text
stringlengths 80
6.25k
| text_len
int64 32
3.12k
| src
stringclasses 7
values |
---|---|---|
medicatie worden afgebouwd, waardoor er mogelijk flare-poliâs nodig zijn, en zal er meer ervaring worden opgedaan met tsDMARDs Van oudsher is de reumatoloog de hoofdbehandelaar voor patiënten met RA De afgelopen jaren is er echter reumatoloog/ VS/ PA is degene met de meeste ervaring met het gebruik van disease-modifying antirheumatic drugs (DMARDs), de bijwerkingen van DMARDs, en comorbiditeiten die een rol spelen bij RA De reumatoloog In deze module spreken we over âbehandelaarâ, dit kan zowel de reumatoloog, VS, PA of gespecialiseerd reumaverpleegkundige zijn Wanneer we spreken over âhoofdbehandelaarâ, gaat het om degene die Doel van deze module is (rand) voorwaarden schetsen en aanbevelingen geven over de besluitvorming in de Bij deze uitgangsvraag is geen systematisch literatuuronderzoek verricht, omdat er verwacht werd geen studies werkgroepleden op basis van kennis uit de praktijk en waar mogelijk onderbouwd door niet-systematisch de vinden die antwoord geven op de vraag, specifiek voor de Nederlandse situatie Er worden dan ook geen conclusies vermeld De overwegingen zijn opgesteld op basis van bestaande richtlijnen/ standpunten van de NVR, de NHG standaard Artritis en de kennis uit de praktijk van de werkgroepleden (NHG standaard <PERSOON>, D L (###) If you build it, will they come? Designing truly patient-centered health care Health Aff (###) NVR consensus document taakherschikking Retrieved from <PERSOON> the gap <PERSOON> separate <PERSOON> and satisfaction #,### patients with rheumatoid arthritis and #,### patients with chronic noninflammatory musculoskeletal pain Arthritis of the EULAR recommendations for the management of early arthritis <PERSOON> decision making in clinical medicine past research and future directions <PERSOON> toward a more patient-centered health care delivery system Health Aff (Millwood), Suppl review of the effects of shared decision-making on patient satisfaction, treatment adherence and health status Psychother thematic synthesis of patient-reported barriers and facilitators to shared decision making <PERSOON>, ##(#), ### doi <DATUM> j pec ##<DATUM> ### medical decisions, received information, satisfaction with care, and unmet health care needs in patients with rheumatoid Interventions for improving the adoption of shared decision making by healthcare professionals <PERSOON>, R A (###) Not all patients want to participate in decision making A national <PERSOON> about medications a questionnaire survey of people with rheumatoid arthritis <PERSOON-##> patients' motives for (not) wanting to be involved in medical decision-making and the factors that hinder or promote patient involvement Clin Rheumatol doi <DATUM> s<PATIENTNUMMER>#-###-y.
| 544 | fms |
#,### patients with rheumatoid arthritis and #,### patients with chronic noninflammatory musculoskeletal pain Arthritis of the EULAR recommendations for the management of early arthritis <PERSOON> decision making in clinical medicine past research and future directions <PERSOON> toward a more patient-centered health care delivery system Health Aff (Millwood), Suppl review of the effects of shared decision-making on patient satisfaction, treatment adherence and health status Psychother thematic synthesis of patient-reported barriers and facilitators to shared decision making <PERSOON>, ##(#), ### doi <DATUM> j pec ##<DATUM> ### medical decisions, received information, satisfaction with care, and unmet health care needs in patients with rheumatoid Interventions for improving the adoption of shared decision making by healthcare professionals <PERSOON>, R A (###) Not all patients want to participate in decision making A national <PERSOON> about medications a questionnaire survey of people with rheumatoid arthritis <PERSOON> patients' motives for (not) wanting to be involved in medical decision-making and the factors that hinder or promote patient involvement Clin Rheumatol doi <DATUM> s<PATIENTNUMMER>#-###-y (###) <PERSOON> care teams to provide the best possible points to consider for use of antirheumatic drugs before pregnancy, and during pregnancy and lactation <PERSOON> Dis, (###) Measuring disease activity in ankylosing spondylitis patient and physician have different perspectives Rheumatology facing health treatment or screening decisions Cochrane Database Syst Rev, #, CD### ratings of patients' health status by patients and their physicians <PERSOON>, F A , <PERSOON-##>, M J , & <PERSOON-##> from physician-centered care towards patientcentered care for Parkinson's disease patients Parkinsonism Relat Disord, ##(##), #<DATUM> Patients' needs and expectations with regard to rheumatology nursing care results of multicentre focus group interviews recommendations for the role of the nurse in the management of chronic inflammatory arthritis <PERSOON> Dis, ##(#), ### doi <DATUM> annrheumdis-###-### <PERSOON-##> in actie onderzoek naar de rol en positionering van gespecialiseerde <PERSOON-##> diagnostiek en behandeling van reumatoide artritis Retrieved from <LOCATIE> Do patients with localized prostate cancer treatment really want more aggressive treatment? <PERSOON-##>, ##(##), <PATIENTNUMMER># doi <DATUM> JCO ##<DATUM> <PERSOON-##>, T M.
| 560 | fms |
De z e ric htlijn is to t stand ge ko me n o p initiatie f van Ne de rlandse Ve re niging vo o r He e lkunde Diagnostiek en Behandeling van Patiënten met Perifeer Arterieel Vaatlijden van de Onderste Extremiteit Endovasculaire behandelingen in het femoropopliteale traject bij Perifeer Arterieel Vaatlijden Endovasculaire behandelingen in het crurale traject bij Perifeer Arterieel Vaatlijden Medicamenteuze ondersteuning na endovasculaire interventies bij Perifeer Arterieel Vaatlijden Medicamenteuze ondersteuning na bypasschirurgie bij Perifeer Arterieel Vaatlijden Organisatie van zorg rond de patiënt met (verdenking) Perifeer Arterieel Vaatlijden Diagnostiek en Behandeling van Patiënten met Perifeer Arterieel Vaatlijden van Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor patiënten met perifeer arterieel vaatlijden (PAV) van de onderste extremiteit In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de De manier waarop en door wie de diagnose PAV dient te worden vastgesteld De behandeling van patiënten met claudicatio intermittens ter verbetering van de loopafstand en de De behandeling van patiënten met verschillende typen PAV door middel van dotteren of stentplaatsing Het informeren van patiënten met PAV ten aanzien van de verschillende behandelopties Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met (chronisch) perifeer arterieel vaatlijden van de onderste extremiteit, binnen en buiten het ziekenhuis Perifeer arterieel vaatlijden (PAV) van de onderste extremiteit is de medische omschrijving voor een vernauwing of afsluiting van een slagader in of naar het been Patiënten met PAV kunnen onderscheiden worden in twee hoofdgroepen Patiënten met claudicatio intermittens hebben pijn of kramp in bil of kuit na het lopen van een bepaalde afstand (etalagebenen) Patiënten met kritieke ischemie hebben rustpijn in de voet en/of last van wonden of gangreen op de voet of het onderbeen PAV kan zich echter op vele verschillende manieren presenteren en soms hebben patiënten geen klachten PAV komt voornamelijk voor op hogere leeftijd In de leeftijdsklasse van ## tot <LEEFTIJD> jaar lijdt #% van de mensen aan PAV Dat loopt op naar meer dan de helft bij Meer informatie over perifeer arterieel vaatlijden is te vinden op Thuisarts Meer informatie over perifeer arterieel vaatlijden is ook te vinden op de website van de Hart&Vaatgroep Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) De richtlijn is Naast de deelname van een afgevaardigde van de Hart&Vaatgroep in de werkgroep, werd er aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door organisatie van een focusgroep en afname van een enquête onder patiënten Hoe en door wie dient de diagnose perifeer arterieel vaatlijden gesteld te worden? Bepaal de enkel/arm-index, ook voor de diagnostiek in de eerste lijn, door gebruik te maken van medewerkers met voldoende ervaring en exposure Er wordt aanbevolen om de eerste lijn voor de diagnostiek van PAV De behandeling van symptomatisch PAV bestaat in de eerste plaats uit het behandelen van cardiovasculaire risicofactoren aangevuld met gesuperviseerde looptherapie Deze behandeling kan heel goed plaatsvinden en gecoördineerd worden in de eerste lijn.
| 556 | fms |
hoofdgroepen Patiënten met claudicatio intermittens hebben pijn of kramp in bil of kuit na het lopen van een bepaalde afstand (etalagebenen) Patiënten met kritieke ischemie hebben rustpijn in de voet en/of last van wonden of gangreen op de voet of het onderbeen PAV kan zich echter op vele verschillende manieren presenteren en soms hebben patiënten geen klachten PAV komt voornamelijk voor op hogere leeftijd In de leeftijdsklasse van ## tot <LEEFTIJD> jaar lijdt #% van de mensen aan PAV Dat loopt op naar meer dan de helft bij Meer informatie over perifeer arterieel vaatlijden is te vinden op Thuisarts Meer informatie over perifeer arterieel vaatlijden is ook te vinden op de website van de Hart&Vaatgroep Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) De richtlijn is Naast de deelname van een afgevaardigde van de Hart&Vaatgroep in de werkgroep, werd er aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door organisatie van een focusgroep en afname van een enquête onder patiënten Hoe en door wie dient de diagnose perifeer arterieel vaatlijden gesteld te worden? Bepaal de enkel/arm-index, ook voor de diagnostiek in de eerste lijn, door gebruik te maken van medewerkers met voldoende ervaring en exposure Er wordt aanbevolen om de eerste lijn voor de diagnostiek van PAV De behandeling van symptomatisch PAV bestaat in de eerste plaats uit het behandelen van cardiovasculaire risicofactoren aangevuld met gesuperviseerde looptherapie Deze behandeling kan heel goed plaatsvinden en gecoördineerd worden in de eerste lijn Het bepalen van de EAI is een laagdrempelig onderzoek dat wordt uitgevoerd met een Dopplerapparaat en een (laten) bepalen in de eigen praktijk of bij een vaatfunctieafdeling in een diagnostisch <INSTELLING> Indien dit niet mogelijk is, vindt verwijzing naar een vaatchirurg plaats, waarbij afspraken gemaakt worden over het vervolgtraject Het Doppleronderzoek in de eigen praktijk veronderstelt voldoende scholing en het onderhouden van ervaring door het regelmatig uitvoeren van deze meting, bijvoorbeeld door de praktijkmedewerker Hiervoor De NHG-standaard laat ruimte voor diagnostisering in de eerste lijn en geeft daartoe een een nauwkeurige beschrijving voor een valide uitvoering van de EAI Uit literatuuronderzoek blijkt dat de EAI meting in de eerste lijn waarschijnlijk onvoldoende betrouwbaar gebeurt, aangezien de testuitslagen in de eerste lijn en in het vaatlaboratorium nogal uiteenlopen Mogelijke redenen hiervoor zijn onvoldoende training en exposure om de vaardigheden te ontwikkelen, te standaardiseren en goed bij te houden in de eerste lijn Bovenstaande wordt ondersteund door de lage incidentie van symptomatisch PAV in de huisartsenpraktijk, geschat op # per ### personen per jaar (NHG, ###) Het mogelijke risico lijkt vooral te bestaan uit overdiagnose van PAV Dit kan resulteren in extra kosten Bij onvoldoende overeenkomst tussen de diagnose in de eerste lijn en een vaatlaboratorium zal er in de tweede lijn minder vertrouwen zijn in positieve testuitslagen uit de eerste lijn Dit bijkomend voordeel van een onderzoek in het vaatlaboratorium is dat het mogelijk is om gebruik te maken van.
| 552 | fms |
bepalen van de EAI is een laagdrempelig onderzoek dat wordt uitgevoerd met een Dopplerapparaat en een (laten) bepalen in de eigen praktijk of bij een vaatfunctieafdeling in een diagnostisch <INSTELLING> Indien dit niet mogelijk is, vindt verwijzing naar een vaatchirurg plaats, waarbij afspraken gemaakt worden over het vervolgtraject Het Doppleronderzoek in de eigen praktijk veronderstelt voldoende scholing en het onderhouden van ervaring door het regelmatig uitvoeren van deze meting, bijvoorbeeld door de praktijkmedewerker Hiervoor De NHG-standaard laat ruimte voor diagnostisering in de eerste lijn en geeft daartoe een een nauwkeurige beschrijving voor een valide uitvoering van de EAI Uit literatuuronderzoek blijkt dat de EAI meting in de eerste lijn waarschijnlijk onvoldoende betrouwbaar gebeurt, aangezien de testuitslagen in de eerste lijn en in het vaatlaboratorium nogal uiteenlopen Mogelijke redenen hiervoor zijn onvoldoende training en exposure om de vaardigheden te ontwikkelen, te standaardiseren en goed bij te houden in de eerste lijn Bovenstaande wordt ondersteund door de lage incidentie van symptomatisch PAV in de huisartsenpraktijk, geschat op # per ### personen per jaar (NHG, ###) Het mogelijke risico lijkt vooral te bestaan uit overdiagnose van PAV Dit kan resulteren in extra kosten Bij onvoldoende overeenkomst tussen de diagnose in de eerste lijn en een vaatlaboratorium zal er in de tweede lijn minder vertrouwen zijn in positieve testuitslagen uit de eerste lijn Dit bijkomend voordeel van een onderzoek in het vaatlaboratorium is dat het mogelijk is om gebruik te maken van Uit de patiëntenraadpleging voor deze richtlijn bleek dat patiënten het prettiger vinden dat de EAI wordt bepaald in de tweede lijn Dit omdat men aangeeft dat in de eerste lijn minder ervaring is en de bepaling door Het lijkt dan ook verstandig om het meten van de EAI bij patiënten met verdenking op PAV te laten bepalen in een eerste- of tweedelijnsvaatlaboratorium, waar deze meting zeer regelmatig en gestandaardiseerd wordt uitgevoerd en beoordeeld door goed getrainde medewerkers, waarbij de beoordeling door of onder supervisie van een vaatchirurg wordt gedaan Na het stellen van de diagnose kan de verdere behandeling (waaronder de verwijzing naar een fysiotherapeut voor gesuperviseerde looptherapie) en begeleiding van deze patiënten in eerste instantie heel goed in de eerste lijn plaatsvinden Bij aanhouden van de klachten of verergering kan een verwijzing naar de tweede lijn plaatsvinden met de vraagstelling of een interventie mogelijk en gerechtvaardigd Het bepalen van het quotiënt tussen de systolische bloeddruk aan het been en de systolische bloeddruk aan de arm, de enkel-arm-index (EAI), wordt gezien als de referentiestandaard bij het aantonen van perifeer arterieel vaatlijden Een EAI (#,# in rust en/of na een loopbandtest is bewijzend voor de diagnose PAV terwijl een EAI )#,# de diagnose min of meer uitsluit, met uitzondering van patiënten met diabetes mellitus Het meten van de EAI is een laagdrempelig onderzoek dat zowel in de eerste als in de tweede lijn kan worden uitgevoerd De behandeling van claudicatio intermittens (CI) is in eerste instantie conservatief, kan in de eerste lijn worden.
| 559 | fms |
patiënten het prettiger vinden dat de EAI wordt bepaald in de tweede lijn Dit omdat men aangeeft dat in de eerste lijn minder ervaring is en de bepaling door Het lijkt dan ook verstandig om het meten van de EAI bij patiënten met verdenking op PAV te laten bepalen in een eerste- of tweedelijnsvaatlaboratorium, waar deze meting zeer regelmatig en gestandaardiseerd wordt uitgevoerd en beoordeeld door goed getrainde medewerkers, waarbij de beoordeling door of onder supervisie van een vaatchirurg wordt gedaan Na het stellen van de diagnose kan de verdere behandeling (waaronder de verwijzing naar een fysiotherapeut voor gesuperviseerde looptherapie) en begeleiding van deze patiënten in eerste instantie heel goed in de eerste lijn plaatsvinden Bij aanhouden van de klachten of verergering kan een verwijzing naar de tweede lijn plaatsvinden met de vraagstelling of een interventie mogelijk en gerechtvaardigd Het bepalen van het quotiënt tussen de systolische bloeddruk aan het been en de systolische bloeddruk aan de arm, de enkel-arm-index (EAI), wordt gezien als de referentiestandaard bij het aantonen van perifeer arterieel vaatlijden Een EAI (#,# in rust en/of na een loopbandtest is bewijzend voor de diagnose PAV terwijl een EAI )#,# de diagnose min of meer uitsluit, met uitzondering van patiënten met diabetes mellitus Het meten van de EAI is een laagdrempelig onderzoek dat zowel in de eerste als in de tweede lijn kan worden uitgevoerd De behandeling van claudicatio intermittens (CI) is in eerste instantie conservatief, kan in de eerste lijn worden Patiënten met CI kunnen derhalve initieel in de eerste lijn worden behandeld Voor een goed beleid is het van groot belang dat de EAI in de eerste lijn voldoende betrouwbaar en vergelijkbaar is met metingen verricht in de Er zijn aanwijzingen dat de overeenkomst tussen de gemeten EAI in de huisartspraktijk en het In totaal zijn drie observationele studies geselecteerd die de correlatie tussen EAI in de eerste lijn en het vaatlab <PERSOON>-Letz, ###) betroffen niet het goede domein en onderzochten vrijwilligers uit de risicopopulatie voor perifeer arterieel vaatlijden in plaats van patiënten met klachten verdacht voor perifeer arterieel vaatlijden Er is dus sprake van een screeningspopulatie welke afwijkend is van de doelpopulatie Bij gebrek aan direct bewijs zijn De geïncludeerde studies definieerde een EAI van (#,# als een positief testresultaat <PERSOON> (###) includeerde ## patiënten uit ## verschillende huisartspraktijken in <LOCATIE> Opeenvolgende patiënten met klachten van en verdenking op perifeer arterieel vaatlijden en die verwezen werden naar de vaatpoli, werden geïncludeerd In de huisartspraktijken werd de EAI bepaald en één tot vier weken later werd deze meting volgens vast protocol herhaald door een vaatlaborant Middels een vragenlijst werd de methode van EAI meting in de huisartspraktijk achterhaald Eén tot vier weken na meting met de index-test, werd de diagnose geverifieerd door een vaatlaborant die de meting uitvoerde volgens vast protocol (referentiestandaard) Eigenschappen van de geïncludeerde patiënten zijn niet beschreven Er is geen informatie over blindering van de vaatlaborante voor de.
| 574 | fms |
initieel in de eerste lijn worden behandeld Voor een goed beleid is het van groot belang dat de EAI in de eerste lijn voldoende betrouwbaar en vergelijkbaar is met metingen verricht in de Er zijn aanwijzingen dat de overeenkomst tussen de gemeten EAI in de huisartspraktijk en het In totaal zijn drie observationele studies geselecteerd die de correlatie tussen EAI in de eerste lijn en het vaatlab <PERSOON>-Letz, ###) betroffen niet het goede domein en onderzochten vrijwilligers uit de risicopopulatie voor perifeer arterieel vaatlijden in plaats van patiënten met klachten verdacht voor perifeer arterieel vaatlijden Er is dus sprake van een screeningspopulatie welke afwijkend is van de doelpopulatie Bij gebrek aan direct bewijs zijn De geïncludeerde studies definieerde een EAI van (#,# als een positief testresultaat <PERSOON> (###) includeerde ## patiënten uit ## verschillende huisartspraktijken in <LOCATIE> Opeenvolgende patiënten met klachten van en verdenking op perifeer arterieel vaatlijden en die verwezen werden naar de vaatpoli, werden geïncludeerd In de huisartspraktijken werd de EAI bepaald en één tot vier weken later werd deze meting volgens vast protocol herhaald door een vaatlaborant Middels een vragenlijst werd de methode van EAI meting in de huisartspraktijk achterhaald Eén tot vier weken na meting met de index-test, werd de diagnose geverifieerd door een vaatlaborant die de meting uitvoerde volgens vast protocol (referentiestandaard) Eigenschappen van de geïncludeerde patiënten zijn niet beschreven Er is geen informatie over blindering van de vaatlaborante voor de (n=#) met die van een huisarts (n=#) en een getrainde verpleegkundige (n=#) uit de eerste lijn Het domein betrof de open populatie (screening) en er werden ### patiënten geïncludeerd Patiënten waren gemiddeld ##,# (±#,#) jaar oud en hadden een gemiddelde BMI van ## (±#,#) De meting vond plaats met dezelfde apparatuur op gestandaardiseerde wijze en de observatoren waren geblindeerd voor de andere metingen De studie van Nexøe (###) includeerde ### patiënten uit zes huisartspraktijken in Denemarken Elke praktijk moest een EAI bepalen bij minimaal ## patiënten van â¥<LEEFTIJD> jaar, waaronder tenminste acht patiënten met een EAI â¥#,# en tenminste acht patiënten met een EAI (#,# Het domein is de open populatie en betreft geen patiënten verdacht voor PAV Per praktijk namen één huisarts en twee verpleegkundigen deel Deze huisartsen en verpleegkundigen kregen voorafgaande het uitvoeren van de index-test een drie uur durende training over het eerste meting gecontroleerd door een vaatlaborant die gebruikt maakt van geautomatiseerde meetapparatuur De uitkomst is de mate van overeenkomst tussen deze testen Er is geen informatie over blindering van de De studie van <PERSOON> benadert het best de onderzoeksvraag, en betreft de relevante symptomatische populatie De overeenkomst tussen beide metingen was beperkt (Bland-Altman plot met wijde limits of agreement met SD normering van de ICC niet volledige mogelijk is, wordt een kappa van #,## of lager gezien als een indicatie voor een geringe mate van overeenstemming Negentien van de ## patiënten met verlaagde EAI in de.
| 625 | fms |
verpleegkundige (n=#) uit de eerste lijn Het domein betrof de open populatie (screening) en er werden ### patiënten geïncludeerd Patiënten waren gemiddeld ##,# (±#,#) jaar oud en hadden een gemiddelde BMI van ## (±#,#) De meting vond plaats met dezelfde apparatuur op gestandaardiseerde wijze en de observatoren waren geblindeerd voor de andere metingen De studie van Nexøe (###) includeerde ### patiënten uit zes huisartspraktijken in Denemarken Elke praktijk moest een EAI bepalen bij minimaal ## patiënten van â¥<LEEFTIJD> jaar, waaronder tenminste acht patiënten met een EAI â¥#,# en tenminste acht patiënten met een EAI (#,# Het domein is de open populatie en betreft geen patiënten verdacht voor PAV Per praktijk namen één huisarts en twee verpleegkundigen deel Deze huisartsen en verpleegkundigen kregen voorafgaande het uitvoeren van de index-test een drie uur durende training over het eerste meting gecontroleerd door een vaatlaborant die gebruikt maakt van geautomatiseerde meetapparatuur De uitkomst is de mate van overeenkomst tussen deze testen Er is geen informatie over blindering van de De studie van <PERSOON> benadert het best de onderzoeksvraag, en betreft de relevante symptomatische populatie De overeenkomst tussen beide metingen was beperkt (Bland-Altman plot met wijde limits of agreement met SD normering van de ICC niet volledige mogelijk is, wordt een kappa van #,## of lager gezien als een indicatie voor een geringe mate van overeenstemming Negentien van de ## patiënten met verlaagde EAI in de het vaatlab hadden een normale EAI in de huisartspraktijk De positief voorspellende waarde (indien de EAI in waarde ##% (##%-BI ##% tot ##%) De verschillen in de uitvoering van de EAI meting in de huisartspraktijk waren groot (hoewel de meeste praktijken hiervoor een training volgden) Er was variatie tussen de rustperiode voor bloeddrukmeting, de methode van enkel en arm bloeddrukmeting, de berekening van teller en noemer <PERSOON>-Letz (###) vond een hoge mate van overeenstemming tussen de (verschillende) metingen, uitgedrukt was ##%, wat een beperkte overeenkomst indiceert De uitgevoerde metingen in deze studie komen niet erg overeen met de wijze waarop metingen in de Nederlandse praktijk worden gedaan en lijken daarmee geen reële In de studie van Nexøe laten de Bland-Altman plots wijde limits of agreement zien (gemiddeld verschil ##%BI -## tot ##) Wanneer je de EAI van het vaatlab als referentietest beschouwt hebben ## van de ### deelnemers onterecht de diagnose PAV (vals positief), maar er waren geen vals-negatieve resultaten De bewijskracht is gesteld op zeer laag De conclusie wordt onderbouwd door drie cross-sectionele studies Slechts een studie betrof een populatie met klachten van PAV (inidirectheid) bij weinig patienten (imprecisie) Er kon geen meta-analyse worden uitgevoerd en er is slechts in een studie beschreven of de testen geblindeerd Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is er een systematische literatuuranalyse verricht naar de Wat is de overeenkomst in de testresultaten van de EAI gemeten in de eerste lijn en gemeten door een Patiënten met klachten verdacht voor perifeer arterieel vaatlijden/claudicatio intermittens.
| 647 | fms |
waarde (indien de EAI in waarde ##% (##%-BI ##% tot ##%) De verschillen in de uitvoering van de EAI meting in de huisartspraktijk waren groot (hoewel de meeste praktijken hiervoor een training volgden) Er was variatie tussen de rustperiode voor bloeddrukmeting, de methode van enkel en arm bloeddrukmeting, de berekening van teller en noemer <PERSOON>-Letz (###) vond een hoge mate van overeenstemming tussen de (verschillende) metingen, uitgedrukt was ##%, wat een beperkte overeenkomst indiceert De uitgevoerde metingen in deze studie komen niet erg overeen met de wijze waarop metingen in de Nederlandse praktijk worden gedaan en lijken daarmee geen reële In de studie van Nexøe laten de Bland-Altman plots wijde limits of agreement zien (gemiddeld verschil ##%BI -## tot ##) Wanneer je de EAI van het vaatlab als referentietest beschouwt hebben ## van de ### deelnemers onterecht de diagnose PAV (vals positief), maar er waren geen vals-negatieve resultaten De bewijskracht is gesteld op zeer laag De conclusie wordt onderbouwd door drie cross-sectionele studies Slechts een studie betrof een populatie met klachten van PAV (inidirectheid) bij weinig patienten (imprecisie) Er kon geen meta-analyse worden uitgevoerd en er is slechts in een studie beschreven of de testen geblindeerd Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is er een systematische literatuuranalyse verricht naar de Wat is de overeenkomst in de testresultaten van de EAI gemeten in de eerste lijn en gemeten door een Patiënten met klachten verdacht voor perifeer arterieel vaatlijden/claudicatio intermittens In de databases Medline (OVID) is met relevante zoektermen gezocht vanaf ### De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ## treffers voor systematische reviews en ### treffers van primair onderzoek op Studies werden geselecteerd wanneer het een patiëntenpopulatie verdacht van symptomatische perifeer arterieel vaatlijden, en waarbij de EAI gemeten in de eerste lijn is vergeleken met de EAI gemeten in een vaatlaboratorium om de diagnose perifeer arterieel vaatlijden te kunnen stellen Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie ## studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens ## studies geëxcludeerd (zie Drie onderzoeken zijn opgenomen in de literatuuranalyse Voor het stellen van de diagnose perifeer arterieel vaatlijden bestaat geen gouden standaard, noch is er een geaccepteerde referentiestandaard Zodoende is er gekozen om de overeenkomst in testresultaten uit te zoeken De evidence tabellen met de karakteristieken en resultaten van de geïncludeerde studies en beoordeling van individuele studiekwaliteit kunt u in onder het <PERSOON> MH, <PERSOON> P, et al Measurement and interpretation of the ankle-brachial index a scientific statement <PERSOON> HG, Biedermann S, et al Reproducibility and reliability of the ankle-brachial index as assessed by <PERSOON> JO, et al Measurement of blood pressure, ankle blood pressure and calculation of ankle NHG-Standaard Perifeer arterieel vaatlijden (Tweede herziening) <PERSOON> MEL, Elsman BHP, Oostindjer A, et al NHGStandaard Perifeer arterieel vaatlijden (tweede herziening) <PERSOON> LM, Rouwet EV, et al.
| 614 | fms |
zoektermen gezocht vanaf ### De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ## treffers voor systematische reviews en ### treffers van primair onderzoek op Studies werden geselecteerd wanneer het een patiëntenpopulatie verdacht van symptomatische perifeer arterieel vaatlijden, en waarbij de EAI gemeten in de eerste lijn is vergeleken met de EAI gemeten in een vaatlaboratorium om de diagnose perifeer arterieel vaatlijden te kunnen stellen Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie ## studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens ## studies geëxcludeerd (zie Drie onderzoeken zijn opgenomen in de literatuuranalyse Voor het stellen van de diagnose perifeer arterieel vaatlijden bestaat geen gouden standaard, noch is er een geaccepteerde referentiestandaard Zodoende is er gekozen om de overeenkomst in testresultaten uit te zoeken De evidence tabellen met de karakteristieken en resultaten van de geïncludeerde studies en beoordeling van individuele studiekwaliteit kunt u in onder het <PERSOON> MH, <PERSOON> P, et al Measurement and interpretation of the ankle-brachial index a scientific statement <PERSOON> HG, Biedermann S, et al Reproducibility and reliability of the ankle-brachial index as assessed by <PERSOON> JO, et al Measurement of blood pressure, ankle blood pressure and calculation of ankle NHG-Standaard Perifeer arterieel vaatlijden (Tweede herziening) <PERSOON> MEL, Elsman BHP, Oostindjer A, et al NHGStandaard Perifeer arterieel vaatlijden (tweede herziening) <PERSOON> LM, Rouwet EV, et al are we doing it right? Br J Wat is de beste behandelstrategie bij patiënten met claudicatio intermittens ter verbetering van de loopafstand De primaire behandeling van patiënten met claudicatio intermittens, ongeacht het niveau van de laesie, is gesuperviseerde looptraining waarbij de supervisie wordt verricht door een hiervoor voldoende geschoolde Ga na of de patiënt voldoende geïnformeerd is over de verschillende behandelopties en geef zo nodig extra Wanneer GLT wordt vergeleken met alternatieven, met name ten opzichte van invasieve interventies, geeft GLT nauwelijks tot geen complicaties en significant minder kosten Het verschil tussen de conservatieve therapie, zoals GLT, en invasieve behandeling zoals PTA is het invasieve <INSTELLING> van laatstgenoemde behandeling en de daarmee geassocieerde risicoâs op morbiditeit en mortaliteit (verwijzing naar module Endovasculaire invloed kan zijn op de leefstijl Recent onderzoek laat zien dat invasieve behandelingen dit effect niet blijken te hebben van de conservatieve behandeling anderzijds Bij een invasieve behandeling wordt er vanuit gegaan dat verbetering volgt na herstel van de circulatie Recent onderzoek laat zien dat een invasieve behandeling geen opzichte van een invasieve behandeling is recent aangetoond dat GLT ook de balans verbetert Dit is zowel vanuit medisch alsook vanuit kostenperspectief een gunstig effect gezien het verhoogd valrisico in deze In de focusgroep en enquête gehouden voor deze richtlijn (zie aanverwant product) geven patiënten aan vaak niet voldoende informatie te krijgen over de behandeloptie GLT Met nadruk moet ook gewezen worden op de mogelijkheid van begeleiding door een speciaal daarvoor opgeleide fysiotherapie Informatie hierover is.
| 565 | fms |
are we doing it right? Br J Wat is de beste behandelstrategie bij patiënten met claudicatio intermittens ter verbetering van de loopafstand De primaire behandeling van patiënten met claudicatio intermittens, ongeacht het niveau van de laesie, is gesuperviseerde looptraining waarbij de supervisie wordt verricht door een hiervoor voldoende geschoolde Ga na of de patiënt voldoende geïnformeerd is over de verschillende behandelopties en geef zo nodig extra Wanneer GLT wordt vergeleken met alternatieven, met name ten opzichte van invasieve interventies, geeft GLT nauwelijks tot geen complicaties en significant minder kosten Het verschil tussen de conservatieve therapie, zoals GLT, en invasieve behandeling zoals PTA is het invasieve <INSTELLING> van laatstgenoemde behandeling en de daarmee geassocieerde risicoâs op morbiditeit en mortaliteit (verwijzing naar module Endovasculaire invloed kan zijn op de leefstijl Recent onderzoek laat zien dat invasieve behandelingen dit effect niet blijken te hebben van de conservatieve behandeling anderzijds Bij een invasieve behandeling wordt er vanuit gegaan dat verbetering volgt na herstel van de circulatie Recent onderzoek laat zien dat een invasieve behandeling geen opzichte van een invasieve behandeling is recent aangetoond dat GLT ook de balans verbetert Dit is zowel vanuit medisch alsook vanuit kostenperspectief een gunstig effect gezien het verhoogd valrisico in deze In de focusgroep en enquête gehouden voor deze richtlijn (zie aanverwant product) geven patiënten aan vaak niet voldoende informatie te krijgen over de behandeloptie GLT Met nadruk moet ook gewezen worden op de mogelijkheid van begeleiding door een speciaal daarvoor opgeleide fysiotherapie Informatie hierover is comorbiditeit die de looptherapie belemmert, waardoor lopen onmogelijk is, financiële redenen (GLT zit niet in de basisverzekering en veel patienten zijn niet of onvoldoende aanvullend verzekerd en kunnen fysiotherapie niet zelf betalen), pijn tijdens de therapie, langzame vooruitgang waardoor de motivatie daalt en gebrek aan tijd Dit geeft eens te meer aan dat een goede begeleiding van essentieel belang is om de patiënt te motiveren en te helpen doorzetten Het is dan ook van essentieel belang dat de patiënt begeleid wordt door een fysiotherapeut die daar speciaal voor is opgeleid conform de KNGF-richtlijn âSymptomatisch Perifeer Arterieel Vaatlijdenâ Echter, als looptherapie niet mogelijk is ten gevolgen van comorbiditeit zoals invaliderede artrose, polyneuropathie, ernstige COPD en agina pectrois), dan moeten in samenspraak met de behandelend arts Patiënten vinden het belangrijk dat de zorgverlener patiëntgerichte zorg verleent, die is afgestemd op de voorkeuren, mogelijkheden en behoeften van de individuele patiënt Gedeelde besluitvorming is daarbij belangrijk Patiënten hebben ook aangegeven het belangrijk te vinden dat comorbiditeit wordt vastgelegd in het medisch dossier en dat behandeling en begeleiding van de verschillende aandoeningen op elkaar wordt afgestemd en periodiek geëvalueerd Patiënten geven aan behoefte te hebben aan langdurige ondersteuning bij het volhouden van lopen en een gezonde leefstijl Multidisciplinaire ondersteuning door de een individueel zorgplan waarin de gezondheidsproblemen, behandeling, doelen en aanpak van de De NHG-standaard geeft een aantal handvatten voor de wensen van de patiënt Voor deze richtlijn is niet uitgezocht of aangetoond of deze intensieve begeleiding in de tweede lijn effectief en kosteneffectief is.
| 563 | fms |
de looptherapie belemmert, waardoor lopen onmogelijk is, financiële redenen (GLT zit niet in de basisverzekering en veel patienten zijn niet of onvoldoende aanvullend verzekerd en kunnen fysiotherapie niet zelf betalen), pijn tijdens de therapie, langzame vooruitgang waardoor de motivatie daalt en gebrek aan tijd Dit geeft eens te meer aan dat een goede begeleiding van essentieel belang is om de patiënt te motiveren en te helpen doorzetten Het is dan ook van essentieel belang dat de patiënt begeleid wordt door een fysiotherapeut die daar speciaal voor is opgeleid conform de KNGF-richtlijn âSymptomatisch Perifeer Arterieel Vaatlijdenâ Echter, als looptherapie niet mogelijk is ten gevolgen van comorbiditeit zoals invaliderede artrose, polyneuropathie, ernstige COPD en agina pectrois), dan moeten in samenspraak met de behandelend arts Patiënten vinden het belangrijk dat de zorgverlener patiëntgerichte zorg verleent, die is afgestemd op de voorkeuren, mogelijkheden en behoeften van de individuele patiënt Gedeelde besluitvorming is daarbij belangrijk Patiënten hebben ook aangegeven het belangrijk te vinden dat comorbiditeit wordt vastgelegd in het medisch dossier en dat behandeling en begeleiding van de verschillende aandoeningen op elkaar wordt afgestemd en periodiek geëvalueerd Patiënten geven aan behoefte te hebben aan langdurige ondersteuning bij het volhouden van lopen en een gezonde leefstijl Multidisciplinaire ondersteuning door de een individueel zorgplan waarin de gezondheidsproblemen, behandeling, doelen en aanpak van de De NHG-standaard geeft een aantal handvatten voor de wensen van de patiënt Voor deze richtlijn is niet uitgezocht of aangetoond of deze intensieve begeleiding in de tweede lijn effectief en kosteneffectief is Naar de mening van patiënten kan secundaire preventie pas met succes worden toegepast als de patiënt zich ervan bewust is dat het om een systemische aandoening gaat, een chronische ziekte, waarvan de consequenties ook elders in het lichaam ernstig kunnen zijn Als de klachten weg zijn, dan kan de ziekte nog altijd blijvend aanwezig zijn Vanwege het chronische <INSTELLING> van de aandoening is er bij de patiënt de behoefte om regelmatig door de specialist gezien te worden en gecontroleerd te worden op terugkerende of nieuwe vaatproblemen Omdat, zoals ook in de inleiding al gesteld is, er geen verband bestaat tussen de ernst van de PAV en de mate en ernst van aangetaste vaattrajecten is de richtlijn werkgroep van mening dat de gewenste Samenvattend blijkt dat GLT bij claudicatio intermittens wordt bemoeilijkt door drie afzonderlijke factoren GLT wordt niet vergoed vanuit de basisverzekering Veel patiënten blijken onvoldoende aanvullend verzekerd, waardoor (een deel van) de eerste twintig behandel sessies door de patiënt zelf gefinancierd moet niet elke behandelend arts (huisarts of vaatchirurg) is op de hoogte van het feit dat in de meerderheid van de gevallen een conservatief traject voor claudicatio intermittens volstaat; niet alle patiënten hebben voldoende voorlichting gekregen om het nut van zelf trainen in te zien of zijn De NICE richtlijn (###) stelt dat alle patiënten met claudicatio intermittens allereerst een traject van gesuperviseerde looptherapie moeten krijgen en dat pas bij uitblijven van voldoende resultaat een invasieve behandeling moet worden overwogen.
| 560 | fms |
de mening van patiënten kan secundaire preventie pas met succes worden toegepast als de patiënt zich ervan bewust is dat het om een systemische aandoening gaat, een chronische ziekte, waarvan de consequenties ook elders in het lichaam ernstig kunnen zijn Als de klachten weg zijn, dan kan de ziekte nog altijd blijvend aanwezig zijn Vanwege het chronische <INSTELLING> van de aandoening is er bij de patiënt de behoefte om regelmatig door de specialist gezien te worden en gecontroleerd te worden op terugkerende of nieuwe vaatproblemen Omdat, zoals ook in de inleiding al gesteld is, er geen verband bestaat tussen de ernst van de PAV en de mate en ernst van aangetaste vaattrajecten is de richtlijn werkgroep van mening dat de gewenste Samenvattend blijkt dat GLT bij claudicatio intermittens wordt bemoeilijkt door drie afzonderlijke factoren GLT wordt niet vergoed vanuit de basisverzekering Veel patiënten blijken onvoldoende aanvullend verzekerd, waardoor (een deel van) de eerste twintig behandel sessies door de patiënt zelf gefinancierd moet niet elke behandelend arts (huisarts of vaatchirurg) is op de hoogte van het feit dat in de meerderheid van de gevallen een conservatief traject voor claudicatio intermittens volstaat; niet alle patiënten hebben voldoende voorlichting gekregen om het nut van zelf trainen in te zien of zijn De NICE richtlijn (###) stelt dat alle patiënten met claudicatio intermittens allereerst een traject van gesuperviseerde looptherapie moeten krijgen en dat pas bij uitblijven van voldoende resultaat een invasieve behandeling moet worden overwogen geschoold Vooralsnog is ClaudicatioNet de enige organisatie waarbij fysiotherapeuten aangesloten zijn die aantoonbaar geschoold zijn Dat neemt niet weg dat er ook fysiotherapeuten zijn die dit buiten ClaudicatioNet om kunnen aanbieden, mits werkend conform de KNGF richtlijn (###) Het KNGF adviseert in haar richtlijn Perifeer Arterieel Vaatlijden om patienten gedurende zes maanden minimaal Recent werd in een multicentrische in <LOCATIE> uitgevoerde gerandomiseerde trial aangetoond dat de combinatie van endovasculaire behandeling en gesuperviseerde looptherapie significant meer verbetering gaf in loopafstand en kwaliteit van leven na ## maanden dan alleen gesuperviseerde looptherapie bij claudicatio intermittens Over de kosteneffectiviteit van deze combinatietherapie kan nog geen uitspraak worden gedaan procedurele risico's en te verwachten resultaat van de behandeling op korte en langere termijn, dient per individuele patiënt een weloverwogen keuze voor de primaire behandeling te worden gemaakt, waarbij de werkgroep van mening is dat in ieder geval bij ieder patient met CI gestart dient te worden met GLT, in het Gezien de complexiteit van het ziektebeeld en de patiëntenpopulatie is verder wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk om tot evidence-based beslissingen te komen ten aanzien van de meest optimale behandeling op De behandeling van patiënten met CI bestaat in de eerste plaats uit behandeling van cardiovasculaire risicofactoren zoals het voorschrijven van ATT en een statine, behandeling van hypertensie en diabetes, evenals leefstijlaanpassingen als stoppen met roken, gezonde(re) voeding, gewichtsreductie en meer bewegen conform de vigerende richtlijnen De symptomen als mede andere aanwezige cardiovasculaire problemen en de algehele conditie kunnen worden verbeterd door het toepassen van looptherapie, met name gesuperviseerde looptherapie (GLT).
| 560 | fms |
aangesloten zijn die aantoonbaar geschoold zijn Dat neemt niet weg dat er ook fysiotherapeuten zijn die dit buiten ClaudicatioNet om kunnen aanbieden, mits werkend conform de KNGF richtlijn (###) Het KNGF adviseert in haar richtlijn Perifeer Arterieel Vaatlijden om patienten gedurende zes maanden minimaal Recent werd in een multicentrische in <LOCATIE> uitgevoerde gerandomiseerde trial aangetoond dat de combinatie van endovasculaire behandeling en gesuperviseerde looptherapie significant meer verbetering gaf in loopafstand en kwaliteit van leven na ## maanden dan alleen gesuperviseerde looptherapie bij claudicatio intermittens Over de kosteneffectiviteit van deze combinatietherapie kan nog geen uitspraak worden gedaan procedurele risico's en te verwachten resultaat van de behandeling op korte en langere termijn, dient per individuele patiënt een weloverwogen keuze voor de primaire behandeling te worden gemaakt, waarbij de werkgroep van mening is dat in ieder geval bij ieder patient met CI gestart dient te worden met GLT, in het Gezien de complexiteit van het ziektebeeld en de patiëntenpopulatie is verder wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk om tot evidence-based beslissingen te komen ten aanzien van de meest optimale behandeling op De behandeling van patiënten met CI bestaat in de eerste plaats uit behandeling van cardiovasculaire risicofactoren zoals het voorschrijven van ATT en een statine, behandeling van hypertensie en diabetes, evenals leefstijlaanpassingen als stoppen met roken, gezonde(re) voeding, gewichtsreductie en meer bewegen conform de vigerende richtlijnen De symptomen als mede andere aanwezige cardiovasculaire problemen en de algehele conditie kunnen worden verbeterd door het toepassen van looptherapie, met name gesuperviseerde looptherapie (GLT) In deze module is uitgezocht wat de voor- en nadelen zijn van conservatieve therapie met daarbij de kosten meegewogen GLT lijkt effectiever dan LT in het vergroten van de maximale loopafstand van patiënten Er zijn aanwijzingen dat GLT effectiever is dan LT in het verbeteren van de kwaliteit van leven Er is onvoldoende bewijs voor de effectiviteit van een klinisch relevant effect van Voor de zoekvraag âWat is de effectiviteit van gesuperviseerde looptherapie ten opzichte van niet gesuperviseerde therapie bij patiënten met claudicatio intermittens?â zijn twee systematische reviews geselecteerd (<PERSOON>, ###) Deze reviews werden geactualiseerd door op <DATUM> opnieuw in de databases Medline (OVID), Embase en Central te zoeken naar recente literatuur Deze zoekactie leverde ## treffers op Op basis van titel en abstract werden acht artikelen voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werd vervolgens één RCT geïncludeerd (Guidon, ###) en aan de review van De review van <PERSOON> (###) includeerde literatuur tot maart ### en vergeleek onder andere de effectiviteit van gesuperviseerde looptherapie (GLT) met niet gesuperviseerde oefentherapie zoals oefeningen thuis met minimale supervisie (het zogenaamde âhome-basedâ principe), loopadvies zonder supervisie en geen therapie bij twaalf maanden In de review werden ## studies met ### patiënten geïncludeerd De resultaten zijn gepresenteerd als een gestandaardiseerd gemiddelde van het verschil, waarbij zowel naar verschil ten opzichte van baseline per therapiegroep is gekeken, als naar verschillen tussen de verschillende behandelgroepen De Cochrane review van Fokkenrood (###) onderzocht de effectiviteit van GLT bij patiënten met claudicatio zeggen beweegadvies).
| 604 | fms |
wat de voor- en nadelen zijn van conservatieve therapie met daarbij de kosten meegewogen GLT lijkt effectiever dan LT in het vergroten van de maximale loopafstand van patiënten Er zijn aanwijzingen dat GLT effectiever is dan LT in het verbeteren van de kwaliteit van leven Er is onvoldoende bewijs voor de effectiviteit van een klinisch relevant effect van Voor de zoekvraag âWat is de effectiviteit van gesuperviseerde looptherapie ten opzichte van niet gesuperviseerde therapie bij patiënten met claudicatio intermittens?â zijn twee systematische reviews geselecteerd (<PERSOON>, ###) Deze reviews werden geactualiseerd door op <DATUM> opnieuw in de databases Medline (OVID), Embase en Central te zoeken naar recente literatuur Deze zoekactie leverde ## treffers op Op basis van titel en abstract werden acht artikelen voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werd vervolgens één RCT geïncludeerd (Guidon, ###) en aan de review van De review van <PERSOON> (###) includeerde literatuur tot maart ### en vergeleek onder andere de effectiviteit van gesuperviseerde looptherapie (GLT) met niet gesuperviseerde oefentherapie zoals oefeningen thuis met minimale supervisie (het zogenaamde âhome-basedâ principe), loopadvies zonder supervisie en geen therapie bij twaalf maanden In de review werden ## studies met ### patiënten geïncludeerd De resultaten zijn gepresenteerd als een gestandaardiseerd gemiddelde van het verschil, waarbij zowel naar verschil ten opzichte van baseline per therapiegroep is gekeken, als naar verschillen tussen de verschillende behandelgroepen De Cochrane review van Fokkenrood (###) onderzocht de effectiviteit van GLT bij patiënten met claudicatio zeggen beweegadvies) ### patiënten geïncludeerd De follow-up periode varieerde van een meting direct na de laatste behandeling De review van <PERSOON> evalueert bij vier therapieën het effect ten opzichte van baseline geen therapie, loopadvies, oefeningen thuis en GLT en rapporteert daarvoor p-waardes om aan te tonen of behandeling significant verschilt van baseline of ten opzichte van de andere behandelingen <PERSOON>-analyses met respectievelijk drie (N=##) tot acht (N=###) studies tonen aan dat de groepen zonder therapie na zes weken, drie of zes maanden geen significant verbetering in loopafstand ervaren ten opzichte van baseline Loopadvies lijkt volgens meta-analyses met vijf (N=##) tot zes (N=###) studies ook geen significante verbetering te geven op de maximale loopafstand na zes weken of drie maanden ten opzichte van baseline Echter, na zes maanden is een significant langere loopafstand gemeten Dit werd uitgedrukt in een gestandaardiseerd gemiddeld verschil (SMD) van #,##; ##%BI #,## tot #,##) Volgens de publicatie van <PERSOON> (###) kan een SMD van #,# gezien worden als klein, #,# als gemiddeld en #,# als groot Hier gaat het dus om een kleine tot gemiddelde Oefeningen thuis blijkt volgens een meta-analyse met vijf studies (N=##) een kleine maar significante verbetering te bewerkstelligen ten opzichte van baseline, maar na zes maanden wordt op basis van één studie looptherapie is een significante verbetering op de maximale loopafstand gevonden voor alle follow-up periodes ten opzichte van baseline Resultaten zijn gebaseerd op meta-analyses van acht (N=###) tot twintig (N=###).
| 667 | fms |
geïncludeerd De follow-up periode varieerde van een meting direct na de laatste behandeling De review van <PERSOON> evalueert bij vier therapieën het effect ten opzichte van baseline geen therapie, loopadvies, oefeningen thuis en GLT en rapporteert daarvoor p-waardes om aan te tonen of behandeling significant verschilt van baseline of ten opzichte van de andere behandelingen <PERSOON>-analyses met respectievelijk drie (N=##) tot acht (N=###) studies tonen aan dat de groepen zonder therapie na zes weken, drie of zes maanden geen significant verbetering in loopafstand ervaren ten opzichte van baseline Loopadvies lijkt volgens meta-analyses met vijf (N=##) tot zes (N=###) studies ook geen significante verbetering te geven op de maximale loopafstand na zes weken of drie maanden ten opzichte van baseline Echter, na zes maanden is een significant langere loopafstand gemeten Dit werd uitgedrukt in een gestandaardiseerd gemiddeld verschil (SMD) van #,##; ##%BI #,## tot #,##) Volgens de publicatie van <PERSOON> (###) kan een SMD van #,# gezien worden als klein, #,# als gemiddeld en #,# als groot Hier gaat het dus om een kleine tot gemiddelde Oefeningen thuis blijkt volgens een meta-analyse met vijf studies (N=##) een kleine maar significante verbetering te bewerkstelligen ten opzichte van baseline, maar na zes maanden wordt op basis van één studie looptherapie is een significante verbetering op de maximale loopafstand gevonden voor alle follow-up periodes ten opzichte van baseline Resultaten zijn gebaseerd op meta-analyses van acht (N=###) tot twintig (N=###) grotere verbetering laten zien op maximale loopafstand ten opzichte van geen therapie, loopadvies en oefeningen thuis na zes weken of drie maanden Na een follow-up van zes maanden was er echter geen significant verschil in loopafstand tussen GLT of oefeningen thuis De grootte van het effect was niet beschreven De Cochrane review van Fokkenrood toont op zes weken, drie, zes, negen en twaalf maanden in meta-analyses van twee (N=###) tot negen (N=###) studies dat patiënten met GLT een significant langere maximale afstand afleggen dan patiënten met LT (loopadvies of thuis oefeningen) Na zes weken is het gestandaardiseerde name veroorzaakt door de RCT van Collins In een sensitiviteitsanalyse zonder deze RCT is de heterogeniteit ten opzichte van ET (combinatie van loopadvies en thuis oef eningen) en ten opzichte van In vier (N=###) tot zes (N=###) studies, opgenomen in de review, is kwaliteit van leven onderzocht gemeten met de SF-## Na drie maanden gaf GLT een significante verbetering in het voordeel op het domein generieke significant verschil tussen de behandelgroepen gemeten na drie maanden Na zes maanden werd in een metaanalyse van vier studies (N=###) een significante verbetering gevonden in het voordeel van GLT op het domein studie (N=##) presenteerde resultaten over kwaliteit van leven na twaalf maanden Op basis van deze kleine studie werden geen statistisch significante verschillen gevonden tussen GLT en looptherapie (nietgesuperviseerd = LT) Vijf studies vergeleken GLT met LT Daarvan was één studie uitgevoerd in <PERSOON>, ###) Deze studie vergelijkt GLT met loopadvies en concludeerde dat GLT waarschijnlijk een kosteneffectieve behandeling.
| 670 | fms |
therapie, loopadvies en oefeningen thuis na zes weken of drie maanden Na een follow-up van zes maanden was er echter geen significant verschil in loopafstand tussen GLT of oefeningen thuis De grootte van het effect was niet beschreven De Cochrane review van Fokkenrood toont op zes weken, drie, zes, negen en twaalf maanden in meta-analyses van twee (N=###) tot negen (N=###) studies dat patiënten met GLT een significant langere maximale afstand afleggen dan patiënten met LT (loopadvies of thuis oefeningen) Na zes weken is het gestandaardiseerde name veroorzaakt door de RCT van Collins In een sensitiviteitsanalyse zonder deze RCT is de heterogeniteit ten opzichte van ET (combinatie van loopadvies en thuis oef eningen) en ten opzichte van In vier (N=###) tot zes (N=###) studies, opgenomen in de review, is kwaliteit van leven onderzocht gemeten met de SF-## Na drie maanden gaf GLT een significante verbetering in het voordeel op het domein generieke significant verschil tussen de behandelgroepen gemeten na drie maanden Na zes maanden werd in een metaanalyse van vier studies (N=###) een significante verbetering gevonden in het voordeel van GLT op het domein studie (N=##) presenteerde resultaten over kwaliteit van leven na twaalf maanden Op basis van deze kleine studie werden geen statistisch significante verschillen gevonden tussen GLT en looptherapie (nietgesuperviseerd = LT) Vijf studies vergeleken GLT met LT Daarvan was één studie uitgevoerd in <PERSOON>, ###) Deze studie vergelijkt GLT met loopadvies en concludeerde dat GLT waarschijnlijk een kosteneffectieve behandeling GLT gevolgd door GLT en LT gevolgd door GLT Voor het aorto-illiacale traject gaf GLT-GLT een toename in quality adjusted life years (QUALYâs) (#,### vs #,###) en een toename in kosten van £### (£<DATUM> vs £<DATUM> wat leidt tot een toegenomen incremental cost-effectiveness ratio (ICER) van £<DATUM> per toegenomen QALY ten opzichte van LT - GLT Een ICER geeft de incrementele kostenverhoging weer per toegenomen eenheid van de In het femoropopliteale traject gaf de GLT-GLT strategie een gelijke toename in QALY (#,###) en kosten (£###), wat eveneens leidde tot een ICER van £<DATUM> per toegenomen QALY Een andere analyse vond dat GLT een toename in QUALYâs en kosten opleverde, wat een ICER tussen de £###- £<DATUM> per toegenomen QUALY <PERSOON> et al vond ook een toegenomen maar acceptabele ICT (£<DATUM> voor GLT Echter, Reynolds vond een Uitgaande van deze studies lijkt GLT een kosteneffectieve behandeling ten opzichte van LT Deze conclusies kan ook worden getrokken op basis van analyse berustend op Nederlandse data Echter, de follow-up duur van deze studies was slechts één jaar en mist zodoende langdurige therapietrouw De bewijskracht voor de uitkomstmaat maximale loopafstand is met één niveau verlaagd naar bewijskracht matig De bewijskracht is verlaagd vanwege de methodologische beperkingen (geen of onduidelijke blindering van de allocatie van de behandeling, geen blindering van de behandeling voor de patiënt, behandelaar of De bewijskracht voor de uitkomstmaat kwaliteit van leven is met twee niveaus verlaagd naar bewijskracht laag.
| 652 | fms |
gevolgd door GLT en LT gevolgd door GLT Voor het aorto-illiacale traject gaf GLT-GLT een toename in quality adjusted life years (QUALYâs) (#,### vs #,###) en een toename in kosten van £### (£<DATUM> vs £<DATUM> wat leidt tot een toegenomen incremental cost-effectiveness ratio (ICER) van £<DATUM> per toegenomen QALY ten opzichte van LT - GLT Een ICER geeft de incrementele kostenverhoging weer per toegenomen eenheid van de In het femoropopliteale traject gaf de GLT-GLT strategie een gelijke toename in QALY (#,###) en kosten (£###), wat eveneens leidde tot een ICER van £<DATUM> per toegenomen QALY Een andere analyse vond dat GLT een toename in QUALYâs en kosten opleverde, wat een ICER tussen de £###- £<DATUM> per toegenomen QUALY <PERSOON> et al vond ook een toegenomen maar acceptabele ICT (£<DATUM> voor GLT Echter, Reynolds vond een Uitgaande van deze studies lijkt GLT een kosteneffectieve behandeling ten opzichte van LT Deze conclusies kan ook worden getrokken op basis van analyse berustend op Nederlandse data Echter, de follow-up duur van deze studies was slechts één jaar en mist zodoende langdurige therapietrouw De bewijskracht voor de uitkomstmaat maximale loopafstand is met één niveau verlaagd naar bewijskracht matig De bewijskracht is verlaagd vanwege de methodologische beperkingen (geen of onduidelijke blindering van de allocatie van de behandeling, geen blindering van de behandeling voor de patiënt, behandelaar of De bewijskracht voor de uitkomstmaat kwaliteit van leven is met twee niveaus verlaagd naar bewijskracht laag behandelaar of uitkomstbeoordelaar, en uitval van studiedeelnemers) en het geringe aantal patiënten dat werd medicamenteuze behandeling bij patiënten met claudicatio intermittens?â is één systematische reviews geselecteerd (Lane, ###) Er werden geen aanvullende RCTâs gevonden die aan de inclusiecriteria voldoen De Cochrane review van Lane (###) onderzocht de effectiviteit van oefentherapie, (waaronder gesuperviseerd looptherapie), ten opzichte van placebo, gebruikelijke zorg of een medicamenteuze therapie De review includeerde ## studies met daarin ### patiënten waarvan er vier een vergelijking maakten tussen looptherapie en een medicamenteuze behandeling (pentoxyfylline, iloprost, acetylcysteine in combinatie met dipyridamol (ASA/DIP) en vitamine E) Eén studie, (N=##) vond dat patiënten met GLT na dertien weken een ##% langer loopafstand konden afleggen dan op baseline De groep met pentoxifillyine (###mg) kon een ##% langere loopafstand afleggen Er was geen significant verschil tussen de behandelopties Er zijn geen aan de interventie gebonden bijwerkingen gerapporteerd Uit de vergelijking tussen iloprost en ET (N=##) bleek een niet significant verschil in loopafstand (##%-BI -##,## tot ###,##) tussen beide behandelopties Bijwerkingen zijn niet gerapporteerd In de vergelijking met ASA/DIP of Vitamine E zijn geen geselecteerde uitkomsten gepresenteerd Er zijn geen resultaten gevonden over kosteneffectiviteit voor de vergelijking tussen (gesuperviseerde) De bewijskracht voor de uitkomstmaat maximale loopafstand; (G)LT versus medicamenteuze behandeling is met drie niveaus verlaagd naar bewijskracht zeer laag De bewijskracht is met één niveau verlaagd vanwege beperkingen in de onderzoeksopzet (geen of onduidelijke blindering van de allocatie van de behandeling en randomisatie).
| 677 | fms |
uitkomstbeoordelaar, en uitval van studiedeelnemers) en het geringe aantal patiënten dat werd medicamenteuze behandeling bij patiënten met claudicatio intermittens?â is één systematische reviews geselecteerd (Lane, ###) Er werden geen aanvullende RCTâs gevonden die aan de inclusiecriteria voldoen De Cochrane review van Lane (###) onderzocht de effectiviteit van oefentherapie, (waaronder gesuperviseerd looptherapie), ten opzichte van placebo, gebruikelijke zorg of een medicamenteuze therapie De review includeerde ## studies met daarin ### patiënten waarvan er vier een vergelijking maakten tussen looptherapie en een medicamenteuze behandeling (pentoxyfylline, iloprost, acetylcysteine in combinatie met dipyridamol (ASA/DIP) en vitamine E) Eén studie, (N=##) vond dat patiënten met GLT na dertien weken een ##% langer loopafstand konden afleggen dan op baseline De groep met pentoxifillyine (###mg) kon een ##% langere loopafstand afleggen Er was geen significant verschil tussen de behandelopties Er zijn geen aan de interventie gebonden bijwerkingen gerapporteerd Uit de vergelijking tussen iloprost en ET (N=##) bleek een niet significant verschil in loopafstand (##%-BI -##,## tot ###,##) tussen beide behandelopties Bijwerkingen zijn niet gerapporteerd In de vergelijking met ASA/DIP of Vitamine E zijn geen geselecteerde uitkomsten gepresenteerd Er zijn geen resultaten gevonden over kosteneffectiviteit voor de vergelijking tussen (gesuperviseerde) De bewijskracht voor de uitkomstmaat maximale loopafstand; (G)LT versus medicamenteuze behandeling is met drie niveaus verlaagd naar bewijskracht zeer laag De bewijskracht is met één niveau verlaagd vanwege beperkingen in de onderzoeksopzet (geen of onduidelijke blindering van de allocatie van de behandeling en randomisatie) studie de kosteneffectiviteit van GLT met percutane angioplastiek (PTA) vergeleken voor de Nederlandse situatie (<PERSOON>, ###) Deze studie, gebaseerd op de CETAC trial had een tijdshorizon van één jaar en ging uit van het maatschappelijke perspectief <PERSOON> et al concludeert dat de kleine toename in QALYâs als gevolg van PTA met het plaatsen van selectieve stents zich niet verhoudt tot de hogere behandelkosten (ICER â¬#<DATUM> per gewonnen QALY) Daarentegen een andere studie die de levenslange kosteneffectiviteit middels een beslismodel berekend heeft voor de Amerikaanse situatie (gebaseerd op Nederlandse data waaronder de Dutch Iliac stent trial studie), concludeert dat PTA effectiever is dan GLT en dat de ICER acceptabel is ($## ###/QALY) Verder concludeerde deze studie ook dat de kleine gezondheidswinst dankzij een bypass bij Mazari vergeleek drie strategieën bij patiënten met CI (GLT, PTA en GLT+PTA) en concludeerde dat GLT de meest kosteneffectieve therapie is voor CI Daarbij was PTA in combinatie met GLT meer kosteneffectief dan PTA alleen Onderzoekers van de NICE richtlijn onderzochten middels een beslismodel de kosteneffectiviteit van selectieve stents en PTA primaire stents In deze studie bleek GLT, gevolgd door PTA selectieve stents, de meest kosteneffectieve strategie voor patiënten met aanhoudende of toenemende CI in het aorto-illicale en femoro-popliteale traject Reynolds berekende de kosteneffectiviteit van GLT op basis van de CLEVER trial, toepassing van stents en optimale medische zorg gebruikmakende van een beslismodel met een tijdshorizon van vijf jaar Het gebruik van stents leidde tot hogere QALYâs maar ook tot hogere kosten resulterend tot in een.
| 654 | fms |
angioplastiek (PTA) vergeleken voor de Nederlandse situatie (<PERSOON>, ###) Deze studie, gebaseerd op de CETAC trial had een tijdshorizon van één jaar en ging uit van het maatschappelijke perspectief <PERSOON> et al concludeert dat de kleine toename in QALYâs als gevolg van PTA met het plaatsen van selectieve stents zich niet verhoudt tot de hogere behandelkosten (ICER â¬#<DATUM> per gewonnen QALY) Daarentegen een andere studie die de levenslange kosteneffectiviteit middels een beslismodel berekend heeft voor de Amerikaanse situatie (gebaseerd op Nederlandse data waaronder de Dutch Iliac stent trial studie), concludeert dat PTA effectiever is dan GLT en dat de ICER acceptabel is ($## ###/QALY) Verder concludeerde deze studie ook dat de kleine gezondheidswinst dankzij een bypass bij Mazari vergeleek drie strategieën bij patiënten met CI (GLT, PTA en GLT+PTA) en concludeerde dat GLT de meest kosteneffectieve therapie is voor CI Daarbij was PTA in combinatie met GLT meer kosteneffectief dan PTA alleen Onderzoekers van de NICE richtlijn onderzochten middels een beslismodel de kosteneffectiviteit van selectieve stents en PTA primaire stents In deze studie bleek GLT, gevolgd door PTA selectieve stents, de meest kosteneffectieve strategie voor patiënten met aanhoudende of toenemende CI in het aorto-illicale en femoro-popliteale traject Reynolds berekende de kosteneffectiviteit van GLT op basis van de CLEVER trial, toepassing van stents en optimale medische zorg gebruikmakende van een beslismodel met een tijdshorizon van vijf jaar Het gebruik van stents leidde tot hogere QALYâs maar ook tot hogere kosten resulterend tot in een ###/QALY) wanneer een drempelwaarde van $## ### gebruikt wordt Treesak vond een grotere toename in absolute- en claudicatio afstand bij patiënten met GLT ten opzichte van PTA Daarnaast was GLT ook goedkoper ($<DATUM> versus $<DATUM> met als gevolg dat PTA werd gedomineerd Alles tezamen lijkt revascularisatie meer QALYâs op te leveren maar tegen hogere kosten De studies gaven inconsistente resultaten over de incrementele kosten per QALY De Nederlandse studie concludeerde dat de kleine QALY-winst van PTA met selectieve stentplaatsing niet tegen de initiële hogere kosten opweegt Deze studie had wel een tijdshorizon van één jaar en was gebaseerd op een RCT uitgevoerd in een ziekenhuis met Uitgaande van deze studies lijkt GLT een kosteneffectieve behandeling te zijn ten opzichte van LT Deze conclusie kan ook worden getrokken op basis van de studie die gebaseerd is op Nederlandse data Echter, de follow-up duur van deze studies was slechts één jaar en langdurige therapietrouw is niet gemodelleerd Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is een systematische literatuuranalyse verricht naar de drie Wat is de effectiviteit van gesuperviseerde looptherapie ten opzichte van niet-gesuperviseerde therapie Wat is de effectiviteit van (gesuperviseerde) looptherapie ten opzichte van een medicamenteuze Wat is de effectiviteit van (gesuperviseerde) looptherapie ten opzichte van invasieve (endovasculaire of De werkgroep acht de maximale loopafstand en gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaten; en kosteneffectiviteit voor de besluitvorming een belangrijke De werkgroep definieerde de uitkomstmaten als volgt maximale loopafstand in meters, kwaliteit van leven.
| 598 | fms |
wanneer een drempelwaarde van $## ### gebruikt wordt Treesak vond een grotere toename in absolute- en claudicatio afstand bij patiënten met GLT ten opzichte van PTA Daarnaast was GLT ook goedkoper ($<DATUM> versus $<DATUM> met als gevolg dat PTA werd gedomineerd Alles tezamen lijkt revascularisatie meer QALYâs op te leveren maar tegen hogere kosten De studies gaven inconsistente resultaten over de incrementele kosten per QALY De Nederlandse studie concludeerde dat de kleine QALY-winst van PTA met selectieve stentplaatsing niet tegen de initiële hogere kosten opweegt Deze studie had wel een tijdshorizon van één jaar en was gebaseerd op een RCT uitgevoerd in een ziekenhuis met Uitgaande van deze studies lijkt GLT een kosteneffectieve behandeling te zijn ten opzichte van LT Deze conclusie kan ook worden getrokken op basis van de studie die gebaseerd is op Nederlandse data Echter, de follow-up duur van deze studies was slechts één jaar en langdurige therapietrouw is niet gemodelleerd Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is een systematische literatuuranalyse verricht naar de drie Wat is de effectiviteit van gesuperviseerde looptherapie ten opzichte van niet-gesuperviseerde therapie Wat is de effectiviteit van (gesuperviseerde) looptherapie ten opzichte van een medicamenteuze Wat is de effectiviteit van (gesuperviseerde) looptherapie ten opzichte van invasieve (endovasculaire of De werkgroep acht de maximale loopafstand en gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaten; en kosteneffectiviteit voor de besluitvorming een belangrijke De werkgroep definieerde de uitkomstmaten als volgt maximale loopafstand in meters, kwaliteit van leven systematische reviews voor de verschillende vraagstellingen De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ## treffers op Reviews werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria systematische reviews waarin de effectiviteit van (gesuperviseerde) looptherapie is onderzocht ten opzichte van geen of ander soortige therapieën bij patiënten met claudicatio intermittens, op het gebied van loopafstand, kwaliteit van leven, patiënttevredenheid of lichamelijk functioneren en kosten Reviews waarin een subpopulatie binnen patiënten met claudicatio intermittens werd onderscheiden, zoals patiënten met diabetes, zijn geëxcludeerd voor deze vraag Reviews waren relevant wanneer de zoekstrategie was uitgevoerd in tenminste twee biomedische databases, het selectieproces en data-analyse transparant was gerapporteerd en systematische was uitgevoerd De methodologische kwaliteit van de review is vervolgens Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie vijf systematische reviews voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werd vervolgens één review geëxcludeerd (zie exclusietabel) en vier reviews De zoekstrategie, selectiecriteria en selectieproces voor de uitkomsten over kosteneffectiviteit zijn beschreven in literatuuranalyse Wanneer de zoekstrategie voor ### is uitgevoerd werd de review geüpdate met een zoekactie naar RCTâs gepubliceerd na de zoekdatum De evidence tabellen hiervan en beoordeling van <PERSOON> for the Behavioral Sciences Second ed <PERSOON> GJ, et al Supervised exercise therapy versus non-supervised exercise therapy <PERSOON> RE, Holdsworth RJ Illness beliefs and walking behavior after.
| 557 | fms |
voor de verschillende vraagstellingen De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ## treffers op Reviews werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria systematische reviews waarin de effectiviteit van (gesuperviseerde) looptherapie is onderzocht ten opzichte van geen of ander soortige therapieën bij patiënten met claudicatio intermittens, op het gebied van loopafstand, kwaliteit van leven, patiënttevredenheid of lichamelijk functioneren en kosten Reviews waarin een subpopulatie binnen patiënten met claudicatio intermittens werd onderscheiden, zoals patiënten met diabetes, zijn geëxcludeerd voor deze vraag Reviews waren relevant wanneer de zoekstrategie was uitgevoerd in tenminste twee biomedische databases, het selectieproces en data-analyse transparant was gerapporteerd en systematische was uitgevoerd De methodologische kwaliteit van de review is vervolgens Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie vijf systematische reviews voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werd vervolgens één review geëxcludeerd (zie exclusietabel) en vier reviews De zoekstrategie, selectiecriteria en selectieproces voor de uitkomsten over kosteneffectiviteit zijn beschreven in literatuuranalyse Wanneer de zoekstrategie voor ### is uitgevoerd werd de review geüpdate met een zoekactie naar RCTâs gepubliceerd na de zoekdatum De evidence tabellen hiervan en beoordeling van <PERSOON> for the Behavioral Sciences Second ed <PERSOON> GJ, et al Supervised exercise therapy versus non-supervised exercise therapy <PERSOON> RE, Holdsworth RJ Illness beliefs and walking behavior after Editor's choice--<PERSOON> effect of supervision on walking distance in patients <PERSOON> H One-year effect of a supervised exercise programme on functional capacity and quality of life in Lane R, <PERSOON> L, et al Exercise for intermittent claudication <PERSOON> JA, Carradice D, et al Economic analysis of a randomized trial of percutaneous angioplasty, supervised exercise or combined treatment for intermittent claudication due to femoropopliteal arterial disease <PERSOON> KA, Mazari FA, <PERSOON> IC, Coughlin PA Computerized dynamic posturography in the objective assessment of balance in patients with intermittent claudication <PERSOON-##> NA Exercise training for management of peripheral arterial disease a systematic review Popplewell MA, Bradbury AW Why do health systems not fund supervised exercise programmes for intermittent Reynolds <PERSOON-##> BZ, et al Cost-effectiveness of supervised exercise, stenting, and optimal medical care for claudication results from the Claudication Exercise Versus Endoluminal Revascularization (CLEVER) trial <PERSOON-##> Shea BJ, Grimshaw JM, Wells GA, et al Development of AMSTAR a measurement tool to assess the methodological <PERSOON-##> JL, den Hoed PT et al Cost-effectiveness of endovascular revascularization compared to supervised hospital-based exercise training in patients with intermittent claudication A randomized controlled trial <PERSOON-##> ###;.
| 543 | fms |
on walking distance in patients <PERSOON> H One-year effect of a supervised exercise programme on functional capacity and quality of life in Lane R, <PERSOON> L, et al Exercise for intermittent claudication <PERSOON> JA, Carradice D, et al Economic analysis of a randomized trial of percutaneous angioplasty, supervised exercise or combined treatment for intermittent claudication due to femoropopliteal arterial disease <PERSOON> KA, Mazari FA, <PERSOON> IC, Coughlin PA Computerized dynamic posturography in the objective assessment of balance in patients with intermittent claudication <PERSOON> NA Exercise training for management of peripheral arterial disease a systematic review Popplewell MA, Bradbury AW Why do health systems not fund supervised exercise programmes for intermittent Reynolds <PERSOON> BZ, et al Cost-effectiveness of supervised exercise, stenting, and optimal medical care for claudication results from the Claudication Exercise Versus Endoluminal Revascularization (CLEVER) trial <PERSOON> Shea BJ, Grimshaw JM, Wells GA, et al Development of AMSTAR a measurement tool to assess the methodological <PERSOON> JL, den Hoed PT et al Cost-effectiveness of endovascular revascularization compared to supervised hospital-based exercise training in patients with intermittent claudication A randomized controlled trial <PERSOON-##>-effectiveness of exercise training to improve claudication symptoms Wat is de meest kosteneffectieve strategie bij de behandeling in het femoropopliteale traject van patiënten met Bij een endovasculaire behandeling in het femoropopliteale traject wordt het routinematig plaatsen van een stent (bare metal, gecovered of drug-eluting) niet aanbevolen Voor het gebruik van een drug-eluting Wanneer GLT onvoldoende resultaat heeft opgeleverd kan een endovasculaire behandeling of voortzetting van GLT overwogen worden De literatuur toont aan dat het gebruik van primaire stents of een DEB in het femoropopliteale segment bij patiënten met claudicatio intermittens geen bewezen toegevoegde waarde heeft goedkoper Echter, in de Nederlandse situatie is toepassing van DEB juist duurder Daarbij werden de effectiviteitsmeting ook gedaan zonder klinische eindpunten zoals de loopafstand Voor binairy restenose en patency worden er echter wel voordelen gerapporteerd De studies die hiernaar hebben gekeken hebben meestal een kleine patiëntenpopulatie, een klinisch minder relevant eindpunt zoals amputatie bij claudicatio intermittens, korte follow-up en industrie sponsoring en industrie datamanagement Door niet primair drugeluting stents of drug-eluting ballonnen te gebruiken wordt de patiënt echter niet suboptimaal behandeld Van drug-eluting stents en drug-eluting ballonnen in het femoropopliteale segment zijn geen nadelige effecten, Patiënten geven aan behoefte te hebben aan informatie over de behandelingen over mogelijke complicaties en over het verwachte resultaat Met name ook over de mogelijkheid dat een behandeling soms geen goed resultaat oplevert en over wat er mis kan gaan (de risicoâs) Eerlijke informatie aan de patiënt maakt gedeelde.
| 521 | fms |
improve claudication symptoms Wat is de meest kosteneffectieve strategie bij de behandeling in het femoropopliteale traject van patiënten met Bij een endovasculaire behandeling in het femoropopliteale traject wordt het routinematig plaatsen van een stent (bare metal, gecovered of drug-eluting) niet aanbevolen Voor het gebruik van een drug-eluting Wanneer GLT onvoldoende resultaat heeft opgeleverd kan een endovasculaire behandeling of voortzetting van GLT overwogen worden De literatuur toont aan dat het gebruik van primaire stents of een DEB in het femoropopliteale segment bij patiënten met claudicatio intermittens geen bewezen toegevoegde waarde heeft goedkoper Echter, in de Nederlandse situatie is toepassing van DEB juist duurder Daarbij werden de effectiviteitsmeting ook gedaan zonder klinische eindpunten zoals de loopafstand Voor binairy restenose en patency worden er echter wel voordelen gerapporteerd De studies die hiernaar hebben gekeken hebben meestal een kleine patiëntenpopulatie, een klinisch minder relevant eindpunt zoals amputatie bij claudicatio intermittens, korte follow-up en industrie sponsoring en industrie datamanagement Door niet primair drugeluting stents of drug-eluting ballonnen te gebruiken wordt de patiënt echter niet suboptimaal behandeld Van drug-eluting stents en drug-eluting ballonnen in het femoropopliteale segment zijn geen nadelige effecten, Patiënten geven aan behoefte te hebben aan informatie over de behandelingen over mogelijke complicaties en over het verwachte resultaat Met name ook over de mogelijkheid dat een behandeling soms geen goed resultaat oplevert en over wat er mis kan gaan (de risicoâs) Eerlijke informatie aan de patiënt maakt gedeelde Informatie hierover is gewenst via verschillende kanalen mondeling en schriftelijk, maar ook bijv via websites Tevens is het belangrijk de patiënt te informeren over het belang van looptraining, het structureel inpassen van Het doel van de behandeling bij patiënten met claudicatio intermittens is het verbeteren van de loopafstand Hoewel er verschillende methoden zijn om de verbetering van de loopafstand te objectiveren blijft de beleving van de verbetering en de gewenste loopafstandsverbetering individueel bepaald De behandeling moet hierop Patiënten met CI zijn primair gebaat bij leefstijlinterventies, zoals stoppen met roken, gewichtsafname en het vergroten van de fysieke activiteit (NHG-standaard, NICE richtlijn) Voor een deel van de patiënten geeft dit onvoldoende verbetering van de klachten Een aanvullende behandeling kan endovasculair zijn zoals een percutane transluminale angioplastiek (PTA) met of zonder het plaatsen van een stent Echter het primair plaatsen van een stent om betere uitkomst te verkrijgen is niet eenduidig en wordt verschillend toegepast Een verschil in de kwaliteit van leven tussen het toepassen van een BMS stent en PTA kon niet worden aangetoond nog worden uitgesloten Dit is vastgesteld op basis van literatuur De bewijskracht van de literatuur is zeer laag en kan niet uitsluiten dan wel aantonen dat de Er is redelijk vertrouwen dat de toepassing van een stent in het femoropopliteale traject leidt tot ##% tot ##% minder restenose dan bij de toepassing van PTA bij patiënten met perifeer Het is niet duidelijk of de toepassing van een stent of PTA in het femoropopliteale traject het risico op amputaties vermindert.
| 553 | fms |
schriftelijk, maar ook bijv via websites Tevens is het belangrijk de patiënt te informeren over het belang van looptraining, het structureel inpassen van Het doel van de behandeling bij patiënten met claudicatio intermittens is het verbeteren van de loopafstand Hoewel er verschillende methoden zijn om de verbetering van de loopafstand te objectiveren blijft de beleving van de verbetering en de gewenste loopafstandsverbetering individueel bepaald De behandeling moet hierop Patiënten met CI zijn primair gebaat bij leefstijlinterventies, zoals stoppen met roken, gewichtsafname en het vergroten van de fysieke activiteit (NHG-standaard, NICE richtlijn) Voor een deel van de patiënten geeft dit onvoldoende verbetering van de klachten Een aanvullende behandeling kan endovasculair zijn zoals een percutane transluminale angioplastiek (PTA) met of zonder het plaatsen van een stent Echter het primair plaatsen van een stent om betere uitkomst te verkrijgen is niet eenduidig en wordt verschillend toegepast Een verschil in de kwaliteit van leven tussen het toepassen van een BMS stent en PTA kon niet worden aangetoond nog worden uitgesloten Dit is vastgesteld op basis van literatuur De bewijskracht van de literatuur is zeer laag en kan niet uitsluiten dan wel aantonen dat de Er is redelijk vertrouwen dat de toepassing van een stent in het femoropopliteale traject leidt tot ##% tot ##% minder restenose dan bij de toepassing van PTA bij patiënten met perifeer Het is niet duidelijk of de toepassing van een stent of PTA in het femoropopliteale traject het risico op amputaties vermindert Er zijn geen uitkomsten over kwaliteit van leven of restenose Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat het toepassen van DES of PTA een gelijk effect hebben op de loopafstand binnen een jaar bij patiënten met PAV met klachten ten gevolge Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat het risico op een amputatie hoger is na de Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat DEB en PTA een gelijk effect hebben op de Er is redelijk vertrouwen dat het risico op binaire restenose binnen zes maanden meer dan twee keer zo klein is na de toepassing van een DEB ten opzichte van PTA bij patiënten met Er zijn geen uitkomsten over kwaliteit van leven of loopafstand Er zijn zeer beperkte aanwijzingen dat een DES en een BMS een gelijk effect hebben op het Het is niet duidelijk of de toepassing van dat een DES of een BMS het risico op amputaties De review includeerde ## publicaties waarin ## RCTâs werden beschreven De update van de literatuur voegde patiënten) vergeleken een DEB versus PTA Vier RCTâs (acht publicaties; ### patiënten) vergeleken een BMS De RCTâs includeerden gezamenlijk <DATUM> patiënten die CI (gemiddeld aandeel ##%) danwel KI (gemiddeld aandeel ##%) hadden (het totaal aantal patiënten wijkt af doordat sommige studiearmen voor meerdere vergelijkingen zijn gebruikt) De gemiddelde leeftijd lag tussen de ## en <LEEFTIJD> jaar met een aandeel mannen tussen de ##% en ##% In twee RCTâs hadden geen van de patiënten diabetes, terwijl dit aandeel voor de overige RCTâs tussen de ##% en ##% lag.
| 590 | fms |
kwaliteit van leven of restenose Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat het toepassen van DES of PTA een gelijk effect hebben op de loopafstand binnen een jaar bij patiënten met PAV met klachten ten gevolge Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat het risico op een amputatie hoger is na de Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat DEB en PTA een gelijk effect hebben op de Er is redelijk vertrouwen dat het risico op binaire restenose binnen zes maanden meer dan twee keer zo klein is na de toepassing van een DEB ten opzichte van PTA bij patiënten met Er zijn geen uitkomsten over kwaliteit van leven of loopafstand Er zijn zeer beperkte aanwijzingen dat een DES en een BMS een gelijk effect hebben op het Het is niet duidelijk of de toepassing van dat een DES of een BMS het risico op amputaties De review includeerde ## publicaties waarin ## RCTâs werden beschreven De update van de literatuur voegde patiënten) vergeleken een DEB versus PTA Vier RCTâs (acht publicaties; ### patiënten) vergeleken een BMS De RCTâs includeerden gezamenlijk <DATUM> patiënten die CI (gemiddeld aandeel ##%) danwel KI (gemiddeld aandeel ##%) hadden (het totaal aantal patiënten wijkt af doordat sommige studiearmen voor meerdere vergelijkingen zijn gebruikt) De gemiddelde leeftijd lag tussen de ## en <LEEFTIJD> jaar met een aandeel mannen tussen de ##% en ##% In twee RCTâs hadden geen van de patiënten diabetes, terwijl dit aandeel voor de overige RCTâs tussen de ##% en ##% lag De resultaten zijn in de primaire publicaties op heterogene wijze gepresenteerd en uitkomsten op verschillende Kwaliteit van leven is gemeten in twee RCTâs Sabeti et al (###) gebruikten hiervoor de SF-## na zes en twaalf maanden Laird et al (###) gebruikten de SF-# na twaalf en ## maanden De uitkomsten waren voor beide groepen vrijwel gelijk; er werd geen statistisch significant verschil gevonden tussen de twee behandelgroepen Schillinger, ###) Dit werd onderzocht op een loopband na zes, twaalf en ## maanden Na twaalf maanden vond de RCT van Krankenberg een statistisch significante verbetering in het voordeel van de PTA-groep Echter, Schillinger et al (###) vonden op hetzelfde meetmoment een verbetering in het voordeel van de BMS-groep Twee RCTâs gebruikten een vragenlijst om de loopafstand te onderzoeken <PERSOON> et al (###) vonden een significant voordeel voor de BMS-groep na zes en twaalf maanden, terwijl Laird et al (###) een grotere en twaalf maanden Patiënten in de BMS-groep hadden statistisch significant minder restenose dan patiënten in maanden was het risico op restenose ##% lager na BMS ten opzichte van PTA, en na twaalf maanden ##% lager Echter, wanneer een random-effects model wordt gebruikt zijn de resultaten van de meta-analyses na drie Het risico op amputatie is in meta-analyses met ### tot ### patiënten onderzocht Hieruit blijkt dat er na één en na twaalf maanden geen statistisch significant verschil is in minor, major of in totaalaantal amputaties, waarbij de richting van het effect wisselend is.
| 649 | fms |
in de primaire publicaties op heterogene wijze gepresenteerd en uitkomsten op verschillende Kwaliteit van leven is gemeten in twee RCTâs Sabeti et al (###) gebruikten hiervoor de SF-## na zes en twaalf maanden Laird et al (###) gebruikten de SF-# na twaalf en ## maanden De uitkomsten waren voor beide groepen vrijwel gelijk; er werd geen statistisch significant verschil gevonden tussen de twee behandelgroepen Schillinger, ###) Dit werd onderzocht op een loopband na zes, twaalf en ## maanden Na twaalf maanden vond de RCT van Krankenberg een statistisch significante verbetering in het voordeel van de PTA-groep Echter, Schillinger et al (###) vonden op hetzelfde meetmoment een verbetering in het voordeel van de BMS-groep Twee RCTâs gebruikten een vragenlijst om de loopafstand te onderzoeken <PERSOON> et al (###) vonden een significant voordeel voor de BMS-groep na zes en twaalf maanden, terwijl Laird et al (###) een grotere en twaalf maanden Patiënten in de BMS-groep hadden statistisch significant minder restenose dan patiënten in maanden was het risico op restenose ##% lager na BMS ten opzichte van PTA, en na twaalf maanden ##% lager Echter, wanneer een random-effects model wordt gebruikt zijn de resultaten van de meta-analyses na drie Het risico op amputatie is in meta-analyses met ### tot ### patiënten onderzocht Hieruit blijkt dat er na één en na twaalf maanden geen statistisch significant verschil is in minor, major of in totaalaantal amputaties, waarbij de richting van het effect wisselend is RR=#,##; ##%-BI #,## tot #,##; I# =#%) terwijl het aantal grote amputaties juist ##% minder voorkwam in de De bewijskracht voor de uitkomstmaat kwaliteit van leven is met drie niveaus verlaagd gezien het feit dat de toewijzing van de interventie niet was geblindeerd voor de patiënt of behandelaar en het geringe aantal De bewijskracht voor de uitkomstmaat loopafstand is met drie niveaus verlaagd gezien het feit dat de toewijzing van de interventie niet was geblindeerd voor de patiënt of behandelaar, de tegenstrijdige resultaten zowel in het De bewijskracht voor de uitkomstmaat restenose is met één niveau verlaagd omdat er niet voor alle meetmomenten een klinische relevant effect is gevonden Er is niet afgetrokken voor studiebeperkingen omdat blindering van de patiënt of behandelaar op de uitkomst een zeer beperkte rol speelt De bewijskracht voor de uitkomstmaat amputatie is met drie niveaus verlaagd vanwege de tegenstrijdige effecten die gevonden zijn (inconsistentie) en het niet significante resultaat dat zowel een klinisch relevant effect voor de BS-groep aangeeft als een klinisch relevant effect voor de PTA-groep (inconsistentie) De bewijskracht is niet verlaagd voor studiebeperkingen omdat blindering van de patiënt of behandelaar op de uitkomst een Eén RCT (Dake, ###; Dake, ###) met daarin ### patiënten onderzocht het verschil in effectiviteit tussen een DES en PTA Daarin zijn geen uitkomsten op het gebied van kwaliteit van leven onderzocht Een PTA werd uitgevoerd bij ### patienten, welke in ### gevallen niet succesvol was Deze patiënten werden na randomisatie De loopafstand is gemeten met een vragenlijst.
| 654 | fms |
RR=#,##; ##%-BI #,## tot #,##; I# =#%) terwijl het aantal grote amputaties juist ##% minder voorkwam in de De bewijskracht voor de uitkomstmaat kwaliteit van leven is met drie niveaus verlaagd gezien het feit dat de toewijzing van de interventie niet was geblindeerd voor de patiënt of behandelaar en het geringe aantal De bewijskracht voor de uitkomstmaat loopafstand is met drie niveaus verlaagd gezien het feit dat de toewijzing van de interventie niet was geblindeerd voor de patiënt of behandelaar, de tegenstrijdige resultaten zowel in het De bewijskracht voor de uitkomstmaat restenose is met één niveau verlaagd omdat er niet voor alle meetmomenten een klinische relevant effect is gevonden Er is niet afgetrokken voor studiebeperkingen omdat blindering van de patiënt of behandelaar op de uitkomst een zeer beperkte rol speelt De bewijskracht voor de uitkomstmaat amputatie is met drie niveaus verlaagd vanwege de tegenstrijdige effecten die gevonden zijn (inconsistentie) en het niet significante resultaat dat zowel een klinisch relevant effect voor de BS-groep aangeeft als een klinisch relevant effect voor de PTA-groep (inconsistentie) De bewijskracht is niet verlaagd voor studiebeperkingen omdat blindering van de patiënt of behandelaar op de uitkomst een Eén RCT (Dake, ###; Dake, ###) met daarin ### patiënten onderzocht het verschil in effectiviteit tussen een DES en PTA Daarin zijn geen uitkomsten op het gebied van kwaliteit van leven onderzocht Een PTA werd uitgevoerd bij ### patienten, welke in ### gevallen niet succesvol was Deze patiënten werden na randomisatie De loopafstand is gemeten met een vragenlijst Dit verschil is niet statistisch significant (gemiddeld verschil = -#,#; ##% BI van -### tot ###%) Patency was significant beter in de primaire DES groep (##,#% versus ##,#% in de PTA-groep) Hierbij waren de ### patiënten met een niet geslaagde PTA meegerekend als een onsuccesvolle patency Wanneer de groep met niet geslaagde PTA werd uitgesloten van de analyse bleef het verschil significant in het voordeel van de DES groep (patency PTA groep = #<DATUM> ) Het gemiddelde verschil Na twaalf maanden is het aantal minor en major amputaties vergeleken Een minor amputatie kwam voor bij één van ### patiënten met een DES en kwam niet voor onder de ### patiënten met PTA Het leidde tot een niet De bewijskracht voor loopafstand en amputaties is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de Zes RCTâs onderzochten de vergelijking tussen een DEB en PTA Geen van de RCTâs onderzocht het effect op kwaliteit van leven Eén RCT onderzocht loopafstand in een vragenlijst (Scheindert, ###) Daarin werd geen vier amputaties uitgevoerd (driemaal na DEB en eenmaal na PTA) Na twaalf maanden moesten <DATUM> patiënten behandeld met DEB een amputatie ondergaan en <DATUM> na PTA De verschillen waren niet significant De bewijskracht voor kwaliteit van leven, loopafstand en amputaties is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet en het geringe aantal patiënten (imprecisie) waarbij er geen klinisch relevante verschillen zijn aangetoond of konden worden uitgesloten De bewijskracht voor restenose is met één.
| 650 | fms |
Dit verschil is niet statistisch significant (gemiddeld verschil = -#,#; ##% BI van -### tot ###%) Patency was significant beter in de primaire DES groep (##,#% versus ##,#% in de PTA-groep) Hierbij waren de ### patiënten met een niet geslaagde PTA meegerekend als een onsuccesvolle patency Wanneer de groep met niet geslaagde PTA werd uitgesloten van de analyse bleef het verschil significant in het voordeel van de DES groep (patency PTA groep = #<DATUM> ) Het gemiddelde verschil Na twaalf maanden is het aantal minor en major amputaties vergeleken Een minor amputatie kwam voor bij één van ### patiënten met een DES en kwam niet voor onder de ### patiënten met PTA Het leidde tot een niet De bewijskracht voor loopafstand en amputaties is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de Zes RCTâs onderzochten de vergelijking tussen een DEB en PTA Geen van de RCTâs onderzocht het effect op kwaliteit van leven Eén RCT onderzocht loopafstand in een vragenlijst (Scheindert, ###) Daarin werd geen vier amputaties uitgevoerd (driemaal na DEB en eenmaal na PTA) Na twaalf maanden moesten <DATUM> patiënten behandeld met DEB een amputatie ondergaan en <DATUM> na PTA De verschillen waren niet significant De bewijskracht voor kwaliteit van leven, loopafstand en amputaties is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet en het geringe aantal patiënten (imprecisie) waarbij er geen klinisch relevante verschillen zijn aangetoond of konden worden uitgesloten De bewijskracht voor restenose is met één De effectiviteit van de DEB is vergleken met de toepassing van BMS in vier RCTâs waarvan de resultaten in zeven publicaties zijn beschreven Geen van de RCTâs onderzocht het effect op de kwaliteit van leven of de richting van effect schommelde in beide richtingen Op geen van de meetmomenten werd een statistisch Het aantal amputaties werd slechts beschreven in één studie na een follow-up periode van een maand In deze periode waren er geen amputaties voorgevallen en kon geen verschil in effect worden bepaald De bewijskracht voor restenose is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet, De bewijskracht voor amputaties is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet en het Hunink et al (###) onderzochten met behulp van een beslismodel de kosteneffectiviteit van PTA en bypass bij patiënten met CI en KI voor de Amerikaanse situatie Daaruit bleek dat PTA de initiële therapie zou moeten zijn <PERSOON> et al (###) maakten dezelfde vergelijking en concludeerden dat in de Amerikaanse context een initiële behandelmogelijkheden waaronder primair en selectief geplaatste stents berekend Hieruit bleek dat een primaire stentplaatsing minder effectief is en gepaard gaat met hogere kosten vergeleken met selectieve Simpson et al (###) hebben een economische evaluatie uitgevoerd, uitgaande van het NHS perspectief, waarin het meest effectief op de uitkomst doorgankelijkheid en terugkeer van symptomen ten opzichte van de andere behandelingen Daarnaast waren de totale kosten van een DEB (paclitaxel) ook lager vergeleken met de meeste andere strategieën.
| 616 | fms |
de DEB is vergleken met de toepassing van BMS in vier RCTâs waarvan de resultaten in zeven publicaties zijn beschreven Geen van de RCTâs onderzocht het effect op de kwaliteit van leven of de richting van effect schommelde in beide richtingen Op geen van de meetmomenten werd een statistisch Het aantal amputaties werd slechts beschreven in één studie na een follow-up periode van een maand In deze periode waren er geen amputaties voorgevallen en kon geen verschil in effect worden bepaald De bewijskracht voor restenose is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet, De bewijskracht voor amputaties is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet en het Hunink et al (###) onderzochten met behulp van een beslismodel de kosteneffectiviteit van PTA en bypass bij patiënten met CI en KI voor de Amerikaanse situatie Daaruit bleek dat PTA de initiële therapie zou moeten zijn <PERSOON> et al (###) maakten dezelfde vergelijking en concludeerden dat in de Amerikaanse context een initiële behandelmogelijkheden waaronder primair en selectief geplaatste stents berekend Hieruit bleek dat een primaire stentplaatsing minder effectief is en gepaard gaat met hogere kosten vergeleken met selectieve Simpson et al (###) hebben een economische evaluatie uitgevoerd, uitgaande van het NHS perspectief, waarin het meest effectief op de uitkomst doorgankelijkheid en terugkeer van symptomen ten opzichte van de andere behandelingen Daarnaast waren de totale kosten van een DEB (paclitaxel) ook lager vergeleken met de meeste andere strategieën procedure waren £### hoger Zij concludeerden dat toepassing van een DEB (paclitaxel) de meest gewenste therapie zal zijn aangezien het de hoogste levenslange effectiviteit (#,### QALY) heeft tegen de laagste Alles bij elkaar lijkt PTA een gewenste eerste keuze ten opzichte van een bypass PTA met selectieve stents endovasculaire behandelingen lijkt een DEB met paclitaxel een goede optie Let wel op, deze resultaten zijn afkomstig van slechts één studie niet rekening houdend met de Nederlandse kosten en effectiviteit Onlangs verschenen twee RCTâs waarin werd geconcludeerd dat, ofschoon de restenose graad bij de DEB lager was, de functionele uitkomstmaten (loopafstand en kwaliteit van leven) niet verschillend waren (Tepe, ###; Rosenfeld, ###) Vooralsnog is er geen reden om over te stappen op DEB bij een PTA als behandeling van een eerste Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is uit gegaan van een systematische review welke is aangevuld met een update van de literatuur om de volgende wetenschappelijke vraagstelling te beantwoorden Wat zijn de (on)gunstige effecten van endovasculaire behandelingen bij patiënten geïndiceerd voor een Endovasculaire behandelingen (percutane transluminale angioplastiek (PTA), bare metal stent (BMS), De werkgroep definieerde niet a priori de genoemde uitkomstmaten, maar hanteerde de in de studies gebruikte Er is uitgegaan van een recent gepubliceerde systematische review van hoge kwaliteit die antwoord geeft op de onderzoeksvraag en waarbij GRADE methodiek is toegepast Deze review is op <DATUM> geüpdatet volgens de originele zoekstrategie door te zoeken in de databases Medline (OVID) en Embase De De literatuurzoekactie leverde ### treffers op.
| 592 | fms |
dat toepassing van een DEB (paclitaxel) de meest gewenste therapie zal zijn aangezien het de hoogste levenslange effectiviteit (#,### QALY) heeft tegen de laagste Alles bij elkaar lijkt PTA een gewenste eerste keuze ten opzichte van een bypass PTA met selectieve stents endovasculaire behandelingen lijkt een DEB met paclitaxel een goede optie Let wel op, deze resultaten zijn afkomstig van slechts één studie niet rekening houdend met de Nederlandse kosten en effectiviteit Onlangs verschenen twee RCTâs waarin werd geconcludeerd dat, ofschoon de restenose graad bij de DEB lager was, de functionele uitkomstmaten (loopafstand en kwaliteit van leven) niet verschillend waren (Tepe, ###; Rosenfeld, ###) Vooralsnog is er geen reden om over te stappen op DEB bij een PTA als behandeling van een eerste Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is uit gegaan van een systematische review welke is aangevuld met een update van de literatuur om de volgende wetenschappelijke vraagstelling te beantwoorden Wat zijn de (on)gunstige effecten van endovasculaire behandelingen bij patiënten geïndiceerd voor een Endovasculaire behandelingen (percutane transluminale angioplastiek (PTA), bare metal stent (BMS), De werkgroep definieerde niet a priori de genoemde uitkomstmaten, maar hanteerde de in de studies gebruikte Er is uitgegaan van een recent gepubliceerde systematische review van hoge kwaliteit die antwoord geeft op de onderzoeksvraag en waarbij GRADE methodiek is toegepast Deze review is op <DATUM> geüpdatet volgens de originele zoekstrategie door te zoeken in de databases Medline (OVID) en Embase De De literatuurzoekactie leverde ### treffers op zoals beschreven in de review die de basis vormt van deze uitgangsvraag RCTâs waarin patiënten met PAV, zowel CI of KI, werden behandeld voor vaatlijden boven de knie; het femoropopliteale traject De volgende vergelijkingen zijn geïncludeerd #) BMS versus PTA, #) DES versus PTA, #) DEB versus PTA, of #) DES versus een BMS Uitkomsten werden beoordeeld op het gebied van kwaliteit van leven, loopafstand, vasculaire laesie Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie zeven studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens vier studies geëxcludeerd (zie exclusietabel), en drie studies definitief geselecteerd Eén extra studie die wel aan de inclusiecriteria voldeed maar niet werd geïdentificeerd in de Naast de systematische review van <PERSOON> et al zijn drie additionele onderzoeken opgenomen in de literatuuranalyse De evidence tabellen hiervan en de beoordeling van individuele studiekwaliteit kunt u in onder Dake MD, Ansel GM, Jaff MR, et al Investigators Paclitaxel-eluting stents show superiority to balloon angioplasty and bare metal stents in femoropopliteal disease twelve-month Zilver PTX randomized study results Circ Cardiovasc Interv Dake MD, Ansel GM, Jaff MR, et al PTX Investigators Sustained safety and effectiveness of paclitaxel-eluting stents for femoropopliteal lesions #-year follow-up from the Zilver PTX randomized and single-arm clinical studies <PERSOON> Cardiol <PERSOON> S, et al Balloon angioplasty versus stenting with nitinol stents in intermediate length superficial <PERSOON> treatment of infrapopliteal arteries.
| 594 | fms |
die de basis vormt van deze uitgangsvraag RCTâs waarin patiënten met PAV, zowel CI of KI, werden behandeld voor vaatlijden boven de knie; het femoropopliteale traject De volgende vergelijkingen zijn geïncludeerd #) BMS versus PTA, #) DES versus PTA, #) DEB versus PTA, of #) DES versus een BMS Uitkomsten werden beoordeeld op het gebied van kwaliteit van leven, loopafstand, vasculaire laesie Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie zeven studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens vier studies geëxcludeerd (zie exclusietabel), en drie studies definitief geselecteerd Eén extra studie die wel aan de inclusiecriteria voldeed maar niet werd geïdentificeerd in de Naast de systematische review van <PERSOON> et al zijn drie additionele onderzoeken opgenomen in de literatuuranalyse De evidence tabellen hiervan en de beoordeling van individuele studiekwaliteit kunt u in onder Dake MD, Ansel GM, Jaff MR, et al Investigators Paclitaxel-eluting stents show superiority to balloon angioplasty and bare metal stents in femoropopliteal disease twelve-month Zilver PTX randomized study results Circ Cardiovasc Interv Dake MD, Ansel GM, Jaff MR, et al PTX Investigators Sustained safety and effectiveness of paclitaxel-eluting stents for femoropopliteal lesions #-year follow-up from the Zilver PTX randomized and single-arm clinical studies <PERSOON> Cardiol <PERSOON> S, et al Balloon angioplasty versus stenting with nitinol stents in intermediate length superficial <PERSOON> treatment of infrapopliteal arteries Eur <PERSOON> AP, Koelemay MJ, et al Randomized trials for endovascular treatment of infrainguinal arterial disease <PERSOON> DP Revascularization for femoropopliteal <PERSOON> HJ, et al Nitinol stent implantation versus percutaneous transluminal angioplasty in superficial femoral artery lesions up to ## cm in length the femoral artery stenting trial (FAST) Circulation ### Jul Laird JR, Katzen BT, Scheinert D, et al Nitinol stent implantation vs balloon angioplasty for lesions in the superficial femoral and proximal popliteal arteries of patients with claudication three-year follow-up from the RESILIENT randomized trial <PERSOON> JR, Katzen BT, Scheinert D, et al ; RESILIENT Investigators Nitinol stent implantation versus balloon angioplasty for lesions in the superficial femoral artery and proximal popliteal artery twelve-month results from the RESILIENT randomized <PERSOON> KA, et al Sustained benefit at # years for covered stents versus bare-metal stents in long <PERSOON-##> GSR, Hunink MGM Cost and patency rate targets for the development of endovascular devices to treat <PERSOON-##> CJ, et al Trial of a Paclitaxel-Coated Balloon for <PERSOON-##> A, <PERSOON-##> P, et al Quality of life after balloon angioplasty versus stent implantation in the superficial femoral artery findings from a randomized controlled trial <PERSOON-##>.
| 567 | fms |
<PERSOON> AP, Koelemay MJ, et al Randomized trials for endovascular treatment of infrainguinal arterial disease <PERSOON> DP Revascularization for femoropopliteal <PERSOON> HJ, et al Nitinol stent implantation versus percutaneous transluminal angioplasty in superficial femoral artery lesions up to ## cm in length the femoral artery stenting trial (FAST) Circulation ### Jul Laird JR, Katzen BT, Scheinert D, et al Nitinol stent implantation vs balloon angioplasty for lesions in the superficial femoral and proximal popliteal arteries of patients with claudication three-year follow-up from the RESILIENT randomized trial <PERSOON> JR, Katzen BT, Scheinert D, et al ; RESILIENT Investigators Nitinol stent implantation versus balloon angioplasty for lesions in the superficial femoral artery and proximal popliteal artery twelve-month results from the RESILIENT randomized <PERSOON> KA, et al Sustained benefit at # years for covered stents versus bare-metal stents in long <PERSOON> GSR, Hunink MGM Cost and patency rate targets for the development of endovascular devices to treat <PERSOON> CJ, et al Trial of a Paclitaxel-Coated Balloon for <PERSOON> A, <PERSOON> P, et al Quality of life after balloon angioplasty versus stent implantation in the superficial femoral artery findings from a randomized controlled trial <PERSOON-##>-releasing balloon in femoropopliteal lesions using a BTHC excipient twelve-month results from the BIOLUX P-I randomized trial <PERSOON-##> C, et al Balloon angioplasty versus implantation of nitinol stents in the superficial femoral <PERSOON-##> JA Enhancements to angioplasty for peripheral arterial occlusive disease Systematic review, cost-effectiveness assessment and expected value of information analysis <PERSOON-##> for Femoropopliteal Occlusive Disease Predictors of Outcome With a Special Emphasis on <PERSOON-##> Wat is de meest kosteneffectieve strategie bij de behandeling in het femoropopliteale en crurale traject van Bij een endovasculaire behandeling in het crurale traject wordt het routinematig plaatsen van een stent (bare metal of drug-eluting) niet aanbevolen Voor het gebruik van een DEB voor de PTA is onvoldoende bewijs van Patiënten met KI hebben meestal stenosen en occlusies op meerdere niveaus, waardoor in sommige gevallen voor bypasschirurgie moet worden gekozen Echter bij patienten met geisoleerde crurale afwijkingen, Het gebruik van primaire stents of drug-eluting ballonnen in de crurale vaten bij patiënten met kritieke ischemie, heeft geen bewezen toegevoegde waarde voor de klinische uitkomst, maar is wel kosten verhogend Voor een aantal niet klinische eindpunten, zoals totale restenose, binaire restenose van ##% of meer en patency worden er echter wel voordelen gerapporteerd.
| 511 | fms |
femoropopliteal lesions using a BTHC excipient twelve-month results from the BIOLUX P-I randomized trial <PERSOON> C, et al Balloon angioplasty versus implantation of nitinol stents in the superficial femoral <PERSOON> JA Enhancements to angioplasty for peripheral arterial occlusive disease Systematic review, cost-effectiveness assessment and expected value of information analysis <PERSOON> for Femoropopliteal Occlusive Disease Predictors of Outcome With a Special Emphasis on <PERSOON> Wat is de meest kosteneffectieve strategie bij de behandeling in het femoropopliteale en crurale traject van Bij een endovasculaire behandeling in het crurale traject wordt het routinematig plaatsen van een stent (bare metal of drug-eluting) niet aanbevolen Voor het gebruik van een DEB voor de PTA is onvoldoende bewijs van Patiënten met KI hebben meestal stenosen en occlusies op meerdere niveaus, waardoor in sommige gevallen voor bypasschirurgie moet worden gekozen Echter bij patienten met geisoleerde crurale afwijkingen, Het gebruik van primaire stents of drug-eluting ballonnen in de crurale vaten bij patiënten met kritieke ischemie, heeft geen bewezen toegevoegde waarde voor de klinische uitkomst, maar is wel kosten verhogend Voor een aantal niet klinische eindpunten, zoals totale restenose, binaire restenose van ##% of meer en patency worden er echter wel voordelen gerapporteerd patiëntenpopulatie, een niet klinisch eindpunt, korte follow-up en industrie sponsoring en industrie datamanagement Door niet primair DES of DEB te gebruiken wordt de patiënt echter niet suboptimaal behandeld Van drug-eluting stents zijn geen nadelige effecten, anders dan die van BMS bekend Een recente studie over DEB in de crurale vaten is voortijdig afgebroken in verband met een verhoogde kans op amputatie Er zijn geen studies die de kosteneffectiviteit hebben onderzocht De absolute kosten van DES en DEB zijn hoger dan die voor PTA of een BS Het is uit de studies niet duidelijk welke methode het meest effectief is Uit de patiëntenraadpleging blijkt dat patiënten behoefte hebben aan informatie over de behandelingen over mogelijke complicaties en over het verwachte resultaat Met name ook over de mogelijkheid dat een behandeling soms geen goed resultaat oplevert en over wat er mis kan gaan (de risicoâs) Eerlijke informatie aan de patiënt maakt gedeelde besluitvorming mogelijk en bereidt de patiënt erop voor dat het resultaat soms kan Informatie hierover is gewenst via verschillende kanalen mondeling en schriftelijk, maar ook bijvoorbeeld via Angioplastiek van crurale vaten, vaak aangedaan bij vaatlijden in combinatie met diabetes mellitus, is bewezen effectief bij de behandeling van kritieke ischemie Het kan een goed alternatief zijn voor bypass chirurgie Gerandomiseerde studies laten zien dat voor de klinische uitkomstmaten namelijk het voorkomen van amputatie en overlijden, angioplastiek gelijkwaardig is aan bypass chirurgie De plaats van primaire stentplaatsing in crurale.
| 505 | fms |
korte follow-up en industrie sponsoring en industrie datamanagement Door niet primair DES of DEB te gebruiken wordt de patiënt echter niet suboptimaal behandeld Van drug-eluting stents zijn geen nadelige effecten, anders dan die van BMS bekend Een recente studie over DEB in de crurale vaten is voortijdig afgebroken in verband met een verhoogde kans op amputatie Er zijn geen studies die de kosteneffectiviteit hebben onderzocht De absolute kosten van DES en DEB zijn hoger dan die voor PTA of een BS Het is uit de studies niet duidelijk welke methode het meest effectief is Uit de patiëntenraadpleging blijkt dat patiënten behoefte hebben aan informatie over de behandelingen over mogelijke complicaties en over het verwachte resultaat Met name ook over de mogelijkheid dat een behandeling soms geen goed resultaat oplevert en over wat er mis kan gaan (de risicoâs) Eerlijke informatie aan de patiënt maakt gedeelde besluitvorming mogelijk en bereidt de patiënt erop voor dat het resultaat soms kan Informatie hierover is gewenst via verschillende kanalen mondeling en schriftelijk, maar ook bijvoorbeeld via Angioplastiek van crurale vaten, vaak aangedaan bij vaatlijden in combinatie met diabetes mellitus, is bewezen effectief bij de behandeling van kritieke ischemie Het kan een goed alternatief zijn voor bypass chirurgie Gerandomiseerde studies laten zien dat voor de klinische uitkomstmaten namelijk het voorkomen van amputatie en overlijden, angioplastiek gelijkwaardig is aan bypass chirurgie De plaats van primaire stentplaatsing in crurale Het is onduidelijk of een bare stent of PTA effectiever is het voorkomen van restenose, Er is zeer laag vertrouwen dat DES het risico op restenose en reïnterventie van de behandelde laesie verlagen ten opzichte van behandeling met PTA bij PAV in het crurale Er is zeer laag vertrouwen dat behandeling met DES een lager risico op amputaties (zowel minor, major als totale amputaties) vergeleken met PTA Echter, een verschil in amputaties Het verschil in risico op overlijden tussen behandeling met DES en PTA kan niet worden vastgesteld aan de hand van de beschikbare studies voor behandeling in het crurale traject Er zijn voorzichtige aanwijzing dat drug-eluting balloons een lager risico geven op binaire restenose en reïnterventie van de behandelde laesie dan behandeling met PTA in het crurale Uit de beschikbare studies kan geen aanwijzing worden gevonden voor een positief dan wel negatief effect van gebruik van DEB op het risico op amputaties in vergelijking met PTA Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat het risico op overlijden na behandeling met een drug Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat behandeling met DES een lager risico geeft op binaire Uit de studies kan niet worden vastgesteld of gebruik van de DES het risico op amputaties op korte termijn (<DATUM> mnd ) mogelijk kunnen verhogen (aantal minor en totaalaantal amputaties) of verlagen (aantal major amputaties) Wel zijn er indicaties dat het gebruik van DES het risico op amputaties (het aantal minor, major en totaalaantal amputaties) op de De data uit de verschillende studies kan geen verschil aantonen in risico op overlijden tussen.
| 545 | fms |
effectiever is het voorkomen van restenose, Er is zeer laag vertrouwen dat DES het risico op restenose en reïnterventie van de behandelde laesie verlagen ten opzichte van behandeling met PTA bij PAV in het crurale Er is zeer laag vertrouwen dat behandeling met DES een lager risico op amputaties (zowel minor, major als totale amputaties) vergeleken met PTA Echter, een verschil in amputaties Het verschil in risico op overlijden tussen behandeling met DES en PTA kan niet worden vastgesteld aan de hand van de beschikbare studies voor behandeling in het crurale traject Er zijn voorzichtige aanwijzing dat drug-eluting balloons een lager risico geven op binaire restenose en reïnterventie van de behandelde laesie dan behandeling met PTA in het crurale Uit de beschikbare studies kan geen aanwijzing worden gevonden voor een positief dan wel negatief effect van gebruik van DEB op het risico op amputaties in vergelijking met PTA Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat het risico op overlijden na behandeling met een drug Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat behandeling met DES een lager risico geeft op binaire Uit de studies kan niet worden vastgesteld of gebruik van de DES het risico op amputaties op korte termijn (<DATUM> mnd ) mogelijk kunnen verhogen (aantal minor en totaalaantal amputaties) of verlagen (aantal major amputaties) Wel zijn er indicaties dat het gebruik van DES het risico op amputaties (het aantal minor, major en totaalaantal amputaties) op de De data uit de verschillende studies kan geen verschil aantonen in risico op overlijden tussen binaire restenose en reïnterventie, amputatie of overlijden, zes maanden na behandeling met De review van <PERSOON> et al (###) includeerde twaalf RCTâs (dertien publicaties) De update van de zoekactie alleen Twee RCTâs (drie publicaties; ### patiënten) vergeleken een DES versus PTA Drie RCTâs (vijf publicaties, )### patiënten) vergeleken het gebruik van een DEB versus PTA met een standaard ballon Vier RCTâs (vijf De RCTâs includeerden gezamenlijk <DATUM> patiënten waarvan meer dan ##% leed aan kritieke ischemie De gemiddelde leeftijd in de studies varieerde tussen ## en <LEEFTIJD> jaar Het aantal mannen in de studies varieerde tussen ## en ##% De randomisatieprocedure (manier van toewijzing en geheimhouding van toewijzing) waren in de trials goed uitgevoerd of onvoldoende beschreven Blindering van de interventie was slechts in één trial amputatie/behoud van het been en overlijden Echter, de door de werkgroep gedefinieerde primaire uitkomstmaat kwaliteit van leven is in geen van de trials meegenomen van de zes trials die BMS vergeleken met PTA rapporteerden de vastgestelde uitkomstmaten Door verschillen in follow-up duur was het vaak niet mogelijk om de resultaten van deze verschillende trials te poolen in een meta-analyse Het effect op kwaliteit van leven is in geen van de trials onderzocht Een meta-analyse (n=###) van de studies Tepe (###) en Bosiers (###) geeft aan dat patiënten behandelt met PTA na zes maanden een Echter, de studies Tepe (###) en Rand (###) laten ook een resultaat in het voordeel van de BMS-groep, maar.
| 618 | fms |
amputatie of overlijden, zes maanden na behandeling met De review van <PERSOON> et al (###) includeerde twaalf RCTâs (dertien publicaties) De update van de zoekactie alleen Twee RCTâs (drie publicaties; ### patiënten) vergeleken een DES versus PTA Drie RCTâs (vijf publicaties, )### patiënten) vergeleken het gebruik van een DEB versus PTA met een standaard ballon Vier RCTâs (vijf De RCTâs includeerden gezamenlijk <DATUM> patiënten waarvan meer dan ##% leed aan kritieke ischemie De gemiddelde leeftijd in de studies varieerde tussen ## en <LEEFTIJD> jaar Het aantal mannen in de studies varieerde tussen ## en ##% De randomisatieprocedure (manier van toewijzing en geheimhouding van toewijzing) waren in de trials goed uitgevoerd of onvoldoende beschreven Blindering van de interventie was slechts in één trial amputatie/behoud van het been en overlijden Echter, de door de werkgroep gedefinieerde primaire uitkomstmaat kwaliteit van leven is in geen van de trials meegenomen van de zes trials die BMS vergeleken met PTA rapporteerden de vastgestelde uitkomstmaten Door verschillen in follow-up duur was het vaak niet mogelijk om de resultaten van deze verschillende trials te poolen in een meta-analyse Het effect op kwaliteit van leven is in geen van de trials onderzocht Een meta-analyse (n=###) van de studies Tepe (###) en Bosiers (###) geeft aan dat patiënten behandelt met PTA na zes maanden een Echter, de studies Tepe (###) en Rand (###) laten ook een resultaat in het voordeel van de BMS-groep, maar van Tepe (###) en Rand (###) vond geen significant effect RR=#,## (##%BI #,## tot #,##; I#=##%) Geen enkele studie vond een significant verschil in het risico op minor of major amputatie of totaalaantal amputaties verschil gevonden in risico op overlijden tussen groepen met BMS of PTA De bewijskracht voor de uitkomstmaten binaire restenose, revascularisatie, amputatie en overlijden is met drie patiënten in de eerste studie zijn allen gediagnosticeerd met <PERSOON> IV; in de tweede studie loopt de ernst van de aandoening uiteen van <PERSOON> II tot <PERSOON> IV Verschillende studies vonden aanwijzingen dat restenose minder vaak voorkomt na behandeling met een DES Een significant verschil in de kans op binaire restenose is gerapporteerd door Tepe (###) RR=#,## (##% BI#,## tot #,##) twee maanden na de behandeling en door DES Ook na zes maanden rapporteerde Tepe (###) minder restenoses bij patiënten met DES, echter dit verschil was niet significant De kans op revascularisaties van de behandelde laesie was in beide studies niet significant verschillend tussen DES en PTA Het aantal minor, major en totaalaantal amputaties verschilde niet significant gemeten twee, zes en ##-## maanden na de behandeling Ook vonden beide studies geen significant De bewijskracht voor de uitkomstmaten binaire restenose, amputatie en overlijden is met drie niveaus verlaagd Twee (Liistro, ###, n=###, Zeller, ###, n=###) van de drie studies naar de effectiviteit van de DEB versus PTA rapporteerden door de werkgroep gedefinieerde primaire uitkomstmaten Liistro et al onderzochten patiënten met diabetes mellitus.
| 697 | fms |
vond geen significant effect RR=#,## (##%BI #,## tot #,##; I#=##%) Geen enkele studie vond een significant verschil in het risico op minor of major amputatie of totaalaantal amputaties verschil gevonden in risico op overlijden tussen groepen met BMS of PTA De bewijskracht voor de uitkomstmaten binaire restenose, revascularisatie, amputatie en overlijden is met drie patiënten in de eerste studie zijn allen gediagnosticeerd met <PERSOON> IV; in de tweede studie loopt de ernst van de aandoening uiteen van <PERSOON> II tot <PERSOON> IV Verschillende studies vonden aanwijzingen dat restenose minder vaak voorkomt na behandeling met een DES Een significant verschil in de kans op binaire restenose is gerapporteerd door Tepe (###) RR=#,## (##% BI#,## tot #,##) twee maanden na de behandeling en door DES Ook na zes maanden rapporteerde Tepe (###) minder restenoses bij patiënten met DES, echter dit verschil was niet significant De kans op revascularisaties van de behandelde laesie was in beide studies niet significant verschillend tussen DES en PTA Het aantal minor, major en totaalaantal amputaties verschilde niet significant gemeten twee, zes en ##-## maanden na de behandeling Ook vonden beide studies geen significant De bewijskracht voor de uitkomstmaten binaire restenose, amputatie en overlijden is met drie niveaus verlaagd Twee (Liistro, ###, n=###, Zeller, ###, n=###) van de drie studies naar de effectiviteit van de DEB versus PTA rapporteerden door de werkgroep gedefinieerde primaire uitkomstmaten Liistro et al onderzochten patiënten met diabetes mellitus behandeling Ook is er geen significant verschil gevonden in het risico op een minor (Liistro, ###), major (metaanalyse van Liistro (###) en Zeller (###)) of totaal aantal amputaties (Liistro, ###) binnen een jaar na de behandeling Resultaten waren respectievelijk minor amputaties RR=#,## ##% BI #,## tot #,##; n=###; major RR=#,##; ##% BI #,## tot #,##; n=###) De kans op overlijden binnen een jaar na de behandeling verschilde niet De bewijskracht voor de uitkomstmaten restenose en revascularisatie is met twee niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de onderzoeksopzet en de tegenstrijdige resultaten (inconsistentie) Voor de uitkomstmaten minor, major en totale amputatie is de bewijskracht met drie niveaus verlaagd vanwege beperkingen in de onderzoeksopzet, tegenstrijdige resultaten en het geringe aantal major amputaties (imprecisie) Voor overlijden is de bewijskracht met twee niveaus verlaagd vanwege onzekerheid rond het gepoolde effect dat een mogelijk vergeleken de effecten van behandeling met DES met BMS De ernst van de aandoening liep zeer uiteen in de verschillende studies Deelnemers in drie studies zijn gediagnosticeerd met een ernstige vorm van perifeer studie van Falkowski (###) bestaat de onderzoekspopulatie echter voor het merendeel uit patiënten met claudicatio intermittens en zijn er relatief weinig deelnemers met een ernstige vorm van vaatlijden (##% FIII; ##% FIV) Geen van de studies rapporteerde effecten van de behandeling op kwaliteit van leven Uit een meta-analyse van de studies Tepe (###), Falkowski (###) en Rastan (###) blijkt de DES significant behandeling Een positief effect van de DES wordt ook aangetoond in een meta-analyse van Rastan (###) en.
| 719 | fms |
het risico op een minor (Liistro, ###), major (metaanalyse van Liistro (###) en Zeller (###)) of totaal aantal amputaties (Liistro, ###) binnen een jaar na de behandeling Resultaten waren respectievelijk minor amputaties RR=#,## ##% BI #,## tot #,##; n=###; major RR=#,##; ##% BI #,## tot #,##; n=###) De kans op overlijden binnen een jaar na de behandeling verschilde niet De bewijskracht voor de uitkomstmaten restenose en revascularisatie is met twee niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de onderzoeksopzet en de tegenstrijdige resultaten (inconsistentie) Voor de uitkomstmaten minor, major en totale amputatie is de bewijskracht met drie niveaus verlaagd vanwege beperkingen in de onderzoeksopzet, tegenstrijdige resultaten en het geringe aantal major amputaties (imprecisie) Voor overlijden is de bewijskracht met twee niveaus verlaagd vanwege onzekerheid rond het gepoolde effect dat een mogelijk vergeleken de effecten van behandeling met DES met BMS De ernst van de aandoening liep zeer uiteen in de verschillende studies Deelnemers in drie studies zijn gediagnosticeerd met een ernstige vorm van perifeer studie van Falkowski (###) bestaat de onderzoekspopulatie echter voor het merendeel uit patiënten met claudicatio intermittens en zijn er relatief weinig deelnemers met een ernstige vorm van vaatlijden (##% FIII; ##% FIV) Geen van de studies rapporteerde effecten van de behandeling op kwaliteit van leven Uit een meta-analyse van de studies Tepe (###), Falkowski (###) en Rastan (###) blijkt de DES significant behandeling Een positief effect van de DES wordt ook aangetoond in een meta-analyse van Rastan (###) en tot #,##); I# =#% Het aantal revascularisaties van de behandelde laesie na twee maanden was gelijk in beide groepen (Tepe, ###) Na een half jaar zijn er in de studie van Falkowski significant minder revascularisaties nodig geweest bij patiënten behandeld met de drug-eluting stent In de studie van Rastan (###) was het aantal revascularisaties in beide groepen nagenoeg gelijk Effecten van behandeling met DES en BMS op minor, major en totale amputaties is onderzocht door Tepe (###) en Rastan (###/###) Zij rapporteren bij verschillende follow-up momenten (twee maanden tot ### dagen) geen significant verschil De vier studies vonden geen De bewijskracht voor de uitkomstmaten binaire restenose en revascularisatie is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet en het geringe aantal patiënten en/of cases (imprecisie) Voor de uitkomstmaten amputatie en overlijden is de bewijskracht met drie niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de studieopzet, tegenstrijdige studieresultaten (inconsistentie) en het geringe aantal deelnemers en cases Eén studie (Siablis, ###, n=##) vergeleek toepassing van DEB met DES bij patiënten met PAV Rutherford # tot # en een laesie van ## tot ### mm De eerste auteur van de studie was verbonden aan Medtronic Invatec welke belangen heeft bij beide interventies De primaire uitkomst was restenose )##% in de behandelde vaten Kwaliteit van leven werd niet gemeten Dit kwam na zes maanden significant minder voor bij patiënten met een DES dan met een DEB Echter, bij het berekenen van een RR was dit verschil net niet meer significant, mogelijk.
| 705 | fms |
=#% Het aantal revascularisaties van de behandelde laesie na twee maanden was gelijk in beide groepen (Tepe, ###) Na een half jaar zijn er in de studie van Falkowski significant minder revascularisaties nodig geweest bij patiënten behandeld met de drug-eluting stent In de studie van Rastan (###) was het aantal revascularisaties in beide groepen nagenoeg gelijk Effecten van behandeling met DES en BMS op minor, major en totale amputaties is onderzocht door Tepe (###) en Rastan (###/###) Zij rapporteren bij verschillende follow-up momenten (twee maanden tot ### dagen) geen significant verschil De vier studies vonden geen De bewijskracht voor de uitkomstmaten binaire restenose en revascularisatie is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet en het geringe aantal patiënten en/of cases (imprecisie) Voor de uitkomstmaten amputatie en overlijden is de bewijskracht met drie niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de studieopzet, tegenstrijdige studieresultaten (inconsistentie) en het geringe aantal deelnemers en cases Eén studie (Siablis, ###, n=##) vergeleek toepassing van DEB met DES bij patiënten met PAV Rutherford # tot # en een laesie van ## tot ### mm De eerste auteur van de studie was verbonden aan Medtronic Invatec welke belangen heeft bij beide interventies De primaire uitkomst was restenose )##% in de behandelde vaten Kwaliteit van leven werd niet gemeten Dit kwam na zes maanden significant minder voor bij patiënten met een DES dan met een DEB Echter, bij het berekenen van een RR was dit verschil net niet meer significant, mogelijk RR= #,##; ##%BI #,## tot #,## / restenose RR= #,##; ##%-BI #,## tot #,## / overlijden RR= #,##; ##%-BI #,## tot #,##) De bewijskracht is voor alle uitkomstmaten met drie niveaus verlaagd vanwege beperkingen in de onderzoeksopzet (onduidelijk over de blindering van de effectbeoordelaar) en met twee niveaus vanwege het Er zijn geen relevante gegevens over de kosteneffectiviteit van behandelingen voor patiënten met vaatlijden (CI Er is uitgegaan van een systematische review welke is aangevuld met een update van de literatuur bij het Wat zijn de (on)gunstige effecten van endovasculaire behandelingen bij patiënten geïndiceerd voor Een recent gepubliceerde systematische review vormt de basis, namelijk de review van <PERSOON> et al (###) De review is van hoge kwaliteit, geeft antwoord op de uitgangsvraag en heeft de GRADE systematiek toegepast Een update van de review is uitgevoerd waarbij aan de hand van de originele zoekstrategie een update is De zoekactie leverde ### treffers op Selectie van studies vond plaats op basis van criteria beschreven in de review RCTâs waarin verschillende behandelingen van patiënten voor vaatlijden onder de knie (crurale traject) worden vergeleken, nl #) BMS versus PTA, #) DES versus PTA, #) DEB versus PTA en #) DES versus BMS Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie negen studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens zeven studies geëxcludeerd (zie exclusietabel), en twee studies definitief Naast de review van <PERSOON> et al.
| 679 | fms |
RR= #,##; ##%BI #,## tot #,## / restenose RR= #,##; ##%-BI #,## tot #,## / overlijden RR= #,##; ##%-BI #,## tot #,##) De bewijskracht is voor alle uitkomstmaten met drie niveaus verlaagd vanwege beperkingen in de onderzoeksopzet (onduidelijk over de blindering van de effectbeoordelaar) en met twee niveaus vanwege het Er zijn geen relevante gegevens over de kosteneffectiviteit van behandelingen voor patiënten met vaatlijden (CI Er is uitgegaan van een systematische review welke is aangevuld met een update van de literatuur bij het Wat zijn de (on)gunstige effecten van endovasculaire behandelingen bij patiënten geïndiceerd voor Een recent gepubliceerde systematische review vormt de basis, namelijk de review van <PERSOON> et al (###) De review is van hoge kwaliteit, geeft antwoord op de uitgangsvraag en heeft de GRADE systematiek toegepast Een update van de review is uitgevoerd waarbij aan de hand van de originele zoekstrategie een update is De zoekactie leverde ### treffers op Selectie van studies vond plaats op basis van criteria beschreven in de review RCTâs waarin verschillende behandelingen van patiënten voor vaatlijden onder de knie (crurale traject) worden vergeleken, nl #) BMS versus PTA, #) DES versus PTA, #) DEB versus PTA en #) DES versus BMS Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie negen studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens zeven studies geëxcludeerd (zie exclusietabel), en twee studies definitief Naast de review van <PERSOON> et al De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten van alle studies zijn opgenomen in de evidence tabel Deze tabel en de beoordeling van de individuele studiekwaliteit kunt u vinden onder het tabblad <PERSOON> M, et al <PERSOON> "DEBELLUM"--lower limb multilevel treatment with drug eluting <PERSOON> NC; International Working Group on the Diabetic Foot (IWGDF) Effectiveness of revascularisation of the ulcerated foot in patients with diabetes and peripheral artery disease a systematic review <PERSOON> PM, Spiliopoulos S, et al Paclitaxel-coated balloon angioplasty versus drug-eluting stenting for the treatment of infrapopliteal long-segment arterial occlusive disease the IDEAS randomized controlled trial <PERSOON> D, et al Drug-eluting balloon versus standard balloon angioplasty for infrapopliteal arterial revascularization in critical limb ischemia ##-month results from the IN PACT DEEP randomized trial <PERSOON> Welke medicamenteuze therapie is het meest effectief en veilig bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden om de doorgankelijkheid van het behandelde vaattraject te behouden na een endovasculaire behandeling? Iedere patiënt met PAV krijgt een vorm van antitrombotische therapie, waarbij clopidogrel als eerste keus wordt Iedere patient patiënt krijg postprocedureel een profylactische dosering LMWH gedurende de opnameduur Bij een dagopname is dat één dosering en bij een klinische opname maximaal drie dagen.
| 596 | fms |
en resultaten van alle studies zijn opgenomen in de evidence tabel Deze tabel en de beoordeling van de individuele studiekwaliteit kunt u vinden onder het tabblad <PERSOON> M, et al <PERSOON> "DEBELLUM"--lower limb multilevel treatment with drug eluting <PERSOON> NC; International Working Group on the Diabetic Foot (IWGDF) Effectiveness of revascularisation of the ulcerated foot in patients with diabetes and peripheral artery disease a systematic review <PERSOON> PM, Spiliopoulos S, et al Paclitaxel-coated balloon angioplasty versus drug-eluting stenting for the treatment of infrapopliteal long-segment arterial occlusive disease the IDEAS randomized controlled trial <PERSOON> D, et al Drug-eluting balloon versus standard balloon angioplasty for infrapopliteal arterial revascularization in critical limb ischemia ##-month results from the IN PACT DEEP randomized trial <PERSOON> Welke medicamenteuze therapie is het meest effectief en veilig bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden om de doorgankelijkheid van het behandelde vaattraject te behouden na een endovasculaire behandeling? Iedere patiënt met PAV krijgt een vorm van antitrombotische therapie, waarbij clopidogrel als eerste keus wordt Iedere patient patiënt krijg postprocedureel een profylactische dosering LMWH gedurende de opnameduur Bij een dagopname is dat één dosering en bij een klinische opname maximaal drie dagen antitrombotische therapie is bij patiënten met PAV om de doorgankelijkheid van een interventie te bevorderen Het effect van medicatie, niet specifiek na een interventie, op cardiovasculaire eindpunten is daarentegen goed onderzocht Behandeling van patiënten met perifeer vaatlijden met een TAR (met name ASA) verlaagt het risico CAPRIE studie toonde aan dat clopidogrel vergeleken met ASA zelfs een verdere reductie geeft van cardiovasculaire events bij patiënten met bewezen hart- en vaatziekten, waarbij bij de subgroep met PAV de hoogste absolute risicoreductie met #,#% werd gerapporteerd Zowel de NICE guideline (###) als de ACCF/AHA guideline (###) adviseren daarom ook een vorm van TAR bij patiënten met perifeer vaatlijden De NICE guideline beschouwt beide opties (ASA of clopidogrel) verdedigbaar Vanwege de hogere kosten is in de richtlijn van ### clopidogrel nog ontraden Op dit moment zijn echter de kosten van clopidogrel lager dan van ASA/DIP In een systematic review werd geconcludeerd dat bij patiënten met PAV clopidogrel kosteneffectief is Door het feit dat TAR geïndiceerd is bij perifeer vaatlijden, zijn alle (oude) studies die een middel met placebo hebben vergeleken niet van toepassing voor onze vraagstelling Een studie (<PERSOON> ###; combinatie ASA/DIP vergeleken met alleen ASA) liet een betere doorgankelijkheid zien na ## dagen bij het combinatiepreparaat Echter, het effect was niet statistisch significant en er waren in totaal ### patiënten geïncludeerd De overige studies hadden een korte follow-up periode (## tot ## dagen) en het aantal geïncludeerde patiënten was vaak laag In de meeste studies zijn geen getallen bekend van bloedingscomplicaties en lange termijn effecten.
| 569 | fms |
de doorgankelijkheid van een interventie te bevorderen Het effect van medicatie, niet specifiek na een interventie, op cardiovasculaire eindpunten is daarentegen goed onderzocht Behandeling van patiënten met perifeer vaatlijden met een TAR (met name ASA) verlaagt het risico CAPRIE studie toonde aan dat clopidogrel vergeleken met ASA zelfs een verdere reductie geeft van cardiovasculaire events bij patiënten met bewezen hart- en vaatziekten, waarbij bij de subgroep met PAV de hoogste absolute risicoreductie met #,#% werd gerapporteerd Zowel de NICE guideline (###) als de ACCF/AHA guideline (###) adviseren daarom ook een vorm van TAR bij patiënten met perifeer vaatlijden De NICE guideline beschouwt beide opties (ASA of clopidogrel) verdedigbaar Vanwege de hogere kosten is in de richtlijn van ### clopidogrel nog ontraden Op dit moment zijn echter de kosten van clopidogrel lager dan van ASA/DIP In een systematic review werd geconcludeerd dat bij patiënten met PAV clopidogrel kosteneffectief is Door het feit dat TAR geïndiceerd is bij perifeer vaatlijden, zijn alle (oude) studies die een middel met placebo hebben vergeleken niet van toepassing voor onze vraagstelling Een studie (<PERSOON> ###; combinatie ASA/DIP vergeleken met alleen ASA) liet een betere doorgankelijkheid zien na ## dagen bij het combinatiepreparaat Echter, het effect was niet statistisch significant en er waren in totaal ### patiënten geïncludeerd De overige studies hadden een korte follow-up periode (## tot ## dagen) en het aantal geïncludeerde patiënten was vaak laag In de meeste studies zijn geen getallen bekend van bloedingscomplicaties en lange termijn effecten geen studies die het effect van NOAC's hebben onderzocht bij perifeer vaatlijden ten aanzien van de Zolang er geen betere onderzoeksresultaten beschikbaar zijn, kan er geconcludeerd worden dat alle patiënten met PAV, met of zonder endovasculaire interventie met ASA of clopidogrel behandeld dienen te worden De werkgroep geeft de voorkeur aan clopidogrel omdat deze als monotherapie kan worden toegepast (geen maagbescherming nodig), in kosten is gedaald en gunstigere uitkomsten heeft als middel als secundaire preventie Helaas is er geen directe vergelijking beschikbaar met ASA voor wat betreft primaire patency van LMWH zijn bewezen effectief Echter in de literatuur is er onduidelijkheid over de dosering en duur Om die reden kiest de werkgroep voor een profylactische dosering, zoals die thans vaak gebruikelijk is Voor een effectieve medicamenteuze ondersteuning van de endovasculaire behandeling is het belangrijk dat de patiënt nadrukkelijk wordt geïnformeerd over werking, evt bijwerkingen en het belang van zelfmanagement en therapietrouw Reocclusie en restenose is een veel voorkomend probleem na een succesvolle endovasculaire behandeling De vraag is welke antitrombotische therapie het meest effectief is voor het behoud van de doorgankelijkheid na een endovasculaire ingreep Antitrombotische therapieën hebben invloed op de bloedstolling waarbij twee Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat het gebruik van ASA/DIP kan leiden tot minder occlusie na PTA bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden ten opzichte van een placebo amputaties na PTA bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden ten opzichte van een.
| 577 | fms |
geen studies die het effect van NOAC's hebben onderzocht bij perifeer vaatlijden ten aanzien van de Zolang er geen betere onderzoeksresultaten beschikbaar zijn, kan er geconcludeerd worden dat alle patiënten met PAV, met of zonder endovasculaire interventie met ASA of clopidogrel behandeld dienen te worden De werkgroep geeft de voorkeur aan clopidogrel omdat deze als monotherapie kan worden toegepast (geen maagbescherming nodig), in kosten is gedaald en gunstigere uitkomsten heeft als middel als secundaire preventie Helaas is er geen directe vergelijking beschikbaar met ASA voor wat betreft primaire patency van LMWH zijn bewezen effectief Echter in de literatuur is er onduidelijkheid over de dosering en duur Om die reden kiest de werkgroep voor een profylactische dosering, zoals die thans vaak gebruikelijk is Voor een effectieve medicamenteuze ondersteuning van de endovasculaire behandeling is het belangrijk dat de patiënt nadrukkelijk wordt geïnformeerd over werking, evt bijwerkingen en het belang van zelfmanagement en therapietrouw Reocclusie en restenose is een veel voorkomend probleem na een succesvolle endovasculaire behandeling De vraag is welke antitrombotische therapie het meest effectief is voor het behoud van de doorgankelijkheid na een endovasculaire ingreep Antitrombotische therapieën hebben invloed op de bloedstolling waarbij twee Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat het gebruik van ASA/DIP kan leiden tot minder occlusie na PTA bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden ten opzichte van een placebo amputaties na PTA bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden ten opzichte van een placebo in het voorkomen van mortaliteit na PTA bij patiënten met perifeer arterieel Het gebruik van ASA bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden lijkt zowel in hoge (### tot ###mg> als in lage dosering (## tot ###mg) even effectief in het voorkomen van occlusie na Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat het gebruik van een hoge dosering ASA (### tot <LOCATIE ###mg meer gastro-intestinale bijwerkingen kan geven dan in lage dosering (## tot Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat het gebruik van een VKA het risico op occlusie kan verminderen ten opzichte van behandeling met ASA/DIP bij patiënten met perifeer arterieel Het lijkt aannemelijk dat het gebruik van LMWH de kans op occlusie vermindert ten opzichte van het gebruik van ongefractioneerd heparine bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat het gebruik van LMWH gelijk is aan het gebruik van ongefractioneerd heparine in het voorkomen van amputaties bij patiënten met perifeer Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat het gebruik van ASA effectiever is ten opzichte van LMWH/ASA in het voorkomen van occlusie bij patiënten met claudicatio intermittens na Er zijn aanwijzingen dat het gebruik van LMWH/ASA effectiever is ten opzichte van ASA in het voorkomen van occlusie bij patiënten met kritieke ischemie na PTA De review van Robertson includeerde ## gerandomiseerde trials met daarin ### patiënten Hiervan hadden zeventien trials met name betrekking op patiënten met claudicatio intermittens, vijf trials hadden betrekking op patiënten met kritieke ischemie en één trial op patiënten met kritieke ischemie of claudicatio intermittens en diabetes.
| 567 | fms |
Het gebruik van ASA bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden lijkt zowel in hoge (### tot ###mg> als in lage dosering (## tot ###mg) even effectief in het voorkomen van occlusie na Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat het gebruik van een hoge dosering ASA (### tot <LOCATIE> op occlusie voor andere meetmomenten, namelijk direct na de behandeling gemeten en na één, drie, zes en twaalf maanden, zijn slechts in één studie beschreven (N=###) De uitkomsten waren zonder een herkenbaar patroon, zowel in het voordeel van de behandeling met ASA/DIP als in het voordeel van de placebo, maar geen van de gevonden verschillen was significant Deze zelfde studie onderzocht ook het verschil in aantal amputaties en overlijden In de interventiegroep kwam slechts één amputatie voor en vijf keer in de controlegroep (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) en overlijden in beide groepen tweemaal (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Eén studie (N=###) onderzocht het effect van een hogere dosering ASA namelijk ### mg, gecombineerd met DIP ten opzichte van een placebobehandeling De odds ratio op occlusie was significant lager na behandeling met ASA De bewijskracht voor de uitkomstmaat occlusie is met drie niveaus verlaagd gezien de verschillende blindering en selectieve uitval; de tegenstrijdige resultaten (inconsistentie); en het geringe aantal patiënten (imprecisie) De bewijskracht voor de uitkomstmaten amputatie en overlijden is met drie niveaus verlaagd gezien blindering en selectieve uitval; en twee niveaus vanwege het geringe aantal patiënten en incidenten (imprecisie) Eén studie (N=###) onderzocht het effect van ASA/DIP versus ASA.
| 373 | fms |
geblindeerd meta-analyse van deze trials laat zien dat de odds ratio op occlusie #,## is, in het voordeel van de behandeling met ASA/DIP, maar niet significant verschilt van placebo (##%-BI #,## tot #,##; <PERSOON> op occlusie voor andere meetmomenten, namelijk direct na de behandeling gemeten en na één, drie, zes en twaalf maanden, zijn slechts in één studie beschreven (N=###) De uitkomsten waren zonder een herkenbaar patroon, zowel in het voordeel van de behandeling met ASA/DIP als in het voordeel van de placebo, maar geen van de gevonden verschillen was significant Deze zelfde studie onderzocht ook het verschil in aantal amputaties en overlijden In de interventiegroep kwam slechts één amputatie voor en vijf keer in de controlegroep (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) en overlijden in beide groepen tweemaal (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Eén studie (N=###) onderzocht het effect van een hogere dosering ASA namelijk ### mg, gecombineerd met DIP ten opzichte van een placebobehandeling De odds ratio op occlusie was significant lager na behandeling met ASA De bewijskracht voor de uitkomstmaat occlusie is met drie niveaus verlaagd gezien de verschillende blindering en selectieve uitval; de tegenstrijdige resultaten (inconsistentie); en het geringe aantal patiënten (imprecisie) De bewijskracht voor de uitkomstmaten amputatie en overlijden is met drie niveaus verlaagd gezien blindering en selectieve uitval; en twee niveaus vanwege het geringe aantal patiënten en incidenten (imprecisie) Eén studie (N=###) onderzocht het effect van ASA/DIP versus ASA hoe de randomisatie was georganiseerd of de wijze waarop de toewijzing van de interventie was geblindeerd voor de uitkomstbeoordelaar De combinatietherapie leek beter tegen occlusie te beschermen dan enkel ASA, maar dit verschil was niet significant verschillend (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Er werden geen andere De bewijskracht voor de uitkomstmaat occlusie is met drie niveaus verlaagd gezien de onduidelijkheden omtrent de randomisatieprocedure en blindering; en twee niveaus vanwege het geringe aantal patiënten (imprecisie) Er werden geen resultaten beschreven over restenose, bloedingen, amputatie, bijwerkingen of overlijden Vier studies (N=###) deden onderzoek naar het effect van een hoge dosering ASA ten opzichte van een lagere dosering De meest gehanteerde dosering in de hogere doseringsgroep was ### of ### mg, met uitzondering van één studie waarin ###mg werd toegepast in combinatie met Dipyridamol De lage dosering varieerde tussen de ## tot ### mg Uitkomsten op occlusie werden gemeten na één tot ## maanden, maar verschilde op geen moment significant van de lagere dosering Na één maand was in drie studies (N=###) de odds ratio #,## het voordeel van de lage dosering Twee studies (N=###) rapporteerde de gastro-intestinale bijwerkingen De #,##; I# =##%) in een fixed effects model Echter, een random effects model is gezien de hoge heterogeniteit De bewijskracht voor de uitkomstmaat occlusie is met één niveau verlaagd gezien enkele beperkingen in de studieopzet van de verschillende studies op het gebied van de randomisatieprocedure en blindering Er werd.
| 699 | fms |
georganiseerd of de wijze waarop de toewijzing van de interventie was geblindeerd voor de uitkomstbeoordelaar De combinatietherapie leek beter tegen occlusie te beschermen dan enkel ASA, maar dit verschil was niet significant verschillend (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Er werden geen andere De bewijskracht voor de uitkomstmaat occlusie is met drie niveaus verlaagd gezien de onduidelijkheden omtrent de randomisatieprocedure en blindering; en twee niveaus vanwege het geringe aantal patiënten (imprecisie) Er werden geen resultaten beschreven over restenose, bloedingen, amputatie, bijwerkingen of overlijden Vier studies (N=###) deden onderzoek naar het effect van een hoge dosering ASA ten opzichte van een lagere dosering De meest gehanteerde dosering in de hogere doseringsgroep was ### of ### mg, met uitzondering van één studie waarin ###mg werd toegepast in combinatie met Dipyridamol De lage dosering varieerde tussen de ## tot ### mg Uitkomsten op occlusie werden gemeten na één tot ## maanden, maar verschilde op geen moment significant van de lagere dosering Na één maand was in drie studies (N=###) de odds ratio #,## het voordeel van de lage dosering Twee studies (N=###) rapporteerde de gastro-intestinale bijwerkingen De #,##; I# =##%) in een fixed effects model Echter, een random effects model is gezien de hoge heterogeniteit De bewijskracht voor de uitkomstmaat occlusie is met één niveau verlaagd gezien enkele beperkingen in de studieopzet van de verschillende studies op het gebied van de randomisatieprocedure en blindering Er werd Twee studies (N=###) vergeleken het gebruik van ASA/DIP ten opzichte van een VKA (fenprocoumon) Eén van deze studies includeerde patiënten die niet behandeld konden worden met een standaard katheterinterventie, en daarom laser-angioplastiek ondergingen Deze patiëntgroep had specifieke kenmerken waarbij een verhoogd risico op occlusie voorkomt In de tweede studies was er een disbalans in het aantal femoropopliteale occlusies aan het begin van de studie Uitkomsten op occlusie werden gemeten na één, drie, zes, twaalf en ## en ## maanden, maar liet geen significant verschil zien in het voordeel van een van beide groepen De odds studie gemeten (N=###) #,## (##%-BI #,## tot #,##), beide in het voordeel van de VKA De gerapporteerde bijwerkingen werden toegeschreven aan de ingreep in plaats van de medicatie Bijwerkingen van de medicatie De bewijskracht voor de uitkomstmaat vasculaire laesie is met drie niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de studieopzet randomisatieprocedure, blindering en vergelijkbaarheid op baseline; vanwege het lage aantal patiënten (impressie); en de specifieke patiëntengroep (indirectheid) Er werd geen informatie gegeven over Eén studie (N=###) onderzocht het gebruik van LMWH (nadroparin calcium) ten opzichte van ongefractioneerd heparine De blindering van de allocatie en de randomisatieprocedure waren onvoldoende beschreven waardoor het onduidelijk is wat het risico op bias is Daarnaast werden de patiënten en behandelaars niet geblindeerd voor de toewijzing van de interventie Binaire restenose (laesie )##%) kwam significant minder voor bij gebruik van LMWH na drie weken, drie en zes maanden De odds ratio op binaire restenose was na drie weken #,##.
| 677 | fms |
opzichte van een VKA (fenprocoumon) Eén van deze studies includeerde patiënten die niet behandeld konden worden met een standaard katheterinterventie, en daarom laser-angioplastiek ondergingen Deze patiëntgroep had specifieke kenmerken waarbij een verhoogd risico op occlusie voorkomt In de tweede studies was er een disbalans in het aantal femoropopliteale occlusies aan het begin van de studie Uitkomsten op occlusie werden gemeten na één, drie, zes, twaalf en ## en ## maanden, maar liet geen significant verschil zien in het voordeel van een van beide groepen De odds studie gemeten (N=###) #,## (##%-BI #,## tot #,##), beide in het voordeel van de VKA De gerapporteerde bijwerkingen werden toegeschreven aan de ingreep in plaats van de medicatie Bijwerkingen van de medicatie De bewijskracht voor de uitkomstmaat vasculaire laesie is met drie niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de studieopzet randomisatieprocedure, blindering en vergelijkbaarheid op baseline; vanwege het lage aantal patiënten (impressie); en de specifieke patiëntengroep (indirectheid) Er werd geen informatie gegeven over Eén studie (N=###) onderzocht het gebruik van LMWH (nadroparin calcium) ten opzichte van ongefractioneerd heparine De blindering van de allocatie en de randomisatieprocedure waren onvoldoende beschreven waardoor het onduidelijk is wat het risico op bias is Daarnaast werden de patiënten en behandelaars niet geblindeerd voor de toewijzing van de interventie Binaire restenose (laesie )##%) kwam significant minder voor bij gebruik van LMWH na drie weken, drie en zes maanden De odds ratio op binaire restenose was na drie weken #,## onderzoeksopzet De bewijskracht voor de uitkomstmaat amputatie is met drie niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de onderzoeksopzet; en met twee niveaus vanwege het zeer geringe aantal patiënten en incidenten (imprecisie) Uitkomsten voor bloedingen, bijwerkingen of overlijden werden niet beschreven Eén studie onderzocht het gebruik van LMWH/ASA ten opzichte van ASA bij patiënten met claudicatio intermittens (N=###) en kritieke ischemie (N=##) De blindering van de allocatie was onvoldoende beschreven waardoor het onduidelijk is of dit heeft geleid tot bias De patiënten en behandelaar waren niet geblindeerd voor de toewijzing van de behandeling wat mogelijk heeft geleid tot bias De groep met claudicatio intermittens bestond voor ##% uit rokers en bij kritieke ischemie voor ##% Deze disbalans maakt dat de resultaten niet zondermeer te vergelijken zijn tussen de twee groepen Uit de resultaten bleek dat patiënten met claudicatio intermittens vaker binaire restenose hadden wanneer zij worden behandeld met de combinatietherapie van LMWH/ASA (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Bij patiënten met kritieke ischemie bleek te combinatietherapie binaire restenose juist significant te voorkomen (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Het is onduidelijk of het De bewijskracht voor de uitkomstmaat occlusie is met drie niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de onderzoeksopzet; disbalans in patiëntengroepen (indirectheid); het geringe aantal patiënten (imprecisie) Uitkomsten voor bloedingen, amputaties, bijwerkingen of overlijden werden niet beschreven Voor geen van deze middelen werd een overtuigend effect gevonden op één van de gedefinieerde uitkomsten.
| 655 | fms |
voor de uitkomstmaat amputatie is met drie niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de onderzoeksopzet; en met twee niveaus vanwege het zeer geringe aantal patiënten en incidenten (imprecisie) Uitkomsten voor bloedingen, bijwerkingen of overlijden werden niet beschreven Eén studie onderzocht het gebruik van LMWH/ASA ten opzichte van ASA bij patiënten met claudicatio intermittens (N=###) en kritieke ischemie (N=##) De blindering van de allocatie was onvoldoende beschreven waardoor het onduidelijk is of dit heeft geleid tot bias De patiënten en behandelaar waren niet geblindeerd voor de toewijzing van de behandeling wat mogelijk heeft geleid tot bias De groep met claudicatio intermittens bestond voor ##% uit rokers en bij kritieke ischemie voor ##% Deze disbalans maakt dat de resultaten niet zondermeer te vergelijken zijn tussen de twee groepen Uit de resultaten bleek dat patiënten met claudicatio intermittens vaker binaire restenose hadden wanneer zij worden behandeld met de combinatietherapie van LMWH/ASA (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Bij patiënten met kritieke ischemie bleek te combinatietherapie binaire restenose juist significant te voorkomen (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Het is onduidelijk of het De bewijskracht voor de uitkomstmaat occlusie is met drie niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de onderzoeksopzet; disbalans in patiëntengroepen (indirectheid); het geringe aantal patiënten (imprecisie) Uitkomsten voor bloedingen, amputaties, bijwerkingen of overlijden werden niet beschreven Voor geen van deze middelen werd een overtuigend effect gevonden op één van de gedefinieerde uitkomsten beperkingen in de studieopzet en onduidelijkheid rondom de geschatte effecten van wege het brede betrouwbaarheidsinterval Gezien het feit dat de middelen in de vergelijkingen niet allemaal in <LOCATIE> Er is één studie gevonden waarin de kosteneffectiviteit van medicatie is vergeleken met revascularisatie (Holler ###) Hierin werd pholleostaglandin E# vergeleken met PTA of bypass De resultaten toonde aan dat dit Welke medicamenteuze behandeling is het meest effectief en veilig bij met PAV patiënten aansluitend op een In de databases Medline (OVID), Embase en de Cochrane Database of Systematic Reviews (CDSR) is met relevante zoektermen gezocht naar systematische reviews De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ## treffers op Systematische reviews werden geïncludeerd wanneer in meerdere databases is gezocht, de studieselectie reproduceerbaar is en de risk of bias beschreven is De reviews moesten gaan over patiënten met PAV die recentelijk (binnen vijf dagen) een vorm van antitrombotische therapie kregen ten opzichte van een andere vorm van antitrombotische therapie of niets bijwerkingen of overlijden Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie negentien reviews voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens achttien reviews geëxcludeerd (zie Vervolgens is een nieuwe zoekactie uitgevoerd om de geïncludeerde review actueel te maken De review van Robertson had gezocht tot februari ### Voor de update is er op <DATUM> gezocht naar recente literatuur in Medline (OVID), Embase en CENTRAL (onderdeel van de Cochrane Library) naar gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (RCTâs) De literatuurzoekactie leverde ### treffers op RCTâs werden geïncludeerd.
| 636 | fms |
effecten van wege het brede betrouwbaarheidsinterval Gezien het feit dat de middelen in de vergelijkingen niet allemaal in <LOCATIE> Er is één studie gevonden waarin de kosteneffectiviteit van medicatie is vergeleken met revascularisatie (Holler ###) Hierin werd pholleostaglandin E# vergeleken met PTA of bypass De resultaten toonde aan dat dit Welke medicamenteuze behandeling is het meest effectief en veilig bij met PAV patiënten aansluitend op een In de databases Medline (OVID), Embase en de Cochrane Database of Systematic Reviews (CDSR) is met relevante zoektermen gezocht naar systematische reviews De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ## treffers op Systematische reviews werden geïncludeerd wanneer in meerdere databases is gezocht, de studieselectie reproduceerbaar is en de risk of bias beschreven is De reviews moesten gaan over patiënten met PAV die recentelijk (binnen vijf dagen) een vorm van antitrombotische therapie kregen ten opzichte van een andere vorm van antitrombotische therapie of niets bijwerkingen of overlijden Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie negentien reviews voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens achttien reviews geëxcludeerd (zie Vervolgens is een nieuwe zoekactie uitgevoerd om de geïncludeerde review actueel te maken De review van Robertson had gezocht tot februari ### Voor de update is er op <DATUM> gezocht naar recente literatuur in Medline (OVID), Embase en CENTRAL (onderdeel van de Cochrane Library) naar gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (RCTâs) De literatuurzoekactie leverde ### treffers op RCTâs werden geïncludeerd Vijftien artikel werden geselecteerd op basis van de titel of samenvatting Na raadpleging van de volledige tekst werden alle artikelen Eén systematische review is opgenomen in de literatuuranalyse (Robertson, ###) De review van Roberston onderzocht alle mogelijke antitrombotische therapieën De evidence tabellen hiervan en beoordeling van Antithrombotic Trialists' Collaboration Collaborative meta-analysis of randomised trials of antiplatelet therapy for prevention of death, myocardial infarction, and stroke in high risk patients <PERSOON> in <PERSOON> A, et al Clopidogrel and modified-release dipyridamole for the prevention of occlusive vascular events (review of Technology Appraisal No ##) a systematic review and economic analysis <PERSOON>-utility analysis of treating severe peripheral arterial occlusive disease <PERSOON> and anticoagulant drugs for prevention of restenosis/reocclusion following de doorgankelijkheid van het behandelde vaattraject, door middel van bypass chirurgie te behouden? Iedere patient krijg postprocedureel een profylactische dosering LMWH gedurende opnameduur Bij een Patiënten met een kunststof bypass distaal van de knie krijgen naast clopidogrel ook ASA Evenals in de richtlijn ### wordt ook nu bevestigd dat een vorm van antitrombotische therapie nuttig kan zijn voor de doorgankelijkheid van een bypass Uit de analyse blijkt ook dat anti trombotische therapie een gunstig effect heeft op amputaties en overleving, terwijl de bijwerkingen â ook de ernstige â meevallen De vraag is.
| 564 | fms |
artikel werden geselecteerd op basis van de titel of samenvatting Na raadpleging van de volledige tekst werden alle artikelen Eén systematische review is opgenomen in de literatuuranalyse (Robertson, ###) De review van Roberston onderzocht alle mogelijke antitrombotische therapieën De evidence tabellen hiervan en beoordeling van Antithrombotic Trialists' Collaboration Collaborative meta-analysis of randomised trials of antiplatelet therapy for prevention of death, myocardial infarction, and stroke in high risk patients <PERSOON> in <PERSOON> A, et al Clopidogrel and modified-release dipyridamole for the prevention of occlusive vascular events (review of Technology Appraisal No ##) a systematic review and economic analysis <PERSOON>-utility analysis of treating severe peripheral arterial occlusive disease <PERSOON> and anticoagulant drugs for prevention of restenosis/reocclusion following de doorgankelijkheid van het behandelde vaattraject, door middel van bypass chirurgie te behouden? Iedere patient krijg postprocedureel een profylactische dosering LMWH gedurende opnameduur Bij een Patiënten met een kunststof bypass distaal van de knie krijgen naast clopidogrel ook ASA Evenals in de richtlijn ### wordt ook nu bevestigd dat een vorm van antitrombotische therapie nuttig kan zijn voor de doorgankelijkheid van een bypass Uit de analyse blijkt ook dat anti trombotische therapie een gunstig effect heeft op amputaties en overleving, terwijl de bijwerkingen â ook de ernstige â meevallen De vraag is Helaas is er geen onderzoek naar het effect van NOACâs In één trial is een gunstig effect van de combinatie ASA/clopidogrel bij kunststof bypasses distaal van de knie beschreven LMWH hebben een bewezen gunstig effect, maar zijn vanwege de subcutane toediening onpraktisch om langere tijd toe te dienen Het kan echter een goed middel zijn om tijdens de ziekenhuisopname de doorgankelijkheid te verbeteren Wat het effect na ontslag (en het stoppen van LMWH) dan is, is niet bekend In de trials wordt het toedienen van ASA vaak gecombineerd met dipyridamol Dipyridamol heeft een bewezen additioneel effect op ASA, maar de combinatie is duurder dan clopidogrel Een nadeel is het hoge percentage patiënten die hoofdpijn als bijwerking ervaren Het is helaas niet direct onderzocht of de combinatie ASA/DIP kan vervangen worden door clopidogrel Dit zou een interessante optie kunnen zijn, nu dit middel âbetaalbaarâ is geworden In de CAPRIE trial is dit middel bewezen effectief als secundaire preventie bij patiënten met PAV ten opzichte van ASA Evenals in de module over endovasculaire behandelingen geeft de werkgroep de voorkeur aan clopidogrel als basis behandeling bij patiënten met PAV die een interventie hebben gehad, waarbij de volgende strategie word aanbevolen Voor een effectieve medicamenteuze ondersteuning na bypass chirurgie is het belangrijk dat de patiënt nadrukkelijk wordt geïnformeerd over werking, evt bijwerkingen en het belang van therapietrouw Als er besloten wordt tot een operatieve interventie staan ons verschillende technieken ter beschikking,.
| 539 | fms |
is er geen onderzoek naar het effect van NOACâs In één trial is een gunstig effect van de combinatie ASA/clopidogrel bij kunststof bypasses distaal van de knie beschreven LMWH hebben een bewezen gunstig effect, maar zijn vanwege de subcutane toediening onpraktisch om langere tijd toe te dienen Het kan echter een goed middel zijn om tijdens de ziekenhuisopname de doorgankelijkheid te verbeteren Wat het effect na ontslag (en het stoppen van LMWH) dan is, is niet bekend In de trials wordt het toedienen van ASA vaak gecombineerd met dipyridamol Dipyridamol heeft een bewezen additioneel effect op ASA, maar de combinatie is duurder dan clopidogrel Een nadeel is het hoge percentage patiënten die hoofdpijn als bijwerking ervaren Het is helaas niet direct onderzocht of de combinatie ASA/DIP kan vervangen worden door clopidogrel Dit zou een interessante optie kunnen zijn, nu dit middel âbetaalbaarâ is geworden In de CAPRIE trial is dit middel bewezen effectief als secundaire preventie bij patiënten met PAV ten opzichte van ASA Evenals in de module over endovasculaire behandelingen geeft de werkgroep de voorkeur aan clopidogrel als basis behandeling bij patiënten met PAV die een interventie hebben gehad, waarbij de volgende strategie word aanbevolen Voor een effectieve medicamenteuze ondersteuning na bypass chirurgie is het belangrijk dat de patiënt nadrukkelijk wordt geïnformeerd over werking, evt bijwerkingen en het belang van therapietrouw Als er besloten wordt tot een operatieve interventie staan ons verschillende technieken ter beschikking, In specifieke gevallen kan een bypass worden overwogen Het voorkeursmateriaal is een eigen vene van de patiënt (in de regel de ipsilaterale VSM richtlijn ###) Een bypass kan occluderen op de korte en langere termijn Een antitrombotische therapie Er zijn aanwijzingen dat occlusie minder voorkom bij gebruik van een VKA bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden na bypasschirurgie ten opzichte van geen VKA Het risico op een amputatie in patiënten met perifeer arterieel vaatlijden lijkt lager te zijn na gebruik van een VKA tot vijf jaar na bypasschirurgie ten opzichte van geen VKA Er zijn aanwijzingen dat het risico op overlijden lager is bij gebruik van een VKA voor patiënten met perifeer arterieel vaatlijden na bypasschirurgie ten opzichte van geen VKA Er zijn aanwijzingen dat de kans op bloedingen hoger is bij gebruik van een VKA bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden na bypasschirurgie ten opzichte van geen VKA Occlusie lijkt minder voor te komen gebruik van een VKA ten opzichte van ASA/DIP na een Er zijn aanwijzingen dat LMWH tijdens en na bypassoperaties in patiënten met perifeer arterieel vaatlijden de kans op occlusie verlagen ten opzichte van gebruik van heparine Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat LMWH tijdens en na bypassoperaties in patiënten met perifeer arterieel vaatlijden de kans op occlusie verlagen ten opzichte van gebruik van Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat LMWH na bypassoperaties in patiënten met perifeer arterieel vaatlijden de kans op overlijden verhoogd ten opzichten van gebruik van.
| 542 | fms |
bypass worden overwogen Het voorkeursmateriaal is een eigen vene van de patiënt (in de regel de ipsilaterale VSM richtlijn ###) Een bypass kan occluderen op de korte en langere termijn Een antitrombotische therapie Er zijn aanwijzingen dat occlusie minder voorkom bij gebruik van een VKA bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden na bypasschirurgie ten opzichte van geen VKA Het risico op een amputatie in patiënten met perifeer arterieel vaatlijden lijkt lager te zijn na gebruik van een VKA tot vijf jaar na bypasschirurgie ten opzichte van geen VKA Er zijn aanwijzingen dat het risico op overlijden lager is bij gebruik van een VKA voor patiënten met perifeer arterieel vaatlijden na bypasschirurgie ten opzichte van geen VKA Er zijn aanwijzingen dat de kans op bloedingen hoger is bij gebruik van een VKA bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden na bypasschirurgie ten opzichte van geen VKA Occlusie lijkt minder voor te komen gebruik van een VKA ten opzichte van ASA/DIP na een Er zijn aanwijzingen dat LMWH tijdens en na bypassoperaties in patiënten met perifeer arterieel vaatlijden de kans op occlusie verlagen ten opzichte van gebruik van heparine Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat LMWH tijdens en na bypassoperaties in patiënten met perifeer arterieel vaatlijden de kans op occlusie verlagen ten opzichte van gebruik van Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat LMWH na bypassoperaties in patiënten met perifeer arterieel vaatlijden de kans op overlijden verhoogd ten opzichten van gebruik van zijn in het voorkomen van oclussie bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden na ASA of ASA in combinatie met dipyridamol (ASA/DIP) vs geen therapie of placebo Er zijn aanwijzingen dat het gebruik van ASA of ASA/DIP de occlusie vermindert bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden na bypassoperaties Zeker bij de toepassing van kunststof Er zijn aanwijzingen dat het risico op bloedingen en bijwerkingen groter is bij het gebruik van ASA of ASA/DIP ten opzichte van geen therapie of placebo bij patiënten met perifeer Het is onduidelijk of het gebruik van ASA of ASA/DIP de kans op overlijden vergroot of verlaagd ten opzichte van geen therapie of placebo bij patiënten met perifeer arterieel Het is onduidelijk of het gebruik van ASA of ASA/DIP de kans op amputaties vergroot of Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat de kans op doorgankelijkheid wordt vergroot Het is onduidelijk of bij gebruik van PTX de kans op bijwerkingen vergroot of verlaagd ten Het is onduidelijk of pentoxifylline of ASA of ASA/DIP de kans op overlijden vergroot of Het is onduidelijk of pentoxifylline of ASA of ASA/DIP de kans op een amputatie vergroot of Het is waarschijn dat de toepassing van clopidgogrel/ASA de kans op doogankelijkheid vergoot ten opzichte van het gebruik ASA alleen bij bypassoperatie met kunststof bypass Het is waarschijnlijk dat de toepassing van clopidgogrel/ASA de kans op bloedingen vegroot ten opzichte van ASA bij het gebruik bij bypassoperatie met autologe bypass Het is waarschijnlijk dat de toepassing van clopidgogrel/ASA de kans op amputaties verlaagt ten opzichte van hetz gebruik van ASA alleen bij bypass operaties met kunststof.
| 544 | fms |
arterieel vaatlijden na ASA of ASA in combinatie met dipyridamol (ASA/DIP) vs geen therapie of placebo Er zijn aanwijzingen dat het gebruik van ASA of ASA/DIP de occlusie vermindert bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden na bypassoperaties Zeker bij de toepassing van kunststof Er zijn aanwijzingen dat het risico op bloedingen en bijwerkingen groter is bij het gebruik van ASA of ASA/DIP ten opzichte van geen therapie of placebo bij patiënten met perifeer Het is onduidelijk of het gebruik van ASA of ASA/DIP de kans op overlijden vergroot of verlaagd ten opzichte van geen therapie of placebo bij patiënten met perifeer arterieel Het is onduidelijk of het gebruik van ASA of ASA/DIP de kans op amputaties vergroot of Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat de kans op doorgankelijkheid wordt vergroot Het is onduidelijk of bij gebruik van PTX de kans op bijwerkingen vergroot of verlaagd ten Het is onduidelijk of pentoxifylline of ASA of ASA/DIP de kans op overlijden vergroot of Het is onduidelijk of pentoxifylline of ASA of ASA/DIP de kans op een amputatie vergroot of Het is waarschijn dat de toepassing van clopidgogrel/ASA de kans op doogankelijkheid vergoot ten opzichte van het gebruik ASA alleen bij bypassoperatie met kunststof bypass Het is waarschijnlijk dat de toepassing van clopidgogrel/ASA de kans op bloedingen vegroot ten opzichte van ASA bij het gebruik bij bypassoperatie met autologe bypass Het is waarschijnlijk dat de toepassing van clopidgogrel/ASA de kans op amputaties verlaagt ten opzichte van hetz gebruik van ASA alleen bij bypass operaties met kunststof De review van Geraghty includeerde veertien gerandomiseerde trials met daarin ### patiënten Onder andere de Nederlandse BOA-trial was geïncludeerd De studiepopulaties bestonden zowel uit patiënten met claudicatio intermittens als patiënten met kritieke ischemie Het aandeel claudicanten varieerde van ##% tot ##% Voor zeven studies was geen informatie gegeven over de ziektestatus van de patiënten In alle studies lag de De methodologische validiteit was slechts in twee RCTâs goed (laag risico op bias) In vijf studies was de randomisatieprocedure onvoldoende beschreven en in zeven studies was niet duidelijk of de allocatie geblindeerd was Behandelaars, patiënten of de uitkomstbeoordelaar waren niet geblindeerd voor de toewijzing van de behandeling in tien studies en dit was onvoldoende beschreven in twee studies Vier studies hadden een verhoogd risico op bias vanwege onvolledige follow-up van patiënten, en drie studies hadden een verhoogd risico op bias vanwege selectieve uitkomstrapportage In de review van Geragthy zijn de uitkomsten berekend als de peto odds ratio De odds ratio is een kansverhouding dat een uitkomst zich voordoet tegenover de kans dat een uitkomst zich niet voordoet De peto odds ratio is bijna gelijk aan een odds ratio, maar wordt anders berekend waardoor deze meer geschikt is voor zeldzame uitkomsten Wanneer het achtergrond risico laag is, zoals in onderstaande tekst, mag de (peto) odds ratio worden geïnterpreteerd als het relatieve risico De review van Bedenis (###) includeerde zestien gerandomiseerde trials met daarin ### patiënten Daarin.
| 560 | fms |
De review van Geraghty includeerde veertien gerandomiseerde trials met daarin ### patiënten Onder andere de Nederlandse BOA-trial was geïncludeerd De studiepopulaties bestonden zowel uit patiënten met claudicatio intermittens als patiënten met kritieke ischemie Het aandeel claudicanten varieerde van ##% tot ##% Voor zeven studies was geen informatie gegeven over de ziektestatus van de patiënten In alle studies lag de De methodologische validiteit was slechts in twee RCTâs goed (laag risico op bias) In vijf studies was de randomisatieprocedure onvoldoende beschreven en in zeven studies was niet duidelijk of de allocatie geblindeerd was Behandelaars, patiënten of de uitkomstbeoordelaar waren niet geblindeerd voor de toewijzing van de behandeling in tien studies en dit was onvoldoende beschreven in twee studies Vier studies hadden een verhoogd risico op bias vanwege onvolledige follow-up van patiënten, en drie studies hadden een verhoogd risico op bias vanwege selectieve uitkomstrapportage In de review van Geragthy zijn de uitkomsten berekend als de peto odds ratio De odds ratio is een kansverhouding dat een uitkomst zich voordoet tegenover de kans dat een uitkomst zich niet voordoet De peto odds ratio is bijna gelijk aan een odds ratio, maar wordt anders berekend waardoor deze meer geschikt is voor zeldzame uitkomsten Wanneer het achtergrond risico laag is, zoals in onderstaande tekst, mag de (peto) odds ratio worden geïnterpreteerd als het relatieve risico De review van Bedenis (###) includeerde zestien gerandomiseerde trials met daarin ### patiënten Daarin In zeven van de geïncludeerde had ongeveer ##% claudicatio intermittens en ongeveer ##% kritieke ischemie In drie studies was deze verdeling ongeveer gelijk (##/##) Eén studiepopulatie bestond bijna geheel uit patiënten met kritieke ischemie ()##%) De overige studies hebben geen informatie over de ziektestatus van de patiënten beschreven In vijftien studies was de leeftijd boven de <LEEFTIJD> jaar, en waarvan in negen studies de gemiddelde leeftijd boven de <LEEFTIJD> jaar was De methodologische validiteit was slechts in één studie volledig wat een laag risico op bias impliceert In de overige studies was de beschrijving van de gebruikte onderzoeksdesign vaak onvolledig beschreven waardoor niet kon worden bepaald wat het risico op bias zal zijn Dit geldt voor belangrijke items zoals de blindering van Vier studies (N=###) onderzochten de effectiviteit van VKA versus geen VKA Uit gepoolde analyses met drie (n=###) tot vier studies (N=###) na drie, zes en twaalf maanden en na twee of vijf jaar bleek dat occlusie minder vaak voorkwam in de interventiegroep met een VKA Echter, dit verschil was enkel na twaalf maanden significant maanden en na twee en vijf jaar significant lager in de interventiegroep in twee (N=###) tot drie (N=###) studies De peto odds ratio varieerde tussen #,## (##%-BI #,## tot #,##; I# =##%) na drie maanden tot #,## (##%-BI #,## tot #,##; I#=##%) na twee jaar Drie studies (N=###) beschreven mortaliteit na drie, zes en twaalf maanden en na twee en vijf jaar.
| 658 | fms |
##% claudicatio intermittens en ongeveer ##% kritieke ischemie In drie studies was deze verdeling ongeveer gelijk (##/##) Eén studiepopulatie bestond bijna geheel uit patiënten met kritieke ischemie ()##%) De overige studies hebben geen informatie over de ziektestatus van de patiënten beschreven In vijftien studies was de leeftijd boven de <LEEFTIJD> jaar, en waarvan in negen studies de gemiddelde leeftijd boven de <LEEFTIJD> jaar was De methodologische validiteit was slechts in één studie volledig wat een laag risico op bias impliceert In de overige studies was de beschrijving van de gebruikte onderzoeksdesign vaak onvolledig beschreven waardoor niet kon worden bepaald wat het risico op bias zal zijn Dit geldt voor belangrijke items zoals de blindering van Vier studies (N=###) onderzochten de effectiviteit van VKA versus geen VKA Uit gepoolde analyses met drie (n=###) tot vier studies (N=###) na drie, zes en twaalf maanden en na twee of vijf jaar bleek dat occlusie minder vaak voorkwam in de interventiegroep met een VKA Echter, dit verschil was enkel na twaalf maanden significant maanden en na twee en vijf jaar significant lager in de interventiegroep in twee (N=###) tot drie (N=###) studies De peto odds ratio varieerde tussen #,## (##%-BI #,## tot #,##; I# =##%) na drie maanden tot #,## (##%-BI #,## tot #,##; I#=##%) na twee jaar Drie studies (N=###) beschreven mortaliteit na drie, zes en twaalf maanden en na twee en vijf jaar In de vier studies werden acht incidenten beschreven waarbij patiënten vanwege bloedingen in het ziekenhuis De resultaten zijn daarnaast nog apart geanalyseerd voor autologe vene en voor kunststof bypasses in subgroep-analyses Bij bypasschirurgie met autologe vene werden de eindpunten gemeten na drie en twaalf maanden en na twee en vijf jaar Uit meta-analyses met drie (N=### tot ###) tot vier (N=###) studies bleek geen significant verschil in het risico op occlusie tussen de interventiegroep met VKA en de controlegroep zonder VKA Een uitzondering hierop was de meting na zes maanden waaruit bleek dat het risico op occlusie significant meta-analyse met twee studies (N=###) na vijf jaar significant in het voordeel van de interventiegroep met VKA was op geen van de meetmomenten een significant verschil in het risico op overlijden tussen de interventie- en Bij bypass chirurgie met kunststof werd tevens gemeten na drie en twaalf maanden en na twee en vijf jaar Het risico op occlusie was lager in de interventiegroep, maar enkel na vijf jaar was dit verschil significant (peto-OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##; I# =##%) Het risico op amputatie of overlijden was in één studie onderzocht (N=##) Deze onderzoeksgroep lijkt te klein om een zeldzame uitkomstmaat te kunnen onderzoeken Geen van de De bewijskracht voor de uitkomstmaat occlusie is met twee niveaus verlaagd vanwege de beperkingen in de studie-opzet (de studies waren onder andere niet geblindeerd of de blindering was onvoldoende beschreven) en de onnauwkeurige resultaten (imprecision) De bewijskracht voor de uitkomstmaten amputatie is met één niveau.
| 689 | fms |
in het ziekenhuis De resultaten zijn daarnaast nog apart geanalyseerd voor autologe vene en voor kunststof bypasses in subgroep-analyses Bij bypasschirurgie met autologe vene werden de eindpunten gemeten na drie en twaalf maanden en na twee en vijf jaar Uit meta-analyses met drie (N=### tot ###) tot vier (N=###) studies bleek geen significant verschil in het risico op occlusie tussen de interventiegroep met VKA en de controlegroep zonder VKA Een uitzondering hierop was de meting na zes maanden waaruit bleek dat het risico op occlusie significant meta-analyse met twee studies (N=###) na vijf jaar significant in het voordeel van de interventiegroep met VKA was op geen van de meetmomenten een significant verschil in het risico op overlijden tussen de interventie- en Bij bypass chirurgie met kunststof werd tevens gemeten na drie en twaalf maanden en na twee en vijf jaar Het risico op occlusie was lager in de interventiegroep, maar enkel na vijf jaar was dit verschil significant (peto-OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##; I# =##%) Het risico op amputatie of overlijden was in één studie onderzocht (N=##) Deze onderzoeksgroep lijkt te klein om een zeldzame uitkomstmaat te kunnen onderzoeken Geen van de De bewijskracht voor de uitkomstmaat occlusie is met twee niveaus verlaagd vanwege de beperkingen in de studie-opzet (de studies waren onder andere niet geblindeerd of de blindering was onvoldoende beschreven) en de onnauwkeurige resultaten (imprecision) De bewijskracht voor de uitkomstmaten amputatie is met één niveau gevonden) Er is voor deze uitkomstmaat niet afgetrokken voor beperkingen in de studieopzet, aangezien het niet waarschijnlijk is dat de beperkingen in de studieopzet hebben geleid tot meer amputaties De bewijskracht voor de uitkomstmaten overlijden en bloedingen is met twee niveaus verlaagd gezien de zeer lage incidentie van Twee studies (N=###), waaronder de BOA trial, onderzochten het gebruik van een VKA ten opzichte van ASA of ASA/DIP na drie, zes, twaalf en ## maanden Het effect op occlusie varieerde tussen een peto odds ratio van Subgroep-analyses werden uitgevoerd voor de toepassing van een VKA ten opzichte van ASA bij een significant lager risico op occlusie gaf bij gebruik van autologe vene, na drie, zes, twaalf en ## maanden De peto-odds ratio bij het gebruik van autologe vene liep uiteen van #,## na zes maanden (##%-BI #,## tot #,##) tot #,## (##%-BI #,## tot #,##) na ## maanden Daarnaast bleek dat bij kunststof bypass het risico op occlusie juist significant hoger was bij gebruik van de een VKA Na twaalf maanden was de peto-odds ratio #,## (##%-BI Er werden geen uitkomsten beschreven over bloedingen, amputaties of overlijden De bewijskracht is met één niveau verlaagd gezien de beperkingen in het studiedesign In de BOA trial was toewijzing van de interventie niet geblindeerd en in de studie van <PERSOON> waren meerdere beperkingen in het Drie studies onderzochten het gebruik laagmoleculaire heparine (LMWH) ten opzichte van heparine Uitkomsten op occlusie werden gemeten na ## uur, na tien en ## dagen (Norgren, ###; Samama, ###; Swedenborg, ###).
| 678 | fms |
afgetrokken voor beperkingen in de studieopzet, aangezien het niet waarschijnlijk is dat de beperkingen in de studieopzet hebben geleid tot meer amputaties De bewijskracht voor de uitkomstmaten overlijden en bloedingen is met twee niveaus verlaagd gezien de zeer lage incidentie van Twee studies (N=###), waaronder de BOA trial, onderzochten het gebruik van een VKA ten opzichte van ASA of ASA/DIP na drie, zes, twaalf en ## maanden Het effect op occlusie varieerde tussen een peto odds ratio van Subgroep-analyses werden uitgevoerd voor de toepassing van een VKA ten opzichte van ASA bij een significant lager risico op occlusie gaf bij gebruik van autologe vene, na drie, zes, twaalf en ## maanden De peto-odds ratio bij het gebruik van autologe vene liep uiteen van #,## na zes maanden (##%-BI #,## tot #,##) tot #,## (##%-BI #,## tot #,##) na ## maanden Daarnaast bleek dat bij kunststof bypass het risico op occlusie juist significant hoger was bij gebruik van de een VKA Na twaalf maanden was de peto-odds ratio #,## (##%-BI Er werden geen uitkomsten beschreven over bloedingen, amputaties of overlijden De bewijskracht is met één niveau verlaagd gezien de beperkingen in het studiedesign In de BOA trial was toewijzing van de interventie niet geblindeerd en in de studie van <PERSOON> waren meerdere beperkingen in het Drie studies onderzochten het gebruik laagmoleculaire heparine (LMWH) ten opzichte van heparine Uitkomsten op occlusie werden gemeten na ## uur, na tien en ## dagen (Norgren, ###; Samama, ###; Swedenborg, ###) Postoperatief werd in beide groepen anderen middelen gebruikt zoals ASA, clopidogrel, maar ook heparine of LMWH De RCT van Samama gaf de heparine perioperatieve en tweemaal daags tot tien dagen postoperatief Een metaanalyse van twee studies (N=###) presenteerde een significante peto odds ratio van #,## (##%-BI #,## tot #,##; I# =#%) voor occlusie na ## dagen in het voordeel van LMWH Het verschil was ook significant in het voordeel van LMWH na tien dagen, maar hiervoor was enkel het resultaat van één studie beschikbaar Resultaten werden niet apart gepresenteerd voor autologe en kunststof vene Er werden geen andere uitkomsten dan De bewijskracht is met twee niveaus de korte follow-up duur, waardoor en geen direct bewijs is voor de effecten Eén studie onderzocht onder ### patiënten het effect van een behandeling van drie maanden met laagmoleculaire heparine ten opzichte van ASA/DIP (Edmondson, ###) Occlusie was gemeten na zes en twaalf maanden Op beide metingen was een significant voordeel voor LMWH, maar op twaalf maanden was dit verschil niet meer statistisch significant voor een klinisch relevant verschil (peto odds ratio #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Gedurende de follow-up overleden #/## deelnemers uit de laagmoleculaire heparine-groep en <DATUM> in De bewijskracht voor oclussie is met twee niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de studieopzet (patiënten werden niet geblindeerd voor de toewijzing van de interventie), en één niveau vanwege impressisie (geen klinisch relevant verschil na ## maanden).
| 688 | fms |
Postoperatief werd in beide groepen anderen middelen gebruikt zoals ASA, clopidogrel, maar ook heparine of LMWH De RCT van Samama gaf de heparine perioperatieve en tweemaal daags tot tien dagen postoperatief Een metaanalyse van twee studies (N=###) presenteerde een significante peto odds ratio van #,## (##%-BI #,## tot #,##; I# =#%) voor occlusie na ## dagen in het voordeel van LMWH Het verschil was ook significant in het voordeel van LMWH na tien dagen, maar hiervoor was enkel het resultaat van één studie beschikbaar Resultaten werden niet apart gepresenteerd voor autologe en kunststof vene Er werden geen andere uitkomsten dan De bewijskracht is met twee niveaus de korte follow-up duur, waardoor en geen direct bewijs is voor de effecten Eén studie onderzocht onder ### patiënten het effect van een behandeling van drie maanden met laagmoleculaire heparine ten opzichte van ASA/DIP (Edmondson, ###) Occlusie was gemeten na zes en twaalf maanden Op beide metingen was een significant voordeel voor LMWH, maar op twaalf maanden was dit verschil niet meer statistisch significant voor een klinisch relevant verschil (peto odds ratio #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Gedurende de follow-up overleden #/## deelnemers uit de laagmoleculaire heparine-groep en <DATUM> in De bewijskracht voor oclussie is met twee niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de studieopzet (patiënten werden niet geblindeerd voor de toewijzing van de interventie), en één niveau vanwege impressisie (geen klinisch relevant verschil na ## maanden) beperkingen in de studieopzet (patiënten werden niet geblindeerd voor de toewijzing van de interventie), en twee niveaus vanwege impressie (zeer kleine aantallen, en geen klinisch relevant verschil na ## maanden) Eén studie zonder beperkingen in de studieopzet onderzocht onder ### studiedeelnemers laagmoleculaire heparine ten opzichte van een placebo (Jivegard, ###) Na één, drie en twaalf maanden was er geen significant verschil tussen de twee behandelopties in het voorkomen van occlusie Andere uitkomsten werden niet gepresenteerd Resultaten werden niet apart gepresenteerd voor autologe en kunststof vene De bewijskracht is met drie niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de studieopzet (patiënten werden niet geblindeerd voor de toewijzing van de interventie) en twee niveaus vanwege impressie (zeer kleine aantallen, en Zes studies onderzochten bij ### patiënten de effectiviteit van ASA of ASA/DIP ten opzichte van een placebo waren dubbelblind uitgevoerd In drie studies was de blindering van de allocatie van de behandeling niet duidelijk beschreven waardoor het onduidelijk is of de methode bias heeft geïntroduceerd Daarnaast had één studie een Alle geïncludeerde studies onderzochten de passeerbaarheid van de aders op twaalf maanden en bijwerkingen van de therapie Hieruit bleek dat de passeerbaarheid significant verbeterde na gebruik van ASA of ASA/DIP ten voor in de interventiegroep (## in de interventiegroep, ## in de controlegroep), maar het verschil was niet significant, ondanks dat er wel een duidelijke trend in het voordeel van de placebobehandeling met een odds ratio van #,## (##%-BI #,## tot #,##; <PERSOON> was in zes studies specifiek gekeken naar het aantal.
| 658 | fms |
van de interventie), en twee niveaus vanwege impressie (zeer kleine aantallen, en geen klinisch relevant verschil na ## maanden) Eén studie zonder beperkingen in de studieopzet onderzocht onder ### studiedeelnemers laagmoleculaire heparine ten opzichte van een placebo (Jivegard, ###) Na één, drie en twaalf maanden was er geen significant verschil tussen de twee behandelopties in het voorkomen van occlusie Andere uitkomsten werden niet gepresenteerd Resultaten werden niet apart gepresenteerd voor autologe en kunststof vene De bewijskracht is met drie niveaus verlaagd gezien de beperkingen in de studieopzet (patiënten werden niet geblindeerd voor de toewijzing van de interventie) en twee niveaus vanwege impressie (zeer kleine aantallen, en Zes studies onderzochten bij ### patiënten de effectiviteit van ASA of ASA/DIP ten opzichte van een placebo waren dubbelblind uitgevoerd In drie studies was de blindering van de allocatie van de behandeling niet duidelijk beschreven waardoor het onduidelijk is of de methode bias heeft geïntroduceerd Daarnaast had één studie een Alle geïncludeerde studies onderzochten de passeerbaarheid van de aders op twaalf maanden en bijwerkingen van de therapie Hieruit bleek dat de passeerbaarheid significant verbeterde na gebruik van ASA of ASA/DIP ten voor in de interventiegroep (## in de interventiegroep, ## in de controlegroep), maar het verschil was niet significant, ondanks dat er wel een duidelijke trend in het voordeel van de placebobehandeling met een odds ratio van #,## (##%-BI #,## tot #,##; <PERSOON> was in zes studies specifiek gekeken naar het aantal #,##; ##%-BI #,## tot #,##; I# =#%) Het aantal ernstige bloeding was gemeten in twee studies (N=###) Dit aantal was hoger in de op overlijden was in twee studies (N=###) gemeten en was voor beide behandelgroepen vrijwel gelijk (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##; <PERSOON> was slechts in één studie gemeten (N=###) en kwam minder voor na Een subgroepanalyse van twee (N=###) en vier (N=###) studies waarbij de effectiviteit apart was beoordeeld voor autologe vene en kunststof implantaten, liet zien dat met name patiënten behandeld met een kunststof implantaat significant betere passeerbaarheid hebben na gebruik van ASA ten opzichte van een placebobehandeling Meting na één, drie, zes en twaalf maanden toonde alleen een significant verschil aan in het voordeel van de behandelgroep De odds ratio op passeerbaarheid bij kunststof vene na ## maanden was #,## (##%-BI #,## tot #,##) De toepassing van ASA na een bypass met autologe vene was enkel na twaalf De bewijskracht voor de uitkomstmaat passeerbaarheid is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet De bewijskracht is niet verlaagd vanwege de hoge heterogeniteit (inconsistentie) omdat deze De bewijskracht voor de uitkomstmaat bijwerkingen is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet; vanwege het feit dat het betrouwbaarheidsinterval zowel de grens met een niet significant De bewijskracht voor de uitkomstmaat ernstige bloedingen is met twee niveaus verlaagd gezien het feit dat het betrouwbaarheidsinterval zowel een voordeel in de richting van de interventie als een klinische relevant effect in.
| 672 | fms |
#,##; I# =#%) Het aantal ernstige bloeding was gemeten in twee studies (N=###) Dit aantal was hoger in de op overlijden was in twee studies (N=###) gemeten en was voor beide behandelgroepen vrijwel gelijk (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##; <PERSOON> was slechts in één studie gemeten (N=###) en kwam minder voor na Een subgroepanalyse van twee (N=###) en vier (N=###) studies waarbij de effectiviteit apart was beoordeeld voor autologe vene en kunststof implantaten, liet zien dat met name patiënten behandeld met een kunststof implantaat significant betere passeerbaarheid hebben na gebruik van ASA ten opzichte van een placebobehandeling Meting na één, drie, zes en twaalf maanden toonde alleen een significant verschil aan in het voordeel van de behandelgroep De odds ratio op passeerbaarheid bij kunststof vene na ## maanden was #,## (##%-BI #,## tot #,##) De toepassing van ASA na een bypass met autologe vene was enkel na twaalf De bewijskracht voor de uitkomstmaat passeerbaarheid is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet De bewijskracht is niet verlaagd vanwege de hoge heterogeniteit (inconsistentie) omdat deze De bewijskracht voor de uitkomstmaat bijwerkingen is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet; vanwege het feit dat het betrouwbaarheidsinterval zowel de grens met een niet significant De bewijskracht voor de uitkomstmaat ernstige bloedingen is met twee niveaus verlaagd gezien het feit dat het betrouwbaarheidsinterval zowel een voordeel in de richting van de interventie als een klinische relevant effect in onderzoeksopzet; met twee niveaus vanwege het lage aantal studiedeelnemers bij het evalueren van een De bewijskracht voor de uitkomstmaat overlijden is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de Twee studies (N=###) onderzochten de effectiviteit van ASA of ASA/DIP ten opzichte van <PERSOON>, ###) De studie van <PERSOON> had veel klinische heterogeniteit in de toepassing van de bypasses wat betreft materialen, enkele en meerdere bypasses De studie van Raithel beschreef onvoldoende hoe de allocatie van de behandeling was geblindeerd waardoor het niet duidelijk is de methode heeft geleid tot bias Een meta-analyse kon worden uitgevoerd voor de meting van occlussie van het transplantaat na zes maanden Hieruit bleek dat het oclussie mogelijk kleiner was in de groep behandeld met pentoxifylline, maar het betrouwbaarheidsinterval sloot de effectiviteit van beide interventies niet uit (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##; I# =#%) Voor meetmomenten na één, drie en twaalf maanden waren slechts resultaten van één studie beschikbaar Hiermee kon de effectiviteit van de behandeling niet worden aangetoond nog worden uitgesloten Eén studie onderzocht het verschil in bijwerkingen en het effect op het aantal amputaties dan wel overlijden Echter, vanwege de kleine onderzoeksgroep (n=###) en de lage prevalentie van de uitkomstmaten kon geen De bewijskracht voor de uitkomstmaat oclussie, bijwerkingen, amputaties en overlijden is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet; met twee niveaus vanwege het feit dat een klinische relevant verschil niet kon worden aangetoond nog worden uitgesloten (imprecisie) Er waren geen uitkomsten.
| 657 | fms |
het lage aantal studiedeelnemers bij het evalueren van een De bewijskracht voor de uitkomstmaat overlijden is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de Twee studies (N=###) onderzochten de effectiviteit van ASA of ASA/DIP ten opzichte van <PERSOON>, ###) De studie van <PERSOON> had veel klinische heterogeniteit in de toepassing van de bypasses wat betreft materialen, enkele en meerdere bypasses De studie van Raithel beschreef onvoldoende hoe de allocatie van de behandeling was geblindeerd waardoor het niet duidelijk is de methode heeft geleid tot bias Een meta-analyse kon worden uitgevoerd voor de meting van occlussie van het transplantaat na zes maanden Hieruit bleek dat het oclussie mogelijk kleiner was in de groep behandeld met pentoxifylline, maar het betrouwbaarheidsinterval sloot de effectiviteit van beide interventies niet uit (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##; I# =#%) Voor meetmomenten na één, drie en twaalf maanden waren slechts resultaten van één studie beschikbaar Hiermee kon de effectiviteit van de behandeling niet worden aangetoond nog worden uitgesloten Eén studie onderzocht het verschil in bijwerkingen en het effect op het aantal amputaties dan wel overlijden Echter, vanwege de kleine onderzoeksgroep (n=###) en de lage prevalentie van de uitkomstmaten kon geen De bewijskracht voor de uitkomstmaat oclussie, bijwerkingen, amputaties en overlijden is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet; met twee niveaus vanwege het feit dat een klinische relevant verschil niet kon worden aangetoond nog worden uitgesloten (imprecisie) Er waren geen uitkomsten een populatie met autologe en kunststof bypass materiaal over een periode van ## maanden Deze studie, de CASPAR trial, heeft een laag risico op bias dankzij de valide methodologische studieopzet De doorgankelijkheid (patency) was voor beide groepen niet significant verschillend (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Een subgroep-analyse toonde aan dat clopidogrel/ASA wel een significant kleinere kans geeft op laesies bij toepassing bij een bypass met kunststof bypass materiaal (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##; NNT=### minder per ###) Daarnaast kwamen er ook meer bloedingen voor bij de toepassing van clopidogrel/ASA dan bij ASA alleen (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) <PERSOON> en gemiddeld grote bloedingen kwamen significant meer voor clopidogrel/ASA dan bij ASA, terwijl het aantal grote bloedingen niet significant verschilde Een subgroepanalyse liet bij ### patiënten zien dat bij autoloog bypass materiaal het aantal bloedingen significant hoger was materiaal meer gelijk verdeeld was Vergelijkbare resultaten werden gevonden voor de subgroep voor amputaties leek er geen verschil te zijn Een subgroep-analyse toonde echter aan dat amputaties significant minder voorkwamen bij patiënten die clopidogrel/ASA kregen na een bypass behandeling met kunststof vene (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Bij autologe vene was er geen significant verschil Overlijden kwam minder voor na het gebruikt van ASA maar dit verschil was niet significant Een effect kan daarom niet worden aangetoond De bewijskracht voor de uitkomstmaat doorgankelijkheid (patency), bloedingen en amputatie is met één niveau verlaagd De resultaten zijn gebaseerd op een valide onderzoeksopzet, en tonen een significant verschil aan.
| 680 | fms |
kunststof bypass materiaal over een periode van ## maanden Deze studie, de CASPAR trial, heeft een laag risico op bias dankzij de valide methodologische studieopzet De doorgankelijkheid (patency) was voor beide groepen niet significant verschillend (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Een subgroep-analyse toonde aan dat clopidogrel/ASA wel een significant kleinere kans geeft op laesies bij toepassing bij een bypass met kunststof bypass materiaal (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##; NNT=### minder per ###) Daarnaast kwamen er ook meer bloedingen voor bij de toepassing van clopidogrel/ASA dan bij ASA alleen (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) <PERSOON> en gemiddeld grote bloedingen kwamen significant meer voor clopidogrel/ASA dan bij ASA, terwijl het aantal grote bloedingen niet significant verschilde Een subgroepanalyse liet bij ### patiënten zien dat bij autoloog bypass materiaal het aantal bloedingen significant hoger was materiaal meer gelijk verdeeld was Vergelijkbare resultaten werden gevonden voor de subgroep voor amputaties leek er geen verschil te zijn Een subgroep-analyse toonde echter aan dat amputaties significant minder voorkwamen bij patiënten die clopidogrel/ASA kregen na een bypass behandeling met kunststof vene (OR #,##; ##%-BI #,## tot #,##) Bij autologe vene was er geen significant verschil Overlijden kwam minder voor na het gebruikt van ASA maar dit verschil was niet significant Een effect kan daarom niet worden aangetoond De bewijskracht voor de uitkomstmaat doorgankelijkheid (patency), bloedingen en amputatie is met één niveau verlaagd De resultaten zijn gebaseerd op een valide onderzoeksopzet, en tonen een significant verschil aan meer gehaald (imprecisie) De bewijskracht voor de uitkomstmaat overlijden is met twee niveaus verlaagd omdat er geen klinisch relevant verschil kon worden aangetoond nog worden uitgesloten (imprecisie) Voor elk van deze vergelijkingen was steeds maar één trial beschikbaar met daarin ## tot ### patiënten Voor geen van deze middelen werd een overtuigend effect gevonden op één van de gedefinieerde uitkomsten Dit was het gevolg van het lage aantal deelnemers in de meta-analyse dan wel individuele studies wat waarschijnlijk leidde tot de onduidelijkheid rondom de geschatte effecten van wege het brede betrouwbaarheidsintervallen Gezien het feit dat de middelen in de vergelijkingen niet allemaal in <LOCATIE> verkrijgbaar zijn, is er geen Er is één studie gevonden waarin de kosteneffectiviteit van medicatie is vergeleken met revascularisatie (Holler, Welke medicamenteuze behandeling is het meest effectief en veilig bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden Patiënten met perifeer arterieel vaatlijden die recentelijk behandeld zijn met bypasschirurgie Vasculaire occlusie en bloedingen (primaire uitkomstmaat); amputatie, bijwerkingen of overlijden De literatuurzoekactie leverde ## treffers op De reviews werden geïncludeerd wanneer ze systematisch waren uitgevoerd, primaire preventie onderzochten bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden in de vorm van antitrombotische therapieën ten opzichte van een andere vorm van een antitrombotische therapie of niets doen en tenminste resultaten presenteerde over vasculaire occlusie, restenose, bloedingen, amputatie, bijwerkingen of overlijden Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie negentien reviews voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens zeventien reviews geëxcludeerd (zie exclusietabel), en.
| 661 | fms |
gehaald (imprecisie) De bewijskracht voor de uitkomstmaat overlijden is met twee niveaus verlaagd omdat er geen klinisch relevant verschil kon worden aangetoond nog worden uitgesloten (imprecisie) Voor elk van deze vergelijkingen was steeds maar één trial beschikbaar met daarin ## tot ### patiënten Voor geen van deze middelen werd een overtuigend effect gevonden op één van de gedefinieerde uitkomsten Dit was het gevolg van het lage aantal deelnemers in de meta-analyse dan wel individuele studies wat waarschijnlijk leidde tot de onduidelijkheid rondom de geschatte effecten van wege het brede betrouwbaarheidsintervallen Gezien het feit dat de middelen in de vergelijkingen niet allemaal in <LOCATIE> verkrijgbaar zijn, is er geen Er is één studie gevonden waarin de kosteneffectiviteit van medicatie is vergeleken met revascularisatie (Holler, Welke medicamenteuze behandeling is het meest effectief en veilig bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden Patiënten met perifeer arterieel vaatlijden die recentelijk behandeld zijn met bypasschirurgie Vasculaire occlusie en bloedingen (primaire uitkomstmaat); amputatie, bijwerkingen of overlijden De literatuurzoekactie leverde ## treffers op De reviews werden geïncludeerd wanneer ze systematisch waren uitgevoerd, primaire preventie onderzochten bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden in de vorm van antitrombotische therapieën ten opzichte van een andere vorm van een antitrombotische therapie of niets doen en tenminste resultaten presenteerde over vasculaire occlusie, restenose, bloedingen, amputatie, bijwerkingen of overlijden Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie negentien reviews voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens zeventien reviews geëxcludeerd (zie exclusietabel), en Zodoende is er op <DATUM> gezocht naar literatuur vanaf ### in Medline (OVID), Embase en CENTRAL (onderdeel van de Cochrane Library) gezocht naar gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (RCTâs) De literatuurzoekactie leverde ### treffers op RCTâs werden geïncludeerd wanneer ze aansloten op inclusiecriteria van de geselecteerde systematische reviews Vijftien artikelen werden geselecteerd op basis van de titel of samenvatting Na raadpleging van de volledige tekst werden alle artikelen geëxcludeerd (zie exclusietabel) In totaal zijn twee systematisch reviews opgenomen in de literatuuranalyse waarin een vorm van antitrombotische therapie na bypasschirurgie is onderzocht (Bedenis, ###; Geraghty, ###) De review van Geraghty onderzocht de effectiviteit en veiligheid van antitrombotische therapieën na bypasschirurgie De review van Bedenis et al onderzocht de effectiviteit en veiligheid van antiplaatjesmiddelen na bypasschirurgie Ondanks de distinctie tussen de twee behandelingen zijn enkele RCTâs in beide reviews opgenomen, namelijk De evidence tabellen en beoordeling van individuele studiekwaliteit van beide reviews kunt u in onder het <PERSOON> A, <PERSOON> H, et al Antiplatelet agents for preventing thrombosis after peripheral arterial bypass <PERSOON> agents for preventing thrombosis after infrainguinal arterial bypass surgery <PERSOON>-utility analysis of treating severe peripheral arterial occlusive disease <PERSOON> ###; ## Hoe dienen kwetsbare ouderen met kritieke ischemie behandeld te worden? Juist bij kwetsbare ouderen lijkt een amputatie voorkomen te moeten worden vanwege de zeer matige revalidatiekansen Overweeg een conservatief beleid en zo nodig een interventie (percutaan of operatief).
| 598 | fms |
december ### gezocht naar literatuur vanaf ### in Medline (OVID), Embase en CENTRAL (onderdeel van de Cochrane Library) gezocht naar gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (RCTâs) De literatuurzoekactie leverde ### treffers op RCTâs werden geïncludeerd wanneer ze aansloten op inclusiecriteria van de geselecteerde systematische reviews Vijftien artikelen werden geselecteerd op basis van de titel of samenvatting Na raadpleging van de volledige tekst werden alle artikelen geëxcludeerd (zie exclusietabel) In totaal zijn twee systematisch reviews opgenomen in de literatuuranalyse waarin een vorm van antitrombotische therapie na bypasschirurgie is onderzocht (Bedenis, ###; Geraghty, ###) De review van Geraghty onderzocht de effectiviteit en veiligheid van antitrombotische therapieën na bypasschirurgie De review van Bedenis et al onderzocht de effectiviteit en veiligheid van antiplaatjesmiddelen na bypasschirurgie Ondanks de distinctie tussen de twee behandelingen zijn enkele RCTâs in beide reviews opgenomen, namelijk De evidence tabellen en beoordeling van individuele studiekwaliteit van beide reviews kunt u in onder het <PERSOON> A, <PERSOON> H, et al Antiplatelet agents for preventing thrombosis after peripheral arterial bypass <PERSOON> agents for preventing thrombosis after infrainguinal arterial bypass surgery <PERSOON>-utility analysis of treating severe peripheral arterial occlusive disease <PERSOON> ###; ## Hoe dienen kwetsbare ouderen met kritieke ischemie behandeld te worden? Juist bij kwetsbare ouderen lijkt een amputatie voorkomen te moeten worden vanwege de zeer matige revalidatiekansen Overweeg een conservatief beleid en zo nodig een interventie (percutaan of operatief) noodzaak tot amputatie dient een zo laag mogelijk niveau te worden overwogen Als er twijfel is over de kwetsbaarheid van de oudere patiënt, kan de geriater of de internist ouderengeneeskunde geconsulteerd worden om de kwetsbaarheid te beoordelen middels bijvoorbeeld het De geriatrische patiënt onderscheidt zich van andere patiënten door (NVKG ###; Richtlijn âComprehensive de (grote kans op) kwetsbaarheid of âhet wankele lichamelijke, psychische en sociale evenwichtâ; het vaak prevaleren van verbetering van zelfredzaamheid, mobiliteit en kwaliteit van leven boven Er moet dus specifiek aandacht zijn bij de categorie patiënten met PAV voor verminderde gewaarwording van problemen tijdens de behandeling door de patiënt ten gevolge van Het is van belang om naast de vasculaire problemen ook de mate van kwetsbaarheid te beoordelen Voor kwetsbare ouderen moet voortdurend overwogen worden of een (primaire) amputatie niet beter is Helaas zijn er nog steeds geen goede predictiemodellen die met grote zekerheid, op het niveau van de individuele patiënt, kunnen voorspellen of een revascularisatieprocedure bij kritieke ischemie, en dan met name bij weefselverlies, tot een goede uitkomst lijdt De Prevent III (Prevention of Infragenual Vein <LOCATIE> Failure) risicoscore bevat # items dialyse (# punten), weefselverlies (# punten), )<LEEFTIJD> jaar (# punten), coronair lijden (# punt) en hematocriet (## (# kunnen dit goede hulpmiddelen zijn bij individuele keuzes, maar de voorspellende waarde is nog te grof om bijvoorbeeld geheel af te zien van behandeling Daarvoor is er te veel onzekerheid in deze modellen.
| 604 | fms |
tot amputatie dient een zo laag mogelijk niveau te worden overwogen Als er twijfel is over de kwetsbaarheid van de oudere patiënt, kan de geriater of de internist ouderengeneeskunde geconsulteerd worden om de kwetsbaarheid te beoordelen middels bijvoorbeeld het De geriatrische patiënt onderscheidt zich van andere patiënten door (NVKG ###; Richtlijn âComprehensive de (grote kans op) kwetsbaarheid of âhet wankele lichamelijke, psychische en sociale evenwichtâ; het vaak prevaleren van verbetering van zelfredzaamheid, mobiliteit en kwaliteit van leven boven Er moet dus specifiek aandacht zijn bij de categorie patiënten met PAV voor verminderde gewaarwording van problemen tijdens de behandeling door de patiënt ten gevolge van Het is van belang om naast de vasculaire problemen ook de mate van kwetsbaarheid te beoordelen Voor kwetsbare ouderen moet voortdurend overwogen worden of een (primaire) amputatie niet beter is Helaas zijn er nog steeds geen goede predictiemodellen die met grote zekerheid, op het niveau van de individuele patiënt, kunnen voorspellen of een revascularisatieprocedure bij kritieke ischemie, en dan met name bij weefselverlies, tot een goede uitkomst lijdt De Prevent III (Prevention of Infragenual Vein <LOCATIE> Failure) risicoscore bevat # items dialyse (# punten), weefselverlies (# punten), )<LEEFTIJD> jaar (# punten), coronair lijden (# punt) en hematocriet (## (# kunnen dit goede hulpmiddelen zijn bij individuele keuzes, maar de voorspellende waarde is nog te grof om bijvoorbeeld geheel af te zien van behandeling Daarvoor is er te veel onzekerheid in deze modellen waarbij overwogen kan worden een terughoudend (lees conservatief) beleid in te stellen Bij nierlijden en CVA in combinatie met hoge leeftijd en <PERSOON> IV (Garg ###) Door de complexiteit van de comorbiditeit, polyfarmacie en cognitieve stoornissen kan het van belang zijn dat voor een behandelplan multidisciplinair overleg wordt gevoerd tussen de vaatchirurg en geriater of internist ouderengeneeskunde en in het geval dat een amputatie wordt overwogen, de revalidatiearts (zie richtlijn selecteren voor intensievere perioperatieve begeleiding door een generalistisch medisch specialist met ervaring in de ouderenzorg en het geriatrische team Om de mate van kwetsbaarheid systematisch te beoordelen kan het Comprehensive Geriatric Assessment (CGA) gebruikt worden Door middel van een CGA kan bij kwetsbare ouderen meer duidelijkheid ontstaan over de risicoâs van de ingreep en de te verwachten kwaliteit van leven, zelfredzaamheid en institutionalisering na operatie De richtlijn CGA bevat specifieke screeningslijsten voor de diverse domeinen binnen het CGA welke gebruikt kunnen worden om kwetsbaarheid te beoordelen (NVKG ###, Addendum Comprehensive Geriatric Assessment bij consult en medebehandeling) Ook kan afstemming Niet bij iedere oudere patiënt hoeft een CGA plaats te vinden Een CGA kost veel tijd en is daardoor kostbaar Deze beoordeling vindt bij voorkeur plaats als er een indicatie is voor bypass of amputatie en de vaatchirurg of een behandelaar met geriatrische competenties twijfelt over de kwetsbaarheid van de patiënt Dit kan op de preoperatieve polikliniek plaats vinden door een anesthesiemedewerker of op de polikliniek vaatchirurgie In het addendum CGA bij consult en medebehandeling wordt een aantal screeningsinstrumenten genoemd die hiervoor gebruikt kunnen worden (NVKG ###).
| 599 | fms |
Bij nierlijden en CVA in combinatie met hoge leeftijd en <PERSOON> IV (Garg ###) Door de complexiteit van de comorbiditeit, polyfarmacie en cognitieve stoornissen kan het van belang zijn dat voor een behandelplan multidisciplinair overleg wordt gevoerd tussen de vaatchirurg en geriater of internist ouderengeneeskunde en in het geval dat een amputatie wordt overwogen, de revalidatiearts (zie richtlijn selecteren voor intensievere perioperatieve begeleiding door een generalistisch medisch specialist met ervaring in de ouderenzorg en het geriatrische team Om de mate van kwetsbaarheid systematisch te beoordelen kan het Comprehensive Geriatric Assessment (CGA) gebruikt worden Door middel van een CGA kan bij kwetsbare ouderen meer duidelijkheid ontstaan over de risicoâs van de ingreep en de te verwachten kwaliteit van leven, zelfredzaamheid en institutionalisering na operatie De richtlijn CGA bevat specifieke screeningslijsten voor de diverse domeinen binnen het CGA welke gebruikt kunnen worden om kwetsbaarheid te beoordelen (NVKG ###, Addendum Comprehensive Geriatric Assessment bij consult en medebehandeling) Ook kan afstemming Niet bij iedere oudere patiënt hoeft een CGA plaats te vinden Een CGA kost veel tijd en is daardoor kostbaar Deze beoordeling vindt bij voorkeur plaats als er een indicatie is voor bypass of amputatie en de vaatchirurg of een behandelaar met geriatrische competenties twijfelt over de kwetsbaarheid van de patiënt Dit kan op de preoperatieve polikliniek plaats vinden door een anesthesiemedewerker of op de polikliniek vaatchirurgie In het addendum CGA bij consult en medebehandeling wordt een aantal screeningsinstrumenten genoemd die hiervoor gebruikt kunnen worden (NVKG ###) functieverlies (zoals bijvoorbeeld de ISAR-HP), andere meer op geriatrische syndromen, zoals een delier van belang dat deze screening systematisch plaats vindt, maar dat er ook mogelijkheid blijft om in specifieke gevallen de mening van de geriater te vragen Bij verdenking op kwetsbaarheid op basis van uitkomsten van screening is het zinvol preoperatief poliklinisch te verwijzen naar de polikliniek geriatrie voor een verder assessment middels een volledig CGA en optimalisatie van de preoperatieve situatie Wanneer de patiënt ook voor het perifeer arterieel vaatlijden in de eerste lijn is behandeld kan aanvullend de huisarts benaderd worden om informatie in te winnen over de kwetsbaarheid van de patiënt Op grond van de uitkomst van een analyse andere delierpreventie) kunnen gegeven worden en adviezen omtrent nazorg Daarbij moet bij kwetsbare ouderen met een sterk verhoogd risico op (geriatrische) complicaties overwogen worden structurele medebehandeling door klinisch geriater of internist ouderengeneeskunde af te spreken Ten minste is de geriater of internist ouderengeneeskunde medeverantwoordelijk voor goede protocollering om geriatrische Bij het behandelplan bij KI is het primaire doel beperking van functieverlies en behoud van kwaliteit van leven Daarnaast zijn pijnbestrijding, bevorderen van (eventuele) wondgenezing belangrijke zaken om aandacht aan te geven Voor kwetsbare ouderen zou een uitgebreide vasculaire ingreep, alleen om het been te behouden, wellicht een brug te ver zijn Het is een uitdaging om patiëntengroepen te definiëren waarvoor een korte en snelle interventie (amputatie) kan worden gekozen of waar een conservatief beleid gerechtvaardigd is en de pijn voldoende bestrijd kan worden.
| 556 | fms |
de ISAR-HP), andere meer op geriatrische syndromen, zoals een delier van belang dat deze screening systematisch plaats vindt, maar dat er ook mogelijkheid blijft om in specifieke gevallen de mening van de geriater te vragen Bij verdenking op kwetsbaarheid op basis van uitkomsten van screening is het zinvol preoperatief poliklinisch te verwijzen naar de polikliniek geriatrie voor een verder assessment middels een volledig CGA en optimalisatie van de preoperatieve situatie Wanneer de patiënt ook voor het perifeer arterieel vaatlijden in de eerste lijn is behandeld kan aanvullend de huisarts benaderd worden om informatie in te winnen over de kwetsbaarheid van de patiënt Op grond van de uitkomst van een analyse andere delierpreventie) kunnen gegeven worden en adviezen omtrent nazorg Daarbij moet bij kwetsbare ouderen met een sterk verhoogd risico op (geriatrische) complicaties overwogen worden structurele medebehandeling door klinisch geriater of internist ouderengeneeskunde af te spreken Ten minste is de geriater of internist ouderengeneeskunde medeverantwoordelijk voor goede protocollering om geriatrische Bij het behandelplan bij KI is het primaire doel beperking van functieverlies en behoud van kwaliteit van leven Daarnaast zijn pijnbestrijding, bevorderen van (eventuele) wondgenezing belangrijke zaken om aandacht aan te geven Voor kwetsbare ouderen zou een uitgebreide vasculaire ingreep, alleen om het been te behouden, wellicht een brug te ver zijn Het is een uitdaging om patiëntengroepen te definiëren waarvoor een korte en snelle interventie (amputatie) kan worden gekozen of waar een conservatief beleid gerechtvaardigd is en de pijn voldoende bestrijd kan worden declaratiegegevens dat na het stellen van de diagnose ârustpijnâ (<PERSOON> III) binnen één jaar # tot ##% van de patiënten conservatief behandeld wordt Dit percentage was voor patiënten met weefselverlies (<PERSOON> IV) # tot ##% (interne communicatie Achmea, ###) Het kan inderdaad zo zijn dat bij een kwetsbare oudere de genezing van het ischemische ulcus als doel minder belangrijk is en een persisterend (chronisch) ulcus met goede wondzorg en pijnbestrijding geaccepteerd kan worden (Richtlijn pijnbestrijding bij De over-all mortaliteit is bij patiënten met weefselverlies hoog ##% binnen <LEEFTIJD> jaar en ##% binnen <LEEFTIJD> jaar Bij conservatieve behandeling van het ischemische ulcus ligt de amputatievrije overleving na <LEEFTIJD> jaar rond de Amputatievrije overleving met genezen wonden is na bypasschirurgie slechts rond de ##% (Soderstrom ##%-##% van de patiënten met een functionerende bypass is daar klinisch niets mee opgeschoten binnen Na revascularisatie is bij ##% van de patiënten na <LEEFTIJD> jaar een klinische vooruitgang waar te nemen Een uitgesteld revascularisatie na een âmislukteâ conservatieve of percutane behandeling beïnvloedt Op grond van de gevonden literatuur konden er geen gegronde en objectieve redenen worden gevonden om bij kwetsbare ouderen primair voor een amputatie te kiezen Ook kan voorzichtig worden geconcludeerd dat ook bij kwetsbare ouderen een zo laag mogelijke amputatie overwogen moet worden, afhankelijk van de revalidatiekansen Het alternatief kan zijn om bij een acceptabele pijnbeleving en bij een stabiel ulcus of beperkte en stabiele necrose een non-operatief beleid bestaande uit wondzorg en/of pijnbestrijding in te stellen.
| 596 | fms |
van de diagnose ârustpijnâ (<PERSOON> III) binnen één jaar # tot ##% van de patiënten conservatief behandeld wordt Dit percentage was voor patiënten met weefselverlies (<PERSOON> IV) # tot ##% (interne communicatie Achmea, ###) Het kan inderdaad zo zijn dat bij een kwetsbare oudere de genezing van het ischemische ulcus als doel minder belangrijk is en een persisterend (chronisch) ulcus met goede wondzorg en pijnbestrijding geaccepteerd kan worden (Richtlijn pijnbestrijding bij De over-all mortaliteit is bij patiënten met weefselverlies hoog ##% binnen <LEEFTIJD> jaar en ##% binnen <LEEFTIJD> jaar Bij conservatieve behandeling van het ischemische ulcus ligt de amputatievrije overleving na <LEEFTIJD> jaar rond de Amputatievrije overleving met genezen wonden is na bypasschirurgie slechts rond de ##% (Soderstrom ##%-##% van de patiënten met een functionerende bypass is daar klinisch niets mee opgeschoten binnen Na revascularisatie is bij ##% van de patiënten na <LEEFTIJD> jaar een klinische vooruitgang waar te nemen Een uitgesteld revascularisatie na een âmislukteâ conservatieve of percutane behandeling beïnvloedt Op grond van de gevonden literatuur konden er geen gegronde en objectieve redenen worden gevonden om bij kwetsbare ouderen primair voor een amputatie te kiezen Ook kan voorzichtig worden geconcludeerd dat ook bij kwetsbare ouderen een zo laag mogelijke amputatie overwogen moet worden, afhankelijk van de revalidatiekansen Het alternatief kan zijn om bij een acceptabele pijnbeleving en bij een stabiel ulcus of beperkte en stabiele necrose een non-operatief beleid bestaande uit wondzorg en/of pijnbestrijding in te stellen nemen van een beslissing over welke behandeloptie het beste is Omdat er veel problemen kunnen spelen in deze situatie, is specifieke aandacht gewenst voor het signaleren van mogelijke problemen mentaal, In de richtlijn van ### werd geconcludeerd dat bypass chirurgie en endovasculaire technieken effectief zijn in het voorkomen van een amputatie en dat, indien amputatie dreigt, een revascularisatie moet worden overwogen Het woord âoverwogenâ is gebruikt, omdat deze patiëntengroep vaak veel comorbiditeit heeft, resulterend in een beperkte levensverwachting Terughoudendheid met belastende interventies lijkt wellicht op zân plaats Uit cohortonderzoek blijkt wel dat de ouderen boven de <LEEFTIJD> jaar na een endovasculaire procedure acceptabel zelfstandig kunnen functioneren (Lejay, ###) Ook blijkt uit subgroepanalyse in de BASIL trial dat een percutane behandeling de voorkeur zou kunnen hebben, boven chirurgische revascularisatie, bij patiënten approachâ blijkt bij geselecteerde patiënten geen invloed op de amputatievrije-overleving te hebben (Garg, ###) Echter bij ongeselecteerde patiëntengroepen in de BASIL trial blijkt het omgekeerde (Bradbury, ###) Het lijkt van belang om patiëntengroepen te definiëren die wellicht beter af zijn met een conservatief beleid (= beperkt tot wondbehandeling en pijnbestrijding) Ook is het de vraag of een primaire amputatie in sommige Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat kwaliteit van leven bij kwetsbare ouderen hoger is na Er zijn aanwijzingen dat patiënten met een lagere leeftijd ((<LEEFTIJD> jaar) of een amputatie onder de knie beter functioneren een jaar na de ingreep dan ouderen of patienten met een Er zijn aanwijzingen dat er een negatieve associatie bestaat tussen beperkt fysiek.
| 633 | fms |
welke behandeloptie het beste is Omdat er veel problemen kunnen spelen in deze situatie, is specifieke aandacht gewenst voor het signaleren van mogelijke problemen mentaal, In de richtlijn van ### werd geconcludeerd dat bypass chirurgie en endovasculaire technieken effectief zijn in het voorkomen van een amputatie en dat, indien amputatie dreigt, een revascularisatie moet worden overwogen Het woord âoverwogenâ is gebruikt, omdat deze patiëntengroep vaak veel comorbiditeit heeft, resulterend in een beperkte levensverwachting Terughoudendheid met belastende interventies lijkt wellicht op zân plaats Uit cohortonderzoek blijkt wel dat de ouderen boven de <LEEFTIJD> jaar na een endovasculaire procedure acceptabel zelfstandig kunnen functioneren (Lejay, ###) Ook blijkt uit subgroepanalyse in de BASIL trial dat een percutane behandeling de voorkeur zou kunnen hebben, boven chirurgische revascularisatie, bij patiënten approachâ blijkt bij geselecteerde patiënten geen invloed op de amputatievrije-overleving te hebben (Garg, ###) Echter bij ongeselecteerde patiëntengroepen in de BASIL trial blijkt het omgekeerde (Bradbury, ###) Het lijkt van belang om patiëntengroepen te definiëren die wellicht beter af zijn met een conservatief beleid (= beperkt tot wondbehandeling en pijnbestrijding) Ook is het de vraag of een primaire amputatie in sommige Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat kwaliteit van leven bij kwetsbare ouderen hoger is na Er zijn aanwijzingen dat patiënten met een lagere leeftijd ((<LEEFTIJD> jaar) of een amputatie onder de knie beter functioneren een jaar na de ingreep dan ouderen of patienten met een Er zijn aanwijzingen dat er een negatieve associatie bestaat tussen beperkt fysiek Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat bij een derde van de ouderen ()<LEEFTIJD> jaar) die een Er zijn zeer voorzichte aanwijzingen dat de perioperatieve mortaliteit na amputatie ##% is bij De systematische review van <PERSOON> (###) onderzoekt revascularisatie (bypass of angioplastiek) ten opzichte van primaire amputatie op de uitkomst kwaliteit van leven bij patiënten met kritieke ischemie In de review zijn drie observationele studies geïncludeerd waarin ### patiënten zijn onderzocht (gemiddelde leeftijd is niet beschreven) De resultaten van deze studies zijn opgenomen in de evidence tabel ### en <PERSOON>, ###) In deze studies werden drie vergelijkingen gemaakt #) een femorodistale bypass falen van andere behandelopties; en #) arteriële reconstructie versus een amputatie onder de knie Vanwege de heterogeniteit in de gemaakte vergelijking en het beperkt rapporteren of meten van de uitkomsten kunnen de resultaten niet kwantitatief worden samengevat in een meta-analyse maar zijn de resultaten kwalitatief Eén studie (<PERSOON>, ###) toonde in een cohort van ### patiënten aan dat patiënten met een revascularisatie (n=##) minder last hadden van depressieve gevoelens (p=#,##), beter sociaal functioneerden (p=#,##) en mobieler waren (p=#,##) ten opzichte van patiënten met een primaire amputatie (n=##) <PERSOON> et al (###) onderzochten ### patiënten na zes en twaalf maanden Deze studie maakte vergelijkingen binnen een groep en niet tussen de verschillende groepen Uit de resultaten bleek dat patiënten met een endovasculaire behandeling of revascularisatie vooruit gingen op het gebied van mobiliteit, angst en depressie, leefstijl en zelfredzaamheid (ADL).
| 662 | fms |
dat bij een derde van de ouderen ()<LEEFTIJD> jaar) die een Er zijn zeer voorzichte aanwijzingen dat de perioperatieve mortaliteit na amputatie ##% is bij De systematische review van <PERSOON> (###) onderzoekt revascularisatie (bypass of angioplastiek) ten opzichte van primaire amputatie op de uitkomst kwaliteit van leven bij patiënten met kritieke ischemie In de review zijn drie observationele studies geïncludeerd waarin ### patiënten zijn onderzocht (gemiddelde leeftijd is niet beschreven) De resultaten van deze studies zijn opgenomen in de evidence tabel ### en <PERSOON>, ###) In deze studies werden drie vergelijkingen gemaakt #) een femorodistale bypass falen van andere behandelopties; en #) arteriële reconstructie versus een amputatie onder de knie Vanwege de heterogeniteit in de gemaakte vergelijking en het beperkt rapporteren of meten van de uitkomsten kunnen de resultaten niet kwantitatief worden samengevat in een meta-analyse maar zijn de resultaten kwalitatief Eén studie (<PERSOON>, ###) toonde in een cohort van ### patiënten aan dat patiënten met een revascularisatie (n=##) minder last hadden van depressieve gevoelens (p=#,##), beter sociaal functioneerden (p=#,##) en mobieler waren (p=#,##) ten opzichte van patiënten met een primaire amputatie (n=##) <PERSOON> et al (###) onderzochten ### patiënten na zes en twaalf maanden Deze studie maakte vergelijkingen binnen een groep en niet tussen de verschillende groepen Uit de resultaten bleek dat patiënten met een endovasculaire behandeling of revascularisatie vooruit gingen op het gebied van mobiliteit, angst en depressie, leefstijl en zelfredzaamheid (ADL) <PERSOON> et al ### onderzochten uitkomsten na drie, zes en twaalf maanden onder ## patiënten Loopvaardigheid en kwaliteit van leven was in het voordeel van de groep met revascularisatie, maar na twaalf maanden kon het verschil in kwaliteit van leven niet langer worden aangetoond nog worden uitgesloten Het niveau van de bewijskracht begon op laag omdat de resultaten zijn verkregen uit niet-gerandomiseerd cohortonderzoek Dit type onderzoek heeft een hoog risico op bias vanwege âconfounding by indicationâ omdat de keuze van de behandeling (mogelijk) is gemaakt op basis van patiënteigenschappen (selectiebias) Daarnaast is er gedowngrade vanwege de kleine patiëntaantallen per onderzochte factor en omdat de De systematische review van Fleury (###) beschrijft welke factoren een goede revalidatie met een prothese voorspellen bij ouderen na een amputatie ten gevolge van vasculaire aandoening In de review zijn ## studies geïncludeerd, waaronder vijftien studies die kwantitatieve gegevens rapporteren over de relatie tussen resultaten van deze vijftien studies zijn overgenomen in de evidence tabel onder het tabblad onderbouwing Alle geïncludeerde studies zijn observationeel (vier retrospectief, elf prospectief), betreffende de oudere populatie (gemiddelde leeftijd varieert van ## tot <LEEFTIJD> jaar) en rapporteren over het succesvol aanmeten en/of gebruiken De observationele studie van Nehler (###) beschrijft functionele uitkomsten bij ouderen (mediane leeftijd <LEEFTIJD> jaar) na amputatie van een onderste extremiteit De studie beschrijft het percentage mensen dat gebruik maakt van een prothese één jaar na de amputatie en het percentage mensen dat ambulant is (buitenshuis of alleen binnenhuis) In de analyse worden de uitkomsten vergeleken tussen subgroepen van leeftijd, de hoogte van de.
| 673 | fms |
twaalf maanden onder ## patiënten Loopvaardigheid en kwaliteit van leven was in het voordeel van de groep met revascularisatie, maar na twaalf maanden kon het verschil in kwaliteit van leven niet langer worden aangetoond nog worden uitgesloten Het niveau van de bewijskracht begon op laag omdat de resultaten zijn verkregen uit niet-gerandomiseerd cohortonderzoek Dit type onderzoek heeft een hoog risico op bias vanwege âconfounding by indicationâ omdat de keuze van de behandeling (mogelijk) is gemaakt op basis van patiënteigenschappen (selectiebias) Daarnaast is er gedowngrade vanwege de kleine patiëntaantallen per onderzochte factor en omdat de De systematische review van Fleury (###) beschrijft welke factoren een goede revalidatie met een prothese voorspellen bij ouderen na een amputatie ten gevolge van vasculaire aandoening In de review zijn ## studies geïncludeerd, waaronder vijftien studies die kwantitatieve gegevens rapporteren over de relatie tussen resultaten van deze vijftien studies zijn overgenomen in de evidence tabel onder het tabblad onderbouwing Alle geïncludeerde studies zijn observationeel (vier retrospectief, elf prospectief), betreffende de oudere populatie (gemiddelde leeftijd varieert van ## tot <LEEFTIJD> jaar) en rapporteren over het succesvol aanmeten en/of gebruiken De observationele studie van Nehler (###) beschrijft functionele uitkomsten bij ouderen (mediane leeftijd <LEEFTIJD> jaar) na amputatie van een onderste extremiteit De studie beschrijft het percentage mensen dat gebruik maakt van een prothese één jaar na de amputatie en het percentage mensen dat ambulant is (buitenshuis of alleen binnenhuis) In de analyse worden de uitkomsten vergeleken tussen subgroepen van leeftijd, de hoogte van de Prognostische factoren voor kwaliteit van leven of functioneren De studies in de review van Fleury et al (###) hanteren verschillende uitkomstmaten met betrekking tot het succes van revalidatie na een amputatie Daarnaast verschillen de studies in welke prognostische factoren zijn onderzocht Gezien de verschillen tussen de geïncludeerde studies, zijn in deze samenvatting de resultaten en De factoren die het succes van de revalidatie na een amputatie mogelijk negatief beïnvloeden zijn een hoge cognitieve beperkingen (ook gerelateerd aan een hogere leeftijd), premorbide functioneringsniveau, hoogte van In een studie met ### patienten tussen ## en <LEEFTIJD> jaar is zelfstandig functioneren onderzocht Na zes maanden was bij ##% van de patiënten met een amputatie de uitkomst goed de prothese werd dagelijks gebruikt en de patiënt was in staat binnenshuis en buitenshuis te lopen, al dan niet met hulp (Johannesson, ###) In een eerdere studie van <PERSOON> (###) bij de mensen met amputatie en hemiplegie kon ##% van de patiënten In de studie van Nehler (###) is het percentage mensen dat ambulant is, hoger na amputatie onder knie (BKA) (##% buitenshuis ambulant; ##% alleen binnenshuis ambulant) in vergelijking met amputatie boven de knie De mate van zelfstandig functioneren of mate van ambulant zijn is in veel studies beter bij patiënten met een percentage mensen dat ambulant is één jaar na de amputatie relatief laag (#% ambulant buitenshuis; #% alleen binnenshuis ambulant); bij mensen (<LEEFTIJD> jaar zijn dat ## respectievelijk ##% (Nehler, ###; verschil niet statistisch significant).
| 641 | fms |
factoren voor kwaliteit van leven of functioneren De studies in de review van Fleury et al (###) hanteren verschillende uitkomstmaten met betrekking tot het succes van revalidatie na een amputatie Daarnaast verschillen de studies in welke prognostische factoren zijn onderzocht Gezien de verschillen tussen de geïncludeerde studies, zijn in deze samenvatting de resultaten en De factoren die het succes van de revalidatie na een amputatie mogelijk negatief beïnvloeden zijn een hoge cognitieve beperkingen (ook gerelateerd aan een hogere leeftijd), premorbide functioneringsniveau, hoogte van In een studie met ### patienten tussen ## en <LEEFTIJD> jaar is zelfstandig functioneren onderzocht Na zes maanden was bij ##% van de patiënten met een amputatie de uitkomst goed de prothese werd dagelijks gebruikt en de patiënt was in staat binnenshuis en buitenshuis te lopen, al dan niet met hulp (Johannesson, ###) In een eerdere studie van <PERSOON> (###) bij de mensen met amputatie en hemiplegie kon ##% van de patiënten In de studie van Nehler (###) is het percentage mensen dat ambulant is, hoger na amputatie onder knie (BKA) (##% buitenshuis ambulant; ##% alleen binnenshuis ambulant) in vergelijking met amputatie boven de knie De mate van zelfstandig functioneren of mate van ambulant zijn is in veel studies beter bij patiënten met een percentage mensen dat ambulant is één jaar na de amputatie relatief laag (#% ambulant buitenshuis; #% alleen binnenshuis ambulant); bij mensen (<LEEFTIJD> jaar zijn dat ## respectievelijk ##% (Nehler, ###; verschil niet statistisch significant) âslechtâ) Traballesi rapporteert ook een voorspellende waarde voor de kwaliteit van de stomp na amputatie In de studie van Siriwardena (###) werd een verhoogde loopcapaciteit gevonden in patiënten zonder Deze uitgangsvraag betreft een prognostische vraag Voor beoordeling van de bewijskracht is gebruik gemaakt van de EBRO-systematiek omdat de Nederlandse GRADE network nog geen beleid heeft gemaakt voor systematisch gezocht, maar selectie en data-extractie zijn niet door minimaal twee auteurs onafhankelijk van elkaar verricht In de review is geen methodologisch beoordeling van de geïncludeerde studies opgenomen De geïncludeerde studies zijn cohortstudies, waarvan een deel retrospectief Voor aantal factoren is lastig vast te stellen of het de gevonden associatie mede door andere prognostische factoren wordt beïnvloed omdat er geen multivariate regressieanalyse is toegepast Informatie over eventuele correctie voor andere prognostische factoren in de analyses is zeer beperkt De bewijskracht is op niveau A# De studie van Nehler (###) is een prognostische studie In de analyse is niet gecorrigeerd voor andere Er zijn geen gegevens over de kosteneffectiviteit van de behandelopties voor (kwetsbare) ouderen Wat zijn de(on)gunstige effecten van een amputatie bij kwetsbare ouderen die perifeer arterieel vaatlijden Kwetsbare ouderen met kritieke ischemie die een amputatie hebben of krijgen Welke factoren voorspellen het succes van een amputatie bij kwetsbare ouderen met perifeer arterieel besluitvorming belangrijke uitkomstmaten De werkgroep definieerde niet a priori de genoemde uitkomstmaten, In de databases Medline (OVID) en Embase is op <DATUM> met relevante zoektermen gezocht naar studies kwaliteit van leven bij kwetsbare ouderen met perifeer arterieel vaatlijden.
| 628 | fms |
voor de kwaliteit van de stomp na amputatie In de studie van Siriwardena (###) werd een verhoogde loopcapaciteit gevonden in patiënten zonder Deze uitgangsvraag betreft een prognostische vraag Voor beoordeling van de bewijskracht is gebruik gemaakt van de EBRO-systematiek omdat de Nederlandse GRADE network nog geen beleid heeft gemaakt voor systematisch gezocht, maar selectie en data-extractie zijn niet door minimaal twee auteurs onafhankelijk van elkaar verricht In de review is geen methodologisch beoordeling van de geïncludeerde studies opgenomen De geïncludeerde studies zijn cohortstudies, waarvan een deel retrospectief Voor aantal factoren is lastig vast te stellen of het de gevonden associatie mede door andere prognostische factoren wordt beïnvloed omdat er geen multivariate regressieanalyse is toegepast Informatie over eventuele correctie voor andere prognostische factoren in de analyses is zeer beperkt De bewijskracht is op niveau A# De studie van Nehler (###) is een prognostische studie In de analyse is niet gecorrigeerd voor andere Er zijn geen gegevens over de kosteneffectiviteit van de behandelopties voor (kwetsbare) ouderen Wat zijn de(on)gunstige effecten van een amputatie bij kwetsbare ouderen die perifeer arterieel vaatlijden Kwetsbare ouderen met kritieke ischemie die een amputatie hebben of krijgen Welke factoren voorspellen het succes van een amputatie bij kwetsbare ouderen met perifeer arterieel besluitvorming belangrijke uitkomstmaten De werkgroep definieerde niet a priori de genoemde uitkomstmaten, In de databases Medline (OVID) en Embase is op <DATUM> met relevante zoektermen gezocht naar studies kwaliteit van leven bij kwetsbare ouderen met perifeer arterieel vaatlijden weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### hits op Voor de eerste PICO is uitgegaan van de systematische review van <PERSOON> et al (###) Deze is geactualiseerd aan de hand van de zoekresultaten Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria zoals beschreven in de review vergelijkende studies waarin de kwaliteit van leven is onderzocht in patiënten met PAV De vergelijking moest zijn gemaakt tussen primaire amputatie en revascularisatie beschreven in Engelstalige literatuur Voor de tweede PICO is literatuur geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria cohortonderzoek waarin is onderzocht welke factoren van invloed zijn op de kwaliteit van leven bij patiënten met PAV en een amputatie hebben ondergaan Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie drie studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens twee studies geëxcludeerd (zie definitief geselecteerd Deze review is bruikbaar voor beantwoording van PICO # De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten van de geïncludeerde studies zijn opgenomen in de evidence tabel De beoordeling van de studieopzet (risk of bias) is opgenomen in de risk of bias tabel Biancari F <PERSOON>-analysis of the prevalence, incidence and natural history of critical limb ischemia <PERSOON> review on health-related quality of life after revascularization and primary Bradbury AW, <PERSOON> CV, Raab GM; BASIL trial Participants Bypass.
| 545 | fms |
het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### hits op Voor de eerste PICO is uitgegaan van de systematische review van <PERSOON> et al (###) Deze is geactualiseerd aan de hand van de zoekresultaten Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria zoals beschreven in de review vergelijkende studies waarin de kwaliteit van leven is onderzocht in patiënten met PAV De vergelijking moest zijn gemaakt tussen primaire amputatie en revascularisatie beschreven in Engelstalige literatuur Voor de tweede PICO is literatuur geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria cohortonderzoek waarin is onderzocht welke factoren van invloed zijn op de kwaliteit van leven bij patiënten met PAV en een amputatie hebben ondergaan Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie drie studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens twee studies geëxcludeerd (zie definitief geselecteerd Deze review is bruikbaar voor beantwoording van PICO # De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten van de geïncludeerde studies zijn opgenomen in de evidence tabel De beoordeling van de studieopzet (risk of bias) is opgenomen in de risk of bias tabel Biancari F <PERSOON>-analysis of the prevalence, incidence and natural history of critical limb ischemia <PERSOON> review on health-related quality of life after revascularization and primary Bradbury AW, <PERSOON> CV, Raab GM; BASIL trial Participants Bypass <PERSOON> intention-to-treat analysis of amputation-free and overall survival in patients randomized to a bypass surgery-first or a balloon angioplasty-first revascularization strategy <PERSOON> AM Jr Management of lower extremity wounds in patients with peripheral arterial disease a stratified conservative approach <PERSOON> KD Risk factors for survival in patients with end-stage renal disease undergoing Fleury AM, <PERSOON> SA, Peel NM Rehabilitation of the older vascular amputee a review of the literature <PERSOON> JA, <PERSOON-##> JF, Lardenoye JW Patient and procedure-related risk factors for adverse events after infrainguinal bypass <PERSOON-##> ###r;##(#) #<DATUM> <PERSOON-##> CB, Adelman MA, Maldonado TS, Veith FJ, Mussa FF Endovascular-first approach is not associated with worse amputation-free survival in appropriately selected patients with critical limb ischemia <PERSOON-##> F, <PERSOON-##> following revascularisation in ##-year-old patients with <PERSOON-##> treatment for infrainguinal claudication has satisfactory # year outcome in three out of four patients a population-based analysis from <PERSOON-##> KG, Hinchliffe RJ.
| 510 | fms |
and overall survival in patients randomized to a bypass surgery-first or a balloon angioplasty-first revascularization strategy <PERSOON> AM Jr Management of lower extremity wounds in patients with peripheral arterial disease a stratified conservative approach <PERSOON> KD Risk factors for survival in patients with end-stage renal disease undergoing Fleury AM, <PERSOON> SA, Peel NM Rehabilitation of the older vascular amputee a review of the literature <PERSOON> JA, <PERSOON> JF, Lardenoye JW Patient and procedure-related risk factors for adverse events after infrainguinal bypass <PERSOON> ###r;##(#) #<DATUM> <PERSOON> CB, Adelman MA, Maldonado TS, Veith FJ, Mussa FF Endovascular-first approach is not associated with worse amputation-free survival in appropriately selected patients with critical limb ischemia <PERSOON> F, <PERSOON> following revascularisation in ##-year-old patients with <PERSOON-##> treatment for infrainguinal claudication has satisfactory # year outcome in three out of four patients a population-based analysis from <PERSOON-##> KG, Hinchliffe RJ model in patients with peripheral arterial disease undergoing revascularization in a university hospital setting and comparison with the FINNVASC and modified PREVENT scores <PERSOON-##> JR, Hiatt WR, Regensteiner JG, Schnickel GT, Klenke WA, Strecker PK, <PERSOON-##> WC Functional outcome in a contemporary series of major lower extremity Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie Richtlijn Addendum Comprehensive Geriatric Assessment bij consult en <PERSOON-##> HJ Prerequisites for a new health care model for elderly people with Rollins KE, <PERSOON-##> PA <PERSOON-##>-analysis of contemporary short- and long-term mortality rates in patients <PERSOON-##> of comorbidities on decision-making in chronic critical limb ischemia <PERSOON-##> JP, Goodney PP, <PERSOON-##> of Northern New England Failure to achieve clinical improvement despite graft patency in patients undergoing infrainguinal lower extremity <PERSOON-##> of ischaemic tissue lesions after infrainguinal bypass <PERSOON-##> SM, Cull DL, Kalbaugh CA, Cass AL, Harmon SA, Langan EM #rd, Youkey JR Critical analysis of clinical success after surgical bypass for lower-extremity ischemic tissue loss using a standardized definition combining multiple parameters a new paradigm of outcomes assessment.
| 472 | fms |
model in patients with peripheral arterial disease undergoing revascularization in a university hospital setting and comparison with the FINNVASC and modified PREVENT scores <PERSOON> JR, Hiatt WR, Regensteiner JG, Schnickel GT, Klenke WA, Strecker PK, <PERSOON> WC Functional outcome in a contemporary series of major lower extremity Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie Richtlijn Addendum Comprehensive Geriatric Assessment bij consult en <PERSOON> HJ Prerequisites for a new health care model for elderly people with Rollins KE, <PERSOON> PA <PERSOON>-analysis of contemporary short- and long-term mortality rates in patients <PERSOON> of comorbidities on decision-making in chronic critical limb ischemia <PERSOON> JP, Goodney PP, <PERSOON> of Northern New England Failure to achieve clinical improvement despite graft patency in patients undergoing infrainguinal lower extremity <PERSOON> of ischaemic tissue lesions after infrainguinal bypass <PERSOON-##> SM, Cull DL, Kalbaugh CA, Cass AL, Harmon SA, Langan EM #rd, Youkey JR Critical analysis of clinical success after surgical bypass for lower-extremity ischemic tissue loss using a standardized definition combining multiple parameters a new paradigm of outcomes assessment ###;###(#) #<DATUM> discussion ##<DATUM> PMID <PATIENTNUMMER># Hoe dient de zorg rond de patient met (verdenking op) PAV te worden vormgegeven? Indien de looptherapie onvoldoende effect heeft na drie tot zes maanden kan de patiënt in aanmerking komen Besluit in een multidisciplinaire bespreking of de patiënt in aanmerking kan komen voor een percutane Als er twijfel is over de kwetsbaarheid van de oudere patiënt, dient de geriater of de internist ouderengeneeskunde geconsulteerd worden om op kwetsbaarheid te screenen middels bijvoorbeeld het CGA Neem in alle stappen in het zorgproces de kwaliteitscriteria PAV vanuit patiëntenperspectief mee Voor de patiënt met klachten van claudicatio intermittens is het noodzakelijk om deze klachten te objectiveren om de diagnose PAV te kunnen stellen of uit te sluiten Dit gaat door middel van het bepalen van de enkel/arm aangevraagd door de behandelend arts, waarbij wordt aangegeven aan welk been de klachten zich bevinden en wat de door de patiënt opgegeven loopafstand is De uitslag van dit onderzoek wordt gegeven onder supervisie van een vaatchirurg die de gegevens adequaat kan interpreteren en hierover kan adviseren De behandelend arts kan met deze uitslag de eerste behandeling inzetten secundaire preventie van cardiovasculaire risicofactoren en het voorschrijven van gesuperviseerde looptherapie Deze behandeling kan prima in de eerste lijn plaatsvinden In de tweede lijn dient verwijzing naar een internist-vasculair geneeskundige plaats te vinden op grond van bestaande criteria prematuur vaatlijden (leeftijd (<LEEFTIJD> jaar), patiënten zonder.
| 512 | fms |
###;###(#) #<DATUM> discussion ##<DATUM> PMID <PATIENTNUMMER># Hoe dient de zorg rond de patient met (verdenking op) PAV te worden vormgegeven? Indien de looptherapie onvoldoende effect heeft na drie tot zes maanden kan de patiënt in aanmerking komen Besluit in een multidisciplinaire bespreking of de patiënt in aanmerking kan komen voor een percutane Als er twijfel is over de kwetsbaarheid van de oudere patiënt, dient de geriater of de internist ouderengeneeskunde geconsulteerd worden om op kwetsbaarheid te screenen middels bijvoorbeeld het CGA Neem in alle stappen in het zorgproces de kwaliteitscriteria PAV vanuit patiëntenperspectief mee Voor de patiënt met klachten van claudicatio intermittens is het noodzakelijk om deze klachten te objectiveren om de diagnose PAV te kunnen stellen of uit te sluiten Dit gaat door middel van het bepalen van de enkel/arm aangevraagd door de behandelend arts, waarbij wordt aangegeven aan welk been de klachten zich bevinden en wat de door de patiënt opgegeven loopafstand is De uitslag van dit onderzoek wordt gegeven onder supervisie van een vaatchirurg die de gegevens adequaat kan interpreteren en hierover kan adviseren De behandelend arts kan met deze uitslag de eerste behandeling inzetten secundaire preventie van cardiovasculaire risicofactoren en het voorschrijven van gesuperviseerde looptherapie Deze behandeling kan prima in de eerste lijn plaatsvinden In de tweede lijn dient verwijzing naar een internist-vasculair geneeskundige plaats te vinden op grond van bestaande criteria prematuur vaatlijden (leeftijd (<LEEFTIJD> jaar), patiënten zonder (instelling hypertensie, hypercholesterolemie en diabetes) daar aanleiding toe geeft, zoals dat ook vaak op Indien de looptherapie onvoldoende effect heeft na maximaal zes maanden, conform de standaard, kan de behandelend arts eventueel verwijzen met als vraag of de patiënt in aanmerking komt voor een interventie Indien na # maanden nog helemaal geen effect is bereikt, en bij dwingende redenen, zoals onmogelijkheid tot arbeidsparticipatie, kan eerder tot een interventie worden besloten Bij verwijzing en terugverwijzing dient afstemming tussen eerste en tweede lijn plaats te vinden De vaatchirurg evalueert opnieuw de balans tussen het klachtenpatroon en de wens tot interventie Er volgt afbeeldend onderzoek (duplex/MRA/CTA) van de gehele vaatboom vanaf de buikaorta tot aan de voeten Aan de hand hiervan wordt in een multidisciplinaire bespreking besloten of de patiënt in aanmerking kan komen voor een percutane endovasculaire behandeling of een operatie Een multidisciplinair team is samengesteld volgens de samenwerkingsafspraken van veldpartijen en patientenverenigingen een NVvV gecertificeerd vaatchirurg en een interventie radioloog, met daarbij (op of geriater, een neuroloog (indien het carotispathologie betreft) en/of een nefroloog (indien het renale De uitslag van deze multidisciplinaire bespreking (waarbij eventueel ook overlegd wordt met de eerste lijn) wordt wederom met de patiënt besproken, zodat een weloverwogen keus gemaakt kan worden of er een interventie gaat plaatsvinden of dat patiënt doorgaat met de looptherapie, zonder interventie Na een eventuele interventie wordt patiënt terugverwezen naar de behandelend arts die de patient verwezen heeft Alleen als er een veneuze bypass is aangelegd volgt regelmatige duplex controle bij de vaatchirurg voor de duur van #.
| 584 | fms |
zoals dat ook vaak op Indien de looptherapie onvoldoende effect heeft na maximaal zes maanden, conform de standaard, kan de behandelend arts eventueel verwijzen met als vraag of de patiënt in aanmerking komt voor een interventie Indien na # maanden nog helemaal geen effect is bereikt, en bij dwingende redenen, zoals onmogelijkheid tot arbeidsparticipatie, kan eerder tot een interventie worden besloten Bij verwijzing en terugverwijzing dient afstemming tussen eerste en tweede lijn plaats te vinden De vaatchirurg evalueert opnieuw de balans tussen het klachtenpatroon en de wens tot interventie Er volgt afbeeldend onderzoek (duplex/MRA/CTA) van de gehele vaatboom vanaf de buikaorta tot aan de voeten Aan de hand hiervan wordt in een multidisciplinaire bespreking besloten of de patiënt in aanmerking kan komen voor een percutane endovasculaire behandeling of een operatie Een multidisciplinair team is samengesteld volgens de samenwerkingsafspraken van veldpartijen en patientenverenigingen een NVvV gecertificeerd vaatchirurg en een interventie radioloog, met daarbij (op of geriater, een neuroloog (indien het carotispathologie betreft) en/of een nefroloog (indien het renale De uitslag van deze multidisciplinaire bespreking (waarbij eventueel ook overlegd wordt met de eerste lijn) wordt wederom met de patiënt besproken, zodat een weloverwogen keus gemaakt kan worden of er een interventie gaat plaatsvinden of dat patiënt doorgaat met de looptherapie, zonder interventie Na een eventuele interventie wordt patiënt terugverwezen naar de behandelend arts die de patient verwezen heeft Alleen als er een veneuze bypass is aangelegd volgt regelmatige duplex controle bij de vaatchirurg voor de duur van # Bij onhoudbare pijn, een niet-genezend ulcus en weefsel verlies volgt er meestal een klinische evaluatie, inclusief pijnbestrijding De vaatchirurg stelt aan de hand van het klachtenpatroon en de gegevens van het vaatlaboratorium (enkel/arm index, eventueel aangevuld met teendruk bij patiënten met diabetes) vast of er inderdaad sprake is van kritieke ischemie Indien er sprake is van kritieke ischemie volgt beeldvormend onderzoek van de arteriële vaatboom In het multidisciplinaire overleg wordt besloten of een interventie mogelijk is en voor welke interventie wordt gekozen In dit besluit wordt meegewogen de technische mogelijkheden in combinatie met de bevindingen bij het beeldvormend onderzoek, de conditie van de patiënt en de ernst van de ischemie De bevindingen worden Er vindt terugkoppeling plaats naar de eerste lijn Na behandeling kan patiënt naar huis worden ontslagen en wordt de wijkzorg aangevraagd voor eventuele wondzorg Soms is een tijdelijke verpleeghuisopname noodzakelijk Bij een eventuele amputatie wordt onderzocht of patiënt moet revalideren, in overleg met de revalidatiearts Er volgt vaak een langdurige wondcontrole op de polikliniek vaatchirurgie Bij genezing wordt de patiënt terug verwezen naar de eerste lijn Alleen patiënten met een veneuze bypass krijgen een periodieke controle in de tweede lijn, conform de patiënten met claudicatio intermittens In een MDO kan behandelplan worden opgesteld waarbij rekening wordt gehouden met de kwetsbaarheid Gezien het multidisciplinaire <INSTELLING> van de zorg rondom patiënten met PAV moet worden toegewerkt naar.
| 548 | fms |
Bij onhoudbare pijn, een niet-genezend ulcus en weefsel verlies volgt er meestal een klinische evaluatie, inclusief pijnbestrijding De vaatchirurg stelt aan de hand van het klachtenpatroon en de gegevens van het vaatlaboratorium (enkel/arm index, eventueel aangevuld met teendruk bij patiënten met diabetes) vast of er inderdaad sprake is van kritieke ischemie Indien er sprake is van kritieke ischemie volgt beeldvormend onderzoek van de arteriële vaatboom In het multidisciplinaire overleg wordt besloten of een interventie mogelijk is en voor welke interventie wordt gekozen In dit besluit wordt meegewogen de technische mogelijkheden in combinatie met de bevindingen bij het beeldvormend onderzoek, de conditie van de patiënt en de ernst van de ischemie De bevindingen worden Er vindt terugkoppeling plaats naar de eerste lijn Na behandeling kan patiënt naar huis worden ontslagen en wordt de wijkzorg aangevraagd voor eventuele wondzorg Soms is een tijdelijke verpleeghuisopname noodzakelijk Bij een eventuele amputatie wordt onderzocht of patiënt moet revalideren, in overleg met de revalidatiearts Er volgt vaak een langdurige wondcontrole op de polikliniek vaatchirurgie Bij genezing wordt de patiënt terug verwezen naar de eerste lijn Alleen patiënten met een veneuze bypass krijgen een periodieke controle in de tweede lijn, conform de patiënten met claudicatio intermittens In een MDO kan behandelplan worden opgesteld waarbij rekening wordt gehouden met de kwetsbaarheid Gezien het multidisciplinaire <INSTELLING> van de zorg rondom patiënten met PAV moet worden toegewerkt naar lijn moeten worden gemaakt De beschrijving daarvan valt buiten het bestek van deze richtlijn Bij al deze stappen in het zorgproces dient aandacht besteed te worden aan de zaken zoals die in de kwaliteitscriteria PAV vanuit patiëntenperspectief zijn beschreven Zoals bijv goede en volledige informatie Patiënten geven aan vaak niet voldoende informatie te krijgen over de verschillende behandelmogelijkheden Men geeft aan dat het belangrijk is dat de informatie gegeven wordt via verschillende kanalen Veel patiënten zijn nog niet âinternet-vaardigâ, vandaar dat er nadrukkelijk de wens is de informatie ook via papieren brochures aan te bieden Maar ook informatie via de website (van het ziekenhuis of Patiënten geven aan behoefte te hebben aan informatie over de verschillende behandelingen over mogelijke complicaties en over het verwachte resultaat Met name ook over de mogelijkheid dat een behandeling soms geen goed resultaat oplevert en over wat er mis kan gaan (de risicoâs) Eerlijke informatie aan de patiënt maakt gedeelde besluitvorming mogelijk en bereidt de patiënt erop voor dat het resultaat soms kan tegenvallen met wie contact opgenomen kan worden bij (spoedeisende) vragen tijdens en na kantooruren goede uitleg over het zorgtraject dat de patiënt doorloopt de patiënt kan de verwachting hebben dat behandeling per definitie in de tweede lijn plaatsvindt; indien conservatieve behandeling in de eerste lijn plaatsvindt, dan is uitgebreide informatie nodig er moet duidelijk gemaakt worden wat de looptherapie inhoudt, waar goede begeleiding door deskundige fysiotherapeuten wordt gegeven en wanneer het moment is dat de patiënt eventueel toch doorverwezen moet worden naar de tweede lijn Ook is goede.
| 560 | fms |
richtlijn Bij al deze stappen in het zorgproces dient aandacht besteed te worden aan de zaken zoals die in de kwaliteitscriteria PAV vanuit patiëntenperspectief zijn beschreven Zoals bijv goede en volledige informatie Patiënten geven aan vaak niet voldoende informatie te krijgen over de verschillende behandelmogelijkheden Men geeft aan dat het belangrijk is dat de informatie gegeven wordt via verschillende kanalen Veel patiënten zijn nog niet âinternet-vaardigâ, vandaar dat er nadrukkelijk de wens is de informatie ook via papieren brochures aan te bieden Maar ook informatie via de website (van het ziekenhuis of Patiënten geven aan behoefte te hebben aan informatie over de verschillende behandelingen over mogelijke complicaties en over het verwachte resultaat Met name ook over de mogelijkheid dat een behandeling soms geen goed resultaat oplevert en over wat er mis kan gaan (de risicoâs) Eerlijke informatie aan de patiënt maakt gedeelde besluitvorming mogelijk en bereidt de patiënt erop voor dat het resultaat soms kan tegenvallen met wie contact opgenomen kan worden bij (spoedeisende) vragen tijdens en na kantooruren goede uitleg over het zorgtraject dat de patiënt doorloopt de patiënt kan de verwachting hebben dat behandeling per definitie in de tweede lijn plaatsvindt; indien conservatieve behandeling in de eerste lijn plaatsvindt, dan is uitgebreide informatie nodig er moet duidelijk gemaakt worden wat de looptherapie inhoudt, waar goede begeleiding door deskundige fysiotherapeuten wordt gegeven en wanneer het moment is dat de patiënt eventueel toch doorverwezen moet worden naar de tweede lijn Ook is goede patiënten geven aan vaak niet voldoende informatie te krijgen over de behandeloptie looptherapie Met nadruk moet ook gewezen worden op de mogelijkheid van begeleiding door een fysiotherapeut die daar Daarnaast moet de patiënt duidelijk gemaakt worden dat dit een doelmatige en efficiënte behandelwijze is, zodat de patiënt gemotiveerd ermee start Om looptherapie als behandeling te laten slagen, is voorafgaande goede voorlichting erover en motivering van de patiënt noodzakelijk; overtuig de patiënt van het belang van structurele inpassing van looptraining in het leven van de patiënt, benadruk het chronische <INSTELLING> van de ziekte en van het feit dat het om een systemische aandoening gaat de patiënt moet zich ervan bewust zijn dat de ziekte blijvend aanwezig kan zijn, ook al zijn de klachten tijdelijk weg (gehaald) Secundaire preventie, leefstijlaanpassing, looptherapie blijven een leven lang nodig en daar kan de patiënt zelf veel in doen; bied de patiënt informatie over en ondersteuning bij de aanpak van risicofactoren en aanpassen van de leefstijl stoppen met roken, afvallen/gezond gewicht, begeleiding bij verlaging cholesterol en begeleiding angst bij de patiënt voor dreigende amputatie De patiënt heeft in deze gevallen behoefte aan uitgebreide informatie en communicatie hierover Op de specifieke vraag welke behandeling de patiënt zou kiezen (bij wondbehandeling) of een interventie (bypass/PTA/stent) werd geen eenduidig antwoord gegeven Daar verschillen de meningen over Wel werd het belang van goede informatie en goede communicatie bij medicamenteuze behandeling is extra informatie over het belang van therapietrouw nodig; informatie over de mogelijkheid tot contact met âlotgenotenâ.
| 578 | fms |
De z e ric htlijn is to t stand ge ko me n o p initiatie f van Ne de rlandse Ve re niging vo o r Radio lo gie © <DATUM> - ## ## Ric htlijne ndatabase is e e n pro duc t o nde rste und do o r he t Ke nnisinstituut van de <PERSOON> de ratie van Me disc h S pe c ialiste n Use of Statins and hydration to reduce the incidence of PC-AKI in patients with pre-existent reduced kidney Use of prophylactic N-acetylcysteine (NAC) in addition to hydration to reduce the incidence of PC-AKI in patients Use of prophylactic Vitamin C in addition to hydration to reduce the incidence of PC-AKI in patients with pre-existent reduced kidney function receiving iodine-containing intravascular contrast medium Discontinuation of nephrotoxic medication prior to intravascular contrast administration to reduce the risk of post## Use of prophylactic renal replacement therapy to reduce the risk of PC-AKI in patients with CKD stage # to # Deze richtlijn beschrijft hoe er bij patiënten, die voor beeldvormend onderzoek jodiumhoudend contrastmiddel eerste instantie aandacht besteed aan indicatiestelling welke patiënten hebben een verhoogd risico op PC-AKI en komen daarom in aanmerking voor preventieve maatregelen Daarnaast wordt er aandacht besteed aan verschillende maatregelen die gebruikt kunnen worden om PC-AKI te voorkomen De nadruk ligt hierbij op intraveneuze hydratie Tot slot wordt er aandacht besteed aan de preventie van lactaatacidose my diabetes Deze richtlijn is bedoeld voor alle artsen, die werkzaam zijn in het ziekenhuis en die beeldvormend onderzoek, al Deze richtlijn beschrijft de zorg voor patiënten die een beeldvormend onderzoek krijgen, waarbij contrastmiddel wordt toegediend De richtlijn is bedoeld voor volwassen ()<LEEFTIJD> jaar) patiënten Het gaat om jodiumhoudende Wanneer contrastmiddel in de bloedvaten komt, zou dit bij een kleine groep patiënten kunnen leiden tot nierschade Deze nierschade wordt ook wel post-contrast acute nierschade (PC-AKI) genoemd Deze schade zou voor een deel kunnen worden voorkomen door patiënten extra vocht toe te dienen via een infuus In deze richtlijn wordt eerst beschreven welke patiënten een verhoogd risico hebben op PC-AKI, en daarom in aanmerking komen voor preventieve maatregelen Daarna wordt er ook beschreven welke preventieve maatregelen het beste genomen kunnen worden, om de kans op PC-AKI effectief te verkleinen Tot slot wordt er nog extra aandacht besteed aan patiënten met diabetes type #, die metformine gebruiken Voor deze groep mensen gelden nog een aantal aanvullende maatregelen om melkzuurvergiftiging (lactaatacidose) te De Nederlandse Vereniging voor Radiologie heeft een nieuwe set richtlijnen op het gebied van veiligheid van recentelijk veel onderzoeken zijn gepubliceerd op het gebied van veiligheid van het toedienen van deze reden niet meer actueel, en diende herzien of vervangen te worden door nieuwe richtlijnen Het streven is om drie richtlijnen te publiceren over dit onderwerp, waarvan dit het eerste deel is Voor de volledige verantwoording, evidence tabellen en eventuele aanverwante producten raadpleegt u de Hoe kunnen patiënten met een hoog risico op post-contrast acute nierschade (PC-AKI) bij toediening van #.
| 576 | fms |
die beeldvormend onderzoek, al Deze richtlijn beschrijft de zorg voor patiënten die een beeldvormend onderzoek krijgen, waarbij contrastmiddel wordt toegediend De richtlijn is bedoeld voor volwassen ()<LEEFTIJD> jaar) patiënten Het gaat om jodiumhoudende Wanneer contrastmiddel in de bloedvaten komt, zou dit bij een kleine groep patiënten kunnen leiden tot nierschade Deze nierschade wordt ook wel post-contrast acute nierschade (PC-AKI) genoemd Deze schade zou voor een deel kunnen worden voorkomen door patiënten extra vocht toe te dienen via een infuus In deze richtlijn wordt eerst beschreven welke patiënten een verhoogd risico hebben op PC-AKI, en daarom in aanmerking komen voor preventieve maatregelen Daarna wordt er ook beschreven welke preventieve maatregelen het beste genomen kunnen worden, om de kans op PC-AKI effectief te verkleinen Tot slot wordt er nog extra aandacht besteed aan patiënten met diabetes type #, die metformine gebruiken Voor deze groep mensen gelden nog een aantal aanvullende maatregelen om melkzuurvergiftiging (lactaatacidose) te De Nederlandse Vereniging voor Radiologie heeft een nieuwe set richtlijnen op het gebied van veiligheid van recentelijk veel onderzoeken zijn gepubliceerd op het gebied van veiligheid van het toedienen van deze reden niet meer actueel, en diende herzien of vervangen te worden door nieuwe richtlijnen Het streven is om drie richtlijnen te publiceren over dit onderwerp, waarvan dit het eerste deel is Voor de volledige verantwoording, evidence tabellen en eventuele aanverwante producten raadpleegt u de Hoe kunnen patiënten met een hoog risico op post-contrast acute nierschade (PC-AKI) bij toediening van <DATUM> Welke risicofactoren voor PC-AKI kunnen worden geïdentificeerd bij patiënten die een beeldvormend # Hoe dient er rekening te worden gehouden met een niertransplantatie bij het inschatten van het risico op # Hoe dient er rekening te worden gehouden met een solitaire nier bij het inschatten van het risico op PCAKI? # Hoe dient er rekening te worden gehouden met de osmolaliteit van het jodiumhoudend contrastmiddel bij # Wat is de rol van vragenlijsten en voorspellingsmodellen bij het inschatten van het risico op PC-AKI? Beschouw patiënten met een eGFR (## ml/min/#,##m# behorende tot een hoog-risico groep voor <PERSOON> dezelfde aanbevelingen toe bij patiënten met een niertransplantatie of een mononier als bij patiënten met Optimale nefrologische zorg dient het primaire doel te zijn bij alle patiënten met chronische nierziekten, met Overweeg alternatieve beeldvorming zonder jodiumhoudend CM bij alle patiënten met een verhoogd risico op Streef naar klinische euvolemie voorafgaand aan een onderzoek met intravasculair jodiumhoudend CM Gebruik geen vragenlijsten en predictiemodellen om het risico van PC-AKI te schatten, omdat de validiteit en het Exposure of intravascular iodine-containing contrast media has been associated with the development of PCAKI Low- or iso-osmolar contrast medium (LOCM or IOCM) is used for all intravascular CM administration There is controversy regarding the causal relation between intravascular CM and PC-AKI, since prospective controlled trials are lacking Moreover, most prospective studies of PC-AKI included patients undergoing coronary angiography or percutaneous coronary intervention There are several important differences that.
| 581 | fms |
Welke risicofactoren voor PC-AKI kunnen worden geïdentificeerd bij patiënten die een beeldvormend # Hoe dient er rekening te worden gehouden met een niertransplantatie bij het inschatten van het risico op # Hoe dient er rekening te worden gehouden met een solitaire nier bij het inschatten van het risico op PCAKI? # Hoe dient er rekening te worden gehouden met de osmolaliteit van het jodiumhoudend contrastmiddel bij # Wat is de rol van vragenlijsten en voorspellingsmodellen bij het inschatten van het risico op PC-AKI? Beschouw patiënten met een eGFR (## ml/min/#,##m# behorende tot een hoog-risico groep voor <PERSOON> dezelfde aanbevelingen toe bij patiënten met een niertransplantatie of een mononier als bij patiënten met Optimale nefrologische zorg dient het primaire doel te zijn bij alle patiënten met chronische nierziekten, met Overweeg alternatieve beeldvorming zonder jodiumhoudend CM bij alle patiënten met een verhoogd risico op Streef naar klinische euvolemie voorafgaand aan een onderzoek met intravasculair jodiumhoudend CM Gebruik geen vragenlijsten en predictiemodellen om het risico van PC-AKI te schatten, omdat de validiteit en het Exposure of intravascular iodine-containing contrast media has been associated with the development of PCAKI Low- or iso-osmolar contrast medium (LOCM or IOCM) is used for all intravascular CM administration There is controversy regarding the causal relation between intravascular CM and PC-AKI, since prospective controlled trials are lacking Moreover, most prospective studies of PC-AKI included patients undergoing coronary angiography or percutaneous coronary intervention There are several important differences that First, athero-emboli and hemodynamic instability during cardiac angiography may cause procedure-related AKI Second, the cardiac angiography studies thus far lacked a matched control group, and can therefore not discriminate between AKI and PC-AKI Third, the effect of the concentrated intra-arterial CM bolus given via a catheter may not be generalized to typical IV injections In our literature summary we have chosen not to focus on the identification of risk factors that are associated with an increased risk of PC-AKI on top of impaired kidney function, but rather on factors that are associated with a reduction of PC-AKI risk when these patient groups receive hydration Studies that have described risk factors for PC-AKI have been extracted from the first literature search Although many factors have been shown to be associated with risk of PC-AKI, it is unclear whether hydration of patients will actually reduce their <PERSOON> most important methodological limitations regarding observational studies with IV CM is that these studies are not controlled by randomization For this reason, two large observational studies used PS-matching to compare contrast-enhanced computed tomographic (CT) scan recipients and clinically similar patients who underwent an unenhanced CT scan Davenport et al showed in a ##-year propensity score-matched retrospective study, including ##,### hospitalised patients with a stable kidney function, that patients with an eGFR (## ml/min/# ##m# had a #-fold increased risk of PC-AKI compared to patients without LOCM enhanced CT (Davenport, ###b) A limitation of this study is that the risk of PC-AKI was assessed solely in inpatients and.
| 603 | fms |
during cardiac angiography may cause procedure-related AKI Second, the cardiac angiography studies thus far lacked a matched control group, and can therefore not discriminate between AKI and PC-AKI Third, the effect of the concentrated intra-arterial CM bolus given via a catheter may not be generalized to typical IV injections In our literature summary we have chosen not to focus on the identification of risk factors that are associated with an increased risk of PC-AKI on top of impaired kidney function, but rather on factors that are associated with a reduction of PC-AKI risk when these patient groups receive hydration Studies that have described risk factors for PC-AKI have been extracted from the first literature search Although many factors have been shown to be associated with risk of PC-AKI, it is unclear whether hydration of patients will actually reduce their <PERSOON> most important methodological limitations regarding observational studies with IV CM is that these studies are not controlled by randomization For this reason, two large observational studies used PS-matching to compare contrast-enhanced computed tomographic (CT) scan recipients and clinically similar patients who underwent an unenhanced CT scan Davenport et al showed in a ##-year propensity score-matched retrospective study, including ##,### hospitalised patients with a stable kidney function, that patients with an eGFR (## ml/min/# ##m# had a #-fold increased risk of PC-AKI compared to patients without LOCM enhanced CT (Davenport, ###b) A limitation of this study is that the risk of PC-AKI was assessed solely in inpatients and Inpatients are probably older, have a lower eGFR and are at higher risk for AKI than the general population McDonald, ### showed in a ##-year PS-matched retrospective study, including about ##,### predominantly hospitalised patients with an eGFR â¥## ml/min/# ##m# , no evidence of risk of <PERSOON> risk of AKI following CT examinations, with or without LOCM, was increased in patients with an eGFR (## ml/min/# ##m# In addition, IV LOCM was not related to excess risk of dialysis or death (McDonald, ###; McDonald, ###) In contrast to the study of Davenport, where a single PS model was applied to the entire cohort, the findings of McDonald were derived from propensity scores generated for each distinct CKD group AKI rates ranged from #% in the group with eGFR )## ml/min/# ##m# to ##% in the group with eGFR (## ml/min/# ##m# A limitation of the studies of McDonaldâs is that due to the non-randomized design only known confounders were included in their PS-model and unmeasured confounders may have affected the results In particular, patients who received CM are more likely to have received intravenous hydration or other preventive measures compared with patients who underwent unenhanced CT In addition, patients who were administered potentially nephrotoxic medications at the time of scanning or who had severe renal impairment may have been less likely to receive CM In the Saliña-trial, <PERSOON> showed in ### CKD patients that ultra-short hydration with sodium bicarbonate prior.
| 650 | fms |
Inpatients are probably older, have a lower eGFR and are at higher risk for AKI than the general population McDonald, ### showed in a ##-year PS-matched retrospective study, including about ##,### predominantly hospitalised patients with an eGFR â¥## ml/min/# ##m# , no evidence of risk of <PERSOON> risk of AKI following CT examinations, with or without LOCM, was increased in patients with an eGFR (## ml/min/# ##m# In addition, IV LOCM was not related to excess risk of dialysis or death (McDonald, ###; McDonald, ###) In contrast to the study of Davenport, where a single PS model was applied to the entire cohort, the findings of McDonald were derived from propensity scores generated for each distinct CKD group AKI rates ranged from #% in the group with eGFR )## ml/min/# ##m# to ##% in the group with eGFR (## ml/min/# ##m# A limitation of the studies of McDonaldâs is that due to the non-randomized design only known confounders were included in their PS-model and unmeasured confounders may have affected the results In particular, patients who received CM are more likely to have received intravenous hydration or other preventive measures compared with patients who underwent unenhanced CT In addition, patients who were administered potentially nephrotoxic medications at the time of scanning or who had severe renal impairment may have been less likely to receive CM In the Saliña-trial, <PERSOON> showed in ### CKD patients that ultra-short hydration with sodium bicarbonate prior This outcome may result in healthcare savings in <PERSOON>, ###a) <PERSOON> also studied the risk of PC-AKI in another RCT (Nefros-trial) no hydration vs sodium bicarbonate hydration (### ml #h before CT) in ### patients with eGFR (## ml/min/# ##m# ) undergoing CT-pulmonary angiography <PERSOON> Nefros-trial showed no difference in risk of PC-AKI and need of dialysis between both groups These results suggest that prehydration can be safely withheld in CKD patients exposed to IV CM for <PERSOON>, ###b) Apart from preventive hydration, patients should receive adequate volume replacement therapy (with normal # Risk models or tools for stratification of patient risk Prediction models which give an accurate estimated risk of developing PC-AKI are of great value and benefit in clinical decision making (Davenport, ###a) <PERSOON> development of risk prediction models cumulating in prediction models is not a new phenomenon (Davenport, ###b) <PERSOON> continuing need for these models comes from need of clinicians for easy targeting patients who have a high risk for developing PC-AKI and thus zeroing of A risk prediction model should undergo three analytical phases before putting it in use First phase <PERSOON> risk score or algorithm should be derived from a study that clearly defined its endpoint of Second phase External validation, this should take place in several independent populations <PERSOON> questionnaires that are nowadays in use outside the Netherlands cannot be considered highly valid, since.
| 658 | fms |
This outcome may result in healthcare savings in <PERSOON>, ###a) <PERSOON> also studied the risk of PC-AKI in another RCT (Nefros-trial) no hydration vs sodium bicarbonate hydration (### ml #h before CT) in ### patients with eGFR (## ml/min/# ##m# ) undergoing CT-pulmonary angiography <PERSOON> Nefros-trial showed no difference in risk of PC-AKI and need of dialysis between both groups These results suggest that prehydration can be safely withheld in CKD patients exposed to IV CM for <PERSOON>, ###b) Apart from preventive hydration, patients should receive adequate volume replacement therapy (with normal # Risk models or tools for stratification of patient risk Prediction models which give an accurate estimated risk of developing PC-AKI are of great value and benefit in clinical decision making (Davenport, ###a) <PERSOON> development of risk prediction models cumulating in prediction models is not a new phenomenon (Davenport, ###b) <PERSOON> continuing need for these models comes from need of clinicians for easy targeting patients who have a high risk for developing PC-AKI and thus zeroing of A risk prediction model should undergo three analytical phases before putting it in use First phase <PERSOON> risk score or algorithm should be derived from a study that clearly defined its endpoint of Second phase External validation, this should take place in several independent populations <PERSOON> questionnaires that are nowadays in use outside the Netherlands cannot be considered highly valid, since prediction model improved clinical outcome are lacking Web-based tools and apps derived from these A promising novel tool has been advocated by Gurm (Lenhard, ###) This web-based and easy to use risk prediction algorithm may prove useful for both bedside clinical decision making (<PERSOON> https //bmc# org/calculators/cin) A limitation of this tool is that it is primarily focused on patients undergoing PCI procedures, since it was derived from this specific patient population Considering all these factors, the Working Group recommends the future development of an easy to use robust tool, which can be used in all cases where iodine-containing contrast is used in patients Such a tool must be preferably usable in a bedside manner; therefore a web-based or app solution would be optimal Given the limited information available in literature, it is unclear whether kidney transplantation patients have an increased risk of PC-AKI and whether hydration of these patients will decrease this risk Therefore, the Working Group advises to apply the same preventive measures to reduce the risk of PC-AKI in kidney transplantation According to the Working Group, patients with a solitary kidney do not have an increased risk of PC-AKI and thus recommends that this patient group should be evaluated for PC-AKI in a similar way as patients with There is no literature available with regard to protection of residual-diuresis in dialysis patients after exposure Working Group recommends to strive for euvolemia before performing any CM-enhanced radiographic For intravenous iodine-containing CM administration there is no upper dose limit above which the risk of PC-AKI.
| 613 | fms |
apps derived from these A promising novel tool has been advocated by Gurm (Lenhard, ###) This web-based and easy to use risk prediction algorithm may prove useful for both bedside clinical decision making (<PERSOON> https //bmc# org/calculators/cin) A limitation of this tool is that it is primarily focused on patients undergoing PCI procedures, since it was derived from this specific patient population Considering all these factors, the Working Group recommends the future development of an easy to use robust tool, which can be used in all cases where iodine-containing contrast is used in patients Such a tool must be preferably usable in a bedside manner; therefore a web-based or app solution would be optimal Given the limited information available in literature, it is unclear whether kidney transplantation patients have an increased risk of PC-AKI and whether hydration of these patients will decrease this risk Therefore, the Working Group advises to apply the same preventive measures to reduce the risk of PC-AKI in kidney transplantation According to the Working Group, patients with a solitary kidney do not have an increased risk of PC-AKI and thus recommends that this patient group should be evaluated for PC-AKI in a similar way as patients with There is no literature available with regard to protection of residual-diuresis in dialysis patients after exposure Working Group recommends to strive for euvolemia before performing any CM-enhanced radiographic For intravenous iodine-containing CM administration there is no upper dose limit above which the risk of PC-AKI with regard to PC-AKI is critical above a certain level It has been advocated by Nyman et al to use the absolute eGFR that is corrected for body surface area (see also chapter #) and that the risk of PC-AKI is limited when the administered iodine dose (in gram iodine) to eGFR ratio remains below <DATUM> (Nyman, ###) In the cardiology literature Gurm et al indicate that the risk of PC-AKI is increased above a CM volume to creatinine clearance (or eGFR) ratio of # # This corresponds at a cut-off level of eGFR ## ml/min/# ##m# to a CM volume of ###ml <PERSOON> Working Group suggests considering the use of these ratios, especially in intra-arterial CM administration with first pass renal exposure See for explanation Table # in Appendix below According to the Working Group expert opinion hydration is not indicated in hemodynamic stable or euvolemic <PERSOON> literature contains conflicting reports about whether IOCM is associated with less risk for AKI than <PERSOON> available studies have several limitations About # different LOCM are considered as a group in comparison with one IOCM Studies generally provided little detail about clinical indications for the diagnostic or therapeutic procedures or other clinical details, such as the severity of the renal impairment, comorbidity, total contrast volume, length of procedure, and contrast injection rates Studies had to report the incidence of AKI based on serum creatinine levels at baseline and within ## hours of contrast injection.
| 590 | fms |
PC-AKI is critical above a certain level It has been advocated by Nyman et al to use the absolute eGFR that is corrected for body surface area (see also chapter #) and that the risk of PC-AKI is limited when the administered iodine dose (in gram iodine) to eGFR ratio remains below <DATUM> (Nyman, ###) In the cardiology literature Gurm et al indicate that the risk of PC-AKI is increased above a CM volume to creatinine clearance (or eGFR) ratio of # # This corresponds at a cut-off level of eGFR ## ml/min/# ##m# to a CM volume of ###ml <PERSOON> Working Group suggests considering the use of these ratios, especially in intra-arterial CM administration with first pass renal exposure See for explanation Table # in Appendix below According to the Working Group expert opinion hydration is not indicated in hemodynamic stable or euvolemic <PERSOON> literature contains conflicting reports about whether IOCM is associated with less risk for AKI than <PERSOON> available studies have several limitations About # different LOCM are considered as a group in comparison with one IOCM Studies generally provided little detail about clinical indications for the diagnostic or therapeutic procedures or other clinical details, such as the severity of the renal impairment, comorbidity, total contrast volume, length of procedure, and contrast injection rates Studies had to report the incidence of AKI based on serum creatinine levels at baseline and within ## hours of contrast injection obtained if secondary end points would be evaluated Relevant secondary end points are the proportion of patients who required specific treatment for acute renal failure, who required dialysis, or who died of acute renal IOCM is isotonic to plasma, but with a much higher viscosity than the LOCM In animal studies it has been shown that renal iodine-containing CM concentration was increased for IOCM and retention was prolonged ## hours post injection compared with LOCM injection Also, enhanced expression of kidney injury markers was found after IOCM injection These effects were strengthened by severely impaired renal function Liss et al described in ### a higher risk of PC-AKI in patients after IOCM injection in comparison with LOCM injection <PERSOON> data are further confirmed by a recent propensity score study by McDonald et al in which #,### patients (### with stage <DATUM> CKD, ### with stage # CKD, and ### with stage <DATUM> CKD) were included After propensity score adjustment, rates of AKI, dialysis, and mortality were not significantly higher in the IOCM group compared with the non-contrast group for all CKD subgroups (AKI odds ratios [<PERSOON> the patientsâ perspective it is important to notice that hydration with #L saline pre- and post-iodinecontaining CM can harm an individual patient and cause acute heart failure Finally, the annual healthcare costs for preventive hydration defined by the CBO ### guideline are estimated to be ## million euros.
| 598 | fms |
end points would be evaluated Relevant secondary end points are the proportion of patients who required specific treatment for acute renal failure, who required dialysis, or who died of acute renal IOCM is isotonic to plasma, but with a much higher viscosity than the LOCM In animal studies it has been shown that renal iodine-containing CM concentration was increased for IOCM and retention was prolonged ## hours post injection compared with LOCM injection Also, enhanced expression of kidney injury markers was found after IOCM injection These effects were strengthened by severely impaired renal function Liss et al described in ### a higher risk of PC-AKI in patients after IOCM injection in comparison with LOCM injection <PERSOON> data are further confirmed by a recent propensity score study by McDonald et al in which #,### patients (### with stage <DATUM> CKD, ### with stage # CKD, and ### with stage <DATUM> CKD) were included After propensity score adjustment, rates of AKI, dialysis, and mortality were not significantly higher in the IOCM group compared with the non-contrast group for all CKD subgroups (AKI odds ratios [<PERSOON> the patientsâ perspective it is important to notice that hydration with #L saline pre- and post-iodinecontaining CM can harm an individual patient and cause acute heart failure Finally, the annual healthcare costs for preventive hydration defined by the CBO ### guideline are estimated to be ## million euros In summary, IV administered iodine-containing CM is most likely a weak independent nephrotoxic risk factor in patients with stable eGFR of less than ## ml/min/# ##m# , for which hydration might be needed to prevent PCAKI Intravenous CM does not appear to be a risk factor in patients with stable eGFR between ## and ## When iodine-containing CM is administrated intra-arterially, it is most likely an independent risk factor for PCAKI in patients with stable eGFR of less than ## ml/min/# ##m# , therefore hydration is needed to prevent PCAKI Appendix A little help for interpretation of contrast enhanced CT studies <PERSOON> most relevant CM injection parameter for enhancement in CT of solid organs (e g liver) is usually the CM Dose (in mgI) which is equivalent to CM volume x CM concentration Typical values range from ##,###-##,### <PERSOON> most relevant parameter for enhancement in CT angiography or for arterial enhancement in CT of organs (e g liver, pancreas, adrenal glands) is the CM Iodine Delivery Rate or Iodine Flux (in mg Iodine/s), which is equivalent to CM injection rate x CM concentration For large vessels typical values range from ###-### As noted above, because of increased signal of iodine-containing CM at lower tube voltages, a voltage of ### kVp may be used effectively to lower the iodine-containing CM dose In comparison to ### kVp a reduction imaging is also an effective way to reduce iodine loads in patients with renal impairment (Nyman, ###).
| 628 | fms |
most likely a weak independent nephrotoxic risk factor in patients with stable eGFR of less than ## ml/min/# ##m# , for which hydration might be needed to prevent PCAKI Intravenous CM does not appear to be a risk factor in patients with stable eGFR between ## and ## When iodine-containing CM is administrated intra-arterially, it is most likely an independent risk factor for PCAKI in patients with stable eGFR of less than ## ml/min/# ##m# , therefore hydration is needed to prevent PCAKI Appendix A little help for interpretation of contrast enhanced CT studies <PERSOON> most relevant CM injection parameter for enhancement in CT of solid organs (e g liver) is usually the CM Dose (in mgI) which is equivalent to CM volume x CM concentration Typical values range from ##,###-##,### <PERSOON> most relevant parameter for enhancement in CT angiography or for arterial enhancement in CT of organs (e g liver, pancreas, adrenal glands) is the CM Iodine Delivery Rate or Iodine Flux (in mg Iodine/s), which is equivalent to CM injection rate x CM concentration For large vessels typical values range from ###-### As noted above, because of increased signal of iodine-containing CM at lower tube voltages, a voltage of ### kVp may be used effectively to lower the iodine-containing CM dose In comparison to ### kVp a reduction imaging is also an effective way to reduce iodine loads in patients with renal impairment (Nyman, ###) for conversion of iodine dose (in mg Iodine) to CM volume (in ml) and vice versa Table # Conversion of CM dose (in mgI) to CM volume (in ml) f or CM concentrations @ ### kVp <PERSOON>-contrast acute kidney injury (PC-AKI) is acute kidney injury after exposure to iodine-containing contrast medium <PERSOON> Dutch Centraal Begeleidings Orgaan (CBO) ### guideline defined CIN (PC-AKI in this guideline) as an increase of serum creatinine of )##% or )##µmol/L within # to # days after exposure to iodine-containing contrast medium In the CBO ### guideline the prediction of the risk for PC-AKI and dialysis was based on the <PERSOON> risk-score A risk-score of )#% for dialysis treatment was considered âhigh risk of PC-AKIâ for which pre-hydration and post-hydration with #<PERSOON> # #% are indicated <PERSOON> CBO ### guideline has been Recent studies show a much lower risk of PC-AKI and need for dialysis treatment after exposure to iodinecontaining contrast media Most likely, incidence and severity of PC-AKI have been overestimated by previous uncontrolled studies All instances of AKI after iodine-containing contrast media administration were ascribed to PC-AKI, even though there are many other causes of AKI Therefore, we explored from recent studies the risk of In addition to prevention of PC-AKI, optimal nephrology care is important to prevent AKI in patients with impaired renal function Currently, end stage renal disease (ESRD) is most often caused by atherosclerotic vascular disease, hypertension and type # diabetes <PERSOON> goal in patients with chronic kidney disease (CKD).
| 672 | fms |
volume (in ml) and vice versa Table # Conversion of CM dose (in mgI) to CM volume (in ml) f or CM concentrations @ ### kVp <PERSOON>-contrast acute kidney injury (PC-AKI) is acute kidney injury after exposure to iodine-containing contrast medium <PERSOON> Dutch Centraal Begeleidings Orgaan (CBO) ### guideline defined CIN (PC-AKI in this guideline) as an increase of serum creatinine of )##% or )##µmol/L within # to # days after exposure to iodine-containing contrast medium In the CBO ### guideline the prediction of the risk for PC-AKI and dialysis was based on the <PERSOON> risk-score A risk-score of )#% for dialysis treatment was considered âhigh risk of PC-AKIâ for which pre-hydration and post-hydration with #<PERSOON> # #% are indicated <PERSOON> CBO ### guideline has been Recent studies show a much lower risk of PC-AKI and need for dialysis treatment after exposure to iodinecontaining contrast media Most likely, incidence and severity of PC-AKI have been overestimated by previous uncontrolled studies All instances of AKI after iodine-containing contrast media administration were ascribed to PC-AKI, even though there are many other causes of AKI Therefore, we explored from recent studies the risk of In addition to prevention of PC-AKI, optimal nephrology care is important to prevent AKI in patients with impaired renal function Currently, end stage renal disease (ESRD) is most often caused by atherosclerotic vascular disease, hypertension and type # diabetes <PERSOON> goal in patients with chronic kidney disease (CKD) cardiovascular morbidity and mortality According to the guideline Care of the Patient with Chronic Renal Damage (###) of the Dutch Federation of Nephrology (NFN), the following advices for optimal nephrology care are relevant for the present guideline avoid nephrotoxic medications, avoid dehydration and hypovolemia, There are no studies that identified risk factors for PC-AKI that can reliably discriminate There is a low level of evidence that the risk of PC-AKI was similar in patients who underwent CT-scans with intravenous iodine-containing contrast and those who underwent CT-scans <PERSOON> following risk factors for the development of PC-AKI were consistently identified in multiple studies in patients who underwent a CT-scan and intravenous iodine-containing multiple studies in patients who underwent CAG and intra-arterial iodine-containing contrast medium administration chronic kidney disease, multivessel coronary artery disease, older We are uncertain what the risk is of PC-AKI after iodinated CM in patients with a kidney We are uncertain what risk is of PC-AKI after iodinated CM in patients with a solitary kidney There is a low level of evidence that iso-osmolar CM administration has a lower risk of PCAKI than low osmolar CM administration in patients undergoing intra-arterial contrast There is a low level of evidence that iso-osmolar contrast administration has a similar risk of PC-AKI when compared with low osmolar contrast medium administration in patients with It is unclear whether one measurement tool for the prediction of PC-AKI risk in patients undergoing intra-arterial contrast administration is superior to another measurement tool to.
| 619 | fms |
to the guideline Care of the Patient with Chronic Renal Damage (###) of the Dutch Federation of Nephrology (NFN), the following advices for optimal nephrology care are relevant for the present guideline avoid nephrotoxic medications, avoid dehydration and hypovolemia, There are no studies that identified risk factors for PC-AKI that can reliably discriminate There is a low level of evidence that the risk of PC-AKI was similar in patients who underwent CT-scans with intravenous iodine-containing contrast and those who underwent CT-scans <PERSOON> following risk factors for the development of PC-AKI were consistently identified in multiple studies in patients who underwent a CT-scan and intravenous iodine-containing multiple studies in patients who underwent CAG and intra-arterial iodine-containing contrast medium administration chronic kidney disease, multivessel coronary artery disease, older We are uncertain what the risk is of PC-AKI after iodinated CM in patients with a kidney We are uncertain what risk is of PC-AKI after iodinated CM in patients with a solitary kidney There is a low level of evidence that iso-osmolar CM administration has a lower risk of PCAKI than low osmolar CM administration in patients undergoing intra-arterial contrast There is a low level of evidence that iso-osmolar contrast administration has a similar risk of PC-AKI when compared with low osmolar contrast medium administration in patients with It is unclear whether one measurement tool for the prediction of PC-AKI risk in patients undergoing intra-arterial contrast administration is superior to another measurement tool to There are no RCTs that compared risk of AKI after a radiological procedure with or without iodine-containing CM Moreover, most identified risk factors for PC-AKI are also risk factors for AKI As a consequence, we can only summarize risk factors for PC-AKI from observational studies Since these risk factors cannot reliably discriminate between risk of AKI or PC-AKI, we could not use these specific risk factors for the present guideline There are no prospective randomized controlled trials (RCTs) that compared the risk of AKI in patients undergoing CT scans with or without low osmolar (LO) CM Three retrospective observational studies compared the incidence of AKI in patients who underwent CT-scans either with or without intravenous contrast administration (<PERSOON> RJ, ###; Davenport ###a) <PERSOON>, ### matched contrast and noncontrast patients by eGFR, while McDonald and Davenport used Propensity Score matching <PERSOON> (###) and McDonald (###) reported in respectively ##,### and ##,### patients that risk of post CT-scan AKI was similar in patients who underwent CT-scans with intravenous contrast and those who <PERSOON> (###) reported that #<DATUM> ### (##%) of patients receiving iohexol CM developed PC-AKI compared to McDonald (###) reported that AKI risk was not significantly different between "contrast" and "non-contrast" groups in any risk subgroup after propensity score (PS) matching by using reported risk factors of CIN (low risk incidence between enhanced and unenhanced CT scans in the same <PERSOON> test Ï(#) = # ##, In contrast, Davenport (###) showed in a ##-year <DATUM> propensity score-matched retrospective study, including.
| 648 | fms |
procedure with or without iodine-containing CM Moreover, most identified risk factors for PC-AKI are also risk factors for AKI As a consequence, we can only summarize risk factors for PC-AKI from observational studies Since these risk factors cannot reliably discriminate between risk of AKI or PC-AKI, we could not use these specific risk factors for the present guideline There are no prospective randomized controlled trials (RCTs) that compared the risk of AKI in patients undergoing CT scans with or without low osmolar (LO) CM Three retrospective observational studies compared the incidence of AKI in patients who underwent CT-scans either with or without intravenous contrast administration (<PERSOON> RJ, ###; Davenport ###a) <PERSOON>, ### matched contrast and noncontrast patients by eGFR, while McDonald and Davenport used Propensity Score matching <PERSOON> (###) and McDonald (###) reported in respectively ##,### and ##,### patients that risk of post CT-scan AKI was similar in patients who underwent CT-scans with intravenous contrast and those who <PERSOON> (###) reported that #<DATUM> ### (##%) of patients receiving iohexol CM developed PC-AKI compared to McDonald (###) reported that AKI risk was not significantly different between "contrast" and "non-contrast" groups in any risk subgroup after propensity score (PS) matching by using reported risk factors of CIN (low risk incidence between enhanced and unenhanced CT scans in the same <PERSOON> test Ï(#) = # ##, In contrast, Davenport (###) showed in a ##-year <DATUM> propensity score-matched retrospective study, including ##m# had a #-fold increased risk of PC-AKI compared to patients without LOCM enhanced CT (OR # ## (##%CI # <DATUM> (Davenport ###a), with a trend toward significance in patients with an eGFR ##-## ml/min/# ##m# IV LOCM did not appear to be associated with PC-AKI in patients with an eGFR )## ml/min/# ##m# # Risk Factor Analysis (Which risk factors for PC-AKI can be identified in patients scheduled for an imaging A total of ## observational studies that examined the determinants of PC-AKI risk in a multivariable model were Ten studies examined PC-AKI risk in patients undergoing Computed Tomography scans with intravenous Forty-four studies examined PC-AKI risk in patients undergoing coronary angiography (CAG) and/or percutaneous coronary intervention (PCI) with intra-arterial iodine-containing contrast medium <PERSOON> study populations of these studies ranged from ### to ### <PERSOON> multivariable models contained # to ## parameters As shown in tables #, # and # (Appendix) the following risk factors for the development of PC-AKI were identified in patients who underwent a CT-scan and intravenous iodine-containing contrast medium medication use of hydrochlorothiazide, diuretics or concurrent use of # nephrotoxic agents (all reported in risk of PC-AKI is inversely associated with kidney function (risk factor in # out of # studies); As shown in tables #, # and # (Appendix) the following risk factors for the development of PC-AKI were body mass index (BMI), either overweight ()## kg/m#, risk factor in # out of # studies) or underweight.
| 725 | fms |
PC-AKI compared to patients without LOCM enhanced CT (OR # ## (##%CI # <DATUM> (Davenport ###a), with a trend toward significance in patients with an eGFR ##-## ml/min/# ##m# IV LOCM did not appear to be associated with PC-AKI in patients with an eGFR )## ml/min/# ##m# # Risk Factor Analysis (Which risk factors for PC-AKI can be identified in patients scheduled for an imaging A total of ## observational studies that examined the determinants of PC-AKI risk in a multivariable model were Ten studies examined PC-AKI risk in patients undergoing Computed Tomography scans with intravenous Forty-four studies examined PC-AKI risk in patients undergoing coronary angiography (CAG) and/or percutaneous coronary intervention (PCI) with intra-arterial iodine-containing contrast medium <PERSOON> study populations of these studies ranged from ### to ### <PERSOON> multivariable models contained # to ## parameters As shown in tables #, # and # (Appendix) the following risk factors for the development of PC-AKI were identified in patients who underwent a CT-scan and intravenous iodine-containing contrast medium medication use of hydrochlorothiazide, diuretics or concurrent use of # nephrotoxic agents (all reported in risk of PC-AKI is inversely associated with kidney function (risk factor in # out of # studies); As shown in tables #, # and # (Appendix) the following risk factors for the development of PC-AKI were body mass index (BMI), either overweight ()## kg/m#, risk factor in # out of # studies) or underweight medication statins (decrease of risk in # study), diuretics, calcium antagonists, insulin, angiotensin converting enzyme (ACE) inhibitors or angiotensin-II receptor blockers (ARB) (no consistent risk factors); contrast volume sometimes reported as ratio between administered contrast volume and eGFR, ratio between contrast volume and body surface area or maximal estimated contrast dose (risk factor in ## out # How should a history of kidney transplantation be taken into account when assessing a patient for PC-AKI Only a limited number of studies reported about kidney transplant recipients that received intravascular iodinecontaining contrast We found no prospective studies of PC-AKI in kidney transplant recipients We included three retrospective studies with a limited number of patients No studies were found about kidney transplant <PERSOON>, ### conducted a retrospective study to evaluate the incidence of PC-AKI in kidney transplant recipients Patients received intravascular iodine-containing contrast for a CT scan, pulmonary angiogram, or cardiac catheterization PC-AKI was defined as a rise in serum creatinine of â¥# # mg/dl or a â¥##% decrease in eGFR from baseline value at ## to ## hours following the exposure of iodine-containing contrast media Patients were only included if they had a stable kidney function before contrast administration ### patients were included At baseline all patients had a high baseline eGFR (mean eGFR ## ml/min/# ##m# ) Seven patients developed PC-AKI (<DATUM> ) Patients who developed PC-AKI had a mean age of ## years, mean eGFR ## ml/min/# ##m# , and received a mean volume of iodine-containing contrast of ### ml.
| 701 | fms |
diuretics, calcium antagonists, insulin, angiotensin converting enzyme (ACE) inhibitors or angiotensin-II receptor blockers (ARB) (no consistent risk factors); contrast volume sometimes reported as ratio between administered contrast volume and eGFR, ratio between contrast volume and body surface area or maximal estimated contrast dose (risk factor in ## out # How should a history of kidney transplantation be taken into account when assessing a patient for PC-AKI Only a limited number of studies reported about kidney transplant recipients that received intravascular iodinecontaining contrast We found no prospective studies of PC-AKI in kidney transplant recipients We included three retrospective studies with a limited number of patients No studies were found about kidney transplant <PERSOON>, ### conducted a retrospective study to evaluate the incidence of PC-AKI in kidney transplant recipients Patients received intravascular iodine-containing contrast for a CT scan, pulmonary angiogram, or cardiac catheterization PC-AKI was defined as a rise in serum creatinine of â¥# # mg/dl or a â¥##% decrease in eGFR from baseline value at ## to ## hours following the exposure of iodine-containing contrast media Patients were only included if they had a stable kidney function before contrast administration ### patients were included At baseline all patients had a high baseline eGFR (mean eGFR ## ml/min/# ##m# ) Seven patients developed PC-AKI (<DATUM> ) Patients who developed PC-AKI had a mean age of ## years, mean eGFR ## ml/min/# ##m# , and received a mean volume of iodine-containing contrast of ### ml required in any <PERSOON> authors concluded that in kidney transplant recipients with a baseline eGFR )## Agrawal, ### conducted a retrospective study to evaluate the incidence of PC-AKI in kidney transplant recipients They included ## patients for an elective or emergent cardiac catheterization procedure Two definitions for PC-AKI were used #) rise in serum creatinine of ##% or # # mg/dl within ## hours post-iodinecontaining contrast medium exposure, and #) rise in serum creatinine of ##% or #,# mg/dl within ## days post iodine-containing contrast medium exposure All patients received peri-procedural hydration with intravenous saline or sodium bicarbonate <PERSOON> mean age was ## years <PERSOON> median baseline eGFR was ## ml/min/# ##m# (##-## ml/min/# ##m# ) Diabetes was present in ## patients <PERSOON> incidence of PC-AKI using the primary definition was <DATUM> This included # patient requiring temporary dialysis <PERSOON> incidence of PC-AKI using the secondary definition was <DATUM> No information was given about the volumes of iodine-containing contrast media used <PERSOON> authors concluded that PC-AKI is common in kidney transplant recipients (Agrawal, ###) Fananapazir, ### conducted a retrospective study in kidney transplant recipients One hundred patients underwent a renal graft arteriography PC-AKI was defined as an increase in serum creatinine of # # mg/dl or more compared to the creatinine value before arteriography PC-AKI could be assessed in ## patients <PERSOON> mean age was ## years.
| 684 | fms |
any <PERSOON> authors concluded that in kidney transplant recipients with a baseline eGFR )## Agrawal, ### conducted a retrospective study to evaluate the incidence of PC-AKI in kidney transplant recipients They included ## patients for an elective or emergent cardiac catheterization procedure Two definitions for PC-AKI were used #) rise in serum creatinine of ##% or # # mg/dl within ## hours post-iodinecontaining contrast medium exposure, and #) rise in serum creatinine of ##% or #,# mg/dl within ## days post iodine-containing contrast medium exposure All patients received peri-procedural hydration with intravenous saline or sodium bicarbonate <PERSOON> mean age was ## years <PERSOON> median baseline eGFR was ## ml/min/# ##m# (##-## ml/min/# ##m# ) Diabetes was present in ## patients <PERSOON> incidence of PC-AKI using the primary definition was <DATUM> This included # patient requiring temporary dialysis <PERSOON> incidence of PC-AKI using the secondary definition was <DATUM> No information was given about the volumes of iodine-containing contrast media used <PERSOON> authors concluded that PC-AKI is common in kidney transplant recipients (Agrawal, ###) Fananapazir, ### conducted a retrospective study in kidney transplant recipients One hundred patients underwent a renal graft arteriography PC-AKI was defined as an increase in serum creatinine of # # mg/dl or more compared to the creatinine value before arteriography PC-AKI could be assessed in ## patients <PERSOON> mean age was ## years All patients received peri-procedural hydration with intravenous saline or sodium bicarbonate Three patients (#%) met the criteria for PC-AKI At ## days after the procedure, none of the patients required dialysis or had graft failure In a subgroup analysis, patients who had an arteriography without angioplasty or stenting, there was a statistically # How should a solitary kidney be taken into account when assessing a patient for PC-AKI risk? There is no evidence that in patients with a solitary kidney the risk of PC-AKI is higher than in patients with McDonald (###) conducted a retrospective study evaluating differences in clinical characteristics and outcomes between the solitary and bilateral kidney groups after intravenous iodine-containing contrast administration Propensity score matching yielded a cohort of ### patients with solitary kidneys and ### patients with bilateral kidneys Patients were included if they were ## years or older and underwent contrast-enhanced CT PC-AKI was defined as an increase in serum creatinine level of either (a) at least #,# mg/dl or (b) at least # # mg/dl or ##% over baseline in the ##-## hours after the CT scan <PERSOON> mean age of the group of solitary kidney patients was ## years, of whom ##% had diabetes mellitus ##% had an eGFR )## ml/min/# ##m# , ##% an eGFR ##-## ml/min/# ##m# , and # #% an eGFR (## ml/min/# ##m# All patients received intravascular hydration with saline (pre-hydration and post-hydration).
| 698 | fms |
sodium bicarbonate Three patients (#%) met the criteria for PC-AKI At ## days after the procedure, none of the patients required dialysis or had graft failure In a subgroup analysis, patients who had an arteriography without angioplasty or stenting, there was a statistically # How should a solitary kidney be taken into account when assessing a patient for PC-AKI risk? There is no evidence that in patients with a solitary kidney the risk of PC-AKI is higher than in patients with McDonald (###) conducted a retrospective study evaluating differences in clinical characteristics and outcomes between the solitary and bilateral kidney groups after intravenous iodine-containing contrast administration Propensity score matching yielded a cohort of ### patients with solitary kidneys and ### patients with bilateral kidneys Patients were included if they were ## years or older and underwent contrast-enhanced CT PC-AKI was defined as an increase in serum creatinine level of either (a) at least #,# mg/dl or (b) at least # # mg/dl or ##% over baseline in the ##-## hours after the CT scan <PERSOON> mean age of the group of solitary kidney patients was ## years, of whom ##% had diabetes mellitus ##% had an eGFR )## ml/min/# ##m# , ##% an eGFR ##-## ml/min/# ##m# , and # #% an eGFR (## ml/min/# ##m# All patients received intravascular hydration with saline (pre-hydration and post-hydration) In summary, it is unclear whether patients with a solitary kidney have an increased risk of PC-AKI and whether # How should the osmolality of iodine-containing contrast medium be taken into account when assessing PCAKI risk? A meta-analysis by Eng, ### including a total of ## studies with #,### patients who underwent intra-arterial contrast administration, and in whom the risk of PC-AKI was compared between iso-osmolar contrast (IOCM) described a total of # studies with #,### patients who underwent intra-venous contrast administration, and in whom the risk of PC-AKI was compared between IOCM and LOCM, were also analysed A pooled analysis of the systematic review by Eng, ### is shown below in Figure # Pooled results of ## studies in #,### patients who underwent intravascular contrast administration showed a barely significant difference in risk of PC-AKI between iso-osmolar contrast media and low osmolar contrast media (RR # ##, ##% CI # ## to <DATUM> p=# ##), in favour of iso-osmolar contrast media However, this difference is not clinically relevant if a minimal clinically relevant difference of ##% is applied Pooled results of # studies in #,### patients who underwent intra-venous contrast administration find no significant difference in risk of PC-AKI between isoosmolar contrast media and low osmolar contrast media (RR # ##, ##% CI # ## to # ##, p=# ##) Figure # Pooled analysis of studies comparing dif f erent types of iodine-containing contrast A total of ## studies with ##,### patients were identified that developed or validated a model to predict the risk.
| 715 | fms |
# How should the osmolality of iodine-containing contrast medium be taken into account when assessing PCAKI risk? A meta-analysis by Eng, ### including a total of ## studies with #,### patients who underwent intra-arterial contrast administration, and in whom the risk of PC-AKI was compared between iso-osmolar contrast (IOCM) described a total of # studies with #,### patients who underwent intra-venous contrast administration, and in whom the risk of PC-AKI was compared between IOCM and LOCM, were also analysed A pooled analysis of the systematic review by Eng, ### is shown below in Figure # Pooled results of ## studies in #,### patients who underwent intravascular contrast administration showed a barely significant difference in risk of PC-AKI between iso-osmolar contrast media and low osmolar contrast media (RR # ##, ##% CI # ## to <DATUM> p=# ##), in favour of iso-osmolar contrast media However, this difference is not clinically relevant if a minimal clinically relevant difference of ##% is applied Pooled results of # studies in #,### patients who underwent intra-venous contrast administration find no significant difference in risk of PC-AKI between isoosmolar contrast media and low osmolar contrast media (RR # ##, ##% CI # ## to # ##, p=# ##) Figure # Pooled analysis of studies comparing dif f erent types of iodine-containing contrast A total of ## studies with ##,### patients were identified that developed or validated a model to predict the risk External validation of the <PERSOON> score No studies were found to design or validate risk stratifications tools for patients undergoing intra-venous <PERSOON> summaries of the results of these studies are described in Table ## (Appendix) In most studies only internal validation of the risk model was performed When external validation of a model was performed, the predictive ability of the model was not strong (AUC (# # in most cases) Furthermore, from the information provided in the included studies it was not possible to conclude whether one type of risk model was superior to <PERSOON> concordance statistic (c-statistic) or area under a ROC curve (AUC) of the risk model was calculated in A value of # # means that the model is no better than predicting an outcome than random chance; A value of # means that the model perfectly predicts those who will experience a certain outcome and <PERSOON> following risk scores showed a c-statistic or AUC higher than # #, indicating that the models were âgoodâ in the New Preprocedure Risk Score by Duan (###), the Athens CIN Score (Lazaros, ###), the risk scores by <PERSOON>, Gao, the ACEF, the <PERSOON>, ###; Gao, ###)), the risk score by Gurm (###), the <PERSOON> risk Cardiovascular Data Register (NCDR) Risk Model of <PERSOON> sensitivity of the tools for risk estimation varied from ##% (CHADS# score, Chou, ###) to ##% of the simple risk score of <PERSOON> on an external data set <PERSOON> (###) found ##% sensitivity for this risk score.
| 717 | fms |
were found to design or validate risk stratifications tools for patients undergoing intra-venous <PERSOON> summaries of the results of these studies are described in Table ## (Appendix) In most studies only internal validation of the risk model was performed When external validation of a model was performed, the predictive ability of the model was not strong (AUC (# # in most cases) Furthermore, from the information provided in the included studies it was not possible to conclude whether one type of risk model was superior to <PERSOON> concordance statistic (c-statistic) or area under a ROC curve (AUC) of the risk model was calculated in A value of # # means that the model is no better than predicting an outcome than random chance; A value of # means that the model perfectly predicts those who will experience a certain outcome and <PERSOON> following risk scores showed a c-statistic or AUC higher than # #, indicating that the models were âgoodâ in the New Preprocedure Risk Score by Duan (###), the Athens CIN Score (Lazaros, ###), the risk scores by <PERSOON>, Gao, the ACEF, the <PERSOON>, ###; Gao, ###)), the risk score by Gurm (###), the <PERSOON> risk Cardiovascular Data Register (NCDR) Risk Model of <PERSOON> sensitivity of the tools for risk estimation varied from ##% (CHADS# score, Chou, ###) to ##% of the simple risk score of <PERSOON> on an external data set <PERSOON> (###) found ##% sensitivity for this risk score Specificity was highest for the Athens CIN Score (Lazaros, ###), and this was accompanied with a positive predictive value of ##% and a negative predictive value of ##% Highest reported specificity of the <PERSOON> score was ##% (Aykan, ###) Specificity of the simple risk score of <PERSOON> (###) was found to be ##% based on an <PERSOON> utility of patient questionnaires that can predict impaired kidney function and guide which patients need eGFR evaluation will be discussed briefly in chapter # on eGFR evaluation However, in NL it has been common practice to determine eGFR in all patients receiving intravascular iodine-containing CM and therefore their use is A summary of risk factors for PC-AKI was made from observational studies with, unfortunately, very low to low <PERSOON> level of evidence has been graded as low due to the observational nature of the included studies For the patients receiving iodine-containing contrast for CT-scan the level of evidence has been graded low, due to downgrading by # points # for imprecision and # for heterogeneity of included studies For the patients receiving iodine-containing contrast media for CAG and/or PCI the level of evidence has been graded low, due to downgrading by # points for imprecision (wide confidence interval, surpassing borders of Grading of evidence by using the GRADE method was not possible, since this was a diagnostic question Thus the EBRO methodology was applied (<PERSOON>, ###) <PERSOON> included studies were graded as EBRO B.
| 669 | fms |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.