text
stringlengths 80
6.25k
| text_len
int64 32
3.12k
| src
stringclasses 7
values |
---|---|---|
aantal patiënten was laag bij een aantal locaties van metastasen Er waren minder dan ## patiënten in de volgende groepen peritoneum, bot, lever, long, pleura/mediastinum en huid, en de Twee systematische reviews bevatten meta-analyses over het nut van FDG-PET/CT voor de detectie van onbekende primaire tumoren <PERSOON> en <PERSOON> (###) rapporteerden een gepoolde sensitiviteit en Bij Dong et al (###) was de gepoolde sensitiviteit en specificiteit van FDG-PET/CT ##% (##% BI Vijf studies rapporteerden het aandeel inconclusieve PET of FDG-PET/CT resultaten (waarbij PET beelden niet konden worden beoordeeld als positief of negatief voor de primaire tumor) Het Er zijn geen studies gevonden die de timing van PET-onderzoeken bestudeerden In alle gevonden studies was gebruik gemaakt van PET of FDG-PET/CT na negatieve uitkomst van specifieke Er zijn geen studies gevonden die het effect van het maken van een PET-scan op de overleving bestudeerden Echter, vier studies vergeleken de totale overleving van patiënten bij wie een tumor op een PET-scan was gevonden, met patiënten bij wie geen tumor was gevonden Twee studies rapporteerden dat de totale overleving significant lager was bij patiënten bij wie een primaire tumor zichtbaar was op de PET-scan; twee andere studies vonden geen verschil in de totale overleving Twintig studies rapporteerden het aandeel patiënten bij wie het beleid was veranderd op basis van het PET of FDG-PET/CT resultaat PET-resultaten beïnvloedden het beleid in ongeveer ##% van de gevallen Slechts één studie beschouwde of deze beleidsbeslissingen achteraf correct waren <PERSOON> et al (###) rapporteerden het aandeel gunstige en ongunstige beleidsbeslissingen op basis van PETresultaten (##% respectievelijk #%) De literatuursearch die voor de NICE richtlijn is gedaan, is geactualiseerd Daarnaast is extra gezocht naar studies over andere radiologische technieken dan in de NICE richtlijn beschreven Na de literatuursearch en literatuurselectie bleven ## artikelen over die full-tekst zijn beoordeeld Een aantal artikelen viel vervolgens af omdat deze over PET of PET/CT of mammografie of MRI van de mamma gingen en binnen de inclusiecriteria van de NICE evidence review vielen ##, ##, ##-## Additioneel werd een aantal artikelen geëxcludeerd vanwege methodologische tekortkomingen of inhoudelijke redenen Cianchetti et al publiceerden in ### een retrospectieve analyse over de diagnostiek bij patiënten met een halskliermetastase van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied ## In dit onderzoek werden patiënten geïncludeerd bij wie na routine onderzoek geen primaire tumor werd gevonden Als referentieonderzoek werd panendoscopie en/of laryngoscopie met biopsie uitgevoerd In de analyse werden ### patiënten opgenomen, met een gemiddelde leeftijd van <LEEFTIJD> jaar (range #<LEEFTIJD> jaar), ##% van hen was man Van alle patiënten onderging ##% een CT-onderzoek, ##% kreeg een MRI, ##% een FDG-SPECT onderzoek en #% een FDG-PET of PET/CT Bij ### werd uiteindelijk een primaire tumor gevonden (bevestigd met biopsie) De kans om bij biopsie een primaire tumor te identificeren was groter als er bij lichamelijk onderzoek en/of beeldvormend onderzoek verdachte afwijkingen waren gevonden (p ( #,###) Twintig patiënten ondergingen FDG-SPECT onderzoek; bij.
| 661 | nvmdl |
(###) rapporteerden het aandeel gunstige en ongunstige beleidsbeslissingen op basis van PETresultaten (##% respectievelijk #%) De literatuursearch die voor de NICE richtlijn is gedaan, is geactualiseerd Daarnaast is extra gezocht naar studies over andere radiologische technieken dan in de NICE richtlijn beschreven Na de literatuursearch en literatuurselectie bleven ## artikelen over die full-tekst zijn beoordeeld Een aantal artikelen viel vervolgens af omdat deze over PET of PET/CT of mammografie of MRI van de mamma gingen en binnen de inclusiecriteria van de NICE evidence review vielen ##, ##, ##-## Additioneel werd een aantal artikelen geëxcludeerd vanwege methodologische tekortkomingen of inhoudelijke redenen Cianchetti et al publiceerden in ### een retrospectieve analyse over de diagnostiek bij patiënten met een halskliermetastase van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied ## In dit onderzoek werden patiënten geïncludeerd bij wie na routine onderzoek geen primaire tumor werd gevonden Als referentieonderzoek werd panendoscopie en/of laryngoscopie met biopsie uitgevoerd In de analyse werden ### patiënten opgenomen, met een gemiddelde leeftijd van <LEEFTIJD> jaar (range #<LEEFTIJD> jaar), ##% van hen was man Van alle patiënten onderging ##% een CT-onderzoek, ##% kreeg een MRI, ##% een FDG-SPECT onderzoek en #% een FDG-PET of PET/CT Bij ### werd uiteindelijk een primaire tumor gevonden (bevestigd met biopsie) De kans om bij biopsie een primaire tumor te identificeren was groter als er bij lichamelijk onderzoek en/of beeldvormend onderzoek verdachte afwijkingen waren gevonden (p ( #,###) Twintig patiënten ondergingen FDG-SPECT onderzoek; bij Bij ## patiënten werd een FDG-PET of PET/CT onderzoek uitgevoerd; in vijf gevallen werd hierbij de primaire tumor gevonden De vergelijkingen die in dit onderzoek zijn gedaan zijn bijzonder onduidelijk beschreven Bovendien is het onderzoek retrospectief uitgevoerd; dat wil zeggen dat achteraf is bekeken welke diagnostische tests zijn uitgevoerd Er is daardoor geen sprake van een gecontroleerd experimenteel design, hetgeen de Van Roh et al verscheen in ### een publicatie over het gebruik van FDG-PET in combinatie met CT om de primaire tumor op te sporen bij patiënten met een halslymfklier metastase van onbekende origine ## De studie werd uitgevoerd in een universitair ziekenhuis in Seoul In dit prospectieve cohortonderzoek werden ## opeenvolgende patiënten geïncludeerd Alle patiënten werden met behulp van hoofd en hals CT en FDG-PET geëvalueerd voor uitvoering van endoscopie en gerichte biopsie De gemiddelde leeftijd van de patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ##-##) en het cohort bestond uit ## mannen en # vrouwen De halsmetastasen waren bij ## patiënten (##%) plaveiselcelcarcinomen, bij # patiënten adenocarcinomen en bij # patiënten ongedifferentieerde carcinomen Bij ## patiënten (##%) werd een primaire tumor gevonden (# in de tonsillen, # in de nasofarynx, # in de tongbasis, # in de hypofarynx, # in de mondholte, # in de schildklier) Met de FDG-PET scan werden naast de gevonden primaire tumoren ook nog # fout-positieven gevonden De combinatie FDG-PET met CT was sensitiever dan CT alleen (##% versus ##%, p = #,###), de specificiteit van beide methoden was vergelijkbaar (##% Waltonen et al.
| 695 | nvmdl |
of PET/CT onderzoek uitgevoerd; in vijf gevallen werd hierbij de primaire tumor gevonden De vergelijkingen die in dit onderzoek zijn gedaan zijn bijzonder onduidelijk beschreven Bovendien is het onderzoek retrospectief uitgevoerd; dat wil zeggen dat achteraf is bekeken welke diagnostische tests zijn uitgevoerd Er is daardoor geen sprake van een gecontroleerd experimenteel design, hetgeen de Van Roh et al verscheen in ### een publicatie over het gebruik van FDG-PET in combinatie met CT om de primaire tumor op te sporen bij patiënten met een halslymfklier metastase van onbekende origine ## De studie werd uitgevoerd in een universitair ziekenhuis in Seoul In dit prospectieve cohortonderzoek werden ## opeenvolgende patiënten geïncludeerd Alle patiënten werden met behulp van hoofd en hals CT en FDG-PET geëvalueerd voor uitvoering van endoscopie en gerichte biopsie De gemiddelde leeftijd van de patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ##-##) en het cohort bestond uit ## mannen en # vrouwen De halsmetastasen waren bij ## patiënten (##%) plaveiselcelcarcinomen, bij # patiënten adenocarcinomen en bij # patiënten ongedifferentieerde carcinomen Bij ## patiënten (##%) werd een primaire tumor gevonden (# in de tonsillen, # in de nasofarynx, # in de tongbasis, # in de hypofarynx, # in de mondholte, # in de schildklier) Met de FDG-PET scan werden naast de gevonden primaire tumoren ook nog # fout-positieven gevonden De combinatie FDG-PET met CT was sensitiever dan CT alleen (##% versus ##%, p = #,###), de specificiteit van beide methoden was vergelijkbaar (##% Waltonen et al halslymfklier metastase van een onbekende primaire tumor ## In dit observationele onderzoek werden ### patiënten geïncludeerd De mediane leeftijd van de patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ##-##) en ### van hen was man Er werden verschillende beeldvormende onderzoeken gedaan ### patiënten kregen een CT-scan van de hals, ## patiënten kregen een MRI van de hals, ## patiënten ondergingen alleen was bij deze patiënten ##% en de specificiteit was ##% Bij gebruik van een MRI van de hals werden geen primaire tumoren gevonden; de sensitiviteit was dan ook #; de specificiteit was ##% Opgemerkt moet worden dat maar zeer weinig mensen een MRI van de hals ondergingen Bij gebruik van een PET-scan was de sensitiviteit van de identificatie van een primaire tumor ##% en de specificiteit ##% Bij een combinatie van FDG-PET met CT tenslotte was de sensitiviteit ##% en de specificiteit ##% De redenen voor de keuze van een bepaalde diagnostische test staan niet in dit artikel vermeld Door het beperkte gebruik van MRI, PET of PET/CT is het wel mogelijk dat sprake is Prasad et al publiceerden in ### de resultaten van een prospectief niet-vergelijkend onderzoek over de diagnostische waarde van ##Ga-DOTA-NOC-PET/CT voor de detectie van primaire tumoren bij patiënten met een metastase van een neuroendocriene tumor ## In dit bi-center onderzoek werden ## patiënten met een histologisch bewezen neuroendocriene tumor van een onbekende primaire origine geïncludeerd Bij lichamelijk onderzoek en uitgebreid beeldvormend onderzoek (X-thorax, multislice CT,.
| 678 | nvmdl |
van een onbekende primaire tumor ## In dit observationele onderzoek werden ### patiënten geïncludeerd De mediane leeftijd van de patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ##-##) en ### van hen was man Er werden verschillende beeldvormende onderzoeken gedaan ### patiënten kregen een CT-scan van de hals, ## patiënten kregen een MRI van de hals, ## patiënten ondergingen alleen was bij deze patiënten ##% en de specificiteit was ##% Bij gebruik van een MRI van de hals werden geen primaire tumoren gevonden; de sensitiviteit was dan ook #; de specificiteit was ##% Opgemerkt moet worden dat maar zeer weinig mensen een MRI van de hals ondergingen Bij gebruik van een PET-scan was de sensitiviteit van de identificatie van een primaire tumor ##% en de specificiteit ##% Bij een combinatie van FDG-PET met CT tenslotte was de sensitiviteit ##% en de specificiteit ##% De redenen voor de keuze van een bepaalde diagnostische test staan niet in dit artikel vermeld Door het beperkte gebruik van MRI, PET of PET/CT is het wel mogelijk dat sprake is Prasad et al publiceerden in ### de resultaten van een prospectief niet-vergelijkend onderzoek over de diagnostische waarde van ##Ga-DOTA-NOC-PET/CT voor de detectie van primaire tumoren bij patiënten met een metastase van een neuroendocriene tumor ## In dit bi-center onderzoek werden ## patiënten met een histologisch bewezen neuroendocriene tumor van een onbekende primaire origine geïncludeerd Bij lichamelijk onderzoek en uitgebreid beeldvormend onderzoek (X-thorax, multislice CT, Bij alle patiënten werd een PET/CT onderzoek uitgevoerd na injectie van ##Ga-DOTA-NOC Bij ## van de ## patiënten (##%) kon met dit onderzoek de primaire tumor geïdentificeerd worden Het merendeel hiervan had een tumor in de pancreas (n=##) of in het ileum/jejunum/duodenum (n = ##) Wanneer alleen naar de CTresultaten werd gekeken werd de primaire tumor in ## van de ## patiënten (##%) bevestigd In het artikel staat voorts beschreven dat PET alleen ook een minder resultaat gaf dan de combinatie PET/CT, maar dit is niet gekwantificeerd De SUVmax van de patiënten met een onbekende primaire tumor werd vergeleken met de SUVmax van patiënten met een pancreastumor en patiënten met een ileum/jejunum/duodenum tumor De SUVmax was significant lager bij patiënten met een onbekende primaire tumor (p ( #,##) Bij # van de ## patiënten werd op basis van de resultaten van de ##GaDOTA-NOC receptor PET/CT uitslag een operatie uitgevoerd waarbij de primaire tumor werd verwijderd Bij de overige patiënten bij wie een primaire tumor werd geïdentificeerd was een operatie In het artikel van <PERSOON> et al wordt het diagnostische en behandeltraject van patiënten met levermetastasen van een onbekende primaire neuroendocriene tumor beschreven ## In een groep van ### patiënten met levermetastasen (gemiddelde leeftijd <LEEFTIJD> jaar (range ##-##), ##% man) was bij ## patiënten de primaire tumor niet bekend Bij # van deze patiënten werd vanwege uitgebreide ziekte of comorbiditeit geen nader onderzoek gedaan De overige ## patiënten werden nader onderzocht, tenminste met een CT-scan.
| 687 | nvmdl |
na injectie van ##Ga-DOTA-NOC Bij ## van de ## patiënten (##%) kon met dit onderzoek de primaire tumor geïdentificeerd worden Het merendeel hiervan had een tumor in de pancreas (n=##) of in het ileum/jejunum/duodenum (n = ##) Wanneer alleen naar de CTresultaten werd gekeken werd de primaire tumor in ## van de ## patiënten (##%) bevestigd In het artikel staat voorts beschreven dat PET alleen ook een minder resultaat gaf dan de combinatie PET/CT, maar dit is niet gekwantificeerd De SUVmax van de patiënten met een onbekende primaire tumor werd vergeleken met de SUVmax van patiënten met een pancreastumor en patiënten met een ileum/jejunum/duodenum tumor De SUVmax was significant lager bij patiënten met een onbekende primaire tumor (p ( #,##) Bij # van de ## patiënten werd op basis van de resultaten van de ##GaDOTA-NOC receptor PET/CT uitslag een operatie uitgevoerd waarbij de primaire tumor werd verwijderd Bij de overige patiënten bij wie een primaire tumor werd geïdentificeerd was een operatie In het artikel van <PERSOON> et al wordt het diagnostische en behandeltraject van patiënten met levermetastasen van een onbekende primaire neuroendocriene tumor beschreven ## In een groep van ### patiënten met levermetastasen (gemiddelde leeftijd <LEEFTIJD> jaar (range ##-##), ##% man) was bij ## patiënten de primaire tumor niet bekend Bij # van deze patiënten werd vanwege uitgebreide ziekte of comorbiditeit geen nader onderzoek gedaan De overige ## patiënten werden nader onderzocht, tenminste met een CT-scan Bij ## patiënten werd scintigrafie uitgevoerd; de sensitiviteit hiervan was ##% Een PET-scan tenslotte werd bij # patiënten gedaan; bij # patiënten werd hiermee de primaire tumor gevonden (sensitiviteit ##%) De methodologie van dit onderzoek is summier beschreven, de keuze voor bepaalde diagnostische onderzoeken is niet verantwoord Bovendien zijn sommige onderzoeken (met name MRI en PET-scan) bij zeer weinig patiënten toegepast in dit onderzoek, hetgeen de kans op toevalsresultaten vergroot In ### verscheen een artikel van Iizuka et al , waarin zij ingingen op de diagnostische waarde van laboratoriumonderzoek, CT-onderzoek en biopsie bij patiënten met een wervelkolommetastase van een onbekende primaire tumor ## In dit retrospectieve onderzoek werd bij ## opeenvolgende patiënten bekeken of zij voldeden aan de inclusiecriteria laboratoriumonderzoek (M-proteïne en tumormarkers CEA, CA<DATUM> CA<DATUM> CA###, SCC, NSE, AFP, PIVKA-II, TPA, IAP, thyroglobuline en sIL-#R (en PSA bij mannen)), CT-onderzoek van de thorax, abdomen en bekken, en CT-geleide biopsie van de spinale laesie Dat bleek bij ## patiënten het geval Het is niet bekend in welke setting het onderzoek gedaan is (bijv universitair, perifeer) De gemiddelde leeftijd van de patiënten (## mannen en ## vrouwen) was <LEEFTIJD> jaar (range ##-<LEEFTIJD> jaar) Uiteindelijk werd bij ## patiënten de primaire tumor vastgesteld Bij # patiënten werd een myeloom vastgesteld; M-proteïne was positief in al deze patiënten en negatief in alle andere patiënten Tumormarkerlevels waren verhoogd bij ## van de ## patiënten met een solide tumor en bij alle drie patiënten met een lymfoom Bij myeloom (M-proteïne), lymfoom (sIL-#R) en.
| 721 | nvmdl |
hiervan was ##% Een PET-scan tenslotte werd bij # patiënten gedaan; bij # patiënten werd hiermee de primaire tumor gevonden (sensitiviteit ##%) De methodologie van dit onderzoek is summier beschreven, de keuze voor bepaalde diagnostische onderzoeken is niet verantwoord Bovendien zijn sommige onderzoeken (met name MRI en PET-scan) bij zeer weinig patiënten toegepast in dit onderzoek, hetgeen de kans op toevalsresultaten vergroot In ### verscheen een artikel van Iizuka et al , waarin zij ingingen op de diagnostische waarde van laboratoriumonderzoek, CT-onderzoek en biopsie bij patiënten met een wervelkolommetastase van een onbekende primaire tumor ## In dit retrospectieve onderzoek werd bij ## opeenvolgende patiënten bekeken of zij voldeden aan de inclusiecriteria laboratoriumonderzoek (M-proteïne en tumormarkers CEA, CA<DATUM> CA<DATUM> CA###, SCC, NSE, AFP, PIVKA-II, TPA, IAP, thyroglobuline en sIL-#R (en PSA bij mannen)), CT-onderzoek van de thorax, abdomen en bekken, en CT-geleide biopsie van de spinale laesie Dat bleek bij ## patiënten het geval Het is niet bekend in welke setting het onderzoek gedaan is (bijv universitair, perifeer) De gemiddelde leeftijd van de patiënten (## mannen en ## vrouwen) was <LEEFTIJD> jaar (range ##-<LEEFTIJD> jaar) Uiteindelijk werd bij ## patiënten de primaire tumor vastgesteld Bij # patiënten werd een myeloom vastgesteld; M-proteïne was positief in al deze patiënten en negatief in alle andere patiënten Tumormarkerlevels waren verhoogd bij ## van de ## patiënten met een solide tumor en bij alle drie patiënten met een lymfoom Bij myeloom (M-proteïne), lymfoom (sIL-#R) en hoge specificiteit Bij patiënten met een longcarcinoom werd geen marker gevonden met een dergelijke diagnostische power Van de ## patiënten kon bij ## patiënten op basis van CT-onderzoek een diagnose gesteld worden De biopsie leidde bij ## van de ## patiënten (##%) tot een histologische bevestiging van de diagnose Bij ## patiënten leidden de histologische bevindingen tot een definitieve klinische diagnose De auteurs concluderen dat een laboratoriumanalyse, gelimiteerd tot enkele specifieke tumormarkers en proteïne electroforese zinvol is om tot een diagnose te komen Voor solide tumoren is volgens de auteurs CT-onderzoek nuttig De studie betreft een tamelijk nette retrospectieve analyse, al had wat meer informatie gegeven kunnen worden over de setting van het onderzoek Dat het onderzoek met maar ## patiënten en in waarschijnlijk een enkel <INSTELLING> is uitgevoerd, maakt de In het onderzoek van Yanagawa et al is de rol van FDG-PET in de diagnostiek van primaire tumoren bij patiënten met botmetastasen en metastasen in weke delen van onbekende primaire origine onderzocht ## Het betreft een retrospectieve analyse van ## patiënten, bij wie histologisch metastasen zijn vastgesteld Uit deze analyse zijn ## patiënten geëxcludeerd, omdat de primaire tumor reeds gevonden en behandeld was De overige ## patiënten werden geïncludeerd De gemiddelde leeftijd van deze groep was <LEEFTIJD> jaar (range ##-##) en de groep bestond uit ## mannen en ## vrouwen Botmetastasen kwamen voor bij ## patiënten en metastasen in de weke delen bij # patiënten Alle.
| 682 | nvmdl |
Bij patiënten met een longcarcinoom werd geen marker gevonden met een dergelijke diagnostische power Van de ## patiënten kon bij ## patiënten op basis van CT-onderzoek een diagnose gesteld worden De biopsie leidde bij ## van de ## patiënten (##%) tot een histologische bevestiging van de diagnose Bij ## patiënten leidden de histologische bevindingen tot een definitieve klinische diagnose De auteurs concluderen dat een laboratoriumanalyse, gelimiteerd tot enkele specifieke tumormarkers en proteïne electroforese zinvol is om tot een diagnose te komen Voor solide tumoren is volgens de auteurs CT-onderzoek nuttig De studie betreft een tamelijk nette retrospectieve analyse, al had wat meer informatie gegeven kunnen worden over de setting van het onderzoek Dat het onderzoek met maar ## patiënten en in waarschijnlijk een enkel <INSTELLING> is uitgevoerd, maakt de In het onderzoek van Yanagawa et al is de rol van FDG-PET in de diagnostiek van primaire tumoren bij patiënten met botmetastasen en metastasen in weke delen van onbekende primaire origine onderzocht ## Het betreft een retrospectieve analyse van ## patiënten, bij wie histologisch metastasen zijn vastgesteld Uit deze analyse zijn ## patiënten geëxcludeerd, omdat de primaire tumor reeds gevonden en behandeld was De overige ## patiënten werden geïncludeerd De gemiddelde leeftijd van deze groep was <LEEFTIJD> jaar (range ##-##) en de groep bestond uit ## mannen en ## vrouwen Botmetastasen kwamen voor bij ## patiënten en metastasen in de weke delen bij # patiënten Alle endoscopisch onderzoek en onderzoek naar verschillende tumormarkers Bij ## patiënten was een FDGPET gedaan Bij ## patiënten werd met het conventionele onderzoek een primaire tumor gevonden Bij het FDG-PET onderzoek werd in ## van de ## gevallen een primaire tumor gevonden De sensitiviteit van de set conventionele onderzoeken was ##%, die van FDG-PET (bij een subgroep) was ##% Dit verschil was niet statistisch significant In dit onderzoek is niet duidelijk beschreven waarom bij bepaalde patiënten de keuze voor FDG-PET onderzoek gemaakt werd Dit maakt selectie van de patiënten waarschijnlijk Bovendien zijn de resultaten, vooral voor wat betreft de FDG-PET resultaten, Mammografie en MRI lijken zinvol voor het aantonen, maar niet voor het uitsluiten, van primaire mammacarcinomen bij vrouwen met een axillaire metastase van een Uit gepoolde data van twee systematische reviews blijkt dat PET/CT een sensitiviteit en specificiteit van circa ##% heeft voor de detectie van onbekende primaire tumoren Bij een aantal locaties van metastasen waren de patiëntenaantallen echter zeer laag Deze studies zijn echter onvoldoende om een definitieve voorkeur uit te spreken over PET/CT danwel MRI als primair beeldvormend onderzoek voor detectie van onbekende primaire tumoren bij patiënten met metastasen in het hoofd/hals gebied CT-onderzoek van thorax, abdomen en bekken bij patiënten met een botmetastase van Bij patiënten met een metastase van een onbekend primair neuroendocrien carcinoom is diagnostiek naar een onbekende primaire tumor, hoewel de behandelconsequenties Een PET/CT met ##Ga-Dota-taat tracer wordt in <LOCATIE> in slechts een <INSTELLING> (NKI-AVL) aangeboden.
| 623 | nvmdl |
Bij ## patiënten was een FDGPET gedaan Bij ## patiënten werd met het conventionele onderzoek een primaire tumor gevonden Bij het FDG-PET onderzoek werd in ## van de ## gevallen een primaire tumor gevonden De sensitiviteit van de set conventionele onderzoeken was ##%, die van FDG-PET (bij een subgroep) was ##% Dit verschil was niet statistisch significant In dit onderzoek is niet duidelijk beschreven waarom bij bepaalde patiënten de keuze voor FDG-PET onderzoek gemaakt werd Dit maakt selectie van de patiënten waarschijnlijk Bovendien zijn de resultaten, vooral voor wat betreft de FDG-PET resultaten, Mammografie en MRI lijken zinvol voor het aantonen, maar niet voor het uitsluiten, van primaire mammacarcinomen bij vrouwen met een axillaire metastase van een Uit gepoolde data van twee systematische reviews blijkt dat PET/CT een sensitiviteit en specificiteit van circa ##% heeft voor de detectie van onbekende primaire tumoren Bij een aantal locaties van metastasen waren de patiëntenaantallen echter zeer laag Deze studies zijn echter onvoldoende om een definitieve voorkeur uit te spreken over PET/CT danwel MRI als primair beeldvormend onderzoek voor detectie van onbekende primaire tumoren bij patiënten met metastasen in het hoofd/hals gebied CT-onderzoek van thorax, abdomen en bekken bij patiënten met een botmetastase van Bij patiënten met een metastase van een onbekend primair neuroendocrien carcinoom is diagnostiek naar een onbekende primaire tumor, hoewel de behandelconsequenties Een PET/CT met ##Ga-Dota-taat tracer wordt in <LOCATIE> in slechts een <INSTELLING> (NKI-AVL) aangeboden minder gevoelig is ## Deze test geeft ook aan of de tumor kan reageren op systemische Lutetiumoctreotaat therapie Daarmee kan ook bij uitgebreide ziekte nog een goede palliatie of remissie De diagnostische waarde van mammografie bij metastasen (anders dan axillair) blijkt uit de literatuur beperkt Bij een positieve uitslag van de mammografie verandert echter wel het therapeutisch beleid Dit kan mammografie rechtvaardigen als histologisch onderzoek mammacarcinoom niet uitsluit Voor halslymfkliermetastasen is het van belang om onderscheid te maken tussen metastase van een plaveiselcelcarcinoom en een adenocarcinoom, evenals de locatie in de hals Bij een plaveiselcelcarcinoom in regio I, II en/of III van de hals (het bovenste <DATUM> deel) is de kans groot dat de primaire tumor zich in het hoofd-hals gebied bevindt Bij een metastase van een adenocarcinoom in regio IV en/of VB (de supraclaviculaire regioâs) van de hals is een primaire tumor in het hoofd-hals gebied minder waarschijnlijk Dan is de kans op een thoracale of abdominale primaire maligniteit Beeldvormend onderzoek dient te worden aangevraagd op geleide van de resultaten van pathologie onderzoek, op basis van klachten en symptomen en afhankelijk van de locatie van metastasen, zoals wordt beeldvormend onderzoek van het hele lichaam aanbevolen bij metastasen in het onderste <DATUM> deel van de hals Bij adenocarcinomen wordt beeldvormend onderzoek van het hele lichaam aanbevolen onafhankelijk van de lokalisatie van de metastase Axillaire metastase bij vrouwen mammografie en zonodig MRI van de mammae Bij klinische verdenking op een ovariumcarcinoom echo onderbuik en eventueel CT SPECT(/CT).
| 586 | nvmdl |
tumor kan reageren op systemische Lutetiumoctreotaat therapie Daarmee kan ook bij uitgebreide ziekte nog een goede palliatie of remissie De diagnostische waarde van mammografie bij metastasen (anders dan axillair) blijkt uit de literatuur beperkt Bij een positieve uitslag van de mammografie verandert echter wel het therapeutisch beleid Dit kan mammografie rechtvaardigen als histologisch onderzoek mammacarcinoom niet uitsluit Voor halslymfkliermetastasen is het van belang om onderscheid te maken tussen metastase van een plaveiselcelcarcinoom en een adenocarcinoom, evenals de locatie in de hals Bij een plaveiselcelcarcinoom in regio I, II en/of III van de hals (het bovenste <DATUM> deel) is de kans groot dat de primaire tumor zich in het hoofd-hals gebied bevindt Bij een metastase van een adenocarcinoom in regio IV en/of VB (de supraclaviculaire regioâs) van de hals is een primaire tumor in het hoofd-hals gebied minder waarschijnlijk Dan is de kans op een thoracale of abdominale primaire maligniteit Beeldvormend onderzoek dient te worden aangevraagd op geleide van de resultaten van pathologie onderzoek, op basis van klachten en symptomen en afhankelijk van de locatie van metastasen, zoals wordt beeldvormend onderzoek van het hele lichaam aanbevolen bij metastasen in het onderste <DATUM> deel van de hals Bij adenocarcinomen wordt beeldvormend onderzoek van het hele lichaam aanbevolen onafhankelijk van de lokalisatie van de metastase Axillaire metastase bij vrouwen mammografie en zonodig MRI van de mammae Bij klinische verdenking op een ovariumcarcinoom echo onderbuik en eventueel CT SPECT(/CT) Wat is de diagnostische opbrengst van bronchoscopisch onderzoek bij patiënten met een metastase Wat is de diagnostische opbrengst van endoscopisch onderzoek van het hoofd-hals gebied bij Uit patiëntenseries is gebleken dat bronchoscopie bij ongeveer ##% van de patiënten met voor longmetastasen verdachte afwijkingen een diagnose kan opleveren Er is beperkt bewijs, uit één patiëntenserie, over de diagnostische opbrengst van video-assisted thoraxchirurgie (VATS) Hierbij werd in ###% van de gevallen adequaat weefsel gevonden om een diagnose te stellen Deze beide schattingen komen voort uit patiëntenseries van geselecteerde patiënten met bewezen longmetastasen, en overschatten waarschijnlijk de diagnostische opbrengst van beide procedures in de praktijk Er waren weinig gegevens omtrent complicaties van VATS of bronchoscopisch onderzoek bij het verkrijgen van histologisch materiaal voor de diagnose van voor longmetastasen verdachte afwijkingen Bewijs uit literatuurreviews suggereert dat beide procedures enig risico op complicaties met zich meedragen De gerapporteerde gegevens over peri-operatieve mortaliteit bij diagnostische De literatuursearch die voor de NICE richtlijn is gedaan, is geactualiseerd Na deze literatuursearch en de literatuurselectie bleven # artikelen over, die full-tekst zijn beoordeeld Hierbij vielen opnieuw artikelen af vanwege methodologische tekortkomingen of inhoudelijke redenen (omdat het artikel de Hayashi et al beschreven in ### de resultaten van een prospectief onderzoek waarin zij met behulp van ânarrow band imagingâ de primaire tumor bij patiënten met een cervicale metastase van onbekende origine proberen op te sporen ## Bij deze patiënten kon met CT, MRI, faryngolaryngoscopie en standaard gastroscopie geen primaire tumor geïdentificeerd worden In het onderzoek zijn ## opeenvolgende patiënten geïncludeerd.
| 581 | nvmdl |
bronchoscopisch onderzoek bij patiënten met een metastase Wat is de diagnostische opbrengst van endoscopisch onderzoek van het hoofd-hals gebied bij Uit patiëntenseries is gebleken dat bronchoscopie bij ongeveer ##% van de patiënten met voor longmetastasen verdachte afwijkingen een diagnose kan opleveren Er is beperkt bewijs, uit één patiëntenserie, over de diagnostische opbrengst van video-assisted thoraxchirurgie (VATS) Hierbij werd in ###% van de gevallen adequaat weefsel gevonden om een diagnose te stellen Deze beide schattingen komen voort uit patiëntenseries van geselecteerde patiënten met bewezen longmetastasen, en overschatten waarschijnlijk de diagnostische opbrengst van beide procedures in de praktijk Er waren weinig gegevens omtrent complicaties van VATS of bronchoscopisch onderzoek bij het verkrijgen van histologisch materiaal voor de diagnose van voor longmetastasen verdachte afwijkingen Bewijs uit literatuurreviews suggereert dat beide procedures enig risico op complicaties met zich meedragen De gerapporteerde gegevens over peri-operatieve mortaliteit bij diagnostische De literatuursearch die voor de NICE richtlijn is gedaan, is geactualiseerd Na deze literatuursearch en de literatuurselectie bleven # artikelen over, die full-tekst zijn beoordeeld Hierbij vielen opnieuw artikelen af vanwege methodologische tekortkomingen of inhoudelijke redenen (omdat het artikel de Hayashi et al beschreven in ### de resultaten van een prospectief onderzoek waarin zij met behulp van ânarrow band imagingâ de primaire tumor bij patiënten met een cervicale metastase van onbekende origine proberen op te sporen ## Bij deze patiënten kon met CT, MRI, faryngolaryngoscopie en standaard gastroscopie geen primaire tumor geïdentificeerd worden In het onderzoek zijn ## opeenvolgende patiënten geïncludeerd (range ##-##); ## patiënten waren man en # vrouw Met narrow band imaging werden bij ## patiënten ## laesies gevonden Bij ## patiënten werden in totaal ## laesies histologisch bevestigd; het betrof in alle gevallen plaveiselcelcarcinoom De primaire tumor in het hoofd-halsgebied werd dus in ##% van de gevallen ontdekt door narrow band imaging De rest van het artikel gaat over de behandeling van de primaire tumoren; dat is in dit hoofdstuk niet relevant en wordt dan ook verder In ### verscheen het artikel van Sakai et al , waarin zij de resultaten van een vergelijkende studie publiceerden op het gebied van endoscopie ## In dit artikel werd de diagnostiek van ## patiënten met halslymfkliermetastasen van een onbekende primaire tumor retrospectief geanalyseerd Patiënten uit de periode ### tot ### werden hierbij geïncludeerd In de periode ###-### werd diagnostiek verricht met een normale video-endoscoop met het hoofd in rechte positie Sinds ### zijn ook andere methodes toegepast, namelijk âhooded video endoscopieâ en ânarrow band imagingâ Ook is endoscopie toegepast met het hoofd in andere posities, namelijk met geroteerd hoofd, met gebogen hoofd en met ingehouden adem De nieuwe methoden zijn toegepast bij ## patiënten en vergeleken met de gebruikelijke methode, die bij ## patiënten is gebruikt Met de oude methode werd bij ## van de ## patiënten een primaire tumor ontdekt, waarvan bij # patiënten in de hypofarynx; de detectierate met deze methode was ##%.
| 632 | nvmdl |
## patiënten waren man en # vrouw Met narrow band imaging werden bij ## patiënten ## laesies gevonden Bij ## patiënten werden in totaal ## laesies histologisch bevestigd; het betrof in alle gevallen plaveiselcelcarcinoom De primaire tumor in het hoofd-halsgebied werd dus in ##% van de gevallen ontdekt door narrow band imaging De rest van het artikel gaat over de behandeling van de primaire tumoren; dat is in dit hoofdstuk niet relevant en wordt dan ook verder In ### verscheen het artikel van Sakai et al , waarin zij de resultaten van een vergelijkende studie publiceerden op het gebied van endoscopie ## In dit artikel werd de diagnostiek van ## patiënten met halslymfkliermetastasen van een onbekende primaire tumor retrospectief geanalyseerd Patiënten uit de periode ### tot ### werden hierbij geïncludeerd In de periode ###-### werd diagnostiek verricht met een normale video-endoscoop met het hoofd in rechte positie Sinds ### zijn ook andere methodes toegepast, namelijk âhooded video endoscopieâ en ânarrow band imagingâ Ook is endoscopie toegepast met het hoofd in andere posities, namelijk met geroteerd hoofd, met gebogen hoofd en met ingehouden adem De nieuwe methoden zijn toegepast bij ## patiënten en vergeleken met de gebruikelijke methode, die bij ## patiënten is gebruikt Met de oude methode werd bij ## van de ## patiënten een primaire tumor ontdekt, waarvan bij # patiënten in de hypofarynx; de detectierate met deze methode was ##% ontdekt, waarvan bij ## patiënten in de hypofarynx; de detectierate in deze groep was ##% Er was een significant verschil in detectierate tussen beide groepen (p = #,##; ï£#-test) Deze studie is niet gecontroleerd opgezet Het is waarschijnlijk dat er meer verschillen tussen de beide groepen zijn dan alleen de interventie die is toegepast, juist ook door het verschil in tijd van beide interventies Bovendien is het aantal gevonden primaire tumoren in beide groepen klein De resultaten van dit onderzoek moeten dan ook met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd Bronchoscopie en video-assisted thoraxchirurgie kunnen nuttig zijn voor de identificatie van primaire tumoren bij patiënten met een longmetastase van een tumor van laryngoscopie, oesofagoscopie cervicale deel) heeft een toegevoegde waarde bij de diagnostiek van onbekende primaire tumoren bij patiënten met halslymfkliermetastasen plaveiselcelcarcinoom in regio I, II en/of III (het bovenste <DATUM> deel) van de hals is de kans groot dat de regio IV of VB (de supraclaviculaire regioâs) van de hals is een primaire tumor in het hoofd-hals gebied minder waarschijnlijk Dan is de kans op een thoracale of abdominale primaire maligniteit groter Hier dient rekening mee gehouden te worden bij de beslissing om wel of geen endoscopisch onderzoek van De combinatie van morfologie en immuunfenotypering geeft doorgaans maar niet altijd een betrouwbare voorspelling of een levermetastase van het colon afkomstig is Gezien de relatief goede behandelbaarheid van colontumoren is het belangrijk om bij patiënten met een levermetastase middels coloscopie een primair coloncarcinoom uit te sluiten ook indien de immuunfenotypering hier geen.
| 621 | nvmdl |
##% Er was een significant verschil in detectierate tussen beide groepen (p = #,##; ï£#-test) Deze studie is niet gecontroleerd opgezet Het is waarschijnlijk dat er meer verschillen tussen de beide groepen zijn dan alleen de interventie die is toegepast, juist ook door het verschil in tijd van beide interventies Bovendien is het aantal gevonden primaire tumoren in beide groepen klein De resultaten van dit onderzoek moeten dan ook met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd Bronchoscopie en video-assisted thoraxchirurgie kunnen nuttig zijn voor de identificatie van primaire tumoren bij patiënten met een longmetastase van een tumor van laryngoscopie, oesofagoscopie cervicale deel) heeft een toegevoegde waarde bij de diagnostiek van onbekende primaire tumoren bij patiënten met halslymfkliermetastasen plaveiselcelcarcinoom in regio I, II en/of III (het bovenste <DATUM> deel) van de hals is de kans groot dat de regio IV of VB (de supraclaviculaire regioâs) van de hals is een primaire tumor in het hoofd-hals gebied minder waarschijnlijk Dan is de kans op een thoracale of abdominale primaire maligniteit groter Hier dient rekening mee gehouden te worden bij de beslissing om wel of geen endoscopisch onderzoek van De combinatie van morfologie en immuunfenotypering geeft doorgaans maar niet altijd een betrouwbare voorspelling of een levermetastase van het colon afkomstig is Gezien de relatief goede behandelbaarheid van colontumoren is het belangrijk om bij patiënten met een levermetastase middels coloscopie een primair coloncarcinoom uit te sluiten ook indien de immuunfenotypering hier geen Verdenking primair longcarcinoom flexibele bronchoscopie met gerichte biopten, indien een Hoofd-hals metastase endoscopisch onderzoek van de bovenste lucht- en voedselweg (laryngoscopie, faryngoscopie en cervicale oesofagoscopie) met gerichte biopten, indien een laesie wordt aangetroffen Indien er geen detecteerbare afwijking wordt aangetroffen kunnen er blinde biopten van de nasofarynx, hypofarynx of (oro)farynx worden genomen NB Wegens de kans op entmetastasen wordt een histologisch biopt van een halslymfklier (i c een open biopt of een dikke-naaldbiopt) afgeraden Een biopt dient pas te worden uitgevoerd na twee niet-conclusieve cytologische puncties Indien noodzakelijk heeft een Lieslymfkliermetastase eventueel colposcopisch onderzoek voor het uitsluiten van een Coloscopie bij patiënten met een levermetastase, ook indien de immunfenotypering niet past bij Wat is de diagnostische opbrengst van exploratieve chirurgische technieken zoals blinde biopten bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Na de literatuursearch en de literatuurselectie bleven ## artikelen over, die full-tekst zijn beoordeeld Hierbij vielen opnieuw artikelen af vanwege methodologische tekortkomingen of inhoudelijke redenen Exploratieve chirurgie in het hoofd-hals gebied tonsillectomie en biopten van de bovenste lucht-en In het artikel van Guntinas-Lichius et al worden de resultaten van een retrospectieve studie naar de diagnostiek en behandeling van patiënten met een halslymfklier metastase van een onbekende primaire tumor gerapporteerd ## In dit onderzoek werden de dossiers van alle patiënten die met een onbekende primaire hoofd-halstumor die tussen ### en ### naar een universitaire kaakchirurgie afdeling werden verwezen, bestudeerd In dit onderzoek werden ## patiënten opgenomen De.
| 576 | nvmdl |
een Hoofd-hals metastase endoscopisch onderzoek van de bovenste lucht- en voedselweg (laryngoscopie, faryngoscopie en cervicale oesofagoscopie) met gerichte biopten, indien een laesie wordt aangetroffen Indien er geen detecteerbare afwijking wordt aangetroffen kunnen er blinde biopten van de nasofarynx, hypofarynx of (oro)farynx worden genomen NB Wegens de kans op entmetastasen wordt een histologisch biopt van een halslymfklier (i c een open biopt of een dikke-naaldbiopt) afgeraden Een biopt dient pas te worden uitgevoerd na twee niet-conclusieve cytologische puncties Indien noodzakelijk heeft een Lieslymfkliermetastase eventueel colposcopisch onderzoek voor het uitsluiten van een Coloscopie bij patiënten met een levermetastase, ook indien de immunfenotypering niet past bij Wat is de diagnostische opbrengst van exploratieve chirurgische technieken zoals blinde biopten bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Na de literatuursearch en de literatuurselectie bleven ## artikelen over, die full-tekst zijn beoordeeld Hierbij vielen opnieuw artikelen af vanwege methodologische tekortkomingen of inhoudelijke redenen Exploratieve chirurgie in het hoofd-hals gebied tonsillectomie en biopten van de bovenste lucht-en In het artikel van Guntinas-Lichius et al worden de resultaten van een retrospectieve studie naar de diagnostiek en behandeling van patiënten met een halslymfklier metastase van een onbekende primaire tumor gerapporteerd ## In dit onderzoek werden de dossiers van alle patiënten die met een onbekende primaire hoofd-halstumor die tussen ### en ### naar een universitaire kaakchirurgie afdeling werden verwezen, bestudeerd In dit onderzoek werden ## patiënten opgenomen De vrouwen De primaire tumor bevond zich in de palatinale tonsil (n=#, ##%), tongbasis (n=#, ##%), long (n=#, ##%), nasofarynx (n=#, #%) en oesofagus, parotis, huid, supraglottische larynx en tong (n=#, #%, ieder) De resultaten van diverse diagnostische tests als ook resultaten van behandeling staan in dit artikel beschreven Daarbij valt op, dat patiënten die een diagnostische bilaterale tonsillectomie ondergingen, een significant betere <LEEFTIJD>-jaars overleving hadden Het betrof evenwel een univariate analyse Deze review beperkt zich echter tot de resultaten op het gebied van exploratieve chirurgie (die slechts beperkt beschreven zijn) Bij ## patiënten werd een bilaterale tonsillectomie uitgevoerd Hierbij werd een sensitiviteit van ##% en een specificiteit van ###% gevonden Eveneens bij ## patiënten werd een biopt van de nasofarynx gedaan Hierbij werd een sensitiviteit van #% en een specificiteit van ###% gerapporteerd Bij ## patiënten werd een biopt van de tongbasis gedaan, waarbij geen extra primaire tumoren werden gevonden, wat betekent dat de gevonden sensitiviteit #% bedraagt De keuze voor bepaalde diagnostische tests bij bepaalde patiënten is in dit artikel niet verantwoord Dat maakt selectie van patiënten voor bepaalde diagnostische tests op basis van vooronderstellingen waarschijnlijk Ook is er een opmerking te maken over de gevonden resultaten De specificiteit is bij alle drie genoemde diagnostische tests â###%, terwijl een adequate gouden In het artikel van Waltonen uit ### is retrospectief gekeken naar een vergelijking van tonsilbiopt met tonsillectomie bij patiënten met een onbekende primaire tumor ## In dit onderzoek werden ### patiënten geïncludeerd met een gemetastaseerd carcinoom in het hoofd-halsgebied zonder dat bij.
| 653 | nvmdl |
##%), tongbasis (n=#, ##%), long (n=#, ##%), nasofarynx (n=#, #%) en oesofagus, parotis, huid, supraglottische larynx en tong (n=#, #%, ieder) De resultaten van diverse diagnostische tests als ook resultaten van behandeling staan in dit artikel beschreven Daarbij valt op, dat patiënten die een diagnostische bilaterale tonsillectomie ondergingen, een significant betere <LEEFTIJD>-jaars overleving hadden Het betrof evenwel een univariate analyse Deze review beperkt zich echter tot de resultaten op het gebied van exploratieve chirurgie (die slechts beperkt beschreven zijn) Bij ## patiënten werd een bilaterale tonsillectomie uitgevoerd Hierbij werd een sensitiviteit van ##% en een specificiteit van ###% gevonden Eveneens bij ## patiënten werd een biopt van de nasofarynx gedaan Hierbij werd een sensitiviteit van #% en een specificiteit van ###% gerapporteerd Bij ## patiënten werd een biopt van de tongbasis gedaan, waarbij geen extra primaire tumoren werden gevonden, wat betekent dat de gevonden sensitiviteit #% bedraagt De keuze voor bepaalde diagnostische tests bij bepaalde patiënten is in dit artikel niet verantwoord Dat maakt selectie van patiënten voor bepaalde diagnostische tests op basis van vooronderstellingen waarschijnlijk Ook is er een opmerking te maken over de gevonden resultaten De specificiteit is bij alle drie genoemde diagnostische tests â###%, terwijl een adequate gouden In het artikel van Waltonen uit ### is retrospectief gekeken naar een vergelijking van tonsilbiopt met tonsillectomie bij patiënten met een onbekende primaire tumor ## In dit onderzoek werden ### patiënten geïncludeerd met een gemetastaseerd carcinoom in het hoofd-halsgebied zonder dat bij De mediane leeftijd van deze patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ##-##), er waren ## mannen en ## vrouwen De gevonden metastasen waren in ##% van de gevallen plaveiselcelcarcinoom De rest was een slecht gedifferentieerd carcinoom Bij alle patiënten werden bilaterale biopten van de tongbasis, hypofarynx en nasofarynx genomen Bij ## patiënten werden bilaterale biopten van de tonsillen verricht en bij ## patiënten werd een tonsillectomie uitgevoerd (## unilateraal, ## bilateraal) De voorkeur van de arts bepaalde de keuze voor één van beide tonsilinterventies In totaal werden ## primaire tumoren gevonden door middel van biopt of tonsillectomie, ## in beide groepen (##,#% bij biopt versus ##,#% bij tonsillectomie, p = #,###) De opbrengst van de identificatie van occulte tonsillaire tumoren was bij tonsillectomie significant hoger dan bij tonsilbiopten (##,#% versus #,#%, p ( #,###) Vanwege het retrospectieve <INSTELLING> van deze studie moet met mogelijk selectieve resultaten rekening worden gehouden, vooral vanwege de invloed van de voorkeur van de arts op de keuze van de interventie Uit extra in #e instantie niet-systematisch literatuuronderzoek dat voor deze richtlijn werd verricht, kwamen een aantal bevindingen naar voren Roh verrichtte een prospectief onderzoek naar de effectiviteit van de FDG-PET/CT in de periode ###-### bij ## patiënten met halskliermetastasen van onbekende primaire tumoren, waarvan ## met plaveiselcelcarcinoom, # met ongedifferentieerd carcinoom en # met anaplastisch carcinoom ## Zij deden geleide biopten op basis van beeldvorming en kliniek tijdens scopie Bij ## patiënten (##%) werd een occulte primaire tumor gevonden, waarvan #.
| 722 | nvmdl |
De mediane leeftijd van deze patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ##-##), er waren ## mannen en ## vrouwen De gevonden metastasen waren in ##% van de gevallen plaveiselcelcarcinoom De rest was een slecht gedifferentieerd carcinoom Bij alle patiënten werden bilaterale biopten van de tongbasis, hypofarynx en nasofarynx genomen Bij ## patiënten werden bilaterale biopten van de tonsillen verricht en bij ## patiënten werd een tonsillectomie uitgevoerd (## unilateraal, ## bilateraal) De voorkeur van de arts bepaalde de keuze voor één van beide tonsilinterventies In totaal werden ## primaire tumoren gevonden door middel van biopt of tonsillectomie, ## in beide groepen (##,#% bij biopt versus ##,#% bij tonsillectomie, p = #,###) De opbrengst van de identificatie van occulte tonsillaire tumoren was bij tonsillectomie significant hoger dan bij tonsilbiopten (##,#% versus #,#%, p ( #,###) Vanwege het retrospectieve <INSTELLING> van deze studie moet met mogelijk selectieve resultaten rekening worden gehouden, vooral vanwege de invloed van de voorkeur van de arts op de keuze van de interventie Uit extra in #e instantie niet-systematisch literatuuronderzoek dat voor deze richtlijn werd verricht, kwamen een aantal bevindingen naar voren Roh verrichtte een prospectief onderzoek naar de effectiviteit van de FDG-PET/CT in de periode ###-### bij ## patiënten met halskliermetastasen van onbekende primaire tumoren, waarvan ## met plaveiselcelcarcinoom, # met ongedifferentieerd carcinoom en # met anaplastisch carcinoom ## Zij deden geleide biopten op basis van beeldvorming en kliniek tijdens scopie Bij ## patiënten (##%) werd een occulte primaire tumor gevonden, waarvan # de hypofarynx, mondholte en schildklier De bij FDG-PET/CT enige fout-negatieve bevinding bevond zich in de tonsilnis Cianchetti et al verrichtten een review en deden een retrospectieve analyse over de periode ###-### waarin allerlei diagnostiek in wisselende volgorde werd toegepast ## Daarin zitten vermoedelijk ook al de patiënten die werden geanalyseerd in de studie van Mendenhall in ### Zij vonden ### (##%) occulte primairen bij ### patiënten De meest voorkomende primaire locaties waren de tonsilnis (n=##, ##%) en de tongbasis (n=##, ##%) Of blinde biopten zijn genomen is niet duidelijk Zij adviseren âgerichte biopten te nemenâ van âgebieden die verdacht zijnâ zonder dit nader te specificeren Waltonen et al deden een retrospectieve analyse over de periode <TELEFOONNUMMER> Zij vonden ## (##%) occulte primaire tumoren bij ### patiënten De meest voorkomende primaire locaties waren de tonsilnis (n=##, ##%) en de tongbasis (n=##, ##%); daarnaast de orofarynx bij # (#%), de hypofarynx bij ## (##%), de nasofarynx bij # (#%) Alle occulte primaire tumoren werden ontdekt na gerichte biopten op basis van beeldvorming en inspectie Zij adviseren derhalve alleen gerichte biopten uit te voeren en vinden tonsillectomie optioneel <PERSOON> ontdekte in een retrospectieve studie over de periode ###-### bij ## patiënten ## (##%) occulte primaire tumoren, waarvan ## (##%) in de tonsilnis en # (##%) in de nasofarynx ## Rusthoven toonde aan dat de FDGPETscan een lage sensitiviteit voor tongbasismaligniteiten en een lage specificiteit voor tonsillaire tumoren heeft.
| 759 | nvmdl |
de hypofarynx, mondholte en schildklier De bij FDG-PET/CT enige fout-negatieve bevinding bevond zich in de tonsilnis Cianchetti et al verrichtten een review en deden een retrospectieve analyse over de periode ###-### waarin allerlei diagnostiek in wisselende volgorde werd toegepast ## Daarin zitten vermoedelijk ook al de patiënten die werden geanalyseerd in de studie van Mendenhall in ### Zij vonden ### (##%) occulte primairen bij ### patiënten De meest voorkomende primaire locaties waren de tonsilnis (n=##, ##%) en de tongbasis (n=##, ##%) Of blinde biopten zijn genomen is niet duidelijk Zij adviseren âgerichte biopten te nemenâ van âgebieden die verdacht zijnâ zonder dit nader te specificeren Waltonen et al deden een retrospectieve analyse over de periode <TELEFOONNUMMER> Zij vonden ## (##%) occulte primaire tumoren bij ### patiënten De meest voorkomende primaire locaties waren de tonsilnis (n=##, ##%) en de tongbasis (n=##, ##%); daarnaast de orofarynx bij # (#%), de hypofarynx bij ## (##%), de nasofarynx bij # (#%) Alle occulte primaire tumoren werden ontdekt na gerichte biopten op basis van beeldvorming en inspectie Zij adviseren derhalve alleen gerichte biopten uit te voeren en vinden tonsillectomie optioneel <PERSOON> ontdekte in een retrospectieve studie over de periode ###-### bij ## patiënten ## (##%) occulte primaire tumoren, waarvan ## (##%) in de tonsilnis en # (##%) in de nasofarynx ## Rusthoven toonde aan dat de FDGPETscan een lage sensitiviteit voor tongbasismaligniteiten en een lage specificiteit voor tonsillaire tumoren heeft tonsilcarcinomen bij een halskliermeatstase van een onbekende primaire kan worden afgeleid <PERSOON> vond ## kleine tonsilcarcinomen in een groep van ## patiënten met een halskliermeatstase van een onbekende primaire tumor ### Daarvan waren er # (#%) met bilaterale synchrone primaire tonsilcarcinomen en # (#%) met een contralateraal tonsilcarcinoom Kothari identificeerde uit een groep van ## patienten met een onbekende primaire zelfs # (##%) patiënten met synchrone (bilaterale) tonsilcarcinomen ## Geen van deze patiënten had een duidelijk identificeerbare primaire tumor in de tonsil bij klinische inspectie of op MRI Bovendien was de PET/CT-scan suggestief voor iets verhoogde activiteit in alleen de ipsilaterale tonsil bij slechts # patiënten Waltonen identificeerde slechts # (#%) bilateraal tonsilcarcinoom en # (#%) tonsilcarcinoom met bilaterale metastasen bij ## geïdentificeerde primaire tumoren uit een groep van ### patiënten met halskliermetastasen ## Er zijn aanwijzingen dat bilaterale tonsillectomie en biopten van de nasofarynx nuttig zijn bij patiënten met een halslymfklier metastase van een onbekende primaire tumor De diagnostische waarde van blinde tongbasisbiopten lijkt beperkt Het voordeel van exploratieve chirurgie is de mogelijke detectie van de primaire tumor, op basis waarvan gerichtere therapie kan worden ingezet Het nadeel van exploratieve chirurgie is dat het een invasieve ingreep betreft, met risicoâs voor de patiënt Op basis van bovenstaande literatuur blijkt, dat er geen gefundeerd wetenschappelijk bewijs bestaat voor een optimale exploratieve strategie naar een occulte primaire tumor in de mucosa van de bovenste lucht- en voedselweg Er zijn wel voldoende argumenten om te adviseren dat.
| 710 | nvmdl |
primaire kan worden afgeleid <PERSOON> vond ## kleine tonsilcarcinomen in een groep van ## patiënten met een halskliermeatstase van een onbekende primaire tumor ### Daarvan waren er # (#%) met bilaterale synchrone primaire tonsilcarcinomen en # (#%) met een contralateraal tonsilcarcinoom Kothari identificeerde uit een groep van ## patienten met een onbekende primaire zelfs # (##%) patiënten met synchrone (bilaterale) tonsilcarcinomen ## Geen van deze patiënten had een duidelijk identificeerbare primaire tumor in de tonsil bij klinische inspectie of op MRI Bovendien was de PET/CT-scan suggestief voor iets verhoogde activiteit in alleen de ipsilaterale tonsil bij slechts # patiënten Waltonen identificeerde slechts # (#%) bilateraal tonsilcarcinoom en # (#%) tonsilcarcinoom met bilaterale metastasen bij ## geïdentificeerde primaire tumoren uit een groep van ### patiënten met halskliermetastasen ## Er zijn aanwijzingen dat bilaterale tonsillectomie en biopten van de nasofarynx nuttig zijn bij patiënten met een halslymfklier metastase van een onbekende primaire tumor De diagnostische waarde van blinde tongbasisbiopten lijkt beperkt Het voordeel van exploratieve chirurgie is de mogelijke detectie van de primaire tumor, op basis waarvan gerichtere therapie kan worden ingezet Het nadeel van exploratieve chirurgie is dat het een invasieve ingreep betreft, met risicoâs voor de patiënt Op basis van bovenstaande literatuur blijkt, dat er geen gefundeerd wetenschappelijk bewijs bestaat voor een optimale exploratieve strategie naar een occulte primaire tumor in de mucosa van de bovenste lucht- en voedselweg Er zijn wel voldoende argumenten om te adviseren dat wegens de lastige beeldvorming van de Ring van Waldeyer tenminste een ipsilaterale tonsillectomie moet worden verricht en ongerichte (âblindeâ) biopten van tongbasis en nasofarynx Vanwege het ontbreken van goed gerichte prospectieve studies, alsmede een grote variatie in aantal en volgorde van willekeurige diagnostische interventies bij retrospectieve studies, valt uit de of bilaterale tonsillectomie beter is dan een unilaterale en; of het gezien de beschikbare moderne beeldvorming nog steeds zinvol is ongerichte (d w z âblindeâ, niet door beeldvorming gestuurde) biopten te nemen; en zo ja, van welke mucosale Uit genoemde studies blijkt dat kleine tonsilcarcinomen soms (#-##%) bilateraal voorkomen en soms (##%) naar contralateraal metastaseren Bij aanwezigheid van indentificeerbaar (rest)tonsillair weefsel zou het verrichten van een bilaterale tonsillectomie daarom de voorkeur hebben Een bilaterale diagnostische tonsillectomie mogelijk een betere <LEEFTIJD>-jaars overleving geeft;## Een diagnostische tonsillectomie aan de andere zijde dan de halslymfeklier metastase slechts De aanbeveling voor het uitsluiten van een ovarium-/tubacarcinoom is gebaseerd op goed gebruik in Bij een halslymfkliermetastase met plaveiselcelcarcinoom Verrichten van, op basis van beeldvorming gestuurde, gerichte biopten Verrichten van een bilaterale tonsillectomie bij aanwezigheid van identificeerbaar (rest)tonsillair weefsel Het nemen van âblindeâ biopten van overige locaties zoals tongbasis of nasofarynx kan worden overwogen Wegens de kans op entmetastasen wordt een histologisch biopt van de halslymfklier (i c een open biopt of een dikke-naaldbiopt) afgeraden Een biopt dient pas te worden uitgevoerd na twee niet-conclusieve cytologische puncties Indien noodzakelijk heeft een lymfklierexcisiebiopt de voorkeur boven een incisiebiopt Bij vrouwen met een lieslymfkliermetastase.
| 624 | nvmdl |
Waldeyer tenminste een ipsilaterale tonsillectomie moet worden verricht en ongerichte (âblindeâ) biopten van tongbasis en nasofarynx Vanwege het ontbreken van goed gerichte prospectieve studies, alsmede een grote variatie in aantal en volgorde van willekeurige diagnostische interventies bij retrospectieve studies, valt uit de of bilaterale tonsillectomie beter is dan een unilaterale en; of het gezien de beschikbare moderne beeldvorming nog steeds zinvol is ongerichte (d w z âblindeâ, niet door beeldvorming gestuurde) biopten te nemen; en zo ja, van welke mucosale Uit genoemde studies blijkt dat kleine tonsilcarcinomen soms (#-##%) bilateraal voorkomen en soms (##%) naar contralateraal metastaseren Bij aanwezigheid van indentificeerbaar (rest)tonsillair weefsel zou het verrichten van een bilaterale tonsillectomie daarom de voorkeur hebben Een bilaterale diagnostische tonsillectomie mogelijk een betere <LEEFTIJD>-jaars overleving geeft;## Een diagnostische tonsillectomie aan de andere zijde dan de halslymfeklier metastase slechts De aanbeveling voor het uitsluiten van een ovarium-/tubacarcinoom is gebaseerd op goed gebruik in Bij een halslymfkliermetastase met plaveiselcelcarcinoom Verrichten van, op basis van beeldvorming gestuurde, gerichte biopten Verrichten van een bilaterale tonsillectomie bij aanwezigheid van identificeerbaar (rest)tonsillair weefsel Het nemen van âblindeâ biopten van overige locaties zoals tongbasis of nasofarynx kan worden overwogen Wegens de kans op entmetastasen wordt een histologisch biopt van de halslymfklier (i c een open biopt of een dikke-naaldbiopt) afgeraden Een biopt dient pas te worden uitgevoerd na twee niet-conclusieve cytologische puncties Indien noodzakelijk heeft een lymfklierexcisiebiopt de voorkeur boven een incisiebiopt Bij vrouwen met een lieslymfkliermetastase Wat is de diagnostische opbrengst van serumbepalingen bij patiënten met een metastase van een Er is relatief weinig bewijs over het nut van serumtumormarkers bij de bepaling van de primaire tumorlokalisatie bij patiënten met een metastase van onbekende origine Er zijn wel aanwijzingen dat verhoogde serumwaarden van AFP en PSA een relatief hoge specificiteit hebben voor respectievelijk gemetastaseerde lever-/kiemceltumoren en prostaatcarcinomen Hieruit blijkt dat het meten van AFP en PSA nuttig kan zijn voor de diagnose van deze tumoren bij patiënten die zich presenteren met een gemetastaseerd carcinoom van onbekende origine Een kleine studie rapporteerde bij verhoogde ï¢-hCG een matige sensitiviteit en specificiteit voor de detectie van gemetastaseerde kiemceltumoren Slechts drie patiënten in deze studie hadden een Verhoogde serumwaarden van CEA en CA<DATUM> hebben een lage specificiteit voor de detectie van gemetastaseerde colon-, respectievelijk ovariumcarcinomen Dit suggereert dat deze markers niet bruikbaar zijn bij het diagnosticeren van een primaire tumor Een studie van tien patiënten, suggereert dat normale CA-### serumwaarden de diagnose gemetastaseerd ovariumcarcinoom kan uitsluiten De lage specificiteit van verhoogde CA-### serumwaarden in deze studie suggereert dat CA-### niet nuttig is bij het vaststellen van een de literatuurselectie bleven ## artikelen over, die full-tekst zijn beoordeeld Hierbij vielen opnieuw In ### verscheen het artikel van Iizuka et al , waarin zij keken naar de diagnostische waarde van laboratoriumonderzoek, CT-onderzoek en biopt bij patiënten met een spinale metastase van een mannen)), CT-onderzoek van de thorax, abdomen en bekken, en CT-geleide biopt van de spinale was ##,<LEEFTIJD> jaar (range ##-<LEEFTIJD> jaar).
| 618 | nvmdl |
bij patiënten met een metastase van een Er is relatief weinig bewijs over het nut van serumtumormarkers bij de bepaling van de primaire tumorlokalisatie bij patiënten met een metastase van onbekende origine Er zijn wel aanwijzingen dat verhoogde serumwaarden van AFP en PSA een relatief hoge specificiteit hebben voor respectievelijk gemetastaseerde lever-/kiemceltumoren en prostaatcarcinomen Hieruit blijkt dat het meten van AFP en PSA nuttig kan zijn voor de diagnose van deze tumoren bij patiënten die zich presenteren met een gemetastaseerd carcinoom van onbekende origine Een kleine studie rapporteerde bij verhoogde ï¢-hCG een matige sensitiviteit en specificiteit voor de detectie van gemetastaseerde kiemceltumoren Slechts drie patiënten in deze studie hadden een Verhoogde serumwaarden van CEA en CA<DATUM> hebben een lage specificiteit voor de detectie van gemetastaseerde colon-, respectievelijk ovariumcarcinomen Dit suggereert dat deze markers niet bruikbaar zijn bij het diagnosticeren van een primaire tumor Een studie van tien patiënten, suggereert dat normale CA-### serumwaarden de diagnose gemetastaseerd ovariumcarcinoom kan uitsluiten De lage specificiteit van verhoogde CA-### serumwaarden in deze studie suggereert dat CA-### niet nuttig is bij het vaststellen van een de literatuurselectie bleven ## artikelen over, die full-tekst zijn beoordeeld Hierbij vielen opnieuw In ### verscheen het artikel van Iizuka et al , waarin zij keken naar de diagnostische waarde van laboratoriumonderzoek, CT-onderzoek en biopt bij patiënten met een spinale metastase van een mannen)), CT-onderzoek van de thorax, abdomen en bekken, en CT-geleide biopt van de spinale was ##,<LEEFTIJD> jaar (range ##-<LEEFTIJD> jaar) Bij # patiënten werd een myeloom vastgesteld; M-proteïne was positief in al deze patiënten en negatief in alle andere patiënten Tumormarkerlevels waren verhoogd bij ## van de ## patiënten met een solide tumor en bij alle drie patiënten met een lymfoom Bij myeloom (M-proteïne), lymfoom (sIL-#R) en prostaatcarcinoom (PSA) werd een tumormarker gevonden met een hoge sensitiviteit en specificiteit Bij patiënten met een longcarcinoom werd geen marker gevonden met dergelijke diagnostische power Van de ## patiënten kon bij ## patiënten op basis van CT-onderzoek een diagnose gesteld worden Het biopt leidde bij ## van de ## patiënten (##,#%) tot een histologische bevestiging van de diagnose Bij ## patiënten leidden de histologische bevindingen tot een definitieve klinische diagnose De auteurs concluderen dat een laboratoriumanalyse, gelimiteerd tot enkele specifieke tumormarkers en proteïne electroforese zinvol is om tot een diagnose te komen Voor solide tumoren is volgens de auteurs CT-onderzoek nuttig De studie betreft een tamelijk nette retrospectieve analyse, al had wat meer informatie gegeven kunnen worden over de setting van het onderzoek Dat het onderzoek met maar ## patiënten en in een enkel <INSTELLING> (er staat niet beschreven dat het om een multicenter studie gaat) is uitgevoerd, maakt de betrouwbaarheid van de resultaten wat beperkt Het bepalen van serum-AFP, β-hCG, PSA en CA-### is richtinggevend voor het uitsluiten of aantonen van respectievelijk de diagnosen lever-/kiemceltumoren, prostaatcarcinoom en ovariumcarcinoom CEA en CA<DATUM> lijken niet nuttig Serologische tumormarkers kunnen weinig toevoegen aan het identificeren van de primaire tumor,.
| 641 | nvmdl |
een myeloom vastgesteld; M-proteïne was positief in al deze patiënten en negatief in alle andere patiënten Tumormarkerlevels waren verhoogd bij ## van de ## patiënten met een solide tumor en bij alle drie patiënten met een lymfoom Bij myeloom (M-proteïne), lymfoom (sIL-#R) en prostaatcarcinoom (PSA) werd een tumormarker gevonden met een hoge sensitiviteit en specificiteit Bij patiënten met een longcarcinoom werd geen marker gevonden met dergelijke diagnostische power Van de ## patiënten kon bij ## patiënten op basis van CT-onderzoek een diagnose gesteld worden Het biopt leidde bij ## van de ## patiënten (##,#%) tot een histologische bevestiging van de diagnose Bij ## patiënten leidden de histologische bevindingen tot een definitieve klinische diagnose De auteurs concluderen dat een laboratoriumanalyse, gelimiteerd tot enkele specifieke tumormarkers en proteïne electroforese zinvol is om tot een diagnose te komen Voor solide tumoren is volgens de auteurs CT-onderzoek nuttig De studie betreft een tamelijk nette retrospectieve analyse, al had wat meer informatie gegeven kunnen worden over de setting van het onderzoek Dat het onderzoek met maar ## patiënten en in een enkel <INSTELLING> (er staat niet beschreven dat het om een multicenter studie gaat) is uitgevoerd, maakt de betrouwbaarheid van de resultaten wat beperkt Het bepalen van serum-AFP, β-hCG, PSA en CA-### is richtinggevend voor het uitsluiten of aantonen van respectievelijk de diagnosen lever-/kiemceltumoren, prostaatcarcinoom en ovariumcarcinoom CEA en CA<DATUM> lijken niet nuttig Serologische tumormarkers kunnen weinig toevoegen aan het identificeren van de primaire tumor, Bij de interpretatie van de serologische markers dient rekening gehouden te worden met fout-positief Serologische bepalingen van tumormarkers zijn niet specifiek genoeg voor het identificeren van een eventuele primaire tumor, maar zijn, indien verhoogd, een waardevol hulpmiddel bij het bepalen van de therapierespons bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor Echter, voor het identificeren van patiënten die behoren tot een van de behandelbare subgroepen wordt aanbevolen PSA serologie te verrichten bij mannen, CA### bij vrouwen met peritoneale maligniteit en/of ascites, en AFP en ï¢-hCG bij verdenking op kiemceltumoren (midline presentatie van Van een deel van de behandelbare entiteiten is een multidisciplinaire richtlijn voorhanden Aanbevolen wordt deze entiteiten volgens de betreffende richtlijnen te behandelen (zie onderstaande tabel) Behandelen als hooggradig grootcellig neuroendocrien carcinoom van de long (zie richtlijn) Voor onderstaande behandelbare subgroepen zijn geen richtlijnen voorhanden Voor deze entiteiten zijn daarom aanbevelingen gebaseerd uitgaande van de volgende vraag Wat is de effectiviteit van locoregionale behandeling van patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt naar mortaliteit en kwaliteit van leven? Er waren weinig studies die geschikt waren om de effectiviteit van postoperatieve behandeling te evalueren Het bewijs was beperkt tot observationele studies, met weinig data over patiënten die alleen chirurgisch waren behandeld Case series suggereren dat de vijfjaars postoperatieve overleving ligt tussen ##% en ##% voor patiënten die adjuvante radiotherapie hebben gehad In twee kleine patiëntenseries waarin patiënten alleen chirurgisch werden behandeld, varieerde de vijfjaarsoverleving van ##% tot ##%.
| 621 | nvmdl |
van de serologische markers dient rekening gehouden te worden met fout-positief Serologische bepalingen van tumormarkers zijn niet specifiek genoeg voor het identificeren van een eventuele primaire tumor, maar zijn, indien verhoogd, een waardevol hulpmiddel bij het bepalen van de therapierespons bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor Echter, voor het identificeren van patiënten die behoren tot een van de behandelbare subgroepen wordt aanbevolen PSA serologie te verrichten bij mannen, CA### bij vrouwen met peritoneale maligniteit en/of ascites, en AFP en ï¢-hCG bij verdenking op kiemceltumoren (midline presentatie van Van een deel van de behandelbare entiteiten is een multidisciplinaire richtlijn voorhanden Aanbevolen wordt deze entiteiten volgens de betreffende richtlijnen te behandelen (zie onderstaande tabel) Behandelen als hooggradig grootcellig neuroendocrien carcinoom van de long (zie richtlijn) Voor onderstaande behandelbare subgroepen zijn geen richtlijnen voorhanden Voor deze entiteiten zijn daarom aanbevelingen gebaseerd uitgaande van de volgende vraag Wat is de effectiviteit van locoregionale behandeling van patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt naar mortaliteit en kwaliteit van leven? Er waren weinig studies die geschikt waren om de effectiviteit van postoperatieve behandeling te evalueren Het bewijs was beperkt tot observationele studies, met weinig data over patiënten die alleen chirurgisch waren behandeld Case series suggereren dat de vijfjaars postoperatieve overleving ligt tussen ##% en ##% voor patiënten die adjuvante radiotherapie hebben gehad In twee kleine patiëntenseries waarin patiënten alleen chirurgisch werden behandeld, varieerde de vijfjaarsoverleving van ##% tot ##% Aan de behandeling gerelateerde comorbiditeit, inclusief mucositis en xerostomie, kwam veel voor na radiotherapie Er was geen duidelijkheid over behandelingstoxiciteit bij patiënten zonder adjuvante therapie, maar het is aannemelijk dat deze groep patiënten enige morbiditeit bespaard is gebleven Lieslymfkliermetastasen van een plaveiselcelcarcinoom van onbekende primaire origine Er was weinig relevante literatuur over patiënten met een gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom van onbekende origine, die zich presenteren met lieslymfadenopathie Een aantal patiënten met inguïnale lymfkliermetastasen van onbekende origine ondergingen chirurgie met curatieve intentie Een gemiddelde overleving van #,<LEEFTIJD> jaar werd hierbij gerapporteerd Het was echter niet duidelijk of minder behandeling net zo effectief zou zijn geweest Er was een relatief hoog aandeel van geïsoleerde lymfkliermetastasen bij patiënten die chirurgisch werden behandeld (<DATUM> patiënten in twee Er was één studie met gegevens over complicaties Lymfklierdissectie was geassocieerd met lymfoedeem Ernstige acute toxiciteit werd gezien bij #% van de patiënten die met radiotherapie werden behandeld ##% van de vrouwen ouder dan <LEEFTIJD> jaar die radiotherapeutisch werden behandeld kregen een heupfractuur in het bestraalde gebied Er was geen aan de behandeling Er was schaars bewijs over lokale therapie bij geïsoleerde levermetastasen van een onbekende primaire tumor Minder dan ##% van de patiënten met een onbekende primaire tumor en Het was onduidelijk welk effect lokale therapie voor geïsoleerde levermetastasen heeft op uitkomsten Uit retrospectieve series blijkt duidelijk dat patiënten die chirurgisch werden behandeld voor levermetastasen van onbekende primaire origine een betere overleving hadden dan patiënten die niet werden geopereerd.
| 585 | nvmdl |
mucositis en xerostomie, kwam veel voor na radiotherapie Er was geen duidelijkheid over behandelingstoxiciteit bij patiënten zonder adjuvante therapie, maar het is aannemelijk dat deze groep patiënten enige morbiditeit bespaard is gebleven Lieslymfkliermetastasen van een plaveiselcelcarcinoom van onbekende primaire origine Er was weinig relevante literatuur over patiënten met een gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom van onbekende origine, die zich presenteren met lieslymfadenopathie Een aantal patiënten met inguïnale lymfkliermetastasen van onbekende origine ondergingen chirurgie met curatieve intentie Een gemiddelde overleving van #,<LEEFTIJD> jaar werd hierbij gerapporteerd Het was echter niet duidelijk of minder behandeling net zo effectief zou zijn geweest Er was een relatief hoog aandeel van geïsoleerde lymfkliermetastasen bij patiënten die chirurgisch werden behandeld (<DATUM> patiënten in twee Er was één studie met gegevens over complicaties Lymfklierdissectie was geassocieerd met lymfoedeem Ernstige acute toxiciteit werd gezien bij #% van de patiënten die met radiotherapie werden behandeld ##% van de vrouwen ouder dan <LEEFTIJD> jaar die radiotherapeutisch werden behandeld kregen een heupfractuur in het bestraalde gebied Er was geen aan de behandeling Er was schaars bewijs over lokale therapie bij geïsoleerde levermetastasen van een onbekende primaire tumor Minder dan ##% van de patiënten met een onbekende primaire tumor en Het was onduidelijk welk effect lokale therapie voor geïsoleerde levermetastasen heeft op uitkomsten Uit retrospectieve series blijkt duidelijk dat patiënten die chirurgisch werden behandeld voor levermetastasen van onbekende primaire origine een betere overleving hadden dan patiënten die niet werden geopereerd behandeld, vergeleken met <DATUM> maanden voor patiënten met een onbekende primaire tumor en levermetastasen in het algemeen Echter, patiënten die werden geselecteerd voor chirurgie hadden waarschijnlijk preoperatief een betere prognose dan patiënten die niet voor chirurgie in aanmerking Er was geen direct bewijs over radicale lokale behandeling van geïsoleerde bot-, long- of De literatuursearch die voor de NICE richtlijn is gedaan, is geactualiseerd Na de literatuursearch en literatuurselectie bleven ## artikelen over die full-tekst zijn beoordeeld Een aantal artikelen viel vervolgens af omdat deze binnen de inclusiecriteria van de NICE evidence review vielen ##, ##, ###, #<DATUM> Additioneel werd een aantal artikelen geëxcludeerd vanwege methodologische tekortkomingen of inhoudelijke redenen (omdat het artikel de uitgangsvraag niet beantwoordde) ##, ##, ###, ### In het artikel van Ligey et al wordt de behandeling van ## patiënten met halslymfklier metastasen van een onbekende primaire tumor beschreven ### In dit onderzoek werden patiënten met plaveiselcelcarcinoom of ongedifferentieerd carcinoom geïncludeerd met unilaterale halslymfkliermetastasen zonder afstandsmetastasen en zonder huid- of hoofd-halskanker in de voorgeschiedenis De mediane leeftijd van de patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ##-<LEEFTIJD> jaar); ##% was man Van alle patiënten had ##% performance status #, ##% performance status # en de rest performance status # De mediane lymfkliergrootte was ## mm (range #-## mm) Bij ##% van de patiënten werd een halsklierdissectie uitgevoerd Radiotherapie werd bij ##% van de patiënten alleen ipsilateraal toegepast, bij ##% werden de halslymfklieren bilateraal alsook de mucosa van de faryngeale as bestraald Van alle patiënten kreeg ##% radiotherapie met #D-techniek, ##% met #D-CRT en ##%.
| 664 | nvmdl |
onbekende primaire tumor en levermetastasen in het algemeen Echter, patiënten die werden geselecteerd voor chirurgie hadden waarschijnlijk preoperatief een betere prognose dan patiënten die niet voor chirurgie in aanmerking Er was geen direct bewijs over radicale lokale behandeling van geïsoleerde bot-, long- of De literatuursearch die voor de NICE richtlijn is gedaan, is geactualiseerd Na de literatuursearch en literatuurselectie bleven ## artikelen over die full-tekst zijn beoordeeld Een aantal artikelen viel vervolgens af omdat deze binnen de inclusiecriteria van de NICE evidence review vielen ##, ##, ###, #<DATUM> Additioneel werd een aantal artikelen geëxcludeerd vanwege methodologische tekortkomingen of inhoudelijke redenen (omdat het artikel de uitgangsvraag niet beantwoordde) ##, ##, ###, ### In het artikel van Ligey et al wordt de behandeling van ## patiënten met halslymfklier metastasen van een onbekende primaire tumor beschreven ### In dit onderzoek werden patiënten met plaveiselcelcarcinoom of ongedifferentieerd carcinoom geïncludeerd met unilaterale halslymfkliermetastasen zonder afstandsmetastasen en zonder huid- of hoofd-halskanker in de voorgeschiedenis De mediane leeftijd van de patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ##-<LEEFTIJD> jaar); ##% was man Van alle patiënten had ##% performance status #, ##% performance status # en de rest performance status # De mediane lymfkliergrootte was ## mm (range #-## mm) Bij ##% van de patiënten werd een halsklierdissectie uitgevoerd Radiotherapie werd bij ##% van de patiënten alleen ipsilateraal toegepast, bij ##% werden de halslymfklieren bilateraal alsook de mucosa van de faryngeale as bestraald Van alle patiënten kreeg ##% radiotherapie met #D-techniek, ##% met #D-CRT en ##% Chemotherapie werd gegeven aan ##% van de patiënten De mediane follow-up bedroeg #,<LEEFTIJD> jaar (range # maanden â <LEEFTIJD> jaar) De mediane tijd tot lokale recidivering was ## maanden (range # â ### maanden) Een lokaal recidief werd gevonden bij ## patiënten (##%) Op basis van de gevonden resultaten werd een prognostisch model ontwikkeld om de kans op lokale recidivering na behandeling met radiotherapie te kunnen voorspellen Na univariate en multivariate analyse bleek er slechts één prognostische onderscheidende factor te zijn het gebruik van een tweedimensionale techniek (versus #D-CRT of IMRT) gaf een #,# maal hogere kans op lokale recidivering (##% BI #,# â ##,#) De mediane overlevingsduur was #,<LEEFTIJD> jaar (range ## dagen â <LEEFTIJD> jaar) De vijfjaars totale overleving was ##% (##% BI ## - ##) Significante prognostische voorspellers voor mortaliteit waren een performance status van # (RR = #,#; ##% BI #,# â #,#) en het gebruik van een #-D techniek (RR = #,#; ##% BI #,# â #,#) De keuze voor de verschillende behandelingen is niet verantwoord en lijkt Sinds de <PERSOON> studie van Ligey et al zijn recent nog # Amerikaanse retrospectieve studies van zeer hetrogeen behandelde patiëntengroepen verschenen #<DATUM> Deze studies zijn heterogeen, zowel m b t chirurgie (complete halsklierdissectie, alleen klierbiopt of niets), als m b t radiotherapie (uni/bilateraal, De overleving in deze studies was beter dan die van Ligey et al en bedroeg in totaal ##-##% respectievelijk ziektevrij ##-##%.
| 772 | nvmdl |
Chemotherapie werd gegeven aan ##% van de patiënten De mediane follow-up bedroeg #,<LEEFTIJD> jaar (range # maanden â <LEEFTIJD> jaar) De mediane tijd tot lokale recidivering was ## maanden (range # â ### maanden) Een lokaal recidief werd gevonden bij ## patiënten (##%) Op basis van de gevonden resultaten werd een prognostisch model ontwikkeld om de kans op lokale recidivering na behandeling met radiotherapie te kunnen voorspellen Na univariate en multivariate analyse bleek er slechts één prognostische onderscheidende factor te zijn het gebruik van een tweedimensionale techniek (versus #D-CRT of IMRT) gaf een #,# maal hogere kans op lokale recidivering (##% BI #,# â ##,#) De mediane overlevingsduur was #,<LEEFTIJD> jaar (range ## dagen â <LEEFTIJD> jaar) De vijfjaars totale overleving was ##% (##% BI ## - ##) Significante prognostische voorspellers voor mortaliteit waren een performance status van # (RR = #,#; ##% BI #,# â #,#) en het gebruik van een #-D techniek (RR = #,#; ##% BI #,# â #,#) De keuze voor de verschillende behandelingen is niet verantwoord en lijkt Sinds de <PERSOON> studie van Ligey et al zijn recent nog # Amerikaanse retrospectieve studies van zeer hetrogeen behandelde patiëntengroepen verschenen #<DATUM> Deze studies zijn heterogeen, zowel m b t chirurgie (complete halsklierdissectie, alleen klierbiopt of niets), als m b t radiotherapie (uni/bilateraal, De overleving in deze studies was beter dan die van Ligey et al en bedroeg in totaal ##-##% respectievelijk ziektevrij ##-##% toegepast Recent is een meta-analyse verschenen en een uitgebreide review met bijdrage van vele centra ###, ### Uit deze studies wordt geconcludeerd Uni- of bilaterale electieve bestraling van de oro-nasofarynx kan de locale controle in individuele gevallen (afwegende factoren zoals stadium) mogelijk verhogen #<DATUM> ### Door larynx en hypofarynx buiten het bestralingsveld te laten, lijkt survival niet te verslechteren;### Met betrekking tot electieve RT is er met #D-conformatie therapie en IMRT een toegenomen Toevoeging van chemotherapie verbetert survival niet, maar geeft wel fors hogere toxiciteit in de vorm van oesofagus-stenose, tot zelfs ##%;###, ###, ### Of HPV-positieve metastasen van onbekende primaire tumoren ook meer radiosensitief zijn voor De overleving wordt bepaald door het N-stadium Bij clustering van studies en alle stadia wordt geen significant verschil in <LEEFTIJD>-jaars overleving gezien tussen behandeling met (chemo)radiotherapie alleen, versus patiënten die ook een halsklierdissectie hebben Er is beperkt bewijs voor de effectiviteit van de uitgebreidheid van postoperatieve radiotherapie van halslymfkliermetastasen van een onbekende primaire tumor Radiotherapie in het hoofd-halsgebied lijkt gepaard te gaan met een forse daaraan Het gebruik van #D-CRT of IMRT radiotherapie bij patiënten met een halslymfkliermetastase van onbekende primaire origine lijkt effectiever dan toepassing van #D-techniek De gerapporteerde toxiciteit na IMRT is substantieel lager dan na #Dradiotherapie Chirurgische behandeling van halslymfkliermetastasen van onbekende primaire origine kan leiden tot curatie, waarbij de vijfjaarsoverleving varieert van ## tot ##% De overleving van halslymfkliermetastasen van onbekende primaire origine wordt bepaald door de N-status en mogelijk ook kapseldoorbraak De optimale behandeling.
| 726 | nvmdl |
toegepast Recent is een meta-analyse verschenen en een uitgebreide review met bijdrage van vele centra ###, ### Uit deze studies wordt geconcludeerd Uni- of bilaterale electieve bestraling van de oro-nasofarynx kan de locale controle in individuele gevallen (afwegende factoren zoals stadium) mogelijk verhogen #<DATUM> ### Door larynx en hypofarynx buiten het bestralingsveld te laten, lijkt survival niet te verslechteren;### Met betrekking tot electieve RT is er met #D-conformatie therapie en IMRT een toegenomen Toevoeging van chemotherapie verbetert survival niet, maar geeft wel fors hogere toxiciteit in de vorm van oesofagus-stenose, tot zelfs ##%;###, ###, ### Of HPV-positieve metastasen van onbekende primaire tumoren ook meer radiosensitief zijn voor De overleving wordt bepaald door het N-stadium Bij clustering van studies en alle stadia wordt geen significant verschil in <LEEFTIJD>-jaars overleving gezien tussen behandeling met (chemo)radiotherapie alleen, versus patiënten die ook een halsklierdissectie hebben Er is beperkt bewijs voor de effectiviteit van de uitgebreidheid van postoperatieve radiotherapie van halslymfkliermetastasen van een onbekende primaire tumor Radiotherapie in het hoofd-halsgebied lijkt gepaard te gaan met een forse daaraan Het gebruik van #D-CRT of IMRT radiotherapie bij patiënten met een halslymfkliermetastase van onbekende primaire origine lijkt effectiever dan toepassing van #D-techniek De gerapporteerde toxiciteit na IMRT is substantieel lager dan na #Dradiotherapie Chirurgische behandeling van halslymfkliermetastasen van onbekende primaire origine kan leiden tot curatie, waarbij de vijfjaarsoverleving varieert van ## tot ##% De overleving van halslymfkliermetastasen van onbekende primaire origine wordt bepaald door de N-status en mogelijk ook kapseldoorbraak De optimale behandeling Een combinatie van therapie-modaliteiten voor de hals lijkt de De keuze voor een vorm van lokale en/of regionale behandeling is afhankelijk van de intentie van die behandeling curatief dan wel palliatief Aan patiënten bij wie curatie mogelijk is, op basis van uitbreiding en histologische kenmerken) en voorkeur van de patiënt, kan een meer radicale Bij patiënten met halslymfkliermetastasen zonder bekende primaire tumor is geen goed vergelijkend onderzoek verricht waarin de waarde van postoperatieve bestraling is aangetoond of waarin radiotherapie vergeleken is met chirurgie alleen Hetzelfde geldt voor de waarde van salvage chirurgie na (chemo)irradiatie Eveneens ontbreken studies naar de effectiviteit en morbiditeit van de indicatie en het doelvolume van profylactische (postoperatieve) bestraling in het hoofd-hals gebied controversieel Gezien bovenstaande wordt geadviseerd bij de keuze voor primaire radiotherapie of primaire chirurgie met eventuele postoperatieve irradiatie van de hals, de richtlijnen voor behandeling van de hals bij (bekend) primair plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-halsgebied te volgen Op basis van beschikbare studies wordt algemeen aangenomen, dat electieve radiotherapie van de nasofaryngeale as waarin zich mogelijk een primaire tumor bevindt, de kans op mucosaal recidief substantieel vermindert #<DATUM> Momenteel kan deze electieve bestraling worden geïndividualiseerd op basis van virale diagnostiek Bij een HPV positieve tumor kan worden overwogen alleen de orofarynx en bij een EBV positieve tumor alleen de nasofarynx electief mee te bestralen De in de NICE evidence review aangezien IMRT nu standaard is Dat geldt met name voor het optreden van xerostomie.
| 595 | nvmdl |
combinatie van therapie-modaliteiten voor de hals lijkt de De keuze voor een vorm van lokale en/of regionale behandeling is afhankelijk van de intentie van die behandeling curatief dan wel palliatief Aan patiënten bij wie curatie mogelijk is, op basis van uitbreiding en histologische kenmerken) en voorkeur van de patiënt, kan een meer radicale Bij patiënten met halslymfkliermetastasen zonder bekende primaire tumor is geen goed vergelijkend onderzoek verricht waarin de waarde van postoperatieve bestraling is aangetoond of waarin radiotherapie vergeleken is met chirurgie alleen Hetzelfde geldt voor de waarde van salvage chirurgie na (chemo)irradiatie Eveneens ontbreken studies naar de effectiviteit en morbiditeit van de indicatie en het doelvolume van profylactische (postoperatieve) bestraling in het hoofd-hals gebied controversieel Gezien bovenstaande wordt geadviseerd bij de keuze voor primaire radiotherapie of primaire chirurgie met eventuele postoperatieve irradiatie van de hals, de richtlijnen voor behandeling van de hals bij (bekend) primair plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-halsgebied te volgen Op basis van beschikbare studies wordt algemeen aangenomen, dat electieve radiotherapie van de nasofaryngeale as waarin zich mogelijk een primaire tumor bevindt, de kans op mucosaal recidief substantieel vermindert #<DATUM> Momenteel kan deze electieve bestraling worden geïndividualiseerd op basis van virale diagnostiek Bij een HPV positieve tumor kan worden overwogen alleen de orofarynx en bij een EBV positieve tumor alleen de nasofarynx electief mee te bestralen De in de NICE evidence review aangezien IMRT nu standaard is Dat geldt met name voor het optreden van xerostomie monotherapie d w z een vorm van halsklierdissectie ofwel primaire radiotherapie overwegen Bij extranodale groei en stadia N#-N# is combinatietherapie gerechtvaardigd Chirurgische behandeling met een curatieve intentie, een (gemodificeerd) radicale halsklierdissectie met meenemen van level I t/m V, is de behandeling van eerste keuze bij stadia <PERSOON> radiotherapie kan een alternatief zijn voor chirurgie, volgens de aanbevelingen voor de behandeling van lymfkliermetastasen Op basis van het aantal lymfkliermetastasen, de grootte van de klier, de aanwezigheid van kapseldoorbraak en de mate van radicaliteit, is adjuvante radiotherapie van de ipsilaterale en eventueel de contralaterale hals geïndiceerd, conform de richtlijnen voor het primair Controverse bestaat er over de waarde van chemoirradiatie en electieve irradiatie van de faryngelae mucosa Weliswaar is bij behandeling van het primair plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-halsgebied, de waarde van adjuvante chemoirradiatie bij extranodale groei bewezen, maar in de beschikbare studies over onbekende primairen geeft toevoeging van platinumverbindingen wel toename van toxiciteit doch geen verbetering van regionale controle en/of survival ###, ###, ### Daarmee ontbreekt consensus over een aanbeveling de bestaande richtlijnen te volgen voor het primair Op basis van HPV- of EBV-positiviteit van de tumor kan worden overwogen de orofarynx respectievelijk de nasofarynx electief mee te bestralen Gezien de sensitiviteit van HPV-positieve tumoren kan in dat geval ook overwogen worden de hals middels primaire radiotherapie te behandelen Bij EBV- en HPV-negatieve tumoren kan op indicatie electieve irradiatie van de uni- of Primair chirurgische behandeling met een curatieve intentie wordt aanbevolen Radiotherapie kan Bij solitaire orgaanmetastasen kan lokale behandeling worden overwogen Met chirurgie en/of.
| 572 | nvmdl |
halsklierdissectie ofwel primaire radiotherapie overwegen Bij extranodale groei en stadia N#-N# is combinatietherapie gerechtvaardigd Chirurgische behandeling met een curatieve intentie, een (gemodificeerd) radicale halsklierdissectie met meenemen van level I t/m V, is de behandeling van eerste keuze bij stadia <PERSOON> radiotherapie kan een alternatief zijn voor chirurgie, volgens de aanbevelingen voor de behandeling van lymfkliermetastasen Op basis van het aantal lymfkliermetastasen, de grootte van de klier, de aanwezigheid van kapseldoorbraak en de mate van radicaliteit, is adjuvante radiotherapie van de ipsilaterale en eventueel de contralaterale hals geïndiceerd, conform de richtlijnen voor het primair Controverse bestaat er over de waarde van chemoirradiatie en electieve irradiatie van de faryngelae mucosa Weliswaar is bij behandeling van het primair plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-halsgebied, de waarde van adjuvante chemoirradiatie bij extranodale groei bewezen, maar in de beschikbare studies over onbekende primairen geeft toevoeging van platinumverbindingen wel toename van toxiciteit doch geen verbetering van regionale controle en/of survival ###, ###, ### Daarmee ontbreekt consensus over een aanbeveling de bestaande richtlijnen te volgen voor het primair Op basis van HPV- of EBV-positiviteit van de tumor kan worden overwogen de orofarynx respectievelijk de nasofarynx electief mee te bestralen Gezien de sensitiviteit van HPV-positieve tumoren kan in dat geval ook overwogen worden de hals middels primaire radiotherapie te behandelen Bij EBV- en HPV-negatieve tumoren kan op indicatie electieve irradiatie van de uni- of Primair chirurgische behandeling met een curatieve intentie wordt aanbevolen Radiotherapie kan Bij solitaire orgaanmetastasen kan lokale behandeling worden overwogen Met chirurgie en/of Bij solitaire botmetastasen wordt in het algemeen primaire radiotherapie aanbevolen Chirurgie kan in zeldzame gevallen een alternatief zijn Bij bedreiging van vitale structuren (zoals myelum) dient chirurgie eerst overwogen te worden Voor symptomatische metastasen kan lokale behandeling (o a chirurgie, radiotherapie, radiofrequente ablatie, embolisatie, stents) worden overwogen als onderdeel van de palliatieve behandeling Prognose van patiënten niet behorend tot een behandelbare subgroep Welke prognostische factoren geven een indicatie van een zeer slechte of juist relatief gunstige Zijn er factoren bekend die een indicatie geven van de respons op systemische therapie bij patiënten met een metastase van onbekende origine wanneer gekeken wordt naar mortaliteit en kwaliteit van Er is bewijs dat een aantal factoren geassocieerd is met de respons op chemotherapie en de totale overleving bij mensen met een onbekende primaire tumor Terwijl veel prognostische factoren belangrijk bleken bij univariate analyse, bleven er maar weinig factoren over na multivariate analyse Onafhankelijke negatieve prognostische factoren zijn de aanwezigheid van levermetastasen, laag serum albumine en verhoogd serum lactaat dehydrogenase De enige gunstige prognostische factor die consequent in onderzoeken wordt gerapporteerd is een Verschillende auteurs hebben eenvoudige modellen ontwikkeld waarin mensen met een onbekende primaire tumor aan de hand van een aantal factoren worden ingedeeld in laagrisico en hoogrisico groepen Deze risicogroepen hebben statistisch significante verschillen in totale overleving, maar de klinische relevantie is onduidelijk er zijn geen studies die evalueren of deze prognostische modellen behandelingsbeslissingen beïnvloeden Er is inconsistentie in de factoren die in de prognostische.
| 563 | nvmdl |
Bij solitaire botmetastasen wordt in het algemeen primaire radiotherapie aanbevolen Chirurgie kan in zeldzame gevallen een alternatief zijn Bij bedreiging van vitale structuren (zoals myelum) dient chirurgie eerst overwogen te worden Voor symptomatische metastasen kan lokale behandeling (o a chirurgie, radiotherapie, radiofrequente ablatie, embolisatie, stents) worden overwogen als onderdeel van de palliatieve behandeling Prognose van patiënten niet behorend tot een behandelbare subgroep Welke prognostische factoren geven een indicatie van een zeer slechte of juist relatief gunstige Zijn er factoren bekend die een indicatie geven van de respons op systemische therapie bij patiënten met een metastase van onbekende origine wanneer gekeken wordt naar mortaliteit en kwaliteit van Er is bewijs dat een aantal factoren geassocieerd is met de respons op chemotherapie en de totale overleving bij mensen met een onbekende primaire tumor Terwijl veel prognostische factoren belangrijk bleken bij univariate analyse, bleven er maar weinig factoren over na multivariate analyse Onafhankelijke negatieve prognostische factoren zijn de aanwezigheid van levermetastasen, laag serum albumine en verhoogd serum lactaat dehydrogenase De enige gunstige prognostische factor die consequent in onderzoeken wordt gerapporteerd is een Verschillende auteurs hebben eenvoudige modellen ontwikkeld waarin mensen met een onbekende primaire tumor aan de hand van een aantal factoren worden ingedeeld in laagrisico en hoogrisico groepen Deze risicogroepen hebben statistisch significante verschillen in totale overleving, maar de klinische relevantie is onduidelijk er zijn geen studies die evalueren of deze prognostische modellen behandelingsbeslissingen beïnvloeden Er is inconsistentie in de factoren die in de prognostische Er zijn geen goede prognostische modellen voorhanden om de absolute overlevingskans van een bepaalde patiënt met een onbekende primaire tumor te schatten literatuurselectie bleven ## artikelen over die full-tekst zijn beoordeeld Een aantal artikelen viel vervolgens af omdat deze binnen de inclusiecriteria van de NICE evidence review vielen ##, ##, ##, ##, ###, ###, ###, #<DATUM> Additioneel werd een aantal artikelen geëxcludeerd vanwege methodologische Ferté et al evalueerden in een retrospectief onderzoek de waarde van # scoringssystemen om de prognose van patiënten met een onbekende primaire tumor te kunnen schatten # Hiertoe werden de dossiers van ### opeenvolgende patiënten met een onbekende primaire tumor geëvalueerd De mediane leeftijd van deze patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ##-<LEEFTIJD> jaar); ##% was man De mediane overlevingsduur na diagnose was ### dagen (range #-### dagen) In het onderzoek zijn # scoringssystemen (<PERSOON>, Culine, Seve) geëvalueerd In deze analyse konden respectievelijk ###, ### en ### patiënten worden geïncludeerd Uit een univariate analyse is geconcludeerd dat met deze scoringssystemen groepen patiënten met een goede prognose en patiënten met een slechte prognose kunnen worden onderscheiden Individuele voorspellingen van de levensverwachting zijn echter met deze modellen niet te maken; de positief en negatief voorspellende waarden van de patiënten met een overleving van minder dan ## dagen en van patiënten met een overleving van meer dan ### dagen (dit zijn de extremen in het model) overlappen De studies van <PERSOON>, Culine In het onderzoek van Kodaira et al.
| 620 | nvmdl |
zijn geen goede prognostische modellen voorhanden om de absolute overlevingskans van een bepaalde patiënt met een onbekende primaire tumor te schatten literatuurselectie bleven ## artikelen over die full-tekst zijn beoordeeld Een aantal artikelen viel vervolgens af omdat deze binnen de inclusiecriteria van de NICE evidence review vielen ##, ##, ##, ##, ###, ###, ###, #<DATUM> Additioneel werd een aantal artikelen geëxcludeerd vanwege methodologische Ferté et al evalueerden in een retrospectief onderzoek de waarde van # scoringssystemen om de prognose van patiënten met een onbekende primaire tumor te kunnen schatten # Hiertoe werden de dossiers van ### opeenvolgende patiënten met een onbekende primaire tumor geëvalueerd De mediane leeftijd van deze patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ##-<LEEFTIJD> jaar); ##% was man De mediane overlevingsduur na diagnose was ### dagen (range #-### dagen) In het onderzoek zijn # scoringssystemen (<PERSOON>, Culine, Seve) geëvalueerd In deze analyse konden respectievelijk ###, ### en ### patiënten worden geïncludeerd Uit een univariate analyse is geconcludeerd dat met deze scoringssystemen groepen patiënten met een goede prognose en patiënten met een slechte prognose kunnen worden onderscheiden Individuele voorspellingen van de levensverwachting zijn echter met deze modellen niet te maken; de positief en negatief voorspellende waarden van de patiënten met een overleving van minder dan ## dagen en van patiënten met een overleving van meer dan ### dagen (dit zijn de extremen in het model) overlappen De studies van <PERSOON>, Culine In het onderzoek van Kodaira et al retrospectief geëvalueerd om zo een subgroep met een gunstige prognose na behandeling met carboplatine en paclitaxel te kunnen vaststellen ### Er werd gekeken naar progressievrije overleving en totale overleving na chemotherapie De mediane leeftijd van de patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ##-<LEEFTIJD> jaar); er waren ## mannen en ## vrouwen De performance status was #-# bij ## patiënten en <DATUM> bij # patiënten Van alle patiënten hadden er ## een adenocarcinoom, ## een slecht gedifferentieerd De totale responsrate na chemotherapie was ##% voor patiënten met een adenocarcinoom, ##% voor patiënten met een plaveiselcelcarcinoom en ##% voor patiënten met een slecht gedifferentieerd carcinoom Factoren die verband hielden met een slechte prognose na behandeling (univariate analyse) pleurale effusie (p = #,##), botmetastase (p = #,##) en levermetastase (p = #,##) In een multivariaat model bleken slechte performance status (p = #,###) en botmetastasen (p = #,###) onafhankelijke In de studie van Penel et al is de ontwikkeling van een prognostisch model bij ### patiënten met een onbekende primaire tumor en de validatie ervan bij een groep van ### patiënten beschreven ### Het doel van deze studie was een âbedsideâ score vast te stellen waarmee een voorspelling gedaan zou kunnen worden met betrekking tot vroegtijdig overlijden (levensverwachting van minder dan ## dagen) Een consequentie hiervan zou kunnen zijn om bij de groep bij wie een snel overlijden wordt verwacht af te zien van agressieve chemotherapie en de behandeling te richten op palliatieve zorg De patiëntengroep (ontwikkeling prognostisch model) bestond uit ### opeenvolgende patiënten; de.
| 724 | nvmdl |
een subgroep met een gunstige prognose na behandeling met carboplatine en paclitaxel te kunnen vaststellen ### Er werd gekeken naar progressievrije overleving en totale overleving na chemotherapie De mediane leeftijd van de patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ##-<LEEFTIJD> jaar); er waren ## mannen en ## vrouwen De performance status was #-# bij ## patiënten en <DATUM> bij # patiënten Van alle patiënten hadden er ## een adenocarcinoom, ## een slecht gedifferentieerd De totale responsrate na chemotherapie was ##% voor patiënten met een adenocarcinoom, ##% voor patiënten met een plaveiselcelcarcinoom en ##% voor patiënten met een slecht gedifferentieerd carcinoom Factoren die verband hielden met een slechte prognose na behandeling (univariate analyse) pleurale effusie (p = #,##), botmetastase (p = #,##) en levermetastase (p = #,##) In een multivariaat model bleken slechte performance status (p = #,###) en botmetastasen (p = #,###) onafhankelijke In de studie van Penel et al is de ontwikkeling van een prognostisch model bij ### patiënten met een onbekende primaire tumor en de validatie ervan bij een groep van ### patiënten beschreven ### Het doel van deze studie was een âbedsideâ score vast te stellen waarmee een voorspelling gedaan zou kunnen worden met betrekking tot vroegtijdig overlijden (levensverwachting van minder dan ## dagen) Een consequentie hiervan zou kunnen zijn om bij de groep bij wie een snel overlijden wordt verwacht af te zien van agressieve chemotherapie en de behandeling te richten op palliatieve zorg De patiëntengroep (ontwikkeling prognostisch model) bestond uit ### opeenvolgende patiënten; de De performance status van deze patiënten was # bij ##%, # bij ##%, # bij ##%, # bij #% en # bij #% Van alle patiënten had ##% een adenocarcinoom, ##% een ongedifferentieerd carcinoom en ##% een plaveiselcelcarcinoom Uit voorspellers van vroeg overlijden te kunnen worden vastgesteld performance status ) # (OR #,##; #,#<DATUM> ##), LDH ) #,# keer de bovengrens van de normaalwaarde (OR #,##; ##% BI #,#<DATUM> ##) en lage proteïne of albuminelevels (OR #,##; ##% BI #,#<DATUM> ##) Op basis van dit model was de kans op vroegtijdig overlijden (( ## dagen) ##,#% bij patiënten met een laag risico (score #-#), ##% voor patiënten met een matig risico (score #) en ##% voor patiënten met een hoog risico (score <DATUM> Er was geen overlap in de betrouwbaarheidsintervallen voor deze risicogroepen In de validatiedataset werden dezelfde scores berekend; deze konden berekend worden voor ### patiënten De verdeling in laag, matig en hoog risico in deze groepen was ##%, ##% en ##% Bij dit onderzoek moet opgemerkt worden dat de percentages in de ontwikkelgroep niet optellen tot ###% (maar tot ###,#%) Een goede âperformance statusâ is een prognostisch gunstige factor bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor Onafhankelijke negatieve voorspellende factoren lijken de aanwezigheid van levermetastasen, laag serum albumine en verhoogd serum lactaat dehydrogenase te zijn Er zijn geen goede modellen voorhanden die de overleving bij individuele patiënten valide kunnen schatten.
| 779 | nvmdl |
De performance status van deze patiënten was # bij ##%, # bij ##%, # bij ##%, # bij #% en # bij #% Van alle patiënten had ##% een adenocarcinoom, ##% een ongedifferentieerd carcinoom en ##% een plaveiselcelcarcinoom Uit voorspellers van vroeg overlijden te kunnen worden vastgesteld performance status ) # (OR #,##; #,#<DATUM> ##), LDH ) #,# keer de bovengrens van de normaalwaarde (OR #,##; ##% BI #,#<DATUM> ##) en lage proteïne of albuminelevels (OR #,##; ##% BI #,#<DATUM> ##) Op basis van dit model was de kans op vroegtijdig overlijden (( ## dagen) ##,#% bij patiënten met een laag risico (score #-#), ##% voor patiënten met een matig risico (score #) en ##% voor patiënten met een hoog risico (score <DATUM> Er was geen overlap in de betrouwbaarheidsintervallen voor deze risicogroepen In de validatiedataset werden dezelfde scores berekend; deze konden berekend worden voor ### patiënten De verdeling in laag, matig en hoog risico in deze groepen was ##%, ##% en ##% Bij dit onderzoek moet opgemerkt worden dat de percentages in de ontwikkelgroep niet optellen tot ###% (maar tot ###,#%) Een goede âperformance statusâ is een prognostisch gunstige factor bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor Onafhankelijke negatieve voorspellende factoren lijken de aanwezigheid van levermetastasen, laag serum albumine en verhoogd serum lactaat dehydrogenase te zijn Er zijn geen goede modellen voorhanden die de overleving bij individuele patiënten valide kunnen schatten behandelde patiënten Dit zijn derhalve patiënten met een relatief gunstige prognose vanwege hun goede conditie De mediane overleving in een ongeselecteerde populatie van patiënten, niet behorend tot een behandelbare subgroep, is # maanden # De mediane overleving van patiënten met een goede Van de performance status is relatief goede evidence beschikbaar voor wat betreft de prognostische waarde Van overige in de literatuur genoemde mogelijke prognostische factoren (levermetastasen, botmetastasen, verhoogd LDH, verlaagd albumine) is het bewijs niet consistent genoeg om dit in de Systemische behandeling van patiënten met een onbekende primaire tumor lijkt bij patiënten met ongunstige prognostische factoren weinig effectief Hier zijn echter geen gerandomiseerde data voor beschikbaar Deze therapie gaat gepaard met veel bijwerkingen Binnen de groep met bewezen onbekende primaire tumor, niet behorend tot een behandelbare subgroep, zijn er twee prognostische groepen, gebaseerd op de performance status Voor de behandeling is het belangrijk onderscheid te maken tussen patiënten met een goede performance status (( #) en met een slechte performance status () #) Behandeling van patiënten niet behorend tot een behandelbare subgroep Wat is de effectiviteit van systemische behandeling van patiënten met een metastase van een Welke palliatieve zorg is effectief voor patiënten met een metastase van een onbekende origine Chemotherapie voor mensen met een onbekende primaire tumor niet behorend tot een van de Bewijs over chemotherapie voor onbekende primaire tumoren komt van kleine fase II onderzoeken Er was geen sterk bewijs voor het optimale chemotherapie regime voor de behandeling van mensen met.
| 694 | nvmdl |
met een relatief gunstige prognose vanwege hun goede conditie De mediane overleving in een ongeselecteerde populatie van patiënten, niet behorend tot een behandelbare subgroep, is # maanden # De mediane overleving van patiënten met een goede Van de performance status is relatief goede evidence beschikbaar voor wat betreft de prognostische waarde Van overige in de literatuur genoemde mogelijke prognostische factoren (levermetastasen, botmetastasen, verhoogd LDH, verlaagd albumine) is het bewijs niet consistent genoeg om dit in de Systemische behandeling van patiënten met een onbekende primaire tumor lijkt bij patiënten met ongunstige prognostische factoren weinig effectief Hier zijn echter geen gerandomiseerde data voor beschikbaar Deze therapie gaat gepaard met veel bijwerkingen Binnen de groep met bewezen onbekende primaire tumor, niet behorend tot een behandelbare subgroep, zijn er twee prognostische groepen, gebaseerd op de performance status Voor de behandeling is het belangrijk onderscheid te maken tussen patiënten met een goede performance status (( #) en met een slechte performance status () #) Behandeling van patiënten niet behorend tot een behandelbare subgroep Wat is de effectiviteit van systemische behandeling van patiënten met een metastase van een Welke palliatieve zorg is effectief voor patiënten met een metastase van een onbekende origine Chemotherapie voor mensen met een onbekende primaire tumor niet behorend tot een van de Bewijs over chemotherapie voor onbekende primaire tumoren komt van kleine fase II onderzoeken Er was geen sterk bewijs voor het optimale chemotherapie regime voor de behandeling van mensen met Er zijn geen vergelijkende studies tussen chemotherapie en ondersteunende zorg bij patiënten met onbekende primaire tumoren Observationele studies laten een slechtere totale overleving zien bij patiënten die alleen ondersteunende zorg kregen in vergelijking met patiënten die met chemotherapie werden behandeld Echter, de evidence suggereert dat fittere patiënten eerder chemotherapie krijgen Bewijs uit fase II onderzoeken suggereert een iets betere mediane overleving en behandelingsrespons Systemische behandeling bij hersenmetastasen van onbekende origine (op basis van de Bewijs vanuit patiëntenseries suggereert dat chemotherapie zelden wordt gebruikt voor de behandeling van mensen met hersenmetastasen van een onbekende primaire tumor Uit ## studies waarin meer dan ### patiënten waren opgenomen waren van slechts # patiënten data opgenomen Er is onvoldoende gepubliceerd bewijs om een conclusie te kunnen trekken over de effectiviteit van chemotherapie op de vermoedelijke primaire tumor bij deze groep patiënten In gerandomiseerd onderzoek is de toevoeging van chemotherapie aan WBRT (whole brain radiotherapy) voor de behandeling van hersenmetastasen van een bekende primaire tumor onderzocht, specifiek bij patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom Een systematische review van drie van deze onderzoeken concludeerde dat het gebruik van chemotherapie in deze groep experimenteel blijft en dat er onvoldoende bewijs is om de effectiviteit te beoordelen Chemotherapie gebaseerd op de vermoedelijke primaire tumor bij patiënten met behandelbare Er was een gebrek aan prospectieve studies die systemische behandeling vergeleken met empirische chemotherapie Patiënten met zogenoemde behandelbare entiteiten worden veelal geëxcludeerd uit klinische onderzoeken over chemotherapie bij onbekende primaire tumoren Bewijs uit patiëntenseries en fase II onderzoeken laat zien dat de respons op chemotherapie bij.
| 565 | nvmdl |
ondersteunende zorg bij patiënten met onbekende primaire tumoren Observationele studies laten een slechtere totale overleving zien bij patiënten die alleen ondersteunende zorg kregen in vergelijking met patiënten die met chemotherapie werden behandeld Echter, de evidence suggereert dat fittere patiënten eerder chemotherapie krijgen Bewijs uit fase II onderzoeken suggereert een iets betere mediane overleving en behandelingsrespons Systemische behandeling bij hersenmetastasen van onbekende origine (op basis van de Bewijs vanuit patiëntenseries suggereert dat chemotherapie zelden wordt gebruikt voor de behandeling van mensen met hersenmetastasen van een onbekende primaire tumor Uit ## studies waarin meer dan ### patiënten waren opgenomen waren van slechts # patiënten data opgenomen Er is onvoldoende gepubliceerd bewijs om een conclusie te kunnen trekken over de effectiviteit van chemotherapie op de vermoedelijke primaire tumor bij deze groep patiënten In gerandomiseerd onderzoek is de toevoeging van chemotherapie aan WBRT (whole brain radiotherapy) voor de behandeling van hersenmetastasen van een bekende primaire tumor onderzocht, specifiek bij patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom Een systematische review van drie van deze onderzoeken concludeerde dat het gebruik van chemotherapie in deze groep experimenteel blijft en dat er onvoldoende bewijs is om de effectiviteit te beoordelen Chemotherapie gebaseerd op de vermoedelijke primaire tumor bij patiënten met behandelbare Er was een gebrek aan prospectieve studies die systemische behandeling vergeleken met empirische chemotherapie Patiënten met zogenoemde behandelbare entiteiten worden veelal geëxcludeerd uit klinische onderzoeken over chemotherapie bij onbekende primaire tumoren Bewijs uit patiëntenseries en fase II onderzoeken laat zien dat de respons op chemotherapie bij Het bewijs suggereert bovendien dat de uitkomsten van orgaanspecifieke therapie bij patiënten met behandelbare entiteiten vergelijkbaar zijn met die van patiënten met gevorderde ziekte van dat Er waren geen vergelijkende studies over lokale therapie bij patiënten met een geïsoleerde hersenmetastase van onbekende primaire origine De totale overleving was beter bij patiënten die lokaal waren behandeld dan bij patiënten die alleen palliatieve radiotherapie kregen Het is echter aannemelijk dat patiënten die chirurgisch werden behandeld op voorhand al een betere prognose hadden dan patiënten die alleen met palliatieve radiotherapie werden behandeld Er was inconsistent bewijs uit gerandomiseerde trials over het effect van chirurgie bij hersenmetastasen op de totale overleving bij patiënten met een bekende primaire tumor Het bewijs suggereert dat chirurgie functionele onafhankelijke overleving zou kunnen verbeteren en het risico op sterfte vanwege neurologische oorzaken zou kunnen verminderen wanneer dit wordt vergeleken met radiotherapie van de hersenen Er was niet voldoende bewijs om te kunnen vaststellen welke behandelingsoptie de de literatuurselectie bleven ## artikelen over, die full-tekst zijn beoordeeld Een aantal artikelen viel vervolgens af omdat deze binnen de inclusiecriteria van de NICE evidence review vielen ##, ###, ###, ### inhoudelijke redenen (omdat het artikel de uitgangsvraag niet beantwoordde) ##, ###, ### Adenis et al publiceerden in ### een gepoolde analyse van fase II onderzoeken (onderzoek onder een beperkt aantal deelnemers naar nieuwe middelen, niet gerandomiseerd e d ) naar de werkzaamheid van systemische therapie bij patiënten met een onbekende primaire tumor ## Het doel.
| 579 | nvmdl |
suggereert bovendien dat de uitkomsten van orgaanspecifieke therapie bij patiënten met behandelbare entiteiten vergelijkbaar zijn met die van patiënten met gevorderde ziekte van dat Er waren geen vergelijkende studies over lokale therapie bij patiënten met een geïsoleerde hersenmetastase van onbekende primaire origine De totale overleving was beter bij patiënten die lokaal waren behandeld dan bij patiënten die alleen palliatieve radiotherapie kregen Het is echter aannemelijk dat patiënten die chirurgisch werden behandeld op voorhand al een betere prognose hadden dan patiënten die alleen met palliatieve radiotherapie werden behandeld Er was inconsistent bewijs uit gerandomiseerde trials over het effect van chirurgie bij hersenmetastasen op de totale overleving bij patiënten met een bekende primaire tumor Het bewijs suggereert dat chirurgie functionele onafhankelijke overleving zou kunnen verbeteren en het risico op sterfte vanwege neurologische oorzaken zou kunnen verminderen wanneer dit wordt vergeleken met radiotherapie van de hersenen Er was niet voldoende bewijs om te kunnen vaststellen welke behandelingsoptie de de literatuurselectie bleven ## artikelen over, die full-tekst zijn beoordeeld Een aantal artikelen viel vervolgens af omdat deze binnen de inclusiecriteria van de NICE evidence review vielen ##, ###, ###, ### inhoudelijke redenen (omdat het artikel de uitgangsvraag niet beantwoordde) ##, ###, ### Adenis et al publiceerden in ### een gepoolde analyse van fase II onderzoeken (onderzoek onder een beperkt aantal deelnemers naar nieuwe middelen, niet gerandomiseerd e d ) naar de werkzaamheid van systemische therapie bij patiënten met een onbekende primaire tumor ## Het doel (totaal en progressievrij) De resultaten van dit onderzoek zijn behoorlijk beperkt weergegeven in het artikel Er werden ## artikelen waarin ## behandelregimes werden onderzocht geïncludeerd, met een totaal van ### patiënten Als eerstelijns behandeling werden ## regimes gevonden, waarmee ### patiënten werden behandeld De totale respons (overall respons rate, dus complete en partiële respons) bedroeg ##% (##% BI ##-##) Het percentage patiënten bij wie tenminste geen progressie werd bereikt was ##% (##% BI ##-##) De mediane totale overlevingsduur was # maanden en de mediane progressievrije overleving bedroeg #,# maanden Bij ### patiënten werden in totaal vier verschillende behandelregimes als ´salvage´ behandeling toegepast Slechts bij ### patiënten werd de behandeling geëvalueerd De totale respons bedroeg hierbij ##% (##% BI #-##) en het percentage patiënten zonder ziekteprogressie bedroeg ##% (##% BI ##-##) De mediane overleving bij salvage therapie was #;# maanden en de mediane progressievrije overleving bedroeg # maanden Wanneer gekeken werd naar de respons op behandeling, bleken # behandelingen (cisplatine en doxorubicine) geassocieerd met een betere respons en # behandelingen (carboplatine en irinotecan) met een slechtere respons Hierbij (statistisch significante) relatieve risicoâs genoemd, waarbij echter niet wordt vermeld waarmee de genoemde therapie is vergeleken (bijvoorbeeld vergeleken met standaardbehandeling of geen behandeling) De waarde van deze bevindingen is derhalve beperkt, zeker ook omdat het een datapooling van fase II onderzoeken betreft Hainsworth et al publiceerden in ### de resultaten van een gerandomiseerd fase III onderzoek paclitaxel/carboplatine/etoposide werd vergeleken met gemcitabine/irinotecan ### In dit onderzoek.
| 678 | nvmdl |
onderzoek zijn behoorlijk beperkt weergegeven in het artikel Er werden ## artikelen waarin ## behandelregimes werden onderzocht geïncludeerd, met een totaal van ### patiënten Als eerstelijns behandeling werden ## regimes gevonden, waarmee ### patiënten werden behandeld De totale respons (overall respons rate, dus complete en partiële respons) bedroeg ##% (##% BI ##-##) Het percentage patiënten bij wie tenminste geen progressie werd bereikt was ##% (##% BI ##-##) De mediane totale overlevingsduur was # maanden en de mediane progressievrije overleving bedroeg #,# maanden Bij ### patiënten werden in totaal vier verschillende behandelregimes als ´salvage´ behandeling toegepast Slechts bij ### patiënten werd de behandeling geëvalueerd De totale respons bedroeg hierbij ##% (##% BI #-##) en het percentage patiënten zonder ziekteprogressie bedroeg ##% (##% BI ##-##) De mediane overleving bij salvage therapie was #;# maanden en de mediane progressievrije overleving bedroeg # maanden Wanneer gekeken werd naar de respons op behandeling, bleken # behandelingen (cisplatine en doxorubicine) geassocieerd met een betere respons en # behandelingen (carboplatine en irinotecan) met een slechtere respons Hierbij (statistisch significante) relatieve risicoâs genoemd, waarbij echter niet wordt vermeld waarmee de genoemde therapie is vergeleken (bijvoorbeeld vergeleken met standaardbehandeling of geen behandeling) De waarde van deze bevindingen is derhalve beperkt, zeker ook omdat het een datapooling van fase II onderzoeken betreft Hainsworth et al publiceerden in ### de resultaten van een gerandomiseerd fase III onderzoek paclitaxel/carboplatine/etoposide werd vergeleken met gemcitabine/irinotecan ### In dit onderzoek carcinoom) zonder bekend syndroom geïncludeerd Patiënten met (niet behandelde) hersenmetastasen werden geëxcludeerd Patiënten werden gerandomiseerd voor beide behandelingen Na (telkens) # behandelcycli (# weken) werd de respons geëvalueerd en bij respons gecontinueerd tot een maximum van # cycli Daarna kregen patiënten in beide groepen gefitinib gedurende maximaal ## maanden (tot tumorprogressie) In totaal werden ### patiënten (vanuit ## ziekenhuizen) geïncludeerd in dit onderzoek In de paclitaxelgroep zaten ## patiënten en in de gemcitabinegroep ### patiënten De groepen waren vergelijkbaar qua klinische karakteristieken, leeftijd, geslacht, performance status en metastasering De mediane leeftijd was <LEEFTIJD> jaar (range ## â <LEEFTIJD> jaar), ### patiënten waren man Het mediane aantal behandelcycli was # in de paclitaxelgroep en # in de gemcitabinegroep Van alle patiënten waren er ## (##%) die alle geplande chemotherapie kregen en daarna werden behandeld met gefitinib De mediane behandelduur met gefitinib was ## weken (range #-## weken) Na een mediane follow-up van ## maanden (range # â ## maanden) waren ## patiënten (##%) nog in leven Vergelijkingen in totale overleving tussen het paclitaxelregime en het gemcitabineregime lieten geen ##% versus ##% en mediane overleving #,# maanden versus #,# maanden Ook het verschil in progressievrije overleving was niet statistisch significant (p = #,##) mediane progressievrije overleving responspercentages waren in beide behandelgroepen gelijk Behandeling met het gemcitabineregime leidde tot significant minder behandelingsgerelateerde toxiciteit dan behandeling met het paclitaxelregime, met name voor wat betreft neutropenie (p ( #,##), thrombocytopenie (p = #,##),.
| 753 | nvmdl |
syndroom geïncludeerd Patiënten met (niet behandelde) hersenmetastasen werden geëxcludeerd Patiënten werden gerandomiseerd voor beide behandelingen Na (telkens) # behandelcycli (# weken) werd de respons geëvalueerd en bij respons gecontinueerd tot een maximum van # cycli Daarna kregen patiënten in beide groepen gefitinib gedurende maximaal ## maanden (tot tumorprogressie) In totaal werden ### patiënten (vanuit ## ziekenhuizen) geïncludeerd in dit onderzoek In de paclitaxelgroep zaten ## patiënten en in de gemcitabinegroep ### patiënten De groepen waren vergelijkbaar qua klinische karakteristieken, leeftijd, geslacht, performance status en metastasering De mediane leeftijd was <LEEFTIJD> jaar (range ## â <LEEFTIJD> jaar), ### patiënten waren man Het mediane aantal behandelcycli was # in de paclitaxelgroep en # in de gemcitabinegroep Van alle patiënten waren er ## (##%) die alle geplande chemotherapie kregen en daarna werden behandeld met gefitinib De mediane behandelduur met gefitinib was ## weken (range #-## weken) Na een mediane follow-up van ## maanden (range # â ## maanden) waren ## patiënten (##%) nog in leven Vergelijkingen in totale overleving tussen het paclitaxelregime en het gemcitabineregime lieten geen ##% versus ##% en mediane overleving #,# maanden versus #,# maanden Ook het verschil in progressievrije overleving was niet statistisch significant (p = #,##) mediane progressievrije overleving responspercentages waren in beide behandelgroepen gelijk Behandeling met het gemcitabineregime leidde tot significant minder behandelingsgerelateerde toxiciteit dan behandeling met het paclitaxelregime, met name voor wat betreft neutropenie (p ( #,##), thrombocytopenie (p = #,##), dit laatste juist meer bij patiënten met het gemcitabineregime voorkwam Moller et al bestudeerden de werking van capecitabine en oxaliplatine als tweedelijns behandeling van patiënten met een onbekende primaire tumor ### Hiertoe includeerden zij ## patiënten die als eerstelijnstherapie een combinatie van paclitaxel, gemcitabine en platinum hadden gehad De verwachting hierbij was dat deze patiënten een grotere kans op een primaire tumor in het gastrointestinale stelsel zouden hebben De behandeling bestond uit ## dagen tweemaal daags ### mg/m# orale capecitabine en oxaliplatine (### mg/m#) intraveneus op dag # Deze behandelingscyclus werd elke ## dagen herhaald, totdat er ziekteprogressie of onacceptabele toxiciteit optrad of de patiënt zich terugtrok De gemiddelde leeftijd van de patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ## â <LEEFTIJD> jaar); de groep bestond uit ## mannen en ## vrouwen Bij ## patiënten was een respons op basis van de eerstelijns behandeling vastgesteld met een mediane progressievrije overleving van # maanden (##% BI # - # maanden) In de meerderheid van de patiënten (##%) leek een primaire tumor in het gastro-intestinale stelsel op basis van histopathologie aannemelijk Het mediane aantal behandelcyli bedroeg # (range # - ##) Dosisverlaging was nodig bij # patiënten; # patiënten stopten met de behandeling voor de eerste evaluatie Bij ## patiënten werd (intention-to-treat) analyse gedaan Een partiële respons werd gezien bij # patiënten (##%; ##% BI #% - ##%) De mediane progressievrije overleving bij alle ## patiënten was # maanden (##% BI.
| 740 | nvmdl |
bij patiënten met het gemcitabineregime voorkwam Moller et al bestudeerden de werking van capecitabine en oxaliplatine als tweedelijns behandeling van patiënten met een onbekende primaire tumor ### Hiertoe includeerden zij ## patiënten die als eerstelijnstherapie een combinatie van paclitaxel, gemcitabine en platinum hadden gehad De verwachting hierbij was dat deze patiënten een grotere kans op een primaire tumor in het gastrointestinale stelsel zouden hebben De behandeling bestond uit ## dagen tweemaal daags ### mg/m# orale capecitabine en oxaliplatine (### mg/m#) intraveneus op dag # Deze behandelingscyclus werd elke ## dagen herhaald, totdat er ziekteprogressie of onacceptabele toxiciteit optrad of de patiënt zich terugtrok De gemiddelde leeftijd van de patiënten was <LEEFTIJD> jaar (range ## â <LEEFTIJD> jaar); de groep bestond uit ## mannen en ## vrouwen Bij ## patiënten was een respons op basis van de eerstelijns behandeling vastgesteld met een mediane progressievrije overleving van # maanden (##% BI # - # maanden) In de meerderheid van de patiënten (##%) leek een primaire tumor in het gastro-intestinale stelsel op basis van histopathologie aannemelijk Het mediane aantal behandelcyli bedroeg # (range # - ##) Dosisverlaging was nodig bij # patiënten; # patiënten stopten met de behandeling voor de eerste evaluatie Bij ## patiënten werd (intention-to-treat) analyse gedaan Een partiële respons werd gezien bij # patiënten (##%; ##% BI #% - ##%) De mediane progressievrije overleving bij alle ## patiënten was # maanden (##% BI (#%) De mediane totale overleving was # maanden (##% BI <DATUM> maanden); de <LEEFTIJD>-jaarsoverleving was In de systematische review van Pentheroudakis et al werd onder meer gekeken naar de effectiviteit van verschillende chemotherapieregimes voor de behandeling van patiënten met een onbekende primaire tumor ## De methoden en resultaten zijn vrij beperkt weergegeven in het artikel In totaal werden ## fase II onderzoeken met tenminste ## patiënten over platinumgebaseerde behandelregimes geïncludeerd In totaal werden hierin ### patiënten met een onbekende primaire tumor opgenomen Patiëntenkarakteristieken zijn niet in het artikel opgenomen De responsrates varieerden van ##% tot ##% (veelal tussen ##-##%) In totaal was er bij ### patiënten (##%) een reactie op de gegeven chemotherapie De mediane overleving in de geïncludeerde onderzoeken varieerde van # tot ##,# maanden De mediane overleving lijkt ongeveer # maanden te zijn in deze groep patiënten In de review waren ook # fase II onderzoeken opgenomen die antrhacycline of op gastro-intestinale tumoren gerichte chemotherapie onderzochten Hierin werden in totaal ### patiënten geïncludeerd De responsrates varieerden hierbij van ##% tot ##% (veelal tussen ##-##%) In totaal werd er bij ## patiënten een respons op de chemotherapie gezien (##%) De mediane overleving varieerde van # tot ## maanden; de mediane overleving leek hierbij ongeveer # maanden te zijn Er wordt in dit artikel veel gebruik gemaakt van schattingen en er is geen gepoolde data-analyse gedaan Bovendien zijn de genoemde resultaten gebaseerd op gepubliceerde fase II onderzoeken, waarbij de kans op.
| 714 | nvmdl |
maanden (##% BI <DATUM> maanden); de <LEEFTIJD>-jaarsoverleving was In de systematische review van Pentheroudakis et al werd onder meer gekeken naar de effectiviteit van verschillende chemotherapieregimes voor de behandeling van patiënten met een onbekende primaire tumor ## De methoden en resultaten zijn vrij beperkt weergegeven in het artikel In totaal werden ## fase II onderzoeken met tenminste ## patiënten over platinumgebaseerde behandelregimes geïncludeerd In totaal werden hierin ### patiënten met een onbekende primaire tumor opgenomen Patiëntenkarakteristieken zijn niet in het artikel opgenomen De responsrates varieerden van ##% tot ##% (veelal tussen ##-##%) In totaal was er bij ### patiënten (##%) een reactie op de gegeven chemotherapie De mediane overleving in de geïncludeerde onderzoeken varieerde van # tot ##,# maanden De mediane overleving lijkt ongeveer # maanden te zijn in deze groep patiënten In de review waren ook # fase II onderzoeken opgenomen die antrhacycline of op gastro-intestinale tumoren gerichte chemotherapie onderzochten Hierin werden in totaal ### patiënten geïncludeerd De responsrates varieerden hierbij van ##% tot ##% (veelal tussen ##-##%) In totaal werd er bij ## patiënten een respons op de chemotherapie gezien (##%) De mediane overleving varieerde van # tot ## maanden; de mediane overleving leek hierbij ongeveer # maanden te zijn Er wordt in dit artikel veel gebruik gemaakt van schattingen en er is geen gepoolde data-analyse gedaan Bovendien zijn de genoemde resultaten gebaseerd op gepubliceerde fase II onderzoeken, waarbij de kans op wordt het behandelbeleid van ### patiënten met een onbekende primaire tumor in een periode van <LEEFTIJD> jaar besproken ### Het betreft een retrospectieve studie waarin de progressievrije en totale overleving zijn bestudeerd als ook factoren die daarop van invloed zouden zijn De mediane leeftijd van de patiënten bedroeg <LEEFTIJD> jaar (range ## â <LEEFTIJD> jaar), ##% van hen was man en ##% had een adenocarcinoom ##% van de patiënten had # metastase, ##% had # metastasen en ##% had # of meer metastasen Er was een grote diversiteit in behandelbeleid, maar ##% van de patiënten onderging chemotherapie Vanwege de slechte performance status kreeg ##% van de patiënten alleen ondersteunende zorg Als eerstelijns chemotherapie werden ## verschillende behandelregimes gebruikt De meeste regimes bevatten #-fluorouracil en/of platinum Respons werd gezien bij ##/## patiënten die eerstelijns chemotherapie gebruikten (##%) Daarnaast werd stabiele ziekte gezien bij # patiënten (#%) Tweedelijns chemotherapie werd gegeven aan ##/## patiënten (##%) Hierbij trad bij ##% respons op en bij #% stabiele ziekte Bij de follow-up (duur onbekend) was #% nog in leven, ##% overleden en ##% lost-to-follow-up Een subgroepanalyse liet geen verschillen tussen soort chemotherapie zien op de totale overleving Er is in dit onderzoek geen sprake van gecontroleerde vergelijking tussen groepen patiënten De kans op vertekening van de resultaten is In het onderzoek van Niranjan et al werd gekeken naar het effect van stereotactische radiochirurgie bij patiënten met hersenmetastasen van onbekende primaire origine ### In deze studies zijn ##.
| 712 | nvmdl |
patiënten met een onbekende primaire tumor in een periode van <LEEFTIJD> jaar besproken ### Het betreft een retrospectieve studie waarin de progressievrije en totale overleving zijn bestudeerd als ook factoren die daarop van invloed zouden zijn De mediane leeftijd van de patiënten bedroeg <LEEFTIJD> jaar (range ## â <LEEFTIJD> jaar), ##% van hen was man en ##% had een adenocarcinoom ##% van de patiënten had # metastase, ##% had # metastasen en ##% had # of meer metastasen Er was een grote diversiteit in behandelbeleid, maar ##% van de patiënten onderging chemotherapie Vanwege de slechte performance status kreeg ##% van de patiënten alleen ondersteunende zorg Als eerstelijns chemotherapie werden ## verschillende behandelregimes gebruikt De meeste regimes bevatten #-fluorouracil en/of platinum Respons werd gezien bij ##/## patiënten die eerstelijns chemotherapie gebruikten (##%) Daarnaast werd stabiele ziekte gezien bij # patiënten (#%) Tweedelijns chemotherapie werd gegeven aan ##/## patiënten (##%) Hierbij trad bij ##% respons op en bij #% stabiele ziekte Bij de follow-up (duur onbekend) was #% nog in leven, ##% overleden en ##% lost-to-follow-up Een subgroepanalyse liet geen verschillen tussen soort chemotherapie zien op de totale overleving Er is in dit onderzoek geen sprake van gecontroleerde vergelijking tussen groepen patiënten De kans op vertekening van de resultaten is In het onderzoek van Niranjan et al werd gekeken naar het effect van stereotactische radiochirurgie bij patiënten met hersenmetastasen van onbekende primaire origine ### In deze studies zijn ## en ## vrouwen met een gemiddelde leeftijd van ##,<LEEFTIJD> jaar (range ##,# â ##,<LEEFTIJD> jaar) Van deze patiënten hadden er ## solitaire hersenmetastasen De overige ## patiënten hadden multipele hersenmetastasen (range # - ##) Alle patiënten werden behandeld met eenmalige stereotactische De mediane bestralingsdosis was ##,# Gray (range ##-## Gray) De mediane totale overleving was ## maanden Bij geen van de patiënten ontstonden bijwerkingen als gevolg van de waren # patiënten nog in leven en ## patiënten overleden De totale overleving na stereotactische radiochirurgie was ##,#% na # maanden en ##,#% na ## maanden Uit univariate analyse bleek dat lokalisatie van de metastase in de hersenstam de enige statistisch significante prognostische variabele was die geassocieerd was met een slechtere totale overleving (p ( #,###) In dit onderzoek is stereotactische radiotherapie niet vergeleken met een andere of geen behandeling; alle patiënten in het onderzoek hebben immers dezelfde behandeling ondergaan Daardoor is het niet mogelijk iets te Het is onduidelijk of chemotherapie een voordeel oplevert bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor ten opzichte van âbest supportive careâ; Observationele studies laten een betere totale overleving zien van chemotherapie ten opzichte van uitsluitend ondersteunende zorg bij patiënten met een metastase van onbekende primaire tumor (bij wie er geen suggestie is voor de primaire locatie) Platinum- of platinum-/taxaneregimes lijken hierbij effectiever dan fluorouracil/anthracyclineregimes, maar gaan mogelijk gepaard met een hogere toxiciteit Chemotherapeutische regimes met cisplatinum en/of doxorubicine lijken geassocieerd.
| 700 | nvmdl |
een gemiddelde leeftijd van ##,<LEEFTIJD> jaar (range ##,# â ##,<LEEFTIJD> jaar) Van deze patiënten hadden er ## solitaire hersenmetastasen De overige ## patiënten hadden multipele hersenmetastasen (range # - ##) Alle patiënten werden behandeld met eenmalige stereotactische De mediane bestralingsdosis was ##,# Gray (range ##-## Gray) De mediane totale overleving was ## maanden Bij geen van de patiënten ontstonden bijwerkingen als gevolg van de waren # patiënten nog in leven en ## patiënten overleden De totale overleving na stereotactische radiochirurgie was ##,#% na # maanden en ##,#% na ## maanden Uit univariate analyse bleek dat lokalisatie van de metastase in de hersenstam de enige statistisch significante prognostische variabele was die geassocieerd was met een slechtere totale overleving (p ( #,###) In dit onderzoek is stereotactische radiotherapie niet vergeleken met een andere of geen behandeling; alle patiënten in het onderzoek hebben immers dezelfde behandeling ondergaan Daardoor is het niet mogelijk iets te Het is onduidelijk of chemotherapie een voordeel oplevert bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor ten opzichte van âbest supportive careâ; Observationele studies laten een betere totale overleving zien van chemotherapie ten opzichte van uitsluitend ondersteunende zorg bij patiënten met een metastase van onbekende primaire tumor (bij wie er geen suggestie is voor de primaire locatie) Platinum- of platinum-/taxaneregimes lijken hierbij effectiever dan fluorouracil/anthracyclineregimes, maar gaan mogelijk gepaard met een hogere toxiciteit Chemotherapeutische regimes met cisplatinum en/of doxorubicine lijken geassocieerd lijkt gepaard te gaan met een hogere toxiciteit De werkgroep vindt het aannemelijk dat patiënten die worden behandeld met chemotherapie voor het orgaan waarin zich mogelijk de primaire tumor bevindt, vergelijkbare uitkomsten hebben met patiënten De patiëntenpopulaties in de literatuur zijn veelal geselecteerd Er zitten mogelijk meer patiënten met een goede performance status in de studies en de patiënten die bij voorbaat al niet in aanmerking kwamen voor chemotherapie zitten waarschijnlijk niet in de studies Naast chemotherapie kan een specifieke âtargetedâ therapie worden overwogen gericht tegen een tumorspecifieke mutatie, zoals tyrosine kinase remmers bij adenocarcinomen waarbij een EGFR mutatie is aangetoond In deze groep patiënten is hier echter geen evidence voor Aanbeveling (behandeling van patiënten niet behorend tot een behandelbare subgroep) Overweeg systemische behandeling bij patiënten met een goede performance status (=#-#) Overweeg in overleg met de patiënt om van therapie af te zien bij een slechte performance status () Geadviseerd wordt chemotherapie bij voorkeur binnen studieverband te geven Indien inclusie in een studie niet mogelijk is, bestaat de behandeling bij voorkeur uit een schema dat gericht is op het orgaan waarin de primaire tumor het meest waarschijnlijk is gelokaliseerd Als er geen richting te geven is, is behandeling met een uniform schema te overwegen (gezien de internationale aanbevelingen geniet gemcitabine/cisplatinum hierin de voorkeur) Behandeling binnen een Voor âbest supportive careâ wordt verwezen naar de al beschikbare richtlijnen op Oncoline/Pallialine Een punt van aandacht is hierbij het benoemen en onderkennen dat de primaire onbekende tumoren een aparte groep tumoren zijn; net als andere groepen tumoren.
| 636 | nvmdl |
vindt het aannemelijk dat patiënten die worden behandeld met chemotherapie voor het orgaan waarin zich mogelijk de primaire tumor bevindt, vergelijkbare uitkomsten hebben met patiënten De patiëntenpopulaties in de literatuur zijn veelal geselecteerd Er zitten mogelijk meer patiënten met een goede performance status in de studies en de patiënten die bij voorbaat al niet in aanmerking kwamen voor chemotherapie zitten waarschijnlijk niet in de studies Naast chemotherapie kan een specifieke âtargetedâ therapie worden overwogen gericht tegen een tumorspecifieke mutatie, zoals tyrosine kinase remmers bij adenocarcinomen waarbij een EGFR mutatie is aangetoond In deze groep patiënten is hier echter geen evidence voor Aanbeveling (behandeling van patiënten niet behorend tot een behandelbare subgroep) Overweeg systemische behandeling bij patiënten met een goede performance status (=#-#) Overweeg in overleg met de patiënt om van therapie af te zien bij een slechte performance status () Geadviseerd wordt chemotherapie bij voorkeur binnen studieverband te geven Indien inclusie in een studie niet mogelijk is, bestaat de behandeling bij voorkeur uit een schema dat gericht is op het orgaan waarin de primaire tumor het meest waarschijnlijk is gelokaliseerd Als er geen richting te geven is, is behandeling met een uniform schema te overwegen (gezien de internationale aanbevelingen geniet gemcitabine/cisplatinum hierin de voorkeur) Behandeling binnen een Voor âbest supportive careâ wordt verwezen naar de al beschikbare richtlijnen op Oncoline/Pallialine Een punt van aandacht is hierbij het benoemen en onderkennen dat de primaire onbekende tumoren een aparte groep tumoren zijn; net als andere groepen tumoren Wat is de behoefte aan voorlichting, lotgenotencontact en/of psychosociale begeleiding van patiënten Voor de beantwoording van deze vraag is gebruik gemaakt van de richtlijn âDetecteren behoefte psychosociale zorg' die erop gericht is bij alle volwassen patiënten met kanker te bewerkstelligen dat Diverse onderzoeken wijzen erop dat adequate voorlichting de voldoening van patiënten met de behandeling verhoogt, de angst doet dalen en de therapietrouw verhoogt ##<DATUM> Studies over patiëntenvoorlichting op het terrein van patiënten met metastase van onbekende primaire tumoren zijn De last die kankerpatiënten kunnen ervaren op lichamelijk, emotioneel, sociaal, praktisch en levensbeschouwelijk gebied kan samengevat worden in de term distress Het tijdig signaleren van distress en indien nodig tijdig verlenen van extra zorg draagt bij aan het voorkomen van ernstigere problematiek en kan resulteren in een betere kwaliteit van leven voor de patiënt De richtlijn behelst het traject van signalering van distress tot en met verwijzing naar een relevante gespecialiseerde psychosociale/(para)medische hulpverlener De richtlijn doet o a uitspraken over het instrument dat het meest geschikt is om distress vast te stellen, over meetmomenten, het gesprek met de patiënt, verwijzing en organisatorische randvoorwaarden Deze worden hier verder niet besproken De belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit de richtlijn zijn hieronder wel overgenomen Daarnaast is een aparte literatuursearch verricht gericht op patiënten met de diagnose onbekende primaire tumor Na selectie van de studies uit deze literatuursearch bleven # artikelen over, die fulltekst werden opgevraagd en beoordeeld Bij bestudering van de full-tekst artikelen bleek dat opnieuw.
| 574 | nvmdl |
de behoefte aan voorlichting, lotgenotencontact en/of psychosociale begeleiding van patiënten Voor de beantwoording van deze vraag is gebruik gemaakt van de richtlijn âDetecteren behoefte psychosociale zorg' die erop gericht is bij alle volwassen patiënten met kanker te bewerkstelligen dat Diverse onderzoeken wijzen erop dat adequate voorlichting de voldoening van patiënten met de behandeling verhoogt, de angst doet dalen en de therapietrouw verhoogt ##<DATUM> Studies over patiëntenvoorlichting op het terrein van patiënten met metastase van onbekende primaire tumoren zijn De last die kankerpatiënten kunnen ervaren op lichamelijk, emotioneel, sociaal, praktisch en levensbeschouwelijk gebied kan samengevat worden in de term distress Het tijdig signaleren van distress en indien nodig tijdig verlenen van extra zorg draagt bij aan het voorkomen van ernstigere problematiek en kan resulteren in een betere kwaliteit van leven voor de patiënt De richtlijn behelst het traject van signalering van distress tot en met verwijzing naar een relevante gespecialiseerde psychosociale/(para)medische hulpverlener De richtlijn doet o a uitspraken over het instrument dat het meest geschikt is om distress vast te stellen, over meetmomenten, het gesprek met de patiënt, verwijzing en organisatorische randvoorwaarden Deze worden hier verder niet besproken De belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit de richtlijn zijn hieronder wel overgenomen Daarnaast is een aparte literatuursearch verricht gericht op patiënten met de diagnose onbekende primaire tumor Na selectie van de studies uit deze literatuursearch bleven # artikelen over, die fulltekst werden opgevraagd en beoordeeld Bij bestudering van de full-tekst artikelen bleek dat opnieuw In het artikel van Boyland et al wordt ingegaan op de ervaringen van patiënten met de diagnose onbekende primaire tumor ### Het betreft een kwalitatief onderzoek waarbij ## patiënten semigestructureerd werden geïnterviewd De mediane leeftijd van deze patiënten was ##,<LEEFTIJD> jaar (range ## â <LEEFTIJD> jaar); het betrof # mannen en # vrouwen Thematische analyse van de interviews Onvermogen om de situatie aan anderen uit te leggen (het is niet als andere soorten kanker) Patiënten blijken last te hebben van de onzekerheid en onvoorspelbaarheid (niet weten wat er gaat gebeuren) Een meer specifiek diagnostisch label lijkt patiënten meer houvast te bieden, ook al zou de ziekte onbehandelbaar blijven Ook de onzekerheid over het al dan niet aanslaan van een behandeling bleek een groot probleem bij deze patiënten De meeste patiënten probeerden positief te blijven en zo met hun ziekte om te gaan Sommigen spraken zelfs over de voordelen om âbij de dag te levenâ Ook probeerden enkele patiënten zelf âin controlâ te blijven door hun eigen beslissingen te nemen Een veel voorkomend thema was angst voor de toekomst en het onbekende en bijvoorbeeld ook zorgen om meer afhankelijk te raken Er bleek geen relatie tussen de zorgen geuit in de interviews en de ervaren kwaliteit van leven Dit onderzoek is onder een zeer beperkt aantal patiënten Patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor hebben meer last van onzekerheid en de onvoorspelbaarheid van hun ziekte dan overige kankerpatiënten.
| 579 | nvmdl |
wordt ingegaan op de ervaringen van patiënten met de diagnose onbekende primaire tumor ### Het betreft een kwalitatief onderzoek waarbij ## patiënten semigestructureerd werden geïnterviewd De mediane leeftijd van deze patiënten was ##,<LEEFTIJD> jaar (range ## â <LEEFTIJD> jaar); het betrof # mannen en # vrouwen Thematische analyse van de interviews Onvermogen om de situatie aan anderen uit te leggen (het is niet als andere soorten kanker) Patiënten blijken last te hebben van de onzekerheid en onvoorspelbaarheid (niet weten wat er gaat gebeuren) Een meer specifiek diagnostisch label lijkt patiënten meer houvast te bieden, ook al zou de ziekte onbehandelbaar blijven Ook de onzekerheid over het al dan niet aanslaan van een behandeling bleek een groot probleem bij deze patiënten De meeste patiënten probeerden positief te blijven en zo met hun ziekte om te gaan Sommigen spraken zelfs over de voordelen om âbij de dag te levenâ Ook probeerden enkele patiënten zelf âin controlâ te blijven door hun eigen beslissingen te nemen Een veel voorkomend thema was angst voor de toekomst en het onbekende en bijvoorbeeld ook zorgen om meer afhankelijk te raken Er bleek geen relatie tussen de zorgen geuit in de interviews en de ervaren kwaliteit van leven Dit onderzoek is onder een zeer beperkt aantal patiënten Patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor hebben meer last van onzekerheid en de onvoorspelbaarheid van hun ziekte dan overige kankerpatiënten Adequate voorlichting verhoogt de voldoening van patiënten met de behandeling, <PERSOON> voorlichting aan deze groep patiënten, meer nog dan bij andere kankerpatiënten is zeer belangrijk, vooral door de hoge mate van onzekerheid en het vaak langdurige diagnostische traject Het mee kunnen beslissen over de behandeling is voor een deel van de patiënten heel belangrijk Er zijn aanwijzingen dat de inbedding en betrokkenheid van de gespecialiseerde psychosociale/(para)medische disciplines beter is geborgd als de ingevulde Lastmeter is opgenomen in het (elektronisch) patiëntendossier als de verpleegkundige en/of de behandelend arts de uitkomst van Hoe de patiënt optimaal (evidence based) voor te lichten en te begeleiden valt buiten de scope van deze richtlijn Voor voorlichting wordt verwezen naar de website van het Koningin <PERSOON> (KWF) Een folder over gemetastaseerde kanker is hier te downloaden (zie pagina ## v d folder) Adequate voorlichting verdient bij deze groep patiënten extra aandacht Met name is uitleg belangrijk Bij patiënten met metastasen van een onbekende primaire tumor dient men in de psychosociale begeleiding extra oog te hebben voor onzekerheid en onvoorspelbaarheid van de ziekte De voorlichting en begeleiding dient daarnaast ook gericht te zijn op de aan de specifieke Voor het signaleren van distress bij kankerpatiënten wordt aanbevolen gebruik te maken van de Wie is de hoofdbehandelaar en hoe zijn de diagnostiek en behandeling georganiseerd? Voor deze vraag is geen wetenschappelijke literatuur gezocht De werkgroep heeft op basis van de resultaten bij de overige vragen en op basis van eigen overwegingen aanbevelingen ter.
| 577 | nvmdl |
voorlichting aan deze groep patiënten, meer nog dan bij andere kankerpatiënten is zeer belangrijk, vooral door de hoge mate van onzekerheid en het vaak langdurige diagnostische traject Het mee kunnen beslissen over de behandeling is voor een deel van de patiënten heel belangrijk Er zijn aanwijzingen dat de inbedding en betrokkenheid van de gespecialiseerde psychosociale/(para)medische disciplines beter is geborgd als de ingevulde Lastmeter is opgenomen in het (elektronisch) patiëntendossier als de verpleegkundige en/of de behandelend arts de uitkomst van Hoe de patiënt optimaal (evidence based) voor te lichten en te begeleiden valt buiten de scope van deze richtlijn Voor voorlichting wordt verwezen naar de website van het Koningin <PERSOON> (KWF) Een folder over gemetastaseerde kanker is hier te downloaden (zie pagina ## v d folder) Adequate voorlichting verdient bij deze groep patiënten extra aandacht Met name is uitleg belangrijk Bij patiënten met metastasen van een onbekende primaire tumor dient men in de psychosociale begeleiding extra oog te hebben voor onzekerheid en onvoorspelbaarheid van de ziekte De voorlichting en begeleiding dient daarnaast ook gericht te zijn op de aan de specifieke Voor het signaleren van distress bij kankerpatiënten wordt aanbevolen gebruik te maken van de Wie is de hoofdbehandelaar en hoe zijn de diagnostiek en behandeling georganiseerd? Voor deze vraag is geen wetenschappelijke literatuur gezocht De werkgroep heeft op basis van de resultaten bij de overige vragen en op basis van eigen overwegingen aanbevelingen ter verschillende zorgverleners extra belangrijk Over het algemeen is het de internist/oncoloog of longarts die het diagnostisch traject bepaalt Patiënten die zich presenteren met een halslymfkliermetastase worden doorgaans primair gezien door een KNO-arts of kaakchirurg Daarnaast is het met het oog op het identificeren dan wel uitsluiten van specifieke behandelbare subgroepen aangewezen andere specialisten te consulteren vooral gynaecologen bij patiënten met metastasen van mogelijke gynaecologische tumoren, urologen bij mannen met mogelijk prostaat carcinoom of met midline distributie en chirurgen bij vrouwen met mogelijk een primair mammacarcinoom Nurse practioners en physician assistents hebben een in toenemende mate belangrijke ondersteunende rol bij het coördineren van de diagnostiek en bij het begeleiden van de Het diagnostisch traject is bij deze patiënten vaak relatief lang Het wordt geadviseerd om juist ook bij deze patiënten het tijdspad in te gaten te houden Het stellen van een acceptabele termijn om tot een definitieve diagnose te komen is gezien de complexiteit echter nu nog niet mogelijk De hoofdbehandelaar onderhoudt de contacten met consulenten en verwijzers, zoals de huisarts Op ieder moment van het diagnostische en therapeutisch traject moet het voor de patiënt en diens naasten duidelijk zijn wie de hoofdbehandelaar is, wie het vaste aanspreekpunt is en wie de zorg coördineert Dit aanspreekpunt kan echter verschillende professionals betreffen afhankelijk van het Wat dient de follow-up te zijn voor patiënten met een onbekende primaire tumor? Vanuit andere richtlijnen is bekend dat er geen evidence is voor bepaalde follow-up schemaâs voor Voor patiënten die behandeld zijn binnen een behandelbare subgroep is het gebruikelijk dat zij.
| 556 | nvmdl |
of longarts die het diagnostisch traject bepaalt Patiënten die zich presenteren met een halslymfkliermetastase worden doorgaans primair gezien door een KNO-arts of kaakchirurg Daarnaast is het met het oog op het identificeren dan wel uitsluiten van specifieke behandelbare subgroepen aangewezen andere specialisten te consulteren vooral gynaecologen bij patiënten met metastasen van mogelijke gynaecologische tumoren, urologen bij mannen met mogelijk prostaat carcinoom of met midline distributie en chirurgen bij vrouwen met mogelijk een primair mammacarcinoom Nurse practioners en physician assistents hebben een in toenemende mate belangrijke ondersteunende rol bij het coördineren van de diagnostiek en bij het begeleiden van de Het diagnostisch traject is bij deze patiënten vaak relatief lang Het wordt geadviseerd om juist ook bij deze patiënten het tijdspad in te gaten te houden Het stellen van een acceptabele termijn om tot een definitieve diagnose te komen is gezien de complexiteit echter nu nog niet mogelijk De hoofdbehandelaar onderhoudt de contacten met consulenten en verwijzers, zoals de huisarts Op ieder moment van het diagnostische en therapeutisch traject moet het voor de patiënt en diens naasten duidelijk zijn wie de hoofdbehandelaar is, wie het vaste aanspreekpunt is en wie de zorg coördineert Dit aanspreekpunt kan echter verschillende professionals betreffen afhankelijk van het Wat dient de follow-up te zijn voor patiënten met een onbekende primaire tumor? Vanuit andere richtlijnen is bekend dat er geen evidence is voor bepaalde follow-up schemaâs voor Voor patiënten die behandeld zijn binnen een behandelbare subgroep is het gebruikelijk dat zij Standaard herhaling van primaire diagnostiek wordt niet aanbevolen Wel wordt in geval van Voor patiënten die behandeld zijn binnen een behandelbare subgroep adviseert de werkgroep follow-up schemaâs van die specifieke primaire tumor te volgen De leden van de kerngroep, alsook de extra ondersteuners, hebben tijdens de tweedaagse op # en <DATUM> allen een belangenverklaring ingevuld, waarin zij hebben aangegeven of en welke activiteiten zij in de laatste vier jaar hebben ontplooid op uitnodiging van of met subsidie/sponsoring van een farmaceutische industrie, in relatie tot het onderwerp van de richtlijn De resultaten van deze inventarisatie staan in onderstaande tabel weergegeven in relatie tot het onderwerp van de richtlijn, gedurende In de knelpunteninventarisatie is een brief met een voorbereide lijst met mogelijke knelpunten gestuurd Nederlandse Vereniging voor Keel-, Neus- en Oorheelkunde en Heelkunde van het HoofdHalsgebied Onderstaande mogelijke knelpunten waren in deze brief opgenomen, met de vraag of de betreffende vereniging deze knelpunten onderschreef en of er aanvulling nodig was Het is onduidelijk welk diagnostisch traject optimaal is om een primaire tumor aan te tonen bij patiënten die zich presenteren met een metastase van onbekende origine Wat is het optimale diagnostische traject om een primaire tumor aan te tonen voor de patholoog met behulp van morfologie, immuunhistochemie,en additionele technieken Welke tumoren moeten in eerste instantie worden uitgesloten vanwege eventuele Het is onduidelijk welk beeldvormend onderzoek moet worden ingezet bij welke patiënten Het is onduidelijk wanneer en welke exploratieve chirurgische technieken moeten worden.
| 541 | nvmdl |
van primaire diagnostiek wordt niet aanbevolen Wel wordt in geval van Voor patiënten die behandeld zijn binnen een behandelbare subgroep adviseert de werkgroep follow-up schemaâs van die specifieke primaire tumor te volgen De leden van de kerngroep, alsook de extra ondersteuners, hebben tijdens de tweedaagse op # en <DATUM> allen een belangenverklaring ingevuld, waarin zij hebben aangegeven of en welke activiteiten zij in de laatste vier jaar hebben ontplooid op uitnodiging van of met subsidie/sponsoring van een farmaceutische industrie, in relatie tot het onderwerp van de richtlijn De resultaten van deze inventarisatie staan in onderstaande tabel weergegeven in relatie tot het onderwerp van de richtlijn, gedurende In de knelpunteninventarisatie is een brief met een voorbereide lijst met mogelijke knelpunten gestuurd Nederlandse Vereniging voor Keel-, Neus- en Oorheelkunde en Heelkunde van het HoofdHalsgebied Onderstaande mogelijke knelpunten waren in deze brief opgenomen, met de vraag of de betreffende vereniging deze knelpunten onderschreef en of er aanvulling nodig was Het is onduidelijk welk diagnostisch traject optimaal is om een primaire tumor aan te tonen bij patiënten die zich presenteren met een metastase van onbekende origine Wat is het optimale diagnostische traject om een primaire tumor aan te tonen voor de patholoog met behulp van morfologie, immuunhistochemie,en additionele technieken Welke tumoren moeten in eerste instantie worden uitgesloten vanwege eventuele Het is onduidelijk welk beeldvormend onderzoek moet worden ingezet bij welke patiënten Het is onduidelijk wanneer en welke exploratieve chirurgische technieken moeten worden Het is onduidelijk of er, op basis van prognostische informatie, groepen patiënten te identificeren zijn voor wie aanvullend onderzoek geen of weinig zin heeft Het is onduidelijk wat het optimale traject is voor patiënten bij wie na aanvullend onderzoek Het is onbekend wat de winst en de kosten zijn van systemische en locoregionale Het is onbekend of er valide prognostische factoren zijn voor de respons op systemische Het optimale begeleidingstraject voor patiënten met een tumor van onbekende origine is In juni ### is door de werkgroep de lijst met onderstaande knelpunten vastgesteld Er is behoefte aan een eenduidige definitie van het begrip âmetastase van onbekende origine / patiënten die zich presenteren met een metastase van onbekende origine; i Welke tumoren moeten in eerste instantie worden uitgesloten vanwege eventuele Het is onduidelijk welk beeldvormend onderzoek moet worden ingezet bij welke i Het is onduidelijk wat de rol is van klierextirpatie zonder een cytologische Het is onvoldoende duidelijk omschreven welke groepen patiënten te identificeren zijn a Het is onduidelijk of er, op basis van prognostische informatie, groepen patiënten te identificeren zijn voor wie aanvullend onderzoek geen of weinig zin heeft; b Het is onduidelijk of er, op basis van prognostische informatie, groepen patiënten te c Het optimale begeleidingstraject (inclusief psychosociale begeleiding) voor patiënten met een Het is onbekend hoe groot de behoefte is aan lotgenotencontact en/of psychosociale Het is onduidelijk of er een noodzaak bestaat tot het herhalen van de primaire screening Verwijzingscriteria van eerste naar tweede lijn en omgekeerd zijn niet duidelijk.
| 550 | nvmdl |
patiënten te identificeren zijn voor wie aanvullend onderzoek geen of weinig zin heeft Het is onduidelijk wat het optimale traject is voor patiënten bij wie na aanvullend onderzoek Het is onbekend wat de winst en de kosten zijn van systemische en locoregionale Het is onbekend of er valide prognostische factoren zijn voor de respons op systemische Het optimale begeleidingstraject voor patiënten met een tumor van onbekende origine is In juni ### is door de werkgroep de lijst met onderstaande knelpunten vastgesteld Er is behoefte aan een eenduidige definitie van het begrip âmetastase van onbekende origine / patiënten die zich presenteren met een metastase van onbekende origine; i Welke tumoren moeten in eerste instantie worden uitgesloten vanwege eventuele Het is onduidelijk welk beeldvormend onderzoek moet worden ingezet bij welke i Het is onduidelijk wat de rol is van klierextirpatie zonder een cytologische Het is onvoldoende duidelijk omschreven welke groepen patiënten te identificeren zijn a Het is onduidelijk of er, op basis van prognostische informatie, groepen patiënten te identificeren zijn voor wie aanvullend onderzoek geen of weinig zin heeft; b Het is onduidelijk of er, op basis van prognostische informatie, groepen patiënten te c Het optimale begeleidingstraject (inclusief psychosociale begeleiding) voor patiënten met een Het is onbekend hoe groot de behoefte is aan lotgenotencontact en/of psychosociale Het is onduidelijk of er een noodzaak bestaat tot het herhalen van de primaire screening Verwijzingscriteria van eerste naar tweede lijn en omgekeerd zijn niet duidelijk Wanneer staat mogelijke metastase van onbekende primaire tumor hoog in de differentiaaldiagnose? Welke symptomen bij welke patiëntencategorie doen een metastase van Wanneer is sprake van Tx? Welke minimale diagnostiek (anamnese, lichamelijk onderzoek, beeldvormende diagnostiek, laboratoriumonderzoek) moet zijn uitgevoerd voordat sprake is van Welke bepalingen op biopten zijn behulpzaam/meest richtinggevend bij het zoeken naar een primaire tumor bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Wat is de diagnostische opbrengst van radiologische/nucleaire technieken (echo, Röntgen, MRI, PET, isotopenonderzoek) bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Wat is de diagnostische opbrengst van endoscopisch onderzoek bij patiënten met een metastase Wat is de diagnostische opbrengst van exploratieve chirurgische technieken zoals blinde biopten bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Wat is de diagnostische opbrengst van serumbepalingen bij patiënten met een metastase van Welke prognostische factoren geven een indicatie van een zeer slechte prognose? ## Welke prognostische factoren geven een indicatie van een relatief gunstige prognose bij ## Wat is de effectiviteit van locoregionale behandeling van patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt naar mortaliteit en kwaliteit van leven? ## Wat is de (kosten)effectiviteit van systemische behandeling van patiënten met een metastase van ## Welke palliatieve zorg is effectief voor patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende ## Welke prognostische factoren geven een valide indicatie van de respons op systemische therapie bij patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken ## Wat is de behoefte aan voorlichting, lotgenotencontact en/of psychosociale begeleiding van ##.
| 590 | nvmdl |
tumor hoog in de differentiaaldiagnose? Welke symptomen bij welke patiëntencategorie doen een metastase van Wanneer is sprake van Tx? Welke minimale diagnostiek (anamnese, lichamelijk onderzoek, beeldvormende diagnostiek, laboratoriumonderzoek) moet zijn uitgevoerd voordat sprake is van Welke bepalingen op biopten zijn behulpzaam/meest richtinggevend bij het zoeken naar een primaire tumor bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Wat is de diagnostische opbrengst van radiologische/nucleaire technieken (echo, Röntgen, MRI, PET, isotopenonderzoek) bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Wat is de diagnostische opbrengst van endoscopisch onderzoek bij patiënten met een metastase Wat is de diagnostische opbrengst van exploratieve chirurgische technieken zoals blinde biopten bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Wat is de diagnostische opbrengst van serumbepalingen bij patiënten met een metastase van Welke prognostische factoren geven een indicatie van een zeer slechte prognose? ## Welke prognostische factoren geven een indicatie van een relatief gunstige prognose bij ## Wat is de effectiviteit van locoregionale behandeling van patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt naar mortaliteit en kwaliteit van leven? ## Wat is de (kosten)effectiviteit van systemische behandeling van patiënten met een metastase van ## Welke palliatieve zorg is effectief voor patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende ## Welke prognostische factoren geven een valide indicatie van de respons op systemische therapie bij patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken ## Wat is de behoefte aan voorlichting, lotgenotencontact en/of psychosociale begeleiding van ## Tijdens de ontwikkeling van de conceptrichtlijn is door de kernwerkgroep besloten uitgangsvraag # te laten vervallen en enige informatie over symptomatologie in de inleiding van de richtlijn op te nemen Tijdens de commentaarfase van de kernwerkgroep is besloten vraag # te laten vervallen, omdat er in de hele richtlijn wordt uitgegaan van patiënten met een histologisch en/of cytologisch bewezen metastase van een carcinoom Er wordt ervan uitgegaan dat bij deze groep patiënten reeds initieel diagnostisch onderzoek is uitgevoerd (anamnese, lichamelijk onderzoek, algemeen beeldvormend onderzoek en tractusgericht onderzoek op basis van klachten en symptomen) en dat bij dit onderzoek In deze bijlage zijn de literatuursearches per uitgangsvraag weergegeven De vetgedrukte regels zijn de bestanden waarvan de abstracts zijn beoordeeld in de literatuurselectie differentiaaldiagnose? Welke symptomen bij welke patiëntencategorie doen een metastase Database Ovid MEDLINE(R) In-Process & Other Non-Indexed Citations and Ovid MEDLINE(R) (### to beeldvormende diagnostiek, laboratoriumonderzoek) moet zijn uitgevoerd voordat sprake is Database Ovid MEDLINE(R) In-Process & Other Non-Indexed Citations and Ovid MEDLINE(R) (### to Present) ## not ## (##) med <PATIENTNUMMER># vr# diagn systrev not nice ## and ## (###) med <PATIENTNUMMER># vr# update nice en systrev Wat is de diagnostische opbrengst van radiologische/nucleaire technieken (echo, Röntgen, MRI, PET, isotopenonderzoek) bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire limit ## to yr="### -Current" (###) med <PATIENTNUMMER># vr# mri en pet update nice Wat is de diagnostische opbrengst van endoscopisch onderzoek bij patiënten met een ((thora$ or transbronchial or transthoracic or pleur$) adj# (biops$ or needle or puncture or aspiration)) tw.
| 669 | nvmdl |
ontwikkeling van de conceptrichtlijn is door de kernwerkgroep besloten uitgangsvraag # te laten vervallen en enige informatie over symptomatologie in de inleiding van de richtlijn op te nemen Tijdens de commentaarfase van de kernwerkgroep is besloten vraag # te laten vervallen, omdat er in de hele richtlijn wordt uitgegaan van patiënten met een histologisch en/of cytologisch bewezen metastase van een carcinoom Er wordt ervan uitgegaan dat bij deze groep patiënten reeds initieel diagnostisch onderzoek is uitgevoerd (anamnese, lichamelijk onderzoek, algemeen beeldvormend onderzoek en tractusgericht onderzoek op basis van klachten en symptomen) en dat bij dit onderzoek In deze bijlage zijn de literatuursearches per uitgangsvraag weergegeven De vetgedrukte regels zijn de bestanden waarvan de abstracts zijn beoordeeld in de literatuurselectie differentiaaldiagnose? Welke symptomen bij welke patiëntencategorie doen een metastase Database Ovid MEDLINE(R) In-Process & Other Non-Indexed Citations and Ovid MEDLINE(R) (### to beeldvormende diagnostiek, laboratoriumonderzoek) moet zijn uitgevoerd voordat sprake is Database Ovid MEDLINE(R) In-Process & Other Non-Indexed Citations and Ovid MEDLINE(R) (### to Present) ## not ## (##) med <PATIENTNUMMER># vr# diagn systrev not nice ## and ## (###) med <PATIENTNUMMER># vr# update nice en systrev Wat is de diagnostische opbrengst van radiologische/nucleaire technieken (echo, Röntgen, MRI, PET, isotopenonderzoek) bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire limit ## to yr="### -Current" (###) med <PATIENTNUMMER># vr# mri en pet update nice Wat is de diagnostische opbrengst van endoscopisch onderzoek bij patiënten met een ((thora$ or transbronchial or transthoracic or pleur$) adj# (biops$ or needle or puncture or aspiration)) tw Wat is de diagnostische opbrengst van exploratieve chirurgische technieken zoals blinde biopten bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Wat is de diagnostische opbrengst van serumbepalingen bij patiënten met een metastase ## and ## (##) med <PATIENTNUMMER># vr# prognose aanvulling via progn filter Welke prognostische factoren geven een indicatie van een relatief gunstige prognose bij Wat is de effectiviteit van locoregionale behandeling van patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt naar mortaliteit en kwaliteit van ((brain or midbrain or brainstem or intracranial or cranial or cerebell$ or cerebr$ or CNS or central ## and ## (###) med <PATIENTNUMMER># vr## alle organen locoregionaal overall Wat is de (kosten)effectiviteit van systemische behandeling van patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt naar mortaliteit en kwaliteit van Welke palliatieve zorg is effectief voor patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt naar kwaliteit van leven? Welke prognostische factoren geven een valide indicatie van de respons op systemische Wat is de behoefte aan voorlichting, lotgenotencontact en/of psychosociale begeleiding van Wanneer dient de primaire diagnostiek na verloop van tijd herhaald te worden? Alle abstracts die gevonden zijn in de literatuursearch zijn beoordeeld op relevantie Daarbij zijn met name artikelen die niet over onbekende primaire tumoren gingen afgevallen Ook werd gekeken naar de methodologie Artikelen waarbij zeker was dat het geen systematisch onderzoek betrof, werden geëxcludeerd (bijvoorbeeld narratieve reviews, letters, case reports) De referenties (refâs) die.
| 663 | nvmdl |
Wat is de diagnostische opbrengst van exploratieve chirurgische technieken zoals blinde biopten bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Wat is de diagnostische opbrengst van serumbepalingen bij patiënten met een metastase ## and ## (##) med <PATIENTNUMMER># vr# prognose aanvulling via progn filter Welke prognostische factoren geven een indicatie van een relatief gunstige prognose bij Wat is de effectiviteit van locoregionale behandeling van patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt naar mortaliteit en kwaliteit van ((brain or midbrain or brainstem or intracranial or cranial or cerebell$ or cerebr$ or CNS or central ## and ## (###) med <PATIENTNUMMER># vr## alle organen locoregionaal overall Wat is de (kosten)effectiviteit van systemische behandeling van patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt naar mortaliteit en kwaliteit van Welke palliatieve zorg is effectief voor patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt naar kwaliteit van leven? Welke prognostische factoren geven een valide indicatie van de respons op systemische Wat is de behoefte aan voorlichting, lotgenotencontact en/of psychosociale begeleiding van Wanneer dient de primaire diagnostiek na verloop van tijd herhaald te worden? Alle abstracts die gevonden zijn in de literatuursearch zijn beoordeeld op relevantie Daarbij zijn met name artikelen die niet over onbekende primaire tumoren gingen afgevallen Ook werd gekeken naar de methodologie Artikelen waarbij zeker was dat het geen systematisch onderzoek betrof, werden geëxcludeerd (bijvoorbeeld narratieve reviews, letters, case reports) De referenties (refâs) die inhoud In de tekst per hoofdstuk is beschreven welke artikelen op basis van full-tekst alsnog afvielen Welke diagnostische strategie is het meest effectief bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor wanneer richtinggevend bij het zoeken naar een primaire tumor bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? technieken (echo, Röntgen, MRI, PET, isotopenonderzoek) bij technie-ken zoals blinde biopten bij patiënten met een metastase Welke prognostische factoren geven een indicatie van een zeer Welke prognostische factoren geven een indicatie van een relatief Welke palliatieve zorg is effectief voor patiënten met een Welke prognostische factoren geven een valide indicatie van de respons op systemische therapie bij patiënten met een metastase psychosocia-le begeleiding van patiënten met een metastase van Wanneer dient de primaire diagnostiek na verloop van tijd * Het aantal gevonden abstracts per vraag voor verschillende zoekvragen is niet bij elkaar opgeteld Er kan overlap zitten in â De NICE richtlijn die voor veel vragen als evidence is gebruikt, is niet in deze aantallen opgenomen § Per abuis is de literatuur in de literatuursearch voor deze periode niet ingeperkt tot de periode na de search van de NICErichtlijn Dit is derhalve in de literatuurselectie aangepast Dit leidde tot een forse selectie De evidence tabellen in deze richtlijn zijn opgesteld volgens CoCanCPG format Omdat dit een Nederlandstalige richtlijn betreft, zijn de kopjes van het CoCanCPG-format als onderstaand vertaald Uitgangsvraag # Welke diagnostische strategie is het meest effectief bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor wanneer gekeken wordt naar.
| 597 | nvmdl |
welke artikelen op basis van full-tekst alsnog afvielen Welke diagnostische strategie is het meest effectief bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor wanneer richtinggevend bij het zoeken naar een primaire tumor bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? technieken (echo, Röntgen, MRI, PET, isotopenonderzoek) bij technie-ken zoals blinde biopten bij patiënten met een metastase Welke prognostische factoren geven een indicatie van een zeer Welke prognostische factoren geven een indicatie van een relatief Welke palliatieve zorg is effectief voor patiënten met een Welke prognostische factoren geven een valide indicatie van de respons op systemische therapie bij patiënten met een metastase psychosocia-le begeleiding van patiënten met een metastase van Wanneer dient de primaire diagnostiek na verloop van tijd * Het aantal gevonden abstracts per vraag voor verschillende zoekvragen is niet bij elkaar opgeteld Er kan overlap zitten in â De NICE richtlijn die voor veel vragen als evidence is gebruikt, is niet in deze aantallen opgenomen § Per abuis is de literatuur in de literatuursearch voor deze periode niet ingeperkt tot de periode na de search van de NICErichtlijn Dit is derhalve in de literatuurselectie aangepast Dit leidde tot een forse selectie De evidence tabellen in deze richtlijn zijn opgesteld volgens CoCanCPG format Omdat dit een Nederlandstalige richtlijn betreft, zijn de kopjes van het CoCanCPG-format als onderstaand vertaald Uitgangsvraag # Welke diagnostische strategie is het meest effectief bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor wanneer gekeken wordt naar n v t sens, spec, Bij ##/## ptn diagnose Mppv, diag- proteïne pos Bij alle # ptn zonder myeloom Tumormarkers verhoogd bij ##/## met Afkortingen gem = gemiddelde; jr = jaar; lab OZ = laboratoriumonderzoek; lft = leeftijd; n b = niet bekend; n v t = niet van toepassing; pos = positief; ppv = positieve predictive value = positief voorspellende waarde; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; sens = sensitiviteit; spec = specificiteit Uitgangsvraag # Welke bepalingen op biopten zijn behulpzaam/meest richtinggevend bij het zoeken naar een primaire tumor bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Immunohistochemie, moleculaire technieken, genome profiling? Afh van ken- geen Aantal ##,#% TTF-# pos Bij TTF-#+ ##/## TTF-# neg bij ## ptn Bij TTF-# neg ## ptn Afkortingen afh = afhankelijk; gem = gemiddeld; jr = jaar; lft = leeftijd; metaâs = metastasen; n b = niet bekend; n v t = niet van toepassing; OZ = onderzoek; PCC = plaveiselcelcarcinoom; pos = positief; prim = primair ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; sec = secundair Uitgangsvraag # Wat is de diagnostische opbrengst van radiologische/nucleaire technieken (echo, Röntgen, MRI, PET, isotopenonderzoek) bij patiënten met een Kans om bij biopt prim tumor te vinden groter alsook diagnose bij CT ##/## histologische bevestiging diagnose; ##/## leidde biopt tot niet huis in PET met CT metasta##% plaveiselver- Seoul bij cervica- sen Afkortingen.
| 663 | nvmdl |
v t sens, spec, Bij ##/## ptn diagnose Mppv, diag- proteïne pos Bij alle # ptn zonder myeloom Tumormarkers verhoogd bij ##/## met Afkortingen gem = gemiddelde; jr = jaar; lab OZ = laboratoriumonderzoek; lft = leeftijd; n b = niet bekend; n v t = niet van toepassing; pos = positief; ppv = positieve predictive value = positief voorspellende waarde; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; sens = sensitiviteit; spec = specificiteit Uitgangsvraag # Welke bepalingen op biopten zijn behulpzaam/meest richtinggevend bij het zoeken naar een primaire tumor bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Immunohistochemie, moleculaire technieken, genome profiling? Afh van ken- geen Aantal ##,#% TTF-# pos Bij TTF-#+ ##/## TTF-# neg bij ## ptn Bij TTF-# neg ## ptn Afkortingen afh = afhankelijk; gem = gemiddeld; jr = jaar; lft = leeftijd; metaâs = metastasen; n b = niet bekend; n v t = niet van toepassing; OZ = onderzoek; PCC = plaveiselcelcarcinoom; pos = positief; prim = primair ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; sec = secundair Uitgangsvraag # Wat is de diagnostische opbrengst van radiologische/nucleaire technieken (echo, Röntgen, MRI, PET, isotopenonderzoek) bij patiënten met een Kans om bij biopt prim tumor te vinden groter alsook diagnose bij CT ##/## histologische bevestiging diagnose; ##/## leidde biopt tot niet huis in PET met CT metasta##% plaveiselver- Seoul bij cervica- sen Afkortingen OZ = laboratoriumonderzoek; lich = lichamelijk; lft = leeftijd; n b = niet bekend; n s = niet significant; n v t = niet van toepassing; OZ = onderzoek; pos = positief; ppv = positive predictive value = positief voorspellende waarde; prim = primair; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; SD = standaarddeviatie; sec = secundair; sens = sensitiviteit; spec = specificiteit Uitgangsvraag # Wat is de diagnostische opbrengst van endoscopisch onderzoek bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Afkortingen gem = gemiddelde; jr = jaar lft = leeftijd; n b = niet bekend; n v t = niet van toepassing; prim = primair; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; sec = secundair; sens = sensitiviteit Uitgangsvraag # Wat is de diagnostische opbrengst van exploratieve chirurgische technieken zoals blinde biopten bij patiënten met een metastase van een onbekende Afkortingen gem = gemiddeld; jr = jaar; lft = leeftijd; n v t = niet van toepassing; OZ = onderzoek; prim = primair; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; sens = sensitiviteit; spec = specificiteit Uitgangsvraag # Wat is de diagnostische opbrengst van serumbepalingen bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? bij # ptn identificatie primaire tumor Bij # ptn geen Afkortingen gem = gemiddelde; jr = jaar; lab OZ = laboratoriumonderzoek; lft = leeftijd; n b = niet bekend; n v t = niet van toepassing; OZ = onderzoek; pos.
| 735 | nvmdl |
= lichamelijk; lft = leeftijd; n b = niet bekend; n s = niet significant; n v t = niet van toepassing; OZ = onderzoek; pos = positief; ppv = positive predictive value = positief voorspellende waarde; prim = primair; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; SD = standaarddeviatie; sec = secundair; sens = sensitiviteit; spec = specificiteit Uitgangsvraag # Wat is de diagnostische opbrengst van endoscopisch onderzoek bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? Afkortingen gem = gemiddelde; jr = jaar lft = leeftijd; n b = niet bekend; n v t = niet van toepassing; prim = primair; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; sec = secundair; sens = sensitiviteit Uitgangsvraag # Wat is de diagnostische opbrengst van exploratieve chirurgische technieken zoals blinde biopten bij patiënten met een metastase van een onbekende Afkortingen gem = gemiddeld; jr = jaar; lft = leeftijd; n v t = niet van toepassing; OZ = onderzoek; prim = primair; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; sens = sensitiviteit; spec = specificiteit Uitgangsvraag # Wat is de diagnostische opbrengst van serumbepalingen bij patiënten met een metastase van een onbekende primaire tumor? bij # ptn identificatie primaire tumor Bij # ptn geen Afkortingen gem = gemiddelde; jr = jaar; lab OZ = laboratoriumonderzoek; lft = leeftijd; n b = niet bekend; n v t = niet van toepassing; OZ = onderzoek; pos positief voorspellende waarde; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; sens = sensitiviteit; spec = specificiteit Uitgangsvraag # Welke prognostische factoren geven een indicatie van een zeer slechte prognose? Uitgangsvraag ## Welke prognostische factoren geven een indicatie van een relatief gunstige prognose bij onbehandelde patiënten? Uitgangsvraag ## Welke prognostische factoren geven een valide indicatie van de respons op systemische therapie bij patiënten met een metastase van (blijvend) Auteur Studie- Setting Hypothese In- en exclusie- Aantal / Studie Randomi- Patiënt karak(jaartal) type (###) keling logisch ling bed- geen axillaire ontwikjr (range ### Auteur Studie- Setting Hypothese In- en exclusie- Aantal / Studie Randomi- Patiënt karak- Interventies Con- Prim en Afkortingen BI = betrouwbaarheidsinterval; dgn = dagen; lft = leeftijd; jr = jaar; NPV = negative predictive value = negatief voorspellende waarde; n s = niet significant; n v t = niet van toepassing; OR = odds ratio; PPV = positive predictive value = positief voorspellende waarde; prim = primair; PS = performance status; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; sens = sensitiviteit; spec = specificiteit Uitgangsvraag ## Wat is de effectiviteit van locoregionale behandeling van patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt zieken- sche radio- sen die stereohuis, VS chirurgie Afkortingen BI = betrouwbaarheidsinterval; dgn = dagen; gem = gemiddeld; Gy = Gray; lft = leeftijd; jr = jaar; mnd = maanden; n v t = niet van toepassing; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; Uitgangsvraag ##.
| 713 | nvmdl |
waarde; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; sens = sensitiviteit; spec = specificiteit Uitgangsvraag # Welke prognostische factoren geven een indicatie van een zeer slechte prognose? Uitgangsvraag ## Welke prognostische factoren geven een indicatie van een relatief gunstige prognose bij onbehandelde patiënten? Uitgangsvraag ## Welke prognostische factoren geven een valide indicatie van de respons op systemische therapie bij patiënten met een metastase van (blijvend) Auteur Studie- Setting Hypothese In- en exclusie- Aantal / Studie Randomi- Patiënt karak(jaartal) type (###) keling logisch ling bed- geen axillaire ontwikjr (range ### Auteur Studie- Setting Hypothese In- en exclusie- Aantal / Studie Randomi- Patiënt karak- Interventies Con- Prim en Afkortingen BI = betrouwbaarheidsinterval; dgn = dagen; lft = leeftijd; jr = jaar; NPV = negative predictive value = negatief voorspellende waarde; n s = niet significant; n v t = niet van toepassing; OR = odds ratio; PPV = positive predictive value = positief voorspellende waarde; prim = primair; PS = performance status; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; sens = sensitiviteit; spec = specificiteit Uitgangsvraag ## Wat is de effectiviteit van locoregionale behandeling van patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt zieken- sche radio- sen die stereohuis, VS chirurgie Afkortingen BI = betrouwbaarheidsinterval; dgn = dagen; gem = gemiddeld; Gy = Gray; lft = leeftijd; jr = jaar; mnd = maanden; n v t = niet van toepassing; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; Uitgangsvraag ## Uitgangsvraag ## Welke palliatieve zorg is effectief voor patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt naar kwaliteit van paclitaxel/c gemcitabi OS, PFS, TR Paclitaxel vs gemcitabine # Paclitaxel vs Afkortingen BI = betrouwbaarheidsinterval; dd= maal daags; dgn = dagen; evt = eventueel; GI = gastro-intestinaal; jr = jaar; lft = leeftijd; max = maximaal; mnd = maanden; n b = niet bekend; n v t = niet van toepassing; OS = overall survival = totale overleving; OZ = onderzoeken; PFS = progression free survival = progressievrije overleving; prim = primair; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; RCT = Uitgangsvraag ## Wat is de behoefte aan voorlichting, lotgenotencontact en/of psychosociale begeleiding van patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende de toekomst, angst voor toekomst en afhankelijkheid Meer Afkortingen jr = jaar; lft = leeftijd; n v t = niet van toepassing; OZ = onderzoek; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; QOL = quality of life = kwaliteit van leven Tabel # Indeling van methodologische kwaliteit van individuele studies Systematische review van tenminste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A#-niveau dubbelblind Onderzoek ten opzichte van een referentietest (een Prospectief cohort onderzoek vergelijkend klinisch onderzoek âgouden standaardâ) met tevoren gedefinieerde van voldoende omvang en van goede kwaliteit van afkapwaarden en onafhankelijke beoordeling van follow-up, waarbij adequaat de resultaten van test en gouden standaard, gecontroleerd betreffende een voldoende grote serie van âconfoundingâ en selectieve.
| 699 | nvmdl |
palliatieve zorg is effectief voor patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende origine wanneer gekeken wordt naar kwaliteit van paclitaxel/c gemcitabi OS, PFS, TR Paclitaxel vs gemcitabine # Paclitaxel vs Afkortingen BI = betrouwbaarheidsinterval; dd= maal daags; dgn = dagen; evt = eventueel; GI = gastro-intestinaal; jr = jaar; lft = leeftijd; max = maximaal; mnd = maanden; n b = niet bekend; n v t = niet van toepassing; OS = overall survival = totale overleving; OZ = onderzoeken; PFS = progression free survival = progressievrije overleving; prim = primair; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; RCT = Uitgangsvraag ## Wat is de behoefte aan voorlichting, lotgenotencontact en/of psychosociale begeleiding van patiënten met een metastase van (blijvend) onbekende de toekomst, angst voor toekomst en afhankelijkheid Meer Afkortingen jr = jaar; lft = leeftijd; n v t = niet van toepassing; OZ = onderzoek; ptn = patiënten; PTO = primaire tumor onbekend; QOL = quality of life = kwaliteit van leven Tabel # Indeling van methodologische kwaliteit van individuele studies Systematische review van tenminste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A#-niveau dubbelblind Onderzoek ten opzichte van een referentietest (een Prospectief cohort onderzoek vergelijkend klinisch onderzoek âgouden standaardâ) met tevoren gedefinieerde van voldoende omvang en van goede kwaliteit van afkapwaarden en onafhankelijke beoordeling van follow-up, waarbij adequaat de resultaten van test en gouden standaard, gecontroleerd betreffende een voldoende grote serie van âconfoundingâ en selectieve niet met alle kenmerken als maar niet met alle kenmerken die onder A# zijn maar niet met alle kenmerken * Deze classificatie is alleen van toepassing in situaties waarin om ethische of andere redenen gecontroleerde trials niet mogelijk zijn Zijn die wel mogelijk dan geldt de classificatie voor interventies Tabel # Indeling van methodologische kwaliteit van kwalitatieve studies Onderzoek van niveau A# of tenminste # onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau A<DATUM> onderzoek van niveau A# of tenminste # onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau <PERSOON>) NIfHaCE Diagnosis and management of metastatic malignant disease of unknown primary origin Full Guideline (NICE) NIfHaCE Diagnosis and management of metastatic malignant disease of unknown primary origin Evidence review CBO KvdG Evidence-based richtlijnontwikkeling Handleiding voor werkgroepleden ### [cited; Available from <PERSOON> HF Epidemiology of unknown primary tumours; incidence and population-based survival of ### patients in <PERSOON> T, <PERSOON> F, <PERSOON> G, et al ##F-FDG-PET/CT in the diagnosis of paraneoplastic <PERSOON> MRI in clinically and mammographically occult breast cancer presenting with an axillary metastasis a systematic review <PERSOON> life expectancy estimation using validated prognostic scores for patients.
| 582 | nvmdl |
onder A# zijn maar niet met alle kenmerken * Deze classificatie is alleen van toepassing in situaties waarin om ethische of andere redenen gecontroleerde trials niet mogelijk zijn Zijn die wel mogelijk dan geldt de classificatie voor interventies Tabel # Indeling van methodologische kwaliteit van kwalitatieve studies Onderzoek van niveau A# of tenminste # onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau A<DATUM> onderzoek van niveau A# of tenminste # onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau <PERSOON>) NIfHaCE Diagnosis and management of metastatic malignant disease of unknown primary origin Full Guideline (NICE) NIfHaCE Diagnosis and management of metastatic malignant disease of unknown primary origin Evidence review CBO KvdG Evidence-based richtlijnontwikkeling Handleiding voor werkgroepleden ### [cited; Available from <PERSOON> HF Epidemiology of unknown primary tumours; incidence and population-based survival of ### patients in <PERSOON> T, <PERSOON> F, <PERSOON> G, et al ##F-FDG-PET/CT in the diagnosis of paraneoplastic <PERSOON> MRI in clinically and mammographically occult breast cancer presenting with an axillary metastasis a systematic review <PERSOON> life expectancy estimation using validated prognostic scores for patients Immunohistochemistry in diagnostic surgical pathology contributions of protein life-cycle, use of evidence-based methods and data normalization on interpretation of immunohistochemical stains <PERSOON> RM Combined FDG-PET/CT for the detection of unknown primary tumors systematic review and metaanalysis <PERSOON> TC, Basu S, <PERSOON-##> A FDG PET/CT in carcinoma of unknown primary <PERSOON-##> DH, <PERSOON-##> BF, et al Positron emission tomographycomputed tomography in paraneoplastic neurologic disorders systematic analysis and review <PERSOON-##> initial CUP situation and CUP syndrome pathological diagnostics] <PERSOON-##> A, et al [Comparing immunohistochemical diagnosis of cancer of unknown primary with gene expression-based tumor classification] <PERSOON-##> A ##-FDG PET in the diagnosis of laterocervical metastases from <PERSOON-##> of unknown primary (CUP) <PERSOON-##> nodal metastases from carcinoma of unknown primary (CUPAx) a systematic review of published evidence Breast Cancer Res Treat ###; ###(#).
| 467 | nvmdl |
Immunohistochemistry in diagnostic surgical pathology contributions of protein life-cycle, use of evidence-based methods and data normalization on interpretation of immunohistochemical stains <PERSOON> RM Combined FDG-PET/CT for the detection of unknown primary tumors systematic review and metaanalysis <PERSOON> TC, Basu S, <PERSOON> A FDG PET/CT in carcinoma of unknown primary <PERSOON> DH, <PERSOON> BF, et al Positron emission tomographycomputed tomography in paraneoplastic neurologic disorders systematic analysis and review <PERSOON> initial CUP situation and CUP syndrome pathological diagnostics] <PERSOON> A, et al [Comparing immunohistochemical diagnosis of cancer of unknown primary with gene expression-based tumor classification] <PERSOON> A ##-FDG PET in the diagnosis of laterocervical metastases from <PERSOON> of unknown primary (CUP) <PERSOON-##> nodal metastases from carcinoma of unknown primary (CUPAx) a systematic review of published evidence <PERSOON-##> benchmarks in cancer of unknown primary from autopsy to <PERSOON-##> RP Detection of unknown primary neuroendocrine tumours (CUP-NET) using (##)Ga-DOTA-NOC receptor <PERSOON-##> G, <PERSOON-##> a computational strategy for identifying the primary origin of cancers using high-throughput Rabban JT, Krasik E, <PERSOON-##> CJ Multistep level sections to detect occult fallopian tube carcinoma in risk-reducing salpingo-oophorectomies from women with BRCA mutations implications for defining an optimal Roh JL, <PERSOON-##> JS, <PERSOON-##> SH, Nam SY, et al Utility of combined (##)F-fluorodeoxyglucose-positron emission tomography and computed tomography in patients with cervical metastases from unknown primary tumors <PERSOON-##> MD, Gunthert AR Suspicious axillary lymph nodes in patients with unremarkable imaging of the breast <PERSOON-##> RT Differential diagnosis in immunohistochemistry with Bayes theorem <PERSOON-##> DE, <PERSOON-##> carcinoma of the neck of unknown primary origin evolution and efficacy of the modern workup Arch Otolaryngol Head Neck Surg ###; ###(##) ##<DATUM> <PERSOON-##> S, <PERSOON-##>-Al-<PERSOON-##> O.
| 468 | nvmdl |
<PERSOON> benchmarks in cancer of unknown primary from autopsy to <PERSOON> RP Detection of unknown primary neuroendocrine tumours (CUP-NET) using (##)Ga-DOTA-NOC receptor <PERSOON> G, <PERSOON> a computational strategy for identifying the primary origin of cancers using high-throughput Rabban JT, Krasik E, <PERSOON> CJ Multistep level sections to detect occult fallopian tube carcinoma in risk-reducing salpingo-oophorectomies from women with BRCA mutations implications for defining an optimal Roh JL, <PERSOON> JS, <PERSOON> SH, Nam SY, et al Utility of combined (##)F-fluorodeoxyglucose-positron emission tomography and computed tomography in patients with cervical metastases from unknown primary tumors <PERSOON> MD, Gunthert AR Suspicious axillary lymph nodes in patients with unremarkable imaging of the breast <PERSOON> RT Differential diagnosis in immunohistochemistry with Bayes theorem <PERSOON-##> DE, <PERSOON-##> carcinoma of the neck of unknown primary origin evolution and efficacy of the modern workup Arch Otolaryngol Head Neck Surg ###; ###(##) ##<DATUM> <PERSOON-##> S, <PERSOON-##>-Al-<PERSOON-##> O and gynecologic carcinomas a tissue microarray and pooled literature review study <PERSOON-##> of #-deoxy-#-[F-##] fluoro-D-glucose positron emission tomography in the management of bone and soft-tissue metastases <PERSOON-##> AF, Paydas S, <PERSOON-##> M, <PERSOON-##> O, et al <PERSOON-##> value of ##F-fluorodeoxyglucose positron emission tomography/computed tomography in carcinoma of an unknown primary diagnosis and follow-up <PERSOON-##> N, <PERSOON-##> CC, Carrasquillo JA, Whatley M, et al Utility of various functional and anatomic imaging modalities for detection of ectopic adrenocorticotropin-secreting tumors <PERSOON-##> Y, et al Diagnosis of a previously unidentified primary site in patients with spinal metastasis diagnostic usefulness of laboratory analysis, CT scanning and CT-guided biopsy Eur Barker EV, Cervigne NK, Reis PP, Goswami RS, <PERSOON-##> I, et al microRNA evaluation of unknown primary lesions in the head and neck <PERSOON-##> Cancer ###; # ### Monzon FA, <PERSOON-##> TJ Diagnosis of metastatic neoplasms molecular approaches for identification of tissue of origin <PERSOON-##> assignment of tissue of origin in cancer of unknown primary may not predict response to therapy or outcome a systematic literature review.
| 549 | nvmdl |
a tissue microarray and pooled literature review study <PERSOON> of #-deoxy-#-[F-##] fluoro-D-glucose positron emission tomography in the management of bone and soft-tissue metastases <PERSOON> AF, Paydas S, <PERSOON> M, <PERSOON> O, et al <PERSOON> value of ##F-fluorodeoxyglucose positron emission tomography/computed tomography in carcinoma of an unknown primary diagnosis and follow-up <PERSOON> N, <PERSOON> CC, Carrasquillo JA, Whatley M, et al Utility of various functional and anatomic imaging modalities for detection of ectopic adrenocorticotropin-secreting tumors <PERSOON> Y, et al Diagnosis of a previously unidentified primary site in patients with spinal metastasis diagnostic usefulness of laboratory analysis, CT scanning and CT-guided biopsy Eur Barker EV, Cervigne NK, Reis PP, Goswami RS, <PERSOON> I, et al microRNA evaluation of unknown primary lesions in the head and neck <PERSOON-##> Cancer ###; # ### Monzon FA, <PERSOON-##> TJ Diagnosis of metastatic neoplasms molecular approaches for identification of tissue of origin <PERSOON-##> assignment of tissue of origin in cancer of unknown primary may not predict response to therapy or outcome a systematic literature review ###; ##(#) #<DATUM> <PERSOON-##> identification of carcinomas of unknown primaries on Park <PERSOON-##> YJ, <PERSOON-##> KY, Kang JH, <PERSOON-##> MS, et al <PERSOON> use of an immunohistochemical diagnostic panel to determine the primary site of cervical lymph node metastases of occult squamous cell carcinoma <PERSOON-##> of carcinoma origin by thyroid transcription factor-# immunostaining of <PERSOON-##> SK, Davila RM Detection of human papillomavirus-related squamous cell carcinoma cytologically and by in situ hybridization in fine-needle aspiration biopsies of cervical metastasis a tool for identifying the site of an occult <PERSOON-##> JJ, Siddiqui MT Assessing for primary oropharyngeal or nasopharyngeal squamous cell carcinoma from fine needle aspiration of cervical lymph node metastases <PERSOON-##> and treatment of nasopharyngeal cancer <PERSOON-##> AT Treatment strategy and clinical experience Semin Cancer Biol ###; ##(#) ##<DATUM> <PERSOON-##> AM, Dobbins TA, <PERSOON-##> GB, Armstrong BK, et al Human papillomavirus predicts outcome in oropharyngeal cancer in patients treated primarily with surgery or radiation therapy <PERSOON-##> AC, Petrillo SK, <PERSOON-##> NT, et al.
| 554 | nvmdl |
##(#) #<DATUM> <PERSOON> identification of carcinomas of unknown primaries on Park <PERSOON> YJ, <PERSOON> KY, Kang JH, <PERSOON> MS, et al <PERSOON> use of an immunohistochemical diagnostic panel to determine the primary site of cervical lymph node metastases of occult squamous cell carcinoma <PERSOON> of carcinoma origin by thyroid transcription factor-# immunostaining of <PERSOON> SK, Davila RM Detection of human papillomavirus-related squamous cell carcinoma cytologically and by in situ hybridization in fine-needle aspiration biopsies of cervical metastasis a tool for identifying the site of an occult <PERSOON> JJ, Siddiqui MT Assessing for primary oropharyngeal or nasopharyngeal squamous cell carcinoma from fine needle aspiration of cervical lymph node metastases <PERSOON> and treatment of nasopharyngeal cancer <PERSOON-##> AT Treatment strategy and clinical experience Semin Cancer Biol ###; ##(#) ##<DATUM> <PERSOON-##> AM, Dobbins TA, <PERSOON-##> GB, Armstrong BK, et al Human papillomavirus predicts outcome in oropharyngeal cancer in patients treated primarily with surgery or radiation therapy <PERSOON-##> AC, Petrillo SK, <PERSOON-##> NT, et al squamous cell carcinoma of the head and neck treated with concurrent cisplatin and radiotherapy <PERSOON-##>-body positron emission tomography using fluorodeoxyglucose in patients with metastases of unknown primary tumours (CUP syndrome) Nucl Med Commun ###; ##(##) ###<DATUM> Dong MJ, Zhao K, <PERSOON-##> XT, Zhao J, <PERSOON-##> ZF Role of fluorodeoxyglucose-PET versus fluorodeoxyglucose-PET/computed tomography in detection of unknown primary tumor a meta-analysis of the literature <PERSOON-##> LJ, Stewart J, <PERSOON-##> usefulness of fluorine ##-labelled deoxyglucose positron emission tomography in the investigation of patients with cervical lymphadenopathy from an unknown primary tumor <PERSOON-##> J, <PERSOON-##> S, <PERSOON-##> R, et al Diagnostic work-up and outcome of <PERSOON-##>T, Fischer M, Hauth> E, et al Unknown primary tumors detection with dual-modality <PERSOON-##> strategies in cervical carcinoma of an unknown primary (CUP) <PERSOON-##> HS, et al Prospective study of ##FDG-PET in the detection and management of patients with lymph node metastases to the neck from an unknown primary tumor Results from the <PERSOON-##> OS.
| 538 | nvmdl |
head and neck treated with concurrent cisplatin and radiotherapy <PERSOON>-body positron emission tomography using fluorodeoxyglucose in patients with metastases of unknown primary tumours (CUP syndrome) Nucl Med Commun ###; ##(##) ###<DATUM> Dong MJ, Zhao K, <PERSOON> XT, Zhao J, <PERSOON> ZF Role of fluorodeoxyglucose-PET versus fluorodeoxyglucose-PET/computed tomography in detection of unknown primary tumor a meta-analysis of the literature <PERSOON> LJ, Stewart J, <PERSOON> usefulness of fluorine ##-labelled deoxyglucose positron emission tomography in the investigation of patients with cervical lymphadenopathy from an unknown primary tumor <PERSOON> J, <PERSOON> S, <PERSOON> R, et al Diagnostic work-up and outcome of <PERSOON>T, Fischer M, Hauth> E, et al Unknown primary tumors detection with dual-modality <PERSOON-##> strategies in cervical carcinoma of an unknown primary (CUP) <PERSOON-##> HS, et al Prospective study of ##FDG-PET in the detection and management of patients with lymph node metastases to the neck from an unknown primary tumor Results from the <PERSOON-##> OS presenting with extracervical metastases the diagnostic performance of <PERSOON-##> H, et al #[F]-fluoro-#-deoxy-D-glucose positron emission tomography is a sensitive tool for the detection of occult primary cancer (carcinoma of unknown primary syndrome) with head and neck lymph node manifestation Otolaryngol Head Neck Surg ###; ###(#) ##<DATUM> <PERSOON-##> AO, <PERSOON-##> UO, Ozdemir NY, Zengin N, et al Whole body ##F-FDG PET/CT imaging in the detection of primary tumours in patients with a metastatic carcinoma of unknown origin <PERSOON-##> H, <PERSOON-##> P, et al FDG PET in patients with cancer of an <PERSOON-##> of tonsillectomy in the search for a squamous cell carcinoma from an unknown primary in the head and neck <PERSOON-##> magnetic resonance imaging an essential role in malignant axillary <PERSOON-##> HS, <PERSOON-##> RA Positron emission tomography in the management of unknown primary head and neck carcinoma <PERSOON-##> H, <PERSOON-##> RA Management of the unknown primary carcinoma.
| 502 | nvmdl |
the diagnostic performance of <PERSOON> H, et al #[F]-fluoro-#-deoxy-D-glucose positron emission tomography is a sensitive tool for the detection of occult primary cancer (carcinoma of unknown primary syndrome) with head and neck lymph node manifestation Otolaryngol Head Neck Surg ###; ###(#) ##<DATUM> <PERSOON> AO, <PERSOON> UO, Ozdemir NY, Zengin N, et al Whole body ##F-FDG PET/CT imaging in the detection of primary tumours in patients with a metastatic carcinoma of unknown origin <PERSOON> H, <PERSOON> P, et al FDG PET in patients with cancer of an <PERSOON> of tonsillectomy in the search for a squamous cell carcinoma from an unknown primary in the head and neck <PERSOON> magnetic resonance imaging an essential role in malignant axillary <PERSOON> HS, <PERSOON> RA Positron emission tomography in the management of unknown primary head and neck carcinoma <PERSOON-##> H, <PERSOON> RA Management of the unknown primary carcinoma <PERSOON-##> V, Ang KK Cervical lymph node metastases from occult squamous cell carcinoma cut down a tree to get <PERSOON-##> SA, Stoeckli SJ, von Schulthess GK, Goerres GW FDG PET and PET/CT for the detection of the primary tumour in patients with cervical non-squamous cell carcinoma metastasis of an unknown primary <PERSOON-##> of whole body positron emission tomography/computed tomography scan with ##F-fluorodeoxyglucose in patients with biopsy proven tumor metastases from unknown primary site <PERSOON-##> F, et al Use of a coincidence gamma camera to detect primary tumor with ##fluoro-#-deoxy-glucose in cervical lymph node metastases from an unknown origin <PERSOON-##> value of positron emission tomography (PET) in the treatment of patients with cancer of unknown primary (CUP)] <PERSOON-##> BF, Vaalburg W, et al Detection of unknown primary tumours and distant metastases in patients with cervical metastases value of FDG-PET versus conventional modalities <PERSOON-##> utility of #-deoxy-#-[F-##]fluoro-D-glucose positron emission.
| 452 | nvmdl |
##-## <PERSOON> V, Ang KK Cervical lymph node metastases from occult squamous cell carcinoma cut down a tree to get <PERSOON> SA, Stoeckli SJ, von Schulthess GK, Goerres GW FDG PET and PET/CT for the detection of the primary tumour in patients with cervical non-squamous cell carcinoma metastasis of an unknown primary <PERSOON> of whole body positron emission tomography/computed tomography scan with ##F-fluorodeoxyglucose in patients with biopsy proven tumor metastases from unknown primary site <PERSOON> F, et al Use of a coincidence gamma camera to detect primary tumor with ##fluoro-#-deoxy-glucose in cervical lymph node metastases from an unknown origin <PERSOON> value of positron emission tomography (PET) in the treatment of patients with cancer of unknown primary (CUP)] <PERSOON> BF, Vaalburg W, et al Detection of unknown primary tumours and distant metastases in patients with cervical metastases value of FDG-PET versus conventional modalities <PERSOON> utility of #-deoxy-#-[F-##]fluoro-D-glucose positron emission <PERSOON> FJ, <PERSOON> IB, et al Occult primary tumors of the head and neck accuracy of thallium ### single-photon emission computed tomography and computed tomography and/or magnetic resonance imaging <PERSOON-##> C, et al In search of an unknown primary tumour presenting with cervical metastases performance of hybrid <PERSOON-##> impact of FDG PET on the management of occult primary head and neck tumours <PERSOON-##> II trials in patients with carcinoma of unknown primary a pooled data analysis <PERSOON-##> F, et al <PERSOON-##> origin of brain metastases in patients with an Al-<PERSOON-##> N, <PERSOON-##> value of postmortem examination in cases of metastasis of unknown origin##-year retrospective data from a tertiary care center <PERSOON-##> JJ, Bugat R, <PERSOON-##> F, et al Cisplatin in combination with either gemcitabine or irinotecan in carcinomas of unknown primary site results of a randomized phase II study--trial for the French Study Group on.
| 444 | nvmdl |
<PERSOON> FJ, <PERSOON> IB, et al Occult primary tumors of the head and neck accuracy of thallium ### single-photon emission computed tomography and computed tomography and/or magnetic resonance imaging <PERSOON> C, et al In search of an unknown primary tumour presenting with cervical metastases performance of hybrid <PERSOON> impact of FDG PET on the management of occult primary head and neck tumours <PERSOON> II trials in patients with carcinoma of unknown primary a pooled data analysis <PERSOON> F, et al <PERSOON> origin of brain metastases in patients with an Al-<PERSOON> N, <PERSOON> value of postmortem examination in cases of metastasis of unknown origin##-year retrospective data from a tertiary care center <PERSOON-##> JJ, Bugat R, <PERSOON-##> F, et al Cisplatin in combination with either gemcitabine or irinotecan in carcinomas of unknown primary site results of a randomized phase II study--trial for the French Study Group on Investigations for bone metastasis <PERSOON-##> DJ Unsuspected metastases presenting as solitary soft tissue lesions a <PERSOON-##> EA, et al Surgical and ablative treatment for metastatic adenocarcinoma to the liver from unknown primary tumor <PERSOON-##> S, et al Usefulness of narrow-band imaging for detecting the primary tumor site in patients with primary unknown cervical lymph node metastasis <PERSOON-##> MJ, <PERSOON-##> N, et al Women with peritoneal carcinomatosis of unknown origin Efficacy of image-guided biopsy to determine site-specific diagnosis <PERSOON-##> metastases from cancer of unknown primary (CUPL) a retrospective analysis of presentation, management and prognosis in ## patients and systematic review of the literature <PERSOON-##> of unknown origin ### <PERSOON-##> ablation of liver metastases from cancer of <PERSOON-##> FA Diagnostic and therapeutic management of cancer of an unknown primary <PERSOON-##> R <PERSOON-##> metastases from unknown primary tumour.
| 427 | nvmdl |
metastasis <PERSOON> DJ Unsuspected metastases presenting as solitary soft tissue lesions a <PERSOON> EA, et al Surgical and ablative treatment for metastatic adenocarcinoma to the liver from unknown primary tumor <PERSOON> S, et al Usefulness of narrow-band imaging for detecting the primary tumor site in patients with primary unknown cervical lymph node metastasis <PERSOON> MJ, <PERSOON> N, et al Women with peritoneal carcinomatosis of unknown origin Efficacy of image-guided biopsy to determine site-specific diagnosis <PERSOON> metastases from cancer of unknown primary (CUPL) a retrospective analysis of presentation, management and prognosis in ## patients and systematic review of the literature <PERSOON> of unknown origin ### <PERSOON> ablation of liver metastases from cancer of <PERSOON> FA Diagnostic and therapeutic management of cancer of an unknown primary <PERSOON-##> R <PERSOON-##> metastases from unknown primary tumour <PERSOON-##> JF, et al Adenocarcinomas of unknown primary (ACUP) of the mediastinum mimicking lymphoma CT findings at diagnosis and follow-up <PERSOON-##>-positron-emission tomography imaging of head and neck squamous cell cancer <PERSOON-##> F CUP (carcinoma of unknown primary) syndrome in head and neck clinic, diagnostic, and <PERSOON-##> <INSTELLING>, Amdur RJ, Werning JW, Kirwan J, <PERSOON-##> CG, et al Diagnostic evaluation of squamous cell carcinoma metastatic to cervical lymph nodes from an unknown head and neck primary site Laryngoscope ###; ###(##) <PERSOON-##> SC, Parekh JR, Zuraek MB, Venook AP, Bergsland EK, <PERSOON-##> RS, et al Identification of unknown primary tumors in <PERSOON-##> ME, <PERSOON-##> role of ##Ga-DOTATATE PET in patients with neuroendocrine tumors and negative or equivocal findings on ###In-DTPA-octreotide scintigraphy <PERSOON-##> JJ, Kam B, et al Preclinical and clinical studies of peptide receptor <PERSOON-##> SE, Andrade RS, Pambuccian SE Endobronchial ultrasound-guided transbronchial needle aspiration cytology a <PERSOON-##> lymph node carcinoma of an unknown primary.
| 468 | nvmdl |
<PERSOON> JF, et al Adenocarcinomas of unknown primary (ACUP) of the mediastinum mimicking lymphoma CT findings at diagnosis and follow-up <PERSOON>-positron-emission tomography imaging of head and neck squamous cell cancer <PERSOON> F CUP (carcinoma of unknown primary) syndrome in head and neck clinic, diagnostic, and <PERSOON> <INSTELLING>, Amdur RJ, Werning JW, Kirwan J, <PERSOON> CG, et al Diagnostic evaluation of squamous cell carcinoma metastatic to cervical lymph nodes from an unknown head and neck primary site Laryngoscope ###; ###(##) <PERSOON> SC, Parekh JR, Zuraek MB, Venook AP, Bergsland EK, <PERSOON> RS, et al Identification of unknown primary tumors in <PERSOON> ME, <PERSOON> role of ##Ga-DOTATATE PET in patients with neuroendocrine tumors and negative or equivocal findings on ###In-DTPA-octreotide scintigraphy <PERSOON-##> JJ, Kam B, et al Preclinical and clinical studies of peptide receptor <PERSOON-##> SE, Andrade RS, Pambuccian SE Endobronchial ultrasound-guided transbronchial needle aspiration cytology a <PERSOON-##> lymph node carcinoma of an unknown primary New techniques to detect unknown primaries in cervical lymph <PERSOON-##> D, et al [Space-occupying lesions in the liver incidence of adenocarcinoma metastases of unknown primary site] <PERSOON-##> WM Cystic metastasis from head and neck squamous cell cancer a distinct disease variant? <PERSOON-##> CM, <PERSOON-##> CM, <PERSOON-##> SM, <PERSOON> CJ, et al Diagnostic laparoscopy in ascites of unknown origin <PERSOON-##> Gung Memorial Hospital ##-year experience <PERSOON-##> with complete resection improves survival in radiooncologically treated patients with cervical lymph node metastases from cancer of unknown primary Strahlenther Onkol ###; ###(#) Oien KA Pathologic evaluation of unknown primary cancer Semin Oncol ###; ##(#) #-## <PERSOON-##> MA EUS-guided FNA of peritoneal carcinomatosis in patients with unknown primary malignancy <PERSOON-##> DE, <PERSOON-##> vs deep tonsil biopsies in detecting occult tonsil tumors <PERSOON-##> role of fluorodeoxyglucose positron emission tomography in cervical lymph node metastases from an unknown primary tumor <PERSOON-##> MF, Eisele DW Oncologic rationale for bilateral tonsillectomy in head and neck squamous cell.
| 532 | nvmdl |
to detect unknown primaries in cervical lymph <PERSOON> D, et al [Space-occupying lesions in the liver incidence of adenocarcinoma metastases of unknown primary site] <PERSOON> WM Cystic metastasis from head and neck squamous cell cancer a distinct disease variant? <PERSOON> CM, <PERSOON> CM, <PERSOON> SM, <PERSOON> CJ, et al Diagnostic laparoscopy in ascites of unknown origin <PERSOON> Gung Memorial Hospital ##-year experience <PERSOON> with complete resection improves survival in radiooncologically treated patients with cervical lymph node metastases from cancer of unknown primary Strahlenther Onkol ###; ###(#) Oien KA Pathologic evaluation of unknown primary cancer Semin Oncol ###; ##(#) #-## <PERSOON> MA EUS-guided FNA of peritoneal carcinomatosis in patients with unknown primary malignancy <PERSOON-##> DE, <PERSOON-##> vs deep tonsil biopsies in detecting occult tonsil tumors <PERSOON-##> role of fluorodeoxyglucose positron emission tomography in cervical lymph node metastases from an unknown primary tumor <PERSOON-##> MF, Eisele DW Oncologic rationale for bilateral tonsillectomy in head and neck squamous cell <PERSOON-##> MH, <PERSOON> MY, <PERSOON-##> PC, <PERSOON> CY, <PERSOON> MT, et al Gasless laparoscopy-assisted surgery for intraabdominal/retroperitoneal tumor of unknown origin a bridge between total laparoscopic surgery and conventional Yoon YJ, Ahn SH, Park <PERSOON-##>, Park YN, et al What is the role of diagnostic laparoscopy in a <PERSOON-##> for patients with unknown primary carcinoma and unfavorable prognostic factors <PERSOON-##> for patients with unknown primary cancer and favorable prognostic factors <PERSOON-##> K [CUP syndrome molecular pathogenesis and biology] <PERSOON-##> J <PERSOON-##> metastases in patients with cancer of unknown primary <PERSOON-##> AL, <PERSOON-##> in patients presenting with brain metastasis from an undiagnosed primary tumor <PERSOON-##> G, et al Global profiling of EGFR gene mutation, amplification, regulation and tissue protein expression in unknown primary carcinomas to target or not to <PERSOON-##> mediastinal lymph node tumors with unknown primary <PERSOON-##> melanoma of unknown primary site] <PERSOON-##> TP, Flickinger JC, Dade L.
| 515 | nvmdl |
<PERSOON> MH, <PERSOON> MY, <PERSOON> PC, <PERSOON> CY, <PERSOON> MT, et al Gasless laparoscopy-assisted surgery for intraabdominal/retroperitoneal tumor of unknown origin a bridge between total laparoscopic surgery and conventional Yoon YJ, Ahn SH, Park <PERSOON>, Park YN, et al What is the role of diagnostic laparoscopy in a <PERSOON> for patients with unknown primary carcinoma and unfavorable prognostic factors <PERSOON> for patients with unknown primary cancer and favorable prognostic factors <PERSOON> K [CUP syndrome molecular pathogenesis and biology] <PERSOON> J <PERSOON-##> metastases in patients with cancer of unknown primary <PERSOON-##> AL, <PERSOON-##> in patients presenting with brain metastasis from an undiagnosed primary tumor <PERSOON-##> G, et al Global profiling of EGFR gene mutation, amplification, regulation and tissue protein expression in unknown primary carcinomas to target or not to <PERSOON-##> mediastinal lymph node tumors with unknown primary <PERSOON-##> melanoma of unknown primary site] <PERSOON-##> lymph node metastases of squamous cell carcinoma from an unknown primary outcomes and patterns of failure <PERSOON-##> C, Ang KK Cervical lymph node metastases from occult squamous cell carcinoma Curr Treat Options Oncol ###; Ponce <PERSOON-##> T, et al Carcinoma of unknown primary site development in a single institution of a prognostic model based on clinical and serum <PERSOON-##> thoracic lymph node carcinoma with unknown primary site <PERSOON-##> R, <PERSOON-##> TD A clinical review of the investigation and management of carcinoma of unknown primary in a single cancer network <PERSOON-##>) ###; ##(#) ##-## <PERSOON-##> CL, van <PERSOON-##> AJ Diagnosis and treatment of isolated neck metastases of <PERSOON-##> metastases as first symptom of cancer a clinico-pathologic study <PERSOON-##> DK, et al Single-center management of ### patients with cancer of unknown primary site (CUP syndrome) over a period of ## years Onkologie ###; ##(##) ###-#.
| 493 | nvmdl |
<PERSOON> lymph node metastases of squamous cell carcinoma from an unknown primary outcomes and patterns of failure <PERSOON> C, Ang KK Cervical lymph node metastases from occult squamous cell carcinoma Curr Treat Options Oncol ###; Ponce <PERSOON> T, et al Carcinoma of unknown primary site development in a single institution of a prognostic model based on clinical and serum <PERSOON> thoracic lymph node carcinoma with unknown primary site <PERSOON> R, <PERSOON> TD A clinical review of the investigation and management of carcinoma of unknown primary in a single cancer network <PERSOON>) ###; ##(#) ##-## <PERSOON> CL, van <PERSOON> AJ Diagnosis and treatment of isolated neck metastases of <PERSOON-##> metastases as first symptom of cancer a clinico-pathologic study <PERSOON-##> DK, et al Single-center management of ### patients with cancer of unknown primary site (CUP syndrome) over a period of ## years Onkologie ###; ##(##) ##<DATUM> Development and validation of a bedside score to predict early death in cancer of unknown primary patients PLoS One ###; #(#) e### ### <PERSOON-##> K, et al Impact of target volumes and radiation technique on loco-regional control and survival for patients with unilateral cervical lymph node metastases from an unknown ### <PERSOON-##> DH, <PERSOON-##> BQ, Luu Q, <PERSOON-##> PJ Radiation Therapy in the Management of Head-and-Neck Cancer of <PERSOON-##> the Addition of Concurrent Chemotherapy Affect the <PERSOON-##> ### <PERSOON-##> SJ, Rosenthal DI, Petsuksiri J, Ang KK, <PERSOON-##> RS, et al Intensity-modulated radiotherapy for cervical node squamous cell carcinoma metastases from unknown head-and-neck primary site <PERSOON-##> outcomes and patterns of failure <PERSOON-##> DJ, Balboni TA, Haddad RI, Norris CM, Jr , Posner <PERSOON-##> LJ, et al Efficacy and toxicity of chemoradiotherapy using intensity-modulated radiotherapy for unknown primary of head and neck <PERSOON-##> KL, <PERSOON-##> K, <PERSOON-##> M, et al Outcomes of Patients with Head-and-Neck Cancer of Unknown Primary Origin Treated with <PERSOON-##> ### ###.
| 551 | nvmdl |
in cancer of unknown primary patients PLoS One ###; #(#) e### ### <PERSOON> K, et al Impact of target volumes and radiation technique on loco-regional control and survival for patients with unilateral cervical lymph node metastases from an unknown ### <PERSOON> DH, <PERSOON> BQ, Luu Q, <PERSOON> PJ Radiation Therapy in the Management of Head-and-Neck Cancer of <PERSOON> the Addition of Concurrent Chemotherapy Affect the <PERSOON> ### <PERSOON> SJ, Rosenthal DI, Petsuksiri J, Ang KK, <PERSOON> RS, et al Intensity-modulated radiotherapy for cervical node squamous cell carcinoma metastases from unknown head-and-neck primary site <PERSOON> outcomes and patterns of failure <PERSOON-##> DJ, Balboni TA, Haddad RI, Norris CM, Jr , Posner <PERSOON-##> LJ, et al Efficacy and toxicity of chemoradiotherapy using intensity-modulated radiotherapy for unknown primary of head and neck <PERSOON-##> KL, <PERSOON-##> K, <PERSOON-##> M, et al Outcomes of Patients with Head-and-Neck Cancer of Unknown Primary Origin Treated with <PERSOON-##> and neck squamous cell carcinoma ### <PERSOON-##> D, <PERSOON-##> MA Cancer of <PERSOON-##> a <PERSOON-##> JA, <PERSOON-##> JA, <PERSOON-##> A, et al Contemporary management of lymph node metastases from an unknown primary to the neck II A review of therapeutic options Head & Neck ### (SCIREF)hed ### ### <PERSOON-##>, workup, and prognosis of cutaneous metastases of unknown ### <PERSOON-##> factors in unknown primary cancer <PERSOON-##> G, et al Targeting c-KIT, PDGFR in cancer of unknown primary a screening study for molecular markers of benefit <PERSOON-##> and diagnostic accuracy of [##F]FDG-PET/CT in ### patients with carcinoma of unknown primary <PERSOON-##> FA, Erland JB, Morrissey LH, Burris HA, #rd, <PERSOON-##> RC, Steis R, et al Carcinoma of unknown primary site phase II trials with docetaxel plus cisplatin or carboplatin <PERSOON-##> S, et al Paclitaxel and carboplatin vs gemcitabine and.
| 530 | nvmdl |
D, <PERSOON> MA Cancer of <PERSOON> a <PERSOON> JA, <PERSOON> JA, <PERSOON> A, et al Contemporary management of lymph node metastases from an unknown primary to the neck II A review of therapeutic options Head & Neck ### (SCIREF)hed ### ### <PERSOON>, workup, and prognosis of cutaneous metastases of unknown ### <PERSOON> factors in unknown primary cancer <PERSOON> G, et al Targeting c-KIT, PDGFR in cancer of unknown primary a screening study for molecular markers of benefit <PERSOON> and diagnostic accuracy of [##F]FDG-PET/CT in ### patients with carcinoma of unknown primary <PERSOON-##> FA, Erland JB, Morrissey LH, Burris HA, #rd, <PERSOON-##> RC, Steis R, et al Carcinoma of unknown primary site phase II trials with docetaxel plus cisplatin or carboplatin <PERSOON-##> S, et al Paclitaxel and carboplatin vs gemcitabine and a randomised prospective phase <PERSOON-##> J, et al Cervical metastasis of unknown origin a series of ### <PERSOON-##> CJ, McNeil EB, Bagia JS, <PERSOON-##> AR, et al Neck dissection and ipsilateral radiotherapy in the management of cervical metastatic carcinoma from an unknown primary <PERSOON-##> SJ, Palesty JA Cancer of unknown primary origin a decade of experience in a ### <PERSOON-##> WH Cervical nodal metastases from occult primary undifferentiated carcinoma ### <PERSOON-##> N, et al Cancer of unknown primary site review of consecutive cases at the National Cancer Center Hospital of <PERSOON-##> FA, Erlander MG Molecular classification of cancers of unknown primary site <PERSOON-##> Diagn Ther ###; ##(#) ###-## ### Greco FA, Spigel <PERSOON-##> DA, Erlander MG, Ma XJ, Hainsworth JD Molecular profiling in unknown primary cancer ### <PERSOON-##> AN, Warmoes MO, et al Implementation of a novel microarray-based diagnostic test for cancer of unknown primary <PERSOON-##> ###; ###(#) ###-#.
| 518 | nvmdl |
randomised prospective phase <PERSOON> J, et al Cervical metastasis of unknown origin a series of ### <PERSOON> CJ, McNeil EB, Bagia JS, <PERSOON> AR, et al Neck dissection and ipsilateral radiotherapy in the management of cervical metastatic carcinoma from an unknown primary <PERSOON> SJ, Palesty JA Cancer of unknown primary origin a decade of experience in a ### <PERSOON> WH Cervical nodal metastases from occult primary undifferentiated carcinoma ### <PERSOON> N, et al Cancer of unknown primary site review of consecutive cases at the National Cancer Center Hospital of <PERSOON> FA, Erlander MG Molecular classification of cancers of unknown primary site <PERSOON> Diagn Ther ###; ##(#) ###-## ### Greco FA, Spigel <PERSOON> DA, Erlander MG, Ma XJ, Hainsworth JD Molecular profiling in unknown primary cancer ### <PERSOON-##> AN, Warmoes MO, et al Implementation of a novel microarray-based diagnostic test for cancer of unknown primary <PERSOON-##> ###; ###(#) ###-# <PERSOON-##> CC, Faries MB, Wanek LA, Morton DL Improved survival for stage IV melanoma from an unknown primary site <PERSOON-##>, cisplatin and gemcitabine in treatment of carcinomas of unknown primary site, a phase II study <PERSOON-##> and efficacy of a combination of docetaxel and cisplatin in patients ### <PERSOON-##> lymph node metastases of squamous cell carcinoma from an unknown primary site a favourable prognosis subset of patients with <PERSOON-##> patients without a known primary incidence and survival trends in Sweden ### Rodel RM, <PERSOON-##> of distant metastasis in patients with cervical lymph node metastases from cancer of an unknown primary site <PERSOON-##> M, et al Melanoma without a detectable primary site with metastases to lymph nodes <PERSOON-##> CH, Gruenwald V, et al Phase II trial of capecitabine and.
| 460 | nvmdl |
<PERSOON> CC, Faries MB, Wanek LA, Morton DL Improved survival for stage IV melanoma from an unknown primary site <PERSOON>, cisplatin and gemcitabine in treatment of carcinomas of unknown primary site, a phase II study <PERSOON> and efficacy of a combination of docetaxel and cisplatin in patients ### <PERSOON> lymph node metastases of squamous cell carcinoma from an unknown primary site a favourable prognosis subset of patients with <PERSOON> patients without a known primary incidence and survival trends in Sweden ### Rodel RM, <PERSOON> of distant metastasis in patients with cervical lymph node metastases from cancer of an unknown primary site <PERSOON> M, et al Melanoma without a detectable primary site with metastases to lymph nodes <PERSOON> CH, Gruenwald V, et al Phase II trial of capecitabine and Onkologie ###; ##(#) ##<DATUM> ### Varadhachary GR, Greco FA Overview of patient management and future directions in unknown primary carcinoma <PERSOON> C, et al Irinotecan plus carboplatin for patients with ### <PERSOON-##> K, et al Bone metastasis and poor performance status are prognostic factors for survival of carcinoma of unknown primary site in patients treated with systematic chemotherapy ### <PERSOON-##> survival with diverse chemotherapy regimens for cancer of unknown primary site multiple-treatments meta-analysis <PERSOON-##> JL Carcinoma of unknown primary with a colon-cancer profilechanging paradigm and emerging definitions <PERSOON-##> papillary peritoneal carcinoma unknown primary tumour, ovarian cancer counterpart or a distinct entity? A systematic review <PERSOON-##> of unknown primary site (CUP syndrome)] Chirurg ###; ##(#) ###-##; ### Hainsworth JD, Spigel <PERSOON-##> C, et al Paclitaxel/carboplatin/etoposide versus gemcitabine/irinotecan in the first-line treatment of patients with carcinoma of unknown primary site a randomized, phase <PERSOON-##>.
| 434 | nvmdl |
##<DATUM> ### Varadhachary GR, Greco FA Overview of patient management and future directions in unknown primary carcinoma <PERSOON> C, et al Irinotecan plus carboplatin for patients with ### <PERSOON> K, et al Bone metastasis and poor performance status are prognostic factors for survival of carcinoma of unknown primary site in patients treated with systematic chemotherapy ### <PERSOON> survival with diverse chemotherapy regimens for cancer of unknown primary site multiple-treatments meta-analysis <PERSOON> JL Carcinoma of unknown primary with a colon-cancer profilechanging paradigm and emerging definitions <PERSOON> papillary peritoneal carcinoma unknown primary tumour, ovarian cancer counterpart or a distinct entity? A systematic review <PERSOON> of unknown primary site (CUP syndrome)] Chirurg ###; ##(#) ###-##; ### Hainsworth JD, Spigel <PERSOON> C, et al Paclitaxel/carboplatin/etoposide versus gemcitabine/irinotecan in the first-line treatment of patients with carcinoma of unknown primary site a randomized, phase <PERSOON> and oxaliplatin as second-line treatment in patients with carcinoma of unknown primary site <PERSOON> A, <PERSOON-##> JC, et al Radiosurgery for brain metastases from unknown primary cancers <PERSOON-##> patient education <PERSOON-##> B A history of patient education by health professionals in Europe and <PERSOON-##> from authority to shared decision making education <PERSOON-##> patient education by an in-service communication training for health care providers at a cancer ward communication climate, patient satisfaction and the need of lasting implementation <PERSOON-##> dilemma of follow-up in head and neck cancer patients <PERSOON-##> of the do-not-resuscitate order a pilot study of perceptions of patients with refractory cancer Support Care Cancer ###; ##(#) ##<DATUM> ###.
| 413 | nvmdl |
De Landelijke Werkgroep Gastro Intestinale Tumoren gaf in haar activiteitenplan ### aan behoefte te hebben aan revisie van de richtlijnen galgangcarcinoom en galblaascarcinoom Het idee was om beide richtlijnen te bundelen in één nieuwe, evidence based richtlijn De vorige consensus based versies van deze richtlijnen dateerden van respectievelijk oktober ### (galgang) en mei ### (galblaas) Al bij het bespreken van de uitkomsten van de knelpunteninventarisaties onder professionals en patiënten (tweede bijeenkomst, mei ###) waren er binnen de werkgroep, die met de revisie van de richtlijn aan de slag ging, twijfels over de haalbaarheid van een evidence based aanpak De lage incidentie van beide tumorsoorten (zie onder Cijfers) brengt met zich mee dat er relatief weinig onderzoeksresultaten beschikbaar zijn De werkgroep opteerde daarom uiteindelijk voor een opnieuw consensus based revisie van de richtlijn Een consensus based gereviseerde richtlijn maakt óók gebruik van wetenschappelijke literatuur, echter zonder voorafgaande systematische zoektocht naar en beoordeling van literatuur door De vorige versie van de richtlijn hanteerde nog de term galgangcarcinoom Diverse instanties (bijvoorbeeld de Maag Lever Darm Stichting) gebruiken in de regel de term galweg- of cholangiocarcinoom Ook de TNM classificatie (zie hoofdstuk TNM) spreekt over galwegcarcinoom, en maakt daarbij onderscheid tussen kanker van de intra- of extrahepatische (binnen of buiten de lever gelegen) galwegen De extrahepatische galwegcarcinomen worden vervolgens verder onderverdeeld in distale en proximale (of perihilaire) galwegcarcinomen Laatstgenoemden worden ook wel Klatskin tumoren genoemd Klatskin tumoren zijn de De werkgroep heeft ervoor gekozen bovenstaande terminologie (galweg in plaats van galgang) in deze gereviseerde versie van de richtlijn over te nemen Daarbij richt deze richtlijn zich met name op het proximaal gelokaliseerd galwegcarcinoom Het distaal galwegcarcinoom komt aan bod in de richtlijn voor Galwegcarcinoom in de context van Primaire Scleroserende Cholangitis (PSC) is een aparte entiteit die buiten het kader van deze richtlijn valt Graag verwijzen wij hieromtrent naar de EASL richtlijn voor PSC Naast aandacht voor het proximaal galwegcarcinoom besteedt de gereviseerde richtlijn uiteraard opnieuw Er zijn wat betreft proximaal galweg- en galblaascarcinoom relatief weinig (Nederlandse) cijfers over incidentie en prevalentie, sterfte en overleving De Nederlandse Kankerregistratie (NKR) maakt pas sinds ### onderscheid tussen het distaal en het proximaal galwegcarcinoom Dit resulteert in het volgende Kanker van de galblaas of galwegen komt vooral voor bij mensen die ouder zijn dan zestig jaar Het wordt Deze consensus based richtlijn bevat aanbevelingen gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg voor patiënten met een proximaal galweg- of galblaascarcinoom De onderwerpen waarop deze aanbevelingen betrekking hebben vloeien voort uit een voorafgaande inventarisatie onder professionals en patiënten van de belangrijkste knelpunten uit de dagelijkse praktijk begeleiding van patiënten met proximaal galweg- of galblaascarcinoom Het betreft vooral maag-darm-leverartsen, chirurgen, internisten/medisch oncologen, pathologen, radiologen, De werkgroep startte met de revisie van de richtlijn in maart ### (eerste bijeenkomst werkgroep) <PERSOON> daarop (april/mei ###) volgde een knelpunteninventarisatie in de vorm van een web-based enquête onder professionals Deze is verspreid via diverse (mandaterende en andere) verenigingen, landelijke.
| 593 | nvmdl |
van galgang) in deze gereviseerde versie van de richtlijn over te nemen Daarbij richt deze richtlijn zich met name op het proximaal gelokaliseerd galwegcarcinoom Het distaal galwegcarcinoom komt aan bod in de richtlijn voor Galwegcarcinoom in de context van Primaire Scleroserende Cholangitis (PSC) is een aparte entiteit die buiten het kader van deze richtlijn valt Graag verwijzen wij hieromtrent naar de EASL richtlijn voor PSC Naast aandacht voor het proximaal galwegcarcinoom besteedt de gereviseerde richtlijn uiteraard opnieuw Er zijn wat betreft proximaal galweg- en galblaascarcinoom relatief weinig (Nederlandse) cijfers over incidentie en prevalentie, sterfte en overleving De Nederlandse Kankerregistratie (NKR) maakt pas sinds ### onderscheid tussen het distaal en het proximaal galwegcarcinoom Dit resulteert in het volgende Kanker van de galblaas of galwegen komt vooral voor bij mensen die ouder zijn dan zestig jaar Het wordt Deze consensus based richtlijn bevat aanbevelingen gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg voor patiënten met een proximaal galweg- of galblaascarcinoom De onderwerpen waarop deze aanbevelingen betrekking hebben vloeien voort uit een voorafgaande inventarisatie onder professionals en patiënten van de belangrijkste knelpunten uit de dagelijkse praktijk begeleiding van patiënten met proximaal galweg- of galblaascarcinoom Het betreft vooral maag-darm-leverartsen, chirurgen, internisten/medisch oncologen, pathologen, radiologen, De werkgroep startte met de revisie van de richtlijn in maart ### (eerste bijeenkomst werkgroep) <PERSOON> daarop (april/mei ###) volgde een knelpunteninventarisatie in de vorm van een web-based enquête onder professionals Deze is verspreid via diverse (mandaterende en andere) verenigingen, landelijke mogelijke knelpunten is door ### professionals, met name chirurgen (##%) en MDL-artsen (##%), Als aanvulling hierop vond een knelpunteninventarisatie plaats onder ervaringsdeskundigen; hiervoor werden vier patiënten geïnterviewd door een adviseur van de NFK (zie verder onder Op basis van de uitkomsten van deze inventarisaties formuleerde de werkgroep een achttal uitgangsvragen (zie bijlage #) Een van de kenmerken van een consensus based richtlijn is dat niet een (externe) methodoloog, maar de werkgroepleden zelf de voor beantwoording van deze vragen beschikbare literatuur aandragen Om de volledigheid van deze zelf aangedragen literatuur te waarborgen, voerde een IKNL-adviseur een beperkte aanvullende literatuursearch uit Zie voor een beschrijving van de daarbij Naast het beantwoorden van de eerder genoemde uitgangsvragen heeft de werkgroep ook aandacht besteed aan het opnemen van het hoofdstuk over nazorg en nacontrole in de richtlijn galweg- en galblaascarcinoom Dit hoofdstuk is een door het IKNL ontwikkelde algemene basistekst, gebaseerd op de âOncologische revalidatie' (oktober ###) Een aantal leden van de werkgroep (vertegenwoordigers van verpleegkundigen en patiënten) heeft de algemene tekst over nazorg en nacontrole op onderdelen verder Een in april ### (vierde bijeenkomst werkgroep) besproken concept versie van de richtlijn is daarna door een gedeelte van de werkgroep ook redactioneel helemaal klaargemaakt voor de commentaarronde De concept richtlijn is daartoe (juli ###) aangeboden aan de mandaterende verenigingen en relevante De vijfde en laatste bijeenkomst van de werkgroep (oktober ###) stond vooral in het teken van het bespreken en verwerken van de - naar aanleiding van verspreiding van de concept versie - ontvangen.
| 611 | nvmdl |
door ### professionals, met name chirurgen (##%) en MDL-artsen (##%), Als aanvulling hierop vond een knelpunteninventarisatie plaats onder ervaringsdeskundigen; hiervoor werden vier patiënten geïnterviewd door een adviseur van de NFK (zie verder onder Op basis van de uitkomsten van deze inventarisaties formuleerde de werkgroep een achttal uitgangsvragen (zie bijlage #) Een van de kenmerken van een consensus based richtlijn is dat niet een (externe) methodoloog, maar de werkgroepleden zelf de voor beantwoording van deze vragen beschikbare literatuur aandragen Om de volledigheid van deze zelf aangedragen literatuur te waarborgen, voerde een IKNL-adviseur een beperkte aanvullende literatuursearch uit Zie voor een beschrijving van de daarbij Naast het beantwoorden van de eerder genoemde uitgangsvragen heeft de werkgroep ook aandacht besteed aan het opnemen van het hoofdstuk over nazorg en nacontrole in de richtlijn galweg- en galblaascarcinoom Dit hoofdstuk is een door het IKNL ontwikkelde algemene basistekst, gebaseerd op de âOncologische revalidatie' (oktober ###) Een aantal leden van de werkgroep (vertegenwoordigers van verpleegkundigen en patiënten) heeft de algemene tekst over nazorg en nacontrole op onderdelen verder Een in april ### (vierde bijeenkomst werkgroep) besproken concept versie van de richtlijn is daarna door een gedeelte van de werkgroep ook redactioneel helemaal klaargemaakt voor de commentaarronde De concept richtlijn is daartoe (juli ###) aangeboden aan de mandaterende verenigingen en relevante De vijfde en laatste bijeenkomst van de werkgroep (oktober ###) stond vooral in het teken van het bespreken en verwerken van de - naar aanleiding van verspreiding van de concept versie - ontvangen Kankerpatiëntenorganisaties (NFK)) Een van beide patiëntenvertegenwoordigers was betrokken bij het aanpassen van de algemene tekst over nazorg en nacontrole voor patiënten met proximaal galweg- of Als aanvulling op de enquête onder professionals vond een knelpunteninventarisatie plaats onder ervaringsdeskundigen; hiervoor werden vier patiënten geïnterviewd door een adviseur van de NFK Dit gebeurde aan de hand van een gestructureerde vragenlijst, waarbij met name onderwerpen als diagnose (wanneer en waar gesteld, met behulp van welke technieken?) behandeling (waar en welke?), contact met Gezien de beperkte sensitiviteit van weefselonderzoek om de diagnose te bevestigen en de hoge pretest likelyhood op maligniteit bij een sterke klinische verdenking (inclusief bevindingen bij beeldvormend onderzoek) op een galwegcarcinoom, is het geen absolute noodzaak om preoperatief de diagnose Patiënten met een proximale gelokaliseerd galwegcarcinoom presenteren zich frequent met een pijnloze icterus Bij beeldvormend onderzoek wordt dilatatie gevonden van de intrahepatische galwegen, maar niet van de extrahepatische galwegen CT of MR scan toont een centrale massa of indirecte tekenen hiervan met centrale obstructie van segmentele galwegen Differentieel diagnostische overwegingen betreffen in eerste instantie een maligniteit, maar een benigne oorzaak behoort tot de mogelijkheden en wordt gerapporteerd met een frequentie tussen de #% en ##% ## In een serie van ### patiënten die een chirurgische resectie ondergingen in verband met de verdenking op een hilair galwegcarcinoom bleek dat er in ##,#% geen sprake was van maligniteit ## In bijna de helft van de gevallen betrof het een IgG# gerelateerde scleroserende cholangitis Vanwege dit relatief hoge percentage van benigne ziekte zou het.
| 615 | nvmdl |
Een van beide patiëntenvertegenwoordigers was betrokken bij het aanpassen van de algemene tekst over nazorg en nacontrole voor patiënten met proximaal galweg- of Als aanvulling op de enquête onder professionals vond een knelpunteninventarisatie plaats onder ervaringsdeskundigen; hiervoor werden vier patiënten geïnterviewd door een adviseur van de NFK Dit gebeurde aan de hand van een gestructureerde vragenlijst, waarbij met name onderwerpen als diagnose (wanneer en waar gesteld, met behulp van welke technieken?) behandeling (waar en welke?), contact met Gezien de beperkte sensitiviteit van weefselonderzoek om de diagnose te bevestigen en de hoge pretest likelyhood op maligniteit bij een sterke klinische verdenking (inclusief bevindingen bij beeldvormend onderzoek) op een galwegcarcinoom, is het geen absolute noodzaak om preoperatief de diagnose Patiënten met een proximale gelokaliseerd galwegcarcinoom presenteren zich frequent met een pijnloze icterus Bij beeldvormend onderzoek wordt dilatatie gevonden van de intrahepatische galwegen, maar niet van de extrahepatische galwegen CT of MR scan toont een centrale massa of indirecte tekenen hiervan met centrale obstructie van segmentele galwegen Differentieel diagnostische overwegingen betreffen in eerste instantie een maligniteit, maar een benigne oorzaak behoort tot de mogelijkheden en wordt gerapporteerd met een frequentie tussen de #% en ##% ## In een serie van ### patiënten die een chirurgische resectie ondergingen in verband met de verdenking op een hilair galwegcarcinoom bleek dat er in ##,#% geen sprake was van maligniteit ## In bijna de helft van de gevallen betrof het een IgG# gerelateerde scleroserende cholangitis Vanwege dit relatief hoge percentage van benigne ziekte zou het kwaadaardige ziekte Helaas is het niet altijd mogelijk om (met de thans ter beschikking staande technieken), preoperatief een betrouwbare cytologische of histologische diagnose te verkrijgen Deze technieken omvatten het verkrijgen van weefsel tijdens Endoscopische Retrograde Cholangio- en Pancreaticografie (ERCP) zoals cytologie van gal verkregen door middel van intraductale aspiratie, endobiliaire forceps biopsie, en endobiliaire brush cytologie Via EUS-FNA kan getracht worden materiaal te verkrijgen vanuit de primaire tumor of verdachte lymfklieren Brush cytologie heeft een specificiteit van bijna ###%, maar een beperkte sensitiviteit van ##-##% ## Betreffende de waarde en opbrengst van EUS-FNA is slechts beperkt informatie beschikbaar, maar in een recente serie werd gemeld dat de sensitiviteit ##% bedroeg ## Deze beperkte opbrengst wordt verklaard door geringe cellulariteit en uitgebreide desmopastische veranderingen bij het galwegcarcinoom Een dergelijke sensitiviteit is onvoldoende om in geval van een negatieve brush cytologie af te zien van een resectie Dit zou betekenen dat ## tot ##% van de patiënten ten onrechte een operatie zou worden ontzegd <PERSOON> aandacht is gewenst indien een auto-immuun gemedieerde cholangitis wordt overwogen als mogelijke verklaring voor het klinische beeld In de eerder genoemde serie van ### patiënten bleek hiervan sprake in #% van de patiënten Het is onduidelijk of al deze patiënten ook een verhoogd IgG# in het serum hebben Indien wordt overwogen om een patiënt te behandelen met corticosteroïden is het belangrijk om een afgrensbare periode van maximaal <DATUM> weken te stellen, waarin de behandelrespons wordt.
| 599 | nvmdl |
ziekte Helaas is het niet altijd mogelijk om (met de thans ter beschikking staande technieken), preoperatief een betrouwbare cytologische of histologische diagnose te verkrijgen Deze technieken omvatten het verkrijgen van weefsel tijdens Endoscopische Retrograde Cholangio- en Pancreaticografie (ERCP) zoals cytologie van gal verkregen door middel van intraductale aspiratie, endobiliaire forceps biopsie, en endobiliaire brush cytologie Via EUS-FNA kan getracht worden materiaal te verkrijgen vanuit de primaire tumor of verdachte lymfklieren Brush cytologie heeft een specificiteit van bijna ###%, maar een beperkte sensitiviteit van ##-##% ## Betreffende de waarde en opbrengst van EUS-FNA is slechts beperkt informatie beschikbaar, maar in een recente serie werd gemeld dat de sensitiviteit ##% bedroeg ## Deze beperkte opbrengst wordt verklaard door geringe cellulariteit en uitgebreide desmopastische veranderingen bij het galwegcarcinoom Een dergelijke sensitiviteit is onvoldoende om in geval van een negatieve brush cytologie af te zien van een resectie Dit zou betekenen dat ## tot ##% van de patiënten ten onrechte een operatie zou worden ontzegd <PERSOON> aandacht is gewenst indien een auto-immuun gemedieerde cholangitis wordt overwogen als mogelijke verklaring voor het klinische beeld In de eerder genoemde serie van ### patiënten bleek hiervan sprake in #% van de patiënten Het is onduidelijk of al deze patiënten ook een verhoogd IgG# in het serum hebben Indien wordt overwogen om een patiënt te behandelen met corticosteroïden is het belangrijk om een afgrensbare periode van maximaal <DATUM> weken te stellen, waarin de behandelrespons wordt Indien een patiënt nog geen biliaire drainage heeft ondergaan en er hiertoe geen klinische noodzaak bestaat (cholangitis), is het verdwijnen van de icterus en cholestase de beste maat van respons In andere gevallen moet men varen op regressie van de tumormassa en normalisatie van het cholangiogram Eventueel moet hiertoe een ERCP worden herhaald De mogelijke verdenking en behandeling van een auto-immuun gemedieerde cholangitis mag niet leiden tot een onverantwoorde delay in een noodzakelijke resectie Het is aangetoond dat de test karakteristieken van (de thans ter beschikking staande) technieken om een preoperatieve weefsel diagnose te verkrijgen onvoldoende zijn om altijd een betrouwbare preoperatieve PA Het is aangetoond dat bij #% tot ##% van de patiënten die - op grond van een klinische verdenking van een proximaal gelokaliseerd galwegcarcinoom - een resectie ondergaan er sprake blijkt van een benigne Indien een auto-immuun cholangitis wordt overwogen als verklaring van de klinische presentatie en de patiënt wordt behandeld met corticosteroïden is het belangrijk om een afgrensbare periode van maximaal <DATUM> weken te stellen waarna de behandelrespons wordt geëvalueerd en tevens een eenduidig te evalueren De mogelijke verdenking en behandeling van een auto-immuun gemedieerde cholangitis mag niet leiden tot een onverantwoorde delay in een noodzakelijke resectie van een proximale gelokaliseerd In het geval van palliatieve chemo- en/of radiotherapie dient wel pathologische bevestiging van maligniteit De werkgroep is van mening dat routinematige diagnostische laparoscopie bij het galwegcarcinoom niet De werkgroep is van mening dat bij patiënten met galwegcarcinoom waarbij uitgebreide partiële leverresectie is geïndiceerd, een minimaal leverrestvolume van ##% na optimale galwegdrainage wordt nagestreefd.
| 597 | nvmdl |
drainage heeft ondergaan en er hiertoe geen klinische noodzaak bestaat (cholangitis), is het verdwijnen van de icterus en cholestase de beste maat van respons In andere gevallen moet men varen op regressie van de tumormassa en normalisatie van het cholangiogram Eventueel moet hiertoe een ERCP worden herhaald De mogelijke verdenking en behandeling van een auto-immuun gemedieerde cholangitis mag niet leiden tot een onverantwoorde delay in een noodzakelijke resectie Het is aangetoond dat de test karakteristieken van (de thans ter beschikking staande) technieken om een preoperatieve weefsel diagnose te verkrijgen onvoldoende zijn om altijd een betrouwbare preoperatieve PA Het is aangetoond dat bij #% tot ##% van de patiënten die - op grond van een klinische verdenking van een proximaal gelokaliseerd galwegcarcinoom - een resectie ondergaan er sprake blijkt van een benigne Indien een auto-immuun cholangitis wordt overwogen als verklaring van de klinische presentatie en de patiënt wordt behandeld met corticosteroïden is het belangrijk om een afgrensbare periode van maximaal <DATUM> weken te stellen waarna de behandelrespons wordt geëvalueerd en tevens een eenduidig te evalueren De mogelijke verdenking en behandeling van een auto-immuun gemedieerde cholangitis mag niet leiden tot een onverantwoorde delay in een noodzakelijke resectie van een proximale gelokaliseerd In het geval van palliatieve chemo- en/of radiotherapie dient wel pathologische bevestiging van maligniteit De werkgroep is van mening dat routinematige diagnostische laparoscopie bij het galwegcarcinoom niet De werkgroep is van mening dat bij patiënten met galwegcarcinoom waarbij uitgebreide partiële leverresectie is geïndiceerd, een minimaal leverrestvolume van ##% na optimale galwegdrainage wordt nagestreefd De werkgroep is van mening dat voor het galblaascarcinoom dat aanleiding heeft gegeven tot een obstructie-icterus, dezelfde preoperatieve voorbereidingen gelden als bij het galwegcarcinoom Indien bij het galblaascarcinoom de leverhilus vrij is, hangt de preoperatieve voorbereiding af van de uitgebreidheid van de benodigde partiële leverresectie Bij een voorgenomen (uitgebreide) rechtszijdige hemihepatectomie wordt een toekomstig restlevervolume van )##% nagestreefd De werkgroep is van mening dat bij een kleiner restlevervolume, preoperatieve embolisatie van de contralaterale vena portae In een aantal centra wordt bij patiënten met galwegcarcinoom die op grond van beeldvormend onderzoek resectabel worden geacht, routinematig een diagnostische laparoscopie verricht Door dit onderzoek werd bij ##-##% van de patiënten een onnodige laparotomie voorkomen, meestal door het vinden van kleine lever- of peritoneaalmetastasen <TELEFOONNUMMER> Door de recente, verbeterde opbrengsten van beeldvormende technieken (CT, MRI) heeft diagnostische laparoscopie geen meerwaarde meer Laparoscopie wordt nu Bij de voorbereiding voor resectie spelen het volume van de beoogde leverrest en opheffen van de Hoewel bij patiënten met normaal leverparenchym kan worden volstaan met een leverrest van ##-##% van het totale levervolume, wordt bij patiënten met galwegcarcinoom uitgegaan van een minimaal leverrestvolume van ##% na optimale galwegdrainage, gezien het door (recente) cholestase gecompromitteerde leverparenchym ### Bij kleiner leverrestvolume kan preoperatieve embolisatie van de contralaterale vena portae worden uitgevoerd teneinde het volume en de functie van de leverrest te In een beperkt aantal studies is een verband gesuggereerd tussen preoperatieve galwegdrainage en het postoperatief optreden van entmetastasen in operatielittekens door losgeraakte tumorcellen die bij de.
| 587 | nvmdl |
De werkgroep is van mening dat voor het galblaascarcinoom dat aanleiding heeft gegeven tot een obstructie-icterus, dezelfde preoperatieve voorbereidingen gelden als bij het galwegcarcinoom Indien bij het galblaascarcinoom de leverhilus vrij is, hangt de preoperatieve voorbereiding af van de uitgebreidheid van de benodigde partiële leverresectie Bij een voorgenomen (uitgebreide) rechtszijdige hemihepatectomie wordt een toekomstig restlevervolume van )##% nagestreefd De werkgroep is van mening dat bij een kleiner restlevervolume, preoperatieve embolisatie van de contralaterale vena portae In een aantal centra wordt bij patiënten met galwegcarcinoom die op grond van beeldvormend onderzoek resectabel worden geacht, routinematig een diagnostische laparoscopie verricht Door dit onderzoek werd bij ##-##% van de patiënten een onnodige laparotomie voorkomen, meestal door het vinden van kleine lever- of peritoneaalmetastasen <TELEFOONNUMMER> Door de recente, verbeterde opbrengsten van beeldvormende technieken (CT, MRI) heeft diagnostische laparoscopie geen meerwaarde meer Laparoscopie wordt nu Bij de voorbereiding voor resectie spelen het volume van de beoogde leverrest en opheffen van de Hoewel bij patiënten met normaal leverparenchym kan worden volstaan met een leverrest van ##-##% van het totale levervolume, wordt bij patiënten met galwegcarcinoom uitgegaan van een minimaal leverrestvolume van ##% na optimale galwegdrainage, gezien het door (recente) cholestase gecompromitteerde leverparenchym ### Bij kleiner leverrestvolume kan preoperatieve embolisatie van de contralaterale vena portae worden uitgevoerd teneinde het volume en de functie van de leverrest te In een beperkt aantal studies is een verband gesuggereerd tussen preoperatieve galwegdrainage en het postoperatief optreden van entmetastasen in operatielittekens door losgeraakte tumorcellen die bij de In een enkel <INSTELLING> worden patiënten om deze reden op drie opeenvolgende dagen voor de operatie kortdurend bestraald (# x <DATUM> y) om de tumorcellen in de gal onschadelijk te maken ### De effectiviteit van deze voorbehandeling is echter niet aangetoond Voor het galblaascarcinoom dat aanleiding heeft gegeven tot een obstructie-icterus als gevolg van infiltratie van de leverhilus, gelden dezelfde overwegingen als bij het galwegcarcinoom waar een uitgebreide partiële leverresectie voor geïndiceerd is Indien bij het galblaascarcinoom de leverhilus vrij is, hangt de preoperatieve voorbereiding af van de uitgebreidheid van de benodigde partiële leverresectie Bij een voorgenomen (uitgebreide) rechtszijdige hemihepatectomie wordt een toekomstig restlevervolume van )##% nagestreefd, en bij (recente) cholestase )##%nagestreefd Bij een kleiner restlevervolume kan preoperatieve embolisatie van de contralaterale vena portae worden overwogen Er zijn aanwijzingen dat diagnostische laparoscopie geen meerwaarde heeft boven de beschikbare Bij patiënten met galwegcarcinoom waarbij uitgebreide partiële leverresectie is geïndiceerd wordt uitgegaan van een minimaal leverrestvolume van ##% na optimale galwegdrainage, gezien het door (recente) cholestase gecompromitteerde leverparenchym Bij kleiner leverrestvolume kan preoperatieve embolisatie van de contralaterale vena portae worden uitgevoerd om het volume en de functie van de De werkgroep is van mening dat preoperatieve radiotherapie (# x <DATUM> y) om vrije tumorcellen in de gal van de partiële leverresectie Bij een (uitgebreide) rechtszijdige hemihepatectomie wordt een toekomstig restlevervolume van )##% nagestreefd Bij een kleiner restlevervolume kan preoperatieve embolisatie van Het verrichten van galwegresectie in combinatie met partiële leverresectie, heeft geleid tot een groter.
| 607 | nvmdl |
In een enkel <INSTELLING> worden patiënten om deze reden op drie opeenvolgende dagen voor de operatie kortdurend bestraald (# x <DATUM> y) om de tumorcellen in de gal onschadelijk te maken ### De effectiviteit van deze voorbehandeling is echter niet aangetoond Voor het galblaascarcinoom dat aanleiding heeft gegeven tot een obstructie-icterus als gevolg van infiltratie van de leverhilus, gelden dezelfde overwegingen als bij het galwegcarcinoom waar een uitgebreide partiële leverresectie voor geïndiceerd is Indien bij het galblaascarcinoom de leverhilus vrij is, hangt de preoperatieve voorbereiding af van de uitgebreidheid van de benodigde partiële leverresectie Bij een voorgenomen (uitgebreide) rechtszijdige hemihepatectomie wordt een toekomstig restlevervolume van )##% nagestreefd, en bij (recente) cholestase )##%nagestreefd Bij een kleiner restlevervolume kan preoperatieve embolisatie van de contralaterale vena portae worden overwogen Er zijn aanwijzingen dat diagnostische laparoscopie geen meerwaarde heeft boven de beschikbare Bij patiënten met galwegcarcinoom waarbij uitgebreide partiële leverresectie is geïndiceerd wordt uitgegaan van een minimaal leverrestvolume van ##% na optimale galwegdrainage, gezien het door (recente) cholestase gecompromitteerde leverparenchym Bij kleiner leverrestvolume kan preoperatieve embolisatie van de contralaterale vena portae worden uitgevoerd om het volume en de functie van de De werkgroep is van mening dat preoperatieve radiotherapie (# x <DATUM> y) om vrije tumorcellen in de gal van de partiële leverresectie Bij een (uitgebreide) rechtszijdige hemihepatectomie wordt een toekomstig restlevervolume van )##% nagestreefd Bij een kleiner restlevervolume kan preoperatieve embolisatie van Het verrichten van galwegresectie in combinatie met partiële leverresectie, heeft geleid tot een groter Deze uitgebreide resecties gaan echter gepaard met aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit (<DATUM> ) Cholangitis en insufficiëntie van de restlever zijn de belangrijkste oorzaken voor deze postoperatieve morbiditeit en mortaliteit Preoperatieve galwegdrainage en vergroten van het toekomstige restlevervolume door preoperatieve vena portae embolisatie zijn daarom Er wordt geadviseerd te starten met transabdominale echografie om galwegdilatatie te bepalen waarbij het niveau van de galwegobstructie (intra- of extrahepatisch) kan worden vastgesteld Er wordt geadviseerd om vasculaire uitbreiding te bepalen met #-fasen MDCT (coupedikte # mm met De werkgroep is van mening dat bij onduidelijkheid over vasculaire ingroei een echo-duplex overwogen De werkgroep is van mening dat, wanneer met CT de resectabiliteit niet is uitgesloten, MRI met MRCP moet worden uitgevoerd om meer duidelijkheid te geven over met name de ductale uitbreiding De werkgroep is van mening dat galwegdrainage en stenting ná de beeldvorming dient te gebeuren om De werkgroep is van mening dat wanneer er echografisch verdenking is op een massa in de galblaas er aanvullend een #-fasen MDCT kan worden gemaakt voor vaststelling van lokale uitbreiding van de tumor De meeste patiënten die het ziekenhuis inkomen met (stille) icterus / verdenking galweg problematiek zullen in eerste instantie worden beoordeeld met transabdominale echografie Dit is een snel toegankelijk onderzoek, waarbij de meest voorkomende oorzaak van een galwegobstructie (galstenen) meestal snel kan worden onderscheiden van andere pathologie Met name (intrahepatische)galweg dilatatie kan goed worden vastgesteld ## Bij een andere obstructie dan galstenen is vervolg onderzoek nodig.
| 586 | nvmdl |
resecties gaan echter gepaard met aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit (<DATUM> ) Cholangitis en insufficiëntie van de restlever zijn de belangrijkste oorzaken voor deze postoperatieve morbiditeit en mortaliteit Preoperatieve galwegdrainage en vergroten van het toekomstige restlevervolume door preoperatieve vena portae embolisatie zijn daarom Er wordt geadviseerd te starten met transabdominale echografie om galwegdilatatie te bepalen waarbij het niveau van de galwegobstructie (intra- of extrahepatisch) kan worden vastgesteld Er wordt geadviseerd om vasculaire uitbreiding te bepalen met #-fasen MDCT (coupedikte # mm met De werkgroep is van mening dat bij onduidelijkheid over vasculaire ingroei een echo-duplex overwogen De werkgroep is van mening dat, wanneer met CT de resectabiliteit niet is uitgesloten, MRI met MRCP moet worden uitgevoerd om meer duidelijkheid te geven over met name de ductale uitbreiding De werkgroep is van mening dat galwegdrainage en stenting ná de beeldvorming dient te gebeuren om De werkgroep is van mening dat wanneer er echografisch verdenking is op een massa in de galblaas er aanvullend een #-fasen MDCT kan worden gemaakt voor vaststelling van lokale uitbreiding van de tumor De meeste patiënten die het ziekenhuis inkomen met (stille) icterus / verdenking galweg problematiek zullen in eerste instantie worden beoordeeld met transabdominale echografie Dit is een snel toegankelijk onderzoek, waarbij de meest voorkomende oorzaak van een galwegobstructie (galstenen) meestal snel kan worden onderscheiden van andere pathologie Met name (intrahepatische)galweg dilatatie kan goed worden vastgesteld ## Bij een andere obstructie dan galstenen is vervolg onderzoek nodig gemaakt of (curatieve) chirurgische resectie mogelijk is Hiervoor moet de locatie van de tumor worden bepaald en lokale uitbreiding in de galwegen, arteria hepatica, vena portae en ingroei in het leverparenchym ## #<DATUM> ## Transabdominale echografie speelt bij deze diagnosestelling geen rol Multi-Detector-CT (MDCT) in in ieder geval #-fasen (laat arterieel, portaal veneuze fase) kan een acceptabele inschatting geven over ingroei in de arteria hepatica en vena portae met #D reconstructies en coupe dikte van <DATUM> mm (voor exacte scan instellingen zie bijlage ##) Bij twijfel over (vasculaire) ingroei kan eventueel een echo-duplex worden overwogen De mate van ductale uitbreiding is over het algemeen iets minder goed vast te stellen, maar de gemiddelde sensitiviteit en specificiteit voor het bepalen van Aanvullende invasieve #<PERSOON> cholangiografie door middel van ERCP of PTC kan meer informatie geven over anatomische uitbreiding en locatie van de tumor Voor het inschatten van resectabiliteit heeft MRI (T#W, T#W en dynamische #D-contrast series in laat arteriële en portaal veneuze fase) ongeveer dezelfde accuratesse als CT De mate van vasculaire uitbreiding is met MRI minder goed in te schatten dan met CT De mate van ductale uitbreiding is beter te bepalen met MRI #D-CE/MRCP, met een accuraatheid tussen ##-##% (beter dan ERCP) ## (voor exacte Indien er drainage of plaatsing van een stent in de galwegen moet plaatsvinden, dient dit het best ná MRI of CT te gebeuren Dit om overschatting van tumorinfiltratie door artefacten en lokale inflammatie te PET/CT speelt geen rol in het onderzoek naar lokale tumor uitbreiding <DATUM> ## ###.
| 609 | nvmdl |
moet de locatie van de tumor worden bepaald en lokale uitbreiding in de galwegen, arteria hepatica, vena portae en ingroei in het leverparenchym ## #<DATUM> ## Transabdominale echografie speelt bij deze diagnosestelling geen rol Multi-Detector-CT (MDCT) in in ieder geval #-fasen (laat arterieel, portaal veneuze fase) kan een acceptabele inschatting geven over ingroei in de arteria hepatica en vena portae met #D reconstructies en coupe dikte van <DATUM> mm (voor exacte scan instellingen zie bijlage ##) Bij twijfel over (vasculaire) ingroei kan eventueel een echo-duplex worden overwogen De mate van ductale uitbreiding is over het algemeen iets minder goed vast te stellen, maar de gemiddelde sensitiviteit en specificiteit voor het bepalen van Aanvullende invasieve #<PERSOON> cholangiografie door middel van ERCP of PTC kan meer informatie geven over anatomische uitbreiding en locatie van de tumor Voor het inschatten van resectabiliteit heeft MRI (T#W, T#W en dynamische #D-contrast series in laat arteriële en portaal veneuze fase) ongeveer dezelfde accuratesse als CT De mate van vasculaire uitbreiding is met MRI minder goed in te schatten dan met CT De mate van ductale uitbreiding is beter te bepalen met MRI #D-CE/MRCP, met een accuraatheid tussen ##-##% (beter dan ERCP) ## (voor exacte Indien er drainage of plaatsing van een stent in de galwegen moet plaatsvinden, dient dit het best ná MRI of CT te gebeuren Dit om overschatting van tumorinfiltratie door artefacten en lokale inflammatie te PET/CT speelt geen rol in het onderzoek naar lokale tumor uitbreiding <DATUM> #<DATUM> Galblaascarcinoom wordt meestal per toeval gevonden na cholecystectomie Wanneer bij de eerste transabdominale echografie een massa in de galblaas wordt gezien dient een MDCT in # fasen (laat arterieel en portaal veneus) te worden gemaakt Dit om lokale ingroei in omliggende weefsels, met name in Men kan galwegdilatatie vaststellen met transabdominale echografie en daarmee het niveau van de galwegobstructie (intra- of extrahepatisch) vaststellen De echografie speelt echter verder geen rol in de Er zijn aanwijzingen dat MDCT (#-fasen) een acceptabele inschatting geeft over vasculaire uitbreiding van <PERSOON> ### ##; Park ### ##; <PERSOON> ##<DATUM> <PERSOON> ### ## Er zijn aanwijzingen dat MRI met MRCP een meer accurate inschatting geeft over ductale uitbreiding van Er zijn aanwijzingen dat PET/CT geen rol speelt in de beoordeling van lokale uitbreiding <PERSOON> van een stent of drainage dient bij voorkeur te gebeuren na vaststellen van resectabiliteit met CT De werkgroep is van mening dat, wanneer bij transabdominale echografie een afwijkende massa in de galblaas zichtbaar is; een MDCT ( #-fasen) meer informatie kan geven over lokale uitbreiding (coupedikte # Plaatsing van een stent of drainage dient bij voorkeur te gebeuren, na vaststellen van resectabiliteit met CT en MRI Dit om overschatting van tumor infiltratie te voorkomen Bij aanhoudende twijfel of onduidelijkheid kan door middel van EUS-FNA of ERCP cytologisch materiaal worden genomen van de Er wordt geadviseerd om vasculaire uitbreiding te bepalen met # -fasen MDCT, waarbij de meest moderne.
| 615 | nvmdl |
Galblaascarcinoom wordt meestal per toeval gevonden na cholecystectomie Wanneer bij de eerste transabdominale echografie een massa in de galblaas wordt gezien dient een MDCT in # fasen (laat arterieel en portaal veneus) te worden gemaakt Dit om lokale ingroei in omliggende weefsels, met name in Men kan galwegdilatatie vaststellen met transabdominale echografie en daarmee het niveau van de galwegobstructie (intra- of extrahepatisch) vaststellen De echografie speelt echter verder geen rol in de Er zijn aanwijzingen dat MDCT (#-fasen) een acceptabele inschatting geeft over vasculaire uitbreiding van <PERSOON> ### ##; Park ### ##; <PERSOON> ##<DATUM> <PERSOON> ### ## Er zijn aanwijzingen dat MRI met MRCP een meer accurate inschatting geeft over ductale uitbreiding van Er zijn aanwijzingen dat PET/CT geen rol speelt in de beoordeling van lokale uitbreiding <PERSOON> van een stent of drainage dient bij voorkeur te gebeuren na vaststellen van resectabiliteit met CT De werkgroep is van mening dat, wanneer bij transabdominale echografie een afwijkende massa in de galblaas zichtbaar is; een MDCT ( #-fasen) meer informatie kan geven over lokale uitbreiding (coupedikte # Plaatsing van een stent of drainage dient bij voorkeur te gebeuren, na vaststellen van resectabiliteit met CT en MRI Dit om overschatting van tumor infiltratie te voorkomen Bij aanhoudende twijfel of onduidelijkheid kan door middel van EUS-FNA of ERCP cytologisch materiaal worden genomen van de Er wordt geadviseerd om vasculaire uitbreiding te bepalen met # -fasen MDCT, waarbij de meest moderne ##-slice MDCT, waarbij MPR reconstructies kunnen helpen bij het bepalen van tumor uitbreiding Er wordt geadviseerd om voor detectie van locoregionale lymfklieren en metastasen op afstand een CT thorax en abdomen met contrast te maken in tenminste een portaal veneuze fase Bij onduidelijkheid over (pathologische) klieren en indien dit klinische consequenties heeft, moet endo-echografie met fine-needle-aspiratie (FNA) plaatsvinden om cytologie te verkrijgen Histologie is Bij twijfel over afstand metastasen op de CT thorax/abdomen kan een PET/CT worden overwogen ter Men dient er echter bedacht op te zijn dat het vaststellen van locoregionale klieren vaak nog lastiger is Niet alleen (lokale) tumor uitbreiding is van belang voor het vaststellen of een galwegtumor resectabel is, ook metastasen in (locoregionale) lymfklieren en metastasen op afstand moeten worden vastgesteld Met name het vaststellen van pathologische locoregionale lymfklieren blijft lastig met de verschillende modaliteiten ## MDCT met contrast geeft de beste sensitiviteit en specificiteit voor de detectie van MDCT kan behalve een vergrote diameter van lymfklieren minder goed andere maligne kenmerken zoals centrale necrose en aankleuring bepalen Indien een klier vergroot is ()## mm korte as diameter), is daarmee nog niet zeker of een klier daadwerkelijk pathologisch is of niet ## CT heeft een sensitiviteit tussen de ##-##% voor het vaststellen van suspecte klieren en is daarmee beter dan MRI ### ## Bij onzeker maligne klieren kan worden overgegaan tot EUS met FNA voor cytologie ### Als de EUS niet.
| 587 | nvmdl |
##-slice MDCT, waarbij MPR reconstructies kunnen helpen bij het bepalen van tumor uitbreiding Er wordt geadviseerd om voor detectie van locoregionale lymfklieren en metastasen op afstand een CT thorax en abdomen met contrast te maken in tenminste een portaal veneuze fase Bij onduidelijkheid over (pathologische) klieren en indien dit klinische consequenties heeft, moet endo-echografie met fine-needle-aspiratie (FNA) plaatsvinden om cytologie te verkrijgen Histologie is Bij twijfel over afstand metastasen op de CT thorax/abdomen kan een PET/CT worden overwogen ter Men dient er echter bedacht op te zijn dat het vaststellen van locoregionale klieren vaak nog lastiger is Niet alleen (lokale) tumor uitbreiding is van belang voor het vaststellen of een galwegtumor resectabel is, ook metastasen in (locoregionale) lymfklieren en metastasen op afstand moeten worden vastgesteld Met name het vaststellen van pathologische locoregionale lymfklieren blijft lastig met de verschillende modaliteiten ## MDCT met contrast geeft de beste sensitiviteit en specificiteit voor de detectie van MDCT kan behalve een vergrote diameter van lymfklieren minder goed andere maligne kenmerken zoals centrale necrose en aankleuring bepalen Indien een klier vergroot is ()## mm korte as diameter), is daarmee nog niet zeker of een klier daadwerkelijk pathologisch is of niet ## CT heeft een sensitiviteit tussen de ##-##% voor het vaststellen van suspecte klieren en is daarmee beter dan MRI ### ## Bij onzeker maligne klieren kan worden overgegaan tot EUS met FNA voor cytologie ### Als de EUS niet PET/CT heeft een matige sensitiviteit voor locoregionale klieren; ongeveer tussen ##-##%; dit komt vooral doordat de klieren rond de #cm vaak net onder de detectiegrens liggen ### MRI en transabdominale echografie spelen geen beslissende rol bij het detecteren van pathologische Metastasen op afstand kunnen het best worden opgespoord met een contrast CT van thorax en abdomen in tenminste de portaal veneuze fase ### #<DATUM> MRI en echografie spelen geen rol in het vaststellen van PET/CT lijkt geen plaats te hebben in onderzoek naar metastasen op afstand, maar kan bij een selecte groep patiënten soms toch onverwacht metastasen opleveren ### Indien fine needle aspiration (FNA) onvoldoende materiaal voor een diagnose of een dubieuze uitslag Bovenstaande bevindingen gelden ook voor galblaascarcinoom, hoewel metastasen hiervan lastiger zijn te detecteren met een sensitiviteit op CT van ##% ### Er zijn aanwijzingen dat voor het beoordelen van locoregionale pathologische lymfklieren CT betere Bij twijfel over metastasen in een klier van de galweg, kan endo-echografie met FNA worden uitgevoerd Er zijn aanwijzingen dat metastasen op afstand het best te detecteren zijn met contrast CT thorax en Vilgrain ##<DATUM> Furukawa ### ##; Petrowsky ##<DATUM> resultaten geeft dan echografie, MRI en PET/CT, hoewel pathologische locoregionale klieren vaak nog PET/CT lijkt geen plaats te hebben in het opsporen van metastasen op afstand Hoewel in meerdere artikelen staat dat soms een beleidsverandering optreedt na PET/CT, of dat toch onverwacht metastasen op afstand worden gevonden ## #<DATUM> Wanneer na het maken van een CT thorax/abdomen over de.
| 605 | nvmdl |
dit komt vooral doordat de klieren rond de #cm vaak net onder de detectiegrens liggen ### MRI en transabdominale echografie spelen geen beslissende rol bij het detecteren van pathologische Metastasen op afstand kunnen het best worden opgespoord met een contrast CT van thorax en abdomen in tenminste de portaal veneuze fase ### #<DATUM> MRI en echografie spelen geen rol in het vaststellen van PET/CT lijkt geen plaats te hebben in onderzoek naar metastasen op afstand, maar kan bij een selecte groep patiënten soms toch onverwacht metastasen opleveren ### Indien fine needle aspiration (FNA) onvoldoende materiaal voor een diagnose of een dubieuze uitslag Bovenstaande bevindingen gelden ook voor galblaascarcinoom, hoewel metastasen hiervan lastiger zijn te detecteren met een sensitiviteit op CT van ##% ### Er zijn aanwijzingen dat voor het beoordelen van locoregionale pathologische lymfklieren CT betere Bij twijfel over metastasen in een klier van de galweg, kan endo-echografie met FNA worden uitgevoerd Er zijn aanwijzingen dat metastasen op afstand het best te detecteren zijn met contrast CT thorax en Vilgrain ##<DATUM> Furukawa ### ##; Petrowsky ##<DATUM> resultaten geeft dan echografie, MRI en PET/CT, hoewel pathologische locoregionale klieren vaak nog PET/CT lijkt geen plaats te hebben in het opsporen van metastasen op afstand Hoewel in meerdere artikelen staat dat soms een beleidsverandering optreedt na PET/CT, of dat toch onverwacht metastasen op afstand worden gevonden ## #<DATUM> Wanneer na het maken van een CT thorax/abdomen over de Er wordt geadviseerd om iedere patiënt met een galblaascarcinoom of de verdenking hierop in aanmerking te laten komen voor chirurgische resectie wanneer R#-resectie mogelijk lijkt Historisch gezien heeft het galblaascarcinoom een slechte prognose met een <LEEFTIJD>-jaarsoverleving van <DATUM> en een mediane overleving van <DATUM> maanden vanaf de diagnose <DATUM> Verschillende studies laten zien dat bij een geselecteerde groep patiënten acceptabele lange-termijn overleving bereikt kan worden door chirurgie ## ## De resectabiliteit en curabiliteit wordt bepaald door het tumorproces en de mate van metastasering Verschillende artikelen laten zien dat R#-resectie de belangrijkste factor is die de lange-termijn overleving bepaalt ### ## Het verrichten van een R#-resectie of debulking van een galblaascarcinoom wordt niet zinvol geacht aangezien dat in het geheel geen overlevingswinst oplevert ## Het type resectie om R#-marges te verkrijgen is afhankelijk van de uitgebreidheid van de tumor Om R#-marges te verkrijgen kan het eventueel noodzakelijk zijn uitgebreide leverresecties en resectie van omliggende organen te verrichten ## Indien lymfkliermetastasering beperkt is gebleven tot de regionale lymfklieren in het ligamentum hepatoduodenale is er overlevingsvoordeel te behalen door lymfadenectomie van het ligamentum hepatoduodenale ## ## Resectie van levermetastasen levert geen overlevingsvoordeel op ## Indien de verwachting is een R#-resectie te kunnen verrichten, wordt bij alle patiënten bij wie preoperatief de verdenking is op een galblaascarcinoom of bij wie preoperatief een galblaascarcinoom is Het is aannemelijk dat de radicaliteit van de resectie van een galblaascarcinoom de lange-termijn Er zijn aanwijzingen dat het niet zinvol lijkt een R#-resectie of debulking van een galblaascarcinoom te.
| 607 | nvmdl |
verdenking hierop in aanmerking te laten komen voor chirurgische resectie wanneer R#-resectie mogelijk lijkt Historisch gezien heeft het galblaascarcinoom een slechte prognose met een <LEEFTIJD>-jaarsoverleving van <DATUM> en een mediane overleving van <DATUM> maanden vanaf de diagnose <DATUM> Verschillende studies laten zien dat bij een geselecteerde groep patiënten acceptabele lange-termijn overleving bereikt kan worden door chirurgie ## ## De resectabiliteit en curabiliteit wordt bepaald door het tumorproces en de mate van metastasering Verschillende artikelen laten zien dat R#-resectie de belangrijkste factor is die de lange-termijn overleving bepaalt ### ## Het verrichten van een R#-resectie of debulking van een galblaascarcinoom wordt niet zinvol geacht aangezien dat in het geheel geen overlevingswinst oplevert ## Het type resectie om R#-marges te verkrijgen is afhankelijk van de uitgebreidheid van de tumor Om R#-marges te verkrijgen kan het eventueel noodzakelijk zijn uitgebreide leverresecties en resectie van omliggende organen te verrichten ## Indien lymfkliermetastasering beperkt is gebleven tot de regionale lymfklieren in het ligamentum hepatoduodenale is er overlevingsvoordeel te behalen door lymfadenectomie van het ligamentum hepatoduodenale ## ## Resectie van levermetastasen levert geen overlevingsvoordeel op ## Indien de verwachting is een R#-resectie te kunnen verrichten, wordt bij alle patiënten bij wie preoperatief de verdenking is op een galblaascarcinoom of bij wie preoperatief een galblaascarcinoom is Het is aannemelijk dat de radicaliteit van de resectie van een galblaascarcinoom de lange-termijn Er zijn aanwijzingen dat het niet zinvol lijkt een R#-resectie of debulking van een galblaascarcinoom te Er zijn aanwijzingen dat resectie van metastasen op afstand geen overlevingsvoordeel biedt Hoe uitgebreid de chirurgie moet zijn om een R#-resectie te realiseren hangt af van het stadium van de tumor (zie hoofdstuk Medisch technisch chirurgie galblaascarcinoom) Per patiënt moet bepaald worden welke vorm van chirurgie toegepast moet worden en of dat mogelijk is Dit laatste hangt onder andere af Er wordt geadviseerd om bij patiënten met een galwegcarcinoom een chirurgische resectie alleen dan te doen, wanneer een R# resectie kan worden verkregen met behoud van voldoende restlevervolume ()##%) en met inachtneming van de lokale anatomie van de galwegen in de leverhilus De werkgroep is van mening dat het galwegcarcinoom dat zowel in de vena porta als in de arteria hepatica van de toekomstige restlever infiltreert, niet in aanmerking komt voor resectie De werkgroep is van mening dat bij resectie van de galwegen met een partiële leverresectie er ) ##% De werkgroep is van mening dat bij een te kleine leverrest (( ##%) er embolisatie plaats dient te vinden Er wordt geadviseerd om patiënten met een galwegcarcinoom én met metastasen op afstand niet in De belangrijkste prognostische factor voor overleving na resectie van galwegcarcinoom is het verrichten van een R# resectie ##<DATUM> ## Resectabiliteit van het galwegcarcinoom wordt bepaald door #<DATUM> #<DATUM> De indeling van het galwegcarcinoom volgens de Bismuth-Corlette classificatie berust op proximale ingroei van de tumor in de eerste segmentele vertakkingen van de linker en rechter ductus hepaticus in de lever ##.
| 595 | nvmdl |
metastasen op afstand geen overlevingsvoordeel biedt Hoe uitgebreid de chirurgie moet zijn om een R#-resectie te realiseren hangt af van het stadium van de tumor (zie hoofdstuk Medisch technisch chirurgie galblaascarcinoom) Per patiënt moet bepaald worden welke vorm van chirurgie toegepast moet worden en of dat mogelijk is Dit laatste hangt onder andere af Er wordt geadviseerd om bij patiënten met een galwegcarcinoom een chirurgische resectie alleen dan te doen, wanneer een R# resectie kan worden verkregen met behoud van voldoende restlevervolume ()##%) en met inachtneming van de lokale anatomie van de galwegen in de leverhilus De werkgroep is van mening dat het galwegcarcinoom dat zowel in de vena porta als in de arteria hepatica van de toekomstige restlever infiltreert, niet in aanmerking komt voor resectie De werkgroep is van mening dat bij resectie van de galwegen met een partiële leverresectie er ) ##% De werkgroep is van mening dat bij een te kleine leverrest (( ##%) er embolisatie plaats dient te vinden Er wordt geadviseerd om patiënten met een galwegcarcinoom én met metastasen op afstand niet in De belangrijkste prognostische factor voor overleving na resectie van galwegcarcinoom is het verrichten van een R# resectie ##<DATUM> ## Resectabiliteit van het galwegcarcinoom wordt bepaald door #<DATUM> #<DATUM> De indeling van het galwegcarcinoom volgens de Bismuth-Corlette classificatie berust op proximale ingroei van de tumor in de eerste segmentele vertakkingen van de linker en rechter ductus hepaticus in de lever ## zonder uitbreiding proximaal in de segmentele galwegen (Bismuth type I en sommige type II tumoren) volstaat lokale resectie van de extrahepatische galweg ## Bij unilaterale betrokkenheid van de segmentele galwegen (Bismuth type IIIa of IIIb) wordt het galwegcarcinoom verwijderd in combinatie met een (uitgebreide) hemihepatectomie #<DATUM> Bilaterale ingroei in de segmentele galwegen (Bismuth type IV tumoren) werd voorheen als een contra-indicatie voor resectie beschouwd Bij bilaterale segmentele ingroei geldt dat de resectabiliteit wordt bepaald door de lokale anatomie van de galwegen<DATUM> Intra- of extrahepatische metastasering is in de regel een contra-indicatie voor resectie Bij lymfekliermetastasen beperkt tot het ligamentum hepatoduodenale (N#) is er een overlevingsvoordeel voor resectie met lymfadenectomie van het ligamentum hepatoduodenale ## ## Lymfekliermetastasen langs de arteria hepatica communis en/of truncus coeliacus wordt in het algemeen als een contra-indicatie voor De nauwe relatie van (takken van) de arteria hepatica en vena portae tot het galwegcarcinoom in de leverhilus maakt dat vaak sprake is van vasculaire ingroei hetgeen mede de resectabiliteit van de tumor bepaalt Bij ingroei in het gebied van de vena portae bifurcatie, is resectabiliteit afhankelijk van de mogelijkheden voor resectie en reconstructie van de vena portae ## ## ## Ingroei in (takken van) de arteria hepatica naar de toekomstige restlever is meestal een contra-indicatie voor resectie #<DATUM> Bij patiënten met galwegcarcinoom die resectie van de galwegen met een partiële leverresectie dienen te ondergaan, wordt uitgegaan van een minimaal leverrestvolume van ##% (CT volumetrie) na optimale galwegdrainage, gezien het door (recente) cholestase gecompromitteerde leverparenchym Bij kleiner.
| 604 | nvmdl |
galwegen (Bismuth type I en sommige type II tumoren) volstaat lokale resectie van de extrahepatische galweg ## Bij unilaterale betrokkenheid van de segmentele galwegen (Bismuth type IIIa of IIIb) wordt het galwegcarcinoom verwijderd in combinatie met een (uitgebreide) hemihepatectomie #<DATUM> Bilaterale ingroei in de segmentele galwegen (Bismuth type IV tumoren) werd voorheen als een contra-indicatie voor resectie beschouwd Bij bilaterale segmentele ingroei geldt dat de resectabiliteit wordt bepaald door de lokale anatomie van de galwegen<DATUM> Intra- of extrahepatische metastasering is in de regel een contra-indicatie voor resectie Bij lymfekliermetastasen beperkt tot het ligamentum hepatoduodenale (N#) is er een overlevingsvoordeel voor resectie met lymfadenectomie van het ligamentum hepatoduodenale ## ## Lymfekliermetastasen langs de arteria hepatica communis en/of truncus coeliacus wordt in het algemeen als een contra-indicatie voor De nauwe relatie van (takken van) de arteria hepatica en vena portae tot het galwegcarcinoom in de leverhilus maakt dat vaak sprake is van vasculaire ingroei hetgeen mede de resectabiliteit van de tumor bepaalt Bij ingroei in het gebied van de vena portae bifurcatie, is resectabiliteit afhankelijk van de mogelijkheden voor resectie en reconstructie van de vena portae ## ## ## Ingroei in (takken van) de arteria hepatica naar de toekomstige restlever is meestal een contra-indicatie voor resectie #<DATUM> Bij patiënten met galwegcarcinoom die resectie van de galwegen met een partiële leverresectie dienen te ondergaan, wordt uitgegaan van een minimaal leverrestvolume van ##% (CT volumetrie) na optimale galwegdrainage, gezien het door (recente) cholestase gecompromitteerde leverparenchym Bij kleiner De werkgroep is van mening dat de resectabiliteit van het galwegcarcinoom wordt bepaald door de mate van proximale infiltratie in de segmentele galwegen volgens de classificatie van Bismuth-Corlette en de De werkgroep is van mening dat bij aanwezigheid van metastasen op afstand er geen resectie van het De werkgroep is van mening dat de resectabiliteit van het galwegcarcinoom wordt bepaald door de ingroei in (de takken van) de arteria hepatica en/of vena portae Bij ingroei in de vena portae is resectabiliteit afhankelijk van de mogelijkheden voor resectie en reconstructie van de vena portae De werkgroep is van mening dat ingroei in (de takken van) de arteria hepatica naar de toekomstige De werkgroep is van mening dat de resectabiliteit van het galwegcarcinoom mede wordt bepaald door het volume van de toekomstige restlever vastgesteld door middel van CT-volumetrie Bij een geschat leverrestvolume van (##% kan preoperatieve vena portae embolisatie worden overwogen Beoordeling van resectablilteit is in belangrijke mate afhankelijk van de interpretatie van de lokale anatomie ter plaatse van de galwegconfluens door endoscopisten, radiologen en chirurgen met expertise in dit gebied Bij ingroei in de vena portae bifurcatie of hoofdstam is resectabiliteit sterk afhankelijk van de mogelijkheden voor resectie en reconstructie van de vena portae De werkgroep is van mening dat tumorinfiltratie in zowel de vena porta als de ateria hepatica van de toekomstige restlever, een reden is om van resectie af te zien Resectabiliteit wordt in deze gevallen bepaald door de mogelijkheid een R# resectie te verkrijgen.
| 575 | nvmdl |
De werkgroep is van mening dat de resectabiliteit van het galwegcarcinoom wordt bepaald door de mate van proximale infiltratie in de segmentele galwegen volgens de classificatie van Bismuth-Corlette en de De werkgroep is van mening dat bij aanwezigheid van metastasen op afstand er geen resectie van het De werkgroep is van mening dat de resectabiliteit van het galwegcarcinoom wordt bepaald door de ingroei in (de takken van) de arteria hepatica en/of vena portae Bij ingroei in de vena portae is resectabiliteit afhankelijk van de mogelijkheden voor resectie en reconstructie van de vena portae De werkgroep is van mening dat ingroei in (de takken van) de arteria hepatica naar de toekomstige De werkgroep is van mening dat de resectabiliteit van het galwegcarcinoom mede wordt bepaald door het volume van de toekomstige restlever vastgesteld door middel van CT-volumetrie Bij een geschat leverrestvolume van (##% kan preoperatieve vena portae embolisatie worden overwogen Beoordeling van resectablilteit is in belangrijke mate afhankelijk van de interpretatie van de lokale anatomie ter plaatse van de galwegconfluens door endoscopisten, radiologen en chirurgen met expertise in dit gebied Bij ingroei in de vena portae bifurcatie of hoofdstam is resectabiliteit sterk afhankelijk van de mogelijkheden voor resectie en reconstructie van de vena portae De werkgroep is van mening dat tumorinfiltratie in zowel de vena porta als de ateria hepatica van de toekomstige restlever, een reden is om van resectie af te zien Resectabiliteit wordt in deze gevallen bepaald door de mogelijkheid een R# resectie te verkrijgen in aanmerking voor resectie Metastasen op afstand vormen een contra-indicatie voor resectie Preoperatieve galwegdrainage van in ieder geval de toekomstige leverrest is van toepassing bij patiënten met galwegcarcinoom waarbij gezien de tumoruitbreiding (Bismuth type III/IV), resectie van de galwegen met een partiële leverresectie (uitgebreide hemihepatectomie) is geïndiceerd Gezien de complexiteit van de meestal segmentele galwegobstructies, wordt galwegdrainage in een <INSTELLING> met expertise Er is discussie over de waarde van preoperatieve galwegdrainage bij patiënten met een obstruerende galwegtumor Door cholestase is de functie en het regeneratief vermogen van de lever ernstig aangedaan, reden waarom wordt aanbevolen preoperatief de galwegen van in ieder geval de toekomstige leverrest te draineren #<DATUM> Onlangs is voor het distaal galwegcarcinoom aangetoond dat preoperatieve galwegdrainage geen voordelen biedt ### Het verschil is echter dat een oncologische resectie van het distaal galwegcarcinoom bestaat uit resectie van de pancreaskop (Whipple-resectie of PPPD), terwijl resectie van het proximaal galwegcarcinoom meestal gepaard gaat met uitgebreide partiële leverresectie De uitkomst hiervan is in hoge mate afhankelijk van postoperatieve functie en regeneratie van de leverrest Bij patiënten met een resectabel galwegcarcinoom die preoperatieve galwegdrainage ondergingen, is een voordeel gebleken van percutane, transhepatische drainage van de galwegen ## Er is echter onvoldoende bewijs voor een voorkeur voor percutane, transhepatische drainage van de galwegen boven endoscopische drainage (ERCP) door middel van plastic stents Gezien de complexiteit van de meestal segmentele galwegobstructies, wordt galwegdrainage in een <INSTELLING> met ervaring aanbevolen.
| 550 | nvmdl |
resectie Metastasen op afstand vormen een contra-indicatie voor resectie Preoperatieve galwegdrainage van in ieder geval de toekomstige leverrest is van toepassing bij patiënten met galwegcarcinoom waarbij gezien de tumoruitbreiding (Bismuth type III/IV), resectie van de galwegen met een partiële leverresectie (uitgebreide hemihepatectomie) is geïndiceerd Gezien de complexiteit van de meestal segmentele galwegobstructies, wordt galwegdrainage in een <INSTELLING> met expertise Er is discussie over de waarde van preoperatieve galwegdrainage bij patiënten met een obstruerende galwegtumor Door cholestase is de functie en het regeneratief vermogen van de lever ernstig aangedaan, reden waarom wordt aanbevolen preoperatief de galwegen van in ieder geval de toekomstige leverrest te draineren #<DATUM> Onlangs is voor het distaal galwegcarcinoom aangetoond dat preoperatieve galwegdrainage geen voordelen biedt ### Het verschil is echter dat een oncologische resectie van het distaal galwegcarcinoom bestaat uit resectie van de pancreaskop (Whipple-resectie of PPPD), terwijl resectie van het proximaal galwegcarcinoom meestal gepaard gaat met uitgebreide partiële leverresectie De uitkomst hiervan is in hoge mate afhankelijk van postoperatieve functie en regeneratie van de leverrest Bij patiënten met een resectabel galwegcarcinoom die preoperatieve galwegdrainage ondergingen, is een voordeel gebleken van percutane, transhepatische drainage van de galwegen ## Er is echter onvoldoende bewijs voor een voorkeur voor percutane, transhepatische drainage van de galwegen boven endoscopische drainage (ERCP) door middel van plastic stents Gezien de complexiteit van de meestal segmentele galwegobstructies, wordt galwegdrainage in een <INSTELLING> met ervaring aanbevolen Er zijn aanwijzingen dat preoperatieve drainage van de galwegen van in ieder geval de toekomstige leverrest, een gunstige invloed heeft op deze functies en het regeneratief vermogen De werkgroep is van mening dat er onvoldoende bewijs is voor een voorkeur voor percutane, transhepatische drainage van de galwegen boven endoscopische drainage (ERCP) door middel van plastic stents Gezien de complexiteit van de meestal segmentele galwegobstructies, is het wenselijk galwegdrainage in een <INSTELLING> met ervaring uit te voeren Preoperatieve galwegdrainage kan via de percutane, transhepatische weg plaatsvinden of langs endoscopische weg (ERCP) door het inbrengen van een of meerdere plastic stents Een voordeel van één Er wordt geadviseerd bij een bewezen galblaascarcinoom of de verdenking hierop laparoscopische Er wordt geadviseerd om bij een bewezen galblaascarcinoom of de verdenking hierop poging tot De werkgroep is van mening dat in geval van een porseleingalblaas er een indicatie is voor Er wordt geadviseerd om bij een peroperatief vastgesteld galblaascarcinoom, of indien peroperatief de verdenking hierop ontstaat, direct een radicale oncologische resectie uit te voeren of de operatie af te breken en patiënt te verwijzen naar een hepatobiliair <INSTELLING> Er wordt geadviseerd om na het incidenteel gevonden Tis en T#a galblaascarcinoom geen additionele Er wordt geadviseerd om na het incidenteel gevonden T#b galblaascarcinoom de patiënt additioneel Er wordt geadviseerd om het T# galblaascarcinoom additioneel chirurgisch te behandelen Er wordt geadviseerd om in geval van een T# of T# galblaascarcinoom per patiënt te evalueren of Bij de behandeling van het galblaascarcinoom moet onderscheid gemaakt worden tussen ⢠peroperatief verdacht galblaascarcinoom (carcinomen die peroperatief tijdens een electieve.
| 574 | nvmdl |
geval de toekomstige leverrest, een gunstige invloed heeft op deze functies en het regeneratief vermogen De werkgroep is van mening dat er onvoldoende bewijs is voor een voorkeur voor percutane, transhepatische drainage van de galwegen boven endoscopische drainage (ERCP) door middel van plastic stents Gezien de complexiteit van de meestal segmentele galwegobstructies, is het wenselijk galwegdrainage in een <INSTELLING> met ervaring uit te voeren Preoperatieve galwegdrainage kan via de percutane, transhepatische weg plaatsvinden of langs endoscopische weg (ERCP) door het inbrengen van een of meerdere plastic stents Een voordeel van één Er wordt geadviseerd bij een bewezen galblaascarcinoom of de verdenking hierop laparoscopische Er wordt geadviseerd om bij een bewezen galblaascarcinoom of de verdenking hierop poging tot De werkgroep is van mening dat in geval van een porseleingalblaas er een indicatie is voor Er wordt geadviseerd om bij een peroperatief vastgesteld galblaascarcinoom, of indien peroperatief de verdenking hierop ontstaat, direct een radicale oncologische resectie uit te voeren of de operatie af te breken en patiënt te verwijzen naar een hepatobiliair <INSTELLING> Er wordt geadviseerd om na het incidenteel gevonden Tis en T#a galblaascarcinoom geen additionele Er wordt geadviseerd om na het incidenteel gevonden T#b galblaascarcinoom de patiënt additioneel Er wordt geadviseerd om het T# galblaascarcinoom additioneel chirurgisch te behandelen Er wordt geadviseerd om in geval van een T# of T# galblaascarcinoom per patiënt te evalueren of Bij de behandeling van het galblaascarcinoom moet onderscheid gemaakt worden tussen ⢠peroperatief verdacht galblaascarcinoom (carcinomen die peroperatief tijdens een electieve ⢠incidenteel gevonden galblaascarcinoom (carcinomen die postoperatief bij toeval worden Van alle patiënten met een galblaascarcinoom, is dit in ##% van de gevallen preoperatief verdacht of bewezen Tumoren die al preoperatief ontdekt zijn betreffen vaak T# en T# tumoren Patiënten met T# of T# galblaastumoren mogen geen (poging tot) laparoscopische resectie krijgen ## ## Gallekkage tijdens laparoscopie treedt in ##-##% van de operaties op met peritoneale disseminatie tot gevolg, hetgeen gepaard gaat met een significant verminderde overleving ## ## Derhalve moeten patiënten met een preoperatief verdacht of bewezen galblaascarcinoom een open exploratie krijgen waarbij radicale resectie In het verleden werd de porseleingalblaas geassocieerd met een hoge incidentie van het galblaascarcinoom, oplopend tot ##% ## Echter, in een recente review bleek deze associatie niet zo sterk ## In # geanalyseerde studies met in totaal meer dan ## ### cholecystectomieën, bleek de incidentie van porseleingalblaas #,#% en bleek de incidentie van galblaascarcinoom in dergelijke galblazen ##% Hierbij merken de auteurs op dat de incidentie van galblaascarcinoom in porseleingalblazen in de oudere literatuur hoger ligt dan in recentere literatuur Uit de meest recente literatuur blijkt dat de incidentie #-#% bedraagt ##<DATUM> ##, waarbij de incidentie hoger is in geval van focaal mucosale calciumdeposities in vergelijking tot diffuus intramurale calciumdeposities ### Over de vraag of voor porseleingalblazen nog steeds de indicatie bestaat voor profylactische cholecystectomie bestaat geen consensus in de literatuur ## ## Afhankelijk van het stadium van de tumor zijn peritoneale metastasen in ##%-##% aanwezig ## Het.
| 619 | nvmdl |
galblaascarcinoom (carcinomen die postoperatief bij toeval worden Van alle patiënten met een galblaascarcinoom, is dit in ##% van de gevallen preoperatief verdacht of bewezen Tumoren die al preoperatief ontdekt zijn betreffen vaak T# en T# tumoren Patiënten met T# of T# galblaastumoren mogen geen (poging tot) laparoscopische resectie krijgen ## ## Gallekkage tijdens laparoscopie treedt in ##-##% van de operaties op met peritoneale disseminatie tot gevolg, hetgeen gepaard gaat met een significant verminderde overleving ## ## Derhalve moeten patiënten met een preoperatief verdacht of bewezen galblaascarcinoom een open exploratie krijgen waarbij radicale resectie In het verleden werd de porseleingalblaas geassocieerd met een hoge incidentie van het galblaascarcinoom, oplopend tot ##% ## Echter, in een recente review bleek deze associatie niet zo sterk ## In # geanalyseerde studies met in totaal meer dan ## ### cholecystectomieën, bleek de incidentie van porseleingalblaas #,#% en bleek de incidentie van galblaascarcinoom in dergelijke galblazen ##% Hierbij merken de auteurs op dat de incidentie van galblaascarcinoom in porseleingalblazen in de oudere literatuur hoger ligt dan in recentere literatuur Uit de meest recente literatuur blijkt dat de incidentie #-#% bedraagt ##<DATUM> ##, waarbij de incidentie hoger is in geval van focaal mucosale calciumdeposities in vergelijking tot diffuus intramurale calciumdeposities ### Over de vraag of voor porseleingalblazen nog steeds de indicatie bestaat voor profylactische cholecystectomie bestaat geen consensus in de literatuur ## ## Afhankelijk van het stadium van de tumor zijn peritoneale metastasen in ##%-##% aanwezig ## Het alvorens een laparotomie te verrichten kan zinvol zijn om peritoneale metastasen of additionele levertumoren op te sporen ## De opbrengst van de diagnostische laparoscopie bedraagt ##-##% <DATUM> Op deze manier zou ##% onnodige laparotomieën voorkomen kunnen worden # Tijdens een laparotomie of laparoscopie is het essentieel om tumorspil, door het openen van de galblaas of door tumor te snijden, tijdens de operatie te voorkomen ## Welke chirurgische behandeling moet volgen tijdens exploratie is afhankelijk van de uitgebreidheid in de lever, galwegen of andere omliggende structuren De behandeling is afhankelijk van de uitgebreidheid van de tumor en kan variëren van alleen cholecystectomie tot partiële leverresectie (wigexcisie, resectie segmenten IVb en V, (extended) hemihepatectomie) Dit in combinatie met lymfadenectomie van het ligamentum hepatoduodenale en eventueel in combinatie met extrahepatische galwegresectie en (partiële) resectie van andere organen zoals pancreas, duodenum en colon ## ## Aangezien alleen R#-resectie kans geeft op lange-termijn overleving, moeten dergelijke resecties alleen verricht worden als R# resectie Het lange-termijn voordeel van agressieve chirurgie (uitgebreide resectie in combinatie met omliggende organen) is niet duidelijk en controversieel, mede gezien het feit dat dergelijke operaties gepaard gaan met hoge morbiditeit en mortaliteit ## Met name in Japan is er een trend naar het uitvoeren van uitgebreide gecombineerde resecties #<DATUM> # ## Hierbij wordt <LEEFTIJD>-jaarsoverleving gerapporteerd van #-##% met morbiditeits- mortaliteitspercentages van respectievelijk ##-##% en #-#% Maar bij deze studies kan sprake zijn van publicatiebias en zeer geselecteerde patiëntenpopulaties ## Daarnaast betroffen deze studies kleine aantallen patiënten.
| 665 | nvmdl |
te verrichten kan zinvol zijn om peritoneale metastasen of additionele levertumoren op te sporen ## De opbrengst van de diagnostische laparoscopie bedraagt ##-##% <DATUM> Op deze manier zou ##% onnodige laparotomieën voorkomen kunnen worden # Tijdens een laparotomie of laparoscopie is het essentieel om tumorspil, door het openen van de galblaas of door tumor te snijden, tijdens de operatie te voorkomen ## Welke chirurgische behandeling moet volgen tijdens exploratie is afhankelijk van de uitgebreidheid in de lever, galwegen of andere omliggende structuren De behandeling is afhankelijk van de uitgebreidheid van de tumor en kan variëren van alleen cholecystectomie tot partiële leverresectie (wigexcisie, resectie segmenten IVb en V, (extended) hemihepatectomie) Dit in combinatie met lymfadenectomie van het ligamentum hepatoduodenale en eventueel in combinatie met extrahepatische galwegresectie en (partiële) resectie van andere organen zoals pancreas, duodenum en colon ## ## Aangezien alleen R#-resectie kans geeft op lange-termijn overleving, moeten dergelijke resecties alleen verricht worden als R# resectie Het lange-termijn voordeel van agressieve chirurgie (uitgebreide resectie in combinatie met omliggende organen) is niet duidelijk en controversieel, mede gezien het feit dat dergelijke operaties gepaard gaan met hoge morbiditeit en mortaliteit ## Met name in Japan is er een trend naar het uitvoeren van uitgebreide gecombineerde resecties #<DATUM> # ## Hierbij wordt <LEEFTIJD>-jaarsoverleving gerapporteerd van #-##% met morbiditeits- mortaliteitspercentages van respectievelijk ##-##% en #-#% Maar bij deze studies kan sprake zijn van publicatiebias en zeer geselecteerde patiëntenpopulaties ## Daarnaast betroffen deze studies kleine aantallen patiënten positieve para-aortale lymfkliermetastasen ##] Bij dergelijke patiënten is geen overlevingswinst te behalen door chirurgische resectie ## Over het algemeen wordt geadviseerd om niet routinematig agressieve chirurgische behandelingen, uitgebreide leverresectie in combinatie met resectie andere organen, uit te voeren Het zou per individuele patiënt geëvalueerd moeten worden ## ## ## Debulking van een galblaascarcinoom is niet zinnig en leidt niet tot overlevingswinst ## Levermetastasen zijn een contra-indicatie voor uitgebreide resectie aangezien dit een manifestatie is van gedissemineerde ziekte ## Tijdens het uitvoeren van een open of laparoscopische cholecystectomie in verband met vermeend galsteenlijden of een andere reden kan er de suspectie op een galblaascarcinoom ontstaan Dit kan voor of tijdens het verrichten van de cholecystectomie zijn of als de galblaas wordt geopend nadat de cholecystectomie verricht is In beide gevallen moet er peroperatief stadiëring plaatsvinden door inspectie van het peritoneum, lever en de rest van het abdomen Stadiëring kan ook plaatsvinden door het verrichten van biopsieën wanneer er afwijkingen zijn, die verdacht zijn voor metastasen ## Biopsie van de galblaasafwijking of cholangiografie moet vermeden worden ## Als de galblaas nog in-situ is, is het raadzaam echografie van de lever te verrichten om de uitgebreidheid van de tumor en de eventuele invasie Wanneer de galblaas al verwijderd is, is het raadzaam om direct vriescoupe onderzoek te verrichten om de diagnose te bevestigen #<DATUM> Vriescoupe onderzoek is ⢠macroscopische of palpabele verdikkingen of tumor van een deel van de galblaaswand.
| 618 | nvmdl |
lymfkliermetastasen ##] Bij dergelijke patiënten is geen overlevingswinst te behalen door chirurgische resectie ## Over het algemeen wordt geadviseerd om niet routinematig agressieve chirurgische behandelingen, uitgebreide leverresectie in combinatie met resectie andere organen, uit te voeren Het zou per individuele patiënt geëvalueerd moeten worden ## ## ## Debulking van een galblaascarcinoom is niet zinnig en leidt niet tot overlevingswinst ## Levermetastasen zijn een contra-indicatie voor uitgebreide resectie aangezien dit een manifestatie is van gedissemineerde ziekte ## Tijdens het uitvoeren van een open of laparoscopische cholecystectomie in verband met vermeend galsteenlijden of een andere reden kan er de suspectie op een galblaascarcinoom ontstaan Dit kan voor of tijdens het verrichten van de cholecystectomie zijn of als de galblaas wordt geopend nadat de cholecystectomie verricht is In beide gevallen moet er peroperatief stadiëring plaatsvinden door inspectie van het peritoneum, lever en de rest van het abdomen Stadiëring kan ook plaatsvinden door het verrichten van biopsieën wanneer er afwijkingen zijn, die verdacht zijn voor metastasen ## Biopsie van de galblaasafwijking of cholangiografie moet vermeden worden ## Als de galblaas nog in-situ is, is het raadzaam echografie van de lever te verrichten om de uitgebreidheid van de tumor en de eventuele invasie Wanneer de galblaas al verwijderd is, is het raadzaam om direct vriescoupe onderzoek te verrichten om de diagnose te bevestigen #<DATUM> Vriescoupe onderzoek is ⢠macroscopische of palpabele verdikkingen of tumor van een deel van de galblaaswand ⢠de aanwezigheid van polypoïde afwijkingen, ulceratie of een massa Pogingen om een voor carcinoom verdachte galblaas laparoscopisch te verwijderen moeten vermeden worden in verband met de verhoogde kans op gallekkage tijdens laparoscopie ## ## Of na het vaststellen van het galblaascarcinoom of bij hoge suspectie hierop direct een radicale oncologische resectie uitgevoerd moet worden, hangt af van de expertise en ervaring van de chirurg ## Wanneer deze zich niet bekwaam acht, dan dient de operatie afgebroken te worden en moet patiënt verwezen worden naar een hepatobiliair <INSTELLING> ## Onderzoek laat zien dat dit geen nadelige gevolgen heeft voor de prognose van Men spreekt van een incidenteel gevonden galblaascarcinoom als de pathologie-uitslag na een cholecystectomie bij toeval carcinoom laat zien In de meerderheid van deze gevallen is cholecystectomie verricht in verband met symptomatische galstenen en betreft het een carcinoom in een relatief vroeg Of aanvullende chirurgische behandeling na een incidenteel galblaascarcinoom noodzakelijk is, is met name afhankelijk van het T-stadium van het galblaascarcinoom en daarnaast van de pathologie-uitslag van het snijvlak van de ductus cysticus Doel is, naast het stadiëren van de tumor, het verbeteren van de lange-termijn overleving Als aanvullende chirurgische behandeling noodzakelijk is, dan kan deze bestaan ⢠Inkorten van de ductus cysticus of het verrichten van een extrahepatische galwegresectie Leverchirurgie wordt uitgevoerd om eventueel aanwezige residuele ziekte te verwijderen en kan bestaan uit excisie van het galblaasbed tot uitgebreide leverresecties Ondanks series die geen correlatie laten zien.
| 562 | nvmdl |
een massa Pogingen om een voor carcinoom verdachte galblaas laparoscopisch te verwijderen moeten vermeden worden in verband met de verhoogde kans op gallekkage tijdens laparoscopie ## ## Of na het vaststellen van het galblaascarcinoom of bij hoge suspectie hierop direct een radicale oncologische resectie uitgevoerd moet worden, hangt af van de expertise en ervaring van de chirurg ## Wanneer deze zich niet bekwaam acht, dan dient de operatie afgebroken te worden en moet patiënt verwezen worden naar een hepatobiliair <INSTELLING> ## Onderzoek laat zien dat dit geen nadelige gevolgen heeft voor de prognose van Men spreekt van een incidenteel gevonden galblaascarcinoom als de pathologie-uitslag na een cholecystectomie bij toeval carcinoom laat zien In de meerderheid van deze gevallen is cholecystectomie verricht in verband met symptomatische galstenen en betreft het een carcinoom in een relatief vroeg Of aanvullende chirurgische behandeling na een incidenteel galblaascarcinoom noodzakelijk is, is met name afhankelijk van het T-stadium van het galblaascarcinoom en daarnaast van de pathologie-uitslag van het snijvlak van de ductus cysticus Doel is, naast het stadiëren van de tumor, het verbeteren van de lange-termijn overleving Als aanvullende chirurgische behandeling noodzakelijk is, dan kan deze bestaan ⢠Inkorten van de ductus cysticus of het verrichten van een extrahepatische galwegresectie Leverchirurgie wordt uitgevoerd om eventueel aanwezige residuele ziekte te verwijderen en kan bestaan uit excisie van het galblaasbed tot uitgebreide leverresecties Ondanks series die geen correlatie laten zien de incidentie van residuele tumor voor T#, T#, T# en T# carcinomen respectievelijk #-##%, ##-##%, ##-##% en ###% is ### ## ## Hoe uitgebreid de aanvullende leverchirurgie moet zijn is omstreden De trend lijkt meer leversparende, non-anatomische resecties te verrichten dan uitgebreide resecties wanneer dat niet strikt noodzakelijk is ## ## Dit komt omdat majeure leverresecties tot meer morbiditeit leiden en niet Lymfkliermetastasen komen in ##% tot ##% van de patiënten met een incidenteel galblaascarcinoom voor ### De incidentie hiervan is gecorreleerd met het T-stadium ### Aanvullende regionale lymfadenectomie, in de vorm van excisie van de klieren van het ligamentum hepatoduodenale (inclusief portale en hilaire klieren), geeft belangrijke informatie weer over het stadium van de ziekte en verlaagt mogelijk de kans op lokaal recidief van de tumor ## Radicale lymfadenectomie door middel van excisie van de klieren rondom de truncus coeliacus, peripancreatisch, periduodenaal en rondom de arteria mesenterica superior wordt niet routinematig geadviseerd omdat dit niet leidt tot overlevingswinst <DATUM> Een dergelijke dissectie zou uitgevoerd kunnen worden ter stadiëring Bij positieve klieren zou het tot terughoudendheid moeten leiden Laparoscopische excisie van een galblaascarcinoom zou mogelijk kunnen leiden tot een verhoogde kans op recidief tumor ter plaatse van de insteekopeningen van de trocars ## Dit zou het gevolg zijn van de CO#-insufflatie, het zogenaamde âschoorsteeneffect' aan het einde van de laparoscopische operatie waarbij de CO# uit de buikholte wordt gelaten én door het manoeuvreren van laparoscopische instrumenten door de trocar-insteekopeningen ## De incidentie van recidief tumor ter hoogte van de trocar-insteekopeningen varieert van #-##% ##<DATUM> ## Na galblaasperforatie tijdens laparoscopische.
| 627 | nvmdl |
###% is ### ## ## Hoe uitgebreid de aanvullende leverchirurgie moet zijn is omstreden De trend lijkt meer leversparende, non-anatomische resecties te verrichten dan uitgebreide resecties wanneer dat niet strikt noodzakelijk is ## ## Dit komt omdat majeure leverresecties tot meer morbiditeit leiden en niet Lymfkliermetastasen komen in ##% tot ##% van de patiënten met een incidenteel galblaascarcinoom voor ### De incidentie hiervan is gecorreleerd met het T-stadium ### Aanvullende regionale lymfadenectomie, in de vorm van excisie van de klieren van het ligamentum hepatoduodenale (inclusief portale en hilaire klieren), geeft belangrijke informatie weer over het stadium van de ziekte en verlaagt mogelijk de kans op lokaal recidief van de tumor ## Radicale lymfadenectomie door middel van excisie van de klieren rondom de truncus coeliacus, peripancreatisch, periduodenaal en rondom de arteria mesenterica superior wordt niet routinematig geadviseerd omdat dit niet leidt tot overlevingswinst <DATUM> Een dergelijke dissectie zou uitgevoerd kunnen worden ter stadiëring Bij positieve klieren zou het tot terughoudendheid moeten leiden Laparoscopische excisie van een galblaascarcinoom zou mogelijk kunnen leiden tot een verhoogde kans op recidief tumor ter plaatse van de insteekopeningen van de trocars ## Dit zou het gevolg zijn van de CO#-insufflatie, het zogenaamde âschoorsteeneffect' aan het einde van de laparoscopische operatie waarbij de CO# uit de buikholte wordt gelaten én door het manoeuvreren van laparoscopische instrumenten door de trocar-insteekopeningen ## De incidentie van recidief tumor ter hoogte van de trocar-insteekopeningen varieert van #-##% ##<DATUM> ## Na galblaasperforatie tijdens laparoscopische Recidief tumor ter plaatse van de trocar-openingen is een uiting van peritoneale disseminatie en gaat gepaard met een slechtere overleving #<DATUM> ### ## Omdat het de overleving niet verbetert wordt standaard excisie van de trocar-insteekopeningen dan ook niet Inkorten van de ductus cysticus of het verrichten van een extrahepatische galwegresectie Als het snijvlak van de ductus cysticus niet vrij van tumorcellen is dan dient aanvullend de ductus cysticus ingekort te worden tot sprake is van een tumor-negatief snijvlak Indien het snijvlak uiteindelijk positief blijft, dan moet resectie van de extrahepatische galweg verricht worden De incidentie van een positief snijvlak van de ductus cysticus kan ##% bedragen ### Bij deze patiënten blijkt tot circa ##% sprake van carcinoom in de ductus choledochus ### Het routinematig verrichten van een extrahepatische galwegresectie verbetert de overleving niet, levert niet meer lymfklieren op en leidt tot meer morbiditeit in vergelijking tot Na cholecystectomie van het Tis en T#a galblaascarcinoom bestaat wereldwijd consensus dat dit geen additionele behandeling behoeft ## #<DATUM> ## In een review bleek de incidentie op lymfkliermetastasen <DATUM> en trad recidief galblaascarcinoom in <DATUM> van de patiënten op ## De <LEEFTIJD>-jaarsoverleving is meer dan ##% na alleen cholecystectomie ## ## Retrospectieve analyse van de SEER-database liet een mediane overleving van ### maanden na Tis galblaascarcinoom en van ## maanden na T#a carcinoom zien ## De overleving van deze patiënten werd niet beïnvloed door uitgebreidere resecties dan alleen.
| 630 | nvmdl |
Recidief tumor ter plaatse van de trocar-openingen is een uiting van peritoneale disseminatie en gaat gepaard met een slechtere overleving #<DATUM> ### ## Omdat het de overleving niet verbetert wordt standaard excisie van de trocar-insteekopeningen dan ook niet Inkorten van de ductus cysticus of het verrichten van een extrahepatische galwegresectie Als het snijvlak van de ductus cysticus niet vrij van tumorcellen is dan dient aanvullend de ductus cysticus ingekort te worden tot sprake is van een tumor-negatief snijvlak Indien het snijvlak uiteindelijk positief blijft, dan moet resectie van de extrahepatische galweg verricht worden De incidentie van een positief snijvlak van de ductus cysticus kan ##% bedragen ### Bij deze patiënten blijkt tot circa ##% sprake van carcinoom in de ductus choledochus ### Het routinematig verrichten van een extrahepatische galwegresectie verbetert de overleving niet, levert niet meer lymfklieren op en leidt tot meer morbiditeit in vergelijking tot Na cholecystectomie van het Tis en T#a galblaascarcinoom bestaat wereldwijd consensus dat dit geen additionele behandeling behoeft ## #<DATUM> ## In een review bleek de incidentie op lymfkliermetastasen <DATUM> en trad recidief galblaascarcinoom in <DATUM> van de patiënten op ## De <LEEFTIJD>-jaarsoverleving is meer dan ##% na alleen cholecystectomie ## ## Retrospectieve analyse van de SEER-database liet een mediane overleving van ### maanden na Tis galblaascarcinoom en van ## maanden na T#a carcinoom zien ## De overleving van deze patiënten werd niet beïnvloed door uitgebreidere resecties dan alleen Of patiënten met een T#b galblaascarcinoom aanvullende chirurgie moeten krijgen is controversieel in de literatuur ## ## ## Een aantal retrospectieve studies laten <LEEFTIJD>-jaars overlevingspercentages van #<DATUM> zien Patiënten in de SEER-database, van wie de overleving niet werd beïnvloed door uitgebreidere resecties of lymfadenectomie, hadden een mediane overleving van ## maanden ## Anderen menen dat aanvullende chirurgie noodzakelijk is in verband met de kans op locoregionale recidieven en de aanwezigheid lymfkliermetastasen na alleen cholecystectomie Lymfkliermetastasen tot ##%, residuele tumor tot ##% en recidief galblaascarcinoom tot ##% is gerapporteerd ## #<DATUM> ### De <LEEFTIJD>-jaarsoverleving na T#b galblaascarcinoom varieert van #<DATUM> -###%, waarbij overleving minder dan ##% vaak patiënten betreft die De meerderheid (tot ##%) van de bij toeval gevonden galblaascarcinomen betreffen T# tumoren ## Studies hebben, bij deze patiënten met aanvullende chirurgie, residuele ziekte laten zien tot ##% en lymfkliermetastasen tot ##% ### ## ## ## ## Na alleen cholecystectomie zijn tot ##% locoregionale recidieven beschreven ## Meerdere retrospectieve studies laten zien dat er een overlevingsvoordeel te behalen valt met aanvullende chirurgie De mediane overleving van patiënten in de SEER-database was ## maanden ## De overleving van patiënten die aanvullende resectie en lymfadenectomie kregen was significant beter dan patiënten die dat niet kregen De <LEEFTIJD>-jaarsoverleving van patiënten die aanvullende chirurgie krijgt varieert van ## tot ##% en is significant beter dan van patiënten na alleen cholecystectomie (#-##%) ### ## ## Er is geen verschil in overleving tussen patiënten die een galblaasbedresectie kregen en een resectie.
| 691 | nvmdl |
chirurgie moeten krijgen is controversieel in de literatuur ## ## ## Een aantal retrospectieve studies laten <LEEFTIJD>-jaars overlevingspercentages van #<DATUM> zien Patiënten in de SEER-database, van wie de overleving niet werd beïnvloed door uitgebreidere resecties of lymfadenectomie, hadden een mediane overleving van ## maanden ## Anderen menen dat aanvullende chirurgie noodzakelijk is in verband met de kans op locoregionale recidieven en de aanwezigheid lymfkliermetastasen na alleen cholecystectomie Lymfkliermetastasen tot ##%, residuele tumor tot ##% en recidief galblaascarcinoom tot ##% is gerapporteerd ## #<DATUM> ### De <LEEFTIJD>-jaarsoverleving na T#b galblaascarcinoom varieert van #<DATUM> -###%, waarbij overleving minder dan ##% vaak patiënten betreft die De meerderheid (tot ##%) van de bij toeval gevonden galblaascarcinomen betreffen T# tumoren ## Studies hebben, bij deze patiënten met aanvullende chirurgie, residuele ziekte laten zien tot ##% en lymfkliermetastasen tot ##% ### ## ## ## ## Na alleen cholecystectomie zijn tot ##% locoregionale recidieven beschreven ## Meerdere retrospectieve studies laten zien dat er een overlevingsvoordeel te behalen valt met aanvullende chirurgie De mediane overleving van patiënten in de SEER-database was ## maanden ## De overleving van patiënten die aanvullende resectie en lymfadenectomie kregen was significant beter dan patiënten die dat niet kregen De <LEEFTIJD>-jaarsoverleving van patiënten die aanvullende chirurgie krijgt varieert van ## tot ##% en is significant beter dan van patiënten na alleen cholecystectomie (#-##%) ### ## ## Er is geen verschil in overleving tussen patiënten die een galblaasbedresectie kregen en een resectie Dergelijke tumoren groeien de lever en/of andere organen in en vereisen daardoor uitgebreidere resecties ## De lange-termijn overleving na resectie van T# tumoren door middel van cholecystectomie is laag (#-##%) ## ## #<DATUM> Bij patiënten na een T# carcinoom is het percentage residuele ziekte na cholecystectomie ##-##% en lymfkliermetastasen ##-##% ### ## ## In geval van T# carcinoom liggen deze percentages tot respectievelijk ###% en ##% ## Na aanvullende resectie, leverresectie al of niet in combinatie met andere organen, blijkt de #-##% na T# carcinoom ## ## #<DATUM> ## Agressieve chirurgie met uitgebreide resecties wordt niet standaard aanbevolen en zou voor iedere patiënt individueel bekeken moeten worden ### Het is aannemelijk dat (een poging tot) een laparoscopische resectie van een galblaascarcinoom gepaard gaat met een slechtere overleving in vergelijking met een open resectie Hueman ### ##; Isambert ### ##; <PERSOON> ### ##; <PERSOON> ### ## Het is aannemelijk dat laparoscopie gebruikt kan worden ter stadiëring van het galblaascarcinoom en daarmee tot ##% van de laparotomieën voorkomen kan worden <PERSOON> ##<DATUM> De incidentie van galblaascarcinoom in porseleingalblazen ligt lager dan altijd aangenomen is en bedraagt <PERSOON> ### ##; Towfigh ##<DATUM> <PERSOON> ##<DATUM> <PERSOON> ### ## Men kan bij het peroperatief vaststellen of verdenking op een galblaascarcinoom direct een radicale oncologische resectie uitvoeren of de operatie afbreken en de patiënt verwijzen naar een hepatobiliair Hueman ### ##; Ouchi ### ##; Shih ##<DATUM> Fong ### ##.
| 776 | nvmdl |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.