text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
Bezoekadres Gemeente Amsterdam -
Weesperstraat 105A SD .
4018 VN Amsterdam ” Economische Zaken
Pastbus 2133
1009 CC Amsterdam PAN :
Telefoon 020 552 3205 TO :
„Fax 020 552 2860 Retouradres: EZA, Postbus 2133, 1000 CC Amsterdam
www.ez.amsterdam.nl
. FloraCulture International
. Tav. de heer J.N. Kras
Vondelstraat 162
1054 GV Amsterdam
Datum 10 december 2008
Ons kenmerk -
Behandeld door dhr. W. Knop
Doorkiesnummer 020-254 9711
E-mail [email protected] : :
_ Onderwerp beantwoording raadsadres
Geachte heer Kras, :
en : Naar aanleiding van uw brief d.d. 8 september 2008 aan de Gemeenteraad, inzake
: geluidsoverlast Schiphol, is op 1 oktober 2008 tijdens de vergadering van de
. …__ Gemeenteraad besloten deze brief, een raadsadres, in handen te stellen van het College :
DO …… van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. Middels deze brief wordt hieraan gevolg
De gegeven. Een afschrift van deze brief wordt gezonden aan de leden van de
Raadscommissie Financiën en Economische Zaken.
in uw brief geeft u aan de afgelopen zomer zeer veel last te hebben gehad van landende
vliegtuigen over uw huis. Uit uw brief maak ik op dat u met name last heeft gehad van
vliegtuigen die landen op de Schiphol- Oostbaan én mogelijk op de Buitenvelderibaan.
. : Uw tweede klacht betreft het optreden van de *RLD’ ik neem aan dat u hiermee de
. : Luchtverkeersleiding Nedertand bedoelt (LVNL). Tenslotte vraagt u of wij als gemeente
ne een einde kunnen maken aan de overlast die u ondervindt.
Wat uw eerste klacht betreft. wegens onderhoudswerkzaamheden aan de
: Zwanenburgbaan deze zomer is er een tijdelijke toename van het aantal landingen op de …
. Büitenveldertbaan geweest. Daarnaast was met name in augustus en september de
Schiphol- Oostbaan meer dan normaäl in gebruik in verband met harde wind uit het
noordwesten. Landen op de Schiphol-oostbaan leidt inderdaad tot overlast in Amsterdam |
Oe en dan vooral in uw buurt, Amsterdam Zuid. Dit gebruik is echter beperkt tot minder dan ij
7 . één procent van het aantal landingen. De baan wordt slechts dan gebruikt als de
. . weersomstandigheden zodanig zijn dat andere banen niet gebruikt kunnen worden. De
Schiphol-oostbaan is overigens een baan die niet “verdonkeremaand” wordt zoals u stelt |
doch in alle officiële stukken en wetgeving voorkomt. : |
Met betrekking tot uw klacht over de LVNL (RLD) kan ik mij uw irritatie voorstellen als de |
De enige argumentatie over hun optreden naar u toe is: “wij zijn een zelfstandig |
… bestuursorgaan”. De LVNL is inderdaad een zelfstandig bestuursorgaan dattottaak heeft |
het vliegverkeer veilig af te handelen. De criteria voor het afwikkelen van dit vliegverkeer |
zijn echter omschreven in wet en regelgeving. Dit neemt niet weg dat ook in deze tijd dit
: afwikkelen van het vliegverkeer nog steeds sterk afhankelijk is van weersomstandigheden
. . : Esonomische Zaken is bereikbaar per metro of fram, helte Waterlooplein (tramlijnen 9 en 14} en
Weesperplein (tramlijnen 7 en 10). : |
| |
|
3 december 2008 Gemeente Amsterdam .
Kenmerk - Economische Zaken
Pagina 2 van 2
(vliegtuigen starten en landen tegen de wind in} en dat dit gegeven ook verwerkt is in de
regelgeving.
- Tenslotte kan ik u zeggen dat op grond van het recente Aldersadvies dat zich richt op de
ontwikkeling van schiphol tot 2020 en waar Amsterdam bij de totstandkoming bestuurlijk
betrokken is geweest de vooruitzichten voor Amsterdam redelijk positief zijn. De kern van
het advies is dat de afwikkeling van het verkeer zoveel mogelijk moet worden afgewikkeld
boven dun bevolkt gebied (en dus NIET boven Amsterdam). Dit betekent dat de banen die
tot verkeer boven Amsterdam leiden zo min mogelijk mogen worden ingezet. Dit moet
ertoe leiden dat ondanks de groei van Schiphol de overlast met ten minste vijf procent zal
afnemen de komende jaren. Voor Amsterdam zal deze afname groter zijn door het
: verminderd inzetten van de Buitenveldertbaan.
In de hoop u met deze informatie van dienst geweest te zijn,
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Lj
pmm Û í 4
7 Ë mer" ;
gemeentesecretaris búrge Gester
drs, H. de Jong j mMr2M.J. Cohen
Ly
/
Á
2 |
|
| Raadsadres | 2 | train |
VN2021-019361 Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
verkeerenor 96 Gemeente MLW
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MLW van og september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 10
Datum besluit 8 juni 2021
Onderwerp
Betaald parkeren op zondag in het Museumkwartier en De Pijp
De commissie wordt gevraagd
* kennis te nemen van het besluit van het college tot invoering van betaald parkeren op zondag
in het Museumkwartier en De Pijp waarbij per 3 oktober 2021 betaald parkeren op zondag
geldt van 12.00u. - 24.00 Uur voor een tarief van € 6,- per uur;
e kennis te nemen van de inspraakreacties en de Nota van Beantwoording.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentewet
1. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
In het begrotingsvoorstel ‘Samen sterker uit de crisis‘ hebben de coalitiepartijen het voorstel gedaan
om betaald parkeren op zondag in te voeren in De Pijp en het Museumkwartier. Het voorstel tot
invoering van betaald parkeren op zondag is opgenomen in de begroting 2021.
Op 1 december 2020 heeft het college het voornemen in de inspraak gebracht. De inspraakperiode
liep officieel van 7 december t/m 29 janvari. Na het besluit van het college is bij de publicatie hiervan
al wel de inspraakpagina op de website van de gemeente geopend, inclusief de mogelijkheid om in
te spreken. Naar aanleiding van de inspraak zijn er ca. 2.000 reacties binnen gekomen. Hiervan was
ca.87% tegen invoering van betaald parkeren op zondag en 8,5% voor invoering. De overige reacties
kwamen met alternatieven voor het voorstel.
Argumenten voor en tegen
Veruit het belangrijkse argument tegen invoering van betaald parkeren op zondag is het sociaal
bezoek. Insprekers geven aan dat zondag de enige dag is dat hun bezoek gratis kan parkeren
en dat dit voor hen bij uitstek de dag was om sociaal bezoek te ontvangen. Ook insprekers die
aangaven wel een hoge parkeerdruk te ervaren gaven aan dat de mogelijkheid dat het bezoek
gratis kan parkeren voor hen zwaarder weegt dan een verlaging van de parkeerdruk. Een ander
argument tegen invoering was dat de insprekers helemaal geen hoge parkeerdruk ervaren. Ook bij
de voorstanders zijn er twee hoofdargumenten waarom zij graag betaald parkeren ingevoerd zien.
Een deel van de voorstanders geeft aan zelf de auto niet meer kwijt te kunnen vanwege de hoge
parkeerdruk. Een ander argument is het klimaat, hierbij geven insprekers aan dat er teveel auto's in
de stad zijn en dat het goed is deze extra te belasten.
Reden bespreking
O.v.v. het lid Marttin (VVD).
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.7 1
VN2021-019361 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
Verkeer en or % Amsterdam M LW
%
Voordracht voor de Commissie MLW van og september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan het begrotingsvoorstel ‘Samen sterker uit de crisis!
waarin de coalitiepartijen het voorstel hebben gedaan om betaald parkeren op zondag in te voeren
in De Pijp en het Museumkwartier. Het voorstel tot invoering van betaald parkeren op zondag is
opgenomen in de begroting 2021.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-071607 | Commissie MLW (a) Voordracht (pdf)
Gebied betaald parkeren op zondag in het Museumkwartier en De Pijp. pdf
AD2021-071604
(pdf)
AD2021-071606 Nota van beantwoording.pdf (pdf)
inspraakreacties betaald_parkeren_museumkwartier_en_de_pijp
AD2021-071605 ‚
Anoniem.xlsx (excel12book)
Ter Inzage
| Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Verkeer & Openbare Ruimte, J. Steenge, 06 2292 0672, j.steenge amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 4TT
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder A
Ingekomen op woensdag 12 juni 2013
Behandeld op woensdag 12 juni 2013
Status Ingetrokken
Onderwerp
Amendement van de raadsleden mevrouw De Soete en de heer Paternotte inzake
het intrekken van de Verordening op de stadsdelen en het vaststellen van
de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (integrale afweging budget in
de bestuurscommissie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en
wethouders van 7 mei 2013 inzake:
— _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437);
— intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van
de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438);
Overwegende dat:
— _ het budget van de bestuurscommissies volgt uit het pakket van taken en
bevoegdheden die aan hen worden toegekend;
— _in de hoofdlijnen bestuurlijk stelsel (raadsvoordracht 1 november 2012) staat dat
binnen de door college en raad overgedragen bevoegdheden
bestuurscommissies nog integrale afwegingen maken en eigen gebiedsgerichte
prioriteiten Kunnen stellen, met de daarbij behorende keuzes voor allocatie van
middelen en budget;
— een integrale afweging van het budget vanuit de lokale gebiedsagenda en de
uitvoeringsvoorschriften wenselijk is,
Besluit:
in ontwerp-besluit nr. 438 van 2013, de Verordening op de bestuurscommissies 2013:
— aan artikel 34: budget voor de bestuurscommissies, een derde lid toe te voegen,
luidende:
‘De bestuurscommissies kunnen integrale afwegingen maken en eigen
gebiedsgerichte prioriteiten stellen, met de daarbij behorende keuzes voor
allocatie van middelen en budget’;
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 477 A d é
Datum _ 26 juni 2013 mendemen
— de wijziging in alle relevante artikelen in de Verordening op de bestuurs-
commissies 2013 en de stukken aangaande het nieuw bestuurlijk stelsel vanaf
2014 te verwerken.
De leden van de gemeenteraad,
M. de Soete
J.M. Paternotte
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2021
Nummer 137
Behandeld op 10 maart 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen
(Onderzoek naar het staken van paardenpolo op het Museumplein)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de beraadslaging inzake wijzigen van de locatieprofielen (NR.
VN2021-000707).
Constaterende dat:
- de gemeente Amsterdam stelt dat evenementen met dieren ongewenst
zijn vanwege dierenwelzijnsbezwaren, zoals het gesleep met dieren en
de beperkingen van het natuurlijke gedrag van dieren;
- tegelijkertijd het paardenpolo-evenement op het Museumplein jaarlijks
plaatsvindt;
- dit evenement grote sommen subsidies ontvangt, van 2016 tot 2020 al
180.000 euro.
Overwegende dat:
-— veel paarden lijden onder ernstige welzijnsproblemen, doordat deze
sociale kuddedieren vaak eenzaam worden opgesloten in kleine boxen
— uit een rapport van Dier & Recht (jan, 2020) blijkt dat het gebruik van
bitten in de paardensport leidt tot onnodig veel pijn en stress;
- dierenwelzijn een grotere prioriteit voor het college dient te zijn, dan het
faciliteren van een gedateerd dieronvriendelijk evenement.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Onderzoek te doen welke juridische (bijvoorbeeld vergunningen,
dierenwelzijn) en financiële mogelijkheden (niet verstrekken van subsidies
of de werkelijk kosten doorberekenen) er zijn om dit evenement te staken
en hierover de gemeenteraad te informeren.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 1152
Publicatiedatum 13 december 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.M. van der Pligt van
30 oktober 2013 inzake Financiële dienstverlening en budgetbeheer (FIBU).
Amsterdam, 11 december 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster:
De fractie van de SP heeft begrepen dat in de week van 21 oktober 2013 de betaling
van het leefgeld door Financiële dienstverlening en budgetbeheer (FIBU) aan
daklozen wederom bij een aantal mensen niet helemaal goed is gegaan. Pas een dag
later dan toegezegd stond het geld op de rekening. Dat is in 2013 vanaf juli al zeker
vierde keer dat er iets mis gaat. In het begin van de zomer, toen er ook een storing
was, heeft wethouder Hilhorst de raad toegezegd per brief op de zaak terug te
komen. Die brief is tot op heden niet verschenen. In de commissievergadering van
29 augustus 2013 is aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en
Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede en Programma
Maatschappelijke Investeringen beloofd dat er een stuk zou komen over de
maatregelen die college had genomen en neemt om dit soort storingen te voorkomen.
Dit nadat er wederom een storing bij FIBU was geweest. Tot op heden is dat stuk er
niet.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 30 oktober 2013, namens de fractie
van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat iser in de week van 21 oktober 2013 fout gegaan bij FIBU?
Antwoord:
Er is eind oktober 2013 geen sprake geweest van een fout. Het betreft hier de
betaling aan Fibu klanten die per maand een bedrag aan leefgeld ontvangen. In
het intake gesprek wordt aan deze Fibu klanten uitgelegd dat dit bedrag kan
worden overgemaakt op de eerste werkdag volgend op de dag dat de uitkeringen
zijn uitbetaald. Deze klanten van Fibu zijn op basis daarvan gewend rond de 26
ste van de maand hun leefgeld te ontvangen. Nu de 26 ste oktober op een
zaterdag viel hebben zij dit bedrag op de maandag daarna ontvangen.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Le docember 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 30 oktober 2013
2. Kan het college een overzicht geven van welke storingen er zijn geweest bij FIBU
met daarbij hoe deze zijn ontstaan en vervolgens zijn opgelost? Zijn deze
maatregelen voldoende gebleken? Kan het college het antwoord toelichten?
Zo nee, welke maatregelen gaat het college nemen om het wel definitief op te
lossen?
Antwoord:
In de brief over betaalincidenten die is bijgevoegd bij de tk stukken voor de
raadscommissie WPA van 14 november 2013 vindt u alle informatie over
storingen en de naar aanleiding daarvan getroffen maatregelen. Aan dit overzicht
moet inmiddels worden toegevoegd een verstoring die zich heeft voorgedaan op
26 november 2013. De voor die datum geplande leefgeldbetalingen zijn een dag
later aangekomen bij de klanten. Deze vertraging vond zijn oorzaak in een
generieke verstoring in het betaalverkeer bij de ING op 25 november 2013.
3. In 2012 is er bezuinigd op FIBU, onder andere op het aantal medewerkers die de
regeling uit moeten voeren. Hebben de storingen daar een relatie mee of in het
geheel niet? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Nee er is geen relatie tussen storingen en bezuinigingen.
4. Op welke termijn zijn alle problemen met FIBU opgelost en kunnen de daklozen
weer rekenen op een tijdige uitbetaling van hun leefgeld?
Antwoord:
Zoals gemeld was er in dit geval geen sprake van een verstoring. Er wordt zoals
in genoemde brief gemeld een onderzoek uitgevoerd om te zien of nog
aanvullende maatregelen nodig zijn om de continuïteit van de betalingen optimaal
te borgen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Inhoudsopgave
Voorwoord 4
Samenvatting 5
1 Inleiding 7
1.1 Aanleiding 7
1.2 Context 7
1.3 Beschrijving en afbakening scope 8
2 Beleidscontext 9
2.1 Beleidskaders 9
21.1 Omgevingsvisie 2050 (2021) 9
21.2 Amsterdam Autoluw (2020) 10
21.3 30 km/uur in de stad (2022) 10
21.4 De Hubvisie Amsterdam (2021) 10
2.2 Beleidsontwikkelingen 11
2.2.1 Amsterdams Akkoord (2022) 11
2.2.2 _Doorontwikkeling autoluw 11
2.2.3 _ Daily Urban System van Metropoolregio Amsterdam 12
2.2.4 _ Sociale inclusiviteit 12
2.2.5 Openbaar vervoer 12
2.2.6 Mobility as a Service 13
2.2.7 Digitale regie op het gebruik van de openbare ruimte — Mobiliteitscentrale 13
22.8 Gebiedsontwikkelingen — woningbouwopgave 13
2.3 Mogelijkheden van het systeem: vergunning versus concessie 14
2.4 Beleidsdoelen deelvervoer komende 4 jaar 14
3 Focus en maatregelen voor komende jaren 16
3.1 Algemene richting: betere toegankelijkheid 16
3.2 De (elektrische) deelfiets 18
3.2.1 Introductie deelfiets 18
3.2.2 Ervaringen vanuit de lopende deelfietsexperimenten 19
3.2.3 Beleidsmaatregelen deelfiets 19
3.2.4 Uitvoeren: waar gaan we mee door (korte termijn)? 19
3.2.5 Proberen: wat zijn de nieuwe kansen/ innovaties ? 20
3.26 Onderzoeken: hoe kan het beter? 20
3.3 De elektrische deelbakfiets 22
3.3.1 Introductie deelbakfiets 22
3.3.2 Ervaringen vanuit het lopende deelbakfietsexperiment 22
3.3.3 Beleidsmaatregelen deelbakfiets 23
3.3.4 Uitvoeren: waar gaan we mee door (korte termijn)? 23
3.3.5 Proberen: wat zijn de nieuwe kansen/innovaties ? 24
3.36 Onderzoeken: hoe kan het beter? 24
Nota Deelvervoer 2023 | 2
3.4 De elektrische deelscooter 26
341 Introductie deelscooter 26
3.4.2 Ervaringen vanuit het lopende deelscooterexperiment 26
34.3 Beleidsmaatregelen deelscooter 27
344 Onderzoeken: hoe kan het beter? 28
3.4.5 Uitvoeren: waar gaan we mee door (korte termijn)? 28
34.6 Proberen: wat zijn de nieuwe kansen/ innovaties? 30
3.5 De deelauto 32
35.1 Introductie deelauto 32
3.5.2 Ervaringen met de deelauto 32
3.5.3 Algemene maatregelen deelauto 34
3.5.4 Maatregelen en onderzoeken Free-floating deelauto 34
3.5.5 Maatregelen en onderzoeken standplaatsgebonden/zone-floating deelauto 37
356 Niet-commerciële vormen van autodelen 38
Bijlage 39
I. Rapportage Deelmobiliteit 2022;
Deelvervoer in Amsterdam: deelfiets, deelbakfiets, deelscooter en deelauto.
Nota Deelvervoer 2023 | 3
Voorwoord
Onze stad wordt steeds drukker. Er komen steeds meer inwoners, forensen en bezoekers bij. Dat
betekent dat we beter moeten nadenken over hoe we met de ruimte in de stad omgaan. Op dit
moment gaat een heel groot deel van onze ruimte op aan verkeer. De vele auto’s waarvoor we plek
hebben gemaakt in onze stad staan 90% van de tijd stil. Dat is zonde, want als we daar slimmer mee
omgaan, kunnen we die ruimte gebruiken voor andere dingen. Een deelauto kan door maar liefst
20 tot 25 bestuurders worden gebruikt. Dat zijn allemaal bestuurders die dan geen eigen auto hoeven
te hebben, die stilstaat in de stad.
De ruimte die we kunnen vrijmaken met deelvervoer, is dus enorm. We kunnen die ruimte gebruiken
voor dingen die we belangrijk vinden. Zodat kinderen ruimte hebben om te spelen, wijken vergroend
kunnen worden, mensen uit de buurt elkaar kunnen ontmoeten en er meer ruimte kan worden
vrijgemaakt voor fietsparkeren en afvalcontainers.
En ik snap heel goed dat voor veel mensen de auto af en toe heel handig is. Om een familielid op
te halen, meubels te vervoeren, ergens wat verder weg naartoe te gaan waar je niet makkelijk met
het openbaar vervoer komt, of met kleine kinderen en hun hele hebben en houwen ergens te gaan
logeren. Maar juist hiervoor zou heel goed een deelauto of deelbakfiets gebruikt kunnen worden.
Daarom zijn we in Amsterdam al 25 jaar geleden begonnen met het aanbieden van deelvervoer. En we
hebben niet alleen auto’s, maar ook scooters, fietsen én bakfietsen! Want er zijn zoveel verschillende
situaties waar weer een andere vorm van vervoer het handigst is. En we zorgen er ook voor dat de
overstap van openbaar vervoer of auto’s aan de rand van de stad naar deelvervoer gemakkelijker
wordt. Zodat iedereen op een goede manier van deur tot deur kan reizen.
De laatste jaren zijn er veel ontwikkelingen geweest op het gebied van deelvervoer. We hebben
succesvolle proeven uitgevoerd met buurthubs, kleine plekken met elektrisch deelvervoer, afgestemd
op de behoeften van de buurt. We hebben de deelbakfietsen inmiddels in de stad en die worden
goed gebruikt. Om die reden willen we deelvervoer nu laten aanbieden in grotere aantallen en
beter verspreid over de stad. Dat vraagt om een herziening van het beleid, zodat we de groei van
deelvervoer op een goede manier kunnen laten verlopen.
Wat mij betreft heeft deelvervoer de toekomst als alternatief voor autobezit en als aanvulling op het
fietsen en het openbaar vervoer in onze stad en de regio. De komende vier jaar gebruiken we om te
werken aan de verdere ontwikkeling van deelvervoer en willen we ervoor zorgen dat het beschikbaar
en bereikbaar is voor alle Amsterdammers. Daar gaan we mee aan de slag, zodat het deelvervoer
aansluit bij de behoefte van de bewoners en bezoekers, en we aan de slag kunnen met de ruimte
die we terugkrijgen.
es Melanie van der Horst
wv Wethouder Verkeer en Vervoer
u Me Rs ad _— .
| KA
Nota Deelvervoer 2023 | 4
Samenvatting
Deelvervoer in Amsterdam Wat zijn de belangrijkste beleids-
wijzigingen op hoofdlijnen?
Het aantal inwoners en bezoekers in Amsterdam
groeit de komende jaren fors en daarmee ook de Amsterdam zet ook de komende jaren in op verdere
mobiliteit. De mogelijkheden van het gebruik van de groei van deelvervoer als alternatief voor de eigen
schaarse openbare ruimte kent grenzen. Naast deze auto door vergroting van de mobiliteitskeuzes en ten
mobiliteitsopgave liggen er ook grote (ruimtelijke) behoeve van efficiënt gebruik van de beschikbare
opgaven op het gebied van klimaat(adaptatie) en openbare ruimte in de stad.
stadsbehoud. Om in te spelen op de steeds snellere
ontwikkelingen is een flexibel, robuust en voor iedereen De hoofdlijnen voor de komende jaren zijn hieronder
toegankelijk mobiliteitssysteem nodig. Dit vraagt om kort samengevat:
een mobiliteitstransitie, waarbij we sturen op gebruik 1 Vooralle toegestane vormen van deelvervoer
in plaats van bezit. Minder personenauto’s in privébezit (deelfiets, deelbakfiets, deelscooter en deelauto)
biedt kansen voor een schoner mobiliteitssysteem en geldt dat we inzetten op een groter aanbod en
efficiënter ruimtebeslag. Deelvervoer speelt hierin een betere spreiding over de hele stad. Het aantal
belangrijke rol. Het is een alternatief voor het eigen deelvoertuigen en de spreiding hiervan over de
autobezit en autogebruik; zeker in combinatie met het stad bepalen immers de beschikbaarheid van een
openbaar vervoer. Deelvervoer is daarnaast duurzaam, alternatief voor de privéauto. Voor bewoners is dit
flexibel en het stimuleert de ketenreis. een van de grote drempels om over te stappen
op deelvervoer (kosten en toegang zijn andere
belangrijke aspecten).
Waarom deze Nota Deelvervoer 2 _ Voor alle vormen van deelvervoer geldt dat inpas-
2023? sing in de openbare ruimte en het terugdringen
van hinder onze aandacht heeft. De afgelopen
Amsterdam biedt al lang ruimte aan verschillende jaren is veel aandacht uitgaan naar het terug-
professionele aanbieders om 24/7 deelvervoer aan dringen van hinderlijk geparkeerde deelscooters
te bieden in de openbare ruimte. In 2020 is ook de vanwege de beperkte stallingscapaciteit op
stadsbrede autodeelvergunning opgenomen in de straat. Ook zijn met de aanbieders verschillende
Parkeerverordening (vanuit de Agenda Autodelen maatregelen getroffen om de parkeerhinder te
2019). Deel(bak)fietsen en deelscooters zijn een relatief verminderen. In gebieden waar veel klachten
nieuwe ontwikkeling in de stad. In gecontroleerde vandaan komen, leveren we daarboven maatwerk.
experimenten (vanuit de Nota Deelmobiliteit 2019) De komende jaren is dit voor alle vormen van
met een specifieke looptijd is afgelopen jaren ervaring deelvervoer een blijvend punt van aandacht in een
opgedaan met deelscooters, deelbakfietsen en stad die maar blijft groeien. Met een geclusterd
deelfietsen. aanbod van deelvervoer in hubs zorgen we steeds
meer voor een goede inpassing.
We hebben geleerd van de afgelopen jaren en 3 _De speerpunten van voorliggende Nota Deel-
leggen in deze Nota Deelvervoer 2023 de basis vervoer 2023 zijn:
voor verdere ontwikkeling van deelvervoer. Met — Verlenging van het experiment met de deelfiets
uitbreiding van het aanbod en met aanscherpingen (uitgezonderd de deelbakfiets) — inclusief
van de vergunningvoorwaarden, voor het aanbieden monitoring — is nodig om goed onder-
van deelvervoer in de komende jaren, nemen we bouwde keuzes te maken over de deelfiets in
een belangrijke vervolgstap. Ondertussen blijven Amsterdam. Het doel voor het komend jaar is
we investeren in onderzoek naar alle vormen van om beter inzicht te verkrijgen in de gebruikers
deelvervoer (professioneel, particulier gedeeld en en de bijdrage van de deelfiets aan de beleids-
coöperatief) en wijze van aansturing (vergunning en/of doelstellingen.
concessie), want deze relatief jonge vorm van vervoer is — Het omzetten van het experiment met de
voortdurend in ontwikkeling. deelbakfiets naar vaststaand beleid. Qua aan-
tallen betekent dat de groei van 110 nu in de
Rivierenbuurt en Oost naar 750 verspreid over
de hele stad — en eventuele gecontroleerde
groei naar 1.000 en daarna 1.250 deelbak-
fietsen.
Nota Deelvervoer 2023 | 5
— Het omzetten van het experiment met de Wat zijn de beleidsdoelen de
deelscooter naar vaststaand beleid. Qua komende vier jaar?
aantallen betekent dit de groei van 770 nu
naar 1.200 en maximaal 600 deelscooters per
aanbieder met spreiding over de hele stad — en 1 Passende mobiliteitskeuzes voor alle
een eventuele groei naar 1.500 deelscooters Amsterdammers
(totaal). Ook in gebieden die minder goed door het
— Voor de deelauto is (reeds staand beleid) een reguliere openbaar vervoer worden ontsloten —
aantal ontwikkelingen beschreven waarmee denk hierbij aan delen van Zuidoost, Nieuw-West
we verwachten dat deze vorm van deelvervoer en Noord — levert deelvervoer een concrete
de komende jaren kan ‘groeien van niche naar bijdrage aan meer, schone mobiliteitskeuzes voor
mainstream’. Qua aantallen betekent dit voor bewoners.
de free-floating deelauto de groei van 2.500 2 Publieke mobiliteit als alternatief voor de eigen
deelauto’s in totaal en 500 per aanbieder nu auto
naar maximaal 3.000 deelauto’s in totaal en 600 Bewoners en bezoekers van Amsterdam bewegen
per aanbieder. zich bij voorkeur lopend, fietsend en met publiek
4 De gemeente zet in op deelvervoer met vervoer. Actieve en schone mobiliteit draagt
deelauto's, deelscooters en deel(bak)fietsen als immers bij aan een leefbare en gezonde stad. De
alternatief voor de privéauto, omdat dit ruim- combinatie van openbaar vervoer en deelvervoer
te-efficiënter is én bijdraagt aan schone lucht. De (publieke mobiliteit) vormt samen hét alternatief
elektrische deelfiets, deelbakfiets en deelscooter voor de privéauto.
zijn uitstootvrij. De free-floating deelauto’s — de 3 Deelvervoer levert een bijdrage aan minder druk
helft van alle deelauto’s — zijn ook uitstootvrij. De op de openbare ruimte
andere helft — deelauto’s met vaste standplaats Deelvervoer levert — onder andere in combinatie
— zijn nog merendeels fossiel en in transitie. En met het parkeerbeleid — de komende jaren een
hoewel deelauto’s doorgaans nieuwer (en schoner) bijdrage aan het verlagen van de druk op de
zijn, en de deelautogebruiker 10% minder vaak openbare ruimte.
rijdt, blijft de koers volledig uitstootvrij in 2025. 4 _Deelvervoer als onderdeel van het regionaal
5 Amsterdam kan door overig beleid de juiste mobiliteitssysteem
condities voor groei en spreiding van deelvervoer Deelvervoer groeit de komende jaren tot
stimuleren. een volwaardig onderdeel van het regionaal
— Door het invoeren van betaald parkeren in mobiliteitssysteem. Hiermee draagt het bij aan
Noord, Nieuw-West en Zuidoost wordt het voor het verminderen van de auto-afhankelijkheid en
aanbieders interessanter om hun servicegebied het privéautobezit. We zien dat elke vorm van
uit te breiden. deelvervoer een eigen doel heeft. Deelvervoer
— Een andere belangrijke factor voor het gebruik is hiermee nadrukkelijk geen one-size-fits-all-
(en aanbod) van deelvervoer is de nabijheid concept.
van openbaar vervoer.
— Door gerichte communicatie wijzen we (poten-
tiële) autobezitters op het aanwezige aanbod
van deelvervoer en de voordelen hiervan.
6 Amsterdam wil weten in hoeverre de verschil-
lende vormen van mobiliteit en welke wijze van
organiseren de komende jaren bijdragen aan de
gemeentelijke doelstellingen, wat de toegevoeg-
de waarde voor onze inwoners is en waar eventue-
le bijsturing is vereist. Hiervoor is het nodig dat we
data ontvangen van alle deelmobiliteitsaanbieders
die in onze openbare ruimte actief zijn. Deze data
wordt gebruikt voor monitoring van de beleids-
doelstellingen en de effectiviteit van maatregelen.
Nota Deelvervoer 2023 | 6
1 Inleidin
g
1.1 Aanleiding concurreert met andere typen van vervoer zoals de
privéauto.
Het aantal inwoners en bezoekers in Amsterdam groeit
de komende jaren fors en daarmee ook de mobiliteit. In het bestuursakkoord van de Vervoerregio
Naast deze mobiliteitsopgave liggen er grote (ruimte- Amsterdam wordt in dit verband gesproken van
lijke) opgaven op het gebied van klimaat(adaptatie) en Publieke mobiliteit!. De voorzitter van het dagelijks
stadsbehoud. De mogelijkheden van het gebruik van bestuur Melanie van der Horst zegt hierover:
de schaarse openbare ruimte kent grenzen. Daarbij is “De combinatie van openbaar vervoer (ov) en
oog voor alle Amsterdammers nodig, juist ook voor hen deelmobiliteit kan voor bewoners, werknemers
die niet zo makkelijk mee kunnen. Keuzes in mobiliteit en bezoekers van de stad hét alternatief voor de
en de openbare ruimte kunnen en moeten bijdragen privéauto gaan vormen.”
aan gelijke toegang voor iedereen in de stad.
Om in te spelen op de steeds snellere ontwikkelingen
is een flexibel, robuust en voor iedereen toegankelijk
mobiliteitssysteem nodig. Dit vraagt om een
mobiliteitstransitie, waarbij we sturen op gebruik in Am a), Ga) A5
plaats van bezit. Minder personenauto's in privébezit
biedt kansen voor een schoner mobiliteitssysteem
en efficiënter ruimtebeslag. Deelmobiliteit (hierna Wat is deelmobiliteit?: Je maakt gebruik van
deelvervoer genoemd, want dat is de gangbare term) een voertuig dat je niet bezit maar wel zelf
speelt hierin een belangrijke rol. Het is een alternatief bestuurt. Je betaalt alleen voor het gebruik,
voor het eigen autobezit en autogebruik; zeker in via een abonnement of per rit, met een tarief
combinatie met het openbaar vervoer. Deelvervoer per tijdseenheid en/of afstand. Je hebt 24/7,
is daarnaast duurzaam, flexibel en het stimuleert de zelfstandig en zonder fysieke tussenkomst van
ketenreis. de aanbieder (bijvoorbeeld sleuteloverdracht)
toegang tot en keus uit meerdere voertuigen in
Deelvervoer is niet nieuw voor Amsterdam. Na een de openbare ruimte: dicht bij je woning, werk
korte periode met witte fietsen en witkarren in de jaren of overstaplocatie.
‘60, hebben we inmiddels 26 jaar ervaring met vaste
standplaats deelauto’s en elf jaar met free-floating
deelauto’s. We zien echter ook kansen in andere
vormen van deelvervoer, zoals de deelfiets, deel-
bakfiets en deelscooter. Deelvervoer en het openbaar
vervoer zorgen samen immers voor een betere deur-
tot-deurreis. Deelvervoer kan hierbij in combinatie 1.2 Context
met het openbaar vervoer worden gebruikt óf in
plaats van het openbaar vervoer. Gezien de verwachte Amsterdam biedt ruimte aan verschillende professio-
groei en verdichting van de stad wil Amsterdam haar nele aanbieders om 24/7 deelvervoer aan te bieden
inwoners met de inzet van deelauto's, deelscooters in de openbare ruimte. In 2020 is het experiment
en deel(bak)fietsen een duurzaam alternatief voor de stadsbrede autodeelvergunning opgenomen in de
privéauto bieden, omdat dit enerzijds ruimteefficiënter Parkeerverordening. Deel(bak)fietsen en deelscooters
is én anderzijds bijdraagt aan schone lucht. zijn relatief nieuwe ontwikkeling in de stad. In gecon-
troleerde experimenten met een specifieke looptijd
Op dit moment is deelvervoer nog een niche, maar ons is afgelopen jaren geëxperimenteerd met het onder
streven is om het de komende jaren uit te laten groeien voorwaarden uitgeven van een vergunning voor de
tot mainstream. Een volwassen systeem dat aanvullend deelscooters. De experimenten met de deelfietsen en
is op bijvoorbeeld het openbaar vervoer en waar nodig deelbakfietsen werken op basis van ontheffingen.
\__ vervoerregio.nl/artikel/20221012-vervoerregio-amsterdam-van-openbaar-vervoer-naar-pub
?_Bron: deelmobiliteitNederland.nl
Nota Deelvervoer 2023 | 7
De afgelopen jaren waren uitzonderlijk door de We hebben ook oog voor deelvervoer in coöperaties
coronapandemie en alle maatregelen die in dat ver- en andere kleinschalige oplossingen voor deelvervoer.
band zijn genomen. Dit heeft een flinke impact gehad Daar denken we nog veel te kunnen leren in pilots.
op het gebruik van al het vervoer in de stad, inclusief
het deelvervoer. De corona-uitbraak viel samen met de Voorliggende nota voorziet nadrukkelijk niet in de
start van het experiment met deelscooters en daarna mogelijkheid om op termijn deelsteps in de openbare
de experimenten met deelfietsen en deelbakfietsen. ruimte aan te bieden (conform motie 811 (2021)
Vroege, Ernsting en Marttin). Amsterdam is immers een
De pandemie is voorbij, het openbare leven is weer fietsstad, waar de ruimte voor fietsers al schaars is. In
op gang gekomen en we moeten nu onderzoeken veel Europese steden worden deelsteps bovendien
welke bijdrage deelvervoer als onderdeel van het lukraak op straat neergezet wat overlast veroorzaakt en
mobiliteitssysteem levert aan de stad die leeft en letterlijk in de weg staat van voetgangers. Elektrische
groeit. Nu kunnen we pas vaststellen in welke mate de deelsteps zijn daarom door het gemeentebestuur
verschillende vormen van deelvervoer een bijdrage uitgesloten in dit beleid.
leveren aan het realiseren van de doelen op het gebied
van leefbaarheid, inclusiviteit, bereikbaarheid en
duurzaamheid (zie ook hoofdstuk 2).
We hebben geleerd van de afgelopen jaren en leggen
in deze nota de basis voor verdere ontwikkeling van
deelvervoer. De aanscherpingen van de vergunning-
voorwaarden, voor het aanbieden van deelvervoer in
de komende jaren, zijn daarin een belangrijke vervolg-
stap. Ondertussen blijven we investeren in onderzoek
naar deelvervoer, want deze relatief jonge vorm van
vervoer is voortdurend in ontwikkeling.
1.3 Beschrijving en afbakening
scope
Deze nota gaat over alle deelvoertuigen (auto’s,
fietsen, bakfietsen en scooters) die door middel van
een (parkeer)vergunning of ontheffing in de Amster-
damse openbare ruimte worden gefaciliteerd. Dit
betekent dat we wel stilstaan bij deelvervoerhubs in de
openbare ruimte, zoals de eHubs en buurthubs. Maar
niet bij private hubs, wijkhubs en andere gebouwde
mobiliteitshubs. Als er op privaat toegankelijk terrein
de mogelijkheid is om een deelmobiliteitshub te
openen, dan zal de gemeente — samen met de aan-
bieders — met de grondeigenaar in overleg treden over
de mogelijkheden hiervoor (zie ook paragraaf 2.1.4).
Alle vormen van deelvervoer zijn van belang en dragen
bij aan de gestelde doelen. Wij zijn ons bewust van
initiatieven op privaat terrein (zoals de OV-fiets, huur-
fietsen vanuit fietsverhuurlocaties en huurauto's) en
het particulier delen van een privéauto via een online
platform. In tegenstelling tot vormen van deelvervoer
waarvoor een (parkeer)vergunning of ontheffing nodig
is, is bij deze private initiatieven in veel gevallen echter
geen directe rol voor de gemeente.
Nota Deelvervoer 2023 | 8
We
Ee ee
ER En
me a d Sea IJ Od | TI mt | Beem | ke
1 wf | Ee RE
ee ne, Sn ee | fj EE | d
ES Ee en et En [NE
| Dn : Vene 4 es De en OE
_ me RAe = EE
a í ( Ne dn El 2 Ee ee 1
Á En / | \ NS NN NG Pen | : ei. ze Ee en
N NG )/ \ rn En
IM
ee Ja S
Ì : 2 FP. hennen Ee \S ki
Î | ie E ae Ee | _ E an
2 Beleidscontext
In dit hoofdstuk wordt de gemeentelijke beleids- In het kader van Groeien binnen grenzen staat ver-
context aangaande deelvervoer weergegeven. dichting door complete en duurzame wijkontwikkeling
Allereerst worden de formele kaders geschetst. Op centraal. De stad mikt op minimaal 150.000 woningen
basis van deze beleidskaders zijn vervolgens de erbij voor 250.000 nieuwe inwoners in 2050. Dat is een
belangrijkste beleidsontwikkelingen beschreven. voortzetting van het groeitempo van de afgelopen tien
jaar. Plus 200.000 nieuwe arbeidsplaatsen. Deze groei
wordt aan voorwaarden gebonden. Amsterdam wil dat
2.1 Beleidskaders de groei enerzijds het sociale fundament van de stad
versterkt en anderzijds het draagvermogen van de
2.1.1 Omgevingsvisie 2050 (2021) planeet niet overschrijdt. Daarom mag de groei alleen
In de Omgevingsvisie 2050 is uiteengezet hoe plaatsvinden binnen de huidige stadsgrenzen. Op
Amsterdam de groei van de stad en metropoolregio die manier versterken we de kwaliteit van bestaande
wil aanwenden om een betere stad te worden en buurten, kunnen we overal woningen en bedrijfs-
richting te geven aan transities en deze waar mogelijk gebouwen verduurzamen en houden we de kwetsbare
te versnellen. Gezien de ambities — en schaarste van landschappen open. Momenteel nemen geparkeerde
de ruimte en financiën — maakt het stadsbestuur vijf auto’s een fors ruimtebeslag in binnen de stads-
strategische keuzes: grenzen. Deelvervoer kan hier een oplossing bieden.
B Meerkernige ontwikkeling. Deelvervoer biedt een alternatief voor de privéauto
B Groeien binnen grenzen. (gebruik en bezit), waardoor men minder auto-
B Duurzaam en Gezond bewegen. afhankelijk is. Hierdoor komt er schaarse ruimte beschik-
B _Rigoureus vergroenen. baar die gebruikt kan worden voor andere doeleinden,
B Samen stadmaken. en neemt de druk op de openbare ruimte af.
Aan de hand van deze vijf strategische keuzes wordt In het kader van Duurzaam en Gezond bewegen zet
richting gegeven aan de ruimtelijke inrichting van Amsterdam in op de ontwikkeling van een wandel-
Amsterdam. De keuzes zijn onlosmakelijk aan elkaar en fietsstad. Voor deze veranderingen is een lange
verbonden en geven de visie van het huidige stads- adem nodig, omdat eerst maatregelen moeten worden
bestuur weer. Onderstaand zijn twee strategische genomen die gericht zijn op de afname van privéauto-
keuzes en de samenhang met deelvervoer samengevat. bezit en -gebruik. Steeds meer plekken verkleuren nu
Nota Deelvervoer 2023 | 9
en straks tot prettige verblijfsgebieden. Goed open- Deze snelheidsverlaging geldt voor alle vormen van
baar vervoer, aantrekkelijke en veilige fietsroutes, een vervoer, waaronder ook deelvervoer. We willen dat
breed aanbod van deelvervoer en de inrichting van in de toekomst alle deelvoertuigen uitgerust zijn met
overstap- en overslaghubs zijn een voorwaarde voor Intelligente snelheid assistent (ISA) technologie (zie
het in de hele stad verminderen van het ruimtebeslag paragraaf 3.4.6).
door de privéauto.
2.1.4 De Hubvisie Amsterdam (2021)
Duurzaam en gezond bewegen sluit naadloos aan In december 2021 is de Hubsvisie Amsterdam door
op het STOMP-principe. STOMP staat voor Stappen, het college van B&W vastgesteld. Met hubs zorgen we
Trappen, OV, MaaS (waaronder deelvervoer) en ten- voor het aanbod van meerdere mobiliteitsopties op
slotte de privéauto. Met het STOMP-ordeningsprincipe een locatie. Door verschillende vormen van mobiliteit
geeft Amsterdam prioriteit aan duurzame vormen van aan te bieden (waaronder deelmobiliteit), ondersteunt
mobiliteit (lopen, fietsen en het openbaar vervoer) en een hub de transitie van bezit naar gebruik en biedt
minder aan de privéauto. Zo zorgen we voor bereik- verschillende alternatieven voor de eigen auto.
bare en leefbare gebieden. Deelvervoer is onderdeel Als nadere uitwerking van de Hubsvisie Amsterdam
van MaaS (zie ook paragraaf 2.2.6). wordt gewerkt aan een ruimtelijke strategie voor buurt-
en wijkhubs. Deze studie moet inzicht bieden in de
2.1.2 Amsterdam Autoluw (2020) gewenste omvang en dichtheid van het te ontwikkelen
De Agenda Autoluw heeft als doel om de openbare hubsnetwerk, geschikte locaties voor hubs en een
ruimte in Amsterdam aantrekkelijker te maken, aan- eerste beeld geven van de prioritering en fasering van
trekkelijk te houden en zo goed mogelijk te gebruiken. te ontwikkelen locaties.
Een autoluwe stad betekent meer leefruimte en B In 2022 is in samenwerking met onder andere
schonere lucht, in een groeiende stad. In de agenda lokale en regionale overheden en het ministerie
zijn duidelijke keuzes gemaakt. van Infrastructuur en Waterstaat gewerkt aan
een ‘nationale identiteit’ voor buurthubs. Deze
Eén van de 27 opgenomen maatregelen is het inzetten identiteit is vertaald naar Amsterdamse ontwerp-
op een beter en aantrekkelijk aanbod van deelauto’s uitgangspunten (conform Puccini?) die worden
in de hele stad, dus ook in de stadsdelen Zuidoost, toegepast bij de in 2023 en 2024 uit te rollen
Nieuw-West en Noord. In deze stadsdelen is het nieuwe buurthubs. Daarbij ligt de nadruk op ov-
aanbod van (verschillende) vormen van deelvervoer locaties, op zeer drukke gebieden met beperkte
nog beperkt. Deelauto’s stellen Amsterdammers openbare ruimte (met oog op het voorkomen van
in staat om toch incidenteel een auto te gebruiken hinder) en op gebieden waar nu nog geen of een
zonder er zelf een te bezitten en daarmee schaarse beperkt aanbod van deelvervoer is. Dit ontwerp-
ruimte te bezetten. principe is overigens ook uitwerkt voor uni-modale
voorzieningen zoals een deelbakfietsplaats.
2.1.3 30 km/uur in de stad (2022)
Amsterdam werkt aan een autoluwe stad, niet aan Om de bestaande en nieuwe buurthubs te
een autoloze stad. We willen een stad zijn die goed kunnen voorzien van deelvervoer is een tijdelijke
bereikbaar is, ook voor auto’s. Dat is in veel gevallen beleidsregel voor de buurthubs gemaakt, met een
echt nodig, bijvoorbeeld voor logistiek verkeer en doorlooptijd tot de start van de nieuwe vergun-
gehandicaptenvervoer. Tegelijkertijd is de doelstelling ningen). Op basis van deze beleidsregel kunnen
voor 2050 nul verkeersslachtoffers in de stad. Om de ontheffingen worden verstrekt aan aanbieders
leefbaarheid en verkeersveiligheid verder te vergro- van deelvervoer. Per modaliteit — (elektrische)
ten, verlagen we de maximumsnelheid naar 30 km/uur. deelfiets, deelbakfiets en deelscooter — zullen
Dit wordt gedaan onder het motto: “30 kilometer per maximaal twee ontheffingen worden verstrekt.
uur is de norm, 50 de uitzondering’. Het voertuigplafond van 850 deelvoertuigen blijft
hetzelfde als in de oude beleidsregel van het
In december 2022 heeft het college van B&W inge- eHUBS-project. Om gebruikers zoveel mogelijk
stemd met het Uitvoeringsprogramma 30 km/u in de flexibiliteit te bieden, is uitwisseling van deel-
stad. In december 2023 gaat de maximumsnelheid op voertuigen tussen gebieden toegestaan. Binnen
270 kilometer drukke stadsstraten naar 30 kilometer buurthubs kunnen, afhankelijk van de locatie, ook
per uur. Daarmee zal 80 procent van de wegen in de deelauto’s worden aangeboden. De deelauto’s
stad een 30-weg zijn, waarmee de stad leefbaarder en maken geen deel uit van de beleidsregel Buurt-
veiliger wordt.
3 __De Puccinimethode is de standaard voor het Amsterdamse straatbeeld. We richten er al onze straten, pleinen en plantsoenen mee in.
Deze standaard staat voor een kwalitatief goede fysieke inrichting van de openbare ruimte.
Nota Deelvervoer 2023 | 10
hubs, er moet op reguliere wijze een vergunning volwaardig alternatief voor de auto wordt en we
voor worden aangevraagd. zorgen voor een veilige, toegankelijke en inclusieve
B De stadshub is een openbaarvervoerlocatie stad voor alle Amsterdammers.
met uitstekende ontsluiting door hoogwaardig B Daar waar de auto een te groot beslag legt op
openbaar vervoer (HOV) en overig stedelijk ov. de openbare ruimte en de parkeerdruk (en de
De stadshub is de plek waar de overstap kan daarmee samenhangende overlast) hoog is,
plaatsvinden van regionaal en landelijk ov op breiden we betaald parkeren uit.
het stedelijke ov en andersom. Waar mogelijk B Wezetten de Agenda Autoluw door met het
combineren we dit met een ruim aanbod van deel- zwaartepunt in de historische binnenstad. Het
mobiliteit, zodat voor- en natransport zo makkelijk college van B&W zet zich in door een gracht
mogelijk gaat. Het primaire doel van de stadshub volledig parkeervrij te maken en te vergroenen.
is het verbeteren van de bereikbaarheid van het B We gaan door met 30 km/u in de hele stad en
ov, zodat er meer mobiliteitsopties zijn. Dit draagt doen dit met minimale aanpassingen aan de weg.
ook bij aan het verminderen van de hoeveelheid B We stimuleren deelmobiliteit zoals deelauto’s
autoverkeer in de stad. met snellere vergunningsverlening en stimuleren
B _Wijkhubs bieden potentie om in de mobiliteits- Mobility as a Service (MaaS).
behoefte te voorzien in gebiedsontwikkelingen. B We gaan in gesprek met deelmobiliteitsbedrijven
Een wijkhub is een openbare parkeergarage om de stedelijke dekking te vergroten en de druk
met parkeergelegenheid, deelvervoer, laad- op de openbare ruimte te verminderen.
infrastructuur, ruimte voor logistiek en andere B Hetopenbaar vervoer gaat in de komende
maatschappelijke en/of commerciële functies. periode een nieuwe concessieperiode in. Bij de
Omdat de wijkhubs fungeren als verlengstuk van gesprekken daarover met de vervoerregio zetten
de openbare ruimte, wil de gemeente graag regie we erop in het ov fijnmaziger, duurzamer en
houden op de exploitatie. Daarom is in 2022 het betaalbaarder te maken; met name op de langere
Afwegingskader Wijkhubs opgesteld dat ook afstanden binnen de stad. Er is extra aandacht voor
inzicht biedt in het instrumentarium dat projecten de buitenwijken waar onvoldoende alternatieven
kunnen inzetten. voor de auto zijn.
B De ontwikkeling van regionale hubs is een B Weblijven werken aan verbetering van de
regionale opgave die valt onder het programma verkeersveiligheid, ervan uitgaande dat in een
Samen Bouwen aan Bereikbaarheid. De regionale stad iedereen, van jong tot oud en met of zonder
hubsstrategie is in samenhang opgesteld met beperking, zich veilig kan verplaatsen.
een toekomstbeeld voor de auto, fiets, het ov en
beleidsingrepen. Dit Multimodaal Toekomstbeeld 2.2.2 Doorontwikkeling autoluw
is eind 2022 door Rijk en regio vastgesteld in Waar ruimte wordt gemaakt ten koste van de privéauto,
het Bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma worden alternatieven gestimuleerd. Bijvoorbeeld voor
Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO MIRT). Met de logistieke sector, door te experimenteren met alter-
hubs dragen we bij aan het leefbaar houden van natieven voor horecabevoorrading. Maar ook voor alle
onze steden, aan reductie van het aantal auto- Amsterdammers, door het aanbod van deelvervoer uit
kilometers en daarmee aan lagere uitstoot en te breiden, ov toegankelijker te maken en meer ruimte
betere doorstroming op het wegennet. te maken voor fietsers en voetgangers. De huidige lijn
gaat daarbij uit van zoveel mogelijk compenseren van
de negatieve effecten. Tegelijkertijd loopt Amsterdam
2.2 Beleidsontwikkelingen met de huidige aanpak tegen grenzen aan.
Naast de bovenstaande specifieke beleidskaders zijn Niet alleen constateren we dat de mobiliteit als
er ook andere voor deelmobiliteit relevante ontwikke- geheel aan grenzen gebonden is op het gebied van
lingen. Zo is er natuurlijk het coalitieakkoord uit 2022 betaalbaarheid, duurzaamheid en de sociale aanpak.
en wordt er gewerkt aan een nieuwe visie op mobiliteit Ook zien we meer en meer dat het draagvlak toeneemt
en openbare ruimte (Amsterdam Verbonden’). In voor maatregelen die uitgaan van een straat waar
onderstaande paragraaf worden deze ontwikkelingen (auto)mobiliteit niet dominant is. Het is de overtuiging
waar relevant voor deelmobiliteit beschreven. dat voor dit denken een systeemverandering nodig is:
Amsterdammers moeten anders gaan nadenken over
2.2.1 Amsterdams Akkoord (2022) mobiliteit, wat ze met de stad willen en hoe we ons
In de hele stad bewegen we zo duurzaam en gezond daarin gedragen.
mogelijk en geven we ruimte aan de voetganger en
fiets. Hierdoor wordt de stad veiliger en leefbaarder. De lijn dat automobiliteit altijd een dominant gegeven
We zorgen ervoor dat het openbaar vervoer een is en doorstroming volledig gefaciliteerd moet worden
Nota Deelvervoer 2023 | 11
past daar niet overal meer in. Deze doorontwikkeling Bij de verdere ontwikkeling van deelvervoer is het
gaat er vanuit dat we werken aan een stad waarin daarom van belang dat het toegankelijk is wat betreft
verbondenheid centraal staat: verbondenheid van betaalbaarheid en gebruik. Eigenschappen die
mensen onderling en verbondenheid tussen mensen, gebruiksdrempels opwerpen (zoals betaalvormen)
openbare ruimte en de ecologische omgeving. Met hebben continue onze aandacht. Ook fysieke nabijheid
dit denken wordt de kern van Amsterdam Autoluw (toegang in alle wijken) is van belang bij het bereiken
overgenomen, maar de gemeente werkt tegelijkertijd van zoveel mogelijk Amsterdammers.
aan een doorontwikkeling ervan.
Alle burgers moeten volwaardig mee kunnen doen,
Belangrijke maatregelen voor de doorontwikkeling ongeacht een beperking. Daartoe moeten zij zich
van de autoluwe stad zijn gerelateerd aan parkeren. kunnen verplaatsen. De meeste Amsterdammers doen
Geparkeerde auto’s hebben een aanzienlijk ruimte- dit zelfstandig, lopend, met eigen of met openbaar
beslag. Het verminderen van parkeerplaatsen biedt vervoer. Sommigen lukt dat niet op eigen kracht, reizen
kansen om buurten anders in te richten. Er ontstaat met ov gaat niet altijd vanzelf. Zij kunnen te allen tijde
bijvoorbeeld ruimte voor ondergrondse afvalcon- gebruik maken van Aanvullend Openbaar Vervoer
tainers, parkeerplekken voor fietsen en scooters, (AOV) dat passende zorgkwaliteit biedt. Omdat het ov
oplaadpalen voor elektrische voertuigen, laad- en niet altijd en overal rijdt, kent Amsterdam daarnaast
losplekken en vergroening. Dit draagt bij aan een een scala aan andere vervoersoplossingen, zoals taxi's,
rustig en aantrekkelijk straatbeeld, een aangename en vrijwilligersvervoer, pendeldiensten, hulpmiddelen
klimaatbestendigere openbare ruimte en verbetering voor onderweg, stallingsmogelijkheden voor aange-
van de verkeersveiligheid. Het uitbreiden van betaald paste voertuigen, de gehandicaptenparkeerkaart e.a.
parkeren is een andere manier om de privéauto uit Ook Amsterdammers met een laag inkomen kunnen
de stad te houden. Dit biedt kansen voor deelvervoer deze gebruiken.
omdat huishoudens er mede hierdoor voor kiezen
hun (tweede) auto weg te doen en in plaats daarvan In 2021 is de Toekomstvisie Sociaal Vervoer door de
gebruik te maken van een deelauto of andere vorm gemeenteraad vastgesteld. Optimale toegankelijkheid
van publieke mobiliteit (ov en deelvervoer). is hierbij de norm. We zetten de weg in van minder
AOV naar meer inclusief vervoer. Amsterdammers met
2.2.3 Daily Urban System van Metropoolregio een lichte mobiliteitsbeperking gebruiken steeds
Amsterdam vaker het openbaar vervoer. Ook stimuleren we
Amsterdam maakt deel uit van en draagt actief bij inclusief deelvervoer en vrijwilligersvervoer. Het AOV
aan het samenwerkingsverband Metropoolregio komt in beeld als voornoemd vervoer onverhoopt
Amsterdam (MRA). De MRA is een stedelijke regio geen passende oplossing biedt.
met ca. 2,5 miljoen inwoners en functioneert als
een samenhangend systeem waarin verschillende 2.2.5 Openbaar vervoer
gemeenten/gebieden sterk afhankelijk van elkaar Verbetering van de regionale bereikbaarheid vraagt
zijn op onder meer economisch, sociaal en recreatief om een schaalsprong in het openbaar vervoer. Nieuwe
gebied. Inwoners maken op dagelijkse basis gebruik metroverbindingen ontsluiten grote Amsterdamse
van voorzieningen in de gehele regio: het Daily Urban ontwikkellocaties. Ze gaan samen met sprintertreinen,
System. snelle regiobussen en trams een groot deel van het
regionale verkeer van en naar Amsterdam verzorgen.
Dit betekent dat de dagelijkse mobiliteitsstromen Richting het zuiden komt er meer ruimte op het spoor
zich niet beperken tot aan de gemeentegrenzen van voor intercity's en internationale treinen. Internationale
Amsterdam, maar dat deze gemeentegrens-overschrij- verbindingen zijn onmisbaar voor Amsterdam als
dend zijn. Juist voor gebieden binnen de MRA die kennismetropool. De trein zal binnen Europa veel
minder goed ontsloten zijn met het openbaar vervoer vluchten vervangen.
kan deelvervoer zoals een elektrische deelscooter
uitkomst bieden. Tegelijkertijd heeft het openbaar vervoer nog steeds
te kampen met de gevolgen van de coronapandemie.
2.2.4 Sociale inclusiviteit Reizigersaantallen blijven achter waardoor de
In de Omgevingsvisie (zie paragraaf 2.1.1) en het exploitatie onder druk staat. Samen met de financiële
coalitieakkoord (zie paragraaf 2.2.1) is vastgelegd dat uitdagingen waar de stad voor staat, heeft dit geleid
Amsterdam een inclusieve stad wil zijn. De gemeente tot het opschorten van maatregelen die gericht zijn op
zet in op voldoende bereikbaarheid voor álle Amster- het uitbreiden van de dienstregeling.
dammers. Sociaaleconomische positie, opleidings-
niveau, digitale vaardigheid en de taalvaardigheid Daarnaast is het de opgave om het fijnmazig stedelijke
mogen hierbij geen onoverkomelijk obstakel vormen. ov-netwerk te versterken. Door de inzet van deel-
Nota Deelvervoer 2023 | 12
vervoer worden aanvullende en elkaar versterkende Om deze ontwikkelingen in goede banen te kunnen
vervoersmogelijkheden geboden voor dit netwerk. leiden, zal de stad in de toekomst steeds meer digitaal
Deelmobiliteit zou in de toekomst mogelijk ook de regie naar zich toe moeten trekken. Data en
middels een concessie kunnen worden uitgegeven (zie digitalisering zullen daarbij een steeds grotere rol gaan
ook paragraaf 2.3). Dit biedt kansen voor bedrijven om, spelen en bieden grote kansen. In de eerste plaats
aanvullend op de traditionele ov-diensten, een breed als input voor het maken van keuzes en het daaruit
scala aan mobiliteitsdiensten aan te bieden. Daarmee volgende beleid. Daarnaast zullen data steeds belang-
vormt deelvervoer een meer integraal onderdeel van rijker worden voor gebruikers van de openbare ruimte.
het mobiliteitsnetwerk en kan het openbaar vervoer Zoals het tijd- en locatiespecifiek communiceren met
aanvullen en daarmee versterken. gebruikers van die openbare ruimte. Hiermee geven
we antwoord op de vraag hoe we zo goed en bewust
In veel delen van de regio is de auto nog steeds het mogelijk de regie op de fysieke en digitale openbare
belangrijkste vervoersmiddel. De komende jaren moet ruimte kunnen houden en tegelijkertijd gebruikers en
de combinatie van openbaar vervoer en deelvervoer dienstenaanbieders kunnen faciliteren.
hét alternatief voor de privéauto gaan vormen. Hierbij
speelt het parkeerbeleid een belangrijke rol om het 2.2.8 Gebiedsontwikkelingen — woningbouwopgave
bezit van de privéauto te ontmoedigen. Het streven is Tot 2050 komen er in Amsterdam minimaal 150.000
dat deelvervoer zo min mogelijk verplaatsingen ver- nieuwe woningen bij. Aangezien ook de rest van de
vangt die anders lopend, fietsend of met het openbaar metropoolregio meegroeit, neemt de mobiliteit in de
vervoer zouden zijn gemaakt. Echter, in de transitie van gehele regio toe. In de stedelijke en verdichtende
bezit naar gebruik (van privéauto naar deelvervoer) is delen van de regio, met name Amsterdam zelf, gaat
dit nooit helemaal te voorkomen. het steeds vaker om voetgangers, fietsers, ov-reizigers,
logistieke voertuigen en deelvervoer. Andere delen
2.2.6 Mobility as a Service van de regio blijven meer van de auto afhankelijk.
Mobility as a Service (MaaS) is het via slimme diensten
combineren van allerlei vormen van vervoer, om snel Parkeerregulering, waaronder de invoering van betaald
en eenvoudig van A naar B te reizen. De nadruk ligt op parkeren en het verlagen van de parkeernorm, is een
gemak, flexibiliteit en keuzevrijheid (slim reizen). De belangrijk instrument om de druk van automobiliteit op
eerste apps zijn nu te downloaden waarbij de reiziger de openbare ruimte te verlagen. Op dit moment gaat
betaalt voor het gebruik van mobiliteit in plaats van nog altijd bijna 60% van de woon-werkverplaatsingen
het bezit ervan. De MaaS-apps bieden overzicht en de door bewoners en bezoekers met de auto. Ondanks
mogelijkheid om te reserveren, gebruiken en (in de een laag autobezit van gemiddeld 0,4 per Amsterdams
toekomst) betalen. huishouden is de auto nog een grote ruimtegebruiker.
In sommige delen van de stad nemen parkeerplaatsen
Het aanbod van verschillende modaliteiten is nu nog tot 20% van de verharde openbare ruimte in. Van alle
bescheiden. De verwachting is dat dit gaat groeien. geparkeerde auto’s op straat in de avonduren zijn 9
Nu iedereen weer vrij kan reizen, zal ook de promotie van de 10 van bewoners. Door de parkeernorm naar
van MaaS-diensten worden opgestart. Voldoende beneden bij te stellen, sturen we actief op het verlagen
aanbod van deelvervoer en openbaar vervoer is een van het autogebruik en -bezit bij nieuwe ruimtelijke
belangrijke schakel in de ketenreis die MaaS mogelijk ontwikkelingen. Bij nieuwbouw krijgen bewoners
maakt om een volwaardig alternatief van de privéauto sowieso geen vergunning meer op straat. Deelvervoer
te worden. kan in deze situatie een belangrijk alternatief vormen
voor een deel van de verplaatsingen. Daarmee worden
2.2.7 Digitale regie op het gebruik van de openbare bewoners steeds minder afhankelijk van de auto en
ruimte — Mobiliteitscentrale creëert deelvervoer — als bewoners daadwerkelijk
De openbare ruimte is van en voor alle Amsterdammers overstappen van bezit naar gebruik — ruimte op straat
en het gebruik hiervan moet zorgvuldig worden voor andere invullingen.
ingericht. De druk op de ruimte is groot. Wandelaars,
fietsers, logistieke partijen: allemaal maken ze aan- Ook in stadsdelen waar men als gevolg van een gebrek
spraak op dezelfde ruimte. Wanneer openbare ruimte aan of kwalitatief laagwaardig openbaar vervoer nog
nodig is voor deelvervoer willen we ervan verzekerd relatief afhankelijk is van de auto, kan deelvervoer
zijn dat het bijdraagt aan de doelen die we ons als stad een uitkomst bieden. Hierbij is het van belang om
stellen, maar geen overlast veroorzaakt. Naast een deelvervoer op strategische locaties te positioneren
plek om je te verplaatsen, zien we de openbare ruimte (bijvoorbeeld in hubs), zodat vraag naar en aanbod
steeds meer ook als een verblijfsruimte. van deelvervoer in deze gebieden goed op elkaar
aansluiten.
Nota Deelvervoer 2023 | 13
2.3 Mogelijkheden van het spelen en verblijven. Deelvervoer is hierin een deel
systeem: vergunning versus van de oplossing, want hiermee dragen we bij aan
concessie ruimte, schonere lucht, minder geluidsoverlast en een
inclusieve stad voor nu, straks en later.
Amsterdam wil een stad zijn waarin iedereen mee kan
doen (zie ambitie “Inclusieve Stad’ uit Omgevingsvisie): Het beleid deelvervoer en de in hoofdstuk 3 voor-
jong en oud, arm en rijk, goed en slecht ter been. gestelde maatregelen worden uiterlijk één jaar voor
Deelvervoer is in de huidige vergunningsvorm echter afloop van de nieuwe vergunningsperiode geëvalu-
nog niet voor iedereen toegankelijk. Als gemeente eerd en tussentijds wordt de voortgang gemonitord.
maken we beperkte kosten voor het aanbieden van Wanneer was het beleid succesvol? Welke doelen
deelvervoer (o.a. aanleg voorzieningen) en daar streven we na, welke interventies (maatregelen)
staan beperkte inkomsten tegenover (vergoeding hebben we genomen en hebben die maatregelen
voor kosten van het beoordelen van de vergunning). bijgedragen aan de doelen? Om tot een leefbare en
Tegelijkertijd heeft de gemeente binnen de lopende toegankelijke stad te komen stellen we ons vier sub-
vergunningen en ontheffingen beperkte sturings- doelen, waaraan deelvervoer een essentiële bijdrage
mogelijkheden. We hebben tot op heden bijvoorbeeld levert.
geen invloed op:
B De prijsstrategie van de aanbieder. 1 Passende mobiliteitskeuzes voor alle
B De klantenwerving door de aanbieder. Amsterdammers
B De spreiding van voertuigen over de stad. Ook in gebieden die minder goed door het
reguliere openbaar vervoer worden ontsloten
We hebben een goede samenwerking met de aan- (denk hierbij aan delen van Zuidoost, Nieuw-
bieders kunnen opbouwen om gezamenlijke afspraken West en Noord) levert deelvervoer een concrete
te maken. De afgelopen jaren hebben we klachten bijdrage aan meer, schone mobiliteitskeuzes
over bijvoorbeeld hinder van deelscooters in overleg voor bewoners.
aangepakt. Dit door onder andere het instellen van 2 _ Publieke mobiliteit als alternatief voor de
parkeerverboden in combinatie met het realiseren van eigen auto
speciale parkeervakken voor scooters. Amsterdam wil dat bewoners en bezoekers zich
zoveel mogelijk lopend, fietsend en met het
In Amsterdam is het aanbieden van voertuigen tegen publiek vervoer door de stad verplaatsen. Actieve
enige vorm van betaling of anderszins met commer- en schone mobiliteit draagt immers bij aan een
ciële doeleinden in de openbare ruimte verboden, leefbare en gezonde stad. De combinatie van
tenzij een aanbieder een vergunning of een ontheffing openbaar vervoer en deelvervoer (publieke
van de gemeente heeft. In hoofdstuk 3 staan voor de mobiliteit) samen voor bewoners, werknemers
verschillende vormen van deelvervoer acties benoemd en bezoekers van de stad die incidenteel de auto
om als gemeente meer grip te krijgen op het aanbod gebruiken het alternatief voor de privéauto gaan
van deelvervoer in de stad (zie onder andere paragraaf vormen. Hierbij geldt dat gebruik van de privéauto
3.1). Dit betekent onder andere dat de komende jaren voor een groep Amsterdammers noodzakelijk blijft
wordt onderzocht met welke vorm (via ontheffingen (bijvoorbeeld voor woon-werk verplaatsingen).
of vergunningen, een concessie of anderszins) 3 _Deelvervoer levert een bijdrage aan minder druk
Amsterdam de meeste sturingsmogelijkheden heeft op de openbare ruimte
en hoe de kosten-baten zich tot elkaar verhouden. Privéauto’s, fietsen en scooters staan allemaal het
Hierbij kijken we naar de deel(bak)fiets, deelscooter grootste deel van de tijd stil. Ze nemen kostbare
en deelauto. Samen met de Vervoerregio Amsterdam openbare ruimte in, ruimte die anders gebruikt
onderzoeken we momenteel de mogelijkheid en zou kunnen worden om de stad leefbaarder te
toegevoegde waarde (voor- en nadelen) van een maken. Deelvervoer levert — in combinatie met
concessie voor deeltweewielers. het vigerende parkeerbeleid — de komende jaren
een bijdrage aan het verlagen van de druk op de
openbare ruimte. Hierbij gaat het enerzijds om
2.4 Beleidsdoelen deelvervoer de transitie van bezit naar gebruik door minder
komende 4 jaar stilstaande voertuigen in de openbare ruimte.
Anderzijds gaat het om het verminderen en
Het hoofddoel is een leefbare, veilige en toegankelijke voorkomen van hinder op specifieke locaties. Het
stad. Door stapsgewijs autoritten en autoparkeren te geclusterd aanbieden van deelvervoer in hiervoor
verminderen, creëren we meer ruimte voor lopen, aangelegde hubs zorgt voor een goede inpassing.
fietsen, openbaar vervoer (ov), groen, voorzieningen,
Nota Deelvervoer 2023 | 14
4 __Deelvervoer als onderdeel van het regionaal
mobiliteitssysteem
Deelvervoer groeit de komende jaren uit tot
een volwaardig onderdeel van het regionaal
mobiliteitssysteem. Hiermee draagt het bij aan
het verminderen van de auto-afhankelijkheid en
het privé autobezit. We zien dat elke vorm van
deelvervoer een eigen doel heeft. Deelvervoer
is hiermee nadrukkelijk geen ‘one-size-fits-all’-
concept. Deelvervoer beslaat een breed scala aan
vervoersvormen met eigen doelen:
B De deelfiets levert als voor- of natransport van
het openbaar vervoer een bijdrage aan de
deur-tot-deur-reis voor Amsterdammers en
reguliere bezoekers.
B De elektrische deelbakfiets vormt in wijken
met veel jonge gezinnen een goed alternatief
voor de privéauto of eigen bakfiets
(o.a. halen en brengen van kinderen of
spullen in de stad).
B Deelektrische deelscooter zien we voor-
namelijk als een kansrijke vervanger van
regionale autoritten (en als opstap naar
deelautogebruik).
B De deelauto is een goed alternatief voor
mensen die incidenteel een auto nodig
hebben (transitie van bezit naar gebruik).
Nota Deelvervoer 2023 | 15
3 Focus en maatregelen voor komende jaren
gel k de j
3.1 Algemene richting: afgelegd kunnen worden voor de deelscooter
betere toegankelijkheid wordt gekozen (zie prioriteit actieve mobiliteit in
paragraaf 2.1 en 2.3).
Amsterdam zet ook de komende jaren in op verdere 2 _ Amsterdam kan door overig beleid de juiste
groei van deelvervoer als alternatief voor de privéauto condities voor groei van deelvervoer stimuleren.
door vergroting van de mobiliteitsmogelijkheden en Door het invoeren van betaald parkeren in
ten behoeve van efficiënt gebruik van de beschikbare Noord, Nieuw-West en Zuidoost wordt het voor
openbare ruimte in de stad. Het belangrijkste doel aanbieders interessanter om hun servicegebied®
hiervan is vermindering van de druk op de openbare uit te breiden. Een andere belangrijke factor voor
ruimte in de stad (zie paragraaf 2.4). het gebruik (en aanbod) van deelvervoer is de
nabijheid van openbaar vervoer. Als bijvoorbeeld
De hoofdlijnen voor de komende jaren zijn hieronder woon-werkverkeer met het openbaar vervoer
kort samengevat: mogelijk is, dan wordt het bezitten van een eigen
auto minder aantrekkelijk en het naast elkaar
1 Vooralle toegestane vormen van deelvervoer gebruiken van een deelfiets, deelscooter, deelauto
(deelfiets, deelbakfiets, deelscooter en deelauto) en openbaar vervoer een meer voor de hand
geldt dat we inzetten op een groter aanbod en liggende optie. Door gerichte communicatie
betere spreiding over de hele stad (zie doel- wijzen we autobezitters op het aanwezige aan-
stelling 1, paragraaf 2.4). Het aantal deel- bod van deelvervoer en de voordelen hiervan.
voertuigen en de spreiding hiervan over de stad Onderdeel hiervan is het door middel van
bepalen immers de beschikbaarheid van een onderzoek inzichtelijk maken hoe de kosten
alternatief voor de privéauto. Voor bewoners is van verschillende vormen van deelvervoer zich
dit een van de grote drempels om over te stappen verhouden tot bijvoorbeeld de privéauto en het
op deelvervoer (kosten en toegang zijn andere openbaar vervoer voor dezelfde reisafstand. In
belangrijke aspecten). monitoringsrapportages over deelvervoer wordt
dit als onderdeel meegenomen (conform motie
Uit de analyse van de monitoringsevaluatie blijkt 027 (2023) — lid Asruf).
dat in grote delen van de stadsdelen Noord, 3 Een van de speerpunten van voorliggende nota
Zuidoost en Nieuw-West en ook in Weesp geen is het omzetten van de experimenten met de
of slechts in een beperkte mate deelvervoer elektrische deelscooter en deelbakfiets naar
beschikbaar is. De loopafstanden zijn hierdoor te vaststaand beleid. De potentie van de deelfiets
groot om echt aantrekkelijk te zijn. Het autobezit om een verbetering van de deur-tot-deurreis
is hier bovendien hoger dan binnen de ring, te bewerkstellingen lijkt aanwezig (met name
waardoor er nog minder vraag is naar deelvervoer. vanaf ov-locaties), maar de beschikbare ritdata
Tegelijkertijd is het openbaar vervoer buiten de en gebruikerservaringen zijn — mede door de
ring A10 en ten noorden van het IJ aanbod minder coronamaatregelen — nog te beperkt om goed
dan in de rest van de stad, wat juist een stimulans onderbouwde keuzes te kunnen maken. Hiervoor
voor deelvervoer vormt. is een verlenging van het deelfiets-experiment
(uitgezonderd de deelbakfiets) inclusief monito-
De gemiddelde loopafstanden naar deelscooters ring nodig. Het doel voor het komend jaar is om
zijn in Amsterdam — in vergelijking met andere beter inzicht te verkrijgen in de gebruikers en
grote steden — overigens bewust relatief lang de bijdrage van de deelfiets aan de beleidsdoel-
door het beperkt aanbod (aanbieders geven aan stellingen (zie vorige paragraaf), om zo een keuze
in andere steden meer deelscooters te plaatsen te kunnen maken over de deelfiets in Amsterdam.
per km?). Hiermee ontmoedigen we dat voor Voor de deelauto (reeds staand beleid) is een
verplaatsingen die ook lopend en/of fietsend aantal ontwikkelingen beschreven waarmee
1 Een servicegebied is het gebied waarin een deelvoertuig gehuurd en ingeleverd kan worden. Dit is te herkennen aan de geografische kaarten
waar aanbieders van deelmobiliteit het aanbod op tonen. Een servicegebied kan zo klein zijn als een individuele parkeerplaats, waarbij het voertuig
tussen de parkeerplaatsen onderling uit te wisselen is (back-to-many) óf een groter aaneengesloten gebied waarbinnen ophalen/inleveren mogelijk is.
Het voertuig zwermt dan als het ware vrij rond (free-floating). Ook combinaties van beide zijn mogelijk, bijvoorbeeld grotere geografische eenheden
met kleine ‘exclaves’ daarbuiten.
Nota Deelvervoer 2023 | 16
we verwachten dat deze vorm van deelvervoer om: data over voertuigen; data over gebruikers;
de komende jaren kan ‘groeien van niche naar data over het gebruik van voertuigen; data over
mainstream’. klachten. De aanbieders leveren de gevraagde
4 De gemeente zet in op deelvervoer met data via een door de gemeente aangewezen
deelauto's, deelscooters en deel(bak)fietsen als werkwijze; bijvoorbeeld het CDS-M platform
alternatief voor de privéauto (zie doelstelling 2, (City Data Standard-Mobility).
paragraaf 2.4), omdat dit ruimte-efficiënter is én
bijdraagt aan schone lucht. De elektrische deel- In onderstaande paragrafen wordt nader ingegaan op
fiets, deelbakfiets en deelscooter zijn uitstootvrij. de verschillende modaliteiten en de acties voor de
De deelauto draagt bij aan minder uitstoot doordat komende jaren. De deelfiets en de deelbakfiets staan
de deelautogebruiker zo'n 10% minder vaak hierbij apart beschreven vanwege de verschillende
rijdt dan een de eigenaar van een privéauto. Ook ervaringen met de beide modaliteiten en de uiteen-
zijn de deelauto’s doorgaans nieuwer (en dus lopende maatregelen die hier uit voortvloeien.
schoner). In navolging van de Agenda Autodelen
(2019) worden alle deelauto’s uitstootvrij in 2025.
Met de (volledige) verschoning van deelvervoer
in Amsterdam per 2025 wordt naar verwachting De APV van Amsterdam geldt in de hele
(TNO) een reductie van circa 10 kiloton CO?, ruim gemeente en nu ook in het stadsgebied
7 ton stikstofdioxide en 0,11 ton fijnstof behaald. Weesp (inclusief Driemond). Voor deel-
Dit is gebaseerd op de groei van deelvervoer, in voertuigen (uitgezonderd auto's met een
combinatie met de verschoning van de vloot. autodeelvergunning) geldt het verbod om
Eind 2022 waren er zo’n 3.000 deelauto’s (op zonder vergunning of ontheffing deelvervoer
vergunning) in Amsterdam. De helft daarvan is ORL te UIR eReLie olg Kerel Lolo NIET ONRI)!
free-floating en al uitstootvrij. De andere helft — aanbieden van deelvoertuigen in Weesp
deelauto’s met vaste standplaats — zijn merendeels zal daarom deel uitmaken van de nieuwe
fossiel en in transitie. Hierin werkt de gemeente vergunningen die op basis van deze nota
nauw samen met de branche om de plaatsing worden uitgegeven. In Weesp is het al mogelijk
van elektrische deelauto’s op straat (door de om gebruik te maken van een deelauto met
aanbieder) en het plaatsen van laadpalen (door een vaste standplaats. Er wordt op dit moment
de gemeente) goed op elkaar af te stemmen. gewerkt aan het toevoegen van Weesp aan
Inmiddels zijn er 153 (van de 1.400) deelauto’s de gebiedsgebonden autodeelvergunning
met standplaats omgezet naar uitstootvrij, inclusief (zone-floating). Een aanpassing van de Parkeer-
het plaatsen van een laadpaal. Aanbieders van verordening is hiervoor nodig. De stadsbrede
deelvervoer hebben de weg naar een uitstootvrije autodeelvergunning (free-floating) is al geldig
vloot ook in andere steden dan Amsterdam om- LaAASdes en
armd. Mobiliteit en schone lucht houden immers
niet op bij de stadsgrens van Amsterdam.
5 Amsterdam wil weten in hoeverre de verschillende
vormen van mobiliteit de komende jaren bijdragen
aan de gemeentelijke doelstellingen, wat de
toegevoegde waarde voor onze inwoners is en
waar eventuele bijsturing is vereist. Hiervoor
is het nodig dat we data ontvangen van alle
deelmobiliteitsaanbieders die in onze openbare
ruimte actief zijn. Deze data wordt gebruikt voor
monitoring van de beleidsdoelstellingen en de
effectiviteit van maatregelen. In de regels voor
de uitgifte van de ontheffingen /vergunningen
voor deeltweewielers zijn (al) eisen opgenomen
ten aanzien van het delen van data. We leggen in
de geactualiseerde voorwaarden voor de vergun-
ningen vast wat de frequentie en het aggregatie-
niveau is van de data die we komende jaren van de
aanbieders willen ontvangen. Insteek hierbij is dat
elke aanbieder dezelfde basisinformatie aanlevert
zodat effecten per modaliteit met elkaar kunnen
worden vergeleken. Het gaat hierbij onder meer
Nota Deelvervoer 2023 | 17
En » a Ee
te ’ E
Pä DR
k |
hid EIK \ ë
Es 2 RN
df hd Ô
Pe ad nd Ka
ke En L Ì
Ie ns KE
LRE |
ae me * ed DN
kv / à e Ea erf
KN Pe aan
A ES 6 Se
pr d AFIN | rl Á
Doel van deze experimenten is om te onderzoeken in
hoeverre de deelfiets bijdraagt aan realisatie van de
gemeentelijke doelstellingen, te weten:
Bijdragen aan het verbeteren van de deur-tot-
deur-reis (vooral natransport/de last mile);
Een alternatief bieden voor het bezit van een
tweede fiets of stationsfiets — en daarmee het op
termijn verlichten van de druk op fietsparkeer-
voorzieningen en de openbare ruimte.
Het gebruik van het ov stimuleren.
Het auto- en/of scootergebruik verminderen.
Er is echter nog te weinig inzicht in het gebruik, zoals
geconcludeerd in de ‘Rapportage deelvervoer 2022’
(zie Bijlage IT), om hier nu een goede uitspraak over te
kunnen doen. We zetten de komende jaren daarom
in op nader onderzoek naar de bijdrage aan de last
In 2017 is er door een aantal partijen stadsbreed mile-reis binnen de stad met:
deelfietsen in Amsterdam neergezet. Hierbij is niet Een verlenging met een jaar binnen het lopende
gestuurd op het conform de daarvoor geldende experiment tot de zomer van 2024, om zo beter
regels parkeren van de fietsen, ordelijk gebruik van inzicht te krijgen in het gebruik, de doelgroep en
de openbare ruimte en afhandeling van klachten. de toegevoegde waarde voor de stad.
Dit zorgde voor verrommeling van de openbare ruimte, Het onderzoeken van het huidig gebruik op
een chaotisch straatbeeld en veel klachten. Deze bestaande locaties (op straat en in hubs) en het
situatie was onwenselijk en om dit tegen te gaan is bepalen van potentieel interessante locaties, zoals
in de huidige deelfietsexperimenten sprake van een werkgeverslocaties (fijnmazig of specifiek) voor
gecontroleerd aanbod van deelfietsen, waarbij fietsen deelfietsen.
op specifieke plekken kunnen worden geparkeerd Continueren van het ‘back-to-many’-systeem,
(rit beëindiging). waarbij het voor de aanbieders ook mogelijk
wordt om fietsen te stallen in buurthubs.
Het maken van nadere afspraken met deelfiets-
aanbieders over het delen van ritdata.
Nota Deelvervoer 2023 | 18
B Het binnen het experiment tijdelijk aanbieden snellere reis (16%), scheelt lopen (15%) en combineert
van deelfietsen bij grootschalige infrastructurele goed met ov-reis (voor/natransport) (13%). Dit laatste
werkzaamheden. sluit aan op de beoogde doelstelling van de deelfiets,
namelijk het verbeteren van de deur-tot-deur-reis.
Op basis van de ervaringen van de verlengde expe-
rimenten wordt later de conclusie getrokken of het Om meer ervaring met de deelfiets op te kunnen
aanbieden van deelfietsen wel of niet moet worden doen — en vooral om het effect van de deelfiets bij
gecontinueerd en op welke wijze. de Westlijn van de metro te kunnen beoordelen — is
verlenging van het lopende experiment vereist. Op
3.2.2 Ervaringen vanuit de lopende deelfiets- basis van het huidig gebruik is nog niet vast te stellen
experimenten of en in welke mate de deelfiets van toegevoegde
Er loopt sinds de zomer van 2021 een aantal experi- waarde is voor Amsterdammers en vaste bezoekers,
menten met deelfietsen in de stad. Hiermee willen we en in welke mate het bijdraagt aan de geformuleerde
uitzoeken in hoeverre de deelfiets een positief effect doelstellingen.
heeft voor Amsterdammers en frequente bezoekers
van de stad. Er zijn vier gebieden waar experimenten 3.2.3 Beleidsmaatregelen deelfiets
plaatsvinden. Er is gekozen voor het systeem van Met het verlengen van de lopende experimenten met
back-to-many. De deelfiets moet hierbij bij één van de éen jaar krijgen we beter inzicht in welke doelgroepen
locaties van de betreffende aanbieder terug worden we precies bedienen met de deelfiets, waarvoor de
gebracht. Een gps-module zorgt ervoor dat deelfietsen deelfiets wordt gebruikt en welke bijdrage de deelfiets
niet afgemeld kunnen worden op plekken waar dit niet levert in de stad. Dit leggen we naast beschikbare
mag of gewenst is. Hiermee wordt overlast van zwerf- resultaten uit andere steden (benchmark). Op basis
fietsen voorkomen. Niet alle aanbieders zijn tegelijk hiervan wordt in 2024 door het college van B&W een
gestart. De aanbieder van het experiment met de aanvullend besluit genomen over, of:
deelfiets bij de westelijke ringlijn is tussentijds gestopt 1 Een gecontroleerde, stadsbrede uitrol voor
en pas in de zomer van 2022 is dit door een andere deelfietsen wordt geïntroduceerd waarbij wordt
aanbieder weer opgestart. De aanbieder voor het ingezet op maximaal twee aanbieders en het
experiment in Zuidoost heeft zich eveneens terugge- servicegebied en de beste vorm, vergunning of
trokken en hiervoor is (vanwege ontbrekende interesse concessie, onderzocht worden; of:
uit de markt en de beperkt resterende looptijd) geen 2 Géén vervolg moet worden gegeven aan de
andere aanbieder in de plaats gekomen. In Zuidoost deelfietsexperimenten en we geen deelfietsen
worden binnenkort wel deelfietsen beschikbaar toelaten in Amsterdam; of:
gesteld in hubs. 3 Een nieuw experiment, in aangepaste vorm en
voorwaarden, moet worden opgezet om de
Er zijn verhoudingsgewijs beperkt ervaringscijfers toegevoegde waarde verder te onderzoeken
beschikbaar — we kunnen alleen een uitspraak doen (ontheffing).
over het gebruik in de tweede helft van 2021. Hieruit
blijkt dat een deelfiets gemiddeld 0,5 keer per dag In de tussentijd worden onderstaande acties
wordt gebruikt. De gemiddelde lengte van een deel- opgepakt.
fietsrit is 22,5 kilometer en de gemiddelde ritduur 246
minuten. Dit is een opmerkelijk groot aantal kilometers
en lange tijdsduur voor fietsgebruik. Mogelijk worden >
de fietsen gemiddeld een dagdeel gebruikt om
meerdere bestemmingen in de stad te bezoeken. Maar
mogelijk speelt ook de beperkte beschikbaarheid van 3.2.4 Uitvoeren: waar gaan we mee door
ervaringscijfers een rol. (korte termijn)?
De enquête onder gebruikers is voor een groot deel Experiment continueren in huidige vorm
ingevuld door respondenten die niet in Amsterdam B We verlengen het deelfietsexperiment tot de
wonen (75%) en slechts een beperkt deel heeft zomer van 2024, om zo beter inzicht te krijgen in
volgens de aanbieders een actief lidmaatschap het gebruik en de toegevoegde waarde voor de
(10%). Dit kan wijzen op incidenteel gebruik van de stad (zie doelstelling 2, paragraaf 2.4). We kijken
deelfiets, vergelijkbaar met de ov-fiets. Het is echter op basis van de ervaringen die we hierop opdoen
nog te vroeg om conclusies te kunnen trekken. De drie hoe verder te gaan met de deelfiets (zie ook
meest genoemde redenen voor het gebruik van de paragraaf 3.2.6.).
deelfiets hebben allen betrekking op de doelstelling B Werichten ons op gebruik van de deelfietsen door
‘verbetering van de deur-tot-deurreis’: kortere reistijd/ Amsterdammers en frequente bezoekers (met
Nota Deelvervoer 2023 | 19
name forenzen) en dan vooral de bijdrage die de B Steeds meer fietsers maken de overstap naar een
deelfiets op de last mile heeft (zie doelstelling 4, elektrische fiets. De grotere actieradius maakt
paragraaf 2.4). Hierbij voegen we potentieel inte- dit een serieuze optie voor werknemers die op
ressante werkgeverslocaties rondom de Westlijn grotere afstand van ov-knooppunten werken.
van de metro toe aan het huidige experiment, Komend jaar gaan we samen met de aanbieder
zodat we ervaring opdoen met het gebruik van de bekijken of grotere inzet van elektrische deel-
deelfiets in het voor- en natransport van het ov. fietsen haalbaar is en wat voor effect dit heeft
B We blijven gedurende de verlenging van het expe- op het gebruik. Het gebruik van speedpedelec
riment uitgaan van het back-to-many-systeem. Bij laten we hier bewust buiten en in het kader van
het omzetten van het deelfiets-experiment naar veiligheid leggen we ook in de voorwaarden vast
vaststaand beleid bepalen we of dit nog steeds dat de (elektrische) deelfiets moet voldoen aan
het beste systeem is. een hoge kwaliteit met o.a. een begrenzing van de
maximumsnelheid conform de wettelijke norm.
Afspraken deelfietsaanbieders B Hierbij kijken we ook hoe de elektrische deelfiets
B We willen inzicht hebben in wat er op straat zich verhoudt tot de elektrische deelscooter
gebeurt. Hiervoor is het nodig dat we data (zie paragraaf 3.4). Dienen beide hetzelfde
ontvangen van mobiliteitsaanbieders die in onze doel (zie paragraaf 2.4)? Door welke doelgroep
openbare ruimte actief zijn. In de afspraken met worden ze gebruikt? En vergroten beide los van
deelfietsaanbieders zijn eisen opgenomen ten elkaar de mobiliteitskeuze van Amsterdammers
aanzien van het delen van data over de fietsen, bijvoorbeeld bij ritten met twee personen (zie
gebruik en type gebruikers, waarbij de privacy- doelstelling 1 en 4, paragraaf 2.4)?
regelgeving wordt gewaarborgd (zie paragraaf
3.1, hoofdlijn 5).
B Weleggen-— bij een succesvol experiment — in de
voorwaarden voor de volgende periode de aan
te leveren data en de frequentie vast (dit kan ten
opzichte van de huidige voorwaarden mogelijk
aanvullende gegevens bevatten, dit hangt af 3.2.6 Onderzoeken: hoe kan het beter?
van de nieuwe opzet). Aanbieders moeten dit
aanleveren via een door de gemeente gestandaar- Onderzoek reguleringsvorm deelfiets
diseerde technologie. B Als naar aanleiding van het experiment in 2024
B We proberen binnen het lopende experiment ook wordt besloten om verder te gaan met de
bij grootschalige werkzaamheden afspraken te deelfiets, dan kijken we — mede op basis van de
maken voor het (tijdelijk) beschikbaar stellen van Vervoerregio Amsterdam (zie paragraaf 2.2.5) — in
deelfietsen als aanvulling op een tijdelijk beperkte welke reguleringsvorm dit het beste kan: via
ov-dienst (in de experimentgebieden of hubs). ontheffingen of vergunningen, een concessie
of anderszins. Hierbij zetten we onder andere
de regie- en sturingsmogelijkheden met de
% kosten-baten tegen elkaar af. Hierbij nemen we
Sq ook het aantal aanbieders en de locatie (fijnmazig
of specifiek) mee.
3.2.5 Proberen: wat zijn de nieuwe kansen/ Knooppunten hoogwaardig openbaar vervoer (HOV)
innovaties ? B Inhet kader van de beoogde doelgroep forenzen,
verkennen we de mogelijkheid tot het aanbieden
Te volgen ontwikkelingen: van deelfietsen op HOV-knooppunten en andere
B We volgen ontwikkelingen in de markt, zoals het bus- en metrostations. Een relevante recente
aanbieden van deelfietsen buiten de openbare ontwikkeling is dat in het najaar van 2022 een ont-
ruimte en in stallingen. Hoewel dit geen deel van heffinghouder 200 deelfietsen is gaan aanbieden
het deelfietsbeleid uitmaakt, is het wel van belang langs de Westlijn van de metro. Het gebruik en
deze ontwikkelingen actief te monitoren en te de effecten hiervan evalueren we eind 2023. Ook
kijken welke kansen dit voor Amsterdam biedt. voegen we potentieel interessante arbeidslocaties
B Verschillende partijen denken op dit moment na toe aan dit experiment.
over vormen van deelvervoer. Wij blijven actief in
gesprek met deze partijen (o.a. Vervoerregio Business-to-business-constructies
Amsterdam, GVB en NS/Prorail) om te kijken op B Deelfietsaanbieders zijn op zoek naar meer
welke wijze wij elkaar kunnen versterken en samen- inkomenszekerheid. Dit betekent dat aanbieders
werken.
Nota Deelvervoer 2023 | 20
naast de vorm van incidenteel gebruik ook
producten aanbieden in de vorm van een abonne-
ment. Het exclusief aanbieden van deelfietsen aan
abonnementhouders mag niet ten koste gaan van
de toegankelijkheid van de deelfiets. Deelfietsen
in de openbare ruimte moeten toegankelijk
blijven voor alle typen gebruikers. We stemmen
daarom met aanbieders af dat in het geval van een
overeenkomst met een werkgever, de ophaal- en
inleverpunten op eigen terrein van de afnemer
toegankelijk moeten worden gefaciliteerd.
B We onderzoeken potentieel interessante arbeids-
locaties, het is vervolgens aan de aanbieders om
bij werkgevers te peilen of er interesse is voor
deelfietsen.
Hubs en deelfietsen
B Hetaflopen van het experiment E-Buurthubs (in
februari 2023) was aanleiding om te kijken of het
haalbaar is om deelfietsen te gaan aanbieden
in bestaande en toekomstige buurthubs. Tot op
heden kunnen hierin alleen elektrische deel-
fietsen en deelbakfietsen worden geplaatst. Het
toepassen van deelfietsen binnen buurthubs kan
het mogelijk maken om deelfietsen aan te bieden
buiten de huidige experimentgebieden.
B Opdit moment is de bestaande beleidsregel voor
buurthubs gewijzigd en wordt verlengd tot het
moment dat er, conform het te actualiseren beleid,
nieuwe ontheffingen/vergunningen/concessies per
modaliteit worden uitgegeven. Vanaf dat moment
is het streven om de beleidsregel voor buurthubs
los te laten en deze onderdeel te laten vormen van
één samenhangend systeem met de rest van het
aanbod aan deelvervoer in de stad. Daarvoor komt
binnenkort het Ruimtelijk Kader Hubs beschikbaar.
B We willen de openbare ruimte bij nieuwe gebieds-
ontwikkelingen in de stad zoveel mogelijk vrij
houden en fietsparkeren inpandig oplossen. We
bekijken daarom of het mogelijk is om deelfietsen
hier inpandig te gaan aanbieden. Hetzelfde geldt
voor bestaande fietsenstallingen in de stad waar
deelfietsen feitelijk niet op straat gewenst zijn.
Nota Deelvervoer 2023 | 21
r 8 EE tr 7 3 : Er e =| 5 Es EEEN 5 /
WTL te
bist fb IL pred El hm
od oe nn dee WW me Er dn dl TS ra lr e Es RE A a ER
se mr ml Ware Eke TE vern de ne ni Sal d EE pn
NE ne. << D€ 7 PN
nn AE Oer rk EN Te en
AV CG Re
Ll NMANE NIA \ NSE ES et Mn SÔ
ee Ne A x dk le, ne >, 5 4 EN el ZA 8 z Í Pi ek
inclusief IJburg en het Oostelijk Havengebied, en
de Rivierenbuurt in Zuid. Er is gekozen voor een
‘back-to-one’-systeem. Hierdoor is sprake van een
buurtgebonden aanbod van deelbakfietsen en gebruik
door omwonenden. De deelbakfiets moet immers altijd
worden teruggebracht naar de locatie waar de reis is
begonnen. Zowel het aantal gebruikers, als het aantal
ritten per deelbakfiets per dag is het afgelopen jaar
toegenomen.
Een deelbakfiets werd in de eerste helft van 2022
gemiddeld 1,27 keer per dag gebruikt. Ter vergelijking
een deelfiets werd in dezelfde periode gemiddeld
0,50 keer per dag gebruikt. (zie bijlage I, Rapportage
Deelmobiliteit 2022). De deelbakfiets wordt voor
60% gebruikt door vrouwen — dit wijkt af van de
andere vormen van deelmobiliteit waar vooral mannen
de grootste groep gebruikers vormt. De meeste
In 2021 zijn we gestart met het aanbieden van gebruikers zijn tussen de 35-49 jaar en zijn doorgaans
elektrische deelbakfietsen in Amsterdam-Oost en in alleenstaand met thuiswonende kinderen. De deel-
de Rivierenbuurt. Vanwege de positieve ervaringen bakfiets voorziet hiermee in een behoefte van een
zetten we in op het gecontroleerd uitrollen van specifieke doelgroep, draagt bij aan een verbetering
deelbakfietsen in andere delen van de stad. Specifieke van de deur-tot-deurreis en heeft door het bereiken
aandacht gaat uit naar: van een bredere doelgroep, ook een positief effect op
Goede inpassing in de openbare ruimte. het aspect inclusiviteit.
Kwaliteitseisen bij de vergunningenverstrekking.
Spreiding over de stad. Aanschaf van een eigen elektrische bakfiets is voor
veel mensen kostbaar en als iedereen een eigen
bakfiets zou kopen en deze op straat zou zetten, dan
zou dit leiden tot extra druk op de openbare ruimte.
Er loopt sinds de zomer van 2021 een experiment De deelbakfiets lijkt dus bij te dragen aan ruimte op
met elektrische deelbakfietsen in stadsdeel Oost, de stoep (minder privé-bakfietsen). Ze vervangen
Nota Deelvervoer 2023 | 22
autoritten (er kunnen spullen en mensen mee vervoerd Bij het omzetten van het experiment naar vast beleid
worden), wat leidt tot een lagere parkeerdruk en het worden vergunningen uitgegeven voor een maximale
voorkomen van extra druk op de openbare ruimte. periode van 4 jaar, met tussentijdse evaluatiemomen-
De gebruikers van de deelbakfiets staan bovendien ten (uitgangspunt is 2 jaar + 2x 1 jaar verlenging). Deze
grotendeels positief tegenover de deelauto, de evaluatiemomenten geven de ruimte om tussentijds
deelfiets en de deelbakfiets. bij te sturen indien dit nodig is. De looptijd van 4 jaar
is nodig om de continuïteit voor zowel aanbieder als
Het experiment met de deelbakfiets is nu relatief gebruiker te waarborgen. Als de aanbieder voldoet aan
kleinschalig: 110 stuks in Amsterdam-Oost en de de gestelde voorwaarden en er geen andere redenen
Rivierenbuurt. Vanwege de positieve ervaringen ligt zijn om de vergunning in te trekken, dan loopt de
een gecontroleerde uitrol van deelbakfietsen in de periode voor 4 jaar door. In het 4° jaar wordt opnieuw
rest van de stad voor de hand. Hierbij is het belangrijk bekeken hoe verder te gaan met de deelbakfiets in
dat zorgvuldig wordt omgegaan met de locaties om Amsterdam.
hinder te voorkomen en draagvlak te behouden in de
buurten. Daarom ligt het niet voor de hand om in één Aanbod deelbakfietsen vergroten
keer een te groot aantal deelbakfietsen in de stad te Het aanbod van deelbakfiets gaan we gecontroleerd
plaatsen, maar om gefaseerd het aantal deelbakfietsen stadsbreed opschalen. Door de gefaseerde opschaling
in de stad te vergroten. houdt de gemeente regie op spreiding en inpassing.
We delen de stad op in twee geografisch van elkaar
3.3.3 Beleidsmaatregelen deelbakfiets gescheiden percelen waar aanbieders op kunnen in-
Vanwege de positieve ervaringen met de deelbakfiets schrijven. Met twee percelen met een eigen aanbieder
tijdens de experimentperiode, de voorziene bijdrage houden we het aanbod voor bewoners overzichtelijk.
aan de gestelde doelen en de toegevoegde waarde op De aanwezigheid van maximaal twee aanbieders in
inclusiviteit in het gebruik van deelvervoer, rollen we de stad (net als binnen het lopende deelscooter-
het aanbod aan elektrische deelbakfietsen gecontro- experiment) stimuleert aanbieders om hun diensten
leerd verder uit over de stad. te blijven verbeteren.
Een goede inpassing in de openbare ruimte is hierbij Het maximaal aantal deelbakfietsen per gebied wordt
essentieel, met name omdat bakfietsen op de stoep opgenomen in de nieuwe vergunningsvoorwaarden.
worden geparkeerd. Afhankelijk van de lokale Met het sturen op spreiding (een inschrijver krijg
omstandigheden en druk op de openbare ruimte meer punten voor locatievoorstellen in gebieden
zoeken we naar geschikte parkeerlocaties. Belangrijk waar gemeente graag bakfietsen ziet) willen we
hierbij is dat een deelbakfiets relatief weinig ruimte bewerkstelligen dat de deelbakfietsen voor een brede
inneemt als je het vergelijkt met de autoparkeer- doelgroep beschikbaar is. De opschaling — en dan met
plaatsen en veelal meerdere privé-bakfietsen vervangt. name de inpassing — gaan we in nauwe samenwerking
met de stadsdelen vormgeven, waarbij informatie
Het inpassingsvraagstuk is maatwerk en daarom is een en communicatie op buurtniveau de belangrijkste
goede samenwerking met de stadsdelen op buurt- uitgangspunten zijn.
niveau noodzakelijk. Bovendien bieden hubs ook een
goede mogelijkheid voor een geordende inpassing We gaan voor wat betreft het aantal deelbakfietsen in
(zie paragraaf 2.1.4). de stad uit van een evenwichtige spreiding per gebied.
Teveel vraag leidt immers tot misgrijpen en schaadt
daarmee het vertrouwen in deelvervoer. Teveel
> aanbod leidt tot onvrede over deelvoertuigen die
ruimte innemen en stilstaan. Daarom is het belangrijk
dat vraag en aanbod in balans groeien. We monitoren
3.3.4 Uitvoeren: waar gaan we mee door zowel de vraag als het aanbod, zodat we hier samen
(korte termijn)? met de aanbieders op kunnen sturen.
Het huidige experiment van elektrische deelbakfietsen
wordt omgezet naar vast beleid. Ter overbrugging naar De spreiding per gebied kan variëren, afhankelijk van
dit nieuwe beleid wordt de ontheffing voor de huidige de ruimtelijke inpasbaarheid en het gewenste gebruik.
aanbieders binnen het experiment met de duur van De beschikbare openbare ruimte verschilt namelijk
éen jaar verlengd (tot zomer 2024). Er is namelijk tijd per buurt, waardoor een geparkeerde deelbakfiets in
nodig voor het proces van voorbereiding, uitvraag, de ene buurt goed in te passen is, maar in een andere
vergunningverlening en het plaatsen van deelbak- buurt in de weg staat. Op basis van de ervaringen uit
fietsen. het experiment is een inschatting gemaakt van het
aantal bakfietsen dat stadsbreed gewenst is. Deze in-
Nota Deelvervoer 2023 | 23
schatting komt uit op een maximum van 750 voertuigen. Datadeling:
Afhankelijk van het gebruik willen we de mogelijkheid B We willen weten in hoeverre deelbakfietsen
opnemen om het aantal deelbakfietsen vervolgens bijdragen aan de gemeentelijke doelstellingen
gecontroleerd uit te breiden naar 1.000 en daarna naar (zie hoofdstuk 2), wat de toegevoegde waarde
1.250 deelbakfietsen. Hierbij vragen we aanbieders voor onze inwoners is en waar eventuele bijsturing
(als onderdeel van de uitvraag en vergunning- is vereist. Hiervoor is het nodig dat we data
verlening) om ook op de door ons aangewezen ontvangen van mobiliteitsaanbieders die in onze
locaties en gebieden te staan (bijvoorbeeld buiten de openbare ruimte actief zijn. In de regels zijn reeds
ring en in hubs). Hierbij monitoren we onder meer op: eisen opgenomen ten aanzien van het delen van
B Beschikbare openbare ruimte. data over het gebruik van deelbakfietsen en het
B Afstand tot deelbakfiets. soort gebruikers. Aanbieders delen de gevraagde
B Beschikbaarheid: indien de bakfiets meestal data komende jaren via een door de gemeente
is uitgeleend, dan is de betrouwbaarheid van aangewezen, gestandaardiseerde technologie.
de dienst te laag en valt de functie als auto- Bij de nieuwe vergunningenuitvraag wordt
vervanger weg. de frequentie en de aan te leveren data voor-
B _Buurtadaptatie en meldingen. geschreven (zie ook paragraaf 3.1, hoofdlijn 5).
Parkeervoorzieningen deelbakfiets:
B Voorde parkeervoorzieningen voor de deel-
. 5 oo: ®
bakfiets gaan we, evenals tijdens het huidige (y )
experiment, uit van het “back-to-one-principe”. Dit
houdt in dat een bakfiets geparkeerd staat op één
specifiek gemarkeerde plek en hier na gebruik
weer moet worden teruggebracht. Zodoende 3.3.5 Proberen: wat zijn de nieuwe kansen/
wordt ‘rondzwerven’ en daarmee verrommeling innovaties ?
van de openbare ruimte voorkomen, en wordt
de bekendheid en betrouwbaarheid van het Onderzoek uitbreiding MKB Cargo-deelbakfiets
kunnen gebruiken van een deelbakfiets in de wijk De stad kent verschillende logistieke uitdagingen.
vergroot. We onderzoeken in hoeverre een cargo-deelbakfiets
B De gemeente houdt graag regie op de spreiding hieraan kan bijdragen.
van deelbakfietsen. Aanbieders worden daarom in
de uitvraag en vergunningverlening gestimuleerd
om deelbakfietsen te spreiden over verschillende
gebieden binnen het betreffende perceel. We
delen de stad hiervoor op in twee (voor zoveel
mogelijk vergelijkbare) percelen met het beoogd
aantal deelbakfietsen per buurt. Deze opdeling
maakt onderdeel uit van de nieuwe vergunning- 3.3.6 Onderzoeken: hoe kan het beter?
uitvraag.
B We zettener bij het gereedkomen van nieuw- Nadruk op communicatie bij stimulering gebruik
bouwprojecten op in dat deelbakfietsen direct deelbakfiets
beschikbaar zijn, zodat de overweging om We spannen ons de komende jaren in om — samen met
een (tweede) auto aan te schaffen tijdig wordt de aanbieders — de bewoners van Amsterdam kennis
beïnvloed. In nieuwbouwontwikkelingen lopen te laten maken met de voordelen van deelbakfietsen
ov-voorzieningen vaak achter, waardoor bewoners en het gebruik in de hele stad te stimuleren. We richten
zich genoodzaakt zien tot autogebruik. Als een ons hierbij ook op het verbeteren van digitale vaardig-
bewoner een auto heeft aangeschaft en hieraan heden (hoe werkt de app, hoe werkt het aanmelden,
is gewend, dan valt dit later moeilijk terug te etc.) en bakfietsvaardigheden. Dit doen we door
draaien. De gemeente heeft hierbij de regie op de verschillende (elkaar versterkende) communicatie-
fasering. Met de aanbieder(s) en andere relevante uitingen. Activatie van bewoners kan alleen als er
partijen wordt de nadere invulling afgestemd. ook handelingsperspectief wordt aangeboden: de
B Bij nieuwbouwprojecten en grootschalige eerste stap is het plaatsen van een elektrische deel-
wegwerkzaamheden zet de gemeente in op het bakfiets. Op het moment dat deelbakfietsen worden
(tijdelijk) bijplaatsen van deelbakfietslocaties. geplaatst, wordt gestuurd op actieve communicatie
in verzorgingsgebieden. Inclusiviteit staat hierbij
centraal: we richten ons op álle Amsterdammers, dus
juist ook diegenen die nog geen gebruik maken van
Nota Deelvervoer 2023 | 24
deelvervoer. Bij het benaderen van doelgroepen wordt
goed gekeken naar de behoeften en belemmeringen.
Zo kan een deelbakfiets bij uitstek van pas komen voor
jonge gezinnen die aan de rand van de stad wonen en
voor school of opvang de stad in gaan. In plaats van
een auto kan een deelbakfiets dan uitkomst bieden.
Kwaliteitseisen nieuwe vergunningaanvraag
Aan de nieuwe vergunningen worden (kwaliteits)eisen
gekoppeld om de bijdrage aan de gestelde doelen
te borgen. Hierbij sluiten we zoveel mogelijk aan bij
de andere vormen van deelvervoer. Geïnteresseerde
partijen kunnen — met inachtneming van deze voor-
waarden — een vergunning aanvragen.
Mochten er meer inschrijvende partijen zijn voor één
perceel, dan vindt er een vergelijkende toets plaats.
In deze vergelijkende toets wordt de inschrijving
van de aanbieder op verschillende onderwerpen
beoordeeld, zoals duurzame bedrijfsvoering, invulling
van specifieke door de gemeente voorgestelde
locaties zoals hubs en de spreiding van deelbakfietsen
over de percelen. Partijen kunnen punten scoren op
diverse onderwerpen met een verschillende weging.
De partijen met de hoogste scores (en die aan de
eisen voldoen) komen in aanmerking voor een van de
beschikbare vergunningen.
Nota Deelvervoer 2023 | 25
en TS Û Nn HE Je Nn Sed jd Ek
EB B En. 5 ed Des IE ze Ze pe en H ij B / je ze Ee
NS A Ni area LEE En
Mr nk p 1 hi en RT Ee E ï Se EEE B d a Hd
A EE el „Am Eer Tee ne Ki | nd Ne u ge
( dq k | Et Tae 2 A} Me d 4 ee Ô z EE e en BS q E (A B Ee
ien a TIN oe | De td Ee WE Ik
En EE IFT Edi I EN Ten en E =| et FL EN u el en
sr Af arn OÙ nee en a
Di ed | Ae ane {| Mn | Í f Le jn 8 Bet +
: ed VAE ie rat AE ae | Ei Tm (EN |
‚ll Dad ij if di pn TL dk ee EIN { Ee Ee F En ien es ra E-
£ rn É E wr / Ie 48 ij e LIE 5 ed nl hl T
ee en ek |
rr EE BE | r se ge
ee er PE rs Ì LRE Ne | ee i (5) EN me
Ef ERE men ZR TE TR nme ed _ Jk Á
AEN leen aaff 8 MIL IL Ê IN,
Ee if rl le EP CI MEE A
El ET ne en A et eek | bed
er s ke 5 ag ie , B Pe eral söd: | ie: n en Dj a EE = Ean dn Men IE kl [ A
5 ge TE EL del IR u 8 Ë Eis
Ld Vk We DS = d en rk Ee TS on es E En e r ri |
le enn mn NEN kf IN
5 A , Ge nen nn nn HP ==
ef is he en 7 | men ee, R
| ; nn 4 v e Ee Ene El E =
stoepen ten behoeve van scooterparkeren (motie 130
(2022 — lid Ernsting) of locaties met hindermeldingen.
Er zijn momenteel twee aanbieders van deelscooters
actief in Amsterdam: Check en felyx. Gezamenlijk
bieden deze partijen 770 elektrische deelscooters aan.
We zetten in op het omzetten van het huidige experi-
ment met deelscooters naar vast beleid én aanscher-
ping van de vergunningsvoorwaarden om meer regie
te krijgen over het aanbieden van deelscooters in de
hele stad.
3.4.2 Ervaringen vanuit het lopende deelscooter-
3.4 De elektrische deelscooter experiment
Steeds meer mensen weten de weg naar de deel-
scooter te vinden en het aantal ritten per dag is van
3.4.1 Introductie deelscooter 3.000 in het najaar van 2020 gestegen naar rond de
6.000 sinds de zomer van 2021 tot eind 2022. De
In Amsterdam is het aanbieden van voertuigen tegen deelscooter is hiermee een aantrekkelijk vervoer-
enige vorm van betaling of anderszins met commer- middel voor veel Amsterdammers en bezoekers.
ciële doeleinden in de openbare ruimte verboden,
tenzij een aanbieder een vergunning of een onthef- De meeste gebruikers rijden 1 tot 10 keer per maand
fing van de gemeente heeft. Voor de elektrische op een deelscooter. Dat duidt erop dat de deelscooter
deelscooter is in 2020 gekozen om vergunningen uit vooral wordt gebruikt voor specifieke ritten en niet
te geven voor een experiment met een periode van structureel voor dagelijks gebruik. De aanbieders
twee jaar, met daarbij een optie op een jaar verlenging. geven aan dat bij ongeveer 30% van de ritten twee
Het initiële deel van de vergunning liep op 15 juni personen op de scooter zitten. Het gebruik van de
2022 af. Deze is binnen het experiment verlengd voor deelscooter wordt deels ook gecombineerd met het
de periode van een jaar tot en met 15 juni 2023. Dit openbaar vervoer. Aanbieders hebben tijdens de over-
vanwege de wens om ook ervaringen op te doen in leggen met de gemeente aangegeven dat ongeveer
een niet-corona jaar; en daarbij deels het free-floating- 20% van de ritten bij een ov-knooppunt of P+R wordt
principe los te laten op drukke locaties, bij smalle beëindigd. Daarmee is de deelscooter geen structurele
Nota Deelvervoer 2023 | 26
vervanger van de privéauto, fiets of het openbaar Parkeren
vervoer, maar lijkt het vooral een aanvullende optie te Het parkeren van (deel)scooters is op veel plekken in
bieden (meer keuze mogelijkheden). de stad een probleem vanwege de beperkte stallings-
capaciteit op de stoep (de reguliere parkeerlocatie).
Uit landelijk onderzoek® blijkt dat de nieuwe generatie Deelscooters zijn hierbij makkelijk herkenbaar in het
deelscootergebruikers meer openstaat voor deel- straatbeeld door de kleur, wat resulteert in veel klach-
vervoer, waarbij de deelauto een belangrijke pijler is ten over hinderlijk of foutgeparkeerde voertuigen. Dit
om in de mobiliteitsbehoefte te voorzien. Afgaande is een blijvend punt van aandacht in een stad die maar
op de gebruikersenquête, en het toenemend belang blijft groeien. In het huidige experiment gaat ruim
van de regionale functie, lijkt het gebruik van de driekwart van de klachten over verkeerd geparkeerde
deelscooter een licht positief effect te hebben op deelscooters. De aanbieders van deelscooters hebben
vermindering van het aantal autoritten in de stad en de afgelopen jaren diverse maatregelen genomen om
omgeving. Van de respondenten geeft 60% aan dat hinder te voorkomen. Het aantal klachten is hierdoor
het aantal eigen autokilometers is afgenomen nadat in verhouding tot het aantal ritten afgenomen; het
ze de deelscooters zijn gaan gebruiken. Ongeveer de absoluut aantal klachten niet.
helft van de gebruikers geeft aan dat de kans dat ze
binnen drie jaar een auto aanschaffen, is afgenomen. Met de aanbieders zijn verschillende maatregelen
Dit duidt op een positieve bijdrage aan vervanging van getroffen om de parkeerhinder te verminderen. In
autoritten door duurzamere vormen van mobiliteit. gebieden waar veel klachten vandaan komen, leveren
we daarboven maatwerk. Zo wordt in sommige gebie-
Regionale functie den ingezet op een groter gebied waar deelscooters
De afgelopen jaren waren deelscooters steeds vaker niet mogen worden geparkeerd (om opstroping aan de
in het straatbeeld van grote en middelgrote steden rand te verminderen), in andere gebieden wordt juist
te vinden. De deelscooters worden overwegend ingezet op een kleiner gebied met digitale of speciaal
gebruikt door jongeren, waarvan de teneur is: ‘die aangelegde scooterparkeervakken. Het voorkomen
kunnen net zo goed gaan fietsen’. Daarom worden de van hinderlijk geparkeerde deelscooters is een blij-
deelscooters met gemengde gevoelens ontvangen vend punt van aandacht. Waarbij ook opgemerkt wordt
in de Nederlandse steden die zich inzetten voor dat de overgrote meerderheid van de gebruikers zich
actieve mobiliteit. Utrecht heeft in september 2022 netjes aan de regels houdt.
besloten over te aan tot vervangen van deelscooters
door elektrische fietsen. Een van de redenen was dat 3.4.3 Beleidsmaatregelen deelscooter
de deelscooters niet buiten de gemeente afgemeld Het huidige deelscooterexperiment loopt tot 15 juni
konden worden en dus vooral voor binnenstedelijke 2023. We gaan aan de slag om een nieuwe uitvraag
ritten werden gebruikt. op te stellen voor een vergunningenronde met de
deelscooter. In de Rapportages Deelvervoer 2021 en
In Amsterdam en omliggende regiogemeenten is, 2022 zijn de effecten van de deelscooter geanaly-
in tegenstelling tot Utrecht, een regionaal systeem seerd. De geleerde lessen geven aanleiding om een
ontstaan voor de deelscooter (met daarin onder nieuwe uitvraag op te stellen, waarbij het experiment
andere Diemen, Hoofddorp en Zandvoort). Gebruikers wordt omgezet naar vast beleid. De gemeente pakt
kunnen een rit starten in Amsterdam en beëindigen meer regie in de nieuwe vergunningenronde dan dat
in een regiogemeente waar Check en felyx actief zijn momenteel het geval is.
en andersom. In september 2022 begon of eindigde
9% van de Amsterdamse ritten van felyx in een regio- Aanscherping voorwaarden
gemeente rondom Amsterdam. Voor Check lag dit in Er worden na vaststelling van voorliggend beleid
september 2022 op 7% van de ritten. Het absolute aangescherpte voorwaarden opgesteld op basis van
aantal ritten dat over de gemeentegrens gaat (vooral de geleerde lessen in het huidige experiment. Ten
Amstelveen en Diemen) stijgt mee met de groei van opzichte van de huidige voorwaarden betreft dit
het aantal ritten in Amsterdam. onder andere aanpassing van het aantal deelscooters
(in totaal en per aanbieder), het servicegebied, acties
Met de beoogde uitbreiding van het deelscooter- gericht op het verhinderen van parkeerhinder en de
servicegebied in Amsterdam-Noord worden Zaanstad, doorontwikkeling in het afschalen van het free-floating
Purmerend en Landsmeer mogelijk ook interessante concept. Deze punten staan in onderstaande paragra-
locaties voor aanbieders. fen nader toegelicht.
5 Overmorgen, Deelauto-potentie van deelscootergebruikers, augustus 2021
Nota Deelvervoer 2023 | 27
Het college van burgemeester en wethouders stelt besproken wat technisch haalbaar is en op welke
deze voorwaarden op en publiceert deze na vaststel- termijn dit kan worden gerealiseerd.
ling van het beleid. Geïnteresseerde partijen kunnen B Hetrijden onder invloed is altijd een ‘no go’
— met inachtneming van deze voorwaarden — een vanwege de mogelijke grote negatieve gevolgen.
vergunning aanvragen. Mochten er meer inschrijvende Dit geldt voor alle vervoersopties waar je als
partijen zijn dan we willen toelaten (twee aanbieders), gebruiker achter het stuur zit. Dus niet alleen voor
dan vindt er een vergelijkende toets plaats. In deze de deelscooter. De bestuurder staat zelf centraal
vergelijkende toets wordt de inschrijving van de inde keuzes die worden gemaakt. Voor het rijden
aanbieder op verschillende onderwerpen beoordeeld, op een deelscooter is een rijbewijs vereist — de
zoals duurzame bedrijfsvoering, sociale inclusiviteit, bestuurder is daarmee bekend met alle geldende
vervoersarmoede en stedelijke dekking van het ser- verkeersregels waaronder het verbod op rijden
vicegebied (in lijn met motie 52 (2023) — leden IJmker, onder invloed.
Boomsma en Asruf). Partijen kunnen punten scoren
op de diverse onderwerpen met een verschillende De gemeente stuurt op het vergroten van de
weging. De partijen met de hoogste scores (en die aan juiste keuzes, bewustzijn van acties en strenge
de eisen voldoen) komen in aanmerking voor een van handhaving als regels worden overtreden. De
de beschikbare vergunningen. aanbieders van deelscooters hebben tijdens het
lopende experiment verschillende voorzorgs-
Looptijd vergunningen maatregelen getroffen om het rijden onder
Bij het omzetten van het experiment naar vast beleid invloed te ontmoedigen. Amsterdam wil samen
worden vergunningen uitgegeven voor een met de aanbieders mogelijkheden onderzoeken
maximale periode van 4 jaar, met tussentijdse (Onder andere onderzoek naar een alcoholslot)
evaluatiemomenten (uitgangspunt is 2 jaar + 2x 1 naar het verkleinen van alcoholmisbruik achter het
jaar verlenging). Deze evaluatiemomenten geven de stuur. Dit doen we om ongelukken en onverant-
ruimte om tussentijds bij te sturen indien dit nodig is. woord gedrag door bestuurders van deelscooters
De looptijd van 4 jaar is nodig om de continuïteit voor te voorkomen. De aandachtspunten hierbij zijn:
zowel aanbieder als gebruiker te waarborgen. Als de technische haalbaarheid; consequenties voor de
aanbieder voldoet aan de gestelde voorwaarden en ritprijzen; en aantoonbare correlatie met verkeers-
er geen andere redenen zijn om de vergunning in te veiligheid.
trekken, dan loopt de periode voor 4 jaar door. In het
4° jaar wordt opnieuw bekeken hoe verder te gaan met
de deelscooter in Amsterdam. ( >
3.4.5 Uitvoeren: waar gaan we mee door
(korte termijn)?
Uitbreiding van het aantal deelscooters
3.4.4 Onderzoeken: hoe kan het beter? (zie doelstelling 1, paragraaf 2.4)
B We houden vast aan twee aanbieders van deel-
Verkeersveiligheid scooters in de stad. In het huidige experiment
B In Amsterdam moet iedereen zich veilig kunnen functioneert dit goed. Het creëert namelijk
verplaatsen. Dat betekent dat er niet te hard mag prikkels voor de aanbieders om hun diensten te
worden gereden en voertuigen hun snelheid aan blijven verbeteren (optimalisatie van de dienst-
moeten passen aan de verkeerssituatie. De intel- verlening ten gunste van de gebruiker) en
ligente snelheidsbeperking-aanpassing (ISA) kan is overzichtelijk voor de eindgebruiker.
helpen het aantal overschrijdingen van de maxi- B Wezetteninop een gecontroleerde groei van het
mumsnelheid te verminderen. De stad gaat — uit- aantal deelscooters in de stad. Momenteel rijden
zonderingen daargelaten — over naar 30km/u. De er 770 deelscooters rond in de stad. Bij de uitgifte
deelscooters kunnen 45 km/u vanwege de ritten van nieuwe vergunningen staan we maximaal
van en naar buurgemeenten (regionale mobiliteit). 1.200 deelscooters toe in de stad (maximaal
We willen dat in de toekomst alle deelvoertuigen 600 deelscooters per aanbieder). Het huidige
uitgerust zijn met ISA-technologie. Daarbij gaat het voertuigenplafond van 770 deelscooters beperkt
in beginsel om de waarschuwingsfunctie; en nog aanbieders om hun diensten in de hele stad aan
niet om automatische snelheidsbeperking zolang te bieden in verband met betrouwbaarheid van
dit niet voor alle gemotoriseerde voertuigen de dienst. De loopafstanden naar een deelscooter
geldt. De komende periode wordt met aanbieders nemen immers toe bij vergroting van het service-
Nota Deelvervoer 2023 | 28
gebied en een gelijkblijvend voertuigenplafond. Haarlemmerdijk en -straat, en gebieden rondom
We werken, om concentratie van deelscooters en de Zuidas/Vrije Universiteit.
hinder op drukke locaties te voorkomen, voor een m Smalle stoepen uit het servicegebied: Locaties
aantal gebieden met een bezoekersaantrekkende met smalle stoepen (< 1.50 meter) in de stad
werking (waaronder het centrum), een maximaal worden uit het servicegebied gehaald. Bij de
aantal toegestane deelscooters per aanbieder in nieuwe vergunningenvoorwaarden wordt een
een gebied uit. Hiermee garanderen we in zekere overzicht opgenomen (overzichtskaart) van
zin ook de beschikbaarheid van deelscooters verbodsgebieden en straten met smalle stoepen
aan de randen van de stad. Dit maximaal aantal die buiten het servicegebied vallen. We nemen
wordt opgenomen in de nieuwe vergunning- hier tevens in op hoe wordt omgegaan met straten
voorwaarden. waar gedurende de looptijd een verbod kan
B De extra deelscooters zijn kortom bedoeld om worden ingesteld vanwege beperkte ruimte
dekking van de deelscooter te vergroten over de en/of parkeerhinder.
gehele stad, waarbij het een aanvullend alternatief B Sturing op spreiding en dekking servicegebied
is voor gebieden waar de dekking van het open- door gemeente: Om hinder te vermijden van de
baar vervoer minder is. De insteek hierbij is dat de deelscooter zetten we in op spreiding van het
extra deelscooters evenredig over de stad worden aanbod. Tegelijkertijd pakt de gemeente meer
verdeeld (indien de druk op de openbare ruimte regie op het servicegebied in drukke gebieden
dit toelaat). in de stad dan dat nu het geval is door een
B Inde nieuwe vergunningenronde kijken we op maximumaanbod van deelscooters per aanbieder
basis van de ritdata en klachten over hinderlijk in gebieden met een bezoekersaantrekkende
geparkeerde deelscooters of verdere uitbreiding werking (waaronder het centrum) uit te werken.
van het aantal deelscooters mogelijk is naar De stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord
maximaal 1.500 deelscooters in totaal. Hiervoor vallen nu grotendeels buiten de servicegebieden
is continue monitoring nodig. Een groei van het van de aanbieders. Gebieden in deze stadsdelen
aantal deelscooters is alleen mogelijk bij de zijn beperkt bereikbaar met het openbaar vervoer.
ingebouwde evaluatiemomenten (op zijn vroegst Door een servicegebied of hubs te openen in
na 2 jaar). Het aantal deelscooters neemt niet deze gebieden biedt de deelscooter een extra
automatisch toe tijdens de ingebouwde evaluatie- mobiliteitsalternatief. De dekking en spreiding
momenten. van het aanbod in Nieuw-West, Zuidoost en
Noord wordt flink vergroot ten opzichte van de
Het vermijden van parkeerhinder huidige situatie. Ook wordt ingezet op aanbod in
(zie doelstelling 3, paragraaf 2.4) stadsgebied Weesp. Net als bij de uitvraag van
Huidige situatie: het huidige experiment worden aanbieders in de
B Inhet huidige experiment gaat ruim driekwart nieuwe ronde uitgedaagd om naast de gebieden
van de binnengekomen klachten over verkeerd in de stad waar zij met huidige voertuigenplafond
geparkeerde deelscooters. Hier is een verband al hun diensten aanbieden, ook deelscooters
met het free-floating karakter van het experiment. te plaatsen op aanvullende maatschappelijk
In het huidige experiment zijn er negen gebieden relevante locaties. Hiermee kan men extra
door de gemeente aangewezen waar het punten scoren. En hoe meer punten in de uit-
verboden is om deelscooters te parkeren. Verder vraag, hoe groter de kans dat de partij ook een
heeft de gebruiker vanwege het free-floating vergunning krijgt. Ook na de start van de nieuwe
parkeren de vrijheid om te parkeren binnen het vergunningenronde zullen aan het servicegebied
servicegebied van de aanbieder. In het lopende continue verbeteringen worden aangebracht in
experiment zijn er diverse maatregelen door de samenwerking met de aanbieders. Dit is in lijn met
aanbieders ingevoerd om de parkeerhinder te de huidige werkwijze. Als er meerdere klachten
verminderen. De gemeente neemt in de nieuwe over parkeerhinder op een locatie in de stad
vergunningenronde meer regie op het parkeren binnenkomen, dan wordt het servicegebied door
van deelscooters. de gemeente en aanbieder bekeken en indien
benodigd aangepast.
Toekomstige situatie:
B Verbodsgebieden: In het huidige experiment Het vermijden van parkeerhinder: afschaling
zijn er negen verschillende verbodsgebieden free-floating parkeren door realisatie scootervakken
(De Wallen, 9 straatjes, Leidseplein, Rembrandt- We starten in de volgende vergunningenronde met de
plein etc.) benoemd. Deze gebieden houden we in geleidelijke uitfasering van het free-floating systeem
stand en breiden we waar nodig en mogelijk ook (overal in de stad parkeren) ten gunste van locatie-
uit met onder andere gebieden die aanbieders al specifieke digitale en fysieke hubs. Het uitgangspunt
vrijwillig uit hun servicegebied houden, zoals de bij de realisatie van een fysiek en digitaal scootervak is
Nota Deelvervoer 2023 | 29
dat het voor een deelscootergebruiker verplicht wordt deelscooterrit kan starten of eindigen met
om de deelscooter in het vak te parkeren om de rit te daaromheen een zone waar dit niet kan. Dit is iets
beëindigen. Doet een gebruiker dit niet, dan blijft de anders dan een algemeen scootervak (nummer 1)
teller lopen. In een straal van circa 250 meter rondom of specifieke scootervakken in een hub (nummer
het scootervak is het niet langer mogelijk om een rit te 2). Voorwaarde voor een digitale hub in een ver-
beëindigen. Hiermee wordt het free-floating parkeren bodsgebied binnen de ring of bij drukke locaties
afgeschaald. Deze methodiek wordt op dit moment buiten de Ring (Arenagebied, station Noord etc.) is
al toegepast door aanbieders. Het aanpassen van het dat de loopstromen van voetgangers niet worden
servicegebied doen we op verschillende manieren: geblokkeerd worden. Op plekken waar geen
fysieke hub mogelijk is, kijken we naar geschikte
1 In Amsterdam zijn er al diverse scootervakken locaties voor deelscooters, waarmee loopstromen
gerealiseerd door de stad heen. Uitgangspunt van voetgangers niet worden geblokkeerd.
is dat de deelscooter ook in deze vakken wordt
geparkeerd en het free-floating gebied in de Datadeling:
omgeving wordt weggehaald om te sturen op B We willen weten in hoeverre deelscooters
goed parkeren. Daarnaast zijn er locaties waar er bijdragen aan de gemeentelijke doelstellingen
geen ruimte is op de stoepen voor de realisatie (zie hoofdstuk 2), wat de toegevoegde waarde
van een scootervak. Hiervoor zetten we in op het voor onze inwoners is en waar eventuele bijsturing
opheffen van autoparkeerplaatsen, met name is vereist. Hiervoor is het nodig dat we data
op drukke locaties. Voor personen met een ontvangen van mobiliteitsaanbieders die in onze
privéscooter zijn de algemene scootervakken openbare ruimte actief zijn. In de regels zijn reeds
een extra optie om te parkeren. Een voorbeeld eisen opgenomen ten aanzien van het delen van
van algemeen scootervak is aan de achterzijde data over het gebruik van deelscooters en het
van het Centraal Station, waarbij zowel privé- als soort gebruikers. Aanbieders delen de gevraagde
deelscooters parkeren. De deelscootergebruiker data komende jaren via een door de gemeente
ziet vervolgens via de applicatie van de aanbieder aangewezen, gestandaardiseerde technologie.
dat in de omgeving van het Centraal Station dit Bij de nieuwe vergunningenuitvraag wordt
scootervak een van de weinige locaties is waar een de frequentie en de aan te leveren data voor-
rit kan worden gestart of beëindigd. geschreven (zie ook paragraaf 3.1, hoofdlijn 5).
2 Realisatie van specifieke deelscootervakken
in gebouwde voorzieningen (hubs). Delen van Gerichte inzet deelscooters bij grootschalige
de stad zijn niet geschikt voor het op grote werkzaamheden:
schaal stallen van deelscooters in de openbare Bij de werkzaamheden aan de Piet Heintunnel zijn
ruimte. Dit heeft enerzijds te maken met beperkte succesvol tijdelijk extra deelscooters ingezet. Door
openbare ruimte (smalle stoepen) en anderzijds middel van gerichte communicatie-acties nam het
met eventuele hinder die concentratie van aantal deelscootergebruikers meetbaar toe in de
deelscooters veroorzaakt. Hubs zijn naast locaties directe omgeving van de Piet Heintunnel. We blijven
waar deelscooters moeilijk inpasbaar zijn in de ook de komende jaren, binnen hetgeen dat mogelijk
openbare ruimte, ook interessant uit oogpunt voor is in de vergunningvoorwaarden, bij grootschalige
spreiding van het aanbod waarbij het een gestruc- werkzaamheden afspraken maken voor het (tijdelijk)
tureerde wijze wordt ingepast in de openbare beschikbaar stellen van deelscooters als aanvulling
ruimte. Hubs zijn ook interessant voor gebieden op een tijdelijk beperkte ov-dienst (in de experiment-
waar een goed aanbod van alternatieven voor de gebieden of hubs).
privéauto gewenst is (zoals de grote ruimtelijke
ontwikkelgebieden in de stad). Er zijn momenteel
al diverse buurthubs in Amsterdam gerealiseerd 89,
(mede vanuit een proef die de gemeente heeft Y
opgestart voor de realisatie van 15 buurthubs door
de stad heen). Het gebruik van deze buurthubs
wordt gemonitord en bij positief resultaat blijven 3.4.6 Proberen: wat zijn de nieuwe kansen/
deze van kracht. Bij de nieuwe vergunninguitgifte innovaties?
worden de vergunninghouders voor de deel-
scooter ook de enige aanbieders die deelscooters Dynamische (no) parking zones bij evenementen/
in de buurthubs aan mogen aanbieden. werkzaamheden
3 Realisatie van digitale hubs. Een digitale hub is B Amsterdam is een dynamische stad waarin de
een locatie die in de applicaties van de aanbieder openbare ruimte flexibel wordt ingezet. Zo vinden
is aangemerkt als punt waar een gebruiker de er regelmatig werkzaamheden en evenementen
Nota Deelvervoer 2023 | 30
plaats. We willen als gemeente dat de inzet van Daarnaast kan het vanwege de beperkte ruimte
deelvervoer hier goed op aansluit en flexibel of klachten gewenst zijn om locatie-gericht een
ingezet moet kunnen worden. Wij moeten er dan parkeerverbod voor deelscooters in te stellen om
wel voor zorgen dat duidelijk is waar en wanneer zo bijvoorbeeld meer ruimte voor de voetganger
het parkeren van deelvoertuigen wel en niet is te creëren. Daarbij kan de combinatie worden
toegestaan, en dat we dit tijdig communiceren gezocht met tijdelijke virtuele (GPS) parkeerzones.
richting de deelaanbieders. Dat betekent dat we als gemeente met de aan-
Tijdens werkzaamheden, bijvoorbeeld bij bieders van deelscooters flexibel (no) parkeer-
het herstellen van bruggen en kademuren, zones willen kunnen communiceren. De gemeente
kunnen — in aanvulling op de verbodsborden is hierbij “in control’ en kan actief handelen zodra
op straat die gelden voor alle voertuigen — ergens hinderlijk geparkeerde deelscooters staan.
tijdelijke verbodszones in de applicaties van
de aanbieders worden ingesteld om te voor- Aanspreken bredere doelgroep
komen dat hier deelscooters parkeren. Dit zorgt (zie doelstelling 1, paragraaf 2.4)
ervoor dat deelscooters niet in de weg staan Uit de Rapportage Deelvervoer 2021 en 2022 blijkt
bij de werkzaamheden. Deze tijdelijke verbods- dat deelscooters met name worden gebruikt door
zones komen bovenop de al eerder beschreven jonge hoogopgeleide mannen. We proberen door
verbodszones die Amsterdam hanteert. gerichte communicatie en kennismakingsmaatre-
Het instellen van tijdelijke servicegebieden gelen andere doelgroepen ook gebruik te laten
op locaties waar het normaal gesproken maken van de deelscooters — en de deelscooters
verboden is te parkeren of waar de aanbieder zo voor een grote groep Amsterdammers aantrek-
zijn diensten niet aanbiedt biedt bezoekers kelijk te maken. Een geslaagd voorbeeld hiervan
tegelijkertijd een extra mobiliteitsalternatief is de promotie onder personeel in onderwijs en
tijdens bijvoorbeeld evenementen. Na afloop zorg tijdens de coronaperiode (zie onderstaande
van het evenement wordt het digitale vak weer kader). Bij de nieuwe vergunningaanvraag zullen
opgeheven, waardoor de deelscooter daar niet we extra punten toekennen aan aanbieders die
meer kan worden geparkeerd. De realisatie van een goed uitgewerkt plan hiervoor hebben.
dergelijke tijdelijke parkeerzones vindt altijd
plaats na afstemming tussen de gemeente en
aanbieders.
Nota Deelvervoer 2023 | 31
_ : E Ì pen br Ee oi ES , NN
E : “a TE mie _dd
= ne ai EE nr EE 1 - oi NE
zn Me in zi EE — == Tp me Dn T
MN AZ K 3 Me & N | me ms Et Li haken Ee Le
ee in RS RE es Sl Shanker: ENE ME
DA ar AR eeN zals ip TN ER Ean Wer
Sel eE: 5 ri a ä Ld lies T . hr: Ì zel JL ln, el Beke zo REE er ne: ie p
zi fi ar Ae raf di Re en Ea geene RE sl E
ee Er eek k2 B nen pn a || ú ha: arn ae! ri E —= mp B
Tre Ë A. Mk ek Ed Tar in | get Ee - df ì Ei É
ES Si A dat B tn EB LE
em NME ie B ar en S/S
| | LR: REL EE | EN) 1 ei Ch up Á E Ll RE me Cr Khel, al EN er ij 5 iS ‚e be. |
En en Hs PE ed Se tm en Ri Ek RE mers
n ij _ 5 em - 2E nd Bl MN a El AED 6 Aiel Ef
ES | GS ee RER RT ROD a
| (ME en A EE NS AN Se en nn ni
ed | mt me nl ee, nn —
veer me En : = ee _— D Ee
mmm, En ie en En
5 ef eel h KE: Ke DP — En ke. eN mn
nf ’ 0 Em 1 en a: Ps ER EE - Den Ee ee == El -
si Ni ee ie SE ‚NN 5 ze A B je rn nn nn es
; # a Gen AE Lo. el 58 Î SIN AA li nde en en m5 =t En nn ns
| Mer ® : kad Nn BAE een Nn
Ker RS En Ï , ae We en É :
Gi, ee Rt ARR nnen Rn
Nez je SN f E ee Ce ì 3
TN bie EE
Te g\ Ee Et E 7 ke
Het verder laten groeien van het aantal
deelauto’s (faciliteren early-majority).
Een betere spreiding van het aanbod over de
hele stad.
Het vergroten van de bekendheid en versterken
van de vraag naar deelauto’s.
Het vereenvoudigen van de aanvraag van een
autodeelvergunning.
We zien 2023 als een overgangsjaar, waarna de vraag
naar deelvervoer — vooral in 2024 — zal toenemen
mede dankzij het uitbreiden van betaald parkeren.
Het aanbod zal vervolgens meegroeien.
In onderstaande paragrafen wordt vanuit praktische
Amsterdam ziet veel potentieel in autodelen. De overwegingen afgeweken van het vaste stramien
gemeente stimuleert autodelen omdat het — in ‘Uitvoeren, Proberen en Onderzoeken’ dat bij de
combinatie met de andere vormen van deelvervoer, andere modaliteiten is gehanteerd. In plaats hiervan
goed openbaar vervoer en parkeerbeleid — een is een opdelingen gemaakt tussen de free-floating
belangrijke voorwaarde is voor het verminderen van deelauto en de deelauto met vaste standplaats /
het autobezit. Een volwassen aanbod van deelauto’s is zone-floating.
een belangrijke randvoorwaarde richting de autoluwe
stad. Het draagt daarnaast bij aan een vermindering
van het aantal gereden autokilometers® in de stad en We hebben in Amsterdam al 26 jaar ervaring met de
een verbetering van de luchtkwaliteit. deelauto met een vaste standplaats en elf jaar met de
free-floating deelauto. De deelauto wijkt hiermee af
We zetten de komende jaren, overeenkomstig de van lopende experimenten met de deel(bak)fiets en
doelstelling van de Agenda Autoluw en de deelscooter zoals toegepast bij de andere modalitei-
Omgevingsvisie 2050 (zie paragraaf 2.1), in op: ten. Het aantal deelauto’s is de afgelopen jaren verder
8 _ TNO, Impact op emissies door autodelen in de Gemeente Amsterdam, juli 2021
Nota Deelvervoer 2023 | 32
gestegen. De deelauto is steeds vaker een alternatief B Deritlengte van de free-floating deelauto’s is de
voor de privéauto. Daarmee wordt het minder een afgelopen jaren toegenomen, hoewel de ritlengte
niche, maar het is gezien de aantallen (zo’n 3.000 van standplaatsauto’s gemiddeld nog ruim vier
deelauto’s ten opzichte van 240.000 privéauto’s in de keer hoger ligt. We zien verder duidelijk twee
stad, ook nog geen mainstream (bron: Amsterdamse type ritten: de interstedelijke ritten en de binnen-
Thermometer van de Bereikbaarheid, 2021). We zien stedelijke ritten.
ook dat het gebruik binnen de ring A10 langzaamaan — De binnenstedelijke ritten zijn vaak korte ritten
gemeengoed wordt (van early adopters naar early in de stad. We zien hierin wel een afname van
majority) en dat buiten de ring langzaam maar zeker het aantal ritten binnen de stad, maar willen
groeiend gebruik plaatsvindt (early adopters), zie meer inzicht in hoe deze afname verder kan
bijlage I (Rapportage Deelvervoer 2022). worden gestimuleerd en gaan daarom de
komende beleidsperiode dit effect gericht
De klassieke deelauto met een vaste standplaats en onderzoeken.
de stadsbrede free-floating deelauto zijn vooral te — De transitie naar langere ritten van met name
vinden in het gebied binnen de ring A10 en ten zuiden de interstedelijke ritten is onder andere ingezet
van het IJ. In grote delen van de stadsdelen Noord, doordat de deelauto-aanbieders interstedelijke
Nieuw-West en Zuidoost zijn nog beperkt deelauto’s ritten mogelijk hebben gemaakt en door de
aanwezig. Het autobezit per persoon is hier hoger dan hogere actieradius van de elektrische auto.
binnen de ring A10 en er is nog niet overal betaald Verder wordt er gewerkt aan een landelijke
parkeren ingevoerd. De invoering van betaald par- autodeelvergunning waardoor het nog
keren is een belangrijke stimulans voor plaatsing van makkelijker wordt om een gebruiksperiode
een deelauto. Voor gebruik is de beschikbaarheid van te beëindigen in andere steden.
goed openbaar vervoer ook een belangrijke factor.
De deelauto vergroot de mogelijkheden voor de
Wat opvalt in de Rapportage Deelvervoer 2022 (zie deur-tot-deurreis en is — samen met het openbaar
bijlage I) in gebruik tussen de deelauto's met een vaste vervoer — een stevig, bijna volwassen alternatief voor
standplaats en de free-floating deelauto’s: de privéauto. Dit blijkt ook uit de door de aanbieders
B De deelauto met een vaste standplaats wordt uitgezette enquête onder hun gebruikers. Het
gemiddeld minder dan één keer per dag en overgrote deel van de deelautogebruikers heeft geen
verhoudingsgewijs vaak in het weekend (vrijdag, auto, waardoor zij dankzij de deelauto een reis- en
zaterdag en zondag) gebruikt. De deelauto met keuzemogelijkheid erbij krijgen. Bij de respondenten
vaste standplaats wordt vooral voor langere met een auto heroverweegt bijna de helft de behoefte
afstanden en buiten de stad gebruikt. Iedere aan een eigen auto, een kleiner deel van de gebruikers
deelauto met een vaste standplaats heeft ook een overweegt juist de aanschaf van een eigen privéauto.
parkeervergunning voor het betreffende vergun- Dit sluit dus deels aan op de gemeentelijke doelstelling
ningengebied. Er zijn echter ook aanbieders die om het eigen autobezit in de stad en hiermee de druk
kiezen om geen vaste standplaats meer aan te op de openbare ruimte te verminderen.
vragen en de deelauto binnen een kleiner gebied
te laten ‘zone-floaten’. Hierbij wordt de deelauto De deelauto’s met een vaste standplaats en de
in een bepaald vergunningengebied op een free-floating deelauto’s lijken steeds meer door elkaar
reguliere parkeerplaats met of zonder laadpaal gebruikt te worden en zijn daarmee onderdeel van het
geparkeerd. Gebruikers kunnen via de app kijken complete pakket als onderdeel van het deelvervoer-
waar een deelauto staat en deze reserveren. Het systeem.
grote voordeel hiervan is dat efficiënter wordt
omgegaan met de beschikbare parkeerruimte én Dit zijn veelbelovende resultaten. De ruimte in de
de laadinfrastructuur. stad is immers schaars en momenteel wordt veel van
B De free-floating deelauto wordt ten opzichte van deze ruimte ingenomen door privéauto’s en parkeer-
een deelauto met een vaste standplaats vaker plaatsen. Wanneer inwoners van Amsterdam de eigen
gebruikt en rijdt kortere afstanden. De meeste auto weg doen (bijvoorbeeld vanwege het vigerende
gebruikers pakken de free-floating deelauto parkeerbeleid) en gebruik maken van een deelauto
1-4 keer per maand voor voornamelijk recreatieve komt veel ruimte vrij voor de andere opgaven waar de
doeleinden en het ophalen van goederen. De stad voor staat. Belangrijk aandachtspunt hierbij is de
free-floating deelauto wordt dus meer gebruikt beschikbaarheid van deelauto’s aan de randen van de
voor incidentele ritten. stad.
Een aandachtspunt bij de groei van de deelauto aan
de rand van de stad is of de deelauto meer voor
Nota Deelvervoer 2023 | 33
regionale ritten wordt gebruikt en niet voor korte ritten onderbouwing en gaat daarover in gesprek met
richting het centrum. We gaan daarom het gebruik de aanbieders over hoe de gemeente omgaat met
monitoren en onderzoeken welke sturingsinstrumenten privacy- en concurrentiegevoelige informatie.
er mogelijk zijn om regionale ritten te stimuleren en B __Informatie-uitwisseling tussen gemeente en
kortere ritten binnen de stad te ontmoedigen. aanbieders: Als gemeente wisselen wij actief
informatie uit met de aanbieders van deelauto’s.
3.5.3 Algemene maatregelen deelauto Hiervoor is een samenwerkingsplatform vanuit
Onderstaande generieke maatregelen dragen de het convenant Autodelen ingericht, dat in de
komende jaren bij aan het realiseren van doelen zoals loop van 2023 wordt geëvalueerd. Dit platform
beschreven in paragraaf 2.4: vormt de basis voor samenwerking en uitwisseling
B Vergunningsproces optimaliseren: Nadat een van informatie. De insteek is om dit platform de
aanbieder een aanvraag voor een vaste stand- komende jaren verder uit te bouwen.
plaats heeft ingediend, kost het tijd voordat deze B _Deelvervoer en gebiedsontwikkeling: In nieuwe
daadwerkelijk is gerealiseerd op straat. Dit proces gebiedsontwikkelingen vindt parkeren vooral
wordt aangepast om kortere doorlooptijden te inpandig plaats en komen zeer beperkt parkeer-
krijgen. Dit biedt de aanbieders de mogelijkheid plaatsen op het maaiveld. Bewoners komen ook niet
om snel en makkelijk standplaats-deelauto’s te in aanmerking voor een parkeervergunning. Hier
kunnen toevoegen of vervangen. Er wordt tevens ontstaan kansen voor autodelen en het realiseren
ingezet op het optimaliseren van het aanvraag- van een gedragsverandering (zie hoofdstuk 2). De
proces voor de stadsbrede autodeelvergunning en ov-voorzieningen lopen hier vaak achter op nieuw-
gebiedsgebonden autodeelvergunning. bouwontwikkelingen, waardoor bewoners zich
B Meeren beter voordelen communiceren: genoodzaakt zien tot autogebruik. Als een bewoner
Uit onderzoek blijkt dat de houding van de een auto heeft aangeschaft en hieraan is gewend,
Amsterdammer ten aanzien van autodelen redelijk dan valt dit later moeilijk terug te draaien. Daarom
positief is, en positiever wordt. Maar niet iedereen is belangrijk dat bij de oplevering van de eerste
weet hoe autodelen precies werkt en waar welk woningen er voldoende aanbod van deelauto’s is
het aanbod te vinden is. Samen met de aanbieders en de nieuwe bewoners hier tijdig (bij voorkeur al
spannen we ons daarom de komende jaren in om voor de verhuizing) van op de hoogte zijn. Dit zodat
het concept ‘deelauto’ en de voordelen hiervan te ze niet overgaan tot aanschaf van een privéauto.
communiceren en het aanbod zichtbaar te maken Belangrijke voorwaarde hierbij is dat deelauto’s
op straat. Dit doen we door verschillende (elkaar gebruik kunnen maken van de gebouwde parkeer-
versterkende) communicatie-uitingen gericht op voorzieningen. Amsterdam gaat een actievere rol
specifieke doelgroepen te organiseren. spelen in de communicatie over deelvervoer en het
B Data aanleveren door aanbieders: Amsterdam faciliteren van deelauto’s in hubs.
wil weten in hoeverre deelauto’s bijdragen aan de B Onderzoek informeel autodelen: Uiteraard kun
gemeentelijke doelstellingen (zie hoofdstuk 2), je het ook informeel met je buren, of in vrienden-
wat de toegevoegde waarde voor onze inwoners is groepen via bijvoorbeeld een gezamenlijke
en waar eventuele bijsturing is vereist. Hiervoor is kalender, WhatsApp-groep of Excel-planning een
het nodig dat we data ontvangen van mobiliteits- autodelen. Hoeveel mensen in Amsterdam via
aanbieders die in onze openbare ruimte actief zijn. dergelijke initiatieven een autodelen is nog niet
In de regels voor de uitgifte van autodeelvergun- bekend. We willen graag een vollediger beeld
ningen zijn reeds eisen opgenomen ten aanzien van deelvervoer in Amsterdam en daarmee de
van het delen van data over het gebruik van (potentiële) impact op de vermindering van het
voertuigen en het soort gebruikers, zie paragraaf eigen autobezit. We gaan door met verstrekken
3.1, hoofdlijn 5. Naast de gegevens die we al van informatie over alle vormen van autodelen. En
van aanbieders vragen, willen we ook data gaan we starten daarnaast een onderzoek naar de vraag
opvragen over tussenstops buiten Amsterdam (op hoe en hoeveel mensen informeel autodelen in
niveau van de gemeente). Dit gebruiken we voor Amsterdam. Zie ook de beschreven ontwikkeling
het monitoren van het gebruik van deelauto’s voor in paragraaf 3.5.6.
regionale ritten en interstedelijk gebruik. Hierbij
wordt rekening gehouden met de geldende 3.5.4 Maatregelen en onderzoeken Free-floating
privacywetgeving (AGV). We leggen dit vast in deelauto
het Uitvoeringsbesluit Autodeelorganisaties voor Voor de free-floating deelauto zetten we de komende
zowel de stadsbrede autodeelvergunning, de jaren in op maatregelen die vooral gericht zijn op een
gebiedsgebonden autodeelvergunning en de groter aanbod en betere spreiding van de beschikbare
vaste standplaatsdeelauto. De gemeente draagt deelauto’s over de hele stad en het kunnen starten en/
daarbij zorg voor een goede beleidsmatige of eindigen van ritten met de free-floating deelauto in
Nota Deelvervoer 2023 | 34
de regio en andere steden in het land (minder korte ook deelauto’s beschikbaar zijn in deze gebieden.
ritten). Hiervoor nemen we de onderstaande maat- De beschikbaarheid van het aanbod hangt af van
regelen: de te verwachten vraag. Verwachting is dat met
B Grotere servicegebieden: Het aanbod van deel- het groeiend gebruik in de randen van de stad,
auto’s concentreert zich momenteel binnen het ook het aanbod zich zal verspreiden. Immers waar
gebied A10 en ten zuiden van het IJ. Het streven een rit eindigt, kan ook een rit gestart worden. We
van voorliggend beleid is om het ook mogelijk verwachten van aanbieders dat zij geen maatre-
te maken een deelauto te gebruiken voor ritten gelen nemen om het parkeren van de deelauto in
vanuit (delen van) Nieuw-West, Zuidoost, Noord de buitengebieden te ontmoedigen, zoals bijvoor-
en op termijn Weesp (zie doelstelling 1, paragraaf beeld hogere kosten voor het parkeren van een
2.4). Deze stadsdelen vallen nu grotendeels buiten deelauto in één van deze gebieden. De gemeente
de servicegebieden en delen hiervan zijn beperkt wenst meer aanbod en spreiding in de genoemde
bereikbaar met het openbaar vervoer. Aanbieders delen van Nieuw-West, Zuidoost, Noord en op
hebben de afgelopen jaren, in deze gebieden, termijn Weesp. Met de introductie van betaald
voorzichtige stapjes gezet om het servicegebied parkeren verwachten we een versnelling in de
te verruimen door aanbod bij te plaatsen op basis groei en het aanbod in deze delen van de stad in
van een langzaam groeiende vraag. de grijze servicegebieden daar waar het aanbod
nu beperkt of niet aanwezig is. We gaan met
Om de deelauto echt een volwaardig alternatief de aanbieders in gesprek over hoe het aanbod
voor de eigen auto te laten zijn, willen we dat in deze delen van de stad versneld op een lijn
inwoners in alle woongebieden in de stad een rit gebracht kan worden. Dit benadrukken we tijdens
kunnen starten en beëindigen. We stimuleren dat onze gesprekken met aanbieders, conform motie
de aanbieders het servicegebied vergroten bij de 10 (2023) — leden Koyuncu en Asruf).
introductie van betaald parkeren, waarbij we graag B Onderzoek verplaatsingen binnenstad: De
groeiend aanbod zien in de grijze gebieden zoals parkeervergunning voor autodeelorganisaties
weergegeven in onderstaande afbeelding. De (free-floating) is op dit moment stadsbreed
aanbieder hoeft echter niet te garanderen dat er geldig met uitzondering van een deel van het
B Deelauto free-floating servicegebied
B Bewoonde gebieden gemeente Amsterdam
Figuur 1: Servicegebied free-floating autodelen en bewoonde gebieden
Nota Deelvervoer 2023 | 35
stadscentrum. We monitoren het gebruik van de jaar verlengd tot maart 2024. Dit geeft ons tijd om
free-floating deelauto’s en onderzoeken hoe dit de Parkeerverordening en Uitwerkingsbesluiten
zich verhoudt tot andere manieren van verplaats- aan te passen. De stadsbrede parkeervergunning
ingen, inclusief de privéauto, richting het centrum wordt wederom voor een periode van 4 jaar uit-
(zie doelstelling 3, paragraaf 2.4). gegeven. Na afloop van de 4 jaar wordt opnieuw
B Meer deelauto’s per organisatie: Beschikbaarheid bekeken hoe verder te gaan met de free-floating
is een van de grootste belemmeringen voor deelauto in Amsterdam.
(potentiële) gebruikers. De stadsbrede autodeel- B _Kennisdeling t.b.v. uitwisseling omliggende
vergunning kent een vergunningenplafond gebieden (Vervoerregio Amsterdam en MRA):
van 2.500 vergunningen en maximaal 500 per Amsterdam deelt actief haar kennis en ervaringen
aanbieder. Dit is om grip te houden op het aantal over deelauto’s met omliggende gemeenten,
aanbieders en deelauto’s, zoals benoemd in de andere steden en het nationaal Programma
Agenda Autodelen (2019). Deelmobiliteit. Dit zodat de aantallen deelauto’s
Gezien de wens om het servicegebied te vergro- ook hier kunnen toenemen en het ook daar een
ten en om de loopafstanden naar een beschikbare alternatief voor de (tweede) auto kan zijn (zie
deelauto niet verder te vergroten, wordt ingezet doelstelling 4, paragraaf 2.4).
op een verhoging van het vergunningenplafond B Wens tot meer zone-floating: Bij grotere aantallen
voor de stadsbrede autodeelvergunningen van deelauto’s — met name in de stadsdelen buiten
2.500 naar 3.000 stuks in 2024. Hiermee zorgen de ring A10 en ten noorden van het IJ — is te
we ervoor dat de beschikbaarheid van deelauto’s verwachten dat er een grote stijging van het
voor bewoners (en daarmee de betrouwbaarheid aantal interstedelijke ritten zal plaatsvinden met
van de dienst en de functie als autovervanger) niet de huidige vorm van free-floating deelauto’s. De
afneemt door uitbreiding van het servicegebied. gemeente gaat onderzoeken hoe meer ingezet
Dit sluit aan op de ambitie van een groter aanbod kan worden op het stimuleren van zone-floaten.
en betere spreiding over de stad zoals beschreven Zone-floaten is het gebruik van een deelauto
in paragraaf 3.1. zonder vaste standplaats in een specifiek parkeer-
Om de uitbreiding van het servicegebied voor vergunninggebied. We gaan onderzoeken hoe
de aanbieders haalbaar te maken, wordt ook het we dit gaan doen met oog op de grenzen van de
maximaal aantal vergunningen per organisatie ruimte op straat en beschikbare laadpunten in de
verhoogd, van 500 naar 600 stuks in 2024. De jaren stad (zie doelstelling 3, paragraaf 2.4).
hierna bekijken we aan de hand van beschikbare B Interstedelijke ritten: Om het gebruik van een
data of een verdere verhoging van het maximum deelauto tussen de grote steden en in de regio
per organisatie bijdraagt aan toegenomen vraag, makkelijker en aantrekkelijker te maken (zie
groei en betere spreiding van het aanbod over doelstelling 4, paragraaf 2.4), loopt er een proef
de stad. Dit nemen we mee bij de jaarlijkse aan- met real-time kentekenwissel van free-floating
passing van de Parkeerverordening. deelauto’s. Hiermee maken we het makkelijker
B Minimaal aanbod per organisatie: Er zijn nu enkele voor de gebruikers van aanbieders om hun rit
aanbieders die een zeer beperkt aantal deelauto’s in een andere stad te beginnen of te eindigen.
aanbiedt. De stadsbrede parkeervergunning is een Deze proef is na de zomer van 2022 geëvalueerd.
bijzondere vergunning voor een stadsbrede dienst De reacties waren positief. We zijn daarom voor-
die we alleen willen verstrekken aan aanbieders nemens om de proef in vast beleid om te zetten.
die een serieuze zichtbare bijdrage leveren Em _MaaS-platforms: Op dit moment geldt er nog geen
in de aanwezigheid van deelauto’s in de stad. verplichting in de stadsbrede parkeervergunning
We voegen daarom aan het ‘Uitvoeringsbesluit om te verbinden met MaaS-dienstverleners. We
Stadsbrede autodeelvergunningen’ toe dat voor dagen aanbieders uit om de technische standaard-
de verstrekking van de stadsbrede parkeer- koppeling te gebruiken. We gaan in gesprek met
vergunning een aanbieder minimaal 50 deelauto’s aanbieders om de mogelijkheden en eventuele
moet aanbieden in Amsterdam. hindernissen te bespreken en we onderzoeken
EB Nieuwe uitgifte voor stadsbrede parkeer- een eventuele verplichting en de wensen van
vergunning: De stadsbrede autodeelvergunning aanbieders richting MaaS-dienstverleners.
was tot maart 2023 geldig. We hebben daarom de
huidige stadsbrede parkeervergunningen met een
1 Het kenteken van de betreffende auto blijft hetzelfde, maar in het systeem van de stad waar de deelauto zijn rit eindigt, wordt realtime een
mutatie doorgevoerd in het parkeersysteem waardoor de auto zonder extra kosten geparkeerd en de rit beëindigd kan worden.
Nota Deelvervoer 2023 | 36
B Deelauto free-floating servicegebied Ë
Figuur 2: Dekkingsgebied een of meerdere aanbieders free-floating autodelen
3.5.5 Maatregelen en onderzoeken standplaats- wordt gezocht naar andere, alternatief geschikte
gebonden/zone-floating deelauto standplaatsen in de buurt van de huidige vaste
De standplaatsgebonden/zone-floating deelauto standplaats. Amsterdam heeft aanbieders de
levert een positieve bijdrage aan de gemeentelijke afgelopen jaren geïnformeerd over de beoogde
doelstelling. We voorzien echter dat er grenzen transitie naar uitstootvrij. Dit blijven we doen. We
ontstaan aan het ruimtegebruik en verdeling van deze blijven met aanbieders in gesprek om de transitie
schaarse ruimte. Standplaats deelauto’s zijn en blijven naar volledig uitstootvrij per 2025 soepel te laten
een belangrijk onderdeel van het aanbod, maar we verlopen, onder andere door planningen van
onderzoeken hoe we dit efficiënter in kunnen zetten. aanschaf elektrische auto en plaatsing laadpaal
In de Agenda Autodelen (2019) was al opgenomen met elkaar te delen. De gemeente draagt zorg
dat in 2025 alle deelauto’s met een autodeelparkeer- voor voldoende beschikbare laadcapaciteit in de
vergunning en/of met vaste standplaats uitstootvrij stad waarbij ook de vraag van deelauto’s naar deze
moeten zijn. Nu geldt deze verplichting alleen nog capaciteit is opgenomen. Laden van deelauto’s
voor de elektrische free-floating deelauto’s. Om deze is altijd mogelijk bij de beschikbare openbare
transitie mogelijk te maken, worden de volgende laadpalen. We blijven aankomende tijd met elkaar
maatregelen genomen: in gesprek over de opgave om de transitie naar
B Volledig uitstootvrij: We passen de stedelijke volledig uitstootvrij per 1 januari 2025 soepel te
regelgeving komend jaar aan om de transitie laten verlopen. Mocht blijken dat er capaciteits-
naar volledig uitstootvrij per 1 januari 2025 knelpunten ontstaan voor 1 januari 2025 dan
te garanderen. Vanaf 1 januari 2025 moeten kunnen we een overgangstermijn overwegen.
alle deelauto’s in Amsterdam uitstootvrij zijn. B Wens naar zone-floating: De transitie naar volledig
De transitie en elektrificatie van deelauto's uitstootvrij is een goed moment om het vaste
met een vaste standplaats wordt ondersteund standplaats-concept, waarbij een deelauto op
door het plaatsen van laadpalen op daarvoor een vaste parkeerplaats staat geparkeerd en
technische geschikte vaste standplaatsen. Daar daar altijd weer naar terug moet aan het einde
waar geen laadpalen kunnen worden geplaatst, van de gebruiksperiode, te heroverwegen. Uit de
Nota Deelvervoer 2023 | 37
monitoringsdata (zie bijlage I, Rapportage deel- kan dit nadrukkelijk niet — hiermee kan alleen in het
vervoer 2022) blijkt dat de standplaatsgebonden betreffende vergunninggebied worden geparkeerd.
deelauto een belangrijke rol speelt binnen het
totale deelconcept (weinig korte ritten, vooral bui- 3.5.6 Niet-commerciële vormen van autodelen
ten de stad). De vaste standplaats wordt daarom Naast de professionele vormen van autodelen worden
niet opgeheven,m maar de voorkeur gaat meer privéauto’s ook op andere manieren gedeeld. Dit
uit naar het concept van zone-floating, waarbij betreft enerzijds het delen van een auto door buren
deelauto’s in hun eigen parkeervergunninggebied en anderzijds het particulier delen van een auto via
alleen indien nodig bij een publieke laadpaal of op een online platform. In tegenstelling tot de in vorige
een reguliere parkeerplaats worden geparkeerd. paragrafen beschreven vormen van autodelen is hier
Het grote voordeel hiervan is dat efficiënter wordt in veel gevallen geen directe rol voor de gemeente.
omgegaan met de beschikbare parkeerruimte en De meeste eigenaren van de aangeboden voertuigen
laadinfrastructuur. We zien daarom de groei van beschikken immers over een reguliere bewoners-
dit aanbod als zeer wenselijk en gaan de effecten vergunning of de voertuigen worden op eigen terrein
monitoren. geparkeerd. We willen graag een vollediger beeld van
B _Vergunningenplafond zone-floaters: Er geldt deelvervoer in Amsterdam en daarmee de (potentiële)
op dit moment nog geen vergunningenplafond impact op de vermindering van het eigen autobezit. In
voor zone-floaters (gebiedsgebonden autodeel- de volgende monitoringsrapportages over deelvervoer
vergunning). Dit blijft ook zo. We gaan wel wordt daarom voortaan ook ingegaan op het aanbod
onderzoeken of het mogelijk is om het reguliere van niet-commerciële vormen van deelvervoer,
vergunningenplafond in een gebied bij de conform motie 51 (2023) — lid IJmker. De gemeente
uitgifte van nieuwe zone-floatvergunningen onderzoekt tevens tegen welke voorwaarden het
voor deelauto’s te verlagen in die specifieke aanbod particuliere auto’s in aanmerking zou kunnen
gebieden. Hiermee zorgen we dat de komst van komen voor een autodeelvergunning voor belang-
een zone-floater ook daadwerkelijk tot minder hebbendenplekken. De gemeente onderzoekt daarbij
priveauto’s in het betreffende gebied leidt en de optie om uit te gaan van 85% beschikbaarheid
dat parkeerplaatsen (op termijn) kunnen worden in plaats van 24/7 beschikbaarheid op governance,
opgeheven (zie doelstelling 2, paragraaf 2.4). In uitvoerbaarheid en daadwerkelijke bijdrage aan het
toekomstige rapportages over deelvervoer nemen verminderen van autobezit.
we op in hoeverre dit daadwerkelijk heeft geleid
tot een vermindering van het particulier autobezit De gemeente heeft het document Wegwijzer Auto-
als gevolg van deelauto’s, conform motie 53 delen gemaakt als handreiking aan de inwoners van
(2023) — leden IJmker en Moeskops. Amsterdam die meer informatie willen of overwegen
B Experimenten: We gaan aan de slag met om te autodelen. Het document bevat uitleg over de
experimenten om het aanbod en de zichtbaarheid verschillende vormen van autodelen (particulier, open-
van zone-floating deelauto’s aan de randen van baar of in groepsverband), voor- en nadelen daarvan
de stad te vergroten. Het doel hiervan is dat we en biedt aanknopingspunten voor geïnteresseerden
een robuust aanbod van deelauto’s in de gehele om te starten met autodelen.
stad krijgen. We gaan daarom aan de slag met
experimenten om het aanbod en de zichtbaarheid Er is binnen de huidige parkeerverordening nog geen
van zone-floating deelauto’s in de randen van passende oplossing voor coöperatief autodelen. Uit
de stad te vergroten. Een mogelijkheid is om het een uitgevoerde verkenning naar een coöperatieve
aanbieders aantrekkelijker te maken buiten de autodeelvergunning blijkt dat er nog veel onduidelijk-
ring A10 en ten noorden van het IJ ook voor de heden zijn over hoe de gemeente deze vergunning zou
gebiedsgebonden autodeelvergunning realtime kunnen faciliteren. Ook zijn de verschillende wensen
kentekenwissel aan te bieden (zie paragraaf 3.5.2). en vormen nog onvoldoende inzichtelijk. Er komt, in
Em Afstemming en communicatie: Samen met de het kader van commons, in 2023/2024 een separaat
aanbieders blijven we de komende jaren ook voorstel voor een experiment voor coöperatief auto-
doorgaan met communicatie over de voordelen delen (zie doelstelling 1, paragraaf 2.4).
van autodelen en de verschillende mogelijkheden
om bewoners hiervan bewust te maken en de De gemeente gaat tenslotte in 2023 verder onder-
vraag te stimuleren. zoeken welke vormen van coöperatief autodelen er
zijn en welke behoefte er is in Amsterdam. Daarmee
Met een stadsbrede free-floating parkeervergunning kunnen eventueel passende beleidskaders vanuit de
mag (bijna) overal in de stad waar betaald parkeren is gemeente worden opgesteld. De verwachting is dat dit
ingevoerd gratis door de gebruikers van een deelauto onderzoek ongeveer twee jaar gaat lopen.
worden geparkeerd. Met een zone-floating vergunning
Nota Deelvervoer 2023 | 38
Bijlage
I. Rapportage Deelmobiliteit 2022;
Deelvervoer in Amsterdam:
deelfiets, deelbakfiets, deelscooter en deelauto
Zie Rapportage Deelmobiliteit 2022 - openresearch.amsterdam
Nota Deelvervoer 2023 | 39
Colofon
Uitgave
Gemeente Amsterdam
Verkeer en Openbare Ruimte
Programma Deelmobiliteit, juni 2023
Tekst en redactie
Movares Nederland BV
Gemeente Amsterdam
Vormgeving
LassooyDesign BNO
Meer informatie
amsterdam.nl/deelvervoer
[email protected]
Copyright
Gemeente Amsterdam
Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen
rechten worden ontleend. V&OR aanvaart geen
aansprakelijkheid voor onjuistheden/onvolledigheden.
Ee)
5
ks]
en
ij
a
4
5
| Factsheet | 41 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 542
Datum indiening 22 februari 2019
Datum akkoord 13 mei 2019
Publicatiedatum 14 mei 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kilig inzake de verkoop van het ‘Miracle
Mineral Supplement’ door de Amsterdamse bisschop Stephen Oduro.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 16 februari 2019 is het bericht naar buiten gekomen dat de Amsterdamse
natuurgenezer en bisschop Stephen Oduro kinderen in Ghana behandelt met het
Miracle Mineral Supplement (hierna: MMS). Dit bleekmiddel wordt volgens het Parool
gebruikt als ‘wondermedicijn’…
De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit waarschuwt voor het gebruik van
het MMS. Stephen Oduro is een Amsterdamse natuurgenezer die het MMS heeft
toegediend aan wezen in Ghana. Verder gebruikt Stephen Oduro dit middel ook bij
zijn werk als natuurgenezer in Amsterdam.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Kilig, namens de fractie van DENK, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Heeft het college meer signalen opgevangen over de verkoop van het MMS in
Amsterdam?
Antwoord:
Nee, de gemeente heeft geen signalen gekregen over de verkoop van het MMS
in Amsterdam. De GGD heeft naar aanleiding van het artikel in het Parool
navraag gedaan bij vertegenwoordigers van de verschillende
(geloofs)gemeenschappen (de zogeheten sleutelfiguren). Daaruit bleek dat zij ook
geen signalen hebben gekregen over de verkoop van MMS.
2. Acht het college de verkoop van het MMS onwenselijk? Zo ja, wat gaat het
college hiertegen doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Ja, het college acht de verkoop van MMS onwenselijk.
' https://www.parool.nl/amsterdam/amsterdamse-bisschop-promoot-dubieus-
medicijn-a4623217/?utm_source=facebook&utm_medium=social&utm_campaign=shared%20conte
nt&utm_content=free
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ei 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 februari 2019
Mocht de gemeente een concreet signaal krijgen dat dit inderdaad speelt in
Amsterdam, bijvoorbeeld van huisartsen of vertegenwoordigers van de
verschillende (geloofs)gemeenschappen, dan zullen we dat gelijk melden bij de
toezichthouder, de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit.
We roepen mensen met medische klachten vooral op naar de huisarts te gaan en
niet zelf aan de slag te gaan met dit soort schadelijke middelen.
3. Welke gevolgen verbindt het college aan het nieuwsbericht van het Parool over
de natuurgenezer Stephen Oduro die het MMS gebruikt bij zijn behandelingen?
Antwoord:
Zoals hierboven al gemeld zijn bij de gemeente geen signalen binnengekomen
over de verkoop van het MMS in Amsterdam.
Wat de natuurgenezer betreft, dit heeft de GGD onder de aandacht gebracht bij
de Huisartsenkring Amsterdam.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
ME en Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
x Nieuw-West Plein 40-45, nr. 1
x 20 april 2021
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Digitaal
Voorzitter SDC: Mohamed Alkaduhimi
Secretaris SDC: Ilse Plasmeijer
1. Opening
2. Actualiteiten rondom Corona
3. Mededeling
4. Vaststelling afsprakenlijst SDC van 6 april 2021
5. Ingekomen stukkenlijst
6. Insprekers
7. Mondelinge vragen
8. Adviesaanvraag Stedenbouwkundig Plan Groenehuyzen, Blomwijckerpad
g. Voorgenomen hoofdlijnen Bestuurlijk Stelsel
10. Adviesverzoek concept Nota van Beantwoording invoering betaald
parkeren Geuzenveld, een deel van Slotermeer en een deel van Eendracht
11. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via
[email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden
op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | discard |
VN2023-009650 Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West,
Stadsdeel Noord % Gemeente Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad Aanpak Noord S O
% Amsterdam ' '
Voordracht voor de Commissie SO van 12 april 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Aanpak Noord
Agendapunt 2
Datum besluit commissievergadering Stadsontwikkeling 12 april 2023
Onderwerp
Subsidie-aanvraag Regio Deal 4e tranche genaamd “ZaanlJ Groen en meedoen”
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief met bijlagen (a. kamerbrief selectie en 2. beslisnota)
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
In de Raadscommissievergadering Stadsontwikkeling van 22 februari jl. heeft Wethouder Melanie
van der Horst toegezegd om de brief over de gunning van de Regiodeal ter kennisname aan te
bieden voor de volgende Raadscommissie van 12 april 2023.
Reden bespreking
tkn
Uitkomsten extern advies
nvt
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
je, een toezegging Wethouder M. van der Horst (raadscommissie 22-2-2023) wordt afgedaan.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.15 1
VN2023-009650 % Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West,
Stadsdeel Noord % Amsterdam ‚ .
% Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noord
Voordracht voor de Commissie SO van 12 april 2023
Ter kennisneming
AD2023-027096 Commissie SO Voordracht (pdf)
AD2023-027822 bijlage 1-kamerbrief-over-selectie-vierde-tranche-regio-deals.pdf (pdf)
bijlage 2-beslisnota-bij-kamerbrief-over-selectie-vierde-tranche-regio-
AD2023-027821
deals.pdf (pdf)
raadsinformatiebrief gunning Regio Deal Zaanij Groen en Meedoen DEF. pdf
AD2023-027812
(pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Stadsdeel Noord, Aanpak Noord, Machtelt Kooijman, [email protected], 0623166899
Gegenereerd: vl.15 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 414
Datum indiening 18 maart 2018
Datum akkoord 24 april 2018
Publicatiedatum 24 april 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake het wegtrekken van
huisartsen uit het centrum van Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De fractie van de Partij van de Ouderen krijgt signalen dat steeds meer huisartsen
wegtrekken uit het centrum van Amsterdam. Reden: Een gierend tekort aan
betaalbare ruimte!
Op grond van het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van
de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Herkent het college de signalen die de Partij van de Ouderen binnenkrijgt?
Trekken er huisartsen weg uit het centrum? Zo ja, deelt het college de mening dat
belangrijke voorzieningen, zoals huisartsen, in het centrum van de stad moeten
blijven en als het college deze mening deelt wat gaat u doen om het aantal
huisartsen in het centrum op niveau te houden?
Antwoord:
Het knelpunt van betaalbare ruimte voor huisartsen in het centrum van
Amsterdam is bij het college bekend. De voorzitter van de Landelijke Huisartsen
Vereniging heeft dit bij de wethouder aan de orde gesteld.
Voormalig raadslid mevrouw Duijndam heeft op 22 september 2015 hierover ook
schriftelijke vragen gesteld. Aanleiding was het knelpunt van vinden van
alternatieve betaalbare ruimte voor een bestaande huisartsenpraktijk in het
centrum.
In de beantwoording van deze vragen is uitgelegd dat huisartsenzorg onder de
verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar valt. Omdat het college het belang
van behoud van huisartsenpraktijken in het centrum echter onderschrijft, heeft de
gemeente de huisartsenpraktijk ondersteund bij het vinden van alternatieve
ruimte.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 24 april 2018 Schriftelijke vragen, zondag 18 maart 2018
De gemeente Amsterdam heeft navraag gedaan bij de 1°° Lijn Amsterdam,
Huisartsen Kring Amsterdam en Zilveren Kruis over het wegtrekken van
huisartsen uit het centrum. Deze organisaties hebben hierover geen signalen
ontvangen. Op dit moment is er geen sprake van vertrek zonder opvolging en is
er geen huisartsentekort in het centrum.
2. Kan het college aantal huisartsen noemen die in het centrum actief zijn, en op
hoeveel bewoners? Graag in uw antwoord ook de cijfers van 5 jaar geleden.
Antwoord:
Volgens de administratie van de 1°° Lijn Amsterdam werken in het centrum 63
huisartsen, zie bijlage. De administratie van de 1°° Lijn is een dynamisch bestand
dat regelmatig bijgewerkt wordt. Oude gegevens worden niet bewaard, waardoor
geen inzicht kan worden gegeven in het verloop van het aantal huisartsen in het
centrum over de afgelopen 5 jaar.
De Nederlandse Zorgautoriteit bepaalt de norm (aantal ingeschreven patiënten)
voor 1 fulltime huisarts. In 2018 ligt de norm op 2095 per 1 fulltime huisarts. Er is
geen zicht op het aantal uren dat individuele huisartsen werken. Uit navraag bij
1°° Lijn Amsterdam, Huisartsen Kring Amsterdam en Zilveren Kruis, blijkt echter
dat in het centrum geen sprake is van een tekort aan huisartsen.
Op 21 november 2017 heeft voormalig raadslid mevrouw Duijndam schriftelijke
vragen gesteld over de overbelasting van huisartsen in arme wijken. In de
beantwoording van de vragen was ook de bijlage met huisartsen per postcode
gevoegd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
ì $ Motie
Datum raadsvergadering 19 juli 2023
Ingekomen onder nummer 515
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van lid Broersen inzake monitor diversiteit participatie
Onderwerp
Monitor diversiteit participatie
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het participatietraject raadsinformatiebrief over de routekaart
participatieverordening,
Constaterende dat
- De gemeente niet standaard registreert wie er deelneemt in participatietrajecten omtrent
stadsbrede vraagstukken of de ontwikkeling van stadsbreed beleid;
-_Het hierdoor niet mogelijk is om te controleren of er bepaalde groepen over- of
ondervertegenwoordigd zijn in deze trajecten;
-_Naar aanleiding van een toezegging het college in zekere mate heeft bijgehouden wat de
achtergronden zijn van degenen die hebben deelgenomen aan het participatietraject
rondom de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting;
-___Uit deze monitoring blijkt dat er grote verschillen bestaan in de mate waarin verschillende
groepen in het participatietraject vertegenwoordigd zijn;
-_ Uit de monitoring tevens blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen de wensen van deze
verschillende groepen?;
-_ Kenmerken van deelnemers, zoals leeftijd en inkomensniveau, verband (kunnen) houden
met wat zij wel of niet wensen voor de stad en henzelf.
Overwegende dat
-_Het hebben van kennis over onder- en oververtegenwoordiging in participatietrajecten de
mogelijkheid geeft om bij te sturen, bijvoorbeeld door ondervertegenwoordigde groepen
persoonlijk vit te nodigen;
* https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/12913864/1/09012f9780do208e
2 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/12913863/1/09012f9780do208f
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
-_Het hebben van kennis over onder- en oververtegenwoordiging in participatietrajecten
helpt om uitkomsten van het traject beter en eerlijker te interpreteren en wegen;
-_ Het registreren van kenmerken van deelnemers aan participatietrajecten geen afbreuk
moet doen aan de laagdrempeligheid van deze trajecten;
-_ Dit voorkomen kan worden door het invullen van een korte vragenlijst over (relevante)
kenmerken te laten geschieden op basis van vrijwilligheid en dit bij fysieke bijeenkomsten
pas bij deelname aan de bijeenkomst in plaats van bij aanmelding te doen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders,
-_Om in het proces rond de vertaling van het beleidskader participatie naar de
participatieverordening te onderzoeken of tot een werkbaar instrument kan worden
gekomen om relevante kenmerken van deelnemers bij te houden rondom stadsbrede
vraagstukken en beleid met participatieniveau meedenken, samenwerken of meebepalen
zonder dat dit afbreuk doet aan de laagdrempeligheid van het participatietraject.
-_Omte onderzoeken welke kenmerken relevant zijn.
-_ Om hiervan verslag te doen aan de raad.
Indiener(s),
J. Broersen
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 303
Datum indiening 12 november 2019
Datum akkoord 11 maart 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Marttin inzake de mogelijke
gezondheidsrisico’s van klimaatbeleid en de door de GGD geuite zorgen hieromtrent.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Verschillende regionale GGD-afdelingen hebben op 22 oktober 2019 aandacht
gevraagd voor mogelijke gezondheidsrisico’s die klimaatbeleid met zich mee kunnen
brengen.
In hun brief aan de minister van Economische Zaken en Klimaat waarschuwen de
GGD's voor de effecten van biomassaverbranding op de luchtkwaliteit. Eerder liet het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) weten dat aanvullend
onderzoek nodig is naar de gezondheidsrisico’s van het fijnstof dat vrijkomt bij het
verbranden van biomassa. Ook worden geluidsoverlast van windmolens en de
gevolgen van warmtepompen voor het ventileren van woningen aangestipt in de brief.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Marttin, namens de fractie van de VVD,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van de hierboven genoemde brief?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennisgenomen van de hierboven genoemde brief.
Er heeft een internetconsultatie over het klimaatplan plaatsgevonden. Ongeveer
15 grote GGD-en, waaronder de GGD Amsterdam, hebben hierop gereageerd.
Allen ongeveer met dezelfde strekking, te weten: in het algemeen draagt
klimaatbeleid bij aan de gezondheid en sommige maatregelen zullen zelfs direct
tot grote gezondheidswinst leiden. Zo zullen de meeste maatregelen op het
gebied van mobiliteit die bijdragen aan minder CO2-uitstoot gunstige gevolgen
hebben voor de gezondheid. Nadrukkelijk zou hierin aan de orde moeten komen
de transitie van auto naar actief vervoer vanwege de vele gezondheidsvoordelen
(en bovendien duurzaamheid, ruimte, etc.). Op snelwegen bij grote steden zou
een snelheidsverlaging ook helpen voor zowel de klimaatdoelstellingen als de
gezondheidsdoelstellingen. Sommige maatregelen kunnen echter een risico
vormen voor de gezondheid. Vooral bij de thema’s windmolens, biomassa en
verduurzaming woningen ziet de GGD potentiele risico's voor de gezondheid.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 103 Gemeenteblad R
Datum 12 maart 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 23 oktober 2019
2. Hoe oordeelt het college over de zorgen die de GGD's hebben geuit? Zijn dit
terechte zorgen volgens het college? Wil het college in de beantwoording ingaan
op de afzonderlijke duurzaamheidsmaatregelen (biomassa, windenergie en
warmtepompen) en de mogelijke gezondheidsrisico’s bij deze maatregelen”?
Antwoord:
Het college deelt de zorgen die de GGD's hebben geuit. Tegelijkertijd is het
college, net als de GGD, van mening dat het klimaatbeleid in het algemeen
bijdraagt aan gezondheid en dat sommige maatregelen zelfs direct tot
gezondheidswinst kunnen leiden, zie ook hierboven.
De drie, in de vraag, genoemde maatregelen hebben inderdaad ook potentiële
risico’s voor de gezondheid. Windmolens vanwege de geluidhinder. Verbranding
van biomassa leidt, in tegenstelling tot aardgas, tot de uitstoot van fijn stof, dat
schadelijk is voor de gezondheid. Verduurzaming woningen vanwege de risico’s
op verslechtering van het binnenmilieu, door onvoldoende ventilatie en
bijvoorbeeld ook door geluid van warmtepompen.
3. Vindt het college net als het RIVM dat er nader onderzoek nodig is naar het
fijnstof dat vrijkomt bij biomassaverbranding? Graag een toelichting.
Antwoord:
Het college is bekend met het feit dat biomassaverbranding, of meer specifiek:
houtverbranding leidt tot de uitstoot van (onder andere) fijn stof. Het college heeft
met het Actieplan Schone Lucht ambitieuze doelen gesteld om de fijn stof
gehaltes terug te brengen en vanaf 2030 te voldoen aan de gezondheidskundige
advieswaarden van de WHO. Het college ziet eerder aangekondigd onderzoek
van het RIVM naar de risico’s van grootschalige biomassaverbranding met
belangstelling tegemoet. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek, zal het
college zich beraden of een nader onderzoek naar fijnstof dat vrijkomt bij
biomassaverbranding, nodig is.
4. Kan het college aangeven hoeveel biomassa er op jaarbasis in Amsterdam wordt
verbrand en ingaan op de hoeveelheid fijnstof die hierbij vrijkomt? Hoe verhoudt
deze hoeveelheid zich tot het fijnstof dat vrijkomt bij gemotoriseerd verkeer in de
stad?
Antwoord:
Nee, het college kan niet aangeven hoeveel biomassa er op jaarbasis in
Amsterdam wordt verbrand en hoeveel fijnstof hierbij vrijkomt. De uitstoot van
luchtverontreiniging wordt vastgelegd in de Nederlandse Emissieregistratie.
Daarin wordt de jaarlijkse uitstoot van honderden bronnen vastgelegd, waaronder
“opwekking elektriciteit” . Maar daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen
de bijdrage van verschillende brandstoffen. De bijdrage van biomassaverbranding
(bijstook en biomassacentrales) wordt niet apart geregistreerd.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
weing 103 Gemeenteblad
ummer = en
Datum 12 maart 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 23 oktober 2019
5. Op 16 juli 2019heeft de wethouder Duurzaamheid de minister van Economische
Zaken en Klimaat per brief gewaarschuwd voor de wildgroei van plannen voor
biomassacentrales, als gevolg van het ‘simpele feit dat het lucratief is’. Wil het
college de raad informeren zodra deze brief van een antwoord is voorzien?
Antwoord:
Het college heeft inmiddels antwoord gehad van de minister van Economische
Zaken en Klimaat, op de brief die Amsterdam op 16 juli heeft gestuurd. De brief
is ter kennisname geagendeerd voor de commissie MLD van 12 december 2019.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
VN2023-008601 G Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en
ij emeente '
Onderwijs, Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en OZA
Zorg % Amsterdam |
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Zorg en Maatschappelijke Ontwikkeling
Agendapunt 6
Datum besluit 20 juni 2023
Onderwerp
Vaststellen van wijzigingen in de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Amsterdam 2015 in
verband met verhogen eigen bijdrage
De commissie wordt gevraagd
1. De raadte adviseren de raadsvoordracht vast te stellen
Wettelijke grondslag
e Artikel 2.1.3, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
e Artikel 2.1.4 a, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
e Artikel 3 Sa en $2 Uitvoeringsbesluit Wmo 2015
e Artikel 160, eerste lid onder b, van de Gemeentewet
* Artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
In het coalitieakkoord “Amsterdams Akkoord” (2022) staat vermeld dat het college het besluit, om
de eigen bijdrage voor AO/DB in te stellen, terugdraait. Daarom wordt besluit 1.2 genomen, dat
luidt: “Het blijven vitzonderen van de Wmo-voorzieningen Aanvullende Individuele Ondersteuning
en Dagbesteding van het betalen van een eigen bijdrage.”
Reden bespreking
Hiervoor verwijs ik u naar de bijgevoegde raadsvoordracht, evenals bijlagen.
Samengevat komt het erop neer dat Amsterdammers die hulp bij huishouden, een
woningaanpassing en/of een hulpmiddel nodig hebben hiervoor vanaf 1 januari 2024 het landelijke
tarief gaan betalen. Dit landelijke tarief, oftewel het zogenaamde abonnementstarief, is in 2019
ingesteld.
Uitkomsten extern advies
Hiervoor verwijs ik u naar de bijgevoegde raadsvoordracht waarin de positieve adviezen vermeld
staan, evenals als bijlage zijn toegevoegd, van zowel Cliëntenbelang als de Wmo-raad. Ook de
collegereacties op deze positieve adviezen zijn aan de raadsvoordracht toegevoegd.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Gegenereerd: vl.24 1
VN2023-008601 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZA
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: -
Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023
Ter advisering aan de raad
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
20230511 Reactie CBA Raadsvoordracht verhoging eigen bijdrage Wmo_ -
AD2023-046134
AD2023-042293.pdf (pdf)
AD2023-046135 20230605 Reactie advies Cliëntenbelang - AD2023-046127.pdf (pdf)
AD2023-046136 | 20230605 Reactie advies Wmo-raad - AD2023-046128.pdf (pdf)
AD2023-023192 Commissie OZA Voordracht (pdf)
Gevraagd advies WMO Adviesraad over verhoging eigen bijdrage 17 mei
AD2023-046138
2023 def - AD2023-04,2294,.pdf (pdf)
AD2023-053342 Voordracht Gemeenteraad Verhoging Eigen Bijdrage. pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD, Sylvia van de Watering, s.van.de.watering@&amsterdam.nl, 06-31746025 OJZD, Stefan Carr,
[email protected], 06-10322154
Gegenereerd: vl.24 2
| Voordracht | 2 | val |
G emeente Bezoekadres
Plein'40'45 1
Amsterdam 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West posts zoo
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
| | amsterdam.nl{nieuwwest
Voordracht en besluit D B-AB
Registratienummer 72257 - 2017/INT{/oooso
Afdeling Bestuur en Organisatie
Onderwerp
Wijziging Mandaatregister AB naar DB
Portefeuille Juridische zaken
DB lid Baâdoud
Gebied n.v.t.
Vergaderdatum DB 14 november 2017
Vergaderdata AB 22 november 2017 (voorbereidende commissie)
6 december 2017 (besluitvormend)
Agenderen College / n.v.t.
Gemeenteraad
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Patricia Steele
Pagina 1 van 5
Bezoekadres
Plein'40'45 1
1064 SW Amsterdam
Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
amsterdam.nl/nieuwwest
Datum 14 november 2017.
Onderwerp Wijziging Mandaatregister AB naar DB behorend bij het algemeen mandaatbesluit
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit:
1. Inte stemmen met de voordracht aan het AB tot het wijzigen van het Mandaatregister
van AB naar DB n.a.v. aanpassingen van het bevoegdhedenregister en de takenlijst door
het college.
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd 1. Het mandaatregister 23 november 2016 (vastgesteld 23 november 2016) behorend bij
het mandaatbesluit algemeen bestuur aan dagelijks bestuur van 24 maart 2014,
laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 november 2016, in te trekken en het
mandaatregister 6 december 2017 conform de bijlage bij dit besluit vast te stellen;
2. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de dag na bekendmaking daarvan.
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West,
Mevrouw E‚J.M. Plasmeijer, de heer A. Baâdoud,
stadsdeelsecretaris voorzitter
Registratienummer 72257 - 2017/INT/ooo5o
Pagina 2 van 5
DB-AB
Bevoegdheid
Bevoegdhedenregister behorende bij de Verordening op de bestuurscommissies: onderdeel
7 (algemene bepalingen en beperkingen)
Bestuurlijke achtergrond
Op 10 janvari 2017 hebben burgemeester en wethouders met de Takenlijst en het
Bevoegdhedenregister behorende bij de Verordening op de bestuurscommissies
aangepast. Deze periodieke wijziging bevat correcties, wijzigingen en verduidelijkingen.
Door een aanvullende bepaling in het bevoegdheden register werken deze automatisch
door in het daarop gebaseerde mandaatbesluit het algemeen bestuur aan het dagelijks
bestuur, waardoor het niet noodzakelijk is om wijzigingen direct door te voeren. Eris voor
gekozen om wijzigingen van het mandaatregister zoveel mogelijk te bundelen. Inmiddels
heeft het college op 31 oktober 2017 een spoedwijziging van het bevoegdhedenregister
vastgesteld. Met deze voordracht worden het besluit van 20 janvari 2017 en de
spoedwijziging verwerkt in het mandaatregister van AB naar DB.
Wijzigingen die van toepassing zijn voor het algemeen bestuur (geel gearceerd):
-_ In het hoofdstuk ‘Economie'(h.6) is een aantal bevoegdheden om nadere regels voor
subsidies vast te stellen vervallen. Deze regels stelt het college — in het kader van de
harmonisatie — voortaan centraal vast.
-__ De bevoegdheid om buurtgebonden kunstinitiatieven (h.18) sportactiviteiten (h.19) te
subsidiëren) blijft bestaan op basis van een stedelijk kader maar de nieuwe tekst in W.2
(algemene vermelding dat bestuurscommissies bevoegd zijn stedelijke
subsidieregelingen uit te voeren) maakt aparte vermelding overbodig.
-_Het hoofdstuk ‘Subsidieverlening’(h.22) is aangepast naar aanleiding van invoering
van de nieuwe Algemene Subsidieverordening op zokotober jl 2016.
-__Aan het hoofdstuk vergunningverlening (h.23)is ter verduidelijking toegevoegd dat als
een bevoegdheid is gedelegeerd, toezicht en handhaving onderdeel zijn van die
bevoegdheid. Tenzij expliciet is bepaald dat dat niet het geval is.
-_Een aantal verwijzingen naar landelijke en lokale wet- en regelgeving is aangepast naar
aanleiding van wijzigingen in die wetten en regels (h.2, h.24).
Daarnaast worden mandaten verleend voor bevoegdheden die uitvoerend van aard zijn en
per abuis niet eerder aan het dagelijks bestuur waren gemandateerd (B.31 en C. 24) (blauw
gearceerd).
De spoedwijziging van het college d.d. 31 oktober 2017 (Gemeenteblad 2017, nr. 194405)
betreft het afgeven van een machtiging tot binnentreden in een woning zonder
toestemming van de bewoner (X.2a en X2b).
Uit een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling)
is gebleken dat er een hiaat is in het bevoegdhedenregister van de Verordening op de
Bestuurscommissies met betrekking tot het afgeven van machtigingen tot binnentreden in
een woning op grond van de Algemene wet op het binnentreden (Awbi).
Bij zaken waar het binnentreden verband houdt met handhavingsbevoegdheden die bij de
bestuurscommissie liggen (zoals het toepassen van bestuursdwang) is niet de
burgemeester, maar het algemeen bestuur exclusief bevoegd dergelijke machtigingen af
te geven, aldus de Afdeling. Voordat het algemeen bestuur dat kan doen, moet de
bevoegdheid tot het afgeven van de machtigingen expliciet door het college aan het
algemeen bestuur zijn overgedragen. Dit volgt uit artikel 125 van de Gemeentewet. Het
college heeft bij besluit van 31 oktober 2017 de bevoegdheid deels overgedragen. Daarmee
Registratienummer 72257 - 2017/INT/ooo5o
Pagina 3 van 5
kan het algemeen bestuur nu deze machtigingen bevoegd afgeven, zowel voor
handhavingsbevoegdheden die gedelegeerd als gemandateerd zijn aan de
bestuurscommissie.
Omdat het afgeven van deze machtigingen in de regel een spoedeisend karakter heeft kan
besluitvorming in de vergaderingen van het algemeen bestuur niet afgewacht worden. Om
die reden wordt voorgesteld de bevoegdheid tot het afgeven van machtigingen (onder) te
mandateren aan de voorzitter van de bestuurscommissie. De voorzitter heeft een dergelijk
mandaat al gekregen voor de burgemeestersbevoegdheden, waarmee een vaste werkwijze
geborgd wordt. Omdat het zonder toestemming van de bewoner binnentreden in een
woning de grondrechten raakt, is verder ambtelijk ondermandaat niet toegestaan.
De wijziging wordt verwerkt in onderdeel X.2a en X.2b.
Onderbouwing besluit
Beoogd effect
Argumenten 1.1 Op basis van artikel 24 van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 en titel 10.1
van de Algemene wet bestuursrecht kan het algemeen bestuur de in het bevoegd-
hedenregister opgenomen bevoegdheden via (onder)mandaat en ondermachtiging bij
het dagelijks bestuur en/of de voorzitter neerleggen.
1.2 Wijzigingen van het bevoegdheden register door gemeenteraad, college of
burgemeester werken door in het mandaatregister van de bestuurscommissie.
2. Besluiten treden niet eerder in werking dan dat zij bekend zijn gemaakt.
Kanttekeningen n.v.t.
Maatschappelijke effecten
Selecteer de maatschappelijke LJJongeren aan het werk
effecten waar hetbesluitaan [Jeugd benut talent
bijdraagt LlGoed veiligheidsgevoel
(Prettig wonen
(lledereen doet en telt mee
(Prettig samenleven
L]Gezonde leefstijl
Maatschappelijke n.v.t. dit betreft een bestuurlijk-juridisch besluit
effecten
Risico's / Neveneffecten
n.v.t
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau Akkoord. Dit voorstel is voorbereid door de RVE Juridisch Bureau.
Financiën n.v.t.
Communicatie n.v.t.
Overige n.v.t.
Financiële paragraaf
Registratienummer 72257 -2017/INT/ooo5o
Pagina4 van 5
Financiële gevolgen? Nv.t.
Indien ja, dekking aanwezig?
Indien ja, welke
kostenplaats?
Toelichting
Voorlichting en communicatie
Eisen publicatie Dit mandaatbesluit wordt bekendgemaakt in Gemeenteblad op
www.officielebekendmakingen.nl.
Communicatiestappen n.v.t.
Uitkomsten inspraak
n.v.t.
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
n.v.t.
Geheimhouding
Geheimhouding n.v.t.
Einde geheimhouding
Stukken
Meegestuurd Mandaatregister 6 december 2017, behorend bij het mandaatbesluit algemeen bestuur aan
dagelijks bestuur van 24 maart 2014
Ter inzage gelegd n.v.t.
Te verzenden stukken n.v.t.
Aangetekend versturen n.v.t.
Akkoord agendering
Datum voorbereidendestaf _n.t.b.
Portefeuillehouder Baâdoud
Portefeuillehouder akkoord? Ja
Verantwoordelijk manager __E. de Rijk
Manager akkoord? Ja
Besluit dagelijks bestuur
<Conform; conform met aanpassing; aangehouden. In te vullen door bestuursadviseur DB>
Registratienummer 72257 -2017/INT/ooo5o
Pagina 5 van 5
| Besluit | 5 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering g november 2022
Ingekomen onder nummer _ 379
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Van Renssen
Onderwerp
Begroting 2023 — Goed verhuurderschap en servicekosten
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over begroting 2023
Overwegende dat
-_ De Wet Goed Verhuurderschap in procedure is en Amsterdam de invoering aan het voor-
bereiden is
-__ Het een zeer ongewenst is dat verkapte huurverhogingen worden gerekend in de vorm
van servicekosten;
-__Woningen die aanvankelijk betaalbaar zijn hierdoor onbetaalbaar kunnen worden;
-__ Goede verhuurders ook goed met de servicekosten om moeten gaan;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Bij de vitwerking van de verhuurvergunning op grond van de Wet Goed Verhuurderschap te onder-
zoeken:
of het mogelijk is eisen te stellen over de maximale servicekosten en
of het mogelijk is het negeren van uitspraken van rechtbank en of huurcommissie als reden op te
voeren om de vergunning in te trekken.
Indiener(s),
N.A. van Renssen
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 346
Publicatiedatum 8 mei 2015
Ingekomen onder Al
Ingekomen op 22 april 2015
Behandeld op 22 april 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Kaya en mevrouw Ruigrok inzake
de uitgangspunten voor de inkoopprocedure van Ambulante ondersteuning,
Dagbesteding en Hulp bij het huishouden vanaf 2017 (meer ruimte voor innovatie in
de Amsterdamse zorg).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitgangspunten voor de inkoopprocedure van
Ambulante ondersteuning, Dagbesteding en Hulp bij het huishouden vanaf 2017 en
over het voorstel, een nieuwe inkoopronde te houden in 2015 voor Ambulante
ondersteuning, Dagbesteding en Hulp bij het huishouden voor het contractjaar 2016
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 285);
Constaterende dat:
— in het coalitieakkoord van D66, SP en VVD “Amsterdam is van iedereen” is
afgesproken dat Amsterdam zijn positie als innovatieregio gaat versterken en
hiervoor een goede samenwerking tussen bedrijfsleven, wetenschap en overheid
cruciaal is;
— bijde inkoop van de zorg experimenteerruimte wordt geboden aan zorgaanbieders
voor innovatieve projecten;
Overwegende dat:
— innovatie in de zorg leidt tot kostenbesparing en kwaliteitsverbetering;
— erin het sociaal domein schotten zijn zowel binnen de gemeente (jeugd, werk en
zorg) als daarbuiten [de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo),
de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (W1Iz)J;
— cliënten en zorgaanbieders last hebben van deze schotten;
Van mening zijnde dat:
— wanneer de gemeente de innovatie alleen bekostigt de winsten zoveel als mogelijk
binnen het gemeentelijk domein moeten vallen;
— Wanneer zorgverzekeraars of Wlz-uitvoerders ook baat hebben bij innovatieve
projecten het wenselijk is dat zij meebetalen;
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 346 Moti
Datum 8 mei 2015 ome
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de innovatieve projecten van zorgaanbieders over gemeentelijke schotten heen
mogelijk te maken zolang de winsten binnen het gemeentelijk domein vallen;
— te onderzoeken of het mogelijk is, in samenwerking met de zorgverkeraar(s) een
pilot te starten waarbij innovatieve projecten over schotten heen bekostigd kunnen
worden (Wlz, Zvw en Wmo);
— de gemeenteraad actief te informeren over de ontwikkelingen op dit gebied en
de vormgeving van de regeling.
De leden van de gemeenteraad,
M. Kaya
M.H. Ruigrok
2
| Motie | 2 | discard |
VN2023-021383 N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW
Verkeer en ‚ Ruimte en Groen, Water
Openbare Ruimte N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MOW van o1 november 2023
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 5
Datum besluit 10 oktober 2023
Onderwerp
Vaststellen van krediet voor Vervangingsprogramma Civiele Constructies 2024-2026 ter grootte van
€ 21.3 miljoen
De commissie wordt gevraagd
1. De raad te adviseren in te stemmen met bijgaande raadsvoordracht waarmee de raad wordt
gevraagd om een krediet beschikbaar te stellen voor de voorbereiding en uitvoering van het
vervangingsprogramma Civiele Constructies 2024-2026 ter grootte van € 21.3 miljoen dat gedekt
wordt vit het investeringsportfolio Openbare Ruimte en Mobiliteit zoals vastgesteld bij Begroting
2023.
Wettelijke grondslag
Artikel 147 lid 2 Gemeentewet
De overige bevoegdheden, bedoeld in artikel 108, eerste lid, berusten bij de raad.
Artikel 108 lid 1 Gemeentewet
De bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente wordt aan het
gemeentebestuur overgelaten.
Artikel 4, lid e regeling investeringskredieten
De verlening van een investeringskrediet vindt door de raad plaats als een investeringsvoorstel:
1. niet doorde raad in de begroting is geautoriseerd of
2. het bruto bedrag verminderd met bijdragen van derden in het investeringsvoorstel € 20
miljoen te boven gaat of
3. _hetcollege of de raad bij de begrotingsbehandeling heeft aangegeven dat zij op een later
tijdstip een apart investeringsvoorstel wil doen respectievelijk ontvangen of
4. niet inde begroting was opgenomen.
Bestuurlijke achtergrond
Raadsbesluit beschikbaar stellen voorbereidings- en vitvoeringskrediet 2023 voor het
Vervangingsprogramma Civiele Constructies 2024-2026 ter grootte van € 21.3 miljoen” zoals eerder
opgenomen en goedgekeurd in de Begroting 2023 d.d. 9 november 2022.
Het investeringsstelsel schrijft voor dat alleen vervangingsinvesteringen onder € 20 miljoen bij
vaststelling van de Begroting automatisch worden toegekend. Voor vervangingsinvesteringen boven
de € 20 miljoen dient een apart kredietbesluit te worden aangevraagd bij de Raad.
Reden bespreking
Gegenereerd: vl.25 1
VN2023-021383 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
Verkeer en X Amsterdam Ruimte en Groen, Water
Openbare Ruimte vImte € !
Voordracht voor de Commissie MOW van o1 november 2023
Ter advisering aan de raad
Zie bestuurlijke achtergrond: Voor vervangingsinvesteringen boven de € 20 miljoen dient een apart
kredietbesluit te worden aangevraagd bij de Raad.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
hee
Welke stukken treft v aan?
Bijlage 1 — Specificatie Vervangingsprogramma Civiele Constructies
AD2023-077787
2024-2026.pdf (pdf)
AD2023-073335 Commissie MOW Voordracht (pdf)
Raadsvoordracht Vaststellen van krediet voor Vervangingsprogramma
AD2023-077978 ‚ n
Civiele Constructies 2024-2026 ter grootte van € 21.3 miljoen.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
V& OR, Erik Haringsma, 06-23081168. E.Haringsma@ Amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.25 2
| Voordracht | 2 | train |
mend Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
% Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr.
% 1
30 januari 2024
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Voorzitter SDC: Yassin Askkali
Secretaris SDC: Youssef Boukacem
1. Opening
2. Mededelingen
3. Insprekers
4. Mondelinge vragen
5. Adviesaanvraag ontwerpbestemmingsplan aardgasleiding
Seineweg Hornweg Westpoort (Besluitvormend)
6. Adviesaanvraag Agenda Dieren (Besluitvormend)
7. Adviesaanvraag concept Participatieverordening
(Oordeelsvormend)
8. Adviesaanvraag Ontwerp PVE OV Concessie Amsterdam
2025 (Oordeelsvormend)
9. Ingekomen stukkenlijst
10. Vaststellen afsprakenlijst SDC 16 januari 2024
11. Informatieverzoeken aan het DB
12. Rondvraag
13. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 uur
aanmelden via [email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele
versie kunt u vinden op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 16 juni 2021
Ingekomen onder nummer 480
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden IJmker en Veldhuyzen inzake sterkere inzet op privacy
in openbare ruimte
Onderwerp
Motie van de leden IJmker en Veldhuyzen inzake sterkere inzet op bescherming privacy in open-
bare ruimte
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Jaarverslag 2019 van de Commissie Persoonsgegevens Amsterdam
Constaterende dat:
— de gemeente Amsterdam in haar Stedelijk kader verwerken persoonsgegevens als uitgangs-
punt heeft vastgesteld dat burgers zich onbespied en anoniem kunnen bewegen in de open-
bare ruimte
— de Commissie Persoonsgegevens Amsterdam concludeert dat de gemeente Amsterdam geen
integraal inzicht heeft in de vormen van monitoring die ze toepast, de samenhang, welke per-
soonsgegevens daarbij worden verzameld en voor welke doeleinden de gegevens worden ge-
bruikt?
Overwegende dat:
— privacy een belangrijke voorwaarde is voor andere publieke waarden zoals autonomie, vrijheid
en democratie
— de gemeente een voorbeeldfunctie heeft in de stad en daarmee tenminste zelf moet voldoen
aan huidige privacywetgeving
— de huidige juridische definitie van publieke ruimte verdeeld is over verschillende wettelijke be-
palingen en niet sluitend, specifiek en eenduidig genoeg is
* Zie ook https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/organisatie/overige/adviesraden{commissie-persoonsgegevens-amsterdam/{on-
derzoek-monitoring-openbare-ruimte/
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
— _hetcollege met een separate reactie komt op dit CPA-onderzoek ‘monitoring in de openbare
ruimte’
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
1. Inreactie op het onderzoek van de Commissie Persoonsgegevens Amsterdam ‘monitoring in
de openbare ruimte! te onderzoeken hoe privacy in de openbare ruimte sterker beschermd
kan worden, met daarbij ten minste aandacht voor:
— hoe het “onbespied en anoniem kunnen bewegen in de openbare ruimte” in de praktijk
wordt gerealiseerd en gehandhaafd
— een duidelijk afwegingskader voor de specifieke gevallen waarin van het uitgangspunt
“onbespied en anoniem kunnen bewegen in de openbare ruimte” mag worden afgeweken
(door overheid, bedrijven en individuen)
— de inzet van verschillende type sensoren zoals livestream webcams, drones, dashboard
camera's en wifi- en bluetooth-tracking
— juridische mogelijkheden om de persoonlijke levenssfeer van burgers in de openbare
ruimte sterker te beschermen
— _een zo ruim mogelijke definitie van openbare ruimte.
2. De raad dit jaar nog te informeren van uitkomsten van dit onderzoek.
Indieners
E.C. IJmker
J.A. Veldhuyzen
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 15 december 2021
Portefeuille(s) Water
Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries
Behandeld door Programma Varen, [email protected]
Onderwerp Voortgangsbrief verduurzaming vaartuigen
Geachte leden van de gemeenteraad,
Middels deze brief informeer ik v over de voortgang van de in Nota Varen Deel 2 aangekondigde
verduurzamingsmaatregelen voor passagiersvaart, pleziervaart en transport over water.
Onderdeel van de uitvoering van deze maatregelen is een aantal pilots voor de aanleg van
laadinfra voor pleziervaart en passagiersvaart. Het doel is ervaring op te doen over aanleg en
gebruik van de laadinfra. Het gaat hier om de pilot Blue Boat, pilot laadpalen pleziervaart, pilot
pleziervaart Stroomboot en pilot mobiele batterij.
Stand van zaken verduurzaming passagiersvaart
Alle passagiersvaartuigen in Amsterdam moeten vanaf 2025 uitstootvrij varen. Voor nieuw
vergunde passagiersvaartuigen geldt dat deze al eerder, namelijk op het moment van ingaan van
de nieuwe exploitatievergunning in 2024, uitstootvrij dienen te zijn. Op dit moment vaart
ongeveer 80% van de passagiersvaartuigen uitstootvrij.
Door het college is onlangs toegezegd dat eind 2022, naast de verduurzaming van de pleziervaart,
ook de verduurzaming van de passagiersvaart geëvalveerd wordt. Onderdeel van deze evaluatie is
de stand van zaken van de laadinfra en de mate van elektrificeren van de passagiersvaartuigen.
Pilot Blue Boat
In 2019 is de aanvraag van rederij Blue Boat voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van
een transformatorhuisje in de openbare ruimte op de locatie van Blue Boat tegenover de
Heinekenbrouwerij afgewezen op grond van strijdigheid met het bestemmingsplan. Aangezien
Blue Boat zonder omgevingsvergunning de laadinfra niet kon uitbreiden, is door Blue Boat aan de
gemeente gevraagd om met een oplossing te komen. Om ervaring op te doen met de aanleg van
laadinfra is de gemeente in 2020 gestart met de pilot Blue Boat. Deze pilot dient enerzijds als
voorbereiding op de aanbesteding voor laadinfra op openbare ligplaatsen voor passagiersvaart,
anderzijds om laadmogelijkheden te realiseren op deze specifieke ligplaats met het doel
uitstootvrij varen voor de passagiersvaart mogelijk te maken. Onderdeel van de pilot was het
aanleggen van een transformatorhuis (1.8 x 1.8 x 2 meter) op de locatie van rederij Blue Boat
tegenover de Heinekenbrouwerij. Blue Boat legt zelf de extra benodigde laadpalen aan op hun
eigen steiger. Het transformatorhuis was volgens Liander nodig om in de toekomst zes vaartuigen
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 december 2021
Pagina 2 van7
op deze locatie te kunnen opladen, in plaats van de huidige drie vaartuigen die er nu kunnen
worden opgeladen.
Voortgang pilot Blue Boat
In juni 2021 zijn er tussen Liander en de gemeente nieuwe afspraken gemaakt. Liander staat toe
dat de gemeente over meerdere aansluitingen per locatie kan beschikken. Hierdoor is een
transformatorhuis om zes vaartuigen op te kunnen laden niet meer nodig, maar kan worden
volstaan met het realiseren van een extra aansluiting voor het laden van drie vaartuigen. Dit zorgt
voor lagere kosten en voorkomt inpassingsproblemen, zoals extra fundering vanwege de zwaarte
van een dergelijk transformatorhuis.
Voor het gebruik van deze laadvoorziening wordt een tijdelijke gebruiksovereenkomst met rederij
Blue Boat afgesloten. Indien rederij Blue Boat als gevolg van de verdeling van
exploitatievergunningen deze locatie (deels) verliest aan een andere rederij, dan zal voor het
gebruik van deze laadvoorziening een gebruiksovereenkomst worden afgesloten met een nieuwe
gebruiker. Hiermee borgt de gemeente flexibiliteit in het systeem van op- en afstappen en zorgt
de gemeente voor een gelijk speelveld tussen zittende reders en nieuwkomers.
Voor het gebruik van de laadvoorziening brengt de gemeente gebruikskosten in rekening bij de
reder. De investeringskosten van de aansluiting worden aan de reder doorbelast, rekening
houdend met een afschrijftermijn van 25 jaar. Ook worden de jaarlijkse beheerkosten doorbelast
aan de reder. Blue Boat zal zelf een contract afsluiten met een energieleverancier. De pilot Blue
Boat heeft al veel kennis en inzicht opgeleverd. Dit helpt bij het verder aanleggen van laadinfra op
de ligplaatsen in openbaar water. De nieuwe afspraak met Liander maakt de aanleg van laadinfra
op veel plaatsen eenvoudiger, sneller én goedkoper.
Laadstrategie voor de uitrol naar ligplaatsen in openbaar water
De aanwezigheid van laadinfrastructuur is een randvoorwaarde voor de verduurzaming.
Momenteel is op bijna 300 van de 377 ligplaatsen in openbaar water laadinfra aanwezig.
Eerste kwartaal 2022 is het ligplaatsenplan gereed voor bestuurlijke vaststelling. Het
ligplaatsenplan biedt inzicht in de ligplaatsen die vanaf 2024 vergund kunnen worden en is nodig
om een plan te maken om alle ligplaatsen te kunnen voorzien van laadinfra. Onderdeel van het
ligplaatsenplan is een ligplaatsenregister. Op basis van het huidige ligplaatsenregister is
beoordeeld wat de huidige opgave is voor de aanleg van laadinfra. Door Onderzoek Informatie
Statistiek (OIS) is in kaart gebracht op welke ligplaatsen in het openbaar water uit het
ligplaatsregister in 2021 laadinfra aanwezig is. Op circa 80 ligplaatsen in het openbaar water moet
nog laadinfra worden aangelegd. Om dit te realiseren wordt de laadstrategie passagiersvaart
opgesteld. Volgens planning is deze laadinfra volledig aangelegd eind 2024,
In de laadstrategie staat welke keuzes gemaakt worden voor de realisatie van deze laadinfra, en
wat op welke locatie wordt aangelegd, een schatting van de kosten en opbrengsten en het
bijbehorende tijdpad. Dit is exclusief nieuw aan te leggen ligplaatsen, zoals in de middenkom in
het Entreegebied en bij de ligplaatsen aan de Dijksgracht Oost. Over de voortgang van de
projecten Entree en Dijksgracht wordt u apart geïnformeerd.
Nu uit de pilot Blue Boat blijkt dat het mogelijk is voor de gemeente om per adres meerdere
aansluitingen te hebben, is het eenvoudiger om deze ligplaatsen in openbaar water van laadinfra
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 december 2021
Pagina 3 van 7
te voorzien. Op alle locaties kunnen meerdere aansluitingen worden aangevraagd bij Liander.
Hierdoor zijn transformatorstations op de meeste locaties niet meer nodig. Dit verkort de
doorlooptijd, verlaagt de kosten voor gemeente en reder en voorkomt inpassingsvraagstukken.
Na vaststelling van het ligplaatsenplan wordt in afstemming met de branche de laadstrategie
verder vormgegeven. Over de benodigde laadvoorzieningen en laadvermogens zijn al sessies met
de reders geweest. Bij het bepalen van de planning van de realisatie van de laadinfra wordt
rekening gehouden met de planning van reders bij het verduurzamen van hun vloot. Naar
verwachting is de laadstrategie gereed in het eerste half jaar van 2022. Daarna kan de
aanbesteding voor de laadinfra op ligplaatsen in openbaar water verder worden voorbereid.
Energiecongestie is een risico voor de aanleg van o.a. laadinfra (zie ook de brief van het college
d.d. 16 september 2021). De gemeente werkt samen met Liander aan het in kaart brengen van de
toekomstige energiebehoefte van de stad, in het programma Elektriciteit Voorziening
Amsterdam. Hierdoor kan Liander gericht werken aan vitbreiding van het elektriciteitsnet.
Kosten voor laadvoorzieningen en doorbelasting
De gemeente zal de kosten van laadinfra doorbelasten aan de reders. Als de gemeente de kosten
niet doorbelast, is sprake van ongeoorloofde staatssteun. Omdat op de ene locatie de aanleg van
laadinfra duurder is dan op de andere locatie en de gemeente een eenduidig tarief wil hanteren,
wordt op dit moment een onderzoek gedaan naar de hoogte van het tarief. In dit onderzoek
worden de kosten voor aanleg en onderhoud meegenomen, en de economische levensduur van de
laadinfra. Een ander belangrijk aspect bij het onderzoek is dat de kosten die worden doorbelast
marktconform zijn. Het onderzoek is volgens planning gereed in het eerste kwartaal van 2022.
Een reder zal in de toekomst per ligplaats, naast precariobelasting voor het waterperceel, een
bedrag betalen voor de laadinfra en hiervoor een overeenkomst afsluiten met de gemeente. De
besluitvorming over de tarieven wordt meegenomen bij de besluitvorming over de laadstrategie.
Al aangelegde laadinfra geschikt maken voor gebruik door een andere rederij
Op een groot aantal ligplaatsen voor passagiersvaartuigen is laadinfra aangelegd door de reders
zelf. Vanaf maart 2024 wil de gemeente medegebruik op de huidige exclusieve locaties mogelijk
maken. Vanaf die datum eindigt de looptijd van een aantal exploitatievergunningen en start de
looptijd van de nieuwe exploitatievergunningen uit de eerste tranche. Aangezien de looptijd van
de ligplaatsvergunningen wordt gekoppeld aan de looptijd van de exploitatievergunningen, vinden
er ook wisselingen plaats bij de ligplaatsen. Op alle ligplaatsen kan een vaartuig van een andere
reder dan nu komen te liggen. De ligplaatsvergunning voor een ligplaats gaat dan naar een andere
reder. De aangelegde laadinfra zal dan door een andere reder worden gebruikt, en moet mogelijk
worden aangepast. In 2022 brengt de gemeente in kaart hoe zal worden omgegaan met de
overdracht en aanpassing van al aangelegde laadinfra als een ligplaats overgaat naar een andere
reder.
:
https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/10549128/1/1 %2oRaadsinformatiebrief Situatie Ele
ktriciteitsnetwerk
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 december 2021
Pagina 4 van 7
Stand van zaken verduurzaming pleziervaart
Vanaf 2025 moet de pleziervaart in het centrum uitstootvrij varen. Buiten het centrum geldt dit
vanaf 2030 met uitzondering van de doorgaande vaarroutes. In 2022 is een evaluatie gepland om
te bepalen of extra maatregelen nodig zijn om aan de verduurzamingseisen van de pleziervaart te
kunnen voldoen. De pleziervaart in Amsterdam dient jaarlijks binnenhavengeld (BHG) te betalen
en is verplicht dat aan te tonen door een geldig vignet aan te brengen op het vaartuig. Er zijn op dit
moment 6.500 vignetten uitgegeven, waarvan ruim 1.800 milieuvignetten. Het milieuvignet is van
toepassing op pleziervaartuigen die worden voortbewogen door een elektromotor, door
spierkracht of door windkracht. Het milieuvignet kan tegen een korting van 70% op het jaartarief
voor binnenhavengeld verkregen worden.
Pilot laadpalen pleziervaart
Om ervaring op te doen met laadinfra en laadgedrag is in 2020 gestart met een pilot laadpalen
pleziervaart. In 2021 zijn 10 nieuwe laadpalen geplaatst, in de stadsdelen Centrum, Zuid en Oost.
Alleen hybride en elektrische vaartuigen mogen bij de laadpalen voor maximaal 24 vur aanmeren.
Een elfde laadpaal wordt in 2022 geplaatst omdat de eerder beoogde locatie in de uitvoering niet
geschikt bleek. Eind september 2021 is een online vragenlijst uitgezet bij het gebruikerspanel van
e-vaarders ten behoeve van het evalueren van de pilot met laadpalen.
Op dit moment loopt een onderzoek naar de mogelijkheid om laadpalen voor auto's aan het water
ook geschikt te maken voor laden van vaartuigen. Ook zal een vijftal bestaande laadpalen in
stadsdeel West worden aangesloten op de Aan/Uit app, waardoor het laden hier gemonitord kan
worden en er niet meer kosteloos geladen kan worden. Naar verwachting is dit gereed voor de
start van het vaarseizoen 2022.
Pilot pleziervaart Stroomboot
Aan de markt is gevraagd mee te denken over oplossingen voor het laden van pleziervaartuigen.
Dit is gedaan vanuit het programma Startup in Residence van CTO Innovatieteam. Het bedrijf
Stroomboot is geselecteerd om een pilot te doen. Stroomboot gebruikt woonboten als laadlocatie
voor pleziervaart. Een eigenaar van een woonboot krijgt een laadkastje en is daarmee geschikt als
laadlocatie. De eerste twee laadpunten zijn gerealiseerd. In september 2021 is een tweede
laadpunt op een woonboot gerealiseerd. In oktober 2021 is een evaluatie gestart. Ook gaat de
gemeente verder met Stroomboot in gesprek om een plan te maken voor het vervolg. Er hebben
zich meerdere eigenaren van woonboten gemeld die interesse hebben om mee te doen.
Brancheoverleg pleziervaart emissievrij
Zoals is aangekondigd in de raadsbrief Enquête uitstootvrij varen d.d. 6 maart 2020, heeft de
gemeente het initiatief genomen om kennis en expertise te bundelen met de branche om de
betaalbaarheid van verduurzaming te verbeteren en technologische ontwikkeling te stimuleren.
Vanaf juli 2020 zijn er tweemaandelijkse bijeenkomsten met een brede vertegenwoordiging van
de pleziervaart over een bepaald thema. Deelnemende partijen zijn HISWA-RECRON, het
Watersportverbond, het Samenwerkingsverband Nautische Dienstverlening, Federatie Varend
Erfgoed Nederland, Stichting Elektrisch Varen Amsterdam en drie individuele eigenaren van een
elektrisch pleziervaartuig. Informatie om eigenaren van een (elektrisch) vaartuig te informeren
over elektrisch varen wordt binnenkort gepubliceerd op de website van de gemeente.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 december 2021
Pagina 5 van7
Uit de gesprekken in onder andere het brancheoverleg en de eerste ervaringen met de openbare
laadpalen komt naar voren dat de verduurzaming van de pleziervaart een aantal vitdagingen kent:
e hettijdig realiseren van voldoende openbare laadinfra en laadinfra in jachthavens.
e onbekendheid met de positieve aspecten van elektrisch varen (geluid, trilling, onderhoud,
wendbaarheid). Dit maakt dat huidige booteigenaren niet snel overgaan op elektrisch
varen.
e het aantal leveranciers van elektrische boten is nog beperkt. Hierdoor is er nog geen ruime
keuze in elektrische aandrijving voor vaartuigen.
e de aanschafkosten voor een elektrisch vaartuig zijn flink hoger dan de aanschafkosten van
een conventioneel vaartuig (diesel — of benzineboot). Voor conventionele vaartuigen
bestaat een tweedehandsmarkt, die is er nog nauwelijks voor elektrische vaartuigen.
e _detechnologie van de laadinfra is nog sterk in ontwikkeling. Nu kopen de meeste mensen
loodaccu's, in verband met de lagere aanschafprijs dan voor een lithiumaccu. Het laden
van een loodaccu duurt 8 tot 10 vur. Lithiumaccu's zijn lichter, vergen minder onderhoud,
en zijn geschikt voor snelladen. Het type accu heeft invloed op de benodigde laadinfra.
e _de business case voor publieke laadinfra is minder positief dan bij elektrische voertuigen.
Laadpalen voor voertuigen worden dagelijks gebruikt, bij vaartuigen is het gebruik
beperkt en geconcentreerd in een aantal maanden per jaar.
e _ bijde pilot met laadpalen in openbaar water blijkt dat laadpalen regelmatig bezet zijn met
dieselvaartuigen, of elektrische vaartuigen die langer dan 24 vur blijven liggen.
e _eendeel vande deelnemers van het brancheoverleg vindt vitstootvrij varen in het
Centrum in 2025 niet haalbaar.
Vervolg verduurzamen pleziervaart: Ingroeiplan en evalvatie vitstootvrij varen
Voor het verduurzamen van de pleziervaart stelt de gemeente een ingroeiplan op, hoe te komen
tot vitstootvrij varen. In dit ingroeiplan staan voorgestelde maatregelen op het gebied van
faciliteren, stimuleren, reguleren en communiceren, in lijn met de aanpak uit het Actieplan Schone
Lucht. In dit ingroeiplan wordt rekening gehouden met de genoemde uitdagingen. Het ingroeiplan
is een onderdeel van de geplande evaluatie eind 2022 en zal ook getoetst worden bij de branche.
Het moet leiden tot een routekaart naar uitstootvrij varen waar de branche haar medewerking aan
verleent.
Eind 2022 wordt de doelstelling voor de verduurzaming van de pleziervaart geëvalveerd, en
bekeken of extra maatregelen nodig zijn. Belangrijke thema’s in de evaluatie zijn kosten voor
private en openbare laadinfra, kosten voor elektrisch varen, energiecongestie, en haalbaarheid
van de opgave om tijdig laadinfra te realiseren. De informatie die wordt verzameld in het
brancheoverleg is ook input van de evaluatie eind 2022.
Stand van zaken verduurzaming transport over water
De ambitie is dat transport over water vanaf 2025 uitstootvrij is. Nog maar een klein deel van het
goederenvervoer gaat over water, terwijl goederenvervoer 15 tot 20% vertegenwoordigt van al
het verkeer in de stad. Het transport over water dat nu plaatsvindt betreft vooral bouwmateriaal.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 december 2021
Pagina 6 van 7
Pilot mobiele batterij
Aan de markt is gevraagd mee te denken over mobiele laadmogelijkheden voor het laden van
transportvaartuigen. Nu worden vaak dieselgeneratoren ingezet. Deze zijn niet uitstootvrij en
maken lawaai. De uitvraag aan de markt is gedaan vanuit het programma Startup in Residence.
Het bedrijf SKOON is geselecteerd om een pilot te doen. SKOON heeft een drijvende batterij
ontwikkeld, die kan worden ingezet voor de energievoorziening bij bouwwerkzaamheden. In de
pilot is de drijvende batterij in 2021 gedurende een maand ingezet om stroom te leveren voor de
werkzaamheden aan de Vijzelstraat, waar aan de versterking van de bruggen en kades wordt
gewerkt. Door de pilot met SKOON hebben de hijs- en laswerkzaamheden nu zonder diesel
generator, maar direct vanuit de batterij, plaatsgevonden.
Onderzoek mogelijkheden emissievrij transport over water
In Nota Varen Deel 2 is een haalbaarheidsonderzoek aangekondigd? naar de technische
mogelijkheden en de beschikbaarheid van voorzieningen om elektrisch te laden of emissievrije
brandstof te tanken. Door de overlap en synergie is dit onderzoek gecombineerd met
bovengenoemde pilot, die in juni 2021 is afgerond. De pilot van SKOON heeft aangetoond dat
mobiele batterijen goed in te zetten zijn voor het emissieloos uitvoeren van zowel hijsbewegingen
vanaf een schip als piekstroom leveren aan een bouwplaats. Voor emissieloos goederenvervoer is
uit de combinatie van de pilot en het onderzoek en gesprekken met marktpartijen naar voren
gekomen wat de mogelijkheden zijn en welke laadvoorzieningen hiervoor nodig en
ondersteunend zijn. Het onderzoek wordt in het 4° kwartaal 2021 afgerond. Daarna volgt
besluitvorming over de mogelijke verplichting van uitstootvrije voorzieningen voor transport
over water in aanvulling op de verplichting tot uitstootvrije aandrijving.
Financiën laadinfra
De opgave voor laadinfra voor pleziervaart, passagiersvaart en transport over water brengt kosten
met zich mee. Voor de kosten voor laadinfra voor pleziervaart en passagiersvaart tot 2030 is een
raming gemaakt. In Nota Varen Deel 2 is aangegeven dat voor Laadinfra € 350.000 is
gereserveerd. Hiervan is € 150.0000 voor pleziervaart, en € 200.000 voor passagiersvaart. Dit is
naar verwachting niet toereikend voor de opgave voor de aanleg van laadinfra. De projectkosten
voor de aanleg van laadinfra zijn hoger dan eerder was ingeschat. Ook zijn de kosten voor
laadinfra pleziervaart hoger dan ingeschat.
In het 1e kwartaal van 2022 wordt het marktonderzoek opgeleverd naar de kosten die aan de
reders kunnen worden doorbelast voor de laadinfra bij passagiersvaart. Dit geeft inzicht in welke
investeringen nodig zijn voor de aanleg van laadinfra, en wat de baten zijn. Dan zal helderheid
verschaft worden over de totaal benodigde middelen, de hoogte van het tekort en zal zo nodig
een budgetaanvraag worden ingediend. De tekorten in het budget vormen een risico voor het
2 Om inzicht te krijgen in de technische mogelijkheden voor uitstootvrij goederentransport over water
en om de operationele en maatschappelijke kosten van verschillende modaliteiten van transport in
Amsterdam met elkaar te kunnen vergelijken, wordt een haalbaarheidsonderzoek van uitstootvrij
transport vitgevoerd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 december 2021
Pagina 7 van7
tijdig kunnen realiseren van laadinfra op ligplaatsen in openbaar water. Dit geldt ook voor de
ligplaatsen aan de Dijksgracht en in de middenkom (Entreegebied).
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Mti
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 7 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 177
Publicatiedatum 20 maart 2019
Ingekomen onder Y
Ingekomen op woensdag 13 februari 2019
Behandeld op woensdag 13 maart 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Simons inzake het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit
(sociaal-cultureel centrum bi-culturele LHBT lers)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 105).
Constaterende dat het college een scherpere focus wil op de acceptatie en positie
van bi-culturele LHBT |+ personen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de kosten en mogelijkheden te onderzoeken van een sociaal-cultureel centrum
voor en door bi-culturele LHBTl'ers.
— over de resultaten van het onderzoek te rapporteren aan de gemeenteraad
Het lid van de gemeenteraad
S.H. Simons
1
| Motie | 1 | val |
virz023015030 N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW
Verkeer en .
Openbare Ruimte % Amsterdam Ruimte en Groen, Water
Voordracht voor de Commissie MOW van 06 juli 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 6
Datum besluit 16-05-2023
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afhandeling van motie 340 en uitvoering van
amendement 490
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 340 van raadslid
Heinhuis (PvdA) en uitvoering van amendement 490 van raadslid Asruf (PvdA)
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, artikel 160: Het college is in ieder geval bevoegd het dagelijks bestuur van de
gemeente te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet de raad of de burgemeester hiermee is
belast (lid 1, a);
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Betreffende motie 340 specifiek:
Reglement van orde voor de Raad van Amsterdam, artikel 80 (lid 2 en 3):
2. Als een motie wordt uitgevoerd en zonder besluitvorming als afgedaan kan worden beschouwd,
wordt de reactie op de motie ter kennisname aan de commissie gestuurd. De reactie wordt voor de
eerstvolgende vergadering op de terkennisnamelijst en in het raadsinformatiesysteem geplaatst.
3. Als voor de uitvoering van een motie besluitvorming nodig is, wordt de reactie op de
motie met de besluitvorming ter bespreking voorgelegd aan de commissie. De reactie en de
gevraagde besluitvorming worden voor de eerstvolgende vergadering geagendeerd en in het
raadsinformatiesysteem geplaatst. Na bespreking in de commissie vindt besluitvorming in de raad
plaats.
Bestuurlijke achtergrond
Op 9 november 2022 heeft de raad bij de bespreking van de begroting 2023 motie 340 aangenomen
van het raadslid Heinhuis (PvdA), waarin het college wordt gevraagd om:
-te onderzoeken hoe de toegankelijkheid en betaalbaarheid van het openbaar vervoer voor
verschillende groepen Amsterdammers kan worden vergroot.
-te onderzoeken hoe de toegankelijkheid en betaalbaarheid van openbaar vervoer kan worden
verhoogd voor wijken met een aanzienlijke afstand tot het stadscentrum;
-de raad hier zo spoedig mogelijk over te informeren en de vitkomsten van het onderzoek uiterlijk
voor de Voorjaarsnota aan de raad voor te leggen.
De raad heeft op 9 november 2022 ook amendement 490 van raadslid Asruf (PvdA) aangenomen.
In het amendement is opgenomen dat kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 11 jaar in 2023 gratis
Gegenereerd: vl.4 1
VN2023-015630 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW
Verkeer en : % Amsterdam Ruimte en Groen, Water
Openbare Ruimte
Voordracht voor de Commissie MOW van 06 juli 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
met het OV kunnen reizen op in ieder geval de zaterdag. Hiervoor is een budget van €1 miljoen
beschikbaar gesteld.
Reden bespreking
Geagendeerd o.v.v het lid Asruf (PvdA).
Uitkomsten extern advies
De gemeente heeft de uitvoering van het amendement in samenwerking met GVB en Vervoerregio
Amsterdam vitgewerkt.
Geheimhouding
Nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, de motie 340.22 van raadslid Heinhuis (PvdA) en amendement 490.22 van raadslid Asruf (PvdA)
Welke stukken treft v aan?
Bijlage 1 Mogelijkheden doelgroepen motie 340 Amsterdam definitief
AD2023-050421
02032023 (2). pdf (pdf)
AD2023-050423 Bijlage 2 Regioraadsbrief Uitwerking opties tariefsysteem VRA (2).pdf (pdf)
Bijlage 3 340.22 Motie Heinhuis - Onderzoek betaalbaarheid OV
AD2023-050422
doelgroepen.pdf (pdf)
Bijlage 4 490_22 Amendement Asruf - Gratis openbaar vervoer voor
AD2023-050420 ‚
kinderen.pdf (pdf)
AD2023-0504,24 Commissie MOW (1) Voordracht (pdf)
AD2023-050419 Raadsinformatiebrief motie 340 - amendement 490.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Verkeer & Openbare Ruimte, Susan Dogterom, bestuurlijke. [email protected]
Gegenereerd: vl.4 2
| Voordracht | 2 | train |
VN2021-014913 N% Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O
Ate id Amsterdam Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
x Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van 23 juni 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid en Circulaire Economie
Mbo-agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt (34)
Economische Zaken (16)
Sociale Zaken (13)
Agendapunt 15
Datum besluit College B&W 1 juni 2021
Onderwerp
Voortgang Duurzaam Economisch Herstel
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief Voortgang Duurzaam Economisch Herstel met als
bijlagen:
a. Uitvoeringsagenda Duurzame Stad, Duurzame Banen
b. Monitor Duurzaam Economisch Herstel
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentewet, eerste lid:
het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door
het college gevoerde bestuur.
Bestuurlijke achtergrond
e Het Duurzaam herstelplan met de bijbehorende duurzame motoren is afkomstig van het
voorstel coalitiefracties “Samen sterker uit de Crisis”,
e Besluit inzet €78 miljoen vit het klimaatfonds voor duurzaam herstel bij vaststelling begroting
in december 2020.
* Op 23 maart 2021 heeft het college ingestemd met de bestedingsvoorstellen van de Eigen
assets-, Zon-, MKB-motor en een deel van Renovatiemotor.
e Op7aprilis tijdens raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs toegezegd om rondom
de behandeling van de voorjaarsnota de raad nader te informeren over de voortgang van
Duurzaam Economisch Herstel, de concretisering van de aanpak hierin en een monitoring
met kwantitatieve gegevens.
* Op 11 mei 2021 heeft het college ingestemd met het bestedingsvoorstel
Klimaatadaptatiemotor 2021 en het voorstel tot het aanpassen van het kasritme van een
onderdeel van de MKB-motor.
Reden bespreking
e o.v.v. het lid Miedema (PvdA)
* Redenter bespreking: graag bespreken we Duurzaam herstel nog voor de zomer gezien de
recente economische ontwikkelingen en het grote belang van dit programma voor duurzaam
herstel na Corona.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.8 1
VN2021-014913 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Ruimte en % Amsterdam Onderwijs, V hool Kind n Naschoolse Voorzieningen
duurzaamheid % nderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van 23 juni 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Leden van de Commissie FED worden uitgenodigd wanneer de commissievoordracht Voortgang
Duurzaam Economisch Herstel ter bespreking wordt geagendeerd.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2021-059661 | 1. DEF Raadsbrief Voortgang DEH.pdf (pdf)
AD2021-058127 2. UA Duurzame Stad, Duurzame Banen.pdf (pdf)
AD2021-058128 3. Monitor Duurzaam Economisch Herstel. pdf (pdf)
AD2021-055063 | Commissie WIO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Hester Keesmaat, h.keesmaat@&amsterdam.nl, 06-23942102
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw,
% Amsterdam Volkshuisvesting en Monumenten en Erfgoed
Gewijzigde agenda,
7 december 2022
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de raadscommissie Woningbouw
en Volkshuisvesting (WV)
Tijd: og:oo tot 12:30 vur
Locatie: Willem Kraanzaal (commissiezaal)
1 Algemeen deel
a Opening procedureel gedeelte
b Mededelingen
C Vaststellen agenda
d Conceptverslag van de openbare e Tekstuele wijzigingen worden
vergadering van de raadscommissie voor de vergadering aan de
WV d.d. 16 november 2022 commissiegriffier doorgegeven via
secretariaat [email protected]
e Termijnagenda, per portefeuille
f___TKN-lijst
g Ingekomen stukken
stadsdeelcommissies
2 Inhoudelijk deel
a Opening inhoudelijk gedeelte
b Inspreekmoment Publiek
C Actualiteiten
d Rondvraag
2022-12-0110:49:49 1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten en Erfgoed WV
Gewijzigde agenda, 7 december 2022
Bespreekpunten
Monumenten en Erfgoed
3 Kennisnemen van de reactie op e Terbespreking en voor kennisgeving
motie 402-accent van de raadsleden aannemen.
Boomsma (CDA) en Nadif (GL) met als * Geagendeerd op verzoek van het lid
onderwerp ‘Bescherm orde 1 pandenen Boomsma (CDA).
monumenten’ e Was TKN 3 in de vergadering van 16
Nr. VN2022-039702 november 2022.
Volkshuisvesting
L Kennis te nemen van de e Terbespreking en voor kennisgeving
raadsinformatiebrief 'Stand van zaken aannemen.
aanpak verlaging eerste administratieve * Geagendeerd op verzoek van het lid
boetes vakantieverhuur’ Havelaar (CDA) en Heinhuis (PvdA).
Nr. VN2022-039704 e _WasTKN 2 ín de vergadering van 16
november 2022.
e Voorgesteld wordt dit punt gevoegd
te behandelen met agendapunt 7.
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN:
Bespreekpunten
Volkshuisvesting
5 Initiatiefvoorstel “versoepel regels e Terbespreking en voor kennisgeving
woningdelen voor woningcorporaties” aannemen.
van het lid Von Gerhardt (VVD) * Geagendeerd op verzoek van het lid
Nr. VN2022-041639 Von Gerhardt (VVD).
e De bestuurlijke reactie is bijgevoegd.
e Uitgesteld in de vergadering van 26
oktober 2022.
e Voorgesteld wordt dit punt gevoegd
te behandelen met agendapunt 6.
6 Evaluatie Kamerverhuurbeleid * Terbespreking en voor kennisgeving
Amsterdam 2022 aannemen.
Nr. VN2022-031679 * Geagendeerd op verzoek van het lid
Von Gerhardt (VVD).
e Was oorspronkelijk TKN 9 voor deze
vergadering.
e Voorgesteld wordt dit punt gevoegd
te behandelen met agendapunt 5.
7 Kennisnemen van de * Terbespreking en voor kennisgeving
raadsinformatiebrief aannemen.
proportionaliteitsbeleid vakantieverhuur, * Geagendeerd op verzoek van het
de beleidsregel matiging bestuurlijke Havelaar (CDA).
boetes en de brief van het college e Was oorspronkelijk TKN 10 voor deze
aan de Ombudsman Metropool vergadering.
Amsterdam betreffende het boetebeleid e Voorgesteld wordt dit punt gevoegd
vakantieverhuur. te behandelen met agendapunt 4.
Nr. VN2022-04,0411
2022-12-01 10:49:49 2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten en Erfgoed WV
Gewijzigde agenda, 7 december 2022
8 Kennisnemen van de raadinformatiebrief e Terbespreking en voor kennisgeving
ter afdoening van de toezegging om een aannemen.
brief over mogelijke verbeteringen aan e Geagendeerd op verzoek van het
de kwaliteitskaart naar de commissie Havelaar (CDA).
Woningbouw en Volkshuisvesting te e Was oorspronkelijk TKN 11 voor deze
sturen vergadering.
Nr. VN2022-038985
Woningbouw
9 Kennisnemen van de * Terbespreking en voor kennisgeving
raadsinformatiebrief inzake het aannemen.
aflopen en niet verlengen Convenant * Geagendeerd op verzoek van de
studentenhuisvesting Amsterdam leden Alberts (SP) en Broersen (Volt)
2019-2022. e Was oorspronkelijk TKN 2 voor deze
Nr. VN2022-039605 vergadering.
10 _ Meer betaalbare woningen voor starters * Terbespreking en voor kennisgeving
Nr. VN2022-041795 aannemen.
* Geagendeerd op verzoek van
de leden Kreuger (JA22) en Von
Gerhardt (VVD).
2022-12-0110:49:49 3
| Agenda | 3 | train |
VN2023-004251 G Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
emeente ' '
Sums ne % Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn DC
vurzaamheid x Amsterdam
Voordracht voor de Commissie DC van 23 maart 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie
Agendapunt 5
Datum besluit College van B&W 21 februari 2023
Onderwerp
Voortgangsrapportage Regionale Energiestrategie (RES) Noord-Holland Zuid.
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de voortgangsrapportage regionale Energiestrategie (RES) Noord-Holland
Zuid.
2. Kennis te nemen van bijgevoegde raadsinformatiebrief.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentewet
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2).
Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij
het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In het voorjaar van 2020 is in de door de gemeenteraad vastgestelde concept Regionale
Energiestrategie Amsterdam (concept-RES) en in de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050
(Routekaart) de ambitie vastgelegd om voor 2030 tenminste 127 MW vermogen windenergie te
realiseren (>5oMW extra vermogen ten opzichte van de situatie in de zomer 2019) en „00 MW
vermogen zonne-energie.
* Op 10 februari 2021 is de reactienota op de concept-RES door de gemeenteraad besproken. De 11
aangenomen moties over windenergie zijn verwerkt in de RES 1.0.
* Op 9 maart 2021 heeft het college ingestemd met de gewijzigde Amsterdamse windzoekgebieden
ten behoeve van de RES 1.0. De aangepaste windzoekgebieden zijn verwerkt in de RES 1.0.
* Op 25 maart 2021 is het collegebesluit over de gewijzigde Amsterdamse windzoekgebieden ten
behoeve van de RES 1.0 besproken in de raadscommissie FED.
e In haar vergadering van 27 mei 2021 heeft de gemeenteraad de RES 1.0 vastgesteld.
e Bij de vaststelling van de RES 1.0 is besloten om voor wind een tussenstap in te voegen in het RES-
proces. Dit is de reflectiefase.
e In de zomer van 2021 hebben gemeenteraden, Provinciale Staten en Algemeen Bestuur (AB)
waterschappen van Noord-Holland Zuid de Regionale Energiestrategie (RES) 1.0 vastgesteld. Hierin
staat de ambitie van de regio om in 2030 2,7 TWh aan duurzame energie op land op te wekken
als bijdrage aan de opgave in het Klimaatakkoord. Het nationale doel is om in 2030 ten minste 35
TWh aan grootschalige duurzame elektriciteit op land op te wekken. Voor deze opwekking zijn in
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2023-004251 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii D
Duurzaamheid % einiging, voedser En Dierenwerzijn
Voordracht voor de Commissie DC van 23 maart 2023
Ter kennisneming
de RES 1.0 zoekgebieden benoemd. Dit zijn gebieden waar de mogelijkheid voor opwekking van
duurzame energie verder geconcretiseerd wordt. Er zijn specifieke zoekgebieden voor grootschalige
opwekking van zonne- en windenergie en generieke zoekgebieden zoals zon op grote daken of langs
infrastructuur benoemd.
* Op 7 september 2021 heeft het college in de brief “reflectiefase RES” de raad geïnformeerd
over de invulling van de reflectiefase. Er wordt voorzien om 3 beleidsproducten op te leveren: 1)
afwegingskader, 2) richtlijnen voor participatie, 3) richtlijnen voor samenwerking en sturing.
* Op 9 november 2021 heeft het college in de brief “nadere invulling reflectiefase RES” de raad
geïnformeerd over doel, resultaten en activiteiten reflectiefase, en over betrekken van bewoners en
belanghebbenden in de reflectiefase.
* Op 18 januari 2022 heeft het college ingestemd met het regionaal Uitvoeringsprogramma RES.
Hierin staan afspraken over hoe de gemeenten, provincie en waterschap uitvoering geven aan de
RES.
* Op 5 april 2022 heeft de wethouder de raad geïnformeerd over de afronding reflectiefase van de
Regionale Energiestrategie over windenergie en de oplevering van de expertadviezen gezondheid
en natuur
* Op 18 mei 2022 heeft de wethouder de raad geïnformeerd over de vervolgstappen ten aanzien van
de ontwikkeling van windenergie in Amsterdam het plan-MER en Programma Wind Amsterdam.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
De voortgangsrapportage is een product dat met gemeenten, provincie, waterschappen en RES-
organisatie ontwikkeld is.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.l1 2
VN2023-004251 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii
Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn
Voordracht voor de Commissie DC van 23 maart 2023
Ter kennisneming
AD2023-016804 1. RIB_voortgangsrapportage_RES (003). pdf (pdf)
AD2023-015870 2. Eerste voortgangsrapportage RES NHZ.pdf (pdf)
AD2023-015871 3. Eerste voortgangsrapportage RES Bijlage NHZ. pdf (pdf)
AD2023-009494 Commissie DC Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Eginhard Rot, [email protected]
Gegenereerd: vl.l1 3
| Voordracht | 3 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
D Gemeenteblad
x% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 723
Ingekomen op 10 juni 2020
Behandeld op 11 juni 2020
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake het functioneren van Tram 26 (Cruciale Mijl)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de beraadslaging over het functioneren van Tram 26.
Overwegende dat:
- door de geïsoleerde ligging in het netwerk, Tram 26 kwetsbaar is voor uitval;
-__ wanneer Tram 26 uitvalt, het ongemak en de gevolgen voor de IJburgers groot
zijn vanwege het gebrek aan alternatieven;
- gelijkvloerse kruisingen een bron zijn van ongelukken, en daarmee van uitval;
- gelijkvloerse kruisingen tevens snelheid beperkend werken, hetgeen onwenselijk
is voor een dergelijke lange tramlijn;
- de grootste kruispunten zich bevinden op de zogenaamde cruciale mijl, het traject
Piet Heintunnel — Ring A10.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Onderzoek te doen naar de kosten en baten van het ongelijkvloers maken van
kruisingen langs het traject van Tram 26, en met name langs de cruciale mijl.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
Bestuurscommissie Oost
Voordracht en besluit D B = AB
Registratienummer Z-18-39684 / INT-18-13856
Afdeling BOR Schoon
Onderwerp
Acht locaties voor huishoudelijke afvalinzamelvoorzieningen op IJburg
Portefeuille Afval
DB lid Rick Vermin
Gebied Stadsdeel Oost
Datum DB 13 februari 2018
Datum AB voorbereidend _--
Datum AB besluitvormend 6 maart 2018
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
C.N. van Bergen Henegouw
06 3149 4605
c. van. [email protected]
*ZOO45D6S5910# Paginaa van4
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
1. het ABte verzoeken om in te stemmen met het ontwerp voor acht locaties (drie
voor Peter Martensstraat en omgeving en vijf voor F.D. Kalhenbergstraat en
omgeving) voor het inzamelen van huishoudelijk afval;
2. het ABte adviseren ermee in te stemmen dat dit ontwerp conform de
inspraakverordening van de gemeente Amsterdam van 29 maart 2016 aan
inwoners en andere belanghebbenden wordt voorgelegd om zienswijzen te
ontvangen.
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
besluiten wordt 1. inte stemmen met het ontwerp voor acht locaties (drie voor Peter Martensstraat
gepubliceerd en omgeving en vijf voor F.D. Kalhenbergstraat en omgeving) voor het inzamelen
van huishoudelijk afval;
2. inte stemmen dat dit ontwerp conform de inspraakverordening van de gemeente
Amsterdam van 29 maart 2016 aan inwoners en andere belanghebbenden wordt
voorgelegd om zienswijzen te ontvangen.
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost,
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Pagina 2 van 4
Bevoegdheid
Wie is bevoegd te besluiten?
Ingevolge artikel 4, tweede lid van de Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente
Amsterdam, kan het college van burgemeester en wethouders een locatie aanwijzen met
behulp van welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of met behulp van
welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke
afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.
Ingevolge artikel 24, tweede lid van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 van de
gemeente Amsterdam, juncto onderdeel D.3 van bijlage 3 bij die verordening, is de in
artikel 4, vierde lid van de Afvalstoffenverordening bedoelde bevoegdheid door het college
gedelegeerd aan het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Oost.
Wie is bevoegd regels te stellen?
Ingevolge artikel 8, vierde lid van de Afvalstoffen verordening 2009 kan het college regels
stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moet worden
aangeboden.
Bestuurlijke achtergrond
In IJburg zijn in de afgelopen jaren afvalinzamelvoorzieningen vervangen of erbij gekomen.
Op een aantal locaties was het noodzakelijk om een uitgebreide studie te doen om te zien
of een bepaalde locatie realiseerbaar zou zijn of konden worden aangepast. Een aantal
studies zijn, veelal in overleg met omwonenden, afgerond en kunnen nu formeel
voorgelegd worden aan belanghebbenden. Om een goede belangenafweging te maken
voor deze inzamellocaties wordt aan omwonenden en andere belanghebbenden gevraagd
zienswijzen inte dienen. Deze voordracht sluit aan bij:
e _ Memo Optimalisatie containernet huishoudelijk afval, d.d.31-1-2013
e Uitvoeringsplan afval 2016, d.d. juni 2016
e Stedelijk kader locatiekeuze afval inzamelvoorzieningen (gemeenteblad nr. 234353,
d.d. 29 december 2017)
e Het Projectplan Optimalisatie en Uitbreiding AlV SD Oost, d.d. 8-1-2018
Onderbouwing besluit
Beoogd effect
Een goede inpassing van de locaties voor afvalinzameling in de buurt en een verdeling van
de inzameling van waardestromen.
Argumenten
Het AB heeft bewoners de mogelijkheid gegeven invloed uit te oefenen op de inrichting van
hun directe omgeving.
Kanttekeningen
Geen.
Risico's / Neveneffecten
Geen.
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau Advies verwerkt in de tekst
Financiën De realisatie van de nieuwe locaties wordt financieel gedekt door het Project Optimalisatie
en Uitbreiding AlV SD Oost projectnummer 89008510 (afdeling Afval en Grondstoffen i.o.)
Pagina 3 van 4
Communicatie Advies verwerkt in de tekst
Overige Nvt.
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? Ja Indien ja, structureel ( zie toelichting }
Indien ja, dekking aanwezig? Ja
Indien ja, welke kostenplaats?
Toelichting De realisatie van de nieuwe locaties wordt financieel gedekt door het Project Optimalisatie
en Uitbreiding AlV SD Oost projectnummer 89008510 (afdeling Afval en Grondstoffen i.o.)
Voorlichting en communicatie
Het besluit wordt gepubliceerd bij de Bekendmakingen op de website van de gemeente
Amsterdam.
Voor de plaatsing van de containers op de nieuwe locaties worden omwonenden en overige
gebruikers van de containers via een bewonersbrief tijdig op de hoogte gebracht van de
werkzaamheden en het moment waarop de containers in gebruik kunnen worden
genomen.
Uitkomsten inspraak
N.v.t
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
N.v.t
Geheimhouding
N.v.t
Einde geheimhouding
Stukken
Meegestuurd 1. Plattegrond P. Martensstraat e.o, van 10 januari 2018, met daarin de locaties
1087NJ-620 ter hoogte van Wim Noordhoekkade 620, 1087NH-388 ter hoogte van
Eva Besnyostraat 388 en 1087NH-633 ter hoogte van Eva Besnyostraat 633
2. Plattegrond F.D. Kalhenbergstraat e.o, van 6 februari 2018, met daarin de locaties
1087LL-60 ter hoogte van de F.D.Kahlenbergsteeg 60, 1087ML-366 ter hoogte van
Emy Andriesstraat 336, 1087MP-174 ter hoogte van Jan Vrijmanstraat 174 en
1087MS-4 terhoogte van F.D.Kahlenbergstraat 4
Ter inzage gelegd
Parafen
Manager Portefeuillehouder
Ronald Boekhout van Solinge Rick Vermin
Besluit dagelijks bestuur
Conform.
Pagina 4 van 4
| Besluit | 4 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 29 september 2022
Portefeuille(s) Kunst en Cultuur
Portefeuillehouder(s): _ Touria Meliani
Behandeld door Afdeling Kunst en Cultuur ([email protected])
Onderwerp Update grensoverschrijdend gedrag in de kunst- en cultuursector
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 24 februari jl. heb ik u geïnformeerd over de diverse acties die ik heb ondernomen in relatie tot
grensoverschrijdend gedrag in de kunst- en cultuursector. Grensoverschrijdend gedrag hoort niet
thuis in een open en inclusieve samenleving en stad. Daarom voel ik als wethouder Kunst en
Cultuur de verantwoordelijkheid grondig te werk te gaan om te zorgen dat iedereen in de kunst-
en cultuursector veilig kan werken. In deze brief breng ik graag het advies Over de grens bij u
onder de aandacht, dat op 21 juni jl. is gepresenteerd door de Raad voor Cultuur. Daarnaast
informeer ik u over de diverse vervolgstappen die wij als Gemeente de komende tijd gaan zetten.
Advies van landelijke kunstraad aan het Rijk
De raad heeft op verzoek van voormalig minister van OCW, Ingrid van Engelshoven, een advies
geschreven over hoe om te gaan met grensoverschrijdend gedrag in de culturele en creatieve
sector. Het advies is ter kennisname toegevoegd aan de bijlage van deze brief.
Op basis van gesprekken met betrokkenen, beleid en wetenschappelijke literatuur heeft een
speciaal door de raad samengestelde commissie — onder leiding van Winnie Sorgdrager - een
analyse gemaakt van wat er speelt, waar er risico’s liggen en worden er aanbevelingen gedaan.
Deze aanbevelingen doet de raad zowel aan culturele instellingen als aan het Rijk.
De belangrijkste conclusies uit het rapport Over de grens zijn:
e _grensoverschrijdend gedrag behelst niet alleen seksuele intimidatie, maar ook andere vormen
van ongewenst gedrag;
e _eengebrek aan inclusie in de sector is een hardnekkig probleem. Veel poortwachters houden
vast aan referentiekaders die makers uit gemarginaliseerde groepen buitensluit. Deze makers
stuiten daardoor vaak op vooroordelen, stereotypen en andere micro-agressie;
e _erzijn binnen de sector voldoende structuren gericht op sociale veiligheid. Die worden helaas
niet of weinig gevonden door slachtoffers omdat zij ze niet kennen of daar geen vertrouwen in
hebben;
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum xx xx 2022
Pagina 2 van 3
e een aantal risicofactoren maken de cultuur- en mediasector extra kwetsbaar voor
grensoverschrijdend gedrag. Zo werken machtsverhoudingen door los-vaste
arbeidsvoorwaarden, baanonzekerheid en de discrepantie tussen aanbod en beperkte afname
onveilige situaties in de hand;
e _ slachtoffers van ongewenst gedrag maken uit schaamte en angst niet of niet vaak melding, en
ook omstanders grijpen vaak niet in. Die zwijgcultuur houdt de onveilige werksituatie in stand;
e _ het kunstvakonderwijs brengt extra risico's met zich mee. Veel docenten zijn niet didactisch
geschoold en komen rechtstreeks vit het werkveld. Zij leggen veel druk op studenten om zich
kwetsbaar op te stellen en (te) veel van zichzelf laten zien, letterlijk en figuurlijk.
Wat opvalt is dat het rapport qua bevindingen aansluit bij de vitkomsten van de diverse openbare
gesprekken die ik heb gevoerd met het Amsterdamse veld in New Metropolis rond dit thema, en
waarover ik u in mijn vorige brief heb geïnformeerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de structuur van
de Amsterdamse culturele sector die gekenmerkt wordt door een relatief groot aantal ZZP'ers. Dit
kan scheve machtsverhoudingen en ongewenst grensoverschrijdend gedrag naar verhouding
vaker in de hand werken. Ook in Amsterdam is de noodzaak groot om te komen tot een open
cultuur waarbij slachtoffers zich veilig voelen om zich uit te spreken, en waarbij omstanders vaker
ingrijpen. Dit advies van de Raad voor Cultuur bevestigt dus nogmaals onze eerdere bevindingen
dat het landelijk beeld sterk overeenkomt met de situatie in Amsterdam. Dit onderstreept mijn
wens om samen met het Rijk — in het bijzonder met de staatssecretaris van Cultuur en Media,
Gunay Uslu — op te trekken om dit probleem op te pakken, naast de maatregelen die ik samen met
de cultuursector reeds in gang heb gezet. Ik zal daarom tijdens een volgend bestuurlijk overleg
met het ministerie van OCW dit onderwerp agenderen.
De vervolgstappen op de korte termijn
In mijn brief van 24 februari jl. kondigde ik ook diverse vervolgacties op de korte termijn aan.
Inmiddels is met overlegorgaan Amsterdamse Culturele Instellingen (ACI) een werkgroep
ingericht, die gaat verkennen waar de sector het meest mee geholpen is. De gemeente
Amsterdam neemt deel aan de werkgroep. Om dit kracht bij te zetten zal ik het advies van de
Raad voor Cultuur samen met het ACI actief onder de aandacht brengen bij de Amsterdamse
sector. De werkgroep streeft ernaar om begin 2023 met diverse concrete acties te komen.
Onderdeel daarvan is ook de eerder aan v aangekondigde samenwerking met het platform ADI
(Amsterdam Divers en Inclusief). Daarnaast zullen we in dit traject samen optrekken met Platform
ACCT, NAPK en Mores. Online. Ik streef ernaar u later dit jaar te informeren over de uitwerking
hiervan.
Bij de monitorgesprekken van Kunst en Cultuur met de instellingen binnen de Amsterdamse
Basisinfrastructuur (Amsterdam BIS), die momenteel worden gevoerd, staat het onderwerp
centraal op de agenda en ook het AFK agendeert het onderwerp actief tijdens de
monitorgesprekken met instellingen binnen het Kunstenplan. De vitkomsten worden
meegenomen in de evaluatie van de uitvoering van de actieplannen Inclusie & Diversiteit als
onderdeel van het Kunstenplan 2021-2024.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum xx xx 2022
Pagina 3 van 3
Als wethouder blijf ik mij inzetten voor een kunst- en cultuursector die veiligheid biedt aan
iedereen: makers, professionals, werknemers en publiek.
Ik vertrouw erop u voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Touria Meliani
Wethouder Kunst en Cultuur
Bijlage
1. Advies Raad voor Cultuur Over de grens
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | val |
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis
Eén jaar
Jaarverslag 2019 — 2020
4 Ly » S
GAGA SS al,
SOS Ed d
ER OK / Zh B
k S / \£ 5 5 4 \ ef,
ONDERUNGE RELATIES VORMEN DE BASIS VOOR
SAMENWERKING
vr
Berend de Groote
15 juli 2020
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
1
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
A MSTERDAMS
NETWERK
E RVARINGSKENNIS
Inleiding
Begin 2019 werd het initiatiefvoorstel “Hup Ervaringsdeskundigen” unaniem
aangenomen. Essentie; “Een grotere inbreng van ervaringsdeskundigen in beleid en
uitvoering”. Kwartiermaker Berend de Groote kreeg opdracht om met
ervaringsdeskundigen een netwerk te vormen, vrij voor iedereen en los van bestaande
structuren. Tegelijk werd verzocht met dit netwerk advies uit te brengen op een
aantal actuele thema's. Deze opdracht luidde de geboorte in van het Amsterdams
Netwerk Ervaringskennis (www.amsterdamsnetwerkervaringskennis.nl) én hiermee
een nieuwe beweging in het Amsterdams veld van ervaringsdeskundigheid. Een
bewogen jaar. Wat deden we? Wat is er bereikt en wat niet? Wat staat in de planning
en hoe kunnen we samen verder bouwen? In dit eerste jaarverslag van het
Amsterdams Netwerk Ervaringskennis, nemen wij U mee op onze ontdekkingsreis.
Een ontdekkingsreis van ambtenaren, professionals en vooral “gewone
Amsterdammers”, op zoek naar een Amsterdam waar iedereen zich gewaardeerd en
gehoord voelt.
Berend de Groote juni 2020
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
2
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Inhoud
Samenvatting & conclusie. … … vereen eere eneneeeereeeneeenereeveneneeeereddeeeer eenderde D
Het initiatiefvoorstel … …… eeen eeeeeneereendeeneee ereen veren eeneneevereevenenee verende
De beantwoording … neee ereen vereende eer eevdeenee ver dddeever eenen eeev verveend Ó
Het besluit … ereen eeeeneeeerenddeerereevdeeneereevenenee ver vndddenvereenedeeer eere eere Ó
De opdracht … eere ereeneereendser neee eennnerenedeer eene renners eerdere vereerders d
Doel... eneernereenvernnervenverne verweren nnee vervenerenverenverenervenvernverveneeeeveenvereneveenvern vereen |
Taakomschrijving Kwartiermaker … … … nennen nerenvereuneeevervenveenveeveverenveeneeen
De kwartiermakers Ervaringsdeskundigheid … … eener eeneenverevernee
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis (ANE eeen eneen}
Wie is ervaringsdeskundig? … … … … evers revenneeneenveneneenvenvenenveneneevenverve eenn TÔ
Het ANE netwerk groeit & bloeit … nennen eevenvenne ververs eenversvervveneene eenn |À
De werkgroeptrekkers …… …… one neoenveronnerverveneeenseeenverevervenvernveereeerne vern eeen |
De werkgroepen … sneven vendeeneeeervenddeeeereeneneevereevdeeneeveevdendervereendeerven eee TÀ
Visie & Participatieparagraaf … … … … …… neren nernverenverenvernnvereneerenveenvervenerenveernvenn | 2
Inkoop & Aanbesteding … … nnee vennen renvenneenvenseeneenvenveneevenvvenevervvenn vereen | O
Werken in Buurtteams … … … … … nonnen neeeneeenvereneerensernverveneeeneevenversveevenveenverrverennneen | Ì
Werk & Stage … … nnen enen vervenvenseeenvenneenvenerenvenvenenvenveenvvenvenvevenvenveneevervvenvverveenn | Ô
Competentieontwikkeling … …… … … … ennen eennereneeeenverenverenerennvernveren vererven veer
Kleine initiatieven … … nennen ennerevervenveenverveneeeneveenveren verevenen vereneeennverrverren 3
De colleges … neren ser eeneneneereendeenee eer endeneevereededenerverveneneeverendeneerer eender 2Â
De bijeenkomsten … … nennen eeen verveners eenden er eerddeeeereeveeenereer vendere ere DD
De toekomst … ree rereeeeereereeevereerveeneee eren verer eerde eeeeneendeeneneer vendere ereen DD
Een leidende rol door: … eneen eneeenseennnersneerenveenverveneeenseernverenerrenvernnverrveerr nn DÓ
Ontwikkelopdracht … … … … … … a neeenvervenerevervenseenverveneereveenverenverenvernvverrverrenen À
En verder u onseeneeneereeneeeneeeerneneerereendeeneereevdendeererndedenvereede veren vervenenee verende 2
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
3
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Samenvatting, adviezen & conclusie
Het unaniem aangenomen initiatiefvoorstel “HUP Ervaringsdeskundigen” heeft een
stevige impuls gegeven aan meer gebruikersbetrokkenheid bij het gemeentelijk
sociaal beleid en het zich organiseren van ervaringsdeskundigen in het Amsterdams
Netwerk Ervaringskennis.
Dit ANE ziet ervaringsdeskundigheid als dé sleutel om (sociaal) beleid beter te laten
aansluiten op wat Amsterdammers nodig hebben en ervaringsdeskundigen als dé
sleutelfiguren om het vertrouwen tussen Amsterdammer en gemeente te vergroten.
Het ANE stimuleert gemeente en organisaties daarom actief “ervaring” als belangrijke
kennisbron te benutten en staat (potentiële) ervaringsdeskundigen bij zich te
organiseren en hun kennis te ontwikkelen. Het ANE vormt zo de verbindende schakel
én het vliegwiel die de diversiteit aan individuele ervaringen en initiatieven verrijkt.
De ontwikkeling naar Buurtteams biedt concreet de kans ervaringsdeskundigheid te
waarderen met “echte banen”. Ook binnen de gemeente beginnen zich kansen af te
tekenen. Het ANE ontwikkelt zich daarbij tot hét kenniscentrum en dé verbindende
schakel naar “expertise rond ervaringsdeskundigheid”. De vele kleinere initiatieven
biedt deze verbinding een stevigere basis voor hun expertise. Organisaties die de inzet
van ervaringsdeskundigen overwegen ‘en de ervaringsdeskundigen zelf biedt dit een
beter inzicht in de mogelijkheden.
Advies 1: Stimuleer doel-relationeel werken als uitgangpunt in elk gemeentelijk
handelen. Voor het gebruik van de participatieparagraaf in het Sociaal domein, is
het wenselijk het betrekken van Amsterdammers in een “Leidraad Sociaal”
nadrukkelijker vast te leggen.
Advies 2: Betrek de mensen die het betreft van het begin af aan en houdt hen ook
betrokken in monitoring, evaluatie en bijsturing.
Advies 3: Durf het aan, schep (formatie)ruimte voor beroepsmatig werkende
ervaringsdeskundigen en faciliteer een leeromgeving voor alle betrokkenen.
Advies 4: Faciliteer dat het ANE zich verder ontwikkelt tot hét kenniscentrum en
aanspreekpunt voor organisaties en individuele (potentiële) ervaringsdeskundigen.
Waarbij competentieversterking en de ontwikkeling van ervaringskennis altijd
gestoeld zijn op werken en leren met elkaar, van elkaar en in de praktijk
Advies 5: Faciliteer dat het ANE zich verder ontwikkelt tot hét kenniscentrum en
aanspreekpunt voor organisaties en individuele (potentiële) ervaringsdeskundigen.
Waardoor vraag en aanbod elkaar beter weten te vinden en (financierings-)
mogelijkheden transparanter worden.
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis heeft zich sinds haar Kick-Off in juni 2019
ontwikkeld tot hét vliegwiel in de emancipatie van ervaringsdeskundigen. Toch blijft
aandacht noodzakelijk, want alhoewel de waardering voor ervaringskennis enorm
gegroeid is, is de inzet van (beroepsmatig werkende) ervaringsdeskundigen en het
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
4
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
betrekken van ervaringsdeskundigen bij beleidsvorming nog geen
vanzelfsprekendheid.
Het initiatiefvoorstel
“Dit initiatiefvoorstel gaat over zeggenschap in de zorg. Over regie hebben over je eigen
leven. Kunnen kiezen. Over je stem laten horen, maar ook gehoord worden. Over hoe
verhalen en ervaringen van mensen die zorg ontvangen bijdragen om ook voor andere
mensen de zorg beter te maken.
Waarom denkt Groenlinks dat daarmee de zorg beter wordt? Mensen die het zelf
meemaken vertellen vaak hele andere verhalen dan stapels beleidsstukken.
Ervaringsdeskundigen kunnen ook soms met betere ideeën komen hoe je iets beter,
goedkoper en efficiënter aan kunt pakken, doordat zij soms jarenlange ervaring hebben.
Grote lacunes in het beleid, menselijke fouten en waar beleid niet werkt, blijken het beste
uit de praktijk.
Maar ook juist kleine dingen als bejegening en communicatie zijn vaak cruciaal in een
overgeorganiseerd systeem van regels, contracten, uren en bureaucratie. Die kleine
dingen moeten we blijven zien en ons bewust zijn van wat het betekent voor mensen om
zorg nodig te hebben. Let wel: dit betekent niet dat enkel negatieve verhalen of klachten
gedeeld moeten of hoeven te worden. Juist ook positieve verhalen en ervaringen kunnen
de zorg beter maken. Delen wat goed gaat kan inspiratie geven aan anderen en
zorgverleners en professionals sterken in het werk dat zij dagelijks doen.… ”.
(L. Grooten oktober 2018)
ese)
{BMT AC |
pm f 4 PE |
mines (A |} GeveonTe
DESKUNDIGE
NEEM JE
BUDDY MEE |
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
5
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
De beantwoording
Geachte leden,
Op 16 oktober jl. is door het raadslid mevrouw Grooten het initiatiefvoorstel
“Zeggenschap in de zorg- HUP-ervaringsdeskundigen!” ingediend. In dit
initiatiefvoorstel wordt het college gevraagd gemeentelijk beleid op het gebied van
ervaringsdeskundigheid op te frissen waarbij een breed spectrum aan aanbevelingen
gedaan op het gebied van onder andere werk, beleidsparticipatie, zeggenschap in
zorgrelaties, subsidieregeling en het vergroten van kennis. Dit voorstel is de eerste
van een reeks door mevrouw Grooten aangekondigde initiatiefvoorstellen over meer
zeggenschap. Het college adviseert de raad in te stemmen met de inhoud en richting
van het initiatiefvoorstel én het vraagt de raad de tijd om de aanbevelingen mee te
kunnen nemen in de stedelijke beweging om de kennis van ervaringsdeskundigen
beter in de stad te positioneren.
(Ambtelijk beantwoording Johan de Vries 11 januari 2019)
Het besluit
Op 17 januari stemde de Commissie Zorg unaniem in met het initiatiefvoorstel van
GroenLinks en de bestuurlijke reactie daarop betreffende het versterken van de
positie van ervaringsdeskundigen in het sociaal domein. De Commissie stemde tevens
in met het aanstellen van een stedelijke kwartiermaker voor het versterken van de
inzet en emancipatie van ervaringsdeskundigen en het ontwikkelen van een
kennisnetwerk.
Hiermee geeft het college verdere invulling aan het coalitieakkoord en richting aan:
e Het formuleren van een visie op (de inzet van) ervaringsdeskundigen.
e Ondersteuning van de voortgaande emancipatie van ervaringsdeskundigen.
De opdracht
“Het faciliteren van de stedelijke beweging om de kennis van ervaringsdeskundigen beter
te positioneren”
(opdrachtgever Johan de Vries, februari 2019)
Doel
Ervaringsdeskundigheid én ervaringsdeskundigen een gelijkwaardige positie
verschaffen in beleid én uitvoering binnen het Sociaal Domein van Amsterdam.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
6
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Taakomschrijving Kwartiermaker
De kwartiermaker:
e Zal de vorming faciliteren van een kennisnetwerk, dat de condities kan
schetsen die nodig zijn om de omslag naar een gelijkwaardige positionering
van ervaringsdeskundigen in een meer inclusieve stad te maken.
e Zal indit stedelijk kennisnetwerk van betrokken Amsterdammers de stedelijke
benadering/visie toetsen en van werkzame principes voorzien.
e _Zalde concurrentie tussen organisaties helpen ombuigen naar samenwerking
en netwerkleren.
e Zalervaringsdeskundigheid agenderen als een domein overstijgend
onderwerp.
e Agendeert en structureert de opbrengsten uit het kennisnetwerk welke binnen
het Sociaal Domein de condities en bouwstenen zullen vormen voor de
emancipatie van de ervaringsdeskundigen.
e Zal hierin nauw optrekken met wisselende ervaringsdeskundigen, welke als
copiloot mede uitvoering geven aan deze verbindende opdracht.
e Maakt specialisaties en taakverdeling tussen ervaringsdeskundigheids-
organisaties duidelijker.
Met als resultaat:
Een kennisnetwerk dat de positie van de kennis van ervaringsdeskundigheid verstevigt.
1. Een advies voor:
e Ontwikkeling van de gemeente tot inclusieve werkgever, die de inzet van
ervaringsdeskundigen waardeert met echte banen.
e Verscherpte eisen bij aanbesteding van zorg en jeugdhulp t.a.v. een vergrote
zeggenschap van mensen.
e Meer zekerheid voor kleine initiatieven die ervaringsdeskundigen opleiden en
afvaardigen.
e Eenstandaard Participatieparagraaf ervaringsdeskundigen in beleidstukken.
e Het zorgdragen voor passende opleidingsplaatsen voor mensen met ervaring,
zowel voor beroepskrachten als voor vrijwilligers.
e Halfjaarlijkse bijeenkomsten waarin het kennisnetwerk visie én concrete
stappen uitwerkt voor de verdere ontwikkeling.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
7
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
De kwartiermakers Ervaringsdeskundigheid
Berend de Groote.
Berend begon in 1999 in Amsterdam bij de toenmalige Sociale Dienst (nu WPI).
Aandacht voor Amsterdammers “die niet gezien worden” loopt als een rode draad
door zijn loopbaan. Berend: “Hup Ervaringsdeskundigen” van Raadslid Lene Grooten,
sprak mij gelijk aan. Betrek ervaringsdeskundigen actief bij de uitvoering en
ontwikkeling van beleid’. “Dat is een opdracht die past bij de huidige tijd’.
Reinier Schippers (“copiloot”)
Reinier wist een verslaving te overwinnen en zet zich sindsdien al jaren in voor o.a.
mensen in de maatschappelijke opvang of met een verslavingsachtergrond. Reinier,
een netwerker “pur sang” is tevens voorzitter van het Stedelijk Groot MO-GGZ.
Astrid Philips (“copiloot”)
Astrid groeide op in armoede en kampte met GGZ-problematiek. Inmiddels is zij al
jaren docent op de HVA, landelijk o.a. actief bij de EDASU en in Amsterdam bij
TeamEd. Eén van Amsterdams meest prominente ervaringsdeskundigen!
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
8
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis (ANE)
Een kennisnetwerk dat de positie van de kennis van ervaringsdeskundigheid verstevigt.
Op 04 juni 2019 vond de kick-off plaats van het Amsterdams Netwerk
Ervaringskennis (www.amsterdamsnetwerkervaringskennis.nl) in Huis van de Wijk de
Havelaar. Een onverwacht grote opkomst onderstreept de behoefte aan vereniging,
aan een netwerk van Ervaringsdeskundigen én andere professionals samen. Het ANE
is daarmee een feit. Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis staat open voor
iedereen die eraan wil bijdragen. Het gaat niet om je achtergrond of ervaring. Het
gaat om het ontsluiten van de ‘stille kennisbron’ en van ‘het betrekken van
ervaringsdeskundigen’ naar ‘het vanzelfsprekend samen’ met ervaringsdeskundigen’.
Want hoe het écht is om gebukt te gaan onder schulden, te moeten leven in armoede,
met een fysieke of psychische beperking, of verslaafd te zijn, dat leer je niet uit een
boekje. Het is de levenservaring van Amsterdammers zelf.
Laten we ervaringskennis erkennen als gelijkwaardige kennisbron naast
professionele en wetenschappelijk kennis. — Reinier, ervaringsdeskundige.
In het visiedocument “Doorbouwen aan de emancipatie van ervaringsdeskundigen”
(2020) werden de visie en doelstelling van het ANE nader beschreven:
Kernwaarde
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis (ANE) is en blijft open voor iedereen die wil
bijdragen aan een gelijkwaardige positie voor ervaringskennis en ervaringsdeskundigen
en/of zich wil ontwikkelen tot ervaringsdeskundige. Het ANE verbindt, ondersteunt en
verrijkt de kennis die er in de stad al is, maar neemt geen rollen over. Het is een door
ervaringsdeskundigen zelf gedragen en vormgegeven stedelijke beweging met oog voor
zowel de belangen van ervaringsdeskundigen als die van andere professionals. Het ANE
draagt actief uit dat het benutten van ervaringskennis loont. Ervaringskennis helpt de
dienstverlening aan Amsterdammers in een kwetsbare positie te verbeteren! Tegelijkertijd
waarschuwt zij voor een te lichtzinnige inzet.
> Het ANE onderscheidt zich hiermee van belangenbehartigers, welke immers de
belangen van patiënten, of andere “afhankelijke” groepen vertegenwoordigen,
maar niet persé het belang van ervaringskennis.
Missie
“Ervaringsdeskundigheid vanzelfsprekend in de dienstverlening aan Amsterdammers”
Doelstelling
e Het ANE staat (potentiële) ervaringsdeskundigen bij zich te organiseren, onder
regie van de ervaringsdeskundigen zélf.
e Het ANE is de verbindende schakel én het vliegwiel die de diversiteit aan
individuele ervaringen en initiatieven verrijkt tot een kwalitatief hoogwaardige
bron van ervaringskennis.
e Organisaties die de inzet van ervaringsdeskundigen overwegen, vinden in het ANE
de verbindende schakel naar “expertise rond ervaringsdeskundigheid”.
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Wie is ervaringsdeskundig?
Zoveel Amsterdammers, zoveel ervaringen. En wat maakt een ervaring tot kennis? En
wat maakt iemand met ervaringskennis deskundig of deskundige?
WEE
( 2
\ >
== LI
AN
EN Id }
5 SS sb
ana: Nen 4e
mmm P] ' 7
ad)
as > dd
En
_ E | M
De termen geven stof tot veel discussie en verwarring, net als de term “herstel”.
Binnen het ANE hanteren wij onderstaand schema van Hilco Timmer en de 5
functierollen van EDASU. Een andere vraag die vaak opkomt, is of
ervaringsdeskundige een soortgelijke ervaring moet hebben als diegene die hij
begeleidt. Dat is niet het geval. Het gaat er om, dat men zich verplaatsen kan in die
ander. Overigens bleek al snel, dat al verschilt de ervaring, de obstakels (denk aan
stigma, bejegening e.d.) die men ervaart vaak dezelfde zijn. Algemeen aanvaard is
inmiddels dat “ervaring” alleen onvoldoende is om “ervaringsdeskundig” te zijn,
omdat deskundigheid vereist dat men extra competenties ontwikkeld heeft.
Ervaringsdeskundigheid is een middel en geen doel op zichzelf"
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
10
% Ervaringsdeskundigheid, wat bedoelen we ermee?
% Eigen ervaringen . “
nn Ne
ervaringskennis
Ervaringsdeskurndighe id
se Inzet als ervaringsdeskundige
imegslijk in varechillands rcn)
Die eraarings deskundige heeft het vermogen ontwtkkeld am
De eigen ervaren Met een ONDsse ht ende daken In af sstuatle en het te bowen kamen erdan Íherste hon te zetten om anderen te ondersteunen en
het te boven komen van hun persoonlijke aandoening of tuatie.
= Hij/zij heeft goed leren leven met zijn/haar positie, ervaring af beperking en benut zijn/haar “levenswijsheid” en begrip vaar
anderen t‚b‚s, anderen.
[Vrij naar. Handreiking voor de ineef van ervvaringsdestundigfeid varnit de geestelijke gezondheidszorg, 2012) 3
Maatschappelijk herstel is méér dan alleen behandeling. Praat met mensen, luister, zoek naar waar écht de behoefte ligt
en biedt dan de juiste ondersteuning.’ Méér aandacht voor ervaringskennis-en deskundigheid betekende ook binnen haar
organisatie een flinke veranderopgaaf.
Het ANE-netwerk groeit & bloeit
Na de kick-off steeg (en stijgt) het aantal deelnemers gestaag (341 deelnemers juli
2020). Het ANE organiseert o.a. netwerkbijeenkomsten (“colleges”), grotere
halfjaarlijkse bijeenkomsten en gaf “acte de préséance” op tal van bijeenkomsten en
team-overleggen en voerde vele netwerkgesprekken (met wisselend resultaat). Een
belangrijk onderdeel van het ANE, zijn de Werkgroepen. Deze werkgroepen zij vooral
heel praktisch bezig en buigen zich over actuele thema's die een binding hebben met
het initiatiefvoorstel. Hun doel is adviezen te formuleren t.a.v. doelstellingen uit het
initiatiefvoorstel.
Elke werkgroep bestaat uit een mix van ervaringsdeskundigen, ambtenaren en andere
professionals. Elk werkgroep kent een “Werkgroeptrekker”.
De werkgroeptrekkers
Al ruim voor de kick-off is met een brede “Kerngroep” (m.n. professionals) gesproken
over het inrichten van werkgroepen, de thema's daarvan en het mede-organiseren. In
deze “Kerngroep waren (naast de kwartiermakers) medewerkers betrokken van CBA,
MEE, TeamED, De Regenboog, HVA, COEVA, WPI en VA. Dit leidde tot het
benoemen van 6 thema's. In de loop van het proces bleven niet al de Kerngroepleden
even actief in de organisaties. Sommige van de oorspronkelijk deelnemers zagen of
kregen geen kans de eigen organisatiebelangen te ontstijgen. Anderen kozen liever
voor de rol van deelnemer. Uiteindelijk vormde er zich een kern van 6 (zeer) actieve
karttrekkers: Reinier Schippers, Astrid Philips, Martin Stam, Martin Hamelink,
Esmeralda van der Naaten, Andre van Vught. In juni 2020 werd deze kartrekkersgroep
versterkt met projectmedewerker Communicatie Matthijs Post.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
11
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
De werkgroepen
Visie & Participatieparagraaf
Advies: Stimuleer doel-relationeel werken als uitgangpunt in elk gemeentelijk
handelen. Voor het gebruik van de participatieparagraaf in het Sociaal domein, is
het wenselijk het betrekken van burgers in de leidraad nadrukkelijker vast te leggen.
Werkgroeptrekker
Martin Stam
Thema “HUP”
Een standaard Participatieparagraaf ervaringsdeskundigen in beleidstukken.
Doelstelling
Kanteling naar een relationele wijze van werken tussen burgers en professionals.
Resultaat
1. Visie op ervaringsdeskundigheid
2. Participatieparagraaf
3. Participatieleidraad Sociaal
Ad1. Visie op ervaringsdeskundigheid
“Mensen die het zelf meemaken vertellen vaak hele andere verhalen dan stapels
beleidsstukken” (HUP).
De werkgroep Visie & Participatieparagraaf wijdde zich eerst aan het verdiepen van de
visie. De deelnemers (ervaringsdeskundigen, ambtenaren en andere professionals)
werkten dit in 4 sessies uit o.l.v. oud HVA-lector Martin Stam.
In vier bijeenkomsten werd uitgediept:
e Visie heeft een onderlegger nodig: de spanning tussen het gevestigde doel-
rationeel, ook wel instrumenteel werken vanuit planning & control en het
nieuwe relationeel werken levert een belangrijk inzicht op = We moeten
allemaal anders gaan werken om de kloof burger — overheid te overbruggen.
Vertrouwen (terug-) winnen vergt een kanteling van de organisatie en grijpt
diep in het systeem in.
e Visie: niet zozeer één blauwdruk of model, maar meer vanuit onderlinge
overeenstemming over de vele manieren van benaderen van de werkelijkheid.
Zo perkt de visie niet in, maar schept ruimte voor verschillende inbrengen,
zodat ook ruimte ontstaat voor de verschillende rollen van de
ervaringsdeskundige (ED’er).
e Het containerbegrip ervaringsdeskundigheid (ED) werd verrijkt, verdiept en
verbreed. D.w.z. ED is nauw omschreven en gelabeld met vermogens.
e De condities werden verkend (in procestermen) voor een kanteling van doel-
rationeel naar meer relationeel. Zo zijn op alle niveaus (micro-meso-macro)
ED'ers nodig, steeds vaker betaald, goed opgeleid en ondersteund om hun
vermogens en rollen ook goed in te zetten.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
12
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
e Dit werd geconcretiseerd naar hun verantwoordelijkheid en zeggenschap in
Buurtteams.
De opbrengst uit deze sessies werd op maandag 18 november in de vorm van een
“mini college” bij de Vrijwilligers academie Amsterdam gepresenteerd (door Martin
Stam en ervaringsdeskundige Linda Carolus) aan de ANE-deelnemers. Bij dit college
was tevens een sneltekenaar aanwezig die de verschillende aspecten van de visie in
aansprekende tekeningen wist vast te leggen. Van deze tekeningen werd een mooie
compilatie gemaakt. Tijdens de eerste halfjaarlijkse ANE-evaluatiebijeenkomst (03
december 2019) werd deze tekening overhandigd aan de wethouder Zorg, Simone
Kukenheim.
Kom uit je ivoren toren. Betrek ervaringsdeskundigen niet alleen, maak ze ook eigenaar
en zorg voor begrijpelijkheid voor iedereen (Kick-Off ANE)
Samenvatting van het Visiedocument:
Met een werkwijze waar de relatie het doel bepaalt in plaats van andersom, kunnen
kwesties en complexe problematiek waarvoor de huidige “systeemlogica” geen
oplossing biedt, wel hanteerbaar gemaakt (of zelfs opgelost) worden. Overheid én
burgers moeten daartoe samen een nieuwe manier van werken en handelen
ontwikkelen, van doel-rationeel handelen naar meer relationeel handelen o.b.v.
gelijkwaardigheid en verbondenheid. ‘De Amsterdammer voorop’ in plaats van ‘de
klant centraal’!
Dit betekent niet dat vakkennis op de tweede plaats komt, maar wel dat professionals
én ervaringsdeskundigen actief de samenwerking zoeken en dat ook in de
aanbestedingsvereisten wordt vastgelegd. Daarbij is het ene perspectief niet meer
waard of geldiger is dan het andere, maar is men gezamenlijk verantwoordelijk voor
resultaten en een productief en plezierig “werkklimaat”. Die kanteling naar meer
relationeel werken past in een Amsterdam waar iedereen zich thuis én gehoord voelt.
e Zietevens bijlage 1 het volledige document “Visie”.
e Zie tevens bijlage 2 voor de tekening “Visie”.
Ad2. Participatieparagraaf
De participatieparagraaf maakt inzichtelijk op welke manier Amsterdammers worden
betrokken in beleidsvorming en wat er met hun inbreng wordt gedaan. De wens voor
een participatieparagraaf was reeds verwoord in het coalitieakkoord 2018 - 2022 “Een
Nieuwe Lente en Een Nieuw Geluid”. Vanuit het gemeentelijk programma
“Democratisering” (programmamanager Hetty Politiek), werd de
participatieparagraaf ontwikkeld en gelanceerd als onderdeel van het
beleidsvormingsproces. De werkgroep Visie & Participatieparagraaf, heeft zich
daarom niet gericht op de participatieparagraaf zelf, maar op de participatieleidraad,
die feitelijk fungeert als “gebruiksaanwijzing” van de participatieparagraaf voor
beleidsambtenaren. Voor het gebruik in het Sociaal domein, (de participatieparagraaf
is immers bedoeld voor alle gemeenteonderdelen) acht ANE aanpassing van de
leidraad nodig.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
13
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
De Amsterdamse participatieparagraaf is terug te vinden in elke bestuurlijke voordracht die
voor een project of beleidsvorming wordt gemaakt. Dit geldt voor voordrachten zowel aan de
wethouders en het college van B en W als aan het dagelijks bestuur in de stadsdelen. De
paragraaf is integraal onderdeel van de besluitvorming, zowel aan de formele (bestuurlijke)
start van het project of beleidsvorming als tijdens het proces daarna.
Ad3. De Participatieleidraad Sociaal
“Amsterdammers in een precaire (“kwetsbare”) situatie, hebben te vaak het gevoel dat ze
niets te zeggen hebben over hun eigen leefomgeving. Zij voelen zich noch gehoord, noch
gezien en vooral steeds afhankelijker van “experts” in een uitdijende systeemwereld.”
De werkgroep Visie & Participatieparagraaf inventariseerde in een aantal fysieke
bijeenkomsten met ervaringsdeskundigen, ambtenaren en andere professionals de
opmerkingen en suggesties t.a.v. de participatieleidraad die eerder door de
werkgroep “Directe democratie ” is uitgewerkt. In een aantal online sessies (wegens
de coronacrisis) werd e.e.a. uitgewerkt tot een advies voor een Participatieleidraad
Sociaal. Deze Participatieleidraad Sociaal is primair bedoeld voor (beleids-
jambtenaren die werkzaam zijn in het Amsterdams Sociaal Domein. Met als doel het
beter waarborgen van de deelname aan het sociale leven van Amsterdammers in
kwetsbare omstandigheden. Zodat ook zij zich meer gehoord en betrokken gaan
voelen bij voor hen vitale kwesties.
Samenvatting van de Participatieleidraad Sociaal
Om het gevoel van sociale uitsluiting en onderschikking bij Amsterdammers te
doorbreken, krijgen beleidsmakers de opdracht om (naast het gebruik van de eigen
expertise) de (ervarings)kennis van Amsterdammers meer dan voorheen te betrekken
bij het vormgeven en het uitvoeren van beleid. Om deze Amsterdammers te
betrekken, moet eerst beter naar hen geluisterd worden. Dat is de basis om
vervolgens samen naar oplossingen te kunnen zoeken. Vervolgens dient hen een rol
toebedeeld te worden bij het toezicht houden op en het toetsen van dat beleid in de
uitvoeringspraktijk. Zo wordt geïnvesteerd in het herstel van het vertrouwen in de
overheid en een wezenlijke bijdrage geleverd aan het slechten van de kloof tussen de
systeemwereld en de leefwereld van Amsterdammers.
De gemeente neemt hierin de regie door effectiviteit, rechtvaardigheid en maatwerk
in al haar handelen op de voorgrond te zetten en oude waarden als efficiëntie,
rechtmatigheid en uniformiteit meer naar de achtergrond te verplaatsen.
De Participatieleidraad Sociaal biedt een houvast om deze radicale omslag in goede
banen te leiden. Ook biedt de Participatieleidraad Sociaal een routekaart om beleid en
uitvoeringspraktijk meer inclusief te maken. Voor Amsterdamse (beleids)ambtenaren,
is deze leidraad hiervoor hét ijkpunt.
Nothing about us without us (Gandhi).
e Zie tevens bijlage 3 “Participatieleidraad Sociaal”.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
14
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
ER
«e _
LEREN D
. ES A Ùej 4
£ . SOCIALE WERELD
(
é | WAT KAN
& / Zg gew? 7
| | Ne, Ì
wr i5 Le
ENUNMER? | |
en MEA
re L_ AA
, 7 S
WE WIEN EN -EN
Inkoop & Aanbesteding
Advies: betrek de mensen die het betreft van het begin af aan en houdt hen ook
betrokken in monitoring, evaluatie en bijsturing.
Werkgroeptrekkers:
Eric van der Eerden/Reinier Schippers
Thema “HUP”:
Verscherpte de eisen bij aanbesteding van zorg en jeugdhulp t.a.v. een
vergrootte zeggenschap van mensen.
Doelstelling:
Waarborgen van gebruikersbetrokkenheid t.b.v. een voor de gebruiker meer passend
ervaren aanbod.
Resultaat
1. Vereisten aanbesteding in samenwerking met ervaringsdeskundigen
opgesteld.
2. Ervaringsdeskundigen betrokken bij gunningsproces.
3. Ervaringsdeskundigen betrokken bij periodieke evaluatie uitvoer.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
15
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Ad. 1 Vereisten aanbesteding in samen met ervaringsdeskundigen opgesteld
“Wanneer doet de aanbieder het goed?”
Met het aflopen van de diverse zorgcontracten eind 2020 en de voorbereiding van het
aanbestedings- en subsidiebestek, deed zich in 2019 een unieke kans voor om
ervaringsdeskundigen concreet actief te betrekken. Echter daar de gemeente zowel
een forse bezuinigingsopgaaf heeft als een aantal beleidswijzigingen voorstaat én het
proces aan een strak tijdschema gebonden is, was het enthousiasme om
ervaringsdeskundigen vanaf de kop van het proces te betrekken, niet overal even
groot. Het proces was zo al ingewikkeld genoeg… Vanuit twee inkoopteams was men
echter wel gelijk enthousiast bereid “de mensen die het betreft” te betrekken. De
inkoop (werd later subsidiering) Buurtteams en de inkoop Maatschappelijke Opvang
en Bescherm Wonen (MOBW). Om dit toch vrij ingewikkelde proces te begeleiden,
werd Eric van Eerden (voormalig directeur reïntegratiebedrijf Odibaan) aangetrokken
voor de procesbegeleiding. Naast Eric en Reinier, boog een 15-tal ANE deelnemers
(ervaringsdeskundigen, ambtenaren en andere professionals) zich allereerst over de
vraag “Wanneer doet de aanbieder het goed”. In een 4tal bijeenkomsten werd dit
uitgewerkt, waarna in zeer constructieve gezamenlijk bijeenkomst met het
Inkoopteam de bevindingen en de input voor het bestek besproken werden.
“Jullie perspectieven en input waren voor ons zeer waardevol en hebben ons geholpen
om de subsidieregeling zo op te schrijven dat aanvragers van de subsidie duidelijk weten
wat ze voor de Amsterdammer moeten gaan doen. Hartelijk dank daarvoor!”
“Allereerst onze complimenten: wij zien dat jullie niet alleen naar ons geluisterd hebben,
maar dat ook verwerkt in het document: dat komt onder meer naar voren in de nadruk
die er gelegd wordt op de leeromgeving, op de kwalitatieve waarden in het stuk over
buurtteams en op de terugkerende inzet van ED”.
De ANE-werkgroep werd vervolgens gevraagd om alleen met ervaringsdeskundigen
zonder binding met mogelijke inschrijver, gunningscriteria uit te werken. Na een
laatste “meeleessessie” met daarbij (naast Cliëntenbelang Amsterdam en de WMO-
adviesraad) een ANE-afvaardiging (welke leden tevens ingepland werden voor de
beoordelingssessies), en de verwerking van enkele daaruit voorkomende
aanscherpingen, was e.e.a. klaar voor publicatie.
Door de coronacrisis heeft het gehele proces een vertraging opgelopen. Naar alle
waarschijnlijkheid zullen de beoordelingssessies nu in september 2020 georganiseerd
worden. De ANE-afvaardiging zal conform de afspraak deelnemen aan de
beoordelingssessies.
Ad.2 Ervaringsdeskundigen betrokken bij beoordelingsproces
Ervaringsdeskundigen van het ANE werden al betrokken bij het opstellen van de
“gunningscriteria”. Wegens de door de corona opgelopen vertraging, zal het
deelnemen aan de beoordelingssessies pas in september 2020 plaatsvinden. Een 4-tal
ANE werkgroepleden zal aan deze sessies deelnemen.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
16
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Ad.3 Ervaringsdeskundigen betrokken bij periodieke evaluatie
Wegens de door de coronacrisis opgelopen vertraging zullen de beoogde buurtteams
pas medio 2021 van start gaan (de MOBW-aanbieders mogelijk eerder). Afspraken
rond periodieke evaluatie moeten nog nader ingevuld worden.
Werken in Buurtteams
Advies; durf het aan, schep (formatie)ruimte voor beroepsmatig werkende
ervaringsdeskundigen en faciliteer een leeromgeving voor alle betrokkenen.
Werkgroeptrekker
Reinier Schippers
Thema “HUP”
Ontwikkeling van de gemeente tot inclusieve werkgever, die de inzet van
ervaringsdeskundigen waardeert met echte banen
Doelstelling
Experimenteer met de inzet van ervaringsdeskundigen in verschillende rollen in de
verbondsteams als “test” voor de buurtteams.
Resultaat
1. 8 getrainde Ervaringsdeskundige medewerkers draaien mee in de 4
verbondsteams
2. Een gedegen advies t.a.v. de competenties waarover ervaringsdeskundigen
die beroepsmatig ingezet worden in de buurtteams over moeten beschikken.
3. Praktijkinput voor het “Werkkader” Buurtteams.
Met de beweging naar de Buurtteams Amsterdam geeft de gemeente invulling aan de
gewenste transformatie in het sociaal domein, waarmee een kwalitatieve verbetering
van het aanbod van zorg en ondersteuning wordt gerealiseerd. Met het buurtteam
wordt er één duidelijke plek in de buurt beoogd waar inwoners terecht kunnen met
verschillende vragen. Buurtteams adviseren bijvoorbeeld op het gebied van zorg en
ondersteuning, inkomen, wonen, werk, schulden, echtscheiding, veiligheid of
eenzaamheid. Het buurtteam denkt mee en ondersteunt waar nodig. Het buurtteam
zoekt samen met de Amsterdammer naar een passende oplossing voor zijn of haar
persoonlijke situatie. Het gaat erom dat iemand zoveel mogelijk zelf weer verder kan.
De buurtteams starten vanaf 1 april 2021.
Deze beweging vereist uiteraard een gedegen voorbereiding. Daarom zijn in 4 (Nieuw
West, Oost, Noord, Zuidoost) stadsdelen zogenaamde “ Verbondsteams" gestart. Deze
“Verbondsteams”, bestaan uit medewerkers (professionals) van verschillende
organisaties die gezamenlijk het concept “Buurtteam” in de praktijk testen. De wens
om ook met de inzet ervaringsdeskundigen praktijkervaring op te doen, leidde tot de
opdracht aan het ANE om de bemensing te verzorgen.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
17
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Ad.1 8 opgeleide ervaringsdeskundigen doen mee in de 4 Verbondsteams
In de Verbondsteams werken professionals van verschillende organisaties, maar met
elk hun specialiteit samen in één team. Doel is een werkwijze waarmee ze beter in
staat zijn om passende oplossingen (in samenhang, op maat en met oog voor de
mogelijkheden van desbetreffende persoon) te bieden voor Amsterdammers. Voor
velen nieuw hierin, is dat ook “beroepsmatig werkende ervaringsdeskundigen” deel
uitmaken van het team. Belangrijke issues t.a.v. ervaringsdeskundige waren (en zijn);
e Betaling
e Rol & positie binnen het team
e Benodigde competenties
Betaling
De verschillende organisaties en de gemeente werken “met gesloten beurs” samen in
de Verbondsteams. De gemeente betaald organisaties dus niet voor hun deelname
(daar is dan ook geen budget voor vrijgemaakt). Professionals ontvangen hun salaris
vanuit de eigen “moederorganisatie”. De ervaringsdeskundigen vallen echter niet
onder een organisatie (maar leven in de meeste gevallen van een uitkering). Een ander
punt is, dat de voor de ervaringsdeskundigen nog geen duidelijk functieprofiel en een
daarbij behorende salariëring was vastgesteld. Een oplossing hierin werd gevonden
door de ervaringsdeskundigen een maximale vrijwilligersvergoeding te bieden én
kosteloze (maar verplichte) deelname aan een voor hen ontwikkelde leerlijn.
Daarnaast vergroot deelname aan de verbondsteams de kans op een betaalde functie
als “beroepsmatig werkende ervaringsdeskundige” in een Buurtteam (vanaf 2021)
aanzienlijk.
Rol & positie binnen het team
Samenwerking tussen ervaringsdeskundigen en professionals vraagt een “mindshift”
van beiden én vereist een duidelijke positionering en taakverdeling. De
ervaringsdeskundige neemt geen taken over van de huidige professionals, maar
vervult een eigen unieke rol. Commitment vanuit het buurtteam is hierbij essentieel,
maar zeker nog niet vanzelfsprekend. Op 12 december 2019 werd daarom een (zeer
goed bezocht) college georganiseerd over “Dilemma's en oplossingsrichtingen t.a.v.
de inzet van ervaringsdeskundigen in Buurtteams”. Dit college onderstreepte het
belang van samen leren en ervaring opdoen. Dit samen leren en ervaring opdoen
vormt de input voor het in september 2020 te leveren “Werkkader Buurtteams”. Dit
werkkader zal voor de Buurtteams uitvoerende organisaties (vanaf medio 2021) het
handvat zijn voor de beroepsmatige inzet van ervaringsdeskundigheid (wat immers in
de subsidievereisten is vastgelegd).
e Zietevens bijlage 4: 7 Dilemma's inzet ervaringsdeskundigheid in Buurtteams
Amsterdam
Benodigde competenties
Werken in een team, samen met andere professionals, dat was voor de
ervaringsdeskundigen nieuw. Daarom werd — gefinancierd vanuit de afdeling
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
18
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Armoede van WPI- door de ANE-werkgroep Competentieontwikkeling i.s.m. de
Vrijwilligersacademie een leerlijn ontwikkeld “Werken in een Buurtteam”. Doel van de
leerlijn is deelnemers te versterken in hun individuele competenties die het werken in
een team vereisen én om gezamenlijk het niveau van de collectieve ervaringskennis te
vergroten. Daarnaast draagt de leerlijn bij aan het gevoel “het samen te doen”. Als
enige ervaringsdeskundige in een team opereren kan immers “eenzaam” voelen. Om
ook een beeld te krijgen van andere buurtteams, ging men op werkbezoek in Utrecht.
Ad.2 Advies over de competenties waarover ervaringsdeskundigen dienen te
beschikken om in een Buurtteam beroepsmatig te werken
Het “samen leren” uit de verbondsteams, zal gecombineerd en verrijkt met de kennis
en ervaring die opgedaan wordt met de ANE-werkgroep “Competentieontwikkeling,
de Leerlijn Werken in Buurtteams en bij organisaties elders in de stad, de input
vormen een competentieprofiel voor de beroepsmatig in te zetten
ervaringsdeskundige. Het streven hierbij is naar een stedelijk consensus over dit
profiel én consensus over een stedelijk georganiseerde leer- en ontwikkelaanbod, zo
mogelijk met een erkende (landelijke) certificering.
Ad 3 Praktijkinput voor het “Werkkader Buurtteams”
Het samen leren en ervaring opdoen met de ervaringsdeskundigen in de
Verbondsteams, vormt de input voor het in september 2020 te leveren “Werkkader
Buurtteams”. Dit werkkader zal voor de Buurtteams uitvoerende organisaties (vanaf
medio 2021) het handvat zijn voor de beroepsmatige inzet van
ervaringsdeskundigheid (wat immers in de subsidievereisten is vastgelegd).
Vergroot het bewustzijn bij Amsterdammers wat ze te bieden hebben, vergroot het
bewustzijn in de wijk wat Amsterdammers kunnen inbrengen, maak verandering weer
‘sexy’ (Kick-Off ANE)
Werk & Stage
Advies: durf het aan, schep (formatie)ruimte voor beroepsmatig werkende
ervaringsdeskundigen en faciliteer een leeromgeving voor alle betrokkenen.
Werkgroeptrekker
Martin Hamelink
Thema “HUP”
Ontwikkeling van de gemeente tot inclusieve werkgever, die de inzet van
ervaringsdeskundigen waardeert met echte banen.
Doelstelling
1. De kansen voor werkzoekende (WPI) potentiële EDers exploreren.
2. Inclusief werkgeverschap
3. Ontwerpen beloningsstructuur.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
19
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Resultaat
A. Méér samenwerking WPI en organisatie t.b.v. opleiden/trainen/inzetten EDers
vanuit bijstandspositie.
B. Een uniform beloningsstelsel voor deze doelgroep
Ad.1/2 De kansen voor werkzoekende (WPI) potentiele ervaringsdeskundigen &
inclusief werkgeverschap
De werkgroep Werk & Stage organiseerde in oktober 2019 haar eerste bijeenkomst
is.m. P&O gemeente Amsterdam. Insteek was enerzijds de kansen voor
werkzoekenden te verkennen en anderzijds de wens voor een diverser
personeelsbestand bij de gemeente (“Spiegel van de Stad”). Deze zeer goed bezochte
bijeenkomst met o.a. deelnemers vanuit W&R, Activering, WSP, P&O, Stadsdelen,
Partnerorganisaties en ervaringsdeskundigen, vormde de aftrap voor de werkgroep in
haar zoektocht naar banen en stagemogelijkheden.
Gezien de bestuurlijke wens “inclusief werkgeverschap”, de constatering dat de
gemeente zelf achter lijkt te lopen t.a.v. het benutten van ervaringsdeskundigheid in
betaalde functies én de organisatiekennis van de werkgroeptrekker, werd de focus
gelegd op WPI. WPI biedt, als grote uitvoeringsorganisatie met veel “klantcontact” en
een welwillende houding bij de directie, mogelijk kansen.
Met hulp van ervaringsdeskundigen werd gestart het onderwerp aandacht te geven
door praktijkervaringen te delen. Inzet van ervaringskennis bleek daarbij niet nieuw bij
WPpI, wel onbekend. Wat is het? Waar ligt de toegevoegde waarde voor collega's,
organisaties en voor de dienstverlening aan de burger? Zowel bij het management als
bij de uitvoering blijkt er interesse en draagvlak te zijn ervaringskennis in te benutten.
Sommige teams hebben zelfs al (positieve) ervaringen met ervaringsdeskundigen en
erkend wordt dat “ervaringskennis” van grote waarde kan zijn. Dat biedt perspectief!
“Ik denk bij alle afdelingen om te voorkomen dat we alleen praten over i.p.v. met de
doelgroep”
“Leveren van input zodat we beleid maken dat echt aansluit bij de doelgroep”
Ad.A Méér samenwerking tussen WPI en organisaties die ervaringsdeskundigen
vanuit een bijstandspositie opleiden, trainen, inzetten
Een concreet eerste resultaat is dat er vanuit een team Activering de wens bestaat
ervaringskennis verder te laten ontwikkelen vanuit een praktijkwerkplek (aspirant
klantmanager met ervaringskennis). Grootste bottleneck vormen functievereisten en
“bevroren” formatie. “Ontwikkelplekken” (Participatie) lijken echter mogelijkheden
bieden. Hiertoe werd in samenwerking met de ANE-werkgroep
Competentieontwikkeling en de WPI P&O adviseur een passend functieprofiel
beschreven én werd een plan opgesteld t.b.v. een b-tal ontwikkelplekken voor
(potentiële) ervaringsdeskundigen. Onlosmakelijk verbonden aan deze
ontwikkelplekken is ondersteuning vanuit het ANE t.b.v. ontwikkeling van
“ervaringskennis” tot “ervaringsdeskundigheid”. Dit plan ligt momenteel ter
beoordeling voor.
e Zie tevens bijlage 5 Verslag werkgroep Werk & Stage
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
20
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Ad 3/B Ontwerpen beloningsstructuur voor deze doelgroep
Onderdeel van hierboven beschreven plan voor de “Ontwikkelplekken”, is een bij de
functie van “aankomende ervaringsdeskundig klantmanager” passende salariëring
(schaal 8). Hiermee is een eerste -voorzichtige- aanvang gemaakt met de
ontwikkeling naar een beloningsstructuur.
/ | ke
| ‘ E | Êa
| = Nl
} k
LN | r \ |
| En :
Ee (o Ee GI OY mn “
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
21
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Competentieontwikkeling
Advies: Faciliteer dat het ANE zich verder ontwikkelt tot hét kenniscentrum en
aanspreekpunt voor organisaties en individuele (potentiele) ervaringsdeskundigen.
Waarbij competentieversterking en de ontwikkeling van ervaringskennis, altijd
gestoeld zijn op werken en leren met elkaar, van elkaar en in de praktijk
Werkgroeptrekkers
Astrid Philips & Esmeralda van der Naaten .
Thema “HUP”
Het zorgdragen voor passende opleidingsplaatsen voor mensen met ervaring, zowel
voor beroepskrachten als voor vrijwilligers
Doelstelling
Dat iedereen die zich wil inzetten als ervaringsdeskundige in Amsterdam, op een
goede manier kan werken aan de competenties die hij of zij nodig heeft.
Resultaat
Inzicht én overzicht in het huidig aanbod competentieontwikkeling én herstel.
A. Advies aan de gemeente hoe het aanbod kan aansluiten bij de vraag.
B. Advies op maat t.a.v. leerlijn “werken in een Buurteam (door
ervaringsdeskundigen)
De werkgroep Competentieontwikkeling, ontwikkelt in wisselende samenstelling,
maar altijd op basis van expertise en ervaring een leidraad voor de
competentieontwikkeling van ervaringsdeskundigen in Amsterdam. Met name gaat
het hier om de domeinen waarin de beroepsmatige inzet van ervaringsdeskundigheid
nog “nieuw” of “onbekend” is. Denk daarbij aan de Buurtteams, maar ook aan de inzet
bij een WPI of andere gemeentelijke organisaties. De werkgroep werkt dan ook nauw
samen met de andere ANE-werkgroepen en in het bijzonder met de werkgroepen
“Werken in Buurtteams” en “Werk & Stage WPI”. Tevens is de werkgroep nauw
betrokken bij de leerlijn “Werken in Buurtteams”. In haar eerste concept leidraad, is
op basis van de praktijkervaringen en praktijkvragen, een aanzet gegeven voor de
beschrijving van de uitgangspunten voor competentie ontwikkeling, de rollen en
competenties en “wat is een goede leeromgeving”.
De werkgroep beoogd nadrukkelijk niet zelf (opleidings-)aanbod te ontwikkelen, maar
streeft naar het inrichten van een stedelijke leeromgeving gedragen door de
verschillende platforms (zoals CollegEd en Herstel Werkt), de diverse andere
opleidingsplaatsen en initiatieven gezamenlijk. Voor deze ontwikkeling doet zij een
aantal aanbevelingen en organiseert hierover de dialoog met de betrokken
organisaties. Zo verbindt, ondersteunt en verrijkt de werkgroep, vanuit haar unieke
onafhankelijk positie, de kennis die er in de stad al is.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
22
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Ad.A Advies aan de gemeente hoe het aanbod beter aan te sluiten op de vraag.
Door haar onafhankelijk positie kan het ANE een duurzaam verbindende en
stimulerende rol te spelen t.a.v. grote diversiteit aan in dit veld actieve organisaties.
Faciliteer het ANE zich verder te ontwikkelen tot hét kenniscentrum t.b.v.
competentieversterking en de ontwikkeling van ervaringskennis en -deskundigheid,
hét aanspreekpunt voor organisaties en individuele (potentiele)
ervaringsdeskundigen.
Ad.B Advies op maat t.a.v. leerlijn “Werken in een Buurtteam” (door
ervaringsdeskundigen)
De werkgroep competentieontwikkeling is nauw betrokken bij de inrichten en uitvoer
van de leerlijn. Een nadere inhoudelijke evaluatie van de leerlijn met alle betrokken
partijen zal nog plaatsvinden. Maar nu al wordt geadviseerd:
-_ Versterk de samenwerking met het de betreffende Buurtteams
-_ Maak doorlopende instroom mogelijk (zodat uitval opgevangen kan worden)
- Streef naar certificering en maak de leerlijn tot een -aantrekkelijk- vereiste
voor ervaringsdeskundigen om beroepsmatig in een Buurtteam, ongeacht
waar in Amsterdam, te kunnen werken.
e Zie tevens bijlage 6 leidraad competentieontwikkeling
Je bent geen hulpverlener. Je bent een hoopverlener. Luisteren kun je leren, zijn er echter
wel voldoende ontwikkelmogelijkheden? (Kick-Off ANE)
HOE MAN JE MET
ZOUEEL MAN OP
sur HUMOR
COMPETENTIES mr
. __, ( ©
DuoeL) K 12
nT 20 JE
® GD) vo:
DD
15 5 / p N ,
or tj om COMPUMERTEN mame KNUFFEL
Ade Ì
BAAN
Je ti | Dode EEN Á/ WAT DET U
) Wi / A Ve En Ë HER? UAET
DIK wa | REG
KET i \ ut VOEDSELBANK
IS Noi G k
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
23
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
Kleine initiatieven
Advies: Faciliteer dat het ANE zich verder ontwikkelt tot hét kenniscentrum en
aanspreekpunt voor organisaties en individuele (potentiële) ervaringsdeskundigen.
Waardoor vraag en aanbod elkaar beter weten te vinden en (financierings-)
mogelijkheden transparanter worden.
Werkgroeptrekker
Dini Glas/Bram Vreeswijk
Thema “HUP”
Meer zekerheid voor kleine initiatieven die ervaringsdeskundigen opleiden en
afvaardigen
Doelstelling
1. Initiatiefnemers voelen zich ondersteund en gewaardeerd.
2. Aanmoedigen méér initiatief vanuit ED.
Resultaat
1. Vergrootte duidelijkheid t.a.v. ondersteunings- en financieringsmogelijkheden
en relevante regelgeving.
2. Vergroot vertrouwen gemeente/initiatiefnemers.
De werkgroep Kleine initiatieven is op zichzelf nooit goed van de grond gekomen.
Desalniettemin, zijn thema en doelstellingen wel degelijk goed belicht. M.n. vanuit de
werkgroep Competentieontwikkeling is de samenwerking en verbinding gezocht met-
en tussen de verschillende, ook de kleinere, organisaties. Deze verbinding wordt
gezien als dé voorwaarwaarde voor meer zekerheid voor ook de kleinere organisaties.
Nu is te vaak voor potentiële “afnemers” onduidelijk wat zij te bieden hebben, wat hen
onderscheidt, of zijn zij simpelweg onbekend. Als hét kenniscentrum wil het ANE voor
zowel potentiële afnemers (organisaties en individuele personen) dit landschap
inzichtelijk maken, zorgdragen dat door meer samenwerking en uitwisseling de
kennis versterkt wordt en vooral dat de inzet en ontwikkeling van
ervaringsdeskundigheid een structureel karakter krijgt. Uiteraard vereist dit wel, dat
ook de kleinere organisaties zelf de verbinding en samenwerking zoeken.
Nader te onderzoeken hierin, zijn de financiële ondersteuningsmogelijkheden. Zowel
vanuit de centrale stad, de stadsdelen als vanuit andere bronnen (bijv. ZONMW), zijn
er financieringsmogelijkheden in de vorm van subsidies, betaalde opdrachten, Social
Return enz. Een lappendeken die voor (kleine) organisaties lastig te doorgronden is.
Als kenniscentrum stelt het ANE zich ten doel ook hierin de wegwijzer te willen zijn.
De Colleges
“Het faciliteren van de stedelijke beweging om de kennis van ervaringsdeskundigen beter
te positioneren.”
In november 2019 werd gestart met de “ANE-mini-colleges” bij de
Vrijwilligersacademie. Deskundige sprekers behandelen uiteenlopende thema's (vaak
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
24
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
door deelnemers zelf aangedragen) met uiteraard raakvlakken aan
ervaringsdeskundigheid. De colleges zijn bijzonder laagdrempelig, kosteloos voor de
deelnemers en worden altijd afgesloten met een gezellig drankje samen. Al snel
blijken deze colleges een succes. De thema’s spreken zowel professionals (van diverse
organisaties) als (potentiële) ervaringsdeskundigen aan en worden (zeer) goed
bezocht. Veel ervaringsdeskundigen geven ook aan, het te zien als een
ontmoetingsmoment voor “gelijkgestemden die elkaar anders niet tegenkomen”. De
colleges dragen hiermee niet alleen bij aan kennisverbreding en verdieping, maar
vooral ook aan het wederzijds begrip. Daarnaast zorgen de colleges voor meer
verbondenheid én blijken een “kweekvijver” voor de werkgroepen. In totaal werden 12
“mini-colleges” georganiseerd. Helaas maakt de coronacrisis momenteel het
organiseren van fysieke bijeenkomsten onmogelijk. Een eerste college “digitaal” (via
ZOOM) bleek qua kennisoverdracht en deelnemersaantal succesvol. Gemist werd
echter de interactie en ontmoeting. Nu de coronamaatregelen weer iets versoepeld
zijn, kunnen vanaf september ook weer fysieke bijeenkomsten georganiseerd worden.
Gezien de “1,5 meter eis’ zal echter uitgekeken moeten worden naar een grotere (en
toch betaalbare) locatie. Omdat ook digitale bijeenkomsten aan een behoefte blijken
te voldoen, wordt toegewerkt naar een mix van digitale en fysieke colleges.
> Voor het komend jaar organiseert het ANE een mix van digitale en fysieke
colleges. Met als doel “kennisoverdracht” en “binding”.
“When you talk, you are only repeating what you already know. But if you listen, you may
learn something new” (Dalai Lama)
De bijeenkomsten
Naast de colleges en vele werkgroepbijeenkomsten, organiseerde het ANE een 5-tal
grote bijeenkomsten;
e Juni 2019 De Kick-Off
e Juli 2019 De “Start werkgroepen”
e December 2019 De eerste halfjaarlijkse bijeenkomt
e Januari 2020 De nieuwjaarsbijeenkomst 2020
e Juni 2020 De ZOOMer bijeenkomst “Eén jaar ANE" (digitaal).
> Komend jaar verwacht het ANE in december weer de halfjaarlijkse
evaluatiebijeenkomst te organiseren.
De toekomst
Sinds haar kick-off heeft het ANE zich ontwikkeld tot hét open netwerk van- en voor
Ervaringsdeskundigen en iedereen die wil bijdragen aan een gelijkwaardige positie
voor ervaringskennis en ervaringsdeskundigen in Welzijn en Zorg. Met haar
werkgroepen en duidelijke visie, levert het ANE nu al een belangrijke bijdrage aan het
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
25
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
vergroten van burgerbetrokkenheid. Met haar colleges en bijeenkomsten bevordert
zij al de kennisdeling en verbondenheid tussen (potentiele) ervaringsdeskundigen.
De door het ANE ontwikkelde visie geeft een antwoord op het waarom (“betere
oplossingen”) en het hoe (“ervaringsdeskundigen, ambtenaren en professionals
werken samen vanuit gelijkwaardigheid”). De volgende stap is: wat is daar voor nodig.
Nu de benutting van ervaringskennis binnen het sociaal domein meer en meer een
bestuurlijk vereiste lijkt te worden, groeit de noodzaak tot organisatie en emancipatie
van de ervaringsdeskundigen. Het ANE wil hierin een leidende ro/ nemen door:
1. Zich vanuit een open netwerk te transformeren tot een coöperatieve structuur
onder zeggenschap van ervaringsdeskundigen zelf om de zelforganisatie van
(beroepsmatige) ervaringsdeskundigen te ondersteunen.
2. Te fungeren als hét kenniscentrum t.b.v. competentieversterking & de
ontwikkeling van ervaringskennis.
3. Voor organisaties (die de inzet van ervaringskennis overwegen) een
verbindende en stimulerende rol te spelen t.a.v. het professioneel inzetten &
benutten van ervaringskennis.
Een leidende rol door:
Ad1. Het ANE streeft naar een door ervaringsdeskundigen zelf gedragen en
vormgegeven organisatiestructuur.
Het ANE kent een groot aantal enthousiaste deelnemers. De dragende rol kan echter
nog meer door de ervaringsdeskundigen zelf ingevuld worden. Het streven is daarom:
-_ Individuele emancipatie van ervaringsdeskundigen te faciliteren, om hen in
staat te stellen een dragende rol te spelen.
-_ Het organiseren van kennis en kunde welke nodig is om de gewenste structuur
(juridisch) vorm te geven en financieel dekkend en haalbaar te maken.
-_ Met de dragers en andere professionals samen vormgeven de onder 1
genoemde opzet met hierbij oog voor zowel de belangen van
ervaringsdeskundigen als die van andere professionals.
> Om de gewenste emancipatiebeweging verder te versterken, dienen
(potentiele) ervaringsdeskundigen gefaciliteerd te worden om zich te
ontwikkelen tot de dragers van de emancipatiebeweging.
Ad2. Er is in Amsterdam een diversiteit aan individuen en initiatieven met een rijkdom
aan wijsheid, allerhande kennis en ervaring. Het ANE wil de verbindende schakel én
het vliegwiel zijn om deze ervaringen uit de gemeenschap collectief te maken en om
te zetten naar een gezamenlijke stedelijke beweging. Waarmee ook andere
bewegingen gesteund zouden kunnen worden. De collectieve bron van
ervaringskennis die hiermee vormgegeven wordt, biedt tevens een antwoord op de
groeiende vraag naar goed toegeruste ervaringsdeskundigen.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
26
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
> Het ANE verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in de stad al is,
maar neemt geen rollen over.
Ad3. Organisaties die de inzet van ervaringsdeskundigen overwegen, vinden in het
ANE de verbindende schakel naar “expertise rond ervaringsdeskundigheid”. Het ANE
kan tevens ondersteunen en adviseren in kwaliteit(ontwikkeling), vormgeving én het
evalueren van beleid. Het ANE draagt actief uit dat het benutten van ervaringskennis
loont. Tegelijkertijd waarschuwt zij voor een te lichtzinnige inzet. Zij ondersteunt
daarom vragende organisaties actief in het verhelderen van de behoefte, vertalen
naar een duidelijke taakomschrijving (inclusief verantwoordelijkheden en redelijk
salariëring) en adviseert over de competentieontwikkeling en intervisie van de
kandidaat.
Het ANE-kenniscentrum ís in Amsterdam voor organisaties (die de inzet van
ervaringskennis overwegen) én individuele (potentiele) ervaringsdeskundigen hét
aanspreekpunt t.a.v. benutting/ontwikkeling ervaringskennis.
Ontwikkelopdracht
Doel is om voor organisaties in het sociaal domein, een duurzaam verbindende en
stimulerende rol te spelen ten aanzien van het ontwikkelen en professioneel inzetten
& benutten van ervaringskennis. Dat vraagt om het toekomstgerichte
doorontwikkelen van ANE tot een expertisenetwerk in Amsterdam, als hét
aanspreekpunt t.a.v. benutting en ontwikkeling van ervaringskennis voor organisaties
en individuele (potentiele) ervaringsdeskundigen.
Omdit te bereiken is een overkoepelende structuur van georganiseerde en goed
toegeruste ervaringsdeskundigen vereist. De kartrekkersgroep heeft daarom een
ontwikkelopdracht geformuleerd om met een al in het ANE actieve groep
ervaringsdeskundigen (die voldoen aan het profiel van ontwikkelaar) te werken aan
een blauwdruk voor het (verder) organiseren van het netwerk. Inmiddels is
gefinancierd vanuit WPI (Programma Meedoen Werkt) opdracht gegeven aan De
Omslag om samen met de ervaringsdeskundigen en andere betrokkenen de volgende
onderdelen uit te werken:
1. De gewenste emancipatiebeweging verder versterken door
ervaringsdeskundigen te faciliteren zich te ontwikkelen tot de dragers van de
emancipatiebeweging
2. Transformatie tot coöperatieve structuur onder zeggenschap van
ervaringsdeskundigen zelf en het ondersteunen van de zelforganisatie van
(beroepsmatige) ervaringsdeskundigen om de rol van expertisecentrum vorm
te geven
3. Verduurzaming, door de opbrengsten te munten in een stedelijk
gepositioneerde netwerkorganisatie, met commitment en financiering vanuit
de stedelijk betrokken stakeholders zoals maatschappelijke organisaties en
gemeente die gebruik maken van de expertise in het netwerk.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
21
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis verbindt, ondersteunt en verrijkt de kennis die er in
Amsterdam al is
En verder
Daarnaast heeft het ANE zich voor het komende jaar ten doel gesteld:
e Kritisch volgen en stevig adviseren op het besluitvormingsproces rond de
uitvoerende organisaties Buurtteams
e Inzet op het gezamenlijk met de gemeente inhoudelijk vormgeven van
‘beroepsmatige ervaringsdeskundigheid” in de Buurtteams.
e Inzetop het met- en voor de Buurteams gezamenlijk verder bouwen aan de
Leerlijn “Beroepsmatige werken als ervaringsdeskundige in een Buurtteam”.
e Aandacht om meer Amsterdammers bij het ANE te betrekken en te faciliteren
hun ervaringskennis te benutten en zo te bewerkstelligen dat zoveel mogelijk
Amsterdammers zich herkennen in de beroepsmatig werkende
ervaringsdeskundigen.
e Méér (betaalde) werk en stageplekken werven voor ervaringsdeskundigen,
met name bij de gemeente zelf.
e Het organiseren van faciliteren van colleges en bijeenkomsten rond relevante
thema’s voor ervaringsdeskundigen, ambtenaren en andere professionals
(waaronder ook “Democratisering”, “Commons” en andere burgerinitiatieven).
e Hetformuleren en uitvoeren van een communicatiestrategie die nut,
noodzaak en urgentie van “ervaringsdeskundigheid” voor iedereen, dus ook
voor de “gewone Amsterdammer”, duidelijk verwoord en verbeeld.
Wees toegankelijk, luister beter, oordeel minder, waardeer meer (Kick-off ANE)
28
| Onderzoeksrapport | 28 | val |
‘ 2% Gemeente Amsterdam
25 april 2013 . . .
% Dienst Basisinformatie
Onder embargo tot vrijgave door LSI
rond 20 juni 2013
Eindrapport pilot
Samenvatting en managementsamenvatting
Interventieproject
Schoon Schip
Een samenwerking van Gemeente Amsterdam
met UWV, SVB, Belastingdienst en het RCF
Auteurs:
Arthur Sahupala (DBI)
Erwin Lubberding (DBI)
Ton Vergeer (RCF NH)
Gemeente Amsterdam
25 april 2013 Dienst Basisinformatie
Eindrapportage Pilot [T Schoon Schip
Managementsamenvatting en conclusies
De Stichting Inlichtingenbureau (IB) heeft in 2011 in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (SZW) en de Dienst Basisinformatie (DBI) van de Gemeente Amsterdam
verschillende bestandsvergelijkingen uitgevoerd tussen de polisadministratie (PA) van het
Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen(UWV) en de gemeentelijke basisadministratie Personen
(GBA). Het resultaat van deze bestandsvergelijkingen betrof 58.000 verschillen in adresgegevens, die
niet via logische geautomatiseerde deductie verklaarbaar bleken en daarmee mogelijk ook
onaanvaardbaar. Dit betreft personen die in de GBA op een ander adres geregistreerd staan dan in de
PA én personen die in de GBA geregistreerd staan als vertrokken onbekend waarheen (VOW).
Opdracht pilotproject
Op basis van deze uitkomsten is een pilot interventieproject gestart onder verantwoordelijkheid van de
Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI) waarbij de Gemeente Amsterdam (DBI, Dienst Werk en
Inkomen (DWI) en Dienst Wonen Zorg en Samenleven (DWZS)) samenwerkten met een drietal
belangrijke landelijke ketenpartners: Belastingdienst, UWV en Sociale Verzekeringsbank (SVB).
De opdracht, vervat in het projectplan dat op 14 juni 2012 door de LSI is geaccordeerd, is onderzoek
te doen:
1 naar de oorzaak van deze adresverschillen;
2 naarde belangen en motieven die burgers hebben om een afwijkend adres te gebruiken en
3 de bruikbaarheid van de adresgegevens uit de PA om burgers te traceren voor landelijke
toepassing.
De doelstellingen van het project zijn als volgt:
= Het verbeteren van de actualiteit en kwaliteit van de in de GBA van Amsterdam geregistreerde
gegevens.
= Het repressief aanpakken van geconstateerde frauduleuze situaties.
= Het preventief aanpakken van doelgroepen waarbij wél verschillen zijn geconstateerd maar geen
aanwijzingen zijn gevonden voor frauduleus handelen.
= Het verkrijgen van inzicht in de oorzaken en achtergronden van adresverschillen tussen GBA
Amsterdam — UWV Polisadministratie.
= Het verkrijgen van inzicht voor nationale beleidsontwikkelingen (in hoeverre kan een structurele
uitwisseling van afwijkende adresgegevens uit de loonaangifte de kwaliteit van de GBA verbeteren;
welke preventieve maatregelen kunnen worden getroffen).
Met de hoofddoelstellingen voor ogen heeft de projectgroep bovendien doelstellingen geformuleerd,
gericht op de procesaanpak en de ontwikkeling van toekomstgerichte methodieken. Vooral het inzicht
krijgen in motieven van burgers om niet of onjuist ingeschreven te staan krijgt aandacht.
Op 1 september 2012 is de operationele projectgroep van start gegaan. De pilot had oorspronkelijk
een looptijd van vier maanden, maar deze is verlengd met drie maanden tot 1 april 2013.
2
Gemeente Amsterdam
25 april 2013 Dienst Basisinformatie
Eindrapportage Pilot [T Schoon Schip
Unieke vergelijking gegevens
Het gebruik van de adresgegevens uit de PA is met de pilot Schoon Schip voor de eerste keer
toegepast als onderzoeksgegeven voor overheidsorganisaties. Deze adresgegevens worden door
werkgevers en uitkeringsinstanties - inhoudingsplichtigen - maandelijks meegeleverd met de
loonaangifte die gedaan wordt door de Belastingdienst voor het UWV. Deze adressen zijn tot aan de
start van het project Schoon Schip nooit getoetst aan de actualiteit, maar uit eerdere onderzoeken
bleek dat er mogelijk 58.000 adresverschillen zouden zijn met de GBA van Amsterdam. Het
interventieteamproject Schoon Schip heeft interdisciplinair onderzoek gedaan naar de actualiteit en
betrouwbaarheid van deze adressen. Met de resultaten van Schoon Schip zijn bruikbare methodieken
ontwikkeld om adresverschillen effectief te selecteren en toe te passen in vervolgtrajecten.
In relatie met de doelstellingen van het project, zoals opgenomen in het projectplan, zijn uit de pilot de
volgende conclusies te trekken.
Conclusies doelstelling kwaliteitsverbetering GBA
Natuurlijk herstel GBA
Het Schoon Schip onderzoek heeft aangetoond dat veel van de personen die een afwijkend adres
hebben dit in de loop der tijd alsnog corrigeren. Het tijdsverloop tussen de oorspronkelijke uitvraag
van de PA (medio 2011) en het pilot onderzoek (najaar 2012) bevestigde het beeld dat de
adresverschillen zich in de loop van de tijd ‘vanzelf’ herstellen. Bij een vervolgonderzoek, met een
korte doorlooptijd tussen uitvraag en onderzoek bleek veel meer onderzoekswaardige verschillen
gevonden te worden. Daarbij is de GBA Amsterdam in januari 2013 opnieuw gematcht met de PA,
waarbij rekening is gehouden met inmiddels bekende filters. Dit heeft geleid tot een reductie van het
onderzoeksbestand naar 33.000 personen waarvan uit nader onderzoek van een steekproef gebleken
is dat ongeveer 30% (10.500) van deze personen mogelijk verkeerd staat ingeschreven op het
moment van de bestandsvergelijking. Zo'n 55% daarvan zal in de loop der tijd alsnog zijn verhuizing
zelf doorgeven aan de overheid maar 45% doet dat uiteindelijk niet.
‘Spookburgers’ met inkomen
Een van de aanleidingen voor het interventieteamproject Schoon Schip is het opsporen van
‘spookburgers’. Het gaat hierbij om burgers die zoek zijn voor de overheid maar wel in Nederland
wonen. In de GBA staan deze personen geregistreerd als vertrokken naar onbekend waarheen
(VOW). Amsterdam heeft sinds de invoering van de GBA in 1994 85.000 burgers geregistreerd staan
met deze status. Een van de indicaties of deze burgers mogelijk nog wel in Nederland wonen is of zij
een inkomen hebben uit loondienst of een uitkering ontvangen waarbij een adres in Nederland wordt
gebruikt. Uit het Schoon Schip onderzoek blijkt dat bij 2.445 van de 85.000 VOW- ers een dergelijk
indicatie is. Deze personen geven bij hun werkgever, pensioenfonds of uitkeringsinstantie een
woonadres door in Amsterdam. En zijn dus eigenlijk geen ‘spookburger’. Van deze personen kan 75%
ook daadwerkelijk weer worden ingeschreven in de GBÁ. Bij de overige VOW- ers is geen match
gevonden met de PA. Zij hebben geen inkomen of uitkering met een Amsterdams adres of zijn niet
meer in Nederland woonachtig en naar het buitenland geëmigreerd zijn. Economische activiteit kan
daarbij een indicatie zijn voor verblijf in Nederland.
Belang actualiteit PA- adres
= Voor de overheid is het belangrijk dat de actualiteit en betrouwbaarheid van de GBA hoog is omdat
deze gegevens door afnemers van de GBA gebruikt wordt als basisinformatie voor dienstverlening
en aanschrijven van de burgers. Daarbij is het belangrijk dat burgers bereikbaar zijn voor de
overheid en op het juiste adres staan ingeschreven. Er wordt in dit kader door de rijksoverheid
3
Gemeente Amsterdam
25 april 2013 Dienst Basisinformatie
Eindrapportage Pilot IT Schoon Schip
vaak als streven genoemd dat 99% van de GBA actueel moet zijn.
Uit het Schoon Schip project komt naar voren dat veel van de burgers die niet goed staan
ingeschreven pas na verloop van (lange) tijd dit zelf alsnog rechtzetten in de GBA. Terwijl de
inhoudingsplichtige dit nieuwe adres al veel langer via de loonaangifteketen aan de overheid heeft
bekendgemaakt. Wat de mogelijke schade hiervan is, is lastig te bepalen. Het Schoon Schip
onderzoek geeft hierop een gemengd beeld. Doordat burgers een afwijkend adres hebben gebruikt
zijn er een aantal uitkeringsfraudes ontdekt. Wat ook naar voren kwam is dat burgers die hun
verhuizing niet hebben doorgegeven dat daar ook geen directe hinder uit voortvloeide, noch voor
de burger, noch voor de overheid.
De kracht van de GBA als basisinformatie is dat gegevens voor meerdere partijen bruikbaar en
toepasbaar zijn. Een nieuw adres dat bij een van de gebruikers van de GBA bekend is kan
belangrijk zijn voor andere afnemers. De koppeling van een actueel aangeleverd PA- adres door
de inhoudingsplichtige en een afwijkende GBA- registratie is een goede indicatie voor nader
onderzoek naar de GBA.
= De actualiteit van het adresgegeven in de loonadministratie (PA) voor afdelingen Burgerzaken van
gemeenten is, zoals beschreven, voor verbetering vatbaar. De waarde kan aanzienlijk worden
vergroot als inhoudingsplichtigen het actuele adres in de loonaangifte opnemen in plaats van het
adres bij aanvang dienstbetrekking. Als gevolg van het ontbreken van actuele adresinformatie
bleek in 27% van de onderzochte dossiers dat ten onrechte een risicosignaal was afgegeven. Om
hierin verbetering te bevorderen heeft de projectleiding overleg gehad met KING om een voorstel
te doen richting het Afnemersoverleg Loonaangifteketen (AOL) om te onderzoeken op welke wijze
inhoudingsplichtigen hier aan mee kunnen werken. Daarbij kan het belang van gemeenten bij een
actueel loonaangifteadres benadrukt worden.
= Als onderdeel van de pilot zijn naar 220 personen met een afwijkend PA- adres een brief gestuurd
om te onderzoeken wat de respons daarvan is en of mensen op basis van deze brief alsnog hun
verhuizing doorgeven. Bijna de helft van de aangeschreven personen heeft hierop gereageerd.
Veel PA- adressen bleken voormalige GBA- adressen te zijn. Bij 12% bleek het PA- adres actueler
dan dat in de GBA. Een preventieve aanschrijving kan succesvol zijn, zeker wanneer het PA- adres
ook actueler is; dan zal het percentage dat alsnog zijn verhuizing doorgeeft kunnen verdubbelen.
= Op basis van de onderzoeksresultaten is de conclusie dat voor het actueel houden van de GBA er
effectieve methoden zijn om personen op het nieuwe adres in de GBA in te schrijven (zie
methoden 4 en 5):
- het aanschrijven van personen met een afwijkend adres, gekoppeld aan een actueel
PA- adres;
- en het gebruik maken van inhoudingsplichtigen met veel adresverschillen.
Voor de adresonderzoeken voor de GBA geldt dat een geregelde bestandsvergelijking van
lopende onderzoeken en het PA- adres helpt om personen te traceren of om te voorkomen dat ze
worden uitgeschreven, hoewel het aantal met een afwijkend adres uit de PA beperkt bleek (zie
methode 3).
4
Gemeente Amsterdam
25 april 2013 Dienst Basisinformatie
Eindrapportage Pilot [T Schoon Schip
Conclusies doelstelling: aanpak en preventie van fraude
PA- adres als signaal
= De eerste conclusie is dat door gebruik van een aantal filters op actualiteit en specifieke thema's
een afwijkend adresgegeven in de PA een bruikbaar signaal is dat een burger verhuisd is en dit
nog niet heeft doorgegeven aan de GBA. Op basis van een actueel bestand met gebruik van deze
risico- indicatoren zijn van 33.000 adresverschillen tussen GBA en PA in Amsterdam er 10.500
(30%) onderzoekswaardig. De overige adresverschillen zijn oude adresgegeven bij de werkgever,
logische verschillen in schrijfwijzen van het adres of een verklaarbaar afwijkend adresgegeven.
= Van personen met een afwijkend adres geeft zo'n 55% naar verloop van een jaar alsnog zijn
verhuizing door. Bij actief aanschrijven geeft 12% alsnog zijn verhuizing door.
= Van degenen die geen verhuizing doorgeven doet een deel dat omdat zij daarvoor een legitieme
reden hebben, postadres of pied-a-terre. En een deel vanwege het bewust niet willen inschrijven
op het werkelijke woonadres omdat men in onderhuur zit of samenwoont met iemand die een
uitkering heeft. Het is belangrijk om te kijken naar specifieke belangen — bijvoorbeeld
uitkeringsaanvraag of onderverhuur - waarom iemand wel ergens woont maar zich daar niet wil
inschrijven. Het PA- adres is dan een bron voor nader onderzoek.
PA- adres als signaal voor ketenpartners
= Schoon Schip heeft onderzoek gedaan naar dienstverlening en uitkeringen op PA- adressen als
mogelijk fraudesignaal. Het gaat daarbij om adressen waarop een bijstandsuitkering aan de
officiële bewoner wordt verstrekt. lemand anders geeft dit adres aan zijn werkgever door, terwijl hij
officieel elders staat ingeschreven. Deze benadering leverde een hogere successcore op dan at
random onderzoeken van adresverschillen. Voor een vervolgonderzoek is het belangrijk deze
onderzoeken ook thematisch uit te voeren en bij aanvraag van uitkeringen en toeslagen het
aanvraagadres ook langs de PA te halen.
= DWI heeft op deze wijze in dit pilotproject 17 zaken als fraudeonderzoek opgepakt. Daarvan zijn 10
uitkeringen beëindigd. In zes gevallen had het te maken met woon- of adresfraude. In de
resterende vier gevallen had het te maken met niet mee willen werken aan het onderzoek.
Opvallend hierbij was dat vrijwel kort na de beëindiging van de uitkering de klanten zich weer
opnieuw hebben gemeld met de gevraagde en onbrekende gegevens. Hieruit kan de conclusie
worden getrokken dat beëindiging van de uitkering tot gedragsbeïnvloeding leidt. Overall beeld laat
zien dat 30% van de hits van PA- adressen en bijstandsuitkering er inderdaad iets aan de hand is.
Door gericht onderzoek te doen naar adressen waarop een bijstandsuitkering wordt verstrekt
waarbij iemand anders dit adres opgeeft bij zijn inhoudingsplichtige kan bijstandsfraude worden
gesignaleerd. Die laatste persoon staat dan in de GBA veelal elders ingeschreven, maar woont
feitelijk samen met een uitkeringsgerechtigde.
= Als indicatie voor woonfraude - onderverhuur en doorverhuur van woningen - is het gericht
onderzoek doen op een afwijkend PA- adres ook succesvol. Van 25 dossiers die specifiek
geselecteerd zijn op sociale huurwoningen waar de vergunningsplichtige huurder een ander adres
bij de inhoudingsplichtige opgaf, bleek in vijf gevallen ook daadwerkelijk wat aan de hand te zijn.
= Voor de Belastingdienst levert deze controle op mogelijk meer inkomen op het toeslagadres in 30%
van de gevallen hits op omdat er meer personen met inkomen wonen dan er volgens de GBA
5
Gemeente Amsterdam
25 april 2013 Dienst Basisinformatie
Eindrapportage Pilot IT Schoon Schip
staan ingeschreven. Het PA- adres geeft indicaties dat mensen daarmee mogelijk teveel huur- en
kindertoeslag ontvangen.
= De SVB heeft tijdens het onderzoeksproject geen onregelmatigheden in de uitkeringen
aangetroffen.
Conclusies doelstelling: het verkrijgen van inzicht voor nationale
beleidsontwikkeling (methodiekontwikkeling)
Het Project Schoon Schip heeft vijf onderzoeksmethodieken ontwikkeld voor onderzoek naar
adresverschillen tussen de PA en GBA. Op basis van de inzichten die deze methodieken hebben
opgeleverd zijn filters en selectiecriteria ontwikkeld om de meest bruikbare adresverschillen uit de PA
te halen. De filters en selectiecriteria die Schoon Schip heeft ontwikkeld en toegepast zorgen ervoor
dat zoveel mogelijk gericht onderzoek kan worden gedaan naar onderzoekswaardige
adresverschillen. De toepasbaarheid van de methodieken is niet alleen toegespitst op het bijhouden
van de GBA maar ook op detectie van fraude voor ketenpartners en afnemers van de GBA.
Bestandsontwikkeling en gegevensuitvraag
Het proces van bestandsuitvraag, de koppeling van gegevensbestanden en de aard van de uitvraag
was voor alle hierbij betrokken partijen nieuw. Dit leidde tot een proces van lerend werken op basis
van voortschrijdend inzicht, zodat de betrokken partijen veel ervaring hebben opgedaan. Dit
leerproces heeft de voortgang en efficiency van het project in de startfase van het project weliswaar
beïnvloed, door tussentijdse interventies en aanvullende steekproefonderzoeken gedurende het
project is de kwaliteit van het eindresultaat en conclusies goed. Wel is het project hierdoor onder grote
tijdsdruk komen te staan.
Âls belangrijkste conclusie over het uitvraagproces kan vastgesteld worden dat een meer intensieve
communicatie tussen leveranciers en opdrachtgever en het kritisch doorvragen op zowel de vraag
(door de experts IB en UWV Gegevensdienst) als het geleverde product (gemeente! projectleiding) in
combinatie met een strakke regievoering op dit proces (projectleiding), de diverse ontstane knelpunten
voor een belangrijk deel hadden kunnen voorkomen.
Onderzoeksbestand en filters
Voor de uitvoering van de pilot is een bestand van 5.000 personen at random geselecteerd uit de
oorspronkelijke database van 58.000 verschillen. Door midde! van een bestandskoppeling van
bovenstaande populatie (na update) in SARI (systeem anonieme risico indicatie), is dit bestand verrijkt
met informatie van ketenpartners op zowel persoons- als op adresniveau. Uit de beoordeling van het
onderzoeksbestand bleek dat het noodzakelijk was alsnog diverse filters aan te brengen om tot een
onderzoekswaardig bestand te komen. Een belangrijk filter was het door UWV laten toevoegen van de
actuele loonbetaling aan de gegevens uit de PA. Dit leverde een reductie op van ongeveer 30%.
In hoofdstuk 3 zijn de overige conclusies van de bestandskoppelingen en — veredeling opgenomen.
Door middel van steekproefonderzoeken heeft het projectteam zich alsnog een oordeel kunnen
vormen over de kwaliteit van het risicosignaal, het afwijkend PA- adres.
Onderzoeksaanpak en -methodieken
Het projectteam heeft zich in de pilot onder meer tot doel gesteld om een effectieve en efficiënte
onderzoeksaanpak te ontwikkelen en voorstellen te doen voor een toekomstbestendige methodiek,
6
Gemeente Amsterdam
25 april 2013 Dienst Basisinformatie
Eindrapportage Pilot IT Schoon Schip
toepasbaar voor alle gemeenten. Tijdens het project zijn vijf methodieken toegepast die zijn uitgewerkt
in hoofdstuk 4 en 5. Kort samengevat komen die hierop neer:
1 At random multidisciplinaire beoordeling van 901 personen uit het onderzoeksbestand, waaruit
risicoadressen zijn geselecteerd voor een huisbezoek op zo mogelijk zowel het GBA- als het PA-
adres en 250 personen op basis van een nieuw actueel onderzoeksbestand (methodiek 1).
2 Een risicogericht onderzoek op basis van een steekproef van ongeveer 25 dossiers per
ketenpartner, waarbij die ketenpartner een uitkerings-, toeslag-, huisvestings- of ander belang had.
Vanuit dat belang is het dossier beoordeeld en zijn vervolgonderzoeken gestart (methodiek 2).
3 Een onderzoek op basis van een koppeling met lopende adresonderzoeken in de GBA van 285
personen uit het reguliere onderzoeksbestand van de afdeling Handhaving van DBI. Het doel van
de koppeling was om vast te stellen of een adresvergelijking met de PA in Suwi- net bijdroeg aan
een succesvolle en snelle afronding van het reguliere DBI- onderzoek. Deze pilot loopt vooruit op
de nieuwe wettelijke bevoegdheid die gemeenten krijgen voor toegang tot Suwi- net, zoals dat is
bepaald bij de wijziging van de Wet SUWI per 1 juni 2012 (methodiek 3).
4 Het aanschrijven van (at random) 220 personen met een adresverschil, met vragenbrief
(methodiek 4).
5 Analyse van inhoudingsplichtigen en branches die veel adresverschillen opleveren. Gericht om
inzicht te krijgen of adresverschillen van werkgevers en om uitkeringsinstanties snel inzicht te
geven in bruikbare nieuwe adressen (methodiek 5).
Resultaten methodiek 1: At random onderzoek
Het Schoon Schip onderzoek heeft aangetoond dat methodiek 1 met at random onderzoeken en het
aanschrijven van personen op basis van een adresverschil tussen de GBA en PA niet effectief is. Veel
PA- adressen bleken minder actueel dan de GBA- inschrijving of bleken adresverschrijvingen te
betreffen. Slechts 14% van de bruto adresverschillen levert een onderzoekswaardig signaal op.
Bij de beoordeling van een nieuw samengesteld actueel onderzoeksbestand in januari 2013 waarbij
zo actueel mogelijke GBA- en PA- adressen zijn vergeleken heeft het IT- project Schoon Schip bijna
30% van de adresverschillen als onderzoekswaardig bestempeld. Door vooraf goede filters op
actualiteit toe te passen is het PA- adres een goede indicatie dat er wat met de inschrijving en
bewoning op het PA- adres en GBA-adres aan de hand is. Wanneer we dit cijfer extrapoleren naar het
gehele - gefilterde - onderzoeksbestand gaat het van 33.000 personen met een afwijkend adres om
mogelijk 10.150 personen waarbij het PA- adres afwijkt van hun GBA- inschrijving.
Resultaten methodiek 2: Risicogericht onderzoek
Hierbij is onderzoek uitgevoerd op basis van belangen bij ketenpartners op het PA- adres. Dit levert
een veel hogere successcore op. Voor de Belastingdienst Toeslagen en DWI gaat het daarbij om zo’n
30% van de risicodossiers waar inderdaad nader onderzoek gewenst is. Omdat maar een beperkt
aantal dossiers door alle ketenpartners onderzocht is kunnen deze cijfers niet zondermeer
geëxtrapoleerd worden naar het gehele onderzoeksbestand. Daarvoor zal nader onderzoek nodig zijn.
Resultaten methodiek 3: Gebruik bij reguliere adresonderzoeken GBA
De bruikbaarheid van het PA- adres als indicatie voor een nieuw adres bij GBA - adresonderzoeken is
nog gering. Slechts in 4% van de in onderzoek staande personen levert het een bruikbaar alternatief
adres op. De bruikbaarheid kan vergroot worden als in de PA een door de inhoudingsplichtige
geleverd actueel adres wordt opgenomen. Daarnaast is het werkzaam zijn - en inkomen hebben -
voor personen die VOW zijn uitgeschreven een bruikbare indicatie dat men verblijft in Nederland.
7
Gemeente Amsterdam
25 april 2013 Dienst Basisinformatie
Eindrapportage Pilot [T Schoon Schip
Resultaten methodiek 4: Aanschrijven
Het at random aanschrijven van personen met een alternatief adres levert in 12% van de gevallen een
verhuisaangifte op. Dit is een relatief eenvoudige manier om van personen een bevestiging te krijgen
van hun nieuwe adres. Door een nog betere screening van de adressen vooraf kan de respons nog
verder vergroot worden.
Resultaten methodiek 5: Analyse inhoudingsplichtige
Een aantal werkgevers in branches als uitzendbureaus en zakelijke dienstverlening komt veel voor
met een afwijkend PA- adres bij hun werknemers. Inhoudingsplichtigen met veel wisselend personeel
(uitzendbureaus, detailhandel, zakelijke dienstverlening) vormen een goede indicatie om een actueel
GBA- adres te verkrijgen. Hierbij is de naam van de werkgever in combinatie met datum
indiensttreding een belangrijk selectiecriterium.
Bij één uitzendbureau zijn we huisvesting van buitenlandse werknemers op het spoor gekomen die
allen niet staan ingeschreven op de woningen die gehuurd worden. Deze adressen worden nog nader
onderzocht op mogelijke kamergewijze verhuur.
Oorzaak van de adresverschillen
Op basis van de bevindingen van de toegepaste methodieken kan het volgende gezegd worden over
de oorzaak van adresverschillen tussen PA en GBA:
= PA- adres is een oud adres en inhoudingsplichtige houdt geen nieuw adres bij;
= PA- adres is een oud adres van een oud dienstverband dat niet is afgesloten;
= PA- adres is een foutief adres door schrijffouten;
= Persoon is recent verhuisd en moet nog verhuizing aan GBA of inhoudingsplichtige doorgeven;
= Persoon schrijft zich bewust niet in op feitelijk woonadres;
= Persoon verblijft op meerdere adressen (bijvoorbeeld tweede woning).
Succesfactoren projectorganisatie en samenwerking
De methodiek van lerend werken in deze pilot is een succesvolle gebleken. Doordat de projectgroep
geleerd heeft gezamenlijk naar de problematiek van adresverschillen en elkaars afhankelijkheden te
kijken is een snel lerend effect ontstaan waardoor de projectgroepleden inzicht en overzicht hebben
gekregen in elkaars werk.
Verder heeft het projectteam positieve ervaringen met het multidisciplinair samenwerken:
= Het projectteam beschikte bij DBI over een eigen werkruimte en voldoende pc's.
= Er waren voldoende financiële middelen voor het inhuren van projectmedewerkers, en van een
RCF- adviseur voor zijn kennis van interventieteams.
= Er was medewerking en inzet van de ketenpartners.
= Voor de contacten met burgers zijn formulieren en (informatie)brieven ontwikkeld met als resultaat
dat er geen klachten zijn over het onderzoek.
= DBI heeft voor de verwerking van gegevens een Acces- applicatie gebouwd.
= De projectmedewerkers van UWV, SVB en DWI hadden de directe beschikking over hun eigen
systemen. Helaas was dat niet mogelijk voor de Belastingdienst.
= ‘Kijkje in de keuken’ bij de ketenpartners was leerzaam.
Conclusies doelstelling: vervolg landelijke toepassing
Schoon Schip heeft als pilotproject de basis gelegd om mogelijk gericht vervolgonderzoek uit te
voeren naar verschillen tussen PA- adressen en GBA- adressen. De methodes die daarbij toegepast
8
Gemeente Amsterdam
25 april 2013 Dienst Basisinformatie
Eindrapportage Pilot IT Schoon Schip
kunnen worden zijn een combinatie van de ontwikkelde onderzoeksmethodieken die Schoon Schip
heeft ontwikkeld.
Conclusie is dat de volgende methodes voor het vervolg toepasbaar zijn:
= Gebruik van het PA- adres als contra- indicatie bij aanvraag en beoordeling van bijstandsuitkering
WWB, inkomensafhankelijke toeslagen en als indicatie voor onderhuur in Zoeklichtprojecten.
= Stuur personen een brief die onlangs hun PA- adres hebben veranderd bij de werkgever maar nog
niet in de GBA op dit adres staan ingeschreven. Zij kunnen alsnog hun verhuizing doorgeven.
= Gebruik bij GBA- adresonderzoeken de bestandsvergelijking met het PA- adres om nieuwe
verblijfsadressen te achterhalen als er al twijfel is over het woonadres van de betrokken persoon.
De naam van de werkgever kan helpen om in contact te komen met deze personen. Op deze wijze
wordt voorkomen dat iemand de VOW- status krijgt.
= _Themagericht onderzoek op risico's: bijvoorbeeld inhoudingsplichtigen gericht benaderen of
onderzoeken (uitzendbureaus, zakelijke dienstverlening, detailhandel) maar ook bijvoorbeeld
huurtoeslagen en uitwonende studiebeurzen DUO.
Aanbevelingen projectaanpak voor gemeentelijke en landelijke toepassing
Op basis van de bevindingen van de pilot en de daaruit te trekken conclusies komt de projectgroep tot
de volgende aanbevelingen.
Aanbeveling 1: Proces bestandsuitvraag
Geconcludeerd is dat de bestandsuitvraag en koppeling van gegevens efficiënter en effectiever
kunnen verlopen. Zodat voorkomen kan worden dat er een bestandsuitvraag wordt geleverd die niet
volledig is. Aanbevolen wordt bij dit soort nieuwe projecten meer aandacht vooraf te besteden in het
doorvragen en bevragen van experts naar de samenstelling van de specificaties van de uitvraag en de
opdrachtgever daarin te sturen en begeleiden (de klant helpen de vraag goed te formuleren). Van
opdrachtgevers kan gevraagd worden om een kritische houding ten opzichte van ontvangen
producten en een strakke regievoering op het proces. Overall is een intensieve en diepgaande
communicatie tussen partijen een kritische succesfactor.
Aanbeveling 2: Ontwikkelde methodieken
Aanbevolen wordt de volgende methodes voor een vervolg te implementeren en toe te passen:
= aanschrijven van personen door gemeentes die onlangs hun PA- adres hebben veranderd maar
nog niet in de GBA op dit adres staan ingeschreven;
=_themagericht onderzoek op risico’s: bijvoorbeeld inhoudingsplichtigen gericht benaderen of
onderzoeken (uitzendbureaus, zakelijke dienstverlening, detailhandel) maar ook bijvoorbeeld
huurtoeslagen en uitwonende studiebeurzen DUO.
Aanbeveling 3: Inkijk op PA- adres
Aanbevolen wordt dat de Belastingdienst, DWI en DWZS het PA- adres structureel gaan benutten
voor risicodetectie en -selectie.
Voor de gemeentelijke partners DWI (uitkering) en DWZS (sociale huurwoningen) heeft de indicatie
dat sprake is van een inkomen op het PA- adres een aantal malen geleid tot een fraudeonderzoek.
Daarbij bleek twijfel over de rechtmatigheid van de bijstandsuitkering of dat een sociale huurwoning
wordt doorverhuurd. Aan te bevelen is dat DWI en DWZS het PA- adres in het reguliere proces
structureel gaan benutten voor risicodetectie en -selectie en daarbij op adresniveau inzage krijgen in
9
Gemeente Amsterdam
25 april 2013 Dienst Basisinformatie
Eindrapportage Pilot IT Schoon Schip
de PA- adressen. Voor DWI betekent het dat bij elke aanvraag levensonderhoud standaard het PA-
adres in het onderzoek wordt meegenomen. Voor DWZS kan de indicatie van inkomen op het PA-
adres een indicatie zijn voor gebruik in Zoeklichtprojecten.
Aanbeveling 4: Gebruik PA- adres bij adresonderzoek GBA
Aanbevolen wordt een maandelijkse bestandsmatch uit te voeren van lopende reguliere
adresonderzoeken met PA- adressen in plaats van alleen een Suwi-net inkijkfunctie op persoon.
Daarvoor is het wel noodzakelijk dat het PA- adres een actueel gegeven is.
Het PA- adres levert bruikbare contra- informatie op bij GBA- adresonderzoeken om te bevorderen dat
burgers sneller juist staan ingeschreven in de GBA. Hiervoor wordt momenteel een Suwi-net
inkijkfunctie ingericht voor GBA- onderzoekers. Uit het Schoon Schip project komt naar voren dat het
aantal matches met een alternatief adres relatief gering is, in 4% van de gevallen is er een actueler
adres dan waar de persoon in onderzoek staat. Dit percentage wordt echter beduidend hoger
naarmate het PA- adres actueler is.
Aanbeveling 5: Gebruik bestandsuitvraag bij VOW onderzoek GBA
Aanbevolen wordt de VOW- ers met een lopend dan wel actueel dienstverband contact op te laten
nemen met de werkgever voor het achterhalen van een actueel verblijfadres. Integreer dit met een
maandelijkse bestandsmatch uit te voeren adresonderzoeken en maak gebruik van de Suwi- net
inkijkfunctie.
Aanbeveling 6: Aanschrijven
Aanbevolen wordt uit een maandelijkse bestandsmatch de burgers met een afwijkend PA- adres aan
te schrijven. Uit methodiek 4 kwam naar voren dat het aanschrijven in 12% van de gevallen een nieuw
adres oplevert. Daarmee is het een redelijk eenvoudige methode om burgers te motiveren hun nieuwe
adres door te geven.
Aanbeveling 7: Inhoudingsplichtige als bron
Aanbevolen wordt een nader onderzoek uit te voeren naar inhoudingsplichtigen die verantwoordelijk
zijn voor veel verschillen tussen het PA- en GBA- adres en op welke wijze de adresinformatie benut
kan worden om de GBA te actualiseren.
Gebleken is dat een aantal inhoudingsplichtigen en branches, zoals uitzendbureaus en zakelijke
dienstverleners, hoog scoren wat betreft aantal adresafwijkingen. Met name die met een fluctuerend
werknemersbestand of een internationale uitstraling. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen hoe
adresinformatie van deze organisaties toegepast kan worden om de registratie in de GBA te
actualiseren.
Aanbeveling 8: Bevorderen preventieve maatregelen centrale overheid
Aanbevolen wordt te bevorderen dat inhoudingsplichtigen actuele adresgegevens leveren via de
loonaangifte, die als voldoende kwalitatieve contra- informatie voor gemeenten kan dienen. Een
voorstel daartoe heeft de projectleiding inmiddels gedaan via het Kwaliteitsinstituut Nederlandse
gemeenten (KING) aan het Afnemersoverleg Loonaangifteketen (AOL).
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor goed en effectief toezicht op de GBA. Contra- informatie, zoals
het van inhoudingsplichtige verkregen adresgegeven in de PA, draagt hieraan bij. Gemeenten hebben
10
Gemeente Amsterdam
25 april 2013 Dienst Basisinformatie
Eindrapportage Pilot [T Schoon Schip
daarom belang bij een optimale kwaliteit van beschikbare contra- informatie. Inhoudingsplichtigen zijn
belast met het verstrekken van NAW- gegevens van personen via de loonaangifte.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft het voornemen om het
publiek met een voorlichtingscampagne te wijzen op de rechten en plichten met betrekking tot juiste
registratie in de GBA en de mogelijkheid gegevens in te zien en eventuele fouten te melden via
internet. Daarnaast worden ook nog andere maatregelen genomen.
11
| Actualiteit | 11 | train |
Stichting
Betreft: Inventarisatie Historische Woonboten Amsterdam
Aan: Gemeenteraad van Amsterdam
Cc: B&W Amsterdam
Van: Stichting Museumhaven Amsterdam (SMA)
Datum: 29 oktober 2018
Geachte leden van de Gemeenteraad,
De Stichting Museumhaven Amsterdam (SMA) zet zich in voor het behoud van historische
binnenvaart- en zeeschepen in particulier bezit, in gebruik als woonschip met een ligplaats in
Amsterdam.
Het verheugt ons dan ook zeer dat er nu een Plan van Aanpak Inventarisatie Historische
Woonboten ligt. Het belang van dit varend erfgoed voor Amsterdam en met name voor de
historische binnenstad kan niet genoeg worden benadrukt, zoals wij ook in onze Zienswijze
(februari 2016) op de Concept Watervisie Amsterdam 2040 hebben verwoord.
Een inventarisatie van de ruim 2900 in Amsterdam liggende woonboten is een enorme klus en
kan alleen worden gedaan door deze inventarisatie serieus te nemen en daarbij voldoende tijd en
middelen beschikbaar te stellen. Noodzakelijk om tot een goed beleid voor historische
woonboten te komen.
Ons voorstel:
° Indien er een beleid voor historische woonboten komt, is personeelsuitbreiding van het
Bureau Monumenten en Archeologie met een beleidsmedewerker Mobiel Erfgoed een
voorwaarde.
* Laat de methode van inventariseren aansluiten op het ‘waardestellend kader voor het
mobiel erfgoed’, een methode om de culturele waarde van historische transportmiddelen
te beschrijven ontwikkeld door de stichting Mobiele Collectie Nederland en de Rijksdienst
voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Daarbij is voor de dataopslag het Nationaal Register
Mobiel Erfgoed (NRME) opgezet.
Andere steden kunnen na Amsterdam aansluiten bij deze inventarisatiemethode en
dataopslag zodat bij verplaatsing van een historische woonboot naar een andere stad de
gegevens makkelijk uitwisselbaar zijn.
* _ Begin de inventarisatie met de museale schepen uit de Museumhaven Amsterdam, en
inventariseer daarna de historische woonboten van de leden van de Vereniging
Museumhaven Amsterdam (VMA). De gegevens van deze schepen zijn grotendeels
bekend in het Nationaal Register Mobiel Erfgoed, en derhalve makkelijk te vergaren. Zo
kan de methode van inventariseren en dataopslag worden uitgeprobeerd.
SMA, Oosterdok 12, 1011VX Amsterdam - tussen Nemo en Scheepvaartmuseum - kvk 34274464
2
Als Museumhaven Amsterdam (SMA en VMA) bieden wij graag onze kennis en expertise aan
voor deze inventarisatie en bij het bepalen van het beleid.
Wij horen graag uw reactie op ons voorstel.
Met vriendelijke groet,
Stichting Museumhaven Amsterdam (SMA)
Marijke van Bodengraven Titus Dekker
voorzitter bestuur lid bestuur
m.e.vanbodengraven @ wxs.nl [email protected]
De Stichting Museumhaven Amsterdam (SMA) zet zich in voor het behoud van het historisch varend erfgoed
in zijn Amsterdamse samenhang. Samen met de Vereniging Museumhaven Amsterdam (VMA) voert de SMA
het beheer over de museumhaven aan het Oosterdok. De SMA is tevens verantwoordelijk voor de
beleidsmatige kant waaronder de gebiedsontwikkeling in en aan het Amsterdamse water, en partnership met
anderen, zoals sponsors, subsidiegevers en de gemeentelijke overheden. De VMA behartigt de logistieke kant
gericht met name op de zogenaamde ‘havenliggers’ in het water aan de oostelijke flank van de IJ-tunnel in
het Oosterdok, de Museumhaven Amsterdam.
SMA, Oosterdok 12, 1011VX Amsterdam - tussen Nemo en Scheepvaartmuseum - kvk 34274464
| Raadsadres | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering gen 10 november 2022
Ingekomen onder nummer 492
Status Aangenomen
Onderwerp Amendement van de leden Rooderkerk, Wehkamp, Noordzij, Van Pijpen,
Hoogtanders en Bons inzake de Begroting 2023
Onderwerp
Verkort de wachttijd bij PrEP en steun organisaties die zich hiervoor inzetten
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023
Constaterende dat:
— __ Sinds 2019 mensen die veel risico lopen op hiv goedkoop PrEP-pillen kunnen krijgen via de
GGD's;
— Het PrEP-programma bij de GGD Amsterdam vol zit en er inmiddels al bijna 2.000 op de
wachtlijst staan;
— De gemiddelde wachttijd nu langer is dan een jaar;
— _PrEP essentieel is in de preventie van hiv-infecties;
— Het college streeft naar o nieuwe hiv-infecties in 2026.
Overwegende dat:
— De lange wachttijd al heeft gezorgd voor meerdere ‘wachtlijstinfecties’, deze zomer nog
raakte iemand die in Amsterdam op de wachtlijst stond voor PrEP besmet met hiv;
— We ervoor moeten zorgen dat de wachtlijst voor PrEP zo snel mogelijk verkort wordt.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Besluit op pagina 134 bij programma 3.6.1. Basisvoorzieningen toe te voe-
gen:
“We investeren €200.000 in het verkorten van de wachtlijsten voor PrEP en €50.000 in organisaties
die zich inzetten voor bredere beschikbaarheid van PrEP, zoals PrEPnu en het Aidsfonds. Dit dek-
ken we met een eenmalige onttrekking uit de reserve Vastgoed (71005). *
Indieners
|. Rooderkerk
J. Wehkamp
G. Noordzij
J.F. van Pijpen
Y.F.W. Hoogtanders
A.D.J. Bons
| Motie | 2 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 731
Publicatiedatum 18 september 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer Paternotte van 23 juli
2013 inzake het Speciaal Basisonderwijs (SBO) op IJburg
Amsterdam, 19 augustus 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
Voor volgend schooljaar (2013-2014) is het schoolbestuur STAIJ voornemens de
nevenvestiging van SBO het Spectrum op IJburg, in het schoolgebouw van Laterna
Magica fors in te krimpen qua schooloppervlakte. Op deze nevenvestiging van het
Spectrum zitten circa 40 kinderen. De MR van de nevenvestiging heeft tegen de
inkrimping geprotesteerd en geeft aan dat het schooloppervlak voor de kinderen nu
zo klein wordt dat zelfs zorgverleners aangeven er niet meer te kunnen werken.
Vanaf schooljaar 2014-2015 heeft STAIJ daarnaast de intentie de nevenvestiging van
het Spectrum op IJburg te sluiten. De kinderen op IJburg moeten dan naar de
hoofdvestiging in de James Wattstraat (Watergraafsmeer). Gezien de afstand van
IJburg naar de James Watstraat, van bijna 10 Km is dit voor veel ouders en de
kinderen een grote belasting.
De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) heeft een financiële bijdrage
geleverd voor het realiseren van de nevenvestiging voor de SBO op IJburg. D66 is
benieuwd naar de hoogte en onderbouwing van deze bijdrage en de afspraken die
met STAIJ en wellicht ook stadsdeel Oost zijn gemaakt voor het vestigen van de
nevenvestiging van het Spectrum in het gebouw van Laterna Magica. Daarbij stelt
D66 de vraag of een aparte SBO-vestiging op IJburg, in een wijk met zo ongeveer de
hoogste kinderdichtheid van Nederland en bijna 3500 schoolgaande kinderen in de
leeftijd van het primair onderwijs niet wenselijk is? Landelijk gaat circa 1 op 38
kinderen naar het SBO. Voor Amsterdam is dit circa 1 op 30.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 23 juli 2013, namens de fractie van
D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing at Gemeenteblad
Datum 18 september2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 juli 2013
1. Kan het college een reactie geven op het voornemen van STAIJ om
de nevenvestiging van het Spectrum op IJburg komend schooljaar in oppervlak
fors in te krimpen en vanaf 2015 te sluiten?
Antwoord:
Het bestuur van STAIJ heeft aangegeven in schooljaar 2013-14 de 38 leerlingen
van de nevenvestiging van SBO ’t Spectrum onder te brengen in 3 lokalen en
nevenruimten, voorzien zijn van alle faciliteiten. Dit is een schoolbestuurlijke
verantwoordelijkheid. Naar ons oordeel is zijn de voorwaarden voor kwalitatief
goed onderwijs voor deze leerlingen komend schooljaar voldoende gewaarborgd.
De bestuurder van STAIJ meldt dat de stichting niet de intentie heeft de
nevenvestiging te sluiten. Men wil de vestiging juist openhouden en onderzoekt
komend jaar of dat financieel mogelijk is, in overleg met - onder meer-
het samenwerkingsverband.
Formeel moet een schoolbestuur in geval van sluiting van een (neven)vestiging
volgens de Wet Primair Onderwijs (art. 159 en 162) daarvoor toestemming vragen
bij de gemeente (stadsdeelraad). Mocht het zover komen dan is het integraal
huisvestingsplan (HP) van stadsdeel Oost het kader om tot een beoordeling te
komen. Stadsdeel Oost zal zich dan in samenspraak met de het college
hardmaken voor een goede spreiding van het SBO, op basis van een duidelijke
visie op functie en positie van het SBO van het samenwerkingsverband. Het
samenwerkingsverband heeft, in het kader van de voorbereiding van Passend
Onderwijs, nog geen besluit genomen over de positie van het SBO.
2. Vindt het college dat een (neven)vestiging voor het SBO op IJburg wenselijk is?
Antwoord:
Het College hecht belang aan een goede spreiding van onderwijsvoorzieningen.
In het kader van het nieuwe jeugdzorgstelsel - Om het Kind - gaan wij uit van
wijkgericht werken. Een SBO-vestiging op IJburg is naar de mening van het
college wenselijk, in het belang van een goede spreiding van voorzieningen op
wijkniveau en een goede aansluiting tussen Passend Onderwijs en jeugdzorg.
In overleg met het samenwerkingsverband Primair Onderwijs, stadsdeel Oost en
in het kader van het Koersbesluit Om het Kind zal ons College dit komende tijd
uitwerken.
3. Kan het college aangeven:
a. wat DMO heeft bijgedragen aan het realiseren van de nevenvestiging van het
Spectrum?
b. waarvoor deze middelen waren bedoeld?
c. welke afspraken hierover zijn gemaakt?
Antwoord:
De verantwoordelijkheid voor de huisvesting voor het speciaal basisonderwijs
(en primair onderwijs) is op dit moment nog bij de stadsdelen belegd. Stadsdelen
ontvangen voor het primair onderwijs een budget voor onderwijshuisvesting.
Voor het speciaal basisonderwijs kan het stadsdeel, conform stedelijke afspraken,
jaarlijks een declaratie indienen voor de kapitaallasten en overige voorzieningen.
Stadsdeel Oost heeft voor de nieuwbouw voor het Spectrum een investering van
€ 1.952.056 gepleegd. De kapitaallasten hiervoor bedragen € 136.643 die het
stadsdeel jaarlijks declareert bij de centrale stad.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neng at Gemeenteblad
Datum 18 september2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 juli 2013
4. Kan het college aangeven wat de bijdrage is geweest van stadsdeel Oost voor
het realiseren van de nevenvestiging het Spectrum op IJburg en de afspraken die
hiertegenover staan?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 3: stadsdeel Oost heeft € 1.952.056 geïnvesteerd in
de nieuwbouw van de nevenvestiging van het Spectrum. De kapitaallasten van
€ 136.643 kunnen jaarlijks gedeclareerd worden bij DMO. Er zijn verder geen
specifieke afspraken hierover.
5. Kan het college vorenstaande vragen beantwoorden voor de start van het
schooljaar op 17 augustus 2013?
Antwoord:
De eerste mogelijkheid na het zomerreces is benut voor deze beantwoording.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Van:
Verzonden: vrijdag 4 september 2015 10:20
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: raadsadres ziekte ALS
Naam
E-mail
Adres
Postcode
Plaats
Telefoon
Uw bericht
Lees de Volkskrant d.d. 4 september 2015: Neem het verhaal van en andere
ALS-patiënten direct serieus en HANDEL. Het is waar! Een maanden lang
onderzoek door het ambtelijk apparaat: de uitkomst is altijd achterhaald en te
laat.
| Raadsadres | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 413
Datum indiening 11 december 2017
Datum akkoord college van b&w van 24 april 2018
Publicatiedatum 24 april 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake de effecten van
houtrook.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Tegelijk met het toenemen van de populariteit van de houtkachel, komt er steeds
meer aandacht voor de schadelijke effecten van houtrook. Behalve dat rook door
omwonenden als hinderlijk kan worden ervaren, kleven er gezondheidsrisico’s aan
de uitstoot van houtrook vanwege de uitstoot van bijvoorbeeld roet, fijnstof en
koolmonoxide. De afgelopen vijf jaar is het aantal houtkachels in Nederland met
minstens 100.000 toegenomen, wat ook voor klachten zorgt bij mensen met een
longaandoening. MilieuCentraal heeft bovendien ook kritiek op de iets duurzamere
varianten op de houtkachel, die pellets of biomassa als brandstof gebruiken.” In het
dichtbevolkte Amsterdam vormen houtkachels ook een probleem. Het RIVM verwacht
dat houtkachels na 2020 de dominante emissiebron van roet wordt.® Om in steden op
korte termijn gezondheidswinst te boeken, pleit het RIVM voor het vervroegd invoeren
van de ecodesign richtlijn voor houtstook en/of maatregelen om het stookgedrag te
beïnvloeden.
Volgens de GGD Amsterdam heeft maar liefst tien procent van de Amsterdammers
regelmatig last van houtrook.* Het stoken van één kilo hout in een vuurkorf zorgt
volgens de GGD voor net zoveel uitstoot als 3.000 kilometer rijden in een
vrachtwagen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1 https://www.rtInieuws.nl/nederland/gezondheidsklachten-door-houtkachels-ties-10-krijgt-last-van-
zijn-astma-door-rook
2 https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/energiezuinig-huis/energiezuinig-verwarmen-en-
warm-water/pelletkachel-of-biomassaketel/
3 RIVM (2015) Luchtkwaliteit en gezondheidswinst.
* https://www.nu.nl/amsterdam/4551897/ggd-wil-verbod-houtkachels-in-amsterdam.htm!
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng on Gemeenteblad
Datum 24 april 2018 Schriftelijke vragen, maandag 11 december 2017
1. Heeft het college kennisgenomen van de kritische geluiden op houtstook vanuit
onder andere de GGD en hoe beoordeelt het college deze?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennis genomen van deze kritische geluiden. Het college
beseft dat houtrook een negatieve bijdrage kan leveren aan de plaatselijke
luchtkwaliteit en overlast en gezondheidsklachten kan opleveren.
2. Wat doet de gemeente Amsterdam tot op heden met klachten van bewoners over
houtstook? Graag een toelichting op eventuele maatregelen.
Antwoord:
De gemeente inspecteert bij klachten over een individuele stoker het rookkanaal.
Wanneer dit in orde is, wordt er over het algemeen geen verdere actie
ondernomen. De GGD gaat, indien gewenst door de gehinderde, de overlast
zintuigelijk waarnemen en vervolgens adviseren. (De GGD heeft geen
handhavende maar een adviserende rol.) De GGD adviseert de melder van de
klacht, eventueel de stoker en de afdeling handhaving van de gemeente. het
advies is afhankelijk van de situatie. Soms komen de gehinderde en de stoker er
samen uit naar aanleiding van informatie van de GGD. Wanneer de hinder en de
gezondheidsklachten als ernstig worden beoordeeld door de GGD, wordt samen
met het stadsdeel gekeken naar de mogelijkheden om de hinder tegen te gaan.
Zo is er met een GGD advies onder andere een last onder dwangsom opgelegd
aan een particuliere stoker (zie onder) en een houtgestookte pizzaoven in een
restaurant stilgelegd.
Meer in het algemeen (dat wil zeggen, bij klachten die niet betrekking hebben op
een individuele stoker) geldt dat er voor het tegengaan van de negatieve
gevolgen van houtstook landelijke regelgeving is, te weten het Bouwbesluit. Deze
landelijke regelgeving biedt echter onvoldoende mogelijkheden om de
problematiek aan te pakken met effectieve maatregelen. Het toepassen van deze
regelgeving kent beperkingen waardoor handhaving in veel gevallen lastig is. De
reden hiervan is dat het aantonen van overlast in de praktijk lastig blijkt te zijn en
dat (vervolgens) ook de handhaving gericht op het tegengaan van die overlast
bijzonder lastig is. Eventuele aanpassing van het Bouwbesluit behoort tot de
bevoegdheid van het rijk.
Bij een duidelijk gedocumenteerde klacht in Oost, werd in 2017 een last onder
dwangsom opgelegd aan een stoker door handhaving van het stadsdeel. De
stoker werd gesommeerd geen overlast meer te veroorzaken (op grond van het
Bouwbesluit, artikel 7.22) en is daarom gestopt met stoken. In september 2017
vond een hoorzitting plaats bij het stadsdeel omdat de stoker bezwaar heeft
gemaakt tegen de last onder dwangsom. Het bezwaar is afgewezen en de stoker
stapt nu naar de rechter. Deze werkwijze is nog niet eerder gevolgd in
Amsterdam.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 24 april 2018 Schriftelijke vragen, maandag 11 december 2017
3. Is het college bereid om onderzoek te laten doen naar de overlast van houtstook
in Amsterdam? Zo ja: hoe en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het landelijke platform Houtstook, waar onze GGD in participeert, houdt zich met
de aanpak van de problematiek bezig. Aanvullend daarop wil het college de
gezondheidsmonitor van de GGD gebruiken om te onderzoeken in hoeverre de
hinder in Amsterdam optreedt. De eerstvolgende peiling vindt plaats in 2020,
waarbij de resultaten naar verwachting in 2021 bekend zullen zijn.
4. Is het college bereid om bij particulieren die dermate veel overlast veroorzaken
voor hun omgeving door op onzorgvuldige wijze te stoken handhavend op te
treden? Zo nee, wat is daarvoor de argumentatie? Zo ja, ziet het college
mogelijkheden om handhavend op te treden op basis van de in Amsterdam
geldende plaatselijke regelgeving?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 2.
5. Hoe beoordeelt het college de maatregelen tegen houtstook die in het RIVM
rapport ‘Luchtkwaliteit en gezondheidswinst’ worden genoemd?
Antwoord:
In het genoemde rapport doet het RIVM ten aanzien van houtstook de volgende
suggesties: Vervroegd invoeren en handhaven van de ecodesign-richtfijn voor
houtstook (PM2,5 en roet), en/of specifieke maatregelen om houtstook ín geval
van ongunstige weersgesteldheid te verminderen en/of het geven van voorlichting
aan houtstokers die gezondheidsklachten veroorzaken bij omwonenden
(stookgedrag beïnvloeden). Het college acht de eerste twee opties voor een
lokale overheid niet realistisch, mede omdat handhavers niet de bevoegdheid
hebben om zich toegang tot een woning te verschaffen. De derde optie valt onder
het reguliere beleid van de gemeente. De GGD geeft informatie op haar website.
In geval van klachten biedt de GGD aan gehinderde hulp bij het communiceren
naar stokers. Stokers kunnen veelal via de kachelbranche bij het kopen van een
nieuwe kachel, gratis een stookcursus bijwonen.
6. Is het college bereid, deze maatregelen over te nemen? Zo ja, op welke termijn?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 5. Het college ziet alleen mogelijkheden om actief te
zijn op de derde door het RIVM genoemde optie, te weten het geven van
voorlichting. Dit gebeurt door onze GGD.
Het college kiest daarnaast voor een bredere aanpak om de luchtkwaliteit in
de stad te verbeteren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing on Gemeenteblad
ummer seat:
Datum 24 april 2018 Schriftelijke vragen, maandag 11 december 2017
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 114
Publicatiedatum 17 februari 2016
Ingekomen onder B
Ingekomen op woensdag 10 februari 2016
Behandeld op woensdag 10 februari 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Flentge, Van Dantzig, Moorman en Nuijens inzake de inzet van
Stimuleringsfondsgelden voor de aanpak van achterstallig onderhoud van Jeruzalem,
Indische Buurt en de transformatie van De Boeg.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de inzet van Stimuleringsfondsgelden voor de aanpak van
achterstallig onderhoud van Jeruzalem, Indische Buurt en de transformatie van
De Boeg (Gemeenteblad afd. 1, nr. 71).
Constaterende dat:
— het college 30 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld voor de aanpak van
achterstallig onderhoud en het behoud van betaalbare huurwoningen in zes
buurten in Amsterdam;
— dit geld al door verscheidene corporaties wordt gebruikt, voor bijvoorbeeld de
aanpak van de Van der Pekbuurt, het Columbusplein of Jeruzalem, waarbij
woningen van de sloop worden gered, de aanpak van achterstallig onderhoud
wordt versneld, en/of de huurverhoging na renovatie beperkt blijft;
— alleen woningcorporatie de Alliantie nog geen gebruik heeft gemaakt van het
geld, terwijl de corporatie wel degelijk plannen heeft voor renovatie (bijvoorbeeld
de Indische Buurt in Oost, de Struikbuurt en de Jacob Geelbuurt in Nieuw-West)
en zelfs sloop (blok Molukkenstraat, Soendastraat, Billitonstraat, Madurastraat in
de Indische Buurt, woningen tussen de Burgemeester Vening Meineszlaan en
het Brouwerpad in de Struikbuurt).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Woningcorporatie de Alliantie aan te sporen gebruik te maken van de inzet van
Stimuleringsfondsgelden voor de aanpak van een buurt.
De leden van de gemeenteraad
E.A. Flentge
R.H. van Dantzig
M. Moorman
J.W. Nuijens
1
| Motie | 1 | discard |
Geachte heer Van Lammeren,
Van een mede partijlid kreeg ik uw emailadres. Hierdoor kan ik dit
krantenartikel naar u mailen. Ik ben ook lid van de Partij voor de Dieren en
ik vraag u vriendelijk dit met het gemeente bestuur op te nemen.
Het artikel kwam op 30 maart j.l. plompverloren in de Westerpost te staan, |
en naar ik vernomen heb is er ook geen buurt raadpleging geweest. |
Ik woon achter het Osdorperhof, parallel aan de Cornelis Lelylaan, in
de Eastonstraat. In deze buurt zijn meer ouderen/senioren gevestigd en
we zitten niet te wachten op rumoer en overlast en straatvuil.
Dit soort gevallen schijnen vaker voor te komen, b.v. de plannen om
de buslijn 300 (West Tangent) dwars door Nieuw Sloten te laten gaan.
Om het te realiseren schijnt een onnoemelijk aantal bomen te moeten
sneuvelen, de middenberm moet verdwijnen en nog meer maatregelen
voor een tijdwinst van nog geen 5 minuten. En begin dit jaar is zijn de haltes
van buslijn 145 en 192 die in Sloten een halte hadden opgeheven, in plaats
daarvan is de halte valk bij de Molen van Sloten behouden. Dit ten nadeel
van kerkgangers en dorpelingen, en bezoekers van twee kerken als er |
evenementen plaatsvinden. |
Ik dank u bij voorbaat voor uw aandacht en hoop van harte dat dit
onzalige voornemen van de agenda van Nieuw West geschrapt wordt.
Met vriendelijk groet,
lin Os f?
Hostel in Osdorperhof? _
Uit de Bestuurscommissie
Nieuw-West — De gemeente zij naar Amsterdam, slechts vroeg het DB om verzoeken voor
Amsterdam werkt graag mee aan geïnteresseerd in drie dingen: de afwijken van het bestemmingsplan
initiatieven om lang leegstaande coffeeshop, de coffeeshop en de die “potentieel spannend kunnen
kantoorruimte te-gaan gebruiken coffeeshop.” worden, en dit voelt wel zo aan”,
voor andere doelen. Bijvoorbeeld Overlast voortaan aan de gehele BG voor
om in te wonen, of als horeca. De bewoners vrezen overlast van te leggen: “Dit zijn wel zaken waar
Dat hierbij altijd een zorgvuldige zoveel mensen door één ingang, wij iets van willen vinden”, Volgens
belangenafweging nodig is, bleek van softdrugs-dealers op straat, Baâdoud heeft de BC het DB
h vorige week toen Ans Schrader van huurfietsen kris-kras rond de gemandateerd om deze aanvragen
insprak om haar bezorgdheid te ingang, en van tawaai tot 's avonds _ te beoordelen: “We nemen de
uiten over de geplande omzetting laat op het dakterras. Zij vinden signalen van de bewoners serieus.”
—…, van drie etages kantoorruimte — dat een hostel met 300 bedden niet _ Neslihan Bedirhano%lu (M-+) vroeg
onder 50 (55Plus)woningen, naar past in een complex met de status of er alsnog een inspraakavond
een hostel met 300 bedden. ‘55Plus', met veel hoogbejaarden. komt voor de bewoners? Een __
officiële inspraakavond komt en
[email protected] Potentieel spannende aanvragen niet, zei Baädoud, maar hij wil
André Meijler(SP) had vooraf wel Vanuit z’n portefeuille Jeugd
Ans Schrader kwam inspreken mondelinge vragen aan het DB _ kijken hoe hij de werelden van
namens de Bewonerscommissie voorgelegd; of het DB ervan op jong en oud dichter bij elkaar kan
Osdorperhof. Die commissie de hoogte isen wat het DB er van brengen. Een bewonersavond |
vertegenwoordigt 122 vindt. 8 : is denkbaar. Voor de nog af te Ë
appartementen die verhuurd „Achmed Baâdoud (PvdA) geven-exploitatievergunning wordt |
worden als 55Plus-woningen. -_ antwoordde dat de aanvraag gekeken wat mogelijk is en onder
__Elders in het pand heeft Cordaan om af te wijken van het welke voorwaarden. _
woonruimte voor mensen met bestemmingsplan besproken is Ee E
een VGZ- of GGZ-indicatie met portefeuillehouder Ruimtelijke _ Overleg toegezegd
[verstandelijke of geestelijke. _ Ordening, Erik Bobeldijk (SP):en Commissievoorzitter Annette il
zorg, CF]. Schrader was — met hem, als portefeuillehouder Dekker (VVD) vond na 40 ‚minuten
toevallig ter oren gekomen, Economie. De bestemming dat het onderwerp,genoeg
dat stadsdeel Nieuw-West _ ‘kantoren maatschappelijke — “besproken was en maande om _— a
vergunning heeft verleend aan _—_ functie’ wordt opgezet in ‘horeca’. tot een afronding te komenzZij
Rochdale, de eigenaar vandat pit beeeiegeptenessrdon. _ herfiaalde de toezegging dat erm
pand aan de Pieter Calandlaan de website van de gemeente _ nog overleg plaatsvinattüssen het _
=. 86, om drie etages-gebouwd-als Amsterdam. Het is gemeentelijk _ stadsdeel, de hostel-exploitant en =H
‘kantoorruimte’, te gaan gebruiken beleid om lang leegstaande. de bewoners voordat een besluit
als ‘logiesfunctie'’. Er zou zich een kantoorruimte een andere —_ genomen wordt om al dan niet een_ |!
hotel mogen vestigen op.de eerste, bestemming te geven. Zo heeft exploitatievergunilhgte verlenen.
tweede en derde etage. het DB ook meegewerkt aan de en WO
5 _ omzetting van een kantooretage op Conclusie: Kijk Wekelijks op WWW}
Hostel met 300 bedden het Osdorpplein, boven de Etos, __amsterdam.nl/bekendmakingen Ki
Rochdale heeft — zonder : voor de ontwikkeling van een hotel __om te zien welke vergunningen
enig overleg met de met 70 kamers. ee __de gemeente gaat verlenen of
Bewonerscommissie of de andere __ Simone Plantinga (Groenlinks) _ verleend heeft. © el
gebruikers — de-driesetages EE EK. TZ CR 7 EEK ||
verhuurd aan ondernemers die OO LL EREN |
er geen hotel, maar een hostel Ee tan HO Ey BC
__[iongeren,pension, GE] Willen — IN VN
| _aexploterdn. Uit de aanvraag bij dt ee vg Pe Ë |
(namelijk dat de doelgroep 21 tot 8 TE MAT NAT TN
—0-jarigen isen dat de inrichting Sn id 0E A 7 heee eg
| zal bestaan uit slaapzalen met — EA OEI II EK
Teigggtapelbedden. OE A ame ONS |
Schrader: “Om het verhaal rond EN ed ANN Ne ER We |
| te krijgen zijn er allerlei sociaal- te Ne a T Re ee
: maatschappelijke voorzieningen Ee NN se AU gTa me ee EL
aan de haren bijgesleept: instop- Rete A OENE hed ze 3 Se
oma's, voorlees-vaders, koffer- eN A MNS |: ei gj En Sk
| dragers, toetjes-versierders, NRA ELEN OO
enzovoort. Stroopwafels-bakken Ween OE lech an WE ál Nl
schijnt ook ineens een sociaal A | AE rt
maatschappelijke gebeurtenis te il 4 | ie be et |
zijn. […] Als er een hostel komt met ij Ù ae BE FES Er en |
300 bedden zal dat veel overlast a ie Pd ni Nt ke
geven voor de andere bewoners. 7 ED za B
Allemaal door één ingang. Met — es
hun bijbel, Lonely Planet, komen Osdorperhof aan de Pieter Calandlaan Batl;
| Raadsadres | 2 | train |
VN2022-018366 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Bestuurs- en x Gemeente Je 9 TAR
managementadviserir Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt 5
Datum besluit 7 juni 2022
Onderwerp
adviseren van de raad om de voorgestelde zienswijze op de concept Meerjarenbegroting van de
Metropoolregio Amsterdam (MRA) vast te stellen.
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren de voorgestelde zienswijze op de concept Meerjarenbegroting van de
Metropoolregio Amsterdam (MRA) vast te stellen.
Wettelijke grondslag
e Gemeentewet Artikel 160, lid 2
e _MRA samenwerkingsafspraken, artikel 2.2.
Bestuurlijke achtergrond
Conform de MRA-samenwerkingsafspraken (vastgesteld in college van b&w, 31 augustus 2021 /
kennisname Commissie AZ, 23 september 2021) wordt de concept meerjarenbegroting van de
MRA ter consultatie voorgelegd aan de colleges en raden/staten van alle deelnemers in de MRA.
Na verwerking van alle zienswijzen wordt de definitieve meerjarenbegroting ter vaststelling
toegezonden.
Reden bespreking
nvt
Uitkomsten extern advies
nvt
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.27 1
VN2022-018366 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie R
Bestuurs- en % Amsterdam
managementadviserir2€
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter advisering aan de raad
AD2022-058473 1. Raadsvoorstel concept meerjarenbegroting MRA.docx (mswa2)
AD2022-058474 2. BRIEF zienswijze Amsterdam MRA-meerjarenbegroting.pdf (pdf)
AD2022-058475 3. brf_Meerjarenbegroting_2021-2024_con_20220331.pdf (pdf)
AD2022-058476 4. notitie_Concept_Meerjarenbegroting2021-2024_20220325.pdf (pdf)
AD2022-058477 5. Concept_Meerjarenbegroting20212024_20220406.pdf (pdf)
AD2022-058478 6. Definitieve-Samenwerkingsafspraken-MRA-2021.pdf (pdf)
AD2022-058479 7. MRA-Agenda-2.o.pdf (pdf)
AD2022-058451 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
aseten Jen
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Jonas Baud, Public Affairs, Bestuurs- en Management Advisering, tel 06-53307943,
jonas.baud@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.27 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam W E
% Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d ,
Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
% Gewijzigde agenda, woensdag 21 februari 2018
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie, Zeehaven
en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Tijd 13:30 tot 17:00 uur en van 19:30 tot 22:30 uur
Locatie De Raadszaal
DE VERGADERING BESTAAT UIT TWEE DELEN.
IN HET MIDDAGDEEL (13:30 tot 17:00 uur) WORDEN DE ONDERWERPEN VAN
WETHOUDER VLIEGENTHART BESPROKEN.
IN HET AVONDDEEL (19:30 tot 22:30 uur) WORDEN DE ONDERWERPEN VAN
WETHOUDER KOCK BESPROKEN.
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslagen van de openbare en besloten vergadering van de
Raadscommissie WE d.d. 31.01.2018.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWE @raadsgriffie.amsterdam.nl
, _Hetbesloten verslag is naar de leden gestuurd.
5 Termijnagenda, per portefeuille
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam W E
Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie,
Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Gewijzigde agenda, woensdag 21 februari 2018
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
3 Decentralisaties
11 Afhandeling motie 809' Nr. BD2018-000395
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissies ZS en JC zijn hierbij uitgenodigd.
Werk, Participatie en Inkomen
12 Vaststellen uitvoeringsbesluit Sociaal Werk Amsterdam en oprichting van de
Sociaal Werkkoepel Nr. BD2018-000684
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 14.03.2018).
13 Brief bijstandsbudget 2018 Nr. BD2018-002328
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Roosma (GL).
e Was TKN 8 in de vergadering van 10.01.2018.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 31.01.2018.
14 Tweede evaluatie Leerstages Nr. BD2018-000354
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
15 Raming Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening 2018 Nr. BD2017-016741
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
16 Briefongelijkheid Nr. BD2018-001964
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissies ZS, WB en JC zijn hierbij uitgenodigd.
2
Gemeente Amsterdam W E
Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie,
Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Gewijzigde agenda, woensdag 21 februari 2018
17 Instemmen met de reactie op motie 1270 inzake Sociale binding, DNA van de
stad Nr. BD2018-000369
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
18 Instemmen met de reactie op motie 1183 Versimpel digitaal aanvraagformulier
voor minimavoorzieningen Nr. BD2018-000805
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
19 Bestuurlijke brief resultaten integrale schuldhulpverlening 2017 met een doorkijk
naar 2018 Nr. BD2018-001950
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Economie
20 Instemmen met het bestemmen van €1 miljoen uit de middelen voor
Economische structuurversterking ter ondersteuning van het projectvoorstel
‘WeMakeT he.City’ voor de periode 2018-2020 Nr. BD2018-000381
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 14.03.2018).
21 Afdoening van de motie 1635 E van het lid Geenen inzake het
detailhandelsbeleid Amsterdam 2018-2022: sterke winkelgebieden in een
groeiende stad (geen nieuwe freezones zonder evaluatie) Nr. BD2018-000318
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie AZ is hierbij uitgenodigd.
22 Beleid regulering rondleidingen op de Wallen en afdoening van de motie 712.17
van de leden Van Dantzig en Boutkan inzake het vergunningensysteem voor
aanbieders van gidstours Nr. BD2018-000363
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
23 Voortgangsrapportage Uitvoeringsprogramma Stad in Balans 2017 Nr. BD2018-
001155
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
24 Resultaten acquisitie- en investor relations activiteiten amsterdam inbusiness
2017 Nr. BD2018-001674
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
Gemeente Amsterdam W E
Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie,
Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Gewijzigde agenda, woensdag 21 februari 2018
Deelnemingen
25 Brief ter nakoming van toezegging inzake mogelijkheden bij herbenoemingen
directieleden van deelnemingen met een salaris boven WNT-2 norm (TA2017-
000960) Nr. BD2018-002327
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Boutkan (PvdA).
e Was TKN 8 in de vergadering van 31.01.2018.
26 Afhandeling motie (2016.1029) raadslid Poot c.s. Actualisatie opvolging herijking
Carré Nr. BD2018-002008
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Economie
27 Subsidieregeling Evenementenfonds Nr. BD2018-001307
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 14.03.2018).
Deelnemingen
28 Vaststellen van Jaarverslag deelnemingen 2016 Nr. BD2018-001966
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Was oorspronkelijk TKN 17.
29 Opvolging herijking: NV Zeedijk Nr. BD2018-002436
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e __Kabinetbijlage is naar de leden gestuurd.
Lucht- en Zeehaven
30 Ontwikkelingen ADM-terrein Nr. BD2018-002690
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie AZ is hierbij uitgenodigd.
4
Gemeente Amsterdam W E
Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie,
Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Gewijzigde agenda, woensdag 21 februari 2018
Werk, Participatie en Inkomen
31 Cie WE Bouwstenen voor digitale inclusie Nr. BD2018-001923
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Bijleveld (SP).
e De commissie JC is hierbij uitgenodigd.
e Was oorspronkelijk TKN 5.
BESLOTEN DEEL
5
| Agenda | 5 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
Evaluatie op basis van de humanitaire toets:
noodopvanglocatie COA Westerhoofd (MS
Galaxy)
Datum 17 augustus 2023
Bestuurlijke achtergrond
Op 19 juni 2023 heeft het COA bij de gemeente Amsterdam een verzoek ingediend om de tijdelijke
noodopvanglocatie aan het Westerhoofd met een jaar te verlengen, tot 4 oktober 2024. Om 19
september 2023 als college van Amsterdam een besluit te kunnen nemen over dit verzoek, is in de
zomer de evaluatie op basis van de humanitaire toets nogmaals uitgevoerd. Een positieve
uitkomst van deze humanitaire toets is voor het college een voorwaarde om in te kunnen
stemmen met de verlenging van deze opvanglocatie.
Het huidige toetsingskader is speciaal ontwikkeld voor de evaluatie van de opvang op het
Westerhoofd door het voormalige stedelijk coördinatieteam asielzoekers en vluchtelingen (nu:
programma Migratie, Asiel en Ongedocumenteerden) en vastgesteld door het college van
burgemeester en wethouders van Amsterdam op 6 december 2022.
Tegelijkertijd met het vaststellen van het toetsingskader op 6 december 2022, zijn de vitkomsten
van de eerste evaluatie gedeeld in de raadsinformatiebrief van 16 december 2022.
Op 1 februari 2023 heeft een tweede evaluatie plaatsgevonden die de basis vormde voor het
collegebesluit van 15 februari 2023 over het verzoek vanuit het rijk voor de verlenging van de
periode van de tijdelijke noodopvang en een ophoging van de capaciteit naar maximaal 1500
personen.
Met behulp van de humanitaire toets wordt aan de hand van onderstaande 5 thema’s een beeld
gegeven van de huidige situatie op het schip, eventuele ontwikkelingen en een beoordeling of het
criterium is behaald.
Deze 5 thema’s zijn:
1. Fysieke locatie en voorzieningen
2. Veilig
3. Gezondheidszorg
4. Werk en dagbesteding
5. Dagelijks leven
De toets is een praktische uitwerking van Europese richtlijnen (richtlijn 2013/33/EU, beter bekend
als de Opvangrichtlijn), nationale regeling (Regeling verstrekkingen asielzoekers 2005), een
recente uitspraak van de voorzieningenrechter en zorgen van de Kinderombudsman. Dit betekent
dat sommige van de criteria, zoals bijvoorbeeld alles onder de indicator ‘passende huisvesting’ van
het eerste thema ‘fysieke locatie en voorzieningen’, criteria zijn voor reguliere COA-locaties. Zoals
Gemeente Amsterdam Datum 17 augustus 2023
Pagina 2 van 12
vooraf bekend, kan op een schip niet letterlijk aan al deze criteria worden voldaan. Wel kan zoveel
mogelijk aan de intentie erachter tegemoet worden gekomen.
Algemeen beeld van de bewoners Westerhoofd
Op peildatum 10 augustus 2023 verblijven er 1435 mensen op de Galaxy, waarvan 79 minderjarig
zijn. Er zijn 12 kinderen in de leeftijdscategorie van 0-3 jaar, 6 in die van 4-5 jaar, 19 in die van 6-12
jaaren 42 tussen de 13 en 17 jaar. Er zijn 200 vrouwen/meisjes aan boord.
Onder de 1435 mensen zijn er 493 met een status, waarvan er 188 gekoppeld zijn aan Amsterdam.
Top 4 landen van herkomst zijn: Syrië, Jemen, Turkije en Eritrea.
1 Fysieke locatie en voorzieningen
Passende huisvesting
e Een slaapkamer per gezin
Op het schip zijn geen familiekamers beschikbaar. Alle bewoners krijgen dezelfde ruimte
aangeboden. Dit is een kamer waar twee bedden in staan, met de mogelijkheid om twee
extra bedden uit te klappen op 1.50 meter hoogte. Dit is gezien de beperkte ruimte niet
wenselijk. Alleen ouders met een baby kunnen hier op eigen verzoek gebruik van maken.
Gezinnen worden bij elkaar geplaatst in aansluitende kamers met een tussendeur of
tegenover elkaar zodat er zicht is voor de ouders op hun kinderen. Hierdoor is er ook een
mogelijkheid om een leefruimte te creëren waar ze kunnen spelen in familie verband.
Vooral in de avond is dit belangrijk.
e Slaapkamer voor maximaal zes personen van hetzelfde geslacht
Op het schip zijn geen groepskamers. De kamers worden vanwege de kleine oppervlakte
verdeeld over twee personen van hetzelfde geslacht of door echtparen.
e Vier muren, een plafond, een deur die kan worden afgesloten en een raam dat kan worden
geopend.
De kamers zijn afsluitbaar en beschut aan alle kanten. Omdat dit een zeeschip betreft
kunnen de ramen niet worden geopend. De kamers in de binnenring van het schip, die
sinds de ophoging van de capaciteit van 1000 naar 1500 plekken ook worden ingezet,
hebben ook een raam, maar daar kan geen direct daglicht door binnenkomen. Eris
luchtventilatie-systeem dat zorgt voor gefilterde lucht. Frisse lucht kunnen de bewoners
opdoen onder andere op het autodek; dit staat 24 uur per dag in contact met de
buitenlucht.
e Minimaal 4 m? slaapruimte per persoon
Helaas is dit niet haalbaar door de indeling van het schip. Dit is ook de reden dat er maar 2
personen per kamer verblijven.
Conclusie:
De huisvesting op het schip voldoet niet volledig aan de criteria. Dat was bekend ten tijde van de
besluitvorming over deze tijdelijke noodopvang.
Gemeente Amsterdam Datum 17 augustus 2023
Pagina 3 van 12
De genomen maatregelen door het COA komen zo veel mogelijk tegemoet aan de intentie van de
vitgangpunten. Bovendien kent het schip restaurant- en evenementruimtes die bewoners
(kunnen) gebruiken om zich terug te trekken, te spelen of te leren.
Huisvesting met een toereikende, adequate en werkende sanitaire infrastructuur
e Toegang tot een douche/bad, een wastafel met warm en koud water en een werkend toilet
Elke kamer heeft een eigen toilet, douchecabine, wasbak, warm en koud stromend water.
e _Pertien asielzoekers ten minste één werkend en afsluitbaar toilet dat dag en nacht
toegankelijk is.
Per twee bewoners is een toilet dat 24 vur per dag beschikbaar is op hun eigen kamer.
e _Pertwaalf asielzoekers ten minste één werkend(e) douche/bad is met warm en koud water
dief/dat minimaal acht vur per dag toegankelijk is.
Ook deze is 24 vur per dag per twee bewoners beschikbaar op hun eigen kamer.
e Schoonmaak van gemeenschappelijke ruimten, waarbij een schoonmaakschema mag
worden opgesteld.
De schoonmaak van de openbare ruimte is uitbesteed aan een extern bedrijf. Het schip
heeft ruimtes en installaties waar getraind personeel van de rederij voor nodig is. De
bewoners worden wel ingezet op rooster basis voor schoonmaak werk in het restaurant,
de ingehuurde ruimte met wasmachines, het autodek en de kade.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Dag en nacht toegang tot drinkwater
e Aanwezigheid drinkwater.
Er is 24 uur per dag toegang tot drinkwater. Dit is schoon Amsterdams leidingwater van af
de wal dat beschikbaar is via de kranen aan boord.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Geen plaatsing van kwetsbare asielzoekers in een noodopvanglocatie, tenzij in hun specifieke
bijzondere opvangbehoefte kan worden voorzien
e inventarisatie van kwetsbare groepen op basis van gegevens van COA.
Kwetsbare personen worden, als dat vooraf bekend is, niet geplaatst op de Galaxy.
Wanneer dit tijdens het verblijf naar voren komt, wordt in samenspraak met de begeleider
en de gezondheidsdiensten gekeken of het schip de kennis, ruimte, veiligheid en
faciliteiten kan aanbieden om deze persoon goed te begeleiden. Mocht dit niet zo zijn dan
wordt de bewoner overgeplaatst naar een locatie die gespecialiseerd in die begeleiding is.
We weten dat er mensen uit de LHBTOI+ en bewoners met GGZ-problematiek aan boord
zijn. Er is persoonlijk contact met hen en het beeld is dat de begeleiding voldoet.
e Overzicht van de maatregelen die genomen zijn.
Gemeente Amsterdam Datum 17 augustus 2023
Pagina 4 van 12
Het COA houdt voeling en contact met de kwetsbare groepen en personen. Indien een
persoon naar een andere locatie (COA) gaat, ‘verhuist’ zijn (digitale)dossier mee zodat
adequate begeleiding blijvend kan worden geboden.
Op verzoek van de mensen zelf zijn zij achter op een gang geplaatst. Een ander deel van
de mensen voelt zich juist veilig tussen de algemene bewoners en wil niet in een specifieke
ruimte geplaats wil worden. Het COA heeft een
aandachtsfunctionaris/vertrouwenspersoon voor de Ihbtig+-doelgroep aangenomen en
een speciaal spreekuur. Er is een overleg over de kwetsbare groepen, waarbij het
Amsterdamse en politienetwerk betrokken zijn. De samenwerking met de
Regenbooggroep en Veilge Haven is goed. Voor de vrouwen is er een aparte ruimte
gecreëerd, waar activiteiten worden georganiseerd.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Voldoende en geschikt voedsel
e Volwassenen ten minste driemaal per dag
Er wordt driemaal per dag een maaltijd geserveerd in het restaurant. Het zijn drie
momenten van 2 vur: ontbijt, lunch en diner. De lunch en diner bevatten altijd een warm
gerecht. De bewoners mogen op die momenten zo veel eten als ze willen. Er is door de
GZA gekeken naar de voedingswaarde en deze is ruim voldoende. Het eten zal altijd een
smaak kwestie zijn maar er wordt naar suggesties en feedback geluisterd en indien
mogelijk ook gevolg aan gegeven.
Kinderen en bewoners die naar school en/of werk gaan kunnen vanaf 7 vur ontbijten en
een lunchpakket maken in het restaurant. Minderjarigen ontvangen vijfmaal per dag een
maaltijd of een tussendoortje, waaronder ten minste één warme maaltijd. De lunch en
diner bevatten altijd een warm gerecht. Sinds december is er brood en fruit beschikbaar
voor de kinderen gedurende de dag bij de activiteiten.
e Binnen het redelijke rekening wordt gehouden met de eetvoorkeuren en
voedingsvoorschriften van specifieke groepen.
Alle maaltijden zijn halal (gecertificeerd). Er is altijd een vegetarische optie. Als de
bewoners aangeven wat specifieke wensen zijn van religie, gezondheid of overtuiging
wordt hier aan voldaan. Ook alle medisch voorgeschreven diëten worden gefaciliteerd.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Aanwezigheid van speelvoorzieningen voor kinderen in de vorm van een veilige binnenspeelruimte
en een speelruimte in de open lucht
e Overzicht van de speelvoorzieningen en locatie van de voorziening.
Er wordt op het schip onder supervisie doordeweeks een binnen spelprogramma voor
minderjarigen aangeboden door de gemeente en vrijwilligers. Dit gebeurt in de ruimte de
Seapub, deze is afgezet en ingericht als activiteitenruimte met o.a. Playstations, bord
spellen en knutselspullen. Voor meerderjarigen staan er twee tafelvoetbal sets en een
tafeltennistafel en op de kade kan worden gevoetbald. Het autodek is aangepast tot een
Gemeente Amsterdam Datum 17 augustus 2023
Pagina 5 van 12
sport- en spelplek. Er zijn tafelvoetbaltafels, tafeltennistafels en een work-out station
geplaatst.
Er is een kleuter{peuter speelzaal. Drie keer per week is de sportschool op inschrijving
open. In de Moonlight bar kan zes keer per week boks/kickboks/yoga lessen gevolgd
worden. Bewoners die naar een sportschool in de stad willen, worden geholpen met
vervoer en een abonnement toelage. Er is een offerte opgevraagd voor een speeltuin ter
grote van 100m?.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
2. Veilig
Fysiek veilige inrichting locatie en omgeving (bhv, veiligheidsplannen, beveiliging)
Het schip heeft een eigen veiligheidsplan waar het COA onderdeel van is. Er worden tweewekelijks
oefeningen gehouden met de crew en het COA personeel. Maandelijks wordt er een algehele
oefening gehouden waar ook de bewoners bij betrokken zijn. Dit is een evacuatieoefening.
e Veiligheidsplannen
e _Ontrvimingsplannen
e Bevindingen uit het veiligheidsoverleg
Deze worden wekelijks intern het COA en het schip besproken. Daarnaast is er een tweewekelijks
veiligheidsoverleg met de gemeente, politie, COA, ship security en Trigion.
De ontruimingsoefeningen worden gecontinueerd en is er meer aandacht voor het voorkomen van
roken aan boord en het gebruik van slechte en goedkope kwaliteit waterkokers.
Het veiligheidsplan met betrekking tot slecht weer is twee keer geactiveerd. De samenwerking
liep naar tevredenheid van de partners.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan. Alle plannen zijn aanwezig en met de betrokken partners
besproken. Daar waar nodig zijn tussentijds aanscherpingen aangebracht.
Voldoende en gekwalificeerd personeel: COA, ISPS-beveiligers, Trigion en Slaapschepen.
Capaciteit is op orde voor 1500 bewoners. Opleidingen van ISPS en Trigion zijn op orde.
Slaapschepen heeft alleen gecertificeerd personeel aan boord, zij zijn de ship-crew. Alle
medewerkers van het COA werken op het verplichte niveau die voor hun functie staat. De hele
formatie is gevuld met +10% voor opleidingen in inwerken. Alle medewerkers hebben verplicht
een BHV cursus gevolgd. Er zijn altijd BHV teamleiders aanwezig op het schip.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Hygiëne
e _GGD-audits
De GGD heeft de locatie Westerhoofd (Galaxy) in het afgelopen jaar in totaal vijf keer bezocht
voor een inspectie. Tijdens een inspectie wordt gekeken naar o.a. voedselveiligheid,
wasruimten, sanitaire ruimten, schoonmaak, medische behandelruimten en kinderruimten.
Het team Algemene Infectieziektebestrijding (AIZ) is betrokken bij eventuele uitbraken,
vaccinaties en bestrijding van meldingsplichtige infectieziekten.
Gemeente Amsterdam Datum 17 augustus 2023
Pagina 6 van 12
De laatste audit heeft op 5 juni 2023 plaatsgevonden. De locatie en de diverse betrokken
partijen hebben meerdere aandachtspunten m.b.t. hygiëne en infectiepreventie aanzienlijk
verbeterd ten opzichte van de eerdere audits. Voorbeelden hiervan zijn: voorlichting en het
aanwijzen van een HACCP -verantwoordelijk, goed geregelde inkoop van persoonlijke
beschermingsmiddelen en desinfectiemiddelen en er is goed nagedacht over het omgaan met
de mogelijke uitbraak van infectieziekten (denk aan corona, norovirus, scabiës), bijvoorbeeld
met betrekking tot hygiëne- en isolatiemaatregelen.
e Verstrekking producten door COA van luiers, babyvoeding, menstrvatieproducten,
tandenborstels enz.
Twee wekelijks en op aanvraag wordt er verstrekt aan de bewoners op dek 6 (voorheen de
supermarkt)
e Schoonmaak van het schip door Slaapschepen
Slaapschepen heeft de firma Cruising aangenomen voor de dagelijkse schoonmaak van het
schip en het wekelijks verversen van het beddengoed. In november 2022 is gestart met de
inspectie van de hutten. Tijdens de inspectie wordt gekeken naar de staat van de hut
(hygiëne), technische mankementen en de veiligheid (brandgevaarlijke apparaten). Deze
wekelijkse inspectie (steekproef) gebeurt in het bijzijn van het COA en personeel van de rederij
Tallink. Brandgevaarlijke apparaten worden verwijderd en opgeslagen. Indien nodig worden
de hutten ook gedeeltelijk schoongemaakt.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Rekening houden met gender- en leeftijdsspecifieke problemen en met de situatie van kwetsbare
personen en eventuele maatregelen nemen treffen passende maatregelen om geweldpleging en
gender gerelateerd geweld, met inbegrip van aanranding en seksuele intimidatie
e Inventarisatie van incidenten door COA en veiligheidsoverleg
Twee keer per dag worden, indien aan de orde, incidenten besproken met de
medewerkers. Daarnaast is er elke ochtend een overdracht met GZA(huisarts), COA en
Trigion (beveiliging) waar signalen worden doorgenomen. Deze worden in het
basissysteem (IBIS) van het COA gezet.
Alle relevante incidenten worden gedeeld in het veiligheidsoverleg met Politie-
Gemeente-COA-Trigion-Ship Security/captain)
De kleine incidenten lopen viteen van roken aan boord tot onderlinge meningsverschillen.
Verbale bedreigingen onder bewoners of naar COA personeel vinden gemiddeld 2 keer per
maand plaats en hier wordt altijd met een maatregel op gereageerd. In de laatste 6 maanden
is vier keer een bewoner overgeplaatst als maatregel.
De Turkse verkiezingen zorgden net als in de stad voor spanningen aan boord van de Galaxy.
Ook kwamen organisaties van buiten langs om zich hier mee te bemoeien.
Uiteindelijk zijn er twee bewoners overgeplaatst en zijn na onderzoek ook 2 beveiligers van
het schip verwijderd vanwege niet professioneel handelen.
Gemeente Amsterdam Datum 17 augustus 2023
Pagina 7 van 12
In de afgelopen 6 maanden zijn er twee demonstraties aan boord geweest. De demonstraties
verliepen rustig en waren gericht tegen de IND vanwege de lang wachttijden en niet tegen het
COA.
e inventarisatie van kwetsbare groepen door COA
Bewoners in een kwetsbare situatie worden begeleid als zij aangeven dit nodig te hebben of
als COA hier aanleiding voor ziet. Als blijkt dat het niet mogelijk is om op het schip passende
maatregelen te bieden, wordt de bewoner naar een passende locatie overgeplaatst.
Het COA heeft een goed beeld van de bewoners aan boord, waardoor het mogelijk is
maatwerk te leveren bij gender- en leeftijdsspecifieke problemen en de situatie van kwetsbare
personen.
e Inventarisatie maatregelen die genomen zijn
Het COA noteert alle maatregelen die zij nemen in het systeem. Dit systeem is afgeschermd
en alleen toegankelijk voor bevoegde medewerkers.
De volgende maatregelen zijn tot nu toe ingezet: overplaatsing naar een andere locatie,
toewijzing van een andere kamer en contact met een vertrouwenspersoon.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
3 Gezondheidszorg
Toegang tot elke vorm van nodige gezondheidszorg, die ten minste spoedeisende behandelingen
en de essentiële behandeling van ziekten en ernstige mentale stoornissen omvat
e Aanwezigheid huisarts (GZA) en jeugdgezondheidszorg (JGZ).
e Passende onderzoeksruimten voor GZA en JGZ
e Inventarisatie van eventuele doorverwijzingen door GZA en JGZ
GZA is vijf dagen per week van 08:30 tot en met 17:00 uur aanwezig. De JGZ is 2 dagen per
week en op afspraak aanwezig op de locatie.
De werkzaamheden komen overeen met de reguliere dienstverlening van een huisartsenpost.
De onderzoeksruimten zijn toegewezen op het schip en buiten in mobiele units. Indien van
toepassing geven de GZA en JGZ signalen door aan het COA om bewoners te helpen met
doorverwijzingen.
Er komt een tandartsen bus voor de minderjarigen op locatie.
Sinds 1 februari 2023 heeft de JGZ de beschikking over een ingerichte werkruimte buiten het
schip in een mobiele unit. De samenwerking tussen JGZ en GZA loopt goed. Bij
doorverwijzingen gaat hier vooral om GGZ gerelateerde onderwerpen.
Eris gestart met multidisciplinaire overleggen, waarbij de JGZ in casussen met kinderen actief
betrokken wordt.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Specifieke aandacht voor kwetsbare groepen
GZA en JGZ hebben hiervoor contact met het COA
Gemeente Amsterdam Datum 17 augustus 2023
Pagina 8 van 12
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Medische screening
Dit gebeurt op het moment van aanmelding asielzoeker en staat in de gesloten systemen van het
COA. GZA en JGZ hebben hiervoor contact met het COA
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
4 Werk en dagbesteding
Onderwijs aan minderjarigen binnen 3 maanden vanaf de datum waarop zij asiel hebben
aangevraagd
e Inventarisatie COA
Alle leerplichtige kinderen gaan naar school in Amsterdam. Dit betekent niet dat dit binnen de
termijn van drie maanden na datum asiel aanvraag het geval was. Factoren als lerarentekort,
wachtlijsten, maar ook overplaatsingen van kinderen tussen verschillende locaties hebben hier
een rol in gespeeld.
e Input gemeente Amsterdam
De kinderen worden snel en volgens afspraak door het COA aangemeld bij de scholen.
De samenwerking is voldoende op gang gekomen. Er lijkt nu meer stabiliteit in het team van
het COA en dat zien we terug in de organisatie van{frondom het onderwijs. COA neemt ook
zelf initiatief om activiteiten voor de kinderen en jongeren te organiseren.
De belangrijkste afspraak die wordt nageleefd is dat kinderen direct bij aankomst worden
aangemeld bij het onderwijs. Hierdoor kunnen kinderen zodra ze voldoende geland zijn naar
school. Als er nieuw personeel is, is het essentieel om de afspraken rond aanmelding nogmaals
te bespreken.
In Amsterdam hebben de schoolbesturen een gezamenlijke stedelijke intern begeleider en een
coördinator aangesteld. Door die stedelijke inzet kan er snel en centraal geschakeld worden
en hoeft het COA niet met individuele scholen te communiceren.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Werkgelegenheid
e inventarisatie COA van de mogelijkheden voor de bewoners
Eris een wekelijkse een meedoe balie met voorlichting over werk voor volwassenen. 130
bewoners werken mee aan zelfredzaamheid in en om het schip. Zij krijgen hier een vergoeding
van het COA voor. Bedrijven kunnen zich elke donderdag laten zien voor vacatures.
Op dit moment hebben go mensen een betaalde baan met een officieel contract.
Werkzaamheden in het kader van zelfredzaamheid zijn: schoonmaken restaurant en terrein,
helpen met uitgifte van sanitaire producten, tolken, begeleiden van kinderen in speelruimte,
begeleiden van activiteiten.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Gemeente Amsterdam Datum 17 augustus 2023
Pagina 9 van 12
Beroepsopleiding
e inventarisatie COA van de mogelijkheden voor de bewoners
Tijdens de wekelijkse meedoe balie wordt voorlichting gegeven over studiemogelijkheden
voor volwassenen.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Recreatieve en educatieve activiteiten
e Programma voor minderjarigen in de verschillende leeftijdsgroepen
Het jeugdprogramma is begin december 2022 gestart en sindsdien verder uitgebreid. Er zijn
dagelijks onder toezicht van vrijwilligers activiteiten voor de minderjarigen in de Seapub.
-_Sportmomentje, Sciandri, DOCK
-___ Regenboog, de Vrolijkheid, Cliniclowns, Zomerschool
-__ Voor kinderen is er een Squla account beschikbaar om te kunnen oefenen met alle
vakken van de basisschool.
-_ Voorleeshoek is beschikbaar.
e Programma voor volwassenen aansluitend bij de behoefte
Daar waar in december nog geen aanbod voor volwassenen was, is de afgelopen maanden
door het COA en de Amsterdamse partners hard gewerkt om dit vorm te geven.
-__ Betrokken partners zijn o.a. Ru Paré, Road of Hope, Bread of Hope, Impact, Cliniclowns
-_Bamboo training vanuit GZA (vergroten mentale veerkracht).
-_ Voorlichting aan ouders vanuit GGD Amsterdam over stimuleren ontwikkeling van
kinderen en veiligheid/hygiëne.
-_NT2: 4 verschillende taalniveau groepen op de Galaxy en nog 3 verschillende taalniveau
groepen (8 tot en met 12 deelnemers per groep) extern bij Thuis in Amsterdam, Ru Paré
(hier werkt nu een bewoner van de Galaxy als vrijwilliger)
-_ Voor de vrouwen is een aparte ruimte gecreëerd waar ze specifieke activiteiten kunnen
uitvoeren. Dit is op verzoek van de bewoonsters. Driemaal per week is er begeleiding voor
specifieke vrouwen activiteiten.
-_ Bibliotheek/Open Leercentrum wordt binnenkort geopend. Hier zal ook het taalcafé
starten iedere 2 weken en iedere maandag 15:30 de Participatiebalie.
-__ Voor de volwassenen is een begeleider aangenomen om de sportactiviteiten te
organiseren. Hij heeft een dubbelfunctie als huismeester en sportinstructeur.
-__En inde Starlight ruimte is de hele dag een uitzending van Nederland 1 om de
Nederlandse taal te stimuleren.
e Aanbod o-4 jaar
Er is voor ouders die dat willen de mogelijkheid om hun kinderen naar voorschoolse opvang te
brengen.
Op het schip is een medewerkster die de kinderen op het schip (o-4 jaar) begeleid bij
activiteiten. Er wordt hierbij vooral gefocust op de betrokkenheid van de ouders.
e Begeleiding statushouders
Gemeente Amsterdam Datum 17 augustus 2023
Pagina 10 van 12
WPI begeleidt 71 mensen van het schip. De bewoners die tussen 19 april en 27 juli een
verblijfstitel hebben gekregen, zijn nog niet gesproken. Ongeveer 92 bewoners staan op de
inactieve lijst. Zij zijn wel door de klantbegeleiders gesproken, maar hebben aangegeven niet
deel te willen nemen aan de snelle start.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
5 Dagelijks leven
Bescherming van gezinsleven
e Ouders en kinderen op 1 opvanglocatie.
Indien mogelijk wordt hier gehoor aangegeven. (Kan in verband met procedure soms niet
mogelijk zijn)
e Een slaapkamer per gezin
Ouders en kinderen slapen met aangrenzende hutten. Een hut is beschikbaar voor twee
personen.
e Zoveel mogelijk zelfvoorzienend (bv koken)
Dit is geen optie op de boot in verband met de brandveiligheid. Bewoners kunnen wel hun
eigen was doen in de wasruimte op het parkeerdek. De lakens worden door house-keeping
gewassen. Dit heeft met de hoeveelheid beddengoed en het aantal beschikbare wasmachines
te maken.
Conclusie:
Dit criterium wordt deels behaald en met de genomen maatregelen door het COA wordt zo veel
mogelijk tegemoetgekomen aan de intentie van de uitgang punten.
Mogelijkheid hebben om te communiceren
e Goed werkende wifi
De wifi is gratis en voldoet.
e Gebruik kunnen maken van tolken
Tolken gaan via de officiële tolken-app en zijn altijd beschikbaar voor COA/IND/VWN taken
met bewoners.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Toegang voor organisaties om verzoekers bij te kunnen staan
e Familieleden, juridisch adviseurs of raadslieden, vertegenwoordigers van de UNHCR en
relevante door de lidstaat erkende niet-gouvernementele organisaties
Toegang wordt altijd verleend.
e Kantoor Vluchtelingenwerk op de locatie
VWN heeft een aparte ruimte gekregen met bijbehorende faciliteiten.
e Spreekuur van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) op locatie
Op verzoek van IOM mogelijk.
Gemeente Amsterdam Datum 17 augustus 2023
Pagina 11 van 12
e input bewonersraad
De raad komt elke twee weken bij elkaar en geeft input over het eten, activiteiten en sfeer.
e IND
De IND geeft 1 keer per maand voorlichting. In janvari was er een pilot met schriftelijke horen
op het schip. Dit liep goed en gebeurt nu in Utrecht en Haarlem.
In april en mei is de IND gestart met het horen van de bewoners aan boord van de Galaxy.
Vanaf september wordt dit weer opgepakt.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Alleen worden overgeplaatst wanneer dit noodzakelijk
e inventarisatie van overplaatsingen door COA
Een overplaatsing gebeurt op basis van een medisch advies, vanwege
veiligheidsoverwegingen(ordehandhaving), de koppeling van een statushouder aan een
gemeente en in het kader van gezinshereniging.
Conclusie:
Aan dit criterium wordt voldaan.
Betrekken van een representatieve adviesraad van bewoners
e Oprichting bewonersraad
De raad is in november 2022 opgericht. Zij komen twee keer per maand bij elkaar.
e Inventarisatie van rol van bewonersraad op de locatie.
Het gesprek tussen de bewonersraad en het COA gaat vooral over eten en activiteiten.
Conclusie:
Aan dit criterium wordt voldaan.
Een levensstandaard voor minderjarige kinderen die past bij hun fysieke, geestelijke, spirituele,
morele en sociale ontwikkeling
Vanuit de JGZ wordt op 1 augustus 2023 aan 79 kinderen in de leeftijdscategorie 0-18 jaar zorg
verleend. Zij merken dat meeste ouders en kinderen de locatie als prettig ervaren; de sfeer is goed
en er wordt veiligheid ervaren. Wel geven ouders van kleine kinderen aan de inrichting van de
locatie lastig te vinden. Door de aanwezigheid van trappen en verschillende verdiepingen kunnen
kinderen vallen of weglopen. Voor kleine kinderen zijn ouders minder tevreden over de
mogelijkheden tot spelen. Er zijn weinig voorzieningen in de buurt en ouders missen een speeltuin.
Voor ouders met kleine kinderen is het lastiger om met de pendelbus een speeltuin op te zoeken.
Ouders zijn vaak niet tevreden over het eten en maken zich zorgen om de groei van de kinderen.
Zij vinden dat er weinig variatie is en het aangeboden eten is onbekend voor de gezinnen. In de
praktijk heeft de JGZ geen kinderen gezien die minder goed groeien door voedingstekorten.
Conclusie:
Gezien de omstandigheden wordt enigszins aan criterium voldaan. Onveranderd ten opzichte van
de vorige evaluatie blijft dat de locatie niet ideaal is voor kinderen. De rust en stabiliteit doet de
kinderen goed en tegelijkertijd kent het schip zijn beperkingen. De tijdelijkheid van de opvang
Gemeente Amsterdam Datum 17 augustus 2023
Pagina 12 van 12
draagt niet bij aan rust voor de kinderen om ruimte te bieden aan de ontwikkeling die we hen
gunnen.
Bewegingsvrijheid
e _Pendelbus
De pendelbus rijdt 7 dagen per week van 08:00 vur tot 21:30 uur is en stopt bij de metrohalte
Isolatorweg en de Van Hallstraat in stadsdeel West.
Ook is er extra vervoer geregeld naar vier scholen verspreid over Amsterdam in de vorm van
een touringcar, taxi en schoolvervoer.
e Fietsen
Begin augustus 2023 staan er ca. 800 fietsen op het terrein, inclusief 5o die gedoneerd zijn
vanuit de gemeente. Ook fietsenrekken zijn aanwezig.
e _Openbaarvervoerskaarten in verband met de asielprocedure
Bewoners krijgen voor de kosten met betrekking tot de asielprocedure vervoer vergoed. Dit
kan zijn O.V. of een taxi.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan
WA-verzekering, wekelijkse financiële toelage en vergoeding van noodzakelijke kosten
e Inventarisatie van COA
Bewoners zijn verzekerd en krijgen een weekvergoeding van €12.95 per week voor privé
uitgaven. Ook worden extra kosten voor school voor kinderen en studenten vergoed. Eten,
drinken en hygiëne producten worden door het COA beschikbaar gesteld.
Conclusie:
Aan het criterium wordt voldaan.
Organisaties die directe input hebben geleverd voor deze evaluatie op basis van de
humanitaire toets voor de COA-opvanglocatie Westerhoofd:
COA, politie, Trigion, Markus beveiliging, Tallink, Slaapschepen, Port of Amsterdam,
Vluchtelingenwerk Nederland, schoolbesturen
Afdelingen van de Gemeente Amsterdam: Onderwijs, WPI, Stadsdeel West, Sport, GGD (JGZ en
team H&I)
Netwerkpartners waar informatie is opgehaald door bovenstaande organisaties:
OKT, jongerenwerk van DOCK, Sportmomentje, Sciandri, Combiwel buurtwerk; St. Taalmenu,
afdeling Wonen van de gemeente Amsterdam, Regenbooggroep, DUO, GZA, Taalcafé’s in de
buurt
| Onderzoeksrapport | 12 | val |
x Gemeente Amsterdam Z M
% Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en
Groen
% Agenda, woensdag 21 mei 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en Groen
Tijd 09.00 tot 12.30 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Vragenhalfuur publiek
BA Conceptverslag van de openbare vergadering van 23 april 2008
e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieZM @raadsgriffie.amsterdam.nl
5B Conceptverslag van de besloten vergadering van 23 april 2008
e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieZM @raadsgriffie.amsterdam.nl
6 Actualiteiten
7 Openstaande toezeggingen
8 Termijnagenda
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam Z M
Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en Groen
Agenda, woensdag 21 mei 2008
9 ACAM Rapporten
, _ Bijgevoegd ACAM rapporten inzake de controle van de jaarrekening 2007 van
diensten en bedrijven (voor zover aangeleverd bij de Griffie).
- Dienst Zorg en Samenleving
-__ GGD
-__ Servicehuis Personeel
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
, Rapporten gevoegd behandelen met agendapunt 10
10 Jaarverslag en jaarrekening 2007
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
, _Verslag/rekening gevoegd behandelen met agendapunt 9 ACAM rapporten
, _Verslag/rekening wordt u separaat toegezonden 9 mei 2008
e De jaarverslagen van de diensten/bedrijven liggen ter inzage (voor zover aangeleverd
bij de Griffie}
, _Kabinetbijlage ligt ter inzage bij de Griffie (dit staat niet op de commissieflap vermeld)
11 Rondvraag
Openbare Ruimte en Groen
12 Plan van aanpak Proeftuin Amsterdam Nr. BD2008-002834
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van mw. Burke (PvdA) }
e Was TKN 4 in de vergadering van 23-04-2008
Milieu
13 Richtlijn Inkoop duurzaam hout bij gemeentelijke gebouwen en de inrichting van
de openbare ruimte Nr. BD2008-002833
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van dhr. Geurts (GrLi)
e Was TKN 3 in de vergadering van 23-04-2008
14 Milieuverslag Amsterdam 2007 centrale stad Nr. BD2008-002811
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
Gemeente Amsterdam Z M
Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en Groen
Agenda, woensdag 21 mei 2008
Zorg
15 beantwoording laatste vragen over jaarrapportage klachten Wmo 2007 Nr.
BD2008-002530
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
16 Kadermodel Aanpak huiselijk geweld stad en stadsdelen Nr. BD2008-000219
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
* De commissie AZ is hierbij uitgenodigd.
17 krediet voor de verbouwing van de Valckenierstraat voor de geïntegreerde
voorziening Nr. BD2008-002782
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
3
| Agenda | 3 | val |
x Gemeente Amsterdam Z M
% Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en
Groen
% Agenda, woensdag 18 februari 2009
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en Groen
Tijd 09.00 tot 12.30 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Inspreekhalfuur publiek
5 Conceptverslag openbare vergadering van 28-01-2009
e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieZM @raadsgriffie.amsterdam.nl
6 Actualiteiten
7 Openstaande toezeggingen
8 Termijnagenda
9 _Rondvraag/T KN-lijst
Zorg
10 Consultatie over verlenging contract vervoerders Aanvullend Openbaar Vervoer
Nr. BD2009-000807
e De Commissie Zorg wordt hierbij gevraagd de Raad te adviseren dit voorgenomen
besluit van B&W in zijn vergadering te bespreken en zijn wensen en bedenkingen aan
het College van B&W ter kennis te brengen.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
| Agenda | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 712
Status Ingetrokken en vervangen door 712 accent
Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake inclusief onderwijs is gelijke toegang tot
tweede taallessen
Onderwerp
Inclusief onderwijs is gelijke toegang tot tweede taallessen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2022.
Constaterende dat:
-_Het college heeft aangegeven in het Coalitieakkoord 2018 — 2022 “We streven ernaar dat
Amsterdamse kinderen voorbereid zijn op het leven in een wereldstad door scholen aan te
spreken op het onderwijzen van een tweede taal en internationaal georiënteerd onderwijs
aan te bieden”;
-_ De beleidsbrief onderwijsvisie 2019 — 2025 spreekt over het stimuleren van scholen om
meer en vroeg vreemdetalenonderwijs aan te bieden.
-_In de Begroting 2022 er geen geld is gereserveerd voor dit aanbod.
Overwegende dat:
-__ Wetenschappelijk onderzoek aantoont dat een nieuwe taal leren cognitieve functies be-
vordert 4;
-__ Tweede taallessen, zoals Mandarijn, Arabisch en Turks niet voor eenieder financieel toe-
gankelijk zijn.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Te starten met een pilot in de vorm van een stimuleringsfonds vreemde taalonderwijs voor Am-
sterdamse scholen waarbij kosteloos op scholen een van de door de leerlingen en ouders ge-
wenste vreemde taal wordt gedoceerd.
+ https://www.cambridge.org/core{journals/bilingualism-langvage-and-cognition/article/abs/development-of-two-types-of-inhibitory-
control-in-monolingval-and-bilingual-children/303430BA7FA8296F32DFDo2FD48E8721
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken en
Pagina 2 van 2
Indiener
N. Yilmaz
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1387
Publicatiedatum 28 december 2018
Ingekomen onder C
Ingekomen op woensdag 19 december 2018
Behandeld op woensdag 19 december 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Bloemberg-lssa, Simons, Ceder, Kilig, Van Soest, Van Schijndel
en Boomsma inzake de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316 van de voormalige
raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere scenario's voor
het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij de Boterbloem
(Lutkemeerpolder onderdeel van de Hoofdgroenstructuur)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316 van
de voormalige raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere
scenario’s voor het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij de
Boterbloem (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1330).
Constaterende dat:
— de enig biologisch gecertificeerde akkerbouwgrond in Amsterdam in de
Lutkemeerpolder te vinden is;
— het gebied langs de groene as loopt en de biodiversiteit versterkt;
— de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling in het rapport ‘Naar een groene
stad' stelt dat voor de Amsterdamse Metropool de groene gebieden in en om
Amsterdam onmisbaar zijn vanwege de vele functies die zij vervullen en in hoge
mate de stedenbouwkundige kwaliteit van de stad bepalen.
Overwegende dat:
— erin de gemeenteraad de wens heerst om de Hoofdgroenstructuur te versterken
en uit te breiden;
— de Lutkemeerpolder kan bijdragen aan versterking van de Hoofdgroenstructuur:;
— erin Amsterdam veel draagvlak is om dit unieke gebied te behouden;
— behoud van een groene Lutkemeerpolder van publiek belang is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een onderzoek te starten naar uitbreiding van de Hoofdgroenstructuur en hierbij
het gebied van de Lutkemeerpolder te betrekken;
— hierbij te onderzoeken welk groentypen dit gebied zou kunnen krijgen en advies
te vragen aan de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur:;
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteraad R
Nummer 1387 Motie
Datum 28 december
2018
— dit extra stuk Hoofdgroenstructuur op te nemen in de Structuurvisie Amsterdam
2040;
— daarbij de optie tot opkoop van de polder door de gemeente nadrukkelijk te
overwegen.
De leden van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-lssa
S.H. Simons
D.G.M. Ceder
A. Kilig
W. van Soest
A.H.J.W. van Schijndel
D.T. Boomsma
2
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering _ 10 november 2022
Ingekomen onder nummer 409
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Bakker inzake Begroting 2023
Onderwerp
Structureel budget voor herplant bomen na stormschade
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023
Constaterende dat:
-_in de begroting onder de noemer risico is omschreven: “Door verschuivingen in het kli-
maat [..] kan het dat er schade aan groen, flora en fauna ontstaat. Daardoor moeten we
misschien meer kosten maken voor bijvoorbeeld herstel, herplanting, opruimwerkzaam-
heden en noodkapwerkzaamheden.”;
-_inde begroting nog geen reservering is gemaakt voor het herplanten van bomen na
stormschade.
Overwegende dat:
-_in verband met klimaatverandering steeds vaker stormschade zal optreden;
-_ het dramatische gevolgen kan hebben voor de klimaatadaptatie en de leefbaarheid van
de stad wanneer een harde storm weer honderden bomen omblaast, indien er geen of niet
genoeg incidentele middelen beschikbaar blijken te zijn voor de herplant van bomen;
-_ gezien de urgentie van de problematiek een structurele voorziening voor de herplant van
door stormen beschadigde of omgewaaide bomen veel passender is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Een duurzame structurele voorziening voor herplant stormschade op te nemen in de komende
Voorjaarsnota.
Indiener,
A.L. Bakker
| Motie | 1 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 317
Publicatiedatum 20 maart 2019
Ingekomen onder J
Ingekomen op woensdag 13 maart 2019
Behandeld op woensdag 13 maart 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Martens inzake de rapportage monitor vrouwenemancipatie 2017
(positie van Amsterdamse vrouwen op de arbeidsmarkt)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de rapportage monitor vrouwenemancipatie 2017
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 242).
Constaterende dat:
— De netto arbeidsparticipatie onder vrouwen in Amsterdam toeneemt, maar nog
altijd lager ligt dan bij mannen (63% versus 71%);
— Vrouwen, ook jonge vrouwen, vaker parttime werken, vaker een flexibel contract
hebben en minder vaak als zelfstandige werken dan mannen.
Voorts constaterende dat:
— De informatie en trends uit de rapportage volgens het college de noodzaak van
blijvende inzet voor gendergelijkheid onderstrepen.
Overwegende dat:
— Het momenteel niet duidelijk is wat de achterliggende redenen en oorzaken zijn
van de verschillende posities tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De raad schriftelijk te informeren over de vraag waarom de positie van Amsterdamse
vrouwen op de arbeidsmarkt verschilt ten opzichte van mannen en te onderzoeken
wat hiervan de achterliggende redenen zijn.
Het lid van de gemeenteraad
C. Martens
1
| Motie | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 16 november 2021
Portefeuilles) Economische Zaken
Portefeuillehouder(s): Victor Everhardt
Behandeld door Mariëlle Kruijs, m.kruijs @amsterdam.nl
Onderwerp Reactie motie 656.21 inzake vergemakkelijken van een doorstart van een
bestaande BIZ van de leden Nadif (GroenLinks), Martens (VVD), Kili (DENK)
en Van Soest (Partij van de Ouderen).
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 15 september 2021 heeft vw raad bij agenda punt 7 bij
de behandeling van het vaststellen 21 biz-verordeningen en het intrekken van 40 biz-
verordeningen motie 656.21 (Vergemakkelijken van een doorstart van een bestaande BIZ) van
raadsleden Nadif (GroenLinks), Martens (VVD), Kilig (DENK) en Van Soest (Partij van de Ouderen)
aangenomen, waarin het college gevraagd wordt om: “te onderzoeken hoe het proces van een
doorstart van een bestaande BIZ binnen de wettelijke kaders vergemakkelijkt kunnen worden.”
Het college hecht, net als de ondernemers en vastgoedeigenaren, aan een hoge organisatiegraad
en is een voorstander van biz'en. Het proces om tot een biz komen is continu in beweging en wordt
regelmatig verbeterd. De intensieve relatie tussen biz-besturen, biz-voorbereiders en de
gemeente zorgt voor een constructieve samenwerking. Ervaringen vit eerdere draagvlakperiodes
worden besproken en meegenomen in de aanpassingen. Zo is het in de afgelopen jaren mogelijk
geworden voor stemgerechtigden om digitaal hun stembiljet aan te leveren bij de gemeente. En
wordt bijvoorbeeld het reglement aangepast voor eigenaren met meerdere WOZ-objecten.
De gemeente is daarbij gebonden aan wettelijke voorschriften van de Wet op de
bedrijveninvesteringszones. De wet stelt de termijn waarvoor een bedrijveninvesteringszone kan
worden ingesteld op maximaal vijf jaar. Na maximaal vijf jaar moet opnieuw het draagvlak onder
de bijdrageplichtigen worden gepeild om de bedrijveninvesteringszone (biz) opnieuw te kunnen
instellen voor wederom een termijn van maximaal vijf jaar. De wet biedt dus geen ruimte om de
periode van vijf jaar op te rekken. Ook aan de verplichte draagvlakmeting kan niet worden
getornd. Het instellen van een biz betekent dat alle ondernemers en of vastgoedeigenaren
verplicht zijn om de biz-heffing te betalen. Ook door de bedrijven die niet voor de biz gestemd
hebben. Het niet voldoen aan de wet betekent dat als een heffingsplichtige bezwaar maakt de biz-
verordening zijn rechtsgeldigheid verliest en al het werk van de biz-voorbereider teniet gedaan
wordt.
De wettelijk voorgeschreven draagvlakprocedure om te komen tot een biz is een intensief traject
dat ongeveer zes tot negen maanden voorbereiding vergt voor alle betrokken partijen. Deze
procedure wordt door de gemeente gefaciliteerd en wijkt bij de doorstart van een biz af van de
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 2 van 2
16 november 2021
procedure voor een startende biz, waardoor een aantal formaliteiten achterwege gelaten kan
worden. Het biz-meerjarenplan is de basis voor een stemgerechtigde om voor of tegen biz te zijn.
Dat niet alleen, de biz-verordening en de daaruit ontstane belastingheffing wordt gebaseerd op dit
plan. Het biz-meerjarenplan wordt door het biz-bestuur zelf opgesteld. De door het bestuur
opgedane ervaringen uit de voorgaande biz-periode vergemakkelijken het tot stand komen van dit
nieuwe biz-meerjarenplan. De gemeente ondersteunt het bestuur door middel van diverse
formats om het schrijven van een biz-meerjarenplan te vereenvoudigen en om de
draagvlakprocedure soepel te laten verlopen. Tijdens de draagvlakperiode worden de biz-
voorbereiders op de hoogte gebracht van het aantal binnengekomen stembiljetten. Door dit te
doen heeft de biz-voorbereider en het bestuur een goed beeld of de drempelwaarde in zicht komt
en daarmee wordt de kans vergroot dat de drempelwaarde ook daadwerkelijk gehaald wordt. Net
als de biz-vereniging ziet de gemeente eveneens graag een positief resultaat aan het einde van
een stemperiode. De biz is immers een belangrijk en krachtig instrument voor samenwerking
tussen ondernemers in (winkel)gebieden én in de samenwerking met de gemeente.
Tot slot, ook voor de doorstart van een biz kan de bestaande biz-vereniging een subsidie
aanvragen. De regeling is een tegemoetkoming in de kosten voor de inzet van capaciteit die de
doorstart van een biz met zich meebrengt. De regeling is onlangs aangepast, waardoor gebieden
met meer ondernemers en/of vastgoedeigenaren een hogere bijdrage ontvangen dan gebieden
met minder leden.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
SS Js
dl
4
Victor Everhardt
Wethouder Economische Zaken
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
| Motie | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 457
Publicatiedatum 25 juni 2014
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 18 juni 2014
Behandeld op woensdag 18 juni 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake
het Coalitieakkoord Amsterdam 2014-2018 (ambitieuze minimumnorm onderhoud
openbare ruimte en stedelijke infrastructuur).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Coalitieakkoord 2014-2018, getiteld: ‘Amsterdam is
van iedereen’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 422);
Overwegende dat:
— erin het coalitieakkoord geen afspraken zijn gemaakt voor een ambitieuze
minimumnorm voor het onderhoud van de openbare ruimte en de wegen, terwijl
dat een belangrijke gemeentelijke taak is;
— de bestuurscommissies verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van een groot
deel van de openbare ruimte en de wegen en in de ‘Takenlijst
Bestuurscommissies' “het realiseren van het stedelijk vastgestelde minimale
onderhoudsniveau of een hoger niveau indien zo bepaald door de
bestuurscommissie”, ook als taak voor de bestuurscommissies is vastgelegd;
— uithet onderzoek van de gemeentesecretaris is gebleken dat het zonder
noemenswaardige meerkosten mogelijk is om de stad altijd zo schoon te houden
als bij de inhuldiging van de Koning,
Besluit:
de volgende zin toe te voegen aan het Coalitieakkoord 2014-2018:
“In overleg met de bestuurscommissies wordt een minimumnorm vastgesteld voor
het onderhoud en het schoonhouden van de openbare ruimte, de wegen en andere
stedelijke infrastructuur. Het streven daarbij is minimaal een verzorgd
onderhoudsniveau.”
Het lid van de gemeenteraad,
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | train |
VN2023-018235 G Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit
emeente ' !
Kunst en Cultuur % en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol), FKD
% Amsterdam en en
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
% Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van 14 december 2023
Portefeuille Kenkeani&okming
Agendapunt 3
Datum besluit NVT
Onderwerp
Kennisnemen van de raadinformatiebrief ter afdoening van de toezegging over ingekochte collectie
Amsterdam Museum en Stedelijk Museum
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van wethouder Meliani ter afdoening van de
toezegging in de commissie FKD van 22 juni 2023 over de ingekochte collectie Amsterdam Museum
en Stedelijk Museum.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet
Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren.
Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de commissie FKD van 22 juni 2023 heeft wethouder Meliani naar aanleiding
van vragen van het raadslid Boomsma toegezegd een overzicht te sturen van de ingekochte collectie
van het Amsterdam Museum en het Stedelijk Museum.
Reden bespreking
NVT
Uitkomsten extern advies
NVT
Geheimhouding
NVT
Uitgenodigde andere raadscommissies
NVT
Gegenereerd: vl.5 1
VN2023-018235 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit F K D
msterdam
Kunst en Cultuur % en antidiscriminatiebeleid, Lucht- en zeehaven (incl. Schiphol),
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van 14 december 2023
WE HTA een Wezeaging of motie afgedaan?
Ja, toezegging TA2023-000707 Ingekochte collectie Amsterdam Museum en Stedelijk Museum
Welke stukken treft v aan?
AD2023-087386 Bijlage 1 - Asterdam Museum - aanwinsten 2022.pdf (pdf)
AD2023-087385 Bijlage 2 - Stedelijk Museum - aanwinsten 2022.pdf (pdf)
AD2023-061322 Commissie FKD Voordracht (pdf)
Raadsinformatiebrief afdoening toezegging wethouder inzake Collectie
AD2023-087384,
Amsterdam.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
EZC, Kunst en Cultuur, Onno van den Muysenberg, telefoon o6 2081 4676,
[email protected]
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | train |
€ Gemeente
% Amsterdam N CX
% / Mae
Oe G € e © ® s a& 8 © Q | | =
SL KAR ESR ATA 5
Programma Huisvesting
Kwetsbare Groepen
Amsterdam, juli 2023
B inhoud Samenvatting Gn
Inhoud 2 Actielijn 3: Sinds 2016 werken zorgaanbieders, woningcorporaties en de gemeente Amsterdam
Zorgzame stad en wijk 23 samen in het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen (PHKG). Samen realiseren
Samenvatting 3 rt met matchen z: zij woonoplossingen voor mensen in een kwetsbare situatie die een urgent
Over het programma in 2022 9 Doel 3: Ondersteuning initiatieven in stadsdelen 24 woonprobleem hebben en (op termijn) in staat zijn zelfstandig te wonen.
Sociale huurwoningen voor kwetsbare Doel 4: Campagne ‘Zorgzame stad en wijk’ 25
groepen in 2022 10 Doel 5: Onderzoek naar de woningtoewijzing
Wachttijden 10 per buurt en wijk 25 De mensen uit de doelgroepen van het PHKG hebben woningen over blijven voor reguliere woningzoekenden
vaak problemen op meerdere domeinen. Ondersteu- en stadsvernieuwingsurgenten. De woningcorporaties
Actielijn 1: Actielijn 4: ning van deze mensen is alleen effectief als hun woon- waren ook in 2022 bereid extra woningen te leveren
Preventie van dakloosheid en Leren, implementeren en evalueren 27 probleem wordt opgelost. Het is de ambitie om ieder- voor het programma. Vanaf begin 2022 is daarom
het bieden van ondersteuning 13 Doel 1: Implementatie ‘Tien Werkafspraken’ een binnen drie maanden een passende woonplek te uitgegaan van 1.950 woningen. Uiteindelijk zijn
Doel 1: Meer mogelijkheden om woonvragen en nieuwe werkprocessen 27 bieden. Helaas bleek deze ambitie ook in 2022 niet 1.850 sociale huurwoningen toegewezen aan kwetsbare
te voorkomen en op te lossen 13 Doel 2: Gezamenlijk training en haalbaar. Wel leidt de nauwe samenwerking binnen groepen, plus 131 wooneenheden voor statushouders
Doel 2: Een aanpak ontwikkelen ter deskundigheidsbevordering 27 het programma tot allerlei successen, zoals zorgvuldige in nieuwe tijdelijke projecten en 55 rolstoelwoningen.
ondersteuning van de Buurtteams 15 Doel 3: Evalueren en monitoren plaatsing en begeleiding, spreiding van de huisvesting
Doel 3: Invoering (woon)maatregelen van de voortgang en effecten 27 en de ontwikkeling en toepassing van preventieve Wachttijd
implementatieplan Thuis in de Wijk 15 instrumenten. Ondanks het tekort aan woningen leek volgens de
Financiën 28 monitor de gemiddelde wachttijd niet te stijgen: in
Actielijn 2: De activiteiten van het programma voor de periode 2022 kreeg 60% van de mensen in een kwetsbare
Voldoende passende woonplekken 17 Tot slot: vooruitblik naar 2023 29 2019-2022 zijn verdeeld over vier actielijnen: situatie binnen 3 maanden een woning. De wachttijden
Doel 1: Nieuwe afspraken voor 2020-2024 17 Speerpunt 1: preventie 29 1. Preventie van dakloosheid en ondersteuning voor mensen met een sociale of medische urgentie en
Doel 2: Realisering (tijdelijke) nieuwbouw Speerpunt 2: nieuwe woonconcepten 29 2. Voldoende passende woonplekken voor statushouders namen daarentegen toe. In 2021
voor statushouders 19 Speerpunt 3: meer betaalbare woonruimte 29 3. Zorgzame stad en wijk zocht 26% van de urgenten langer dan 6 maanden naar
Doel 3: Vergroting aanbod rolstoelwoningen 19 Speerpunt 4: leefbaarheid 30 A. Implementeren, leren en evalueren een woning; in 2022 was dit gestegen naar 37%.Het
Doel 4: Inzicht in benodigde woningtypes Speerpunt 5: monitoring en onderzoek 31 aandeel statushouders dat binnen 3 maanden een
en vertaling naar nieuwbouwplanning 21 Woningtoewijzing woningaanbod kreeg, daalde van 96% in 2021 naar
Doel 5: Vereenvoudiging van het Over het programma 32 Conform de samenwerkingsafspraken stellen de 85% in 2022.
proces van intermediaire verhuur 21 woningcorporaties elk jaar 1.800 sociale huurwoningen De wachttijden volgens de monitor van het programma
beschikbaar voor het PHKG, maar dat aantal is niet zijn echter geen weergave van de werkelijke wachttijd.
voldoende voor de grote vraag. Naast de hoge taak- Te weinig woningen zijn beschikbaar om aan de vraag
stelling voor statushouders is er de herhuisvesting van te voldoen. Een deel van de kwetsbare groepen wordt
een forse groep (voormalig) statushouders met een pas op de wachtlijst voor actieve bemiddeling geplaatst
tijdelijk contract dat afloopt. Ook blijft er een grote wanneer zij uitzicht op een woning hebben. Er is dus
vraag naar woningen voor mensen uit de maatschappe- nog een wachtlijst áchter de wachtlijst. De achter-
lijke opvang en voor mensen met een sociale of medi- liggende wachtlijsten zijn in beeld en worden hieron-
sche urgentie. der toegelicht per doelgroep.
De partners van het PHKG onderschrijven in woord en
daad het belang van passend wonen voor mensen in
een kwetsbare situatie. Maar, er moeten ook voldoende
© ® ® @ a
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 2 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 3
ed
B) Actielijn 1: Elders in Nederland vinden mensen vaak (veel) sneller toe van 251 in 2021 naar 750 in 2022, Uiteen analyse van In 2022 vonden 55 huishoudens via WoningNet een
Preventie van dakloosheid een sociale huurwoning dan in Amsterdam. Daarom de GGD blijkt een daling van het aantal aanmeldingen rolstoelwoning. Dit aantal is lager dan de 73 huishou-
en ondersteuning startte in 2021 de aanpak Wonen buiten Amsterdam. voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen. In dens die in 2021 een rolstoelgeschikte woning kregen.
De gemeente geeft advies en financiële ondersteuning 2023 wordt onderzocht wat hier aan de hand is. Er kwamen namelijk maar weinig rolstoelwoningen
Actielijn 1 van het programma heeft tot doel dakloos- aan mensen die buiten Amsterdam willen zoeken als zij beschikbaar. De regeling ‘Verhuizen uit rolstoelwonin-
heid te voorkomen en ondersteuning te bieden aan dakloos zijn, dit dreigen te worden of veel te klein (in) De opgave voor statushouders blijft groot. In totaal had gen’ blijkt minder mensen tot verhuizen te verleiden
kwetsbare mensen met een huisvestingsprobleem. wonen. De resultaten zijn positief. Sinds de start waren de gemeente Amsterdam 1.901 statushouders moeten dan verwacht. Vanwege de schaarste aan grote wonin-
Ondanks de inspanningen van het PHKG om uitstroom er 181 aanmeldingen en vonden 116 huishoudens, huisvesten in 2022. Dit aantal bestond uit een achter- gen zijn er ook minder woningen ‘verbouwd rolstoel-
uit de MO/BW te bevorderen, wachten er nog ongeveer waaronder 54 gezinnen in de noodopvang: een woning stand van 276 statushouders op de taakstelling plus de geschikt’ gemaakt.
750 mensen op een plek binnen de MO/BW-keten. in een andere gemeente. taakstelling voor 2022 van 1.174 statushouders plus 451
Ook groeit het aantal economisch daklozen. Naar schat- (voormalig) statushouders van wie het tijdelijk huurcon- Gemeente en woningcorporaties hebben in 2021 afge-
ting raken jaarlijks 1.100 tot 2.500 mensen economisch tract afliep. De laatste groep kon een beroep doen op sproken door nieuwbouw of renovatie de komende 5
dakloos. Actielijn 2: de ruggensteunregeling. Het was onmogelijk deze jaar 100 woningen in een geclusterde woonvorm te
Voldoende passende woonplekken opgave geheel te voldoen. Voor statushouders kwamen realiseren voor mensen die langdurig zorg nodig heb-
Diverse instrumenten zijn ontwikkeld om professionals 729 sociale huurwoningen beschikbaar en werden er ben. Aan de nadere invulling van deze afspraak wordt
van voldoende kennis te voorzien om Amsterdammers Deze actielijn is gericht op vergroting van het aanbod 131 woningen opgeleverd in nieuwe tijdelijke com- nog gewerkt. Wat goed loopt, is dat woningcorporaties
met een woonvraag te ondersteunen. Het is de bedoe- aan passende woonplekken voor kwetsbare groepen. plexen, waar jonge statushouders gemengd wonen contact zoeken met zorgaanbieders voor de realisering
ling dat iedere medewerker binnen de keten van dak-en Jaarlijks verdeelt het college 1.800 of 1.950 woningen met Nederlandse leeftijdsgenoten. van omslagwoningen en nieuwe woonconcepten in
thuisloosheid over de benodigde basiskennis beschikt. over drie hoofdgroepen (Wonen zonder begeleiding, nieuwbouwprojecten.
Daarnaast hebben zogenaamde aandachtfunctionarissen Wonen met begeleiding en Statushouders). Het jaar sloot af met een achterstand op de taakstelling
dakloosheid en wonen in 2022 een programma door- van 610 statushouders. In 2022 heeft Amsterdam een In de Omslagroute treedt de zorgaanbieder op als
lopen om hun kennis en netwerk te versterken. De afgelopen twee jaar is een lichte daling zichtbaar van groot aantal opvangplekken voor asielzoekers beschik- intermediair verhuurder. De verhuuradministratie en
het aantal mensen dat een sociale of medische urgentie baar gesteld ter verlichting van de noodsituatie in Ter incasso blijken zorgaanbieders jaarlijks zo'n 1.400 euro
De Buurtteams, WPI en Wonen hebben inmiddels goed kreeg. Toch ligt het aantal nog flink hoger dan vijf jaar Apel. Als compensatie heeft het Rijk de gemeente per omslagwoning te kosten. De partners in het pro-
werkende afspraken over tijdige en integrale onder- geleden. Door de krapte op de woningmarkt en de uitstel verleend op de taakstelling van 870 statushou- gramma kwamen als voorlopige oplossing overeen dat
steuning op het vlak van bestaanszekerheden. Dankzij verschillende crises stijgt het aantal Amsterdammers in ders. Amsterdam wil de achterstand inlopen door de zij in 2023 gezamenlijk de kosten dragen. Voorwaarde
de inzet van specialisten wordt breed gekeken naar problemen. In 2022 kwamen 294 woningen beschikbaar inzet van flexwoningen en door vanaf 2026 extra wonin- voor deze afspraak is dat deze kosten onderdeel zijn
oplossingen. Bij ingewikkelde casuïstiek raadplegen voor urgenten. Dat was een daling in vergelijking met gen toe te wijzen. Naar verwachting daalt de taakstel- van een zoektocht naar een eerlijke verdeling van taken
Buurtteam-medewerkers bijvoorbeeld het Doorbraak- 2021 en ook minder dan vooraf was afgesproken. De ling namelijk weer vanaf 2026. en zorgkosten tussen de gemeente, zorgpartijen en
team van de gemeente Amsterdam. Het Doorbraakteam gemiddelde wachttijd loopt daardoor op. Eind 2021 corporaties. Intussen werken de samenwerkingspart-
geeft alleen bij zeer dringende redenen een maat- zocht 26% langer dan 6 maanden naar een woning; In 2022 is opnieuw een (tijdelijk) nieuwbouwproject ners aan efficiëntie om de kosten naar beneden te
werk-urgentie af. In 2022 gebeurde dit 16 maal. eind 2022 was dit gestegen naar 37%. Eind 2022 opgeleverd met 131 wooneenheden voor statushou- brengen en is een intensieve lobby ingezet richting het
stonden er ongeveer 200 mensen met een sociale of ders. Zestig wooneenheden waren in 2022 in aanbouw/ Rijk voor afschaffing van de dubbele inkomenstoets.
Voor de pilot Tijdelijk onder Dak was de ambitie om 200 medische urgentie op de wachtlijst. voorbereiding en worden opgeleverd in 2023.
sloop- en renovatiewoningen in te zetten. Dit aantal is Uit een evaluatie in 2022 blijkt dat het wonen en leven
niet gehaald omdat in 2020 en 2021 veel stadsvernieu- In 2022 werden 776 woningen beschikbaar gesteld en inde gemengde complexen over het geheel genomen
wingsprojecten stil lagen. Tussen november 2020 tot 31 benut voor de hoofdgroep Wonen met begeleiding. goed gaat. Op wat kleinere complexen gaat het in de
december 2022 konden 311 economisch daklozen Volgens afspraak zouden 849 woningen gaan naar deze regel beter dan op grote complexen. Het onderzoek
tijdelijk worden gehuisvest in 135 woningen. Overlast hoofdgroep. De oorzaken hiervan zijn divers: o.a. perso- wijst uit dat community building, begeleiding en aan-
heeft zich nauwelijks voorgedaan. Twee derde van de neelstekorten bij de zorgaanbieders en geen passende dacht belangrijk blijven, ook na verloop van tijd. Naar
deelnemers stroomde door naar een eigen (soms weer woningen voor jongeren of gezinnen. Vooral voor gezin- aanleiding van de evaluatie gaan we bij nieuwe com-
tijdelijke) woonplek, binnen of buiten Amsterdam; 13% nen zijn minder woningen ingezet dan vooraf was ge- plexen per situatie kijken wat een passende verdeling
vond geen vervolghuisvesting. pland, namelijk 100 in plaats van 155. Het aantal wach- van statushouders en woonstarters is.
tenden binnen de ketens voor zorg met verblijf nam fors a ® @
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 4 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 5
Actielijn 3: Actielijn 4: Vooruitblik naar 2023
Zorgzame stad en wijk Leren, implementeren en evalueren
Het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen krijgt
Met actielijn 3 levert het programma een bijdrage aan Na stadscongressen in de afgelopen jaren, is met Het implementatieteam ‘Tien Werkafspraken en Omslag- een vervolg in 2023. De afgelopen jaren is een effectie-
het draagvlak voor de huisvesting van kwetsbare groe- diverse stadsdelen is gesproken over een vergelijkbaar route’ bestaat uit deelnemers van alle betrokken partij- ve samenwerking tussen gemeente, woningcorporaties
pen en aan de leefbaarheid van wijken. Hiertoe worden initiatief, maar daaraan was in 2022 geen behoefte. en. In 2022 kwam het implementatieteam drie keer en zorgaanbieders tot stand gekomen. Samen met de
experimenten gefaciliteerd en wordt onderzoek gedaan Wel geven de stadsdelen aan dat zij een genuanceerd bijeen. Per bijeenkomst was er een thema, gelegenheid partners werkt de gemeente in 2023 het werkprogram-
naar de toewijzing van kwetsbare groepen in buurten gesprek willen voeren over de draagkracht van wijken om ervaringen te delen en casuïstiek te bespreken. maplan verder uit. De kaders voor het nieuwe plan
en wijken. en de huisvesting van mensen in een kwetsbare situatie. Voor een goede samenwerking blijft het essentieel om worden gevormd door het Beleidskader Aanpak Dak-
Aan deze wens wordt in 2023 gevolg gegeven. in gesprek te blijven en dan zeker als zaken gevoelig loosheid uit 2021 en de Amsterdamse Aanpak Volks-
De kosten en baten van de werkwijze Buurtbalans zijn in liggen. Dit draagt bij aan het vinden van het meest huisvesting. Deze aanpak wordt zomer 2023 in de
2022 uitgewerkt in een business case. Buurtbalans helpt De gezamenlijke website van gemeente, woning- passende traject voor de klant. gemeenteraad besproken.
om knelpunten en mogelijkheden in buurten beter in corporaties en zorgaanbieders (huisvestingkwetsbare-
beeld te brengen, waardoor een effectieve inzet van groepen.nl) is in 2022 verder uitgebreid. Met de web- In 2022 is ook de doelgroep (overlastgevende) mul-
oplossingen en initiatieven mogelijk is. Op basis van site beschikken alle betrokken medewerkers over een ti-probleem gezinnen aangehaakt bij de Omslagroute.
de businesscase is besloten Buurtbalans in 2023 en centrale informatiebron met betrouwbare informatie De informatie op het online platform omslagroute.
2024 te faciliteren. De stadsdelen zijn geïnteresseerd over onder meer de Tien Werkafspraken*, de Omslag- amsterdam.nl is geactualiseerd en uitgebreid. Diverse
in Buurtbalans, zien de meerwaarde en waarderen de route?, de Woonwaaier? en de samenwerking organisaties hebben zich inmiddels bij het platform
ondersteuning vanuit het PHKG. aangesloten. Vanaf 2023 wordt toegewerkt naar het
Op december 2022 heeft de gemeenteraad kennisge- afsluiten van een Convenant Omslagroute en een priva-
Zorgen over de leefbaarheid en draagkracht van buur- nomen van een nieuw rapport over de woningtoewij- cyverklaring tussen gemeente, woningcorporaties en « . .
Toen ik moest vluchten had ik
ten belemmeren soms de levering van sociale huur- zing aan kwetsbare groepen. Het onderzoek laat zien zorgaanbieders.
woningen. Daarom hebben woningcorporaties, zorg- dat de verschillen tussen buurten in het aantal woningen één doel: net zoals in Jemen een
partijen en gemeente in 2021 afgesproken dat zij in voor mensen in een kwetsbare situatie grotendeels zijn De werkgroep monitoring richtte zich in 2022 vooral op leven als IT-ondernemer
pilots gaan samenwerken aan de leefbaarheid in buur- te verklaren door het aandeel corporatiewoningen en het beschikbaar krijgen van zo betrouwbaar mogelijke .
fi a N opbouwen. Dat is gelukt. Op het
ten/complexen. De woningcorporaties stelden eind de mutatiegraad in een buurt. Ook is duidelijk merkbaar cijfers. De gemeente Amsterdam ging over op een
2021 zes buurten voor. In 2022 zijn de wensen ten dat de corporaties en zorgaanbieders zorgvuldig mat- ander registratiesysteem voor de toewijzing van urgen- oog lijkt het nieuwe leven in
aanzien van de pilots geïnventariseerd. In Delflandplein chen. Ze letten op de invloed van de omgeving, op het ties en de monitoring van de doelgroepen van het Nederland makkelijk te gaan,
Zuid is de pilot gericht op community building. In de herstel van mensen en op een stapeling van kwetsbaar- PHKG. Deze overstap is inmiddels volledig afgerond. $
prog pe gouremg sn p pelng p 9 arg maar het kost me veel moeite. Ik
Van der Pek-buurt wordt tijdens de pilot uitgewerkt heid in buurten. Vanaf dat moment wordt verder gewerkt aan verbete- . .
hoe de woningcorporatie potentiële huurders met een ring van de maandelijkse monitor. slaap slecht vanwege dingen die
vermoedelijke een zorgvraag kan koppelen aan het ik meemaakte. En alles is hier zo
buurtteam en zorgaanbieder. In de overige buurten zijn anders. In Jemen staat het
de pilots (voorlopig) stopgezet. Oorzaken hiervoor zijn . ‚ ‚
divers, in een aantal wijken zijn er al te veel initiatieven sociale leven centraal, hier draait
of is er geen capaciteit om projecten te organiseren. het om werken. En dat iedereen
© hier erg direct is, blijft moeilijk.”
1 De 10 Werkafspraken hebben tot doel het zelfstandig wonen van
kwetsbare groepen gezamenlijk tot een succes te maken.
2 De Omslagroute is de manier van werken voor professionals die
cliënten begeleiden naar een woning in de wijk. Door deze werkwij-
ze kunnen mensen vanuit de 24-uurs zorg, de maatschappelijke a ® ® ®
opvang of beschermd wonen gemakkelijker dan voorheen instromen
of doorstromen naar een zelfstandige woning met ambulante
begeleiding in de wijk.
3 De Woonwaaier is een integraal overzicht voor professionals van
mogelijke oplossingen voor Amsterdammers met woonproblemen.
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 6 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 7
Actieliin 4: L Actielijn 1: Preventie Werkafspraken
ctetijn 4: Leren .
imp ) t ’ van dakloosheid
Impiementeren :
Pp en het bieden van
en evaimueren .
ondersteuning
m Het implementatieteam ‘Tien werkafspraken en
de Omslagroute’ kwam drie keer bijeen om m De Buurtteams, WPI en Wonen hebben .
ervaringen te delen en casuïstiek te bespreken. inmiddels goede afspraken over Ove r h et PD rog ra [ | Ì [ | Ì d | n 2 O0 2 2 GE
De uitwisseling tussen deelnemers van alle integrale ondersteuning. Als vraagbaak 10
partijen draagt bij aan het vinden van het meest voor de Buurtteams zijn aandachts- Oe
passende traject voor de cliënt. functionarissen dakloosheid en wonen privacy cliënt
m De groep (overlastgevende) multi-probleem getraind.
gezinnen is in 2022 aangehaakt bij de m Ingewikkelde woonproblemen worden . h . . b k bi d
Omslagroute. voorgelegd aan het Doorbraakteam. 5 Binnen het programma Huisvesting Kwetsbare Groepen werken zorgaanbieders,
m De informatie op het online platform Dit team kan in uitzonderlijke gevallen : : :
omslagroute.amsterdam.nl is geactualiseerd een maatwerkurgentie afgeven. In 2022 Waakvlam- corporaties en gemeente samen. Hoewel deze samenwerking succesvol IS, lukt het
en uitgebreid. gebeurde 16 keer. sek de laatste jaren niet om de belangrijkste doelstelling - binnen 3 maanden een
m De gemeente Amsterdam ging over op een m In 2022 leverden de corporaties vinger aan de pols
ander registratiesysteem voor de toewijzing van 63 sloop- en renovatiewoningen voor passende woon plek voor Amsterdammers in een kwetsbare situatie - te realiseren.
urgenties en de monitoring van de doelgroepen de pilot Tijdelijk onder Dak. Sinds . … . . .
van het PHKG. De aandacht ging vooral naar het november 2020 kwamen 135 van zulke ke) Wel is er dan kzij de nauwe samenwerking tussen de partners veel bereikt in de
beschikbaar krijgen van zo betrouwbaar woningen beschikbaar voor economisch Relus) sier: . . . en. en.
mogelijke cijfers. en kregen 311 mensen een jaarcontract Senses afgelopen jaren, zoals zorgvuldige plaatsing en begeleiding, spreiding van de
en dus een jaar woonrust. Van hen vond Ee aard . . . . . . .
87% vervolghuisvesting. huisvesting en ontwikkeling en toepassing van preventieve instrumenten.
7
ee Ondersteuning
De bij financieel ee .
nt Woon ® rn De partners in het programma zijn tevreden met de Landelijke en regionale lobby
. . en e . ,
mn oplossingen extra aandacht voor en inzet van het Rijk op het thema Het Rijk presenteerde in 2022 enkele programma’s
7 dakloosheid. Het programma ‘Thuis voor Iedereen’ is om de woningcrisis aan te pakken en thema’s rondom
voor kwetsbare ei nn een goede basis. Amsterdam heeft hieraan stevig wonen en zorg te agenderen. Het belangrijkste kader
Actielijn 3: Zorgzame groepen Kedde bijgedragen door mee te werken aan het programma. voor het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen is
stad en wijk ‘Een thuis voor iedereen’. Dit programma is een verta-
a In deze rapportage staat een overzicht van de doelen ling van de aanbevelingen van de commissie Ter Haar
m In 6 buurten zijn de wensen voor een pilot leef- ne. Ee en resultaten in 2022. en sluit voor het merendeel goed aan bij de wensen en
baarheid geïnventariseerd. In de Van der Pek-buurt Actielijn 2: Voldoende PNT ideeën van de gemeente Amsterdam.
en de Delflandplein Zuid zijn vervolgens pilots d I kk . .
gestart. In de pilots werken woningcorporaties, passenae woonpie en Groeiende vraag naar woningen
zorgaanbieders en gemeente samen. De tijdige huisvesting van alle doelgroepen van het Het afgelopen jaar heeft Amsterdam zich ingezet om
m De website www.huisvestingkwetsbaregroepen.nl 4
is verder uitgebreid. Deze website is een centrale m De woningcorporaties leverden 1.850 woningen voor kwetsbare Wonen en goed programma was ook in 2022 een onhaalbare opgave. een regionale aanpak van kwetsbare groepen vorm te
: : : : Ot Lo
informatiebron van gemeente, zorgaanbieders en groepen plus 50 rolstoelwoningen. Dat is zo'n 5% boven de afspraak. nabuurschap En met een realistische blik blijft dit zo in de komende geven. Dit is een lastig proces, want gemeenten in de
corporaties. m De wachtlijst van de kwetsbare groepen daalde licht: 60% is binnen
m Naeen onderzoek naar kosten en baten is besloten 3 maanden gehuisvest. De ‘wachtlijst achter de’ wachtlijst nam jaren. De groeiende vraag naar woningen voor mensen regio hanteren diverse definities en criteria. Ook ver-
de werkwijze Buurtbalans in 2023 en 2024te echtertoe. . - Kc in een kwetsbare situatie was in 2021 al zichtbaar en schillen de gemeenten qua aandeel sociale huur in de
faciliteren. Met Buurtbalans brengen buurtprofessi- m De taakstelling statushouders is niet gehaald: 840 personen zijn
onals de knelpunten en mogelijkheden in buurten gehuisvest. Voor 451 (voormalig) statushouders van wie het tijdelijk kes, vld zette in 2022 door. Deze toename komt vooral door het bestaande voorraad en de nieuwbouwplannen. Amster-
in beeld. Dit maakt een effectieve en efficiënte huurcontract afliep, werd een andere woning geleverd. Eind 2022 met intermediai- . " .
inzet van oplossingen en initiatieven mogelijk. was de achterstand 610 personen. EN stijgend aantal te huisvesten statushouders. Bij de twee dam zet erop in dat elke gemeente haar deel van de
m Het onderzoek naar de woningtoewijzing aan m In 2022 zijn 50 rolstoelwoningen verhuurd; het streven uit de Aanpak andere hoofdgroepen - Wonen met begeleiding en oplossing biedt (fair share). Om dit te bereiken zijn
kwetsbare groepen laat duidelijk zien dat corpora- rolstoelwoningen was 124 nieuwe verhuringen. kine … lit : : … : … : en
ties en zorgaanbieders bij het matchen zorgvuldig = Het project Wonen buiten Amsterdam heeft goede resultaten: pn Wonen zonder begeleiding - lijkt de vraag zich te duidelijke regels vanuit het Rijk en regie door de provin
letten op de omgeving, het herstel van mensen en sinds de start in 2021 waren er 181 aanmeldingen en 116 verhuizin- ANT elIne stabiliseren. cie noodzakelijk. In 2023 zal blijken of deze regels echt
een stapeling van kwetsbaarheid. gen, waaronder 54 gezinnen uit de noodopvang. eel ce tot stand komen en hoe de regierol van de provincie
48 De vraag naar woningen voor mensen in een kwetsbare wordt uitgewerkt.
4 sn 49 ‘22 Ì situatie is veel groter dan het aanbod. Daardoor is er
68% 21 ek voor alle doelgroepen momenteel een wachtlijst van De totale vraag naar opvang en huisvesting is te groot
SYR 20 57% as Verdeling nd 1 tot 2 jaar. Daarbij zijn de ‘economisch daklozen’ nog om in Amsterdam op te lossen. Daarom worden de
vh 7 woningen niet meegerekend. Ondanks vaak forse problemen beschikbare opvang- en huisvestingsplekken verdeeld
. © ke komt deze groep niet in aanmerking voor maatschappe- overde diverse groepen met een woonprobleem. Dit
In k lijke opvang en een sociale of medisch urgentie. Bij een betreft onder meer Oekraïners, asielzoekers en de drie
d et onen zonder deel van deze mensen verergeren de problemen op hoofdgroepen van het PHKG: Statushouders, Wonen
i Î egeleidin 8 N - - En on
in hak 9 9 termijn, doordat zij geen woning kunnen vinden; wo- met begeleiding en Wonen zonder begeleiding.
nen in Amsterdam is nog altijd duur. In de Amsterdamse
Aanpak Volkshuisvesting (AAV) werkt de gemeente
776 Wonen met daarom uit hoe zij wil omgaan met de betaalbaarheid
begeleiding : :
van wonen, het aanbod aan sociale huurwoningen en de
problematiek rond dak- en thuisloosheid.
ii EEN Statushouders @
Ll ®
943 DN ERN KRANEN ERIN PE KAN KAK ef N
(3 O0
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 Ke)
“Voordat we een plek kregen
Met het Rijk is de gemeente in gesprek om te komen . … . De cijfers over wachttijden maken bovenal duidelijk dat woning-
ee in Bijlmerhof, heb ik met de -
tot een realistische en haalbare opdracht voor het corporaties, zorgaanbieders en gemeente een effectieve werkwijze
totaal van opvang en huisvesting. kinderen bij vrienden hebben om mensen via het PHKG passend te plaatsen. Wat de
gelogeerd. Een paar dagen partners doen, heeft effect. Maar door het grote tekort aan wonin-
Extra woningen voor kwetsbare groepen . gen is het niet mogelijk iedereen snel te helpen. Voor 2022 was
hier, een paar dagen daar. î
Onderdeel van de samenwerkingsafspraken is dat de de vraag vanuit kwetsbare groepen 3.497 woningen, terwijl er
woningcorporaties jaarlijks 1.800 woningen beschikbaar Daarna zaten we maanden in 1.850 woningen beschikbaar kwamen. Naast de monitoring op de
stellen voor de doelgroepen van het PHKG. Tijdens het een hotel. Ik wacht nu op aantallen is de les uit 2022 ook dat werkafspraken en afstemming
bestuurlijk overleg in maart hebben de corporaties R 8 tussen zorg, gemeente en corporaties noodzakelijk blijven om
| eg P _ een eigen woning, maar dat 9,9 p Peo
toegezegd maximaal 1.950 woningen te zullen toewij- ‚ een passende match te maken.
zen aan het programma, mits er meer dan 6.000 nieuwe kan nog wel 1,5 tot 2 jaar
verhuringen worden verwacht. In september 2022 is duren. Dat vind ik een lange Tabel 2. Wachttijden voor kwetsbare groepen
dit aantal van 1.950 ook definitief vastgesteld. tijd om badkamer en toilet te
. ” <3mnd >3mnd - <s6mnd >6mnd
Sociale huurwoningen voor delen met andere gEzZINnen. Wonen zonder begeleiding 38% 29% 33%
kwetsbare groepen in 2022 Sociaal Medisch Urgenten 36% 27% 37%
Gezinnen Crisisopvang 40% 30% 30%
Tabel 4: sociale huurwoningen voor kwetsbare Slachtoffers Huiselijk Geweld (Blijf) 63% 31% 6%
groepen in 2022 ‚
Overig Wonen zonder begeleiding (o.a. Mantelzorg,
. SO En . 22% 45% 33%
Hoofdgroepen Vraag in 2022 Verdeling 2022 Geleverd in 2022 Wenn met besnlziëine 57% 22% 21%
Wonen zonder begeleiding 668 409 345 Omslag MO/BW Volwassenen 62% 17% 21%
i ©, ©, ©,
Wonen met begeleiding 1.700 849 776 Omslag MO/BW Gezinnen 64% 26% 10%
Omslag Slachtoffers Huiselijk Geweld 50% 29% 21%
Statushouders 1.237 692 729 Omslag Maatschappelijke Opvang (MO) jonge moeders 52% 22% 26%
TOTAAL 3.605 1.950 1.850 Omslag Jongeren na MO en Jeugdzorg met verblijf 54% 25% 21%
Omslag cliënten Wet langdurige zorg (Wlz) 21% 63% 16%
Wachttiid Treiteraanpak 100% 0% 0%
achttjden (Overlastgevende) Multiprobleemgezinnen (OMPG) 0% 33% 67%
Ondanks het tekort aan woningen dalen de gemiddelde In 2022 kreeg 60% van de mensen in een kwetsbare
8 . . . EN . . Doorbraakteam Maatwerk 44% 28% 28%
wachttijden licht. Deze daling geeft echter een verte- situatie binnen 3 maanden een woning (57% in 2021).
©, ©, ©,
kend beeld, want zij wordt veroorzaakt door werkafspra- Van de mensen met een sociale of medische urgentie Laatste Kans 29% 14% AG
ken bij de woningtoewijzing. De wachttijden in de Moni- _ zocht in 2021 26% langer dan 6 maanden naar een Nieuwe Kans 20% 10% 70%
tor PHKG corresponderen met het aantal beschikbare woning; in 2022 was dit gestegen naar 37%. Het aantal Statushouders 72% 22% 6%
woningen; voor diverse doelgroepen van het PHKG wachtenden was eind 2022 met circa 200 ongeveer Statushouders regulier 85% 10% 5%
geldt namelijk dat mensen pas op de wachtlijst in Wo- gelijk (L91 eind 2021). Ook statushouders moesten Statushouders Ruggensteun 62% 30% 8%
ningNet worden geplaatst wanneer er binnen afzienbare langer wachten op huisvesting, al is dat niet terug te Totaal 60% 22% 18%
tijd kans op een passende woonplek is. De Monitor toont zien in de cijfers. Eenmaal aangemeld voor een woning
niet hoeveel mensen het programma niet of niet tijdig kreeg 72% binnen 3 maanden een woningaanbod (68%
kan helpen. Ook biedt de Monitor geen inzicht in de in 2021). Voor de mensen die gingen wonen met bege- In 2022 zijn 567 omslagwoningen op eigen naam Tabel 3. Aantal omgeklapte woningen in
wachttijd tussen de toelating van een cliënt tot de MO/ leiding, nam de wachttijd daarentegen af: 72% kreeg gezet (omgeklapt). Bij 99 cliënten is dit niet gelukt; 2022 en beëindigde Omslagtrajecten
BW en plaatsing in een woonvoorziening. Deze wachttijd binnen 3 maanden een omslagwoning (44% in 2021). hun omslagtraject eindigde voortijdig. Redenen
is zo’n 2,5 tot 3 jaar. In 2023 hebben wij als doel om de hiervoor worden niet geregistreerd, maar zijn grofweg: Aantal omgeklapte 567
wachttijd gedetailleerder in beeld te brengen. m Terugval (terug naar 24- uurszorg) trajecten
m Beëindiging van het (zorg)traject Aantal beëindigde o9
m Verhuizing Omslagtrajecten
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 10 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 11
Û ® . . .
\ , Actielijn 1: Preventie van dakloosheid
h Cn
en het bieden van ondersteuning
J De behoefte aan woonoplossingen voor mensen in een kwetsbare situatie is
Û groot en blijft stijgen. Bij veel mensen leidt de woonsituatie tot een verergering
van problemen. Het College en de partners willen door preventief handelen
zoveel mogelijk voorkomen dat huisvestingsproblemen leiden tot een
verzwaring van de zorgvraag. Dit vraagt om een integrale aanpak en een
vroegtijdige signalering van hulpvragen.
Het aantal economisch daklozen in Amsterdam groeit. Doel 1:
1 n Preve nT van dakloosheid Deze mensen hebben op zich geen (zware) zorgvraag, Meer mogelijkheden om woonvragen
maar kunnen deze wel ontwikkelen, wanneer het niet te voorkomen en op te lossen
e n h et bied a a va n lukt om nieuwe en betaalbare woonruimte te vinden.
Volgens schattingen raken jaarlijks 1.100 tot 2.500 Diverse instrumenten zijn ontwikkeld om professionals
o e| d e rsteu e| Ì ng mensen economisch dakloos. Cijfers over deze groep van voldoende kennis te voorzien om Amsterdammers
zijn lastig te vergaren, omdat een deel buiten beeld met een woonvraag te ondersteunen. Zo bevat de
blijft. Zij slapen bijvoorbeeld in de auto of gaan van Woonwaaier een overzicht van verschillende voorzienin-
: . logeeradres naar logeeradres. Gelukkig is hun dakloos- gen en regelingen. Zowel professionals als woningzoe-
° m Doel 1: Meer mogelijkheden om woonvragen te . heid vaak tijdelijk: zo'n 50% heeft na 12 maanden een kenden maken gebruik van De Woningzoeker met een
e voorkomen en op te lossen e woonoplossing gevonden. handig overzicht van de woonmogelijkheden binnen en
. m Doel 2: Een aanpak ontwikkelen ter ondersteuning . buiten Amsterdam. Ook zijn alle opties op
e van de Buurtteams ® De groep economisch daklozen heeft een prominente amsterdam.nl/woonmogelijkheden bijeen gebracht.
. m Doel 3: Invoering (woon)maatregelen . plek in het beleidsprogramma Aanpak Dakloosheid Speciaal voor Buurtteam-medewerkers is er een hand-
. implementatieplan Thuis in de Wijk . 2021-2025: Een nieuwe start. Het aanbod aan tijdelijke reiking voor (dreigende) dak- en thuisloosheid ontwik-
e e woonvormen en ondersteuning helpt mensen hun leven keld. Elke situatie vraagt immers om een andere onder-
Peccccccecccccecvceecveeeeceeeecet weer op de rit te krijgen. Hun gezondheid verbetert en steuning van Amsterdammers die een veilige woonplek
ze presteren beter op hun werk. Ze herstellen het nodig hebben. Denk aan de inzet van hulpbronnen
contact met familie en vrienden en er komt weer meer binnen het eigen netwerk of bij andere organisaties.
rust en stabiliteit in hun leven. Daarbij beschikt elke Buurtteam-organisatie over een
aantal medewerkers met expertise op het woongebied
WE Actielijn 1 van het programma heeft tot doel dakloos- en kennis van de sociale kaart rondom dakloosheid.
heid te voorkomen en ondersteuning te bieden aan Deze medewerkers vormen een vraagbaak voor hun
kwetsbare mensen met een huisvestingsprobleem. teamgenoten en ontvangen extra informatie en training
Hieronder staan de resultaten in 2022 voor de drie op dit onderwerp.
doelen van deze actielijn
Ook zijn de mogelijkheden verruimd voor medewerkers
om in direct contact met de gemeente casuïstiek te
bespreken.
®
® ® a © e
®
ED Gn
“We hadden een
Tijdelijk onder Dak tweekamerwoning. Daar Wonen buiten Amsterdam Doel 2:
Woningcorporaties, de Regenboog Groep en de puilden we zowat uit met Elders in Nederland vinden mensen vaak (veel) snel- Een aanpak ontwikkelen ter
gemeente werken sinds 2020 samen aan het project twee volwassenen en drie ler een sociale huurwoning dan in Amsterdam. In ondersteuning van de Buurtteams
“Tijdelijk onder Dak’, In het project verhuren corporaties ‚ veel gemeenten wordt bovendien een deel van de De Buurtteams gingen in 2021 van start. Na een intensie-
sloop- of renovatiewoningen aan economisch daklozen. kinderen. Iemand van het vrijkomende sociale huurwoningen verloot. Daarom ve leerfase hebben de Buurtteams vorig jaar de Amster-
Het project is bedoeld voor mensen die gebonden zijn Buurtteam raadde aan om biedt de gemeente Amsterdam sinds 2021 advies en damse Maatwerk Methode geïmplementeerd als vaste
aan Amsterdam, maar geen woning meer hebben, buiten Amsterdam een financiële ondersteuning aan mensen die buiten werkwijze. De Buurtteams, WPI en Wonen hebben
bijvoorbeeld na een scheiding of faillissement. Voor- . Amsterdam willen zoeken als zij dakloos zijn, dit dreigen inmiddels goed werkende afspraken over tijdige en
- a woning te zoeken. We an on
waarden zijn dat mensen actief aan de eigen situatie te worden of veel te klein (in)wonen. De financiële integrale ondersteuning op het vlak van bestaanszeker-
willen werken en voldoende sociale vaardigheid bezit- hebben ons ingeschreven bij ondersteuning is bedoeld om een verhuizing mogelijk heden. Dankzij de inzet van specialisten van Wonen,
ten om een woning te delen met een lotgenoot. allerlei gemeenten met te maken als dit niet vanzelf gaat. Werk, Participatie & Inkomen (WPI) en Schuldhulpverle-
Tijdelijk onder Dak biedt mensen een jaar woonrust, . . . ning wordt breed gekeken naar oplossingen.
n ‚ lotingwoningen. Al binnen zes . ‚ n
zodat zij een grotere kans hebben op het vinden van De aanpak “Wonen buiten Amsterdam’ is een samen-
een duurzame woonoplossing. Doordat mensen een weken was het raak: we werking van de gemeente met onder andere Buurt- Bij ingewikkelde casuïstiek raadplegen Buurtteam-me-
jaar onderdak hebben, verkleint het risico op het ont- kregen een lotingwoning in teams en de organisaties die noodopvang bieden aan dewerkers bijvoorbeeld het Doorbraakteam van de
staan van nog meer zorgen en problemen. Met hulp Amstelveen. Dat is bijna om gezinnen. De doelgroep bestaat uit gezinnen en alleen- gemeente Amsterdam. Vanwege de schaarste aan
van de Regenboog groep zoeken de bewoners een „ staanden die gemotiveerd zijn om buiten Amsterdam te woningen wordt alleen bij zeer dringende redenen
meer structurele oplossing. Ook helpt de Regenboog de hoek! zoeken, in staat zijn om zelfstandig te wonen, geen afgeweken van de urgentiecriteria, maar in sommige
— en via haar, diverse partners in de stad - bij het complexe zorgvragen hebben en dakloos zijn of drei- gevallen is toch echt een maatwerk-urgentie nodig.
scheppen van de randvoorwaarden voor een succes- gen te raken. In 2022 gaf het Doorbraakteam 16 maal een maat-
volle uitstroom. Denk hierbij aan herstel van het eigen werk-urgentie af.
netwerk of het behoud of vinden van werk. Ook over 2022 zijn de resultaten positief: sinds de
start in 2021 waren er 181 aanmeldingen en vonden Doel 3: Invoering (woon)maatregelen
Voor Tijdelijk onder Dak zetten de woningcorporaties Twee derde van de deelnemers stroomde door naar 116 huishoudens, waaronder 54 gezinnen in de implementatieplan Thuis in de Wijk
vooral wat grotere sloop- en renovatiewoningen in. In een eigen woonplek, binnen of buiten Amsterdam. noodopvang, een woning in een andere gemeente. Er Dit doel is behaald met de introductie van de herziene
het kader van de Leegstandswet worden de woningen Het lukte 38% om een vaste eigen woonplek te vinden, zijn los van een concreet woningaanbod ook 65 advies- versie van de ‘Tien Werkafspraken Thuis in de Wijk’ in
met een onzelfstandig kamercontract voor één jaar 24% vond een tijdelijke woonplek of een kamer en 25% gesprekken gevoerd met de hulpverleners om mee te 2020.
verhuurd aan twee bewoners tegelijk. Vanaf november kon terecht in het eigen netwerk. Van de deelnemers denken over een oplossing.
2020 tot 31 december 2022 zijn in 135 woningen 311 vond 13% geen vervolghuisvesting. Sommigen kwamen
deelnemers gehuisvest. In 2019 was het de ambitie om dan terecht in een Passantenhotel.
400 deelnemers in 200 woningen onder te brengen.
Dit is niet gehaald omdat in 2020 en 2021 veel projecten De interesse voor Tijdelijk onder Dak is groot. Sinds de
stil lagen. Gaandeweg de pilot is gebleken dat het voor start in november 2020 meldden zich circa 750 mensen.
30% van de deelnemers beter is om geen woning te Sommigen meldden zich op eigen initiatief aan en
delen. Een kleine woning zou beter passen voor deze sommigen werden doorverwezen door de klantbegelei-
groep. ders van WPI en de Buurtteam-medewerkers. De groep
is zeer divers en dat geldt ook voor hun ondersteu-
ningsbehoefte en mogelijkheden tot woningdelen. Een
adequate, maar tijdrovende, screening en selectie zijn
daarom essentieel. Overlast heeft zich nauwelijks voor-
gedaan.
De pilot wordt in 2023 verlengd. } @ a ® @®@ | | ®
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 14
Û ® .
®
N , Actielijn 2: Voldoende passende
… woonplekken CT
S De Amsterdamse woningmarkt staat al jaren onder druk. De coronacrisis en de
Û oorlog in Oekraïne hebben die druk verder opgevoerd. Het is dan ook een forse
uitdaging geworden om kwetsbare groepen passend te laten wonen en
tegelijkertijd voldoende aanbod te houden voor andere woningzoekenden.
In de samenwerkingsafspraken hebben de woningcorporaties, huurderskoepels
en gemeente Amsterdam geregeld dat er jaarlijks 1.800 sociale huurwoningen
beschikbaar komen voor het programma. Dat aantal is niet meer voldoende.
Ook huisvest het programma een aantal doelgroepen buiten deze 1.800 woningen,
y) V/ Pe d d dit betreft de slachtoffers van de toeslagenaffaire, rolstoelurgenten, statushouders
. °, oenae passen Ls in tijdelijke projecten en permanente zorgwoningen.
- - Tabel 4. Geleverde (project)woningen voor Jaarlijks wordt binnen het programma een verdeling
e e doelgroepen buiten de 1.800 afspraak in 2022: op hoofdlijnen gemaakt. Dit gebeurt op basis van de
. m Doel 1: Nieuwe afspraken voor 2020-2024 . verwachte vraag naar sociale huurwoningen vanuit
wm Doel 2: Realisering (tijdelijke) nieuwbouw voor ® de doelgroepen van het PHKG. Dankzij duidelijke
e ® Doelgroe VEEL
statushouders | |
e e spraken over de verdeling van de woningen weten
. m Doel 3: Vergroting aanbod rolstoelwoningen . Project/ partijen waarop ze kunnen rekenen.
e _m Doel 4: Inzicht in benodigde woningtypes en . studentenwoningen 40
. vertaling naar nieuwbouwplanning . statushouders Sociale en medische urgenties
© wm Doel 5: Vereenvoudiging van het proces van . Rolstoelurgenten 55 Door de aanscherping van de urgentiecriteria daalde
.
e intermediaire verhuur ° Slachtoffers het aantal afgegeven sociale en medische urgenties
. . Toeslagenaffaire 83 sterk van 581 in 2021 naar 305 in 2022.
% e Voor de hoofdgroep Wonen zonder begeleiding kwa-
eesssroresrsresrsrerssreseeree De zes doelen van de actielijn ‘Voldoende passende men 345 woningen beschikbaar. Dat was minder dan in
woonplekken’ zijn gericht op vergroting van het aanbod 2021 (681 woningen) en ook minder dan conform de
aan passende woonplekken voor kwetsbare groepen. verdeling (409 woningen). De gemiddelde wachttijd
voor mensen met een urgentie liep op. Eind 2021 zocht
WE Doel 1: 26% langer dan 6 maanden naar een woning; eind 2022
Nieuwe afspraken voor was dit 37% en stonden er ongeveer 200 huishoudens
2020-2024 met een urgentie op de wachtlijst. Dit komt overeen met
Onderdeel van de samenwerkingsafspraken is dat de de prognose die is opgesteld bij de verdeling van de
woningcorporaties jaarlijks 1.800 woningen beschikbaar woningen begin 2022.
stellen voor de doelgroepen van het PHKG. De woon-
vraag van mensen in een kwetsbare situatie is echter Met de invoering van het nieuwe systeem van Woon-
veel groter dan dit aanbod. Net als in 2021 waren de ruimteverdeling op 16 januari 2023 wijzigt ook de
woningcorporaties bereid meer woningen te leveren, toewijzing aan mensen met een urgentie. Zij kunnen dan
namelijk 1.950 woningen, op voorwaarde dat er mini- niet langer zelf met voorrang een woning zoeken in
maal 6.500 verhuringen zouden zijn. WoningNet, maar worden direct bemiddeld. De langst
wachtenden zijn in 2023 als eerste aan de beurt.
5 KRMARAE ee ee nn Aen en 7
ed
Wonen met begeleiding Statushouders Doel 2: Doel 3:
Het streven om het aanbod woningen voor de hoofd- De opgave voor statushouders blijft groot. Eind 2021 Realisering (tijdelijke) nieuwbouw Vergroting aanbod rolstoelwoningen
groep Wonen met begeleiding te verhogen naar 849 is had de gemeente Amsterdam een achterstand van voor statushouders Een onderdeel van de samenwerkingsafspraken tussen
niet gehaald in 2022. Vooral voor gezinnen en omslag- 276 statushouders op de taakstelling en daarbij kwam In 2022 is een (tijdelijk) nieuwbouwproject opgeleverd gemeente, woningcorporaties en huurdersverenigingen
jongeren zijn minder woningen ingezet dan was afge- de taakstelling voor 2022 van 1.174 statushouders. met 131 wooneenheden voor statushouders. Zestig is vergroting van het aanbod aanrolstoelwoningen.
sproken, namelijk respectievelijk 100 (afspraak 155) en Bovendien deden 451 huishoudens een beroep op de wooneenheden waren in 2022 in aanbouw/voorberei- Gemeente en woningcorporaties hebben gezamenlijk
125 (afspraak 145). Hiervoor zijn meerdere redenen. ruggensteunregeling voor (voormalig) statushouders ding en worden opgeleverd in 2023. Sinds 2016 is er een nieuwbouwopgave geformuleerd.
Door personeelstekort konden de zorgaanbieders niet van wie het tijdelijk huurcontract afloopt. Zij kregen gewerkt aan het realiseren van tijdelijke nieuwbouw-
altijd voldoende geschikte kandidaten aanleveren. eenmalig een andere woning aangeboden: 342 kregen projecten voor statushouders en Nederlandse leeftijds- Rolstoelwoningen
Daarnaast bleven woningen onbenut door een niet- een regulier contract en 94 kregen opnieuw een jonge- genoten. In 2022 werden 98 indicaties voor een rolstoelwoning
passend aanbod van de woningcorporatie. Dit speelde rencontract. Vijftien maal werd het eenmalige woning- afgegeven, waarvan 13 voor doorstromers. Via Woning-
bijvoorbeeld bij het aanbod voor jongeren tot 23 jaar. aanbod geweigerd. De redenen liepen uiteen: men Gemengde wooncomplexen waren in 2022 herhaal- Net vonden 55 huishoudens een rolstoelwoning. Dit
vond bijvoorbeeld de woning niet passend, wilde delijk in de media met zowel goed als slecht nieuws. aantal is lager dan de 73 huishoudens die in 2021 een
Op de wachtlijst voor de hoofdgroep Wonen met bege- geen bovenwoning, weigerde vanwege psychische en Deze woonvorm heeft veel positieve effecten, maar er rolstoelgeschikte woning kregen. Er kwamen weinig
leiding stonden eind 2022 zo’n 750 huishoudens. De medische klachten. zijn ook incidenten geweest. Hoewel het aantal inciden- _ rolstoelwoningen beschikbaar in 2022, De Aanpak
wachtlijst groeit jaarlijks met 700 nieuwe klanten. Boven- ten niet steeg ten opzichte van eerdere jaren, was de Rolstoelwoningen gaat uit van 124 nieuwe verhuringen
dien werkt een groep in de opvang aan herstel met oog In totaal moesten er in 2022 1.901 statushouders wor- aard en intensiteit van sommige incidenten heftig met per jaar, maar dat aantal is niet gehaald. Hieronder staan
op zelfstandig wonen. Eenmaal aangemeld voor actieve den gehuisvest. Het was onmogelijk deze opgave een grote impact op de betrokkenen. Er worden aanvul- de doelen van de Aanpak Rolstoelwoningen en de
bemiddeling krijgt 57% binnen 3 maanden een woning, geheel te voldoen. Voor statushouders kwamen 729 lende maatregelen genomen voor een veilig en prettig resultaten in 2022.
maar deze mensen hebben dan al een langdurig traject sociale huurwoningen en 131 woningen in nieuwe leefklimaat op de gemengde wooncomplexen. De
doorlopen, waarin ze zelf een oplossing zochten, hulp tijdelijke complexen beschikbaar. Binnen Amsterdam samenwerking tussen de verschillende partijen wordt Regeling ‘Verhuizen uit rolstoelwoningen’
vroegen aan een Buurtteam, werden beoordeeld bij neemt het tekort aan woningen voor statushouders versterkt, er is nog meer aandacht voor het juist mat- De gemeente geeft een vergoeding voor de verhuis-
de Centrale Toegang en verbleven in de opvang. steeds verder toe. Door de hoge vraag voor statushou- chen van bewoners, psychosociale ondersteuning, kosten aan mensen die geen rolstoelwoning meer nodig
Een snellere doorstroming komt het herstel en de ders raakt de verdeling van woningen voor kwetsbare het beheer van de complexen en handelen bij inciden- hebben of bereid zijn te verhuizen naar een kleinere
levenskwaliteit van mensen ten goede. Bovendien groepen uit balans. ten en overlast. Daarnaast gaat de gemeente in overleg rolstoelwoning. Afhankelijk van de grootte van de
beperkt het vermijdbare zorgkosten. met de corporaties over complexen waar het nodig is woning is de vergoeding 4.000 tot 6.200 euro. Het blijkt
Naar aanleiding van het kabinetsadvies ‘Een thuis voor om het percentage statushouders in de verdeelsleutel echter moeilijker dan verwacht om mensen over te
iedereen’ werkt het Rijk momenteel aan een meerjarig omlaag te brengen (nu overal 50% statushou- halen om te verhuizen.
landelijk programma voor een integrale aanpak van de ders/50% woonstarters).
huisvesting van aandachtsgroepen, waaronder status- Doel: 23 verhuizingen
… houders. De MRA is één van koploperregio’s die experi- Community building, begeleiding en aandacht vanuit Resultaat: 11 verhuizingen, 32 huishoudens zijn
Jay staat Op de wachtlijst menteert met nieuwe afspraken en oplossingen over de corporatie, gemeente en maatschappelijke organisa- bereid te verhuizen via de regeling en wachten
voor de maatschappelijke de huisvesting van aandachtsgroepen. tie zijn erg belangrijk. Niet alleen in de periode na de tot zij een geschikte woning hebben gevonden.
opvang. Met hulp van zijn oplevering van een complex, maar ook na verloop van
. tijd moet er zicht blijven op kwetsbare bewoners met
regie-ondersteuner
een zorgvraag.
benadert hij wat mensen uit
zijn netwerk. De moeder
van zijn ex biedt hem
tijdelijk onderdak aan, maar
dat lukt niet vanwege haar
uitkering. Ook zijn ® ® a ®
werkgever wil helpen. Hij
regelt een woning en daar
kan Jay blijven wonen.
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 18 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 19
ED Lisa en Jelle wonen op een an
krappe bovenwoning met
hun kinderen Tilda van 6 en
Sociale huurwoning verbouwd maken van de afspraken. Daarnaast is het de bedoeling Doel 4: Jonas van 4 die meervoudig
rolstoelgeschikt maken afspraken te maken over het behoud van bestaande Inzicht in benodigde woningtypes en gehandicapt is. “Het is passen
Per verbouwde woning is maximaal €20.000 subsidie rolstoelwoningen. Ten slotte hebben corporaties aange- vertaling naar nieuwbouwplanning . 8
beschikbaar. Er zijn minder woningen ‘verbouwd rol- geven dat de subsidie voor het realiseren van rolstoel- Gemeente en woningcorporaties hebben in 2021 afge- en meten. Tilda slaapt bij ons
stoelgeschikt’ gemaakt, omdat er onvoldoende grote woningen te laag is en de kosten niet dekt. De hoogte sproken de komende 5 jaar door nieuwbouw of renova- op de kamer. Jonas heeft
woningen beschikbaar zijn. Deze woningen zijn boven- van de subsidie wordt ook besproken in de uitwerking tie 100 woningen in een geclusterde woonvorm te een eigen kamer, want we
dien ook nodig voor grote gezinnen. van de samenwerkingsafspraken. realiseren voor mensen die langdurig zorg nodig heb-
ben. Deze woningen zijn nodig voor Amsterdammers hebben voortdurend
Doel: 15 verbouwd rolstoelgeschikte woningen. Verbetering van de toewijzing die momenteel in een Wlz-cluster wonen dat niet meer zorgverleners over de vloer.
Resultaat: er zijn geen woningen verbouwd rol- van rolstoelwoningen aan de eisen voldoet. Het is in 2022 nog niet gelukt We wachten al een tijd op
stoelgeschikt gemaakt vanwege de schaarste In 2021 is de toewijzing van rolstoelwoningen verbeterd deze afspraak concreet in te vullen. . …
on een rolstoelwoning, hopelijk
aan grote woningen. door de introductie van de categorieën acuut, dringend
en noodzakelijk. De instelling van deze categorieën Tussen corporaties en gemeente bestaan veel afspraken met een tuin zodat Jonas
maakt het mogelijk voorrang te geven aan een beperk- over targets die gehaald moeten worden. De afspraak makkelijk naar buiten kan.”
Nieuwbouw rolstoelwoningen te groep, namelijk mensen in een revalidatiekliniek die om 100 woningen in een geclusterde woonvorm te
Doel: uitbreiding met 208 nieuwbouw rolstoelwoningen niet terug naar huis kunnen en mensen die de huidige realiseren komt daar bij, maar de sturing op deze af-
(gedurende 8 jaar elk jaar 26 woningen) woning niet meer in of uit kunnen. Het ging in 2022 om spraak is nog onvoldoende geborgd. In 2023 wordt
De ervaring leert dat het realiseren van nieuwbouw een 4 huishoudens ‘acuut’ en 13 huishoudens ‘dringend’. daarom onderzocht waar deze afspraak kan worden Doel 5:
lange doorlooptijd kent. Het kost doorgaans 4 jaar of Ook mensen in de categorie ‘noodzakelijk’ konden dus geborgd en hoe de gemeente met zorgaanbieders en Vereenvoudiging van het proces van
langer om van plan tot realisatie te komen. Hoewel we voldoende aan de beurt komen. woningcorporaties ook voor de groep ‘geclusterd intermediaire verhuur
flink inzetten op rolstoelwoningen in de nieuwbouw, zijn wonen WIz' vervangende woonruimte kan realiseren. In de Omslagroute treedt de zorgaanbieder op als
de resultaten pas op termijn zichtbaar. De subsidie voor de realisatie van verbouwd rolstoelge- intermediair verhuurder. Deze aanpak werkt goed en
Resultaat in 2022: 6 nieuwbouwwoningen voor rolstoel- schikte woningen en rolstoelwoningen in de nieuwbouw In 2022 hebben woningcorporaties contact gezocht met draagt bij aan de samenwerking tussen woningcorpora-
gebruikers zijn opgeleverd. In de nieuwbouwplannen kwam voorheen uit het corporatiebudget, maar dat is zorgaanbieders voor de realisering van omslagwonin- ties en zorgaanbieders. Inmiddels ervaren vooral zorg-
van de woningcorporaties zijn 53 rolstoelwoningen naar verwachting begin 2023 uitgeput. In de AAV is het gen in nieuwbouwprojecten. Corporaties en zorgaan- aanbieders ook nadelen, doordat zij veel woningen
opgenomen. Verder zijn er in vastgestelde project- en voorstel opgenomen om hier opnieuw budget voor toe bieders ontwikkelen samen nieuwe woonconcepten, beheren en administratieve lasten hebben.
investeringsnota’s tussen de 165-235 rolstoelwoningen te kennen. zoals gemengd wonen en community living, zoals De
ingepland. Inzet voor de samenwerkingsafspraken is om Jacoba in Overhoeks/Noord, De Eenhoorn in Oost en De Uit een onderzoek in 2022 blijkt dat de verhuuradminis-
de realisatie van rolstoelwoningen ook onderdeel te Lieven in Nieuw West. tratie en incasso zorgaanbieders zo’n 1.400 euro per
omslagwoning per jaar kosten. De zorgaanbieder krijgt
deze kosten niet vergoed vanuit het WMO-budget. De
zorgaanbieders, de woningcorporaties en de gemeente
zijn als voorlopige oplossing overeengekomen om voor
de duur van een jaar in 2023 gezamenlijk de kosten te
dragen. Intussen gaan zij werken aan efficiëntie om de
kosten naar beneden te brengen en lobbyen zij inten-
sief richting het Rijk voor afschaffing van de dubbele
inkomenstoets.
® ® a © @®
6,
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 20 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 21
® A …
©
… Actielijn 3: Zorgzame stad en wijk nn
S Het is belangrijk dat alle Amsterdammers in hun buurt toegang hebben tot
Û voorzieningen, contacten onderhouden en gelegenheid hebben om deel te nemen
© „ s aan het buurtleven. Vooral in buurten met een hoog aandeel corporatiebezit wonen
veel mensen met een inkomen op of onder het bestaansminimum, weinig sociale
aansluiting, last van eenzaamheid en/of zorgvragen. De samenwerkingspartners zijn
bezorgd over de leefbaarheid van buurten met veel van deze kwetsbare bewoners.
Hebben deze buurten voldoende draagkracht voor het opvangen van mensen die
een woning krijgen via het programma?
3. Zorgzame stad en wijk
ae 2) J De vraagstukken draagkracht en leefbaarheid overstij- Doel 2:
gen het bereik van het programma, maar met actielijn 3 Experimenten met matchen
- o levert het programma wel een bijdrage door experi- op buurtniveau
° e menten te faciliteren en onderzoek te doen naar de
2 m Doel 1: Digitale ondersteuning bij matching 2 toewijzing van kwetsbare groepen in buurten en wijken. Buurtbalans
© _m Doel 2: Experimenten met matchen op buurtniveau 2 Samen met betrokken partners werkt de gemeente De werkwijze Buurtbalans helpt om knelpunten en
®
e mm Doel 3: Ondersteuning initiatieven in stadsdelen e initiatieven uit om de leefbaarheid en draagkracht van mogelijkheden in buurten beter in beeld te brengen,
2 m Doel 4: Campagne ‘Zorgzame stad en wijk’ 3 de wijken te ondersteunen. Dit komt de wijk als geheel waardoor een effectieve inzet van oplossingen en
e _m Doel 5: Onderzoek naar de woningtoewijzing per 2 ten goede en draagt bij aan een zachte landing van initiatieven mogelijk is. Samenwerkende partijen delen
% buurt en wijk ° kwetsbare groepen in de wijk. informatie met elkaar en komen tot een gedeeld, ver-
8 2 diept en genuanceerd beeld over de buurt. Zodoende
%eececececececcecececeseesesececseseceecesececeeceese” Hieronder staan de resultaten in 2022 voor de doelen kunnen partijen beter en gerichter samenwerken aan
van deze actielijn. Ten aanzien van de eerste doelstel- leefbaarheid en betere keuzes maken bij het plaatsen
ling - digitale ondersteuning bij matching - is geen en ondersteunen van mensen in een kwetsbare situatie.
nieuwe informatie opgenomen omdat de betreffende
pilot in 2020 na evaluatie is afgesloten. Werkwijze Buurtbalans
®
WE Verandering buurt Va A
(op termijn) ®
zichtbaar in cijfers & effect in de buurt
hd
an k
voe oee (verandering in)
! „eeens: @ OD ?__aanpak / interventies
et an 2 e
…-ä kwalitatieve mA ij
- . informatie .
behoefte ' ' Dn ® ® t
aanvullende ’
data : A4 ma :
, ’ _—_ gesprek t
| | 5 |
, .
Pd 44 É
' bundelen & k
$ presenteren data Ê
@ ® © ® ® a : Buurtbalans :
EES : toegepast op '
gs ' buurtniveau É
(bestaande) data Weerataterevovetavevevevavavava vate vara vavevavav evers rers
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 23
ed Gn
Buurtbalans begon in 2020 als experiment in zes Doel 3: Doel 4: Doel 5:
buurten: de Transvaalbuurt, H-Buurt, Amsterdamse Ondersteuning initiatieven in stadsdelen Campagne ‘Zorgzame stad en wijk’ Onderzoek naar de woningtoewijzing
Poort, Dobbebuurt, Burgemeestersbuurt en Slotermeer Het vierde doel van deze actielijn gaat over een per buurt en wijk
Zuid. De resultaten waren positief. De deelnemers Pilots leefbaarheid samenhangende inzet op communicatie met als doel Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) maakt
verkregen meer inzicht in de problematiek, maar ook Zorgen over de leefbaarheid en draagkracht van professionals en vrijwilligers te informeren over de regelmatig voor het programma een rapport over de
in elkaars rol. Dit inzicht hielp bij het maken van buurten belemmeren soms de levering van sociale werkwijze bij het huisvesten van kwetsbare groepen, woningtoewijzing aan kwetsbare groepen. In 2021 is
gebiedsplannen en samenwerkingsafspraken. huurwoningen. Daarom is in 2021 afgesproken pilots het draagvlak bij hen te vergroten en initiatieven van het rapport niet uitgebracht vanwege onduidelijkheden
In opdracht van de stuurgroep is in 2022 een te starten in buurten/complexen waarbij woning- de stadsdelen te ondersteunen en verbinden. rondom de registraties van statushouders. Gelukkig zijn
businesscase uitgewerkt. De belangrijkste uitkomsten corporaties, zorg partijen en gemeente samenwerken deze problemen opgelost en kon de gemeenteraad in
zijn dat Buurtbalans zorgt voor weloverwogen aan de leefbaarheid. De zorgaanbieders gaven daarbij Bijeenkomsten december 2022 kennisnemen van een nieuw rapport.
beslissingen en slagvaardiger handelen. De aan ook de zittende huurders te willen helpen. De Na stadscongressen ‘Thuis in de Wijk’ in 2017 en 2018 Tussen stadsdelen en buurten bestaan verschillen in het
tijdsinvestering is relatief laag en betaalt zich terug woningcorporaties stelden eind 2021 zes buurten voor. zijn in 2019 in Zuid en Oost stadsdeelcongressen aantal woningen dat is toegewezen aan mensen in een
dankzij een grotere samenhang en efficiëntie bij de In 2022 zijn de wensen ten aanzien van de pilots geïn- gehouden, in 2021 gevolgd door online netwerksessies kwetsbare situatie. De verschillen zijn grotendeels te
aanpak van verbeteringen. ventariseerd. in West. Met diverse stadsdelen is gesproken over een verklaren door het aandeel corporatiewoningen en
In Delflandplein Zuid is de pilot gericht op community vergelijkbaar initiatief, maar daaraan was in 2022 geen de mutatiegraad in een buurt: waar meer corporatie-
We faciliteren de komende twee jaar de werkwijze building. Het is de bedoeling om met inloopspreekuren behoefte. Wel geven de stadsdelen aan dat zij een woningen vrijkomen, worden ook meer woningen
Buurtbalans. De stadsdelen zijn geïnteresseerd in en activiteiten de sociale cohesie en het vertrouwen in genuanceerd gesprek willen voeren over de draag- verhuurd aan kwetsbare groepen. In deze buurten
Buurtbalans, zien de meerwaarde en waarderen de de buurt te versterken. In de Van der Pek-buurt wordt kracht van wijken en de huisvesting van mensen in een wonen vaak al veel mensen die kwetsbaar zijn qua
ondersteuning vanuit het PHKG. Een Startpakket is in tijdens de pilot het idee van een ‘zorg-allonge’ bij het kwetsbare situatie. Aan deze wens wordt in 2023 inkomen, opleiding, werk en gezondheid. Het nieuwe
ontwikkeling. Dit krijgt in 2023 een plaats op de geza- huurcontract uitgewerkt. Indien de woningcorporatie gevolg gegeven. onderzoek laat duidelijk zien dat de corporaties en
menlijke website huisvestingkwetsbaregroepen.nl. tijdens een intakegesprek vermoedt dat een potentiële zorgaanbieders zorgvuldig te werk gaan bij het
De onderzoeksadviseurs van de stadsdelen hebben huurder een zorgvraag heeft, wordt deze persoon Centrale informatiebron matchen. Ze letten op de invloed van de omgeving,
opgenomen in hun onderzoeksjaarplan dat zij Buurt- gekoppeld aan het buurtteam en HVO-Querido. De gezamenlijke website van gemeente, woningcorpo- op het herstel van mensen en op een stapeling van
balans zullen ondersteunen met data-analyses en Mogelijk wordt een zorgallonge daarna onderdeel van raties en zorgaanbieders www.huisvestingkwetsbare- kwetsbaarheid in buurten.
presentaties. het huurcontract. groepen.nl is in 2022 verder uitgebreid. Met de website
beschikken alle betrokken medewerkers over een
De pilots in de Wildemanbuurt en de Dichtersbuurt zijn centrale informatiebron. Betrouwbare informatie over
stopgezet en die in de Marathonbuurt verkeert in de onder meer de Tien Werkafspraken, de Omslagroute,
oriëntatiefase. In de Dapperbuurt is voorlopig geen de Woonwaaier en de samenwerking is op de website
behoefte aan een pilot. Het stadsdeel en de woning- te vinden.
corporatie zetten zelf een netwerk ‘zorgzame wijk’ op.
\ ® ® ® a
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 24 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 25
Û ® . .
\ , Actielijn 4: Leren, implementeren
… en evalueren am
, [ Alle partners steken veel energie in de verdere uitwerking, verbreding en invoering
van werkwijzen, afspraken en processen. Zij zorgen voor training, interne en externe
communicatie en ondersteunende instrumenten. Ook monitoren zij de voortgang.
De implementatie binnen de eigen organisatie blijft een eigen verantwoordelijkheid
van elke partner, maar de organisaties kunnen leren van elkaar.
Doel 1: Diverse organisaties hebben zich inmiddels bij het
n Implementatie 'Tien Werkafspraken’ platform aangesloten. Vanaf 2023 wordt toegewerkt
4 > Le re n ’ | en ® | =, m =, nte re n en nieuwe werkprocessen naar het afsluiten van een Convenant Omslagroute met
een privacyverklaring tussen gemeente, woning-
en eval ueren Implementatieteam corporaties en zorgaanbieders.
Het implementatieteam ‘Tien Werkafspraken en Omslag-
. e route’ bestaat uit deelnemers van alle betrokken partij- Doel 2:
° . en: de zorgaanbieders, de corporaties en de gemeente. Gezamenlijk training
: m Doel 1: Implementatie Tien Werkafspraken’ e Er zijn vaste deelnemers en deelnemers die per thema en deskundigheidsbevordering
: en nieuwe werkprocessen . aansluiten. Het implementatieteam is in 2022 drie keer Het laten landen van de ‘Tien werkafspraken Thuis in
e wm Doel 2: Gezamenlijk training en e bijeen geweest. Per bijeenkomst was er een thema, de wijk’ in de uitvoerende organisaties is een continu
. deskundigheidsbevordering . gelegenheid om ervaringen te delen en casuïstiek proces dat structureel aandacht vraagt. Daartoe worden
2 m Doel 3: Evalueren en monitoren van de voortgang . te bespreken. medewerkers getraind en themabijeenkomsten gehou-
e en effecten e den waarin praktische problemen worden besproken en
bd . Zowel de corporaties als de zorgaanbieders zien vragen uit de praktijk worden beantwoord. Ook is er
%ececececececceecescscceccecececsecsecececeecse” mensen terugkomen die het eerder niet hebben gered een vast aanspreekpunt voor vragen uit de praktijk
om met begeleiding zelfstandig te wonen. Vaak is dat en advisering bij geschillen.
geen probleem en krijgt iemand een nieuwe kans in
een nieuw traject, soms is het een uitdaging of zelfs Doel 3:
ongewenst. Voor een goede samenwerking blijft het Evalueren en monitoren
essentieel ook in gesprek te blijven als zaken gevoelig van de voortgang en effecten
liggen. Ingewikkelde casuïstiek bespreken maakt de De focus van de werkgroep monitoring lag in 2022 bij
WE samenwerking krachtig en draagt bij aan het vinden van het beschikbaar krijgen van zo betrouwbaar mogelijke
het meest passende traject voor de klant. Er is behoefte cijfers. De gemeente Amsterdam ging over op een
aan meer inzicht ten behoeve van een zorgvuldige ander registratiesysteem voor de toewijzing van
matching en eventueel aanvullende afspraken bij inge- urgenties en de monitoring van de doelgroepen van
wikkelde casuïstiek. het PHKG, namelijk het Voorrangssysteem (VRS) van
WoningNet. De overgangsperiode duurde ongeveer
Omslagroute een jaar waarbij de prioriteit lag op het aansluiten van
De Omslagroute is eind 2019 ingevoerd en sindsdien het nieuwe systeem op de monitor. Voor 2023 is extra
verder uitgewerkt. In 2022 zijn ingewikkelde proces- capaciteit aangetrokken voor de verdere ontwikkeling
afspraken verfijnd en nieuwe doelgroepen aangehaakt, van de monitor. Voor een goed beeld van de resultaten
zoals (overlastgevende) multi-probleem gezinnen. zijn sinds 2021 de cijfers van zowel de gemeente als
De informatie over de route op het online platform AFWC toegevoegd aan de monitor.
omslagroute.amsterdam.nl is geactualiseerd en
uitgebreid met infobladen over de Treiteraanpak
@ @ » ® a en over Woningruil en verhuizing. 8 ®
©,
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 27
. . .
mn Financiën Tot slot: vooruitblik naar 2023 Cz
In 2022 was het budget voor het PHKG € 900.000. Een bedrag van Het programma krijgt een vervolg in 2023. In de afgelopen jaren is een
€ 660.000 is besteed aan de directe activiteiten van het programma. effectieve samenwerking tussen gemeente, woningcorporaties en
zorgaanbieders tot stand gekomen. Jaar in, jaar uit bewees deze
H samenwerking haar waarde. De wooncrisis in combinatie met de forse
et merendeel van de kosten is gemaakt voor de
inzet van projectleiders voor onder andere de vraag naar woningen voor kwetsbare groepen vraagt om samenwerking
pilots rondom zorgzame wijken, verkenning van en een integrale aanpak. Landelijk geldt de Amsterdamse werkwijze als
een tussenvoorziening voor statushouders en het een goede praktijk.
ontwikkelen van de flex concepten.
De belangrijkste reden voor de onderbesteding Samen met de partners werkt de gemeente in 2023 het Speerpunt 2:
was een veel lagere realisatie van de uitgaven voor programmaplan verder uit. De kaders voor het nieuwe nieuwe woonconcepten
het verbouwen van woningen tot rolstoelgeschikte plan worden gevormd door het Beleidskader Aanpak Niet iedereen kan en wil in een zelfstandige woning
woningen en de verhuiskostenvergoeding voor Dakloosheid uit 2021 en de Amsterdamse Aanpak wonen. Soms dwingt ook ruimtegebrek of beperkte
mensen die verhuizen uit een rolstoelwoningen. Volkshuisvesting. Deze wordt medio 2023 ter besluitvor- _zorgcapaciteit tot andere oplossingen. Daarom
Naast deze programmamiddelen, leveren alle part- ming voorgelegd aan de gemeenteraad. De speerpun- ontwikkelen de gemeente en partners nieuwe
ners inzet in dit programma met menskracht uit de ten voor het nieuwe programma zijn ook nu al duidelijk. woonvormen, waarbij mensen faciliteiten delen,
eigen organisatie. bij elkaar in de buurt wonen of rondom een
Speerpunt 1: zorgvoorziening worden gehuisvest.
preventie
Hoe meer mensen hun woning kunnen behouden, Speerpunt 3:
of zelf een woning kunnen vinden, hoe beter. Het meer betaalbare woonruimte
programma draagt daarom bij aan het zoeken naar De gemeente vraagt de Amsterdamse woning-
woningen buiten Amsterdam. Ook woningdelen kan corporaties om 30% van alle vrijkomende sociale
uitkomst bieden. Amsterdammers blijken onvoldoende huurwoningen in te zetten voor mensen in een kwets-
bekend met de mogelijkheden van woningdelen. bare situatie. De woningvoorraad wordt uitgebreid
Daarom zal in 2023 een informatiecampagne starten. door de inzet van flexwoningen: modulaire woningen
op tijdelijke locaties. Ook met een groter aanbod van
Bij overlast of signalen van psychische en financiële tussenoplossingen voor economisch daklozen zoals
problemen bij huurders is snel actie geboden, om Tijdelijk onder Dak en Onder de Pannen kan de
verergering van problemen en dakloosheid te voor- bestaande woningvoorraad beter worden benut.
komen. Verder is landelijke voorlichting nodig aan Daarnaast streeft de gemeente naar vergroting van de
mensen die naar Amsterdam komen zonder enige voorraad sociale huurwoningen, zowel in Amsterdam
recente binding met de stad. Vaak zijn dit gezinnen die als regionaal.
uit het buitenland komen en zich in Amsterdam melden.
De gemeente en partners bepleiten een verdeling van
deze groep over Nederland.
®@ © ®& ® a
NA ARETD
28 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 29
ed
Aan het eind van 2022 was de achterstand op de taak- Speerpunt 4: Speerpunt 5:
stelling voor in Amsterdam te huisvesten statushouders leefbaarheid monitoring en onderzoek
610 personen. De taakstelling voor het 1e halfjaar van Wijken met een groot aandeel sociale huurwoningen Hoewel de maatschappelijke opvang overvol is, daalt
2023 is 1.081 personen en voor het 2e halfjaar van 2023 zijn vaak zwakkere wijken, omdat er veel mensen wonen het aantal aanmeldingen en afgegeven beschikkingen
1.394. De totale opgave voor 2023 komt hiermee uit met een inkomen op of rond het bestaansminimum. voor wonen met begeleiding. De gemeente onderzoekt
op 2.475 te huisvesten statushouders voor de wettelijke Nauwe samenwerking tussen corporaties, zorgaanbie- de oorzaken van deze afname. Daarnaast is het nodig
taakstelling. ders en gemeenten helpt om de leefbaarheid van om de systematiek van urgentieverlening te herzien,
wijken te verbeteren, goede matches te maken voor omdat deze te complex is geworden en te weinig
In 2022 heeft de gemeente een groot aantal opvang- vrijkomende woningen en bewoners passend te bege- aansluit op de uitgangspunten van maatwerk. Ook is het
plekken voor asielzoekers beschikbaar gesteld ter leiden. Voor mensen die vanuit dit programma een relevant om te volgen hoe het nieuwe systeem van
verlichting van de noodsituatie in Ter Apel. Als compen- woning krijgen, maar ook voor mensen die al wonen in woonruimteverdeling uitpakt. Ten slotte wordt de
satie heeft het Rijk de gemeente een uitstel verleend op de wijk of zelf een woning vinden. monitoring van en onderzoek naar de toewijzing en
de taakstelling van 870 statushouders. spreiding van doelgroepen over de stad voortgezet.
Waarschijnlijk krijgt Amsterdam de komende jaren de
taakstelling om jaarlijks gemiddeld 2.000 tot 2.500
statushouders te huisvesten. Dit is een verdubbeling van
het gemiddelde in de afgelopen jaren. Er lopen ge-
sprekken met het Rijk over de mogelijkheden om deze
grote taakstelling te realiseren, te verlagen of uit te
ruilen tegen meer opvanglocaties.
© © »® @ a © @
ZRRERRAAAK £,
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 30 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2022 31
» ® „ ® &@
&
Am SR
Over het programma
| Onderzoeksrapport | 17 | train |
x Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
Termijnagenda 2010- 2014
commissie Algemene en Sociale Zaken Soort:
(Algemene Zaken, Interne organisatie en fusie, Participatie, Dienstverlening, Welzijn en zorg, Jeugd en onderwijs, Sport, 4 = Advies raadscie tbv raadsbesluit
Kunst en cultuur)
2 = Beantwoording raadsadres
23-8-2011 14:11 3 = Bespreekpunt
4 = Ter Kennisname
Commissi | Raad Aanleverin | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen DB/Raad
e datum datum g griffie
| _____| September Ln
06-09-2011 20-09-2011 15-08-2011 Nota Homosexualiteit en transgender 1 Thesingh Lamme Toezegging uit cie ASZ 30nov10
Verzoek om te verzetten naar de cie van 29nov11,
reden:
De stedelijke vaststelling van het anti-discriminatiebeleid was later dan
gedacht, daardoor is te weinig tijd om de stedelijke plannen nog te
vertalen naar stadsdeelniveau en voor het zomerreces staf en db te
laten passeren.
06-09-2011 20-09-2011 15-08-2011 Nota Vastgoed 1 Thesingh G.Reinds Vastgoed blijft commissie ASZ. Verzoek om te
verplaatsen naar de cie van nov11.
Reden: Het stuk dat aan de raad zal worden aangeboden betreft
een inventarisatie van al het vastgoed dat door de afdeling V&G wordt
beheerd en geëxploiteerd. Om te laten zien op welk niveau wij het
vastgoed exploiteren willen wij onze exploitatieresultaten vergelijken
met het landelijk gemiddelde. De Benchmark Gemeentelijk Vastgoed
presenteert in juli de resultaten van andere (gemeentelijk)
vastgoedaanbieder over het jaar 2010. Deze gegevens willen wij
bestuderen en vervolgens gebruiken om ons aan te meten. Daardoor
is voor ons niet haalbaar de inventarisatie voor het zomerreces aan
het DB aan te bieden, wat noodzakelijk is om vervolgens de stukken
voor de commissie en de raad weer op tijd aan te kunnen leveren.
06-09-2011 | 20-09-2011 | 15-08-2011 | Kadernota VSD Thesingh N.a.v. bespreking in cie 10 mei opnieuw in cie. [DB |
1
e datum datum g griffie
06-09-2011 20-09-2011 15-08-2011 Kaderstelling van de exploitatie BV voor | 1 Thesingh H. Klugkist
06-09-2011 15-08-2011 Sterkte Zwakte analyse 3 Thesingh Crommelin o.a. toegezegd in cia ASZ van 29 maart. Naam
via griffienieuws
06-09-2011 15-08-2011 Scenario's roeicentrum 3 Elatik S. Koole Toezegging uit cie ASZ 30 nov10
Verzoek van PH om te verzetten naar 11-10-11, reden:
gezien de stand van zaken in het project en de vroege
vakantie wordt de aanleverdatum van 6sep11 niet
gehaald.
06-09-2011 15-08-2011 Actieplan (onnodige) subsidies 3 of 4 Thesingh Toezegging uit mei 2011 inz de VVD nota over subsidies DB op
van cie
06-09-2011 15-08-2011 Discussienota segregatie KS) Thesingh In cie ASZ juni 2011 heeft de commissie gevraagd aan DB op
bereiden voor september 2011. van cie
06-09-2011 15-08-2011 Huiselijk Geweld (stedelijke aanpak en 3 Thesingh B. Toezegging asz 30-11-2010, is afhankelijk van stedelijke
/J. Bolle oktober/november.
EE ee
Oost Hoekstra
_____|___|__ | Oktober |
11-10-2011 | 08-11-2011 | 19-09-2011 | Locatiebeleid inzfestivalse.d. [1 | VanSpijk |GHendix |______PB |
Mn
schuiven naar oktober
Leeuwenka | veel meer werk dan verwacht, daarnaast is er vertraging
mp wegens VSD.
[11-10-2011 | 08-11-2011 | 1909-2011 | Verordening OAR (onder voorbehoud) [1 | Thesingh | Bubic | nav.toezeggingincieASZ10mei [DB |
Dn
juni.
DG
STAIJ 2010
DEEP EEN Vangen DOE [EO end vena die banoe |
welzijnsinstellingen gewijzigd, wordt verplaatst naar oktober (bericht hierover
via griffienieuws)
[11-10-2011 |_________| 19-09-2011 | Representatiebeleid | 3 [Elatik |K Busstra | gewijzigd in 3 en naar oknv________________\DB |
ee eee EE
wordt eerst stedelijk vastgesteld en dan per stadsdeel
nee [leerd
IJburg’
[41-10-2011 | _________| 19-09-2011 | Scenario'sroeicentrumaancie [3 [Elatik _ |S.Kooe | Toezegging uitcie ASZ30novi0 [DB |
2
e datum datum g griffie
voorleggen Verzoek van PH om te verzetten naar 11-10-11, reden:
gezien de stand van zaken in het project en de vroege
vakantie wordt de aanleverdatum van 6sep11 niet
gehaald.
[11-10-2011 |______|____\ Maatschappelijke participatie _______\4 | Thesingh | _____ | _____LDB |
04-10-2011 Dienstverleningsavond stadsdeel Oost 4 Elatik E. Baars — Avond is in overleg met griffie al gepland op 4 oktober
Hoekstra
____|_____{_____ {November {|
NE EN
besluitvorming
29-11-2011 20-12-2011 07-11-2011 Nota Homosexualiteit en transgender 1 Thesingh Lamme Toezegging uit cie ASZ 30nov10
Verzoek om te verzetten naar de cie van 29nov11,
reden:
De stedelijke vaststelling van het anti-discriminatiebeleid was later dan
gedacht, daardoor is te weinig tijd om de stedelijke plannen nog te
vertalen naar stadsdeelniveau en voor het zomerreces staf en db te
laten passeren.
| 29-11-2011 | 20-12-2011 | 07-11-2011 | NotaVastgoed | 1 | Thesingh |G. Reinds | Verplaatst van september
VD
Leeuwenka
mp
Pm
| 29-11-2011 | ____[ 07-11-2011 | Aanpak vervreemding polarisatie \3 \Blatik | _________ | PH wilditzelfstroomlijnen_ |
29-11-2011 07-11-2011 Huiselijk Geweld (stedelijke aanpak en 3 Thesingh B. Toezegging asz 30-11-2010, is afhankelijk van stedelijke
/J. Bolle
[2911-2011 |_________| __| bedrijfsplan CBK 2010-2014 [4 [VanSpik | ________|
pen
[2911201 | _________| ___| Evaluatieradicalisering/ polarisatie |4 [Ek |
Evaluatie Sail 1 Elatik A. Toezegging uit cie ASZ 28sep10 Naar
Schoorman PM-lijst
s van wacht op
Houten evaluatie
GS
A
Kroon
3
Commissi | Raad Aanleverin | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen DB/Raad
e datum datum g griffie
LL} Herijking vrijwilligerswerk Thesingh _|S.vdWef |_____————
LL Loketten Zorg en Samenleven Thesingh __[J.Bole___ |_
Na zomer Stimuleringsmiddelen 4 Thesingh E. Gaal Naar juni verplaatst
Winkeltoegankelijkheid
4
| Agenda | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 526
Publicatiedatum 13 juni 2018
Ingekomen onder F
Ingekomen op 6 juni 2018
Behandeld op 6 juni 2018
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake het jaarverslag van de Technische
adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2017 (consequenties van drones in de natuur).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie het jaarverslag van de Technische adviescommissie
Hoofdgroenstructuur 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 464).
Overwegende dat:
— erin verschillende Amsterdamse parken en natuurgebieden (recreatief) met
drones gevlogen wordt;
— hetsinds 2017 al verboden is om met drones boven Natura 2000- gebieden te
vliegen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de consequenties van het gebruik van drones in het Amsterdamse groen,
waaronder voor de flora en fauna, in kaart te brengen;
— mogelijkheden te schetsen voor het opleggen van beperkingen voor het recreatief
vliegen met drones in het Amsterdamse groen;
— de raad hier in het najaar van 2018 over te informeren.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F. Bloemberg-lssa
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 991
Datum akkoord 25 juli 2017
Publicatiedatum 26 juli 2017
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Ruigrok van 8 mei 2017
inzake het verwijderen van de kransen op de Dam na afloop van de Nationale
Herdenking.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
In De Telegraaf verscheen het bericht dat de kransen na afloop van de Nationale
Herdenking in de nacht worden opgeslagen en ’s ochtends weer worden
teruggeplaatst. Volgens het Nationaal Comité 4 en 5 mei is dit sinds 1987 staande
praktijk. De incidenten met vernielingen van kransen stammen gelukkig ook uit 2003
en 2006, voor zover ons bekend. Desalniettemin is de VVD van mening dat de
kransen op de Dam van groot belang zijn voor de kracht van de herdenking op 4 mei.
Daarom stelt de fractie van de VVD voor om de kransen voortaan gedurende de
periode dat zij op de Dam staan te laten bewaken door één van de belangrijkste
nationale symbolen, de Nederlandse krijgsmacht. De militairen zouden wat de fractie
van de VVD betreft bij de bewaking in ceremonieel uniform gekleed moeten gaan.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ruigrok, namens de fractie van de VVD,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid
Van Soest van 5 mei 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 990) — aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bereid, in overleg te treden met de regering om de kransen op de
Dam gedurende de periode dat zij daar aanwezig zijn te laten bewaken door
militairen in ceremonieel uniform? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, de huidige werkwijze is dat de Koninklijke Marechaussee op 4 mei toezicht
houdt op de kransen vanaf het moment dat ze zijn gelegd tot het moment dat zij
worden opgehaald om verzorgd te worden.
Onder verantwoordelijkheid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei worden de
bloemenkransen vanaf het jaar 2000 (en mogelijk langer geleden) voor
middernacht weggehaald en voor 08.00 uur teruggelegd op de Dam. 's Nachts
worden de kransen verzorgd, waardoor de bloemen zo min mogelijk verwelken en
schade oplopen. Hierdoor lukt het om de kransen gedurende een week op een
representatieve manier te laten liggen voor iedereen die zijn of haar eer wil
bewijzen aan de slachtoffers.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing Jot Gemeenteblad
ummer seat .
Datum 26 juli 2017 Schriftelijke vragen, maandag 8 mei 2017
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei houdt deze handelswijze om deze reden in
stand.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
> 4 Oost
Agenda
Aan de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost
Vergadering maandag 12 januari 2015
19.30-20.45 UUF
Stadsdeelhuis, Oranje-Vrijstaatplein 2, Raadzaal
Voorzitter Ivar Manuel
Secretaris Liane Pielanen
Onderwerp Voorbereidend AB
Tijden bij benadering
Algemeen
1. Opening en mededelingen
2. Vaststellen van de agenda
Parallelle sessies 19.30
3. a) Handhavingsuitvoeringsplan 2016
b) Adviesaanvraag stedenbouwkundigplan Centrumeiland
Inhoudelijk gedeelte
4. Vragenronde 20.30
5. Kijk op de Wijk 20.35
6. Sluiting 20.45
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 659
Publicatiedatum 25 juli 2018
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 18 juli 2018
Behandeld op woensdag 18 juli 2018
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Flentge inzake het lerarentekort voor het schooljaar 2018-2019
(gelden besteden aan personeel en meer vaste banen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van het lid Timman inzake het lerarentekort
voor schooljaar 2018-2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 629).
Constaterende dat:
— de gemeente veel extra middelen beschikbaar stelt aan het onderwijs,
onder andere in de vorm van scholingsbudgetten.
Overwegende dat:
— sommige schoolbesturen onnodig veel sparen;
— een deel van de gelden voor de functiemix, waarbij een hoger percentage leraren
in de hogere salarisschalen terecht zou moeten komen, op de plank blijft liggen;
— flexwerk en min/max-contracten niet altijd nodig zijn.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij schoolbesturen er op aan te dringen om in tijden van lerarentekorten:
— Nietteveel te sparen en te streven naar een gezamenlijke Amsterdamse norm,
waarbij onnodig oppotten niet meer plaatsvindt en de Rijksbijdragen worden
besteed aan personeel (salarissen, arbeidsvoorwaarden, scholing, vaste
contracten) volgens het principe ‘pas toe of leg uit’;
— De gelden van de functiemix in het primair onderwijs én voortgezet onderwijs uit
te geven aan personeel (salarissen, arbeidsvoorwaarden, scholing, vaste
contracten);
— _Flexbanen en min/max-contracten zoveel mogelijk in te ruilen voor vaste banen.
Het lid van de gemeenteraad
E.A. Flentge
1
| Motie | 1 | train |
Vergadering stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 12-05-2021
Aanvang 19:30
Locatie stadsdeel
1 Welkom
2 Vaststellen agenda en verslag
3 Bewoners aan het woord
Bewoners en ondernemers krijgen de gelegenheid om iets met de stadsdeelcommissie te delen. Maximale
spreektijd is 3 minuten.
4 Presentatie Mobiliteitsplan
Verzorgd door het projectteam
Insprekers:
Patty Muller (namens Voetgangersvereniging)
Anna Schwartz
Hans Schotman
Geert Nijpels
Ed Eringa (namens de Fietsersbond)
Bonny Alberts
Hetty Oorbeek
Inspraaknotities
5 Adviesaanvraag Hoofdlijnen Bestuurlijk Stelsel
De adviestermijn loopt tot en met 19 mei 2021.
6 TKN: Projectnota Buikslotermeerplein
7 TKN: Adviesaanvraag verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen
8 Reactie op ongevraagd advies OV Voedselbank
Geagendeerd op verzoek van Niels Ras, naar aanleiding van de antwoordbrief van wethouder Moorman.
9 Mededelingen stadsdeelcommissie
10 Update DB
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord informeert de stadsdeelcommissie over bestuurlijke zaken.
Mededelingen Dagelijks Bestuur
Vragen aan het DB
Toezeggingenlijst
11 Termijnagenda
12 Sluiting
| Agenda | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 1081
Publicatiedatum 4 december 2013
Ingekomen onder M
Ingekomen op woensdag 27 november 2013
Behandeld op woensdag 27 november 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Paternotte, mevrouw Van der Pligt en mevrouw
Shahsavari-Jansen inzake de verordening tot wijziging van de Verordening op
het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam (klankbordgroep onderwijs
Amsterdam).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 17 september 2013 inzake de verordening tot wijziging van
de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam
(wijzigingen in de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam) (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 981);
Overwegende dat:
— gemeentelijk beleid moet worden vormgegeven door schooldirecties, leraren,
andere praktijkexperts en ouders;
— _ ouders in het onderwijs en in de politiek erkend moeten worden als
gelijkwaardige partner;
— door het organiseren van samenwerking binnen het onderwijsveld kunnen de
professionals van en met elkaar leren om zo beter onderwijs te kunnen geven;
— de gemeente niet alleen structureel in gesprek met schoolbesturen moet gaan,
maar juist ook met de (ervarings)deskundigen uit de praktijk,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— tot structureel overleg te komen met schooldirecteuren, docenten en ouders over
het gemeentelijk onderwijsbeleid;
— _ hiervoor een klankbordgroep in te richten naast de bestaande overlegstructuren
met bijvoorbeeld het OSVO en BBO;
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1081 Moti
Datum 4 december 2013 otie
— in overleg met eerder genoemden (leraar/ directeur/ ouders) tot een duidelijke
open periodieke structuur voor het overleg te komen.
De leden van de gemeenteraad,
J.M. Paternotte
M.M. van der Pligt
M.D. Shahsavari-Jansen
2
| Motie | 2 | discard |
*Z0O0O0OBABESEAG %
BESTUURSCOMMISSIE OOST XX Gemeente |
besluit dagelijks bestuur
He X Amsterdam
datum vergadering : datum db % Oost
registratienummer _:Z-14-10570 / INT-14-02719
Onderwerp: Advisering wijziging openbare ruimte Rudolf Dieselbuurt in het Eenhoorngebied
Het dagelijks bestuur van de Bestuurscommissie Oost, |
gezien
-__ het voorstel voor de wijziging van de openbare ruimte van de Rudolf Dieselbuurt in het
Eenhoorngebied; |
gelet op
- artikel 6 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, artikel 108 van de
gemeentewet en artikel 4 van de Verordening op de Vastgoedregistratie in samenhang
met de Verordening op de bestuurscommissies 2013;
-__ het DB-besluit met registratienummer 414084 d.d. 25 juni 2013;
overwegende dat
-__met het definitief vastleggen van de wijziging in de openbare ruimte kan worden voldaan
aan de wettelijke verplichting voor de afgifte van huisnummers;
-_voor de komende tijd speelt dat er zelfbouwkavels bebouwd gaan worden in de Rudolf
Dieselbuurt in het Eenhoorngebied waarvoor omgevingsvergunning zullen worden
aangevraagd;
-__de straatnamen Rudolf Dieselstraat en Stephensonstraat al bestaande straatnamen zijn;
-__de straatnaam Sibrandus Stratinghstraat in het DB-besluit van 25 juni 2013 is vastgelegd |
na goedkeuring van de Commissie naamgeving openbare ruimten; |
-__B&W bevoegd is om in deze te besluiten maar dat een advies van het algemeen bestuur
nodig is,
besluit
1. intestemmen met het voorstel om de Stephensonstraat in oostelijke richting door te |
trekken (vergelijk kaart A ‘Huidige situatie’ en kaart B ‘Voorstel nu’);
2. inte stemmen met het voorstel om de binnenkort aan te leggen nieuwe straat in noord-
zuidrichting aan de oostkant van het gebied de reeds vastgestelde naam Sibrandus
Stratinghstraat te geven (zie kaart B ‘Voorstel nu’);
3. dit voorstel ter advies voor te leggen aan het AB. |
et dede lijks bestuur van de Bestuurscommissie Oo!
() \
0 A \
IN EE \
nd Pielänen, lar Mant L, |
secretaris voorzitter
Afschrift: Behandelend ambtenaar; Dienst Basisinformati |
| Besluit | 1 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 19 juli 2023
Ingekomen onder nummer 467
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Garmy, Asruf, IJmker, Kabamba, Koyuncu en
Moeskops inzake deelvervoer inclusiever maken
Onderwerp
Deelvervoer inclusiever maken
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het vaststellen van de Nota deelvervoer 2023 en het wijzigen van de
APV,
Constaterende dat:
-_Deelmobiliteit een belangrijke aanvulling is aan het vervoer in de stad;
-_Inclusief vervoer een groot onderwerp van gesprek is voor het openbare vervoer;
-_ Deelmobiliteit een goede alternatieve vervoersmogelijkheid biedt;
-_Het college voornemens is om deelmobiliteit breed in te zetten;
-_Het huidige aanbod van deelvervoer niet of slecht toegankelijk is voor mensen met een
beperking?;
Overwegende dat:
-_ledereen in deze samenleving moet kunnen meekomen;
-__ We moeten voorkomen dat er doelgroepen tussen wal en schip dreigen te vallen;
-_ Andere transportmogelijkheden voor mensen met een beperking een aanvulling kunnen
zijn op zelfstandigheid;
‘https://vervoerregio.bestuurlijkeinformatie.nl/Document/View/b7464c8o-bfgg-415b-9825-
de438cf47ea7
*https://studenttheses. vv.nl/bitstream/handle/20.500.12932/42527/Masterscriptie%2oToegang%z2otot
A%2oDeelmobiliteit%2o(Suze%zoKoster).pdf?sequence=1
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
-_Erinde nota het volgende wordt gezegd: “Alle burgers moeten volwaardig mee kunnen
doen, ongeacht een beperking”, en “Ook stimuleren we inclusief deelvervoer…” maar dat
een concrete uitwerking ontbreekt 3;
-_In het coalitieakkoord staat dat “Waar beleid (onbedoeld) groepen achterstelt, wordt dit
direct aangepakt en het beleid inclusief gemaakt”.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-__Om in gesprek te gaan met de aanbieders van deelmobiliteit over inclusief deelvervoer.
-_ Om in deze gesprekken ook mensen met een beperking mee te nemen, zodat zij aan tafel
zitten en hun ervaringen kunnen delen.
-_Om over 6 maanden aan de raad te rapporteren over de voortgang en resultaten van deze
gesprekken en te rapporteren welke mogelijkheden er zijn om het (vergunde) deelvervoer
inclusiever te (laten) maken.
Indiener(s),
|. Garmy
M.F. Asruf
E.C. IJmker
C.K.E. Kabamba
S. Koyuncu
E.D.M. Moeskops
3https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/1298750o/1/A+t-
+10+Verkeer%2C+Vervoer+en+Luchtkwaliteit+%2832%29+Bijlage+1 +Nota+Deelvervoer+2
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 760 accent
Status Ingetrokken en vervangen door 760 dubbelaccent
Onderwerp Motie van de leden Kilig, De Fockert en Veldhuyzen inzake een OR-code
voor ongedocumenteerden
Onderwerp
Bij de GGD Amsterdam erop aan te dringen om een OR-code voor ongedocumenteerden mogelijk
te maken.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2022.
Constaterende dat:
— Dubbel gevaccineerde ongedocumenteerden momenteel niet in aanmerking komen voor een
OR-code;
— _ Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport deze situatie “onwenselijk”;
— De GGD Utrecht er reeds mee gestart is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Bij het Rijk erop aan te dringen om een QR-code voor ongedocumenteerden mogelijk te maken.
Indieners
A. Kilig
T.C. de Fockert
J.A. Veldhuyzen
+ https://www.oneworld.nl/lezen/{discriminatie/sociaal-onrecht/wel-gevaccineerd-niet-gedocumenteerd-dan-krijg-je-geen-gr-
codef/?utm_campaign=later-linkinbio-oneworldnl&utm_content=later-22134290&utm_medium=social&utm_source=linkin.bio
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 10 februari 2022
Portefeuille(s) Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid ([email protected])
Onderwerp Intentieovereenkomst Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven
2022-2025.
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het besluit om de intentieovereenkomst
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse Bedrijven 2022-2025 aan te gaan.
Het Energiebesparingsakkoord is een overeenkomst tussen de provincie en gemeenten in Noord-
Holland waarin afspraken staan over de gezamenlijke inzet op energiebesparing bij bedrijven. Met
de bijbehorende uitvoeringsregeling Subsidie Energiebesparing bij Bedrijven Noord-Holland 2022-
2025 (SEB) ondersteunt de provincie gemeenten financieel in de uitvoering van het
Energiebesparingsakkoord. Het gaat om 50% cofinanciering voor gemeenten. De gemeente
Amsterdam heeft recht op een gesubsidieerd bedrag van €2.630.336,- te verdelen over 4 jaar. Op
14 december 2021 heeft het college besloten het Energiebesparingsakkoord aan te gaan.
Het realiseren van energiebesparing in de industrie- en dienstensector is één van de
randvoorwaarden om de doelen vit het Klimaatakkoord te behalen. Op 22 april 2020 is de
Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050 vastgesteld door de
Gemeenteraad waarin de ambitie is opgenomen om de CO2-uitstoot in Amsterdam terug te
dringen met 55% in 2030 en 95% in 2050. Het Energiebesparingsakkoord is in lijn met het reeds
bestaande beleid van de gemeente Amsterdam en de SEB-regeling biedt de kans om de uitvoering
te versterken.
Het Energiebesparingsakkoord is een middel om regionaal een inhaalslag te maken op de naleving
van de energiebesparingswetgeving. Het beoogde effect van dit akkoord is daarmee niet alleen
milieuwinst maar ook een meer gelijk speelveld voor alle bedrijven in de provincie.
De gemeente Amsterdam wil samen met de provincie en de andere Noord-Hollandse gemeenten
energiebesparing bij bedrijven met een wettelijke energiebesparingsplicht realiseren door gebruik
te maken van stimulerend toezicht. Deze vorm van toezicht richt zich in eerste instantie op het
gebruik van communicatiemiddelen en het aanbieden van expertise en technologische
hulpmiddelen. Bedrijven worden actief benaderd om aan te slag te gaan met (wettelijke)
energiebesparing en op weg geholpen in de realisatie van deze maatregelen. Parallel hieraan zal
toezicht en handhaving op de energiebesparingswetgeving intensiveren. Met het
Energiebesparingsakkoord wordt de capaciteit en inzet bij de Stadsdelen en de Omgevingsdienst
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 februari 2022
Pagina 2 van 2
Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) verruimd en zal strenger worden opgetreden bij
overtredingen. Een concrete doelstelling van deze intentieverklaring is dat ieder bedrijf met een
wettelijke verplichting tot energiebesparing minimaal één keer is gecontroleerd door een
toezichthouder in de periode 2022-2025.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
SP 7) EK ï :
ke me 5
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Bijlagen
1. Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse Bedrijven 2022-2025
2. Werkplan
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 826
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 9 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie RO
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de begroting voor 2015
(indicatoren en streefwaarden luchtkwaliteit in begroting 2016).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Constaterende dat:
— inde begroting als doelstelling staat: ‘De lucht in Amsterdam wordt gezond, met
zo min mogelijk stikstofoxide (NO2), fijnstof en roet;
— integenstelling tot veel andere programmaonderdelen bij luchtkwaliteit geen
meetbare indicatoren en streefwaarden zijn opgenomen;
— de Partij voor de Dieren van mening is dat alles op alles moet worden gezet om
de luchtkwaliteit te verbeteren;
Overwegende dat:
— meetbare indicatoren en streefwaarden helpen om de meest effectieve
maatregelen te kunnen onderzoeken en uitvoeren,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in de begroting van 2016 meetbare doelstellingen, indicatoren en streefwaarden op te
nemen voor luchtkwaliteit.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam J C
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur,
Lokale Media en Monumenten
% Agenda, donderdag 18 mei 2017
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en
Monumenten
Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur en van 19.30 tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC
d.d. 13 april 2017
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJC @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
, Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Agenda, donderdag 18 mei 2017
8 _Inspreekhalfuur publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Onderwijs
11 Aanvulling van de VLOA 2014 met de aanvullende Voorziening uitbreiding
Stadsscholen020 tweede tranche 2017-2018 Nr. BD2017-005438
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 31 mei 2017).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 12 en 13.
12 Stadsscholen020; voortgang eerste tranche en uitbreiding tweede tranche Nr.
BD2017-005158
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11 en 13.
13 Onderzoeksvoorstel ‘Prestaties achterstandsleerlingen; hoe doen scholen het?’
Nr. BD2017-005157
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Blom (GrLí).
e Was TKN 5 in de Commissievergadering van 23 maart 2017.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 11 en 12.
14 Voortgang Amsterdamse lerarenagenda 2015 - 2017 Nr. BD2017-005159
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 13 april 2017.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 15.
15 Voortgangsbrief plan van aanpak Lerarentekort Nr. BD2017-005373
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 14.
2
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Agenda, donderdag 18 mei 2017
16 Gelijke kansen in het onderwijs Nr. BD2017-005380
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 17 en 18.
17 Voortgang versterken diversiteit in het basisonderwijs voorjaar 2017 Nr. BD201 7-
005349
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 16 en 18.
18 Staat van het onderwijs ‘2015-2016’ Nr. BD2017-005366
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
© Geagendeerd op verzoek van het lid Blom (GrLí).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 16 en 17.
19 Brief over vervolgstappen n.a.v. de mbo- conferentie ‘De stem van de student’ Nr.
BD2017-005160
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 13 april 2017.
Jeugd
20 Vierde Voortgangsbericht Plan van Aanpak Borgen van veiligheid in kwetsbare
gezinnen Nr. BD2017-005324
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De leden van de raadscommissies voor Algemene Zaken en voor Zorg en Sport zijn
hierbij uitgenodigd.
21 Kennis te nemen van de 3e bestuursrapportage 2016 Nieuwe jeugdstelsel
Amsterdam Nr. BD2017-003949
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Agenda, donderdag 18 mei 2017
Diversiteit
22 Brief activiteiten slavernijverleden Nr. BD2017-005389
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
© Geagendeerd op verzoek van het lid Blom (GrLí).
© Was TKN 5 in de Commissievergadering van 13 april 2017.
4
| Agenda | 4 | train |
2
d
RAADSADRES 26 oktober 2012
onderwerp: parkeergarage Vijzelgracht
Aan:
de Gemeenteraad van Amsterdam
en
Stadsdeelraad Centrum
Stadhuis, Amstel 1
postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Geachte raadsleden,
namens de leden van ondernemersvereniging DE VIJZEL
en de Vereniging Vrienden Van de Vijzelgracht en Vijzelstraat (de 5 V's)
delen wij graag onze mening en wensen met u over het plan een parkeer garage boven het
metrostation aan de Vijzelgracht.
Graag zien wij een parkeergarage en ook nog zo groot mogelijk.
Onze bezorgdheid gaat eventueel uit naar:
-Het aantal parkeerplaatsen die u er bovengronds voor weg wilt halen.
Als er 250 parkeerplekken onder komen zien wij graag dat er 125 bovengronds verdwijnen en wel
direct om het metrostation heen. Dus in de Noorderbuurt en Weteringbuurt.
Op de opengevallen plekken kunnen dan fietsparkeerplekken worden gerealiseerd en/of bomen wat
de overlast van fietsen in de openbare ruimte tegen gaat, één van de uitgangspunten van de Rode
Loper.
-De tram rails liggen op dit moment (2012) 1.40 meter van hun oorspronkelijke ligging en het is
vele malen verzekerd dat die weer naar de situatie van vóór de metrobouw terug worden gelegd.
Dit is héél belangrijk want alleen dan kan een mooi breed trottoir langs het winkellint gerealiseerd
worden, wat ook één van de uitgangspunten van de Rode Loper is.
-De bovengrondse metro in/uitgangen en de lifthuisjes zouden wij zo klein mogelijk zien, om
zoveel mogelijk van de oorspronkelijke bomen terug te kunnen plaatsen.
Namens genoemde verenigingen: _
voorzitter _
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 Directie Omgevingsmanagement
1000 AE Amsterdam Afdeling Projecten
Telefoon 14 020
Fax 020 256 4433
www. centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
(……)
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door C.J. Nanne / M. Breeman
Rechtstreekse nummer 06-12420257
Faxnummer
Bijlage
Onderwerp Raadsadres parkeergarage Vijzelgracht
Geachte (……),
Op 26 oktober 2012 stuurde u een raadsadres aan de gemeenteraad en aan de deelraad
van stadsdeel Centrum. In dit raadsadres gaat u in op de plannen voor een parkeergarage
onder de Vijzelgracht. Inmiddels is de Nota van Uitgangspunten vastgesteld door het
dagelijks bestuur en heeft de Commissie Openbare Ruimte de nota besproken op 4
december. Hieronder volgt de beantwoording van uw raadadres.
U geeft aan dat u een zo groot mogelijke parkeergarage wilt. Het dagelijks bestuur heeft op
16 oktober ingestemd met een parkeergarage van 250 plaatsen en het opheffen van 250
bovengrondse parkeerplaatsen. Wel zal er met de centrale stad, de eigenaar, nog overleg
plaatsvinden over mogelijkheden om ook de naastgelegen ruimte van het vervallen Berg
Bezink Bassin in gebruik te nemen. Hierin kan uw suggestie, een grotere parkeergarage,
worden meegenomen. Het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum wil dit onderzoek graag
breder trekken door ook de mogelijkheden voor ondergronds fietsparkeren en andere
suggesties uit de omgeving te bezien.
Met uw verzoek om de opheffing te beperken tot 125 plaatsen bovengronds direct om het
metrostation kunnen wij niet instemmen. Wij hebben besloten (en gecommuniceerd met de
bewoners) dat 1 op 1 opgeheven zal worden. Dit betekent dat 250 plaatsen binnen een
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 2
straal van 500 meter om het metrostation opgeheven zullen worden.
In het vastgestelde ontwerp voor de Rode Loper is de toekomstige ligging van de tramrails
opgenomen en is een bomenplan vastgesteld en is rekening gehouden met de door
Benthem & Crouwel ontworpen in/uitgangen van de Metro en het voorlopige ontwerp van de
lfthuisjes. Mochten er onverhoopt wijzigingen in het ontwerp voor de Rode Loper optreden,
dan wordt u daarover tijdig geïnformeerd. De lifthuisjes zullen in overleg met een
toekomstige exploitant zorgvuldig worden ontworpen, waarbij uw wens de lifthuisjes zo klein
mogelijk te maken aan de exploitant zullen worden meegegeven.
Wij hopen uw vragen hiermee afdoende te hebben beantwoord.
Met vriendelijke groeten,
het dagelijks bestuur,
Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren
secretaris voorzitter
2
| Raadsadres | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 444
Datum akkoord college van b&w van 17 mei 2016
Publicatiedatum 20 mei 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ruigrok (VVD) van 22 februari 2016
inzake de voortgang van het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan
Solutions (AMS).
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Om oplossingen te bieden voor grootstedelijke problematiek, schreef Amsterdam in
2013 een wedstrijd uit voor een nieuw te vestigen kennis- en onderzoeksinstituut in
de stad. De keuze viel op het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan
Solutions (AMS), opgezet door een consortium van onder andere de TU Delft,
Wageningen UR en het Amerikaanse MIT. De ambities zijn groot: het instituut moet
op den duur een onafhankelijk onderzoeksplatform worden dat een volwaardige
masteropleiding in stedelijke vraagstukken aanbiedt en tegelijkertijd werkbare
oplossingen aanlevert voor de uitdagingen van de moderne stad. Dit alles in
samenwerking met overheid, bedrijfsleven en inwoners.
De gemeente heeft in een contract met het consortium een aantal doelstellingen
vastgelegd en 50 miljoen euro toegezegd over een periode van tien jaar. De eerste
volledige evaluatie staat gepland voor het vijfde jaar van het project. De VVD is
benieuwd hoe het instituut er nu voor staat.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ruigrok, namens de fractie van de VVD,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Op welke manier voorziet het AMS het college van informatie over zijn
voortgang? Is het college van mening dat het instituut op koers ligt om de
overeengekomen doelstellingen te halen? Zo ja, kan het college een update
geven? Zo nee, waarom niet? Heeft het college inspraak in het beleid van het
AMS? Zo ja, kan het college waar nodig de koers van het AMS bijstellen?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam ontvangt op verschillende momenten informatie over de
voortgang van AMS. De belangrijkste zijn het jaarplan (december) en het
jaarverslag (juli) die met respectievelijk de wethouder (jaarplan) Economie en het
College van B&W (jaarverslag) worden besproken. Het eerste volledige
jaarverslag van AMS betreft 2015. Daarnaast wordt er elk kwartaal een
vergadering gehouden waar de voortgang (inhoudelijk en financieel) wordt
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing haa Gemeenteblad
Datum 20 mei 2016 Schriftelijke vragen, maandag 22 februari 2016
besproken. Tot slot wordt er door de AMS directie elke twee tot drie weken een
mondelinge update gegeven aan de interfacemanager (CTO, Ger Baron).
Met betrekking tot het informeren van de gemeenteraad: Volgens plan willen we
met u jaarlijks stilstaan bij de voortgang van AMS op basis van het door de
accountant goedgekeurde jaarverslag. In september dit jaar zal dat voor het eerst
zijn, omdat dan het eerste volledige jaar is afgerond. Hierin staat dan o.a. de
voortgang op basis van de contractuele KPI's. Praktisch zal dit dan vlak na de
zomer geagendeerd worden. Daarnaast ontvangt u binnenkort een uitnodiging
voor een werkbezoek aan AMS om, als u dat wenst, meer inzicht te krijgen in de
activiteiten.
Voortgang.
Op basis van de afgesproken KPI's uit het contract ligt AMS op dit moment op
schema. De doelstellingen van AMS zijn onderverdeeld in vier categorieën
1) Instituut, 2) Onderwijs, 3) Onderzoek en 4) Value Platform. Hieronder een
update per categorie, waarbij u na de zomer een gedetailleerde
voorgangsrapportage krijgt.
1) Instituut
Bij de ontwikkeling van het instituut gaat het om een goede fysieke en
personele aanwezigheid in Amsterdam. AMS is nadrukkelijk geen project met
een kop en een staart, maar een lange termijn investering die moet resulteren
in een permanent instituut dat onderzoek doet en onderwijs verzorgt.
Op dit moment is AMS gehuisvest in het Koninklijk Instituut voor de Tropen en
werken er ongeveer 12 mensen bij AMS en zijn er tientallen mensen
betrokken van de verschillende partners. Tot 2018 zal AMS op deze locatie
blijven, daarna worden vertrokken naar een plek die geschikter is om op
grotere schaal onderwijs te kunnen geven.
2) Onderwijs
De ontwikkeling van het onderwijsdeel loopt volgens plan. Op dit moment kan
bij AMS nog niet worden afgestudeerd, maar dit jaar zullen enkele tientallen
studenten hun AMS certificaat halen in combinatie met een diploma van de
TU Delft, Universiteit Wageningen of MIT. Afgelopen zomer is de eerste
summer course gegeven en in januari dit jaar is de eerste Massive Open
Online Course (MOOC) van start gegaan op het EDx platform. Er zijn ruim
8.000 mensen gestart.
Parallel aan het starten de online courses is inmiddels een accreditatie-
aanvraag ingediend voor het opzetten van een Master in Amsterdam. Het
ministerie is in dit proces inmiddels een zogeheten Macro-
doelmatigheidstoets gestart. Als het ministerie en het accreditatie-orgaan
geen vertraging oplopen kan volgens plan in 2017 worden gestart met de
masteropleiding.
3) Onderzoek
Het onderzoeksdeel ligt voor op schema. Inmiddels is er voor 15 miljoen euro
aan projecten opgestart en zitten er nog enkele tientallen projecten in de
ontwikkelfase.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing haa Gemeenteblad
Datum 20 mei 2016 Schriftelijke vragen, maandag 22 februari 2016
Het AMS-instituut focust haar onderzoek op drie grote thema's: de verbonden
stad (mobiliteit, maar ook digitaal), de circulaire stad en de vitale stad. De
ontwikkelingen van de programma’s van Verbonden en Circulair zijn boven
verwachting goed gegaan en vormen op dit moment het grootste deel van de
projecten. De verwachting is dat op het gebied van de vitale stad dit jaar een
inhaalslag gemaakt wordt (veel projecten zitten nog in het aanvraagstadium).
Totaal lopen er nu 26 projecten en zijn er nog 11 ingediend bij verschillende
instituten (zoals de EU en NWO).
4) Value Platform
Het Value Platform is het deel van AMS dat de resultaten (e.g. Data) en
assets (e.g. sensoren, software) hergebruikt om op die manier omzet te
genereren. De opzet van het platform is op dit moment nagenoeg af en aan
de hand van de eerste onderzoekprojecten wordt het platform de komend
jaren verder vormgegeven. Tot op heden is dit onderdeel nog het meest
weerbarstig gebleken. Inmiddels is er, conform plan, een opzet waarmee
gewerkt wordt.
Op dit moment is wel de eerste Startup uit AMS ontstaan: een bedrijf
(http://www.track-landscapes.com/) dat gebruik maakt van de data van
fietsers en hardlopers en op basis daarvan adviezen geeft over hoe sport-
routes (hardlopen, fietsers) verbeterd kunnen worden.
Inspraak in het programma
Het college bespreekt jaarlijks op basis van het jaarverslag de voortgang en
richting van AMS. Het 10-jarenplan zoals vastgelegd in het contract is daarbij
leidend voor wat betreft de harde prestatie-indicatoren. Inhoudelijk kan het
college aangeven welke onderwerpen voor hen interessant zijn, maar AMS kan
zelf ook voorstellen doen. De combinatie van Circulair, Verbonden en Vitale
stad biedt veel ruimte om stedelijke vraagtukken te agenderen. Een voorwaarde
is dat daar onderzoeks- (en geen consulting) vragen aan ten grondslag liggen.
AMS is eindverantwoordelijk voor haar portfolio, waarbij het onderzoek moet
gaan om Amsterdamse vraagstukken of vraagstukken van andere steden die in
Amsterdam worden opgelost. Heel concreet zijn er van uit de gemeente
Amsterdam o.a. vraagstukken geagendeerd over voetganger stromen, patronen
van fietsers, crowd management, bereikbaarheid van de Zuidas tijdens de
verbouwing, regenwater problematiek in sommige wijken, luchtkwaliteit, inzicht
in materiaalstromen (ivm circulariteit en afval) en mogelijkheden om te sporten
in de stad.
2. Welk concreet bedrag heeft de gemeente tot nu toe geïnvesteerd in het AMS?
Op welke manier controleert het college hoe het geld wordt besteed?
Antwoord:
De bevoorschotting van AMS is tot op heden €5.411.741. Dit voorschot is
uitgekeerd op basis van gemaakte kosten in 2014 en de jaarplannen. Het college
controleert de besteding van deze middelen formeel aan de hand van de
jaarrekening zoals deze door de accountant wordt vastgesteld. Daarbij geldt dat
de verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige administratie alsmede het risico bij
het AMS-instituut en haar penvoerders TU Delft en Wageningen Universiteit ligt.
3
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam
Neeing haa Gemeenteblad R
Datum 20 mei 2016 Schriftelijke vragen, maandag 22 februari 2016
De beide penvoerders hebben zich daarnaast ook gecommitteerd aan het
behalen van de “multiplier” van 4 en zijn daarmee verantwoordelijk voor een
gemeenschappelijke investering van €200 miljoen naast de € 50 miljoen van
de gemeente Amsterdam. Op dit moment ligt deze investering iets voor de
contractuele afspraken (de verwachte multiplier over 2015 is ongeveer 2,7).
Naast de jaarlijkse voortgang en verslaglegging wordt, zoals bij de beantwoording
van vraag 1 genoemd, elk kwartaal gekeken naar de financiële en inhoudelijke
voortgang van AMS, op deze manier wordt goed vinger aan de pols gehouden.
3. Heeft het AMS reeds concrete resultaten geboekt met zijn projecten? Zo ja, kan
het college hier voorbeelden van geven?
Antwoord:
Vooropgesteld: AMS is opgericht om excellent onderzoek te doen en onderwijs te
geven. Toponderzoek kost tijd (van financiering aanvragen tot valideren), maar
AMS heeft er afgelopen jaren voor gezorgd dat lopende het onderzoek resultaten
zo snel mogelijk worden gedeeld. Zo is er een aantal Kick-start projecten
uitgevoerd, waarbij aan de hand van demonstraties concrete oplossingen zijn
gedemonstreerd alsmede verdere onderzoeksvragen zijn opgehaald. Hieronder
een tiental voorbeelden van resultaten en gestarte programma’s.
Vijf concrete resultaten
1. Crowd Management tijdens SAIL
Tijdens SAIL is door AMS een praktijkproef gedaan om inzicht te krijgen in
bezoekerstromen. Hoewel dit naast de bestaande methode is gedaan (want
een eerste keer) is er dusdanig veel geleerd dat de partijen die betrokken
waren nu voor de rest van Amsterdam dezelfde methode en techniek willen
gebruiken om stromen bezoekers (vooral bij evenementen) beter te kunnen
informeren, geleiden en beheersen.
2. Amsterdam RAINproof
Samen met Waternet is een eerste model gemaakt waarbij op basis van
meldingen van Amsterdammers in kaart is gebracht waar de meeste
wateroverlast is en waar de beste interventies gedaan kunnen worden.
Binnen het Rainproof-programma zal dit worden geïmplementeerd.
3. Groene Junkie
Door middel van platen langs de snelweg in Amsterdam West wordt fijnstof
afgevangen. Dit project loopt inmiddels en de eerste resultaten laten een
behoorlijk effect zien.
4. Urban Pulse
De eerste fase van het project Urban Pulse is afgerond. Urban Pulse brengt
de verschillende “stromen” van materialen in de stad in kaart. Dit gaat over
fosfor of bouwafval, maar bijvoorbeeld ook over flesjes water. Het blijkt dat we
in Amsterdam 25km aan vrachtwagens met flessen water per jaar opdrinken,
water dat dezelfde kwaliteit heeft als kraanwater. Urban Pulse zal de
komende jaren nog meer stromen in kaart brengen.
4
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer de mei 2018 Schriftelijke vragen, maandag 22 februari 2016
5. MX3D: 3D Printing
AMS is partner in het door Joris Laarman gestarte initiatief om een 3D brug te
printen. De rol van AMS is om te onderzoeken in hoeverre en wanneer deze
technology daadwerkelijk inzetbaar is voor projecten in de stad.
Vijf gestarte programma’s
1. Allegro
Allegro is erop gericht om voetgangers en fietsers beter in kaart te brengen en te
onderzoeken hoe stromen beïnvloed kunnen worden. Heel praktisch: in
Amsterdam weten we waar het druk is, maar we weten eigenlijk niet hoe mensen
van A naar B gaan met welke modaliteit. Binnen Allegro is ook veel aandacht
voor grote menigten en mogelijke interventies die de veiligheid vergroten.
2. STAD
STAD is een samenwerkingsverband samen met een aantal Nederlandse steden
waarbij experimenten met zelfrijdende auto’s worden gedaan om te onderzoeken
in hoeverre huidige stedelijke infrastructuren geschikt zijn en welke aanpassingen
mogelijk gemaakt moeten worden.
3. SPACERGY
SPACERGY gaat over de ontwikkeling van gebieden op een zo duurzaam
mogelijke manier waarbij het optimale ontwerp van energie-infrastructuren
centraal staat. In de regio Amsterdam is de Floriade in Almere daarbij het
testgebied.
4. Floating Data for Intelligent Transport
Samenwerking met Google en o.a. de Zuid-As om te onderzoeken in hoeverre
verkeer op een slimmere manier kan worden geleid om straks bij de bouw van het
Dok op de Zuid-As overlast zoveel mogelijk te verminderen.
5. RLINK
RLINK onderzoek bottom-up initiatieven op het gebied van gebiedsontwikkeling
zoals in Buiksloterham ‚hoe technologische mogelijkheden, processen en
communities zich tot elkaar verhouden en hoe dit soort processen beter kunnen
worden georganiseerd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 318
Publicatiedatum 8 mei 2015
Ingekomen onder E
Ingekomen op 22 april 2015
Behandeld op 22 april 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Van Soest inzake de uitkomsten van de externe
validatie en waardebepaling van het Afvalenergiebedrijf (AEB) (herfinanciering van
lening AEB).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitkomsten van de externe validatie en waardebepaling
van het Afvalenergiebedrijf (AEB) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 298);
Constaterende dat:
— de winstgevendheid van AEB structureel is afgenomen voor een langere tijd
— de solvabiliteitspositie van AEB wezenlijk is verslechterd;
— het risicoprofiel van AEB wezenlijk is vergroot;
Overwegende dat:
— AEB een 100% deelneming is van de gemeente Amsterdam;
— de gemeente Amsterdam het risico op uitstaande leningen wil verlagen;
— hettekort van de gemeente Amsterdam wil terugbrengen dit met 250 miljoen eur0
— de gemeente Amsterdam eventueel wel een garanties kan afgeven aan een
externe financier om een versnelde aflossing mogelijk te maken,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in de aandeelhoudersvergadering in juni 2015 het management van AEB te
verzoeken, alle uitstaande leningen geheel of gedeeltelijk met de gemeente
Amsterdam voor eind 2016 te herfinancieren of te onderzoeken of verkoop van
de lening aan derden mogelijk is.
Het lid van de gemeenteraad,
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 16 maart 2023
Ingekomen onder nummer 117
Status verworpen
Onderwerp Motie van het lid Ahmadi inzake ontwikkel de Nieuwe Meent
Onderwerp
Ontwikkel de Nieuwe Meent
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over 23 Kennisnemen van de gemeentelijke inzet ten behoeve van het pro-
ject van wooncoöperatie de Nieuwe Meent VN2023-007712
Het proces rondom het ontwikkelen van de Nieuwe Meent is al vergevorderd. Het pand kan voor-
zien in woningen voor ruim 60 mensen met een sociaal karakter waarbij verbinding centraal staat.
Inmiddels is er geld geïnvesteerd door zowel de gemeente, als de gemeenschap binnen de Nieuwe
Meent. Bij een potentieel faillissement zijn er enkel verliezers.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_Het plan verder te ontwikkelen vanuit de Gemeente, en het pand na ontwikkeling in be-
heer te geven aan de Nieuwe Meent.
Indiener(s),
N. Ahmadi
| Motie | 1 | discard |
TNO innovation
ree for life mn
Earth, Life & Social Sciences
Anna van Buerenplein 1
2595 DA Den Haag
Postbus 96800
TNO-rapport 2509 JE Den Haag
www.tno.nl
TNO 2017 R10847 T +31 88 866 00 00
Onderscheidende kenmerken van
brandstoftypen als alternatief voor diesel
Datum 10 juli 2017
Auteur(s) Maarten Verbeek, Richard Smokers, Ruud Verbeek
Exemplaarnummer _ 2017-STL-RAP-0100306817
Aantal pagina's 14
Aantal bijlagen -
Opdrachtgever Facilitair Bureau Gemeente Amsterdam
Projectnaam Ondersteuning aanbesteding diesel 2017
Projectnummer 060.28015/01.08.01
Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel
van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande
toestemming van TNO.
Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van
opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor
opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten
overeenkomst.
Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan.
© 2017 TNO
TNO-rapport | TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 2/14
Samenvatting
De gemeente Amsterdam heeft een aanbestedingsprocedure uitgevaardigd voor de
inkoop van brandstof voor dieselvoertuigen. De gunningscriteria op basis waarvan
een aanbieder zal worden geselecteerd, zijn de prijs en het effect op luchtvervuiling.
Tijdens de aanbestedingsprocedure zijn er in raadscommissievergaderingen vragen
gesteld over de gehanteerde duurzaamheidsdoelstellingen. Hierop heeft de
gemeente Amsterdam TNO verzocht om meer inzicht te verschaffen in:
e de toepasbaarheid van verschillende brandstoffen in dieselmotoren
e de mogelijkheid om luchtverontreinigende emissies terug te dringen
e de mogelijkheid om CO2-emissies te reduceren
e de meetbaarheid van / handhaafbaarheid op CO2-reductie
Er bestaan verschillende brandstoftypen die kunnen worden gebruikt In
dieselvoertuigen. Naast ‘reguliere’ diesel geldt dit bijvoorbeeld ook voor GTL, HVO,
BTL' en FAME. Deze brandstoffen zijn op zichzelf beschikbaar, maar kunnen ook
worden bijgemengd met ‘reguliere’ diesel. De verschillende beschikbare
alternatieven hebben verschillende kenmerken ten aanzien van technische
toepasbaarheid, luchtkwaliteit, klimaat en prijs.
Biobrandstoffen kunnen zonder technische risico's worden bijgemengd bij
conventionele diesel zolang het resulterende product binnen de formele EN590
dieselbrandstofspecificaties blijft. Dit houdt in maximaal 7% FAME en maximaal ca.
30% GTL of HVO. Bij hogere bijmenging van FAME moet rekening gehouden
worden met wat hogere onderhoudskosten. Vrachtwagenmotoren zijn vaak
vrijgegeven voor hogere blends. Voor EURO VI geldt dat alleen voor GTL en HVO,
en is bovendien een aparte typekeuring op deze brandstof nodig. In hoeverre
dieselmotoren zijn vrijgegeven voor het gebruik van alternatieve brandstoffen in
hogere blends of in pure vorm kan veelal worden achterhaald via de
voertuigfabrikanten of -leverancier.
Typisch leidt het gebruik van GTL en HVO tot positieve luchtkwaliteitseffecten
wanneer toegepast In voertuigen Euro V en ouder. In moderne (Euro VI) voertuigen
hebben GTL en HVO weinig tot geen effect op de uitstoot van luchtvervuilende
emissies. Het gebruik van 100% FAME leidt tot aanzienlijke reductie van
fijnstofemissies, maar tot een toename van de NOx-emissies. In het geval FAME
wordt bijgemengd, is het effect tussen dat van ‘reguliere’ diesel en 100% FAME.
Deze effecten zijn weergegeven in Tabel 1.
De CÔ2-ketenemissies (well-to-wheel) van GTL wijken niet veel af van die van
‘reguliere’ diesel. De CO2-ketenemissies van biobrandstoffen zijn sterk afhankelijk
van de combinatie grondstof en productieproces waarvoor er tientallen varianten
bestaan. De CO2-ketenemissies van deze varianten kunnen zeer sterk afwijken.
100% Biobrandstoffen uit afval kunnen tot wel 90% CO2-reductie leiden. Het
bijmengen van 20% van deze biobrandstof (HVO, FAME) leidt nog tot ongeveer
18% reductie. Indien COz-emissies ten gevolge van verandering van landgebruik
(ILUC) worden meegenomen, kunnen de COz-ketenemissies van bepaalde
1 BTL is (nog) niet of nauwelijks commercieel verkrijgbaar. De samenstelling van NexBTL is sterk
vergelijkbaar met die van HVO.
TNO-rapport | TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 3/14
biobrandstoffen uit andere grondstoffen echter ook aanzienlijk zijn of zelfs hoger
dan die van reguliere diesel. Dit hangt met name af van de gebruikte biomassa. Of
en op welke wijze deze ILUC-emissies moeten worden meegenomen is al jaren
onderwerp van discussie.
Euro V of ouder
GTL PM10-emissies?
COr-ketenemissies | XC. ILUCS -5% tot +6% -5% tot +6%
(indicatief) incl. ILUC? -5% tot +6% -5% tot +6%
Synthetische _ | PM10-emissies?
biobrandstoffen 5 5 5 5 5
(HVO / BTL) CO»-ketenemissies excl. ILUGC -30% tot -35% -90% tot -35%
(indicatief) incl. ILUC* | -90% tot + >200% | -90% tot + >200%
PM10-emissies?
B100 (FAME) ee 5 2 - —e
(indicatief) incl. ILUC* | -85% tot + >200% | -85% tot + >200%
PM10-emissies
B20 (FAME) ee 5 2 -
CO»-ketenemissies excl. ILUGC -17% tot -6% -17% tot -6%
(indicatief) incl. ILUC* -17% tot + 240% | -17% tot + 240%
Tabel 1: Impact op emissies van een aantal alternatieve brandstoffen ten opzichte van
‘reguliere’ diesel à 4,
De CÔz-ketenemissies van verschillende brandstoftypen zijn in principe vast te
stellen. Er is veel informatie beschikbaar, maar deze is onderhevig aan discussies
en aanpassingen. Zo zijn er verschillende breed gedragen informatiebronnen die
inzicht geven in de COz-ketenemissies van (bio)brandstoffen op basis de grondstof,
herkomst, grondstof en productiemethode. Ook in een Europese richtlijn zijn
dergelijke waarden opgenomen. Echter, CO2-emissies ten gevolge van verandering
van landgebruik (ILUC), die al jarenlang onderwerp van discussie zijn, zijn hierin
(nog) niet meegenomen. De invloed van ILUC op de CO2-emissies kan aanzienlijk
zijn afhankelijk van de herkomst en grondstof. Er zijn al wel studies beschikbaar
waarin ILUC-factoren zijn opgenomen. In de Europese Richtlijn zijn ze echter nog
niet opgenomen. Een update van de richtlijn wordt verwacht voor 2020. Hierin
zullen mogelijk ILUC-factoren worden opgenomen.
De herkomst en toegepaste productiemethode van biobrandstoffen is voor
eindgebruikers of afnemers niet fysiek vast te stellen. Bovendien is er geen
(inter)nationaal systeem waarin alle biobrandstoffen en hun herkomst traceerbaar
zijn. Wel kunnen aanbieders van (gedeeltelijk) hernieuwbare brandstoffen een
ISCC-certificering aanvragen. Om hieraan te voldoen moet de leverancier aantonen
dat de producten aantoonbaar van hernieuwde grondstoffen zijn gemaakt. Hiervoor
p g
moet de oorsprong traceerbaar zijn en dienen de hoeveelheden in een
boekhouding bij te worden gehouden. Bovendien moet er met een
kwaliteitsmanagementsysteem worden gewerkt.
2 TNO, CE Delft 2014: Factsheets brandstoffen voor het wegverkeer
3 JRC, 2014 Well-To-Tank Appendix 2 - Version 4a
4 The land use change impact of biofuels consumed in the EU: Quantification of area and
greenhouse gas impacts
TNO-rapport [TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 4l 14
Inhoudsopgave
Samenvatting … nnn sannenense eer enanennnenenneersnnennnnansnnnnnnnnerensennnnsnenanenensenrsnnnnennnvenenn
1 Inleiding …….…nnsnsnanansernenanne nr enennernenannervennanneenennnnnnvensnnnreensnsnnvennnnervensnnnnvennnservennnnerenee Ò
2 Verschillende typen biobrandstoffen en onderscheidende factoren … 6
21 Alternatieven voor diesel kunnen worden geproduceerd uit fossiele grondstoffen of
uit biomassa... nnn ene renneneneerenenennennne eeen enenenenne nennen enenennne verre enenn nennen Ô
2.2 Beschikbare alternatieven hebben onderscheidende kenmerken in termen van
toepasbaarheid, prijs, luchtvervuiling en klimaatbelasting. … nnn ennen 7
3 Effecten van verschillende typen biobrandstoffen op CO2-emissies …..….…….…….. 9
3.1 COz-uitlaatemissies van alternatieve brandstoffen zijn weinig onderscheidend, maar
de ketenemissies kunnen danig verschillen … … nennen enenenneer ennen Ô
3.2 CO2-emissies ten gevolge van ILUC kunnen bepalend zijn, maar zijn onderwerp
van dISCUSSIE … nnn ennennnneneenenenennenneeerenenenennennneenen eeens eens 1Û
3.3 Meetbaarheid van effecten op CO2-emissies … nnee eener eneen 10
3.4 Transparantie, handhaafbaarheid … … annen nennen enennenene nennen enen ÎÎ
4 COnclusi@ aanne ee vennn eeen ennnneenenanneenenannnnvenanneerenanseerennneerennnnnsvensnseerennnnnn Î2
5 Ondertekening … uns un ennn aere nana sernenanseenensnservensnseennnnnsennensnseneensnsenenennennennnenn ÎÀ
TNO-rapport [TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 5/14
( Inleiding
De gemeente Amsterdam heeft een aanbestedingsprocedure uitgevaardigd voor de
inkoop van brandstof voor gebruik in 366 dieselvoertuigen in haar eigen wagenpark
(TenderNed-kenmerk: 140292). Hierop kan worden ingeschreven door aanbieders
van één van de drie uitgevraagde brandstoftypen, te weten reguliere diesel, GTL en
B20. Andere typen zijn in een eerder stadium overwogen, maar zijn niet wenselijk
geacht.
De gunningscriteria, op basis waarvan een aanbieder zal worden geselecteerd, zijn
de prijs en het effect op luchtvervuiling. Tijdens de aanbestedingsprocedure zijn er
in verschillende raadscommissievergaderingen vragen gesteld over de gehanteerde
duurzaamheidsdoelstellingen en de reden waarom CO2 niet wordt meegewogen.
Hierop heeft de gemeente Amsterdam TNO verzocht om meer inzicht te
verschaffen in:
e de toepasbaarheid van verschillende brandstoffen in dieselmotoren
e de mogelijkheid om luchtverontreinigende emissies terug te dringen
e de mogelijkheid om CO2-emissies te reduceren
e de meetbaarheid van / handhaafbaarheid op COz-reductie
Hierop zal verder worden ingegaan in onderstaande notitie.
TNO-rapport [TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 6/14
2 Verschillende typen brandstoffen en
onderscheidende factoren
2.1 Alternatieven voor diesel kunnen worden geproduceerd uit fossiele
grondstoffen of uit biomassa
Naast reguliere diesel kunnen ook andere typen brandstoffen worden toegepast in
dieselmotoren, eventueel na (beperkte) motoraanpassingen. De meest prominente
alternatieven worden geproduceerd uit fossiele grondstoffen of uit biomassa.
Voorbeelden van brandstoffen uit fossiele grondstoffen zijn GTL (geproduceerd uit
aardgas) en het minder beschikbare CTL (geproduceerd uit kolen).
De voornaamste typen biomassa die worden gebruikt voor de productie van
biobrandstof zijn plantaardige oliën en vetten (zoals koolzaad-, zonnebloem-, soja-
of palmolie) en dierlijke vetten. Deze kunnen allen afkomstig zijn uit afvalstromen,
bijvoorbeeld gebruikte (frituur)olie. Gewassen kunnen ook worden verbouwd
specifiek voor biobrandstofproductie.
Er zijn twee belangrijke productieroutes waarlangs deze biomassa kan worden
verwerkt tot brandstof, beiden routes kennen tal van variaties. De eerste leidt tot
een product genaamd FAME (of FAAE). Wanneer de term biodiesel wordt gebruikt,
wordt meestal op dit product gedoeld. Een tweede productieroute leidt tot HVO of
BTL (vaak met hout als grondstof). Deze brandstoffen lijken wat betreft de
chemische samenstelling veel meer op reguliere diesel dan FAME.
Zowel de alternatieven op basis van fossiele grondstoffen als op basis van
biomassa kunnen in verschillende verhoudingen worden gemengd met elkaar of
met reguliere diesel. Europese wetgeving schrijft voor dat het verplichte aandeel
hernieuwbare energie in vervoer tussen 2016 en 2020 zal oplopen van 7% tot 10%.
Deze doelstelling wordt grotendeels gerealiseerd door het bijmengen van
biobrandstoffen in conventionele benzine en diesel. Daarnaast is er ook aanbod
van pure biobrandstoffen en blends met een hoog percentage biobrandstoffen.
Brandstoffen geproduceerd uit biomassa worden aangeduid als
biobrandstoffen. Biobrandstoffen kunnen een alternatief zijn voor zowel diesel
als benzine. De alternatieven voor diesel op basis van biomassa kunnen
worden onderverdeeld in twee typen, namelijk
e het conventionele FAME, dat ook wel wordt aangeduid als ‘biodiesel’
e geavanceerde brandstoffen zoals HVO en BTL.
Beiden typen kunnen worden bijgemengd met conventionele diesel.
TNO-rapport [TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 TI 14
2.2 Beschikbare alternatieven hebben onderscheidende kenmerken in termen van
toepasbaarheid, prijs, luchtvervuiling en klimaatbelasting.
Deze verschillende brandstoffen die als alternatief kunnen worden gebruikt in
dieselmotoren onderscheiden zich van elkaar op verschillende manieren. De
belangrijkste onderscheidende kenmerken zijn:
e Toepasbaarheid in motoren
Binnen de formele EN590 dieselspecificaties kan maximaal 7% FAME worden
bijgemengd of maximaal ongeveer 30% GTL of HVOS. In principe kunnen deze
blends in alle dieselmotoren van personenauto's en vrachtwagens worden
gebruikt. De motoren zijn er feitelijk op ontwikkeld en getypekeurd. Buiten deze
specs, kan het gebruik van bepaalde brandstoffen leiden tot versnelde slijtage
en extra benodigd motoronderhoud, zoals smeerolieveroudering en vervuiling
van brandstof/smeeroliefilters. Vrachtwagendieselmotoren van Euro V en ouder
zijn in het verleden vaak vrijgegeven voor hogere blends. Euro VI motoren
hebben geavanceerdere motorregelingen en emissiecontrolesystemen,
waardoor deze voertuigen niet automatische goed overweg kunnen met
afwijkende brandstofeigenschappen van alternatieve brandstoffen in hogere
blends (FAME > 7% en GTL/HVO > 30%). Daarom is voor deze brandstoffen
een aparte typekeuringstest nodig met deze hogere blends. In hoeverre
motoren zijn vrijgegeven voor het gebruik van alternatieven voor reguliere
diesel kan veelal worden achterhaald via de voertuigfabrikant of -leverancier.
e Uitstoot van luchtvervuilende stoffen (bijvoorbeeld NOx en PM10)
Het effecten van het gebruik van verschillende typen brandstoffen op de uitstoot
van luchtvervuilende stoffen is afhankelijk van de brandstof en het voertuig
waarin deze wordt gebruikt. Over het algemeen geldt dat meer kan worden
gereduceerd bij het gebruik in oudere voertuigen. Zo leidt het gebruik van GTL
in oudere dieselmotoren tot een reductie van NOx- en PM10-emissies van
respectievelijk ongeveer 15% en 20%. De luchtvervuilende emissies bij het
gebruik van biobrandstoffen als HVO en BTL in oude motoren zijn zeer
vergelijkbaar met die van GTL®. Het gebruik van een biobrandstof als FAME
(ook wel B100) leidt over het algemeen tot een verhoging van de NOx-emissies
(ca. +25%) en een reductie van PM10-emissies (ca. -60%)é. Deze alternatieven
kunnen eventueel worden bijgemengd met reguliere diesel. De effecten op
luchtverontreinigende emissies liggen in dat geval tussen die van reguliere
diesel en de alternatieve brandstof. Voor zowel GTL, HVO, BTL als FAME geldt
dat het gebruik in moderne Euro VI motoren niet leidt tot een substantieel
effect.
e Uitstoot van broeikasgassen (CO2-emissies)
De hoeveelheid broeikasgassen die over de hele brandstofketen wordt
geëmitteerd is afhankelijk van de grondstof, het productieproces en het
transport van de brandstof en van het rendement van de motor. Ten aanzien
van CO2-emissies kunnen vooral biobrandstoffen onderscheidend zijn van
reguliere diesel. Er zijn tientallen verschillende grondstoffen en productieroutes
voor biobrandstoffen. Elk van deze variaties leidt tot andere well-to-wheel CO2-
ketenemissies. Hierover volgt meer informatie in de volgende paragraaf.
e Brandstofprijzen
De prijzen van verschillende brandstoffen zijn afhankelijk van de kosten van
grondstof, productieproces en transport, de marktprijs van concurrerende
5 Daarboven zal de dichtheid van de brandstof uit de formele range lopen.
6 TNO, CE Delft 2014: Factsheets brandstoffen voor het wegverkeer
TNO-rapport [TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 8/14
brandstoffen, en van de bedrijfsstrategie met betrekking tot winstmarges. De
prijsverschillen tussen de verschillende beschikbare alternatieven zijn
aanzienlijk. Over het algemeen is ‘reguliere’ diesel verkrijgbaar tegen de laagste
prijs. De prijs van GTL ligt ongeveer 5% tot 20% hoger dan van reguliere diesel
(afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid en logistieke aspecten).
Brandstoffen uit biomassa kunnen zeer sterk verschillen in prijs.
e Energiedichtheid
Bij de brandstofprijs dient ook rekening te worden gehouden met de
energiedichtheid van de verschillende brandstoffen. De verschillende
alternatieven bevatten namelijk ook verschillende hoeveelheden energie per
liter (GTL/HVO ca. 5% lager, FAME ca. 10% lager dan diesel). Voor een eerlijk
vergelijk van brandstofprijzen dient daarom niet de prijs per liter te worden
vergeleken, maar de prijs per energie-eenheid.
GTL en HVO worden gemaakt uit verschillende grondstoffen, respectievelijk
aardgas en biomassa. Daardoor kunnen de COz-ketenemissies aanzienlijk van
elkaar verschillen. Beide eindproducten zijn echter vergelijkbaar waardoor ze
ook onder dezelfde Europese norm vallen voor ‘parafine diesel’: NEN-EN
15940. Ook de effecten op luchtkwaliteit zijn doordoor van dezelfde ordegrootte.
TNO-rapport [TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 9/14
3 Effecten van verschillende typen biobrandstoffen op
CO2-emissies
3.1 COz-uitlaatemissies van alternatieve brandstoffen zijn weinig
onderscheidend, maar de ketenemissies kunnen danig verschillen
Bij de verbranding van (koolstofhoudende) brandstoffen komt CO2 vrij. Deze
uitstoot direct uit de uitlaat van het voertuig wordt ook wel aangeduid als ‘tank-to-
wheel’ (TTW) emissies. Daarnaast wordt bij sommige brandstoffen een aanzienlijk
hoeveelheid CO2 geëmitteerd in het proces voorafgaand aan het gebruik in
voertuigen. Deze emissies worden aangeduid als ‘well-to-tank’ (VTT) emissies.
Deze WTT emissies zijn voornamelijk afhankelijk van de grondstof, het
productieproces en het transport van de brandstof.
Bij reguliere diesel zijn de WTT-emissies typisch 15% van de totale ketenemissies.
De ketenemissies van ‘alternatieve’ fossiele brandstoffen op basis van aardolie of
aardgas, die gebruikt kunnen worden in een dieselmotor, wijken over het algemeen
niet veel af van die van reguliere diesel. Zo zijn de CO2-ketenemissies van GTL
ongeveer 6% hoger dan van conventionele diesel. In het geval de COz die vrijkomt
bij de productie in de toekomst wordt afgevangen en opslagen kan de uitstoot 5%
lager worden dan van reguliere diesel’. Bij het gebruik van synthetische diesel uit
steenkool (ook wel CTL) zijn de ketenemissies wel aanzienlijk hoger, namelijk meer
dan twee keer zo hoog?.
Het gebruik van biobrandstoffen als alternatief voor reguliere diesel leidt tot
vergelijkbare CÔ2-emissies aan de uitlaat (ook wel TTW-emissies). Echter, de
uitgestoten CO» is eerder opgenomen door biomassa, waardoor de uitlaatemissies
worden gecompenseerd®. Bij de productie en transport van biobrandstof wordt wel
CÔ2 geëmitteerd, waardoor de totale CO2-ketenemissies hoger zijn dan nul. Door
de grote variëteit in termen van herkomst, grondstoffen en productieroutes zijn ook
de CO2-ketenemissies van de tientallen beschikbare biobrandstofproductieroutes
zeer verschillend. Met biobrandstof geproduceerd uit afvalstromen kunnen WTW
COz-emissiereducties tot wel 90% worden gerealiseerd doordat de CO2-emissies
ten gevolge van productie en transport beperkt zijn. In het geval er 20% van
dergelijke biobrandstof wordt bijgemengd, bedraagt de CÔ2-emissiereductie over
de gehele keten ongeveer (20% * 90% =) 18%. Daar staat tegenover dat
biobrandstoffen uit bepaalde grondstoffen en productieprocessen kunnen leiden tot
WTW CÔ2-emissies die hoger zijn dan die van reguliere diesel, als gevolg van
beperkte reducties in de productieketen en hoge broeikasgasemissies ten gevolge
van indirecte veranderingen in landgebruik. Meer informatie over verandering van
landgebruik volgt hieronder.
7 JRC, 2014 Well-To-Tank Appendix 2 - Version 4a
8 De IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) hanteert een rekenmethode waarbij de
CO die is opgenomen door de biomassa ten goede komt aan de mobiliteitssector. De CO2-
uitlaatemissies bij het gebruik van biobrandstof tellen op deze manier als nul. De CO2-emissies ten
gevolge van productie en transport worden toegerekend aan respectievelijk de agrarische en
mobiliteitssector.
TNO-rapport [TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 10/14
3.2 COz-emissies ten gevolge van ILUC kunnen bepalend zijn, maar zijn
onderwerp van discussie
Een sterk bepalende factor voor de ketenemissies van biobrandstoffen is in welke
mate bos of grasland direct of indirect heeft moeten wijken voor landbouwgrond
waarop gewassen worden verbouwd ten behoeve van biobrandstofproductie. De
mate waarin deze verandering van landgebruik leidt tot CO2-emissies wordt ook wel
aangeduid als ILUC (indirect land use change). Bij dergelijke substitutie van land
kunnen grote hoeveelheden broeikasgassen (naast CO2 met name ook methaan)
vrijkomen. De discussie of, in welke mate en op welke wijze deze emissies zouden
moeten worden toegerekend aan de geproduceerde biobrandstoffen is al jaren
gaande.
Worden deze CO2-emissies toegerekend aan de geproduceerde biobrandstoffen,
dan leidt dit tot een aanzienlijk toename van de CO2-ketenemissies. Onder
bepaalde omstandigheden kunnen de ketenemissies zelfs hoger zijn dan die van
fossiele brandstoffen. Recent is een Europese richtlijn ingevoerd waarin het
aandeel ‘conventionele biobrandstoffen’ met relatief hoge ILUC waarden is
gemaximeerd.
3.3 Meetbaarheid van effecten op CO2-emissies
Er zijn verschillende bronnen beschikbaar die inzicht verschaffen in de CO2-
reductie op basis van grondstof, productiemethode en herkomst. In sommige
gevallen bevatten deze bronnen informatie over tientallen verschillende
biobrandstoffen en productieroutes. Enkele prominente voorbeelden hiervan zijn:
e de Europese Richtlijn Hernieuwbare Energie®;
e het Well-to-Tank Report van JRC;
e _COz-emissiefactoren: een samenwerkingsverband tussen onder andere Milieu
Centraal en het ministerie van lenM?®.
De eerste twee bronnen bevatten informatie over WTW CO2-emissies van een
groot aantal mogelijke grondstoffen, herkomst en productieprocessen. De lijst met
CO2-emissiefactoren bevat informatie van aanzienlijk minder biobrandstofvarianten.
Voor alle drie de bovenstaande bronnen geldt dat ze (nog) geen informatie
bevatten over ILUC-effecten. Er zijn momenteel al wel studies beschikbaar waarin
COz-emissies ten gevolge van ILUC in kaart gebracht’. Ondanks dat deze factoren
niet zondermeer kunnen worden opgeteld bij de CÔ2-emissies uit de drie
bovengenoemde bronnen kan dergelijke literatuur worden gebruikt voor het
bepalen van COz-ketenemissies van brandstoffen op basis van verschillende
grondstoffen en productieroutes. Rond 2020 wordt de implementatie van de
herziene Richtlijn Hernieuwbare Energie verwacht. Mogelijk zal deze wel ILUC-
factoren bevatten.
9 Richtlijn (EU) 2015/1513
10 CO,-emissiefactoren
11 The land use change impact of biofuels consumed in the EU: Quantification of area and
greenhouse gas impacts
TNO-rapport [TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 11/14
3.4 Transparantie, handhaafbaarheid
De fysieke kenmerken van het eindproduct dat wordt geleverd (bijvoorbeeld HVO),
geven geen inzicht in de gehanteerde productiemethode en gebruikte grondstof.
Het is daarom voor de eindgebruiker niet zelf vast te stellen via welke methode de
brandstof is geproduceerd en tot hoeveel WTW COz-reductie dit heeft geleid.
Momenteel is er een nationaal systeem ingericht om vast te stellen of
brandstofleveranciers in Nederland voldoen aan een Europees vastgelegd
minimum aandeel hernieuwbare brandstoffen. Bij de eerste verkoop van dergelijke
brandstoffen kunnen leveranciers deze inboeken bij de Nationale Emissieautoriteit
(NEa). Hierbij moeten zij van de hoeveelheid geleverde brandstof aangeven wat het
land van herkomst is, de grondstof en de CO2-reductie. Leveranciers hebben twee
manieren tot hun beschikking om de gerealiseerde CO2-reductie te bepalen, te
weten:
e aan de hand van een tabel met standaardwaarden: deze tabel is beschikbaar
als bijlage bij de Europese Richtlijn Hernieuwbare Energie®. In deze tabel zijn
CO2-reductiewaarden (zonder ILUC-effecten) gedefinieerd per grondstof en
productieroute;
e een waarde bepaald door de leverancier: indien kan worden aangetoond dat de
geleverde brandstof tot stand is gekomen via een route die heeft geleid tot
minder CO2-uitstoot dan de standaardwaarden uit de RED.
Op basis hiervan worden ‘Hernieuwbare Brandstofeenheden’ (HBE's) verstrekt aan
de brandstofleveranciers die vervolgens onderling verhandeld kunnen worden. Aan
het einde van elk jaar moet elke leverancier aantonen voldoende HBE's te hebben.
Dit systeem is niet gericht op het verschaffen van inzicht in de herkomst,
grondstoffen en COz-reductie van brandstofleveringen aan eindgebruikers. Na de
inboeking van de hernieuwbare brandstoffen is er geen systeem dat deze
brandstoffen verder in de keten traceerbaar maakt, bijvoorbeeld nadat de
hernieuwbare brandstof binnen Nederland is doorverhandeld of wanneer de
hernieuwbare brandstof is vermengd met andere, hernieuwbare of fossiele,
brandstoffen. Wel kunnen aanbieders van (gedeeltelijk) hernieuwbare brandstoffen
een ISCC-certificering ? aanvragen. Om hieraan te voldoen moet de leverancier
aantonen dat de producten aantoonbaar van hernieuwde grondstoffen zijn
gemaakt. Hiervoor moet de oorsprong traceerbaar zijn en dienen de hoeveelheden
in een boekhouding bij te worden gehouden. Bovendien moet er met een
kwaliteitsmanagementsysteem worden gewerkt.
f2 International Sustainability & Carbon Certification
TNO-rapport [TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 12/14
4 Conclusie
De verschillende beschikbare brandstoffen die kunnen worden gebruikt in
bestaande dieselmotoren hebben andere kenmerken ten aanzien van technische
toepasbaarheid, impact op luchtkwaliteit en klimaat en prijs.
Het gebruik van brandstoffen met hoge aandelen biobrandstof (>7% FAME of >
30% GTL of HVO) kunnen leiden tot extra slijtage. Vooral bij moderne Euro VI
motoren kan dit het geval zijn vanwege complexere motorcomponenten en
nabehandelingssystemen. In hoeverre voertuigmotoren zijn vrijgegeven voor het
gebruik van alternatieve brandstoffen kan veelal worden nagegaan bij
voertuigfabrikanten of -leveranciers.
or
(indicatief)
biobrandstoffen
(EVO ETD)
(indicatief)
CO»-ketenemissies
COz-ketenemissies
Tabel 2: Impact op emissies van een aantal alternatieve brandstoffen ten opzichte van
‘reguliere’ diesel à 4,
Het gebruik van synthetische brandstoffen GTL (uit aardgas) en HVO (uit
plantenolie of dierlijk vet) hebben een positief effect op de luchtkwaliteit wanneer ze
worden toegepast in oudere voertuigen (tot Euro V). Het gebruik van FAME in
dergelijke voertuigen leidt wel tot een reductie van PM10-emissies, maar tot een
toename van de NOx-uitstoot. In moderne voertuigen zijn de effecten van deze
brandstoffen nihil.
Het effect van het gebruik van GTL op de COz-ketenemissies is beperkt. De CO2-
ketenemissies van biobrandstoffen kunnen wel aanzienlijk afwijken van die van
‘reguliere’ diesel. De CO2-ketenemissies worden sterk bepaald door de herkomst,
grondstof en productieproces. Biobrandstoffen uit afval kunnen tot wel 90% CO2-
reduceren, mede doordat het gebruik van afval niet leidt tot verandering van
landgebruik. Wanneer bos of grasland (direct of indirect) heeft moeten wijken voor
13 TNO, CE Delft 2014: Factsheets brandstoffen voor het wegverkeer
# JRC, 2014 Well-To-Tank Appendix 2 - Version 4a
15 The land use change impact of biofuels consumed in the EU: Quantification of area and
greenhouse gas impacts
TNO-rapport [TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 13/14
het telen van gewassen ten behoeve van biobrandstofproductie, kunnen de COz2-
ketenemissies hoger zijn dan die van ‘reguliere’ diesel.
De CÔz-ketenemissies zijn in principe meetbaar. Zo is er een aantal breed
gedragen informatiebronnen beschikbaar waarin de emissies van verschillende
brandstoffen beschikbaar zijn op basis van herkomst, grondstof en productieproces.
Echter, deze houden (nog) geen rekening met ILUC effecten, omdat dit al jaren
onderwerp van discussie is. Wel zijn er studies beschikbaar die inzicht geven in
ILUC-factoren. Deze studies zullen mogelijk worden gebruikt om ook ILUC-factoren
op te nemen in een update van een Europese Richtlijn die wordt verwacht vóór
2020.
Er is geen nationaal systeem waarmee de duurzaamheid van het biobrandstoftype
dat wordt geleverd aan een eindgebruiker kan worden getraceerd. Wel kunnen
aanbieders van (gedeeltelijk) hernieuwbare brandstoffen een ISCC-certificering
aanvragen. Om hieraan te voldoen moet de leverancier aantonen dat de producten
aantoonbaar van hernieuwde grondstoffen zijn gemaakt. Hiervoor moet de
oorsprong traceerbaar zijn en dienen de hoeveelheden in een boekhouding bij te
worden gehouden. Bovendien moet er met een kwaliteitsmanagementsysteem
worden gewerkt.
TNO-rapport [TNO 2017 R10847 | 10 juli 2017 14/14
5 Ondertekening
Den Haag, 10 juli 2017 TNO
Jd i - dj) / É
zl Ee ì Cr ae
Projectleider Maarten Verbeek
Willar Vonk Auteur
| Onderzoeksrapport | 14 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 10 mei 2022
Portefeuille(s) Duurzaamheid
Portefeuillehouder(s): Wethouder Marieke van Doorninck
Behandeld door Ruimte en duurzaamheid (r.smiers @amsterdam.nl)
Onderwerp Bestuurlijke reactie op zes moties inzake “Vaststellen van de eerste resultaten
van de reflectiefase windenergie waaronder het “afwegingskader
windturbines Amsterdam - signalen uit de stad”.
Geachte leden van de gemeenteraad,
In deze brief informeer ik v hoe het college uitvoering geeft aan zes moties (#185 #138 #108 #o81
H#o8o #o7g) die zijn ingediend in de vergadering van de gemeenteraad van 17 februari 2022 inzake
het vaststellen van de eerste resultaten van de reflectiefase windenergie waaronder het
“afwegingskader windturbines Amsterdam - signalen uit de stad” en middels schriftelijk
stemming op 1 maart 2022 zijn aangenomen.
Onderstaand vindt u de bestuurlijke reactie per motie.
Motie #185: Geluidsnormen windmolens
Motie #185 van de leden Veldhuyzen, Groen, Vink, Heinhuis en Kilig inzake geluidsnormen
windmolens verzoekt het college om:
-__ te komen met duidelijke en concrete harde geluidnormen;
-__bij de normstelling het advies van de expertgroep voor een wenselijke gelvidnorm te
betrekken, wetende dat de expertgroep rekening houdt met geluidshinder en
gezondheid;
-_met deze normen te komen vóórdat nieuwe afspraken met toekomstige initiatiefnemers
gemaakt worden.
Bestuurlijke reactie:
Het college heeft naar aanleiding van alle ingebrachte zorgen en behoeften in de reflectiefase,
waaronder het verzoek van de Stedelijke klankbordgroep, besloten om een plan-MER uit te
voeren. De gemeenteraad is hierover geïnformeerd in de brief d.d. 4 februari 2022. Een plan-MER
maakt inzichtelijk welke milieugevolgen, waaronder geluid en gezondheid, verschillende keuzes
over windturbines hebben voor bewoners van Amsterdam en buurgemeenten, en hun
leefomgeving. Een plan-MER is dus een instrument dat helpt een nadere afweging te maken over
de mate van geschiktheid van de zoekgebieden voor windenergie.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 mei 2022
Pagina 2 van6
De gezondheidseffecten van verschillende keuzes over windturbines zijn onderdeel van een MER,
zowel in een plan-MER (op een abstracter niveau, want er zijn nog geen specifieke locaties voor
windturbines bepaald) als in een project-MER (op een gedetailleerder niveau omdat er specifieke
windturbinelocaties in beeld zijn). Het advies over de duidelijke en concrete harde geluidsnormen
van de expertgroep gezondheid wordt onderzocht in de MERs. Hierdoor worden de
gezondheidseffecten behorende bij deze geluidsnormen voor iedereen inzichtelijk —en kunnen
deze meegenomen in de bestuurlijke afweging over bijvoorbeeld vergunningen.
Het plan-MER dat nu opgesteld gaat worden is een nadere detaillering ten opzichte van het
omgevingseffectrapport (OER) behorende bij de Omgevingsvisie Amsterdamen het eerdere
advies van de commissie mer op de concept RES Noord Holland Zuid*.
Eerder heeft de gemeenteraad bij de besluitvorming over de RES 1.0 bepaald dat voor iedere
windturbine of —park een project-MER wordt gemaakt. Ook in een project-MER worden de
aspecten geluid en gezondheid onderzocht, en dan op het detailniveau voor de
omgevingsvergunning. In de omgevingsvergunning van toekomstige initiatiefnemers wordt
uiteindelijk vastgelegd aan welk geluidniveau een specifiek windturbine(park) moet voldoen. Naar
verwachting heeft overigens ook het Rijk medio 2023 nieuwe regels over geluid voor windturbines
vastgesteld waar minimaal rekening mee moet worden gehouden bij de vergunningverlening.
Motie #138: verbeteren van participatie bij windenergie
Motie #138 van de leden Heinhuis, Vink en Groen inzake het verbeteren van participatie bij
windenergie verzoekt het college:
-__De aanbevelingen uit het onderzoek van de Universiteit Leiden over te nemen;
-__De Raadte informeren hoe deze lessen in de praktijk gebracht zullen worden bij het
vervolg van het RES traject en toekomstige participatietrajecten duurzaamheid.
Bestuurlijke reactie:
Het college gaat de raad in Q2 2022 per brief informeren over de aanpak van het plan-MER en
besluitvormingstraject en daarin o.a. ook ingaan op het participatietrajecten hoe de
aanbevelingen van de Universiteit Leiden hierin zijn verwerkt. Ambtelijk worden deze
aanbevelingen meegenomen in een brede aanpak participatie voor duurzaamheid. De pijler
“Samen stad maken” vit de omgevingsvisie vormt eveneens een belangrijke bouwsteen van deze
aanpak. Over de doorwerking hiervan in beleid wordt v op enig moment na aantreden van een
nieuw college geïnformeerd.
1 https://www.commissiemer.nl{/adviezen/3484
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 mei 2022
Pagina 3 van6
Motie #108: Duurzame Energie door en voor Amsterdammers; ondersteunen van energie-
coöperaties om te bevorderen dat opwek van energie op Amsterdamse bodem gebeurt door
Amsterdammers en ten goede komt aan Amsterdammers.
Motie #108 van de leden Groen, Vink en Heinhuis inzake duurzame energie door en voor
Amsterdammers, verzoekt het college om:
-__ Te onderzoeken welk instrumentarium kan worden ingezet om te bevorderen dat
duurzame energie in Amsterdam zoveel mogelijk wordt opgewekt door coöperaties van
burgers, en ten goede komt aan Amsterdammers en Amsterdamse bedrijven;
-_ Daarbij in ieder geval te onderzoeken hoe coöperaties gesteund kunnen worden door
coöperaties vaker actief te betrekken bij projecten op Amsterdams vastgoed en grond, in
samenwerkingsafspraken af te spreken dat de woningbouwcorporaties de energie-
coöperaties ook vaker actief betrekken;
-_ Actief te helpen zoeken naar locaties voor zonnepanelen, bijvoorbeeld langs snelwegen;
-__Te onderzoeken of een voorziening getroffen kan worden om planschadeclaims te
verzekeren;
-_ Leningen beschikbaar te stellen voor proceskosten naar voorbeeld van de lening voor de
ontwikkeling wind NoorderlJplas;
-__ Daarbij voorts te onderzoeken hoe gestimuleerd kan worden dat de duurzame energie ten
goed komt aan Amsterdammers door met de aldus gesteunde energie-coöperaties
afspraken te maken om te zorgen dat een deel van de baten van de duurzame energie
terecht komen bij directe omwonenden van windmolens, bijvoorbeeld via
omwonendenoverenkomsten; en contractvormen te onderzoeken waarbij
Amsterdammers, in de directe omgeving of met lage inkomens, voordelig lid kunnen
worden van een coöperatie dan wel energiecontracten kunnen afsluiten waarbij langdurig
een lage energieprijs gegarandeerd wordt.
Bestuurlijke reactie:
Het college informeert de gemeenteraad in Q2 2022 per brief over o.a. het plan van aanpak voor
plan-MER, het Programma Windenergie Amsterdam (PWA) en de participatie. Het college is
voornemens om in het PWA breder te kijken dan alleen de milieveffecten. Ook
vitvoeringsmaatregelen zoals de aan u toegezegde richtlijnen voor samenwerking, sturing en
participatieworden opgenomen. Bij het ontwikkelen van het PWA en in het traject met de
initiatiefnemers zal inderdaad o.a. worden onderzocht hoe duurzame energie zoveel mogelijk kan
worden opgewekt door coöperaties van burgers en bedrijven, zodat de opbrengsten ten goede
komen aan de lokale omgeving. Daarbij worden de geleerde lessen met betrekking tot het
initiatief in het gebied van de Noorder IJ-plas / Cornelis Douwesterrein betrokken.
Vanuit de gemeente is ondertussen ook overleg met de APEC, de Amsterdamse producerende
energie coöperaties. Zij hebben in een brief (18 februari 2022) aan het college gevraagd om samen
te werken. Dat wordt momenteel gezamenlijk nader uitgewerkt.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 mei 2022
Pagina 4 van 6
Potentiële locaties voor zon langs de snelwegen Ag-As zijn op initiatief van gemeente Amsterdam
toegevoegd aan het Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) programma. Rijkswaterstaat zal
samen met de gemeente een voorverkenning voor energieopwekking deze Rijkswegen uitvoeren.
Naast het OER-programma onderzoekt Amsterdam ook samen met Rijkswaterstaat de
mogelijkheden voor de toepassing van zonne-energie bij de vervangingsopgave van de
geluidsschermen langs de A10 Noord.
Motie #81: plan-MER voor potentiële windenergie-locaties Amsterdam
Motie #81 van de leden Groen, Heinhuis en Boomsma inzake PlanMER voor potentiële
windenergie-locaties Amsterdam , verzoekt het college:
-_In deze PlanMER in elk geval te zorgen voor een beschrijving waaruit duidelijk wordt op
welke specifieke manier deze PlanMER wordt vormgegeven;
- Bij het opstellen van deze PlanMER in elk geval inhoudelijk te zorgen voor een duidelijk
overzicht, met een samenvatting, bijvoorbeeld in de vorm van een matrix, waarin de
effecten van plaatsing van windturbines binnen de verschillende zoekgebieden zichtbaar
worden, voor wat betreft: hinderbeleving en gezondheid (o.a. van knipperlichten,
slagschaduw en geluid); andere milieveffecten; natuur en biodiversiteit; veiligheid van
omwonenden en bezoekers; ruimtelijke inrichting en landschapskwaliteit, en daarnaast
ook de verwachte energieopbrengst en de positionering ten opzichte van bestaande
infrastructuur;
-__De opgestelde plan-MER (inclusief matrix met effecten) zo mogelijk binnen zes maanden
maar uiterlijk voor het einde van dit kalenderjaar voor te leggen aan de gemeenteraad.
Bestuurlijke reactie:
-_ Het college informeert de gemeenteraad in Q2 2022 per brief over o.a. het plan van
aanpak van het Programma Windenergie Amsterdam (PWA). Dit is het ruimtelijk besluit
waaraan het plan-MER is gekoppeld. De opzet van het onderzoek in het plan-MER wordt
uiteengezet in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). De NRD bepaalt de reikwijdte
en het detailniveau van het plan-MER. Het beantwoordt dus de vraag: welke
milieveffecten gaan we onderzoeken, op welke wijze en hoe gedetailleerd? De NRD is de
eerste stap in de procedure van het plan-MER. De NRD wordt door het college vrijgegeven
voor inspraak zodat iedereen hierop kan reageren.
-_Het plan-MER geeft een overzicht van de milieveffecten van de in de motie genoemde
onderwerpen, en mogelijke keuzes worden getoetst aan de verwachte energieopbrengst
(toetsing aan doelbereik). Ook een publieksvriendelijke samenvatting is een verplicht
onderdeel van een plan-MER.
-__ De planning is om de NRD ter inzage te leggen in najaar 2022. Het plan-MER wordt naar
verwachting in voorjaar 2023 afgerond en vervolgens tezamen met het PWA en overige
relevante documenten ter informatie aan de raad voorgelegd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 mei 2022
Pagina 5 van 6
Motie #80: Bescherming van vogels bij plaatsing windturbines
Motie #80 van de leden Vink, Flentge, Boomsma en Van Lammeren inzake Bescherming van
vogels bij plaatsing windturbines , verzoekt het college:
-__ Bij de plaatsing van windturbines in Amsterdam te zorgen voor mitigerende maatregelen
om vogelaanvaringen zo veel mogelijk te voorkomen.
Bestuurlijke reactie:
Het college wenst vogelaanvaringen ook zoveel mogelijk te voorkomen door het treffen van
mitigerende maatregelen. In het plan-MER worden onder andere effecten van mitigerende
maatregelen onderzocht. In het project-MER (zie ook hiervoor onder de beantwoording van motie
185) komen deze meer gedetailleerd aan de orde en worden zo nodig als voorwaarde aan de
omgevingsvergunning verbonden.
Motie #79: Opstellen van een afwegingskader dat richting geeft aan de nog te maken
afwegingen met betrekking tot 'wind' in Amsterdam
Motie #79 van de leden Vink, Groen, Heinhuis en Boomsma inzake opstellen van een
afwegingskader dat richting geeft aan de nog te maken afwegingen met betrekking tot ‘wind’ in
Amsterdam, verzoekt het college:
— In aanvulling op het document ‘Signalen uit de stad’ een kader op te stellen waarin
verschillende gewichten worden gegeven aan ten minste de volgende onderwerpen:
o __Hinderbeleving en gezondheid,
o Externe veiligheid,
o Ecologie, natuur en landschap en
o Energieopbrengst
— _ Daarbij zoveel mogelijk heldere criteria vast te leggen en hiervoor o.a. ‘Signalen vit de stad’ te
gebruiken, naast de expertadviezen op het gebied van gezondheid en natuur;
— Dit afwegingskader separaat of gelijktijdig met, of als bijlage van, bijvoorbeeld het ruimtelijk
besluit voor te leggen aan de raad;
— De effecten die gaan blijken uit de planMER te beoordelen met dit afwegingskader.
Bestuurlijke reactie:
De genoemde onderwerpen komen expliciet aan de orde in het document “Signalen uit de stad”,
de expertadviezen Gezondheid en Natuur, en in het plan-MER. De milieveffecten worden in een
plan-MER zoveel als mogelijk beoordeeld aan de hand van hard meetbare criteria. In het ruimtelijk
besluit, het Programma Windenergie Amsterdam (PWA), wordt vervolgens onder meer op basis
van deze onderzoeken een keuze gemaakt voor de te ontwikkelen zoekgebieden. Op die manier
wordt transparant hoe de genoemde onderwerpen meewegen bij de uiteindelijke keuze voor de
uitvoering van de Omgevingsvisie Amsterdam. Het college zal uv gedurende het proces
informeren. Ook legt het college het PWA met de bijbehorende documenten ter informatie voor
aan uw raad.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 mei 2022
Pagina 6 van 6
Het college beschouwt hiermee de moties als afgehandeld.
Als stad willen we onze verantwoordelijkheid nemen door ook binnen de stadsgrenzen te zoeken
naar de meest geschikte plekken voor nieuwe windturbines. Ons college belooft er alles aan te
doen om zorgvuldig om te gaan met de zorgen van Amsterdammers en inwoners van
buurgemeenten. Met het plan-MER maken we de effecten inzichtelijk en de gemeente streeft
ernaar de effecten zo beperkt mogelijk te houden.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
ACER
Marieke van Doorninck
Wethouder van Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Bijlagen
Moties met nummers #185 #138 #108 #081 #o8o, #o81, fo7g
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 6 | train |
VN2021-007322 Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed,
griffie andreas 2 x Gemeente , ee er . 9 " KD D
Amsterdam Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
D Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
% Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 17 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid
Agendapunt 9
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Zwart Manifest
De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van Zwart Manifest
Wettelijke grondslag
Artikel 17 Verordening op de raadscommissies 2009
1. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van zaken die niet op de agenda
zijn vermeld, met vitzondering van initiatiefvoorstellen bedoeld in artikel 39 van het Reglement
van orde voor de raad van Amsterdam, en dient die voorstellen minstens vijf werkdagen voor de
vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in.
Bestuurlijke achtergrond
Het college zet zich op tal van verschillende manieren in om racisme en discriminatie te bestrijden,
hierbij heeft het college ook oog voor specifieke vormen van racisme zoals anti-zwart racisme.
Reden bespreking
Het Zwart Manifest is opgesteld om institutioneel anti-zwart racisme te bestrijden en Zwarte
emancipatie te bevorderen. Het Zwart Manifest behandelt de twaalf voornaamste maatschappelijke
domeinen waarbinnen dringend verandering moet komen. Elk gebied bevat doelen en concrete
actiepunten voor de aanpak van racisme en andere vormen van discriminatie en ongelijkheid.
Het Zwart Manifest moet daarnaast overheden, instellingen, bedrijven, politieke partijen,
beleidsmakers en maatschappelijke organisaties tot actie bewegen. Het blijft van kracht/geldig
totdat het is ingebed in de politiek, in het bedrijfsleven, onderwijsinstellingen, maatschappelijke
organisaties en in de rest van onze samenleving.
De fractie van Bla wil het Zwart Manifest bespreken in de commissie Kunst, Diversiteit &
Democratisering van woensdag 17 maart zodat de inhoud van het manifest en de relevante ervan
voor de gemeente Amsterdam kan worden besproken met de commissie en wethouder Groot
Wassink als verantwoordelijke voor de portefeuilles diversiteit en antidiscriminatie.
Link naar Zwart Manifest: https://www.zwartmanifest.nl
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.7 1
VN2021-007322 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed,
griffie andreas 2 % Amsterdam : Ein eo -
% Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 17 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Alle relevante wethouders en commissieleden zijn wat Bla betreft welkom
Welke stukken treft v aan?
AD2021-027056 Commissie KDD Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Nadere informatie bij het lid Veldhuyzen (Bla).
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
Stadsdeelcommissie Oost
Agenda
Datum 17-10-2023
Aanvang 19:30
Locatie Oranje-Vrijstaatplein 2
Overlegvergadering stadsdeelcommissie en dagelijks bestuur
ALGEMEEN DEEL
1 Openen vergadering en vaststellen agenda
2 Mededelingen
3 Vaststellen van de conceptbesluitenlijst van de vergadering van 3 oktober 2023
4 TKN-lijst
5 Mededelingen van de ingekomen stukken
INHOUDELIJK DEEL
6 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen
7 Actualiteiten
Bespreekpunten besluitvormend
8 Evaluatie, opgesteld door het lid Van Dongen, over No Art festival 2023 en aanbevelingen voor grote festivals
12/10: Motie 136 en beantwoording vragen van het lid Van Dongen met 3 bijlagen toegevoegd.
10/10: Beantwoording vragen van het lid Van Dongen volgt naar verwachting later deze week.
9 LHBTQIA+ in Oost
17/10: Beide ongevraagde adviezen zijn vervangen door aangepaste versies.
10 Aanpassing ontwerp inrichting Bogortuin
11/10: Stukken toegevoegd.
10/10: Stukken volgen in de loop van deze week.
Bespreekpunten voorbereidend
11 Ruimtelijk Kader Zeeburgereiland
17/10: Beantwoording technische vragen toegevoegd. Beantwoording politieke vragen mondeling ter vergadering.
16/10: Vragen van de leden Hettinga en Versteeg toegevoegd. Beantwoording naar verwachting 17 okt gereed.
11/10: Adviesaanvraagformulier vervangen.
10/10: Het conceptadvies van het dagelijks bestuur zal in de loop van deze week worden verwerkt in het
adviesaanvraagformulier.
12 Cruciale Mijl IJburglaan
11/10: Adviesaanvraagformulier vervangen.
10/10: Het conceptadvies van het dagelijks bestuur zal in de loop van deze week worden verwerkt in het
adviesaanvraagformulier.
13 Definitieve Tramstalling Zeeburgereiland
11/10: Adviesaanvraagformulier vervangen.
10/10: Het conceptadvies van het dagelijks bestuur zal in de loop van deze week worden verwerkt in het
adviesaanvraagformulier.
14 Verbinding Zeeburgereiland
11/10: Adviesaanvraagformulier vervangen.
10/10: Het conceptadvies van het dagelijks bestuur zal in de loop van deze week worden verwerkt in het
adviesaanvraagformulier.
15 Concept-Beleidskader sociale basis Amsterdam 2025-2032
17/10: Beantwoording vragen toegevoegd.
16/10: Vragen van het lid Van Boven toegevoegd. Beantwoording naar verwachting 17 okt gereed.
ALGEMEEN DEEL
16 Vooruitblik
17/10: Termijnagenda en MAT -lijst toegevoegd.
10/10: Termijnagenda en MAT -lijst worden gepubliceerd op de dag van de vergadering.
17 Rondvraag en sluiten vergadering
TKN-lijst
TKN 1 Verzonden advies DB aan college over aanwijzen van het projectgebied Sprong over het IJ als stedelijk project
TKN2 Verzonden advies DB aan college over concept-Uitvoeringsprogramma VTH Bouw & Gebruik 2023
TKN3 Verzonden advies DB aan college over Beleidskader Inclusie en Antidiseriminatiebeleid
10/10: Het adviesaanvraagformulier volgt in de loop van deze week.
TKN 4 Memo van dagelijks bestuur over verbeteren schoolplein vrije school Thula, Obiplein
TKN5 Verzonden advies DB aan college over voorontwerpbestemmingsplan Cruquius Brug Nieuwe Vaart e.o.
TKN6 Conceptbesluit van het dagelijks bestuur over instemmen met advies aan B en W over vaststelling naamgeving
openbare ruimte: Leon Debenbrug
TKN 7 Conceptbesluit van het dagelijks bestuur over instemmen met advies aan B en W over vaststelling naamgeving
openbare ruimte: Wubbo de Jongbrug
TKN8 Conceptbesluit van het dagelijks bestuur over instemmen met advies aan B en W over vaststelling naamgeving
openbare ruimte: wijzigen Van Gamerenstraat in Gamerenstraat
TKN9 Raadsinformatiebrief over resultaten van bodemonderzoek naar lood in de toplaag van het Oosterpark
Ingekomen stukken
Geen ingekomen stuk ontvangen.
1 Bericht van Vrienden van het Flevopark over evaluatie No-Art Flevopark
Voorgesteld wordt, het bericht en de bijlage voor kennisgeving aan te nemen en desgewenst te betrekken bij de
behandeling van agendapunt 8.
2 Brief van Stichting Herstel Oosterpark over resultaten bodemonderzoek naar lood in het Oosterpark (reactie op
TKN 9)
Voorgesteld wordt, de brief voor kennisgeving aan te nemen.
3 Bericht van bewoner over aanpassing inrichting Bogortuin
Voorgesteld wordt, het bericht voor kennisgeving aan te nemen en desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 10.
4 Bericht van bewoner over aanpassing inrichting Bogortuin
Voorgesteld wordt, het bericht voor kennisgeving aan te nemen en desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 10.
Insprekerslijst
De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op de dag van de vergadering.
Besluitenlijst
Informatie
Locatie en opnamen
Dit overleg met de stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt plaats in de Raadszaal van Stadsloket
Oost. De vergaderingen zijn openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen worden beeld- en geluidsopnamen
gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina.
Inspreken en daarvoor aanmelden
Inspreken kan live ter vergadering - fysiek of virtueel - of schriftelijk.
Aanmelden voor inspreken kan tot uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering via het online
aanmeldformulier: htips://www.amsterdam.nl/@338353/inspreken-commissievergaderingen/
| Agenda | 4 | train |
> Gemeente „ezoeadres
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
> < Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 8 december 2020
Ons kenmerk
Behandeld door Tanja Hendriks
Bijlage
Onderwerp Afdoening motie 860.20 van de raadsleden Boomsma, Taimounti en Martens inzake
het herstel van de vrijetijdseconomie (niet alle toeristen ontraden naar Amsterdam te
komen)
Geachte raadsleden,
In de vergadering van 2 juli 2020 heeft vw raad bij de behandeling van de Actwaliteit van de leden
Martens, Taimounti, Kreuger, Boomsma, Ceder en Van Soest inzake het herstel van de
vrijetijdseconomie en de visie en het beleid van het college motie 860.20 aangenomen. Motie
860.20 is afkomstig van de raadsleden Boomsma (CDA), Taimounti (DENK) en Martens (VVD)
inzake het herstel van de vrijetijdseconomie. In de motie wordt het college gevraagd om:
1. Niet over te gaan tot het actief ontraden van toeristen om Amsterdam te bezoeken, behalve als
aantoonbaar blijkt dat drukte zodanig toeneemt dat de coronaregels in de openbare ruimte niet
meer kunnen worden gehandhaafd en andere maatregelen zoals crowdmanagement onvoldoende
zijn gebleken;
2. In communicatiekanalen aan te geven dat toeristen welkom zijn in Amsterdam en dat verblijf
mogelijk is binnen grenzen van de geldende Coronaregels.
Het college is niet over gegaan tot het actief ontraden van bezoek aan Amsterdam. Wel heeft het
college op verschillende momenten mensen opgeroepen niet meer naar specifieke gebieden te
komen, omdat deze plekken te druk werden. Daarnaast zijn bewoners en bezoekers in
verschillende campagnes aangemoedigd de stad te bezoeken op een verantwoorde wijze met
inachtneming van de regels. Bijvoorbeeld de “Alles dat Amsterdam Mokum maakt” en de “Je zit
ernaast” campagnes van amsterdam&partners waren gericht op Amsterdammers en inwoners uit
de metropoolregio. Het college is van mening dat voldoende communicatie heeft plaatsgevonden
naar zowel bewoners als bezoekers, waarin wordt aangegeven welke mogelijkheden er zijn om de
vrije tijd door te brengen en hoe dat op een veilige en gezonde manier kan plaatsvinden. Door de
toonzetting van de diverse uitingen zullen zowel bewoners als bezoekers zich welkom gevoeld
hebben om zich op veilige en gezonde wijze door de stad te begeven.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 8 december 2020
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Het college hoopt dat de besmettingsaantallen snel onder controle komen en verder dalen, zodat
Amsterdam weer meer bezoekers kan ontvangen. Daarbij is de ambitie dat het massatoerisme
zoals dat de afgelopen jaren is gegroeid, niet op dezelfde wijze terugkomt. Daarom is
amsterdam&partners gevraagd dit najaar een advies uit te brengen over de toekomst van de
bezoekerseconomie. Dit advies is op 27 november 2020 met u gedeeld. We willen niet terug naar
de situatie van voor de coronacrisis, waarin de leefbaarheid van bewoners in delen van de stad
onder druk is komen te staan, maar zo snel als mogelijk naar een bezoekerseconomie die de stad
en haar inwoners verrijkt.
Tot slot is op 25 november 2020 het Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-
2024 gedeeld met de raad. Het plan geeft invulling aan hoe we de komende jaren verder inzetten
op het versterken van de economische veerkracht van de stad, het aanjagen van vernieuwing in
duurzame groeisectoren en het vergroten van waardevolle werkgelegenheid. Het verder
versterken van Amsterdam als congresstad speelt daarin een belangrijke rol.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
-L
PA
Victor Everhardt
Wethouder Economische Zaken
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1367
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 2 november 2016
Ingekomen in brede commissie Begroting
Te behandelen op 9/10 november 2016
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2017 (instellen van een
‘Nachtwacht’.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Overwegende dat:
— in delen van de stad 's nachts veel incidenten plaatsvinden en overlast is,
bijvoorbeeld rond de Nieuwmarkt/Wallen;
— er grenzen zijn aan de inzet van politiecapaciteit, ook 's nachts;
— de aanwezigheid van handhavers 's nachts kan bijdragen aan de veiligheid en het
voorkomen van overlast en/of incidenten;
— de burgemeester heeft geschreven met een plan te komen voor extra toezicht op
de wallen, maar nog niet duidelijk is in hoeverre dat ook 's nachts zal zijn;
— de vliegende brigade inzetbaar is op basis van aanvragen en vanuit het principe
van informatiegestuurd handhaven, maar het in sommige delen van de stad ook
extra zekerheid en betrouwbaarheid geeft als handhaving meer structureel
aanwezig is, vooral tijdens uitgaansnachten in het weekend;
— de inzet van handhavers 's nachts beperkt wordt door de Arbeidstijdenwet en
de vrijstelling van nachtdiensten voor 55-plussers.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— met een voorstel te komen voor het instellen van een ‘Nachtwacht’ van
gemeentelijke handhavers die in 1012 en/of elders in de stad waar daar noodzaak
behoefte aan is, 's nachts structureel toezicht kunnen houden en patrouilleren op
die tijdstippen en op locaties waar veel overlast bestaat en incidenten
plaatsvinden, bijvoorbeeld vrijdag tot zondag van 22:00 tot 05:00 uur;
— als onderdeel daarvan te bezien in hoeverre het instellen van een ‘Nachtwacht’
haalbaar is binnen de huidige budgetten en het huidige personeelsbestand,
en daartoe dan vóór de Voorjaarsnota 2017 over te rapporteren.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
4
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 224
Publicatiedatum 16 maart 2016
Ingekomen onder AB
Ingekomen op 9 maart 2016
Behandeld op 9 maart 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Moorman inzake Memorandum of Understanding tussen
de gemeente Amsterdam en Airbnb (onderzoek prijsopdrijvende effecten
vakantieverhuur).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voortgang van de verlenging en opheffen
geheimhouding Memorandum of Understanding tussen de gemeente Amsterdam
en Airbnb (Gemeenteblad afd. 1, nr. 186).
Constaterende dat:
— de gemeenteraad in februari 2014 de notitie Ruimte voor gasten’ heeft
vastgesteld en daarmee de keuze heeft gemaakt een gastvrije stad te zijn waarin
verschillende vormen van verblijf mogelijk zijn en daarbij ook particuliere
vakantieverhuur mogelijk heeft gemaakt;
— de gemeenteraad daarbij heeft vastgesteld vakantieverhuur toe te staan mits het
veilig, rustig en binnen een gelijk speelveld met andere logiesaccommodaties
plaatsvindt en als aan geldende regels wordt voldaan;
— de laatste jaren is een explosieve groei te constateren in het aantal woningen dat
aangeboden wordt voor vakantieverhuur en vormen van dienstverlening die dit
faciliteren, waaronder sleuteldiensten;
— deze sleuteldiensten in toenemende mate het verdienpotentieel door
vakantieverhuur onder de aandacht brengen;
— bij verkoop van woningen steeds vaker de mogelijkheid tot (vakantie)verhuur
onder de aandacht wordt gebracht hetgeen mogelijk een prijsopdrijvend effect
heeft op der waarde van woningen;
— door zowel sleuteldiensten als makelaars vaak gebruikt wordt gemaakt van
misleidende termen waaronder B&B, waarmee de indruk kan ontstaan dat
verwezen wordt naar Bed & Breakfast dat een ander regime kent dan
vakantieverhuur.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 224 Moti
Datum _ 16 maart 2016 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een onderzoek te laten uitvoeren naar de prijsopdrijvende effecten van
vakantieverhuur op de Amsterdamse woningmarkt en de wijze waarop een
waarde wordt toegekend aan het verdienpotentieel uit vakantieverhuur;
— de wijze waarop door verkopende partijen, sleuteldiensten en makelaars wordt
gecommuniceerd over vakantieverhuur;
— dit onderzoek voor de behandeling van de begroting 2017 met de raad te delen.
Het lid van de gemeenteraad
M. Moorman
2
| Motie | 2 | discard |
VN2021-002529 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
Grond on Marineterrein, Energietransitie
ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 24 maart 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Grondzaken
Agendapunt 22
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Beantwoording van Raadsadres Stichting Hondsrugpark d.d. 19 oktober 2020 over de effecten van
de bezuinigingsopgave op proceskosten gebiedsontwikkeling Amstel III
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres waarin door de leden van de Stichting
Hondsrugpark zorgen worden geuit over de bezuinigingen op de gemeentelijk budgetten voor
ambtelijke capaciteit. De kern van de beantwoording is dat beslissingen weloverwogen genomen
zijn, de gemeente blijft investeren, de werkzaamheden grotendeels voort worden gezet en dat deze
bezuinigingen niet gaan om afstel maar om uitstel van een aantal werkzaamheden voor ten minste
het jaar 2021
Wettelijke grondslag
Artikel 169, lid 1 &2, gemeentewet
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2). Zij geven
de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Op 21 december 2017 heeft de gemeenteraad van Amsterdam het “Ontwikkelperspectief Amstel
II, met bijbehorende grondexploitaties vastgesteld. Daarmee is het startsein gegeven voor een
grootschalige gebiedstransformatie. Het monofunctionele kantorengebied wordt getransformeerd
naar een gemengde wijk om te wonen, werken en te verblijven.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Gegenereerd: vl.8 1
VN2021-002529 9 Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Grond en % Amsterdam Mari inE ‚ DZ
ontwikkeling % arineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 24 maart 2021
Ter kennisneming
Welke stukken treft v aan?
Beantwoording Raadsadres Stichting Hondsrugparkogo32: def. pdf (pdf)
AD2021-008711 Commissie RO Voordracht (pdf)
Raadsadres effecten bezuinigingsopgave proceskosten
AD2021-022847 ‚ ‚ ‚
gebiedsontwikkeling Amstel III. pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond & Ontwikkeling, Tamara Smit, 06 5252 4005, tamara.smit@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
> < gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 17 juni 2021
Portefeuille(s) Jeugd
Portefeuillehouder(s): Wethouder Simone Kukenheim
Behandeld door [email protected] ; [email protected])
Onderwerp Afdoening motie 230 (TA2021-000611) van het lid Boomsma (CDA) en
anderen.
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 22 april 2021 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt 28 De voortgangsbrieven maatregelen Covid-19 van 26 februari, 12 maart en 26 maart
motie 230 aangenomen. Deze heeft als onderwerp Tijdelijke extra bedden en uitbreiding ambulante
zorg voor crisisopvang in de jeugdGGZ in corona-tijd en is ingediend door de leden D.T. Boomsma
(CDA), L. Grooten (Groenlinks), A. Kili (Denk), N.V.M. la Rose (PvdA), S. Warmerdam (D66),
D.G.M. de Grave-Verkerk (VVD), T. Kuiper (ChristenUnie), J.A. Veldhuyzen (Bla), N.T. Bakker
(SP), A.L. Bakker (Partij voor de Dieren), W. van Soest (Partij van de Ouderen) en K.M. Kreuger
(JA21).
In de motie wordt het college verzocht om:
1. metde minister in overleg te gaan hoe met gezamenlijke inspanning, extra geld vanuit
het Rijk en landelijke scholing op heel korte termijn tijdelijk extra bedden met geschoold
personeel voor crisiszorg binnen de JeugdGGZ gecreëerd kunnen worden;
2. met de minister in overleg te gaan over het instellen van een centrale coördinatie in het
verdelen en zo nodig opschalen van crisisbedden;
3. daarnaast de minister te vragen extra geld en landelijke scholing beschikbaar te stellen
voor het tijdelijk opschalen van de ambulante zorg voor kinderen en jongeren die
crisiszorg in de JeugdGGZ nodig hebben.
Ad 1 extra geld voor scholing en crisiszorg
Het College heeft uitvoering gegeven aan de motie.
Naast de onderhandelingen van de VNG met het Rijk over structurele compensatie, liep er ook een
traject over de acute problematiek in 2021 als gevolg van stijgende zorgkosten door Covid-19,
zoals bij de jeugd-GGZ. De vitkomst van deze onderhandelingen is dat het Rijk nu incidenteel €
613 miljoen extra beschikbaar stelt voor 2021. Hiervan is € 50 miljoen geoormerkt voor de aanpak
vastgelopen acute zorgketen jeugd-GGZ. Hoe de totale verdeling van deze middelen over de
gemeenten gaat plaatsvinden wordt pas later in het jaar bekend.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 juni 2021
Pagina 2 van 3
Deze middelen worden ingezet voor aanvragen van Jeugd-GGZ aanbieders en aanbieders die
crisishulp bieden. Levvel en Arkin zijn de aanbieders in de regio Amsterdam-Amstelland die
voorzien in crisiszorg voor jeugdigen met GGZ-problematiek. Aan deze twee organisaties is,
vooruitlopend op het besluit van het Rijk, bijna € 2 miljoen incidenteel geld beschikbaar gesteld
om de acute Jeugd-GGZ-keten te ontlasten. Dat bedrag wordt bijvoorbeeld gebruikt voor extra
bedden. De respijtafdeling (o20-afdeling) is heropend. Hier zijn 5 logeermogelijkheden en circa 8
dagopvangplekken gecreëerd in samenwerking met het UMC Amsterdam waar jeugdigen gebruik
van kunnen maken. De o20-afdeling is geen crisisafdeling, maar de hulp die hier geboden wordt
draagt bij aan het voorkomen van crisissen en daarmee aan de ontlasting van de druk op de acute
keten. Het is een plek waar jeugdigen een time-out plek hebben en waar zij, met behulp van
professionele begeleiding, een plan kunnen maken om beter verder te kunnen. Tegelijkertijd geeft
deze zorg de betrokken gezinsleden tijd om op adem te komen.
Lewvel en Arkin zijn momenteel een vervolgaanvraag aan het voorbereiden. De uitbreiding van
klinische capaciteit en scholing van personeel zal onderdeel uitmaken van deze aanvraag. Het
uitbreiden van de klinische capaciteit voor crisissen is niet eenvoudig een kwestie van een bed
meer of minder. De mogelijkheid hiertoe wordt wel onderzocht. De aanbieders willen met een
pilot starten om o.a. verpleegkundigen de scholing te geven om jeugdigen met eetstoornissen te
kunnen behandelen.
Ad 2 Centrale coördinatie indien nodig
Het College geeft vitvoering aan de motie door het punt van centrale regie mee te nemen in de
gesprekken tussen VNG en Rijk over inzet van de specifieke uitkering voor de Acute Jeugd-GGZ.
Er zijn geen signalen dat de coördinatie op de beschikbare crisisbedden nu een probleem is. Dat er
onlangs is vitgeweken naar plaatsing van een Amsterdamse jeugdigen op een bed buiten de regio
is een uitzondering. Ook voor Corona kwamen dit soort ‘gastplaatsingen’ sporadisch voor. Door de
coronamaatregelen en de daarmee samenhangende toename van jeugdigen met ernstige
stoornissen, dreigt deze situatie zich wel vaker voor te doen.
De jeugdaanbieders geven aan goed samen te werken, zowel met elkaar op landelijk niveau, als
met de volwassen psychiatrie in de eigen regio. Aanbieders die ook crisiszorg leveren, zijn
aangesloten bij de ROAZ overleggen (Regionaal Overleg Acute Zorg)
Bij vitbreiding van de huidige klinische capaciteit is landelijke regie wel nodig. Het is noodzakelijk
dat de uitbreiding en daarmee het ontstaan van lege bedden gespreid over het land plaatsvindt,
zodat jeugdigen zo dicht mogelijk bij huis de hulp kunnen krijgen die zij nodig hebben.
Vervolgens is ook bij de plaatsing van jeugdigen op de plekken landelijke regie nodig, met als
uitgangspunt dat jeugdigen zo dicht mogelijk bij huis een plek krijgen. Alleen de capaciteit
uitbreiden in Amsterdam kan als effect hebben dat deze bedden vol gaan met jeugdigen elders uit
het land. Terwijl de verbinding met thuis en het systeem een essentieel onderdeel is van de
behandeling van eetstoornissen. Er moet samenhang van de behandeling in het intramurale en
het ambulante zijn. Uitgangspunt moet zijn dat er overal een gelijk basisniveau aan zorg geboden
kan worden, waardoor het niet vitmaakt waar een jeugdige geplaatst wordt.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 juni 2021
Pagina 3 van 3
Ad 3 Landelijke scholing voor het tijdelijk opschalen van ambulante zorg voor kinderen en
jongeren die crisiszorg nodig hebben
Het College heeft uitvoering gegeven aan de motie.
De door de gemeente Amsterdam beschikbaar gestelde middelen hebben ook een tijdelijke
uitbreiding mogelijk gemaakt van personeel voor de ambulante crisisteams, het wachtlijstteam en
de ambulante gebiedsteams. De aanbieders geven aan dat het erg effectief is om juist in te zetten
op ambulante zorg en respijtzorg om druk op de klinische capaciteit te verminderen en crisissen te
voorkomen.
De aanvraag in voorbereiding vanuit de aanbieders bevat dan ook onderdelen als scholing en
uitbreiding van de ambulante teams. Zoals gezegd heeft de gemeente Amsterdam al bijna € 2
miljoen extra beschikbaar gesteld waardoor de uitbreiding voor een groot deel al gerealiseerd is.
De aanbieders geven aan dat deze uitbreiding helpt maar ook, dat deze voor een langere periode
nodig is. Men wil het extra geworven personeel voorlopig kunnen behouden.
Hartelijk dank voor de motie. Ik deel de zorgen die u heeft, ook nog naar de nabije toekomst toe.
We hebben de verantwoordelijkheid genomen toen bleek dat dit hard nodig was. We blijven
uiteraard de situatie nauwgezet volgen.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
gee
Simone Kukenheim
Wethouder Jeugd
Bijlagen
1. motie 230 (TA2021-000611) Tijdelijke extra bedden en vitbreiding ambulante zorg voor
crisisopvang in de jeugdGGZ in corona-tijd
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam VV L
% Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord Zuidlijn
en Luchtkwaliteit)
% Gewijzigde Agenda, donderdag 6 februari 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit)
Tijd 09.00 tot 12.30 uur EN VAN 19.30 UUR TOT 22.30 UUR
Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis
Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VVL
d.d. 16 januari 2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie VVL@raadsgriffie amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
6 _Tkn-lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VV L
Luchtkwaliteit)
Gewijizigde Agenda, donderdag 6 februari 2014
Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
11 Vaststellen Uitvoeringsbesluit Rokin op basis van het definitief ontwerp,
onderdeel van de Rode Loper Nr. BD2014-000912
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 12 februari 2014).
e _Deleden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen,
Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en
Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid zijn hierbij uitgenodigd.
12 Vaststellen Uitvoeringsbesluit Leidseplein op basis van het Definitief Ontwerp
Leidseplein Nr. BD2013-010580
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 12 februari 2014).
e Bijlage 2 Nota van beantwoording ligt ter inzage in de leeskamerraad
e _Deleden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen,
Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en
Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid zijn hierbij uitgenodigd.
13 Vaststellen nieuw plan Stationseiland en vervolgstappen Nr. BD2013-013828
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 12 februari 2014).
e _Deleden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen,
Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en
Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid zijn hierbij uitgenodigd.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 14
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VV L
Luchtkwaliteit)
Gewijizigde Agenda, donderdag 6 februari 2014
14 Beantwoording vragen Stationseiland Nr. BD2013-014299
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de raadscommissie VVL, d.d. 12 december 2013
e Gevoegd behandelen met agendapunt 13
15 Beschikbaar stellen uitvoeringskrediet herinrichting drie kruispunten voor
hoogwaardig openbaar busvervoer Amsterdam — Zaanstad (HOV Zaancorridor)
Nr. BD2013-010571
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 12 februari 2014).
16 Beschikbaar stellen uitvoeringskrediet toegankelijk maken van 325 bushaltes
voor mindervaliden Nr. BD2013-010594
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 12 februari 2014).
17 Vaststelling Nota van Uitgangspunten (planstudie) Verbetering Tramlijn 2 in
Willemsparkweg&Koninginneweg Nr. BD2014-0007 78
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Aangehouden in de raadscommissie VVL, d.d. 16 januari 2014
e Gevoegd behandelen met agendapunt 18
18 Principebesluit Verbetering Westelijke Tramlijnen 1,2 en 13 Nr. BD2014-000780
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Aangehouden in de raadscommissie VVL, d.d. 16 januari 2014
e Gevoegd behandelen met agendapunt 17
19 Consequenties van maatregel 7 en 8 1510, voor de bestuurlijke besluitvorming
over de GWW sector (grond-weg-waterbouw) Nr. BD2014-000777
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Hoek (GrLí)
e Was Tkn 5 in de raadscommissie VVL, d.d. 16 januari 2014
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VV L
Luchtkwaliteit)
Gewijizigde Agenda, donderdag 6 februari 2014
20 Beantwoording raadsadres over afname aantal auto's - fietsen in de binnenstad
door invoering eenrichtingssystematiek Nr. BD2014-000776
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Van Raan (PvdD)
e Was Tkn 5 in de raadscommissie VVL, d.d. 16 januari 2014
e Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de
leeskamerraad
21 Voortgangsrapportage Renovatie Oostlijn 3e kwartaal 2013 Nr. BD2013-010555
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
22 Rapportage 3e kwartaal 2013 Noord-Zuidlijn Nr. BD2013-010559
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Kabinetbijlage ligt uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie
23 Materieel Metronetwerk Nr. BD2014-000964
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Schimmelpennink (Witte Stad)
AVONDDEEL 19.30 UUR TOT 22.30 UUR
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
24 Initiatiefvoorstel Toonk (VVD): “Actieplan fietsparkeren” Nr. BD2013-014409
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 25
25 Reactie op initiatiefvoorstel Toonk ‘Actieplan fietsparkeren' Nr. BD2013-013421
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 24
4
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VV L
Luchtkwaliteit)
Gewijizigde Agenda, donderdag 6 februari 2014
26 Aanpak snorfietsen en rapport van de SWOV over het plaatsen van snorfietsen
op de rijbaan Nr. BD2014-000779
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de raadscommissie VVL, d.d. 16 januari 2014
27 Initiatiefvoorstel Molenaar(GL): “Amsterdamse aanpak vervuilende 2-takt
scooters" Nr. BD2013-012899
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 28
28 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van het raadslid dhr. Molenaar
“Amsterdamse aanpak vervuilende 2-takt scooters” Nr. BD2014-000555
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 27
29 Initiatiefvoorstel Alberts (SP), getiteld: Het ontmoedigen van het gebruik van
snorscooters in Amsterdam Nr. BD2013-013580
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 30
30 Bestuurlijke reactie van het college op het initiatiefvoorstel van raadslid Alberts
(SP) getiteld: “het ontmoedigen van het gebruik van snorscooters in Amsterdam”.
Nr. BD2013-014492
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 29
31 Initiatiefvoorstel van het lid Molenaar (Groenlinks) getiteld: METRO-RETRO -
Hergebruik van Amsterdamse metrotoestellen Nr. BD2013-010549
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Aangehouden in de raadscommissie VVL, d.d. 26 september 2013
e Gevoegd behandelen met agendapunt 32
5
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VV L
Luchtkwaliteit)
Gewijizigde Agenda, donderdag 6 februari 2014
32 Vervolg bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel van raadslid heer Molenaar (GL)
inzake METRO-RETRO, hergebruik van Amsterdamse metrotoestellen Nr.
BD2013-013334
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 31
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
33 Vaststellen van de tweede Verordening tot wijziging van de Verordening
Parkeerbelastingen 2014 Nr. BD2013-014367
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 12 februari 2014).
6
| Agenda | 6 | discard |
Stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 25-10-2022
Aanvang 19:00
Locatie 1e verdieping stadsdeelkantoor
Secretaris Peter Vrieler
Voorzitter Michel Idsinga
1. Opening en Vaststellen agenda
2. Bewoners aan het woord
3. Mededelingen
4. (concept) Besluitenlijst 11 oktober 2022
5 a. Mondelinge vragen
b. Moties
6. Ingekomen stukken
BESPREEKPUNTEN
Gevraagde adviezen
7. Ontwerpbestemmingsplan H-buurt midden (vaststellen)
Ongevraagde adviezen
8. Zichtbaarheid LHBTIQ+ - D. Bakker/BIJ1 (bespreken)
9. Integrale Toegankelijkheid — T. Lugman/ PvdA, D. Bakker/ BIJ1, G. Owusu/DENK (bespreken)
10. Rondvraag en Sluiting
Stukken ter kennisname
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam Z S
% Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
% Agenda, donderdag 16 juni 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur en zo nodig op 22 juni van 9.00 uur tot 12.00 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ZS
d.d. 19 mei 2016
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieZS @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
, Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam Z S
Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Agenda, donderdag 16 juni 2016
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Financiën
11 De Voorjaarsnota 2016 Nr. BD2016-007039
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 13 juli 2016).
e _ Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 12.
Bestuurlijk Stelsel
12 Vaststellen actualisatie gebiedsagenda's Nr. BD2016-007461
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 13 juli 2016).
e _ Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11.
Zorg en Welzijn
13 Brief inzake tijdelijke aanpassing Hulp bij het huishouden Nr. BD2016-008173
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
Gemeente Amsterdam Z S
Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Agenda, donderdag 16 juni 2016
14 initiatiefvoorstel ‘Meer stabiliteit voor kinderen van dakloze gezinnen’ Nr.
BD2016-006651
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de indieners.
e _Indieners zullen in de commissie aangeven of behandeling in de raad gewenst is.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 15 en 16.
15 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel Meer stabiliteit voor kinderen van dakloze
gezinnen Nr. BD2016-008172
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 14 en 16.
16 Brief nieuwe opvanglocatie dakloze gezinnen Nr. BD2016-007729
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid De Heer (PvdA).
e Was TKN 4 in de Commissievergadering ZS van 19 mei 2016.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 14 en 15.
17 Bespreken stand van zaken Ambulance Amsterdam Nr. BD2016-008275
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
18 Kwartaalrapportage Veilig Thuis eerste kwartaal 2016 Nr. BD2016-007782
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de Raadscommissie voor Jeugd en Cultuur zijn hierbij uitgenodigd,
19 Outcomemonitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 Nr. BD2016-
008143
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de Raadscommissie voor Jeugd en Cultuur zijn hierbij uitgenodigd,
3
Gemeente Amsterdam Z S
Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Agenda, donderdag 16 juni 2016
Ouderen
20 Motie (nr. 1202.15) digitaal analfabetisme Nr. BD2016-007730
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Soest (PvdO).
e Was TKN7 in de Commissievergadering ZS van 19 mei 2016.
e _Deleden van de Raadscommissie voor Jeugd en Cultuur zijn hierbij uitgenodigd.
Sport en Recreatie
21 Stand van zaken EK atletiek 2016 Nr. BD2016-007732
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Dantzig (D66).
e Was TKN 9 in de Commissievergadering ZS van 19 mei 2016.
22 Kennis nemen van rapportage Sportservice Amsterdam 2015 Nr. BD2016-
007605
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
4
| Agenda | 4 | discard |
Gemeente Amsterdam
STADSDEEL ZUIDOOST RAADSGRIFFIE
Anton de Komplein 150
1102 CW Amsterdam
Postbus 12491
1100 AL Amsterdam
RAADSCOMMISSIE WERK EN DIVERSITEIT
Grote Stedenbeleid / Sociaal Economische Vernieuwing / Arbeidsmarkt, Economische zaken (inclusief
markten), Sociale activering en inburgering / Armoedebeleid en Schuldhulpverlening, Coördinatie
Diversiteitbeleid
Voorzitter : mw. L Koenen - Wilson
Commissiegriffier : mw. À. Jhinkoe-Rai
Telefoon : 020 - 252.5025
AGENDA van de EXTRA openbare vergadering van de raadscommissie Werk en Diversiteit op
woensdag 11 juni 2008 van 20:00 — 22:05 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost
Punt Onderwerp Tijdschema
À. ALGEMEEN 20:00 uur
1. Opening en vaststelling agenda
2. Vragen halfuurtje
3. Mededelingen
B. BESPREEKPUNTEN
Presentatie Proliving 20:30 — 21:00 uur
Presentatie en stand van zaken “Prachtwijken” 21:00 — 21:30 uur
1. Conceptnota Terrassen in Zuidoost 21:30 — 22:00 uur
(bijgaand)
2. Strategienota aanpak WC Gein
(Ingetrokken door het DB)
3. Stand van zaken notitie Uitgewerkte voorstellen
m.b.t. kostendekkendheid markttarieven
(Ingetrokken door het DB)
C RONDVRAAG 22:00 — 22:05 uur
D. SLUITING 22:05 uur
TER KENNISNEMING MEEGEZONDEN:
1. Brief Stadsdeel Zuidoost aan MKB inzake het WC Kraaiennest
2. Stand van zaken m.b.t. motie 45/begroting 08: In overleg treden met initiatiefnemers
voor een streekmarkt.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot op de dag vóór de vergadering aanmelden bij
de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5021 of per e-mail naar [email protected] . 1
De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
| Agenda | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 16 juni 2021
Ingekomen onder nummer 491
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Veldhuyzen inzake behoud sociale huur in
ontwikkelbuurten
Onderwerp
Behoud sociale huur in ontwikkelbuurten
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Kennisnemen van de Raadsrapportage Ontwikkelbuurten 2020.
Overwegende dat:
— Het onder geen geding zo mag zijn dat de aanpak van de ontwikkelbuurten de huidige
bewoners verjaagt, de wijken onbetaalbaar voor hen maakt en gewenst of ongewenst zal
leiden tot gentrificatie;
— Ter voorkoming van gentrificatie en voor het behoud van toegankelijkheid en leefbaarheid
van de wijk voor haar huidige bewoners, ten minste de huidige hoeveelheid sociale
huurwoningen moet worden behouden;
— In het bijzonder gelet moet worden op de hoeveelheid ruime gezinswoningen en deze qua
hoeveelheid en ruimte niet mogen verminderen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
De belangen van de bewoners van de ontwikkelbuurten op de voorgrond te houden, en hierbij te
verzekeren dat de vooruitgang van de wijken niet ten koste van de positie en toegankelijkheid van
de buurt voor de huidige burgers gaat, onder meer door te garanderen dat de hoeveelheid sociale
huurwoningen, in het bijzonder gezinswoningen, behouden blijft.
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
Indiener
J.A. Veldhuyzen
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 708 dubbelaccent
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake NTA uitsluiten
Onderwerp
Onderzoeksbureau NTA uitsluiten van opdrachten
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2022.
Constaterende dat:
— Verschillende gemeenten opdracht hebben gegeven aan een particulier bureau (genaamd
NTA) om moskeeën en diens bestuurders heimelijk te laten onderzoeken;
— _In Amsterdam hiervan geen gebruik is gemaakt, maar wel samengewerkt wordt met het des-
betreffende onderzoeksbureau;
— De gehanteerde onderzoeksmethodologie van het NTA niet alleen in strijd is met de gedrags-
code voor sociale — en gedragswetenschappen*, maar ook de beginselen van onze democratie;
— De burgemeester van Ede heeft bevestigd dat NTA is ingezet voor heimelijke observaties?
Overwegende dat:
— _ Gemeenschapsgeld niet gebruik mag worden om onderzoeksbureaus in te zetten die hun in-
formatie op dubieuze wijze vergaren;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
NTA per direct uit te sluiten van alle opdrachten.
Indiener
N. Yilmaz
* https://www.nethics.nl/Gedragscode-Ethical-Code/
2 https://www.nrc.nl/nieuws/2021/12/11/undercover-de-gemeente-wilde-graag-rauw-beeld-a4065058?utm_source=twitter&utm_me-
dium=social&utm_campaign=twitter&utm_term=20211110
| Motie | 1 | discard |
VN2023-012430 N Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ
Directie Openbare Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Orde en Veiligheid X Amsterdam
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van o1 juni 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 5
Datum besluit
Onderwerp
Noodverordening Nationale Herdenking 4 mei
De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van de noodverordening inzake de nationale herdenking op 4 mei op de Dam.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
De noodverordening moet, conform artikel 176, lid 2 Gemeentewet, gedeeld worden met de
gemeenteraad.
Reden bespreking
NVT
Uitkomsten extern advies
NVT
Geheimhouding
NVT
Uitgenodigde andere raadscommissies
NVT
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.6 1
VN2023-012430 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Z
Directie Openbare 2 Amsterdam Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken
Ordeen Veiligheid Erigneld, Wandnaving én TOEZIET, Lomm ' '
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van o1 juni 2023
Ter kennisneming
AD2023-036982 Commissie AZ Voordracht (pdf)
AD2023-036998 Noodverordening Nationale Herdenking 4 mei 2023 Dam_DEF.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Rosanne Meulenbeld, OOV (0638691037)
Gegenereerd: vl.6 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 712
Publicatiedatum 26 september 2018
Ingekomen onder M
Ingekomen op woensdag 19 september 2018
Behandeld op woensdag 19 september 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Simons en Bloemberg-lssa inzake het terrein Green Living Lab
(behoud groenstrook).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Simons en Bloemberg-lssa
inzake het terrein Green Living Lab (Gemeenteblad afd. 1, nr. 750).
Overwegende dat:
— de grond van het Green Living Lab de enige schone, onbebouwde grond in de
wijde omtrek is;
— de bomen in het voedselbos aan de rand van het terrein grotendeels wel 55 jaar
oud zijn;
— de grond van het Green Living Lab enkele jaren geleden nog in het bezit was van
de gemeente.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het terrein van het Green Living Lab
terug te kopen van de VU, daarbij specifiek mee te nemen de mogelijkheid alleen de
bomenstrook met het voedselbos aan de zijkant van het terrein terug te kopen.
De leden van de gemeenteraad
S.H. Simons
J.F. Bloemberg-lssa
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 16 november 2023
Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema
Behandeld door Actiecentrum Veiligheid en Zorg
Onderwerp Bestuurlijke reactie WODC onderzoek Top6oo
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeer ik u over het onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek en
Documentatiecentrum (WODC) naar de effectiviteit van de Top6oo-aanpak ten aanzien van het
terugdringen van recidive. Dit onderzoek is vitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Justitie
en Veiligheid, mede op initiatief van de Stuurgroep Veiligheid en Zorg, die verantwoordelijk is voor
de uitvoering van deze aanpak. De demissionair minister van Justitie en Veiligheid heeft het
onderzoek vandaag aan de Tweede Kamer aangeboden. Het onderzoeksrapport is bijgesloten bij
deze brief.
Uitkomsten onderzoek
Het WODC concludeert dat op basis van deze studie geen aanwijzingen zijn gevonden dat de
Top6oo-aanpak zorgt voor minder recidive. De controlegroep recidiveert zelfs net iets minder dan
de Top6oo-groep. Op basis van dit onderzoek kunnen geen conclusies worden getrokken over de
effectiviteit van de Top6oo-aanpak als geheel.
Het onderzoek is alleen gericht op de eerste doelstelling van de Top6oo-aanpak:
recidivevermindering. De uitkomsten gaan over de 206 Top6oo-personen waarvoor in dit
onderzoek een goede match kon worden gevonden. De andere twee doelstellingen van de
Top6oo, perspectiefverbetering en het voorkomen van afglijden van minderjarige broertjes en
zusjes, zijn niet onderzocht.
Het WODC stelt ook dat de Top6oo-aanpak mogelijk wel zorgt voor recidivevermindering bij
bepaalde subgroepen. Bijvoorbeeld bij personen die voldoende capaciteiten hebben en
gemotiveerd kunnen worden om hun leven te veranderen. Een onderscheid in subgroepen is in dit
onderzoek niet gemaakt.
Hoe verder?
We zijn het WODC erkentelijk voor het gedegen wetenschappelijk onderzoek dat zij heeft
uitgevoerd. Dat verschaft ons bruikbare inzichten in de door het WODC onderzochte groep. De
hoofdconclusie van het onderzoek — dat er bij de Top6oo-groep geen aanwijzingen zijn gevonden
dat deze minder recidiveert dan de controlegroep — valt tegen. Een van de doelstellingen van de
Top6oo is immers het terugdringen van recidive, met name van high impact crimes als
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 16 november 2023
Pagina 2 van 2
straatroven, woninginbraken en gewapende overvallen. Het WODC maakt wel enkele
kanttekeningen bij de generaliseerbaarheid van het onderzoek, wat maakt dat we geen
verregaande conclusies kunnen trekken als het gaat om recidivedaling of over de Top6oo aanpak
als geheel.
In het Meerjarenplan 2023-2026 dat in juni 2023 in de commissie AZ besproken is, staan de
ambities beschreven om de effectiviteit van de Top6oo de komende jaren verder te vergroten. We
gaan met de Top6oo partners in gesprek over de manier waarop we met de aanpak verdergaan en
hoe we de uitkomsten van dit onderzoek over recidive daarbij betrekken. We onderzoeken hoe we
de aanpak Top6oo kunnen verbeteren en of aanvullend onderzoek nodig is. Hierbij kunt v denken
aan hoe de doelstellingen opnieuw kunnen worden geformuleerd en of het nodig is om een
andere afbakening van de doelgroep te maken. Ik verwacht u hierover in de loop van 2024 te
kunnen informeren.
Met vriendelijke groet,
Namens de Stuurgroep Veiligheid en Zorg,
Ä Ì 2
Pe
Femke Halsema
Burgemeester
Bijlagen
1. De effectiviteit van de Top6oo aanpak, een vergelijkend recidiveonderzoek onder veelplegers
(WODC, 2023).
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | test |
X Gemeente Amsterdam C I E
% Brede Raadscommissie
% Agenda, donderdag 10 maart 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Brede
Raadscommissie ten behoeve van de behandeling van het rapport van de
Enquêtecommissie Financiële functie Amsterdam 2002 -2014
Tijd 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Raadszaal, stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
Raadsaangelegenheden
4 Kennisnemen van het rapport van de Enquêtecommissie Financiële functie
Amsterdam 2002-2014, instemmen met de conclusies en overnemen van de
aanbevelingen daarvan Nr. BD2016-003198
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 30 maart 2016).
e _Indeze vergadering zal met de enquêtecommissie van gedachten worden gewisseld
over het onderzoeksrapport.
e Inde brede commissievergadering van 24 maart zal op basis van de bestuurlijke
reactie met het college van gedachten worden gewisseld over het onderzoeksrapport.
e _Onderzoeksrapport reeds in bezit.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
| Agenda | 1 | train |
Î rÀ | En FS Ah
Jd cl DD Ï (
advocaten |
Aangetekend at
De gemeenteraad van Amsterdam hestuiescienst Amsterdam |
0 INGEKOMEN {3 JUNI 2017
tav. de raadsgriffie Datum in |
Postbus 202 | sega 20 |
1000 AE Amsterdam mma ded) 227%
(SON OEPE m
| desh NJ
| van BM / Weth Í |
Betreft: Raadsadres ‚ter kennisname |
Eer verdere beh. | |
Lom advies Ì |
|
| | |
Amsterdam _ : 9 juni 2017 nn mmm
Onze referentie: Tb/Dodh | near DIV dd: |
Uw referentie : OO
Inzake ‚_Woningdelen
E-mail …[email protected] / douwe. [email protected]
Geachte leden van de raad,
Graag vragen wij uw dringende aandacht voor het volgende.
Problematiek: woningdelen
Medio 2013 verschenen er berichten in de media dat de Gemeente Amsterdam voornemens
was om streng te gaan handhaven op het gebied van ‘Woningdelers.” Met woningdelen
wordt in deze brief bedoeld de situatie dat een zelfstandige woonruimte regulier wordt
bewoond door meer dan twee volwassenen (niet zijnde inwoning op basis van hospita-
verhuur of B&B-verhuur). Bewoning door meer dan twee volwassen wordt door de gemeente
ook wel aangeduid als ‘woongroep’. Dit ‘woningdelen’ zou in strijd zijn met de gemeentelijke
regelgeving.
Feit was echter dat dit woningdelen destijds al voorzag in een grote behoefte voor
bijvoorbeeld studenten of net-werkenden om tezamen toch op een betaalbare wijze |
woonruimte te kunnen betrekken in Amsterdam. Indien deze vorm van bewoning niet
toegestaan zou worden, dan zou dit ten koste gaan van vele studenten en starters. De ij
Gemeente stelde echter dat zij met haar aangekondigde nieuwe beleid met name excessen
(zoals bijvoorbeeld “matrassenverhuur”) wilde tegengaan.
Ons kantoor heeft destijds een grote groep verontruste verhuurders en woningdelers
bijgestaan en wij zijn destijds, namens deze cliënten, in gesprek gegaan met de gemeente
om een oplossing te vinden die breed gedragen zou worden.
BEZOEKADRES: PosTADR ES;
Grrouw “De Lairesse" Tr 431(o}2o 3052030 POSTBUS 75727 INFO LARRE.NT MEMBER OF WARWICK LEGAL NETWORK
De LAIRESSESTRAAT 180 EF 431(o)2o 3og2o31 1o7o AS AMSTERDAM — WWW.LABRE.NL oe eN |
1075 HM ÄMSTERDAM KvK NR. 34375304 ( RENOIR En BEN |
Gevolg van dit overleg is geweest dat er een regeling tot stand is gekomen, waarbij
‘woningdelen’ onder bepaalde omstandigheden was toegestaan. Deze woongroepen konden
in de periode 2014-2016 bij de gemeente worden gemeld indien aan een aantal
voorwaarden werd voldaan. Wij veronderstellen u bekend met die meldingsregeling.
Nieuw beleid
Eind december 2016 bereikten ons echter geluiden dat deze regelgeving per 1 januari 2017
alweer zou gaan wijzigen, in die zin dat de woongroepenregeling afgeschaft zou gaan
worden. Die rigoureuze beslissing verbaasde ons zeer, aangezien er hierbij geen enkele
vorm van inspraak of overleg met particuliere verhuurders heeft plaatsgevonden. Dit terwijl
het onderwerp vanaf medio 2013 tot aan begin 2014 zoveel aandacht heeft gekregen in de
media en er destijds juist wel veel overleg heeft plaatsgehad tussen (vertegenwoordigers
van) verhuurders en de gemeente.
Vanaf 1 januari 2017 kunnen woongroepen in Amsterdam niet langer bij de gemeente |
worden gemeld, zoals in de periode 2014-2016 nog wel mogelijk was, maar dient de
woningeigenaar hiervoor een vergunning aan te vragen voor het ‘omzetten van zelfstandige
woonruimte naar onzelfstandige woonruimte’. De gemeente heeft, zo begrepen wij, hiertoe
besloten omdat het in 2014 vastgestelde beleid niet bleek bij te dragen aan het verlagen van
de druk op de gespannen woningmarkt. Ook werden de voorwaarden waaraan een
woongroep moest voldoen als te complex beschouwd. Van de ongeveer 12.500 woningen
waar woningdelen plaatsvindt, hebben naar verluidt slechts ongeveer 50 woongroepen zich
volgens de gemeente op rechtsgeldige wijze bij de gemeente gemeld. Dit ondanks het feit
dat in veel huurovereenkomsten door verhuurders wel degelijk de verplichting voor de
woongroep was opgenomen om zich bij de gemeente te melden.
Advies nieuwe situatie
Nadat bekend was geworden dat de gemeenteraad op 22 december 2016 had besloten tot
wijziging, hebben zich wederom enkele verontruste vastgoedinvesteerders en —
ontwikkelaars bij ons kantoor gemeld voor juridisch advies over de nieuwe situatie.
Op het moment dat wij deze cliënten voorhielden dat zij op basis van het per 1 januari 2017
geldende beleid geacht werden een ‘omzettingsvergunning’ aan te vragen, bemerkten wij dat
er geen verhuurder was die dat zelfs maar overwoog. Cliënten meldden ons dat — nog los
van het feit dat frequente wijziging van regelgeving in het algemeen niet kan worden
toegejuicht — om de navolgende redenen geen vergunning voor woningdelen zullen
aanvragen: |
1. Hypotheekhouders zullen geen (privaatrechtelijke) toestemming geven voor |
omzetting van zelfstandige naar onzelfstandige woonruimte.
2. Vastgoedeigenaars vrezen voor huurrechtelijke claims van hun huurders;
3. Onduidelijk is of een omgezette woning onvoorwaardelijk kan worden teruggezet naar
zelfstandig;
4. Vastgoedeigenaars vrezen voor handhaving door de gemeente.
Wij zullen deze punten hieronder nader toelichten:
Ad 1. Hypotheekhouders zullen geen (privaatrechtelijke) toestemming geven voor |
omzetting van zelfstandige naar onzelfstandige woonruimte.
Allereerst valt te constateren dat veel hypotheekhouders (lees: banken) geen
(privaatrechtelijke) toestemming zullen geven voor omzetting van zelfstandige naar
onzelfstandige woonruimte. De reden hiervoor is dat zulks de waarde van het
verhypothekeerde vastgoed nu eenmaal negatief beïnvloedt. Hypotheekhouders
beschouwen woonruimte die middels een gemeentelijke vergunning op papier wordt
omgezet van ‘zelfstandig’ naar ‘onzelfstandig’ minder waardevol.' Dit zal er in de praktijk toe
leiden dat de eigenaar van de woning van de bank geen toestemming zal verkrijgen voor het
aanvragen van een omzettingsvergunning, welke toestemming de eigenaar op basis van de |
hypotheekvoorwaarden wel dient te verkrijgen.
Ad 2. Vastgoedeigenaars vrezen voor huurrechtelijke claims van hun huurders.
Ook deze vrees hangt samen met de waarde van vastgoed. De gemeente spreekt bij
omzetting van zelfstandige naar onzelfstandige woonruimte ook wel van ‘kamergewijze
bewoning’ of ‘kamerverhuur’. Dit kan er toe leiden dat huurders van een middels een
vergunning omgezette woonruimte menen dat zij gezamenlijk geen zelfstandige woonruimte
huren, maar afzonderlijke kamers. Dit zou voor huurders aanleiding kunnen vormen om zich
bij de huurcommissie en de kantonrechter te beroepen op het huurregime voor kamergewijze
verhuur. Voor de verhuur van een kamer mag minder huur worden gevraagd dan voor de
verhuur van een geliberaliseerde zelfstandige woonruimte. Nog daargelaten of dat standpunt
van de huurders rechtens juist is, wensen veel eigenaars begrijpelijkerwijs niet in dergelijke
geschillen verzeild te raken.
Ad 3. Onzeker is of een onzelfstandige woonruimte kan worden teruggezet naar zelfstandige
woonruimte
De gemeente heeft tot op heden geen schriftelijke regeling getroffen waaruit volgt dat een
middels vergunning naar onzelfstandige woonruimte omgezette woning, ook weer kan
worden teruggezet naar zelfstandig. Wetende dat de waarde van vastgoed lager is zolang
sprake is van onzelfstandige woonruimte, vormt dit een reden voor eigenaars om geen
vergunning aan te vragen.
1 Volgens banken leidt dit tot een waardevermindering van 30 %, e.e.a. conform de door de
Nederlandsche Bank gestelde taxatiemethode RICS.
|
Ad 4. Vastgoedeigenaars vrezen voor handhaving door de gemeente
Voorts zullen vastgoedeigenaars in veel gevallen geen omzettingsvergunning willen
aanvragen omdat zij vrezen voor handhaving door de gemeente. Gelet op de verhouding
tussen het grote aantal woningen waarin woningdelen plaatsvindt en het uiterst kleine aantal
meldingen in het verleden, kan niet anders worden geconcludeerd dat in verreweg de
meeste gevallen van woningdelen niet aan alle regels van woningdelen werd voldaan. Vaak
gaat het dan om woningen die al voor 2014 werden bewoond door woongroepen.
Woningeigenaars vrezen kort en goed dat de gemeente na ontvangst van een |
vergunningaanvraag naar de historie van de (be)woning zal kijken en de
vergunningaanvrager daarvoor zal bestraffen met bijvoorbeeld een bestuurlijke boete. |
Overigens vragen onze cliënten zich terecht af of de gemeente überhaupt wel met succes
een boete kan opleggen aan woongroepen die zich niet voor 1 januari 2017 gemeld hebben.
Ten eerste liet de communicatie vanuit de gemeente over de verplichting tot het aanmelden
van woongroepen die voor 13 februari 2014 al bestonden, namelijk nogal te wensen over.
Deze gebrekkige communicatie (o.a. onduidelijkheden op het aanmeldformulier) zal er toe
geleid hebben dat reeds bestaande woongroepen zich nooit bij de gemeente hebben
gemeld. Naar wij hebben begrepen is er recentelijk een door de Gemeente een opgelegde
boete ingetrokken. Ten tweede speelt een rol dat de gemeente bij de overgang van een
meldingsstelsel naar een vergunningsstelsel per 1 januari 2017 niet heeft voorzien in een
adequaat overgangsrecht. De gewijzigde verordening is pas op 30 december 2016 op de
wettelijk voorgeschreven wijze bekendgemaakt middels publicatie in het Gemeenteblad.
Woongroepen die nog van de meldingsregeling gebruik wilden maken stond daarvoor
derhalve slechts 1 dag ter beschikking. Daarbij heeft dan ook nog eens te gelden dat het
digitale meldingsformulier op dat moment al van de gemeentelijke website was gehaald,
zodat aanmelding feitelijk onmogelijk is gemaakt.
Beleid
Onze cliënten benadrukken nogmaals dat op grond van voornoemde bezwaren naar
verwachting weinig omzettingsvergunningen voor woningen met woningdelers zullen worden
aangevraagd. Wij merken op dat, voor zover wij hebben kunnen vaststellen, in de
beleidsdocumenten van de gemeente geen althans nauwelijks aandacht aan de hiervoor
genoemde aspecten is besteed. Hier wreekt zich het feit dat de gemeente de nieuwe
regeling nauwelijks heeft aangekondigd en er vrijwel geen ruggenspraak heeft
plaatsgevonden met (particuliere) verhuurders (die ruggenspraak was er in 2013 tot op
bepaalde hoogte wel).
Het zal uw raad hopelijk duidelijk zijn dat de invoering van de vergunningplicht voor
eigenaars per 1 januari 2017 geen effectief instrument zal zijn.
|
4 |
|
Gevolgen van nieuwe regels voor de praktijk
In de praktijk zullen bovendien vooral huurders (bijv. studenten / starters op de arbeidsmarkt)
de dupe zijn van deze nieuwe regelgeving. Veel eigenaars die wij hebben gesproken,
hebben al aangegeven liever ‘op safe te spelen’ en ervoor te zullen kiezen om een woning
(vergunningsvrij) aan maximaal twee vermogende volwassenen (expats) te verhuren in
plaats van aan meer dan twee personen (woningdelers). Ook is de kans zeer aannemelijk
dat in die gevallen waarin verhuurders het aantal huurders noodgedwongen zullen
terugbrengen naar twee personen (om te voldoen aan de gemeentelijke regelgeving), deze
overgebleven twee huurders de vrijgekomen kamers via Airbnb zullen gaan verhuren, om zo
nog in staat te zijn de met de verhuurder overeengekomen huurprijs te blijven voldoen. Gelet |
op het aantal woongroepen in Amsterdam (ongeveer 12.500) zal dit de stad duizenden |
geschikte woonplekken kosten. In beide gevallen zullen per saldo dus veel minder personen
kunnen worden gehuisvest in de huidige Amsterdamse woningvoorraad. Dit leidt ertoe dat de
woningnood in Amsterdam als gevolg van de nieuwe regels alleen maar zal toenemen.
Bij de totstandkoming van de meldingsregeling in 2014 heeft de gemeente overwogen dat
woningdelen voorziet in een duidelijke marktbehoefte. Doordat woongroepen echter aan te
strenge en te complexe voorwaarden dienden te voldoen, is er nauwelijks van de
meldingsregeling gebruik gemaakt. Destijds was dit al een gemiste kans. Nu is opnieuw een
regeling in het leven geroepen die waarschijnlijk niet effectief is en die zelfs zal leiden tot de
situatie waarbij er minder mensen een woning in Amsterdam kunnen betrekken en er voor
bijvoorbeeld jongeren of ‘starters’ geen beschikbare woonruimte meer is in Amsterdam. Dit
kan geen uitkomst zijn waarmee de gemeente zich kan verenigen.
Het Rotterdamse beleid
Graag vragen wij uw aandacht voor het Rotterdamse regels voor woningdelen. Volgens
artikel 1.1. onder d van de Rotterdamse ‘Verordening toegang woningmarkt en samenstelling
woningvoorraad 2017’ mag een huishouden in de gemeente Rotterdam uit meer dan twee |
volwassen bestaan, mits sprake is van een duurzame gemeenschappelijke huishouding.
Volgens artikel 1 onder m van de Huisvestingsverordening 2016 van de gemeente
Amsterdam bestaat een huishouden uit een alleenstaande dan wel uit (maximaal) twee
personen met of zonder kinderen, die een gemeenschappelijke huishouding voeren of
wensen te voeren. Volgens deze definitie dient bij bewoning van een Amsterdamse woning
door meer dan twee volwassen volgens de gemeente altijd een omzettingsvergunning te
worden verkregen. Volgens de Rotterdamse regels is bewoning door meer dan twee
volwassen zonder omzettingsvergunning wél mogelijk, mits de bewoners een duurzame
gemeenschappelijke huishouding vormen. De Rotterdamse definitie van het begrip
huishouden geeft woningdelers dus meer ruimte dan de Amsterdamse definitie van het
begrip huishouden. Deze coulantere regels voor woningdelers gelden overigens al jaren in
Rotterdam en zijn in 2017 opnieuw bij verordening vastgelegd. Daaruit moet worden
En
|
DD) |
geconcludeerd dat het Rotterdamse beleid doelmatig blijkt. Bij onze cliënten is dan ook
begrijpelijkerwijs de vraag gerezen waarom dit ook niet in Amsterdam zou moeten kunnen.
Verzoek
De problematiek omtrent het woningdelen is niet uitsluitend beperkt tot de bovengenoemde
aspecten. In deze brief is echter gefocust op de omstandigheden die maken dat de per 1
januari 2017 geldende regeling naar stellige overtuiging van onze cliënten zijn doel voorbij |
zal schieten. Ì
Ons kantoor is onlangs wederom benaderd door de media, die inmiddels ook kennis hebben
genomen van de recente ontwikkelingen, die ons verzochten om een reactie op dit de
(plotselinge) wijzigingen in het beleid van de Gemeente ten aanzien van Woningdelers. Wij
hebben de media echter geantwoord dat wij, alvorens dat te doen, ons eerst graag tot uw
raad wenden.
Vragen aan uw raad |
Namens onze cliënten verzoeken wij uw raad, indachtig het voorgaande, eerbiedig ons van
antwoord te voorzien op de volgende vragen:
1. Bent u van mening dat de per 1 januari 2017 geldende nieuwe regels voor
woningdelen -adequaat en tijdig zijn aangekondigd? Zo ja/nee, waarom wel/niet?
2. Bent u van mening dat ter zake van de overgang van een meldingenstelsel naar een
vergunningenstelsel voor woongroepen per 1 januari 2017 is voorzien in een redelijke |
termijn van overgangsrecht? Zo ja/nee, waarom wel/niet?
3. Bent u van mening dat door B&W voldoende ruggespraak is gepleegd buiten de
woningcorporaties met de vastgoedmarkt alvorens over te gaan tot het voorstellen
van de nieuwe regeling voor woningdelen aan uw raad? Zo ja/nee, waarom wel/niet?
4. Bent u van mening dat het verkrijgen van een vergunning voor het omzetten van een
zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimte leidt tot een waardedaling
van de omgezette woonruimte? Zo ja/nee, waarom wel/niet?
5. Bent u van mening dat het enkele feit dat voor een woonruimte een
omzettingsvergunning is verkregen ertoe leidt dat voor die woonruimte het
huurregime voor kamergewijze verhuur van toepassing wordt? Zo ja/nee, waarom
wel/niet?
6. Kan een naar ‘onzelfstandig' omgezette woonruimte onvoorwaardelijk worden
teruggezet naar ‘zelfstandig’? Zo ja/nee, waarom wel/niet?
6 |
7. Dienen vastgoedeigenaars ervoor te vrezen dat, indien zij een omzettingsvergunning
aanvragen, zij door de gemeente worden beboet indien uit de woninghistorie blijkt dat
in de voorgaande jaren niet steeds aan alle regels voor woningdelen is voldaan? Zo
ja/nee, waarom wel/niet?
8. Heeft u zich er rekenschap van gegeven en onderschrijft u dat het in het algemeen zo
is, dat ontvangers van hypothecaire geldleningen conform de voor hen geldende
hypotheekvoorwaarden geen andere functie dan ‘zelfstandige woonruimte’ aan het
object mogen toekennen zonder schriftelijke toestemming van de geldverstrekker, en
dat die toestemming als gevolg van de waardevermindering van het object door de
geldverstrekker niet zal worden verstrekt? Zo ja/nee, waarom wel/niet?
9. Heeft u zich er rekenschap van gegeven en onderschrijft u, dat de door de gemeente
gestelde voorwaarde dat de woning bij indiening van de vergunningaanvraag leeg
moet zijn voor vele al bestaande woongroepen die vóór 1 januari 2017 niet zijn
aangemeld niet werkbaar is, te minder nu er bij een vergunningaanvraag wel een
geldend huurcontract als bijlage overlegd dient te worden? Zo ja/nee, waarom
wel/niet?
10. Heeft de raad overwogen om de vergunningplicht bij bewoning van een zelfstandige |
woonruimte door meer dan twee volwassenen achterwege te laten zoals in |
Rotterdam, alwaar hun regeling al jaren prima werkt? Zo ja/nee, waarom wel/niet? |
11. Wat is naar de mening van de raad nog de toegevoegde waarde van de figuur van de |
omzettingsvergunning, nu het overgrote deel van de geschetste negatieve effecten |
van een vergunningstelsel uitblijft wanneer een door woningdelers bewoonde woning |
de status ‘zelfstandig’ behoudt? |
12. Ziet uw raad in de inhoud van deze brief aanleiding om het woningdeelbeleid te
herzien of te wijzigen”? |
Wij wachten uw schriftelijke reactie met interesse af. Ontvangstbevestiging van deze brief |
wordt op prijs gesteld.
ogachten , eN
bn 2 Fe of
C. Boe bs Dop de Hoek
Ë
| Raadsadres | 7 | train |
Raadsadres 5-6
Naam
E-mail
Telefoonnummer
Uw bericht Geachte raad
Wie geen 1,5 meter afstand houdt van een ander riskeert een boete en
brengt de volksgezondheid in gevaar. Waarom worden terrassen die
onvoldoende ruimte laten voor passerende voetgangers (en fietsers)
niet verplicht de terrassen aan te passen aan deze regel die zoals de
eerste minister zegt, vóór alles gaat? Dit geldt ook voor gesplitste
terrassen en zeker voor terrassen die geen ruimte laten tot de
blindengeleidestrook. En al helemaal voor drukke punten als de
Oosterparkstraat bij het OLVG of de Nieuwmarkt.
Wat gaat de Raad eraan doen om de regel te respecteren?
Uw bijlage
Referentienummer 8523-7170
| Raadsadres | 1 | train |
VN2022-030444 G Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
emeente ' '
Dienstverlening % Ruimte en Groen, Water M OW
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MOW van 12 oktober 2022
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Dienstverlening
Water
Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Openbare Ruimte en Groen
Financiën (36)
Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit (32)
Openbare Orde en Veiligheid (2)
Ruimtelijke Ordening (22)
Agendapunt 4
Datum besluit College van B&W 13 september 2022
Onderwerp
Vaststellen Legesverordening Amsterdam 2023
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren:
|, de Verordening op de heffing en invordering van leges 2023 (Legesverordening Amsterdam
2023) vast te stellen zoals opgenomen in de bijlage en kennis te nemen van de toelichting zoals
opgenomen in de raadsvoordracht.
IL In te stemmen met de toewijzing van de bevoegdheid aan het college van B&W om redactionele
wijzigingen en veranderende Rijkstarieven door te kunnen voeren.
IL In geval de Omgevingswet niet per 1 janvari 2023 wordt ingevoerd, het vervangende voorstel met
een aangepast hoofdstuk 3 ‘Fysieke leefomgeving’ vast te stellen. In dit aangepaste hoofdstuk 3 zijn
de percentages van de bouwvergunning verlaagd om rekening te houden met de hoge bouwinflatie
en is het tarief voor duurzaam verbouwen eveneens aangepast.
Wettelijke grondslag
e Artikel 216 van de Gemeentewet bevat de bevoegdheid van de gemeenteraad om
belastingverordeningen vast te stellen.
e Artikel 229 van de Gemeentewet is de wettelijke basis voor Verordening op de heffing en
invordering van leges. Op grond van dit artikel kan een gemeente onder andere rechten
heffen voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Onder
rechten worden mede verstaan de leges.
e De artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet bepalen dat een burgemeester of
gezaghebber rechten kan heffen voor het verrichten van handelingen ten behoeve van de
aanvraag van een reisdocument.
e Artikel 156 van de Gemeentewet maakt mogelijk dat de raad de bevoegdheid tot aanpassing
van de legesverordening onder strikte voorwaarden kan overdragen.
Bestuurlijke achtergrond
De bevoegdheid tot het vaststellen of wijzigen van de legesverordening en -tabel ligt bij de
gemeenteraad.
Het wettelijke vitgangspunt (Gemeentewet) is dat de leges niet meer dan 100% kostendekkend
mogen zijn. Een overzicht van de kostendekkendheid van de leges is opgenomen in de begroting,
paragraaf Lokale heffingen.
Gegenereerd: vl.7 1
VN2022-030444 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
i Amsterd
Dienstverlening % materdam Ruimte en Groen, Water M OW
Voordracht voor de Commissie MOW van 12 oktober 2022
Ter advisering aan de raad
In de commissie Kunst, Democratisering en Diversiteit van 2 juni 2021 is het beleidskader Leges
gedeeld met daarin de vitgangspunten en uitleg van de legesverordening en de tarieventabel.
Reden bespreking
De Legesverordening wordt tegelijkertijd met de Begroting behandeld in de raad en voorafgaand
besproken in alle betrokken commissies. De behandeling vindt plaats in verschillende commissies
omdat de tarieven van de verschillende onderdelen vit de Legestabel onder diverse portefeuilles &
begrotingsprogramma’s vallen.
De Eerste Kamer heeft aangegeven in oktober in te zullen stemmen met de invoering van de
Omgevingswet per 1 januari 2023. Er is echter een kleine kans dat er begin november toch weer
uitstel volgt. In geval de Omgevingswet niet per 1 januari 2023 wordt ingevoerd is de opgestelde
legestabel niet meer correct. Met de griffie is afgestemd dat er met die mogelijkheid in het
raadsvoorstel rekening wordt gehouden en er is daarom een alternatieve tabel toegevoegd aan
het raadsvoorstel. Hierin wordt voor H3 Fysieke Leefomgeving weer teruggegrepen op de oude
legestabel zonder Omgevingswet, met een paar aanpassingen om het hoofdstuk te actualiseren en
te verbeteren.
Op moment van besluitvorming in de raad (9-10 november) is hoogstwaarschijnlijk bekend welke
versie van de legestabel 2023 moet worden vastgesteld.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Uitgenodigde andere raadscommissies
* Commissie Financiën, Kunst en Diversiteit (FKD)
Leges Ha Informatie, H2 Burgerzaken, 6.5 Evenementen en Ha1 Algemene bepalingen
Portefeuilles ‘Dienstverlening’, ‘Evenementen’
* Commissies Ruimtelijke Ordening (RO) en Woningbouw en Volkshuisvesting (WV),
Duurzaamheid en Circulaire economie
Leges H3 Omgevingsvergunningen, Fysieke Leefomgeving
Portefeuilles ‘Ruimtelijke Ordening’, Woningbouw’, ‘Volkshuisvesting’ en ‘Duurzaamheid’
* Commissie Algemene Zaken (AZ)
Leges H6 (m.u.v. 6.4 & 6.5) Horeca, Kansspelen, Prostitutie, Activiteiten op de Openbare Weg,
Milieu
Portefeuille ‘Openbare Orde en Veiligheid’
* Commissie Sociaal, Economische Zaken en Democratisering (SED)
Gegenereerd: vl.7 2
VN2022-030444 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare W
Dienstverlening % Amsterdam
% Ruimte en Groen, Water
Voordracht voor de Commissie MOW van 12 oktober 2022
Ter advisering aan de raad
Leges H6.4 Winkeltijdenwet en H7.4 Ambulante Handel
Portefeuille ‘Economische Zaken’
* Commissie Mobiliteit, Openbare ruimte en Water (MOW)
Leges H7.1-7.3 Vergunningen Openbare Ruimte, H8 Verkeer en Vervoer en Hg Binnenwater
Portefeuilles ‘Openbare Ruimte en Groen’, Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit’ en ‘Water’
e Commissie Onderwijs, Zorg en Armoedebestrijding (OZA)
Leges H1o Kinderopvang
Portefeuille Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen’
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2022-087928 | 1. Gemeenteraad Voordracht Legesverordening 2023 op gnov2022.pdf (pdf)
AD2022-087926 2. Legestabel 2023 vs. 2022 MET Omgevingswet (pdf)
3. BEKENDMAKING legesverordening Amsterdam 2023 met
AD2022-087924 ‚
Omgevingswet (msw)
AD2022-087927 | 4. Alternatieve Legestabel 2023 vs 2022 ZONDER Omgevingswet (pdf)
5. BEKENDMAKING_Alternatief- legesverordening Amsterdam2023
AD2022-087925 ‚
ZONDER Omgevingswet (msw12)
AD2022-087929 Commissie MOW Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie dienstverlening, Sarie Muijs, s.muijs@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.7 3
| Voordracht | 3 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering 25 januari 2023
Ingekomen onder nummer 022
Status Ingetrokken
Onderwerp Amendement van de leden Van Renssen, Minderhoud en Wehkamp inzake
verduidelijking werkwijze Hoofdstuk 4
Onderwerp
Indicatieve kaart verduidelijken
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Beleidskader Hoofdgroenstructuur
- In aanmerking nemende dat in de raadsvoordracht in Hoofdstuk 4 een werkwijze wordt
voorgesteld om versterking en uitbreiding van het groen te bereiken in ruil voor flexibili-
teit;
- dat hiervoor een indicatieve kaart is opgenomen met de titel “Indicatie van lopende ge-
biedsontwikkelingen”, dat in sommige van deze 85 gebieden geen Hoofdgroenstructuur is
opgenomen (bijvoorbeeld gebied 2,3 en 22) dus feitelijk niet relevant zijn voor dit Beleids-
kader.
- deze kaart nader kan worden gespecificeerd, bijvoorbeeld bij de nog op te stellen Opga-
venkaart 2050; zodat alleen gebieden worden opgenomen waar ‘flexibiliteit voor verster-
king’ noodzakelijk en aan de orde is.
Besluit:
Op pagina 7a, in de tweede kolom bovenaan, na “liggen hier kansen voor” toe te voegen:
“De indicatieve kaart 3 op de volgende pagina's bestaat vit een overzicht van gebiedsontwikkelin-
gen, in sommige van deze gebieden ligt geen Hoofdgroenstructuur. Bij de nog op te stellen Opga-
venkaart zal worden bezien of dit aantal gebieden kan worden gespecificeerd en/of beperkt.”
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken
Pagina 2 van 2
Indiener(s),
N.A. van Renssen
B.M.H. Minderhoud
J. Wehkamp
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 347
Publicatiedatum 8 mei 2015
Ingekomen onder AJ
Ingekomen op 22 april 2015
Behandeld op 22 april 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Kaya, mevrouw Ruigrok en mevrouw Duijndam
inzake de uitgangspunten voor de inkoopprocedure van Ambulante ondersteuning,
Dagbesteding en Hulp bij het huishouden vanaf 2017 (onderaanneming).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitgangspunten voor de inkoopprocedure van
Ambulante ondersteuning, Dagbesteding en Hulp bij het huishouden vanaf 2017 en
over het voorstel, een nieuwe inkoopronde te houden in 2015 voor Ambulante
ondersteuning, Dagbesteding en Hulp bij het huishouden voor het contractjaar 2016
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 285);
Constaterende dat:
— in het coalitieakkoord van D66, SP en VVD “Amsterdam is van iedereen” is
afgesproken dat de gemeente meer ruimte gaat bieden aan kleine aanbieders in
de zorg;
— hierdoor Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP'ers), kleine aanbieders en
onderaannemers in aanmerking komen voor een overeenkomst met de gemeente;
— bijde vorige inkoopronde als eis werd gesteld dat dit alleen mogelijk was door een
tweezijdig ondertekend formulier door hoofdaannemer en onderaannemer;
Overwegende dat:
— de Amsterdamse zorgconsument een pluriforme zorgbehoefte heeft en gebaat is
bij kleinschaligheid en maatwerk;
— de Amsterdamse zorgmarkt daarom ook open moet staan voor kleine innovatieve
zorgaanbieders;
— dit in de praktijk vaak in de vorm van onderaannemer is
— dit negatieve gevolgen heeft voor kwaliteit van geleverde diensten, de
transparantie van de financiën en de prijs;
— ditonder andere komt door extra administratieve lasten en indirecte extra
verantwoording die bij het onderaannemerschap horen;
— het wenselijk is als de gemeente zelf een afweging maakt wanneer partijen in
aanmerking komen voor een overeenkomst en dit niet laat afhangen van een
handtekening van een zorgaanbieder;
— de gemeente niet altijd weet hoeveel een hoofdaannemer uitbesteedt aan
onderaannemers,
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 347 Motie
Datum 8 mei 2015
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— bij de inkoop van 2016 zelf een afweging te maken welke onderaannemers in
aanmerking komen voor een contract en welke niet en hiervoor bij de inkoop van
de Wet maatschappelijke ondersteuning in het bestek op te nemen:
e dat zorgaanbieders bij de inschrijving voor de inkoop aan de gemeente moeten
overleggen wat en hoeveel zij afgelopen jaar (en, indien nodig, jaren) hebben
uitbesteed aan onderaannemers;
e de gemeente, indien nodig, ook tussentijds een opvraag kan doen naar deze
cijfers;
e onderaannemers die een contract willen met de gemeente ook bewijzen
mogen overleggen aan de gemeente met het budget die ze van hun
hoofdaannemer hebben gekregen in de voorgaande jaren;
— daarnaast voor de inkoop van 2017 met het veld in gesprek te gaan en te komen
tot een maximumpercentage voor het uitbesteden van hoofdaannemer naar
onderaannemer en de gemeenteraad hierover actief te informeren.
De leden van de gemeenteraad,
M. Kaya
M.H. Ruigrok
P.J.M. Duijndam
2
| Motie | 2 | val |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 66
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake Amsterdamse taxi's vitstootvrij ná
verkiezingen van 2028
Onderwerp
Amsterdamse taxi's vitstootvrij ná de verkiezingen van 2028
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Amsterdamse taxiaanpak (ATA).
Constaterende dat:
— Het college ernaar streeft om per 1 janvari 2025 alleen emissievrije taxi's te laten rijden;
— _ De taxibranche in vergelijking met andere sectoren harder is geraakt door de coronacrisis.
Hierdoor hun financiële ruimte enorm is geslonken en waardoor zij genoodzaakt zijn geweest
om de nodige investeringen uit te stellen;
— De laadinfrastructuur nog niet op orde is;
— De levering van elektrische voertuigen achterloopt.
Overwegende dat:
— Het verstandig is om de Amsterdamse economie, en ook de taxibranche, tijd te gunnen omte
herstellen en pas daarna over te gaan naar een vitstootvrije taximarkt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Het streven om een uitstootvrije taximarkt te realiseren uit te stellen tot na de volgende verkiezin-
gen van 2028.
Indiener
N. Yilmaz
| Motie | 1 | train |
Nummer _BD2016-001839
Afdeling Gebiedsteam % Gemeente Amsterdam AB
Oud-Zuid % Stadsdeel Zuid
Voordracht voor het Algemeen Bestuur van de
% bestuurscommissie Zuid
Z Datum: 23 november 2016
Programma 7. Economie en Cultuur
Agendapunt 7
Datum besluit DB 25 oktober 2016
Te publiceren tekst Onderwerp
Besluiten Stadionpleinmarkt
Met deze voordracht stelt het DB het algemeen bestuur van de bestuurscommissie voor het volgende besluit te
nemen:
Te publiceren tekst De het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Stadsdeel Zuid besluit
1. Kennis te nemen van de vaststelling van het Instellingsbesluit Stadionpleinmarkt
(bijlage 1).
2. Kennis te nemen van de vaststelling van de wijze waarop de plaats op de nieuwe
marktlijst Stadionpleinmarkt wordt bepaald |
3. Kennis te nemen van het Reglement inzake de samenstelling en werkwijze van de
adviescommissie en het ondernemersoverleg Stadionpleinmarkt (bijlage 5).
4. Kennis te nemen van de instelling van de Adviescommissie Stadionplein.
5. Vast te stellen het Inrichtingsbesluit Stadionpleinmarkt (bijlage 2).
6. Vast te stellen het Marktreglement Stadionpleinmarkt (bijlage 3).
7. Vastte stellen de nadere regels voor het verlenen van de vergunning tot het
plaatsen en verhuren van kramen op de Stadionpleinmarkt (bijlage 4) — inclusief
het weglaten van de regel ‘Zo kort mogelijk voor 7 uur’ bij punt 20.E.
Wettelijke grondslag
Besluitvorming over de markten vindt plaats op grond van de Marktverordening van de
Gemeente Amsterdam. De in de Marktverordening opgenomen bevoegdheden zijn voor
zover zij betrekking hebben op bovenstaande besluiten overgedragen aan de Algemeen
Besturen van de bestuurscommissies (Bevoegdhedenregister Bestuurscommissies — mei
2016, bijlage 3 bij de Verordening op de Bestuurscommissies).
Het Algemeen Bestuur heeft deze bevoegdheden — voor zover dit niet het vaststellen van
algemene regels betreft - vervolgens gemandateerd aan het DB.
Bestuurlijke achtergrond
De werkzaamheden op het Stadionplein naderen de voltooiing. Gedurende de
werkzaamheden is de Stadionpleinmarkt verplaatst naar de Marathonweg.
In de periode dat de markt gevestigd was op de Marathonweg is overlegd met de
ondernemers over het karakter van de markt na terugkeer naar het Stadionplein. Tijdens
deze bijeenkomsten is nadrukkelijk de mogelijkheid en wenselijkheid van een ‘markt op
afstand’ onderzocht. De ondernemers zijn tot de conclusie gekomen dat hiervoor
onvoldoende draagvlak is en men heeft gekozen voor een gemeentelijke themamarkt,
waarbij de ondernemers via de adviescommissie een belangrijke rol spelen.
1
Portefeuille 8. Economie Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid AB
Arum 7 , Bestuurscommissie
eling Gebiedsteam
Oud-Zuid Voordracht voor de vergadering: 23 november 2016
mmm
Resultaat commissiebehandeling
De voorbereidende commissie heeft in haar vergadering van 9 november 2016 besloten
het dossier ter vaststelling voor te leggen aan het algemeen bestuur.
nnn
Korte toelichting op het gevraagde besluit
Voor de besluiten rond instelling, inrichting en het vaststellen van het Markreglement —
bijlagen 1,2 en 3 - heeft het Marktbureau formats opgesteld die hier gevolgd worden. De
overige besluiten zijn vormvrij. Omdat het zeer uitgebreide besluiten betreft, die ook in de
toekomst zelfstandig leesbaar dienen te zijn, worden ze als aparte besluiten genomen.
Met deze besluiten wordt invulling gegeven aan een sterke, toekomstgerichte themamarkt
gericht op voedingsmiddelen, bloemen en planten op het Stadionplein. Slechts een van de
ondernemers is niet actief in de voedingsmiddelensector. Onder de noemer ‘geestelijk
voedsel’, krijgt deze ondernemer bij wijze van uitzondering een plek op de
Stadionpleinmarkt.
1. Kennis te nemen van de vaststelling van het Instellingsbesluit
Stadionpleinmarkt (bijlage 1).
Met het instellingsbesluit wordt het besluit tot afschaffing van de bestaande algemene
warenmarkt Stadionpleinmarkt en de daarbij behorende marktlijst genomen. Gelijktijdig
wordt de nieuwe zaterdagse themamarkt Stadionpleinmarkt ingesteld, met
voedingsmiddelen en bloemen en planten, met uitzondering van één marktplaats voor
boeken.
2. Kennis te nemen van de vaststelling van de wijze waarop de plaats op de nieuwe
marktlijst Stadionpleinmarkt wordt bepaald |
Op grond van de Marktverordening Artikel 3.4 lid 8 kan het college (in casu het Dagelijks |
Bestuur van de bestuurscommissie) bij instelling van een nieuwe markt de plaats op de |
marktlijst bij eerste marktindeling vaststellen. Alle ondernemers die al op reguliere basis |
participeren aan de markt en die mee willen naar het Stadionplein krijgen een plaats op de |
marktlijst, op volgorde van hun ‘oude’ nummer. Voor de selectie van nieuwe ondernemers
wordt een plaatsingscommissie gevormd, die zal selecteren op basis van de branchelijst,
diversiteit en kwaliteit van het totaliteit van het totale aanbod op de markt, de kwaliteit van
de aangeboden waren en de verkoopinrichting, referenties van de ondernemer. Onder de
nieuwe ondernemers zal worden geloot om hun plaats op de marktlijst vast te stellen. |
Nadat alle plaatsen zijn ingevuld, met uitzondering van de experimentele zone, wordt de
nieuwe marktlijst opengesteld voor sollicitanten.
3. Kennis te nemen van het Reglement inzake de samenstelling en werkwijze van
de adviescommissie en het ondernemersoverleg Stadionpleinmarkt (bijlage 5)
In het reglement voor de Adviescommissie Stadionpleinmarkt staat omschreven hoe de
verkiezingen plaatsvinden, de taken van de adviescommissie en de manier waarop het
ondernemersoverleg wordt ingericht. |
De ondernemers hebben aangegeven een promotiebijdrage te willen instellen en
betalen. Dit is inmiddels geregeld via de heffingsverordening van de Gemeente
Amsterdam, zodat de gemeente de bijdrage int en vervolgens overdraagt aan de
Adviescommissie. In verband met het beheer van de promotiegelden wordt een
Stichting Marktpromotie Stadionpleinmarkt opgericht, met als bestuurders de leden van
de Adviescommissie. |
A. Kennis te nemen van de instelling van de Adviescommissie Stadionplein (MV
art. 3.3 lid 2) bestaande uit:
- Dhr. E. Beyranwand
2
Portefeuille 8. Economie Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid
Agenda T : Bestuurscommissie AB
Afdeling Gebiedsteam
Oud-Zuid Voordracht voor de vergadering: 23 november 2016
- Dhr. J.A.J. Streppel
- Mw. P.M. van Vliet - Hogenboom
- Een nog nader te bepalen vertegenwoordiger namens de CVAH
De ondernemers hebben er blijk van gegeven een actieve rol te willen spelen op de nieuwe
Stadionpleinmarkt. Daartoe hebben zij vooruitlopend op de formele instelling van de markt
verkiezingen gehouden, conform de in bijlage 5 omschreven procedure en de hierboven
genoemden verkozen tot lid van de adviescommissie. De commissie is ingesteld door het
Dagelijks Bestuur.
5. Vast te stellen het Inrichtingsbesluit Stadionpleinmarkt (bijlage 2).
Met het inrichtingsbesluit wordt vastgesteld dat er ruimte is voor 34 marktplaatsen, in totaal
140 strekkende meter en de wijze waarop de markt wordt opgesteld. In het
inrichtingsbesluit worden de speciale zones op de markt aangewezen. Dit betreft een
publieke zitgelegenheid en de experimentele zone.
Experimentele zone
Dit betreft de eerste experimentele zone onder de nieuwe Marktverordening. De invulling
van de experimentele zone heeft vorm gekregen in nauwe samenwerking tussen de
initiatiefnemer Het Amsterdamse Proeflokaal en de ondernemersvergadering. Met de
experimentele zone wordt geprobeerd de diversiteit van het aanbod te vergroten en ook op
promotioneel gebied samen te werken.
Het inhoudelijke thema van de Experimentele Zone is: Theater van Gastvrijheid,
Smaak en Educatie. Het Proeflokaal werkt samen met het ROC, Slow Food
International, de Youth Food Movement Amsterdam en ‘de Gezonde Sportkantine’ en sluit
aan bij de huidige trends op voedingsgebied: gezond, duurzaam, herkenbaar en
herleidbaar. Afgesproken is dat de invulling van de experimentele zone en de
promotieactiviteiten in nauwe samenwerking met de adviescommissie Stadionpleinmarkt
plaatsvindt en dat er begin 2018 een evaluatie plaatsvindt.
6. Vast te stellen het Marktreglement Stadionpleinmarkt (bijlage 3).
In het Marktreglement worden tal van praktische zaken geregeld. Het betreft de invulling
van de nadere regels voor de Stadionpleinmarkt op grond van artikel 5.1 van de
Marktverordening en is daarmee bindend voor alle partijen die op de markt werken. Op de
belangrijkste punten wordt hier een toelichting gegeven.
Branchelijst
In het Marktreglement is de Branchelijst opgenomen. Daarop is duidelijk aangegeven welke
ondernemers bij aanvang meegaan en wat de ruimte voor uitbreiding is. Daarbij wordt |
vooral gestreefd naar uitbreiding van het assortiment en verbreding van het aanbod.
Tijdens de voorbereiding is via een bewonersbrief aan omwonenden gevraagd om
suggesties voor uitbreiding van de markt. Hierop zijn 31 reacties gekomen, waarvan drie
van ondernemers. Het overgrote merendeel van de reacties past uitstekend binnen de nu
voorgestelde branchelijst (biologisch, gezonde kant en klare maaltijden, exotische, Turkse,
Surinaamse of Aziatische specialiteiten, soep, kruiden, olijfolie, tweedehandsboeken). Een
enkeling spreekt zich uit tegen ‘nog een voedsel/biologische markt en een drietal bewoners
pleit voor producten buiten het foodsegment (kleding, brocante, sieraden). Op deze laatste
suggesties is in de branchelijst niet ingegaan. Het aantal beschikbare plaatsen voor
uitbreiding is gering en een heldere keuze voor food gerelateerde producten versterkt het
profiel van de markt en biedt ook economisch de beste kansen.
3
Portefeuille 8, Economie Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid
A 7 , Bestuurscommissie AB
eling Gebiedsteam
Oud-Zuid Voordracht voor de vergadering: 23 november 2016
nà
Openingstijden en op- en afbouwtijden
In het Marktreglement worden ook de verplichte verkooptijden van de markt geregeld (9.00-
17.00 uur) en de op- en afbouwtijden. Voorgesteld wordt de opbouw van de markt tussen 6
00 en 9.00 uur toe te staan, voor zowel de kramenzetter als de kooplieden.
Een aantal marktkooplieden heeft aangegeven vanaf 6 uur te willen opbouwen, met als
reden dat er ook voor 9.00 uur al klanten zijn en dat zij veel opbouwtijd nodig hebben.
Bovendien zou er geen sprake zijn van overlast, zeker gezien de afstand tot de bebouwing
in de omgeving. Ook in de huidige situatie op de Marathonweg is er nauwelijks sprake van
overlast.
Namens het hotel in het zuidblok (City ID Group) is het standpunt ingenomen dat de
marktopbouw vanaf 8.00 uur ’s ochtends zou moeten plaatsvinden (bijlage 7). De
belangrijkste redenen die worden aangevoerd zijn de angst voor geluidsoverlast voor
hotelgasten bij opbouw van de markt en het gegeven dat de meeste bezoekers van de
markt pas op een later tijdstip aanwezig zullen zijn.
Het voorstel om vanaf 6.00 uur op te bouwen door zowel kramenzetter als kooplieden is
opgenomen in het Marktreglement nadat vertegenwoordigers van de marktondernemers
tijdens de voorbereidende vergadering van het algemeen bestuur kenbaar hebben |
gemaakt waarom dit voor hen noodzakelijk is. Zij hebben de opbouwtijd nodig in verband
met de opbouw van de standplaats en bereiding van de versproducten en willen gelijk met
de omliggende winkels klanten kunnen ontvangen vanaf acht uur 's ochtends. Bovendien
verwachten zij weinig overlast te veroorzaken, aangezien er op de Marathonweg — waar de
behuizing veel dichter op de markt staat — ook geen sprake is van overlast. Gehoord deze
argumenten heeft de voorbereidende commissie dit standpunt overgenomen.
Het voorstel van de City ID Group om na 8 uur 's ochtends te beginnen met de opbouw
wordt niet overgenomen. De ervaring leert dat de overlast van de marktopbouw in de
praktijk erg meevalt. Er is slechts een beperkt aantal marktkramen, de meeste
ondernemers komen met verkoopwagens. Ook zijn de winkels in de directe omgeving
vanaf 8.00 4 9.00 uur geopend. Een opbouwtijd vanaf 8 uur zou voor een aantal
marktondernemers betekenen dat zij in het verkeer komen vast te zitten en te weinig tijd
hebben om op te bouwen voor de uiterlijke aanvangstijd van 9.00 uur.
Parkeren
De marktondernemers parkeren in principe op de marktplaats. Een aantal (4) ondernemers
heeft materieel dat zich daar niet voor leent. Daarnaast is er sprake van een aantal kleinere
marktplaatsen dat slechts 3 meter diep is en waar geen ruimte is voor een busje of
vrachtwagen. Voor de marktondernemers die deze plaatsen innemen kan ontheffing
worden verleend om hun busjes of vrachtwagens te parkeren op de aangewezen zone vlak
bij het marktterrein (zie de inrichtingstekening, bijlage 6). Voor personenauto's voor
personeel wordt geen ontheffing verleend.
7. Vast te stellen de nadere regels voor het verlenen van de vergunning tot het
plaatsen en verhuren van kramen op de Stadionpleinmarkt (bijlage 4)
Op grond van artikel 5.2 van de Marktverordening dient het Algemeen Bestuur nadere
regels vast te stellen in verband met het verlenen van de vergunning voor het zetten van
kramen.
Bijzonder aan het Stadionplein zijn de volgende aspecten:
e Het gaat om een gering aantal kramen, bij aanvang waarschijnlijk 10-25
kramen.
e Het aantal marktkramen kan in de toekomst afnemen als er meer
marktondernemers een vergunning voor een eigen verkoopinrichting
aanvragen.
4
gepu ij Economie Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid AB
Aideling Gebiedsteam _P°stuurscommissie
Oud-Zuid Voordracht voor de vergadering: 23 november 2016
e De kwaliteitseisen zijn gebaseerd op het huidige kramenaanbod waarover de
ondernemers zeer tevreden zijn.
Na vaststelling van de nadere regels zal er een uitvraag worden gepubliceerd in verband
met de vergunningverlening en zal een kramenzetter worden geselecteerd.
Kanttekeningen en risico's De Marktverordening is van kracht sinds maart 2016. Dit is de eerste keer dat er onder de
Marktverordening een markt en de bijbehorende marktlijst worden afgeschaft en opnieuw
als een themamarkt worden ingesteld. Dit is in nauw overleg met de ondernemers en de
CVAH opgezet om de gewenste vernieuwing van de markt vorm te kunnen geven, ook bij
de selectie van nieuwe ondernemers. Het Instellingsbesluit staat open voor bezwaar en
beroep. Een eventuele bezwaarprocedure heeft geen schorsende werking.
Vanuit de deelnemende ondernemers en de directe omgeving worden geen bezwaren
verwacht.
Het kan zijn dat een sollicitant die ingeschreven heeft gestaan op de Marktlijst Stadionplein
tegen het instellingsbesluit bezwaar maakt omdat hij van mening is dat zijn rechten
daarmee worden aangetast. In de bezwaar- en/of beroepsprocedure zal moeten blijken hoe
dit beoordeeld wordt.
Gevolgen |
Belanghebbenden De huidige sollicitanten die stonden ingeschreven op de oude marktlijst Stadionplein
verliezen hun inschrijving vanwege het afschaffen van de markt en de marktlijst. Zij kunnen
— mits zij voldoen aan de branchelijst — wel meedingen voor een plek op de nieuwe markt
via de selectieprocedure. Ook kunnen zij zich, na het openstellen van de nieuwe marktlijst
opnieuw inschrijven als sollicitant. De sollicitanten die regelmatig aanwezig waren op de |
Marathonweg en passen in de branchelijst, krijgen sowieso een vergunning voor de nieuwe
markt.
Stadsdeelorganisatie De stadsdeelorganisatie heeft tot dusverre het beheer over de markt op de Marathonweg
gevoerd. Met ingang van 1 maart 2017 wordt beheer en toezicht overgenomen door het
Marktbureau in opdracht van het stadsdeel. Het stadsdeel blijft de volgende taken zelf
uitvoeren:
- Het faciliteren van de adviescommissie;
-__ Schoonmaak van het marktterrein na afloop van de markt; |
-__In voorkomende gevallen het sneeuwruimen op het marktterrein, voorafgaand aan |
de markt;
- Aanleg en beheer van de nutsvoorzieningen ten behoeve van de markt;
- Het verlenen van parkeerontheffingen in voorkomende gevallen; |
- Het verrekenen van de promotiegelden met de adviescommissie;
- Handhaving op de markt; |
-__ Vergunningverlening aan de kramenzetter.
Adviezen
Intern (binnen gemeente) Juridische Bureau: Akkoord.
Marktbureau: er heeft uitgebreid overleg plaatsgevonden met het Marktbureau.
RVE Financiën: geen consequenties.
Extern (buiten gemeente) De Centrale Vereniging Ambulante Handel heeft deelgenomen aan het
ondernemersoverleg en is positief over de voorgestelde besluiten.
5
Portefeuille 8. Economie Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid A B
Agendapunt E . Bestuurscommissie
Afdeling Gebiedsteam
Oud-Zuid Voordracht voor de vergadering: 23 november 2016
Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg
Ondernemersoverleg Marathonweg:
De voorgestelde besluiten zijn voorbereid in samenspraak met de het marktondernemers-
overleg. De ondernemers zijn het grotendeels eens met de voorgestelde besluiten, met
uitzondering van de voorgestelde opbouwtijd vanaf 7.00 uur. Volgens de ondernemers zou
dit vanaf 6.00 uur moeten zijn. Tijdens de voorbereidende vergadering van het algemeen
bestuur is dit door de ondernemers naar voren gebracht. Naar aanleiding daarvan is in het
Marktreglement opgenomen dat de opbouwtijd voor zowel kramenzetter als ondernemers,
vanaf 6 uur 's ochtends is.
Culina Development heeft een brief gestuurd waarin wordt gepleit voor latere opbouwtijden
(na 8 uur) vanwege mogelijke overlast voor de hotelgasten en het wekelijks schoonmaken
van het marktterrein direct nadat de markt is afgebroken. Deze laatste suggestie wordt wel
uitgevoerd.
Onder omwonenden is een brief verspreid met de vraag om suggesties voor uitbreiding van
het assortiment in de Foodsector. Hier zijn veel reacties op gekomen die grotendeels
passen in de voorgestelde branchelijst. De suggesties worden meegegeven aan de
plaatsingscommissie die de nieuwe ondernemers selecteert.
Financiële paragraaf
De kosten samenhangend met de start van de markt op het Stadionplein worden gedekt
uit het projectbudget Stadionplein. Het markttarief dat door de Gemeenteraad wordt
vastgesteld is toereikend voor beheer en onderhoud van het marktterrein.
Zijn er financiële risico'sen De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties.
zo ja, hoe worden deze
beheerst?
Geheimhouding
nvt.
Publicatiefcommunicatie
- Het besluit wordt digitaal gepubliceerd op amsterdam.nl/bekendmakingen.
- Bij opening van de markt zal er naar omwonenden gecommuniceerd worden.
Stukken
Meegezonden 1. Instellingsbesluit Stadionpleinmarkt
2. Inrichtingsbesluit Stadionpleinmarkt
3. Marktreglement Stadionpleinmarkt
4. Nadere regels voor het zetten van kramen op de Stadionpleinmarkt
5. Reglement inzake de samenstelling en werkwijze van de adviescommissie en
het ondernemersoverleg Stadionpleinmarkt |
6. Inrichtingstekening als bijlage bij het Inrichtingsbesluit
1. Brief Culina Development BV over tijdstip opbouw en reiniging markt, d.d. 18
juli 2016
Ter inzage gelegd De stukken liggen ter inzage op het stadsdeelkantoor (President Kennedylaan 923) en in
de Huizen van de Wijk in het stadsdeel,
6
|
Ge, ä Economie Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid A B
gendapun ed |
Afdeling Gebiedsteam Bestuurscommissie . |
Oud-Zuid Voordracht voor de vergadering: 23 november 2016
ge
Aldus besloten,
pn
et 7) A
and ee / / ge en
b ) — re - hank
S.T. Capel Y‚N. Jakobs
voorzitter secretaris
|
Ï
Í
Í
|
Í
/
| Besluit | 8 | test |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam Afdoening motie en
> < toezeggingen
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 2 februari 2023
Portefeuille(s) Lucht- en zeehaven
Portefeuillehouder(s): Hester van Buren
Behandeld door Economische Zaken en Cultuur,
directie-„[email protected]
Onderwerp Afdoening toezeggingen en motie 482dubbelaccent van de leden Alberts (SP)
en Nadif (GroenLinks). TA2022-001073 en TA2022-001140.
Geachte leden van de gemeenteraad,
De wethouder Lucht- en zeehaven heeft toegezegd de raadscommissie Financiën, Kunst en
Diversiteit (hierna: FKD) in janvari 2023 per brief te informeren over de lobby richting Europa
m.b.t. minder vliegbewegingen en daarbij ook inzicht te geven in de recent verstuurde 'lobbybrief'
aan de Europese Unie.
De wethouder Economische zaken heeft u in de vergadering van de gemeenteraad van 21
december 2022 bij de behandeling van de Visie Bezoekerseconomie 2035 toegezegd dat er een
brief aan u wordt gezonden met daarin beschreven hoe het college probeert invloed te krijgen via
de Europese Commissie op budgetvluchten naar en van Schiphol.
De wethouder Ruimtelijke ordening heeft v in de vergadering van de gemeenteraad van 21
december 2022 bij de behandeling van het onderzoek zakelijke internationale connectiviteit
toegezegd dat het college in een brief aandacht zal geven aan de vormgeving van het
aandeelhouderschap richting Schiphol.
In de raadscommissie FKD van 24 november 2022 is u toegezegd u te informeren over de sociale
dialoogtafel die wordt ingericht op basis van het akkoord dat FNV met Schiphol heeft gesloten.
In de vergadering van de gemeenteraad van 9 en 10 november 2022 heeft uw raad bij de
behandeling van de Begroting 2023 een motie de leden Alberts (SP) en Nadif (GroenLinks)
aangenomen.
Door middel van deze brief worden alle toezeggingen en moties afgedaan.
Toezegging brief Europese Commissie en toezegging budgetvluchten
In de bijlage van deze brief vindt u een position paper van Amsterdam. Deze brief is de zienswijze
van Amsterdam op de openbare raadpleging ten behoeve van de wijziging van de Europese
Slotverordening, die de komende jaren gaat plaatsvinden. In de brief is het belangrijkste punt dat
Amsterdam graag sturingsmogelijkheden ziet in relatie tot een eerlijke prijs voor vliegen
Cbudgetvluchten’), ruimte voor wonen, vermindering nachtvluchten, overtoerisme en de
bijbehorende leefbaarheidsproblematiek.
Amsterdam roept de Europese Commissie op om de aanpassing van de slotverordening te laten
bijdragen aan de realisatie van de ambities vit de Europese Green Deal. Zo kan er via sturing op
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 februari 2023
Pagina 2 van 3
criteria bij het toewijzen van slots op EU luchthavens een slag worden gemaakt in de richting van
een gezonde leefomgeving.
Toezegging Sociale Dialoogtafel Schiphol
De sociale dialoogtafel is bedoeld om in de gehele luchtvaartsector de problemen die
gerelateerd zijn aan de arbeidsomstandigheden van werknemers op de locatie Schiphol in een
vroegtijdig stadium te herkennen en te sturen op het oplossen daarvan. Zowel de
luchtvaartsector als de vakbeweging zitten aan tafel. De sociaal dialoogtafel zal vermoedelijk
begin 2023 van start gaan. Ook in de Maatschappelijke Raad Schiphol, die nu wordt opgericht,
krijgt vertegenwoordiging van werknemers een zetel aan tafel van de zogeheten ‘brede
maatschappelijke schil’.
Toezegging invulling aandeelhouderschap Schiphol
Dit onderwerp is besproken tijdens de vergadering van de raadscommissie FKD op 8 september
2022. Dit is als toezegging afgedaan in de brief die op 11 oktober 2022 aan uw raad is verzonden
door wethouders Lucht- en zeehaven en Deelnemingen. Op 24 november 2022 is dit onderwerp
vervolgens ook besproken in de raadscommissie FKD (agendapunt 11).
Kortgezegd staat het college afwijzend ten opzichte van groei in vliegbewegingen vanaf
Schiphol. Het college wil krimp van emissies (geluid, vitstoot) over de hele linie ten behoeve
van de leefomgeving.
Motie 4„82dubbelaccent - Leg vliegverkeer van privéjets aan banden
In de vergadering van de gemeenteraad van 9 en 10 november 2022 heeft uw raad bij de
behandeling van de Begroting 2023 een motie de leden Alberts (SP) en Nadif (GroenLinks)
aangenomen.
Daarin wordt het college gevraagd om het gebruik van privéjets te ontmoedigen door bij het Rijk
te pleiten voor:
1. het invoeren van een belasting op kerosineverbruik voor privévluchten;
2. privévluchten te laten meetellen bij het maximaal aantal toegestane vliegbewegingen
vanaf Schiphol;
3. een onderzoek naar de mogelijkheden om gebruik van privévluchten te verbieden;
4. te onderzoeken hoe binnen de EU belastingvoordelen voor gebruik en bezit van privéjets
afgeschaft kunnen worden en zwaarder belast.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
1. Amsterdam pleit voor een eerlijke prijs voor vliegen. Hier valt nadrukkelijk ook een
belasting op kerosine onder, voor zowel privéjets als andere type vliegtuigen.
In het bijgevoegde position paper en de brief aan de minister is deze oproep ook te lezen.
Minister Kaag van Financiën heeft een afschrift van deze brief ontvangen vanwege de
focus op het terugdringen van emissies en de ongewenstheid van groei in relatie tot het
aandeelhouderschap van Schiphol;
2. Deze oproep is verwerkt in de brief aan minister Harbers van I&W. Deze is bijgevoegd;
3. Verwerkt in hierboven genoemde brief;
4. Inde bijgevoegde brief van Amsterdam aan de Europese Commissie worden nadrukkelijk
privéjets genoemd: “Dat betekent ook dat we toe moeten naar een eerlijke prijs voor
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 februari 2023
Pagina 3 van 3
vliegen. Een systeem waarin de daadwerkelijke kosten van het vliegen zijn doorberekend,
bijvoorbeeld door middel van een tickettax of belasting op kerosine. Daarover moeten op
Europees niveau afspraken worden gemaakt, zodat er geen ongelijk speelveld tussen
luchthavens wordt gecreëerd. Hier valt wat Amsterdam betreft alle luchtvaart onder, ook
privéjets. *
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Hester van Buren
Wethouder Lucht- en zeehaven
LET OP: de handtekeningen mogen NOOIT op een bladzijde zonder verdere tekst staan.
Bijlagen
1. Position Paper Amsterdam aan Europese Commissie
2. Brief aan minister Harbers
3. Motie „28dubbelaccent van de leden Alberts (SP) en Nadif (GroenLinks)
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
Bezoekadres
> < Gemeente Bezoek
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Dhr. M. Harbers
Postbus 20901
2500 EX Den Haag
Datum 2 februari 2023
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door A, M. Reussink, a.reussink@®amsterdam.nl
Kopie aan Minister Kaag van Financiën
Bijlage Motie en Raadsinformatiebrief
Onderwerp Visie en motie Amsterdam
Hooggeachte heer Harbers,
In de vergadering van 21 december 2022 heeft de gemeenteraad van Amsterdam bij de
behandeling van Begroting 2023 een motie aangenomen die relevant is voor uw beleid ten aanzien
van luchtvaart. In de motie wordt het college gevraagd om het gebruik van privéjets te
ontmoedigen door hiervoor te pleiten bij het Rijk.
Het college heeft de motie van een bestuurlijke reactie voorzien en stelt u hiervan graag op de
hoogte.
De gemeente Amsterdam vraagt uw aandacht voor:
Een eerlijke prijs voor vliegen
Amsterdam pleit voor een eerlijke prijs voor vliegen. Een prijs waarin de milieu-impact van vliegen
is meegenomen, maar ook de prijs van een goed salaris voor de mensen die werken op een
luchthaven.
We streven naar een systeem waarin de daadwerkelijke kosten van het vliegen zijn doorberekend,
bijvoorbeeld door middel van een belasting op kerosine. Hier valt wat Amsterdam betreft alle
luchtvaart onder, ook privéjets.
Daarover moeten op Europees niveau afspraken worden gemaakt, zodat er geen ongelijk
speelveld tussen luchthavens wordt gecreëerd. Amsterdam trekt graag met u op in Europees
verband om dit mogelijk te maken.
Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 2 februari 2023
Kenmerk
Pagina 2 van 3
Luchtvaart en leefomgeving
Voor de zomer heeft u, in vw hoofdlijnenbrief, een krimp in vliegbewegingen aangekondigd.
Het college vindt het goed dat v nu ook het belang van de leefomgeving erkent.
Schiphol draagt als multimodaal knooppunt en haar bestemmingennetwerk bij aan de
internationale verbondenheid van Amsterdam en zorgt voor veel werkgelegenheid in de
regio, ook bij leveranciers en toeleveranciers. Daar staat tegenover dat de impact van
Schiphol via geluidsbelasting, CO2, stikstofuitstoot en (ultra)fijnstof onevenredig groot is. Een
gezonde en veilige leefomgeving voor onze inwoners staat voorop. Daarom moet de uitstoot
van Schiphol over de volle breedte worden teruggedrongen. Zo blijft er ook ruimte voor
bijvoorbeeld de woningbouwambities.
Vliegen is geen doel op zich; niet voor het milieu, niet voor de omgeving en ook niet voor de
mensen die werken op Schiphol.
In de discussie over de toekomst blijft Amsterdam de woon- en leefomgeving voorop stellen. Dat
betekent dat we krimp van uitstoot willen. Als minder vluchten met grotere, viezere en lawaaiige
vliegtuigen worden ingevuld, heeft de leefomgeving er nog steeds niets aan. En alleen maar korte
afstandsvluchten en privéjets ook niet.
Indachtig de motie roepen we v op een onderzoek te doen op welke wijze privévluchten (niet-
maatschappelijk verkeer) strenger gereguleerd zouden kunnen worden.
Daarnaast vragen we v om (niet-maatschappelijke) privéjets te laten meetellen bij het maximaal
aantal toegestane vliegbewegingen vanaf Schiphol, te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om
gebruik van (niet-maatschappelijke) privévluchten te verbieden en de mogelijkheden om vluchten
van privéjets mee te nemen in het klimaatbeleid voor de luchtvaart.
Onze visie gericht op een jaarlijks krimpende contour van uitstoot (zowel geluid, co2 als andere
emissies) ten behoeve van de leefomgeving dragen we tevens uit als aandeelhouder van Schiphol.
We stellen het op prijs wanneer u als minister van Infrastructuur en Waterstaat, samen met uw
collega-minister Kaag van Financiën, dit zelfde doel nastreeft.
Vanzelfsprekend ben ik gaarne bereid om deze en andere onderwerpen nader toe te lichten en
verder met u uit te diepen.
Met vriendelijke groet,
Hester van Buren
Wethouder Lucht- en zeehaven
Gemeente Amsterdam Datum 2 februari 2023
Kenmerk
Pagina 3 van 3
Bezoekadres
> Gemeente Bezoeka
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum November 2022
Bijlagen: in de voetnoten van dit document
Onderwerp Position Paper Gemeente Amsterdam bij wijziging Europese Slotverordening -
Nederlands
Geachte heer, mevrouw,
De Europese Commissie is voornemens om de regels van de EU slotverordening te herzien. Op dit
moment is het mogelijk om middels een openbare raadpleging te reageren op deze herziening.
Graag maakt Amsterdam gebruik van deze gelegenheid.
De commissie heeft aangegeven de slotverordening te willen herzien om deze doelstellingen:
1. efficiënter gebruik te maken van de luchthavencapaciteit;
2. hettoewijzingssysteem responsiever en veerkrachtiger te maken in tijden van crisis;
3. rekening te houden met andere beleidsprioriteiten, zoals decarbonisatie, hoogwaardige
connectiviteit of intermodaliteit (integratie van vervoerssystemen).
Amsterdam ziet met name bij de samenhang met andere beleidsprioriteiten aansluiting en geeft
hierbij graag enkele overwegingen mee aan de Commissie.
Visie Amsterdam
Wat het college van Amsterdam betreft is de groei van het aantal vluchten uitgesloten vanuit
klimaatoogpunt, veiligheid, overlast en volksgezondheid. Ook beperkt luchtvaart te vaak de
bouwambitie van Amsterdam en de regio. Voor ons gaan leefbaarheid, klimaat en woningen altijd
boven vliegreizen. We blijven ons inzetten voor minder nachtvluchten en het schrappen van korte
vluchten door meer internationale treinverbindingen. We borgen goede verbindingen aangezien
deze noodzakelijk zijn voor de economie in de Metropoolregio.
Het college vindt het goed dat het Nederlandse kabinet het belang van de leefomgeving erkent en
voornemens is de capaciteit voor vliegverkeer te reduceren. Het is zoeken naar een balans tussen
de verschillende publieke belangen en opgaven. De luchthaven draagt als multimodaal knooppunt
en haar bestemmingennetwerk bij aan de internationale verbondenheid van Amsterdam en is een
drager van werkgelegenheid in onze regio. Daar staat tegenover dat de impact van luchtvaart via
geluidsbelasting, CO2, stikstofuitstoot en (ultra)fijnstof onevenredig groot is. Een gezonde en
veilige leefomgeving voor onze inwoners staat voorop. Daarom moet de uitstoot van luchtvaart
over de volle breedte worden teruggedrongen. Ook om zo ruimte te houden voor bijvoorbeeld de
woningbouwambities. Vliegen is geen doel op zich voor het college. Niet voor het milieu, niet voor
de omgeving en ook niet voor de mensen die werken op luchthavens.
In de discussie over de toekomst blijft het college de woon- en leefomgeving voorop stellen. Dat
betekent dat het college krimp van uitstoot wil. Dat levert ruimte op voor een gezonde
leefomgeving, met minder hinder en meer ruimte voor belangrijke opgaven zoals de woningbouw.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum november 2022
Pagina 2 van 4
In de toekomst zijn er wellicht meer Europese luchthavens die moeten krimpen ten behoeve van
de leefomgeving. Als dit het geval is, is het cruciaal dat er een plan komt voor ‘slimme krimp’.
Immers; als het aantal vluchten vermindert, maar dit kleinere aantal vervolgens wordt ingevuld
met grotere, vervuilende en lawaaiige vliegtuigen, verbetert er weinig voor de omgeving.
Daarom vindt het college het ook belangrijk dat er meer instrumenten komen om invloed te
hebben op het type vluchten; de vluchten die belangrijk zijn voor onze regionale economie en niet
privéjets of de zoveelste ‘prijsknaller’.
Een belangrijke manier om de bovengenoemde druk op het leefomgeving van luchthavens te
verlichten, is door de lidstaten de mogelijkheid te bieden aanvullende nationale criteria voor de
toewijzing van slots in te voeren waarmee de onafhankelijke slotcoördinator rekening kan houden.
Relevante criteria voor Amsterdam in dit kader zijn duurzaamheid en netwerkbehoud bij
capaciteitsreductie.
Dat betekent ook dat we toe moeten naar een eerlijke prijs voor vliegen. Een systeem waarin de
daadwerkelijke kosten van het vliegen zijn doorberekend, bijvoorbeeld door middel van een
tickettax of belasting op kerosine. Daarover moeten op Europees niveau afspraken worden
gemaakt, zodat er geen ongelijk speelveld tussen luchthavens wordt gecreëerd. Hier valt wat
Amsterdam betreft alle luchtvaart onder, ook privéjets.
De enorme toename van vliegbewegingen en passagiers het afgelopen decennium heeft grote
impact gehad op de leefkwaliteit van onze binnenstad. Amsterdam vraagt de Europese Commissie
met klem om hier rekening mee te houden in de slotregelgeving. Amsterdam verwacht dat de
Commissie de slotverordening zo inricht dat deze flexibeler wordt. En dat uitzonderingen komen
voor luchthavens in steden waar de leefomgeving onder druk staat. Hierbij kan gedacht worden
aan sterke duurzaamheidscriteria in relatie tot economische groei.
GGD Onderzoek wijst uit dat verstoorde nachtrust slecht is voor de gezondheid. Het verminderen
van nachtvluchten en instrumenten die dit mogelijk maken, zouden passen in nieuwe
slotregelgeving.
Daarnaast pleit het college voor uitbreiding van duurzame alternatieven, zoals het vervangen van
korte afstandsvluchten door internationaal treinverkeer, onder meer binnen het TEN-T netwerk.
Dat heeft wat het college betreft prioriteit. Het onderzoek STISE* (Sustainable Transport
Infrastructure in the Strategic urban region Eurodelta) vitgevoerd door het Europese
onderzoeksprogramma ESPON in opdracht van het SURE-netwerk? toont aan dat
beleidsmaatregelen (waaronder substitutie van vluchten onder 5oo kilometer) heel sterk kunnen
bijdragen aan het bereiken van de Europese duurzaamheidsdoelstellingen, zoals de Green Deal.
* Het STISE Onderzoek is bereikbaar via:
www.espon.eu/sites/default/files/attachments/ESPON%20STISE%2oFinal%2oReport.pdf, Een filmpje als
samenvatting: www.youtube.com/watch?v=elmZ2Df5UGo.
? Het METREX SURE Eurodelta is partnerschap tussen de steden en regio's in de Eurodelta.
Gemeente Amsterdam Datum november 2022
Pagina 3 van 4
Visie Regio
Amsterdam is onderdeel van de Bestuurlijke Regie Schiphol (hierna: BRS), de gezamenlijke
overheden rondom luchthaven Schiphol. De BRS stuurt op de balans tussen duurzame
connectiviteit én een gezonde leefomgeving in de regio. De opgave zit in het zo duurzaam
mogelijk vormgeven van de behoefte aan internationale connectiviteit (zowel kwantitatief en
kwalitatief) met oog voor leefomgevingskwaliteit. In lijn met de Europese Green Deal hanteren wij
daarbij de brede definitie van leefomgevingskwaliteit met aandacht voor klimaat, milieu, natuur
en gezondheid. Ten slotte delen wij de ambitie van de Europese Green Deal om deze
connectiviteit beschikbaar te stellen voor iedereen.
Emissies van luchtvaart raken de leefomgevingskwaliteit in onze regio. De BRS verwacht dat bij de
slotverdeling gestuurd kan worden op de doelstellingen uit de Europese Green Deal én de voor ons
relevante verbindingen ten behoeve van de brede welvaart. Wij pleiten ervoor dat ambities uit de
Green Deal centraal staan bij alle verordeningen van de EU.
Duurzame connectiviteit
Internationale verbindingen zijn belangrijk voor de welvaart en het welzijn in de regio. De
luchthaven draagt als multimodaal knooppunt bij aan die internationale connectiviteit van de
regio. Voor de toekomst werken wij aan een geïntegreerd multimodaal vervoerssysteem.
Daarbinnen willen we de hoogwaardige connectiviteit zo duurzaam mogelijk vormgeven en
gericht kunnen sturen op de verbindingen die voor de regio in het kader van de brede welvaart
relevant zijn. Hierbij verwachten we dat er ook oog is voor nieuwe technologische ontwikkelingen
en ‘future mobility’.
We vragen de Commissie om alle modaliteiten in samenhang met elkaar te zien. Vliegen is immers
geen doel op zich, maar een vervoersmiddel net zoals ieder ander vervoersmiddel en onderdeel
van een samenhangend netwerk van vervoermiddelen. We verwachten dat de slotverordening
criteria bevat om deze samenhang te ondersteunen.
Als ondersteuning van deze gedachte verwijzen wij graag naar het onderzoek Zakelijke
internationale connectiviteit per trein en vliegtuig vanuit de Metropoolregio Amsterdam.
In het onderzoek komt ook naar voren dat een luchthaven ondersteunend is aan connectiviteit.
Gezonde leefomgeving
Duurzame connectiviteit moet zich binnen de kaders van de Europese Green Deal ontwikkelen. Dit
houdt in emissiereductie ten behoeve van het klimaat, de natuur en de gezondheid.
De impact van luchtvaart op de omgeving is breder dan alleen geluidbelasting en COz-uitstoot.
Het is belangrijk om te kijken naar alle luchtvaartemissies, zoals stikstof, (ultra)fijnstof, geur en
veiligheid. Wij moeten in onze slottoewijzing kunnen sturen op al deze aspecten.
3 De BRS, is het samenwerkingsverband van 56 gemeenten en 4 provincies in de Schipholregio. De gedeputeerde
Luchtvaart van Noord-Holland is voorzitter. Het doel van de BRS is om de belangen van de regio te behartigen als
het gaat om de ontwikkeling van de luchtvaart en luchthaven in relatie tot de omgeving.
4 Het onderzoek Zakelijke internationale connectiviteit per trein en vliegtuig vanuit de Metropoolregio Amsterdam
van SEO is bereikbaar via: www.seo.nl/publicaties/connectiviteit-in-kaart
Gemeente Amsterdam Datum november 2022
Pagina 4 van 4
Aanbevelingen Amsterdam
1. Houdt rekening met de druk op de leefomgeving en richt de slotverordening in met sterke
gezondheids- en duurzaamheidscriteria;
2. Gebruik de slotverordening en andere EU regelgeving om de samenhang tussen luchthavens,
toekomstige vervoersmogelijkheden (future mobility) en andere modaliteiten (substitutie) te
verbeteren;
3. De aanpassing van de slotverordening moet in ieder geval bijdragen aan de realisatie van de
ambities uit de Europese Green Deal. Zo kan er via sturing op criteria bij het toewijzen van
slots op EU luchthavens een slag worden gemaakt in de richting van een gezonde
leefomgeving.
Met vriendelijke groet,
Hester van Buren
Wethouder Lucht- en zeehaven
> < City of Office address
Amstel 1
Am ste rda m 1011 PN Amsterdam
The Netherlands
x PO Box 202
1000 AE Amsterdam
> The Netherlands
Phone +31 20 624 1111
amsterdam.nl
Date November 2022
Yourreference _ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/13528-Allocation-
of-EU-airport-slots-review-of-rules_en
Dealtwithby drs. A.M. Reussink, [email protected]
Attachments: _ in the footnotes of this document
Subject Position Paper City of Amsterdam for the public consultation for the revision of
Council Regulation 95/93 on common rules for the allocation of slots (“the EU Slot
Regulation”) — English, Nederlands in de tweede helft van dit document.
The European Commission intends to revise the rules of the EU Slot Regulation. It is currently
possible to respond to this revision through a public consultation. Amsterdam would gladly like to
make use of this opportunity.
The committee has indicated that it wishes to revise the Slot Regulation in order to achieve these
objectives:
1. use airport capacity more efficiently;
2. make the allocation system more responsive and resilient in a crisis;
3. take other policy priorities into account, such as decarbonisation, quality connectivity or
intermodality (integration between transport systems).
Amsterdam sees a connection with other policy priorities in particular, and is pleased to provide
the Commission with some considerations in this regard.
Position Amsterdam
As far as the College of Mayor and Alderpersons of Amsterdam is concerned, further growth of air
traffic in our region is not a given due to reasons of climate, safety, nuisance and public health.
Aviation too often limits the building ambitions of Amsterdam and the region. For us, quality of
life, climate and housing always take precedence over air travel. We remain committed to fewer
night flights and replacing short flights with more international train connections. We are
committed to good connectivity as this is necessary for the economy in the metropolitan region.
The City of Amsterdam supports the decision the Dutch cabinet has recently made on decreasing
air traffic capacity in favor of the living environment. It is a search for balance between the various
public interests and tasks. As a multimodal hub with many destinations, the airport contributes to
the international connection of Amsterdam and is a source of employment in our region. On the
other hand, the impact of aviation on noise pollution, CO2, nitrogen gas emissions and (ultra) fine
particles is disproportionately great. A healthy and safe living environment for our residents is
paramount. That is why emissions of aviation must be reduced across the board. To also make
space for, for example, our housing ambitions. Flying is not a goal in itself for the City of
Amsterdam. Not for the environment, not for the climate and not for the people who work at
airports.
In the discussion about future mobility, Amsterdam continues to put the residential and living
environment in first place. This means that the City wants to reduce emissions. This provides
Gemeente Amsterdam Datum November 2022
Pagina 2 van 4
space for a healthy living environment, with less nuisance and more room for important tasks such
as housing. In the future, there may be more European airports that will have to downsize air
traffic movements for the sake of the living environment. If this is the case, it is crucial that a plan
is put in place for ‘smart downsizing’. After all; if the number of flights decreases, but this smaller
number is then filled with larger, polluting and noisy aircrafts, there is little improvement for the
living environment.
That is why the City of Amsterdam thinks it is important that more instruments are introduced to
influence the type of flights; the flights that are important for our regional economy and not just
private jets or another ‘price stunner'.
One important way forward to mitigate the abovementioned on the living environment around
airports is by giving Member States the opportunity to implement additional national slot
allocation criteria that can be taken into account by the independent coordinator. Relevant criteria
for Amsterdam in this context are sustainability and retention of network in relation to a decrease
in air traffic.
That also means that we have to move towards a fair price for aviation. A pricing system in which
the actual costs of flying are included, for example by means of a ticket tax or tax on kerosene.
Arrangements must be made about this at a European level, to avoid an uneven playing field
between international airports. As far as Amsterdam is concerned, this includes all aviation,
including private jets.
The enormous increase in air traffic and passengers over the past decade has had a major impact
on the quality of life in our city centre. Amsterdam urges the European Commission to take this
into account in your regulations. Amsterdam expects the Commission to structure the EU Slot
Regulation in such a way that it becomes more flexible. And that exceptions are made for airports
in cities where the living environment is under pressure. This includes strong sustainability criteria
in relation to economic growth.
Health research shows that a disturbed sleep pattern due to noise is bad for health. Reducing night
flights and instruments that make this possible would fit in with new slot regulations.
In addition, Amsterdam advocates expanding sustainable alternatives, such as replacing short-
haul flights with international trains, in line with the TEN-T network. That is a priority for the city.
The STISE-study* (Sustainable Transport Infrastructure in the Strategic urban region Eurodelta)
conducted by the European research program ESPON on behalf of the SURE network? shows that
policy measures (including a shift from air to rail for flights shorter than 5oo km) can make a
significant contribution to achieving the European sustainability goals, like the Green Deal.
* The STISE-study: www.espon.eu/sites/default/files/attachments/ESPON%20STISE%2oFinal%2oReport.pdf
and a clip as summary: www.youtube.com/watch?v=elmZ2Df5U Go.
? The METREX SURE Eurodelta is a partnership between cities and regions in the Eurodelta.
Gemeente Amsterdam Datum November 2022
Pagina 3 van 4
Position Region
Amsterdam is a member of the ‘Bestuurlijke Regie Schiphol’ (Schiphol Administrative Board,
hereinafter: BRS), the joint authorities around Schiphol Airport?. The BRS aims for a balance
between sustainable connectivity and a healthy living environment in the region. The task is to
shape the need for international connectivity as sustainably as possible, with an eye for the quality
of the living environment and available to everyone. In line with the European Green Deal, we see
a living environment in balance with climate, environment, nature and health.
Emissions from aviation affect the quality of the living environment in our region. The BRS expects
that the slot allocation can be guided by the objectives of the European Green Deal. We advocate
that the ambitions of the Green Deal are central to all EU regulations.
Sustainable connectivity
International connections are important for prosperity and well-being in the region. As a
multimodal hub, the airport contributes to the international connectivity of this region. For the
future, we are working on an integrated multimodal transport system. Within this, we want to
design the high-quality connectivity as sustainably as possible and to be able to focus on the
connections that are relevant for the region and all people. In the new Slot Regulation we also
expect a place for new technological developments and future mobility.
We ask the Commission to see all the modalities in relation to each other. After all, air transport is
not an end in itself, but a means of transport just like any other means of transport and part of a
coherent network. We expect the Slot Regulation to contain criteria to support this coherence.
To support this idea, we would like to refer to a research report on international connectivity by
train and plane in the Amsterdam Metropolitan Area“.
Healthy living environment
Sustainable connectivity must develop within the framework of the European Green Deal. This
means emission reduction for the benefit of the climate, nature and health.
The impact of aviation on the environment is broader than just noise pollution and CO2 emissions.
It is important to look at safety and all aviation emissions, such as nitrogen, (ultra) fine particles,
and odor. We must be able to steer on all these aspects in our national slot allocation.
3 The BRS is the partnership of 56 municipalities and 4 provinces in the Schiphol region. The aim of the BRS is to
represent the interests of the region when it comes to the development of aviation and airport in relation to its
surrounding area.
4 The study by SEO Economical Research can be reached via: www.seo.nl/publicaties/connectiviteit-in-kaart
Gemeente Amsterdam Datum November 2022
Pagina 4 van 4
Recommendations from Amsterdam
1. Take the burden on the living environment into account and set up the Slot Regulation with
strong health and sustainability criteria;
2. Use the EU Slot Regulation and other regulations to improve the coherence between airports,
future transport options (future mobility) and other modalities (air-rail);
3. The amendment of the slot regulation must, in any case, contribute to the realization of the
ambitions from the European Green Deal in line with a healthy living environment.
Sincerely,
Hester van Buren
Alderperson for airports and seaports, city of Amsterdam
| Motie | 14 | discard |
Extra stadsdeelcommissievergadering Centrum
Agenda
Datum 07-11-2022
Aanvang 21:00
Locatie Stadhuis
1. Opening, vaststellen besluitenlijst
* Vaststelling concept-besluitenlijst van 25 oktober jl.
2. Afdoening ingekomen stukken, mededelingen van dagelijks bestuur
* Kijk voor de ingekomen stukken onderaan de agenda
3. Aanpassen sluitingstijden Wallengebied
De stukken voor dit agendapunt volgen naar verwachtingdinsdag 1 noevmber a.s.
4, Rondvraag en sluiting
INGEKOMEN STUKKEN
À. Brief van DB over terras op steiger café 't Smalle
B. Nota van beantwoording Beleidskader Hoofdgroenstructuur
Op 8 februari jl. adviseerde de stadsdeelcommissie over het beleidskader. Eind oktober heeft het college
ingestemd met het beleidskader, in november zal de gemeenteraad het beleidskader vaststellen.
CG. Collegereactie op stadsdeeladviezen wijzigingsvoorstel Huisvestingsverordening per 2023
Deze collegereactie is nagezonden per 3 november jl. De stadsdeelcommissie heeft hierover op 12 juli jl. advies
uitgebracht.
INFORMATIE
Locatie en beeldopnamen
Deze overlegvergadering van de stadsdeelcommissie Centrum vindt plaats in de Raadzaal in het stadhuis (Amstel
1). De vergaderingen zijn openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen worden beeldopnamen gemaakt. De
vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina.
Aanmelden om in te spreken
Inspreken is mogelijk bij het desbetreffende agendapunt, of, als het onderwerp niet op de agenda staat, aan het
begin van de vergadering. Mensen die hierover meer informatie willen, of die zich aan willen melden als inspreker
kunnen zich per e-mail richten tot de afdeling bestuursondersteuning: [email protected].
Aanmelden om in te spreken kan tot uiterlijk de maandag van de vergadering tot 12:00 uur.
| Agenda | 2 | train |
x G emeente Bezoekadres
Weesperplein 8
Amste rda m 1018 XA Amsterdam
2% Postbus 2758
1000 CT Amsterdam
Telefoon 14 020
x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 2758, 1000 CT Amsterdam
Datum 14 mei 2019
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, W. de Jongh, 0624727368, [email protected]
Kopie aan
Bijlage(n) ú
Onderwerp Raadsadres pont-project en verkeersverbinding tussen Prins Hendrikkade en
Ruijterkade via de ODE-brug
Geachte
U heeft de gemeenteraad op 21 februari 2019 een e-mail gestuurd, waarin v aangeeft dat de
doorgaande verbinding via de ODE-brug tussen de Prins Hendrikkade en De Ruijterkade verkeerd
ontworpen is. Daarnaast schrijft u dat het pont-project bij voorbaat niet goed gaat, want er is
alleen een papieren bestemmingsplan aangekondigd, maar geen plan en budget om de huidige en
aanstaande verkeerstromen van de ODE-route tussen pontplein en Prins Hendrikkade
daadwerkelijk in goede banen te leiden.
In het bijzonder geeft v aan dat het ontwerp-bestemmingsplan Zuidelijke Pontaanlanding alleen
maar een klein stukje van de doorgaande ODE-route betreft, waardoor het onduidelijk is of het
huidige bestemmingsplan voldoende is om de ODE-route tussen de zuidelijke plangrens en de
Prins Hendrikkade op orde te brengen. De toelichting van het ontwerp bestemmingsplan
motiveert niet, waarom de plangrens bij het spoorviaduct zou moeten liggen en niet bij de Prins
Hendrikkade.
U vraagt de gemeenteraad zodoende om de volgende inzet:
A. zo spoedig mogelijk een motivering van Burgemeester en Wethouders waarom het voldoende
zou zijn om de zuidelijke plangrens te leggen aan de noordzijde van het spoorviaduct en niet bij de
Piet Hein-kade;
B. zo spoedig mogelijk een plan + budget voor het op orde brengen van de verkeers-verbindingen
tussen de Piet Hein-kade en de Ruijterkade.
De gemeenteraad heeft het college gevraagd om uw e-mail te beantwoorden.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 14 mei 2019
Kenmerk
Pagina 2 van 3 |
A. Plangrens bestemmingsplan Zuidelijke Pontaanlanding |
De wijzigingen aan het kruispunt bij de ODE-brug passen binnen het vigerende bestemmingplan |
Oosterdokseiland Zuid, waardoor er geen noodzaak bestaat het bestemmingsplan aan te passen. |
De plangrens van het ontwerp bestemmingsplan Zuidelijke Pontaanlanding ligt aan de noordzijde |
van het spoorviaduct, omdat de voorgenomen wijzigingen in het gebied, die niet in het vigerende
bestemmingsplan passen, hier liggen. Andere wijzigingen, zoals de wijzigingen aan het kruispunt |
ter hoogte van de ODE-brug passen binnen het vigerende bestemmingsplan en maken om die |
reden geen onderdeel vit van dit bestemmingsplan. |
Er zijn geen richtlijnen voor het kiezen van een plangrens. De nu voorliggende plangrenzen |
omvatten in ieder geval het water ter plaatse van de nieuw te realiseren pontaanlanding en de te |
vervangen bruggen over de Oostertoegang. Zie onderstaande impressie.
|
B |
|
EIS A |
e= en Roeg
HEN Hi \e/ |
j Hee EL , SE Í
| U |
| B men Be ee eh ee |
Zn ke s \ den T |
En | bei |
dd \ Ee |
Pa Ee Fe Xx Ruimte & Duurzaamheid |
2] A ESSE 1 i
Het kruispunt op de hoek Oostertoegang — De Ruijterkade is onderdeel van het plangebied |
gemaakt, om een volledig beeld van de voorgenomen ingreep te geven, want de fietsoversteek |
wordt veel breder. |
B. Verkeersverbindingen op orde
De aanpassingen aan het kruispunt ter hoogte van de ODE-brug en Oosterdoksstraat maken
onderdeel vit van maatregel 1 van Sprong over het IJ en het uitvoeringsbesluit voor een nieuw |
zuidelijk pontplein, waar de gemeenteraad op 23 januari 2019 een besluit over heeft genomen. Er |
wordt binnen dit besluit een extra fietsoversteek gemaakt tussen de Oosterdoksstraat en |
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl |
Gemeente Amsterdam Datum 14 mei 2019 |
Kenmerk |
Pagina 3 van 3 |
|
Oosterdokskade (hieronder is het voorlopig ontwerp weergegeven, de extra fietsoversteek staat in |
|
rood aangegeven). Hiervoor is geen apart plan en budget nodig. |
||
/ ANA |
fs) HE - EE |
: Kk Me A Ee ed |
r Es 5 Hd nen De ne ea een LERS 5 ie ; À Ì |
IE i EE |
VEN nn ee |
e Ei EE EN 7 : Ee il
eel f En Ee te PA EA ne Oostard. A Sl
‘ L/ L AE EN B 5 Ee MUofe, gok: | |
OMD NS |
/ gi Wi fn 8 E Ee od 45, ke ® | |
J WEA OE ES. ||
: Pe Sel me LH
MN cal _ Î | i
Voorlopig ontwerp extra fietsoversteek (in rood) Oosterdoksstraat en Oosterdokskade | |
|
| |
Er wordt nog een integraal opgesteld om verschillende fietsroutes te verbeteren. Waaronder de | |
hele route tussen Mr. Vissersplein — Nieuwmarkt —IJ. Voor de verbetering van deze route geldt wel | Í
dat de mogelijkheden om deze te verbeteren afhankelijk is van de uitvoering van ‘autoluw’. |
Í |
Ll
Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht v nog vragen hebben dan kunt u Mm
contact opnemen met de behandelend ambtenaar. Zijn contactgegevens vindt v bovenaan deze |
brief. | |
Met vriendelijke groet, |
CA Ke |
{| \ /
ZS, _
M. h/ddomine
Wethouder Ruimtelijke Ordening en Duurzaamheid
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
| Raadsadres | 4 | train |
Nummer _BD2011-003448 x Gemeente Amsterdam
Dreche directie sb he Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en
lenst dienst maatsc % Recreatie, Kunst en Cultuur, Monumenten en Lokale Media
ontwikkeling %
Ter kennisneming voor de commissievergadering
van 20 april 2011
Portefeuille 35
Agendapunt TKN 10
Datum besluit B&W n.v.t.
Onderwerp
Raadsadres Hengelsportvereniging
De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van
De beantwoording van het raadsadres dd 6 oktober 2010 van de Amsterdamse
Hengelsportvereniging.
Wettelijke grondslag
Art. 169 Gemeentewet (informatieplicht B&W naar de gemeenteraad)
Bestuurlijke achtergrond
De gemeenteraad heeft op 17 november 2010 besloten het raadsadres in handen
van het college van burgemeester en werkhouders te stellen ter afdoening, en een
afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor
Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur,
Monumenten en Lokale Media.
Reden bespreking
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Stukken
Meegestuurd Raadsadres d.d. 6 oktober 2010
Beantwoording d.d. 22 maart 2011.
Ter inzage gelegd n.v.t.
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Jan Paddenburg, 06-20539174, [email protected]
1
Portefeuille 35 Gemeente Amsterdam
Agendapunt TKN 10 Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst
en Cultuur, Monumenten en Lokale Media
Ter kennisneming voor de commissievergadering van 20 april 2011
2
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 139
Publicatiedatum 17 februari 2016
Ingekomen onder Ss
Ingekomen op woensdag 10 februari 2016
Behandeld op woensdag 10 februari 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het Jaarverslag Technische
Adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2014 (evaluatie van adviestrajecten vast
onderdeel maken).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Jaarverslag Technische Adviescommissie
Hoofdgroenstructuur 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 90).
Constaterende dat:
— _op het overzicht van 23 december 2013 te zien is dat er ruim 275 adviezen
verstrekt zijn (sinds 2003);
— in het Jaarverslag 2014, onderdeel Adviezenoverzicht, 32 adviezen staan,
waarvan 7 negatief [d.w.z. advies: geen bouw in de Hoofdgroenstructuur (HGS)J;
— van de zeven negatieve adviezen in 2014 in twee gevallen afgeweken is, die in de
raad besproken zijn (d.w.z. ondanks negatief advies, toch toestemming);
— uit het jaarverslag niet duidelijk wordt wat er met de overige vijf negatieve
adviezen is gebeurd;
— er nu geen evaluatie plaatsvindt van de adviezen, nadat de projecten zijn
uitgevoerd;
— de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur hier momenteel geen rol in
heeft.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de projecten waarover een negatief advies is uitgebracht door de Technische
Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) te laten evalueren en hierover per
project dat toch is doorgegaan te laten rapporteren;
— een steekproef te doen uit 275 projecten en te onderzoeken in hoeverre de
adviezen van de TAC zijn uitgevoerd;
— deze evaluaties ter kennisname aan de raadscommissie Ruimtelijke Ordening
aan te bieden.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 110
Ingekomen onder AY
Ingekomen op woensdag 22 januari 2020
Behandeld op donderdag 23 januari 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Vroege inzake de nota Gendergelijkheid 2019-2022 (invloed en rol
van religie)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de nota Gendergelijkheid 2019-2022 (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 9).
Overwegende dat:
— De nota Gendergelijkheid 2019-2022 nadrukkelijk aandacht heeft voor
genderongelijkheid in de context van seksueel geweld; financiële afhankelijkheid;
keuzevrijheid, representatie en normstelling en verdeling van zorg en arbeid;
— ledere Amsterdammer vrij zou moeten zijn van belemmeringen in keuzevrijheid
en gelijkwaardigheid;
— Religie in veel gemeenschappen een dominante rol speelt in de wijze waarop
emancipatie plaatsvindt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In de uitwerking van de nota Gendergelijkheid 2019 2022 nadrukkelijke aandacht
voor de invloed en de rol van religie toe te voegen.
Het lid van de gemeenteraad
JSA. Vroege
1
| Motie | 1 | discard |
jm
{ Ak EE
he oe gj he
= Ten he
ï a : Ks |
dek
1 Kl i |
7 |
PA / | De kwaliteit van Veilig Thuis
BIJ | Amsterdam-Amstelland
\ pr Stap 2
pe '
kN "
/A Ì
Mm
Ni A Zin
M
sn
MA
vin am nas Utrecht, april 2017
AEL \ AN Pe
\ Bd NK
De foto’s op de voorkant betreffen geen cliënten van Veilig Thuis en zijn uitsluitend ter illustratie.
De kwaliteit van Veilig Thuis
Amsterdam-Amstelland
Stap 2
Samenvatting
Sinds 1 januari 2015 functioneren in Nederland 26 regionale Veilig Thuis organisaties. Veilig Thuis
(AMHK) is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Veilig Thuis
speelt als expertisecentrum een cruciale rol in de zorg voor een veilige omgeving voor kinderen en
voor kwetsbare volwassenen en ouderen in afhankelijkheidsrelaties. Een goed functionerende en
stabiele Veilig Thuis organisatie is een essentieel onderdeel binnen de zorgketen in gemeenten.
De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspecties)
onderzoeken de kwaliteit van Veilig Thuis stapsgewijs, omdat de Veilig Thuis organisaties nog in
ontwikkeling zijn. In de tweede helft van 2015 hebben de inspecties stap 1 van het toezicht
uitgevoerd bij alle 26 Veilig Thuis organisaties. Dit toezicht was gericht op basiseisen op het gebied
van randvoorwaarden, veiligheid en organisatie. In januari 2017 zijn de inspecties gestart met
stap 2 van het toezicht. Dit toezicht richt zich op de kwaliteit van het inzetten van vervolgtrajecten
en het doen van onderzoek door Veilig Thuis. Hiernaast toetsen de inspecties in stap 2
verwachtingen op het gebied van de cliëntenpositie en het kwaliteitsmanagement. Het
toetsingskader Veilig Thuis 2016, Stap 2 is in juli 2016 vastgesteld en openbaar gemaakt op de
websites van de inspecties.
Drie verwachtingen uit het toetsingskader hebben betrekking op de (wettelijke) termijnen ten
aanzien van de triage en de start van een onderzoek, het uitvoeren van onderzoeken en het
inzetten van vervolgtrajecten. Deze verwachtingen wegen extra zwaar mee in het eindoordeel van
de inspecties. Indien een Veilig Thuis organisatie een wachtlijst heeft voor triage of voor het
starten van een onderzoek (verwachting 2.1.1), dan beoordelen de inspecties de kwaliteit van die
Veilig Thuis organisatie niet als voldoende. Het eindoordeel is in deze gevallen onvoldoende of
matig, afhankelijk van de score op de overige verwachtingen. Dit omdat wachtlijsten bij Veilig
Thuis grote risico’s geven op het gebied van veiligheid en wachtlijsten een rem zetten op de
doorontwikkeling van de kwaliteit van de Veilig Thuis organisatie.
Op 24 januari 2017 voerden de inspecties onderzoek uit bij Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland.
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland is een afdeling van de GGD Amsterdam en is gehuisvest in
Amsterdam. Het werkgebied van Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland komt overeen met de
veiligheidsregio en beslaat zes gemeenten: Amstelveen, Aalsmeer, Diemen, Uithoorn, Ouder-
Amstel en Amsterdam.
De inspecties concluderen dat de kwaliteit van Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland matig is.
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland voldoet aan 23 van de 30 verwachtingen uit het
toetsingskader. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland heeft een wachtlijst voor het starten van
onderzoeken.
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland moet concrete verbetermaatregelen treffen die ertoe leiden
dat voldaan wordt aan alle verwachtingen. De inspecties zijn op 24 maart 2017 geïnformeerd over
deze verbetermaatregelen en de termijnen waarbinnen Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland de
maatregelen doorvoert.
De inspecties verwachten dat Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland er binnen een half jaar in kan
slagen om het oordeel voldoende te behalen. De inspecties gaan binnen zes maanden na het
verschijnen van dit rapport na of de kwaliteit van Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland inmiddels als
voldoende beoordeeld kan worden. De inspecties doen dit door het toetsen van een interne audit
die Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland moet uitvoeren en waarvan de inspecties de resultaten
uiterlijk 1 september 2017 willen ontvangen. Afhankelijk van de kwaliteit en de uitkomsten van
deze audit zullen de inspecties een (beperkte) hertoets uitvoeren en/of de kwaliteit als voldoende
beoordelen en het oordeel publiceren op hun websites.
De inspecties hebben geconstateerd dat Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland veel aandacht heeft
voor het onderwerp ouderenmishandeling.
Inhoudsopgave
1 Inleiding ….….....nssssunsnenenenensnnsnsnenenenenenenenenenenanansnnenevenenenananannenenenenenenenrnenenenenensnenenenennen Â
2 Bevindingen....….….…..nsssnnnnanananssnensnenenenenenesnenenenenenensnnrnsnenenenensnenenenenensnanannennsenenenssnrnenen Z
2.1 Inzetten vervolgtrajecten ……… … nues enenenen evene neneneneneneneee nevens nennen en Í
2.2 Onderzoeken .… nennen enenenenenenen eneen veneneneneneneneverenenenenenenenen venen venenenen 1Û
2.3 Cliëntenpositie … eneen eneen enenenen eneen veneneneneneee vererven ennen venen nevenen 13
2.4 Organisatie … … senen venenenrenen venen ven vevenvenenvevenvenen vererven evene 13
2.5 Ouderenmishandeling… … …… nnee eeenenenenenenereneneneneneee vereren eenen ennen 1À
3 Eindoordeel en vervolg ….....usssssrnssenenenssnrnenenenenenenenesnenenenenenenenennensenanansnnenenenenenssernenen 16
Bijlage 1 — Toetsingskader Veilig Thuis 2016, Stap 2 …..….….….nssnsnsnenananansnnenenenenenenennrnrnen 18
Bijlage 2 — Beslisregels ……….......nsssssnnnenenensnnsnenenenenenenennsnenenenenensnsnansnennnannsannenenenenensnenenenn 22
Bijlage 3 — Verantwoording .….…........ssssnnsnsnssnsnsnenenenenenennseenenenenenenenenennensnrsnannenenenenenssernenenn 2Â
1 Inleiding
Aanleiding
Sinds 1 januari 2015 functioneren in Nederland 26 regionale Veilig Thuis organisaties (in de wet
aangeduid als AMHK: Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling). Hoofdstuk 4
van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 en het bijbehorende uitvoeringsbesluit
beschrijven de wettelijke taken van Veilig Thuis. Veilig Thuis speelt als expertisecentrum een
cruciale rol in de zorg voor een veilige omgeving voor kinderen en kwetsbare volwassenen in
afhankelijkheidsrelaties. Een goed functionerende en stabiele Veilig Thuis organisatie is een
essentieel onderdeel binnen de zorgketen in gemeenten.
De inspecties volgen de ontwikkeling van de Veilig Thuis organisaties door middel van stapsgewijs
toezicht. Het toezicht vindt stapsgewijs plaats omdat de Veilig Thuis organisaties nog in
ontwikkeling zijn. In de tweede helft van 2015 hebben de inspecties Stap 1 van het toezicht
uitgevoerd bij alle 26 Veilig Thuis organisaties. Het toezicht stap 1 was gericht op basiseisen op
het gebied van randvoorwaarden, veiligheid en organisatie. In januari 2017 zijn de inspecties
gestart met stap 2 van het toezicht. Dit toezicht richt zich op de kwaliteit van het inzetten van
vervolgtrajecten en het doen van onderzoek door Veilig Thuis. Hierbij focussen de inspecties op
het handelen van Veilig Thuis om de directe veiligheid in een gezin of huishouden te herstellen.
Hiernaast hebben de inspecties in stap 2 aandacht voor de cliëntenpositie en het
kwaliteitsmanagement dat de Veilig Thuis organisaties uitvoeren.
Toetsingskader
De inspecties toetsen de kwaliteit van de 26 Veilig Thuis organisaties aan de hand van het
toetsingskader Veilig Thuis 2016, Stap 2, dat is gebaseerd op wettelijke eisen, het protocol van
handelen! dat door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is opgesteld en veldnormen. De
inspecties hebben het toetsingskader voor stap 2 opgesteld met inbreng van het landelijk netwerk
Veilig Thuis, de VNG, het programma ‘de basis op orde?’ en het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS). Het toetsingskader is in juli 2016 gepubliceerd op de websites van de
inspecties.
Aandachtspunten
Wachtlijsten
De Veilig Thuis organisaties hebben vanaf 2015 hard gewerkt om een stabiele organisatie neer te
zetten. Voor een groot deel zijn zij erin geslaagd om te voldoen aan basale kwaliteitseisen die bij
! YNG-Model Handelingsprotocol voor het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Veilig Thuis, VNG
ondersteuningsprogramma Veilig Thuis / AMHK, november 2014
? Jan-Dirk Sprokkereef heeft van de VNG, met financiering van VWS en Ven), de opdracht gekregen gemeenten en Veilig Thuis
organisaties te ondersteunen in de opgaven die er liggen om te komen tot duurzame effectieve Veilig Thuisorganisaties.
4 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
stap 1 van het toezicht werden getoetst. Een aanzienlijk deel van de Veilig Thuis organisaties heeft
echter te kampen met wachtlijsten. Wachtlijsten bij Veilig Thuis geven grote risico’s op het gebied
van veiligheid en zetten een rem op de doorontwikkeling van de kwaliteit van de Veilig Thuis
organisaties. Om deze reden hebben de inspecties het voldoen aan de wettelijke termijnen
opnieuw opgenomen in het toetsingskader stap 2 en wegen de verwachtingen op dit gebied extra
zwaar (zie de beslisregels in bijlage 2). Indien een Veilig Thuis organisatie een wachtlijst heeft
voor triage of het starten van onderzoeken (verwachting 2.1.1), dan beoordelen de inspecties de
kwaliteit van die Veilig Thuis organisatie niet als voldoende. Het eindoordeel is in deze gevallen
onvoldoende of matig, afhankelijk van de score op de overige verwachtingen. De inspecties
verwachten dat de Veilig Thuis organisaties en de verantwoordelijke gemeenten er alles aan doen
om wachtlijsten te voorkomen en bestaande wachtlijsten op korte termijn weg te werken.
Ouderenmishandeling
In Nederland is ouderenmishandeling een nog relatief onbekend fenomeen, waar veelal een groot
taboe op rust. Recente cijfers zijn niet beschikbaar, maar deskundigen schatten in dat jaarlijks
zo’n 200.000 ouderen (naast ongeveer 120.000 kinderen) het slachtoffer zijn van mishandeling,
verwaarlozing, seksueel misbruik of financiële uitbuiting. Ouderenmishandeling is een relatief
nieuw aandachtsgebied voor Veilig Thuis, waarbij de kennis over signalering en aanpak nog volop
in ontwikkeling is. De taken van en eisen aan Veilig Thuis op het gebied van ouderenmishandeling
zijn gelijk aan die bij huiselijk geweld en kindermishandeling. De verwachtingen uit het
toetsingskader stap 2 zijn van toepassing op alle meldingen, zowel meldingen van
kindermishandeling, als huiselijk geweld en ouderenmishandeling. Echter, de mate waarin de Veilig
Thuis organisaties beschikken over expertise en zich actief en outreachend opstellen op het gebied
van ouderenmishandeling verschilt per organisatie. Vandaar dat de inspecties in dit onderzoek
specifiek hebben geïnventariseerd wat per Veilig Thuis organisatie de stand van zaken is op het
gebied van ouderenmishandeling.
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
De inspecties hebben in november 2015 stap 1 van het toezicht uitgevoerd bij Veilig Thuis
Amsterdam-Amstelland, waarbij Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland voldeed aan 20 van de 24
verwachtingen. De inspecties zijn op 24 februari 2016 geïnformeerd over de verbetermaatregelen
die ertoe moesten leiden dat voldaan wordt aan alle verwachtingen en over de termijnen
waarbinnen Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland de maatregelen zou hebben doorgevoerd.
De inspecties hebben in januari 2017 stap 2 van het toezicht uitgevoerd bij Veilig Thuis
Amsterdam-Amstelland. In dit rapport staan de bevindingen van dit toezicht beschreven.
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland is een afdeling van de GGD Amsterdam en is gehuisvest in
Amsterdam. Het werkgebied van Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland komt overeen met de
veiligheidsregio en beslaat zes gemeenten: Amstelveen, Aalsmeer, Diemen, Uithoorn, Ouder-
Amstel en Amsterdam.
5 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland voert naast de wettelijke taken de volgende niet-wettelijke
taken uit:
e het fungeren als meldpunt en spoeddienst bij crisissen waar jeugdigen bij betrokken zijn;
* uitvoering geven aan algemene voorlichtings- en preventietaken over huiselijk geweld en
kindermishandeling;
e expertise inbrengen ten aanzien van ouderenmishandeling;
* uitvoering geven aan taken ten behoeve van de uitvoering van Tijdelijk Huisverboden;
e uitvoering geven aan het bemiddelen bij aanvragen voor crisisbedden Jeugd.
6 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
2 Bevindingen
In dit hoofdstuk geven de inspecties hun oordeel weer op de verwachtingen onder de thema’s
Inzetten vervolgtrajecten, Onderzoeken, Cliëntpositie en Organisatie. Elke paragraaf bevat een
tabel met het oordeel van de inspecties over Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland. In bijlage 2
staan de beslisregels op grond waarvan de inspecties tot hun eindoordeel komen.
voldoende
onvoldoende
Aan het einde van dit hoofdstuk in paragraaf 2.5 beschrijven de inspecties de stand van zaken bij
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland op het gebied van ouderenmishandeling. Door het benoemen
van good practices en ontwikkelpunten op dit gebied stimuleren de inspecties de Veilig Thuis
organisaties zich verder te ontwikkelen en van elkaar te leren.
2.1 Inzetten vervolgtrajecten
De inspecties verwachten dat Veilig Thuis vervolgtrajecten inzet, met als doel het bewerkstelligen
van duurzame veiligheid en herstel van de gevolgen van huiselijk geweld, kindermishandeling en
ouderenmishandeling.
Oordeel
Criterium 1.1 Veilig Thuis zet vervolgtrajecten in binnen de wettelijk beoogde termijnen
Verwachting
1.1.1 Veilig Thuis draagt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf dagen en tien weken na
ontvangst van de melding’ zorg voor het inzetten van een vervolgtraject.
Onderbouwing
Ad 1.1 Veilig Thuis zet vervolgtrajecten in binnen de wettelijk beoogde termijnen
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland draagt er zorg voor dat vervolgtrajecten zo spoedig mogelijk
worden ingezet. Indien de uitkomst van de triage is dat een melding kan worden doorgezet naar
een wijkteam*, dan wordt de melding direct overgedragen.
3 Veilig Thuis geeft advies, biedt ondersteuning of neemt een melding aan. De inspecties definiëren een zaak als zijnde een
melding, indien de Veilig Thuis organisatie deze als zodanig registreert.
4 Sociale wijkteams hebben per gemeente verschillende benamingen en verschijningsvormen, zoals buurtteam, gebiedsteam,
jeugdteam en wijkteam.
7 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
Oordeel
overdracht van meldingen aan het lokale veld
overgedragen.
hulp en/of ondersteuning te bieden aan het cliëntsysteem.
Onderbouwing
Ad 1.2 Veilig Thuis heeft samenwerkingsafspraken vastgelegd met gemeenten over de overdracht
van meldingen aan het lokale veld
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland heeft samenwerkingsafspraken op maat gemaakt met alle
gemeenten binnen het werkgebied. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland beschikt over normen die
aangeven wanneer meldingen direct na triage kunnen worden overgedragen. Het uitgangspunt is
dat meldingen lokaal worden opgepakt, tenzij voldaan wordt aan criteria voor onderzoek door
Veilig Thuis. In de samenwerkingsafspraken is vastgelegd dat het lokale veld voldoende is
toegerust om hulp en/of ondersteuning te bieden aan het cliëntsysteem. Een aandachtspunt voor
de gemeente Amsterdam is dat de teams waarmee samenwerkingsafspraken zijn vastgelegd, niet
dekkend zijn voor alle vervolgtrajecten van Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland. De Ouder en Kind
Teams werken alleen voor gezinnen met kinderen. De Samen Doen teams alleen voor cliënten met
multi-problematiek. Daarbij stellen deze teams eisen aan de motivatie van cliënten, waardoor
meldingen soms onvoldoende worden opgepakt als cliënten geen hulpvraag blijken te hebben. Het
beleggen van regie op huishoudens zonder kinderen, waaronder ouderen, met relatief eenvoudige
problematiek is binnen de gemeente nog niet formeel vastgesteld. Veilig Thuis Amsterdam-
Amstelland is in gesprek met de gemeente om te komen tot verbetering.
Oordeel
triage in behandeling blijven bij Veilig Thuis
sprake is van onveiligheid.
behoeve van de veiligheid.
Onderbouwing
Ad 1.3 Veilig Thuis neemt verantwoordelijkheid voor veiligheid bij alle meldingen die na triage in
behandeling blijven bij Veilig Thuis
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland draagt zorg voor het opstellen van veiligheidsplannen bij
meldingen waar sprake is van onveiligheid. Een verbeterpunt is het vastleggen welke
ondersteuning, hulp of behandeling wordt ingezet ten behoeve van de veiligheid. Veilig Thuis
8 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
Amsterdam-Amstelland doet uitgebreid verslag van het onderzoek in een eindrapportage, die aan
cliënten wordt toegestuurd. In deze rapportage is echter onvoldoende concreet vastgelegd welke
veiligheidsafspraken gelden en wat het resultaat moet zijn van de hulpverlening die wordt ingezet.
Daarnaast wordt de eindrapportage niet standaard verzonden aan de instelling of professional die
verantwoordelijk is voor het vervolgtraject. Een tweede verbeterpunt is dat niet wordt vastgelegd
wie toeziet op het naleven van gemaakte afspraken.
Oordeel
(licht)verstandelijk beperkte mensen, lichamelijk gehandicapten of anderszins kwetsbare
mensen.
van huiselijk geweld of kindermishandeling indien het belang van de betrokkenen dan wel de
ernst van de situatie waarop de melding betrekking heeft daartoe aanleiding geeft. |
Onderbouwing
Ad 1.4 Veilig Thuis werkt samen met relevante ketenpartners
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland heeft op teamleidersniveau contactpersonen aangesteld voor
de wijkteams en heeft contactpersonen aangesteld voor de politie. Veilig Thuis Amsterdam-
Amstelland werkt aantoonbaar samen met meerdere ketenpartners op het gebied van kwetsbare
volwassenen. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland bespreekt ernstige meldingen met de politie.
Twee keer per week vindt een afstemmingsoverleg plaats tussen Veilig Thuis, een medewerker van
het kenniscentrum Huiselijk Geweld van de politie en het Openbaar Ministerie. Op afroep sluiten
hierbij ook de Gecertificeerde Instelling of zorgpartijen aan. Een aandachtspunt is dat Veilig Thuis
Amsterdam-Amstelland alleen bij acuut gevaar rechtstreeks een verzoek tot onderzoek (VTO) kan
indienen bij de Raad voor de Kinderbescherming. In zaken waar Veilig Thuis Amsterdam-
Amstelland na onderzoek concludeert dat vrijwillige hulpverlening niet tot de mogelijkheden
behoort, wordt voorliggend aan een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming de
afdeling drang van Jeugdbescherming Regio Amsterdam ingezet. In de praktijk leidt deze
werkwijze volgens medewerkers van Veilig Thuis tot vertraging.
MDA ++
Een MDA++ werkwijze is nog niet beschikbaar in de regio Amsterdam-Amstelland. De gemeenten
ontwikkelen een opzet voor deze werkwijze. Naar verwachting zal Veilig Thuis Amsterdam-
Amstelland gevraagd worden om een MDA++ acuut werkwijze vorm te geven.
> MDA++ is een intersectorale, multidisciplinaire, systeemgerichte, gecoördineerde en integrale aanpak vanuit één team.
$ Deze verwachting wordt in het toezicht Stap 2 alleen geïnventariseerd, niet beoordeeld.
9 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
Oordeel
overgedragen aan het lokale veld.
van monitoring worden gelegd.
1.5.3 Veilig Thuis gaat bij de betrokken professionals en/of de betrokken gezinsleden na of de
uitgevoerd.
veiligheid.
Onderbouwing
Ad 1.5 Veilig Thuis monitort meldingen
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland heeft afspraken vastgelegd over het monitoren van meldingen
die direct worden overgedragen aan het lokale veld. Meldingen die in de triage worden beoordeeld
als evident lokale veld worden na overdracht aan het wijkteam niet gemonitord. Na onderzoek
bepaalt Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland op maat met wie en wanneer gemonitord wordt.
Recent heeft Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland een werkwijze ontwikkeld voor het opvragen van
informatie in het kader van de monitoring bij hulpverleners en bij betrokkenen. Deze werkwijze
moet nog geïmplementeerd worden. Een verbeterpunt is dat Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
tot dusver in verband met de hoge werkdruk niet systematisch bij alle zaken waar is bepaald dat
monitoring nodig is, nagaat bij de betrokken professionals en/of de betrokken gezinsleden of de
stappen die naar aanleiding van een melding in gang zijn gezet daadwerkelijk worden uitgevoerd.
Een hieruit volgend tweede verbeterpunt is dat Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland niet bij alle
zaken die daarvoor in aanmerking komen nagaat of het ingezette vervolgtraject heeft geleid tot
het stoppen van het geweld en tot herstel van de veiligheid.
2.2 Onderzoeken
De inspecties verwachten dat Veilig Thuis beoordeelt of er sprake is van huiselijk geweld,
kindermishandeling of ouderenmishandeling, welke (onderliggende) problemen er zijn die (ook)
moeten worden opgelost en welke maatregelen genomen moeten worden om te komen tot directe
en duurzame veiligheid en herstel van de gevolgen van het geweld voor betrokkenen.
10 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
Oordeel
Criterium 2.1 Veilig Thuis voert onderzoek uit binnen de wettelijk beoogde termijnen’
Verwachtingen
2.1.1 Veilig Thuis voert de triage uit en start het onderzoek binnen vijf dagen na ontvangst van de
melding.
2.1.2 Veilig Thuis rondt onderzoeken binnen vijf dagen en tien weken na ontvangst van de melding
af.
Onderbouwing
Ad 2.1 Veilig Thuis voert onderzoek uit binnen de wettelijk beoogde termijnen
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland triageert alle meldingen binnen vijf dagen na binnenkomst. Na
triage worden meldingen met het triage besluit onderzoek doorgezet naar de regioteams. Een
verbeterpunt is dat het onderzoek in de regioteams niet binnen vijf dagen na ontvangst van de
melding start. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland heeft een wachtlijst voor onderzoek. De oudste
zaak op de wachtlijst is zes weken oud. Ook urgente zaken staan op de wachtlijst voor onderzoek
en Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland heeft geen structurele werkwijze die voldoet aan de
verwachtingen van de inspecties, waardoor zicht op de veiligheid ontstaat bij zaken die op de
wachtlijst staan. De inspecties constateren wel dat de wachtlijst de afgelopen periode sterk is
afgenomen. Een tweede verbeterpunt is het afronden van onderzoeken binnen de wettelijke
termijn. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland slaagt er bij een aanzienlijk deel van de onderzoeken
niet in om deze binnen tien weken na triage af te ronden. Dit houdt mede verband met het feit dat
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland in 2016 te kampen had met een wachtlijst voor de start van
het onderzoek.
Oordeel
Criterium 2.2 Veilig Thuis stelt een plan van aanpak op voor de uitvoering van het onderzoek
Verwachtingen
2.2.1 Het plan van aanpak wordt intercollegiaal of multidisciplinair opgesteld.
2.2.2 Het plan van aanpak voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in het protocol van
handelen.
Onderbouwing
Ad 2.2 Veilig Thuis stelt een plan van aanpak op voor de uitvoering van het onderzoek
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland stelt het plan van aanpak intercollegiaal of multidisciplinair op
bij de start van het onderzoek. Het plan van aanpak voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd
in het protocol van handelen.
7 Wachtlijsten bij Veilig Thuis geven grote risico voor de veiligheid, daarom herhalen de inspecties criterium 2.1 uit het
toetsingskader stap 1 voor toezicht naar Veilig Thuis 2015.
11 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
Oordeel
Criterium 2.3 Veilig Thuis voert het onderzoek zorgvuldig uit
Verwachtingen
2.3.1 Veilig Thuis voert (een of meer) individuele gesprekken met alle direct betrokkenen bij het
huiselijk geweld, de (kinder)mishandeling of de ouderenmishandeling®.
2.3.2 Kinderen worden altijd gezien en gesproken door Veilig Thuis, gesproken in ieder geval
wanneer zij zes jaar of ouder zijn’.
2.3.3 Veilig Thuis vraagt waar nodig informatie op bij het professionele netwerk van de leden van
het gezin of het huishouden.
2.3.4 Veilig Thuis betrekt waar mogelijk het informele netwerk van de direct betrokkenen ® bij het
huiselijk geweld, de (kinder)mishandeling of de ouderenmishandeling.
Onderbouwing
Ad 2.3 Veilig Thuis voert het onderzoek zorgvuldig uit
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland voert onderzoeken zorgvuldig uit. Veilig Thuis Amsterdam-
Amstelland voert altijd een of meerdere gesprekken met alle betrokkenen. Alle kinderen uit een
gezin worden gezien en indien mogelijk gesproken door de onderzoeker. Aandachtspunt is dat
kinderen boven de twaalf jaar niet standaard worden betrokken bij het opstellen van een
veiligheidsplan. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland vraagt informatie op bij professionals die
betrokken zijn bij een gezin of huishouden. Waar mogelijk wordt het informele netwerk betrokken.
Momenteel experimenteert Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland met het inzetten van de Eigen
Kracht Centrale bij onderzoeken.
Oordeel
Criterium 2.4 Veilig Thuis beoordeelt of daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld,
kindermishandeling of ouderenmishandeling
Verwachtingen
2.4.1 Veilig Thuis vormt een oordeel over de vraag of sprake is van enige vorm van huiselijk geweld,
(kinder)mishandeling of ouderenmishandeling in een intercollegiaal of multidisciplinair overleg.
2.4.2 Veilig Thuis legt de uitkomst van het onderzoek vast.
2.4.3 Indien het vermoeden van huiselijk geweld, (kinder)mishandeling of ouderenmishandeling
bevestigd is besluit Veilig Thuis tot het inzetten van een vervolgtraject.
Onderbouwing
Ad 2.4 Veilig Thuis beoordeelt of daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld, kindermishandeling
of ouderenmishandeling
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland rondt ieder onderzoek af met een intercollegiale of
multidisciplinaire toetsing. De uitkomst van het onderzoek wordt vastgelegd in een uitgebreide
afsluitrapportage aan de cliënten. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland draagt indien nodig zorg
voor het inzetten van een vervolgtraject. Bij voorkeur sluit Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland het
onderzoek af met een warme overdracht, waarin de resultaten van het onderzoek besproken
8 Hiervan kan worden afgeweken, mits zorgvuldig besloten en inhoudelijk goed onderbouwd.
? Hiervan kan worden afgeweken, mits zorgvuldig besloten en inhoudelijk goed onderbouwd.
10 Onder informeel netwerk wordt verstaan familie, vrienden, buren en kennissen.
12 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
worden in aanwezigheid van cliënten en de hulpverlener die verantwoordelijk is voor het
vervolgtraject.
2.3 Cliëntenpositie
De inspecties verwachten dat alle leden van gezinnen en huishoudens voldoende mogelijkheden
krijgen om voor hun individuele en gemeenschappelijke belangen op te komen.
Oordeel
hun individuele belangen op te komen
te zijn over het handelen van Veilig Thuis.
onafhankelijke vertrouwenspersoon.
klachtencommissie.
Onderbouwing
Ad 3.1 Veilig Thuis geeft alle leden van gezinnen en huishoudens de mogelijkheid om voor hun
individuele belangen op te komen
Medewerkers van Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland bespreken eventuele onvrede met cliënten.
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland geeft cliënten desgewenst de mogelijkheid om een gesprek
aan te gaan met de teamleider. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland heeft een interne
klachtenprocedure vastgesteld, daarnaast kunnen cliënten een klacht indienen bij de
onafhankelijke klachtencommissie. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland informeert cliënten over de
klachtenprocedure via een folder en de website. Een verbeterpunt is het informeren van
betrokkenen bij een melding over de mogelijkheid om gebruik te maken van een
vertrouwenspersoon. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland informeert cliënten pas over de
vertrouwenspersoon op het moment dat zij een klacht hebben. Bovendien maakt Veilig Thuis
Amsterdam-Amstelland onvoldoende duidelijk bekend dat de vertrouwenspersoon ook beschikbaar
is voor cliënten zonder kinderen. Daarnaast stelt Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland geen
vertrouwenspersoon beschikbaar voor melders en informanten.
2.4 Organisatie
De inspecties verwachten dat Veilig Thuis voorziet in de voorwaarden om een verantwoorde
uitvoering van zijn taken te kunnen realiseren.
13 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
Oordeel
Criterium 4.1 Veilig Thuis is gestart met systematisch kwaliteitsmanagement
4.1.1 Veilig Thuis heeft een keuze gemaakt voor een kwaliteitsmanagementsysteem.
4.1.2 Veilig Thuis is gestart met de invulling van het kwaliteitsmanagementsysteem.
4.1.3 Veilig Thuis heeft een tijdpad tot het behalen van het certificaat.
Onderbouwing
Ad 4.1 Veilig Thuis is gestart met systematisch kwaliteitsmanagement
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland volgt de GGD waar zij een afdeling van is in de keuze van het
kwaliteitsmanagementsysteem. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland maakt gebruik van het
kwaliteitsmanagementsysteem van de GGD en heeft daarin een eigen deel. Veilig Thuis
Amsterdam-Amstelland volgt het tijdpad van de GGD wat betreft de keuze voor een eventuele
certificering.
2.5 Ouderenmishandeling
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland heeft een gedragskundige met specifieke ervaring en kennis
over ouderenmishandeling als aandachtsfunctionaris op dit terrein. Daarnaast werkt Veilig Thuis
Amsterdam-Amstelland met meerdere medewerkers die ouderenmishandeling als aandachtsveld
hebben (twee in de frontoffice en twee in de backoffice) die voor overige medewerkers de
vraagbaak zijn. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland heeft nu ook medewerkers aangesteld die al
expertise hebben op het vlak van ouderenzorg en ouderenmishandeling, maar nog niet op het vlak
van Veilig Thuis. Medewerkers binnen de front- en backoffice van Veilig Thuis Amsterdam-
Amstelland behandelen alle type adviezen en onderzoeken zelf. Bij vragen over
ouderenmishandeling weten medewerkers de aandachtsfunctionarissen te vinden. De
aandachtsfunctionaris en medewerkers zorgen zelf voor kennisverrijking, vaak aan de hand van
specifieke casuïstiek op het gebied van ouderenmishandeling bv. bij financiële uitbuiting of via
bijscholing. Alle medewerkers ontvingen verplicht een scholing van een dagdeel over
ouderenmishandeling. Bij nieuwe medewerkers zit dit in het introductieprogramma. De
gedragskundige neemt deel aan het Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling.
Uit het registratiesysteem zijn concrete gegevens over ouderenmishandeling te halen. De
meldingen over ouderenmishandeling vormen ondertussen zo’n 15-20% van de meldingen. Ook de
adviezen op dit onderwerp nemen toe. Medewerkers zien een stijgende lijn in de meldingen over
financieel misbruik. De instrumenten en het handelingsprotocol bieden voldoende handvatten om
casuïstiek ouderenmishandeling te behandelen. Wel vinden de medewerkers het triage instrument
14 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
niet altijd passend bij deze casuïstiek. De Leidraad Veilige zorgrelatie is bekend bij de
aandachtsfunctionaris.
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland werkt met een uitgebreide sociale kaart. Deze is opgesteld
door de GGD en aangevuld door één van de aandachtsfunctionarissen in samenwerking met
ketenpartners en contactpersonen specifiek gericht op de aanpak van ouderenmishandeling. Op
casusniveau vinden de contacten plaats met betrokken ketenpartners.
Op de website van Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland staat ouderenmishandeling genoemd en is
een signaalkaart ouderenmishandeling beschikbaar. Op verzoek geven de
aandachtsfunctionarissen externe voorlichting aan andere (zorg)organisaties.
15 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
3 Eindoordeel en vervolg
De inspecties concluderen dat de kwaliteit van Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland matig is.
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland voldoet aan 23 van de 30 verwachtingen uit het
toetsingskader. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland heeft een wachtlijst voor het starten van
onderzoeken.
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland moet concrete verbetermaatregelen treffen die ertoe leiden
dat voldaan wordt aan alle verwachtingen. De inspecties zijn op 24 maart 2017 geïnformeerd over
deze verbetermaatregelen en de termijnen waarbinnen Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland de
maatregelen doorvoert.
De inspecties verwachten dat Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland er binnen een half jaar in kan
slagen om het oordeel voldoende te behalen. De inspecties gaan binnen zes maanden na het
verschijnen van dit rapport na of de kwaliteit van Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland inmiddels als
voldoende beoordeeld kan worden. De inspecties doen dit door het toetsen van een interne audit
die Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland moet uitvoeren en waarvan de inspecties de resultaten
uiterlijk 1 september 2017 willen ontvangen. Afhankelijk van de kwaliteit en de uitkomsten van
deze audit zullen de inspecties een (beperkte) hertoets uitvoeren en/of de kwaliteit als voldoende
beoordelen en het oordeel publiceren op hun websites.
De inspecties hebben geconstateerd dat Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland veel aandacht heeft
voor het onderwerp ouderenmishandeling. Sterke punten bij Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
zijn de aanwezigheid van een gedragskundige met specifieke expertise en vier medewerkers met
ouderenmishandeling als aandachtsveld. Ook heeft Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland specifiek
aannamebeleid gericht op medewerkers met expertise op het gebied van ouderenzorg. Tevens
beschikt Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland over een uitgebreide sociale kaart.
16 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
17 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
Bijlage 1 — Toetsingskader Veilig Thuis 2016, Stap 2
Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis
De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg toetsen de kwaliteit van de 26
vestigingen van Veilig Thuis aan de hand van de onderstaande criteria op het gebied van Inzetten
Vervolgtrajecten en Onderzoek. De verwachtingen zijn gebaseerd op wettelijke eisen,
veldnormen!! en professionele standaarden uit het protocol van handelen’? Daarnaast toetsen de
inspecties een aantal wettelijke eisen aan de hand van criteria van de thema’s Cliëntenpositie en
Organisatie uit het toetsingskader Verantwoorde Hulp voor Jeugd.
1.1 Veilig Thuis zet vervolgtrajecten in binnen de wettelijk beoogde termijnen.
Verwachtingen
1.i.t Veilig Thuis draagt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf dagen en tien weken
na ontvangst van de melding!® zorg voor het inzetten van een vervolgtraject.
1.2 Veilig Thuis heeft samenwerkingsafspraken vastgelegd met gemeenten over de overdracht
van meldingen aan het lokale veld.
Verwachtingen
1.2.1 Veilig Thuis heeft eigen normen uitgewerkt over wanneer meldingen direct na triage
worden overgedragen.
1.2.2 In de samenwerkingsafspraken is vastgelegd dat het lokale veld voldoende is
toegerust om hulp en/of ondersteuning te bieden aan het cliëntsysteem.
1.3 Veilig Thuis neemt verantwoordelijkheid voor veiligheid bij alle meldingen die na triage in
behandeling blijven bij Veilig Thuis.
Verwachtingen
1.3.1 Veilig Thuis draagt zorg voor het opstellen van een veiligheidsplan in alle meldingen
waar sprake is van onveiligheid.
1.3.2 Veilig Thuis legt tenminste vast welke ondersteuning, hulp of behandeling wordt
ingezet ten behoeve van de veiligheid.
1.3.3 Veilig Thuis legt tenminste vast wie toeziet op het naleven van de gemaakte
afspraken.
De Veilig Thuis organisaties stellen gezamenlijk veldnormen op, waaronder het kwaliteitskader Veilig Thuis, onderdeel: zicht
op veiligheid. In het toetsingskader Stap 2 sluiten de inspecties aan bij deze veldnormen.
12 YNG-Model Handelingsprotocol voor het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Veilig Thuis, VNG
ondersteuningsprogramma Veilig Thuis / AMHK, november 2014
B Veilig Thuis geeft advies, biedt ondersteuning of neemt een melding aan. De inspecties definiëren een zaak als zijnde een
melding, indien de Veilig Thuis organisatie deze als zodanig registreert.
18 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
1.4 Veilig Thuis werkt samen met relevante ketenpartners.
Verwachtingen
1.4.1 Veilig Thuis heeft contactpersonen!* aangesteld voor tenminste wijkteams? en
politie.
1.4.2 Veilig Thuis werkt aantoonbaar samen met ketenpartners op het gebied van ouderen,
(licht)verstandelijk beperkte mensen, lichamelijk gehandicapten of anderszins
kwetsbare mensen.
1.4.3 Veilig Thuis stelt de politie of de Raad voor de Kinderbescherming in kennis van een
melding van huiselijk geweld of kindermishandeling indien het belang van de
betrokkenen dan wel de ernst van de situatie waarop de melding betrekking heeft
daartoe aanleiding geeft.
1.4.4 Veilig Thuis kan een multidisciplinaire aanpak ++ (MDA++6) inzetten bij acuut,
ernstig en langdurig geweld”.
1.5 Veilig Thuis monitort meldingen.
Verwachtingen
1.5.1 Veilig Thuis heeft afspraken vastgelegd over het monitoren van meldingen die direct
worden overgedragen aan het lokale veld.
1.5.2 Veilig Thuis bepaalt aan de hand van de melding met wie en wanneer contacten ín
het kader van monitoring worden gelegd.
1.5.3 Veilig Thuis gaat bij de betrokken professionals en/of de betrokken gezinsleden na of
de stappen die naar aanleiding van een melding in gang zijn gezet daadwerkelijk
worden uitgevoerd.
1.5.4 Veilig Thuis gaat na of de stappen leiden tot het stoppen van het geweld en tot
herstel van de veiligheid.
Veilig Thuis beoordeelt of er sprake is van huiselijk geweld, kindermishandeling of
ouderenmishandeling, welke (onderliggende) problemen er zijn die (ook) moeten worden opgelost
en welke maatregelen genomen moeten worden om te komen tot directe en duurzame veiligheid
en herstel van de gevolgen van het geweld voor betrokkenen.
2.1 Veilig Thuis voert onderzoek uit binnen de wettelijk beoogde termijnen!?
Verwachtingen
2.1. Veilig Thuis voert de triage uit en start het onderzoek binnen vijf dagen na ontvangst
van de melding.
2.1.2 Veilig Thuis rondt onderzoeken binnen vijf dagen en tien weken na ontvangst van de
melding af.
4 Of een alternatief dat net zo goed werkt.
1 Sociale wijkteams hebben per gemeente verschillende benamingen en verschijningsvormen, zoals buurtteam, gebiedsteam,
jeugdteam en wijkteam.
16 MDA++ is een intersectorale, multidisciplinaire, systeemgerichte, gecoördineerde en integrale aanpak vanuit één team.
1 Deze verwachting wordt in het toezicht Stap 2 alleen geïnventariseerd, niet beoordeeld.
8 Wachtlijsten bij Veilig Thuis geven grote risico voor de veiligheid, daarom herhalen de inspecties criterium 2.1 uit het
toetsingskader Stap 1 voor toezicht naar Veilig Thuis 2015.
19 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
2.2 Veilig Thuis stelt een plan van aanpak op voor de uitvoering van het onderzoek.
Verwachtingen
2.2.1 Het plan van aanpak wordt intercollegiaal of multidisciplinair opgesteld.
2.2.2 Het plan van aanpak voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in het protocol van
handelen.
2.3 Veilig Thuis voert het onderzoek zorgvuldig uit.
Verwachtingen
2.3.1 Veilig Thuis voert (een of meer) individuele gesprekken met alle direct betrokkenen
bij het huiselijk geweld, de (kinder)mishandeling of de ouderenmishandeling?®,
2.3.2 Kinderen worden altijd gezien en gesproken door Veilig Thuis, gesproken in ieder
geval wanneer zij zes jaar of ouder zijn®®
2.3.3 Veilig Thuis vraagt waar nodig informatie op bij het professionele netwerk van de
leden van het gezin of het huishouden.
2.3.4 Veilig Thuis betrekt waar mogelijk het informele netwerk van de direct betrokkenen?!
bij het huiselijk geweld, de (kinder)mishandeling of de ouderenmishandeling.
2.4 Veilig Thuis beoordeelt of daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld, kindermishandeling of
ouderenmishandeling.
Verwachtingen
2.4.1 Veilig Thuis vormt een oordeel over de vraag of sprake is van enige vorm van
huiselijk geweld, (kinder)mishandeling of ouderenmishandeling in een intercollegiaal
of multidisciplinair overleg.
2.4.2 Veilig Thuis legt de uitkomst van het onderzoek vast.
2.4.3 Indien het vermoeden van huiselijk geweld, (kinder)mishandeling of
ouderenmishandeling bevestigd is besluit Veilig Thuis tot het inzetten van een
vervolgtraject.
3.1 Veilig Thuis geeft alle leden van gezinnen en huishoudens de mogelijkheid om voor hun
individuele belangen op te komen.
Verwachtingen
3.1.1 Veilig Thuis onderneemt actie indien leden van gezinnen of huishoudens aangeven
ontevreden te zijn over het handelen van Veilig Thuis.
3.1.2 Personen die bij een melding aan Veilig Thuis betrokken zijn kunnen gebruikmaken
van een onafhankelijke vertrouwenspersoon.
3.1.3 Alle leden van gezinnen en huishoudens kunnen een klacht indienen bij een
onafhankelijke klachtencommissie.
1 Hiervan kan worden afgeweken, mits zorgvuldig besloten en inhoudelijk goed onderbouwd.
20 Hiervan kan worden afgeweken, mits zorgvuldig besloten en inhoudelijk goed onderbouwd.
2 Onder informeel netwerk wordt verstaan familie, vrienden, buren en kennissen.
20 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
4.1 Veilig Thuis is gestart met systematisch kwaliteitsmanagement.
Verwachtingen
4.1.1 Veilig Thuis heeft een keuze gemaakt voor een kwaliteitsmanagementsysteem.
4.1.2 Veilig Thuis is gestart met de invulling van het kwaliteitsmanagementsysteem.
4.1.3 Veilig Thuis heeft een tijdpad tot het behalen van het certificaat.
21 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
Bijlage 2 — Beslisregels
Het toetsingskader Veilig Thuis 2016, Stap 2 bestaat uit dertig verwachtingen die gescoord
worden. Eén verwachting (1.4.4) wordt alleen geïnventariseerd.
Drie van de dertig verwachtingen (1.1.1, 2.1.1, en 2.1.2) hebben betrekking op de (wettelijke)
termijnen ten aanzien van de triage en de start van een onderzoek, het uitvoeren van
onderzoeken en het inzetten van vervolgtrajecten.
Wachtlijsten bij Veilig Thuis geven grote risico’s op het gebied van veiligheid, waardoor de
inspecties de kwaliteit van een Veilig Thuis organisatie in het geval van een wachtlijst voor het
uitvoeren van triage of het starten van onderzoek (2.1.1) niet als voldoende beoordelen. De score
is in dat geval maximaal matig.
De verwachtingen die betrekking hebben op het tijdig inzetten van vervolgtrajecten (1.1.1) en het
tijdig afronden van onderzoeken (2.1.2) tellen extra zwaar (2 punten), omdat het voor de
veiligheid van gezinnen en huishoudens van groot belang is dat Veilig Thuis snel handelt.
De overige verwachtingen uit het toetsingskader wegen even zwaar (1 punt). Al deze
verwachtingen leveren een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van Veilig Thuis. Uitgangspunt is
dat de Veilig Thuis organisaties op termijn aan alle verwachtingen voldoen.
Beslisregel 1:
-__ Als een Veilig Thuis organisatie onvoldoende scoort op 2.1.1 (omdat zij een wachtlijst hebben
voor de triage of voor de start van het onderzoek binnen vijf dagen na ontvangst van de
melding), dan is het eindoordeel maximaal matig.
Beslisregel 2:
- Als de verwachtingen 1.1.1 en 2.1.2 onvoldoende scoren (de verwachtingen dat
vervolgtrajecten tijdig worden ingezet en onderzoeken tijdig worden afgerond) dan tellen deze
verwachtingen dubbel negatief (aftrek — 2 punten per onvoldoende verwachting).
Beslisregel 3:
- De overige verwachtingen tellen ieder één maal negatief (aftrek -1 punt per onvoldoende
verwachting).
Beslisregel 4:
-__ Als verwachting (2.1.1) voldoende scoort en Veilig Thuis daarnaast maximaal 7 aftrekpunten
heeft dan is het eindoordeel voldoende.
22 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
Beslisregel 5:
-__ Als verwachting (2.1.1) voldoende scoort en Veilig Thuis daarnaast minimaal 8 en maximaal
11 aftrekpunten heeft dan is het eindoordeel matig.
Beslisregel 6:
-__ Als verwachting (2.1.1) voldoende scoort en Veilig Thuis daarnaast 12 of meer aftrekpunten
heeft dan is het eindoordeel onvoldoende.
Beslisregel 7:
-__ Als verwachting (2.1.1) onvoldoende scoort, omdat sprake is van een wachtlijst en Veilig Thuis
daarnaast maximaal 7 aftrekpunten heeft dan is het eindoordeel matig.
Beslisregel 8:
-__ Als verwachting (2.1.1) onvoldoende scoort, omdat sprake is van een wachtlijst en Veilig Thuis
daarnaast 8 of meer aftrekpunten heeft dan is het eindoordeel onvoldoende.
23 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
Bijlage 3 — Verantwoording
Het toezicht is uitgevoerd bij Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland. Het toezicht bestond uit de
volgende onderdelen:
1. het door middel van een vragenlijst opvragen van relevante informatie en beleidsdocumenten
over de Veilig Thuis organisatie;
2. interview met het management en beleidsmedewerkers, ondermeer aan de hand van
relevante beleidsdocumenten;
3. twee interviews met in totaal vier uitvoerend medewerkers;
4. interview met een aandachtsfunctionaris ouderenmishandeling;
5. interview met een vertrouwensarts en een gedragswetenschapper;
6. Zeven korte onaangekondigde interviews met willekeurig geselecteerde medewerkers over
onderwerpen als werkomstandigheden, knelpunten in de organisatie en
ouderenmishandeling;
7. dossieronderzoek.
24 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
25 | Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg
| Onderzoeksrapport | 30 | train |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.