text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1997
Publicatiedatum 4 december 2019
Ingekomen onder AH
Ingekomen op 27 november 2019
Behandeld op 27 november 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Ceder, Taimounti, Simons en Bloemberg-lssa inzake
de doorontwikkeling van de winteropvang en van de winteropvang 2019-2020
(term zelfredzaamheid bij daklozen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de doorontwikkeling van de winteropvang en van
de winteropvang 2019-2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1940).
Constaterende dat:
— De Rechtbank Amsterdam uitspraak heeft gedaan in een zaak van een dakloze
moeder met kind waarbij de gemeente haar eerder als voldoende zelfredzaam
aanmerkte maar de rechter oordeelde dat de uitleg van de gemeente Amsterdam
van het Wmo criterium ‘zich niet op eigen kracht kunnen handhaven in de
samenleving’ te beperkt is;
— De rechtbank de eis van de gemeente aangaande zelfredzaamheid in strijd acht
met de Wmo 2015;
Overwegende dat:
— Het voorkomt dat dak- en thuislozen niet worden toegelaten tot opvang omdat ze
te ‘zelfredzaam’ zouden zijn;
— Zelfredzaamheid een relatief begrip is wanneer men geen onderdak heeft omdat
wanneer iemand geen zorg (als gevolg van verslaving, psychiatrie of anderszins)
nodig heeft, iemand nog steeds onderdak behoeft;
— ledereen recht heeft op onderdak en opvang en een te beperkte uitleg van het
begrip zelfredzaamheid hieraan niet af zou moeten doen;
Tevens overwegende dat:
— Nu de rechtbank de nadere uitleg van de gemeente Amsterdam van het Wmo
criterium ‘zich niet op eigen kracht kunnen handhaven in de samenleving’ als
strijdig met de Wmo oordeelt, er gezocht moet worden naar een herijking van het
begrip zelfredzaamheid;
— Ditte meer nodig is omdat de rechter oordeelde dat het feit dat iemand op straat
leeft zonder opvang van de gemeente en geen onderdak kan vinden, een sterke
aanwijzing is dat diegene beperkt zelfredzaam is op meerdere leefgebieden en
voldoet aan het criterium ‘zich niet op eigen kracht kunnen handhaven in de
samenleving’ en dat de grote woningnood in Amsterdam dit niet anders maakt;
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1997 Moti
Datum _ 4december2019 one
— Een herijking van het begrip zelfredzaamheid in Amsterdam nodig is omdat de
wetgever expliciet heeft benoemd dat aan het criterium ‘zich niet op eigen kracht
kunnen handhaven in de samenleving’ is voldaan als iemand door andere dan
relationele problemen de thuissituatie heeft verlaten en niet in staat blijkt voor
zichzelf vervangend onderdak te organiseren en de gemeente dan dus in die
situatie op grond van de Wmo verantwoordelijk is voor het bieden van onderdak
en begeleiding.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een comité van juristen, advocaten en beleidsmakers te stellen dat de Amsterdamse
beleidsregels toetst aan nationale en internationale wetgeving en jurisprudentie en
vervolgens een voorstel ‘herijking definitie zelfredzaamheid’ doet.
De leden van de gemeenteraad
D.G.M. Ceder
M. Taimounti
S.H. Simons
J.F. Bloemberg-lssa
2
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering 1juni2022
Ingekomen onder nummer 224
Status Aangenomen
Onderwerp Amendement van het lid Koyuncu inzake het Coalitieakkoord 2022-2026
Onderwerp
Extra aandacht voor openbaar vervoer in de buitenwijken
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende(n) hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het coalitieakkoord 2022-2026 “Amsterdams Akkoord”
Constaterende dat:
— de bereikbaarheid met het openbaar vervoer in de buitenwijken is onder het gewenste niveau;
— de fijnmazigheid van het openbaar vervoer juist onder druk staat.
Overwegende dat:
— _ een fijnmazig en toegankelijk openbaar vervoer noodzakelijk is om het autoverbruik te ver-
minderen.
Besluit:
In hoofdstuk 3 “Verantwoorde groei” onder de paragraaf “Verkeer en vervoer” op pagina 61 de ali-
nea
“Het openbaar vervoer gaat in de komende periode een nieuwe concessieperiode in. Bij de ge-
sprekken daarover met de vervoerregio zetten we erop in het OV fijnmaziger, duurzamer en be-
taalbaarder te maken; met name op de langere afstanden binnen de stad.”
Te vervangen door:
“Het openbaar vervoer gaat in de komende periode een nieuwe concessieperiode in. Bij de
gesprekken daarover met de vervoerregio zetten we erop in het OV fijnmaziger, duurzamer en
betaalbaarder te maken; met name op de langere afstanden binnen de stad. Er is extra aandacht
voor de buitenwijken waar onvoldoende alternatieven voor de auto zijn”.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Indiener
S. Koyuncu
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 20 september 2023
Ingekomen onder nummer 537
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Khan, Veldhuyzen en Kabamba inzake accepteer het
gebruik van caravans als uiting van culturele identiteit
Onderwerp
Accepteer het gebruik van caravans als culturele identiteit en bied voldoende ruimte om deze cul-
tuur te kunnen uiten.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Vaststellen van Beleidskader Woonwagens en standplaatsen
Constaterende dat:
-__ het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft uitgesproken dat woonwagenbewo-
ners het recht hebben om hun cultuur te beleven en uit te dragen, zoals onder meer te
kunnen leven in een woonwagen“;
-__ Gemeenten volgens de uitspraak het mogelijk moeten maken dat woonwagenbewoners
hun cultuur moeten kunnen beleven;
-__De woonwagenbewoners volgens het EVRM recht hebben op huisvesting (die overeen-
komt met hun cultuur en culturele identiteit), bescherming van het privéleven en het recht
op gelijke behandeling;
-_ Woonwagenbewoners kleine caravans beschouwen als starterswoningen voor hun kin-
deren;
-_ De gemeente Amsterdam de afgelopen decennia zich niet (genoeg) heeft ingespannen
om de Roma en Sinti-cultuur te beschermen;
-_ Het gebruik van caravans als wooneenheid reeds wordt gedoogd bij stadsnomaden.
Overwegende dat:
-__ Woonwagenbewoners, met name de Roma en Sinti-gemeenschappen in de Tweede We-
reldoorlog ernstig zijn vervolgd met genocide als doel;
* Woonwagenbeleid | Home | Volkshuisvesting Nederland
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
-_Na WO2, ambtenaren repressieve maatregelen tegen degelijke gemeenschappen heeft
gehandhaafd?;
-_ Als gevolg van ambtelijk beleid
o deze cultuur niet de mogelijkheid heeft gehad zich goed te herstellen na hun ver-
volging;
o deze gemeenschappen onderworpen bleven aan uitsterfbeleid door onder meer
gedwongen te worden in niet-verplaatsbare caravans te moeten wonen;
o deze gemeenschappen werden onderworpen aan dwang om in vaste huizen te
moeten gaan wonen;
o deze gemeenschappen decennia lang de hoeveelheid standplaatsen te verminde-
ren in plaats van te vermeerderen;
o de cultuur van deze gemeenschappen langzamerhand dreigt te verdwijnen;
-__Roma, Sinti en woonwagenbewoners heden nog steeds discriminatie en uitsluiting erva-
ren en zij gedwongen worden te assimileren in plaats van dat hun culturele (nomadische)
identiteit wordt beschermd, hersteld en gekoesterd3;
- De gemeente Amsterdam de mening is toegedaan dat culturele diversiteit een essentieel
onderdeel is van onze samenleving en bijdraagt aan de verrijking van onze gemeenschap;
-_De woonwagenbewonerscultuur een historische en unieke vorm van levensstijl vertegen-
woordigen;
-__ Amsterdam kan een leidende rol spelen in het herstellen van de Roma-, Sinti- en woonwa-
genbewonerscultuur en het behoud en voorzetting van hun culturele identiteit.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Om caravans te accepteren als viting van de culturele identiteit van woonwagenbewoners en vol-
doende (juridische) ruimte te geven en te creëren om deze culturele identiteit te kunnen uitdragen
en beleven.
Indiener(s),
SY. Khan
J.A. Veldhuyzen
C.K.E. Kabamba
2 https://www.nrc.nl{nieuws/2023/09/o7/nederlandse-ambtenaren-werkten-hecht-samen-met-de-duitse-bezetter-het-beste-wat-in-het-
kwaad-zat-is-eruit-gehaald-a4173794
3 https://www.mensenrechten.nl{actveel/nieuws/2020/09/23/roma-sinti-en-woonwagenbewoners-nog-altijd-slachtoffer-van-discriminatie
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1642
Publicatiedatum 9 december 2016
Ingekomen onder AA
Ingekomen op woensdag 30 november 2016
Behandeld op woensdag 30 november 2016
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het concept-vervoerplan GVB 2018
(Amsterdammers goed en tijdig informeren).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het concept-vervoerplan GVB 2018 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1600).
Constaterende dat:
— Het OV-lijnennet in de regio Amsterdam vanaf 22 juli 2018 ingrijpend zal
veranderen;
— 58% van de reizigers negatief staat tegenover deze veranderingen;
— Veelreizigers zich zorgen maken over een (niet) tijdige en goede
informatievoorziening over deze veranderingen.
Overwegende dat:
— Veel Amsterdamnners geraakt worden door de wijzigingen en het daarom voor de
hand ligt dat de gemeente een actieve rol neemt in het informeren van de
reizigers in Amsterdam.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Per direct en waar mogelijk via alle gemeentelijke communicatiekanalen duidelijk
te maken dat het OV-lijnennet in Amsterdam vanaf 22 juli 2018 ingrijpend
verandert en hoe de meest recente informatie hierover verkrijgbaar is;
— Minstens eenmaal per half jaar te onderzoeken in hoeverre Amsterdammers op
de hoogte zijn van het feit dat er ingrijpende veranderingen aankomen en van de
gevolgen van deze veranderingen voor hun reissituatie;
— De resultaten van voornoemd onderzoek te presenteren bij de Voorjaarsnota
2017, de Najaarsnota 2017 en de Voorjaarsnota 2018.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Bijlage 1
Open brief in het Parool, december 2013
Op 6 december vond een zeer ernstig verkeersongeval plaats op de Ferdinand Bolstraat,
waarbij een 7 jarig meisje om het leven kwam bij een aanrijding door een vuilniswagen. Deze
gebeurtenis heeft een diepe indruk gemaakt op iedereen in Amsterdam. Ons diepe medeleven
gaat uit naar de ouders en familie van het slachtoffer, voor wie de ergste nachtmerrie
werkelijkheid werd. Het is logisch dat dit afschuwelijke ongeval veel emoties heeft losgemaakt
in de buurt en ook leidt tot dringende oproepen aan het stadsdeel om de verkeersveiligheid voor
fietsers zo snel mogelijk te verbeteren.
Stadsdeel Zuid kent het grootste aantal verkeersslachtoffers van Amsterdam en tegelijkertijd
ook het grootste aantal scholen. De straten in Zuid zijn de afgelopen jaren steeds drukker
geworden en zijn niet altijd veilig ingericht. Dat is een onaanvaardbare situatie, waar zo snel
mogelijk iets aan moet gebeuren. Kinderen zijn zeer kwetsbaar in het verkeer, zij moeten veilig
naar school kunnen fietsen. Hierover is binnen de deelraad van Zuid geen discussie, het gevoel
voor urgentie is bij alle politieke partijen zeer groot. Het stadsdeel heeft een ambitieus
uitvoeringsprogramma opgesteld, waarbij in korte tijd meer dan 100 verkeersmaatregelen
worden genomen, vooral in de omgeving van scholen. Het grootste deel van deze maatregelen
is inmiddels gerealiseerd. Gevaarlijke plekken zoals de rotonde bij het Haarlemmermeerstation
zijn aangepakt, er zijn drempels aangelegd en waarschuwingen geplaatst. Dat zijn belangrijke
verbeteringen die snel te realiseren zijn.
Er zijn echter niet altijd makkelijke oplossingen. Juist de gevaarlijkste plekken zijn complex en
moeilijk om op te lossen. Grote verbeteringen in verkeersveiligheid kosten tijd. Nog iedere dag
rijdt lijn 51 met hoge snelheid langs onbeveiligde overgangen, terwijl ook hier vorig jaar een
dodelijk minderjarig slachtoffer is gevallen. Het ombouwen van de sneltram naar een gewone
stadstram vergt jaren van voorbereiding, kost heel veel geld en is helaas niet van vandaag op
morgen gerealiseerd. Dit ontslaat de gemeente uiteraard niet van de plicht om zo veel mogelijk
tijdelijke maatregelen te nemen om de verkeersveiligheid te verbeteren.
Het dramatische ongeval op de Ferdinand Bolstraat onderstreept dat we door moeten gaan met
het veilig maken van de belangrijkste schoolroutes. Het stadsdeel wil binnen vier jaar
vrijliggende fietspaden aanleggen op de belangrijkste en meest gevaarlijke hoofdwegen: de Van
Woustraat, Ferdinand Bolstraat, Ceintuurbaan, Rijnstraat, De Lairessestraat, Cornelis
Krusemanstraat, Amstelveenseweg en Heemstedestraat. Dat is ongekend ambitieus. Het
herinrichten van deze hoofdstraten kost het stadsdeel immers niet alleen veel geld (meer dan
10 miljoen euro), maar vraagt ook om moeilijke keuzes en veel afstemming, zowel binnen de
gemeente als met de buurt. Dit vergt dus tijd, maar zal het stadsdeel uiteindelijk een heel stuk
veiliger maken.
Omdat wij nog in afwachting zijn van de exacte toedracht van het ongeval willen wij op geen
enkele manier vooruit lopen op de schuldvraag. Het is echter een feit dat ongevallen met
vrachtwagens vaak een dodelijke afloop hebben. Het ongeval dwingt ons als politici dan ook om
nog meer in het werk te stellen om de verkeersveiligheid te verbeteren. Dat is onze plicht naar
alle verkeersslachtoffers en hun nabestaanden.
Jeroen van Wijngaarden (fractievoorzitter VVD stadsdeel Zuid)
Marijn van Ballegooijen (fractie voorzitter PvdA stadsdeel Zuid)
Alexander Scholtes (fractievoorzitter D66 stadsdeel Zuid)
| Schriftelijke Vraag | 2 | val |
VN2023-022666 N% Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
end in en Erfgoed
ntwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Commissie WV van 31 oktober 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Woningbouw
Grond en Ontwikkeling (22)
Agendapunt A
Datum besluit 19 september 2023 College van B&W
Onderwerp
Kennisnemen van de Halfjaarrapportage Woningbouw 2023 en het Doorbouwakkoord Amsterdam
en afdoening van motie 378 accent en toezeggingen aan raadsleden Von Gerhardt d.d. 22 maart en
Van Renssen d.d. 5 juli 2023
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van:
1. De Raadsinformatiebrief en bijbehorende stukken: de Halfjaarrapportage Woningbouw 2023 en
het Doorbouwakkoord Amsterdam.
2. De afdoening, zoals opgenomen in de Halfjaarrapportage Woningbouw 2023, van:
a. Motie 378 accent (d.d. 9 november 2022) van raadsleden Ernsting en Minderhoud over Participatie
Woningbouwplan 2022-2028.
b. De toezegging aan het raadslid Von Gerhardt in de commissie RO van 22 maart 2023
over het informeren over de bouw van middeldure huurwoningen en de te verwachten
investeringsbesluiten.
c. De toezegging aan het raadslid Van Renssen in de commissie RO van 5 juli 2023 over het
inzichtelijk maken van gebiedsgericht programmeren en toepassing van maatwerk.
Wettelijke grondslag
* Gemeentewet artikel 160, eerste lid, onder a: het college is bevoegd om het dagelijks bestuur
van de gemeente te voeren.
* Gemeentewet artikel 169, eerste lid: het college van burgemeester en wethouders en elk van
zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het
college gevoerde bestuur en tweede lid: zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de
uitoefening van zijn taak nodig heeft.
* Gemeentewet artikel 169 en artikel 80 van het Reglement van orde gemeenteraad en
raadscommissies Amsterdam: op grond van artikel 169 Gemeentewet wordt de raad
geïnformeerd over de wijze waarop een motie is afgedaan.
Bestuurlijke achtergrond
Ad 1. Kennisnemen van de Raadsinformatiebrief en bijbehorende stukken: de
Halfjaarrapportage Woningbouw 2023 en het Doorbouwakkoord Amsterdam.
Conform vaststelling van het Woningbouwplan 2022-2028 in B&W d.d. 31 januari 2023 rapporteert
het college 2x per jaar aan de commissie WV over voortgang van de woningbouwproductie. De
Raadsinformatiebrief beschrijft de voortgang van de woningbouwproductie in 2023, gaat in op de
marktsituatie en geeft aan wat de gemeente nu reeds doet en verder gaat doen om de productie op
peil te houden.
In de Halfjaarrapportage wordt dieper ingegaan op marktontwikkelingen en het effect hiervan op de
cijfers. Zowel wat betreft start bouw van nieuwbouwwoningen, het doorschuiven van projecten als
de stand van de planvoorraad en het Vereveningsfonds. Ook is er aandacht voor het bouwen van een
Gegenereerd: vl.8 1
Eos 022600 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
Ontwikkeling % en Erfgoe
Voordracht voor de Commissie WV van 31 oktober 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
goede mix, waarbij het zowel gaat om het bouwen van verschillende financieringscategorieën als
het bouwen voor o.a. jongeren, ouderen en gezinnen.
De gemeente staat voor een gezamenlijk opgave met marktpartijen en corporaties. De inzet is
om op de korte termijn zoveel mogelijk door te bouwen en te blijven bijdragen aan een groeiende
en complete stad. Alle betrokkenen hebben baat bij het op peil houden van de productie. Met
ondertekening van de intentieverklaring laten partijen zien dat ze de Amsterdamse aanpak
ondersteunen en een maximale bijdrage willen leveren aan de bouwproductie vanuit de eigen rol en
expertise. De intentieverklaring Doorbouwen Amsterdam is voorbereid met de koepels NEPROM,
IVBN, AFWC, Bouwend Nederland en Vastgoed Belang.
Ad 2. Kennis te nemen van de afdoening van motie 378 accent en toezeggingen in de commissie
RO van 5 juli 2023 resp. 22 maart 2023 zoals opgenomen in de Halfjaarrapportage Woningbouw
2023.
Middels de Halfjaarrapportage worden één motie en twee toezeggingen afgedaan.
Ad 2a. Motie 378 accent Participatie Woningbouwplan 2022-2028.
In motie 378 accent (d.d. g nov 2022) van raadsleden Ernsting en Minderhoud wordt het college
verzocht * Zoveel als mogelijk het Woningbouwplan 2022-2028 aan te laten sluiten op de Aanpak
Volkshuisvesting Amsterdam / Woonvisie; door in ieder geval bij de eerste rapportage van het
Woningbouwplan te beoordelen of aanpassing van het Woningbouwplan nodig is, vanwege de
vaststelling van de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting.”
De Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (AAV) en het Woningbouwplan 2022-2028 sluiten
inhoudelijk op elkaar aan. Geconstateerd is dat er geen reden is om vanwege de vaststelling van
de AAV het Woningbouwplan aan te passen. Hiermee wordt de motie als afgehandeld beschouwd.
Deze tekst is in de halfjaarrapportage opgenomen in paragraaf 2.6.2.
Ad 2b. De toezegging aan het raadslid Von Gerhardt in de commissie RO van 22 maart 2023
over het informeren over de bouw van middeldure huurwoningen en de te verwachten
investeringsbesluiten.
In de Commissie RO (d.d. 22 maart 2023) heeft wethouder Van Dantzig aan raadslid Von Gerhardt
toegezegd de commissie nader te informeren over de bouw van middeldure huurwoningen en
de te verwachten investeringsbesluiten. In de halfjaarrapportage zijn deze twee onderwerpen
meegenomen in respectievelijk paragraaf 2.1.2 en paragraaf 1.3.
Ad 2c. Toezegging aan het raadslid Van Renssen in de commissie RO van 5 juli 2023 over het
inzichtelijk maken van gebiedsgericht programmeren en toepassing van maatwerk.
In de Commissie RO (d.d. 5 juli 2023) heeft wethouder Van Dantzig aan raadslid Van Renssen
toegezegd gebiedsgericht programmeren en toepassing van maatwerk inzichtelijk te maken. In
respectievelijk de halfjaarrapportage (paragraaf 2.6) en de Raadsinformatiebrief worden deze
onderwerpen nader belicht.
Reden bespreking
Gegenereerd: vl.8 2
VN2023-022666 9 Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
Grond en % Amsterdam Erf d
Ontwikkeling % en Erfgoe
Voordracht voor de Commissie WV van 31 oktober 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Voorgesteld wordt om dit punt te betrekken bij het initiatiefvoorstel ‘Samen woningen blijven
bouwen, ondanks de crisis' van de leden Van Renssen (GroenLinks) en Minderhoud (PvdA)
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Bijgaande stukken worden tevens ter kennisname aangeleverd voor de commissie RO van 17
oktober 2023.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja:
e TA2022-001045 (motie 378 accent).
e _TA2023-000281 (toezegging aan het lid Von Gerhardt over het informeren over de bouw van
middeldure huurwoningen en de te verwachten investeringsbesluiten).
e _TA2023-000779 (toezegging aan het lid Van Renssen over het inzichtelijk maken van
gebiedsgericht programmeren en toepassing van maatwerk).
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. | Naam
1. Raadsinformatiebrief woningbouwmaatregelen 2023 _19 sep 2023.pdf
AD2023-078111
(pdf)
AD2023-078114 2. Halfjaarrapportage Woningbouw 2023_ DEF 19 sep 2023. pdf (pdf)
|AD2023078n2 | 3. Doorbouwakkoord Amsterdam 2023 ondertekend. pdf (pdf)
AD2023-078113 4. Motie 378accent. Ernsting c.s. „pdf (pdf)
AD2023-078115 Commissie WV (a) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam |
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond en Ontwikkeling, Harriet Wildenberg, h.wildenberg@&amsterdam.nl, 0683647558
Gegenereerd: vl.8 3
| Voordracht | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1305
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 13 oktober 2016
Ingekomen in raadscommissie JC
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Blom, Mbarki en Boomsma inzake de Begroting 2017
(opbouw stelsel jeugdhulp Amsterdam).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Constaterende dat:
— _ het einde van de bezuinigingen in de jeugdhulp nog niet in zicht is;
— Amsterdam een stelsel heeft ingericht met Ouder Kind Teams, Samen Doen
teams en specialistische jeugdhulp;
Overwegende dat:
— _ Amsterdam wachtlijsten en wachttijden kent voor specialistische zorg en jeugd
GGZ;
— de wethouder een bestuurlijke beslissing gaat nemen over het stelsel.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de raad actief te betrekken bij de te nemen beslissing over het stelsel;
— de problematiek van de wachttijden en wachtlijsten expliciet mee te nemen in de
visie op het stelsel en de balans en verdeling van middelen tussen wijkteams en
geïndiceerde zorg.
De leden van de gemeenteraad
S.R.H. Blom
S. Mbarki
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1039
Datum indiening 16 juli 2020
Datum akkoord 14 september 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van leden Poot, Bosman, Flentge en Mbarki
inzake de toekomst van de politiepost op het Centraal Station.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Op 14 juli 2020 is de raad geïnformeerd over maatregelen die de driehoek gaat
nemen om het capaciteitstekort bij het politie op te vangen. Een belangrijke maatregel
is het overhevelen van het Veiligheidsteam Openbaar Vervoer (VOV) naar
basisteams.
Na de publicatie van de brief zijn er vragen ontstaan welke gevolgen deze maatregel
heeft voor de politiepost op het Centraal Station. De voormalig president-directeur
van de NS en de manager van het Centraal Station bij de NS hebben het belang van
deze post benadrukt en hun zorgen geuit over de toekomst van deze politiepost.
De indieners willen graag duidelijkheid over de toekomst van deze politiepost.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Poot, Bosman, Flentge en Mbarki,
respectievelijk namens de fracties van VVD, D66, SP en PvdA, op grond van
artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouder gesteld:
1. Hoe oordeelt het college over het functioneren van deze post en diens bijdrage
aan de veiligheid op het station en die van reizigers?
Antwoord
Uit onderzoek blijkt dat de aanwezigheid van een politiebureau in een gebied
bijdraagt aan de (met name subjectieve) veiligheid(gevoelens). Politiebureaus zijn
voornamelijk gevestigd binnen woongebieden. Er zijn (voor zover bekend) geen
onderzoeken die ingaan op de aanwezigheid van politieposten buiten dergelijke
gebieden of op specifieke locaties waar veel (internationale) reizigers komen.
Wel is bekend uit het jaarlijkse onderzoek onder reizigers van het OV dat de
gevoelens van (on)veiligheid, voor wat betreft de vier grote steden, een gelijk beeld
vertonen. Op Amsterdam na beschikken de overige drie grote steden niet over een
politiepost op de stations, terwijl dit onderzoek aantoont dat de gevoelens van
(on)veiligheid hetzelfde wordt ervaren als in Amsterdam.
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer 14 september s0po Schriftelijke vragen, donderdag 16 juli 2020
2. Welke taken worden er vanuit deze post verricht die niet of bijna niet mogelijk
zouden zijn zonder een vaste locatie?
Antwoord
Alle taken kunnen ook zonder vaste locatie op het station worden verricht.
Politietaken en -inzet ten behoeve van het centraal station vereisen geen vaste
politiepost op het station zelf. Daarmee is de aanwezigheid van een politiepost aldaar
niet noodzakelijk.
3. In hoeverre vergroot deze post de efficiëntie en slagkracht van agenten op het
station volgens het college”?
Antwoord
De aanwezigheid van politiepersoneel en -inzet op het centraal station blijft bestaan
en wordt verzorgd vanuit basisteam Burgwallen.
De afwezigheid van de politiepost heeft tot gevolg dat arrestanten niet meer in eerste
aanleg naar de politiepost worden gebracht. Arrestanten worden in de nieuwe situatie
verplaatst naar het basisteam Burgwallen of direct naar een cellencomplex in de
Eenheid
4. Is er vanuit de driehoek contact geweest met de beheerder van het Centraal
Station over de overheveling van het VOV naar de basisteams? En is er in het
kader daarvan ook gesproken over de toekomst van de vaste politiepost?
Antwoord
Er heeft nog geen contact plaatsgevonden met de beheerder. De heroriëntatie naar
het gebruik van de ruimte zal vanuit het (landelijke) Politie Diensten Centrum (PDC)
plaatsvinden. Het PDC zal zo nodig daarover contact opnemen met de beheerder.
5. Wat voor gevolgen heeft de overheveling van het VOV naar de basisteams voor
de politiepost op het Centraal Station? Is er sprake van een mogelijke opheffing?
Antwoord
De overheveling van het VOV heeft tot gevolg dat de fysieke politiepost op het
centraal station ophoudt te bestaan. Het geografisch gebied: centraal station en het
Stationseiland, wordt overgedragen aan het basisteam Burgwallen van waaruit
eenzelfde inzet en taakvervulling op het Centraal Station wordt georganiseerd;
politiepersoneel blijft zichtbaar aanwezig, aanspreekbaar en beschikbaar voor
reizigers en publiek (en ondersteunend aan handhavers en vervoerders.
Bureau Burgwallen voorziet in de balie-, aangifte- en facilitaire functie voor het
centraal station.
6. Wil het college zich inspannen voor het behoud van deze politiepost?
Antwoord
Het college ziet gezien bovenstaande antwoorden geen directe noodzaak voor
behoud van de politiepost. Naast de politie maakt ook de Toezicht Handhaving
Openbare Ruimte (THOR) gebruik van de locatie. De post wordt o.a. gebruikt als
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Ndeing 039 Gemeenteblad
ummer - =. or
Datum 14 september 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 16 juli 2020
opkomst, vergader- en kantoorlocatie. Het college onderzoekt of de locatie kan
worden aangehouden als uitvalbasis voor de boa's.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
> < Gemeente
% Amsterdam
2x Notitie
2021 en verder
Uitwerking van de herziening van het Amsterdamse
deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022:
van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid
ft js 1 | |
8 eK 4 , ij he Il If Á
d IE " i/ Hi A
RE ì | | E £ E rn Á om | Hi bed #
| Ii i/d Ii dn Bind HE
Un Nen SAN
OEE En |l Sn 188
NE LTE (TRED AAE
= Ii AN NN Ue
| : é Es Tal Em | IIs k (is el |
JN Ee Mie
rn
neee ns
en Tj
&- d’ | Me
d f M - he \ si mn
mf AN ee 4
D nf Î 6
h Fr Inleiding 6
| Ü pn k | L
nn LM N \ te Overnachtingsbeleid 6
@ 3 ' N Reikwijdte 7
- 5 Al bh \ LIN l Geografische reikwijdte 7
Le | IKS hef Ten | Toetsingskader 8
Ik al L CoA * Ruimtelijk afwegingskader 8
el t JA E | | N | ts OS Metropool Regio Amsterdam (MRA) expertteam verblijfsaccommodaties _ 8
Man / pe Ja Is d id Í y Besluitvorming door het college van B en W
G ee / Ì af | vr TÁ vA 4 Ì bij afwijking van het advies van het MRA expertteam 9
p Por VEL UNE ed \ Tenders 9
N Ee ST Ee Stappenplan hotelontwikkeling 9
, vk } |
|| REN PN / E @) Á N
II doken. | 4 di EN
f jj lam mm Ar EN | Toetsingskader 10
= ed 3 } CG je Hotelconcept 10
4 Ü ö B pn n me Bijzonder hotelinitiatief 10
ans es en be PPE es Én / N Buurtbetrokkenheid 11
| Ik wd 8 ek: Leke _ Duurzaamheid 12
Za Sociaal ondernemerschap 16
IK ke | / En Borging van de voorwaarden 19
En We! EN
el ke Ë | | a Si Wi: 4 . |
k y He Í 5 \ 5 4 hin
( EN Á ij / bo pj: Ee Stimulering kwaliteit in nieuwe
sy | B . DE epe a | én bestaande hotels 20
a PN | \ ' . Nen ' | Nieuw voor oud 20
ai kj | \ al ä un En en 4 B Borging afspraken over classificatie en voorkomen terugval 21
en pe Ee ï fs me: Inzet erfpachtinstrument bij bestaande hotelrechten 21
À am | Ferien En
zie È | Ee Pel en P mn Bijlage 1 Gebiedskaart overnachtingsbeleid 22
i Ì Ed EE Á EZ pn Bijlage 2 Stappenplan hotelontwikkeling _ 24
‚ i k De tn Ks ; ej ta ze |
Ne GEN
4 ‚N 7
he - = El
LN | 3
an elk pf
« SC
Deel | bevat de uitwerking van het overnachtingsbeleid dat is gericht op ,
initiatieven voor de realisatie van een nieuw hotel of uitbreiding van een bestaand
hotel. Dit overnachtingsbeleid is met ingang van 1 januari 2017 in werking per | €
getreden en geactualiseerd in 2021. Een hotelinitiatief wordt getoetst aan de in Ne en
deze uitwerking opgenomen voorwaarden. „ zij a
el
In hoofdstuk 1 wordt meer toegelicht over de context van deze uitwerking en de Ro
voorwaarden. Een hotelinitiatief mag niet in een nee-gebied uitgevoerd worden Ne |
(zie de gebiedskaart in bijlage 1). In de uitzonderingsgebieden (nee, tenzij’) gelden As e ì Ji |
de voorwaarden zoals beschreven in deze uitwerking en het ruimtelijk B He 5 /
afwegingskader uit Deel Il. RT J ; 5 Se p Á
In hoofdstuk 2 worden de voorwaarden voor hotelinitiatieven toegelicht. Een is Î ME 0 Xe ed
initiatiefnemer begint met een onderzoek naar het draagvlak (buurtbetrokkenheid) iin „el NE ek
voor het plan. Met het zo volledig mogelijk invullen van een stappenplan heeft de 5 ê Eni rd
initiatiefnemer tevens een instrument om het gesprek met de buurt aan te gaan. # |
Toezeggingen met betrekking tot de voorwaarden bijzonder hotelinitiatief, 26 \ p =
duurzaamheid en sociaal ondernemerschap dienen vóór de vergunningverlening te mm É
zijn vastgelegd door de ontwikkelaar en de exploitant van het hotel. De D € 4 - b 4
toezeggingen uit het stappenplan worden geborgd in de voorschriften bij de p |
omgevingsvergunning en in een af te sluiten overeenkomst en/of opname in de SN j pn
erfpachtvoorwaarden. pd 2
e
Hoofdstuk 3 gaat in op de mogelijkheid om een bestaand hotel van matige nne en Pd
kwaliteit te vervangen door een hotel van hoogwaardige kwaliteit, eventueel op Er a = kk N
een andere locatie (nieuw voor oud). N Pr \ £
- N / n
g lee,
De ruimtelijke afweging om mee te werken aan een initiatief vindt plaats aan de 1 __
hand van de beleidsregels uit Deel Il van de uitwerkingsnotitie. Î
à
î it: in, ; a
en EL & hb
8
u
E
6 Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder 7 Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder
Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022: Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022:
van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021 van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021
Toevoeging hotelkwaliteit aan de omgeving
H oofd stu k 1 Het overnachtingsbeleid heeft als leidmotief: “alleen als het echt iets toevoegt aan
Te de omgeving en de markt wordt een uitzondering gemaakt”. In principe geldt
| n le l d In g daarom “nee, geen medewerking meer, tenzij…”. De gemeente Amsterdam werkt
TZ binnen zijn bevoegdheden alleen nog mee aan realisatie van nieuwe hotels (en
hoteluitbreidingen), binnen een ‘nee, tenzij-gebied’. Het beleid is een aanscherping
. . van de Regionale Hotelstrategie 2016 -2022 waarbij ‘kwaliteit boven kwantiteit’ en
11 Overnachtingsbeleid ‘het juiste hotel op de juiste plek’ al leidende uitgangspunten waren.
Op 14 juli 2016 heeft de Gemeenteraad van Amsterdam het overnachtingsbeleid Een hotelinitiatief dient in aanbod en uitstraling uniek, innovatief en
vastgesteld. Deze zijn wijzigen in: Dit beleid is op 1 januari 2017 in werking onderscheidend te zijn en daarmee een duidelijke kwalitatieve aanvulling te bieden
getreden en geactualiseerd in november 2021. De actualisatie betreft de op het bestaande aanbod binnen de gemeente. Dat betekent dat alleen typen
Uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de Regionale hotels die nog niet of nauwelijks in Amsterdam vertegenwoordigd zijn nog een
Hotelstrategie 2016 — 2022: van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid (Deel I) kans maken. De ontwikkelaar én exploitant van het nieuwe hotel committeren zich
en het Ruimtelijk planologisch toetsingskader (Deel II). aan de voorwaarden zoals in deze uitwerkingsnotities zijn opgenomen. De
voorwaarden gelden eveneens voor uitbreidingsverzoeken van bestaande hotels.
Om het hoofd te kunnen blijven bieden aan de toenemende belangstelling voor de
stad en de daarmee gepaard gaande toegenomen drukte en dynamiek wat betreft Met het oog op het opnemen van hotelfuncties in het toekomstige omgevingsplan,
verblijfsaccommodaties heeft de gemeenteraad een overnachtingsbeleid wordt de directie Economische Zaken betrokken bij het opstellen van de
vastgesteld dat zich richt op kwaliteit, spreiding en een gelijk speelveld voor ruimtelijke plannen. Bij gronduitgiftes door de gemeente Amsterdam worden de
ondernemers. criteria uit deze uitwerkingsnotitie opgenomen in de selectievoorwaarden van een
In de Delen | en Il wordt het overnachtingsbeleid uitgewerkt en zijn voorwaarden tender.
en criteria beschreven waarop een plan wordt beoordeeld met betrekking tot de
mogelijke vestiging en exploitatie van een nieuw hotel of de uitbreiding van een . e.
bestaand hotel. 1.2 Reikwijdte
De Uitwerkingsnotitie heeft betrekking op hotels. Een hotel is een service-
Nee, tenzij… verlenend etablissement met een commercieel oogmerk waar iemand tegen
betaling kan overnachten. Bij een hotel wordt gedacht aan een accommodatie
Het uitgangspunt is dat de gemeente vanaf 2017 geen medewerking meer met slaapplaatsen voor logiesverstrekking tegen boeking per nacht, waar
verleent aan hotelinitiatieven die niet passen in een ter plaatse rechtsgeldend aanvullend afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen
bestemmingsplan. worden verstrekt aan gasten en passanten. Onder hotel wordt tevens pension,
Er geldt echter een tenzij… als het een initiatief betreft in een op de (jeugd-)herberg of hostel verstaan alwaar meestal geen consumpties aan
gebiedskaart (bijlage 1) aangemerkt gebied waar een uitzondering op het passanten worden verstrekt.
‘nee-beleid’ mogelijk blijft. Dan geldt een tenzij… als het een bijzonder initiatief
betreft, dat voldoet aan de beschreven voorwaarden en past binnen het De uitwerking heeft voorts betrekking op extended-stay verblijfsaccommodaties
ruimtelijk afwegingskader. waar logies voor langer verblijf (t/m 12 maanden) wordt aangeboden
(appartementenhotels). In de regel gaat het om alle logiesvormen die binnen
bestemmingsplannen worden aangemerkt met Horeca V of Horeca VI.
In een nee, tenzij-gebied kan het bevoegd gezag overwegen medewerking te
verlenen aan nieuwbouw, transformatie of uitbreiding van een hotel. Daarvoor zijn De Uitwerkingsnotitie heeft geen betrekking op Bed & Breakfast en
de uitwerkingen Deel | en Deel Il het uitgebreidere toetsingskader. Deze vakantieverhuur in woningen.
uitwerkingen staan naast de reguliere landelijke, regionale en lokale wettelijke,
planologische en bouwtechnische eisen die bij de aanvraag van de
omgevingsvergunning aan de orde komen. 1.3 Geografische reikwijdte
In hoofdzaak kan er sprake zijn van hotelontwikkeling in twee verschillende Het overnachtingsbeleid heeft betrekking op de gemeente Amsterdam.
gebiedstypen: in een ontwikkelingsgebied en in de bestaande bebouwde De stadsdelen zijn betrokken geweest bij de opstelling en actualisering van de
omgeving (nieuwbouw, transformatie of uitbreiding van een bestaand hotel). gebiedskaart. De gemeente zal binnen het met grijs aangemerkte ‘nee'- gebied
Met betrekking tot initiatieven in ontwikkelingsgebieden geldt dat de criteria en geen medewerking verlenen aan juridisch planologische procedures ten behoeve
voorwaarden waaraan nieuwe hotels moeten voldoen al in verschillende fasen een van hotelontwikkeling. In de oranje aangemerkte gebieden is het uitgangspunt
plaats krijgen: a) bij het stedenbouwkundig plan of bestemmingsplan, b) in de ‘nee, tenzij’ en kan een uitzondering worden gemaakt voor nieuwe hotels (of
tender en c) bij de ontwikkeling door de initiatiefnemer en de uiteindelijke uitbreidingen van bestaande hotels) die voldoen aan de voorwaarden uit deze
eigenaar en exploitant van het hotel. notitie en het ruimtelijk kader uit Deel Il.
8 Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder OQ Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder
Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022: Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022:
van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021 van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021
1.4 Toetsingskader Stappenplan hotelontwikkeling
In het overnachtingsbeleid heeft de gemeenteraad vastgelegd dat een nieuw ®
initiatief aan meer voorwaarden dient te voldoen dan alleen het ruimtelijk
afwegingskader. Een hotelinitiatief dient ook te voldoen aan de vier voorwaarden, Per
in hoofdstuk 2 van deze uitwerking beschreven, die betrekking hebben op het N
hotelconcept, maatschappelijke omgevingsimpact, duurzaam ontwerp van het pe ® ®
gebouw en duurzame exploitatie van het hotel en op sociaal ondernemerschap. Á ET ET
. …. . ®
1.5 Ruimtelijk afwegingskader @) Gebiedskaart check Op orzeoviakmeting / E) Vooroverleg op basis
Een initiatiefnemer kan, op grond van de Wet algemene bepalingen buurtbetrokkenheid van globaal stappenplan
omgevingsrecht (Wabo) een omgevingsvergunning aanvragen om in afwijking van (informeren)
het bestemmingsplan een hotelinitiatief te mogen ontwikkelen. In Deel Il zijn de A reen m Hotelconcept
beleidsregels van het ruimtelijk afwegingskader voor hotelontwikkeling uitgewerkt. 1 Q h* =m Buurtbetrokkenheid
Op grond van dit kader kan hotelontwikkeling ruimtelijk planologisch mogelijk 1 t =m Duurzaamheidseisen
worden gemaakt. Vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet blijft dit lm | m Sociaal ondernemen
mogelijk door een omgevingsvergunning aan te vragen om af te wijken van het gen Ü m Exploitant
omgevingsplan (zogenaamde buitenplanse omgevingsplanactiviteit). . ee :
1.6 Metropool Regio Amsterdam (MRA) Q euimterik afwegings- @ eorcer: aan traag
_J . ader (Deel II) omgevingsvergunning
expertteam verblijfsaccommodaties
Het MRA expertteam verblijfsaccommodaties adviseert over (concept-)
aanvragen omgevingsvergunning voor hotelinitiatieven conform de voorwaarden 2 Àà
uit deze notitie. Het MRA expertteam bestaat uit vertegenwoordigers van d © An
Economische Zaken, Ruimte en Duurzaamheid, een vertegenwoordiger uit het \à J mmm
betreffende stadsdeel c.q. het projectteam en vanuit de MRA de regisseur nn 6)
verblijfsaccommodaties. mm nn
Op 26 mei 2020 heeft het college het Ontwikkelkader Verblijfsaccommodaties
MRA vastgesteld, waarmee de MRA-gemeenten gezamenlijk afstemmen over Q Advies MRA expertteam ver- PR ve / geen aanvraag 8 | Overeenkomst tussen
(individuele) hotelontwikkelingen met als doel regie te voeren op de kwaliteit van blijfsaccommodaties op basis omgevingsvergunning gemeente, ontwikkelaar
nieuwe hotels in Amsterdam en de regio. van uitgewerkt stappenplan en exploitant
Vooroverlegfase
aen het doorlopen van het stappenplan kan een initiatiefnemer zelf inschatten of 1.7 Besluitvorming door het college van B en W bij
ij kan voldoen aan de voorwaarden uit het overnachtingsbeleid. Een stappenplan ero .
is vormvrij, maar dient minimaal informatie over de criteria uit hoofdstuk 2 van Deel afwijking van het advies van het MRA expertteam
| te bevatten waaronder ook informatie over de toekomstige exploitant. Het advies van het MRA expertteam aan het dagelijks bestuur van het stadsdeel heeft
Daarnaast kan het stappenplan worden ingezet voor een draagvlakmeting in de de status zwaarwegend. Indien het dagelijks bestuur voornemens is om te handelen in
buurt. Ook kan de initiatiefnemer zijn plan voorleggen aan de gemeente om de afwijking van het advies, zal zij dit gemotiveerd aan het college moeten voorleggen. Het
haalbaarheid van zijn plan te verkennen. Het MRA expertteam geeft in deze fase college van B en W besluit dan of afwijking van het advies kan worden gerechtvaardigd
een toelichting op het overnachtingsbeleid, maar brengt nog geen advies uit. vanwege zeer zwaarwegende ruimtelijk-juridische of economische strategische gronden.
Adviesfase (concept-)aanvraag omgevingsvergunning
Na indiening van een (concept) aanvraag omgevingsvergunning voor een 1.8 Tenders
hotelinitiatief of voor een uitbreiding van een hotel, dat is gelegen in een nee, In het geval dat de gemeente een tender uitschrijft voor een kavel waarop een hotel kan
tenzij-gebied, wordt de aanvraag door het stadsdeel voor advies voorgelegd aan worden ontwikkeld, zullen de criteria uit hoofdstuk 2 van deze notitie integraal worden
het MRA expertteam. Op basis van het uitgewerkte stappenplan adviseert het vertaald naar de tendervoorwaarden in de selectiebrochure. Indien een hotel onderdeel
MRA expertteam het dagelijks bestuur van het stadsdeel of het hotelinitiatief is van een gebiedsontwikkeling waarin ook andere functies zijn opgenomen, maakt de
voldoet aan de voorwaarden uit deze notitie. Het advies van het MRA expertteam beoordeling van het hotelinitiatief deel uit van de integrale beoordeling van het plan op
maakt deel uit van de integrale ruimtelijke onderbouwing. basis van de selectiecriteria . Dit is maatwerk. Na de gunning worden de eisen uit het
overnachtingsbeleid geborgd in respectievelijk een optieovereenkomst, een voorschrift
bij de omgevingsvergunning, de bijzondere bepalingen van het erfpachtcontract en/of
een aanvullende overeenkomst met de ontwikkelaar en hotelexploitant.
1 0 Dottie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder 4 4 Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder
eel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022: Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022:
van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021 van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021
Hoofdstuk 2 2.3 Buurtbetrokkenheid
®
Toetsi ngskader De initiatiefnemer dient zichtbaar en met een rapportage en plan aan te tonen ar
a dat het draagvlak in de buurt voor het initiatief is gemeten en dat er een
positieve verbinding zal ontstaan met de omgeving. De initiatiefnemer is vrij in © ”» © ”
De gemeenteraad stelt met het overnachtingsbeleid voorwaarden waaraan een de keuze welke methode hij wil gebruiken om de betrokkenheid met de Ba Ba
hotelinitiatief dient te voldoen. Meer nog dan in voorgaande beleidskaders omgeving en de te verwachten impact te toetsen aan de hand van een
verwacht de gemeente dat een hotelondernemer invulling geeft aan het begrip gedegen belangenafweging. De uitkomst van de omgevingsimpact wordt
‘corporate responsibility’ oftewel maatschappelijk verantwoord ondernemen betrokken bij het oordeel over de ruimtelijke aspecten uit Deel Il. Daarnaast
(MVO). wordt de uitkomst in het gebiedsteam gebracht en beoordeeld op
De uitgangspunten ‘alleen als het écht iets aan kwaliteit toevoegt’, ‘kwaliteit boven haalbaarheid en aanvulling en/of versterking van het bestaande kwaliteitsniveau
kwantiteit’ en ‘het juiste hotel op de juiste plaats’, blijven de kern van het beleid, in de buurt, passend binnen het gebiedsplan, de gebiedsagenda of de
maar er wordt nog meer dan tot nu toe ingezet op kwaliteit. Er wordt uitsluitend ontwikkelvisie.
meegewerkt aan nieuwe hotelinitiatieven in uitzonderingsgevallen, passend binnen
de kaders. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan het credo ‘nee, tenzij…’.
De voorwaarden uit deze uitwerking zijn hoofdzakelijk gericht op het toekomstige Bij buurtbetrokkenheid gaat het om het in de buurt toetsen van draagvlak voor het
gebruik dan wel de exploitatie van het hotel. Deel Il bevat het ruimtelijk plan van de ontwikkelaar/ eigenaar én de toekomstige exploitant. De
afwegingskader. initiatiefnemer dient in de nabije omgeving van het te realiseren plan een
draagvlakmeting uit te voeren. Bij het vaststellen van het overnachtingsbeleid is
bepaald dat de impact op de buurt, voorafgaande aan het indienen van een
21 Hotelconcept aanvraag voor het hotel wordt toegelicht aan de hand van een door de
Aan de hand van een stappenplan begint elk initiatief met een beschrijving van het initiatiefnemer voor te leggen rapportage. De rapportage dient inzicht te geven in
hotelconcept. Het MRA expertteam toetst het hotelconcept van een initiatief in de maatschappelijke belangen en issues die spelen bij belanghebbenden in de
een nee, tenzij-gebied aan de voorwaarden zoals opgenomen in de paragrafen directe omgeving.
2.2, 2.3, 2.4 en 2.5. De fysieke impact van het plan wordt bij het ruimtelijk afwegingskader uit Deel II
beoordeeld.
2.2 Bijzonder hotelinitiatief Het plan en de rapportage worden opgesteld aan de hand van kwantitatieve en
kwalitatieve criteria, waarbij de antwoorden op onderstaande vragen door het
Onder bijzonder hotelinitiatief wordt verstaan dat het hotel een aantoonbaar MRA Expertteam worden beoordeeld met inachtneming van de karakteristieken
exceptionele bijdrage levert aan zowel het innovatieve aanbod van van het gebied.
verblijfsaccommodaties in Amsterdam als aan een bijzonder aspect van het =m Openheid: op welke wijze heeft de initiatiefnemer inspanningen verricht om in
maatschappelijke, culturele of economische klimaat. Alleen als het hotel écht contact te komen met de buurt en is deze methode openbaar en
iets toevoegt aan de directe omgeving en aan de hotelmarkt in het stadsdeel, controleerbaar?
waar het hotelinitiatief wordt beoogd of zich bevindt, wordt een uitzondering m Niveaubereik: op welk niveau van de participatieladder (informeren, raadplegen,
gemaakt. adviseren, coproductie, meebeslissen) heeft de initiatiefnemer de plannen
gepresenteerd? Hoe heeft de initiatiefnemer de dialoog met de omgeving
gevoerd en is daarbij een draagvlakmeting gedaan? Hoe heeft hij de belangen
Een nieuw hotel dient, naast het bieden van overnachtingen, in te springen op één gewogen en hoe is de afweging tot stand gekomen?
of meer andere behoeften, problemen of kansen voor het gebied en daardoor m Transparantie: wat heeft de initiatiefnemer gepresenteerd over het plan en
intrinsiek verbonden te zijn met de omgeving. Als voorbeeld: een hotel met een geeft hetgeen is gepresenteerd een eerlijk en duidelijk beeld over wat verwacht
Chinees concept aan de Geldersekade. Het hotel sluit dan aan bij het Chinese kan worden? Is het juiste plan gepresenteerd en is hiervoor gezocht naar
karakter van de buurt. draagvlak in de buurt?
Om het hotelconcept en daarmee het toekomstig gebruik van het hotel te kunnen m Inhoudelijke voorstellen: welke voorstellen zijn gedaan om tot een positieve
beoordelen is een voorwaarde dat op het moment van vergunningverlening zowel verbinding met de omgeving van het hotel te komen? In hoeverre zijn de
de ontwikkelaar als de exploitant bekend zijn én bereid zijn zich met een plannen uitvoerbaar en gewenst (gemeten als draagvlak in de buurt) en passend
overeenkomst te committeren aan de voorwaarden uit het overnachtingsbeleid. in de buurt?
m Beleidsruimte: in welke mate wordt door de initiatiefnemer ruimte gegeven aan
beïnvloeding door stakeholders?
m In een verslag wordt gerapporteerd over het gespreksproces met de omgeving.
Het verslag bevat ten minste een beschrijving van het participatieproces, een
overzicht van de onderzochte belangen en ingebrachte opvattingen, wensen en
meningen, de eventuele verwerking van de participatieopbrengst in het concept
plan of voorstel en een samenvatting van het eventueel aangepaste plan zelf.
1 2 Dottie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder 4 3 Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder
eel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022: Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022:
van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021 van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021
m Voortgang na eerste analyse: het verslag dient te worden afgerond met energie, transport, water, materialen, afval, landgebruik en ecologie en vervuiling.
afspraken over omgevingsimpact en buurtbetrokkenheid, die in een Het keurmerk heeft vijf ambitieniveaus. De hoogste ambitieniveaus (Excellent en
overeenkomst met de gemeente zullen worden vastgelegd. Outstanding) vergen aanzienlijke inspanningen bij de ontwikkeling en realisatie van
het hotel en is alleen haalbaar bij grotere hotelprojecten. Het ontwerp kan per
. project sterk verschillen waardoor BREAAM-NL (of LEED) van toepassing is op
24 Duurzaamheid hotels vanaf 1000m2 BVO, in gerealiseerde vorm.
Het gemeentebestuur streeft naar een stad waarin zuinig met energie wordt In 2020 is de BREEM-NL richtlijn voor nieuwe gebouwen aangescherpt, waardoor
ad omgesprongen, waar we energie alleen duurzaam opwekken en waar we Outstanding op korte termijn niet of bijna niet haalbaar lijkt.
grondstoffen en materialen oneindig hergebruiken. Het stadsbestuur heeft
© duidelijke ambities. GPR
Het hoge ambitieniveau van BREEAM-NL (en eventueel LEED) is bijna niet haalbaar
® Zo streven we naar een vermindering van de CO‚-uitstoot in Amsterdam met 55% voor kleinere complexen, zeker niet als het gaat om de transformatie van een
in 2030, en 95% in 2050. Vóór 2040 is de stad aardgasvrij en over 10 jaar hebben gebouw. Daarom wordt voor kleinere hotels tot maximaal 1000 m2 BVO en/of (in
& © we alleen nog uitstootvrij vervoer over de weg en over het water. In 2050 is gerealiseerde vorm) ten minste GPR certificering verlangd voor het ontwerp en de
Amsterdam een circulaire stad, alles wat we produceren en consumeren is oplevering. GPR is een softwaretool dat bij de ontwikkeling en realisatie wordt
herbruikbaar. We willen ook een stad zijn die goed omgaat met de effecten van ingezet om duurzaamheidsprestaties voorafgaande aan de toepassing van de
klimaatverandering, zoals wateroverlast, toenemende periodes van droogte en bouwbesluitregelgeving te toetsen.
hitte, en verandering van biodiversiteit.
Er wordt bij GPR getoetst op vijf thema's: energie, milieu, gebruikskwaliteit,
De gemeente wil duurzaamheid in de stad versnellen, maar kan dat niet alleen. gezondheid en toekomstwaarde. Verwacht wordt dat op elk thema minstens 8 uit
De versnelling vraagt om anders denken en dat vraagt ook om daadkrachtige 10 (maximum) punten wordt behaald.
samenwerking met Amsterdammers, bedrijven, maatschappelijke partijen en
kennisinstellingen.
Duurzaamheid in 5 thema’s
Bij het ‘nee, tenzij.…'-beleid voor hotelontwikkeling verwacht de gemeente dat een Gr
initiatiefnemer voor het hoogst haalbare niveau gaat en naar continue verbetering GEBOUW
van dat niveau streeft. Daarbij speelt een aantal overwegingen een belangrijke rol:
m De inspanningen moeten aansluiten bij de gemeentelijke Energie Milieu Gezondheid Gebruiks- Toekomst-
duurzaamheidsdoelstellingen, zoals: klimaatneutraal, duurzame energie, kwaliteit waarde
aardgasvrij, circulaire economie, schone lucht en groen.
. . . … ‘ Et UIel= Se lnalsl
m Prestaties moeten objectiveerbaar en de output effecten meetbaar zijn. len VT Geluid Ue lis RE
m Hoog ambitieniveau en daardoor hoge drempel (een hotel moet een [mene Dn En
uitzonderlijke prestatie leveren). IGE walt Luchtkwaliteit Functionaliteit Ladd. or CTL,
aanvullend gebruik
m Bewezen concept.
m Internationaal geaccepteerd en herkenbaar.
m Ook gericht op exploitatie (omdat een substantieel deel van de milieubelasting slui: ALLE waarde
plaatsvindt in de beheer- en gebruiksfase).
=m Onafhankelijke toetsing door gecertificeerde experts.
eam veiligheid
BREEAM-NL of LEED voor hotels vanaf 1000 m2 BVO
BREEAM-NL en LEED voldoen voor het grootste deel aan bovenstaande er
overwegingen. Het zijn allebei internationale keurmerken, bekend in de Proceskwaliteit
vastgoedwereld, en gebaseerd op een brede invulling van duurzaamheid. Vooral
de thema's ‘energie’ en materialen (hergebruik, herkomst van materialen) zijn goed gn. Planet 8 Paal @ Profit
uitgewerkt. kid - me
Het voordeel van de keurmerken is dat de ambitieniveaus regelmatig worden
aangescherpt. Voorkeur wordt gegeven aan BREEAM-NL waarvan de toetsing GPR-certificering
door een onafhankelijke Nederlandse instelling wordt gedaan. Maar een door de
initiatiefnemer aan te tonen vergelijkbaar niveau van beoordeling en certificering is
in beginsel toegestaan. GPR levert daardoor voor kleinere hotelprojecten minder administratieve lasten
op. Bij GPR is het mogelijk dat de bouwer zelf het hele certificeringstraject
Beschrijving BREEAM-NL doorloopt (van projectstart, advisering, opbouw gebouwdossier tot validatie).
Met BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie worden gebouwen beoordeeld op Om te voorkomen dat de slager z'n eigen vlees keurt moet de keuring
negen verschillende duurzaamheidsonderwerpen: management, gezondheid, plaatsvinden door een onafhankelijke partij.
1 4 Dottie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder 4 5 Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder
eel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022: Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022:
van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021 van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021
Omdat GPR alleen is gericht op het gebouw en niet op de exploitatie wordt als
aanvullende eis gesteld dat de exploitant - net als grotere hotels (> 1000 m°)- Eisen op het gebied van duurzaamheid
gecertificeerd wordt volgens het systeem van BREEAM-In-Use op het onderdeel
Beheer. 1. Onderbouwde (kwalitatieve) visie op het vereiste duurzame ambitieniveau,
met daarbij in ieder geval:
Hemelwaterverordening Amsterdam a. Visie op de omgeving/locatie: wat zijn de relevante duurzaamheids-
Op 26 april 2021 heeft de gemeente de Hemelwaterverordening Amsterdam aspecten en hoe komen deze terug in de planuitwerking?
vastgesteld. Doel van deze verordening is om bij grote regenbuien, die steeds b. Doorkijk naar de exploitatie: hoe wordt geborgd dat de duurzame (ver)
vaker voorkomen, waterschade in de stad zoveel mogelijk te voorkomen en nieuwbouw ook leidt tot een duurzaam gebruik.
daarmee een bijdrage te leveren aan een klimaatbestendige stad. Bij nieuwbouw
wordt verplicht gesteld dat het regenwater op eigen perceel wordt opgevangen 2. De verplichting tot het behalen van één van de volgende certificaten of een
en verwerkt. Voor nieuwe gebouwen en voor bestaande gebouwen die ingrijpend erkend vergelijkbaar certificaat:
worden gerenoveerd, waaraan één of meer bouwlagen worden toegevoegd, of a. Voor nieuwbouw en grootschalige renovatie (transformatie) > 5000 m°
waarvan het bebouwde oppervlak wordt uitgebreid, wordt het verplicht om per m? BVO: BREEAM-NL Outstanding (5 sterren) of Leed Platinum. Bij gebruik
minimaal 60 liter hemelwater te bergen en dit hemelwater over de opvolgende 60 van de nieuwste beoordelingsrichting BREEAM-NL Nieuwbouw 2020 v1.0
uur af te voeren. Doel van deze verordening is om bij grote regenbuien, die steeds volstaat Excellent (4 sterren).
vaker voorkomen, waterschade in de stad zoveel mogelijk te voorkomen en b. Voor nieuwbouw en grootschalige renovatie (transformatie) > 1000 m° en
daarmee een bijdrage te leveren aan een klimaatbestendige stad. < 5000 m° BVO: BREEAM-NL Excellent (4 sterren) of Leed Platinum; bij
gebruik van de nieuwste beoordelingsrichtlijn BREEAM-NL Nieuwbouw
Exploitatie ambitie in nieuwbouw en bestaande bouw 2020 v1.0 volstaat Very Good (3 sterren).
BREEAM-NL en LEED anticiperen op een duurzaam gebruik van het gebouw c. Voor renovatie (bestaand hotel, binnen bestaand gebouw of uitbreiding
(bijvoorbeeld door sub-bemetering en het opleveren van een handleiding voor daarvan) van een gebouw > 1000 m° en < 5000 m° BVO: BREEAM-NL
gebruik), maar de daadwerkelijke borging vereist andere keurmerken: BREEAM- Excellent (4 sterren)
NL-in-Use of LEED EBOM. d. Voor nieuwbouw en renovatie < 1000 m° BVO: GPR of BREEAM-NL Very
Good (3 sterren)
Voor een duurzaam gebruik is ook naar het Green Key label (goud) gekeken. i_Het gerenoveerde gebouw GPR Gebouw 4.2 met een score van ten
Dit keurmerk is echter minder breed dan de andere twee en bovendien is het minste 7,5 voor de thema's Energie, Milieu, Gezondheid,
ambitieniveau minder hoog. Het richt zich meer op maatregelen (bijvoorbeeld Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde, of
afvalscheiding) dan op doelstellingen (bijvoorbeeld een beoogd streefpercentage ii. Het nieuwe gebouw (niet zijnde gebouwdeel) moet voldoen aan de
afvalscheiding). Daarom wordt voor nieuwe hotels ingezet op BREEAM-NL-in-Use. eisen van de maatlat van GPR Gebouw 4.2 met een score van ten
De certificering kan pas van start gaan nadat het hotel ten minste 1 jaar in minste 8,5 voor de thema's Energie, Milieu, Gezondheid,
exploitatie is genomen vanwege de nulmeting van verbruikscijfers van installaties. Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde.
ii. GPR audit vindt plaats door een onafhankelijke, externe partij
3. De normen uit de Hemelwaterverordening zijn van toepassing.
4. Na ingebruikneming en start exploitatie: een jaar nadat het hotel in gebruik
is genomen wordt het certificeringstraject gestart voor BREAAM-NL-in-Use
Excellent (4 sterren) of LEED EBOM. De certificering richt zich op Asset en
Beheer. De prestaties worden elke 3 jaar opnieuw beoordeeld aan de hand
van de geldende criteria.
LN) 5. Voor uitbreiding van een bestaand hotel is voorwaarde 4 van toepassing
voor het gehele hotel, vanaf voltooiing van de uitbreiding.
ESL EDS
Ap tj
5 D
5 M G
L REER z
oc B rm
EN 4
Q
O5 D Ge
1 6 Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder 4 7 Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder
Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022: Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022:
van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021 van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021
9 . d h De PSO erkent verschillende stadia van socialer ondernemen en stimuleert de
‚> Sociaal ondernemersc ap ontwikkeling van aspirant-status tot het niveau van koploper (trede 3). Toetsing
gebeurt op resultaten (feitelijke plaatsingen) én op kwalitatieve aspecten die van
Bij het initiatief voor een hotel wordt de ondernemer verzocht een uitgewerkt belang zijn voor een goede arbeidsinpassing van mensen met een kwetsbare
plan in te dienen dat betrekking heeft op de toekomstige exploitatie waaruit arbeidsmarktpositie (passend werk, integratie, functioneren/ ontwikkeling en
blijkt dat sprake is van sociaal ondernemerschap conform de normen uit de begeleiding). Een PSO-erkenning geeft aan dat een werkgever meer dan
Handleiding Prestatieladder Socialer ondernemen. gemiddeld bijdraagt aan werkgelegenheid voor mensen met een kwetsbare
Het personeelsbeleid van de hotelexploitant dient gericht te zijn op het arbeidsmarktpositie. In de beoordeling worden directe en indirecte (via inkoop van
behalen van de eerste trede van de PSO na één jaar en de hoogste (derde) diensten en producten) bijdragen van de onderneming meegewogen. Hierdoor
trede binnen vijf jaar. De ambitie wordt vastgelegd in een convenant met de wordt ook voor kleinere bedrijven de hoogste trede bereikbaar.
gemeentelijke partners binnen het sociaal domein/
werkgelegenheidsbevordering.
Prestatieniveaus PSO
. . Prestatieniveau Omschrijving
Prestatieladder Socialer Ondernemen
TNO heeft samen met bedrijven en Stichting PSO-Nederland de Prestatieladder Aspirant-status Organisaties die nog niet voldoen aan de kwantitatieve en/of kwalitatieve normen van de
Socialer Ondernemen (PSO) ontwikkeld: een instrument om de bijdragen van PSO maar voornemens zijn om die norm binnen 1 jaar te behalen, kunnen een aspirant-
organisaties aan de werkgelegenheid voor mensen met een kwetsbare status-erkenning krijgen. Hiervoor moet de organisatie een plan van aanpak hebben
arbeidsmarktpositie te meten en zichtbaar te maken. Het gaat bij PSO om het vastgesteld én gestart zijn met de implementatie daarvan. De organisatie dient hiervoor
bevorderen van activering en werkgelegenheid ten behoeve van de volgende via www.mijnpso.nl de rekentool en de checklist Aspirant-status in te vullen. Het voordeel
doelgroepen: van deze erkenning is dat een organisatie zich committeert aan het bereiken van de
= Mensen die onder de Participatiewet vallen en die geen wettelijk minimumloon doelstelling om socialer te ondernemen én dat deze organisaties herkenbaar worden voor
per uur (WML) kunnen verdienen. werkzoekenden en instanties als UWV, gemeenten en SW-bedrijven die voor hun cliënten
m Mensen met een Wsw-indicatie of mensen die met een Wsw-indicatie op op zoek zijn naar werk.
31-12-2014 op de wachtlijst stonden. . .
. P in Trede 1 Organisaties die meer dan gemiddeld scoren wat betreft de omvang van de
m Wajongers met arbeidsvermogen. : .
. werkgelegenheid die ze bieden voor de PSO-doelgroep en tevens voldoen aan de
m Mensen met een Wiw-baan of ID-baan. Ran : , ; . :
. … . kwalitatieve eisen met betrekking tot passend werk, integratie, functioneren&ontwikkeling
m Degenen die hun doelgroepstatus zijn verloren (omdat ze hun Wajong of : . ; N .
. oe en begeleiding. Meer dan gemiddeld wil zeggen: er zijn meer personen uit de PSO-
Wsw-status verliezen of onder de Participatiewet vallen en meer dan WML gaan - er: . rz
. doelgroep werkzaam dan bij organisaties in dezelfde grootteklasse met minstens één
verdienen) maar nog wel meetellen (tot 31 december van het tweede . . .
. . . , werkende uit de PSO-doelgroep gemiddeld het geval is.
kalenderjaar volgend op het jaar waarin betrokkene zijn status verliest).
m Jonggehandicapten die dankzij een voorziening het WML kunnen verdienen. Trede 2 Organisaties die ruim bovengemiddeld scoren wat betreft de omvang van de
werkgelegenheid die ze bieden voor de PSO-doelgroep en tevens voldoen aan de
kwalitatieve eisen met betrekking tot passend werk, integratie, functioneren &
ontwikkeling en begeleiding.
Trede 3 Organisaties die tot de koplopers behoren wat betreft de omvang van de
werkgelegenheid die ze bieden voor de PSO-doelgroep en tevens voldoen aan de
kwalitatieve eisen met betrekking tot passend werk, integratie, functioneren &
ontwikkeling en begeleiding.
® Normen voor de drie treden per grootteklasse
in percentages fte op het totaal aantal fte
Grootteklasse | Norm trede 1 Norm trede 2 | Norm trede 2
® 2-4 19,3 26,1 29,9
5-9 10,6 14,9 19,3
10-49 5,4 6,8 10,6
50-99 2,4 3,2 5,4
100+ 1,4 1,9 3,7
1 8 Dottie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder 4 OQ Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder
eel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022: Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022:
van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021 van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021
Afbakening en weging PSO-doelgroep artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek (BW), goed werkgeverschap. Met de beginselen van
goed werkgeverschap is in de rechtspraak een poging gedaan om het vage begrip
‘goed werkgeverschap’ concreter te maken. Omdat dit slechts beginselen zijn, kijkt
Participatiewet/WWB//IOAW/IOAZ 1 de rechter steeds naar de omstandigheden van ieder specifiek geval.
WAO/WIA/WAZ/Wajong 1 Goed werknemerschap
SW-geïndiceerd/indicatie voor beschut werk 1 Ook de werknemer dient zich als een goed werknemer te gedragen ten opzichte van ®
zijn werkgever en dient, naast zijn eigen belangen, de belangen van de werkgever in
WW 0,75 zijn handelen mee te wegen. Het goed werknemerschap is qua norm echter niet zo
BBL/BOL niveau 1 + VSO / PRO 0,5 strikt als het goed werkgeverschap. Reden hiervoor is dat een werknemer
afhankelijker is van een werkgever dan andersom en er daarom aan de werkgever
BBL/BOL niveau 2 0,25 strengere eisen gesteld worden. Het toezicht en de (juridische) handhaving op de
naleving van arbeidsomstandigheden vindt plaats door de Inspectiedienst Sociale
Zaken on Werkgelegenheid Û 6
Reguliere arbeidsovereenkomst 1
Handhaving arbeidsomstandigheden
In dienst via regeling begeleid werken 1 Op 1 januari 2012 is de Inspectie SZW van start gegaan. Het toezicht en de
. . handhaving op de naleving van arbeidsomstandigheden vindt plaats door de
dn, 09 Inspectiedienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Stage, werkervaringsplaats of re-integratietraject 0,75 De Inspectie SZW is een samenvoeging van de organisaties en activiteiten van de
voormalige Arbeidsinspectie, de Inspectie Werk en Inkomen en de Sociale
Proefplaatsing 0,5 Inlichtingen- en Opsporingsdienst van het ministerie van Sociale Zaken en
. Werkgelegenheid (SZW).
Aantal uren per week 40 uur /wk of cao-norm Uitgaande van bovenstaande overwegingen wordt goed werkgeverschap als volgt
ingevuld:
m De exploitant van de onderneming heeft een transparant trackrecord als
Toetsing van de inspanningen toekomstig werkgever en dient dit aantoonbaar te maken.
De handleiding PSO Nederland Handleiding _1.4 (en de bijbehorende rekentool en m Goed werkgeverschap dient de norm te zijn ook in de Horecasector. Koninklijke
checklist kwalitatieve eisen) vormen het formele kader voor de audit. Horeca Nederland en horecaondernemers onderschrijven dit door verschillende
Tijdens een audit toetst een onafhankelijke auditor op basis van de ingevulde initiatieven waaronder de Code verantwoord marktgedrag). Daarnaast zullen ook
rekentool en checklist of de organisatie voldoet aan de beoogde kwantitatieve de richtlijnen voor aanbesteding EMVI (Economisch Meest Voordelige Inkoop)
norm én aan alle kwalitatieve eisen van de PSO. Een audit bestaat uit interviews, worden meegenomen.
een toets op de verstrekte gegevens (bewijzen) aan de hand van
personeelsdossiers en/of administratieve systemen en een werkplekbezoek. .
De auditor maakt vooraf afspraken over de te bezoeken locaties, de te spreken 2.6 Borging van de voorwaarden
personen en de bewijzen die de organisatie moet kunnen overleggen. Na afloop Om de toezeggingen uit het stappenplan over het hotelconcept, het niveau van
stelt de auditor een verslag op waarin een advies wordt gegeven over het duurzaamheid en sociaal ondernemerschap, op het moment van vergunning-
toekennen van een PSO-erkenning. verlening, vast te leggen en om zeker te zijn dat de afspraken tijdens de exploitatie-
PSO-Nederland is vervolgens verantwoordelijk voor de toekenning. fase worden nageleefd, worden deze waar mogelijk opgenomen in de omgevings-
vergunning. Toezeggingen die niet kunnen worden opgenomen in een voorschrift bij
Het kan voorkomen dat een bedrijf al socialer onderneemt, maar dat door het de omgevingsvergunning worden ofwel in de bijzondere bepalingen van het
ontbreken van bewijsvoering dat nog niet (voldoende) kan aantonen. Ook in dat erfpachtcontract, ofwel in een aparte aanvullende overeenkomst vastgelegd.
geval kan een bedrijf de aspirant-status aanvragen. In het plan en de uitvoering zal Daarnaast wordt het aantal slaapplaatsen in een voorschrift bij de omgevings-
de aandacht dan meer liggen op het op orde krijgen en houden van de vergunning opgenomen.
administratie. Wellicht stijgt het bedrijf daardoor al meteen naar een hogere trede.
Ter voorkoming van niet naleving van de afspraken uit de overeenkomst beschikt de
Goed werkgeverschap overeenkomst over een boeteclausule. Met het oog op de mogelijke doorlevering
Van de hotelondernemer/exploitant wordt verwacht dat hij zich te allen tijde zal van het pand aan een nieuwe eigenaar of wisseling van exploitant maakt een
houden aan de landelijke relevante respectievelijk collectieve werkgevers- kettingbeding onderdeel uit van de overeenkomst.
verantwoordelijkheden en -afspraken.
Het goed werkgeverschap houdt in dat een werkgever zich ten opzichte van zijn De overeenkomst maakt deel uit van de integrale onderbouwing ten behoeve van de
werknemer goed dient te gedragen en niet alleen uit eigen belang handelt maar in (project)afwijking omgevingsvergunning of wijziging van een bestemmingsplan en
zijn beslissingen ook de belangen van de werknemer meeweegt. zal om die reden voorafgaand aan de vergunningverlening moeten zijn afgesloten.
ledere werknemer kan te allen tijde een beroep doen op het zogenaamde kapstok
20 Dottie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder 21 Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder
eel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022: Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022:
van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021 van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021
Hoofdstuk 3 3.2 Borging afspraken over classificatie en
. . a. . voorkomen terugval
Sti m u leri ng kwa | teit l n n rgeuwe Voor nieuwe initiatieven geldt dat een overeenkomst, als onderdeel van de
A En ruimtelijk planologische beoordeling van het plan of een stimuleringsmaatregel,
en besta an d e h ote Is waarborgen dient te bevatten die verlaging van de kwaliteit voorkomen. Hiertoe
TO behoort ook de borging van de hotelkwaliteit volgens de op enig moment
. geldende classificatienormen in Nederland. Waar van toepassing zullen
%X 3.1 Nieuw voor oud borgingsafspraken ook worden opgenomen in de erfpachtvoorwaarden of een
Met het vaststellen van het overnachtingsbeleid is er ook voor gekozen een aantal aanvullende overeenkomst.
D@ maatregelen te onderzoeken waarmee hotels die op reviewsites slecht of zeer
matig scoren, geholpen kunnen worden. Met de maatregelen worden eigenaren 3.3 Inzet erfpachtinstrument bij bestaande
van kleine, oude en vaak moeizaam te exploiteren hotels gestimuleerd deze te
transformeren naar bijvoorbeeld wonen door in ruil daarvoor toe te staan om hotelrechten
elders een nieuw kwalitatief hoogwaardig hotel te mogen ontwikkelen. En De aanpak om de groei van hotels verder af te remmen is uitgebreid met de inzet
daarmee wordt beoogd invulling te geven aan het beleidsstreven ‘kwaliteit boven van het erfpachtinstrument.
kwantiteit’, naast ‘het juiste hotel op de juiste plek’. De nieuw voor oud-regeling
geldt uitdrukkelijk in ‘nee-gebieden’, Met de Notitie ‘Afremmen hotelgroei door inzet erfpachtinstrument’, vastgesteld
door het college op 26 oktober 2021, wordt het ‘gemeentelijk belang’ uit artikel 3
Los van het directe effect van kwaliteitsverhoging voor gasten kunnen ook andere lid 2 sub a van het Beleid bestemmings- en bebouwingswijziging ingevuld
duurzame en maatschappelijke doelen bereikt worden zoals verlevendiging van (raadsbesluit d.d. 28 juni 2017, Gemeenteblad 143786).
een straatdeel of bijdrage aan de kwalitatieve uitstraling van het gebied. De gemeente verleent geen medewerking meer aan de wijziging van
Voorwaarde voor enige maatregel is de benodigde instemming of initiatief van de erfpachtvoorwaarden ten behoeve van een nieuw hotel of een hoteluitbreiding in
eigenaar, de eventuele verhuurder en de huurder/exploitant van het object waarin een nee-gebied, ook als deze bestemming publiekrechtelijk is toegestaan.
het hotel is gevestigd. De gemeente kan ook zelf het initiatief tot het voorstellen
van kwaliteitsverbetering nemen. Het adviesteam overnachtingsbeleid kan hierbij
een rol vervullen om potentiële investeerders in contact te brengen met
bovengenoemde eigenaren.
Voor hotels die interesse hebben zijn er twee hoofdrichtingen, of een combinatie
van beide, denkbaar:
- stimulering van kwaliteitsverbetering op de huidige locatie en
- stimulering van transformatie naar een andere locatie die meer kansen biedt op
verhoging van de kwaliteit.
Voorwaarde is dat de mogelijkheid om met de nieuw voor oud-regeling een impuls
te geven aan de kwaliteitsverbetering van de hotels, er niet toe mag leiden dat
oude hotels uit de periferie vervangen worden door nieuwe hotels in gebieden
waar hotelontwikkeling niet gewenst is (nee-gebieden). Bij een uitruil dienen op te
heffen ‘oud’ en te realiseren ‘nieuw’ naar het oordeel van het college in
kwantitatief en kwalitatief opzicht in redelijke verhouding tot elkaar te staan
indachtig het beleidsstreven ‘kwaliteit boven kwantiteit’ en ‘het juiste hotel op de
juiste plek’.
Indien het geldende bestemmingsplan geen direct recht geeft op een beperkte
uitbreiding, dan dient altijd te worden getoetst aan de voorwaarden zoals
neergelegd in paragraaf 2.2 tot en met 2.5 van deze notitie, met dien verstande
dat maatwerk mogelijk is indien de specifieke omstandigheden van het initiatief dit
naar het oordeel van het college rechtvaardigen.
22 Dottie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder 23 Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder
eel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022: Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022:
van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021 van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021
Bijlage 1
Gebiedskaart overnachtingsbeleid
Diversiteit aan voorzieningen is van belang voor de functiemenging in deze
gebieden. Hotels op de goede plekken kunnen diversiteit en functiemenging
In de nee-gebieden werkt de gemeente niet mee aan juridisch planologische versterken en kunnen hier bijdragen aan het culturele, maatschappelijke en
procedures voor nieuwe hotelontwikkelingen of hoteluitbreidingen. economische klimaat in een gebied.
In de nee, tenzij-gebieden wordt hotelontwikkeling slechts bij uitzondering en Tevens maakt een goede mix tussen functies buurten aantrekkelijk, leefbaar,
onder strenge voorwaarden toegestaan (de criteria uit Deel | en Il van de sociaal veilig en economisch krachtig en kan een hotel met voorzieningen een
Uitwerking overnachtingsbeleid 2021 en verder). bijdrage leveren aan de spreiding van toeristen buiten het centrumgebied.
Haven-Stad
Haven-Stad is op de gebiedskaart aangeduid als een nee-gebied. Het is de
nee-gebied WM nee, tenzij-gebied bedoeling dat er een hoogstedelijk gebied wordt ontwikkeld waar gefaseerd
40.000 tot 70.000 woningen worden gerealiseerd en 58.000 arbeidsplaatsen
Nd Merriekender worden toegevoegd. Het gebied zal zich kenmerken door een diversiteit aan
qe functies en voorzieningen.
E el ZAANDAM Oostzaar Waterdana brdalla Witsen
: Landas ee De transformatie van Haven-Stad start in 2029 en bestaat uit de deelgebieden
Sloterdijk | Noord, Sportpark Transformatorweg/Amsterbaken, Minervahaven,
hee Jen Alfadriehoek en de Cornelis Douwes Terreinen. Voor deze deelgebieden
pe E ontbreken nu nog de integrale ontwikkelkaders om hotelontwikkelingen in
kwaliteit en kwantiteit dusdanig aan te sturen dat ze een beoogde bijdrage zouden
SN Ar kunnen leveren aan het toekomstig cultureel, maatschappelijk en economisch
Ie ER klimaat van het toekomstige Haven-Stad. Een visie op hotelontwikkeling zal in dit
gen vern dn. gebied te zijner tijd worden uitgewerkt.
veebruo es Hieruit volgt dat de status van de deelgebieden op de kaart, in ieder geval tot
medio 2025 wanneer het proces voor het opstellen van integrale ontwikkelkaders
Sk start, een ‘nee! gebied blijft. Parallel aan de start van dit proces en afhankelijk van
en _ Ô hie de opgestelde ontwikkelkaders zal de gebiedskaart voor deze gebieden worden
aangepast.
5 a ude
á s
)FDDORP. Ee Í Weesp N
AMSTELV: es % Ê
De gebiedskaart is geactualiseerd en aangepast naar minder nee, tenzij-gebieden.
Voor de met oranje aangeduide gebiedsdelen hebben de stadsdelen een
motivering geleverd waar hotelontwikkeling nog een meerwaarde voor een gebied
kan betekenen, zonder dat dit de leefbaarheid van de stad aantast.
24 Dottie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder 25 Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2021 en verder
eel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022: Deel |: uitwerking van de herziening van het Amsterdamse deel van de regionale hotelstrategie 2016-2022:
van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021 van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid — november 2021
Bijlage 2
Stappenplan hotelontwikkeling Toelichting op de stappen
Vul de onderstaande gevraagde gegevens zo compleet mogelijk in.
Het MRA expertteam verblijfsaccommodaties adviseert over (concept-)aanvragen
omgevingsvergunning voor hotelinitiatieven op basis van een uitgewerkt 1. Check als eerste of het initiatief in een nee of een nee, tenzij-gebied ligt. Indien
stappenplan. uw initiatief in een ‘nee-gebied!' is gepland zal de gemeente geen medewerking
verlenen aan een juridisch planologische procedure voor een hotel.
Met het stappenplan kan een initiatiefnemer de voorwaarden uit het
overnachtingsbeleid uitwerken. Het stappenplan is vormvrij, maar dient minimaal 2. Vul de vragen in het stappenplan zo volledig mogelijk in. Het is belangrijk dat u
informatie over de criteria uit het overnachtingsbeleid te bevatten alsmede in een vroeg stadium de buurt bij uw plan betrekt. Tevens is een visie op
informatie over de toekomstige exploitant. duurzaamheid en sociaal ondernemen vereist.
a. Waar bevindt zich de locatie of de beoogde locatie?
b. Wie wordt aanvrager van de vergunning?
® c. Wat behelst het initiatief: vul zo volledig mogelijk in wat u voor ogen hebt
De (concept, doelgroep, verblijfsduur, aantal kamers en slaapplaatsen, ‘sterren'-
NWD ae niveau, wel/geen horeca, extra voorzieningen, toekomstig exploitant)
pe ® C d. Heeft u al een omgevingsanalyse gemaakt: hoe past het hotel of de
® ® ® ® uitbreiding in de omgeving en welke meerwaarde levert het plan voor de
® baas ran
® 3. Laat zien dat het hotelconcept een aantoonbaar exceptionele bijdrage levert
GD Gebiedskaart check @) Draagvlakmeting / E) Vooroverleg op basis aan zowel het innovatieve aanbod van verblijfsaccommodaties in Amsterdam
buurtbetrokkenheid van globaal stappenplan als aan een bijzonder aspect van het maatschappelijke, culturele of
A (informeren) economische klimaat.
pmmR = Hotelconcept
Ï Q he, =m Buurtbetrokkenheid 4. Zorg ervoor dat u de belangen van de buurt hebt onderzocht op draagvlak en
. mm m Duurzaamheidseisen positieve invloed op de omgeving en welke impact uw initiatief heeft op de
1 — m Sociaal ondernemen omgeving van het hotel. Hiervan dient u een onderzoeksverslag/rapportage te
mm m Exploitant presenteren.
hm mn À
5. In het plan dient u een visie te geven op het zo duurzaam mogelijk ontwerpen
Q Ruimtelijk afwegings- &) Concept aanvraag van het gebouw en op een zo duurzaam mogelijke exploitatie vanaf
kader (Deel II) omgevingsvergunning ingebruikname (conform de vereisten in Deel |, paragraaf 2.4)
6. In het plan dient u een visie weer te geven op sociaal ondernemerschap binnen
? IN uw personeelsbeleid, vanaf het moment van exploitatie (conform de vereisten
dv) Ke in Deel |, paragraaf 2.5)
mm
mm
\ J €) 7. Geef een toelichting op de ruimtelijke voorwaarden uit Deel II.
mm
8. Geef inzicht in de financiële haalbaarheid van het initiatief. Wie zijn de
(6) Advies MRA expertteam ver- @ Wel / geen aanvraag © Overeenkomst tussen ontwikkelaar, financier, eindbelegger en exploitant?
blijfsaccommodaties op basis omgevingsvergunning gemeente, ontwikkelaar
van uitgewerkt stappenplan en exploitant 9. U kunt het ingevulde stappenplan voorleggen aan het MRA expertteam om de
haalbaarheid van het initiatief te verkennen. Het MRA expertteam geeft in deze
fase een toelichting op de criteria uit het overnachtingsbeleid, maar brengt
geen advies uit.
Het stappenplan veronderstelt dat bij de start van het initiatief een eigenaar
(van het gebouw of de te bebouwen grond), een ontwikkelaar, een financier/ 10. Het stappenplan wordt beoordeeld bij een (concept)aanvraag
investeerder én een exploitant bij het project zijn betrokken. omgevingsvergunning.
11. Om de toezeggingen uit het stappenplan te borgen wordt een overeenkomst
met u opgesteld waarin deze worden vastgelegd.
ee k E
Ë
Í : .
ES Rae. Ká
jk B jn
dl | Nien : sim RR za msdjjs rn
De meel AN B bd B ERGE
Pe [ ú Hse ED a keen Ee na ER - a En RO. aje za:
4 EE Eer ER Oe EN nn
rra rj mn ON III Va Ed LU, ua Le
KE MA Á had U B Za p ie a Un
EN ee ij Ei : he L. Zifs EK =: -À P) r 7 8 4 Pr 4 7 \ KS, dn g 5 EE
Rd | En De LAS Ee Í Á #, oa Pe Saff rd } il y, j , 8 0 | Íij J RE 6 A f NL / \ a
we LAN ijs: ® Î hd EE _\ Jee
5 N= NE, ' E EIF Een nn! 1 ls N En On KN Bi at
or ba 0 WM 4E | Ee Tl EE eN Bg
SA 27, AN 6 EN
E ERA eN DZ laf EN / Me iz U
5 a n : E NN î | Seen dd en
A Pr d oo = NN ed ® i We De PN B ë kr EE
AP hie ie en í nr Po je e
7 4 PLA Fe k 5 Ne 3 f Á |l an Wi ET
í Á Gr Gi k £ el IN \ 4 | d } 4 B ke te Oe
NN NEN nd b: en em Á jâ Dg Pe 40) Ù Ne km
EVEN Ee Bal MA en ra a / Ì
eN 1 ad Ed zic on \ | 5 (il ij ' nf
Slk dt / ee EE OR * be
As BIE , | // AN a 5 lk b En.
MES Er OS 8/7 SS | Er L ee
dn md) > ER
7 5 Ze Ee Sne 5 nn DE en „E } Ä ! } Ae
Ae Ee ne fis nn ZA ò je en É Ben
\ NN An nen
ee PP } TT KN
RN hed Em U DE
Colofon
Opdrachtnemer Economische Zaken in samenwerking met Ruimte en Duurzaamheid
Datum November 2021
amsterdam.nl
| Onderzoeksrapport | 14 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 536
Publicatiedatum 7 augustus 2015
Ingekomen op 1 juli 2015
Ingekomen onder 465’
Behandeld op 2 juli 2015
Uitslag verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Saadi inzake de Voorjaarsnota 2015
(voldoende capaciteit voor handhaving).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Overwegende dat:
— in het Startdocument Stad in Balans als maatregel voor de korte termijn
aangekondigd wordt dat overgegaan wordt tot strengere handhaving op
wangedrag en overlast van zwerfvuil in de openbare ruimte;
— van Handhaving en Toezicht een bovenmatige inspanning wordt verlangd in het
kader van het managen van situaties van overlast;
— van belang is dat er wel voldoende capaciteit wordt vrijgemaakt bij de
desbetreffende afdeling om de handhaving van dergelijke overlastsituaties
adequaat te laten verlopen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Te onderzoeken of meer handhavingscapaciteit beschikbaar gesteld kan worden
voor handhaving op wangedrag en het bestrijden van zwerfvuil in de openbare
ruimte.
2. Te onderzoeken of dit gedekt kan worden uit de bestaande gelden voor
Economische structuurversterking.
3. Ditte betrekken bij de begroting 2016.
Het lid van de gemeenteraad,
|. Saadi
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 32
Datum indiening 23 november 2018
Datum akkoord 17 januari 2019
Publicatiedatum 18 januari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kilig inzake de leefbaarheid in
de Leefbaarometer.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De fractie van DENK heeft, via een serie tweets van stadsgeograaf Cody
Hochstenbach, kennisgenomen van een ontrustende constatering inzake
de Leefbaarometer’.
Volgens de stadsgeograaf gebruikt de Leefbaarometer het percentage niet-westerse
inwoners als belangrijke negatieve voorspeller voor leefbaarheid.
De Leefbaarometer zou wijken zorgvuldig en objectief aanwijzen op basis van echte
leefbaarheidscijfers, maar eigenlijk worden discriminerende en racistische aannames
weggestopt in statistische indicatoren.
De Leefbaarometer wordt gebruikt als een belangrijk instrument voor het vormen van
beleid.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Kilig, namens de fractie van DENK, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Watis de mening van het college inzake het feit dat het percentage niet-westerse
inwoners als belangrijke negatieve voorspeller wordt gebruikt voor leefbaarheid?
Antwoord:
Voor het College van B&W is de causaliteit tussen bevolkingskenmerken en
leefbaarheid in de in opdracht van het Rijk opgestelde Leefbaarometer onduidelijk
en reden om er geen gebruik van te maken.
1 https://twitter.com/CodyHochstenB/status/1043476118488133635
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 2 januari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 23 november 2018
2. In hoeverre wordt de Leefbaarometer in Amsterdam gebruikt als belangrijk
instrument voor het vormen van beleid? Kan er uitgezocht worden in welke
beleidsdocumenten de Leefbaarometer is meegenomen als instrument?
Zo ja, welke?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1. De Leefbaarometer wordt niet gebruikt bij
het vormen van beleid.
Ook Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) gebruikt de Leefbaarometer niet.
Daarbij speelt ook de overweging dat een en dezelfde meetlat voor heel
Nederland minder zeggenkracht heeft voor de stad en de MRA. Op het lokale
niveau meer (recente) data beschikbaar Zo is specifieke informatie over gebieden
te raadplegen via http://gebiedinbeeld.amsterdam.nl . OIS maakt op basis van
deze gegevens voor de stad en de MRA rapportages als de Staat van de Stad en
Wonen in de Metropoolregio Amsterdam (WiMRA). De daaruit resulterende
maten (zoals de Standaard Leefsituatie Index) zijn conceptueel beter onderbouwd
en afgebakend.
3. Kunnen de gemeenteambtenaren op de hoogte gesteld worden van het feit dat
racisme weggestopt kan worden in zogenaamde ‘neutrale’ indicatoren?
Antwoord:
In algemene zin geldt dat de gemeente Amsterdam aandacht heeft voor
het herkennen en benoemen van racisme (naar aanleiding van onderzoek of
anderszins).
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1030
Publicatiedatum 9 oktober 2015
Ingekomen op 8 oktober 2015
Ingekomen in raadscommissie ID
Te behandelen op 4/5 november 2015
Onderwerp
Motie van de leden Ruigrok en Torn inzake de Begroting 2016 (schoon weekend!).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Constaterende dat:
— het college aan de raad voorstelt om een bedrag van € 3,15 miljoen, waarvan
€ 0,8 miljoen voor schoonmaak na evenementen, aan te wenden voor minder
afval in de stad;
— uit de begroting niet geheel duidelijk wordt waar de overige € 2,35 miljoen aan
besteed gaat worden;
— vervuiling van de openbare ruimte in de weekenden is toegenomen als gevolg
van het stijgend aantal bezoekers;
— vuil op straat één van de grootste ergernissen van Amsterdammers is en tevens
bijdraagt aan een minder veilige omgeving.
Overwegende dat:
— het van groot belang is dat het geld dat wordt ingezet voor een schone stad
daadwerkelijk leidt tot een zichtbaar schonere openbare ruimte;
— uitde begroting niet valt op te maken of dit met de huidige plannen het geval is;
— het belangrijk is voor bewoners, ondernemers en bezoekers dat Amsterdam ook
in het weekend schoon is;
— extra flexibele veegploegen de vervuiling van de openbare ruimte in het weekend
aanzienlijk kunnen terugdringen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— extra flexibele veegploegen in te zetten in de weekenden op plekken waar dat het
hardst nodig is en dit te dekken uit de € 2,35 miljoen gereserveerd voor minder
afval in de stad;
— hiervoor zo spoedig mogelijk een plan aan de gemeenteraad voor te leggen.
De leden van de gemeenteraad
M.H. Ruigrok
R.K. Torn
1
| Motie | 1 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1976
Publicatiedatum 4 december 2019
Ingekomen onder M
Ingekomen op 27 november 2019
Behandeld op 27 november 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Ceder, Naoum Néhmé, Boomsma, Simons, A.L. Bakker,
Van Soest, Kilig, Nanninga, Flentge, De Jong, Hammelburg en Mbarki
inzake de prestatieafspraken voor de volkshuisvesting tussen huurderskoepels,
woningcorporaties en de gemeente (Basiskwaliteit corporatiewoningen op orde)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de prestatieafspraken voor de volkshuisvesting tussen
huurderskoepels, woningcorporaties en de gemeente (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1931).
Overwegende dat:
— De woningkwaliteit van corporatiewoningen vanwege achterstallig onderhoud
soms danig te wensen overlaat en in enkele gevallen deze woningen zelfs niet
aan de wettelijke minimumkwaliteit voldoen;
— Eenieder in Amsterdam het verdient in een gezond, veilig en leefbaar huis te
wonen, en dus dat deze woningen gerenoveerd en onderhouden dienen te
worden;
— Het goed is dat de gemeenteraad een objectieve meetlat heeft om hier regelmatig
over gerapporteerd te worden;
— Een zogenaamde ‘objectieve meetlat’ ook genoemd wordt in de vorige
samenwerkingsafspraken 2015-2019 maar dit uiteindelijk niet meer betreft dan
een beschrijving van bestaande wet- en regelgeving;
— Een bredere uitwerking van een dergelijke meetlat gewenst is zodat corporaties
beter prioriteiten in onderhoudsbeleid kunnen stellen en de raad hier beter op kan
sturen;
— In de prestatieafspraken 2020-2023 het punt van kwaliteit, onderhoud en
renovaties onvoldoende concreet wordt uitgewerkt.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteraad R
Nummer 1976 Motie
Datum 4 december 2019
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij de uitwerking van de prestatieafspraken met corporaties en huurders af te spreken
dat er voor corporatiewoningen in de sociale huursector een basiskwaliteit wordt
gehanteerd waarbij gezocht wordt naar een objectieve meetlat op basis waarvan
corporaties prioriteiten kunnen stellen in het kader van hun kwaliteits- en
onderhoudsbeleid en waarmee de raad regelmatig geïnformeerd kan worden over de
stand van zaken.
De leden van de gemeenteraad
D.G.M. Ceder
H. Naoum Néhmé
D.T. Boomsma
S.H. Simons
A.L. Bakker
W. van Soest
A. Kilig
A. Nanninga
E.A. Flentge
D.S. de Jong
A.R. Hammelburg
S. Mbarki
2
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 836
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 9 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Mbarki inzake de begroting voor 2015
(uitsplitsing activiteiten in programmaonderdeel veiligheid).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Constaterende dat:
— het college streeft naar een solide, transparante en goed te begrijpen
gemeentebegroting;
Overwegende dat:
— op grond van artikel 189 Gemeentewet de gemeenteraad in een begroting de
middelen beschikbaar stelt voor alle taken en activiteiten van de gemeente en
hiermee zijn budgetrecht uitoefent;
— bij de productenraming van de investeringen in veiligheid de begroting maar zeer
beperkt inzicht geeft in de allocatie van middelen; ten opzichte van de begroting
2014 (doelstelling 1.1 + 1.2); 9 van de 12 posten zijn weggevallen en ook de
uitsplitsing in het programmahoofdstuk is achtergebleven;
— het daardoor niet duidelijk is voor de gemeenteraad hoeveel financiële middelen
zullen worden gealloceerd voor producten als Top1000, wallenaanpak, Preventief
Interventie Team en Vreemdelingenbeleid,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
een nadere uitsplitsing te geven van de:
— begrote lasten en baten per voorgenomen activiteit In het programmaonderdeel
veiligheid, waarbij in ieder geval de posten uit de begroting 2014 worden
meegenomen;
— activiteiten die worden gecontinueerd, gediscontinueerd of opgestart, waarbij ook
de bestedingen worden aangegeven uit de begroting 2014 en de jaarrekening
2013.
Het lid van de gemeenteraad,
S. Mbarki
1
| Motie | 1 | discard |
VN2021-013541 G Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening
irectie mi emeente ! '
Directie middelen % Amsterdam Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, WI O
x Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Inkoop
Agendapunt 11
Datum besluit College van B en W d.d. 11 mei 2021
Onderwerp
Inkopen met invloed, handelingskader Sociaal Opdrachtgeverschap en afdoening motie 088
De commissie wordt gevraagd
De Raadsinformatiebrief ‘Inkopen met Invloed, Leidraad Sociaal Opdrachtgeverschap en afdoening
motie 88' ter afdoening van de desbetreffende motie van (voormalig) lid El Ksaihi van D66 en lid
Schreuders van SP (TA2021-000244). De belangrijkste elementen in de brief zijn:
* ‘Inkopen met Invloed’ en ‘Leidraad Sociaal Opdrachtgeverschap’ zijn spraakmakende
mijlpaalproducten binnen de Bestuursopdracht Inkoop om stappen naar verdere
professionalisering in het Amsterdamse inkoopstelsel te zetten;
e Een beschrijving van het digitale visiedocument Inkopen met invloed met daarin de top 6
beleidsthema’s die via het inkoopinstrument gerealiseerd kunnen worden;
* Eentoelichting op de Leidraad Sociaal Opdrachtgeverschap waarin het college de ambitie
5% sociaal rendement heeft vertaald. Het college geeft een handelingskader op welke wijze
minimaal 5% sociaal rendement gerealiseerd kan worden bij aanbestedingen. Nieuw in deze
leidraad is dat sociaal aanbesteden en social return in het bredere perspectief van het sociaal
opdrachtgeverschap en andere investeringen door de gemeente Amsterdam zijn geplaatst;
* Het college vanuit de Bestuursopdracht Inkoop en qua voorbereiding zelfs vooruitlopend
op het gevraagde in motie 088 hier invulling aan heeft gegeven via de Leidraad Sociaal
Opdrachtgeverschap;
e Het college beschouwt motie 088 hiermee als afgehandeld.
De stukken in zowel raadscommissie KDD en WIO van 2 juni 2021 ter kennisname zijn geagendeerd.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a, van de Gemeentewet
Artikel 169, eerste, tweede en derde lid, van de Gemeentewet
Artikel 80 RvO
Bestuurlijke achtergrond
De wethouder inkoop heeft begin 2019 een Bestuursopdracht uitgevaardigd, dat vitmondt in een
plan van aanpak dat inzicht geeft in de activiteiten in de periode april 2019 tot en met april 2020 ter
1) verbetering rechtmatigheid en beheersing en 2) opzet/werking inkoopstelstel en verbetervoorstel.
* Op gjuli 2019 heeft het college ingestemd met het Plan van Aanpak Bestuursopdracht Inkoop
met 3 actielijnen:
* Versterking stuurinformatie voor bestuur en (top)management;
* Op orde brengen en in control komen t.a.v. de huidige onrechtmatigheid via het
vaststellen van onrechtmatigheid bandbreedtes op inkoopuitgaven:
e € 70-85 mln. bij de jaarrekening over het jaar 2019;
® € 25-40 min. bij de jaarrekening over het jaar 2020.
* Onderzoek naar het huidige inkoopstelsel en advies voor verbeteren.
* Op 26 november 2019 heeft het college ingestemd de raadsbrief Voortgang plan van
aanpak Bestuursopdracht inkoop en stuurinformatie inkoop 8-maands 2019 aan de raad te
verstrekken;
Gegenereerd: vl.5 1
VN2021-013541 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Directie middelen _ 9 Amsterdam „ ‚ En
en control % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021
Ter kennisneming
* Op 5 mei 2020 heeft het college kennisgenomen van de uitkomsten van het onderzoek
werking inkoopstelsel en heeft het college ingestemd alle speerpunten en adviezen over te
nemen.
* Op g september 2020 heeft de raad ingestemd met het hernieuwde coalitieakkoord ‘Samen
sterker uit de crisis, een sociaal en duurzaam perspectief voor de stad’;
e Op zo februari 2021 is in de commissievergadering KDD de motie ‘Aanbesteding
cateringdienstverlening — Sociale impact en kansen voor sociale firma’s’ van het lid El Ksaihi
(D66) en Schreuders (SP) aangenomen.
Reden bespreking
Niet van toepassing
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Uitgenodigde andere raadscommissies
Commissie Kunst, Diversiteit en Democratisering (KDD)
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, motie 88 van de leden El Ksaihi en Schreuders inzake social impact en kansen voor sociale firma's
bij inkoop en aanbestedingen.
(TA2021-000244)
Welke stukken treft v aan?
AD2021-049129 1. Inkopen met invloed.pdf (pdf)
AD2021-04,9130 2. Leidraad Sociaal opdrachtgeverschap_BSR. pdf (pdf)
3. RaadsBRIEF Inkopen m Invloed Leidraad Sociaal Opdr en Afdoening
AD2021-049131 ‚
motie 88 v1.1 GETEK.pdf (pdf)
AD2021-04,9110 Commissie WIO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam |
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Niek Heering Bestuursadviseur Inkoop @ [email protected] T: 06-8363 9868 Moniek
Molenaar Bestuursadviseur Inkoop ® moniek.molenaar@&amsterdam.nl T: 06-2236 4535 Giancarlo
Carboni, manager Bureau Social Return, G.Carboni@®@amsterdam.nl, 06-53436859 Caroline van
Gegenereerd: vl.5 2
VN2021-013541 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Directie middelen _ 9 Amsterdam Onderwijs. v hool Kind Naschoolse Voorzieni
en control % nderwijs, voorschool Kinaêropvang @n INaschooise Voorzieningen,
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021
Ter kennisneming
Campen, sr. adviseur sociaal inkopen Bureau Social Return, [email protected],
06-22765597
Gegenereerd: vl.5 3
| Voordracht | 3 | train |
% Artena
%
%
KEUR man
E mt
- = se dh fr
: y= mn
Uitvoeringsplan
Aanpak Ouderenwerkloosheid
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
Gemeente Amsterdam
Rve Werk
Aanpak Ouderenwerkloosheid
Projectmanager: Laura Köhler (PMB)
Datum: 13-03-2017
Foto op voorkant door Edwin van Eis
1
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
Samenvatting
De kans op langdurige werkloosheid bij ouderen is hoog. Dat is zorgwekkend, want langdurige
werkloosheid maakt mensen moedeloos en verslechtert hun arbeidsmarktkansen. Dat juist
ouderen achterblijven op de arbeidsmarkt is onaanvaardbaar nu deze groep langer actief is op de
arbeidsmarkt dan voorheen. We gaan oudere werklozen zo vroeg mogelijk in hun werkloosheid
ondersteunen in hun zoektocht naar werk. Dit doen we door de werkwijze van de Jongerenpunten
voor werk en opleiding en het Team Entree voor statushouders nu ook in te zetten voor 50-
plussers in de bijstand. In het Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid staat beschreven
welke activiteiten hiervoor worden ingezet.
Gemeentelijke dienstverlening
We gaan de gemeentelijke dienstverlening aan 5o-plussers in de bijstand verder optimaliseren. Dit
doen we door de succesvolle integrale werkwijze in te zetten van de Aanpak Jeugdwerkloosheid
en Team Entree Amsterdam: werken vanuit een multidisciplinair team dat zich specifiek richt op
het bemiddelen van 5o-plussers uit de bijstand naar passend werk. Doordat de professionals ieder
vanuit hun eigen expertise bekijken wat het beste is voor de werkzoekende, kan een zo goed
mogelijk aanbod worden gedaan. Dit team gaat specifieke ervaring en kennis opdoen over het
bemiddelen van 5o-plussers naar werk, zodat de werkwijze daarna in optimale vorm kan worden
geïmplementeerd in de rest van de organisatie. Ook investeren we in specifiek vakmanschap van
onze professionals. De professionals vit het multidisciplinair team leiden we op om de valkuilen en
problemen waar 5o-plussers mee te maken hebben te (herkennen en deze te kunnen ombuigen
naar motivatie en kansen. Daarnaast ondersteunen we oudere bijstandsgerechtigden bij
empowerment (rouwverwerking na verlies van werk, zelfvertrouwen en motivatie),
arbeidsmarktoriëntatie (inzicht in competenties, heroriëntatie en arbeidsmarktkennis) en
sollicitatievaardigheden (vacatures zoeken, netwerken en jezelf presenteren). We onderzoeken bij
welke vormen van begeleiding en trainingen de oudere werkzoekenden het meest gebaat zijn,
zodat het huidige trainingsaanbod kan worden aangevuld.
Werkgeversbenadering
Werkgevers zijn een centrale partner als het gaat het om het terugdringen van werkloosheid.
Daarom hanteren we een werkgeversbenadering die gericht is op het acquireren en voldoende
inzichtelijk hebben van geschikte vacatures voor de 5o-plus bijstandsgerechtigden. Hiertoe gaan
we samen met gespecialiseerde uitzendbureaus voor ouderen, Bureau Social Return en het
Werkgeversservicepunt kijken welke kansen er op de arbeidsmarkt zijn voor 5o-plussers en hoe we
deze zo inzichtelijk en bereikbaar mogelijk kunnen maken. Ook organiseren we banenmarkten en
matchingstafels (wijkgericht). De werkgevers hebben concrete vacatures bij zich die geschikt zijn
voor 5o-plussers (bijvoorbeeld geen fysiek zwaar werk) en staan open voor het aannemen van
oudere werkzoekenden. Werkzoekenden er niet hoeven te concurreren met jongere
werkzoekenden. We starten bovendien een Amsterdamse campagne om het imago van
werkzoekende 5o-plussers bij Amsterdammers en Amsterdamse werkgevers te verbeteren,
bijvoorbeeld door het inzetten van Amsterdamse boegbeelden vit verschillende sectoren. Hierbij
brengen we ook bestaande regelingen om werkgevers te verleiden oudere werknemers in dienst
te nemen actief onder de aandacht. Ook onderzoeken we of het zinvol is een specifieke
Amsterdamse werkgeversregeling voor het in dienst nemen van ouderen te ontwikkelen.
Samenwerking met het UWV
Een groot deel van de 5o-plussers in de bijstand heeft in een recent verleden een WW-uitkering
ontvangen. We kunnen de instroom in de bijstand verlagen door te investeren in 5o-plussers die
2
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
tegen het einde van hun WW-uitkeringsduur zitten. Hiervoor gaan we de samenwerking met het
UWV voor de 5o-plus-doelgroep nader vormgever op het gebied van kennis delen en opvolgende
begeleiding. Ook volgende we verschillende initiatieven waarin wordt proefgedraaid om de
dienstverlening aan werkzoekenden vanuit UWV en gemeente aan elkaar te verbinden. Het gaat
hierbij vooral om de ondersteuning van werkzoekenden die al langer dan een jaar in de WW zitten,
omdat bij hen de kans op doorstroom naar de bijstand het grootst is. Een voorbeeld is het
organiseren van max-WW-bijeenkomsten in de stadsdelen.
Programmaorganisatie
Omdat de jeugdwerkloosheid terugloopt, zetten we een deel van het budget van het Aanvalsplan
Jeugdwerkloosheid in ten behoeve van het terugdringen van de werkloosheid onder ouderen. We
richten voor de aansturing en coördinatie van de activiteiten uit voorliggend Uitvoeringsplan een
tijdelijke programmaorganisatie 5o+ in. Zij zorgen onder andere voor goede monitoring van de
voortgang en tijdige bijsturing. De kwantitatieve doelstellingen van de aanpak zijn: 2. minimaal
15% van alle uitstromers uit de bijstand naar werk is 5o jaar of ouder en 2. van alle
bijstandsgerechtigden die worden bediend door het multidisciplinaire team 50+ stroomt minimaal
35% uit naar werk. De programmaorganisatie blijft met partners en bijstandsgerechtigden in
gesprek ten behoeve van bijsturing van het Uitvoeringsplan.
3
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
Inhoudsopgave
1. Aanleiding …………....nnnnn ooo onee nennneneneeenerersenennenenreneennsennsnenenenenvensnnnsnenrenervvenvennene B
2. Achtergrond … nnn ooo onnenenenenenrenreneesennnnanenreneesennensnenrenrenvenvnnnsnenreneerennennnnn Ó
2.1 Werkloosheid... ...nnsunnsssnsserreserrensnnsnsreeenvenennnerseesenrensnnnnnenrenserennennnnnenvenvvnrnnnnnn Ô
Kerncijfers 5o+ in Amsterdam …sssssnssnsnsnnnnnnnnnnnnnnnnnnsnnnenennnennenenennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnene Ó
2.2 Uitkeringen … sss sonsssennsnsnsrrreeenrnensnnnnnsrerensennnnnseereesenrnnnnnnnnenrensenvensnnnnsnrvenvrrenn 7
Kerncijfers 5o+ in Amsterdam ……nnsnsnnnnnnnnnnsnnnnnnnnnnnneresenenenensenenenenennnnnennvnnnenenennnenennene 7
Ervaringen klantmanagers en 5o-plussers nnnussssssarrreennsnrsnerseenenrensnnnsnerreeserrensnnneneereevvrrn Q
2.3 Ervaringen elders … …..…nuunsssssnserrenssreensnnnseeerensennnnnseereesvnrnnsnnnnnsnreeverrensnnnensrrvenvrrn 1O
Landelijk beleid... nennen eneen envenveneeeneen ereen en venvenenenvenvensvenvernvenveneeenvenvenneneen LO
Gemeente Den Haag … nnee ennen ennen ennen enverenvenneenneeneennerenerenveenvereneeeneeeneeenne LO
2.4 CONnclUSI@ nanne neen nennen neennnennenrnnenennnnennnerneenneerneerneernnernnernnerneerneerne 1
3. Aanpak … ..snsunnoennnnnnenereennnenrvenenenssennnnnenrnsenersennenenssennveneerrsneneervnenenenerevvnner 12
3-1 Gemeentelijke dienstverlening … …………...nsssnnsssrrvnrensnnnseereeeenrnnsnnnnsenreevervensnvnnerrveevere 12
Tijdelijk gespecialiseerd team 5o+ anneer eneen envenvennvenvensenneenen enen eenen envenvenneenenenne ee A2
Vakmanschap professionals nnn anneer eenen envenenenvenvenneenvenseneneneneneeneenenenvenvennvenvennvenee 15
Trainingsaanbod werkzoekende bijstandsgerechtigden … nonnen eneen eneeneenne. 15
3.2 Werkgeversbenadering … sss sosssonnssrsnsserrensrennensenreeserrnnsnnenserrevservnnsnnnnerrvenvere 17
Voldoende aanbod betaald werk … unne oaneeeenenneerenenneerenensserreeenserenensserenenseerenensens 17
Matchingstafels 50+. nnen ononnnenneneseenseneenvenveneenvenreneenvenenneenenveneenveneenvenvenenneenenvenenveneenen 17
Communicatie … nnen eenen en enen enen enen enneenneneneeensvenneeneeneenserennvenveenveeeveeeveenenenne LÔ
Regelingen voor werkgevers … … nnen ennen envenneenvennensvenseeneneneneeenvenveneenvenvennvenveenven LQ
3.3 Samenwerking met het UWV … nn nnnenenvensenreneennereeeennenrenennenrerensenrenvenenrenen 19
Kennis delen en samenwerken … nnn nanne eeenne rene eenenneenennerennenennnnvenereenenennvenenneeeennerennne 1Q
Gemeentelijke inzet voor langdurig WW'ers … nanne eneen enneeneeenenseeneeeneneeenneenene 20
4. Evaluatie... enn oenen eren ereneeennvennsennernnen erneer nerenerenernnennsennee nennen 22
5. Begroting ………...nnnssnnnn on orernnenennennnnenenseerersenennnnenensennsennnnenensensenvennnnsnenrvverrvenenn 23
6. Organisatie... soor snrnernsenenenersnenersenennnneneerensennsnnnenenreenensennnnnnenvenven ennen: Zh
Bijlage: Toelichting feiten en cijfers … nennen ennen eenn enen enen venvenvenveneenveneneevenveneenvenvenen. 26
4
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
1. Aanleiding
Ouderen hebben een relatief lage kans om werkloos te raken, maar als ze eenmaal werkloos zijn
hebben ze ook een lage kans om weer een baan te vinden. De kans op langdurige werkloosheid bij
ouderen is hoog. Dat is zorgwekkend, want langdurige werkloosheid maakt mensen moedeloos en
verslechtert hun arbeidsmarktkansen. Werkzoekenden verliezen hun vaardigheden naarmate zij
langer werkloos zijn. Bovendien zien werkgevers langdurige werkloosheid vaak als een signaal
voor verouderde kennis en een lage productiviteit. Hierdoor daalt de kans om een nieuwe baan te
vinden nog meer en komt deze groep nog verder buiten de arbeidsmarkt te staan.
Dat juist de groep ouderen achterblijft op de arbeidsmarkt is onaanvaardbaar, zeker nu ouderen
als gevolg van de afschaffing van vervroegde uittredingsregelingen en de verhoging van de AOW-
leeftijd langer actief zijn op de arbeidsmarkt dan voorheen. In de cijfers zien we echter dat de
gemiddelde zoekduur naar werk in Amsterdam opmerkelijk stijgt vanaf 5o jaar. Het is belangrijk
oudere werklozen zo vroeg mogelijk in hun werkloosheid te ondersteunen in hun zoektocht naar
werk. Bijna de helft van de 5o-plussers die vitstromen uit de bijstand naar werk doet dit namelijk
binnen een jaar. Het is dus noodzakelijk om er vroeg bij te zijn: de instroom van ouderen in de
bijstand verminderen en zij die toch instromen zo snel en intensief mogelijk begeleiden naar werk
dat aansluit op het niveau van opleiding, ervaring en loon van de werkzoekende.
De Partij voor de Ouderen heeft in juni 2014 middels motie 459 aandacht gevraagd voor de positie
van ouderen op de Amsterdamse arbeidsmarkt. Naar aanleiding hiervan is onder andere een Plan
van aanpak Ouderenwerkloosheid opgesteld en op 15 augustus 2015 behandeld in de commissie
Werk en economie. Conform dit plan is het afgelopen jaar ingezet op optimalisatie van de
gemeentelijke dienstverlening voor ouderen en het alert blijven op de arbeidsmarktpositie van
ouderen. De resultaten zijn wisselend. De uitstroom van ouderen uit de bijstand naar werk in
Amsterdam is getalsmatig boven prognose, maar het percentage 5o-plussers dat uitstroomt naar
werk blijft achter. Deze groep profiteert minder van de aantrekkende economie en de
toegenomen kansen op de arbeidsmarkt dan andere groepen werklozen.
Omdat de jeugdwerkloosheid terugloopt, zetten we een deel van het budget van het Aanvalsplan
Jeugdwerkloosheid nu in ten behoeve van het terugdringen van de werkloosheid onder ouderen.
In de afgelopen periode is met de Aanpak Jeugdwerkloosheid en de Amsterdamse Aanpak
Statushouders ervaring opgedaan met een vernieuwde, activerende werkwijze in het bemiddelen
van jongeren en statushouders naar werk. Kenmerkende elementen in hun werkwijzen zijn het
integraal en outreachend werken. Op die manier kan klanten een beter passend aanbod worden
geboden op weg naar werk. Voorliggend Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid is een
uitbreiding van het eerder opgestelde Plan van aanpak Ouderenwerkloosheid. De werkzame
bestanddelen vit de Aanpak Jeugdwerkloosheid en de Amsterdamse Aanpak Statushouders zijn
hierin verwerkt. In lijn met het Koersbesluit Re-integratie sluiten we aan bij de kansen en
mogelijkheden van de werkzoekenden.
5
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
2. Achtergrond
Het imago van werkzoekende 5o-plussers is niet zo positief. Niet bij henzelf en niet bij werkgevers.
Er worden verschillende oorzaken genoemd voor de (langdurige) werkloosheid van ouderen.
Ongeacht of deze oorzaken kloppen of niet, is het van belang deze te weten. Ze worden zo vaak
genoemd dat ze de percepties over oudere werkzoekende beïnvloeden. Deze beelden hebben
vervolgens weer invloed op het handelen van werkgevers, bemiddelaars en de werkzoekenden
zelf. De aannamekans van 5o-plussers zou lager liggen doordat oudere werknemers duurder zijn
en tegelijkertijd een lagere productiviteit hebben, doordat oudere werkzoekenden minder snel
bereid zijn om een lager loon te accepteren, doordat de kans op ziekte en arbeidsongeschiktheid
bij ouderen hoger is, doordat kennis en vaardigheden van oudere werkzoekenden zijn verouderd,
etc.”
Een deel van deze oorzaken berust op onterechte vooroordelen en kan op basis van onderzoek
worden weerlegd. Zo liggen de loonkosten van 5o-plussers niet hoger dan die van 4o-plussers. De
meerderheid van de werknemers heeft rond de leeftijd van 40 jaar namelijk het maximum van zijn
loonschaal bereikt”. En vit analyse van TNO* blijkt dat er geen bewijs is voor het stereotype beeld
dat de productiviteit in gevaar komt naarmate de leeftijd van de werknemers stijgt. Integendeel,
er blijkt juist helemaal geen verband te zijn. Ook zijn oudere werknemers niet vaker ziek dan
jongeren. Maar als ze ziek zijn duurt dit wel langer.
Hoe ziet de groep oudere werkzoekenden in Amsterdam er eigenlijk uit? Zijn er subgroepen die
eruit springen? Waar lopen werklozen van 50 jaar en ouder in Amsterdam echt tegenaan tijdens
hun zoektocht naar werk? En hoe wordt dit in andere steden opgelost? In dit hoofdstuk geven we
daarom inzicht in de werkloosheidscijfers onder ouderen in Amsterdam, gegevens over WW-
uitkeringen van 5o-plussers en een analyse van de groep werkzoekenden van 5o jaar en ouder in
de bijstand. Ook geven we aan wat klantmanagers en oudere bijstandsgerechtigden zelf ervaren
als kansen en belemmeringen bij het vinden van werk en schetsen we kort het landelijke beleid en
dat van de gemeente Den Haag.
2.1 Werkloosheid
Kerncijfers so+ in Amsterdam
Werkloosheid 5o+ in Amsterdam
2016
e werkloosheid onder 45 t/m 74-jarigen gedaald naar 6,9%
(vgl 2015: 8,6% / vgl. Nederland: 5,6%)
e bruto participatie van 45 t/m 74-jarigen gestegen naar 59,4%
(vgl 2015: 57,4%)
* Bron: “Beleidsdoorlichting SZW begrotingsartikel 5: Werkloosheid”, december 2016
* Bron: “Beleidsdoorlichting SZW begrotingsartikel 5: Werkloosheid”, december 2016
3 Bron: “Beelden en feiten over omslagpunten en maatregelen omtrent de productiviteit van oudere
werknemers”, TNO, december 2011
* Bron: “Ziekteverzuim oudere werknemer zonder aandoening vrijwel even hoog als van jongere”, CBS,
juni 2014
6
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
2015
e subgroepen 50+ met hoogste werkloosheidpercentage zijn:
60-64 jarigen: 13,2%
laagopgeleiden: 18,1%
niet-westerse herkomst: 12,6%
e langdurige werkloosheid het grootst onder 60-64 jarigen: 77%
e _zoekduur 5o-jarigen en ouder is 28 maanden (vlg. 45-50 jarigen: 19 mnd)
Bron: CBS/OIS 2015 en 2016
Het werkloosheidspercentage voor de leeftijdsgroep 45 t/m 74 jaar in Amsterdam is in 2016
gedaald naar 6,9%. Dit is het aandeel van de beroepsbevolking dat niet werkt en actief op zoek is
naar een baan van minimaal 1 vur per week. De werkloosheid in deze groep is in Amsterdam het
laagst van de G4, maar nog altijd boven het landelijk gemiddelde van 5,6%. Voor het jaar 2016
kunnen we deze cijfers nog niet nader bekijken voor de verschillende subgroepen. Voor 2015
kunnen we dat wel. We zien dan dat de werkloosheid bij 5o-plussers hoger is naar mate de leeftijd
op loopt. Ook de subgroepen laagopgeleiden en 5o-plussers van niet-westerse herkomst springen
er negatief uit.
Onder ouderen komt veel langdurige werkloosheid voor. Van de 5o t/m 54-jarige werklozen in
Amsterdam zoekt 63% al langer dan 12 maanden werk met een gemiddelde zoekduur van 28
maanden, bij 55 t/m 59-jarige werklozen is dit 73% en 27 maanden en bij 60 t/m 64-jarigen is dit
77% en 27 maanden. De gemiddelde zoekduur stijgt opmerkelijk vanaf 5o jaar. Bij 45 t/m 49-
jarigen is de gemiddelde zoekduur namelijk 19 maanden. Meer informatie over de werkloosheid
onder ouderen in Amsterdam is te vinden in bijlage 1.
2.2 Uitkeringen
Kerncijfers so+ in Amsterdam
Lopende WW-uitkeringen 50+ in Amsterdam
2016
e 7.299 WW-uitkeringen voor 5o-plussers (37% van alle WW-uitkeringen)
- 50% man en 50% vrouw
-29% < dan 6 mnd, 20% tussen 6 en 12 mnd, 30% tussen 12 en 24, mnd, en 21% > 2 jaar
e 71% van de WW-uitkeringen met een uitkeringsduur langer dan een jaar zijn van 5o-plussers
e instroom het hoogst bij bedrijfseconomische en administratieve beroepen (23%)
Bron: UWV 2016
Beëindigde WW-uitkeringen 5o+ in Amsterdam
2016
e 6.000 WW-uitkeringen voor 5o-plussers in 2016 beëindigd (vgl 2015: 6.157)
- 1.461 met als reden werkhervatting (24%), vgl. 2015: 31% / vgl. Nederland: 32%
- 2.582 vanwege maximale uitkeringsduur (4,3%), val. 2015: 41% / vgl. Nederland: 34%
e _WW/ers binnen een jaar weer aan de slag binnen de eigen sector vooral in de Kinderopvang
en peuterspeelzaalwerk, Culturele instellingen en Zorg (landelijk)
7
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
2014
e 9,4% van de WW'ers stroomde door naar de bijstand (alle leeftijden)
e _ hoog risico doorstroom uit de WW naar de bijstand: alleenstaand met kind(eren), 55 jaar en
ouder, parttime werkende mannen, loon voor WW op of net boven het minimumloon, lage
SES woonwijk, laag opleidingsniveau
Bron: UWV 2016
Ruim een derde van de WW-uitkeringen in Amsterdam wordt uitgekeerd aan 5o-plussers. Van alle
WW-uitkeringen met een duur van langer dan een jaar behoort zelfs 71% toe aan 5o-plussers. De
instroom is het hoogst bij bedrijfseconomische en administratieve beroepen. In 2016 is 43% van
deze WW-uitkeringen beëindigd vanwege maximale uitkeringsduur. In heel Nederland lag dit
lager: 34%. In Amsterdam stromen relatief veel WW'ers door naar de bijstand. Hiervoor zijn
diverse verklaringen. De belangrijkste zijn het grote aandeel alleenstaanden (bijna 2 van de 3
WW'ers in Amsterdam is alleenstaand) en het grote aandeel dat woont in wijken met een lage
sociaaleconomische status.
Lopende bijstandsuitkeringen 5o+ in Amsterdam
2017:
® 18.914 50-plussers ontvangen een bijstandsuitkering (jan 2017), dat is 4,5% van het totaal (vgl
jan 2016: 47%)
- 8% heeft een korte tot middellange afstand tot de arbeidsmarkt (1.497 personen), vgl. 2015:
10%, vgl alle leeftijden: 15%.
- 53% man en 47% vrouw
- 91% ontvangt een WWB-uitkering, 8% een IOAW-uitkering en 1% een IOAZ-uitkering.
- 61% heeft een uitkeringsduur van langer dan 5 jaar, 20% tussen de 2 en 5 jaar, 8% tussen 1en 2
jaar en 11% korter dan een jaar
- 82% is alleenstaand zonder kinderen
- 17% komt in de bijstand direct na einde WW, 9% doordat inkomsten vit werk zijn weggevallen
- 20% is woonachtig in West, 16% in Zuidoost, 16% in Nieuw-West, 15% in Oost, 12% in Noord,
12% in Zuid en 9% in Centrum
- 29% Hbo-niveau of hoger, 39% Mbo-niveau en 32% lager dan Mbo-niveau (2016 en alleen
bekend over trede 4)
2016:
e instroom van gemiddeld 160 5o-plussers per maand, waarvan 51 per maand met een korte tot
middellange afstand tot de arbeidsmarkt
Bron: Socrates 2017
Beëindigde bijstandsuitkeringen 5o+ in Amsterdam
2016:
® 2.587 uitkeringen van 5o-plussers zijn in 2016 beëindigd (vgl 2015: 3.248)
- waarvan 795 met als reden werk (vgl 2015: 658)
- van alle oudere bijstandsgerechtigden die in 2016 zijn bediend is 4% uitgestroomd naar werk
- van alle oudere bijstandsgerechtigden die in 2016 zijn bediend intreden 3 en 4 is 26%
uitgestroomd naar werk
- van alle vitgestroomde bijstandsgerechtigden naar werk in 2016 was 13,4% 50 jaar of ouder
8
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
e uitstroom van gemiddeld 216 5o-plussers per maand, waarvan 61 per maand met een korte
tot middellange afstand tot de arbeidsmarkt
e van alle uitstroom naar werk:
-72% uittreden 3 en 4 en 17% uit treden 1 en 2
- 66% man en 34% vrouw
- 90% naar reguliere arbeid en 7% naar eigen ondernemerschap
- 26% had een IOAW-uitkering en 73% een WWB-uitkering
- 11% had een uitkeringsduur van langer dan 5 jaar, 20% tussen de 2 en 5 jaar, 22% tussen 1en 2
jaar en 48% korter dan een jaar
- 31% Hbo-niveau of hoger, 43% Mbo-niveau en 26% lager dan Mbo-niveau (alleen bekend over
trede 4)
45% vindt werk in de werkgeverssector Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke
dienstverlening
e _veellaaggeschoolde beroepen: taxichauffeur (21%), productiemedewerker (14%) en
schoonmaker (12%)
e meeste plaatsingen in vacaturesector Horeca en huishouding (29%)
Bron: Socrates 2016 en WSP 2017
Begin 2017 is 45% van de bijstandsgerechtigden 5o jaar of ouder. De meesten hiervan ontvangen
een WWB-uitkering. Opvallend is dat de meesten ouderen in de bijstand een lange afstand tot de
arbeidsmarkt hebben (trede 1 of 2): 89%. Bij bijstandsgerechtigden jonger dan 5o-jaar is dat
driekwart. De meeste 5o-plussers in de bijstand zijn alleenstaand. De meeste voorkomende
redenen voor instroom in de bijstand is dat de maximale duur van de WW-uitkering is verstreken.
Van alle bediende ouderen in de bijstand in 2016, stroomde 4% vit naar werk. De meesten daarvan
hadden een korte tot middellange afstand tot de arbeidsmarkt (72%). Bijna de helft van de
vitgestroomde 5o-plussers naar werk doet dit binnen een jaar. De minste uitstroom naar werk
vindt plaats onder ouderen met een opleidingsniveau lager dan Mbo. Bijna de helft vindt werk in
de werkgeverssector Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening. De
doelgroep gaat vaak weer aan de slag in beroepen waar een lager opleidingsniveau wordt
gevraagd.
Meer informatie over lopende en beëindigde WW- en bijstandsuitkeringen van 5o-plussers in
Amsterdam is te vinden in bijlage 1.
Ervaringen klantmanagers en so-plussers
Uit gesprekken met klantmanagers die 5o-plussers begeleiden met een korte tot middellange
afstand tot de arbeidsmarkt, blijkt dat aandacht voor de werkzoekende en aanpassingsbereidheid
van de werkzoekende sleutels zijn voor succesvolle uitstroom van 5o-plussers naar werk. Uit de
gesprekken komt het beeld naar voren dat vooral werkzoekende bijstandsgerechtigden waarbij de
klantmanager heeft geïnvesteerd in regelmatig contact, kans maken op betaald werk. Het
investeren in de werkzoekende door zijn zelfvertrouwen te vergroten én hem uit te dagen breed te
solliciteren buiten de eigen de branche, blijkt te lonen. Als dat is bereikt, is de werkzoekende klaar
voor matching. Aan de andere kant is het dan nodig dat er concrete vacatures zijn en dat de
werkgever open staat voor een oudere werknemer.
De klantmanagers noemen ook een aantal kenmerken van 5o-plussers die het vinden van werk in
de weg staan, maar waar in de begeleiding door de klantmanager aan gewerkt kan worden. Zo
9
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
noemen ze dat veel oudere werkzoekenden te weinig kennis hebben van de arbeidsmarkt en
daardoor te weinig zicht hebben op waar de kansen liggen. Ook beschikken ze vaak over te weinig
(moderne) sollicitatievaardigheden. Daarnaast treffen ze regelmatig 5o-plussers die door lange
werkloosheid erg teleurgesteld zijn en zelfvertrouwen hebben verloren.
Uit panelgesprekken” begin dit jaar met bijstandsgerechtigden van so jaar en ouder blijkt dat ze
goede communicatie vanuit de klantmanager over wat ze kunnen verwachten heel belangrijk
vinden. Ook laten ze weten het niet prettig te vinden elke keer een nieuwe gezicht te zien: ze
hebben graag één vaste contactpersoon zodat zij niet iedere keer opnieuw hun verhaal hoeven te
doen. Van de klantmanager verwachten ze oprechte interesse in wie ze zijn en wat ze kunnen, ze
missen soms het gevoel serieus genomen te worden. Een sollicitatieplicht waarbij het volgens hen
meer gaat om de kwantiteit dan om de kwaliteit van het solliciteren draagt hier niet aan bij. De
werkzoekende 5o-plussers geven verder aan vooral hulp te willen bij het vinden van vacatures. De
tools die daar nu voor bestaan, zoals werk.nl en o20-app, vinden ze onvoldoende overzichtelijk en
niet gebruiksvriendelijk. Tot slot laten ze weten de panelgesprekken erg te waarderen. De dialoog
tussen de bijstandsgerechtigde 5o-plussers en de gemeente over de dienstverlening heeft voor
beiden meerwaarde.
2.3 Ervaringen elders
Landelijk beleid
Het ministerie van SZW heeft de afgelopen drie jaren extra middelen beschikbaar gesteld aan
UWV om voor zoveel mogelijk 5o-plussers met een WW-uitkering de kans op een baan te
vergroten. Het Actieplan soPlusWerkt omvatte samenwerking met partners in de regio
(werkgevers en private intermediairs, zoals re-integratiebedrijven en uitzendbureaus) en
instrumenten zoals de plaatsingsfee uitzendbureau en de scholingsvoucher. Een andere
belangrijke pijler van het actieplan vormde de training ‘Succesvol naar werk’ die de werkzoekende
5o-plussers kregen aangeboden. Uit een eerste evalvatie® van de training ‘Succesvol naar werk’
door de Vrije Universiteit blijkt dat deelname aan de training de uitstroom uit de WW binnen 1 jaar
met 4,5 procentpunt verhoogt. De training blijkt effectiever voor middelbaar en hoger opgeleiden
dan voor laagopgeleide werkzoekenden. De ingezette instrumenten scholingsvouchers en
plaatsingsfee waren minder succesvol dan voorzien’. Het Actieplan soPlusWerkt is per 1 oktober
2016 afgelopen en wordt nog geëvalueerd.
In juni 2016 is het actieplan Perspectief voor vijftigplussers naar de Tweede Kamer verzonden. Dit
actieplan is gestart per 2017 en loopt twee jaar. Het actieplan richt zich voornamelijk op
intensivering van de persoonlijke dienstverlening aan ouderen in de WW, intensivering van de
werkgeversbenadering en een beeldvormingscampagne.
Gemeente Den Haag
De gemeente Den Haag is in 2015, als onderdeel van het aanvalsplan Den Haag maakt werk!,
gestart met een gerichte benadering voor 5o-plussers en werk. Andere gemeenten hebben (nog)
geen specifieke aanpak gericht op ouderenwerkloosheid. Het actieplan Den Haag maakt werk van
ouderen loopt van 2016 tot en met 2018 en heeft als doel dat 2.200 Haagse vijftigplussers met
bijstand een betaalde baan vinden. Het actieplan is gebaseerd op vier pijlers:
> Panelgesprekken met oudere bijstandsgerechtigden trede 4, d.d. 24-01-2017 en 28-02-2017
° “De effecten van de training Succesvol naar Werk voor oudere werkzoekenden”, De Groot & Van der
Klaauw, Vrije Universiteit Amsterdam, oktober 2016
7 Bron: “Beleidsdoorlichting SZW begrotingsartikel 5: Werkloosheid”, december 2016
10
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
1. Meer werk voor vijftigplussers: stimuleren dat Haagse organisaties banen beschikbaar stellen
voor werkzoekende vijftigplussers in de bijstand (door inzet van re-integratiearrangementen en
het vergroten van de bekendheid van de mobiliteitsbonus) en ontmoeting organiseren tussen
werkzoekende vijftigplussers en werkgevers via een banenmarkten.
2. Inzetten op minder instroom vanuit WW naar bijstand: een proactieve benadering om ruim voor
het einde van de WW een uitstroom van WW naar bijstand te voorkomen.
3. Versterken voorzieningen voor vijftigplussers: de individuele arbeidsmarktpositie van de
vijftigplusser versterken met bestaande en enkele nieuwe voorzieningen specifiek voor deze
doelgroep, waaronder coaching voor zzp'ers, omscholing, programma talentontwikkeling, zilver
ondernemen, etc.
4. Stadsdeelgerichte benadering en kracht van de stad benutten voor innovatie: met
bewonersorganisaties in gesprek en Haagse organisaties stimuleren creatieve, innovatieve
voorstellen in te dienen
De nieuwe Haagse aanpak heeft in 2016 geleid tot een hogere uitstroom van 5o-plussers naar werk
en realisatie van de taakstelling. Het formuleren van een speciale taakstelling en begeleiding met
aandacht en maatwerk, zijn succesfactoren. In de komende periode gaat de gemeente Den Haag
zich verder richten op het terugdringen van de instroom uit de WW (door max-WW'ers te
ondersteunen in hun zoektocht naar werk met behulp van gemeentelijk instrumentarium), het
verleggen van uitstroom naar participatie naar meer uitstroom naar werk (door de positie van 5o-
plussers nog meer te versterken) en het creëren van meer baankansen voor 5o-plussers (latente
vacatures en STiP-banen).
2.4 Conclusie
De werkloosheid onder ouderen is in 2016 in Amsterdam nog verder gedaald naar 6,9% en is nu
zelfs het laagst van de G4. Ouderen hebben een relatief lage kans om werkloos te raken, maar als
ze eenmaal werkloos zijn hebben ze ook een lage kans om een baan te vinden. De kans op
langdurige werkloosheid is hoog. Dat is zorgelijk. In de cijfers zien we dat de gemiddelde zoekduur
naar werk in Amsterdam opmerkelijk stijgt vanaf 5o jaar: bij 45 t/m 49-jarigen is de gemiddelde
zoekduur 19 maanden, bij 5o jaar en ouder is dat maar liefst 28 maanden. Het is belangrijk oudere
werklozen zo vroeg mogelijk in hun werkloosheid te begeleiden naar betaald werk. De helft van de
5o-plussers die uitstroomt uit de bijstand naar werk doet dit namelijk binnen een jaar.
Het is dus noodzakelijk om er vroeg bij te zijn en in te zetten op het verminderen van de instroom
van ouderen in de bijstand en zij die toch instromen zo snel en intensief mogelijk te begeleiden
naar passend werk. Persoonlijke begeleiding en versterking van de positie van de werkzoekenden
blijken daarin succesfactoren te zijn. De groep 5o-plussers met een bijstandsuitkering is erg divers.
Dit betekent dat maatwerk nodig is. De meesten zijn weliswaar alleenstaand en woonachtig in een
woonwijk met een lage sociaaleconomische status, maar qua opleidingsniveau, instroomreden en
leeftijdsgroep loopt de doelgroep erg uiteen. Daarom gaan we in de Aanpak
Ouderenwerkloosheid met verschillende activiteiten inzetten op het terugdringen van de
werkloosheid onder Amsterdammers van 5o jaar en ouder.
11
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
3. Aanpak
Gezien bovenstaande bevindingen kunnen we concluderen we s5o-plussers extra aandacht
verdienen bij het vinden van werk. We kiezen in onze aanpak voor een benadering vanuit drie
invalshoeken:
1. Het optimaliseren van de gemeentelijke dienstverlening. We zetten de succesvolle werkwijze
in van de Aanpak Jeugdwerkloosheid en Team Entree Amsterdam: werken van uit een
multidisciplinair team dat zich specifiek richt op het bemiddelen van 5o-plussers uit de
bijstand naar passend werk. Daarnaast investeren we in specifiek vakmanschap van onze
professionals.
2. Werkgevers zijn een centrale partner als het gaat het om het terugdringen van werkloosheid.
Daarom hanteren we een werkgeversbenadering die gericht is op het acquireren en voldoende
inzichtelijk hebben van geschikte vacatures voor de 5o-plus bijstandsgerechtigden
(bijvoorbeeld geen fysiek zwaar werk).
3. Een groot deel van de 5o-plussers in de bijstand heeft in een recent verleden een WW-
uitkering ontvangen. We kunnen de instroom in de bijstand verlagen door te investeren in 5o-
plussers die tegen het einde van hun WW-uitkeringsduur zitten. Hiervoor gaan we de
samenwerking met het UWV voor de 5o-plus-doelgroep nader uitwerken.
3.1 Gemeentelijke dienstverlening
Tijdelijk gespecialiseerd team 50+
Bij de Jongerenpunten voor werk en opleiding en bij het team Entree Amsterdam is werken in
multidisciplinaire teams een groot succes: doordat de professionals ieder vanuit hun eigen
expertise bekijken wat het beste is voor de werkzoekende, kan een zo goed mogelijk aanbod
worden gedaan. Daarom gaan we deze integrale aanpak ook inzetten voor 5o-plussers en volgen
hoe dat voor deze doelgroep werkt. Een zestal medewerkers krijgt de specifieke taak om gericht
aan de slag te gaan met bijstandsgerechtigden van 5o jaar en ouder. De inzet bestaat uit zes
professionals — vier klantmanagers, een adviseur Werk en een jobhunter - die intensief met elkaar
samenwerken. Deze professionals leiden we op om de valkuilen en problemen waar 5o-plussers
mee te maken hebben te (h)erkennen en deze te kunnen ombuigen naar motivatie en kansen. Van
belang is dat deze professionals blijven investeren en geloven in de werkzoekende
bijstandsgerechtigde tot een succesvolle match is ontstaan.
Adviseur Werk
(vanuit Werk-
gevers-
we servicepunt) es,
Klantmanager 2x haf Jobhunter
(vanuit Koers naar Werk - Werkzoekende (vanuit Werkgevers-
trede 4} 50-pl usser servicepunt)
Ne a, Figuur 1. Multidisciplinair Team so+
(vanuit Werk-
en reïntegratie -
trede 3)
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
Van de vier klantmanagers komen er twee van Koers naar werk en twee van Werk- en reïntegratie.
Zij brengen hun expertise in over het begeleiden en motiveren van bijstandsgerechtigden met een
korte en middellange afstand tot de arbeidsmarkt. De adviseur Werk is de verbinding tussen de
werkzoekenden en de vacatures van het WSP (alle branches) en verzorgt daarop de matching. De
jobhunter acquireert gericht passende banen. Hij stelt de talenten van de werkzoekende centraal
bij het vinden van een baan. Hij gaat op zoek naar een werkgever die bij de mogelijkheden en
talenten van de werkzoekende past.
In 2016 stroomden gemiddeld 160 5o-plussers in de maand in in de bijstand, waarvan gemiddeld
51 in de hoogste twee treden. Alle nieuwe bijstandsgerechtigden per 1 april 2017 van 5o jaar of
ouder met een korte tot middellange afstand tot de arbeidsmarkt (treden 3 en 4) komen in de
caseload van het Team 5o+, tot een maximale caseload van 5o bijstandsgerechtigden per
klantmanager. Omdat dit team zowel een volledige adviseur Werk als een volledige jobhunter tot
z'n beschikking heeft, verwachten we dat deze caseload werkbaar is. De Jongerenpunten en Team
Entree hanteren dezelfde caseload. De klantmanagers houden de klanten gedurende het bestaan
van het tijdelijke team in hun caseload tot de klant uitstroomt.
F Begeleiding En
Kals sE) evt. training &
Matching
m Empowerment m Directe bemiddeling
= Arbeidsmarktoriëntatie m Proefplaatsing
= Sallicitatievaardigheden m Eigen Werk
E… m Opleidingshuis
m Externe leerstage
m Interne leerstage
EE …
Figuur 2. Route begeleiding 5o-plussers naar werk
Na de kennismaking stellen de werkzoekende en de klantmanager samen een leerwerkplan op,
welke door beiden wordt ondertekend. Hierin worden de afspraken en de acties van zowel de
werkzoekende als de klantmanager vastgelegd. Elke bijstandsgerechtigde gaat naar de
Voorlichtingsdag trainingsaanbod. Op deze middag wordt informatie verstrekt over het
trainingsaanbod vanuit de gemeente. De klantmanager, de werkzoekende en de trainer bekijken
samen welke trainingen voor de werkzoekende geschikt zijn. Nadat de trainingen zijn gevolgd,
start de begeleiding en matching. Aan deze stap wordt door het gespecialiseerde team
gezamenlijk invulling gegeven. Als de werkzoekende geen belemmeringen kent, kan hij direct
door de jobhunter of de adviseur Werk bemiddeld worden naar een baan bij een werkgever. Indien
er wel belemmeringen zijn voor de werkzoekende en/of de werkgever om direct bemiddeld te
worden, is de inzet van een traject noodzakelijk. Samen met de werkzoekende
bijstandsgerechtigde bekijkt de Klantmanager welk traject geschikt is om de aanwezige
belemmeringen weg te nemen of werknemersvaardigheden op te doen. Dit kan zijn een leerstage,
13
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
een proefplaatsing, een traject bij Eigen werk, etc. De klantmanager blijft verantwoordelijk voor
de bijstandsgerechtigde en houdt de regie: hij monitort actief de voortgang die de werkzoekende
maakt en komt in actie als zaken anders verlopen dan afgesproken.
De bijstandsgerechtigden in de caseload van het Team 50+ zijn werkvaardig of kunnen dat
worden. Zowel bij de directe bemiddeling, als bij de bemiddeling via een traject heeft het einddoel
betaald werk (volledig vit de uitkering) daarom de prioriteit. Dit kan zijn een baan in (tijdelijke)
dienst bij een werkgever, via een uitzendbureau, werk als zelfstandige of bijvoorbeeld werk bij de
Werkbrigade of een Perspectiefbaan. In lijn met het Koersbesluit Re-integratie sluiten we aan bij
de kansen en mogelijkheden van de werkzoekenden. We volgen uiteraard ook alle andere vormen
van uitstroom bij het Team 5o+, zoals parttime werk, vrijwilligerswerk en andere vormen van
participatie.
Bovenstaande werkwijze verschilt van de huidige werkwijzen. Belangrijkste verschil is dat de
bijstandsgerechtigden met een korte tot middellange afstand tot de arbeidsmarkt op dit moment
verdeeld zitten over twee afdelingen, en in deze aanpak samenkomen bij één team. Daarnaast
kiezen we er in bovenstaande werkwijze voor dat iedere werkzoekende naar de voorlichting over
het trainingsaanbod gaat en dat er samen met iedere werkzoekende een leerwerkplan wordt
opgesteld. Dit verschilt nu nog per afdeling en per klantmanager. Tot slot streven we er in de
nieuwe werkwijze naar dat er geen overdracht plaatsvindt. De werkzoekende
bijstandsgerechtigde krijgt bij binnenkomst een Klantmanager toegewezen die hem/haar
gedurende de hele route naar werk begeleidt. Ook bij het volgen van een traject vindt geen
overdracht plaats, de regie blijft bij de klantmanager.
Na een half jaar evalueren we de werkwijze en sturen we bij waar nodig. We bekijken dan ook of en
op welke manier we de volgende elementen onderdeel kunnen maken van de werkwijze van het
Team 50+:
a. Activering: De afdeling Activering (trede 1 en 2) heeft 89% van de 5o-plussers in haar
klantenbestand. Dit zijn bijstandsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt.
Toch kwam 17% van de 5o-plussers die in 2016 uitstroomde naar werk bij de afdeling
Activering vandaan. Het Team 50+ richt zich in eerste instantie op werkzoekenden met een
korte of middellange afstand tot de arbeidsmarkt, maar mogelijk breiden we dit vit naar
bijstandsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt.
b. Intake: In Den Haag wordt sinds de zomer van 2015 specifiek ingezet op de doelgroep 5o-plus.
Uit hun analyse bleek onder andere dat bij de intake te veel mensen werden verwezen naar de
route participatie in plaats van naar de route werk. Bij de Jongerenpunten en het Team Entree
zijn de intakes rechtmatigheid en doelmatigheid in elkaar geschoven. De intake wordt gedaan
door de professional die de bijstandsgerechtigde daarna ook gaat begeleiden. Het kan
interessant zijn ook in relatie tot het Team 5o+ te bekijken wat de rol van intake is.
c. Nazorg: Door goede nazorg te bieden kan uitval na een plaatsing op werk worden voorkomen.
Door de geplaatste 5o-plusser ondersteuning te bieden op aspecten waar hij mogelijk mee
worstelt, verhoog je de kans dat de hij op de werkplek actief kan blijven. De nazorg kan in
intensiteit verschillen, van regie op afstand tot frequent contact met de werknemer en
eventueel ook de werkgever).
Beoogde resultaten:
1. ervaring en kennis opdoen over het bemiddelen van 5o-plussers naar werk, zodat de
werkwijze in optimale vorm kan worden geïmplementeerd in de rest van de organisatie.
14
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
2. meer bijstandsgerechtigden van 5o jaar en ouder stromen succesvol vit naar werk. Van alle
oudere bijstandsgerechtigden die in 2016 zijn bediend in treden 3 en 4 is 26% uitgestroomd
naar werk. In de periode van april 2017 t/m maart 2018 streven we er naar dat 35% van de 5o-
plussers van Team 5o+ uitstroomt naar werk. Dit is aanvullend op de uitstroom naar werk van
5o-plussers uit het zittende klantenbestand.
Planning:
Maart/april 2017 : selecteren medewerkers en uitwerken werkwijze
April/mei 2017 start Team 50+
Oktober 2017 : evalueren werkwijze en eventueel bijsturen
Maart 2018 : eindevaluatie en eventueel start bredere implementatie
Kosten:
Inzet 4 fte klantmanager (uit bestaande organisatie) =€ 0
Inzet 1 fte adviseur Werk (uit bestaande organisatie) =€ 0
Inzet 2 fte jobhunter (inhuur) =€ 95.000 +
Coördinatie Team 50+ =€ 50.000 +
€ 145.000
Vakmanschap professionals
Belangrijk doel van het tijdelijke Team 5o+ is om heel gericht kennis en ervaring op te doen over
het bemiddelen van 5o-plussers naar werk. Hiertoe zorgen we dat zij nog meer geëquipeerd zijn
om motiverende gesprekken te voeren, aan verwachtingsmanagement te doen (demotie), om te
gaan met rouwverwerking en voldoende kennis hebben over arbeidsmarktkansen voor 50-
plussers. Eind dit jaar bespreken we met de professionals welke ervaringen en kennis zij hebben
opgedaan, en beoordelen over welke 5o-plus-kennis alle klantmanagers zouden moeten
beschikken. Dit vormt input voor een training, die (bij bredere implementatie van de werkwijze
van Team 50+) aan alle klantmanagers in treden 3 en 4 zal worden gegeven.
Beoogde resultaten:
De professionals (h)erkennen de valkuilen en problemen waar 5o-plussers mee te maken hebben
en kunnen deze ombuigen naar motivatie en kansen.
Planning:
April 2017 - professionals Team 5o+ volgen de training
December 2017 - professionals Team 5o+ expliciteren op basis van ervaringen tot dan toe
de benodigde kennis en vaardigheden voor het succesvol bemiddelen van
5o-plussers naar werk
Februari 2018 - start training 50+ voor alle klantmanagers treden 3 en 4
Kosten:
Eenmalige training inzicht 50+ = € 10.000
Training 5o+ voor alle klantmanagers treden 3 en 4: € 50.000
Trainingsaanbod werkzoekende bijstandsgerechtigden
Net als alle bijstandsgerechtigden is het ook voor 5o-plussers zinvol om wat extra handvatten te
hebben bij hun zoektocht naar werk. De gemeente Amsterdam biedt al een breed palet aan
trainingen en workshops. Uit analyse blijkt dat het voor 5o-plussers vooral zinvol is om geholpen te
worden bij empowerment (rouwverwerking na verlies van werk, zelfvertrouwen en motivatie),
15
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
arbeidsmarktoriëntatie (inzicht in competenties, heroriëntatie en arbeidsmarktkennis) en
sollicitatievaardigheden (vacatures zoeken, netwerken en jezelf presenteren). Deze onderwerpen
zitten in het bestaande trainingsaanbod. De trainingen zijn nu echter gescheiden voor
werkzoekenden met een korte afstand en voor werkzoekenden met een middellange afstand tot
de arbeidsmarkt. Het is nu niet inzichtelijk wat het totale aanbod is, terwijl dat voor Team 5o+ wel
noodzakelijk is.
We ontwerpen daarom een trainingsintake waarin al het trainingsaanbod in een
groepsvoorlichting aan de werkzoekenden wordt toegelicht en de trainers individueel
kennismaken met de werkzoekenden. De trainers maken tijdens de individuele gesprekken de
inschatting of de werkzoekende baat heeft bij een training of workshop, en zo ja, welke. Dit advies
wordt aan de klantmanager en de werkzoekende meegegeven, waarna de aanmelding voor één of
meerdere trainingen plaatsvindt. Alle bijstandsgerechtigden vit de caseload van het Team 50+
worden voor de trainingsintake aangemeld. We bekijken ook of de benodigde elementen voor 50-
plussers in het bestaande aanbod voldoende aan bod komen en of het trainingsaanbod voor deze
doelgroep eventueel moet worden uitgebreid.
De Metropoolregio Amsterdam is, onder andere samen met het ROC van Amsterdam, bezig het
House of Skills te ontwikkelen. Het House of Skills is een omscholingshuis voor het
middensegment, en heeft als doel de intersectorale mobiliteit te bevorderen en de inzetbaarheid
van de beroepsbevolking te verhogen. In dit kader wordt momenteel een negental pilots
uitgevoerd. Eén daarvan is de pilot “Vergrijzen & verzilveren: 5o plussers werken op Schiphol”.
Vijftien kandidaten van 5o jaar en ouder, woonachtig in de Metropoolregio Amsterdam, worden
middels een maatwerkprogramma naar werk begeleid op Schiphol. Om een passende baan te
vinden biedt dit programma inzicht in de arbeidsmarkt (beroepenoriëntatie) op Schiphol. Tevens
krijgen de deelnemers de vaardigheden aangereikt om doelbewust en met zelfvertrouwen te
kunnen solliciteren en met potentiële werkgevers gesprekken te kunnen voeren. We volgen de
ontwikkeling van het House of Skills en de vitkomsten van de pilot.
Beoogde resultaten:
1. Eris ééntrainingsintake voor werkzoekende 5o-plussers.
2. We hebben inzicht in de gaten die er nog zitten in het huidige trainingsaanbod ten opzichte
van de behoeften van oudere werkzoekenden.
3. Nadere uitwerking van de verbinding tussen het House of Skills en de Aanpak
Ouderenwerkloosheid
Planning:
April 2017 - aanbod in beeld en inhoud trainingsintake gereed
Mei 2017 - eerste werkzoekenden van Team 50+ gaan naar trainingsintake
Juni 2017 - nadere uitwerking verbinding House of Skills
September 2017 - evalveren effectiviteit trainingsintake en noodzaak aanvullende module
Oktober 2017 - eventueel ontwikkelen aanvullende module
Kosten:
Evt. ontwikkelen aanvullende module = ntb
16
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
3.2 Werkgeversbenadering
Voldoende aanbod betaald werk
De arbeidsmarkt trekt aan, er zijn weer voldoende vacatures. Met de multidisciplinaire werkwijze
van het Team 50+ zetten we in op een hogere uitstroom van 5o-plussers uit de bijstand naar werk.
Dit kan zijn een baan in (tijdelijke) dienst bij een werkgever, werk als zelfstandige of via een
uitzendbureau. Diverse uitzendbureaus zijn gespecialiseerd in het bemiddelen van ouderen naar
werk. Zij focussen zich vooral op de werk- en levenservaring die oudere werknemers kunnen
inbrengen. Het is interessant om te onderzoeken welke samenwerking de gemeente kan aangaan
met deze partijen in de markt.
Het uitwisselen van vraag en aanbod van werk en werkzoekenden tussen het WSP en het
klantmanagement kan beter. Als het gaat om vacatures die geschikt zijn voor 5o-plussers, zetten
we met het Team 50+ in om het verbeteren van deze uitwisseling. Dit betekent dat de adviseur
Werk in dat team moet beschikken over informatie uit alle branches. Hier zetten we extra
coördinatie op in. Deze coördinatie geldt richting het Team 5o+, maar ook richting het WSP:
zorgen dat er binnen de eigen organisatie meer aandacht is voor 5o-plussers en dat dit onderwerp
van gesprek is bij werkgevers(bezoeken).
Aanvullend op de bestaande social return afspraken met bedrijven en organisaties in Amsterdam,
kan Bureau Social Return ook de opgave om 5o-plussers meer kansen te geven op de arbeidsmarkt
bij hen neerleggen. We gaan hierover met SR in gesprek. Hiertoe moeten we eerst in beeld hebben
in welke branches en beroepen er het meeste aanbod van oudere werkzoekenden is, zodat SR hier
gericht op kan inspelen.
Beoogde resultaten:
1. Duidelijkheid over mogelijkheden samenwerking met gespecialiseerde uitzendbureaus voor
ouderen
2. De beschikbare vacatures bij het WSP zijn inzichtelijk en beschikbaar voor het Team 5o+.
3. Bureau Social Return weet welke wensberoepen er zijn bij 5o-plussers en maakt met
werkgevers in die sectoren gerichte afspraken over het bieden van kansen aan ouderen.
Planning:
Mei 2017 - behoefte aanpak ouderenwerkloosheid bekend bij Bureau Social Return
Juni 2017 - samenwerking met gespecialiseerde vitzendbureau vormgegeven
Juni 2017 - informatiestroom tussen het WSP en Team 50+ gestroomlijnd
Kosten:
0,5 fte coördinator/accounthouder WSP 50+: € 50.000
Matchingstafels 50+
Om ontmoeting te laten plaatsvinden tussen werkgevers en werkzoekende 5o-plussers
organiseren we lokale matchingstafels 5o+. We organiseren de matchingstafels op
stadsdeelniveau om zo ook aan te sluiten op de kansen op lokale arbeidsmarkt. Een
matchingstafel gericht op speeddates met werkgevers en matching op het actuele aanbod van
vacatures van het WSP. Dit betekent dat zoveel mogelijk meteen ‘zaken’ kan worden gedaan. De
klantmanagers zorgen dat de werkzoekende bijstandsgerechtigden zijn voorbereid op de
vacatures die voorliggen en het WSP zorgt voor voldoende interessante werkgevers en vacatures
17
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
voor de doelgroep. In samenwerking met de stadsdelen worden ook vacatures opgehaald bij het
lokale MKB.
Ook bekijken we de mogelijkheid van een stedelijke banenmarkt. Het voordeel van een
banenmarkt specifiek voor deze doelgroep, is dat de deelnemende werkgevers de juiste mindset
hebben en dat de werkzoekenden er niet hoeven te concurreren met jongere werkzoekenden. Dit
vraagt van ons dat de werkgevers goed voorbereid zijn op de doelgroep die er komt en dat
vooroordelen over oudere werkzoekenden al zijn weggenomen. De werkgevers hebben concrete
vacatures bij zich die geschikt zijn voor 5o-plussers. De 5o-plussers worden door hun klantmanager
zo goed mogelijk voorbereid op de werkgevers en vacatures die op de banenmarkt te vinden zijn.
We bekijken of we hierin samen kunnen optrekken met het UWV.
De matchingstafels en banenmarkt zijn aanvullend op de multidisciplinaire werkwijze van het
Team 5o+, en zijn uiteraard ook bedoeld voor bijstandsgerechtigden uit het bestaande bestand.
Het WSP organiseert per branche regelmatig banenmarkten en matchingstafels. Hier maken we
verbinding mee.
Beoogde resultaten:
1. In 2017 worden in minimaal drie stadsdelen Matchingstafels georganiseerd. Van de
deelnemers wordt 50% voorgesteld bij een werkgever.
2. Een banenmarkt waar 5o-plussers en werkgevers elkaar ontmoeten en waar zoveel mogelijk
matches worden gemaakt
3. De banenmarkt levert een bijdrage aan een positiever imago van 5o-plussers
Planning:
Mei 2017 - Matchingstafel in stadsdeel 1
September 2017 - Matchingstafel in stadsdeel 2
November 2017 - Matchingstafel in stadsdeel 3
Eind 2017 - evt. stedelijke Banenmarkt 50+
Kosten:
Organisatiekosten en locatie = € 30.000
Communicatie
Het imago van werkzoekende 5o-plussers is niet zo positief. Niet bij henzelf en niet bij werkgevers.
De heersende perceptie is dat werkgevers niet in ouderen geïnteresseerd zijn, omdat ze relatief
duur zijn, een lage productiviteit hebben, weinig brede werkervaring hebben, inflexibel en
conservatief zijn, etc. Het UWV, MKB-Nederland en de brancheverenigingen voor de
uitzendsector ABU en NBBU voeren sinds 2015 samen de campagne Open voor 5o-plus. De
campagne daagt werkgevers vit om geschikte 5o-plussers uit te nodigen wanneer zij op zoek zijn
naar personeel. Het UWV heeft bovendien de Argumentenkaart ontwikkeld en Inspiratiedagen
georganiseerd om het imago van werkzoekende 5o-plussers te verbeteren. De Argumentenkaart
is een overzicht voor werkgevers en werknemers met alle argumenten voor en tegen het
aannemen van oudere werknemers. Oud-voetballer John de Wolf werd door minister Lodewijk
Asscher aangesteld als ambassadeur ouderenwerkloosheid.
Aanvullend hierop starten we een Amsterdamse campagne om het imago van werkzoekende 50-
plussers bij Amsterdammers en Amsterdamse werkgevers te verbeteren, bijvoorbeeld door het
inzetten van Amsterdamse boegbeelden uit verschillende sectoren. We sluiten aan bij landelijke
en regionale campagnes die al lopen, en maken zoveel mogelijk gebruik van bestaande
18
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
communicatiekanalen. Waar het gaat om percepties over 5o-plussers en werk bij de
werkzoekenden zelf en bij de professionals die hen begeleiden, zetten we trainingen in. Zie
hiervoor paragraaf 3.1.
Beoogde resultaten:
Een communicatieplan waarin doel, vorm en inhoud van de campagne nader is vitgewerkt.
Planning:
April 2017 - communicatieplan gereed
Mei 2017 - start campagne
Kosten:
Organisatie en middelen campagne = € 25.000
Regelingen voor werkgevers
De Mobiliteitsbonus 56+ is een landelijke instrument om werkgevers te verleiden oudere
werknemers in dienst te nemen. Een werkgever kan een mobiliteitsbonus krijgen als hij een
werknemer van 56 jaar of ouder in dienst neemt die tot dat moment een uitkering had. Daarnaast
is de no-risk polis tijdelijk verlaagd naar 56 jaar. De regeling is bedoeld voor oudere werknemers
die direct voorafgaand aan het dienstverband tenminste 52 weken onafgebroken een WW-
uitkering hebben ontvangen. Er zijn voor werkgevers geen gemeentelijke instrumenten specifiek
voor ouderen. Wel zijn er generieke regelingen die het interessant maken voor werkgevers om
mensen met een bijstandsuitkering aan te nemen, zoals bijvoorbeeld de subsidie voor
perspectiefbanen, tijdelijke loonkostensubsidie en de mogelijkheid voor proefplaatsingen.
Bestaande regelingen kunnen actiever onder de aandacht van werkgevers worden gebracht. Dit
nemen we mee in de in de vorige paragraaf beschreven campagne. Ook onderzoeken we of het
zinvol is een specifieke Amsterdamse werkgeversregeling voor het in dienst nemen van ouderen te
ontwikkelen.
Beoogde resultaten:
1. Werkgevers en werkzoekenden weten welke regelingen er zijn om het voor een werkgever
aantrekkelijk te maken een oudere werkzoekende aan te nemen.
2. Analyse van nut en noodzaak van het ontwikkelen van Amsterdamse werkgeversregeling
Planning:
April 2017 - opgenomen in het communicatieplan
Mei 2017 - eventuele werkgeversregeling vitgewerkt
Mei 2017 - regelingen zijn onderdeel van de campagne
Kosten:
nader te bepalen
3.3 Samenwerking met het UWV
Kennis delen en samenwerken
Van alle 5o-plussers die in 2016 instroomden in de bijstand komt 17% direct vit de WW. Een groter
aandeel heeft een recent verleden in de WW, maar heeft na de WW-periode eerst kort tijdelijk
werk of spaargeld alvorens in de bijstand te komen. Om de instroom vanuit de WW te
verminderen, is goede samenwerking met het UWV van belang. Daarom onderzoeken we in de
komende periode op welke manier de inzet vanuit de gemeente en vanuit het UWV voor de
19
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
doelgroep 5o+ elkaar kan versterken en waar slimme verbindingen te maken zijn. Bijvoorbeeld het
verbeteren van de aansluiting in begeleiding van werkzoekenden, door informatie te delen (voor
zover de privacywetgeving dat toelaat) of de begeleidingstrajecten beter op elkaar te laten
aansluiten.
Het ministerie van SZW heeft de afgelopen drie jaren extra middelen beschikbaar gesteld aan
UWV om voor zoveel mogelijk 5o-plussers met een WW-uitkering de kans op een baan te
vergroten. Dit Actieplan soPlusWerkt is per 1 oktober 2016 afgelopen. De effectiviteit van deze
aanpak wordt nog onderzocht. UWV Regio Groot-Amsterdam bekijkt momenteel welke specifieke
inzet zij de komende periode op de doelgroep 5o-plus willen plegen. Het UWV heeft met het
Actieplan veel kennis en ervaring opgedaan over dienstverlening aan werkzoekenden en aan
werkgevers als het gaat om 5o-plussers. We bekijken samen met het UWV welke kennis we
kunnen delen en op welke onderdelen we de handen ineen kunnen slaan.
Beoogde resultaten:
Een voorstel over op welke manier het UWV en de gemeente de krachten kunnen bundelen in het
terugdringen van het aantal 5o-plussers met een uitkering
Planning:
April 2017 - nadere uitwerking samenwerking UWV en gemeente in de aanpak 50+
Kosten:
Nader te bepalen
Gemeentelijke inzet voor langdurig WW'ers
In Amsterdam stroomde in 2014 9,4% van de WW'ers door naar de bijstand (alle leeftijden). Op
verschillende vlakken wordt al proefgedraaid om de dienstverlening aan werkzoekenden vanuit
UWV en gemeente aan elkaar te verbinden. Vooral de ondersteuning van werkzoekenden die al
langer dan een jaar in de WW zitten is interessant, omdat bij hen de kans op doorstroom naar de
bijstand het grootst is. Van alle WW-uitkeringen met een duur van langer dan een jaar behoort
71% toe aan 5o-plussers.
Eind 2013 is door het WSP een pilot uitgevoerd met intensieve dienstverlening aan
werkzoekenden die drie tot vier maanden voor de afloop van hun WW-uitkering zaten. In
bijeenkomsten werden zij geïnformeerd over hun rechten en plichten bij een eventueel beroep op
de WWB, en werd geprobeerd hen te matchen op de (bestaande) vacatures van het WSP. Dit met
als doel om de instroom van nieuwe werkzoekenden in de bijstand te beperken. Uit evaluatie van
de pilot bleek dat de deelnemers de bijeenkomsten als zeer prettig en informatief ebben ervaren.
De bijeenkomsten bleken echter niet bij te dragen aan een hogere uitstroom naar werk. Eind 2016
is de gemeente, als onderdeel van de strategische UWV/G4-agenda “samenwerking en
ontschotting dienstverlening aan gemeenschappelijke doelgroepen”, opnieuw gestart met het
organiseren van max-WW-bijeenkomsten. De aanbevelingen uit de eerdere pilot zijn hierin
meegenomen: gerichtere selectie deelnemers en het betrekken van een inkomensconsulent.
Werkzoekenden waarvan de WW-uvitkeringsperiode binnen 6 maanden eindigt, worden
uitgenodigd voor een voorlichtingsbijeenkomst door UWV en gemeente. Tijdens deze
bijeenkomst worden de werkzoekenden geïnformeerd over wat het betekent een
bijstandsuitkering aan te vragen en te ontvangen en om te zien wat de gemeente nu al kan doen
om hen te ondersteunen. De bijeenkomsten bieden bovendien (extra) handvatten om werk te
vinden en zo doorstroom naar de bijstand te voorkomen. De bijeenkomsten vinden lokaal plaats
20
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
en worden in samenwerking met de stadsdelen en het UWV georganiseerd. Na drie max-WW-
bijeenkomsten (in Zuidoost, Zuid en Nieuw-West), waarvan één specifiek voor 5o-plussers, wordt
de opzet geëvalveerd en bekeken of en in welke vorm deze bijeenkomsten een vervolg krijgen.
Daarnaast start de gemeente samen met het UWV op 1 april met een tweejarige pilot om ook
WW'ers deel te laten nemen aan het traject Eigen werk. Werkzoekenden met een WW-uitkering
en bijstandsgerechtigden die ondernemer willen worden krijgen in dit traject begeleiding en
trainingen aangeboden die te maken hebben met alle facetten van ondernemerschap. De
doelstelling is om in twee jaar 100 WW’ers te laten deelnemen. De UWV-doelgroep bestaat primair
uit werkzoekenden die al langer dan een jaar een WW-uitkering ontvangen en kostwinner zijn.
In Den Haag loopt sinds december 2016 een pilot waarin 5o-plussers die minimaal een jaar een
WW-uitkering hebben die binnen zes maanden eindigt, en die daarna in aanmerking zouden
komen voor een gemeentelijke uitkering, al voor afloop van de WW-periode persoonlijk door de
gemeente worden begeleid. De gemeente Den Haag ondersteunt deze max-WW'ers in hun
zoektocht naar werk en maakt daarbij gebruik van het gemeentelijk instrumentarium. De
evaluatie van deze pilot wordt verwacht in november 2017.
Beoogde resultaten:
Inzicht in de effectiviteit van diverse vormen van begeleiding door de gemeente van WW'ers die
dreigen door te stromen naar de bijstand
Planning:
April 2017 - evalueren max-WW-bijeenkomst en eventueel start vervolg
November 2017 — evaluatie pilot Den Haag beschikbaar, onderzoeken wat dit voor
Amsterdam kan betekenen
Kosten:
organisatiekosten max-WW-bijeenkomst: 5x € 1.000 = € 5.000
21
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
4. Evaluatie
Er wordt voor de aansturing en coördinatie van de activiteiten uit dit plan een tijdelijke
programmaorganisatie 5o+ ingericht. Zij zorgen onder andere voor goede monitoring van de
voortgang en tijdige bijsturing. We volgen de resultaten van deze aanpak langs vier sporen:
1. Maandelijks brengen we in beeld hoeveel 5o-plussers het Team 5o+ in begeleiding hebben en
hoeveel bijstandsgerechtigden zij bemiddeld hebben naar werk. We gaan daarbij uit van een
minimaal resultaat van 35% plaatsingen op werk in de periode april 2017 t/m maart 2018,
aanvullend op de uitstroom van bijstandsgerechtigden vit het zittende bestand. Van alle
oudere bijstandsgerechtigden die in 2016 zijn bediend in treden 3 en 4 is 26% uitgestroomd
naar werk. Ook houden we bij welk instrumentarium is ingezet. We weten hoeveel 5o-plussers
de afgelopen jaren uit de bijstand zijn uitgestroomd naar werk. Ook kunnen we volgen
hoeveel 5o-plussers uit het bestaande bestand uitstromen naar werk. Die resultaten van het
Team 50+ gaan we hiermee vergelijken.
2. Inde begroting is de indicator ‘Uitstroom 5o+ naar werk’ toegevoegd. Deze indicator laat het
percentage 5o-plussers op het totaal aantal bijstandsgerechtigden zien dat
bijstandsonafhankelijk uitstroomt naar werk. Voor 2017 is de doelstelling dat minimaal 15%
van alle vitstromers naar werk 50 jaar of ouder is. In 2016 is 13,4% gerealiseerd.
3. Cijfers over de werkloosheid in Amsterdam komen één keer per jaar beschikbaar via het CBS.
We vragen OIS deze gegevens te verrijken met Amsterdamse data en een rapportage te
maken over de werkloosheid onder 5o-plussers in Amsterdam. We verwachten voor de zomer
een compleet beeld te hebben van de situatie in 2016. Deze kunnen we gebruiken als
‘nulmeting’ voor de voorliggende aanpak. De monitor over 2017 verschijnt op z'n vroegst in
het voorjaar van 2018.
4. We blijven met alle betrokken partners in gesprek, om ervaringen met de aanpak en beelden
over de doelgroep op te halen. Deze gebruiken we voor het bijsturen van de tijdelijke inzet en
als input voor de eventuele bredere implementatie. We gaan hier nadrukkelijk 5o-plus
bijstandsgerechtigden bij betrekken door regelmatig met hen in gesprek te gaan, hun
ervaringen op te halen en onze dienstverlening te toetsen. Dit doen we middels
panelgesprekken en klanttevredenheidsonderzoek. De panelgesprekken die begin dit jaar
hebben plaatsgevonden hebben interessante inzichten opgeleverd en zijn door de
werkzoekenden positief gewaardeerd.
22
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
5. Begroting
Terwijl de jeugdwerkloosheid daalt, profiteren ouderen nog veel minder van de aantrekkende
economie en de toegenomen kansen op de arbeidsmarkt. Om de positie van ouderen op de
Amsterdamse arbeidsmarkt een extra impuls te geven, is in het Uitvoeringsplan Aanpak
Jeugdwerkloosheid 2017-2018 voorgesteld om vanuit het programmabudget van het Aanvalsplan
Jeugdwerkloosheid € 600.000 te herbestemmen ten behoeve van het terugdringen van de
werkloosheid onder ouderen.
201) ____2018| TOTAAL
Gemeentelijke dienstverlening:
o Extra inzet Team 50+ € 95.000 € 50.000 € 145.000
o Eenmalige training Team 50+ € 10.000 € 10.000
o Training klantmanagement € 10.000 € 40.000 € 50.000
o [ontwikkelen module 50+] nbt nbt nbt
Samenwerking met het UWV
o [Samenwerking nader vormgeven] nbt ntb ntb
o _Max-WW-bijeenkomsten € 3.000 € 2.000 € 5.000
Werkgeversbenadering:
o Coördinatie vacatures 5o+ € 40.000 € 10.000 € 50.000
o _Matchingstafels en banenmarkt € 30.000 € 30.000
o Campagne € 25.000 € 25.000
o [Werkgeversregeling ontwerpen] ntb ntb ntb
me | eel en
o Programmateam € 105.000 € 20.000 € 125.000
o Onderzoek en communicatie € 15.000 € 5.000 € 20.000
23
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
6. Organisatie
Projectorganisatie
Bestuurlijk opdrachtgever Arjan Vliegenthart, wethouder Werk
Ambtelijk opdrachtgever directeur Rve Werk
Gedelegeerd opdrachtgever hoofd Rva Koers naar Werk
Programmateam programmamanager Aanpak 50+:
o aansturen programma
o bewaken tijd, geld, kwaliteit en samenhang
o verbinding met partners intern en extern
beleidsadviseur:
o inhoudelijke expertise
o verbinding met andere beleidsdossiers
accounthouderf/coördinator WSP:
o coördinatie vacatures 50+
o verbinding aanpak met WSP
teammanager W&R:
o verbinding aanpak met W&R
teammanager KNW:
o verbinding aanpak met KNW
projectleider:
o werkwijze en inrichting Team 5o+
communicatieadviseur:
o opzetten en uitvoeren campagne
o _communicatieadvies
projectmedewerker:
o ondersteuning bij organisatie diverse activiteiten
informatiemanager:
o monitoring resultaten Team 5o+
Team 50+ klantmanager KNW
klantmanager KNW
klantmanager W&R
klantmanager W&R
adviseur Werk
jobhunter
Randvoorwaarden
De voorliggende aanpak kent verschillende risico’s. Voor het slagen van de ambities uit dit
uitvoeringsplan, gelden de onderstaande beheersmaatregelen als randvoorwaarden:
1. Risico: Onvoldoende draagvlak bij de uitvoering (klantmanagers) voor deelname aan Team
5o+ en het aanmelden van 5o-plussers voor activiteiten als panelgesprekken en
matchingstafels.
Beheersmaatregelen:
o alle medewerkers regelmatig informeren over de inhoud en voortgang van de aanpak
o medewerkers Team 5o+ actief betrekken bij de vitwerking van de werkwijze
o voldoende sturing door het management
2. Risico: De aanpak is onvoldoende ingebed in de bestaande organisatie, waardoor de
samenhang met andere dossiers en de duurzaamheid van de aanpak risico loopt.
Beheersmaatregel: De stafafdelingen Beleid, Communicatie en Informatievoorziening leveren
capaciteit.
24
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
3. Risico: De resultaten en effectiviteit van het Team 50+ zijn moeilijk meetbaar, omdat de
technische mogelijkheden om goed te kunnen registreren (bijvoorbeeld in Raak) niet zijn
ingeregeld.
Beheersmaatregel: Inzet van een informatiemanager
4. Risico: Onderdelen uit het uitvoeringsplan kunnen niet worden uitgevoerd, omdat er
onvoldoende praktische ondersteuning is in het programma.
Beheersmaatregelen:
o de betrokken afdelingen leveren capaciteit voor Team 5o+ en voor de organisatie van
diverse activiteiten, zoals matchingstafels.
o inzet vaneen projectmedewerker
5. Risico: De samenwerking met het UWV wordt beperkt door privacywetgeving (informatie over
klanten mag niet worden gedeeld), waardoor de organisatie van activiteiten en het op elkaar
laten aansluiten van begeleiding bemoeilijkt wordt.
Beheersmaatregelen:
o zorgen voor volledige overeenstemming over de manier van uitvoering van activiteiten
zodat overdacht van gegevens niet nodig is (bijvoorbeeld adresgegevens voor
uitnodigingen)
o alleen geaggregeerde gegevens uitwisselen
o klanten expliciet toestemming vragen voor gegevensoverdracht
25
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
Bijlage: Toelichting feiten en cijfers
Werkloosheid
Het werkloosheidspercentage voor de leeftijdsgroep 45 t/m 74 jaar in Amsterdam is in 2016
gedaald naar 6,9%. Dit is het aandeel van de beroepsbevolking dat niet werkt en actief op zoek is
naar een baan van minimaal 1 vur per week. In 2015 was de werkloosheid in deze leeftijdsgroep
nog 8,6%. De werkloosheid in deze groep is in Amsterdam het laagst van de G4, maar nog altijd
boven het landelijk gemiddelde van 5,6%. De bruto participatie, het deel van 45 tot 75-jarigen dat
werkt of actief zoekt naar werk, is gestegen van 57,4% in 2015 naar 59,4% in 2016.°
Voor het jaar 2016 kunnen we deze cijfers nog niet nader bekijken voor de verschillende
subgroepen. Voor 2015 kunnen we dat wel. We zien dan dat de werkloosheid bij 5o-plussers hoger
is naar mate de leeftijd op loopt. In 2015 was de werkloosheid onder Amsterdammers tussen 5o en
55 jaar 6,8%, onder 55- t/m 5g-jarigen 9,4% en onder 60- t/m 64 jarigen 13,2%.°
Van de 5o t/m 54-jarige werklozen zoekt 63% al langer dan 12 maanden werk met een gemiddelde
zoekduur van 28 maanden, bij 55 t/m 59-jarige werklozen is dit 73% en 27 maanden en bij 60 t/m
64-jarigen is dit 77% en 27 maanden. De gemiddelde zoekduur stijgt opmerkelijk vanaf 5o jaar. Bij
45 t/m 49-jarigen is de gemiddelde zoekduur namelijk 19 maanden.
In 2015 sprongen een aantal groepen 5o-plussers eruit. De werkloosheid onder laagopgeleiden
was 18,1 %, tegenover 8,9% van de middelbaar opgeleiden en 6,9% van de hoogopgeleiden. Ook
5o-plussers van niet-westerse herkomst vallen op. De werkloosheid onder deze groep was 12,6%
tegenover 8,2% van de autochtone 5o-plussers. Uitschieters zijn de subgroepen ouderen van
Surinaamse/Antilliaanse herkomst, vrouwen van niet-westerse herkomst en laagopgeleide
vrouwen met een werkloosheidspercentage van respectievelijk 14,1%, 15,9% en 22%. Van alle
werklozen van 5o jaar of ouder is 46,2% vrouw, 31,5% van niet-westerse herkomst en 30,5%
laagopgeleid.
Werkloosheidsuitkeringen (WW)’®
Eind december 2016 behoren 7.299 WW-uitkeringen in Amsterdam toe aan personen van 5o jaar
en ouder, dit is 37%. Vergeleken met de groep jongeren is de dynamiek van in- en uitstroom bij
ouderen laag. Dat betekent dat ouderen, bijvoorbeeld door eigen vermogen, minder snel een
beroep doen op een WW-uitkering, maar als ze eenmaal een WW-uitkering ontvangen, komen ze
gemiddeld ook minder gemakkelijk weer aan het werk en uit de WW. Dat de dynamiek onder
jongeren groter is komt voor een deel omdat ze vaker op basis van tijdelijke contracten werken en
korter recht hebben op WW.
Van de lopende WW-uitkeringen bij de categorie 5o-plus in de arbeidsmarktregio Groot
Amsterdam behoort de helft toe aan mannen en de helft aan vrouwen. Van deze lopende WW-
uitkeringen heeft 29% een verstreken duur korter dan 6 maanden, 20% tussen 6 en 12 maanden,
30% tussen 12 en 24 maanden, en 21% een verstreken duur van 2 jaar of langer. Van alle WW-
uitkeringen in Groot Amsterdam met een duur van langer dan een jaar behoort 71% toe aan 5o-
plussers.
* Bron: EBB CBS 2016
° Bron: EBB CBS / REB OIS 2015
“° Bron: “Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie, Arbeidsmarktregio Groot Amsterdam, december
2016”, UWV
26
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
De instroom van het aantal WW-rechten onder go+ers (één persoon kan meerdere WW-rechten
hebben) in 2016 in de arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam was het hoogst bij
bedrijfseconomische en administratieve beroepen (23%).
Uitstroom uit de WW
In Amsterdam zijn in 2016 1.461 WW-uitkeringen van 5o-plussers beëindigd door werkhervatting,
dit is 24% van alle beëindigde WW-uitkeringen van 5o-plussers. Van alle beëindigde WW-
uitkeringen in 2016 bij de categorie 5o-plus in heel Nederland heeft 32% als reden werkhervatting.
Hiervan is 63% man en 37% vrouw. Van de beëindigde WW-uitkeringen vanwege werkhervatting
had 7% een verstreken duur van 2 jaar of langer, 18% tussen 12 en 24 maanden, 24% tussen 6 en
12 maanden, en 51% korter dan 6 maanden.“ Landelijk hervat 47% van de 5o-plus mannen met
een WW-uitkering binnen een jaar weer het werk, bij 5o-plus vrouwen is dat 35%.”*
In november 2016 zijn 5o-plus WW-ers landelijk vooral binnen de sectoren Kinderopvang en
peuterspeelzaalwerk, Culturele instellingen en Zorg binnen het jaar weer aan het werk binnen de
eigen sector. In de sectoren Overige industrie, Chemische industrie en Financiële dienstverlening
gebeurt dit juist het minst. Van de 5o-plus WW-ers die binnen een jaar weer aan het werk zijn, had
69% voor de WW een vitzendcontract, 52% een tijdelijk contract en 28% een vast contract.
In Amsterdam zijn in 2016 2.582 WW-uitkeringen van 5o-plussers beëindigd vanwege maximale
uitkeringsduur, dit is 43% van alle beëindigde WW-uitkeringen van 5o-plussers. Van alle
beëindigde WW-uitkeringen in 2016 bij de categorie 5o-plus in heel Nederland heeft 34% als reden
het bereiken van de maximale uitkeringsduur. Hiervan is 53% man en 47% vrouw. Van de
beëindigde WW-uitkeringen vanwege maximale uitkeringsduur had 72% een verstreken duur van
2 jaar of langer, 6% tussen 12 en 24 maanden, 3% tussen 6 en 12 maanden, en 19% korter dan 6
maanden. +
In Amsterdam stroomde in 2014 9,4% van de WW'ers door naar de bijstand. Amsterdam staat
daarmee op plaats 6 in de top-20 gemeenten met het hoogste doorstroompercentage. Ter
vergelijking: Den Haag staat met 11,2% op de 1° plaats, Rotterdam met 9,6% op de 5° plaats en
Utrecht staat niet in de top-20. Er zijn diverse verklaringen voor het hoge doorstroompercentage
van de WW-populatie in Amsterdam. De belangrijkste zijn het grote aandeel alleenstaanden (bijna
2 van de 3 WW'ers in Amsterdam is alleenstaand) en het grote aandeel dat woont in wijken met
een lage sociaaleconomische status. Een groot aandeel laagopgeleiden is doorgaans ook een
verklaring voor een hoog doorstroompercentage. In Amsterdam is de populatie WW'ers echter
opvallend hoger opgeleid dan gemiddeld, de hoge doorstroom in Amsterdam hangt waarschijnlijk
voor een belangrijk deel samen met het gegeven dat relatief veel van de werklozen wonen in een
wijk met een lage sociale status. Mensen die wonen in wijken met een lage sociaaleconomische
status hebben een veel groter risico om in de bijstand te komen dan de werklozen — met
vergelijkbare kenmerken — die wonen in een wijk met een hoge sociale status.”
Landelijk komen de volgende risicogroepen/-kenmerken voor doorstroom uit de WW naar de
bijstand naar voren: alleenstaand met kind(eren), leeftijd van 55 jaar en ouder, parttime werkende
“ Bron: “Rapportage WW soplus, december 2016”, UWV
“* Bron: “Barometer 50-plus, November 2016”, UWV
S Bron: “Barometer 5o-plus, November 2016”, UWV
“* Bron: “Rapportage WW soplus, december 2016”, UWV
® Bron: “Na de WW in de bijstand, De doorstroom van WW naar bijstand per gemeente, prognose tot
2017”, UWV, maart 2016
27
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
mannen, loon voor WW op of net boven het minimumloon, lage sociaaleconomische status
woonwijk (SES) en laag opleidingsniveau. Er is samenhang tussen leeftijd en opleidingsniveau. De
oudere werklozen zijn vaker laag opgeleid dan jongere werklozen. De leeftijd van de werkloze
blijkt echter een veel grotere invloed te hebben op het risico van doorstroom dan het
opleidingsniveau. Het doorstoompercentage is het hoogst bij de groep 60 t/m 64 jaar: 8,0%. In de
leeftijdsgroepen tussen de 25 en 55 jaar is het doorstroompercentage vrijwel gelijk aan het
gemiddelde percentage (6,1%). In de leeftijdsgroep 55 tot 60 jaar stroomt 7,7% door naar de
bijstand.*
Bijstandsuitkeringen”
Voor oudere werklozen bestaan drie soorten extra inkomensondersteuning naast de WW. In het
kader van de Participatiewet kunnen mensen die niet (meer) in staat zijn om zelf in hun
levensonderhoud te voorzien een (aanvulling op het) inkomen krijgen tot het toepasselijke sociaal
minimum. ledereen van 5o jaar of ouder die werkloos wordt, kan in aanmerking komen voor de
IOAW-uitkering na afloop van de WW- of WGA-uitkering. Deze uitkering ligt ook op
bijstandsniveau, maar is afhankelijk van het inkomen van een partner en het eigen vermogen
wordt vrijgelaten. Voor oudere zelfstandigen van 55 jaar of ouder met onvoldoende inkomsten is
er de IOAZ-uitkering. Deze vult het inkomen en dat van de eventuele partner aan tot
bijstandsniveau. Bij deze uitkering wordt getoetst op vermogen, maar spaargelden voor pensioen
worden vrijgelaten. Begin 2017 ontvangen 18.914 5o-plussers een bijstandsuitkering, waarvan 91%
een WWB-uitkering, 8% een IOAW-uitkering en 1% een IOAZ-uitkering.
Van de bijstandsgerechtigden (41.836 personen op 1-1-2017) is 55% jongeren dan 5o jaar en 45%
5o jaar of ouder. Van deze 5o-plussers is 34% tussen de 5o en 55 jaar, 33% 55 t/m 59 jaar en 33% 60
jaar of ouder. 53% is man en 47% vrouw.
Opvallend is dat de meeste 5o-plussers in de bijstand een lange afstand tot de arbeidsmarkt
hebben (trede 1 of 2): respectievelijk 36% en 53% van de 5o-plussers heeft een uitkering in die
categorie. 8% van de 5o-plussers heeft een korte of middellange afstand tot de arbeidsmarkt
(trede 3 of 4). Bij bijstandsgerechtigden jonger dan 5o-jaar ligt de verhouding anders 23% zit in
trede 1, 51% intrede 2 en 20% intrede 3 en 4.
Van alle 5o-plussers is 82% alleenstaand zonder kinderen, 7% alleenstaand met kinderen (vooral
vrouwen) en 11% samenwonend (vooral mannen). 61% van de 5o-plussers heeft een
uitkeringsduur van langer dan 5 jaar, 20% tussen de 2 en 5 jaar, 8% tussen 1 en 2 jaar en 11% korter
dan een jaar.
De meeste voorkomende redenen bij 5o-plussers voor instroom in de bijstand is dat de maximale
duur van de WW-uitkering is verstreken (17%) en het wegvallen van inkomsten uit werk (9%). De
rest heeft overige redenen, zoals het wegvallen van een andere uitkering, beëindiging relatie met
partner of verhuizing vanuit een andere gemeente.
Van de 5o-plussers met een bijstandsuitkering is 20% woonachtig in West, 16% in Zuidoost, 16% in
Nieuw-West, 15% in Oost, 12% in Noord, 12% in Zuid en 9% in Centrum. De buurtcombinaties Oud
West (10%), Rivierenbuurt (8%) en Westerpark, Oud Oost, Bijlmer Oost en Geuzenveld (ieder 6%)
scoren het hoogst.
‘® Bron: “Na de WW in de bijstand, De doorstroom van WW naar bijstand per gemeente, prognose tot
2017”, UWV, maart 2016
7 Bron: Socrates, 2017
28
Uitvoeringsplan Aanpak Ouderenwerkloosheid
De 5o-plussers die in 2016 tot de caseload van Koers naar werk behoorden (trede 4), had 29% Hbo-
niveau of hoger, 39% Mbo-niveau en was 32% lager dan Mbo-niveau opgeleid.
In 2016 zijn er 1.925 nieuwe 5o-plussers ingestroomd in de bijstand, waarvan 608 met een korte of
middellange afstand tot de arbeidsmarkt (trede 3 en 4). Dit is een gemiddelde instroom van 160
5o-plussers in de maand, waarvan gemiddeld 51 in de hoogste treden.
Uitstroom uit de bijstand*®
In 2016 zijn 2.587 uitkeringen van 5o-plussers zijn beëindigd. In 2015 waren dat er een stuk meer:
3.248. De uitstroom in 2015 werd voor een belangrijk deel bepaald door een piek in de uitstroom
naar overige redenen in december 2015. Deze piek is het gevolg van de mutatie WWB EV naar
WWB LO. De uitstroom naar werk van 5o-plussers is in 2016 gestegen naar 795. In 2015 waren dat
er 658. Van alle oudere bijstandsgerechtigden die in 2016 zijn bediend is 4% uitgestroomd naar
werk. Van alle oudere bijstandsgerechtigden die in 2016 zijn bediend in treden 3 en 4 is 26%
uitgestroomd naar werk. Van alle vitgestroomde bijstandsgerechtigden naar werk in 2016 was
13,4% 50 jaar of ouder.
Van de 2.587 beëindigde uitkeringen in 2016 behoorden er 738 toe aan 5o-plussers met een korte
of middellange afstand tot de arbeidsmarkt (trede 3 en 4). Dit is een gemiddelde uitstroom van
216 5o-plussers in de maand, waarvan gemiddeld 61 in de hoogste treden.
Van alle 5o-plussers die vitstroomden naar werk had 72% een korte of middellange afstand tot de
arbeidsmarkt (trede 3 of 4) en 17% een lange afstand tot de arbeidsmarkt (treden 1 en 2). 66% is
man en 34% is vrouw. 90% stroomde uit naar regulier arbeid en 7% naar eigen ondernemerschap
De meeste 5o-plussers die vanuit de bijstand werk vonden, had bijna helft (48%) korter dan een
jaar een uitkering. 22% had een uitkeringsduur tussen 1 en 2 jaar, 20% tussen 2 en 5 jaar en 11%
had een uitkeringsduur van langer dan 5 jaar. 26% had een IOAW-uitkering en 73% een WWB-
uitkering.
Van de 5o-plussers in trede 4 die in 2016 uitstroomden naar werk had 31% Hbo-niveau of hoger,
43% Mbo-niveau en was 26% lager dan Mbo-niveau opgeleid.
In Amsterdam zien we dat de 5o-plussers vanuit de bijstand in veel verschillende sectoren aan het
werk gaan. Van alle plaatsingen die via het WSP gerealiseerd zijn, valt 45% binnen de
werkgeverssector Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening. Hieronder
vallen vitzendbureaus en arbeidsbemiddelaars, maar ook callcenters en schoonmaakbedrijven. De
doelgroep 5o-plus gaat vaak weer aan de slag in beroepen waar een lager opleidingsniveau wordt
gevraagd, zoals taxichauffeur, productiemedewerker en schoonmaker. De diversiteit in
werkgeverssectoren waar de doelgroep werk vindt is ook terug te vinden in de vacaturesectoren,
waarbij Horeca en huishouding duidelijk koploper is (29%). Het gaat hier waarschijnlijk vooral om
laagdrempelig huishoudelijk werk.”®
‘® Bron: Socrates 2016
® Bron: Kenniscentrum WSP, 2017
29
| Onderzoeksrapport | 30 | train |
PROPOSITIE
ê Renk EEE Pers et amende el ara. eer 7
Ween AT
soo PROJECTEN
DD
WIE IS SGO PROJECTEN?
SCO Projecten bestaat uit een team dat zijn sporen al jaren heeft verdiend in de aan- en verkoop van
agrarische gronden door heel Nederland. SGO Projecten zorgt ervoor dat het investeren in
landbouwgrond toegankelijk wordt gemaakt voor zowel de particuliere als de zakelijke markt. De
gronden die SGO Projecten aanbiedt zijn aan een gedegen onderzoek onderworpen. Alhoewel dat
geen enkele garantie biedt, kunt u er wel vanuit gaan dat de aangeboden gronden aan bepaalde
criteria moeten voldoen. Op het moment dat SCO Projecten grond aangeboden krijgt, wordt de
grond eerst aan een aantal onderzoeken onderworpen. Pas op het moment dat de propositie voldoet
aan deze gestelde criteria neemt SGO Projecten het perceel in portefeuille. Na verkaveling wordt de
propositie dan aangeboden aan particuliere en zakelijke investeerders. De investeerder wordt dan ook
daadwerkelijk eigenaar van het perceel.
VOOR WIE IS INVESTEREN IN GROND INTERESSANT?
SCO Projecten zorgt ervoor dat het investeren in grond bijna voor iedereen bereikbaar is!
De investeringsbedragen beginnen dan ook al vanaf enkele duizenden euro's. Dit temeer omdat het
investeren in agrarische grond tevens een lange adem vergt om van grond met een agrarische waarde
naar bouwgrond te gaan.
WAAROM?
&) Grond is schaars, terwijl juist de vraag toeneemt
& Grond is rendabel en vrij verhandelbaar
tt Grond is JUIST tijdens het huidige woningtekort een zeer interessante investering
DD
2
X Gemeente
% Amsterdam
"
AMSTERDAM
Stad en gemeente in de provincie Noord-Holland.
LOCATIE
Kadastrale gemeente: Amsterdam
Sectie: AV
Nummer: 560 en 567
Groot: 1 ha 55 a 00 ca
AANGEBODEN
Prijs per m?: € 150,00
Beschikbaar in kavels vanaf: 100 mm?
AANBIEDINGSPLICHT
Bij verkoop voor eventuele ontwikkeling is er sprake van een aanbiedingsplicht aan een
nader door de verkoper aan te wijzen bouwbedrijf dan wel projectontwikkelaar.
el E |
, B HD
N iS Te
ij nis P
AE ed rl Laren
En ad |
bj me in a
Bal ni 5 +
| ER EE
E 7
: er
"|
5
De
... 2
AMSTERDAM essence
sas aessssneenn
e. …eesssnneesnns
….. ….nsensnnnenennnen
(PROVINCIE NOORD-HOLLAND) 5 OEE
.. …..enenssnnennensens
se aesessneesnnnnennnnns
….. …essensennennenennnn
…. escscsoseceneneneee
Amsterdam ligt in de provincie Noord- EEE EEE
Holland, in het noordwesten van ons land. Seoscoe oocoosnenssennse
wi | HH
De rivier de Amstel mondt in het centrum EE
van de stad uit in de grachten, waar ecovoe cooocoooosecoosesse
. ae …aennnnnennnnnennnns
Amsterdam zo bekend om is. De grachten adEEREEEe Ee EdEeeE Edese
komen uit in het IJ, een rivier die de „LIES OE POLE IIe e sees e ee
binnenstad scheidt van Amsterdam. oee EEE eneen eee ee
Noord. Amsterdam wordt met de Noordzee EEKE
….nnsnnenssnnensnnnens
verbonden door het Noordzeekanaal. coostoorsesvsesenrsssnsenn
Amsterdam ligt 2 meter boven de zeespiegel. ett LIES Ee
…….sen ….e.nennnensnnsnnensen
, …..nss …. …s ssnssssssnnss
Bron Wikipedia 335555 HEE
CEE CEES
55ee
…..
en
…...
s..s
……...
……...
nt - rt KL Te 1 EG hâ m me
En JE ik EAT rit e la iT ek ie _— = 7 Ee mf
= TE keel We. U en „gf ï Jie _
bn Ke U, À nr Û 4
En een ii |
À pn I= El Ene E f. Pan - = 1, Ë - ZE Ô ; 7 TE fe Ek NN y Ee /
ee hk Ei Ek ie Ee Ë SN A afte Gn /
MM Ta en ak En JE ent de Tie ne
NL La EE Je 8 Pt bd en rd N Dr dea PE 3 PE fr -
il er ke rd on LE, NEE “ Ne Ee ER ze DE A
=S EN en er er a f Ee eef Lal TA a
nn. RD : ai en, Re hee EN A
Pm ESE Wen rn U MS & Er io
li> nee dt A kh Se eer is af |
A ie ane 8 dd! ii en 5 he en Re men 5 HAN je Er rf ief
… WA ae ee Ne f | le Et
td ee (Ak hit ì rt rd nf
sE ER h eene (De :
le AAN |
ns EET ze End De Wee Ne ef NS ir il
z 4 e Ie Pd d de Fe :, er ' KS En, ; DE Es EE
À EE E ee ze Hin ze a eef a p DE EES af dd ì Et
EE an Er SN nd
TTA Ws en
Ì - : N e EM Ì ï ed. SD PX, Ì vn Ee ; , \ e A) Tm
AE Aj Bhp Ws Rn NER is |
ne ie ET OEE nge OE Z
| eef Pe 15 mall HI C SR ne TP ic dee En Ì
' Hij NE |
| %X SCO Projecten BV 1.50.00 ha aime NEE Er cn EN Del
—— Gemeentegrens Amsterdam n tee k, É |
Kb 4 _ Ì OO OO 4 k: he E FP re
VES IK NDE SE ET Tee No : : Li
d Md 1 & 7 el Ben Te: B he RN 3 KE, Ls We d Pian
Dn
4
X Gemeente
% Amsterdam
"
# ie, Toekomstvisie
Eli Zunderdorp En T
/ Pen Landelijk Noord Legenda
F F hz Se En a Irfrarirtie buurt t 2 E_ | Aperen enen
AI SNN | A B
d ‚NN Bae” el £4 HLD _À je A 1e f En hem ies |I eee
Nn ms Kef AL ar eeN JE ri waves
AN hl AT he SB
en a, d a E e, tk TE Ha E ek d er aneh
Solon Ne ie 4 PN fare EAT, El ï ap pen eN LA ed
Amsterdam-Noorc ie Ar et Pnt Ne Van nn 17
E) EEE en MID |
ee nen VN Vh A en NE a En, l E
"as Ks Pan A RE en Nans
Kel = ns oe î EEn, en eN Ee k Ns U B © Cd Er mr À 5 al Dr pe B dese
. j be ee ni ' ete { Le NE EN ed ir EL, gn Eielael MAmstichag
en th KN DE en ri Í eek centrum
F he Nef G, DT Fe ie a ee ad GE en EJ & Metris latie
Arnsterdae-Moord kt Wi Ae a ef 7 ei pd Rr bn EA gn ‚ ge Je ar Ë Äs ger En
* DS An ne Gen zn ne eld: ge Feel
Ard A salle em AN
* kt en et | k U nn el En A Eu
== Ne ee |
è Eke en MR UAF | Nen tt We > PLAS rr Ransdorp
Leert er KA 4 eig iN Ki EENES or LE
Oe Ce
de EA e=
Vee A
ERE WEE Alt
EAR En
- kit AS
et 5 re 4
Dit beeld is ter illustratie en kunnen geen rechten aan worden ontleend. °
Onze stedenbouwkundig tekenaar heeft rekening gehouden met de bebouwingsdichtheid per hectare.
De bebouwingsdichtheid geeft het aantal woningen per oppervlakte-eenheid, meestal per hectare
(10.000 m2). Stedelijke gebieden hebben 60 of meer woningen per ha, terwijl landelijke bebouwing
minder dan 25 woningen per ha heeft. Door de Noord-Zuid lijn in de toekomst door te trekken wordt
het plangebied beter ontsloten. Ook zijn de op- en afritten van de A10 strategisch gelegen.
"|
5
De
2 | TPP E
ä : | in. rb dT E ee
Fr 8 ij Le
5 EA Hi Ì 1e me
ï A 9: RE
jl dl D Ww\:
ú Hek | n ke
B lk. KNAS
: tj 5 8 a
: ec U) Boe, AREA Bel 1
; sd let En Re
Ra leen TRNS
ä * „Aen Di Fl SN dede E, Ps N, n LE Jl
et ill he Êi Eed A f
' # : me Epe. er en Pi .
ed Me ke N
ie Ae hr Oe
: EA HL VE AO ó Ë
ï eN ede Ed ie: :
; HN mt J Pirie! 3
4 r ; ty T Bef 5 4 eyf - Lin e Liepen
mb ie ee st en us Ent a
IE : =| [ Med Î : ar WEL.
2d p KG etn EE Er a jk gn Deer & ee EN
kf EDE Mene PRN Bi zt
Er RE etl ek ld rem te Ne sel u
-s Hd EN, Ù & EE if \, | ne e ij IE en a en eerie hen Te Ens
fr Ll hf) e Ee ne En F3 E En KL eh ä in 7 el hef
RET Re) en End en on Kr EE
Gn Me NE Eel Nn
En enk ER ie Pl
en rr Der ME Li wp e Ee
AL UE |
ie Kept ie F
HEF re Dn Í \J == ie e es” a 8 r é
k L = ae f il } 3.
, , f 8 e Je Tr , ä Pi ej Ee
EN Y WO Ens
a i = oe m 4 Pia dk ak Ne k
*% Exploitatiemaatschappij Golfbaan Waterland B.V. bf IJburg
*X Lüske Vastgoed mmm Geluidscontour Schiphol 55 ke
*X Kranstauber Beheer —_—__ Geluidscontour Schiphol 2005 (Nota Ruimte) 20 ke
X Verana BV. ZZ Gebied tussen de 20 ke en 55 ke
É ASR Levensverzekering 11.36.40 ha nemer Gemeentegrenzen Amsterdam
X SCO Projecten BV 1.50.00 ha BN Lanoscheppelijke beperkingen
X _Damland Real Estate B.V. 28.59.00 ha
De
6
X Gemeente
% Amsterdam
"
14.000 werznellingsocatses:
10000 — -— opstarten strategebesluiten
&.000 4 E
mn versnellngskocaties:
6.000 herziening
aon + innvasteringches lusten
2000 - BB lopende projecten
nnn _ Klaa- mk
-L000 4 8 8 8 8 8 8 8 = Sa 88 8 mmm | Ar lijks tekonjoverschot
4,000 4
„5000
52.500 woningen bouwen tot 2025
gemiddeld 7.500 per jaar
Waarvan 17.500 sociale huurwoningen door corporaties
gemiddeld 2.500 per jaar
Waarvan 11.690 middeldure huurwoningen
gemiddeld 1.670 per jaar
De doelstelling van het college is ongekend hoog vanuit historisch perspectief. Een productie van 7.500
woningen per jaar is in de afgelopen 24 jaar slechts één keer gehaald. In 2015. De verwachting is dat die ook
in 2018 wordt gehaald. Het gemiddelde aantal was de afgelopen 24 jaar ca. 4.000 woningen per jaar.
Na de crisis waren gemeenten terughoudend met het ontwikkelen van bouwgrond, maar Amsterdam voert
investeringen nu op om nieuwbouw aan te jagen.
‘Niet als een gek grond aankopen’
Daardoor is een tekort aan bouwlocaties ontstaan. De gemeente Amsterdam wil daar nu iets aan doen. ‘We
gaan niet als een gek aankopen, we doen het alleen als het nodig is’, aldus Ivens. Volgens een woordvoerder
moet een grondaankoop echt iets toevoegen aan een wijk.
In het coalitieakkoord is vastgelegd dat het aankopen van grond om er woningen op te laten bouwen
‘nadrukkelijk tot de mogelijkheden behoort.’ Bovendien wil het college de komende jaren €700 min
investeren in grondproductie. Het geld komt uit het zogeheten vereveningsfonds, waarin inkomsten
uit gronduitgifte en de uitgaven voor gebiedsontwikkeling worden verrekend.
"
7
Wico PROJECTEN ee
Ie
pp 4 Ke ed a
DEMOGRAFISCHE a
ONTWIKKELING âr SE
NEDERLAND ef IN
ae nd B el
. rt: é md A
Bevolkingsontwikkeling A pe)
per gemeente vld Vs | ne
2012 - 2025 ® EN Rr Ee Pi
EN sterke krimp «10% of meer) 5 d Le! B A
BE Kimp co tot-2,5%) ek T
Redelijk stabiel 2,5 tot 2,5%) 5 en A 8
, „> /0 Ns Sj $,
EN cre 25 tot 10%) 45 RR Td DS ll
m Sterke groei (10% of meer) Ex” 45
L
dn
tn
Q (S
1900 1950
SOE LANEN
: En €. 5 , D 7 ee ES ke ; ve à Erf |
1970 2019
Kr edp Le ON A pr EE
ER GE SR
PN NE PENNE CME ed
OWA OK
Ed A EA ef PAL eh EE el. es A Bte eran
in ne We een MSTERDAM | À Ln ii ES. Jl Wo | Nl
EN ENCI et. RP IE NEN AE EEREN EA
A
8
X Gemeente
X Amsterdam
"|
vree ee vee “Huizenprijzen binnen
en Ee AE EE ì .
REE, 2 EN de Ring van Amsterdam
Par Ma Ne Si dalen, daarbuiten stijgen
…l ke, ik EE : fi ® .
ARR Ob he 8 ze juist”
A De s HN Bron: Het Parool, 2019
De vierkante meterprijs laat in de meeste stadsdelen een geringe dalende trend zien. Opvallend is de
sterke stijging van de m?-prijs in stadsdelen buiten de ring ten opzichte van de stadsdelen binnen de
ring (Amsterdam Centrum en Amsterdam Zuid). Uitzondering lijkt stadsdeel Noord te zijn, hier is de
prijsstijging dit kwartaal juist erg laag.
“Centrumgebied Amsterdam- re
Noord wordt getransformeerd L
tot een nieuw stedelijk centrum AE Le €
met circa 6.000 woningenen MSN ko IE ij
ed en Tee he ee Ar Ii EEn Sens
diverse voorzieningen” | gd
Bron: Gemeente Amsterdam, 2019 E jan Tent. |
“De belegging blijft
achter bij de aandelen-
J ]
records op Wall Street.
Maar investeren in
EE ï landbouwgrond troeft
Ee TE
nt spaarrentes af. Het oudste
nent Ee Nederlandse beleggings-
ie mer Sinte fonds vaart er wel bij.
NE kj ian Cake
te Zeker nu er meer grond
nodig is voor woningbouw”
Bron: De Telegraaf, 2017
"
9
De
66 .
Een metrolijn naar Almere?
Bouw gewoon extra woningen in Noord”
Bron: Bas Kok, 2020
Volgens publicist Bas Kok is het aanleggen van een metrolijn naar Almere-Pampus overbodig. Er is juist
în Amsterdam voldoende ruimte voor woningbouw: in Noord.
ee ‚4 El ZN
RE ne Pek Aah Ee Oee
Me Zen ke NE : B NES
Eed ENEN
PE A Ee er
An lj A mr Pe | zE ENE ie eid
ne en ze Te — Er Td Fr ee lele
en rd A es Ed k Sns Bh a ed
Een ee ; Eg ne A er |
Been eme AES ie) pe
he rele en. nn En er Ee ve EN
en LN ed WEN ANN
EE EN ee eerd re EN
Ken AE Cene EF zn ee he n EN en LS \ ë
ES AE eN , ee ANR
KN ed Se hen a VE a Rt
5 EN Re RAT A
En IN ANDE eN Sel VA
ie EN en RO PN ee ERS Bl 7 Ee BEL
A ORE DLT ms a hi Er OREN, \ VA Nd ar
ee Nen Mn en AE RE Pr én ie Ln en al
CEN en A hai 4 nek A En en
LE EN ed Ee enk ed ke Ae Ne AE
B NERSET: CA OENE Ee LE
RD EE ik PTT En DN
Bouwen bij Almere? Onlogisch
Dat er in Nederland, en met name in en om Amsterdam sprake is van ernstige woningnood waar
vooral mensen met een krappe beurs de dupe van zijn, wordt langzamerhand algemeen ingezien.
Noord-Holland kampt met een tekort van ca. 80.000 woningen en zal daarnaast tot 2040 nog zo'n
200.000 woningen moeten toevoegen, een opgave waaraan niet voldaan kan worden met uitsluitend
binnenstedelijk bouwen.
el
wat ane n
ms D men p _ = : a:
nd er eg sin « ” 5
EE gE zen Ee te Ed NE ded Ee md Er; mi
8 kt rr rd dn e Ez
mr en ae d E =, r aks 1 de E Er he
SE Ee gE,
n ged es An ej ed . - Ren en
ie 4 Fi À oe Eh ee É ed ene
ri CAS Ee Bran
A
10
X Gemeente
% Amsterdam
"
Op het moment dat u heeft besloten om over te gaan tot aankoop van de door SGO Projecten
aangeboden grond, zijn de vervolgstappen vrij simpel. Alle notariële handelingen kunnen door ons
worden verzorgd. U hoeft alleen op de juiste plaats uw handtekening te zetten en de grond
is uw eigendom.
1. sco Projecten mailt u het besproken voorstel toe. Daarop mailt u retour dat
u akkoord gaat met het voorstel, zodat wij de grond voor u kunnen reserveren.
2. Binnen een week ontvangt u de conceptakte van levering, de eindafrekening met
de koopsom en de datum van levering.
3. Na betaling van het bedrag op de derdenrekening van de notaris, verzorgt de notaris
de eigendomsakte, plus het afschrift van de kadastrale bijschrijving, waarna u
daadwerkelijk de wettelijke bezitter van het perceel bent.
Via een volmacht kunt u SCO Projecten de hele overdracht voor u laten verzorgen. U hoeft alleen
eenmaal naar een notaris bij u in de buurt voor het legaliseren van uw handtekening! U krijgt uw
eigendomsbewijs gewoon toegestuurd. Uiteraard is een ieder gerechtigd om een eigen notaris
te kiezen, maar wij adviseren u gebruik te maken van onze notaris. Deze is gespecialiseerd in de
overdracht van percelen en is bekend met onze werkwijze, hetgeen de overdracht alleen maar
bespoedigt. Mocht u nog vragen hebben over ons concept, onze werkwijze, onze strategie of diensten,
kunt u ons natuurlijk telefonisch bereiken van maandag tot en met vrijdag op telefoonnummer:
1 pet”
Hi ch
Ee. bh * L
en id Am ES 6 =
Enis Ukien el Nem,
ee F ; den h ie Deen d Sn Ei
Ed |
ES _
L +
"|
1
& SCO PROJECTEN
De
Zowel SGO Projecten als de huidige eigenaar gaan op basis van langs deze weg verstrekte informatie geen enkele
vorm van contractuele verplichting aan, noch zijn medewerkers en tussenpersonen van SGO Projecten bevoegd
namens de huidige eigenaar contracten aan te gaan.
Hoewel deze informatie met de grootste zorg en naar waarheid tot stand is gekomen, aanvaarden zowel
SGO Projecten als de huidige eigenaar onder geen beding enige vorm van aansprakelijkheid wegens eventuele
onjuistheden in, of verkeerde uitleg van, de informatie. Evenmin aanvaarden noch SGO Projecten als de huidige
eigenaar enige aansprakelijkheid voor de handelingen die de ontvanger verricht op basis van deze informatie.
Informatie over bestemmingsplannen geven wij op basis van de bij ons laatst bekende gegevens.
Bestemmingsplannen zijn echter aan verandering onderhevig, hierdoor kunt u dan ook aan de door ons
verstrekte gegevens geen rechten ontlenen. Wij verwijzen u voor het vigerende bestemmingsplan naar
de desbetreffende gemeente.
Grondprijzen kunnen fluctueren, er kunnen dus geen garanties worden gegeven
over toekomstige waardeontwikkelingen.
9 Laan der Nederlanden 110
1945 AC Beverwijk
& 0835-0645 520
ME [email protected]
@ _wwwsgoprojecten.nl
KVK 75422425 Let op! U belegt buiten AFM-toezicht. Geen vergunning- ir) 2
en prospectusplicht voor deze activiteit.
| Schriftelijke Vraag | 12 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 683
Publicatiedatum 8 oktober 2014
Ingekomen onder Ss
Ingekomen op 1 oktober 2014
Behandeld op 1 oktober 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Ernsting, de heer Vroege, de heer Boldewijn,
de heer Toonk, mevrouw Van Soest, de heer N.T. Bakker en de heer Van Lammeren
inzake de invoering van de helmplicht voor snorscooters.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de raadsleden de heren Ernsting,
Vroege en Van Lammeren van 24 september 2014 inzake de invoering van
de helmplicht voor snorscooters (Gemeenteblad afd. 1, nr. 660);
Overwegende dat:
— de gemeenteraad van Amsterdam vaak heeft gesproken over de overlast, drukte
en onveiligheid op de Amsterdamse fietspaden door de grote groei van het aantal
snorscooters en snorfietsen;
— ook het aantal fietsers en fietsbewegingen in Amsterdam enorm is toegenomen,
terwijl de fietsinfrastructuur hierop nauwelijks is aangepast — uit onderzoek blijkt
dat 80-90% van de snorscooters harder rijdt dan de snelheidslimiet van 25 km/u —
en deze snelheidsverschillen op smalle fietspaden een belangrijke oorzaak zijn
van die onveiligheid en overlast;
— gepoogd is via intensieve handhaving een gedragsverandering te bewerkstelligen,
maar dat dit niet voldoende effect heeft gehad;
— het instrument handhaving niet onuitputtelijk is en er ook andere belangrijke
handhavingstaken zijn te verrichten;
— er ook middels een campagne “slowriders" is gepoogd het gedrag van berijders
van de snorscoorter positief te beïnvloeden;
— de veiligheid voor fietsers op de fietspaden toeneemt als er geen snorfietsen meer
op het fietspad rijden;
— daardoor fietspaden ook uitnodigender en begaanbaarder worden voor de
langzamere of meer onzekere fietsers, zoals ouderen en kinderen;
— het dragen van een helm het voor snorfietsers veiliger maakt zich op de rijbaan te
begeven;
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteraad R
Nummer 683 Motie
Datum 8 oktober 2014
Constaterende dat:
— voor het instellen van een lokale helmplicht voor snorfietsers ten behoeve van een
veilige plek op de weg, een wetswijziging nodig is;
— de minister van Infrastructuur en Milieu de stad steunt in het eventueel instellen
van een lokale helmplicht en een wetswijziging wil voorbereiden;
— uit krantenberichten blijkt dat dit voornemen van de minister nog niet zeker is van
een meerderheid van de Tweede Kamer;
Ten slotte overwegende dat:
— het kan helpen als de gemeenteraad zo eensgezind mogelijk, namens
de Amsterdamse burgers, een appèl tot de Tweede Kamer richt, zodat zij
overtuigd kan worden van de ernst van de veiligheidsproblemen op de
Amsterdamse fietspaden en de zorgen daarover van de Amsterdamse burgers,
Spreekt uit:
— dat de lokale helmplicht voor snorfietsen en snorscooters voor Amsterdam een
zeer belangrijk middel lijkt te zijn om zowel fietsers als snorfietsers een veiliger
plek op de weg te bieden;
— het college onverkort te steunen in haar pogingen om dit mogelijk te maken bij
de landelijke wetgever, zodat het college dit middel kan betrekken in haar
voorstellen ter verbetering van de verkeersveiligheid,
Vraagt het college van burgemeester en wethouders:
— dit appèl van de gemeenteraad van Amsterdam over te brengen aan de leden der
Staten-Generaal;
— met voortvarendheid door te werken aan verdere maatregelen die zij nodig acht
ten behoeve van een zo veilig en uitnodigend mogelijke fietsinfrastructuur
in Amsterdam.
De leden van de gemeenteraad,
Z.D. Ernsting
J.S.A. Vroege
H.B. Boldewijn
W.L. Toonk
W. van Soest
N.T. Bakker
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
‚ CA {IM
® © Amsterdam Zuidoost 9,
*S
(Venserpolder) Oo
S
° BRE
“Nou, je kan er ook best bij tellen dat wij best wel Com®© r Mm
een witte club zijn. En we worden hier in de in de in ij Û
de buurt ook wel eens ‘de Witte Hub’ genoemd.” — 5
De Groene Hub
Als ik niet zo geluk had met mijn netwerk, vrienden, < ZEER WN
familie die mij kunnen helpen, dan was ik wel naar De
een organisatie gaan stappen’ - Buurtbewoner GZ
S |
en \&S
= 5
Vaak als er aangebeld wordt, wordt er niet 2
opengedaan, omdat er gedacht wordt: ‘daar is D Hoe bereiken verschillende
ZR AGI CR SO eee ij Ö organisaties in Amsterdam Zuidoost
// ZA / a inwoners met een laag
Za economische status in Amsterdam
3 k Zuidoost met een focus op de
—À Venserpolder en wat kan het LIFE-
SS . .
Het bouwen van vertrouwen in netwerken heeft tijd SY | project hiervan leren?
nodig. Se 5
SN | Á\ Disclaimer: Ethiek
« 4 ú ) | Á À
Ee R N organisaties = 5
N bewoners = /
e Hoe kunnen lokale initiatieven een rol spelen in het realiseren van de sociale energietransitie en wat kan het LIFE Project
doen om deze initiatieven te betrekken?
Waar moet de focus liggen? 5
Buurtbewoners en organisaties willen wel bijdragen aan ‚© pe z©}
N et N LOO 9 N
Cl hand tE GLR LLS " Nett NEN ORT KAAN Specifiek en effectief advies _'**
de buurtbewoners willen bijdragen aan de De focus van doelgroep meer specifieke DNIe reerd voor specifieke groepen.
energietransitie verschillen. focus maken van een bepaalde groep.
Kle eraann d hgen Wantrouwen van buurtbewoners BO
5 worden verminderd door informele \ a» Det
wegnemen 5 netwerken (via-via-reclame) dan P À tt - O:
me £ | k voumele netwerken oeren Het gebruik maken van EAR
add wahda Daarnaast kan je organisaties besturen door en Informele netwerken kosten meer tijd. bestaande netwerken van organisaties
en organisaties. A
met bewoners in de wijk.
Ln
Kad
Ad
___
. 24009
| Factsheet | 2 | train |
Inhoudsopgave
Agenda … ee Pe 2
Gemeente Amsterdam NAZENDING
STADSDEELZUIDOOST RAADSGRIFFIE
Anton de Komplein 150
1102 CW Amsterdam
Postbus 12491
1100 AL Amsterdam
RAADSCOMMISSIE WERK EN DIVERSITEIT
Grote Stedenbeleid / Sociaal Economische Vernieuwing / Arbeidsmarkt, Economische zaken (inclusief
markten), Sociale activering en inburgering / Armoedebeleid en Schuldhulpverlening, Coördinatie
Diversiteitbeleid
Voorzitter : mw. L Koenen - Wilson
Commissiegriffier : mw. À. Jhinkoe-Rai
Telefoon : 020-2525025
AGENDA van de openbare vergadering van de raadscommissie Werk en Diversiteit op
dinsdag 1 april 2008 van 19:00 — 23:15 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost
Punt Onderwerp Tijdschema
VOORAFGAAND AAN HET OFFICIEEL GEDEELTE WORDT ER OM 19:00 UUR EEN
PRESENENTATIE GEHOUDEN DOOR Mw. M. Spronk van beleidsmedewerker “PANTAR”.
À. ALGEMEEN 20:00 — 20:30 uur
A1. Opening en Vaststelling agenda
A2. Vragen halfuutje
A3. Mededelingen
A4. a. Conceptverslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 15 januari 2008 (besloten bijeenkomst
m.b.t. MAAZO, al in uw bezit) 4 maart 2008 (nog niet gereed)
b. Actielijst
(bijgaand)
A5. Raadsadressen
Geen.
Á. BESPREEKPUNTEN
B1. Ontwikkeling Creatieve Industrie 20:30 — 21:00 uur
Notitie DB (bijgaand)
Notitie PvdA (Bijgaand)
B2. Stand van zaken over de randvoorwaarden uitvoering 21:00 — 21:25 uur
Motie 31/08 Onderzoeken of economische kansenzone haalbaar
en uitvoerbaar is en laten uitmonden in plan van aanpak)
(ingetrokken door het dagelijks bestuur)
B3, Startnotitie Onderzoek naar goedkope clusters van voorzieningen voor 21:25 — 21:50 uur
kleine startende ondernemers
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot op de dag vóór de vergadering aanmelden bij
de Griffie. Dit kan per telefoon 020-2525021 of per e-mail naar tjonh@zuidoost. amsterdam.nl . 1
De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
B4, Aangepaste jaarplan 2008 MAAZO 21:50 — 22:25 uur
B5. Plan van aanpak Arbeidsmarktbeleid 22:25 — 22:45 uur
B6. Stand van zaken Afrikaanse Markt 22:45 — 23:05 uur
C. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING
C1. Termijnagenda 23:05 - 23:10 uur
(bijgaand)
D. RONDVRAAG 23:10 — 23:15 uur
E. SLUITING 23:15 uur
TER KENNISNEMING MEEGEZONDEN:
1. Overzicht uitgevoerde / uit te voeren activiteiten in het kader
van “Wij Amsterdammers II “ (DB181207 CSEV/782)
( niet geleverd door het dagelijks bestuur)
2. Stand van zaken Ondernemersnota (Motie 31)
3. Rapport Kamer van Koophandel Amsterdam “De Stedelijke Vernieuwing Vernieuwd”
(slaag- en faalfactoren bij stedelijke vernieuwing van zes Amsterdamse winkelcentra)
4. _ Vliegwiel van de Wijkeconomie “Het Rendement van de Ondernemershuizen”
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot op de dag vóór de vergadering aanmelden bij
de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5021 of per e-mail naar [email protected] . 2
De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
| Agenda | 3 | train |
Tweede Laurierdwarsstraat 44 .
lO16 RB Amsterdam
Aan
de raad van
, Stadsdeel Centrum
onderwerp: huurprijs coffeeshop
Tweede Laurierdwarsstraat 44
uw ref.: preadvies op voorstel SP en GroenLinks
over coffeeshop Tweede Laurierdwarsstraat
te betrekken bij: commissie B&W/AZ 15 maart agendapunt 4
11 maart 2011
Geachte raad,
Op 15 maart bespreekt uw commissie Bouwen en Wonen het pre-
advies op het voorstel van SP en GroenLinks over onze coffee
shop op het adres Tweede Laurierdwarsstraat 44,
Allereerst willen wij beklemtonen dat wij bereid zijn, anders
dan in het preadvies wordt gesuggereerd, een hogere huir te
betalen dan de genoemde € 900 per maand. In beginsel kan dit
een huur zijn van € 1.500, waarbij er dan voor het stadsdeel
geen exploitatietekort is.
Het dagelijks bestuur is echter al tot de conclusie gekomen
dat terugkeer van de coffeeshop geen reële optie is, omdat
dit een negatief exploitatieresultaat voor het stadsdeel op-
levert.
Het stadsdeel rekende hiervoor echter met een huur van € 900
per maand.
Volgens het preadvies bedraagt in dat geval het exploitatie-
tekort voor het stadsdeel € 9.904 per jaar. Dit is € 825,-
per maand.
Kestendekkende exploitatie voor het stadsdeel zou dus een
huur van € 900 + 825 = € 1.725 per maand vergen.
Met brief van 3 februari 2011 hadden wij al aan het dagelijks
bestuur meegedeeld een hogere huur te willen betalen dan de
aanvankelijk genoemde € 900 per maand.
|
2
Op deze brief heeft het stadsdeel niet gereageerd.
Overigens was dit niets nieuws. In een overleg op 19 januari
2011 tussen de vertegenwoordigers van stadsdeel en mijn ver-
tegenwoordigers mr. J.M. Bruggeman, mr. P. van der Vlerk en
mr. C.E. Vonhoff is dit ook al duidelijk gezegd. Hiervan
maakt het pre-advies geen melding.
In de in het preadvies genoemde e-mail van Bruggeman d.d. 24
november 2010 aan het stadsdeel is het bedrag van € 900 ook
niet absoluut genoemd als het "maximaal haalbare". Bruggeman
schreef letterlijk:
"In onze bespreking van 2 september hadden wij u reeds gemeld
dat een haalbare huurprijs voor de coffeeshop na renovatie in
de orde van grootte van maximaal € 900 per maand zou kunnen
liggen. Onderzoek naar huren voor vergelijkbare bedrijfsruim-
te in de omgeving bracht aan het licht dat een marktconforme
prijs eerder op ongeveer € 750 uitkomt."
De in de mail genoemde huur van € 900 per maand komt omgere-
kend neer op € 200 per vierkante meter per jaar.
Het door Bruggeman genoemde bedrag was een indicatie op basis
van werkelijke huren van vergelijkbare bedrijfsruimten in de
buurt. Die indicatie bleek overigens niet zo gek te zijn.
Eind 2010 verscheen een rapport Winkelhuren 2010 van DTZ
Zadelhoff. DTZ constateerde hierin feitelijke huren voor
winkel- en horecaruimte aan de Rozengracht/Raadhuisstraat van
€ 175 tot € 425 en in de Prinsenstraat/Herenstraat van € 175
tot € 225 (huurprijs vierkante meter per jaar).
De door het stadsdeel genoemde kostendekkende huur komt uit
op € 383 resp. 536 per vierkante meter per jaar. Dit is dus
erg hoog. Laat overlet dat wij, indien echt nodig, meer kun- ,
nen en willen betalen dan € 900 per maand ofwel meer dan €
200 per vierkante meter per jaar.
Zoals bekend heeft het stadsdeel de panden Tweede Laurier-
dwarsstraat 40-42-44 aan de heer Beets verkocht voor €
61.261, vermeerderd met afkoop van de erfpacht voor de drie
terreinen voor € 120.642, samen dus circa € 180.000. Voor
alleen al één pand vraagt Beets aan het stadsdeel na
renovatie nu een terugkoopprijs van € 836.000. Een vraagprijs
voor gehele complex zou volgens de rekenmethode van de heer
Beets dan uitkomen in de orde van grootte van 1,5 miljoen.
Van de winst die de heer Beets hiermee maakt, moet hij vol-
gens de overeenkomst, met het stadsdeel overigens wel een af-
roompremie aan het stadsdeel betalen van 25 procent van de
door hem gemaakte winst. Volgens ambtelijke informatie van
het stadsdeel kan deze premie in de orde van grootte van €
190.000 liggen. Het stadsdeel verdient dus ook aan het pro-
ject!
Dit wordt niet vermeld in het pre-advies.
| 3
Wanneer dit wordt meegenomen, komt een huurprijs waarbij het
stadsdeel geen exploitatietekort heeft, op maximaal € 1500
per maand,
Ook wij vinden uiteraard dat het stadsdeel niet ondernemers
mag subsidiëren door hun een huurprijs te vragen die voor het
stadsdeel een exploitatietekort oplevert. Maar evenmin vinden
wij dat het stadsdeel - via de afroompremie — bij het
accepteren van de winstmarge van de heer Beets — ondernemers
zoals wij laat opdraaien voor een winstaandeel voor het
stadsdeel. En verder zou u ook kunnen stilstaan bij de vraag
of de prijs waarvoor het stadsdeel het complex destijds aan
de heer Beets heeft verkocht (€ 120.000 voor drie perce-
len/twee panden) - en zeker in het licht van de door hem nu
genoemde terugkoopprijs (€ 836.000 per pand), in zekere zin
niet ook als verkapte subsidie moet worden gezien.
Of er al dan niet een criterium komt voor de minimale afstand
tussen coffeeshops en scholen is onzeker.
Als dit al gebeurt, heeft dit repercussies voor heel veel
coffeeshops in Amsterdam. Het is daarom een oneigenlijk argu-
ment tegen voortzetting van ons bedrijf.
Mocht ooit het afstandscriterium van kracht worden, dan zul
len wij bekijken hoe ons bedrijf met een ander assortiment
kan worden voortgezet. Daarin verschillen wij in niets van
andere coffeeshops.
Voor alle duidelijkheid wijzen wij er ook nogmaals op, dat
wij geen aanspraak maken op de bovenwoning op het adres
Tweede Laurierdwarsstraat 44. Wij hebben deze woning echter
inderdaad nog steeds in gebruik. Waarschijnlijk is het
stadsdeel hiermee ook alleen maar gebaat geweest. De woning .
zou anders in afwachting van de renovatie leeg zijn komen te
staan, zoals ook bij het naburige pand nr 42, Dit pand is na
ontruiming gedeeltelijk gekraakt.
Het lijkt ons anderzijds onwaarschijnlijk dat de woning in de
huidige staat nog aan een ander verhuurd had kunnen worden,
gezien de staat van verkrotting waârin zij zich bevindt.
Zodra de renovatie gaat beginnen zullen wij de woning leeg
maken. De bovenwoning is geen onderwerp van geschil.
Zoals gezegd zijn wij bereid een hogere huur te betalen dan
de genoemde € 900 per maand (= € 200 per vierkante meter per
jaar).
Niettemin hopen wij ook dat u kritisch wilt kijken naar de
door het dagelijks bestuur opgevoerde bedragen.
De heer Beets meent voor alleen al voor het pand Tweede
Laurierdwarsstraat 44, waarin nu onze coffeeshop zit, na re-
ngvatie een prijs van € 836.000 te kunnen krijgen. De nu door
ons gebruikte bedrijfsruimte van 54 m? zou volgens hem op de
markt € 311.000 opbrengen. Bij verhuur geeft dit omgerekend
een huur van € 2.413 per maand (= € 536 per vierkante meter
per jaar).
' 4 '
Gezien de feitelijke huurprijzen voor bedrijfsruimte in onze
buurt, bevestigd door DTZ Zadelhoff, lijkt het ons uitgeslo-
ten dat de heer Beets de bedrijfsruimte ooit voor een derge-
lijke prijs zal kunnen verhuren.
Het lijkt ons dan ook dat het dagelijks bestuur nog eens een
hartig woordje zal moeten wisselen met de heer Beets.
Tegelijk wreekt zich hier, dat het stadsdeel in de erfpacht-
en verkoopovereenkomst met de heer Beets wél heeft opgenomen
: dat in het complex na renovatie twee bedrijfsruimten moeten
terugkomen, maar níet dat die in het pand Laurierdwarsstraat
44 daarna weer aan ons moet worden verhuurd. Dat het stads-
deel dit laatste 'vergeten! is te regelen, lijkt ons een fout
van het stadsdeel. Het lijkt ons niet eerlijk dat wij daarvan
nu de dupe zouden moeten worden.
Omgekeerd kan het stadsdeel de heer Beets wel houden aan zijn
verplichting twee bedrijfsruimten te realiseren. Wij begrij-
pen dat deze ruimten veel meer kunnen opbrengen, wanneer de
heer Beets deze als woning verkoopt. Daarmee mag echter niet
worden gerekend, want dit is niet toegestaan.
Wij vinden dat het dagelijks bestuur dan ook te weinig heeft
gedaan om tot een goede oplossing te komen. Het preadvies is
eerder een mededeling dat men dit niet doet.
Het initiatiefvoorstel is van 29 oktober 2009; de eerste,
positieve uitspraak van de raad daarop dateert van 1 juli
2010. Het eerste gesprek tussen vertegenwoordigers van stads-
deel en die van ons vond plaats op 2 september 2010. In dit
, gesprek heeft de heer Oranje toegezegd te komen met voor-
stellen. D
In een tweede gesprek op 19 januari 2011 werden van ambte-
lijke zijde uitsluitend de rekensom en conclusie overlegd die
nu in precies dezelfde vorm ook aan de stadsdeelraad zijn
gestuurd. De reacties, kanttekeningen en verzoeken van onze
vertegenwoordigers in het gesprek van 19 januari en onze
brief van 3 februari 2011 aan het dagelijks bestuur zijn in
het preadvies weggelaten. Het achterhouden van voor uw raad
belangrijke informatie vinden wij geen goede zaak.
Tussen de ooit genoemde huur van € 900 per maand en een kost-
prijsdekkende huurprijs van maximaal € 1.500 ligt slechts een
verschil van maximaal € 600 per maand. Het dagelijks bestuur
gaat hieraan nu geheel voorbij.
Met vriendelijke groet,
|
Bezoekadres 2 Gemeente Amsterdam |
Amstel 1
me Stadsdeel Centrum |
: Postbus 202 D_ Sector Bouwen an Wonen
1000 AE Amsterdam Aldeling Regie on Beleid 7
Telefoon 14 020 2%
Fax 020 552 4433
edna bedelde € Retouradres: Pastbus 202, 1000 AE Amsterdam
| |
oet 26 MEI 201
Ons kenmerk
Uw kenmerk uw raadsadres van 28 maart 2011
Behandeld door mevr. H. Rampen
Rechtstreekse nummer 0205524748
Î Faxnummer 0205524595
Bijlage geen
Onderwerp 2e Laurierdwarsstraat 44
Geachte :
Op 28 maart 2011 stuurde u het stadsdeel een raadsadres over het pand 2°
Laurierdwarsstraat 44. In deze brief noemde u het aanbod van De Betonhoeve BV om het
pand te kopen van de gemeente met als doel de terugkeer van mevrouw Varekamp en
meneer Marong en hun coffeeshop mogelijk te maken. _
In de raadsvergadering van 29 maart jl, ís dit aanbod aan de orde geweest. Er is toen
duidelijk gemaakt dat het stadsdeel niet in de positie verkeert om met anderen over de
koop/verkoop van de panden te praten omdat al een overeenkomst is gesloten met de
heer Beets. Mocht De Betonhoeve het pand willen kopen dan zal zij in overleg moeten
treden met de heer Beets. In dit kader heeft het dagelijks bestuur aan de raad voorgesteld
dat zij zal stimuleren dat beide partijen snel met elkaar in gesprek komen om over een
mogelijk overdracht van het pand aan De Betonhoeve te praten zonder dat dat tot
juridische of financiële verplichtingen voor het stadsdeel leidt. Dit gesprek heeft inmiddels
plaatsgevonden, maar heeft nog niet tot ons bekende resultaten geleid.
Wij hopen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groeten,
Het dagelijks bestuur, je He 0
Anneke Eurelings - deanine van Pinxteren
secretaris voorzitter
8
8 Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 8 en 14 of metro lijnen 54, 53 en 54 halte Waterlooplein.
| Raadsadres | 5 | val |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 19 juli 2023
Ingekomen onder nummer 466
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Alberts inzake salarisverbetering personeel
huishoudelijke zorg
Onderwerp
Salarisverbetering zorgpersoneel
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Huishoudelijke zorg
Overwegende dat:
- Amsterdam flinke wachtlijsten kent in de huishoudelijke zorg;
- Amsterdam alles op alles moet zetten om nieuwe personeel te werven en bestaand
personeel te behouden met goede arbeidsvoorwaarden;
- In het jaarverslag 2022 op bladzijde 151 staat dat er sprake is van lagere lasten bij de hulp
van huishouding van 3,2 miljoen door krapte op de arbeidsmarkt en verlies van personeel
bij implementatie van de aanbesteding;
- Dit geld gebruikt kan worden voor salarisverbetering;
- Er onlangs door betrokken partijen een nieuwe cao is afgesloten met een fikse
loonsverhoging voor zorgpersoneel;
- Het college in het actieplan gaat onderzoeken of de salarissen kunnen worden verhoogd;
- Er geen moment te verliezen is en er nu tot actie overgegaan kan worden;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
- De hierboven genoemde 3,2 miljoen euro in te zetten voor uitbetaling van de nieuwe cao;
- En hierover te rapporteren aan de raad.
Indieners,
R. Alberts
| Motie | 1 | discard |
VN2022-020896 N% Gemeente De raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW
Bijzondere Ruimte en Groen, Water
Projecten x Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MOW van o1 september 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 4
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief van wethouder Van der Horst aan de raad inzake
Signalling & Control: stand van zaken ultimo 29 juni 2022
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van wethouder Van der Horst aan de raad inzake
Signalling & Control over de stand van zaken ultimo 19 juni 2022.
Wettelijke grondslag
Art. 169 lid 2, Gemeentewet: het college geeft de raad alle inlichtingen die de raad voor de
uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
De raad verzoekt via motie 676.2021 het college van burgemeester en wethouders om tot
ingebruikname van het nieuwe metrobeveiligingssysteem (SCMA) de raad actief te informeren over
de voortgang en ontwikkelingen door minimaal voorafgaand aan iedere commissievergadering een
voortgangsbrief te sturen, via de dagmail, met de laatste stand van zaken.
Deze brief is ook via de dagmail van 29 juni 2022 aan de raad verzonden.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Met deze brief wordt invulling gegeven aan motie 676.21 (d.d. 7 oktober 2021) over storingen metro
Signalling & Control.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.16 1
VN2022-020896 % Gemeente De raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW
Bijzondere X Amsterdam Ruimte en Groen, Water
Projecten % !
Voordracht voor de Commissie MOW van o1 september 2022
Ter kennisneming
1. Raadsinformatiebrief Signalling & Control: stand van zaken per ultimo 19
AD2022-065144 ‚ N
juni 2022 incl bijlage.pdf (pdf)
AD2022-065129 Commissie MOW Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Bijzondere Projecten, G. Scheffrahn, programmadirecteur, (tel. 06-5536 4877,
[email protected])
Gegenereerd: vl.16 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 426
Datum indiening 1 februari 2019
Datum akkoord 17 april 2019
Publicatiedatum 18 april 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker inzake de nieuwe
voorrangsregels bij het Haarlemmermeercircuit.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In 2018 is de herinrichting van de Amstelveenseweg in gang gezet. Naast het
verbeteren van de doorstroming moet de herinrichting ook leiden tot een veiligere
verkeerssituatie. Bij de herinrichting zijn de voorrangsregels bij het
Haarlemmermeercircuit veranderd. In een rapportage heeft AT5 laten zien hoe
verwarrend de situatie nu is. Op iedere plek van de rotonde gelden nu andere
voorrangsregels. Aan de kant van het Vondelpark moeten fietsers automobilisten voor
laten gaan. Wanneer je bij de Havenstraat oversteekt hebben fietsers weer voorrang.
Terwijl verderop aan de zuidkant van de Amstelveenseweg fietsers weer moeten
stoppen en bij de Bernard Kochstraat en de Cornelis Krusemanstraat hebben fietsers
weer voorrang.
Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1a. Deelt het college de mening van de fractie van de SP dat de nieuwe
voorrangsregels bij het Haarlemmermeercircuit verwarrend zijn voor fietsers en
automobilisten? Graag een toelichting.
Antwoord:
De tijdelijke inrichting is niet optimaal. Dit komt voort uit het stilleggen van het
werk afgelopen zomer. Deze maatregel was nodig omdat de aannemer niet in
staat bleek binnen de door de gemeente gestelde kaders te werken. De
werkzaamheden duren daardoor tot eind 2019 in plaats van eind 2018.
Voor de tijdelijke inrichting is advies gevraagd aan de centrale
verkeerscommissie (CVC) en deze adviezen zijn opgevolgd. De inrichting zou
met deze aanpassingen niet verwarrend moeten zijn. Tegelijkertijd constateerden
we dat met name in de ochtendspits er door de grote stroom auto’s en fietsers er
minder veilige situaties ontstonden. Daarom worden — tijdens de huidige tijdelijke
situatie - in de ochtendspits verkeersregelaars ingezet.
* https://www.at5.nl/artikelen/191069/dfcd
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 6 apri 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 februari 2019
1b. Is het college bereid, de voorrangsregels bij het Haarlemmermeercircuit te
heroverwegen? Indien nee, waarom niet? Graag een toelichting
Antwoord:
De nieuwe inrichting voor de Amstelveenseweg heeft als uitgangspunt dat alle
verkeer op de Amstelveenseweg voorrang heeft ín noord-zuid en zuid-noord
richting. Het ontwerp dat hieruit voortvloeit, is zorgvuldig opgesteld en is
goedgekeurd door de CVC. Er is momenteel geen reden dit ontwerp te
heroverwegen.
Voor de tijdelijke situatie geldt dat er geen eenduidig advies vanuit de CVC is om
de voorrangssituatie te heroverwegen. Dit maakt het lastig voor het college om
hierover een besluit te nemen. Daarom heeft het college aan de CVC gevraagd
hier advies over uit te brengen. Zodra de CVC met haar bevindingen komt, zal
het college u hiervan op de hoogte stellen, verwacht wordt dat het advies eind
april gereed is.
2. Zijn de aanpassingen aan de voorrangsregels terug te voeren op de
oorspronkelijke wens om de doorstroming te verbeteren?
Antwoord:
Nee. Dat de tijdelijke huidige inrichting inclusief voorrangssituatie langer duurt dan
gepland, is het gevolg van het tijdelijk stil leggen van de werkzaamheden. Voor de
uiteindelijke situatie geldt dat het circuit zo is ingericht dat de doorstroming op de
Amstelveenseweg voor fiets, auto en openbaar vervoer verbetert.
3. Is het college van mening dat de verkeersveiligheid en de doorstroming nog met
elkaar in balans zijn, nu blijkt dat de voorrangsregels voor veel verwarring
zorgen? Graag een toelichting.
Antwoord:
Met name in de ochtendspits bleken zich gevaarlijke situaties voor te doen en
ontstond verwarring door de grote stromen fietsers en auto's. Daarom worden er
dan verkeersregelaars ingezet. Hoewel doorstroming wenselijk is, is dit in de
tijdelijke situatie geen doel op zich.
4. Is het college bereid, op korte termijn het gesprek aan te gaan met de buurt over
de vraag hoe de verwarring rond de voorrangsregels kan worden weggenomen
en de verkeersveiligheid kan worden verbeterd? Indien nee, waarom niet?
Indien ja, kan het college kort een plan van aanpak toelichten?
Antwoord:
Op dinsdag 26 februari is een informatieavond georganiseerd. Tijdens deze
avond konden bewoners ook hun mening geven over het Haarlemmermeercircuit.
Tevens zijn er schouwen georganiseerd voor professionals waar ook
buurtbewoners en verkeersdeelnemers aan hebben deelgenomen.
Voor de komende periode wordt een reeks schouwen ingepland waar ook
buurtbewoners en verkeersdeelnemers voor worden uitgenodigd. Daarnaast
wordt zoals gezegd de CVC om advies gevraagd.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing Je Gemeenteblad
ummer seat .
Datum 18 april 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 februari 2019
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 956
Publicatiedatum 17 oktober 2018
Ingekomen onder BC
Ingekomen op donderdag 11 oktober 2018
Behandeld op donderdag 11 oktober 2018
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Guldemond, Vroege, Ernsting, Boutkan, N.T. Bakker,
Van der Burg, Van Lammeren en Boomsma inzake de Begroting 2019 van
de Vervoerregio Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de zienswijze van de gemeente op de begroting 2019
2022 van de Vervoerregio Amsterdam (VRA) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 810).
Constaterende dat:
— Het college, onder voorbehoud van instemming door de raad, een voorlopige
negatieve zienswijze heeft ingediend op de conceptbegroting 2019 van de VRA:
— De door het college geformuleerde voorlopige negatieve zienswijze, heeft geleid
tot een aangepaste conceptbegroting 2019 van de VRA;
— In de aangepaste conceptbegroting voor 2019 nu tegemoet gekomen is aan
de Amsterdamse zorgen en dat de VRA tevens voor latere jaren aangeeft dat zij:
‘gezamenlijk met gemeenten moeten gaan kijken naar ons ambitieniveau in
relatie tot beschikbare middelen”.
Spreekt uit:
— De zorgen ten aanzien van de conceptbegroting 2019 van de VRA, zoals
geformuleerd in de voorlopige negatieve zienswijze, te onderschrijven;
— Gezien de aanpassing van de conceptbegroting 2019 van de VRA af te zien van
het indienen van een definitieve zienswijze.
Verzoekt de Amsterdamse leden van de regioraad:
Te bevorderen:
— dat de Vervoerregio Amsterdam op korte termijn start met een traject om
toekomstige ambities en de daarvoor beschikbare middelen op elkaar af te
stemmen;
— dat toekomstige conceptbegrotingen daadwerkelijk sluitend, beter inzichtelijk en
voldoende tijdig worden opgesteld.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 956 Motie
Datum 17 oktober 2018
De leden van de gemeenteraad
P.V. Guldemond
J.S.A. Vroege
Z.D. Ernsting
D.F. Boutkan
N.T. Bakker
E. van der Burg
J.F.W. van Lammeren
D.T. Boomsma
2
| Motie | 2 | discard |
Na01-033575 6 X Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O
nderwijs, Jeugd en " :
Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
Zorg % Amsterdam ks ° 9
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van 12 januari 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt 4
Datum besluit
Onderwerp
Segregatiemonitor primair- en voortgezet onderwijs 2020- '21, infographic en aanbiedingsbrief
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van:
e De Segregatiemonitor primair- en voortgezet onderwijs 2020- ‘21;
* De infographic ‘Segregatiemonitor primair- en voortgezet onderwijs 2020-‘21’;
* De bijbehorende aanbiedingsbrief d.d. 25 november 2021.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet: actieve informatieplicht van het college
Bestuurlijke achtergrond
leder jaar laat het college Informatie, Onderzoek en Statistiek (OIS) onderzoek doen naar de
segregatie in het onderwijs in de zogenaamde Segregatiemonitor. Dit jaar is de Segregatiemonitor
voor het primair- en voortgezet onderwijs samengevoegd tot één document. De Segregatiemonitor
primair- en voortgezet onderwijs 2020- ‘21 is gepubliceerd op 25 november 2021. De
Segregatiemonitor, bijbehorende infographic en aanbiedingsbrief zijn op dezelfde dag via de
Dagmail aan de raadsleden verstuurd.
In de aanbiedingsbrief worden de resultaten van de Segregatiemonitor kort weergeven. De brief
gaat daarna in op de ontwikkelingen in het primair- en voortgezet onderwijs en vervolgens op de
inzet van het college op het bevorderen van diversiteit
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.8 1
VN2021-033575 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam -
Zorg % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van 12 januari 2022
Ter kennisneming
AD2021-128570 Commissie WIO Voordracht (pdf)
AD2021-128571 bijlage 1. aanbiedingsbrief raad segregatiemonitor po vo.pdf (pdf)
AD2021-128572 bijlage 2. Segregatiemonitor povo 2020_21.pdf (pdf)
AD2021-128573 bijlage 3. Infographic_segregatiemonitor.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD/onderwijs: Maggie Wissink ook Geerdink, 06 14976266,
m.wissinkookgeerdink@&amsterdam.nl en OJZD/onderwijs, Isabelle Schulz, 06 18526768,
[email protected]
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 512
Datum akkoord 10 juli 2014
Publicatiedatum 8 augustus 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer R.K. Torn van 16 juni
2014 inzake duurdere NS-treinkaartjes naar Schiphol vanaf Amsterdamse
treinstations.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
Uit berichtgeving op de website van van ÂT5 op 16 juni 2014, getiteld: ‘Toeristen juist
duurder uit met gemaksknop NS” blijkt dat door de in juni ingevoerde ‘gemaksknop!
op de kaartjesautomaten van de NS veel reizigers teveel betalen voor een treinkaartje
naar Schiphol. De sneltoets dient om op gemakkelijke en snelle wijze op
Amsterdamse stations een kaartje naar Schiphol te kopen.
Met name toeristen maken veelvuldig gebruik van deze ‘gemaksknop’. Als men via
deze knop een kaartje naar Schiphol koopt is de prijs hiervan op alle Amsterdamse
stations 4 euro. Dat is volgens het bericht de prijs voor een treinreis vanaf Centraal
Station, Science Park of Muiderpoort naar Schiphol, maar ook vanaf alle andere
stations wordt 4 euro gerekend, terwijl een kaartje naar Schiphol vanaf de andere
stations goedkoper is. Zo wordt er bijvoorbeeld vanaf station Zuid 4 euro gerekend,
terwijl een kaartje daar normaal gesproken 2,60 euro kost.
Een woordvoerder van de NS laat in een reactie weten dat het niet een technische of
systematische onvolkomenheid betreft, maar dat het een bewuste keuze van de NS is
om dit tarief onder de sneltoets op alle plaatsen te hanteren.
De fractie van VVD Amsterdam is van mening dat het de schijn van misleiding heeft
om op één en dezelfde automaat verschillende prijzen voor hetzelfde product te
hanteren zonder dit expliciet te vermelden, waarbij de duurdere weg ook nog eens de
meest voor de hand liggende weg is. Bovendien vindt de de fractie van de VVD het
slechte reclame voor de stad om reizigers en dan met name toeristen, teveel te laten
betalen voor en treinkaartje.
' http://www.at5.nl/artikelen/1 29565/toeristen-juist-duurder-uit-met-gemaksknop-ns
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing La Gemeenteblad
Datum 8 augustus 2014 Schriftelijke vragen, maandag 16 juni 2014
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 16 juni 2014, namens de fractie van
de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Heeft het college kennisgenomen van het bovengenoemde nieuwsbericht op de
website van ÂT5?
Antwoord:
Ja.
2. Deelt het college de mening van de fractie van de VVD dat het in ieder geval de
schijn van misleiding heeft om één en dezelfde automaat verschillende prijzen
voor hetzelfde product te hanteren zonder dit expliciet te vermelden, waarbij de
duurdere weg ook nog eens de meest voor de hand liggende weg is? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord:
Het college waardeert het initiatief van de NS om het voor m.n. toeristen
gemakkelijker te maken van om van Schiphol naar Amsterdam (en vice versa) te
reizen. De ervaring leert namelijk dat toeristen het soms ingewikkeld vinden
kaartjes te kopen. Deze doelgroep hecht veel waarde aan gemak. Het verkrijgen
van het ticket via de automaten is voor hen gemakkelijker. Daarnaast biedt dit
product vooral voor reizigers vanuit Schiphol de zekerheid dat zij altijd in het bezit
zijn van een geldig vervoerbewijs, ongeacht het station in Amsterdam waar zij
uitstappen.
De keuze voor NS om daarbij een tarief te hanteren waar de meeste toeristen
anders ook mee geconfronteerd worden (70% van de toeristen gaat vanaf
Schiphol namelijk naar CS, aldus het bericht) is vanuit dat perspectief te
verdedigen. Desondanks zou het nog klantvriendelijker zijn als de doelgroep er
expliciet op geattendeerd wordt dat er nog een ander product beschikbaar is dat
wellicht goedkoper kan uitvallen. Hierover gaat het college graag in gesprek met
de directie van de NS, voor zover dit nog nodig zal zijn (zie vraag 4).
3. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het slechte reclame voor
Amsterdam is om reizigers en met name toeristen, schijnbaar bewust, teveel te
laten betalen voor een treinkaartje en dat dit een onwenselijke situatie is? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord:
Zoals ook in de vorige vraag gemeld vindt het college het een goed initiatief van
de NS om het kopen van kaartjes voor m.n. toeristen gemakkelijker te maken.
Over het gehanteerde tarief gaat het college zo nodig in gesprek met NS (zie
vraag 5)
4. Wat vindt het college van de reactie van de woordvoerder van de NS waaruit blijkt
dat het hier schijnbaar een bewuste keuze van de NS betreft en niet een
technisch of systematisch gebrek en dat zij geenszins van plan lijken te zijn de
situatie aan te passen?
Antwoord:
Inmiddels heeft NS aangegeven in overleg te gaan met reizigersorganisaties om
tot een geschikte oplossing te komen. Het uitgangspunt van de NS hierbij is dat
het gemak voor de klant om een vervoerbewijs naar Amsterdam of naar Schiphol
te kopen voorop staat.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng La Gemeenteblad
ummer = su oe
Datum 8 augustus 2014 Schriftelijke vragen, maandag 16 juni 2014
Eén van de opties die hierbij overwogen wordt, is om in het aankoopscherm de
koper er op te attenderen dat er een goedkoper alternatief is indien het
eindstation niet CS is maar station Zuid. Beperken van de aanschaflocaties van
het product, is een van de andere mogelijkheden die bekeken worden.
5. Is het college bereid om met de directie van de NS in gesprek te gaan om haar
ongenoegen hierover te uiten en een oplossing voor het probleem te vinden? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college heeft regulier overleg met de directie van NS en op het eerstvolgende
reguliere overleg zal dit onderwerp besproken worden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 626
Publicatiedatum 16 juni 2017
Ingekomen onder BZ
Ingekomen op donderdag 8 juni 2017
Behandeld op donderdag 8 juni 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Vroege inzake de Visie Openbare Ruimte (commerciële
fietsverhuuractiviteiten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Visie Openbare Ruimte (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 443).
Constaterende dat:
— Het parkeren van fietsen een grote uitdaging geeft voor de Amsterdamse
openbare ruimte;
— De gemeente hier veel inzet op pleegt, middels onder andere het wegknippen van
weesfietsen en wrakken.
Voorts constaterende dat:
— Verschillende commerciële fietsverhuuractiviteiten worden gefaciliteerd in de
openbare ruimte en vanuit fietsrekken:;
— De stadsdelen druk bezig zijn voorzieningen te realiseren voor fiets parkeren,
maar dit bedoeld is om ruimte te creëren voor Amsterdammers, niet voor
fietsverhuurbedrijven.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Maatregelen te nemen (bijvoorbeeld via het aanpassen van APV) om deze
commerciële fietsverhuuractiviteiten, die gebruik maken van openbare fietsrekken,
binnen de ring aan banden te leggen.
Het lid van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 348
Datum indiening 11 februari 2020
Datum akkoord 17 maart 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake het bericht dat de Blauwe
Moskee in de greep zou zijn van de Moslimbroederschap
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De heer Sandee, een oud-politiek-analist van de MIVD, heeft op 10 februari 2020
gewaarschuwd voor de situatie in de Blauwe Moskee. Deze moskee zou volgens
de oud-MIVD'er in de greep zijn van Moslimbroeders.
In december 2019 zijn soortgelijke waarschuwingen van deze persoon besproken in
de raadscommissie Algemene Zaken. De fractie van de VVD zou graag willen weten
of het college aanwijzingen heeft dat de situatie met betrekking tot deze moskee
sindsdien is veranderd.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Herkent het college zich (gedeeltelijk) in bovengenoemde berichtgeving?
Antwoord vraag 1:
Het college kent de genoemde berichten. Het college herkent zich niet in de
uitlatingen die de heer Sandee heeft gedaan over het optreden van de gemeente,
zoals ook in de vergadering van de raadscommissie Algemene Zaken van
5 december 2019 met u besproken is.
2. Heeft het college aanwijzingen dat de veiligheidssituatie omtrent anti-integratieve
tendensen in deze moskee sinds december 2019 is veranderd? Graag een
toelichting.
Zie het antwoord op vraag 5.
3. Heeft het college sinds december berichten, bijvoorbeeld van onze
veiligheidsdiensten of bewoners, ontvangen die wijzen op een (groeiende) invloed
van de Moslimbroeders in deze moskee?
Zie het antwoord op vraag 5.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 348 Schriftelijk
Datum 17 maart 2020 chrmte'ijke vragen
4. Is het college van mening dat de heer Sandee voldoende zicht heeft op
de Blauwe Moskee om dergelijke uitspraken te kunnen doen?
Antwoord vraag 4:
De heer Sandee is geen bekende van de gemeente. Het college kan daarom niet
beoordelen hoe Sandee tot zijn uitspraken is gekomen.
5. De burgemeester gaf op 5 december 2019 tijdens de vergadering van de
raadscommissie Algemene Zaken aan dat invloed van de Moslimbroederschap
nooit helder is geworden. Is dit nog steeds het geval?
Antwoord vragen 2, 3 en 5:
In het algemeen is het beeld dat de gemeente heeft sinds de vergadering van de
raadscommissie Algemene Zaken van 5 december 2019 niet veranderd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 38
Datum indiening 4 december 2019
Datum akkoord 15 januari 2020
Publicatiedatum 16 januari 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake mobiele
politiebureaus
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
In de strijd tegen het sluiten van politiebureaus en de daardoor dalende
aangiftebereidheid, wil de fractie van de Partij van de Ouderen inzet van mobiele
politiebureaus in Amsterdam. Zeker nu uit Rotterdam het bericht komt dat de mobiele
toezichtpost een groot succes is.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met het bericht over de mobiele wijkpost in Rotterdam in
De Telegraaf van 3 december 2019?
Antwoord:
Ja, het college is bekend met het bericht.
2. Welke standpunt heeft het college over mobiele politieposten”?
Antwoord:
Mobiele politiebureaus, ook wel politieposten genaamd, hebben een waardevolle
functie waar het gaat om tijdelijke inzet in de wijk naar aanleiding van een
gebeurtenis of specifieke situatie. Bij ontstane onrust of na een heftig incident kan
een politiepost in een wijk geplaatst worden. Recent is een wijkpost ingezet na de
moord op advocaat Derk Wiersum. Burgers konden daar terecht met hun vragen
en meldingen.
3. Is het college bereid om deze Rotterdamse wijkpost ook in Amsterdam te
introduceren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De politiepost wordt reeds — onder regie van de politie — in Amsterdam ingezet.
Dit gebeurt op soortgelijke wijze als in Rotterdam.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer He januari 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 4 december 2019
4. De aangiftebereidheid daalt. Is het college bereid om te onderzoeken of het
mogelijk is om bij oudere mensen de aangifte bij hen thuis op te laten nemen door
de wijkagent? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Als (oudere) burgers aangifte willen doen wordt gekeken of een afspraak nodig is
of dat de aangifte ook digitaal kan worden gedaan. Indien een afspraak nodig is,
wordt met de burger gezocht naar een geschikte datum en locatie. In specifieke
gevallen kan met de wijkagent gezocht worden naar een alternatieve locatie.
5. Is het college bereid om te lobbyen bij de korpsleiding voor (de) Amsterdamse
wijkpost(en)? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Zoals gezegd beschikt Amsterdam al over dergelijke posten.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 110
Datum akkoord 23 februari 2015
Publicatiedatum 27 februari 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M. Moorman van
4 februari 2015 inzake het omzeilen van het schooladvies door middelbare scholen.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
Uit een artikel van dagblad Trouw van 4 februari 2015, getiteld: ‘Middelbare school
omzeilt schooladvies’, werd duidelijk dat er in het hele land veel klachten zijn over
middelbare scholen die naast het schooladvies nog andere eisen stellen aan nieuwe
leerlingen, zoals bijvoorbeeld een intelligentietest. Veel ouders hebben zich bij de
Landelijke Ouderraad gemeld met zorgen over zulk soort testen en de weging ervan.
Dit schooljaar is de kernprocedure aangepast. Het schooladvies, verstrekt door de
basisschool, wordt leidend en bindend. De cito-score wordt pas in april 2015 bekend
en kan hoogstens nog als second opinion worden gebruikt. De basisschool baseert
zijn advies op een brede set van factoren, waarvan zij de ontwikkeling bij de leerling
in de loop der jaren hebben kunnen meemaken.
De PvdA Amsterdam ondersteunt de nieuwe kernprocedure waar het schooladvies de
prominente rol krijgt. De situatie zoals beschreven in het artikel in dagblad Trouw
wordt dus ook als onwenselijk beschouwd en naar de mening van de PvdA zou dit —
mocht het ook voorkomen in Amsterdam — moeten worden bestreden.
De Pvd Amsterdam wil daarom van het college weten of genoemde werkwijze van
middelbare scholen ook in Amsterdam plaatsvinden, of zij de mening van de PvdA
deelt dat die onwenselijk is en of het bezig is dit te voorkomen.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 4 februari 2015, namens de fractie
van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Heeft het college kennisgenomen van het artikel ‘Middelbare school omzeilt
schooladvies’ in dagblad Trouw van woensdag 4 februari 2015?
Antwoord:
Ja.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lo Gemeenteblad
Datum 27 februari 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 4 februari 2015
2. In de Kernprocedure 2014-2015 staat vermeld dat het basisschooladvies ‘leidend
en bindend’ wordt. Is het college het met Pvd Amsterdam eens dat inderdaad
alleen een schooladvies van de basisschool leidend en bindend zou moeten zijn
voor toelating tot een middelbare school?
Antwoord:
Ja. In de Kernprocedure is vastgelegd dat het in feite gaat om een
basisschoolbesluit. Deze afspraak is in lijn met de nieuwe wet- en regelgeving.
3. Biedt het nieuwe matchingsysteem dat dit schooljaar wordt ingevoerd uitsluitsel
dat middelbare scholen extra eisen stellen aan hun nieuwe leerlingen bovenop
het basisschooladvies®?
Antwoord:
Nee, dit staat los van het nieuwe matchingsysteem. Het nieuwe
matchingssysteem leidt er overigens niet toe dat er extra eisen worden gesteld
aan het basisschooladvies. Alleen het basisschooladvies en in sommige gevallen
een bestaande voorrangsregel waar een leerling aanspraak op maakt worden
meegenomen bij de matching.
Voordat het matchingssysteem zijn werk doet hebben de leerlingen zich
aangemeld bij een VO-school en zijn de aanmeldingen behandeld. Het
basisschooladvies geldt voor alle Amsterdamse VO-scholen in gelijke mate.
Behandeling houdt in dat de school van eerste voorkeur de onderwijskundige
gegevens van de leerling ontvangt en bekijkt. Het gaat hierbij om het
onderwijskundig document (oki-doc) met daarin het basisschooladvies en een
onderbouwing daarvan, zoals een vragenlijst over werkhouding en gedrag en
vaardigheidsgegevens uit het leerlingvolgsysteem van groep 6, 7 en 8 voor
Rekenen, Begrijpend Lezen, Spelling en Studievaardigheden.
Als een VO-school meent onvoldoende gegevens te hebben ontvangen, dan kan
de VO-school contact opnemen met de basisschool voor nadere onderbouwing.
4. Kan het college uitsluiten dat er in Amsterdam middelbare scholen zijn die het
schooladvies van de basisschool omzeilen en extra eisen stellen — zoals
bijvoorbeeld een intelligentietest — als voorwaarde van toelating van leerlingen?
Zo nee, om hoeveel scholen gaat het die dit advies omzeilen, welke scholen zijn
dit en op welke manier doen zij dit?
Antwoord:
De afspraak is dat VO-scholen geen extra eisen mogen stellen ten aanzien van
het basisschooladvies behalve een gedegen onderbouwing (zie boven). De VO-
scholen mogen geen aanvullende toetsen afnemen ter beoordeling van de
aanmelding, zoals intelligentietoetsen. Voor de VO-scholen is dit een nieuwe
praktijk, maar de afspraken hierover zijn duidelijk. De basisscholen zijn
verantwoordelijk voor het geven van gedegen adviezen. Over de totstandkoming
van dit advies zijn gedetailleerde afspraken gemaakt in de Kernprocedure.
De VO-school van eerste voorkeur bekijkt de onderbouwing van dit advies,
waarvoor de vaste gegevensset geleverd wordt door de basisschool.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lo Gemeenteblad
Datum 27 februari 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 4 februari 2015
De gemeente ondersteunt met een elektronisch loket ondersteunt de informatie-
overdracht, monitort met de gezamenlijke schoolbesturen de overstap en het
goed uitvoeren van de afspraken. Op dit moment heeft het college geen signalen
dat VO-scholen in Amsterdam zich niet aan deze afspraken houden.
5. Is het college het met PvdA Amsterdam eens dat ‘cherrypicking' vanuit een
middelbare school — het zorgvuldig selecteren van leerlingen met bijvoorbeeld het
hoogste schooladvies — een onwenselijke situatie is? Sluit het nieuwe
matchingsysteem het fenomeen van ‘cherrypicking' uit? Zo nee, kan het college
toelichten hoe het fenomeen van ‘cherrypicking’ actief wordt tegengegaan”?
Antwoord:
Ja. Leerlingen met eenzelfde basisschooladvies moeten gelijke kansen krijgen bij
plaatsing op een VO-school. In het nieuwe matchingssysteem is dit goed
geregeld, want het sluit ‘cherry picking’ uit. Leerlingen maken een lijst met
rangorde van scholen van voorkeur passend bij hun basisschooladvies.
De VO-school van eerste voorkeur behandelt de aanmelding, waarna de leerling
toelaatbaar is voor alle VO-scholen met hetzelfde advies.
De computer matcht vervolgens bijvoorbeeld alle havo-leerlingen en leerlingen
met havo/vwo-advies als één groep op basis van de voorkeurslijst van de leerling
en het vooraf opgegeven havo-aanbod van de VO-scholen. Voor leerlingen met
een havo/vwo-advies geldt dat ze gematcht worden voor het niveau havo op de
school van hun voorkeur. In geval van onvoldoende voorkeuren, waarbij een
random plaatsing nodig is, wordt deze leerling met een dubbeladvies op een
school gematcht met zowel havo- als vwo-onderwijs. Een leerling kan op die
school een havo- of een vwo-diploma halen. Een leerling met een havo/vwo-
advies kan niet terecht op een school met alleen maar vwo. Deze school biedt
immers niet het onderwijs dat past bij het advies.
De cito-score komt pas beschikbaar nadat de leerlingen al zijn aangemeld.
Eventueel vindt ophoging van het basisschooladvies plaats naar aanleiding van
de cito-score, maar het besluit hiertoe ligt bij de basisschool. Opgehoogde
basisschooladviezen worden ingevoerd in het machingsysteem voor de
definitieve matching. Het selecteren op hogere adviezen of op hogere cito-score
is niet meer mogelijk.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Ädvies Î Lerati
| |
mn I BAT
SEN: kf, KN
é B Ms: TA an - Nt B
d A Bn nt
N WD OMO CIE - Te
AE el TI Se _SRERAN EE: He
este EME se Dl ORE eenen dd ER
me
nn dd TR mennen
tie IN | Í ä stre ril Am | a
ee ER là EE ae (oa) TE maten” A TTT EN
De £ SE DELE dns N 5 à E Sag bn H ä En ë 8 rr E EE En a ne en 5 skep si
SE U AT En Ao AF tn Br gre
Ek EL | RE el En p EP OE
Peed 2 ek 8 k fi ee
) Ee EN \ N de | £ gE zi il is Ë A 3 hann e 5 Ard kN \ 5 n pn \ k ER
nrs Wid IR ZD nn VR an VP N ô Eet
à | kk zE IE RER 5 deel EEn mr A í Ue 4 U, li
A En Rn NRE an Er - zj in 5 % ee N re Kk BA k ANN
MER INET Are
MARE EER RE | mams ER | ri el AR Pz _n
Amsterdam is een stad van immigranten. Altijd al geweest.
Burgemeester Van der Laan sprak over een derde Gouden
Eeuw die Amsterdam tegemoet zou kunnen gaan.
Diversiteit is cruciaal voor de ontwikkeling van Amsterdam;
dat was zo in het verleden en dat zal ook in de toekomst
Zo zijn.
Amsterdam is een van de meest diverse steden in de
wereld, qua variatie vergelijkbaar met New York, Los
Angeles, Londen en Sydney. Om in de toekomst goed om
te gaan met diversiteit is het nodig om te laten zien dat
het verleden van Amsterdam ook bestond uit immigratie
en diversiteit. We zijn wat we zijn dankzij 1mmigratie.
Adviesaanvraag
Verzoek aan de Adviesraad Diversiteit en Integratie (ADI):
maak een brede analyse van de manier waarop andere
1mmigratielanden of —steden omgaan met de geschiedenis
van immigratie van diversiteitsgroepen en in welke
vorm ze deze etaleren, en adviseer welke elementen in
Amsterdam bruikbaar zouden zijn.
Pleidooi voor een lamsterdam Huis __ 2
Inleiding toen verschillen niet zo veel van de Turkse groentewin-
kels van nu. Veel nieuwkomers haalden hun huwelijks-
Amsterdam heeft een geschiedenis van nieuwkomers, partner uit de streek of het land waar ze vandaan kwa-
zowel vanuit andere landen als vanuit Nederland zelf. men. Het omgekeerde gebeurde ook: nieuwkomers
Steeds vaker verwijst het stadsbestuur naar die lange waren geïnteresseerd in Amsterdamse vrouwen, omdat
geschiedenis, waarin de migratie van de laatste vijftig die van hun ouders het poortersrecht hadden geërfd.
jaar naadloos past in vijf eeuwen geschiedenis. De autoriteiten voerden vooral beleid dat zich be-
Amsterdam is altijd een stad geweest van nieuwko- perkte tot de problemen, schreven Prak en Kuijpers.
mers. Dat is onze kracht. We zijn wie we zijn omdát ‘Het was daardoor niet eenduidig, maar zwalkend en
er voortdurend nieuwe mensen kwamen die de zaak ingegeven door ad-hoc oplossingen. Een belangrijke
opschudden en levendig hielden. constante was echter de voortdurende poging om
In de zestiende en zeventiende eeuw was import van greep te houdenop het onderscheid tussen ‘wij’ en
mensen een absolute noodzaak om het inwonertal op ‘zij’. De stad werd gevarieerder en veranderde van ka-
peil te houden. Stadslucht maakte weliswaar vrij maar rakter. ‘Het wonderbaarlijke,’ stelden de auteurs vast,
hij was ook behoorlijkongezond, zodat sterftecijfers “was dat al die groeperingen erin slaagden min of meer
hoog waren. Aanvulling was een levensnoodzaak. In vreedzaam met elkaar om te gaan.’ Vooral economi-
de vroege zeventiende eeuw waren vier van de tien sche groei was daarin de noodzakelijke smeerolie.
Amsterdammers buiten de stadsgrenzen geboren. Het is niet nodig om de hele geschiedenis van Am-
Erika Kuijpers schreef daarover in haar proefschrift Mi- sterdam door te werkenom vast te stellen dat de stad
grantenstad. Immigratieen de sociale verhoudingen in zichzelf voortdurende vernieuwde dankzij de instroom
1Je-eeuws Amsterdam. In de grote Geschiedenis van van migranten uit binnen-en buitenland. De vijf delen
Amsterdam schreven Erika Kuijpers en Maarten Prak van de Geschiedenis van Amsterdam waaruit hierboven
een hoofdstuk over de groei van Amsterdam tussen werd geciteerd, laten zien dat het een proces was van
1578 en 1650. Ze lieten zien hoe Amsterdammers die alle tijden. De vraag is hoe we die geschiedenis ook
groei verwerkten en hoe door de komst van de talrijke op andere manieren dan via boeken kunnen belichten.
migranten de hele betekenis van het begrip ‘Amster- Hoe kunnen we Amsterdammers van 2015 laten erva-
dammer’ fundamenteel veranderde. ren dat wat hun stad uniek en interessant maakt iets
De aanwezigheid van nieuwkomers heeft altijd irritatie is van alle tijden? Hoe kunnen we Amsterdammers de
veroorzaakt, naast het bewustzijn dat ze belangrijk levenskracht laten ervaren die nieuwkomers met zich
werk deden en feitelijk onmisbaar waren. Toen al was meebrengen?
er veel onbehagen en geklaag. Niet alleen over die De Adviesraad is blij dat het stadsbestuur dit terug-
nieuwkomers, maar ook over zaken die te maken had- kerende verhaal steeds vaker uitdraagt. In 2011 hield
den met gemeentebestuur, de autoriteiten en publieke burgemeester Van der Laan een rede waarin hij refe-
ruimtes. Dit zijn processen van alle tijden. De auteurs reerde aan een Derde Gouden Eeuw voor Amsterdam.
verwijzen naar het motto van de Spaanse Brabander Zijn verhaal was gericht op de toekomst zonder het
van Bredero dat bij uitvoeren van het toneelstuk boven verledente vergeten. Maar het verhaal van die eerdere
het podium hing, op een groot bord: ‘Alsiet men de Gouden Eeuwenen het verband met een glorieuze
luy, men kentse daarom niet’. Hier was sprake van een toekomst is onvoldoende bekend bij de gemiddelde
nieuwkomer die klaagde over wat hij aantrof, weerge- Amsterdammer. Vandaar de vraag die hier voorligt:
geven in de eerste uitgesproken regel door de hoofd- is het niet tijd dit verhaal naar een volgend niveau te
persoon, een Antwerpenaar: “Tis wel een schoone nemen en in een permanent museum of een andere
stadt, moor ‘t volxken is te vies.’ vorm die voor deze tijd relevant is, het verhaal actief
De meeste nieuwkomers kwamen terecht in onge- te vertellen zodat Amsterdammers zich bewust zijn van
schoolde banen of in beroepen die maar een klein dit deel van hun geschiedenis? Zo ja, hoe dat te doen?
startkapitaal vereisten. De Duitse broodbakkers van
Pleidooi voor een lamsterdam Huis 3
Breder denkraam dan museum/ migratie zijn verscheidene musea (soms eerder en in een andere
context) bezocht door de opstellers van dit advies:
De vraag die de Adviesraad kreeg voorgelegd was Red Star Line Museum in Antwerpen.
plezierig breed geformuleerd. Maar de onderliggende 19 Princelet Street in Londen.
vraag, ook al was die niet expliciet zo geformuleerd, Musée de l'histoire de limmigration in Parijs.
is toch of Amsterdam niet een migratiemuseum nodig Nationaal Museum van Italiaanse Emigratie in
heeft. Zo formuleerde Paul Scheffer het ook toen hij Rome.
onlangs in de NRC opriep om een dergelijk museum te Ellis Island in New York,
openen om het 750-jarig bestaan van de stad te vieren. Tenement Museum in New York.
Eerder hadden anderen, onder wie Leo Lucassen, deze The Japanese American National Museum ín Los
vraag al gesteld. Er lijkt vrij brede overeenstemming Angeles.
. The Chi American M in Los Angeles.
te bestaan dat het belichten van de Amsterdamse e Chinese American Museum in Los Angeles
. . sea: . San Diego Chinese Historical Society in San
geschiedenis vanuit dit perspectief een nastrevens- 5 y
. . Diego.
waardig doel is. 5
. . Angel Island in San Francisco.
In dit advies zullen we het steeds hebben over ‘muse-
3 Chinese Historical Society of America in San
um’ en vaak over ‘migratie’. Het zijn maar woorden,
Francisco.
maar ze zetten op het verkeerde been. De lezer wordt . ‚
Museum of Chinese in America in New York.
gevraagd bij ‘museum’ niet te denken in traditionele . .
Pioneer Museum Complex, Fredericksburg, Texas.
termen, niet aan een bakstenen gebouw of een klas- . . .
The German Heritage Museum, Cincinnati, Ohio.
sieke museuminrichting. Idem bij het woord ‘migratie’:
het gaat om elke nieuwkomer in Amsterdam, of die , , .
Ten behoeve van het advies hebben we uitgebreide
nu uit Maastricht, Utrecht, het Zwarte Woud of het Rif .
gesprekken gehad met de directeur van het Red Star
gebergte is gekomen. We willen het denkraam graag . . .
Museum in Antwerpen en de directeur van 19 Prince-
oprekken door die termen en de achterliggende . .
let Street in Londen. Ook hebben we een ontmoeting
ideeën ter discussiete stellen, om te zien of er andere, , , . .
gehad met de directie van ProDemos, ‘het Huis voor
misschien aantrekkelijker varianten zijn om de Amster-
de Democratie’ in Den Haag. Verder hebben we de
damse geschiedenis van nieuwkomers in het middel- . .
bestaande musea in Amsterdam bezocht vanuit het
punt te zetten. . . .
perspectief van een migratieverhaal.
Onze focus is gericht op wat het in deze context bete- . . Dn
8 P Om ons advies in te bedden in deskundigheid zijn in
kent om Amsterdammerte zijn. Het gaat ons minder . . ,
het najaar van 2014 drie expert meetings opgezet,
om het beweegaspect, de daad van het migreren en de . n . .
respectievelijk met vertegenwoordigers van migranten
bagage die wordt meegetorst, dan om wat daarvan in . .
gemeenschappen in Amsterdam, met historici en met
het DNA van Amsterdam terugkeert, wat ons Amster- .
museumdirecteuren.
dammers maakt.
Werkwijze
Waarom een apart museum over
migratie?
Om dit advies op te stellen, heeft de ADleen aantal
middelen gebruikt. We zijn begonnen met een litera- . .
& J Ë De geschiedenis van Amsterdam kan alleen begrepen
tuur onderzoek naar het denken achter immigratiemu- .
worden door de lens van wat nieuwkomers voor de
sea. We concentreerden ons met name op de vraa,
p & stad deden. Het museum moet een punt van her-
hoe het immigratieverleden het denken en doen in het .
kenning worden voor alle Amsterdammers. Iedereen
immigratieheden beïnvloedt. Een stagiaire van de Rein- . . .
8 8 maakt deel uit van de geschiedenis van de stad, het
wardt Academie heeft een overzicht gemaakt van wat . . …
is de essentie van het Amsterdammer zijn. Een der-
erop dit terrein de wereld gebeurt, noodzakelijkerwijs B . .
p & J J gelijke benadering zorgt ervoor dat verhalen in een
voornamelijk op basis van internetgegevens. Daarnaast
Pleidooi voor een lamsterdam Huis 4
grotere context staan. Geen aparte tentoonstellingen vaststelling dat de meeste ‘autochtone’, geboren en
over Scandinaviërs, Russen, Antwerpse Joden, Turken, getogen Amsterdammers,anno 2015 een etnische
Marokkanen of andere groepen, maar een tentoonstel- achtergrond hebben. Het gaat ons dan ook minder om
ling over wat hen bindt. Ook nieuwkomers uit de rest migratiestromen per se, maar veeleer om de vaststel-
van Nederland, nog altijd een niet geringe groep van ling dat Amsterdammer zijn impliceert dat je staat
bewoners van de stad, zijn deel van het verhaal. op de schouders van eeuwen van nieuwkomers. Dan
Een apart museum stelt ons in staat om de waarden die maakt het niet uit of je zelf in Amsterdam bent gebo-
samenhangen met een stad vol nieuwkomers te ren of er later bent aangekomen. Afgeleide effecten
belichten. Tolerantie bijvoorbeeld is dan niet een stan- (en doelstellingen) sluiten dat bepaald niet uit. Zoals
daard en vanzelfsprekend begrip, niet een eigenschap Duyvendak het formuleert: ‘de mobilisatie van ge-
waarmee Amsterdammers worden geboren, maar een schiedenis kan resulteren in een positief klimaat voor
deel van de civil society die in Amsterdam ontstond om immigranten’.
het samenleven van verschillende culturen te kunnen
managen. De economie van het dagelijks leven heeft Voorlopige doelstelling
terugkerende facetten die alles te maken hebben met
nieuwkomers. De tegenwerping dat een groot deel Als voorlopige doelstelling van ons onderzoek formu-
van die Amsterdams geschiedenis in diverse musea leren we de vraag hoe we in Amsterdam een instelling
te zien is (Amsterdams Historisch Museum, Joods kunnen opzetten die het Amsterdammer zijn, vanuit
Historisch Museum), gaat voorbij aan de doelstelling. historisch perspectief, als focus heeft en de Amster-
De geschiedenis die zij bieden, is breed, niet gericht op damse geschiedenis in de brede context van nieuwko-
wat Amsterdammers maakt en bedoeld voor een veel mers en vernieuwing kan overbrengen. Het gaat om
bredere doelgroep, inclusief niet-Amsterdammers en drie elementen: ten eerste ‘zijn’, niet per se om komen
buitenlandse toeristen. en gaan; ten tweede om de stad, niet om Nederland;
en ten derde het gaat om ‘overbrengen’ niet enkel
Zoals Lucassen en anderen vaststellen zijn immigranten laten zien.
in de Nederlandse geschiedenis zoals die door opi-
nieleiders wordt verteld, zelden aanwezig. Ze worden Wat te leren van ervaringen in
niet ‘aangeroepen of herinnerd op een manier die een Nederland en elders?
positieve invloed heeft op de huidige situatie’. In de
literatuur is een sprake van de tegenstelling tussen een In het rapport van onze stagiaire staat een opsomming
“then to now’ benadering van de geschiedenis en een van initiatieven in Nederland. Een flink aantal ervan is
“then and now’ benadering. De eerste gebruikt een mislukt, dat wil zeggen, heeft de deuren moeten slui-
lange termijn perspectief om het hedente verklaren. ten. Samengevat mag je daarvoor twee grote oorzaken
De tweede zoekt naar overeenkomsten en verschillen aanwijzen: afhankelijkheid van subsidie en gerichtheid
tussen heden en verleden. Het gaat er in deze laatste op een relatief kleine groep en/of een beperkte thema-
benadering minder om hoe migranten van eeuwen tiek. De twee lessen daaruit zijn voor de hand liggend
geleden het heden hebben beïnvloed dan om bewust- maar daarom niet minder klemmend: een langjarige
zijn van een collectieve herinnering. Lucassen stelt dat en solide financiering is essentieel, en de focus moet
er in Amsterdam geen ‘shared memory’ is zoals New breed zijn.
York die kent. Als migranten in Amsterdam ter sprake Bekijken we het internationale spectrum aan musea,
komen, dan is het vaak als historische succesverhalen dan blijkt dat veel musea de expliciete doelstelling
(Spinoza) die contrasteren met moderne verhalen van hebben het bevorderen van multiculturalisme. De term
mislukking. De ‘“imagined past’ beïnvloedt het heden. is misleidend. In Anglo-saksische termen neigt dit
Een reden om te concentreren op het Amsterdam- meer naar wat wij integratie zouden noemen. Anders
mer zijnen het belang van nieuwkomers daarin is de geformuleerd mag je zeggen dat de doelstelling van de
Pleidooi voor een lamsterdam Huis 5
musea vaak is geformuleerd als het bevorderen van de Het gaat echter over vertrekkende Italianen, en deels
samenhang van een multi-etnische samenleving. Voor over terugkerende Italianen (een derde deel van de
ons is dat een impliciet doel, niet de primaire focus. immigranten kwam terug). Omdat het ook de migra-
We ervoeren dat de meeste musea nationaal zijn tiestromen uit Noord-Italië naar Duitsland, Frankrijk en
gericht. Ze gaan niet over een stad maar over een elders belicht, gaf het museum een breder beeld dan
land, dat geldt ook voor ogenschijnlijk stadsgebonden simpelweg de Italianen uit het Zuiden die naar Amerika
musea als Ellis Island, Tenement House Museum en of Argentinië gingen.
Angel Island. Voor zover de beperkte informatie via het Ellis Island is misschien het bekendste immigratie-
internet het toelaat lijkt het museum in Sao Paulo inte- museum ter wereld. Het gaat echter vooral over het
ressant vanwege zijn link met het heden. Lokaal, maar proces van aankomen, niet over de Verenigde Staten
wijkgericht, was het West End Museum in Boston en als immigrantensamenleving. Daarvoor is het Museum
sommige musea in de Verenigde Staten waar etnische of National History in Washington DC interessanter,
groepen (Chinezen, Japanners, Filippino’s) de geschie- al is het niet daarvoor opgezet. Op Ellis Island is de
denis van hun buurt belichten. De meeste van deze mogelijkheid om met de computer op te zoeken wan-
etnische musea lijken (in Boston gaat het over Ieren) neer voorouders in Amerika arriveerden, een enorme
gericht op het bewaren van een etnische erfenis. trekker. Het is moeilijk om een vergelijkbare gimmick te
Voor een lokaal, community gericht project was 19 vinden voor Amsterdam.
Princelet Street bijzonder interessant. Het adres is een We waren we onder de indruk van ProDemos, Huis
huis dat rond 1720 werd gebouwd, net buiten het cen- voor democratie en rechtsstaat, in Den Haag. Het is
trum van Londen. Aan de hand van de bewoners ervan, een combinatie van museum en interactieve ‘speel-
wordt een stukje geschiedenis verteld. Daarin ligt ook ruimte’ waarin bezoekers (vooralsnog vooral jongeren
meteen de beperking. 19 Princelet Street heeft geen in groepsverband) dilemma’sen vragen krijgen voor-
collectie, geen museale opstellingen. Vooral indruk- gelegd die het denken stimuleren over het onderwerp.
wekkend was de manier waarop het project erin slaagt Het iseen interessant project, zeker omdat de begrip-
scholieren te betrekken bij deze geschiedenis. Ons pen democratie en rechtsstaat nog moeilijker zijn te
gesprek met de drijvende krachten achter het museum grijpen dan nieuwkomers, migratie en integratie. Het
levert het belangrijkste idee op: maak je niet al te druk invoelbaar maken van die onderwerpen, de ervarings-
om de collectie. Die kun je zelf creëren. wereld, de voordelen, de nadelen, vergt een creatieve
Het Red Star Line Museum komt in het onderzoek omgang met die geschiedenis maar ook een creatieve
van onze stagiaire wat uitgebreider aan de orde. Voor manier om die dilemma’s aan te kaarten.
ons is van belang dat het laat zien dat je een thema We hebben geen gelegenheid gehad naar Keulen te
veel breder kunt maken dan het directe onderwerp, gaan, maar DOMiD, Dokumentationszentrum und
emigratie vanuit Antwerpen. Het museum opent met Museum über die Migration in Deutschland, werd door
een historisch overzicht van volksverhuizingen, mensen experts aangeraden als een bron van inspiratie. Op 20
die van de ene naar de andere plek gingen. Hoewel we april 2015 werd aangekondigd dat er in Duitsland een
ons niet hebben gebogen over de financiën van een nationaal Migratiemuseum wordt opgezet. Het loont
museum, bood het gesprek met de directeur van de de moeite de ontwikkeling in de gaten te houden, al
Red Star Line interessante inzichten in de economics lijkt de opzet vooral gericht op recente immigranten.
van een nieuw museum. Het stadsmuseum in Keulen heeft animaties van plek-
Het Museum van Nationale Emigratie in Rome, onder- ken in de stad: wie deed wat waar en hoe veranderde
gebracht in het pompeuze Monument van Victor Ema- dat in de tijd. Vertaald naar Amsterdam: wie woonden
nuel, had een interessante collectieen een moderne er in de Kalverstraat tussen 1400 en nu? Het is een van
(multimedia) manier van expositie. De gekozen plek, de creatieve manieren om een gebrek aan collectie te
naast het Forum Romanum, midden in de stad, garan- ondervangen.
deert dat het (gratis) museum veel bezoekers trekt. Bij alle musea is het interessant te exploreren wat qua
Pleidooi voor een lamsterdam Huis 6
collectie/uitstalling werkt of niet werkt. Een diepere komt de ruimte vanzelf. Als de ideeën goed zijn, is de
studie van deze museaen de invulling van hun op- ruimte niet erg belangrijk, althans niet wat symbool-
dracht zou ongetwijfeld concrete ideeën opleveren, waarde betreft.
maar zou te ver gaan voor dit advies. We laten het
bij een pleidooi voor een open oog en een creatieve Doelgroep
geest.
Gegeven de gewenste opzet van dit museum is de
Locatie doelgroep eenvoudig vast te stellen: alle Amsterdam-
mers. Voordat we daarover verder denken, eerst de
Analyse van de bestaande musea leert dat de mees- redenen waarom engere of bredere doelgroepen niet
te musea gevestigd zijn op een plek die direct met zouden werken. Dit museum moet niet voor iedereen
het onderwerp van de installatie heeft te maken (o.a. zijn, niet voor alle Nederlanders, niet voor toeristen.
Angels Island in San Francisco, Custom House in Mel- Als ze komen, prima, maar dat is niet het doel. Dit
bourne, Pier 21 in Halifax). Ellis Island is het bekendste museum moet ook niet worden opgezet om de tweede
voorbeeld. Het Red Star Line museum in Antwerpen en derde generatie van de moderne immigranten naar
heeft een prachtige locatie, ook al is het punt van ver- binnen te halen. Dat iseen subgroep die zich in prin-
trek, niet van aankomst. Toch is het museum erin ge- cipe niet onderscheidt van de groep ‘alle Amsterdam-
slaagd om volksbewegingen door de hele geschiedenis mers’. Dat laat onverlet dat als je eenmaal iets hebt
heen het onderwerp te maken. De omgeving helpt om opgezet, je specifieke deelactiviteiten kunt ontwikkelen
je dat te laten realiseren. voor specifieke deelgroepen. Maar dat moet niet het
Over de locaties in Amsterdam voor een opzet zoals uitgangspunt zijn.
we die hierboven schetsten, kunnen we kort zijn: die Daarmee zijn we er niet. De musea deskundigen
zijn er niet. Er is geen plek in Amsterdam die met vijf- drukten ons op het hart om de doelgroep kleiner te
honderd jaar nieuwkomers geassocieerd kan worden. definiëren zodat hij ook operationeel gemaakt kan wor-
De realisering van dat feit kan bevrijdend werken. We den. Dat doen we door het onderdeel ‘overbrengen’
kunnen gewoon kijken naar locaties die geschikt zou- in onze doelstelling te benadrukken: onze opzet is een
den zijn voor wat we voor ogen hebben. museum met ook educatieve doelstellingen. Een doel-
Het Centraal Station werd vaak genoemd. Ook het groep binnen de doelgroep in deze context is jongeren
Stadsarchief, de OBA, industriële ruimtes in Noord in Amsterdam, primair in groepsverband en begeleid
zoals Loods 6. Ook genoemd werd het Tropenmuse- door een gids/educator. ProDemosis op deze manier
um, dat het voordeel heeft dat het wat meer buiten begonnen en probeert nu een bredere doelgroep te
de centrale gordel is gelegen. Bijhet Tropenmuseum bereiken. Zo bescheiden hoeft Amsterdam niet te zijn.
speelt wel meteen het nadeel dat we in Parijs ervoeren, Onze opzet zou direct vanaf het begin gericht zijn op
waar het immigratiemuseum is gevestigd in het oude alle Amsterdammers én tegelijkertijd educatieve doel-
Koloniale Museum: het geeft de verkeerde ‘vibes’, als einden nastreven. De Adviesraad meent dat het een
je dat zo mag noemen. Bovendien doet het bijna auto- het ander niet uitsluit.
matisch de aandacht concentreren op onze koloniale
geschiedenis en dat is wat anders dan de geschiedenis Waar schuwingen en wat niet te doen
van Amsterdam. Een mooie plek zou het Paleis op de
Dam zijn, ware dat beschikbaar. De meest gehoorde bezwarentegen een migratiemu-
Ons pleidooi voor creatief omgaan met de concepten seum waren dat Amsterdam al zoveel musea heeft. Dat
‘museum’ en ‘migratie’ impliceert dat een locatie met een apart museumte duur is, de overhead en exploi-
symboolbetekenis minder belangrijk is dan simpelweg tatiekosten zijn zo hoog dat het schier onmogelijk valt
een ruimte die geschikt is. Het is niet nodig om ons te financieren. Of dit inderdaad het geval is voor de
hierover het hoofdte breken: als het concept er is, gekozen opzet, moet het onderwerp zijn voor nader
Pleidooi voor een lamsterdam Huis 7
onderzoek zijn. De financiering van het Red Star Line Het zou mogelijk zijn een ruimte in te richten gewijd
Museum biedt inzichten. aan migratie door de eeuwen heen, zoals dat nu ge-
Een veel gehoorde waarschuwingin de expertgroe- beurt met de oorlog en in tijdelijke exhibits, zoals de
pen was dat er geen collectie is, althans niet voor de uitstekende fototentoonstelling van Kadir van Lohuizen
vroege periodes. Dat is waar, maar gegeven de moge- - waar je overigens weinig bezoekers zag terechtko-
lijkheden van multimediale en virtuele opstellingen, is men. De nadelen zijn evident. Bezoekers komen voor
dat meer dan een uitdaging, het is een buitenkans om het hele museum en zijn maar voor een klein deel onze
creatief te zijn. Wat zeker niet werkt iseen specifiek op doelgroep.
etnische culturen gericht museum, zoals het Deense De optie om dependances van het Amsterdam Muse-
voorbeeld. um of andere musea op te zetten op diverse plekken in
Op basis van de vergaarde informatie zijn we tot de de stad kwam in de expertmeetings aan de orde. Ook
conclusie gekomen dat sympathieke suggesties als een die mogelijkheid hebben we afgewezen omdat het niet
guerilla-museum, of in moderne termen, een pop-up voldoet aan de doelstelling zoals hierboven gepre-
museum, een museum dat rouleert over verschillende senteerd. Dit zou een ander project kunnen zijn, meer
bestaande museaen ‘bewegende’ tijdelijke musea in gericht op de bewoners van diverse wijken, eventueel
de buitenwijken het niet waard zijn om verder te explo- met hun participatie. Mooi, maar niet waar we het over
reren. Als Amsterdam iets wil opzetten op dit terrein hebben.
dan moet het permanent zijn, goed onderbouwd en Het is mogelijk om een virtueel museum op te zetten.
gefinancierd, en niet afhankelijk zijn van een esta- Dit moet op zich goed te realiseren zijn, zeker in com-
fette-opzet. Als het niet permanent is, verdwijnt het binatie met initiatieven die er al zijn. Maar het voldoet
museum bij de eerste breuk in de keten. Amsterdam niet aan onze doelstelling. De nadelen zijn evident: het
moet kiezen voor een museum of er niet voor kiezen. heeft geen echte focus, de doelgroep is onduidelijk en
Half werk is verspilde energie en verspild geld. zoals dat gaat met internet, het zou gebruikt worden
Tijdens ons onderzoek kwamen we voorbeelden tegen zonder plan en zonder discipline.
van musea die de afgelopen dertig jaar zijn verschenen Ook aan de orde kwam een app die je door plekken in
en meestal weer verdwenen. Het waren installaties die de stad voert die met migratie te maken hebben. Dit
beperkt van opzet waren, specifiek over Molukkers, is een initiatief dat de gemeente eigenlijk altijd al zou
Turken en andere groepen. Ze waren afhankelijk van moeten ontwikkelen. Het biedt vooral mogelijkheden
subsidies of juist geheel van private bijdragen. Ze kon- als die app gekoppeld is een museale aspecten op de
den geen continuïteit tot stand brengen. Als Amster- plekken waarheen hij voert. In feite krijg je dan idealiter
dam iets wil realiseren moet het op een stevig financi- vijftig of zelfs honderd kleine musea. De app is rela-
eel fundament gebeuren, met een stevig bestuurlijke tief gemakkelijk, de uitvoering van een museale route
commitment. erlangs niet. Deze optie voldoet ook niet aan onze
Alternatieven als extra aandacht aan migratie in het verlangens.
Amsterdam Museum hebben we terzijde gelegd om-
dat ze niet passen in de doelstelling zoals hierboven Onze voorkeur: het Ilamsterdam Huis
geformuleerd. In het museum komt migratie geregeld
aan bod, maar niet op de manier die we hierboven Amsterdam heeft spectaculair succes geboekt met het
beschreven als aantrekkelijk vanuit ons perspectief. Het motto lamsterdam. Wij pleiten er daarom voor om wat
museum is daar ook niet voor bedoeld: de bezoekers ons als Amsterdammers bindt en speciaal maakt onder
zijn nationaal en internationaal. De collectie is beperkt te brengen in een Iamsterdam Huis. Geen museum,
en omdat er niet op dit therna is gewerkt in eerdere en niet migratie als thema, maar het Amsterdammer
eeuwen, zijn daarvoor ook geen creatieve oplossingen zijn. Het lamsterdam Huis zou de fysieke verbeelding
bedacht (dit is overigens geen verwijt aan het museum, zijn van het populaire motto. Onderzoek laat zien dat
slechts een vaststelling). stadsidentiteit voor veel Amsterdammers belangrijker
Pleidooi voor een lamsterdam Huis 8
is dan nationale identiteit. lamsterdam House kan daar- onderzoeken wat de mogelijkheden zijn van finan-
van gebruik maken en bovendien die stadsidentiteit ciering door het bedrijfsleven, dat immers evengoed
versterken. Een bijkomend voordeel is dat het de city profiteert van de dynamiek van Amsterdam.
branding van de stad nog eens extra zou versterken. In deze fase van het exploreren van de vraag naar het
In een dergelijk Huis moeten thema’s aan de orde hoe en wat van een migratiemuseum in Amsterdam
komen die de hele stad kunnen aanspreken. De inzet komen we dan tot de conclusie dat Amsterdam wat be-
moet zijn de normaliteit van een stad die zichzelf treft de vorm zou moeten kiezen voor een lamsterdam
steeds vernieuwt. De verleiding moet worden weer- Huis, een ode aan het Amsterdammer zijn. De conclu-
staan om naar de huidige etnische groepen of wijken sie dat creativiteit uiteindelijk de oplossing zal bieden
toe te werken. Het educatieve aspect in brede zin kan voor de vraag wat daar precieste zien en te doen moet
worden uitgewerkt door het opzetten van lespakket- zijn, mag gemakkelijk lijken, hij is hier wel heel bewust
ten, lezing e.d. Een groot aantal typisch Amsterdamse getrokken. De uitdaging is de invulling van het concept
praatprojecten zoals die nu in de OBA of elders wor- en dat iseen opdracht die verder gaat dan dit advies
den georganiseerd, kunnen aan het amsterdam Huis kan uitvoeren.
gekoppeld worden of daar gehouden worden.
We adviseren het stadsbestuur eerst een besluit te Literatuur
nemen over de wenselijkheid van een of andere vorm
van een dergelijk soort museum en geen debat aan Foner, Rath, Duyvendak, Lucassen e.a. New York — Am-
te gaan over de gewenste inhoud. Eerst conceptueel, sterdam. Immigrationand the new Urban landscape.
dan materieel. Om deze reden hebben we ons bij het Amsterdam, 2014.
opstellen van het advies niet laten weerhouden door Erica Kuijpers, Migrantenstad: immigratie en sociale
de vraag wat er precies moet gebeuren of te zien moet verhoudingen in 17e eeuws Amsterdam. Hilversum,
zijn in het lamsterdam Huis. Ook op het terrein van 2005.
de financiën moet andere expertise worden ingeroe- Inge van der Welle, Flexibele burgers. Amsterdam,
pen. Ons voorstel zou zijn om deze faciliteit voor alle 2011. Download: http://dare.uva.nl/record/1/363949
Amsterdammers, ondersteund door de stad, gratis Prak en Kuijpers, De geschiedenis van Amsterdam,
toegankelijk te maken. Centrum van de wereld, 1587-1650. Amsterdam, 2005.
Creativiteit komt met een creatieve opzet. De onver- Entzinger en Dourleijn, De lat steeds hoger: de leef-
moeibare Susie Symes van 19 Princelet Street was er wereld van jongeren in een multi-etnischestad. Assen,
kort over: als je begint met een idee dan het heb je 2008.
geen collectie nodig. Die komt vanzelf. De manieren Verhagen, E The American Way. Wat Nederland kan
waarop verschillende landen en steden dit soort pro- leren van de Amerikaanse ervaring met immigranten.
jecten opzetten, kunnen inspireren maar vooral in het Amsterdam, 2006.
stadium van hoe iets in te richten, nadat je een besluit Lucassen, L. & J. Winnaars en verliezers: een nuchtere
hebt genomen dat te doen. Ook ProDemos is zo te balans van vijfhonderd jaar immigratie. Amsterdam,
werk gegaan. 2011.
Praktisch gezien: als het stadsbestuur besluit dat dit Lucassen, L, & Willems, W. (red) Waarom mensen in de
een interessante invalshoek is, dan pleit de Adviesraad stad willen wonen. Amsterdam, 2009.
Diversiteit en Integratie ervoor om één persoon aan te Kasintiz en Mollenkopf, Inheriting the city. The childe-
stellen om het concept te onderzoekenen handen en ren of immigrants come of age. New York, 2009.
voeten te geven. De ervaring bij veel van de onder- Lucassen, L. & Wals, H. Het DNA van Amsterdam: plei-
zochte musea, en in het algemeen bij grote projecten dooi voor een immigratiemuseum. 2014 (als bijlage)
van deze aard, is dat een gedreven individu met goede Marrabou, A. De mogelijkheden voor een immigratie-
ingangen in de gemeente de beste kans biedt dat er museum in Amsterdam. PDE 2015.
iets van waardetot stand komt. Deze persoon kan ook Simon, N. The Participatory Museum. Santa Cruz, 2010.
Pleidooi voor een lamsterdam Huis 9
| Onderzoeksrapport | 9 | train |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering 1 december 2021
Ingekomen onder nummer 828
Status Ingetrokken en vervangen door 828accent
Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Bloemberg-Issa en Kreuger inzake de
Toekomstvisie Drinkwater (vermindering gebruik drinkwater door
datacenters)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Toekomstvisie Drinkwater.
Overwegende dat:
— datacenters veel water gebruiken om hun servers te koelen maar er ook koeltechnologieën
zijn die geen of nauwelijks water gebruiken;
— het vestigingsbeleid voor datacenters stelt dat toekomstige aanvragen van datacenters voor
drinkwateraansluitingen per geval worden beoordeeld, aan de hand van het criterium dat de
hoeveelheid voor koelwater benodigd drinkwater drastisch wordt beperkt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— _ te onderzoeken of en hoe bestaande datacenters kunnen worden verplicht dan wel verleid om
over te stappen op koelsystemen die geen of nauwelijks drinkwater gebruiken;
— de vestigingsvoorwaarden voor datacenters aan te scherpen zodat alleen vergunningen
worden gegeven aan datacenters die geen of nauwelijks gebruik maken van drinkwater om
hun servers te koelen.
Indieners
D.T. Boomsma
J.F. Bloemberg-Issa
K.M. Kreuger
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 314
Publicatiedatum 8 mei 2015
Ingekomen onder A
Ingekomen op 22 april 2015
Behandeld op 22 april 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Roosma, mevrouw Van Soest en mevrouw
Shahsavari-Jansen inzake onwettelijke eigen bijdrages voor woon- en
vervoersvoorzieningen.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van het lid Roosma inzake de onwettelijke
eigen bijdrages voor woon- en vervoersvoorzieningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 303);
Constaterende dat:
— mensen die gebruikmaken van verschillende voorzieningen op grond van de Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo-voorzieningen) een inkomens- en
vermogensafhankelijke eigen bijdrage betalen die wordt vastgesteld via
het Centraal Administratiekantoor (CAK);
— de gemeente voor deze eigen bijdrage volgens de Wmo niet meer mag rekenen
dan de kostprijs van het product of dienst, en dat onder de kostprijs wordt
verstaan: “de prijs waarvoor de gemeente de maatwerkvoorziening bij
de aanbieder of leverancier heeft ingekocht of ingehuurd en de eventuele daarin
begrepen onderhoudskosten”;
Overwegende dat:
— mensen die gebruikmaken van voorzieningen die de gemeente inhuurt, zoals
badliften, douche-/toiletstoelen, aangepaste fietsen, canta's, scootmobiel of tilliften,
hiervoor feitelijk een eigen bijdrage in de huurkosten betalen;
— deze eigen bijdrage in de kosten voor door de gemeente ingehuurde producten, de
aanschafwaarde van het product op termijn kan overschrijden;
— het principieel niet juist en ook niet wenselijk is dat mensen die via de gemeente
gebruikmaken van zorgvoorzieningen die hen in staat moeten stellen om langer
thuis te blijven wonen, meer betalen dan de aanschafwaarde van die
zorgvoorziening,
Spreekt als zijn mening uit dat:
— het niet wenselijk is dat mensen eigen bijdrages voor woon- en
vervoersvoorzieningen op grond van de Wmo blijven betalen, wanneer de som van
die bijdrages de aanschafwaarde van het product en eventuele additionele kosten
heeft overschreden,
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 314 Moti
Datum _ 8 mei 2015 otie
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
voor de zomer 2015 aan de raad een voorstel voor te leggen waarin vorenstaande
uitspraak van de raad op technische en financiële wijze wordt ingepast in het systeem
van het innen van eigen bijdrages.
De leden van de gemeenteraad,
F. Roosma
W. van Soest
M.D. Shahsavari-Jansen
2
| Motie | 2 | discard |
15 januari 2015
Actualiteit SP over asbest Louweshoek
Gezien de actualiteit over Louweshoek: http://www.at5.nl/artikelen/119653/bewoners-
louweshoek-gaan-de-straat-op
wil ik graag een commissiegebonden actualiteit indienen.
Vragen die we hebben:
1. Welke stappen zijn genomen sinds vorige week”?
2. Hoe wordt verder richting de bewoner omgegaan met de besmetting (zoals
geconstateerd door Fibrecount)”?
3. Waarom is Fibrecount door de bewoner zelf ingeschakeld en is hem een
dergelijke check niet aangeboden door Woonzorg Nederland?
4. Is al duidelijk of er ook binnen het pand sprake is van asbest besmetting?
5. Klopt het dat de andere bewoners nu het stadsdeel niet meer in willen?
6. Wat is de houding van het stadsdeel ten aanzien van de andere bewoners?
Alvast bedankt voor het verder uitzetten.
Met vriendelijke groeten,
Erik Bobeldijk
Fractievoorzitter Amsterdam Nieuw-West
| Actualiteit | 1 | train |
VN2021-019270 issi ili í
ICT X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
% Amsterdam en
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt 1
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Beantwoording mondelinge vragen over de uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur
De commissie wordt gevraagd
1. _Kenniste nemen van de brief waarin de burgemeester de mondelinge vragen van de
leden Boomsma en Boutkan over de uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur
beantwoordt, die zijn gesteld in de vergadering van de raadscommissie AZ op 8 april 2021.
Wettelijke grondslag
Artikel 169, eerste en tweede lid, Gemeentewet schrijft voor dat het college en elk van zijn leden
afzonderlijk verantwoording schuldig zijn aan de raad over het door het college gevoerde bestuur en
dat zij de raad alle inlichtingen geven die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de raadscommissie AZ van 8 april 2021 hebben de leden Boomsma (CDA)
en Boutkan (PvdA) mondelinge vragen gesteld aan de uitvoering van de Wet openbaarheid van
bestuur. De burgemeester heeft toegezegd om de vragen schriftelijk te beantwoorden. In de
bijgevoegde brief treft v de beantwoording aan. De brief is op 30 juni 2021 eveneens via de dagmail
aan U verzonden.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Met deze beantwoording zijn de toezeggingen TA2021-000535, TA2021-000536 en TA2021-000537
uit de termijnagenda afgedaan.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.4 1
VN2021-019270 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
ICT % Amsterdam ,
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021
Ter kennisneming
AD2021-071268 Commissie AZ Voordracht (pdf)
AD2021-071272 RaadsbriefCommAZ20210408_0.1.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Informatiecommissaris: Sofie Bustraan (06 2314 5164 / [email protected])
Gegenereerd: vl.4 2
| Voordracht | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 23 mei 2023
Portefeuille(s) Deelnemingen - AEB
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door DMC-Deelnemingen, [email protected]
Onderwerp Besluit Autoriteit Consument en Markt inzake overname AEB door AVR
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
Bijna anderhalf jaar geleden, op 7 december 2021 heeft het college ingestemd met het
aangaan van een verkoopovereenkomst met Harbour B.V, dat onderdeel is van de groep
waartoe ook AVR Afvalverwerking B.V. (AVR) behoort. De verkoop was voorwaardelijk aan de
goedkeuring van de Autoriteit Consument en Markt (ACM).
Helaas heeft de ACM vandaag, op 23 mei 2023, het besluit bekend gemaakt om de overname
van AEB door AVR niet goed te keuren. Dit betekent dat de verkoop aan AVR geen doorgang
kan vinden. Het college betreurt dat dit de vitkomst is. Dit is natuurlijk ook voor AEB en haar
medewerkers heel vervelend. Als vitkomst en omdat nu weer onzeker is wat de toekomst voor
AEB is.
Het college staat met AVR niet achter de analyse en conclusies van de ACM. Vooral de keuze
van ACM om de afvalmarkt als regionaal te beschouwen, publieke afvalverwerkers daar niet in
mee te nemen en transportafstand als bepalend criterium te beschouwen in aanbestedingen
deelt het college niet. In de redenering van ACM zorgen deze factoren ervoor dat gemeenten
na een overname van AEB door AVR meer moeten gaan betalen. Gemeente en AVR
beschouwen de afvalmarkt als landelijk en deels internationaal waarin transportkosten maar
een van de factoren is. De bezwaren tegen de redenering van ACM zijn lopende de procedure
vanuit AVR ingebracht richting ACM.
AVR kan tegen het besluit van de ACM in beroep gaan, maar dat beroep zorgt er niet voor dat
het besluit wordt opgeschort. Dit betekent dat de verkoop van AEB aan AVR definitief van de
baan is. De gemeente blijft daarmee 100% aandeelhouder van AEB.
Door het besluit van de ACM ligt opnieuw de keuze voor of de gemeente AEB wil behouden of
alsnog wil verkopen. Het college heeft zich al geruime tijd ook voorbereid op een mogelijk
negatief besluit van de ACM, omdat dit altijd al een vitkomst kon zijn. Hierbij zijn de raad en
AEB goed betrokken, in lijn met de vitkomsten van de raadsenquête AEB. Daarom kan het
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 mei 2023
Pagina 2 van 2
college samen met de raad een goed onderbouwd besluit nemen over de toekomstige relatie
van de gemeente met AEB. De volgende stap is dat het college binnen enkele weken een
voorgenomen besluit over de toekomst van AEB aan de raad voorlegt in een wensen en
bedenkingen-procedure. Zodat AEB en zijn personeel, klanten en leveranciers op korte termijn
helderheid krijgen over de toekomst.
In de tussentijd blijven alle met AEB verbonden publieke diensten geborgd: de Amsterdammer
merkt niks. AEB blijft Amsterdams huishoudelijk- en ander afval verwerken op dezelfde wijze
en de warmtelevering aan Westpoort Warmte blijft onverminderd op hoog niveau. AEB heeft
zijn operationele activiteiten goed op orde en werkt continu aan verdere verbeteringen.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Deelnemingen — AEB
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 16 juni 2021
Ingekomen onder nummer 473
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Warmerdam, Kuiper, La Rose, Veldhuyzen en Kilig
inzake het betrekken van internationale inwoners in de
vaccinatiecampagne
Onderwerp
Betrekken van internationale inwoners waaronder internationale studenten in de vaccinatiecam-
pagne
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit verhoging vaccinatiegraad voor COVID-19.
Constaterende dat:
— vit het Helius onderzoek blijkt dat er grote verschillen zijn tussen Amsterdammers in hun be-
reidheid tot vaccinatie tegen COVID19;
— _ vaccinatie tegen COVID19 van groot belang is om de rondgang van het virus te stoppen en de
gezondheid van Amsterdammers te beschermen;
— _ Amsterdam veel internationale inwoners heeft waaronder een grote groep internationale stu-
denten.
Overwegende dat:
— de GGD Amsterdam diverse strategieën en instrumenten inzet of gaat inzetten om alle Am-
sterdammers te bereiken;
— _ het voor internationale inwoners waaronder internationale studenten in Amsterdam lastiger is
om informatie over de mogelijkheden rondom vaccinaties te verkrijgen.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
In de vaccinatiecampagne expliciet aandacht te geven aan het bereiken van internationale inwo-
ners van Amsterdam waaronder internationale studenten, met als doel hen goed te informeren
over de mogelijkheden tot vaccinatie.
Indieners
S. Warmerdam
T. Kuiper
N.V.M. la Rose
J.A. Veldhuyzen
A. Kilic
| Motie | 2 | train |
VN2021-033974 X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
Wonen Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
D Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt 2
Datum besluit 30 november 2021
Onderwerp
Raadsinformatiebrief voortgang Masterplan Nieuw-West
De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van de raadsinformatiebrief waarin de voortgang van het Masterplan Nieuw-West
wordt beschreven en de bijlagen waaronder een analyse van Nieuw-West, een overzicht van de
Alliantieleden en een lijst met doorbraakrichtingen.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Lid 2: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad
verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.
Lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Op 2 april 2020 is de gemeenteraad via de commissie Wonen en Bouwen door wethouder Ivens
geïnformeerd over het besluit van minister Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
om de stadsdelen Nieuw-West en Zuidoost te selecteren als onderdeel van het interbestuurlijk
programma Leefbaarheid en Veiligheid van het kabinet. De doelstellingen van het interbestuurlijk
programma komen overeen met de geprioriteerde ontwikkelbuurtenaanpak die vanuit het college
van B en Wis ingezet.
Op 8 december 2020 heeft het college besloten tot de start van de aanpak Nieuw-West en is de
gemeenteraad via de commissie Wonen en Bouwen hierover geinformeerd met een brief van
wethouder Ivens en voorzitter van het Dagelijks bestuur Ünver. Vervolgens is deze brief besproken
in de commissie Wonen en Bouwen op 24 maart 2021. Vervolgens is besloten dat vanwege
het bestuurlijk trekkerschap van de burgemeester de gemeenteraad verder via de commissie
Algemene Zaken wordt geïnformeerd. Op 17 maart 2021 heeft de Alliantie besloten tot een
naamswijziging: de Aanpak Nieuw-West heet vanaf dat moment het Masterplan Nieuw-West. Het
samenwerkingsverband heet vanaf dat moment de Alliantie.
Op 11 mei 2021 heeft het college ingestemd met een tweede raadsinformatiebrief met een stand
van zaken Masterplan Nieuw-West. Deze brief is geagendeerd en op 2 september 2021 besproken
in de commissie Algemene Zaken. Op 30 november 2021 heeft het college ingestemd met het
verzenden van deze derde raadsinformatiebrief.
Reden bespreking
n.v.t
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.19 1
VN2021-033974 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Wonen % Amsterdam Dn ‚
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022
Ter kennisneming
De inhoud van de brief is afgestemd met de Alliantiepartners van het Masterplan Nieuw-West.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t
Welke stukken treft v aan?
AD2021-130349 1. Analyse Nieuw-West 2021.pdf (pdf)
AD2021-130351 2. Overzicht leden Alliantie 2021. pdf (pdf)
AD2021-130350 3. Doorbraakrichtingen 2021. pdf (pdf)
AD2021-130352 Brief voortgang Masterplan Nieuw-West_getekend.pdf (pdf)
AD2021-130142 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Maureen van Eijk, kwartiermaker Masterplan Nieuw-West, m.van.eijk@&amsterdam.nl Yara Jansen,
projectleider Masterplan Nieuw-West, [email protected], 0612653631
Gegenereerd: vl.19 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1426
Publicatiedatum 28 december 2018
Ingekomen onder AN
Ingekomen op donderdag 20 december 2018
Behandeld op donderdag 20 december 2018
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Taimounti en Ceder inzake flexwerk bij het Contactcenter
Amsterdam (goed werkgeverschap)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over inzake flexwerk bij het Contactcenter Amsterdam.
Constaterende dat:
— Het Contactcenter Amsterdam onevenredig hard opdraait voor de flexibele
schil van de gemeente Amsterdam;
— Flexwerkers na afloop van het uitzendcontract moeite hebben met het vinden
van een baan;
— De gemeente het voorbeeld moet geven voor goed werkgeverschap.
Overwegende dat:
— De gemeente Amsterdam richtlijnen heeft opgesteld als het gaat om goed
werkgeverschap, maatschappelijk verantwoord ondernemen, inclusiviteit,
integriteit en leren en ontwikkelen;
— De gemeente Amsterdam zou moeten eisen dat uitzendbureaus minimaal
dezelfde richtlijnen hanteren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De uitzendbureaus waarmee we samenwerken binnen drie maanden te toetsen aan
de richtlijnen voor goed werkgeverschap, en hierover te rapporteren naar de raad.
De leden van de gemeenteraad,
M. Taimounti
D.G.M. Ceder
1
| Motie | 1 | discard |
Geachte heer/mevrouw,
Als inwoner en ondernemer in Amsterdam, is de lengte van de wachtlijst
voor het verkijgen van een parkeervergunning, een grote irritatie. Voor
het succesvol draaiende houden van mijn bedrijf (ES Automatisering) is
het gebruik van mijn auto noodzakelijk om bij mijn klanten op bezoek te
gaan. Ik sta al 2 jaar op de wachtlijst, en zoals het er nu naar uit
ziet, zal het nog wel 2 jaar duren voordat ik mijn parkeervergunning kan
verkrijgen.
Om van mijn auto gebruik te kunnen maken moet ik, in mijn nette pak, op
de fiets naar Buitenveldert waar ik mijn auto gratis heb geparkeerd. Dat
kost mij een hoop tijd en legt daarmee een rem op de succesvolle
ontwikkeling van mijn bedrijf. Daarnaast neem ik een parkeerplaats in
beslag in Buitenveldert, die beter benut zou zijn door de mensen daar.
Bij mij in de straat (Fokke Simonszstraat) zijn er op ieder moment van
de dag een grote hoeveelheid vrije parkeerplaatsen. Desondanks moet ik 4
tot 5 jaar wachten op een parkeervergunning. Dat vindt ik onverkoopbaar.
De oorzaak van deze discrepantie (veel vrije parkeerplekken, en toch een
wachtlijst van 4-5 jaar) ligt volgens mij in het feit dat mijn buurt in
hetzelfde vergunningsgebied valt als de Jordaan (CEO2). In de Jordaan
zijn veel minder parkeerplekken beschikbaar en daardoor wacht de rest
van vergunningsgebied CEO2 onnodig lang op zijn parkeervergunning.
Mijn voorstel ís als volgt: wijzig de vergunningsgebieden zodat de
Weteringbuurt en Fokke Simonszstraat niet langer in hetzelfde
vergunningsgebied valt als de Jordaan. De wachttijd voor het gebied waar
ik woon zou dan fors omlaag kunnen.
Ik verneem graag uw reactie.
Met vriendelijke groet,
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 Sector Openbare Ruimte
1000 AE Amsterdam Afdeling Beleid
Telefoon 14 020
Fax 020 552 4433
www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
(.…)
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door R. Hendriks
Rechtstreekse nummer 020 552 4058
Faxnummer 020 552 4222
Bijlage Geen
Onderwerp Lengte wachtlijst parkeervergunning
Geachte (……),
Op 29 november 2010 heeft u een e-mail gezonden aan de stadsdeelraad. U geeft daarin
aan dat u al twee jaar op de wachtlijst staat voor een parkeervergunning en het er naar
uitziet dat u nog twee jaar op een parkeervergunning moet wachten.
Op 21 december 2010 is besloten het conceptantwoord op uw raadsadres te bespreken in
de raadscommissie Openbare Ruimte. Dit heeft plaatsgevonden in de vergadering van 5
april 2011.
Zoals bekend is de ruimte in de binnenstad schaars en de beschikbaarheid van
parkeerplaatsen klein. Door parkeervergunningen te verstrekken wordt de schaarse
parkeerruimte zo eerlijk mogelijk verdeeld. Per vergunninggebied wordt een maximum
aantal uit te geven vergunningen vastgesteld, het vergunningenplafond.
U stelt voor de vergunninggebieden zo te wijzigen dat de Weteringbuurt en de Fokke
Simonszstraat niet langer in hetzelfde vergunninggebied vallen als de Jordaan. Uw
argument daarbij is dat in de Weteringbuurt de parkeerdruk lager is en dat het niet juist is
dat u vanwege schaarste in een ander gebied zo lang moet wachten op een
parkeervergunning.
Bij het bepalen van het vergunningenplafond zijn zowel het totale aantal parkeerplaatsen
in het vergunningengebied als de parkeerdruk relevant. Binnen een vergunningengebied
kan de parkeerdruk per straat verschillen. Het is echter niet gewenst om vergunningen uit
te geven per straat of voor een heel klein vergunningengebied. Dit zou het parkeren door
vergunninghouders te zeer beperken en tot wachtlijsten per straat of het kleinere gebied
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 2
leiden. De flexibiliteit voor de vergunninghouder vermindert en om de situatie beheersbaar
te houden, zouden dan per saldo in het stadsdeel minder vergunningen kunnen worden
uitgegeven. Per vergunningengebied zal immers altijd een voldoende kans op een vrije
parkeerplaats geboden moeten kunnen worden.
De parkeerdruk was bij de laatste meting eind 2010 doordeweeks zowel overdag als 's
avonds gemiddeld 85%. In 2009 lieten de metingen bezettingsgraden van boven de 90%
zien. De parkeerdruk wordt gemeten door de Dienst Onderzoek en Statistiek op basis van
steekproeven per vergunninggebied. De straat waarin u woont viel bij de laatste metingen
overigens niet in de steekproef.
Hoewel we begrip hebben voor uw argumentatie, is het verder opsplitsen van
vergunninggebieden niet gewenst. Als wij dit wel zouden doen, is het gevolg dat per saldo
het maximum aantal vergunningen daalt en dat in gebieden met minder parkeerplaatsen
de wachtlijst nog langer zou worden. Concreet betekent dit dat bij opsplitsing van
vergunninggebied CE-02 de wachtlijst in het zuidelijk deel mogelijk een paar maanden
afneemt, maar dat deze in het noordelijk deel juist toeneemt.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Indien u een nadere toelichting
wenst, kunt u contact opnemen met de behandelend ambtenaar via bovenstaand
telefoonnummer.
Hoogachtend,
Het dagelijks bestuur,
Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren
secretaris voorzitter
2
| Raadsadres | 3 | train |
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
%
GQ
Commissie Algemene en Sociale Zaken
Agenda
datum 11 oktober 2011
aanvang 20.00 uur
plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, raadzaal
voorzitter Thomas van Egmond
griffier Liesbeth Schreiner
1. Opening / vaststelling agenda
2. Insprekers (zonder geagendeerd onderwerp)
3. Commissieweergave 06 september 2011
4. Bestuurlijke jaar-termijnagenda d.d. 27-09-2011
[Teradvies
5. Jeugdagenda stadsdeel Oost, JOOST (35 min)
6. Bestuursverslag en jaarrekening 2010 STAIJ (15 min)
7. Verordening Ouderen Advies Raad ( 15 min)
Il Ter bespreking
8. Visie op participatie de kracht van Oost ( 35 min)
9. Segregatie in het Onderwijs (30 min)
10. Concept beantwoording raadsadres Stichting Sportpark Drieburg (10 min)
11. Raadsadres speeltuin Frankendael ( 10 min)
12. Kabinet (30 min)
13. Tussennota Versterking Sociaal Domein ( 30 min }
Nota volgt 6 oktober
14. Begroting 2012 ( 90 min)
Voor commissie relevante deel van de begroting zal worden behandeld op 31 oktober a.s.
15. Actualiteiten
16. Sluiting
Commissie Algemene en Sociale Zaken 29-03-2011
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1519
Publicatiedatum 6 december 2017
Ingekomen onder Q
Ingekomen op woensdag 29 november 2017
Behandeld op woensdag 29 november 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Soest inzake het investeringsbesluit Elzenhagen Zuid in
Amsterdam-Noord (verkeerscirculatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het investeringsbesluit Elzenhagen Zuid in Amsterdam-
Noord (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1337).
Constaterende dat:
— In de planvorming Elzenhagen-Zuid sluiting van het Waddenweg viaduct is
voorzien.
Overwegende dat:
— de nieuwe wijk mede door de ligging ten opzichte van het station veel verkeer zal
aantrekken in dit deel van de Hoofdstructuur Groen.
— de nieuwe wijk door één weg, de Elzenhagensingel, zal worden ontsloten die ook
de ontsluiting vormt voor onder andere de Noorderbegraafplaats.
— de geplande gelijkvloerse kruisingen de al bestaande verkeersonveiligheid en
doorstroming van het verkeer verder zal doen toenemen, ook door de
voorgenomen sluiting van het Waddenweg viaduct.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Nader onderzoek te doen naar de toekomstige capaciteit van de
Elzenhagensingel, gezien de voorspelbare toename van de verschillende
verkeersstromen en de verkeer aantrekkende werking van de verschillende
bovenwijkse voorzieningen;
2. In afwachting van dat onderzoek sluiting van het viaduct Waddenweg uit de
planvorming te halen of een alternatief voor deze verbinding in de plannen op te
nemen;
3. Bewoners en belanghebbenden nauw te betrekken bij de planontwikkeling;
4, Noodzakelijke financiering te verrekenen binnen de uiterst positieve
grondexploitatie.
Het lid van de gemeenteraad
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 620
Datum akkoord 5 november 2014
Publicatiedatum 7 november 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de toenmalige raadsleden mevrouw F. Ulichki
en mevrouw G.A.M. van Doorninck van 18 juli 2013 inzake zorgplicht
Aan de gemeenteraad
Inleiding door vragenstelsters.
Vrij Nederland berichtte op 10 juli 2013 over de aanranding van een tienjarig meisje in
de Vluchtkerk in Amsterdam. Uit een reconstructie in het artikel blijkt dat de verdachte
Ali H., voormalig bewoner van kamp Notweg en de Vluchtkerk, ‘een chronisch en
toenemend psychotisch en schizofrene man is’, die ‘ernstig verloederd en
vereenzaamd is.’
Verschillende psychiaters, het Bureau Medische Advisering van de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND) en rechters van de Centrale Raad van Beroep hebben al
sinds 1998 vastgesteld dat Ali H. ‘een gevaar voor zijn omgeving vormt’. Op 14 april
2010 stelde het Bureau Medische Advisering (BMA) van de IND vast dat Ali H. zonder
behandeling kon vervallen tot gedrag dat ‘voor hemzelf of voor anderen tot
levensbedreigende situaties kan leiden’. Om die reden is Ali H. door de rechter in juli
2010 onuitzetbaar verklaard: aangezien er in Somalië geen voorzieningen zijn om
hem op te vangen, zou terugzending in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens.
In Nederland heeft hij echter ook niet de noodzakelijke gepaste zorg gekregen die hij
had moeten hebben.
Uit het bericht in Vrij Nederland blijkt dat de advocaat de gemeente Amsterdam heeft
verzocht om Ali H. een plek te bieden waar hij de noodzakelijke zorg krijgt. Uit de
reconstructie blijkt dat op het verzoek negatief is gereageerd door de Dienst Wonen,
Zorg en Samenleven. Een aantal partijen spreken in het artikel zelfs over het
tekortschieten van de Geneeskundige en Gezondheidsdienst (GGD), waaronder het
niet thuis geven van de GGD, nadat de advocaat van Ali H. had verzocht om
medicijnen en de noodzakelijke hulp.
De fractie van GroenLinks Amsterdam is van mening dat de overheid, in eerste
instantie het rijk, verantwoordelijk is voor onuitzetbare personen en vindt het
onbegrijpelijk dat Ali H. die duidelijk een gevaar vormt voor zichzelf en de
samenleving, niet de noodzakelijke zorg kreeg die hij had moet krijgen. Het is het
zoveelste Haagse probleem op de Amsterdamse straten.
Op 8 november 2012 heeft de gemeenteraad van Amsterdam de motie van
de toenmalige raadsleden mevrouw Van Doorninck en de heer Ivens aangenomen
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing doo Gemeenteblad
Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 18 juli 2013
(Gemeenteblad 2012, afd. 1, nr. 994) waarin staat dat kwetsbare personen die zich in
het kamp aan de Notweg bevinden, opvang geboden moet worden (indien zij dat
wensen) op basis van de zorgplicht.
Op grond van het vorenstaande hebben vragenstelsters op 18 jul 2013, op grond van
artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Is het college bekend met de voorgeschiedenis en medisch dossier van de
verdachte Ali H.?
Antwoord: Ja.
2. Is het college van mening dat de noodzakelijke hulp aan Ali H. onder de zorgplicht
van de overheid valt, zoals verwoord in motie nr. 994 van 2012?
Antwoord:
Motie 994 van 8 november 2012 gaat over de zorgplicht van de gemeente ten
aanzien van kwetsbare, uitgeprocedeerde asielzoekers. Dit is een andere
doelgroep dan de mensen die een gevaar voor zichzelf of een ander vormen.
Mensen die een gevaar voor zichzelf of een ander vormen kunnen op grond van
de wet BOPZ (Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen)
gedwongen worden opgenomen in een GGZ-instelling. Ook als zij
ongedocumenteerd en uitgeprocedeerd zijn.
Ten aanzien van de groep kwetsbare, uitgeprocedeerde asielzoekers is in het
Bestuursakkoord tussen de staatssecretaris van Justitie en de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG) inzake het vreemdelingenbeleid van 2007 onder
voorwaarden afgesproken dat gemeenten geen opvang verlenen aan
vreemdelingen die niet meer in Nederland mogen verblijven. Het Rijk is
verantwoordelijk voor de toelating, maar ook voor de uitvoering van het
terugkeerbeleid. In de praktijk blijkt toch een aanzienlijke groep tussen wal en
schip te vallen. Sluitend beleid is vooralsnog niet gerealiseerd. Gevolg is dat er
met grote regelmaat kwetsbare vreemdelingen zonder verblijfsvergunning op
straat staan die geen recht hebben op de reguliere maatschappelijke opvang.
Gemeenten bieden in bepaalde gevallen onverplichte opvang om humanitaire
noodsituaties te voorkomen en ook steeds vaker omdat de rechter dat oplegt bijv.
op grond van artikel 8 EVRM.
3. Klopt het bericht dat de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven begin 2013 negatief
heeft gereageerd op het verzoek van de advocaat om begeleiding en opvang te
verlenen aan Ali H.? Zo ja, kan het college uitleggen waarom op het verzoek
negatief is gereageerd?
Antwoord:
Ali H. heeft bij DWZS verschillende aanvragen gedaan om voor opvang in
aanmerking te komen. Deze aanvragen zijn afgewezen omdat hij geen geldige
verblijfstitel heeft en er niet gebleken was van kwetsbaarheid als bedoeld in
artikel 8 van het EVRM op grond waarvan er desondanks voor de gemeente een
positieve verplichting tot ingrijpen bestaat. In de uitspraak van de Centrale Raad
van Beroep van 17 juli 2013 is de gemeente in het gelijk gesteld: er is terecht
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing doo Gemeenteblad
Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 18 juli 2013
geen opvang verleend. Op 25 april 2013 is een nieuwe aanvraag ingediend, deze
werd om dezelfde reden afgewezen. Ook deze afwijzing bleef in beroep in stand
met de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 19 juni 2014. Tegen deze
uitspraak loopt nog hoger beroep. Daarin is nog geen uitspraak gedaan.
De Gemeentelijke Ombudsman schreef in zijn bevindingen op 16-4-2014:
“De advocaat van betrokkene heeft medio december 2012 aan de Dienst Wonen
Zorg en Samenleven (WZS) meegedeeld dat zijn cliënt zijn medicijnen niet slikt.
WZS heeft daarop de advocaat erop gewezen dat de heer Ali H. terecht kan bij
Kruispost voor medische zorg. Mij is niet gebleken dat hiervan gebruik is
gemaakt.”
4. Klopt het dat ook de GGD niet ‘thuis heeft gegeven’, nadat de advocaat de GGD
had gevraagd om hulp? Zo ja, kan het college uitleggen waarom niet is ingegaan
op het verzoek?
Antwoord:
Nee, dat bericht klopt niet. De Gemeentelijke Ombudsman heeft hier onderzoek
naar gedaan en zijn bevindingen waren:
“Uit de informatie die ik tot mijn beschikking heb is gebleken dat de GGD, toen de
dienst bekend werd met het feit dat de heer Ali H. in het tentenkamp aan de
Notweg verbleef, de situatie rond de heer Ali H. heeft besproken met de op locatie
aanwezige (medische) hulpverleners. Met de hulpverleners is toen afgesproken
dat indien er zorgen waren, zij contact op konden nemen met de GGD.
Gedurende de periode dat de heer Ali H. in het tentenkamp verbleeft heeft de
GGD geen eerstehands signalen ontvangen (d.w.z. direct afkomstig van de
hulpverleners of bewoners van het kamp) waaruit zij mochten of konden opmaken
dat de psychische gesteldheid van de heer Ali H. op dat moment verslechterde of
niet onder controle was. [.]
De heer Ali H. is na ontruiming van het tentenkamp in de Vluchtkerk
terechtgekomen. Ook hier was een medisch team aanwezig. Het zogenaamde
“psy-team” bestond uit twee psychologen en een psychiater. Eind januari 2013
maakte het medische team zich zorgen over de gesteldheid van de heer Ali H..
Hij vertoonde steeds vaker seksueel ontremd gedrag. Daarop is door het
medische team besloten om hem aan te melden bij het “rehabteam” (Mentrum /
GGZ).
De GGD heeft via de GGZ vernomen dat er sprake was van een aanmelding van
de heer Ali H.. Daarop heeft de GGD contact opgezocht met (de psychiater van)
het medische team om de situatie te bespreken. De psychiater heeft de GGD
toen kenbaar gemaakt dat de heer Ali H. in zorg was en er een afspraak gepland
stond voor een intake bij Rehab. Niet lang hierna vond de betasting van het 10-
jarige meisje door de heer Ali H. plaats.
Uit het bovenstaande valt mijns inziens op te maken dat de GGD wel degelijk,
binnen de grenzen van haar mogelijkheden en bevoegdheden, heeft gereageerd
op de waarschuwingen van de advocaat. Dit maakt dat ik geen vermoeden heb
van onbehoorlijk handelen door de GGD en derhalve geen aanleiding om mijn
onderzoek voort te zetten.”
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing doo Gemeenteblad
Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 18 juli 2013
5. Is het college van mening dat zij een zorgplicht heeft ten aanzien van
onuitzetbare personen die dermate psychisch ziek zijn dat zij een gevaar voor
zichzelf en voor de omgeving zijn?
6. Kan het college aangeven welke instrumenten een gemeentelijke overheid heeft
om de zorgplicht uit te voeren ten opzichte van onuitzetbare personen die een
gevaar zijn voor zichzelf en voor hun omgeving?
Antwoord vragen 5 en 6:
Ja. Als er sprake is van gevaar voor patiënt of omgeving dan wordt gebruik
gemaakt van de mogelijkheid die de wet BOPZ biedt. (Bijzondere Opnemingen in
Psychiatrische Ziekenhuizen). lemand die een gevaar vormt voor zichzelf of zijn
omgeving kan op grond van deze wet gedwongen worden opgenomen in een
GGZ-instelling.
7. Is het college van mening dat deze instrumenten voldoende zijn om zowel de
samenleving als deze personen te beschermen? Zo nee, wat zijn de knelpunten
en beperkingen die de gemeente kent?
8. Is het college bereid om knelpunten en beperkingen bij het uitvoeren van de
zorgplicht aan te kaarten bij het rijk?
Antwoord vragen 7 en 8:
Voor mensen die een gevaar voor zichzelf of hun omgeving vormen, ervaart de
gemeente geen knelpunten. Ook ongedocumenteerden en uitgeprocedeerde
asielzoekers kunnen worden opgenomen op grond van de BOPZ, dit is medisch
noodzakelijke zorg.
Voor de groep kwetsbare, uitgeprocedeerde asielzoekers heb ik in de vergadering
van 5 december 2013, en diverse vergaderingen hierna, met de Commissie
Algemene Zaken gesproken over de mogelijkheden voor een bed-, bad- en
broodvoorziening in de stad voor de vluchtelingen. Deze basisvoorziening heeft
tot doel om eenieder die het toekomt, een humanitaire ondergrens te bieden.
Hierover is voortdurend overleg met de G4 gemeenten en het Rijk. Met het Rijk
en de staatssecretaris zijn de zorgen van de G4 gedeeld en erkend. Het Rijk
neemt een standpunt in over de mogelijkheden voor een bed-, bad- en
broodvoorziening na een besluit van het comité van Europese ministers over het
advies van het Europees Comité voor de Sociale Rechten (ECSR). Naar
verwachting is er aan het einde van 2014 meer duidelijkheid. De Commissie AZ
zal hierover zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
E03 000545 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO
Ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 22 maart 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Grond en Ontwikkeling
Afval en Reiniging (4,5)
Woningbouw (20)
Agendapunt 7
Datum besluit College van B&W 21-2-2023
Onderwerp
Kennisnemen van de aanpak van zettingen in de Sluisbuurt en de vitvoeringskosten van project
Dijkversterking, Zeeburgereiland
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief en de bijlagen hierbij (waarvan één geheim) over
de aanpak van de zettingen in de Sluisbuurt en de vitvoeringskosten van project Dijkversterking,
Zeeburgereiland.
2. Kennis te nemen van de geheimhouding die op grond van artikel 25, tweede lid van de
Gemeentewet is opgelegd op de bijlage “GEHEIM Raadsinformatiebrief-bijlage”. Dit in verband met
de belangen genoemd in artikel 5.2, lid 2 onder sub b van de Wet open overheid. De geheimhouding
wordt opgelegd tot 31 december 2032.
3. Kennis te nemen van het verzoek om de opgelegde geheimhouding op bijlage “GEHEIM
Raadsinformatiebrief-bijlage” op grond van artikel 25, derde lid van de Gemeentewet tijdens de
eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad na aanlevering van de stukken bij de raadsgriffie te
bekrachtigen.
Wettelijke grondslag
Artikel 25 lid 2 en 3 Gemeentewet.
Artikel 169 van de Gemeentewet: Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad
verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (eerste lid). Zij geven de raad
alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (tweede lid).
Bestuurlijke achtergrond
Projecten Sluisbuurt en Dijkversterking vallen onder het Ontwikkelingsplan Zeeburgereiland,
vastgesteld in de gemeenteraad van 13 april 2005.
Het Investeringsbesluit Sluisbuurt is vastgesteld in de gemeenteraad van 27 september 2017. Het
college van B&W informeert de Gemeenteraad over de aanpak van zettingen die nodig is teneinde
het Investeringsbesluit vit te voeren.
De gemeenteraad is tweemaal geïnformeerd over de bodemdaling / zettingen in de Sluisbuurt:
- Raadsinformatiebrief ‘Bodemdaling/Zettingen in Sluisbuurt-Zeeburgereiland’ van 25 april 2022 zat
in de dagmail van diezelfde datum;
- Raadsinformatiebrief ‘Bodemdaling/Zettingen in Slvisbuurt-Zeeburgereiland; vervolg’ van 30 mei
2022 was ter kennisneming in de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022.
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2023-006845 9 Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Grond en % Amsterdam RO
Ontwikkeling %
Voordracht voor de Commissie RO van 22 maart 2023
Ter kennisneming
Hierin is toegezegd dat voor het Ondergronds Afval Transportsysteem (OAT) een alternatief wordt
uitgewerkt.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
Aanpak zettingen:
Adviezen van bodemonderzoeksbureau Fugro en advocatenkantoor Dirkzwager zijn in het door het
College van B&W genomen besluit betrokken.
Voorafgaand aan het door het College van B&W genomen besluit is met verschillende, externe
nutspartijen en kavelontwikkelaars gesproken over de constateringen over zettingen, de verkende
oplossingsrichtingen en het voorstel dat aan het B&W besluit ten grondslag lag. Hun input is zoveel
als reëel mogelijk meegenomen, maar de ter instemming voorliggende aanpak is niet voor akkoord
aan hen voorgelegd. De nutspartijen (bij monde van hun vertegenwoordigers in de overleggen) zijn
wel akkoord met voorgestelde variant. Nog langer met partijen participeren staat op gespannen
voet met zo spoedig mogelijk willen starten met de voorbereiding op en uitvoering van maatregelen
op de gemeentelijke grond, zodat dit zo spoedig mogelijk kan worden afgerond.
Over de consequenties en nadere uitwerking van de door het College van B&W besloten aanpak
lopen de gesprekken met nutspartijen en enkele vastgoedontwikkelaars/aannemers.
Geheimhouding
College van B&W heeft geheimhouding opgelegd op basis van artikel 25, 2° lid Gemeentewet op
de bijlage “GEHEIM Raadsinformatiebrief-bijlage”. Dit in verband met de belangen genoemd in de
Wet open overheid art. 5.1 lid 2 sub b (de financiële en economische belangen van de gemeente). De
geheimhouding wordt opgelegd tot 31 december 2032.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Commissie Duurzaamheid en Circulaire economie heeft stukken ook ter kennisname ontvangen.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.l1 2
VN2023-006845 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Grond en % Amsterdam
Ontwikkeling %
Voordracht voor de Commissie RO van 22 maart 2023
Ter kennisneming
1.Raadsinformatiebrief d.d. 21-2-2023 inzake aanpak zettingen Sluisbuurt
AD2023-016542
Zbe + OAT.pdf (pdf)
3. Raadsinformatiebrief bijlage - visualisatie maatregelen Sluisbuurt.pdf
AD2023-016541
(pdf)
AD2023-016540 Commissie RO Voordracht (pdf)
GEHEIM - 2. GEHEIM Raadsinformatiebrief bijlage d.d. 21-2-2023 - Aanpak
AD2023-016543 ‚ . . . n .
zettingen Sluisbuurt en uitvoeringskosten Dijkversterking Zbe. pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Esther Moors, projectmanager Sluisbuurt, Grond & Ontwikkeling, 0629571399,
E.Moors@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.l1 3
| Voordracht | 3 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 7 juni 2023
Ingekomen onder nummer 362
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Schmit , Wijnants, Boomsma, Koyuncu en Broersen
inzake het behoud van markten door doorstart markten mogelijk te
maken.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de voortgangsbrief markten en straathandel, het rapport Marktwaarde
van de Ombudsman en de monitor warenmarkten 2022.
Constaterende dat;
e Erin Amsterdam gemeentelijke markten zijn, waarbij de gemeente de markt faciliteert.
En er markten op afstand zijn, waarbij de organisatie van de markt gedaan wordt door
ondernemers zelf.
e _Ergemeentelijk markten worden opgeheven vanwege slechte prestaties.
e De markten op afstand over het algemeen succesvol opereren.
Overwegende dat;
e _Marktondernemers mogelijkheden zien om zelf markten door te starten als markt op
afstand wanneer een gemeentelijke markt wordt opgeheven.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Om nahet opheffen van een gemeentelijke markt de haalbaarheid te onderzoeken om
deze markt als “markt op afstand” door te starten, middels open inschrijving.
Indiener(s),
E.W. Schmit
D.P.B. Wijnants
D.T. Boomsma
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 2
S. Koyuncu
J. Broersen
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 702
Publicatiedatum 31 juli 2015
Ingekomen op 1 juli 2015
Ingekomen onder AM
Behandeld op 2 juli 2015
Uitslag verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de Voorjaarsnota 2015
(geef niet meer geld uit aan kunstsubsidies en voorkom zo ongewenste effecten van
subsidiebezuinigingen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Overwegende dat:
— de coalitiepartijen en het college voorstellen om vanaf 2017 £ 6,8 miljoen meer uit
te geven aan kunstenplansubsidies;
— erin de huidige kunstenplanperiode reeds € 1250 per huishouden word
uitgegeven aan kunstsubsidies en dat dat volstaat voor een bloeiend kunstklimaat
in Amsterdam;
— het college in de Voorjaarsnota 2015 voorstelt om £ 25 miljoen te bezuinigen op
subsidies en dat dat tot ongewenste gevolgen kan leiden voor kwetsbare groepen
in de stad zoals ouderen, gezinnen met een lager inkomen en chronisch zieken
en gehandicapten.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— geen voorstellen aan de raad te doen om vanaf 2017 € 6,7 miljoen meer uit te
geven aan kunstsubsidies;
— de hiermee vrijgespeelde financiële ruimte in te zetten ten bate van het
voorkomen van ongewenste effecten van de in de Voorjaarsnota 2015
voorgestelde bezuinigingen op subsidies, aan de hand van de in de motie 501
voorgestelde maatschappelijke kosten-batenanalyse.
Het lid van de gemeenteraad,
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | discard |
D Gemeente Amsterdam K S B
% Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie,
Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop
% Agenda, donderdag 28 juni 2007
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen
en Inkoop
Tijd 13.30 tot 17.30 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Vragenhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6a Conceptverslag van de openbare vergadering van
de Raadscommissie KSB d.d. 7 juni 2007
© Tekstuele wijzigingen worden vóór de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven (CommissieKSB @raadsgriffie. amsterdam.nl}
6b Conceptverslag van de besloten vergadering van
de Raadscommissie KSB d.d. 7 juni 2007
© Tekstuele wijzigingen worden vóór de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven (CommissieKSB @raadsgriffie.amsterdam.nl}
7 Openstaande toezeggingen
8 Termijnagenda
9 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam K S B
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven,
Deelnemingen en Inkoop
Agenda, donderdag 28 juni 2007
Deelnemingen en Inkoop
10 Fusie Nuon en Essent
e Presentatie gehouden door dhr. Van Halderen, Chief Executive Officer (CEO) Nuon
e Terugkoppeling buitengewone aandeelhoudersvergadering Nuon, 14 juni jl.
e Uitleg Amsterdamse beoordelingscriteria en besluitvormingsproces
11 Heroverweging en beheersmatig aandacht gemeentelijke deelnemingen Nr.
BD2007-003290
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
Bedrijven
12 Stadswarmte Amsterdam Noord Nr. BD2007-003837
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
e De leden van de raadscommissie Ruimtelijk Ordening, Grondzaken, ICT en
Waterbeheer zijn uitgenodigd
e _ Kabinetbijlagen liggen ter inzage bij de Raadsgriffie
13 krediet pilot bodemas commissie Nr. BD2007-003674
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
14 Convenant Uilenburger Sjoel Nr. BD2007-003724
e Kennis nemen van het convenant
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
Kunst en Cultuur
15 Voorjaarsnota 2007 commissie KSB Nr. BD2007-003367
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
e __Kabinetbijlage ligt ter inzage bij de Raadsgriffie
16 uitvoeringskrediet en realisatieovereenkomst depot Stedelijk Museum Nr.
BD2007-001370
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
17 Kadernota cultureel vastgoedbeleid ‘Cultuur onder dak’ Nr. BD2007-003963
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _Kabinetbijlage ligt ter inzage bij de Raadsgriffie
2
| Agenda | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1111 accent
Behandeld op 30 september 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Naoum Néhmé inzake de actualisatie van het
Investeringsbesluit NDSM-Werf 2020 (Amsterdam moet voldoende ruimte houden
voor bedrijvigheid en ondernemerschap)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over actualisatie van het investeringsbesluit NDSM-Werf 2020.
Overwegende dat:
— Aantrekkelijke steden wereldwijd plekken zijn waar veel functies samenkomen
met name wonen, werken en recreëren;
— Steden met veel bedrijvigheid en ondernemerschap plekken zijn waar er sprake is
van welvaart, innovatie en banen en waar er minder luchtvervuiling is doordat er
minder woon-werk verkeer is;
— Het stadsbestuur een wijziging voorstelt van reeds genomen besluiten voor de
NDSM-werf uit 2013 waarin het aandeel toegestane niet-wonen minimaal 45%
was;
— De voorgestelde wijziging inhoudt dat tweederde van de geplande ruimte voor
bedrijven en ondernemerschap wordt geschrapt. Hierdoor moet het nieuwe
aandeel niet-wonen minimaal 15% worden;
— In de commissiebehandeling van 23 september 2020 de wethouder Ruimtelijke
Ordening niet duidelijk kon maken ten koste van welke huidige en toekomstige
bedrijvigheid deze houding zal gaan. Hierdoor kan het geactualiseerde
investeringsbesluit schade toebrengen aan het vestigingsklimaat;
— De overheid een betrouwbare partner moet zijn voor burgers en bedrijven en
daarom niet onnodig investeringsbesluiten opnieuw ter discussie moet stellen;
-— De Bedrijvenstrategie 2020 van gemeente Amsterdam duidelijk aangeeft dat er in
transformatiegebieden 25% tot 40% productieve ruimte nodig en deze verhouding
realistisch te achten.
Besluit:
Het raadsbesluit als volgt te wijzigen:
Beslispunt 1a te wijzigen in:
1. Tot het vaststellen van de Actualisatie Investeringsbesluit NDSM-werf 2020 als
actueel stedenbouwkundig en programmatisch kader voor de resterende
ontwikkeling van de NDSM-werf tot 2030, waarbij specifiek wordt gevraagd om:
1
a. In te stemmen met wijziging van de verhouding tussen het woon en het niet-woon
programma van ca.50/50% naar resp. max. 70% en min. 30%. Hierbij geldt dat deze
percentages van toepassing zijn voor het programma van de gehele NDSM-werf
(oost en west samen).
Het lid van de gemeenteraad
H. Naoum Néhmé
2
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1227
Publicatiedatum 12 oktober 2016
Ingekomen onder T
Ingekomen op 5 oktober 2016
Behandeld op 5 oktober 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Vroege inzake het principebesluit Sprong over ’t IJ (watertaxi's).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het principebesluit Sprong over 't IJ (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1172).
Constaterende dat:
— het aantal overstekers op het IJ met 6,5% per jaar stijgt;
— het college op korte termijn (10 jaar) gaat inzetten op het optimaliseren van de
veren om de drukte op het IJ het hoofd te bieden;
— deze optimalisering slechts een beperkte rekbaarheid kent en het de vraag is
of wij hiermee de drukte voor de komende 10 jaar kunnen oplossen;
— de watertaxi een effectief en flexibel transportmiddel is dat kan helpen de
mobiliteit op het IJ te vergroten en de drukte op de ponten te verminderen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
te onderzoeken of het mogelijk en wenselijk is om bedrijven in staat te stellen om
(commerciële) watertaxi's te exploiteren op het IJ, teneinde de mobiliteit te vergroten
en de drukte op de veren te verminderen.
Het lid van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1667
Publicatiedatum 29 december 2017
Ingekomen onder Al
Ingekomen op donderdag 21 december 2017
Behandeld op donderdag 21 december 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Boldewijn inzake de Verordening Parkeerbelastingen 2018
(financiële consequenties parkeerregulering voor bewoners en ondernemers in
Noord).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het intrekken van de Verordening Parkeerbelastingen
2017 en het vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2018
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1598).
Constaterende dat:
— Noord van oudsher door forenzen, dagjesmensen en andere langparkeerders als
informele P+R wordt gebruikt;
— Als gevolg van de Noord-Zuidlijn, die medio 2018 gaat rijden, de
aantrekkingskracht om te parkeren in Noord verder zal toenemen;
— Dit extra druk zal leggen op ontwikkelgebieden die geen parkeerregulering
kennen:
— Bewoners en ondernemers in deze gebieden daardoor minder ruimte zullen
hebben voor het parkeren van hun auto.
Van mening dat:
— Parkeerregulering nodig is in de ontwikkelgebieden, maar zo veel mogelijk
moeten worden voorkomen dat dit financiële consequenties heeft voor bewoners
en ondernemers, aangezien zij niet de oorzaak zijn van de toename van de
parkeerdruk.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken wat de financiële consequenties parkeerregulering zal hebben, voor
bewoners en ondernemers, in gebieden in Noord waar nu geen parkeertarieven
gelden.
Het lid van de gemeenteraad
H.B. Boldewijn
1
| Motie | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
D Gemeenteblad
x% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 453
Ingekomen op woensdag 22 april 2020
Behandeld op woensdag 22 april 2020
Status Verworpen via schriftelijke stemming op 28 april 2020
Onderwerp
Motie van het lid Taimounti inzake het aanvullen van de noodkas met subsidiëring
van de OBA
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over instemmen met het inrichten van een noodkas ter grootte
van €50 miljoen, ten behoeve van maatregelen ter bestrijding van de corona uitbraak.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 403).
Constaterende dat:
- De corona-maatregelen de Amsterdamse economie zwaar heeft getroffen;
- Ondernemers het hoofd niet meer boven water kunnen houden.
Overwegende dat:
- OBA Next voor miljoenen euro's wordt gesubsidieerd en dit geld beter besteed kan
worden aan onze ondernemers.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De noodkas aan te vullen door de subsidiëring van OBA Next stop te zetten en deze
ten gunste te laten van de mkb'ers in nood.
Het lid van de gemeenteraad
M. Taimounti
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 575
Publicatiedatum 23 juni 2017
Ingekomen op 22 juni 2017
Ingekomen in raadscommissie ZS
Te behandelen op 19/20 juli 2017
Onderwerp
Motie van het lid Van Soest inzake de Voorjaarsnota 2017 (meer banken in
Amsterdam voor ouderen en minder validen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 446).
Constaterende dat:
— erde laatste decennia veel bankjes zijn verdwenen;
— dit gebeurd is vlak bij Verpleegtehuizen en bij tramhaltes;
— we als Amsterdam een oudervriendelijke stad willen zijn;
Overwegende dat:
— dat bankjes als rustpunt kunnen fungeren voor ouderen en minder validen, die
even willen ontspannen en / of bijkomen;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— meer bankjes te plaatsen in Amsterdam;
— de Raad te informeren hoe, waar, wanneer en met hoeveel zij dat kan / wil doen.
— financiële dekking aan te geven.
Het lid van de gemeenteraad
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
_ a ij | a
|
— d RN
Amsterdam Pz lk
ms . 7 ae B
1 Nn OR
In beeld mz Á NN Ed
REEN Jen IAS RES
Se IS > JAN
TER S PA
P E À Ed Pot é J ve 14 7 k e
Ae « Aar Á. | 1 ,
rg vh
mp bh ef
| Nl
ksa De À Pp 8 8 hj
he De ai si A |
p”
Keren Buurtteam 5
Inhoudsopgave
Opdracht buurtteams 3 j ay
Context T u Ja «
Welkom bij het buurtteam 5 Î A B dai pe
Ondersteuning Amsterdammers - Wmo 7 Î Ea ds , | f kam
Ondersteuning Amsterdammers - geldproblemen 9 | ' Id nd . |
De ervaring van de Amsterdammer 1 hef a pr B EN En )
Bereiken van Amsterdammers en netwerkpartners 12 Í gn 5 0
Buurtteam & netwerkpartners 13 S ant E
Personeelsopbouw 16
Kennisopbouw personeel 17 4 4 bh
Budget 18 v
Pi 4 4 2
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 2
% Gemeente Buurtteam 5
“% Amsterdam Amsterdam
Opdracht buurtteams
Sinds april 2021 heeft Amsterdam buurtteams. Ze De buurtteams ondersteunen Amsterdammers e Algemene ondersteuning Wmo
helpen Amsterdammers met vragen op het gebied om hun situatie duurzaam te verbeteren. Zodat zij e Toeleiding, toegang & regievoering aanvullende
van zorg, wonen, gezondheid, werk, geld, ontmoeten zo zelfstandig mogelijk mee kunnen blijven doen in ondersteuning Wmo
en veiligheid. De buurtteams bieden zowel kort- als de samenleving. Altijd in afstemming met de
langdurende ondersteuning aan Amsterdammers Amsterdammer en passend bij de specifieke situatie Omdat de buurtteams de toegangspoort zijn voor
van 18 jaar en ouder. en het beoogde perspectief. Ze kijken welke mogelijk _ verschillende soorten ondersteuning, vormen
heden er zijn in de directe omgeving en maken zij samen met de Ouder en Kindteams dé spil
Het buurtteam levert samen met formele en verbinding met voorzieningen in de buurt. Waar nodig in de buurt. Zij zijn de aanjager van de beweging
informele organisaties in de buurt de juiste wordt aanvullende of specialistische hulp ingeschakeld. naar de voorkant (zo licht als mogelijk) en het
ondersteuning aan Amsterdammers. Zo licht als bieden van integrale ondersteuning (waaronder
mogelijk, zo zwaar als nodig. Ondersteuning voor Taken van het buurtteam zijn: bestaanszekerheid).
de Amsterdammer wordt dichtbij en in samenhang e Verstrekken van informatie & (oudget) advies
georganiseerd: eenvoudig, herkenbaar en e Maatschappelijke dienstverlening
laagdrempelig. Zorg en ondersteuning is daarmee e Ondersteuning bij de aanpak van schulden en
beter vindbaar voor de inwoners. sociaal raadsliedenwerk
Nap / Ren B ë 4 Buurtieem EA 4 en ä ES eN oursean B
8 ie” ld” le de &i ü AL: dl 5 5 Ki 4 £ Mi eN Ak
| e EN OR 4 nn %
j / on NS | j a EN Fe
SE al Al Y EN S il DS es
SSS ANN ofofVrAc lide jole
CHN OS Meiren een anderdoet, et is oké om BRE Dr
Leal LaKSl NA | SS LE laa cl Pnt alt ok ALEA TENEN A Ee En
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 3
%
x Cemeente Buurtteam
% Amsterdam Amsterdam
De context waarbinnen Buurtteam Amsterdam binnen het jeugdstelsel. Daarnaast zijn vraag en werken de buurtteamorganisaties intensief samen
haar opdracht in 2022 moest uitvoeren was roerig. aanbod soms onvoldoende op elkaar afgestemd. met elkaar en met de gemeente. Dit jaaroverzicht
Op de eerste plaats omdat de economische situatie Het benodigde aanbod vanuit de sociale basis is niet geeft een stedelijk beeld van de dienstverlening door
in 2022 fors anders was dan verwacht vanwege de altijd beschikbaar of wordt nog niet goed genoeg de buurtteams aan de Amsterdammers.
grote prijsstijgingen die veel invloed hadden op de gevonden. Ook heeft het buurtteam te maken met
uitgaven van huishoudens. Veel Amsterdammers wachtlijsten bij de aanvullende ondersteuning Wmo
kregen te maken met de armoedecrisis. (hulp bij het huishouden) en de GGZ. Tot slot speelt
de schaarste een rol: zowel op de arbeidsmarkt,
Ookis het stelsel waarbinnen de buurtteams de woningmarkt als bij het vinden van passende
opereren nog volop in beweging. Zo vonden huisvesting voor buurtteamlocaties.
afgelopen jaar diverse aanbestedingen aanvullende
ondersteuning Wmo (aanvullende individuele De buurtteams zijn per stadsdeel georganiseerd. In
ondersteuning, hulp bij het huishouden en ieder stadsdeel is een buurtteamorganisatie actief
dagbesteding) plaats en waren er hervormingen die de buurtteams uitvoert. Op een aantal thema's
Wenen \ Jongeren Financieel Caté Ì Ml oremcoten Ï an ï Werk el B Den Veiligheid
de wr: ie. N Bf PN na
5 do A GA Ë on ij 4 ie dam 3 À À 3 Ee fi 3 Pr En. 8
* N Tik A3 EE y N
: N er RE ' en ij '
#2 5 í dad mr nn 7 4
# t ee, Ee ie : Á p ‘ 8 Pand and ë s
| & Zi = IN BE, as”
/ AN Ijs Samen pakken „Meedoen a N En Ave l= REVE Fe
dUlDij vrage AWG: mr aan activiteiten kei de) CL uw eigen huis
„over wonen problemen aan In uw buurt en inkofien sigh eld Lea
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 4
x%
x cemeente Buurtteam
% Amsterdam Amsterdam
Welkom bij het buurtteam
Buurtteams
In totaal zijn er 34 buurtteams. Naast de eigen
locaties werken de buurtteams vanuit 82 satelliet oe
locaties verspreid over de stad. Satellietlocaties zijn Q © 9
laagdrempelige locaties zoals inloopvoorzieningen,
spreekuren op scholen en voedselinitiatieven. Veel : °
van deze locaties zijn gericht op het bereiken van 9
specifieke doelgroepen. B R 9 4 ©
0 ® Ie
Informatie en advies 5 8 0 Bo Sik
In 2022 hebben de buurtteams ruim 55.000 keer 9 9? 9 9 Ò f
informatie of advies verstrekt. Dat is een stijging van 9 @® 9 © © E
ruim 50 procent ten opzichte van 2021. De top drie ® © O9 ° ©
onderwerpen waren financiën, wonen en zorg. % 9 © % Ge 9 DO 2 à
Hieruit maken we op dat de buurtteams goed 9 © B 9 ®
gevonden worden. 9 9 ö 9 EEN © E
9 9 ® ö
ca Je °
Top 3 onderwerpen bij ondersteuning
2022 9_®
En ee °o %
©
9 ©
9 °
9
9
MO HD Ht
8) Buurtteam 9
9 Sattelietlocatie
Financiën Zorg Wonen
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 5
% Gemeente Buurtteam 5
% Amsterdam Amsterdam
Welkom bij het buurtteam
Wachttijden
Gemiddelde stedelijke wachttijden ed Onder wachttijd wordt hier de tijd tussen aanmelding
(na informatie/advies) en startgesprek verstaan.
2028 Het betreft de mensen die wachten op een onder-
>4 weken
steuningstraject en een vraagverhelderingsgesprek
. vanuit het buurtteam. Een groot deel van de
Maximaal 1 week
Amsterdammers (50-60%) heeft echter een enkel-
voudige vraag. Deze worden vrijwel altijd direct of in
korte tijd beantwoord tijdens inlopen en spreekuren.
Hier is van wachttijd geen sprake.
55% De gemiddelde wachttijd was in 2022 11,6 dagen.
Dit is iets hoger dan in 2021 11,2). Dit hangt mogelijk
samen met de sterk gestegen aantallen informatie &
8-28 dagen advies en de wachttijden bij de aanvullende
ondersteuning Wmo (hulp bij het huishouden). Dit
onderzoekt de gemeente nog verder met Buurtteam
Amsterdam. Daarbij wordt ook gekeken naar de
definitie van wachttijd om meer inzicht te krijgen in de
totale wachttijd voor Amsterdammers en factoren die
hierop van invloed zijn.
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 6
%
x Cemeente Buurtteam
% Amsterdam Amsterdam
®
Ondersteuning Amsterdammers - Wmo
Ondersteuning door het buurtteam .
In 2022 werd aan Amsterdammers ruim 21.300 keer Hoe ingestroomd? A |
ondersteuning geboden nadat informatie & advies 2022
is gegeven door het buurtteam. Dat is ongeveer Zelfmelders
hetzelfde aantal als in 2021. 17%
Interne doorverwijzing binnen en
In-en uitstroom tussen buurtteamorganisaties
De totale instroom bedroeg 13.600 en de uitstroom Overdracht vanuit project transitie
12.500. De Amsterdammer kwamen in 2022 op 49% 52% Ambulante ondersteuning
verschillende manieren bij de buurtteams terecht
(zie hiernaast: hoe ingestroomd?) verwlahe vanuit partners Goolale
asis, ‚huisartsen, ‚sociaa
Uitstroomredenen bij de buurtteams 3% lala SEZ
Q4 2022 _ Overig
In het vierde kwartaal zijn de buurtteams
overgegaan naar een nieuwe manier van registeren,
waardoor een vollediger en genuanceerder beeld is Hoe uitgestroomd in Q4?
ontstaan van de uitstroom. De cijfers in deze tabel
hebben alleen betrekking op Q4. 2022 Amsterdammer kan zelf verder
zonder Buurtteam
22%
ES Lichtintensieve ondersteuning
door het buurtteam (regie, nazorg,
vinger aan de pols)
43%
12% Contact verbroken tijdens
° hulpverleningstraject
Overige resultaten, met name
overdracht naar aanbieder AIO,
PGB of HbH (inclusief regie), of
specialistische zorg À
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 7
% Gemeente Buurtteam
% Amsterdam Amsterdam
Ondersteuning Amsterdammers — Wmo
Regie Voor nieuwe cliënten wegen buurtteams en
De buurtteams bieden naast informatie, advies zorgaanbieders af voor wie buurtteamondersteuning ie kan nld steeds meer
en ondersteuning aan Amsterdammers ook passend is en voor wie meer specialistische r ED
regievoering. In 2022 is regievoering geboden aan aanvullende ondersteuning’ vanuit zorgaanbieders dingen vcd regelen
1200 Amsterdammers over de aanvraag of levering nodig is. We streven naar een verhouding van circa met hulp van dea di: E,
van aanvullende ondersteuning Wmo. 80% buurtteamondersteuning en 20% aanvullende het buurtteam OO % 5
ondersteuning door zorgaanbieders. Instroomcijfers b Fr —_%
Ondersteuning van zorgaanbieders naar bevestigen dat er in 2022 een stabiele lagere instroom Pp ZN à
buurtteams is van 25% bij aanvullende ondersteuning ten ( 4 gan EN
Met de komst van de buurtteams zijn voormalige opzichte van 100% vóór de start van de buurtteams. re € B Ie Ee
cliënten ambulante ondersteuning vanuit if EE EE
zorgaanbieders naar buurtteams overgedragen. Eind Pa
2022 zijn in totaal 3380 Amsterdammers overgegaan hee
naar buurtteamondersteuning (2900 in 2021 en 480 Ì
in 2022). De overdracht van bestaande cliënten naar N \
buurtteams is hiermee bijna afgerond. Nog circa 295 4 m B …….
Amsterdammers worden in 2023 overgedragen. 3 RE 5
De gemeente voert begin 2023 een kwalitatief @ Ze Pr
onderzoek uit naar de ervaringen van j iz 2 ed
Amsterdammers die zijn overgedragen naar het dt
buurtteam met als centrale vraag: hoe kijken Buurtteam
Amsterdammers terug op de verandering en hoe Altijd hulp dichtbij
ervaren zijhun situatie nu? De onderzoeks rESU taten wij helpen bij vragen over zorg & geld # wonen : gezondheid & werk £ ontmoeten # veiligheid
verwachten we halverwege 2023.
Michel kreeg toen net moeilijk ging
hulp en ondersteuning bij het krijgen
van overzicht en het contactleggen
1, Het betreft de Wmo voorzieningen: Aanvullende individuele ondersteuning en Begeleid Thuis. met insta nties.
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 8
% Gemeente Buurtteam 5
“% Amsterdam Amsterdam
®
Ondersteuning Amsterdammers - geldproblemen
De gestegen energiekosten en inflatie zijn tekenend De financiële problematiek zette zich niet door in Dn
voor 2022. De gevolgen hiervan voor de financiële een stijging in de vraag naar schuldhulptrajecten s ne le 8 ai de post.
situatie van Amsterdamse huishoudens waren voor mensen met problematische schulden. Dat N È
groot. Dit zien we terug in de stijging van 39% van aantal is met 6% juist licht gedaald. De intensieve Weer te Openen
de meldingen vroegsignalering. In totaal gaven aanpak aan de voorkant lijkt zijn vruchten af te met hulp van " je ì
schuldeisers in 2022 42.204 meldingen door. werpen om problemen klein te houden. Ook voeren het buurtteam en NS
Gemeente en buurtteams zoeken vervolgens contact schuldeisers sinds de coronaperiode vaker een #e S Geo EN
met Amsterdammers die een betaalachterstand sociaal incassobeleid. Gezien de economische F IEN
hebben en bieden hulp aan. Het deel van deze situatie blijft het echter belangrijk om de instroom } Ee Jar
aanpak dat de buurtteams uitvoeren (Vroeg Eropaf en in schuldhulpverleningstrajecten bij de buurtteams KE 8
Eropaf) steeg met ruim 50%. De stijging in meldingen nauw te volgen. : Ee Kn
komt mede door het groeiende aantal schuldeisers | : kf X
dat beginnende betaalachterstanden (eerder) meldt. Td eN E
In 2022 groeide dit aantal met 82 nieuwe partners, ) di Kel 7
voornamelijk particuliere verhuurders. „ Dl hs 6 k
Aid pg an 4 k
De buurtteams kregen extra middelen om de dt Ed 8
meldingen vroegsignalering op te volgen, en werken ® PE Zn
samen met gemeente en energiebedrijven in de 5 El f EE ie
‘vangnetaanpak energiearmoede! Een brede aanpak FEEN 1 Mee
om samen te zoeken naar (maatwerk)oplossingen 5 Buurtteam
voor Amsterdammers die door hoge energieprijzen Amsterdam
. … Altijd hulp dichtbij
in de problemen zijn gekomen. De buurtteams
hebben voor deze Amsterdammers 547 keer wij helpen bij vragen over zorg + geld « wonen 1 gezondheid 1 werk & ontmoeten « veiligheid
individuele bijzondere bijstand aangevraagd en
18 keer een schuldenrustlening afgesloten. Dit is . ….
naast informatie & advies dat onder andere via Bianca kreeg hul Pp bij
speciale energiespreekuren wordt aangeboden. het oplossen van haar
In 2022 is de uitvoering die de buurtteams geven
aan de vangnetregeling goed op gang gekomen. sch U iden.
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 9
%
x cemeente Buurtteam
% Amsterdam Amsterdam
Ondersteuning Amsterdammers - geldproblemen
Bereik van Amsterdammers met geldproblemen OQ, Ondersteuning gedupeerde ouders är
toeslagenschandaal vb
Vroeg Eropaf meldingen 2022 30.422 Ook in 2022 heeft het bed gedupeerde ouders van het Ä
toeslagenschandaal met veel inzet ondersteund.
Aantal meldingen 2021 19.915
oa 5 5.141 Amsterdamse ouders die zich bij het Rijk gemeld
/o stijging tov. 2021 53% hebben als gedupeerden.
Vroeg Eropaf % bereikt 2022 18% 3.049 Door het buurtteam ondersteunde Amsterdamse
Aantal Eropaf meldingen 2022 830 ouders. Ouders kunnen zelf kiezen of zij aanvullende
ondersteuning van de gemeente willen. Een deel kiest
Aantal Meldingen 2021 797 ervoor om geen gebruik te maken van aanvullende
ondersteuning.
% stijging tov. 2021 4%
Ruim 6.000 Kindregeling sinds eind 2022: Amsterdamse
Eropaf % bereikt 2022 89% gedupeerde kinderen die recht hebben op
ondersteuning van de gemeente en een geldbedrag
vanuit de Belastingdienst krijgen.
Schuldhulpverlening
Aantal nieuwe trajecten 4643
% daling tov. 2021 1%
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 10
% Gemeente Buurtteam 5
“% Amsterdam Amsterdam
De ervaring van de Amsterdammer
In 2022 heeft de gemeente in nauwe samenwerking e Ook kunnen buurtteammedewerkers nog meer De ingezette acties en het effect ervan zijn
met Buurtteam Amsterdam een onderzoek gedaan werken op locaties in de wijk. onderwerp van gesprek in de prestatiedialogen
naar de ervaring van Amsterdammers die in 2021 voor tussen de lokale buurtteamorganisaties en
het eerst in contact kwamen met een buurtteam. Hoe De bevindingen vanuit het clientervaringsonderzoek gemeente.
vonden zij de toegankelijkheid van het buurtteam, de worden door de lokale buurtteamorganisaties in de
informatie die het buurtteam biedt, het contact met stadsdelen opgepakt. Naar aanleiding van het
het buurtteam en de (voorgestelde) ondersteuning? cliëntervaringsonderzoek zijn of worden bijvoorbeeld mm
Hieronder vindt u een aantal positieve bevindingenen _ de volgende verbeteracties doorgevoerd: gr En
aandachtspunten. ° De informatie over de inzet van een onafhankelijke eugeen lieke
cliëntondersteuner wordt breed verspreid (oosters, Hoever
Positieve bevindingen: folders) en wordt in het introductieprogramma rolstoelwoning kreeg
e 70% van de respondenten geeft aan zich welkom te voor nieuwe buurtteamondersteuners behandeld. Be jui ee
voelen in het buurtteam. Zo weten Amsterdammers, of worden zij daarop reg y=
e 78% van de respondenten is positief over de gewezen, dat ze altijd gebruik kunnen maken van je 4 cm bd
vindbaarheid (ook digitaal) en 58% over de snelheid deze ondersteuning. 5 ed = lj 4 k
waarmee men geholpen werd. e Bredere communicatie uitingen — rekening > he |
e 73% is positief over de voorgestelde ondersteuning houdend met anderstaligen -om bekendheid Po de
en geeft aan dat zij het buurtteam zouden van de buurtteams te vergroten. Dit is inmiddels “Ik kan gelukkig in mijn
aanbevelen en dat zij zich geholpen voelen door het opgepakt. Er is nu informatie in 6 extra talen buurt blijven wonen”
buurtteam. beschikbaar.
° Buurtteammedewerkers werken op locaties in de > Lean maer over sonen
Verbeter/aandachtspunten: wijk door op satellietlocaties te werken.
e Inenkele gevallen vraagt de fysieke toeganke- e Cliëntenbelang Amsterdam komt op locatie om te aar bend B
lijkheid van de buurtteamlocaties om verbetering. beoordelen op toegankelijkheid voor mindervalide 2 à mm
e Het verstrekken van informatie, zoals: wat het buurt- Amsterdammers. Aan de hand daarvan zullen \ En
team is en welke hulp het buurtteam kan bieden. gerichte verbeteringen doorgevoerd worden. Ook « 5
e Communicatie over de mogelijkheid van zullen Mystery Guests ingezet worden om gericht te
onafhankelijke cliëntondersteuning en de wachttijd. ervaren hoe de toegankelijkheid en de kwaliteit van Lisa kreeg hulp bij het krijgen
Amsterdammers zouden informatie over het de dienstverlening is. .
buurtteam ook graag schriftelijk ontvangen. * Er gaan pilots plaatsvinden met avondopenstelling. van een rolstoelwoning.
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 11
% Gemeente Buurtteam 5
“% Amsterdam Amsterdam
° NT B
Bereiken van Amsterdammers pe
en netwerkpartners Tee
TEE
Zorgen dat alle Amsterdammers die zorg en onder- e Eriseen campagne gelanceerd met verhalen Dd a
steuning nodig hebben, het buurtteam weten te van Amsterdammers die door het buurtteam zijn 3 maf
vinden, te waarderen en te benutten, is de inzet van geholpen: https:/www.buurtteamamsterdam.nlf p ij
de communicatie vanuit Buurtteam Amsterdam. verhalen. EA LUT U) Kel
De buurtteamorganisaties hebben eigen communi- e Er worden met partners gezamenlijk communicatie- eg
catieafdelingen maar werken ook intensief samen. uitingen gemaakt. Zo is vanuit OKT, Welzijn op OO
Stedelijk is er in 2022 ontzettend veel gebeurd om Recept en Buurtteam Amsterdam informatie gegaan Arne pe
heldere communicatie over Buurtteam Amsterdam naar huisartsen en een speciale webpagina gemaakt hk an
te realiseren: met snelle contactmogelijkheden. { PS
° Het 1-jarig jubileum in maart is gebruiktom een actie PN
e Eris breed ingezet qua communicatiemiddelen met mobiele koffiebars met eigen medewerkers in en Vv
en-kanalen om jongvolwassen tot ouderen, de wijken van Amsterdam te houden en in gesprek a é
Nederlandstalig en anderstalig te bereiken. Denk te gaan met Amsterdammers. »’ a
onder andere aan: de website, filmpjes, folders, e Rondom de armoede-en energiecrisis is samen _
posters, social media campagnes op Facebook en met partners zeer breed, cross mediaal An
Instagram, posters op locaties en op 100 plekken gecommuniceerd. Van spreekuren tot schriftelijk a uurtteam
in het straatbeeld door de stad en in advertenties en online publieks- en partneruitingen. oac
in het MUG Magazine. Filmpjes voor en door e Er wordt regelmatig een nieuwsbrief voor gemeent eten te
jongeren op onder andere TikTok en een actie met professionals uitgegeven en er worden
koffiebonnen voor jongeren. bijeenkomsten voor professionals georganiseerd Alle inspanningen lijken het gewenste effect te
e Naast via eigen kanalen wordt gecommuniceerd via die moeten leiden tot een betere dienstverlening hebben. Er is een verdubbeling in het aantal
de kanalen van partners zoals de gemeentekrant, aan Amsterdammers. informatie & adviesvragen en ook het aantal
(nieuws)brieven en social media. e Eris in 2022, mede door de armoede-en bezoekers van de website buurtteamamsterdam.nl
e Er zijn themafolders en themafilmpjes ontwikkeld. energiecrisis, aan veel persverzoeken meegewerkt, groeide. Partners bestellen steeds meer
e De algemene buurtteamfolder is in 6 talen vertaald zowel op lokaal als landelijk niveau. Hiermee worden _communicatiemateriaal voor hun doelgroepen.
om een bredere doelgroep te bereiken (aanbeveling Amsterdammers gewezen op het bestaan van de Er zijn meer dan 5000 folders in verschillende talen en
vanuit het clientervaringsonderzoek). buurtteams en de hulp die ze daar kunnen krijgen. thema's besteld door partners in Amsterdam.
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 12
% Gemeente Buurtteam 5
“% Amsterdam Amsterdam
Buurtteam & netwerkpartners
Het succes van de buurtteams valt of staat met Ouder- en Kindteams Amsterdam (OKT) Wijheipenu Dream
de samenwerking met de partners in het stelsel om In 2022 is er extra aandacht geweest voor de samen- met vragen over:
de buurtteams heen. Om Amsterdammers passende _ werking tussen het OKT en buurtteam om zo voor E zoe
ondersteuning te kunnen bieden, was daarom een samenhangende ondersteuning aan Amsterdamse ee
belangrijk speerpunt in 2022 het (verder) bouwen gezinnen en jongeren te zorgen. Het resultaat is Eep celd
aan de samenwerking tussen de buurtteams dat teamleiders elkaar nu geregeld ontmoeten, er GR wonen fd
en netwerkpartners. Hiervoor zijn de bestaande gezamenlijke casuïstiekbespreking plaatsvindt 0 / / Ea |
samenwerkingsafspraken verbeterd en korte lijnen in en het buurtteam en OKT op een aantal locaties W_cezondheid l/Z |
de dagelijkse praktijk gecreëerd zodat medewerkers gezamenlijk gehuisvest zijn. Een mooi voorbeeld is si werk | af En |
elkaar goed kunnen vinden. De focus lag op de de gezamenlijke casuïstiek bespreking in stadsdeel ser ontmoeten I k
, ‚ … SQL Ontmoeten i mn
samenwerking met: Zuidoost waarbij zowel het buurtteam, OKT als KL
WPIl aanwezig zijn om gezamenlijk te kijken welke ® Veiligheid A
Sociale basis ondersteuning gezinnen nodig hebben vanuit | / fi
In 2022 hebben meerdere pilots plaatsgevonden, zowel de Wmo, de Jeugdwet als op het gebied van „_$ ff bf
gericht op het versterken van de samenwerking bestaanszekerheid. pn v, pb Z
tussen het buurtteam en de sociale basis. Hiermee ZJ En ) Sd
willen we meer Amsterdammers bereiken die hulp WPI / 8 w/ s
van het buurtteam nodig hebben. Vanuit één van de De directe samenwerking tussen WPI-medewerkers L/ S= — |
pilots zijn gezamenlijke appgroepen gestart in elk en de buurtteams is verstevigd doordat in 2022 nog A „ V) ee
stadsdeel. Medewerkers van zowel buurtteams als meer klantbegeleiders Werk-Participatie (nu totaal ® / arn
sociale basis kunnen een concrete vraag van een 41) en inkomensconsulenten en klantbegeleiders Jes
Amsterdammer in de app stellen (zoals, kent iemand Inkomen (nu totaal 45) direct aan de buurtteams zijn ( Buurtteam
een persoon die kan helpen bij een verhuizing?) verbonden en vaker vast op de buurtteamlocaties Amsterdam
en vrijwel direct antwoord krijgen van een collega. werken. De klantbegeleider Inkomen is een Aiijd hulp dichtbij
Dit heeft gezorgd voor kortere lijnen en een beter nieuwe outreachende functie binnen de afdeling
beeld van het beschikbare aanbod in het stadsdeel. Inkomensvoorziening met als hoofdtaak het
Daarnaast is in het najaar een “foto' gemaakt van nastreven van inkomensbestaanszekerheid. zodat Amsterdammers met financiële problemen
de huidige samenwerking. In het eerste kwartaal de juiste ondersteuning krijgen. Het aantal bewind-
van 2023 gaan de buurtteams, sociale basis en Bewindvoerders en budgetbeheerders voerderskantoren dat is aangesloten bij het
gemeente, mede op basis van deze foto, kijken hoede In 2022 is gewerkt aan verbetering van de samen- convenant Kwaliteit Beschermingsbewind is gegroeid
samenwerking beter vormgegeven kan worden. werking tussen bewindvoerders en de buurtteams, van 4 in 2020 tot 29 in 2022, waarmee circa 75%
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 13
% Gemeente Buurtteam 5
“% Amsterdam Amsterdam
Buurtteam & netwerkpartners ‚alistische Onafs,
Se ugdhulp clientonde. /Üke
van de Amsterdammers in schuldenbewind wordt oa Uni, u
bereikt. Om een duidelijke en eenduidige werkwijze st en er
te hebben, zijn medio 2022 de werkafspraken over in- SI Cr RA,
en uitstroomtrajecten herijkt. In oktober was te zien de Ue RN
dat het aantal aanmeldingen voor instroomtrajecten 4 ® © 9%
steeg ten opzichte van april. Daarnaast was er in juni e
een grootschalige ontmoetingsdag waar buurtteams, É, 4
bewindvoerders en de Kredietbank Amsterdam Ó e,
ervaringen uitwisselden. Het bleek waardevol 5
om afte stemmen over onder andere de rol- en € Ke |
taakverdeling en het tot stand brengen van korte 5
ui
onderlinge lijntjes. ë $ » À
Aanvullende ondersteuning Wmo È 2 1 OG 5 z
In 2022 zijn samenwerkingsafspraken gemaakt <8 5 2
met de aanbieders van aanvullende individuele 9 a
ondersteuning en dagbesteding. Hiermee is een eK: >
belangrijke basis gelegd om elkaar beter te vinden © 5 el ©
en elkaars expertise te benutten om Amsterdammer 38 D\ CN Áò) RN z 5
& Sd
beter te ondersteunen. 2 GN SO TT SS ? fs
Maatschappelijke Opvang en Beschermd 9e UE Petras pe E88
Wonen id ë
Bij de start van de buurtteams is een grote toestroom © %, C
van dakloze mensen naar het buurtteam op gang B (
gekomen. Om buurtteammedewerkers goed te facili CN % Lm dy
teren in de ondersteuning van Amsterdamse dak- en % “is 6
thuislozen, hebben het buurtteam en netwerkpartners De, hj
geïnvesteerd in de kennisopbouw van medewerkers. he by; an
Er hebben in 2022 netwerkbijeenkomsten en work- ‘Shou, et pages“
shops over dak- en thuisloosheid plaatsgevonden. n Logeeropvang
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 14
% Gemeente Buurtteam 5
“% Amsterdam Amsterdam
Buurtteam & netwerkpartners
Hierdoor werken partners beter samen en zijn de
buurtteams in staat om betere ondersteuning te bie- Gebruik minimaatwerkbudget door buurtteams O,
den aan dak- en thuislozen. Een voorbeeld hiervan is
het integrale startgesprek tussen Mentrum FACT en
buurtteammedewerkers. Veel cliënten met ernsti- Minimaatwerkbudget Aantal ingebrachte Toegekend
ge psychische aandoeningen hebben tegelijkertijd casussen
te maken met sociale problematiek. Daarom is een
gezamenlijk startgesprek opgezet. Dat maakt het mo- 2022 389 296
gelijk om zo vroeg mogelijk in te stappen op sociale
. . 2021 124 97
problematiek en eventuele doorverwijzing naar GGZ
te voorkomen.
de lijn
Om de samenwerking tussen buurtteams en huis- Doorbraakteam goede tips heeft gegeven waarmee de medewerker
artsen te bevorderen, heeft Elaa in 2022 de opdracht Op het moment dat buurtteammedewerkers vast- het verhaal van de klant kon onderbouwen.
gekregen voor het project 'Basisset Afspraken lopen in casuïstiek kunnen zij contact zoeken met het
Samenwerking Sociaal-Medisch domein: De samen- Doorbraakteam van de gemeente. In 2022 is in 99 Inzet maatwerkbudget
werking is eind 2022 geëvalueerd. De buurtteams casussen contact gezocht met het Doorbraakteam Als blijkt dat een Amsterdammer iets nodig heeft om
geven de samenwerking een 6,8 en de huisartseneen voor 35 consulten en 64 keer om mee te helpen met zijn of haar perspectief te kunnen verbeteren en dat
6,3. Het merendeel geeft aan dat de verwijzing over een casus. Daarnaast is voor de hersteloperatie niet (op tijd) in de bestaande voorzieningen te vinden
het algemeen goed verloopt. Aandachtspunten voor toeslagenschandaal 17 keer consult gevraagd, 283 is, kunnen de buurtteams maatwerkbudget inzetten.
het vervolg zijn de terugkoppeling van de huisartsen keer maatwerkbudget gevraagd en 122 keer bij een Net als andere partners in het sociaal domein kunnen
naar de buurtteams en de onderlinge informatie- casus meegeholpen. De samenwerking zorgt voor buurtteams met dit budget ondersteuning op maat
uitwisseling. mooie doorbraken. Zoals bij nieuwkomer Salem. Hij leveren metals doel het oplossen van relatief kleine
sliep op een matras in een lege woning in Weesp, problemen. Eris ook een speciaal maatwerkbudget
Ook is in 2022 samen met partners gewerkt aan een zonder gordijnen of keukenraad. Dankzij de samen- schulden, voor schuldenproblematiek die binnen de
actieplan Dementie gericht op het toekomst- werking tussen een buurtteammedewerker, een reguliere regels niet op te lossen is. Ook is er een
bestendig maken van de ondersteuning van maatwerkcoach van WPI en het Doorbraakteam stedelijk maatwerkbudget voor maatwerk-
Amsterdammers met dementie. heeft hij, na een eerdere afwijzing, toch Bijzondere oplossingen waarbij het om grotere bedragen gaat.
Bijstand gekregen om zijn huis inte richten. Dit werd De buurtteams kunnen van deze budgetten gebruik
mogelijk doordat het doorbraakteam de medewerker __ maken.
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 15
% Gemeente Buurtteam 5
“% Amsterdam Amsterdam
Personeelsopbouw
De personeelsopbouw (inclusief ervaringsdeskun- Er werken in ieder buurtteam beroepsmatige van de ervaring. Dat helpt enorm om maatwerk te
digen) is onderdeel van de eigen bedrijfsvoering van ervaringsdeskundigen, in totaal 28. Voorheen was bieden’ Amsterdammers ervaren dit als positief:
de lokale buurtteamorganisaties. De buurtteam- een deel van de ervaringsdeskundigen afhankelijk “Ik werd begrepen terwijl ik niet eens alles had
organisaties hebben in 2022 stevig ingezet op het van een uitkering. De inzet van ervaringsdeskundigen gezegd, hij vertelde precies wat er door mij heen ging.
aantrekken van nieuw personeel, zowel per buurt- is in meerdere opzichten waardevol. Mensen Die herkenning is, voor mij, heel waardevol geweest.”
teamorganisatie als gezamenlijk. Er werd door de komen weer aan het werk (arbeidspotentieel)en de
verschillende buurtteamorganisaties stedelijk Amsterdammer, de buurtteams en de ervarings- In 2023 wordt ingezet op verdere groei van het aantal
geworven met een generieke functiebeschrijving deskundigen zelf profiteren van de inbreng van deze ervaringsdeskundigen in de buurtteams. Zo is
voor de functie buurtteammedewerker. Daarnaast levenservaring. “Tijdens casuïstiekbesprekingen kan opnieuw een opleiding voor ervaringsdeskundigen
was er een gezamenlijke vacaturepagina en hij bijvoorbeeld heel goed de gedachten of gevoelens _ gestarten wordt dit vanuit de gemeente gesubsidieerd.
arbeidsmarkcommunicatie. van de Amsterdammer verwoorden, vanuit de taal
Het resultaat is dat de buurtteams ondanks de krappe
arbeidsmarkt zijn gegroeid van 775 medewerkers Aantal buurtteammedewerkers NN
eind 2021 naar 892 medewerkers eind 2022. Hiermee 2022
is de opbouwfase van personeel in 2022 grotendeels 28 ER Buurtteammedewerkers
afgerond en de aandacht verschoven van personeels- 113
opbouw naar verdere kennisopbouw en behoud van Schuldhulpverleners
personeel. Doordat er vanwege de krappe arbeids-
markt veel beweging is onder het personeel en Sociaal raadslieden
ervaren krachten tegelijkertijd moeilijker te vinden E . ‚
. ‚ rvaringsdeskundigen
zijn, was de kennisopbouw van de teams een 246
behoorlijke uitdaging in 2022.
Ervaringsdeskundigen Totaal in dienst 892
Ook het aantal beroepsmatige ervaringsdeskundigen _
is in 2022 toegenomen. In 2022 zijn een uniform DS werken bij Buurtteam
: > . msterdam veel vrijwilligers
wervingsprofiel, opleidingsvereisten en takenpakket
voor ervaringsdeskundigen opgesteld.
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 16
% Gemeente Buurtteam 5
“% Amsterdam Amsterdam
Kennisopbouw personeel
Het vak van buurtteammedewerkers is nieuw:
een buurtteammedewerker kijkt breed en werkt Organisatie Kennis en kunde De Amsterdamse maatwerk methode
integraal meteen generalistische blik van zorg tot en (AMM)
en met bestaanszekerheid. Daarnaast hebben et AAE In november 2022 is via de Amsterdamse
medewerkers elk hun eigen aandachtsgebied. Fl ° es vn ’ "en Buurttteam Academie gestart met het trainen
ma gesn ee van buurtteammedewerkers in de AMM.
Amsterdamse Buurtteam Academie — 4à Ke … Het streven is dat in de zomer van 2023 alle
De buurtteamorganisaties trekken samen 0 ie buurtteammedewerkers de AMM, als onderdeel
op in het bestendigen en uitbouwen van de . En 5 st Sang, ER 5 van de fundamentstraining gehad hebben. AMM
î - 7 Örs òf % 8 : …
opgebouwde kennis en expertise van de buurt- : £2Ë Ë KN % DE . helpt medewerkers om verder te kijken dan het
teamprofessionals. Centraal hierin is de start van : Za e : probleem dat er op tafel ligt en leert medewerkers
de Amsterdamse Buurtteam Academie. Via de : 3 5 : aante sluiten op wat de Amsterdammer wil en
Amsterdamse Buurtteam Academie ontwikkelen : B Fundament 8 ij kan. Zoals een professional mooi omschrijft over
medewerkers zowel generieke als specifieke Ô 5 3, Ä 5 B de methode: “zij (de Amsterdammer) hebben de
kennis en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor s EA Pon ee Ë 7 regie en ik ondersteun het. Dan zie je ze ontdooien.
het werken in een buurtteam. In 2022 zijn de eerste en or Ei Ri De weerstand is weg. Ze krijgen er energie van, en
buurtteammedewerkers via de Amsterdamse ne Vor, ” mi een duurzame oplossing”
Buurtteam Academie getraind. In 2023 is een De GE LVENAN 5 B
divers aanbod aan trainingen beschikbaar Se, Dn
per team (fundamentstraining) en individuele tnv eert Kennisfestival Buurtteam Amsterdam
\eerinterventies op onderwerp (zie het figuur Fundament Eind 2022 is door de buurtteamorganisaties
hiernaast). De basis voor de houding, kennis & kunde een kennisfestival georganiseerd in Pakhuis
van waaruit we breed kijken, signaleren en de Zwijger. Hier gaven ruim 20 partners van
ondersteunen
‚ ‚ Buurtteam Amsterdam een kennisworkshop
m Kenis or Wieraigheden andedicpines aan buurtteammedewerkers. Met een bezoek
en aandachtsgebieden die medewerkers van zo'n 500 buurtteammedewerkers was het
allemaal beheersen en kunnen toepassen festival een groot succes. Het droeg bij aan het
EN Specifieke kennis kennisniveau van buurtteammedewerkers
Verdiepende kennis en vaardigheden op één of en zette ook de samenwerkingspartners op
eee eee scherp door de signalen vanuit de praktijk van de
8 $ Algemeen curriculum en themabijeenkomsten buurtteammedewerkers.
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 17
% Gemeente Buurtteam 5
“% Amsterdam Amsterdam
Budget
De subsidie voor de buurtteams bedroeg Verdeling budget over de verschillende stadsdelen eos means Oe delmeve 7 oet
An 2022 budget voor buurtteamonder-
2022 Ni West steuning gebeurt op basis van een
€ 43690700 € 30.500.960 € 17281051 Noord verdeelsleutel die de volgende
| West € 11.233.579 indicatoren meeweegt: inwoners,
€ 12113109 | migratieachtergrond, laag inkomen,
| | laagopgeleid, gebruikers specialis-
Buurtteamondersteuning © 63617 tische GGZ.
Schuldhulpverlening, Sociaal .
Raadsliedenwerk en Vroeg Erop Af Oost De gemeente hanteert het uitgangs-
Overig eed Zuid € 10.056.112 punt van ongelijk investeren en
az” © 9387406 Zuidoost bespreekt met de buurtteams in
Ea € 12058047 hoeverre de huidige verdeling van
| | het budget aansluit bij de praktijk. Zie
de tabel voor de verdeling over de
| P- verschillende stadsdelen.
Naast de reguliere subsidieverlening
is er een incidentele subsidie uit-
gekeerd van €1.567.000, Deze
subsidie is ingezet voor het realiseren
van de buurtteam opdracht voor
2022 zoals is geformuleerd in het
Jaarplan Buurtteam Amsterdam 2022
‘eensterke basis!
) Totaal
Ns € 71.355.337
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 18
% Gemeente Buurtteam
% Amsterdam Amsterdam
Colofon
Ditis een uitgave van gemeente Amsterdam in
samenwerking met Buurtteam Amsterdam
Maart 2023
Vormgeving: Vorm de Stad
De informatie in het jaaroverzicht is afkomstig van:
Buurtteam Amsterdam
Gemeente Amsterdam
Meer informatie
Voor Amsterdammers:
Wwww.buurtteamamsterdam.nl
Voor professionals:
Wwwwijknetwerken.amsterdam/buurtteams
Buurtteam Amsterdam in beeld 2022 19
| Onderzoeksrapport | 19 | test |
ze Me. AI (e
F Ee aanEn
n° Ean REIN ed d
Ten an. ï | Et ES | Ei Te P
TLE WNA EE ille î 4 Bi
Em | Tete EEE me
NEN == me mang BELET ' Ee el
Tea NS ne | AS | d
k Lj a L an d IL | Îi mi
de RENE EE like kle
CMER MENSEN Le
En Ee J— En en Pe = 4 z ì
Atie £ Ten, En, Er Ein Te Erk EN Ti ET
vi VOE SO ince»
Wai ZE EE gn
rel == | IP} wi
Ge a
Experiment deelmobilitert
Mobiliteitsgedrag van Stadspashouders en belangstelling voor tijdelijk gratis
gebruik deelscooters Felyx
AE Ee ee
—__ Ee | Ae
PE nike pe da VE EAS
md | e en,
Ed E EE,
Er” p-
Pd pi a '
Ed
mn E Ll
In opdracht van: CTO Innovatieteam
Projectnummer: 20388
Jessica Greven
Willem Bosveld
E-mailadres: [email protected]
Bezoekadres: Weesperstraat 113-117
Telefoon: 020 251 0333
Postbus 658, 1000 AR Amsterdam
onderzoek.amsterdam.nl
Amsterdam, februari 2022
2
Inhoud
Samenvatting 4
Inleiding 6
1 Respons 7
2 Resultaten 8
2.1 Vier op de tien mensen heeft moeite met vervoer bij bezoeken familie 8
2.2 Klein deel komt alleen in de eigen wijk 9
2.3 Bijna acht op de tien mensen hebben (soms) gebrek aan vervoer 9
2.4 Gebrek aan geld of hulp van anderen het grootste probleem bij reizen 10
2.5 Supermarkt en werk het vaakst bezocht in de afgelopen drie maanden 10
2.6 Driekwart heeft een fiets, maar 15% heeft geen enkel vervoermiddel 11
2.7 Lopen, fietsen of met het OV reizen doet men het vaakst 12
2.8 Bijna zes van de tien reisden minder vaak tijdens corona 12
2.9 Veel belangstelling voor promocode Felyx 13
2.10 Reacties op het experiment positief 13
Bijlage 1 Vragenlijst 16
Bijlage 2 Nadere uitwerkingen 20
3
Samenvatting
Het onderzoek
In november 2021 heeft Onderzoek en Statistiek (O&S) in opdracht van het Innovatieteam van
Chief Technology Office (CTO) onderzoek uitgevoerd onder Stadspashouders. In een experiment
met deelmobiliteit werden 100 promocodes onder deelnemers aan het onderzoek verloot. Met
de promocode kon men 120 minuten gratis gebruik maken van de deelscooters van Felyx in de
periode december 2021 tot februari 2022.
Met het onderzoek hoopt CTO iets te kunnen zeggen over de zogenaamde vervoersarmoede
onder stadspasgebruikers, over hun houding ten aanzien van deelvervoer en wie hier
belangstelling voor heeft.
Er deden 166 mensen aan het onderzoek mee, te weinig om iets te kunnen zeggen over
vervoersarmoede onder Stadspashouders in het algemeen: in Amsterdam zijn er ruim 200.000
mensen met een Stadspas. Toch geeft het onderzoek een inkijkje in de belangstelling voor het
(gratis) gebruik van deelscooters onder een deel van de Stadspashouders.
Resultaten
= Bijna 40% van de respondenten geeft aan dat het ze moeite kost om naar vrienden of
familie te gaan met een vervoermiddel. Een nagenoeg even groot deel heeft hier geen
moeite mee (42%).
"Ongeveer drie kwart (77%) vindt van zichzelf dat ze makkelijk nieuwe manieren van
vervoer uitproberen (13% vindt dat niet van zichzelf).
mn __10%is niet zogoed met computers en Apps ((74% is dat wel).
"71% houdt rekening met het milieu bij het reizen met vervoermiddelen (5% houdt daar
geen rekening mee.
m 63% vindt dat ze in een veilige buurt om te wandelen wonen (15% vindt de eigen buurt
niet veilig om te wandelen).
" 62% geeft aan dat het daar ook prettig wandelen is (13% is het daar niet mee eens).
= Eveneens 62% vindt dat er goed openbaar vervoer bij hen in de buurt is (12% vindt van
niet).
= Tien procent van de respondenten bezoekt voornamelijk locaties en plekken die zich
uitsluitend in de eigen wijk bevinden, de helft reist door de hele stad en 40% beperkt
zich tot het eigen stadsdeel.
"Ruim een kwart van de ondervraagden geeft aan dat zij vaak niet naar plekken toe
kunnen vanwege gebrek aan vervoer (27%), de helft heeft hier soms last van (51%). Bijna
een vijfde (18%) heeft hier nagenoeg nooit mee te maken en 5% heeft hier geen moeite
mee.
= Van een zestal voorgelegde mogelijke belemmeringen bij het reizen, is het gebrek aan
geld voor ruim een derde van de ondervraagde Stadspashouders iets waar zij vaak mee
te maken hebben (36%), nog eens 45% geeft aan dat zij hier wel eens mee te maken
hebben waardoor zij beperkt worden bij het reizen.
= __ Daarnaast heeft de helft (49%) vaak of soms geen hulp van anderen wat belemmerend
werkt bij het reizen.
4
"Eenderde heeft (wel eens) last van fysieke beperkingen of voelt zich (wel eens) onveilig
waardoor zij niet kunnen reizen (beide 33%).
" _ Vooreen vijfde speelt mee dat men niet weet hoe je navigatie of OV-apps en websites of
plattegronden moet gebruiken om ergens te komen (20%) en een tiende heeft moeite
met de OV-chipkaart (11%).
= _ Van een zestal bezigheden of voorzieningen werd gevraagd aan te geven hoe vaak men
daar in de afgelopen drie maanden gebruik van heeft gemaakt. 39% van de
respondenten bezocht de supermarkt vaker dan drie keer per week of deed andere
alledaagse dingen. Een vijfde ging net zo vaak naar het (vrijwilligers)werk (19%), hoewel
een kwart daar nooit naar toe ging in de afgelopen drie maanden (24%).
= _Naar de bibliotheek, voor het volgen van een studie, cursus of een andere voorziening
waar geleerd kan worden ging men het minst vaak: 33% maakte nooit van deze
voorzieningen gebruik en 31% deed dat eens per maand.
=De helft ging minimaal een keer per week bij familie of vrienden op bezoek of bezocht
een buurt- of theehuis of ging andere leuke dingen doen, zoals wandelen in het park of
winkelen.
= Een vijfde (18%) bezocht nooit een locatie voor de gezondheid, zoals een sportlocatie of
ziekenhuis, ruim een derde (37%) deed dat minimaal eens per maand.
= Vande respondenten heeft 74% zelf een fiets, het autobezit komt uit op 29%, het
aandeel scooters bedraagt 5% en tot slot bezit 15% van de respondenten geen enkel
vervoermiddel.
"Zestig procent van de respondenten gaat (bijna) dagelijks lopend ergens naar toe (5-7
keer per week in de afgelopen week). Daarnaast heeft drie kwart de fiets minstens eens
per week gebruikt. Van het openbaar vervoer, zoals tram, metro, bus of trein maakte
zo’n 58% tot 35% minimaal eens per week gebruik.
"Reizen metde eigen of geleende of deelauto deed men niet zo vaak (26% en 20% deed
dat wel maar ook niet vaak), en ook alle overige vormen van vervoer werden niet vaak
gebruikt (variërend van 81% tot 90% gebruikte deze vervoermiddelen in de afgelopen
week in het geheel niet).
= __Achtenvijftig procent van de ondervraagde Stadspashouders geeft aan dat zij minder
reisden ten tijde van de coronacrisis vergeleken met de periode van daarvoor. Een kwart
reisde net zo vaak als voorheen tijdens corona (26%). Acht procent reisde vaker dan voor
de coronacrisis.
= Vande 166 deelnemers aan het onderzoek hebben er 162 belangstelling getoond voor
de 100 promocodes die na afloop van het onderzoek werden verloot. De verloting heeft
inmiddels plaatsgevonden. O&S zal de winnaars van de promocodes in februari 2022
naar hun ervaringen met deze vorm van deelvervoer vragen.
"Vijfentwintig mensen hadden tot slot nog een, vaak positieve en blije, opmerking of
suggestie over het experiment of het onderzoek (15%).
5
Inleiding
Om te bepalen of er onder Stadspashouders sprake is van vervoersarmoede, heeft Onderzoek en
Statistiek (O&S) in opdracht van het Innovatieteam van Chief Technology Office (CTO) een
online enquête uitgevoerd onder houders van deze kaart. Onder vervoersarmoede wordt
verstaan:
“Het niet of moeilijk kunnen bereiken van activiteitenlocaties (in termen van moeite) als gevolg van
gebrekkige vervoersmogelijkheden (zowel objectief als gepercipieerd), in combinatie met de sociaal-
economische en ruimtelijke omstandigheden waarin mensen verkeren en hun vaardigheden.
Hierdoor worden zij belemmerd in hun deelname aan het maatschappelijk leven, waardoor de
kwaliteit van leven negatief wordt beïnvloed.”
Om Stadspashouders te motiveren om deel te nemen aan het onderzoek werden er als
experiment 100 promocodes voor 120 minuten gratis gebruik van deelscooters van Felyx verloot.
Het experiment werd aangekondigd op de Stadpaspagina van de gemeente, vergezeld van een
oproep tot deelname aan het onderzoek. Na het invullen van het Stadspasnummer kregen de
respondenten diverse vragen voorgelegd over reisgedrag en houding ten aanzien van diverse
zaken, waarmee ook een beeld kan worden geschetst van het type persoon of de doelgroep die
zich aanmeldt voor dit type deelvervoer.
Om de belangstelling voor de promocode te laten blijken, dienden de respondenten hun
e-mailadres op te geven. Hiermee heeft O&S na afloop van het onderzoek en onafhankelijk van
de antwoorden die mensen gaven, een willekeurige verloting verzorgd. De 100 promocodes
werden, nadat bureau Stadspas had gecontroleerd of het om een bestaand Stadspasnummer
ging, door CTO aan de winnaars gemaild. De promocode voor het gebruik van de deelscooters
van Felyx kon worden gebruikt vanaf 1 december 2021 tot 1 februari 2022.
Na afloop van deze periode zullen de 100 mensen die een promocode hebben ontvangen door
O&S worden benaderd om hun ervaringen met het gebruik van de deelscooters te onderzoeken.
Het onderzoek vond plaats in de periode van 1 tot en met 29 november 2021. Er deden 166
mensen aan mee, waarvan er 162 wilden deelnemen aan de verloting van de promocodes van
Felyx.
Rapportage
In dit rapport beschrijven we de resultaten van het onderzoek. Het aantal deelnemers aan het
onderzoek is dusdanig laag dat er met geen enkele mogelijkheid iets gezegd kan worden over de
vervoersarmoede onder Stadspashouders of hun houding ten aanzien van deelvervoer in het
algemeen; daarvoor is het onderzoek niet representatief genoeg. In 2019 waren er in Amsterdam
namelijk 120.760 minima-Stadspashouders, naast 79.559 Stadspashouders die AOW-gerechtigd
zijn (niet-minima), bij elkaar dus iets meer dan 200.000 Amsterdammers met een Stadspas
(bron: https://data.amsterdam.nl/datasets/700vY9HJpdf4cA/armoedebestrijding-amsterdam/).
Toch geeft het onderzoek een inkijkje in de belangstelling voor het (gratis) gebruik van
deelscooters onder een deel van de Stadspashouders. De resultaten worden beschreven op
groepsniveau, waarbij soms een onderscheid wordt gemaakt naar leeftijdsgroep of stadsdeel,
ondanks dat het op beide niveaus soms om lage aantallen gaat. De resultaten zijn in dat geval
slechts indicatief.
6
1 Respons
Het onderzoek werd uitgevoerd in de periode van 1 tot en met 29 november 2021. Er deden 166
mensen mee, variërend in de leeftijd van 16 tot en met 79 jaar.
Van de respondenten is 49% man en 47% vrouw, van de overige 4% weten we dat niet.
Tabel 1.1 Respons naar leeftijdsgroep en sekse, absolute aantallen
16-34 jaar 36 29 1 0 66
35-44 jaar 17 15 0 0 32
45-54 jaar 12 23 0 0 35
55 + jaar 14 6 0 0 20
onbekend 3 5 0 5 13
totaal 82 78 1 5 166
TT bron: O&S
Bijna de helft van de respondenten is alleenstaand (48%), 37% behoort tot een huishouden met
kinderen thuis (waarvan 17% een eenoudergezin is), 10% is een huishouden zonder kinderen
thuis. Van de overige respondenten weten we de huishoudenssamenstelling niet.
De meeste deelnemers hebben een Nederlandse achtergrond (58%). Daarnaast heeft 7% een
Marokkaanse migratieachtergrond, 3% een Turkse, 4% een Surinaamse, 1% een Antilliaanse,
11% een overig niet-westerse en 5% een westerse herkomst. Van 11% is onbekend wat de
herkomstgroep is.
Van 31% van de respondenten weten we niet in welk stadsdeel zij wonen. Met uitzondering van
de stadsdelen Noord (7%) en Zuidoost (3%), is steeds 10% tot 14% woonachtig in één van de
overige vijf stadsdelen.
Figuur 1.2 Respons naar stadsdelen, (n=166, procenten)
= Centrum
31 Nieuw-West
13 Noord
= Oost
m West
7 Zuid
= Zuidoost
3 onbekend
10
bron: O&S
7
2 Resultaten
2.1 Vier op de tien mensen heeft moeite met vervoer bij bezoeken familie
Wat het meest opvalt bij een zevental stellingen die we voorlegden, is dat bijna 40% van de
respondenten aangeeft dat het ze moeite kost om naar vrienden of familie te gaan met een
vervoermiddel. Een nagenoeg even groot deel heeft hier geen moeite mee (42%). De onderste
balk in de figuur geeft dit aan.
Bij de andere stellingen is de houding van de respondenten in het algemeen overwegend
positief. Zo vindt ongeveer drie kwart (77%) van zichzelf dat ze makkelijk nieuwe manieren van
vervoer uitproberen (13% vindt dat niet van zichzelf), 10% is niet zo goed met computers en
Apps (74% is dat wel), 71% houdt rekening met het milieu bij het reizen met vervoermiddelen
(5% houdt daar geen rekening mee). Daarnaast vindt 63% dat ze in een veilige buurt om te
wandelen wonen (15% vindt de eigen buurt niet veilig om te wandelen), 62% geeft aan dat het
daar ook prettig wandelen is (13% is het daar niet mee eens), en eveneens 62% vindt dat er goed
openbaar vervoer bij hen in de buurt is (12% vindt van niet). Steeds heeft ongeveer een vijfde
een neutrale houding ten aanzien van de voorgelegde stellingen, met vitzondering van de
digitale vaardigheden waarover men beschikt (16%). In Bijlage 2 is de informatie ook uitgewerkt
naar leeftijdsgroep en soms naar stadsdeel.
Figuur 2.1 Houding ten aanzien van voorgelegde stellingen (n=166, procenten)
m helemaal mee oneens = mee oneens neutraal
m mee eens m helemaal mee eens weet niet, geen antwoord
ik ben iemand die gemakkelijk nieuwe
. . . 6) 20 29
manieren van vervoermiddelen uitprobeert
ik ben niet zo goed met computers en apps 16
ik hou rekening met het milieu als ik van
: . 21 CA 2
vervoermiddelen gebruik maak
waar ik woon vind ik het veilig om te wandelen La 21
waar ik woon vind ik het prettig om te A 24 en
wandelen
mijn buurt heeft goed openbaar vervoer 23
het kost me geen moeite om naar vrienden en
n . 10 21 16
familie toe te gaan met een vervoermiddel
o 20 40 60 80 100%
bron: O&S
8
2.2 Klein deel komt alleen in de eigen wijk
Tien procent van de respondenten bezoekt voornamelijk locaties en plekken die zich uitsluitend
inde eigen wijk bevinden, de helft reist door de hele stad en 40% beperkt zich tot het eigen
stadsdeel. Centrumbewoners reizen het vaakst door de hele stad, die van Zuid blijven het vaakst
in hun eigen stadsdeel. In Nieuw-West zijn er verhoudingsgewijs meer respondenten die alleen in
de eigen wijk blijven. Slechts 2% begeeft zich ook buiten de stad om ergens heen te gaan. Gezien
de lage aantallen respondenten per stadsdeel is de informatie indicatief op dit niveau.
Figuur 2.2 Locaties en plekken die het meest bezocht worden naar stadsdeel (n=166, procenten)
Bin mijn wijk min mijnstadsdeel _= inde stad, buiten mijn stadsdeel buiten de stad
Centrum (n-19) 5
west (res) EN
Nieuw-West (n=22)
zuid (oe)
oost (n=)
Noord (n=)
zuidoost (a) ENE
onbekend 52)
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
2.3 Bijna acht op de tien mensen hebben (soms) gebrek aan vervoer
Ruim een kwart van de ondervraagden geeft aan dat zij vaak niet naar plekken toe kunnen
vanwege gebrek aan vervoer (27%), de helft heeft hier soms last van (51%). Bijna een vijfde
(18%) heeft hier nagenoeg nooit mee te maken en 5% heeft hier geen moeite mee. In West heeft
een kleiner aandeel, namelijk 63%, moeite om ergens te komen vanwege gebrek aan vervoer.
Deze informatie is indicatief.
Figuur 2.3 Mate waarin mensen niet naar plekken toe kunnen vanwege gebrek aan vervoer naar stadsdeel
(n=166, procenten)
Edathebikvaak mdathebikweleens mdathebik bijna nooit mdat heb ik nooit
Centrum (n=19)
West (n=16)
Nieuw-West (n=22)
Zuid (n=17)
Oost (n=23)
Noord (n=22)
Zuidoost (n=5)
onbekend (n=52)
totaal (n=166)
0 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
9
2.4 Gebrek aan geld of hulp van anderen het grootste probleem bij reizen
Van een zestal voorgelegde mogelijke belemmeringen bij het reizen, is het gebrek aan geld voor
ruim een derde van de ondervraagde Stadspashouders iets waar zij vaak mee te maken hebben
(36%), nog eens 45% geeft aan dat zij hier wel eens mee te maken hebben waardoor zij beperkt
worden bij het reizen. Daarnaast heeft de helft vaak of soms geen hulp van anderen wat
belemmerend werkt bij het reizen. Een derde heeft (wel eens) last van fysieke beperkingen of
voelt zich (wel eens) onveilig waardoor zij niet kunnen reizen. Voor een vijfde speelt mee dat
men niet weet hoe je navigatie of OV-apps en websites of plattegronden moet gebruiken om
ergens te komen en een tiende heeft moeite met de OV-chipkaart.
Figuur 2.4 Mate waarin mensen last hebben van bepaalde belemmeringen waardoor reizen beperkt wordt
(n=166, procenten)
Edathebikvaak mdathebikweleens mdathebikbijna nooit mdatheb ik nooit
bij reizen niet weten hoe je navigatie
plattegronden gebruikt
niet weten hoe de OV-chipkaart
werkt
gebrek aan hulp van anderen als je
dat nodig hebt ie VZ)
0 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
2.5 Supermarkt en werk het vaakst bezocht in de afgelopen drie maanden
Van een zestal bezigheden of voorzieningen werd gevraagd aan te geven hoe vaak men daar in
de afgelopen drie maanden gebruik van heeft gemaakt. 39% van de respondenten bezocht de
supermarkt vaker dan drie keer per week of deed andere alledaagse dingen. Een vijfde ging net
zo vaak naar het (vrijwilligers)werk (19%), hoewel een kwart daar nooit naar toe ging in de
afgelopen drie maanden (24%). Naar de bibliotheek, voor het volgen van een studie, cursus of
een andere voorziening waar geleerd kan worden ging men het minst vaak: 33% maakte nooit
van deze voorzieningen gebruik en 31% deed dat eens per maand. De helft ging minimaal een
keer per week bij familie of vrienden op bezoek of bezocht een buurt of theehuis of ging andere
leuke dingen doen, zoals wandelen in het park of winkelen. Een vijfde (18%) bezocht nooit een
locatie voor de gezondheid, zoals een sportlocatie of ziekenhuis, ruim een derde (37%) deed dat
minimaal eens per maand.
10
Figuur 2.5 Mate waarin mensen in de afgelopen 3 maanden gebruik hebben gemaakt van bepaalde
voorzieningen (n=166, procenten)
B nooit m1 keer per maand = 2-3 keer per maand
1 keer per week 3 keer per week vaker dan 3 keer per week
gezondheid, sportlocatie, A zo 7 8
ziekenhuis
werk, vrijwilligerswerk 16 20 19
familie, vrienden, s
buurthuis, theehuis 2 13 10
leuke dingen doen, park,
alledaagse dingen,
supermarkt 5 21 23 33
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
2.6 Driekwart heeft een fiets, maar 15% heeft geen enkel vervoermiddel
Van de respondenten heeft 74% zelf een fiets; bij 55-plussers ligt dit aandeel op 90%, bij
jongeren onder de 35 jaar op 61%. Bij jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond ligt
dit aandeel op 37%. Het autobezit komt uit op 29% voor alle ondervraagde Stadspashouders
maar is in de groep 35-44 jarigen met 38% wat hoger. Het aandeel scooters bedraagt 5% en is
onder 45-plussers rond de 10%. Tot slot bezit 15% van de respondenten geen enkel
vervoermiddel; bij nagenoeg alle leeftijdsgroepen bedraagt dit aandeel rond de 10% maar bij de
jongste leeftijdsgroep onder de 35 jaar is dat 23% en bij jongeren met een niet-westerse
migratieachtergrond zelfs iets hoger, namelijk 32%.
Een klein deel maakt gebruik van iets anders om te reizen. Het gaat dan om een bromfiets, Long
board, of motor, of men gebruikt het openbaar vervoer.
Figuur 2.6 Persoonlijk bezit van vervoermiddelen naar leeftijdsgroepen (n=166, procenten)
%
140
9 En Te En
23 23
100
80
En geen vervoer
6o anders
40 = scooter
m fiets
20 38
Se 23 a0 23 kel m auto
o
16-34 35-4h 45-54 55 + onbekend totaal
(n=66) (n=32) (n=35) (n=20) (n=13) (n=166)
bron: O&S
11
2.7 Lopen, fietsen of met het OV reizen doet men het vaakst
Zestig procent van de respondenten gaat (bijna) dagelijks lopend ergens naar toe (5-7 keer per
week in de afgelopen week). Daarnaast heeft drie kwart de fiets minstens eens per week
gebruikt. Van het openbaar vervoer, zoals tram, metro, bus of trein maakte zo’n 58% tot 35%
minimaal eens per week gebruik.
Reizen met de eigen of geleende of deelauto deed men niet zo vaak (26% en 20% deed dat wel
maar ook niet vaak), en ook alle overige vormen van vervoer werden niet vaak gebruikt
(variërend van 81% tot 90% gebruikte deze vervoermiddelen in de afgelopen week in het geheel
niet). Andere gebruikte vervoermiddelen zijn het gebruik van een Canta, men is door iemand
ergens heen gebracht (3 x genoemd), of men nam de pont (3 x genoemd).
Figuur 2.7 Aantal dagen waarin mensen in de afgelopen week gebruik maakten van genoemde
vervoermiddelen (n=166, procenten)
Oo18203 N44 5 76 7
lopend 8 7 15 4 39
fiets 24 6 ES: 15 4 30
metro 53 21 3
bus 57 15 51
trein 65 18
eigen auto 74 5 _ E-:
geleende auto of deelauto 80 1 …
geleende scooter of deelscooter 81 9 ed
OV-fiets of deelfiets 88 5 ak
scooter of bromfiets 90 san
andere manier o1 4 zhe
0 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
2.8 Bijna zes van de tien reisden minder vaak tijdens corona
Achtenvijftig procent van de ondervraagde Stadspashouders geeft aan dat zij minder reisden ten
tijde van de coronacrisis vergeleken met de periode van daarvoor. Bij respondenten in de
leeftijdsgroep 45-54 jaar ligt dit aandeel op 74%. Een kwart reisde net zo vaak als voorheen
tijdens corona (26%). Bij de 35-45 jarigen en 55-plussers is dit aandeel wat hoger (31% en 35%
respectievelijk). Acht procent reisde vaker dan voor de coronacrisis. Ook hier is het aandeel
onder de groep 35-45 jarigen en 55-plussers hoger (13% en 15% respectievelijk).
12
Figuur 2.8 Reizen ten tijde van corona vergeleken met de periode van daarvoor naar leeftijdsgroepen
(n=166, procenten)
B vaker mevenvaak e= minder vaak weet niet, geen antwoord
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
2.9 Veel belangstelling voor promocode Felyx
Van de 166 deelnemers aan het onderzoek hebben er 162 belangstelling getoond voor de 100
promocodes die na afloop van het onderzoek werden verloot. Met deze promocode kon men 120
minuten gratis gebruik maken van de deelscooters van Felyx in de periode van 1 december 2021
tot 1 februari 2022.
De verloting heeft inmiddels plaatsgevonden. O&S zal de winnaars van de promocodes in
februari 2022 naar hun ervaringen met deze vorm van deelvervoer vragen.
2.10 Reacties op het experiment positief
Vijfentwintig mensen hadden tot slot nog een, vaak positieve en blije, opmerking of suggestie
over het experiment of het onderzoek (15%). Deze opmerkingen hebben we hier integraal
opgenomen.
= __ Als de antwoorden geen invloed hebben op eventuele toewijzing, zou het aan te raden
zijn om dat nadrukkelijk te vermelden. Ik denk dat dat de eerlijkheid van het
beantwoorden bevordert (bij bijv vragen als: heb je andere vervoersmogelijkheden).
= Dank
= Dank alvast!
= De hoogte van de prijs van vervoer. OV te duur voor sommige mensen.
= _Heelerg bedankt
= __Hetgaat duidelijk om het openbare vervoer. Het was fijn geweest een open vraag te
hebben. Alhoewel ik begrijp dat die lastig te analyseren is.
= Het lijkt mij leuk om de Felyx scooters uit te proberen
= Het ov is duur voor mij maar ik ben blij met de fiets en het is beter om te fietsen in
Amsterdam.
= __Ikben zeer geïnteresseerd om de deel scooter Felyx vit te proberen. Ik hou niet van t OV
13
"Ik heb alleen een fiets. Ik zou wel graag een scooter willen of een electrische fiets, maar
heb daar geen geld voor. Ook openbaar vervoer kan ik niet betalen. Fiets vaak naar
Buitenveldert, terwijl ik eigenlijk heel graag een dagje naar Zandvoort aan zee zou
willen. Ook deze zomer, is een dagje strand niet haalbaar geweest ivm hoge vervoers
kosten. Wil dus wel, maar het kan financieel gezien niet ivm iva uitkering UWV.
=__Ikkandie 120 minuten gratis heel goed gebruiken want ik krijg elke week geld zit in
budget beheer en doe vrijwilligers werk en daar loop ik altijd naartoe en als ik die 120
minuten gratis krijg kan ik soms met de deelwoorden van Felyx gaan, alvast bedankt
= Ik miste de optie “onzichtbare beperkingen" bij het niet gebruik kunnen maken van
vervoer. Mensen met niet-aangeboren hersenletsel (nah) kunnen zich in sommige
gevallen niet verplaatsen door de onzichtbare gevolgen van hersenletsel, zoals
overprikkeling.
"Ik moet om rond te komen, van basisuitkering, voor en met mijn zoon. mij volledig
beperken in extra’s. Het leid tot geïsoleerd leven. Zo is het en niet anders. Voor velen.
"Ik vind het en mooi initiatief .
=__Ik zou dolgraag gebruik maken van een Electrische leen fiets wanneer de afstand te ver
is. Dus een Electrische leen fiets naast een leen scooter zou geweldig zijn! Verder
zouden ik ook graag een Electrische bakfietsen lenen opdat ik gemakkelijk zware spullen
bij een bouwmarkt of dergelijke winkel kan kopen en vervoeren.
= Meer deel scooters
=__ Misschien is het interessant om naast te kijken of mensen überhaupt hun wijk/stadsdeel
uitkomen, ook te kijken naar welke andere stadsdelen ze als bestemming hebben.
Daarnaast, wellicht aan het verkeerde adres, maar ter ironie: De Koninginneweg wordt
flink onder handen genomen omdat het, zeker rond Valeriusplein, onveilige
verkeerssituaties oplevert. Dat is broodnodig en hartstikke goed nieuws. De ironie is, dat
tot het zover is, er tijdens de werkzaamheden en afzettingen juist een nog veel
onveiligere situatie ontstaat of bestaan heeft. Door de weg nog verder te versmallen en
onduidelijkheden te veroorzaken voor voetgangers, fietsers, auto's en trams, waardoor
ze nog meer in elkaars vaarwater komen en kwamen. Wellicht is het nu al wat te laat,
maar het lijkt me wellicht voor de toekomst zeker op dit soort knelpunten extra
zorgvuldig om te gaan met de in te richten werkzaamheden.
"Overwegen van overstappen van eigen auto naar deelscooter en deelauto
= Thanks
" Top actie!
= __ Verhuur van scoot mobile waar onder andere ouderen gebruik van zouden kunnen
maken.
= _ Verkeersveiligheid in de stad / in je buurt, financiële middelen om bepaald vervoer te
kiezen of niet, milieubewustzijn
= _ Voor mensen met ADD, autisme en angst voor mensen, is OV niet goed. Wilt niet
zeggen dat zij niet kunnen genieten van Amsterdam. In mijn gevoel woon ik bewust in
een rustigere buurt en is een supermarkt al een uitdaging. Tegenwoordig steeds
makkelijker door de online bezorg supers, maar de isolatie wordt daarin wel steeds
groter, om eerlijk te zijn. Zeker als je geen familie en vrienden hebt. Het vervoeren in
Amsterdam is voor dergelijke personen een uitdaging. Desondanks erg milieubewust en
het lijkt een vitdaging om op een stille scooter “stiekem” door de stad heen te rijden
waarin je niet opvalt en toch overal kan komen. Een grote stap, maar wellicht het risico
14
waard! Ook gaaf om buiten de ring in alle rust langs bijvoorbeeld het kanaal te rijd
richting Ouderkerk ad Amstel vanuit Buitenveldert!
15
Bijlage 1 Vragenlijst
Beste Stadspashouder,
Als voorwaarde om gebruik te kunnen maken van de actie van Felyx willen we je graag vragen
om je naam, pasnummer, e-mailadres en een korte vragenlijst in te vullen. Het invullen van de
vragenlijst duurt maximaal 10 minuten.
Als je dit hebt gedaan zullen we je aanmelding controleren en binnen een paar dagen na afloop
van het onderzoek een promo-code toe sturen. Deze code kan je invullen in de Felyx app.
Alvast bedankt voor je deelname aan de vragenlijst en aanmelding!
0 Wat is het nummer van je Stadspas?
Vul de laatste 10 cijfers van je stadspasnummer in.
1 Geef s.v.p. aan in hoeverre je het met de volgende stellingen eens of oneens bent
(gerandomiseerd aanbieden per respondent).
[helemaal mee oneens — helemaal mee eens, 5 puntsschaal + weet niet, geen antwoord]
Ik ben iemand die gemakkelijk nieuwe manieren van vervoermiddelen uitprobeert.
Ik ben niet zo goed met computers en apps.
Ik hou rekening met het milieu als ik van vervoermiddelen gebruik maak.
Waar ik woon vind ik het veilig om te wandelen
Waar ik woon vind ik het prettig om te wandelen
Mijn buurt heeft goed openbaar vervoer
Het kost me geen moeite om naar vrienden en familie toe te gaan met een vervoermiddel
2 Waar zijn de plekken of locaties die je het meest bezoekt?
In mijn wijk
In mijn stadsdeel
In de stad, buiten mijn stadsdeel
Buiten de stad
3 Hoe vaak komt het voor dat je door gebrek aan vervoer niet naar plekken kunt gaan waar
je vaak naar toe wilt of moet?
dat heb ik vaak / dat heb ik wel eens / dat heb ik bijna nooit / dat heb ik nooit
4 Hoe vaak heb je last van de volgende belemmeringen die je beperken in het reizen naar
plekken die je moet bezoeken?
Gerandomiseerd voorleggen
dat heb ik vaak / dat heb ik wel eens / dat heb ik bijna nooit / dat heb ik nooit/
fysieke beperkingen
gevoel van onveiligheid
niet weten hoe je ergens komt met behulp van een navigatie & openbaar vervoer- apps/websites,
of plattegrond
niet weten hoe de OV-chipkaart werkt
gebrek aan geld
gebrek aan hulp van anderen als je dat nodig hebt
16
5 Hoe vaak ben je in de afgelopen drie maanden naar een plek gegaan die te maken heeft
met… Gerandomiseerd aanbieden
nooit | 1 keer 2-3 1 keer | 3 keer | Vaker dan 3
per keer per per keer per
maand per week | week week
maand
Gezondheid
Bijvoorbeeld een
sportlocatie of het
ziekenhuis.
Leren
Bijvoorbeeld de
bibliotheek, studie of
een cursus.
Werken
Bijvoorbeeld je werk of
vrijwilligerswerk.
Vrienden en familie
Bijvoorbeeld het huis
van familie, een
buurthuis of theehuis.
Leuke dingen doen
Bijvoorbeeld het park of
winkelen.
Alledaagse dingen
Bijvoorbeeld de
supermarkt.
6 Welke vervoermiddelen bezit je persoonlijk?
Meerdere antwoorden mogelijk.
auto / fiets / scooter / anders, namelijk / geen
7 Op hoeveel dagen heb je in de afgelopen week deze manieren van vervoer gebruikt?
Vul een cijfer in 0 tot en met 7 om het aantal dagen aan te geven.
Gerandomiseerd aanbieden met anders, namelijk: vast onderaan.
EE
dagen
Voorbeeld: Fiets
OV-fiets ofdeelfiets |
Egenauto
| Geleendeautoofdeelauto | |
Bus
[Meto |
Tram
Trein |
17
Scooter of bromfiets |
Geleende scooter of deelscooter |
[Lopend
Andere manier, namelijk: En
8 Reis je meer, minder vaak of even vaak in het corona tijdperk vergeleken met daarvoor?
Meer
Minder
Even vaak
Weet niet, geen antwoord
Achtergrondvragen
Tot slot willen we je nog wat vragen voor de statistiek. De antwoorden die je geeft worden bij de
analyse gebruikt om te zien of er verschillen zijn in belangstelling voor de deelscooters van Felyx
tussen bijvoorbeeld jongeren en ouderen, tussen mannen en vrouwen, etc. De gegevens worden
anoniem verwerkt. De resultaten worden op groepsniveau gerapporteerd.
Leeftijd Wat is je leeftijd?
Geen antwoord
LL |
GESL Tot welk geslacht reken je jezelf?
[l2 Man
[2 Vrouw
[13 Anders
4 Wilik niet zeggen
PC Wat is je postcode?
Geen antwoord
Achtergrondvragen
Tot slot willen we je nog wat vragen voor de statistiek. De antwoorden die je geeft worden bij de
18
HHSAM Kunt je aangeven hoe je huishouden is samengesteld?
Een huishouden is: (samen)wonen, eten, kosten betalen, slapen voor minimaal 4 nachten in de
week en inclusief kinderen van 18 jaar en ouder.
1 een persoon, alleenstaande
2 (echt)paar zonder kinderen (thuis)
(13 (echt)paar met kind(eren) (thuis)
4 een ouder met kind(eren) (thuis)
5 twee volwassenen, zonder kinderen (thuis)
6 twee volwassenen, met kinderen (thuis)
7 drie of meer volwassenen, met kind(eren) (thuis)
8 drie of meer volwassenen, zonder kinderen (thuis)
9 anders, namelijk
110 weet niet
11 geen antwoord
Herkomst Tot welke herkomstgroep reken je jezelf?
1 Nederlands
2 Marokkaans
3 Turks
4 Surinaams
5 Antilliaans
6 overig westers
7 overig niet-westers
9 geen antwoord
Einde
Bedankt voor het invullen van de vragenlijst.
Om in aanmerking te komen voor de promo-code van de Stadspasactie voor Felyx hebben
we nog je naam en e-mailadres nodig. Deze gegevens gebruiken we uitsluitend voor deze
proef. Als je in aanmerking komt, ontvang je na afloop van het onderzoek een e-mail met
een promo-code die je kan invullen in de app van Felyx.
Naam
e-mailadres
geen belangstelling voor
Opmerkingen In deze vragenlijst zijn verschillende onderwerpen aan bod gekomen. Wellicht zijn er
onderwerpen die niet in deze vragenlijst aan de orde zijn geweest, maar waarover je wel
graag iets kwijt zou willen.
Ook suggesties voor verbetering zijn welkom. Deze kun je hieronder beschrijven.
Dit waren alle vragen. Hartelijk dank voor je medewerking.
Door op 'Vorige' te klikken kun je je antwoorden bekijken. Door op ‘Verzend’ te klikken verzend je je
antwoorden en sluit je de vragenlijst af. De vragenlijst kan hierna niet meer worden geopend.
19
Bijlage 2 Nadere uitwerkingen
Figuur 2.1A Stelling: ik ben iemand die gemakkelijk nieuwe manieren van vervoermiddelen uitprobeert naar
leeftijdsgroep (n=166, procenten)
m helemaal mee oneens m mee oneens
neutraal m mee eens
sans) MEME ce
sars Nv
55+(n=20) (5) 10
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
Figuur 2.1B Stelling: ik ben niet zo goed met computers en apps naar leeftijdsgroep (n=166, procenten)
m helemaal mee oneens m mee oneens neutraal
m mee eens m helemaal mee eens weet niet, geen antwoord
163 (1060 1
35-44 (n=32) 13 3
45-54 (1-35) EN
55 (nzo) zo
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
20
Figuur 2.1C Stelling: ik hou rekening met het milieu als ik van vervoermiddelen gebruik maak naar
leeftijdsgroep (n=166, procenten)
m helemaal mee oneens m mee oneens neutraal
m mee eens m helemaal mee eens = weet niet, geen antwoord
1634(n=66) B] 24
sur EN v
45sa(na5) 9 17
seo B 20
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
Figuur 2.1D Stelling: waar ik woon vind ik het veilig om te wandelen naar leeftijdsgroep (n=166, procenten)
m helemaal mee oneens = mee oneens neutraal
m mee eens m helemaal mee eens = weet niet, geen antwoord
stres MEE zo
3544 (n= z
Nn
st MR 2
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
Figuur 2.1E Stelling: waar ik woon vind ik het veilig om te wandelen naar stadsdeel (n=166, procenten)
m helemaal mee oneens m mee oneens neutraal
m mee eens m helemaal mee eens = weet niet, geen antwoord
Centrum (n=19) BAG 37
West(n=16) E6S 13
Nieuw-West (n=22) GOA 9
Zuid (n=17) EeA8 29
Oost (n=23) EAZA ES 22 B
Noord(n=12) MEM 6
Zuidoost (n=5) E20 20 BO
onbekend (n=52) 24
totaal (n=166) 21
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
21
Figuur 2.1F Stelling: waar ik woon vind ik het prettig om te wandelen naar leeftijdsgroep (n=166, procenten)
m helemaal mee oneens = mee oneens neutraal
m mee eens m helemaal mee eens = weet niet, geen antwoord
16-34 (1-66) BZS 27
35-44 (n=32) 28
asso (nas) EN ce
55 (mzo) WOE 35
onbekend
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
Figuur 2.1G Stelling: waar ik woon vind ik het prettig om te wandelen naar stadsdeel (n=166, procenten)
m helemaal mee oneens m mee oneens neutraal
m mee eens m helemaal mee eens = weet niet, geen antwoord
Centrum (n=19) MS 26
West (n=16) MGM 13 31
Nieuw-West (n=22) BBS 18
Zuid (n=17) WEA 29
Oost (n=23) 17
Noord (n=12) EBS 17
Zuidoost (n=5) 20 BO
onbekend (n=52) 24
totaal (n=166) 24
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
Figuur 2.1H Stelling: mijn buurt heeft goed openbaar vervoer naar leeftijdsgroep (n=166, procenten)
m helemaal mee oneens = mee oneens neutraal
m mee eens m helemaal mee eens = weet niet, geen antwoord
sur EN Oz
35-44 (n=32) 28
sot EE 20
55 (rez)
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
22
Figuur 2.11 Stelling: mijn buurt heeft goed openbaar vervoer naar stadsdeel (n=166, procenten)
= helemaal mee oneens = mee oneens neutraal
m mee eens m helemaal mee eens weet niet, geen antwoord
Centrum (n=19) EMS 32 5
West (n=16) WAZ 19 6
Nieuw-West (n=22) BUGS 18
Zuid (n=17) E6S 29 6
Oost (n=23) KA tn
Noord (n=12) WAZ 8
Zuidoost (n=5) goe 20 40
onbekend (n=52) 31
totaal (n=166) 23 1
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
Figuur 2.1) Stelling: het kost me geen moeite om naar vrienden en familie toe te gaan met een
vervoermiddel naar leeftijdsgroep (n=166, procenten)
B helemaal mee oneens m mee oneens _ neutraal m meeeens B helemaal mee eens
1-3 060 z
3544 (n= 2
sars EM
55 (ez) z
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
Figuur 2.1K Stelling: het kost me geen moeite om naar vrienden en familie toe te gaan met een
vervoermiddel naar stadsdeel (n=166, procenten)
B helemaal mee oneens @ mee oneens _ neutraal B mee eens B helemaal mee eens
Centrum (n=219) 21
West (n=16) EO 25 25
Nieuw-West (n=22) BEM 2 23
Zuid (n=17) 29
Oost(n=23) EB 2 °° 13
Noord (n=12) BO 17
Zuidoost (n=5) Le 0 mgee
onbekend (n=52) 18
totaal (n=166) 21
o 20 40 60 80 100 %
bron: O&S
23
Gemeente
Amsterdam
Nm uh
TE Hi Á ij ir
| Onderzoeksrapport | 24 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 373
Datum akkoord college van b&w van 26 mei 2015
Publicatiedatum 27 mei 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw W. van Soest van
14 april inzake de herinrichting van het Leidseplein.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
Op 2 april 2015 verscheen het bericht op de website van ATS dat het nieuwe
DelaMar Theater overweegt om juridische stappen te ondernemen tegen
de gemeente Amsterdam. Er bestaat boosheid over de tramhalte die recht tegenover
het theater komt. Volgens de directeur van het nieuwe DeLaMar Theater heeft de
gemeente beloftes gemaakt over de herinrichting van het Leidseplein die nu niet
worden nagekomen. Naast de onvrede van het nieuwe DelaMar Theater is ook
het American Hotel teleurgesteld in de plannen van de gemeente.
De Partij van de Ouderen wil graag opheldering over het niet nakomen van gedane
beloften aan het nieuwe DeLaMar Theater.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 14 april 2015, namens de fractie
van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde
voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Is het college bekend met het bericht 'DeLaMar overweegt juridische stappen'?')
Antwoord:
Ja, dit bericht van AT5 is bij het college bekend. Op 9 maart 2015, een paar dagen
voor de raadsbehandeling van “Wijziging Definitief Ontwerp Leidseplein:
verplaatsing tramhaltes i.v.m. PlusnetOV”, heeft de VandenEnde Foundation mede
namens het De La Martheater een raadsadres ingediend, welke gericht is aan de
gemeenteraad en aan het college van B&W. In dit raadsadres werd aangekondigd
dat de VanDenEnde Foundation juridische stappen gaat ondernemen, indien de
gemeenteraad het Definitief Ontwerp met de gewijzigde ligging van de tramhalte
zou vaststellen. Dit raadsadres is tijdens de bespreking in de gemeenteraad ook
genoemd door de aanwezige raadsleden en de wethouder Verkeer. Tijdens de
behandeling van het onderwerp in de commissievergadering Infrastructuur en
Duurzaamheid (d.d. 11 februari 2015) heeft de directeur van het DeLaMar Theater
ook een inspraakreactie gegeven, waarin hij de bezwaren van het DeLaMar
Theater nogmaals onder de aandacht heeft gebracht. Het voorstel tot wijziging van
de ligging van de tramhaltes is vervolgens op 11 maart 2015 met algemene
stemmen in de gemeenteraad aangenomen.
1 'DeLaMar overweegt juridische stappen’, AT5, 2 april 2015.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing Ia Gemeenteblad R
Datum 27 mei 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 april 2015
2. Kan het college duiden waarom het eerder gedane beloften aan het nieuwe
DelaMar Theater, over een beter, mooier en aantrekkelijker Leidseplein, niet
nakomt en waarom het zelfs is overgegaan tot het plan om recht voor de deur van
het theater een tramhalte te realiseren waardoor voetgangers minder ruimte
krijgen?
Antwoord:
Het college deelt deze opvatting van de Partij van de Ouderen niet. Het ontwerp
voor de vernieuwing van het Leidseplein leidt tot een kwalitatieve impuls voor het
hele gebied.
De gemeente investeert met de uitvoering van het ontwerp voor het Leidseplein
bijna € 74 miljoen in het gebied. Hiermee wordt hetLeidseplein een geheel
autovrij voetgangersgebied, krijgt het Leidsebosje een nieuwe inrichting, wordt de
taxistandplaats verplaatst, zijn dagbussen niet langer toegestaan op het plein en
wordt het hele Leidseplein (inclusief de Marnixstraat en het Kleine-Gartman
plantsoen) opnieuw bestraat. Ook de monumentale Leidsebrug wordt in de oude
staat hersteld en het fietsparkeren wordt verbeterd. Bij de totstandkoming van het
ontwerp is zoveel mogelijk rekening gehouden met de verschillende belangen van
de partijen op en om het plein. De wens van de Stadsregio Amsterdam om
toekomstbestendig openbaar vervoer mogelijk te maken op het Leidseplein,
aansluitend op de opening van de Noord/Zuidlijn in 2017 is daar één van. Dit is
noodzakelijk om het centrum van Amsterdam goed bereikbaar te houden, ook in
de toekomst. Het DeLaMar Theater maakt zich zorgen over de versmalling van
het trottoir met ongeveer een halve meter ten gevolge van de aanleg van de
tramhalte en de verschuiving van het spoor. Dit punt is afgewogen tegen de
andere belangen in het kader van de verbetering van het openbaar vervoer en het
college acht deze wijziging onvermijdelijk. De ruimte voor voetgangers en fietsers
blijft ook in de nieuwe situatie voldoen aan de veiligheidseisen die hiervoor
gelden.
3. Deelt het college de mening dat het door een gemeente niet nakomen van
beloften, zeker gedaan als lokkertje om het theater zich te laten vestigen op de
huidige locatie, getuigt van onbehoorlijk bestuur? Zo neen, waarom niet?
Antwoord:
Nee, zie het antwoord op vraag 2.
4. Welke actie gaat het college ondernemen om het nieuwe DeLaMar Theater,
alsmede het American Hotel tegemoet te komen, zodat juridische stappen,
schadeclaims en de mogelijk daaraan verbonden kosten kunnen worden
voorkomen?
Antwoord:
In mei 2015 heeft een overleg plaatsgevonden tussen de projectdirecteur (ai) en
de omgevingsmanager van het projectbureau Leidseplein met de directie van het
DelaMar Theater, de VanDenEnde Foundation en het Americanhotel. Het
projectbureau is met de partijen in overleg over mogelijke oplossingen voor de
zorgen die er zijn. Hierover wordt de komende periode verder gesproken.
Verder zal er in het kader van de Bereikbaarheid, Veiligheid, Leefbaarheid en
Communicatie ( BLVC) met de betrokken partijen ambtelijk overleg plaatsvinden
en worden er afspraken gemaakt om de overlast van de werkzaamheden
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing Ia Gemeenteblad
Datum 27 mei 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 april 2015
zo beperkt en zo kort mogelijk te houden. Indien nodig en/of gewenst, wordt een
bestuurlijk overleg met de betrokkenen gehouden.
5. Heeft het college de wijziging van de herinrichting van het Leidseplein met de
betrokkenen besproken? Zo ja, hoe kan het zo zijn dat zowel het nieuwe
DelaMar Theater als het American Hotel zich zeer ontevreden uiten en zelfs
dreigen met juridische stappen en schadeclaims? Kan het college in zijn
beantwoording aangeven wat dit zegt over de open bestuurscultuur van
Amsterdam, waar bewoners en andere participanten kunnen meebeslissen over
het te voeren beleid?
Antwoord:
De directie van het DeLaMar theater, Stadsschouwburg en hotel American zijn,
voorafgaand aan de besluitvorming in het college van B&W en gemeenteraad
(20 oktober 2014) tijdens een gesprek persoonlijk op de hoogte gesteld over de
voorgestelde wijziging. Namens het college waren de wethouders Litjens en
Ollongren aanwezig.
Daarnaast is er geregeld ambtelijk overleg geweest over de wijziging.
In nauw overleg met het DeLaMar theater en de Stadschouwburg heeft eind 2014
een proef plaatsgevonden met betrekking tot de bereikbaarheid van de
loadingdocks van beide partijen in de Marnixstraat, in relatie tot de ligging van
de nieuwe tramhalte. Naar aanleiding van deze proef is de tramhalte in het
ontwerp vier meter naar het westen opgeschoven, waardoor het laad- en
losverkeer via het loadingdock van het DeLaMartheater veilig kan plaatsvinden.
De directeuren van het DeLaMar Theater en van hotel American hebben hun
bezwaren verwoord tijdens de inspraakronde (najaar 2014) voor de inpassing van
de Molenwiek-variant in het Definitief Ontwerp. De gemeenteraad heeft op
11 maart 2015 na afweging van de ingebrachte zienswijzen tijdens de
inspraakronde, de gehoorde inspraakreacties en de discussie in de raad het
Definitief Ontwerp met gewijzigde tramligging met algemene stemmen
aangenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Stadhuis, Amstel
d 1011 PN Amsterdam
Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 24 maart 2020
Kenmerk 2020 -
Behandeld door Joost Kool, directie Wonen
Bijlage
Onderwerp Afhandeling moties bij de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020
Geachte leden van de raad,
Op donderdag 19 december heeft uw raad de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020
vastgesteld. Er zijn elf moties aangenomen. In deze brief staan de moties per onderwerp
gegroepeerd en geeft het college per motie aan op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan de
betreffende motie.
Woonrvimteverdeling
Motie 2106, van het lid Kilis (Denk) (Uitwerken lokale voorrang particuliere
jongerencomplexen)
Ernaar te streven dat bij alle nieuwbouwprojecten met particuliere huurwoningen onder
de liberalisatiegrens gericht op jongeren er juridisch vastgelegd wordt dat 25% van de
woningen met voorrang is bestemd voor Amsterdamse jongeren waar dit juridisch
mogelijk is; voor de voorrangsdefinitie aansluiting te zoeken bij de
huisvestingsverordening.
Het college deelt het streven dat de raad met motie 2106 uitspreekt. Voor op jongeren gerichte
bouwprojecten waar de planvorming in de nabije toekomst tot stand komt, zal het college daarom
aan de verhuurder vragen om de in de motie genoemde voorrang op te nemen in de plannen. Om
de lokale voorrang ook daadwerkelijk in regels op te nemen is een wijziging van de
huisvestingsverordening nodig. Het college is voornemens die wijziging voor te bereiden.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam 24 maart 2020
Pagina 2 van7
Motie 2114, van de leden Boomsma (CDA), Grooten (GroenLinks), De Grave-Verkerk (VVD),
Kilie (DENK) en Ceder (CU) (Onderzoek of logopedisten ook onder de
beroepsgroepenvoorrang kunnen komen te vallen)
1. Te overleggen met de wethouders zorg in G4-verband en de zorgverzekeraars of een
speciaal 'grote stedentarief! voor logopedisten mogelijk is;
2. Te onderzoeken of logopedisten net als andere zorgmedewerkers in aanmerking kunnen
komen voor de voorrangsregeling met betrekking tot woningen.
Het college onderzoekt of logopedisten net als andere zorgmedewerkers in aanmerking kunnen
komen voor de voorrangsregeling. Criterium om deze groep medewerkers toe te voegen is of het
percentage moeilijk vervulbare functies (staat langer dan drie maanden open) vergelijkbaar is met
de functies die op dit moment zijn toegevoegd aan de voorrangsregeling. Daarnaast wordt
gekeken of toegang tot (sociale of middeldure) huurwoningen bij kan dragen aan het terugdringen
van de tekorten. Tot slot wordt gekeken of werkgevers een breder plan hebben om de tekorten
aan te pakken. Voorrang op huisvesting is nooit de gehele oplossing. De gemeente Amsterdam
trekt hierin samen op met vertegenwoordigers van de beroepsgroep. In juni 2020 heeft het college
beter zicht op de situatie van logopedisten. De wethouder Zorg zal overleggen met de G4 en
zorgverzekeraars of het mogelijk is landelijk te pleiten voor een speciaal ‘grote stedentarief’ voor
logopedisten.
Bed & Breakfast
Motie 2105, van het lid Kilic (DENK) (Uitgelote B&B-houders begeleiden naar nieuwe
inkomensbron)
1. B&B-houders die worden uitgeloot daardoor hun B&B moeten sluiten en misschien in de
problemen komen, ondersteuning te bieden richting een andere inkomstenbron, zoals
werk of een eigen onderneming;
2. Hiertoe de uitgelote B&B-houders actief te informeren op het moment dat zij worden
uitgeloot;
3. Voor deze gevallen een vergelijkbaar traject op te zetten als voor de fietstaxi's die hun
vergunning wellicht zullen verliezen en daardoor ook op zoek moeten naar een andere
inkomstenbron.
Door de aangepaste quota voor B&B vergunningen zijn er geen uitgelote B&B-houders meer.
ledereen die zich heeft aangemeld en aan de voorwaarden voldoet kan een vergunning aanvragen.
Motie 2121, van de leden A.L. Bakker (PvdD) en De Jong (GroenLinks) (Eerste helft 2020
monitoren B&B quota bij bestaande B&B's en raad uiterlijk 31 okt 2020 informeren)
1. Heteerste half jaar na invoering van het capaciteitsbeleid te monitoren of het gestelde
quotum aansluit bij het aantal reeds bestaande bed & breakfasts in een wijk, en:
2. De Raad hier uiterlijk 31 oktober 2020 over te informeren opdat bekeken kan worden of
een aanpassing noodzakelijk en wenselijk is in wijken waar dat kan mits het past bij de
leefbaarheid van de wijk.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam 24 maart 2020
Pagina 3 van7
Het college heeft v op 3 maart 2020 per brief geïnformeerd over het aantal aanmeldingen voor de
vergunningen voor B&B en het besluit van het college om de quota te herverdelen. Deze brief is
het eerste monitormoment voor de vergunningen voor B&B. Uiterlijk in augustus 2020 is de
verwachting dat alle vergunningen zijn verleend. Daarna wordt gemonitord in welke wijken het
quotum reeds is gevuld en waar nog ruimte is. Deze tweede monitor zal in november 2020 aan de
raad worden aangeboden.
Kamerverhuur
Motie 2094, van de leden Simons (Bija) en Flentge (SP) (Dit jaar al individuele huurcontracten
stimuleren)
Verhuurders die vóór 1 januari 2020 een vergunning hebben aangevraagd, en geen
individuele contracten hebben aangeboden, alsnog te stimuleren om de huurders
individuele contracten aan te bieden.
Vergunninghouders worden door de gemeente Amsterdam gewezen op de wens van de raad om
iedere huurder een individueel huurcontract aan te bieden op schriftelijke contactmomenten
tussen de gemeente Amsterdam en de vergunninghouders. Daarnaast wordt aan
vergunninghouders via de website verzocht om kamerhuurders een individueel huurcontract aan
te bieden.
Motie 2095, van de leden Simons (Bija), De Jong (GroenLinks) en Flentge (SP) (Campagne ‘ken
je rechten’)
1. Vanaf de ingang van de huisvestingsverordening een campagne genaamd 'Ken je rechten!
te starten;
2. Met deze campagne de huurders bekend te maken over woonrechten, het bestaan van
Stichting WOON en in samenwerking met WOON;
3. Huurders en verhuurders te verwijzen naar een in het leven te roepen informatieloket van
de gemeente, voor alle informatie met betrekking tot nieuwe en gewijzigde regels van de
Huisvestingsverordening.
Het college is bezig met de uitvoering van deze motie. Er is een communicatietraject in twee fasen
opgezet. De eerste fase liep tot 1 april 2020. De tweede loopt vanaf 1 april 2020. Het is de wens
van het college om de tweede fase de komende jaren te herhalen.
o Fase1: Doel van de eerste fase was om de regels die in de
Huisvestingsverordening staan helder te communiceren naar alle doelgroepen.
Hiermee zijn kamerhuurders zonder vergunning nog een laatste keer
geattendeerd op het soepelere regiem tot 1 april 2020. Voor de eerste fase is
gebruik gemaakt worden van eigen nieuwsartikelen en informatie op de website
van de gemeente Amsterdam.
o Fase 2: Daarnaast wordt vanaf 1 april 2020 ook een campagne “Ken je rechten”
gestart. De campagne richt zich in de tweede fase voornamelijk op (A) studenten
en (B) starters. De campagne is er op gericht om deze twee doelgroepen te
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam 24 maart 2020
Pagina 4 van 7
informeren over hun rechten als (toekomstige) huurder, ongeacht of er sprake is
van een vergunde situatie. Daarnaast worden de doelgroepen geattendeerd op
de mogelijkheid om contact op te nemen met stichting WOON als zij problemen
ervaren of vragen hebben. De campagne krijgt in april een eigen pagina op de
website van de gemeente Amsterdam. Op die pagina zal er informatie te vinden
zijn in de vorm van casussen. Daarnaast zal er een verwijzing te vinden zijn naar
de website van stichting WOON. Voor de campagne wordt gebruik gemaakt van
de communicatiekanalen van de gemeente Amsterdam (sociale media kanalen
gemeente, website gemeente Amsterdam, gemeente Amsterdam) en externe
kanalen (nog niet definitief) zoals flyers op populaire studentenplekken en in
deelnemerstassen die gegeven worden tijdens de entreedagen, reclame in
vakbladen van de onderwijsinstellingen en banners op studentenwebsites.
Motie 2104, van het lid Ceder (CU) (Studenten voorlichten door middel van huurrechtcolleges)
Met universiteiten, hogescholen en mbo's in Amsterdam in gesprek te gaan om te kijken
of de gemeente gezamenlijk met hen (en evt WOON of juridische loketten) aan het begin
van elk collegejaar colleges kan organiseren waarin studenten worden voorgelicht over
hun huurrechten bij situaties van verkamering en woningdelen.
Samen met de VU, UvA, HvA, Hogeschool InHOlland en ROCvA wordt gekeken met welke vorm
studenten op de hoogte gesteld kunnen worden over hun huurrechten. Er zijn vijftien hogescholen
in Amsterdam. Er is voor gekozen om de grootste twee hogescholen te benaderen om voorlichting
te geven over huurrechten. We zijn bezig met de vijf onderwijsinstellingen hoe dit precies kan
worden vormgegeven. Inmiddels is met de VU gesproken over een mogelijk college tijdens de
introductieweek en een voorlichtingsstand. Met de UvA wordt gekeken of er bij de
Studentenbeurs (26 augustus 2020) een stand van de gemeente Amsterdam kan komen en een
stand van Stichting WOON. Daarnaast wordt gekeken of de onderwijsinstellingen studenten
kunnen wijzen op een vrijwillig hoorcollege gegeven door de gemeente Amsterdam en/of door
Stichting WOON.
Motie 2111, van de leden Hammelburg (D66) en De Jong (GroenLinks)
(Omzettingsvergunning: mogelijkheid om op te vragen en database)
1. Dispuutshuizen en woongroepen de mogelijkheid te geven bij de gemeente op te vragen
of er reeds een vergunning is aangevraagd voor hun woningcomplex;
2. Te onderzoeken of en hoe een database met aangevraagde en uitgegeven
omzettingsvergunningen kan worden gepubliceerd binnen de kaders van
privacywetgeving.
Het college laat onderzoeken of het mogelijk is op adresniveau met één druk op de knop op de
gemeentelijke website in te zien of en welke vergunningen er zijn afgegeven. Het college zal u
hierover nader informeren bij de tweede halfjaarlijkse monitor kamerverhuur in november 2020.
Bewoners van dispuutshuizen en woongroepen kunnen net als andere burgers informatie
opvragen via de website over verleende vergunningen op adresniveau. Dit kan zowel door
geïnteresseerden en belanghebbenden als door eigenaar-bewoners. Op dit moment zijn er drie
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam 24 maart 2020
Pagina 5 van 7
verschillende routes waarlangs kan worden nagegaan of voor een bepaald adres vergunningen zijn
afgegeven:
1. Vergunningen afgegeven in de laatste acht weken;
2. Vergunningen afgegeven van 2017 tot heden;
3. Vergunningen van voor 2017.
1. Voor kennisgevingen en bekendmakingen van de gemeente Amsterdam van de laatste
acht weken kunnen burgers terecht op
https://www.amsterdam.nl{nieuws/kennisgevingen-bekendmakingen/
2. Voor eerder afgegeven vergunningen is op dezelfde webpagina een link naar het archief
https://www.amsterdam.nl/nieuwsarchief/. Via deze pagina kunnen afgegeven
omzettings- en onttrekkingsvergunningen van 2017 tot heden worden gevonden. Voor
inzage in de vergunning en bijbehorende stukken kan telefonisch contact worden
opgenomen met 14020 of online via www.amsterdam.nl/veelgevraagd (zoekterm:
verleende vergunningen/bouwarchief) en het aanvraagformulier van het Bouwarchief
achter de blauwe knop op de webpagina. Ook al lijkt het Bouwarchief nu alleen informatie
over bouwtekeningen te verstrekken, toch kan ook op adresniveau informatie over andere
afgegeven vergunningen worden opgevraagd. Het college zal er voor zorgen dat de
informatievoorziening op de betreffende webpagina van de gemeentelijke website en de
verwijzingen naar deze pagina zullen worden verbeterd.
3. Of vooreen bepaalde woning of woningcomplex voor 2017 een omzettingsvergunning is
afgegeven kan eveneens worden opgevraagd via www.amsterdam.nl/veelgevraagd
(zoekterm: verleende vergunningen/bouwarchief) of 1,020 Ook hier zal het college er
voor zorgen dat de informatie op de betreffende pagina en de verwijzingen ernaar zullen
worden verbeterd.
Het college onderzoekt ten slotte de mogelijkheid of via de database voor
omzettingsvergunningen ook de mogelijkheid kan worden gecreëerd voor bewoners om van
meerdere adressen in één keer op te vragen of een omzettingsvergunning is afgegeven. In deze
database worden de quota voor kamerverhuur bijgehouden. Ook wordt onderzocht of indien een
vergunning is afgegeven de bewoners een afschrift kunnen krijgen van de vergunning. Bij het
tweede monitormoment in november 2020, zullen wij u hierover nader informeren.
Motie 2112, van de leden Hammelburg (D66) en De Jong (GroenLinks) (Halfjaarlijkse monitor
woningdelen. Eerste eind maart 2020)
1. Een halfjaarlijkse monitor woningdelen uit te brengen met daarin in ieder geval verwerkt:
e _ Ontwikkeling van de voorraad studentenwoningen en de actuele behoefte;
e _ Status verleende vergunningen/afgewezen vergunningen woningdelen;
e _ Actief informeren van de raad wanneer quotum in een buurt is bereikt.
2. Te beginnen met de eerste monitor eind maart 2020
Een groot deel van de nieuwe regels voor kamerverhuur gaat per 1 april 2020 in. Daarvoor valt er
nog niet veel te zeggen over het aantal omzettingsvergunningen in relatie tot het quotum voor
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam 24 maart 2020
Pagina 6 van 7
kamerverhuur. Na 1 april 2020 wordt bekeken hoeveel omzettingsvergunningen zijn aangevraagd
en verleend en in welke wijken het quotum is bereikt. Dit is voor kamerverhuur het eerste
monitormoment. Het college informeert u voor het zomerreces per brief over het aantal
omzettingsvergunningen tot 1 april 2020. De tweede monitor wordt in november 2020
aangeboden. Er zullen twee meetmomenten per jaar plaatsvinden tot en met 2022.
Het college onderzoekt of en hoe de ontwikkeling van de voorraad studentenwoningen kan
worden opgenomen in de monitor kamerverhuur. Hierover zal u bij het tweede monitormoment
worden geïnformeerd. De actuele behoefte aan studentenwoningen en de geplande en
gerealiseerde nieuwbouw studentenwoningen komt reeds aan de orde in de jaarlijkse rapportage
Jongeren- en studentenhuisvesting.
Motie 2119, van de leden De Jong (GroenLinks), Hammelburg (D66), Simons (Bijz), Flentge
(SP) en A.L. Bakker (PvdD) (Infoloket over woningdelen voor huurders en verhuurders)
1. Zo snel mogelijk na vaststelling van de Huisvestingsverordening een
informatieloket voor huurders en verhuurders in te richten, zodat zij vragen
kunnen stellen over de geldende regels, en:
2. In samenwerking met WOON een loket in te stellen voor huurders die vragen of
klachten hebben over mogelijk illegale of onjuiste woningdeelsituaties zonder dat
dit tot handhaving leidt;
3. In samenwerking met WOON minimaal een keer per jaar te rapporteren aan de
Raad over de meldingen, vragen en ontwikkelingen rondom woningdelen.
Het college geeft als volgt uitvoering aan deze motie. Op www.Amsterdam.nl/kamerverhuur is
een nieuwe webpagina voor kamerverhuur in het leven geroepen. Op de pagina zijn alle regels
over kamerverhuur terug te vinden. Huurders die nog aanvullende vragen hebben worden middels
een link en telefoonnummer doorverwezen naar stichting WOON. Voor de huurders komt samen
met de campagne “ken je rechten” nog een extra pagina waarop de huurrechten komen te staan.
Verhuurders kunnen daarnaast, anoniem, gebruik maken van een online formulier op de website
van de gemeente om vragen te stellen. De vragen worden geregistreerd en binnen tien werkdagen
beantwoord. De raad wordt geïnformeerd over de ontwikkelingen rond kamerverhuur door de
jaarlijkse rapportage van WOON en de jaarlijkse resultatenbrief Woonfraude, waarin ook
kamerverhuur is opgenomen.
Motie 2120, van de leden De Jong (GroenLinks), Hammelburg (D66), Simons (Bijz) en A.L.
Bakker (PvdD) (Instructie stadsdelen omzettingen 7 of meer niet te snel weigeren)
Via een instructie aan stadsdelen te zorgen dat woningdeelvergunningen voor zeven
kamers of meer ruimhartig worden toegekend en niet geweigerd kunnen worden wanneer
er enkele en/of subjectieve meldingen van overlast zijn.
Het college heeft met de stadsdelen besproken om ruimhartig om te gaan met aanvragen voor
omzettingsvergunningen naar zeven of meer kamers. Het uitgangspunt daarbij is maatwerk.
ledere aanvraag is anders. Dit kan bijvoorbeeld komen door de buurt waar de aanvraag wordt
gedaan of door de grootte en staat van het pand waarvoor de aanvraag wordt gedaan. Alleen als
sprake is van structurele overlast, bijvoorbeeld omdat er meerdere meldingen zijn gedaan en de
overlast na overleg met de overlastgever(s) niet is gestopt, kan de omzettingsvergunning worden
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam 24 maart 2020
Pagina 7 van7
geweigerd. Indien aan de overige vereisten uit de Huisvestingsverordening 2020 wordt voldaan en
er geen sprake is van structurele overlast wordt de vergunning in principe afgegeven. Dit is
geconcretiseerd in een werkinstructie, die samen met de stadsdelen is opgesteld.
Hiermee beschouwt het college alle elf moties aangenomen bij de raadsbehandeling op 19
december 2019 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 als afgedaan.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Sg
Laurens Ivens
Wethouder Bouwen en Wonen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 7 | discard |
x Gemeente Amsterdam EZ P
% Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven,
x Dierenwelzijn, Waterbeheer
Agenda, donderdag 22 november 2012
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen,
Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer
Tijd 13.30 tot 17.00 uur en van 19.00 tot 22.30 uur.
Locatie De Rooszaal 0239
Gezien de vele agendapunten mbt. waterbeheer stelt de voorzitter voor al deze
onderwerpen in de avond te behandelen en alle insprekers voor deze agendapunten
aan het begin van de avond de gelegenheid te geven in te spreken. De
avondvergadering zal om 19.00 uur beginnen. Aan het eind van de middag is een
besloten vergadering gepland. Wethouder Van Poelgeest zal daarbij aanwezig zijn.
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte (13.30 tot 13.45)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Conceptverslagen van de openbare vergadering van de Raadscommissie EZP
d.d. 4en 11 oktober 2012
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieEZP@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per dagmail de bijgewerkte exemplaren.
6 _Tkn-lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en EZ P
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, donderdag 22 november 2012
7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 22:30)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Dierenwelzijn
11 Beantwoording raadsadres van de Werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden
inzake diervriendelijke aanpak van bijtincidenten met honden Nr. BD2012-009636
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Van Lammeren.
Economische Zaken
12 Vervolgstappen met betrekking tot vorming van een Instituut voor Amsterdam
Metropolitan Solutions (AMS), Resultaten onderzoek Boston Consulting Group
(BCG) Nr. BD2012-011224
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
13 Pilot 24-uurs winkelopenstelling in Zuid en Zuidoost d.d. 15 februari 2012 Nr.
BD2012-01 1203
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie BWK is hierbij uitgenodigd.
14 Amsterdams Ondernemers Programma: monitor eerste helft 2012 en de agenda
2013 Nr. BD2012-011173
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
15 Bestuurlijke reactie motie 318 van raadslid De Goede (Groen Links) inzake
Aanpak leegstand van winkelpanden d.d. 23 mei 2012 Nr. BD2012-008610
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie BWK is hierbij uitgenodigd.
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en EZ P
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, donderdag 22 november 2012
Bedrijven
16 Herstart onderzoeksfase verzelfstandiging AEB Nr. BD2012-011232
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Wethouder Van Poelgeest zal hierbij aanwezig zijn.
BESLOTEN DEEL
AVONDDEEL 19.00 tot 22.30 uur
Waterbeheer
17 Wijzigen van de Verordening Huisaansluitingen Afvalwater Amsterdam 2012 Nr.
BD2012-007316
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
e De commissie JIF is hierbij uitgenodigd.
18 Wijzigen van de Verordening op de heffing en invordering rioolheffing 2008 Nr.
BD2012-007319
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
e De commissie JIF is hierbij uitgenodigd.
19 Vaststellen van een wijziging van de Verordening Binnenhavengeld Beroepsvaart
2011 (tarieven 2013) Nr. BD2012-011038
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
e De commissie JIF is hierbij uitgenodigd.
20 Intrekken van de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart 2012 en vaststellen
van de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart 2013 Nr. BD2012-011039
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
e De commissie JIF is hierbij uitgenodigd.
21 Onderzoek marktordening passagiersvervoer te water Nr. BD2012-010710
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie VVL is hierbij uitgenodigd.
e Gevoegd behandelen met agendapunten 22 en 23.
3
Gemeente Amsterdam EZ P
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, donderdag 22 november 2012
22 Innovatiebepaling Regeling Passagiersvervoer Amsterdam; besluiten op
aanvragen voor exploitatievergunningen passagiersvaart (2) Nr. BD2012-009343
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van duoraadslid de heer Klatser (Red Amsterdam).
e Gevoegd behandelen met agendapunten 21 en 23.
23 Stand van zaken verkeersonderzoek en geluidsoverlast te water e.a. Nr.
BD2012-011036
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunten 21 en 22,
24 Watervisie Amsterdam: fase 1 een ruimtelijk-economisch perspectief op het
gebruik van water Nr. BD2012-009923
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie BWK is hierbij uitgenodigd.
4
| Agenda | 4 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 465
Publicatiedatum 19 juni 2015
Ingekomen op 17 juni 2015
Ingekomen in raadscommissie WE
Te behandelen op 1/2 juli 2015
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Saadi inzake de Voorjaarsnota 2015
(voldoende capaciteit voor handhaving).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Overwegende dat:
— in het Startdocument Stad in Balans als maatregel voor de korte termijn
aangekondigd wordt dat overgegaan wordt tot strengere handhaving op
wangedrag en overlast van zwerfvuil in de openbare ruimte;
— van Handhaving en Toezicht een bovenmatige inspanning wordt verlangd in het
kader van het managen van situaties van overlast;
— van belang is dat er wel voldoende capaciteit wordt vrijgemaakt bij de
desbetreffende afdeling om de handhaving van dergelijke overlastsituaties
adequaat te laten verlopen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
voldoende handhavingscapaciteit beschikbaar te stellen voor handhaving op
wangedrag en het bestrijden van zwerfvuil in de openbare ruimte.
Het lid van de gemeenteraad,
|. Saadi
1
| Motie | 1 | discard |
OMBUDSMAN
METROPOOL AMSTERDAM
Onzichtbaar
Onderzoek naar de leefwereld van ongedocumenteerden in Amsterdam en Nederland
Februari 2021
Inleiding. sssnsssnrserserrersennnnenenerseerersennnnsnensensensennnnnnsnensensensennnnsnenenseerensennnnsneneensenvennnnnnsnenveneersenen 2
1. DE ONGEDOCUMENTEERDEN …...nn nennen enerenenneneneenenenenenensenenennenenenerensenenenennenenenenennenenenn ennen 3
1.1 Ongedocumenteerden in Amsterdam … nun nennen eenen en veneenenenvenvennvenvenneenvenseenvenveneenvenevenvenveesenene B
1.2 Kenmerken en overeenkomsten … nnn nanne rennen neren enneenennenenseneneenenneereneeennsenenneenennenennenennnneveneeeennen ennn B
1.2.1 Ongedocumenteerden met asielverleden … nuno envenveneeenveneeneennvenveneenenenvenvenseeevene rens cÓ
1.2.2 Ongedocumenteerden zonder asielverleden… nennen eneennenseeneeenvenenenvenvenvenevenvenvenseeenen Ö
2 Het leven van een ongedocumenteerde ns ssunssnnsnonerserrensensnnenenenseereessnnnnsnenerrvervvvnvnnene 18
2.1 Huisvesting … ennn ennnenneeneeenerenereneeenvenenenenseenseeneeennvenneeneensereneevenvenveenveeeneeenveenveenveeeneeenvennvenene 1
2.2 Gezondheid en zorg … nanne eeneenenenvenvenenenvenvenrenveenvenveneeenvenvenneenevenennvenveeneenenenveneenvenvenn 23
2.3 Onderwijs … anneer en venvenneenvenvensveneeenvenveneeenvenvenenenvenveneenseenvenveneeenvenvenevenvenvennveenveneenvenveen. 26
AA
2.5 Mensenhandel en uitbuiting. …… nnen venneeneneneneneeenenenenenevenneeenvennvenseerseeeneeeneeenvenenerenersvereveenveernee 20
2.5.1. Mensenhandel … nnn annen enen enneenenneenennerennenenneneveneeneneeennsenennennennenenneeveneenenseenenneneneeneeneeerennenenn 2)
2.5.2 Criminele uitbuiting … nnen venen enen ee enen enen enevenneenneerenenseerneeeneeenveneneeeeeenevenveenvennvennvennverserennn 31
2.5.3. Arbeidsuitbuiting … nonnen eenneneneneneneneeenevenneerevennvenseerneeeneeenveneneneervneeenveeneeeneeenvennvernerennn 31
2.5.4 Sekswerkers………...…….nnnn nnn anneneeeneenenenennvenenneenennenenneeevenenenneeneneeenneeneneenennenvenenenneenenneenennenennenennnnerene rennen 32
2.5.5. Verbeterpunten nnn anne enneennenrenennereneeeneeennenenenenenenserennennvenneenneenneeneenneeenneeneeennenenenenevenenenveneeenen 32
2.6 Rechtsbescherming … … nanne eene eenveneneneneneneeenverenvennvennvennvenneeeneeenvensvereneeenveenvereverenvennvenneeenee 33
2.7 Cijfers …… nnen en enne nneneneneeseerersenennenenvenserveennnsnenenvervensnsnnneneneererrensnnennenenveneerenevennnene 35
2.7.1 Cijfers Amsterdam …….nn annen enenneenneenveneennvenveneennvenvenseenen eneen veneennvenvenvennvenvensennveneenveneeneeneeneenneen 35
2.7.2 Cijfers Nederland … annae enn eneeneennnenveneennvenseneeenveneeenveneennvenvenvennvenveneenerenerneeneenneneeneenneen 35
3 Regels en praktijk asiel en migratie … ss sssns vroren ersenennsnonenseerensenennanenenseereenennnnsneneere erven: 36
3.1 Aandacht voor trauma en culturele achtergrond … nnen eneen ennvennvennvennveneneenseeneeenvere vern 36
3.2 Bewijslast problemen … annae venrennvenseeeneeeneeenvenenenensveneeeneeennvennvennvenseerneeeenveneeervveenversveenvvennvens 37
3.3 Deskundigheid IND … nnen enneenneensereneeenvenenereneeeneneneeenneennvennvenneennnveneeenversereveeenverenere 3)
3.3.1 Landeninformatie nnn ennn eneen rene enneenneenneennereneveneeernenenenenenenenennvenneenneennernnnveneeeneeen eneen eneneneee: 3)
3-3.2 Medische situatie en advies … nnn unnnnnenneerennenennenenneenenneenenneneneeereneeneneenenenenneenenneenennneernneennneren 3
3.4 Immigratie en vergelijking met andere landen … nonnen eneen eneennennvenee enen enenveenvenenene eee O
4 Conclusie en aanbevelingen … … …...unsssssnsnonrerrsnenrersenenenenennenerrvsnnnerssennnensservnnerrvsvnnersvennnenre ern
4-1 Samenvatting … annen enneeneneeeenveneneenennerennenenseevenseenenvenenvevenseevenervenevennvenensereenerenvenenvere verversen ÂD
4.3 Conclusies en aanbevelingen … Annaeus vennennnense eene eeneeenvenenenennveneeeneeennvennvennvennvenseenenvennverseereren GÓ
Literatuurlijst en veneenneeneeeneeneenneenvenvenenenvenvenvenveeneenenenvenvenvenvenvenvensvenveenvennvenvenvenveneenn DO
1
Inleiding
Voor u ligt het rapport dat is opgesteld naar aanleiding van het onderzoek van de ombudsman naar
ongedocumenteerden in Amsterdam. Van maart tot en met juli 2020 heeft de ombudsman een
groot aantal ongedocumenteerden gesproken, om een beter inzicht te krijgen in hun leven, in wat
hen beweegt om ongedocumenteerd in Nederland te verblijven en waar zij tegen aan lopen. Door
de coronacrisis heeft de ombudsman gezien dat er verschillende groepen ongedocumenteerden in
de problemen zijn gekomen op het gebied van primaire levensbehoeften als voedsel,
gezondheidszorg en onderdak. In dit rapport worden diverse leefgebieden en problemen waar
ongedocumenteerden mee te maken hebben beschreven. Tot slot volgen er aanbevelingen.
Afbakening en aanpak
Voor dit onderzoek gaat de ombudsman uit van de volgende definitie van ongedocumenteerd zijn:
“Ongedocumenteerden zijn mensen die permanent in Nederland verblijven zonder een geldige
verblijfsvergunning”*.
In het onderzoek wordt gekeken naar de situatie van alle ongedocumenteerden. Dit betekent zowel
mensen met een arbeidsmigratieachtergrond als mensen die een asielverleden hebben. In dit
rapport benoemt de ombudsman de verschillende groepen, maar worden ook deze beide groepen
onder de algemene noemer ‘ongedocumenteerden! beschreven indien het onderscheid minder
relevant is. In dit rapport schetst de ombudsman een beeld van zowel de verschillen als de
overeenkomsten en belangrijke aandachtspunten. De ombudsman is zich ervan bewust dat over
iedere groep (en ieder individu) veel meer te vertellen is.
Tijdens de coronacrisis zijn ongedocumenteerden bijzonder hard geraakt. Veel van de
ongedocumenteerden die niet meer konden werken raakten in de financiële problemen. Gezinnen
dreigden op straat te belanden en er was onvoldoende geld om eten te kopen. Veel
ongedocumenteerden waren afhankelijk van liefdadigheidsorganisaties en hun eigen gemeenschap
omdat zij geen beroep kunnen doen op de voedselbank of op steun van de overheid.
Naast hun eigen gemeenschap hebben in Amsterdam diverse organisaties de deuren geopend om
ongedocumenteerden te helpen. In het kader van het onderzoek heeft de ombudsman ook
meegeholpen en is hij via deze weg in contact gekomen met sleutelfiguren en
ongedocumenteerden. Vervolgens heeft de ombudsman ongedocumenteerden uit diverse landen
uitgenodigd voor een diepte-interview en heeft hij hen persoonlijke verhalen in dit rapport verwerkt.
Waar nodig heeft de ombudsman bemiddeld of ongedocumenteerden doorverwezen naar
instanties voor hulp. In sommige gevallen heeft de ombudsman geconstateerd dat de
ongedocumenteerden vastlopen. Ook zal dit naar voren komen in het rapport.
1 Amnesty, Ongedocumenteerden (illegalen) en vitgeprocedeerden, www.amnesty.nl
2
1. DE ONGEDOCUMENTEERDEN
Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat veel ongedocumenteerden in een van de vier grote
steden wonen, waaronder Amsterdam. De reden van verblijf in Nederland verschilt per groep. De
een ziet zich door omstandigheden gedwongen het land van herkomst te verlaten, de ander
vertrekt uit vrije wil. Het leven zonder papieren in Nederland wordt omschreven als onzeker en
zwaar. Ongedocumenteerden zijn uitgesloten van voorzieningen zoals een pensioen of uitkering
van de overheid. Toch besluit viteindelijk een deel van deze groep hier in Nederland te blijven. Het
lukt ze ook om jarenlang onder de radar te blijven en in eigen levensonderhoud te voorzien. De
ongedocumenteerden vormen een onderdeel van de informele economie, en feitelijk zelfs van de
formele economie.
Coronacrisis en directe nood
Corona maakte de aanwezigheid van ongedocumenteerden zichtbaarder dan ooit. De
ongedocumenteerden komen vanwege hun status niet in aanmerking voor overheidsvoorzieningen.
Hierdoor ontstonden er schrijnende situaties, zoals het verblijf van gezinnen in bergingen, mensen
die naar voedsel in containers zochten, maar ook de noodkreet van ouders die de hoge huur niet
meer konden betalen. De ombudsman heeft gezien hoe een ongedocumenteerde in de berging
sliep omdat hij corona had en zijn medebewoners bang waren voor besmetting. Mensen die de huur
niet meer konden betalen werden hun huis uitgezet door de verhuurder. Hoewel er zowel voor
gezinnen als alleenstaande ongedocumenteerden een mogelijkheid was om gebruik te maken van
een tijdelijke (gezins)opvang, was de angst voor registratie duidelijk aanwezig. Sommige gezinnen
sliepen daarom liever in een berging zonder sanitaire voorzieningen en elektriciteit, dan dat zij zich
aanmeldden voor hulp. Voor velen van hen was het wachten op huisuitzetting. In sommige gevallen
werd uithuiszetting op het nippertje voorkomen doordat de eigen gemeenschap geld inzamelde
voor mensen die het hardst getroffen werden.
Opvang
Voor de dakloze ongedocumenteerden was het vanwege het ontbreken van een vaste verblijfplaats
bijna onmogelijk om bij gezondheidsklachten binnen te blijven. Voor velen van hen werd het
onrechtmatig verblijf daarmee extra voelbaar. Er was veel onduidelijkheid over de gevolgen van het
virus en er heerste angst om afgezonderd of uitgezet te worden.
De gemeente Amsterdam bood, conform de richtlijnen, alleen nachtopvang aan, omdat er bij een
24-UUrs opvang een hoger risico op besmetting zou zijn.? Deze situatie heeft tot frustratie geleid
onder de ongedocumenteerden omdat zij ook bang waren voor besmetting en zij niet naar hun
gebruikelijke plekken kunnen konden gaan zoals BOOST of het Wereldhuis. Die organisaties
moesten noodgedwongen (tijdelijk) de deuren sluiten omdat zij niet aan de RIVM regels konden
voldoen.
2 Parool, Amsterdamse daklozen moeten overdag buiten blijven, www.parool.nl
3
Er was overdag nauwelijks toegang tot openbare toiletten mede nu de opvang overdag was
gesloten. De ongedocumenteerden die toegang hadden tot de opvang konden niet altijd voldoende
gebruik maken van de sanitaire voorzieningen.
Grootschalige voedselhulp noodzakelijk
De gemeente heeft volop ingezet om de ongedocumenteerden te voorzien van voedsel en
verzorgingsproducten via bestaande initiatieven zoals het Wereldhuis. Ook was er steun van
informele voedselbanken De nood was duidelijk hoog en meer ondersteuning gewenst; bij één van
de informele uitdeelpunten voor voedsel meldden zich in de eerste week van de lockdown 5o
gezinnen in directe nood, in korte tijd oplopend tot uiteindelijk meer dan 6oo gezinnen die
voedselhulp nodig hadden, wat door particulier initiatief elke week werd georganiseerd en waarbij
elke week opnieuw de vraag was of er voldoende voedsel zou zijn voor alle hulpvragenden.
Kettingreactie
Tijdens de eerste piek van de coronaepidemie is de kwetsbaarheid van veel ongedocumenteerden
goed zichtbaar geworden omdat veel van hen werkloos raakten. Zo werden ongedocumenteerden
gevraagd om niet te komen werken of werden zij ontslagen. Zij hadden daardoor een te laag
inkomen, of helemaal geen inkomen. Dit leidde ertoe dat men de huur niet kon betalen en dakloos
dreigde te raken. Veel ongedocumenteerden konden ook geen basislevensmiddelen meer kopen.
Een bijkomend probleem was dat in veel winkels werd gevraagd om met pin te betalen. De
meerderheid van de ongedocumenteerden beschikt echter niet over een pinpas, hetgeen het kopen
van eten extra bemoeilijkt.
Degenen die nog wel werk hadden, liepen ook risico’s, met name de groep die bij mensen
thuiswerkt of inwoont. In sommige gevallen bleken de opdrachtgevers waar de
ongedocumenteerde schoonmaakt of oppast, zonder het te delen, besmet te zijn. Sommige
werkgevers zouden de ongedocumenteerden hebben verteld dat de quarantaineperiode volgens de
GGD geen veertien dagen, maar drie dagen duurde. Dit leidde tot veel misinformatie, zorgen en
onbegrip onder ongedocumenteerden. Ook zijn er gevallen bekend van au-pairs die kort voor de
vitbraak van corona met hun expatfamilie naar Nederland zijn gekomen. Toen corona uitbrak zijn
de expats teruggekeerd en hebben ze de au-pairs in Nederland gelaten. Sommigen van hen waren
al ongedocumenteerd of raakten als gevolg van deze situatie ongedocumenteerd.
Uiteraard zijn ook ongedocumenteerde mensen besmet geraakt met corona. De mogelijk besmette
ongedocumenteerde kan zich echter niet laten testen bij de GGD omdat hij niet bekend is in het
systeem. Vanwege onduidelijkheid omtrent de toegang tot de zorg hebben velen van hen gewacht
tot ze erg ziek waren en opgenomen moesten worden in het ziekenhuis. Ongedocumenteerden
vertellen dat ze een hoge rekening kregen en dat ziekenhuizen afhoudend waren om hen te helpen.
De bureaucratische stappen die ze moeten ondernemen voor de toegang tot de zorg maar ook de
hoge kosten in de tijd van corona hebben hen extra ontmoedigd.
4
1.1 Ongedocumenteerden in Amsterdam
Zoals genoemd zijn er mensen met een asielverleden die hier ongedocumenteerd verblijven, en is er
een groep zonder asielverleden. Voor beide groepen geldt dat mensen soms al meer dan 20 jaar in
Nederland zijn, waar anderen pas enkele maanden hier verblijven.
Amsterdam kent een groot aantal verschillende gemeenschappen van ongedocumenteerden. De
grootste en meest georganiseerde gemeenschappen zijn de Braziliaanse gemeenschap; de Ghanese
gemeenschap; de Nigeriaanse gemeenschap; de Filipijnse gemeenschap en de Indonesische
gemeenschap. Daarnaast is er de Colombiaans/Venezolaanse gemeenschap en zijn er
ongedocumenteerden uit Egypte, de Palestijnse gebieden, Iran, Syrië, en een aantal met name
West- Afrikaanse landen zoals Gambia, Kameroen, Ivoorkust, en zijn er ongedocumenteerden
binnen de Surinaamse, Marokkaanse en Turkse gemeenschap. Daarnaast heeft de ombudsman
contact gehad met ongedocumenteerden uit China, Tunesië, Algerije, Oeganda, Congo en Somalië.
Deze mensen zijn op diverse manieren naar Nederland gekomen, soms zelfstandig, via een
toeristenvisum of via andere Europese landen en soms via criminele netwerken of
mensensmokkelaars.3 Een deel van hen komt in eerste instantie voor een korte tijd naar Nederland
en een deel blijft vervolgens langer, bouwt hier een leven op en vestigt zich permanent. De
ombudsman is tijdens dit onderzoek met opvallend veel ongedocumenteerde Amsterdamse
kinderen in contact gekomen. Deze kinderen bouwen hier samen met hun ouders een leven op,
maar komen er vervolgens achter dat zij ongedocumenteerd zijn en dat dit een grote invloed heeft
op hun leven en toekomstperspectief.
1.2 Kenmerken en overeenkomsten
Over het algemeen kan worden gesteld dat de ongedocumenteerde extra kwetsbaar is voor geweld,
misbruik en mensenhandel. Tegelijk weten zij zich in veel gevallen opvallend goed staande te
houden in een samenleving waar zij niet mogen zijn. Het zijn inwoners die vaak een bijdrage leveren
aan de (informele) economie. Om te kunnen leven in een dure stad als Amsterdam werken zij in veel
gevallen langere dagen voor een lager vurloon dan een legale arbeidskracht en hebben zij soms drie
verschillende banen op een dag. Het zijn modelburgers, omdat ze zoveel mogelijk proberen om niet
op te vallen of in contact te komen met de autoriteiten.
Een pastor zegt in gesprek met de ombudsman, dat een ongedocumenteerd bestaan in
één woord is samen te vatten ín ‘wantrouwen’. Zowel richting de politie, de overheid,
als onderling kan dit spelen, geeft hij aan. Ook is er sprake van onderlinge discriminatie
en racisme. De ongedocumenteerde is het kwetsbaarst en kan ervaren dat er in de
gemeenschap op hem of haar wordt neergekeken vanwege zijn status.
3 NRC, Nederland is nu transitland voor mensensmokkel, www.nrc.nl
5
Er zijn zowel opvallende overeenkomsten als duidelijke verschillen te zien tussen de groepen
ongedocumenteerden. Allereerst is er een onderscheid te maken tussen de groep met een
asielverleden en de groep zonder asielverleden. Ook binnen deze groepen zijn een aantal verschillen
te benoemen, in het volgende hoofdstuk volgen de opvallendste bevindingen.
1.2.1 Ongedocumenteerden met asielverleden
Inhoudelijke afwijzing asielaanvraag
Binnen de groep ongedocumenteerden met een asielverleden, is bij een deel van de mensen, om
diverse inhoudelijke redenen, hun asielaanvraag afgewezen. Dit blijken voornamelijk mensen te zijn
die vanwege politieke of veiligheidsredenen zijn gevlucht vit het land van herkomst, waaronder
bijvoorbeeld ook mensen met een LHBTI-achtergrond. Hier wordt in een volgend hoofdstuk verder
op ingegaan.
Dublinclaimanten
Een deel van de groep met een asielverleden die hier verblijft, is afgewezen omdat zij een
zogenaamde ‘Dublin claim’ hebben. Omdat ze Europa zijn binnengekomen in een ander land — en
daar hun vingerafdruk is geregistreerd- is het voor deze groep in beginsel niet mogelijk om in een
ander Europees land asiel aan te vragen. De Dublinconventie en verordening bepalen dat een
asielaanvraag van een asielzoeker in het EU-land van binnenkomst wordt behandeld. Nederland
hoeft vanwege de Dublinclaim het betreffende asielverzoek niet in behandeling te nemen, tenzij er
redenen zijn om dit wel te doen. Aan deze mensen wordt in veel gevallen meegedeeld dat ze terug
moeten keren naar het eerste land waar de vingerafdruk is gezet. Nederland kan na acceptatie door
het andere land het asielverzoek en de asielzoeker overdragen aan dat land.
Het gaat sinds een aantal jaar om een relatief grote groep Eritrese jongeren en daarnaast sinds
medio 2019 ook om een groeiende groep van met name mannen vit Nigeria. Over de redenen
waarom mensen doorreizen uit het Dublin land, veelal Italië, is veel bekend. Zo geeft men aan dat
omstandigheden in Italië sterk verslechterd zijn met als gevolg dat men geen opvang kreeg of op
straat gezet werd, ook wordt als reden aangegeven onveiligheid in verband met de veelal
(Nigeriaanse) maffia. Daarnaast zijn er ook sterke vermoedens dat er binnen de Eritrese groep een
vorm van mensenhandel plaatsvindt. Men geeft verder aan dat er sprake is van discriminatie in
Italië, hoge werkloosheid en arbeidsuitbuiting van ongedocumenteerden®.
In de praktijk betekent het dat veel mensen niet terugkeren naar het Dublin land, maar op straat
terecht komen. Zij kiezen ervoor om 18 maanden onder de radar te blijven — om daarna een
asielaanvraag te doen die wel inhoudelijk (reden van hun vlucht) beoordeeld wordt. Wanneer
mensen opgepakt worden en alsnog vit worden gezet, is men soms binnen een week weer terug in
Nederland. Amsterdam is een van de steden die een grote aantrekkingskracht uitoefent op een
groot deel van deze groep. De reden die men hiervoor aangeeft is dat Amsterdam een grote stad is,
waar mogelijkheden zijn om zwart werk te vinden, onder de radar te blijven en soms ook omdat
4 AIDA country report: Italy. Update 2019
5 Bijvoorbeeld: Trouw, Deze migranten werden uitgebuit, nu runnen ze hun eigen coöperatie in Italië, www.trouw.nl
6
men anderen kent die al in Amsterdam verblijven. Onbekendheid met het systeem speelt ook mee:
een van de jongere Eritrese vluchtelingen kon opvang krijgen buiten Amsterdam, maar wilde dit in
eerste instantie niet accepteren omdat ze bang was dat haar Dublinclaim buiten Amsterdam niet
meer zou doorlopen.
Bijzonder aan deze groep is dat zij vaak veel hebben meegemaakt tijdens hun reis. Veel
van hen zijn via Libië naar Italië gereisd per boot. Zowel in Libië, als tijdens de reis
daarheen waarbij mensen regelmatig meerdere keren verhandeld zijn, is men onder
zeer heftige en levensbedreigende omstandigheden vastgehouden. Vervolgens is de
boottocht naar Italië, waarbij mensen hebben aangegeven soms een van de weinige
overlevenden van een boot te zijn, een bijzonder traumatiserende ervaring, voor een
groep die deels minderjarig is.
Eritrese groep
Bij de Eritrese groep gaat het vaak om jongeren die nog net of net niet meer minderjarig zijn. Bij
aankomst in Italië is hun leeftijd niet altijd goed aangegeven of geregistreerd met als gevolg dat een
deel van deze groep in Nederland als meerderjarig wordt gezien. Ook heeft deze verschillende
leeftijdsregistratie mogelijke gevolgen voor hun procedure. Voor de Eritrese groep speelt de
beoordeling door de IND op identiteitsdocumenten en op de wijze waarop men uit het land is
gevlucht een belangrijke rol in de procedure. Een zorg van hulpverleners is dat een steeds grotere
groep van deze jonge getraumatiseerde jongens wordt afgewezen en na deze afwijzing op straat
belandt, zonder de juiste (psychische) hulp of perspectief.
Nigeriaanse groep
Sinds 2019 is er een toename van Nigeriaanse Dublinclaimanten in Amsterdam. In een aantal
gevallen lijkt er sprake te zijn van een vorm van mensenhandel -in sommige gevallen tijdens hun reis
naar of in Italië en mogelijk ook tijdens hun reis naar Nederland. Omdat volgens professionals de
regels zijn aangescherpt de afgelopen tijd, en er inmiddels belemmeringen zijn voor het doen van
aangifte voor mensenhandel als dit niet aantoonbaar in Nederland heeft plaats gevonden, kan deze
groep hiervan vrijwel geen aangifte doen in Nederland. Hierover bestaan bij veel professionals grote
zorgen, omdat deze groep kwetsbaar is, er geen bescherming is voor deze groep en omdat hiermee
belangrijke informatie over de met name Nigeriaanse maffia verloren gaat.
Veilige landen
Er is ook een groep Dublinclaimanten vit Gambia, Senegal of andere Afrikaanse landen waarvan
wordt gesteld dat dit veilige landen zijn®. Hun eerste asielaanvraag wordt vaak afgewezen vanwege
hun Dublinclaim. Zij verblijven dan in veel gevallen een periode van 18 maanden onder de radar,
waarna ze een tweede asielaanvraag doen die dan inhoudelijk (reden van vlucht) beoordeeld wordt.
Als het land van herkomst op de nationale lijst van veilige landen voorkomt, dan wordt de
asielaanvraag officieel binnen 10 dagen verwerkt omdat de kans op een verblijfsvergunning klein is?
Deze groep komt, wanneer ook de tweede asielaanvraag wordt afgewezen, vaak opnieuw op straat
terecht zonder perspectief.
6 Rijksoverheid, Nederlandse lijst van veilige landen van herkomst, www..rijksoverheid.nl
7 Rijksoverheid, Versnelde afhandeling asielaanvragen veilige landen van herkomst, www.rijksoverheid.nl
7
Land van herkomst veilig verklaard na een aantal jaar legaal verblijf
Er is een groep ongedocumenteerden die een verblijfsvergunning heeft gehad, vaak legaal werk
had, huisvesting en zijn leven heeft opgebouwd. Maar zodra de oorlog in het land van herkomst is
afgelopen en het land weer veilig is verklaard, heeft deze groep in een aantal gevallen niet langer
recht op verblijf in Nederland. Een deel van deze groep keert echter niet terug en verblijft nu
ongedocumenteerd in Nederland. Het gaat hierbij om verschillende landen van herkomst, zoals
Sierra Leone en Ivoorkust.
Tijdelijk verblijfsvergunning ín ander Europees land
Een ander deel heeft een verblijfsvergunning in een ander Europees land (vaak Italië) maar is
vanwege diverse redenen doorgereisd naar Nederland. Het gaat hierbij om een verblijfsvergunning
die (nog) niet voor onbepaalde tijd is. Deze groep mag legaal in Nederland verblijven voor een
periode van drie maanden? maar heeft geen mogelijkheid om legaal te werken of recht op
gezondheidszorg. Na de periode van drie maanden blijven ze, waardoor ze dan niet langer legaal in
Nederland zijn, en feitelijk minder rechten hebben dan de groep die hier ongedocumenteerd is.
Deze groep valt namelijk formeel niet onder de regeling Onverzekerbare vreemdelingen van het
CAK en heeft ook geen recht op opvang in het LVV-systeem.
Minderjarigen - Met onbekende bestemming
Van de groep ongedocumenteerden die hier in Nederland leeft is bekend dat dit mensen zijn
waarvan het asielverzoek is afgewezen en in veel gevallen het land hadden moeten verlaten. Er zijn
echter bij verschillende instanties signalen dat dit niet gebeurt en dat men in Nederland blijft. Het
gaat daarbij veelal om mensen vit bovengenoemde groepen. Dit geldt ook voor een groep
ongedocumenteerde minderjarigen. Recent onderzoek toont aan dat een groep alleenstaande
minderjarigen de asielprocedure wel doorloopt, maar als deze negatief uitvalt de opvang met
onbekende bestemming verlaat en mogelijk in de illegaliteit belandt.® Volgens dit onderzoek
vertrokken vooral oudere kinderen vaak met onbekende bestemming. Een mogelijke verklaring is
dat de jongeren tot hun achttiende recht op opvang hebben.
1.2.2 Ongedocumenteerden zonder asielverleden
In Amsterdam leeft ook een groep ongedocumenteerden zonder asielverleden. Soms gaat het om
migranten die de afgelopen jaren naar Nederland zijn gekomen, maar er zijn ook
ongedocumenteerden die al sinds de jaren ‘go in Nederland zijn. In die periode kon men makkelijker
naar Nederland reizen en hier vervolgens blijven. De ombudsman heeft met een groot aantal
mensen uit verschillende groepen gesproken om per groep een beeld te krijgen wat er speelt en
wat mensen beweegt om naar Nederland te komen. Soms ging het om mensen die hier al erg lang
zijn, zoals een man die 53 jaar ongedocumenteerd in Nederland leeft. In andere gevallen waren het
mensen die korter dan 10 jaar of zelfs slechts een aantal maanden in Nederland zijn. Het gaat om
mensen met verschillende nationaliteiten.
8 IND, Reizen in de Schengenlanden met uw verblijfsvergunning of visum, www.ind.nl
9 S. Noyon en |. Kulu-Glasgow, Afgewezen alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland, Demos oktober
2020.
8
Redenen om naar Nederland en specifiek naar Amsterdam te komen bleek dat men hier goed
Engels spreekt, en ook omdat men hier al mensen kende of veel over Nederland gehoord had.
Andere redenen zijn veiligheid, werk en betere leefomstandigheden. In de gesprekken komt
veelvuldig naar voren hoe zwaar het deze mensen valt om ver weg te zijn van hun kinderen en
andere familieleden. Ook geeft men aan graag te willen bijdragen aan de Nederlandse samenleving
en belasting te willen betalen. Zij zijn verder erg positief over Nederland. De sfeer, de samenleving,
de gelijkheid, de balans tussen werk en privé worden hierbij genoemd. In gesprek met sommige
gemeenschappen wordt duidelijk hoe onzichtbaar deze groep is.
Hieronder volgt een overzicht van de verschillende onderwerpen die naar voren zijn gekomen en
opvallen. De ombudsman pretendeert niet voor iedere ongedocumenteerde uit deze groepen te
kunnen spreken, maar grosso modo hebben zij de volgende ervaringen.
Route naar Nederland
Een deel van deze groep komt met een toeristenvisum naar Nederland, of via andere Europese
landen, omdat rechtstreeks Nederland binnenkomen lastig is. Men heeft vaak enorme schulden
gemaakt om naar Nederland te komen. Een aantal groepen blijkt via malafide agentschappen naar
Nederland te zijn gekomen om te werken. Het agentschap belooft deze mensen een goedbetaalde
baan met huisvesting. Ze verkopen hun bezittingen en onroerend goed en sluiten een grote lening
om het agentschap te betalen. Eenmaal in Nederland zijn deze agentschappen niet meer bereikbaar
en blijkt het beloofde werk er niet te zijn. Door de hoge schuld die men heeft opgebouwd kan men
ook niet meer terug.
Relatief hoogopgeleid
In de gesprekken met verschillende groepen, valt het de ombudsman op dat men in een aantal
gevallen relatief hoog opgeleid is. Het gaat dan bijvoorbeeld om psychologen, ingenieurs en
verpleegkundigen, om een aantal beroepen te noemen. Zij verdienen hier in Nederland met
schoonmaakwerk en in de bouw echter meer dan zij met het uitoefenen van hun beroep in hun land
van herkomst zouden doen - als men daar al werk zou vinden.
Goed georganiseerde netwerken
Ook is een aantal netwerken opvallend goed georganiseerd. lemand die nieuw in Nederland
aankomt wordt opgenomen in het netwerk en wordt verteld hoe het in Nederland werkt. Men vindt
vervolgens vaak ook via het netwerk werkplekken.
Bepaalde groepen hebben zich georganiseerd in een vakbond, of maken deel vit van de Migrant
Domestic Workers van de FNV, ondanks dat de groep bang is om zichtbaar te zijn. Hoewel het per
gemeenschap verschilt zijn een aantal gemeenschappen zeer hecht. Zij hebben niet alleen elkaar
tijdens de coronacrisis gesteund maar hebben ook andere gemeenschappen hulp in de vorm van
voedsel en onderdak aangeboden.
9
Emotionele ballast
Bij veel van de gesprekken is de emotionele ballast om kinderen en familie achter te laten in het
land van herkomst heel erg zichtbaar.
Zo sprak de ombudsman een Filipijnse vrouw die in Nederland werkt om de opleiding van haar
dochtertje en nichtje te betalen. Zij is weggegaan uit de Filipijnen toen haar dochtertje een paar
jaar was. Haar dochter is nu bijna 18 jaar en ze heeft haar nooit meer gezien in al die jaren.
De migranten uit de niet visumvrije landen hebben geen mogelijkheid om te reizen en om hun
familie op te zoeken in het land van herkomst. Dit leidt tot schrijnende situaties, waarbij kinderen
hun ouders jarenlang niet zien, of men de begrafenis van een dierbare niet bij kan wonen en zelfs
geen afscheid kan nemen.
Een van de sleutelpersonen vertelt: “Men is altijd op zoek naar mogelijkheden voor legalisatie.
Zo leek er in de afgelopen tijd in Portugal een mogelijkheid te zijn om een verblijfsdocument te
krijgen — en werd er binnen de gemeenschap in no time een reis naar Portugal georganiseerd,
vermoedelijk om hier aanspraak op te kunnen maken.”
Reden om naar Nederland te komen
Bij verschillende groepen is arbeid over het algemeen de belangrijkste reden om naar Nederland te
komen. Over deze groep wordt door een kennismigrant aangegeven dat ‘zij niet komen als er geen
werk is, en er dus werk is’. In gesprek met de ombudsman zeggen ze dat zij ook normale werknemers
zijn, die hard werken, goed werk leveren, en dat zij graag zo gezien willen worden en daarin erkend
willen worden.
In de gesprekken werd als reden om naar Nederland te komen, aangegeven dat men familieleden in
het land van herkomst wilde onderhouden, kinderen daar de mogelijkheid geven om naar school te
gaan of te studeren of om de verzorging van hun ouders te bekostigen. Een deel van de groep geeft
ook aan dat zij in hun land van herkomst geen werk meer zullen vinden vanwege hun leeftijd. Hierbij
gaat het om mensen die rond de veertig zijn. Bij sommige groepen wordt aangegeven dat het een
combinatie is, men is vertrokken vanwege de veiligheid, de politieke situatie en vanwege
economische omstandigheden.
In een aantal gevallen ziet de ombudsman dat ouders eerst zelf naar Nederland komen en na een
paar jaar hun kinderen ophalen. De redenen die mensen daarbij noemen zijn primair werk maar ook
veiligheid. Daarnaast willen ouders ook een toekomst voor hun kinderen. Men geeft aan dat het
leven hier veel beter is, zelfs in ongedocumenteerde omstandigheden, en zelfs gedurende de
onzekere coronaperiode, dan in het land van herkomst. Hier kunnen kinderen veilig op straat
spelen, waar dat in het land van herkomst niet mogelijk is, doordat er altijd een risico is dat kinderen
op weg naar school in een overval terecht komen, of het risico bestaat om betrokken te worden bij
bendegeweld, aldus deze ouders.
Men komt ook naar Nederland omdat men mensen kent, en vanwege de orde, hoe alles is
georganiseerd — en men komt specifiek naar Amsterdam vanwege het interculturele karakter, men
verwacht dat er minder begrip of acceptatie is buiten Amsterdam.
10
Men komt vaak in eerste instantie voor een paar jaar, maar besluit dan permanent te blijven. De
reden om in Nederland te blijven is ook gericht op de toekomst van de kinderen: de scholen, wat
kinderen meekrijgen (geen afval op straat gooien) en vooral ook talenkennis: in het land van
herkomst is Engels leren onbetaalbaar en is het taalonderwijs van slechte kwaliteit, terwijl kinderen
dat in Nederland wel meekrijgen.
Ook valt het op dat er jongeren zijn die recenter naar Nederland zijn gekomen. Zij hebben de
ambitie om hier te studeren omdat de Nederlandse universiteiten hoog staan aangeschreven of hun
leven hier op te bouwen. Ze zijn vaak relatief hoog opgeleid. Een jongen zegt in gesprek met de
ombudsman dat hij zijn hele leven al in Nederland wilde wonen, vanwege de cultuur. Hij zegt dat
zijn mindset niet past in zijn land van herkomst en dat hij zich hier thuis voelt.
Daarnaast komen vaak alleenstaande mannen via een toeristenvisum naar Nederland. Zij voorzien
via het eigen netwerk in hun levensonderhoud. Deze groep verblijft tijdelijk in Nederland en soms
permanent als er voldoende inkomsten zijn vit de informele sector. Er blijkt ook een groep jonge
mannen tussen de 20 en 40 jaar niet terug kunnen keren omdat de overheid van het land van
herkomst geen noodpaspoort of laissez-passer meer afgeeft.
Onder de ouderen die recenter zijn gekomen is de voornaamste reden de mogelijkheid om hun
kinderen te laten studeren. Werken in Nederland zou dat mogelijk maken, terwijl deze persoon als
ambtenaar in het land van herkomst nooit genoeg zou verdienen om dit te kunnen opbrengen. Ook
hier is de emotionele belasting om familie achter te laten groot.
Oudere ongedocumenteerden
Er is een groep oudere ongedocumenteerden die al langer dan 20 of 30 jaar in Nederland verblijft,
tot soms zelfs 53 jaar. Een deel van deze groep is bij de verschillende (pardon)regelingen die er sinds
hun komst zijn geweest, om diverse redenen buiten de boot gevallen. Deze groep heeft na de
inwerkingtreding van de koppelingswet steeds minder mogelijkheden om aan werk te komen. Een
deel van de groep kan nog terugvallen op het eigen netwerk, maar naarmate het
ongedocumenteerde bestaan langer duurt, en mensen ouder worden en meer medische klachten
krijgen, vermindert het draagvlak in het netwerk of raakt het netwerk zelfs uitgeput. Om
verschillende redenen keren deze mensen niet terug naar hun land van herkomst.
Een voorbeeld van hoe mensen vast kunnen zitten is een oudere Ghanese man die hier al meer
dan zo jaar ongedocumenteerd verblijft. Hij heeft diverse medische klachten, waaronder een
vorm van kanker. Hij is in Nederland uitgeprocedeerd. In contact met een terugkeerorganisatie
spreekt hij een contactpersoon uit zijn land van herkomst, die mensen helpt om terug te keren
en hen begeleidt in het land zelf. Zij geeft aan dat zij hem niet gaat helpen, omdat terugkeer
zijn dood zou betekenen vanwege de gebrekkige zorg aldaar. Deze man zit daarmee feitelijk
‘vast’, hij kan niet blijven en hij kan niet terug.
In gesprek met ouderen blijkt dat zij om verschillende redenen naar Nederland zijn gegaan. Soms
vanwege een relatie, of vanwege problemen en onveiligheid destijds in het land van herkomst. Wat
opvalt is dat als mensen hier nooit een verblijfsvergunning gekregen hebben, en nooit de
mogelijkheid hebben gehad om legaal te werken en geld terug te sturen naar familie, zij eerder
geneigd zijn om in Nederland te blijven. Zij hebben dan niets om naar terug te keren, zo vertellen zij.
11
Bij deze ouderen is zichtbaar dat het ongedocumenteerde bestaan een zware aanslag vormt op hun
gezondheid. Vaak spelen er diverse gezondheidsklachten tegelijkertijd. Het ongedocumenteerde
leven maakt mensen, ook binnen de eigen gemeenschap, kwetsbaar.
Een oudere ongedocumenteerde Ghanese vrouw vertelt dat zij bij kennissen slaapt. Soms een
tijdje bij de ene, dan weer bij anderen. Ze mag dan in de woonkamer slapen, maar niet op de
bank. Zij slaapt op het kleed in de woonkamer, en kan pas gaan slapen wanneer de bewoners
naar bed gaan. In de coronatijd had ze een tijdje geen eten — omdat de markt waar zij groente
en fruitafval kreeg niet open was — en leefde ze op groene thee. Ze heeft diabetes en dit leven
valt haar zwaar. In Ghana heeft ze niemand meer, haar ouders en haar dochtertje zijn
overleden. Van verdere familie verwacht ze dat zij haar niet zullen helpen, omdat zij zelf hen
nooit geld heeft kunnen sturen. Elke zomer is voor haar een pijnlijke tijd, als anderen wel terug
kunnen naar Ghana met cadeaus en familie kunnen bezoeken.
Vanwege een tekort aan arbeidskrachten hebben zich na 1960 veel arbeidsmigranten gevestigd in
Nederland. De ombudsman heeft voor dit onderzoek kennis gemaakt met een kleine groep
migranten die bijvoorbeeld in het kader van gezinshereniging als jongvolwassene naar Nederland
kwam, maar destijds net te oud was om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning.
Omdat deze kinderen niet als enigen van het gezin in het land van herkomst konden achterblijven
kwamen zij dan op een studentenvisum naar Nederland. De personen die slaagden voor hun
opleiding hebben uiteindelijk alsnog een verblijfsvergunning gekregen, maar degenen die door
omstandigheden niet slaagden bleven vervolgens ongedocumenteerd in Nederland. Zo'n gezinslid
ziet hoe jongere broertjes en zusjes wel een leven kunnen opbouwen en blijft als enige thuis om
uiteindelijk voor de ouders te zorgen. Zolang de ouders leven kunnen ze bij hen wonen. Naast de
zorg voor hun ouders zijn deze mensen vaak maatschappelijk betrokken en beheersen zij de
Nederlandse taal ook goed.
Er is ook een groep ongedocumenteerde arbeidsmigranten die hier al lange tijd is en minder opvalt
en nauwelijks een beroep doet op de overheid omdat zij volledig opgaan in de Nederlandse
gemeenschap. Deze ongedocumenteerden vinden een baan via het eigen netwerk en kunnen bij
gebrek aan werkgelegenheid binnen de eigen gemeenschap diensten verrichten om deze perioden
te overbruggen. Voorzieningen zoals wonen, werk en zorg worden dan ook vaak door de eigen
gemeenschap geregeld. De kinderen van deze mensenvallen wel op, omdat zij graag in Nederland
willen blijven en naarmate zij ouder worden erachter komen dat zij niet door kunnen studeren, niet
kunnen afrijden en geen bijbaantje kunnen hebben. Vaak delen zij ook niet dezelfde ambities als
hun ouders en willen ze niet in de voetsporen treden van hun ouders.
De ongedocumenteerde ouderen hebben soms al meerdere procedures voor een
verblijfsvergunning doorlopen. De groep die hier al langer is, heeft in het verleden veel gewerkt,
omdat dit makkelijker was vóór de invoering van de koppelingswet. Om verschillende redenen zijn
zij destijds buiten de witte illegalen regeling gevallen en hebben ze geen aanspraak gemaakt op een
andere pardonregeling, waardoor zij nu nog ongedocumenteerd leven. Soms ligt de oorzaak in
eerdere administratieve fouten, waarbij bijvoorbeeld hun sofinummer op een verkeerde datum was
gezet en zij daardoor niet aan de criteria voldeden voor de regeling. Zij geven aan dat hun leven in
Nederland is en dat zij zich Nederlander voelen.
12
Verblijf en betrokkenheid in Nederland
Bij verschillende gemeenschappen wordt duidelijk dat men goed voor elkaar zorgt, en ook oog heeft
voor anderen: De hulp die zij kregen in coronatijd deelden ze met mensen die ze tegenkwamen die
ook geen voedsel hadden.
Vanuit sommige gemeenschappen worden er regelmatig activiteiten georganiseerd, om
bijvoorbeeld eenzame (Nederlandse) ouderen te helpen.
In een aantal gesprekken blijkt hoezeer men zich thuis voelt in Nederland en zijn of
haar leven hier heeft opgebouwd. In een van de interviews gaf een man wat voor hem
belangrijk was in de afgelopen twintig jaar dat hij in Nederland woonde. De invoering
van de euro bleek daarbij zijn leven het meest ingrijpend te hebben veranderd ‘Vanaf
dat moment werd alles twee keer zo duur’. Voor iemand anders is koningsdag elk jaar
het hoogtepunt van haar jaar.
Wat verder opvalt is dat wanneer mensen zijn teruggekeerd naar hun land van herkomst via de
Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) of de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), zij in
diverse gevallen toch na een aantal jaren weer terugkomen naar Nederland. Zelfs als ze in de
tussentijd een eigen onderneming hebben kunnen opzetten in hun land van herkomst met middelen
vanuit IOM.
Werk
Men werkt in de schoonmaak, als huishoudelijk hulp, of in de bouw. Ook wordt aangegeven dat men
soms in fabrieken werkt, hoewel dit moeilijker zou zijn worden sinds go/ 11, omdat
identiteitsdocumenten nog strenger gecontroleerd worden sinds die tijd — daarvoor kon men
makkelijker op een paspoort van een ander werk vinden. Sommige gemeenschappen kennen een
grote onderlinge concurrentie om aan werk te komen; schoonmaakadressen worden bijvoorbeeld
aan elkaar verkocht. In andere gemeenschappen helpt men elkaar juist aan de verschillende
adressen en vindt men vooral werk via het eigen netwerk. Ook maakt men soms gebruik van het
Burgerservicenummer (BSN) van anderen. Weer anderen hebben werk via een constructie met een
eigen netwerk in Italië; waarbij maandelijks geld wordt overgemaakt om daar een werkvergunning
te houden, waarmee hier in Nederland kan worden gewerkt. Zodra deze kan worden omgezet in
een permanente verblijfsvergunning, kost dat eenmalig nog een paar duizend euro extra. Deze
route is uiteraard afhankelijk van het hebben van dat netwerk.
Men maakt vaak lange dagen: soms heeft men drie banen op een dag, waarbij men van heel vroeg
tot s ‘avonds laat doorwerkt.
Een Amsterdammer, die veel contact heeft met ongedocumenteerden uit bepaalde
gemeenschappen, vertelt dat veel ongedocumenteerden in staat zijn om in
Amsterdam te leven en hun familie ín het land van herkomst te onderhouden. Als hij
zelf een keer in een Western Union geld naar zijn familie in het land van herkomst
stuurt, ontmoet hij een van hen. Het blijkt dat deze persoon vele malen meer geld naar
huis kan sturen dan hij kan, omdat van zijn loon geen belastingen afgaan.
Ongedocumenteerd werken blijkt te (kunnen) lonen omdat zij geen belasting hoeven te
betalen.
13
Angst voor politie en overheid
Over het algemeen bestaat een hoge mate van wantrouwen naar de politie en overheid onder
ongedocumenteerden. Men heeft verschillende ervaringen: soms is men hier al 20 jaar en is er in al
die tijd niets gebeurd, waardoor men zich nu minder angstig voelt. Anderen hebben de ervaring dat
de politie ineens voor de deur stond en ze hun paspoorten moesten inleveren. Zij moesten
vervolgens zo snel mogelijk een nieuw huis vinden om niet langer vindbaar te zijn en om niet
uitgezet te worden. Ook is er het verhaal van de vrouw die aangereden werd, en toen bleek dat zij
ongedocumenteerd was, in vreemdelingendetentie werd gezet. Dit versterkte het gevoel van
onveiligheid voor haar en haar gezin. Ongedocumenteerde kinderen geven ook aan dat zij zijn
opgegroeid met angst voor de politie en voor uitzetting.
Bij het verlenen van hulp in de coronatijd bleek hoe groot het wantrouwen bij sommige
gemeenschappen kan zijn. Een vrachtwagen met voedsel en donaties stond bij een
vooraf afgesproken adres voor de deur, maar er werd niet opengedaan, ook niet na
herhaaldelijk aanbellen. Pas nadat via een contactpersoon een bekende van de groep
gebeld werd en daarna contact opnam met de bewoners van het huis, werd de deur
uiteindelijk opengedaan en konden de voedselpakketten worden overhandigd.
Een ongedocumenteerde vrouw die in Amsterdam Zuidoost woont vertelt dat zij
regelmatig staande wordt gehouden als ze een fiets bij zich heeft en dan wordt
gecontroleerd, ‘de vrouwelijke agenten zijn het ergst’. Ze vertelt dat zij altijd een
aankoopbewijs van haar fiets bij zich heeft, voor deze situaties.
Door een persoon werd aangegeven dat de angst voor de politie door recente open gesprekken met
de politie wel wat is afgenomen.
lemand van de Nigeriaanse groep vertelt aan de ombudsman dat vroeger wanneer de
politie kwam, er weleens iemand van de flat sprong. Volgens hem was dat vooral
vanwege de ervaringen met politie in Nigeria. De mensen wisten mensen nog niet dat
de politie hier anders was.
Toch blijft er ook veel wantrouwen: wanneer iemand in gesprek gaat met de politie of een interview
geeft rijst heel snel de vraag binnen de gemeenschap of die persoon nog te vertrouwen is.
Overige situaties
Surinaamse groep
Vanuit de Surinaamse gemeenschap zijn mensen soms al lange tijd in Nederland. Hierbij gaat het
vaak om mensen die als Nederlander zijn geboren, en in 1975 bij de onafhankelijkheid van Suriname
nog redelijk jong waren, en niet zelf konden kiezen of zij de Nederlandse of de Surinaamse
nationaliteit wilden. Vaak is men later naar Nederland gekomen omdat men hier familie heeft. Wat
opvalt is dat in 1975 soms voor een deel van het gezin voor Nederlanderschap is gekozen, en voor
een deel van de kinderen niet. In veel gevallen is het grootste deel van de familie dan bijvoorbeeld
Nederlander, en is er één persoon van de familie ongedocumenteerd. Soms verblijft iemand
vanwege (familie)omstandigheden of medische redenen tijdelijk in Nederland. Wanneer zij langer
blijven dan de duur van hun visum zijn zij vervolgens ook ongedocumenteerd in Nederland.
14
Daarnaast zijn er kinderen die recenter hier geboren zijn, maar toch hun hele leven
ongedocumenteerd zijn omdat hun ouders dat zijn.
De ombudsman sprak een ongedocumenteerde Surinaamse vrouw die hier al jaren gewerkt
heeft, belasting heeft afgedragen en nu zelfs pensioen ontvangt, maar al die jaren hier
ongedocumenteerd verbleef. In haar geval is er inmiddels een verblijfsvergunning toegekend.
Zwarte schaap
Een bijzondere categorie is de ongedocumenteerde die hier in Nederland is geboren maar voor wie
de ouders geen naturalisatie hebben aangevraagd of de verblijfsvergunning tijdig hebben verlengd.
Dergelijke personen zijn vaak verstoten door de eigen familie en zien zichzelf als het zwarte schaap
van het gezin. Deze personen lopen een groter risico om in hun jongere jaren in contact met justitie
te komen en omdat de verblijfsstatus niet of helemaal niet goed is geregeld, kan de overheid hen als
ongewenst verklaren. Deze gebeurtenis blijkt vaak achteraf heftige gevolgen te hebben voor het
gezin. Het zorgt voor ontwrichting en vaak keert de ongewenste vreemdeling alsnog terug naar
Nederland omdat hij geen binding heeft met het land waar hij naar is uitgezet. In een paar gevallen
duikt de ongewenst verklaarde ook onder.
Zo blijkt een 28-jarige man ongewenst te zijn verklaard omdat hij op jonge leeftijd in
aanraking is gekomen met justitie. Uit dossieronderzoek van de ombudsman blijkt dat
dit voorkomen had kunnen worden. De moeder van betrokkene heeft in het verleden
meerdere keren een aanvraag voor verlenging van zijn verblijfsvergunning ingediend,
maar nooit de leges betaald. De kans op een verlenging was groot omdat de
verblijfsvergunning van betrokkene, die geboren en getogen is in Nederland, telkens
werd verlengd. In deze zaak was het aannemelijk dat als zijn moeder tijdig een nieuwe
aanvraag had ingediend en de leges had betaald, hij nu niet ongedocumenteerd in
Nederland zou zijn.
Staatloos
Volgens de Verenigde Naties wordt er in de wereld elke 10 minuten een kind staatloos geboren.
In Nederland blijken ruim 12.000 mensen als staatloos geregistreerd in de Basisregistratie Personen
(BRP) van de ruim 40.000 personen van wie de nationaliteit onbekend is in de BRP. “Er zijn diverse
oorzaken voor staatloosheid. Zo kan een persoon bij geboorte reeds staatloos zijn vanwege zijn
ouders of als gevolg van het nationaliteitsbeleid van een staat. Deze groep groeit zonder juridische
status op. Een veelvoorkomend geval zijn kinderen die bij geboorte problemen met hun
verblijfsrecht hebben door het nationaliteitsbeleid. Ook speelt mee dat zij moeite hebben met het
verkrijgen van bewijzen vit het land van herkomst omdat het land niet over informatie van die
persoon beschikt of de stukken onvoldoende zijn om een verblijfsvergunning toe te kennen.
10 UNHCR, Report: lam here, ! belong- the urgent need to end childhood statelessness, 2015
+ Rijksoverheid, Staatloosheid, www.rijksoverheid.nl
15
De staatloze kan, in tegenstelling tot ongedocumenteerden met een nationaliteit, Nederland niet
verlaten. De staatlozen ervaren uitsluiting en discriminatie. Zij vertellen dat ze niet volwaardig
kunnen deelnemen aan de samenleving en zich ook nergens thuis voelen nu geen enkel land hen
erkent. Velen geven aan dat het hen niet vitmaakt waar zij leven, als er maar een einde wordt
gemaakt aan de onzekere en onveilige sitvatie. Door bewijslastproblemen leven zij een langdurig
uitzichtloos bestaan. Deze groep voelt zich niet veilig en heeft het gevoel dat hun basale
mensenrechten niet worden gerespecteerd. Het ontbreken van een nationaliteit belemmert de
staatloze in de toegang tot zijn rechten en voorzieningen.
De ombudsman spreekt een 22-jarige jongeman die op jonge leeftijd naar Nederland is
gebracht door zijn vader. Hij vlucht op 10-jarige leeftijd vit huis en wordt daarna
gevonden door de politie. Vanaf dat moment heeft de Nederlandse staat voor hem
gezorgd tot aan zijn twintigste levensjaar. Daarna raakt hij verwikkeld in een juridische
strijd met de overheid. De vitkomst is dat zijn identiteit onbekend is en vanaf zijn
twintigste staatloos is.
Naar de situatie van de staatlozen is door de adviescommissie van vreemdelingenzaken onderzoek
verricht en zijn diverse aanbevelingen gedaan om de situatie van de staatlozen te verbeteren. Een
van die aanbevelingen is het oprichten van een met waarborgen omklede vaststellingsprocedure
voor staatloosheid. Maar ook wordt er geadviseerd om een gedeelde bewijslast te hanteren in de
vaststellingsprocedure van staatloosheid en erkende staatlozen te ontslaan van de geboorteakte-eis
bij naturalisatie. Er wordt gewerkt aan een wetsvoorstel over staatloosheid. Staatlozen die niet
kunnen aantonen dat ze staatloos zijn kunnen de rechter vragen om een uitspraak.“ Kanttekening
hierbij is dat als dit niet wordt gekoppeld aan het verkrijgen van een verblijfsvergunning, men in de
praktijk nog steeds geen perspectief heeft. Daarnaast zal er mogelijk een groep blijven die staatloos
is, waarvan de staatloosheid niet kan worden vastgesteld.
Een voorbeeld:
Een vit Palestina afkomstige man verblijft ruim twintig jaar in Nederland. De man is
als kind getraumatiseerd in land van herkomst en blijkt nu ernstige medische klachten
te hebben. Een verblijfsvergunning kan niet worden toegekend omdat er wordt
getwijfeld over zijn afkomst. Na jaren lukt het hem om een geboorteakte te krijgen.
Volgens de organisatie die de documenten controleert zouden de stempels vervalst
zijn. Bewijs uit Palestijnse gebieden is lastig en de man zal naar verwachting weer
jaren moeten wachten op nieuwe documenten en in onzekerheid moeten leven.
» Rijksoverheid, Staatloosheid, www.rijksoverheid.nl
16
Europese ongedocumenteerden
Er is een groep ongedocumenteerden die vaak minder bekend is: de Europese ongedocumenteerde.
Zolang zij in Nederland werken kunnen ze hier legaal verblijven, maar zodra ze te lang zonder werk
zitten, worden zij geacht het land te verlaten. Wanneer men toch in Nederland blijft, is men hier
feitelijk ook niet legaal. Deze groep is ook kwetsbaar voor uitbuiting door potentiële werkgevers,
door hun onzekere positie. Het kabinet heeft het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten
ingesteld om voorstellen te doen om de werk- en leefomstandigheden van arbeidsmigranten te
verbeteren. Dit aanjaagteam geeft in haar eerste rapport aan dat de afhankelijkheid van de
arbeidsmigrant van het uitzendbureau en inleners die slecht willende partijen de kans geven daar
misbruik van te maken een groot knelpunt is.
Deze groep heeft zich in veel gevallen in Nederland ingeschreven in het Registratie Niet
Ingezetenen (RNI) register van een gemeente. Men kan zich hier inschrijven bij verblijf korter dan
vier maanden in Nederland en krijgt dan een BSN. Bij deze registratie wordt een adres in Nederland
niet geregistreerd®3. Mensen blijven soms om diverse redenen langer in Nederland, bijvoorbeeld
omdat hun werkgever hen nog niet heeft uitbetaald, en zijn niet traceerbaar. Er is geen zicht op het
aantal mensen met een RNI-registratie dat na deze vier maanden nog in Nederland verblijft, en ook
niet van het aantal mensen dat niet (langer) werkt. Een deel van deze groep wordt dakloos en door
experts wordt aangegeven dat zij door de uitbuiting die zij hebben ondergaan ook psychisch extra
kwetsbaar kunnen zijn.
3 “Adresgegevens in Nederland worden alleen vastgelegd voor NAVO-militairen (…) en geprivilegieerden (…) In alle
overige gevallen wordt een adres in Nederland niet geregistreerd.” Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Werkinstructies Registratie Niet-ingezetenen (WIR) 16 december 2019,
p. 26
17
2 Het leven van een ongedocumenteerde
Nederland heeft een strikt voorzieningenbeleid voor vreemdelingen. Het doel is om het
onrechtmatige verblijf te ontmoedigen en te voorkomen dat men zonder geldige verblijfsstatus in
Nederland wortelt. Toch blijken er duizenden ongedocumenteerden jarenlang in Nederland te
wonen. Deze mensen stichten een gezin, wonen en werken hier in Nederland. In dit hoofdstuk
wordt besproken waar de ongedocumenteerde in zijn of haar leven in Amsterdam tegenaan loopt.
2.1 Huisvesting
Ongedocumenteerden wonen verspreid in de stad, vaak in sociaaleconomische zwakkere wijken.
Veel ongedocumenteerden regelen de huisvesting zelf en een aanzienlijk deel wordt uitgebuit door
malafide tussenpersonen. Zij huren zonder huurcontract en zonder de eigenaar van de woning te
kennen. De huur die zij betalen verschilt onderling, maar ligt soms tussen €1800 tot €2500,- voor
een woning per maand. Gezinnen met kinderen betalen meer huur vanwege het risico dat
onderhuur sneller kan worden gemeld. Om de huur te kunnen betalen verhuurt de
ongedocumenteerde soms een kamer aan een ander persoon uit de eigen gemeenschap. Onder
ongedocumenteerden met een groot netwerk vindt de onderhuur plaats via familie of kennissen of
huisbazen van legaal verblijvende personen. Anderen huren een kamer, waar men gemiddeld tussen
de €350 en €goo,- voor betaalt. Ook zijn er gevallen bekend van mensen die soms met vijf personen
in een kamer verblijven.
Opvang
In Amsterdam is er een opvang voor ongedocumenteerden. Er wordt hierbij nauw samengewerkt
met het Rijk en daarnaast zijn er vier andere gemeenten die meedoen aan deze pilot Landelijke
Vreemdelingen Voorziening (LVV). In de Amsterdamse LVV is plek voor 5oo ongedocumenteerden.
Tot deze voorziening worden in principe mensen uit niet-veilige landen toegelaten, naast een aantal
oudere ongedocumenteerden die al eerder in de BBB** opvang van de gemeenten onderdak kregen.
Daarnaast is in Amsterdam een uitzondering gemaakt waardoor een aantal plekken beschikbaar is
gemaakt voor mensen met een Dublin claim voor een periode van maximaal 6 maanden. Het doel
van de pilot is het realiseren van begeleidings- en opvangvoorzieningen voor ongedocumenteerden,
waarbij de begeleiding is gericht op terugkeer, doormigratie of legalisering. De LVV-voorziening is
gebaseerd op buitenwettelijk begunstigend beleid. Een ongedocumenteerde kan geen aanspraak
maken op de voorzieningen van dit programma. Het is aan de gemeente om onderdak of individuele
begeleiding te bieden conform het uitvoeringsplan van de LVV. De voorwaarde is dat de
ongedocumenteerde meewerkt aan het doel van de pilot.
4 Bed Bad en Brood voorziening
18
Binnen de pilot zit een groot deel van de ongedocumenteerden juridisch klem. Deze
ongedocumenteerden vertellen dat zij niet kunnen terugkeren om diverse redenen. Voor oudere
ongedocumenteerden kan dit zijn omdat er geen netwerk (meer) is in land van herkomst of
onvoldoende medische voorzieningen. En voor anderen dat het bewijs onvoldoende is om een
verblijfsvergunning te verstrekken. De gemeente kan tot nu toe deze impasse niet doorbreken.
Een mogelijk knelpunt binnen de LVV is de ‘regiobinding’ die wordt gehanteerd voor
toelating tot een voorzienig. Regiobinding houdt in dat iemand vit de
centrumgemeenteregio afkomstig moet zijn, dit om een te sterke aanzuigende werking
te voorkomen. Deze zou niet dekkend zijn. Omdat er geen landelijke dekking is van de
LVV, betekent dit in de praktijk dat mensen soms van de ene naar de andere plek gaan
om toch ergens opvang te kunnen vinden. Als zij vit een AZC in Friesland komen,
worden ze vaak in alle opvanglocaties buiten Friesland afgewezen omdat ze geen
regiobinding hebben met die provincies of steden. In Friesland zelf is geen LVV-
voorziening. Het is voor hen moeilijk om ergens een slaapplek te vinden.
Opvang vrouwen met kinderen
Amsterdam beschikt niet over een gemeentelijke opvang voor vrouwen met kinderen.
Hulporganisaties verklaren dat als zij op straat staan, het voor hen heel erg moeilijk is om onderdak
te vinden. Er is vaak veel stress, wat ook zichtbare invloed heeft op de kinderen. Vrouwen zijn vaak
bang om zich te melden omdat zij angst hebben om in een Gezins Opvang Locatie, (GOL) te worden
ondergebracht en terug te worden gestuurd naar hun land van herkomst. Voor vrouwen met
kinderen is er op dit moment geen opvang die hen de tijd geeft om te werken aan perspectief.
Diverse professionals geven aan dat terugkeer zeker niet uitgesloten hoeft te worden, maar dat
men vaak meer tijd en begeleiding nodig heeft om te kijken welke perspectieven er zijn.
De ombudsman sprak een alleenstaande moeder die er alles aan deed om onder de radar te blijven,
uit angst om uitgezet te worden.
Zo blijkt een moeder zo bang te zijn om teruggestuurd te worden naar haar land van
herkomst, dat zij er voor koos om buiten te slapen met haar zoon van 2 jaar. Het was
midden in de winter. Het bleek daarna dat zij een aantal dagen met haar zoontje
achter een liftschacht sliep. Haar zoontje werd in kritieke toestand opgenomen op de
IC met een longontsteking, het was de vraag of hij het zou overleven.
Opvang voor transgender personen
Een van de problemen voor transgender personen is dat het geslacht op het identiteitsdocument
vaak niet overeenkomt met de huidige situatie. Het gevolg is dat een transgender persoon niet in de
juiste opvang wordt geplaatst. Zij voelen zich daardoor onveilig en vermijden opvangplekken. Zij
proberen vaak gebruik te maken van andere netwerken waar ze hun kleding kunnen wassen en
eventueel juridisch advies kunnen inwinnen.
19
Kwetsbaarheid
Degene die zelfstandig geen verblijfplek kan vinden is in beginsel kwetsbaar, omdat de dakloze
ongedocumenteerde geen gebruik kan maken van de reguliere gemeentelijke voorzieningen. In de
praktijk wordt door hulpverleners vaak de vraag gesteld hoe ernstig of schrijnend de situatie moet
zijn voordat iemand een slaapplek kan krijgen.
Als de GGD een screening uitvoert op kwetsbaarheid vertellen professionals dat er in een aantal
gevallen geen informatie wordt opgevraagd bij de behandelaar, bijvoorbeeld het Expertiseteam
Ongedocumenteerden en Psychotrauma van Arq Centrum ‘45%, terwijl de persoon daar wel onder
behandeling is. Volgens de professionals kan er op deze manier geen volledige analyse worden
gemaakt van de medische situatie en de kwetsbaarheid van personen. Een ander probleem volgens
hulpverleners is dat niet alle ongedocumenteerden de juiste hulp kunnen krijgen nu partijen niet
(goed) samenwerken. Ook het medisch opvangtraject voor ongedocumenteerden, (MOO) vraagt
om een landelijk sluitend opvangsysteem voor ongedocumenteerden met ernstige psychische en/of
somatische problematiek’.
Een hulpverlener verklaart aan de ombudsman dat zij een ernstig zieke vluchteling
begeleidt. De man, die nu met één nier leeft en nierkanker heeft overleefd, heeft
medische klachten en nog erg veel pijn. Hij ligt vaak in bed en gebruikt veel medicijnen.
Via het LWV-programma is er een plek aangeboden. Volgens de hulpverlener is dit een
donkere kamer met twee stapelbedden. De inrichting van de kamer herinnerde de man
aan zijn verleden, hij is meerdere keren mishandeld. Ook zou de plek niet passend zijn
omdat de man vaak ziek op bed ligt en zorg nodig heeft. Hij staat nu op de wachtlijst
voor MOO. Omdat hij via het LWV-programma is doorverwezen naar “Toekomst
Oriëntatie” heeft hij hier geen recht op. Deze man heeft nog steeds geen plek om te
wonen. Hij kan in deze situatie ook onmogelijk werken aan zijn “perspectief” en zijn
gezondheid verslechtert.
Hulpverleners uiten daarnaast de behoefte om meer aandacht voor de multiproblematiek binnen de
opvang.
Een hulpverlener komt in contact met een 43-jarige Zuid-Afrikaanse vrouw die
slachtoffer zou zijn van mensenhandel. Er kan geen B8-procedure” worden gestart
omdat de politie de dader niet kon traceren. De vrouw zou door een man op een Frans
Schengenvisum rechtstreeks uit Johannesburg naar Nederland zijn gebracht. Met haar
twee kinderen van 20 en 15 jaar. Ze hebben het AZC verlaten omdat haar was
meegedeeld dat ze asiel moest aanvragen in Frankrijk nu de Franse ambassade de visa
had verstrekt en de uitzetting op korte termijn zou plaatsvinden. Omdat de gemeente
Amsterdam niet over een gezinsopvang beschikt is er gezocht naar alternatieven. De
mogelijkheden waren dat de moeder en de oudste zoon van elkaar gescheiden werden
5 Voorheen Equator, het Expertiseteam biedt psychiatrische hulpverlening aan ongedocumenteerde vreemdelingen in
Amsterdam
16 ASKV, Medische opvang, www.askv.nl
7 Slachtoffers of getuigen van mensenhandel vallen onder een speciale regeling die vroeger de Bg-procedure heette
(en nu B8/3). Met deze procedure is het mogelijk om een tijdelijke verblijfsvergunning te krijgen.
20
en het jongste kind via Nidos*® zou worden opgevangen. Nidos biedt echter geen
opvang nu een ouder aanwezig is. De opvang moest uiteindelijk in privésfeer worden
gezocht. Als extra complicatie blijkt de oudste zoon, een veelbelovende basketballer,
onderweg naar een toernooi een tunnel te zijn ingerend die alleen voor auto’s bestemd
is. Hij is door de politie aangehouden en in vreemdelingenbewaring gezet. Nu dreigt er
uitzetting naar Frankrijk, zonder de andere twee gezinsleden, tenzij er een schriftelijke
garantstelling komt van de privépersoon die het gezin heeft opgevangen en er na
vrijlating door de vreemdelingenpolitie kan worden gecontroleerd dat er gewerkt
wordt aan vertrek naar Frankrijk.
Opvang van — vaak oudere — ongedocumenteerden uit veilige landen
Een van de veel gehoorde klachten is de zorg en opvang voor mensen die vit veilige landen komen
en geen toegang krijgen tot de LVV. In sommige gevallen wordt er een verblijfsprocedure opgestart
vanwege de medische situatie van iemand, maar dit leidt niet automatisch tot het recht op opvang
in een van de gemeentelijke opvanglocaties. Hulpverleners doen er alles aan om de persoon zo goed
mogelijk op te vangen, maar zijn niet in staat om voor een langere tijd de huur van een kamer te
betalen. Hoe nijpend een situatie kan zijn blijkt vit het volgende.
Een Ghanese vrouw (54) moest vanwege tbc opgenomen worden. Dat gebeurde in
Beatrixoord, een bekende kliniek voor tbc-patiënten in het Groningse Haren. In die tijd
had ze recht op ‘uitstel van vertrek’. Maar toen ze daar na een jaar ‘uitbehandeld’ was,
moest ze de kliniek verlaten. De vrouw kwam niet in aanmerking voor opvang in
Amsterdam ondanks dat ze een ernstige vorm van diabetes had en na een mislukte
operatie zulke serieuze rugklachten dat ze zich enkel met een rollator kon verplaatsen.
De vrouw kwam uit een veilig land en zou zichzelf ook in Ghana insuline kunnen
inspuiten. Dat ze geen werk zou kunnen vinden om daar ín haar levensonderhoud te
voorzien, was volgens hulpverleners niet relevant. Een medewerkster van het loket
adviseerde de vrouw om naar Ter Apel te gaan om asiel aan te vragen. Onder
begeleiding van hulpverleners is de vrouw naar Ter Apel gebracht. En ook naar Den
Helder, toen ze voor de behandeling van de aanvraag daar in een AZC terecht kon. De
aanvraag werd na korte tijd afgewezen. Ze werd door de politie naar het station van
Den Helder gebracht en daar achtergelaten. Ze bracht een nacht op het station door,
niet ín staat om zichzelf insuline in te spuiten. Een pastor haalde haar terug naar
Amsterdam. Ze kreeg opvang in de Tijdelijke Opvang Ongedocumenteerden (TOO) in
de Derkinderenstraat. Voor één nacht. Het was de hulpverleners van HVO Querido
duidelijk dat de vrouw niet in staat was zelfstandig de trappen naar de
vrouwenafdeling op te klimmen. Door derden werd tijdelijk haar verblijf bekostigd
totdat ze, uiteindelijk, opvang kreeg in de Walborg, een 24 uurs-opvang van de
gemeente.
® Stichting Nidos richt zich op alleenstaande minderjarige vreemdelingen.
21
Een ander voorbeeld.
Een Ghanese man (55) kwam (pas) bij hulpverleners in beeld toen hij na een
ziekenhuisopname vanwege een hart- én herseninfarct min of meer aan zijn lot was
overgelaten. Hij had voor korte tijd toegang gekregen tot de Winteropvang, maar
moest vertrekken toen die gesloten werd. Hij kon niet verder geholpen worden omdat
hij vit een veilig land kwam. De man had net een beroerte gehad en zijn medische
situatie verslechterde zodanig dat hij opnieuw in het ziekenhuis moest worden
opgenomen. Ontslag na behandeling had hem opnieuw op straat doen belanden als er
geen druk was uitgeoefend op de maatschappelijk werkster van het ziekenhuis om
hem, al dan niet tijdelijk, in een verpleeghuis te plaatsen. Dat werd De Aak, waar ook
kwetsbare dakloze Amsterdammers opvang krijgen. Hoelang hij daar nog kan
verblijven is onzeker.
Voor sommige ongedocumenteerden is terugkeer naar herkomstland onmogelijk, ondanks dat de
landen zijn vastgesteld als veilig en de persoon daar zorg kan krijgen.
Zo komt een 51-jarige man vit Algerije in beeld. De man is 26 jaar geleden vanuit
Algerije naar Nederland gekomen als asielzoeker. De man kan niet praten over zijn
achtergrond, vanwege een trauma en gebrek aan vertrouwen in instanties. Volgens de
hulpverleners wordt zijn norse optreden gezien als ‘niet willen meewerken’. Het leidt in
ieder geval niet tot een andere conclusie totdat hij zijn verhaal bij hulpverleners kwijt
kan. Die constateren dat de man ernstig getraumatiseerd is. Nadat een huisarts hem
ook heeft gesproken wordt hij aangemeld voor behandeling van Arq-Centrum 45. De
diagnose wordt bevestigd en hij staat nu op de wachtlijst voor behandeling. Zolang hij
niet wordt behandeld is een medische procedure niet mogelijk. Omdat vanwege de
coronacrisis een grote achterstand is opgebouwd voor behandelcontacten staat hij al
bijna een jaar op de wachtlijst voor behandeling.
Het huidig systeem leidt in individuele gevallen regelmatig tot schrijnende situaties, aldus
hulpverleners. Zij benadrukken het belang van een systeem waarbij er niet (alleen) wordt gekeken
of de persoon uit een veilig land komt, maar naar de algehele situatie van de ongedocumenteerde
en dat de juiste organisaties worden gevraagd als de persoon wordt gescreend op kwetsbaarheid.
22
2.2 Gezondheid en zorg
Het recht op gezondheid is een fundamenteel mensenrecht. Het verplicht de overheid om een zo
hoog mogelijk niveau van gezondheid te bevorderen voor iedereen in Nederland. In Nederland
hebben ongedocumenteerden recht op medisch noodzakelijke zorg. De zorgverlener bepaalt wat in
de praktijk medisch noodzakelijk is. Huisartsen gaan uit van ‘zorg die doeltreffend, doelmatig en
patiëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de patiënt’ ‘Passende
zorg’ wordt doorgaans gezien als ‘zorg die volgens professionele richtlijnen of standaarden
geïndiceerd is bij een gezondheidsprobleem.””?
Het uitgangspunt is dat de onverzekerbare ongedocumenteerde in eerste instantie zelf de kosten
voor medische zorg betaalt. In de praktijk zal echter blijken dat een ongedocumenteerde niet altijd
de financiële middelen heeft om de rekening van een dokter, ziekenhuis of apotheek te betalen.
Voor de medische zorg is er een regeling voor de onverzekerbare ongedocumenteerden, zodat ook
zij gebruik kunnen maken van medisch noodzakelijke zorg. Zorgverleners kunnen bij het CAK een
bijdrage aanvragen voor de kosten van medische zorg die onder het basispakket van de
Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg valt? Kosten die verband houden met zwangerschap
en bevalling worden voor 100% aan de zorgaanbieder vergoed, voor zover de kosten niet op de
patiënt kunnen worden verhaald. Zorgaanbieders kunnen voor het verlenen van overige medische
zorg die onder het basispakket valt (onder voorwaarden) 80% van de zorgkosten declareren bij het
CAK. Dat betekent dat 20% onbetaald blijft. In de praktijk wordt er weleens een afbetalingsregeling
getroffen met de ongedocumenteerde of er wordt gebruik gemaakt van aanmaningen en andere
dwangmiddelen om de kosten alsnog betaald te krijgen? Soms komt het voor dat
ongedocumenteerden pas geholpen worden als ze eerst betalen. Dit kan gebeuren doordat het
ziekenhuis denkt dat ze te maken hebben met een onverzekerde persoon in plaats van een
onverzekerbare vreemdeling, of dat de betreffende medewerker niet op de hoogte is van het CAK
en hoe de regeling voor onverzekerbare vreemdelingen werkt.
Niet alle zorg wordt vergoed
In de praktijk blijken reguliere controles bij de tandarts niet mogelijk omdat de periodieke controle
niet in het basispakket zit. Dit kan uiteindelijk leiden tot ernstige tandheelkundige problemen,
doordat mensen soms jarenlang rondlopen met onbehandelde klachten. Wanneer men eindelijk
hulp zoekt is er vaak al veel onherstelbare schade ontstaan of zijn de (ziekenhuis)kosten vele malen
hoger dan nodig was geweest wanneer er tijdige hulp zou zijn geweest. Ook voor fysiotherapie zijn
vrijwel geen mogelijkheden voor volwassenen, wat in geval van ernstige medische aandoeningen
kan leiden tot sterke achteruitgang van de medische situatie of van de zelfredzaamheid. Voor
ongedocumenteerde kinderen blijkt er veel onduidelijk te zijn over de vergoeding voor
fysiotherapie.
De ombudsman heeft meerdere talentvolle ongedocumenteerde kinderen gesproken die op
hoog niveau voetballen. Deze kinderen lopen regelmatig blessures op. Voor de behandeling bij
9 Landelijke Huisartsen Vereniging, Adviescommissie Medische zorg aan (dreigend) uitgeprocedeerde asielzoekers en
illegale vreemdelingen, 1 april 2017, www.lhv.nl
20 CAK, Regeling onverzekerbare vreemdeling, www.cak.nl
“1 Zorgwijzer, De regeling onverzekerbare vreemdeling, september 2020, www.zorgwijzer.nl
23
een fysiotherapeut denken ze dat ze alleen terecht kunnen als zij hiervoor de volledige kosten
betalen.
Amsterdam
In Amsterdam kunnen mensen gebruik maken van Kruispost als medische voorziening. Daarnaast is
Dokters van de Wereld op diverse plekken in de stad regelmatig aanwezig om mensen medisch
advies te geven. Het is ook mogelijk om zelf een huisarts te hebben, alleen is dit bij veel
ongedocumenteerden niet bekend en zijn ook huisartsen hier zelf lang niet altijd van op de hoogte.
Ook komt het voor dat de betreffende arts de administratieve lasten te veel vindt (het doen van
declaraties bij het CAK) waardoor zij patiënten niet aannemen. Een praktisch probleem waar
mensen tegenaan kunnen lopen bij de inschrijving is het aantonen van hun identiteit of
verblijfsplaats. Hier is vaak ondersteuning van derden gewenst om zich alsnog in te kunnen schrijven
bij een huisarts. Kruispost is op doordeweekse dagen open in de ochtend en avond. De afstand om
hier te komen is voor mensen soms groot als er een medisch noodgeval is, en daarnaast is er binnen
het spreekuur niet altijd tijd om iedereen die met een hulpvraag komt te helpen. Ook is men vaak
niet op de hoogte van het Nederlandse systeem en weet men niet dat buiten werktijden van
Kruispost of een huisarts de huisartsenpost bereikbaar is. Dit maakt soms dat mensen bij
noodsituaties eerder een beroep zullen doen op de eerste hulp in het ziekenhuis, met de
bijbehorende hoge kosten die dit meebrengt. Vaak vormt de taal ook een barrière om de juiste zorg
te krijgen.
Bereidheid zorgverlener
De ongedocumenteerden zijn daarnaast ook afhankelijk van de bereidheid van de zorgverleners om
iets als medisch noodzakelijk aan te merken omdat niet alle klachten serieus worden genomen. In
de praktijk kan dit leiden tot ernstigere gezondheidsproblemen.
Zo vertelt een 15-jarige jongen dat hij op consult is geweest bij de huisarts omdat hij een bult op
zijn ribben heeft. De huisarts vertelde hem dat hij zich geen zorgen hoeft te maken en zoveel
mogelijk melk moet drinken. Sindsdien loopt de jongeman met een bult op zijn ribben zonder
dat er een diagnose is gesteld.
Ook blijkt een zorgverlener lange tijd bezig te zijn geweest om de juiste behandeling te krijgen
voor haar cliënt. Na herhaaldelijke afspraken waar zij iedere keer meeging, is het uiteindelijk
gelukt om de behandeling onder medisch noodzakelijke zorg te kunnen laten uitvoeren.
Geestelijke gezondheidszorg
Ongedocumenteerden hebben meer risico op het ontwikkelen van psychische of psychiatrische
ziekten, als gevolg van hun onzekere bestaan en trauma's. De toegang tot psychische hulpverlening
wordt voor een deel belemmerd door de onwetendheid over de regeling voor financiering van de
zorg voor ongedocumenteerden. Steunorganisaties verklaren ook dat de taal een barrière kan
vormen om een ggz-behandeling op te starten. Ook blijkt dat niet altijd een behandeling kan
worden gestart vanwege gebrekkige randvoorwaarden. Een instabiele leefsituatie of het ontbreken
van een verblijfstitel beperkt het zicht op herstel en daarmee de haalbaarheid van behandeling.
Bepaalde migranten kampen met trauma's en psychische problemen. De gezondheidszorg is
momenteel niet voldoende ingericht op de kwetsbare groep van jonge, getraumatiseerde
migranten die vaak de route via Libië en Italië hebben afgelegd om in Europa te komen. Deze
24
jongeren hebben zorg en hulp nodig voor hun trauma, aldus de hulpverleners. Door meerdere
organisaties wordt geconstateerd dat hier te weinig aandacht voor is, met mogelijk grote gevolgen
voor de jongeren (en samenleving) op langere termijn.
Een Eritrese jongen van net achttien vertelt over zijn leven in Eritrea, dat zijn vader al
jong weg was, in levenslange militaire dienst. Uit angst om zelf opgepakt te worden
als hij achttien zou worden, vluchtte hij uit Eritrea. Op zijn reis is hij meerdere keren
verhandeld in de woestijn en vervolgens bedreigd en mishandeld. In Libië werd hij
vastgehouden en kreeg hij nauwelijks te eten. Hij werd neergezet in een ruimte, met
een blikje op zijn hoofd, waar dan op geschoten werd. Zijn oor werd geschampt door
een kogel. Ook vertelt hij met tranen in zijn ogen hoe hij een van de weinigen was op
de boot die de tocht overleefde. Van de veertig mensen op de boot zijn maar een paar
levend aangekomen in Italië. De anderen zijn omgekomen tijdens de reis. Hij is
dankbaar dat hij nu veilig is. Op de vraag of hij 's nachts slaapt, is het antwoord ‘vaak
niet’, hij heeft veel nachtmerries. Hij heeft nooit psychologische hulp gekregen.
Zorg voor sekswerkers
De ongedocumenteerde sekswerkers die de ombudsman heeft gesproken vertellen over ernstige
gezondheidsklachten zoals seksuele overdraagbare aandoeningen, hepatitis en aids, maar ook
eenzaamheid en psychiatrische klachten. Soms is sprake van ondervoeding, ook omdat ze er zo
‘goed’ mogelijk vit willen zien. Zij voelen zich eenzaam, omdat zij zich buitengesloten voelen en er
sprake is van onderlinge concurrentie. Ze voelen zich nergens geaccepteerd of kunnen het
emotioneel niet aan om op een plek te blijven.
Onder de groep ongedocumenteerde sekswerkers bevinden zich ook transgenders. Sommige van
hen proberen zoveel mogelijk lichamelijke aanpassingen te verrichten en bestellen online
hormonen. Anderen gebruiken fillers°* om het lichaam te vervrouwelijken. Dit vindt vaak plaats
zonder medisch toezicht waardoor transgender personen het risico nemen om ernstige
gezondheidsklachten op te lopen en hiermee te blijven leven. Zij weten niet dat ze recht hebben op
zorg of in bepaalde gevallen wel in aanmerking komen voor geestelijke gezondheidszorg.
Voorlichting
Ongedocumenteerden die nog gebruik kunnen maken van hun eigen sociale netwerk of
hulpverleners die dezelfde taal spreken, ervaren een betere toegang tot de zorg. Een recent
onderzoek stelt dat veel ongedocumenteerden niet op de hoogte zijn van hun rechten en allerlei
barrières ervaren in hun zoektocht hiernaar. Een team van (voormalig) ongedocumenteerden
adviseert onder andere de publieke informatie over gezondheidsrechten te vertalen en te investeren
in de organisaties die deze groep bijstaat.” Ook zou er meer aandacht moeten zijn voor de angst
voor autoriteiten die mee kan spelen bij mensen waarom men geen medische hulp zoekt?
22 Fillers worden gebruikt voor herstel van volumeverlies, opvullen van rimpels en bijv. het gezicht contouren.
23 Rijnmond, Dit is waarom zoveel ongedocumenteerden in Rotterdam geen gebruik maken van hun recht op medisch
noodzakelijke zorg, 8 september 2020, www.rijnmond.nl
*% Helen M. Hintjensa, Karin A. Siegmanna, Richard H.J.M. Staring, Social Science & Medicine Seeking health below
the radar: Undocumented People's access to healthcare in two Dutch cities. 2020, p.5
25
2.3 Onderwijs
Volgens artikel 2 van het protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens heeft
eenieder recht op onderwijs, van primair tot en met hoger onderwijs. In de praktijk is het
onderwijs voor ongedocumenteerde jongeren tot hun achttiende levensjaar goed geregeld. Wel
kunnen kinderen aanlopen tegen problemen dat hun ouders activiteiten niet kunnen betalen of dat
zij niet meekunnen naar projecten in het buitenland. Scholen geven doorgaans lager advies aan
ongedocumenteerde kinderen zodat ze voor hun achttiende aan een studie kunnen beginnen. Na
hun achttiende wordt het volgen van onderwijs in veel gevallen een probleem. Het lijkt vooral van
de onderwijsinstelling af te hangen of de jongeren hier onderwijs kunnen volgen als ze
ongedocumenteerd zijn. Volgens artikel 7:32 lid 5 van de wet op het Hoger Onderwijs kan de
ongedocumenteerde zich inschrijven wanneer hij of zij de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt,
zelfs als hij niet meer voldoet aan de (leeftijds)voorwaarden later tijdens de opleiding. Volgens de
wetgever kan de onderwijsinstelling niet weigeren als de ongedocumenteerde student eenmaal aan
de opleiding begonnen is.2£
Toch zijn er in praktijk belemmeringen. Ondanks dat de wet een stage toestaat voor de
ongedocumenteerde, blijkt dat organisaties een persoon zonder VOG geen toegang kan verlenen
tot het verrichten van werkzaamheden. ” De student die niet over een legitimatiebewijs beschikt
ervaart problemen als hij een tentamen wil afleggen. Een diploma kan ook niet altijd worden
vitgereikt.2® In principe krijgt de hogeschool of universiteit geen financiële vergoeding voor de
leerling als hij zonder diploma uitstroomt, wat maakt dat scholen iemand wellicht minder snel als
leerling aannemen als het een ongedocumenteerde betreft.
Een meisje vertelt aan de ombudsman dat zij vroeger chirurg wilde worden. Totdat zij
zich realiseerde dat dit niet zou kunnen. Ze geeft aan dat het leven van haar ouders,
een bestaan als schoonmaker, voor haar niet iets is wat ze zou willen. Ze hoopt dat ze
toch verder kan studeren, ze is alvast van het vwo naar de havo gegaan omdat ze dan
misschien nog zal kunnen starten met een opleiding. Wat ze na een opleiding zou
kunnen doen, weet ze niet.
Het recht op onderwijs zou volgens de jongeren betekenisloos zijn nu zij geen mogelijkheid hebben
om door te studeren of de opleiding kunnen volgen die ze voor ogen hebben. Jongeren vertellen dat
zij op jonge leeftijd beseffen dat zij anders zijn dan hun vrienden en geen mogelijkheid zien om te
kunnen werken aan de toekomst. Zij voelen zich achtergesteld. Vaak haken kinderen al af op 14, 15-
jarige leeftijd van school, als ze ontdekken dat ze geen toekomstperspectief hebben door hun
situatie. Ze gaan nog wel naar school, maar de motivatie om te leren is moeilijker op te brengen
voor hen — waarbij een moeilijke thuissituatie met veel (geld) zorgen ook meespeelt.
25 NCJM, Hoe ver reikt het recht op onderwijs voor illegalen?, NTMINJCM-Bull. jrg. 38 [2013], nr.1
26 Kamerstukken Il 1995/96, 24 233, nr. 6
27 Artikel af besluit wet arbeidsvreemdelingen maakt het mogelijk dat ongedocumenteerden kinderen die voor hun
achttiende aan een beroepsopleiding zijn begonnen onbetaald stage mogen lopen.
28 jn drie gevallen kan een diploma worden uitgereikt. Dat is als de student over een paspoort van het land van herkomst
beschikt, of een vreemdelingen identiteitsbewijs type W of type Wa, of als er een toelatingsprocedure is gestart bij de
IND.
26
Veel kinderen hebben daarnaast geen privacy of plek voor zichzelf om te kunnen leren of huiswerk
te kunnen maken.
Het leven van een ongedocumenteerde jongere is in veel opzichten zwaar en anders.
Alles wat normaal voor een jongere ‘vanzelfsprekend’ is, is dat in hun situatie niet. In
gesprek met een aantal jongeren, vraagt de ombudsman of ze wel een ruimte hebben
waar ze hun huiswerk kunnen maken, iets van een eigen plek of kamer. De jongeren
giechelen ongemakkelijk. Voor hen is het een vreemde vraag, zij hebben geen van allen
een eigen plek, geen enkele, zij slapen altijd op de bank in de woonkamer. Omdat de
ouders lange dagen maken hebben ze geen tijd voor het bijwonen van ouderavonden
of om hun kinderen de nodige begeleiding te bieden.
De uitzichtloosheid en het gebrek aan perspectief zijn duidelijk zichtbaar bij de ongedocumenteerde
kinderen.
2.4 Werk
Bijna alle ongedocumenteerden zonder asielverleden die de ombudsman heeft gesproken blijken
een betaalde baan te hebben door middel van zwartwerk, werken op geleende of valse documenten
of door te klussen bij mensen thuis. Ze zijn vaak werkzaam in de bouw, horeca, schoonmaak, als
oppas of productiemedewerker. Voor de ongedocumenteerden blijkt het werk in het huishouden
een belangrijke inkomensbron te zijn. Hier vallen ook oppasdiensten en au pair onder. Verder blijken
de ongedocumenteerden ook werkzaam te zijn in de detailhandel, land en tuinbouw en
verpakkingsindustrie.
In gesprek met een aantal ongedocumenteerde jongeren, blijkt dat hun ouders hele
lange dagen maken. Zij vertrekken heel vroeg, en komen pas laat thuis. Bij de vraag
aan de jongeren wat je doet als je ziek bent, is de reactie ‘als je ziek bent werk je door’.
De ombudsman heeft ook ongedocumenteerden gesproken die heel erg tevreden zijn met hun
werkgever. Dit zijn opvallend vaak mensen die bij particulieren schoonmaken of thuis klussen.
Een Braziliaanse vrouw die al 26 jaar in Nederland verblijft, heeft al die jaren
grotendeels dezelfde werkgevers gehad. Zij hebben haar geholpen toen zij het moeilijk
had. Zij vertelt aan de ombudsman dat het feit dat zij de sleutels van haar werkgevers
heeft, voor haar heel bijzonder is. Zij ervaart dit als een groot respect en vertrouwen.
Voor haar is dit een reden om in Nederland te willen blijven, zij zegt dat dit vertrouwen
in Brazilië nooit denkbaar zou zijn.
Ondanks dat ongedocumenteerden niet over een werkvergunning beschikken, hebben zij wel
rechten. Zo hebben ze recht op het minimumloon en recht op doorbetaling. Soms zijn ze niet op de
hoogte van hun rechten. De groep die wel op de hoogte is onderneemt vaak geen stappen uit angst
om de baante verliezen. Ze blijven dan vaak doorwerken zonder garantie op uitbetaling. Tijdens de
coronacrisis is een grote groep niet doorbetaald.
27
Verschillende ongedocumenteerden vertellen de ombudsman dat de coronacrisis een
financiële klap voor hen is nu hun werkgever ze niet kan inzetten voor werk. Het zijn
voornamelijk de ongedocumenteerden die bij mensen thuis werken, schoonmaken bij
bedrijven, werken in de bouw en restaurants. Door de coronacrisis konden de
ongedocumenteerden niet meer in restaurants werken of bij hun werkgever thuis
schoonmaken.
Bovendien blijkt dat zij, ondanks die rechten, bij ziekte of onmacht vaak doorgaan met werken.
Een ongedocumenteerde vrouw vertelt dat haar man die jarenlang in de bouw werkt
niet verzekerd is bij ziekte of ongeval. Volgens de vrouw is haar partner ernstig ziek en
kan hij behandeld worden voor deze ziekte maar kan het gezin zich dit niet
veroorloven. Als hij wordt behandeld en niet wordt doorbetaald dan kan dit gezin de
vaste lasten niet meer betalen. Zij vertelt dat haar man zich verplicht voelt om te
blijven werken.
In de praktijk blijkt dat veel ongedocumenteerden geen stappen ondernemen als de werkgever de
rechten schendt. Als de ongedocumenteerde werkt en woont bij zijn opdrachtgever dan is het risico
dat hij meer verliest groot. De ongedocumenteerde is immers volledig afhankelijk van zijn
werkgever. Het kan ook te maken hebben met de bewijslast: het aantonen van een arbeidsrelatie is
lastig omdat de gemaakte afspraken en het werk van de ongedocumenteerde niet zijn vastgelegd.
Een mondelinge afspraak is moeilijk aan te tonen en getuigen zijn vaak ook ongedocumenteerden.
Soms vertellen werkgevers aan de ongedocumenteerden dat aangifte nutteloos is of dreigen zij de
ongedocumenteerden zelf aan te geven. De kans dat de werkgever dit doet is klein omdat de
ongedocumenteerde alleen kan worden aangehouden als hij op heterdaad is betrapt. Dit zou
bovendien ook leiden tot een strafrechtelijke vervolging van de werkgever. De angst is hoe dan ook
groot genoeg dat de ongedocumenteerde onder die omstandigheden blijft werken. Een andere
reden is een financiële kwestie. Als de ongedocumenteerde besluit aangifte te doen, dan is de kans
groot dat hij zijn baan verliest, met alle gevolgen van dien. De ongedocumenteerde kan geen
beroep doen op een sociale voorziening. De werkgever daarentegen vindt een andere
ongedocumenteerde die het werk zal overnemen.
Er lijkt in veel gevallen sprake van een ‘grijs gebied’; zolang de ongedocumenteerde niet
aantoonbaar wordt gedwongen, valt iemand niet binnen de formele criteria van uitbuiting of
mensenhandel. Volgens de criteria is er dan wel sprake van ernstige benadeling en misstanden, en
slecht werkgeverschap, maar iemand kan bij het doen van aangifte geen aanspraak maken op de
bescherming die er zou zijn wanneer er formeel sprake zou zijn van mensenhandel of uitbuiting.
28
2.5 Mensenhandel en uitbuiting
In Nederland verstaat men onder mensenhandel het werven, vervoeren, overbrengen, opnemen of
huisvesten van een persoon, met gebruik van dwang (in brede zin) en met het doel die persoon uit te
buiten. De (beoogde) uitbuiting is de kern van mensenhandel. Dit vit zich in onderbetaling, misleiding en
andere mensenonterende omstandigheden. Uitbuiting kan zich in de seksindustrie afspelen,
bijvoorbeeld wanneer iemand onvrijwillig voor iemand anders in de prostitutie werkt, maar ook in
andere sectoren, zoals de landbouw of horeca. Het gaat dan om zulke slechte arbeidsvoorwaarden en -
omstandigheden, dat hierdoor mensenrechten in het geding zijn” . De Nationaal Rapporteur
Mensenhandel maakt hierbij onderscheid tussen arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting, seksuele
uitbuiting en gedwongen orgaanverwijdering.
2.5.1. Mensenhandel
Al de genoemde vormen van uitbuiting hebben met elkaar gemeen dat het slachtoffer wordt
gedwongen en de mensenhandelaar (veel) geld verdient. Wanneer de situatie waarin mensen zitten
valt onder de formele criteria van mensenhandel, is er hulp en begeleiding voor de slachtoffers
beschikbaar, als men aangifte durft te doen hiervan.
“Als deze vrouwen al kunnen ontsnappen, zijn er maar weinig die aangifte durven te
doen. Sommigen wacht een leven in de illegaliteit, zonder recht op hulp en
bescherming.”3°
Het is enorm belangrijk om vertrouwen op te bouwen met degene die slachtoffer is van
mensenhandel. Wantrouwen en angst om je verhaal te vertellen is groot.
Een professional vertelt dat zij iemand sprak die slachtoffer was van mensenhandel.
Deze vrouw had een Dublinclaim in Duitsland, en zou worden teruggestuurd naar
Duitsland in de week daarna. In het gesprek vertelde de vrouw voor het eerst dat zij
slachtoffer was, en dat ze niet naar Duitsland terug durfde te gaan omdat daar haar
‘madam’ was die haar bedreigde. Ze was ook bang dat haar ‘madam’ haar kinderen
die nog in Nigeria waren iets aan zou doen en voor de Voodoo vloek die over haar was
vitgesproken. Ze had daarom al de tijd dat ze in Nederland in het AZC was niets
gedeeld over haar situatie. Nu ze vitgezet zou worden deelde ze in haar wanhoop haar
verhaal bij een ngo. Gelukkig kon door de professional het traject in gang gezet worden
om aangifte te doen en kon via het AZC begeleiding op gang worden gebracht bij
Comensha?* om haar verder te helpen, en kon uitzetting naar Duitsland worden
voorkomen.
°9 Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel geweld tegen Kinderen, Mensenhandel,
www.nationaalraporteur.nl
30 Brandpunt, Documentaire: Gebrandmerkt en gevlucht, 22 mei 2018
3 Coördinatiecentrum tegen mensenhandel
29
Het voorkomen dat vrouwen slachtoffer worden van mensenhandel moet een belangrijk
uitgangspunt zijn. Met name vrouwelijke slachtoffers van mensenhandel blijven kwetsbaar als ze in
hetzelfde circuit blijven, bijvoorbeeld in Amsterdam Zuidoost, zeker als hun tijdelijke
verblijfsvergunning afloopt en ze geen perspectief hebben? Maar ook ongedocumenteerde
kinderen zijn kwetsbaar voor mensenhandel. Zo kan een ongedocumenteerd kind door (oudere)
familieleden gedwongen worden om te gaan werken bij andere families. De afgelopen jaren zijn
hiervan enkele schrijnende voorbeelden bekend geworden. Er is echter nog weinig onderzoek
gedaan naar de groep kinderen die binnen families wordt uitgebuit en dus is het lastig in kaart te
brengen hoe groot dit probleem is.3
Dublinclaimanten
Daarnaast is er sinds 2019 een groep Dublinclaimanten vit met name Nigeria, waarvan een deel
aangeeft dat zij slachtoffer zijn van mensenhandel. In veel gevallen heeft dit in Libië en Italië
plaatsgevonden. Door de recent veranderde regelgeving, waarbij er belemmeringen zijn voor het
doen van aangifte en om een procedure te starten als de mensenhandel niet aantoonbaar in
Nederland plaatsgevonden zou hebben, wordt deze groep niet (meer) gehoord door de politie. Door
deze wijziging gaat volgens professionals veel informatie verloren over de Nigeriaanse maffia, met
alle risico's van dien. Professionals maken zich zorgen, onder andere over het ontbreken van
bescherming voor deze groep. Hiervoor is ook een goede internationale samenwerking nodig, met
onder andere de Italiaanse politie. Ook bij de Eritrese groep die de afgelopen jaren in Nederland is
gekomen, zijn bij professionals sterke vermoedens dat hier mensenhandel speelt, waar nu nog te
weinig aandacht voor is.
32 Recht in Zicht, Leger des Heils, Finding a way out, 2018 p. 22
33 Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel geweld tegen kinderen, Zich op kwetsbaarheid, 2016 p. 87
30
2.5.2 Criminele uitbuiting
Als ongeziene groep vormt de ongedocumenteerde een gemakkelijke prooi voor criminele
uitbuiting. Het ongeregistreerd-zijn maakt het ook voor het criminele circuit aantrekkelijk om een
ongedocumenteerde in te zetten. Soms heeft de ongedocumenteerde geen andere keuze als hij
moet overleven op straat.
Voor criminele netwerken betekent dit dat deze groep kan worden ingezet voor hand- en
spandiensten in de drugswereld.3* Recentelijk is gebleken dat ongedocumenteerde® Nigeriaanse
mannen gedwongen worden om te werken in de drugshandel. Er zou ook sprake zijn van
verwevenheid tussen drugs- en mensenhandel. Voor uitgeprocedeerde ongedocumenteerden
wordt dit ook gesignaleerd door pastors die hen ondersteunen. De kwetsbare situatie waarin zij zich
bevinden nodigt vit om bijvoorbeeld geronseld te worden voor drugshandel. Zij voelen zich vaak
niet gezien en gehoord en hebben het gevoel in een uitzichtloze situatie te zitten.
Daardoor zijn zij extra ontvankelijk voor positieve aandacht van mensen die hen later blijken te
willen inzetten voor drugshandel.
2.5.3. Arbeidsuitbuiting
“Onder arbeidsuitbuiting of mensenhandel wordt dwang, onderbetaling, misleiding en andere
mensonterende omstandigheden op de werkvloer verstaan. Dit geldt voor zowel het eigen
personeel als voor de flexibele arbeidskrachten (zoals vitzendkrachten) die in dienst zijn.3°”
Ongedocumenteerden zijn kwetsbaar voor arbeidsuitbuiting. De ombudsman heeft gehoord van
mensen die een tijdlang ergens werkten, maar vervolgens niet uitbetaald werden. In sommige
gevallen heeft men zelf voldoende bewijzen om aan te tonen dat men inderdaad gewerkt heeft,
bijvoorbeeld door video opnames of WhatsApp gesprekken. Wanneer men dit kan aantonen kan er
aangifte worden gedaan en kan men alsnog zijn of haar salaris claimen. De ombudsman sprak
iemand die onder onveilige omstandigheden moest werken, en hier uiteindelijk aangifte van durfde
te doen. Hij kreeg bescherming en een tijdelijke status zolang het onderzoek naar zijn werkgever
liep. Er zijn veel manieren waarop iemand uitgebuit kan worden. Ook kan men bijvoorbeeld door
een opgebouwde ‘schuldenlast’ bij de werkgever vast zitten in de uitbuitingssituatie. In veel gevallen
zal de arbeidsuitbuiting niet gemeld worden, en is men bang om aangifte te doen.
“Eén op de twintig Nederlandse bedrijven en organisaties denkt dat arbeidsuitbuiting of
mensenhandel vaak binnen de eigen branche voorkomt (…) In de industrie geeft maar liefst 62%
van de bedrijven en organisaties aan dat arbeidsuitbuiting of mensenhandel vaak voorkomt.37”
34 Pieter Tops en Jan Tromp, De achterkant van Amsterdam, een verkenning van drugsgerelateerde criminaliteit,
augustus 2019, P. 43/ 44
35 Pieter Tops en Jan Tromp, De achterkant van Amsterdam, een verkenning van drugsgerelateerde criminaliteit,
augustus 2019, P. 43
3 FairWork en Team Vier, Rapportage naar de houding van werkgevers rondom het thema arbeidsuitbuiting/ moderne
slavernij, janvari 2020
31
2.5.4 Sekswerkers
In Amsterdam zijn sekswerkers, ook ongedocumenteerde, tijdens de coronacrisis blijven werken.38
Men maakt zich zorgen over de situatie van de sekswerkers nu zij de klanten thuis blijven bezoeken.
Voor ongedocumenteerde sekswerkers is er voldoende werk, maar niet zonder risico’s nu zij buiten
het toezicht vallen. De ombudsman heeft diverse keren gehoord dat seks als ruilmiddel voor eten en
onderdak wordt ingezet. Slachtoffers van mensenhandel betalen de schuld aan mensenhandelaren
ook via deze manier af.
De ongedocumenteerde sekswerkers die nu met name in beeld zijn, zijn grofweg te verdelen in drie
groepen. Het zijn alleenstaande moeders, jongemannen en -vrouwen van 18 tot 25 jaar en
transgender personen van diverse leeftijden.
Transgender personen die zich niet veilig voelen kunnen zich niet of moeilijk beroepen op asiel. De
ongedocumenteerde transgenders die in Amsterdam als sekswerkers actief zijn komen
voornamelijk uit ‘veilige landen’ zoals Cuba, Honduras, Venezuela en Mexico. Velen van hen
proberen zoveel mogelijk geld opzij te zetten voor lichaamsaanpassingen.
De ongedocumenteerde alleenstaande moeders die als sekswerkers actief zijn proberen vaak bij
familieleden of vrienden en kennissen onderdak te vinden. Deze groep wordt in sommige gevallen
geïntimideerd en seksueel misbruikt door het eigen netwerk. Ze verklaren bijvoorbeeld dat zij
gedwongen werden om geld af te dragen. Deze groep alleenstaande moeders komt voornamelijk
uit Latijns Amerikaanse landen, Jamaica, Filipijnen en andere Aziatische landen.
Sporadisch zijn er ook minderjarige sekswerkers actief, hier hebben professionals niet zo goed zicht
op. Over het algemeen zijn er wel jongvolwassenen ongedocumenteerden van 18 tot 25 jaar actief
als sekswerker.
2.5.5. Verbeterpunten
Vanwege de kwetsbaarheid van de slachtoffers is het van groot belang dat er zorgvuldig wordt
omgegaan met hun verhaal bij het doen van aangifte, zowel bij mensenhandel als bij uitbuiting.
Hierbij heeft het doen van cultuurgericht onderzoek een grote meerwaarde en dit zou standaard
een plek moeten krijgen bij het behandelen van een aangifte. Professionals geven aan dat deze
benadering een grote meerwaarde kan hebben voor en het slachtoffer als voor het proces en de
informatie die de politie zal ontvangen. Belangrijk daarbij is voor de politie, alsook voor andere
organisaties die te maken hebben met mogelijke slachtoffers van mensenhandel, dat wordt gelet op
non verbale signalen van het slachtoffer en op het feit dat velen angstig zijn voor de politie en voor
de gevolgen van het doen van aangifte.
FairWork en Team Vier, Rapportage naar de houding van werkgevers rondom het thema arbeidsuitbuiting/
moderne slavernij, januari 2020
8 Het parool, Zorgen over thuisprostitutie: ‘Een hoop klanten zijn zelf ook bang, hoor’ 12 april 2020, www.parool.nl
32
Ook is meer aandacht nodig voor bescherming van slachtoffers van mensenhandel als hun
procedure is afgelopen. Van belang is om slachtoffers van mensenhandel bescherming te bieden, in
aansluiting bij wat zij nodig hebben en hun capaciteiten? en om te voorkomen dat zij opnieuw
slachtoffer zullen worden*®.
Door professionals wordt aangegeven dat onderlinge samenwerking en vertrouwen tussen
betrokken organisaties verbeterd kan worden. Alle organisaties hebben goede bedoelingen, maar
weten elkaar daar niet altijd in te vinden. Door hierin elkaar meer op te zoeken kan het netwerk en
de hulpverlening aan deze groep nog sterker worden.
Een van de adviezen vanuit de hulpverlening is dat er meer voorlichting kan worden gegeven op
scholen, in netwerken en op andere plekken bijvoorbeeld in diverse gemeenschappen. Dit is van
belang om signalen beter te herkennen en om te zorgen dat mensen, die vermoedens hebben,
weten waar zij terecht kunnen.
Naast de situaties die binnen de formele criteria van mensenhandel of uitbuiting vallen, is er - zoals
genoemd - ook een grijs gebied, bijvoorbeeld als men te weinig bewijs heeft of dat er niet duidelijk
genoeg sprake is van dwang. In de situaties waarin men in dit grijze gebied zit, is bescherming
moeilijk en durft men in veel gevallen geen aangifte te doen van de situatie waarin men zich
bevindt. Hier is nog onvoldoende aandacht voor.
2.6 Rechtsbescherming
Ongedocumenteerden vertellen dat ze minder gebruik maken van rechtsmiddelen vanwege hun
verblijfsstatus en uit angst om nog meer te verliezen. Zo betalen ze hoge huur aan malafide
tussenpersonen en doen ze nauwelijks aangifte als zij slachtoffer zijn van een strafbaar feit. Het
programma ‘veilig aangifte’ blijkt vaak niet bekend te zijn, of het voelt nog niet veilig genoeg voor
de ongedocumenteerde. De angst voor de politie is groot.#
Een 15-jarige ongedocumenteerde jongen vertelt dat hij in een korte periode twee keer
is overvallen. Hij is bang om aangifte te doen. Hij is niet op de hoogte dat hij veilig,
zonder risico voor zichzelf of zijn familie, aangifte kan doen. Hij laat weten hiervan af
te zien. Hij weet niet wat er met de melding gaat gebeuren en hij heeft liever niet dat
de politie weet dat hij ongedocumenteerd is en weet waar hij woont. Hij heeft ook de
angst dat hij door de aangifte in de problemen kan raken of zijn familie in de
problemen brengt met deze registratie.
39 Recht in Zicht, Leger des Heils, Finding away out, 2018 p. 6
40 United Nations convention against transnational organized crime and the protocols thereto 2004, Annex |l
Protocol to Prevent, Suppress and Punish Trafficking in Persons, Especially Women and Children, upplementing the
United Nations Convention against Transnational Organized Crime III. Prevention, cooperation and other measures
Article 9. Prevention of trafficking in persons, 1 b. p. 46
#1 M. Bolwijn, Ongedocumenteerden kunnen aangifte doen zonder te worden uitgezet, al weten ze dat vaak niet, 31 juli
2020, Www.volkskrant.nl
33
Volgens professionals doen veel ongedocumenteerde sekswerkers die slachtoffers zijn
van buitensporig geweld, of misbruik nauwelijks aangifte vit angst dat ze worden
teruggestuurd. Ook onderneemt de ongedocumenteerde sekswerker geen stappen als
zij/hij niet wordt betaald door de klant.
Vaak zijn ongedocumenteerden bang dat als zij aangifte doen, zij worden aangegeven bij
immigratieautoriteiten. Die dreigementen hoort een ongedocumenteerde ook vaak van degene die
hem/haar uitbuit of misbruikt. Daarnaast is het lastig om je recht te halen als het bewijs summier is.
Getuigen, die bijvoorbeeld ook ongedocumenteerd zijn, willen vit angst geen verklaring afleggen.
Zo vertelt een oudere ongedocumenteerde vrouw aan de ombudsman dat zij
jarenlang is uitgebuit door een ambtenaar, iemand vit haar eigen netwerk. Uit goed
vertrouwen heeft zij haar geld door de ambtenaar laten sparen, omdat zij zelf geen
toegang heeft tot een bankrekening. Zij is er naderhand achter gekomen dat de
ambtenaar haar spaargeld heeft opgemaakt. Zij ondervindt nu enorm veel problemen
om dit geld terug te krijgen. Volgens de vrouw zou de ambtenaar haar meerdere keren
hebben gezegd dat ze haar elk moment kan melden bij IND zodat ze het land zou
worden uitgezet. Die angst heeft er onder andere voor gezorgd dat deze vrouw nooit
hulp heeft ingeschakeld.
De mensen die het jarenlang lukt om onder de radar te leven, zijn een perfecte prooi voor uitbuiting.
Er ontstaan hierdoor situaties van jarenlang misbruik en uitbuiting die misschien wel nooit aan het
licht komen. Dit trekt een zware wissel op hen.
lemand uit het netwerk van ongedocumenteerden vertelt: “Het is waar dat je als
ongedocumenteerde aangifte kan doen. Maar als er in het systeem van de IND en DTV
een zoeksignalering staat, dan wordt alsnog de vreemdelingenpolitie gebeld en word je
als migrant opgepakt terwijl je om hulp vraagt. Dan wel niet door de politie zelf maar
wel door de vreemdelingenpolitie.”
34
2.7 Cijfers
2.7.1 Cijfers Amsterdam
Door de coronacrisis zijn ongedocumenteerden goed zichtbaar geworden. In Amsterdam hebben
5ooo ongedocumenteerden aan hulporganisaties hulp gevraagd, dit zijn vaak gezinnen. Een
particulier initiatief biedt bijvoorbeeld steun in de vorm van voedselpakketten aan meer dan 600
gezinnen, daarnaast zijn er een aantal andere voedselbanken en initiatieven waar mensen
voedselhulp krijgen. Medio 2020 waren er ongeveer 1500 ongedocumenteerde sekswerkers bekend.
Ook sleutelfiguren hebben per gemeenschap de schatting van het aantal ongedocumenteerden
gedeeld. Met betrekking tot onderwijscijfers verklaren scholen ongeveer rond de 4 en 6%
ongedocumenteerde leerlingen op school te hebben. De ombudsman denkt, op basis van de
gespreken en signalen, dat er rond de 10.000 a 30.000 ongedocumenteerden leven in Amsterdam.
2.7.2 Cijfers Nederland
Het blijkt niet eenvoudig te zijn om aan de hand van de statistieken een schatting te maken hoeveel
ongedocumenteerden er in Nederland zijn. Er zijn wel cijfers, maar deze zijn onvoldoende
betrouwbaar om de juiste schattingen te kunnen maken. De bruikbaarheid van deze bronnen is
beperkt.
Bij het opvragen van cijfers blijkt er sprake te zijn van vervuiling van de data, zoals bij de RNI
(registratie niet ingezeten) gegevens. Veel ongedocumenteerden beschikken daarnaast niet over
een BSN, met uitzondering van een aantal voormalig asielzoekers en een groep
ongedocumenteerden die wel de weg naar de RNI-registratie heeft gevonden.
Zo blijken ook bij het opvragen van gegevens omtrent de staandehoudingen van de politie en
antecedenten de data niet zuiver te zijn. Het is in eerste instantie niet duidelijk of degene die is
staande gehouden wel of niet ongedocumenteerd is. Het kan namelijk zijn dat de persoon op dat
moment geen legitimatie bij zich had. De data uit het politieregistratiesysteem en het
vreemdelingen registratiesysteem zouden niet gescheiden kunnen worden. Dit zou betekenen dat
de data handmatig moeten worden doorgenomen zonder garantie dat deze informatie ook
bruikbaar zal zijn. De overheid beschikt niet over data om ongedocumenteerde arbeiders te kunnen
schatten, behalve de data dat er aangifte is gedaan. De Raad voor Rechtsbijstand kan in de data de
groep ongedocumenteerden niet selecteren op basis van een v-nummer. Het CAK betaalt de
zorgverleners die de verleende zorg declareren. Om de anonimiteit te waarborgen en zorgmijders te
voorkomen beschikt het CAK over onvolledige persoonsgegevens. Deze gegevens zijn niet direct
bruikbaar omdat achternamen vaker kunnen voorkomen en daarmee wordt niet duidelijk of het
over dezelfde persoon gaat.
35
Er is ook geen vast onderwijsbestand van ongedocumenteerde kinderen. Met een reden, omdat
ongedocumenteerden kinderen beschermd moeten worden. In praktijk blijkt ook dat
ongedocumenteerde kinderen niet geregistreerd kunnen worden zoals andere
schoolgaandekinderen via het BSN, maar via een onderwijsnummer. Scholen geven aan niet altijd
een goed overzicht te hebben wie er ongedocumenteerd is, omdat sommige ongedocumenteerden
kinderen soms wel over een BSN beschikken.
Een schatting maken van de ongedocumenteerden is moeilijk. Bijna alle bronnen leiden tot een
doodlopend spoor.
3 Regels en praktijk asiel en migratie
Het leven van de ongedocumenteerde wordt vaak gekenmerkt als zwaar en stressvol. Toch vindt de
ongedocumenteerde het leven in Nederland een veel betere optie dan terugkeren. Daar zijn
verschillende redenen voor. Soms kan de ongedocumenteerde niet terugkeren omdat hij grote
schulden heeft gemaakt en leningen is aangegaan bij banken of andere partijen. Soms is de
ongedocumenteerde gevlucht vanwege onveiligheid of ernstige gebeurtenissen en is er volgens de
ongedocumenteerde een verkeerde beslissing genomen op de asielaanvraag of komt hij niet in
aanmerking voor asiel. In dit hoofdstuk wordt vanuit het oogpunt van de ongedocumenteerde en
vanuit ervaringen van professionals beschreven wat de knelpunten zijn voor de
ongedocumenteerden die een asielaanvraag hebben doorlopen. Dit overzicht geeft een beeld van
een aantal knelpunten die met regelmaat genoemd worden. Ook wordt het Nederlandse systeem
vergeleken met dat van andere landen.
3-1 Aandacht voor trauma en culturele achtergrond
De verschillende communicatiestijlen, eerdere ervaringen met overheidsinstanties, omgang en
culturele opvattingen spelen een rol bij een asielaanvraag. Wanneer men uit een land komt waar de
overheid corrupt en onveilig was, betekent dit voor veel mensen dat als zij in Nederland aankomen,
zij niet automatisch durven vertrouwen dat de overheid of instanties hier in Nederland dat wel zijn.
Ook is er soms sprake van angst voor de veiligheid van de achterblijvers. Uit angst voor (mogelijk
dodelijke) consequenties voor de achtergebleven familieleden is men soms voorzichtig met wat
men kan vertellen. Men weet wat de overheid in het thuisland kan doen, en weet niet in hoeverre
Nederland in contact treedt met die overheid om navraag te doen. Hierdoor kan belangrijke
informatie gemist worden bij de interviews en in het ergste geval raakt de betrokkene
uitgeprocedeerd.
Professionals vertellen dat door het gebrek aan vertrouwen er soms informatie ontbreekt in het
dossier. Men kan of durft niet altijd gelijk zijn hele verhaal te vertellen. Dit zet iemand op grote
achterstand in de procedure, het kan ook tot gevolg hebben dat het moeilijk is voor de persoon om
achteraf aan te tonen waarom deze informatie onvolledig was. Dit leidt vervolgens tot meerdere
niet succesvolle aanvragen.
36
Ongedocumenteerden geven aan dat er nauwelijks rekening wordt gehouden met de culturele
achtergrond en trauma. Het systeem zou volgens professionals te veel gebaseerd zijn op
Nederlands perspectief. Dat wat vanuit Nederlandse denkkaders logisch is, wordt toegepast op
personen die gevlucht zijn vanuit een onveilige situatie, die in dat land, maar ook onderweg soms
ernstig zijn beschadigd.
Zo vertelt een ongedocumenteerde die getraumatiseerd zijn land heeft verlaten, dat
hij geen vertrouwen heeft in de overheid. Toen hij aankwam in Nederland en
geconfronteerd werd met een opvangplek waar ook mannen in uniform rondliepen,
werd hij ‘vanbinnen helemaal koud’. Hij vertelde niets meer, en het kon hem ook niet
meer schelen toen, met alle gevolgen van dien voor het verloop van zijn procedure.
Als iemand met een LHBTI-achtergrond nooit gewend is om openlijk zijn gevoelens te delen, en hier
nog moeite mee heeft om dit voor een officiële instantie wel te verwoorden, kan dit een negatief
gevolg hebben voor zijn procedure, en kan zijn geloofwaardigheid hierdoor in twijfel worden
getrokken door de IND.
Een man, die nu na jaren ongedocumenteerd in Nederland te zijn geweest zijn
verblijfsvergunning heeft gekregen op grond van zijn homoseksualiteit, vertelt dat hij
bij zijn eerste verhoren niet over zijn gevoelens kon praten. ‘Ik had geen idee hoe ik dat
moest doen, ik had dat nooit gedaan’. Hij begreep destijds niet wat de IND wilde
horen, hoe hij kon vertellen wat hij had meegemaakt. Daarnaast had hij zijn
traumatische vluchtervaring diep weggestopt. Hij werd bij zijn eerste aanvraag
afgewezen door de IND.
3.2 Bewijslast problemen
De IND maakt gebruik van algemene informatie vit objectieve bronnen over het land van herkomst,
Hierbij kan worden gedacht aan ambtsberichten van de Minister van Buitenlandse Zaken en
rapporten van internationale organisaties. Bij de beoordeling van een asielaanvraag worden alle
documenten en verklaringen betrokken bij datgene wat bekend is over de situatie van het land van
herkomst.
De bewijslast in een procedure ligt volledig bij de aanvrager zelf: in procedures van aanvragen voor
oudere ongedocumenteerden blijkt dat het onmogelijk is te voldoen aan de bewijslast om aan te
tonen dat iemand hier al 30 jaar is. Alle beschikbare getuigenverklaringen, bankgegevens, tickets
van het ov, verklaringen van artsen en verklaringen van instanties die mensen kennen, blijken
onvoldoende te zijn als bewijs voor de IND.
37
Amnesty International concludeert in een recent onderzoek dat de IND bij het aantonen van zijn of
haar identiteit de asielzoeker te vaak het ‘nadeel van de twijfel’ geeft. Als de aanvrager niet over de
juiste documenten beschikt en het niet lukt om op een andere manier de nationaliteit of identiteit
volgens de IND voldoende aan te tonen, dan wijst de IND het verzoek af zonder inhoudelijke
beoordeling van de risico's bij terugkeer. Volgens Amnesty zouden belangrijke documenten en
medische rapporten, waarin wordt beschreven dat er sprake is van ernstige martelingen, niet
inhoudelijk worden beoordeeld als de nationaliteit of identiteit ongeloofwaardig wordt geacht“.
Daarnaast blijkt het in de praktijk vrijwel onmogelijk om aan de ‘buiten schuld’ regeling te voldoen.
Dit laatste kan ook gelden voor staatlozen die door het ontbreken van identiteitsdocumenten in een
cirkel zitten waar ze niet meer uitkomen.
Zo is het beroep op de buitenschuldregeling voor een jongeman van 21 niet geslaagd.
Dit geldt voor een jongen die op 10-jarige leeftijd vit de woning van zijn vader is
gevlucht en tot aan zijn twintigste levensjaar verzorgd is door de staat. Bij de
beoordeling van de buitenschuldregeling woog zwaar dat hij 11 jaar geleden informatie
zou hebben achtergehouden over zijn achtergrond. Bij een nieuwe aanvraag wordt
door DT&V aangegeven dat het standpunt sinds 2009 niet is veranderd en dat hij meer
zou moeten aantonen waaruit blijkt wie zegt dat hij is. Sindsdien leidt hij een
uitzichtloos bestaan waarin hij nergens wordt erkend als staatsburger.
Ook spelen bewijslastproblemen bij de groep Eritrese jongeren.
Tussen 2014 en medio 2017 hebben veel Eritreeërs asiel aangevraagd in Nederland. De
meesten van hen kregen destijds een verblijfsvergunning op basis van de situatie in het
land van herkomst. Sinds een aantal jaar worden Eritrese jongeren vaker afgewezen
vanwege vragen over hun identiteit. Doordat bij aankomst in Europa soms een andere
geboortedatum is geregistreerd, wordt men hierop uiteindelijk afgewezen. De IND
gelooft hen op nationaliteit en op herkomst, maar niet op identiteit, en documenten
die men heeft worden als onvoldoende bewijs aangemerkt. Advocaten zien dat dit
duidelijk anders is dan een paar jaar geleden en maken zich zorgen over de mogelijk
groeiende groep jongeren die hierdoor uitgeprocedeerd raakt en op straat belandt.
Er zijn bij professionals ook zorgen over de toepassing van artikel aF van het vluchtelingenverdrag,
waarbij vluchtelingen worden uitgesloten van de procedure als er een verdenking is van
oorlogsmisdrijven.
Groepen die buiten alle regelingen vallen
Daarnaast zijn er groepen die buiten alle bestaande regelingen vallen. Zeker nu de discretionaire
bevoegdheid is afgeschaft#3, is er voor specifieke schrijnende situaties en bijvoorbeeld voor oudere
ongedocumenteerden vaak geen enkele mogelijkheid tot legalisering. Hulpverleners geven aan dat
zij zich hier ernstig zorgen over maken.
42 Amnesty International, /ND zet mensenlevens op het spel door te hoge eisen aan bewijslast asielzoeker te stellen,
2020
#3 Afschaffing van de algemene discretionaire bevoegdheid, adviescommissie voor vreemdelingenzaken, juli 2019
38
3.3 Deskundigheid IND
3.3.1 Landeninformatie
De IND en de aanvrager dragen een gedeelde bewijslast ten aanzien van de vraag of het land van
herkomst als veilig kan worden aangemerkt. De IND onderzoekt of het land van herkomst als veilig
kan worden aangemerkt en de ongedocumenteerde dient aan te tonen dat het land van herkomst
niet veilig is voor hem. Nederland beschikt over een lijst met veilige landen van herkomst.# Volgens
professionals is de door IND gebruikte landeninformatie echter niet altijd accuraat, terwijl hier wel
beslissingen op worden gebaseerd.
Uit onderzoek van de ACVZ komt naar voren dat “een zorgvuldigere en consistentere manier van
verzamelen, gebruiken en weergeven van bronnen van landeninformatie de kwaliteit van de
besluitvorming in het asielproces zal verbeteren, waarmee beter dan nu zal worden voldaan aan het
zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel en het beginsel van fair play”%.
3-3-2 Medische situatie en advies
De IND start, indien daar aanleiding voor is, een medisch onderzoek. Het onderzoek kan als
instrument worden ingezet om een bijdrage te leveren aan de geloofwaardigheidsbeoordeling. Het
Bureau Medische Advisering (BMA) adviseert over medische aspecten die verband houden met het
nemen van een besluit op grond van de Vreemdelingenwet 2000.
Door professionals wordt aangegeven dat de door de IND gebruikte medische experts niet
onafhankelijk zijn. Het medisch oordeel roept volgens professionals vragen op.
Een advocaat geeft aan dat ín veel gevallen het medisch advies wat door de door de
IND ingeschakelde expert wordt afgegeven, tekortdoet aan de medische situatie van
de cliënt. Wanneer het de advocaat lukt om bij een bepaalde cliënt een andere en
onafhankelijke medische expert in te schakelen, blijkt dat hier een heel ander advies
vitkomt dan het oorspronkelijke advies van de door de IND ingezette medische expert.
Dit nieuwe advies leidt uiteindelijk wel tot een medische verblijfsvergunning voor de
cliënt, op basis van zijn medische kwetsbaarheid.
Daarnaast wordt bij de beoordeling van de beschikbare medische zorg in het land van herkomst,
volgens professionals nog steeds voornamelijk gekeken naar de algemene beschikbaarheid van een
behandeling, maar niet voldoende naar de feitelijke toegankelijkheid, kwaliteit en de mogelijkheid
om de medische zorg over te dragen. Daarmee zou de bewijslast onevenredig zijn voor de
ongedocumenteerde als deze theoretische beschikbaar is maar in de praktijk moeilijk realiseerbaar.
44 Rijksoverheid, lijst van veilige landen van herkomst, www.rijksoverheid.nl
45 Adviescommissie voor Vreemdelingzaken, Weten en wegen, advies over het gebruik van landeninformatie in de
asielprocedure. 2020, www.adviescommissievoorvreemdelingenzaken.nl
39
3.4 Immigratie en vergelijking met andere landen
In het algemeen wordt geconstateerd dat terugkeer van ongedocumenteerden naar het land van
herkomst vaak niet gerealiseerd kan worden “omdat de bereidheid daartoe van de
uitgeprocedeerde dan wel het land van herkomst ontbreekt. #6” De ongedocumenteerde kan hulp
van de overheid krijgen en een vertrekpremie. Degene die niet meewerkt wordt in principe
overgeplaatst naar een uitzetcentrum en op het vliegtuig gezet. In de praktijk wacht een deel van de
afgewezenen dit proces niet af en is voor officiële instanties dan ‘met onbekende bestemming’
vertrokken (MOB). Daarnaast is er een groep die helemaal geen asielaanvraag doet en via andere
kanalen naar Nederland komt. Omdat de ongedocumenteerden hier niet mogen zijn, maar wel
moeten overleven, biedt de informele economie soelaas.
Als het gaat over immigratie zit Nederland, volgens experts, in vergelijking met andere Europese
landen ‘in een kramp’. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar wanneer wordt gekeken naar bepaalde
initiatieven in Genève, in Spanje en Portugal en het Duldung systeem in Duitsland.
Het Duldung systeem
In Duitsland bestaat het Duldung systeem, waarbij een deelstaat zelf kan besluiten om iemand recht
te geven om daar te verblijven. Dit geldt specifiek voor uitgeprocedeerde asielzoekers die niet
uitzetbaar zouden zijn. “De achterliggende gedachte achter Duldung is dat, naarmate een
uitgeprocedeerde asielzoeker langer in Duitsland verblijft — in afwachting van zijn of haar terugkeer
- de afstand tot de maatschappij groter wordt, als diegene geen mogelijkheden krijgt om te
integreren. Met behulp van Duldung kunnen Geduldeten — in afwachting van de eventuele
terugkeer naar het land van herkomst — actief zijn en werken aan hun integratie. Zij hebben toegang
tot onderwijs en de arbeidsmarkt en hebben daarmee de mogelijkheid zichzelf verder te
ontwikkelen en in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Daarnaast is de Duitse overheid in staat
om — op basis van de Geduldeten die zij in beeld hebben — inzage te hebben in wie de
uitgeprocedeerde asielzoekers zijn en waar zij verblijven. Geduldeten verblijven ten slotte legaal in
Duitsland.”#? Duitsland kiest voor dit systeem omdat op deze manier zoveel mogelijk mensen op de
radar blijven, maar ook vanwege humanitaire redenen. Daarnaast concludeert men dat het huidige
Duitse systeem ook meer afgestemd lijkt te zijn op vraag en aanbod van arbeidsmigranten en het
probleem van tekortberoepen.# Dit is bijvoorbeeld ook te zien in de West Balkan regeling.
46 J.P.H. Donner en M. den Heijer. Terechte zorg, verkeerd aanknopingspunt, april 2020, p.29
47_Kennisplatform Integratie & Samenleving, Duldung: nadere verkenning van maatschappelijke participatie van
vitgeprocedeerde asielzoekers in Duitsland, maart 2019
48 ACVZ, Legale kanalen arbeidsmigranten, 2019, p.5
40
West Balkan regeling
Duitsland kent sinds 2015 de West Balkan regeling®®. In 2015 kwamen veel mensen vit de Balkan die
in eerste instantie asiel zouden aanvragen voor verblijf in Duitsland. Deze aanvragen legden een
druk op het asielsysteem, en zouden niet toegewezen worden omdat men uit een veilig land kwam.
Duitsland heeft ervoor gekozen om deze ‘vluchtelingen’ die konden werken de mogelijkheid te
geven om te werken, zonder de eerder geldende criteria van arbeidsmarkt toets etc.
Dit heeft het asielkanaal ontlast. Uit recente evaluatie is gebleken dat de regeling veel positieve
effecten heeft en dat met name werkgevers ook blij zijn met de mogelijkheid deze mensen in dienst
te nemen.
DACA of Dreamers
In de VS is het op grond van het migrantenprogramma Deffered Action for Childhood Arrivals
(hierna: DACA®®) mogelijk dat jongeren een tijdelijke vergunning krijgen en die zij iedere twee jaar
moeten vernieuwen. Hoewel het geen route is naar burgerschap, biedt het wel de mogelijkheid om
een werkvergunning te krijgen, je rijbewijs te halen, te studeren en beschermd te worden tegen
deportatie. Ook is er in California de mogelijkheid buiten het DACA-programma om als jongere op
grond van de staatswetten studiefinanciering en studiebeurzen aan te vragen.
Om de positie van de minderjarigen in Nederland te verbeteren adviseerde de ACVZ in 2012 om in
de Vreemdelingenwet 2000 op te nemen dat de Koppelingswet niet van toepassing is op zowel
alleenstaande minderjarigen als minderjarigen die deel vitmaken van een gezin zonder enige
verplichtingen naar de overige volwassen gezinsleden?
Andere voorbeelden en experimenten
Ook zijn er in het verleden andere experimenten geweest, zoals de New York City ID Card (IDNYC).
Deze speciale kaart biedt de mogelijkheid om een bankrekening te openen. Een praktisch probleem
waar alle ongedocumenteerden thans tegenaan lopen. In de huidige samenleving waarin alles veel
meer via pinbetalingen gaat, wordt deze groep steeds meer uitgesloten.
Amsterdam leek door de IDNYC geïnspireerd te zijn. In 2019 is een initiatiefvoorstel ingediend voor
een stadspas voor alle Amsterdammers, ongeacht de verblijfstatus. De vraag was of de
Amsterdamse Stadspas, die minima en ouderen korting biedt op voorzieningen, beschikbaar kan
worden gesteld aan alle Amsterdammers. Ook was de vraag of de functies van deze pas kon worden
uitgebreid naar identificatiekaart met pasfoto en registratienummer om betere toegang tot zorg en
veiligheid te bieden. Maar ook praktische voordelen zoals het elektronisch betalen. Dit voorstel is
uiteindelijk niet verder vitgewerkt.52
49 J. Bither and A. Ziebarth, Creating legal pathways to reduce irregular migration? What we can learn from Germany's
“Western Balkan Regulation” migration. Strategy group on International cooperation and development, oktober
2018
50 America’s voice, Immigration 101: What is a Dreamer? juni 2020 www.americasvoice.org
51 ACVZ, beleidsadvies: recht op menswaardig bestaan, maart 2012, p. 52
52 M. Bot, Een stadspaspoort voor iedereen, ongeacht verblijfsstatus?, 10-02-2020 NJB 2020/355
41
Spanje en Portugal hebben regelmatig een legaliseringsprogramma.5 Daarnaast is het mogelijk om
in Portugal na 2 jaar een verblijfsvergunning te krijgen als is aangetoond dat de
ongedocumenteerde geen gebruik heeft gemaakt van sociale voorzieningen.
In Genève is het mogelijk om als particulier vouchers te kopen om huishoudelijk werk te laten doen
door ongedocumenteerden. De ongedocumenteerde draagt in dit systeem een deel van de
inkomsten af en de particulier heeft niet de verantwoordelijkheid op het gebied van
arbeidsongeschiktheid of ziektekosten — de kosten hiervoor wordt door de ongedocumenteerde
rechtstreeks afgedragen aan een daarvoor opgerichte private sociale onderneming.
Circulaire migratie
Sinds de inwerkingtreding van de koppelingswet is circulaire migratie bemoeilijkt. Immers, wanneer
je legaal werk had en het land voor langere tijd zou verlaten, was er geen mogelijkheid meer om
daarna terug te komen en dezelfde rechten te hebben als daarvoor. Mensen werden daarmee
‘gedwongen’ om het land te blijven omdat ze anders alle opgebouwde rechten zouden verliezen.
Het huidige systeem, waarbij er voor een deel van de migranten weinig routes zijn voor legaal
verblijf en arbeid, ‘dwingt’ een bepaalde groep mensen om asiel aan te vragen, in de hoop via die
weg legaal te kunnen verblijven. Experts geven aan dat deze groep door het systeem hier ‘vast’ lijkt
te zitten; de groep die wel een werkvergunning heeft is eerder geneigd om terug te keren naar een
thuisland dan de groep die hier ongedocumenteerd verblijft.55
53 Trouw, Miljoenen illegalen gewit, 12 janvari 2000, www.trouw.nl
54 S, Grumiau, Formalizing domestic work trough te use of service vouchers, 2017
55 UNDP, Scaling fences: voices of irregular African migrants to Europe, 2019
42
4 Conclusie en aanbevelingen
De ombudsman heeft naar aanleiding van dit onderzoek een beter beeld van het leven van de
ongedocumenteerden en beter inzicht gekregen wat de ongedocumenteerden beweegt om in
Nederland te verblijven. Er wordt een korte samenvatting gegeven van een aantal bevindingen en
ook drie groepen benoemd die in het bijzonder zijn opgevallen: de kinderen die vastlopen na hun
achttiende levensjaar; de arbeidsmigranten en oudere ongedocumenteerden die al lang in
Nederland verblijven.
4-1 Samenvatting
Op alle leefgebieden ervaren ongedocumenteerden problemen. Opvallend is dat
ongedocumenteerden onder deze omstandigheden in Amsterdam, een dure stad, kunnen blijven
wonen en ook vaak familieleden in het land van herkomst financieel steunen. Het leven van een
ongedocumenteerde is onzeker en zwaar, maar toch vaak beter dan het leven in het land van
herkomst.
Formeel mag de ongedocumenteerde niet in Nederland blijven, maar in de praktijk blijkt het
moeilijk om hierop te handhaven. Ongedocumenteerden kunnen hier jaren onder de radar leven.
Bij ongedocumenteerden is er sprake van verlies van zowel mensenrechten als waardigheid. Uit
meerdere praktijkvoorbeelden blijkt dat niet alle ongedocumenteerden gebruik kunnen maken van
hun fundamentele rechten zoals onderwijs, voedsel, zorg en onderdak. Vanwege hun kwetsbare en
afhankelijke positie zullen veel ongedocumenteerden minder snel beroep doen op
rechtsbescherming. Slachtoffers van uitbuiters genieten geen bescherming als er niet aan de
formele criteria van uitbuiting of mensenhandel is voldaan. In de praktijk is er te weinig bescherming
voor slachtoffers van mensenhandel wanneer het misdrijf niet in Nederland heeft plaatsgevonden.
Ook genieten ongedocumenteerde arbeiders, ondanks hun rechten, in veel gevallen niet de juiste
de bescherming. Dit draagt bij aan de ondermijning van de rechtsstaat.
Kinderen
Op het gebied van onderwijs en werk ondervinden ongedocumenteerde kinderen belemmeringen.
Kinderen die op jonge leeftijd naar Nederland zijn gekomen of in Nederland zijn geboren en geen
band hebben met het land van herkomst van hun ouders hebben geen perspectief na hun
achttiende. Al vanaf jonge leeftijd voelen ze dat ze in vergelijking met hun vrienden/klasgenoten
geen toekomstperspectief hebben en dat ze na hun achttiende geen toekomst meer hebben in
Nederland. Deze in Nederland gewortelde kinderen leiden een uitzichtloos bestaan. Deze kinderen
lijken geen andere keuze te hebben dan in de voetsporen van hun ouders te treden, of te kiezen
voor de criminaliteit. Dit laatste geldt met name voor de groep alleenstaande minderjarigen die
voor hun achttiende de opvang verlaat als er geen zicht is op legalisatie.
43
Arbeidsmigranten
Er is in Amsterdam voldoende werk en ongedocumenteerden maken deel uit van de (in)formele
economie. De ongedocumenteerde arbeider laat zijn/haar familie achter in het land van herkomst of
woont hier samen met het gezin voor een betere toekomst. Men kan hier jaren leven en soms goed
geld verdienen, mede omdat ze geen belasting afdragen. De ongedocumenteerde arbeiders maken
vaak lange werkdagen, soms onder zware omstandigheden. Vaak worden zij onderbetaald en
hebben ze geen garantie op uitbetaling. Ook ontbreekt een vangnet bij ziekte of arbeidsongevallen
en werkloosheid.
Ouderen
Er is een groep ouderen die al langer dan 20 of 30 jaar in Nederland verblijft. De onzekerheid van
hun bestaan maakt vaak dat zij ook medisch kwetsbaarder zijn en diverse aandoeningen
ontwikkelen. Wanneer zij ouder worden en meer zorg nodig hebben, raakt het eventuele netwerk
waar ze op terug konden vallen vaak uitgeput.
Men zit klem
Onder de ongedocumenteerden bevinden zich ook kwetsbare personen die om verschillende
redenen niet terug kunnen keren of waarvan het land van herkomst aangeeft hen niet terug te
zullen nemen. In sommige gevallen lopen mensen vast in verblijfsprocedures en kunnen zij geen
gebruik maken van hun basisrechten. Een goed voorbeeld zijn de staatlozen, die hier zijn zonder
enige formele juridische status maar ook niet kunnen worden uitgezet.
Kwetsbare positie
Vanwege hun kwetsbare positie vormen ongedocumenteerden een gemakkelijke prooi voor
uitbuiting door malafide werkgevers, huisjesmelkers, uitbuiters of mensenhandelaren. Als de
ongedocumenteerde een woning wil huren, dan verloopt dat vaak via een (malafide) tussenpersoon
die de ongedocumenteerde uitbuit. In sommige gevallen betaalt de ongedocumenteerde de huur in
natura, of moet de ongedocumenteerde al het geld afdragen dat hij/zij verdient. De huidige situatie
leidt tot diverse ongewenste uitkomsten.
Toegang tot medische zorg
Ongedocumenteerden hebben recht op medisch noodzakelijk zorg. Wat onder medisch
noodzakelijk wordt verstaan wordt bepaald door de zorgverlener. In praktijk kan dit tot grote
verschillen leiden, met alle gevolgen van dien. Als de ongedocumenteerde niet zelf zorgt voor
preventiebezoeken bij de tandarts of fysiotherapie, dan leidt het uiteindelijk tot grotere
gezondheidsproblemen. Op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg blijkt ook dat de
ongedocumenteerde in een aantal gevallen zonder de noodzakelijke hulp moet leven, met name
wanneer er sprake is van trauma lijkt hier niet altijd voldoende aandacht voor te zijn en krijgt men
niet altijd de noodzakelijke hulp. Uit diverse praktijkvoorbeelden blijkt dat er onduidelijkheid
bestaat bij de zorgverlener of er gebruik kan worden gemaakt van de regeling onverzekerbare
vreemdelingen, maar ook wordt er verschillend gereageerd door de zorgverleners en draagt de
taalbarrière ook niet aan bij een goede zorgverlening. Als de ongedocumenteerden niet op de
hoogte zijn van de mogelijkheden of men bang is dat zorginstanties aangifte doen bij de politie dan
weerhoudt het hen om de juiste medische hulp te krijgen.
bh
Werken aan perspectief
Belangrijk is om in procedures voldoende aandacht te hebben voor gezondheidsklachten, trauma en
culturele achtergronden. Voor een deel van de groep die deelneemt aan het LVV-programma lijkt in
het huidige systeem terugkeer het enige perspectief. In de praktijk lijkt terugkeren vaak geen
mogelijkheid, of zullen mensen hier zelf niet voor kiezen en bestaat het risico dat zij opnieuw
ongedocumenteerd of buiten beeld raken. De partijen die betrokken zijn kunnen geen andere
beslissing nemen, zij hebben geen discretionaire ruimte. In een aantal situaties loopt men hierdoor
vast.
Mensenhandel
De bescherming voor slachtoffers van mensenhandel is belangrijk, ook nadat het politieonderzoek
en de aangifte is afgerond. Het is daarnaast belangrijk om te voorkomen dat mensen (opnieuw) in
het circuit terechtkomen. Dit geldt eveneens voor mensen die tijdens hun migratie in een ander land
slachtoffer waren. Er is onvoldoende internationale samenwerking en professionals geven aan dat
ook binnen Nederland de samenwerking tussen organisaties kan worden verbeterd, om
mensenhandel tegen te gaan. Er blijken ook signalen te zijn van mensenhandel onder kinderen
maar is er nog onvoldoende onderzoek om dit goed in beeld te hebben.
Voedselhulp
Tijdens de corona bleken veel mensen in directe nood te komen en bleek voedselhulp noodzakelijk.
Maar ook vóór deze periode werd door hulpverleners aangegeven dat toegang tot voedselhulp
nodig is, bijvoorbeeld voor ongedocumenteerde gezinnen die in financiële nood verkeren.
45
4-3 Conclusies en aanbevelingen
Conclusies
Wat dit onderzoek heeft laten zien, is dat een grote groep onzichtbaren een belangrijk onderdeel
vormt van onze samenleving. In de praktijk kunnen mensen hier jarenlang wonen en zich wortelen
in de Nederlandse samenleving en nauwelijks in beeld zijn bij de autoriteiten. Het zijn vaak
voorbeeld burgers. Ze werken hier, vormen een belangrijk onderdeel van de (in)formele economie,
maar niet zonder risico. Ze zijn door hun kwetsbare situatie en doordat zij onder de radar leven, het
perfecte doelwit voor alle vormen van uitbuiting. Uiteindelijk genieten zij onvoldoende
bescherming. Hierdoor ontstaan ongewenste situaties die ook ondermijnend werken.
De wetgever heeft met de Koppelingswet geprobeerd om werken niet langer mogelijk te maken.
Toch leven en werken ongedocumenteerden dertig tot veertig jaar in Nederland zonder dat daar
concreet actie op is ondernomen. Voor de asielzoekers zou het systeem officieel sluitend zijn maar
in de praktijk zijn er veel voorbeelden dat mensen met een asielverleden hier alsnog
ongedocumenteerd leven.
Onder de ongedocumenteerden bevindt zich een grote groep mensen die steun nodig heeft van de
overheid. De gemeente en hulporganisaties worden geconfronteerd met hulpvragen van
ongedocumenteerden, voor opvang, voedsel en medische zorg. Het ongedocumenteerde bestaan is
zwaar en heeft een grote impact op het leven, het gevoel van eigenwaarde en de gezondheid van de
ongedocumenteerde.
We hebben niet alleen geen goed zicht op deze groep, maar ook heeft dit ‘wegkijken’ de
ongedocumenteerden extra kwetsbaar gemaakt. Het is dan ook niet redelijk dat deze mensen die
jarenlang in Nederland hebben kunnen leven alsnog moeten vertrekken. Het is belangrijk om een
oplossing te zoeken voor de huidige situatie, en daarbij te werken aan zowel de ‘voorkant’ als de
‘achterkant’.
Deze situaties roepen de vraag op wat voor samenleving wij willen zijn. We maken bewust of
onbewust gebruik van goedkope arbeid en producten. Hoe belangrijk vinden we menswaardigheid,
en om als samenleving en als stad uitbuitingsvrij te zijn? De ombudsman pleit voor meer aandacht
voor deze thema's, voor steden die met trots kunnen zeggen dat zij vitbuitingsvrij zijn. En voor
aandacht voor de kwetsbare doelgroepen waarbij oog is voor menswaardigheid. Daarnaast vindt de
ombudsman het belangrijk dat uitbuiters gecriminaliseerd worden en er (in voorkomende gevallen)
aandacht is voor het slachtofferschap van de ongedocumenteerde.
46
In het navolgende deel wordt een aantal algemene aanbevelingen gedaan en daarnaast is er voor
gekozen om in te gaan op drie groepen die naar voren kwamen in het onderzoek: de jongeren, de
arbeidsmigranten en de oudere ongedocumenteerden.
De ombudsman is van mening dat de geformuleerde aanbevelingen kunnen leiden tot vermindering
van de problemen van de ongedocumenteerden. Door het onzichtbare zichtbaar te maken, op een
manier die veilig is voor de ongedocumenteerde, wordt het risico op uitbuiting verminderd en wordt
tegelijkertijd de mogelijkheid vergroot om de ondermijning en verrijking door uitbuiters aan te
pakken.
Op deze manier kunnen we een samenleving creëren waar menswaardigheid een realiteit is voor
iedereen en waar de uitbuiter geen kansen krijgt.
Algemene aanbevelingen
Maatregelen aan de voorkant
Een aanbeveling is om aan de voorkant een aantal maatregelen door te voeren. In de huidige
situatie wordt niet voldoende gecontroleerd op illegale arbeid; kan de Belastingdienst wel soms
jarenlang geld ontvangen van ongedocumenteerden; worden RNI-inschrijvingen niet gecontroleerd
op de uitstroom. De overheid weet al jaren dat ongedocumenteerden er zijn en zijn mogelijkheden
om hier meer aan te doen niet benut.
Discretionaire bevoegdheid
Voer opnieuw de discretionaire bevoegdheid in en zorg ervoor dat de bevoegdheid ruimhartig kan
worden ingezet. Geef het lokale bestuur, na een kritische beoordeling van de schrijnendheid van de
situatie, daarbij de doorslaggevende stem.
Zichtbaar maken
De onzichtbaarheid draagt bij aan diverse vormen van uitbuiting en uitzichtloosheid, waar de
overheid weinig grip op heeft. Werk op een manier die veilig is voor de ongedocumenteerden aan
het in beeld krijgen van deze groep en hun belangrijkste problemen en behoeften.
Cijfers
Er kan een betere schatting worden gemaakt van het aantal ongedocumenteerden. De overheid
beschikt over voldoende bronnen, met mogelijkheden om de aantallen beter inzichtelijk te maken.
Een aanbeveling is om Onderzoek, Informatie en Statistiek van de gemeente Amsterdam opdracht
te geven om de omvang van het aantal ongedocumenteerden in Amsterdam in kaart te brengen.
Uitbuitingsvrije stad
Amsterdam moet ernaar streven een vitbuitingsvrije stad te zijn. De uitdagingen van de stad,
bijvoorbeeld ten aanzien van mensenhandel, zijn grensoverschrijdend en kunnen niet worden
opgelost door Amsterdam alleen. Het is geen Amsterdams vraagstuk maar een internationaal en
(hoewel niet uitsluitend) grootstedelijk vraagstuk. Amsterdam doet er goed aan om met steden in
andere landen de samenwerking op te zoeken.
47
Aanbevelingen per groep
Jongeren
Ongedocumenteerde kinderen komen op jonge leeftijd naar of worden geboren in Nederland.
Kinderen geven aan dat ze zich achtergesteld voelen, en in een negatieve zin anders zijn dan hun
leeftijdsgenoten. Naarmate ze ouder worden, beseffen ze steeds meer dat ze bepaalde dingen niet
kunnen doen, zoals een wit bijbaantje vinden of naar de fysio bij sportblessures. Een van de grootste
struikelblokken is dat kinderen geen relevante stage vinden vanwege het ontbreken van een geldige
verblijfstitel, of hun succesvolle opleiding niet met een diploma kan worden bekroond. Hierdoor
ontstaat er kansenongelijkheid voor een grote groep kinderen die niet voor dit leven heeft gekozen.
Evenmin biedt terugkeer naar het land van hun ouders, een land waar zij vaak geen band mee
hebben, een reëel perspectief.
Dit is niet alleen persoonlijk leed voor de ongedocumenteerde jongere, maar leidt ook tot
maatschappelijk verlies nu de jongeren met al hun opgedane kennis en vaardigheden geen volledige
bijdrage kunnen geven aan onze maatschappij.
Aanbevelingen
Jongeren:
1. Bied ongedocumenteerde jongeren dezelfde rechten als reguliere studenten, met elementen uit
de Duldung of Dreamers aanpak. Op deze manier kunnen deze kinderen zonder werkelijk
achtergesteld te worden een studie volgen, relevante werkervaring opdoen en volwaardig meedoen
aan de maatschappij. De ongedocumenteerde student kan zonder beperking studeren en is
verzekerd voor ziektekosten. Bijkomend voordeel is dat zij, mochten zij toch weg moeten uit
Nederland, verrijkt weggaan en makkelijker een bestaan kunnen opbouwen in het land van
herkomst.
2. Laat daarnaast de grens van achttien jaar los, zodat ongedocumenteerde studenten kunnen
doorstuderen totdat ze de voor hen hoogst denkbare opleiding hebben afgerond, met dezelfde
rechten als bedoeld bij aanbeveling 2.
Arbeidsmigranten: Uitbuiting en kwetsbaarheid
De informele economie bestaat voor een groot deel vit ongedocumenteerde arbeiders. Zij maken
lange dagen en verrichten door hun kwetsbare positie werkzaamheden die soms niet verantwoord
zijn. Het risico op uitbuiting is groot en wordt versterkt door het feit dat ongedocumenteerden
onder de radar moeten blijven. Er is een grijs gebied tussen zwart werk en uitbuiting of
mensenhandel en bescherming daartegen is onvoldoende.
3. Aanbeveling: werk aan formaliseren van het informele
Creëer de mogelijkheid dat ongedocumenteerden, met en zonder asielverleden, een tijdelijke
werkvergunning kunnen krijgen, waarmee ze tevens belasting kunnen afdragen en kosten kunnen
afdragen voor zorgvoorzieningen. Bezie welke mogelijkheden er in andere landen zijn en hoe die in
Nederland ingezet zouden kunnen worden. Een van de voordelen hiervan is dat circulaire migratie
gefaciliteerd wordt.
48
Ongedocumenteerde ouderen
De ombudsman heeft veel oudere ongedocumenteerden gesproken die tussen de twintig en
drieënvijftig jaar in Nederland verblijven. Dit zijn veelal arbeidsmigranten geweest die in hun
jongere jaren veel werk hebben verricht in de (in)formele sector, maar ook mensen die na meerdere
pogingen voor legaal verblijf zijn afgewezen en nooit zijn teruggekeerd. De leefomstandigheden
van deze groep wordt met de jaren zorgelijker omdat hun netwerk hen niet altijd kan blijven
ondersteunen als de noodzakelijke zorg zwaarder wordt. Gezien de uitzichtloosheid voor de
ouderen dient er voor deze groep een oplossing gezocht te worden.
4. Aanbeveling: Kijk opnieuw naar de situatie en (zorg)behoeften van ongedocumenteerde ouderen
die hier al langer dan twintig of dertig jaar verblijven.
49
Literatuurlijst
ACVZ: IND moet systematischer met landeninformatie omgaan, Nederlands Juristenblad, 2-6-20
AIDA country report: Italy. Update 2019
Creating legal pathways to reduce irregular migration? What we can learn from Germany’s
“Western Balkan Regulation” migration. Strategy group on International cooperation and
development, October 2018 Jessica Bither and Astrid Ziebarth
De achterkant van Amsterdam. Pieter Tops en Jan Tromp, gemeente Amsterdam 2019
Duldung: nadere verkenning van maatschappelijke participatie van vitgeprocedeerde asielzoekers
in Duitsland, maart 2019 Kennisplatform Integratie & Samenleving
Een stadspaspoort voor iedereen, ongeacht verblijfsstatus? M. Bot, NJB 2020/355, 10-02-2020
FairWork, Rapportage naar de houding van werkgevers rondom het thema arbeidsuitbuiting/
moderne slavernij, FairWork en Team Vier, januari 2020
Finding a way out, Recht in Zicht, Leger des Heils 2018
Hoe ver reikt het recht op onderwijs voor illegalen. Pieter Huisman, Joke de Wit Kluwer Navigator
2013
Richtlijnen en adviezen voor huisartsen, Landelijke Huisartsen Vereniging, 1 april 2017
Seeking health below the radar: Undocumented People's access to healthcare in two Dutch cities.
Helen M. Hintjensa, Karin A. Siegmanna, Richard H.J.M. Staring, Social Science & Medicine 2020
Scaling Fences, UNDP 2019
Stateless report UNHCR 2015
Terechte zorg, verkeerd aanknopingspunt. J.P.H.Donner en M. den Heijer, april 2020
United Nations Convention against transnational organized crime and the protocols Thereto 2004
Werkinstructies Registratie Niet-ingezetenen (WIR) 16 december 2019
Zicht op kwetsbaarheid, Een verkennend onderzoek naar de kwetsbaarheid
van kinderen voor mensenhandel. Nationaal rapporteur Mensenhandel 2016
ACVZ
Afschaffing van de algemene discretionaire bevoegdheid. ACVZ, juli 2019
Legale kanalen arbeidsmigranten, ACVZ 2019
Recht op menswaardig bestaan. ACVZ, maart 2012
Weten en wegen, advies over het gebruik van landeninformatie in de asielprocedure. ACVZ 2020
50
Overige geraadpleegde documenten
Een langdurig ongedocumenteerd bestaan, Glenn Oostveen 2018
Eerste aanbevelingen van het aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten o.l.v. Emile Roemer, 11
juni 2020
‘L don’t know where the wind will blow me’ onderzoek i.o.v stichting Los 2018
Langdurig verblijvende vreemdelingen zonder bestendig verblijfsrecht. Rapport
Onderzoekscommissie 2019
Slachtoffermonitor Mensenhandel 2014-2018. Nationale rapporteur Mensenhandel
Towards realising health rights for undocumented people in the Netherlands, Erasmus University
Rotterdam, juli 2020
Trots of schaamte. Rapport LHBTI-asiel beleid. Sabine Jansen COC juni 2018
Vertrouwen in veerkracht — Nationaal Rapporteur Mensenhandel 2020
Internetbronnen
https://www.zorgwijzer.nl{fag/onverzekerbare-vreemdelingen
https://www.ilo.orgfwemsps/groups/public/@ed_dialogve/@actrav/documents/publication/wcms_
220717.pdf
https://www.amnesty.nl/encyclopediefongedocumenteerden-illegalen-en-vitgeprocedeerden
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/asielbeleid/vraag-en-antwoord/lijst-van-veilige-landen-
van-herkomst
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/asielbeleid/vraag-en-antwoord/wat-gebeurt-er-met-
asielaanvragen-van-mensen-uit-veilige-landen
https://ind.nl/Paginas/Het-Schengengebied.aspx
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/nederlandse-nationaliteit/staatloosheid
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/asielbeleid/vraag-en-antwoord/lijst-van-veilige-landen-
van-herkomst
https://www.askv.nl/wat-doen-we/medisch-opvangproject-ongedocumenteerden/
https://www.Ihv.nl/uw-beroep/aanbod/bijzondere-patientengroepen{/ongedocumenteerden-
illegalen
https://www.hetcak.nl/zakelijkfregelingen/onverzekerbare-vreemdelingen
Website Nationaal Rapporteur mensenhandel
https://americasvoice.org/blog{/what-is-a-dreamer/?gclid=CjoKCOjwtsv7BRCMARIsANu-
COeghndXe8XC7LKL48XS J5rbhnK26-pPoBl_1MIZLz_VnNjVw3vzR5oaAimlEALw_wceB
51
https://www.amnesty.nl/actveelf/ind-zet-mensenlevens-op-het-spel-door-te-hoge-eisen-aan-
bewijslast-asielzoeker-te-stellen
https://dienstencheques.vlaanderen.be/f?fbclid=lWwAR3oKohltvjsllIcMXR2EkJuOBvJz6esJZ6dDSEX50
M4x7WpAbismnuil6go
Kranten en media
https://www.parool.nl{nieuws/zorgen-over-thuisprostitutie-een-hoop-klanten-zijn-zelf-ook-bang-
hoor-b8bd6ac4/
https://www.parool.nl/nieuws/amsterdamse-daklozen-moeten-overdag-buiten-blijven-bcoa1e463/
https://dezwijger.nl/programma/voedsel-verbindt-ook-op-afstand
https://www.mugmagazine.nl{dapperbuurt-voedselbank-wij-bedienen-ook-laaggeletterden/
https://www.nrc.nl{nieuws/2020/05/27/in-amsterdam-zuidoost-is-het-nu-stil-op-straat-a4,000867
https://www.nrc.nl{nieuws{/2019/o5/26fnederland-is-nu-transitland-voor-mensensmokkel-a3961645
https://www.bndestem.nl/overig/illegalen-in-italie-hebben-genoeg-van-
vitbuiting-af8472db/?referrer=https://www.google.com/
https://www.trouw.nl/buitenland{/deze-migranten-werden-uitgebuit-nu-runnen-ze-hun-eigen-
cooperatie-in-italie-b7gofcog/
https://www.rijnmond.nl/nieuws/198891/Dit-is-waarom-zoveel-ongedocumenteerden-in-
Rotterdam-geen-gebruik-maken-van-hun-recht-op-medisch-noodzakelijke-zorg
https://www.groene.nl/artikelfhet-is-beter-om-niet-te-veel-te-weten
https://www.volkskrant.nl{nieuws-achtergrond/ongedocumenteerden-kunnen-aangifte-doen-
zonder-te-worden-uitgezet-al-weten-ze-dat-vaak-niet-bsdfsgca/
https://www.trouw.nl/nieuws/miljoen-illegalen-gewit-baffesab/
‘Gebrandmerkt en gevlucht’, documentaire Brandpunt+, 22 mei 2018
52
| Onderzoeksrapport | 53 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1781
Datum indiening 10 september 2019
Datum akkoord 16 oktober 2019
Publicatiedatum 16 oktober 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Heer inzake investeren in mensen
met schulden.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 3 september 2019 berichtte het Algemeen Dagblad over een succesvol
experiment dat zorgverzekeraar CZ heeft verricht in samenwerking met de
maatschappelijk onderneming Sociaal Hospitaal en de gemeente Den Haag.
Honderdvijftig gezinnen waarbinnen fysieke, mentale en/of financiële problemen
heersten, kregen de afgelopen anderhalf jaar extra hulp om te ‘ontstressen’ en hun
leven weer op de rit te krijgen.
Met een investering van ruim 700.000 euro werden allereerst torenhoge schulden van
de gezinnen weggewerkt. Soms door een deel van de betalingen kwijt te schelden,
andere keren moest de deelnemer eerst zijn opleiding afmaken of werk vinden als
blijk van goede wil. Door daarnaast de gezinnen ook te ‘ontstressen’ door hen in hun
materiele behoefte te voorzien waar urgent behoefte aan was zoals een dak boven
het hoofd of een auto, heeft het experiment tot nu toe positieve resultaten opgeleverd.
Een analyse onder de eerste vijftig gezinnen laat namelijk zien dat dit experiment CZ
al 4,5 ton euro aan directe zorgkosten heeft bespaard en denkt het dat het al zeker
uitgaven van één miljoen euro heeft voorkomen door nieuwe problemen te
voorkomen.
Bovenstaand experiment leverde dus een win-win situatie op: door extra te investeren
in gezinnen met fysieke, psychische en/of financiële problemen werden de dagelijkse
levens binnen de gezinnen verbeterd en is CZ — en daarmee de maatschappij —
uiteindelijk minder geld kwijt aan gezinnen met fysieke, psychische en/of financiële
problemen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid De Heer, namens de fractie van de PvdA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van het experiment in Den Haag dat
zorgverzekeraar CZ heeft verricht in samenwerking met de maatschappelijke
onderneming Sociaal Hospitaal en de gemeente Den Haag?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennisgenomen van dit experiment.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le iober 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 augustus 2019
2. Hoe beoordeelt het college de eerste resultaten van het experiment zoals
omschreven in het artikel van het Algemeen Dagblad van 3 september 2019?
Antwoord:
Het college heeft met interesse kennis genomen van de eerste resultaten van het
experiment, zoals omschreven in het AD-artikel. Deze resultaten bevestigen het
belang van individueel maatwerk in situaties waarin sprake is van meervoudige
problematiek. Wel komt in het artikel slechts een enkele casus aan de orde.
Het college is benieuwd naar de algehele evaluatie van het experiment en de
effectiviteit van de aanpak op grotere schaal. Zorgverzekeraar CZ geeft aan deze
evaluatie over enkele maanden te verwachten.
3. Kan het college aangeven hoeveel gezinnen er in Amsterdam op dit moment te
kampen hebben met fysieke, psychische en/of financiële problemen en daardoor
intensief zorg/hulpbehoevend zijn?
Antwoord:
In de onderstaande figuur staat weergegeven hoeveel Amsterdamse huishoudens
in 2017 een voorziening ontvingen vanuit Zorg, Inkomen of Jeugd en wat de
overlap tussen deze domeinen is. Het is mogelijk dat er meer huishoudens in de
stad met problemen kampen, maar niet bekend zijn bij de gemeente.
(alleen) inkomen
(alleen) zorg ê 42.500 (41%)
34.800 (33%)
zorg en jeugd inkomen en jeugd
600 (0,5%) A 2.600 (3%)
(alleen) jeugd
5.600 (5%)
4. Onderschrijft het college de conclusie die de fractie van de PvdA Amsterdam uit
het onderzoek trekt dat extra investeringen in gezinnen met fysieke, psychische
en/of financiële problemen zowel goed is voor de gezinnen zelf, maar dus ook voor
de maatschappij als geheel?
Antwoord:
Het college onderschrijft deze conclusie. Investeren in kwetsbare groepen heeft
niet alleen meerwaarde voor deze Amsterdammers, maar voor de stad als geheel.
We streven naar een rechtvaardige stad waarin iedereen dezelfde kansen heeft en
waarin iedereen mee kan doen. Het bestrijden van toenemende ongelijkheid is
daarvan een belangrijk onderdeel.
5. Maken de resultaten van het experiment in Den Haag het college net zo
enthousiast als de fractie van de PvdA Amsterdam en is het daarom bereid om
samen met een of meerdere zorgverzekeraar(s) en partijen uit het sociale domein
eenzelfde soort experiment op te zetten in Amsterdam?
Antwoord:
Het college is enthousiast over de eerste resultaten van het experiment en kijkt uit
naar de evaluatie ervan die naar verwachting over enkele maanden zal
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le iober 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 augustus 2019
verschijnen. Op basis daarvan bepalen we onze vervolgstappen. We zijn er
daarnaast van overtuigd dat individueel maatwerk kan bijdragen aan
perspectiefverbetering en zetten daar nu ook al vol op in.
In de eerste plaats proberen we met onze reguliere hulpverlening aan
Amsterdammers met schulden zoveel mogelijk aan te sluiten op de leefwereld van
de klant. Dat doen we door rekening te houden met de stress die schulden met
zich meebrengen. Per jaar helpen we op deze wijze 2000 Amsterdammers via een
minnelijk traject uit de schulden. Ook werken we waar mogelijk integraal samen
binnen de hulpverlening, onder meer via Samen Doen.
Voor Amsterdammers die bovenop deze hulpverlening extra ondersteuning nog
hebben, ontwikkelen we maatwerkaanpakken. Er lopen al diverse experimenten op
dat gebied in Amsterdam. Zo is er het zogeheten Teambudget bij de Samen Doen
teams dat ingezet kan worden om (financiële) belemmeringen weg te nemen.
In de Amsterdamse Agenda armoede en schulden 2019-2022 staan twee nieuwe
maatwerkexperimenten opgenomen:
— Pilot inkomensondersteuning op maat: een te ontwikkelen maatwerkaanpak in
meerdere stadsdelen waarmee we circa 180 Amsterdammers gaan
ondersteunen. Het doel: perspectiefverbetering.
— Een perspectiefprogramma voor ouders op een van de Amsterdamse
Familiescholen. Ook dit is een maatwerkprogramma waarbij een groep ouders
intensieve begeleiding op maat krijgen. Onderdeel hiervan is een
perspectiefplan op maat per gezin waaraan een budget is gekoppeld om dat
uit te voeren.
Daarnaast willen we in kaart brengen wat de maatschappelijke kosten van
(individuele) schulden zijn en op welke wijze maatwerk kan bijdragen aan het
verminderen van deze kosten.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
DORDRECHT J
Namens de voorzitter van de COMMISSIE FYSIEKE LEEFOMGEVING wordt u uitgenodigd
tot het bijwonen van de openbare vergadering, die op dinsdag 24 maart 2020 zal
plaatsvinden via digitaal vergaderen met Microsoft Teams, aanvang 20.00 uur.
De vergadering wordt indien mogelijk publiekelijk uitgezonden via internet en/of kan worden
teruggekeken via https://dordrecht.raadsinformatie.nl
De Commissiegriffier,
M. den Boer
1 Opening, mededelingen en vaststellen agenda
2 Vaststellen besluitenlijst adviescommissie van 18 februari 2020
3 Vragen aan het College
STUKKEN TER BESPREKING
4 Burgerinitiatief met verzoek om groene geluidsschermen langs de N3 ter hoogte van
de wijk Dubbeldrecht voor het tegengaan van geluidsoverlast (2273288)
Het burgerinitiatief is op 8 oktober 2019 in de commissie besproken. Alle vragen die er
toen nog waren zijn nu door het college van een reactie voorzien. Het is aan de
commissie om op basis hiervan tot een advies aan de raad over het burgerinitiatief te
komen.
Agendadeel
5 Stand van zaken Moties
De vraag aan de commissie is of zij het eens is met het afvoeren van de moties
waarbij "afvoeren" wordt voorgesteld. Verder wordt de commissie gevraagd kennis te
nemen van het overzicht.
Vragen en opmerkingen bij het overzicht graag vooraf mailen naar de
commissiegriffier. Dan kunnen de verzamelde vragen en opmerkingen in de
vergadering gemakkelijker worden afgehandeld.
6 Stand van zaken Toezeggingen
Pagina 1
De vraag aan de commissie is of zij het eens is met het afvoeren van de toezeggingen
waarbij "afvoeren" wordt voorgesteld. Verder wordt de commissie gevraagd kennis te
nemen van het overzicht.
Vragen en opmerkingen bij het overzicht graag vooraf mailen naar de
commissiegriffier. Dan kunnen de verzamelde vragen en opmerkingen in de
vergadering gemakkelijker worden afgehandeld.
7 Nieuwe behandelvoorstellen (behandelwensen vooraf per e-mail indienen)
8 Agenderingsverzoek SP over zwerfafval
De vraag is welke fracties zich in het agenderingsverzoek van de SP kunnen vinden.
Eventuele vragen over het verzoek graag vooraf rechtstreeks aan de SP-fractie stellen.
Voor agendering is steun nodig van een meerderheid van het aantal aan de
vergadering deelnemende fracties.
9 Rondvraag
10 Sluiting
Pagina 2
| Agenda | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1303 dubbel accent
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
Onderwerp
Motie van de leden Ceder, Taimounti, Kreuger, Van Soest, Boomsma, De Grave-
Verkerk, Van Schijndel en Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021 (Niet bezuinigen
op de OBA).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
-— Het college de bouw van de OBA Next voor 2021 vooralsnog doorzet;
— Het college bezuinigt op wijkbibliotheken en het vestigingsnetwerk van de OBA;
Overwegende dat:
— Wijkbibliotheken een belangrijke rol spelen in de (onderwijs)achterstand van de
omwonende bewoners;
— Met het bezuinigen op wijkbibliotheken broodnodige banen wegvallen;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
=— De bouw van het OBA Next uit te stellen;
— De vrijgekomen exploitatielasten te gebruiken om de bezuinigingen op de
wijkbibliotheken ten minste te temporiseren;
De leden van de gemeenteraad
D.G.M. Ceder
M. Taimounti
K.M. Kreuger
W. van Soest
D.T. Boomsma
D.G.M. de Grave-Verkerk
A.H.J.W. van Schijndel
J.F. Bloemberg-lssa
1
| Motie | 1 | train |
VN2023-024508 N% Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
Grond en en Erfgoed
Ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Commissie WV van 06 december 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Woningbouw
Agendapunt 2
Datum besluit -
Onderwerp
Kennisnemen van de raadinformatiebrief ter afdoening van de toezegging over Broedplaats Lely
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van wethouder Van Dantzig ter afdoening van de
toezegging in de commissie WV van 27 september 2023 over Broedplaats Lely
Wettelijke grondslag
Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de commissie WV van 27 september 2023 heeft wethouder Van Dantzig (op
een vraag van raadslid Broersen (Volt)) toegezegd u nader te informeren over de mogelijkheden
voor de bewoners van Broedplaats Lely om de locatie van Broedplaats Lely zelf aan te kopen.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, toezegging TA2023-001104, WV - Broedplaats Lely
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2023-024508 9 Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Grond en % Amsterdam Erf d
Ontwikkeling % en Erfgoe
Voordracht voor de Commissie WV van 06 december 2023
Ter kennisneming
AD2023-085510 Commissie WV Voordracht (pdf)
AD2023-085518 Raadsinformatiebrief - afdoening toezegging Broedplaats Lely 7.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond en Ontwikkeling, Christine Smals, 06 57963023, christine.smals@&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
VN2021-026900 issi ii i
Griffe > 4 Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
% Amsterdam en
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 14 oktober 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt 7
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Onderzoek ongewenste omgangsvormen
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van:
* het onderzoek ongewenste omgangsvormen,
* het bijbehorende Wob-besluit en de brief van de burgemeester va 24 september 2021 met
betrekking hierop.
Wettelijke grondslag
Artikel 26 RvO
Bestuurlijke achtergrond
De burgmeester heeft de raad op 5 juli j.l. per brief geïnformeerd over het ontslag dat wethouder
Laurens Ivens diezelfde dag had aangeboden. In die brief heeft zij melding gemaakt van een
onafhankelijk, extern onderzoek dat zij heeft laten vitvoeren naar de meldingen van vier
medewerkers. Dit onderzoeksrapport is maandag 27 september j.l. — deels — openbaar gemaakt naar
aanleiding van meerdere Wob-verzoeken.
Reden bespreking
o.v.v. de leden Roosma (GL), Poot (VVD) en Van Dantzig (D66).
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2021-026900 __ $% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Griffie % Amsterdam 0 ee
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 14 oktober 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2021-104093 20210924 brief BM bij Wob-besluit. pdf (pdf)
AD2021-104092 20210927_Wob-besluit.pdf (pdf)
AD2021-104150 Artikel Het Parool De methode lvens.docx (msw12)
AD2021-104016 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
De leden Roosma (GL), Poot (VVD) en Van Dantzig (D66)
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | val |
Bezoekadres
> Gemeente b
mstel 1
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 21 oktober 2020
Behandeld door OOV
Onderwerp Reactie op moties 228 en 229 van raadsleden Roosma, Simons, Kilic (228)
‘Gegegevens ongedocumenteerde vreemdelingen’ en van de raadsleden Roosma,
Simons, Mbarki, Schreuders, Yilmaz en Kilig (229) over
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 13 februari 2020 heeft uw raad bij de behandeling van
de “aanscherping kraakbeleid” moties 228 en 229 van raadsleden Roosma, Simons, Kilig (228) en
van de raadsleden Roosma, Simons, Mbarki, Schreuders, Yilmaz en Kilic (229) van de partijen
Groen Links, Bla, PvdA, SP en DENK aangenomen waarin het college gevraagd wordt om:
1. De politie te verzoeken om de gegevens van ongedocumenteerden, die betrokken zijn bij
een gewone kraak en die geen aanvullende criminele activiteiten hebben verricht, niet
over te dragen aan de vreemdelingenpolitie (228)
2. Erinde driehoek op aan te dringen geen extra politiecapaciteit in te zetten op het
aangescherpte kraak- en ontruimingsbeleid (229)
In algemene zin kan gezegd worden dat wanneer ongedocumenteerden de wet overtreden er
landelijk een standaard handhavingskader van toepassing is. Een onderdeel van dat landelijke
handhavingskader zijn vaste werkafspraken tussen de minister van Veiligheid en Justitie en de
politie die gelden als het om vreemdelingen binnen de strafrechtketen gaat. Deze landelijke
werkafspraken vallen onder de verantwoordelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie en
maken deel vit van de ketenprocesbeschrijving Vreemdelingen in de Strafrechtketen (VRIS).
Aangezien een burgemeester niet gaat over de strafrechtsketen en de landelijke werkafspraken
die gelden binnen die keten, is het verzoek aan het openbaar ministerie en de politie in een lokale
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 23 juni 2020
Kenmerk
Pagina 2 van 2
driehoek om af te wijken van vigerende landelijk werkafspraken binnen die keten weinig kansrijk.
Daarbij speelt mee dat het niet aan een gemeenteraad is om te bepalen of en zo ja wanneer van
deze afspraken afgeweken wordt.
Over de inzet van politiecapaciteit kan ik aangeven dat het nooit de insteek van de driehoek is
geweest om extra capaciteit in te zetten. De aanscherpingen van het beleid kunnen vaker leiden
tot individuele aanhoudingen en dat vergt capaciteit van politie en OM, echter de huidige vicieuze
cirkel van ontruimingen en spoedontruimingen kost ook de nodige capaciteit. Door deze cirkel te
doorbreken hoopt de driehoek op termijn juist capaciteit te besparen.
Tot nu toe is in 2020 het aantal kraken sterk gedaald ten opzichte van 2019 en hebben de
aanscherpingen niet geleid tot inzet van extra capaciteit. Uitgangspunt van het optreden blijft dat
er de-escalerend en gefaseerd zal worden opgetreden en er keer op keer bekeken wordt wat er
qua (politie-) capaciteit mogelijk is.
Het college beschouwt de moties hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Ë Ì 2
df ij / / /
| } LZ
an en RE Oe
Femke Halsema
burgemeester
| Motie | 2 | discard |
Konnsravm
EPE
N-H Netwerk Effectief Jeugdstelsel Amsterdam
= ir | E
a L rj Ie
b —
4 \ >
Ld T : er —
4 | ne
Pp \ be
Voortijdig schoolverlaten 5 / Al
«
en risicojongeren f
Een jongere tussen 12 en 23 jaar die het onderwijs Startkwalificatie niet behaald
verlaat zonder startkwalificatie wordt beschouwd
als voortijdig schoolverlater. Een startkwalificatie 5% 8 50%
betekent een diploma op minimaal havo-, vwo- of ©) o ©) U 0
mbo2-niveau. Dit niveau wordt noodzakelijk geacht
om goed te kunnen functioneren in de maatschap-
pij en als een goede start voor vervolgonderwijs en Nederland Amsterdam
werk.
Er zijn aanzienlijke verschillen tussen jongeren met
De groep voortijdig schoolverlaters bestaat uit de en jongeren zonder startkwalificatie. Jongeren zonder
volgende zeer diverse groepen: startkwalificatie zijn twee maal zo vaak werkloos als
jongeren die wel een startkwalificatie hebben en
Klassieke risicoleerlingen: jongeren bij wie het ver- als zij wél werk vinden, is dit vaak op tijdelijke basis.
mogen om een startkwalificatie te halen ontbreekt, Daarnaast gaat voortijdig schoolverlaten relatief
de ‘niet-kunners!’, of jongeren die dit vermogen wel vaak samen met andere problemen, zoals sociale
hebben, maar bij wie de omstandigheden het zeer uitsluiting, schulden, criminaliteit en verslaving. Jonge
moeilijk maken om onderwijs te volgen, de ‘verhin- mannen en jongeren van niet-westerse herkomst
derden’ of ‘overbelasten’. lopen het grootste risico op voortijdig schoolverlaten
Opstappers: jongeren zonder probleemgeschiedenis en jeugdcriminaliteit. Uitval laat zich echter niet altijd
die door een combinatie van factoren in de jongere voorspellen. Jongeren voor wie veel risicofactoren
zelf, in de school of in de context toch het onderwijs gelden, kunnen zonder problemen een diploma
verlaten. Dit zijn de ‘geruisloze uitvallers’, omdat de halen, terwijl anderen zonder risicofactoren het on-
uitval vooraf niet te voorspellen is. derwijs juist voortijdig verlaten.
Overbelaste leerlingen: leerlingen die wel gemo-
tiveerd zijn, maar bij wie door een stapeling van In het voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo) zijn
beperkte vaardigheden en/of chronische sociale en de meeste leerlingen leerplichtig en is het uitvalper-
emotionele problemen de gang naar het diploma centage laag, landelijk in 2015 rond de 0,5%. In het
een uitputtingsslag wordt waarin zij vroeg of laat het mbo is de uitval met gemiddeld 5% aanzienlijk hoger.
onderspit delven. Hoe lager het mbo-niveau, hoe hoger de uitval.
%X Gemeente
% Amsterdam 1 www.neja.nl
Factoren die van invloed zijn op voortijdig schoolverlaten
1. de leerling
= N
ü, bk DD] O'-O- »18
Z
lage gedrags- gebruik alcohol, onjuiste geslacht: afkomst hoge
intelligentie stoornissen cannabis studiekeuze meer jongens leeftijd
2. de ouders
Overigens maken veruit de meeste jongeren hun
©, school af en halen een startkwalificatie. En driekwart
Ge van de jongeren zonder startkwalificatie vindt toch
een baan, terwijl een derde van de voortijdige school-
lage lage interesse en lage sociale verlaters binnen enkele jaren terugkeert naar het
intelligentie verwachtingen klasse onderwijs om alsnog een startkwalificatie te halen.
Het probleem is misschien niet heel groot, maar het
3. de school concentreert zich wel op de lage onderwijsniveaus en
bij jongeren die wonen in probleemaccumulatie-
gebieden.
eee eo
eee ee
Ë FH eee eco Oorzaken
Factoren die van invloed zijn op voortijdig schoolver-
verstedelijking as diversiteit laten kunnen liggen in kenmerken van de leerling (ge-
slacht, leeftijd, etniciteit, intelligentie, motivatie), van
A. de maatschappij de ouders (onderwijsniveau, sociale klasse, interesses
en verwachtingen), van de school (verstedelijking,
klasgrootte, diversiteit van de school en in de klas) en
van het maatschappelijk bestel (economische groei,
jeugdwerkloosheid, armoedebestrijding, integratie
van nieuwkomers en leerplicht). Zo vallen jongens,
recessie jeugd- armoede oudere leerlingen, cognitief minder sterke leerlingen
werkloosheid en leerlingen met een migrantenachtergrond vaker
uit. En leerlingen met hoger opgeleide ouders die
In Amsterdam wonen, net als in de andere grote ste- onderwijs belangrijk vinden, lopen minder risico op
den, meer risicojongeren en zijn de uitvalpercentages voortijdig schoolverlaten. Vaak is er niet één speci-
hoger, voor het mbo bijvoorbeeld 8,5%. Kwetsbare fieke reden voor uitval, maar is er een stapeling van
jongeren die vanuit het praktijkonderwijs, het voort- factoren.
gezet speciaal onderwijs of de basisberoepsgerichte
leerweg van het vmbo doorstromen, presteren in Terwijl de prestaties van jongens en meisjes op de
Amsterdam wel goed. Ze halen net zo vaak hun basisschool (citotoets) nog vergelijkbaar zijn, verla-
diploma in de tijd die ervoor staat als jongeren die ten jongens vaker voortijdig het vervolgonderwijs
niet tot de kwetsbare groep behoren. Ook stoppen ze en volgen vaker speciaal onderwijs. Er zijn driemaal
niet vaker voortijdig met de opleiding. Een uitzonde- zoveel jongens als meisjes in het speciaal onderwijs
ring hierop vormen kwetsbare meisjes in de techniek, en de verschillen zijn het grootst voor kinderen met
die wel vaker voortijdig stoppen. ernstige gedragsstoornissen. Gedrags- en ontwikke-
X Gemeente
% Amsterdam 2
Konnsravm
VIe en
lingsproblemen kunnen ertoe leiden dat leerlingen Het RMC van de Agglomeratie Amsterdam heeft in
de opleiding voortijdig verlaten. Dat meisjes het het convenant 2012-2015 met het Ministerie van
onderwijs over het algemeen soepeler doorlopen dan OCW de volgende maatregelen afgesproken:
jongens zou te maken kunnen hebben met de huidige 1. preventief aanpakken van schoolverzuim, onder
inrichting van het onderwijs die vriendelijker lijkt voor andere door het vergroten van ouderbetrokken-
meisjes dan voor jongens. Er is veel aandacht voor heid;
vaardigheden waarin meisjes van nature beter zijn, 2. aanpak van ziekteverzuim in het mbo;
zoals zelfstandig werken, samenwerken, plannen en 3. optimaliseren van de doorstroom van leerlingen in
reflecteren. Meisjes zouden een neuropsychologische het vo en mbo;
voorsprong hebben op jongens in de ontwikkeling 4. leren/werken in v(mb}o en mbo en aansluiting op
van deze vaardigheden. de arbeidsmarkt;
5. intensieve en persoonlijke aandacht voor (zwaar)
Een belangrijke reden voor voortijdig schoolverlaten overbelaste jongeren.
is een verkeerde studiekeuze. Een juiste studie- en
beroepskeuze is ingewikkeld voor jongeren. Het Het laatste onderdeel omvat 75% van de totale
vraagt inzicht in eigen aanleg en interesses, maar ook subsidie van 21,9 miljoen euro voor de periode van
informatie over soorten werk en beroepen. Ook op drie jaar en behelst een dekkend aanbod van zo-
het mbo waar de keuze voor een beroepsrichting al geheten plusvoorzieningen met daarin coaches en
gemaakt is, komen twijfel en switchen van opleiding trajectbegeleiders en reboundvoorzieningen gericht
veel voor, vooral in de sector Economie & Handel. op terugkeer in het onderwijs of begeleiding naar de
Ten slotte laat onderzoek een verband zien tussen arbeidsmarkt. Ook het optimaliseren van samenwer-
middelengebruik (alcohol, cannabis) en problemen king tussen alle relevante partners en belanghebben-
op school. Vooral vroeg en zwaar gebruik zijn relatief de partijen hoort hierbij. Een plusvoorziening is een
sterke indicatoren voor verminderde schoolpres- combinatie van hulpverlening, onderwijs en zo nodig
taties, spijbelen en voortijdig schoolverlaten. Het arbeidstoeleiding. Plusvoorzieningen bestaan er in
middelengebruik op zichzelf voorspelt nog weinig, verschillende vormen, zo zijn in het ROC van Amster-
maar het verband wordt sterker wanneer middelen- dam in alle docententeams pluscoaches aangesteld
gebruik is verweven met een leefsituatie en sociale om extra begeleiding te geven aan overbelaste jonge-
context met minder ouderlijk toezicht, vrienden die ren ter voorkoming van schooluitval. Onderzoek laat
gebruiken, frequent politiecontact en zich niet thuis zien dat Amsterdamse mbo’ers die deelnemen aan
voelen op school. plusvoorzieningen beter presteren en dat de uitval-
percentages lager zijn dan gemiddeld.
Aanpak
De overheid probeert al jarenlang het voortijdig Behalve plusvoorzieningen wordt ook buitenschoolse
schoolverlaten terug te dringen. In Europees verband ‘mentoring’ ingezet om jongeren te ondersteunen en
is afgesproken om het aantal voortijdig schoolver- schooluitval te voorkomen. De meeste mentor-
laters in 2020 teruggebracht te hebben naar 10% initiatieven richten zich op risicojongeren die proble-
of minder. De uitvoering van het landelijk beleid is men hebben op psychosociaal vlak, zoals verslaving,
belegd bij 39 Regionale Meld- en Coördinatiepunten dakloosheid of overbelasting door mantelzorg. De
(RMC’s). Het ministerie sluit periodiek convenanten mentor is meestal een volwassene buiten de school
af met iedere regio om het voortijdig schoolverlaten die al dan niet als vrijwilliger een jongere individueel
terug te dringen. RMC’s hebben de opdracht om begeleidt op regelmatige basis. Een bekend voor-
vroegtijdige schoolverlaters te signaleren, contact beeld in Amsterdam is het mentorproject GOAL!
met hen te leggen en hen terug te leiden naar school
of werk. Daartoe zijn netwerken opgezet van scholen,
leerplichtambtenaren, gemeenten en RMC-coördina-
toren.
3 www.neja.nl
OHN STAMM
EPE
Ten slotte bestaan er ook curatieve maatregelen Als succesfactoren voor mentorprogramma’s wordt
voor voortijdige schoolverlaters in de leeftijdscate- gewezen op de volgende aspecten:
gorie van 18 tot 23 jaar die gericht zijn op het alsnog - Het programma kent een duidelijke doelgroep en
behalen van een startkwalificatie, zoals trajecten voor doelstelling, heeft een gestandaardiseerde aanpak
Eerder Verworven Competenties (EVC) en individuele en is ingebed in een organisatie. De voortgang
afspraken met grote werkgevers. wordt bijgehouden in een volgsysteem.
- De jongere heeft een duidelijk doel en leervraag
Resultaten mentortrajecten voor de mentoring.
Zowel uit internationaal onderzoek als uit onderzoek - Er is een zorgvuldige match tussen mentor en jon-
in Nederland blijken de effecten van mentorpro- gere onder andere op interesse en doelstelling.
gramma’s zeer bescheiden voor de meeste jongeren - Deelname is vrijwillig voor zowel de mentor als de
en een flink deel van de mentorrelaties overleeft de jongere.
beginfase niet. Maar vooral risicojongeren lijken wél - Mentoren zijn zorgvuldig geselecteerd en getraind,
profijt te hebben van mentorprogramma’s, mits deze komen afspraken na, geven betrouwbare informatie,
programma’s goed zijn georganiseerd. kennen de weg (hulpverleningsinstanties, onderwijs,
werk) en zijn in staat zijn om een vertrouwensband
Het drie jaar durende programma Kansen Voor Jonge- op te bouwen.
ren (2012-2015) van het Oranje Fonds heeft vijftien - Het betrekken van ouders kan bevorderlijk zijn.
mentorinitiatieven ondersteund om jongeren tussen
de 18 en 23 jaar alsnog een startkwalificatie te laten
halen, waaronder twee Amsterdamse initiatieven, Meer informatie en bronnen
. DuBois, D.L., Portillo, N., Rhodes, J.E., Silverthorn, N.& Valentine,
Kamers met Kansen en Streetpro. Hoewel niet alle J.C. (2011). How effective are mentoring programs for youth?
vijftien initiatieven in alle opzichten succesvol waren, A systematic assessment of the evidence. Psychological Science in
. fd de in all icht the Public Interest, 12(2) 57-91.
noemen Jongeren zel dE VO'BENOE IM âlE OPZICtEn Eimers, T., m.m.v. Bekhuis, H. (2006). Vroeg is nog niet voortijdig:
positieve resultaten: Naar een nieuwe beleidstheorie voortijdig schoolverlaten.
Nijmegen: Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt.
. Levels, M., Belfi, B. & Velden, R. van der (2015). De jongens tegen
1. vergroting zelfvertrouwen en beter zelfbeeld; de meisjes. Genderverschillen in studiesucces: een literatuurstudie
2. verbetering metacognitieve vaardigheden, zoals naar verklarend mechanismen en contexten. Maastricht: ROA.
. . Ifstandieheid: ROA (2011). Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt
IBEN rEBIE En ZESTANDIENEID, 2010. Maastricht: Researchcentrum voor Onderwijs en
3. verbetering sociale en communicatieve vaardig- Arbeidsmarkt, Maastricht: Universiteit Maastricht.
heden, zoals samenwerken, zich openstellen voor Traag, T. & Marie, O. (2011). Voortijdig schoolverlaten,
werkloosheid en delinguentie: cumulatie van risicogedrag onder
anderen; jongeren in Nederland. Sociaaleconomische trends, 4/2011, 15-19.
4. verbreding sociaal netwerk, denk aan meer Witte, K. de, Cabus, S., Groot, W. & Maassen van den Brink, H.
iend tacten in d ik: (2014). Voortijdig schoolverlaten. Rapportage van TIER/Platform
vrienden En Contacten In de Wijk; 31. Maastricht: Tier Universiteit Maastricht.
5. leefsituatie op orde, meer structuur;
6. verbeterde loopbaanvaardigheden en toekomst- Op www.vswverkenner.nl is actuele informatie te vinden met
' nn , landelijke en regionale cijfers over voortijdig schoolverlaten.
oriëntatie; De website www.aanvalopschooluitval.nl bevat informatie over
7. meer motivatie en een positieve instelling. de aanpak en beleidsontwikkelingen rond voortijdig
schoolverlaten.
Voor informatie over de Amsterdamse mentorinitiatieven zie
Kleinschalig Nederlands interviewonderzoek rappor- www.kamersmetkansenamsterdam.nl en www.streetpro.nl
teert vergelijkbare resultaten. De literatuur be-
nadrukt alom het belang van een goede uitvoering
van de programma’s. Goed uitgevoerde programma’s Régina Petit
kunnen veel opleveren, terwijl slecht uitgevoerde [email protected]
programma’s een averechts effect kunnen hebben, Henk Sligte
juist bij kwetsbare groepen. [email protected]
©2016
% Gemeente
% Amsterdam 4 www.neja.nl
| Factsheet | 4 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Amendement
Datum raadsvergadering 25 januari 2023
Ingekomen onder nummer 046
Status Verworpen
Onderwerp Amendement van het lid Bloemberg-Issa inzake maximaal percentage
bebouwing in parken Hoofdgroenstructuur
Onderwerp
Maximaal percentage bebouwing in parken Hoofdgroenstructuur
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende(n) heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Beleidskader Hoofdgroenstructuur
Overwegende dat:
-__ het duidelijkheid en houvast biedt om maximale percentages als strikte bovengrens te
hanteren wanneer het gaat om maximale bebouwing in het groen;
-__er bij het gebruik van ‘circa’ onduidelijkheid kan ontstaan die onwenselijk is wanneer een
adviesorgaan als de TAC een advies opstelt.
Besluit:
op p. 38: “De optelsom van de hoeveelheid bebouwing en verharding bedraagt in stadsparken
maximaal circa 5 % van het totale oppervlak van het stadspark”
te veranderen in:
“De optelsom van de hoeveelheid bebouwing en verharding bedraagt in stadsparken maximaal 5
% van het totale oppervlak van het stadspark”
en op p. 50: “De optelsom van de hoeveelheid bebouwing en verharding bedraagt op zowel stede-
lijke als groene sportparken maximaal circa 15% van het totale oppervlak van het sportpark. Voor
sportparken waar voor 2011 (het introductiemoment van deze norm) al een hoger percentage voor
bebouwing/verharding aanwezig was geldt maximaal circa 20%.”
te veranderen in:
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
“De optelsom van de hoeveelheid bebouwing en verharding bedraagt op zowel stedelijke als
groene sportparken maximaal 15% van het totale oppervlak van het sportpark. Voor sportparken
waar voor 2011 (het introductiemoment van deze norm) al een hoger percentage voor bebou-
wing/verharding aanwezig was geldt maximaal 20%.”
Indiener,
J.F. Bloemberg-Issa
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 40
Datum indiening 6 november 2019
Datum akkoord 7 januari 2020
Publicatiedatum 17 januari 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Fockert inzake menstruatie-
armoede.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 5 november 2019 kwam het bericht naar buiten dat er ook in Nederland sprake is
van menstruatie-armoede'. Uit onderzoek van Plan Nederland blijkt dat één op de
tien meisjes of vrouwen? tussen de 12 en 25 jaar wel eens problemen heeft gehad om
aan menstruatieproducten te komen®. Feministisch platform De Bovengrondse deed
eerder onderzoek naar het onderwerp in Amsterdam®. Daaruit blijkt dat dit probleem
speelt bij vrouwen rond de armoedegrens.
Als je geen geld hebt voor menstruatieproducten kan dat niet alleen zorgen voor
ongemak, maar ook tot irritaties of zelfs infecties. Dubbele schaamte — zowel voor
menstruatie als voor armoede — kan ertoe leiden dat meisjes en jonge vrouwen die
geen menstruatieproducten kunnen betalen niet om hulp durven vragen. Taboes rond
menstruatie kunnen er daarnaast voor zorgen dat meisjes en jonge vrouwen in
menstruatie-armoede sneller geïsoleerd raken. In het Verenigd Koninkrijk blijkt dat
meisjes ook schooldagen missen.
Hoeveel je kwijt bent per maand voor je menstruatie verschilt per persoon. Gemiddeld
gaat het om een bedrag van acht euro per menstruatie, maar sommige vrouwen
gaven aan wel 25 euro per menstruatie kwijt te zijn. Hoe vaak een vrouw menstrueert
verschilt bovendien ook; de cyclus van sommige vrouwen is korter dan 28 dagen.
De Voedselbank heeft geen menstruatieproducten in hun assortiment omdat deze
minder snel gedoneerd worden. Bij de Sociale Kruidenier is wel een aanbod, maar
daar moet nog wel 30% van de winkelprijs betaald worden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid De Fockert, namens de fractie van GroenLinks,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1 https://nos.nl/artikel/2309153-menstruatie-armoede-geen-geld-voor-maandverband-dan-maar-wc-papier.html
? Voor de leesbaarheid spreken wij hier over meisjes en vrouwen, maar ook non-binaire personen en
transmannen kunnen natuurlijk menstrueren
3 https://www.planinternational.nl/actueel/bijna-een-op-de-tien-meisjes-geen-geld-voor-maandverband-of-
tampons
* https://drive.google.com/file/d/11m7 dahDCrB Tu9UKAwFibPie28csWPQ6mM/view
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng Zo Gemeenteblad R
Datum 17 januari 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 6 november 2019
1. Heeft het college kennisgenomen van het onderzoek van Plan Nederland en het
onderzoek van De Bovengrondse over menstruatie-armoede in respectievelijk
Nederland en Amsterdam?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennisgenomen van de onderzoeken.
2. Watis de visie van het college op deze onderzoeken en hoe kijkt het college aan
tegen menstruatie-armoede? Onderschrijft het college de conclusies van dit
onderzoek dat menstruatie-armoede ook in Amsterdam een probleem is bij
meisjes en vrouwen?
Antwoord:
Het college erkent — zoals ook in de onderzoeken van Plan Nederland en de
Bovengrondse wordt beschreven — dat sommige groepen waaronder minima,
ongedocumenteerden en daklozen beperkte toegang hebben tot middelen voor
hun menstruatie. Vrouwen die hiermee te maken hebben schamen zich en het
risico bestaat dat zij daardoor té lang wachten met hulp zoeken met alle gevolgen
van dien. Het college vindt dit onwenselijk omdat persoonlijke hygiëne van groot
belang is voor het welzijn en gezondheid van mensen.
Onder menstruatie-armoede® wordt verstaan; beperkte toegang tot menstruatie-
middelen. Onder beperkte middelen verstaan we niet alleen een laag inkomen
waardoor men moeilijker toegang heeft tot menstruatieproducten maar ook
beperkte kennis over menstruatie en beperkte toegang tot goede sanitaire
voorzieningen. Hieronder beschrijven we hoe wij deze belemmeringen willen
wegnemen.
Wegnemen van financiële belemmeringen
Het Nibud heeft becijferd dat met name lagere inkomens er marginaal op vooruit
zijn gegaan in 2019. Het gaat om enkele tientjes per maand. Hiermee kunnen
minima maar moeilijk een buffer opbouwen waardoor bij een tegenvaller men al
snel in de financiële problemen komt. Het college is van mening dat het
minimumloon en de daaraan gekoppelde hoogte van de bijstandsuitkering
omhoog moet omdat dit is achtergebleven bij de economische groei en
winstontwikkeling, maar het is niet de bevoegdheid van de gemeente om
daarover te beslissen. Divosa° en VNG hebben dit geagendeerd bij kabinet en
parlement en dringen aan op extra maatregelen.
Het college zet zich met de armoedeaanpak Stad met Uitzicht in om mensen
uitzicht te bieden op een beter leven en hen daarbij te ondersteunen waarbij we
mensen zoveel mogelijk hun eigen keuzes willen laten maken. Met het
uitgebreide lokale aanbod van minimavoorzieningen bieden we diverse vormen
van tegemoetkomingen, vergoedingen en bijdragen. Uit onderzoek van het Nibud
blijkt dat de diverse voorzieningen een positief effect hebben op de
bestedingsruimte van Amsterdamse minima en dat bepaalde
’ De Bovengrondse, 2019, Rapport Onderzoek ‘Verkenning van menstruatie-armoede in Nederland, zie
https://drive.google.com/file/d/1bFguT UcYWWDpMdEWiPA6DynugJ-4tFv/view
Ô de vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng Zo Gemeenteblad
Datum 17 januari 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 6 november 2019
huishoudtypen zonder deze ondersteuning nauwelijks bestedingsruimte over
zouden hebben na het betalen van niet-vermijdbare kosten.
Armoede heeft verschillende oorzaken en gaat vaak samen met meervoudige
problematiek. Inzet is om Amsterdammers met een laag inkomen en de
bijbehorende problematieken (waaronder menstruatie-armoede) in de breedte te
ondersteunen zodat zij van basisbehoeften kunnen worden voorzien om
volwaardig mee te kunnen doen.
Vergroten van kennis over menstruatie
Naast de inzet om meer financiële ruimte te creëren, is de insteek ook om
Amsterdammers goed te informeren over menstruatie. Het onderzoek van De
Bovengrondse laat zien dat er ook maatschappelijke initiatieven zijn in de stad om
vrouwen van menstruatieproducten te voorzien.
De afdeling Armoedebestrijding werkt samen met de GGD en Zorg om de
gezondheid en de gezondheidsvaardigheden van Amsterdamse minima te
verbeteren. Het is van belang dat taboes rond menstruatie worden doorbroken en
dat kennis over het goed gebruik van menstruatieproducten wordt vergroot.
Voorlichting is hierbij van belang. Onze inzet is om jonge Amsterdammers te
informeren over relationele en seksuele vorming (waaronder menstruatie) via
GGD programma’s.
Kriebels in je buik
De GGD verzorgt het programma ‘Kriebels in je buik’ voor relationele en seksuele
vorming in alle leerjaren van het basisonderwijs in Amsterdam. Doel is het leggen
van een basis voor gezond seksueel gedrag en vergroten van de seksuele
weerbaarheid bij kinderen en daarmee het terugdringen van grensoverschrijdend
gedrag, soa en van ongeplande zwangerschappen op jonge leeftijd. Hierbij wordt
ook voorlichting gegeven over menstruatie. Ook zijn er ouderbijeenkomsten
gericht op kennis over seksuele ontwikkeling en uitwisselen van tips door ouders
onderling en kan er gekozen worden voor een bijeenkomst met interactief theater.
Doelgroep zijn basisschoolleerlingen die opgroeien in gezinnen waar relatief
weinig of negatief over seksualiteit wordt gesproken. Het programma ‘Kriebels in
je buik’ wordt op ruim 60 scholen gegeven, met name in Zuidoost.
Lang leve de liefde
De GGD ondersteunt ook het programma ‘Lang Leve de Liefde’ in het voortgezet
onderwijs. Daarin wordt aandacht besteed aan menstruatie. Lang Leve de Liefde
wordt in zo’n 25 scholen voor vmbo en praktijkonderwijs in Amsterdam gebruikt
met ondersteuning vanuit de GGD.
In de kerndoelen van zowel primair als voortgezet onderwijs staat dat de scholen
aandacht moeten besteden aan lichamelijke ontwikkeling. Dat betekent dat op
vrijwel alle scholen in de lessen Biologie en Verzorgen, aandacht besteed wordt
aan menstruatie.
Initiatieven in Amsterdam
In het onderzoek van De Bovengrondse dat zich voornamelijk richt op
organisaties in Amsterdam komt naar voren dat menstruatie-armoede vooral
voorkomt bij vrouwen die door omstandigheden, tijdelijk onder de armoedegrens
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng Zo Gemeenteblad
Datum 17 januari 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 6 november 2019
leven, met name onder klanten bij de Voedselbank, dak- en thuislozen en
ongedocumenteerden. In het onderzoek wordt aangegeven dat een deel van de
problemen wordt opgevangen door een aantal initiatieven in Amsterdam. In de
meeste inloophuizen voor dak- en thuislozen, opvanglocaties van HVO Querido
voor ongedocumenteerden en Dokters van de Wereld worden gratis
menstruatieproducten verstrekt.
Voedselbank en Sociale kruidenier
De Voedselbank Amsterdam krijgt financiële ondersteuning van de gemeente
Amsterdam. De Voedselbank verstrekt gedoneerd voedsel en non food producten
aan de Sociale Kruidenier van de Protestantse Diaconie. Deze heeft in
verschillende stadsdelen een Sociale Kruidenier waarbij Voedselbankklanten non-
food producten (bijvoorbeeld menstruatieproducten maar ook andere producten
voor persoonlijke hygiëne zoals tandpasta of zeep) kunnen kopen tegen een
kleine vergoeding. Tevens stelt de Voedselbank Amsterdam ook
menstruatieproducten beschikbaar voor zijn cliënten.
Pact Amsterdam
Het Pact voor Amsterdam is een netwerk van de initiatieven van de gemeente
Amsterdam, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties in de strijd tegen
armoede. Naar aanleiding van uw schriftelijke vragen over menstruatie-armoede,
wordt binnen het Pact verkend of organisaties via hun netwerken
menstruatieproducten (en andere producten voor persoonlijke hygiëne) kunnen
regelen/doneren.
3. Deelt het college dat het belangrijk is dat hier oplossingen voor worden gezocht?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Op 5 dec 2019 zijn Kamervragen’ over het bericht ‘Menstruatiearmoede: geen
geld voor maandverband, dan maar wc-papier beantwoord.
Het kabinet geeft in de beantwoording aan dat het huidige beleid de vorm heeft
van een integrale aanpak die zich zoveel mogelijk richt op de verscheidenheid
aan oorzaken van armoede en daarmee voldoende mogelijkheid biedt om
menstruatie-armoede en de gevolgen daarvan tegen te gaan.
Het doel van gemeentelijk Armoedebeleid is om schulden te voorkomen en
armoede te bestrijden. Hiertoe werken we samen met Onderwijs, GGD, Sport,
Zorg en verschillende organisaties en welzijnsinstellingen.
Het college zet zich in om jongeren te informeren over menstruatie. Daarnaast
zijn er verschillende initiatieven in de stad waarbij menstruatieproducten worden
aangeboden. Naast de verschillende initiatieven om menstruatie-armoede tegen
te gaan, is het college van mening dat het minimumloon en daaraan gekoppelde
hoogte van de bijstandsuitkering omhoog moet omdat dit is achtergebleven bij de
economische groeit en winstontwikkeling (zie antwoord vraag 2).
7 Aanhangsel Handelingen |l 2019/20, 976 en 978.
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng Zo Gemeenteblad
Datum 17 januari 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 6 november 2019
4. Naast structurele oplossingen om bestaansminima te verhogen en ook landelijk
een aanpak te formuleren, heeft de fractie van GroenLinks een aantal
oplossingsrichtingen bedacht specifiek voor Amsterdam. Is het college bereid per
oplossingsrichting aan te geven of het college bereid is deze oplossingsrichting te
verkennen (en hier later over terug te koppelen) dan wel te beargumenteren
waarom deze oplossingsrichting niet gewenst is?
a. Te zorgen dat er bij de voedselbank ook tampons en maandverband versterkt
wordt bij de pakketten. Bijvoorbeeld vanuit de landelijke financiering die er
gaat komen voor voedselbanken’.
b. Met drogisterijen en maandverband{/tampon-merken in gesprek om (hoge)
korting te bieden voor Stadspashouders.
c. Te zorgen dat er op de nachtopvang gratis maandverband/tampons versterkt
worden voor dak- en thuislozen.
d. Verstrekken van menstruatieproducten bij asielzoekerscentra.
e. In gesprek te gaan met scholen/OSVO om te pleiten dat alle scholen een
voorraad menstruatieproducten hebben.
f. Bij openbare gelegenheden zoals scholen en bibliotheken
menstruatieproducten gratis beschikbaar te stellen.
g. In gesprek te gaan met de collectieve zorgverzekeraar van de gemeente,
of zij in het kader van preventie (een deel van) de kosten kunnen vergoeden.
h. Eenmalig de menstruatiecup gratis te verstrekken als structurele oplossing
voor de vrouwen die hier gebruik van willen maken, eventueel in
samenwerking met zorgverzekeraars of andere partners.
5. Is het college bereid om verdere oplossingsrichtingen te verkennen en zoeken
samen met betrokken organisaties, zoals Plan Nederland, De Bovengrondse en
de GGD?
6. Is het college ook bereid om oplossingsrichtingen rondom het taboe op
menstruatie(armoede) te verbreken en oplossingen te formuleren (met betrokken
partners)? Denk bijvoorbeeld aan goede voorlichting op scholen of een
campagne.
Antwoord vragen 4, 5 en 6:
Het college neemt de signalen van Plan Nederland en De Bovengrondse over
menstruatie-armoede serieus en gaat met deze organisaties in gesprek om de
problematiek onder jonge meiden/vrouwen tussen de 12 en 25 jaar in Amsterdam
en de problematiek bij vrouwen die rond de armoedegrens leven in Amsterdam
nader te verkennen. Mochten deze gesprekken leiden tot beleidsmatige
aanpassingen in het voorkomen van menstruatie-armoede, dan rapporteren wij
hierover voor het zomerreces.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
8 https://groenlinks.nl/nieuws/meer-geld-voor-de-voedselbank
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | train |
Gemeente Amsterdam
Bestuurscommissie Oost
Voordracht en besluit D B = AB
Registratienummer Z-16-31571/ INT-16-10469
Afdeling Gebiedspool
Onderwerp
Bestemmingsplan Wibautstraat 130
Portefeuille Ruimtelijke ordening
DB lid Thijs Reuten
Gebied Oud-Oost
Datum DB 10 januari 2017
Datum AB voorbereidend _-
Datum AB besluitvormend 31 januari 2017
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Jaap Have
020 253 53467
[email protected]
| | | I | | | | | | | | Pagina1 van6
*ZO0OO0O51653DB5D#*
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
1. inte stemmen met de Nota van beantwoording;
2. inte stemmen met de Nota van wijzigingen;
3. inte stemmen met het besluit hogere waarden en het vast te stellen
bestemmingsplan Wibautstraat 130 (plan-ID: NL.IMRO.0363.M1513BPSTD-VGo1);
4. het Algemeen Bestuur voor te stellen om het besluit hogere waarden aan het
college van B&W van Amsterdam voor te leggen ter vaststelling;
5. het Algemeen Bestuur voor te stellen om het college van B&W te adviseren het
gewijzigde bestemmingsplan Wibautstraat 130 aan de Gemeenteraad voor te
leggen ter vaststelling.
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd
1. inte stemmen met de Nota van beantwoording;
2. inte stemmen met de Nota van wijzigingen;
3. inte stemmen met het besluit hogere waarden en het vast te stellen
bestemmingsplan Wibautstraat 130 (plan-ID: NL.IMRO.0363.M1513BPSTD-VGo1);
4. inte stemmen met het besluit (— beschikking) hogere waarden en het gewijzigde
bestemmingsplan Wibautstraat 130 met plan ID NL.IMRO.0363.M1513BPSTD-
VGo1;
5. hetbesluit hogere waarden aan het college van B&W voor te leggen ter
vaststelling;
6. het college van B&W van Amsterdam te adviseren het gewijzigde
bestemmingsplan Wibautstraat 130 aan de gemeenteraad voor te leggen ter
vaststelling.
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost,
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Pagina 2 van6
Bevoegdheid
Op grond van punt 1.1 van de Takenlijst (bijlage 2 van de Verordening op de
bestuurscommissies) kan de voorbereiding van een bestemmingsplan door een
bestuurscommissie worden gedaan.
Het college van B&W is bevoegd om hogere waarden vast te stellen. De gemeenteraad is
bevoegd het bestemmingsplan vast te stellen.
De werkwijze die in het ‘Procesvoorstel bestemmingsplannen stadsdeel Oost’ als de
‘versnelde weg’ wordt aangeduid wordt gevolgd (dit procesvoorstel is op 8 december 2015
door het Algemeen Bestuur vastgesteld)
Op 7 juni 2016 heeft het AB het volgende besloten:
1. in te stemmen met het ontwerpbesluit hogere waarden en het ontwerp-
bestemmingsplan Wibautstraat 130 met planID NL.IMRO.0363.M1513BPSTD-OWoa;
2. de wethouder Ruimtelijke Ordening te adviseren het ontwerpbesluit hogere waarden en
het ontwerpbestemmingsplan Wibautstraat 130 ter inzage te leggen.
Op grond van de hoeveelheid zienswijzen en de inhoud ervan wordt geadviseerd om het
vast te stellen plan te laten behandelen door het Algemeen Bestuur.
Bestuurlijke achtergrond
Op 12 maart 2013 is het bestemmingsplan ‘Weesperzijdestrook’ vastgesteld. De
ontwikkelingslocatie “Thonik” in het bestemmingsplan Weesperzijdestrook maakt deel
uit van de gemeentelijke ambitie om van de Wibautstraat een volwaardige
zuidoostelijke entree van het metropolitane kerngebied Amsterdam te creëren. In dit
bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee een
multifunctioneel gebouw van maximaal 30 meter hoog gerealiseerd kan worden op de
hoek van de Grensstraat met de Wibautstraat.
De omvang van de kavel is beperkt. Er is een pand ontworpen dat een voetprint heeft
van 135 m°. De grens van de wijzigingsbevoegdheid wordt met circa 2 meter
overschreden waardoor er geen gebruik gemaakt kan worden van de
wijzigingsbevoegdheid.
Het plangebied ligt in een omgeving dat in de gemeentelijke structuurvisie is
aangemerkt als stedelijk vernieuwingsgebied. Het betreft de opgave “transformatie /
intensivering rond Wibaut aan de Amstel” als onderdeel van de vitrol van het
centrummilieu in zuidoostelijke richting. De opgave is gepland voor de periode 2010-
2020. Met de transformatie opgave wordt beoogd om het eenzijdige kantoor- en
bedrijfsgebieden te wijzigen in een meer gemengd stadsgebied met meer kleinschalige
(creatieve) bedrijvigheid, cultuur, horeca en onderwijsvoorzieningen. Aan de
Wibautstraat is de transformatie reeds gaande.
Op de noordelijk gelegen hoek van de Grensstraat met de Wibautstraat stonden tot
1966 twee woningen (Grensstraat 47 en 49). In de huidige situatie zijn de gronden
onbebouwd en maken ze deel vit van de openbare ruimte. De kop van de bebouwing in
de Grensstraat is een blinde gevel. Daarmee is er sprake van een kopgevel die niet ‘af’ is.
De gemeente heeft een initiatiefnemer gevonden om een pand te realiseren dat
bijdraagt aan de doelstelling om het gebied te transformeren. Het pand krijgt een brede
bestemming. Op alle lagen zijn creatieve functies, zakelijke- en maatschappelijke
dienstverlening en/of woningen toegestaan. In de eerste twee bouwlagen is detailhandel
en horeca (categorie 1 en 4) mogelijk met een maximaal oppervlakte van 230 m° BVO.
Hierdoor wordt er een levendige plint gerealiseerd. Het pand wordt in eerste instantie
gebruikt t.b.v. creatieve functies. Mogelijk wordt het gebruik in de toekomst gewijzigd in
Pagina 3 van 6
wonen.
Door niet te kiezen voor een gebouw van 30 meter, maar voor een gebouw van zes
bouwlagen (met een maximale bouwhoogte van 23 meter), ontstaat een betere
overgang tussen de hogere bebouwing in de Wibautstraat (30 meter) en de lagere
bebouwing in de Grensstraat (15,5 meter). De verlaging wordt enigszins gecompenseerd
door te kiezen voor een iets breder gebouw. Het gevolg hiervan is dat het gebouw wat
verder (circa 1 meter) in de Wibautstraat komt te staan, waarmee de grens van de
wijzigingsbevoegdheid wordt overschreden. Het pand wordt mogelijk gemaakt door een
nieuw bestemmingsplan op te stellen. Het pand heeft een voetprint van 135 mé.
Onderbouwing besluit
Beoogd effect
Met het vaststellen van het bestemmingsplan Wibautstraat 130 ontstaat een juridisch-
planologisch toetsingskader op grond waarvan in de toekomst ontwikkeld kan worden.
Argumenten
1.1en 2.1
Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 21 juni t/m 1 augustus ter inzage gelegen.
Gedurende deze termijn zijn 20 zienswijzen ingediend. Vrijwel alle zienswijzen waren
gericht op het ontbreken van parkeerplaatsen voor auto's en de brede
gebruiksmogelijkheden van het pand. Daarnaast zijn de zienswijzen met name gericht op
(vermeende) strijdigheid met beleid, het niet bouwen in de rooilijn en het gebrek aan visie
vanuit de Grensstraat.
In de Nota van Beantwoording zijn de zienswijzen samengevat en beantwoord. De
zienswijzen hebben geleid tot het aanpassen van het vast te stellen bestemmingsplan op
met name de volgende punten:
-___de toegestane gebruiksfuncties zijn aangepast: de beoefening van podiumkunst
en de vertoning van films is geschrapt als toegestaan gebruik. Tevens is bepaald
dat uitsluitend categorie A bedrijven zijn toegestaan in aanpandige panden. In
geval er sprake is van een bouwkundige afscheiding zijn ook categorie B
bedrijven toegestaan.
-__deligging van een mogelijk terras is vastgelegd in het bestemmingsplan. Aan de
zijde van de Grensstraat is geen terras toegestaan. Tevens is bepaald dat de
ingang van de functies van de eerste twee bouwlagen (detailhandel en horeca)
aan de zijde van de Wibautstraat plaats vindt.
Voor een compleet overzicht van de doorgevoerde wijzigingen wordt verwezen naar de
Nota van wijzigen.
3.1 t/m 5.1
Het algemeen bestuur is bevoegd de voorbereiding van een bestemmingsplan te doen.
Het bestemmingsplan voorziet in een ontwikkeling die een positieve bijdrage levert aan
de gemeentelijke beleidsdoelstellingen om van het gebied een meer gemengd
stadsgebied te maken.
Ten behoeve van de mogelijke toekomstige woonfunctie is akoestisch onderzoek gedaan
naar wegverkeerslawaai. Uit dit onderzoek is gebleken dat de voorkeursgrenswaarde van
48 dB overschreden wordt, maar dat de maximale ontheffingswaarde niet overschreden
wordt. Er worden hogere waarden vastgesteld.
Kanttekeningen
. Parkeren auto
Gezien de beperkte parkeervraag, de kleine kavel en de wens om een levendige plint te
Pagina 4 van 6
hebben, is parkeren op eigen terrein niet mogelijk. Er wordt afgezien van het realiseren
van parkeren op eigen terrein, met als gevolg dat het gebouw uit het vergunningengebied
wordt gelicht. Voor de locatie geldt een ‘nul-vergunningenplafond’. Goed bereikbare,
sterk verstedelijkte gebieden, zoals de omgeving van het Amstelstation, komen hiervoor
in aanmerking. Een autoloos gebouw stimuleert het gebruik van andere vormen van
vervoer en maakt het mogelijk om bij verdere stedelijke verdichting de
parkeerproblematiek beheersbaar te houden.
. Fietsparkeren
Het fietsparkeren voor de toekomstige woningen en de creatieve bedrijven (of
dienstverlening) wordt in het pand zelf gerealiseerd. De locatie is te beperkt van omvang,
waarmee fietsparkeren voor de detailhandelfunctie en de horecafunctie niet op de kavel
zelf gerealiseerd kan worden. De plint dient een levendig karakter te hebben. Daarom
wordt in de openbare ruimte een voorziening voor fietsparkeren getroffen, welke
gewaarborgd wordt door de opgenomen voorwaardelijke verplichting. Deze voorziening
(12 m2) wordt als een fietsparkeervak in het openbaar gebied vorm gegeven; aan de
zijkant van het nieuw te realiseren pand.
Risico's / Neveneffecten
Planschade — financiële haalbaarheid
Om als belanghebbende in een planschadeprocedure ex artikel 6.1 Wet ruimtelijke
ordening (Wro) te kunnen worden aangemerkt, dient men in een zakenrechtelijke
rechtsbetrekking te staan tot (bijvoorbeeld eigenaar te zijn van) een onroerende zaak
waarvan men waardevermindering claimt.
Een factor die mede bepalend is voor of er sprake is van planschade is ‘voorzienbaarheid!’.
Sinds 2000 wordt de ontwikkeling van de hoek ‘Grensstraat-Wibautstraat' al benoemd in
bestemmingsplannen. Daarmee is het niet aannemelijk dat planschade-claims toegekend
worden.
De verwachting is dat het saldo van de nog te maken kosten en opbrengsten van de op te
stellen grondexploitatie positief zal zijn. Indien het saldo uiteindelijk toch negatief blijkt te
zijn wordt dit negatief gedekt vit het gemeentelijk vereveningsfonds. Daarmee wordt het
plan economisch uitvoerbaar geacht.
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau N.v.t.
Financiën Nvt.
Communicatie N.v.t.
Overige Nvt.
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? Nee
Indien ja, dekking aanwezig? N.v.t. Indien nee, hieronder dekking aangeven
Indien ja, welke kostenplaats?
Toelichting Nvt.
Voorlichting en communicatie
Indieners van de zienswijze worden op de gebruikelijke wijze vitgenodigd voor de
vergadering van het Algemeen Bestuur / commissie RO.
Publicatie vindt plaats op de gebruikelijke, wettelijk bepaalde wijze in de Staatscourant,
op de website van de bekendmakingen site van Amsterdam en op
www.ruimtelijkeplannen.nl.
Pagina 5 van 6
Uitkomsten inspraak
Het ontwerpbestemmingsplan heeft zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn
zijn twintig zienswijzen ingediend. De zienswijzen hebben ertoe geleid dat wijzigingen zijn
doorgevoerd in het vast te stellen bestemmingsplan.
Voor een compleet overzicht van doorgevoerde wijzigingen en de uitkomsten van de
terinzagelegging wordt verwezen naar de Nota van wijzigingen.
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
Zie hiervoor onder ‘uitkomsten inspraak’.
Geheimhouding
N.v.t.
Einde geheimhouding
Stukken
Meegestuurd Besluit hogere waarden
Nota van wijzigingen
Bestemmingsplan Wibautstraat 130, bestaande uit:
a) toelichting
b) regels
c) verbeelding
d) bijlagen
Ter inzage gelegd N.v.t.
Parafen
Manager Portefeuillehouder
Justus Vermeulen Thijs Reuten
Besluit dagelijks bestuur
Conform.
Pagina 6 van 6
| Besluit | 6 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 53
Publicatiedatum 30 januari 2019
Ingekomen onder o
Ingekomen op woensdag 23 januari 2019
Behandeld op woensdag 23 januari 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Flentge inzake de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid
Amsterdam, bijlage 25 voorziening tegemoetkoming reiskosten.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam,
bijlage 25 voorziening tegemoetkoming reiskosten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1350).
Overwegende dat:
— De voorziening tegemoetkoming reiskosten in aanvulling op cao vergoede
reiskosten tot doel heeft nieuwe leraren te werven en leraren voor Amsterdam te
behouden.
— Het bij het werven en behouden van leraren voor Amsterdam van groot belang is
dat naast de reiskostenvergoeding ook andere cao afspraken over ondersteunen
en begeleiden van (startende) leerkrachten correct en zonder voorbehoud worden
nageleefd.
— De tegemoetkoming reiskosten haar doel — om leraren te werven en te
behouden — voorbij schiet wanneer andere cao afspraken om (startende) leraren
te ondersteunen en te begeleiden niet worden nageleefd
Constaterende dat:
— Deze cao afspraken naar oordeel van veel leraren en vakbonden door
werkgevers in het basisonderwijs niet altijd, of niet volledig worden nageleefd.
Besluit:
In de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014
Bijlage 25: Voorziening tegemoetkoming in aanvulling op cao vergoede reiskosten
Aan de tekst:
Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger.
Artikel 8. Aanvullende verplichtingen.
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, is het
schoolbestuur verplicht eenzelfde bedrag als het verleende subsidiebedrag voor de
reiskosten van de leraren bedoeld in artikel 3, eerste lid bij te dragen per leraar, OOP
of directielid.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 53 A dement
Datum _ 30 januari 2019 men
Toe te voegen:
Voorwaarde voor het ontvangen van de hierboven genoemde subsidie is een door het
schoolbestuur - schriftelijk overlegd — positief advies van de (gemeenschappelijke)
medezeggenschapsraad over de wijze waarop de cao afspraken met betrekking tot
de verhouding leerkrachten/leerlingen en het ontzien en ondersteunen van
(startende) leraren door de werkgever worden nageleefd.
Voor het primair onderwijs gaat het hier in het bijzonder om de cao artikelen 2 en 9
(cao 2018-2019) en voor het voortgezet onderwijs betreft het in het bijzonder de cao
artikelen 8,9 en 18. (cao 2018-2019)
En verzoekt het college de verordening hierop aan te passen.
Het lid van de gemeenteraad,
E.A. Flentge
2
| Motie | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 11 januari 2022
Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Egbert J. de Vries
Behandeld door Bijzondere Projecten ([email protected])
Onderwerp Rapportage 3° kwartaal Programma Gebruiksmelding Oostlijn
Bijlage(n) 1. Programmarapportage Q3-2021 Gebruiksmelding Oostlijn
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over de rapportage 3° kwartaal 2021 van het Programma
Gebruiksmelding Oostlijn, en de laatste stand van zaken.
Sinds 2008 is de brandveiligheid van de Oostlijn sterk verbeterd. Door verschillende projecten zijn
bouwkundige en installatietechnische verbeteringen doorgevoerd. Toch wordt nog niet op alle
aspecten voldaan aan de wet- en regelgeving (tot 31-12-2022 geldt een gedoogperiode).
De raad heeft op 10 februari 2021 een uitvoeringskrediet van € 29,9 miljoen beschikbaar gesteld
(raadsbesluit 2021-039), dat nodig is om de resterende werkzaamheden vit te voeren die nodig zijn
om een gebruiksmelding te doen voor de Oostlijntunnel. Deze gebruiksmelding vormt de formele
bevestiging van de beheerder dat dit belangrijke deel van het metronetwerk van Amsterdam veilig
kan worden gebruikt. Het indienen van de gebruiksmelding is voorwaardelijk voor de beëindiging
van de huidige gedoogsituatie.
Bij het verlenen van het krediet heeft de raad aangegeven periodiek geïnformeerd te willen
worden over de voortgang van deze werkzaamheden. Begin 2021 is ervoor gekozen het gehele
proces tot en met de gebruiksmelding programmatisch op te pakken in het Programma
Gebruiksmelding Oostlijn. Dit programma omvat alle activiteiten waarvoor de raad in februari
2021 aanvullend krediet heeft verleend. Daarbij stuurt dit programma ook op het reguliere beheer
dat nodig is voor het borgen van de veiligheid op lange termijn. Onder het Programma
Gebruiksmelding Oostlijn valt:
e Het Programma Brandveiligheid Oostlijn
Dit programma is in de afrondende fase en omvat verschillende onderzoeken om te komen tot
een betere beschrijving van welke veiligheidsnormen moeten gelden.
e Het Project Implementatie Scenario Analyse (ISA)
Dit project koppelt de in eerdere projecten gerealiseerde veiligheidsvoorzieningen aan een
centraal besturingssysteem, zodat deze veiligheidsvoorzieningen in het geval van een
calamiteit correct worden aangestuurd en integraal functioneren.
e Het Project Implementatie beheer en daadwerkelijke gebruiksmelding
Samen met de beheerder en de certificerende instantie worden omissies met betrekking tot
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 januari 2022
Pagina 2 van 3
de eerder gerealiseerde brandveiligheidssystemen bepaald en aangepast. Daarna kan in
samenwerking met de Omgevingsdienst de gebruiksmelding opgesteld en geaccordeerd
worden, waarmee aangetoond wordt dat voldaan wordt aan de wet- en regelgeving.
Dit is de derde kwartaalrapportage van dit programma, met de verantwoording over het derde
kwartaal 2021.
De belangrijkste punten in deze rapportage zijn:
a. In het derde (en vierde) kwartaal zijn het nieuwe veiligheidsconcept en nieuwe analyses van
de brandveiligheid van de Oostlijn afgerond. De resultaten zijn met alle betrokken partijen,
waaronder de Omgevingsdienst en Brandweer, besproken. Het nieuwe veiligheidsconcept
en de resultaten worden in het eerste kwartaal aan het college ter vaststelling voorgelegd.
Belangrijke pijler van het nieuwe veiligheidsconcept is een risicogerichte beschouwing van
brandveiligheid. Uit de analyses volgens deze risicogerichte benadering blijkt dat de kans
op slachtoffers als gevolg van brand in de Oostlijn veel kleiner is dan de het gangbare
geaccepteerde risiconiveau in Nederland.
Per 1-1-2022 bewaakt GVB Rail Infra Bedrijf dat de Oostlijn blijft voldoen aan het
veiligheidsconcept. Ook het Programma Gebruiksmelding wordt per 1-1-2022 verder
binnen GVB RIB uitgevoerd. De voortgangsrapportages worden dus vanaf nu aan de
Vervoerregio Amsterdam aangeboden.
b. Op station Weesperplein is gestart met de geplande uitvoering van
veiligheidsmaatregelen. De testen van bestaande systemen op perronniveau zijn succesvol
afgerond. Wel is gebleken dat de onderhoudsstaat van de sprinklers leidt tot aanvullende
werkzaamheden. De perrontesten op de stations Waterlooplein en Centraal Station zijn
afgerond. Voor station Waterlooplein is de bevestiging ontvangen vanuit de certificerende
instantie over de inhoud en conclusies van het testrapport.
Op station Waterlooplein zijn de eerste vitgevoerde maatregelen in beheer genomen. Dit
betreft noodverlichting, droge blusleiding, klimaatbeheersing, kast kleine blusmiddelen en
compartimentering. In het vierde kwartaal volgen de andere onderdelen (documentatie
voor de brandmeldinstallatie en voor de overdracht).
c. Het programma loopt, mede door vitbreiding van het vitvoeringsteam, volgens planning.
Dit houdt in dat eind 2022 slechts nog op een beperkt aantal stations enkele
werkzaamheden resteren. Na integratie kunnen de installaties onmiddellijk in gebruik
worden genomen. Met de Omgevingsdienst is de afgelopen periode tot mondelinge
overeenstemming gekomen dat de stapsgewijze implementatie van de systemen per
station een goede aanpak is. De werkwijze ten aanzien van het afronden van de
gedoogsitvatie wordt gedaan in overleg met de Omgevingsdienst. Alles richt zich er op dat
de systemen en procedures, zoals deze op 31-12-2022 functioneren op de stations,
gecertificeerd zijn. Het programma is daarmee nog niet afgerond, omdat de integrale
besturing in 2023 nog wordt opgeleverd. Hiervoor is een werkwijze uitgewerkt, waarvan de
financiële impact nog niet helemaal duidelijk is. Vooralsnog lijkt dit uit de risicovoorziening
onvoorzien gefinancierd te kunnen worden.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 januari 2022
Pagina 3 van 3
d. Er vinden aanpassingen plaats aan winkelruimten en personeelsvoorzieningen voor
commerciële partijen, die impact hebben op de brandveiligheid van de metrostations.
Deze aanpassingen hebben veelal consequenties voor de gebruiksmelding en de daarbij
benodigde techniekmiddelen zodat deze gebruiksmelding gedaan kan worden. Dit is een
risico. Ter beheersing van dit risico is inmiddels een freeze afgekondigd, wat inhoudt dat er
geen wijzigingen aan de stations kunnen plaatsvinden die het proces van het certificeren
en het opheffen van de gedoogsituatie in de weg zitten. Deze situatie blijft van kracht
totdat een geldende gebruiksmelding is gedaan bij de Omgevingsdienst. Ook daarna zal er
sturing moeten blijven op deze aanpassingen.
e. Het financieel overzicht van het Programma per eind derde kwartaal 2021 is als volgt.
Het programmabudget is gelijk gebleven op € 31,0 miljoen. De financiële prognose is iets
gestegen tot € 31,0 miljoen.
De huidige prognose laat zien dat het programma binnen de bandbreedte blijft met op dit
moment een overschot van € 10.500. Vorig kwartaal was dit overschot nog € 715.328. Dit
verschil komt door een verhoging van € 704.000 binnen het ISA-budget op de
risicoreservering, veroorzaakt door kosten van afwijkingen, indexeringskosten en door
personeelsdiscontinuïteit bij overgang van Metro en Tram naar GVB Railinfrabedrijf (extra
inhuur personeel).
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
k
\
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 692
Publicatiedatum 23 juni 2017
Ingekomen op 22 juni 2017
Ingekomen in raadscommissie Fin
Te behandelen op 19/20 juli 2017
Onderwerp
Motie van het lid Van Soest inzake de Voorjaarsnota 2017 (onderzoek groei versus
leefbaarheid).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 446).
Constaterende dat Amsterdam een zorgelijke groei doormaakt;
Van mening dat een ongebreidelde groei van de stad onder andere zorgt voor:
— grote infrastructurele problemen;
— toenemende verdichting;
— het uit balans brengen van de sociale cohesie;
— overlast, onder andere geluidsoverlast;
— het verdwijnen van groen- en speelvoorzieningen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
een onafhankelijk onderzoek te laten doen naar welke gevolgen de groei van de stad
heeft voor de leefbaarheid en de raad hierover te berichten.
Het lid van de gemeenteraad
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
G emeente Bezoekadres
Plein'40'45 1
Amsterdam 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
2x Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 25 mei 2016
Decos nummer 2016/int/128
Onderwerp Wijziging Mandaatregister AB naar DB n.a.v. veegbesluit college
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 22 maart 2016
Besluit
1. Het mandaatregister 29 oktober 2014 behorend bij het mandaatbesluit algemeen bestuur
aan dagelijks bestuur van 24 maart 2014, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 september
2015, in te trekken en het mandaatregister 13 april 2016 conform de bijlage bij dit besluit vast
te stellen;
2. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de dag na bekendmaking daarvan.
de heer H. Wink de heer A. Baâdoud
stadsdeelsecretaris voorzitter
| Besluit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1607
Datum indiening 25 november 2020
Datum akkoord 8 december 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake volkstuinen worden
onbetaalbaar.
Aan de gemeenteraad
Toelichting vragensteller:
In Het Parool van 24 november 2020 wordt geschreven over de voorgenomen
exorbitante huurverhoging voor de volkstuinen. De fractie van de Partij van de
Ouderen maakt zich samen met vele volkstuinders grote zorgen over de haalbaarheid
voor deze doelgroep of ze überhaupt ooit nog een volkstuintje kunnen huren en
behouden. Een volkstuin is juist bedoeld voor de minderbedeelden en een volkstuin
heeft op hen een heilzame werking. Het kweken van groenten, planten en bloemen in
de eigen tuin ervaart men als heilzaam. Het sociale karakter van een volkstuin is juist
in deze tijden van groot belang voor de sociale cohesie. Buiten het alleen tuinieren in
de volkstuin is het steeds belangrijker geworden om een eigen, groen plekje te
hebben zodat je kunt ontsnappen aan de steeds drukkere wereld.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met het artikel ‘Volkstuinen worden onbetaalbaar’ van
Het Parool?!
Antwoord
Ja.
2. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat het huren
van een volkstuin ook voor minderbedeelden haalbaar moet zijn en blijven?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ja, zie ook vraag 5.
1 Volkstuinen worden onbetaalbaar: ‘De huur gaat van 1900 naar 16.000 euro’ | Het Parool
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng le07 Gemeenteblad
Datum 8 december 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 25 november 2020
3. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat het
hebben van een volkstuintje bijdraagt aan een gezonder en plezierig leven”?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ja.
4. Mensen van boven de 62 jaar die een volkstuintje hebben, zijn gezonder dan
mensen zonder volkstuin. Dat blijkt uit onderzoek van Agnes van den Berg van
onderzoeksbureau Alteera, onderdeel van Wageningen Universiteit. Is het college
bekend met dit onderzoek??
Antwoord
Nu wel. Deze conclusie onderstreept het belang om alle volkstuinparken in
Amsterdam te handhaven en meer Amsterdammers de mogelijkheid te bieden om
op verschillende manieren gebruik te maken van de tuinparken, als tuinders,
vrijwilliger, bezoeker etc.
5. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat de
voorgenomen verhoging voor heel veel volkstuinders in Amsterdam niet op te
brengen is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De volkstuinparken huren de grond al soms honderd jaar van de gemeente, tegen
historisch lage bedragen. De gemeente wil deze bedragen meer in lijn brengen
met de huurprijzen voor overige gemeentegrond, bijvoorbeeld van
gemeentegroen dat bewoners bij hun tuin huren. Voor de volkstuinparken is
gekeken naar dit normbedrag, met vervolgens twee voorgestelde kortingen om de
effecten voor tuinders te dempen: van 6,01 euro/m? naar 3,00 euro/m? (50%
korting) vanwege de beperkte gebruiksmogelijkheden in het winterhalfjaar en
vervolgens naar 2,25 euro/m? (25% korting) vanwege de maatschappelijke
diensten die de volkstuinparken aan de stad leveren (beheer en onderhoud,
educatie, sociale activiteiten, sociale cohesie etc). Omdat de effecten van de
huurverhoging nog steeds fors zijn (ondanks de voorgestelde kortingen), gaat het
college in gesprek met de Bond en de verenigingen om te kijken of een verdere
reductie van de huurprijzen mogelijk is en hoe voor de nutstuinen een
aparte/passende huurprijs bepaald kan worden, omdat deze categorie een ander
karakter heeft dan de overige tuinen.
Het college vindt dat voldoende volkstuinen bereikbaar moeten blijven voor
Amsterdammers met een lager inkomen. Daarom stelt het college een
tegemoetkomingsregeling voor, voor tuinders met een lager inkomen, met als
doel dat (maximaal) 25% van de tuinders (maximaal) 50% korting op de huurprijs
van de grond krijgt. Als de huurprijzen lager worden dan kan de indeling of
noodzaak van een regeling anders worden.
2 https://www.gezondheidsnet.nl/sporten/volkstuin-goed-voor-de-gezondheid
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng le07 Gemeenteblad
Datum 8 december 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 25 november 2020
6. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat bij het
doorvoeren van de voorgenomen verhoging de vele volkstuinders die dit niet
kunnen opbrengen in een sociaal isolement komen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Nee. Het college zet in op het dempen van de huurverhoging door verschillende
kortingen toe te passen en een tegemoetkomingsregeling voor tuinders met een
lager inkomen in te richten, zodat de tuinen betaalbaar blijven voor verschillende
groepen Amsterdammers. Daarnaast zorgt de vernieuwing van de tuinparken er
voor dat er een grotere diversiteit aan tuinen komt met meer
gebruiksmogelijkheden voor meer Amsterdammers. Hierdoor worden de
mogelijkheden om aan sociale activiteiten deel te nemen vergroot en kunnen ook
mensen die geen gebruik kunnen of willen maken van een grote verblijfstuin
deelnemen aan de sociale activiteiten en onderdeel uitmaken van het
verenigingsleven.
7. Is het college bereid om de voorgenomen exorbitante huurverhoging stop te
zetten of hier verzachting in aan te brengen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het college heeft al een aantal stappen gezet om het huurbedrag dat gevraagd
zou moeten worden op basis van de gemeentelijke normbedragen (6,01 euro/m2
voor verhuur van groen als privé tuin) stevig naar beneden te brengen via een
aantal kortingen. Het college beseft dat ondanks deze verzachtingen de
prijsstijging voor veel huurders nog steeds fors is en voor sommige huurders
lastig op te brengen kan zijn. Daarom wordt ingezet op een
tegemoetkomingsregeling om de huurders met lagere inkomens verder te ontzien.
Het college is bereid om met de raad te onderzoeken of er aanvullende
maatregelen wenselijk zijn om de prijsstijging te verzachten, mits daarbij tevens
de noodzakelijke investeringen in de modernisering van de tuinparken wordt
betrokken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 615
Publicatiedatum 17 juni 2016
Ingekomen op 16 juni 2016
Ingekomen in raadscommissie FIN
Te behandelen op 13/14 juli 2016
Onderwerp
Motie van de leden Shahsavari-Jansen, Roosma en De Heer inzake de Voorjaarsnota
2016 (sluitend meerjarenperspectief loon- en prijsontwikkelingen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Overwegende dat:
— de gemeente al enkele jaren geen loon- en prijscompensatie toepast;
— in de Voorjaarsnota 2016 een nneerjaren stelpost is opgenomen om de effecten
van loon- en prijsstijgingen te kunnen dekken;
— deze stelpost voor de loon- en prijsstijgingen onvoldoende is om de verwachte
kostenstijging van lonen, materieel en subsidies te bekostigen;
— door kostenstijgingen een tekort ontstaat in de meerjarenbegroting dat kan
oplopen tot 231,1 miljoen euro in 2020 (zie p. 87 van de Voorjaarsnota 2016);
— _prudente financiële planning vraagt om een sluitend meerjarenperspectief;
— de stelling dat de financiële ruimte op dit moment geen mogelijkheden biedt om
dit gat in de stelpost te dichten een drogredenering is aangezien het hier gaat om
politieke keuzes;
— het onverstandig is om gedurende meerdere jaren achter elkaar geen
prijscompensatie toe te passen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— bijde begroting 2017 met een voorstel te komen op welke wijze loon en
prijscompensatie toe te passen voor 2017 en indien er niet voldoende in de
stelpost is opgenomen dit te dekken ten koste van bestuurlijke prioriteiten’;
— daarbij een realistisch voorstel te doen op welke wijze het college met de
nominale compensatie van lonen, materieel en subsidies tot 2020 wil omgaan,
welke consequenties dit heeft, en op welke wijze het eventuele tekort gedekt kan
worden.
De leden van de gemeenteraad
M.D. Shahsavari-Jansen
F, Roosma
A.C. de Heer
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 806
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 9 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie ZS
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Poorter inzake de begroting voor 2015
(Nationaal Ouderenfonds).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— te veel ouderen in eenzaamheid leven;
— te veel ouderen in armoede leven;
— Amsterdam een beroep doet op vrijwilligers om ouderen uit hun isolement te halen
door samen activiteiten te ondernemen, zoals samen boodschappen doet met de
BoodschappenPlusbus, museumbezoek, naar Artis of een cursus volgen;
— het Nationaal Ouderenfonds zich ten doel stelt om eenzaamheid onder ouderen te
bestrijden, en de infrastructuur biedt om op een laagdrempelige manier activiteiten
voor ouderen te organiseren;
— het Nationaal Ouderenfonds door zijn nationale bekendheid steeds meer
vrijwilligers aantrekt, en een goede partner van Amsterdam kan worden in de
vormgeving van het vrijwilligersbeleids;
— de gemeente al jaren doneert aan het jeugdsportfonds, en op deze manier op
effectieve manier bijdraagt aan het oplossen van (kinder)armoede én het
stimuleren van sporten onder de jeugd, en deze systematiek van doneren aan een
fonds ook voor ouderen goed zou kunnen werken via het Nationaal Ouderenfonds,
Besluit:
— inde begroting 2015 een post op te nemen ‘Donatie aan Nationaal Ouderenfonds'’
van 500.000 euro;
— met het Nationaal Ouderenfonds overeen te komen dat dit geld geoormerkt wordt
voor Amsterdamse ouderen die voldoen aan de randvoorwaarden van het fonds;
— in samenspraak met het Nationaal Ouderenfonds en de Amsterdamse vrijwilligers-
en mantelzorgorganisaties een plan op te stellen om deze middelen te besteden;
— deze middelen te dekken uit de post ‘coalitie-ambities’.
Het lid van de gemeenteraad,
M.F. Poorter
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 626
Datum indiening 28 april 2020
Publicatiedatum college van b&w van 19 mei 2020
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Van Dantzig inzake
de mogelijke sloop van de Gabriel Metsustraat 6
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De fractie van D66 bereikt verschillende signalen over de mogelijke sloop van de
Gabriel Metsustraat 6. Het pand aan het Museumplein waar Etty Hillesum haar
getuigenissen schreef over de Holocaust en de antisemitische tijd waarin zij leefde.
In haar verhalen, die nog steeds aan internationale bekendheid winnen, verwijst ze
veel naar het pand aan het Museumplein. Het feit dat zij in die woning haar verhalen
schreef over de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en dat het pand een
bijzondere rol in die verhalen vertolkt, maakt het een bijzondere plek. De fractie van
D66 heeft daarom de volgende vragen over de huidige stand van zaken.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Dantzig, namens de fractie van D66, op
grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid
Boomsma van 7 april 2020 (nr. 625.20) — aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college van mening dat dit pand bescherming verdient?
Antwoord
Het college onderzoekt momenteel de monumentale waarde van het pand.
2. Welke plannen leven er nu precies en welke vergunning is er nu aangevraagd?
Antwoord
De eigenaren van het pand Gerard Metsustraat willen hun pand veranderen.
Hiervoor is in 2019 een omgevingsvergunning aangevraagd en verleend. Het
bouwplan dat vergund is houdt in dat het pand gesloopt wordt, de voorgevel wordt
volgens het oorspronkelijke ontwerp teruggebouwd, er wordt een verdiepingslaag
toegevoegd en de achterzijde wordt uitgebouwd. Tegen deze vergunning is
bezwaar gemaakt door omwonenden. De bezwaren richten zich onder meer op
de realisatie van een kelder onder het pand. Hangende de bezwaarperiode heeft
de aanvrager een nieuwe vergunning aangevraagd voor hetzelfde sloop-
nieuwbouw plan maar dan zonder kelder. Deze aanvraag is ingediend op 10
december 2019. Op deze vergunning is nog niet besloten. Omdat er fatale
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng Doe Gemeenteblad R
Datum 19 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 april 2020
termijnen zijn heeft het stadsdeel op 17 april 2020 de aanvrager gevraagd de
beslistermijn een aantal weken op te schorten. De aanvrager heeft hiermee
ingestemd. De opschorting loopt tot 23 juni 2020.
Verder zijn er in 2016 twee vergunningen verleend: een voor een interne wijziging
en een voor het toevoegen van een liftkoker. Omdat de aanwijzingsprocedure tot
monument nu loopt, worden ook deze vergunningen getoetst op het
monumentenaspect, mocht de opdrachtgever met deze onherroepelijke
vergunningen verder willen.
3. Waarom is dit pand op dit moment geen monument?
Antwoord
Het pand is globaal tussen 2002 en 2004 gewaardeerd met een orde 3%. Wat bij
deze waardering meespeelde was het voornemen om een groot deel van Zuid,
waaronder de buurt aan het Museumplein, aan te wijzen tot rijksbeschermd
stadsgezicht. Daarmee zou het pand meer bescherming hebben dan nu het geval
is. Verder speelde mee dat de begane grondverdieping sterkt is aangetast
waardoor het niet in aanmerking kwam voor een monumentenstatus. Het feit dat
Etty Hillesum hier heeft gewoond is niet meegenomen in de afweging voor de
ordewaardering omdat hierbij alleen gelet is op het architectuurbeeld in de
straatgevel. Er wordt in het kader van de nu lopende gemeentelijke
monumentenaanwijzingsprocedure onderzocht of herwaardering van de orde 3
status opportuun is (zie vraag 4).
4. Welke stappen zijn er tot nu toe ondernomen op dit dossier?
Antwoord
Het pand maakt deel uit van een grotere bouwkundige en architectonische
eenheid (Gabriel Metsustraat 2-6). Het dagelijks bestuur van Zuid heeft op 21
april 2020 de procedure tot het al dan niet aanwijzen als gemeentelijk monument
voor G. Metsustraat 2-4-6 gestart. Met het horen van direct belanghebbenden
treedt voorbescherming in werking. Dit betekent dat de huidige bouwplannen
worden getoetst al ware het pand een monument. Het college zal in dit geval het
besluit nemen tot het al dan niet aanwijzen van dit pand tot monument (zie vraag
5).
B. Hoe ziet het proces er verder uit en wanneer wordt er een besluit genomen?
Antwoord
Behalve het horen van belanghebbenden (zienswijzen) wordt op 18 mei 2020
advies gevraagd aan de subcommissie Aanwijzen Monumenten van de
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK). Het college neemt in dit geval een besluit
tot al dan niet aanwijzen en maakt daarbij een afweging op basis van de
binnengekomen zienswijzen en het advies van de CRK. Alle direct
belanghebbenden ontvangen het besluit en kunnen gedurende 6 weken bezwaar
maken.
1 Dit zijn bouwwerken van vóór 1940, die in de welstandsnota zijn opgenomen als panden
waarvan de wat schaal en detaillering passen in de gevelwand waar ze deel van
uitmaken, maar geen architectonische of stedenbouwkundige meerwaarde hebben.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng Doe Gemeenteblad R
Datum 19 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 april 2020
6. Kan het college uitleggen wat de ruimtelijke impact is en welke vergunningen er
nodig zijn voor verbouw bij het aanwijzen tot
a. gemeentelijk monument
b. rijksmonument
c. beschermd stadsgezicht,
en welke afwegingen daarbij een rol spelen?
Antwoord
Bij een aanwijzing tot gemeentelijk monument of rijksmonument is naast een
omgevingsvergunning Bouw ook een omgevingsvergunning voor het aspect
Monument nodig. Dit houdt in dat bij de aanvraag van de vergunning getoetst
wordt of de monumentale waarden van het exterieur en interieur behouden
blijven. De monumentenadviseur van Monumenten en Archeologie brengt dit in
kaart, en levert een ambtelijk advies aan de CRK. Een beschermd stadsgezicht
is vooral bedoeld om de ruimtelijke structuur en karakteristiek van een buurt of
gebied te beschermen. Bij een beschermd gezicht is het belangrijk of er een
beschermend bestemmingsplan voor het gebied is en zo ja welke regels inzake
cultuurhistorie er in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Zo mag er meestal
niet hoger gebouwd worden dan de bestaande bouwhoogte. Voor alle panden in
een beschermd gezicht geldt dat ze niet zonder vergunning gesloopt mogen
worden. Het interieur van een gebouw is in een beschermd stadgezicht niet
beschermd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
% Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 87
Datum indiening 23 augustus
Datum akkoord college van b&w van 29 januari 2019
Publicatiedatum 31 januari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Grave-Verkerk inzake de
vaccinatiegraad onder Amsterdamse kinderen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Uit het Jaarverslag van het Rijksvaccinatieprogramma van het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat de vaccinatiegraad in Nederland
afgelopen jaar opnieuw licht is gedaald. Deze dalende trend, zo stelt het RIVM,
vergroot de kans op uitbraken van ziektes, vooral onder jongere kinderen.
Op 22 augustus 2018 is er een online petitie gestart die de Tweede Kamer oproept
om vaccinatie voor kinderen op kinderdagverblijven te verplichten.” Eerder heeft de
Kamer gevraagd naar het standpunt van het kabinet ten aanzien van dit plan. Ook is
er vanuit de Kamer geïnformeerd naar de (juridische) mogelijkheden om vaccinatie
voor kinderen op kinderdagverblijven te verplichten en om crêches en scholen te
verplichten hun vaccinatiegraad bekend te maken.”
De fractie van de VVD maakt zich zorgen over de dalende vaccinatiegraad en wil
weten welke maatregelen het college treft om deze trend tegen te gaan. Ook wil
de fractie van de VVD dat het college kijkt naar de mogelijkheden om vaccinatie als
toegangsvoorwaarde te stellen voor crêches en kinderdagverblijven en de effecten
hiervan.
Gezien het vorenstaande heeft het lid De Grave-Verkerk, namens de fractie van
de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Kan het college op basis van recente data inzichtelijk maken hoe het gesteld
is met de huidige vaccinatiegraad in Amsterdam en hierbij ingaan op de
verschillende vaccinatieprogramma’s en op de motieven en achtergronden
van ouders van niet-gevaccineerde kinderen? Is er sprake van een dalende
trend in Amsterdam? Zo ja, hoe verklaart het college deze trend? In
TO
https://www.rivm.nl/Documenten en publicaties/Algemeen Actueel/Nieuwsberichten/2018/Vaccinatiegraad daa
It opnieuw licht voor HPV aanzienlijk
2 https:/www.change.ora/p/tweede-kamer-verplicht-vaccinatie-voor-kindere-op-kinderdagverblijven
$ https:/www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/201 8/06/26/antwoorden-op-
kamervragen-over-bericht-maak-vaccineren-verplicht/antwoorden-op-kamervragen-over-bericht-maak-
vaccineren-verplicht.pdf
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng 4 Gemeenteblad
Datum 31 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 23 augustus 2018
hoeverre verschilt de vaccinatiegraad in Amsterdam ten opzichte van
andere grote steden? En van het landelijke gemiddelde? Hoe verklaart het
college eventuele verschillen?
Antwoord:
In de bijlage is de vaccinatiegraad per verslagjaar (2008-2018) voor Amsterdam en
landelijk (2016-2018) gegeven. De vaccinatiegraad ligt in 2018 bij zuigelingen (2 jaar)
voor DKTP, Hib, BMR, Menigokokken C en Pneumokokken boven de 90% (90,7-
92,2%). Voor deze vaccinaties haalt Amsterdam de doelstelling van het Global
Vaccine Action Plan (GVAP) (WHO, 2013). Voor hepatitis B zit Amsterdam met een
vaccinatiegraad van 89,9% net onder deze doelstelling van 90%. Van de 5-jarige
kleuters is 91,2% voldoende gevaccineerd. Dat is 1,5% onder het landelijk
gemiddelde
Amsterdam vs. Nederland
De vaccinatiegraad in Amsterdam ligt voor de meeste vaccinaties 0.8-2.3% onder de
landelijke vaccinatiegraad (zie bijlage). Met name de vaccinatiegraad bij 10 jarigen
(DTP verschil van 8,9%., BMR 8.7%) en 14 jarigen (HPV verschil van 10,4%) wijken
opvallend af van de landelijke cijfers. Het verschil met het landelijk gemiddelde is
tussen 2016 en 2018 niet veranderd. Behalve bij de HPV waar het verschil kleiner is
geworden van 16,8% onder het landelijk gemiddelde in 2016 naar 10,4% in 2018. Dit
is echter ten gevolge van een daling in de landelijke vaccinatiegraad voor HPV in die
periode (van 61% naar 45,5%).
De dalende trend die landelijk te zien is bij de verschillende vaccinaties zien we ook
terug in Amsterdam. De vaccinatiegraad in Amsterdam is bij zuigelingen ongeveer 2-
3% lager dan die in andere grote steden (Rotterdam, Den Haag, Utrecht). Ook bij de
schoolkinderen is de vaccinatiegraad lager dan in andere grote steden. Het is niet
bekend waardoor deze verschillen veroorzaakt worden.
Motieven en achtergronden niet vaccineren
De jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen zien de volgende zaken die mogelijk een
bijdrage leveren aan de dalende trend:
e veel in- en uitstroom van gezinnen, waarbij speelt dat niet in alle gevallen de
kinderen en jongeren al voldoende zijn gevaccineerd, soms ontbreken ook
registratiegegevens en is het vaccinatieoverzicht nog niet up-to-date, en het kost
enige maanden om met een serie inhaalvaccinaties een voldoende
vaccinatiestatus te bereiken.
e een groep hoger opgeleide kritische ouders, die het Rijksvaccinatieprogramma
(RVP) niet volledig willen volgen (bv later starten met vaccinaties, een aangepast
schema willen, of niet alle vaccinaties van het RVP willen)
e een toenemende groep ouders, zowel hoger als lager opgeleid, heeft vragen en
twijfels over vaccinaties. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over mogelijke bijwerkingen
van vaccins en de stoffen die in vaccins zitten. Jeugdgezondheidszorg investeert
extra tijd om deze ouders goed te informeren.
e Ook zijn een groep ouders met veel zorgen en problemen op velerlei gebied,
waarbij ouders veel moeite hebben om hun hoofd boven water te houden. De
prioriteit voor ouders kan dan (tijdelijk) ergens anders liggen dan bij het vaccineren
van hun kind. Jeugdgezondheidszorg zet zich extra in om deze groep ouders en
kinderen ook goed te bereiken.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nmmer 5 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 23 augustus 2018
e Het humaan papillomavirus vaccinatie (HPV) heeft sinds de introductie in het RVP
een negatief imago. Door allerlei negatieve (niet wetenschappelijk bewezen)
verhalen op het internet is er veel angst voor bijwerkingen. Dit is onterecht.
Onderzoek naar de veiligheid van het HPV-vaccin en alle gegevens die verzameld
zijn sinds de start van de vaccinatie laat zien dat het vaccin veilig is.
2. Bij hoeveel Amsterdamse kinderen zijn de afgelopen jaren BMR-ziektes
geconstateerd”?
Antwoord:
De afdeling Infectieziekten van de GGD is volgens de Wet publieke gezondheid
verantwoordelijk voor de surveillance van 46 meldingsplichtige ziektes, waaronder
bof, mazelen en rode hond (BMR-ziektes). Mazelen is hiervan het meest besmettelijk.
Zodra een arts de diagnose van een meldingsplichtige ziekte stelt, is er een
verplichting dit te melden aan de afdeling infectieziekten. De GGD Amsterdam heeft
dus een volledig beeld van de incidentie (het vóórkomen) van deze RVP-ziekten.
De afdeling infectieziektebestrijding van de GGD doet bron- en contactonderzoek.
Als een kind met mazelen op een kinderdagverblijf zit, dan worden alle ouders, in
samenspraak met het kinderdagverblijf, zo snel mogelijk daarover geïnformeerd.
Indien mogelijk kan mazelenvaccinatie worden toegediend aan kinderen of personeel
die niet of onvolledig gevaccineerd zijn. Zo wordt verspreiding in de Amsterdamse
bevolking zoveel mogelijk voorkómen. Voor het werkgebied van de GGD Amsterdam
betekent dit voor de afgelopen jaren het volgende:
GGD Amsterdam-Amstelland
bof ___|__mazelen _\| rodehond
totaal \waarvan<12jr| Totaal waarvan totaal waarvan
<12jr <12jr
2014 8 | 4 | 6e | 3 | oo | 0
2015 7e | 2 | oo | o
2016 u 2 | 2 |oo | oo | 0
2017 9 La 7e | o |
Meer informatie is te vinden in de jaarverslagen van de afdeling Algemene
Infectieziekten (https://www.ggd.amsterdam.nl/ggd/publicaties/jaarverslagen/).
3. Heeft het college maatregelen genomen om de vaccinatiegraad in
Amsterdam te laten stijgen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De GGD (afdeling Jeugdgezondheidszorg, JGZ) nodigt alle ouders/verzorgers van O-
4-jarigen uit voor spreekuren op de Ouder-Kindcentra. Dit is voor zowel reguliere
controles en voor vaccinaties. Als men een afspraak mist, neemt de
jeugdverpleegkundige contact op met de betreffende ouder/verzorger.
Tijdens de spreekuren is extra aandacht en tijd voor eventuele vragen over
vaccinatie. Elke JGZ-locatie in de wijk heeft maandelijks een inloopspreekuur voor
vaccinaties voor de kinderen die niet tijdens het reguliere JGZ-spreekuur of tijdens
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng 4 Gemeenteblad
Datum 31 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 23 augustus 2018
de groepsvaccinatiebijeenkomsten de vaccinatie konden krijgen.
De GGD (afdeling Jeugdgezondheidszorg, JGZ) biedt schoolkinderen en hun ouders
de gelegenheid om 2x per jaar op verschillende locaties in de stad en op
verschillende momenten de vaccinatie te halen. Daarbij wordt flexibel omgegaan met
het moment en de locatie waarop jeugdige/ouder is uitgenodigd. Hiermee streeft de
GGD ernaar om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de agenda en situatie van de
cliënten.
Voor spijtoptanten biedt de GGD de mogelijkheid om alsnog (tot 18 jaar) de HPV
en/of andere RVP vaccinaties in te halen.
4. Wordt er vanuit de gemeente en de GGD voorlichting gegeven over het
belang van vaccinaties? Zo ja, hoe en aan wie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De GGD geeft op verschillende manieren en op verschillende momenten voorlichting
over het vaccinatieprogramma:
e Ouders krijgen voor de start van het RVP en gedurende het RVP,
informatiebrochures van het RIVM:
e Jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen geven (wettelijk verplichte) voorlichting
over het RVP en gaan in op vragen en eventuele twijfels of bezwaren van ouders.
Dit vergt in vergelijking met een aantal jaren geleden veel extra tijd, maar het RVP
en vaccineren is een kernactiviteit van de GGD, en vindt de GGD heel belangrijk
om te doen. De GGD (JGZ) spreekt ouders en jongeren persoonlijk, maar ook
digitaal (zoals Chat, GroeiGidsApp, en via jouwggd.nl). Waar nodig maakt de GGD
extra afspraken met ouders voor vaccinaties. De GGD informeert ouders over de
website van RIVM met veel achtergrondinformatie, filmpjes e.d.
e De GGD biedt op veel plekken in de stad maandelijkse inhaalspreekuren, voor
(schoolgaande) kinderen die nog onvoldoende zijn gevaccineerd;
e De GGD faciliteert een verdiepende e-learning ‘Achtergronden van het RVP’ voor
jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen;
e De GGD heeft filmpjes over vaccinaties 0-4 jaar en over HPV ontwikkeld voor
ouders en jeugdigen die via de GGD-website beschikbaar zijn;
e Op verzoek van scholen, en ouders van leerlingen, geeft de GGD voorlichting op
ouderavonden.
5. Worden ouders van niet-gevaccineerde kinderen persoonlijk benaderd door
de gemeente en geïnformeerd over de gezondheidsrisico’s die andere
kinderen en ook hun eigen kinderen lopen? Zo nee, is het college bereid om
dit alsnog te gaan doen?
Antwoord:
Jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen geven uitgebreid voorlichting over het RVP
en gaan in op vragen en eventuele twijfels of bezwaren van ouders. Hierbij is ook
aandacht voor de gezondheidsrisico’s voor eigen kinderen en andere kinderen Waar
nodig maakt de GGD extra afspraken met ouders voor vaccinaties.
De GGD (JGZ) spreekt ouders en jongeren persoonlijk, maar ook digitaal (zoals Chat,
GroeiGidsApp, en via jouwggd.nl). De GGD informeert ouders over de website van
RIVM met veel achtergrondinformatie, filmpjes e.d.
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng 4 Gemeenteblad R
Datum 31 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 23 augustus 2018
De afdeling Algemene Infectieziekten geeft, op individuele basis en naar aanleiding
van een melding, voorlichting en advies aan ouders en andere contacten over het
belang van vaccinatie.
6. De staatssecretarissen van Volksgezondheid en Sociale Zaken gaven in juni
2018 in de beantwoording van Kamervragen aan dat zij nog ruimte en
mogelijkheden zien om de huidige vrijwillige registratie van
kinderdagverblijven te verbeteren.“ Ziet het college ook dergelijke
mogelijkheden in Amsterdam? Graag een toelichting.
Antwoord:
Inzicht in de vaccinatiegraad kan ouders helpen in de keus voor een opvang. Ouders
moeten dan wel worden gestimuleerd die informatie te verstrekken, omdat alleen een
sluitende registratie zinvol is. Het college is van mening dat de ruimte voor
verbetering van de huidige vrijwillige registratie vooral op landelijk niveau ligt.
De gemeente kan de kindercentra wijzen op de voordelen van een registratie, maar
kan niets afdwingen.
Uit navraag bij Amsterdamse kindercentra blijkt dat zij positief tegenover een
registratie staan, maar zij geven wel het advies is om dit landelijk te regelen en niet
stedelijk. Idealiter komt er een landelijk registratiesysteem waarin kinderopvang
inzage heeft in vaccinatiestatus.
Op dit moment is een verplichting aan ouders om de informatie over de
vaccinatiestatus van hun kind te geven niet te realiseren. Ouders kunnen weigeren of
onjuiste informatie geven waardoor een vaccinatieregister een onvolledig (of onjuist)
beeld geeft van de van de vaccinatiegraad in een groep. Daarnaast kan een kind ook
buiten de kinderopvang besmet raken en biedt een vaccinatieregister mogelijk
schijnveiligheid.
In de genoemde beantwoording van Kamervragen is overigens ook gesteld dat
informatie over de vaccinatiegraad altijd een momentopname is. De vaccinatiegraad
kan fluctueren. Een kinderopvangorganisatie niet kan garanderen dat de
vaccinatiegraad nog dezelfde is op het moment dat de opvang van het kind start.
In een verkenning die vorig jaar in opdracht van de minister van VWS is gedaan is
gesteld dat een sluitende registratie juridisch niet haalbaar is. Vaccinatiegegevens zijn
bijzondere persoonsgegevens die door de Algemene verordening
gegevensbescherming (AVG) extra beschermd zijn. Vaccinatiegegevens mogen niet
zomaar zonder wettelijke grondslag worden doorgegeven aan andere ouders. De Wet
kinderopvang zou eventueel een dergelijke wettelijke grondslag kunnen creëren,
maar het is nog onduidelijk of de Autoriteit Persoonsgegevens een dergelijke plicht
positief beoordeelt.
* https:/www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/201 8/06/26/antwoorden-op-
kamervragen-over-bericht-maak-vaccineren-verplicht/antwoorden-op-kamervragen-over-bericht-maak-
vaccineren-verplicht. pdf
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng 4 Gemeenteblad R
Datum 31 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 23 augustus 2018
7. De kans op een uitbraak van BMR-ziektes is beperkt zolang de
vaccinatiegraad 95% of hoger is. Heeft het college inzage in de
vaccinatiegraad per kindercentrum in Amsterdam? Zijn er kindercentra
die onder de grens van 95% zitten?
Antwoord:
GGD Amsterdam heeft geen gegevens over de vaccinatiegraad per kindercentrum.
Het is voor kindercentra immers niet verplicht om informatie over vaccinatiegraden bij
te houden. RIVM levert jaarlijks data over de vaccinatiegraad op landelijk, regionaal
en gemeentelijk niveau (zie eerdergenoemd jaarverslag).
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2, geldt een meldingsplicht voor RVP-
ziektes. Hierdoor is er wel een direct inzicht in de incidentie van deze ziektes en kan
de GGD Amsterdam in een vroeg stadium de nodige acties ondernemen.
8. Volgens artikel 1.51 uit de Wet Kinderopvang dient de houder van een
kindercentrum een beleid te voeren dat ertoe leidt dat de veiligheid en
gezondheid van kinderen zoveel mogelijk is gewaarborgd. Heeft het college
vanuit haar verantwoordelijkheid als toezichthouder op de veiligheid en
gezondheid van kinderen bij opvang/kindercentra overwogen om
kindercentra op te leggen dat zij niet-gevaccineerde kinderen geen toegang
geven tot de opvang, totdat zij wel zijn gevaccineerd? Graag een toelichting.
Antwoord:
Het college staat positief tegenover het idee een kinderopvang kinderen zonder
vaccinatie te laten weigeren, maar op dit moment is dat juridisch nog niet mogelijk.
Onlangs is in de tweede kamer een wetsvoorstel ingediend om het weigeren van niet-
gevaccineerde kinderen mogelijk te maken. Deze wijziging van de Wet kinderopvang
ligt nu voor advies bij de Raad van State en zal daarna in de tweede kamer
behandeld worden. Het college is in positieve afwachting van een mogelijke wijziging
van de wet- en regelgeving.
Overigens is het primair belang van de gemeente een hoge vaccinatiegraad en de
daaruit volgende veiligheid voor de publieke gezondheid. Het is nog onduidelijk of het
weigeren van niet-gevaccineerde kinderen leidt tot een betere vaccinatiegraad of
veiligere kindercentra.
9. Is het college bereid om onderzoek te doen naar de mogelijke gevolgen
(voor de vaccinatiegraad en de deelname aan kinderopvang) van een
dergelijke plicht?
Antwoord:
Het college is bereid om mee te werken aan onderzoek naar de mogelijke gevolgen
van het weigeren van niet-gevaccineerde kinderen door kinderopvangorganisaties.
Dergelijk onderzoek moet echter op landelijk niveau worden uitgevoerd. Naast
juridische implicaties die nu door de Raad van State worden onderzocht, zal ook
gekeken moeten worden naar gezondheidsrisico's van het mogelijk ontstaan van
kindercentra met een concentratie van ongevaccineerde kinderen. Dergelijk
onderzoek wordt door het RIVM uitgevoerd.
6
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing 4 Gemeenteblad
ummer - =.
Datum 31 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 23 augustus 2018
10. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat vrijheid van ouders om
hun kind(eren) wel/niet te laten vaccineren ophoudt op het moment dat dit
de gezondheid van andere kinderen in gevaar brengt?
Antwoord:
Gezien de huidige vaccinatiegraden is het mogelijk inperken van vrijheden op dit
moment niet aan de orde. Het college is bereid om de grens van het mogelijke op te
zoeken als dat aan de orde is.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
7
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
AMSTERDAM LANDELIJK il Sef
NN
4_______________|_2008| _z2009| 2010| 2011| 2012| 2013| 2014| 2015| 2016| 2017} 2018| 2016| 2017| 2018} 2016| 2017| 2018
Zuigelingen (2 jaar) | ___————————|
ng eenBustisisimmuun | 90,8% | 90,8% | 92,7% | 92,7% | 01,7% |93,0%| 93,5% | 93,6% | 92,1% | 91,5% | 90,7% | 94,2% | 93,5% | 92,6%
rd ottege van b&w va OG fanta OTS
m bibaoledigafgesloten | 92,5% | 92,4% | 95,5% | 94,4% | 93,3% |94,3%| 94,4% | 94,8% | 93,4% | 92,9% [92,2% | 94,9% | 94,2% | 93,4%
BMR basisimmuun 94,5% | 93,9% | 95,2% | 94,4% | 94,6% |95,1%| 95,5% | 95,0% | 94,2% | 93,0% | 92,1% | 94,8% | 93,8% | 92,9% os | os | 08 |
volde afoesldten 94,3% | 93,7% | 95,2% | 94,6% | 94,6% |95,2%| 95,3% | 94,9% | 94,0% | 92,4% | 91,2% | 94,6% | 93,5% | 92,6% os | ar | 44
volde afgesloten | 90,3% | 92,2% | 92,1% | 91,3% |92,6%| 92,9% [92,9% | 92,1% | 92,4% | 91,3% | 93,8% | 93,6% | 92,8%
Kleuters (5 jaar) |
DKTP gerevaccineerd | 80,7% | 84,5% | 85,3% | 86,9% | 87,7% [89,2% | 88,9% |87,7% | 87,3% ran) Joren 91,1% | 90,4% AE
mr | | || || er enjejeeinnjerdeejen
Schoolkinderen
(10 jaar)
DTP volledig Oo, Oo, Oo, Oo, Oo, Oo, Oo, Oo, Oo, Oo, Oo, Oo, Oo, Oo,
afgesloten 81,5% | 88,1% | 89,9% | 87,9% | 90,0% |90,7% | 89,5% | 89,3% | 85,0% | 83,4% | 81,1% | 92,0% | 90,8% | 90,0% | -7,0 | -7,4
BMR volledig 81,1% | 88,2% | 90,2% | 87,7% | 89,9% | 90,4% | 89,3% | 89,5% | 85,0% | 83,3% | 81,4% | 92,0% | 90,9% | 90,1%
1
19 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteblad
januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 23 augustus 2018
afgesloten _ LL A
De : percentage <90%
Bijlage 1 - vaccinatiegraad Amsterdam 2008-2018
9
| Schriftelijke Vraag | 9 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 638
Datum indiening 14 april 2020
Datum akkoord 28 mei 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Marttin en Boomsma inzake de
uitslag van de Centrale Loting & Matching 2020
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Op 2 april 2020 werd de uitslag van de Centrale Loting & Matching 2020
bekend gemaakt. Die dag kregen 7672 leerlingen uit groep 8 en hun ouders te horen
op welke VO-school zij of hun kind geplaatst zijn. Volgens het OSVO is 92,5% van de
leerlingen op een school van hun top 3 van voorkeurscholen geplaatst en is zo’n
96% in hun top vijf geplaatst. Van alle Amsterdamse leerlingen is dit jaar 80,92%
geplaatst op de eerste voorkeursschool.
Wie naar de voorgaande jaren kijkt, ziet helaas een zorgwekkende dalende trend. In
2019 werd nog 83,5% van de leerlingen geplaatst op de eerste voorkeurschool en in
2018 was dit nog 86,9%. Ook het aantal leerlingen dat binnen de top 5 wordt
geplaatst daalt jaarlijks, namelijk van 99% in 2018 naar 98,2% in 2019 en dit jaar dus
96,4%. Leerlingen zijn echter geen percentages, maar individuen: 582 leerlingen zijn
niet in hun top 3 geplaatst, terwijl dit in 2018 dit nog 309 leerlingen waren. De groep
leerlingen die dit jaar buiten de top 5 terecht is gekomen betreft 277.
Het OSVO wijdt deze daling aan het hogere aantal leerlingen (80 extra) dat meedeed.
De fracties van de VVD en het CDA vernemen graag op de kortst mogelijke termijn
hoe het college deze tegenvallende resultaten duidt. Ook willen de fracties van de
VVD en het CDA weten welke mogelijkheden het college ziet om op korte termijn
maatregelen te treffen voor de leerlingen die dit jaar buiten hun top met
voorkeursscholen zijn gevallen.
De uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van de huidige coronarestricties, waarbij
leerlingen nu bijvoorbeeld geen andere scholen meer kunnen bezoeken, vragen wat
de fracties van de VVD en het CDA betreft om ‘coronacoulance’. Deze partijen
vernemen graag of het college dit standpunt deelt.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Marttin en Boomsma, respectievelijk
namens de fracties van de VVD en het CDA, op grond van artikel 45 van het
Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen
aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Vindt het college dat het VO-aanbod momenteel voldoende aansluit op de vraag?
Antwoord:
De samenwerkende schoolbesturen zorgen dat er ieder jaar voldoende plekken van
voldoende kwaliteit beschikbaar zijn voor alle leerlingen die de overstap van het basis
naar het voortgezet onderwijs maken. Ook dit jaar waren er meer plekken
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng das Gemeenteblad R
Datum 28 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 mei 2019
beschikbaar dan het aantal leerlingen dat de overstap maakt. Voor circa 7.700
leerlingen waren circa 10.000 plekken beschikbaar.
Omdat een aantal scholen in Amsterdam erg populair is, kan niet elke leerling op de
eerste school van voorkeur worden geplaatst. Er moet dus geloot worden. De
Amsterdamse schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het onderwijsaanbod en de
beschikbare capaciteit op scholen in Amsterdam.
Schoolbesturen en de gemeente voeren regelmatig overleg over de doelmatigheid
van het aanbod en de eventuele huisvestingseffecten. Het uitgangspunt van het
college is een duurzaam evenwichtig onderwijsaanbod, waarbij rekening wordt
gehouden met de behoefte van alle leerlingen.
2. Vindt het college dat de aansluiting van aanbod op vraag in de afgelopen drie jaar
is veranderd? Zo ja, is er sprake van een verbetering of een verslechtering? Zo
nee, waarom niet? Graag een toelichting.
Antwoord:
Zoals u al aangaf is dit jaar 80,92% van de 7.672 leerlingen geplaatst op de school
van eerste voorkeur. 92,5% van hen is op een school van hun top 3 voorkeurslijst
geplaatst. 96% van alle leerlingen is in hun top vijf geplaatst. Hoewel het grootste
gedeelte van de leerlingen relatief hoog op de voorkeurslijst is geplaatst, is ook een
aantal leerlingen lager op een plek van voorkeur terecht gekomen. De raad was van
tevoren geïnformeerd dat dit percentage iets zou dalen ten opzichte van vorig jaar,
omdat al verwacht werd dat meer leerlingen de overstap zouden maken ten opzichte
van vorig jaar.
Het onderwijsaanbod is continu in beweging. Zo is het onderwijsaanbod de laatste
jaren uitgebreid met 3 brede scholen en een categoraal vmbo (KIEM) en hebben
enkele scholen een nieuwe afdeling voor vmbo, havo en/of vwo. Het is, ondanks de
uitbreiding van het aanbod niet mogelijk alle leerlingen op hun 1° plek van voorkeur te
plaatsen; er is altijd een groep populaire scholen die overvraagd wordt. Het college
blijft met het OSVO in gesprek op welke manier de uitslag de aankomende jaren
verbeterd kan worden door aanpassingen in het onderwijsaanbod.
Het OSVO heeft een aantal keuzes gemaakt in het nieuwe Regionaal Plan
Onderwijsvoorzieningen 2020 — 2025 (RPO), welke deels nog moeten starten, die wel
tot verbetering kunnen leiden. Hierbij valt te denken aan initiatieven zoals Damstede 2
met het Agora (breed), MLO breidt uit met havo/ vwo, evenals Marcanti. Dit komt nog
naast de uitbreidingen van de afgelopen jaren met scholen zoals het Cartesius 2 en
Spinoza20first.
In het nieuwe RPO is de gemeente daarnaast ook met het OSVO tot de afspraak
gekomen tot een jaarlijkse gesprekscyclus over het onderwijsaanbod. Hierdoor kan
gedurende de looptijd van het RPO 2020-2025 worden ingespeeld op actuele
ontwikkelingen.
3. Is het college van mening dat het onderwijsaanbod meegroeit met het stijgende
schoolniveau? Graag een argumentatie op basis van cijfers.
Antwoord:
Het onderwijsaanbod wordt jaarlijks onder de loep genomen en aangepast waar
nodig en waar mogelijk. In dat kader zijn verschillende scholen uitgebreid (zie
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng das Gemeenteblad
Datum 28 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 mei 2019
antwoord vraag 2). Uit de cijfermatige analyse van de loting en matching blijkt dat de
schooladviezen per onderwijsniveau de afgelopen 3 jaar redelijk stabiel zijn gebleven.
Het is wel zo dat het totaal aantal leerlingen de afgelopen jaren jaarlijks licht is
toegenomen (circa 100 leerlingen per jaar).
Dit jaar waren er ook voldoende plekken op alle onderwijsniveau om alle leerlingen te
plaatsen, zo'n 10.000 plekken ten opzichte van 7.500 leerlingen. In de tweede ronde
hadden veel scholen nog plek om leerlingen te plaatsen. Zo hadden 19 scholen nog
plek op hun vwo-afdelingen.
De gezamenlijke schoolbesturen proberen het onderwijsaanbod zo goed mogelijk af
te stemmen op de wensen van alle ouders en leerlingen.
In het nieuwe RPO bieden de schoolbesturen ruimte aan een aantal nieuwe kansrijke
initiatieven die inspelen op maatschappelijke wensen (zie antwoord vraag 2).
4. Wethouder Moorman gaf in een reactie op de uitslag van de Centrale Loting &
Matching 2020 aan dat het onderwijsaanbod de afgelopen jaren is verbeterd.
Kan er worden aangegeven wat er precies wordt bedoeld met deze
verbetering?
Antwoord:
In het nieuwe RPO bieden de schoolbesturen ruimte aan een aantal nieuwe kansrijke
initiatieven die inspelen op maatschappelijke wensen. Tevens is ingezet op een
goede spreiding van het onderwijsaanbod over de hele stad.
Zie ook antwoord vraag 2 over uitbreiding onderwijsaanbod. Er is geïnvesteerd in de
capaciteit waar vraag naar is.
5. Vindt het college dat het onderwijsaanbod in de afgelopen jaren beter is gaan
aansluiten op de vraag? Zo ja, hoe duidt het college dan de slechtere resultaten
ten opzichte van voorgaande jaren? En hoe ziet het college dit gegeven het feit
dat het aanbod op categorale vwo-scholen sinds 2015 met ruim 100 plekken is
afgenomen, evenals gewilde havo- en vwo-lycea het aanbod havo en havo-vwo is
verminderd?
Antwoord:
Het Amsterdamse onderwijsaanbod is continu in beweging. Zo is het totaal aantal
scholen in Amsterdam tussen 2013 — 2020 toegenomen van 56 naar 63 scholen.
Amsterdam kent 7 categorale vwo-scholen en circa 22 brede scholen en circa 14
havo/vwo scholen.
Het aantal plekken dat beschikbaar is op categorale scholen schommelt door de jaren
heen. Deze scholen kiezen met name vanwege de onderwijskwaliteit voor relatief
kleine klassen. Enkele scholen zoals het Vossius nemen om de zo veel jaar een extra
klas eerstejaars aan. In 2020 is gebleken dat geen enkele school dit doet; alle
scholen hebben het ‘normale’ aanbod. Dit is een eigen keuze van scholen en hiervoor
kunnen goede redenen zijn, zoals bijvoorbeeld geen plek in het gebouw.
In 2020 waren er circa 1.000 plekken beschikbaar voor leerlingen op de 7 categorale
vwo-scholen in Amsterdam. Dat is ruim 10 procent van het totaal aantal plekken in
2020. Jaarlijks zijn er overigens veel meer vwo-plekken beschikbaar, dan er worden
benut. Dit jaar was er in de tweede ronde op 19 scholen nog plek op de vwo-afdeling.
Tegelijkertijd ziet het college dat de uitslag dit jaar tegenvalt ten opzichte van vorige
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng das Gemeenteblad
Datum 28 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 mei 2019
jaren. Het college gaat met het OSVO in gesprek op welke manier de uitslag de
aankomende jaren verbeterd kan worden.
6. Welke acties onderneemt het college om de mismatch tussen vraag en aanbod in
de komende jaren niet verder te laten vergroten? Is het college daarbij bereid
voorbeeld te nemen aan andere grote steden in het land? Zo ja, welke dan? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord:
Het onderwijslandschap in Amsterdam is uniek. Omdat veel Amsterdamse scholen
een regio-functie hebben voor leerlingen van randgemeenten (zogenaamde
‘buitenleerlingen’). Jaarlijks maken ruim 7.500 leerlingen de overstap naar één van de
63 Amsterdamse voortgezet onderwijs (vo) scholen. Dat zijn gemiddeld ruim 1.000
leerlingen meer dan in andere grote steden; in Rotterdam maken bijvoorbeeld jaarlijks
ruim 6.000 achtstegroepers de overstap naar het voortgezet onderwijs.
In het nieuwe RPO is de gemeente met het OSVO tot de afspraak gekomen om het
onderwijsaanbod jaarlijks te evalueren. Hierdoor kan gedurende de looptijd van het
RPO 2020-2025 worden ingespeeld op actuele ontwikkelingen. Het OSVO werkt
momenteel een voorstel voor de Kernprocedure van 2021 uit. Hierin wordt ook
gekeken op welke manier de procedure ingericht kan worden om de uitslag te
verbeteren. Hierbij kijkt het OSVO ook naar lessen die zij kunnen leren uit andere
grote gemeenten in Nederland.
7. Het OSVO wijdt de daling van het aantal leerlingen dat op hun eerste
voorkeurschool is geplaatst aan het hogere leerlingenaantal dat meedeed met de
procedure. Hoe duidt het college deze dalende trend? Deelt het college de
analyse van het OSVO? Zo ja, hoe verklaart het college dan dat het aantal
leerlingen dat buiten de top 3 en 5 is geplaatst is verdubbeld ten opzichte van
2019?
Antwoord:
De daling van het aantal leerlingen dat op hun eerste voorkeursschool is geplaatst
kan liggen aan een hoger leerlingenaantal. De procedure was dit jaar ook weer
anders ingericht dan andere jaren. Zoals elk jaar laat het OSVO weer een evaluatie
doen van de Loting en Matching. De cijfermatige analyse van de Centrale Loting en
Matching 2020 wordt nog uitgevoerd. Het is niet wenselijk daar nu al op vooruit te
lopen. Het college informeert de raad naar verwachting in juni over de uitkomsten van
dit onderzoek.
8. Zijn er specifieke onderwijsniveaus of type scholen, zoals kunstonderwijs of
categorale scholen, waar leerlingen vaker dan gemiddeld worden uitgeloot? Zo ja,
welke?
Antwoord:
De exacte cijfers van dit jaar zijn nog niet bekend. Dit wordt nu onderzocht.
Deze vraag wordt meegenomen in de analyse. In 2019 was het zo dat leerlingen met
een havo/vwo advies de kleinste kans hadden om op hun eerste voorkeur te komen
(73,3 procent van de leerlingen). Circa 27 procent van deze leerlingen kwam niet op
hun eerste voorkeur.
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng das Gemeenteblad R
Datum 28 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 mei 2019
In 2018 hadden leerlingen met een vwo-advies de kleinste kans om op de eerste
voorkeur geplaatst te worden. 77 procent van deze groep leerlingen werd toen op hun
eerste voorkeur geplaatst, ten opzichte van 80,5 procent van de havo/vwo leerlingen.
9. Watis de top 5 van scholen waar leerlingen niet geplaatst konden worden?
Antwoord:
De cijfermatige analyse moet zoals aangegeven nog worden uitgevoerd.
Vorig jaar waren de volgende vijf scholen het meest populair:
1. St. Nicolaaslyceum
2. Barlaeus Gymnasium
3. Spinoza Lyceum
4. Fons Vitae Lyceum
5. Hyperion Lyceum
10. Zou het college puntsgewijs een update willen geven van de opvolging en
uitvoering van de vijf punten uit het dictum van de motie Q' (nr. 1039.19) van de
leden Boomsma, Marttin en Timman1, die op 20 juni 2019 door de gemeenteraad
werd aangenomen?
Antwoord:
U heeft in deze motie het college verzocht om er bij het OSVO op aan te dringen om,
indien men voornemens is het lotings- en matchingssysteem in 2020 voort te zetten:
— de plaatsingsgarantie te handhaven, alsmede te pogen het aantal benodigde
voorkeursscholen terug te brengen en in ieder geval niet te verhogen;
— _om de nodige flexibiliteit van te voren in het systeem in te bouwen zodat niet na
vaststelling van het protocol de procedure nog wordt aangepast;
— te onderzoeken of flexibiliteit verder uitgewerkt kan worden, niet alleen stoelen
per klas er bij maar ook extra klassen als tijdelijke extra capaciteit;
— om bij de keuze voor een flexibele schil deze pas af te schaffen nadat de
reservelijsten zijn aangesproken;
— om er zorg voor te dragen dat de notaris toezicht houdt op en de uitvoering
controleert van het protocol waar ouders mee hebben ingestemd.
Het OSVO heeft al deze punten overgenomen behalve het punt van het afschaffen
van de flexibele schil nadat de reservelijsten zijn aangesproken.
Dit punt is niet door het OSVO overgenomen omdat het OSVO (en de aangesloten
scholen) aangeeft dat het afschaffen van de flexibele schil nadat de reservelijsten zijn
aangesproken leidt tot klassen met meer dan 30 leerlingen, wat onwenselijk is voor
de kwaliteit van het onderwijs. Bovendien geldt de flexibele schil als een
noodmaatregel; alleen als leerlingen met een voldoende lange voorkeurslijst niet
geplaatst kunnen worden door het algoritme, wordt de flexibele schil aangesproken.
Dat betekent dat sommige scholen hun maximale capaciteit overschrijden om de
plaatsingsgarantie te kunnen waarborgen.
Bij het informeren van de raad over de vastgestelde kernprocedure van 2021 zal de
afdoening van deze motie meegenomen worden.
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng das Gemeenteblad
Datum 28 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 mei 2019
11. Wat is volgens het college de verklaring dat het percentage leerlingen dat op de
eerste voorkeursschool geplaats kan worden hoger ligt in steden als Rotterdam
en Den Haag?
Antwoord:
In Rotterdam maken jaarlijks ruim 6.000 leerlingen de overstap van primair onderwijs
(po) naar een van de 66 voortgezet onderwijs (vo) scholen in Rotterdam. In regio Den
Haag stappen elk jaar ruim 6.500 leerlingen over van het po naar één van de 64 vo-
scholen. In Amsterdam ligt het aantal leerlingen dat jaarlijks de overstap maakt veel
hoger; zo’n 7.500 leerlingen stappen over naar een van de 63 vo-scholen in
Amsterdam. Dat betekent dat in Amsterdam gemiddeld meer leerlingen kiezen voor
minder scholen. Hierdoor ligt het percentage leerlingen dat op de eerste
voorkeursschool kan worden geplaatst hoger in steden als Rotterdam en Den Haag.
12. Kan er bij deze procedure van dit jaar volgens het college sprake zijn geweest
van een zogeheten ‘verdringingseffect’, waarbij leerlingen op volgorde van hun
lotnummer op scholen met plek worden geplaatst, waardoor kinderen met hogere
lotnummers nog minder kans maken geplaatst te worden op hun eerste keuze?
Zo ja, hoe groot is dit effect in de loting?
Antwoord:
Bij dit systeem van loting en matching is het uitgangspunt dat zoveel mogelijk
leerlingen zo hoog mogelijk op hun voorkeurslijst geplaatst worden. Dat betekent
inderdaad dat een leerling met een hoger lotnummer, die niet op zijn of haar eerste
keuze is geplaatst, eerder geplaatst wordt op een school van lagere voorkeur,
mogelijk ten koste van een leerling die deze school op 1° voorkeur had.
13. Vindt het college dat het effect gecompenseerd dient te worden? Zo ja, hoe?
Antwoord:
Het college staat achter het door de schoolbesturen gezamenlijk gekozen loting en
matchingsysteem. Het OSVO heeft voor deze methode gekozen om de beschikbare
(schaarse) plekken in de stad eerlijk over de vraag van ouders en leerlingen te
verdelen. Voorop staat dat dit systeem het meest eerlijk en transparant is. En zoveel
mogelijk leerlingen worden zo hoog mogelijk op hun voorkeurslijst geplaatst. Het
compenseren van dit effect is daarom niet wenselijk.
14. Hoe staat het college tegenover het creëren van een extra klas op een populaire
school of het uitbreiden van klassen?
Antwoord:
De betrouwbaarheid van het loting- & matchingsysteem staat of valt bij transparantie
en eerlijkheid. Hierover zijn duidelijke afspraken en spelregels gemaakt die niet meer
kunnen veranderen nadat de uitslag bekend is gemaakt. Het College is dus geen
voorstander van het creëren van extra klassen nadat de procedure is doorlopen. En
heeft tevens ook geen mogelijkheid om extra klassen te creëren. Dit is een keuze van
een individuele school en wordt gemaakt op basis van kunnen bieden van
onderwijskwaliteit en onderwijshuisvestingsmogelijkheden.
6
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng das Gemeenteblad R
Datum 28 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 mei 2019
15. Gaat het college iets doen voor de leerlingen die hoopten op een hoger
schooladvies door middel van de eindtoets, die nu niet meer doorgaat?
Antwoord:
Het wegvallen van de heroverwegingsfase is een belangrijk punt van
aandacht. Corona mag er wat het college betreft niet voor zorgen dat de
ongelijkheid in Amsterdam groter wordt.
Het is belangrijk dat leerlingen echt de kans krijgen om onderwijs te volgen op
het niveau dat past bij hun capaciteiten en mogelijkheden. De vo-
schoolbesturen voelen dat hier een opdracht ligt.
De gemeente is daarom in nauw contact met het OSVO om te kijken welke
extra maatregelen kunnen worden genomen in het vo. Denk bijvoorbeeld aan
een warme overdracht van po naar vo of extra mogelijkheden tot opstroom in
de tweede klas. Dit wordt de komende tijd verder uitgewerkt.
OCW heeft in haar brief van 19 april jl. ook aan po en vo-scholen het verzoek
gedaan om ‘ruimhartig toe te laten’ en ‘kansrijk te plaatsen’. OCW heeft een
formulier opgesteld dat door leraren en ouders nog kan worden toegevoegd
aan het overdrachtsdocument voor vo-scholen. Leraren en ouders van
leerlingen die na het basisschooladvies nog een significante ontwikkeling
hebben doorgemaakt, kunnen dit formulier via Stichting ELK laten toevoegen
aan het overdrachtsdossier.
16. Is het college van mening dat de uitzonderlijke omstandigheden waarin leerlingen,
ouders en scholen nu leven als gevolg van de coronarestricties — waarbij er
bijvoorbeeld geen scholen meer kunnen worden bezocht — vragen om maatwerk
en uitzonderlijke maatregelen rechtvaardigen? Zo ja, hoe zou deze
‘coronacoulance’ er volgens het college uit moeten zien?
Antwoord:
Zie antwoord vraag 14.
17. Klopt het dat er scholen zijn die extra plekken voor leerlingen willen creëren? Zo
ja, hoeveel en welke scholen zijn dit en hoeveel extra plekken betreft het per
school en in totaal? En hoe heeft OSVO hierop gereageerd? Heeft OSVO hier
toestemming voor gegeven of dit juist tegengehouden?
Antwoord:
Nee. Binnen het OSVO zijn heldere en transparante afspraken gemaakt over de
totale capaciteit van alle vo-scholen. Met deze capaciteitscijfers heeft de Centrale
Loting & Matching plaatsgevonden. Het creëren van extra plekken na de uitslag zou
de betrouwbaarheid en transparantie van het systeem ernstig schaden. Het college
staat voor een transparant en eerlijk proces van schoolkeuze, aanmelding en
plaatsing.
18. Wat is de mening het college van over het creëren van extra plekken,
bijvoorbeeld door een extra klas te creëren of bestaande klassen met 1 leerling
per klas te vergroten? Vindt het college dit wenselijke oplossingen voor de situatie
7
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Se 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 mei 2019
waarin honderden kinderen zich nu bevinden? Zou het college deze optie willen
betrekken bij een eventuele coronacoulance?
Antwoord:
Zie antwoord vraag 14.
19. Wat vindt het college van een verlenging van de huidige plaatsingsprocedure? Is
het college van mening dat de gemeenteraad betrokken en eventueel dient te
worden bij een eventuele verlenging van deze procedure?
Antwoord:
De samenwerkende schoolbesturen bepalen hoe de overstap van po naar vo
eruitziet. Het OSVO is momenteel in gesprek over het plaatsingssysteem na 2020. Zij
verwachten hierover een besluit te nemen voor de zomer. Het OSVO heeft de regie
en verantwoordelijkheid over de besluitvormingsprocedure.
Uiteraard is de gemeente hierover wel in gesprek met het OSVO. Op 2 juni a.s. wordt
een technische sessie gepland voor raadsleden, waarin raadsleden in gesprek
kunnen met een vertegenwoordiger van het OSVO over de verschillende
mogelijkheden van plaatsingssystemen. Voor de commissie van 17 juni a.s. wordt de
cijfermatige analyse van de centrale loting & matching 2020 gedeeld met de raad.
Bij de bespreking hiervan worden ook de wensen van de raad betrokken, zoals de
aangehouden motie Q' (nr. 1039.19) van de leden Boomsma, Marttin en Timman, die
op 20 juni 2019 door de gemeenteraad werd aangenomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
8
| Schriftelijke Vraag | 8 | discard |
Nummer _BD2012-002832
Afdeling Concernstaf % Gemeente Amsterdam R
X Stadsdeel Zuid
% Voordracht voor de raadsvergadering
7 Datum: 30-01-2013
Publicatiedatum <invulveld griffie: datum=
Programma 33 Algemene, bestuurlijke en facilitaire zaken
Agendapunt <invulveld griffie: nummer en evt. naam=
Datum besluit DB 08- 01- 2013
Te publiceren tekst Onderwerp
Termijnagenda 2013
Met deze voordracht stelt het DB de deelraad voor het volgende besluit te nemen:
Te publiceren tekst De deelraad van Stadsdeel Zuid besluit
De Termijnagenda 2013 vast te stellen
Wettelijke grondslag
Nvt.
Bestuurlijke achtergrond
De deelraad stelt aan het begin van elk kalenderjaar de eigen termijnagenda vast. De
termijnagenda bevat een overzicht van afspraken tussen de raad en het dagelijks bestuur
over welk onderwerp, wanneer en op welke wijze behandeld wordt in de commissie en/of
de raadsvergadering.
In de commissie DFV van 12 december is ter bespreking een concept van de
termijnagenda aan voorgelegd. Uit deze bespreking zijn wijzigingsvoorstellen
voortgekomen. De geaccepteerde wijzigingsvoorstellen zijn verwerkt in de definitieve versie
van de termijnagenda.
Resultaat commissiebehandeling
<invulveld griffie=
Korte toelichting op het gevraagde besluit
Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de uitvoering van de planning door middel van het
tijdig beschikbaar stellen van informatie en vergaderstukken. Voor de raad biedt de
termijnagenda planning en richting aan hun werkzaamheden en voorbereidingen.
Een in goed overleg tussen raad en dagelijks bestuur tot stand gekomen termijnagenda
biedt een aanknopingspunt voor gesprek over afwijkingen ten opzichte van de
oorspronkelijke planning. Blijft de uitvoering van de agenda achter en de benodigde
informatie voor het doorlopen van een besluitvormingsproces uit dan mag de raad een
toelichting verwachten. Heeft de raad of het dagelijks bestuur behoefte aan aanvulling of
aanpassing van de agendering dan biedt een goed onderhouden jaarplanning de basis
voor bestuurlijke afstemming en nieuwe afspraken.
1
Portefeuille _<port> Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid
Agendapunt «nr grif> R
Afdeling __ «<afd= Deelraad
Voordracht voor de vergadering: dd -mm -jjjj
Op een goede manier gerealiseerd en gehanteerd draagt de termijnagenda bij aan de
kwaliteit van de besluitvorming, zowel in het proces als in het resultaat.
Alle wijzigingsvoorstellen, vanuit de commissie zijn weergegeven in bijlage O1.
wijzigingsvoorstellen.
- De voorstellen die worden overgenomen zijn verwerkt in de definitieve
termijnagenda.
-__ Als een wijzigingsvoorstel niet wordt overgenomen dan is in een korte
toelichting aangegeven waarom het voorstel niet wordt overgenomen.
Kanttekeningen en risico’s nvt
Gevolgen
Belanghebbenden De onderwerpen en de planning voor 2013 zijn inzichtelijk.
Stadsdeelorganisatie N.v.t.
Uitkomsten extern advies
nvt
Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg
nvt
Financiële paragraaf
N.v.t.
Zijn er financiële risico's en _N.v.t.
zo ja, hoe worden deze
beheerst?
Geheimhouding
nvt
Publicatie/communicatie
nvt
Stukken
Meegezonden 01. Wijzigingsvoorstellen
02. Termijnagenda 2013 SL
03. Termijnagenda 2013 RW
2
Portefeuille _<port> Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid
Agendapunt «nr grif> R
Afdeling __ «afd> Deelraad
Voordracht voor de vergadering: dd -mm -jjjj
04. Termijnagenda 2013 LO
05. Termijnagenda 2013 DFV
Ter inzage gelegd nvt
Aldus besloten,
F.S. Roos-Meijer J.S. Spier
raadsvoorzitter raadsgriffier
3
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam W l J
% Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie,
Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid
% Gewijzigde agenda, donderdag 4 december 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en
Grotestedenbeleid
Tijd 09.00 tot 12.30 uur en van 19.30 tot 22,30
Locatie 0239
WETHOUDER ASSCHER-DEEL 09.00 — 12.30
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 _Inspreekhalfuur publiek
5 Conceptverslag openbare vergadering van 06-11-2008
e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWIJ @raadsgriffie. amsterdam.nl
e Conceptverslag wordt nagezonden.
6 Openstaande toezeggingen wethouder Asscher
7 Termijnagenda wethouder Asscher
8 Actualiteiten
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam WIJ
Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken,
Diversiteit en Grotestedenbeleid
Gewijzigde agenda, donderdag 4 december 2008
9 Preadviezen moties en amendementen Begroting 2009 Nr. BD2008-008002
Resultaatsgebiedsgewijze bespreking van de ontwerpbegroting 2009.
, Tweede termijn.
e Bespreking preadviezen.
, _Preadviezen worden separaat aan alleen (duo)raadsleden gezonden, overige stukken
reeds in uw bezit; (zie commissieagenda 06-11-2008; bespreking 1° termijn).
Jeugdzaken
10 Presentatie Community Centers Slotervaart Nr. BD2008-007716
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Educatie
11 Voor- en vroegschoolse educatie rapport Inspectie van het onderwijs en
activiteitenverslag VVE 2006-2007 Nr. BD2008-008027
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Ulichki (GrLi)
12 Beschikbaar stellen van kredieten ten behoeve van onderwijshuisvesting 2009
Nr. BD2008-006199
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
13 Voortgangsrapportage Bureau Leerplicht Nr. BD2008-008028
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Inburgering
14 voortgangsrapportage HIA Nr. BD2008-007790
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
, Uitgesteld in de commissievergadering van 06-11-2008
Algemeen
15 Rondvraag/TKNlijst wethouder Asscher
2
Gemeente Amsterdam WIJ
Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken,
Diversiteit en Grotestedenbeleid
Gewijzigde agenda, donderdag 4 december 2008
WETHOUDER OSSEL-DEEL 19.30 — 22.30
Algemeen
16 Mededelingen.
17 Inspreekhalfuur publiek.
18 Conceptverslag openbare vergadering van 06-11-2008
e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWIJ @raadsgriffie. amsterdam.nl
e Conceptverslag wordt nagezonden.
19 Openstaande toezeggingen wethouder Ossel
20 Termijnagenda wethouder Ossel.
21 Actualiteiten.
22 Preadviezen moties en amendementen Begroting 2009 Nr. BD2008-008002
Resultaatsgebiedsgewijze bespreking van de ontwerpbegroting 2009.
, Tweede termijn.
e Bespreking preadviezen.
, _Preadviezen worden separaat aan alleen (duo)raadsleden gezonden, overige stukken
reeds in uw bezit; (zie commissieagenda 06-11-2008; bespreking 1° termijn).
Werk en Inkomen
23 Presentatie stand van zaken ketensamenwerking Nr. BD2008-008103
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
24 Extra klantmanagers Dienst Werk en Inkomen Nr. BD2008-008133
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
3
Gemeente Amsterdam W l J
Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken,
Diversiteit en Grotestedenbeleid
Gewijzigde agenda, donderdag 4 december 2008
25 Aanpassing wachtlijstregels Wet sociale werkvoorziening; wijziging van de
Verordening op de WSW Nr. BD2008-006961
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
Algemeen
26 Rondvraag/TKN-lijst wethouder Ossel
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Werk en Inkomen
27 “Werk is overal, maar niet voor iedereen", rapport van Nicis institute Nr. BD2008-
008236
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Hoogerwerf (D66)
4
| Agenda | 4 | train |
Bezoekadres 4 Gemeente Amsterdam
. Stadhuis, Amstel 1 Bestuursdienst
1011 PN AMSTERDAM x%
: Postbus 202 Directie Concern/Financiën
1000 AE AMSTERDAM Afdeling Treasury en Goncernconsolidatie
Telefoon 020 552 9111
Fax 020 552 2426
Teksttelefoon 020 620 9279 Retouradres: BDA, Posibus 202, 1000 AE AMSTERDAM
www.amsterdam.nl
. Dalum 1 q februari 2004
Ons Kenmerk 2004 se
Behandeld door De heer AJA Nijhuis
Deorklesnummer 020-5523126
{ Faxnummer 020-5522945
E-mall anijhuis@hda,.amsterdam.nl
Onderwerp Begroting 2004
Geachte
Naar aanleiding van uw brief van 11 november 2003 deelt ons College u mee
: dat de Gemeenteraad van Amsterdam heeft besloten de afdoening van deze
brief in onze handen te stellen. Genoemde brief vertoont voor wat betreft toon-
. : zetting veel overeenkomst met uw eerdere brieven. Toen besloot ons College.
: om, gezien deze toonzetting, niet inhoudelijk te reageren. Vanwege de gelijke-
nis met uw eerdere brieven hebben wij het besluit genomen om ook deze keer
niet Inhoudelijk te reageren. Bovendien hebben wij besloten om ook in de toe-
komst niet meer op uw brieven ie reageren.
L Een afschrift van dit besluit zal ter kennisname aan de desbetreffende raads-
commissie gestuurd worden.
Ì Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
„‚ Birgemeestar en Wethouders van Amsterdam,
m
Het stadhuis ls bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 an 14), halte Waterlooplein
| Raadsadres | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 12 mei 2023
Portefeuille(s) Kunst en Cultuur
Portefeuillehouder(s): _ Touria Meliani
Behandeld door Kunst en Cultuur ([email protected])
Onderwerp Overdracht tweetal zilveren zoutvaten van Johannes Lutma in kader restitutie
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 15 december 2022 bent u geïnformeerd over het bindend advies van de Restitutiecommissie
betreffende een tweetal zilveren zoutvaten van Johannes Lutma uit 1643. In het advies
concludeerde de Restitutiecommissie dat in hoge mate aannemelijk is dat de twee zoutvaten van
Lutma afkomstig zijn vit de collectie van Emma Budge en dat voldoende aannemelijk is dat de
zoutvaten in 1937 onvrijwillig zijn verloren door omstandigheden die direct verband houden met
het naziregime. De Restitutiecommissie heeft het bindend advies uitgebracht om de twee
zoutvaten te restitueren aan de rechthebbenden op de nalatenschap van Emma Ranette Budge-
Lazarus.
Het college gaf aan om, na het doorlopen van de Erfgoedwetprocedure waarbij het voorgenomen
besluit van het college tot vervreemding van de zoutvaten bekend wordt gemaakt, in overleg gaan
met de vertegenwoordiger van de rechthebbenden op de nalatenschap Budge om te komen tot
een overdracht van de zoutvaten.
In de afgelopen periode heeft het college de procedures in het kader van de Erfgoedwet doorlopen
en met de executeur testamentair van de nalatenschap van mevrouw Budge overeenstemming
bereikt over een restitutieakte. De daadwerkelijke restitutie van de twee zilveren zoutvaten van
Johannes Lutma heeft vandaag plaatsgevonden. De eigendom van de zoutvaten is hiermee
overgegaan op de erven van mevrouw Budge.
Het teruggeven van kunstwerken die in de periode 1933-1945 onrechtmatig uit bezit zijn geraakt,
kan voor de slachtoffers heel veel betekenen en is van groot belang voor de erkenning van het
onrecht dat hen is aangedaan.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
foe het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
ouria Meliani
Wethouder Kunst en Cultuur
| Brief | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 761
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 8 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie WE
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Groen inzake de begroting voor 2015
(doelstelling innovatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— wanneer Amsterdam voorop loopt in de groene, innovatieve economie, onze stad
dé vestigingslokatie voor duurzame onderzoeksinstituten, organisaties en
ondernemers wordt;
— de aanwezigheid in de stad van Waternet, AEB, Haven NV, Het Science Park en
AMS Amsterdam een uitstekende uitgangspositie biedt om deze koploperspositie
te verwerven en uit te bouwen,
Besluit:
aan de doelstellingen op pagina 183 aan de regel:
‘Amsterdam versterkt zijn positie als innovatie- en kenniscentrum
toe te voegen:
“Amsterdam wil in Europa zijn leidende positie op het gebied van duurzame
technologie en innovatie uitbouwen”
en als vierde doelstelling toe te voegen:
‘Amsterdam wordt internationaal herkend als een centrum van groene innovatie,
kennis en bedrijvigheid’
Het lid van de gemeenteraad,
RJ. Groen
1
| Motie | 1 | discard |
Gemee nte Bezoekadres
Jodenbreestraat 25
Am ste rd am 1011 NH Amsterdam
Postbus 1840
1000 BV Amsterdam
Telefoon 14 020
€ amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 1840, 1000 BV Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad
Datum 11 juni 2019
Behandeld door Luc Holleman, [email protected]
Corynne Oude Avenhuis, [email protected]
Bijlage(n) Adviesrapport: Een cultuurhuis in Oost
Onderwerp Afdoening motie 1255 van de leden Duijndam, Ernsting, Moorman en Van Soest inzake
de Begroting 2018 (redding theater Oostblok voor de realisering van een vijfde
cultuurhuis in Amsterdam)
Geachte raadsleden,
Met genoegen hebben Dagelijks bestuurder Ivar Manuel namens het dagelijks bestuur van
stadsdeel Oost en wethouder Kunst en Cultuur, Touria Meliani namens het college van
Burgemeester en Wethouders op 28 februari het adviesrapport Een Cultuurhuis in Oost in
ontvangst genomen. Wij willen de kwartiermaker cultuurhuis Oost, Moncef Beekhof, hartelijk
bedanken voor zijn inspanning en het opgeleverde adviesrapport. Het college is verheugd te lezen
dat de kwartiermaker veel gesprekken heeft gevoerd met instellingen in het stadsdeel. Het advies
biedt daarnaast waardevolle aanknopingspunten die meegenomen kunnen worden in de
vervolgstappen naar de realisatie van een cultuurhuis in Oost.
De kwartiermaker heeft in opdracht van stadsdeel Oost en de directie Kunst en Cultuur
onderzocht welke mogelijkheden er zijn om een cultuurhuis in Oost te ontwikkelen. Het CBK Oost
is hierin meegenomen. De kwartiermaker is in gesprek gegaan met diverse culturele instellingen in
het stadsdeel om te komen tot een gedragen voorstel.
Motie verkenning vijfde cultuurhuis in Oost
In de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020 wordt naast vier Cultuurhuizen gesproken over de
mogelijkheid van een vijfde cultuurhuis, mogelijk in Oost: “In de komende periode kunnen ook
andere instellingen, bijvoorbeeld in stadsdeel Oost, zich ontwikkelen tot cultuurhuis en daartoe
een aanvraag indienen bij het AFK. In de aanloop van het Kunstenplan 2021-2024 zal worden
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 41 juni 2019
Pagina 2 van 5
bekeken of het aantal cultuurhuizen in de A-Bis uitgebreid kan worden.” De hoofdlijnen zijn in
november 2015 door de gemeenteraad vastgesteld. |
Bij de begroting 2018 is de motie “redding theater Oostblok voor de realisering van een vijfde
cultuurhuis in Amsterdam” ingediend door de raadsleden Duijndam, Ernsting, Moorman en Van
Soest. In deze motie wordt het college gevraagd een verkenning uit te voeren voor een vijfde
cultuurhuis in Oost en onder meer Oostblok, CBK Oost en Moving Arts Project te betrekken.
Cultuurhuizen Kunstenplan 2017-2020
Amsterdam heeft op dit moment vier cultuurhuizen, te weten: Bijlmer Parktheater (Zuidoost), De
Meervaart (Nieuw-West), Podium Mozaïek (West) en de Tolhuistuin (Noord). De cultuurhuizen
hebben in deze periode een bijzondere rol binnen de Amsterdamse Basisinfrastructuur (A-Bis).
In deze basisinfrastructuur, onderdeel van het Kunstenplan, worden kunst- en cultuurinstellingen |
opgenomen die een essentiële functie vervullen in de stad, een brede verantwoordelijkheid dragen
binnen de kunst-en cultuursector en tezamen het fundament vormen van de gesubsidieerde
culturele infrastructuur. De cultuurhuizen hebben een laagdrempelige programmering en een |
focus op omliggende buurten, maar zijn ook actief in en voor de rest van de stad. De cultuurhuizen
verhouden zich daarmee ook tot kleinere culturele initiatieven in Amsterdam en richten zich ook
tot kinderen en jongeren met cultuureducatie en talentontwikkeling. Tot slot richten de
cultuurhuizen zich op het bereiken van nieuw publiek.
Cultuurhuizen Kunstenplan 2021-2024 |
Inmiddels heeft het college de contouren geschetst van het Kunstenplan 2021-2024 (brief d.d. 14
mei 2019) en daarin aangegeven opnieuw te willen kijken naar de rol en de definitie van
cultuurhuizen, mede op basis van de evalvatie van de cultuurhuizen die de Amsterdamse
Kunstraad binnenkort zal publiceren. De resultaten van de heroverweging worden opgenomen in
de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024, die het college in oktober 2019 aan de raad ter
vaststelling zal voorgeleggen.
Verkenning 2019 van de Amsterdamse Kunstraad
In de Verkenning 2019 introduceert de Amsterdamse Kunstraad de term polycentrisch cultuurhuis.
“Om nog meer verbindende armslag in de stadsdelen te creëren, ziet de kunstraad kansen in een
nieuwe vorm van een cultuurhuis: geen fysieke plek, maar een samenwerkingsverband waarbij
verschillende reeds bestaande instellingen en initiatieven in een wijk samen invulling geven aan
de functie cultuurhuis […]. In dit polycentrische cultuurhuis kunnen instellingen profiteren van
elkaars publieksstromen. Samenwerking kan tot nieuwe programmering leiden en helpen om
nieuwe artistieke uitingen die bottom-up ontstaan, stadsbreed op de kaart te zetten”.
Vier jaar geleden stelde de kunstraad voor om een functie toe te voegen aan het kunstenplan:
‘Cultuureducatieplek in Oost voor meerdere genres’. De Kunstraad ziet in Oost nu een kans om
een polycentrisch cultuurhuis te realiseren.
Het CBK Oost
Stadsdeel Oost heeft in samenwerking met de directie Kunst en Cultuur een
haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheid om het gemeentelijke Centrum voor
Beeldende Kunst Oost (CBK) en Theater Oostblok samen te voegen en te huisvesten in het pand
2
Gemeente Amsterdam Datum 11 juni 2019
Pagina 3 van 5
van het CBK als mogelijke opmaat voor een cultuurhuis in Oost. De conclusie van dit
haalbaarheidsonderzoek is dat de samenvoeging van beide instellingen in dit pand technisch en
juridisch ingewikkeld is en bovendien zeer kostbaar is.
De gemeente staat op het standpunt dat het uitbaten van een kunstuitleen, zoals het CBK nu doet,
geen taak meer is van de overheid. Daarom is in de afgelopen periode een aantal onderzoeken |
gedaan naar verzelfstandiging van CBK Oost. Deze onderzoeken hebben niet geleid tot een
realistisch plan.
Advies kwartiermaker
De kwartiermaker omschrijft Oost als een bruisend stadsdeel met een multicultureel karakter.
Het stadsdeel telt nu ruim 132.000 inwoners, en zal naar verwachting in het komende tien jaar |
groeien tot 180.000 inwoners. Oost wordt omschreven als een stadsdeel van makers en veel
culturele instellingen. Maar ook een stadsdeel waar weinig gezichtsbepalende instellingen zijn
gevestigd.
Cultuurhuis als cultuur netwerk
De kwartiermaker adviseert in Oost breder te kijken dan één gebouw en te stoppen met het
zoeken naar een multifunctionele locatie in Oost waar meerdere kunstdisciplines samenkomen.
Hij ziet het cultuurhuis niet als een gebouw, maar als een functie, een netwerk van verschillende
instellingen met een eigen identiteit. Deze multidisciplinaire aanpak heeft de grootste
slagingskans in stadsdeel Oost omdat op deze manier het grote en diverse aanbod aan kleine
instellingen hierin een plek kunnen krijgen.
Het cultuurhuis in Oost zou niet dus niet één huis moeten zijn maar een netwerk van instellingen.
Deze instellingen behouden hun eigen identiteit en zelfstandigheid maar versterken elkaar binnen
een samenwerkingsverband met een duidelijke meerwaarde. De instellingen vormen wat de
kwartiermaker noemt een culturele hub, die bestaat uit een kleine groep instellingen. Deze
instellingen vertegenwoordigen elk een ander disciplines en hebben allen een achterban. De
kwartiermaker stelt een netwerk-cultuurhuis voor bestaande uit de volgende disciplines en
instellingen:
Theater - Oostblok/Pleintheater
Talentontwikkeling - Nowhere
Beeldende kunst - Framer Framed
Muziek - Q-Factory
Cultuureducatie - De Rode Loper op school
Deze vijf partijen zijn door de kwartiermaker betrokken bij het proces en hebben de intentie
uitgesproken om samen te werken in een cultuurhuisnetwerk.
In de bijlage van het advies is een intentieverklaring opgenomen, ondertekend door de vijf
partijen.
Een duidelijke coördinatie is een vereiste voor het slagen van dit netwerk. Advies van de
kwartiermaker is dan ook een stichting op te richten met als opdracht het coördineren en
stimuleren van de samenwerking. Daarbij kan deze stichting subsidie aanvragen en heeft dus een
3
Gemeente Amsterdam Datum 21 juni 2019
Pagina 4 van 5
juridische entiteit. De vijf voorgedragen partners stappen gelijkwaardig en zelfstandig in de
samenwerking. De kwartiermaker formuleert de volgende algemene ambities voor het netwerk:
1. Eensterk en veerkrachtig netwerk;
2. Bereiken van een groter, diverser en jonger publiek;
3. Doorstromen van talenten;
4. Verstevigen van de internationale positie van de stad.
CBK Oost
De kwartiermaker heeft in zijn advies gekozen voor behoud van de beeldende kunst functie van
het gebouw waarin het CBK Oost is gehuisvest. Hiervoor draagt hij een voor Oost nieuwe instelling
aan, te weten Framer Framed. De kwartiermaker adviseert de kunstuitleen en collectie af te stoten
en deze onder te brengen bij een bestaande stichting voor kunstuitleen, zoals Stichting Beeldende
Amsterdam (SBK) of het CBK Zuidoost.
De kwartiermaker stelt dat er een tekort is aan beeldende kunstinstellingen in Amsterdam. De
kwartiermaker heeft bij het zoeken naar een nieuwe gebruiker van het pand van het CBK Oost
gekeken naar een partij die een breed publiek weet aan te spreken en die onderdeel kan en wil
worden van het cultuurhuis Oost. Zijn advies was Framer Framed, platform en presentatieplek
voor hedendaagse kunst, visvele cultuur en kritische theorie en praktijk. Zij werken zowel lokaal
als internationaal, zijn opgenomen in de landelijke Culturele Basisinfrastructuur (BIS) en ontvangt
vierjarige subsidie van het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK). Framer Framed werkt met
telkens nieuwe curatoren die een nieuw perspectief (frame) tonen. Zij trekken jaarlijks ongeveer |
22.000 bezoekers, veelal tussen de 18 en 35 jaar. In 2018 was Framer Framed genomineerd voor de |
Amsterdamprijs voor de kunst. Framer Framed was al enige tijd opzoek naar een nieuwe plek.
Reactie college
Het college waardeert de inzet van de vijf partijen in het proces naar het advies toe en ziet dit als
een belangrijke eerste stap naar een mogelijk cultuurhuisnetwerk in Oost. Het college ziet het
advies als een opmaat naar de nieuwe periode (Kunstenplan 2021-2024). Het advies draagt bij aan
de wens uit het coalitieakkoord om geografische spreiding van het cultuuraanbod verder uit te |
werken in het Kunstenplan 2021-2024. Cultuurhuizen hebben schakelfuncties binnen het huidige |
Kunstenplan (2017-2020). Zij bieden brede en laagdrempelige programmering waarbij zij zich
richten op de buurt, maar wel grootstedelijk actief en internationaal georiënteerd. Zoals eerder in
deze brief aangegeven, komt het college in de Hoofdlijnennota terug op de rol en definitie van de
cultuurhuizen.
Instellingen
De kwartiermaker noemt vijf partijen die elk een andere disciplines en instellingen
vertegenwoordigen. In de samenstelling van de vier in Oost gevestigde partijen, heeft de
kwartiermaker recht gedaan aan de diversiteit van het aanbod in het stadsdeel. Er komen |
meerdere disciplines samen, wat kan leiden tot nieuwe samenwerking en kunstvormen. Theater
Oostblok, Nowhere, Q-Factory en de Rode Loper op School hebben allemaal wortels in Oost,
werken al lang in en met het stadsdeel en zijn gezichtsbepalend voor het stadsdeel. Moving Arts
Project, dat genoemd wordt in de motie, is één van de partijen waarmee gesproken is. De
kwartiermaker heeft ervoor gekozen vanuit de discipline talentontwikkeling Nowhere aan te
wijzen. “Nowhere weet op de eigen locatie en daarbuiten veel jongeren met een diverse
4
Gemeente Amsterdam Datum 41 juni 2019
Pagina 5 van 5
achtergrond te bereiken en te stimuleren om zich cultureel te ontwikkelen. Het heeft zich
bewezen als een succesvol productiehuis met de wortels stevig in Oost maar met een bereik en
netwerk dat inmiddels landelijk is.” Moving Arts Project zal, net als andere genoemde partijen uit
het advies, via de vertegenwoordigers betrokken kunnen worden bij het cultuurhuisnetwerk.
Hoewel gevestigd in Noord, heeft Framer Framed de afgelopen jaren samengewerkt met diverse
partners uit Oost. Op basis van co-creatie en het delen van ruimtes is het haalbaar voor Framer
Framed de overstap te maken naar Oost. Framer Framed is nu nog gevestigd in de Tolhuistuin.
Vanwege verhoging van de huur zijn zij op zoek naar een nieuwe ruimte.
Het college ziet graag een nadere uitwerking van de samenwerking in de vorm van het
cultuurhuisnetwerk in de vorm van een beleids- en activiteitenplan waarover de Kunstraad of het
Amsterdams Fonds voor de Kunst inhoudelijk kan oordelen. Hiertoe zal een procesbegeleider
aangewezen worden die op korte termijn met de partijen om tafel zal gaan. |
Kunstuitleen |
De kunstuitleen van het CBK Oost blijft voorlopig op de huidige plek functioneren in afwachting |
van verdere besluitvorming. De directie Kunst en Cultuur en stadsdeel Oost zullen een opdracht |
verstrekken aan het Stedelijk Museum Amsterdam om een inventarisatie te maken van de werken
in bezit van het CBK Oost. Indien er belangrijke werken voor de Collectie Amsterdam worden |
gevonden, dan blijven deze behouden voor de collectie Amsterdam. Ook zal onderzocht worden |
of een andere kunstuitleen, zoals SBK of CBKZO, de collectie over kan nemen onder dezelfde |
voorwaarden als het CBK. Uitgangspunt daarbij is dat zij zowel de werken als de abonnementen |
overnemen, inclusief de schuld in opgebouwde tegoeden die daarmee gemoeid zijn. Een |
onderbouwd voorstel voor de overdracht van de collectie ontvangt u in een aparte
raadsvoordracht, naar verwachting eind 2019.
Hierbij beschouwen wij motie 1255 van de leden Duijndam, Ernsting, Moorman en Van Soest |
inzake de Begroting 2018 (redding theater Oostblok voor de realisering van een vijfde cultuurhuis
in Amsterdam) als afgedaan.
Wij vertrouwen erop u hiermee voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet, |
Namens het college van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,
\
|
|
Toya Meliani
Í Wethouder Kunst en Cultuur
5
| Motie | 6 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 894
Datum indiening 17 juni 2020
Datum akkoord 6 juli 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake hagenpreken in
Amsterdamse parken
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De afgelopen maanden bevonden we ons allen in de digitale wereld. Vergaderingen,
bijeenkomsten en evenementen; zo ook religieuze bijeenkomsten en erediensten.
Religieuze gemeenschappen hebben maandenlang hun geloof niet actief met elkaar
kunnen delen, terwijl samenkomst belangrijk is voor het bemoedigen en aansterken
van elkanders en eenieders geloof. Geloven is iets individueels, maar ook iets wat
samen wordt gedaan. Voor veel mensen zijn religie en erediensten dan ook van
hetzelfde belang als voetbalstadions en voetbalsupporters: Ajax-supporters zingen
liever niet in hun eentje, maar willen samenkomen om de spelers en de mede-
supporters te ontmoeten, aan te moedigen, toe te juichen en te bezingen. Om deze
redenen is het dat ook gelovigen graag samenkomen met andere gelovigen. Tevens
is de kerk ook een ontmoetingsplaats waar met elkaar gesproken wordt en contact
wordt gemaakt, juist ook met mensen voor wie contact met andere mensen niet
vanzelfsprekend is. Op die manier is de maatschappelijke waarde van de kerk voor
de stad ook enorm.
Vanaf 1 juni 2020 was het dan weer mogelijk om in een ruimte bijeen te komen met
maximaal 30 personen. De kanttekening hierbij was alleen dat het advies was dat er
niet gezongen mocht worden omdat dit meer risico voor de verspreiding van het virus
met zich meebracht. Net zoals het feit dat samenkomst belangrijk is voor religieuze
gemeenschappen, is zingen ook een kernonderdeel van kerken. Bij het verbod op
samenzang wordt ook de vrijheid van geloofsuiting aangetast.
Een goed geventileerde ruimte verlaagt het risico op de verspreiding van het
coronavirus. Veel kerken zijn hier echter niet op uitgerust en bezitten het budget niet
hiervoor.
De fractie van de ChristenUnie Amsterdam ziet hier een mogelijke oplossing voor,
namelijk de verplaatsing van de diensten naar de buitenlucht voor
kerkgemeenschappen die aangeven daar behoefte aan hebben als aanvulling op of
vervanging van reguliere diensten. Bijv. Amsterdamse parken, maar ook andere
plaatsen en velden in de wijken bevatten immers voldoende ruimte om gelovigen
samen te laten komen. Daarnaast is het besmettingsrisico in de buitenlucht ook veel
kleiner, wanneer ook de 1,5 meter afstand wordt gehouden. De openbare ruimte is
van een ieder en daarom wil de fractie van de ChristenUnie ook dat het college
meedenkt over een oplossing.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 504 Gemeenteblad R
Datum 6 juli 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 17 juni 2020
De fractie van de ChristenUnie Amsterdam ziet graag dat het gesprek wordt
aangegaan met kerken en andere religieuze gemeenschappen, om hierin mee te
denken over een geschikte oplossing die bij de gemeenschap past wanneer men
behoefte heeft om in de buitenlucht samen te komen. Daarmee pleit de fractie dus
voor toestemming voor kerkelijke gemeenten die zich hiervoor aanmelden om
hagenpreken te houden in de Amsterdamse parken, met inachtneming van de
maatregelen. Zo kan de fractie van de ChristenUnie zich bijvoorbeeld goed
voorstellen dat er veel kerken zijn in Zuidoost die graag in een gedeelte van het
Nelson Mandelapark bijeen zouden willen komen op de zondagochtend, een relatief
rustig moment in de parken.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Erkent het college dat voor religieuze gemeenschappen de matiging van
samenkomst en de schrapping van samenzang de vrijheid van geloofsuiting
aantast?
Antwoord:
Ondanks dat er voor religieuze samenkomsten meer ruimte is geboden dan voor
andersoortige bijeenkomsten is er zeker sprake van een inperking van de
mogelijkheden om het geloof te belijden zoals men gewend was. Dit werd door
het rijk noodzakelijk geacht ter voorkoming van verder verspreiding van het
coronavirus.
2. Is het college bereid om het gesprek aan te gaan met kerken en andere religieuze
gemeenschappen, en mee te denken over alternatieven voor hun gebruikelijke
erediensten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college is uiteraard bereid om met religieuze gemeenschappen mee te
denken over alternatieven in de open lucht en openbare ruimte. Echter, de
noodverordening zoals deze geldt sinds 1 juli geeft veel meer mogelijkheden voor
religieuze bijeenkomsten. Er geldt geen maximum aantal aanwezigen meer in een
besloten ruimte, zolang er sprake is van 1,5 meter afstand. Wel moet er aan de
volgende voorwaarden worden voldaan: vaste zitplaatsen, reservering en
gezondheidscheck.
Daarnaast is het inderdaad verboden om in de publieke ruimte of in een besloten
plaats in groepsverband te zingen. Dit verbod geldt echter niet voor zang als
onderdeel van belijdenis van godsdienst of levensovertuiging (artikel 2.4
Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 1 juli
2020).
Het college verwacht dat hiermee voldoende mogelijkheden zijn voor het belijden
van het geloof zoals gewenst, maar spreekt graag verder met de
gemeenschappen indien dit niet het geval is.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer 6 jui 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 17 juni 2020
3. Is het college bereid om toestemming te geven voor hagenpreken in de
Amsterdamse parken bij aanmelding? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 4.
4. Stel dat een gemeente in de buitenlucht wil samenkomen om bijvoorbeeld samen
te zingen of een eredienst te houden in de open lucht, wordt dit dan aangemerkt
als demonstratie, betoging en/of manifestatie? Aan welke regels zal dan moeten
worden voldaan?
Antwoord:
Belijdenis in de openbare ruimte, zoals erediensten, hagenpreken of gezamenlijke
(vrijdag)gebeden, kan worden aangemerkt als een manifestatie in de zin van Wet
openbare manifestaties (WOM) en geniet daarbij dezelfde status als
demonstraties: Het is een door de Grondwet aan een ieder gegeven recht.
De organisator hoeft geen toestemming te verkrijgen van de overheid. Wel
moeten ze de manifestatie tijdig aanmelden zodat de overheid zich kan
voorbereiden en kan beoordelen of er aanleiding is om op grond van de WOM
voorschriften te stellen. Ook is het van belang dat de overlast beperkt blijft en de
manifestatie niet de verschijningsvorm krijgt van een evenement, waarvoor wel
vereiste vergunningen nodig zijn. Het is bovenal van belang dat de RIVM-
richtlijnen ook buiten onverkort worden nageleefd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 127
Datum akkoord 5 maart 2015
Publicatiedatum 6 maart 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer J.M. Paternotte en
de heer D.W.S. Peters van 9 februari 2015 inzake het Programma Vluchtelingen.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Sinds een groep uitgeprocedeerde asielzoekers in Osdorp een tentenkamp
opsloegen, ruim twee jaar geleden, wordt er binnen de gemeente Amsterdam hard
gewerkt aan een duurzame oplossing voor de opvang asielzoekende mensen,
die uitgeprocedeerd zijn, maar niet (kunnen) worden uitgezet.
Inmiddels is er met het rijk overeenstemming dat er minimaal een bed-, bad- en
broodvoorziening gerealiseerd wordt voor deze groep. Binnen de gemeente
Amsterdam zijn er op dit moment op twee locaties met dergelijke voorzieningen.
Ook is de gemeente voorbereidingen aan het treffen voor de opening van een loket,
waar (een deel van) deze groep terecht kan voor aanvullende hulp en advies: Het
Programma Vluchtelingen.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 9 februari 2015, respectievelijk
namens de fracties van D66 en de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement
van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het
college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Hoe ziet het Programma Vluchtelingen eruit?
Antwoord:
Het Programma Vreemdelingen beoogt, in samenwerking met alle betrokken
partijen, een perspectief te bieden aan ongedocumenteerde vreemdelingen. Bij
de uitwerking van het Programma worden de ervaringen met de groep We are
Here, de pilot in de Vluchthaven en de inmiddels gerealiseerde Bed, Bad en
Broodvoorziening meegenomen.
Het programma voorziet in een vreemdelingenloket, waarin — in samenwerking
met de betrokken partijen — de individuele situatie van de vreemdeling wordt
getoetst. Op basis van deze toetsing kunnen personen toegang krijgen tot voor
hen passende voorzieningen. Voor toegang tot een voorziening in het Programma
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing 1e Gemeenteblad R
Datum 6 maart 2015 Schriftelijke vragen, maandag 9 februari 2015
zijn aanvullende criteria aan de orde: er moet sprake zijn van kwetsbaarheid en/of
men moet actief willen meewerken aan een oplossing, waaronder ook terugkeer
is te verstaan. Het Programma kent vervolgens vier hoofdlijnen waarlangs wordt
gewerkt: 1) revitalisering 2) juridische mogelijkheden 3) verminderen psychische
problematiek en 4) werken aan de toekomst. Deze werkwijze heeft binnen de
Vluchthaven een positief resultaat gehad op het krachtiger en zelfredzamer
worden van personen. De voorzieningen binnen het Programma kennen
activerende begeleiding, zoals cursussen en trainingen. Daarnaast voorziet het
programma in 120 plaatsen 24-uursopvang, waarvan in beginsel 60 voor
kwetsbare personen en 60 voor personen die aantoonbaar werken aan terugkeer.
De criteria voor toegang worden nader uitgewerkt. Via trajecten die bestaan uit
activerende begeleiding en opvang kunnen personen gestructureerd aan hun
toekomst werken. Deelname aan het Programma is eindig in tijd; door middel van
een ondersteunende regiestructuur met casusoverleg wordt de voortgang
bewaakt. Het Programma eindigt als iemand is hersteld dan wel als de beoogde
oplossing binnen een realistische termijn is bereikt of indien de vreemdeling zich
niet aan de gemaakte afspraken houdt.
De Bed, Bad, Brood-voorziening (BBB) is toegankelijk voor alle vreemdelingen
(ook na beëindiging van een activeringstraject). Hier is een humanitaire
ondergrens gegarandeerd en hoeft geen enkele vreemelding op straat
overnachten. Door de combinatie van het Programma met de BBB voorziet de
gemeente Amsterdam in een samenhangend pakket van voorzieningen,
waardoor niemand hoeft te verkommeren op straat en iedereen de gelegenheid
krijgt de toekomst in eigen hand te nemen.
2. Wie gaan we voor dit programma in aanmerking komen?
Antwoord:
Het Programma Vreemdelingen wordt ontwikkeld voor kwetsbare personen en
personen die willen werken aan een oplossing. Die oplossing kan soms in
Nederland liggen, maar werken aan terugkeer hoort daar in veel gevallen
nadrukkelijk ook bij. Om toegang tot de 24-uursopvang te krijgen moet er sprake
zijn van kwetsbaarheid of men moet aantoonbaar bereid zijn aan de eigen
toekomst (veelal terugkeer) te werken. Voor alle anderen wordt de humanitaire
ondergrens gewaarborgd middels toegang tot de Bed Bad Brood-voorziening.
Verder staat het particuliere organisaties vrij om zelf en voor eigen rekening
dagbesteding te organiseren. De gemeente zal daar geen bemoeienis bij hebben.
3. Wanneer zal het programma uiterlijk starten?
Antwoord:
Zoals in de Raadsbrief d.d. 21 januari 2015 is vermeld, zal het concept
uitvoeringsplan — met daarin de uitwerking van het Programma Vreemdelingen —
op 1 april 2015 gereed zijn. Het uitvoeringsplan wordt samen met beoogde
maatschappelijke partners en overheidsinstanties van het Programma opgesteld.
Ook is een concrete locatie in beeld voor de realisatie van het vreemdelingen-
loket. Verder is onderzoek gestart naar geschikte locaties voor de huisvesting van
kwetsbare personen. De daadwerkelijke operationele uitvoering van het
Programma zal op 1 juli 2015 van start gaan.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng 1e Gemeenteblad
Datum 6 maart 2015 Schriftelijke vragen, maandag 9 februari 2015
Om u te informeren over de voortgang ontvangt u voor de Commissie Algemene
Zaken van 9 april 2015 een hoofdlijnenuitwerking van het Programma
Vreemdelingen. Voor 18 juni 2015 kunt u het Uitvoeringsplan van het Programma
verwachten, inclusief de financiële paragraaf.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Bezoekadres
> Gemeente Bezoek
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 17 november 2020
Ons kenmerk
Behandeld door
Bijlage
Onderwerp Reactie op motie 704.20 d.d. 10 juni 2020 van raadslid Ceder (CU) en raadslid
Boomsma (CDA) inzake de Woonbrief en de Factsheet woningmarkt (verkoop
sociale huurwoningen aan bewoners zelf)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 11 juni 2020 heeft vw raad bij de behandeling van de
Woonbrief 2020 en de Factsheet woningmarkt, motie 704.20 van raadsleden Ceder (CU) en
Boomsma (CDA) aangenomen, waarin het college gevraagd wordt om:
1. Corporaties te verzoeken om de woningen waarvan overwogen wordt om ze te verkopen
allereerst aan de zittende bewoners ter koop aan te bieden;
2. Daarbij te onderzoeken of er een mogelijk doorverkoopverbod bijgevoegd kan worden.
Reactie college
Het college heeft de motie voorgelegd aan de corporaties waarop de corporaties het volgende
aangeven:
Als een complex van een corporatie gereed is voor verkoop, krijgen de huurders bericht en wordt
hen de mogelijkheid geboden om hun eigen woning te kopen. Het komt voor dat bepaalde
woningen in dat complex worden uitgezonderd van verkoop, bijvoorbeeld grote woningen of
rolstoelwoningen. Die woningen blijven voor de verhuur beschikbaar.
In het verleden waren er meer complexen die gereed kwamen voor verkoop. Door de rem op de
verkoop de laatste jaren, zijn er meer complexen waarvan de woningen niet meer worden
verkocht maar bij vrijkomen weer worden verhuurd.
De corporaties mogen slechts met een korting van maximaal 10% op de marktwaarde, de
woningen verkopen aan zittende huurders. Gezien het prijspeil in Amsterdam wordt er daardoor
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum: 17 november 2020
Pagina 2 van 2
niet veel aan de zittende bewoners verkocht. Al gebeurt het wel. In 2015 werd er nog 11% verkocht
aan zittende bewoners. In 2019 is dat teruggelopen naar 3%.
Corporaties mogen zonder toestemming van de Autoriteit woningcorporaties (Aw) alleen aan
natuurlijke personen de woning verkopen voor eigen bewoning (of voor bewoning door een
eerstegraads bloed- of aanverwant). Alle Amsterdamse woningcorporaties werken met regels om
te zorgen dat een koper zelf in de woning gaat wonen en dat de woning niet (snel) wordt
doorverkocht of wordt verhuurd. Dat gebeurt door zo veel mogelijk selectie aan de poort en via
een zelfbewoningsclausule in het koopcontract van minimaal twee jaar (bij een enkele corporatie
drie jaar).
Het college beschouwt hiermee motie 704.20 als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Laurens Ivens
Wethouder Bouwen en Wonen
| Motie | 2 | discard |
Bezoekadres
> < Gemeente hee
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de Raadscommissie Bouwen en Wonen
Datum 2 mei 2017
Ons kenmerk 2017-3913
Uw kenmerk
Behandeld door Laura Uittenbogaard, [email protected]
Kopie aan
Bijlage
Onderwerp Bestuurlijke reactie op motie 295 van de leden Van Dantzig, Van Osselaer, Dijk,
Flentge en Boomsma inzake middenhuurwoningen voor gezinnen.
Geachte raadsleden,
Op 6 april 2017 heeft de raad unaniem motie 295 aangenomen, inzake middenhuurwoningen voor
gezinnen van de raadsleden Van Dantzig, Van Osselaer, Dijk, Flentge en Boomsma.
Er is een groot tekort aan middeldure huurwoningen die langdurig in het middensegment blijven.
Ook voor gezinnen is een tekort aan middeldure huurwoningen. Het college deelt deze zorg en
heeft op 2 mei besloten het “Actieplan meer middeldure huur” ter besluitvorming aan uw raad
voor te leggen, waarin de behandeling van motie 295 is opgenomen.
In het “Actieplan meer middeldure huur” wordt voorgesteld om een deel van de nieuwe
middeldure huurwoningen geschikt te maken voor gezinnen. Gezien het feit dat 25% van de
huishoudens met een middeninkomen een gezin is (dat is 3,75% van alle huishoudens), is het niet
nodig om alle nieuwe middeldure huurwoningen groter te maken.
In het Actieplan wordt voorgesteld om per project afspraken te maken over de woninggrootte en
het aantal woningen voor gezinnen. Dit zal onderdeel zijn van de totale programmatische
afweging. Voorwaarde 1 tot en met 5 uit het Actieplan zijn ook van toepassing op deze
woningen.Met de vaststelling van het “Actieplan meer middeldure huur” beschouwt het college
motie 295 als afgedaan.
Het college van rgemgpster en wethouders van Amg
/
ri
Jb
Sl
mr. E.E. van der mr. A HlPvarfr
burgemeester 8 jen
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
| Motie | 1 | train |
 _ Fractie VVD Nieuw-West
 IA Pieter Calandfaan í — kamer 0.23
Gn Co, 1065 KH Amsterdam
E| 5 http://www.vvdnieuwwest.nl
od E-mail [email protected]
Bankrekeningnummer ING 4604620
Amsterdam, 25 februari 2013
Beste leden van de griffie,
Namens de VVD fractie willen wij komende raadsvergadering het onderstaande als
actualiteit aan de orde stellen.
Donderdag stond in de metro vermeld dat het stadsdeel zogenaamde Fair Play Coaches zijn
ingesteld. Deze coaches moeten volgens het artikel tot het einde van het seizoen op
sportpark Sloten mensen aanspreken op hun gedrag op en buiten het veld. Volgens het
artikel zouden deze coaches betaald zijn uit een restant van een subsidie van vorig jaar.
Hierover heeft de VVD de volgende vragen aan het Dagelijks Bestuur:
1) Deelt u de mening van de VVD dat agressie op en rondom de sportvelden niet alleen op
sportpark Sloten moet worden aangepakt, maar op alle sportparken?
2) Waarom heeft u enkel gekozen voor een tijdelijke maatregel op sportpark Sloten, terwijl
agressie niet alleen op dit sportpark voorkomt?
3) Op welk beleid is deze maatregel gebaseerd?
4) Volgens het artikel wordt deze maatregel betaald middels niet in 2012 uitgegeven
subsidiegelden. Dit betreft daarmee impliciet een wijziging van de begroting 2013. Wanneer
bent u van plan hiervoor toestemming te vragen aan de raad?
5) Het artikel lijkt er van uit te gaan dat deze toestemming reeds door de raad aan u verleent
is. Waarom communiceert u al weer op zo’n voorbarige manier via de media?
Met vriendelijke groeten,
Michèl Tromp & Frans Slats
Raadslid VVD Nieuw-West
Fail Fidy \UALIIES DEWARKEN UE UIUG DIJ IV
Nieuw Sloten
22-02-13 09:33 uur
- n En An Ee S Bend De
ee Ee
Het terrein en clubhuis van Nieuw Sloten. © anp 7 Ì
BIJ voetbalctub SV Nieuw Sloten In Amsterdam Nieuw-West lopen
elk weekend twee Fair Play Coaches (FPC) rond, Zij observeren tot
het eind van het voetbalseizoen de sfeer tijdens wedstrijden op en
rond de voetbalvelden. Dat meldt Metro.
De coaches zijn aangesteld door stadsdeel Nieuw-West, naar aanleiding
van de fatale mishandeling van grensrechter Richard Nieuwenhuizen
door spelers van Nieuw Stoten, Het idee om de coaches aan te stellen is
afkomstig van Sclandri, een organisatie die het sportbuurtwerk in
Nieuw-West verzorgd. Wekelijks brengen de ‘handhavers’ verslag uit van
wat zij zien en ervaren aan Sciandri, Daarnaast brengen ze maandelijks
het stadsdeel op de hoogte van hun ervaringen.
De Fair Play Coaches spreken met name met ouders en bezoekers langs
de lijn, maar ook met trainers, voetballers en bestuurders van de thuis-
en uitspelende voetbalclubs. Indien nodig worden mensen aangesproken
op hun gedrag.
| Actualiteit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 199
Ingekomen onder E
Ingekomen op woensdag 12 februari 2020
Behandeld op woensdag 12 februari 2020
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van lid Nanninga inzake (geen excuses voor slavernijverleden namens alle
Amsterdammers)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het initiatiefvoorstel "Voorbereiding Amsterdamse excuses
Constaterende dat:
op 25 juni 2019 een initiatiefvoorstel is ingediend door DENK, GroenLinks, Bijl,
ChristenUnie, PvdA, D66 en de SP;
in dit initiatiefvoorstel wordt opgeroepen onderzoek te doen naar de rol van de
gemeente Amsterdam in de slavernijgeschiedenis van Nederland;
in het voorstel daarnaast wordt opgeroepen de uitkomst van dit onderzoek een
opmaat te laten zijn om op 1 juli 2020 namens de gemeente formele excuses aan te
bieden voor de rol in het slavernijverleden;
het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in opdracht van het
college wetenschappelijk onderzoek gaat doen naar de rol van het Amsterdamse
stadsbestuur in de slavernij in Azië en het Atlantisch gebied;
het IISG hierbij begeleid wordt door een door het college aangewezen
begeleidingscommissie, voorgezeten door Van Es en waar onder andere Gloria
Wekker aan deelneemt.
Overwegende dat:
-__ het om uiteenlopende redenen schier onmogelijk is van alle Amsterdammers
precies te achterhalen wie er wel en niet van de transatlantische slavenhandel
heeft geprofiteerd;
- het aanbieden van excuses namens alle Amsterdammers daarmee alle
Amsterdammers onterecht tot een groep zou reduceren die als geheel een
collectieve schuld draagt;
-__dit juist tot wij-zij-denken leidt, groepen tegen elkaar opzet en tot polarisatie leidt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De voorgenomen formele excuses voor de rol van het gemeentebestuur in het
Amsterdamse slavernijverleden niet namens alle Amsterdammers aan te bieden.
Ingetrokken
Het lid van de gemeenteraad
A. Nanninga
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1897
Ingekomen onder BK
Ingekomen op donderdag 7 november 2019
Behandeld op donderdag 7 november 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Simons inzake de bestemmingsplannen Herbestemmen
Raambordelen Binnenstad 1° herziening en Herbestemmen Raambordelen
Binnenstad 2e herziening (Onderzoek kosten onteigening ramen Sint Annenkwartier)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de bestemmingsplannen Herbestemmen Raambordelen
Binnenstad 1° herziening en Herbestemmen Raambordelen Binnenstad 2e herziening
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1831).
Constaterende dat:
— Op 16 december 2015 de gemeenteraad een besluit heeft genomen over de
herijking van het project 1012.
— Daarbij is besloten 46 ramen in veertien panden met raamprostitutiebedrijven niet
meer te sluiten.
— Deze ramen zijn geselecteerd op basis van ruimtelijke argumenten.
Overwegende dat:
— Het sluiten van panden, door onteigening, enorme kosten voor de gemeente met
zich meebrengt;
— Het Sint Annenkwartier bij uitstek een goede locatie is voor raambordelen,
vanwege de rust, privacy en veiligheid voor de sekswerkers;
— Het sluiten van de ramen aan de Sint Annenkwartier niet zal bijdragen aan het
verbeteren van werkomstandigheden, de veiligheid of het recht op zelfbeschikking
van de sekswerkers die daar werkzaam zijn;
— Het sluiten van deze ramen voor een extra monopolie zorgt bij de exploitanten;
— De discussie in de raad en in de stad over het Wallen-gebied nog loopt en het
prematuur zou zijn om de onteigening van de panden in de Sint Annenkwartier
door te zetten.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1897 Motie
Datum 7 november 2019
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Te onderzoeken wat de kosten zijn van het onteigenen van de raambordelen in
het Sint Annenkwartier:;
2. De resultaten van dit onderzoek terug te rapporteren naar de raad.
Het lid van de gemeenteraad
S.H. Simons
2
| Motie | 2 | discard |
VN2023-022203 G Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
ij emeente ' '
Onderwijs, Jeugd en % Ruimte en Groen, Water M OW
Zorg % Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MOW van o1 november 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Onderwijs (9)
Agendapunt 7
Datum besluit 1 november 2023
Onderwerp
Advies Kinderraad 2022-2023 over het thema klimaat/duurzaamheid
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de bijlage, met daarin:
Het advies van de kinderraad over het thema klimaat/duurzaamheid.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Motie 7o1 d.d. 11 november 2021 van het lid Rooderkerk (D66)
Bestuurlijke achtergrond
Aan begin van het termijn van de kinderraad 2022-2023, heeft de kinderraad vier thema’s gekozen
waar ze in dit jaar over willen adviseren. Dit zijn de thema’s Verkeersveiligheid, Pesten, Armoede
en Klimaat/duurzaamheid. De kinderraad komt tweewekelijks bij elkaar om over deze thema's te
vergaderen. Dit doen ze onder begeleiding van twee facilitators van de organisatie Discussiëren Kun
Je Leren. Tijdens de vergadering krijgt de kinderraad verschillende dilemma's binnen het thema
voorgelegd. Dat gebeurt in samenwerking met de afdeling die over een gekozen thema gaat. De
kinderraad kiest vervolgens zelf over welk dilemma zij wil adviseren.
De kinderombudsman krijgt een afschrift van de adviezen die de kinderraad aan het college geeft.
Zij kan het college vervolgens vragen wat het met het advies heeft gedaan.
Daarnaast wordt de kinderraad bij de raadscommissie Mobiliteit, Openbare Ruimte en Water
(MOW) uitgenodigd om de raadsleden te informeren over hun advies. De kinderraad bezoekt dit jaar
voor het eerst een raadscommissies. Dit is op verzoek van de gemeenteraad zelf.
Op o4 oktober 2023 heeft de afdeling Uitstootvrije Mobiliteit het advies van de Kinderraad van
Amsterdam over klimaat/duurzaamheid in ontvangst genomen.
Reden bespreking
TKN
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.9 1
VN2023-022203 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam .
Ruimte en Groen, Water
Zorg %
Voordracht voor de Commissie MOW van o1 november 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
nvt
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt
Welke stukken treft v aan?
AD2023-076371 Commissie MOW Voordracht (pdf)
Memo commissie MOW 1 nov 23 advies kinderraad klimaat-
AD2023-076375 ‚
duurzaamheid.docx (msw22)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
# Directie OJZD/ afdeling onderwijs; Diana Tawfik en Alexander Honée, d.tawfik@®amsterdam.nl
en a.honee@&amsterdam.nl; # T.b.v. Uitstootvrije Mobiliteit/Duurzaamheid ; Harry van der
Bergen — beleidsadviseur, H.van.Bergen®amsterdam.nlen Nienke van der Eerden — projectleider,
[email protected]
Gegenereerd: vl.9 2
| Voordracht | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1057
Publicatiedatum 9 oktober 2015
Ingekomen op 8 oktober 2015
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 4/5 november 2015
Onderwerp
Amendement van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2016 (Amsterdamse
energiehuishouding fossielvrij in 2040).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Constaterende dat:
— inde Agenda Duurzaamheid naar voren komt dat de gemeente Amsterdam de
energiehuishouding op termijn volledig fossielvrij — dus niet afhankelijk van kolen,
olie of gas — wil laten zijn;
Overwegende dat:
— het wenselijk is om een ambitie ook een datum te koppelen.
Besluit:
Op pagina 183 de volgende tekst toe te voegen:
‘3. De gemeente Amsterdam werkt met talloze partners aan de verduurzaming van de
energiehuishouding om deze uiterlijk in 2040 volledig fossielvrij — dus niet afhankelijk
van kolen, olie of gas — te laten zijn.
We willen dit onder andere bereiken door een versnelling in zowel opwek als
besparing van energie en een uitfasering van de bestaande fossiele bronnen.”
Op pagina 184 de volgende tekst toe te voegen:
‘3. De gemeente Amsterdam werkt met talloze partners aan de verduurzaming van de
energiehuishouding om deze uiterlijk in 2040 volledig fossielvrij — dus niet afhankelijk
van kolen, olie of gas — te laten zijn.”
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
13 oktober Startbijeenkomst | Uitnodiging staat onder ‘informatie ter kennisname’ op agenda 7
Stadsdeelpanels |september 2022
op 13 oktober
17 t/m 21 Herfstreces
oktober 2022
25 oktober Technische Tijd: 16.00 - 17.30
sessie asiel en Locatie: Stadhuis / Hybride
migratie Aanmelden via: [email protected].
26 oktober 2022 | 12° vergadering | Presentatie ontwikkeling Veren en Sprong over het IJ (60 minuten)
9 november 13° vergadering | Presentatie project de FIX-Brigade (thema werk)
2022 Presentatie Aanpak Noord
14“ vergadering |Presentatie project StageMakers (thema werk)
2022
25 november Heidag
2022
15% vergadering | Presentatie project Impower (thema werk)
2022
21 december 16% vergadering | Presentatie Amsterdam Vitaal en Gezond
2022
28 december Kerstreces
2022 t/m 6
januari 2022
11 januari 2023 |17° vergadering | Presentatie Beter Samen in Noord
Termijnagenda - In te plannen onderwerpen
Portefeuilleho ‚Ambtenaar Onderwerp
uder
Esther Eik | Ellen Muid P ie3 > KS Mal
Wieke van
Buuren
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1714
Publicatiedatum 6 januari 2017
Ingekomen onder G
Ingekomen op woensdag 21 december 2016
Behandeld op woensdag 21 december 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid N.T. Bakker inzake Experimenten Stad in Balans (belevingsvervoer
aan banden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de invulling van de tweede tranche van de prioriteit
Experimenten Stad in Balans (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1659).
Overwegende dat:
— met de groei van het toerisme het gebruik van toeristisch geënt belevingsvervoer,
zoals segways en paardenkoetsen, toeneemt;
— deze vormen van vervoer een forse claim leggen op de openbare ruimte en
infrastructuur;
— hierdoor regulier verkeer hinder ondervindt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
te onderzoeken of voertuigen die te scharen zijn onder belevingsvervoer, te weren
zijn uit delen van het stadscentrum.
Het lid van de gemeenteraad
N.T. Bakker
4
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam KS B
% Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie,
Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop
% Definitieve agenda, donderdag 26 maart 2009
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen
en Inkoop
Tijd 13.30 tot 17.30 uur en zonodig ’s-avonds vanaf 19.30 uur
Locatie De Rooszaal 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 _Inspreekhalfuurpubliek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie KSB
d.d. 05 maart 2009
, Wordt nagezonden.
7 Openstaande toezeggingen
, Wordt nagezonden.
8 Termijnagenda
, Wordt nagezonden.
9 Rondvraag -Tkn lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam K S B
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven,
Deelnemingen en Inkoop
Definitieve agenda, donderdag 26 maart 2009
Kunst en Cultuur
10 BTO: Eindrapportage 2008 en Uitvoeringsplan 2009 Nr. BD2009-000973
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De leden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur,
Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid zijn hierbij uitgenodigd
Lokale Media
11 Instelling en opdrachtformulering adviescommissie lokale media Nr. BD2009-
001904
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid Nederveen (VVD).
Was TKN 1 in de Commissievergadering KSB van 5 maart 2009,
Sport en Recreatie
12 evaluatie sportcentrum nieuwe stijl Nr. BD2009-001905
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Roos (PvdA).
e Was TKN 3 in de Commissievergadering KSB van 5 maart 2009.
13 EK atletiek 2014 Nr. BD2009-001906
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Roos (PvdA).
, Was TKN7 in de Commissievergadering KSB van 5 maart 2009,
Bedrijven
14 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA0832667 Geen waarschuwing bij
wegslepen auto van vergunninghouder Nr. BD2009-001907
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Werf (CDA).
e Was TKN 5 in de Commissievergadering van 5 februari 2009.
De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol is hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in Commissievergadering van 5 maart 2009.
2
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 952
Publicatiedatum 29 juli 2016
Ingekomen op 13 juli 2016
Ingekomen onder AF
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Soest inzake de Voorjaarsnota 2016 (help de onderkant van de
arbeidsmarkt aan het werk).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Constaterende dat:
— in Den Haag een werkgelegenheidsplan van start gaat dat 1.000 werklozen aan
de onderkant van de arbeidsmarkt aan een baan moet helpen.
Overwegende dat:
— _« Amsterdam ook meer conciërges, toeristische medewerkers, stadswachten,
bewakers van fietsenstallingen, terreinknechten bij sportclubs en aanverwante
arbeidskrachten kan gebruiken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken of het Haagse werkgelegenheidsplan voor werklozen aan de
onderkant van de arbeidsmarkt in Amsterdam gekopieerd kan worden en de raad te
informeren over de uitkomsten.
Het lid van de gemeenteraad
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
Jager, Saskia de
Onderwerp: FW: BDA2016/2721 Raadsadres L. 2721 inz evenement koningsdag
Westerdoksplein
Verzonden: zaterdag 27 augustus 2016 12:24
Aan: Jager, Saskia de
Onderwerp: Re: BDA2016/2721 Raadsadres L. 2721 inz evenement koningsdag Westerdoksplein |
Dag Saskia,
Ik ben gisteren even binnen gelopen bij restaurant Hoogendam aan het Westerdoksplein.
De uitbater en echtgenote waren aanwezig en vertelden mij dat ze geen enkele bemoeienis hebben gehad bij de
festiviteiten op ons plein met Koningsdag.
Ook hebben zij verleden jaar een bezwaarschrift bij de gemeente ingediend vertelden ze maar toen was de aanbesteding
al achter de rug. |
Zij hebben veel overlast ervaren van de plaspalen die zowat tegen hun terras aanstonden en daarbij van aangeschoten |
jongelui die dan maar bij hjen naar de toilet gingen en verder niets consumeerden. Ze hebben het gevoel er iemand op te
laten toezien mocht onverhoopt toch weer dit pleinfeest plaats gaan vinden.
Zij gaan samen met een aantal belanghebbenden bekijken om een festiviteit te organiseren voor de direkte bewoners.
Kortom: we zijn allerminst gelukkig met deze partij die geen onderdeel vitmaakt van de buurt.
Hopelijk laat je me tzt weten wat de uitslag is cq gaat worden.
Met vriendelijke groet, |
> Op 19 aug. 2016 om 14:31 heeft Jager, Saskia de <[email protected]> het volgende geschreven: |
>
> Geachte |
7 |
> Hopelijk heeft v met de EuroPride weinig overlast ervaren bij het Westerdoksplein en het een leuk evenement
gevonden. Ik heb v proberen te bereiken per telefoon maar nu dan even middels de mail een vraag. Aangezien ik naar
aanleiding van ons bezoek d.d. 19 juli benieuwd ben of v nog gesproken heeft met het café over de aanvraag die zij
hoogst waarschijnlijk hebben gedaan voor de afgelopen Koningsdag. Of dat u mede doordat het plein een herinrichting
zal krijgen waar v man ook bij betrokken is dat het de komende editie voor Koningsdag zal meevallen op het |
Westerdoksplein? |
> Graag verneem ik van u. U kunt mij uiteraard ook telefonisch bereiken.
> Alvast een fijn weekend toegewenst
>
> Met vriendelijke groet,
>
> Saskia de Jager
>
> -—--Oorspronkelijk bericht-——- |
> Van: Jager, Saskia de
> Verzonden: woensdag 6 juli 2016 10:15
> Onderwerp: RE: BDA2016/2721 Raadsadres L. 2721 inz evenement koningsdag Westerdoksplein
> |
> Geachte
>
> Allereerst moet ik v mijn excuses aanbieden. Dit raadsadres is helaas bij mij blijven liggen. Daarom zou ik graag met u
een afspraak maken om uw onderstaande vragen te beantwoorden en met u het gesprek te voeren over de overlast die
u, zo blijkt vit vw mail, ervaart tijdens Koningsdag. Hopelijk zou v mij uw telefoonnummer willen geven zodat wij een |
afspraak kunnen inplannen dan wel elkaar in ieder geval elkaar kunnen spreken. U kunt mij ook bereiken op onderstaand
telefoonnummer.
>
> Met vriendelijke groet,
|
>
> Saskia de Jager
>
> Verzonden: maandag 41 april 2016 10:20
> Aan: Info gemeenteraad
> Onderwerp: Re: Westerdoksplein |
>
> Goedemorgen, |
> Dank voor uw snelle antwoord. |
> Ik wist niet aan wie ik het moes richten en hoopte op een attente ontvanger en zo is geschied!
> Het beste is lijkt me en hoop ik ook het meest effectief als het in de raad wordt ingebracht. Voor dit jaar is het kwaad al
geschied dus daar verwachten wij niets meer van.
> Maar als u het wil inbrengen in de raad dan hopen wij dat er voor volgend jaar in ieder geval een andere locatie wordt |
gekozen en ook wij een leuke Koningsdag hebben. |
> Dank voor de door v genomen moeite
> Met vriendelijke groet, |
>>
>> Op 11 apr. 2016 om 07:39 heeft Info gemeenteraad <[email protected]> het volgende geschreven: |
>>
>> Goedemorgen
>>
>> In de aanhef is een beetje onduidelijk aan wie v vw mail heeft gericht. Wilt u dit richten aan de leden van de
gemeenteraad, dan nemen wij het als raadsadres in behandeling en wordt het geagendeerd voor de raad van 20 april, |
waarbij de gemeenteraad kan besluiten hoe het wordt afgehandeld, maar dan krijgt waarschijnlijk geen antwoord voor |
27 april. |
>> |
>>
>> Of wilt u dat het rechtstreeks wordt doorgestuurd naar de afdeling Evenementen die hierover gaat ? |
>> |
>> Met vriendelijke groeten |
>> Olga Wolfs
>> Raadsgriffie
>> -—--Oorspronkelijk bericht---
>> Verzonden: zondag 10 april 2016 10:45
>> Aan: Info gemeenteraad
>> Onderwerp: Westerdoksplein
>>
>> Goedemorgen,
>> Verontrust hebben wij kennis genomen dat er weer een evenement is georganiseerd op het Westerdoksplein op
Koningsdag.
>> Wij begrijpen als direkte bewoners werkelijk niet dat er aan onze voeten een dergelijk evenement wordt gehouden.
>> Dat betekent nu dat wij die dag weg moeten uit Amsterdam om die verschrikkelijke herrie niet te hoeven meemaken.
>> Wij wonen aan het Westerdok en zitten al dag en nacht in de herrie van treinen en autoverkeer.
>> Wij hebben zelden totale stilte, dat wisten we toen we hier kwamen wonen maar dat verleden jaar gehouden
pleinfeest is werkelijk een verschrikking.
>> Leuk voor de jongeren maar een ramp voor ons als bewoners, die dag is bij deze vergald. |
>> Komt u eens bij ons luisteren, loop het gebouw eens binnen op die dag dan weet u dat dit echt de laatste keer moet |
zijn. |
>> Ga naar het Westergas terrein, het Stene Hoofd, het stations plein maar niet een plein waar zoveel mensen direkt aan
wonen. |
>> Gaarne reactie van degene die deze absurde beslissing heeft genomen. |
>> |
>> Met vriendelijke groet, |
>> |
e |
| Raadsadres | 2 | train |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.