text
stringlengths
80
6.25k
text_len
int64
32
3.12k
src
stringclasses
7 values
specificiteit Recente ontwikkelingen worden samengevat in twee reviews door autoriteiten op het gebied van de dermatoscopie [<PERSOON>### (#)] Ter informatie een kritische positionering van dermatoscopie is die <PERSOON> [<PERSOON> ### (##)] Er is aangetoond dat dermatoscopie de diagnostische accuratesse bij de beoordeling van gepigmenteerde techniek waarbij een tien maal vergroot beeld wordt verkregen van een gepigmenteerde laesie Het benodigde apparaat is beschikbaar in zakformaat Er zijn meerdere meta-analyses beschikbaar waarin de diagnostische accuratesse van dermatoscopie wordt onderzocht, allen met dezelfde conclusie dermatoscopie verbetert de diagnostische accuratesse ten opzichte van blote oog diagnostiek, maar met name voor getrainde gebruikers [Mayer ### (#), Bafounta ### (#), Kittler ### (#); Vestergaard ###] Het vakgebied is nog volop in ontwikkeling Nog steeds verschijnen veel artikelen waarin nieuwe criteria voor dermatoscopie worden gerapporteerd voor bijzondere locaties, zoals de voetzolen en voor nieuwe diagnoses Ook is digitale opslag van dermatoscopische beelden nu technisch gemakkelijk realiseerbaar (seriële dermatoscopie), hetgeen toepassing heeft bij de periodieke controle van patiënten met multipele atypische nevi en bij leden van families met familiair melanoom/FAMMM syndroom Seriële dermatoscopie moet worden ondersteund met total body photography/mole-mapping om de nevi in de context terug te kunnen vinden [<PERSOON> review of the diagnostic accuracy of dermatoscopy in detecting malignant melanoma <PERSOON> P, et al Is dermoscopy ((epiluminescende microscopy) useful for the diagnosis of <PERSOON> K, et al Diagnostic accuracy of dermoscopy Lancet oncol ###; # ###-## # - <PERSOON> SC Utilization and rationale for the implementation of Total body (digital) photography as an adjunct screening mesure for melanoma <PERSOON> JA, <PERSOON> E, et al Benefits of total body photography and digital dermatoscopy in the early diagnosis of melanoma in patients at high risk for melanoma <PERSOON-##> A, et al Epiluminescence microscopy of small pigmented lesions Short-term # - <PERSOON-##> AD, et al <PERSOON-##> use of the dermatocope to identify early melanoma using the three-colour # - <PERSOON-##> SW State of the art of diagnostic technology for early-stage melanoma <PERSOON-##> RP, Rabinovitz H, Tzu JE, Marghoob <INSTELLING> Dermoscopy Research-an update Semin Cutan Med Surg ###; ## ### Hoe dient men om te gaan met de diagnostische excisie van een suspecte gepigmenteerde huidlaesie? Er wordt geadviseerd om elke chirurgisch verwijderde pigment laesie of niet zeker benigne huidtumor in te Er wordt geadviseerd om zoveel mogelijk pigmentlaesies die om diagnostische redenen verwijderd worden, te fotograferen en de foto beschikbaar te stellen aan de patholoog Er wordt daarom geadviseerd om dit te.
583
fms
<PERSOON> K, et al Diagnostic accuracy of dermoscopy Lancet oncol ###; # ###-## # - <PERSOON> SC Utilization and rationale for the implementation of Total body (digital) photography as an adjunct screening mesure for melanoma <PERSOON> JA, <PERSOON> E, et al Benefits of total body photography and digital dermatoscopy in the early diagnosis of melanoma in patients at high risk for melanoma <PERSOON> A, et al Epiluminescence microscopy of small pigmented lesions Short-term # - <PERSOON> AD, et al <PERSOON> use of the dermatocope to identify early melanoma using the three-colour # - <PERSOON> SW State of the art of diagnostic technology for early-stage melanoma <PERSOON> RP, Rabinovitz H, Tzu JE, Marghoob <INSTELLING> Dermoscopy Research-an update Semin Cutan Med Surg ###; ## ### Hoe dient men om te gaan met de diagnostische excisie van een suspecte gepigmenteerde huidlaesie? Er wordt geadviseerd om elke chirurgisch verwijderde pigment laesie of niet zeker benigne huidtumor in te Er wordt geadviseerd om zoveel mogelijk pigmentlaesies die om diagnostische redenen verwijderd worden, te fotograferen en de foto beschikbaar te stellen aan de patholoog Er wordt daarom geadviseerd om dit te Het is aannemelijk dat nauwkeurige documentatie van de klinische bevindingen, in woord en beeld, meerwaarde <PERSOON-##> ### (#) Van een aantal melanomen bestaat voorafgaand aan het histologische onderzoek in het geheel geen vermoeden dat de huidafwijking een melanoom betreft De prevalentie van melanoom in twee gerapporteerde series van klinisch niet verdachte geëxcideerde huidlaesies betrof circa #,#% [Izikson ### (#); Collas ### (#)] Er zijn studies die aantonen dat fotografische documentatie van de laesie, liefst ook met dermatoscopische beelden daarbij, de diagnostiek door de patholoog substantieel verbetert [<PERSOON-##> ### (#); Ferrera ### (#); Ferrera ### (#); Ferrera ### (#); Ferrera ### (#); Zalaudek ### (#)] Bij de diagnostische benadering van een huidlaesie dient in het algemeen een excisiebiopsie te worden verricht melanoom, omdat dat de meting van de breslowdikte kan bemoeilijken Bij verdenking op lentigo maligna, of op het ontstaan van invasieve groei in een lentigo maligna, kan voor een stansbiopsie worden gekozen Histopathologisch onderzoek is noodzakelijk Punctie voor cytologisch onderzoek en stans- en incisiebiopsieën komen in principe niet in aanmerking Voor het verrichten van een excisiebiopsie zijn een aantal argumenten aan te voeren In de eerste plaats is het belangrijk dat de patholoog de gehele afwijking kan beoordelen om tot een diagnose te komen Door een incomplete primaire ingreep kan de beoordeling van een aantal prognosebepalende factoren, zoals de breslowdikte, minder betrouwbaar plaatsvinden Bovendien kan snijden door de tumor contaminatie van het omliggende weefsel veroorzaken.
602
fms
aannemelijk dat nauwkeurige documentatie van de klinische bevindingen, in woord en beeld, meerwaarde <PERSOON> ### (#) Van een aantal melanomen bestaat voorafgaand aan het histologische onderzoek in het geheel geen vermoeden dat de huidafwijking een melanoom betreft De prevalentie van melanoom in twee gerapporteerde series van klinisch niet verdachte geëxcideerde huidlaesies betrof circa #,#% [Izikson ### (#); Collas ### (#)] Er zijn studies die aantonen dat fotografische documentatie van de laesie, liefst ook met dermatoscopische beelden daarbij, de diagnostiek door de patholoog substantieel verbetert [<PERSOON> ### (#); Ferrera ### (#); Ferrera ### (#); Ferrera ### (#); Ferrera ### (#); Zalaudek ### (#)] Bij de diagnostische benadering van een huidlaesie dient in het algemeen een excisiebiopsie te worden verricht melanoom, omdat dat de meting van de breslowdikte kan bemoeilijken Bij verdenking op lentigo maligna, of op het ontstaan van invasieve groei in een lentigo maligna, kan voor een stansbiopsie worden gekozen Histopathologisch onderzoek is noodzakelijk Punctie voor cytologisch onderzoek en stans- en incisiebiopsieën komen in principe niet in aanmerking Voor het verrichten van een excisiebiopsie zijn een aantal argumenten aan te voeren In de eerste plaats is het belangrijk dat de patholoog de gehele afwijking kan beoordelen om tot een diagnose te komen Door een incomplete primaire ingreep kan de beoordeling van een aantal prognosebepalende factoren, zoals de breslowdikte, minder betrouwbaar plaatsvinden Bovendien kan snijden door de tumor contaminatie van het omliggende weefsel veroorzaken men bij een grote afwijking besluiten wel een incisiebiopsie te verrichten Het heeft de voorkeur de wond intracutaan of met kleine steekjes te hechten, dit kan voordelen hebben bij de eventuele te volgen re-excisie Ook is het mogelijk dat de wond wordt opengelaten tot de definitieve diagnose bekend is Lokale infiltratieanesthesie ruim rondom de afwijking, bijvoorbeeld ‘field block' Regionale anesthesie is ook een Er dient steeds rekening te worden gehouden met het kunnen sluiten van een eventuele latere re-excisiewond De ellipsvormige excisiebiopsie wordt verricht in de richting van het regionale klierstation De richting kan in sommige gevallen afwijken, bijvoorbeeld ter plaatse van de gewrichten Voor tumoren op de extremiteiten is het wenselijk de incisie in de lengterichting van de extremiteit te laten verlopen Op lokaties in de nabijheid van klierstations dient men te denken aan de mogelijkheid van een re-excisie met klierdissectie ‘en block' In geval van een melanoomlocalisatie in het gelaat of de gewrichten kan afgeweken worden van de lengte incisie De werkgroep adviseert een tumorvrije marge van # mm bij een excisie van een voor melanoom verdachte laesie Het direct verrichten van een therapeutische excisie met een ruime marge wordt om twee redenen De klinische diagnose melanoom wordt in ongeveer een derde van de gevallen niet bevestigd door microscopisch onderzoek Veel afwijkingen die geen melanoom zijn, zouden dus onnodig ruim worden De marge van de therapeutische excisie wordt bepaald door de breslowdikte, en deze is klinisch niet.
595
fms
men bij een grote afwijking besluiten wel een incisiebiopsie te verrichten Het heeft de voorkeur de wond intracutaan of met kleine steekjes te hechten, dit kan voordelen hebben bij de eventuele te volgen re-excisie Ook is het mogelijk dat de wond wordt opengelaten tot de definitieve diagnose bekend is Lokale infiltratieanesthesie ruim rondom de afwijking, bijvoorbeeld ‘field block' Regionale anesthesie is ook een Er dient steeds rekening te worden gehouden met het kunnen sluiten van een eventuele latere re-excisiewond De ellipsvormige excisiebiopsie wordt verricht in de richting van het regionale klierstation De richting kan in sommige gevallen afwijken, bijvoorbeeld ter plaatse van de gewrichten Voor tumoren op de extremiteiten is het wenselijk de incisie in de lengterichting van de extremiteit te laten verlopen Op lokaties in de nabijheid van klierstations dient men te denken aan de mogelijkheid van een re-excisie met klierdissectie ‘en block' In geval van een melanoomlocalisatie in het gelaat of de gewrichten kan afgeweken worden van de lengte incisie De werkgroep adviseert een tumorvrije marge van # mm bij een excisie van een voor melanoom verdachte laesie Het direct verrichten van een therapeutische excisie met een ruime marge wordt om twee redenen De klinische diagnose melanoom wordt in ongeveer een derde van de gevallen niet bevestigd door microscopisch onderzoek Veel afwijkingen die geen melanoom zijn, zouden dus onnodig ruim worden De marge van de therapeutische excisie wordt bepaald door de breslowdikte, en deze is klinisch niet Het ondermijnen van de wondranden na een diagnostische excisie is meestal niet nodig en dient zoveel mogelijk # - <PERSOON> of melanoma clinically resembling seborrheic keratosis # - <PERSOON> PA de, <PERSOON> A, et al Evaluation of the diagnosis of pigmented tumors of the skin and factors leading to a decision to excise Dermatologists of the <PERSOON> turns histopathologists’s attention to the suspicious # - <PERSOON> L, et al <PERSOON> Influence of Clinical Information in the <PERSOON> A, et al A pilot study on combined dermoscopic-pathological # - <PERSOON> A, et al <PERSOON> spectrum of Spitz nevi a clinicopathologic study # - <PERSOON> melanoma a distinctive clinicopathological entity <PERSOON-##> HP, Corona R, et al Clinically equivocal melanocytic skin lesions withy Er wordt geadviseerd om bij de therapeutische re-excisie van een melanoom de volgende marges normale huid De werkgroep is van mening dat amputatie van een volledige vinger bij met name subunguale melanomen vaak De werkgroep is van mening dat krappere marges dan in de aanbeveling weergegeven, overwogen moeten.
493
fms
na een diagnostische excisie is meestal niet nodig en dient zoveel mogelijk # - <PERSOON> of melanoma clinically resembling seborrheic keratosis # - <PERSOON> PA de, <PERSOON> A, et al Evaluation of the diagnosis of pigmented tumors of the skin and factors leading to a decision to excise Dermatologists of the <PERSOON> turns histopathologists’s attention to the suspicious # - <PERSOON> L, et al <PERSOON> Influence of Clinical Information in the <PERSOON> A, et al A pilot study on combined dermoscopic-pathological # - <PERSOON> A, et al <PERSOON> spectrum of Spitz nevi a clinicopathologic study # - <PERSOON> melanoma a distinctive clinicopathological entity <PERSOON-##> HP, Corona R, et al Clinically equivocal melanocytic skin lesions withy Er wordt geadviseerd om bij de therapeutische re-excisie van een melanoom de volgende marges normale huid De werkgroep is van mening dat amputatie van een volledige vinger bij met name subunguale melanomen vaak De werkgroep is van mening dat krappere marges dan in de aanbeveling weergegeven, overwogen moeten belangrijke plaatsen Voor melanomen gelokaliseerd op vingers of tenen is echter nogal eens amputatie nodig Amputatie van een vinger hoeft echter vaak niet volledig te zijn, met name niet bij subunguale melanomen De werkgroep is van mening dat voor een in situ melanoom bij de therapeutische re-excisie een marge van #,# Het is aangetoond dat voor melanomen met een breslowdikte tot en met # mm therapeutische re-excisie met ruime marges van <DATUM> cm geen betere overleving geeft dan re-excisie met krappe marges van # of # cm Er zijn aanwijzingen dat voor melanomen met een breslowdikte van meer dan # mm en maximaal # mm therapeutische re-excisie met een marge van # cm geen betere overleving geeft dan re-excisie met een marge Er zijn aanwijzingen dat voor een melanoom met een breslowdikte van meer dan # mm een marge van # cm De werkgroep is van mening dat er geen optimale excisiemarge aangegeven kan worden De definitieve behandeling van het melanoom van de huid wijkt af van die van andere huidmaligniteiten voorkomen die klinisch niet altijd waarneembaar zijn Omdat deze satellieten zich in de onmiddellijke nabijheid van de primaire tumor bevinden, dient na de diagnostische excisie een therapeutische re-excisie (= definitieve excisie) te worden uitgevoerd met als doel eventueel aanwezige satellieten te verwijderen De kans op (micro-) satellieten is groter naarmate de breslowdikte toeneemt [Day ### (#); <PERSOON-##> ### (#)] De therapeutische re-excisie kan, evenals de diagnostische excisie, veelal plaatsvinden met gebruikmaking van lokale infiltratie-anesthesie bijvoorbeeld een ‘field block'.
534
fms
gelokaliseerd op vingers of tenen is echter nogal eens amputatie nodig Amputatie van een vinger hoeft echter vaak niet volledig te zijn, met name niet bij subunguale melanomen De werkgroep is van mening dat voor een in situ melanoom bij de therapeutische re-excisie een marge van #,# Het is aangetoond dat voor melanomen met een breslowdikte tot en met # mm therapeutische re-excisie met ruime marges van <DATUM> cm geen betere overleving geeft dan re-excisie met krappe marges van # of # cm Er zijn aanwijzingen dat voor melanomen met een breslowdikte van meer dan # mm en maximaal # mm therapeutische re-excisie met een marge van # cm geen betere overleving geeft dan re-excisie met een marge Er zijn aanwijzingen dat voor een melanoom met een breslowdikte van meer dan # mm een marge van # cm De werkgroep is van mening dat er geen optimale excisiemarge aangegeven kan worden De definitieve behandeling van het melanoom van de huid wijkt af van die van andere huidmaligniteiten voorkomen die klinisch niet altijd waarneembaar zijn Omdat deze satellieten zich in de onmiddellijke nabijheid van de primaire tumor bevinden, dient na de diagnostische excisie een therapeutische re-excisie (= definitieve excisie) te worden uitgevoerd met als doel eventueel aanwezige satellieten te verwijderen De kans op (micro-) satellieten is groter naarmate de breslowdikte toeneemt [Day ### (#); <PERSOON> ### (#)] De therapeutische re-excisie kan, evenals de diagnostische excisie, veelal plaatsvinden met gebruikmaking van lokale infiltratie-anesthesie bijvoorbeeld een ‘field block' wanneer het defect na re-excisie naar verwachting niet primair kan worden gesloten Voor in situ melanomen zijn geen vergelijkende onderzoeken voorhanden Meestal wordt therapeutische reexcisie met een marge van #,# cm normale huid rondom de laesie of de wond van de diagnostische excisie geadviseerd [NIH Consensus Conference, ### (#)],dit om er zeker van te zijn dat de eventueel aanwezige lentigineuze component radicaal wordt verwijderd De werkgroep adviseert de re-excisie uit te voeren met Voor infiltrerende melanomen hangt de keuze van de marge af van de dikte van de tumor (gemeten in millimeters volgens Breslow) Voor melanomen tot en met een dikte van # mm verschaffen zes prospectieve gerandomiseerde onderzoeken gegevens [<PERSOON> ### (#)] In een onderzoek onder auspiciën van het WHO Melanoma Programme werden patiënten met een melanoom van maximaal # mm dikte gerandomiseerd tussen twee conclusies van dit onderzoek zijn dat het ziektevrije interval en de overleving in beide groepen niet significant verschillen Lokale recidivering werd iets vaker gezien in de groep die een krappe excisie onderging Patiënten met dezelfde breslowdikte werden ook bestudeerd in een <PERSOON> onderzoek [Khayat ### (#)], waarbij randomisatie plaatsvond tussen re-excisie met een marge van # cm en # cm Ook hier werd tussen beide groepen geen significant verschil gevonden wat betreft overleving en ook niet wat betreft lokale recidivering In een derde onderzoek, dat in Zweden werd uitgevoerd, werden patiënten met een melanoom dikker dan #,#.
600
fms
na re-excisie naar verwachting niet primair kan worden gesloten Voor in situ melanomen zijn geen vergelijkende onderzoeken voorhanden Meestal wordt therapeutische reexcisie met een marge van #,# cm normale huid rondom de laesie of de wond van de diagnostische excisie geadviseerd [NIH Consensus Conference, ### (#)],dit om er zeker van te zijn dat de eventueel aanwezige lentigineuze component radicaal wordt verwijderd De werkgroep adviseert de re-excisie uit te voeren met Voor infiltrerende melanomen hangt de keuze van de marge af van de dikte van de tumor (gemeten in millimeters volgens Breslow) Voor melanomen tot en met een dikte van # mm verschaffen zes prospectieve gerandomiseerde onderzoeken gegevens [<PERSOON> ### (#)] In een onderzoek onder auspiciën van het WHO Melanoma Programme werden patiënten met een melanoom van maximaal # mm dikte gerandomiseerd tussen twee conclusies van dit onderzoek zijn dat het ziektevrije interval en de overleving in beide groepen niet significant verschillen Lokale recidivering werd iets vaker gezien in de groep die een krappe excisie onderging Patiënten met dezelfde breslowdikte werden ook bestudeerd in een <PERSOON> onderzoek [Khayat ### (#)], waarbij randomisatie plaatsvond tussen re-excisie met een marge van # cm en # cm Ook hier werd tussen beide groepen geen significant verschil gevonden wat betreft overleving en ook niet wat betreft lokale recidivering In een derde onderzoek, dat in Zweden werd uitgevoerd, werden patiënten met een melanoom dikker dan #,# [Cohn-Cedermark ###] Er waren geen verschillen tussen beide groepen in overleving, optreden van lokale plaatsvond, werden patiënten met melanomen van # mm tot en met # mm dikte gerandomiseerd tussen reexcisie met een marge van # cm of # cm rondom de wond van de diagnostische excisie [Balch### (#)] Wederom werd er geen verschil gevonden in overleving en lokale recidivering Een vijfde onderzoek werd in <PERSOON>-Brittannië uitgevoerd [<PERSOON> ### (#)] In dit onderzoek vond bij patiënten met een melanoom van # mm of dikker randomisatie plaats tussen excisie met een marge van # cm en met een marge # cm Bij patiënten die een krappe excisie ondergingen traden meer locoregionale recidieven, vooral lymfekliermetastasen, op Er was echter geen overlevingsverschil tussen beide groepen Ook meta-analysen toonden geen statistisch significant overlevingsvoordeel van ruime re-excisie ten opzichte van krappere re-excisie [<PERSOON> ### (##); Haigh Er lijkt op basis van de onderzochte RCT's (#, met een totaal van ### patiënten in de kleine marge (<DATUM> cm) en ### in de ruime marge (<DATUM> cm) een (niet significante) betere uitkomst bij de ruimere marges [Sladden ### Bij melanomen dikker dan # mm volgens Breslow is vaak sprake van hematogene disseminatie en wordt de prognose veel meer hierdoor bepaald dan door de kans op een lokaal recidief Om onnodige mutilatie te voorkomen lijkt een marge van # cm adequaat voor deze patiënten [<PERSOON>###] Er zijn in de literatuur geen duidelijke gegevens beschikbaar die aangeven tot hoe diep de excisie moet verrichten.
637
fms
Er waren geen verschillen tussen beide groepen in overleving, optreden van lokale plaatsvond, werden patiënten met melanomen van # mm tot en met # mm dikte gerandomiseerd tussen reexcisie met een marge van # cm of # cm rondom de wond van de diagnostische excisie [Balch### (#)] Wederom werd er geen verschil gevonden in overleving en lokale recidivering Een vijfde onderzoek werd in <PERSOON>-Brittannië uitgevoerd [<PERSOON> ### (#)] In dit onderzoek vond bij patiënten met een melanoom van # mm of dikker randomisatie plaats tussen excisie met een marge van # cm en met een marge # cm Bij patiënten die een krappe excisie ondergingen traden meer locoregionale recidieven, vooral lymfekliermetastasen, op Er was echter geen overlevingsverschil tussen beide groepen Ook meta-analysen toonden geen statistisch significant overlevingsvoordeel van ruime re-excisie ten opzichte van krappere re-excisie [<PERSOON> ### (##); Haigh Er lijkt op basis van de onderzochte RCT's (#, met een totaal van ### patiënten in de kleine marge (<DATUM> cm) en ### in de ruime marge (<DATUM> cm) een (niet significante) betere uitkomst bij de ruimere marges [Sladden ### Bij melanomen dikker dan # mm volgens Breslow is vaak sprake van hematogene disseminatie en wordt de prognose veel meer hierdoor bepaald dan door de kans op een lokaal recidief Om onnodige mutilatie te voorkomen lijkt een marge van # cm adequaat voor deze patiënten [<PERSOON>###] Er zijn in de literatuur geen duidelijke gegevens beschikbaar die aangeven tot hoe diep de excisie moet verrichten Ook indien bij de Vanuit cosmetisch en functioneel oogpunt verdient primair sluiten van het defect de voorkeur Meestal is dit mogelijk Zo nodig wordt de huid over enige afstand ondermijnd om dit te bewerkstelligen Indien primaire sluiting niet mogelijk is, kan gebruik worden gemaakt van een vrij huidtransplantaat of van een lokale weefselverplaatsing om het defect te bedekken In het bijzonder op cosmetisch of functioneel belangrijke Over de keuze tussen een ipsilaterale of een contralaterale donorplaats voor een vrij huidtransplantaat bij een patiënt met een melanoom op een extremiteit is geen op onderzoeksresultaten gebaseerd advies mogelijk # - <PERSOON> AJ, Lew RA, Friedman RJ, et al Malignant melanoma Prognostic significance of # - <PERSOON> frequency of local recurrence and microsatellites as a guide to reexcision margins for cutaneous malignant melanoma <PERSOON> ###;### ###-#<DATUM> - NIH, Consensus Conference Diagnosis and treatment of early melanoma <PERSOON> excision (# cm margin) – a safe procedure for thin cuteanous melanoma <PERSOON> O, <PERSOON-##> G, et al Surgical margins in cutaneous melanoma (# cm versus # cm for lesions measuring less than <DATUM> mm thick) Long-term results of a large European multicentric phase III study <PERSOON-##> LE, Andersson R, et al.
609
fms
bij de Vanuit cosmetisch en functioneel oogpunt verdient primair sluiten van het defect de voorkeur Meestal is dit mogelijk Zo nodig wordt de huid over enige afstand ondermijnd om dit te bewerkstelligen Indien primaire sluiting niet mogelijk is, kan gebruik worden gemaakt van een vrij huidtransplantaat of van een lokale weefselverplaatsing om het defect te bedekken In het bijzonder op cosmetisch of functioneel belangrijke Over de keuze tussen een ipsilaterale of een contralaterale donorplaats voor een vrij huidtransplantaat bij een patiënt met een melanoom op een extremiteit is geen op onderzoeksresultaten gebaseerd advies mogelijk # - <PERSOON> AJ, Lew RA, Friedman RJ, et al Malignant melanoma Prognostic significance of # - <PERSOON> frequency of local recurrence and microsatellites as a guide to reexcision margins for cutaneous malignant melanoma <PERSOON> ###;### ###-#<DATUM> - NIH, Consensus Conference Diagnosis and treatment of early melanoma <PERSOON> excision (# cm margin) – a safe procedure for thin cuteanous melanoma <PERSOON> O, <PERSOON> G, et al Surgical margins in cutaneous melanoma (# cm versus # cm for lesions measuring less than <DATUM> mm thick) Long-term results of a large European multicentric phase III study <PERSOON> LE, Andersson R, et al Study Group on #-cm versus #-cm resection margins for patients with cutaneous melanoma with a tumor thickness of #-<DATUM> # mm Cancer ###;## ###<DATUM> # - Balch CM, Soong SJ, Gershenwald JE, et al Prognostic factors analysis of <DATUM> melanoma patients validation of the American Joint Committee on <PERSOON> ### ;## ###-## # - <PERSOON> JM, Newton-Bishop JA Surgical margin excision width in high risk (minimum depth # mm) cutaneous malignant melanoma A randomized trial of # cm versus # cm excision margins in ### patients <PERSOON-##> U #-cm versus #cm surgical excision margins for primary cutaneous melanoma thicker than # mm a randomised, multicentre trial <PERSOON-##> JA, <PERSOON-##> thickness as a predictor of occult lymph node metastases in patients with stage I and II melanoma undergoing sentinel lymph node biopsy <PERSOON-##> PI, DiFronzo LA, McCready <PERSOON-##> excision margins for primary cutaneous melanoma a systematic review ## - <PERSOON-##> T, et al JF Surgical excision margins for primary ## - Heaton KM, Sussman JJ, Gershenwald JE, et al Surgical margins and prognostic factors in patients with thick () #mm).
566
fms
Group on #-cm versus #-cm resection margins for patients with cutaneous melanoma with a tumor thickness of #-<DATUM> # mm Cancer ###;## ###<DATUM> # - Balch CM, Soong SJ, Gershenwald JE, et al Prognostic factors analysis of <DATUM> melanoma patients validation of the American Joint Committee on <PERSOON> ### ;## ###-## # - <PERSOON> JM, Newton-Bishop JA Surgical margin excision width in high risk (minimum depth # mm) cutaneous malignant melanoma A randomized trial of # cm versus # cm excision margins in ### patients <PERSOON> U #-cm versus #cm surgical excision margins for primary cutaneous melanoma thicker than # mm a randomised, multicentre trial <PERSOON> JA, <PERSOON> thickness as a predictor of occult lymph node metastases in patients with stage I and II melanoma undergoing sentinel lymph node biopsy <PERSOON> PI, DiFronzo LA, McCready <PERSOON> excision margins for primary cutaneous melanoma a systematic review ## - <PERSOON> T, et al JF Surgical excision margins for primary ## - Heaton KM, Sussman JJ, Gershenwald JE, et al Surgical margins and prognostic factors in patients with thick () #mm) <PERSOON> definition of a sentinel node <PERSOON-##> JA Excision margins in the treatment of primary cutaneous melanoma A systematic review of randomized controlled trials comparing narrow versus wide excision Arch Surg Wat is het effect van de schildwachtklierprocedure, indien positief gevolgd door een onmiddellijke Verricht een schildwachtklierprocedure bij patiënten met een melanoom van pT#b (TNM #) en hoger om patiënten optimaal te stadiëren en te informeren over de prognose, alsmede te bepalen of zij in aanmerking Controleer de aangedane klierstation(s) van patiënten met een positieve schildwachtklier periodiek met Verricht geen onmiddellijke completerende (aanvullende) lymfeklierdissectie bij patiënten met een positieve Het is aangetoond dat patiënten met metastasen in de schildwachtklier(en) een slechtere prognose hebben dan patiënten bij wie geen metastasen worden aangetroffen De schildwachtklierprocedure is zeer geschikt voor patiënten die zo goed mogelijk geïnformeerd willen zijn over hun prognose en dit leidt tot een juiste AJCC stadiëring Het verrichten van een schildwachtklierprocedure is een stadiërende en geen therapeutische ingreep Het belang van de schildwachtklierprocedure voor stadiëring is groot en in het huidige stadiëringssysteem is De ziektevrije <LEEFTIJD>-jaars overleving werd in de MSLT gedefinieerd als overleving zonder recidief, op welke plaats dan ook Gespecificeerde ziektevrije overleving toonde dat het verschil alleen zichtbaar was in het percentage regionale lymfeklier recidieven (#,#% versus ##,#%), maar dat er geen verschillen waren in lokale / in-transit.
563
fms
definition of a sentinel node <PERSOON> JA Excision margins in the treatment of primary cutaneous melanoma A systematic review of randomized controlled trials comparing narrow versus wide excision Arch Surg Wat is het effect van de schildwachtklierprocedure, indien positief gevolgd door een onmiddellijke Verricht een schildwachtklierprocedure bij patiënten met een melanoom van pT#b (TNM #) en hoger om patiënten optimaal te stadiëren en te informeren over de prognose, alsmede te bepalen of zij in aanmerking Controleer de aangedane klierstation(s) van patiënten met een positieve schildwachtklier periodiek met Verricht geen onmiddellijke completerende (aanvullende) lymfeklierdissectie bij patiënten met een positieve Het is aangetoond dat patiënten met metastasen in de schildwachtklier(en) een slechtere prognose hebben dan patiënten bij wie geen metastasen worden aangetroffen De schildwachtklierprocedure is zeer geschikt voor patiënten die zo goed mogelijk geïnformeerd willen zijn over hun prognose en dit leidt tot een juiste AJCC stadiëring Het verrichten van een schildwachtklierprocedure is een stadiërende en geen therapeutische ingreep Het belang van de schildwachtklierprocedure voor stadiëring is groot en in het huidige stadiëringssysteem is De ziektevrije <LEEFTIJD>-jaars overleving werd in de MSLT gedefinieerd als overleving zonder recidief, op welke plaats dan ook Gespecificeerde ziektevrije overleving toonde dat het verschil alleen zichtbaar was in het percentage regionale lymfeklier recidieven (#,#% versus ##,#%), maar dat er geen verschillen waren in lokale / in-transit interventie zelf de belangrijkste plaats van recidief verwijderd is en dit mogelijk performance bias introduceert Een klierrecidief zou geëxcludeerd moeten worden uit de definitie van recidief of de uitkomst zou een recidief op In een subgroep analyse werd een betere <LEEFTIJD>-jaars melanoomspecifieke overleving gevonden voor patiënten met een positieve schildwachtklier, in vergelijking met patiënten die na observatie een lymfeklierrecidief kregen verschil in overleving is onverwacht, aangezien er in de totale studiepopulatie geen verschil in overleving werd gevonden Er zijn een aantal potentiele oorzaken die dit kunnen verklaren Bijvoorbeeld dat de fout-negatieve patiënten in de subgroep analyse niet meegerekend zijn Evenals dat patiënten met benigne nevi in de schildwachtklier foutief als schildwachtklier positief zijn aangemerkt Of dat er patiënten met submicrometastasen (≤ # #mm) gevonden zijn, die nooit de potentie hadden om uit te groeien tot klinisch relevante metastasen (van Akkooi, ###) Deze aspecten kunnen een subgroep analyse beïnvloeden, waardoor er een vertekening in overleving ten gunste van de patiënten met een positieve schildwachtklier kan ontstaan Vier andere studies vergeleken patiënten behandeld vóór introductie van de schildwachtklierprocedure, met patiënten die werden behandeld na de introductie van de schildwachtklierprocedure als standaardbehandeling in cohort patiënten met schildwachtklierprocedure met een cohort patiënten zonder schildwachtklierprocedure, waarbij de helft van de patiënten deelnam aan de <PERSOON>, ###) In drie studies werd geen verschil geen verschil in algemene overleving, wanneer werd gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd, plaats van de tumor en dikte van de tumor (Starz, ###) Wat betreft recidieven was er in geen van de studies een verschil tussen de.
587
fms
introduceert Een klierrecidief zou geëxcludeerd moeten worden uit de definitie van recidief of de uitkomst zou een recidief op In een subgroep analyse werd een betere <LEEFTIJD>-jaars melanoomspecifieke overleving gevonden voor patiënten met een positieve schildwachtklier, in vergelijking met patiënten die na observatie een lymfeklierrecidief kregen verschil in overleving is onverwacht, aangezien er in de totale studiepopulatie geen verschil in overleving werd gevonden Er zijn een aantal potentiele oorzaken die dit kunnen verklaren Bijvoorbeeld dat de fout-negatieve patiënten in de subgroep analyse niet meegerekend zijn Evenals dat patiënten met benigne nevi in de schildwachtklier foutief als schildwachtklier positief zijn aangemerkt Of dat er patiënten met submicrometastasen (≤ # #mm) gevonden zijn, die nooit de potentie hadden om uit te groeien tot klinisch relevante metastasen (van Akkooi, ###) Deze aspecten kunnen een subgroep analyse beïnvloeden, waardoor er een vertekening in overleving ten gunste van de patiënten met een positieve schildwachtklier kan ontstaan Vier andere studies vergeleken patiënten behandeld vóór introductie van de schildwachtklierprocedure, met patiënten die werden behandeld na de introductie van de schildwachtklierprocedure als standaardbehandeling in cohort patiënten met schildwachtklierprocedure met een cohort patiënten zonder schildwachtklierprocedure, waarbij de helft van de patiënten deelnam aan de <PERSOON>, ###) In drie studies werd geen verschil geen verschil in algemene overleving, wanneer werd gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd, plaats van de tumor en dikte van de tumor (Starz, ###) Wat betreft recidieven was er in geen van de studies een verschil tussen de lymfekliermetastasen gevonden in de groep die geen schildwachtklierprocedure onderging (<PERSOON>, ###) Drie studies vonden geen verschil in metastasen op afstand (Gutzmer, ###; Koskivuo, ###; Leiter ###) Eén studie vond wel een verschil in metastasen op afstand, met minder metastasen in de schildwachtklierprocedure groep, wanneer werd gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd, plaats van de tumor en dikte van de tumor (Starz, ###) In deze studie was er echter een groot verschil in follow-up een mediane follow-up van ##,# maanden in de schildwachtklierprocedure groep versus ## maanden in de standaard behandelde groep Een verschil in follow-up bevoordeelde steeds de schildwachtklierprocedure groep en zou het verschil in metastasen op afstand, gevonden in deze studie, kunnen verklaren In verschillende studies is aangetoond dat patiënten met zeer minimale metastasering of kleine subcapsulair gelokaliseerde kleine metastasen een zeer geringe kans hebben op additionele kliermetastasen in nietschildwachtklieren Vooral bij patiënten met dergelijke losse tumorcellen of zeer kleine micrometastasen lijkt een aanvullende klierdissectie geen voordelen op te leveren De overleving van dergelijke patiënten is gelijk aan met dergelijke minimale schildwachtklier uitzaaiingen geregistreerd Het zal nog een aantal jaren duren voordat duidelijk wordt wat het lokaal recidief percentage is in deze groep patiënten De studies van Faries (###) als Leiter (###) zijn beiden van hoge kwaliteit en presententeren vergelijkbare resultaten Hierdoor is het zeer aannemelijk dat de resultaten betrouwbaar zijn Hoewel er nog geen #- en ##jaars resultaten bekend zijn, geven beide studies geen enkel teken van een mogelijk therapeutisch voordeel van.
619
fms
geen schildwachtklierprocedure onderging (<PERSOON>, ###) Drie studies vonden geen verschil in metastasen op afstand (Gutzmer, ###; Koskivuo, ###; Leiter ###) Eén studie vond wel een verschil in metastasen op afstand, met minder metastasen in de schildwachtklierprocedure groep, wanneer werd gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd, plaats van de tumor en dikte van de tumor (Starz, ###) In deze studie was er echter een groot verschil in follow-up een mediane follow-up van ##,# maanden in de schildwachtklierprocedure groep versus ## maanden in de standaard behandelde groep Een verschil in follow-up bevoordeelde steeds de schildwachtklierprocedure groep en zou het verschil in metastasen op afstand, gevonden in deze studie, kunnen verklaren In verschillende studies is aangetoond dat patiënten met zeer minimale metastasering of kleine subcapsulair gelokaliseerde kleine metastasen een zeer geringe kans hebben op additionele kliermetastasen in nietschildwachtklieren Vooral bij patiënten met dergelijke losse tumorcellen of zeer kleine micrometastasen lijkt een aanvullende klierdissectie geen voordelen op te leveren De overleving van dergelijke patiënten is gelijk aan met dergelijke minimale schildwachtklier uitzaaiingen geregistreerd Het zal nog een aantal jaren duren voordat duidelijk wordt wat het lokaal recidief percentage is in deze groep patiënten De studies van Faries (###) als Leiter (###) zijn beiden van hoge kwaliteit en presententeren vergelijkbare resultaten Hierdoor is het zeer aannemelijk dat de resultaten betrouwbaar zijn Hoewel er nog geen #- en ##jaars resultaten bekend zijn, geven beide studies geen enkel teken van een mogelijk therapeutisch voordeel van Mogelijk is er wel een bias in beide publicaties naar kleinere metastasen in de schildwachtklieren Echter, uit Faries (###) lijken juist de patiënten met grotere metastasen in de schildwachtklieren juist geen baat te hebben bij onmiddellijke completerende (aanvullende) completerende (aanvullende) klierdissectie mogelijk additionele informatie geeft over het ziektestadium, weegt dit niet op tegen de morbiditeit van de procedure De MSLT-# studie toont aan dat ##,#% van de patiënten in de klierdissectie groep lymfoedeem had terwijl dit maar #,#% van de patiënten voorkwam in de nodale klierdissectie minder regionale recidieven geeft, weegt niet op tegen de potentiele morbiditeit Periodieke controles van de aangedane klierstation(s) middels echografie zijn wenselijk bij patiënten met een positieve schildwachtklierprocedure In de studie van Faries (###) werden patiënten in de nodale observatie groep gemonitord middels het volgende schema klinisch onderzoek vond elke vier maanden plaats in de eerste twee jaar na het vaststellen van de diagnose, elke zes maanden tussen het derde en het vijfde jaar en daarna Ondanks het ontbreken van een therapeutisch effect van de schildwachtklier procedure en/of onmiddellijke prognose van stadium I/II melanoom patiënten te bepalen Hiermee worden patiënten potentieel als stadium III herkend De schildwachtklierprocedure is gebruikt voor het selecteren van patiënten voor adjuvante therapie studies Nu deze adjuvante therapie ook een aangetoond effect op de ziektevrije overleving heeft, is het verrichten van een schildwachtklierprocedure van belang om patiënten optimaal te stadiëren en te informeren of de prognose, alsmede te bepalen of zij in aanmerking komen voor adjuvante therapie.
614
fms
Mogelijk is er wel een bias in beide publicaties naar kleinere metastasen in de schildwachtklieren Echter, uit Faries (###) lijken juist de patiënten met grotere metastasen in de schildwachtklieren juist geen baat te hebben bij onmiddellijke completerende (aanvullende) completerende (aanvullende) klierdissectie mogelijk additionele informatie geeft over het ziektestadium, weegt dit niet op tegen de morbiditeit van de procedure De MSLT-# studie toont aan dat ##,#% van de patiënten in de klierdissectie groep lymfoedeem had terwijl dit maar #,#% van de patiënten voorkwam in de nodale klierdissectie minder regionale recidieven geeft, weegt niet op tegen de potentiele morbiditeit Periodieke controles van de aangedane klierstation(s) middels echografie zijn wenselijk bij patiënten met een positieve schildwachtklierprocedure In de studie van Faries (###) werden patiënten in de nodale observatie groep gemonitord middels het volgende schema klinisch onderzoek vond elke vier maanden plaats in de eerste twee jaar na het vaststellen van de diagnose, elke zes maanden tussen het derde en het vijfde jaar en daarna Ondanks het ontbreken van een therapeutisch effect van de schildwachtklier procedure en/of onmiddellijke prognose van stadium I/II melanoom patiënten te bepalen Hiermee worden patiënten potentieel als stadium III herkend De schildwachtklierprocedure is gebruikt voor het selecteren van patiënten voor adjuvante therapie studies Nu deze adjuvante therapie ook een aangetoond effect op de ziektevrije overleving heeft, is het verrichten van een schildwachtklierprocedure van belang om patiënten optimaal te stadiëren en te informeren of de prognose, alsmede te bepalen of zij in aanmerking komen voor adjuvante therapie informatie wensen of de prognose of, vanwege bijvoorbeeld comorbiditeit, niet in aanmerking komen voor Het concept van de sequentiële progressie van metastasen in het lymfekliersysteem is voor melanoom aangetoond (<PERSOON> van de tumorstatus van dit systeem wordt bereikt door met een minimaal poortwachterklier, voorstopperklier) te verwijderen Metastasen kunnen zo worden aangetoond voordat de klier palpabel wordt Op deze basis kan belangrijke prognostische informatie worden verkregen Echter, er bestaat ook een concept dat er onafhankelijk hematogene metastasering optreedt, waarbij de schildwachtklier een indicator of biomarker is voor de kans op het ontwikkelen van systemische (non-lymfogene) viscerale op het scintigram als schildwachtklier beschouwd, evenals klieren waarnaartoe rechtstreeks een lymfebaan vanuit de injectieplaats zichtbaar is Er kunnen meerdere schildwachtklieren in verschillende lymfeklierregio's Tot recent was het algemeen geaccepteerde beleid om bij patiënten die een schildwachtklierprocedure hebben een onmiddellijke completerende (aanvullende) lymfeklierdissectie uit te voeren De reden voor deze lymfeklierdissectie was het feit dat bij grofweg ## tot ##% van de patiënten aanvullende lymfekliermetastasen Deze patiënten ondergaan een chirurgische procedure waarvan zij geen voordeel ondervinden, maar wel de Bovengenoemd beleid resulteerde wel in een verlengde ziektevrije overleving, maar er werd geen (Faries, ### (MSLT-II studie); Leiter, ### (DeCOG-SLT studie)) verschenen die de waarde van de aanvullende lymfeklierdissectie onderzoeken Met de kennis van deze trials is het noodzaak om de richtlijn op dit punt te Het is aangetoond dat patiënten met metastasen in de schildwachtklier(en) een slechtere prognose hebben dan patiënten bij wie geen metastasen worden aangetroffen.
597
fms
of de prognose of, vanwege bijvoorbeeld comorbiditeit, niet in aanmerking komen voor Het concept van de sequentiële progressie van metastasen in het lymfekliersysteem is voor melanoom aangetoond (<PERSOON> van de tumorstatus van dit systeem wordt bereikt door met een minimaal poortwachterklier, voorstopperklier) te verwijderen Metastasen kunnen zo worden aangetoond voordat de klier palpabel wordt Op deze basis kan belangrijke prognostische informatie worden verkregen Echter, er bestaat ook een concept dat er onafhankelijk hematogene metastasering optreedt, waarbij de schildwachtklier een indicator of biomarker is voor de kans op het ontwikkelen van systemische (non-lymfogene) viscerale op het scintigram als schildwachtklier beschouwd, evenals klieren waarnaartoe rechtstreeks een lymfebaan vanuit de injectieplaats zichtbaar is Er kunnen meerdere schildwachtklieren in verschillende lymfeklierregio's Tot recent was het algemeen geaccepteerde beleid om bij patiënten die een schildwachtklierprocedure hebben een onmiddellijke completerende (aanvullende) lymfeklierdissectie uit te voeren De reden voor deze lymfeklierdissectie was het feit dat bij grofweg ## tot ##% van de patiënten aanvullende lymfekliermetastasen Deze patiënten ondergaan een chirurgische procedure waarvan zij geen voordeel ondervinden, maar wel de Bovengenoemd beleid resulteerde wel in een verlengde ziektevrije overleving, maar er werd geen (Faries, ### (MSLT-II studie); Leiter, ### (DeCOG-SLT studie)) verschenen die de waarde van de aanvullende lymfeklierdissectie onderzoeken Met de kennis van deze trials is het noodzaak om de richtlijn op dit punt te Het is aangetoond dat patiënten met metastasen in de schildwachtklier(en) een slechtere prognose hebben dan patiënten bij wie geen metastasen worden aangetroffen Het uitvoeren van re-excisie plus schildwachtklierprocedure leidt tot een vergelijkbare ##jaars melanoomspecif ieke overleving ten opzichte van re-excisie alleen # Nodale observatie na een positieve schildwachtklierprocedure leidt tot een vergelijkbare #jaars melanoom-vrije overleving ten opzichte van onmiddellijke completerende Nodale observatie na een positieve schildwachtklierprocedure leidt tot een vergelijkbare #jaars af standmetastase-vrije overleving ten opzichte van onmiddellijke completerende Nodale observatie na een positieve schildwachtklierprocedure leidt tot een vergelijkbare #jaars ziektevrije overleving ten opzichte van onmiddellijke completerende (aanvullende) [#] Conclusie gebaseerd op data verzameld voor de invoering van effectieve systemische therapie Recentere onderzoeken hebben duidelijk gemaakt dat de tumorstatus van de schildwachtklier een belangrijke prognostische factor is bij patiënten met melanoom die zich presenteren zonder klinisch evidente metastasen de invoering van effectieve systemische therapie (adjuvant en palliatief), wezen uit dat de overleving na vijf jaar ongeveer ##% bedraagt indien de schildwachtklier tumorvrij is en ongeveer ##% indien er sprake is van Er wordt aangenomen dat door middel van de schildwachtklierprocedure vroeg behandelde micrometastasen een potentiele overlevingswinst kunnen geven in vergelijking met het verrichten van een lymfeklierdissectie na nodale observatie <PERSOON>-I) is getracht om hier antwoord op te geven (Morton, ###) Morton (###) beschrijft een RCT waarin ruime excisie alleen werd vergeleken met ruime excisie in combinatie met een schildwachtklierprocedure Deze schildwachtklierprocedure werd direct gevolgd door een lymfeklierdissectie als micrometastasering werd aangetroffen, terwijl in de observatiearm een lymfeklierdissectie werd verricht als zich een regionaal lymfeklierrecidief voordeed Patiënten met een melanoom dikker dan # mm werden geïncludeerd in deze studie.
592
fms
leidt tot een vergelijkbare ##jaars melanoomspecif ieke overleving ten opzichte van re-excisie alleen # Nodale observatie na een positieve schildwachtklierprocedure leidt tot een vergelijkbare #jaars melanoom-vrije overleving ten opzichte van onmiddellijke completerende Nodale observatie na een positieve schildwachtklierprocedure leidt tot een vergelijkbare #jaars af standmetastase-vrije overleving ten opzichte van onmiddellijke completerende Nodale observatie na een positieve schildwachtklierprocedure leidt tot een vergelijkbare #jaars ziektevrije overleving ten opzichte van onmiddellijke completerende (aanvullende) [#] Conclusie gebaseerd op data verzameld voor de invoering van effectieve systemische therapie Recentere onderzoeken hebben duidelijk gemaakt dat de tumorstatus van de schildwachtklier een belangrijke prognostische factor is bij patiënten met melanoom die zich presenteren zonder klinisch evidente metastasen de invoering van effectieve systemische therapie (adjuvant en palliatief), wezen uit dat de overleving na vijf jaar ongeveer ##% bedraagt indien de schildwachtklier tumorvrij is en ongeveer ##% indien er sprake is van Er wordt aangenomen dat door middel van de schildwachtklierprocedure vroeg behandelde micrometastasen een potentiele overlevingswinst kunnen geven in vergelijking met het verrichten van een lymfeklierdissectie na nodale observatie <PERSOON>-I) is getracht om hier antwoord op te geven (Morton, ###) Morton (###) beschrijft een RCT waarin ruime excisie alleen werd vergeleken met ruime excisie in combinatie met een schildwachtklierprocedure Deze schildwachtklierprocedure werd direct gevolgd door een lymfeklierdissectie als micrometastasering werd aangetroffen, terwijl in de observatiearm een lymfeklierdissectie werd verricht als zich een regionaal lymfeklierrecidief voordeed Patiënten met een melanoom dikker dan # mm werden geïncludeerd in deze studie overleving; gedefinieerd als overleving zonder recidief (op welke plaats dan ook) De literatuur zoekactie levert twee relevante RCT’s op naar de meerwaarde van lymfeklierdissectie in de behandeling van patiënten met een nieuw gediagnosticeerd melanoom en positieve schilklierwachtprocedure (Faries, ###; Leiter, ###) Het betreffen fase # klinische trials met een hoge kwaliteit (laag risico op bias) Beide studies hanteerden stringente inclusiecriteria en includeerden patiënten met een positieve schildwachtklier Patiënten werden gerandomiseerd verdeeld Patiënten in de interventiegroep werden behandeld met een completerende lymfeklierdissectie en patiënten in de controlegroep werden geobserveerd met echografie van het lymfeklierstation Gezien de aard van de interventie (completerende klierdissectie of observatie) is het niet mogelijk om de interventie te blinderen Omdat de controle interventie verschilt tussen beide studies en verschillende analyses worden uitgevoerd, is het niet mogelijk om de resultaten van beide studies te poolen De Faries (###) verrichtte een onderzoek naar de effecten van completerende lymfeklierdissectie bij patiënten na een positieve schildwachtklierprocedure (MSLT-II) Patiënten die in aanmerking kwamen voor deelname hadden een leeftijd van ## tot <LEEFTIJD> jaar, een gelokaliseerd cutaan melanoom, een Eastern Cooperative Oncology Group disability), een non-melanoom levensverwachting van ≥ <LEEFTIJD> jaar en een positieve schildwachtklier Er werd een blokrandomisatie aangehouden met stratificatie voor breslowdikte, ulceratie, methode van metastasedetectie en onderzoekscentrum Patiënten in de interventiegroep werden behandeld met een completerende lymfeklierdissectie en patiënten in de controlegroep werden geobserveerd met echografie van het lymfeklierstation Patiënten die waren toegewezen aan de observatiegroep werden gecontroleerd door middel.
598
fms
zonder recidief (op welke plaats dan ook) De literatuur zoekactie levert twee relevante RCT’s op naar de meerwaarde van lymfeklierdissectie in de behandeling van patiënten met een nieuw gediagnosticeerd melanoom en positieve schilklierwachtprocedure (Faries, ###; Leiter, ###) Het betreffen fase # klinische trials met een hoge kwaliteit (laag risico op bias) Beide studies hanteerden stringente inclusiecriteria en includeerden patiënten met een positieve schildwachtklier Patiënten werden gerandomiseerd verdeeld Patiënten in de interventiegroep werden behandeld met een completerende lymfeklierdissectie en patiënten in de controlegroep werden geobserveerd met echografie van het lymfeklierstation Gezien de aard van de interventie (completerende klierdissectie of observatie) is het niet mogelijk om de interventie te blinderen Omdat de controle interventie verschilt tussen beide studies en verschillende analyses worden uitgevoerd, is het niet mogelijk om de resultaten van beide studies te poolen De Faries (###) verrichtte een onderzoek naar de effecten van completerende lymfeklierdissectie bij patiënten na een positieve schildwachtklierprocedure (MSLT-II) Patiënten die in aanmerking kwamen voor deelname hadden een leeftijd van ## tot <LEEFTIJD> jaar, een gelokaliseerd cutaan melanoom, een Eastern Cooperative Oncology Group disability), een non-melanoom levensverwachting van ≥ <LEEFTIJD> jaar en een positieve schildwachtklier Er werd een blokrandomisatie aangehouden met stratificatie voor breslowdikte, ulceratie, methode van metastasedetectie en onderzoekscentrum Patiënten in de interventiegroep werden behandeld met een completerende lymfeklierdissectie en patiënten in de controlegroep werden geobserveerd met echografie van het lymfeklierstation Patiënten die waren toegewezen aan de observatiegroep werden gecontroleerd door middel maanden gedurende de jaren # tot en met # en daarna jaarlijks Patiënten in de interventiegroep hadden hetzelfde follow-up schema maar werden niet beoordeeld met echografie Het onderzoek van Faries (###) (lymfeklierdissectie) en ### patiënten in de controlegroep (observatie) De studie is van redelijke kwaliteit (zie risk of bias tabel) De primaire uitkomstmaat in de studie van Faries (###) is melanoomspecifieke overleving Secundaire uitkomstmaten waren algehele overleving, ziektevrije overleving, overleving zonder terugkeer van regionale kliermetastasen en afstandmetastase-vrije overleving Aanvangstijd van de studie was het moment van randomisatie Melanoomspecifieke overleving was gedefinieerd als tijd tot melanoomgerelateerd overlijden Ziektevrije overleving was de tijd tot het moment van terugkeer van de ziekte Overleving zonder klierrecidief De studie van Leiter (###) onderzoekt de waarde van completerende klierdissectie in de behandeling van gerandomiseerde fase III klinische trial waarin de overleving wordt onderzocht bij patiënten die wel of geen completerende lymfeklierdissectie hebben gehad na een positieve schildwachtklierprocedure Patiënten die in aanmerking kwamen voor deelname hadden een leeftijd van ## tot <LEEFTIJD> jaar, een tumordikte van tenminste # mm met micrometastasen in de schildwachtklier (tenminste single-cells of grotere micrometastasen) Patiënten met randomisatieschema is opgemaakt door een computer en er werd gestratificeerd voor de dikte van de tumor (≤ # mm versus ) # mm), ulceratie van de primaire tumor en beoogde adjuvante interferontherapie De studie controlegroep (observatie) Deze RCT is van overwegend redelijke kwaliteit (zie risk of bias tabel) De primaire uitkomstmaat was afstandmetastase-vrije overleving (gedefinieerd als tijd vanaf het moment van randomisatie.
623
fms
met # en daarna jaarlijks Patiënten in de interventiegroep hadden hetzelfde follow-up schema maar werden niet beoordeeld met echografie Het onderzoek van Faries (###) (lymfeklierdissectie) en ### patiënten in de controlegroep (observatie) De studie is van redelijke kwaliteit (zie risk of bias tabel) De primaire uitkomstmaat in de studie van Faries (###) is melanoomspecifieke overleving Secundaire uitkomstmaten waren algehele overleving, ziektevrije overleving, overleving zonder terugkeer van regionale kliermetastasen en afstandmetastase-vrije overleving Aanvangstijd van de studie was het moment van randomisatie Melanoomspecifieke overleving was gedefinieerd als tijd tot melanoomgerelateerd overlijden Ziektevrije overleving was de tijd tot het moment van terugkeer van de ziekte Overleving zonder klierrecidief De studie van Leiter (###) onderzoekt de waarde van completerende klierdissectie in de behandeling van gerandomiseerde fase III klinische trial waarin de overleving wordt onderzocht bij patiënten die wel of geen completerende lymfeklierdissectie hebben gehad na een positieve schildwachtklierprocedure Patiënten die in aanmerking kwamen voor deelname hadden een leeftijd van ## tot <LEEFTIJD> jaar, een tumordikte van tenminste # mm met micrometastasen in de schildwachtklier (tenminste single-cells of grotere micrometastasen) Patiënten met randomisatieschema is opgemaakt door een computer en er werd gestratificeerd voor de dikte van de tumor (≤ # mm versus ) # mm), ulceratie van de primaire tumor en beoogde adjuvante interferontherapie De studie controlegroep (observatie) Deze RCT is van overwegend redelijke kwaliteit (zie risk of bias tabel) De primaire uitkomstmaat was afstandmetastase-vrije overleving (gedefinieerd als tijd vanaf het moment van randomisatie Secundaire uitkomstmaten waren ziektevrije overleving (gedefinieerd als tijd vanaf het moment van randomisatie tot het moment van terugkeer van de ziekte), algehele overleving (gedefinieerd als tijd vanaf het moment van randomisatie tot het moment van overlijden), terugkeer van regionale lymfekliermetastasen, en complicaties door complete lymfeklierdissectie in was geen statistisch significant verschil in <LEEFTIJD>-jaars melanoomvrije overleving tussen beide groepen (HR= #,##; De melanoomspecifieke overleving was op <LEEFTIJD> jaar ##% (SD= #,#) in de groep re-excisie plus schildwachtklierprocedure en ##% (SD= #,#) in de groep met alleen re-excisie Er was geen statistisch significant De ziektevrije overleving, gedefinieerd als overleving zonder recidief, was op <LEEFTIJD> jaar ##% (SD= #,#; ##%BI= (##,# groep met alleen re-excisie Er was een statistisch significant voordeel in <LEEFTIJD>-jaars ziektevrije overleving voor de De ziektevrije overleving, gedefinieerd als overleving zonder recidief, was op <LEEFTIJD> jaar ##% (SD= #,#) in de groep voordeel in <LEEFTIJD>-jaars ziektevrije overleving voor de groep re-excisie plus schildwachtklierprocedure in vergelijking De bewijskracht (GRADE-methodiek) is bepaald per uitkomstmaat en in onderstaande tabel schematisch Vraagstelling Schildwachtklierprocedure + re-excisie compared to re-excisie alleen in patienten met een nieuw Explanations a ##%BI overschrijdt default grens voor klinische relevantie (/ studie voldoet niet aan optimal in de observatie groep Er is geen statistisch significant verschil in <LEEFTIJD>-jaars melanoomspecifieke overleving tussen (Farries, ###) In de studie van Leiter (###) was de melanoomspecifieke overleving na <LEEFTIJD> jaar ##,#% (n= ## in de observatie groep Ook in deze studie was er geen statistisch significant verschil in melanoomspecifieke.
682
fms
waren ziektevrije overleving (gedefinieerd als tijd vanaf het moment van randomisatie tot het moment van terugkeer van de ziekte), algehele overleving (gedefinieerd als tijd vanaf het moment van randomisatie tot het moment van overlijden), terugkeer van regionale lymfekliermetastasen, en complicaties door complete lymfeklierdissectie in was geen statistisch significant verschil in <LEEFTIJD>-jaars melanoomvrije overleving tussen beide groepen (HR= #,##; De melanoomspecifieke overleving was op <LEEFTIJD> jaar ##% (SD= #,#) in de groep re-excisie plus schildwachtklierprocedure en ##% (SD= #,#) in de groep met alleen re-excisie Er was geen statistisch significant De ziektevrije overleving, gedefinieerd als overleving zonder recidief, was op <LEEFTIJD> jaar ##% (SD= #,#; ##%BI= (##,# groep met alleen re-excisie Er was een statistisch significant voordeel in <LEEFTIJD>-jaars ziektevrije overleving voor de De ziektevrije overleving, gedefinieerd als overleving zonder recidief, was op <LEEFTIJD> jaar ##% (SD= #,#) in de groep voordeel in <LEEFTIJD>-jaars ziektevrije overleving voor de groep re-excisie plus schildwachtklierprocedure in vergelijking De bewijskracht (GRADE-methodiek) is bepaald per uitkomstmaat en in onderstaande tabel schematisch Vraagstelling Schildwachtklierprocedure + re-excisie compared to re-excisie alleen in patienten met een nieuw Explanations a ##%BI overschrijdt default grens voor klinische relevantie (/ studie voldoet niet aan optimal in de observatie groep Er is geen statistisch significant verschil in <LEEFTIJD>-jaars melanoomspecifieke overleving tussen (Farries, ###) In de studie van Leiter (###) was de melanoomspecifieke overleving na <LEEFTIJD> jaar ##,#% (n= ## in de observatie groep Ook in deze studie was er geen statistisch significant verschil in melanoomspecifieke (#,## tot #,##); p= #,##) De gepoolde HR voor totale <LEEFTIJD>-jaars melanoomspecifieke overleving laat geen De intention-to-treat analyse van Leiter (###) laat zien dat de <LEEFTIJD>-jaars afstandmetastase-vrije overleving ##,#% (##,# tot ##,#)) in de patiënten met een complete lymfeklierdissectie Er is geen statistisch significant verschil in <LEEFTIJD>-jaars afstandmetastase-vrije overleving tussen de observatie groep en de complete lymfeklierdissectie groep (##%BI= (##,# tot ##,#)) in de complete lymfeklierdissectie groep, statistisch geen significant verschil tussen significant verschil in <LEEFTIJD>-jaars ziektevrije overleving tussen de observatie groep en de complete lymfeklierdissectie Tabel # Gradering van bewijskracht per uitkomstmaat complete lymf eklierdissectie versus nodale Vraagstelling Complete lymph-node dissection compared to observation in the treatment of patients with CI Confidence interval; HR Hazard Ratio Explanations a ##%BI overschrijdt default grens voor klinische Wat is het effect op de overleving van het wel of niet uitvoeren van de schildwachtklierprocedure bij Wat is het effect op de overleving van een onmiddellijke completerende (aanvullende) lymfeklierdissectie in (P)atiënten volwassen patiënten (≥<LEEFTIJD> jaar) met een nieuw gediagnosticeerd melanoom (dun, gemiddeld en/of (O)utcome melanoomspecifieke overleving, ziektevrije overleving, locoregionale overleving, kosten, gezondheid (O)utcome melanoom specifieke overleving, algehele overleving, ziektevrije overleving, locoregionale overleving, De werkgroep achtte algehele en melanoomspecifieke overleving voor de besluitvorming de meest cruciale uitkomstmaten; en ziektevrije overleving, gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven en complicaties voor de besluitvorming belangrijke uitkomstmaten Om de minimale klinisch relevante verschillen te duiden zijn de default grenzen van GRADE gebruikt voor dichotome uitkomstmaten werd een afkapwaarde van ##% aangehouden.
734
fms
gepoolde HR voor totale <LEEFTIJD>-jaars melanoomspecifieke overleving laat geen De intention-to-treat analyse van Leiter (###) laat zien dat de <LEEFTIJD>-jaars afstandmetastase-vrije overleving ##,#% (##,# tot ##,#)) in de patiënten met een complete lymfeklierdissectie Er is geen statistisch significant verschil in <LEEFTIJD>-jaars afstandmetastase-vrije overleving tussen de observatie groep en de complete lymfeklierdissectie groep (##%BI= (##,# tot ##,#)) in de complete lymfeklierdissectie groep, statistisch geen significant verschil tussen significant verschil in <LEEFTIJD>-jaars ziektevrije overleving tussen de observatie groep en de complete lymfeklierdissectie Tabel # Gradering van bewijskracht per uitkomstmaat complete lymf eklierdissectie versus nodale Vraagstelling Complete lymph-node dissection compared to observation in the treatment of patients with CI Confidence interval; HR Hazard Ratio Explanations a ##%BI overschrijdt default grens voor klinische Wat is het effect op de overleving van het wel of niet uitvoeren van de schildwachtklierprocedure bij Wat is het effect op de overleving van een onmiddellijke completerende (aanvullende) lymfeklierdissectie in (P)atiënten volwassen patiënten (≥<LEEFTIJD> jaar) met een nieuw gediagnosticeerd melanoom (dun, gemiddeld en/of (O)utcome melanoomspecifieke overleving, ziektevrije overleving, locoregionale overleving, kosten, gezondheid (O)utcome melanoom specifieke overleving, algehele overleving, ziektevrije overleving, locoregionale overleving, De werkgroep achtte algehele en melanoomspecifieke overleving voor de besluitvorming de meest cruciale uitkomstmaten; en ziektevrije overleving, gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven en complicaties voor de besluitvorming belangrijke uitkomstmaten Om de minimale klinisch relevante verschillen te duiden zijn de default grenzen van GRADE gebruikt voor dichotome uitkomstmaten werd een afkapwaarde van ##% aangehouden com) en de Cochrane Library (via Wiley) is op <DATUM> met relevante zoektermen gezocht naar studies over de effecten van lymfeklierdissectie bij patiënten met een positieve schildwachtklierprocedure De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de patiënten met een positieve schildwachtklierprocedure Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie twee studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens geen studies geëxcludeerd, en twee studies definitief geselecteerd Deze studies zijn toegevoegd aan de reeds bestaande literatuursamenvatting welke is gebaseerd op de publicaties van Morton (###) en Morton (###) In totaal zijn vier publicaties opgenomen in de literatuuranalyse (Faries, ###; Leiter, ###; Morton, ###; beoordeling van de individuele studieopzet (risk of bias) is opgenomen in de risk of bias tabellen # - <PERSOON> A, <PERSOON> AC, Huston TL, <PERSOON> JE, <PERSOON> SD, <PERSOON> RA, <PERSOON> JM, Scheri R, <PERSOON> MC, <LOCATIE>OE, Noyes RD, Hoon DSB, <PERSOON> HJ, Elashoff DA, Elashoff RM.
591
fms
op <DATUM> met relevante zoektermen gezocht naar studies over de effecten van lymfeklierdissectie bij patiënten met een positieve schildwachtklierprocedure De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de patiënten met een positieve schildwachtklierprocedure Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie twee studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens geen studies geëxcludeerd, en twee studies definitief geselecteerd Deze studies zijn toegevoegd aan de reeds bestaande literatuursamenvatting welke is gebaseerd op de publicaties van Morton (###) en Morton (###) In totaal zijn vier publicaties opgenomen in de literatuuranalyse (Faries, ###; Leiter, ###; Morton, ###; beoordeling van de individuele studieopzet (risk of bias) is opgenomen in de risk of bias tabellen # - <PERSOON> A, <PERSOON> AC, Huston TL, <PERSOON> JE, <PERSOON> SD, <PERSOON> RA, <PERSOON> JM, Scheri R, <PERSOON> MC, <LOCATIE>OE, Noyes RD, Hoon DSB, <PERSOON> HJ, Elashoff DA, Elashoff RM Completion Dissection or Observation for Sentinel-Node Metastasis in <PERSOON> J Med ### <PERSOON-##> #;###(##) <PATIENTNUMMER># doi <DATUM> <PERSOON-##> T, <PERSOON-##> W, <PERSOON-##>) Complete lymph node dissection versus no dissection in patients with sentinel lymph node biopsy positive melanoma (DeCOG-SLT) a multicentre, randomised, phase # trial <PERSOON-##> - Morton DL, Thompson JF, Cochran AJ, Mozzillo N, Elashoff R, Essner R, <LOCATIE>OE, Roses DF, Hoekstra> HJ, Karakousis CP, Reintgen <PERSOON-##> BJ, Glass EC, <PERSOON> HJ; MSLT Group Sentinel-node biopsy or nodal observation in melanoma <PERSOON-##> in <PERSOON-##># # - Morton DL, Thompson JF, Cochran AJ, Mozzillo N, <LOCATIE>OE, Roses DF, Hoekstra HJ, Karakousis CP, Puleo CA, Coventry BJ, Kashani-Sabet M, Smithers> BM, <PERSOON-##> WG, McKinnon JG, <PERSOON-##> MB; MSLT Group Final trial report of sentinel-node biopsy versus nodal observation in melanoma <PERSOON-##> J Med ### Feb Wat is de geadviseerde diagnostiek en behandeling van patiënten met lentigo maligna melanoma?.
531
fms
Completion Dissection or Observation for Sentinel-Node Metastasis in <PERSOON> J Med ### <PERSOON> #;###(##) <PATIENTNUMMER># doi <DATUM> <PERSOON> T, <PERSOON> W, <PERSOON>) Complete lymph node dissection versus no dissection in patients with sentinel lymph node biopsy positive melanoma (DeCOG-SLT) a multicentre, randomised, phase # trial <PERSOON> - Morton DL, Thompson JF, Cochran AJ, Mozzillo N, Elashoff R, Essner R, <LOCATIE>OE, Roses DF, Hoekstra> HJ, Karakousis CP, Reintgen <PERSOON> BJ, Glass EC, <PERSOON> HJ; MSLT Group Sentinel-node biopsy or nodal observation in melanoma <PERSOON> in <PERSOON-##># # - Morton DL, Thompson JF, Cochran AJ, Mozzillo N, <LOCATIE>OE, Roses DF, Hoekstra HJ, Karakousis CP, Puleo CA, Coventry BJ, Kashani-Sabet M, Smithers> BM, <PERSOON-##> WG, McKinnon JG, <PERSOON-##> MB; MSLT Group Final trial report of sentinel-node biopsy versus nodal observation in melanoma <PERSOON-##> J Med ### Feb Wat is de geadviseerde diagnostiek en behandeling van patiënten met lentigo maligna melanoma? In bepaalde klinische omstandigheden (bijvoorbeeld oudere patiënten, mutilerende ingreep) kan voor een literatuur is weinig bewijsvoering dat cryotherapie een effectieve behandeling is Er zijn incidentele meldingen van goede resultaten met topicale behandeling met imiquimod, maar ook deze therapie is niet in gerandomiseerde Recidiefvorming na operatie treedt bij ongeveer #% van de patiënten op Van micrografische chirurgie (chirurgie met volledige margecontrole) zijn nog lagere recidiefpercentages beschreven [Moehrle ### (#)] De werkgroep is van mening dat bij de behandeling van lentigo maligna volledige excisie de eerste keus is Klassieke Mohs micrografische chirurgie (MMS) met vriescoupes is geen behandeling voor het lentigo maligna en lentigo maligna melanoom Een excisie in twee tempi (micrografische chirurgie met formaline onderzoek) kan LMM (lentigo maligna melanoma) wordt qua diagnostiek en behandeling volledig gelijkgesteld aan melanoom LM komt voornamelijk bij Caucasische ouderen in chronisch zonbeschadigde huid voor, met name in het hoofdhals gebied Het levenslange risico op progressie tot melanoom is niet precies bekend, maar wordt door Weinstock en Sober gerapporteerd als minder dan #% life-time risico [Weinstoch ### (#)] Men kan excisie met een marge van # mm als eerste keus therapie zien bij LM omdat het weefsel dan in z'n geheel kan worden onderzocht op (micro) invasieve groei en omdat de kans op lokaal recidief, met in het verlengde daarvan de kans op lentigo maligna melanoom, geringer is [<PERSOON-##> zijn functionele, cosmetische en chirurgisch technische overweging ook van belang bij het bepalen van de marge.
571
fms
(bijvoorbeeld oudere patiënten, mutilerende ingreep) kan voor een literatuur is weinig bewijsvoering dat cryotherapie een effectieve behandeling is Er zijn incidentele meldingen van goede resultaten met topicale behandeling met imiquimod, maar ook deze therapie is niet in gerandomiseerde Recidiefvorming na operatie treedt bij ongeveer #% van de patiënten op Van micrografische chirurgie (chirurgie met volledige margecontrole) zijn nog lagere recidiefpercentages beschreven [Moehrle ### (#)] De werkgroep is van mening dat bij de behandeling van lentigo maligna volledige excisie de eerste keus is Klassieke Mohs micrografische chirurgie (MMS) met vriescoupes is geen behandeling voor het lentigo maligna en lentigo maligna melanoom Een excisie in twee tempi (micrografische chirurgie met formaline onderzoek) kan LMM (lentigo maligna melanoma) wordt qua diagnostiek en behandeling volledig gelijkgesteld aan melanoom LM komt voornamelijk bij Caucasische ouderen in chronisch zonbeschadigde huid voor, met name in het hoofdhals gebied Het levenslange risico op progressie tot melanoom is niet precies bekend, maar wordt door Weinstock en Sober gerapporteerd als minder dan #% life-time risico [Weinstoch ### (#)] Men kan excisie met een marge van # mm als eerste keus therapie zien bij LM omdat het weefsel dan in z'n geheel kan worden onderzocht op (micro) invasieve groei en omdat de kans op lokaal recidief, met in het verlengde daarvan de kans op lentigo maligna melanoom, geringer is [<PERSOON> zijn functionele, cosmetische en chirurgisch technische overweging ook van belang bij het bepalen van de marge vriescoupes) tot meer recidieven leidde dan micrografische chirurgie met behulp van formaline coupes (in # of # - <PERSOON> risk of progression of lentigo maligna to lentigo maligna melanoma ### <PERSOON> # - <PERSOON> GS, Pappas-Politis EC, Cherpelis BS, et al Surgical management of melanoma in situ on chronically sun-damaged # - <PERSOON> excision (# cm margin) – a safe procedure for thin cuteanous melanoma Arch Surg # - Walling HW, Scupham RK et al Staged excision versus Mohs micorgraphic surgery for lentigo maligna and lentigo # - <PERSOON> JR Imiquimod in the treatment of lentigo maligna <PERSOON> histology vs three-dimensional histology in lentigo maligna Wat zijn de indicaties voor adjuvante radiotherapie voor patiënten met melanoom (na lymfeklierdissectie)? Er wordt geadviseerd dat bij radiotherapie met een curatieve intentie een dosis wordt gegeven die equivalent is Bij een inoperabel melanoom met meestal cutane lokalisatie, waarbij de late radiatie toxiciteit van omringend normaal weefsel klinisch geen grote rol van betekenis speelt, kan ook bij een curatieve opzet voor een Gy in # weken bij een α/β van + # Dagfracties van # t/m # Gy worden daarbij vaak gebruikt Er zijn aanwijzingen dat er bij radiotherapie van het melanoom een dosis-effect relatie is boven een dosis van # x Er zijn geen aanwijzingen dat het melanoom radiobiologisch een lage α/β kent.
578
fms
dan micrografische chirurgie met behulp van formaline coupes (in # of # - <PERSOON> risk of progression of lentigo maligna to lentigo maligna melanoma ### <PERSOON> # - <PERSOON> GS, Pappas-Politis EC, Cherpelis BS, et al Surgical management of melanoma in situ on chronically sun-damaged # - <PERSOON> excision (# cm margin) – a safe procedure for thin cuteanous melanoma Arch Surg # - Walling HW, Scupham RK et al Staged excision versus Mohs micorgraphic surgery for lentigo maligna and lentigo # - <PERSOON> JR Imiquimod in the treatment of lentigo maligna <PERSOON> histology vs three-dimensional histology in lentigo maligna Wat zijn de indicaties voor adjuvante radiotherapie voor patiënten met melanoom (na lymfeklierdissectie)? Er wordt geadviseerd dat bij radiotherapie met een curatieve intentie een dosis wordt gegeven die equivalent is Bij een inoperabel melanoom met meestal cutane lokalisatie, waarbij de late radiatie toxiciteit van omringend normaal weefsel klinisch geen grote rol van betekenis speelt, kan ook bij een curatieve opzet voor een Gy in # weken bij een α/β van + # Dagfracties van # t/m # Gy worden daarbij vaak gebruikt Er zijn aanwijzingen dat er bij radiotherapie van het melanoom een dosis-effect relatie is boven een dosis van # x Er zijn geen aanwijzingen dat het melanoom radiobiologisch een lage α/β kent Het melanoom werd lang als een radioresistente tumor beschouwd Recentere studies laten zien dat deze opvatting achterhaald is het melanoom is wel gevoelig voor bestraling, maar een hoge totale dosis (tussen ##-## Gy) is Curatieve bestraling komt in aanmerking bij patiënten met een primair melanoom of een lentigo maligna (Dubreuihl) bij wie curatieve resectie niet mogelijk of niet wenselijk wordt geacht of wanneer de patiënt een chirurgische ingreep weigert Ook patiënten met tumorpositieve lymfeklieren, indien chirurgie niet mogelijk is of Hoewel er biologische data zijn die duidelijk maken dat het melanoom relatief gevoeliger is voor een hoge dosis per fractie, toonde een klinische Radiation Therapy Oncology Group (RTOG) studie, waarbij een schema van # x # Gy vergeleken werd met ## x <DATUM> Gy, geen verschil aan in overall response rate, wat overeenkomt met een lage intrinsieke stralengevoeligheid (α/β = + # Gy) [Overgaard ### (#)] Deze studie werd voortijdig gesloten omdat de lokale controle van ##% slechter was dan de ##% die gezien werd in een voorgaande studie waarbij # x # Gy en # x # Gy werd gebruikt Ook een kleine retrospectieve studie liet geen effect van een hoge dagfractie gezien [<PERSOON> ### (#)] Verhoging van de totale dosis van # x # Gy naar # x # Gy in een klinische studie gaf wel een verbetering van de lokale controle [Overgaard ### (#)] Een vergelijkbare hoge lokale controle werd.
596
fms
Het melanoom werd lang als een radioresistente tumor beschouwd Recentere studies laten zien dat deze opvatting achterhaald is het melanoom is wel gevoelig voor bestraling, maar een hoge totale dosis (tussen ##-## Gy) is Curatieve bestraling komt in aanmerking bij patiënten met een primair melanoom of een lentigo maligna (Dubreuihl) bij wie curatieve resectie niet mogelijk of niet wenselijk wordt geacht of wanneer de patiënt een chirurgische ingreep weigert Ook patiënten met tumorpositieve lymfeklieren, indien chirurgie niet mogelijk is of Hoewel er biologische data zijn die duidelijk maken dat het melanoom relatief gevoeliger is voor een hoge dosis per fractie, toonde een klinische Radiation Therapy Oncology Group (RTOG) studie, waarbij een schema van # x # Gy vergeleken werd met ## x <DATUM> Gy, geen verschil aan in overall response rate, wat overeenkomt met een lage intrinsieke stralengevoeligheid (α/β = + # Gy) [Overgaard ### (#)] Deze studie werd voortijdig gesloten omdat de lokale controle van ##% slechter was dan de ##% die gezien werd in een voorgaande studie waarbij # x # Gy en # x # Gy werd gebruikt Ook een kleine retrospectieve studie liet geen effect van een hoge dagfractie gezien [<PERSOON> ### (#)] Verhoging van de totale dosis van # x # Gy naar # x # Gy in een klinische studie gaf wel een verbetering van de lokale controle [Overgaard ### (#)] Een vergelijkbare hoge lokale controle werd Samenvattend neemt de kans op tumorcontrole toe bij verhoging van de totale dosis, maar de therapeutische breedte neemt weinig Geadviseerde dosisschema's komen biologisch overeen met ongeveer ## Gy in # Gy fracties [<PERSOON> M A randomized study comparing two high-dose per fraction radiation schedules in recurrent or metastatic malignant melanoma <PERSOON> DT, Amdur RJ, <PERSOON> CG, Mendenhall WM Adjuvant radiotherapy for cutaneous melanoma <PERSOON>MC, Arcangeli G, Dahl> O, et al Hyperthermia as an adjuvant to radiation therapy of recurrent or metastatic malignant melanoma A multicentre randomized trial by the European Society for # - <PERSOON> CD, <PERSOON> Lj et al Regional radiotherapy as adjuvant treatment for head and neck malignant melanoma Preliminary results Arch Otolaryngol Head Neck Surg De aanbevelingen voor locoregionale ziekte bij melanoom van de huid zijn beschreven in de submodules Hoe dient men om te gaan met verdenking op locoregionale kliermetastasen na diagnose melanoom? Ook bij verdenking op locoregionale kliermetastasen is de diagnostische benadering van de suspecte huidlaesie in wezen hetzelfde een excisie met een marge van # mm In het geval van verdenking op satellieten of intransitmetastasen kan men een biopsie nemen van één van deze laesies ter verificatie van de diagnose Aanvraagformulier pathologie (redactionele update) Bij het inzenden van materiaal voor histopathologisch.
571
fms
maar de therapeutische breedte neemt weinig Geadviseerde dosisschema's komen biologisch overeen met ongeveer ## Gy in # Gy fracties [<PERSOON> M A randomized study comparing two high-dose per fraction radiation schedules in recurrent or metastatic malignant melanoma <PERSOON> DT, Amdur RJ, <PERSOON> CG, Mendenhall WM Adjuvant radiotherapy for cutaneous melanoma <PERSOON>MC, Arcangeli G, Dahl> O, et al Hyperthermia as an adjuvant to radiation therapy of recurrent or metastatic malignant melanoma A multicentre randomized trial by the European Society for # - <PERSOON> CD, <PERSOON> Lj et al Regional radiotherapy as adjuvant treatment for head and neck malignant melanoma Preliminary results Arch Otolaryngol Head Neck Surg De aanbevelingen voor locoregionale ziekte bij melanoom van de huid zijn beschreven in de submodules Hoe dient men om te gaan met verdenking op locoregionale kliermetastasen na diagnose melanoom? Ook bij verdenking op locoregionale kliermetastasen is de diagnostische benadering van de suspecte huidlaesie in wezen hetzelfde een excisie met een marge van # mm In het geval van verdenking op satellieten of intransitmetastasen kan men een biopsie nemen van één van deze laesies ter verificatie van de diagnose Aanvraagformulier pathologie (redactionele update) Bij het inzenden van materiaal voor histopathologisch Bij het inzenden van materiaal voor histopathologisch onderzoek dienen de volgende gegevens op het Bij patiënten met melanoom stadium III en IV (primair dan wel recidief) die in aanmerking komen voor in opzet curatieve/lokale behandeling, welke diagnostische test – ## F-FDG PET/ldCT (ld lowdose), ceCT (ce contrast enhanced) of WB-MRI (WB whole body) - resulteert in de meest accurate opsporing van metastasen? Bij patiënten met melanoom stadium II-IV die in opzet curatief behandeld zijn, welke diagnostische test – ## FFDG PET/CT, contrast enhanced CT, whole body MRI of S###B bepaling - resulteert in de meest accurate Wat is het verschil in diagnostische accuratesse en therapeutische impact voor de vaststelling van metastasen Wat is het effect en de accuratesse van beeldvormend onderzoek naar metastasen bij patiënten met nieuw Er wordt geadviseerd om bij stadium I, II en IIIA geen routinematig aanvullend afbeeldend onderzoek uit te Bij pathologisch vergrote lymfeklieren dient bij voorkeur een echografie met (zo nodig) echogeleide punctie Er wordt geadviseerd om bij stadium IIIB, IIIC voor een goede stadiering een volledig afbeeldend onderzoek van borst, buik en bekken (##F-FDG-PET/ldCT gecombineerd met ceCT ) uit te voeren Er wordt geadviseerd om bij stadium IV voor een goede stadiering een volledig afbeeldend onderzoek van De werkgroep is van mening dat het bij hoger stadium (IIIB-IV) melanoom te vroeg is voor routinematig De werkgroep is van mening dat, bij patiënten met in opzet curatief geopereerd stadium III/IV, screening op recidief dient te worden overwogen, en wel bij patiënten die in aanmerking komen voor een vervolgbehandeling (bijvoorbeeld immunotherapie).
562
fms
histopathologisch onderzoek dienen de volgende gegevens op het Bij patiënten met melanoom stadium III en IV (primair dan wel recidief) die in aanmerking komen voor in opzet curatieve/lokale behandeling, welke diagnostische test – ## F-FDG PET/ldCT (ld lowdose), ceCT (ce contrast enhanced) of WB-MRI (WB whole body) - resulteert in de meest accurate opsporing van metastasen? Bij patiënten met melanoom stadium II-IV die in opzet curatief behandeld zijn, welke diagnostische test – ## FFDG PET/CT, contrast enhanced CT, whole body MRI of S###B bepaling - resulteert in de meest accurate Wat is het verschil in diagnostische accuratesse en therapeutische impact voor de vaststelling van metastasen Wat is het effect en de accuratesse van beeldvormend onderzoek naar metastasen bij patiënten met nieuw Er wordt geadviseerd om bij stadium I, II en IIIA geen routinematig aanvullend afbeeldend onderzoek uit te Bij pathologisch vergrote lymfeklieren dient bij voorkeur een echografie met (zo nodig) echogeleide punctie Er wordt geadviseerd om bij stadium IIIB, IIIC voor een goede stadiering een volledig afbeeldend onderzoek van borst, buik en bekken (##F-FDG-PET/ldCT gecombineerd met ceCT ) uit te voeren Er wordt geadviseerd om bij stadium IV voor een goede stadiering een volledig afbeeldend onderzoek van De werkgroep is van mening dat het bij hoger stadium (IIIB-IV) melanoom te vroeg is voor routinematig De werkgroep is van mening dat, bij patiënten met in opzet curatief geopereerd stadium III/IV, screening op recidief dient te worden overwogen, en wel bij patiënten die in aanmerking komen voor een vervolgbehandeling (bijvoorbeeld immunotherapie) Hoewel een verandering van klinisch beleid op basis van de verschillende beeldvormingstechnieken geen aparte uitgangsvraag was met dito literatuur onderzoek, zijn er tijdens het huidige literatuur onderzoek twee additionele Subesinghe et al onderzocht retrospectief een cohort van ## patiënten waarbij ## (stadium III n=#, stadium IV n=##) ## F-FDG PET scans zijn geherevalueerd [Subesinghe ###(##)] Zij maakten een verschil tussen een grotere en geringere verandering in het beleid Een grote verandering was gedefinieerd als een verandering in het therapeutische beleid of verdere karakterisatie van een eerdere inconclusieve laesie Onder een geringere verandering werd verstaan de bevestiging van bekende laesies die op een eerdere ceCT gevonden waren Er was sprake van een grote verandering in beleid in ## casus (##%) en een geringe verandering in beleid in ## palpabele lymfeklieren, zonder aanwijzing voor metastasen op afstand na lichamelijk onderzoek [<PERSOON> ###(##)] ## F-FDG positieve laesies werden zo mogelijk middels pathologisch onderzoek of additionele beeldvorming bevestigd Indien dit niet mogelijk was, diende het klinische beloop van de ziekte als goud standaard Voor deze in <LOCATIE> uitgevoerde studie was voor ## F-FDG PET/ldCT de gerapporteerde verandering van de geplande regionale lymfeklierdissectie bij ## patiënten (##%; n=## patiënten wissel naar patiënten (#%) hersenmetastasen Vier van de vijf patiënten hadden ook extra-craniële afstandsmetastasen bij Daarnaast is over de verandering van het klinische beleid gerapporteerd in de al eerder beschreven studies van Bastiaannet et al rapporteerde een verandering van beleid bij ##% van de ### patiënten alleen op basis van.
652
fms
van klinisch beleid op basis van de verschillende beeldvormingstechnieken geen aparte uitgangsvraag was met dito literatuur onderzoek, zijn er tijdens het huidige literatuur onderzoek twee additionele Subesinghe et al onderzocht retrospectief een cohort van ## patiënten waarbij ## (stadium III n=#, stadium IV n=##) ## F-FDG PET scans zijn geherevalueerd [Subesinghe ###(##)] Zij maakten een verschil tussen een grotere en geringere verandering in het beleid Een grote verandering was gedefinieerd als een verandering in het therapeutische beleid of verdere karakterisatie van een eerdere inconclusieve laesie Onder een geringere verandering werd verstaan de bevestiging van bekende laesies die op een eerdere ceCT gevonden waren Er was sprake van een grote verandering in beleid in ## casus (##%) en een geringe verandering in beleid in ## palpabele lymfeklieren, zonder aanwijzing voor metastasen op afstand na lichamelijk onderzoek [<PERSOON> ###(##)] ## F-FDG positieve laesies werden zo mogelijk middels pathologisch onderzoek of additionele beeldvorming bevestigd Indien dit niet mogelijk was, diende het klinische beloop van de ziekte als goud standaard Voor deze in <LOCATIE> uitgevoerde studie was voor ## F-FDG PET/ldCT de gerapporteerde verandering van de geplande regionale lymfeklierdissectie bij ## patiënten (##%; n=## patiënten wissel naar patiënten (#%) hersenmetastasen Vier van de vijf patiënten hadden ook extra-craniële afstandsmetastasen bij Daarnaast is over de verandering van het klinische beleid gerapporteerd in de al eerder beschreven studies van Bastiaannet et al rapporteerde een verandering van beleid bij ##% van de ### patiënten alleen op basis van [###](##) is bij ## van de ## patiënten ook gekeken naar de verandering op het klinisch beleid De grootste impact op het beleid was door de Ook Reinhardt et al [###](##) rapporteerden de grootste verandering in klinisch beleid op basis van ## F-FDG PET/CT (met oraal contrast), ten opzichte van alleen ## F-FDG PET of alleen CT De gerapporteerde verandering in beleid obv ## F-FDG PET/CT in deze studie bedroeg #<DATUM> patiënten (##%) Tot slot werden nog de studies van Etchebeere et al [###](##) en Bronstein et al [###](##) geïdentificeerd Etchebeere et al [###](##) analyseerde de impact van ## F-FDG PET/ldCT (met oraal contrast) op het klinische hersenen) geherstadieerd waren op drie niveau’s voor locaal recidief, locoregionaal recidief en afstandsmetastasen In de patiëntengroep met locoregionaal recidief was de klinische impact het grootst en De prospectieve studie van Bronstein et al [###](##) had een vergelijkbare benadering Zij bestudeerden bij hoeveel patiënten er middels ## F-FDG PET/ldCT nog onverwachte bevindingen werden gevonden voorafgaande aan chirurgie Patiënten met klinisch stadium III en stadium IV die op basis van conventionele Bij #/## scans (##%) werden onverwachte metastasen aangetoond die op eerdere beeldvorming gemist waren of niet afgebeeld (extremiteiten) Dit resulteerde bij # patiënten in afzien van de geplande chirurgische ingreep Samenvattend geldt ook hier dat de diverse studies onderling verschillen in opzet, definitie van klinische impact, uitvoering van onderzoekstest etc, waardoor pooling niet goed mogelijk is De trend lijkt hier dat de grootste.
707
fms
van de ## patiënten ook gekeken naar de verandering op het klinisch beleid De grootste impact op het beleid was door de Ook Reinhardt et al [###](##) rapporteerden de grootste verandering in klinisch beleid op basis van ## F-FDG PET/CT (met oraal contrast), ten opzichte van alleen ## F-FDG PET of alleen CT De gerapporteerde verandering in beleid obv ## F-FDG PET/CT in deze studie bedroeg #<DATUM> patiënten (##%) Tot slot werden nog de studies van Etchebeere et al [###](##) en Bronstein et al [###](##) geïdentificeerd Etchebeere et al [###](##) analyseerde de impact van ## F-FDG PET/ldCT (met oraal contrast) op het klinische hersenen) geherstadieerd waren op drie niveau’s voor locaal recidief, locoregionaal recidief en afstandsmetastasen In de patiëntengroep met locoregionaal recidief was de klinische impact het grootst en De prospectieve studie van Bronstein et al [###](##) had een vergelijkbare benadering Zij bestudeerden bij hoeveel patiënten er middels ## F-FDG PET/ldCT nog onverwachte bevindingen werden gevonden voorafgaande aan chirurgie Patiënten met klinisch stadium III en stadium IV die op basis van conventionele Bij #/## scans (##%) werden onverwachte metastasen aangetoond die op eerdere beeldvorming gemist waren of niet afgebeeld (extremiteiten) Dit resulteerde bij # patiënten in afzien van de geplande chirurgische ingreep Samenvattend geldt ook hier dat de diverse studies onderling verschillen in opzet, definitie van klinische impact, uitvoering van onderzoekstest etc, waardoor pooling niet goed mogelijk is De trend lijkt hier dat de grootste chirurgisch kunnen worden behandeld, maar waarbij door FDG-PET/ldCT additionele afstandsmetastasen worden opgespoord Naarmate er voorafgaand aan de FDG-PET/ldCT meer andere beeldvormende diagnostiek (bv volledig stadiëringsonderzoek middels ceCT en MRI hersenen) heeft plaatsgevonden, daalt de Ook niet meegenomen in de onderzoeksvraag is het nut of de opbrengst van MRI hersenen bij stadium III - IV patiënten In de lagere stadia is de opbrengst verwaarloosbaar laag [Fogarty ###](##) Zelfs bij stadium III patiënten in de studies van Bastiaannet et al [###](##) en <PERSOON> et al [###](##) waren er slechts enkele patiënten geïdentificeerd met alleen afstandsmetastasen intra-cranieel Hierom wordt in de gangbare klinische praktijk bij deze stadia niet standaard een MRI hersenen uitgevoerd Echter, bij stadium IV patiënten wordt dit onderzoek meer en meer uitgevoerd vanwege ontwikkelingen op het gebied van de verschillende nieuwe systeemtherapieën, waarbij het hebben van hersenmetastasen soms een contra-indicatie voor therapie is Ook wordt dit onderzoek vaker verricht vanwege nieuwe ontwikkelingen van de behandeling van hersenmetastasen binnen de radiotherapie Bijvoorbeeld voor de indicatiestelling van stereotactische bestraling, die onder andere afhangt van het aantal en grootte van de gevonden hersenmetastasen In de praktijk wordt MRI hersenen onderzoek dan ook additioneel aangevraagd wanneer hier behandelconsequenties aan worden verbonden bij (verdenking op) stadium IV patiënten <PERSOON> ## F-FDG PET/ldCT is niet geschikt voor evaluatie van het brein vanwege de intrinsieke hoge achtergrondsopname van ## F-FDG in het cerebrum Verder beslaat conventioneel diagnostisch ceCT onderzoek alleen de romp Voor een betrouwbare ceCT evaluatie van de hersenen moet een.
676
fms
FDG-PET/ldCT additionele afstandsmetastasen worden opgespoord Naarmate er voorafgaand aan de FDG-PET/ldCT meer andere beeldvormende diagnostiek (bv volledig stadiëringsonderzoek middels ceCT en MRI hersenen) heeft plaatsgevonden, daalt de Ook niet meegenomen in de onderzoeksvraag is het nut of de opbrengst van MRI hersenen bij stadium III - IV patiënten In de lagere stadia is de opbrengst verwaarloosbaar laag [Fogarty ###](##) Zelfs bij stadium III patiënten in de studies van Bastiaannet et al [###](##) en <PERSOON> et al [###](##) waren er slechts enkele patiënten geïdentificeerd met alleen afstandsmetastasen intra-cranieel Hierom wordt in de gangbare klinische praktijk bij deze stadia niet standaard een MRI hersenen uitgevoerd Echter, bij stadium IV patiënten wordt dit onderzoek meer en meer uitgevoerd vanwege ontwikkelingen op het gebied van de verschillende nieuwe systeemtherapieën, waarbij het hebben van hersenmetastasen soms een contra-indicatie voor therapie is Ook wordt dit onderzoek vaker verricht vanwege nieuwe ontwikkelingen van de behandeling van hersenmetastasen binnen de radiotherapie Bijvoorbeeld voor de indicatiestelling van stereotactische bestraling, die onder andere afhangt van het aantal en grootte van de gevonden hersenmetastasen In de praktijk wordt MRI hersenen onderzoek dan ook additioneel aangevraagd wanneer hier behandelconsequenties aan worden verbonden bij (verdenking op) stadium IV patiënten <PERSOON> ## F-FDG PET/ldCT is niet geschikt voor evaluatie van het brein vanwege de intrinsieke hoge achtergrondsopname van ## F-FDG in het cerebrum Verder beslaat conventioneel diagnostisch ceCT onderzoek alleen de romp Voor een betrouwbare ceCT evaluatie van de hersenen moet een Met de komst van de nieuwere generatie PET/CT camera’s bestaat er de mogelijkheid om twee typen onderzoek, FDG PET/ldCT en diagnostische ceCT, tijdens één sessie te combineren Voor de patiënt heeft dit het voordeel dat er slechts één ziekenhuisbezoek nodig is ipv twee Ook kan dit een positief effect hebben in de De precieze diagnostische waarde kan nog niet goed worden gedefinieerd door het ontbreken van eenstemmigheid over de sluitende karakteristieken die bepalen welke lymfeklieren pathologisch zijn Een beperking van de echografie is dat de interpretatie van het onderzoek erg afhankelijk is van de uitvoerder als ook diens ervaring Na vaststelling van duidelijke criteria zou echografie een rol kunnen gaan spelen bij het selecteren van patiënten voor een schildwachtklierprocedure als de betrouwbaarheid in combinatie met Bij de lagere stadia melanomen (stadium I, II en IIIA) is de prevalentie van afstandsmetastasen laag; dit is van belang voor het beoordelen van de noodzaak tot het uitvoeren van afbeeldend onderzoek Bij de hogere stadia (IIIb/IIIC en IV) moeten de meerkosten van ## F-FDG PET/ldCT tov ceCT in ogenschouw worden genomen in relatie met de mate van invloed op (verandering van) het beleid voortvloeiend uit de patienten (#) alle patiënten een ## F-FDG PET en gelijktijdig een ceCT, (#) eerst een ceCT gevolgd door een ## FFDG PET/ldCT bij M#, (#) eerst een ## F-FDG PET/ldCT gevolgd door een ceCT in geval van M#, (#) alleen een ceCT en (#) alleen een ## F-FDG PET/ldCT) [Bastiaannet ###] Tevens is voor scenario #, # en # meegenomen.
643
fms
nieuwere generatie PET/CT camera’s bestaat er de mogelijkheid om twee typen onderzoek, FDG PET/ldCT en diagnostische ceCT, tijdens één sessie te combineren Voor de patiënt heeft dit het voordeel dat er slechts één ziekenhuisbezoek nodig is ipv twee Ook kan dit een positief effect hebben in de De precieze diagnostische waarde kan nog niet goed worden gedefinieerd door het ontbreken van eenstemmigheid over de sluitende karakteristieken die bepalen welke lymfeklieren pathologisch zijn Een beperking van de echografie is dat de interpretatie van het onderzoek erg afhankelijk is van de uitvoerder als ook diens ervaring Na vaststelling van duidelijke criteria zou echografie een rol kunnen gaan spelen bij het selecteren van patiënten voor een schildwachtklierprocedure als de betrouwbaarheid in combinatie met Bij de lagere stadia melanomen (stadium I, II en IIIA) is de prevalentie van afstandsmetastasen laag; dit is van belang voor het beoordelen van de noodzaak tot het uitvoeren van afbeeldend onderzoek Bij de hogere stadia (IIIb/IIIC en IV) moeten de meerkosten van ## F-FDG PET/ldCT tov ceCT in ogenschouw worden genomen in relatie met de mate van invloed op (verandering van) het beleid voortvloeiend uit de patienten (#) alle patiënten een ## F-FDG PET en gelijktijdig een ceCT, (#) eerst een ceCT gevolgd door een ## FFDG PET/ldCT bij M#, (#) eerst een ## F-FDG PET/ldCT gevolgd door een ceCT in geval van M#, (#) alleen een ceCT en (#) alleen een ## F-FDG PET/ldCT) [Bastiaannet ###] Tevens is voor scenario #, # en # meegenomen therapie; indien als eerste gestart werd met een ceCT die negatief was (met een positieve PET-ldCT), is in de scenario’s niet nogmaals de ceCT herhaald In de analyses was het percentage juist positieve scans die leidden tot upstaging en een correcte verandering in behandeling ##,#% voor scenario # en scenario #, ##,#% voor scenario #, ##,#% voor scenario # en ##,#% voor scenario # Hierbij was de goud standaard voor het aantal Het aantal fout-negatieve scans is gelijk in scenario’s #, # en # (# patiënt) Het aantal fout-positieve scans is het laagst bij scenario # waar alle patiënten een ## F-FDG PET en gelijktijdig een ceCT ondergaan (#,#%) en scenario # (#,#%) waar patiënten een ## F-FDG PET/ldCT ondergaan maar die gevolgd wordt door een ceCT voor patiënten met gemetastaseerde ziekte, gevolgd door scenario # (eerst ## F-FDG PET/ldCT #,#%) en scenario # Samenvattend is scenario #, zowel ## F-FDG PET/ldCT als ceCT, het meest gunstig voor én het aantal patiënten De kosten voor diagnostiek en behandeling ten opzichte van de uitgangssituatie (geen aanvullende diagnostiek met ## F-FDG PET/ldCT en ceCT bij patiënten met stadium IIIB-C, waarbij alle patiënten een klierdissectie krijgen) stijgen met een aanzienlijk percentage, gerelateerd aan de proportie patiënten dat wordt ge-upstaged naar stadium IV en in het licht van de tegenwoordig veelal kostbare behandelopties Naar mate de behandelopties duurder worden, zullen de extra kosten van aanvullende beeldvormende diagnostiek relatief minder meetellen in de totale kostenberekening Ook zullen de kosten van patiënten die onterecht behandeld.
688
fms
als eerste gestart werd met een ceCT die negatief was (met een positieve PET-ldCT), is in de scenario’s niet nogmaals de ceCT herhaald In de analyses was het percentage juist positieve scans die leidden tot upstaging en een correcte verandering in behandeling ##,#% voor scenario # en scenario #, ##,#% voor scenario #, ##,#% voor scenario # en ##,#% voor scenario # Hierbij was de goud standaard voor het aantal Het aantal fout-negatieve scans is gelijk in scenario’s #, # en # (# patiënt) Het aantal fout-positieve scans is het laagst bij scenario # waar alle patiënten een ## F-FDG PET en gelijktijdig een ceCT ondergaan (#,#%) en scenario # (#,#%) waar patiënten een ## F-FDG PET/ldCT ondergaan maar die gevolgd wordt door een ceCT voor patiënten met gemetastaseerde ziekte, gevolgd door scenario # (eerst ## F-FDG PET/ldCT #,#%) en scenario # Samenvattend is scenario #, zowel ## F-FDG PET/ldCT als ceCT, het meest gunstig voor én het aantal patiënten De kosten voor diagnostiek en behandeling ten opzichte van de uitgangssituatie (geen aanvullende diagnostiek met ## F-FDG PET/ldCT en ceCT bij patiënten met stadium IIIB-C, waarbij alle patiënten een klierdissectie krijgen) stijgen met een aanzienlijk percentage, gerelateerd aan de proportie patiënten dat wordt ge-upstaged naar stadium IV en in het licht van de tegenwoordig veelal kostbare behandelopties Naar mate de behandelopties duurder worden, zullen de extra kosten van aanvullende beeldvormende diagnostiek relatief minder meetellen in de totale kostenberekening Ook zullen de kosten van patiënten die onterecht behandeld Het screenen op hersenmetastasen door middel van een MRI bij stadium I, II en III patiënten is waarschijnlijk niet kosteneffectief omdat de kans op aanwezigheid van intracerebrale metastasen bij patiënten zonder klachten minimaal is Bij patiënten met een hoger stadium kan dit wel gerechtvaardigd zijn, indien hier behandel <LOCATIE> Wat betreft de whole body diffusie gewogen MRI techniek geldt dat dit slechts in een paar centra in <LOCATIE>, voornamelijk in studieverband wordt toegepast En wordt deze techniek niet als gangbare routine gezien Ook een gecombineerde PET/MRI systeem is slechts zeer beperkt beschikbaar in <LOCATIE> Screening van dergelijke asymptomatische patiënten (verder in de tekst aangeduid als ‘screening’) is vooral zinvol indien aangetoond of tenminste aannemelijk is dat vroeg-detectie van een recidief ook leidt tot een betere prognose na behandeling (zie ook Oncoline onder Melanoom; Nazorg en Controle; Detectie nieuwe Kankermanifestaties; Vroegdetectie en Module Detectie nieuwe manifestaties, uit de richtlijn Herstel na Kanker (bijlage #) Bij het maligne cutaan melanoom is er geen gerandomiseerde trial waarbij patiënten intensief gescreend worden vs een controle arm met voornamelijk anamnese/lichamelijk onderzoek Het is ook niet erg waarschijnlijk dat dergelijke studies er op afzienbare termijn zullen komen Anderzijds gaan de ontwikkelingen rond immunotherapie momenteel erg snel, en het lijkt er op dat het effect van die behandelingen sterker is indien sprake is van een kleinere hoeveelheid tumorweefsel bij aanvang van die behandeling Een advies/richtlijn berust dan op een afweging van plausibiliteit (‘vroeg-detectie, dat wil zeggen geringere.
650
fms
hersenmetastasen door middel van een MRI bij stadium I, II en III patiënten is waarschijnlijk niet kosteneffectief omdat de kans op aanwezigheid van intracerebrale metastasen bij patiënten zonder klachten minimaal is Bij patiënten met een hoger stadium kan dit wel gerechtvaardigd zijn, indien hier behandel <LOCATIE> Wat betreft de whole body diffusie gewogen MRI techniek geldt dat dit slechts in een paar centra in <LOCATIE>, voornamelijk in studieverband wordt toegepast En wordt deze techniek niet als gangbare routine gezien Ook een gecombineerde PET/MRI systeem is slechts zeer beperkt beschikbaar in <LOCATIE> Screening van dergelijke asymptomatische patiënten (verder in de tekst aangeduid als ‘screening’) is vooral zinvol indien aangetoond of tenminste aannemelijk is dat vroeg-detectie van een recidief ook leidt tot een betere prognose na behandeling (zie ook Oncoline onder Melanoom; Nazorg en Controle; Detectie nieuwe Kankermanifestaties; Vroegdetectie en Module Detectie nieuwe manifestaties, uit de richtlijn Herstel na Kanker (bijlage #) Bij het maligne cutaan melanoom is er geen gerandomiseerde trial waarbij patiënten intensief gescreend worden vs een controle arm met voornamelijk anamnese/lichamelijk onderzoek Het is ook niet erg waarschijnlijk dat dergelijke studies er op afzienbare termijn zullen komen Anderzijds gaan de ontwikkelingen rond immunotherapie momenteel erg snel, en het lijkt er op dat het effect van die behandelingen sterker is indien sprake is van een kleinere hoeveelheid tumorweefsel bij aanvang van die behandeling Een advies/richtlijn berust dan op een afweging van plausibiliteit (‘vroeg-detectie, dat wil zeggen geringere van screening anderzijds Op het laagste niveau van complexiteit is ‘opbrengst’ van screening het aantal potentieel behandelbare tumor-recidieven (in diagnostiek termen sensitiviteit) Nadelen van screening omvatten de mate en gevolgen van test fout-positiviteit, psychologische effecten (van fout-positiviteit en langduriger Bij een lage voorafkans op tumor-recidief zal het aantal fout positieve screeningstest-uitslagen hoog zijn Indien er getest wordt, moet het aantal terecht-positieve testuitslagen de nadelen van de fout-positieve bevindingen op zijn minst neutraliseren De indicatiestelling, timing en frequentie van eventuele screening moet dus rekening houden met voorafkans op recidief als functie van de individuele voorgeschiedenis (bv het tumorstadium) en van de tijd verstreken sinds de laatste behandeling De kans op een recidief is afhankelijk van het stadium bij overleving <LEEFTIJD> jaar na presentatie ##-##% en ##-##% bij patiënten met een melanoomdikte van resp #,<DATUM> # mm en )#,# mm, met de grootste kans op recidief in de eerste paar jaar na presentatie Bij patiënten met een radicaal, in opzet curatief gereseceerd recidief stadium III is de kans op recidief het grootst in het #e jaar na de ##%) [<PERSOON> ###(##)] Waarschijnlijk kan de voorafkans op recidief dus verhoogd worden door toepassing van de serum marker S###B, al dan niet in combinatie met bepaling van serum LDH Als de kans op tumor-recidief bij een positieve S###B test (zoals toegepast door <PERSOON> et al en Peric et al ) in asymptomatische patiënten varieert tussen ## en ##% [<PERSOON> ###(##), Peric ###(##)], dan zou op basis van.
644
fms
van complexiteit is ‘opbrengst’ van screening het aantal potentieel behandelbare tumor-recidieven (in diagnostiek termen sensitiviteit) Nadelen van screening omvatten de mate en gevolgen van test fout-positiviteit, psychologische effecten (van fout-positiviteit en langduriger Bij een lage voorafkans op tumor-recidief zal het aantal fout positieve screeningstest-uitslagen hoog zijn Indien er getest wordt, moet het aantal terecht-positieve testuitslagen de nadelen van de fout-positieve bevindingen op zijn minst neutraliseren De indicatiestelling, timing en frequentie van eventuele screening moet dus rekening houden met voorafkans op recidief als functie van de individuele voorgeschiedenis (bv het tumorstadium) en van de tijd verstreken sinds de laatste behandeling De kans op een recidief is afhankelijk van het stadium bij overleving <LEEFTIJD> jaar na presentatie ##-##% en ##-##% bij patiënten met een melanoomdikte van resp #,<DATUM> # mm en )#,# mm, met de grootste kans op recidief in de eerste paar jaar na presentatie Bij patiënten met een radicaal, in opzet curatief gereseceerd recidief stadium III is de kans op recidief het grootst in het #e jaar na de ##%) [<PERSOON> ###(##)] Waarschijnlijk kan de voorafkans op recidief dus verhoogd worden door toepassing van de serum marker S###B, al dan niet in combinatie met bepaling van serum LDH Als de kans op tumor-recidief bij een positieve S###B test (zoals toegepast door <PERSOON> et al en Peric et al ) in asymptomatische patiënten varieert tussen ## en ##% [<PERSOON> ###(##), Peric ###(##)], dan zou op basis van op recidief in geval van een positieve PET/CT uitslag variëren van ## tot ##% Omgekeerd zou bij een negatieve PET/CT uitslag na een positieve S###B test de post-test kans op recidief liggen tussen <DATUM> Een Nederlandse studie (<PERSOON> et al beschrijft het serieel bepalen van de S###B, in stadium IIB en III patiënten als een sterke onafhankelijke prognostische marker, zelfs sterker dan stadium en aantal positieve lymfklieren [<PERSOON> ###(##)] <PERSOON> et al vergeleken S###B met LDH bepalingen en concludeerde dat beide markers niet in staat waren locoregionale metastasen met een lage tumorload aan te duiden Daarnaast vonden zij dat S###B superieur is ten opzichte van LDH voor het bepalen van vroege afstandsmetastasen (##,# <PERSOON> opsporing door screening op eventuele metastasen met bloed- of beeldvormend onderzoek, met als uitkomst een beter behandelingsresultaat kent een prijs hoe kleiner de voorafkans op uitzaaiingen, des te groter de kans op fout-positieve testuitslagen Om vast te stellen of een positieve test uitslag onjuist is, is vaak aanvullend onderzoek nodig (scans, biopten) Dit kan dus leiden tot (achteraf) onterechte onzekerheid en onrust Zoals bij elke diagnostische test zijn ook S###B en LDH bloedbepalingen niet perfect betrouwbaar Vooral S###B kan aspecifiek verhoogd zijn (bv bij gebruik van protonpomp inhibitors, ‘traumatische’ bloedafname, hersenschade, neurologische aandoeningen) De specificiteit van de bepaling kan verhoogd worden door de bepaling na enkele weken te herhalen Afkapwaarden zijn vaak test-specifiek Standaardisatie van procedures rond de bepaling (inclusief die van bloedafname), en kennis van omstandigheden die ook kunnen leiden tot.
689
fms
variëren van ## tot ##% Omgekeerd zou bij een negatieve PET/CT uitslag na een positieve S###B test de post-test kans op recidief liggen tussen <DATUM> Een Nederlandse studie (<PERSOON> et al beschrijft het serieel bepalen van de S###B, in stadium IIB en III patiënten als een sterke onafhankelijke prognostische marker, zelfs sterker dan stadium en aantal positieve lymfklieren [<PERSOON> ###(##)] <PERSOON> et al vergeleken S###B met LDH bepalingen en concludeerde dat beide markers niet in staat waren locoregionale metastasen met een lage tumorload aan te duiden Daarnaast vonden zij dat S###B superieur is ten opzichte van LDH voor het bepalen van vroege afstandsmetastasen (##,# <PERSOON> opsporing door screening op eventuele metastasen met bloed- of beeldvormend onderzoek, met als uitkomst een beter behandelingsresultaat kent een prijs hoe kleiner de voorafkans op uitzaaiingen, des te groter de kans op fout-positieve testuitslagen Om vast te stellen of een positieve test uitslag onjuist is, is vaak aanvullend onderzoek nodig (scans, biopten) Dit kan dus leiden tot (achteraf) onterechte onzekerheid en onrust Zoals bij elke diagnostische test zijn ook S###B en LDH bloedbepalingen niet perfect betrouwbaar Vooral S###B kan aspecifiek verhoogd zijn (bv bij gebruik van protonpomp inhibitors, ‘traumatische’ bloedafname, hersenschade, neurologische aandoeningen) De specificiteit van de bepaling kan verhoogd worden door de bepaling na enkele weken te herhalen Afkapwaarden zijn vaak test-specifiek Standaardisatie van procedures rond de bepaling (inclusief die van bloedafname), en kennis van omstandigheden die ook kunnen leiden tot Er zijn geen gegevens over de kosteneffectiviteit van screening op metastasen bij patiënten met een in opzet S###B procedures dienen gestandaardiseerd te worden uitgevoerd, in overleg met de klinisch chemici van de melanoom expertise centra ## F-FDG PET/ldCT en ceCT zijn beschikbaar in deze centra Bij veel vormen van kanker vindt, na het stellen van de diagnose, een stadiëring plaats op grond waarvan het therapeutisch beleid wordt vastgesteld De vraag is of het voor de prognose en therapie van melanomen ook zinvol is om aanvullend afbeeldend onderzoek te doen naar (subklinische) metastasen Bij beantwoording van deze vraag is het van belang onderscheid te maken tussen stadium I/II en stadium III/IV patiënten Vormen van afbeeldend onderzoek die momenteel ter beschikking staan zijn echografie, MRI, CT en ## F-FDG PET Tegenwoordig zijn er geen PET only camera’s meer in gebruik in <LOCATIE> Er wordt bij iedere PET scan tenminste een CT scan gemaakt nodig voor verzwakkingscorrectie van de PET beelen (low dose CT) Daarnaast kunnen er aanvullende diagnostische CT scans gemaakt worden Onder diagnostische CT scans wordt in het Er zijn sinds kort potentieel effectieve systemische behandelingen voor patiënten met gemetastaseerd melanoom Studies met immunotherapeutica, zoals de checkpoint inhibitors, suggereren dat patiënten vooral langdurige remissie bereiken als bij aanvang van de behandeling sprake is van een geringe tumor load, geen hersenmetastasen en een laag serum LDH Men zou daar uit kunnen afleiden dat vroegdetectie van metastasen.
610
fms
geen gegevens over de kosteneffectiviteit van screening op metastasen bij patiënten met een in opzet S###B procedures dienen gestandaardiseerd te worden uitgevoerd, in overleg met de klinisch chemici van de melanoom expertise centra ## F-FDG PET/ldCT en ceCT zijn beschikbaar in deze centra Bij veel vormen van kanker vindt, na het stellen van de diagnose, een stadiëring plaats op grond waarvan het therapeutisch beleid wordt vastgesteld De vraag is of het voor de prognose en therapie van melanomen ook zinvol is om aanvullend afbeeldend onderzoek te doen naar (subklinische) metastasen Bij beantwoording van deze vraag is het van belang onderscheid te maken tussen stadium I/II en stadium III/IV patiënten Vormen van afbeeldend onderzoek die momenteel ter beschikking staan zijn echografie, MRI, CT en ## F-FDG PET Tegenwoordig zijn er geen PET only camera’s meer in gebruik in <LOCATIE> Er wordt bij iedere PET scan tenminste een CT scan gemaakt nodig voor verzwakkingscorrectie van de PET beelen (low dose CT) Daarnaast kunnen er aanvullende diagnostische CT scans gemaakt worden Onder diagnostische CT scans wordt in het Er zijn sinds kort potentieel effectieve systemische behandelingen voor patiënten met gemetastaseerd melanoom Studies met immunotherapeutica, zoals de checkpoint inhibitors, suggereren dat patiënten vooral langdurige remissie bereiken als bij aanvang van de behandeling sprake is van een geringe tumor load, geen hersenmetastasen en een laag serum LDH Men zou daar uit kunnen afleiden dat vroegdetectie van metastasen zowel de serum marker S###B als het beeldvormend tomografisch onderzoek dat voor andere klinische situaties bij melanoom patiënten voor whole body stadiëring in aanmerking komt, onderwerp van onderzoek Het is aangetoond dat ##F-FDG PET of ##F-FDG PET/ldCT een matige tot hoge specificiteit, maar een zeer lage sensitiviteit heeft voor het aantonen van regionale metastasen bij stadium I-II patiënten Hierdoor is zowel de aantonende als uitsluitende kracht van ##F-FDG PET of ##F-FDG PET/ldCT voor deze indicatie zeer <PERSOON> ###(#) Het is aangetoond dat echografie een hoge specificiteit heeft voor positieve regionale lymfeklieren <PERSOON> ###(#) Er zijn aanwijzingen dat de sensitiviteit van echografie voor positieve regionale lymfeklieren afhankelijk is van de echografische kenmerken die gehanteerd worden om een abnormale test te definiëren, en dat perifere perfusie en/of verlies van centrale echogeniciteit (oftewel vetcentrum) en/of ballonvorm (ronde vorm itt de normale ovale Er zijn aanwijzingen dat de kans dat MRI hersenmetastasen aantoont bij patiënten met stadium I-II klein Het is aannemelijk dat bij (her)stadiëring van stadium IIIb-IV patiënten ## F-FDG PET/ldCT en ceCT elkaar weinig presteert ## F-FDG PET/ldCT beter in het opsporen van subcutane en botmetastasen en diagnostische ceCT <PERSOON> ###(##) opzichte whole body (diffusie gewogen) MRI te doen bij stadium IIIb-IV melanoom patiënten De resultaten van Bij patiënten met hoog risico melanoom met een stijgend en/of herhaaldelijk verhoogd serum S###B is het.
581
fms
klinische situaties bij melanoom patiënten voor whole body stadiëring in aanmerking komt, onderwerp van onderzoek Het is aangetoond dat ##F-FDG PET of ##F-FDG PET/ldCT een matige tot hoge specificiteit, maar een zeer lage sensitiviteit heeft voor het aantonen van regionale metastasen bij stadium I-II patiënten Hierdoor is zowel de aantonende als uitsluitende kracht van ##F-FDG PET of ##F-FDG PET/ldCT voor deze indicatie zeer <PERSOON> ###(#) Het is aangetoond dat echografie een hoge specificiteit heeft voor positieve regionale lymfeklieren <PERSOON> ###(#) Er zijn aanwijzingen dat de sensitiviteit van echografie voor positieve regionale lymfeklieren afhankelijk is van de echografische kenmerken die gehanteerd worden om een abnormale test te definiëren, en dat perifere perfusie en/of verlies van centrale echogeniciteit (oftewel vetcentrum) en/of ballonvorm (ronde vorm itt de normale ovale Er zijn aanwijzingen dat de kans dat MRI hersenmetastasen aantoont bij patiënten met stadium I-II klein Het is aannemelijk dat bij (her)stadiëring van stadium IIIb-IV patiënten ## F-FDG PET/ldCT en ceCT elkaar weinig presteert ## F-FDG PET/ldCT beter in het opsporen van subcutane en botmetastasen en diagnostische ceCT <PERSOON> ###(##) opzichte whole body (diffusie gewogen) MRI te doen bij stadium IIIb-IV melanoom patiënten De resultaten van Bij patiënten met hoog risico melanoom met een stijgend en/of herhaaldelijk verhoogd serum S###B is het Bij de follow-up van melanoom patiënten zijn er aanwijzingen dat ## F-FDG PET/ldCT in combinatie met ceCT Over de waarde en de diagnostische accuratesse van de ## F-FDG PET of ## F-FDG PET/(ld)CT scan zijn twee systematische reviews verschenen die de gegevens van respectievelijk tien en tweeëntwintig studies samenvatten [Krug ###(##); Xing ###(##)] In het eerste review wordt een gepoolde sensitiviteit gerapporteerd van ##% (##% CI ##-##), gegevens over specificiteit en likelihood ratio’s (LR) worden niet vermeld Het tweede recentere review berekent respectievelijk een sensitiviteit van ##% (CI ##-##) en een PET/ldCT is echter maar één studie beschikbaar Als de analyses beperkt worden tot studies waarbij de sentinelnode biopsie als referentiestandaard wordt gebruikt om regionale lymfogene metastasering op te maat voor de informatie, die een test toevoegt aan de al beschikbare informatie over de prevalentie van een ziekte Hoe dichter de likelihood ratio bij #,# ligt, hoe minder de uitslag van de diagnostische test iets zegt over de aanwezigheid van de ziekte Ook een aantal andere kleine studies die niet in bovengenoemde reviews zijn opgenomen, bevestigen het beeld van de beperkte waarde van ## F-FDG PET of ## F-FDG PET/ldCT bij stadium I en II patiënten Ze melden een lage sensitiviteit (#-##%), hoge specificiteit (#<DATUM> , en niet significante De rol van de echografie bij de beoordeling van locoregionale lymfeklierstations in stadium I en II patiënten is onderzocht in vijf studies en één review Eén daarvan [Kahle ###(#)] rapporteert enkel het aantal klieren dat door echografie geïdentificeerd kan worden in vergelijking met scintigrafie, namelijk ##,#%.
661
fms
er aanwijzingen dat ## F-FDG PET/ldCT in combinatie met ceCT Over de waarde en de diagnostische accuratesse van de ## F-FDG PET of ## F-FDG PET/(ld)CT scan zijn twee systematische reviews verschenen die de gegevens van respectievelijk tien en tweeëntwintig studies samenvatten [Krug ###(##); Xing ###(##)] In het eerste review wordt een gepoolde sensitiviteit gerapporteerd van ##% (##% CI ##-##), gegevens over specificiteit en likelihood ratio’s (LR) worden niet vermeld Het tweede recentere review berekent respectievelijk een sensitiviteit van ##% (CI ##-##) en een PET/ldCT is echter maar één studie beschikbaar Als de analyses beperkt worden tot studies waarbij de sentinelnode biopsie als referentiestandaard wordt gebruikt om regionale lymfogene metastasering op te maat voor de informatie, die een test toevoegt aan de al beschikbare informatie over de prevalentie van een ziekte Hoe dichter de likelihood ratio bij #,# ligt, hoe minder de uitslag van de diagnostische test iets zegt over de aanwezigheid van de ziekte Ook een aantal andere kleine studies die niet in bovengenoemde reviews zijn opgenomen, bevestigen het beeld van de beperkte waarde van ## F-FDG PET of ## F-FDG PET/ldCT bij stadium I en II patiënten Ze melden een lage sensitiviteit (#-##%), hoge specificiteit (#<DATUM> , en niet significante De rol van de echografie bij de beoordeling van locoregionale lymfeklierstations in stadium I en II patiënten is onderzocht in vijf studies en één review Eén daarvan [Kahle ###(#)] rapporteert enkel het aantal klieren dat door echografie geïdentificeerd kan worden in vergelijking met scintigrafie, namelijk ##,#% onderzochten de diagnostische nauwkeurigheid van echografie voor het herkennen van positieve lymfklieren in vergelijking met de schildwachtklierprocedure [<PERSOON> ###(##)] De sensitiviteit wisselt sterk (##-##%), de waardes van specificiteit en positieve likelihood ratio zijn meer consistent (##-##% en LR #,<DATUM> #) In het systematische review van Xing et al wordt een gepoolde ##-##) gemeld [Xing ###(##)] Wat opvalt, zijn de verschillen in definitie van een abnormale klierstructuur op echo die in de verschillende studies zijn gehanteerd Dit vormt waarschijnlijk de verklaring voor de grote verschillen in sensitiviteit Wat betreft de betekenis van andere afbeeldende modaliteiten (MRI, CT scan en SPECT/ldCT) voor stadium I en II patiënten zijn slechts zeer beperkte gegevens voorhanden Er werd één studie Van de ### patiënten die in deze studie werden geïncludeerd, waren er vijftien met stadium I-II Er werden hersenmetastasen gevonden bij elf patiënten, allen stadium IV Bij patiënten met stadium I-II werden geen hersenmetastasen gevonden, ook niet bij die patiënten met klachten suggestief voor mogelijke hersenmetastasen In het review van Xing et al wordt voor het gebruik van de CT scan bij het opsporen van regionale en afstandsmetastasen een gepoolde sensitiviteit van #% (##%BI #-##) respectievelijk ##% (##%BI ###) en een gepoolde specificiteit van ##% (##%BI ##-##) respectievelijk ##% (##%BI ##-##) beschreven [Xing Over de waarde en diagnostische accuratesse van FDG PET/low dose (ld)CT, contrast enhanced (ce)CT en whole body (WB)-MRI zijn tussen ### en juni ### twee overzichtsartikelen verschenen van Xing et al.
748
fms
diagnostische nauwkeurigheid van echografie voor het herkennen van positieve lymfklieren in vergelijking met de schildwachtklierprocedure [<PERSOON> ###(##)] De sensitiviteit wisselt sterk (##-##%), de waardes van specificiteit en positieve likelihood ratio zijn meer consistent (##-##% en LR #,<DATUM> #) In het systematische review van Xing et al wordt een gepoolde ##-##) gemeld [Xing ###(##)] Wat opvalt, zijn de verschillen in definitie van een abnormale klierstructuur op echo die in de verschillende studies zijn gehanteerd Dit vormt waarschijnlijk de verklaring voor de grote verschillen in sensitiviteit Wat betreft de betekenis van andere afbeeldende modaliteiten (MRI, CT scan en SPECT/ldCT) voor stadium I en II patiënten zijn slechts zeer beperkte gegevens voorhanden Er werd één studie Van de ### patiënten die in deze studie werden geïncludeerd, waren er vijftien met stadium I-II Er werden hersenmetastasen gevonden bij elf patiënten, allen stadium IV Bij patiënten met stadium I-II werden geen hersenmetastasen gevonden, ook niet bij die patiënten met klachten suggestief voor mogelijke hersenmetastasen In het review van Xing et al wordt voor het gebruik van de CT scan bij het opsporen van regionale en afstandsmetastasen een gepoolde sensitiviteit van #% (##%BI #-##) respectievelijk ##% (##%BI ###) en een gepoolde specificiteit van ##% (##%BI ##-##) respectievelijk ##% (##%BI ##-##) beschreven [Xing Over de waarde en diagnostische accuratesse van FDG PET/low dose (ld)CT, contrast enhanced (ce)CT en whole body (WB)-MRI zijn tussen ### en juni ### twee overzichtsartikelen verschenen van Xing et al Ciliberto et al [Xing ###(##), Ciliberto ###] Ook zijn er vier additionele artikelen gevonden die voldeden aan de zoekcriteria [<PERSOON> et al [Xing ###(#)] includeerden in hun review # studies die CT vergeleken met ## F-FDG PET en de Reinhardt ###(##), Romer ###(##), Swetter ###(##), Veit-Haibach ###(##)] Er zijn een aantal beperkingen aan de onderliggende studies Slechts vier studies binnen deze meta-analyse hebben gebruik gemaakt van de ###(##)] Alleen deze studies zijn daarom aan een nadere analyse onderworpen Deze studies verschilden onder meer ten aanzien van de gebruikte CT protocollen bij de PET/CT, variërend van non-enhanced CT (neCT) zonder ademinstructies [Iagaru ###(##), Pfannenberg ###(##)] naar CT met oraal contrast met alleen zonder ademinstructies [Veit-Haibach ###(##)] Verder heeft slechts # van deze # studies alleen hogere stadia melanoom patienten geïncludeerd Pfannenberg et al includeerde in totaal ## patienten, allen met stadium III/IV [Pfannenberg ###(##)] In de studie van Iagaru et al met ### patiënten hadden ## patiënten stadium III/IV en werd het onderzoek gedaan voor restadiëring (zie tabel #) [Iagaru ###(##)] De studie van Veit-Haibach et al bekeek alleen de situatie bij primaire stadiëring (alle tumorstadia), waarbij er slechts ## van de ## patienten waren met stadium III/IV [Veit-Haibach ###(##)] En Reinhardt et al bestudeerde bij alle tumorstadia zowel de [Reinhardt ###(##)] In de separate studies komen er meestal geen significante verschillen uit, waarschijnliik.
793
fms
Ciliberto et al [Xing ###(##), Ciliberto ###] Ook zijn er vier additionele artikelen gevonden die voldeden aan de zoekcriteria [<PERSOON> et al [Xing ###(#)] includeerden in hun review # studies die CT vergeleken met ## F-FDG PET en de Reinhardt ###(##), Romer ###(##), Swetter ###(##), Veit-Haibach ###(##)] Er zijn een aantal beperkingen aan de onderliggende studies Slechts vier studies binnen deze meta-analyse hebben gebruik gemaakt van de ###(##)] Alleen deze studies zijn daarom aan een nadere analyse onderworpen Deze studies verschilden onder meer ten aanzien van de gebruikte CT protocollen bij de PET/CT, variërend van non-enhanced CT (neCT) zonder ademinstructies [Iagaru ###(##), Pfannenberg ###(##)] naar CT met oraal contrast met alleen zonder ademinstructies [Veit-Haibach ###(##)] Verder heeft slechts # van deze # studies alleen hogere stadia melanoom patienten geïncludeerd Pfannenberg et al includeerde in totaal ## patienten, allen met stadium III/IV [Pfannenberg ###(##)] In de studie van Iagaru et al met ### patiënten hadden ## patiënten stadium III/IV en werd het onderzoek gedaan voor restadiëring (zie tabel #) [Iagaru ###(##)] De studie van Veit-Haibach et al bekeek alleen de situatie bij primaire stadiëring (alle tumorstadia), waarbij er slechts ## van de ## patienten waren met stadium III/IV [Veit-Haibach ###(##)] En Reinhardt et al bestudeerde bij alle tumorstadia zowel de [Reinhardt ###(##)] In de separate studies komen er meestal geen significante verschillen uit, waarschijnliik Gezien de heterogeniteit tav de uitvoering onderzoekstest, inclusie van ziekte stadium, etc, is statische pooling niet goed mogelijk Een overzicht van de beschreven studies staat in tabel # In een prospectieve, in <LOCATIE> uitgevoerde studie (n=###) van Bastiaannet et al werden geen significante (beide ##%) van ## F-FDG PET en ceCT bij herstadiëringen van patiënten die zich presenteerden met palpabele lymfklieren (stadium IIIB en IIIC) [Bastiaannet ###] Met ## F-FDG PET werden wel meer metastasen op afstand gevonden dan met ceCT (### vs ###; p=#,##) Het aantal gedetecteerde botmetastasen en subcutane respectievelijk) Er waren geen significante verschillen tussen beide modaliteiten in de detectie van metastasen in De retrospectieve studie van Pfluger et al vergeleek de diagnostische accuratesse van neCT, ceCT, ## F-FDG PET/neCT en ## F-FDG PET/ceCT in een cohort van ## patiënten met stadium III melanoom [Pfluger ###] De overall op laesie gebaseerde sensitiviteit en specificiteit waren het hoogst voor ## F-FDG PET/ceCT en ## F-FDG PET/neCT Deze waarden waren het laagst voor ceCT en neCT, zie tabel # Betrouwbaarheidsintervallen en Het review van Ciliberto et al richt zich op de vergelijking tussen ## F-FDG PET-CT en whole-body MRI voor een heel aantal verschillende tumortypen Zij includeerden onder meer # prospectieve studies [<PERSOON> ###(##)] voor de stadiëring van melanoom (stadium niet vermeld) De studie van Dellestable et al is Franstalig en voldeed daarom niet aan de inclusie van het huidige literatuur onderzoek De studies van <PERSOON> et al.
766
fms
onderzoekstest, inclusie van ziekte stadium, etc, is statische pooling niet goed mogelijk Een overzicht van de beschreven studies staat in tabel # In een prospectieve, in <LOCATIE> uitgevoerde studie (n=###) van Bastiaannet et al werden geen significante (beide ##%) van ## F-FDG PET en ceCT bij herstadiëringen van patiënten die zich presenteerden met palpabele lymfklieren (stadium IIIB en IIIC) [Bastiaannet ###] Met ## F-FDG PET werden wel meer metastasen op afstand gevonden dan met ceCT (### vs ###; p=#,##) Het aantal gedetecteerde botmetastasen en subcutane respectievelijk) Er waren geen significante verschillen tussen beide modaliteiten in de detectie van metastasen in De retrospectieve studie van Pfluger et al vergeleek de diagnostische accuratesse van neCT, ceCT, ## F-FDG PET/neCT en ## F-FDG PET/ceCT in een cohort van ## patiënten met stadium III melanoom [Pfluger ###] De overall op laesie gebaseerde sensitiviteit en specificiteit waren het hoogst voor ## F-FDG PET/ceCT en ## F-FDG PET/neCT Deze waarden waren het laagst voor ceCT en neCT, zie tabel # Betrouwbaarheidsintervallen en Het review van Ciliberto et al richt zich op de vergelijking tussen ## F-FDG PET-CT en whole-body MRI voor een heel aantal verschillende tumortypen Zij includeerden onder meer # prospectieve studies [<PERSOON> ###(##)] voor de stadiëring van melanoom (stadium niet vermeld) De studie van Dellestable et al is Franstalig en voldeed daarom niet aan de inclusie van het huidige literatuur onderzoek De studies van <PERSOON> et al zijn ook apart met het literatuur onderzoek geïdentificeerd [<PERSOON> ###(##)] Het review van Ciliberto et al is vooral beschrijvend en vermeldt een vergelijkbare op laesie gebaseerde accuratesse, sensitiviteit en specificiteit voor ## F-FDG PETCT in vergelijking met WB-MRI, zonder onderscheid tussen klier- of afstandsmetastasen [Ciliberto ###] <PERSOON> et al vond bij ## patiënten met een kans op aanwezigheid van metastasen (tumor stadium en verdere indicatie voor deelname aan onderzoek worden niet gegeven) een hogere overall sensitiviteit (##%) en specificiteit (##%) voor whole body MRI (multi contrast protocol inclusief diffusie gewogen opname) dan voor significantieniveau is onbekend Voor het aantonen van lymfekliermetastasen en metastasen op afstand in bot, In de prospectieve studie van Jouvet et al werden de diagnostische accuratesse van de volgende technieken interpolated breath-hold examination) in een cohort van ## patiënten met een cutaan melanoom, stadium IV [Jouvet ###(##)] Er werden geen statistisch significante (p ( #,##) verschillen gevonden tussen ## F-FDG PET/CT en diffusie gewogen WB MRI +/- VIBE voor het opsporen van metastasen in het algemeen of op specifieke plaatsen WB MRI VIBE presteerde overall wel significant beter dan ceCT, behoudens longmetastasen hier was ceCT beter Zie verder ook tabel # Concluderend zijn de gevonden studies lastig direct te vergelijken vanwege diverse verschillen in patiëntinclusie, methodologie en kwaliteit De meeste studies vergelijken ## F-FDG PET/ldCT en ceCT Wanneer deze studies bekeken worden is de trend dat de combinatie van ## F-FDG PET en een diagnostische ceCT de beste accuratesse toont.
690
fms
apart met het literatuur onderzoek geïdentificeerd [<PERSOON> ###(##)] Het review van Ciliberto et al is vooral beschrijvend en vermeldt een vergelijkbare op laesie gebaseerde accuratesse, sensitiviteit en specificiteit voor ## F-FDG PETCT in vergelijking met WB-MRI, zonder onderscheid tussen klier- of afstandsmetastasen [Ciliberto ###] <PERSOON> et al vond bij ## patiënten met een kans op aanwezigheid van metastasen (tumor stadium en verdere indicatie voor deelname aan onderzoek worden niet gegeven) een hogere overall sensitiviteit (##%) en specificiteit (##%) voor whole body MRI (multi contrast protocol inclusief diffusie gewogen opname) dan voor significantieniveau is onbekend Voor het aantonen van lymfekliermetastasen en metastasen op afstand in bot, In de prospectieve studie van Jouvet et al werden de diagnostische accuratesse van de volgende technieken interpolated breath-hold examination) in een cohort van ## patiënten met een cutaan melanoom, stadium IV [Jouvet ###(##)] Er werden geen statistisch significante (p ( #,##) verschillen gevonden tussen ## F-FDG PET/CT en diffusie gewogen WB MRI +/- VIBE voor het opsporen van metastasen in het algemeen of op specifieke plaatsen WB MRI VIBE presteerde overall wel significant beter dan ceCT, behoudens longmetastasen hier was ceCT beter Zie verder ook tabel # Concluderend zijn de gevonden studies lastig direct te vergelijken vanwege diverse verschillen in patiëntinclusie, methodologie en kwaliteit De meeste studies vergelijken ## F-FDG PET/ldCT en ceCT Wanneer deze studies bekeken worden is de trend dat de combinatie van ## F-FDG PET en een diagnostische ceCT de beste accuratesse toont Zie tabel # overzicht van de accuratesse-gegevens van de hierboven afzonderlijk beschreven studies Voor patiënten met melanoom stadium II-IV zijn er geen gerandomiseerde studies gevonden die diagnostische In een eerdere meta-analyse rapporteerden Xing et al [###](##) voor detectie van lymfkliermetastasen in de CI #<DATUM> Voor CT vond men een gepoolde sensitiviteit van ##% (##% CI ##-##; specificiteit ##% (##% CI ###); voor ## F-FDG PET en ## F-FDG PET-ceCT resp een sensitiviteit van ##% (##% CI ##-##) en ##% (##% CI afstandsmetastasen tijdens follow-up vonden zij voor ## F-FDG PET/ceCT de hoogste accuratesse (gepoolde ##%, ##% CI ##-##), specificiteit ##% (##% CI ##- ##) en CT resp ##% (##% CI ##-##) en ##% (##% CI ###) Net als bij primaire stadiëring waren de verschillen statistisch niet significant en was er aanzienlijke Het huidige literatuur onderzoek richtte zich dus op studies waarin beeldvormend onderzoek in combinatie met S###B bepalingen werden onderzocht Sinds ### werden daarvan drie observationele studies [<PERSOON> ###(##), Peric ###(##), Wieder ###(##)] gepubliceerd die een idee geven over de accuratesse van de ## FFDG PET/ldCT en S###B bepaling om metastasen te detecteren in de follow-up van patiënten met melanoom stadium II-IV, die in opzet curatief behandeld zijn Studies die de accuratesse van ceCT of WB MRI om metastasen te detecteren in de follow up onderzochten zijn niet gevonden Naast de opbrengst van het In de retrospectieve analyse van <PERSOON> et al werden ## hoog risico melanoom patiënten (stadium niet gerapporteerd) geïncludeerd [<PERSOON> ###(##)].
785
fms
Zie tabel # overzicht van de accuratesse-gegevens van de hierboven afzonderlijk beschreven studies Voor patiënten met melanoom stadium II-IV zijn er geen gerandomiseerde studies gevonden die diagnostische In een eerdere meta-analyse rapporteerden Xing et al [###](##) voor detectie van lymfkliermetastasen in de CI #<DATUM> Voor CT vond men een gepoolde sensitiviteit van ##% (##% CI ##-##; specificiteit ##% (##% CI ###); voor ## F-FDG PET en ## F-FDG PET-ceCT resp een sensitiviteit van ##% (##% CI ##-##) en ##% (##% CI afstandsmetastasen tijdens follow-up vonden zij voor ## F-FDG PET/ceCT de hoogste accuratesse (gepoolde ##%, ##% CI ##-##), specificiteit ##% (##% CI ##- ##) en CT resp ##% (##% CI ##-##) en ##% (##% CI ###) Net als bij primaire stadiëring waren de verschillen statistisch niet significant en was er aanzienlijke Het huidige literatuur onderzoek richtte zich dus op studies waarin beeldvormend onderzoek in combinatie met S###B bepalingen werden onderzocht Sinds ### werden daarvan drie observationele studies [<PERSOON> ###(##), Peric ###(##), Wieder ###(##)] gepubliceerd die een idee geven over de accuratesse van de ## FFDG PET/ldCT en S###B bepaling om metastasen te detecteren in de follow-up van patiënten met melanoom stadium II-IV, die in opzet curatief behandeld zijn Studies die de accuratesse van ceCT of WB MRI om metastasen te detecteren in de follow up onderzochten zijn niet gevonden Naast de opbrengst van het In de retrospectieve analyse van <PERSOON> et al werden ## hoog risico melanoom patiënten (stadium niet gerapporteerd) geïncludeerd [<PERSOON> ###(##)] lymfkliermetastasen) Zij hadden geen symptomen en tekenen van lymfklier- of afstandsmetastasen, maar wel een verhoogde serum S###B waarde en ze werden verwezen om een ## F-FDG PET/ldCT scan te laten maken <PERSOON> et al gebruikte hiervoor seriële S###B bepalingen De klinische relevantie van een verhoogd gehalte aan serum S###B tijdens de follow up van deze patiënten werd onderzocht samen met de uitslag van de daaropvolgende whole body ## F-FDG PET/ldCT en MRI hersenen De voorspellende waarde voor een recidief tijdens de follow up in ## van de ## patiënten voor metastasen verdachte afwijkingen De sensitiviteit en Ook in de studie van Peric et al werd de serum S###B waarde bepaald om te onderzoeken of deze een marker kon zijn om metastasen te voorspellen tijdens de follow-up van melanoom patiënten (alle stadia) [Peric ###(##)] Honderdvijftien patiënten die verdacht werden van ziekteprogressie op basis van verhoogd serum serum S###B waarde ##% en ##% Bij asymptomatische was de sensitiviteit en specificiteit van de serum S###B waarde ###% en ##% Betrouwbaarheidsintervallen werden niet gerapporteerd De sensitiviteit en specificiteit In de retrospectieve studie van Wieder et al werd de diagnostische accuratesse van de ## F-FDG PET/ceCT en serum S###B geëvalueerd [Wieder ###(##)] Negentig opeenvolgende patiënten met melanoom stadium I-IV (## stadium III/IV) ondergingen een ## F-FDG PET/ceCT scan en serum S###B bepaling bij klinische verdenking van recidief en/of verhoogd S###B; ## bleken een lokaal recidief te hebben (waarvan negen met ook metastasen); negen anderen hadden uitsluitend metastasen.
808
fms
Zij hadden geen symptomen en tekenen van lymfklier- of afstandsmetastasen, maar wel een verhoogde serum S###B waarde en ze werden verwezen om een ## F-FDG PET/ldCT scan te laten maken <PERSOON> et al gebruikte hiervoor seriële S###B bepalingen De klinische relevantie van een verhoogd gehalte aan serum S###B tijdens de follow up van deze patiënten werd onderzocht samen met de uitslag van de daaropvolgende whole body ## F-FDG PET/ldCT en MRI hersenen De voorspellende waarde voor een recidief tijdens de follow up in ## van de ## patiënten voor metastasen verdachte afwijkingen De sensitiviteit en Ook in de studie van Peric et al werd de serum S###B waarde bepaald om te onderzoeken of deze een marker kon zijn om metastasen te voorspellen tijdens de follow-up van melanoom patiënten (alle stadia) [Peric ###(##)] Honderdvijftien patiënten die verdacht werden van ziekteprogressie op basis van verhoogd serum serum S###B waarde ##% en ##% Bij asymptomatische was de sensitiviteit en specificiteit van de serum S###B waarde ###% en ##% Betrouwbaarheidsintervallen werden niet gerapporteerd De sensitiviteit en specificiteit In de retrospectieve studie van Wieder et al werd de diagnostische accuratesse van de ## F-FDG PET/ceCT en serum S###B geëvalueerd [Wieder ###(##)] Negentig opeenvolgende patiënten met melanoom stadium I-IV (## stadium III/IV) ondergingen een ## F-FDG PET/ceCT scan en serum S###B bepaling bij klinische verdenking van recidief en/of verhoogd S###B; ## bleken een lokaal recidief te hebben (waarvan negen met ook metastasen); negen anderen hadden uitsluitend metastasen PET/ceCT om een recidief op te sporen was respectievelijk ##% en ##%; de sensitiviteit en specificiteit van serum S###B om een recidief op te sporen was respectievelijk ##% en ##% Betrouwbaarheidsintervallen werden niet gerapporteerd In al deze studies gebruikte men verschillende S###B bepalingsmethoden met verschillende afkapwaarden Voor de CT werd het gangbare ‘dual phase injection protocol’ gebruikt # - Cordova A et al , ## Fluoro-#-deoxy-D-glucose-positron emission tomography (FDG-PET) imaging versus sentinel lymph node biopsy (SLNB) in the staging of cutaneous melanoma in AJCC stage I and II Chirurgia ### (of <PERSOON> M R et al PET CT imaging in patients undergoing sentinel node biopsy for melanoma European Journal of Surgical # - Klode J et al Sentinel lymph node excision and PET-CT in the initial stage of malignant melanoma A retrospective analysis of ## patients with malignant melanoma in American joint committee on cancer stages i and <PERSOON> B et al , Preoperative ##F-FDG-PET/CT imaging and sentinel node biopsy in the detection of regional lymph node # - <PERSOON> ultrasonographic identification of the sentinel lymph node in # - Hocevar M et al <PERSOON> role of preoperative ultrasonography in reducing the number of sentinel lymph node procedures # - Sanki A et al , Targeted high-resolution ultrasound is not an effective substitute for sentinel lymph node biopsy in # - <PERSOON> MC et al.
671
fms
een recidief op te sporen was respectievelijk ##% en ##%; de sensitiviteit en specificiteit van serum S###B om een recidief op te sporen was respectievelijk ##% en ##% Betrouwbaarheidsintervallen werden niet gerapporteerd In al deze studies gebruikte men verschillende S###B bepalingsmethoden met verschillende afkapwaarden Voor de CT werd het gangbare ‘dual phase injection protocol’ gebruikt # - Cordova A et al , ## Fluoro-#-deoxy-D-glucose-positron emission tomography (FDG-PET) imaging versus sentinel lymph node biopsy (SLNB) in the staging of cutaneous melanoma in AJCC stage I and II Chirurgia ### (of <PERSOON> M R et al PET CT imaging in patients undergoing sentinel node biopsy for melanoma European Journal of Surgical # - Klode J et al Sentinel lymph node excision and PET-CT in the initial stage of malignant melanoma A retrospective analysis of ## patients with malignant melanoma in American joint committee on cancer stages i and <PERSOON> B et al , Preoperative ##F-FDG-PET/CT imaging and sentinel node biopsy in the detection of regional lymph node # - <PERSOON> ultrasonographic identification of the sentinel lymph node in # - Hocevar M et al <PERSOON> role of preoperative ultrasonography in reducing the number of sentinel lymph node procedures # - Sanki A et al , Targeted high-resolution ultrasound is not an effective substitute for sentinel lymph node biopsy in # - <PERSOON> MC et al patients eligible for sentinel node biopsy <PERSOON>, ### Nov##;(##) ##<DATUM> # - Voit C et al Ultrasound morphology criteria predict metastatic disease of the sentinel nodes in patients with melanoma Journal of clinical oncology <PERSOON> Y et al Contemporary diagnostic imaging modalities for the staging and surveillance of melanoma patients a ## - <PERSOON> of Magnetic Resonance Imaging in the Detection of <PERSOON> in the <PERSOON-##> of het clinical effecttiveness of positron emissoin tomography ## - Gulec SA, Faries MB, <PERSOON-##> CC, Kirgan D et al <PERSOON> role of fluorine-## deoxyglucose positron emission tomography in the management of patients with metastatic melanoma impact on surgical decision making <PERSOON-##> LA , <PERSOON-##> DL et al Positron Emission Tomography is luperior to Computd Tomography for metastatic detection in melanoma patientsl Annals of Surgical Oncology ###;# (#) ###-## ## - Finkelstein SE, Carrasquillo JA, <PERSOON-##> JM et al A prospective analysis of positron emission tomography and conventional imaging for detection of stage IV metastatic melanoma in patients undergoing metastasectomy <PERSOON-##> ## - <PERSOON-##> K, et al Utility of preoperative [##<PERSOON-##> scanning in high-riks melanoma patients.
616
fms
patients eligible for sentinel node biopsy <PERSOON>, ### Nov##;(##) ##<DATUM> # - Voit C et al Ultrasound morphology criteria predict metastatic disease of the sentinel nodes in patients with melanoma Journal of clinical oncology <PERSOON> Y et al Contemporary diagnostic imaging modalities for the staging and surveillance of melanoma patients a ## - <PERSOON> of Magnetic Resonance Imaging in the Detection of <PERSOON> in the <PERSOON> of het clinical effecttiveness of positron emissoin tomography ## - Gulec SA, Faries MB, <PERSOON> CC, Kirgan D et al <PERSOON> role of fluorine-## deoxyglucose positron emission tomography in the management of patients with metastatic melanoma impact on surgical decision making <PERSOON> LA , <PERSOON> DL et al Positron Emission Tomography is luperior to Computd Tomography for metastatic detection in melanoma patientsl Annals of Surgical Oncology ###;# (#) ###-## ## - Finkelstein SE, Carrasquillo JA, <PERSOON-##> JM et al A prospective analysis of positron emission tomography and conventional imaging for detection of stage IV metastatic melanoma in patients undergoing metastasectomy <PERSOON-##> ## - <PERSOON-##> K, et al Utility of preoperative [##<PERSOON-##> scanning in high-riks melanoma patients ###;## (#) #<DATUM> ## - Reinhardt MJ, <PERSOON-##> AY, Jaeger U et al Diagnostic performance of whole body dual modality ##F-FDG PET/CT imaging for N- and M-staging of malignant melanoma experience with ### consectutive patients Journal of <PERSOON-##> E et al Retrospective interactive rigid fusion of ##F-FDG PET and <PERSOON-##> A, <PERSOON> D et al #-<PERSOON-##> S et al Prospective comparison of [##<PERSOON-##>-oxyglucose Positron Emission Tomography Computed Tomography and whole-body magnetic resonance imaging in staging of advanced malignant ## - <PERSOON-##> FM, Jablonka R et al Diagnostic accuracy op contraxt-enhanced FDG-ET/CT in primary staging of Emission Tomography and Computed Tomography in patients with palpable lymph node metastases Diangnostic accuracy ## - Krug B et al Role of PET in the initial staging of cutaneous malignant melanoma systematic review Radiology, ###(of ## - <PERSOON-##> TS, Valdés Olmos RA, et al Utility of preoperative ##F-FDG PET/CT and brain MRI in melanoma patients with ## - <PERSOON-##> K, et al Utility of preoperative [##<PERSOON-##> CS, Rohren E, et al PET/CT in the management of patients with stage IIIC and IV metastatic melanoma considered candidates for surgery evaluation of the additive value after conventional imaging <PERSOON-##>.
632
fms
#<DATUM> ## - Reinhardt MJ, <PERSOON> AY, Jaeger U et al Diagnostic performance of whole body dual modality ##F-FDG PET/CT imaging for N- and M-staging of malignant melanoma experience with ### consectutive patients Journal of <PERSOON> E et al Retrospective interactive rigid fusion of ##F-FDG PET and <PERSOON> A, <PERSOON> D et al #-<PERSOON> S et al Prospective comparison of [##<PERSOON>-oxyglucose Positron Emission Tomography Computed Tomography and whole-body magnetic resonance imaging in staging of advanced malignant ## - <PERSOON> FM, Jablonka R et al Diagnostic accuracy op contraxt-enhanced FDG-ET/CT in primary staging of Emission Tomography and Computed Tomography in patients with palpable lymph node metastases Diangnostic accuracy ## - Krug B et al Role of PET in the initial staging of cutaneous malignant melanoma systematic review Radiology, ###(of ## - <PERSOON> TS, Valdés Olmos RA, et al Utility of preoperative ##F-FDG PET/CT and brain MRI in melanoma patients with ## - <PERSOON> K, et al Utility of preoperative [##<PERSOON-##> CS, Rohren E, et al PET/CT in the management of patients with stage IIIC and IV metastatic melanoma considered candidates for surgery evaluation of the additive value after conventional imaging <PERSOON-##>-#-deoxy-D-glucose-positron emission tomography (FDG-PET) imaging versus sentinel lymph node biopsy (SLNB) in the staging of cutaneous melanoma in AJCC stage I and II Chirurgia ### (of <PERSOON-##> F, Rat AC, et al [Impact of whole body magnetic resonance imaging (MRI) in the management of melanoma patients, in comparison with positron emission tomography/computed tomography (PET/CT) and ## - Etchebehere EC, Romanato JS, Santos AO, et al Impact of [F-##] FDG-PET/CT in the restaging and management of ## - Finkelstein SE, Carrasquillo JA, <PERSOON-##> JM et al A prospective analysis of positron emission tomography and ## - <PERSOON-##> of Magnetic Resonance Imaging in the Detection of <PERSOON-##> in the <PERSOON-##> A, et al <PERSOON-##> role of preoperative ultrasonography in reducing the number of sentinel ## - <PERSOON-##> A, <PERSOON> D, et al #-Deoxy-#-[F-##]fluoro-D-glucose positron emission tomography/computed ## - Jouvet JC, <PERSOON-##> V, et al Whole-body MRI with diffusion-weighted sequences compared with ##FDG PET-CT, CT and superficial lymph node ultrasonography in the staging of advanced cutaneous melanoma a prospective ## - <PERSOON-##> J, et al Preoperative ultrasonographic identification of the sentinel lymph node in patients ## - Kell <PERSOON-##> JA, <PERSOON-##> N, et al PET CT imaging in patients undergoing sentinel node biopsy for melanoma Eur J.
658
fms
, ## Fluoro-#-deoxy-D-glucose-positron emission tomography (FDG-PET) imaging versus sentinel lymph node biopsy (SLNB) in the staging of cutaneous melanoma in AJCC stage I and II Chirurgia ### (of <PERSOON> F, Rat AC, et al [Impact of whole body magnetic resonance imaging (MRI) in the management of melanoma patients, in comparison with positron emission tomography/computed tomography (PET/CT) and ## - Etchebehere EC, Romanato JS, Santos AO, et al Impact of [F-##] FDG-PET/CT in the restaging and management of ## - Finkelstein SE, Carrasquillo JA, <PERSOON> JM et al A prospective analysis of positron emission tomography and ## - <PERSOON> of Magnetic Resonance Imaging in the Detection of <PERSOON> in the <PERSOON> A, et al <PERSOON> role of preoperative ultrasonography in reducing the number of sentinel ## - <PERSOON> A, <PERSOON> D, et al #-Deoxy-#-[F-##]fluoro-D-glucose positron emission tomography/computed ## - Jouvet JC, <PERSOON> V, et al Whole-body MRI with diffusion-weighted sequences compared with ##FDG PET-CT, CT and superficial lymph node ultrasonography in the staging of advanced cutaneous melanoma a prospective ## - <PERSOON-##> J, et al Preoperative ultrasonographic identification of the sentinel lymph node in patients ## - Kell <PERSOON-##> JA, <PERSOON-##> N, et al PET CT imaging in patients undergoing sentinel node biopsy for melanoma <PERSOON-##> lymph node excision and PET-CT in the initial stage of malignant melanoma A retrospective analysis of ## patients with malignant melanoma in American joint committee on cancer stages <PERSOON-##> M, et al Role of PET in the initial staging of cutaneous malignant melanoma systematic ## - <PERSOON-##> AS, Crott R, et al <PERSOON> diagnostic accuracy of ##F-FDG PET in cutaneous malignant melanoma Eur J ## - <PERSOON-##> O, et al Comparative study of two whole-body imaging techniques in the case of ## - <PERSOON-##> S, et al Prospective comparison of [##<PERSOON-##>-oxyglucose <PERSOON-##> V, et al PET/CT in malignant melanoma contrast-enhanced CT versus plain low-dose ## - Reinhardt MJ, <PERSOON-##> AY, Jaeger U et al Diagnostic performance of whole body dual modality ##F-FDG PET/CT imaging for N- and M-staging of malignant melanoma experience with ### consectutive patients <PERSOON-##> E, et al Retrospective interactive rigid fusion of ##F-FDG PET and <PERSOON-##> RF, Moncrieff M, et al , Targeted high-resolution ultrasound is not an effective substitute for sentinel lymph node biopsy in patients with primary cutaneous melanoma <PERSOON-##> AF, et al Clinical impact of ##F-FDG PET-CT in recurrent stage III/IV melanoma.
657
fms
the initial stage of malignant melanoma A retrospective analysis of ## patients with malignant melanoma in American joint committee on cancer stages <PERSOON> M, et al Role of PET in the initial staging of cutaneous malignant melanoma systematic ## - <PERSOON> AS, Crott R, et al <PERSOON> diagnostic accuracy of ##F-FDG PET in cutaneous malignant melanoma Eur J ## - <PERSOON> O, et al Comparative study of two whole-body imaging techniques in the case of ## - <PERSOON> S, et al Prospective comparison of [##<PERSOON>-oxyglucose <PERSOON> V, et al PET/CT in malignant melanoma contrast-enhanced CT versus plain low-dose ## - Reinhardt MJ, <PERSOON> AY, Jaeger U et al Diagnostic performance of whole body dual modality ##F-FDG PET/CT imaging for N- and M-staging of malignant melanoma experience with ### consectutive patients <PERSOON> E, et al Retrospective interactive rigid fusion of ##F-FDG PET and <PERSOON-##> RF, Moncrieff M, et al , Targeted high-resolution ultrasound is not an effective substitute for sentinel lymph node biopsy in patients with primary cutaneous melanoma <PERSOON-##> AF, et al Clinical impact of ##F-FDG PET-CT in recurrent stage III/IV melanoma a tertiary centre Specialist Skin Cancer Multidisciplinary Team (SSMDT) experience <PERSOON-##> LA , <PERSOON-##> DL, et al Positron Emission Tomography is luperior to Computd Tomography for ## - <PERSOON-##> JL, et al Ultrasonography and fine-needle aspiration cytology in the preoperative evaluation of melanoma patients eligible for sentinel node biopsy <PERSOON-##> FM, Jablonka R, et al Diagnostic accuracy of contraxt-enhanced FDG-PET/CT in primary staging ## - <PERSOON-##> G, et al Ultrasound morphology criteria predict metastatic disease of the ## - <PERSOON-##> Y, <PERSOON-##> MI, et al Contemporary diagnostic imaging modalities for the staging and surveillance of ## - <PERSOON-##> TS, Valdes Olmos RA, Korse CM, et al <PERSOON-##> WV, et al Utility of FDG PET-CT and brain MRI in melanoma patients with increased serum S-###B level during follow-up <PERSOON-##> W, et al European Organisation for Research and Treatment of Cancer Melanoma Group Prognostic value of serial blood S###B determinations in stage IIB-III melanoma patients a corollary study to EORTC trial ## - <PERSOON-##> WN, Weichenthal M, et al Prospective monitoring of adjuvant treatment in high-risk melanoma patients lactate dehydrogenase and protein S-###B as indicators of relapse Melanoma Res.
592
fms
a tertiary centre Specialist Skin Cancer Multidisciplinary Team (SSMDT) experience <PERSOON> LA , <PERSOON> DL, et al Positron Emission Tomography is luperior to Computd Tomography for ## - <PERSOON> JL, et al Ultrasonography and fine-needle aspiration cytology in the preoperative evaluation of melanoma patients eligible for sentinel node biopsy <PERSOON> FM, Jablonka R, et al Diagnostic accuracy of contraxt-enhanced FDG-PET/CT in primary staging ## - <PERSOON> G, et al Ultrasound morphology criteria predict metastatic disease of the ## - <PERSOON> Y, <PERSOON> MI, et al Contemporary diagnostic imaging modalities for the staging and surveillance of ## - <PERSOON> TS, Valdes Olmos RA, Korse CM, et al <PERSOON> WV, et al Utility of FDG PET-CT and brain MRI in melanoma patients with increased serum S-###B level during follow-up <PERSOON-##> W, et al European Organisation for Research and Treatment of Cancer Melanoma Group Prognostic value of serial blood S###B determinations in stage IIB-III melanoma patients a corollary study to EORTC trial ## - <PERSOON-##> WN, Weichenthal M, et al Prospective monitoring of adjuvant treatment in high-risk melanoma patients lactate dehydrogenase and protein S-###B as indicators of relapse <PERSOON-##> JJ, et al Adjuvant ipilimumab versus placebo after complete resection of high-risk stage III melanoma (EORTC ###) a randomised, double-blind, phase # trial <PERSOON-##> JF, Cochran AJ, et al ; MSLT Group Final trial report of sentinel-node biopsy versus nodal ## - <PERSOON-##> S, et al Role of serum S###B and PET-CT in follow-up of patients with cutaneous ## - <PERSOON-##> V, et al Tumour assessment in advanced melanoma value of FDG-PET-CT in patients with ## - <PERSOON-##> S, et al ##FDG-PET to assess recurrence and long term survival in patients ## - <PERSOON> Y, <PERSOON> MI, et al Contemporary diagnostic imaging modalities for the staging and surveillance of Wat is de incidentie, diagnose en prognose voor patiënten met een melanoom waarvan primaire tumor Bij "Onderbouwing" wordt de incidentie en prognose beschreven voor patiënten met een melanoom met Patiënten met melanoom presenteren zich in ongeveer <DATUM> van de gevallen met een metastase als eerste uiting van de ziekte De anamnese levert in een dergelijk geval soms een waarschijnlijkheidsdiagnose op Er kan sprake zijn geweest van een huidtumor die na verloop van tijd spontaan is verdwenen Waarschijnlijk is het primaire melanoom dan in regressie gegaan Het kan ook zijn dat de boosdoener tevoren als onverdachte.
580
fms
## - <PERSOON> JJ, et al Adjuvant ipilimumab versus placebo after complete resection of high-risk stage III melanoma (EORTC ###) a randomised, double-blind, phase # trial <PERSOON> JF, Cochran AJ, et al ; MSLT Group Final trial report of sentinel-node biopsy versus nodal ## - <PERSOON> S, et al Role of serum S###B and PET-CT in follow-up of patients with cutaneous ## - <PERSOON> V, et al Tumour assessment in advanced melanoma value of FDG-PET-CT in patients with ## - <PERSOON> S, et al ##FDG-PET to assess recurrence and long term survival in patients ## - <PERSOON> Y, <PERSOON> MI, et al Contemporary diagnostic imaging modalities for the staging and surveillance of Wat is de incidentie, diagnose en prognose voor patiënten met een melanoom waarvan primaire tumor Bij "Onderbouwing" wordt de incidentie en prognose beschreven voor patiënten met een melanoom met Patiënten met melanoom presenteren zich in ongeveer <DATUM> van de gevallen met een metastase als eerste uiting van de ziekte De anamnese levert in een dergelijk geval soms een waarschijnlijkheidsdiagnose op Er kan sprake zijn geweest van een huidtumor die na verloop van tijd spontaan is verdwenen Waarschijnlijk is het primaire melanoom dan in regressie gegaan Het kan ook zijn dat de boosdoener tevoren als onverdachte Bij een ander deel van de patiënten Inspectie van de regionale huid en biopsie van suspecte laesies zijn aangewezen <PERSOON> van de lymfedrainage is daarbij een leidraad Het behaarde hoofd en de anus zijn bekende plekken waar zich nog wel eens een primaire tumor bevindt Aanvullend onderzoek, zoals ophthalmoscopie en endoscopie, levert zelden iets op en is niet nodig De helft van de metastasen bevindt zich in een lymfeklier, meestal in de oksel Ongeveer ##% bevindt zich in de subcutis, de rest in de huid en in inwendige organen Er is niet noodzakelijkerwijs sprake van een metastase afkomstig van een huidmelanoom Ook in de tractus digestivus en in lymfeklieren komen normaal pigmentcellen voor die kunnen ontaarden Bij een melanoommetastase in een halslymfeklier moet tevens worden gedacht aan een primair mucosaal melanoom van de bovenste lucht- en voedselweg Specifiek In tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen, is de prognose van patiënten met een onbekende primaire tumor niet slechter dan die van patiënten met vergelijkbare metastasen van een bekende primaire tumor In opzet curatieve behandeling is aangewezen indien het gaat om tumoruitingen in de huid, subcutis of lymfeklieren (zie lokaal recidief diagnostiek) Onderzoek naar viscerale metastasering is bij hen meestal niet nodig Want ook in geval van viscerale metastasering zal het proces vaak toch worden verwijderd om problemen Beperkte viscerale metastasering kan ook chirurgisch worden behandeld, vooral indien deze gelokaliseerd is in de long of de tractus digestivus Hoewel genezing zeldzaam is, is er een kleine groep patiënten bij wie het.
572
fms
Inspectie van de regionale huid en biopsie van suspecte laesies zijn aangewezen <PERSOON> van de lymfedrainage is daarbij een leidraad Het behaarde hoofd en de anus zijn bekende plekken waar zich nog wel eens een primaire tumor bevindt Aanvullend onderzoek, zoals ophthalmoscopie en endoscopie, levert zelden iets op en is niet nodig De helft van de metastasen bevindt zich in een lymfeklier, meestal in de oksel Ongeveer ##% bevindt zich in de subcutis, de rest in de huid en in inwendige organen Er is niet noodzakelijkerwijs sprake van een metastase afkomstig van een huidmelanoom Ook in de tractus digestivus en in lymfeklieren komen normaal pigmentcellen voor die kunnen ontaarden Bij een melanoommetastase in een halslymfeklier moet tevens worden gedacht aan een primair mucosaal melanoom van de bovenste lucht- en voedselweg Specifiek In tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen, is de prognose van patiënten met een onbekende primaire tumor niet slechter dan die van patiënten met vergelijkbare metastasen van een bekende primaire tumor In opzet curatieve behandeling is aangewezen indien het gaat om tumoruitingen in de huid, subcutis of lymfeklieren (zie lokaal recidief diagnostiek) Onderzoek naar viscerale metastasering is bij hen meestal niet nodig Want ook in geval van viscerale metastasering zal het proces vaak toch worden verwijderd om problemen Beperkte viscerale metastasering kan ook chirurgisch worden behandeld, vooral indien deze gelokaliseerd is in de long of de tractus digestivus Hoewel genezing zeldzaam is, is er een kleine groep patiënten bij wie het Zorgvuldige stadiëring is dan wel aangewezen (zie behandeling Wat is de plaats van adjuvante therapie in de behandeling van patiënten na complete resectie van stadium III/IV Bespreek met patiënten, die ziektevrij zijn na een resectie van hoog risico stadium III/IV melanoom (AJCC #e editie stadium #a ) #mm, #b, #c en #), de mogelijkheid van een adjuvante therapie behandeling voor een ziektevrije overlevingswinst, hoewel het nog niet is aangetoond dat dit leidt tot een overall survival voordeel Scan patiënten die adjuvante therapie ondergaan voor de start van de therapie met een CT-scan of PET/CT Controleer gedurende de adjuvante behandeling patiënten periodiek (elke # tot # maanden) met nieuwe # Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs De besproken kwalitatief hoge adjuvante studies met dabrafenib/trametinib bij BRAF gemuteerd radicaal gereseceerd stadium III melanoom, nivolumab bij radicaal gereseceerd stadium IIIB/IIIC (AJCC #de editie) en IV melanoom en pembrolizumab bij radicaal gereseceerd stadium III melanoom laten een duidelijke verbetering verschenen welke de positieve effecten van dabrafenib/trametinib bij BRAF gemuteerd radicaal gereseceerd Daar er geen vergelijkend wetenschappelijk onderzoek is van adjuvante doelgerichte versus immunotherapie bij BRAF gemuteerde melanoom patiënten, is er geen, op wetenschappelijke bewijs berustende redenen, voorkeur Als patiënten een adjuvante behandeling krijgen aangeboden, dan is sprake van geen aantoonbare of meetbare ziekte De kans op een recidief dan wel afstandsmetastasen, wordt verlaagd door de adjuvante behandelingen Echter een deel van de patiënten zal á priori nooit metastasen ontwikkelen en daardoor overbehandeld worden.
571
fms
stadiëring is dan wel aangewezen (zie behandeling Wat is de plaats van adjuvante therapie in de behandeling van patiënten na complete resectie van stadium III/IV Bespreek met patiënten, die ziektevrij zijn na een resectie van hoog risico stadium III/IV melanoom (AJCC #e editie stadium #a ) #mm, #b, #c en #), de mogelijkheid van een adjuvante therapie behandeling voor een ziektevrije overlevingswinst, hoewel het nog niet is aangetoond dat dit leidt tot een overall survival voordeel Scan patiënten die adjuvante therapie ondergaan voor de start van de therapie met een CT-scan of PET/CT Controleer gedurende de adjuvante behandeling patiënten periodiek (elke # tot # maanden) met nieuwe # Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs De besproken kwalitatief hoge adjuvante studies met dabrafenib/trametinib bij BRAF gemuteerd radicaal gereseceerd stadium III melanoom, nivolumab bij radicaal gereseceerd stadium IIIB/IIIC (AJCC #de editie) en IV melanoom en pembrolizumab bij radicaal gereseceerd stadium III melanoom laten een duidelijke verbetering verschenen welke de positieve effecten van dabrafenib/trametinib bij BRAF gemuteerd radicaal gereseceerd Daar er geen vergelijkend wetenschappelijk onderzoek is van adjuvante doelgerichte versus immunotherapie bij BRAF gemuteerde melanoom patiënten, is er geen, op wetenschappelijke bewijs berustende redenen, voorkeur Als patiënten een adjuvante behandeling krijgen aangeboden, dan is sprake van geen aantoonbare of meetbare ziekte De kans op een recidief dan wel afstandsmetastasen, wordt verlaagd door de adjuvante behandelingen Echter een deel van de patiënten zal á priori nooit metastasen ontwikkelen en daardoor overbehandeld worden secundaire resistentie) en daarmee ook geen of onvoldoende baat hebben bij de adjuvante behandeling De behandelingen gaan gepaard met bijwerkingen, die ernstig en langdurig kunnen zijn, soms niet meer volledig herstellen (bijvoorbeeld endocriene bijwerkingen) en die zeer zelden resulteren in overlijden De patiënten zullen een afweging moeten maken of de impact van een adjuvante behandeling voldoende meerwaarde voor hen De adjuvante melanoom behandelingen zijn zeer kostbare behandelingen Aangezien over de behandelingen Invoering van de adjuvante melanoom behandeling heeft gevolgen voor vele disciplines en zorgorganisatie Er zullen mogelijk meer schildwachtklierprocedures worden uitgevoerd Er zullen meer pathologische onderzoeken, Aangezien kennis over de prognose van melanoom patiënten, beloop van het gemetastaseerd melanoom en de behandelingen met de immuungerelateerde bijwerkingen van melanoompatiënten belangrijk zijn bij de voorlichting en begeleiding van patiënten is het van groot belang dat de adjuvante behandelingen uitsluitend gegeven worden door melanoomexperts in de erkende melanoom centra, die volgens de SONCOS criteria voldoen aan het predicaat melanoom <INSTELLING> De WIN-O centra streven er naar om alle behandelde patiënten te registreren in de Dutch Melanoma Treatment Registry (DMTR) om zo de toxiciteit en effectiviteit te kunnen evalueren Voor de implementatie van de adjuvante melanoombehandelingen is het van belang om alle stadium Gezien de hoge kosten en de potentiele (ernstige) bijwerkingen, is het aan te bevelen om patiënten gedurende de adjuvante behandeling periodiek (elke # tot # maanden) te controleren met nieuwe beeldvorming (CT-scan) Het is belangrijk dat in het gesprek met patiënt de volgende punten besproken worden.
579
fms
onvoldoende baat hebben bij de adjuvante behandeling De behandelingen gaan gepaard met bijwerkingen, die ernstig en langdurig kunnen zijn, soms niet meer volledig herstellen (bijvoorbeeld endocriene bijwerkingen) en die zeer zelden resulteren in overlijden De patiënten zullen een afweging moeten maken of de impact van een adjuvante behandeling voldoende meerwaarde voor hen De adjuvante melanoom behandelingen zijn zeer kostbare behandelingen Aangezien over de behandelingen Invoering van de adjuvante melanoom behandeling heeft gevolgen voor vele disciplines en zorgorganisatie Er zullen mogelijk meer schildwachtklierprocedures worden uitgevoerd Er zullen meer pathologische onderzoeken, Aangezien kennis over de prognose van melanoom patiënten, beloop van het gemetastaseerd melanoom en de behandelingen met de immuungerelateerde bijwerkingen van melanoompatiënten belangrijk zijn bij de voorlichting en begeleiding van patiënten is het van groot belang dat de adjuvante behandelingen uitsluitend gegeven worden door melanoomexperts in de erkende melanoom centra, die volgens de SONCOS criteria voldoen aan het predicaat melanoom <INSTELLING> De WIN-O centra streven er naar om alle behandelde patiënten te registreren in de Dutch Melanoma Treatment Registry (DMTR) om zo de toxiciteit en effectiviteit te kunnen evalueren Voor de implementatie van de adjuvante melanoombehandelingen is het van belang om alle stadium Gezien de hoge kosten en de potentiele (ernstige) bijwerkingen, is het aan te bevelen om patiënten gedurende de adjuvante behandeling periodiek (elke # tot # maanden) te controleren met nieuwe beeldvorming (CT-scan) Het is belangrijk dat in het gesprek met patiënt de volgende punten besproken worden Melanoompatiënten met uitzaaiingen in de lymfklieren worden door de chirurg behandeld voor complete resectie van de lymfklieren (lymfklierdissectie) Momenteel wordt dit alleen nog gedaan bij macroscopische metastasen Ondanks deze behandeling is er een grote kans op uitzaaiingen op afstand Afhankelijk van het stadium, wordt in ## tot ##% van de patiënten later toch hematogene/lymfogene afstandsmetastasen gevonden, waaraan een deel van de patiënten zal overlijden Voor de behandeling van stadium III melanoompatiënten is er dus behoefte aan adjuvante therapie voor de nog onontdekte hematogene Hoge morbiditeit en therapie-gerelateerde mortaliteit van adjuvante therapie is onwenselijk omdat een groot deel van de patiënten niet van de behandeling zullen profiteren vanwege het feit dat patiënten geen melanoommetastasen meer hebben of omdat de ziekte niet op de therapie reageert Adjuvante therapie met interferon heeft inconsistente resultaten en de toxiciteit is hoog Daarnaast gaat adjuvante immuuntherapie met hoge dosis ipilimumab gepaard met substantiële morbiditeit met zelfs een kleine kans op overlijden Adjuvante therapie maakte daarom geen deel uit van de standaardbehandeling in <LOCATIE> De introductie van doelgerichte therapie en immuuntherapie met nieuwe ‘checkpoint’-remmers bij patiënten met gemetastaseerd (inoperabel stadium IIIC / stadium IV) melanoom heeft een omwenteling bewerkstelligd; het heeft verbetering therapie geeft mogelijk een betere prognose en zou daarom van toegevoegde waarde kunnen zijn in de Adjuvante therapie met ipilimumab na complete resectie (SN of klierdissectie) van stadium IIIA (SN tumor burden tenminste ≥ # mm), IIIB, IIIC (AJCC #de editie) melanoom leidt tot een IIIA (SN tumor burden tenminste ≥ # mm), IIIB, IIIC (AJCC #de editie) melanoom leidt tot.
594
fms
chirurg behandeld voor complete resectie van de lymfklieren (lymfklierdissectie) Momenteel wordt dit alleen nog gedaan bij macroscopische metastasen Ondanks deze behandeling is er een grote kans op uitzaaiingen op afstand Afhankelijk van het stadium, wordt in ## tot ##% van de patiënten later toch hematogene/lymfogene afstandsmetastasen gevonden, waaraan een deel van de patiënten zal overlijden Voor de behandeling van stadium III melanoompatiënten is er dus behoefte aan adjuvante therapie voor de nog onontdekte hematogene Hoge morbiditeit en therapie-gerelateerde mortaliteit van adjuvante therapie is onwenselijk omdat een groot deel van de patiënten niet van de behandeling zullen profiteren vanwege het feit dat patiënten geen melanoommetastasen meer hebben of omdat de ziekte niet op de therapie reageert Adjuvante therapie met interferon heeft inconsistente resultaten en de toxiciteit is hoog Daarnaast gaat adjuvante immuuntherapie met hoge dosis ipilimumab gepaard met substantiële morbiditeit met zelfs een kleine kans op overlijden Adjuvante therapie maakte daarom geen deel uit van de standaardbehandeling in <LOCATIE> De introductie van doelgerichte therapie en immuuntherapie met nieuwe ‘checkpoint’-remmers bij patiënten met gemetastaseerd (inoperabel stadium IIIC / stadium IV) melanoom heeft een omwenteling bewerkstelligd; het heeft verbetering therapie geeft mogelijk een betere prognose en zou daarom van toegevoegde waarde kunnen zijn in de Adjuvante therapie met ipilimumab na complete resectie (SN of klierdissectie) van stadium IIIA (SN tumor burden tenminste ≥ # mm), IIIB, IIIC (AJCC #de editie) melanoom leidt tot een IIIA (SN tumor burden tenminste ≥ # mm), IIIB, IIIC (AJCC #de editie) melanoom leidt tot de QLQ-C## niet verschilt tussen patiënten die zijn behandeld met ipilimumab en placebo in de behandeling van patiënten na complete resectie resectie (SN of klierdissectie) van stadium IIIA (SN tumor burden tenminste ≥ # mm), IIIB, IIIC (AJCC #de editie) melanoom stadium IIIB, IIIC of IV melanoom (met of zonder BRAF mutatie) leidt tot een hogere <LEEFTIJD>-jaar stadium IIIB, IIIC of IV melanoom (met of zonder BRAF mutatie) leidt tot meer behandel Wegens gebrek aan evidentie is het nog niet duidelijk of adjuvante therapie met nivolumab na complete resectie (SN of klierdissectie) van stadium IIIB, IIIC of IV melanoom (met of zonder BRAF mutatie) leidt tot een verschil in totale overleving in vergelijking met van stadium IIIA (SN tumor burden tenminste ≥ # mm), IIIB, IIIC (AJCC #de editie) melanoom Wegens gebrek aan evidentie is het nog niet duidelijk of adjuvante therapie met burden tenminste ≥ # mm), IIIB, IIIC (AJCC #de editie) melanoom leidt tot een verschil in Adjuvante therapie met dabrafenib + trametinib na een complete resectie van stadium IIIA Wegens gebrek aan evidentie is het nog niet duidelijk of adjuvante therapie met dabrafenib + trametinib na complete resectie van stadium IIIA (SN tumor burden tenminste ≥ # mm), IIIB, Adjuvante therapie met een combinatie van dabrafenib + trametinib na een complete resectie van stadium IIIA (SN tumor burden tenminste ≥ # mm), IIIB, IIIC (AJCC #d e editie) De literatuur zoekactie levert zes relevante publicaties op naar de effecten van adjuvante therapie in de.
626
fms
QLQ-C## niet verschilt tussen patiënten die zijn behandeld met ipilimumab en placebo in de behandeling van patiënten na complete resectie resectie (SN of klierdissectie) van stadium IIIA (SN tumor burden tenminste ≥ # mm), IIIB, IIIC (AJCC #de editie) melanoom stadium IIIB, IIIC of IV melanoom (met of zonder BRAF mutatie) leidt tot een hogere <LEEFTIJD>-jaar stadium IIIB, IIIC of IV melanoom (met of zonder BRAF mutatie) leidt tot meer behandel Wegens gebrek aan evidentie is het nog niet duidelijk of adjuvante therapie met nivolumab na complete resectie (SN of klierdissectie) van stadium IIIB, IIIC of IV melanoom (met of zonder BRAF mutatie) leidt tot een verschil in totale overleving in vergelijking met van stadium IIIA (SN tumor burden tenminste ≥ # mm), IIIB, IIIC (AJCC #de editie) melanoom Wegens gebrek aan evidentie is het nog niet duidelijk of adjuvante therapie met burden tenminste ≥ # mm), IIIB, IIIC (AJCC #de editie) melanoom leidt tot een verschil in Adjuvante therapie met dabrafenib + trametinib na een complete resectie van stadium IIIA Wegens gebrek aan evidentie is het nog niet duidelijk of adjuvante therapie met dabrafenib + trametinib na complete resectie van stadium IIIA (SN tumor burden tenminste ≥ # mm), IIIB, Adjuvante therapie met een combinatie van dabrafenib + trametinib na een complete resectie van stadium IIIA (SN tumor burden tenminste ≥ # mm), IIIB, IIIC (AJCC #d e editie) De literatuur zoekactie levert zes relevante publicaties op naar de effecten van adjuvante therapie in de overwegend hoge kwaliteit (laag risico op bias) Alle RCT’s zijn placebogecontroleerd, met uitzondering van de studie van <PERSOON> (###) waarin twee verschillende adjuvante therapieën met elkaar worden vergeleken De RCT’s verschillen in studieopzet, met name met betrekking tot de gebruikte medicatie, geselecteerde uitkomstmaten, follow-up tijd en medicatie-regime De RCT’s analyseren de effecten van verschillende en includeren volwassenen (met uitzondering van studie van <PERSOON>, inclusie vanaf <LEEFTIJD> jaar) na complete resectie blindering, bestaat de kans dat patiënten en zorgverleners de groepstoekenning raadden op basis van complicaties die optreden als gevolg van toxiciteit als gevolg van de adjuvante behandeling Tabel # Overzicht studies naar adjuvante therapie bij patiënten na resectie van stadium III-IV Stadium Ipilimumab (##mg/kg) elke drie weken voor de eerste ## weken gevolgd door elke drie maanden voor een periode van Stadium Pembrolizumab (###mg) elke drie weken voor een periode van Placebo De literatuur zoekactie levert drie publicaties van een placebo gecontroleerde RCT (EORTC ###) op naar de effecten van ipilimumab in de behandeling van patiënten na complete resectie van stadium III melanoom (Coens, EORTC ###-trial beschreven De EORTC ###-trial heeft een parallel onderzoeksdesign waarbij zowel patiënten in de experimentele als in de controlegroep op vaste momenten worden behandeld met ipilimumab of placebo In dit onderzoek hebben noch de proefpersonen, noch de onderzoekers kennis over wie tot de ipilimumab groep (n=###) (of controlegroep, n=###) kregen elke drie weken een dosering van ## mg/kg ipilimumab (of placebo), daarna met een frequentie van drie maanden tot <LEEFTIJD> jaar en werden voor een periode van.
662
fms
RCT’s zijn placebogecontroleerd, met uitzondering van de studie van <PERSOON> (###) waarin twee verschillende adjuvante therapieën met elkaar worden vergeleken De RCT’s verschillen in studieopzet, met name met betrekking tot de gebruikte medicatie, geselecteerde uitkomstmaten, follow-up tijd en medicatie-regime De RCT’s analyseren de effecten van verschillende en includeren volwassenen (met uitzondering van studie van <PERSOON>, inclusie vanaf <LEEFTIJD> jaar) na complete resectie blindering, bestaat de kans dat patiënten en zorgverleners de groepstoekenning raadden op basis van complicaties die optreden als gevolg van toxiciteit als gevolg van de adjuvante behandeling Tabel # Overzicht studies naar adjuvante therapie bij patiënten na resectie van stadium III-IV Stadium Ipilimumab (##mg/kg) elke drie weken voor de eerste ## weken gevolgd door elke drie maanden voor een periode van Stadium Pembrolizumab (###mg) elke drie weken voor een periode van Placebo De literatuur zoekactie levert drie publicaties van een placebo gecontroleerde RCT (EORTC ###) op naar de effecten van ipilimumab in de behandeling van patiënten na complete resectie van stadium III melanoom (Coens, EORTC ###-trial beschreven De EORTC ###-trial heeft een parallel onderzoeksdesign waarbij zowel patiënten in de experimentele als in de controlegroep op vaste momenten worden behandeld met ipilimumab of placebo In dit onderzoek hebben noch de proefpersonen, noch de onderzoekers kennis over wie tot de ipilimumab groep (n=###) (of controlegroep, n=###) kregen elke drie weken een dosering van ## mg/kg ipilimumab (of placebo), daarna met een frequentie van drie maanden tot <LEEFTIJD> jaar en werden voor een periode van randomisatie Coens (###) beschrijft de gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven op <LEEFTIJD> jaar na randomisatie Ziektevrije overleving werd gedefinieerd als de tijd vanaf het moment van randomisatie tot de datum van eerste ziekteverschijnsel (histologisch bevestigd) Gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven werd gemeten met de QLQ-## quality of life instrument op baseline, #, #, ##, en ## weken, en daarna elke ## weken tot een periode van <LEEFTIJD> jaar Resultaten werden gesommeerd per tijdspunt; een vooraf gedefinieerde verschilscore van ## punten tussen de groepen werd klinisch relevant beschouwd In de EORTC ###-trial werden ### patiënten (placebo) De EORTC ###-trial is van hoge kwaliteit (zie risk of bias tabel) <PERSOON> (###) verrichtte een onderzoek naar de effecten van pembrolizumab in de behandeling van dubbel geblindeerde RCT werden patiënten verdeeld over de experimentele groep (n= ###) en controlegroep (n= ###) Patiënten in de experimentele groep kregen elke drie weken ### mg pembrolizumab intraveneus toegediend voor een periode van ## maanden (max ## toedieningen) of tot het moment van onacceptabel hoge toxiciteit dan wel ziekteprogressie Ziektevrije overleving was de primaire uitkomstmaat Deze RCT is van In de studie van Long (###) wordt een placebo-gecontroleerde, dubbel geblindeerde RCT beschreven naar de effecten van dabrafenib plus trametinib in de behandeling van patiënten na complete resectie van stadium III BRAF-gemuteerde melanoom (COMBI-AD-trial) In de RCT van Long (###) werden ### patiënten gerandomiseerd in de controle groep (placebo) Patiënten in de experimentele groep kregen twee maal daags.
687
fms
gerelateerde kwaliteit van leven op <LEEFTIJD> jaar na randomisatie Ziektevrije overleving werd gedefinieerd als de tijd vanaf het moment van randomisatie tot de datum van eerste ziekteverschijnsel (histologisch bevestigd) Gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven werd gemeten met de QLQ-## quality of life instrument op baseline, #, #, ##, en ## weken, en daarna elke ## weken tot een periode van <LEEFTIJD> jaar Resultaten werden gesommeerd per tijdspunt; een vooraf gedefinieerde verschilscore van ## punten tussen de groepen werd klinisch relevant beschouwd In de EORTC ###-trial werden ### patiënten (placebo) De EORTC ###-trial is van hoge kwaliteit (zie risk of bias tabel) <PERSOON> (###) verrichtte een onderzoek naar de effecten van pembrolizumab in de behandeling van dubbel geblindeerde RCT werden patiënten verdeeld over de experimentele groep (n= ###) en controlegroep (n= ###) Patiënten in de experimentele groep kregen elke drie weken ### mg pembrolizumab intraveneus toegediend voor een periode van ## maanden (max ## toedieningen) of tot het moment van onacceptabel hoge toxiciteit dan wel ziekteprogressie Ziektevrije overleving was de primaire uitkomstmaat Deze RCT is van In de studie van Long (###) wordt een placebo-gecontroleerde, dubbel geblindeerde RCT beschreven naar de effecten van dabrafenib plus trametinib in de behandeling van patiënten na complete resectie van stadium III BRAF-gemuteerde melanoom (COMBI-AD-trial) In de RCT van Long (###) werden ### patiënten gerandomiseerd in de controle groep (placebo) Patiënten in de experimentele groep kregen twee maal daags maanden De primaire uitkomstmaat was ziektevrije overleving Deze RCT is van overwegend hoge kwaliteit (zie <PERSOON> (###) verrichtte een onderzoek naar de effecten van twee adjuvante therapieën (nivolumab versus ipilimumab) in de behandeling van patiënten na complete resectie van stadium IIIb/c of IV melanoom (CheckMate ###-trial) Patiënten werden vanaf <LEEFTIJD> jaar geïncludeerd, alle deelnemers hadden een leeftijd van ≥<LEEFTIJD> jaar De studie beschrijft een placebo-gecontroleerde, dubbel geblindeerde RCT waarin patiënten op basis van kans werden verdeeld over de nivolumab groep (n= ###) en de ipilimumab groep (n= ###) Patiënten in de nivolumab groep kregen elke twee weken # mg nivolumab per kilogram lichaamsgewicht Patiënten in de ipilimumab kregen vier maal a drie weken een dosering van ## mg ipilimumab per kilogram lichaamsgewicht voorgeschreven gevolgd door een toediening a ## weken De behandeling werd voortgezet voor een periode van één jaar of tot het moment dat er onacceptabele toxische effecten optraden of ziekterecidief De RCT is van overwegend hoge kwaliteit (zie risk of bias tabel) In de studie van <PERSOON> (###) wordt een survivalanalyse uitgevoerd om het verschil in tijd tot het optreden van een bepaald event (ziekte) tussen de experimentele groep (ipilimumab) en controlegroep (placebo) te analyseren over een periode van drie jaar, waarbij de hazard ratio (HR) de grootte van het effect aanduidt Het ziektevrije overleving was statistisch significant langer in de ipilimumab groep dan in de placebogroep (HR= In de studie van <PERSOON> (###) wordt een survivalanalyse uitgevoerd om het verschil in tijd tot het optreden.
680
fms
is van overwegend hoge kwaliteit (zie <PERSOON> (###) verrichtte een onderzoek naar de effecten van twee adjuvante therapieën (nivolumab versus ipilimumab) in de behandeling van patiënten na complete resectie van stadium IIIb/c of IV melanoom (CheckMate ###-trial) Patiënten werden vanaf <LEEFTIJD> jaar geïncludeerd, alle deelnemers hadden een leeftijd van ≥<LEEFTIJD> jaar De studie beschrijft een placebo-gecontroleerde, dubbel geblindeerde RCT waarin patiënten op basis van kans werden verdeeld over de nivolumab groep (n= ###) en de ipilimumab groep (n= ###) Patiënten in de nivolumab groep kregen elke twee weken # mg nivolumab per kilogram lichaamsgewicht Patiënten in de ipilimumab kregen vier maal a drie weken een dosering van ## mg ipilimumab per kilogram lichaamsgewicht voorgeschreven gevolgd door een toediening a ## weken De behandeling werd voortgezet voor een periode van één jaar of tot het moment dat er onacceptabele toxische effecten optraden of ziekterecidief De RCT is van overwegend hoge kwaliteit (zie risk of bias tabel) In de studie van <PERSOON> (###) wordt een survivalanalyse uitgevoerd om het verschil in tijd tot het optreden van een bepaald event (ziekte) tussen de experimentele groep (ipilimumab) en controlegroep (placebo) te analyseren over een periode van drie jaar, waarbij de hazard ratio (HR) de grootte van het effect aanduidt Het ziektevrije overleving was statistisch significant langer in de ipilimumab groep dan in de placebogroep (HR= In de studie van <PERSOON> (###) wordt een survivalanalyse uitgevoerd om het verschil in tijd tot het optreden over een periode van vijf jaar, waarbij de hazard ratio (HR) de grootte van het effect aanduidt Het percentage was statistisch significant langer in de ipilimumab groep dan in de placebogroep (HR= #,##; ##%BI= (#,## tot mediane ziektevrije overleving van respectievelijk ##,# maanden (##%BI= (##,# tot ##,#)) en ##,# maanden In de studie van Coens (###) worden resultaten gerapporteerd over het verschil in gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven tussen de experimentele groep (ipilimumab) en controle groep (placebo) De QLQ-## werd verschilscore van ## punten tussen de groepen werd klinisch relevant beschouwd De gemiddelde globale ##,## versus ##,##; SD=##,##; p( #,###) verschilde statistisch significant tussen de ipilimumab en placebo Immuun-gerelateerde complicaties kwamen vaker voor in de ipilimumab groep dan in de placebogroep (##,#% vs ##,#%) Tabel # geeft een overzicht van de complicaties in beide groepen Het percentage immuungerelateerde complicaties graad # tot # was ##,#% in de ipilimumab-groep en #,#% in de placebogroep De meest voorkomende gr <DATUM> complicaties in de ipilimumab groep waren gastro-intestinaal (##,#%), hepatisch (##,#%) en endocrinologisch (#,#%) In totaal zijn vijf patiënten in de ipilimumab groep overleden ten gevolge van toxiciteit; drie als gevolg van colitis (twee met intestinale perforatie), één als gevolg van myocarditis en één patiënt als gevolg van multipele orgaan dysfunctie, geassocieerd met Guillain-Barré syndroom (Tabel #) Graad # Graad # Graad # Graad #- Graad # Graad # Graad # (dergelijke voorvallen werden geacht verband te houden met ipilimumab) en bij drie patiënten (#,#%) in de placebogroep (geen van deze gevallen werd geacht verband te houden met placebo).
760
fms
ratio (HR) de grootte van het effect aanduidt Het percentage was statistisch significant langer in de ipilimumab groep dan in de placebogroep (HR= #,##; ##%BI= (#,## tot mediane ziektevrije overleving van respectievelijk ##,# maanden (##%BI= (##,# tot ##,#)) en ##,# maanden In de studie van Coens (###) worden resultaten gerapporteerd over het verschil in gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven tussen de experimentele groep (ipilimumab) en controle groep (placebo) De QLQ-## werd verschilscore van ## punten tussen de groepen werd klinisch relevant beschouwd De gemiddelde globale ##,## versus ##,##; SD=##,##; p( #,###) verschilde statistisch significant tussen de ipilimumab en placebo Immuun-gerelateerde complicaties kwamen vaker voor in de ipilimumab groep dan in de placebogroep (##,#% vs ##,#%) Tabel # geeft een overzicht van de complicaties in beide groepen Het percentage immuungerelateerde complicaties graad # tot # was ##,#% in de ipilimumab-groep en #,#% in de placebogroep De meest voorkomende gr <DATUM> complicaties in de ipilimumab groep waren gastro-intestinaal (##,#%), hepatisch (##,#%) en endocrinologisch (#,#%) In totaal zijn vijf patiënten in de ipilimumab groep overleden ten gevolge van toxiciteit; drie als gevolg van colitis (twee met intestinale perforatie), één als gevolg van myocarditis en één patiënt als gevolg van multipele orgaan dysfunctie, geassocieerd met Guillain-Barré syndroom (Tabel #) Graad # Graad # Graad # Graad #- Graad # Graad # Graad # (dergelijke voorvallen werden geacht verband te houden met ipilimumab) en bij drie patiënten (#,#%) in de placebogroep (geen van deze gevallen werd geacht verband te houden met placebo) +Overig In de Ipilimumab-groep hadden ## patiënten een graad # of # lipase-level, vier hadden een graad # of geneesmiddelovergevoeligheid), vier hadden graad # longinfiltratie, pneumonitis of interstitiële longziekte, één In de studie van <PERSOON> (###) wordt een survival analyse uitgevoerd om het verschil in tijd tot het optreden van een bepaald event (ziekte of dood) tussen de nivolumab groep en de ipilimumab groep te analyseren over een periode van ## maanden, waarbij de hazard ratio (HR) de grootte van het effect aanduidt Het percentage tabel # is het verschil in ziektevrije tussen de ipilimumab groep en de placebo groep gespecificeerd naar <PERSOON> (###) rapporteert niet over het verschil in ##-maanden totale overleving tussen de nivolumab groep en De ##-maanden afstandsmetastase-vrije overleving was statistisch significant langer in de nivolumab groep dan patiënten met metastase op afstand ##,#% (n=##) in de nivolumab groep en ##,#% in de ipilimumab groep <PERSOON> (###) rapporteert over het percentage complicaties in beide groepen, maar toetst deze verschillen niet ##,#% in de ipilimumab groep Complicaties leidde in #,#% van de patiënten in de nivolumab groep tot het ipilimumab groep overleden ten gevolge van toxiciteit; een patiënt ten gevolge van beenmergaplasie en de andere patiënt ten gevolge van colitis welke optrad ### dagen na de laatste dosis ipilimumab Er is geen patiënt Note In totaal waren twee patiënten in de ipilimumab groep overleden; één patiënt ten gevolge van beenmergaplasie en de andere patiënt ten gevolge van colitis welke optrad ### dagen na de.
772
fms
+Overig In de Ipilimumab-groep hadden ## patiënten een graad # of # lipase-level, vier hadden een graad # of geneesmiddelovergevoeligheid), vier hadden graad # longinfiltratie, pneumonitis of interstitiële longziekte, één In de studie van <PERSOON> (###) wordt een survival analyse uitgevoerd om het verschil in tijd tot het optreden van een bepaald event (ziekte of dood) tussen de nivolumab groep en de ipilimumab groep te analyseren over een periode van ## maanden, waarbij de hazard ratio (HR) de grootte van het effect aanduidt Het percentage tabel # is het verschil in ziektevrije tussen de ipilimumab groep en de placebo groep gespecificeerd naar <PERSOON> (###) rapporteert niet over het verschil in ##-maanden totale overleving tussen de nivolumab groep en De ##-maanden afstandsmetastase-vrije overleving was statistisch significant langer in de nivolumab groep dan patiënten met metastase op afstand ##,#% (n=##) in de nivolumab groep en ##,#% in de ipilimumab groep <PERSOON> (###) rapporteert over het percentage complicaties in beide groepen, maar toetst deze verschillen niet ##,#% in de ipilimumab groep Complicaties leidde in #,#% van de patiënten in de nivolumab groep tot het ipilimumab groep overleden ten gevolge van toxiciteit; een patiënt ten gevolge van beenmergaplasie en de andere patiënt ten gevolge van colitis welke optrad ### dagen na de laatste dosis ipilimumab Er is geen patiënt Note In totaal waren twee patiënten in de ipilimumab groep overleden; één patiënt ten gevolge van beenmergaplasie en de andere patiënt ten gevolge van colitis welke optrad ### dagen na de van een bepaald event (ziekte) tussen de experimentele groep (pembrolizumab) en controle groep (placebo) te analyseren over een periode van ## maanden, waarbij de hazard ratio (HR) de grootte van het effect aanduidt Het percentage ziektevrije overleving na ## maanden is ##,#% (##%BI= (##,# tot ##,#)) in de pembrolizumab en <PERSOON> (###) rapporteert niet over het verschil in ##-maanden totale overleving tussen de pembrolizumab <PERSOON> (###) rapporteert niet over het verschil in ##-maanden afstandsmetastase vrije overleving tussen <PERSOON> (###) rapporteert over het percentage complicaties in beide groepen, maar toetst deze verschillen in de pembrolizumab arm een behandelings-gerelateerde myositis Tabel # geeft een overzicht van behandel In de studie van Long (###) wordt een survival analyse uitgevoerd om het verschil in tijd tot het optreden van een bepaald event (ziekte of dood) tussen de experimentele groep (dabrafenib + trametinib) en controle groep (placebo) te analyseren over een periode van drie jaar, waarbij de hazard ratio (HR) de grootte van het effect aanduidt Het percentage recidiefvrije overleving na drie jaar is ##% in de dabrafenib + trametinib groep en ##% in de placebo groep De <LEEFTIJD>-jaar recidiefvrije overleving was statistisch significant langer in de dabrafenib + Het percentage patiënten met een totale overleving na drie jaar follow-up is ##% in de dabrafenib + trametinib groep en ##% in de placebo groep De <LEEFTIJD>-jaar totale overleving was langer in de dabrafenib + trametinib groep significant gerekend worden conform het van tevoren gedefinieerde statistische plan (p=#,###).
709
fms
tussen de experimentele groep (pembrolizumab) en controle groep (placebo) te analyseren over een periode van ## maanden, waarbij de hazard ratio (HR) de grootte van het effect aanduidt Het percentage ziektevrije overleving na ## maanden is ##,#% (##%BI= (##,# tot ##,#)) in de pembrolizumab en <PERSOON> (###) rapporteert niet over het verschil in ##-maanden totale overleving tussen de pembrolizumab <PERSOON> (###) rapporteert niet over het verschil in ##-maanden afstandsmetastase vrije overleving tussen <PERSOON> (###) rapporteert over het percentage complicaties in beide groepen, maar toetst deze verschillen in de pembrolizumab arm een behandelings-gerelateerde myositis Tabel # geeft een overzicht van behandel In de studie van Long (###) wordt een survival analyse uitgevoerd om het verschil in tijd tot het optreden van een bepaald event (ziekte of dood) tussen de experimentele groep (dabrafenib + trametinib) en controle groep (placebo) te analyseren over een periode van drie jaar, waarbij de hazard ratio (HR) de grootte van het effect aanduidt Het percentage recidiefvrije overleving na drie jaar is ##% in de dabrafenib + trametinib groep en ##% in de placebo groep De <LEEFTIJD>-jaar recidiefvrije overleving was statistisch significant langer in de dabrafenib + Het percentage patiënten met een totale overleving na drie jaar follow-up is ##% in de dabrafenib + trametinib groep en ##% in de placebo groep De <LEEFTIJD>-jaar totale overleving was langer in de dabrafenib + trametinib groep significant gerekend worden conform het van tevoren gedefinieerde statistische plan (p=#,###) Long (###) rapporteert over het percentage complicaties in beide groepen, maar toetst deze verschillen niet op dabrafenib + trametinib groep en ##% in de placebogroep In de dabrafenib + trametinib groep waren bij ### patiënten (##%) complicaties opgetreden die er voor zorgde dat de behandeling werd gestaakt versus ## Tabel # Behandel gerelateerde complicaties Dabraf enib plus Trametinib versus Placebo (Long, Note Bijwerkingen die werden gemeld bij meer dan ##% van de patiënten die combinatietherapie kregen dabraf enib plus trametinib NA geef t aan niet van toepassing Er was geen behandelingsgerelateerd overlijden Voor het bepalen van de bewijskracht op uitkomstmaatniveau zijn onderstaande GRADE-pro tabellen gebruikt Tabel # Gradering van bewijskracht per uitkomstmaat ipilimumab versus placebo (GRADE-pro) Vraagstelling Ipilimumab compared to placebo in the treatment of patients with stage III melanoma Gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven op <LEEFTIJD> jaar f ollow-up (vastgesteld met <PERSOON> f rom CI Confidence interval; HR Hazard Ratio; SMD Standardised mean difference Explanations a ##%BI overschrijdt default grens voor klinische relevantie (/ studie voldoet niet aan optimal Tabel # Gradering van bewijskracht per uitkomstmaat ipilimumab versus nivolumab (GRADE-pro) Vraagstelling Ipilimumab compared to nivolumab in in the treatment of patients with stage III melanoma Explanations a ##%BI overschrijdt default grens voor klinische relevantie (/ studie voldoet niet aan optimal Tabel ## Gradering van bewijskracht per uitkomstmaat pembrolizumab versus placebo (GRADE-pro) Vraagstelling Pembrolizumab compared to placebo in in the treatment of patients with stage III melanoma Tabel ##.
683
fms
deze verschillen niet op dabrafenib + trametinib groep en ##% in de placebogroep In de dabrafenib + trametinib groep waren bij ### patiënten (##%) complicaties opgetreden die er voor zorgde dat de behandeling werd gestaakt versus ## Tabel # Behandel gerelateerde complicaties Dabraf enib plus Trametinib versus Placebo (Long, Note Bijwerkingen die werden gemeld bij meer dan ##% van de patiënten die combinatietherapie kregen dabraf enib plus trametinib NA geef t aan niet van toepassing Er was geen behandelingsgerelateerd overlijden Voor het bepalen van de bewijskracht op uitkomstmaatniveau zijn onderstaande GRADE-pro tabellen gebruikt Tabel # Gradering van bewijskracht per uitkomstmaat ipilimumab versus placebo (GRADE-pro) Vraagstelling Ipilimumab compared to placebo in the treatment of patients with stage III melanoma Gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven op <LEEFTIJD> jaar f ollow-up (vastgesteld met <PERSOON> f rom CI Confidence interval; HR Hazard Ratio; SMD Standardised mean difference Explanations a ##%BI overschrijdt default grens voor klinische relevantie (/ studie voldoet niet aan optimal Tabel # Gradering van bewijskracht per uitkomstmaat ipilimumab versus nivolumab (GRADE-pro) Vraagstelling Ipilimumab compared to nivolumab in in the treatment of patients with stage III melanoma Explanations a ##%BI overschrijdt default grens voor klinische relevantie (/ studie voldoet niet aan optimal Tabel ## Gradering van bewijskracht per uitkomstmaat pembrolizumab versus placebo (GRADE-pro) Vraagstelling Pembrolizumab compared to placebo in in the treatment of patients with stage III melanoma Tabel ## dabraf enib + trametinib versus placebo (GRADEpro) Vraagstelling Dabrafenib + trametinib versus placebo voor in the treatment of patients with stage III Risk Inconsistentie Indirect Onnauwkeurigheid Andere dabraf enib placebo Explanations a ##%BI overschrijdt default grens voor klinische relevantie (/ studie voldoet niet aan optimal Wat zijn de gunstige en ongunstige effecten van adjuvante therapie in de behandeling van patiënten na (O)utcome overleving, ziektevrije overleving, afstandsmetastasevrije overleving, toxiciteit (gradatie ernst bijwerkingen, volgens Common Terminology Criteria for Adverse Events, CTCAE), kosten en gezondheid De werkgroep achtte totale overleving de cruciale uitkomst maat, echter gezien het ontbreken van mature data hieromtrent is momenteel gekozen voor ziektevrije overleving, toxiciteit en gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven als een voor de besluitvorming cruciale uitkomstmaat; afstandmetastase-vrije overleving, en kosten zijn daarnaast belangrijke uitkomstmaten Om de minimale klinisch relevante verschillen te duiden zijn de default ### met relevante zoektermen gezocht naar adjuvante therapie bij patiënten met resectie van stadium III/IV melanoom De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria placebogecontroleerd onderzoek, primair vergelijkend onderzoek en stadium III/IV melanoom na resectie Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie ## studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens # studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Verantwoording), en # studies In totaal zijn zes studies opgenomen in de literatuuranalyse De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten.
604
fms
enib + trametinib versus placebo (GRADEpro) Vraagstelling Dabrafenib + trametinib versus placebo voor in the treatment of patients with stage III Risk Inconsistentie Indirect Onnauwkeurigheid Andere dabraf enib placebo Explanations a ##%BI overschrijdt default grens voor klinische relevantie (/ studie voldoet niet aan optimal Wat zijn de gunstige en ongunstige effecten van adjuvante therapie in de behandeling van patiënten na (O)utcome overleving, ziektevrije overleving, afstandsmetastasevrije overleving, toxiciteit (gradatie ernst bijwerkingen, volgens Common Terminology Criteria for Adverse Events, CTCAE), kosten en gezondheid De werkgroep achtte totale overleving de cruciale uitkomst maat, echter gezien het ontbreken van mature data hieromtrent is momenteel gekozen voor ziektevrije overleving, toxiciteit en gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven als een voor de besluitvorming cruciale uitkomstmaat; afstandmetastase-vrije overleving, en kosten zijn daarnaast belangrijke uitkomstmaten Om de minimale klinisch relevante verschillen te duiden zijn de default ### met relevante zoektermen gezocht naar adjuvante therapie bij patiënten met resectie van stadium III/IV melanoom De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria placebogecontroleerd onderzoek, primair vergelijkend onderzoek en stadium III/IV melanoom na resectie Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie ## studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens # studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Verantwoording), en # studies In totaal zijn zes studies opgenomen in de literatuuranalyse De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten <PERSOON> AM Health-related quality of life with adjuvant ipilimumab versus placebo after complete resection of high-risk stage <PERSOON> H, <PERSOON> O, <PERSOON> RK, de <PERSOON> ipilimumab versus placebo after complete resection of high-risk stage III melanoma (EORTC ###) a randomised, double-blind, phase # trial Lancet Oncol ### <PERSOON>;##(#) ###-## doi <DATUM> <PERSOON> ### Mar ## Erratum in Lancet Oncol ### <PERSOON>;##(#) e### Lancet Oncol ### <PERSOON>;## (#) e### # - <PERSOON> H, <PERSOON> O, <PERSOON-##> L, <PERSOON-##> L, <PERSOON-##> in Stage III Melanoma with <PERSOON-##> J Med ### Nov ##;###(##) ###-### Epub ### Oct # PubMed PMID <PATIENTNUMMER>#; # - Long <PERSOON-##> A,.
556
fms
<PERSOON> AM Health-related quality of life with adjuvant ipilimumab versus placebo after complete resection of high-risk stage <PERSOON> H, <PERSOON> O, <PERSOON> RK, de <PERSOON> ipilimumab versus placebo after complete resection of high-risk stage III melanoma (EORTC ###) a randomised, double-blind, phase # trial Lancet Oncol ### <PERSOON>;##(#) ###-## doi <DATUM> <PERSOON> ### Mar ## Erratum in Lancet Oncol ### <PERSOON>;##(#) e### Lancet Oncol ### <PERSOON>;## (#) e### # - <PERSOON> H, <PERSOON> O, <PERSOON-##> L, <PERSOON-##> L, <PERSOON-##> in Stage III Melanoma with <PERSOON-##> J Med ### Nov ##;###(##) ###-### Epub ### Oct # PubMed PMID <PATIENTNUMMER>#; # - Long <PERSOON-##> JM Adjuvant Dabrafenib plus Trametinib in <PERSOON-##> JJ, Butler MO, Middleton <PERSOON-##> MB, Long <PERSOON-##> N, <PERSOON-##> TM, de <PERSOON-##> PA; CheckMate ### Collaborators Adjuvant Nivolumab versus Ipilimumab in Resected Stage III or <PERSOON-##> J Med ### Nov #;###(##) ###-### doi <DATUM> <PERSOON-##> CU, Mandala M, Long <PERSOON-##> JJ, Gutzmer R, <PERSOON-##> P, <PERSOON-##> ACJ, Suciu S, <PERSOON-##> versus Placebo in <PERSOON-##> J Med ### <PERSOON> ##;###(##) ###-### Wat zijn de indicaties voor adjuvante radiotherapie bij patiënten met melanoom na lymfeklierdissectie? Er wordt geadviseerd om bij patiënten met een hoog risico op een regionaal recidief en een relatief gunstige prognose ter verbetering van de ziektevrije overleving, na het verrichten van een lymfeklierdissectie, adjuvante.
508
fms
in <PERSOON> JJ, Butler MO, Middleton <PERSOON> MB, Long <PERSOON> N, <PERSOON> TM, de <PERSOON> PA; CheckMate ### Collaborators Adjuvant Nivolumab versus Ipilimumab in Resected Stage III or <PERSOON> J Med ### Nov #;###(##) ###-### doi <DATUM> <PERSOON> CU, Mandala M, Long <PERSOON> JJ, Gutzmer R, <PERSOON> P, <PERSOON-##> ACJ, Suciu S, <PERSOON-##> versus Placebo in <PERSOON-##> J Med ### <PERSOON-##> ##;###(##) ###-### Wat zijn de indicaties voor adjuvante radiotherapie bij patiënten met melanoom na lymfeklierdissectie? Er wordt geadviseerd om bij patiënten met een hoog risico op een regionaal recidief en een relatief gunstige prognose ter verbetering van de ziektevrije overleving, na het verrichten van een lymfeklierdissectie, adjuvante Er zijn aanwijzingen dat radiotherapie na het verrichten van een lymfeklierdissectie bij hoog risico patiënten de Er zijn aanwijzingen dat adjuvante regionale radiotherapie na een lymfeklierdissectie geen invloed heeft op de Er zijn aanwijzingen dat doses )## Gy nodig zijn om de regionale recidief kans na een lymfeklierdissectie te In een retrospectief onderzoek over een periode van <LEEFTIJD> jaar bij ### patiënten die een lymphadenectomie ondergingen zonder radiotherapie, was de regionale recidiefkans van ##% na een follow-up periode van tien jaar De recidieven deden zich vooral voor binnen twee jaar na de klierdissectie [<PERSOON-##> ### (#)] Meerdere niet gerandomiseerde studies suggereren een betere regionale controle met adjuvante radiotherapie na een therapeutische lymfeklierdissectie bij klierpositieve melanomen [Agrawal ### (#); Ballo ### (#), Ballo ### (#), Bibault ### (#); Strojan ### (#)] De regionale controle na radiotherapie lag daarbij na radiotherapie op ###% vergeleken bij ##-##% controle na chirurgie alleen Het voordeel is waarschijnlijk het grootst bij patiënten met een hoog risico op een regionaal recidief De meeste studies lieten geen verschil in overleving zien De gebruikte doses waren meestal groter dan het biologisch equivalent van ## Gy in # Gy Een retrospectieve analyse in ## lymfeklierdissectiepatiënten met een hoog risico op een regionaal recidief liet een verbetering in regionale controle zien van ##% naar ##% bij doses van respectievelijk ( ## Gy en ) ## Gy [Bibault ### (#)] In een recente fase III studie werd de rol van adjuvante radiotherapie onderzocht bij patiënten met een hoog risico op een regionaal recidief na een regionale lymfeklierdissectie.
581
fms
bij hoog risico patiënten de Er zijn aanwijzingen dat adjuvante regionale radiotherapie na een lymfeklierdissectie geen invloed heeft op de Er zijn aanwijzingen dat doses )## Gy nodig zijn om de regionale recidief kans na een lymfeklierdissectie te In een retrospectief onderzoek over een periode van <LEEFTIJD> jaar bij ### patiënten die een lymphadenectomie ondergingen zonder radiotherapie, was de regionale recidiefkans van ##% na een follow-up periode van tien jaar De recidieven deden zich vooral voor binnen twee jaar na de klierdissectie [<PERSOON> ### (#)] Meerdere niet gerandomiseerde studies suggereren een betere regionale controle met adjuvante radiotherapie na een therapeutische lymfeklierdissectie bij klierpositieve melanomen [Agrawal ### (#); Ballo ### (#), Ballo ### (#), Bibault ### (#); Strojan ### (#)] De regionale controle na radiotherapie lag daarbij na radiotherapie op ###% vergeleken bij ##-##% controle na chirurgie alleen Het voordeel is waarschijnlijk het grootst bij patiënten met een hoog risico op een regionaal recidief De meeste studies lieten geen verschil in overleving zien De gebruikte doses waren meestal groter dan het biologisch equivalent van ## Gy in # Gy Een retrospectieve analyse in ## lymfeklierdissectiepatiënten met een hoog risico op een regionaal recidief liet een verbetering in regionale controle zien van ##% naar ##% bij doses van respectievelijk ( ## Gy en ) ## Gy [Bibault ### (#)] In een recente fase III studie werd de rol van adjuvante radiotherapie onderzocht bij patiënten met een hoog risico op een regionaal recidief na een regionale lymfeklierdissectie meer dan # parotisklier, meer dan # hals of okselklieren, meer dan # liesklieren, extracapsulaire uitbreiding, klieren groter dan # cm, of groter dan # cm in de lies In deze studie werden ### patiënten gerandomiseerd tussen observatie versus regionale radiotherapie met een dosis van ## Gy in ## fracties van #,# Gy De studie bevestigde dat bestraling de ziektevrije overleving significant verbeterde (HR # ##, p=# ###), maar zonder effect # - <PERSOON> RJ, Gibbs JF, Proulx GM, et al Nodal basin recurrence after lymph node dissection for melanoma implications for # - Agrawal S, <PERSOON> JM, Guadagnolo BA et al <PERSOON> benefits of adjuvant radiation therapy after therapeutic # - Ballo MT, <PERSOON> MI, Cormier JN, Myers JN, <PERSOON> JE, Gershenwald JE, et al Combined modality therapy for patients with regional nodal metastases from melanoma <PERSOON> MT, Strom EA, Zagars GK, Bedikan AY, Prieto VG, Mansfield PF, <PERSOON> JE, Gershenwald JE, <PERSOON> MI Adjuvant irradiation for axillary metastases from malignant melanoma <PERSOON> JE, <PERSOON> L, et al <PERSOON> radiation therapy in metastatic # - <PERSOON> metastases to the neck nodes role of adjuvant # - <PERSOON-##> MA, Burmeister b, <PERSOON-##> JF, Di lulio <PERSOON-##> R, <PERSOON-##> A, et al.
679
fms
parotisklier, meer dan # hals of okselklieren, meer dan # liesklieren, extracapsulaire uitbreiding, klieren groter dan # cm, of groter dan # cm in de lies In deze studie werden ### patiënten gerandomiseerd tussen observatie versus regionale radiotherapie met een dosis van ## Gy in ## fracties van #,# Gy De studie bevestigde dat bestraling de ziektevrije overleving significant verbeterde (HR # ##, p=# ###), maar zonder effect # - <PERSOON> RJ, Gibbs JF, Proulx GM, et al Nodal basin recurrence after lymph node dissection for melanoma implications for # - Agrawal S, <PERSOON> JM, Guadagnolo BA et al <PERSOON> benefits of adjuvant radiation therapy after therapeutic # - Ballo MT, <PERSOON> MI, Cormier JN, Myers JN, <PERSOON> JE, Gershenwald JE, et al Combined modality therapy for patients with regional nodal metastases from melanoma <PERSOON> MT, Strom EA, Zagars GK, Bedikan AY, Prieto VG, Mansfield PF, <PERSOON> JE, Gershenwald JE, <PERSOON> MI Adjuvant irradiation for axillary metastases from malignant melanoma <PERSOON> JE, <PERSOON> L, et al <PERSOON> radiation therapy in metastatic # - <PERSOON> metastases to the neck nodes role of adjuvant # - <PERSOON-##> MA, Burmeister b, <PERSOON-##> JF, Di lulio <PERSOON-##> R, <PERSOON-##> A, et al node field control in melanoma patients after lymphadenectomy Results of an intergroup randomized trial (ANZMTG Wat is de indicatie voor adjuvante regionale geïsoleerde perfusie bij patiënten met een primair melanoom van De werkgroep is van mening dat er geen indicatie is voor adjuvante regionale geïsoleerde perfusie bij patiënten Bij irresectabele metastasen van een extremiteit is een regionale geïsoleerde perfusie met melfalan de eerste keus Bij zogenoemde ‘bulky disease' gaat de voorkeur uit naar een perfusie, waarbij melfalan wordt In <LOCATIE> worden in vier klinieken (Academisch Ziekenhuis <LOCATIE>, het <PERSOON-##> ziekenhuis (<LOCATIE>), <PERSOON-##>) en <PERSOON-##>)) regionale perfusies uitgevoerd De indicatie voor perfusie Bij perfusie wordt de bloedcirculatie van een arm of been geïsoleerd en aangesloten op een extracorporaal ## tot ## minuten doorspoeld met een of twee geneesmiddelen Door de isolatie kunnen deze geneesmiddelen zeer hoog gedoseerd worden omdat vitale organen niet worden getroffen Controle van de isolatie vindt plaats door middel van een in het extracorporale circuit ingespoten radionfarmacon Eventuele lekkage naar de Er is geen plaats voor adjuvante perfusie bij een primair melanoom van de extremiteit [<PERSOON-##> ### (#)] Als indicatie voor therapeutische perfusie geldt uitgebreide tumorgroei in een extremiteit, zoals satellitosis en in-transitmetastasen Amputatie van een extremiteit kan in deze situaties meestal worden voorkomen Aanvankelijk werd bij perfusie het chemotherapeuticum melfalan gebruikt Met dit middel werd bij ongeveer.
611
fms
control in melanoma patients after lymphadenectomy Results of an intergroup randomized trial (ANZMTG Wat is de indicatie voor adjuvante regionale geïsoleerde perfusie bij patiënten met een primair melanoom van De werkgroep is van mening dat er geen indicatie is voor adjuvante regionale geïsoleerde perfusie bij patiënten Bij irresectabele metastasen van een extremiteit is een regionale geïsoleerde perfusie met melfalan de eerste keus Bij zogenoemde ‘bulky disease' gaat de voorkeur uit naar een perfusie, waarbij melfalan wordt In <LOCATIE> worden in vier klinieken (Academisch Ziekenhuis <LOCATIE>, het <PERSOON> ziekenhuis (<LOCATIE>), <PERSOON>) en <PERSOON>)) regionale perfusies uitgevoerd De indicatie voor perfusie Bij perfusie wordt de bloedcirculatie van een arm of been geïsoleerd en aangesloten op een extracorporaal ## tot ## minuten doorspoeld met een of twee geneesmiddelen Door de isolatie kunnen deze geneesmiddelen zeer hoog gedoseerd worden omdat vitale organen niet worden getroffen Controle van de isolatie vindt plaats door middel van een in het extracorporale circuit ingespoten radionfarmacon Eventuele lekkage naar de Er is geen plaats voor adjuvante perfusie bij een primair melanoom van de extremiteit [<PERSOON> ### (#)] Als indicatie voor therapeutische perfusie geldt uitgebreide tumorgroei in een extremiteit, zoals satellitosis en in-transitmetastasen Amputatie van een extremiteit kan in deze situaties meestal worden voorkomen Aanvankelijk werd bij perfusie het chemotherapeuticum melfalan gebruikt Met dit middel werd bij ongeveer aanhield Bij circa ##% van de patiënten werd een partiële remissie bereikt, terwijl bij de overige ##% van de patiënten een tijdelijke stabilisatie van het tumorproces werd gezien [<PERSOON> ### (#)] Bij grote recidieven heeft het de voorkeur het cytokine tumorrnecrosefactor-alpha (TNFa) aan melfalan toe te voegen Een compleet remissiepercentage van ongeveer ##% kan met deze combinatie worden bereikt De remissieduur is waarschijnlijk niet verschillend van een perfusie met melfalan alleen [<PERSOON> is bekend dat de locoregionale toxiciteit niet toeneemt door de toevoeging van TNFa De systemische toxiciteit bij lekkage is wel ernstiger dan bij een perfusie met melfalan alleen Sommige patiënten hebben na een perfusie waarbij TNFa wordt toegediend koorts en rillingen die optreden binnen vier uur na de behandeling Hypotensie is met extra toediening van infusievloeistof goed op te vangen Soms is opname op een afdeling # - <PERSOON> S, et al Prophylactic isolated limb perfusion for localized, high-risk limb melanoma results of a multicenter randomized phase III trial European Organization for Research and Treatment of <PERSOON> AN van, <PERSOON> AM, <PERSOON-##> HR, Hart <INSTELLING> Prognostic factors for tumor response and limb recurrence-free interval in patients with advanced melanoma of the limbs treated with regional isolated perfusion with # - Fraker DL, <PERSOON-##> M, et al A phase III trial of isolated limb perfusion for extremity melanoma comparing.
570
fms
bereikt, terwijl bij de overige ##% van de patiënten een tijdelijke stabilisatie van het tumorproces werd gezien [<PERSOON> ### (#)] Bij grote recidieven heeft het de voorkeur het cytokine tumorrnecrosefactor-alpha (TNFa) aan melfalan toe te voegen Een compleet remissiepercentage van ongeveer ##% kan met deze combinatie worden bereikt De remissieduur is waarschijnlijk niet verschillend van een perfusie met melfalan alleen [<PERSOON> is bekend dat de locoregionale toxiciteit niet toeneemt door de toevoeging van TNFa De systemische toxiciteit bij lekkage is wel ernstiger dan bij een perfusie met melfalan alleen Sommige patiënten hebben na een perfusie waarbij TNFa wordt toegediend koorts en rillingen die optreden binnen vier uur na de behandeling Hypotensie is met extra toediening van infusievloeistof goed op te vangen Soms is opname op een afdeling # - <PERSOON> S, et al Prophylactic isolated limb perfusion for localized, high-risk limb melanoma results of a multicenter randomized phase III trial European Organization for Research and Treatment of <PERSOON> AN van, <PERSOON> AM, <PERSOON> HR, Hart <INSTELLING> Prognostic factors for tumor response and limb recurrence-free interval in patients with advanced melanoma of the limbs treated with regional isolated perfusion with # - Fraker DL, <PERSOON> M, et al A phase III trial of isolated limb perfusion for extremity melanoma comparing <PERSOON> ###;# s# # - <PERSOON> A, et al Analysis of the EORTC Melanoma Group ### randomized trial on # intermediate dose schedules of IFN-alpha#b compared with observation in ### patients with high risk melanoma stages De aanbevelingen voor gemetastaseerde ziekte met betrekking tot patienten met melanoom van de huid zijn Wat is de geadviseerde diagnostiek en stadiëring voor patiënten met aanwijzingen voor Bij "Onderbouwing" wordt de aanbevolen diagnostiek en stadiëring beschreven bij gemetastaseerde ziekte In verband met de snelle ontwikkelingen op het gebied van systemische therapie heeft de werkgroep besloten de concepttekst "systemische therapie (ipilimumab)" terug te trekken voor publicatie De binnengekomen commentaren onderstrepen dit gegeven; de huidige concept module is reeds bij publicatie achterhaald Tevens is de werkgroep van mening dat de huidige richtlijntekst (versie ###) niet meer voldoet Deze representeert niet de huidige klinische praktijk Het voorstel van de werkgroep is om deze tekst uit te grijzen en bovendien deze module te voorzien van #) een verwijzing naar de werkafspraken gemaakt door de internist/oncologen uit de melanoomcentra en #) een op te stellen plan van aanpak voor een update van dit Door de opdrachtgever (NIV) voor deze module wordt in overleg met de eigenaar van de richtlijn (NVDV) en de ‘richtlijnwerkgroep met verlengd mandaat i o ' naar een passende oplossing gezocht voor de lange termijn Hematogene metastasen zijn de initiële plaats van recidivering bij ##% van de patiënten bij wie de ziekte terugkomt.
573
fms
Surg Oncol ###;# s# # - <PERSOON> A, et al Analysis of the EORTC Melanoma Group ### randomized trial on # intermediate dose schedules of IFN-alpha#b compared with observation in ### patients with high risk melanoma stages De aanbevelingen voor gemetastaseerde ziekte met betrekking tot patienten met melanoom van de huid zijn Wat is de geadviseerde diagnostiek en stadiëring voor patiënten met aanwijzingen voor Bij "Onderbouwing" wordt de aanbevolen diagnostiek en stadiëring beschreven bij gemetastaseerde ziekte In verband met de snelle ontwikkelingen op het gebied van systemische therapie heeft de werkgroep besloten de concepttekst "systemische therapie (ipilimumab)" terug te trekken voor publicatie De binnengekomen commentaren onderstrepen dit gegeven; de huidige concept module is reeds bij publicatie achterhaald Tevens is de werkgroep van mening dat de huidige richtlijntekst (versie ###) niet meer voldoet Deze representeert niet de huidige klinische praktijk Het voorstel van de werkgroep is om deze tekst uit te grijzen en bovendien deze module te voorzien van #) een verwijzing naar de werkafspraken gemaakt door de internist/oncologen uit de melanoomcentra en #) een op te stellen plan van aanpak voor een update van dit Door de opdrachtgever (NIV) voor deze module wordt in overleg met de eigenaar van de richtlijn (NVDV) en de ‘richtlijnwerkgroep met verlengd mandaat i o ' naar een passende oplossing gezocht voor de lange termijn Hematogene metastasen zijn de initiële plaats van recidivering bij ##% van de patiënten bij wie de ziekte terugkomt In driekwart van de gevallen doen metastasen op afstand zich voor binnen drie jaar na initiële diagnose van de primaire tumor Melanomen kunnen naar praktisch elk orgaan of weefsel metastaseren Wanneer zich hematogene metastasering (stadium IV) heeft ontwikkeld, is curatie praktisch uitgesloten Systemische behandeling van patiënten met gemetastaseerd melanoom is palliatief De mediane overleving in diverse onderzoeken varieert tussen vijf en elf maanden, en minder dan ##% van de patiënten bereikt een meerjarige overleving Diverse prognostische factoren die de overleving kunnen beïnvloeden, zijn geïdentificeerd Op basis van verschillen in prognose ten aanzien van overleving worden patiënten met een op afstand gemetastaseerd melanoom onderverdeeld in drie categorieën patiënten met niet-viscerale metastasen (M#a), met longmetastasen (M#b), en met overige viscerale metastasen en/of verhoogd serum-LDH (M#c) In het licht van het bovenstaande wordt bij een patiënt met aanwijzingen voor afstandsmetastasen aanvullend beeldvormend onderzoek gedaan om de uitgebreidheid van de metastasering vast te stellen Ook wordt oriënterend laboratoriumonderzoek gedaan met in ieder geval een serum-LDH-bepaling Routine CT en MRIonderzoek van de hersenen bij asymptomatische patiënten wordt niet geadviseerd Histologische of cytologische bevestiging van de diagnose moet worden nagestreefd, tenzij er op klinische gronden geen twijfel is Bij een enkelvoudige afwijking dient histologische of cytologische bevestiging wel te worden verkregen Vaak wordt bij een afwijking die suspect is voor melanoommetastase (regionaal of op afstand) een cytologische (dunnenaald)punctie verricht om na te gaan of het inderdaad een melanoommetastase betreft.
586
fms
doen metastasen op afstand zich voor binnen drie jaar na initiële diagnose van de primaire tumor Melanomen kunnen naar praktisch elk orgaan of weefsel metastaseren Wanneer zich hematogene metastasering (stadium IV) heeft ontwikkeld, is curatie praktisch uitgesloten Systemische behandeling van patiënten met gemetastaseerd melanoom is palliatief De mediane overleving in diverse onderzoeken varieert tussen vijf en elf maanden, en minder dan ##% van de patiënten bereikt een meerjarige overleving Diverse prognostische factoren die de overleving kunnen beïnvloeden, zijn geïdentificeerd Op basis van verschillen in prognose ten aanzien van overleving worden patiënten met een op afstand gemetastaseerd melanoom onderverdeeld in drie categorieën patiënten met niet-viscerale metastasen (M#a), met longmetastasen (M#b), en met overige viscerale metastasen en/of verhoogd serum-LDH (M#c) In het licht van het bovenstaande wordt bij een patiënt met aanwijzingen voor afstandsmetastasen aanvullend beeldvormend onderzoek gedaan om de uitgebreidheid van de metastasering vast te stellen Ook wordt oriënterend laboratoriumonderzoek gedaan met in ieder geval een serum-LDH-bepaling Routine CT en MRIonderzoek van de hersenen bij asymptomatische patiënten wordt niet geadviseerd Histologische of cytologische bevestiging van de diagnose moet worden nagestreefd, tenzij er op klinische gronden geen twijfel is Bij een enkelvoudige afwijking dient histologische of cytologische bevestiging wel te worden verkregen Vaak wordt bij een afwijking die suspect is voor melanoommetastase (regionaal of op afstand) een cytologische (dunnenaald)punctie verricht om na te gaan of het inderdaad een melanoommetastase betreft Om voldoende ervaring op te kunnen bouwen verdient het aanbeveling deze verrichting te concentreren bij een klein De aanwezigheid van melanoomcellen is over het algemeen goed aan te tonen of uit te sluiten aan de hand van morfologische beeld niet duidelijk is, kan aanvullend immunocytochemisch onderzoek worden verricht en/of worden gekozen voor een aanvullende ingreep, zoals een dikkenaaldbiopsie of chirurgische biopsie voor # - Hwu WJ, Balch CM, Houghton AN Diagnosis of stage IV disease Cutaneous melanoma Balch CM, Houghton AN, Sober # - Balch CM, Soong SJ, Gershenwald JE, et al Prognostic factors analysis of <DATUM> melanoma patients validation of the Wat is het juiste moment en wijze waarop mutatieanalyse ten behoeve van gerichte systeemtherapie bij patiënten met inoperabel stadium III melanoom en melanoom stadium IV dient te worden verricht? De BRAF-test dient bij voorkeur op een recente dan wel nog aanwezige melanoommetastase te worden (In verband met tumorheterogeniteit; er kan een discrepantie in mutatiestatus tussen het primaire melanoom en de metastasen zijn Tevens is de diagnose melanoommetastase op die manier ook altijd histologisch of Het verrichten van een BRAF-test wordt alleen aanbevolen bij metastasen van primaire melanomen van de huid en in beperkte mate bij metastasen van primaire slijmvliesmelanomen Indien geen mutatie wordt gevonden op grond van locatie van het primaire melanoom en de vooraf -kans op een BRAF mutatie op grond van locatie van het primaire melanoom wel hoog is, kan overwogen worden een ander extra melanoom sample van dezelfde patiënt te testen BRAF-testen bij metastasen van primair uvea-of centraal zenuwstelselmelanoom zijn niet.
575
fms
bij een klein De aanwezigheid van melanoomcellen is over het algemeen goed aan te tonen of uit te sluiten aan de hand van morfologische beeld niet duidelijk is, kan aanvullend immunocytochemisch onderzoek worden verricht en/of worden gekozen voor een aanvullende ingreep, zoals een dikkenaaldbiopsie of chirurgische biopsie voor # - Hwu WJ, Balch CM, Houghton AN Diagnosis of stage IV disease Cutaneous melanoma Balch CM, Houghton AN, Sober # - Balch CM, Soong SJ, Gershenwald JE, et al Prognostic factors analysis of <DATUM> melanoma patients validation of the Wat is het juiste moment en wijze waarop mutatieanalyse ten behoeve van gerichte systeemtherapie bij patiënten met inoperabel stadium III melanoom en melanoom stadium IV dient te worden verricht? De BRAF-test dient bij voorkeur op een recente dan wel nog aanwezige melanoommetastase te worden (In verband met tumorheterogeniteit; er kan een discrepantie in mutatiestatus tussen het primaire melanoom en de metastasen zijn Tevens is de diagnose melanoommetastase op die manier ook altijd histologisch of Het verrichten van een BRAF-test wordt alleen aanbevolen bij metastasen van primaire melanomen van de huid en in beperkte mate bij metastasen van primaire slijmvliesmelanomen Indien geen mutatie wordt gevonden op grond van locatie van het primaire melanoom en de vooraf -kans op een BRAF mutatie op grond van locatie van het primaire melanoom wel hoog is, kan overwogen worden een ander extra melanoom sample van dezelfde patiënt te testen BRAF-testen bij metastasen van primair uvea-of centraal zenuwstelselmelanoom zijn niet en ook niet-responderende BRAFD### mutaties te detecteren, en dient daarnaast het specifieke type mutatie te identificeren (BRAF-mutaties andere dan BRAFV###E komen tot in circa ##% van melanomen met BRAFmutaties voor) Het verrichten van aanvullende bepalingen waaronder de NRAS- en KIT -mutatie status wordt aanbevolen bij De gebruikte BRAF-test dient gevalideerd te zijn en uitgevoerd te worden door een moleculair diagnostisch laboratorium dat hiertoe is uitgerust, deelneemt aan kwaliteitsrondzendingen en daarbij goed scoort, en bij Ten behoeve van de nationale registratie dient de uitslag van de moleculaire test de aangetoonde BRAF mutatie Het is wenselijk dat de uitslag van de BRAF-test binnen vijf dagen na binnenkomst van het tumormateriaal bij het gecodeerd door het gemuteerde <PERSOON>, worden gebruikt in de behandeling van volwassen melanoompatiënten met een BRAF-V### mutatie die inoperabel zijn of metastasen hebben Deze BRAF remmers verlengen significant de mediane overleving in melanoompatiënten met BRAF- V### mutaties [<PERSOON> V### mutante melanomen reageren, vaak snel, op therapie met BRAF remmers [Sosman ###(##), Flaherty ###(##)] Een mutatie in het signaaltransductieroute, die een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van melanocytaire tumoren waaronder Naast BRAF komen bij melanomen ook andere mutaties voor in genen van de MAP-kinase signaaltransductieroute zoals NRAS, GNAQ, GNA## en KIT Ook voor deze genen worden steeds vaker -nu Op dit moment ontbreken richtlijnen over het moment en de wijze waarop moleculaire testen voor specifieke mutaties ten behoeve van gerichte therapie, ook BRAF-testen, bij melanoom dienen te gebeuren Deze richtlijn.
593
fms
te detecteren, en dient daarnaast het specifieke type mutatie te identificeren (BRAF-mutaties andere dan BRAFV###E komen tot in circa ##% van melanomen met BRAFmutaties voor) Het verrichten van aanvullende bepalingen waaronder de NRAS- en KIT -mutatie status wordt aanbevolen bij De gebruikte BRAF-test dient gevalideerd te zijn en uitgevoerd te worden door een moleculair diagnostisch laboratorium dat hiertoe is uitgerust, deelneemt aan kwaliteitsrondzendingen en daarbij goed scoort, en bij Ten behoeve van de nationale registratie dient de uitslag van de moleculaire test de aangetoonde BRAF mutatie Het is wenselijk dat de uitslag van de BRAF-test binnen vijf dagen na binnenkomst van het tumormateriaal bij het gecodeerd door het gemuteerde <PERSOON>, worden gebruikt in de behandeling van volwassen melanoompatiënten met een BRAF-V### mutatie die inoperabel zijn of metastasen hebben Deze BRAF remmers verlengen significant de mediane overleving in melanoompatiënten met BRAF- V### mutaties [<PERSOON> V### mutante melanomen reageren, vaak snel, op therapie met BRAF remmers [Sosman ###(##), Flaherty ###(##)] Een mutatie in het signaaltransductieroute, die een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van melanocytaire tumoren waaronder Naast BRAF komen bij melanomen ook andere mutaties voor in genen van de MAP-kinase signaaltransductieroute zoals NRAS, GNAQ, GNA## en KIT Ook voor deze genen worden steeds vaker -nu Op dit moment ontbreken richtlijnen over het moment en de wijze waarop moleculaire testen voor specifieke mutaties ten behoeve van gerichte therapie, ook BRAF-testen, bij melanoom dienen te gebeuren Deze richtlijn melanoom met verstand van zaken op het juiste moment en op het meest ge-eigende materiaal moet worden ingezet, om patiënten optimaal te kunnen selecteren voor behandeling met BRAF-remmers In deze ‘consensusbased’ –module geeft de werkgroep aan, dat er melanomen zijn waarin BRAF-mutaties niet voorkomen en waarin derhalve het testen van BRAF genmutaties niet zinvol is, dat er meer dan één type BRAF mutatie relevant BRAF remmers, dat er heterogeniteit is met betrekking tot de mutatiestatus in diverse melanoomsamples van betrokken in de melanoomzorg goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden en beperkingen van de diverse testen In het kader van centralisatie en registratie van zorg voor gemetastaseerde melanoompatiënten zoals die nu plaats vindt in <LOCATIE>, is het van belang, dat de voor BRAF-remmers relevante BRAF-mutaties getest worden en goed geregistreerd worden, zodat in de toekomst therapie-effecten het best kunnen worden Melanomen hebben vaak hot-spot mutaties in genen die coderen voor eiwitten van de MAP-kinase signaaltransductieroute De meest voorkomende mutatie in melanoom van de huid is een mutatie in het BRAFgen Diverse subtypen van melanoom hebben, mede afhankelijk van de lokalisatie van het primaire melanoom, een bepaalde mutatiefrequentie in verschillende genen uit deze MAP-kinase signaaltransductieroute [Whiteman ###(##)] De meeste afwijkende eiwitten die het gevolg zijn van deze gen-mutaties, kunnen inmiddels gericht geremd worden BRAF-mutaties zien we vooral in primaire melanomen van intermitterend aan zonlicht blootgestelde huid Daarentegen komen bij melanomen van het oog en het centraal zenuwstelsel juist GNAQen GNA##-mutaties frequent voor In lentigo maligna melanoom, acrolentigineus melanoom en.
610
fms
van zaken op het juiste moment en op het meest ge-eigende materiaal moet worden ingezet, om patiënten optimaal te kunnen selecteren voor behandeling met BRAF-remmers In deze ‘consensusbased’ –module geeft de werkgroep aan, dat er melanomen zijn waarin BRAF-mutaties niet voorkomen en waarin derhalve het testen van BRAF genmutaties niet zinvol is, dat er meer dan één type BRAF mutatie relevant BRAF remmers, dat er heterogeniteit is met betrekking tot de mutatiestatus in diverse melanoomsamples van betrokken in de melanoomzorg goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden en beperkingen van de diverse testen In het kader van centralisatie en registratie van zorg voor gemetastaseerde melanoompatiënten zoals die nu plaats vindt in <LOCATIE>, is het van belang, dat de voor BRAF-remmers relevante BRAF-mutaties getest worden en goed geregistreerd worden, zodat in de toekomst therapie-effecten het best kunnen worden Melanomen hebben vaak hot-spot mutaties in genen die coderen voor eiwitten van de MAP-kinase signaaltransductieroute De meest voorkomende mutatie in melanoom van de huid is een mutatie in het BRAFgen Diverse subtypen van melanoom hebben, mede afhankelijk van de lokalisatie van het primaire melanoom, een bepaalde mutatiefrequentie in verschillende genen uit deze MAP-kinase signaaltransductieroute [Whiteman ###(##)] De meeste afwijkende eiwitten die het gevolg zijn van deze gen-mutaties, kunnen inmiddels gericht geremd worden BRAF-mutaties zien we vooral in primaire melanomen van intermitterend aan zonlicht blootgestelde huid Daarentegen komen bij melanomen van het oog en het centraal zenuwstelsel juist GNAQen GNA##-mutaties frequent voor In lentigo maligna melanoom, acrolentigineus melanoom en De meest frequente mutatie in het BRAF gen in melanoom is de mono nucleotide puntmutatie in exon ## ter plaatse van codon ### (CTG), c ###T)A, die er toe leidt dat valine (V) wordt vervangen door glutaminezuur (Glu, E), de zogenaamde c ###T)A (p Val###Glu) mutatie, die vaak als de V###E mutatie wordt beschreven Tot voor kort werd aangenomen dat deze V###E mutatie in circa ##% van de melanomen met BRAF- mutaties aanwezig is Een aantal recente (anno ###) studies laat echter zien, dat andere mutaties van codon ### van het BRAF gen meer voorkomen dan aanvankelijk gedacht en dat ook deze melanomen gevoelig zijn voor vemurafenib of andere BRAF- remmers [McArthur ###(##), Chapman ###(##), Greaves ###(##), Rubinstein Naast deze gevoeligheid van andere BRAF-mutaties voor BRAF-remmers zijn er ook BRAF-mutaties gerapporteerd die ongevoelig blijken voor behandeling met BRAF-remmers, bijvoorbeeld het zogenaamde In ### verscheen een onderzoeksrapport, uitgevoerd door de European Medicines Agency, over de effectiviteit van vemurafenib in volwassen melanoompatiënten Op basis van de bevindingen van deze studie wordt behandeling niet te beperken tot de patiënten met een BRAFV###E –mutatie [Ascierto ###(##), da Rocha Ontwikkelingen in behandeling van melanoom gaan snel Er zijn inmiddels ook trials met combinaties van BRAF remmers en MEK remmers gaande, welke minder toxiciteit vertonen [Kwong ###(##), Kudchadkar ###(##)] Concluderend komt in tot circa ##% van de BRAF gemuteerde melanomen een niet-V###E mutatie voor, dit betreft ca ##-##% van alle melanoompatiënten Detectie van deze andere subtypen is relevant omdat ook hier.
687
fms
frequente mutatie in het BRAF gen in melanoom is de mono nucleotide puntmutatie in exon ## ter plaatse van codon ### (CTG), c ###T)A, die er toe leidt dat valine (V) wordt vervangen door glutaminezuur (Glu, E), de zogenaamde c ###T)A (p Val###Glu) mutatie, die vaak als de V###E mutatie wordt beschreven Tot voor kort werd aangenomen dat deze V###E mutatie in circa ##% van de melanomen met BRAF- mutaties aanwezig is Een aantal recente (anno ###) studies laat echter zien, dat andere mutaties van codon ### van het BRAF gen meer voorkomen dan aanvankelijk gedacht en dat ook deze melanomen gevoelig zijn voor vemurafenib of andere BRAF- remmers [McArthur ###(##), Chapman ###(##), Greaves ###(##), Rubinstein Naast deze gevoeligheid van andere BRAF-mutaties voor BRAF-remmers zijn er ook BRAF-mutaties gerapporteerd die ongevoelig blijken voor behandeling met BRAF-remmers, bijvoorbeeld het zogenaamde In ### verscheen een onderzoeksrapport, uitgevoerd door de European Medicines Agency, over de effectiviteit van vemurafenib in volwassen melanoompatiënten Op basis van de bevindingen van deze studie wordt behandeling niet te beperken tot de patiënten met een BRAFV###E –mutatie [Ascierto ###(##), da Rocha Ontwikkelingen in behandeling van melanoom gaan snel Er zijn inmiddels ook trials met combinaties van BRAF remmers en MEK remmers gaande, welke minder toxiciteit vertonen [Kwong ###(##), Kudchadkar ###(##)] Concluderend komt in tot circa ##% van de BRAF gemuteerde melanomen een niet-V###E mutatie voor, dit betreft ca ##-##% van alle melanoompatiënten Detectie van deze andere subtypen is relevant omdat ook hier In de komende jaren zal moeten blijken hoe de gevoeligheid van de diverse andere BRAF mutaties is voor diverse BRAF remmers Er is een multidisciplinair normeringsdocument opgesteld door de Stichting Oncologische Samenwerking (SONCOS), waarin kwaliteitsnormen zijn opgesteld voor de behandeling van diverse tumortypen, waaronder het melanoom ((WEBLINK)) Voor het melanoom geldt onder andere, dat systeemtherapie voor patiënten met op afstand gemetastaseerd melanoom gecentreerd wordt in een van de daarvoor specifiek aangewezen melanoomcentra en partners daarvan Een voorwaarde is, dat de melanoomcentra een register bijhouden van alle patiënten met gemetastaseerd melanoom, waarbij gegevens over kliniek, pathologie, moleculaire afwijkingen en therapie systematisch worden geregistreerd Naar verwachting zal dit een belangrijke bijdrage leveren aan een beter inzicht, welke BRAF-mutatie predictief is voor een respons op welke BRAF remmende therapie De recent opgerichte DICA (Dutch Institute for Clinical Auditing) uitkomstregistratie melanomen waarvan de BRAF-mutatieanalyse deel kan uitmaken, gedegen en volledig gebeurt In het normeringsdocument wordt dan ook gesteld dat de afdeling pathologie van een <INSTELLING> beschikt over specifieke expertise op het Er zijn diverse testen beschikbaar voor het aantonen van BRAF mutaties Tot op heden is er wereldwijd en ook in <LOCATIE> geen standaardprocedure In de Verenigde Staten heeft de FDA de cobas ® ### BRAF V### mutatietest goedgekeurd om BRAF-mutaties te detecteren <LOCATIE>zijn een drietal verschillende strategieën <PERSOON> waarbij volledige genen of exonen van genen worden geanalyseerd en waarbij identificatie van de exacte mutatie mogelijk is voorbeelden hiervan zijn Sanger of Next Generation Sequencing technieken (NGS).
679
fms
moeten blijken hoe de gevoeligheid van de diverse andere BRAF mutaties is voor diverse BRAF remmers Er is een multidisciplinair normeringsdocument opgesteld door de Stichting Oncologische Samenwerking (SONCOS), waarin kwaliteitsnormen zijn opgesteld voor de behandeling van diverse tumortypen, waaronder het melanoom ((WEBLINK)) Voor het melanoom geldt onder andere, dat systeemtherapie voor patiënten met op afstand gemetastaseerd melanoom gecentreerd wordt in een van de daarvoor specifiek aangewezen melanoomcentra en partners daarvan Een voorwaarde is, dat de melanoomcentra een register bijhouden van alle patiënten met gemetastaseerd melanoom, waarbij gegevens over kliniek, pathologie, moleculaire afwijkingen en therapie systematisch worden geregistreerd Naar verwachting zal dit een belangrijke bijdrage leveren aan een beter inzicht, welke BRAF-mutatie predictief is voor een respons op welke BRAF remmende therapie De recent opgerichte DICA (Dutch Institute for Clinical Auditing) uitkomstregistratie melanomen waarvan de BRAF-mutatieanalyse deel kan uitmaken, gedegen en volledig gebeurt In het normeringsdocument wordt dan ook gesteld dat de afdeling pathologie van een <INSTELLING> beschikt over specifieke expertise op het Er zijn diverse testen beschikbaar voor het aantonen van BRAF mutaties Tot op heden is er wereldwijd en ook in <LOCATIE> geen standaardprocedure In de Verenigde Staten heeft de FDA de cobas ® ### BRAF V### mutatietest goedgekeurd om BRAF-mutaties te detecteren <LOCATIE>zijn een drietal verschillende strategieën <PERSOON> waarbij volledige genen of exonen van genen worden geanalyseerd en waarbij identificatie van de exacte mutatie mogelijk is voorbeelden hiervan zijn Sanger of Next Generation Sequencing technieken (NGS) is voor mutatiedetectie van meerdere genen, niet alleen het BRAF gen Met behulp van Sanger sequencing kunnen zowel hot-spot mutaties, als ook andere mutaties (substituties, deleties, inserties) buiten de mutatie hotspot worden gedetecteerd Het nadeel van Sanger sequencing is de beperkte sensitiviteit (allel-detectie van ongeveer ##%) en dat er voor elke sequentieanalyse een verhoudingsgewijs grote hoeveelheid DNA nodig is Pyrosequencing is sensitiever, kan ook mutante allelen kwantificeren en kan alle mutaties in een interessegebied detecteren Ook de Next Generation Sequencing technologie wordt toegepast binnen de moleculaire diagnostiek Vooral de “relatief simpele” NGS instrumenten, zijn bij uitstek geschikt voor sequentieanalyse van panels van genen, waardoor dus niet alleen de sequentie analyse van BRAF kan worden bepaald maar tegelijkertijd, en met gebruik van dezelfde hoeveelheid uitgangsmateriaal, kunnen ook regio’s van andere genen die van belang zijn voor de diagnostiek van melanomen, worden geanalyseerd De twee belangrijkste ‘NGStafelmodellen’ zijn de Illumina MiSeq en de Ion Torrent-Personalised Genome Machine (IT-PGM) Met de ITPGM kan met een minimale hoeveelheid DNA (## ng per test, wat ook nodig is voor de analyse van een bepaald exon met behulp van Sanger sequencing) van een groot aantal genen tegelijkertijd de sequentie worden bepaald, waarbij er een hogere detectie-gevoeligheid dan traditionele Sanger sequencing wordt bereikt, <PERSOON> die specifieke hot-spotmutaties detecteren en een exacte identificatie van de mutatie geven Voorbeelden van een dergelijke technologie zijn de BRAF Taqman® Mutation Detection Assays en de De technologie van de BRAF TaqMan®Mutation Detection kan specifiek en gevoelig een bepaalde mutatie zoals de V###E detecteren.
598
fms
genen, niet alleen het BRAF gen Met behulp van Sanger sequencing kunnen zowel hot-spot mutaties, als ook andere mutaties (substituties, deleties, inserties) buiten de mutatie hotspot worden gedetecteerd Het nadeel van Sanger sequencing is de beperkte sensitiviteit (allel-detectie van ongeveer ##%) en dat er voor elke sequentieanalyse een verhoudingsgewijs grote hoeveelheid DNA nodig is Pyrosequencing is sensitiever, kan ook mutante allelen kwantificeren en kan alle mutaties in een interessegebied detecteren Ook de Next Generation Sequencing technologie wordt toegepast binnen de moleculaire diagnostiek Vooral de “relatief simpele” NGS instrumenten, zijn bij uitstek geschikt voor sequentieanalyse van panels van genen, waardoor dus niet alleen de sequentie analyse van BRAF kan worden bepaald maar tegelijkertijd, en met gebruik van dezelfde hoeveelheid uitgangsmateriaal, kunnen ook regio’s van andere genen die van belang zijn voor de diagnostiek van melanomen, worden geanalyseerd De twee belangrijkste ‘NGStafelmodellen’ zijn de Illumina MiSeq en de Ion Torrent-Personalised Genome Machine (IT-PGM) Met de ITPGM kan met een minimale hoeveelheid DNA (## ng per test, wat ook nodig is voor de analyse van een bepaald exon met behulp van Sanger sequencing) van een groot aantal genen tegelijkertijd de sequentie worden bepaald, waarbij er een hogere detectie-gevoeligheid dan traditionele Sanger sequencing wordt bereikt, <PERSOON> die specifieke hot-spotmutaties detecteren en een exacte identificatie van de mutatie geven Voorbeelden van een dergelijke technologie zijn de BRAF Taqman® Mutation Detection Assays en de De technologie van de BRAF TaqMan®Mutation Detection kan specifiek en gevoelig een bepaalde mutatie zoals de V###E detecteren Elke assay gebruikt een minimale hoeveelheid DNA (circa ### pg per assay), wat een nadeel is wanneer alleen Met de eerste OncoCarta Panel versie # # kunnen ### verschillende mutaties van ## genen worden geïdentificeerd, waaronder meer dan ## verschillende BRAF mutaties zowel de BRAF V###E en de V###K, V###R en V###D mutaties, als ook BRAF exon ## mutaties Inmiddels is er ook een OncoCarta versie # #, MelaCarta beschikbaar waarbij ## verschillende BRAF mutaties gelegen in exon ## en ## kunnen worden gedetecteerd De detectiegevoeligheid ligt rondom de ##% en de technologie werkt op formaline gefixeerd en relatief veel DNA nodig is voor een complete analyse (ca ### ng) <PERSOON> die geen exacte identificatie van de mutatie geven voorbeelden hiervan zijn High-Resolution Melting Analysis (HRMA) en de COBAS ### BRAF V### ® test HRMA detecteert kleine verschillen in smelttemperaturen van amplificatieprodukten, hetgeen een indicatie is voor de aanwezigheid van een mutatie HRM is een gevoelige techniek, echter het identificeren van een mutatie vraagt een aanvullende analyse, door bijvoorbeeld -Sanger sequencing, wat alleen mogelijk is bij een voldoende hoog percentage van tumorcellen (##%) De COBAS ### BRAF V### ® test detecteert BRAFV###E mutaties zeer gevoelig, namelijk bij test zijn de hoeveelheid benodigd DNA (### ng) en de beperkte detectie mogelijkheid van de V###K en V###D mutaties, waardoor potentieel behandelbare BRAF V###-gemuteerde melanoom patiënten gemist zullen worden bij uitsluitend gebruik van deze test [Halait ###(##)] Bovendien geeft deze test geen informatie.
665
fms
Elke assay gebruikt een minimale hoeveelheid DNA (circa ### pg per assay), wat een nadeel is wanneer alleen Met de eerste OncoCarta Panel versie # # kunnen ### verschillende mutaties van ## genen worden geïdentificeerd, waaronder meer dan ## verschillende BRAF mutaties zowel de BRAF V###E en de V###K, V###R en V###D mutaties, als ook BRAF exon ## mutaties Inmiddels is er ook een OncoCarta versie # #, MelaCarta beschikbaar waarbij ## verschillende BRAF mutaties gelegen in exon ## en ## kunnen worden gedetecteerd De detectiegevoeligheid ligt rondom de ##% en de technologie werkt op formaline gefixeerd en relatief veel DNA nodig is voor een complete analyse (ca ### ng) <PERSOON> die geen exacte identificatie van de mutatie geven voorbeelden hiervan zijn High-Resolution Melting Analysis (HRMA) en de COBAS ### BRAF V### ® test HRMA detecteert kleine verschillen in smelttemperaturen van amplificatieprodukten, hetgeen een indicatie is voor de aanwezigheid van een mutatie HRM is een gevoelige techniek, echter het identificeren van een mutatie vraagt een aanvullende analyse, door bijvoorbeeld -Sanger sequencing, wat alleen mogelijk is bij een voldoende hoog percentage van tumorcellen (##%) De COBAS ### BRAF V### ® test detecteert BRAFV###E mutaties zeer gevoelig, namelijk bij test zijn de hoeveelheid benodigd DNA (### ng) en de beperkte detectie mogelijkheid van de V###K en V###D mutaties, waardoor potentieel behandelbare BRAF V###-gemuteerde melanoom patiënten gemist zullen worden bij uitsluitend gebruik van deze test [Halait ###(##)] Bovendien geeft deze test geen informatie moleculair bioloog noodzakelijk Daarnaast is belangrijk dat de test wordt uitgevoerd binnen een CCKLgeaccrediteerd laboratorium voor moleculaire pathologie dat voldoet aan de kwaliteitseisen van de beroepsvereniging Uiteraard dient het moleculair diagnostisch laboratorium te participeren in externe De moleculaire test vindt plaats binnen een setting waarbij de betrokken patholoog ervaren is in melanoomdiagnostiek en voldoende zicht heeft op de mogelijkheden en valkuilen van de moleculaire diagnostiek De patholoog bevestigt door de weefselcontrole vooraf aan de moleculaire test de diagnose melanoommetastase, tekent het tumorweefsel af voor de analist ten behoeve van tumordissectie, en bepaalt het tumorcelpercentage Daarnaast kan de patholoog op basis van de voorgeschiedenis en primaire lokalisatie van het melanoom mede bepalen welke genen zinvol zijn om te testen interpretatie en vastlegging van de moleculaire testresultaten Een goede interactie tussen patholoog en Een moleculair verslag voldoet aan de aanbevelingen zoals gedaan in <PERSOON>-Brittannië en aan de richtlijnen opgesteld door de Nederlandse werkgroep voor moleculaire pathologie [<PERSOON> ###(##), richtlijnen moleculaire pathologie] De volgende items worden vastgelegd in het verslag het weefselblokje dat is getest, het percentage tumorcellen en de beoordelaar daarvan, de gebruikte moleculaire testmethode en de detectiegevoeligheid van de test, de genen welke zijn getest en welke exonen of mutaties zijn getest, de beschrijving van de eventueel aanwezige mutatie volgens de Human Genome Een BRAF- test wordt uitgevoerd wanneer op basis van de klinische situatie BRAF-remmers een therapeutische optie zijn Dit betreft momenteel de groep van patiënten met niet-operabele,.
635
fms
Daarnaast is belangrijk dat de test wordt uitgevoerd binnen een CCKLgeaccrediteerd laboratorium voor moleculaire pathologie dat voldoet aan de kwaliteitseisen van de beroepsvereniging Uiteraard dient het moleculair diagnostisch laboratorium te participeren in externe De moleculaire test vindt plaats binnen een setting waarbij de betrokken patholoog ervaren is in melanoomdiagnostiek en voldoende zicht heeft op de mogelijkheden en valkuilen van de moleculaire diagnostiek De patholoog bevestigt door de weefselcontrole vooraf aan de moleculaire test de diagnose melanoommetastase, tekent het tumorweefsel af voor de analist ten behoeve van tumordissectie, en bepaalt het tumorcelpercentage Daarnaast kan de patholoog op basis van de voorgeschiedenis en primaire lokalisatie van het melanoom mede bepalen welke genen zinvol zijn om te testen interpretatie en vastlegging van de moleculaire testresultaten Een goede interactie tussen patholoog en Een moleculair verslag voldoet aan de aanbevelingen zoals gedaan in <PERSOON>-Brittannië en aan de richtlijnen opgesteld door de Nederlandse werkgroep voor moleculaire pathologie [<PERSOON> ###(##), richtlijnen moleculaire pathologie] De volgende items worden vastgelegd in het verslag het weefselblokje dat is getest, het percentage tumorcellen en de beoordelaar daarvan, de gebruikte moleculaire testmethode en de detectiegevoeligheid van de test, de genen welke zijn getest en welke exonen of mutaties zijn getest, de beschrijving van de eventueel aanwezige mutatie volgens de Human Genome Een BRAF- test wordt uitgevoerd wanneer op basis van de klinische situatie BRAF-remmers een therapeutische optie zijn Dit betreft momenteel de groep van patiënten met niet-operabele, metastase Hiervoor zijn er twee belangrijke argumenten Ten eerste wordt zo de diagnose ###(##)] Concordantie blijkt het hoogst voor viscerale metastasen (##,#%) en kliermetastasen (##%), maar is laag voor brein- (##%) en huidmetastasen (##%) Vooral bij de laatste twee is verkrijgen van metastatisch tumorweefsel voor de moleculaire test extra belangrijk Hierbij kan het zijn dat er geen BRAF of NRAS mutatie in het primaire melanoom wordt gedetecteerd, terwijl deze wel aanwezig is in de metastase; ook kan de primaire tumor een mutatie bevatten, maar de metastase niet, of heeft het primaire melanoom een andere mutatie dan de metastase Het testen van meerdere samples van een patiënt verdient aanbeveling als in de eerste test geen BRAF-mutatie wordt aangetoond en de a priori De moleculaire diagnostische test is gevalideerd Gedegen validatie dient vooraf te gaan aan van de validatie dient de test uitbesteed te worden aan een laboratorium dat de test wel heeft gevalideerd Tevens dient de mutatie analyse te worden uitgevoerd in een moleculair diagnostisch laboratorium dat hiertoe is uitgerust en dat aantoonbaar deelneemt aan kwaliteitsrondzendingen voor de De moleculaire test dient alle relevante BRAF exon ## mutaties te identificeren Aanbevolen wordt om in de moleculaire uitslag te benoemen of de mutatie aan- of afwezig is, of gedetecteerd dan wel nietgedetecteerd is (in plaats van mutatie positief of negatief) Bepaalde moleculaire testen voldoen om deze reden niet, aangezien deze niet alle relevante behandelbare BRAF mutaties kunnen detecteren Immuunhistochemie heeft soortgelijke beperkingen ook middels immuunhistochemie worden alleen patiënten met een V###E mutatie gedetecteerd [Long ###(##)].
595
fms
zo de diagnose ###(##)] Concordantie blijkt het hoogst voor viscerale metastasen (##,#%) en kliermetastasen (##%), maar is laag voor brein- (##%) en huidmetastasen (##%) Vooral bij de laatste twee is verkrijgen van metastatisch tumorweefsel voor de moleculaire test extra belangrijk Hierbij kan het zijn dat er geen BRAF of NRAS mutatie in het primaire melanoom wordt gedetecteerd, terwijl deze wel aanwezig is in de metastase; ook kan de primaire tumor een mutatie bevatten, maar de metastase niet, of heeft het primaire melanoom een andere mutatie dan de metastase Het testen van meerdere samples van een patiënt verdient aanbeveling als in de eerste test geen BRAF-mutatie wordt aangetoond en de a priori De moleculaire diagnostische test is gevalideerd Gedegen validatie dient vooraf te gaan aan van de validatie dient de test uitbesteed te worden aan een laboratorium dat de test wel heeft gevalideerd Tevens dient de mutatie analyse te worden uitgevoerd in een moleculair diagnostisch laboratorium dat hiertoe is uitgerust en dat aantoonbaar deelneemt aan kwaliteitsrondzendingen voor de De moleculaire test dient alle relevante BRAF exon ## mutaties te identificeren Aanbevolen wordt om in de moleculaire uitslag te benoemen of de mutatie aan- of afwezig is, of gedetecteerd dan wel nietgedetecteerd is (in plaats van mutatie positief of negatief) Bepaalde moleculaire testen voldoen om deze reden niet, aangezien deze niet alle relevante behandelbare BRAF mutaties kunnen detecteren Immuunhistochemie heeft soortgelijke beperkingen ook middels immuunhistochemie worden alleen patiënten met een V###E mutatie gedetecteerd [Long ###(##)] Gezien de vaak snelle progressie van de tumor is een doorlooptijd van maximaal # werkdagen vanaf het moment van ontvangst van het materiaal tot aan het autoriseren en versturen van de uitslag, een gewenst en haalbaar tijdspad Het verslag van de mutatieanalyse wordt in <LOCATIE> opgenomen in het pathologie verslag, zodat de testuitslag landelijk inzichtelijk is via het Uniforme Decentrale PALGA Systeem (UDPS), de verslag- en communicatiemodule voor pathologie laboratoria ## - <PERSOON> J, et al Incidence of BRAF p Val###Glu and p Val###Lys mutations in a consecutive series of ## - <PERSOON> JJ, et al <PERSOON> role of BRAF V### mutation in melanoma Journal of translational ## - <PERSOON> molecular pathology of melanoma an integrated taxonomy of melanocytic neoplasia Annu Rev Pathol ## - Chapman PB, Hauschild A, <PERSOON> C, et al Improved survival with vemurafenib in melanoma with BRAF V###E mutation ## - <PERSOON> A, et al BRAF/NRAS mutation frequencies among primary tumors and metastases in ## - <PERSOON> M, et al Heterogeneous distribution of BRAF/NRAS mutations among Italian patients with advanced melanoma Journal of translational medicine <PERSOON> Med ###;<DATUM> ## - da <PERSOON> B, et al <PERSOON> European Medicines Agency review of vemurafenib (Zelboraf(R)) for the treatment of adult patients with BRAF V### mutation-positive unresectable or metastatic melanoma.
628
fms
de vaak snelle progressie van de tumor is een doorlooptijd van maximaal # werkdagen vanaf het moment van ontvangst van het materiaal tot aan het autoriseren en versturen van de uitslag, een gewenst en haalbaar tijdspad Het verslag van de mutatieanalyse wordt in <LOCATIE> opgenomen in het pathologie verslag, zodat de testuitslag landelijk inzichtelijk is via het Uniforme Decentrale PALGA Systeem (UDPS), de verslag- en communicatiemodule voor pathologie laboratoria ## - <PERSOON> J, et al Incidence of BRAF p Val###Glu and p Val###Lys mutations in a consecutive series of ## - <PERSOON> JJ, et al <PERSOON> role of BRAF V### mutation in melanoma Journal of translational ## - <PERSOON> molecular pathology of melanoma an integrated taxonomy of melanocytic neoplasia Annu Rev Pathol ## - Chapman PB, Hauschild A, <PERSOON> C, et al Improved survival with vemurafenib in melanoma with BRAF V###E mutation ## - <PERSOON> A, et al BRAF/NRAS mutation frequencies among primary tumors and metastases in ## - <PERSOON> M, et al Heterogeneous distribution of BRAF/NRAS mutations among Italian patients with advanced melanoma Journal of translational medicine <PERSOON> Med ###;<DATUM> ## - da <PERSOON> B, et al <PERSOON> European Medicines Agency review of vemurafenib (Zelboraf(R)) for the treatment of adult patients with BRAF V### mutation-positive unresectable or metastatic melanoma <PERSOON-##> L, <PERSOON-##> O, <PERSOON-##> G, et al A single-arm, open-label, expanded access study of vemurafenib in patients with ## - <PERSOON-##> L, <PERSOON-##> P, et al BRAF mutation testing algorithm for vemurafenib treatment in melanoma ## - <PERSOON-##> KP, et al Frequency and Spectrum of BRAF Mutations in a Retrospective, SingleInstitution Study of ### Cases of <PERSOON-##> K, <PERSOON-##> S, et al Analytical performance of a real-time PCR-based assay for V### mutations in the BRAF gene, used as the companion diagnostic test for the novel BRAF inhibitor vemurafenib in metastatic melanoma <PERSOON-##> S, et al Kinase-dead BRAF and oncogenic RAS cooperate to drive tumor ## - <PERSOON-##> AM, et al BRAF inhibitor activity in V###R metastatic melanoma <PERSOON-##> RR, Smalley KS, Glass LF, et al Targeted therapy in melanoma <PERSOON-##> MA Targeted therapy for melanoma rational combinatorial approaches Oncogene ##<DATUM> #<DATUM> # ## - Long GV, Wilmott JS, Capper D, et al Immunohistochemistry is highly sensitive and specific for the detection of <PERSOON-##> CM, Dahlman KB, Fohn LE, et al Routine multiplex mutational profiling of melanomas enables enrollment in.
635
fms
<PERSOON> L, <PERSOON> O, <PERSOON> G, et al A single-arm, open-label, expanded access study of vemurafenib in patients with ## - <PERSOON> L, <PERSOON> P, et al BRAF mutation testing algorithm for vemurafenib treatment in melanoma ## - <PERSOON> KP, et al Frequency and Spectrum of BRAF Mutations in a Retrospective, SingleInstitution Study of ### Cases of <PERSOON> K, <PERSOON> S, et al Analytical performance of a real-time PCR-based assay for V### mutations in the BRAF gene, used as the companion diagnostic test for the novel BRAF inhibitor vemurafenib in metastatic melanoma <PERSOON> S, et al Kinase-dead BRAF and oncogenic RAS cooperate to drive tumor ## - <PERSOON-##> AM, et al BRAF inhibitor activity in V###R metastatic melanoma <PERSOON-##> RR, Smalley KS, Glass LF, et al Targeted therapy in melanoma <PERSOON-##> MA Targeted therapy for melanoma rational combinatorial approaches Oncogene ##<DATUM> #<DATUM> # ## - Long GV, Wilmott JS, Capper D, et al Immunohistochemistry is highly sensitive and specific for the detection of <PERSOON-##> CM, Dahlman KB, Fohn LE, et al Routine multiplex mutational profiling of melanomas enables enrollment in Vemurafenib and BRAF inhibition a new class of treatment for metastatic melanoma Clin Cancer Res ## - McArthur GA, Chapman PB, <PERSOON-##> C, et al Safety and efficacy of vemurafenib in BRAF(V###E) and BRAF(V###K) mutation-positive melanoma (BRIM-#) extended follow-up of a phase #, randomised, open-label study Lancet Oncol ## - Menzies AM, Long <PERSOON-##> and its potential for the treatment of metastatic melanoma <PERSOON-##> AC, et al Incidence of the V###K mutation among melanoma patients with BRAF mutations, and potential therapeutic response to the specific BRAF inhibitor PLX### Journal Transl Med ###;# ## ## - Saint-<PERSOON-##> JM, et al Is a single BRAF wild-type test sufficient to exclude melanoma patients ## - Sosman JA, <PERSOON-##> KB, Schuchter L, et al Survival in BRAF V###-mutant advanced melanoma treated with vemurafenib <PERSOON-##> CJ, <PERSOON-##> JE, <PERSOON-##> WR, et al Comparison of responses of human melanoma cell lines to MEK and BRAF ## - Whiteman DC, <PERSOON-##> WJ, <PERSOON-##> melanomas a synthesis of epidemiological, clinical, histopathological, genetic, and biological aspects, supporting distinct subtypes, causal pathways, and cells of origin <PERSOON-##> J, et al Intra- and inter-tumor heterogeneity of BRAF(V###E))mutations in primary and ## - <PERSOON-##> K, et al RG### (PLX###), a selective BRAFV###E inhibitor, displays potent antitumor.
681
fms
a new class of treatment for metastatic melanoma Clin Cancer Res ## - McArthur GA, Chapman PB, <PERSOON> C, et al Safety and efficacy of vemurafenib in BRAF(V###E) and BRAF(V###K) mutation-positive melanoma (BRIM-#) extended follow-up of a phase #, randomised, open-label study Lancet Oncol ## - Menzies AM, Long <PERSOON> and its potential for the treatment of metastatic melanoma <PERSOON> AC, et al Incidence of the V###K mutation among melanoma patients with BRAF mutations, and potential therapeutic response to the specific BRAF inhibitor PLX### Journal Transl Med ###;# ## ## - Saint-<PERSOON> JM, et al Is a single BRAF wild-type test sufficient to exclude melanoma patients ## - Sosman JA, <PERSOON> KB, Schuchter L, et al Survival in BRAF V###-mutant advanced melanoma treated with vemurafenib <PERSOON> CJ, <PERSOON> JE, <PERSOON> WR, et al Comparison of responses of human melanoma cell lines to MEK and BRAF ## - Whiteman DC, <PERSOON> WJ, <PERSOON> melanomas a synthesis of epidemiological, clinical, histopathological, genetic, and biological aspects, supporting distinct subtypes, causal pathways, and cells of origin <PERSOON-##> J, et al Intra- and inter-tumor heterogeneity of BRAF(V###E))mutations in primary and ## - <PERSOON-##> K, et al RG### (PLX###), a selective BRAFV###E inhibitor, displays potent antitumor Er wordt geadviseerd om patiënten met melanoom buiten onderzoeksverband geen systemisch adjuvante 'richtlijnwerkgroep met verlengd mandaat i o ' naar een passende oplossing gezocht voor de lange termijn In het algemeen kan worden gesteld dat er thans geen argumenten zijn om patiënten met melanoom buiten ziektevrije interval zonder substantieel effect op de totale overleving lijkt niet op te wegen tegen de belasting van de behandeling, maar dit is een afweging die tussen behandelend arts en patiënt kan plaatsvinden mogelijk, waarvan de adjuvante waarde thans in klinische onderzoeken wordt bestudeerd Toepassing van deze Bij patiënten met melanoom in stadium II en III leidt adjuvante systemische therapie met interferon niet tot <PERSOON-##> ### (##) Op grond van diverse prognostische kenmerken, zoals breslowdikte, aanwezigheid van ulceratie, aanwezigheid patiënten met melanoom worden geïdentificeerd die een verhoogd risico lopen op een lokaal recidief en/of afstandsmetastasen [Balch ### (#)] Allerlei vormen van adjuvante systemische behandeling, zoals chemo-, hormoon- en immunotherapie, zijn bestudeerd bij patiënten met een stadium I-III-melanoom Verscheidene geen voordeel laten zien voor de progressievrije overleving of de totale overleving ten opzichte van observatie Nadere beschouwing verdient het geneesmiddel interferon-a (IFN-α) Dit middel is in de adjuvante situatie het meest uitgebreid bestudeerd en de tot nu toe verkregen resultaten zijn niet geheel eenduidig De gegevens van ## gerandomiseerde onderzoeken zijn beschikbaar, waarvan een aantal minder goed bruikbaar zijn omdat daarin meerdere behandelingen of verschillende schema's IFN-α met elkaar vergeleken worden Uiteindelijk.
650
fms
wordt geadviseerd om patiënten met melanoom buiten onderzoeksverband geen systemisch adjuvante 'richtlijnwerkgroep met verlengd mandaat i o ' naar een passende oplossing gezocht voor de lange termijn In het algemeen kan worden gesteld dat er thans geen argumenten zijn om patiënten met melanoom buiten ziektevrije interval zonder substantieel effect op de totale overleving lijkt niet op te wegen tegen de belasting van de behandeling, maar dit is een afweging die tussen behandelend arts en patiënt kan plaatsvinden mogelijk, waarvan de adjuvante waarde thans in klinische onderzoeken wordt bestudeerd Toepassing van deze Bij patiënten met melanoom in stadium II en III leidt adjuvante systemische therapie met interferon niet tot <PERSOON> ### (##) Op grond van diverse prognostische kenmerken, zoals breslowdikte, aanwezigheid van ulceratie, aanwezigheid patiënten met melanoom worden geïdentificeerd die een verhoogd risico lopen op een lokaal recidief en/of afstandsmetastasen [Balch ### (#)] Allerlei vormen van adjuvante systemische behandeling, zoals chemo-, hormoon- en immunotherapie, zijn bestudeerd bij patiënten met een stadium I-III-melanoom Verscheidene geen voordeel laten zien voor de progressievrije overleving of de totale overleving ten opzichte van observatie Nadere beschouwing verdient het geneesmiddel interferon-a (IFN-α) Dit middel is in de adjuvante situatie het meest uitgebreid bestudeerd en de tot nu toe verkregen resultaten zijn niet geheel eenduidig De gegevens van ## gerandomiseerde onderzoeken zijn beschikbaar, waarvan een aantal minder goed bruikbaar zijn omdat daarin meerdere behandelingen of verschillende schema's IFN-α met elkaar vergeleken worden Uiteindelijk met de standaard benadering van expectatief beleid [<PERSOON> ### (##)] De samenstelling van de patiëntenpopulaties in deze onderzoeken is heterogeen ten aanzien van stadium (II en/of III) alsook stadiëringmethode (bijvoorbeeld wel of geen sentinel node biopsie) Tevens zijn de gebruikte Op basis van de gebruikte doseringen kan een onderverdeling worden gemaakt in onderzoeken met lage (<DATUM> Drie [<PERSOON> ### (##)] van de zeven gerandomiseerde onderzoeken met een lage dosering IFN-α tonen een significante winst in de ziektevrije overleving In twee van de onderzoeken is een winst in de totale overleving waargenomen [<PERSOON> ### (##)] Met een intermediaire dosis IFN-α is één onderzoek door de European Organisation for Research and Treatment of Cancer (EORTC) uitgevoerd De resultaten lieten een verbetering van de ziektevrije overleving zien Behandeling met hoge doses IFN-α is bestudeerd in vijf gerandomiseerde onderzoeken [Kirkwood ### (##); Creagan ### (##); Kirkwood ### (##); Kirkwood ### (##); Kirkwood ### (##)] Drie hiervan tonen een positief effect op de ziektevrije overleving [Kirkwood ###; Kirkwood ###; Kirkwood ###] Twee van deze.
577
fms
met de standaard benadering van expectatief beleid [<PERSOON> ### (##)] De samenstelling van de patiëntenpopulaties in deze onderzoeken is heterogeen ten aanzien van stadium (II en/of III) alsook stadiëringmethode (bijvoorbeeld wel of geen sentinel node biopsie) Tevens zijn de gebruikte Op basis van de gebruikte doseringen kan een onderverdeling worden gemaakt in onderzoeken met lage (<DATUM> Drie [<PERSOON> ### (##)] van de zeven gerandomiseerde onderzoeken met een lage dosering IFN-α tonen een significante winst in de ziektevrije overleving In twee van de onderzoeken is een winst in de totale overleving waargenomen [<PERSOON> ### (##)] Met een intermediaire dosis IFN-α is één onderzoek door de European Organisation for Research and Treatment of Cancer (EORTC) uitgevoerd De resultaten lieten een verbetering van de ziektevrije overleving zien Behandeling met hoge doses IFN-α is bestudeerd in vijf gerandomiseerde onderzoeken [Kirkwood ### (##); Creagan ### (##); Kirkwood ### (##); Kirkwood ### (##); Kirkwood ### (##)] Drie hiervan tonen een positief effect op de ziektevrije overleving [Kirkwood ###; Kirkwood ###; Kirkwood ###] Twee van deze inductie gevolgd door # microgram/kg als onderhoudsbehandeling gedurende vijf jaar Ook in deze studie werd een significant effect gezien op de ziektevrije overleving zonder verbetering van de totale overleving [<PERSOON> Drie meta-analysen hebben geprobeerd een conclusie uit de niet consistente resultaten te trekken [Pirard ### (##); Wheatly ### (##) (updated ASCO ###, abstr ###); Mocellin###] Alle drie komen tot conclusie dat IFN adjuvant winst bij ziektevrije overleving bereiken kan [Pirard ### (##); Wheatly ### (##)] toonden geen winst bij overleving aan De meest recente analyse van Mocellin et al gebruikte originele data van veertien gerandomiseerde studies en gereviseerde versies Mocellin et al vonden een significante reductie van het percentage van overlijden in de IFN armen (HR #,##;##% CI = #,##-#,##) Subgroep analyses lieten geen overlevingsvoordeel voor IFN in studies waar exclusief stadium III patiënten ingesloten waren noch voor hoge Samenvattend kan worden gesteld dat de resultaten van de tot nu toe uitgevoerde onderzoeken naar de waarde van adjuvante behandeling met IFN-α niet consistent zijn en dat een duidelijk voordeel van IFN-αtherapie op de overleving van patiënten met melanoom alleen in een van drie meta-analyses aangetoond is [Pirard ### (##); Wheatley ### (##); Mocellin, ### (##)] Voor verscheidene onderzoeken geldt dat deze van onvoldoende omvang zijn om een klein maar klinisch toch mogelijk relevant verschil in overleving aan te tonen Tevens dient men zich te realiseren dat voor de selectie van patiënten een aantal van de verrichte onderzoeken is uitgevoerd met suboptimale stadiëringtechnieken Ook moet de toxiciteit die met behandeling met IFN-α gepaard kan gaan (chronische vermoeidheid, algemene malaise en neuropsychiatrische bijwerkingen), niet.
670
fms
een significant effect gezien op de ziektevrije overleving zonder verbetering van de totale overleving [<PERSOON> Drie meta-analysen hebben geprobeerd een conclusie uit de niet consistente resultaten te trekken [Pirard ### (##); Wheatly ### (##) (updated ASCO ###, abstr ###); Mocellin###] Alle drie komen tot conclusie dat IFN adjuvant winst bij ziektevrije overleving bereiken kan [Pirard ### (##); Wheatly ### (##)] toonden geen winst bij overleving aan De meest recente analyse van Mocellin et al gebruikte originele data van veertien gerandomiseerde studies en gereviseerde versies Mocellin et al vonden een significante reductie van het percentage van overlijden in de IFN armen (HR #,##;##% CI = #,##-#,##) Subgroep analyses lieten geen overlevingsvoordeel voor IFN in studies waar exclusief stadium III patiënten ingesloten waren noch voor hoge Samenvattend kan worden gesteld dat de resultaten van de tot nu toe uitgevoerde onderzoeken naar de waarde van adjuvante behandeling met IFN-α niet consistent zijn en dat een duidelijk voordeel van IFN-αtherapie op de overleving van patiënten met melanoom alleen in een van drie meta-analyses aangetoond is [Pirard ### (##); Wheatley ### (##); Mocellin, ### (##)] Voor verscheidene onderzoeken geldt dat deze van onvoldoende omvang zijn om een klein maar klinisch toch mogelijk relevant verschil in overleving aan te tonen Tevens dient men zich te realiseren dat voor de selectie van patiënten een aantal van de verrichte onderzoeken is uitgevoerd met suboptimale stadiëringtechnieken Ook moet de toxiciteit die met behandeling met IFN-α gepaard kan gaan (chronische vermoeidheid, algemene malaise en neuropsychiatrische bijwerkingen), niet overleving kunnen hebben In diverse retrospectieve subgroep analyses zijn subgroepen geïdentificeerd (onder andere melanoom met ulceratie) die mogelijk meer baat hebben bij behandeling met IFN-α Dit zal echter # - Balch CM, Soong SJ, Gershenwald JE, et al Prognostic factors analysis of <DATUM> melanoma patients validation of the # - <PERSOON> C, et al A randomized trial of adjuvant chemotherapy and immunotherapy in cutaneous # - <PERSOON> PY, Tuthill RJ, et al Randomized trial of vitamin A versus observation as adjuvant therapy in high-risk # - <PERSOON> role of adjuvant therapy in melanoma management <PERSOON> A, et al Adjuvant interferon _-#a treatment in resected primary stage II cutaneous # - <PERSOON> C, et al Randomised trial of interferon-#a as adjuvant therapy in resected primary melanoma thicker than <DATUM> mm without clinically detectable node metastases Lancet ###;### ##<DATUM> # - <PERSOON> DA, Cornbleet MC, MacKie RM, et al Adjuvant interferon alpha in high-risk melanoma <PERSOON> Scottish study <PERSOON> RM, et al Effect of long-term adjuvant therapy with interferon-alpha#a in patients with regional node metastases from cutaneous melanoma A randomized trial Lancet ###;##<DATUM> # # - Hancock BW, Wheatley K, <PERSOON-##> G, et al Adjuvant interferon in high-risk melanoma.
675
fms
overleving kunnen hebben In diverse retrospectieve subgroep analyses zijn subgroepen geïdentificeerd (onder andere melanoom met ulceratie) die mogelijk meer baat hebben bij behandeling met IFN-α Dit zal echter # - Balch CM, Soong SJ, Gershenwald JE, et al Prognostic factors analysis of <DATUM> melanoma patients validation of the # - <PERSOON> C, et al A randomized trial of adjuvant chemotherapy and immunotherapy in cutaneous # - <PERSOON> PY, Tuthill RJ, et al Randomized trial of vitamin A versus observation as adjuvant therapy in high-risk # - <PERSOON> role of adjuvant therapy in melanoma management <PERSOON> A, et al Adjuvant interferon _-#a treatment in resected primary stage II cutaneous # - <PERSOON> C, et al Randomised trial of interferon-#a as adjuvant therapy in resected primary melanoma thicker than <DATUM> mm without clinically detectable node metastases Lancet ###;### ##<DATUM> # - <PERSOON> DA, Cornbleet MC, MacKie RM, et al Adjuvant interferon alpha in high-risk melanoma <PERSOON> Scottish study <PERSOON> RM, et al Effect of long-term adjuvant therapy with interferon-alpha#a in patients with regional node metastases from cutaneous melanoma A randomized trial Lancet ###;##<DATUM> # # - Hancock BW, Wheatley K, <PERSOON> G, et al Adjuvant interferon in high-risk melanoma Kingdom Coordinating Committee on Cancer Research randomised study adjuvant low-dose extended-duration interferon ## - Kirkwood JM, <PERSOON-##> JG, Sondak VK, et al High- and low-dose interferon alfa-#b in high-risk melanoma First analysis ## - Creagan ET, Dalton RJ, Ahmann DL, et al Randomized surgical adjuvant clinical trial of recombinant interferon-alfa-#a ## - Kirkwood JM, Strawderman MH, Ernstoff MS, et al Interferon-_#b adjuvant therapy of high-risk resected cutaneous melanoma <PERSOON-##> JM, <PERSOON-##> JG, Sosman JA, et al High-dose interferon alfa-#b significantly prolongs relapse-free and overall survival compared with the GM#-KLH/QS-## vaccine in patients with resected stage IIB-III melanoma Results of intergroup ## - Kirkwood JM, <PERSOON-##> DH, et al High-dose interferon alfa-#b does not diminish antibody response to GM# vaccination in patients with resected melanoma Results of the multicenter ECOG phase II trial <PERSOON-##> D, et al Eortc Melanoma Group in cooperation with the GERMAN CANCER SOCIETY (DKG) Final results of the EORTC ###/DKG ##-# randomised phase III trial rIFN-alpha#b versus rIFN-gamma versus ISCADOR M versus observation after surgery in melanoma patients with either high-risk primary ## - <PERSOON-##> W, et al <PERSOON-##>-surgery adjuvant.
608
fms
Research randomised study adjuvant low-dose extended-duration interferon ## - Kirkwood JM, <PERSOON> JG, Sondak VK, et al High- and low-dose interferon alfa-#b in high-risk melanoma First analysis ## - Creagan ET, Dalton RJ, Ahmann DL, et al Randomized surgical adjuvant clinical trial of recombinant interferon-alfa-#a ## - Kirkwood JM, Strawderman MH, Ernstoff MS, et al Interferon-_#b adjuvant therapy of high-risk resected cutaneous melanoma <PERSOON> JM, <PERSOON> JG, Sosman JA, et al High-dose interferon alfa-#b significantly prolongs relapse-free and overall survival compared with the GM#-KLH/QS-## vaccine in patients with resected stage IIB-III melanoma Results of intergroup ## - Kirkwood JM, <PERSOON> DH, et al High-dose interferon alfa-#b does not diminish antibody response to GM# vaccination in patients with resected melanoma Results of the multicenter ECOG phase II trial <PERSOON> D, et al Eortc Melanoma Group in cooperation with the GERMAN CANCER SOCIETY (DKG) Final results of the EORTC ###/DKG ##-# randomised phase III trial rIFN-alpha#b versus rIFN-gamma versus ISCADOR M versus observation after surgery in melanoma patients with either high-risk primary ## - <PERSOON> W, et al <PERSOON>-surgery adjuvant ## - <PERSOON> R, <PERSOON> J, et al Adjuvant low-dose interferon {alpha}#a with or without dacarbazine compared with surgery alone a prospective-randomized phase III DeCOG trial in melanoma patients with regional lymph node metastasis <PERSOON> WH, Marsden J, et al EORTC Melanoma Group Adjuvant therapy with pegylated interferon alfa-#b versus observation alone in resected stage III melanoma final results of EORTC ###, a ## - <PERSOON-##> alpha as adjuvant postsurgical treatment of melanoma a metaanalysis <PERSOON-##> adjuvant interferon-alpha for high-risk melanoma ## - <PERSOON-##> CR, et al Interferon alpha adjuvant therapy in patients with high-risk melanoma a ## - <PERSOON-##> AMM Adjuvant interferon-alpha for melanoma revisited News from old and new studies <PERSOON-##> ## - <PERSOON-##> JA, <PERSOON-##> thickness as a predictor of occult lymph node metastases Waaruit bestaat het beleid voor de chirurgische behandeling van systemische ziekte bij patiënten met Bij "Onderbouwing" wordt beschreven de incidentie, het beleid met operatieve opties bij gemetastaseerd Ongeveer ##% van de patiënten met melanoom krijgt hematogene metastasen Hun prognose is slecht; de gemiddelde overlevingsduur bedraagt zeven maanden Operatie, bestraling en systeemtherapie hebben alle drie een rol bij de palliatieve behandeling.
566
fms
al Adjuvant low-dose interferon {alpha}#a with or without dacarbazine compared with surgery alone a prospective-randomized phase III DeCOG trial in melanoma patients with regional lymph node metastasis <PERSOON> WH, Marsden J, et al EORTC Melanoma Group Adjuvant therapy with pegylated interferon alfa-#b versus observation alone in resected stage III melanoma final results of EORTC ###, a ## - <PERSOON> alpha as adjuvant postsurgical treatment of melanoma a metaanalysis <PERSOON> adjuvant interferon-alpha for high-risk melanoma ## - <PERSOON> CR, et al Interferon alpha adjuvant therapy in patients with high-risk melanoma a ## - <PERSOON> AMM Adjuvant interferon-alpha for melanoma revisited News from old and new studies <PERSOON> ## - <PERSOON> JA, <PERSOON> thickness as a predictor of occult lymph node metastases Waaruit bestaat het beleid voor de chirurgische behandeling van systemische ziekte bij patiënten met Bij "Onderbouwing" wordt beschreven de incidentie, het beleid met operatieve opties bij gemetastaseerd Ongeveer ##% van de patiënten met melanoom krijgt hematogene metastasen Hun prognose is slecht; de gemiddelde overlevingsduur bedraagt zeven maanden Operatie, bestraling en systeemtherapie hebben alle drie een rol bij de palliatieve behandeling het voorkomen van klachten Niets doen is ook een optie, zeker indien de levensverwachting beperkt is Hoewel genezing zeldzaam is, is er een kleine groep patiënten met stabiele beperkte metastasering bij wie het nastreven daarvan een reële mogelijkheid is Operatie biedt dan de grootste kans op succes Vaak komen er bij een patiënt die voor een ogenschijnlijk solitaire hematogene metastase is geopereerd, later meer laesies aan het licht die niet meer resectabel zijn Deze afwijkingen waren bij het initiële stadiëringsproces aan de aandacht ontsnapt wegens hun geringe omvang De voortgaande verbetering in gevoeligheid van echografie, CT, PETCT en MRI stellen ons echter steeds beter in staat die patiënten te selecteren bij wie een verwijdering van alle Operatie is geïndiceerd indien er na zorgvuldige stadiëring sprake is van een beperkt aantal cutane of subcutane laesies of wanneer het gaat om lymfekliermetastasen voorbij het regionale klierstation Beperkte viscerale metastasering kan ook chirurgisch worden behandeld, vooral indien deze gelokaliseerd is in de long, de tractus gastro intestinalis of de hersenen De vijfjaarsoverleving bedraagt dan ongeveer ##% [Wood ### (#); Hsueh # - Wood TF, DiFronzo LA, <PERSOON> DM, Haigh PI, <PERSOON-##> SL, Wanek L, et al <PERSOON-##> complete resection of melanoma metastatic to solid intra- abdominal organs improve survival? <PERSOON-##> LJ, Ollila DW, Gammon G, O’Day SJ, et al Prolonged survival after complete resection of disseminated melanoma and active immunotherapy with a therapeutic cancer vaccine.
552
fms
voorkomen van klachten Niets doen is ook een optie, zeker indien de levensverwachting beperkt is Hoewel genezing zeldzaam is, is er een kleine groep patiënten met stabiele beperkte metastasering bij wie het nastreven daarvan een reële mogelijkheid is Operatie biedt dan de grootste kans op succes Vaak komen er bij een patiënt die voor een ogenschijnlijk solitaire hematogene metastase is geopereerd, later meer laesies aan het licht die niet meer resectabel zijn Deze afwijkingen waren bij het initiële stadiëringsproces aan de aandacht ontsnapt wegens hun geringe omvang De voortgaande verbetering in gevoeligheid van echografie, CT, PETCT en MRI stellen ons echter steeds beter in staat die patiënten te selecteren bij wie een verwijdering van alle Operatie is geïndiceerd indien er na zorgvuldige stadiëring sprake is van een beperkt aantal cutane of subcutane laesies of wanneer het gaat om lymfekliermetastasen voorbij het regionale klierstation Beperkte viscerale metastasering kan ook chirurgisch worden behandeld, vooral indien deze gelokaliseerd is in de long, de tractus gastro intestinalis of de hersenen De vijfjaarsoverleving bedraagt dan ongeveer ##% [Wood ### (#); Hsueh # - Wood TF, DiFronzo LA, <PERSOON> DM, Haigh PI, <PERSOON> SL, Wanek L, et al <PERSOON> complete resection of melanoma metastatic to solid intra- abdominal organs improve survival? <PERSOON> LJ, Ollila DW, Gammon G, O’Day SJ, et al Prolonged survival after complete resection of disseminated melanoma and active immunotherapy with a therapeutic cancer vaccine ###-#<DATUM> - <PERSOON> in malignant melanoma Surgery ###;#<DATUM> ### De werkgroep is van mening dat voor klachten gevende metastasen een korte gehypofractioneerde bestraling De werkgroep is van mening dat, in geval van uitgebreide cutane of lymfogene metastasering bij een redelijke algehele conditie en prognose, radiotherapie in combinatie met hyperthermie overwogen dient te worden Voor de indicatie voor stereotactische radiotherapie en doseringen bij hersenmetastasen wordt verwezen naar Hyperthermie is een relatief tijdrovende behandeling die nu slechts op een paar plaatsen in <LOCATIE> kan worden gegeven De winst in lokale controle van hyperthermie dient afgewogen te worden tegen de Er zijn aanwijzingen dat hyperthermie toegevoegd aan radiotherapie de tumorcontrole verhoogt bij palliatie van Palliatieve bestraling kan geïndiceerd zijn bij pijn of anderszins hinder gevende metastasen In de #-armige studie van Overgaard et al (###) bij patiënten met cutane of lymfogene recidieven van een melanoom, werden werd verkregen na de hoge dosis met hyperthermie De complete response rate was )##% in patiënten die met # x # Gy in combinatie met hyperthermie werden behandeld, vergeleken met een CR van ( ##% voor patiënten Pijnlijke botmetastasen worden routinematig behandeld met # x # Gy Bij patiënten met solitaire botmetastasen en goede algehele conditie wordt meestal een hogere dosis gegeven om een langduriger palliatie te bewerkstelligen Voor de indicatie voor stereotactische radiotherapie en doseringen bij hersenmetastasen wordt Gezien het meestal palliatieve <INSTELLING> waarvoor radiotherapie wordt ingezet, wordt daarbij voor een vorm van.
592
fms
<PERSOON> in malignant melanoma Surgery ###;#<DATUM> ### De werkgroep is van mening dat voor klachten gevende metastasen een korte gehypofractioneerde bestraling De werkgroep is van mening dat, in geval van uitgebreide cutane of lymfogene metastasering bij een redelijke algehele conditie en prognose, radiotherapie in combinatie met hyperthermie overwogen dient te worden Voor de indicatie voor stereotactische radiotherapie en doseringen bij hersenmetastasen wordt verwezen naar Hyperthermie is een relatief tijdrovende behandeling die nu slechts op een paar plaatsen in <LOCATIE> kan worden gegeven De winst in lokale controle van hyperthermie dient afgewogen te worden tegen de Er zijn aanwijzingen dat hyperthermie toegevoegd aan radiotherapie de tumorcontrole verhoogt bij palliatie van Palliatieve bestraling kan geïndiceerd zijn bij pijn of anderszins hinder gevende metastasen In de #-armige studie van Overgaard et al (###) bij patiënten met cutane of lymfogene recidieven van een melanoom, werden werd verkregen na de hoge dosis met hyperthermie De complete response rate was )##% in patiënten die met # x # Gy in combinatie met hyperthermie werden behandeld, vergeleken met een CR van ( ##% voor patiënten Pijnlijke botmetastasen worden routinematig behandeld met # x # Gy Bij patiënten met solitaire botmetastasen en goede algehele conditie wordt meestal een hogere dosis gegeven om een langduriger palliatie te bewerkstelligen Voor de indicatie voor stereotactische radiotherapie en doseringen bij hersenmetastasen wordt Gezien het meestal palliatieve <INSTELLING> waarvoor radiotherapie wordt ingezet, wordt daarbij voor een vorm van fracties per week; of )## Gy, vijf fracties van # Gy per week De keuze is afhankelijk van de tumorlokatie en het volume bestraald gezond weefsel Hyperthermie versterkt het effect van radiotherapie en is gewenst bij irresectabele tumoren waarbij een radicale behandeling nagestreefd wordt [<PERSOON>MC, Arcangeli G, Dahl> O, et al Hyperthermia as an adjuvant to radiation De aanbevelingen voor de pathologie met betrekking tot patienten met melanoom van de huid zijn beschreven Wat zijn de adviezen voor pathologisch onderzoek ten aanzien van de diagnostische excisie van vermoedelijk Er wordt geadviseerd om bij twijfel over de diagnose melanoom de casus voor te leggen aan een collegapatholoog met speciale expertise in de diagnostiek van melanocytaire tumoren in geval van diagnostische excisie specificatie van de oorzaak van de klinische verdenking (onregelmatige Er wordt geadviseerd om in het verslag van de patholoog een conclusietekst op te nemen waarin, in geval van Er wordt geadviseerd om, indien het melanoom reikt tot in de basis van de biopsie/excisie, de afstand van de granulaire laag of ulcusbodem tot de biopsiebasis te meten de dikte van het melanoom is daarom ten minste Er wordt geadviseerd om bij sterk tangentieel getroffen huidfragmenten expliciet in het pathologieverslag te Wanneer pigmentlaesies die om diagnostische redenen verwijderd worden, standaard gefotografeerd worden en naar de patholoog gestuurd, zal dat in sommige gevallen kunnen voorkómen dat een melanoom gemist De werkgroep voorziet echter dat het momenteel nog praktisch onuitvoerbaar is om pigmentlaesies die om.
558
fms
of )## Gy, vijf fracties van # Gy per week De keuze is afhankelijk van de tumorlokatie en het volume bestraald gezond weefsel Hyperthermie versterkt het effect van radiotherapie en is gewenst bij irresectabele tumoren waarbij een radicale behandeling nagestreefd wordt [<PERSOON>MC, Arcangeli G, Dahl> O, et al Hyperthermia as an adjuvant to radiation De aanbevelingen voor de pathologie met betrekking tot patienten met melanoom van de huid zijn beschreven Wat zijn de adviezen voor pathologisch onderzoek ten aanzien van de diagnostische excisie van vermoedelijk Er wordt geadviseerd om bij twijfel over de diagnose melanoom de casus voor te leggen aan een collegapatholoog met speciale expertise in de diagnostiek van melanocytaire tumoren in geval van diagnostische excisie specificatie van de oorzaak van de klinische verdenking (onregelmatige Er wordt geadviseerd om in het verslag van de patholoog een conclusietekst op te nemen waarin, in geval van Er wordt geadviseerd om, indien het melanoom reikt tot in de basis van de biopsie/excisie, de afstand van de granulaire laag of ulcusbodem tot de biopsiebasis te meten de dikte van het melanoom is daarom ten minste Er wordt geadviseerd om bij sterk tangentieel getroffen huidfragmenten expliciet in het pathologieverslag te Wanneer pigmentlaesies die om diagnostische redenen verwijderd worden, standaard gefotografeerd worden en naar de patholoog gestuurd, zal dat in sommige gevallen kunnen voorkómen dat een melanoom gemist De werkgroep voorziet echter dat het momenteel nog praktisch onuitvoerbaar is om pigmentlaesies die om indien wordt voldaan aan de vigerende regelgeving ten aanzien van toestemming en privacy, en tevens duidelijk is dat dit weefsel niet het dikste deel van het melanoom of een bedreigde snijrand betreft De patholoog moet geïnformeerd zijn over de klinische bevindingen die hebben geleid tot het besluit om de Het verslag van de patholoog moet de clinicus alle informatie verschaffen die benodigd is voor de keuze van het verdere beleid en het maken van een zo betrouwbaar mogelijke inschatting van de prognose Er zijn aanwijzingen dat bij onzekere diagnoses het raadplegen van een expert het aantal onjuiste of onzekere Bij twijfel aan de (pathologische) diagnose resulteert revisie van de casus door een expert in de diagnostiek van melanocytaire tumoren tot een substantieel aantal klinisch relevante wijzigingen in de diagnose Dit is voor de Nederlandse situatie aangetoond in een onderzoek van consulten, toegezonden aan het <PERSOON> PE de, <PERSOON> AL, <PERSOON> DJ Quality assessment by expert opinion in melanoma pathology experience of the pathology panel of the <PERSOON> L, et al <PERSOON> Influence of Clinical Information in the Histopathologic Wat zijn de adviezen ten aan zien van de procedure bij moeilijk te interpreteren PA-uitslagen bij een vermoedelijk Er wordt geadviseerd om, indien men een diagnose van Melanocytic tumors of uncertain malignant potential.
502
fms
indien wordt voldaan aan de vigerende regelgeving ten aanzien van toestemming en privacy, en tevens duidelijk is dat dit weefsel niet het dikste deel van het melanoom of een bedreigde snijrand betreft De patholoog moet geïnformeerd zijn over de klinische bevindingen die hebben geleid tot het besluit om de Het verslag van de patholoog moet de clinicus alle informatie verschaffen die benodigd is voor de keuze van het verdere beleid en het maken van een zo betrouwbaar mogelijke inschatting van de prognose Er zijn aanwijzingen dat bij onzekere diagnoses het raadplegen van een expert het aantal onjuiste of onzekere Bij twijfel aan de (pathologische) diagnose resulteert revisie van de casus door een expert in de diagnostiek van melanocytaire tumoren tot een substantieel aantal klinisch relevante wijzigingen in de diagnose Dit is voor de Nederlandse situatie aangetoond in een onderzoek van consulten, toegezonden aan het <PERSOON> PE de, <PERSOON> AL, <PERSOON> DJ Quality assessment by expert opinion in melanoma pathology experience of the pathology panel of the <PERSOON> L, et al <PERSOON> Influence of Clinical Information in the Histopathologic Wat zijn de adviezen ten aan zien van de procedure bij moeilijk te interpreteren PA-uitslagen bij een vermoedelijk Er wordt geadviseerd om, indien men een diagnose van Melanocytic tumors of uncertain malignant potential door een collega patholoog van de eigen praktijk aan te vragen, eventueel gevolgd door consultatie van een Er wordt geadviseerd om extern consult aan te vragen indien binnen de eigen praktijk geen consensus wordt Er wordt geadviseerd om in geval van MELTUMP of STUMP (na herbeoordeling door een expert) de Er wordt geadviseerd om het nabehandelingsbesluit in samenspraak met de patholoog te nemen De werkgroep is van mening dat de FISH en CGH analyse vooralsnog geen meerwaarde heeft voor het Er wordt geadviseerd om bij MELTUMP of STUMP altijd histologisch vrije snijvlakken te eisen Al naar gelang de mate van verdenking, de lokatie van de afwijking en de klinische context kan een ruimere marge, van bijvoorbeeld #,# cm tot maximaal # cm, bij respectievelijk laesies met lage en hoge maligniteitsverdenking, Er wordt geadviseerd om bij MELTUMP en STUMP geen schildwachtklierprocedure te verrichten Het is het métier van de patholoog, in samenwerking met zijn collegae in en buiten de eigen afdeling, om de Over de techniek en interpretatie (en daarmee de praktische toepasbaarheid) van FISH en CGH analyse, zijn Indien een melanocytaire laesie wordt beschouwd als MELTUMP of STUMP, is tenminste consultatie van een ervaren patholoog op het gebied van melanocytaire laesies, binnen en/of buiten de eigen praktijk, geïndiceerd Wanneer de twijfel door deze consultatie niet kan worden weggenomen, dient op basis van de niet weg te nemen onzekerheid een individuele therapiekeuze gemaakt te worden De mate van histologische verdenking, hoewel subjectief, wordt hierbij meegewogen De clinicus kan, in overleg met de patholoog, de onzekerheid.
526
fms
vragen, eventueel gevolgd door consultatie van een Er wordt geadviseerd om extern consult aan te vragen indien binnen de eigen praktijk geen consensus wordt Er wordt geadviseerd om in geval van MELTUMP of STUMP (na herbeoordeling door een expert) de Er wordt geadviseerd om het nabehandelingsbesluit in samenspraak met de patholoog te nemen De werkgroep is van mening dat de FISH en CGH analyse vooralsnog geen meerwaarde heeft voor het Er wordt geadviseerd om bij MELTUMP of STUMP altijd histologisch vrije snijvlakken te eisen Al naar gelang de mate van verdenking, de lokatie van de afwijking en de klinische context kan een ruimere marge, van bijvoorbeeld #,# cm tot maximaal # cm, bij respectievelijk laesies met lage en hoge maligniteitsverdenking, Er wordt geadviseerd om bij MELTUMP en STUMP geen schildwachtklierprocedure te verrichten Het is het métier van de patholoog, in samenwerking met zijn collegae in en buiten de eigen afdeling, om de Over de techniek en interpretatie (en daarmee de praktische toepasbaarheid) van FISH en CGH analyse, zijn Indien een melanocytaire laesie wordt beschouwd als MELTUMP of STUMP, is tenminste consultatie van een ervaren patholoog op het gebied van melanocytaire laesies, binnen en/of buiten de eigen praktijk, geïndiceerd Wanneer de twijfel door deze consultatie niet kan worden weggenomen, dient op basis van de niet weg te nemen onzekerheid een individuele therapiekeuze gemaakt te worden De mate van histologische verdenking, hoewel subjectief, wordt hierbij meegewogen De clinicus kan, in overleg met de patholoog, de onzekerheid Vervolgens kan de clinicus samen met de patiënt de optie van een uitgebreidere behandeling afwegen tegen een terughoudender beleid, e e a tegen de achtergrond van consequenties en risico's van over- of onderbehandeling [Scolyer ### (#)] De grootte van de optimale (re-)excisiemarge bij MELTUMP of STUMP wordt bepaald door onder andere de mate van histologische verdenking, de lokalisatie van de laesie en de wensen van de patiënt In ieder geval moeten histologisch vrije marges worden nagestreefd Er kan overwogen worden om als aanvullende Er is gerede twijfel mogelijk of uitbreiding van een MELTUMP of STUMP naar de schildwachtklier mag worden beschouwd als een bewijs van maligniteit en of de prognose dan overeenkomt met die van stadium III melanoom Benigne melanocytaire kapselnaevi kunnen heel wel in schildwachtklieren aanwezig zijn en een review van # studies van schildwachtklierbiopsiën bij STUMP (totaal ## patiënten, van wie ## een positieve schildwachtklier hadden) leverde geen enkel geval op van overlijden door metastatisch melanoom [Busam ### (#)] Hoewel de follow-up in deze gereviewde # series soms kort was, geven de nu beschikbare gegevens geen steun aan de gedachte dat een positieve schildwachtklier bij STUMP moet worden beschouwd als indicatief voor betrouwbare methode is om maligniteit uit te sluiten in STUMP Deze bepaling zal slechts in minderheid van de Problemen in de histologische differentiaaldiagnostiek van melanoom zijn het gevolg van de veelheid en complexiteit van de benodigde differentiaal diagnostische criteria in het onderscheid tussen de talrijke naevusen melanoomvarianten Ook is er verschil van inzicht in bruikbaarheid van sommige criteria.
578
fms
met de patiënt de optie van een uitgebreidere behandeling afwegen tegen een terughoudender beleid, e e a tegen de achtergrond van consequenties en risico's van over- of onderbehandeling [Scolyer ### (#)] De grootte van de optimale (re-)excisiemarge bij MELTUMP of STUMP wordt bepaald door onder andere de mate van histologische verdenking, de lokalisatie van de laesie en de wensen van de patiënt In ieder geval moeten histologisch vrije marges worden nagestreefd Er kan overwogen worden om als aanvullende Er is gerede twijfel mogelijk of uitbreiding van een MELTUMP of STUMP naar de schildwachtklier mag worden beschouwd als een bewijs van maligniteit en of de prognose dan overeenkomt met die van stadium III melanoom Benigne melanocytaire kapselnaevi kunnen heel wel in schildwachtklieren aanwezig zijn en een review van # studies van schildwachtklierbiopsiën bij STUMP (totaal ## patiënten, van wie ## een positieve schildwachtklier hadden) leverde geen enkel geval op van overlijden door metastatisch melanoom [Busam ### (#)] Hoewel de follow-up in deze gereviewde # series soms kort was, geven de nu beschikbare gegevens geen steun aan de gedachte dat een positieve schildwachtklier bij STUMP moet worden beschouwd als indicatief voor betrouwbare methode is om maligniteit uit te sluiten in STUMP Deze bepaling zal slechts in minderheid van de Problemen in de histologische differentiaaldiagnostiek van melanoom zijn het gevolg van de veelheid en complexiteit van de benodigde differentiaal diagnostische criteria in het onderscheid tussen de talrijke naevusen melanoomvarianten Ook is er verschil van inzicht in bruikbaarheid van sommige criteria wijzen veelal niet alle op dezelfde diagnose Resultaten van een inter observer studie van ## MELTUMPS beoordeeld door een panel van ervaren pathologen [Cerroni ### (#)], illustreert dit Eén en ander leidt ertoe, dat bij sommige melanocytaire tumoren de diagnose melanoom niet met zekerheid kan worden gesteld, maar ook niet kan worden uitgesloten Deze groep van melanocytaire tumoren wordt veelal aangeduid met de term MELTUMP (melanocytic tumor of uncertain malignant potential, melanocytaire tumor van onzekere digniteit) [Elder ### (#)] In een verhoudingsgewijs groot aantal van dergelijke gevallen gaat het om de differentiaaldiagnose Spitznaevus versus melanoom deze laesies worden veelal aangeduid als STUMP De aanwezigheid van een activerende HRAS-mutatie is een sterk argument tegen maligniteit Het vinden van een HRAS-mutatie in een spitzoide laesie duidt met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aan, dat de laesie benigne is [<PERSOON> ### (#); <PERSOON> ### (#)] In vele gevallen zal mutatieanalyse echter niet conclusief zijn, namelijk wanneer een BRAF-mutatie, of geen mutatie wordt # - <PERSOON> H, et al Melanocytic tumors of uncertain malignant potential results of a tutorial held at the XXIX Symposium of the International Society of Dermatopathology in Graz, # - Elder DE, <PERSOON> approach to the patient with a difficult melanocytic lesion <PERSOON> DJ.
571
fms
veelal niet alle op dezelfde diagnose Resultaten van een inter observer studie van ## MELTUMPS beoordeeld door een panel van ervaren pathologen [Cerroni ### (#)], illustreert dit Eén en ander leidt ertoe, dat bij sommige melanocytaire tumoren de diagnose melanoom niet met zekerheid kan worden gesteld, maar ook niet kan worden uitgesloten Deze groep van melanocytaire tumoren wordt veelal aangeduid met de term MELTUMP (melanocytic tumor of uncertain malignant potential, melanocytaire tumor van onzekere digniteit) [Elder ### (#)] In een verhoudingsgewijs groot aantal van dergelijke gevallen gaat het om de differentiaaldiagnose Spitznaevus versus melanoom deze laesies worden veelal aangeduid als STUMP De aanwezigheid van een activerende HRAS-mutatie is een sterk argument tegen maligniteit Het vinden van een HRAS-mutatie in een spitzoide laesie duidt met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aan, dat de laesie benigne is [<PERSOON> ### (#); <PERSOON> ### (#)] In vele gevallen zal mutatieanalyse echter niet conclusief zijn, namelijk wanneer een BRAF-mutatie, of geen mutatie wordt # - <PERSOON> H, et al Melanocytic tumors of uncertain malignant potential results of a tutorial held at the XXIX Symposium of the International Society of Dermatopathology in Graz, # - Elder DE, <PERSOON> approach to the patient with a difficult melanocytic lesion <PERSOON> WJ, Blokx WA HRAS-mutated Spitz tumors <PERSOON> M, <PERSOON> and HRAS mutations in spitzoid tumours and their possible pathogenetic significance, <PERSOON> JF Histologically ambiguous ("borderline") primary cutaneous melanocytic tumors approaches to patient management including the roles of molecular testing and sentinel lymph node # - <PERSOON> lymph node biopsy for patients with diagnostically controversial Spitzoid melanocytic Wat zijn de adviezen voor pathologisch onderzoek ten aanzien van re-excisie preparaat van de huid? Er wordt geadviseerd om, als de snijvlakken van de primaire excisie van een melanoom vrij zijn, de huid en subcutis histologisch te onderzoeken met een enkel blokje van het litteken in het re-excisiepreparaat Er wordt geadviseerd om, als de snijvlakken van de primaire excisie van een melanoom niet vrij zijn het litteken Er wordt geadviseerd om pigmentlaesies of andere haardvormige afwijkingen in het re-excisiepreparaat altijd De werkgroep is van mening dat in de diagnosetekst van het pathologieverslag vermeld dienen te worden de plaats van dit residu, dat wil zeggen in het litteken of satellieten op afstand hiervan; de aan- of afwezigheid van melanoomcellen in de snijvlakken, indien dit snijrand- onderzoek verricht is De uitgebreidheid van de bewerking van het excisiepreparaat is afhankelijk van de radicaliteit van de primaire excisie.
512
fms
<PERSOON> WJ, Blokx WA HRAS-mutated Spitz tumors <PERSOON> M, <PERSOON> and HRAS mutations in spitzoid tumours and their possible pathogenetic significance, <PERSOON> JF Histologically ambiguous ("borderline") primary cutaneous melanocytic tumors approaches to patient management including the roles of molecular testing and sentinel lymph node # - <PERSOON> lymph node biopsy for patients with diagnostically controversial Spitzoid melanocytic Wat zijn de adviezen voor pathologisch onderzoek ten aanzien van re-excisie preparaat van de huid? Er wordt geadviseerd om, als de snijvlakken van de primaire excisie van een melanoom vrij zijn, de huid en subcutis histologisch te onderzoeken met een enkel blokje van het litteken in het re-excisiepreparaat Er wordt geadviseerd om, als de snijvlakken van de primaire excisie van een melanoom niet vrij zijn het litteken Er wordt geadviseerd om pigmentlaesies of andere haardvormige afwijkingen in het re-excisiepreparaat altijd De werkgroep is van mening dat in de diagnosetekst van het pathologieverslag vermeld dienen te worden de plaats van dit residu, dat wil zeggen in het litteken of satellieten op afstand hiervan; de aan- of afwezigheid van melanoomcellen in de snijvlakken, indien dit snijrand- onderzoek verricht is De uitgebreidheid van de bewerking van het excisiepreparaat is afhankelijk van de radicaliteit van de primaire excisie excisie Haardvormige afwijkingen, in samenhang met het litteken of op afstand ervan worden altijd ingesloten In geval van irradicaliteit - of twijfel over de radicaliteit - van de primaire excisie, wordt het preparaat geïnkt en dwarsgelamelleerd als boven Beide puntjes en het gehele litteken en/of eventuele andere macroscopische eventuele afwijkingen van de huid en subcutis in samenhang met het litteken; Het preparaat wordt na fixatie dwarsgelamelleerd in plakjes van ongeveer # mm en geïnspecteerd op het Er zijn geen aanwijzingen dat er een relatie is tussen het aantal uitgenomen blokjes en de kans op detectie van Er zijn geen aanwijzingen die als argument kunnen dienen voor het volledig achterwege laten van histologisch Bij histopathologisch onderzoek van re-excisiepreparaten na volledige diagnostische excisie van melanoom wordt slechts hoogst zelden een tumorresidu aangetoond Het nemen van vele blokjes van dergelijke preparaten heeft een zeer lage ‘opbrengst' In een systematisch onderzoek van ### re-excisies na diagnostische melanoomexcisie met volgens het pathologieverslag vrije snijvlakken werd in # gevallen histologisch een range # tot ##) [<PERSOON> ### (#)] In een andere studie van ### re-excisiepreparaten werd residuele tumor gevonden in twee gevallen waarvan de initiële excisie was afgegeven als volledig Ook in deze studie werd geen relatie aangetoond tussen het aantal onderzochte weefselblokjes en de kans op detectie van residuele tumor [<PERSOON> et al (### (#)) onderzochten de pathologie uitslagen van ### reexcisiepreparaten na diagnostische complete excisie van melanoom en troffen geen enkel geval van residuele tumor aan.
543
fms
litteken of op afstand ervan worden altijd ingesloten In geval van irradicaliteit - of twijfel over de radicaliteit - van de primaire excisie, wordt het preparaat geïnkt en dwarsgelamelleerd als boven Beide puntjes en het gehele litteken en/of eventuele andere macroscopische eventuele afwijkingen van de huid en subcutis in samenhang met het litteken; Het preparaat wordt na fixatie dwarsgelamelleerd in plakjes van ongeveer # mm en geïnspecteerd op het Er zijn geen aanwijzingen dat er een relatie is tussen het aantal uitgenomen blokjes en de kans op detectie van Er zijn geen aanwijzingen die als argument kunnen dienen voor het volledig achterwege laten van histologisch Bij histopathologisch onderzoek van re-excisiepreparaten na volledige diagnostische excisie van melanoom wordt slechts hoogst zelden een tumorresidu aangetoond Het nemen van vele blokjes van dergelijke preparaten heeft een zeer lage ‘opbrengst' In een systematisch onderzoek van ### re-excisies na diagnostische melanoomexcisie met volgens het pathologieverslag vrije snijvlakken werd in # gevallen histologisch een range # tot ##) [<PERSOON> ### (#)] In een andere studie van ### re-excisiepreparaten werd residuele tumor gevonden in twee gevallen waarvan de initiële excisie was afgegeven als volledig Ook in deze studie werd geen relatie aangetoond tussen het aantal onderzochte weefselblokjes en de kans op detectie van residuele tumor [<PERSOON> et al (### (#)) onderzochten de pathologie uitslagen van ### reexcisiepreparaten na diagnostische complete excisie van melanoom en troffen geen enkel geval van residuele tumor aan Als de snijvlakken van de initiële excisie vrij waren en er geen haardvormige afwijkingen werden gezien in het re-excisiepreparaat Deze auteurs bevalen aan, re-excisiepreparaten in het geheel niet pathologisch te onderzoeken Aangetekend moet worden dat deze resultaten niet geheel overeen lijken te komen met die van de twee eerder genoemde studies Het niet aanbieden van re-excisiepreparaten voor pathologisch onderzoek zou betekenen dat geen onafhankelijke evaluatie meer mogelijk is van de aanwezigheid van een centraal litteken, van afwezigheid van Incidentele gevallen van melanoomresidu in re-excisiepreparaten worden gemeld, en hebben in geval van satellitose aanzienlijke prognostische consequenties [Patel ### (#)] In het Verenigd Koninkrijk is het uitnemen van één blokje voor histologisch onderzoek momenteel de standaard [<PERSOON> ### (#)] # - <PERSOON> HM et al Malignant melanoma re-excision specimens – how many blocks? Histopathology ###; ## ##<DATUM> # - <PERSOON> L Is extensive histological examination of wide excision specimens necessary following a diagnosis # - McGoldrick et al Malignant melanoma re-excision specimens is there a need for histopathological analysis? <PERSOON> to 'Malignant melanoma re-excision specimens is there a need for histopathological analysis?' # - Patel NG et al Malignant melanoma re-excision specimens the need for analysis <PERSOON> ###; ## Op welke wijze dient pathologisch onderzoek van de schildwachtklier bij patienten met melanoom te worden Er wordt geadviseerd om geen peroperatief vriescoupe-onderzoek of peroperatieve cytologische beoordeling.
607
fms
en er geen haardvormige afwijkingen werden gezien in het re-excisiepreparaat Deze auteurs bevalen aan, re-excisiepreparaten in het geheel niet pathologisch te onderzoeken Aangetekend moet worden dat deze resultaten niet geheel overeen lijken te komen met die van de twee eerder genoemde studies Het niet aanbieden van re-excisiepreparaten voor pathologisch onderzoek zou betekenen dat geen onafhankelijke evaluatie meer mogelijk is van de aanwezigheid van een centraal litteken, van afwezigheid van Incidentele gevallen van melanoomresidu in re-excisiepreparaten worden gemeld, en hebben in geval van satellitose aanzienlijke prognostische consequenties [Patel ### (#)] In het Verenigd Koninkrijk is het uitnemen van één blokje voor histologisch onderzoek momenteel de standaard [<PERSOON> ### (#)] # - <PERSOON> HM et al Malignant melanoma re-excision specimens – how many blocks? Histopathology ###; ## ##<DATUM> # - <PERSOON> L Is extensive histological examination of wide excision specimens necessary following a diagnosis # - McGoldrick et al Malignant melanoma re-excision specimens is there a need for histopathological analysis? <PERSOON> to 'Malignant melanoma re-excision specimens is there a need for histopathological analysis?' # - Patel NG et al Malignant melanoma re-excision specimens the need for analysis <PERSOON> ###; ## Op welke wijze dient pathologisch onderzoek van de schildwachtklier bij patienten met melanoom te worden Er wordt geadviseerd om geen peroperatief vriescoupe-onderzoek of peroperatieve cytologische beoordeling Er wordt geadviseerd om een kleine schildwachtklier te halveren en om grotere klieren, met een dikte ) #mm, te Er wordt geadviseerd om per paraffineblokje ten minste drie niveaus te onderzoeken, inclusief schildwachtklieren bij melanoom uit te voeren met antistoffen tegen S-### en ten minste één aanvullende, meer Er wordt geadviseerd om in de conclusie van het pathologieverslag van de schildwachtklier de diameter van de Er wordt geadviseerd om vooralsnog geen gebruik te maken van de RT-PCR methode voor detectie van De werkgroep is van mening dat er geen internationaal aanvaard protocol bestaat voor de wijze van Aansluiting met de EORTC richtlijn en met andere Europese richtlijnen is mede een argument om te adviseren om een kleine schildwachtklier te halveren door de hilus Voor grotere klieren, met een dikte ) #mm geldt het Het is aannemelijk dat de sensitiviteit van de intra-operatieve vriescoupeanalyse en van de peroperatieve Het is aannemelijk dat het halveren door de hilus vooralsnog de voorkeur verdient Er zijn aanwijzingen dat onderzoek van zes niveaus van de gehalveerde schildwachtklier met ##µm tussenstappen een optimale opbrengst geeft van gedetecteerde melanoommetastasen in de schildwachtklier in Het is aannemelijk dat immunohistochemisch onderzoek de gevoeligheid verhoogt van detectie van <PERSOON> ### (##) Het is aannemelijk dat histologisch onderzoek van meerdere niveaus van de schildwachtklier leidt tot detectie Het is aannemelijk dat meting van de grootte van metastasen in schildwachtklieren bij melanoom prognostisch relevante informatie oplevert Het is aannemelijk dat ook micro-anatomische lokatie en invasiediepte van de.
581
fms