text
stringlengths
80
6.25k
text_len
int64
32
3.12k
src
stringclasses
7 values
en relevante uitkomstmaten Een poliep is een, vaak symptoomloos, voorloper van darmkanker Het is aangetoond dat verwijdering van poliepen progressie naar darmkanker kan voorkomen Er worden in <LOCATIE> meer dan ### ### coloscopieën verricht, waarbij in een groot deel van de patiënten poliepen worden verwijderd Zeker met de invoering van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker zullen steeds meer endoscopische interventies in het colon plaatsvinden Poliepectomie is derhalve een breed toegepaste interventietechniek De kwaliteit van de poliepectomie is sterk afhankelijk van de effectiviteit (radicaliteit, noodzaak tot aanvullende behandelingen, en noodzaak tot aanvullende chirurgie) en de veiligheid (kans op complicaties) van een poliepectomie Deze richtlijn gaat op voor alle endoscopische verwijderingen van neoplasie in het colon en rectum Deze richtlijn is voor het eerst gemaakt Voor de totstandkoming van deze richtlijn is gebruik gemaakt van reeds bestaande, internationale richtlijnen Er is tevens per onderwerp naar nieuwe literatuur gezocht Op basis van de Delphi-methode zijn de belangrijkste uitgangsvragen geselecteerd voor uitwerking De uitgangsvragen zijn vervolgens uitgewerkt volgens de PICO-methodiek Voor de richtlijn is gebruik gemaakt van het GRADE-systeem (Grade of recommendations Assesment, development and evaluation) voor het beoordelen en de gradatie van het bewijs en aanbevelingen Dit is conform het huidige advies vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen # # van de adviescommissie <PERSOON> Er is geen methodische knelpuntanalyse uitgevoerd De urgentie van deze richtlijn was voor de NVMDL echter zeer hoog, vanwege onderstaande redenen De poliepectomie is wel een van de meest uitgevoerde interventies is in de MDL-praktijk, en gaat gepaard met belangrijke uitkomsten voor de patiënt (effectiviteit en veiligheid) Er veel praktijkvariatie blijkt te bestaan in <LOCATIE> in de effectiviteit en veiligheid van een poliepectomie en de overwegingen om van een poliepectomie af te zien Proces van samenstelling van de werkgroep en belangen Deze richtlijn is op verzoek van en onder verantwoording van de Nederlandse vereniging van MDL-artsen uitgevoerd De meeste werkgroepleden zijn MDL-artsen en afgevaardigd door de vereniging Daarnaast werden # pathologen (namens de Nederlandse Vereniging voor Pathologie) uitgenodigd deel te nemen aan de werkgroep Bij de keuze voor de leden van de werkgroep is uitgegaan van aangetoonde specifieke kennis over het onderwerp en voor een goede verdeling tussen perifere en academische ziekenhuizen De richtlijn is uiteindelijk van groot belang voor MDL-artsen en voor aanpalende beroepsgroepen zoals chirurgen, pathologen, internisten en huisartsen De werkgroep is in een periode van <LEEFTIJD> jaar ## keer bij elkaar geweest Ieder hoofdstuk is geschreven door # werkgroepleden op basis van een verdeling die is gemaakt in het begin van het traject Tijdens de verschillende vergaderingen zijn de verschillende hoofdstukken besproken en zijn de conclusies en aanbevelingen geformuleerd Vanaf het begin is het format “richtlijn voor richtlijnen # #” de basis geweest voor de opbouw van elk hoofdstuk Na de laatste bijeenkomst is een eerste concept ter becommentariëring opgestuurd naar de NVMDL Daarnaast werd de richtlijn in.
560
nvmdl
een van de meest uitgevoerde interventies is in de MDL-praktijk, en gaat gepaard met belangrijke uitkomsten voor de patiënt (effectiviteit en veiligheid) Er veel praktijkvariatie blijkt te bestaan in <LOCATIE> in de effectiviteit en veiligheid van een poliepectomie en de overwegingen om van een poliepectomie af te zien Proces van samenstelling van de werkgroep en belangen Deze richtlijn is op verzoek van en onder verantwoording van de Nederlandse vereniging van MDL-artsen uitgevoerd De meeste werkgroepleden zijn MDL-artsen en afgevaardigd door de vereniging Daarnaast werden # pathologen (namens de Nederlandse Vereniging voor Pathologie) uitgenodigd deel te nemen aan de werkgroep Bij de keuze voor de leden van de werkgroep is uitgegaan van aangetoonde specifieke kennis over het onderwerp en voor een goede verdeling tussen perifere en academische ziekenhuizen De richtlijn is uiteindelijk van groot belang voor MDL-artsen en voor aanpalende beroepsgroepen zoals chirurgen, pathologen, internisten en huisartsen De werkgroep is in een periode van <LEEFTIJD> jaar ## keer bij elkaar geweest Ieder hoofdstuk is geschreven door # werkgroepleden op basis van een verdeling die is gemaakt in het begin van het traject Tijdens de verschillende vergaderingen zijn de verschillende hoofdstukken besproken en zijn de conclusies en aanbevelingen geformuleerd Vanaf het begin is het format “richtlijn voor richtlijnen # #” de basis geweest voor de opbouw van elk hoofdstuk Na de laatste bijeenkomst is een eerste concept ter becommentariëring opgestuurd naar de NVMDL Daarnaast werd de richtlijn in Al het commentaar dat binnen # weken na verzenden binnen is gekomen, werd verwerkt door de eigenaren van de hoofdstukken en daarna werd een definitief document opgesteld Uiteindelijke werd de richtlijn goedgekeurd door de NVMDL en ter kennisgeving aan de NVvP, NVVH, en NIV Er is geen sprake geweest van patiëntparticipatie bij het maken van deze richtlijn Het betreft een richtlijn die ingaat op de randvoorwaarden en technische aspecten van het verwijderen van een poliep De implementatie van deze richtlijn is zeer belangrijk Er zijn verschillende stappen ondernomen om de implementatie te bevorderen Allereerst is met de samenstelling van de werkgroep gekeken naar een goede afspiegeling van zowel perifere als academische ziekenhuizen Hiermee hopen we aansluiting aan de dagelijkse praktijk te bevorderen Daarnaast is het initiatief genomen de richtlijn om te zetten in korte kennisclips, zodat deze plenair kunnen worden bekeken en besproken door endoscopisten Integratie van deze kennisclips in de bestaande structuur van Critical Appraisel of a Topic (CAT) binnen de ziekenhuizen moet bijdragen aan de verspreiding van de achtergrond kennis Voorts is ook het initiatief genomen om korte videoclips te maken met instructiefilmpjes van de verschillende poliepectomie-technieken Voor beide initiatieven is reeds Er is een volledig hoofdstuk gewijd aan de prestatieindicatoren voor poliepectomie Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften, maar bevatten op wetenschappelijk bewijs gebaseerde inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen Aangezien deze aanbevelingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op algemeen bewijs.
537
nvmdl
verzenden binnen is gekomen, werd verwerkt door de eigenaren van de hoofdstukken en daarna werd een definitief document opgesteld Uiteindelijke werd de richtlijn goedgekeurd door de NVMDL en ter kennisgeving aan de NVvP, NVVH, en NIV Er is geen sprake geweest van patiëntparticipatie bij het maken van deze richtlijn Het betreft een richtlijn die ingaat op de randvoorwaarden en technische aspecten van het verwijderen van een poliep De implementatie van deze richtlijn is zeer belangrijk Er zijn verschillende stappen ondernomen om de implementatie te bevorderen Allereerst is met de samenstelling van de werkgroep gekeken naar een goede afspiegeling van zowel perifere als academische ziekenhuizen Hiermee hopen we aansluiting aan de dagelijkse praktijk te bevorderen Daarnaast is het initiatief genomen de richtlijn om te zetten in korte kennisclips, zodat deze plenair kunnen worden bekeken en besproken door endoscopisten Integratie van deze kennisclips in de bestaande structuur van Critical Appraisel of a Topic (CAT) binnen de ziekenhuizen moet bijdragen aan de verspreiding van de achtergrond kennis Voorts is ook het initiatief genomen om korte videoclips te maken met instructiefilmpjes van de verschillende poliepectomie-technieken Voor beide initiatieven is reeds Er is een volledig hoofdstuk gewijd aan de prestatieindicatoren voor poliepectomie Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften, maar bevatten op wetenschappelijk bewijs gebaseerde inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen Aangezien deze aanbevelingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op algemeen bewijs Afwijken van de richtlijn kan in bepaalde situaties zelfs noodzakelijk zijn Wanneer van de richtlijn wordt afgeweken, dient dit in overleg met de patiënt te gebeuren Afwijkingen van de richtlijn dienen altijd beargumenteerd en gedocumenteerd te worden De werkgroep “Richtlijn poliepectomie” wordt in zijn huidige vorm gehandhaafd en zal bij wegvallen van een van de werkgroepleden aangevuld worden met een lid met vergelijkbare achtergrond Omdat de stand van de medisch kennis in een snel tempo verandert, zal de commissie een keer per jaar samenkomen om te zien of er een update noodzakelijk is van een hoofdstuk Mocht er aanvullend een nieuw hoofdstuk nodig zijn, zal deze op bovenstaande wijze verder worden uitgewerkt Er zal derhalve jaarlijks een revisie plaatsvinden van de richtlijn Getracht wordt de NBI gebaseerde classificatie voor het vaatpatroon van poliepen Wat zijn randvoorwaarden voor het verrichten van een poliepectomie? Colonoscopie met poliepectomie is de standaard methode voor de detectie en behandeling van poliepen en leidt tot reductie van incidentie en mortaliteit ten gevolge van coloncarcinomen (<DATUM> Volledigheid en veiligheid van een poliepectomie tijdens een colonoscopie is een essentiële voorwaarde van een kwaliteitscolonoscopie Voor de algemene kwaliteitsaspecten van een colonoscopie (met eventuele poliepectomie) wordt verwezen naar hoofdstuk # van de Nederlandse richtlijn Colonoscopie surveillance De werkgroep is van mening dat bij het verwijderen van grotere poliepen ( # cm) tijdens een colonoscopie er meer kwaliteitsaspecten zijn die bijdragen aan volledigheid en veiligheid van verwijdering In dit hoofdstuk wordt een aantal randvoorwaarden besproken die vooral betrekking hebben op poliepectomieën van grotere poliepen Hierbij wordt over het.
544
nvmdl
van de richtlijn wordt afgeweken, dient dit in overleg met de patiënt te gebeuren Afwijkingen van de richtlijn dienen altijd beargumenteerd en gedocumenteerd te worden De werkgroep “Richtlijn poliepectomie” wordt in zijn huidige vorm gehandhaafd en zal bij wegvallen van een van de werkgroepleden aangevuld worden met een lid met vergelijkbare achtergrond Omdat de stand van de medisch kennis in een snel tempo verandert, zal de commissie een keer per jaar samenkomen om te zien of er een update noodzakelijk is van een hoofdstuk Mocht er aanvullend een nieuw hoofdstuk nodig zijn, zal deze op bovenstaande wijze verder worden uitgewerkt Er zal derhalve jaarlijks een revisie plaatsvinden van de richtlijn Getracht wordt de NBI gebaseerde classificatie voor het vaatpatroon van poliepen Wat zijn randvoorwaarden voor het verrichten van een poliepectomie? Colonoscopie met poliepectomie is de standaard methode voor de detectie en behandeling van poliepen en leidt tot reductie van incidentie en mortaliteit ten gevolge van coloncarcinomen (<DATUM> Volledigheid en veiligheid van een poliepectomie tijdens een colonoscopie is een essentiële voorwaarde van een kwaliteitscolonoscopie Voor de algemene kwaliteitsaspecten van een colonoscopie (met eventuele poliepectomie) wordt verwezen naar hoofdstuk # van de Nederlandse richtlijn Colonoscopie surveillance De werkgroep is van mening dat bij het verwijderen van grotere poliepen ( # cm) tijdens een colonoscopie er meer kwaliteitsaspecten zijn die bijdragen aan volledigheid en veiligheid van verwijdering In dit hoofdstuk wordt een aantal randvoorwaarden besproken die vooral betrekking hebben op poliepectomieën van grotere poliepen Hierbij wordt over het gehanteerd Het voldoen aan een aantal van deze randvoorwaarden vergroot de kans op volledigheid van de poliepectomie en maakt de procedure veiliger Literatuur omtrent randvoorwaarden voor een poliepectomie is beperkt Zo is in de literatuur geen duidelijke definitie van een goed uitgerust endoscopiecentrum Voor de eisen gesteld aan een goed uitgerust endoscopiecentrum m b t inrichting van het <INSTELLING>, apparatuur van endoscopiekamers en spoelruimte wordt daarom verwezen naar de visitatiestelling NVMDL van toepassing op het endoscopiecentrum (Visitatiestellingen NVMDL, BVO bijlage #) De geldende ARBOwetgeving is van toepassing op de ligging, constructie, omvang en uitrusting van een endoscopiecentrum Het verwijderen van grotere poliepen  # cm) is in een aantal opzichten niet vergelijkbaar met het verwijderen van kleinere poliepen Het verwijderen van de poliep kost over het algemeen meer tijd, die vaak niet is ingepland op het programma waarbij de poliep wordt vastgesteld Hier staat tegenover het belang van complete verwijdering van de poliep in # sessie Het moeten verwijderen van een restant poliep in een tweede sessie heeft een lager succespercentage Ervaring met poliepectomieën van grotere poliepen vergroot de kans op radicaliteit Verder zijn de risicos op complicaties groter bij verwijdering van grotere poliepen, in vergelijking tot complicaties bij het verwijderen van kleine poliepen en bij behandeling van complicaties kunnen materialen nodig zijn die niet dagelijks worden gebruikt (<DATUM> Wanneer een procedure langer duurt ervaren veel patiënten toenemend ongemak waarbij het belang van goede sedatie en pijnstilling toeneemt.
554
nvmdl
Het voldoen aan een aantal van deze randvoorwaarden vergroot de kans op volledigheid van de poliepectomie en maakt de procedure veiliger Literatuur omtrent randvoorwaarden voor een poliepectomie is beperkt Zo is in de literatuur geen duidelijke definitie van een goed uitgerust endoscopiecentrum Voor de eisen gesteld aan een goed uitgerust endoscopiecentrum m b t inrichting van het <INSTELLING>, apparatuur van endoscopiekamers en spoelruimte wordt daarom verwezen naar de visitatiestelling NVMDL van toepassing op het endoscopiecentrum (Visitatiestellingen NVMDL, BVO bijlage #) De geldende ARBOwetgeving is van toepassing op de ligging, constructie, omvang en uitrusting van een endoscopiecentrum Het verwijderen van grotere poliepen  # cm) is in een aantal opzichten niet vergelijkbaar met het verwijderen van kleinere poliepen Het verwijderen van de poliep kost over het algemeen meer tijd, die vaak niet is ingepland op het programma waarbij de poliep wordt vastgesteld Hier staat tegenover het belang van complete verwijdering van de poliep in # sessie Het moeten verwijderen van een restant poliep in een tweede sessie heeft een lager succespercentage Ervaring met poliepectomieën van grotere poliepen vergroot de kans op radicaliteit Verder zijn de risicos op complicaties groter bij verwijdering van grotere poliepen, in vergelijking tot complicaties bij het verwijderen van kleine poliepen en bij behandeling van complicaties kunnen materialen nodig zijn die niet dagelijks worden gebruikt (<DATUM> Wanneer een procedure langer duurt ervaren veel patiënten toenemend ongemak waarbij het belang van goede sedatie en pijnstilling toeneemt het betreffende endoscopiecentrum, leidt tot grotere patiënt tevredenheid (#) Het gebruik van koolstofdioxide (CO#) bij de procedure leidt tot ##% minder opnames wegens buikpijnklachten (#) Bovengenoemde punten worden allemaal overwogen tijdens een colonoscopie waarbij een grotere poliep wordt vastgesteld De overwegingen kunnen ertoe leiden dat de endoscopist besluit een tweede procedure in te plannen voor de verwijdering van de poliep, eventueel bij een andere endoscopist en waarbij de randvoorwaarden worden geoptimaliseerd na het verkrijgen van informed consent Voor de uiteindelijk uitvoering van de poliepectomie zijn verschillende poliepectomietechnieken en verschillende snaren voorhanden Er bestaan echter geen goede vergelijkende studies tussen snaren <PERSOON> van het bestaan en de werking van de verschillende materialen is sterk aan te bevelen om vervolgens een snaar te gebruiken waar de endoscopist vertrouwd mee is en met in ogenschouw nemen van de grootte en morfologie van de poliep (#, ##) <PERSOON> van electrochirurgie en argon plasma coagulatie en aangetoonde nascholing van veilig gebruik wordt sterk aanbevolen Tot slot zijn er bij de behandeling en nazorg van een patiënt in het ziekenhuis soms meerdere medische professionals betrokken, zoals chirurgen, radiotherapeuten en oncologen Een goede overdracht van patiënt en gegevens wordt door het scopiecentrum gewaarborgd Voorafgaand aan een colonoscopie wordt informed consent verkregen (##, ##) Tijdens een colonoscopie kunnen (grote) poliepen worden vastgesteld waarvoor een tweede procedure wordt ingepland voor bijvoorbeeld een (piecemeal) EMR, ESD of full thickness verwijdering De voorgenomen verwijdering wordt voorafgaand aan de procedure met een patiënt besproken Een correct verkregen informed consent kent verschillende elementen.
579
nvmdl
patiënt tevredenheid (#) Het gebruik van koolstofdioxide (CO#) bij de procedure leidt tot ##% minder opnames wegens buikpijnklachten (#) Bovengenoemde punten worden allemaal overwogen tijdens een colonoscopie waarbij een grotere poliep wordt vastgesteld De overwegingen kunnen ertoe leiden dat de endoscopist besluit een tweede procedure in te plannen voor de verwijdering van de poliep, eventueel bij een andere endoscopist en waarbij de randvoorwaarden worden geoptimaliseerd na het verkrijgen van informed consent Voor de uiteindelijk uitvoering van de poliepectomie zijn verschillende poliepectomietechnieken en verschillende snaren voorhanden Er bestaan echter geen goede vergelijkende studies tussen snaren <PERSOON> van het bestaan en de werking van de verschillende materialen is sterk aan te bevelen om vervolgens een snaar te gebruiken waar de endoscopist vertrouwd mee is en met in ogenschouw nemen van de grootte en morfologie van de poliep (#, ##) <PERSOON> van electrochirurgie en argon plasma coagulatie en aangetoonde nascholing van veilig gebruik wordt sterk aanbevolen Tot slot zijn er bij de behandeling en nazorg van een patiënt in het ziekenhuis soms meerdere medische professionals betrokken, zoals chirurgen, radiotherapeuten en oncologen Een goede overdracht van patiënt en gegevens wordt door het scopiecentrum gewaarborgd Voorafgaand aan een colonoscopie wordt informed consent verkregen (##, ##) Tijdens een colonoscopie kunnen (grote) poliepen worden vastgesteld waarvoor een tweede procedure wordt ingepland voor bijvoorbeeld een (piecemeal) EMR, ESD of full thickness verwijdering De voorgenomen verwijdering wordt voorafgaand aan de procedure met een patiënt besproken Een correct verkregen informed consent kent verschillende elementen en zo volledig mogelijke wijze geïnformeerd over de behandeling Hieronder worden alle medische verrichtingen verstaan die uitgevoerd worden, inclusief onderzoek en nazorg Voorafgaand aan een colonoscopie met piecemeal EMR bijvoorbeeld, staat vaak al vast dat een herhaalde endoscopische procedure met controle van het litteken noodzakelijk is Voorts is duidelijk wat de aard en het doel van de behandeling is, wat de diagnose en prognose zijn voor de patiënt en welke risico’s aan de behandeling verbonden zijn Risicos zijn de kans op en gevolgen van mogelijke complicaties van de procedure Er kan besproken worden of de ingreep in dagbehandeling plaatsvindt of dat een klinische opname gepland wordt Ook bestaat het risico dat de macroscopische beoordeling of uitslag van de histologie van de genomen biopten een onderschatting zijn van de definitieve uitslag van de histologie na verwijdering van de poliep De mogelijkheid bestaat vervolgens dat een aanvullende behandeling noodzakelijk is Voorts worden alternatieve besproken, bijvoorbeeld behandeling door middel van chirurgie maar ook een mogelijk conservatief beleid in sommige gevallen, gebaseerd op bijvoorbeeld leeftijd of comorbiditeit (##) Nadat een patiënt over al deze zaken met betrekking tot de voorgenomen medische verrichting geïnformeerd is moet informed consent verkregen worden Koolstofdioxide (CO#) wordt veel sneller (###x) door het lichaam opgenomen dan lucht Een gerandomiseerde studie van ### patiënten die onder propofol een colonoscopie ondergingen liet zien dat gebruik van CO# (### patiënten) tijdens een colonoscopie in vergelijking tot lucht (### patiënten) leidt tot minder pijnklachten (p =.
597
nvmdl
mogelijke wijze geïnformeerd over de behandeling Hieronder worden alle medische verrichtingen verstaan die uitgevoerd worden, inclusief onderzoek en nazorg Voorafgaand aan een colonoscopie met piecemeal EMR bijvoorbeeld, staat vaak al vast dat een herhaalde endoscopische procedure met controle van het litteken noodzakelijk is Voorts is duidelijk wat de aard en het doel van de behandeling is, wat de diagnose en prognose zijn voor de patiënt en welke risico’s aan de behandeling verbonden zijn Risicos zijn de kans op en gevolgen van mogelijke complicaties van de procedure Er kan besproken worden of de ingreep in dagbehandeling plaatsvindt of dat een klinische opname gepland wordt Ook bestaat het risico dat de macroscopische beoordeling of uitslag van de histologie van de genomen biopten een onderschatting zijn van de definitieve uitslag van de histologie na verwijdering van de poliep De mogelijkheid bestaat vervolgens dat een aanvullende behandeling noodzakelijk is Voorts worden alternatieve besproken, bijvoorbeeld behandeling door middel van chirurgie maar ook een mogelijk conservatief beleid in sommige gevallen, gebaseerd op bijvoorbeeld leeftijd of comorbiditeit (##) Nadat een patiënt over al deze zaken met betrekking tot de voorgenomen medische verrichting geïnformeerd is moet informed consent verkregen worden Koolstofdioxide (CO#) wordt veel sneller (###x) door het lichaam opgenomen dan lucht Een gerandomiseerde studie van ### patiënten die onder propofol een colonoscopie ondergingen liet zien dat gebruik van CO# (### patiënten) tijdens een colonoscopie in vergelijking tot lucht (### patiënten) leidt tot minder pijnklachten (p = ###) en in de ## uur erna (p ( ###) Tevens werd aangetoond dat gebruik van CO # een grotere patiënttevredenheid geeft (p = ##) en veilig is Vergelijkbare resultaten werden gezien in een studie met ### patiënten, waarbij CO# werd gebruikt bij ### patiënten en lucht bij ### patiënten waarbij met behulp van VAS scores pijn werd gemeten en er significant minder pijn werd gerapporteerd in de groep patiënten waarbij CO# werd gebruikt tijdens de colonoscopie Een studie voegde hieraan nog toe dat behoudens minder discomfort patiënten die een colonoscopie ondergaan waarbij CO# wordt gebruikt significant minder vaak naar de wc moeten in de eerste # uur na de scopie (##-##) Colonoscopieën waarbij een grotere poliep wordt verwijderd met bijvoorbeeld (piecemeal) EMR of ESD duren over het algemeen langer waardoor er meer gas wordt geïnsuffleerd Een studie waarbij patiënten werden geïncludeerd waarbij poliepen (≥##mm) werden verwijderd met gebruik van CO# of lucht liet zien dat wanneer CO# wordt gebruikt tijdens de scopie er tot ##% minder opnames zijn na de procedure met name doordat het aantal opnames wegens buikpijnklachten daalt (#) Een systematic review (# RCT’s, ### patiënten) laat verder zien dat er geen verschil is tussen CO# en luchtinsufflatie met betrekking tot veiligheid en coecumintubatie (# studies) (##) Wanneer tijdens een colonoscopie waarbij een poliep wordt verwijderd een perforatie ontstaat en CO# wordt gebruikt tijdens de procedure, heeft de scopist meer tijd om deze te behandelen dan wanneer lucht wordt gebruikt doordat klachten als buikpijn, tension pneumoperitineum en hemodynamische instabiliteit minder snel optreden.
648
nvmdl
erna (p ( ###) Tevens werd aangetoond dat gebruik van CO # een grotere patiënttevredenheid geeft (p = ##) en veilig is Vergelijkbare resultaten werden gezien in een studie met ### patiënten, waarbij CO# werd gebruikt bij ### patiënten en lucht bij ### patiënten waarbij met behulp van VAS scores pijn werd gemeten en er significant minder pijn werd gerapporteerd in de groep patiënten waarbij CO# werd gebruikt tijdens de colonoscopie Een studie voegde hieraan nog toe dat behoudens minder discomfort patiënten die een colonoscopie ondergaan waarbij CO# wordt gebruikt significant minder vaak naar de wc moeten in de eerste # uur na de scopie (##-##) Colonoscopieën waarbij een grotere poliep wordt verwijderd met bijvoorbeeld (piecemeal) EMR of ESD duren over het algemeen langer waardoor er meer gas wordt geïnsuffleerd Een studie waarbij patiënten werden geïncludeerd waarbij poliepen (≥##mm) werden verwijderd met gebruik van CO# of lucht liet zien dat wanneer CO# wordt gebruikt tijdens de scopie er tot ##% minder opnames zijn na de procedure met name doordat het aantal opnames wegens buikpijnklachten daalt (#) Een systematic review (# RCT’s, ### patiënten) laat verder zien dat er geen verschil is tussen CO# en luchtinsufflatie met betrekking tot veiligheid en coecumintubatie (# studies) (##) Wanneer tijdens een colonoscopie waarbij een poliep wordt verwijderd een perforatie ontstaat en CO# wordt gebruikt tijdens de procedure, heeft de scopist meer tijd om deze te behandelen dan wanneer lucht wordt gebruikt doordat klachten als buikpijn, tension pneumoperitineum en hemodynamische instabiliteit minder snel optreden enof benzodiazepinen) Het herstel na colonosopie (## studies, ### patiënten) en ontslag naar huis (# studies, ### patiënten) was sneller bij gebruik van propofol Patiënttevredenheid (## studies, ### patiënten) was groter bij gebruik van propofol (OR for dissatisfaction # ##, ## CI # ##, # ##) en er waren geen verschillen in het aantal complicaties De auteurs geven aan dat een groot aantal van de geïncludeerde studies een matig tot hoog risico op bias hebben, er zat bijvoorbeeld maar # dubbelblind gerandomiseerde RCT bij de ## geïncludeerde studies Verder werd in de meeste studies een relatief gezonde patiëntenpopulatie geïncludeerd (#) Een recente prospectieve Amerikaanse cohortstudie bekeek de verzekeringsdeclaraties van meer dan # miljoen colonoscopieën (mannen en vrouwen tussen de leeftijd van ## en <LEEFTIJD> jaar) binnen ## dagen na de colonoscopie Er werd gekeken naar opnamen voor perforatie, bloeding en buikpijn, maar ook naar anesthesie geassocieerde complicaties (pneumonie en infecties) en naar cardiopulmonale complicaties Van alle colonoscopieën werd ##% in samenwerking met de anesthesist verricht De studie concludeert dat wanneer een colonoscopie in samenwerking met de anesthesist gebeurt het risico op complicaties zowel gerelateerd aan de scopie als aan sedatie groter is dan bij standaard sedatie (##) Hoewel in deze studie is getracht te corrigeren voor baseline verschillen in patientkarakteristieken, was dat dermate beperkt dat het niet geheel duidelijk is of dit verhoogde risico met sedatie met propofol gerelateerd is aan de propofol zelf, of door selectie van meer geavanceerde, risicovolle procedures die onder propofol worden verricht.
677
nvmdl
enof benzodiazepinen) Het herstel na colonosopie (## studies, ### patiënten) en ontslag naar huis (# studies, ### patiënten) was sneller bij gebruik van propofol Patiënttevredenheid (## studies, ### patiënten) was groter bij gebruik van propofol (OR for dissatisfaction # ##, ## CI # ##, # ##) en er waren geen verschillen in het aantal complicaties De auteurs geven aan dat een groot aantal van de geïncludeerde studies een matig tot hoog risico op bias hebben, er zat bijvoorbeeld maar # dubbelblind gerandomiseerde RCT bij de ## geïncludeerde studies Verder werd in de meeste studies een relatief gezonde patiëntenpopulatie geïncludeerd (#) Een recente prospectieve Amerikaanse cohortstudie bekeek de verzekeringsdeclaraties van meer dan # miljoen colonoscopieën (mannen en vrouwen tussen de leeftijd van ## en <LEEFTIJD> jaar) binnen ## dagen na de colonoscopie Er werd gekeken naar opnamen voor perforatie, bloeding en buikpijn, maar ook naar anesthesie geassocieerde complicaties (pneumonie en infecties) en naar cardiopulmonale complicaties Van alle colonoscopieën werd ##% in samenwerking met de anesthesist verricht De studie concludeert dat wanneer een colonoscopie in samenwerking met de anesthesist gebeurt het risico op complicaties zowel gerelateerd aan de scopie als aan sedatie groter is dan bij standaard sedatie (##) Hoewel in deze studie is getracht te corrigeren voor baseline verschillen in patientkarakteristieken, was dat dermate beperkt dat het niet geheel duidelijk is of dit verhoogde risico met sedatie met propofol gerelateerd is aan de propofol zelf, of door selectie van meer geavanceerde, risicovolle procedures die onder propofol worden verricht Het verwijderen van grotere (≥##mm) poliepen is technisch uitdagender dan een standaard lispoliepectomie voor kleine poliepen en heeft een grotere kans op complicaties (bloeding, perforatie) (#, ##-##) Een belangrijk doel van de te plannen procedure is complete endoscopische verwijdering in # sessie Het tijdens een tweede scopie moeten verwijderen van een restant poliep is gecompliceerder en is een belangrijke risicofactor voor het niet slagen van de procedure Het risico op maligne ontaarding van de poliep is daarmee suboptimaal geattaqueerd (#, ##-##) Met het toenemen van de ervaring van de scopist bij het verwijderen van grote poliepen neemt de kans op complete verwijdering toe (#) Bij het plannen van een poliepectomie is het daarom van belang dat zo goed mogelijk wordt ingeschat hoeveel tijd de procedure in beslag zal nemen en bij wie de procedure wordt ingepland, gelet op de ervaring van de scopist Verder is goede colonvoorbereiding en goede verpleegkundige ondersteuning van belang en het voorhanden zijn van de benodigde materialen zowel voor de verwijdering van de poliep als voor de behandeling van Voorafgaand aan een geplande colonoscopie voor het verwijderen van een poliep met (piecemeal) EMR, ESD of full thickness verwijdering wordt specifieke informed Gebruik van CO# geeft minder buikpijnklachten en leidt tot minder opnames wegens buikpijn na colonoscopie met verwijdering van grote (≥##mm) poliepen Bij het plannen van een colonoscopie voor het verwijderen van een grotere poliep zal.
618
nvmdl
verwijderen van grotere (≥##mm) poliepen is technisch uitdagender dan een standaard lispoliepectomie voor kleine poliepen en heeft een grotere kans op complicaties (bloeding, perforatie) (#, ##-##) Een belangrijk doel van de te plannen procedure is complete endoscopische verwijdering in # sessie Het tijdens een tweede scopie moeten verwijderen van een restant poliep is gecompliceerder en is een belangrijke risicofactor voor het niet slagen van de procedure Het risico op maligne ontaarding van de poliep is daarmee suboptimaal geattaqueerd (#, ##-##) Met het toenemen van de ervaring van de scopist bij het verwijderen van grote poliepen neemt de kans op complete verwijdering toe (#) Bij het plannen van een poliepectomie is het daarom van belang dat zo goed mogelijk wordt ingeschat hoeveel tijd de procedure in beslag zal nemen en bij wie de procedure wordt ingepland, gelet op de ervaring van de scopist Verder is goede colonvoorbereiding en goede verpleegkundige ondersteuning van belang en het voorhanden zijn van de benodigde materialen zowel voor de verwijdering van de poliep als voor de behandeling van Voorafgaand aan een geplande colonoscopie voor het verwijderen van een poliep met (piecemeal) EMR, ESD of full thickness verwijdering wordt specifieke informed Gebruik van CO# geeft minder buikpijnklachten en leidt tot minder opnames wegens buikpijn na colonoscopie met verwijdering van grote (≥##mm) poliepen Bij het plannen van een colonoscopie voor het verwijderen van een grotere poliep zal Het primaire doel van een colonoscopie met poliepectomie is om de incidentie van het colorectaal carcinoom te reduceren Het veilig, radicaal verwijderen van poliepen is hierbij van groot belang Het optimaliseren van randvoorwaarden (voorafgaand aan de procedure) verhoogt de kans hierop Het verkrijgen van informed consent voor de beoogde procedure lijkt hierbij voor zich te spreken Toch zijn er veel aspecten aan een informed consent gesprek welke aandacht verdienen om tijdens een gesprek een patiënt optimaal te kunnen informeren voorafgaand aan een procedure Wanneer een tweede procedure wordt ingepland kan dit gepland worden bij een scopist met voldoende ervaring met de beoogde procedure eventueel in een ander <INSTELLING> wanneer wenselijk Tevens kan voldoende tijd voor de procedure worden ingepland De kans op het slagen van de procedure met zo min mogelijk ongemak voor de patiënt is het grootst wanneer de procedure wordt gepland op een scopiekamer waar CO# wordt gebruikt Propofol sedatie tijdens de procedure geeft minder ongemak voor de patiënt en draagt daardoor bij aan het vergroten van de kans op een radicale poliepectomie Er is in de literatuur geen duidelijkheid of het risico op complicaties zowel gerelateerd aan de scopie als aan sedatie bij gebruik van propofol groter is dan bij standaard sedatie De werkgroep is van mening dat wanneer vooraf duidelijk is dat de beoogde procedure geruime tijd in beslag neemt of technisch lastig is, het gebruik van propofol aan te bevelen is wanneer dit in een <INSTELLING> voorhanden is Bij een geplande colonoscopie voor een verwijdering van grotere poliepen (≥##mm) of waarbij een lange duur van de procedure wordt verwacht wordt CO# gebruik aanbevolen.
577
nvmdl
van poliepen is hierbij van groot belang Het optimaliseren van randvoorwaarden (voorafgaand aan de procedure) verhoogt de kans hierop Het verkrijgen van informed consent voor de beoogde procedure lijkt hierbij voor zich te spreken Toch zijn er veel aspecten aan een informed consent gesprek welke aandacht verdienen om tijdens een gesprek een patiënt optimaal te kunnen informeren voorafgaand aan een procedure Wanneer een tweede procedure wordt ingepland kan dit gepland worden bij een scopist met voldoende ervaring met de beoogde procedure eventueel in een ander <INSTELLING> wanneer wenselijk Tevens kan voldoende tijd voor de procedure worden ingepland De kans op het slagen van de procedure met zo min mogelijk ongemak voor de patiënt is het grootst wanneer de procedure wordt gepland op een scopiekamer waar CO# wordt gebruikt Propofol sedatie tijdens de procedure geeft minder ongemak voor de patiënt en draagt daardoor bij aan het vergroten van de kans op een radicale poliepectomie Er is in de literatuur geen duidelijkheid of het risico op complicaties zowel gerelateerd aan de scopie als aan sedatie bij gebruik van propofol groter is dan bij standaard sedatie De werkgroep is van mening dat wanneer vooraf duidelijk is dat de beoogde procedure geruime tijd in beslag neemt of technisch lastig is, het gebruik van propofol aan te bevelen is wanneer dit in een <INSTELLING> voorhanden is Bij een geplande colonoscopie voor een verwijdering van grotere poliepen (≥##mm) of waarbij een lange duur van de procedure wordt verwacht wordt CO# gebruik aanbevolen Bij een verwacht lange of complexe procedure wordt de procedure onder propofol Voor het electief verwijderen van poliepen groter dan ## mm moeten de omstandigheden zo worden gecreeërd dat de kans op het in # sessie slagen van de procedure Gezien het belang van een complete resectie bij de eerste poging, wordt aangeraden de poliep voorafgaand te beoordelen op complexiteit (grootte ) ## mm, locatie, SMSA score #), dit te registeren in het endoscopieverslag en te verwijzen naar een expert endoscopist met aangetoonde ervaring in de verwijdering van complexe poliepen <PERSOON> BF, et al Colonoscopic polypectomy and long-term prevention of colorectal-cancer deaths <PERSOON> New England journal of medicine <PERSOON> EJ, et al Population-Based Colonoscopy Screening for <PERSOON> M Effect of screening sigmoidoscopy and screening colonoscopy on colorectal cancer incidence and mortality systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials and <PERSOON> JW, <PERSOON> P, et al Analysis of colorectal cancer occurrence during surveillance colonoscopy in the dietary Polyp Prevention Trial Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ###-## Brooker JC, Saunders BP, <PERSOON> CB Endoscopic resection of large sessile colonic polyps by specialist and <PERSOON> G, Tam W, et al.
531
nvmdl
Bij een verwacht lange of complexe procedure wordt de procedure onder propofol Voor het electief verwijderen van poliepen groter dan ## mm moeten de omstandigheden zo worden gecreeërd dat de kans op het in # sessie slagen van de procedure Gezien het belang van een complete resectie bij de eerste poging, wordt aangeraden de poliep voorafgaand te beoordelen op complexiteit (grootte ) ## mm, locatie, SMSA score #), dit te registeren in het endoscopieverslag en te verwijzen naar een expert endoscopist met aangetoonde ervaring in de verwijdering van complexe poliepen <PERSOON> BF, et al Colonoscopic polypectomy and long-term prevention of colorectal-cancer deaths <PERSOON> New England journal of medicine <PERSOON> EJ, et al Population-Based Colonoscopy Screening for <PERSOON> M Effect of screening sigmoidoscopy and screening colonoscopy on colorectal cancer incidence and mortality systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials and <PERSOON> JW, <PERSOON> P, et al Analysis of colorectal cancer occurrence during surveillance colonoscopy in the dietary Polyp Prevention Trial Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ###-## Brooker JC, Saunders BP, <PERSOON> CB Endoscopic resection of large sessile colonic polyps by specialist and <PERSOON> G, Tam W, et al prediction of submucosal cancer from advanced colonic mucosal neoplasia <PERSOON> KI, Taback SP Propofol for sedation during colonoscopy <PERSOON-##> MJ Carbon dioxide insufflation reduces number of postprocedure admissions after endoscopic resection of large colonic lesions a prospective cohort study <PERSOON-##> A, <PERSOON-##> JM, Paspatis G, et al Colorectal polypectomy and endoscopic mucosal resection (EMR) European Society of Gastrointestinal Endoscopy (ESGE) <PERSOON-##> JA, <PERSOON-##> BP, et al British Society of Gastroenterology/Association of Coloproctologists of Great Britain and Ireland guidelines for the management of del <PERSOON-##> consent for medical treatment and research a review <PERSOON-##> dioxide insufflation in routine colonoscopy is safe and more comfortable results of a randomized controlled double-blinded trial <PERSOON-##> E, et al NORCCAP (Norwegian colorectal cancer prevention) a randomised trial to assess the safety and efficacy of carbon dioxide versus air <PERSOON-##> WH, <PERSOON-##> YN, <PERSOON-##> HH, <PERSOON-##> LC, et al Carbon dioxide insufflation can significantly reduce toilet use after colonoscopy a double-blind randomized controlled trial Endoscopy ###;##(#).
527
nvmdl
prediction of submucosal cancer from advanced colonic mucosal neoplasia <PERSOON> KI, Taback SP Propofol for sedation during colonoscopy <PERSOON> MJ Carbon dioxide insufflation reduces number of postprocedure admissions after endoscopic resection of large colonic lesions a prospective cohort study <PERSOON> A, <PERSOON> JM, Paspatis G, et al Colorectal polypectomy and endoscopic mucosal resection (EMR) European Society of Gastrointestinal Endoscopy (ESGE) <PERSOON> JA, <PERSOON> BP, et al British Society of Gastroenterology/Association of Coloproctologists of Great Britain and Ireland guidelines for the management of del <PERSOON> consent for medical treatment and research a review <PERSOON> dioxide insufflation in routine colonoscopy is safe and more comfortable results of a randomized controlled double-blinded trial <PERSOON> E, et al NORCCAP (Norwegian colorectal cancer prevention) a randomised trial to assess the safety and efficacy of carbon dioxide versus air <PERSOON-##> WH, <PERSOON-##> YN, <PERSOON-##> HH, <PERSOON-##> LC, et al Carbon dioxide insufflation can significantly reduce toilet use after colonoscopy a double-blind randomized controlled trial <PERSOON-##> role of carbon dioxide insufflation in colonoscopy a systematic review and meta-analysis Wernli KJ, Brenner AT, Rutter CM, Inadomi JM Risks Associated With Anesthesia Services During Colonoscopy <PERSOON-##> M, et al Efficacy and safety of endoscopic resection of large colorectal polyps a systematic review and meta-analysis <PERSOON-##> of EMR of defiant colorectal lesions directed to an <PERSOON-##> long-term follow-up after endoscopic resection of large, nonpedunculated colorectal lesions a prospective two-center study <PERSOON-##> American journal of Wat is de meest optimale endoscopische techniek om een colonpoliep te verwijderen van ( ## Ongeveer ##% van de colonpoliepen die worden gevonden tijdens een colonoscopie zijn minuscule poliepen ((#mm), ongeveer ##% zijn klein (<DATUM> m) en ##% zijn grote poliepen ()## mm) (#) Het inschatten van de grootte van poliepen is van belang om verschillende redenen De grootte van de poliep is mede bepalend voor de kans op maligniteit en het interval van surveillance na poliepectomie (#) De meeste endoscopisten bepalen de grootte van de poliep op basis van hun “timmermansoog”, waarbij er een sterke voorkeur is voor “ronde” getallen (#) Zelfs in studies waarbij gebruik wordt gemaakt van een biopteur om de grootte van de poliep te bepalen is er een zeer grote interobserver variabiliteit.
528
nvmdl
<PERSOON> role of carbon dioxide insufflation in colonoscopy a systematic review and meta-analysis Wernli KJ, Brenner AT, Rutter CM, Inadomi JM Risks Associated With Anesthesia Services During Colonoscopy <PERSOON> M, et al Efficacy and safety of endoscopic resection of large colorectal polyps a systematic review and meta-analysis <PERSOON> of EMR of defiant colorectal lesions directed to an <PERSOON> long-term follow-up after endoscopic resection of large, nonpedunculated colorectal lesions a prospective two-center study <PERSOON> American journal of Wat is de meest optimale endoscopische techniek om een colonpoliep te verwijderen van ( ## Ongeveer ##% van de colonpoliepen die worden gevonden tijdens een colonoscopie zijn minuscule poliepen ((#mm), ongeveer ##% zijn klein (<DATUM> m) en ##% zijn grote poliepen ()## mm) (#) Het inschatten van de grootte van poliepen is van belang om verschillende redenen De grootte van de poliep is mede bepalend voor de kans op maligniteit en het interval van surveillance na poliepectomie (#) De meeste endoscopisten bepalen de grootte van de poliep op basis van hun “timmermansoog”, waarbij er een sterke voorkeur is voor “ronde” getallen (#) Zelfs in studies waarbij gebruik wordt gemaakt van een biopteur om de grootte van de poliep te bepalen is er een zeer grote interobserver variabiliteit Desondanks delen we de poliepen in op basis van grootte, in minuscule poliepen ((#mm), kleine poliepen (<DATUM> m), middelgrote poliepen (##-##mm) Bij kleine poliepen (tot ##mm) dient een radicale en bloc poliepectomie te worden nagestreefd met medenemen van een rand normaal weefsel De resultaten van een grote prospectieve studie (CARE studie) laten zien dat wanneer een sessiele poliep van #-##mm in delen wordt verwijderd (zogenaamde piecemeal endoscopische mucosale resectie; pEMR) de kans op een incomplete poliepectomie significant groter is (#) De radicaliteit van poliepectomie in deze studie was ook erg endoscopist afhankelijk, met een variatie in incomplete resecties tussen de #,#% en ##% Dit suggereert dat de endoscopische techniek in belangrijke mate de uitkomst van een poliepectomie Ongeveer een derde van alle poliepen die gedetecteerd worden tijdens colonoscopie betreffen gesteelde poliepen De meeste gesteelde poliepen bevinden zich in het linkszijdig colon en zijn vaak adenomateus (#) De meeste gesteelde poliepen zijn en bloc te verwijderen met warme snaar poliepectomie Bij grote gesteelde poliepen die niet in de snaar passen, kan volumereductie worden bereikt door (verdunde, <DATUM> adrenaline in de steel of kop te injecteren Na een periode van <DATUM> minuten vindt er substantiële verkleining plaats wat een standaard warme snaar resectie mogelijk maakt (#) De meest voorkomende complicatie is een post-poliepectomie bloeding Grote gesteelde poliepen hebben een verhoogd risico op een post-poliepectomie bloeding omdat er vaak een groot bloedvat in de steel loopt Studies hebben laten zien dat poliep-gerelateerde.
587
nvmdl
we de poliepen in op basis van grootte, in minuscule poliepen ((#mm), kleine poliepen (<DATUM> m), middelgrote poliepen (##-##mm) Bij kleine poliepen (tot ##mm) dient een radicale en bloc poliepectomie te worden nagestreefd met medenemen van een rand normaal weefsel De resultaten van een grote prospectieve studie (CARE studie) laten zien dat wanneer een sessiele poliep van #-##mm in delen wordt verwijderd (zogenaamde piecemeal endoscopische mucosale resectie; pEMR) de kans op een incomplete poliepectomie significant groter is (#) De radicaliteit van poliepectomie in deze studie was ook erg endoscopist afhankelijk, met een variatie in incomplete resecties tussen de #,#% en ##% Dit suggereert dat de endoscopische techniek in belangrijke mate de uitkomst van een poliepectomie Ongeveer een derde van alle poliepen die gedetecteerd worden tijdens colonoscopie betreffen gesteelde poliepen De meeste gesteelde poliepen bevinden zich in het linkszijdig colon en zijn vaak adenomateus (#) De meeste gesteelde poliepen zijn en bloc te verwijderen met warme snaar poliepectomie Bij grote gesteelde poliepen die niet in de snaar passen, kan volumereductie worden bereikt door (verdunde, <DATUM> adrenaline in de steel of kop te injecteren Na een periode van <DATUM> minuten vindt er substantiële verkleining plaats wat een standaard warme snaar resectie mogelijk maakt (#) De meest voorkomende complicatie is een post-poliepectomie bloeding Grote gesteelde poliepen hebben een verhoogd risico op een post-poliepectomie bloeding omdat er vaak een groot bloedvat in de steel loopt Studies hebben laten zien dat poliep-gerelateerde van maligniteit, geassocieerd zijn met een verhoogd risico op een post-poliepectomie bloeding (#, #) Voor profylactische maatregelen om een bloeding te voorkomen wordt verwezen naar Hoofdstuk # Behandeling en preventie van complicaties na poliepectomie Effectiviteit van poliepectomietechnieken bij de behandeling van minuscule sessiele poliepen ((#mm) Een meta-analyse van # gerandomiseerde studies met ### patiënten en ### poliepen laat zien dat de kans op een incomplete poliepverwijdering significant hoger is met de biopteur techniek in vergelijking tot de koude snaar techniek (##) Verder blijkt uit deze meta-analyse dat de proceduretijd ook korter is bij gebruik van de koude snaar techniek In een gerandomiseerde studie waarbij de effectiviteit van een biopt met de standaard biopteur techniek en een biopt met jumbo biopteur techniek werd vergeleken, liet een significant hogere endoscopische radicaliteit gezien na een biopt met de jumbo biopteur (##,#% vs ## #%; P (# ###) (##) Een studie die de jumbo biopteur vergelijkt met de koude snaar techniek ontbreekt Een andere techniek die kan worden gebruikt voor het verwijderen van poliepen is de zogenaamde warme (hot) biopteur (biopsy) In een prospectieve studie waarbij ## minuscule poliepen werden verwijderd uit het rectosigmoid met een warme biopteur techniek, heeft ##% zichtbare poliepresten bij een controle-endoscopie <DATUM> weken later Een andere prospectieve studie toont zichtbare poliepresten bij ##,#% van de poliepectomien die zijn verricht met warme biopteur techniek De diagnostische accuratesse van de preparaten die worden verwijderd met een warme biopteur was significant lager in vergelijking met de jumbo biopteur techniek.
626
nvmdl
bloeding (#, #) Voor profylactische maatregelen om een bloeding te voorkomen wordt verwezen naar Hoofdstuk # Behandeling en preventie van complicaties na poliepectomie Effectiviteit van poliepectomietechnieken bij de behandeling van minuscule sessiele poliepen ((#mm) Een meta-analyse van # gerandomiseerde studies met ### patiënten en ### poliepen laat zien dat de kans op een incomplete poliepverwijdering significant hoger is met de biopteur techniek in vergelijking tot de koude snaar techniek (##) Verder blijkt uit deze meta-analyse dat de proceduretijd ook korter is bij gebruik van de koude snaar techniek In een gerandomiseerde studie waarbij de effectiviteit van een biopt met de standaard biopteur techniek en een biopt met jumbo biopteur techniek werd vergeleken, liet een significant hogere endoscopische radicaliteit gezien na een biopt met de jumbo biopteur (##,#% vs ## #%; P (# ###) (##) Een studie die de jumbo biopteur vergelijkt met de koude snaar techniek ontbreekt Een andere techniek die kan worden gebruikt voor het verwijderen van poliepen is de zogenaamde warme (hot) biopteur (biopsy) In een prospectieve studie waarbij ## minuscule poliepen werden verwijderd uit het rectosigmoid met een warme biopteur techniek, heeft ##% zichtbare poliepresten bij een controle-endoscopie <DATUM> weken later Een andere prospectieve studie toont zichtbare poliepresten bij ##,#% van de poliepectomien die zijn verricht met warme biopteur techniek De diagnostische accuratesse van de preparaten die worden verwijderd met een warme biopteur was significant lager in vergelijking met de jumbo biopteur techniek de warme biopteur techniek In totaal werden ### poliepen verwijderd, waarbij het aantal en bloc Effectiviteit van poliepectomie technieken bij de behandeling van kleine sessiele poliepen (<DATUM> m) In een gerandomiseerde studie tussen koude snaar versus koude biopteur techniek voor poliepen van <DATUM> m, werd residuaal poliepweefsel significant vaker gevonden in de koude biopteur techniek groep in vergelijking tot de koude snaar (##,# vs #,#%)(##) In een prospectieve serie waarbij warme snaar poliepectomie werd uitgevoerd, werd bij ongeveer #,#% van de gevallen residuaal poliepweefsel gevonden (#) Een recente gerandomiseerde studie naar effectiviteit van de warme snaar techniek en koude snaar poliepectomie toont dat de koude snaar techniek even veilig en effectief is als de warme snaar techniek Hierbij dient te worden aangetekend dat in beide Effectiviteit van poliepectomie technieken bij de behandeling van middelgrote sessiele De CARE studie laat zien dat bij middelgrote poliepen de kans op incomplete resecties significant hoger ligt dan bij kleine poliepen (#) Endoscopisten moeten de tijd nemen voor deze poliepen om ervoor te zorgen dat deze radicaal worden verwijderd Warme snaar poliepectomie lijkt de aangewezen techniek om middelgrote sessiele poliepen te verwijderen, maar studies die technieken onderling vergelijken zijn er niet Doorgaans leidt koud snaren van poliepen tussen de ##-##mm niet tot een en bloc resectie Wegbiopteren van dergelijke poliepen is ineffectief van het krijgen van een radicale resectie en kost veel tijd En bloc resectie met warme snaar techniek is mogelijk door submucosale vloeistof te injecteren Submucosale injectie vergroot de veiligheid van de poliepectomie doordat dit het risico op diepe.
613
nvmdl
en bloc Effectiviteit van poliepectomie technieken bij de behandeling van kleine sessiele poliepen (<DATUM> m) In een gerandomiseerde studie tussen koude snaar versus koude biopteur techniek voor poliepen van <DATUM> m, werd residuaal poliepweefsel significant vaker gevonden in de koude biopteur techniek groep in vergelijking tot de koude snaar (##,# vs #,#%)(##) In een prospectieve serie waarbij warme snaar poliepectomie werd uitgevoerd, werd bij ongeveer #,#% van de gevallen residuaal poliepweefsel gevonden (#) Een recente gerandomiseerde studie naar effectiviteit van de warme snaar techniek en koude snaar poliepectomie toont dat de koude snaar techniek even veilig en effectief is als de warme snaar techniek Hierbij dient te worden aangetekend dat in beide Effectiviteit van poliepectomie technieken bij de behandeling van middelgrote sessiele De CARE studie laat zien dat bij middelgrote poliepen de kans op incomplete resecties significant hoger ligt dan bij kleine poliepen (#) Endoscopisten moeten de tijd nemen voor deze poliepen om ervoor te zorgen dat deze radicaal worden verwijderd Warme snaar poliepectomie lijkt de aangewezen techniek om middelgrote sessiele poliepen te verwijderen, maar studies die technieken onderling vergelijken zijn er niet Doorgaans leidt koud snaren van poliepen tussen de ##-##mm niet tot een en bloc resectie Wegbiopteren van dergelijke poliepen is ineffectief van het krijgen van een radicale resectie en kost veel tijd En bloc resectie met warme snaar techniek is mogelijk door submucosale vloeistof te injecteren Submucosale injectie vergroot de veiligheid van de poliepectomie doordat dit het risico op diepe De vloeistof die gebruikt wordt voor submucosale injectie beïnvloedt mogelijk de uitkomsten van een poliepectomie van middelgrote poliepen Een systematisch review en meta-analyse van ## studies, waarvan ## gerandomiseerde studies concludeert dat hyaluronzuur en NaCl injectie even effectief zijn in het voorkomen van postpolectomie complicaties (##) Een prospectieve cohortstudie van ### patiënten evalueerde de veiligheid van een piecemeal koude snaar poliepectomie Van de ### poliepen waren er ## tussen de ##-##mm Ondanks het ontbreken van een subgroepanalyse werden er geen directe of late complicaties gerapporteerd (##) In een prospectieve studie ondergingen ## van de in totaal ## patiënten een piecemeal koude snaar poliepectomie voor poliepen kleiner dan #cm Residuaal of recidief adenomateus weefsel werd in deze (sub)groep niet gevonden na een mediaan van # maanden Er traden Piecemeal resectie met koude snaar techniek is veilig, maar de histologische beoordeling is minder accuraat en verdere studies zijn nodig om de effectiviteit te bewijzen Gesteelde poliep-gerelateerde factoren zoals een poliep )##mm, een steel diameter )#mm, rechter colon en de aanwezigheid van maligniteit, zijn geassocieerd met een Mechanische hemostase met endoloops of clips en injectie met verdunde adrenaline zijn effectief om de kans op een post-poliepectomie bloeding te verkleinen bij gesteelde poliepen met een kop )##mm, waarbij het grootste effect wordt gezien bij Bij minuscule colon poliepen ((#mm) leidt een koude snaar poliepectomie vaker tot een radicale poliepectomie dan een poliepectomie met een standaard biopteur of Bij kleine colon poliepen (<DATUM> m) leidt een koude snaar poliepectomie vaker tot een radicale poliepectomie dan een poliepectomie met een standaard biopteur.
613
nvmdl
beïnvloedt mogelijk de uitkomsten van een poliepectomie van middelgrote poliepen Een systematisch review en meta-analyse van ## studies, waarvan ## gerandomiseerde studies concludeert dat hyaluronzuur en NaCl injectie even effectief zijn in het voorkomen van postpolectomie complicaties (##) Een prospectieve cohortstudie van ### patiënten evalueerde de veiligheid van een piecemeal koude snaar poliepectomie Van de ### poliepen waren er ## tussen de ##-##mm Ondanks het ontbreken van een subgroepanalyse werden er geen directe of late complicaties gerapporteerd (##) In een prospectieve studie ondergingen ## van de in totaal ## patiënten een piecemeal koude snaar poliepectomie voor poliepen kleiner dan #cm Residuaal of recidief adenomateus weefsel werd in deze (sub)groep niet gevonden na een mediaan van # maanden Er traden Piecemeal resectie met koude snaar techniek is veilig, maar de histologische beoordeling is minder accuraat en verdere studies zijn nodig om de effectiviteit te bewijzen Gesteelde poliep-gerelateerde factoren zoals een poliep )##mm, een steel diameter )#mm, rechter colon en de aanwezigheid van maligniteit, zijn geassocieerd met een Mechanische hemostase met endoloops of clips en injectie met verdunde adrenaline zijn effectief om de kans op een post-poliepectomie bloeding te verkleinen bij gesteelde poliepen met een kop )##mm, waarbij het grootste effect wordt gezien bij Bij minuscule colon poliepen ((#mm) leidt een koude snaar poliepectomie vaker tot een radicale poliepectomie dan een poliepectomie met een standaard biopteur of Bij kleine colon poliepen (<DATUM> m) leidt een koude snaar poliepectomie vaker tot een radicale poliepectomie dan een poliepectomie met een standaard biopteur snaar techniek vergelijken met koude snaar poliepectomie bij kleine poliepen (##mm) Om middelgrote colon poliepen (##-##mm) en bloc te verwijderen is onderspuiten gevolgd door een warme snaar poliepectomie een veilige techniek Indien er verdenking bestaat op een maligne poliep gaat het verrichten van een radicale en bloc resectie boven profylactische maatregelen om een bloeding te voorkomen Op basis van de beschikbare literatuur lijkt er een verhoogd risico op een bloeding wanneer de diameter van de steel groter is dan #mm en een kop groter dan ##mm Welke profylactische maatregel er dient te worden genomen om een bloeding te voorkomen is niet volledig uitgekristalliseerd Mechanische compressie van het bloedvat in de steel van de poliep lijkt effectiever dan alleen injectie met Bij het verwijderen van minuscule poliepen is er geen plaats voor de warme biopteur techniek omdat dit geassocieerd is met meer incomplete resecties, inadequate weefsel beoordeling en hoog risico op diepe coagulatie schade en nabloedingen In een grote retrospectieve studie waarin ### minuscule poliepen werden verwijderd, werden ### verwijderd met de warme biopteur techniek, ### met de koude biopteur techniek en # met een koude snaar Het risico op een significante bloeding met een warme biopteur techniek was #,#%, het risico is het hoogste in het Er zijn # gerandomiseerde studies die de veiligheid van warme en koude snaar poliepectomie met elkaar vergeleken Een gerandomiseerde studie, van ## patiënten die anticoaugulantia gebruikten en een poliep hadden tot ##mm, vond dat er significant meer intra procedurele bloedingen (## vs.
615
nvmdl
vergelijken met koude snaar poliepectomie bij kleine poliepen (##mm) Om middelgrote colon poliepen (##-##mm) en bloc te verwijderen is onderspuiten gevolgd door een warme snaar poliepectomie een veilige techniek Indien er verdenking bestaat op een maligne poliep gaat het verrichten van een radicale en bloc resectie boven profylactische maatregelen om een bloeding te voorkomen Op basis van de beschikbare literatuur lijkt er een verhoogd risico op een bloeding wanneer de diameter van de steel groter is dan #mm en een kop groter dan ##mm Welke profylactische maatregel er dient te worden genomen om een bloeding te voorkomen is niet volledig uitgekristalliseerd Mechanische compressie van het bloedvat in de steel van de poliep lijkt effectiever dan alleen injectie met Bij het verwijderen van minuscule poliepen is er geen plaats voor de warme biopteur techniek omdat dit geassocieerd is met meer incomplete resecties, inadequate weefsel beoordeling en hoog risico op diepe coagulatie schade en nabloedingen In een grote retrospectieve studie waarin ### minuscule poliepen werden verwijderd, werden ### verwijderd met de warme biopteur techniek, ### met de koude biopteur techniek en # met een koude snaar Het risico op een significante bloeding met een warme biopteur techniek was #,#%, het risico is het hoogste in het Er zijn # gerandomiseerde studies die de veiligheid van warme en koude snaar poliepectomie met elkaar vergeleken Een gerandomiseerde studie, van ## patiënten die anticoaugulantia gebruikten en een poliep hadden tot ##mm, vond dat er significant meer intra procedurele bloedingen (## vs #,###) in de warme snaar groep in vergelijking tot de koude snaar groep (##) Er was geen verschil in residu poliepweefsel na poliepectomie Een andere gerandomiseerde studie vond juist meer intraprocedurele bloedingen in de koude snaar groep, echter alle bloedingen stopten spontaan zonder vorm van interventie (##) Bij weer een andere gerandomiseerde studie bij ## patiënten met een poliep (#mm traden in beide groepen geen intraprocedurele bloedingen op waarvoor een interventie nodig was <PERSOON> procedure pijn werd vaker gezien in warme snaar groep (##% vs #,#%) en de proceduretijd was korter voor een koude snaar poliepectomie (##) Samenvattend, koude snaar poliepectomie geeft minder late nabloedingen, minder vaak klachten van een postpoliectomie syndroom en korte proceduretijd Er is weinig literatuur beschikbaar naar de rol van de verschillende snaren voor poliepectomie Voor koude snaar poliepectomie wordt een kleine dunne snaar geadviseerd die goed door de mucosa snijdt Een gerandomiseerde studie laat zien dat gebruik van een toegewijde (kleine dunne) snaar vaker tot een radicale poliepectomie leidt in vergelijking tot een traditionele (grotere dikkere) snaar (##% [##/##] vs ##% [#<DATUM> , P # ###) (##) De vorm van de snaar (circulair, ovaal, hexagonaal, etc) heeft geen duidelijk voordeel boven de ander Bij alle poliepen tot ##mm dient een radicale en bloc poliepectomie te worden nagestreefd met medenemen van een rand normaal weefsel Bij gesteelde poliepen (ongeacht de grootte) moet een en bloc radicale poliepectomie worden nagestreefd.
614
nvmdl
snaar groep in vergelijking tot de koude snaar groep (##) Er was geen verschil in residu poliepweefsel na poliepectomie Een andere gerandomiseerde studie vond juist meer intraprocedurele bloedingen in de koude snaar groep, echter alle bloedingen stopten spontaan zonder vorm van interventie (##) Bij weer een andere gerandomiseerde studie bij ## patiënten met een poliep (#mm traden in beide groepen geen intraprocedurele bloedingen op waarvoor een interventie nodig was <PERSOON> procedure pijn werd vaker gezien in warme snaar groep (##% vs #,#%) en de proceduretijd was korter voor een koude snaar poliepectomie (##) Samenvattend, koude snaar poliepectomie geeft minder late nabloedingen, minder vaak klachten van een postpoliectomie syndroom en korte proceduretijd Er is weinig literatuur beschikbaar naar de rol van de verschillende snaren voor poliepectomie Voor koude snaar poliepectomie wordt een kleine dunne snaar geadviseerd die goed door de mucosa snijdt Een gerandomiseerde studie laat zien dat gebruik van een toegewijde (kleine dunne) snaar vaker tot een radicale poliepectomie leidt in vergelijking tot een traditionele (grotere dikkere) snaar (##% [##/##] vs ##% [#<DATUM> , P # ###) (##) De vorm van de snaar (circulair, ovaal, hexagonaal, etc) heeft geen duidelijk voordeel boven de ander Bij alle poliepen tot ##mm dient een radicale en bloc poliepectomie te worden nagestreefd met medenemen van een rand normaal weefsel Bij gesteelde poliepen (ongeacht de grootte) moet een en bloc radicale poliepectomie worden nagestreefd Voor grote gesteelde poliepen ≥ ## mm wordt, indien voorafgaand aan resectie alleen preventief gebruik van adrenaline-injectie wordt gebruikt, na resectie mechanische profylaxe middels clip(s) of endoloop aanbevolen Minuscule poliepen (poliepen (#mm) dienen te worden verwijderd met een koude Middelgrote colon poliepen (##-##mm) worden bij voorkeur en bloc verwijderd door submucosale lifting gevolgd door een warme snaar poliepectomie Een endoscopist moet op de hoogte zijn van de beschikbaarheid van de verschillende snaren, een aanbeveling voor de optimale snaar wordt niet gegeven Bij grote gesteelde poliepen die niet in de snaar passen, kan volumereductie worden bereikt door (verdunde, <DATUM> adrenaline in de steel te injecteren (#) Positioneer de patiënt dusdanig zodat de poliep hangt, dit zorgt ervoor dat de steel langer wordt waardoor het plaatsen van de snaar makkelijker is Verder biedt dit als voordeel dat als er een directe postpoliepectomie bloeding ontstaat het bloed weg stroomt van het Plaats de snaar ongeveer halverwege tussen de darmwand en de poliep Laat voldoende steel staan om eventueel endoscopische behandeling te kunnen toepassen in geval van een bloeding Bij verdenking op eventuele maligniteit, plaats de snaar meer richting de Bij vlakke poliepen tot ##mm kan de zuigpoliep techniek veilig worden toegepast, gevolgd ("endoscopy"[MeSH Terms] OR "endoscopy"[All Fields] OR "endoscopic"[All Fields]) AND resection[All Fields] AND technique[All Fields] AND ("Small"[Journal] OR "small"[All Fields]) AND ("colonic polyps"[MeSH Terms] OR ("colonic"[All Fields] AND "polyps"[All Fields]) OR "colonic ("endoscopy"[MeSH Terms] OR "endoscopy"[All Fields] OR "endoscopic"[All Fields]) AND resection[All Fields] AND technique[All Fields] AND pedunculated[All Fields] AND ("colonic Evidence tabel ESGE richtlijn (<PERSOON> A, <PERSOON> C, et al Colorectal polypectomy and Clinical Guideline Endoscopy.
692
nvmdl
mechanische profylaxe middels clip(s) of endoloop aanbevolen Minuscule poliepen (poliepen (#mm) dienen te worden verwijderd met een koude Middelgrote colon poliepen (##-##mm) worden bij voorkeur en bloc verwijderd door submucosale lifting gevolgd door een warme snaar poliepectomie Een endoscopist moet op de hoogte zijn van de beschikbaarheid van de verschillende snaren, een aanbeveling voor de optimale snaar wordt niet gegeven Bij grote gesteelde poliepen die niet in de snaar passen, kan volumereductie worden bereikt door (verdunde, <DATUM> adrenaline in de steel te injecteren (#) Positioneer de patiënt dusdanig zodat de poliep hangt, dit zorgt ervoor dat de steel langer wordt waardoor het plaatsen van de snaar makkelijker is Verder biedt dit als voordeel dat als er een directe postpoliepectomie bloeding ontstaat het bloed weg stroomt van het Plaats de snaar ongeveer halverwege tussen de darmwand en de poliep Laat voldoende steel staan om eventueel endoscopische behandeling te kunnen toepassen in geval van een bloeding Bij verdenking op eventuele maligniteit, plaats de snaar meer richting de Bij vlakke poliepen tot ##mm kan de zuigpoliep techniek veilig worden toegepast, gevolgd ("endoscopy"[MeSH Terms] OR "endoscopy"[All Fields] OR "endoscopic"[All Fields]) AND resection[All Fields] AND technique[All Fields] AND ("Small"[Journal] OR "small"[All Fields]) AND ("colonic polyps"[MeSH Terms] OR ("colonic"[All Fields] AND "polyps"[All Fields]) OR "colonic ("endoscopy"[MeSH Terms] OR "endoscopy"[All Fields] OR "endoscopic"[All Fields]) AND resection[All Fields] AND technique[All Fields] AND pedunculated[All Fields] AND ("colonic Evidence tabel ESGE richtlijn (<PERSOON> A, <PERSOON> C, et al Colorectal polypectomy and Clinical Guideline Endoscopy ###-### doi <DATUM> s-###<DATUM> <PERSOON> SB, et al Prevalence of advanced histological features in <PERSOON> polyp size matter? Endosc Int Open ###;#(#) <PERSOON> P, <PERSOON> SA, Altman D, et al Terminal digit preference biases polyp size measurements at endoscopy, computed tomographic colonography, and histopathology <PERSOON> ARL, Hewett DG Measurement of polyp size at colonoscopy a proof-ofconcept simulation study to address technology bias <PERSOON> SP, <PERSOON> RI, <PERSOON-##> SR, et al Incomplete polyp resection during colonoscopy-results of the complete adenoma resection (CARE) study Gastroenterology ###;###(#) ##-## e# <PERSOON-##> J, et al <PERSOON-##> Munich Polypectomy Study (MUPS) prospective analysis of complications and risk factors in ### colonic snare polypectomies Endoscopy Hogan RB, Hogan RB, #rd Epinephrine volume reduction of giant colon polyps facilitates endoscopic assessment <PERSOON-##> supply of colorectal polyps correlates with risk of <PERSOON-##> T, et al Risk assessment for delayed hemorrhagic complication of colonic polypectomy polyp-related factors and patient-related factors <PERSOON-##> Y.
640
nvmdl
doi <DATUM> s-###<DATUM> <PERSOON> SB, et al Prevalence of advanced histological features in <PERSOON> polyp size matter? Endosc Int Open ###;#(#) <PERSOON> P, <PERSOON> SA, Altman D, et al Terminal digit preference biases polyp size measurements at endoscopy, computed tomographic colonography, and histopathology <PERSOON> ARL, Hewett DG Measurement of polyp size at colonoscopy a proof-ofconcept simulation study to address technology bias <PERSOON> SP, <PERSOON> RI, <PERSOON> SR, et al Incomplete polyp resection during colonoscopy-results of the complete adenoma resection (CARE) study Gastroenterology ###;###(#) ##-## e# <PERSOON> J, et al <PERSOON-##> Munich Polypectomy Study (MUPS) prospective analysis of complications and risk factors in ### colonic snare polypectomies Endoscopy Hogan RB, Hogan RB, #rd Epinephrine volume reduction of giant colon polyps facilitates endoscopic assessment <PERSOON-##> supply of colorectal polyps correlates with risk of <PERSOON-##> T, et al Risk assessment for delayed hemorrhagic complication of colonic polypectomy polyp-related factors and patient-related factors <PERSOON-##> B, et al Randomized, controlled trial of standard, large-capacity versus jumbo biopsy forceps for polypectomy of small, sessile, colorectal polyps <PERSOON-##> M, et al Removal of diminutive colorectal polyps A prospective randomized clinical trial between cold snare polypectomy and hot forceps biopsy World journal of <PERSOON-##> JS, <PERSOON-##> H, <PERSOON-##> SY, Park ES, Park JM, et al Cold snare polypectomy versus cold forceps polypectomy for diminutive and small colorectal polyps a randomized controlled trial Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ### <PERSOON-##> KD, Fragaki M, <PERSOON-##> A, et al Cold versus hot endoscopic mucosal resection for nonpedunculated colorectal polyps sized <DATUM> mm a randomized trial <PERSOON-##> for submucosal injection in endoscopic resection a <PERSOON-##> R, De <PERSOON-##> AS [Safety and efficacy of cold snare resection of non-polypoid colorectal lesions (#-IIa and #-IIb)] Acta Gastroenterol Latinoam ###;##(#) ##-## Piraka C, <PERSOON-##> BJ Cold snare polypectomy for non-pedunculated colon Di <PERSOON-##> P, De <PERSOON-##> M, De <PERSOON-##> snare versus epinephrine injection in the prevention of postpolypectomy bleeding a randomized and controlled study Endoscopy.
581
nvmdl
<PERSOON> B, et al Randomized, controlled trial of standard, large-capacity versus jumbo biopsy forceps for polypectomy of small, sessile, colorectal polyps <PERSOON> M, et al Removal of diminutive colorectal polyps A prospective randomized clinical trial between cold snare polypectomy and hot forceps biopsy World journal of <PERSOON> JS, <PERSOON> H, <PERSOON> SY, Park ES, Park JM, et al Cold snare polypectomy versus cold forceps polypectomy for diminutive and small colorectal polyps a randomized controlled trial Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ### <PERSOON> KD, Fragaki M, <PERSOON> A, et al Cold versus hot endoscopic mucosal resection for nonpedunculated colorectal polyps sized <DATUM> mm a randomized trial <PERSOON> for submucosal injection in endoscopic resection a <PERSOON> R, De <PERSOON-##> AS [Safety and efficacy of cold snare resection of non-polypoid colorectal lesions (#-IIa and #-IIb)] Acta Gastroenterol Latinoam ###;##(#) ##-## Piraka C, <PERSOON-##> BJ Cold snare polypectomy for non-pedunculated colon Di <PERSOON-##> P, De <PERSOON-##> M, De <PERSOON-##> snare versus epinephrine injection in the prevention of postpolypectomy bleeding a randomized and controlled study Endoscopy Endoscopic resection of large pedunculated colonic polyps and risk of postpolypectomy bleeding with adrenaline injection versus endoloop <PERSOON-##> P, et al A prospective, randomized comparison of adrenaline injection in combination with detachable snare versus adrenaline injection alone in the prevention of postpolypectomy bleeding in large colonic polyps <PERSOON-##> American journal of Weston AP, Campbell <PERSOON-##> colonic polyps histopathology, spatial distribution, concomitant significant lesions, and treatment complications <PERSOON-##> American journal of gastroenterology ###;##(#) <DATUM> <PERSOON-##> K, <PERSOON-##> DY Removal of small colorectal polyps in anticoagulated patients a prospective randomized comparison of cold snare and conventional polypectomy <PERSOON-##> E, et al A prospective randomized comparison of cold vs hot snare polypectomy in the occurrence of postpolypectomy bleeding in small <PERSOON-##> randomized comparison of cold snare polypectomy and conventional polypectomy for small colorectal polyps <PERSOON-##> K, <PERSOON-##> DY Prospective, randomized comparison of # methods of cold snare polypectomy for small colorectal polyps Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ###-## Burgess NG, Bahin FF, Bourke MJ Colonic polypectomy (with videos) Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ### <PERSOON-##> AJ, <PERSOON-##> S.
598
nvmdl
Endoscopic resection of large pedunculated colonic polyps and risk of postpolypectomy bleeding with adrenaline injection versus endoloop <PERSOON> P, et al A prospective, randomized comparison of adrenaline injection in combination with detachable snare versus adrenaline injection alone in the prevention of postpolypectomy bleeding in large colonic polyps <PERSOON> American journal of Weston AP, Campbell <PERSOON> colonic polyps histopathology, spatial distribution, concomitant significant lesions, and treatment complications <PERSOON> American journal of gastroenterology ###;##(#) <DATUM> <PERSOON> K, <PERSOON> DY Removal of small colorectal polyps in anticoagulated patients a prospective randomized comparison of cold snare and conventional polypectomy <PERSOON> E, et al A prospective randomized comparison of cold vs hot snare polypectomy in the occurrence of postpolypectomy bleeding in small <PERSOON> randomized comparison of cold snare polypectomy and conventional polypectomy for small colorectal polyps <PERSOON> K, <PERSOON> DY Prospective, randomized comparison of # methods of cold snare polypectomy for small colorectal polyps Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ###-## Burgess NG, Bahin FF, Bourke MJ Colonic polypectomy (with videos) Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ### <PERSOON> AJ, <PERSOON-##> resectie van sessiele en vlakke poliepen ) ## mm zonder verdenking op een submucosaal Wat is de optimale behandeling voor sessiele en vlakke poliepen ) ## mm zonder verdenking op Met de invoering van het bevolkingsonderzoek is de incidentie van sessiele en vlakke poliepen ) ## mm, ook wel aangeduid als lateraal spreidende tumoren (LST), toegenomen Ongeveer #-##% van de LST in het colon en rectum bevat een submucosale invasieve component, dus een behandeling van een LST betreft een in potentie oncologische behandeling Op basis van morfologie en optische kenmerken, moet een inschatting worden gemaakt op de aanwezigheid van submucosale invasie Op basis hiervan moet een beslissing worden gemaakt welke endoscopische resectietechniek het beste kan worden toegepast In hoofdstuk # (Potentieel malgine poliepen) zal verder worden toegelicht welke criteria er kunnen worden gebruikt om een inschatting te maken van de kans op submucosale invasie, en de daaruit volgende keuze voor een behandeling Dit hoofdstuk richt zich op de LST, met een lage kans op submucosale invasie Het verwijderen van LSTs gaat gepaard met een hoger risico op complicaties (hoofdstuk #) en op een lokaal recidief (hoofdstuk #) Verwijdering van LST vraagt ook om meer complexe resectietechnieken gericht op een effectieve (complete verwijdering met lage kans op lokaal recidief) en veilige behandeling (lage kans op complicaties zoals nabloeding en perforatie) Er zijn verschillende minimaal invasieve resectietechnieken voor het verwijderen van LST in het colon en rectum Dit betreft endoscopische mucosale resectie (EMR), endoscopische submucosale.
562
nvmdl
## mm zonder verdenking op een submucosaal Wat is de optimale behandeling voor sessiele en vlakke poliepen ) ## mm zonder verdenking op Met de invoering van het bevolkingsonderzoek is de incidentie van sessiele en vlakke poliepen ) ## mm, ook wel aangeduid als lateraal spreidende tumoren (LST), toegenomen Ongeveer #-##% van de LST in het colon en rectum bevat een submucosale invasieve component, dus een behandeling van een LST betreft een in potentie oncologische behandeling Op basis van morfologie en optische kenmerken, moet een inschatting worden gemaakt op de aanwezigheid van submucosale invasie Op basis hiervan moet een beslissing worden gemaakt welke endoscopische resectietechniek het beste kan worden toegepast In hoofdstuk # (Potentieel malgine poliepen) zal verder worden toegelicht welke criteria er kunnen worden gebruikt om een inschatting te maken van de kans op submucosale invasie, en de daaruit volgende keuze voor een behandeling Dit hoofdstuk richt zich op de LST, met een lage kans op submucosale invasie Het verwijderen van LSTs gaat gepaard met een hoger risico op complicaties (hoofdstuk #) en op een lokaal recidief (hoofdstuk #) Verwijdering van LST vraagt ook om meer complexe resectietechnieken gericht op een effectieve (complete verwijdering met lage kans op lokaal recidief) en veilige behandeling (lage kans op complicaties zoals nabloeding en perforatie) Er zijn verschillende minimaal invasieve resectietechnieken voor het verwijderen van LST in het colon en rectum Dit betreft endoscopische mucosale resectie (EMR), endoscopische submucosale EMR is een endoscopische resectietechniek waarbij een vloeistof in de submucosa onder de poliep en de omliggende omgeving wordt geïnjecteerd om afstand te creëren tussen de mucosa en de spierlaag, om de poliep vervolgens met liscoagulatie te verwijderen Dit kan tot ##-## mm in een stuk, de zogenaamde en bloc resectie <PERSOON> de ## mm wordt de poliep vaak in meerdere delen verwijderd wat ook wel een piecemeal EMR wordt genoemd EMR is in meerdere prospectieve cohortstudies gebleken een effectieve en veilige behandeling te zijn voor LST (<DATUM> <PERSOON> et al heeft in ### een meta-analyse verricht van ## studies waarin de endoscopische behandeling werd geëvalueerd van poliepen ) ## mm (#) Uit deze meta-analyse bleek het technisch succes van een endoscopische behandeling van een poliep ) ## mm ##% (##%CI #<DATUM> te zijn De kans op perforatie was <DATUM> (##%CI <DATUM> ), de kans op bloeding was <DATUM> (##%CI <DATUM> ) en de kans op mortaliteit was # ##% (##%CI # ##-# ##%) Risicofactoren en behandelmogelijkheden voor intraprocedurele bloedingen, nabloedingen, en perforaties worden meer nadrukkelijk beschreven in hoofdstuk # Het technisch succes van een endoscopische behandeling is afhankelijk van de omvang van de poliep, de locatie van de poliep (nabij de linea dentata, appendix opening, klep van Bauhin, peridiverticulair), of als er reeds eerder een poging tot resectie was verricht Een onvolledig resectie geeft aanleiding tot recidief en non-lifting bij opeenvolgende resecties Hierdoor is een volledige resectie in # e instantie complexer en gaat gepaard met meer risico op complicaties.
641
nvmdl
submucosa onder de poliep en de omliggende omgeving wordt geïnjecteerd om afstand te creëren tussen de mucosa en de spierlaag, om de poliep vervolgens met liscoagulatie te verwijderen Dit kan tot ##-## mm in een stuk, de zogenaamde en bloc resectie <PERSOON> de ## mm wordt de poliep vaak in meerdere delen verwijderd wat ook wel een piecemeal EMR wordt genoemd EMR is in meerdere prospectieve cohortstudies gebleken een effectieve en veilige behandeling te zijn voor LST (<DATUM> <PERSOON> et al heeft in ### een meta-analyse verricht van ## studies waarin de endoscopische behandeling werd geëvalueerd van poliepen ) ## mm (#) Uit deze meta-analyse bleek het technisch succes van een endoscopische behandeling van een poliep ) ## mm ##% (##%CI #<DATUM> te zijn De kans op perforatie was <DATUM> (##%CI <DATUM> ), de kans op bloeding was <DATUM> (##%CI <DATUM> ) en de kans op mortaliteit was # ##% (##%CI # ##-# ##%) Risicofactoren en behandelmogelijkheden voor intraprocedurele bloedingen, nabloedingen, en perforaties worden meer nadrukkelijk beschreven in hoofdstuk # Het technisch succes van een endoscopische behandeling is afhankelijk van de omvang van de poliep, de locatie van de poliep (nabij de linea dentata, appendix opening, klep van Bauhin, peridiverticulair), of als er reeds eerder een poging tot resectie was verricht Een onvolledig resectie geeft aanleiding tot recidief en non-lifting bij opeenvolgende resecties Hierdoor is een volledige resectie in # e instantie complexer en gaat gepaard met meer risico op complicaties derhalve gericht zijn op een complete resectie met een zo laag mogelijke kans op lokaal recidief en het verkleinen van de kans op complicaties zoals perforatie en bloeding Het klinisch succes van een poliepectomie is gedefinieerd als een aangetoonde complete verwijdering van al het neoplastisch weefsel zonder aanwijzingen voor lokaal recidief op een controlemoment minstens # maanden na de laatste behandeling De kans op een recidief na de eerste behandeling na een piecemeal EMR is ##-##% en is sterk afhankelijk van de omvang van de poliep, het aantal delen waarmee de poliep is verwijderd, het gebruik van adjunctieve behandelingen zoals APC, de ervaring van de endoscopist, en het ontstaan van intraprocedurele bloedingen (#, #) Uit een meta-analyse van Belderbos et al(#) bleek een en bloc EMR gepaard te gaan met een lager percentage lokaal recidief van <DATUM> dan bij een piecemeal EMR (##-##%) Uit een grote observationele studie bleek het risico op complicaties echter toe te nemen met de poging tot een en bloc resectie met EMR van poliepen ) ## mm (#) Derhalve wordt geadviseerd uit oogpunt van veiligheid in het colon LST )## mm niet met en bloc EMR te verwijderen maar over te gaan op een piecemeal EMR (##) Vaak is het mogelijk om met een tweede aanvullende endoscopische behandeling alsnog klinisch succes te bereiken (#, #) Het lokale recidief is meestal unifocaal en ( # mm (#, #) In een Amerikaanse studie zijn ## recidieven aanvullend behandeld met een endoscopische resectie Bij een.
657
nvmdl
op een complete resectie met een zo laag mogelijke kans op lokaal recidief en het verkleinen van de kans op complicaties zoals perforatie en bloeding Het klinisch succes van een poliepectomie is gedefinieerd als een aangetoonde complete verwijdering van al het neoplastisch weefsel zonder aanwijzingen voor lokaal recidief op een controlemoment minstens # maanden na de laatste behandeling De kans op een recidief na de eerste behandeling na een piecemeal EMR is ##-##% en is sterk afhankelijk van de omvang van de poliep, het aantal delen waarmee de poliep is verwijderd, het gebruik van adjunctieve behandelingen zoals APC, de ervaring van de endoscopist, en het ontstaan van intraprocedurele bloedingen (#, #) Uit een meta-analyse van Belderbos et al(#) bleek een en bloc EMR gepaard te gaan met een lager percentage lokaal recidief van <DATUM> dan bij een piecemeal EMR (##-##%) Uit een grote observationele studie bleek het risico op complicaties echter toe te nemen met de poging tot een en bloc resectie met EMR van poliepen ) ## mm (#) Derhalve wordt geadviseerd uit oogpunt van veiligheid in het colon LST )## mm niet met en bloc EMR te verwijderen maar over te gaan op een piecemeal EMR (##) Vaak is het mogelijk om met een tweede aanvullende endoscopische behandeling alsnog klinisch succes te bereiken (#, #) Het lokale recidief is meestal unifocaal en ( # mm (#, #) In een Amerikaanse studie zijn ## recidieven aanvullend behandeld met een endoscopische resectie Bij een lokaal recidief aangetoond (##) Na de behandeling van het #e lokale recidief toonde opnieuw ##% van de patiënten een recidief (#e coloscopie na de primaire behandeling) In een studie uit Australië, bleek het succes van een tweede aanvullende endoscopische behandeling recidief te tonen in ##/## patiënten (##%) (#) In een Duitse studie werd bij ##/## (##%) patiënten opnieuw een lokaal recidief aangetoond na de behandeling van het eerste recidief (#) In een retrospectieve studie werd onderwater EMR zonder submucosale lifting vergeleken met de klassieke EMR voor non-liftende lokale recidieven na een piecemeal EMR In totaal ## procedures werden verricht (## onderwater EMRs versus ## klassieke EMRs) Bij follow-up coloscopie bleek er een ##% lokaal recidief aanwezig te zijn in de groep van de onderwater EMR versus ##% in de groep met een klassieke EMR (##) Dit betreft echter wel een retrospectieve studie waarbij de onderwater techniek vooral in de latere jaren is toegepast Gezien de grote kans op selectiebias en dat de kwaliteit van de behandeling van recidieven is toegenomen, kan geen definitieve conclusie worden getrokken dat onderwater EMR succesvoller is dan klassieke EMR Een Nederlandse multicentrische gerandomiseerde studie die TEM vergeleek met een piecemeal EMR van LST in het rectum, toonde aan dat na EMR inclusief # additionele behandelmogelijkheid na # maanden een klinisch succes van ##% haalde (##) Het succes van de behandeling van een lokaal recidief in de gepubliceerde cohorten varieert tussen de ## en ##% naar gelang de techniek die is gekozen voor de behandeling De optimale behandeling van.
645
nvmdl
het #e lokale recidief toonde opnieuw ##% van de patiënten een recidief (#e coloscopie na de primaire behandeling) In een studie uit Australië, bleek het succes van een tweede aanvullende endoscopische behandeling recidief te tonen in ##/## patiënten (##%) (#) In een Duitse studie werd bij ##/## (##%) patiënten opnieuw een lokaal recidief aangetoond na de behandeling van het eerste recidief (#) In een retrospectieve studie werd onderwater EMR zonder submucosale lifting vergeleken met de klassieke EMR voor non-liftende lokale recidieven na een piecemeal EMR In totaal ## procedures werden verricht (## onderwater EMRs versus ## klassieke EMRs) Bij follow-up coloscopie bleek er een ##% lokaal recidief aanwezig te zijn in de groep van de onderwater EMR versus ##% in de groep met een klassieke EMR (##) Dit betreft echter wel een retrospectieve studie waarbij de onderwater techniek vooral in de latere jaren is toegepast Gezien de grote kans op selectiebias en dat de kwaliteit van de behandeling van recidieven is toegenomen, kan geen definitieve conclusie worden getrokken dat onderwater EMR succesvoller is dan klassieke EMR Een Nederlandse multicentrische gerandomiseerde studie die TEM vergeleek met een piecemeal EMR van LST in het rectum, toonde aan dat na EMR inclusief # additionele behandelmogelijkheid na # maanden een klinisch succes van ##% haalde (##) Het succes van de behandeling van een lokaal recidief in de gepubliceerde cohorten varieert tussen de ## en ##% naar gelang de techniek die is gekozen voor de behandeling De optimale behandeling van en locatie van het recidief Het succespercentage van de behandeling van het lokaal recidief blijft steeds hetzelfde Het klinisch succespercentage zal derhalve stijgen van ##-##% na de primaire behandeling, naar ##-##% na de eerste ronde van recidief behandeling, en vervolgens naar ##% De werkgroep is van mening dat het belangrijk is de term “complexe poliep” te gebruiken om lesies te beschrijven met een hoger dan gemiddeld risico op incomplete resectie, optreden recidief en/of complicaties Hoewel de ervaring van de endoscopist een belangrijke rol speelt bij het succes van het verwijderen van deze poliepen, zijn er een aantal kenmerken die een poliep complex Uit meerdere studies die lokaal recidief na pEMR onderzochten, bleek dat poliepgrootte een belangrijke risicofactor is voor optreden van een lokaal recidief (zie ook hoofdstuk #) (#, #, #, ##) Met name is er bij pEMR van laesies ) ## mm een hoger risico op incomplete resectie en recidief (#, #) Ook eerdere pogingen tot endoscopische resectie zijn aangetoond geassocieerd met incomplete resectie, o a in de prospectieve grote Australische ACE studie (OR # ##) (#) De wanddikte van het colon, distributie van bloedvaten, ruimte in het lumen van het colon, ligging van de endoscoop t o v de poliep, kunnen per segment verschillen (##-##) Complexe poliepen liggen frequenter in het proximale colon (#, ##-##) Lokatie van een poliep op de ileocoecaal klep bleek ook geassocieerd met incomplete resectie in de ACE studie (OR # ##).
650
nvmdl
Het succespercentage van de behandeling van het lokaal recidief blijft steeds hetzelfde Het klinisch succespercentage zal derhalve stijgen van ##-##% na de primaire behandeling, naar ##-##% na de eerste ronde van recidief behandeling, en vervolgens naar ##% De werkgroep is van mening dat het belangrijk is de term “complexe poliep” te gebruiken om lesies te beschrijven met een hoger dan gemiddeld risico op incomplete resectie, optreden recidief en/of complicaties Hoewel de ervaring van de endoscopist een belangrijke rol speelt bij het succes van het verwijderen van deze poliepen, zijn er een aantal kenmerken die een poliep complex Uit meerdere studies die lokaal recidief na pEMR onderzochten, bleek dat poliepgrootte een belangrijke risicofactor is voor optreden van een lokaal recidief (zie ook hoofdstuk #) (#, #, #, ##) Met name is er bij pEMR van laesies ) ## mm een hoger risico op incomplete resectie en recidief (#, #) Ook eerdere pogingen tot endoscopische resectie zijn aangetoond geassocieerd met incomplete resectie, o a in de prospectieve grote Australische ACE studie (OR # ##) (#) De wanddikte van het colon, distributie van bloedvaten, ruimte in het lumen van het colon, ligging van de endoscoop t o v de poliep, kunnen per segment verschillen (##-##) Complexe poliepen liggen frequenter in het proximale colon (#, ##-##) Lokatie van een poliep op de ileocoecaal klep bleek ook geassocieerd met incomplete resectie in de ACE studie (OR # ##) (##, ##, ##) Een UK werkgroep heeft aangetoond dat de inschatting van de complexiteit van de poliepectomie aan de hand van omvang, morfologie, locatie en toegang (size, morphology, site and acces SMSA classification) is gerelateerd aan de kans op technisch succes op een complete verwijdering en complicaties Aan de hand van dit SMSA scoringssysteem (figuur #) wordt de complexiteit van een poliep ingedeeld in # niveaus In totaal werden ### poliepen ) ## mm ingedeeld volgens deze classificatie, waarbij er een duidelijke relatie was met het percentage complete resecties (#<DATUM> voor niveau I poliepen t o v #<DATUM> voor niveau # poliepen) en complicaties (#% niveau groep I versus <DATUM> in niveau groep #) Deze classificatie is inmiddels in twee onafhankelijke groepen gevalideerd en vormt dus een relatief simpele methode om de complexiteit van een poliep te stratificeren (##) *De huidige tabel is gebaseerd op de publicaties van Longcroft-Wheaton and Sidhu Tabel # Een complexe poliep voldoet aan tenminste # van onderstaande karakteristieken Moeilijke locatie (ileocoecaal klep, appendix, divertikel, linea dentata) In een meta-analyse van # gerandomiseerde studies naar het gebruik van # #%NaCl versus een meer visceuze vloeistof werd een hoger percentage en bloc resecties (OR, # ##; ##% CI, <DATUM> ##) en een lager percentage lokaal recidief (OR, # ##; ##% CI, # ##-# ##) waargenomen wanneer een meer visceuze vloeistof werd gebruikt (##) Er is geen verder onderscheid te maken voor Het toevoegen van een blauwe kleurstof (indigo karmijn of methyleen blauw) in de injectievloeistof kan ondersteunen bij de herkenning van thermale beschadiging van de m.
687
nvmdl
de hand van omvang, morfologie, locatie en toegang (size, morphology, site and acces SMSA classification) is gerelateerd aan de kans op technisch succes op een complete verwijdering en complicaties Aan de hand van dit SMSA scoringssysteem (figuur #) wordt de complexiteit van een poliep ingedeeld in # niveaus In totaal werden ### poliepen ) ## mm ingedeeld volgens deze classificatie, waarbij er een duidelijke relatie was met het percentage complete resecties (#<DATUM> voor niveau I poliepen t o v #<DATUM> voor niveau # poliepen) en complicaties (#% niveau groep I versus <DATUM> in niveau groep #) Deze classificatie is inmiddels in twee onafhankelijke groepen gevalideerd en vormt dus een relatief simpele methode om de complexiteit van een poliep te stratificeren (##) *De huidige tabel is gebaseerd op de publicaties van Longcroft-Wheaton and Sidhu Tabel # Een complexe poliep voldoet aan tenminste # van onderstaande karakteristieken Moeilijke locatie (ileocoecaal klep, appendix, divertikel, linea dentata) In een meta-analyse van # gerandomiseerde studies naar het gebruik van # #%NaCl versus een meer visceuze vloeistof werd een hoger percentage en bloc resecties (OR, # ##; ##% CI, <DATUM> ##) en een lager percentage lokaal recidief (OR, # ##; ##% CI, # ##-# ##) waargenomen wanneer een meer visceuze vloeistof werd gebruikt (##) Er is geen verder onderscheid te maken voor Het toevoegen van een blauwe kleurstof (indigo karmijn of methyleen blauw) in de injectievloeistof kan ondersteunen bij de herkenning van thermale beschadiging van de m (##-##) Een juist herkenning van thermische beschadiging van de Het toevoegen van adrenaline (<DATUM> ### of <DATUM> ###) zou mogelijk de kans op intraprocedurele bloedingen of late nabloedingen kunnen verlagen Verschillende studies hebben aangetoond dat het toevoegen van <DATUM> ### adrenaline aan de injectievloeistof het aantal intraprocedurele bloedingen kan verlagen en daarmee het overzicht kan behouden Het toevoegen van adrenaline aan de injectievloeistof had geen effect op het aantal late nabloedingen ()## uur) In een gerandomiseerde studie <PERSOON> et al, werden ### patiënten gerandomiseerd voor injectie met alleen fysiologisch zout versus toevoeging van <DATUM> ### adrenaline Er kon geen verschil worden aangetoond in zowel vroege als late nabloedingen (<DATUM> (<DATUM> in de adrenalinegroep en <DATUM> (<DATUM> in de groep met fysiologisch zout) Een recente meta-analyse van # studies met in totaal ### patiënten naar het effect van de toevoeging van adrenaline (<DATUM> ###) op nabloedingen toonde aan dat adrenaline wel een significant effect had op het verlagen van het percentage intraprocedurele bloedingen (OR=# ##, ##% CI # ##, # ##), maar geen effect had op late nabloedingen Adjuvante behandeling ter preventie van een lokaal recidief Omdat de behandeling van recidieven gepaard gaat met wisselende succespercentages tussen de ##-##%, is preventie van het lokaal recidief aan te raden Er zijn twee studies die hebben aangetoond dat het adjuvant behandelen van de resectieranden ondanks dat al de zichtbare neoplasie reeds is verwijderd, de kans op lokaal recidief kan verlagen De oudste studie betreft een studie.
690
nvmdl
thermische beschadiging van de Het toevoegen van adrenaline (<DATUM> ### of <DATUM> ###) zou mogelijk de kans op intraprocedurele bloedingen of late nabloedingen kunnen verlagen Verschillende studies hebben aangetoond dat het toevoegen van <DATUM> ### adrenaline aan de injectievloeistof het aantal intraprocedurele bloedingen kan verlagen en daarmee het overzicht kan behouden Het toevoegen van adrenaline aan de injectievloeistof had geen effect op het aantal late nabloedingen ()## uur) In een gerandomiseerde studie <PERSOON> et al, werden ### patiënten gerandomiseerd voor injectie met alleen fysiologisch zout versus toevoeging van <DATUM> ### adrenaline Er kon geen verschil worden aangetoond in zowel vroege als late nabloedingen (<DATUM> (<DATUM> in de adrenalinegroep en <DATUM> (<DATUM> in de groep met fysiologisch zout) Een recente meta-analyse van # studies met in totaal ### patiënten naar het effect van de toevoeging van adrenaline (<DATUM> ###) op nabloedingen toonde aan dat adrenaline wel een significant effect had op het verlagen van het percentage intraprocedurele bloedingen (OR=# ##, ##% CI # ##, # ##), maar geen effect had op late nabloedingen Adjuvante behandeling ter preventie van een lokaal recidief Omdat de behandeling van recidieven gepaard gaat met wisselende succespercentages tussen de ##-##%, is preventie van het lokaal recidief aan te raden Er zijn twee studies die hebben aangetoond dat het adjuvant behandelen van de resectieranden ondanks dat al de zichtbare neoplasie reeds is verwijderd, de kans op lokaal recidief kan verlagen De oudste studie betreft een studie EMR wondgebied met APC of niet In deze studie bleek de kans op lokaal recidief te kunnen worden verlaagt van <DATUM> (##%) in de controle-arm naar <DATUM> (##%) in de groep met een APC behandeling van de randen (##) Er was echter veel kritiek op deze studie met een heel hoog percentage recidieven in de controle-arm, welke suggereerde dat de kwaliteit van de EMR laag bij aanvang erg laag was, en dat er mogelijk toch zichtbare neoplasie met APC zou zijn behandeld Een hele recente studie betrof een multicentrische, gerandomiseerde studie waarbij het preventief behandelen van de randen van het wondgebied met snaar tip contactcoagulatie (snaar tip soft coagulatie; STSC)(n=###) na een macroscopisch radicale resectie werd vergeleken met EMR zonder adjuvante (<DATUM> ) veel lager dan in de controle-arm #<DATUM> (##%) (##) Tevens bleek met deze behandeling ook de kans op lokaal recidief bij en bloc resecties te kunnen worden verlaagd (##) Op basis van beide studies lijkt het zeer aannemelijk dat een adjuvante behandeling van de randen van het resectievlak de kans op een lokaal recidief kan verlagen Gezien het verschil in kwaliteit in de beide studies, en dat voor STSC geen aanvullend materiaal voor nodig is, lijkt er een voorkeur uit te gaan naar STSC als modaliteit voor adjuvante behandeling van de randen STSC kan echter bij lastige ligging soms moeilijk uit te voeren zijn, en derhalve kan APC die gevallen ook worden overwogen.
634
nvmdl
wondgebied met APC of niet In deze studie bleek de kans op lokaal recidief te kunnen worden verlaagt van <DATUM> (##%) in de controle-arm naar <DATUM> (##%) in de groep met een APC behandeling van de randen (##) Er was echter veel kritiek op deze studie met een heel hoog percentage recidieven in de controle-arm, welke suggereerde dat de kwaliteit van de EMR laag bij aanvang erg laag was, en dat er mogelijk toch zichtbare neoplasie met APC zou zijn behandeld Een hele recente studie betrof een multicentrische, gerandomiseerde studie waarbij het preventief behandelen van de randen van het wondgebied met snaar tip contactcoagulatie (snaar tip soft coagulatie; STSC)(n=###) na een macroscopisch radicale resectie werd vergeleken met EMR zonder adjuvante (<DATUM> ) veel lager dan in de controle-arm #<DATUM> (##%) (##) Tevens bleek met deze behandeling ook de kans op lokaal recidief bij en bloc resecties te kunnen worden verlaagd (##) Op basis van beide studies lijkt het zeer aannemelijk dat een adjuvante behandeling van de randen van het resectievlak de kans op een lokaal recidief kan verlagen Gezien het verschil in kwaliteit in de beide studies, en dat voor STSC geen aanvullend materiaal voor nodig is, lijkt er een voorkeur uit te gaan naar STSC als modaliteit voor adjuvante behandeling van de randen STSC kan echter bij lastige ligging soms moeilijk uit te voeren zijn, en derhalve kan APC die gevallen ook worden overwogen overwachte maligniteit waarvoor aanvullende chirurgie noodzakelijk is, wordt het aangeraden om een submucosale inktmarkering te plaatsen na een piecemeal EMR (##, ##) Inktmarkering worden bij voorkeur op een afstand van de laesie geplaatst Tenminste # cm distaal van de laesie, voorafgaand door eerst enkele milliliter Nacl # #% te injecteren op twee tot drie plaatsen circumferentieel om intra-abdominale injectie te voorkomen Deze stap wordt gevolgd door # ml oostindische inkt te spuiten in de bleb die gevormd is Volgens expert opinion bij voorkeur # cm distaal van de laesie (niet te dichtbij) in verband met de kans op fibrosering en daarmee verhoging van de complexiteit van een eventuele aanvullende endoscopische behandeling als de inkt onder Er zijn een aantal studies die hebben gekeken naar de kosteneffectiviteit van een endoscopische behandeling van een LST zonder tekenen van invasie versus laparoscopische segment resectie Een studie van Longcroft-Wheaton uit ### suggereerde dat ##% van de kosten konden worden teruggebracht als de EMR zou worden toegepast als eerstelijns behandeling in plaats van direct laparoscopische chirurgie (##) In een groot cohort van ### patiënten uit een prospectieve observationele studie in Australië, werden de kosten berekend voor het verkrijgen van klinisch succes inclusief de aanvullende behandelingen, extra kosten gepaard met complicaties en de alsnog verrichte chirurgie indien er persisterend lokaal recidief optrad voor poliepen groter ) ## mm (gemiddeld ## mm omvang), en zette deze af tegen de kosten die zouden worden gemaakt indien deze patiënten direct een laparoscopische resectie zouden hebben ondergaan zonder complicaties Uit deze analyse bleek dat het instellen van EMR als eerste behandel modaliteit t o v.
613
nvmdl
na een piecemeal EMR (##, ##) Inktmarkering worden bij voorkeur op een afstand van de laesie geplaatst Tenminste # cm distaal van de laesie, voorafgaand door eerst enkele milliliter Nacl # #% te injecteren op twee tot drie plaatsen circumferentieel om intra-abdominale injectie te voorkomen Deze stap wordt gevolgd door # ml oostindische inkt te spuiten in de bleb die gevormd is Volgens expert opinion bij voorkeur # cm distaal van de laesie (niet te dichtbij) in verband met de kans op fibrosering en daarmee verhoging van de complexiteit van een eventuele aanvullende endoscopische behandeling als de inkt onder Er zijn een aantal studies die hebben gekeken naar de kosteneffectiviteit van een endoscopische behandeling van een LST zonder tekenen van invasie versus laparoscopische segment resectie Een studie van Longcroft-Wheaton uit ### suggereerde dat ##% van de kosten konden worden teruggebracht als de EMR zou worden toegepast als eerstelijns behandeling in plaats van direct laparoscopische chirurgie (##) In een groot cohort van ### patiënten uit een prospectieve observationele studie in Australië, werden de kosten berekend voor het verkrijgen van klinisch succes inclusief de aanvullende behandelingen, extra kosten gepaard met complicaties en de alsnog verrichte chirurgie indien er persisterend lokaal recidief optrad voor poliepen groter ) ## mm (gemiddeld ## mm omvang), en zette deze af tegen de kosten die zouden worden gemaakt indien deze patiënten direct een laparoscopische resectie zouden hebben ondergaan zonder complicaties Uit deze analyse bleek dat het instellen van EMR als eerste behandel modaliteit t o v zou leiden tot een besparing van $<LOCATIE> dollar per patiënt (##) In een studie van Law et al , werd door middel van een Markov model de strategie van EMR gevolgd door chirurgie bij aanwezigheid van een lokaal recidief op ## maanden, vergeleken met de strategie van direct laparoscopische resectie (##) De transitiekansen op het aantal aanvullende behandelingen, opnamen voor complicaties en succes kansen werden uit de literatuur gehaald Ook in deze studie was de strategie van EMR gevolgd door laparoscopische resectie bij terugkerend lokaal recidief kosten effectiever dan direct laparoscopische resectie (##) Alleen als het klinisch succes van EMR binnen ## maanden ( ##% zou zijn, of de kans op complicaties ) ##% zou direct chirurgie effectiever zijn (##) Mogelijk dat derhalve bij hele grote poliepen waarbij op voorhand een lager klinisch succes zou worden verwacht baat zouden kunnen hebben bij direct een laparoscopische resectie Echter is gebleken dat de klinisch effectiviteit van EMR ook voor poliepen op moeilijke gebieden of hele grote poliepen vaak veel hoger ligt na # behandelronden dan de beschreven ##% Op basis van deze gegevens kan worden vastgesteld dat een strategie met eerst een EMR kosten effectiever is, en dat het verhogen van het percentage technisch en klinisch succes een verdere besparing in kosten kan voortbrengen In een Markov model verricht door Bahin et al,(##) werden # strategieën met elkaar vergeleken De eerste strategie betrof een EMR voor alle poliepen ) ## mm, de #e strategie ESD.
601
nvmdl
tot een besparing van $<LOCATIE> dollar per patiënt (##) In een studie van Law et al , werd door middel van een Markov model de strategie van EMR gevolgd door chirurgie bij aanwezigheid van een lokaal recidief op ## maanden, vergeleken met de strategie van direct laparoscopische resectie (##) De transitiekansen op het aantal aanvullende behandelingen, opnamen voor complicaties en succes kansen werden uit de literatuur gehaald Ook in deze studie was de strategie van EMR gevolgd door laparoscopische resectie bij terugkerend lokaal recidief kosten effectiever dan direct laparoscopische resectie (##) Alleen als het klinisch succes van EMR binnen ## maanden ( ##% zou zijn, of de kans op complicaties ) ##% zou direct chirurgie effectiever zijn (##) Mogelijk dat derhalve bij hele grote poliepen waarbij op voorhand een lager klinisch succes zou worden verwacht baat zouden kunnen hebben bij direct een laparoscopische resectie Echter is gebleken dat de klinisch effectiviteit van EMR ook voor poliepen op moeilijke gebieden of hele grote poliepen vaak veel hoger ligt na # behandelronden dan de beschreven ##% Op basis van deze gegevens kan worden vastgesteld dat een strategie met eerst een EMR kosten effectiever is, en dat het verhogen van het percentage technisch en klinisch succes een verdere besparing in kosten kan voortbrengen In een Markov model verricht door Bahin et al,(##) werden # strategieën met elkaar vergeleken De eerste strategie betrof een EMR voor alle poliepen ) ## mm, de #e strategie ESD submucosale invasie en EMR in alle andere gevallen Hierbij bleek de strategie om ESD alleen te verrichten bij een verdenking op een submucosaal invasief carcinoom het meest kosten effectief (##) Er zijn twee studies verricht in <LOCATIE> die gekeken hebben naar het aantal chirurgische resecties van poliepen in het colon en rectum De eerste betrof een retrospectieve studie die heeft gekeken naar chirurgische resecties van rectumpoliepen in de periode ###-### (##) In deze periode zijn ### patiënten, geïdentificeerd in PALGA, verwezen voor een chirurgische resectie van het rectum In een steekproef van # ziekenhuizen bleek dit <DATUM> van alle )## mm poliepen in het rectum te zijn De belangrijkste redenen voor verwijzing voor chirurgie bleken de complexiteit van de poliep (##%), verdenking maligniteit (##%) en falen van een TEM procedure (##%) De mortaliteit in dit cohort was <DATUM> en morbiditeit was ##% Daarnaast werd er een relatie gezien tussen het lager volume van grote poliepen en een hoger percentage verwijzingen voor chirurgie (##) In een tweede retrospectieve cohortstudie, gebaseerd op een PALGA database search in de periode ###-###, werden in totaal ### patiënten geïdentificeerd met chirurgische resectie voor een niet-invasieve poliep (##) In een steekproef van ### chirurgische resecties verricht in Noord-<PERSOON>, bleek het grootste gedeelte van de chirurgisch verwijderde poliepen zich in het proximale colon te bevinden met een gemiddelde diameter van ## mm (IQR ##-## mm) en hadden de poliepen een niet-gesteelde morfologie in ##% De optische inschatting was adenomateus in #<DATUM> Biopsieën waren.
656
nvmdl
Hierbij bleek de strategie om ESD alleen te verrichten bij een verdenking op een submucosaal invasief carcinoom het meest kosten effectief (##) Er zijn twee studies verricht in <LOCATIE> die gekeken hebben naar het aantal chirurgische resecties van poliepen in het colon en rectum De eerste betrof een retrospectieve studie die heeft gekeken naar chirurgische resecties van rectumpoliepen in de periode ###-### (##) In deze periode zijn ### patiënten, geïdentificeerd in PALGA, verwezen voor een chirurgische resectie van het rectum In een steekproef van # ziekenhuizen bleek dit <DATUM> van alle )## mm poliepen in het rectum te zijn De belangrijkste redenen voor verwijzing voor chirurgie bleken de complexiteit van de poliep (##%), verdenking maligniteit (##%) en falen van een TEM procedure (##%) De mortaliteit in dit cohort was <DATUM> en morbiditeit was ##% Daarnaast werd er een relatie gezien tussen het lager volume van grote poliepen en een hoger percentage verwijzingen voor chirurgie (##) In een tweede retrospectieve cohortstudie, gebaseerd op een PALGA database search in de periode ###-###, werden in totaal ### patiënten geïdentificeerd met chirurgische resectie voor een niet-invasieve poliep (##) In een steekproef van ### chirurgische resecties verricht in Noord-<PERSOON>, bleek het grootste gedeelte van de chirurgisch verwijderde poliepen zich in het proximale colon te bevinden met een gemiddelde diameter van ## mm (IQR ##-## mm) en hadden de poliepen een niet-gesteelde morfologie in ##% De optische inschatting was adenomateus in #<DATUM> Biopsieën waren ##% werd direct voor chirurgie verwezen en het resterende gedeelte na meerdere EMRs zonder klinisch succes Mortaliteit van de chirurgie was <DATUM> en in ##% vond een post-operatieve complicatie plaats (##) In een recente analyse bleek het aantal colonresecties voor niet-invasieve poliepen in <LOCATIE> drievoudig te zijn Naast EMR en een chirurgische resectie zijn er nog meerdere endoscopische resectietechnieken die kunnen worden toegepast Dit betreft endoscopsiche submucosale dissectie (ESD), endoscopische full thickness resectie (eFTR), transanale endoscopische microchirurgie (TAMIS), laparoscopie assisted polypectomie, en coloscopie assisted laparoscopische wigexcisies ESD heeft als voordeel dat een en bloc resectie kan worden verricht van poliepen ) ## mm en derhalve gepaard gaat met een lage kans op een lokaal recidief De techniek is echter tijdrovend, kostbaar, en wordt mede door zijn complexiteit slechts in een paar ziekenhuizen in <LOCATIE> toegepast In een meta-analyse van Fuccio et al , bleek ESD in Westerse landen een en bloc percentage van ##% en een R#-percentage van #<DATUM> te hebben (##) Omdat positieve laterale snijranden niet zijn geassocieerd met een lokaal recidief, lijkt het en bloc percentage een betere afspiegeling te geven van de effectiviteit van de ESD dan het R#-percentage De noodzaak tot chirurgie bleek in <DATUM> i v m perforatie (##) Een kosteneffectiviteitsstudie toonde aan dat ESD alleen kosteneffectief zou zijn als het wordt ingezet voor poliepen met een )##% kans op submucosale invasie Met de huidige beschikbare gegevens lijkt het inzetten van ESD voor alle LST niet kosteneffectief te zijn.
664
nvmdl
het resterende gedeelte na meerdere EMRs zonder klinisch succes Mortaliteit van de chirurgie was <DATUM> en in ##% vond een post-operatieve complicatie plaats (##) In een recente analyse bleek het aantal colonresecties voor niet-invasieve poliepen in <LOCATIE> drievoudig te zijn Naast EMR en een chirurgische resectie zijn er nog meerdere endoscopische resectietechnieken die kunnen worden toegepast Dit betreft endoscopsiche submucosale dissectie (ESD), endoscopische full thickness resectie (eFTR), transanale endoscopische microchirurgie (TAMIS), laparoscopie assisted polypectomie, en coloscopie assisted laparoscopische wigexcisies ESD heeft als voordeel dat een en bloc resectie kan worden verricht van poliepen ) ## mm en derhalve gepaard gaat met een lage kans op een lokaal recidief De techniek is echter tijdrovend, kostbaar, en wordt mede door zijn complexiteit slechts in een paar ziekenhuizen in <LOCATIE> toegepast In een meta-analyse van Fuccio et al , bleek ESD in Westerse landen een en bloc percentage van ##% en een R#-percentage van #<DATUM> te hebben (##) Omdat positieve laterale snijranden niet zijn geassocieerd met een lokaal recidief, lijkt het en bloc percentage een betere afspiegeling te geven van de effectiviteit van de ESD dan het R#-percentage De noodzaak tot chirurgie bleek in <DATUM> i v m perforatie (##) Een kosteneffectiviteitsstudie toonde aan dat ESD alleen kosteneffectief zou zijn als het wordt ingezet voor poliepen met een )##% kans op submucosale invasie Met de huidige beschikbare gegevens lijkt het inzetten van ESD voor alle LST niet kosteneffectief te zijn (EMR vs ESD) voor benigne poliepen in het linkszijdig colon De laparoscopie ondersteunde poliepectomie is een techniek waarbij gelijktijdig een laparoscopie wordt verricht als ook een coloscopie Bij laparoscopie kunnen problemen in de positie van de endoscoop t o v de poliep worden opgelost door het verwijderen van adhesies, of het repositioneren van de darm Tevens kunnen beschadigingen van serosa en m propria worden gevisualiseerd en behandeld door overhechten In een Nederlandse studie van Grünhagen et al werden bij <DATUM> (##%) eerder niet met standaard coloscopie te verwijderen poliepen alsnog met succes met de laparoscopie ondersteunde poliepectomie verwijderd (##) Er zijn inmiddels meerdere, retrospectieve cohorten van beperkte omvang, die laten zien dat laparoscopie ondersteunde poliepectomie een techniek is met een succespercentage variërend van ##-##%, en lage complicatiekans van #%##% (##-##) In een kleine gerandomiseerde studie (## v s ##) die een hemicolectomie rechts vergeleek met de laparoscopie ondersteunde poliepectomie voor grote poliepen in het proximale colon, toonde aan dat er geen verschillen waren tussen beide technieken wat betreft complicaties, heropnames en re-operaties, maar wel een sneller herstel in de groep met een laparoscopie ondersteunde poliepectomie (##) Het aantal was echter veel te klein om hier belangrijke conclusies aan te kunnen verbinden Laparoscopie ondersteunde poliepectomie lijkt derhalve een potentiele oplossing te kunnen zijn voor poliepen die anders niet goed zijn te verwijderen bij coloscopie Er zijn echter geen vergelijkende studies naar de effectiviteit tussen deze methode en EMR in een tertiair <INSTELLING> voor complexe EMR Gezien de hoge technische succeskans van EMR in ervaren.
622
nvmdl
linkszijdig colon De laparoscopie ondersteunde poliepectomie is een techniek waarbij gelijktijdig een laparoscopie wordt verricht als ook een coloscopie Bij laparoscopie kunnen problemen in de positie van de endoscoop t o v de poliep worden opgelost door het verwijderen van adhesies, of het repositioneren van de darm Tevens kunnen beschadigingen van serosa en m propria worden gevisualiseerd en behandeld door overhechten In een Nederlandse studie van Grünhagen et al werden bij <DATUM> (##%) eerder niet met standaard coloscopie te verwijderen poliepen alsnog met succes met de laparoscopie ondersteunde poliepectomie verwijderd (##) Er zijn inmiddels meerdere, retrospectieve cohorten van beperkte omvang, die laten zien dat laparoscopie ondersteunde poliepectomie een techniek is met een succespercentage variërend van ##-##%, en lage complicatiekans van #%##% (##-##) In een kleine gerandomiseerde studie (## v s ##) die een hemicolectomie rechts vergeleek met de laparoscopie ondersteunde poliepectomie voor grote poliepen in het proximale colon, toonde aan dat er geen verschillen waren tussen beide technieken wat betreft complicaties, heropnames en re-operaties, maar wel een sneller herstel in de groep met een laparoscopie ondersteunde poliepectomie (##) Het aantal was echter veel te klein om hier belangrijke conclusies aan te kunnen verbinden Laparoscopie ondersteunde poliepectomie lijkt derhalve een potentiele oplossing te kunnen zijn voor poliepen die anders niet goed zijn te verwijderen bij coloscopie Er zijn echter geen vergelijkende studies naar de effectiviteit tussen deze methode en EMR in een tertiair <INSTELLING> voor complexe EMR Gezien de hoge technische succeskans van EMR in ervaren kleine groep van patiënten met poliepen op zeer lastige locaties zoals een stenoserend diverticulair Er bestaat ook de coloscopie ondersteunde laparoscopische wigexcisie Bij deze techniek wordt met een stapler een wigexcisie verricht van een deel van de colonwand onder direct zicht van de endoscoop Deze techniek lijkt vooral veel waarde te hebben voor poliepen op lastige locaties zoals betrokkenheid van de appendix, divertikels, of resectie van post-EMR littekens met een moeilijk endoscopisch te verwijderen lokaal recidief Omdat hier nog weinig van bekend is behoudens een kleine case serie,(##) moet er meer onderzoek plaatsvinden naar de waarde en plaats van deze Endoscopische mucosale resectie (EMR) is een veilige en effectieve methode voor Een strategie bestaande uit eerst een EMR gevolgd door chirurgie bij herhaald lokaal recidief is kosteneffectiever dan direct chirurgie voor poliepen ) ## mm in het colon Het gebruik van een visceuze vloeistof voor submucosale injectie is geassocieerd met meer en bloc en reduceert het aantal delen waarin een poliep verwijderd wordt, en Het preventief (adjuvant) behandelen van de randen van het EMR wondvlak met coagulatie kan de kans op lokaal recidief verlagen In het colon zijn en bloc resecties tot ## mm goed mogelijk naar gelang de complexiteit van de poliep In studies waarbij is gestreefd naar en bloc resecties van poliepen )## mm blijkt het risico op perforatie significant toe te nemen In een afweging van effectiviteit en veiligheid lijkt het streven naar en bloc resectie poliepen ) ## mm niet veilig te zijn, en wordt het afgeraden.
590
nvmdl
groep van patiënten met poliepen op zeer lastige locaties zoals een stenoserend diverticulair Er bestaat ook de coloscopie ondersteunde laparoscopische wigexcisie Bij deze techniek wordt met een stapler een wigexcisie verricht van een deel van de colonwand onder direct zicht van de endoscoop Deze techniek lijkt vooral veel waarde te hebben voor poliepen op lastige locaties zoals betrokkenheid van de appendix, divertikels, of resectie van post-EMR littekens met een moeilijk endoscopisch te verwijderen lokaal recidief Omdat hier nog weinig van bekend is behoudens een kleine case serie,(##) moet er meer onderzoek plaatsvinden naar de waarde en plaats van deze Endoscopische mucosale resectie (EMR) is een veilige en effectieve methode voor Een strategie bestaande uit eerst een EMR gevolgd door chirurgie bij herhaald lokaal recidief is kosteneffectiever dan direct chirurgie voor poliepen ) ## mm in het colon Het gebruik van een visceuze vloeistof voor submucosale injectie is geassocieerd met meer en bloc en reduceert het aantal delen waarin een poliep verwijderd wordt, en Het preventief (adjuvant) behandelen van de randen van het EMR wondvlak met coagulatie kan de kans op lokaal recidief verlagen In het colon zijn en bloc resecties tot ## mm goed mogelijk naar gelang de complexiteit van de poliep In studies waarbij is gestreefd naar en bloc resecties van poliepen )## mm blijkt het risico op perforatie significant toe te nemen In een afweging van effectiviteit en veiligheid lijkt het streven naar en bloc resectie poliepen ) ## mm niet veilig te zijn, en wordt het afgeraden Foto- en/of videodocumentatie van een poliepectomie is een kwaliteitseis in het bevolkingsonderzoeksonderzoek naar dikke darmkanker Foto- of videodocumentatie leidt tot het toetsbaar opstellen van de endoscopist en biedt mogelijkheden voor feedback en daarmee mogelijkheden tot het verbeteren van de poliepectomietechniek Aangezien de optische diagnostiek bepalend is voor de keuze van endoscopische resectietechniek, en een foto van het resectievlak op het eind van de endoscopische resectie de macroscopische radicaliteit van de endoscopische resectie reflecteert, wordt aangeraden om foto’s te maken van de poliep voorafgaand aan de endoscopische resectie, en indien mogelijk, een zoom foto van het gebied waarop de beslissing is gebaseerd, evenals een foto van het resectievlak aan het eind van de endoscopische resectie Met name op het eind dient een inspectie plaats te vinden op de aanwezigheid van thermisch letsel van de m propria (##, ##, ##) Dit dient te worden vastgelegd door middel van een foto In een meta-analyse van studies naar het gebruik van adrenaline in de injectievloeistof bij EMR, bleek dat het percentage intraprocedurele bloedingen lager was in de adrenalinegroep Het optreden van een intraprocedurele bloeding is ook geassocieerd met een verhoogd kans op minder goede visualisatie en daarmee gepaard gaande verhoogde kans op een incomplete resectie Hoewel deze relatie in studies niet is gelegd Een case report toonde aan dat ischemie van het hart optrad bij submucosale injectie van adrenaline van een grote poliep in het rectum (##) Dit toont aan dat grote hoeveelheid injectie van adrenaline wel degelijk systemische effecten kan geven.
566
nvmdl
Foto- en/of videodocumentatie van een poliepectomie is een kwaliteitseis in het bevolkingsonderzoeksonderzoek naar dikke darmkanker Foto- of videodocumentatie leidt tot het toetsbaar opstellen van de endoscopist en biedt mogelijkheden voor feedback en daarmee mogelijkheden tot het verbeteren van de poliepectomietechniek Aangezien de optische diagnostiek bepalend is voor de keuze van endoscopische resectietechniek, en een foto van het resectievlak op het eind van de endoscopische resectie de macroscopische radicaliteit van de endoscopische resectie reflecteert, wordt aangeraden om foto’s te maken van de poliep voorafgaand aan de endoscopische resectie, en indien mogelijk, een zoom foto van het gebied waarop de beslissing is gebaseerd, evenals een foto van het resectievlak aan het eind van de endoscopische resectie Met name op het eind dient een inspectie plaats te vinden op de aanwezigheid van thermisch letsel van de m propria (##, ##, ##) Dit dient te worden vastgelegd door middel van een foto In een meta-analyse van studies naar het gebruik van adrenaline in de injectievloeistof bij EMR, bleek dat het percentage intraprocedurele bloedingen lager was in de adrenalinegroep Het optreden van een intraprocedurele bloeding is ook geassocieerd met een verhoogd kans op minder goede visualisatie en daarmee gepaard gaande verhoogde kans op een incomplete resectie Hoewel deze relatie in studies niet is gelegd Een case report toonde aan dat ischemie van het hart optrad bij submucosale injectie van adrenaline van een grote poliep in het rectum (##) Dit toont aan dat grote hoeveelheid injectie van adrenaline wel degelijk systemische effecten kan geven aangetoond dat intraperitoneale injectie van adrenaline aanleiding kan geven tot een chemische peritonitis Omdat intraprocedurele bloedingen in de regel ook goed en snel met contactcoagulatie zijn op te lossen, is het aan de endoscopist om het toevoegen van adrenaline aan de injectievloeistof af te wegen tegen de kans op moeilijk te controleren bloedingen en de co-morbiditeit van de patient Hoewel in de meeste studies een concentratie van <DATUM> ### wordt gebruikt, wordt aangenomen dat een concentratie van <DATUM> ### even effectief is Het wordt derhalve geadviseerd een Op basis van de hoge effectiviteit en veiligheid van EMR, en de lagere kosten t o v alternatieve ingrepen is EMR de eerste keus voor poliepen die op basis van optisch diagnostiek een lage verdenking hebben op een submucosaal invasief carcinoom Alternatieve ingrepen die een en bloc resectie beogen zouden moeten worden gereserveerd voor poliepen met een hoge verdenking hebben op een invasief carcinoom (zie hoofdstuk #), of waarbij de kans op effectiviteit van een EMR lager wordt ingeschat dan ##% na # behandelingen Er lijkt met de huidige kennis onvoldoende onderbouwing te bestaan voor het verrichten van ESD voor LST ) ## mm zonder verdenking op een submucosaal invasief carcinoom Studies zouden dit inzicht in de toekomst mogelijk kunnen veranderen Zoals aangetoond gaat het verwijderen van complexe poliepen (zie paragraaf voor definitie complexe poliep), vaker gepaard met een incomplete resectie, verhoogde kans op lokaal recidief en complicaties.
556
nvmdl
aangetoond dat intraperitoneale injectie van adrenaline aanleiding kan geven tot een chemische peritonitis Omdat intraprocedurele bloedingen in de regel ook goed en snel met contactcoagulatie zijn op te lossen, is het aan de endoscopist om het toevoegen van adrenaline aan de injectievloeistof af te wegen tegen de kans op moeilijk te controleren bloedingen en de co-morbiditeit van de patient Hoewel in de meeste studies een concentratie van <DATUM> ### wordt gebruikt, wordt aangenomen dat een concentratie van <DATUM> ### even effectief is Het wordt derhalve geadviseerd een Op basis van de hoge effectiviteit en veiligheid van EMR, en de lagere kosten t o v alternatieve ingrepen is EMR de eerste keus voor poliepen die op basis van optisch diagnostiek een lage verdenking hebben op een submucosaal invasief carcinoom Alternatieve ingrepen die een en bloc resectie beogen zouden moeten worden gereserveerd voor poliepen met een hoge verdenking hebben op een invasief carcinoom (zie hoofdstuk #), of waarbij de kans op effectiviteit van een EMR lager wordt ingeschat dan ##% na # behandelingen Er lijkt met de huidige kennis onvoldoende onderbouwing te bestaan voor het verrichten van ESD voor LST ) ## mm zonder verdenking op een submucosaal invasief carcinoom Studies zouden dit inzicht in de toekomst mogelijk kunnen veranderen Zoals aangetoond gaat het verwijderen van complexe poliepen (zie paragraaf voor definitie complexe poliep), vaker gepaard met een incomplete resectie, verhoogde kans op lokaal recidief en complicaties de endoscopische resectie te laten verrichten door een endoscopist met aangetoonde ervaring in het verwijderen van complexe poliepen, ten einde de kans op succes bij de eerste poging zo groot mogelijk te maken Het wordt aangeraden te overleggen met een <INSTELLING> met aangetoonde ervaring in het verwijderen van complexe poliepen alvorens patiënt voor een chirurgische segment De kans op een lokaal recidief is afhankelijk van de compleetheid van de <PERSOON> inspectie van de randen van het EMR wondgebied en het wondgebied op resterend neoplastisch weefsel is derhalve essentieel Er is geen gerandomiseerd onderzoek beschikbaar dat goed kijken vergelijkt met niet kijken en deze studie zal waarschijnlijk ook niet worden verricht Toch wordt algemeen aangenomen dat een goede inspectie aan het eind essentieel is, en bij twijfel moet het gebied aanvullend worden behandeld, met bij voorkeur een snaar resectie Adjunctieve behandeling zoals APC of <PERSOON> soft coagulation (STSC) zijn inferieur gebleken, maar kunnen worden gebruikt indien Non-lifting kan een kenmerk zijn van maligne invasie, en non lifting kan de diagnose diepe invasie in de submucosa ondersteunen (##) Er zijn echter ook duidelijk andere redenen waarom een poliep non-lifting kan vertonen zoals fibrose van de submucosa zoals bij non-granulaire poliepen, volumineuze poliepen, en na eerdere behandeling of afname van biopten (##) Wanneer non-lifting niet gepaard gaat met optische kenmerken voor submucosale invasie is behandeling heel frequent goed mogelijk (##) Non-lifting alleen is derhalve geen goede reden voor verwijzing voor een chirurgische Bij verwijdering van een LST wordt aangeraden foto’s te maken van zowel de poliep.
566
nvmdl
ervaring in het verwijderen van complexe poliepen, ten einde de kans op succes bij de eerste poging zo groot mogelijk te maken Het wordt aangeraden te overleggen met een <INSTELLING> met aangetoonde ervaring in het verwijderen van complexe poliepen alvorens patiënt voor een chirurgische segment De kans op een lokaal recidief is afhankelijk van de compleetheid van de <PERSOON> inspectie van de randen van het EMR wondgebied en het wondgebied op resterend neoplastisch weefsel is derhalve essentieel Er is geen gerandomiseerd onderzoek beschikbaar dat goed kijken vergelijkt met niet kijken en deze studie zal waarschijnlijk ook niet worden verricht Toch wordt algemeen aangenomen dat een goede inspectie aan het eind essentieel is, en bij twijfel moet het gebied aanvullend worden behandeld, met bij voorkeur een snaar resectie Adjunctieve behandeling zoals APC of <PERSOON> soft coagulation (STSC) zijn inferieur gebleken, maar kunnen worden gebruikt indien Non-lifting kan een kenmerk zijn van maligne invasie, en non lifting kan de diagnose diepe invasie in de submucosa ondersteunen (##) Er zijn echter ook duidelijk andere redenen waarom een poliep non-lifting kan vertonen zoals fibrose van de submucosa zoals bij non-granulaire poliepen, volumineuze poliepen, en na eerdere behandeling of afname van biopten (##) Wanneer non-lifting niet gepaard gaat met optische kenmerken voor submucosale invasie is behandeling heel frequent goed mogelijk (##) Non-lifting alleen is derhalve geen goede reden voor verwijzing voor een chirurgische Bij verwijdering van een LST wordt aangeraden foto’s te maken van zowel de poliep EMR is de eerste keus voor verwijdering voor LST in het colon zonder aanwijzingen De poliep dient in een sessie compleet te worden verwijderd gezien de verlaagde kans op klinisch succes bij non-lifting ten gevolge van een eerdere behandeling Gezien het belang van een complete resectie bij de eerste poging, wordt aangeraden de poliep voorafgaand te beoordelen op complexiteit (grootte ) ## mm, locatie, Alvorens een poliep voor chirurgische resectie te verwijzen op basis van een andere reden dan verdenking op diepe invasie in de submucosa, dient overleg plaats te vinden met een expert endoscopist met aangetoonde ervaring in de verwijdering van Gebruik een visceuze vloeistof (gelofusine, venofundin, oogdruppels) voor submucosale injectie daar deze is geassocieerd met meer en bloc en oligo-piecemeal resecties, en derhalve minder kans op lokaal recidief dan bij het gebruik van # #%NaCl Het gebruik van adrenaline in de injectievloeistof bij EMR kan door het verlagen van de kans op intraprocedurele bloedingen bijdragen aan een beter overzicht tijdens Het wordt aangeraden een blauwe kleurstof in het injectievloeistof te gebruiken voor het beoordelen van de randen als ook de kans op thermale beschadiging van de m Optisch diagnostiek is leidend boven non-lifting op zichzelf Non-lifting zonder optische verdenking op maligniteit is geen reden voor verwijzing voor chirurgische resectie maar kan beter worden overlegd met een endoscopist, of <INSTELLING>, met meer Het wordt aangeraden, nadat al het zichtbare neoplastische weefsel is verwijderd, de randen van het EMR wondvlak adjuvant na te behandelen Hierbij gaat de eerste.
563
nvmdl
verwijdering voor LST in het colon zonder aanwijzingen De poliep dient in een sessie compleet te worden verwijderd gezien de verlaagde kans op klinisch succes bij non-lifting ten gevolge van een eerdere behandeling Gezien het belang van een complete resectie bij de eerste poging, wordt aangeraden de poliep voorafgaand te beoordelen op complexiteit (grootte ) ## mm, locatie, Alvorens een poliep voor chirurgische resectie te verwijzen op basis van een andere reden dan verdenking op diepe invasie in de submucosa, dient overleg plaats te vinden met een expert endoscopist met aangetoonde ervaring in de verwijdering van Gebruik een visceuze vloeistof (gelofusine, venofundin, oogdruppels) voor submucosale injectie daar deze is geassocieerd met meer en bloc en oligo-piecemeal resecties, en derhalve minder kans op lokaal recidief dan bij het gebruik van # #%NaCl Het gebruik van adrenaline in de injectievloeistof bij EMR kan door het verlagen van de kans op intraprocedurele bloedingen bijdragen aan een beter overzicht tijdens Het wordt aangeraden een blauwe kleurstof in het injectievloeistof te gebruiken voor het beoordelen van de randen als ook de kans op thermale beschadiging van de m Optisch diagnostiek is leidend boven non-lifting op zichzelf Non-lifting zonder optische verdenking op maligniteit is geen reden voor verwijzing voor chirurgische resectie maar kan beter worden overlegd met een endoscopist, of <INSTELLING>, met meer Het wordt aangeraden, nadat al het zichtbare neoplastische weefsel is verwijderd, de randen van het EMR wondvlak adjuvant na te behandelen Hierbij gaat de eerste het sterkste wetenschappelijk bewijs APC is in enkele gevallen ook te overwegen De patiënt repositioneren kan de toegang tot een poliep verbeteren en daarmee de complexiteit verlagen Poliepen in het colon transversum zijn vaak beter te verwijderen bij patiënten in rugligging In het sigmoid zijn de poliepen vaak beter te verwijderen in rechter Probeer gebruik te maken van de zwaartekracht, zodat de bij herpositioneren van de patient de vloeistof wegloopt van het resectievlak Bij bloedingen kan dan langer en beter overzicht worden behouden op de plaats van de bloeding en vergroot de kans op een adequate behandeling zonder dat er veel thermische beschadiging moet worden gebruikt om Desufflatie bij submucosale lifting en het optillen van de poliep met de naald voorkomt laterale uitbreiding van de vloeistof, maar ondersteunt juist verticale lifting Hierdoor wordt de positionering van de snaar makkelijker kan frequenter een en bloc resectie worden verkregen De kans op een recidief kan worden verlaagd door bij een piecemeal EMR te zorgen dan bij het verwijderen van een nieuw deel van de poliep, het resectievlak aansluit aan de resectie van het vorig deel, zodat er geen kleine weefselbruggen kunnen ontstaan tussen de resectievlakken Deze zijn juist later veel moeilijker te verwijderen prediction of submucosal cancer from advanced colonic mucosal neoplasia <PERSOON> R EMR of large sessile colorectal polyps <PERSOON> P, et al.
520
nvmdl
gevallen ook te overwegen De patiënt repositioneren kan de toegang tot een poliep verbeteren en daarmee de complexiteit verlagen Poliepen in het colon transversum zijn vaak beter te verwijderen bij patiënten in rugligging In het sigmoid zijn de poliepen vaak beter te verwijderen in rechter Probeer gebruik te maken van de zwaartekracht, zodat de bij herpositioneren van de patient de vloeistof wegloopt van het resectievlak Bij bloedingen kan dan langer en beter overzicht worden behouden op de plaats van de bloeding en vergroot de kans op een adequate behandeling zonder dat er veel thermische beschadiging moet worden gebruikt om Desufflatie bij submucosale lifting en het optillen van de poliep met de naald voorkomt laterale uitbreiding van de vloeistof, maar ondersteunt juist verticale lifting Hierdoor wordt de positionering van de snaar makkelijker kan frequenter een en bloc resectie worden verkregen De kans op een recidief kan worden verlaagd door bij een piecemeal EMR te zorgen dan bij het verwijderen van een nieuw deel van de poliep, het resectievlak aansluit aan de resectie van het vorig deel, zodat er geen kleine weefselbruggen kunnen ontstaan tussen de resectievlakken Deze zijn juist later veel moeilijker te verwijderen prediction of submucosal cancer from advanced colonic mucosal neoplasia <PERSOON> R EMR of large sessile colorectal polyps <PERSOON> P, et al endoscopic mucosal resection for large sessile and flat colorectal polyps <PERSOON> R, et al Long-term adenoma recurrence following widefield endoscopic mucosal resection (WF-EMR) for advanced colonic mucosal neoplasia is infrequent results and risk factors in ### cases from the Australian Colonic EMR (ACE) study <PERSOON> SE, Ikematsu H, et al Local recurrence after endoscopic resection for large colorectal neoplasia a multicenter prospective study in <PERSOON> journal of gastroenterology <PERSOON> PD Local recurrence after endoscopic mucosal resection of nonpedunculated colorectal lesions systematic review and meta-analysis <PERSOON> A, <PERSOON> JM, Paspatis G, et al Colorectal polypectomy and endoscopic mucosal resection (EMR) European Society of Gastrointestinal Endoscopy (ESGE) Clinical Guideline <PERSOON> of endoscopic treatment of second recurrences of large <PERSOON-##> S, <PERSOON-##> endoscopic mucosal resection for recurrences after previous piecemeal resection of colorectal polyps (with video) Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) <PATIENTNUMMER> <PERSOON-##> PG, et al Randomised controlled trial of transanal endoscopic microsurgery versus endoscopic mucosal resection for large rectal <PERSOON-##> P.
481
nvmdl
and flat colorectal polyps <PERSOON> R, et al Long-term adenoma recurrence following widefield endoscopic mucosal resection (WF-EMR) for advanced colonic mucosal neoplasia is infrequent results and risk factors in ### cases from the Australian Colonic EMR (ACE) study <PERSOON> SE, Ikematsu H, et al Local recurrence after endoscopic resection for large colorectal neoplasia a multicenter prospective study in <PERSOON> journal of gastroenterology <PERSOON> PD Local recurrence after endoscopic mucosal resection of nonpedunculated colorectal lesions systematic review and meta-analysis <PERSOON> A, <PERSOON> JM, Paspatis G, et al Colorectal polypectomy and endoscopic mucosal resection (EMR) European Society of Gastrointestinal Endoscopy (ESGE) Clinical Guideline <PERSOON> of endoscopic treatment of second recurrences of large <PERSOON> S, <PERSOON> endoscopic mucosal resection for recurrences after previous piecemeal resection of colorectal polyps (with video) Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) <PATIENTNUMMER> <PERSOON-##> PG, et al Randomised controlled trial of transanal endoscopic microsurgery versus endoscopic mucosal resection for large rectal <PERSOON-##> P polyps can predict outcomes of endoscopic mucosal resection Diseases of the colon and rectum ###;##(#) ### Angarita FA, Feinberg AE, Feinberg SM, Riddell RH, McCart JA Management of complex polyps of the colon and <PERSOON-##> difficult polyps techniques and pitfalls <PERSOON-##> techniques for difficult colon <PERSOON-##> EJ, Landmann RG, De Petris G, et al Colectomy for endoscopically unresectable polyps how often is it cancer? Diseases of the colon and rectum ###;##(##) ##<DATUM> Alder AC, Hamilton EC, <PERSOON-##> GA, Jr Cancer risk in endoscopically unresectable colon polyps <PERSOON-##> P, group Cs Volume of surgery for benign colorectal polyps in the last ## years Gastrointestinal endoscopy ### <PERSOON-##> SJ, Bourke MJ Advanced mucosal neoplasia of the anorectal junction <PERSOON-##> LF, <PERSOON-##> EYT, et al <PERSOON-##> size, morphology, site, and access score predicts critical outcomes of endoscopic mucosal resection in the colon <PERSOON-##> S, et al Normal saline solution versus other viscous solutions for submucosal injection during endoscopic mucosal resection a systematic review and metaanalysis Gastrointestinal endoscopy ###;##(#).
531
nvmdl
can predict outcomes of endoscopic mucosal resection Diseases of the colon and rectum ###;##(#) ### Angarita FA, Feinberg AE, Feinberg SM, Riddell RH, McCart JA Management of complex polyps of the colon and <PERSOON> difficult polyps techniques and pitfalls <PERSOON> techniques for difficult colon <PERSOON> EJ, Landmann RG, De Petris G, et al Colectomy for endoscopically unresectable polyps how often is it cancer? Diseases of the colon and rectum ###;##(##) ##<DATUM> Alder AC, Hamilton EC, <PERSOON> GA, Jr Cancer risk in endoscopically unresectable colon polyps <PERSOON> P, group Cs Volume of surgery for benign colorectal polyps in the last ## years Gastrointestinal endoscopy ### <PERSOON> SJ, Bourke MJ Advanced mucosal neoplasia of the anorectal junction <PERSOON> LF, <PERSOON> EYT, et al <PERSOON> size, morphology, site, and access score predicts critical outcomes of endoscopic mucosal resection in the colon <PERSOON-##> S, et al Normal saline solution versus other viscous solutions for submucosal injection during endoscopic mucosal resection a systematic review and metaanalysis Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) <PERSOON-##> MJ Topical submucosal chromoendoscopy defines the level of resection in colonic EMR and may improve procedural safety (with video) Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ###-## <PERSOON-##> MJ Deep mural injury and perforation after colonic endoscopic mucosal resection a new classification and analysis of risk factors <PERSOON-##> target sign an endoscopic marker for the resection of the muscularis propria and potential perforation during colonic endoscopic mucosal resection Brooker JC, Saunders BP, <PERSOON-##> CB Treatment with argon plasma coagulation reduces recurrence after piecemeal resection of large sessile colonic polyps a randomized trial and <PERSOON-##> G, et al Thermal Ablation of <PERSOON-##> of colonic tattoo with sterile carbon particle suspension a proposed <PERSOON-##> GJ, Zanati SA, et al Cost Analysis of Endoscopic Mucosal Resection vs Surgery for Large Laterally Spreading Colorectal Lesions Clinical gastroenterology and hepatology the official clinical practice journal of the American Gastroenterological Association ###;##(#) ##<DATUM> e#-#.
509
nvmdl
<PERSOON> MJ Topical submucosal chromoendoscopy defines the level of resection in colonic EMR and may improve procedural safety (with video) Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ###-## <PERSOON> MJ Deep mural injury and perforation after colonic endoscopic mucosal resection a new classification and analysis of risk factors <PERSOON> target sign an endoscopic marker for the resection of the muscularis propria and potential perforation during colonic endoscopic mucosal resection Brooker JC, Saunders BP, <PERSOON> CB Treatment with argon plasma coagulation reduces recurrence after piecemeal resection of large sessile colonic polyps a randomized trial and <PERSOON> G, et al Thermal Ablation of <PERSOON> of colonic tattoo with sterile carbon particle suspension a proposed <PERSOON> GJ, Zanati SA, et al Cost Analysis of Endoscopic Mucosal Resection vs Surgery for Large Laterally Spreading Colorectal Lesions Clinical gastroenterology and hepatology the official clinical practice journal of the American Gastroenterological Association ###;##(#) ##<DATUM> e<DATUM> Endoscopic resection is cost-effective compared with laparoscopic resection in the management of complex colon polyps an economic analysis Bahin FF, Heitman SJ, Bourke MJ Wide-field endoscopic mucosal resection versus endoscopic submucosal dissection for laterally spreading colorectal lesions a cost-effectiveness analysis <PERSOON> I, et al Extent of unnecessary surgery for benign rectal polyps in the Netherlands Gastrointestinal endoscopy ### <PERSOON> PCM, Mundt <PERSOON-##> WA, et al <PERSOON-##> impact of the national bowel screening program in the Netherlands on detection and treatment of endoscopically unresectable benign Fuccio L, <PERSOON-##> A, et al Clinical outcomes after endoscopic submucosal dissection for colorectal neoplasia a systematic review and meta-analysis <PERSOON-##> EJ Laparoscopicmonitored colonoscopic polypectomy a multimodality method to avoid segmental colon resection Colorectal Dis <PERSOON-##> ME, <PERSOON-##> monitored colonoscopic polypectomy long-term follow-up <PERSOON-##> TB, <PERSOON-##> EM Minimally invasive approaches for the management <PERSOON-##> JW Dynamic article long-term outcomes of patients undergoing combined endolaparoscopic surgery for benign colon polyps Diseases of the colon and rectum <PERSOON-##> JC, Bergamaschi R.
479
nvmdl
the management of complex colon polyps an economic analysis Bahin FF, Heitman SJ, Bourke MJ Wide-field endoscopic mucosal resection versus endoscopic submucosal dissection for laterally spreading colorectal lesions a cost-effectiveness analysis <PERSOON> I, et al Extent of unnecessary surgery for benign rectal polyps in the Netherlands Gastrointestinal endoscopy ### <PERSOON> PCM, Mundt <PERSOON> WA, et al <PERSOON> impact of the national bowel screening program in the Netherlands on detection and treatment of endoscopically unresectable benign Fuccio L, <PERSOON> A, et al Clinical outcomes after endoscopic submucosal dissection for colorectal neoplasia a systematic review and meta-analysis <PERSOON> EJ Laparoscopicmonitored colonoscopic polypectomy a multimodality method to avoid segmental colon resection Colorectal Dis <PERSOON> ME, <PERSOON> monitored colonoscopic polypectomy long-term follow-up <PERSOON> TB, <PERSOON-##> EM Minimally invasive approaches for the management <PERSOON-##> JW Dynamic article long-term outcomes of patients undergoing combined endolaparoscopic surgery for benign colon polyps Diseases of the colon and rectum <PERSOON-##> JC, Bergamaschi R laparoscopic-assisted colonoscopic polypectomy for endoscopically unresectable polyps a randomized controlled <PERSOON-##> Tot <PERSOON-##> Cappel WH, van Westreenen HL Limited Endoscopic-Assisted Wedge Resection for Excision of Colon Polyps Diseases of the colon and rectum ###;##(#) ##<DATUM> <PERSOON-##> ischemia after epinephrine injection during EMR for a large rectal polyp <PERSOON-##> T, Oi I, et al Lifting of lesions during endoscopic mucosal resection (EMR) of early colorectal cancer implications for the assessment of resectability <PERSOON-##> J, et al Determining the treatment strategy for colorectal neoplastic lesions endoscopic assessment or the non-lifting sign for diagnosing invasion depth? <PERSOON-##> MJ Cold-forceps avulsion with adjuvant snare-tip soft coagulation (CAST) is an effective and safe strategy for the management of non-lifting large laterally spreading Welke poliepkenmerken zijn geassocieerd met de aanwezigheid van een submucosaal invasief Met de invoering van het bevolkingsonderzoek is het aantal submucosaal invasieve carcinomen (ook wel maligne poliep of T# CRC) in aantal fors toegenomen (#) Omdat de kans op synchrone metastasen als ook het risico op het gelijktijdig voorkomen van lymfkliermetastasen relatief klein is, kan een groot deel van de T# carcinomen in potentie met een minimaal invasieve methode worden verwijderd Omdat een van de criteria voor een curatieve resectie negatieve snijranden.
510
nvmdl
laparoscopic-assisted colonoscopic polypectomy for endoscopically unresectable polyps a randomized controlled <PERSOON> Tot <PERSOON> Cappel WH, van Westreenen HL Limited Endoscopic-Assisted Wedge Resection for Excision of Colon Polyps Diseases of the colon and rectum ###;##(#) ##<DATUM> <PERSOON> ischemia after epinephrine injection during EMR for a large rectal polyp <PERSOON> T, Oi I, et al Lifting of lesions during endoscopic mucosal resection (EMR) of early colorectal cancer implications for the assessment of resectability <PERSOON> J, et al Determining the treatment strategy for colorectal neoplastic lesions endoscopic assessment or the non-lifting sign for diagnosing invasion depth? <PERSOON> MJ Cold-forceps avulsion with adjuvant snare-tip soft coagulation (CAST) is an effective and safe strategy for the management of non-lifting large laterally spreading Welke poliepkenmerken zijn geassocieerd met de aanwezigheid van een submucosaal invasief Met de invoering van het bevolkingsonderzoek is het aantal submucosaal invasieve carcinomen (ook wel maligne poliep of T# CRC) in aantal fors toegenomen (#) Omdat de kans op synchrone metastasen als ook het risico op het gelijktijdig voorkomen van lymfkliermetastasen relatief klein is, kan een groot deel van de T# carcinomen in potentie met een minimaal invasieve methode worden verwijderd Omdat een van de criteria voor een curatieve resectie negatieve snijranden van vrije snijranden, en optimale beoordeling van de histologische risicofactoren Omdat niet alle resectietechnieken leiden tot een curatieve resectie, leidt herkenning van het T# carcinoom vaak tot een aanpassing van de resectietechniek Optische diagnostiek is noodzakelijk om te besluiten tot een endoscopische resectie, of te verwijzen voor een oncologische resectie In dit hoofdstuk worden de kenmerken samengevat die voorspellend zijn voor de aanwezigheid van een T# carcinoom, welke kenmerken duiden op diepe invasie in de submucosa, als ook een beslismodel om het risico voor een maligne poliep in te schatten Omdat de keuze voor een specifieke resectiemethode vooral gebaseerd zou moeten zijn op de optische inschatting van de histologie van de poliep, is een goede evaluatie van de poliep voorafgaand aan de verwijdering van de poliep een belangrijk onderdeel van de poliepectomie zelf Recent onderzoek toont aan dat deze inschatting in de praktijk moeizaam verloopt (#), en frequent leidt tot over- en onderschatting van de kans op een submucosaal invasief carcinoom Als gevolg hiervan wordt in <LOCATIE> toch een aanzienlijk deel van de niet-invasieve poliepen met chirurgie behandeld (#, #), als ook een belangrijk deel van de T# CRC piecemeal verwijderd welke wel curatief hadden kunnen worden behandeld (#) Omdat chirurgische resectie gepaard gaat met meer morbiditeit en mortaliteit dan een endoscopische behandeling, is een verlaging van dit percentage Risicofactoren voor de aanwezigheid van een submucosaal invasief carcinoom Omdat optische diagnostiek voor gesteelde poliepen erg lastig is t g v.
535
nvmdl
vrije snijranden, en optimale beoordeling van de histologische risicofactoren Omdat niet alle resectietechnieken leiden tot een curatieve resectie, leidt herkenning van het T# carcinoom vaak tot een aanpassing van de resectietechniek Optische diagnostiek is noodzakelijk om te besluiten tot een endoscopische resectie, of te verwijzen voor een oncologische resectie In dit hoofdstuk worden de kenmerken samengevat die voorspellend zijn voor de aanwezigheid van een T# carcinoom, welke kenmerken duiden op diepe invasie in de submucosa, als ook een beslismodel om het risico voor een maligne poliep in te schatten Omdat de keuze voor een specifieke resectiemethode vooral gebaseerd zou moeten zijn op de optische inschatting van de histologie van de poliep, is een goede evaluatie van de poliep voorafgaand aan de verwijdering van de poliep een belangrijk onderdeel van de poliepectomie zelf Recent onderzoek toont aan dat deze inschatting in de praktijk moeizaam verloopt (#), en frequent leidt tot over- en onderschatting van de kans op een submucosaal invasief carcinoom Als gevolg hiervan wordt in <LOCATIE> toch een aanzienlijk deel van de niet-invasieve poliepen met chirurgie behandeld (#, #), als ook een belangrijk deel van de T# CRC piecemeal verwijderd welke wel curatief hadden kunnen worden behandeld (#) Omdat chirurgische resectie gepaard gaat met meer morbiditeit en mortaliteit dan een endoscopische behandeling, is een verlaging van dit percentage Risicofactoren voor de aanwezigheid van een submucosaal invasief carcinoom Omdat optische diagnostiek voor gesteelde poliepen erg lastig is t g v g v tractie, wordt optische diagnostiek naar het voorspellen van een T# CRC alleen toegepast op niet-gesteelde poliepen Er zijn recent twee meta-analyses uitgevoerd naar kenmerken die geassocieerd zijn met de aanwezigheid van een T# CRC, en de voorspelling van de diepte van invasie in de submucosa (#, #) De sensitiviteit van optische beoordeling verbeterde vooral bij het gebruik van advanced imaging technieken zoals chromoendoscopie of NBI Deze technieken zouden derhalve een belangrijk onderdeel moeten zijn van de beoordeling van een poliep op de aanwezigheid van een T# CRC Toch kunnen morfologische kenmerken de endoscopist wel attenderen op een verhoogde kans op maligniteit en waar Op basis van twee prospectieve studies blijken bepaalde morfologische kenmerken voorspellende waarde te hebben voor submucosale invasie (zie Tabel #) De sensitiviteit van deze kenmerken is echter slechts ##-##%, met een specificiteit van #<DATUM> (#) De optische diagnose van een T# CRC op basis van alleen morfologisch kenmerken is derhalve onvoldoende om het risico betrouwbaar in te schatten (#) De <PERSOON> classificatie is ontwikkeld om de morfologie van de poliep te beschrijven (#) Binnen de <PERSOON> classificatie is eigenlijk alleen de <PERSOON> IIc poliep een voorspeller van diep submucosale invasie De studies over het risico op een invasief carcinoom in relatie tot vlakke morfologie (<PERSOON> IIa of IIb) versus sessiele morfologie (<PERSOON> Is) zijn conflicterend In twee recente analyses waarbij meerdere factoren prospectief zijn geregistreerd, bleek juist een <PERSOON> IIa, met homogeen granulair patroon gelokaliseerd in het proximale colon een zeer laag risico op een submucosaal invasief.
587
nvmdl
een T# CRC alleen toegepast op niet-gesteelde poliepen Er zijn recent twee meta-analyses uitgevoerd naar kenmerken die geassocieerd zijn met de aanwezigheid van een T# CRC, en de voorspelling van de diepte van invasie in de submucosa (#, #) De sensitiviteit van optische beoordeling verbeterde vooral bij het gebruik van advanced imaging technieken zoals chromoendoscopie of NBI Deze technieken zouden derhalve een belangrijk onderdeel moeten zijn van de beoordeling van een poliep op de aanwezigheid van een T# CRC Toch kunnen morfologische kenmerken de endoscopist wel attenderen op een verhoogde kans op maligniteit en waar Op basis van twee prospectieve studies blijken bepaalde morfologische kenmerken voorspellende waarde te hebben voor submucosale invasie (zie Tabel #) De sensitiviteit van deze kenmerken is echter slechts ##-##%, met een specificiteit van #<DATUM> (#) De optische diagnose van een T# CRC op basis van alleen morfologisch kenmerken is derhalve onvoldoende om het risico betrouwbaar in te schatten (#) De <PERSOON> classificatie is ontwikkeld om de morfologie van de poliep te beschrijven (#) Binnen de <PERSOON> classificatie is eigenlijk alleen de <PERSOON> IIc poliep een voorspeller van diep submucosale invasie De studies over het risico op een invasief carcinoom in relatie tot vlakke morfologie (<PERSOON> IIa of IIb) versus sessiele morfologie (<PERSOON> Is) zijn conflicterend In twee recente analyses waarbij meerdere factoren prospectief zijn geregistreerd, bleek juist een <PERSOON> IIa, met homogeen granulair patroon gelokaliseerd in het proximale colon een zeer laag risico op een submucosaal invasief juist een hoog risico op een submucosaal invasief carcinoom te hebben (##) Tevens blijkt er een matige interobserver variabiliteit te bestaan voor het gebruik van dit classificatie systeem (##) Het wordt derhalve aangeraden om de <PERSOON> classificatie alleen in samenhang met andere factoren te gebruiken voor het voorspellen van een submucosaal invasief carcinoom Een depressie is gedefinieerd als een verlaging van het oppervlakte ten opzicht van het omgevende poliepweefsel of de normale mucosa Een depressie kan volgens de <PERSOON> classificatie worden geclassificeerd als een IIc laesie Deze kan solitair voorkomen met alleen een depressie t o v de omliggende normale mucosa (#-IIc), maar vaak ook in relatie tot een vlakke, licht verheven poliep met een centrale depressie (<PERSOON> IIa + IIc) of als een depressie met licht verheven rand (<PERSOON> IIc + IIa) In een grote prospectieve studie uit Australië van ### niet-gesteelde poliepen ≥ ## mm, bleek een depressie (IIc of IIa + IIc) geassocieerd te zijn met een invasief carcinoom in ##% van de gevallen (##) Bij multivariate analyse bleek vooral een Is component, non-granulair oppervlak, en een Kudo V pit patroon geassocieerd te zijn met een submucosaal invasief carcinoom (##) Een depressie vertoonde wel een trend Hoewel een depressie in de OPTICAL # studie wel geassocieerd bleek met de aanwezigheid van een invasief carcinoom, bleek de aanwezigheid van depressie toch maar een beperkte toevoegde waarde te hebben als deze werd gecombineerd met NBI.
602
nvmdl
carcinoom te hebben (##) Tevens blijkt er een matige interobserver variabiliteit te bestaan voor het gebruik van dit classificatie systeem (##) Het wordt derhalve aangeraden om de <PERSOON> classificatie alleen in samenhang met andere factoren te gebruiken voor het voorspellen van een submucosaal invasief carcinoom Een depressie is gedefinieerd als een verlaging van het oppervlakte ten opzicht van het omgevende poliepweefsel of de normale mucosa Een depressie kan volgens de <PERSOON> classificatie worden geclassificeerd als een IIc laesie Deze kan solitair voorkomen met alleen een depressie t o v de omliggende normale mucosa (#-IIc), maar vaak ook in relatie tot een vlakke, licht verheven poliep met een centrale depressie (<PERSOON> IIa + IIc) of als een depressie met licht verheven rand (<PERSOON> IIc + IIa) In een grote prospectieve studie uit Australië van ### niet-gesteelde poliepen ≥ ## mm, bleek een depressie (IIc of IIa + IIc) geassocieerd te zijn met een invasief carcinoom in ##% van de gevallen (##) Bij multivariate analyse bleek vooral een Is component, non-granulair oppervlak, en een Kudo V pit patroon geassocieerd te zijn met een submucosaal invasief carcinoom (##) Een depressie vertoonde wel een trend Hoewel een depressie in de OPTICAL # studie wel geassocieerd bleek met de aanwezigheid van een invasief carcinoom, bleek de aanwezigheid van depressie toch maar een beperkte toevoegde waarde te hebben als deze werd gecombineerd met NBI Indien de depressie gepaard gaat met een afwijkend vasculair of oppervlakte patroon, wijst dit sterk op een invasief carcinoom In aanwezigheid van een regulair patroon is dit onwaarschijnlijk Ten gevolge van de angiogenese passend bij toenemende dysplasie wordt vaak waargenomen dat de poliep spontaan begint te bloeden in het gebied met het afwijkende slijmvlies wanneer de poliep wordt gespoeld met water In verschillende studies bleek dit bloeden van het slijmvlies geassocieerd te zijn met een submucosaal invasief carcinoom (##, ##) In de Optical I studie waarbij meerdere kenmerken prospectief werden geregistreerd, bleek het spontaan bloeden van de poliep, ook geassocieerd te zijn met de aanwezigheid van een submucosaal carcinoom als ook met diepe invasie Tractie met ischemie van het oppervlak bij grote poliepen of gesteelde poliepen kan ook makkelijk bloedend slijmvlies laten zien Derhalve is makkelijk bloedend slijmvlies op zichzelf De locatie van de poliep in het colon of rectum blijkt ook een voorspellend waarde te hebben voor de aanwezigheid van een submucosaal invasief carcinoom In een recente studie van Burgess et al is gekeken in een populatie van ###, ) ## mm, niet-gesteelde poliepen naar het voorkomen van invasief carcinoom in poliepen die aanvankelijk als niet–invasief werden ingeschat In deze populatie bleek een locatie in het rectum en sigmoid een onafhankelijke voorspeller te zijn voor de aanwezigheid op een submucosaal invasief carcinoom (OR # ##, ##%CI # <DATUM> Een recente meta-analyse naar het voorkomen van submucosaal invasief carcinoom in ## studies, toonde tevens aan dat het risico hoger is in lateraal spreidende poliepen in het distale colon (OR <DATUM> ##%CI# <DATUM> .
612
nvmdl
aanwezigheid van een regulair patroon is dit onwaarschijnlijk Ten gevolge van de angiogenese passend bij toenemende dysplasie wordt vaak waargenomen dat de poliep spontaan begint te bloeden in het gebied met het afwijkende slijmvlies wanneer de poliep wordt gespoeld met water In verschillende studies bleek dit bloeden van het slijmvlies geassocieerd te zijn met een submucosaal invasief carcinoom (##, ##) In de Optical I studie waarbij meerdere kenmerken prospectief werden geregistreerd, bleek het spontaan bloeden van de poliep, ook geassocieerd te zijn met de aanwezigheid van een submucosaal carcinoom als ook met diepe invasie Tractie met ischemie van het oppervlak bij grote poliepen of gesteelde poliepen kan ook makkelijk bloedend slijmvlies laten zien Derhalve is makkelijk bloedend slijmvlies op zichzelf De locatie van de poliep in het colon of rectum blijkt ook een voorspellend waarde te hebben voor de aanwezigheid van een submucosaal invasief carcinoom In een recente studie van Burgess et al is gekeken in een populatie van ###, ) ## mm, niet-gesteelde poliepen naar het voorkomen van invasief carcinoom in poliepen die aanvankelijk als niet–invasief werden ingeschat In deze populatie bleek een locatie in het rectum en sigmoid een onafhankelijke voorspeller te zijn voor de aanwezigheid op een submucosaal invasief carcinoom (OR # ##, ##%CI # <DATUM> Een recente meta-analyse naar het voorkomen van submucosaal invasief carcinoom in ## studies, toonde tevens aan dat het risico hoger is in lateraal spreidende poliepen in het distale colon (OR <DATUM> ##%CI# <DATUM> invasief carcinoom ongeveer ##% betreft, hetgeen veel hoger is dan de <DATUM> die voor het colon Het oppervlakte van de poliep is grofweg te beschrijven als een hobbelig oppervlak, bestaande uit een aggregatie van meerdere kleine nodules (granulair), als een glad oppervlak (non-granulair), of een mix van beide oppervlakte types Een non-granulair oppervlak is geassocieerd met een hoger risico op submucosale invasie dan een granulair oppervlak (##, ##) Binnen poliepen met een granulair oppervlak bleken poliepen met een nodule ) ## mm of een roder, non-granulair gedeelte juist geassocieerd met een verhoogd risico op submucosal invasie (#, ##) Homogeen granulair oppervlakte met nodules ( ## mm was juist geassocieerd met een heel laag risico op submucosale invasie Deze bevindingen zijn inmiddels bevestigd in meerdere onafhankelijke studies (##, ##, ##) Hoewel in eerdere studies omvang gerelateerd was aan het risico van submucosale invasie, bleek het effect van de omvang erg klein of afwezig te zijn wanneer andere factoren als poliep morfologie, oppervlakte structuur, locatie en geavanceerde afbeeldingstechnieken werden gebruikt Het wordt derhalve afgeraden om omvang van de poliep te gebruiken bij het inschatten van de kans op submucosale invasie, en juist gebruik te maken van de andere morfologische kenmerken en Injectie van vloeistof in de submucosa is vaak moeilijk of onmogelijk bij colorectale carcinomen vanwege de desmoplastische reactie en diepe invasie in de submucosa Hierbij lift de tumor niet maar de omgeving wel Dit wordt ook wel het non-lifting teken genoemd Aanvankelijk werd het.
599
nvmdl
betreft, hetgeen veel hoger is dan de <DATUM> die voor het colon Het oppervlakte van de poliep is grofweg te beschrijven als een hobbelig oppervlak, bestaande uit een aggregatie van meerdere kleine nodules (granulair), als een glad oppervlak (non-granulair), of een mix van beide oppervlakte types Een non-granulair oppervlak is geassocieerd met een hoger risico op submucosale invasie dan een granulair oppervlak (##, ##) Binnen poliepen met een granulair oppervlak bleken poliepen met een nodule ) ## mm of een roder, non-granulair gedeelte juist geassocieerd met een verhoogd risico op submucosal invasie (#, ##) Homogeen granulair oppervlakte met nodules ( ## mm was juist geassocieerd met een heel laag risico op submucosale invasie Deze bevindingen zijn inmiddels bevestigd in meerdere onafhankelijke studies (##, ##, ##) Hoewel in eerdere studies omvang gerelateerd was aan het risico van submucosale invasie, bleek het effect van de omvang erg klein of afwezig te zijn wanneer andere factoren als poliep morfologie, oppervlakte structuur, locatie en geavanceerde afbeeldingstechnieken werden gebruikt Het wordt derhalve afgeraden om omvang van de poliep te gebruiken bij het inschatten van de kans op submucosale invasie, en juist gebruik te maken van de andere morfologische kenmerken en Injectie van vloeistof in de submucosa is vaak moeilijk of onmogelijk bij colorectale carcinomen vanwege de desmoplastische reactie en diepe invasie in de submucosa Hierbij lift de tumor niet maar de omgeving wel Dit wordt ook wel het non-lifting teken genoemd Aanvankelijk werd het (##) Deze lifting bleek ook afhankelijk te zijn van de diepte van invasie, waarbij Sm# invasie nog ##% goed lift, gaat dit geleidelijk steeds minder tot nagenoeg geen lifting bij Sm# invasie (##) De mate van lifting kan worden weergegeven volgens de <PERSOON> classificatie <PERSOON> type I en II betreft goede lifting, type III betreft partiele lifting en <PERSOON> IV is absolute non-lifting <PERSOON> IV bleek ook in deze studie geassocieerd met diepe submucosale invasie (Sm#) (##) Omdat deze studies allen zijn verricht in geselecteerde groepen met Tis/T# CRC’s, kon niet de waarde van non-lifting als diagnosticum voor een T# CRC, en de diepte van invasie niet worden ingeschat In een studie van Kobayashi bleek de sensitiviteit van het non-lifting teken veel lager te zijn dan de endoscopische beoordeling met chromoendoscopie Partiele non-lifting in de afwezigheid van optische kenmerken van submucosale invasie kan derhalve heel goed passen bij een andere oorzaak zoals submucosale fibrose bij een grote poliep, of na een eerdere poging tot verwijdering (##) Als non-lifting wordt waargenomen in de aanwezigheid van optische kenmerken van submucosale invasie is dit zeer indicatief voor diepe invasie in de submucosa en moet worden afgezien van een Geavanceerde technieken maken gebruiken van de toegenomen mogelijkheden het oppervlakte van de mucosa met meer detail te bekijken, en afwijkingen in het oppervlakte-, en vaatpatroon op te sporen Chromoendoscopie en Narrow band imaging (NBI) zijn hierin het meest geëvalueerd, en over deze technieken is het meeste informatie beschikbaar.
599
nvmdl
van invasie, waarbij Sm# invasie nog ##% goed lift, gaat dit geleidelijk steeds minder tot nagenoeg geen lifting bij Sm# invasie (##) De mate van lifting kan worden weergegeven volgens de <PERSOON> classificatie <PERSOON> type I en II betreft goede lifting, type III betreft partiele lifting en <PERSOON> IV is absolute non-lifting <PERSOON> IV bleek ook in deze studie geassocieerd met diepe submucosale invasie (Sm#) (##) Omdat deze studies allen zijn verricht in geselecteerde groepen met Tis/T# CRC’s, kon niet de waarde van non-lifting als diagnosticum voor een T# CRC, en de diepte van invasie niet worden ingeschat In een studie van Kobayashi bleek de sensitiviteit van het non-lifting teken veel lager te zijn dan de endoscopische beoordeling met chromoendoscopie Partiele non-lifting in de afwezigheid van optische kenmerken van submucosale invasie kan derhalve heel goed passen bij een andere oorzaak zoals submucosale fibrose bij een grote poliep, of na een eerdere poging tot verwijdering (##) Als non-lifting wordt waargenomen in de aanwezigheid van optische kenmerken van submucosale invasie is dit zeer indicatief voor diepe invasie in de submucosa en moet worden afgezien van een Geavanceerde technieken maken gebruiken van de toegenomen mogelijkheden het oppervlakte van de mucosa met meer detail te bekijken, en afwijkingen in het oppervlakte-, en vaatpatroon op te sporen Chromoendoscopie en Narrow band imaging (NBI) zijn hierin het meest geëvalueerd, en over deze technieken is het meeste informatie beschikbaar Omdat er echter nog onvoldoende informatie beschikbaar is voor een goede evaluatie, zijn deze technieken nu niet meegenomen in de evaluatie voor deze richtlijn Een meta-analyse naar studies met chromoendoscopie en NBI toonde aan dat zowel chromoendoscopie (gepoelde sensitiviteit # ## ##%CI # ##-# ##) als ook NBI (gepoelde sensitiviteit # ##, ##%CI # ##-# ##) superieur zijn in het herkennen van een T# CRC, als ook in het voorspellen van de diepte van invasie (#) Morfologische features hadden gezamenlijk een sensitiviteit variërend tussen de ## en ##% Het wordt derhalve aangeraden om geavanceerde afbeeldingstechnieken te gebruiken om de aanwezigheid van een T# CRC en de Nieuwe generatie endoscopen met zoom functie maken het mogelijk om het oppervlakte van de poliep nauwkeurig van dichtbij te beoordelen In aanvulling hierop kan het oppervlakte patroon worden geaccentueerd met de toevoeging van een kleurstof zoals indigo carmine of crystal violet Omdat de kleurstof in de crypten gaat zitten is een groter contrast te verkrijgen waarmee het oppervlakte patroon is te classificeren volgens de Kudo classificatie Het toepassen van deze classificatie blijkt een goede voorspellende waarde te hebben voor de aanwezigheid van een T# CRC of de diepte van invasie Een sterk verstoord oppervlakte patroon (Kudo Vi) is geassocieerd met de aanwezigheid van kanker, waarbij een totale afwezigheid van een patroon (Kudo Vn) sterk wijst Met NBI kan het microvasculair vaatpatroon van het neoplastische slijmvlies worden geëvalueerd Hirata et al , beschreef als eerste dat een variatie van het vaatpatroon naar dikkere, kronkelige vaten, afwezigheid van een vaatpatroon een voorspellende waarde had voor de aanwezigheid van.
615
nvmdl
in de evaluatie voor deze richtlijn Een meta-analyse naar studies met chromoendoscopie en NBI toonde aan dat zowel chromoendoscopie (gepoelde sensitiviteit # ## ##%CI # ##-# ##) als ook NBI (gepoelde sensitiviteit # ##, ##%CI # ##-# ##) superieur zijn in het herkennen van een T# CRC, als ook in het voorspellen van de diepte van invasie (#) Morfologische features hadden gezamenlijk een sensitiviteit variërend tussen de ## en ##% Het wordt derhalve aangeraden om geavanceerde afbeeldingstechnieken te gebruiken om de aanwezigheid van een T# CRC en de Nieuwe generatie endoscopen met zoom functie maken het mogelijk om het oppervlakte van de poliep nauwkeurig van dichtbij te beoordelen In aanvulling hierop kan het oppervlakte patroon worden geaccentueerd met de toevoeging van een kleurstof zoals indigo carmine of crystal violet Omdat de kleurstof in de crypten gaat zitten is een groter contrast te verkrijgen waarmee het oppervlakte patroon is te classificeren volgens de Kudo classificatie Het toepassen van deze classificatie blijkt een goede voorspellende waarde te hebben voor de aanwezigheid van een T# CRC of de diepte van invasie Een sterk verstoord oppervlakte patroon (Kudo Vi) is geassocieerd met de aanwezigheid van kanker, waarbij een totale afwezigheid van een patroon (Kudo Vn) sterk wijst Met NBI kan het microvasculair vaatpatroon van het neoplastische slijmvlies worden geëvalueerd Hirata et al , beschreef als eerste dat een variatie van het vaatpatroon naar dikkere, kronkelige vaten, afwezigheid van een vaatpatroon een voorspellende waarde had voor de aanwezigheid van Sindsdien zijn er meerdere classificatiesystemen bedacht en gevalideerd om het risico op T# CRC te voorspellen (Zie tabel #) Op dit moment is er onvoldoende bewijs om een voorkeur uit te spreken voor een van de specifieke classificaties Het nadeel van de NCI classificatie is dat deze geen onderscheid maakt tussen <PERSOON> met oppervlakkige en diepe invasie Type # komt in de studies vooral overeen met diepe invasie waarvoor in hoge frequentie chirurgie nodig is om de lymfklieren te verwijderen Type III kan derhalve wel worden gebruikt om het onderscheid te maken tussen <PERSOON> die behandeld moeten worden met chirurgie Binnen type II bevindt zich echter geen subtype dat voorspelt of er sprake van een oppervlakkig T# CRC Dit heeft geleid tot de nieuwe JNET classificatie die type # onderscheidt in Type #A en <PERSOON> #B kent kenmerken die overeen komen met de criteria in de Sano classificatie en Hiroshima Classificatie, die geassocieerd zijn met de aanwezigheid van een oppervlakkig invasief T# CRC (##) De JNET classificatie adviseert vervolgens bij type #B aanvullend chromoendoscopie te verrichten De waarde van deze Tabel # Overzicht van verschillende NBI classificatiesystemen voor het voorspellen van de aanwezigheid van een T# CRC en de diepte van invasie in de submucosa <PERSOON> met kenmerken van diepe invasie moeten bij voorkeur niet behandeld worden met een endoscopische resectie omdat de kans op een curatieve resectie heel klein is.
573
nvmdl
classificatiesystemen bedacht en gevalideerd om het risico op T# CRC te voorspellen (Zie tabel #) Op dit moment is er onvoldoende bewijs om een voorkeur uit te spreken voor een van de specifieke classificaties Het nadeel van de NCI classificatie is dat deze geen onderscheid maakt tussen <PERSOON> met oppervlakkige en diepe invasie Type # komt in de studies vooral overeen met diepe invasie waarvoor in hoge frequentie chirurgie nodig is om de lymfklieren te verwijderen Type III kan derhalve wel worden gebruikt om het onderscheid te maken tussen <PERSOON> die behandeld moeten worden met chirurgie Binnen type II bevindt zich echter geen subtype dat voorspelt of er sprake van een oppervlakkig T# CRC Dit heeft geleid tot de nieuwe JNET classificatie die type # onderscheidt in Type #A en <PERSOON> #B kent kenmerken die overeen komen met de criteria in de Sano classificatie en Hiroshima Classificatie, die geassocieerd zijn met de aanwezigheid van een oppervlakkig invasief T# CRC (##) De JNET classificatie adviseert vervolgens bij type #B aanvullend chromoendoscopie te verrichten De waarde van deze Tabel # Overzicht van verschillende NBI classificatiesystemen voor het voorspellen van de aanwezigheid van een T# CRC en de diepte van invasie in de submucosa <PERSOON> met kenmerken van diepe invasie moeten bij voorkeur niet behandeld worden met een endoscopische resectie omdat de kans op een curatieve resectie heel klein is invasief en diep invasief carcinoom In tabel # staat de stadia vermeld in de verschillende classificaties voor zowel NBI als chromo-endoscopie Met de huidige kennis met risicostratificatie is het aan ter raden bij een <PERSOON> type #, of Sano IIIB primair een chirurgische resectie te verrichten Predictiemodel voor de aanwezigheid van een submucosaal invasief carcinoom Er zijn # predictiemodellen gemaakt op basis van enkele van de bovenstaande risicofactoren, welke gebruikt kunnen worden bij de endoscopische inschatting op een invasief carcinoom ( NBI wordt het model van Burgess et al geadviseerd Mocht een <INSTELLING> wel beschikken over NBI wordt het model van de Optical I geadviseerd daar dit model is gevalideerd op de Nederlandse situatie Hoewel niet gevalideerd in het model is de Hiroshima classificatie eventueel te vervangen Proximal is alles vanaf en inclusief de flexura lienalis Distaal betrekt ook het rectum Morfologische kenmerken betreft zowel de <PERSOON> classificatie als ook het oppervlaktepatroon (granulariteit) G is granulair, <PERSOON> IIa +Is G is derhalve een vlakke poliep met een nodule groter dan ## mm, waarbij het oppervlakte patroon een granulair aspect heeft Abbreviations CRC colorectal cancer; LASSO least absolute shrinkage and selection operator; LNPCP large non-pedunculated colorectal polyp Note # Bleeding indicates spontaneous bleeding (– absence; + presence) <PERSOON> vessels indicate even vessel diameter and distribution Irregular vessels indicate uneven vessel diameter or uneven vessel distribution Absent vessels indicate scattered or absent vessels Note #.
555
nvmdl
verschillende classificaties voor zowel NBI als chromo-endoscopie Met de huidige kennis met risicostratificatie is het aan ter raden bij een <PERSOON> type #, of Sano IIIB primair een chirurgische resectie te verrichten Predictiemodel voor de aanwezigheid van een submucosaal invasief carcinoom Er zijn # predictiemodellen gemaakt op basis van enkele van de bovenstaande risicofactoren, welke gebruikt kunnen worden bij de endoscopische inschatting op een invasief carcinoom ( NBI wordt het model van Burgess et al geadviseerd Mocht een <INSTELLING> wel beschikken over NBI wordt het model van de Optical I geadviseerd daar dit model is gevalideerd op de Nederlandse situatie Hoewel niet gevalideerd in het model is de Hiroshima classificatie eventueel te vervangen Proximal is alles vanaf en inclusief de flexura lienalis Distaal betrekt ook het rectum Morfologische kenmerken betreft zowel de <PERSOON> classificatie als ook het oppervlaktepatroon (granulariteit) G is granulair, <PERSOON> IIa +Is G is derhalve een vlakke poliep met een nodule groter dan ## mm, waarbij het oppervlakte patroon een granulair aspect heeft Abbreviations CRC colorectal cancer; LASSO least absolute shrinkage and selection operator; LNPCP large non-pedunculated colorectal polyp Note # Bleeding indicates spontaneous bleeding (– absence; + presence) <PERSOON> vessels indicate even vessel diameter and distribution Irregular vessels indicate uneven vessel diameter or uneven vessel distribution Absent vessels indicate scattered or absent vessels Note # These cannot be interpreted in the classical sense of a ##% confidence interval; they merely represent an indication of the level of uncertainty surrounding the reported estimates, due to the relatively small dataset and complex estimation procedures Morfologische beschrijvingen als de <PERSOON> classificatie, grof morfologisch oppervlaktepatroon (granulariteit), depressie en makkelijk bloedend slijmvlies zijn geassocieerd Geavanceerde afbeeldingstechnieken als NBI en chromoendoscopie hebben een hogere sensitiviteit en specificiteit in het herkennen van T# carcinomen dan morfologische kenmerken Geavanceerde afbeeldingstechnieken als NBI en chromoendoscopie hebben een hogere sensitiviteit en specificiteit in het herkennen van diepe invasie van T# carcinomen dan morfologische kenmerken Het is op dit moment niet goed uitgezocht vanaf welke reëele kans op een T# CRC een en bloc resectie techniek moet worden toegepast Op basis van de huidige inzichten lijkt een en bloc resectie bij risico hoger dan ##% wel een kosteneffectieve aanpak te zijn (##) Het overgrote deel van de ) ## mm LST valt dan onder de ##% en kan met (piecemeal) EMR worden verwijderd <PERSOON> die worden gevonden in de poliepen met een lagere risico inschatting (OPTICAL I model ##-##%), is bij een meerderheid geen aanvullende oncologische resectie noodzakelijk (endoscopisch curatief) Bij een hoger percentage neemt het aandeel diep invasieve en niet-curatieve resecties toe (##, ##) De overgang van invasief, naar diep invasief is lastig te maken Zowel het Optical I model als het Burgess-model biedt daar geen handvaten voor.
573
nvmdl
sense of a ##% confidence interval; they merely represent an indication of the level of uncertainty surrounding the reported estimates, due to the relatively small dataset and complex estimation procedures Morfologische beschrijvingen als de <PERSOON> classificatie, grof morfologisch oppervlaktepatroon (granulariteit), depressie en makkelijk bloedend slijmvlies zijn geassocieerd Geavanceerde afbeeldingstechnieken als NBI en chromoendoscopie hebben een hogere sensitiviteit en specificiteit in het herkennen van T# carcinomen dan morfologische kenmerken Geavanceerde afbeeldingstechnieken als NBI en chromoendoscopie hebben een hogere sensitiviteit en specificiteit in het herkennen van diepe invasie van T# carcinomen dan morfologische kenmerken Het is op dit moment niet goed uitgezocht vanaf welke reëele kans op een T# CRC een en bloc resectie techniek moet worden toegepast Op basis van de huidige inzichten lijkt een en bloc resectie bij risico hoger dan ##% wel een kosteneffectieve aanpak te zijn (##) Het overgrote deel van de ) ## mm LST valt dan onder de ##% en kan met (piecemeal) EMR worden verwijderd <PERSOON> die worden gevonden in de poliepen met een lagere risico inschatting (OPTICAL I model ##-##%), is bij een meerderheid geen aanvullende oncologische resectie noodzakelijk (endoscopisch curatief) Bij een hoger percentage neemt het aandeel diep invasieve en niet-curatieve resecties toe (##, ##) De overgang van invasief, naar diep invasief is lastig te maken Zowel het Optical I model als het Burgess-model biedt daar geen handvaten voor type #, NICE # of Hiroshima C# vaatpatroon bij NBI Met de huidige risicostratificatie voor lymfkliermetastasen is het niet te verwachten dat veel van deze gevallen dan alsnog endoscopisch curatief zullen zijn behandeld en dat in het overgrote deel dan alsnog aanvullende oncologische resectie noodzakelijk zal zijn Naar mening van de werkgroep moet de advanced imaging zoals NBI of pit patroon analyse (Kudo of Showa) derhalve leidend zijn in het beoordelen van het risico op een invasief carcinoom Bovenstaande modellen (Burgess en Backes) zijn met name heel geschikt om met een hoge specificiteit niet-invasieve poliepen te herkennen Naar de mening van de werkgroep is er op dit moment geen indicatie voor een endoscopische behandeling van een diep invasief carcinoom buiten studieverband om Het wordt aanbevolen om aan de hand van morfologische kenmerken als <PERSOON> classificatie en granulariteit in combinatie met locatie in het colon de a priori kans op Het wordt aanbevolen geavanceerde afbeeldingstechnieken als NBI of chromoendoscopie te gebruiken om te bepalen of er sprake is van een T# carcinoom Het wordt aanbevolen geavanceerde afbeeldingstechnieken als NBI of chromoendoscopie te gebruiken om de diepte van invasie van T# carcinoom te voorspellen Het wordt aanbevolen een endoscopische en bloc resectie te verrichten bij een reëel Slechts een beperkt deel van de <PERSOON> in het colon heeft reeds lymfkliermetastasen bij vaststelling Derhalve kan potentieel een groot deel met een lokale behandeling worden verwijderd Een endoscopische resectie van een potentieel maligne poliep dient te streven naar een radicale resectie met een zeer lage kans op terugkeer van de kanker, en naar optimale beoordeling van de histologische risicofactoren.
580
nvmdl
niet te verwachten dat veel van deze gevallen dan alsnog endoscopisch curatief zullen zijn behandeld en dat in het overgrote deel dan alsnog aanvullende oncologische resectie noodzakelijk zal zijn Naar mening van de werkgroep moet de advanced imaging zoals NBI of pit patroon analyse (Kudo of Showa) derhalve leidend zijn in het beoordelen van het risico op een invasief carcinoom Bovenstaande modellen (Burgess en Backes) zijn met name heel geschikt om met een hoge specificiteit niet-invasieve poliepen te herkennen Naar de mening van de werkgroep is er op dit moment geen indicatie voor een endoscopische behandeling van een diep invasief carcinoom buiten studieverband om Het wordt aanbevolen om aan de hand van morfologische kenmerken als <PERSOON> classificatie en granulariteit in combinatie met locatie in het colon de a priori kans op Het wordt aanbevolen geavanceerde afbeeldingstechnieken als NBI of chromoendoscopie te gebruiken om te bepalen of er sprake is van een T# carcinoom Het wordt aanbevolen geavanceerde afbeeldingstechnieken als NBI of chromoendoscopie te gebruiken om de diepte van invasie van T# carcinoom te voorspellen Het wordt aanbevolen een endoscopische en bloc resectie te verrichten bij een reëel Slechts een beperkt deel van de <PERSOON> in het colon heeft reeds lymfkliermetastasen bij vaststelling Derhalve kan potentieel een groot deel met een lokale behandeling worden verwijderd Een endoscopische resectie van een potentieel maligne poliep dient te streven naar een radicale resectie met een zeer lage kans op terugkeer van de kanker, en naar optimale beoordeling van de histologische risicofactoren Een endoscopisch resectie van een T# CRC verhoogt niet het risico op lymfkliermetastasen of metastasen op afstand <PERSOON> is gedacht dat een endoscopische resectie onveilig zou zijn en het risico op lymfkliermetastasen of recidief zou verhogen Een retrospectieve studie van <PERSOON> die endoscopisch waren behandeld en voldoende follow-up kende, toonde echter aan dat dit risico afwezig is, dan wel zeer klein (##) Dit is in recente studies bevestigd (##) Het is echter niet aan te bevelen om een endoscopische resectie te verrichten op een poliep met evidente kenmerken van diepe invasie, omdat deze poliepen in het merendeel van de gevallen alsnog met een oncologische resectie moeten worden behandeld Een endoscopische resectie zal derhalve alleen het risico van complicaties toevoegen aan de behandeling van de CRC Bij poliepen zonder evidente kenmerken van diepe invasie maar waarbij twijfel bestaat over de aanwezigheid van een T# CRC is een en-bloc resectie aan Ongeveer ##% van alle T# carcinomen heeft een gesteelde morfologie, en het risico op lymfkliermetastasen en lokaal recidief bij deze poliepen is kleiner dan van niet-gesteelde poliepen Gesteelde T# carcinomen kunnen dan ook in een overgrote meerderheid van gevallen endoscopisch curatief worden behandeld Er bestaan geen vergelijkende studies naar de optimale endoscopische behandeling van een gesteelde poliep met een T# CRC De nu veel gebruikte risicofactoren voor gesteelde <PERSOON>, zijn positieve resectierand, aanwezigheid (lymf)angioinvasie en Haggitt level # Invasie in de steel (Haggitt #) is geen risicofactor in aanwezigheid van een negatieve resectierand.
557
nvmdl
Een endoscopisch resectie van een T# CRC verhoogt niet het risico op lymfkliermetastasen of metastasen op afstand <PERSOON> is gedacht dat een endoscopische resectie onveilig zou zijn en het risico op lymfkliermetastasen of recidief zou verhogen Een retrospectieve studie van <PERSOON> die endoscopisch waren behandeld en voldoende follow-up kende, toonde echter aan dat dit risico afwezig is, dan wel zeer klein (##) Dit is in recente studies bevestigd (##) Het is echter niet aan te bevelen om een endoscopische resectie te verrichten op een poliep met evidente kenmerken van diepe invasie, omdat deze poliepen in het merendeel van de gevallen alsnog met een oncologische resectie moeten worden behandeld Een endoscopische resectie zal derhalve alleen het risico van complicaties toevoegen aan de behandeling van de CRC Bij poliepen zonder evidente kenmerken van diepe invasie maar waarbij twijfel bestaat over de aanwezigheid van een T# CRC is een en-bloc resectie aan Ongeveer ##% van alle T# carcinomen heeft een gesteelde morfologie, en het risico op lymfkliermetastasen en lokaal recidief bij deze poliepen is kleiner dan van niet-gesteelde poliepen Gesteelde T# carcinomen kunnen dan ook in een overgrote meerderheid van gevallen endoscopisch curatief worden behandeld Er bestaan geen vergelijkende studies naar de optimale endoscopische behandeling van een gesteelde poliep met een T# CRC De nu veel gebruikte risicofactoren voor gesteelde <PERSOON>, zijn positieve resectierand, aanwezigheid (lymf)angioinvasie en Haggitt level # Invasie in de steel (Haggitt #) is geen risicofactor in aanwezigheid van een negatieve resectierand door te nemen, en zorg te dragen voor een goede oriëntatie van de steel t o v de poliep voor optimale behandeling en beoordeling door de patholoog Omdat optische diagnostiek notoir onbetrouwbaar is voor gesteelde poliepen, wordt aanbevolen alle gesteelde poliepen endoscopisch te verwijderen, uitgezonderd die gevallen waarin er een sterke verdenking bestaat op invasie in de wand (Haggitt #) Op basis van het risicomodel (paragraaf <DATUM> is een subgroep van poliepen te identificeren met een hoog risico op een submucosaal invasief carcinoom Het is aan te bevelen om bij deze subgroep van poliepen te kiezen voor een en-bloc resectietechniek Een kosteneffectiviteitsanalyse toonde aan dat een en-bloc resectie in een geselecteerde populatie kosteneffectiever kan zijn dan een piecemeal resectie (##) Er bestaan op dit moment meerdere technieken tot het verrichten van een en-bloc resectie met elk hun eigen voor-, en nadelen Poliepen met kenmerken van diepe submucosale invasie dienen primair te worden behandeld met een oncologische chirurgische resectie In het rectum kan nog een TAMIS worden overwogen Endoscopische mucosale resectie (EMR) is een veel gebruikte behandeling voor poliepen in het colon Het is breed beschikbaar in <LOCATIE>, en kent een gunstig risicoprofiel als het gaat om nabloedingen en kans op perforatie De kennis over de effectiviteit van EMR is nu vooral bekend van poliepen met een op voorhand lage kans op een invasief carcinoom Er is echter minder bekend over de effectiviteit als EMR als het intentioneel wordt gebruikt voor het verwijderen van potentieel maligne poliepen.
570
nvmdl
zorg te dragen voor een goede oriëntatie van de steel t o v de poliep voor optimale behandeling en beoordeling door de patholoog Omdat optische diagnostiek notoir onbetrouwbaar is voor gesteelde poliepen, wordt aanbevolen alle gesteelde poliepen endoscopisch te verwijderen, uitgezonderd die gevallen waarin er een sterke verdenking bestaat op invasie in de wand (Haggitt #) Op basis van het risicomodel (paragraaf <DATUM> is een subgroep van poliepen te identificeren met een hoog risico op een submucosaal invasief carcinoom Het is aan te bevelen om bij deze subgroep van poliepen te kiezen voor een en-bloc resectietechniek Een kosteneffectiviteitsanalyse toonde aan dat een en-bloc resectie in een geselecteerde populatie kosteneffectiever kan zijn dan een piecemeal resectie (##) Er bestaan op dit moment meerdere technieken tot het verrichten van een en-bloc resectie met elk hun eigen voor-, en nadelen Poliepen met kenmerken van diepe submucosale invasie dienen primair te worden behandeld met een oncologische chirurgische resectie In het rectum kan nog een TAMIS worden overwogen Endoscopische mucosale resectie (EMR) is een veel gebruikte behandeling voor poliepen in het colon Het is breed beschikbaar in <LOCATIE>, en kent een gunstig risicoprofiel als het gaat om nabloedingen en kans op perforatie De kennis over de effectiviteit van EMR is nu vooral bekend van poliepen met een op voorhand lage kans op een invasief carcinoom Er is echter minder bekend over de effectiviteit als EMR als het intentioneel wordt gebruikt voor het verwijderen van potentieel maligne poliepen EMR is bekend geassocieerd te zijn met een lage kans op een en-bloc resectie bij poliepen ) ## mm, en zelfs bij een en-bloc resectie met een lokaal recidief kans van #% (##, ##) Bij een piecemeal resectie loopt de kans op een incomplete resectie op tot wel ##% bij poliepen ) ## mm (##, ##) Derhalve is EMR geen goede techniek voor het verwijderen van potentieel maligne poliepen ) ## mm Over de effectiviteit van EMR voor het verwijderen van potentieel maligne poliepen tussen de ## en ## mm is weinig bekend In de Optical I studie bleken slechts <DATUM> (##%) gepoogde en-bloc EMR resecties van een potentieel maligne poliep vrije snijranden te hebben bij histologische beoordeling Hoewel <PERSOON> met een oppervlakkige submucosale invasie in een groot percentage goed liften, zullen niet alle poliepen dit doen, waardoor de kans bestaat dat er toch een piecemeal resectie ontstaat In het geval dat er gedurende de behandeling blijkt dat de potentieel maligne poliep niet in zijn geheel en-bloc, met een marge normaal slijmvlies, is te verwijderen is het beter de procedure te staken of over te stappen op alternatieve resectietechniek met meer kans op een en-bloc resectie Endoscopische submucosale dissectie (ESD) is een techniek welke nog niet breed wordt toegepast in veel Nederlandse endoscopiecentra De voordelen van ESD is dat een en-bloc resectie kan worden verkregen met een lage kans op een lokaal recidief ESD vereist wel veel meer tijd, meer.
583
nvmdl
is bekend geassocieerd te zijn met een lage kans op een en-bloc resectie bij poliepen ) ## mm, en zelfs bij een en-bloc resectie met een lokaal recidief kans van #% (##, ##) Bij een piecemeal resectie loopt de kans op een incomplete resectie op tot wel ##% bij poliepen ) ## mm (##, ##) Derhalve is EMR geen goede techniek voor het verwijderen van potentieel maligne poliepen ) ## mm Over de effectiviteit van EMR voor het verwijderen van potentieel maligne poliepen tussen de ## en ## mm is weinig bekend In de Optical I studie bleken slechts <DATUM> (##%) gepoogde en-bloc EMR resecties van een potentieel maligne poliep vrije snijranden te hebben bij histologische beoordeling Hoewel <PERSOON> met een oppervlakkige submucosale invasie in een groot percentage goed liften, zullen niet alle poliepen dit doen, waardoor de kans bestaat dat er toch een piecemeal resectie ontstaat In het geval dat er gedurende de behandeling blijkt dat de potentieel maligne poliep niet in zijn geheel en-bloc, met een marge normaal slijmvlies, is te verwijderen is het beter de procedure te staken of over te stappen op alternatieve resectietechniek met meer kans op een en-bloc resectie Endoscopische submucosale dissectie (ESD) is een techniek welke nog niet breed wordt toegepast in veel Nederlandse endoscopiecentra De voordelen van ESD is dat een en-bloc resectie kan worden verkregen met een lage kans op een lokaal recidief ESD vereist wel veel meer tijd, meer Deze perforaties zijn echter veelal klein, en endoscopisch makkelijk te behandelen, waardoor de noodzaak voor aanvullende chirurgie vergelijkbaar is met EMR (#%) (##) In een recente meta-analyse, bleken de R# resectie en en-bloc resectie percentages in niet-Aziatische landen echter beduidend lager te zijn dan in de Aziatische cohorten (R# resection ##% versus ##% en-bloc resectie) (##) Daarnaast kan met de huidige risicostratificatie voor het voorspellen van de kans op lymfkliermetastasen of lokaal recidief, maar ongeveer ##% van de ESDs in het rectum als curatief worden beschouwd (##) Een invasie dieper dan ### µm bleek de voornaamste reden om de ESD niet als curatief te beschouwen (##) ESD heeft als nadeel dat er door de submucosa wordt gesneden waardoor bij diepere invasie in de submucosa de verticale resectierand snel positief wordt (##) In een recente studie kon worden aangetoond, in navloging van een EMR, dat een ESD voorafgaand aan een adjuvant chirurgie geen negatief effect had op de oncologische uitkomst t o v primair een chirurgische segment resectie (##) Daarnaast zou de kans op lymfkliermetastasen toenemen bij diepere invasie (##) Het percentage curatieve resecties neemt toe naar ##-##% als er een betere risicostratificatie plaatsvindt waarbij alleen potentieel <PERSOON> maar zonder kenmerken van diepe invasieve met ESD worden behandeld (##, ##, ##) De voorspellende waarde van de laterale snijranden is heel beperkt gebleken De kans op een lokaal recidief met alleen een positieve laterale snijrand is erg klein.
619
nvmdl
endoscopisch makkelijk te behandelen, waardoor de noodzaak voor aanvullende chirurgie vergelijkbaar is met EMR (#%) (##) In een recente meta-analyse, bleken de R# resectie en en-bloc resectie percentages in niet-Aziatische landen echter beduidend lager te zijn dan in de Aziatische cohorten (R# resection ##% versus ##% en-bloc resectie) (##) Daarnaast kan met de huidige risicostratificatie voor het voorspellen van de kans op lymfkliermetastasen of lokaal recidief, maar ongeveer ##% van de ESDs in het rectum als curatief worden beschouwd (##) Een invasie dieper dan ### µm bleek de voornaamste reden om de ESD niet als curatief te beschouwen (##) ESD heeft als nadeel dat er door de submucosa wordt gesneden waardoor bij diepere invasie in de submucosa de verticale resectierand snel positief wordt (##) In een recente studie kon worden aangetoond, in navloging van een EMR, dat een ESD voorafgaand aan een adjuvant chirurgie geen negatief effect had op de oncologische uitkomst t o v primair een chirurgische segment resectie (##) Daarnaast zou de kans op lymfkliermetastasen toenemen bij diepere invasie (##) Het percentage curatieve resecties neemt toe naar ##-##% als er een betere risicostratificatie plaatsvindt waarbij alleen potentieel <PERSOON> maar zonder kenmerken van diepe invasieve met ESD worden behandeld (##, ##, ##) De voorspellende waarde van de laterale snijranden is heel beperkt gebleken De kans op een lokaal recidief met alleen een positieve laterale snijrand is erg klein (##-##) Endoscopische full thickness resectie is het meest recent geïntroduceerd als alternatieve behandeling voor T#CRC’s De potentie van deze resectietechniek voor sessiele T#CRC’s ( ## mm bevindt zich in de grotere kans op een lateraal en basale vrije resectie rand en tevens optimale histologische beoordeling door de aanwezigheid van de muscularis propria Tevens biedt de techniek een mogelijkheid tot diagnostische en potentieel therapeutische radicale resectie van diep invasieve T# CRC en ook een mogelijkheid tot aanvullende behandeling van een litteken na eerdere (potentieel) incomplete resectie van een laagrisico T# CRC Er zijn echter nog slechts enkele cohorten gepubliceerd met een beperkt aantal primaire behandeling van een T#CRC’s, en tevens zeer beperkte follow-up In de grootste serie tot nu toe gepubliceerd, werden ## T#CRC’s behandeld In dit cohort bleek een diameter ) ## mm en de aanwezigheid van een CRC geassocieerd met een hoger risico op laterale positieve resectieranden (R# resectie in ##% en ##%) Het is derhalve nog niet goed bekend bij welke omvang van het T#CRC’s, eFTR een goed alternatief is Tevens kunnen met eFTR ook diep invasieve T#CRC’s (T#Sm<DATUM> radicaal worden verwijderd Het is op dit moment echter nog onbekend in welke frequentie de eFTR dan endoscopisch curatief is Daarnaast is zijn ook nog geen data beschikbaar over de lange termijn van eFTR voor T#CRC’s bekend Het dient derhalve aanbeveling eFTR resecties van T#CRC’s te verrichten binnen een studie waarin de lange termijneffectiviteit van eFTR voor T#CRC’s kan worden beoordeeld voor zowel de primair endoscopische resectie van diep invasieve T# CRC’s, als ook voor de effectiviteit voor.
646
nvmdl
( ## mm bevindt zich in de grotere kans op een lateraal en basale vrije resectie rand en tevens optimale histologische beoordeling door de aanwezigheid van de muscularis propria Tevens biedt de techniek een mogelijkheid tot diagnostische en potentieel therapeutische radicale resectie van diep invasieve T# CRC en ook een mogelijkheid tot aanvullende behandeling van een litteken na eerdere (potentieel) incomplete resectie van een laagrisico T# CRC Er zijn echter nog slechts enkele cohorten gepubliceerd met een beperkt aantal primaire behandeling van een T#CRC’s, en tevens zeer beperkte follow-up In de grootste serie tot nu toe gepubliceerd, werden ## T#CRC’s behandeld In dit cohort bleek een diameter ) ## mm en de aanwezigheid van een CRC geassocieerd met een hoger risico op laterale positieve resectieranden (R# resectie in ##% en ##%) Het is derhalve nog niet goed bekend bij welke omvang van het T#CRC’s, eFTR een goed alternatief is Tevens kunnen met eFTR ook diep invasieve T#CRC’s (T#Sm<DATUM> radicaal worden verwijderd Het is op dit moment echter nog onbekend in welke frequentie de eFTR dan endoscopisch curatief is Daarnaast is zijn ook nog geen data beschikbaar over de lange termijn van eFTR voor T#CRC’s bekend Het dient derhalve aanbeveling eFTR resecties van T#CRC’s te verrichten binnen een studie waarin de lange termijneffectiviteit van eFTR voor T#CRC’s kan worden beoordeeld voor zowel de primair endoscopische resectie van diep invasieve T# CRC’s, als ook voor de effectiviteit voor eerdere (potentieel) incomplete resectie van een laagrisico T# CRC Er zijn verschillende chirurgische technieken om een lokale full thickness excisie te verrichten in het rectum Dit betreft een Transanale minimaal invasieve chirurgie (TAMIS) In een recente Nederlandse studie is gebleken dat er niet direct meerwaarde is te verwachten van een TAMIS boven een piecemeal EMR voor niet-invasieve poliepen in het rectum (#) Omdat bij TAMIS de m propria kan worden meegenomen in het resectiepreparaat, zal een hoger percentage van de TAMIS resecties van een T# CRC, een negatieve resectiemarge hebben bij een diep invasief T# CRC Daar tegenover staat een hoger risico op complicaties dan is te verwachten met ESD (#% in de TEM groep versus verwacht #% voor ESD) Beide technieken zijn echter nooit direct met elkaar vergeleken Het is derhalve te overwegen om TAMIS te reserveren voor de lokale excisie van <PERSOON> met kenmerken van diepe invasie, of wanneer bij een lokale endoscopische behandeling de Een subgroep van de T# carcinomen zonder tekenen van diepe invasie en geen ongunstige histologische kenmerken voor lymfkliermetastasen kunnen endoscopisch Een endoscopische resectie van een T# carcinoom met hoog risico factoren voor lymfkliermetastasen heeft geen negatief effect op de oncologische uitkomst in vergelijking met een primair chirurgische behandeling En bloc resecties hebben een kleinere kans op een lokaal recidief in vergelijking met Gesteelde poliepen met een T# CRC hebben een lage kans op lymfkliermetastasen.
566
nvmdl
zijn verschillende chirurgische technieken om een lokale full thickness excisie te verrichten in het rectum Dit betreft een Transanale minimaal invasieve chirurgie (TAMIS) In een recente Nederlandse studie is gebleken dat er niet direct meerwaarde is te verwachten van een TAMIS boven een piecemeal EMR voor niet-invasieve poliepen in het rectum (#) Omdat bij TAMIS de m propria kan worden meegenomen in het resectiepreparaat, zal een hoger percentage van de TAMIS resecties van een T# CRC, een negatieve resectiemarge hebben bij een diep invasief T# CRC Daar tegenover staat een hoger risico op complicaties dan is te verwachten met ESD (#% in de TEM groep versus verwacht #% voor ESD) Beide technieken zijn echter nooit direct met elkaar vergeleken Het is derhalve te overwegen om TAMIS te reserveren voor de lokale excisie van <PERSOON> met kenmerken van diepe invasie, of wanneer bij een lokale endoscopische behandeling de Een subgroep van de T# carcinomen zonder tekenen van diepe invasie en geen ongunstige histologische kenmerken voor lymfkliermetastasen kunnen endoscopisch Een endoscopische resectie van een T# carcinoom met hoog risico factoren voor lymfkliermetastasen heeft geen negatief effect op de oncologische uitkomst in vergelijking met een primair chirurgische behandeling En bloc resecties hebben een kleinere kans op een lokaal recidief in vergelijking met Gesteelde poliepen met een T# CRC hebben een lage kans op lymfkliermetastasen Hoewel matig onderzocht voor <PERSOON>, lijkt EMR frequent niet te leiden tot een curatieve resectie omdat er onvoldoende zekerheid kan worden verkregen over de verticale (in de diepte) en horizontale (zijkant) snijranden Derhalve wordt het gebruik van primair EMR als en bloc resectietechniek voor een op voorhand als T# CRC verdachte poliep afgeraden De keuze voor een specifieke techniek zal grotendeels afhangen van de omvang, locatie in het colon of rectum, en de inschatting van de diepte van invasie Naar de mening van de werkgroep hoort lokale beschikbaarheid van technische expertise geen rol te spelen, omdat met de ziekenhuisdichtheid in <LOCATIE>, er bijna altijd wel een <INSTELLING> in het netwerk zit waarbij de technische expertise wel voldoende aanwezig is, en dient het patiëntbelang te Omdat het overgrote deel van de <PERSOON> in gesteelde poliepen curatief kan worden behandeld, moeten gesteelde poliepen eigenlijk altijd endoscopische en bloc worden verwijderd Hierbij moet worden gezorgd dat er voldoende steel aanwezig is in het resectiepreparaat voor een optimale beoordeling van de resectiemarge Daarnaast moet er veel aandacht bestaan voor een correcte Omdat een tweede aanvullende behandeling op een inadequaat verwijderd T# CRC vaak niet mogelijk is, of additionele kosten met zich meebrengt, is het aan te raden de primaire behandeling zo optimaal mogelijk te laten zijn Het dient de aanbeveling om in het <INSTELLING> een bij voorkeur multidisciplinair overleg te organiseren waarbij de optimale resectietechniek voor een poliep verdacht voor een T# CRC kan worden gekozen Een T# CRC zonder tekenen van diepe invasie moet verwijderd worden met een enbloc resectie techniek met een streven naar tumor vrije verticale en horizontale snijranden.
557
nvmdl
verticale (in de diepte) en horizontale (zijkant) snijranden Derhalve wordt het gebruik van primair EMR als en bloc resectietechniek voor een op voorhand als T# CRC verdachte poliep afgeraden De keuze voor een specifieke techniek zal grotendeels afhangen van de omvang, locatie in het colon of rectum, en de inschatting van de diepte van invasie Naar de mening van de werkgroep hoort lokale beschikbaarheid van technische expertise geen rol te spelen, omdat met de ziekenhuisdichtheid in <LOCATIE>, er bijna altijd wel een <INSTELLING> in het netwerk zit waarbij de technische expertise wel voldoende aanwezig is, en dient het patiëntbelang te Omdat het overgrote deel van de <PERSOON> in gesteelde poliepen curatief kan worden behandeld, moeten gesteelde poliepen eigenlijk altijd endoscopische en bloc worden verwijderd Hierbij moet worden gezorgd dat er voldoende steel aanwezig is in het resectiepreparaat voor een optimale beoordeling van de resectiemarge Daarnaast moet er veel aandacht bestaan voor een correcte Omdat een tweede aanvullende behandeling op een inadequaat verwijderd T# CRC vaak niet mogelijk is, of additionele kosten met zich meebrengt, is het aan te raden de primaire behandeling zo optimaal mogelijk te laten zijn Het dient de aanbeveling om in het <INSTELLING> een bij voorkeur multidisciplinair overleg te organiseren waarbij de optimale resectietechniek voor een poliep verdacht voor een T# CRC kan worden gekozen Een T# CRC zonder tekenen van diepe invasie moet verwijderd worden met een enbloc resectie techniek met een streven naar tumor vrije verticale en horizontale snijranden Er is met de huidige kennis niet direct een voorkeur uit te spreken voor een individuele en-bloc resectie techniek Deze keuze zal derhalve gebaseerd moeten zijn op omvang, locatie en inschatting van de diepte van invasie Het resectie-preparaat van potentieel T# CRC dient altijd georiënteerd te worden carcinoma[MESH] OR carcinoma*[tiab] OR adenocarcinoma*[tiab] OR malignant[tiab] OR malignancy[tiab] OR invasion[tiab] OR depth[tiab] OR submucosal[tiab] OR invasive[tiab]) AND (diagnosis[tiab] OR diagnostic[tiab] OR predict*[tiab]) AND (English[Language]) Publication date from <PERSOON> HJ, et al Stage distribution of screen-detected colorectal cancers in the <PERSOON> SC, <PERSOON> LA, Fockens P, et al Optical diagnosis of <PERSOON> LM Narrow Band Imaging, Magnifying Chromoendoscopy, and Gross Morphological Features for the Optical Diagnosis of <PERSOON> and <PERSOON> and <PERSOON> journal of gastroenterology ###;###(#) ##-## <PERSOON> ZR, et al Narrow-band imaging in the diagnosis of deep submucosal colorectal cancers a systematic review and meta-analysis <PERSOON-##> on the paris classification of superficial neoplastic lesions in the <PERSOON-##> AAM, et al Endoscopic subtypes of colorectal laterally spreading tumors (LSTs) and the risk of submucosal invasion.
556
nvmdl
de huidige kennis niet direct een voorkeur uit te spreken voor een individuele en-bloc resectie techniek Deze keuze zal derhalve gebaseerd moeten zijn op omvang, locatie en inschatting van de diepte van invasie Het resectie-preparaat van potentieel T# CRC dient altijd georiënteerd te worden carcinoma[MESH] OR carcinoma*[tiab] OR adenocarcinoma*[tiab] OR malignant[tiab] OR malignancy[tiab] OR invasion[tiab] OR depth[tiab] OR submucosal[tiab] OR invasive[tiab]) AND (diagnosis[tiab] OR diagnostic[tiab] OR predict*[tiab]) AND (English[Language]) Publication date from <PERSOON> HJ, et al Stage distribution of screen-detected colorectal cancers in the <PERSOON> SC, <PERSOON> LA, Fockens P, et al Optical diagnosis of <PERSOON> LM Narrow Band Imaging, Magnifying Chromoendoscopy, and Gross Morphological Features for the Optical Diagnosis of <PERSOON> and <PERSOON> and <PERSOON> journal of gastroenterology ###;###(#) ##-## <PERSOON> ZR, et al Narrow-band imaging in the diagnosis of deep submucosal colorectal cancers a systematic review and meta-analysis <PERSOON> on the paris classification of superficial neoplastic lesions in the <PERSOON-##> AAM, et al Endoscopic subtypes of colorectal laterally spreading tumors (LSTs) and the risk of submucosal invasion <PERSOON-##> SJ, et al Risk Stratification for Covert Invasive Cancer Among Patients Referred for <PERSOON-##> JE, <PERSOON-##> ME, <PERSOON-##> M, et al Polyp morphology an interobserver evaluation for the <PERSOON-##> classification among international experts <PERSOON-##> American journal of <PERSOON-##> M, et al Colonoscopic stigmata of # mm or deeper submucosal invasion in colorectal cancer Diseases of the colon and rectum ###;##(##) ###-## Jang HW, Park SJ, Cheon JH, <PERSOON-##> TI, <PERSOON-##> WH, <PERSOON-##> magnifying narrow-band imaging or magnifying chromoendoscopy help experienced endoscopists assess invasion depth of large sessile and flat polyps? <PERSOON-##> D, et al Endoscopic indications for endoscopic mucosal resection of laterally spreading tumours in the colorectum <PERSOON-##> Y, et al Clinicopathologic features and endoscopic treatment of superficially spreading colorectal neoplasms larger than ## mm Gastrointestinal endoscopy <PERSOON-##> Tot <PERSOON-##> Cappel WH, et al Multicentre prospective evaluation of real-time optical diagnosis of T# colorectal cancer in large non-pedunculated colorectal polyps using narrow band imaging (the OPTICAL study).
555
nvmdl
<PERSOON> SJ, et al Risk Stratification for Covert Invasive Cancer Among Patients Referred for <PERSOON> JE, <PERSOON> ME, <PERSOON> M, et al Polyp morphology an interobserver evaluation for the <PERSOON> classification among international experts <PERSOON> American journal of <PERSOON> M, et al Colonoscopic stigmata of # mm or deeper submucosal invasion in colorectal cancer Diseases of the colon and rectum ###;##(##) ###-## Jang HW, Park SJ, Cheon JH, <PERSOON> TI, <PERSOON> WH, <PERSOON> magnifying narrow-band imaging or magnifying chromoendoscopy help experienced endoscopists assess invasion depth of large sessile and flat polyps? <PERSOON-##> D, et al Endoscopic indications for endoscopic mucosal resection of laterally spreading tumours in the colorectum <PERSOON-##> Y, et al Clinicopathologic features and endoscopic treatment of superficially spreading colorectal neoplasms larger than ## mm Gastrointestinal endoscopy <PERSOON-##> Tot <PERSOON-##> Cappel WH, et al Multicentre prospective evaluation of real-time optical diagnosis of T# colorectal cancer in large non-pedunculated colorectal polyps using narrow band imaging (the OPTICAL study) ### <PERSOON-##> non-lifting sign of invasive colon cancer Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ##<DATUM> <PERSOON-##> of lifting versus non-lifting and microscopic depth of invasion in early colorectal cancer Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ###-## <PERSOON-##> Y, et al Narrow-band imaging (NBI) magnifying endoscopic classification of colorectal tumors proposed by the Japan NBI Expert Team Digestive endoscopy official journal of <PERSOON-##> Y, et al Clinical impact and characteristics of the narrow-band imaging magnifying endoscopic classification of colorectal tumors proposed by the <PERSOON-##> LMG Magnifying chromoendoscopy does not seem helpful in avoiding unnecessary surgery once deep submucosal invasion is suspected <PERSOON-##> PG, et al <PERSOON> occurrence and characteristics of endoscopically unexpected malignant degeneration in large rectal adenomas <PERSOON-##> K, <PERSOON-##> TC, et al Endoscopic resection of high-risk T# colorectal carcinoma prior to surgical resection has no adverse effect on long-term outcomes <PERSOON-##> T, et al Long-term outcomes after treatment for T# colorectal carcinoma.
515
nvmdl
### <PERSOON> non-lifting sign of invasive colon cancer Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ##<DATUM> <PERSOON> of lifting versus non-lifting and microscopic depth of invasion in early colorectal cancer Gastrointestinal endoscopy ###;##(#) ###-## <PERSOON> Y, et al Narrow-band imaging (NBI) magnifying endoscopic classification of colorectal tumors proposed by the Japan NBI Expert Team Digestive endoscopy official journal of <PERSOON> Y, et al Clinical impact and characteristics of the narrow-band imaging magnifying endoscopic classification of colorectal tumors proposed by the <PERSOON> LMG Magnifying chromoendoscopy does not seem helpful in avoiding unnecessary surgery once deep submucosal invasion is suspected <PERSOON> PG, et al <PERSOON> occurrence and characteristics of endoscopically unexpected malignant degeneration in large rectal adenomas <PERSOON> K, <PERSOON> TC, et al Endoscopic resection of high-risk T# colorectal carcinoma prior to surgical resection has no adverse effect on long-term outcomes <PERSOON-##> T, et al Long-term outcomes after treatment for T# colorectal carcinoma <PERSOON-##> D, <PERSOON-##> EYT, et al Wide-field endoscopic mucosal resection versus endoscopic submucosal dissection for laterally spreading colorectal lesions a cost-effectiveness analysis De Ceglie A, <PERSOON-##> L, et al Endoscopic mucosal resection and endoscopic submucosal dissection for colorectal lesions A systematic review <PERSOON-##> C, et al Endoscopic submucosal dissection for early rectal neoplasia experience from a European center <PERSOON-##> S, et al Clinical outcomes of deep invasive <PERSOON-##> of submucosal invasion in the sessile and superficial types of <PERSOON-##> YQ, <PERSOON-##> WF, et al Long-term outcomes of endoscopic submucosal dissection for high-grade dysplasia and early-stage carcinoma in the colorectum Cancer Commun (Lond) <PERSOON-##> as a Routine Component of the Standard Treatment Strategy for Large and Complex Colorectal Lesions in a <PERSOON-##> H, et al Endoscopic submucosal dissection specimens in early colorectal cancer lateral margins, macroscopic techniques, and possible pitfalls Virchows Arch.
465
nvmdl
<PERSOON> D, <PERSOON> EYT, et al Wide-field endoscopic mucosal resection versus endoscopic submucosal dissection for laterally spreading colorectal lesions a cost-effectiveness analysis De Ceglie A, <PERSOON> L, et al Endoscopic mucosal resection and endoscopic submucosal dissection for colorectal lesions A systematic review <PERSOON> C, et al Endoscopic submucosal dissection for early rectal neoplasia experience from a European center <PERSOON> S, et al Clinical outcomes of deep invasive <PERSOON> of submucosal invasion in the sessile and superficial types of <PERSOON> YQ, <PERSOON> WF, et al Long-term outcomes of endoscopic submucosal dissection for high-grade dysplasia and early-stage carcinoma in the colorectum Cancer Commun (Lond) <PERSOON> as a Routine Component of the Standard Treatment Strategy for Large and Complex Colorectal Lesions in a <PERSOON-##> H, et al Endoscopic submucosal dissection specimens in early colorectal cancer lateral margins, macroscopic techniques, and possible pitfalls Virchows Arch Endoscopic submucosal dissection European Society of Gastrointestinal Endoscopy (ESGE) Guideline Endoscopy ###;##(#) ###-## <PERSOON> S, <PERSOON-##> SW, Park SH, et al Recurrence rate of lateral margin-positive cases after en bloc endoscopic submucosal dissection of colorectal neoplasia International journal of colorectal disease Welke preventieve maatregelen kunnen het optreden en de ernst van post-poliepectomie complicaties gunstig beïnvloeden en hoe kunnen post-poliepectomie complicaties worden behandeld? Poliepectomie van het colon reduceert de incidentie en mortaliteit van het colorectaal carcinoom, maar is geassocieerd met mogelijke complicaties zoals bloeding, perforatie en post poliepectomie syndroom Het risico op complicaties bij endoscopische verwijdering van poliepen neemt toe naarmate de grootte en complexiteit van de verwijderde poliepen toeneemt Complicaties/adverse events van poliepectomie dienen te worden geregistreerd in de DRCE (Dutch Registration of Complications in Endoscopy) Overigens is niet iedere onbedoelde gebeurtenis een complicatie of adverse event Alleen als een onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces leidt tot een onbedoelde uitkomst (schade voor de patiënt, zodanig ernstig dat aanpassing van het (be)handelen noodzakelijk is dan wel dat sprake is van onherstelbare schade) is sprake van een complicatie of adverse event Er is sprake van een incident/event of near miss indien een onbedoelde gebeurtenis niet leidt tot het voortijdig beëindigen van de procedure en/of tot aanpassing van het beleid (#,#) Voorbeelden van incidenten zijn een intra-procedurele bloeding die spontaan of met endoscopische therapie tot stand komt en niet heeft geleid tot aanpassing van het beleid of een.
501
nvmdl
Endoscopy ###;##(#) ###-## <PERSOON> S, <PERSOON> SW, Park SH, et al Recurrence rate of lateral margin-positive cases after en bloc endoscopic submucosal dissection of colorectal neoplasia International journal of colorectal disease Welke preventieve maatregelen kunnen het optreden en de ernst van post-poliepectomie complicaties gunstig beïnvloeden en hoe kunnen post-poliepectomie complicaties worden behandeld? Poliepectomie van het colon reduceert de incidentie en mortaliteit van het colorectaal carcinoom, maar is geassocieerd met mogelijke complicaties zoals bloeding, perforatie en post poliepectomie syndroom Het risico op complicaties bij endoscopische verwijdering van poliepen neemt toe naarmate de grootte en complexiteit van de verwijderde poliepen toeneemt Complicaties/adverse events van poliepectomie dienen te worden geregistreerd in de DRCE (Dutch Registration of Complications in Endoscopy) Overigens is niet iedere onbedoelde gebeurtenis een complicatie of adverse event Alleen als een onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces leidt tot een onbedoelde uitkomst (schade voor de patiënt, zodanig ernstig dat aanpassing van het (be)handelen noodzakelijk is dan wel dat sprake is van onherstelbare schade) is sprake van een complicatie of adverse event Er is sprake van een incident/event of near miss indien een onbedoelde gebeurtenis niet leidt tot het voortijdig beëindigen van de procedure en/of tot aanpassing van het beleid (#,#) Voorbeelden van incidenten zijn een intra-procedurele bloeding die spontaan of met endoscopische therapie tot stand komt en niet heeft geleid tot aanpassing van het beleid of een geen antibiotica, geen opname en geen nieuwe geplande interventie omdat procedure niet compleet is volbracht) Incidenten/events worden niet Adverse event Een onbedoelde uitkomst die is ontstaan door het (niet) handelen van een zorgverlener en/of door het zorgsysteem met schade voor de patiënt, zodanig ernstig dat er sprake is van tijdelijke of permanente beperking, verlenging of verzwaring van de behandeling dan wel overlijden van de patiënt Complicatie Een onbedoelde en ongewenste uitkomst tijdens of volgend op het handelen van een zorgverlener, die voor de gezondheid van de patiënt zodanig nadelig is dat aanpassing van het (be)handelen noodzakelijk is dan wel dat sprake is van onherstelbare Incident = event Een onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces die tot schade aan de patiënt heeft geleid, had kunnen leiden of (nog) kan leiden Near miss Een onbedoelde gebeurtenis die a voor de patiënt geen nadelen oplevert omdat de gevolgen ervan op tijd zijn onderkend en gecorrigeerd, of b waarvan de gevolgeniet van invloed zijn op het fysiek, psychisch of sociaal functioneren van de patient Er bestaat in de literatuur geen consensus over de definitie van een post-poliepectomie bloeding Omdat deze richtlijn als basis de Europese (ESGE) richtlijn “Colorectal polypectomy and EMR” gebruikt, worden in deze richtlijn dezelfde definities gebruikt, waarbij onderscheid wordt gemaakt Intra-procedurele bloeding (IPB) is een bloeding die optreedt gedurende de procedure en langer dan ## seconden persisteert of endoscopische interventie behoeft <PERSOON>-procedurele bloeding (PPB) is een bloeding die optreedt na de procedure, tot ## dagen post poliepectomie en resulteert in een niet gepland SEH bezoek, klinische opname of.
598
nvmdl
is volbracht) Incidenten/events worden niet Adverse event Een onbedoelde uitkomst die is ontstaan door het (niet) handelen van een zorgverlener en/of door het zorgsysteem met schade voor de patiënt, zodanig ernstig dat er sprake is van tijdelijke of permanente beperking, verlenging of verzwaring van de behandeling dan wel overlijden van de patiënt Complicatie Een onbedoelde en ongewenste uitkomst tijdens of volgend op het handelen van een zorgverlener, die voor de gezondheid van de patiënt zodanig nadelig is dat aanpassing van het (be)handelen noodzakelijk is dan wel dat sprake is van onherstelbare Incident = event Een onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces die tot schade aan de patiënt heeft geleid, had kunnen leiden of (nog) kan leiden Near miss Een onbedoelde gebeurtenis die a voor de patiënt geen nadelen oplevert omdat de gevolgen ervan op tijd zijn onderkend en gecorrigeerd, of b waarvan de gevolgeniet van invloed zijn op het fysiek, psychisch of sociaal functioneren van de patient Er bestaat in de literatuur geen consensus over de definitie van een post-poliepectomie bloeding Omdat deze richtlijn als basis de Europese (ESGE) richtlijn “Colorectal polypectomy and EMR” gebruikt, worden in deze richtlijn dezelfde definities gebruikt, waarbij onderscheid wordt gemaakt Intra-procedurele bloeding (IPB) is een bloeding die optreedt gedurende de procedure en langer dan ## seconden persisteert of endoscopische interventie behoeft <PERSOON>-procedurele bloeding (PPB) is een bloeding die optreedt na de procedure, tot ## dagen post poliepectomie en resulteert in een niet gepland SEH bezoek, klinische opname of Een IBP is dan ook meestal geen complicatie, maar eerder een event of near miss Risicofactoren voor IPB zijn grootte, morfologie (gesteeld en <PERSOON> #-IIa+Is), (tubulo)villeuze histologie en laag volume endoscopisten (#,#) Intraprocedurele bloeding is ook geassocieerd met late bloeding (OR # ##) en met recidief (RR #,#) (#) Literatuur ten aanzien van de effectiviteit en veiligheid van beschikbare technieken ter verkrijging van intra-procedurele hemostase zijn nauwelijks beschikbaar IPB kan mechanisch worden behandeld met clips, of thermisch met een coagulatie forceps (SOFT COAG groot prospectief cohort onderzoek verricht in een tertiair verwijscentrum in Australië bleek snaar tip soft coagulatie (STSC) voor IPB in EMR voor poliepen )## mm effectieve hemostase te leveren in ## van de ## gevallen (##%) Er was geen verschil in optreden van late bloedingen of complicaties in vergelijking met de groep zonder IBP (#) Adrenaline injectie (<DATUM> of <DATUM> kan gebruikt worden om beter overzicht te krijgen over de acute bloeding maar zal bij voorkeur gecombineerd moeten worden met een tweede mechanische of thermische hemostatische modaliteit om een late post-procedurele bloeding te voorkomen (#) In het geval van een bloeding tijdens piecemeal resectie kunnen clips het completeren van de resterende resectie in de weg staan en wordt in het algemeen thermische coagulatie aanbevolen Na een poliepectomie van gesteelde poliepen bestaat er een verhoogd risico op een bloeding wanneer de diameter van de steel groter is dan # mm of de kop ) ## mm.
609
nvmdl
Een IBP is dan ook meestal geen complicatie, maar eerder een event of near miss Risicofactoren voor IPB zijn grootte, morfologie (gesteeld en <PERSOON> #-IIa+Is), (tubulo)villeuze histologie en laag volume endoscopisten (#,#) Intraprocedurele bloeding is ook geassocieerd met late bloeding (OR # ##) en met recidief (RR #,#) (#) Literatuur ten aanzien van de effectiviteit en veiligheid van beschikbare technieken ter verkrijging van intra-procedurele hemostase zijn nauwelijks beschikbaar IPB kan mechanisch worden behandeld met clips, of thermisch met een coagulatie forceps (SOFT COAG groot prospectief cohort onderzoek verricht in een tertiair verwijscentrum in Australië bleek snaar tip soft coagulatie (STSC) voor IPB in EMR voor poliepen )## mm effectieve hemostase te leveren in ## van de ## gevallen (##%) Er was geen verschil in optreden van late bloedingen of complicaties in vergelijking met de groep zonder IBP (#) Adrenaline injectie (<DATUM> of <DATUM> kan gebruikt worden om beter overzicht te krijgen over de acute bloeding maar zal bij voorkeur gecombineerd moeten worden met een tweede mechanische of thermische hemostatische modaliteit om een late post-procedurele bloeding te voorkomen (#) In het geval van een bloeding tijdens piecemeal resectie kunnen clips het completeren van de resterende resectie in de weg staan en wordt in het algemeen thermische coagulatie aanbevolen Na een poliepectomie van gesteelde poliepen bestaat er een verhoogd risico op een bloeding wanneer de diameter van de steel groter is dan # mm of de kop ) ## mm Zowel mechanische hemostase door endoloop of clips als injectie van de steel met <DATUM> adrenaline zijn effectief gebleken voor preventie van een (na)bloeding voor gesteelde poliepen )## mm, maar vooral voor poliepen ) ## mm De kans op een (na)bloeding voor poliepen )## mm was ongeveer gelijk met preventief endoloop gebruik of gebruik van adrenaline (#,#% resp #,#%) versus ##,#% in de controlegroep in een gerandomiseerde studie (#) Voor poliepen )## mm is mechanische profylaxe middels endoloop of clips mogelijk superieur aan alleen adrenaline injectie Twee RCT’s laten een significante afname zien in (na)bloeding als mechanische profylaxe wordt gebruikt, alleen of in combinatie met adrenaline, in vergelijking met alleen adrenaline gebruik (##,##) Een post-procedurele (ofwel late) bloeding komt minder vaak voor dan een IPB, maar kan significante gevolgen hebben voor de patiënt inclusief heropname, re-interventie en bloedtransfusie De incidentie van PPB varieert van #,# tot #%, maar kan oplopen tot meer dan ##% in hoog risico groepen Veel (overwegend retrospectief) onderzoek is gedaan naar risicofactoren voor PPB met wisselende en soms inconsistente conclusies, onderzoek blijkt uitdagend gezien de lage incidentie in algemene praktijk en tevens ontbreken van uniforme definities Consistente risicofactoren voor PPB zijn onder te verdelen in poliep gerelateerde factoren, patiënt gerelateerde factoren en endoscopist gerelateerde factoren Consistente poliep gerelateerde factoren zijn voornamelijk grootte en rechtszijdige locatie met in het bijzonder het coecum (##-##) Er is een direct verband tussen poliepgrootte en het risico op PPB in vrijwel alle studies In een meta-analyse werd een <DATUM> maal.
647
nvmdl
steel met <DATUM> adrenaline zijn effectief gebleken voor preventie van een (na)bloeding voor gesteelde poliepen )## mm, maar vooral voor poliepen ) ## mm De kans op een (na)bloeding voor poliepen )## mm was ongeveer gelijk met preventief endoloop gebruik of gebruik van adrenaline (#,#% resp #,#%) versus ##,#% in de controlegroep in een gerandomiseerde studie (#) Voor poliepen )## mm is mechanische profylaxe middels endoloop of clips mogelijk superieur aan alleen adrenaline injectie Twee RCT’s laten een significante afname zien in (na)bloeding als mechanische profylaxe wordt gebruikt, alleen of in combinatie met adrenaline, in vergelijking met alleen adrenaline gebruik (##,##) Een post-procedurele (ofwel late) bloeding komt minder vaak voor dan een IPB, maar kan significante gevolgen hebben voor de patiënt inclusief heropname, re-interventie en bloedtransfusie De incidentie van PPB varieert van #,# tot #%, maar kan oplopen tot meer dan ##% in hoog risico groepen Veel (overwegend retrospectief) onderzoek is gedaan naar risicofactoren voor PPB met wisselende en soms inconsistente conclusies, onderzoek blijkt uitdagend gezien de lage incidentie in algemene praktijk en tevens ontbreken van uniforme definities Consistente risicofactoren voor PPB zijn onder te verdelen in poliep gerelateerde factoren, patiënt gerelateerde factoren en endoscopist gerelateerde factoren Consistente poliep gerelateerde factoren zijn voornamelijk grootte en rechtszijdige locatie met in het bijzonder het coecum (##-##) Er is een direct verband tussen poliepgrootte en het risico op PPB in vrijwel alle studies In een meta-analyse werd een <DATUM> maal (##) Poliepgrootte van ) ## mm werd als major risicofactor (OR= ## #) geïdentificeerd in een studie naar ### poliepectomieën (##) In een studie naar ### poliepectomieën in het Engelse darmkanker screeningsprogramma kwam eveneens grootte )## mm (OR <DATUM> als sterke risicofactor naar voren (##) Een Australische studie liet zien dat rechtszijdige locatie een belangrijke risicofactor was voor PPB (OR =<DATUM> met hoogste incidentie in het coecum (##) Dezelfde resultaten liet een retrospectieve analyse zien waarbij rechtszijdige locatie een # maal verhoogd risico gaf op PPB (OR=<DATUM> met in univariate analyse locatie in het coecum als hoogste risicofactor (OR= <DATUM> (##) Consistente patiënt gerelateerde risicofactoren zijn voornamelijk thienopyridine (clopidogrel en prasugrel) en anticoagulantia gebruik en hypertensie (OR=#,#) In een meta-analyse kwam een significant verhoogd risico (RR= # ##) op PPB naar voren bij gecontinueerd clopidogrel gebruik (##) In een andere studie was het risico op PPB drie maal hoger (#,#% vs #%) in de clopidogrel groep (##) Van de endoscopist gerelateerde factoren kwam poliepectomie uitgevoerd door laagvolume endoscopisten (ongeveer ( ### coloscopieën/jaar) ook als risicofactor naar voren in meerdere studies (##, ##) Ook het niet gebruiken van een microprocessor gecontroleerde stroom (Endocut), leidt tot een significant verhoogd risico op PPB (OR <DATUM> in een prospectief onderzoek bij EMR ) ## mm(#) Het profylactisch sluiten van resectievlak in ongeselecteerde poliepen (## mm blijkt ineffectief in reduceren van kans op PPB (##) In een ongecontroleerde retrospectieve studie in ### ongeselecteerde poliepen )## mm blijkt clippen effectief in het reduceren van PPB van #,#% naar #,#%.
727
nvmdl
risicofactor (OR= ## #) geïdentificeerd in een studie naar ### poliepectomieën (##) In een studie naar ### poliepectomieën in het Engelse darmkanker screeningsprogramma kwam eveneens grootte )## mm (OR <DATUM> als sterke risicofactor naar voren (##) Een Australische studie liet zien dat rechtszijdige locatie een belangrijke risicofactor was voor PPB (OR =<DATUM> met hoogste incidentie in het coecum (##) Dezelfde resultaten liet een retrospectieve analyse zien waarbij rechtszijdige locatie een # maal verhoogd risico gaf op PPB (OR=<DATUM> met in univariate analyse locatie in het coecum als hoogste risicofactor (OR= <DATUM> (##) Consistente patiënt gerelateerde risicofactoren zijn voornamelijk thienopyridine (clopidogrel en prasugrel) en anticoagulantia gebruik en hypertensie (OR=#,#) In een meta-analyse kwam een significant verhoogd risico (RR= # ##) op PPB naar voren bij gecontinueerd clopidogrel gebruik (##) In een andere studie was het risico op PPB drie maal hoger (#,#% vs #%) in de clopidogrel groep (##) Van de endoscopist gerelateerde factoren kwam poliepectomie uitgevoerd door laagvolume endoscopisten (ongeveer ( ### coloscopieën/jaar) ook als risicofactor naar voren in meerdere studies (##, ##) Ook het niet gebruiken van een microprocessor gecontroleerde stroom (Endocut), leidt tot een significant verhoogd risico op PPB (OR <DATUM> in een prospectief onderzoek bij EMR ) ## mm(#) Het profylactisch sluiten van resectievlak in ongeselecteerde poliepen (## mm blijkt ineffectief in reduceren van kans op PPB (##) In een ongecontroleerde retrospectieve studie in ### ongeselecteerde poliepen )## mm blijkt clippen effectief in het reduceren van PPB van #,#% naar #,#% poliepen )## mm alleen kosteneffectief kan zijn in patiënten die plaatjesremmers of anticoagulantia gebruiken (##) Toekomstig gerandomiseerd onderzoek is noodzakelijk om over de (kosten)effectiviteit van profylactisch clippen een sterke aanbeveling te kunnen doen Het routinematig preventief zichtbare niet-bloedende vaten in EMR vlak coaguleren na grote EMR ()## mm) is niet effectief gebleken in het reduceren van PPB in een prospectief gerandomiseerd onderzoek in ### patiënten Opvallend was tevens in dit onderzoek dat de meeste en grootste bloedvaten zichtbaar waren na resectie in het distale colon, maar dat de meeste PPB proximaal Niet elke PPB vereist endoscopische re-interventie Adviezen ten aanzien van het te voeren beleid voor patiënten met een PPB zijn voornamelijk gebaseerd op expert opinion In een “decision model” werd berekend dat een endoscopische re-interventie voor het identificeren en behandelen van een PPB slechts nuttig is in ##% van de patiënten, wat een NNT betekent van #,# (##) In een multicenter, prospectief onderzoek naar ### EMR’s voor poliepen )## mm bleek PPB voor te komen in ## patiënten (#%) ## patiënten konden conservatief worden behandeld (##%) In ## van de ## patiënten (##%) die een re-interventie nodig hadden, werd endoscopische therapie toegepast (##) Een uit deze data voortgekomen algoritme voor het beleid ten aanzien van PPB is hieronder bijgesloten De optimale techniek voor het verkrijgen van hemostase is niet goed bepaald in beschikbare literatuur en is afhankelijk van kenmerken van de laesie, voorkeur van de endoscopist en beschikbare devices Meest gangbaar is het gebruik van clips of coagulatie forceps met.
725
nvmdl
alleen kosteneffectief kan zijn in patiënten die plaatjesremmers of anticoagulantia gebruiken (##) Toekomstig gerandomiseerd onderzoek is noodzakelijk om over de (kosten)effectiviteit van profylactisch clippen een sterke aanbeveling te kunnen doen Het routinematig preventief zichtbare niet-bloedende vaten in EMR vlak coaguleren na grote EMR ()## mm) is niet effectief gebleken in het reduceren van PPB in een prospectief gerandomiseerd onderzoek in ### patiënten Opvallend was tevens in dit onderzoek dat de meeste en grootste bloedvaten zichtbaar waren na resectie in het distale colon, maar dat de meeste PPB proximaal Niet elke PPB vereist endoscopische re-interventie Adviezen ten aanzien van het te voeren beleid voor patiënten met een PPB zijn voornamelijk gebaseerd op expert opinion In een “decision model” werd berekend dat een endoscopische re-interventie voor het identificeren en behandelen van een PPB slechts nuttig is in ##% van de patiënten, wat een NNT betekent van #,# (##) In een multicenter, prospectief onderzoek naar ### EMR’s voor poliepen )## mm bleek PPB voor te komen in ## patiënten (#%) ## patiënten konden conservatief worden behandeld (##%) In ## van de ## patiënten (##%) die een re-interventie nodig hadden, werd endoscopische therapie toegepast (##) Een uit deze data voortgekomen algoritme voor het beleid ten aanzien van PPB is hieronder bijgesloten De optimale techniek voor het verkrijgen van hemostase is niet goed bepaald in beschikbare literatuur en is afhankelijk van kenmerken van de laesie, voorkeur van de endoscopist en beschikbare devices Meest gangbaar is het gebruik van clips of coagulatie forceps met Voorzichtigheid wordt in het algemeen geadviseerd voor het gebruik van thermische modaliteiten omdat coagulatie het weefsel verder kan beschadigen met risico op transmurale schade (##) Over het gebruik van hemostatisch poeder (Hemospray, Endoclot etc) als primaire behandeling of “salvage” therapie bij PPB is weinig beschikbare literatuur voorhanden Meeste data komen van case reports en kleine retrospectieve en prospectieve case series waarbij onmiddellijk succespercentages van #<DATUM> worden genoemd met recidief boedingspercentages van #-##% Alhoewel mogelijk een aantrekkelijk alternatief in lastig te controleren bloedingen is toekomstig gerandomiseerd onderzoek noodzakelijk om plaats te kunnen bepalen van hemostatisch poeder ten opzichte Een waterpomp is essentieel om exacte locatie van bloeding vast te stellen Bijkomend voordeel waterpomp infiltreert ook de submucosa wat een tamponnerend effect geeft Gebruik van een transparante korte cap kan behulpzaam zijn, onder andere door lokale compressie van de cap, waardoor beter overzicht verkregen kan worden over de exacte Snaartip soft coagulatie (kleine vaatjes) laat tip van de snaar <DATUM> mm uit de sheath steken Raak met de tip voorzichtig de bloedingsplek aan en gebruik soft coagulatie (SOFT Coagulation forceps (vaten ≥ #,# mm) pak het vat met de forceps (Coagrasper, Olympus, Tokyo, Japan) vast en tent deze voorzichtig weg van het resectievlak Geef kort # tot # pulsen van een halve seconde met soft coagulatie (SOFT COAG Gebruik het effect van de zwaartekracht en dus positiewisseling van patiënt om bloed van resectievlak af te houden om beter overzicht te krijgen over exacte locatie van bloeding.
634
nvmdl
Voorzichtigheid wordt in het algemeen geadviseerd voor het gebruik van thermische modaliteiten omdat coagulatie het weefsel verder kan beschadigen met risico op transmurale schade (##) Over het gebruik van hemostatisch poeder (Hemospray, Endoclot etc) als primaire behandeling of “salvage” therapie bij PPB is weinig beschikbare literatuur voorhanden Meeste data komen van case reports en kleine retrospectieve en prospectieve case series waarbij onmiddellijk succespercentages van #<DATUM> worden genoemd met recidief boedingspercentages van #-##% Alhoewel mogelijk een aantrekkelijk alternatief in lastig te controleren bloedingen is toekomstig gerandomiseerd onderzoek noodzakelijk om plaats te kunnen bepalen van hemostatisch poeder ten opzichte Een waterpomp is essentieel om exacte locatie van bloeding vast te stellen Bijkomend voordeel waterpomp infiltreert ook de submucosa wat een tamponnerend effect geeft Gebruik van een transparante korte cap kan behulpzaam zijn, onder andere door lokale compressie van de cap, waardoor beter overzicht verkregen kan worden over de exacte Snaartip soft coagulatie (kleine vaatjes) laat tip van de snaar <DATUM> mm uit de sheath steken Raak met de tip voorzichtig de bloedingsplek aan en gebruik soft coagulatie (SOFT Coagulation forceps (vaten ≥ #,# mm) pak het vat met de forceps (Coagrasper, Olympus, Tokyo, Japan) vast en tent deze voorzichtig weg van het resectievlak Geef kort # tot # pulsen van een halve seconde met soft coagulatie (SOFT COAG Gebruik het effect van de zwaartekracht en dus positiewisseling van patiënt om bloed van resectievlak af te houden om beter overzicht te krijgen over exacte locatie van bloeding Het risico op perforatie bij poliepectomie in algemene praktijk varieert van #,<DATUM> #% (##, ##, ##), maar incidentie kan oplopen tot #,#% in resectie van poliepen≥ ## mm (##) Adviezen ten aanzien van diagnose en management van iatrogene colonperforaties zijn in deze richtlijn gebaseerd op het in ### uitgebrachte “ESGE position statement diagnosis and management of iatrogenic endoscopic perforations” (##) Het is van groot belang dat een (dreigende) perforatie tijdig wordt herkend gedurende de procedure om de potentieel ernstige gevolgen van een late perforatie met fecale peritonitis en noodzaak tot chirurgische interventie te voorkomen Risicofactoren voor diepe schade aan de muscularis propria zijn locatie in het colon transversum, en bloc resectie van sessiele of vlakke laesies ≥## mm en histologisch hooggradige dysplasie of submucosaal invasief carcinoom (##) Nauwkeurige inspectie van het post EMR resectievlak is een essentieel onderdeel van poliepectomie waarbij beschadiging van de muscularis propria tijdig herkend kan worden en preventief behandeld kan worden met clips (##) Door toevoeging van een blauwe kleurstof aan aan de muscularis propria worden herkend als het zogenaamd “target sign”, te herkennen als een witte schijf in de blauwe submucosa aan de onderkant van het gereseceerde specimen of als een concentrische witte ring in het blauwe post EMR resectievlak In een grote retrospectieve analyse uit Australië naar ### sessiele en vlakke poliepen ≥ ## mm werd in #% een target sign gevonden en in alle gevallen direct succesvol geclipt.
608
nvmdl
Het risico op perforatie bij poliepectomie in algemene praktijk varieert van #,<DATUM> #% (##, ##, ##), maar incidentie kan oplopen tot #,#% in resectie van poliepen≥ ## mm (##) Adviezen ten aanzien van diagnose en management van iatrogene colonperforaties zijn in deze richtlijn gebaseerd op het in ### uitgebrachte “ESGE position statement diagnosis and management of iatrogenic endoscopic perforations” (##) Het is van groot belang dat een (dreigende) perforatie tijdig wordt herkend gedurende de procedure om de potentieel ernstige gevolgen van een late perforatie met fecale peritonitis en noodzaak tot chirurgische interventie te voorkomen Risicofactoren voor diepe schade aan de muscularis propria zijn locatie in het colon transversum, en bloc resectie van sessiele of vlakke laesies ≥## mm en histologisch hooggradige dysplasie of submucosaal invasief carcinoom (##) Nauwkeurige inspectie van het post EMR resectievlak is een essentieel onderdeel van poliepectomie waarbij beschadiging van de muscularis propria tijdig herkend kan worden en preventief behandeld kan worden met clips (##) Door toevoeging van een blauwe kleurstof aan aan de muscularis propria worden herkend als het zogenaamd “target sign”, te herkennen als een witte schijf in de blauwe submucosa aan de onderkant van het gereseceerde specimen of als een concentrische witte ring in het blauwe post EMR resectievlak In een grote retrospectieve analyse uit Australië naar ### sessiele en vlakke poliepen ≥ ## mm werd in #% een target sign gevonden en in alle gevallen direct succesvol geclipt (##) <PERSOON> lucht intra-abdominaal is een klassieke bevinding bij iatrogene colonperforatie maar hoeft niet tot klinisch significante peritonitis te leiden, tenzij er tevens sprake is van vrij vocht (darminhoud) Het herkennen van een perforatie kan direct procedureel zijn, maar kan ook laat optreden tot # dagen postprocedureel, in dat laatste geval is meestal sprake van een fecale peritonitis en is chirurgische interventie geïndiceerd Alleen een direct of vroeg gediagnostiseerde perforatie kan eventueel conservatief worden behandeld door endoscopische sluiten van de perforatie met clips, gebruik van CO#, afzuigen van darminhoud en antibiotica (##,##) Aanbevelingen ten aanzien van de manier waarop en welke perforaties endoscopisch gesloten kunnen worden is voornamelijk gebaseerd op case series Het vroeg endoscopisch sluiten van perforaties kleiner dan ## mm door TTS clips of OTSC laat technische en klinische succespercentages zien van respectievelijk ##% en ##% (##,##) Het gebruik van <PERSOON>) clips lijkt meer effectief voor het sluiten van perforaties ( ## mm, terwijl OTSC (Over-<PERSOON>-Scope-Clip) mogelijk meer geschikt is voor diagnostische (scoop-) perforaties of grotere perforaties (##,##) Het falen van endoscopisch sluiten van een perforatie met fecale peritonitis is een harde indicatie voor chirurgie Geen paniek, een perforatie is nooit direct levensbedreigend, check gebruik van CO#, minimaliseer insufflatie en controleer eventueel aanwezigheid van een spanning pneumoperitoneum Vraag altijd een collega endoscopist erbij om te reflecteren Bij twijfel verwijder de endoscoop, start iv antibiotica en maak rustig een plan Belangrijke vragen zijn Kan deze perforatie endoscopisch worden gesloten of is chirurgie geïndiceerd? Is er een andere onderliggende reden om chirurgie te prefereren (carcinoom, polyposis etc )? Positioneer patiënt in rugligging, hoofdeinde plat.
658
nvmdl
leiden, tenzij er tevens sprake is van vrij vocht (darminhoud) Het herkennen van een perforatie kan direct procedureel zijn, maar kan ook laat optreden tot # dagen postprocedureel, in dat laatste geval is meestal sprake van een fecale peritonitis en is chirurgische interventie geïndiceerd Alleen een direct of vroeg gediagnostiseerde perforatie kan eventueel conservatief worden behandeld door endoscopische sluiten van de perforatie met clips, gebruik van CO#, afzuigen van darminhoud en antibiotica (##,##) Aanbevelingen ten aanzien van de manier waarop en welke perforaties endoscopisch gesloten kunnen worden is voornamelijk gebaseerd op case series Het vroeg endoscopisch sluiten van perforaties kleiner dan ## mm door TTS clips of OTSC laat technische en klinische succespercentages zien van respectievelijk ##% en ##% (##,##) Het gebruik van <PERSOON>) clips lijkt meer effectief voor het sluiten van perforaties ( ## mm, terwijl OTSC (Over-<PERSOON>-Scope-Clip) mogelijk meer geschikt is voor diagnostische (scoop-) perforaties of grotere perforaties (##,##) Het falen van endoscopisch sluiten van een perforatie met fecale peritonitis is een harde indicatie voor chirurgie Geen paniek, een perforatie is nooit direct levensbedreigend, check gebruik van CO#, minimaliseer insufflatie en controleer eventueel aanwezigheid van een spanning pneumoperitoneum Vraag altijd een collega endoscopist erbij om te reflecteren Bij twijfel verwijder de endoscoop, start iv antibiotica en maak rustig een plan Belangrijke vragen zijn Kan deze perforatie endoscopisch worden gesloten of is chirurgie geïndiceerd? Is er een andere onderliggende reden om chirurgie te prefereren (carcinoom, polyposis etc )? Positioneer patiënt in rugligging, hoofdeinde plat neus-maagsonde <PERSOON> handhygiëne toe en desinfecteer de huid van het abdominaal linker boven kwadrant Gebruik bij voorkeur een dikke (##G) infuusnaald (grijze Venflon) met een ## cc spuit welke ## CC NaCl bevat Prik de infuusnaald ca <DATUM> cm subcostaal links in de midclaviculair lijn (Palmer’s point) in een hoek van ca ##° al aspirerend door de huid en subcutis heen tot in de peritoneaal holte waarbij men lucht/CO# aspireert Trek vervolgens de opvoernaald (met spuit) terug en schuif de canule volledig op Sluit vervolgens de spuit half gevuld met NaCl aan op de canule en verwijder de zuiger van de spuit De ontsnapte lucht/CO# geeft een zogenaamd “jacuzzi” effect Verwijder de canule zodra er geen lucht/CO# meer ontsnapt Pijn na poliepectomie/EMR is gerelateerd aan distentie van het colon Koolstofdioxide (CO#) wordt bij voorkeur gebruikt als insufflatie gas omdat het post procedurele pijn significant verlaagt en Het post poliepectomie syndroom (PPS), ook bekend als post poliepectomie coagulatie syndroom of transmural burn syndrome wordt gedefinieerd als serositis veroorzaakt door poliepectomie met elektrocoagulatie in afwezigheid van perforatie (vrij lucht intra/retroperitoneaal op beeldvorming) PPS wordt gekenmerkt door lokale pijn en peritonitis, koorts en verhoogde infectie parameters optredend <DATUM> dagen post poliepectomie en is zonder aanvullend beeldvormend onderzoek niet goed te onderscheiden van een perforatie Incidentie varieert sterk van #,#% tot #,#% PPS heeft een uitstekende prognose met conservatief beleid (##, ##) In gesteelde poliepen bestaat een verhoogd risico op bloeding wanneer de diameter.
643
nvmdl
<PERSOON> handhygiëne toe en desinfecteer de huid van het abdominaal linker boven kwadrant Gebruik bij voorkeur een dikke (##G) infuusnaald (grijze Venflon) met een ## cc spuit welke ## CC NaCl bevat Prik de infuusnaald ca <DATUM> cm subcostaal links in de midclaviculair lijn (Palmer’s point) in een hoek van ca ##° al aspirerend door de huid en subcutis heen tot in de peritoneaal holte waarbij men lucht/CO# aspireert Trek vervolgens de opvoernaald (met spuit) terug en schuif de canule volledig op Sluit vervolgens de spuit half gevuld met NaCl aan op de canule en verwijder de zuiger van de spuit De ontsnapte lucht/CO# geeft een zogenaamd “jacuzzi” effect Verwijder de canule zodra er geen lucht/CO# meer ontsnapt Pijn na poliepectomie/EMR is gerelateerd aan distentie van het colon Koolstofdioxide (CO#) wordt bij voorkeur gebruikt als insufflatie gas omdat het post procedurele pijn significant verlaagt en Het post poliepectomie syndroom (PPS), ook bekend als post poliepectomie coagulatie syndroom of transmural burn syndrome wordt gedefinieerd als serositis veroorzaakt door poliepectomie met elektrocoagulatie in afwezigheid van perforatie (vrij lucht intra/retroperitoneaal op beeldvorming) PPS wordt gekenmerkt door lokale pijn en peritonitis, koorts en verhoogde infectie parameters optredend <DATUM> dagen post poliepectomie en is zonder aanvullend beeldvormend onderzoek niet goed te onderscheiden van een perforatie Incidentie varieert sterk van #,#% tot #,#% PPS heeft een uitstekende prognose met conservatief beleid (##, ##) In gesteelde poliepen bestaat een verhoogd risico op bloeding wanneer de diameter middels clip(s) of endoloop verkleint het risico op bloeding bij poliepectomie van gesteelde poliepen met een kop ≥ ## mm (waarbij het grootste effect wordt gezien bij Mechanische profylaxe middels clip(s) of endoloop lijkt superieur aan alleen adrenaline injectie bij gesteelde poliepen ≥ ## mm Er is onvoldoende bewijs voor het routinematig preventief dichtclippen van het post poliepectomie defect ter preventie van een post-procedurele bloeding (PPB) Het preventief coaguleren van niet-bloedende vaten in het resectievlak na poliepectomie is niet effectief in het voorkomen van een PPB Een PPB vereist in de meeste gevallen geen endoscopische re-interventie en kan Een (dreigende) perforatie met partiële of diepe schade aan de muscularis propria kan worden geïdentificeerd door herkenning van het zogenaamd “target sign” Door dit defect direct te sluiten met clips kan een late perforatie met fecale peritonitis en Het vroeg endoscopisch sluiten van een “target sign” of perforatie (## mm, door gebruik van <PERSOON>) clips of OTS (Over-<PERSOON>-Scope) clips laat goede In geval van technisch gefaald (incompleet) endoscopisch sluiten van een perforatie en in geval van klinische achteruitgang van de patiënt is klinische opname en chirurgische consultatie geïndiceerd Literatuur omtrent de preventie en behandeling van complicaties na poliepectomie is beperkt Bloeding en perforatie na poliepectomie zijn relatief zeldzame complicaties en daardoor is er weinig prospectief vergelijkend onderzoek beschikbaar t a v eventuele superioriteit van een specifieke behandeling of te volgen beleid.
600
nvmdl
of endoloop verkleint het risico op bloeding bij poliepectomie van gesteelde poliepen met een kop ≥ ## mm (waarbij het grootste effect wordt gezien bij Mechanische profylaxe middels clip(s) of endoloop lijkt superieur aan alleen adrenaline injectie bij gesteelde poliepen ≥ ## mm Er is onvoldoende bewijs voor het routinematig preventief dichtclippen van het post poliepectomie defect ter preventie van een post-procedurele bloeding (PPB) Het preventief coaguleren van niet-bloedende vaten in het resectievlak na poliepectomie is niet effectief in het voorkomen van een PPB Een PPB vereist in de meeste gevallen geen endoscopische re-interventie en kan Een (dreigende) perforatie met partiële of diepe schade aan de muscularis propria kan worden geïdentificeerd door herkenning van het zogenaamd “target sign” Door dit defect direct te sluiten met clips kan een late perforatie met fecale peritonitis en Het vroeg endoscopisch sluiten van een “target sign” of perforatie (## mm, door gebruik van <PERSOON>) clips of OTS (Over-<PERSOON>-Scope) clips laat goede In geval van technisch gefaald (incompleet) endoscopisch sluiten van een perforatie en in geval van klinische achteruitgang van de patiënt is klinische opname en chirurgische consultatie geïndiceerd Literatuur omtrent de preventie en behandeling van complicaties na poliepectomie is beperkt Bloeding en perforatie na poliepectomie zijn relatief zeldzame complicaties en daardoor is er weinig prospectief vergelijkend onderzoek beschikbaar t a v eventuele superioriteit van een specifieke behandeling of te volgen beleid De “strong recommendations” in de internationale richtlijnen (ESGE, BSG) zijn dan ook vaak gebaseerd op consensus van de verschillende ervaringsdeskundigen De onderstaande aanbevelingen van de werkgroep sluiten daar grotendeels bij aan Een intra-procedurele bloeding (IPB) kan met thermische therapie (snaartip soft coagulatie, coagulatie forceps) of mechanische therapie (clips, endoloop) met of zonder gecombineerd Voor een IPB die tijdens een piecemeal resectie optreedt wordt endoscopische coagulatie met snaar tip of forceps bij voorkeur aanbevolen, omdat gebruik van clips de resterende Voor gesteelde poliepen met een kop ≥ ## mm of een steel ≥ # mm wordt ter preventie van een bloeding voorbehandeling met adrenaline injectie in de steel en/of mechanische profylaxe middels clip(s) of endoloop aanbevolen Voor grote gesteelde poliepen ≥ ## mm wordt indien voorafgaand aan resectie alleen preventief gebruik van adrenaline Het routinematig dichtclippen van het EMR vlak of andere preventieve maatregelen zoals het preventief coaguleren van niet bloedende vaten ter preventie van een post-procedurele bloeding (PPB) wordt afgeraden Het preventief dichtclippen van het EMR vlak kan overwogen worden in gevallen waarbij het risico op PPB groot wordt geschat, beslissing zal individueel gemaakt moeten worden Bij presentatie van een patiënt met een PPB wordt in principe een conservatief en ondersteunend beleid geadviseerd Alleen bij persisterend bloedverlies of niet te stabiliseren hemodynamiek wordt een re-interventie aanbevolen Als eerste keus reinterventie in gestabiliseerde patiënt wordt een coloscopie geadviseerd Bij noodzakelijke interventie in het geval van een PPB wordt forceps coagulatie of mechanische therapie met of zonder gecombineerd gebruik van adrenaline geadviseerd in geval van Het gebruik van contact thermische probes (Gold Probe TM).
590
nvmdl
De onderstaande aanbevelingen van de werkgroep sluiten daar grotendeels bij aan Een intra-procedurele bloeding (IPB) kan met thermische therapie (snaartip soft coagulatie, coagulatie forceps) of mechanische therapie (clips, endoloop) met of zonder gecombineerd Voor een IPB die tijdens een piecemeal resectie optreedt wordt endoscopische coagulatie met snaar tip of forceps bij voorkeur aanbevolen, omdat gebruik van clips de resterende Voor gesteelde poliepen met een kop ≥ ## mm of een steel ≥ # mm wordt ter preventie van een bloeding voorbehandeling met adrenaline injectie in de steel en/of mechanische profylaxe middels clip(s) of endoloop aanbevolen Voor grote gesteelde poliepen ≥ ## mm wordt indien voorafgaand aan resectie alleen preventief gebruik van adrenaline Het routinematig dichtclippen van het EMR vlak of andere preventieve maatregelen zoals het preventief coaguleren van niet bloedende vaten ter preventie van een post-procedurele bloeding (PPB) wordt afgeraden Het preventief dichtclippen van het EMR vlak kan overwogen worden in gevallen waarbij het risico op PPB groot wordt geschat, beslissing zal individueel gemaakt moeten worden Bij presentatie van een patiënt met een PPB wordt in principe een conservatief en ondersteunend beleid geadviseerd Alleen bij persisterend bloedverlies of niet te stabiliseren hemodynamiek wordt een re-interventie aanbevolen Als eerste keus reinterventie in gestabiliseerde patiënt wordt een coloscopie geadviseerd Bij noodzakelijke interventie in het geval van een PPB wordt forceps coagulatie of mechanische therapie met of zonder gecombineerd gebruik van adrenaline geadviseerd in geval van Het gebruik van contact thermische probes (Gold Probe TM) Nauwkeurige inspectie van het EMR resectievlak wordt aanbevolen om tekenen of risicofactoren voor perforatie zoals bij een vastgesteld “target sign” te herkennen en dit defect direct Het endoscopisch sluiten van een perforatie in gereinigde darm moet overwogen worden indien deze direct of binnen # uur herkend wordt en is afhankelijk van type, grootte en lokale expertise Het eventueel wisselen naar CO#, het afzuigen Bij klinische verdenking op een late perforatie wordt een CT scan met eventueel oraal en/of rectaal contrast aanbevolen perforatie adequaat te maken, en geen diagnostisch delay op ("Endoscopic Mucosal Resection"[Mesh] OR "Colonic Polyps"[Mesh] OR polypectom*[tiab] OR pEMR[tiab] OR piecemeal EMR[tiab] OR endoscopic mucosal resection*[tiab] OR therapeutic colonoscopy[tiab] OR endoscopic resection[tiab]) <PERSOON> G Voor een goed begrip-bevordering patientveiligheid vraagt om heldere definities Cotton PB, Eisen GM, Aabakken L, et al A lexicon for endoscopic adverse events report of an ASGE workshop <PERSOON> A, <PERSOON> C, et al Colorectal polypectomy and endoscopic mucosal resection (EMR) European <PERSOON> HS, <PERSOON> TI, <PERSOON> WH, et al Risk factors for immediate postpolypectomy bleeding of the colon a multicenter <PERSOON> SJ, et al Risk factors for intraprocedural and clinically significant delayed bleeding after wide-field endoscopic mucosal resection of large colonic lesions Clin Gastroenterol Hepatol ###;## ### e<DATUM> <PERSOON> BA, Jayasekeran V, et al Snare tip soft coagulation achieves effective and safe endoscopic hemostasis during wide –field endoscopic resection of large colonic lesions (with videos) Gastrointest Endosc.
608
nvmdl
om tekenen of risicofactoren voor perforatie zoals bij een vastgesteld “target sign” te herkennen en dit defect direct Het endoscopisch sluiten van een perforatie in gereinigde darm moet overwogen worden indien deze direct of binnen # uur herkend wordt en is afhankelijk van type, grootte en lokale expertise Het eventueel wisselen naar CO#, het afzuigen Bij klinische verdenking op een late perforatie wordt een CT scan met eventueel oraal en/of rectaal contrast aanbevolen perforatie adequaat te maken, en geen diagnostisch delay op ("Endoscopic Mucosal Resection"[Mesh] OR "Colonic Polyps"[Mesh] OR polypectom*[tiab] OR pEMR[tiab] OR piecemeal EMR[tiab] OR endoscopic mucosal resection*[tiab] OR therapeutic colonoscopy[tiab] OR endoscopic resection[tiab]) <PERSOON> G Voor een goed begrip-bevordering patientveiligheid vraagt om heldere definities Cotton PB, Eisen GM, Aabakken L, et al A lexicon for endoscopic adverse events report of an ASGE workshop <PERSOON> A, <PERSOON> C, et al Colorectal polypectomy and endoscopic mucosal resection (EMR) European <PERSOON> HS, <PERSOON> TI, <PERSOON> WH, et al Risk factors for immediate postpolypectomy bleeding of the colon a multicenter <PERSOON> SJ, et al Risk factors for intraprocedural and clinically significant delayed bleeding after wide-field endoscopic mucosal resection of large colonic lesions Clin Gastroenterol Hepatol ###;## ### e<DATUM> <PERSOON> BA, Jayasekeran V, et al Snare tip soft coagulation achieves effective and safe endoscopic hemostasis during wide –field endoscopic resection of large colonic lesions (with videos) Gastrointest Endosc Prophylactic submucosal saline-adrenaline injection in colonoscopic polypectomy prospective randomized study <PERSOON> A, et al Blood supply of colorectal polyps correlateswith risk of bleeding after Di <PERSOON> P, De <PERSOON> G, et al Detachable snare versus epinephrine injection in the prevention of postpolypectomy bleeding a randomized and controlled study <PERSOON-##> A, et al A prospective randomized comparison of adrenaline injection in combination with detachable snare versus adrenaline injection alone in the prevention of postpolypectomy bleeding in large colonic polyps <PERSOON-##> ###; ### ###;quiz ### <PERSOON-##> A, et al Endoscopic resection of large pedunculated colonic polyps and risk of postpolypectomy bleeding with adrenaline injection versus endoloop and hemoclip a prospective, randomized study <PERSOON-##> T, et al <PERSOON-##> Munich Polypectomy Study (MUPS) prospective analysis of complications and risk factors in ### colonic snare polypectomies Endoscopy ###;## ###-## <PERSOON> JH, <PERSOON-##> HJ, Ahn JW, et al Risk factors for delayed post polypectomy haemorrhage a case-control study <PERSOON-##> MS, Salfiti N, <PERSOON-##> DB, et al Risk factors for delayed postpolypectomy bleeding <PERSOON-##> J, et al Location in the right hemi-colon is an independent risk factor for <PERSOON-##> G, et al.
631
nvmdl
injection in colonoscopic polypectomy prospective randomized study <PERSOON> A, et al Blood supply of colorectal polyps correlateswith risk of bleeding after Di <PERSOON> P, De <PERSOON> G, et al Detachable snare versus epinephrine injection in the prevention of postpolypectomy bleeding a randomized and controlled study <PERSOON> A, et al A prospective randomized comparison of adrenaline injection in combination with detachable snare versus adrenaline injection alone in the prevention of postpolypectomy bleeding in large colonic polyps <PERSOON> ###; ### ###;quiz ### <PERSOON> A, et al Endoscopic resection of large pedunculated colonic polyps and risk of postpolypectomy bleeding with adrenaline injection versus endoloop and hemoclip a prospective, randomized study <PERSOON> T, et al <PERSOON> Munich Polypectomy Study (MUPS) prospective analysis of complications and risk factors in ### colonic snare polypectomies Endoscopy ###;## ###-## <PERSOON> JH, <PERSOON-##> HJ, Ahn JW, et al Risk factors for delayed post polypectomy haemorrhage a case-control study <PERSOON-##> MS, Salfiti N, <PERSOON-##> DB, et al Risk factors for delayed postpolypectomy bleeding <PERSOON-##> J, et al Location in the right hemi-colon is an independent risk factor for <PERSOON-##> G, et al ten year experience at a single center <PERSOON-##> B, et al Risk factors for delayed colonic post-polypectomy bleeding a systematic review and meta-analysis <PERSOON-##> Dis ###;## ###-### <PERSOON> HH, <PERSOON> JH, Park SJ, et al Risk factors for incomplete resection and complications in endoscopic mucosal resection for lateral spreading tumors <PERSOON-##> CJ, et al Risk factors for adverse events related to polypectomy in the English bowel <PERSOON-##> AJ, Bourke MJ, Moss A, et al Factors that predict bleeding following endoscopic mucosal resection of large <PERSOON-##> W, et al <PERSOON-##>-analysis colonoscopic post-polypectomy bleeding in patients on continued clopidogrel therapy <PERSOON-##> UK, et al Postpolypectomy bleeding in patients undergoing colonoscopy on uninterrupted clopidogrel therapy <PERSOON-##> LF, Hilsden RJ, et al Bleeding and perforation after outpatient colonoscopy and their risk factors in usual clinical practice <PERSOON-##> RB, DeCoster C, et al Colonoscopy and its complications across a Canadian regional health authority <PERSOON-##> M, et al Prophylactic clip application does not decrease delayed bleeding after colonoscopic polypectomy <PERSOON-##> RN, et al.
573
nvmdl
a single center <PERSOON> B, et al Risk factors for delayed colonic post-polypectomy bleeding a systematic review and meta-analysis <PERSOON> Dis ###;## ###-### <PERSOON> HH, <PERSOON> JH, Park SJ, et al Risk factors for incomplete resection and complications in endoscopic mucosal resection for lateral spreading tumors <PERSOON> CJ, et al Risk factors for adverse events related to polypectomy in the English bowel <PERSOON> AJ, Bourke MJ, Moss A, et al Factors that predict bleeding following endoscopic mucosal resection of large <PERSOON> W, et al <PERSOON>-analysis colonoscopic post-polypectomy bleeding in patients on continued clopidogrel therapy <PERSOON> UK, et al Postpolypectomy bleeding in patients undergoing colonoscopy on uninterrupted clopidogrel therapy <PERSOON> LF, Hilsden RJ, et al Bleeding and perforation after outpatient colonoscopy and their risk factors in usual clinical practice <PERSOON> RB, DeCoster C, et al Colonoscopy and its complications across a Canadian regional health authority <PERSOON-##> M, et al Prophylactic clip application does not decrease delayed bleeding after colonoscopic polypectomy <PERSOON-##> RN, et al <PERSOON-##> E, <PERSOON-##> DK Prophylactic clip closure reduced the risk of delayed postpolypectomy haemorrhage experience in ### clipped large sessile or flat colorectal lesions and ### control lesions <PERSOON-##> SJ, et al Prophylactic endoscopic coagulation to prevent bleeding after wide-field endoscopic mucosal resection of large sessile colon polyps <PERSOON-##> of delayed postpolypectomy bleeding a decision analysis <PERSOON-##> SJ, Hourigan LF, et al A management algorithm based on delayed bleeding after wide-field endoscopic mucosal resection of large colonic lesions <PERSOON-##> T, et al Hemoclipping for post-polypectomy and postbiopsy colonic bleeding <PERSOON-##> A, et al Complications of colonoscopy in a large public county hospital in Burgess NG, Bahin FF, Bourke MJ Colonic polypectomy (with videos) Gastrointest Endosc ###;##(#) #<DATUM> <PERSOON-##> FH, Leong RW Role of hemostatic powders in management of lower gastrointestinal bleeding a review <PERSOON-##> EJ Colonoscopy perforation rate, mechanisms and outcome fro diagnostic to <PERSOON-##> P, et al Efficacy and safety of endoscopic resection of large colorectal polyps a systematic review and meta-analysis Gut ###;# #-## Paspatis GA, Dumonceau JM, Barthet M, et al Diagnosis and management of iatrogenic endoscopic perforations.
554
nvmdl
<PERSOON> E, <PERSOON> DK Prophylactic clip closure reduced the risk of delayed postpolypectomy haemorrhage experience in ### clipped large sessile or flat colorectal lesions and ### control lesions <PERSOON> SJ, et al Prophylactic endoscopic coagulation to prevent bleeding after wide-field endoscopic mucosal resection of large sessile colon polyps <PERSOON> of delayed postpolypectomy bleeding a decision analysis <PERSOON> SJ, Hourigan LF, et al A management algorithm based on delayed bleeding after wide-field endoscopic mucosal resection of large colonic lesions <PERSOON> T, et al Hemoclipping for post-polypectomy and postbiopsy colonic bleeding <PERSOON> A, et al Complications of colonoscopy in a large public county hospital in Burgess NG, Bahin FF, Bourke MJ Colonic polypectomy (with videos) Gastrointest Endosc ###;##(#) #<DATUM> <PERSOON> FH, Leong RW Role of hemostatic powders in management of lower gastrointestinal bleeding a review <PERSOON> EJ Colonoscopy perforation rate, mechanisms and outcome fro diagnostic to <PERSOON-##> P, et al Efficacy and safety of endoscopic resection of large colorectal polyps a systematic review and meta-analysis Gut ###;# #-## Paspatis GA, Dumonceau JM, Barthet M, et al Diagnosis and management of iatrogenic endoscopic perforations Endoscopy ###;#<DATUM> ### Swan MP, Bourke MJ, Moss A, et al <PERSOON-##> target sign an endoscopic marker for the resection of the muscularis propria and potential perforation during colonic endoscopic mucosal resection Gastrointest Endosc ###;##(#) ##-## Burgess NG, Bassan MS, McLeod D, et al Deep mural injury and perforation after colonic endoscopic mucosal resection a new classification and analysis of risk factors <PERSOON-##> G, et al Promptness of diagnosis is the main prognostic factor after colonoscopic perforation <PERSOON-##> A et al Carbon dioxide insufflation reduces number of postprocedure admissions after endoscopic resection of large colonic lesions prospective cohort study <PERSOON-##> S, et al Endoclipping of iatrogenic colonic perforatios to avoid surgery Surg Endosc Byeon JS Colonic perforation can we manage it endoscopically? <PERSOON-##> S, et al Differences in the endoscopic closure of colonic perforation due to diagnostic <PERSOON-##> L, Fry LC, et al Feasibility of endoscopic closure of an iatrogenic colon perforation occurring during colonoscopy <PERSOON-##> KS, <PERSOON-##> SH, et al Clinical outcomes and risk factors of post-polypectomy coagulation syndrome a multicenter, retrospective, case-control study <PERSOON-##> ME Complications of colonoscopy and flexible sigmoidoscopy.
573
nvmdl
Bourke MJ, Moss A, et al <PERSOON> target sign an endoscopic marker for the resection of the muscularis propria and potential perforation during colonic endoscopic mucosal resection Gastrointest Endosc ###;##(#) ##-## Burgess NG, Bassan MS, McLeod D, et al Deep mural injury and perforation after colonic endoscopic mucosal resection a new classification and analysis of risk factors <PERSOON> G, et al Promptness of diagnosis is the main prognostic factor after colonoscopic perforation <PERSOON> A et al Carbon dioxide insufflation reduces number of postprocedure admissions after endoscopic resection of large colonic lesions prospective cohort study <PERSOON> S, et al Endoclipping of iatrogenic colonic perforatios to avoid surgery Surg Endosc Byeon JS Colonic perforation can we manage it endoscopically? <PERSOON> S, et al Differences in the endoscopic closure of colonic perforation due to diagnostic <PERSOON> L, Fry LC, et al Feasibility of endoscopic closure of an iatrogenic colon perforation occurring during colonoscopy <PERSOON> KS, <PERSOON> SH, et al Clinical outcomes and risk factors of post-polypectomy coagulation syndrome a multicenter, retrospective, case-control study <PERSOON> ME Complications of colonoscopy and flexible sigmoidoscopy Wat is het beste beleid ter voorkoming en ten aanzien van lokaal recidief na endoscopische resectie van colon adenomen en sessiel serrated lesies? maar desondanks blijft er een risico op colorectaal carcinoom bestaan en treden er intervalscarcinomen op na poliepectomie (#, #) Een van de voornaamste reden voor dit laatste is onvolledige endoscopische resectie van colonpoliepen (<DATUM> Hieruit kan een lokaal recidief groeien waaruit later een colorectaal carcinoom kan ontstaan Een tweetal studies hebben aangetoond dat ongeveer een kwart van alle intervalcarcinomen na colonoscopie mogelijk het gevolg zijn van incomplete poliepectomieën (#, #) De meeste bezorgheid hierbij gaat uit naar endoscopische resectie van grotere sessiele en vlakke adenomateuze poliepen Meestal worden deze laesies met piecemeal endoscopische mucosale resectie (pEMR) verwijderd Hoewel deze techniek veilig is, blijkt er bij pEMR een relatief hoog lokaal recidief percentage te zijn dat tussen de ##-##% ligt, oplopend naar ##% bij pEMR van laesies ) ## mm (#, #) Dit heeft er toe geleid dat meerdere richtlijnen versnelde surveillance bij pEMR aanbevelen, en endoscopische submucosale dissectie (ESD) opkomt als resectietechniek omwille van zijn lagere recidief percentage en adjuvante behandelingen bij pEMR worden onderzocht om lokaal recidief percentage te doen dalen (#, ##, ##) In dit hoofdstuk wordt de literatuur omtrent risicofactoren voor lokaal recidief, preventieve strategieën ter voorkoming en het beleid t a v lokale recidieven samengevat Hierbij hebben we ons beperkt tot lokale recidieven van colon adenomen en serrated poliepen.
544
nvmdl
is het beste beleid ter voorkoming en ten aanzien van lokaal recidief na endoscopische resectie van colon adenomen en sessiel serrated lesies? maar desondanks blijft er een risico op colorectaal carcinoom bestaan en treden er intervalscarcinomen op na poliepectomie (#, #) Een van de voornaamste reden voor dit laatste is onvolledige endoscopische resectie van colonpoliepen (<DATUM> Hieruit kan een lokaal recidief groeien waaruit later een colorectaal carcinoom kan ontstaan Een tweetal studies hebben aangetoond dat ongeveer een kwart van alle intervalcarcinomen na colonoscopie mogelijk het gevolg zijn van incomplete poliepectomieën (#, #) De meeste bezorgheid hierbij gaat uit naar endoscopische resectie van grotere sessiele en vlakke adenomateuze poliepen Meestal worden deze laesies met piecemeal endoscopische mucosale resectie (pEMR) verwijderd Hoewel deze techniek veilig is, blijkt er bij pEMR een relatief hoog lokaal recidief percentage te zijn dat tussen de ##-##% ligt, oplopend naar ##% bij pEMR van laesies ) ## mm (#, #) Dit heeft er toe geleid dat meerdere richtlijnen versnelde surveillance bij pEMR aanbevelen, en endoscopische submucosale dissectie (ESD) opkomt als resectietechniek omwille van zijn lagere recidief percentage en adjuvante behandelingen bij pEMR worden onderzocht om lokaal recidief percentage te doen dalen (#, ##, ##) In dit hoofdstuk wordt de literatuur omtrent risicofactoren voor lokaal recidief, preventieve strategieën ter voorkoming en het beleid t a v lokale recidieven samengevat Hierbij hebben we ons beperkt tot lokale recidieven van colon adenomen en serrated poliepen recidief risico na endoscopische verwijdering van T# colorectaal carcinomen Voor aanbevelingen omtrent surveillance interval na een en bloc poliepectomie i k v opsporing van lokale recidieven Literatuur omtrent lokaal recidief risico na poliepectomie van kleine poliepen is beperkt Een retrospectieve studie die cold forceps poliepectomie (CFP) bestudeerde als resectietechniek bij poliepen ( # mm (n=###) rapporteerde een lokaal recidiefpercentage van ##% bij CFP over periode van #<DATUM> maanden Multivariate analyse toonde dat <DATUM> mm poliepen en rechtszijdige poliepen risicofactor waren voor lokaal recidief (HR # ##; ##% CI <DATUM> # ## - HR # ##; ##% CI # ##<DATUM> respectievelijk) Verder was het lokaal recidief risico voor advanced adenoom # #% (##) Recentelijk werd het lokaal recidief risico na poliepectomie van ( ## mm adenomateuze poliepen met laaggradige (LGD) en hooggradige (HGD) dysplasie onderzocht Het lokaal recidief risico bedroegen respectievelijk <DATUM> voor adenoom met LGD en <DATUM> voor adenoom met HGD binnen de Meerdere studies onderzochten het lokaal recidief na poliepectomie van deze laesies Deze poliepen worden in de praktijk d m v en bloc EMR, piecemeal EMR of ESD verwijderd De meeste studies hebben betrekking tot lokaal recidief risico na pEMR En bloc resectie d m v EMR wordt in ##-##% van deze laesies gerapporteerd (##, ##-##) # grote cohort studies rapporteerde lokaal recidief percentage van <DATUM> bij surveillance colonoscopie (##, ##) Deze cijfers liggen in de lijn met resultaten van een systematische review en metaanalyse die een percentage van #% (##%CI #%-#%; P(# ###) vermeldt (##) pEMR heeft t o v.
673
nvmdl
een en bloc poliepectomie i k v opsporing van lokale recidieven Literatuur omtrent lokaal recidief risico na poliepectomie van kleine poliepen is beperkt Een retrospectieve studie die cold forceps poliepectomie (CFP) bestudeerde als resectietechniek bij poliepen ( # mm (n=###) rapporteerde een lokaal recidiefpercentage van ##% bij CFP over periode van #<DATUM> maanden Multivariate analyse toonde dat <DATUM> mm poliepen en rechtszijdige poliepen risicofactor waren voor lokaal recidief (HR # ##; ##% CI <DATUM> # ## - HR # ##; ##% CI # ##<DATUM> respectievelijk) Verder was het lokaal recidief risico voor advanced adenoom # #% (##) Recentelijk werd het lokaal recidief risico na poliepectomie van ( ## mm adenomateuze poliepen met laaggradige (LGD) en hooggradige (HGD) dysplasie onderzocht Het lokaal recidief risico bedroegen respectievelijk <DATUM> voor adenoom met LGD en <DATUM> voor adenoom met HGD binnen de Meerdere studies onderzochten het lokaal recidief na poliepectomie van deze laesies Deze poliepen worden in de praktijk d m v en bloc EMR, piecemeal EMR of ESD verwijderd De meeste studies hebben betrekking tot lokaal recidief risico na pEMR En bloc resectie d m v EMR wordt in ##-##% van deze laesies gerapporteerd (##, ##-##) # grote cohort studies rapporteerde lokaal recidief percentage van <DATUM> bij surveillance colonoscopie (##, ##) Deze cijfers liggen in de lijn met resultaten van een systematische review en metaanalyse die een percentage van #% (##%CI #%-#%; P(# ###) vermeldt (##) pEMR heeft t o v Op basis van de huidige literatuur lijkt ESD van colorectale grote poliepen een laag lokaal recidief percentage te hebben De lokaal recidief percentages liggen tussen de <DATUM> - <DATUM> bij follow-up colonoscopie (##, ##, ##) Vergelijkbare lage lokaal recidief percentage werden ook bij hybrid ESD Uit de studies die lokaal recidief na pEMR onderzochten, bleek dat poliepgrootte een belangrijke risicofactor was voor lokaal recidief Met name was er bij pEMR van laesies ) ## mm een hoger recidief risico (#, ##, ##, ##) Verder toonden meerdere studies aan dat het lokaal recidiefpercentage stijgt bij toename van het aantal resectie specimens bij pEMR (##, ##, ##) Zo bleek uit een grote Japanse prospectieve multicenterisch studie dat recidief percentage bij # resectie specimen <DATUM> bedroeg en het verder opliep naar <DATUM> bij # resectie specimens bij pEMR (##) Vergelijkbare recidief percentages bij pEMR werden gevonden in studie van Terasaki et al (##) Piecemeal <INSTELLING> van de endoscopische resectie vormt niet alleen bij EMR een risicofactor voor lokaal recidief, maar ook bij ESD resectie Zo bleek uit de bovenvermelde Japanese multicenter studie dat het het lokaal recidief percentage steeg bij en bloc ESD van <DATUM> naar <DATUM> bij piecemeal resectie met # resectie specimens (##) Uit de ACE studie bleek daarnaast dat buiten de grootte van de poliep ook het gebruik van APC tijdens de EMR, intra-procedurele bloeding gedurende EMR onafhankelijke risicofactoren voor lokaal recidief waren (##) Een tweede studie bevestigde dat het gebruik van APC bij behandeling.
692
nvmdl
basis van de huidige literatuur lijkt ESD van colorectale grote poliepen een laag lokaal recidief percentage te hebben De lokaal recidief percentages liggen tussen de <DATUM> - <DATUM> bij follow-up colonoscopie (##, ##, ##) Vergelijkbare lage lokaal recidief percentage werden ook bij hybrid ESD Uit de studies die lokaal recidief na pEMR onderzochten, bleek dat poliepgrootte een belangrijke risicofactor was voor lokaal recidief Met name was er bij pEMR van laesies ) ## mm een hoger recidief risico (#, ##, ##, ##) Verder toonden meerdere studies aan dat het lokaal recidiefpercentage stijgt bij toename van het aantal resectie specimens bij pEMR (##, ##, ##) Zo bleek uit een grote Japanse prospectieve multicenterisch studie dat recidief percentage bij # resectie specimen <DATUM> bedroeg en het verder opliep naar <DATUM> bij # resectie specimens bij pEMR (##) Vergelijkbare recidief percentages bij pEMR werden gevonden in studie van Terasaki et al (##) Piecemeal <INSTELLING> van de endoscopische resectie vormt niet alleen bij EMR een risicofactor voor lokaal recidief, maar ook bij ESD resectie Zo bleek uit de bovenvermelde Japanese multicenter studie dat het het lokaal recidief percentage steeg bij en bloc ESD van <DATUM> naar <DATUM> bij piecemeal resectie met # resectie specimens (##) Uit de ACE studie bleek daarnaast dat buiten de grootte van de poliep ook het gebruik van APC tijdens de EMR, intra-procedurele bloeding gedurende EMR onafhankelijke risicofactoren voor lokaal recidief waren (##) Een tweede studie bevestigde dat het gebruik van APC bij behandeling (#) Tegenstrijdige associaties werden gerapporteerd tussen dysplasiegraad en het risico van lokaal recidief Uit een Italiaanse studie bleek dat het risico op lokaal recidief bij endoscopische resectie van poliepen hoger lag bij laesies met hooggradige dysplasie t o v laesies met laaggradige dysplasie (##) Hooggradige dysplasie werd ook als onafhankelijke risicofactor voor lokaal recidief aangetoond in de <PERSOON> EMR recurrence tool studie (##) Anderzijds kon de ACE studie hooggradige dysplasie niet als risicofactor voor lokaal recidief bevestigen (##) Omtrent de relatie tussen morfologie van grote poliepen en het recidief risico na endoscopische resectie zijn er ook tegenstijdige resultaten Multivariate analyse van een Japanese multicenter cohortstudie toonde aan dat lateral spreidende tumoren (LST) van het granulaire type een verhoogd risico hadden voor lokaal recidief na resectie (##) Dit kon echter in een Australische grote Als laatste valt te vermelden dat naast grootte ) ## mm, moeilijke lokalisatie (klep van Bauhin, appendix, divertikel of linea dentata) eerder mislukte resectiepogingen en poliepen met size, morpholoy, site, access (SMSA) level # als risicofactoren voor lokaal recidief beschouwen (##) Preventieve maatregelen i v m voorkomen van lokaal recidief na pEMR Meerdere opties waaronder verruiming van de laterale resectie randen, adjunctieve en adjuvante behandelingen na pEMR zijn onderzocht om het lokaal recidief bij pEMR te verminderen Tegenstrijdige resultaten zijn gepubliceerd i v m de reductie van lokaal recidief risico door verruiming van laterale snijranden bij initiële pEMR Sommige studies suggereren dat dit het risico van lateraal recidief zou kunnen doen dalen, anderzijds toonde een recentelijke.
628
nvmdl
werden gerapporteerd tussen dysplasiegraad en het risico van lokaal recidief Uit een Italiaanse studie bleek dat het risico op lokaal recidief bij endoscopische resectie van poliepen hoger lag bij laesies met hooggradige dysplasie t o v laesies met laaggradige dysplasie (##) Hooggradige dysplasie werd ook als onafhankelijke risicofactor voor lokaal recidief aangetoond in de <PERSOON> EMR recurrence tool studie (##) Anderzijds kon de ACE studie hooggradige dysplasie niet als risicofactor voor lokaal recidief bevestigen (##) Omtrent de relatie tussen morfologie van grote poliepen en het recidief risico na endoscopische resectie zijn er ook tegenstijdige resultaten Multivariate analyse van een Japanese multicenter cohortstudie toonde aan dat lateral spreidende tumoren (LST) van het granulaire type een verhoogd risico hadden voor lokaal recidief na resectie (##) Dit kon echter in een Australische grote Als laatste valt te vermelden dat naast grootte ) ## mm, moeilijke lokalisatie (klep van Bauhin, appendix, divertikel of linea dentata) eerder mislukte resectiepogingen en poliepen met size, morpholoy, site, access (SMSA) level # als risicofactoren voor lokaal recidief beschouwen (##) Preventieve maatregelen i v m voorkomen van lokaal recidief na pEMR Meerdere opties waaronder verruiming van de laterale resectie randen, adjunctieve en adjuvante behandelingen na pEMR zijn onderzocht om het lokaal recidief bij pEMR te verminderen Tegenstrijdige resultaten zijn gepubliceerd i v m de reductie van lokaal recidief risico door verruiming van laterale snijranden bij initiële pEMR Sommige studies suggereren dat dit het risico van lateraal recidief zou kunnen doen dalen, anderzijds toonde een recentelijke Verschillende studies onderzochten de effectiviteit van argon plasma coagulatie en hot avulsie bij poliepectomie om poliep radicaal te verwijderen en recidief te vermijden Hierbij dient bij evaluatie van de studies onderscheid te worden gemaakt of ze werden ingezet als adjuvante behandeling bij macroscopische radicale pEMR of adjunctieve behandeling bij In studie van Brooker et al werden de randen na pEMR waarbij geen macroscopisch adenomateus restant werd gevisualiseerd met APC nabehandeld Deze nabehandeling resulteerde in signficant lager lokaal recidief percentage (##%) bij surveillance colonoscopie t o v de laesies die geen APC nabehandeling kregen (##%) (##) Daarentegen kon in een andere kleine studie de toegevoegde waarde van APC niet worden bevestigd (##) Een recente multicenter, prospectieve gerandomiseerde studie onderzocht preventieve behandeling van de randen van het wondgebied met snaar tip contactcoagulatie (snare tip soft coagulation; STSC)(n=###) na een macroscopisch radicale EMR resectie In deze studie bleek het recidief percentage in de STSC arm met <DATUM> (<DATUM> ) veel lager te zijn dan APC, hot avulsion, en cold avulsion met soft coagulatie (CAST) bij incomplete macroscopische pEMR Zlatanic et al rapporteerde een ##% reductie in lokaal recidief bij ablatie van adenoom restanten bij incomplete pEMR tov onbehandelde restanten bij follow-up colonoscopie (n=##, ###% naar ##%) (##) Deze resultaten worden ondersteund door studie die ## % eradicatie aantoonde bij adjuvante APC behandeling bij incomplete piecemeal EMR en de studie van Neneman et al (##, ##) Echter, een grotere studie in ### toonde aan dat APC.
617
nvmdl
de effectiviteit van argon plasma coagulatie en hot avulsie bij poliepectomie om poliep radicaal te verwijderen en recidief te vermijden Hierbij dient bij evaluatie van de studies onderscheid te worden gemaakt of ze werden ingezet als adjuvante behandeling bij macroscopische radicale pEMR of adjunctieve behandeling bij In studie van Brooker et al werden de randen na pEMR waarbij geen macroscopisch adenomateus restant werd gevisualiseerd met APC nabehandeld Deze nabehandeling resulteerde in signficant lager lokaal recidief percentage (##%) bij surveillance colonoscopie t o v de laesies die geen APC nabehandeling kregen (##%) (##) Daarentegen kon in een andere kleine studie de toegevoegde waarde van APC niet worden bevestigd (##) Een recente multicenter, prospectieve gerandomiseerde studie onderzocht preventieve behandeling van de randen van het wondgebied met snaar tip contactcoagulatie (snare tip soft coagulation; STSC)(n=###) na een macroscopisch radicale EMR resectie In deze studie bleek het recidief percentage in de STSC arm met <DATUM> (<DATUM> ) veel lager te zijn dan APC, hot avulsion, en cold avulsion met soft coagulatie (CAST) bij incomplete macroscopische pEMR Zlatanic et al rapporteerde een ##% reductie in lokaal recidief bij ablatie van adenoom restanten bij incomplete pEMR tov onbehandelde restanten bij follow-up colonoscopie (n=##, ###% naar ##%) (##) Deze resultaten worden ondersteund door studie die ## % eradicatie aantoonde bij adjuvante APC behandeling bij incomplete piecemeal EMR en de studie van Neneman et al (##, ##) Echter, een grotere studie in ### toonde aan dat APC ##, p=# ##) (##) Verder valt te vermelden dat hot avulsion met APC werd vergeleken als behandelingsmodaliteit bij het behandelen van residueel adenomateus weefsel bij onvolledige pEMR Bij surveillance colonoscopie bleek dat het lokaal recidief percentage #<DATUM> bedroeg voor de APC groep en <DATUM> in de hot avulsion groep Als laatste valt te vermelden dat recentelijke Australische studie cold avulsion met snaretip soft coagulation (CAST) onderzocht als aanvullende behandeling bij incomplete pEMR Lokaal recidief percentage was voor LST laesies die complete pEMR ondergingen <DATUM> , <DATUM> bij voorbehandelde LST met incomplete pEMR + CAST en <DATUM> bij incomplete Op basis van de huidige literatuur kan geen uitspraak worden gedaan omtrent het tijdsinterval Bij EMR resectie van poliepen ) ## mm blijkt uit een recente systematisch review en meta-analyse dat ##% van de lokale recidieven optreden # maanden na de initiële resectie en dat ##% van de recidieven binnen de # maanden na de resectie worden gevonden (##) Het kleine aantal latere lokale recidieven kunnen echter tot ## maanden na EMR optreden (##, ##, ##) Studies omtrent lokaal recidief risico na endoscopische resecties van SP’s zijn schaars en betreffen studies die het lokaal risico onderzochten bij grote sessiel serrated lesies (SSL) die endoscopisch werden verwijderd Recentelijk zijn er twee studies verschenen (##,##) De eerste studie betrof een single center retrospectieve studie (n=###) die het lokale recidief onderzocht na pEMR van SSL ) ## mm Deze kon geen verschil in lokaal recidief risico aantonen tussen colon adenoom versus ssp (##) Daarentegen suggereert de data uit een Australische prospectieve multicenter register (n=###).
673
nvmdl
met APC werd vergeleken als behandelingsmodaliteit bij het behandelen van residueel adenomateus weefsel bij onvolledige pEMR Bij surveillance colonoscopie bleek dat het lokaal recidief percentage #<DATUM> bedroeg voor de APC groep en <DATUM> in de hot avulsion groep Als laatste valt te vermelden dat recentelijke Australische studie cold avulsion met snaretip soft coagulation (CAST) onderzocht als aanvullende behandeling bij incomplete pEMR Lokaal recidief percentage was voor LST laesies die complete pEMR ondergingen <DATUM> , <DATUM> bij voorbehandelde LST met incomplete pEMR + CAST en <DATUM> bij incomplete Op basis van de huidige literatuur kan geen uitspraak worden gedaan omtrent het tijdsinterval Bij EMR resectie van poliepen ) ## mm blijkt uit een recente systematisch review en meta-analyse dat ##% van de lokale recidieven optreden # maanden na de initiële resectie en dat ##% van de recidieven binnen de # maanden na de resectie worden gevonden (##) Het kleine aantal latere lokale recidieven kunnen echter tot ## maanden na EMR optreden (##, ##, ##) Studies omtrent lokaal recidief risico na endoscopische resecties van SP’s zijn schaars en betreffen studies die het lokaal risico onderzochten bij grote sessiel serrated lesies (SSL) die endoscopisch werden verwijderd Recentelijk zijn er twee studies verschenen (##,##) De eerste studie betrof een single center retrospectieve studie (n=###) die het lokale recidief onderzocht na pEMR van SSL ) ## mm Deze kon geen verschil in lokaal recidief risico aantonen tussen colon adenoom versus ssp (##) Daarentegen suggereert de data uit een Australische prospectieve multicenter register (n=###) lager lag dan voor adenoom Het lokaal recidief percentage ## maanden na resectie bedroeg #% voor SSL versus ##% voor sporadisch colon adenoom Dit verschil was metname sterk uitgesproken bij de ssp tussen de ##-## mm Daar lag het recidief risico #x lager dan bij sporadisch colon adenoom Bij de grotere SSL’s bleek het recidief risico echter niet te verschillen van colon adenoom (##) Endoscopische detectie van lokaal recidief bij surveillance colonoscopie Meerdere studies hebben gekeken naar endoscopische detectie van lokaal recidief na poliepectomie Een retrospectieve studie rapporteerde dat bij <DATUM> van de histologisch bewezen lokale adenomateuze recidieven thv poliepectomie litteken er geen macroscopisch zichtbaar adenoom werd opgemerkt (##) In studie van Knabe et al werd in #% van de endoscopisch onverdachte post EMR littekens lokaal adenomateus weefsel in biopten aangetoond (##) Verder bleek uit Nederlandse observationele prospectieve multicentrische studie bij pEMR van grote rectale adenomen dat ##% van de histologisch bewezen lokale recidieven in normaal endoscopisch uitziende post De afwezigheid van lokaal recidief bij eerste surveillance colonoscopie bleek voorspellend te zijn voor het uitblijven van eventuele late recidieven De studie van Kashab et al toonde dat #<DATUM> van littekens zonder lokaal recidief bij vroegtijdige surveillance colonoscopie (<DATUM> maanden na endoscopisch resectie) na <LEEFTIJD> jaar vrij bleven van recidief (##) Dit percentage ligt in lijn met de bevindingen van de ACE studie waar #% late lokale recidieven (## maanden na resectie) optraden bij patiënten die geen aanwijzingen hadden bij hun eerste surveillance colonoscopie # maanden.
642
nvmdl
lager lag dan voor adenoom Het lokaal recidief percentage ## maanden na resectie bedroeg #% voor SSL versus ##% voor sporadisch colon adenoom Dit verschil was metname sterk uitgesproken bij de ssp tussen de ##-## mm Daar lag het recidief risico #x lager dan bij sporadisch colon adenoom Bij de grotere SSL’s bleek het recidief risico echter niet te verschillen van colon adenoom (##) Endoscopische detectie van lokaal recidief bij surveillance colonoscopie Meerdere studies hebben gekeken naar endoscopische detectie van lokaal recidief na poliepectomie Een retrospectieve studie rapporteerde dat bij <DATUM> van de histologisch bewezen lokale adenomateuze recidieven thv poliepectomie litteken er geen macroscopisch zichtbaar adenoom werd opgemerkt (##) In studie van Knabe et al werd in #% van de endoscopisch onverdachte post EMR littekens lokaal adenomateus weefsel in biopten aangetoond (##) Verder bleek uit Nederlandse observationele prospectieve multicentrische studie bij pEMR van grote rectale adenomen dat ##% van de histologisch bewezen lokale recidieven in normaal endoscopisch uitziende post De afwezigheid van lokaal recidief bij eerste surveillance colonoscopie bleek voorspellend te zijn voor het uitblijven van eventuele late recidieven De studie van Kashab et al toonde dat #<DATUM> van littekens zonder lokaal recidief bij vroegtijdige surveillance colonoscopie (<DATUM> maanden na endoscopisch resectie) na <LEEFTIJD> jaar vrij bleven van recidief (##) Dit percentage ligt in lijn met de bevindingen van de ACE studie waar #% late lokale recidieven (## maanden na resectie) optraden bij patiënten die geen aanwijzingen hadden bij hun eerste surveillance colonoscopie # maanden (##) Iets hogere percentages werd gerapporteerd door studie van Knabe et al Daarin werd een laat recidief percentage gerapporteerd van <DATUM> (##) Om de diagnostische accuraatheid van endoscopie te verbeteren bij de detectie van lokaal recidieven zijn verschillende imaging modaliteiten zoals virtuele chromoendoscopie met confocal laser endomicroscopie en narrow band imaging (NBI) onderzocht De combinatie van de virtuele chromoendoscopie met confocal laser endomicroscopie bleek een accuraatheid, sensitiviteit, specificiteit, positieve predictieve waarde en negatieve predictieve waarde (NPV) te hebben van ##%, ###%, ##%, ##%, en ###%, respectievelijk (##) NBI bleek uit een prospectieve single center studie endoscopische inspectie voor een significant betere detectie van lokaal recidief te zorgen NPV bedroeg voor endoscopische inspectie #<DATUM> en voor endoscopische inspectie met NBI #<DATUM> (##) In deze studie bleek dat ##% van de vlakke lokale adenomateuze recidieven alleen Lokale recidieven die bij surveillance colonoscopie worden gedetecteerd, zijn veelal klein, unifocaal en kunnen effectief endoscopisch met snaar resectie worden behandeld (##,##, ##, ##) Na behandeling van het eerste recidief blijkt dat tussen de ##-##% een tweede recidief krijgt (##,##) Snaar resectie lijkt superieur te zijn t o v andere endoscopische modaliteiten (##) Indien het recidief niet in aanmerking komt voor snaar resectie door bijvoorbeeld non-lifting sign of fibrose kunnen andere endoscopische modaliteiten overwogen worden Hot avulsie techniek bleek voor kleine adenomateuze recidieven effectief te zijn (##, ##) Koude avulsie met CAST lijkt veelbelovend (##) Argon plasma coagulatie kan ook worden ingezet bij behandeling van lokale recidieven.
663
nvmdl
Iets hogere percentages werd gerapporteerd door studie van Knabe et al Daarin werd een laat recidief percentage gerapporteerd van <DATUM> (##) Om de diagnostische accuraatheid van endoscopie te verbeteren bij de detectie van lokaal recidieven zijn verschillende imaging modaliteiten zoals virtuele chromoendoscopie met confocal laser endomicroscopie en narrow band imaging (NBI) onderzocht De combinatie van de virtuele chromoendoscopie met confocal laser endomicroscopie bleek een accuraatheid, sensitiviteit, specificiteit, positieve predictieve waarde en negatieve predictieve waarde (NPV) te hebben van ##%, ###%, ##%, ##%, en ###%, respectievelijk (##) NBI bleek uit een prospectieve single center studie endoscopische inspectie voor een significant betere detectie van lokaal recidief te zorgen NPV bedroeg voor endoscopische inspectie #<DATUM> en voor endoscopische inspectie met NBI #<DATUM> (##) In deze studie bleek dat ##% van de vlakke lokale adenomateuze recidieven alleen Lokale recidieven die bij surveillance colonoscopie worden gedetecteerd, zijn veelal klein, unifocaal en kunnen effectief endoscopisch met snaar resectie worden behandeld (##,##, ##, ##) Na behandeling van het eerste recidief blijkt dat tussen de ##-##% een tweede recidief krijgt (##,##) Snaar resectie lijkt superieur te zijn t o v andere endoscopische modaliteiten (##) Indien het recidief niet in aanmerking komt voor snaar resectie door bijvoorbeeld non-lifting sign of fibrose kunnen andere endoscopische modaliteiten overwogen worden Hot avulsie techniek bleek voor kleine adenomateuze recidieven effectief te zijn (##, ##) Koude avulsie met CAST lijkt veelbelovend (##) Argon plasma coagulatie kan ook worden ingezet bij behandeling van lokale recidieven fibrose dat submucosale injectie met argon plasma coagulatie in ##% van de recidieven succesvol kon behandeld worden (##) Als alternatief kan ESD overwogen worden voor en bloc resectie bij lokale recidieven, maar percentage R# resectie ligt lager dan ESD van niet voorbehandelde adenomateuze laesies (##) <PERSOON> EMR werd ook als een alternatieve resectie techniek bij lokale recidieven na eerdere EMR geëvalueerd in kleine single center studie In deze studie bleek dat en bloc resectie ratio voor onderwater EMR #<DATUM> bedroeg vs <DATUM> voor standaard EMR (##) Verder valt te vermelden dat recentelijk over the scope clip instrumenten zijn ontwikkeld die de mogelijkheid bieden om full tickness colorectale wand resectie uit te voeren thv non lifting lokale Als laatste valt nog te vermelden dat chirurgie als behandeloptie wordt aanbevolen indien het lokaal recidief niet endoscopisch te reseceren is (##) Op basis van de literatuur lijkt <DATUM> % van de lokale recidieven te moeten worden doorverwezen voor chirurgie (#, ##) Uit de ACE studie bleek verder dat lokale recidieven die verwezen werden voor chirurgie, laesies betroffen met uitgebreide submucosale fibrose, ingroei in de appendix opening, circumferentiële betrokkenheid van de klep van Bauhin en ileale betrokkenheid (##, ##) Buitenlandse richtlijnen raden daarnaast aan dat de beslissing voor chirurgische resectie wordt genomen na multidisciplinair overleg waarin endoscopist met ervaring in resectie van endoscopische complexe poliepen en gastro-intestinaal chirurg met laparoscopisch ervaring participeren (##, ##) Tot ### werd in het algemeen aanbevolen om # maanden na piecemeal verwijdering van grote poliepen een surveillance endoscopie te verrichten Dit was onafhankelijk van de histologie.
671
nvmdl
plasma coagulatie in ##% van de recidieven succesvol kon behandeld worden (##) Als alternatief kan ESD overwogen worden voor en bloc resectie bij lokale recidieven, maar percentage R# resectie ligt lager dan ESD van niet voorbehandelde adenomateuze laesies (##) <PERSOON> EMR werd ook als een alternatieve resectie techniek bij lokale recidieven na eerdere EMR geëvalueerd in kleine single center studie In deze studie bleek dat en bloc resectie ratio voor onderwater EMR #<DATUM> bedroeg vs <DATUM> voor standaard EMR (##) Verder valt te vermelden dat recentelijk over the scope clip instrumenten zijn ontwikkeld die de mogelijkheid bieden om full tickness colorectale wand resectie uit te voeren thv non lifting lokale Als laatste valt nog te vermelden dat chirurgie als behandeloptie wordt aanbevolen indien het lokaal recidief niet endoscopisch te reseceren is (##) Op basis van de literatuur lijkt <DATUM> % van de lokale recidieven te moeten worden doorverwezen voor chirurgie (#, ##) Uit de ACE studie bleek verder dat lokale recidieven die verwezen werden voor chirurgie, laesies betroffen met uitgebreide submucosale fibrose, ingroei in de appendix opening, circumferentiële betrokkenheid van de klep van Bauhin en ileale betrokkenheid (##, ##) Buitenlandse richtlijnen raden daarnaast aan dat de beslissing voor chirurgische resectie wordt genomen na multidisciplinair overleg waarin endoscopist met ervaring in resectie van endoscopische complexe poliepen en gastro-intestinaal chirurg met laparoscopisch ervaring participeren (##, ##) Tot ### werd in het algemeen aanbevolen om # maanden na piecemeal verwijdering van grote poliepen een surveillance endoscopie te verrichten Dit was onafhankelijk van de histologie laatste jaren echter zijn er nieuwe data beschikbaar gekomen die betere inschatting geven van het lokaal recidief risico Uit systematische review en meta-analysis bleek dat ##% van de lokale recidieven zich binnen de # maanden, ##% na # maanden, ##% zich na ## maanden presenteren (##) Recentelijk werd ook SERT model naar voorgeschoven als predictie model om surveillance intervallen te stratificeren na pEMR Hierbij worden # risicofactoren gebruikt aanwezigheid van hooggradige dysplasie, ) ## mm grootte en het optreden van intra procedurele bloeding tijdens (IPB) piecemeal EMR (##) Met dit model wordt voorgesteld het interval van de eerste surveillance colonoscopie na de pEMR naar ## maanden op te trekken indien er geen van bovenstaande risicofactoren aanwezig zijn Lokaal recidief percentage ligt hoger bij piecemeal EMR resecties dan bij en bloc EMR en ESD Het is aannemelijk om poliep grootte ) ## mm, lastige lokalisatie (klep van Bauhin, appendix, divertikel of linea dentata), eerder mislukte resectiepogingen en poliepen met size, morpholoy, site, access (SMSA) level # als risicofactoren voor lokaal recidief te beschouwen bij <DATUM> van de lokale recidieven worden niet gedetecteerd bij standaard routine endoscopische controle van het poliepectomie litteken bij surveillance colonoscopie De meeste lokale recidieven worden binnen # maanden na endoscopische resectie gevonden De meeste lokale recidieven zijn klein en kunnen endoscopisch behandeld worden Literatuur omtrent lokaal recidief risico na poliepectomie van kleine poliepen (( ## mm) is beperkt Veelal werd de aanwezigheid van residueel weefsel na poliepectomie onderzocht maar.
626
nvmdl
laatste jaren echter zijn er nieuwe data beschikbaar gekomen die betere inschatting geven van het lokaal recidief risico Uit systematische review en meta-analysis bleek dat ##% van de lokale recidieven zich binnen de # maanden, ##% na # maanden, ##% zich na ## maanden presenteren (##) Recentelijk werd ook SERT model naar voorgeschoven als predictie model om surveillance intervallen te stratificeren na pEMR Hierbij worden # risicofactoren gebruikt aanwezigheid van hooggradige dysplasie, ) ## mm grootte en het optreden van intra procedurele bloeding tijdens (IPB) piecemeal EMR (##) Met dit model wordt voorgesteld het interval van de eerste surveillance colonoscopie na de pEMR naar ## maanden op te trekken indien er geen van bovenstaande risicofactoren aanwezig zijn Lokaal recidief percentage ligt hoger bij piecemeal EMR resecties dan bij en bloc EMR en ESD Het is aannemelijk om poliep grootte ) ## mm, lastige lokalisatie (klep van Bauhin, appendix, divertikel of linea dentata), eerder mislukte resectiepogingen en poliepen met size, morpholoy, site, access (SMSA) level # als risicofactoren voor lokaal recidief te beschouwen bij <DATUM> van de lokale recidieven worden niet gedetecteerd bij standaard routine endoscopische controle van het poliepectomie litteken bij surveillance colonoscopie De meeste lokale recidieven worden binnen # maanden na endoscopische resectie gevonden De meeste lokale recidieven zijn klein en kunnen endoscopisch behandeld worden Literatuur omtrent lokaal recidief risico na poliepectomie van kleine poliepen (( ## mm) is beperkt Veelal werd de aanwezigheid van residueel weefsel na poliepectomie onderzocht maar (##, ##, ##) Ten tweede rapporteren de meeste studies de lokaal recidief data na poliepectomie (poliepen ##-## mm) niet apart en worden de data gepoolde met data van grotere poliepen waardoor het moeilijk is om objectief beeld te krijgen naar werkelijk lokaal recidief percentage in deze groep Omdat wordt aangenomen dat uit het residueel adenomateus weefsel na resectie later lokaal recidief ontstaat, is de werkgroep van oordeel de endoscopische resectie technieken aan te bevelen waarbij de kans op complete resectie het hoogst is en kans op complicaties het laagst is De werkgroep sluit aan bij de ESGE en BSG richtlijn dat piecemeal resectie een onafhankelijke risicofactor op lokaal recidief is (##, ##) Daarnaast is de werkgroep van mening dat lokaal recidief risico hoger ligt bij poliepen ) ## mm grootte, lokalisatie t h v klep van Bauhin, eerder mislukte resectiepogingen en poliepen met size, morphology, site, access (SMSA) level # Poliepectomie van dergelijke poliepen is complex en kans op residueel weefsel dat later uitgroeit tot lokaal recidief ligt hoger Als behandeling van het residueel weefsel kan adjunctieve behandeling van residueel adenomateus weefsel bij onvolledige endoscopische snaar resectie overwogen worden ter preventie van later lokaal recidief (##, ##) Echter de studies die de toegevoegde waarde hiervan onderzochten zijn single center en retrospectief van opzet, waarbij sommige kleine aantallen patiënten includeren Gezien het ontbreken van prospectieve gerandomiseerde en vergelijkende studies tussen verschillende adjunctieve behandelingen bij incomplete poliepectomie kan de werkgroep daarom geen aanbeveling doen welke techniek de voorkeur geniet.
607
nvmdl
de meeste studies de lokaal recidief data na poliepectomie (poliepen ##-## mm) niet apart en worden de data gepoolde met data van grotere poliepen waardoor het moeilijk is om objectief beeld te krijgen naar werkelijk lokaal recidief percentage in deze groep Omdat wordt aangenomen dat uit het residueel adenomateus weefsel na resectie later lokaal recidief ontstaat, is de werkgroep van oordeel de endoscopische resectie technieken aan te bevelen waarbij de kans op complete resectie het hoogst is en kans op complicaties het laagst is De werkgroep sluit aan bij de ESGE en BSG richtlijn dat piecemeal resectie een onafhankelijke risicofactor op lokaal recidief is (##, ##) Daarnaast is de werkgroep van mening dat lokaal recidief risico hoger ligt bij poliepen ) ## mm grootte, lokalisatie t h v klep van Bauhin, eerder mislukte resectiepogingen en poliepen met size, morphology, site, access (SMSA) level # Poliepectomie van dergelijke poliepen is complex en kans op residueel weefsel dat later uitgroeit tot lokaal recidief ligt hoger Als behandeling van het residueel weefsel kan adjunctieve behandeling van residueel adenomateus weefsel bij onvolledige endoscopische snaar resectie overwogen worden ter preventie van later lokaal recidief (##, ##) Echter de studies die de toegevoegde waarde hiervan onderzochten zijn single center en retrospectief van opzet, waarbij sommige kleine aantallen patiënten includeren Gezien het ontbreken van prospectieve gerandomiseerde en vergelijkende studies tussen verschillende adjunctieve behandelingen bij incomplete poliepectomie kan de werkgroep daarom geen aanbeveling doen welke techniek de voorkeur geniet adjunctieve behandeling van het residueel weefsel sterk te overwegen valt om het lokaal recidief Ook is de werkgroep van mening dat aanvullende behandeling met STSC van de randen van het EMR vlak na macroscopisch complete resectie van al het zichtbaar poliepweefsel het risico op <DATUM> van de lokale recidieven worden gevonden bij bioptname van macroscopisch normale post poliepectomie littekens Dit suggereert dat de huidige standaard endoscopische detectie van lokaal recidieven onvoldoende is Een mogelijke reden is dat serrated recidieven door hun vlakke vorm worden gemist Dit wordt bevestigd door recente studie waarbij toegevoegde waarde van NBI in detectie van lokaal recidief werd onderzocht (##) De werkgroep is daarom van mening dat bovenstaande bevindingen pleiten voor zorgvuldige endoscopische inspectie van post poliepectomie litteken met advanced imaging modaliteiten (zoomfunctie en NBI) bij surveillance colonoscopie en voor bioptname van het post poliepectomie litteken bij twijfel Indien het endoscopiecentrum geen coloscopen heeft met advanced imaging modaliteiten (zoomfunctie en NBI) is standaard bioptname van het litteken bij surveillance colonoscopie aanbevolen Recentere data omtrent het optreden van lokale recidieven na piecemeal resectie suggereren dat er een hogere opbrengst is voor detectie van lokale recidieven # maanden na pEMR in vergelijking met de huidig aanbevolen # maanden De werkgroep stelt daarom voor om de eerste endoscopische surveillance na pEMR na # maanden uit te voeren, ook in geval van HGD Hierbij dienen we in beschouwing te nemen dat correct histologisch onderscheid tussen invasief carcinoom en hooggradige dysplasie niet altijd kan worden gegarandeerd na pEMR Daarom kan in individuele.
558
nvmdl
valt om het lokaal recidief Ook is de werkgroep van mening dat aanvullende behandeling met STSC van de randen van het EMR vlak na macroscopisch complete resectie van al het zichtbaar poliepweefsel het risico op <DATUM> van de lokale recidieven worden gevonden bij bioptname van macroscopisch normale post poliepectomie littekens Dit suggereert dat de huidige standaard endoscopische detectie van lokaal recidieven onvoldoende is Een mogelijke reden is dat serrated recidieven door hun vlakke vorm worden gemist Dit wordt bevestigd door recente studie waarbij toegevoegde waarde van NBI in detectie van lokaal recidief werd onderzocht (##) De werkgroep is daarom van mening dat bovenstaande bevindingen pleiten voor zorgvuldige endoscopische inspectie van post poliepectomie litteken met advanced imaging modaliteiten (zoomfunctie en NBI) bij surveillance colonoscopie en voor bioptname van het post poliepectomie litteken bij twijfel Indien het endoscopiecentrum geen coloscopen heeft met advanced imaging modaliteiten (zoomfunctie en NBI) is standaard bioptname van het litteken bij surveillance colonoscopie aanbevolen Recentere data omtrent het optreden van lokale recidieven na piecemeal resectie suggereren dat er een hogere opbrengst is voor detectie van lokale recidieven # maanden na pEMR in vergelijking met de huidig aanbevolen # maanden De werkgroep stelt daarom voor om de eerste endoscopische surveillance na pEMR na # maanden uit te voeren, ook in geval van HGD Hierbij dienen we in beschouwing te nemen dat correct histologisch onderscheid tussen invasief carcinoom en hooggradige dysplasie niet altijd kan worden gegarandeerd na pEMR Daarom kan in individuele De keuze om het surveillance interval in geval van HGD te verkorten naar # maanden ligt in principe bij de endoscopist van index pEMR en hangt onder andere af van de histologische beoordeling op radicaliteit van de HGD almede de endoscopische beoordeling op radicaliteit (complexiteit procedure, noodzaak adjunctieve ablatieve therapie etc ) Op basis van literatuur, bovenstaande overwegingen en bij het ontbreken van prospectieve validatie van het SERT model stellen we volgend algoritme voor als leidraad voor de endoscopische surveillance na piecemeal endoscopische mucosale resectie Legenda Flowchart na een piecemeal EMR Follow-up wordt gedifferentieerd tussen de histologie van de poliep die werd verwijderd Dit betreft laaggradige dysplasie (LGD) en hooggradige dysplasie (HGD) Dit omvat alle subtypen (tubulair, tubulovilleus, villeus en sessiel serrated) De tijdstermijnen betreffen tijden t o v de LR+ Lokaal recidief welke in dezelfde sessie behandeld is Poliep surveillance richtlijn betreft de richtlijn surveillance na coloscopie ### MD)/verwijzing ervaren endoscopist In het MDO moet worden gekeken naar alternatieven voor de lokale behandeling van het #e recidief dan re-EMR of ablatieve behandeling (APC/STSC) Hierbij dient aan te bevelen contact te leggen met een endoscopist met veel ervaring in de behandeling van lokale recidieven * Het wordt aanbevolen de inspectie van het litteken te combineren met een volledige coloscopie # Overweeg interval te verkorten naar # maanden indien er evident risico bestaat op lokale irradicaliteit van de hooggradige component, zoals persisterende twijfel tussen HGD danwel T# CRC.
549
nvmdl
interval in geval van HGD te verkorten naar # maanden ligt in principe bij de endoscopist van index pEMR en hangt onder andere af van de histologische beoordeling op radicaliteit van de HGD almede de endoscopische beoordeling op radicaliteit (complexiteit procedure, noodzaak adjunctieve ablatieve therapie etc ) Op basis van literatuur, bovenstaande overwegingen en bij het ontbreken van prospectieve validatie van het SERT model stellen we volgend algoritme voor als leidraad voor de endoscopische surveillance na piecemeal endoscopische mucosale resectie Legenda Flowchart na een piecemeal EMR Follow-up wordt gedifferentieerd tussen de histologie van de poliep die werd verwijderd Dit betreft laaggradige dysplasie (LGD) en hooggradige dysplasie (HGD) Dit omvat alle subtypen (tubulair, tubulovilleus, villeus en sessiel serrated) De tijdstermijnen betreffen tijden t o v de LR+ Lokaal recidief welke in dezelfde sessie behandeld is Poliep surveillance richtlijn betreft de richtlijn surveillance na coloscopie ### MD)/verwijzing ervaren endoscopist In het MDO moet worden gekeken naar alternatieven voor de lokale behandeling van het #e recidief dan re-EMR of ablatieve behandeling (APC/STSC) Hierbij dient aan te bevelen contact te leggen met een endoscopist met veel ervaring in de behandeling van lokale recidieven * Het wordt aanbevolen de inspectie van het litteken te combineren met een volledige coloscopie # Overweeg interval te verkorten naar # maanden indien er evident risico bestaat op lokale irradicaliteit van de hooggradige component, zoals persisterende twijfel tussen HGD danwel T# CRC zijn en endoscopisch succesvol behandeld kunnen worden met snaar resectie (##, ##) In de situatie dat dit niet het geval is, kunnen ablatieve technieken, ESD, full thickness resectie of onderwater EMR overwogen worden Deze technieken zijn echter nooit prospectief gerandomiseerd tov elkaar vergeleken, waardoor er geen bewijs is tav eventuele superioriteit van de ene behandeling Prospectieve studies naar het lokaal recidief risico na poliepectomie van ssp zijn schaars en de resultaten zijn op meerdere fronten tegenstrijdig De werkgroep kan daarom geen aanbevelingen Het is aannemelijk om # maanden na piecemeal endoscopische mucosale resectie het litteken Het is aannemelijk bij EMR en ESD resectie te streven naar en bloc resectie Het is aannemelijk bij piecemeal EMR te streven naar complete snaarresectie van de laesie waarbij adequate resectie marges (rand van <DATUM> mm endoscopisch normale mucosa) worden aangehouden Hierbij dient veilige resectie met minimum aantal resectie specimens te worden Het is aannemenlijk bij onvolledige snaar poliepectomie, adjunctieve behandelingen te overwegen om lokaal recidief risico te verlagen Het is aannemelijk het poliepectomie litteken zorgvuldig endoscopisch te inspecteren inclusief het gebruik van imaging modaliteiten (NBI en zoomfunctie) om het lokaal recidief op te sporen Snaar resectie heeft de voorkeur als resectie techniek van lokale recidieven Indien snaar resectie niet mogelijk is, kan geopteerd worden voor ablatieve behandelingen, ESD, eFTR of chirurgische resectie Het wordt aangeraden, nadat al het zichtbare adenomateus weefsel is verwijderd, de randen van het EMR wondvlak na te behandelen met STSC Het is aannemelijk indien endoscopische resectie van recidief faalt en chirurgische resectie.
564
nvmdl