text
stringlengths
80
6.25k
text_len
int64
32
3.12k
src
stringclasses
7 values
Het statistisch verhoogde risico op sterfte aan een myocardinfarct werd gezien na zowel In een Mexicaanse drie-armige gerandomiseerde studie werden verschillen in cardiotoxiciteit van verschillende ##,<LEEFTIJD> jaar werden ## patiënten met congestief hartfalen en ## met een hartinfarct gevonden In totaal overleden ## patiënten ten gevolge van een hartinfarct en # patiënt aan congestief hartfalen De gestandaardiseerde sterfte door een cardiale oorzaak was ##,# na ABVD en ##,# na EBVP (epirubicine, bleomycine, vinblastine en Er zijn weinig gegevens over subklinische hartschade bij overlevers van hodgkinlymfoom behandeld met alleen Hoe hoog is het risico op cardiale schade bij <LEEFTIJD>-jaarsoverlevers van hodgkinlymf oom behandeld met Het risico op hartziekten is hoger na een combinatie van bestraling met anthracyclines dan na een van beide behandelingen afzonderlijk Myrehaug et al lieten zien dat voor mannen, behandeld voor hun ## e jaar met alleen was (SIR=#,##) ## Voor de combinatie van mediastinale bestraling met anthracyclines was dit ##,#% (SIR=#,##) Aleman et al vonden dat bij de combinatie van mediastinale radiotherapie en anthracyclines de risico’s op zowel congestief hartfalen als klepafwijkingen significant verhoogd waren ten opzichte van bestraling alleen (hazard ratios respectievely #,# en #,#) ## Het is echter niet duidelijk of de gecombineerde effecten additief zijn of synergistisch ##,## De toevoeging van anthracyclines aan mediastinale radiotherapie gaf geen verhoogd risico op Hoe hoog is het risico op cardiale schade bij andere patiënten dan <LEEFTIJD>-jaarsoverlevers van Bij kinderen behandeld voor leukemie en lymfomen is uitgebreid onderzoek gedaan naar late effecten van anthracyclines behandeld met anthracyclines (gemiddelde leeftijd ten tijde van blootstelling aan anthracyclines #,<LEEFTIJD> jaar; mediane follow up #,<LEEFTIJD> jaar) <DATUM> na een follow-up van <LEEFTIJD> jaar bij cumulatieve anthracyclinedoses van boven de ### mg/m# Subklinische effecten werden gezien bij ##-##% en cumulatieve anthracyclinedoses vanaf ### belang bij het interpreteren van deze data is uiteraard dat hodgkinlymfoompatiënten gemiddeld aanzienlijk jonger zijn dan vrouwen met mammacarcinoom of mensen met een NHL Verder ontbreken veelal vergelijkingen met de algemene bevolking In een grote Amerikaanse studie onder patiënten behandeld voor een beperkt stadium non-Hodgkinlymfoom (n=<DATUM> mediane leeftijd <LEEFTIJD> jaar) werd onderzoek verricht naar cardiale mortaliteit In deze studie werd verondersteld dat het grootste deel van de patiënten behandeld werd met chemotherapie Gegevens met betrekking tot wel/geen bestraling waren wel beschikbaar In de groep behandeld met bestraling werd een cardiale mortaliteit gezien van ##,#% gezien na <LEEFTIJD> jaar en in de groep die niet bestraald werd van ##% na <LEEFTIJD> jaar Er werd geen onderscheid gemaakt naar de aard van de aandoeningen ## In een Europese studie bleek de cumulatieve incidentie van hart- en vaatziekten (inclusief CVA) ##% na <LEEFTIJD> jaar; de gemiddelde cumulatieve anthracyclinedoses in deze studie was lager dan ### mg/m# ## In een Amerikaanse studie bij patiënten met mammacarcinoom (n=###) is een incidentie van klinisch hartfalen van Wat is de invloed van traditionele risicof actoren voor hart- en vaatziekten op het risico op cardiale De invloed van traditionele risicofactoren voor coronairlijden, zoals diabetes mellitus, verhoogd low-densitylipoproteinecholesterol, verlaagd high-density-lipoproteinecholesterol, roken, overgewicht, hypertensie en.
678
fms
leeftijd ten tijde van blootstelling aan anthracyclines #,<LEEFTIJD> jaar; mediane follow up #,<LEEFTIJD> jaar) <DATUM> na een follow-up van <LEEFTIJD> jaar bij cumulatieve anthracyclinedoses van boven de ### mg/m# Subklinische effecten werden gezien bij ##-##% en cumulatieve anthracyclinedoses vanaf ### belang bij het interpreteren van deze data is uiteraard dat hodgkinlymfoompatiënten gemiddeld aanzienlijk jonger zijn dan vrouwen met mammacarcinoom of mensen met een NHL Verder ontbreken veelal vergelijkingen met de algemene bevolking In een grote Amerikaanse studie onder patiënten behandeld voor een beperkt stadium non-Hodgkinlymfoom (n=<DATUM> mediane leeftijd <LEEFTIJD> jaar) werd onderzoek verricht naar cardiale mortaliteit In deze studie werd verondersteld dat het grootste deel van de patiënten behandeld werd met chemotherapie Gegevens met betrekking tot wel/geen bestraling waren wel beschikbaar In de groep behandeld met bestraling werd een cardiale mortaliteit gezien van ##,#% gezien na <LEEFTIJD> jaar en in de groep die niet bestraald werd van ##% na <LEEFTIJD> jaar Er werd geen onderscheid gemaakt naar de aard van de aandoeningen ## In een Europese studie bleek de cumulatieve incidentie van hart- en vaatziekten (inclusief CVA) ##% na <LEEFTIJD> jaar; de gemiddelde cumulatieve anthracyclinedoses in deze studie was lager dan ### mg/m# ## In een Amerikaanse studie bij patiënten met mammacarcinoom (n=###) is een incidentie van klinisch hartfalen van Wat is de invloed van traditionele risicof actoren voor hart- en vaatziekten op het risico op cardiale De invloed van traditionele risicofactoren voor coronairlijden, zoals diabetes mellitus, verhoogd low-densitylipoproteinecholesterol, verlaagd high-density-lipoproteinecholesterol, roken, overgewicht, hypertensie en hoeverre de behandeling voor hodgkinlymfoom danwel een andere maligne aandoening een (meer dan) additief effect heeft #,##,##,##-## Aleman et al vonden geen interactie tussen deze traditionele factoren en de toxiciteit van de hodgkinlymfoombehandeling, oftewel geen risicotoename van )##% ## In een aantal studies werd bij patiënten die mediastinaal waren bestraald gezien dat het risico op cardiale afwijkingen verhoogd was bij alleen die patiënten, die één of meerdere traditionele risicofactoren hadden #,##,## Myrehaug et al vonden dat preexistent cardiaal lijden de sterkste voorspellende factor was voor hospitalisatie voor hartklachten na behandeling Hartf alen tijdens zwangerschap na behandeling voor hodgkinlymf oom Tijdens zwangerschap na een behandeling voor hodgkinlymfoom dient men er op bedacht te zijn dat tekenen van hartfalen kunnen ontstaan (waar men dit op grond van leeftijd niet zou verwachten) Bij vermoeden op Hoe hoog is het risico op TIA en CVA bij <LEEFTIJD>-jaarsoverlevenden van Hodgkinlymf oom en wat zijn de Blijvende vasculaire aandoeningen buiten het hart, zoals een verminderde elasticiteit van de vaten, arteriosclerotische plaques en stenoses, al dan niet als voorloper van een cerebrovasculair accident (CVA) en transient ischemic attack (TIA) zijn eveneens beschreven als late complicaties van de behandeling van hodgkinlymfoom ### Evenals bij cardiale schade wordt er een sterke correlatie gezien met bestraling De trombose die ontstaat als gevolg van deze vaatwandschade en een TIA/CVA veroorzaken kan, kan zowel waarbij zowel het hart als het onderste gedeelte van de carotiden in het bestralingsveld liggen In de studie <PERSOON> et al (#.
651
fms
de behandeling voor hodgkinlymfoom danwel een andere maligne aandoening een (meer dan) additief effect heeft #,##,##,##-## Aleman et al vonden geen interactie tussen deze traditionele factoren en de toxiciteit van de hodgkinlymfoombehandeling, oftewel geen risicotoename van )##% ## In een aantal studies werd bij patiënten die mediastinaal waren bestraald gezien dat het risico op cardiale afwijkingen verhoogd was bij alleen die patiënten, die één of meerdere traditionele risicofactoren hadden #,##,## Myrehaug et al vonden dat preexistent cardiaal lijden de sterkste voorspellende factor was voor hospitalisatie voor hartklachten na behandeling Hartf alen tijdens zwangerschap na behandeling voor hodgkinlymf oom Tijdens zwangerschap na een behandeling voor hodgkinlymfoom dient men er op bedacht te zijn dat tekenen van hartfalen kunnen ontstaan (waar men dit op grond van leeftijd niet zou verwachten) Bij vermoeden op Hoe hoog is het risico op TIA en CVA bij <LEEFTIJD>-jaarsoverlevenden van Hodgkinlymf oom en wat zijn de Blijvende vasculaire aandoeningen buiten het hart, zoals een verminderde elasticiteit van de vaten, arteriosclerotische plaques en stenoses, al dan niet als voorloper van een cerebrovasculair accident (CVA) en transient ischemic attack (TIA) zijn eveneens beschreven als late complicaties van de behandeling van hodgkinlymfoom ### Evenals bij cardiale schade wordt er een sterke correlatie gezien met bestraling De trombose die ontstaat als gevolg van deze vaatwandschade en een TIA/CVA veroorzaken kan, kan zowel waarbij zowel het hart als het onderste gedeelte van de carotiden in het bestralingsveld liggen In de studie <PERSOON> et al (# bestraalde overlevers een relatief risico op TIA gezien van #,# en voor CVA van #,# ten opzichte van de hodgkinlymfoom-overlevers die geen bestraling hadden gekregen boven het diafragma (hazard ratio=#,#) De combinatie met chemotherapie leek geen verhoogd risico met zich mee te brengen De mediane tijd tot het optreden van TIA/CVA was ##,<LEEFTIJD> jaar en het verhoogde risico werd vooral gezien bij overlevers die op jongere In een pediatrische studie (<DATUM> overlevers van hodgkinlymfoom) werd een #,# maal verhoogd risico op CVA gevonden bij overlevers behandeld met mantelveldbestraling (n=<DATUM> , vergeleken met de broers en zussen Hull et al beschreven in een studie van ### overlevers van hodgkinlymfoom (mediane leeftijd <LEEFTIJD> jaar (spreiding #-<LEEFTIJD> jaar)), die bestraald waren op het hart en/of de grote vaten van de hals, een actuariële incidentie van In de studie <PERSOON> et al is ook een verhoogd risico gevonden op TIA/CVA wanneer alleen de hals werd bestraald in vergelijking met overlevers van hodgkinlymfoom die niet waren bestraald (hazard ratio #,#; ##% Significant verhoogde risico’s op een beroerte zijn ook beschreven na behandeling van volwassenen met bestraling voor hoofd-halstumoren (##-## Gy; relatief risico (RR) #,<DATUM> # afhankelijk van duur van follow-up) en Asymptomatische schade van de carotiden na bestraling werd in een groot aantal studies en met verschillende technieken aangetoond Bij de meeste studies betreft het evenwel acute schade, die gedeeltelijk reversibel kan zijn Blijvende schade ()<LEEFTIJD> jaar na behandeling) na hodgkinlymfoom is onderzocht <PERSOON> et al vonden bij ##.
647
fms
op TIA gezien van #,# en voor CVA van #,# ten opzichte van de hodgkinlymfoom-overlevers die geen bestraling hadden gekregen boven het diafragma (hazard ratio=#,#) De combinatie met chemotherapie leek geen verhoogd risico met zich mee te brengen De mediane tijd tot het optreden van TIA/CVA was ##,<LEEFTIJD> jaar en het verhoogde risico werd vooral gezien bij overlevers die op jongere In een pediatrische studie (<DATUM> overlevers van hodgkinlymfoom) werd een #,# maal verhoogd risico op CVA gevonden bij overlevers behandeld met mantelveldbestraling (n=<DATUM> , vergeleken met de broers en zussen Hull et al beschreven in een studie van ### overlevers van hodgkinlymfoom (mediane leeftijd <LEEFTIJD> jaar (spreiding #-<LEEFTIJD> jaar)), die bestraald waren op het hart en/of de grote vaten van de hals, een actuariële incidentie van In de studie <PERSOON> et al is ook een verhoogd risico gevonden op TIA/CVA wanneer alleen de hals werd bestraald in vergelijking met overlevers van hodgkinlymfoom die niet waren bestraald (hazard ratio #,#; ##% Significant verhoogde risico’s op een beroerte zijn ook beschreven na behandeling van volwassenen met bestraling voor hoofd-halstumoren (##-## Gy; relatief risico (RR) #,<DATUM> # afhankelijk van duur van follow-up) en Asymptomatische schade van de carotiden na bestraling werd in een groot aantal studies en met verschillende technieken aangetoond Bij de meeste studies betreft het evenwel acute schade, die gedeeltelijk reversibel kan zijn Blijvende schade ()<LEEFTIJD> jaar na behandeling) na hodgkinlymfoom is onderzocht <PERSOON> et al vonden bij ## met echografie een afwijking van de vaatwand (versus #% bij gezonde vrijwilligers in de controlegroep) ### Bij ## overlevers resulteerde dit niet in een significante stenose De afwijkingen waren niet duidelijk groter in aantal bij Longitudinale studies met de vraag in welke mate gevonden afwijkingen een risico kunnen gaan vormen voor CVA/TIA en wat de invloed van traditionele risicofactoren hierbij is, zijn er niet Bij de behandeling van hodgkinlymfoompatiënten werd (sub)totale klierbestraling in het verleden niet zelden toegepast Dit zou kunnen leiden tot angine abdominale en klachten van de onderste extremiteiten Alleen de studie door Patel et al waarin onder andere <DATUM> overlevers van hodgkinlymfoom werden geïncludeerd, vermeldt vasculaire schade van de buikarteriën na abdominale bestraling als late toxiciteit ### In de bovengenoemde studies <PERSOON> et al en Hull et al waren hypertensie, hyperlipidemie en diabetes mellitus extra risicofactoren voor TIA/CVA na bestraling #,### <PERSOON> et al vonden geen correlatie met roken, overgewicht of premature menopauze ### In de pediatrische studie van Bowers et al waren hypertensie en In de studie <PERSOON> et al werd geen verhoogd risico op TIA/CVA gevonden bij de ### hodgkinlymfoomoverlevers die alleen chemotherapie hadden gehad ### In een studie bij non-hodgkinlymfoompatiënten die alleen chemotherapie hadden gehad was het relatief risico op CVA #,# vergeleken met een gematchte controlegroep ## Bij deze patiënten is evenwel enerzijds de cumulatieve dosis van anthracyclines hoger, anderzijds de gemiddelde leeftijd ook Concluderend is het niet waarschijnlijk dat alleen chemotherapie leidt tot.
645
fms
vaatwand (versus #% bij gezonde vrijwilligers in de controlegroep) ### Bij ## overlevers resulteerde dit niet in een significante stenose De afwijkingen waren niet duidelijk groter in aantal bij Longitudinale studies met de vraag in welke mate gevonden afwijkingen een risico kunnen gaan vormen voor CVA/TIA en wat de invloed van traditionele risicofactoren hierbij is, zijn er niet Bij de behandeling van hodgkinlymfoompatiënten werd (sub)totale klierbestraling in het verleden niet zelden toegepast Dit zou kunnen leiden tot angine abdominale en klachten van de onderste extremiteiten Alleen de studie door Patel et al waarin onder andere <DATUM> overlevers van hodgkinlymfoom werden geïncludeerd, vermeldt vasculaire schade van de buikarteriën na abdominale bestraling als late toxiciteit ### In de bovengenoemde studies <PERSOON> et al en Hull et al waren hypertensie, hyperlipidemie en diabetes mellitus extra risicofactoren voor TIA/CVA na bestraling #,### <PERSOON> et al vonden geen correlatie met roken, overgewicht of premature menopauze ### In de pediatrische studie van Bowers et al waren hypertensie en In de studie <PERSOON> et al werd geen verhoogd risico op TIA/CVA gevonden bij de ### hodgkinlymfoomoverlevers die alleen chemotherapie hadden gehad ### In een studie bij non-hodgkinlymfoompatiënten die alleen chemotherapie hadden gehad was het relatief risico op CVA #,# vergeleken met een gematchte controlegroep ## Bij deze patiënten is evenwel enerzijds de cumulatieve dosis van anthracyclines hoger, anderzijds de gemiddelde leeftijd ook Concluderend is het niet waarschijnlijk dat alleen chemotherapie leidt tot <PERSOON> op hart- en vaatziekten ≥<LEEFTIJD> jaar na diagnose van hodgkinlymfoom relatief risico (RR), standardized incidence ratio (SIR), <PERSOON> voor hart- en vaatziekten ≥<LEEFTIJD> jaar na diagnose van hodgkinlymfoom # - SKION-LATER Richtlijn follow-up na kinderkanker meer dan <LEEFTIJD> jaar na diagnose Deel # Diagnostiek en therapeutische # - <PERSOON> EC, et al <PERSOON> Dutch Childhood Oncology Group guideline for follow-up of # - Boivin JF, Hutchison GB, Lubin JH, et al Coronary artery disease mortality in patients treated for Hodgkin's disease # - <PERSOON> RT Factors affecting late mortality from heart disease after treatment of <PERSOON> UM, et al Cardiac lesions after mediastinal irradiation for Hodgkin's disease <PERSOON> RT Hodgkin's disease complications of therapy and excess mortality <PERSOON-##> C, et al Radiation-associated cardiovascular disease manifestations and # - Hull MC, <PERSOON-##> CG, Pepine CJ, et al Valvular dysfunction and carotid, subclavian, and coronary artery disease in survivors of hodgkin lymphoma treated with radiation therapy <PERSOON-##> AW, Klokman WJ, et al Long-Term Cause-Specific Mortality of Patients Treated for ## - <PERSOON-##> ML, et al Late cardiotoxicity after treatment for Hodgkin lymphoma.
592
fms
hart- en vaatziekten ≥<LEEFTIJD> jaar na diagnose van hodgkinlymfoom relatief risico (RR), standardized incidence ratio (SIR), <PERSOON> voor hart- en vaatziekten ≥<LEEFTIJD> jaar na diagnose van hodgkinlymfoom # - SKION-LATER Richtlijn follow-up na kinderkanker meer dan <LEEFTIJD> jaar na diagnose Deel # Diagnostiek en therapeutische # - <PERSOON> EC, et al <PERSOON> Dutch Childhood Oncology Group guideline for follow-up of # - Boivin JF, Hutchison GB, Lubin JH, et al Coronary artery disease mortality in patients treated for Hodgkin's disease # - <PERSOON> RT Factors affecting late mortality from heart disease after treatment of <PERSOON> UM, et al Cardiac lesions after mediastinal irradiation for Hodgkin's disease <PERSOON> RT Hodgkin's disease complications of therapy and excess mortality <PERSOON> C, et al Radiation-associated cardiovascular disease manifestations and # - Hull MC, <PERSOON> CG, Pepine CJ, et al Valvular dysfunction and carotid, subclavian, and coronary artery disease in survivors of hodgkin lymphoma treated with radiation therapy <PERSOON> AW, Klokman WJ, et al Long-Term Cause-Specific Mortality of Patients Treated for ## - <PERSOON-##> ML, et al Late cardiotoxicity after treatment for Hodgkin lymphoma Cardiac morbidity following modern treatment for Hodgkin lymphoma supraadditive cardiotoxicity of doxorubicin and radiation therapy Leuk <PERSOON-##> M, <PERSOON-##> L, et al A population-based study of cardiac morbidity among Hodgkin lymphoma patients ## - <PERSOON-##> AK Review of the cardiac long-term effects of therapy for Hodgkin lymphoma <PERSOON-##> P, et al Myocardial infarction mortality risk after treatment for Hodgkin disease a ## - <PERSOON-##> AC, et al Morbidity and mortality in long-term survivors of Hodgkin lymphoma a report from the <PERSOON-##> AK, <PERSOON-##> E, et al Long-term survival and competing causes of death in patients with early- stage ## - <PERSOON-##> AK, Lacasce A, <PERSOON-##> LB Long-term complications of lymphoma and its treatment <PERSOON-##> SL, <PERSOON-##> JB, Mauch PM, et al Clinically significant cardiac disease in patients with Hodgkin lymphoma treated with ## - <PERSOON-##> KR Radiation-induced cardiovascular diseases is the epidemiologic evidence compatible with ## - <PERSOON-##> LS, Moiseenko V, et al Radiation dose-volume effects in the heart <PERSOON-##> MJ, Lipsitz SR, Colan SD, et al Cardiovascular status in long-term survivors of Hodgkin's disease treated with.
586
fms
modern treatment for Hodgkin lymphoma supraadditive cardiotoxicity of doxorubicin and radiation therapy Leuk <PERSOON> M, <PERSOON> L, et al A population-based study of cardiac morbidity among Hodgkin lymphoma patients ## - <PERSOON> AK Review of the cardiac long-term effects of therapy for Hodgkin lymphoma <PERSOON> P, et al Myocardial infarction mortality risk after treatment for Hodgkin disease a ## - <PERSOON> AC, et al Morbidity and mortality in long-term survivors of Hodgkin lymphoma a report from the <PERSOON> AK, <PERSOON> E, et al Long-term survival and competing causes of death in patients with early- stage ## - <PERSOON> AK, Lacasce A, <PERSOON> LB Long-term complications of lymphoma and its treatment <PERSOON> SL, <PERSOON> JB, Mauch PM, et al Clinically significant cardiac disease in patients with Hodgkin lymphoma treated with ## - <PERSOON-##> KR Radiation-induced cardiovascular diseases is the epidemiologic evidence compatible with ## - <PERSOON-##> LS, Moiseenko V, et al Radiation dose-volume effects in the heart <PERSOON-##> MJ, Lipsitz SR, Colan SD, et al Cardiovascular status in long-term survivors of Hodgkin's disease treated with Thoracic radiotherapy in patients with lymphoma and restenosis after ## - <PERSOON-##> BM, et al Increased risk of heart valve regurgitation after mediastinal radiation for <PERSOON-##>EM, van Leeuwen> FE, et al Long-term risk of cardiovascular disease after treatment for aggressive ## - <PERSOON-##> BM, et al Long-term risk of cardiovascular disease in ##-year survivors of breast ## - Mulrooney DA, Yeazel <PERSOON-##> T, et al Cardiac outcomes in a cohort of adult survivors of childhood and ## - <PERSOON-##> P, et al Risk of ischemic heart disease in women after radiotherapy for breast cancer N ## - <PERSOON-##> DA, et al Studies of mortality of atomic bomb survivors Report ## Solid cancer and ## - <PERSOON-##> DA, <PERSOON-##> DL, et al Studies of the mortality of atomic bomb survivors Report ##, part II ## - Little MP Cancer and non-cancer effects in Japanese atomic bomb survivors <PERSOON-##> DC Late effects in the era of modern therapy for Hodgkin lymphoma <PERSOON-##> LG, Valdes Olmos RA, et al Evidence for a renovascular component in hypertensive patients with late ## - <PERSOON-##> M, et al Anthracycline-induced clinical heart failure in a cohort of ### children.
591
fms
with lymphoma and restenosis after ## - <PERSOON> BM, et al Increased risk of heart valve regurgitation after mediastinal radiation for <PERSOON>EM, van Leeuwen> FE, et al Long-term risk of cardiovascular disease after treatment for aggressive ## - <PERSOON> BM, et al Long-term risk of cardiovascular disease in ##-year survivors of breast ## - Mulrooney DA, Yeazel <PERSOON> T, et al Cardiac outcomes in a cohort of adult survivors of childhood and ## - <PERSOON> P, et al Risk of ischemic heart disease in women after radiotherapy for breast cancer N ## - <PERSOON> DA, et al Studies of mortality of atomic bomb survivors Report ## Solid cancer and ## - <PERSOON> DA, <PERSOON> DL, et al Studies of the mortality of atomic bomb survivors Report ##, part II ## - Little MP Cancer and non-cancer effects in Japanese atomic bomb survivors <PERSOON> DC Late effects in the era of modern therapy for Hodgkin lymphoma <PERSOON-##> LG, Valdes Olmos RA, et al Evidence for a renovascular component in hypertensive patients with late ## - <PERSOON-##> M, et al Anthracycline-induced clinical heart failure in a cohort of ### children Chronic progressive cardiac dysfunction years after doxorubicin therapy for ## - Swain SM, Whaley FS, Ewer MS Congestive heart failure in patients treated with doxorubicin a retrospective analysis ## - <PERSOON-##> DD, Layard <PERSOON-##> P, et al Risk factors for doxorubicin-induced congestive heart failure <PERSOON-##> JM, et al Late cardiac toxicity secondary to treatment in Hodgkin's disease A study comparing doxorubicin, epirubicin and mitoxantrone in combined therapy Leuk Lymphoma #<DATUM> ###, ### ## - Hequet O, <PERSOON-##> QH, Moullet I, et al Subclinical late cardiomyopathy after doxorubicin therapy for lymphoma in adults <PERSOON-##> MM, Rai SN, Nunez C, et al Noninvasive evaluation of late anthracycline cardiac toxicity in childhood cancer ## - <PERSOON-##> WE, et al Clinical heart failure in a cohort of children treated with anthracyclines a ## - <PERSOON-##> L, et al Early cardiotoxicity of the CHOP regimen in aggressive non-Hodgkin's lymphoma ## - <PERSOON-##> KE, et al Cardiac mortality in patients with stage I and II diffuse large B-cell lymphoma treated with and without radiation a surveillance, epidemiology, and end-results analysis <PERSOON-##> JS, et al Congestive heart failure in older women treated with adjuvant anthracycline.
595
fms
Chronic progressive cardiac dysfunction years after doxorubicin therapy for ## - Swain SM, Whaley FS, Ewer MS Congestive heart failure in patients treated with doxorubicin a retrospective analysis ## - <PERSOON> DD, Layard <PERSOON> P, et al Risk factors for doxorubicin-induced congestive heart failure <PERSOON> JM, et al Late cardiac toxicity secondary to treatment in Hodgkin's disease A study comparing doxorubicin, epirubicin and mitoxantrone in combined therapy Leuk Lymphoma #<DATUM> ###, ### ## - Hequet O, <PERSOON> QH, Moullet I, et al Subclinical late cardiomyopathy after doxorubicin therapy for lymphoma in adults <PERSOON> MM, Rai SN, Nunez C, et al Noninvasive evaluation of late anthracycline cardiac toxicity in childhood cancer ## - <PERSOON> WE, et al Clinical heart failure in a cohort of children treated with anthracyclines a ## - <PERSOON> L, et al Early cardiotoxicity of the CHOP regimen in aggressive non-Hodgkin's lymphoma ## - <PERSOON> KE, et al Cardiac mortality in patients with stage I and II diffuse large B-cell lymphoma treated with and without radiation a surveillance, epidemiology, and end-results analysis <PERSOON> JS, et al Congestive heart failure in older women treated with adjuvant anthracycline Chemotherapy and cardiotoxicity in older breast cancer patients a ## - Bowers DC, McNeil DE, <PERSOON-##> Y, et al Stroke as a late treatment effect of Hodgkin's Disease a report from the ## - <PERSOON-##> JD, Dyer A, Cai X, et al Lifetime risks of cardiovascular disease <PERSOON-##> J Med ##<DATUM> ###, ### ## - D'Agostino RB, Sr , Vasan RS, Pencina MJ, et al General cardiovascular risk profile for use in primary care the ## - <PERSOON-##> TD, Bray GA, et al Obesity and cardiovascular disease pathophysiology, evaluation, and effect of weight loss an update of the ### American Heart Association Scientific Statement on Obesity and Heart Disease from the Obesity Committee of the Council on Nutrition, Physical Activity, and <PERSOON-##> RK, et al Association between premature mortality and hypopituitarism West <PERSOON-##> R, et al Cardiac risk after mediastinal irradiation for Hodgkin's disease Radiother ## - <PERSOON-##> LS, <PERSOON-##> D, et al Symptomatic coronary artery disease after mantle irradiation for Hodgkin's disease ## - <PERSOON-##> AB, Punglia RS, Kuntz KM, et al Cost effectiveness and screening interval of lipid screening in Hodgkin's ## - Ridker PM, Hennekens CH, Buring JE, et al C-reactive protein and other markers of inflammation in the prediction of ## - <PERSOON-##> P, <PERSOON-##> R, et al.
638
fms
patients a ## - Bowers DC, McNeil DE, <PERSOON> Y, et al Stroke as a late treatment effect of Hodgkin's Disease a report from the ## - <PERSOON> JD, Dyer A, Cai X, et al Lifetime risks of cardiovascular disease <PERSOON> J Med ##<DATUM> ###, ### ## - D'Agostino RB, Sr , Vasan RS, Pencina MJ, et al General cardiovascular risk profile for use in primary care the ## - <PERSOON> TD, Bray GA, et al Obesity and cardiovascular disease pathophysiology, evaluation, and effect of weight loss an update of the ### American Heart Association Scientific Statement on Obesity and Heart Disease from the Obesity Committee of the Council on Nutrition, Physical Activity, and <PERSOON> RK, et al Association between premature mortality and hypopituitarism West <PERSOON> R, et al Cardiac risk after mediastinal irradiation for Hodgkin's disease Radiother ## - <PERSOON> LS, <PERSOON> D, et al Symptomatic coronary artery disease after mantle irradiation for Hodgkin's disease ## - <PERSOON> AB, Punglia RS, Kuntz KM, et al Cost effectiveness and screening interval of lipid screening in Hodgkin's ## - Ridker PM, Hennekens CH, Buring JE, et al C-reactive protein and other markers of inflammation in the prediction of ## - <PERSOON-##> P, <PERSOON> R, et al a systematic review and meta-analysis of ## studies of C-reactive protein in stable coronary artery disease <PERSOON-##> SE, et al Predictive value of cardiac troponin T in pediatric patients at risk for myocardial ## - <PERSOON-##> MT, Colombo A, et al Prognostic value of troponin I in cardiac risk stratification of cancer patients ## - <PERSOON-##> MT Role of biomarkers in chemotherapy-induced cardiotoxicity <PERSOON-##> AM, Kapusta L, Nir A, et al <PERSOON-##> role of biomarkers in the early detection of anthracyclineinduced cardiotoxicity in children a review of the literature <PERSOON-##> AS B-type natriuretic peptide the level and the drug--partners in the diagnosis of congestive ## - <PERSOON-##> FJ, bad-Terrado C, et al Accuracy of B-type natriuretic peptide levels in the diagnosis of left ventricular dysfunction and heart failure a systematic review <PERSOON-##> JA, Glasziou PP, Pietrzak E, et al A systematic review of the diagnostic accuracy of natriuretic peptides for ## - <PERSOON-##> L, et al Accuracy of N-terminal pro-brain natriuretic peptide in the identification of ## - <PERSOON-##> JH, Mattace-Raso FU, Steyerberg EW, et al Amino-terminal pro-B-type natriuretic peptide improves cardiovascular and cerebrovascular risk prediction in the population the <LOCATIE> study Hypertension ##.
636
fms
meta-analysis of ## studies of C-reactive protein in stable coronary artery disease <PERSOON> SE, et al Predictive value of cardiac troponin T in pediatric patients at risk for myocardial ## - <PERSOON> MT, Colombo A, et al Prognostic value of troponin I in cardiac risk stratification of cancer patients ## - <PERSOON> MT Role of biomarkers in chemotherapy-induced cardiotoxicity <PERSOON> AM, Kapusta L, Nir A, et al <PERSOON> role of biomarkers in the early detection of anthracyclineinduced cardiotoxicity in children a review of the literature <PERSOON> AS B-type natriuretic peptide the level and the drug--partners in the diagnosis of congestive ## - <PERSOON> FJ, bad-Terrado C, et al Accuracy of B-type natriuretic peptide levels in the diagnosis of left ventricular dysfunction and heart failure a systematic review <PERSOON> JA, Glasziou PP, Pietrzak E, et al A systematic review of the diagnostic accuracy of natriuretic peptides for ## - <PERSOON> L, et al Accuracy of N-terminal pro-brain natriuretic peptide in the identification of ## - <PERSOON> JH, Mattace-Raso FU, Steyerberg EW, et al Amino-terminal pro-B-type natriuretic peptide improves cardiovascular and cerebrovascular risk prediction in the population the <LOCATIE> study <PERSOON-##> N, et al B-type natriuretic peptides and cardiovascular risk systematic review and metaanalysis of ## prospective studies Circulation ### ###-###, ### ## - <PERSOON-##> L, et al Use of cardiac markers to assess the toxic effects of anthracyclines given to children ## - <PERSOON-##> MD, Bhambhani K, et al B-type natriuretic peptide as a marker for cardiac dysfunction in ## - <PERSOON-##> A, et al Cardiac function in survivors of acute lymphoblastic leukaemia ## - <PERSOON-##> S, et al Large-scale association analysis identifies ## new susceptibility loci for ## - Blanco JG, Sun CL, Landier W, et al Anthracycline-Related Cardiomyopathy After Childhood Cancer Role of Polymorphisms in <PERSOON-##> the <PERSOON-##> H, <PERSOON-##> CJ, Rassekh SR, et al Pharmacogenomic prediction of anthracycline-induced cardiotoxicity in ## - <PERSOON-##> V <PERSOON-##> evidence-based review of the resting electrocardiogram as a screening ## - van <PERSOON-##> CC, Krumholz HM, et al Comparison and reproducibility of visual echocardiographic and ## - McMurray JJ, Adamopoulos S, Anker SD, et al ESC Guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure ### <PERSOON> Task Force for the Diagnosis and Treatment of Acute and Chronic Heart Failure ### of the.
614
fms
## - <PERSOON> N, et al B-type natriuretic peptides and cardiovascular risk systematic review and metaanalysis of ## prospective studies Circulation ### ###-###, ### ## - <PERSOON> L, et al Use of cardiac markers to assess the toxic effects of anthracyclines given to children ## - <PERSOON> MD, Bhambhani K, et al B-type natriuretic peptide as a marker for cardiac dysfunction in ## - <PERSOON> A, et al Cardiac function in survivors of acute lymphoblastic leukaemia ## - <PERSOON> S, et al Large-scale association analysis identifies ## new susceptibility loci for ## - Blanco JG, Sun CL, Landier W, et al Anthracycline-Related Cardiomyopathy After Childhood Cancer Role of Polymorphisms in <PERSOON> the <PERSOON> H, <PERSOON> CJ, Rassekh SR, et al Pharmacogenomic prediction of anthracycline-induced cardiotoxicity in ## - <PERSOON> V <PERSOON-##> evidence-based review of the resting electrocardiogram as a screening ## - van <PERSOON-##> CC, Krumholz HM, et al Comparison and reproducibility of visual echocardiographic and ## - McMurray JJ, Adamopoulos S, Anker SD, et al ESC Guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure ### <PERSOON-##> Task Force for the Diagnosis and Treatment of Acute and Chronic Heart Failure ### of the Developed in collaboration with the Heart Failure Association (HFA) of the ESC Eur Heart ## - Perrault DJ, <PERSOON-##> M, <PERSOON-##> JD, et al Echocardiographic abnormalities following cardiac radiation <PERSOON-##> C, et al Evaluation of late cardiotoxicity with pulsed Doppler echocardiography in ## - <PERSOON-##> T, et al Late cardiac effects after mantle radiotherapy in patients with <PERSOON-##> JY, Valette H, et al Myocardial perfusion damage after mediastinal irradiation for Hodgkin's ## - Heidenreich PA, Hancock SL, <PERSOON-##> BK, et al Asymptomatic cardiac disease following mediastinal irradiation <PERSOON-##> ## - <PERSOON-##> MB, Edvardsen T, et al Valvular dysfunction and left ventricular changes in Hodgkin's lymphoma ## - <PERSOON-##> DJ, et al Detection of anthracycline-induced cardiotoxicity Cancer ## - Vasan RS, Larson MG, <PERSOON-##> EJ, et al Left ventricular dilatation and the risk of congestive heart failure in people ## - Lauer MS, Evans JC, <PERSOON-##> implications of subclinical left ventricular dilatation and systolic dysfunction in men free of overt cardiovascular disease (the Framingham Heart Study) <PERSOON-##> ## ###-###, ### ## - Effect of enalapril on mortality and the development of heart failure in asymptomatic patients with reduced left ## - <PERSOON-##> RL, Oeffinger KC, et al.
664
fms
collaboration with the Heart Failure Association (HFA) of the ESC Eur Heart ## - Perrault DJ, <PERSOON> M, <PERSOON> JD, et al Echocardiographic abnormalities following cardiac radiation <PERSOON> C, et al Evaluation of late cardiotoxicity with pulsed Doppler echocardiography in ## - <PERSOON> T, et al Late cardiac effects after mantle radiotherapy in patients with <PERSOON> JY, Valette H, et al Myocardial perfusion damage after mediastinal irradiation for Hodgkin's ## - Heidenreich PA, Hancock SL, <PERSOON> BK, et al Asymptomatic cardiac disease following mediastinal irradiation <PERSOON> ## - <PERSOON> MB, Edvardsen T, et al Valvular dysfunction and left ventricular changes in Hodgkin's lymphoma ## - <PERSOON> DJ, et al Detection of anthracycline-induced cardiotoxicity Cancer ## - Vasan RS, Larson MG, <PERSOON-##> EJ, et al Left ventricular dilatation and the risk of congestive heart failure in people ## - Lauer MS, Evans JC, <PERSOON-##> implications of subclinical left ventricular dilatation and systolic dysfunction in men free of overt cardiovascular disease (the Framingham Heart Study) <PERSOON-##> ## ###-###, ### ## - Effect of enalapril on mortality and the development of heart failure in asymptomatic patients with reduced left ## - <PERSOON-##> RL, Oeffinger KC, et al follow-up of childhood and young adult cancer survivors a report from the International Late Effects of <PERSOON-##> AM, <PERSOON-##> KA, Pourier M, et al Myocardial #D strain echocardiography and cardiac biomarkers in children during and shortly after anthracycline therapy for acute lymphoblastic leukaemia (ALL) a prospective ## - <PERSOON-##> HW, et al Screening for coronary artery disease after mediastinal irradiation for ## - <PERSOON-##> RG, Savage DE, et al Cardiac function, perfusion, and morbidity in irradiated long-term ## - Fleischmann KE, Hunink MG, Kuntz KM, et al Exercise echocardiography or exercise SPECT imaging? A meta-analysis ## - <PERSOON-##> RS, <PERSOON-##> WG, Celio PV, et al Accuracy of exercise ###Tl myocardial scintigraphy in asymptomatic young ## - <PERSOON-##> S, et al <PERSOON-##> effectiveness and cost-effectiveness of computed tomography screening for coronary artery disease systematic review Health Technol Assess ## iii-x, #, ### ## - <PERSOON-##> P, et al Cardiovascular calcifications after radiation therapy for Hodgkin lymphoma ## - <PERSOON-##> A, et al Relation of coronary artery calcium score to premature coronary artery ## - Machann W, <PERSOON-##> M, et al Cardiac magnetic resonance imaging findings in ##-year survivors of mediastinal ## - McEniery <PERSOON-##> WA, et al Clinical and angiographic features of coronary artery disease after chest ## - <PERSOON-##> A, et al.
682
fms
a report from the International Late Effects of <PERSOON> AM, <PERSOON> KA, Pourier M, et al Myocardial #D strain echocardiography and cardiac biomarkers in children during and shortly after anthracycline therapy for acute lymphoblastic leukaemia (ALL) a prospective ## - <PERSOON> HW, et al Screening for coronary artery disease after mediastinal irradiation for ## - <PERSOON> RG, Savage DE, et al Cardiac function, perfusion, and morbidity in irradiated long-term ## - Fleischmann KE, Hunink MG, Kuntz KM, et al Exercise echocardiography or exercise SPECT imaging? A meta-analysis ## - <PERSOON> RS, <PERSOON> WG, Celio PV, et al Accuracy of exercise ###Tl myocardial scintigraphy in asymptomatic young ## - <PERSOON> S, et al <PERSOON> effectiveness and cost-effectiveness of computed tomography screening for coronary artery disease systematic review Health Technol Assess ## iii-x, #, ### ## - <PERSOON> P, et al Cardiovascular calcifications after radiation therapy for Hodgkin lymphoma ## - <PERSOON-##> A, et al Relation of coronary artery calcium score to premature coronary artery ## - Machann W, <PERSOON-##> M, et al Cardiac magnetic resonance imaging findings in ##-year survivors of mediastinal ## - McEniery <PERSOON-##> WA, et al Clinical and angiographic features of coronary artery disease after chest ## - <PERSOON-##> A, et al ## - <PERSOON-##> MH, <PERSOON-##> BL, et al Noninvasive coronary angiography with multislice computed tomography <PERSOON-##> H, et al Low-dose CT and cardiac MR for the diagnosis of coronary artery disease ### - <PERSOON-##> A, et al Medical interventions for treating anthracycline-induced symptomatic and asymptomatic cardiotoxicity during and after treatment for childhood cancer <PERSOON-##> LA, et al Effect of captopril on mortality and morbidity in patients with left ventricular dysfunction after myocardial infarction Results of the survival and ventricular enlargement trial <PERSOON> <INSTELLING> Investigators N ### - Effect of enalapril on mortality and the development of heart failure in asymptomatic patients with reduced left ### - <PERSOON-##> JE, et al A clinical trial of the angiotensin-converting-enzyme inhibitor trandolapril in patients with left ventricular dysfunction after myocardial infarction Trandolapril Cardiac Evaluation (TRACE) Study Group ### - Dargie HJ Effect of carvedilol on outcome after myocardial infarction in patients with left-ventricular dysfunction the ### - <PERSOON-##> P, <PERSOON-##> MF, et al Effect of enalapril on ##-year survival and life expectancy in patients with left ### - Flather MD, <PERSOON-##> L, et al Long-term ACE-inhibitor therapy in patients with heart failure or left-ventricular dysfunction a systematic overview of data from individual patients ACE-Inhibitor Myocardial Infarction Collaborative Group.
655
fms
<PERSOON> BL, et al Noninvasive coronary angiography with multislice computed tomography <PERSOON> H, et al Low-dose CT and cardiac MR for the diagnosis of coronary artery disease ### - <PERSOON> A, et al Medical interventions for treating anthracycline-induced symptomatic and asymptomatic cardiotoxicity during and after treatment for childhood cancer <PERSOON> LA, et al Effect of captopril on mortality and morbidity in patients with left ventricular dysfunction after myocardial infarction Results of the survival and ventricular enlargement trial <PERSOON> <INSTELLING> Investigators N ### - Effect of enalapril on mortality and the development of heart failure in asymptomatic patients with reduced left ### - <PERSOON> JE, et al A clinical trial of the angiotensin-converting-enzyme inhibitor trandolapril in patients with left ventricular dysfunction after myocardial infarction Trandolapril Cardiac Evaluation (TRACE) Study Group ### - Dargie HJ Effect of carvedilol on outcome after myocardial infarction in patients with left-ventricular dysfunction the ### - <PERSOON> P, <PERSOON> MF, et al Effect of enalapril on ##-year survival and life expectancy in patients with left ### - Flather MD, <PERSOON> L, et al Long-term ACE-inhibitor therapy in patients with heart failure or left-ventricular dysfunction a systematic overview of data from individual patients ACE-Inhibitor Myocardial Infarction Collaborative Group Enalapril to prevent cardiac function decline in long-term survivors of pediatric ### - <PERSOON-##> JD, et al Ischemic stroke and transient ischemic attack after head and neck ### - <PERSOON-##> MB, et al Increased risk of stroke and transient ischemic attack in #-year ### - <PERSOON-##> W, et al Increased risk of ischemic stroke after radiotherapy on the neck in ### - <PERSOON-##> RS, et al Relative risk of stroke in head and neck carcinoma patients treated with ### - <PERSOON-##> AS, Parr LA, Johnstone PA Risk of cerebrovascular events after neck and supraclavicular radiotherapy a ### - <PERSOON-##> LJ, Hasnain SN, Webb JA, et al Asymptomatic carotid arterial disease in young patients following neck radiation ### - <PERSOON-##> AW, et al Clinical manifestations of noncoronary atherosclerotic vascular disease after ### - <PERSOON-##> W, et al Late-occurring stroke among long-term survivors of childhood leukemia and brain tumors a report from the <PERSOON-##> A, et al <PERSOON> role of N-terminal PRO-brain natriuretic peptide and echocardiography for screening asymptomatic left ventricular dysfunction in a population at high risk for heart failure <PERSOON> PROBE-HF study <PERSOON-##> natriuretic peptide in the general community determinants and detection of left ventricular dysfunction.
606
fms
cardiac function decline in long-term survivors of pediatric ### - <PERSOON> JD, et al Ischemic stroke and transient ischemic attack after head and neck ### - <PERSOON> MB, et al Increased risk of stroke and transient ischemic attack in #-year ### - <PERSOON> W, et al Increased risk of ischemic stroke after radiotherapy on the neck in ### - <PERSOON> RS, et al Relative risk of stroke in head and neck carcinoma patients treated with ### - <PERSOON> AS, Parr LA, Johnstone PA Risk of cerebrovascular events after neck and supraclavicular radiotherapy a ### - <PERSOON> LJ, Hasnain SN, Webb JA, et al Asymptomatic carotid arterial disease in young patients following neck radiation ### - <PERSOON> AW, et al Clinical manifestations of noncoronary atherosclerotic vascular disease after ### - <PERSOON> W, et al Late-occurring stroke among long-term survivors of childhood leukemia and brain tumors a report from the <PERSOON> A, et al <PERSOON-##> role of N-terminal PRO-brain natriuretic peptide and echocardiography for screening asymptomatic left ventricular dysfunction in a population at high risk for heart failure <PERSOON-##> PROBE-HF study <PERSOON-##> natriuretic peptide in the general community determinants and detection of left ventricular dysfunction ### - <PERSOON-##> P, et al Pro-B-type natriuretic peptide(<DATUM> circulates in the general community plasma determinants and detection of left ventricular dysfunction <PERSOON-##> S, et al Natriuretic peptides in the detection of preclinical diastolic or systolic dysfunction ### - <PERSOON-##> IA, Plana JC, et al Early detection and prediction of cardiotoxicity in chemotherapy-treated Zijn er adequate methoden om cardiovasculaire aandoeningen en risicofactoren voor cardiovasculaire Wat zijn de effecten van vroege detectie van cardiovasculaire aandoeningen op de uiteindelijke sterfte eraan? Zijn er adequate methoden om afwijkingen op te sporen die het risico op een TIA of CVA bij <LEEFTIJD>-jaarsoverlevers Wat zijn de effecten van vroege detectie van zulke afwijkingen op een TIA of CVA op het uiteindelijke krijgen (cumulatieve dosis equivalent aan doxorubicine ≥ ### mg/m# of na mediastinale radiotherapie in combinatie ECG Eenmalig <LEEFTIJD> jaar na diagnose als uitgangswaarde Indien echocardiografie onduidelijk, andere meting van de EF met behulp van nucleair onderzoek (MUGA) Overweeg of behandeling door huisarts (hypertensie, overgewicht) of verwijzing naar cardioloog geïndiceerd is FS≥##%, EF≥##% maar wel andere echocardiografische afwijkingen zoals meer dan geringe FS ##%-##%, EF ##-##% vooral in combinatie met een verwijde linkerventrikeldiastolische diameter ()## Bij afwijkende waarden biomarkers gepaard gaande met klinische vermoedens op hartfalen doorverwijzen naar cardioloog Bij verhoogde biomarkers zonder klinische vermoedens op hartfalen is doorverwijzing naar een cardioloog niet nodig De afkapwaarden voor (NT-pro)BNP verschillen bij acuut hartfalen (NT-proBNP )###.
627
fms
<PERSOON> P, et al Pro-B-type natriuretic peptide(<DATUM> circulates in the general community plasma determinants and detection of left ventricular dysfunction <PERSOON> S, et al Natriuretic peptides in the detection of preclinical diastolic or systolic dysfunction ### - <PERSOON> IA, Plana JC, et al Early detection and prediction of cardiotoxicity in chemotherapy-treated Zijn er adequate methoden om cardiovasculaire aandoeningen en risicofactoren voor cardiovasculaire Wat zijn de effecten van vroege detectie van cardiovasculaire aandoeningen op de uiteindelijke sterfte eraan? Zijn er adequate methoden om afwijkingen op te sporen die het risico op een TIA of CVA bij <LEEFTIJD>-jaarsoverlevers Wat zijn de effecten van vroege detectie van zulke afwijkingen op een TIA of CVA op het uiteindelijke krijgen (cumulatieve dosis equivalent aan doxorubicine ≥ ### mg/m# of na mediastinale radiotherapie in combinatie ECG Eenmalig <LEEFTIJD> jaar na diagnose als uitgangswaarde Indien echocardiografie onduidelijk, andere meting van de EF met behulp van nucleair onderzoek (MUGA) Overweeg of behandeling door huisarts (hypertensie, overgewicht) of verwijzing naar cardioloog geïndiceerd is FS≥##%, EF≥##% maar wel andere echocardiografische afwijkingen zoals meer dan geringe FS ##%-##%, EF ##-##% vooral in combinatie met een verwijde linkerventrikeldiastolische diameter ()## Bij afwijkende waarden biomarkers gepaard gaande met klinische vermoedens op hartfalen doorverwijzen naar cardioloog Bij verhoogde biomarkers zonder klinische vermoedens op hartfalen is doorverwijzing naar een cardioloog niet nodig De afkapwaarden voor (NT-pro)BNP verschillen bij acuut hartfalen (NT-proBNP )### niet roken, voldoende bewegen, goed voedingspatroon (o a weinig verzadigde vetten), Voor behandelend arts schat het <LEEFTIJD>-jaarsrisico op sterfte aan hart- en vaatziekten bijvoorbeeld met Diagnostiek en behandeling na alleen radiotherapie op het mediastinum (zonder anthracyclinehoudende chemotherapie) ECG eenmalig <LEEFTIJD> jaar na diagnose als uitgangswaarde Echocardiografie eenmalig vanaf <LEEFTIJD> jaar na diagnose als uitgangswaarde (zie ook toelichting op maken Indien geen afwijkingen # maal per <LEEFTIJD> jaar in principe via de BETER-polikliniek (na eerste bezoek geen aanvullend cardiologisch onderzoek, tenzij daar bij het eerste bezoek aanleiding toe was) Bij afwijkende waarden van biomarkers gepaard gaande met klinische vermoedens op hartfalen doorverwijzen Niveau # Het is aangetoond dat BNP en NT-proBNP geschikte biomarkers zijn om linkszijdig klinisch Niveau # Het is aangetoond dat er in de algemene populatie en bij patiënten met een stabiele vasculaire aandoening een sterke correlatie is tussen BNP-waarden en het risico op cardiovasculaire ziekten in het Niveau # Er zijn aanwijzingen dat een verhoogd (NTpro)BNP gerelateerd is aan het risico op latere Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs met betrekking tot de diagnostische en de prognostische waarde van biomarkers voor latere ontwikkeling van ischemische hartziekten, linkerventrikeldysfunctie of klinisch van kanker een voorspellende waarde heeft voor late cardiotoxiciteit na anthracyclinehoudende chemotherapie Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat een verlaagde ejectiefractie (EF) of verkortingsfractie (FS) een voorspellende waarde heeft met betrekking tot het ontstaan van klinisch hartfalen in overlevers van Gebrek aan bewijs.
606
fms
niet roken, voldoende bewegen, goed voedingspatroon (o a weinig verzadigde vetten), Voor behandelend arts schat het <LEEFTIJD>-jaarsrisico op sterfte aan hart- en vaatziekten bijvoorbeeld met Diagnostiek en behandeling na alleen radiotherapie op het mediastinum (zonder anthracyclinehoudende chemotherapie) ECG eenmalig <LEEFTIJD> jaar na diagnose als uitgangswaarde Echocardiografie eenmalig vanaf <LEEFTIJD> jaar na diagnose als uitgangswaarde (zie ook toelichting op maken Indien geen afwijkingen # maal per <LEEFTIJD> jaar in principe via de BETER-polikliniek (na eerste bezoek geen aanvullend cardiologisch onderzoek, tenzij daar bij het eerste bezoek aanleiding toe was) Bij afwijkende waarden van biomarkers gepaard gaande met klinische vermoedens op hartfalen doorverwijzen Niveau # Het is aangetoond dat BNP en NT-proBNP geschikte biomarkers zijn om linkszijdig klinisch Niveau # Het is aangetoond dat er in de algemene populatie en bij patiënten met een stabiele vasculaire aandoening een sterke correlatie is tussen BNP-waarden en het risico op cardiovasculaire ziekten in het Niveau # Er zijn aanwijzingen dat een verhoogd (NTpro)BNP gerelateerd is aan het risico op latere Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs met betrekking tot de diagnostische en de prognostische waarde van biomarkers voor latere ontwikkeling van ischemische hartziekten, linkerventrikeldysfunctie of klinisch van kanker een voorspellende waarde heeft voor late cardiotoxiciteit na anthracyclinehoudende chemotherapie Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat een verlaagde ejectiefractie (EF) of verkortingsfractie (FS) een voorspellende waarde heeft met betrekking tot het ontstaan van klinisch hartfalen in overlevers van Gebrek aan bewijs hebben voor latere klinische problemen, noch bij overlevers van hodgkinlymfoom, noch bij andere Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat stresstests in de screening van hodgkinlymfoom-overlevers Niveau # Het is aangetoond dat bestraling van de hals leidt tot een verhoogd risico op CVA en <PERSOON> # Het is aannemelijk dat de aanwezigheid van algemene risicofactoren voor hart- en vaatziekten Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat het risico op CVA en TIA verhoogd is na alleen chemotherapie, of dat chemotherapie het risico bij bestraalde patiënten verder verhoogt Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat screening en een daarop volgende interventie het risico op TIA en CVA verlaagt bij overlevers van hodgkinlymfoom die op de hals bestraald zijn Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat screening van patiënten die zijn behandeld met bestraling op Zijn er adequate methoden om cardiovasculaire aandoeningen en risicof actoren voor De algemene risicofactoren voor hart- en vaatziekten zoals hypertensie, hypercholesterolemie, diabetes mellitus, obesitas, verminderde fysieke activiteit, roken, hormoondeficiënties en mogelijk erfelijke aanleg zijn uiteraard ook van belang voor overlevers van hodgkinlymfoom ##-## Er is weinig specifiek onderzoek gedaan naar deze risicofactoren onder hodgkinlymfoom-overlevers Voor gedetailleerde informatie met betrekking tot de algemene diagnostiek en behandeling van hart- en vaatziekten en beleid met betrekking tot cardiovasculair Deze paragraaf is gericht op volwassen <LEEFTIJD>-jaarsoverlevers van (non-)hodgkinlymfoom die in aanmerking komen Verminderde inspanningstolerantie, pijn op de borst of vochtretentie kunnen duiden op de aanwezigheid van hartafwijkingen.
573
fms
bij overlevers van hodgkinlymfoom, noch bij andere Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat stresstests in de screening van hodgkinlymfoom-overlevers Niveau # Het is aangetoond dat bestraling van de hals leidt tot een verhoogd risico op CVA en <PERSOON> # Het is aannemelijk dat de aanwezigheid van algemene risicofactoren voor hart- en vaatziekten Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat het risico op CVA en TIA verhoogd is na alleen chemotherapie, of dat chemotherapie het risico bij bestraalde patiënten verder verhoogt Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat screening en een daarop volgende interventie het risico op TIA en CVA verlaagt bij overlevers van hodgkinlymfoom die op de hals bestraald zijn Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat screening van patiënten die zijn behandeld met bestraling op Zijn er adequate methoden om cardiovasculaire aandoeningen en risicof actoren voor De algemene risicofactoren voor hart- en vaatziekten zoals hypertensie, hypercholesterolemie, diabetes mellitus, obesitas, verminderde fysieke activiteit, roken, hormoondeficiënties en mogelijk erfelijke aanleg zijn uiteraard ook van belang voor overlevers van hodgkinlymfoom ##-## Er is weinig specifiek onderzoek gedaan naar deze risicofactoren onder hodgkinlymfoom-overlevers Voor gedetailleerde informatie met betrekking tot de algemene diagnostiek en behandeling van hart- en vaatziekten en beleid met betrekking tot cardiovasculair Deze paragraaf is gericht op volwassen <LEEFTIJD>-jaarsoverlevers van (non-)hodgkinlymfoom die in aanmerking komen Verminderde inspanningstolerantie, pijn op de borst of vochtretentie kunnen duiden op de aanwezigheid van hartafwijkingen anders geïnterpreteerd worden door de patiënt, mede gezien de jongere leeftijd waarop deze klachten zich kunnen manifesteren Als screeningsmethode heeft de anamnese daarom vooral zin als actief gevraagd wordt naar cardiale klachten Er zijn vragenlijsten ontwikkeld om de mate van functionele beperking te kwantificeren, maar deze blijken tussen de onderzoekers vaak moeilijk te reproduceren en zijn ontwikkeld voor patiënten die al duidelijke klachten hebben Er zijn geen onderzoeken gepubliceerd met betrekking tot de waarde van Lichamelijk onderzoek bij screening op late cardiale bijwerkingen en algemene risicofactoren voor hart- en vaatziekten is vooral gericht op het opsporen van (beginnende) hartziekten en risicofactoren voor hart- en vaatziekten Hierbij zijn van belang de bepaling van lengte, gewicht, middelomtrek en bloeddruk, auscultatie van het hart en van de longen, de palpatie van de lever en onderzoek naar de aanwezigheid van perifeer oedeem Auscultatie is van belang voor het opsporen van ritmestoornissen, klepgebreken (souffles), decompensatie (galopritme, derde harttoon) en pericarditis (wrijven) Er zijn geen vergelijkende studies betreffende de betekenis van dit onderzoek voor de detectie van cardiale afwijkingen, maar het is algemene consensus dat een positieve bevinding zal leiden tot een of meerdere van de onderstaande meer objectieve onderzoeksmethoden Hier wordt ingegaan op laboratoriumonderzoek dat specifiek gericht is op het aantonen van hartschade of van Een verhoogd totaal cholesterol en een verhoogd LDL-cholesterol zijn risicofactoren voor cardiovasculaire hodgkinlymfoompatiënten van <LEEFTIJD> jaar oud werd berekend dat screening op hyperlipidemie en behandeling van patiënten met door screening aangetoonde hyperlipidemie met statines de overleving verbetert en kosteneffectief is.
566
fms
gezien de jongere leeftijd waarop deze klachten zich kunnen manifesteren Als screeningsmethode heeft de anamnese daarom vooral zin als actief gevraagd wordt naar cardiale klachten Er zijn vragenlijsten ontwikkeld om de mate van functionele beperking te kwantificeren, maar deze blijken tussen de onderzoekers vaak moeilijk te reproduceren en zijn ontwikkeld voor patiënten die al duidelijke klachten hebben Er zijn geen onderzoeken gepubliceerd met betrekking tot de waarde van Lichamelijk onderzoek bij screening op late cardiale bijwerkingen en algemene risicofactoren voor hart- en vaatziekten is vooral gericht op het opsporen van (beginnende) hartziekten en risicofactoren voor hart- en vaatziekten Hierbij zijn van belang de bepaling van lengte, gewicht, middelomtrek en bloeddruk, auscultatie van het hart en van de longen, de palpatie van de lever en onderzoek naar de aanwezigheid van perifeer oedeem Auscultatie is van belang voor het opsporen van ritmestoornissen, klepgebreken (souffles), decompensatie (galopritme, derde harttoon) en pericarditis (wrijven) Er zijn geen vergelijkende studies betreffende de betekenis van dit onderzoek voor de detectie van cardiale afwijkingen, maar het is algemene consensus dat een positieve bevinding zal leiden tot een of meerdere van de onderstaande meer objectieve onderzoeksmethoden Hier wordt ingegaan op laboratoriumonderzoek dat specifiek gericht is op het aantonen van hartschade of van Een verhoogd totaal cholesterol en een verhoogd LDL-cholesterol zijn risicofactoren voor cardiovasculaire hodgkinlymfoompatiënten van <LEEFTIJD> jaar oud werd berekend dat screening op hyperlipidemie en behandeling van patiënten met door screening aangetoonde hyperlipidemie met statines de overleving verbetert en kosteneffectief is screening) De screening eenmaal per drie jaar wordt door de auteurs als het meest redelijk beschouwd In de verschillende richtlijnen zijn de aanbevolen intervallen voor screening op hyperlipidemie variabel (#–<LEEFTIJD> jaar), maar ontsteking ten gevolge van atherosclerose is de reden dat deze bepaling gebruikt is als risicofactor voor werden echter onvoldoende aanwijzingen gevonden om deze bepaling in de algemene klinische praktijk als Troponine I en troponine T zijn indicatoren voor hartspierschade Gezien het feit dat we te maken hebben met <LEEFTIJD>-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom wordt hier niet ingegaan op de studies betreffende troponines en acute Er zijn beperkte aanwijzingen dat er een relatie is tussen een verhoogd troponine kort na cardiotoxische chemotherapie en late echografische afwijkingen danwel late klinische symptomen, maar ook dit onderwerp valt Er zijn geen studies bekend naar de waarde van troponines als risicofactor voor late toxiciteit bij overlevers van Verhoogde waarden van <PERSOON> (BNP) en N-terminal pro <PERSOON>) worden gevonden bij verminderde linkerventrikelfunctie, linkerventrikelhypertrofie, cardiale ischemie en hartinfarcten De biomarker komt vrij uit myocyten en reflecteert meer de wandspanning van het myocard De waarden zijn ook verhoogd bij longembolieën en COPD en worden beïnvloed door leeftijd, geslacht, gewicht en nierfunctie Een normale waarde sluit afwijkingen van de rechterventrikel niet uit De halfwaardetijd van NTproBNP is langer dan die van BNP (<DATUM> uur versus ## minuten), en daardoor iets minder betrouwbaar bij gediagnosticeerd op klinische gronden is groot (pooled negative likelihood ratio = #,##; ##% hoogrisicopatiënten voor hartfalen, werd een negatief voorspellende waarde van NT-proBNP gevonden van #,##.
585
fms
drie jaar wordt door de auteurs als het meest redelijk beschouwd In de verschillende richtlijnen zijn de aanbevolen intervallen voor screening op hyperlipidemie variabel (#–<LEEFTIJD> jaar), maar ontsteking ten gevolge van atherosclerose is de reden dat deze bepaling gebruikt is als risicofactor voor werden echter onvoldoende aanwijzingen gevonden om deze bepaling in de algemene klinische praktijk als Troponine I en troponine T zijn indicatoren voor hartspierschade Gezien het feit dat we te maken hebben met <LEEFTIJD>-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom wordt hier niet ingegaan op de studies betreffende troponines en acute Er zijn beperkte aanwijzingen dat er een relatie is tussen een verhoogd troponine kort na cardiotoxische chemotherapie en late echografische afwijkingen danwel late klinische symptomen, maar ook dit onderwerp valt Er zijn geen studies bekend naar de waarde van troponines als risicofactor voor late toxiciteit bij overlevers van Verhoogde waarden van <PERSOON> (BNP) en N-terminal pro <PERSOON>) worden gevonden bij verminderde linkerventrikelfunctie, linkerventrikelhypertrofie, cardiale ischemie en hartinfarcten De biomarker komt vrij uit myocyten en reflecteert meer de wandspanning van het myocard De waarden zijn ook verhoogd bij longembolieën en COPD en worden beïnvloed door leeftijd, geslacht, gewicht en nierfunctie Een normale waarde sluit afwijkingen van de rechterventrikel niet uit De halfwaardetijd van NTproBNP is langer dan die van BNP (<DATUM> uur versus ## minuten), en daardoor iets minder betrouwbaar bij gediagnosticeerd op klinische gronden is groot (pooled negative likelihood ratio = #,##; ##% hoogrisicopatiënten voor hartfalen, werd een negatief voorspellende waarde van NT-proBNP gevonden van #,## waarden verhoogd zijn Ook in grote studies in de algemene populatie en bij patiënten met een stabiele vasculaire aandoening is er een sterke correlatie tussen (NTpro)BNP-waarden en het risico op cardiovasculaire Bij patiënten behandeld met anthracyclines voor andere maligniteiten dan hodgkinlymfoom zijn er aanwijzingen voor een correlatie tussen een verhoogd (NTpro)BNP en later optredend klinisch en subklinisch hartfalen Zie voor gedetailleerde informatie de evidence tabellen De beschreven studies zijn echter klein, zeker in vergelijking Er zijn geen studies bekend over de waarde van (NTpro)BNP-bepaling als voorspellende factor voor late Het is aangetoond in de algemene populatie en bij patiënten met een stabiele vasculaire aandoening, dat er een sterke correlatie is tussen (NTpro)BNP-waarden en het risico op cardiovasculaire ziekten in het algemeen De gegevens met betrekking tot overlevers van kanker zijn beperkt, maar de werkgroep vindt het waarschijnlijk dat ook voor hen geldt dat er een correlatie is tussen (NTpro)BNP-waarden en het risico op hart- en vaatziekten Om die reden is ervoor gekozen bij alle <LEEFTIJD>-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom die een mogelijk cardiotoxische behandeling hebben ondergaan het (NTpro)BNP te bepalen als uitgangssituatie voor verdere follow-up Verwacht wordt dat de richtlijn in de loop der jaren aangepast wordt op basis van nieuwe kennis, onder andere Er zijn een aantal loci geïdentificeerd in genoomwijde associatiestudies die de individuele gevoeligheid voor het krijgen van cardiovasculaire aandoeningen bepalen ## Daarnaast beschreven <PERSOON> et al en Blanco et al.
575
fms
waarden verhoogd zijn Ook in grote studies in de algemene populatie en bij patiënten met een stabiele vasculaire aandoening is er een sterke correlatie tussen (NTpro)BNP-waarden en het risico op cardiovasculaire Bij patiënten behandeld met anthracyclines voor andere maligniteiten dan hodgkinlymfoom zijn er aanwijzingen voor een correlatie tussen een verhoogd (NTpro)BNP en later optredend klinisch en subklinisch hartfalen Zie voor gedetailleerde informatie de evidence tabellen De beschreven studies zijn echter klein, zeker in vergelijking Er zijn geen studies bekend over de waarde van (NTpro)BNP-bepaling als voorspellende factor voor late Het is aangetoond in de algemene populatie en bij patiënten met een stabiele vasculaire aandoening, dat er een sterke correlatie is tussen (NTpro)BNP-waarden en het risico op cardiovasculaire ziekten in het algemeen De gegevens met betrekking tot overlevers van kanker zijn beperkt, maar de werkgroep vindt het waarschijnlijk dat ook voor hen geldt dat er een correlatie is tussen (NTpro)BNP-waarden en het risico op hart- en vaatziekten Om die reden is ervoor gekozen bij alle <LEEFTIJD>-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom die een mogelijk cardiotoxische behandeling hebben ondergaan het (NTpro)BNP te bepalen als uitgangssituatie voor verdere follow-up Verwacht wordt dat de richtlijn in de loop der jaren aangepast wordt op basis van nieuwe kennis, onder andere Er zijn een aantal loci geïdentificeerd in genoomwijde associatiestudies die de individuele gevoeligheid voor het krijgen van cardiovasculaire aandoeningen bepalen ## Daarnaast beschreven <PERSOON> et al en Blanco et al Er zijn nog geen prospectieve studies naar de betekenis van deze (of andere) genen voor het risico op het krijgen van Een elektrocardiogram (ECG) kan worden gebruikt voor het aantonen van linkerventrikelhypertrofie, specificiteit ## Het ECG, gemaakt in rust, is bij overlevers van hodgkinlymfoom voornamelijk van belang als documentatie van een uitgangssituatie en is daarnaast geïndiceerd bij de aanwezigheid van klachten (angineuze cardiologische afwijking is zeer gering en is daarom als screeningsmiddel ongevoelig Bij de aanwezigheid van klachten sluit een normaal ECG tezamen met een normaal (NT pro)BNP hartfalen welhaast uit #,## De methode wordt in de algemene bevolking als screeningsmethode voor (beginnend) hartfalen als ongevoelig is een zeer gevoelige methode voor het bepalen van de linker- en rechterventrikelfunctie, maar geeft geen informatie over de status van de hartkleppen of myocardhypertrofie De meetvariatie van een nucleair gemeten Echocardiografie in combinatie met Doppler is het meest volledige onderzoek voor het opsporen van cardiale afwijkingen Het onderzoek geeft informatie over de status van het myocard, de hartkleppen en het pericard en over de functie van de rechter- en linkerventrikel Er wordt nagegaan of er een normale systolische (pomp)functie is, en of er een normale diastolische (vullings-)functie is ## Een nadeel van echocardiografie is echter overlevers van hodgkinlymfoom cardiale afwijkingen aantonen Het percentage overlevers waarbij afwijkingen wordt gevonden is in de literatuur zeer wisselend Pericardverdikking werd gezien bij ##–##%, klepverdikkingen Kreuser toonde aan dat bij een aantal overlevers met bovengenoemde afwijkingen geen verandering van de cardiale stroomsnelheden kon worden gemeten ## In andere studies werd wel een abnormale perfusie.
581
fms
het risico op het krijgen van Een elektrocardiogram (ECG) kan worden gebruikt voor het aantonen van linkerventrikelhypertrofie, specificiteit ## Het ECG, gemaakt in rust, is bij overlevers van hodgkinlymfoom voornamelijk van belang als documentatie van een uitgangssituatie en is daarnaast geïndiceerd bij de aanwezigheid van klachten (angineuze cardiologische afwijking is zeer gering en is daarom als screeningsmiddel ongevoelig Bij de aanwezigheid van klachten sluit een normaal ECG tezamen met een normaal (NT pro)BNP hartfalen welhaast uit #,## De methode wordt in de algemene bevolking als screeningsmethode voor (beginnend) hartfalen als ongevoelig is een zeer gevoelige methode voor het bepalen van de linker- en rechterventrikelfunctie, maar geeft geen informatie over de status van de hartkleppen of myocardhypertrofie De meetvariatie van een nucleair gemeten Echocardiografie in combinatie met Doppler is het meest volledige onderzoek voor het opsporen van cardiale afwijkingen Het onderzoek geeft informatie over de status van het myocard, de hartkleppen en het pericard en over de functie van de rechter- en linkerventrikel Er wordt nagegaan of er een normale systolische (pomp)functie is, en of er een normale diastolische (vullings-)functie is ## Een nadeel van echocardiografie is echter overlevers van hodgkinlymfoom cardiale afwijkingen aantonen Het percentage overlevers waarbij afwijkingen wordt gevonden is in de literatuur zeer wisselend Pericardverdikking werd gezien bij ##–##%, klepverdikkingen Kreuser toonde aan dat bij een aantal overlevers met bovengenoemde afwijkingen geen verandering van de cardiale stroomsnelheden kon worden gemeten ## In andere studies werd wel een abnormale perfusie ##,## Geen van deze studies hebben In een meer recente en prospectieve studie onder ### overlevers van hodgkinlymfoom die )## Gy (mediaan ## Gy) bestraling op het mediastinum hadden gekregen (gemiddelde leeftijd ten tijde van screening <LEEFTIJD> jaar; tijd na bestraling # tot )<LEEFTIJD> jaar (mediaan <LEEFTIJD> jaar)), maar niet bekend waren met hartklachten ten tijde van het In een longitudinale studie uit Noorwegen werd een echocardiografie verricht bij mediastinaal bestraalde hodgkinlymfoom-overlevers (n=##; mediane dosis ## Gy) die in ### al gescreend waren middels echocardiografie (n=###) ## Bij de tweede screening (mediane tijd sinds bestraling <LEEFTIJD> jaar) werd bij ## overlevers (##%) een nieuwe milde tot ernstige aortastenose geconstateerd en hadden # overlevers klepvervangende therapie ondergaan De ontwikkeling van de stenose had geheel plaats in de tweede en derde decade na radiotherapie In deze studie werd geen additioneel effect van anthracyclines gevonden Echocardiografie wordt vaak gebruikt om hartschade op te sporen bij overlevers van kanker op de kinderleeftijd De ejectiefractie (EF) en de fractional shortening (FS) als maat voor systolische linkerventrikelfunctie zijn de meest gebruikte maten in deze populatie ##,## Voor de (echocardiografische) normale EF wordt meestal een ondergrens van ##–##% (FS lager dan ##%) aangehouden Over het algemeen wordt een EF lager dan ##% (FS lager dan ##%) beschouwd als een abnormale systolische functie Voor systolisch hartfalen wordt een grens van EF ##% (FS(##%) aangehouden ## Er zijn meerdere cohortstudies in de algemene populatie of in geselecteerde groepen na bijvoorbeeld een hartinfarct beschreven waarbij aangetoond wordt dat een verminderde EF ((##%).
658
fms
een meer recente en prospectieve studie onder ### overlevers van hodgkinlymfoom die )## Gy (mediaan ## Gy) bestraling op het mediastinum hadden gekregen (gemiddelde leeftijd ten tijde van screening <LEEFTIJD> jaar; tijd na bestraling # tot )<LEEFTIJD> jaar (mediaan <LEEFTIJD> jaar)), maar niet bekend waren met hartklachten ten tijde van het In een longitudinale studie uit Noorwegen werd een echocardiografie verricht bij mediastinaal bestraalde hodgkinlymfoom-overlevers (n=##; mediane dosis ## Gy) die in ### al gescreend waren middels echocardiografie (n=###) ## Bij de tweede screening (mediane tijd sinds bestraling <LEEFTIJD> jaar) werd bij ## overlevers (##%) een nieuwe milde tot ernstige aortastenose geconstateerd en hadden # overlevers klepvervangende therapie ondergaan De ontwikkeling van de stenose had geheel plaats in de tweede en derde decade na radiotherapie In deze studie werd geen additioneel effect van anthracyclines gevonden Echocardiografie wordt vaak gebruikt om hartschade op te sporen bij overlevers van kanker op de kinderleeftijd De ejectiefractie (EF) en de fractional shortening (FS) als maat voor systolische linkerventrikelfunctie zijn de meest gebruikte maten in deze populatie ##,## Voor de (echocardiografische) normale EF wordt meestal een ondergrens van ##–##% (FS lager dan ##%) aangehouden Over het algemeen wordt een EF lager dan ##% (FS lager dan ##%) beschouwd als een abnormale systolische functie Voor systolisch hartfalen wordt een grens van EF ##% (FS(##%) aangehouden ## Er zijn meerdere cohortstudies in de algemene populatie of in geselecteerde groepen na bijvoorbeeld een hartinfarct beschreven waarbij aangetoond wordt dat een verminderde EF ((##%) ##-## In één van deze studies is de combinatie van een abnormale FS ((##%) en linker ventrikeldilatatie ()## mm) of de combinatie van abnormale FS ((##%) met linkerventrikelhypertrofie ook een aanzienlijke risicofactor voor het later optreden van hartfalen ## Deze conclusies worden ook beschreven in nationale LATER-richtlijn voor overlevers van kinderkanker #,## en internationale richtlijnen ## Data betreffende een mogelijke relatie tussen een asymptomatische linkerventrikeldysfunctie en het ontwikkelen van klinisch hartfalen of overlijden in overlevers van In de eerder genoemde Amerikaanse studie onder overlevers van hodgkinlymfoom zonder cardiale klachten, die in het verleden behandeld werden met mediastinale bestraling (n=###; gemiddelde leeftijd <LEEFTIJD> jaar ten tijde van screening, gemiddelde follow-up <LEEFTIJD> jaar, gemiddelde mediastinale dosis ##,# Gy), werd cardiale screening die in rust geen afwijkingen hadden perfusieafwijkingen gezien, bij #% verminderde wandbewegingen en bij #% beide afwijkingen Op basis van deze bevindingen werd bij ## overlevers een coronairangiografie uitgevoerd en toonde bij ##% een stenose )##%, bij ##% een stenose (##% en geen stenose bij ##% Screening leidde tot bypassoperatie bij # overlevers en ## overlevers ontwikkelden gedurende #,<LEEFTIJD> jaar na het onderzoek coronaire klachten, waarvan ## een myocardinfarct (# dodelijk) In kleinere studies toonden #,#% (n=#/##) en #% (n=<DATUM> ischemische veranderingen onder stress met perfusieonderzoeken of ECG ##,## Bij de interpretatie van deze onderzoeken is van belang dat aangetoond is dat de voorspellende waarde van de verschillende Met de computed tomography scan (CT-scan) kan een oordeel verkregen worden over de hartspiermassa, de kamergrootte, het pericard en de pericardiale ruimte Verder kunnen calcificaties in de coronairarteriën (CAC).
740
fms
deze studies is de combinatie van een abnormale FS ((##%) en linker ventrikeldilatatie ()## mm) of de combinatie van abnormale FS ((##%) met linkerventrikelhypertrofie ook een aanzienlijke risicofactor voor het later optreden van hartfalen ## Deze conclusies worden ook beschreven in nationale LATER-richtlijn voor overlevers van kinderkanker #,## en internationale richtlijnen ## Data betreffende een mogelijke relatie tussen een asymptomatische linkerventrikeldysfunctie en het ontwikkelen van klinisch hartfalen of overlijden in overlevers van In de eerder genoemde Amerikaanse studie onder overlevers van hodgkinlymfoom zonder cardiale klachten, die in het verleden behandeld werden met mediastinale bestraling (n=###; gemiddelde leeftijd <LEEFTIJD> jaar ten tijde van screening, gemiddelde follow-up <LEEFTIJD> jaar, gemiddelde mediastinale dosis ##,# Gy), werd cardiale screening die in rust geen afwijkingen hadden perfusieafwijkingen gezien, bij #% verminderde wandbewegingen en bij #% beide afwijkingen Op basis van deze bevindingen werd bij ## overlevers een coronairangiografie uitgevoerd en toonde bij ##% een stenose )##%, bij ##% een stenose (##% en geen stenose bij ##% Screening leidde tot bypassoperatie bij # overlevers en ## overlevers ontwikkelden gedurende #,<LEEFTIJD> jaar na het onderzoek coronaire klachten, waarvan ## een myocardinfarct (# dodelijk) In kleinere studies toonden #,#% (n=#/##) en #% (n=<DATUM> ischemische veranderingen onder stress met perfusieonderzoeken of ECG ##,## Bij de interpretatie van deze onderzoeken is van belang dat aangetoond is dat de voorspellende waarde van de verschillende Met de computed tomography scan (CT-scan) kan een oordeel verkregen worden over de hartspiermassa, de kamergrootte, het pericard en de pericardiale ruimte Verder kunnen calcificaties in de coronairarteriën (CAC) In een systematische review (n=<DATUM> werd aangetoond dat er een positieve correlatie was tussen calciumscore en risico op arteriële problemen ## Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat screening met CT een zodanige bijdrage levert aan andere methoden van risicoscoring dat het kosteneffectief zou zijn Nadelen van deze onderzoeksmethode zijn de stralenbelasting gepaard gaand met de CT-scan en fout-negatieve uitkomsten bij mensen met nog niet gecalcificeerde plaques Een positieve correlatie tussen coronairarterie-calcium en het risico op arteriosclerose van de coronairvaten bij hodgkinlymfoom-overlevers die bestraald waren op het mediastinum werd beschreven in een aantal kleine studies ##,## In de studie door <PERSOON> et al werd bij ## hodgkinlymfoom-overlevers (##±<LEEFTIJD> jaar oud en ##±<LEEFTIJD> jaar na mediastinale radiotherapie) de CAC-score bepaald ## De gemiddelde scores lagen hoger bij mensen met geverifieerde coronairziekten Niemand van de mensen met een CAC-score van # (=geen tekenen van score van )### (volumescore terwijl een CAC-score van )### meestal als significant afwijkend wordt Magnetic Resonance Imaging (MRI) wordt gebruikt voor beeldvorming van de hartspier, de hartkleppen en het pericard, waarbij schade van de hartspier kan worden aangetoond met late enhancement van contrastvloeistof (gadolinium), en waarbij myocardperfusie kan worden getest met adenosine Er zijn echter nauwelijks studies naar de waarde voor screening van de cardiale status van kankeroverlevers met MRI In een studie waarin MRI werd gebruikt om hartschade te onderzoeken bij ## hodgkinlymfoom-overlevers, die mediastinaal bestraald waren (## Gy) en ##–<LEEFTIJD> jaar na behandeling waren, werd bij ##% van hen een afwijking gevonden bij # (##%).
710
fms
In een systematische review (n=<DATUM> werd aangetoond dat er een positieve correlatie was tussen calciumscore en risico op arteriële problemen ## Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat screening met CT een zodanige bijdrage levert aan andere methoden van risicoscoring dat het kosteneffectief zou zijn Nadelen van deze onderzoeksmethode zijn de stralenbelasting gepaard gaand met de CT-scan en fout-negatieve uitkomsten bij mensen met nog niet gecalcificeerde plaques Een positieve correlatie tussen coronairarterie-calcium en het risico op arteriosclerose van de coronairvaten bij hodgkinlymfoom-overlevers die bestraald waren op het mediastinum werd beschreven in een aantal kleine studies ##,## In de studie door <PERSOON> et al werd bij ## hodgkinlymfoom-overlevers (##±<LEEFTIJD> jaar oud en ##±<LEEFTIJD> jaar na mediastinale radiotherapie) de CAC-score bepaald ## De gemiddelde scores lagen hoger bij mensen met geverifieerde coronairziekten Niemand van de mensen met een CAC-score van # (=geen tekenen van score van )### (volumescore terwijl een CAC-score van )### meestal als significant afwijkend wordt Magnetic Resonance Imaging (MRI) wordt gebruikt voor beeldvorming van de hartspier, de hartkleppen en het pericard, waarbij schade van de hartspier kan worden aangetoond met late enhancement van contrastvloeistof (gadolinium), en waarbij myocardperfusie kan worden getest met adenosine Er zijn echter nauwelijks studies naar de waarde voor screening van de cardiale status van kankeroverlevers met MRI In een studie waarin MRI werd gebruikt om hartschade te onderzoeken bij ## hodgkinlymfoom-overlevers, die mediastinaal bestraald waren (## Gy) en ##–<LEEFTIJD> jaar na behandeling waren, werd bij ##% van hen een afwijking gevonden bij # (##%) vasculaire systeem van het hart (stenose, arteriosclerose) bij patiënten die al klachten hebben of bij wie bij screening aanwijzingen zijn verkregen op de aanwezigheid van coronairlijden Van deze invasieve methode zijn er geen prospectieve studies naar de waarde van screening op coronairziekte in de populatie van overlevers van Wanneer op grond van klinische symptomen of aangetoonde afwijkingen coronairangiografie wordt gedaan, wordt bij bestraalde patiënten opvallend vaker een proximale stenose van de coronairarteriën gevonden, hetgeen de ernst van de infarcering en acute hartdood mede kan verklaren ##,## Deze techniek is van recente datum en studies naar het gebruik bij screening van hodgkinlymfoom-overlevers zijn schaars In een studie werd een CT-angiografie verricht bij ### overlevers van hodgkinlymfoom die bij diagnose jonger dan <LEEFTIJD> jaar waren; ze werden in de studie werden geïncludeerd vanaf twee jaar na beëindigen van de therapie ## De mediane leeftijd ten tijde van de hodgkinlymfoomdiagnose was <LEEFTIJD> jaar en ten tijde van de CTA <LEEFTIJD> jaar Bij ## overlevers (##%) werden coronaire afwijkingen gevonden Bij overlevers die op het mediastinum waren bestraald, werd #,# maal vaker een afwijking gevonden dan bij overlevers die niet bestraald waren Bij één overlever uit deze studie was de afwijking zo kritisch dat het plaatsen van een stent nodig werd geacht Het risico op het krijgen van een coronaire afwijking in de eerste <LEEFTIJD> jaar was ##% In de algemene bevolking is voor het onderzoeken van stenoses in de kransslagaderen de coronairangiografie.
631
fms
vasculaire systeem van het hart (stenose, arteriosclerose) bij patiënten die al klachten hebben of bij wie bij screening aanwijzingen zijn verkregen op de aanwezigheid van coronairlijden Van deze invasieve methode zijn er geen prospectieve studies naar de waarde van screening op coronairziekte in de populatie van overlevers van Wanneer op grond van klinische symptomen of aangetoonde afwijkingen coronairangiografie wordt gedaan, wordt bij bestraalde patiënten opvallend vaker een proximale stenose van de coronairarteriën gevonden, hetgeen de ernst van de infarcering en acute hartdood mede kan verklaren ##,## Deze techniek is van recente datum en studies naar het gebruik bij screening van hodgkinlymfoom-overlevers zijn schaars In een studie werd een CT-angiografie verricht bij ### overlevers van hodgkinlymfoom die bij diagnose jonger dan <LEEFTIJD> jaar waren; ze werden in de studie werden geïncludeerd vanaf twee jaar na beëindigen van de therapie ## De mediane leeftijd ten tijde van de hodgkinlymfoomdiagnose was <LEEFTIJD> jaar en ten tijde van de CTA <LEEFTIJD> jaar Bij ## overlevers (##%) werden coronaire afwijkingen gevonden Bij overlevers die op het mediastinum waren bestraald, werd #,# maal vaker een afwijking gevonden dan bij overlevers die niet bestraald waren Bij één overlever uit deze studie was de afwijking zo kritisch dat het plaatsen van een stent nodig werd geacht Het risico op het krijgen van een coronaire afwijking in de eerste <LEEFTIJD> jaar was ##% In de algemene bevolking is voor het onderzoeken van stenoses in de kransslagaderen de coronairangiografie ## De plaats van deze onderzoeken is echter nog niet duidelijk ## Van belang is het inschatten van mogelijke schadelijke effecten bijvoorbeeld ten gevolge van stralingsbelasting en deze risico’s af te wegen tegen het risico Wat zijn de ef f ecten van vroege detectie van cardiovasculaire aandoeningen op de uiteindelijke Hoewel er op grond van de bij screening gevonden bevindingen vroege interventies zijn beschreven bij overlevers van hodgkinlymfoom (zie boven), zijn er geen prospectieve studies die verandering van de prognose Zijn er adequate methoden om af wijkingen op te sporen die het risico op een TIA of CVA bij #jaarsoverlevers van hodgkinlymf oom verhogen? Wat zijn de ef f ecten van vroege detectie van zulke af wijkingen op een TIA of CVA op het uiteindelijke krijgen ervan en sterf te eraan? Hier wordt verwezen naar de diagnostiek zoals hierboven beschreven bij de cardiovasculaire aandoeningen Voor het diagnosticeren van stenose van de halsarteriën zijn auscultatie, echografie en angiografie de meest Er zijn geen prospectieve studies beschreven die deze technieken als screeningsmethode gebruiken bij vroege De screening op ziekten van de carotiden is controversieel In het algemeen wordt de nadruk gelegd op het opsporen en behandelen van de traditionele risicofactoren, zoals hypertensie, hyperlipidemie en diabetes Individuele screeningsadviezen zullen worden opgenomen in het persoonlijk nazorgplan zodra dat beschikbaar Niveau # Het is aannemelijk dat behandeling met ACE-remmers een daling in de linkerventrikeleindsystolische wandspanning geeft bij overlevers van kinderkanker die zijn behandeld met anthracyclines en die Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat behandeling met ACE-remmers of bètablokkers bij.
576
fms
duidelijk ## Van belang is het inschatten van mogelijke schadelijke effecten bijvoorbeeld ten gevolge van stralingsbelasting en deze risico’s af te wegen tegen het risico Wat zijn de ef f ecten van vroege detectie van cardiovasculaire aandoeningen op de uiteindelijke Hoewel er op grond van de bij screening gevonden bevindingen vroege interventies zijn beschreven bij overlevers van hodgkinlymfoom (zie boven), zijn er geen prospectieve studies die verandering van de prognose Zijn er adequate methoden om af wijkingen op te sporen die het risico op een TIA of CVA bij #jaarsoverlevers van hodgkinlymf oom verhogen? Wat zijn de ef f ecten van vroege detectie van zulke af wijkingen op een TIA of CVA op het uiteindelijke krijgen ervan en sterf te eraan? Hier wordt verwezen naar de diagnostiek zoals hierboven beschreven bij de cardiovasculaire aandoeningen Voor het diagnosticeren van stenose van de halsarteriën zijn auscultatie, echografie en angiografie de meest Er zijn geen prospectieve studies beschreven die deze technieken als screeningsmethode gebruiken bij vroege De screening op ziekten van de carotiden is controversieel In het algemeen wordt de nadruk gelegd op het opsporen en behandelen van de traditionele risicofactoren, zoals hypertensie, hyperlipidemie en diabetes Individuele screeningsadviezen zullen worden opgenomen in het persoonlijk nazorgplan zodra dat beschikbaar Niveau # Het is aannemelijk dat behandeling met ACE-remmers een daling in de linkerventrikeleindsystolische wandspanning geeft bij overlevers van kinderkanker die zijn behandeld met anthracyclines en die Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat behandeling met ACE-remmers of bètablokkers bij Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat ACE-remmers of bètablokkers het risico op verslechtering van de linkerventrikelfunctie bij overlevers van hodgkinlymfoom behandeld met anthracyclines verlagen Gebrek aan bewijs Er is gebrek aan bewijs dat interventie bij patiënten met asymptomatische radiatiegerelateerde schade aan hart of bloedvaten leidt tot geringere morbiditeit en mortaliteit ten gevolge van deze Zijn er specif ieke methoden om hart- en vaatschade bij <LEEFTIJD>-jaarsoverlevers van Hodgkinlymf oom te Bij het vinden van cardiale afwijkingen met bovengenoemde technieken is veelal interventie mogelijk (medicamenteus, chirurgisch) Deze interventies zijn niet specifiek voor overlevers van hodgkinlymfoom Voor behandelingsindicaties en behandelmethoden wordt daarom verwezen naar de algemene Wat is de ef f ectiviteit van behandeling van patiënten met asymptomatische Een gedetailleerde beschrijving van dit onderwerp valt buiten deze richtlijn Aangetoond is echter dat diameter van de linkerventrikel door andere oorzaken dan kinderkanker of hodgkinlymfoom een hoger risico hebben op het ontwikkelen van later klinisch hartfalen of overlijden aan hartfalen ##-##,### In studies bij onderliggende ziekte dan kanker en in studies in de algemene populatie is aangetoond dat behandeling met ACE-remmers het risico op het ontwikkelen van klinisch hartfalen en sterfte aan hartfalen verlaagt #<DATUM> Subgroepanalyses laten zien dat de groep patiënten met een gering verlaagde ejectiefractie slechts marginaal baat hebben bij ACE-remmers ### De ESC-richtlijn voor hartfalen vermeldt echter een duidelijke indicatie voor behandeling met bètablokkers het risico op sterfte aan hartziekten in het algemeen en aan myocardinfarcten verlaagt bij volwassenen met een myocardinfarct in de voorgeschiedenis en een ejectiefractie onder de ##% ###.
567
fms
De z e ric htlijn is to t stand ge ko me n o p initiatie f van Ne de rlandse Ve re niging vo o r Ne uro lo gie intraveneuze behandeling met tenecteplase bij patiënten met een herseninfarct De richtlijn gaat over de acute opvang, diagnostiek, behandeling, en nazorg van patiënten met een herseninfarct De belangrijkste aspecten van de zorg komen in de richtlijn als volgt naar voren # de acute fase snelle herkenning van een herseninfarct en hersenbloeding, opvang buiten het ziekenhuis, adequate diagnostiek en tijdige behandeling in het ziekenhuis, voorkómen van complicaties en start van # de revalidatiefase stimuleren van activiteit, beperken van de gevolgen van een herseninfarct of hersenbloeding, en voorkómen van complicaties De revalidatiefase start bij opname en kan tot jaren na # algemene zorgaspecten neuropsychologische gevolgen, organisatie van chronische zorg, ondersteuning Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten – uitgezonderd kwetsbare ouderen - met een herseninfarct of hersenbloeding met al dan niet voorbijgaande verschijnselen Onder een hersenbloeding wordt in deze richtlijn niet verstaan een subarachnoïdale, epidurale of De opstellers van de richtlijn gaan ervan uit dat de beschreven medische handelingen worden uitgevoerd door medici en paramedici die bekwaam en bevoegd zijn Er worden geen specifieke aanbevelingen gedaan over de aard van het specialisme of de opleiding van de degene die de handelingen zou moeten uitvoeren Deze richtlijn gaat over de aandoeningen herseninfarct en hersenbloeding In de richtlijn wordt beschreven hoe de diagnose gesteld wordt, hoe de behandeling, en ook hoe de nazorg en revalidatie eruit dienen te zien Daarnaast wordt er aandacht besteed aan hoe een volgend herseninfarct of hersenbloeding dienen te worden Herseninfarct en hersenbloeding zijn de belangrijkste neurologische aandoeningen De gehele richtlijn Beroerte was herzien en geautoriseerd in ###, toen lag het accent op de onderwerpen secundaire preventie na (intraveneuze alteplase en intra-arteriële behandeling, beleid bij hersenbloeding) Ook was er winst te behalen in het beter stroomlijnen van de keten van thuis tot ziekenhuis In ### is een kerngroep ingesteld met leden van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVN), de Nederlandse Vereniging voor Revalidatieartsen en het Nederlands Huisartsengenootschap Deze kerngroep heeft als taak nieuwe ontwikkelingen signaleren en commentaar vanuit het veld verwerken door middel van het updaten van modules Op welke wijze dient de eerste opvang van een patiënt met een (verdenking op) TIA, herseninfarct of hersenbloeding buiten het ziekenhuis (ambulance, huisarts en huisartsenpost) te worden ingericht? Advies over herkenning symptomen TIA, herseninfarct of hersenbloeding voor de bevolking Breng de symptomen en het belang van meteen ### bellen bij TIA, herseninfarct of hersenbloeding onder de Maak afspraken met ambulancezorg in de regio over het direct sturen van een ambulance met A#-urgentie indien de patiënt mogelijk voor acute behandeling in aanmerking komt, voorafgaand aan beoordeling door de Patiënten bij wie de uitvalsverschijnselen bij presentatie volledig zijn verdwenen worden bij voorkeur binnen ## uur door een neuroloog beoordeeld Hiertoe overlegt de huisarts met de neuroloog.
572
fms
richtlijn wordt beschreven hoe de diagnose gesteld wordt, hoe de behandeling, en ook hoe de nazorg en revalidatie eruit dienen te zien Daarnaast wordt er aandacht besteed aan hoe een volgend herseninfarct of hersenbloeding dienen te worden Herseninfarct en hersenbloeding zijn de belangrijkste neurologische aandoeningen De gehele richtlijn Beroerte was herzien en geautoriseerd in ###, toen lag het accent op de onderwerpen secundaire preventie na (intraveneuze alteplase en intra-arteriële behandeling, beleid bij hersenbloeding) Ook was er winst te behalen in het beter stroomlijnen van de keten van thuis tot ziekenhuis In ### is een kerngroep ingesteld met leden van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVN), de Nederlandse Vereniging voor Revalidatieartsen en het Nederlands Huisartsengenootschap Deze kerngroep heeft als taak nieuwe ontwikkelingen signaleren en commentaar vanuit het veld verwerken door middel van het updaten van modules Op welke wijze dient de eerste opvang van een patiënt met een (verdenking op) TIA, herseninfarct of hersenbloeding buiten het ziekenhuis (ambulance, huisarts en huisartsenpost) te worden ingericht? Advies over herkenning symptomen TIA, herseninfarct of hersenbloeding voor de bevolking Breng de symptomen en het belang van meteen ### bellen bij TIA, herseninfarct of hersenbloeding onder de Maak afspraken met ambulancezorg in de regio over het direct sturen van een ambulance met A#-urgentie indien de patiënt mogelijk voor acute behandeling in aanmerking komt, voorafgaand aan beoordeling door de Patiënten bij wie de uitvalsverschijnselen bij presentatie volledig zijn verdwenen worden bij voorkeur binnen ## uur door een neuroloog beoordeeld Hiertoe overlegt de huisarts met de neuroloog Initieer structureel overleg tussen huisartsen en neurologen uit de regio om verandering in best practice snel te Gebruik een telefonisch triagesysteem (Mond-Spraak-Arm ofwel FAST-test), sensitief voor neurologische Maak afspraken met huisartsenzorg in de regio over het direct sturen van een ambulance met A#-urgentie bij Stuur bij een positieve Mond-Spraak-Arm test (FAST-test) ((# uur na ontstaan en bij twijfel over tijdsinterval) Maak afspraken met ziekenhuizen binnen de regio wat betreft de spreiding en beschikbaarheid van Integreer scholing betreffende het herkennen van TIA, herseninfarct of hersenbloeding en therapeutische Het is sterk aan te raden om patiënten met een positieve FAST-test en een progressief dalende GCS-score te Maak afspraken met ziekenhuizen in de regio over werkwijze (zoals Situation Background Assessment Initieer structureel overleg met neurologen en SEH-artsen uit de regio om verandering in best practice snel te Het is sterk aan te bevelen om in de situatie zonder aanwezigheid van de huisarts, de patiënt met voorbijgaande Maak afspraken met ambulancezorg binnen de regio over wijze van vooraankondiging bij verdenking TIA, Organiseer een geprotocolleerde werkwijze voor de opvang van een patiënt met verdenking TIA, herseninfarct Initieer structureel overleg met ambulancezorg, neurologen en SEH-artsen uit de regio om verandering in best Het snel herkennen van neurologische symptomen is de belangrijkste stap in de prehospitale setting Dit begint in de thuissituatie of bijvoorbeeld werkomgeving Herkenning van de symptomen, zoals beschreven in de FaceArm-Speech-Time-Test (FAST-test), ofwel de mond-spraak-arm-test, en bewustwording van het spoedeisende <INSTELLING> door patiënt, familie, collega’s en/of omstanders in het geval van een hersenbloeding of.
597
fms
Initieer structureel overleg tussen huisartsen en neurologen uit de regio om verandering in best practice snel te Gebruik een telefonisch triagesysteem (Mond-Spraak-Arm ofwel FAST-test), sensitief voor neurologische Maak afspraken met huisartsenzorg in de regio over het direct sturen van een ambulance met A#-urgentie bij Stuur bij een positieve Mond-Spraak-Arm test (FAST-test) ((# uur na ontstaan en bij twijfel over tijdsinterval) Maak afspraken met ziekenhuizen binnen de regio wat betreft de spreiding en beschikbaarheid van Integreer scholing betreffende het herkennen van TIA, herseninfarct of hersenbloeding en therapeutische Het is sterk aan te raden om patiënten met een positieve FAST-test en een progressief dalende GCS-score te Maak afspraken met ziekenhuizen in de regio over werkwijze (zoals Situation Background Assessment Initieer structureel overleg met neurologen en SEH-artsen uit de regio om verandering in best practice snel te Het is sterk aan te bevelen om in de situatie zonder aanwezigheid van de huisarts, de patiënt met voorbijgaande Maak afspraken met ambulancezorg binnen de regio over wijze van vooraankondiging bij verdenking TIA, Organiseer een geprotocolleerde werkwijze voor de opvang van een patiënt met verdenking TIA, herseninfarct Initieer structureel overleg met ambulancezorg, neurologen en SEH-artsen uit de regio om verandering in best Het snel herkennen van neurologische symptomen is de belangrijkste stap in de prehospitale setting Dit begint in de thuissituatie of bijvoorbeeld werkomgeving Herkenning van de symptomen, zoals beschreven in de FaceArm-Speech-Time-Test (FAST-test), ofwel de mond-spraak-arm-test, en bewustwording van het spoedeisende <INSTELLING> door patiënt, familie, collega’s en/of omstanders in het geval van een hersenbloeding of belang te triëren op spoedeisend <INSTELLING> Gebruik van de NHG-triagewijzer (gebaseerd op de Nederlandse Triage Standaard) kan helpen bij het bepalen van de urgentie van de situatie (zie tabel # en #) (NHG, ###) Door middel van deze triage worden patiënten geselecteerd die (mogelijk) voor acute behandeling in aanmerking komen Voorbeelden van situaties waarin acute behandeling nodig is, zijn indicaties voor behandeling Bij deze patiënten wordt met U#-urgentie een ambulance gebeld voordat de huisarts een middel van een spoedbeoordeling de verschijnselen en schat vervolgens in wat de meest waarschijnlijke oorzaak is van de klachten Het verwijzen van alle patiënten met vermoeden van een herseninfarct of -bloeding naar de beïnvloed door vlotte diagnostiek, een snelle start van secundaire preventie en het zo snel mogelijk opstarten Vooral de eerste dagen na een TIA is de kans op een herseninfarct sterk verhoogd (zie Ambulancezorg) Patiënten bij wie de uitvalsverschijnselen bij presentatie volledig zijn verdwenen, worden daarom binnen één dag Is er een scheef gelaat, visusstoornissen, uitval van spraak en/of spierkracht (FAST)? De huisarts dient via de meldkamer Ambulancezorg laagdrempelig een beroep te doen op ambulancezorg voor een patiënt met een verdenking op een herseninfarct of hersenbloeding Als een huisarts melding maakt van een patiënt die voor acute behandeling in aanmerking komt, is het niet noodzakelijk dat de huisarts de patiënt eerst beoordeelt Dit geeft vertraging in de acute opvang bij een patiënt met een herseninfarct of Op de meldkamer wordt na een melding via ### aan de hand van een protocol zo snel mogelijk gedifferentieerd.
611
fms
spoedeisend <INSTELLING> Gebruik van de NHG-triagewijzer (gebaseerd op de Nederlandse Triage Standaard) kan helpen bij het bepalen van de urgentie van de situatie (zie tabel # en #) (NHG, ###) Door middel van deze triage worden patiënten geselecteerd die (mogelijk) voor acute behandeling in aanmerking komen Voorbeelden van situaties waarin acute behandeling nodig is, zijn indicaties voor behandeling Bij deze patiënten wordt met U#-urgentie een ambulance gebeld voordat de huisarts een middel van een spoedbeoordeling de verschijnselen en schat vervolgens in wat de meest waarschijnlijke oorzaak is van de klachten Het verwijzen van alle patiënten met vermoeden van een herseninfarct of -bloeding naar de beïnvloed door vlotte diagnostiek, een snelle start van secundaire preventie en het zo snel mogelijk opstarten Vooral de eerste dagen na een TIA is de kans op een herseninfarct sterk verhoogd (zie Ambulancezorg) Patiënten bij wie de uitvalsverschijnselen bij presentatie volledig zijn verdwenen, worden daarom binnen één dag Is er een scheef gelaat, visusstoornissen, uitval van spraak en/of spierkracht (FAST)? De huisarts dient via de meldkamer Ambulancezorg laagdrempelig een beroep te doen op ambulancezorg voor een patiënt met een verdenking op een herseninfarct of hersenbloeding Als een huisarts melding maakt van een patiënt die voor acute behandeling in aanmerking komt, is het niet noodzakelijk dat de huisarts de patiënt eerst beoordeelt Dit geeft vertraging in de acute opvang bij een patiënt met een herseninfarct of Op de meldkamer wordt na een melding via ### aan de hand van een protocol zo snel mogelijk gedifferentieerd Dit protocol bevat wordt door de meldkamer gevraagd naar plotselinge visusstoornissen, coördinatiestoornissen en het optreden Het tijdsverloop sinds het ontstaan van de klachten is belangrijk ter bepaling van de urgentie Bij ontstaan van klachten korter dan zes uur geleden dient de ambulance met een A#-urgentie (binnen ## minuten ter plaatse) te vertrekken richting het adres Bij twijfel over het tijdstip waarop de klachten zijn ontstaan dient de ambulance ook met een A#-urgentie te worden gestuurd Bij de beslissing tot U# indicatie dient de afweging te worden gemaakt of behandeling binnen <DATUM> uur realistisch is Voor de categorie patiënten die pas binnen #,# tot # uur kunnen worden behandeld, en dus niet meer voor intraveneuze trombolyse in aanmerking komen, zullen op regionaal niveau afspraken moeten worden gemaakt over vervoer naar een interventiecentrum Omdat nog niet altijd duidelijk is wat de patiënt heeft, moeten ambulancemedewerkers tekenen van een mogelijk herseninfarct of hersenbloeding snel kunnen herkennen <PERSOON> van ambulanceverpleegkundigen in anamnese en (basaal) lichamelijk onderzoek bij neurologische klachten is daarom van groot belang Naast de FAST-test, voor ambulancemedewerkers de meest sensitieve test (Brandler, ###), is ook het herkennen van andere neurologische symptomen ontstaan ≤# uur geleden wordt de patiënt met spoed (binnen één uur na primaire melding) in een ziekenhuis met trombolysefaciliteiten gepresenteerd Voor patiënten met een positieve FAST-test en een progressief dalende Glascow Coma Scale (GCS) is presentatie in een ziekenhuis met neurochirurgische faciliteiten aan te raden Prehospitale triage van deze groep kan tijdwinst opleveren.
604
fms
Dit protocol bevat wordt door de meldkamer gevraagd naar plotselinge visusstoornissen, coördinatiestoornissen en het optreden Het tijdsverloop sinds het ontstaan van de klachten is belangrijk ter bepaling van de urgentie Bij ontstaan van klachten korter dan zes uur geleden dient de ambulance met een A#-urgentie (binnen ## minuten ter plaatse) te vertrekken richting het adres Bij twijfel over het tijdstip waarop de klachten zijn ontstaan dient de ambulance ook met een A#-urgentie te worden gestuurd Bij de beslissing tot U# indicatie dient de afweging te worden gemaakt of behandeling binnen <DATUM> uur realistisch is Voor de categorie patiënten die pas binnen #,# tot # uur kunnen worden behandeld, en dus niet meer voor intraveneuze trombolyse in aanmerking komen, zullen op regionaal niveau afspraken moeten worden gemaakt over vervoer naar een interventiecentrum Omdat nog niet altijd duidelijk is wat de patiënt heeft, moeten ambulancemedewerkers tekenen van een mogelijk herseninfarct of hersenbloeding snel kunnen herkennen <PERSOON> van ambulanceverpleegkundigen in anamnese en (basaal) lichamelijk onderzoek bij neurologische klachten is daarom van groot belang Naast de FAST-test, voor ambulancemedewerkers de meest sensitieve test (Brandler, ###), is ook het herkennen van andere neurologische symptomen ontstaan ≤# uur geleden wordt de patiënt met spoed (binnen één uur na primaire melding) in een ziekenhuis met trombolysefaciliteiten gepresenteerd Voor patiënten met een positieve FAST-test en een progressief dalende Glascow Coma Scale (GCS) is presentatie in een ziekenhuis met neurochirurgische faciliteiten aan te raden Prehospitale triage van deze groep kan tijdwinst opleveren TIA binnen zeven dagen een herseninfarct krijgt (Rothwell, ###) Wanneer er toch nog neurologische symptomen aanwezig zijn, wordt de patiënt met spoed in het ziekenhuis gepresenteerd Bij volledig herstel van neurologische symptomen kan de patiënt zonder spoed in het ziekenhuis worden gepresenteerd, tenzij een ter vooraankondiging naar het ziekenhuis te doen Vooraankondiging naar het ziekenhuis moet volgens een gestructureerde uniforme methode gebeuren, liefst direct na eerste stabilisatie van de patiënt op de brancard Het ziekenhuis heeft hierdoor tijd om een optimale opvang van de patiënt in gang te zetten Het heeft de voorkeur om direct contact tussen de ambulanceverpleegkundige en coördinator van het opvangende team te organiseren Hierdoor is uitwisselen van gegevens zonder tijdverlies mogelijk Vooraankondiging dient minimaal Het registreren van vitale parameters, bepalen van het lichaamsgewicht en uitvragen van eventuele contraindicaties in de ambulance, kunnen de tijd tot acute behandeling in het ziekenhuis verkorten Tijdens de opvang van de patiënt en de rit naar het ziekenhuis dienen de volgende parameters te worden geregistreerd en te worden overgedragen bij binnenkomst op de SEH Vooraankondiging en overdracht van deze gegevens is goed <PERSOON> over de therapeutische mogelijkheden in de kliniek zal bijdragen aan bewustwording wat betreft het belang van snelheid in de prehospitale fase Integreren van kennis uit deze richtlijn in het Landelijk Protocol In de fase tot start van trombolyse wordt aanbevolen het medisch en verpleegkundig handelen te beperken tot de strikt noodzakelijke diagnostiek ten behoeve van de exclusiecriteria, en daarnaast tot de noodzakelijke.
576
fms
zeven dagen een herseninfarct krijgt (Rothwell, ###) Wanneer er toch nog neurologische symptomen aanwezig zijn, wordt de patiënt met spoed in het ziekenhuis gepresenteerd Bij volledig herstel van neurologische symptomen kan de patiënt zonder spoed in het ziekenhuis worden gepresenteerd, tenzij een ter vooraankondiging naar het ziekenhuis te doen Vooraankondiging naar het ziekenhuis moet volgens een gestructureerde uniforme methode gebeuren, liefst direct na eerste stabilisatie van de patiënt op de brancard Het ziekenhuis heeft hierdoor tijd om een optimale opvang van de patiënt in gang te zetten Het heeft de voorkeur om direct contact tussen de ambulanceverpleegkundige en coördinator van het opvangende team te organiseren Hierdoor is uitwisselen van gegevens zonder tijdverlies mogelijk Vooraankondiging dient minimaal Het registreren van vitale parameters, bepalen van het lichaamsgewicht en uitvragen van eventuele contraindicaties in de ambulance, kunnen de tijd tot acute behandeling in het ziekenhuis verkorten Tijdens de opvang van de patiënt en de rit naar het ziekenhuis dienen de volgende parameters te worden geregistreerd en te worden overgedragen bij binnenkomst op de SEH Vooraankondiging en overdracht van deze gegevens is goed <PERSOON> over de therapeutische mogelijkheden in de kliniek zal bijdragen aan bewustwording wat betreft het belang van snelheid in de prehospitale fase Integreren van kennis uit deze richtlijn in het Landelijk Protocol In de fase tot start van trombolyse wordt aanbevolen het medisch en verpleegkundig handelen te beperken tot de strikt noodzakelijke diagnostiek ten behoeve van de exclusiecriteria, en daarnaast tot de noodzakelijke Bij vooraankondiging van een patiënt met verdenking herseninfarct of hersenbloeding door een ambulance zijn vaste logistieke afspraken van belang Na vooraankondiging van een patiënt met een mogelijk herseninfarct of hersenbloeding, worden uitsluiten van andere oorzaken van neurologische symptomen en het vaststellen van een indicatie voor acute behandeling Acute behandeling dient zo snel mogelijk plaats te vinden op de CT-kamer of de SEH Het streven moet zijn om bij indicatie voor behandeling met intraveneuze tPA, deze behandeling binnen ## minuten na binnenkomst in het ziekenhuis te starten Voor de verdere (endovasculaire) behandeling en benchmarks De acute opvang voor patiënten met een verdenking op een herseninfarct of hersenbloeding heeft de laatste jaren een ontwikkeling doorgemaakt De patiënten die door deze aandoening worden getroffen hebben bij uitstek profijt van soepel en snel verlopende acute opvang Door het gebruik van kwaliteitsindicatoren (Nivel, ###) is de acute opvang van patiënten met (verdenking op) een herseninfarct of hersenbloeding sterk verbeterd en is er minder praktijkvariatie Toch is er nog ruimte voor meer uniformering en snellere doorlooptijden In de vorige richtlijn (NVN, ###) waren afspraken in de ketenzorg nog niet expliciet beschreven en de acute zorg voor TIA-patiënten werd niet beschreven Bij deze herziening zijn afspraken concreet beschreven en verantwoordelijkheden aan diverse disciplines toegewezen Ook beschrijft deze richtlijn de acute Voor deze vraag werd geen systematisch literatuuronderzoek verricht, aangezien vooral consensusvorming van belang is bij dit onderwerp Er werd wel gekeken of geschikte literatuur voorhanden was <PERSOON> N, et al.
562
fms
een patiënt met verdenking herseninfarct of hersenbloeding door een ambulance zijn vaste logistieke afspraken van belang Na vooraankondiging van een patiënt met een mogelijk herseninfarct of hersenbloeding, worden uitsluiten van andere oorzaken van neurologische symptomen en het vaststellen van een indicatie voor acute behandeling Acute behandeling dient zo snel mogelijk plaats te vinden op de CT-kamer of de SEH Het streven moet zijn om bij indicatie voor behandeling met intraveneuze tPA, deze behandeling binnen ## minuten na binnenkomst in het ziekenhuis te starten Voor de verdere (endovasculaire) behandeling en benchmarks De acute opvang voor patiënten met een verdenking op een herseninfarct of hersenbloeding heeft de laatste jaren een ontwikkeling doorgemaakt De patiënten die door deze aandoening worden getroffen hebben bij uitstek profijt van soepel en snel verlopende acute opvang Door het gebruik van kwaliteitsindicatoren (Nivel, ###) is de acute opvang van patiënten met (verdenking op) een herseninfarct of hersenbloeding sterk verbeterd en is er minder praktijkvariatie Toch is er nog ruimte voor meer uniformering en snellere doorlooptijden In de vorige richtlijn (NVN, ###) waren afspraken in de ketenzorg nog niet expliciet beschreven en de acute zorg voor TIA-patiënten werd niet beschreven Bij deze herziening zijn afspraken concreet beschreven en verantwoordelijkheden aan diverse disciplines toegewezen Ook beschrijft deze richtlijn de acute Voor deze vraag werd geen systematisch literatuuronderzoek verricht, aangezien vooral consensusvorming van belang is bij dit onderwerp Er werd wel gekeken of geschikte literatuur voorhanden was <PERSOON> N, et al ambulance then in the Emergency Medical Communication Center Cerebrovasculair diseases ###;#<DATUM> <PERSOON> R, et al Prehospital stroke scales in urban environments a systematic review Neurology <PERSOON> M, et al Dispatcher Recognition of Stroke Using the <PERSOON> J, et al <PERSOON> effectiveness of thrombolysis with intravenous Alteplase for acute <PERSOON> M, et al Validation and refinement of scores to predict very early stroke risk after Communication and Teamwork in the Emergency Department Journal of Emergency Nursing ###;#<DATUM> ### Nederlandse Vereniging voor Neurologie Richtlijn Diagnostiek, behandeling en zorg voor patiënten met een beroerte <PERSOON> E, et al A simple score (ABCD) to identify individuals at high early risk of stroke after Welke beeldvormende techniek is het meest efficiënt bij patiënten met klinische verschijnselen van een sluiten, en #) richting te geven aan de therapeutische strategie in de eerste uren? Maak direct een CT-scan zonder contrast bij een patiënt met klinische verschijnselen van een herseninfarct, ter uitsluiting van een bloeding of een andere oorzaak Eventuele vroege ischemische veranderingen of een Vervaardig een CTA, vanaf de aortaboog tot en met de intracraniële arteriën Hiermee worden de aanwezigheid en locatie van een arteriële occlusie vastgesteld Deze aanbeveling geldt voor alle patiënten die mogelijk voor intra-arteriële behandeling in aanmerking komen, dus met de klinische diagnose herseninfarct, zonder bloeding.
573
fms
ambulance then in the Emergency Medical Communication Center Cerebrovasculair diseases ###;#<DATUM> <PERSOON> R, et al Prehospital stroke scales in urban environments a systematic review Neurology <PERSOON> M, et al Dispatcher Recognition of Stroke Using the <PERSOON> J, et al <PERSOON> effectiveness of thrombolysis with intravenous Alteplase for acute <PERSOON> M, et al Validation and refinement of scores to predict very early stroke risk after Communication and Teamwork in the Emergency Department Journal of Emergency Nursing ###;#<DATUM> ### Nederlandse Vereniging voor Neurologie Richtlijn Diagnostiek, behandeling en zorg voor patiënten met een beroerte <PERSOON> E, et al A simple score (ABCD) to identify individuals at high early risk of stroke after Welke beeldvormende techniek is het meest efficiënt bij patiënten met klinische verschijnselen van een sluiten, en #) richting te geven aan de therapeutische strategie in de eerste uren? Maak direct een CT-scan zonder contrast bij een patiënt met klinische verschijnselen van een herseninfarct, ter uitsluiting van een bloeding of een andere oorzaak Eventuele vroege ischemische veranderingen of een Vervaardig een CTA, vanaf de aortaboog tot en met de intracraniële arteriën Hiermee worden de aanwezigheid en locatie van een arteriële occlusie vastgesteld Deze aanbeveling geldt voor alle patiënten die mogelijk voor intra-arteriële behandeling in aanmerking komen, dus met de klinische diagnose herseninfarct, zonder bloeding Er is op dit moment geen reden om standaard aanvullende CTP of DWI MRI aan te bevelen in de acute fase Een intracerebrale bloeding is een contra-indicatie voor behandeling met intraveneuze (IV) tPA Omdat vroege behandeling van een infarct een duidelijk positief effect op de uitkomst heeft, dient snelle uitsluiting van een intracerebrale bloeding plaats te vinden In de acute fase heeft MRI geen meerwaarde boven CT voor het infarctgrootte, gevoeliger voor lacunaire en posterieure infarcten, betere differentiatie tussen acute en oudere bloeding) wegen in de acute fase niet op tegen de meer algemene en snellere beschikbaarheid van CT Bovendien heeft CT minder last van bewegingsartefacten en is het geschikt voor patiënten met pacemakers of Naast het uitsluiten van een intracraniële bloeding kunnen met een non-contrast CT (NCCT) vroege tekenen van infarcering en aanwijzingen voor de locatie en uitbreiding van een occlusie (hyperdense arterie) aangetoond worden Aanwezigheid van deze tekenen van infarcering op NCCT in de acute fase is geassocieerd met slechte klinische uitkomst (Boehme, ###) Aan- of afwezigheid van deze vroege tekenen veranderen echter niet de indicatie voor trombolytische behandeling Er zijn in het verleden wel aanbevelingen gedaan om geen intraveneuze therapie te geven als er vroege tekenen van infarcering waren in een gebied groter dan een derde onderbouwing, verlaten Wel is de aanwezigheid van tekenen van subacute ischemie reden om het begintijdstip van de verschijnselen nogmaals precies na te vragen, aangezien verschijnselen langer dan #,# uur bestaand een contra-indicatie voor behandeling met IV tPA vormen.
572
fms
Er is op dit moment geen reden om standaard aanvullende CTP of DWI MRI aan te bevelen in de acute fase Een intracerebrale bloeding is een contra-indicatie voor behandeling met intraveneuze (IV) tPA Omdat vroege behandeling van een infarct een duidelijk positief effect op de uitkomst heeft, dient snelle uitsluiting van een intracerebrale bloeding plaats te vinden In de acute fase heeft MRI geen meerwaarde boven CT voor het infarctgrootte, gevoeliger voor lacunaire en posterieure infarcten, betere differentiatie tussen acute en oudere bloeding) wegen in de acute fase niet op tegen de meer algemene en snellere beschikbaarheid van CT Bovendien heeft CT minder last van bewegingsartefacten en is het geschikt voor patiënten met pacemakers of Naast het uitsluiten van een intracraniële bloeding kunnen met een non-contrast CT (NCCT) vroege tekenen van infarcering en aanwijzingen voor de locatie en uitbreiding van een occlusie (hyperdense arterie) aangetoond worden Aanwezigheid van deze tekenen van infarcering op NCCT in de acute fase is geassocieerd met slechte klinische uitkomst (Boehme, ###) Aan- of afwezigheid van deze vroege tekenen veranderen echter niet de indicatie voor trombolytische behandeling Er zijn in het verleden wel aanbevelingen gedaan om geen intraveneuze therapie te geven als er vroege tekenen van infarcering waren in een gebied groter dan een derde onderbouwing, verlaten Wel is de aanwezigheid van tekenen van subacute ischemie reden om het begintijdstip van de verschijnselen nogmaals precies na te vragen, aangezien verschijnselen langer dan #,# uur bestaand een contra-indicatie voor behandeling met IV tPA vormen De aanwezigheid van een hyperdense proximale arteria cerebri media op NCCT is een voorspeller voor gering effect van intraveneuze trombolysebehandeling (<PERSOON>, ###), maar er is vooralsnog onvoldoende bewijs om op Aanvullende beeldvormende onderzoeken bij besluitvorming betreffende de acute behandeling van patiënten Omdat intraveneuze behandeling met trombolytica zo snel mogelijk gestart dient te worden, mag aanvullende CTA toont betrouwbaar een eventuele arteriële occlusie en het niveau van deze occlusie aan, en kan informatie verschaffen over de kwaliteit van collaterale circulatie (<PERSOON> European Stroke Organisation Executive, ###) In geïncludeerde patiënten een vooraf vastgestelde proximale occlusie vereist (Berkhemer, ###; Bracard, ###; een voorwaarde voor de beslissing tot intra-arteriële behandeling CTA heeft een sensitiviteit van #<DATUM> en specificiteit van #<DATUM> voor het aantonen van een proximale intracraniële occlusie en is hiermee ruimschoots geoccludeerde vat worden aangetoond Recente studies lijken een voorspellende waarde voor behandeleffect van IA trombectomie aan te tonen (Berkhemer, ###; Menon, ###), maar op dit moment is er nog onvoldoende bewijs om patiënten op basis van de aanwezigheid van collateralen te selecteren voor IA CTP geeft informatie over de infarct core en bedreigd hersenweefsel (penumbra) Echter, er is (nog) geen bewijs dat CTP bijdraagt aan de juiste patiëntenselectie voor intraveneuze of intra-arteriële therapie binnen het huidig aanwijzingen dat bij patiënten die niet binnen het bovengenoemd tijdsvenster behandeld kunnen worden toch een effect van intra-arteriële therapie te verwachten is, indien zij voldoen aan bepaalde CTP-criteria (AbouChebl, ###; Jovin, ###) Meer bewijs is nodig alvorens dit geadviseerd kan worden Standaard MRI heeft geen.
621
fms
De aanwezigheid van een hyperdense proximale arteria cerebri media op NCCT is een voorspeller voor gering effect van intraveneuze trombolysebehandeling (<PERSOON>, ###), maar er is vooralsnog onvoldoende bewijs om op Aanvullende beeldvormende onderzoeken bij besluitvorming betreffende de acute behandeling van patiënten Omdat intraveneuze behandeling met trombolytica zo snel mogelijk gestart dient te worden, mag aanvullende CTA toont betrouwbaar een eventuele arteriële occlusie en het niveau van deze occlusie aan, en kan informatie verschaffen over de kwaliteit van collaterale circulatie (<PERSOON> European Stroke Organisation Executive, ###) In geïncludeerde patiënten een vooraf vastgestelde proximale occlusie vereist (Berkhemer, ###; Bracard, ###; een voorwaarde voor de beslissing tot intra-arteriële behandeling CTA heeft een sensitiviteit van #<DATUM> en specificiteit van #<DATUM> voor het aantonen van een proximale intracraniële occlusie en is hiermee ruimschoots geoccludeerde vat worden aangetoond Recente studies lijken een voorspellende waarde voor behandeleffect van IA trombectomie aan te tonen (Berkhemer, ###; Menon, ###), maar op dit moment is er nog onvoldoende bewijs om patiënten op basis van de aanwezigheid van collateralen te selecteren voor IA CTP geeft informatie over de infarct core en bedreigd hersenweefsel (penumbra) Echter, er is (nog) geen bewijs dat CTP bijdraagt aan de juiste patiëntenselectie voor intraveneuze of intra-arteriële therapie binnen het huidig aanwijzingen dat bij patiënten die niet binnen het bovengenoemd tijdsvenster behandeld kunnen worden toch een effect van intra-arteriële therapie te verwachten is, indien zij voldoen aan bepaalde CTP-criteria (AbouChebl, ###; Jovin, ###) Meer bewijs is nodig alvorens dit geadviseerd kan worden Standaard MRI heeft geen behandeleffect (Yoo, ###) In de acute fase kunnen hieraan echter geen behandelingsconsequenties worden MRI is wel van belang na de acute fase, vanwege de diagnostische meerwaarde Deze meerwaarde bestaat uit het duidelijker aantonen van ischemie, ingeval daar twijfel over bestaat, en aantonen van alternatieve diagnosen Alle patiënten die zich presenteren met symptomen van een herseninfarct dienen meteen beeldvorming van de hersenen te ondergaan om een intracerebrale bloeding of andere oorzaak uit te kunnen sluiten In praktijk gebeurt dit meestal met een CT, omdat het snel, betrouwbaar en eenvoudig uit te voeren is en beschikbaar is in Wanneer een intra-arteriële (IA) behandeling overwogen wordt en deze behandeling binnen zes uur kan plaatsvinden, dient een proximale occlusie van één van de intracraniële arteriën aangetoond te worden Bij deze vraag werd geen systematisch literatuuronderzoek verricht, daar de verwachting was dat de verrichte studies de uitgangsvraag niet kunnen beantwoorden Er zijn op het moment van schrijven geen systematische interventiestudies beschikbaar naar de waarde van imaging met een positief effect van behandeling <PERSOON> treatment of acute ischemic stroke may be safely performed with no time window limit in appropriately selected patients Stroke; a journal of cerebral circulation ###;##(#) ###-### <PERSOON> D, et al A randomized trial of intraarterial treatment for acute ischemic stroke <PERSOON> New England journal of Berkhemer, et al Stroke Collateral status on baseline computed tomographic angiography and intra-arterial treatment Boehme AK, Rawal PV, Lyerly MJ, et al.
637
fms
(Yoo, ###) In de acute fase kunnen hieraan echter geen behandelingsconsequenties worden MRI is wel van belang na de acute fase, vanwege de diagnostische meerwaarde Deze meerwaarde bestaat uit het duidelijker aantonen van ischemie, ingeval daar twijfel over bestaat, en aantonen van alternatieve diagnosen Alle patiënten die zich presenteren met symptomen van een herseninfarct dienen meteen beeldvorming van de hersenen te ondergaan om een intracerebrale bloeding of andere oorzaak uit te kunnen sluiten In praktijk gebeurt dit meestal met een CT, omdat het snel, betrouwbaar en eenvoudig uit te voeren is en beschikbaar is in Wanneer een intra-arteriële (IA) behandeling overwogen wordt en deze behandeling binnen zes uur kan plaatsvinden, dient een proximale occlusie van één van de intracraniële arteriën aangetoond te worden Bij deze vraag werd geen systematisch literatuuronderzoek verricht, daar de verwachting was dat de verrichte studies de uitgangsvraag niet kunnen beantwoorden Er zijn op het moment van schrijven geen systematische interventiestudies beschikbaar naar de waarde van imaging met een positief effect van behandeling <PERSOON> treatment of acute ischemic stroke may be safely performed with no time window limit in appropriately selected patients Stroke; a journal of cerebral circulation ###;##(#) ###-### <PERSOON> D, et al A randomized trial of intraarterial treatment for acute ischemic stroke <PERSOON> New England journal of Berkhemer, et al Stroke Collateral status on baseline computed tomographic angiography and intra-arterial treatment Boehme AK, Rawal PV, Lyerly MJ, et al <PERSOON> OA, <PERSOON> YB, et al Value of Computed Tomographic Perfusion​Based <PERSOON> for Intra-Arterial Bracard, et al Mechanical thrombectomy after intravenous alteplase versus alteplase alone after stroke (THRACE) a <PERSOON> PA, Chappell FM, et al Magnetic resonance imaging versus computed tomography for detection of acute vascular lesions in patients presenting with stroke symptoms Cochrane Database Syst Rev ###;(#) CD### Campbell <PERSOON> PJ, Kleinig TJ, et al Endovascular therapy for ischemic stroke with perfusion-imaging selection <PERSOON> RL, Wippold FJ, <PERSOON-##> RS, et al ACR Appropriateness Criteria(R) on cerebrovascular disease Journal of the <PERSOON-##> OA, et al <PERSOON-##>, a multicenter randomized clinical trial of endovascular treatment for acute ischemic stroke in the Netherlands study protocol for a randomized controlled trial <PERSOON-##> AM, Menon BK, et al Randomized assessment of rapid endovascular treatment of ischemic stroke <PERSOON-##> HP, et al Guidelines for the early management of patients with acute ischemic stroke a guideline for healthcare professionals from the American Heart Association/American Stroke Association Stroke; a journal Jovin, et al Thrombectomy within # Hours afterSymptom Onset in <PERSOON-##> TG, Liebeskind <PERSOON-##> R, et al Imaging-based endovascular therapy for acute ischemic stroke due to proximal.
597
fms
OA, <PERSOON> YB, et al Value of Computed Tomographic Perfusion​Based <PERSOON> for Intra-Arterial Bracard, et al Mechanical thrombectomy after intravenous alteplase versus alteplase alone after stroke (THRACE) a <PERSOON> PA, Chappell FM, et al Magnetic resonance imaging versus computed tomography for detection of acute vascular lesions in patients presenting with stroke symptoms Cochrane Database Syst Rev ###;(#) CD### Campbell <PERSOON> PJ, Kleinig TJ, et al Endovascular therapy for ischemic stroke with perfusion-imaging selection <PERSOON> RL, Wippold FJ, <PERSOON> RS, et al ACR Appropriateness Criteria(R) on cerebrovascular disease Journal of the <PERSOON> OA, et al <PERSOON>, a multicenter randomized clinical trial of endovascular treatment for acute ischemic stroke in the Netherlands study protocol for a randomized controlled trial <PERSOON> AM, Menon BK, et al Randomized assessment of rapid endovascular treatment of ischemic stroke <PERSOON-##> HP, et al Guidelines for the early management of patients with acute ischemic stroke a guideline for healthcare professionals from the American Heart Association/American Stroke Association Stroke; a journal Jovin, et al Thrombectomy within # Hours afterSymptom Onset in <PERSOON-##> TG, Liebeskind <PERSOON-##> R, et al Imaging-based endovascular therapy for acute ischemic stroke due to proximal retrospective multicenter <PERSOON-##> S, <PERSOON-##> P, et al Proximal hyperdense middle cerebral artery sign predicts poor response to thrombolysis Menon BK, et al Differential effect of baseline computed tomographic angiography collaterals on clinical outcome in patients enrolled in the interventional management of stroke III trial <PERSOON-##> A, et al Stent-retriever thrombectomy after intravenous t-pa vs T-pa alone in stroke <PERSOON-##>-based decision making in thrombolytic therapy for ischemic stroke present Sheth KN, <PERSOON-##> JB, Nogueira RG, et al Advanced modality imaging evaluation in acute ischemic stroke may lead to delayed endovascular reperfusion therapy without improvement in clinical outcomes Journal of neurointerventional <PERSOON-##> European Stroke Organisation Executive Guidelines for Management of Ischaemic Stroke and <PERSOON-##> JM, et al Reliability of visual assessment of non-contrast CT, CT angiography source images and CT perfusion in patients with suspected ischemic stroke PloS one ###;# e### <PERSOON-##> IC, et al Prediction of outcome in patients with suspected acute ischaemic stroke with CT perfusion and CT angiography the Dutch acute stroke trial (DUST) study protocol BMC neurology <PERSOON-##> J, et al Immediate computed tomography scanning of acute stroke is cost-effective and <PERSOON-##> GW, et al Imaging recommendations for acute stroke and transient ischemic attack patients.
583
fms
al Proximal hyperdense middle cerebral artery sign predicts poor response to thrombolysis Menon BK, et al Differential effect of baseline computed tomographic angiography collaterals on clinical outcome in patients enrolled in the interventional management of stroke III trial <PERSOON> A, et al Stent-retriever thrombectomy after intravenous t-pa vs T-pa alone in stroke <PERSOON>-based decision making in thrombolytic therapy for ischemic stroke present Sheth KN, <PERSOON> JB, Nogueira RG, et al Advanced modality imaging evaluation in acute ischemic stroke may lead to delayed endovascular reperfusion therapy without improvement in clinical outcomes Journal of neurointerventional <PERSOON> European Stroke Organisation Executive Guidelines for Management of Ischaemic Stroke and <PERSOON> JM, et al Reliability of visual assessment of non-contrast CT, CT angiography source images and CT perfusion in patients with suspected ischemic stroke PloS one ###;# e### <PERSOON> IC, et al Prediction of outcome in patients with suspected acute ischaemic stroke with CT perfusion and CT angiography the Dutch acute stroke trial (DUST) study protocol BMC neurology <PERSOON> J, et al Immediate computed tomography scanning of acute stroke is cost-effective and <PERSOON> GW, et al Imaging recommendations for acute stroke and transient ischemic attack patients <PERSOON> PW, et al MRI-based selection for intra-arterial stroke therapy value of pretreatment diffusion-weighted imaging lesion volume in selecting patients with acute stroke who will benefit from early recanalization Welke aanvullende beeldvorming is aangewezen voor verdere diagnostiek en behandelplanning bij een Er is op dit moment geen reden om aanvullende MRI of MRA aan te bevelen voor het aantonen van een macrovasculaire oorzaak van ICH Wel kan een MRI vervaardigd worden om alternatieve diagnosen uit te sluiten In de vorige versie van deze richtlijn is geen aanbeveling gedaan voor aanvullende beeldvormende diagnostiek bij ICH Toch bestaat er onduidelijkheid over de beste diagnostische strategie voor het vaststellen of uitsluiten van een macrovasculaire oorzaak van ICH CTA heeft een hoge sensitiviteit en specificiteit voor het aantonen <PERSOON-##>, ###) en is relatief eenvoudig uit te voeren, eventueel direct aansluitend op de NCCT in de acute fase Een aanvullende opname in de veneuze fase (CTV) kan vervaardigd worden om een sinustrombose vast te De onduidelijkheid is er met name betreffende aanvullende MRI/MRA of DSA in geval van een negatieve CTA, bij patiënten met een hoge a priori kans op een onderliggende macrovasculaire afwijking Risicofactoren voor een onderliggende macrovasculaire afwijking zijn jongere leeftijd ((<LEEFTIJD> jaar), vrouw, niet-roker, lobaire ICH en studie is de waarde van vroege CTA ((# dagen na ICH) en van aanvullende beeldvormende diagnostiek bij een negatieve CTA onderzocht bij patiënten met een verhoogde kans op macrovasculaire afwijkingen (<PERSOON-##>, ###).
549
fms
<PERSOON> PW, et al MRI-based selection for intra-arterial stroke therapy value of pretreatment diffusion-weighted imaging lesion volume in selecting patients with acute stroke who will benefit from early recanalization Welke aanvullende beeldvorming is aangewezen voor verdere diagnostiek en behandelplanning bij een Er is op dit moment geen reden om aanvullende MRI of MRA aan te bevelen voor het aantonen van een macrovasculaire oorzaak van ICH Wel kan een MRI vervaardigd worden om alternatieve diagnosen uit te sluiten In de vorige versie van deze richtlijn is geen aanbeveling gedaan voor aanvullende beeldvormende diagnostiek bij ICH Toch bestaat er onduidelijkheid over de beste diagnostische strategie voor het vaststellen of uitsluiten van een macrovasculaire oorzaak van ICH CTA heeft een hoge sensitiviteit en specificiteit voor het aantonen <PERSOON>, ###) en is relatief eenvoudig uit te voeren, eventueel direct aansluitend op de NCCT in de acute fase Een aanvullende opname in de veneuze fase (CTV) kan vervaardigd worden om een sinustrombose vast te De onduidelijkheid is er met name betreffende aanvullende MRI/MRA of DSA in geval van een negatieve CTA, bij patiënten met een hoge a priori kans op een onderliggende macrovasculaire afwijking Risicofactoren voor een onderliggende macrovasculaire afwijking zijn jongere leeftijd ((<LEEFTIJD> jaar), vrouw, niet-roker, lobaire ICH en studie is de waarde van vroege CTA ((# dagen na ICH) en van aanvullende beeldvormende diagnostiek bij een negatieve CTA onderzocht bij patiënten met een verhoogde kans op macrovasculaire afwijkingen (<PERSOON>, ###) MRI/MRA bleek geen aanvullende waarde te hebben voor de detectie van macrovasculaire afwijkingen, maar MRI/MRA kon informatie geven over alternatieve oorzaken zoals amyloid-angiopathie Aanvullende DSA bleek wel in staat om met grote accuratesse kleine macrovasculaire oorzaken van ICH, welke gemist waren op CTA, te detecteren Hematoomexpansie treedt met name in de eerste uren na ICH op en gaat gepaard met slechte klinische Rizos, ###) Frequentie van voorkomen van een spot sign en de voorspellende waarde voor Bij patiënten die zich presenteren met symptomen van een beroerte, bij wie op de NCCT een intracerebrale hemorrhagie (ICH) is vastgesteld, wordt in circa ## tot ##% een behandelbare macrovasculaire oorzaak zoals een ArterioVeneuze Malformatie (AVM), Durale ArterioVeneuze Fistel (DAVF), aneurysma of sinustrombose macrovasculaire afwijking vast te stellen of uit te sluiten is derhalve geïndiceerd Naast het detecteren van deze behandelbare oorzaken heeft het vaststellen van een actieve bloeding of <PERSOON> Almandoz JE, <PERSOON> PW, Forero NP, et al Diagnostic accuracy and yield of multidetector ct angiography in the <PERSOON> BK, Greving JP, et al External validation of the secondary intracerebral hemorrhage score in the <PERSOON> GJ, et al Diagnostic yield and accuracy of ct angiography, mr angiography, and digital subtraction angiography for detection of macrovascular causes of intracerebral haemorrhage Prospective, multicentre <PERSOON> W, et al Computed tomography angiography Improving diagnostic yield and cost effectiveness in <PERSOON> R, et al Early hemorrhage growth in patients with intracerebral hemorrhage.
586
fms
hebben voor de detectie van macrovasculaire afwijkingen, maar MRI/MRA kon informatie geven over alternatieve oorzaken zoals amyloid-angiopathie Aanvullende DSA bleek wel in staat om met grote accuratesse kleine macrovasculaire oorzaken van ICH, welke gemist waren op CTA, te detecteren Hematoomexpansie treedt met name in de eerste uren na ICH op en gaat gepaard met slechte klinische Rizos, ###) Frequentie van voorkomen van een spot sign en de voorspellende waarde voor Bij patiënten die zich presenteren met symptomen van een beroerte, bij wie op de NCCT een intracerebrale hemorrhagie (ICH) is vastgesteld, wordt in circa ## tot ##% een behandelbare macrovasculaire oorzaak zoals een ArterioVeneuze Malformatie (AVM), Durale ArterioVeneuze Fistel (DAVF), aneurysma of sinustrombose macrovasculaire afwijking vast te stellen of uit te sluiten is derhalve geïndiceerd Naast het detecteren van deze behandelbare oorzaken heeft het vaststellen van een actieve bloeding of <PERSOON> Almandoz JE, <PERSOON> PW, Forero NP, et al Diagnostic accuracy and yield of multidetector ct angiography in the <PERSOON> BK, Greving JP, et al External validation of the secondary intracerebral hemorrhage score in the <PERSOON> GJ, et al Diagnostic yield and accuracy of ct angiography, mr angiography, and digital subtraction angiography for detection of macrovascular causes of intracerebral haemorrhage Prospective, multicentre <PERSOON> W, et al Computed tomography angiography Improving diagnostic yield and cost effectiveness in <PERSOON> R, et al Early hemorrhage growth in patients with intracerebral hemorrhage <PERSOON> M, et al Hematoma growth is a determinant of mortality and poor outcome after <PERSOON> H, et al Hematoma growth and outcomes in intracerebral hemorrhage <PERSOON> interact# study <PERSOON-##> D, et al Prediction of haematoma growth and outcome in patients with intracerebral haemorrhage using the ct-angiography spot sign (predict) A prospective observational study <PERSOON-##> HB, Demchuk AM, et al Predicting intracerebral hemorrhage growth with the spot sign <PERSOON> Goldstein JN, Fazen LE, Snider R, et al Contrast extravasation on ct angiography predicts hematoma expansion in <PERSOON-##> TJ, Demchuk AM, Dowlatshahi D, et al Spot sign number is the most important spot sign characteristic for predicting hematoma expansion using first-pass computed tomography angiography Analysis from the predict study Josephson, <PERSOON-##> B , et al Computed tomography angiography or magnetic resonance angiography for detection of intracranial vascular malformations in patients with intracerebral haemorrhage <PERSOON-##> SA, Demchuk A, et al Emergency noninvasive angiography for acute intracerebral hemorrhage <PERSOON-##> BV, et al Imaging of cerebral venous thrombosis Current techniques, spectrum of findings, <PERSOON-##> E, et al Spot signs in intracerebral hemorrhage Useful for identifying patients at risk for <PERSOON-##> NP, et al.
575
fms
<PERSOON> M, et al Hematoma growth is a determinant of mortality and poor outcome after <PERSOON> H, et al Hematoma growth and outcomes in intracerebral hemorrhage <PERSOON> interact# study <PERSOON> D, et al Prediction of haematoma growth and outcome in patients with intracerebral haemorrhage using the ct-angiography spot sign (predict) A prospective observational study <PERSOON> HB, Demchuk AM, et al Predicting intracerebral hemorrhage growth with the spot sign <PERSOON> Goldstein JN, Fazen LE, Snider R, et al Contrast extravasation on ct angiography predicts hematoma expansion in <PERSOON> TJ, Demchuk AM, Dowlatshahi D, et al Spot sign number is the most important spot sign characteristic for predicting hematoma expansion using first-pass computed tomography angiography Analysis from the predict study Josephson, <PERSOON> B , et al Computed tomography angiography or magnetic resonance angiography for detection of intracranial vascular malformations in patients with intracerebral haemorrhage <PERSOON> SA, Demchuk A, et al Emergency noninvasive angiography for acute intracerebral hemorrhage <PERSOON> BV, et al Imaging of cerebral venous thrombosis Current techniques, spectrum of findings, <PERSOON-##> E, et al Spot signs in intracerebral hemorrhage Useful for identifying patients at risk for <PERSOON-##> NP, et al Welke aanvullende diagnostiek moet worden verricht naar een atherosclerotische carotisstenose bij patienten Non-invasieve beeldvorming van carotisstenose met duplex ultrasonografie (DUS), contrast MR angiografie (MRA) of multislice CT angiografie (CTA) kan conventionele intra-arteriële angiografie (DSA) vervangen als preinterventie beeldvorming De diagnostiek is erop gericht om die patiënten te identificeren die mogelijk baat hebben van operatie DUS kan gebruikt worden als een eerste screening Als er aanwijzingen zijn voor een stenose van meer dan ##%, dan is verificatie met CTA of CE-MRA geïndiceerd Een Duplex passend bij een stenose van meer dan ##% hoeft niet bevestigd te worden als het duplexonderzoek lokaal is gevalideerd en de mate van stenose niet kritisch is voor De drempelwaarde om met behulp van DUS een stenose van ##% of ##% aan te tonen hangt samen met drempelwaarde voor een stenose van meer dan ##% kan dan ### cm/s gebruikt worden De optimale drempelwaarde voor een stenose van meer dan ##% ligt tussen de ### en ### cm/s De diagnostiek is erop gericht om die patiënten te identificeren die mogelijk baat hebben bij een carotisdesobstructie Samenvattend is een voorwaarde voor de indicatiestelling een atherosclerotische stenose van ##% of meer, met daarbij een klinisch significante verwachte risicoreductie op een ipsilateraal herseninfarct In <LOCATIE> ondergaan bijna alle patiënten die verdacht worden van een symptomatische carotisstenose allereerst DUS Slechts in enkele klinieken ondergaan patiënten endarterectomie alleen op basis van DUS Als DUS als enige onderzoek wordt gebruikt om de mate van carotisstenose vast te stellen dan dient rekening.
578
fms
bij patienten Non-invasieve beeldvorming van carotisstenose met duplex ultrasonografie (DUS), contrast MR angiografie (MRA) of multislice CT angiografie (CTA) kan conventionele intra-arteriële angiografie (DSA) vervangen als preinterventie beeldvorming De diagnostiek is erop gericht om die patiënten te identificeren die mogelijk baat hebben van operatie DUS kan gebruikt worden als een eerste screening Als er aanwijzingen zijn voor een stenose van meer dan ##%, dan is verificatie met CTA of CE-MRA geïndiceerd Een Duplex passend bij een stenose van meer dan ##% hoeft niet bevestigd te worden als het duplexonderzoek lokaal is gevalideerd en de mate van stenose niet kritisch is voor De drempelwaarde om met behulp van DUS een stenose van ##% of ##% aan te tonen hangt samen met drempelwaarde voor een stenose van meer dan ##% kan dan ### cm/s gebruikt worden De optimale drempelwaarde voor een stenose van meer dan ##% ligt tussen de ### en ### cm/s De diagnostiek is erop gericht om die patiënten te identificeren die mogelijk baat hebben bij een carotisdesobstructie Samenvattend is een voorwaarde voor de indicatiestelling een atherosclerotische stenose van ##% of meer, met daarbij een klinisch significante verwachte risicoreductie op een ipsilateraal herseninfarct In <LOCATIE> ondergaan bijna alle patiënten die verdacht worden van een symptomatische carotisstenose allereerst DUS Slechts in enkele klinieken ondergaan patiënten endarterectomie alleen op basis van DUS Als DUS als enige onderzoek wordt gebruikt om de mate van carotisstenose vast te stellen dan dient rekening goede prestatie van DUS in vergelijking met CE-MRA Als volgens het CAR​​- algoritme de mate van stenose kritisch blijkt voor de beslissing om een endarteriëctomie te ondergaan, dient verificatie van DUS met CTA of CE-MRA te volgen Welke van deze twee modaliteiten gekozen wordt, dient vooral af te hangen van de ervaring Tot slot, als in het acute stadium, binnen enkele uren na het begin van de verschijnselen, een carotisocclusie in dissectie of een acute embolische of atherotrombotische occlusie betreffen (Berkhemer, ###) In deze gevallen kan de “occlusie” enkele dagen later soms niet meer blijken te bestaan (Marquering, ###) Herhaling van acuut Het is van belang om op nauwkeurige wijze patiënten met een stenose van meer dan ##% van de arteria carotis te detecteren omdat deze in aanmerking komen voor interventie (Rothwell, ###) Gezien het feit dat de gouden standaard voor het diagnosticeren van een stenose, intra-arteriële angiografie (DSA), duur, invasief en belastend is (Willinsky, ###), is het de vraag of DSA vervangen kan worden door minder invasief en minder duur onderzoek Analyse van de betrouwbaarheid van non-invasieve beeldvorming zoals duplex ultrasonografie (DUS), MR angiografie (MRA) en CT angiografie (CTA) is nodig om te bepalen wat de meest kosteneffectieve Ondanks gering verschil met DUS is contrast-enhanced MR angiografie of CTA de beste nietinvasieve methode om een carotisstenose van ## tot ##% vast te stellen In een systematic review (Wardlaw, ###a) met meta-analyse van ## artikelen was er geen groot verschil tussen DUS, CTA en MRA voor het diagnosticeren van een ernstige carotisstenose Contrast enhanced MRA (CE-MRA).
647
fms
Als volgens het CAR​​- algoritme de mate van stenose kritisch blijkt voor de beslissing om een endarteriëctomie te ondergaan, dient verificatie van DUS met CTA of CE-MRA te volgen Welke van deze twee modaliteiten gekozen wordt, dient vooral af te hangen van de ervaring Tot slot, als in het acute stadium, binnen enkele uren na het begin van de verschijnselen, een carotisocclusie in dissectie of een acute embolische of atherotrombotische occlusie betreffen (Berkhemer, ###) In deze gevallen kan de “occlusie” enkele dagen later soms niet meer blijken te bestaan (Marquering, ###) Herhaling van acuut Het is van belang om op nauwkeurige wijze patiënten met een stenose van meer dan ##% van de arteria carotis te detecteren omdat deze in aanmerking komen voor interventie (Rothwell, ###) Gezien het feit dat de gouden standaard voor het diagnosticeren van een stenose, intra-arteriële angiografie (DSA), duur, invasief en belastend is (Willinsky, ###), is het de vraag of DSA vervangen kan worden door minder invasief en minder duur onderzoek Analyse van de betrouwbaarheid van non-invasieve beeldvorming zoals duplex ultrasonografie (DUS), MR angiografie (MRA) en CT angiografie (CTA) is nodig om te bepalen wat de meest kosteneffectieve Ondanks gering verschil met DUS is contrast-enhanced MR angiografie of CTA de beste nietinvasieve methode om een carotisstenose van ## tot ##% vast te stellen In een systematic review (Wardlaw, ###a) met meta-analyse van ## artikelen was er geen groot verschil tussen DUS, CTA en MRA voor het diagnosticeren van een ernstige carotisstenose Contrast enhanced MRA (CE-MRA) specificiteit #,##; #,##; #,## respectievelijk) Data voor stenosen van ##-##% en voor combinaties van noninvasieve tests waren beperkt en te onnauwkeurig voor een betrouwbare analyse Beperkte data suggereerden dat CE-MRA de hoogste sensitiviteit heeft (met brede ##% betrouwbaarheidsintervallen) en CTA de laagste specificiteit voor het vaststellen van een stenose van ##-##% Nieuwere Nederlandse gegevens suggereren dat DUS wordt meestal als eerste test gebruikt om de ernst van een carotisstenose te bepalen In de praktijk wordt voornamelijk de peak systolic velocity (PSV) en aanwezigheid van plaque gebruikt, naast andere mogelijkheden zoals de PSV-ratio (ICA/CCA ratio de verhouding van de PSV ter plaatse van de stenose in de arteria carotis Bij evaluatie van DUS als test speelt verificatiebias een belangrijke rol omdat meestal alleen patiënten geselecteerd op DUS-criteria vergeleken worden met DSA DUS onderzoek kan beperkt zijn door uitgebreide plaque calcificaties, kronkelende vaten (tortuositas), tandemlaesies, en trage turbulente flow bij subtotale stenosen Er is ook een grote variatie in gehanteerde DUS-drempels tussen verschillende praktijken omdat DUS gebruiker- en apparatuurafhankelijk is; in principe dienen individuele praktijken hun DUS-test te valideren onderzoeksapparatuur en de lage kosten van het onderzoek als voordelen tegenover Een systematische review (Jahromi, ###) vergelijkt de gradering van stenose van de ICA door middel van DUS met conventionele sensitiviteit (##%), en een specificiteit van ##% Voor het diagnosticeren van een ICA-stenose van ³##% heeft van ³# heeft een sensitiviteit van ##% en een specificiteit van ##% Een EDV van ³### cm/s heeft een sensitiviteit.
669
fms
#,##; #,##; #,## respectievelijk) Data voor stenosen van ##-##% en voor combinaties van noninvasieve tests waren beperkt en te onnauwkeurig voor een betrouwbare analyse Beperkte data suggereerden dat CE-MRA de hoogste sensitiviteit heeft (met brede ##% betrouwbaarheidsintervallen) en CTA de laagste specificiteit voor het vaststellen van een stenose van ##-##% Nieuwere Nederlandse gegevens suggereren dat DUS wordt meestal als eerste test gebruikt om de ernst van een carotisstenose te bepalen In de praktijk wordt voornamelijk de peak systolic velocity (PSV) en aanwezigheid van plaque gebruikt, naast andere mogelijkheden zoals de PSV-ratio (ICA/CCA ratio de verhouding van de PSV ter plaatse van de stenose in de arteria carotis Bij evaluatie van DUS als test speelt verificatiebias een belangrijke rol omdat meestal alleen patiënten geselecteerd op DUS-criteria vergeleken worden met DSA DUS onderzoek kan beperkt zijn door uitgebreide plaque calcificaties, kronkelende vaten (tortuositas), tandemlaesies, en trage turbulente flow bij subtotale stenosen Er is ook een grote variatie in gehanteerde DUS-drempels tussen verschillende praktijken omdat DUS gebruiker- en apparatuurafhankelijk is; in principe dienen individuele praktijken hun DUS-test te valideren onderzoeksapparatuur en de lage kosten van het onderzoek als voordelen tegenover Een systematische review (Jahromi, ###) vergelijkt de gradering van stenose van de ICA door middel van DUS met conventionele sensitiviteit (##%), en een specificiteit van ##% Voor het diagnosticeren van een ICA-stenose van ³##% heeft van ³# heeft een sensitiviteit van ##% en een specificiteit van ##% Een EDV van ³### cm/s heeft een sensitiviteit Meegenomen in deze meta-analyse is een consensus van de Society of van )#,# en EDV )### voor een stenose van ³##% tot subtotale occlusie In een Nederlandse studie Samenvattende tabellen overgenomen van de studie van Jahromi (###), een review van ## artikelen Tabel # Table III (Jahromi, ###) Pooled weighted means of sensitivity and specif icity f or CI, Confidence Interval; EDV, end-diastolic velocity (cm/s); PSV, peak systolic velocity (cm/s) Tabel # Table IV (Jahromi, ###) Summary of recommendations of the Society of Radiologists in Ultrasound Concensus Conf erence, with respect to key velocity thresholds, f or the use of duplex ultrasound criteria in the diagnosis of internal carotid artery stenosis # Voordeel van MR boven CT is dat er geen stralen en geen jodiumhoudend contrastmiddel worden gebruikt Patiënten vinden de MRA onvriendelijk wat betreft het lawaai en het opgesloten gevoel in de MR-buis De beschikbaarheid van MRA is beperkt, waardoor het niet altijd mogelijk is de diagnostiek binnen korte tijd na de ischemie af te ronden Ook is recent gebleken dat patiënten met nierfalen een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van nefrogene systemische fibrose na gebruik van gadolinium contrastmiddelen (<PERSOON>, In een systematisch overzicht vergelijkt <PERSOON> (###) duplex echografie en MRA met DSA in ## publicaties en concludeert dat MRA beter is dan duplex in het onderscheiden van een stenose van ##-##% van een stenose van minder dan ##%, met ##% sensitiviteit en ##% specificiteit voor MRA en ##% sensitiviteit en ##% specificiteit voor DUS.
678
fms
meta-analyse is een consensus van de Society of van )#,# en EDV )### voor een stenose van ³##% tot subtotale occlusie In een Nederlandse studie Samenvattende tabellen overgenomen van de studie van Jahromi (###), een review van ## artikelen Tabel # Table III (Jahromi, ###) Pooled weighted means of sensitivity and specif icity f or CI, Confidence Interval; EDV, end-diastolic velocity (cm/s); PSV, peak systolic velocity (cm/s) Tabel # Table IV (Jahromi, ###) Summary of recommendations of the Society of Radiologists in Ultrasound Concensus Conf erence, with respect to key velocity thresholds, f or the use of duplex ultrasound criteria in the diagnosis of internal carotid artery stenosis # Voordeel van MR boven CT is dat er geen stralen en geen jodiumhoudend contrastmiddel worden gebruikt Patiënten vinden de MRA onvriendelijk wat betreft het lawaai en het opgesloten gevoel in de MR-buis De beschikbaarheid van MRA is beperkt, waardoor het niet altijd mogelijk is de diagnostiek binnen korte tijd na de ischemie af te ronden Ook is recent gebleken dat patiënten met nierfalen een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van nefrogene systemische fibrose na gebruik van gadolinium contrastmiddelen (<PERSOON>, In een systematisch overzicht vergelijkt <PERSOON> (###) duplex echografie en MRA met DSA in ## publicaties en concludeert dat MRA beter is dan duplex in het onderscheiden van een stenose van ##-##% van een stenose van minder dan ##%, met ##% sensitiviteit en ##% specificiteit voor MRA en ##% sensitiviteit en ##% specificiteit voor DUS ##% voor DUS en specificiteit van ###% voor beide Al deze MRA-studies betreffen time-of-flight techniek MRA (TOF-MRA) en geen contrast enhanced MRA (CE-MRA) Het grote verschil is de flow void (onderbreking in Een case serie (Anzalone, ###) heeft #D TOF-MRA, CE-MRA en conventionele DSA (#D-DSA) vergeleken met specificiteit voor de detectie van een hemodynamisch significante ICA-stenose in vergelijking met #D-DSA was respectievelijk ###% en ##% voor CE-MRA, ##,#% en ##,#% voor #D TOF-MRA, en ##,#% en ###% voor #DDSA CE-MRA correleerde het beste met #D-DSA #D-DSA resulteert in onderschatting van de stenose van de CTA wordt als patiëntvriendelijker ervaren dan MRA door het open systeem en minder lawaai Nadelen van CT zijn de stralen en het feit dat de calcificaties van de vaatwand de nauwkeurigheid van de stenosebepaling kunnen bemoeilijken Door het huidige gebruik van multislice CTA is CTA een goed alternatief geworden voor Voorts kan als voordeel worden genoemd dat veel patienten al in het kader van de acute diagnostiek bij een studies met single-slice CT-angiografie geeft een gepoolde sensitiviteit en specificiteit voor een stenose van ###% van ##% (##%BI ## tot ##%) en ##% (##%BI ## tot ##%); voor occlusie ##% (##%BI ## tot ##%) en ##% In een case serie met ## patiënten (<PERSOON>, ###) werd voor de multislice (# detector) CTA een sensitiviteit van ##% en specificiteit van ##% gevonden bij de detectie van symptomatische stenosen ³##% in vergelijking met DSA Hierbij zijn wel beide carotiden meegenomen in de analyse waardoor de specificiteit altijd hoger uitkomt.
743
fms
DUS en specificiteit van ###% voor beide Al deze MRA-studies betreffen time-of-flight techniek MRA (TOF-MRA) en geen contrast enhanced MRA (CE-MRA) Het grote verschil is de flow void (onderbreking in Een case serie (Anzalone, ###) heeft #D TOF-MRA, CE-MRA en conventionele DSA (#D-DSA) vergeleken met specificiteit voor de detectie van een hemodynamisch significante ICA-stenose in vergelijking met #D-DSA was respectievelijk ###% en ##% voor CE-MRA, ##,#% en ##,#% voor #D TOF-MRA, en ##,#% en ###% voor #DDSA CE-MRA correleerde het beste met #D-DSA #D-DSA resulteert in onderschatting van de stenose van de CTA wordt als patiëntvriendelijker ervaren dan MRA door het open systeem en minder lawaai Nadelen van CT zijn de stralen en het feit dat de calcificaties van de vaatwand de nauwkeurigheid van de stenosebepaling kunnen bemoeilijken Door het huidige gebruik van multislice CTA is CTA een goed alternatief geworden voor Voorts kan als voordeel worden genoemd dat veel patienten al in het kader van de acute diagnostiek bij een studies met single-slice CT-angiografie geeft een gepoolde sensitiviteit en specificiteit voor een stenose van ###% van ##% (##%BI ## tot ##%) en ##% (##%BI ## tot ##%); voor occlusie ##% (##%BI ## tot ##%) en ##% In een case serie met ## patiënten (<PERSOON>, ###) werd voor de multislice (# detector) CTA een sensitiviteit van ##% en specificiteit van ##% gevonden bij de detectie van symptomatische stenosen ³##% in vergelijking met DSA Hierbij zijn wel beide carotiden meegenomen in de analyse waardoor de specificiteit altijd hoger uitkomt In een Nederlandse studie met ## en ## slice CTA werd een sensitiviteit en specificteit van respectivelijk #,## (##%BI #,## tot #,##) en #,## (##%BI #,## tot ³##% stenose het meest kosteneffectief (<PERSOON>, ###b) terwijl anderen DUS alleen de meest optimale strategie vinden (<PERSOON>, ###) Dit is mede te verklaren omdat U-<PERSOON>-Im op basis van een single-centre studie een lagere specificiteit voor DUS (##,#%) vond dan bij de multi-centre studie van <PERSOON> door te sturen voor DSA Andersom was, bij een ernstige stenose op DUS en een (##% stenose op CE-MRA, DSA niet nodig In een Nederlandse kosten-effectiviteitsanalyse werd een gering voordeel gevonden van de strategie DUS gevolgd door CTA ten opzichte van DUS-CE-MRA Bij patienten met zeer recente uitval ((# <PERSOON> R, et al Carotid artery stenosis intraindividual correlations of #D time-of-flight MR angiography, contrastenhanced MR angiography, conventional DSA, and rotational angiography for detection and grading <PERSOON> A, et al Multi-detector row CT angiography in the assessment of carotid artery disease in symptomatic patients comparison with rotational angiography and digital subtraction angiography <PERSOON> M, et al Extracranial carotid disease and effect of intra-arterial treatment in patients <PERSOON> T, et al Imaging of the carotid arteries in symptomatic patients costeffectiveness of diagnostic strategies Radiology ###;##<DATUM> ### Grant EG, Benson CB, Moneta GL, et al.
742
fms
In een Nederlandse studie met ## en ## slice CTA werd een sensitiviteit en specificteit van respectivelijk #,## (##%BI #,## tot #,##) en #,## (##%BI #,## tot ³##% stenose het meest kosteneffectief (<PERSOON>, ###b) terwijl anderen DUS alleen de meest optimale strategie vinden (<PERSOON>, ###) Dit is mede te verklaren omdat U-<PERSOON>-Im op basis van een single-centre studie een lagere specificiteit voor DUS (##,#%) vond dan bij de multi-centre studie van <PERSOON> door te sturen voor DSA Andersom was, bij een ernstige stenose op DUS en een (##% stenose op CE-MRA, DSA niet nodig In een Nederlandse kosten-effectiviteitsanalyse werd een gering voordeel gevonden van de strategie DUS gevolgd door CTA ten opzichte van DUS-CE-MRA Bij patienten met zeer recente uitval ((# <PERSOON> R, et al Carotid artery stenosis intraindividual correlations of #D time-of-flight MR angiography, contrastenhanced MR angiography, conventional DSA, and rotational angiography for detection and grading <PERSOON> A, et al Multi-detector row CT angiography in the assessment of carotid artery disease in symptomatic patients comparison with rotational angiography and digital subtraction angiography <PERSOON> M, et al Extracranial carotid disease and effect of intra-arterial treatment in patients <PERSOON> T, et al Imaging of the carotid arteries in symptomatic patients costeffectiveness of diagnostic strategies Radiology ###;##<DATUM> ### Grant EG, Benson CB, Moneta GL, et al gray-scale and Doppler US diagnosis--Society of <PERSOON> S, et al Agreement of multislice CT angiography and MR angiography in assessing the degree of carotid artery stenosis in consideration of different methods of postprocessing <PERSOON> PJ, et al Optimal peak systolic threshold at duplex US for determining the <PERSOON-##> Y, et al Sensitivity and specificity of colour duplex ultrasound measurement in the estimation of <PERSOON-##> JB, et al Systematic review of computed tomographic angiography for assessment <PERSOON-##> LF, et al Carotid pseudo-occlusion on CTA in patients with acute ischemic stroke <PERSOON-##> S, et al EFNS guideline on neuroimaging in acute stroke Report of an EFNS task force Eur Molen van der AJ Nefrogene systemische fibrose en de rol van gadolinium contrastmiddelen <PERSOON-##> PJ, Graaf van der <PERSOON-##> MG Duplex ultrasound and magnetic resonance angiography compared with <PERSOON-##> SA, et al Endarterectomy for symptomatic carotid stenosis in relation to clinical Rothwell PM, Gutinov SA, Wardow CP Reanalysis of the final results of the <PERSOON-##> AT, de <PERSOON-##> TS, et al Suspected carotid artery stenosis Cost-effectiveness of ct angiography in workup of patients with recent tia or minor ischemic stroke Radiology ###;##<DATUM> ###.
632
fms
and Doppler US diagnosis--Society of <PERSOON> S, et al Agreement of multislice CT angiography and MR angiography in assessing the degree of carotid artery stenosis in consideration of different methods of postprocessing <PERSOON> PJ, et al Optimal peak systolic threshold at duplex US for determining the <PERSOON> Y, et al Sensitivity and specificity of colour duplex ultrasound measurement in the estimation of <PERSOON> JB, et al Systematic review of computed tomographic angiography for assessment <PERSOON> LF, et al Carotid pseudo-occlusion on CTA in patients with acute ischemic stroke <PERSOON> S, et al EFNS guideline on neuroimaging in acute stroke Report of an EFNS task force Eur Molen van der AJ Nefrogene systemische fibrose en de rol van gadolinium contrastmiddelen <PERSOON> PJ, Graaf van der <PERSOON> MG Duplex ultrasound and magnetic resonance angiography compared with <PERSOON> SA, et al Endarterectomy for symptomatic carotid stenosis in relation to clinical Rothwell PM, Gutinov SA, Wardow CP Reanalysis of the final results of the <PERSOON-##> AT, de <PERSOON-##> TS, et al Suspected carotid artery stenosis Cost-effectiveness of ct angiography in workup of patients with recent tia or minor ischemic stroke Radiology ###;##<DATUM> ### Cost-effectiveness of diagnostic strategies prior to carotid endarterectomy <PERSOON-##> JJ, et al Non-invasive imaging compared with intra-arterial angiography in the diagnosis of Wardlaw JM, Chappell FM, Stevenson M, et al Accurate, practical and cost-effective assessment of carotid stenosis in the Willinsky RA, <PERSOON-##> K, et al Neurologic complications of cerebral angiography prospective analysis of Hoe dient een cardiale emboliebron als oorzaak van een TIA of herseninfarct te worden gediagnosticeerd? Registreer bij patiënten die een TIA of herseninfarct hebben doorgemaakt en waarbij de oorzaak van de TIA of het herseninfarct onbekend is (een zogenaamde ‘cryptogenic stroke’) het hartritme gedurende tenminste ## uur met behulp van cardiale monitoring, Holter-ECG of een ‘(external of internal) loop recorder’ Echter, langduriger betreffende indicatie, duur en type van de registratie en de volgorde van cardiale monitoring-modaliteiten Maak een transthoracaal echocardiogram bij patiënten die een TIA of herseninfarct hebben doorgemaakt en De internationaal gehanteerde minimale duur van atriumfibrilleren waarop de diagnose gesteld kan worden is ## seconden Door de toegenomen mogelijkheden tot langdurige registratie is duidelijk geworden dat patiënten na een TIA of herseninfarct soms episodes met zeer kortdurend atriumfibrilleren (gedurende seconden) laten zien Er zijn momenteel geen data bekend die richting geven hoe om te gaan met deze korte episodes van atriumfibrilleren en hoe lang een episode met atriumfibrilleren minimaal moet zijn om een verhoogd risico is op recidief herseninfarct of systemische embolieën te geven en een switch naar therapie met orale anticoagulantia te rechtvaardigen.
563
fms
of diagnostic strategies prior to carotid endarterectomy <PERSOON> JJ, et al Non-invasive imaging compared with intra-arterial angiography in the diagnosis of Wardlaw JM, Chappell FM, Stevenson M, et al Accurate, practical and cost-effective assessment of carotid stenosis in the Willinsky RA, <PERSOON> K, et al Neurologic complications of cerebral angiography prospective analysis of Hoe dient een cardiale emboliebron als oorzaak van een TIA of herseninfarct te worden gediagnosticeerd? Registreer bij patiënten die een TIA of herseninfarct hebben doorgemaakt en waarbij de oorzaak van de TIA of het herseninfarct onbekend is (een zogenaamde ‘cryptogenic stroke’) het hartritme gedurende tenminste ## uur met behulp van cardiale monitoring, Holter-ECG of een ‘(external of internal) loop recorder’ Echter, langduriger betreffende indicatie, duur en type van de registratie en de volgorde van cardiale monitoring-modaliteiten Maak een transthoracaal echocardiogram bij patiënten die een TIA of herseninfarct hebben doorgemaakt en De internationaal gehanteerde minimale duur van atriumfibrilleren waarop de diagnose gesteld kan worden is ## seconden Door de toegenomen mogelijkheden tot langdurige registratie is duidelijk geworden dat patiënten na een TIA of herseninfarct soms episodes met zeer kortdurend atriumfibrilleren (gedurende seconden) laten zien Er zijn momenteel geen data bekend die richting geven hoe om te gaan met deze korte episodes van atriumfibrilleren en hoe lang een episode met atriumfibrilleren minimaal moet zijn om een verhoogd risico is op recidief herseninfarct of systemische embolieën te geven en een switch naar therapie met orale anticoagulantia te rechtvaardigen In de verschillende studies lijken zowel een selectie van patiënten en een registratie met automatische analyse van de geregistreerde ritmes de opbrengst duidelijk te vergroten De omschrijving van de wijze waarop in de verschillende studies patiënten geselecteerd werden verschilde, maar bij de meeste hield selectie in dat het ging om patiënten met een cryptogenic stroke In de meeste studies was in de geselecteerde patiëntengroepen met aanvullend onderzoek uitgesloten dat het om een lacunair infarct bij small vessel disease ging, was er geen stenose van ##% of meer op basis van atherosclerose van de extracraniële of intracraniële circulatie gevonden, was er bij een cardiale echo geen verhoogd risico op een cardiale emboliebron anders dan AF gevonden (bijvoorbeeld intracardiale thrombus of mitralisklepstenose of klepvegetaties of recent myocardinfarct of (##% ejectiefractie van het hart of aanwijzingen voor endocarditis) en waren er geen aanwijzingen voor zeldzame De geselecteerde groep patiënten die in de meeste studies dan ook overbleef wordt volgens de ‘modified’ TOAST-criteria als ‘with a likely atherothrombotic cause’ ingedeeld (Bousser, ###) Deze patiënten hebben vaak wel degelijk atherosclerose en meerdere vasculaire risicofactoren waardoor het risico op atriumfibrilleren relatief hoger is, maar de atherosclerose is over het algemeen zogenaamd niet occlusief, met plaques die (##% stenose veroorzaken en gelokaliseerd kunnen zijn in de aortaboog of cervicale of cerebrale arterieën In deze context lijkt de vrij recent gelanceerde term ‘embolic strokes of undetermined source’ (Hart, ###) wellicht zelfs beter de lading te dekken voor de patiëntengroep waar uitgebreide monitoring geïndiceerd lijkt dan cryptogenic.
597
fms
verschillende studies lijken zowel een selectie van patiënten en een registratie met automatische analyse van de geregistreerde ritmes de opbrengst duidelijk te vergroten De omschrijving van de wijze waarop in de verschillende studies patiënten geselecteerd werden verschilde, maar bij de meeste hield selectie in dat het ging om patiënten met een cryptogenic stroke In de meeste studies was in de geselecteerde patiëntengroepen met aanvullend onderzoek uitgesloten dat het om een lacunair infarct bij small vessel disease ging, was er geen stenose van ##% of meer op basis van atherosclerose van de extracraniële of intracraniële circulatie gevonden, was er bij een cardiale echo geen verhoogd risico op een cardiale emboliebron anders dan AF gevonden (bijvoorbeeld intracardiale thrombus of mitralisklepstenose of klepvegetaties of recent myocardinfarct of (##% ejectiefractie van het hart of aanwijzingen voor endocarditis) en waren er geen aanwijzingen voor zeldzame De geselecteerde groep patiënten die in de meeste studies dan ook overbleef wordt volgens de ‘modified’ TOAST-criteria als ‘with a likely atherothrombotic cause’ ingedeeld (Bousser, ###) Deze patiënten hebben vaak wel degelijk atherosclerose en meerdere vasculaire risicofactoren waardoor het risico op atriumfibrilleren relatief hoger is, maar de atherosclerose is over het algemeen zogenaamd niet occlusief, met plaques die (##% stenose veroorzaken en gelokaliseerd kunnen zijn in de aortaboog of cervicale of cerebrale arterieën In deze context lijkt de vrij recent gelanceerde term ‘embolic strokes of undetermined source’ (Hart, ###) wellicht zelfs beter de lading te dekken voor de patiëntengroep waar uitgebreide monitoring geïndiceerd lijkt dan cryptogenic Slechts een beperkt aantal prospectieve cohortstudies naar de opbrengst van transthoracale echocardiografie rapporteren bevindingen waarbij duidelijk is aangegeven hoe de patiënten zijn geselecteerd Een emboliebron (open foramen ovale of aortaboog atherosclerotische plaque als meest frequente bevinding) werd bij ##% gevonden Slechts bij #,#% van de patiënten leidde de bevinding tot verandering in beleid (i e start van orale anticoagulantia) (<PERSOON>, ###) Of patiënten bij wie zeer kortdurende episodes van paroxysmaal AF worden gedetecteerd door ELR’s of ILR’s een even groot risico op thrombo-embolieën hebben als patiënten bij wie die diagnose op de conventionele manier gesteld is, laat staan of in die situaties een switch naar vitamine K-antagonisten of directe orale anticoagulantia tot werkelijke risicoreductie leidt, is onbekend en dient verder onderzocht te worden Er zijn een aantal studies verschenen bij patiënten met implanteerbare pacemakers of defibrillatoren - die in het algemeen een hoog risico op thrombo-embolisme hebben - waarin het vangen van zogenaamde episodes van atriale hoge ritme-activiteit gedurende minuten tijdens een follow-up van maanden gepaard ging met een hoger risico op een herseninfarct of overlijden als gevolg van een herseninfarct Verder verschijnt in ### de NAVIGATE #,#% (##% BI #,#% tot #,#%) heeft aangetoond dat registratie gedurende zeven dagen met een ELR ## nieuwe gevallen van atriumfibrilleren zou opsporen per ### onderzochte patiënten Dit zou resulteren in een winst van ## ‘quality-adjusted life-years (QALY)’ bij een totaalbedrag aan kosten van $### ###,- De kosteneffectiviteitsratio van een dergelijke registratie zou dan $## ###,- zijn per gewonnen QALY, hetgeen onder de in.
658
fms
cohortstudies naar de opbrengst van transthoracale echocardiografie rapporteren bevindingen waarbij duidelijk is aangegeven hoe de patiënten zijn geselecteerd Een emboliebron (open foramen ovale of aortaboog atherosclerotische plaque als meest frequente bevinding) werd bij ##% gevonden Slechts bij #,#% van de patiënten leidde de bevinding tot verandering in beleid (i e start van orale anticoagulantia) (<PERSOON>, ###) Of patiënten bij wie zeer kortdurende episodes van paroxysmaal AF worden gedetecteerd door ELR’s of ILR’s een even groot risico op thrombo-embolieën hebben als patiënten bij wie die diagnose op de conventionele manier gesteld is, laat staan of in die situaties een switch naar vitamine K-antagonisten of directe orale anticoagulantia tot werkelijke risicoreductie leidt, is onbekend en dient verder onderzocht te worden Er zijn een aantal studies verschenen bij patiënten met implanteerbare pacemakers of defibrillatoren - die in het algemeen een hoog risico op thrombo-embolisme hebben - waarin het vangen van zogenaamde episodes van atriale hoge ritme-activiteit gedurende minuten tijdens een follow-up van maanden gepaard ging met een hoger risico op een herseninfarct of overlijden als gevolg van een herseninfarct Verder verschijnt in ### de NAVIGATE #,#% (##% BI #,#% tot #,#%) heeft aangetoond dat registratie gedurende zeven dagen met een ELR ## nieuwe gevallen van atriumfibrilleren zou opsporen per ### onderzochte patiënten Dit zou resulteren in een winst van ## ‘quality-adjusted life-years (QALY)’ bij een totaalbedrag aan kosten van $### ###,- De kosteneffectiviteitsratio van een dergelijke registratie zou dan $## ###,- zijn per gewonnen QALY, hetgeen onder de in ###,- per QALY ligt (Kamel, ###) Er zijn geen kosteneffectiviteitsanalyses gepubliceerd naar het gebruik van ILRs voor detectie van atriumfibrilleren Een aantal studies heeft aangetoond dat de detectiekans van AF vergroot kan worden door resultaten verkregen uit telemetrie of door middel van loop recorders automatisch te analyseren (Kallmunzer, ###) Dit is door ze op te slaan of uit te printen, later te evalueren en gebruik te maken van zogenaamde structurele algoritmes waarin onder andere naar wisselingen in hartfrequentie, periodes met bradycardie en tachycardie, ventriculaire arythmie en onregelmatigheden in RR-intervallen gekeken wordt Of een dergelijke registratie in de dagelijkse praktijk vanuit een afdeling neurologie (op de stroke unit bij telemetrie en met ELR’s in de poliklinische setting) gerealiseerd kan worden – waar in het algemeen geen verpleegkundigen werken met vergelijkbare kennis als op een coronary care unit en waar een cardioloog ook niet altijd laagdrempelig beschikbaar is – is In de (poli)klinische praktijk zal er gekozen worden voor een opeenvolging van modaliteiten voor cardiale monitoring, waarbij er voor een meer invasieve methode gekozen zal worden wanneer de verdenking op AF hoger is Hierdoor is het nog lang niet duidelijk welke methode voor welke patiënt op welk moment het beste is of nog beter welke volgorde van modaliteiten het beste is Ook is op basis van de gepubliceerde studies lastig uit te maken wat nu de meest optimale registratieduur is, waarbij registratie, bijvoorbeeld met ELR’s, ook in de praktijk haalbaar en betaalbaar moet zijn Hiervoor zijn.
637
fms
QALY ligt (Kamel, ###) Er zijn geen kosteneffectiviteitsanalyses gepubliceerd naar het gebruik van ILRs voor detectie van atriumfibrilleren Een aantal studies heeft aangetoond dat de detectiekans van AF vergroot kan worden door resultaten verkregen uit telemetrie of door middel van loop recorders automatisch te analyseren (Kallmunzer, ###) Dit is door ze op te slaan of uit te printen, later te evalueren en gebruik te maken van zogenaamde structurele algoritmes waarin onder andere naar wisselingen in hartfrequentie, periodes met bradycardie en tachycardie, ventriculaire arythmie en onregelmatigheden in RR-intervallen gekeken wordt Of een dergelijke registratie in de dagelijkse praktijk vanuit een afdeling neurologie (op de stroke unit bij telemetrie en met ELR’s in de poliklinische setting) gerealiseerd kan worden – waar in het algemeen geen verpleegkundigen werken met vergelijkbare kennis als op een coronary care unit en waar een cardioloog ook niet altijd laagdrempelig beschikbaar is – is In de (poli)klinische praktijk zal er gekozen worden voor een opeenvolging van modaliteiten voor cardiale monitoring, waarbij er voor een meer invasieve methode gekozen zal worden wanneer de verdenking op AF hoger is Hierdoor is het nog lang niet duidelijk welke methode voor welke patiënt op welk moment het beste is of nog beter welke volgorde van modaliteiten het beste is Ook is op basis van de gepubliceerde studies lastig uit te maken wat nu de meest optimale registratieduur is, waarbij registratie, bijvoorbeeld met ELR’s, ook in de praktijk haalbaar en betaalbaar moet zijn Hiervoor zijn vooral ook kosten-effectiviteitsstudies Op pragmatische gronden adviseert de werkgroep dan ook vooralsnog te streven naar een registratie van tenminste ## uur Echter, langduriger monitoring moet overwogen worden Over de belasting voor de patiënt die ritmeregistratie met een ELR of ILR zou moeten ondergaan is weinig bekend Men kan er echter wel van uit gaan dat enkele dagen een uitwendig kastje en elektroden dragen en erna uitlezen van de gegevens minder belastend en veel goedkoper is dan het plaatsen van een ILR, het controleren en uitlezen van de gegevens en vervolgens weer verwijderen van de ILR En dit staat dan nog los van de mogelijk veel langer te registreren dan met een ELR (maanden versus dagen of weken) Het is mogelijk dat in toekomstige studies bij langdurig met ILR’s registreren een nog grotere opbrengst van atriumfibrilleren gevonden wordt Tenslotte moet aangemerkt worden dat de geselecteerde studies heterogeen waren en onderhevig aan verschillende vormen van bias Naast verschillende vormen van selectie en registratie en verschillende definities van AF waren ook baselinekarakteristieken vaak onvoldoende gerapporteerd om secundaire analyses te kunnen De bewijskracht voor een RCT start hoog De bewijskracht voor de uitkomstmaat incidentie atriumfibrilleren is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (er was geen sprake van blindering van arts en behandelaar ten aanzien van de interventie) en wegens heterogeniteit (de minimumleeftijdsgrens verschilde per studie net als de follow-up duur en de meetmethode; bias ten gevolge van indirectheid) Een intracardiale trombus is een belangrijke bevinding bij patiënten met een herseninfarct De prevalentie van.
563
fms
adviseert de werkgroep dan ook vooralsnog te streven naar een registratie van tenminste ## uur Echter, langduriger monitoring moet overwogen worden Over de belasting voor de patiënt die ritmeregistratie met een ELR of ILR zou moeten ondergaan is weinig bekend Men kan er echter wel van uit gaan dat enkele dagen een uitwendig kastje en elektroden dragen en erna uitlezen van de gegevens minder belastend en veel goedkoper is dan het plaatsen van een ILR, het controleren en uitlezen van de gegevens en vervolgens weer verwijderen van de ILR En dit staat dan nog los van de mogelijk veel langer te registreren dan met een ELR (maanden versus dagen of weken) Het is mogelijk dat in toekomstige studies bij langdurig met ILR’s registreren een nog grotere opbrengst van atriumfibrilleren gevonden wordt Tenslotte moet aangemerkt worden dat de geselecteerde studies heterogeen waren en onderhevig aan verschillende vormen van bias Naast verschillende vormen van selectie en registratie en verschillende definities van AF waren ook baselinekarakteristieken vaak onvoldoende gerapporteerd om secundaire analyses te kunnen De bewijskracht voor een RCT start hoog De bewijskracht voor de uitkomstmaat incidentie atriumfibrilleren is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (er was geen sprake van blindering van arts en behandelaar ten aanzien van de interventie) en wegens heterogeniteit (de minimumleeftijdsgrens verschilde per studie net als de follow-up duur en de meetmethode; bias ten gevolge van indirectheid) Een intracardiale trombus is een belangrijke bevinding bij patiënten met een herseninfarct De prevalentie van en uitgebreidheid van het infarct en varieert tussen de # en ##% Deze diagnose impliceert een verandering van <PERSOON> zoals verminderde systolische functie, aneurysmata en cardiomyopathieën zoals de non-compacte cardiomyopathie worden gemakkelijk opgespoord met TTE Met behulp van contrastmiddelen is de opbrengst nog verder te verhogen MRI heeft overigens een nog hogere sensitiviteit <PERSOON> in het hartoor van de linker boezem is een diagnose die vrijwel alleen met TEE kan worden TTE is de modaliteit van keuze om intracardiale tumoren op te sporen door de hoge spatiële en temporele resolutie Het myxoom is de meest frequente tumor en is meestal in de linker boezem gelegen Andere tumoren zijn het fibro-elastoom, dat meestal aan een hartklep verbonden is, en metastasen De behandeling is vrijwel altijd chirurgisch De diagnose is vrijwel altijd met TTE te stellen De prevalentie is lager dan #% Indien een cardiale massa met TTE niet kan worden uitgesloten is verdere beeldvorming aangewezen Acuut reuma is een immunologische reactie op een infectie met een β-hemolytische streptokok die op latere leeftijd in ongeveer ##% van de gevallen leidt tot hartklepbeschadiging, meestal een mitralisklepstenose Hoewel de incidentie van acuut reuma in <LOCATIE> vrijwel nihil is komt mitralisklepstenose door de toegenomen migratie regelmatig voor Bij patiënten met een TIA of herseninfarct en een mitralisklepstenose wordt algemeen aanbevolen deze te behandelen met orale anticoagulantia De diagnose is met TTE te stellen Veel patiënten.
544
fms
uitgebreidheid van het infarct en varieert tussen de # en ##% Deze diagnose impliceert een verandering van <PERSOON> zoals verminderde systolische functie, aneurysmata en cardiomyopathieën zoals de non-compacte cardiomyopathie worden gemakkelijk opgespoord met TTE Met behulp van contrastmiddelen is de opbrengst nog verder te verhogen MRI heeft overigens een nog hogere sensitiviteit <PERSOON> in het hartoor van de linker boezem is een diagnose die vrijwel alleen met TEE kan worden TTE is de modaliteit van keuze om intracardiale tumoren op te sporen door de hoge spatiële en temporele resolutie Het myxoom is de meest frequente tumor en is meestal in de linker boezem gelegen Andere tumoren zijn het fibro-elastoom, dat meestal aan een hartklep verbonden is, en metastasen De behandeling is vrijwel altijd chirurgisch De diagnose is vrijwel altijd met TTE te stellen De prevalentie is lager dan #% Indien een cardiale massa met TTE niet kan worden uitgesloten is verdere beeldvorming aangewezen Acuut reuma is een immunologische reactie op een infectie met een β-hemolytische streptokok die op latere leeftijd in ongeveer ##% van de gevallen leidt tot hartklepbeschadiging, meestal een mitralisklepstenose Hoewel de incidentie van acuut reuma in <LOCATIE> vrijwel nihil is komt mitralisklepstenose door de toegenomen migratie regelmatig voor Bij patiënten met een TIA of herseninfarct en een mitralisklepstenose wordt algemeen aanbevolen deze te behandelen met orale anticoagulantia De diagnose is met TTE te stellen Veel patiënten traditionele vasculaire risicofactoren Het is geassocieerd met coronairlijden en het geeft een verhoogde kans op een TIA of herseninfarct of perifere embolieën Er wordt vaak een tweedeling gemaakt in atherosclerose en complexe atheromen (mobiele of ulcererende plaques of plaques groter dan # mm) De diagnose kan niet altijd worden gesteld met TTE (beperkte window), maar vaak wel met TEE De beste onderzoeksmodaliteiten zijn MRI en CT omdat hiermee de hele aorta in beeld kan worden gebracht De prevalentie van complexe atherosclerotische plaques loopt sterk uiteen variërend van # tot ##% en is afhankelijk van patiëntkenmerken De behandeling van complexe atheroma bij patiënten lijkt niet anders dan bij de kleinere plaques De ARCH-trial waarbij acenocoumarol vergeleken werd met carbasalaatcalcium in combinatie met clopidogrel gaf een niet voordelen van de behandeling met orale anticoagulantia van mobiele trombi in de aorta ascendens en boog Endocarditis is vrijwel altijd een bacteriële infectie van meestal de links gelegen hartkleppen met een klinisch beeld variërend van chronisch (endocarditis lenta) met koorts, malaise en nachtzweten tot vrij acuut De diagnose wordt gesteld aan de hand van de Dukes-criteria waarbij echocardiografie (TTE en TEE) een cruciale rol speelt De behandeling is primair met antibiotica, maar bij complicaties moet de patiënt geopereerd worden aan zijn hartklep Marantische endocarditis is een niet-bacteriële ontsteking van de hartklep, die gezien kan worden bij aandoeningen als SLE Deze dient onder meer behandeld te worden met orale anticoagulantia Het initiële onderzoek van keuze is TTE.
554
fms
coronairlijden en het geeft een verhoogde kans op een TIA of herseninfarct of perifere embolieën Er wordt vaak een tweedeling gemaakt in atherosclerose en complexe atheromen (mobiele of ulcererende plaques of plaques groter dan # mm) De diagnose kan niet altijd worden gesteld met TTE (beperkte window), maar vaak wel met TEE De beste onderzoeksmodaliteiten zijn MRI en CT omdat hiermee de hele aorta in beeld kan worden gebracht De prevalentie van complexe atherosclerotische plaques loopt sterk uiteen variërend van # tot ##% en is afhankelijk van patiëntkenmerken De behandeling van complexe atheroma bij patiënten lijkt niet anders dan bij de kleinere plaques De ARCH-trial waarbij acenocoumarol vergeleken werd met carbasalaatcalcium in combinatie met clopidogrel gaf een niet voordelen van de behandeling met orale anticoagulantia van mobiele trombi in de aorta ascendens en boog Endocarditis is vrijwel altijd een bacteriële infectie van meestal de links gelegen hartkleppen met een klinisch beeld variërend van chronisch (endocarditis lenta) met koorts, malaise en nachtzweten tot vrij acuut De diagnose wordt gesteld aan de hand van de Dukes-criteria waarbij echocardiografie (TTE en TEE) een cruciale rol speelt De behandeling is primair met antibiotica, maar bij complicaties moet de patiënt geopereerd worden aan zijn hartklep Marantische endocarditis is een niet-bacteriële ontsteking van de hartklep, die gezien kan worden bij aandoeningen als SLE Deze dient onder meer behandeld te worden met orale anticoagulantia Het initiële onderzoek van keuze is TTE Bij patiënten met een kunstklep en een TIA of herseninfarct moet de verdenking op een trombo-embolische oorzaak hoog zijn Het risico daarop is groter a) bij een ouder type kunstklep, b) indien de INR niet goed recent onderbroken was, d) als de klep in mitraliskleppositie zit, e) als er tevens sprake is van cardiale morbiditeit die reeds geassocieerd is met een trombo-embolie zoals een verminderde LV functie en boezemfibrilleren en f) bij zwangerschap TTE zal bij een obstructieve trombus een verhoogde gradiënt vaststellen en een verlaagd openingsoppervlak Bij een niet-obstructieve trombus is meestal een TEE aangewezen voor het stellen van de diagnose Er zal dan gezien worden dat een leaflet minder beweegt, er is een trombus te zien, er zijn abnormale bijdragend zijn in de diagnose De behandeling bestaat uit heparine, toevoegen van plaatjesaggregatieremmers of chirurgie Een andere belangrijke complicatie bij mechanische klepprothesen is de zogenaamde kunstklependocarditis Hierbij past een klinisch beeld van koorts en positieve bloedkweken Echocardiografie (zowel de TTE als de TEE) speelt hier een sleutelrol De behandeling is zoals bij punt # vermeld maar ook soms zonder uitlokkende factor kan er een kortdurende rechts-links shunt ontstaan Door de afwezigheid van een deel van het atriumseptum kan hierdoor een veneuze trombo-embolie naar de herseninfarct te sluiten met een device (IIa) De diagnose wordt gesteld met TTE met gebruik van contrast Een TEE bevestigt de diagnose waarbij er dan een defect zit meestal in de fossa ovalis De prevalentie is kleiner dan.
556
fms
de verdenking op een trombo-embolische oorzaak hoog zijn Het risico daarop is groter a) bij een ouder type kunstklep, b) indien de INR niet goed recent onderbroken was, d) als de klep in mitraliskleppositie zit, e) als er tevens sprake is van cardiale morbiditeit die reeds geassocieerd is met een trombo-embolie zoals een verminderde LV functie en boezemfibrilleren en f) bij zwangerschap TTE zal bij een obstructieve trombus een verhoogde gradiënt vaststellen en een verlaagd openingsoppervlak Bij een niet-obstructieve trombus is meestal een TEE aangewezen voor het stellen van de diagnose Er zal dan gezien worden dat een leaflet minder beweegt, er is een trombus te zien, er zijn abnormale bijdragend zijn in de diagnose De behandeling bestaat uit heparine, toevoegen van plaatjesaggregatieremmers of chirurgie Een andere belangrijke complicatie bij mechanische klepprothesen is de zogenaamde kunstklependocarditis Hierbij past een klinisch beeld van koorts en positieve bloedkweken Echocardiografie (zowel de TTE als de TEE) speelt hier een sleutelrol De behandeling is zoals bij punt # vermeld maar ook soms zonder uitlokkende factor kan er een kortdurende rechts-links shunt ontstaan Door de afwezigheid van een deel van het atriumseptum kan hierdoor een veneuze trombo-embolie naar de herseninfarct te sluiten met een device (IIa) De diagnose wordt gesteld met TTE met gebruik van contrast Een TEE bevestigt de diagnose waarbij er dan een defect zit meestal in de fossa ovalis De prevalentie is kleiner dan Deze aandoeningen hebben een zwakke associatie met het optreden van een vaak als cryptogeen omschreven TIA of herseninfarct De meeste diagnoses zijn bij een acceptabel echovenster met TTE gemakkelijk te diagnosticeren Een TEE heeft meerwaarde voor de anatomie het algemeen bij een eerste TIA of herseninfarct geen bewijs dat een wijziging van de standaardbehandeling Het patent foramen ovale (PFO) is lange tijd als belangrijke oorzaak van een TIA of herseninfarct gezien Het komt voor bij ## tot ##% van de bevolking met een hogere prevalentie bij patiënten met een cryptogene stroke Het is een spleetvormige opening ter plaatse van de fossa ovalis De diagnose is vrij gemakkelijk te stellen met TTE door geagiteerd fysiologisch zout te injecteren in een armvene en vervolgens vast te stellen of de echogene bubbels het atriale septum passeren In uitzonderlijke gevallen is een TEE noodzakelijk Recent zijn er drie grote RCT’s geweest waarbij patiënten met een herseninfarct en een PFO gerandomiseerd werden naar sluiting geen voordeel uit van de sluiting middels een device Een recent ontwikkeld concept is om een schatting te maken van de bijdrage van een PFO in een cryptogene TIA of herseninfarct met behulp van de RoPe-score waarin een optelsom van leeftijd, vasculaire risicofactoren en embolisch event wordt gemaakt en daarmee wordt ingeschat hoe groot de kans is dat een recidief TIA of herseninfarct een atherosclerotische oorzaak heeft dan wel gerelateerd zou zijn aan het PFO Aan de hand hiervan kan een schatting gemaakt worden van de kans dat het PFO een rol heeft gespeeld.
546
fms
van een vaak als cryptogeen omschreven TIA of herseninfarct De meeste diagnoses zijn bij een acceptabel echovenster met TTE gemakkelijk te diagnosticeren Een TEE heeft meerwaarde voor de anatomie het algemeen bij een eerste TIA of herseninfarct geen bewijs dat een wijziging van de standaardbehandeling Het patent foramen ovale (PFO) is lange tijd als belangrijke oorzaak van een TIA of herseninfarct gezien Het komt voor bij ## tot ##% van de bevolking met een hogere prevalentie bij patiënten met een cryptogene stroke Het is een spleetvormige opening ter plaatse van de fossa ovalis De diagnose is vrij gemakkelijk te stellen met TTE door geagiteerd fysiologisch zout te injecteren in een armvene en vervolgens vast te stellen of de echogene bubbels het atriale septum passeren In uitzonderlijke gevallen is een TEE noodzakelijk Recent zijn er drie grote RCT’s geweest waarbij patiënten met een herseninfarct en een PFO gerandomiseerd werden naar sluiting geen voordeel uit van de sluiting middels een device Een recent ontwikkeld concept is om een schatting te maken van de bijdrage van een PFO in een cryptogene TIA of herseninfarct met behulp van de RoPe-score waarin een optelsom van leeftijd, vasculaire risicofactoren en embolisch event wordt gemaakt en daarmee wordt ingeschat hoe groot de kans is dat een recidief TIA of herseninfarct een atherosclerotische oorzaak heeft dan wel gerelateerd zou zijn aan het PFO Aan de hand hiervan kan een schatting gemaakt worden van de kans dat het PFO een rol heeft gespeeld bijdrage van het PFO) effectief is in de preventie van een recidief herseninfarct is er echter (nog) niet (Elmariah, Een TEE is een semi-invasief onderzoek dat het hart bestudeert vanaf de oesofagus Het heeft een zeer hoge resolutie Het is dus zeer geschikt om cardiale emboliebronnen op te sporen Bij een trombus in het hartoor is het TEE veruit superieur boven TTE Echter, een trombus hierin komt vrijwel alleen voor bij patiënten met boezemfibrilleren of een mitralisklepstenose of kunstkleppen die daarom reeds een indicatie voor orale anticoagulantia hebben Met TEE kunnen ook eenvoudige en complexe ()# mm) atheromen in de aorta ascendens en de aortaboog worden opgespoord Echter, de huidige MRI- en CT-scanners hebben een hogere sensitiviteit en specificiteit, en omdat TEE ook niet de gehele ascenderende aorta kan onderzoeken lijkt de indicatie hiervoor geleidelijk te vervallen Omdat er geen voordeel is aangetoond van een behandeling met orale anticoagulantia boven de standaardbehandeling bij complexe atheromen is de meerwaarde om dit te Bij patiënten met een TIA of herseninfarct zonder duidelijke oorzaak is echocardiografie aangewezen, omdat er verscheidene bevindingen zijn die maken dat de behandeling daarmee verandert Transthoracale Een embolie van cardiale oorsprong is de oorzaak van ongeveer ## tot ##% van TIA’s en herseninfarcten De diagnose van een cardiale oorsprong van de embolie is vaak onzeker Hier wordt vaak naar gezocht als er geen aanwijzingen zijn voor een (atherosclerotische) stenose in de halsslagaders Voor de in frequentie belangrijkste.
544
fms
PFO) effectief is in de preventie van een recidief herseninfarct is er echter (nog) niet (Elmariah, Een TEE is een semi-invasief onderzoek dat het hart bestudeert vanaf de oesofagus Het heeft een zeer hoge resolutie Het is dus zeer geschikt om cardiale emboliebronnen op te sporen Bij een trombus in het hartoor is het TEE veruit superieur boven TTE Echter, een trombus hierin komt vrijwel alleen voor bij patiënten met boezemfibrilleren of een mitralisklepstenose of kunstkleppen die daarom reeds een indicatie voor orale anticoagulantia hebben Met TEE kunnen ook eenvoudige en complexe ()# mm) atheromen in de aorta ascendens en de aortaboog worden opgespoord Echter, de huidige MRI- en CT-scanners hebben een hogere sensitiviteit en specificiteit, en omdat TEE ook niet de gehele ascenderende aorta kan onderzoeken lijkt de indicatie hiervoor geleidelijk te vervallen Omdat er geen voordeel is aangetoond van een behandeling met orale anticoagulantia boven de standaardbehandeling bij complexe atheromen is de meerwaarde om dit te Bij patiënten met een TIA of herseninfarct zonder duidelijke oorzaak is echocardiografie aangewezen, omdat er verscheidene bevindingen zijn die maken dat de behandeling daarmee verandert Transthoracale Een embolie van cardiale oorsprong is de oorzaak van ongeveer ## tot ##% van TIA’s en herseninfarcten De diagnose van een cardiale oorsprong van de embolie is vaak onzeker Hier wordt vaak naar gezocht als er geen aanwijzingen zijn voor een (atherosclerotische) stenose in de halsslagaders Voor de in frequentie belangrijkste vaatlijden Beide aandoeningen nemen in frequentie toe met de leeftijd Er is momenteel een grote ontwikkeling Er zijn verschillende cardiale aandoeningen geassocieerd met een herseninfarct door een cardiale embolie Veel van die aandoeningen zijn reeds bekend (hartfalen, atriumfibrilleren, een mechanische hartklep), worden bij presentatie gediagnosticeerd (atriumfibrilleren) of hebben vaak een typisch klinisch beloop (bijvoorbeeld Er wordt in het algemeen een onderscheid gemaakt in de mate waarin cardiale afwijkingen geassocieerd zijn met een TIA of herseninfarct Voor deze aandoeningen is er een specifiek behandelingsvoorschrift, zoals orale aantal afwijkingen die een mogelijke of onzekere cardiale emboliebron vormen Huidige internationale richtlijnen bevelen aan om bij patiënten na een herseninfarct tenminste Er is onderzoek gedaan naar de detectie van AF in een geselecteerde patiëntenpopulatie Dit betreft patiënten die een cryptogene TIA of herseninfarct doormaakten waarbij de volgende een lacunair infarct ging, geen )##% stenose op basis van atherosclerose van de risico op een cardiale emboliebron anders dan AF is gevonden (bijvoorbeeld intracardiale ejectiefractie van het hart of aanwijzingen voor endocarditis) en waren er geen aanwijzingen Bij patiënten met een cryptogene TIA of herseninfarct verhoogt ritmeregistratie naar (paroxysmaal) atriumfibrilleren gedurende minimaal zeven dagen met behulp van cardiale monitoring, Holter-ECG of een zgn external of internal loop recorder de detectiegraad van AF Bewijs voor betere uitkomsten tengevolge van een wijziging in beleid naar Hierbij lijkt de opbrengst groter te zijn naarmate de lengte van de registratieperiode groter is, Het is tevens nog niet duidelijk welke methode van detectie, namelijk met behulp van external loop recorders of implanteerbare devices ofwel implantable loop recorders het meest.
566
fms
leeftijd Er is momenteel een grote ontwikkeling Er zijn verschillende cardiale aandoeningen geassocieerd met een herseninfarct door een cardiale embolie Veel van die aandoeningen zijn reeds bekend (hartfalen, atriumfibrilleren, een mechanische hartklep), worden bij presentatie gediagnosticeerd (atriumfibrilleren) of hebben vaak een typisch klinisch beloop (bijvoorbeeld Er wordt in het algemeen een onderscheid gemaakt in de mate waarin cardiale afwijkingen geassocieerd zijn met een TIA of herseninfarct Voor deze aandoeningen is er een specifiek behandelingsvoorschrift, zoals orale aantal afwijkingen die een mogelijke of onzekere cardiale emboliebron vormen Huidige internationale richtlijnen bevelen aan om bij patiënten na een herseninfarct tenminste Er is onderzoek gedaan naar de detectie van AF in een geselecteerde patiëntenpopulatie Dit betreft patiënten die een cryptogene TIA of herseninfarct doormaakten waarbij de volgende een lacunair infarct ging, geen )##% stenose op basis van atherosclerose van de risico op een cardiale emboliebron anders dan AF is gevonden (bijvoorbeeld intracardiale ejectiefractie van het hart of aanwijzingen voor endocarditis) en waren er geen aanwijzingen Bij patiënten met een cryptogene TIA of herseninfarct verhoogt ritmeregistratie naar (paroxysmaal) atriumfibrilleren gedurende minimaal zeven dagen met behulp van cardiale monitoring, Holter-ECG of een zgn external of internal loop recorder de detectiegraad van AF Bewijs voor betere uitkomsten tengevolge van een wijziging in beleid naar Hierbij lijkt de opbrengst groter te zijn naarmate de lengte van de registratieperiode groter is, Het is tevens nog niet duidelijk welke methode van detectie, namelijk met behulp van external loop recorders of implanteerbare devices ofwel implantable loop recorders het meest geschikt is om tegen zo laag mogelijke kosten zo veel mogelijk patiënten met paroxysmaal Bij het zoeken naar de etiologie van een TIA of herseninfarct wordt frequent een cardiale ritmestoornissen zullen de meeste cardiale oorzaken al gevonden worden Er zijn echter een aantal cardiale afwijkingen met een sterke associatie met een cardiale emboliebron waarbij de diagnose gesteld kan worden met transthoracale echografie Voor sommige oorzaken zal dit consequenties hebben voor de behandeling In verreweg de meerderheid van de gevallen Literatuurstudie vanaf het jaar ### leverde één review-artikel (Kishore, ###) en drie gerandomiseerde waren heterogeen met betrekking tot de patiëntenpopulatie In de studies verschilden zowel in methoden en ‘implantable loop recorder’ (ILR)) als in methoden van selectie van patiënten, zoals verschillende minimumleeftijd en het wel of niet (en op verschillende wijze) uitgesloten hebben van andere oorzaken voor de TIA of het herseninfarct Ook de minimaal vereiste duur van het atriumfibrilleren om deze diagnose te stellen, verschilde In de recente meta-analyse (Kishore, ###) werden ## studies geïncludeerd, dit betrof voornamelijk patiëntengroepen ging niet veel verder dan dat het ging om patiënten met een zogenaamde ‘cryptogenic stroke’ De detectiegraad bij een registratieduur van ## uur tot maximaal zeven dagen in ongeselecteerde ##,#%) Nieuwere, prospectieve studies, die drie tot zeven dagen klinische cardiale monitoring of Holter ECGregistratie hebben toegepast, toonden een detectiegraad variërend tussen # en ##% (Manina, ###; Grond, ###; Suissa, ###; Rizos, ###; Suissa, ###) Deze nieuwere prospectieve studies laten ook een meerwaarde.
618
fms
is om tegen zo laag mogelijke kosten zo veel mogelijk patiënten met paroxysmaal Bij het zoeken naar de etiologie van een TIA of herseninfarct wordt frequent een cardiale ritmestoornissen zullen de meeste cardiale oorzaken al gevonden worden Er zijn echter een aantal cardiale afwijkingen met een sterke associatie met een cardiale emboliebron waarbij de diagnose gesteld kan worden met transthoracale echografie Voor sommige oorzaken zal dit consequenties hebben voor de behandeling In verreweg de meerderheid van de gevallen Literatuurstudie vanaf het jaar ### leverde één review-artikel (Kishore, ###) en drie gerandomiseerde waren heterogeen met betrekking tot de patiëntenpopulatie In de studies verschilden zowel in methoden en ‘implantable loop recorder’ (ILR)) als in methoden van selectie van patiënten, zoals verschillende minimumleeftijd en het wel of niet (en op verschillende wijze) uitgesloten hebben van andere oorzaken voor de TIA of het herseninfarct Ook de minimaal vereiste duur van het atriumfibrilleren om deze diagnose te stellen, verschilde In de recente meta-analyse (Kishore, ###) werden ## studies geïncludeerd, dit betrof voornamelijk patiëntengroepen ging niet veel verder dan dat het ging om patiënten met een zogenaamde ‘cryptogenic stroke’ De detectiegraad bij een registratieduur van ## uur tot maximaal zeven dagen in ongeselecteerde ##,#%) Nieuwere, prospectieve studies, die drie tot zeven dagen klinische cardiale monitoring of Holter ECGregistratie hebben toegepast, toonden een detectiegraad variërend tussen # en ##% (Manina, ###; Grond, ###; Suissa, ###; Rizos, ###; Suissa, ###) Deze nieuwere prospectieve studies laten ook een meerwaarde De review van Kishore includeerde studies gepubliceerd t/m <DATUM> Sindsdien zijn drie RCTs verschenen de EMBRACE-studie, een gerandomiseerd onderzoek uitgevoerd door Higgins et al en de CRYSTAL AF-studie De EMBRACE-studie randomiseerde ### patiënten van <LEEFTIJD> jaar of ouder na een cryptogeen herseninfarct of TIA in de voorgaande zes maanden Dit gebeurde gemiddeld ## dagen na het event (Gladstone, ###) Hierbij was het van belang dat de etiologie in kaart gebracht was In de interventiegroep kreeg men een ambulatory ECG met een event-triggered loop recorder die ## dagen registreerde De controlegroep onderging naast de belangrijkste uitkomstmaat was atriumfibrilleren (AF) gedurende minstens ## seconden De follow-up duur was De CRYSTAL AF-studie randomiseerde ### patiënten van <LEEFTIJD> jaar of ouder na een cryptogeen herseninfarct of TIA in de voorafgaande ## dagen (<PERSOON>, ###) Dit gebeurde gemiddeld ## dagen na het event In de interventiegroep kreeg men lange-termijn monitoring met een insertable cardiac monitor In de controlegroep kregen patiënten ECG en/of Holter-monitoring naar invulling van de lokale onderzoeker maar precieze gegevens (type, duur) hierover worden in het artikel niet vermeld De belangrijkste uitkomstmaat was AF gedurende De RCT van Higgins randomiseerde ### patiënten van <LEEFTIJD> jaar en ouder binnen zeven dagen na een herseninfarct (Higgins, ###) Dit betrof een pilot van ### patiënten in een trial die uiteindelijk # ### patiënten zal includeren Patiënten in de interventiegroep kregen het standaard onderzoek en daarnaast werd gedurende.
658
fms
t/m <DATUM> Sindsdien zijn drie RCTs verschenen de EMBRACE-studie, een gerandomiseerd onderzoek uitgevoerd door Higgins et al en de CRYSTAL AF-studie De EMBRACE-studie randomiseerde ### patiënten van <LEEFTIJD> jaar of ouder na een cryptogeen herseninfarct of TIA in de voorgaande zes maanden Dit gebeurde gemiddeld ## dagen na het event (Gladstone, ###) Hierbij was het van belang dat de etiologie in kaart gebracht was In de interventiegroep kreeg men een ambulatory ECG met een event-triggered loop recorder die ## dagen registreerde De controlegroep onderging naast de belangrijkste uitkomstmaat was atriumfibrilleren (AF) gedurende minstens ## seconden De follow-up duur was De CRYSTAL AF-studie randomiseerde ### patiënten van <LEEFTIJD> jaar of ouder na een cryptogeen herseninfarct of TIA in de voorafgaande ## dagen (<PERSOON>, ###) Dit gebeurde gemiddeld ## dagen na het event In de interventiegroep kreeg men lange-termijn monitoring met een insertable cardiac monitor In de controlegroep kregen patiënten ECG en/of Holter-monitoring naar invulling van de lokale onderzoeker maar precieze gegevens (type, duur) hierover worden in het artikel niet vermeld De belangrijkste uitkomstmaat was AF gedurende De RCT van Higgins randomiseerde ### patiënten van <LEEFTIJD> jaar en ouder binnen zeven dagen na een herseninfarct (Higgins, ###) Dit betrof een pilot van ### patiënten in een trial die uiteindelijk # ### patiënten zal includeren Patiënten in de interventiegroep kregen het standaard onderzoek en daarnaast werd gedurende gegevens verzameld na ## dagen follow-up In de interventiegroep werd na ## dagen bij ##% (#/##) van de patiënten atriumfibrilleren met een minimale duur van ## seconden gedetecteerd vergeleken met bij #% (#/##) dagen was de detectiegraad van atriumfibrilleren met een minimale duur van ## seconden ##% (<DATUM> in de De gepoolde resultaten van deze drie gerandomiseerde studies zijn te zien in figuur # De f ollow up van zowel de EMBRACE-studie als de studie van Higgins was ## dagen In de CRYSTAL-AF studie was het primaire eindpunt het detectiepercentage na # maanden en één van ef f ects’ model gekozen vanwege heterogeniteit tussen de studies mbt methode en duur van registratie van het hartritme en verschillen in de selectie van patiënten zoals vereiste Het gepoolde risicoverschil bedroeg ##% (##% BI ## tot ##%), dat wil zeggen dat de detectiekans bij extra monitoring ##% hoger is Vooralsnog zijn er geen overtuigende aanwijzingen dat de dure methode van de ILR de opbrengst veel verder verhoogt dan het zeven tot ## dagen registreren met een ELR vraagstelling wat is het effect van extra ritmebewaking met ECG, Holter, external loop recorders (ELR) of implantable loop recorders (ILR)) versus standaard ritmebewaking bij patiënten die een herseninfarct hebben Bij deze uitgangsvraag is het van belang dat in de meeste onderzochte studies patiënten werden geïncludeerd met een cryptogenic stroke De term cryptogenic stroke is als volgt gedefinieerd er was met aanvullend onderzoek uitgesloten dat het om een lacunair infarct bij small vessel disease ging, er was geen stenose van.
653
fms
(#/##) van de patiënten atriumfibrilleren met een minimale duur van ## seconden gedetecteerd vergeleken met bij #% (#/##) dagen was de detectiegraad van atriumfibrilleren met een minimale duur van ## seconden ##% (<DATUM> in de De gepoolde resultaten van deze drie gerandomiseerde studies zijn te zien in figuur # De f ollow up van zowel de EMBRACE-studie als de studie van Higgins was ## dagen In de CRYSTAL-AF studie was het primaire eindpunt het detectiepercentage na # maanden en één van ef f ects’ model gekozen vanwege heterogeniteit tussen de studies mbt methode en duur van registratie van het hartritme en verschillen in de selectie van patiënten zoals vereiste Het gepoolde risicoverschil bedroeg ##% (##% BI ## tot ##%), dat wil zeggen dat de detectiekans bij extra monitoring ##% hoger is Vooralsnog zijn er geen overtuigende aanwijzingen dat de dure methode van de ILR de opbrengst veel verder verhoogt dan het zeven tot ## dagen registreren met een ELR vraagstelling wat is het effect van extra ritmebewaking met ECG, Holter, external loop recorders (ELR) of implantable loop recorders (ILR)) versus standaard ritmebewaking bij patiënten die een herseninfarct hebben Bij deze uitgangsvraag is het van belang dat in de meeste onderzochte studies patiënten werden geïncludeerd met een cryptogenic stroke De term cryptogenic stroke is als volgt gedefinieerd er was met aanvullend onderzoek uitgesloten dat het om een lacunair infarct bij small vessel disease ging, er was geen stenose van een cardiale echo geen verhoogd risico op een cardiale emboliebron anders dan AF gevonden (bijvoorbeeld intracardiale thrombus of mitralisklepstenose of klepvegetaties of recent myocardinfarct of (##% ejectiefractie van het hart of aanwijzingen voor endocarditis) en er waren geen aanwijzingen voor andere oorzaken als In de databases Medline (OVID), Embase and Cochrane is met relevante zoektermen gezocht naar stroke, weergegeven in de bijlage De literatuurzoekactie leverde ### treffers op vanaf ### In eerste instantie werden ## fulltext onderzoeken opgevraagd en geanalyseerd, uiteindelijk werden hiervan ## geselecteerd <PERSOON> A, et al Rationale and design of a randomized, double-blind, parallel-group study of terutroban ## mg/day versus aspirin ### mg/day in stroke patients the prevention of cerebrovascular and cardiovascular events of ischemic origin with terutroban in patients with a history of ischemic stroke or transient ischemic attack <PERSOON> AJ, Reisman M, et al Predictors of recurrent events in patients with cryptogenic stroke and patent foramen ovale within the <PERSOON> of the STARFlex Septal Closure System in Patients With a Stroke and/or Transient Ischemic Attack Due to Presumed Paradoxical Embolism Through a Patent Foramen Ovale) trial JACC Cardiovasc <PERSOON> AC, Banki NM, Ren X, et al Detection of paroxysmal atrial fibrillation by ##-day event monitoring in cryptogenic <PERSOON> B, et al Detection of paroxysmal atrial fibrillation with transtelephonic EKG in TIA or stroke Gladstone DJ, Spring M, <PERSOON> P, et al Atrial fibrillation in patients with cryptogenic stroke <PERSOON> J Med.
623
fms
dan AF gevonden (bijvoorbeeld intracardiale thrombus of mitralisklepstenose of klepvegetaties of recent myocardinfarct of (##% ejectiefractie van het hart of aanwijzingen voor endocarditis) en er waren geen aanwijzingen voor andere oorzaken als In de databases Medline (OVID), Embase and Cochrane is met relevante zoektermen gezocht naar stroke, weergegeven in de bijlage De literatuurzoekactie leverde ### treffers op vanaf ### In eerste instantie werden ## fulltext onderzoeken opgevraagd en geanalyseerd, uiteindelijk werden hiervan ## geselecteerd <PERSOON> A, et al Rationale and design of a randomized, double-blind, parallel-group study of terutroban ## mg/day versus aspirin ### mg/day in stroke patients the prevention of cerebrovascular and cardiovascular events of ischemic origin with terutroban in patients with a history of ischemic stroke or transient ischemic attack <PERSOON> AJ, Reisman M, et al Predictors of recurrent events in patients with cryptogenic stroke and patent foramen ovale within the <PERSOON> of the STARFlex Septal Closure System in Patients With a Stroke and/or Transient Ischemic Attack Due to Presumed Paradoxical Embolism Through a Patent Foramen Ovale) trial JACC Cardiovasc <PERSOON> AC, Banki NM, Ren X, et al Detection of paroxysmal atrial fibrillation by ##-day event monitoring in cryptogenic <PERSOON> B, et al Detection of paroxysmal atrial fibrillation with transtelephonic EKG in TIA or stroke Gladstone DJ, Spring M, <PERSOON> P, et al Atrial fibrillation in patients with cryptogenic stroke <PERSOON> J Med Improved detection of silent atrial fibrillation using ##-hour Holter ECG in patients with Hart RG, Diener HC, Coutts SB, et al Embolic strokes of undetermined source the case for a new clinical construct <PERSOON> PW, Dawson J, et al Noninvasive cardiac event monitoring to detect atrial fibrillation after ischemic <PERSOON> C, et al A structured reading algorithm improves telemetric detection of atrial fibrillation <PERSOON-##> M, <PERSOON-##> DR, et al Cost-effectiveness of outpatient cardiac monitoring to detect atrial fibrillation after <PERSOON-##> A, <PERSOON-##> A, et al Detection of atrial fibrillation after ischemic stroke or transient ischemic attack a <PERSOON-##> of atrial fibrillation with concurrent holter monitoring and continuous <PERSOON-##> C, et al ## hours ECG monitoring for patients with ischemic cryptogenic stroke or transient <PERSOON-##> E, et al Continuous stroke unit electrocardiographic monitoring versus ##-hour <PERSOON-##> E, et al Detection of paroxysmal atrial fibrillation in acute stroke patients Cerebrovasc Dis <PERSOON-##> HC, Passman RS, et al Cryptogenic stroke and underlying atrial fibrillation <PERSOON-##> MH Continuous ECG monitoring for tracking down atrial fibrillation after stroke Holter or <PERSOON-##> MH Optimal timing and duration of continuous electrocardiographic monitoring for <PERSOON-##> J.
596
fms
atrial fibrillation using ##-hour Holter ECG in patients with Hart RG, Diener HC, Coutts SB, et al Embolic strokes of undetermined source the case for a new clinical construct <PERSOON> PW, Dawson J, et al Noninvasive cardiac event monitoring to detect atrial fibrillation after ischemic <PERSOON> C, et al A structured reading algorithm improves telemetric detection of atrial fibrillation <PERSOON> M, <PERSOON> DR, et al Cost-effectiveness of outpatient cardiac monitoring to detect atrial fibrillation after <PERSOON> A, <PERSOON> A, et al Detection of atrial fibrillation after ischemic stroke or transient ischemic attack a <PERSOON> of atrial fibrillation with concurrent holter monitoring and continuous <PERSOON> C, et al ## hours ECG monitoring for patients with ischemic cryptogenic stroke or transient <PERSOON> E, et al Continuous stroke unit electrocardiographic monitoring versus ##-hour <PERSOON-##> E, et al Detection of paroxysmal atrial fibrillation in acute stroke patients Cerebrovasc Dis <PERSOON-##> HC, Passman RS, et al Cryptogenic stroke and underlying atrial fibrillation <PERSOON-##> MH Continuous ECG monitoring for tracking down atrial fibrillation after stroke Holter or <PERSOON-##> MH Optimal timing and duration of continuous electrocardiographic monitoring for <PERSOON-##> and Cerebrovascular Moet een verhoogde bloeddruk bij patiënten met een hersenbloeding in de acute fase medicamenteus worden Streef bij patiënten met een spontane intracerebrale bloeding en een systolische bloeddruk van ### mmHg of hoger, die binnen zes uur na ontstaan van de symptomen kunnen worden behandeld, naar een systolische bloeddruk van ### mmHg, te bereiken binnen één uur Gebruik hiervoor in de acute fase zo nodig intraveneuze kortwerkende medicatie (labetalol of nicardipine) Start na ## uur medicatie per os en bouw intraveneuze medicatie af Kies bij voorkeur voor medicatie per os die ook beoogd wordt op de langere termijn ter secundaire Streef bij patiënten met een spontane intracerebrale bloeding en een systolische bloeddruk hoger dan ### mmHg, die niet binnen zes uur na ontstaan van de symptomen kunnen worden behandeld, naar een geleidelijke daling van de systolische bloeddruk in enkele uren, naar een streefwaarde van ### mmHg Start na ## uur medicatie per os en bouw intraveneuze medicatie af Kies bij voorkeur voor medicatie die ook beoogd wordt op de langere termijn ter secundaire preventie (bijvoorbeeld diureticum en/of ACE-remmer, zie de CVRM richtlijn Intraveneuze behandeling met labetalol of nicardipine kan worden uitgevoerd op de stroke unit Invasieve arteriële bloeddrukmeting is hierbij niet obligaat, als frequente bloeddrukmeting gewaarborgd is De behandeling met bloedstollingsbeïnvloedende medicamenten wil de werkgroep hier kort noemen en verder verwijzen naar hoofstuk # (beleid bij bloedingen en ingrepen) van de richtlijn Antitrombotisch beleid (###) In de er een indicatie voor idaricuzimab (Pollack, ###).
573
fms
Cerebrovascular Moet een verhoogde bloeddruk bij patiënten met een hersenbloeding in de acute fase medicamenteus worden Streef bij patiënten met een spontane intracerebrale bloeding en een systolische bloeddruk van ### mmHg of hoger, die binnen zes uur na ontstaan van de symptomen kunnen worden behandeld, naar een systolische bloeddruk van ### mmHg, te bereiken binnen één uur Gebruik hiervoor in de acute fase zo nodig intraveneuze kortwerkende medicatie (labetalol of nicardipine) Start na ## uur medicatie per os en bouw intraveneuze medicatie af Kies bij voorkeur voor medicatie per os die ook beoogd wordt op de langere termijn ter secundaire Streef bij patiënten met een spontane intracerebrale bloeding en een systolische bloeddruk hoger dan ### mmHg, die niet binnen zes uur na ontstaan van de symptomen kunnen worden behandeld, naar een geleidelijke daling van de systolische bloeddruk in enkele uren, naar een streefwaarde van ### mmHg Start na ## uur medicatie per os en bouw intraveneuze medicatie af Kies bij voorkeur voor medicatie die ook beoogd wordt op de langere termijn ter secundaire preventie (bijvoorbeeld diureticum en/of ACE-remmer, zie de CVRM richtlijn Intraveneuze behandeling met labetalol of nicardipine kan worden uitgevoerd op de stroke unit Invasieve arteriële bloeddrukmeting is hierbij niet obligaat, als frequente bloeddrukmeting gewaarborgd is De behandeling met bloedstollingsbeïnvloedende medicamenten wil de werkgroep hier kort noemen en verder verwijzen naar hoofstuk # (beleid bij bloedingen en ingrepen) van de richtlijn Antitrombotisch beleid (###) In de er een indicatie voor idaricuzimab (Pollack, ###) maar effecten op de uitkomsten zijn onduidelijk Voor verdere specificering van beleid rondom bloedstollingsbeïnvloedende medicamenten verwijzen we naar de richtlijn Antitrombotisch beleid, Module Strategie in geval van bloeding of ingrepen (###) Transfusie van trombocyten bij patiënten met een ICH en Deze paragraaf gaat verder in op de behandeling van hoge bloeddruk bij patiënten met een acute intracrebrale Het verschil in uitkomst ten gunste van de intensief behandelde patiëntengroep in INTERACT # was klein (absolute risicoreductie voor overlijden of slecht herstel #,#% na drie maanden) In de primaire (klassieke dichotome) analyse was dit verschil niet statistisch significant In een ongeadjusteerde secundaire (ordinale) analyse werd wel statistische significantie bereikt De ordinale analyse was toegevoegd aan het analyseplan en het studieprotocol voordat de dataverzameling was voltooid en zonder inzicht in (voorlopige) resultaten De richting van het behandelingseffect was gelijk in alle vooraf gedefinieerde subgroepen, waaronder subgroepen op basis van leeftijd (jonger dan <LEEFTIJD> jaar vs <LEEFTIJD> jaar en ouder) en plaats van de bloeding (diepe lokalisatie vs Het gebrek aan statistische significantie in de primaire analyse is mogelijk gerelateerd aan effectdilutie door het relatief kleine verschil in bloeddruk tussen de behandelgroepen Dit bloeddrukcontrast was kleiner dan beoogd, omdat de gemiddelde bloeddruk in de controlegroep relatief laag was (### mmHg na één uur en ### mmHg na zes uur) Eerdere observationele onderzoeken lieten een hoog risico zien op een slechte uitkomst bij een op overlijden bij een systolische bloeddruk hoger dan ### mmHg (Okumura, ###) en een toename van de kans.
612
fms
uitkomsten zijn onduidelijk Voor verdere specificering van beleid rondom bloedstollingsbeïnvloedende medicamenten verwijzen we naar de richtlijn Antitrombotisch beleid, Module Strategie in geval van bloeding of ingrepen (###) Transfusie van trombocyten bij patiënten met een ICH en Deze paragraaf gaat verder in op de behandeling van hoge bloeddruk bij patiënten met een acute intracrebrale Het verschil in uitkomst ten gunste van de intensief behandelde patiëntengroep in INTERACT # was klein (absolute risicoreductie voor overlijden of slecht herstel #,#% na drie maanden) In de primaire (klassieke dichotome) analyse was dit verschil niet statistisch significant In een ongeadjusteerde secundaire (ordinale) analyse werd wel statistische significantie bereikt De ordinale analyse was toegevoegd aan het analyseplan en het studieprotocol voordat de dataverzameling was voltooid en zonder inzicht in (voorlopige) resultaten De richting van het behandelingseffect was gelijk in alle vooraf gedefinieerde subgroepen, waaronder subgroepen op basis van leeftijd (jonger dan <LEEFTIJD> jaar vs <LEEFTIJD> jaar en ouder) en plaats van de bloeding (diepe lokalisatie vs Het gebrek aan statistische significantie in de primaire analyse is mogelijk gerelateerd aan effectdilutie door het relatief kleine verschil in bloeddruk tussen de behandelgroepen Dit bloeddrukcontrast was kleiner dan beoogd, omdat de gemiddelde bloeddruk in de controlegroep relatief laag was (### mmHg na één uur en ### mmHg na zes uur) Eerdere observationele onderzoeken lieten een hoog risico zien op een slechte uitkomst bij een op overlijden bij een systolische bloeddruk hoger dan ### mmHg (Okumura, ###) en een toename van de kans De relatief lage bloeddruk in de standaard behandelde patiënten in INTERACT II is gerelateerd aan het hoge percentage (##%) van de patiënten, dat tóch intraveneus werd behandeld met bloeddrukverlagers Omdat in veel Nederlandse centra tot op heden een bloeddruk tot #<DATUM> mmHg geaccepteerd wordt, is het de vraag of deze resultaten direct Theoretisch kan bloeddrukverlaging gevaarlijk zijn, omdat die kan leiden tot afname van de cerebrale perfusiedruk en tot cerebrale ischemie, met name bij pre-existente hypertensie In INTERACT II bestond echter geen verschil tussen de behandelingsgroepen in het optreden van sterfte of andere complicaties Na statistische correctie voor pre-existente hypertensie bleef in INTERACT het behandelingseffect behouden, zonder toegenomen risico op complicaties bij pre-existente hypertensie De afwezigheid van toegenomen sterfte bij intensieve behandeling van een verhoogde bloeddruk is consistent met eerdere onderzoeken (Antihypertensive INTERACT II was de gemiddelde systolische bloeddruk in de interventiegroep ### mmHg De streefwaarde van ### mmHg werd gehaald bij ### patiënten (##%) Ernstige hypotensie (gedefinieerd als hypotensie met klinische vasopressieve medicatie nodig was) werd bij #,#% van de patiënten gezien, even vaak in de interventiegroep als in de controlegroep In ATACH-# werd vaker nierinsufficiëntie gezien bij intensief behandelde patiënten, maar er was geen verschil tussen de behandelingsgroepen ten aanzien van neurologische complicaties De systolische bloeddruk kan daarom in de acute fase waarschijnlijk veilig worden verlaagd naar een streefwaarde van ### In INTERACT II was de mediane tijd tussen ontstaan van de bloeding en start van de bloeddrukverlagende uitkomst, was dit tijdsinterval langer.
611
fms
lage bloeddruk in de standaard behandelde patiënten in INTERACT II is gerelateerd aan het hoge percentage (##%) van de patiënten, dat tóch intraveneus werd behandeld met bloeddrukverlagers Omdat in veel Nederlandse centra tot op heden een bloeddruk tot #<DATUM> mmHg geaccepteerd wordt, is het de vraag of deze resultaten direct Theoretisch kan bloeddrukverlaging gevaarlijk zijn, omdat die kan leiden tot afname van de cerebrale perfusiedruk en tot cerebrale ischemie, met name bij pre-existente hypertensie In INTERACT II bestond echter geen verschil tussen de behandelingsgroepen in het optreden van sterfte of andere complicaties Na statistische correctie voor pre-existente hypertensie bleef in INTERACT het behandelingseffect behouden, zonder toegenomen risico op complicaties bij pre-existente hypertensie De afwezigheid van toegenomen sterfte bij intensieve behandeling van een verhoogde bloeddruk is consistent met eerdere onderzoeken (Antihypertensive INTERACT II was de gemiddelde systolische bloeddruk in de interventiegroep ### mmHg De streefwaarde van ### mmHg werd gehaald bij ### patiënten (##%) Ernstige hypotensie (gedefinieerd als hypotensie met klinische vasopressieve medicatie nodig was) werd bij #,#% van de patiënten gezien, even vaak in de interventiegroep als in de controlegroep In ATACH-# werd vaker nierinsufficiëntie gezien bij intensief behandelde patiënten, maar er was geen verschil tussen de behandelingsgroepen ten aanzien van neurologische complicaties De systolische bloeddruk kan daarom in de acute fase waarschijnlijk veilig worden verlaagd naar een streefwaarde van ### In INTERACT II was de mediane tijd tussen ontstaan van de bloeding en start van de bloeddrukverlagende uitkomst, was dit tijdsinterval langer patiënten met een hersenbloeding pas gestart met de behandeling na gemiddeld ## uur In deze subgroep van patiënten met een hersenbloeding was behandeling met candesartan geassocieerd met een gelijke kans op overlijden of een recidief herseninfarct, maar met een slechter functioneel herstel na zes maanden (Jusufovic, ###) Daarentegen werd in de subgroep van patiënten die snel werd behandeld ((# uur na ontstaan van de symptomen) voordeel van de behandeling gevonden, met een statistisch significant, lineair verband tussen snelheid van de behandeling en functioneel herstel (Jusufovic, ###) In deze vroeg ((# uur) behandelde groep zaten echter patiënten met een hersenbloeding en patiënten met een herseninfarct en er werd geen onderscheid gemaakt tussen effecten bij hersenbloedingen en -infarcten Snelle initiatie van bloeddrukverlaging is waarschijnlijk belangrijk De resultaten van INTERACT # kunnen waarschijnlijk niet worden geëxtrapoleerd naar Een groot deel van de in INTERACT II geïncludeerde patiënten was afkomstig uit China Hoewel de subgroepanalyse eenzelfde risicoreductie voor Chinese en niet-Chinese patiënten toonde, is het onbekend of de effecten van bloeddrukverlaging bij de Chinese en niet-Chinese populatie gelijk zijn De behandeling van hypertensie in de controlegroep van de trial was intensiever dan de huidige standaardbehandeling in <LOCATIE> Bovendien bestond intraveneuze behandeling vaak uit de alfablokker urapidil, een middel dat in <LOCATIE> weinig wordt gebruikt Om deze redenen verdient extrapolatie van de resultaten naar de Nederlandse populatie hematoomgrootte) kon in INTERACT II, in tegenstelling tot in INTERACT I, niet worden aangetoond belangrijke rol heeft gespeeld in het reduceren van het het voordeel van intensieve bloeddrukverlaging bij.
612
fms
gestart met de behandeling na gemiddeld ## uur In deze subgroep van patiënten met een hersenbloeding was behandeling met candesartan geassocieerd met een gelijke kans op overlijden of een recidief herseninfarct, maar met een slechter functioneel herstel na zes maanden (Jusufovic, ###) Daarentegen werd in de subgroep van patiënten die snel werd behandeld ((# uur na ontstaan van de symptomen) voordeel van de behandeling gevonden, met een statistisch significant, lineair verband tussen snelheid van de behandeling en functioneel herstel (Jusufovic, ###) In deze vroeg ((# uur) behandelde groep zaten echter patiënten met een hersenbloeding en patiënten met een herseninfarct en er werd geen onderscheid gemaakt tussen effecten bij hersenbloedingen en -infarcten Snelle initiatie van bloeddrukverlaging is waarschijnlijk belangrijk De resultaten van INTERACT # kunnen waarschijnlijk niet worden geëxtrapoleerd naar Een groot deel van de in INTERACT II geïncludeerde patiënten was afkomstig uit China Hoewel de subgroepanalyse eenzelfde risicoreductie voor Chinese en niet-Chinese patiënten toonde, is het onbekend of de effecten van bloeddrukverlaging bij de Chinese en niet-Chinese populatie gelijk zijn De behandeling van hypertensie in de controlegroep van de trial was intensiever dan de huidige standaardbehandeling in <LOCATIE> Bovendien bestond intraveneuze behandeling vaak uit de alfablokker urapidil, een middel dat in <LOCATIE> weinig wordt gebruikt Om deze redenen verdient extrapolatie van de resultaten naar de Nederlandse populatie hematoomgrootte) kon in INTERACT II, in tegenstelling tot in INTERACT I, niet worden aangetoond belangrijke rol heeft gespeeld in het reduceren van het het voordeel van intensieve bloeddrukverlaging bij De werkgroep acht het aannemelijk dat het voordeel van intensieve bloeddrukverlaging groter was geweest, als de controlegroep was behandeld volgens de huidige klinische praktijk in <LOCATIE>, waarbij systolische bloeddrukken van boven ### mmHg eerder regel dan uitzondering zijn Op basis van de data uit INTERACT kan de werkgroep concluderen dat intensieve bloeddrukdaling naar een streefwaarde van ### mmHg of lager een gunstig effect heeft Hierbij vindt de werkgroep de effectschatting op grond van de geprespecificeerde ordinale analyse in INTERACT van doorslaggevende waarde De resultaten en het bereikte behandelcontrast in de ATTACH-#-studie vindt de werkgroep niet van toepassing op de Nederlandse situatie Voorts vindt de werkgroep dat voldoende is aangetoond dat bloeddrukverlaging in de acute fase van een Om die redenen beveelt de werkgroep aan bij patiënten met een hersenbloeding te streven naar een systolische bloeddruk van ### mmHg, in eerste instantie met intraveneuze medicatie Tevens is de werkgroep van mening dat alle patiënten met een acute hersenbloeding bij voorkeur worden opgenomen op een stroke unit, ook als Patiënten met een acute hersenbloeding hebben vaak een hoge tot zeer hoge bloeddruk Het is onduidelijk of het nuttig of juist schadelijk is om een verhoogde bloeddruk in de acute fase te verlagen Er is matig bewijs dat bij patiënten met een spontane intracerebrale bloeding een snelle verlaging van de systolische bloeddruk naar een streefwaarde van (### mmHg een vergelijkbare kans geeft op een goed functioneel herstel als behandeling met een.
576
fms
De werkgroep acht het aannemelijk dat het voordeel van intensieve bloeddrukverlaging groter was geweest, als de controlegroep was behandeld volgens de huidige klinische praktijk in <LOCATIE>, waarbij systolische bloeddrukken van boven ### mmHg eerder regel dan uitzondering zijn Op basis van de data uit INTERACT kan de werkgroep concluderen dat intensieve bloeddrukdaling naar een streefwaarde van ### mmHg of lager een gunstig effect heeft Hierbij vindt de werkgroep de effectschatting op grond van de geprespecificeerde ordinale analyse in INTERACT van doorslaggevende waarde De resultaten en het bereikte behandelcontrast in de ATTACH-#-studie vindt de werkgroep niet van toepassing op de Nederlandse situatie Voorts vindt de werkgroep dat voldoende is aangetoond dat bloeddrukverlaging in de acute fase van een Om die redenen beveelt de werkgroep aan bij patiënten met een hersenbloeding te streven naar een systolische bloeddruk van ### mmHg, in eerste instantie met intraveneuze medicatie Tevens is de werkgroep van mening dat alle patiënten met een acute hersenbloeding bij voorkeur worden opgenomen op een stroke unit, ook als Patiënten met een acute hersenbloeding hebben vaak een hoge tot zeer hoge bloeddruk Het is onduidelijk of het nuttig of juist schadelijk is om een verhoogde bloeddruk in de acute fase te verlagen Er is matig bewijs dat bij patiënten met een spontane intracerebrale bloeding een snelle verlaging van de systolische bloeddruk naar een streefwaarde van (### mmHg een vergelijkbare kans geeft op een goed functioneel herstel als behandeling met een In INTERACT # en # (<PERSOON>, ### en ###) werden respectievelijk ### en ### patiënten van <LEEFTIJD> jaar of ouder geïncludeerd (totaal ### patiënten) met een spontane intracerebrale bloeding en een systolische bloeddruk tussen ### en ### mmHg (zie evidencetabel in de bijlage) De gemiddelde leeftijd van de patiënten was <LEEFTIJD> jaar en ruim de helft was <LEEFTIJD> jaar of ouder Patiënten werden geïncludeerd binnen zes uur na de bloeding In de interventiegroep was het doel de systolische bloeddruk te verlagen tot een streefwaarde van minder dan ### mmHg binnen één uur na inclusie In de controlegroep was de streefwaarde voor de systolische bloeddruk lager dan ### mmHg De keuze voor te gebruiken medicamenten was aan de behandelende arts Er kon worden behandeld met intraveneuze medicatie of medicatie per os De behandeling werd gedurende zeven dagen toegepast De follow-up duur was ## dagen In INTERACT II werd een verlaging van de gemiddelde bloeddruk van ## mmHg in de interventiegroep (### mmHg) ten opzichte van de controlegroep (### mmHg) In de ATACH-# trial werden ### patiënten met een intracerebrale bloeding gerandomiseerd naar behandeling gericht op een streefwaarde voor de systolische bloeddruk tussen ### en ### mmHg of tussen ### en ### mmHg (Qureshi, ###) Nicardipine werd daartoe intraveneus toegediend binnen #,# uur na ontstaan van de symptomen In ATACH-# werd binnen twee uur in de controlegroep een gemiddelde systolische bloeddruk van ### mmHg bereikt en in de interventiegroep een gemiddelde systolische bloeddruk van ### mmHg De.
632
fms
respectievelijk ### en ### patiënten van <LEEFTIJD> jaar of ouder geïncludeerd (totaal ### patiënten) met een spontane intracerebrale bloeding en een systolische bloeddruk tussen ### en ### mmHg (zie evidencetabel in de bijlage) De gemiddelde leeftijd van de patiënten was <LEEFTIJD> jaar en ruim de helft was <LEEFTIJD> jaar of ouder Patiënten werden geïncludeerd binnen zes uur na de bloeding In de interventiegroep was het doel de systolische bloeddruk te verlagen tot een streefwaarde van minder dan ### mmHg binnen één uur na inclusie In de controlegroep was de streefwaarde voor de systolische bloeddruk lager dan ### mmHg De keuze voor te gebruiken medicamenten was aan de behandelende arts Er kon worden behandeld met intraveneuze medicatie of medicatie per os De behandeling werd gedurende zeven dagen toegepast De follow-up duur was ## dagen In INTERACT II werd een verlaging van de gemiddelde bloeddruk van ## mmHg in de interventiegroep (### mmHg) ten opzichte van de controlegroep (### mmHg) In de ATACH-# trial werden ### patiënten met een intracerebrale bloeding gerandomiseerd naar behandeling gericht op een streefwaarde voor de systolische bloeddruk tussen ### en ### mmHg of tussen ### en ### mmHg (Qureshi, ###) Nicardipine werd daartoe intraveneus toegediend binnen #,# uur na ontstaan van de symptomen In ATACH-# werd binnen twee uur in de controlegroep een gemiddelde systolische bloeddruk van ### mmHg bereikt en in de interventiegroep een gemiddelde systolische bloeddruk van ### mmHg De in de studie Deze schaal kent # categorieën, waarbij # betekent dat er geen neurologische uitval is, en # staat de INTERACT-onderzoeken werd in de primaire analyse de score op de mRS geanalyseerd als dichotome variabele, waarbij een score van # tot # werd gedefinieerd als een goede uitkomst en een score van # tot # als een slechte uitkomst In de interventiegroep had ##% van de patiënten (###/###) een slechte uitkomst, vooraf bepaalde secundaire analyse werd de verdeling van uitkomsten over de categorieën van de mRS in INTERACT # ordinaal geanalyseerd Daarmee toonde de ongeadjusteerde common OR een significante trial werd de score op de mRS geanalyseerd als dichotome variabele, waarbij een score van # tot # werd gedefinieerd als een goede uitkomst en een score van # tot # als een slechte uitkomst De trial werd na ### inclusies op basis van een geplande interimanalyse gestaakt vanwege futiliteit In de interventiegroep had ##% van de patiënten (##<DATUM> een slechte uitkomst, vergeleken met ##% (##<DATUM> in controlegroep (RR #,##; interventiegroep overleed #,#% van de patiënten (#<DATUM> , vergeleken met #,#% (#<DATUM> in de controlegroep De bewijskracht van een systematische review van gerandomiseerd onderzoek start hoog Een verschil van #% in absolute risicoreductie werd klinisch relevant gevonden Omdat het ##% betrouwbaarheidsinterval de effectschatting van klinische relevantie overschrijdt wordt de betrouwbaarheid van de conclusie met # punt gedowngrade wegens imprecisie en wordt de bewijskracht van de INTERACT-trials als matig gewaardeerd De bewijskracht van een systematische review van gerandomiseerd onderzoek start hoog Wegens imprecisie.
689
fms
waarbij # betekent dat er geen neurologische uitval is, en # staat de INTERACT-onderzoeken werd in de primaire analyse de score op de mRS geanalyseerd als dichotome variabele, waarbij een score van # tot # werd gedefinieerd als een goede uitkomst en een score van # tot # als een slechte uitkomst In de interventiegroep had ##% van de patiënten (###/###) een slechte uitkomst, vooraf bepaalde secundaire analyse werd de verdeling van uitkomsten over de categorieën van de mRS in INTERACT # ordinaal geanalyseerd Daarmee toonde de ongeadjusteerde common OR een significante trial werd de score op de mRS geanalyseerd als dichotome variabele, waarbij een score van # tot # werd gedefinieerd als een goede uitkomst en een score van # tot # als een slechte uitkomst De trial werd na ### inclusies op basis van een geplande interimanalyse gestaakt vanwege futiliteit In de interventiegroep had ##% van de patiënten (##<DATUM> een slechte uitkomst, vergeleken met ##% (##<DATUM> in controlegroep (RR #,##; interventiegroep overleed #,#% van de patiënten (#<DATUM> , vergeleken met #,#% (#<DATUM> in de controlegroep De bewijskracht van een systematische review van gerandomiseerd onderzoek start hoog Een verschil van #% in absolute risicoreductie werd klinisch relevant gevonden Omdat het ##% betrouwbaarheidsinterval de effectschatting van klinische relevantie overschrijdt wordt de betrouwbaarheid van de conclusie met # punt gedowngrade wegens imprecisie en wordt de bewijskracht van de INTERACT-trials als matig gewaardeerd De bewijskracht van een systematische review van gerandomiseerd onderzoek start hoog Wegens imprecisie De uitgangsvraag is of een verhoogde bloeddruk bij patiënten met een hersenbloeding in de acute fase medicamenteus moet worden verlaagd Deze vraag werd vertaald in de volgende PICO Voor beantwoording van de uitgangsvraag zijn de volgende uitkomstmaten van belang geacht functioneel herstel, sterfte Een absolute risicoreductie van #% in sterfte/afhankelijkheid werd al klinisch relevant geacht voor In de databases Medline (OVID), Embase en Cochrane is met relevante zoektermen gezocht naar de acute literatuurzoekactie leverde ### treffers op Onderzoeken die voldeden aan de volgende selectiecriteria zijn waarbij verhoogde bloeddruk acuut (binnen ## uur) verlaagd werd in vergelijking met standaardbehandeling, en waarbij de uitkomsten gerapporteerd werden als sterfte of functioneel herstel Twee multicenter RCTs <PERSOON> Y, et al Rapid blood-pressure lowering in patients with acute intracerebral hemorrhage N <PERSOON> Y, <PERSOON> JG, et al Intensive blood pressure reduction in acute cerebral haemorrhage trial Antihypertensive Treatment of Acute Cerebral Hemorrhage (ATACH) investigators Antihypertensive treatment of acute Baharoglu MI, Cordonnier C, <PERSOON> RA-S, et al Platelet transfusion versus standard care after acute stroke due to spontaneous cerebral haemorrhage associated with antiplatelet therapy (PATCH) a randomised, open-label, phase # trial <PERSOON> EC, Bath PMW, et al Blood pressure-lowering treatment with candesartan in patients with acute <PERSOON> A, et al Effects of blood pressure levels on case fatality after acute stroke <PERSOON> J, et al.
628
fms
of een verhoogde bloeddruk bij patiënten met een hersenbloeding in de acute fase medicamenteus moet worden verlaagd Deze vraag werd vertaald in de volgende PICO Voor beantwoording van de uitgangsvraag zijn de volgende uitkomstmaten van belang geacht functioneel herstel, sterfte Een absolute risicoreductie van #% in sterfte/afhankelijkheid werd al klinisch relevant geacht voor In de databases Medline (OVID), Embase en Cochrane is met relevante zoektermen gezocht naar de acute literatuurzoekactie leverde ### treffers op Onderzoeken die voldeden aan de volgende selectiecriteria zijn waarbij verhoogde bloeddruk acuut (binnen ## uur) verlaagd werd in vergelijking met standaardbehandeling, en waarbij de uitkomsten gerapporteerd werden als sterfte of functioneel herstel Twee multicenter RCTs <PERSOON> Y, et al Rapid blood-pressure lowering in patients with acute intracerebral hemorrhage N <PERSOON> Y, <PERSOON> JG, et al Intensive blood pressure reduction in acute cerebral haemorrhage trial Antihypertensive Treatment of Acute Cerebral Hemorrhage (ATACH) investigators Antihypertensive treatment of acute Baharoglu MI, Cordonnier C, <PERSOON> RA-S, et al Platelet transfusion versus standard care after acute stroke due to spontaneous cerebral haemorrhage associated with antiplatelet therapy (PATCH) a randomised, open-label, phase # trial <PERSOON> EC, Bath PMW, et al Blood pressure-lowering treatment with candesartan in patients with acute <PERSOON> A, et al Effects of blood pressure levels on case fatality after acute stroke <PERSOON> J, et al <PERSOON> JF, Robinson TG, Ford GA, et al Controlling hypertension and hypotension immediately post-stroke (CHHIPS) a Qureshi AI, Palesch YY, Barsan WG, et al Intensive Blood-Pressure Lowering in Patients with Acute Cerebral Hemorrhage Sandset EC, Bath PMW, Boysen G, et al <PERSOON> angiotensin-receptor blocker candesartan for treatment of acute stroke <PERSOON-##> K, et al U-shaped relationship between mortality and admission blood pressure in <PERSOON-##> KH, Tong W, et al Blood pressure and clinical outcome among patients with acute stroke in Inner Mongolia, Wat zijn de indicaties en contra-indicaties voor acute neurochirurgische behandeling van patiënten met een Wees zeer terughoudend met het opereren van patiënten met een spontaan intracerebraal hematoom Overweeg een operatie bij patiënten met progressieve neurologische achteruitgang met een oppervlakkig Overweeg evacuatie van een infratentorieel hematoom bij progressieve neurologische achteruitgang of bij De werkgroep beveelt aan om patiënten met een intracerebraal hematoom te observeren op een bewaakte Bovenstaande conclusie betreft relatief stabiele patiënten De effecten van chirurgische decompressie of hematoomevacuatie bij patiënten met progressieve achteruitgang zijn niet onderzocht De werkgroep is van mening dat chirurgische interventie, met nieuwe (minimaal invasieve) technieken verder onderzoek verdient De werkgroep acht het plausibel dat patiënten met progressieve neurologische achteruitgang en een oppervlakkig gelegen hematoom in sommige gevallen baat kunnen hebben bij een ingreep Er zijn geen gerandomiseerde klinische trials of grote observationele onderzoeken naar effecten van chirurgische.
567
fms
<PERSOON> JF, Robinson TG, Ford GA, et al Controlling hypertension and hypotension immediately post-stroke (CHHIPS) a Qureshi AI, Palesch YY, Barsan WG, et al Intensive Blood-Pressure Lowering in Patients with Acute Cerebral Hemorrhage Sandset EC, Bath PMW, Boysen G, et al <PERSOON> angiotensin-receptor blocker candesartan for treatment of acute stroke <PERSOON> K, et al U-shaped relationship between mortality and admission blood pressure in <PERSOON> KH, Tong W, et al Blood pressure and clinical outcome among patients with acute stroke in Inner Mongolia, Wat zijn de indicaties en contra-indicaties voor acute neurochirurgische behandeling van patiënten met een Wees zeer terughoudend met het opereren van patiënten met een spontaan intracerebraal hematoom Overweeg een operatie bij patiënten met progressieve neurologische achteruitgang met een oppervlakkig Overweeg evacuatie van een infratentorieel hematoom bij progressieve neurologische achteruitgang of bij De werkgroep beveelt aan om patiënten met een intracerebraal hematoom te observeren op een bewaakte Bovenstaande conclusie betreft relatief stabiele patiënten De effecten van chirurgische decompressie of hematoomevacuatie bij patiënten met progressieve achteruitgang zijn niet onderzocht De werkgroep is van mening dat chirurgische interventie, met nieuwe (minimaal invasieve) technieken verder onderzoek verdient De werkgroep acht het plausibel dat patiënten met progressieve neurologische achteruitgang en een oppervlakkig gelegen hematoom in sommige gevallen baat kunnen hebben bij een ingreep Er zijn geen gerandomiseerde klinische trials of grote observationele onderzoeken naar effecten van chirurgische Op basis van expert opinion veronderstelt de werkgroep dat hierbij in geval van progressieve klinische achteruitgang chirurgische interventie Een intracerebraal hematoom is een plots ontstane, ruimte-innemende, uit bloed bestaand laesie in het hersenweefsel De verschijnselen kunnen zowel focale neurologische uitval als tekenen van verhoogde intracraniële druk betreffen Het is om deze reden dat sommigen menen dat neurochirurgische behandeling van het hematoom effectief zou kunnen zijn bij het voorkómen van sterfte en ernstige handicap Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat chirurgische decompressie of hematoomevacuatie leidt tot een grotere kans op een goed functioneel herstel dan een in aanzet conservatieve gepubliceerde RCTs Deze meta-analyse includeerde RCTs van variabele kwaliteit, daarom werden deze door de werkgroep herbeoordeeld (zie tabel Quality assessment in de bijlage) Hierbij werd vooral gekeken naar de Indien de studie op twee of meer van deze drie aspecten niet voldeed, werd de studie geëxcludeerd De studies van goede kwaliteit worden hieronder beschreven De resulterende evidencetabellen kunt u in de bijlage vinden Eén multicenter RCT (Mendelow, ###) onderzocht ### patiënten met diagnose spontane intracerebrale lobaire bloeding zonder intraventriculaire uitbreiding In deze RCT werd hematoomevacuatie binnen ## uur na randomisatie vergeleken met een initieel conservatieve behandeling Randomisatie vond plaats binnen ## uur na de ictus Latere chirurgische evacuatie was toegestaan als dit medisch noodzakelijk werd geacht De follow-up duur was # maanden De resultaten zijn alle volgens de intention to treat methode geanalyseerd, waarbij moet worden vermeld dat van de initieel conservatief behandelde groep (###) uiteindelijk ## patiënten alsnog geopereerd zijn.
574
fms
veronderstelt de werkgroep dat hierbij in geval van progressieve klinische achteruitgang chirurgische interventie Een intracerebraal hematoom is een plots ontstane, ruimte-innemende, uit bloed bestaand laesie in het hersenweefsel De verschijnselen kunnen zowel focale neurologische uitval als tekenen van verhoogde intracraniële druk betreffen Het is om deze reden dat sommigen menen dat neurochirurgische behandeling van het hematoom effectief zou kunnen zijn bij het voorkómen van sterfte en ernstige handicap Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat chirurgische decompressie of hematoomevacuatie leidt tot een grotere kans op een goed functioneel herstel dan een in aanzet conservatieve gepubliceerde RCTs Deze meta-analyse includeerde RCTs van variabele kwaliteit, daarom werden deze door de werkgroep herbeoordeeld (zie tabel Quality assessment in de bijlage) Hierbij werd vooral gekeken naar de Indien de studie op twee of meer van deze drie aspecten niet voldeed, werd de studie geëxcludeerd De studies van goede kwaliteit worden hieronder beschreven De resulterende evidencetabellen kunt u in de bijlage vinden Eén multicenter RCT (Mendelow, ###) onderzocht ### patiënten met diagnose spontane intracerebrale lobaire bloeding zonder intraventriculaire uitbreiding In deze RCT werd hematoomevacuatie binnen ## uur na randomisatie vergeleken met een initieel conservatieve behandeling Randomisatie vond plaats binnen ## uur na de ictus Latere chirurgische evacuatie was toegestaan als dit medisch noodzakelijk werd geacht De follow-up duur was # maanden De resultaten zijn alle volgens de intention to treat methode geanalyseerd, waarbij moet worden vermeld dat van de initieel conservatief behandelde groep (###) uiteindelijk ## patiënten alsnog geopereerd zijn conservatief behandelde groep ##% Een gunstige functionele uitkomst werd gezien bij ##% in de neurochirurgisch behandelde groep en ##% in de conservatief behandelde groep (absoluut risicoverschil #,#%; Een eerdere RCT (Mendelow, ###) onderzocht ### patiënten met CT-bewijs van een spontane supratentoriële intracerebrale bloeding die binnen ## uur gezien werden en bij wie de verantwoordelijke neurochirurg onzeker was over de voordelen van één van beide behandelingen, en die een hematoom )=# cm hadden en een Glasgow Coma Score )# In deze RCT werd hematoomevacuatie binnen ## uur vergeleken met initieel conservatieve behandeling Latere chirurgische evacuatie was toegestaan als dit medisch noodzakelijk werd geacht De follow-up duur was # maanden In de neurochirurgisch behandelde groep was de sterfte na # maanden ##% en in de conservatief behandelde groep ##% Een gunstige functionele uitkomst werd gezien bij ##% in de neurochirurgisch behandelde groep en ##% in de conservatief behandelde groep (absoluut Een derde RCT (Hattori, ###) bestudeerde ### patiënten die hun ogen openden in respons op zwakke of sterke stimuli Patiënten die er beter of slechter aan toe waren werden geëxcludeerd van deze studie Stereotactische evacuatie van het hematoom werd vergeleken met standaard behandeling De follow-up duur was niet duidelijk In de neurochirurgisch behandelde groep was de sterfte ##,#% en in de conservatief behandelde groep ##,#% Een gunstige functionele uitkomst werd gezien bij ##% in de neurochirurgisch Een vierde artikel (Morgenstern, ###) beschreef een cohort en een RCT die ## patiënten includeerde met een.
636
fms
conservatief behandelde groep ##% Een gunstige functionele uitkomst werd gezien bij ##% in de neurochirurgisch behandelde groep en ##% in de conservatief behandelde groep (absoluut risicoverschil #,#%; Een eerdere RCT (Mendelow, ###) onderzocht ### patiënten met CT-bewijs van een spontane supratentoriële intracerebrale bloeding die binnen ## uur gezien werden en bij wie de verantwoordelijke neurochirurg onzeker was over de voordelen van één van beide behandelingen, en die een hematoom )=# cm hadden en een Glasgow Coma Score )# In deze RCT werd hematoomevacuatie binnen ## uur vergeleken met initieel conservatieve behandeling Latere chirurgische evacuatie was toegestaan als dit medisch noodzakelijk werd geacht De follow-up duur was # maanden In de neurochirurgisch behandelde groep was de sterfte na # maanden ##% en in de conservatief behandelde groep ##% Een gunstige functionele uitkomst werd gezien bij ##% in de neurochirurgisch behandelde groep en ##% in de conservatief behandelde groep (absoluut Een derde RCT (Hattori, ###) bestudeerde ### patiënten die hun ogen openden in respons op zwakke of sterke stimuli Patiënten die er beter of slechter aan toe waren werden geëxcludeerd van deze studie Stereotactische evacuatie van het hematoom werd vergeleken met standaard behandeling De follow-up duur was niet duidelijk In de neurochirurgisch behandelde groep was de sterfte ##,#% en in de conservatief behandelde groep ##,#% Een gunstige functionele uitkomst werd gezien bij ##% in de neurochirurgisch Een vierde artikel (Morgenstern, ###) beschreef een cohort en een RCT die ## patiënten includeerde met een Coma Scale van # tot ## Open craniotomie en hematoomevacuatie werd vergeleken met standaard in de standaard behandelde groep ##% Een slechte functionele uitkomst werd gezien bij ##% van de patiënten De bewijskracht van een RCT start hoog Er werden twee punten afgetrokken vanwege inconsistentie, mogelijk berustend op een verschil in de patiëntenpopulaties, en één punt wegens heterogeniteit door het grote aantal operaties dat in de controlegroep werd uitgevoerd en de verschillende chirurgische methoden die werden Ten aanzien van minimaal invasieve chirurgische modaliteit is er alleen de studie van Hattori die het effect van stereotactische evacuatie van het hematoom onderzocht heeft Hoewel de studie van Mendolow (###) een stereotactische of endoscopische subgroep kent, heeft deze niet voor type chirurgie gestratificeerd De recente resultaten van een fase II studie naar het effect van minimaal invasieve chirurgie zijn hoopgevend, maar de fase III Bij welke patiënten met een acute intracerebrale supra- of infratentoriële bloeding kan neurochirurgische De werkgroep achtte functioneel herstel en sterfte voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaten In de databases Medline (OVID), Embase and Cochrane is met relevante zoektermen gezocht naar studies die weergegeven in bijlage De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Hiervan werden in eerste instantie een een update presenteert van de meta-analyse van Prasad, is de analyse van Mendelow (###) als uitgangspunt <PERSOON> RE, Muschelli J, et al Safety and efficacy of minimally invasive surgery plus alteplase in intracerebral <PERSOON> Y, <PERSOON> Y, et al.
640
fms
tot ## Open craniotomie en hematoomevacuatie werd vergeleken met standaard in de standaard behandelde groep ##% Een slechte functionele uitkomst werd gezien bij ##% van de patiënten De bewijskracht van een RCT start hoog Er werden twee punten afgetrokken vanwege inconsistentie, mogelijk berustend op een verschil in de patiëntenpopulaties, en één punt wegens heterogeniteit door het grote aantal operaties dat in de controlegroep werd uitgevoerd en de verschillende chirurgische methoden die werden Ten aanzien van minimaal invasieve chirurgische modaliteit is er alleen de studie van Hattori die het effect van stereotactische evacuatie van het hematoom onderzocht heeft Hoewel de studie van Mendolow (###) een stereotactische of endoscopische subgroep kent, heeft deze niet voor type chirurgie gestratificeerd De recente resultaten van een fase II studie naar het effect van minimaal invasieve chirurgie zijn hoopgevend, maar de fase III Bij welke patiënten met een acute intracerebrale supra- of infratentoriële bloeding kan neurochirurgische De werkgroep achtte functioneel herstel en sterfte voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaten In de databases Medline (OVID), Embase and Cochrane is met relevante zoektermen gezocht naar studies die weergegeven in bijlage De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Hiervan werden in eerste instantie een een update presenteert van de meta-analyse van Prasad, is de analyse van Mendelow (###) als uitgangspunt <PERSOON> RE, Muschelli J, et al Safety and efficacy of minimally invasive surgery plus alteplase in intracerebral <PERSOON> Y, <PERSOON> Y, et al Mendelow AD, Gregson BA, <PERSOON> EN, et al Early surgery versus initial conservative treatment in patients with <PERSOON> HM, et al Early surgery versus initial conservative treatment in patients with spontaneous supratentorial intracerebral haematomas in the International Surgical Trial in Intracerebral Haemorrhage Morgenstern LB, Frankowski RF, Shedden P, et al Surgical treatment for intracerebral hemorrhage (STICH) a singlecenter, randomized clinical trial <PERSOON> for primary supratentorial intracerebral haemorrhage <PERSOON> Cochrane Wat zijn de indicaties en contra-indicaties voor liquordrainage bij patiënten met een acute hersenbloeding? Overweeg liquordrainage bij een symptomatische hydrocephalus als gevolg van een supratentoriële Overweeg een externe ventrikeldrain te plaatsen bij patiënten met een cerebellair hematoom met een progressieve symptomatische obstructiehydrocephalus Hierbij moet tevens ontlasten van het hematoom Hoewel direct onderzoek ontbreekt, acht de werkgroep het acceptabel om bij klinische tekenen van (progressieve) hydrocephalus een externe ventrikeldrain te plaatsen bij patiënten met een supra- of infratentoriële bloeding Dit geldt met name bij een obstructiehydrocephalus op basis van ventrikeldoorbraak of een cerebellair hematoom (<PERSOON> ###) Voor liquordrainage bij patiënten met een intracerebraal hematoom zonder hydrocephalus, of met alleen een contralaterale liquorcirculatiestoornis ziet de werkgroep geen argumenten Er is geen bewijs voor effectiviteit van intraventriculaire trombolyse via het drainagesysteem bij Bij een hersenbloeding kan klinische achteruitgang optreden als gevolg van hydrocephalus Bij cerebellaire Het is onduidelijk bij welke patiënten met een acute intracerebrale supra- of infratentoriële.
569
fms
Early surgery versus initial conservative treatment in patients with <PERSOON> HM, et al Early surgery versus initial conservative treatment in patients with spontaneous supratentorial intracerebral haematomas in the International Surgical Trial in Intracerebral Haemorrhage Morgenstern LB, Frankowski RF, Shedden P, et al Surgical treatment for intracerebral hemorrhage (STICH) a singlecenter, randomized clinical trial <PERSOON> for primary supratentorial intracerebral haemorrhage <PERSOON> Cochrane Wat zijn de indicaties en contra-indicaties voor liquordrainage bij patiënten met een acute hersenbloeding? Overweeg liquordrainage bij een symptomatische hydrocephalus als gevolg van een supratentoriële Overweeg een externe ventrikeldrain te plaatsen bij patiënten met een cerebellair hematoom met een progressieve symptomatische obstructiehydrocephalus Hierbij moet tevens ontlasten van het hematoom Hoewel direct onderzoek ontbreekt, acht de werkgroep het acceptabel om bij klinische tekenen van (progressieve) hydrocephalus een externe ventrikeldrain te plaatsen bij patiënten met een supra- of infratentoriële bloeding Dit geldt met name bij een obstructiehydrocephalus op basis van ventrikeldoorbraak of een cerebellair hematoom (<PERSOON> ###) Voor liquordrainage bij patiënten met een intracerebraal hematoom zonder hydrocephalus, of met alleen een contralaterale liquorcirculatiestoornis ziet de werkgroep geen argumenten Er is geen bewijs voor effectiviteit van intraventriculaire trombolyse via het drainagesysteem bij Bij een hersenbloeding kan klinische achteruitgang optreden als gevolg van hydrocephalus Bij cerebellaire Het is onduidelijk bij welke patiënten met een acute intracerebrale supra- of infratentoriële extraventriculaire liquordrainage bij patiënten met een intracerebrale supra- of infratentoriële bloeding Hydrocephalie door intraventriculair bloed kan behandeld worden door bijvoorbeeld een externe ventriculaire Bij welke patiënten met een acute intracerebrale supra- of infratentoriële bloeding is een externe ventrikeldrain De werkgroep achtte functioneel herstel, infecties en mortaliteit voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaten In de databases Medline (OVID), Embase en Cochrane is met relevante zoektermen gezocht naar studies die weergegeven in de bijlage De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Daarvan werden ## artikelen fulltext opgevraagd Uiteindelijk voldeed geen van de studies aan de criteria voor de beantwoording van deze <PERSOON> N, et al Thrombolytic removal of intraventricular haemorrhage in treatment of severe stroke <PERSOON> JW, Spincemaille GH, et al Treatment of cerebellar hematoma in <PERSOON> Netherlands A questionnaire Onder welke (additionele) voorwaarden komt een patiënt met een acuut herseninfarct in aanmerking voor Behandel patiënten met een acuut herseninfarct die DOAC gebruiken alleen met intraveneuze alteplase indien het aannemelijk is dat er geen relevant antistollingseffect meer aanwezig is Alleen bij dabigatran kan men ## minuten na couperen met idarucizumab direct behandelen met intraveneuze Bij alle DOACs kan men veilig behandelen met intraveneuze trombolytica als de patient een goede nierfunctie heeft (eFRR)## ml/min), en de laatste inname meer dan ## uur geleden heeft plaatsgevonden Bij verminderde Voor de aanbevelingen betreffende het bepalen van een relevant antistollings-effect van specifieke DOACS Het bepalen van activiteit van DOACs kost veel tijd Kies in een dergelijk geval voor directe trombectomie als.
559
fms
of infratentoriële bloeding Hydrocephalie door intraventriculair bloed kan behandeld worden door bijvoorbeeld een externe ventriculaire Bij welke patiënten met een acute intracerebrale supra- of infratentoriële bloeding is een externe ventrikeldrain De werkgroep achtte functioneel herstel, infecties en mortaliteit voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaten In de databases Medline (OVID), Embase en Cochrane is met relevante zoektermen gezocht naar studies die weergegeven in de bijlage De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Daarvan werden ## artikelen fulltext opgevraagd Uiteindelijk voldeed geen van de studies aan de criteria voor de beantwoording van deze <PERSOON> N, et al Thrombolytic removal of intraventricular haemorrhage in treatment of severe stroke <PERSOON> JW, Spincemaille GH, et al Treatment of cerebellar hematoma in <PERSOON> Netherlands A questionnaire Onder welke (additionele) voorwaarden komt een patiënt met een acuut herseninfarct in aanmerking voor Behandel patiënten met een acuut herseninfarct die DOAC gebruiken alleen met intraveneuze alteplase indien het aannemelijk is dat er geen relevant antistollingseffect meer aanwezig is Alleen bij dabigatran kan men ## minuten na couperen met idarucizumab direct behandelen met intraveneuze Bij alle DOACs kan men veilig behandelen met intraveneuze trombolytica als de patient een goede nierfunctie heeft (eFRR)## ml/min), en de laatste inname meer dan ## uur geleden heeft plaatsgevonden Bij verminderde Voor de aanbevelingen betreffende het bepalen van een relevant antistollings-effect van specifieke DOACS Het bepalen van activiteit van DOACs kost veel tijd Kies in een dergelijk geval voor directe trombectomie als #) kan veilig en effectief intraveneuze trombolyse gegeven worden (<PERSOON>, ###) De suboptimale antistollingsbehandeling komt geregeld voor en is een risico voor het krijgen van herseninfarcten Ook onder het gebruik van DOAC zullen suboptimale spiegels bij een deel van de patiënten in een deel van de tijd aanwezig zijn Indien deze mensen zich met een ernstig herseninfarct op de SEH presenteren komen ze in principe niet in aanmerking voor intraveneuze trombolyse, behalve als aangetoond kan worden dat er geen relevant antistollingseffect meer aanwezig is In het algemeen kan men aannemen dat een patiënt die regelmatig zijn medicatie inneemt, adequaat ontstold is Als er twijfel is over de compliance, kan men met relatief eenvoudige laboratoriumtests screenen om de juiste patiënten te selecteren voor intraveneuze trombolyse Belangrijk is dan dat de spiegel niet meer stijgt zoals na inname in de eerste twee tot vier uur Het is niet altijd met zekerheid te zeggen of de patiënt reeds een piekspiegel van een DOAC heeft bereikt, bijvoorbeeld bij onbekende laatste inname Bij recent stoppen van DOAC kan men uitgaan van de eliminatietijd van DOACs; bij normale nierfunctie (GFR )#i# ml/min) is dit twee- tot viermaal de halfwaardetijd (minstens ## uur geen inname); bij gestoorde nierfunctie is dit bij dabigatran langer (Richtlijn Antitrombotisch beleid, ###) Na deze periode zou relatief veilig met Het risico op symptomatische intracraniële bloedingen (ICH) is in de trials bij alle vier de DOACs significant lager dan bij vitamine-K-antgonisten (Ruff, ###).
585
fms
veilig en effectief intraveneuze trombolyse gegeven worden (<PERSOON>, ###) De suboptimale antistollingsbehandeling komt geregeld voor en is een risico voor het krijgen van herseninfarcten Ook onder het gebruik van DOAC zullen suboptimale spiegels bij een deel van de patiënten in een deel van de tijd aanwezig zijn Indien deze mensen zich met een ernstig herseninfarct op de SEH presenteren komen ze in principe niet in aanmerking voor intraveneuze trombolyse, behalve als aangetoond kan worden dat er geen relevant antistollingseffect meer aanwezig is In het algemeen kan men aannemen dat een patiënt die regelmatig zijn medicatie inneemt, adequaat ontstold is Als er twijfel is over de compliance, kan men met relatief eenvoudige laboratoriumtests screenen om de juiste patiënten te selecteren voor intraveneuze trombolyse Belangrijk is dan dat de spiegel niet meer stijgt zoals na inname in de eerste twee tot vier uur Het is niet altijd met zekerheid te zeggen of de patiënt reeds een piekspiegel van een DOAC heeft bereikt, bijvoorbeeld bij onbekende laatste inname Bij recent stoppen van DOAC kan men uitgaan van de eliminatietijd van DOACs; bij normale nierfunctie (GFR )#i# ml/min) is dit twee- tot viermaal de halfwaardetijd (minstens ## uur geen inname); bij gestoorde nierfunctie is dit bij dabigatran langer (Richtlijn Antitrombotisch beleid, ###) Na deze periode zou relatief veilig met Het risico op symptomatische intracraniële bloedingen (ICH) is in de trials bij alle vier de DOACs significant lager dan bij vitamine-K-antgonisten (Ruff, ###) Bij patiënten met een acuut herseninfarct, die een relevant antistollingseffect hebben door gebruik van kan men binnen #,# uur na ontstaan van klachten overwegen idarucizumab te geven en vervolgens behandelen De INR niet de juiste test is om activiteit van een DOAC aan te tonen of uit te sluiten Voor de keuze voor een middel specifieke test moet de gebruikte DOAC bekend zijn bij de arts en het laboratorium; het inzetten van alle testen (voor alle middelen) is niet mogelijk als het middel niet bekend is (uitslagen van anti-Xa testen zijn vals-verhoogd voor andere DOACS dan welke aanwezig is in plasma) Bovendien hebben niet alle ziekenhuislaboratoria op dit moment alle testen in huis of <DATUM> beschikbaar Verschillende niet-specifieke testen die kunnen worden toegepast bij sommige DOACs (zoals de APTT, PT) zijn reagens-afhankelijk en dienen lokaal gekalibreerd te zijn, ze zijn niet altijd eenvoudig te De tijd die gemoeid is met de diverse bepalingen is aanzienlijk voor een <PERSOON> of APTT is minimaal ## minuten nodig, en voor een meer specifieke anti-Xa of dTT bepaling is tot ### minuten nodig Samenvattend benadrukt de richtlijn antitrombotisch beleid dat voor de meeste testen specifieke reagentia nodig zijn, en dat de doorlooptijd van aanvraag tot uitslag dusdanig lang kan zijn dat in de context van IV trombolyse testen vaak niet zinvol is De werkgroep adviseert derhalve om vooraf met het eigen laboratorium logistiek en uitvoering van anticoagulantia testen door te spreken " Of patiënten die met een Direct werkend Oraal Anti-Coagulantium (DOAC) behandeld worden in aanmerking.
589
fms
relevant antistollingseffect hebben door gebruik van kan men binnen #,# uur na ontstaan van klachten overwegen idarucizumab te geven en vervolgens behandelen De INR niet de juiste test is om activiteit van een DOAC aan te tonen of uit te sluiten Voor de keuze voor een middel specifieke test moet de gebruikte DOAC bekend zijn bij de arts en het laboratorium; het inzetten van alle testen (voor alle middelen) is niet mogelijk als het middel niet bekend is (uitslagen van anti-Xa testen zijn vals-verhoogd voor andere DOACS dan welke aanwezig is in plasma) Bovendien hebben niet alle ziekenhuislaboratoria op dit moment alle testen in huis of <DATUM> beschikbaar Verschillende niet-specifieke testen die kunnen worden toegepast bij sommige DOACs (zoals de APTT, PT) zijn reagens-afhankelijk en dienen lokaal gekalibreerd te zijn, ze zijn niet altijd eenvoudig te De tijd die gemoeid is met de diverse bepalingen is aanzienlijk voor een <PERSOON> of APTT is minimaal ## minuten nodig, en voor een meer specifieke anti-Xa of dTT bepaling is tot ### minuten nodig Samenvattend benadrukt de richtlijn antitrombotisch beleid dat voor de meeste testen specifieke reagentia nodig zijn, en dat de doorlooptijd van aanvraag tot uitslag dusdanig lang kan zijn dat in de context van IV trombolyse testen vaak niet zinvol is De werkgroep adviseert derhalve om vooraf met het eigen laboratorium logistiek en uitvoering van anticoagulantia testen door te spreken " Of patiënten die met een Direct werkend Oraal Anti-Coagulantium (DOAC) behandeld worden in aanmerking De DOACs bestaan uit twee groepen medicijnen die direct en selectief aangrijpen op één stollingsfactor , factor IIa ofwel trombine (dabigatran); of factor Xa (rivaroxaban, apixaban, edoxaban) Het bepalen van de mate van het anticoagulerend effect van deze middelen is anders dan met vitamine-K-antagonisten De vraag is of en onder welke omstandigheden bij gebruik van DOACs behandeling met intraveneuze trombolytica effectief en veilig is Er zijn onvoldoende data om te beoordelen of intraveneuze trombolyse voor de behandeling van een acuut herseninfarct veilig uitgevoerd kan worden onder actief DOAC-gebruik Er zijn nog geen overzichtsartikelen (meta-analyses of systematische reviews) van alle observaties van trombolyse onder het gebruik van een <PERSOON> case series suggereren dat intraveneuze trombolyse ###, <PERSOON> ###) De onderzoeken zijn echter van beperkte kwaliteit (kleine aantallen, niet gerandomiseerd of gecorrigeerd voor case-mix of groot, maar zonder details over stollingsparameters of beleid) en selectieve publicaties van succesvolle casus kan een te positief beeld geven (Richtlijn Antitrombotisch beleid, ###) Aangezien systematisch onderzoek ontbreekt, is het nog onduidelijk in welke mate en onder welke omstandigheden DOACs het risico op intracraniële bloedingen gerelateerd aan intraveneuze trombolyse <PERSOON>, ###) Het tijdstip tot laatste inname van een DOAC en parameters die een relevant antistollingseffect uitsluiten zijn de belangrijkste factoren die bepalen of intraveneuze trombolyse gecontraindiceerd is Raadpleeg voor informatie over laboratoriumtesten bij antistollingsmiddelen de richtlijn Voor een review (inclusie zoektermen) van de relevante literatuur naar de relevante laboratoriumbepalingen met betrekking tot het vaststellen van het antistollingseffect van DOACs wordt verwezen naar de richtlijn.
591
fms
twee groepen medicijnen die direct en selectief aangrijpen op één stollingsfactor , factor IIa ofwel trombine (dabigatran); of factor Xa (rivaroxaban, apixaban, edoxaban) Het bepalen van de mate van het anticoagulerend effect van deze middelen is anders dan met vitamine-K-antagonisten De vraag is of en onder welke omstandigheden bij gebruik van DOACs behandeling met intraveneuze trombolytica effectief en veilig is Er zijn onvoldoende data om te beoordelen of intraveneuze trombolyse voor de behandeling van een acuut herseninfarct veilig uitgevoerd kan worden onder actief DOAC-gebruik Er zijn nog geen overzichtsartikelen (meta-analyses of systematische reviews) van alle observaties van trombolyse onder het gebruik van een <PERSOON> case series suggereren dat intraveneuze trombolyse ###, <PERSOON> ###) De onderzoeken zijn echter van beperkte kwaliteit (kleine aantallen, niet gerandomiseerd of gecorrigeerd voor case-mix of groot, maar zonder details over stollingsparameters of beleid) en selectieve publicaties van succesvolle casus kan een te positief beeld geven (Richtlijn Antitrombotisch beleid, ###) Aangezien systematisch onderzoek ontbreekt, is het nog onduidelijk in welke mate en onder welke omstandigheden DOACs het risico op intracraniële bloedingen gerelateerd aan intraveneuze trombolyse <PERSOON>, ###) Het tijdstip tot laatste inname van een DOAC en parameters die een relevant antistollingseffect uitsluiten zijn de belangrijkste factoren die bepalen of intraveneuze trombolyse gecontraindiceerd is Raadpleeg voor informatie over laboratoriumtesten bij antistollingsmiddelen de richtlijn Voor een review (inclusie zoektermen) van de relevante literatuur naar de relevante laboratoriumbepalingen met betrekking tot het vaststellen van het antistollingseffect van DOACs wordt verwezen naar de richtlijn Using dabigatran in patients with stroke, a clinicians guide to therapy <PERSOON> JC, Jimenez Caballero PE, et al Fatal intracerebral hemorrhage associated with administration of recombinant tissue plasminogen activator in a stroke patient on treatment with dabigatran Cerebrovasc Connolly SJ, Ezekowitz MD, <PERSOON> S, et al Dabigatran versus warfarin in patients with atrial fibrillation <PERSOON> J Med De Smedt A, De <PERSOON> K, et al Intravenous thrombolysis with recombinant tissue plasminogen activator in a De Smedt A, et al Intravenous thrombolysis with recombinant tissue plasminogen activator in a stroke patient treated with <PERSOON> K, et al Thrombolysis and Thrombectomy in Patients Treated with Dabigatran with <PERSOON> PJ, <PERSOON-##> RJ, Dippel DWJ Intravenous thrombolysis in acute ischaemic stroke From trial exclusion criteria to clinical contra-indications <PERSOON-##> international delphi study Journal of <PERSOON-##> H, et al Intravenous thrombolysis with recombinant tissue plasminogen activator in a stroke <PERSOON-##> thrombolysis in patients taking dabigatran Intern Med J ###;##(#) #<DATUM> doi <PERSOON-##> A, et al Successful intravenous thrombolysis in acute ischaemic <PERSOON-##> J, et al Revascularization for acute ischemic stroke is safe for rivaroxaban users <PERSOON-##> M, et al.
585
fms
Using dabigatran in patients with stroke, a clinicians guide to therapy <PERSOON> JC, Jimenez Caballero PE, et al Fatal intracerebral hemorrhage associated with administration of recombinant tissue plasminogen activator in a stroke patient on treatment with dabigatran Cerebrovasc Connolly SJ, Ezekowitz MD, <PERSOON> S, et al Dabigatran versus warfarin in patients with atrial fibrillation <PERSOON> J Med De Smedt A, De <PERSOON> K, et al Intravenous thrombolysis with recombinant tissue plasminogen activator in a De Smedt A, et al Intravenous thrombolysis with recombinant tissue plasminogen activator in a stroke patient treated with <PERSOON> K, et al Thrombolysis and Thrombectomy in Patients Treated with Dabigatran with <PERSOON> PJ, <PERSOON> RJ, Dippel DWJ Intravenous thrombolysis in acute ischaemic stroke From trial exclusion criteria to clinical contra-indications <PERSOON> international delphi study Journal of <PERSOON> H, et al Intravenous thrombolysis with recombinant tissue plasminogen activator in a stroke <PERSOON-##> thrombolysis in patients taking dabigatran Intern Med J ###;##(#) #<DATUM> doi <PERSOON-##> A, et al Successful intravenous thrombolysis in acute ischaemic <PERSOON-##> J, et al Revascularization for acute ischemic stroke is safe for rivaroxaban users <PERSOON-##> M, et al <PERSOON-##> thrombolysis in a stroke patient taking dabigatran <PERSOON-##> LC, Marrone AC Thrombolysis in an ischemic stroke patient on dabigatran anticoagulation a case report Matute MC, et al , Thrombolysis treatment for acute ischaemic stroke in a patient on treatment with dabigatran <PERSOON-##> J, et al Thrombolysis treatment for acute ischaemic stroke in a patient on <PERSOON-##> J, et al Idarucizumab for <PERSOON-##> J Med w<DATUM> ###-## <PERSOON-##> MT, Messe S, et al Treatment of acute stroke in patients on dabigatran A survey of us stroke specialists <PERSOON-##> V, et al Acute ischemic stroke treated with intravenous tissue plasminogen activator in a patient taking dabigatran with radiographic evidence of recanalization <PERSOON-##> Dis ###;##(###)e#​# ## <PERSOON-##> CH, et al Recanalization Therapies in Acute Ischemic Stroke Patients Impact of <PERSOON-##> K, De Smedt A, et al Intravenous thrombolysis with recombinant tissue plasminogen activator for acute ischemic stroke in a patient treated with rivaroxaban Clin Neurol Neurosurg ### Jul;#<DATUM> # <PERSOON-##> AF, et al Use of Intravenous Recombinant Tissue Plasminogen Activator in <PERSOON-##>) before Stroke Circulation.
579
fms
Interv <PERSOON> thrombolysis in a stroke patient taking dabigatran <PERSOON> LC, Marrone AC Thrombolysis in an ischemic stroke patient on dabigatran anticoagulation a case report Matute MC, et al , Thrombolysis treatment for acute ischaemic stroke in a patient on treatment with dabigatran <PERSOON> J, et al Thrombolysis treatment for acute ischaemic stroke in a patient on <PERSOON> J, et al Idarucizumab for <PERSOON> J Med w<DATUM> ###-## <PERSOON> MT, Messe S, et al Treatment of acute stroke in patients on dabigatran A survey of us stroke specialists <PERSOON> V, et al Acute ischemic stroke treated with intravenous tissue plasminogen activator in a patient taking dabigatran with radiographic evidence of recanalization <PERSOON> Dis ###;##(###)e#​# ## <PERSOON> CH, et al Recanalization Therapies in Acute Ischemic Stroke Patients Impact of <PERSOON-##> K, De Smedt A, et al Intravenous thrombolysis with recombinant tissue plasminogen activator for acute ischemic stroke in a patient treated with rivaroxaban Clin Neurol Neurosurg ### Jul;#<DATUM> # <PERSOON-##> AF, et al Use of Intravenous Recombinant Tissue Plasminogen Activator in <PERSOON-##>) before Stroke Circulation Welke patiënten met een acuut herseninfarct hebben baat bij intraveneuze trombolyse met alteplase? Behandel patiënten met een acuut herseninfarct zonder relevante contra-indicaties zo snel mogelijk met Dosering intraveneus alteplase #,# mg/kg lichaamsgewicht met een maximum van ## mg, de eerste ##% toegediend als bolus, direct gevolgd door infusie van de overige ##% over één uur Indicatie voor intraveneuze trombolyse acuut herseninfarct, waarbij de behandeling binnen #,# uur na het gebruik LMW heparine in therapeutische dosering, tenzij meer dan # uur geleden een subcutane gift en a de contra-indicaties vormen een leidraad en zijn gebaseerd op de contra-indicaties in klinische trials van alteplase bij patiënten met een herseninfarct én op de mening van experts (<PERSOON-##> ###) Zoals bij iedere behandeling dienen de potentiële voor- en nadelen van trombolyse tegen elkaar afgewogen te worden Veel van de genoemde contra-indicaties zijn zeldzaam In de praktijk is een grondige anamnese (ingrepen, b een aanzienlijk deel van de patiënten met een snelle verbetering van de klachten herstelt uiteindelijk toch een acuut myocardinfarct is geen contra-indicatie overleg zo nodig met de cardioloog over de voor- en indien een bloeding uit de operatiewond niet eenvoudig te voorkomen of te behandelen is; indien gewenst verlagen met labetalol volgens schema bij behandeling van hypertensie Er bestaat geen overtuigend bewijs dat het verlagen van de bloeddruk gecombineerd met trombolyse beter is dan het afzien van trombolyse Wetenschappelijk onderzoek hiernaar is daarom gewenst Een grote daling van de.
579
fms
Welke patiënten met een acuut herseninfarct hebben baat bij intraveneuze trombolyse met alteplase? Behandel patiënten met een acuut herseninfarct zonder relevante contra-indicaties zo snel mogelijk met Dosering intraveneus alteplase #,# mg/kg lichaamsgewicht met een maximum van ## mg, de eerste ##% toegediend als bolus, direct gevolgd door infusie van de overige ##% over één uur Indicatie voor intraveneuze trombolyse acuut herseninfarct, waarbij de behandeling binnen #,# uur na het gebruik LMW heparine in therapeutische dosering, tenzij meer dan # uur geleden een subcutane gift en a de contra-indicaties vormen een leidraad en zijn gebaseerd op de contra-indicaties in klinische trials van alteplase bij patiënten met een herseninfarct én op de mening van experts (<PERSOON> ###) Zoals bij iedere behandeling dienen de potentiële voor- en nadelen van trombolyse tegen elkaar afgewogen te worden Veel van de genoemde contra-indicaties zijn zeldzaam In de praktijk is een grondige anamnese (ingrepen, b een aanzienlijk deel van de patiënten met een snelle verbetering van de klachten herstelt uiteindelijk toch een acuut myocardinfarct is geen contra-indicatie overleg zo nodig met de cardioloog over de voor- en indien een bloeding uit de operatiewond niet eenvoudig te voorkomen of te behandelen is; indien gewenst verlagen met labetalol volgens schema bij behandeling van hypertensie Er bestaat geen overtuigend bewijs dat het verlagen van de bloeddruk gecombineerd met trombolyse beter is dan het afzien van trombolyse Wetenschappelijk onderzoek hiernaar is daarom gewenst Een grote daling van de waarschijnlijk verhoogd Bij twijfel over het gebruik van een DOAC kan een therapeutische spiegel als volgt een normale aPTT en PT sluiten DOAC-gebruik met therapeutische spiegels uit in geval van dabigatran en rivaroxaban Klinisch relevante spiegels van apixaban zijn echter niet uitgesloten, bij een verlengde aPTT en PT wachten tot specifieke testen voor DOAC’s bekend zijn dTT een therapeutische spiegel van een LMWH kan worden uitgesloten dan wel aangetoond middels een antiXa-bepaling Deze contra-indicatie geldt niet, indien er meer dan # uur geleden een subcutane gift van perfusiedefect, dan is het onwaarschijnlijk dat een parese als louter ‘postictaal’ geduid moet worden Behandeling van een verhoogde bloeddruk vóór en in de eerste uren na trombolyse Een bloeddruk hoger dan ### mmHg systolisch of ### mmHg diastolisch is een contra-indicatie voor behandeling met alteplase vanwege de toegenomen kans op intracraniële bloedingen Het is onbekend of het behandelen van de hypertensie gevolgd door trombolyse een voordeel heeft boven het afwachten of de bloeddruk spontaan daalt binnen het tijdvenster voor trombolyse Actief verlagen van de bloeddruk voor intraveneuze trombolyse kan mogelijk ook schadelijk kan zijn omdat een plotselinge bloeddrukdaling, helemaal werkgroep is van mening dat bij patiënten met een herseninfarct die behoudens een te hoge systolische of diastolische bloeddruk in aanmerking komen voor trombolyse een medicamenteuze verlaging van de bloeddruk Ook tijdens en in de eerste ## uur na behandeling met trombolyse dient de bloeddruk systolisch lager te zijn dan ### mmHg en diastolisch lager dan ### mmHg In geval van een hogere bloeddruk kan volgens het.
590
fms
gebruik van een DOAC kan een therapeutische spiegel als volgt een normale aPTT en PT sluiten DOAC-gebruik met therapeutische spiegels uit in geval van dabigatran en rivaroxaban Klinisch relevante spiegels van apixaban zijn echter niet uitgesloten, bij een verlengde aPTT en PT wachten tot specifieke testen voor DOAC’s bekend zijn dTT een therapeutische spiegel van een LMWH kan worden uitgesloten dan wel aangetoond middels een antiXa-bepaling Deze contra-indicatie geldt niet, indien er meer dan # uur geleden een subcutane gift van perfusiedefect, dan is het onwaarschijnlijk dat een parese als louter ‘postictaal’ geduid moet worden Behandeling van een verhoogde bloeddruk vóór en in de eerste uren na trombolyse Een bloeddruk hoger dan ### mmHg systolisch of ### mmHg diastolisch is een contra-indicatie voor behandeling met alteplase vanwege de toegenomen kans op intracraniële bloedingen Het is onbekend of het behandelen van de hypertensie gevolgd door trombolyse een voordeel heeft boven het afwachten of de bloeddruk spontaan daalt binnen het tijdvenster voor trombolyse Actief verlagen van de bloeddruk voor intraveneuze trombolyse kan mogelijk ook schadelijk kan zijn omdat een plotselinge bloeddrukdaling, helemaal werkgroep is van mening dat bij patiënten met een herseninfarct die behoudens een te hoge systolische of diastolische bloeddruk in aanmerking komen voor trombolyse een medicamenteuze verlaging van de bloeddruk Ook tijdens en in de eerste ## uur na behandeling met trombolyse dient de bloeddruk systolisch lager te zijn dan ### mmHg en diastolisch lager dan ### mmHg In geval van een hogere bloeddruk kan volgens het Indien dit onvoldoende effect heeft kan in overleg Behandeling bloeddruk indien hoger dan ### mmHg systolisch of ### mmHg diastolisch # start Labetalol #,## tot #,## mg/kg i v eenmalig in één minuut Bij uitblijven adequate bloeddrukdaling # na de bolus start labetalol continue i v infusie # tot # mg/min, bij behalen bedoelde bloeddrukeffect naar # continue infusie labetalol # tot ## mg/uur; de maximum dosis labetalol per ## uur is ### mg Het effect van intraveneuze toediening van ### mg acetylsalicylzuur binnen ## minuten na de start van alteplase is in een Nederlandse gerandomiseerde open trial met geblindeerde uitkomstmeting onder ### patiënten met een herseninfarct vergeleken met dat van het starten van acetylsalicylzuur oraal na ## uur Na drie maanden was ##,#% van de patiënten in de vroege acetylsalicylzuur-groep in leven en onafhankelijk (mRS ≤#) en ##,#% van de patiënten in de groep die pas na ## uur startte met acetylsalicylzuur (absolute verschil -#,#%; ##% BI -##,# tot vaker op bij patiënten die vroeg werden behandeld met acetylsalicylzuur (absolute verschil #,#%; ##% BI #,# tot #,#; p=#,##) (Zinkstok, ###) De werkgroep adviseert daarom in de eerste ## uur na start van trombolyse niet Als een klinisch relevante bloeding is opgetreden tijdens behandeling met alteplase, dan dient deze behandeling met alteplase direct gestaakt te worden De optimale antifibrinolytische behandeling is onbekend omdat hiernaar geen adequaat onderzoek heeft plaatsgevonden Overwogen kan worden om voorafgaand aan deze.
651
fms
Indien dit onvoldoende effect heeft kan in overleg Behandeling bloeddruk indien hoger dan ### mmHg systolisch of ### mmHg diastolisch # start Labetalol #,## tot #,## mg/kg i v eenmalig in één minuut Bij uitblijven adequate bloeddrukdaling # na de bolus start labetalol continue i v infusie # tot # mg/min, bij behalen bedoelde bloeddrukeffect naar # continue infusie labetalol # tot ## mg/uur; de maximum dosis labetalol per ## uur is ### mg Het effect van intraveneuze toediening van ### mg acetylsalicylzuur binnen ## minuten na de start van alteplase is in een Nederlandse gerandomiseerde open trial met geblindeerde uitkomstmeting onder ### patiënten met een herseninfarct vergeleken met dat van het starten van acetylsalicylzuur oraal na ## uur Na drie maanden was ##,#% van de patiënten in de vroege acetylsalicylzuur-groep in leven en onafhankelijk (mRS ≤#) en ##,#% van de patiënten in de groep die pas na ## uur startte met acetylsalicylzuur (absolute verschil -#,#%; ##% BI -##,# tot vaker op bij patiënten die vroeg werden behandeld met acetylsalicylzuur (absolute verschil #,#%; ##% BI #,# tot #,#; p=#,##) (Zinkstok, ###) De werkgroep adviseert daarom in de eerste ## uur na start van trombolyse niet Als een klinisch relevante bloeding is opgetreden tijdens behandeling met alteplase, dan dient deze behandeling met alteplase direct gestaakt te worden De optimale antifibrinolytische behandeling is onbekend omdat hiernaar geen adequaat onderzoek heeft plaatsgevonden Overwogen kan worden om voorafgaand aan deze bepalen Hiermee krijgt men achteraf meer inzicht in de oorzaak van de bloeding en kan het fibrinogeen worden Antifibrinolytische behandeling bij een klinisch relevante bloeding tijdens of na behandeling met alteplase Bij # tot #% van de patiënten treedt binnen uren na start van de alteplase orolinguaal angio-oedeem op De kans hierop is verhoogd bij het gebruik van een ACE-remmer Meestal is het oedeem mild, maar in zeldzame gevallen ontstaat respiratoire insufficiëntie door een blokkade van de ademweg Voor de behandeling kan het lokale allergie/anafylaxieprotocol gevolgd worden De medicamenteuze behandeling bij mild tot matig ernstig oedeem kan bestaan uit clemastine # mg intraveneus gecombineerd met dexamethason # mg intraveneus en in geval van stridor of bronchospasme verneveling met salbutamol # mg) Indien sprake is van (dreigende) respiratoire of hemodynamische insufficiëntie bestaat de behandeling uit toediening van adrenaline #,# mg intramusculair, evt vernevelen met salbutamol #mg (zie NIV richtlijn Anafylactische reactie) en dient de Twintig tot ##% van de herseninfarcten ontstaan tijdens slaap Als de patiënt langer dan viereneenhalf uur voordat de verschijnselen worden ontdekt voor het laatst wakker en zonder klachten is geweest bestaat er volgens de onderstaande criteria een contra-indicatie tegen trombolyse In enkele kleine observationele studies bleek trombolyse bij patiënten die de uitvalsverschijnselen voor het eerst bij het ontwaken uit slaap hadden ontdekt én die voldeden aan specifieke CT- of MRI-criteria niet gepaard te gaan met een grote kans op complicaties (Morelli, ###; Barreto, ###) Of de voordelen groter waren dan de nadelen bleef echter onzeker.
664
fms
meer inzicht in de oorzaak van de bloeding en kan het fibrinogeen worden Antifibrinolytische behandeling bij een klinisch relevante bloeding tijdens of na behandeling met alteplase Bij # tot #% van de patiënten treedt binnen uren na start van de alteplase orolinguaal angio-oedeem op De kans hierop is verhoogd bij het gebruik van een ACE-remmer Meestal is het oedeem mild, maar in zeldzame gevallen ontstaat respiratoire insufficiëntie door een blokkade van de ademweg Voor de behandeling kan het lokale allergie/anafylaxieprotocol gevolgd worden De medicamenteuze behandeling bij mild tot matig ernstig oedeem kan bestaan uit clemastine # mg intraveneus gecombineerd met dexamethason # mg intraveneus en in geval van stridor of bronchospasme verneveling met salbutamol # mg) Indien sprake is van (dreigende) respiratoire of hemodynamische insufficiëntie bestaat de behandeling uit toediening van adrenaline #,# mg intramusculair, evt vernevelen met salbutamol #mg (zie NIV richtlijn Anafylactische reactie) en dient de Twintig tot ##% van de herseninfarcten ontstaan tijdens slaap Als de patiënt langer dan viereneenhalf uur voordat de verschijnselen worden ontdekt voor het laatst wakker en zonder klachten is geweest bestaat er volgens de onderstaande criteria een contra-indicatie tegen trombolyse In enkele kleine observationele studies bleek trombolyse bij patiënten die de uitvalsverschijnselen voor het eerst bij het ontwaken uit slaap hadden ontdekt én die voldeden aan specifieke CT- of MRI-criteria niet gepaard te gaan met een grote kans op complicaties (Morelli, ###; Barreto, ###) Of de voordelen groter waren dan de nadelen bleef echter onzeker bij patiënten met een herseninfarct dat tijdens de slaap is ontstaan onderzocht Dit zijn EXTEND-trial specifieke CT- of MRI-criteria Totdat de resultaten van deze onderzoeken bekend zijn is het beter om geen tromblytische behandeling met alteplase uit te voeren bij patiënten van wie niet zeker is dat de verschijnselen binnen viereneenhalf uur vóór de start van de behandeling zijn ontstaan Patiënten met een herseninfarct en aanvankelijk milde of snel verbeterende symptomen hebben toch een aanzienlijke kans op een slechte uitkomst (<PERSOON>, ###) Zoals hierboven is beschreven blijkt uit een metaanalyse van de trombolysetrials dat patiënten met een NIHSS van # tot en met # op het moment van inclusie in de trial baat hadden bij behandeling met alteplase (Emberson, ###) Het is echter niet bekend hoeveel van deze patiënten een score van # of # hadden (dus een zeer mild infarct), en patiënten met snel verbeterende symptomen werden van de meeste trials uitgesloten De werkgroep adviseert om patiënten met een herseninfarct en een score ≥# op de NIHSS te behandelen met intraveneus alteplase indien zij voldoen aan de Een zeer klein deel van de herseninfarcten presenteert zich met een epileptisch insult op het moment van het ontstaan van de uitvalsverschijnselen Zonder geavanceerde beeldvorming is het dan vaak in de eerste uren onduidelijk of sprake is van een postictale parese of uitval ten gevolge van een herseninfarct Om deze reden werden patiënten die zich presenteerden met een epileptisch insult uitgesloten van de meeste trombolysetrials.
583
fms
herseninfarct dat tijdens de slaap is ontstaan onderzocht Dit zijn EXTEND-trial specifieke CT- of MRI-criteria Totdat de resultaten van deze onderzoeken bekend zijn is het beter om geen tromblytische behandeling met alteplase uit te voeren bij patiënten van wie niet zeker is dat de verschijnselen binnen viereneenhalf uur vóór de start van de behandeling zijn ontstaan Patiënten met een herseninfarct en aanvankelijk milde of snel verbeterende symptomen hebben toch een aanzienlijke kans op een slechte uitkomst (<PERSOON>, ###) Zoals hierboven is beschreven blijkt uit een metaanalyse van de trombolysetrials dat patiënten met een NIHSS van # tot en met # op het moment van inclusie in de trial baat hadden bij behandeling met alteplase (Emberson, ###) Het is echter niet bekend hoeveel van deze patiënten een score van # of # hadden (dus een zeer mild infarct), en patiënten met snel verbeterende symptomen werden van de meeste trials uitgesloten De werkgroep adviseert om patiënten met een herseninfarct en een score ≥# op de NIHSS te behandelen met intraveneus alteplase indien zij voldoen aan de Een zeer klein deel van de herseninfarcten presenteert zich met een epileptisch insult op het moment van het ontstaan van de uitvalsverschijnselen Zonder geavanceerde beeldvorming is het dan vaak in de eerste uren onduidelijk of sprake is van een postictale parese of uitval ten gevolge van een herseninfarct Om deze reden werden patiënten die zich presenteerden met een epileptisch insult uitgesloten van de meeste trombolysetrials van een herseninfarct minder voordeel zouden hebben van behandeling met trombolyse Een epileptisch insult in de eerste uren na een herseninfarct is dan ook geen contra-indicatie voor trombolyse De werkgroep adviseert om bij patiënten bij wie getwijfeld wordt tussen een postictale parese en uitval ten gevolge van een herseninfarct direct aanvullende beeldvorming te verrichten om het bestaan van een herseninfarct te evalueren Deze -perfusie Indien sprake is van een herseninfarct én de patiënt voldoet aan de overige criteria kan behandeld Zelfs in centra met veel ervaring blijkt # tot #% van de patiënten die behandeld zijn met alteplase wegens de verdenking op een herseninfarct achteraf geen herseninfarct te hebben Er is dan sprake van een zogenaamde ‘stroke mimic’ In een grote multicenter studie bleek dat de kans op een intracraniële bloeding bij deze patiënten getwijfeld wordt over de diagnose herseninfarct direct aanvullende beeldvorming te verrichten zoals beschreven onder ‘epileptisch insult ’ Indien een herseninfarct waarschijnlijk is én de patiënt voldoet aan de overige criteria Patiënten met een eerdere intracraniële of intracerebrale bloeding werden uitgesloten van de meeste trombolysetrials Dit gold niet voor IST-#, maar het is niet bekend of in die trial daadwerkelijk patiënten met een eerdere intracraniële bloeding geïncludeerd zijn Ook zijn er geen observationele studies waarin voldoende patiënten met een eerdere intracraniële bloeding zijn geïncludeerd om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de veiligheid van trombolyse bij deze patiënten Het is aannemelijk dat patiënten met een eerdere lobaire bloeding ten gevolge van bijvoorbeeld amyloïdangiopathie een grotere kans hebben op het ontstaan van een.
583
fms
behandeling met trombolyse Een epileptisch insult in de eerste uren na een herseninfarct is dan ook geen contra-indicatie voor trombolyse De werkgroep adviseert om bij patiënten bij wie getwijfeld wordt tussen een postictale parese en uitval ten gevolge van een herseninfarct direct aanvullende beeldvorming te verrichten om het bestaan van een herseninfarct te evalueren Deze -perfusie Indien sprake is van een herseninfarct én de patiënt voldoet aan de overige criteria kan behandeld Zelfs in centra met veel ervaring blijkt # tot #% van de patiënten die behandeld zijn met alteplase wegens de verdenking op een herseninfarct achteraf geen herseninfarct te hebben Er is dan sprake van een zogenaamde ‘stroke mimic’ In een grote multicenter studie bleek dat de kans op een intracraniële bloeding bij deze patiënten getwijfeld wordt over de diagnose herseninfarct direct aanvullende beeldvorming te verrichten zoals beschreven onder ‘epileptisch insult ’ Indien een herseninfarct waarschijnlijk is én de patiënt voldoet aan de overige criteria Patiënten met een eerdere intracraniële of intracerebrale bloeding werden uitgesloten van de meeste trombolysetrials Dit gold niet voor IST-#, maar het is niet bekend of in die trial daadwerkelijk patiënten met een eerdere intracraniële bloeding geïncludeerd zijn Ook zijn er geen observationele studies waarin voldoende patiënten met een eerdere intracraniële bloeding zijn geïncludeerd om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de veiligheid van trombolyse bij deze patiënten Het is aannemelijk dat patiënten met een eerdere lobaire bloeding ten gevolge van bijvoorbeeld amyloïdangiopathie een grotere kans hebben op het ontstaan van een hypertensieve bloeding bij wie de bloeddruk daarna goed onder controle was, en bij patiënten met een eerder traumatisch subduraal hematoom Het risico op een intracraniële bloeding lijkt niet relevant verhoogd bij patiënten met een eerdere bloeding uit een daarna behandelde intracraniële vaatafwijking zoals een aneurysma De werkgroep adviseert daarom om bij patiënten met een herseninfarct die langer dan drie maanden geleden een intracraniële bloeding hebben gehad niet per definitie af te zien van trombolyse, maar de voor- en nadelen Bij ongeveer eenderde van de patiënten met een herseninfarct kunnen met MRI één of meerdere cerebrale microbloedingen worden aangetoond (Cordonnier, ###) Het bestaan van microbloedingen is mogelijk geassocieerd met een verhoogde kans op intracerebrale bloedingen als gevolg van trombolyse (Charidimou, ###) Het is onbekend of bij patiënten met microbloedingen het voordeel van trombolyse anders is dan bij patiënten zonder microbloedingen Het bestaan van microbloedingen is daarom geen contra-indicatie voor Patiënten met een recent ernstig trauma capitis werden uitgesloten van deelname aan trombolysetrials De definitie van recent varieerde van drie weken tot drie maanden Op basis van internationale expert opinion is een periode van twee maanden vastgesteld (<PERSOON>, ###) De definitie van ernstig in de exclusiecriteria van trombolysetrials is helaas onduidelijk, en er bestaan geen betrouwbare gegevens over de risico’s van trombolyse bij patiënten met een recent licht schedelhersenletsel, bijvoorbeeld als gevolg van een val bij het ontstaan van de uitval De werkgroep is van mening dat een geïsoleerd recent licht schedelhersenletsel geen.
585
fms
hypertensieve bloeding bij wie de bloeddruk daarna goed onder controle was, en bij patiënten met een eerder traumatisch subduraal hematoom Het risico op een intracraniële bloeding lijkt niet relevant verhoogd bij patiënten met een eerdere bloeding uit een daarna behandelde intracraniële vaatafwijking zoals een aneurysma De werkgroep adviseert daarom om bij patiënten met een herseninfarct die langer dan drie maanden geleden een intracraniële bloeding hebben gehad niet per definitie af te zien van trombolyse, maar de voor- en nadelen Bij ongeveer eenderde van de patiënten met een herseninfarct kunnen met MRI één of meerdere cerebrale microbloedingen worden aangetoond (Cordonnier, ###) Het bestaan van microbloedingen is mogelijk geassocieerd met een verhoogde kans op intracerebrale bloedingen als gevolg van trombolyse (Charidimou, ###) Het is onbekend of bij patiënten met microbloedingen het voordeel van trombolyse anders is dan bij patiënten zonder microbloedingen Het bestaan van microbloedingen is daarom geen contra-indicatie voor Patiënten met een recent ernstig trauma capitis werden uitgesloten van deelname aan trombolysetrials De definitie van recent varieerde van drie weken tot drie maanden Op basis van internationale expert opinion is een periode van twee maanden vastgesteld (<PERSOON>, ###) De definitie van ernstig in de exclusiecriteria van trombolysetrials is helaas onduidelijk, en er bestaan geen betrouwbare gegevens over de risico’s van trombolyse bij patiënten met een recent licht schedelhersenletsel, bijvoorbeeld als gevolg van een val bij het ontstaan van de uitval De werkgroep is van mening dat een geïsoleerd recent licht schedelhersenletsel geen groep patiënten met een acuut herseninfarct Ten tijde van het schrijven van de Richtlijn Beroerte ### bestond nog onduidelijkheid over het nut van deze behandeling bij geringe of juist zeer ernstige uitvalsverschijnselen, bij patiënten ouder dan <LEEFTIJD> jaar, en indien de behandeling niet binnen drie uur na het ontstaan van de verschijnselen kon worden gestart Nieuwe trials en meta-analyses hebben meer duidelijkheid verschaft Ook bestaat nu relevante informatie over het nut en de gevaren van het starten met acetylsalicylzuur binnen enkele uren na de behandeling Daarnaast bieden nieuwe observationele studies meer inzicht in het nut en de risico’s van behandeling met alteplase onder bijzondere omstandigheden Deze module beperkt zich tot het trombolyticum alteplase omdat van andere trombolytica het effect niet of nog niet voldoende bewezen is (Wardlaw, ###; De uitgangsvraag welke patiënten met een acuut herseninfarct baat hebben bij intraveneuze trombolyse met Er wordt onderscheid gemaakt tussen patiënten met een herseninfarct op basis van de volgende a start van de behandeling binnen drie uur, tussen drie en viereneenhalf uur, of tussen viereneenhalf en zes c ernst van de uitvalsverschijnselen onderverdeeld in mild, matig ernstig tot ernstig, en zeer ernstig Bij patiënten met een herseninfarct vermindert behandeling met intraveneus alteplase de kans op overlijden of afhankelijkheid en vergroot de behandeling de kans op een (vrijwel) volledig herstel indien de behandeling wordt gestart binnen viereneenhalf uur na het ontstaan van de verschijnselen De kans op een goed herstel neemt toe naarmate de Bij patiënten met een herseninfarct heeft behandeling met intraveneus alteplase geen effect.
584
fms
Ten tijde van het schrijven van de Richtlijn Beroerte ### bestond nog onduidelijkheid over het nut van deze behandeling bij geringe of juist zeer ernstige uitvalsverschijnselen, bij patiënten ouder dan <LEEFTIJD> jaar, en indien de behandeling niet binnen drie uur na het ontstaan van de verschijnselen kon worden gestart Nieuwe trials en meta-analyses hebben meer duidelijkheid verschaft Ook bestaat nu relevante informatie over het nut en de gevaren van het starten met acetylsalicylzuur binnen enkele uren na de behandeling Daarnaast bieden nieuwe observationele studies meer inzicht in het nut en de risico’s van behandeling met alteplase onder bijzondere omstandigheden Deze module beperkt zich tot het trombolyticum alteplase omdat van andere trombolytica het effect niet of nog niet voldoende bewezen is (Wardlaw, ###; De uitgangsvraag welke patiënten met een acuut herseninfarct baat hebben bij intraveneuze trombolyse met Er wordt onderscheid gemaakt tussen patiënten met een herseninfarct op basis van de volgende a start van de behandeling binnen drie uur, tussen drie en viereneenhalf uur, of tussen viereneenhalf en zes c ernst van de uitvalsverschijnselen onderverdeeld in mild, matig ernstig tot ernstig, en zeer ernstig Bij patiënten met een herseninfarct vermindert behandeling met intraveneus alteplase de kans op overlijden of afhankelijkheid en vergroot de behandeling de kans op een (vrijwel) volledig herstel indien de behandeling wordt gestart binnen viereneenhalf uur na het ontstaan van de verschijnselen De kans op een goed herstel neemt toe naarmate de Bij patiënten met een herseninfarct heeft behandeling met intraveneus alteplase geen effect De systematische literatuursearch leverde ## relevante RCTs op met in totaal ### patiënten Deze trials zijn samengevat in een systematische Cochrane review en meta-analyse over de effecten van trombolyse bij een acuut herseninfarct (Wardlaw, ###) Deze review dient als de basis voor deze module, naast een meta-analyse van gegevens van ### individuele patiënten met een acuut herseninfarct in acht RCTs van trombolyse met alteplase (Emberson, ###) Deze acht RCTs zijn ook opgenomen in de Cochrane meta-analyse Overigens De Cochrane meta-analyse betreft trials met een maximale duur tot start van de behandeling van zes uur na het ontstaan van de symptomen Er wordt wel een onderscheid gemaakt tussen behandeling binnen # uur en behandeling tussen drie en zes uur In de meta-analyse van individuele patiënten wordt de laatste periode bij viereneenhalf uur in tweeën gesplitst, hetgeen voor de klinische praktijk nuttige informatie oplevert Helaas is in deze meta-analyse het primaire eindpunt ‘overleven zonder beperkingen’ (mRS # of #) en worden de effecten Het einde van de follow-up was in de verschillende trials drie of zes maanden In deze module wordt daar geen In tien trials met ### patiënten in de Cochrane meta-analyse verminderde behandeling met intraveneus alteplase gestart binnen zes uur na het ontstaan van de symptomen de kans op overlijden of afhankelijkheid aan gevallen van overlijden of afhankelijkheid (##% BI ## tot ##) per ### behandelde patiënten Er was sprake van significante heterogeniteit van behandeleffecten tussen trials die alteplase gebruikten (I² = ##%, p=#,###).
610
fms
De systematische literatuursearch leverde ## relevante RCTs op met in totaal ### patiënten Deze trials zijn samengevat in een systematische Cochrane review en meta-analyse over de effecten van trombolyse bij een acuut herseninfarct (Wardlaw, ###) Deze review dient als de basis voor deze module, naast een meta-analyse van gegevens van ### individuele patiënten met een acuut herseninfarct in acht RCTs van trombolyse met alteplase (Emberson, ###) Deze acht RCTs zijn ook opgenomen in de Cochrane meta-analyse Overigens De Cochrane meta-analyse betreft trials met een maximale duur tot start van de behandeling van zes uur na het ontstaan van de symptomen Er wordt wel een onderscheid gemaakt tussen behandeling binnen # uur en behandeling tussen drie en zes uur In de meta-analyse van individuele patiënten wordt de laatste periode bij viereneenhalf uur in tweeën gesplitst, hetgeen voor de klinische praktijk nuttige informatie oplevert Helaas is in deze meta-analyse het primaire eindpunt ‘overleven zonder beperkingen’ (mRS # of #) en worden de effecten Het einde van de follow-up was in de verschillende trials drie of zes maanden In deze module wordt daar geen In tien trials met ### patiënten in de Cochrane meta-analyse verminderde behandeling met intraveneus alteplase gestart binnen zes uur na het ontstaan van de symptomen de kans op overlijden of afhankelijkheid aan gevallen van overlijden of afhankelijkheid (##% BI ## tot ##) per ### behandelde patiënten Er was sprake van significante heterogeniteit van behandeleffecten tussen trials die alteplase gebruikten (I² = ##%, p=#,###) zes uur na het ontstaan van de symptomen geen effect op de kans op overlijden binnen drie tot zes maanden OR #,## (##% BI #,## tot #,##) Wel leidde behandeling met alteplase tot een toename van de kans op met ## extra gevallen van overlijden (##% BI ## tot ##) in de eerste zeven tot tien dagen per ### behandelde In de Cochrane meta-analyse ontstond bij ### (#,#%) van de ### patiënten die binnen zes uur met alteplase waren behandeld in de eerste zeven tot tien dagen een symptomatische intracraniële bloeding, en bij ## (#,#%) tot ##) extra symptomatische intracraniële bloedingen per ### behandelde patiënten Fatale intracraniële bloedingen traden in de eerste zeven tot tien dagen op bij ### (#,#%) van ### patiënten die met alteplase In de meta-analyse van gegevens van individuele patiënten ontstonden in de eerste zeven dagen met ## extra symptomatische intracraniële bloedingen per ### behandelde patiënten Fatale intracerebrale bloedingen traden op bij ## (#,#%) van de patiënten behandeld met alteplase en bij ## (#,#%) van de controles Het effect van behandeling met alteplase op de kans op een (vrijwel) volledig herstel wordt sterk bepaald door de tijd tussen het ontstaan van de symptomen en het starten van de behandeling (p=#,### in de meta-analyse van gegevens van individuele patiënten) Het tijdstip waarop de onderste grens van het ##% BI de lijn van geen effect passeert ligt in deze meta-analyse op #,# uur na het ontstaan van de symptomen (figuur #) (Emberson, ###).
710
fms
na het ontstaan van de symptomen geen effect op de kans op overlijden binnen drie tot zes maanden OR #,## (##% BI #,## tot #,##) Wel leidde behandeling met alteplase tot een toename van de kans op met ## extra gevallen van overlijden (##% BI ## tot ##) in de eerste zeven tot tien dagen per ### behandelde In de Cochrane meta-analyse ontstond bij ### (#,#%) van de ### patiënten die binnen zes uur met alteplase waren behandeld in de eerste zeven tot tien dagen een symptomatische intracraniële bloeding, en bij ## (#,#%) tot ##) extra symptomatische intracraniële bloedingen per ### behandelde patiënten Fatale intracraniële bloedingen traden in de eerste zeven tot tien dagen op bij ### (#,#%) van ### patiënten die met alteplase In de meta-analyse van gegevens van individuele patiënten ontstonden in de eerste zeven dagen met ## extra symptomatische intracraniële bloedingen per ### behandelde patiënten Fatale intracerebrale bloedingen traden op bij ## (#,#%) van de patiënten behandeld met alteplase en bij ## (#,#%) van de controles Het effect van behandeling met alteplase op de kans op een (vrijwel) volledig herstel wordt sterk bepaald door de tijd tussen het ontstaan van de symptomen en het starten van de behandeling (p=#,### in de meta-analyse van gegevens van individuele patiënten) Het tijdstip waarop de onderste grens van het ##% BI de lijn van geen effect passeert ligt in deze meta-analyse op #,# uur na het ontstaan van de symptomen (figuur #) (Emberson, ###) klinische beleid Er bestond in de trials geen statistisch significante relatie tussen de tijd tot de start van de behandeling en de kans op overlijden binnen drie tot zes maanden, maar een verband kan niet met voldoende zekerheid worden uitgesloten (figuur #) De toename van de kans op het ontstaan van fatale intracerebrale bloedingen was niet afhankelijk van het tijdstip van de start van de behandeling (figuur #) (Emberson, ###) trombolyse enerzijds en de kans op een goed herstel (mRS # of #) anderzijds De dikke lijn geef t het geschatte behandelingsef f ect weer en de dunne lijnen de grenzen van het ##% BI In zes trials met ### patiënten verminderde behandeling met intraveneus alteplase gestart binnen drie uur na het ontstaan van de symptomen de kans op overlijden of afhankelijkheid aan het einde van de follow-up OR afhankelijkheid (##% BI ## tot ###) per ### behandelde patiënten Hierbij was geen sprake van heterogeniteit tussen de trials In dit tijdsbestek had trombolyse geen effect op de kans op overlijden gedurende de follow-up In de meta-analyse van gegevens van individuele patiënten leidde behandeling binnen drie uur na het ontstaan p(#,###; figuur #), hetgeen vergelijkbaar is met ## extra patiënten met een (vrijwel) volledig herstel per ### In de meta-analyse van gegevens van individuele patiënten leidde behandeling gestart tussen drie en viereneenhalf uur na het ontstaan van de symptomen tot een grotere kans op een (vrijwel) volledig herstel OR.
697
fms
geen statistisch significante relatie tussen de tijd tot de start van de behandeling en de kans op overlijden binnen drie tot zes maanden, maar een verband kan niet met voldoende zekerheid worden uitgesloten (figuur #) De toename van de kans op het ontstaan van fatale intracerebrale bloedingen was niet afhankelijk van het tijdstip van de start van de behandeling (figuur #) (Emberson, ###) trombolyse enerzijds en de kans op een goed herstel (mRS # of #) anderzijds De dikke lijn geef t het geschatte behandelingsef f ect weer en de dunne lijnen de grenzen van het ##% BI In zes trials met ### patiënten verminderde behandeling met intraveneus alteplase gestart binnen drie uur na het ontstaan van de symptomen de kans op overlijden of afhankelijkheid aan het einde van de follow-up OR afhankelijkheid (##% BI ## tot ###) per ### behandelde patiënten Hierbij was geen sprake van heterogeniteit tussen de trials In dit tijdsbestek had trombolyse geen effect op de kans op overlijden gedurende de follow-up In de meta-analyse van gegevens van individuele patiënten leidde behandeling binnen drie uur na het ontstaan p(#,###; figuur #), hetgeen vergelijkbaar is met ## extra patiënten met een (vrijwel) volledig herstel per ### In de meta-analyse van gegevens van individuele patiënten leidde behandeling gestart tussen drie en viereneenhalf uur na het ontstaan van de symptomen tot een grotere kans op een (vrijwel) volledig herstel OR zes uur na het ontstaan van de symptomen niet tot een grotere kans op een (vrijwel) volledig herstel OR #,## In zeven trials met ### patiënten had behandeling met alteplase gestart tussen drie en zes uur na het ontstaan van de symptomen geen effect op de kans op overleven zonder afhankelijkheid (OR #,## in het voordeel van In de meta-analyse van gegevens van individuele patiënten had de leeftijd van de patiënt (ouder of jonger dan <LEEFTIJD> jaar) geen invloed op het effect van behandeling met alteplase Er is geen overtuigend bewijs dat leeftijd de tijd verkort waarbinnen behandeling met alteplase voordeel heeft (figuur #) De toename van de kans op het ontstaan van fatale intracerebrale bloedingen was niet afhankelijk van de leeftijd (figuur #) (Emberson, ###) In de meta-analyse van gegevens van individuele patiënten werd geen overtuigend bewijs gevonden dat de ernst van de uitvalsverschijnselen, gemeten met de NIHSS, invloed heeft op het effect van behandeling met alteplase op de kans op een (vrijwel) volledig herstel (p=#,##) Er bestond met name geen bewijs dat alteplase minder effectief was voor patiënten met de minst ernstige of de meest ernstige uitval (figuur #) Hierbij moet opgemerkt worden dat er waarschijnlijk onvoldoende informatie is voor patiënten met een NIHSS van # of # vóór de start van de behandeling gegevens over deze groep zijn niet beschikbaar De relatieve toename van de kans op het ontstaan van fatale intracerebrale bloedingen was niet afhankelijk van de ernst van het infarct maar.
619
fms
kans op een (vrijwel) volledig herstel OR #,## In zeven trials met ### patiënten had behandeling met alteplase gestart tussen drie en zes uur na het ontstaan van de symptomen geen effect op de kans op overleven zonder afhankelijkheid (OR #,## in het voordeel van In de meta-analyse van gegevens van individuele patiënten had de leeftijd van de patiënt (ouder of jonger dan <LEEFTIJD> jaar) geen invloed op het effect van behandeling met alteplase Er is geen overtuigend bewijs dat leeftijd de tijd verkort waarbinnen behandeling met alteplase voordeel heeft (figuur #) De toename van de kans op het ontstaan van fatale intracerebrale bloedingen was niet afhankelijk van de leeftijd (figuur #) (Emberson, ###) In de meta-analyse van gegevens van individuele patiënten werd geen overtuigend bewijs gevonden dat de ernst van de uitvalsverschijnselen, gemeten met de NIHSS, invloed heeft op het effect van behandeling met alteplase op de kans op een (vrijwel) volledig herstel (p=#,##) Er bestond met name geen bewijs dat alteplase minder effectief was voor patiënten met de minst ernstige of de meest ernstige uitval (figuur #) Hierbij moet opgemerkt worden dat er waarschijnlijk onvoldoende informatie is voor patiënten met een NIHSS van # of # vóór de start van de behandeling gegevens over deze groep zijn niet beschikbaar De relatieve toename van de kans op het ontstaan van fatale intracerebrale bloedingen was niet afhankelijk van de ernst van het infarct maar De bewijskracht van een meta-analyse van RCT’s start hoog en wordt vanwege het ontbreken van relevante De werkgroep achtte ‘sterfte of afhankelijkheid’ en mortaliteit voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaten en overleven zonder beperkingen, symptomatische (inclusief fatale) intracraniële bloedingen voor de besluitvorming overlijden of afhankelijkheid score op de mRS ≥# (in de Cochrane review is bij trials waar geen mRS neurologische verschijnselen leidt (Cochrane meta-analyse; de precieze definities verschilden echter tussen de trials) of een bloeding in meer dan ##% van het geïnfarceerde gebied met een duidelijk ruimteinnemend effect dan wel een bloeding op afstand van het infarct (individuele patiënten meta-analyse) In de databases Medline (OVID), Embase en Cochrane is met relevante zoektermen gezocht naar artikelen over ### treffers op Studies die voldeden aan de volgende selectiecriteria zijn opgenomen in de samenvatting van de literatuur patiënten met een herseninfarct, RCT naar behandeling met intraveneus alteplase in vergelijking met standaardbehandeling zonder intraveneus alteplase en uitkomsten gerapporteerd als functioneel herstel <PERSOON> DJ Do cerebral microbleeds increase the risk of intracerebral hemorrhage after Cordonnier C, Al-Shahi <PERSOON> brain microbleeds Systematic review, subgroup analyses and <PERSOON> PJ, et al Intravenous thrombolysis in acute ischaemic stroke From trial exclusion criteria to <PERSOON> KR, Lyden P, et al Effect of treatment delay, age, and stroke severity on the effects of intravenous thrombolysis with alteplase for acute ischaemic stroke a meta-analysis of individual patient data from randomised trials Barreto AD, Fanale CV, Alexandrov AV, et al.
603
fms
het ontbreken van relevante De werkgroep achtte ‘sterfte of afhankelijkheid’ en mortaliteit voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaten en overleven zonder beperkingen, symptomatische (inclusief fatale) intracraniële bloedingen voor de besluitvorming overlijden of afhankelijkheid score op de mRS ≥# (in de Cochrane review is bij trials waar geen mRS neurologische verschijnselen leidt (Cochrane meta-analyse; de precieze definities verschilden echter tussen de trials) of een bloeding in meer dan ##% van het geïnfarceerde gebied met een duidelijk ruimteinnemend effect dan wel een bloeding op afstand van het infarct (individuele patiënten meta-analyse) In de databases Medline (OVID), Embase en Cochrane is met relevante zoektermen gezocht naar artikelen over ### treffers op Studies die voldeden aan de volgende selectiecriteria zijn opgenomen in de samenvatting van de literatuur patiënten met een herseninfarct, RCT naar behandeling met intraveneus alteplase in vergelijking met standaardbehandeling zonder intraveneus alteplase en uitkomsten gerapporteerd als functioneel herstel <PERSOON> DJ Do cerebral microbleeds increase the risk of intracerebral hemorrhage after Cordonnier C, Al-Shahi <PERSOON> brain microbleeds Systematic review, subgroup analyses and <PERSOON> PJ, et al Intravenous thrombolysis in acute ischaemic stroke From trial exclusion criteria to <PERSOON> KR, Lyden P, et al Effect of treatment delay, age, and stroke severity on the effects of intravenous thrombolysis with alteplase for acute ischaemic stroke a meta-analysis of individual patient data from randomised trials Barreto AD, Fanale CV, Alexandrov AV, et al <PERSOON> P, et al Computed tomography perfusion-based thrombolysis in wake-up stroke Intern Emerg NINDS Tissue plasminogen activator for acute ischemic stroke <PERSOON> national institute of neurological disorders and stroke <PERSOON> EE, Fonarow GC, Reeves MJ, et al Outcomes in mild or rapidly improving stroke not treated with intravenous <PERSOON> E, et al Thrombolysis for acute ischaemic stroke <PERSOON> E, et al Recombinant tissue plasminogen activator for acute ischaemic stroke an updated Zinkstok SM, Engelter ST, Gensicke H, et al Safety of thrombolysis in stroke mimics Results from a multicenter cohort Wat zijn de indicaties en contra-indicaties voor behandeling met iv tenecteplase bij patiënten met een <PERSOON-##>-analyse van data van vijf gerandomiseerde klinische trials suggereert dat intraveneuze behandeling met tenecteplase even effectief is als intraveneuze behandeling met alteplase ter bevordering van het functionele herstel van patiënten met een herseninfarct Tevens suggereren de data gelijke veiligheid Er zijn geen studies Een gunstig effect van tenecteplase werd vooral geobserveerd in patiënten met een indicatie voor intra arteriële trombectomie, dus patiënten met proximale occlusie van een grote intracraniële slagader (Campbell ###) Opmerkelijkerwijs werd in deze trial het betere functionele herstel in de tenecteplasegroep niet voorafgegaan door een daling van de NIHSS score In kleine trials met heterogene patiëntengroepen (<PERSOON-##> ###; <PERSOON-##> ###; Parsons ###) en in ### patiënten met een relatief klein herseninfarct (Logallo ###) was het gunstige.
602
fms
P, et al Computed tomography perfusion-based thrombolysis in wake-up stroke Intern Emerg NINDS Tissue plasminogen activator for acute ischemic stroke <PERSOON> national institute of neurological disorders and stroke <PERSOON> EE, Fonarow GC, Reeves MJ, et al Outcomes in mild or rapidly improving stroke not treated with intravenous <PERSOON> E, et al Thrombolysis for acute ischaemic stroke <PERSOON> E, et al Recombinant tissue plasminogen activator for acute ischaemic stroke an updated Zinkstok SM, Engelter ST, Gensicke H, et al Safety of thrombolysis in stroke mimics Results from a multicenter cohort Wat zijn de indicaties en contra-indicaties voor behandeling met iv tenecteplase bij patiënten met een <PERSOON>-analyse van data van vijf gerandomiseerde klinische trials suggereert dat intraveneuze behandeling met tenecteplase even effectief is als intraveneuze behandeling met alteplase ter bevordering van het functionele herstel van patiënten met een herseninfarct Tevens suggereren de data gelijke veiligheid Er zijn geen studies Een gunstig effect van tenecteplase werd vooral geobserveerd in patiënten met een indicatie voor intra arteriële trombectomie, dus patiënten met proximale occlusie van een grote intracraniële slagader (Campbell ###) Opmerkelijkerwijs werd in deze trial het betere functionele herstel in de tenecteplasegroep niet voorafgegaan door een daling van de NIHSS score In kleine trials met heterogene patiëntengroepen (<PERSOON> ###; <PERSOON> ###; Parsons ###) en in ### patiënten met een relatief klein herseninfarct (Logallo ###) was het gunstige De bewijskracht voor tenecteplase is laag, waardoor de effecten mogelijk Bij kan een anaphylactoide reactie optreden Deze is geassocieerd met het gelijktijdig gebruik van ACE inhibitors Het recidief risico noch de relatie met herhaalde toediening van alteplase is onduidelijk (De <PERSOON> Rios <PERSOON> ###) Alleen bij bekende anaphalactoide reacties en gecontinueerd gebruik van ace remmers is er mogelijk een herhalingsrisico Of dezelfde reacties bij tenecteplase optreden is niet duidelijk Ze zijn bij ons weten niet gerapporteerd De beste maatregel om deze reactie te voorkomen zal daarom zijn het vervangen Gezien het ontbreken van bewijs voor non-inferioriteit ten opzichte van alteplase, de relatief kleine trials met diverse patiëntengroepen, de geringe heterogeniteit van uitkomsten en onduidelijkheid over de optimale dosering en praktische overwegingen is de werkgroep van mening dat alteplase een meer zekere en veiliger Snelle intraveneuze behandeling met alteplase verbetert de kans op een goed herstel bij een geselecteerde groep patiënten met een acuut herseninfarct Er zijn aanwijzingen dat tenecteplase effectiever is Deze aanwijzingen zijn gebaseerd op de biologische eigenschappen en de architectuur van tenecteplase Het middel is resistenter tegen PAI-#, bindt zich minder goed aan plasminogeen in afwezigheid van fibrine Hierdoor (Bronnen Campbell ###, <PERSOON> ###, <PERSOON> ###, Logallo ###, Parsons ###) Trombolyse met tenecteplase heeft een zelfde effect op het optreden van symptomatische Vijf RCTs zijn opgenomen in de literatuuranalyse Hieronder volgt een korte beschrijving van deze studies.
588
fms