text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2018
Afdeling 2
Vergaderdatum 14 februari 2018
Publicatiedatum 7 maart 2018
OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 14 februari 2018
Aanwezig: de leden mevrouw Alberts (SP), de heer A.J.M. Bakker (D66), de heer
N.T. Bakker (SP), mevrouw Van den Berg (PvdA), mevrouw Bijleveld (SP), de heer Blom
(GroenLinks), de heer Boldewijn (PvdA), de heer Boomsma (CDA), mevrouw Bosman
(D66), mevrouw Bouchibti (VVD), de heer Boutkan (PvdA), mevrouw Ten Bruggencate
(D66), de heer De Bruijn (VVD), de heer Van Dantzig (D66), de heer Dijk (VVD), mevrouw
Duijndam (SP), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), de heer Geenen
(PvdA), de heer Glaubitz (D66), de heer Groen (GroenLinks), de heer Groot Wassink
(GroenLinks), de heer Guldemond (D66), de heer Hammelburg (D66), mevrouw De Heer
(PvdA), de heer Van den Heuvel (D66), mevrouw Kaya (D66), de heer Kayar (PvdA), de
heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Moorman
(PvdA), de heer Nuijens (GroenLinks), de heer Van Osselaer (D66), de heer Peters (SP),
de heer Poorter (PvdA), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Roosma (GroenLinks), mevrouw
Ruigrok (VVD), mevrouw Van Soest (PvdO), mevrouw Timman (D66), de heer Torn
(VVD), de heer Ünver (PvdA), mevrouw Verheul (D66), de heer Vink (D66) en de heer
Vroege (D66)
Afwezig:
Aanwezig: waarnemend burgemeester Van Aartsen (Openbare Orde en
Veiligheid, Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale
Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken,
Communicatie), de wethouders de heer Van der Burg (Zorg en Welzijn, Sport en
Recreatie, Luchthaven, Personeel, Organisatie en Integriteit, Dienstverlening en Externe
Betrekkingen en Stadsdeel Zuid), de heer Choho (Bestuurlijk Stelsel, Duurzaamheid,
Openbare Ruimte en Groen, ICT, Dienstverlening en Artis), de heer Ivens (Bouwen en
Wonen, Wijkaanpak, Dierenwelzijn en Stadsdeel Noord), de heer Kock (Financiën, Water,
Economie, Lucht- en Zeehaven, Deelnemingen, Stadsdeel Centrum en Stadsdeel West),
mevrouw Kukenheim (Onderwijs, Jeugd, Kunst en Cultuur, Lokale Media, Monumenten,
Diversiteit en Stadsdeel Oost), de heer Litjens (Personeel en Organisatie, Verkeer en
Vervoer, Gemeentelijk Vastgoed, Bedrijfsvoering en Inkoop en Stadsdeel Zuidoost) en de
heer Vliegenthart (Werk, Inkomen en Participatie en Stadsdeel Nieuw-West)
Afwezig:
Middagzitting op woensdag 14 februari 2018
Voorzitter: de heer J.J. van Aartsen
Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Ünver
Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe
Verslaglegging: mevrouw Van de Belt
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ik open de vergadering van de gemeenteraad van
Amsterdam. Ik heet u allen van harte welkom bij deze raadsvergadering die uit drie
dagdelen zal bestaan. We hebben de hoop dat dat zou kunnen, maar we weten het niet.
Dat zullen wij in de loop van morgen wel merken.
1
Mededelingen
De VOORZITTER opent de vergadering om 13.05 uur.
Mevrouw Verheul, fantastisch dat u weer in ons midden bent. Een prettig idee. U
bent overigens perfect vervangen. Dat kan ik ook wel even zeggen.
Wethouder Kukenheim is vandaag tot ongeveer 14.00 uur afwezig en woensdagavond is
zij afwezig in verband met de openingsvoorstelling van het project Lieve Stad, een ode
aan de stad.
Wethouder Van der Burg heeft de behoefte straks een mededeling te doen, een
verklaring af te leggen.
2
Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 24 en 25 januari 2018
De notulen worden vastgesteld.
3
Vaststelling van de agenda
Conform besloten.
De VOORZITTER: Dan stel ik voor dat we eerst de agenda doorlopen om te zien
of er agendapunten zonder discussie en hoofdelijke stemming kunnen worden afgedaan.
Als we de agenda hebben doorgelopen, zal ik het woord geven aan wethouder
Van der Burg voor een korte mededeling dan wel een uitleg, dan wel een verklaring.
A
Mededeling van de ingekomen stukken
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting.
De heer ERNSTING: Ik doe het maar even hier, bij de mededeling van de
ingekomen stukken. U vindt allemaal op uw bureau een uitnodiging voor de herdenking
van de Februaristaking. Het is handig als u die meeneemt als u naar de herdenking gaat,
want die geeft toegang tot het genodigdenvak. Ik zeg het maar even, want vaak blijkt dat
mensen die zijn vergeten.
Conform besloten.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018
Raadsnotulen
1° Raadsadres van een burger van 31 december 2017 inzake plannen voor
een taxistandplaats bij het Barbizon Hotel aan de Prins Hendrikkade
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT.
2 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018
inzake afhandeling motie 1479.16 van de leden Moorman, Nuijens, Flentge en Van
Lammeren over het verkorten van de termijn voor vakantieverhuur van 60 naar 30 dagen
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Bouwen,
Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn te bespreken en na goedkeuring de motie als
uitgevoerd te beschouwen.
3° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 januari
2018 inzake afhandeling motie 911.16 van het lid Poorter over transformatie
zorgvastgoed, motie 1259.17 van de leden Poorter, Bouchibti, Roosma, Hammelburg,
Duijndam en Van Soest over ouderenwoningen voor eerste generatie migranten, en motie
1206.17 van de leden Van Soest en Duijndam over beleid trapliften
Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Bouwen,
Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn te bespreken en na goedkeuring de moties als
uitgevoerd te beschouwen.
4° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 januari
2018 inzake mogelijkheden voor regulering van de koopsector en afhandeling van motie
736.17 van het lid Moorman over co-koop en motie 894.17 van het lid Nuijens over
startersleningen, garantstellingen en gedeeld eigendom
Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Bouwen,
Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn te bespreken en na goedkeuring de moties als
uitgevoerd te beschouwen.
5° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 januari
2018 inzake afhandeling motie 739.17 van de leden Van Dantzig, Timman, Moorman en
Nuijens over woningtoewijzing aan leraren
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Bouwen,
Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn te bespreken en na goedkeuring de motie als
uitgevoerd te beschouwen.
6° Raadsadres van de Humanistische organisatie Nederland van 19 januari
2018 inzake onvoldoende initiatieven om daklozen aan onderdak en werk te helpen
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie
3d, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen.
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
7 Brief van de Vereniging Stadswerk Nederland van 22 januari 2018 inzake
de aanbieding van een manifest met urgente punten op het gebied van de leefomgeving
voor het collegeprogramma. Het manifest ligt ter inzage bij de raadsgriffie
Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
8° Brief van het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie Noord van
23 januari 2018 inzake het advies betreffende een nieuw Amsterdams schaatscomplex
Besloten is, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen ter
zake.
ge Raadsadres van een burger van 24 januari 2018 inzake het verzoek om
tegen de realisatie van de Vijzelgrachtgarage te stemmen
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 24, Instemmen met de realisatie van de Vijzelgrachtgarage en het
beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet.
10° Raadsadres van de Stichting AMVJ Sportcentrum van 24 januari 2018
inzake ongelijke toepassing van het Duurzaamheidsfonds voor Amsterdamse
sportverenigingen
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT.
11° Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse
Binnenstad van 24 januari 2018 inzake de verkoop van het Pianola Museum aan de
Westerstraat 106 en mogelijke verkoop van nog meer panden door de gemeente
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie.
12° Raadsadres van een burger van 24 januari 2018 inzake de aanbieding
van het Amsterdamse Stegen Plan
Besloten is, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de
gemeenteraad.
13° Raadsadres van een burger van 24 januari 2018 inzake het opruimen van
peuken op straat
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018
Raadsnotulen
leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT.
14° Afschrift van een brief van BC Mesdagstraat, gericht aan Woonstichting
De Key, van 26 januari 2018 inzake de adviesaanvraag voor de complexstrategie met
betrekking tot de Mesdagstraat e.o.
Besloten is, de afhandeling van deze brief over te laten aan de leden van de
gemeenteraad.
15° Raadsadres van een burger van 27 januari 2018 inzake het verhuren van
particulier bezit door buitenlandse investeerders
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn.
16° Raadsadressen van burgers inzake geluidsoverlast op Koningsdag en
tijdens andere evenementen
Besloten is, deze raadsadressen desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 11, Kennisnemen van de beleidsregel ‘Geluid bij evenementen in
Amsterdam’, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn ‘Duurzaamheid
Evenementen’ in Amsterdam.
17° Raadsadres van Marktvereniging Waterloo Anno 1885 van 29 januari
2018 inzake de herinrichting van het Waterlooplein
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie
3d, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen.
18° Raadsadres van Bewonersplatform Zuidas en andere organisaties en vele
burgers van 29 januari 2018 inzake het verzoek om in het bestemmingsplan Beethoven,
tweede fase, kavel 2 niet of veel minder te bebouwen
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van het
vaststellen van het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase, in de raadscommissie
Ruimtelijke Ordening en Grondzaken van 7 februari, bij agendapunt 11, en in de raad van
14 februari 2018 bij agendapunt 47.
19° Brief van een burger van 29 januari 2018 inzake de demonstratie tegen
ultrarechtse politieke partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen 2018
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
20° Raadsadressen van burgers inzake het behoud van het Pianola Museum
5
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Besloten is, deze raadsadressen desgewenst te betrekken bij de plannen ter
zake.
21° Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse
Binnenstad van 29 januari 2018 inzake het verwijderen van de duiker in de
Lijnbaansgracht onder het Kleine-Gartmanplantsoen/Leidseplein voor de realisatie van
een fietsenstalling
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT.
22° Brief van wethouder Ivens van 29 januari 2018 inzake
dierenverkooppunten stimuleren om te gaan voldoen aan de kwaliteitseisen dierenwelzijn
van Dibevo
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 31,
kennisnemen van de voortgang van de stedelijke handhavingsprioriteit dierenwelzijn
2017-2018.
23° Raadsadres van het Comité Westelijke Grachtengordel, namens
omwonenden Westermarkt, van 30 januari 2018 inzake het gevaar voor gehoorschade als
gevolg van het nieuwe Evenementenbeleid
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 11, Kennisnemen van de beleidsregel ‘Geluid bij evenementen in
Amsterdam’, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn ‘Duurzaamheid
Evenementen’ in Amsterdam.
24° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari
2018 inzake afhandeling motie 821.17 van de leden Vink en Boldewijn over verbetering
van de aantrekkelijkheid en ruimtelijke kwaliteit van de stationsomgevingen van de
bovengrondse stations van de Oostlijn
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Verkeer en
Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT te bespreken en na
goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
25° Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 30 januari 2018 inzake de
publicatie van de tussentijdse rapportage over het onderzoek naar Project 1012
Besloten is, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Algemene
Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012,
Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden ter kennisneming.
26° Brief van de heer RH. van Dantzig, fractievoorzitter van D66, van
30 januari 2018 inzake het verzoek om mevrouw Y. el Ksaihi te installeren als duoraadslid
en te benoemen als lid van de raadscommissie Werk en Economie en het terugtreden van
mevrouw M. ten Bruggencate als lid van deze commissie
6
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6,
Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het kandidaat-duoraadslid
Y. el Ksaihi (D66), en agendapunt 8, Benoemen van een lid in de raadscommissie Werk
en Economie.
27° Brief van waarnemend burgemeester Van Aartsen van 30 januari 2018
inzake afhandeling motie 1083.17 van het lid Van Dantzig over het verbeteren van de
uitstroom uit de bed-bad-broodvoorziening
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Algemene
Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012,
Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden te bespreken en na
goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
28° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari
2018 inzake afhandeling motie 101214 (809') van de leden Ten Bruggencate, Kaya en
Verheul over een overzicht van innovatieve maatschappelijke initiatieven
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Werk en
Inkomen, Participatie, Armoede, Coördinatie 3d, Economie, Zeehaven en Luchthaven en
Gemeentelijke Deelnemingen te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te
beschouwen.
29° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari
2018 inzake afhandeling motie 1270.17 van de leden Moorman en Groot Wassink over
sociale binding, DNA van de stad
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Werk en
Inkomen, Participatie, Armoede, Coördinatie 3d, Economie, Zeehaven en Luchthaven en
Gemeentelijke Deelnemingen te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te
beschouwen.
30° Brief van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost van
31 januari 2018 inzake de uitvoeringsprocedure rond het vaststellen van
bestemmingsplannen
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 45,
Instemmen met de uitvoeringsprocedure vaststellen (lokale) bestemmingsplannen en het
wijzigen van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam.
31° Raadsadres van burgers van 31 januari 2018 inzake dakopbouwen in
woningen aan de Madurastraat in de Indische Buurt en beleidsregels voor afwijken van
het bestemmingsplan
Besloten is, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de
gemeenteraad.
7
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
32° Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 31 januari 2018 inzake een
aanvullende notitie op het rapport Evenwichtig woningaanbod naar aanleiding van de
bespreking van het rapport in de raadscommissie Bouwen en Wonen van 17 januari 2018
Besloten is, deze aanvullende notitie te betrekken bij agendapunt 25,
Kennisnemen van het rapport van de rekenkamer ‘Evenwichtig woningaanbod’ en het
college verzoeken de aanbevelingen uit te voeren.
33° Raadsadres van een burger van 1 februari 2018 inzake de verbreding van
fietspaden in Amsterdam
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
34° Raadsadres van Initiatiefgroep Zuid van 8 februari 2018 inzake
bouwactiviteiten in de woonomgeving van het Museumkwartier, de Apollobuurt en de
Willemsparkbuurt
Besloten is, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de
gemeenteraad.
35° Raadsadres van een burger van 4 februari 2018 inzake het verplaatsen
van de scooters van het fietspad naar de rijweg
Besloten is, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de
gemeenteraad.
36° Raadsadres van burgers van 5 februari 2018 inzake de verkoop van
commercieel vastgoed van de gemeente Amsterdam, waaronder het Schoolkinderbad
aan de Frederik Hendrikstraat
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie.
37° Raadsadres van Elzenhagen Zuid Overleg (ELZO) van 6 februari 2018
inzake het bestemmingsplan Boven ‘t Y en de afbraak van het Waddenwegviaduct
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 39, Vaststellen van het bestemmingsplan Boven ‘t Y.
38° Raadsadres van een burger van 31 januari 2018 inzake de campagne
voor financiële steun voor huisvesting van daklozen
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
39° Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 29 januari
2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 361.17 van het lid Verheul over de pilot
bodycams bij de Politie Amsterdam
8
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018
Raadsnotulen
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Algemene
Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012,
Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden te bespreken en na
goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
40° Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 29 januari
2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 1195.17 van het lid Poot over de evaluatie
van het cameratoezicht rond het Centraal Station
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Algemene
Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012,
Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden te bespreken en na
goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
41° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari
2018 inzake de bestuurlijke reacties op moties 1149, 1151, 1161, 1207, 1209, 1244 en
1262.17, ingediend bij de Begroting 2018 betreffende de portefeuille Verkeer en Vervoer
Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Verkeer en
Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT te bespreken en na
goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen.
42° Raadsadres van een burger van 8 februari 2018 inzake de mogelijkheden
voor een brede discussie over het tegengaan van onverdraagzaamheid en intolerantie
tegen LHBT+'ers
Besloten is, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de
gemeenteraad.
43° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 13 december
2017 inzake de beantwoording van motie 910.16 van de leden Van den Berg en Poorter
over cultuurparticipatie van ouderen
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Onderwijs,
Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten te
bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
44° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 13 december
2017 inzake de beantwoording van motie 521.17 van de leden Bouchibti en Duijndam
over cultureel erfgoed in de buurt
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Onderwijs,
Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten te
bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
45° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 22 februari
2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 1466.17 van het lid Duijndam over spreiding
van cultuurtoerisme naar musea buiten het centrum
9
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Onderwijs,
Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten te
bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
46° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 22 februari
2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 714.17 van het lid Duijndam over
museumbezoek voor jongeren
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Onderwijs,
Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten te
bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
47° Brief van de raadsgriffie van de gemeente Oostzaan van 8 februari 2018
inzake de aangenomen motie van de fractie van het CDA van de gemeenteraad van
Oostzaan over Zorgboerderij De Marsen in Twiske
Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
48° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari
2018 inzake de afhandeling van moties 1419, 1420, 1421, 1422, 1423 en 1426.17 over
het Meerjarenplan fiets 2017-2022
Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Verkeer en
Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT te bespreken en na
goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen.
49° Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 12 februari
2018 inzake de veiligheidscijfers van Amsterdam over het jaar 2017
Besloten is, deze brief desgewenst te betrekken bij agendapunt 9A, de actualiteit
van de leden Mbarki, Poot, Groot Wassink, Van Dantzig en Peters inzake politie-inzet
tegen drugsbazen en door te geleiden naar de raadscommissie voor Algemene Zaken,
Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012,
Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden ter kennisneming.
50° Brief van het college van B en W van 6 februari 2018 inzake de
bestuurlijke reactie op moties 1268.17 en 1375.17 inzake spelregel 3 van de Spelregels
Woningbouwprogrammering 40-40-20 en uitvoering van de toezegging over
ontwikkelrechten
Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Ruimtelijke
Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) te bespreken en na goedkeuring de moties
als uitgevoerd te beschouwen en de uitvoering van de toezegging als afgedaan te
beschouwen.
51° Brief van het college van B en W van 30 januari 2018 inzake de
afhandeling van moties 1098, 1099, 1106, 1113, 1115, 1118 en 1126.17 over het
Investeringsbesluit Sluisbuurt
10
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Ruimtelijke
Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) te bespreken en na goedkeuring de moties
als uitgevoerd te beschouwen.
52° Brief van wethouder Van der Burg van 30 januari 2018 inzake het uitstel
van de afhandeling van moties 1403.17 tot en met 1408.17 over het warmteplan
Amstelkwartier, 2e fase
Besloten is, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Ruimtelijke
Ordening en Grondzaken ter kennisneming
53° Brief van het college van B en W van 30 januari 2018 inzake de
bestuurlijke reactie op moties 1514, 1515 en 1516.17 over de Kantorenstrategie 2017
Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Ruimtelijke
Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) te bespreken en na goedkeuring de moties
als uitgevoerd te beschouwen.
54° Brieven van het college van B en W van 6 februari 2018 inzake de
bestuurlijke reactie op moties 1518.17 en 1521.17 over het investeringsbesluit
Elzenhagen Zuid in Amsterdam-Noord
Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Ruimtelijke
Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) te bespreken en na goedkeuring de moties
als uitgevoerd te beschouwen.
55° Brief van het college van B en W van 6 februari 2018 inzake de
bestuurlijke reactie op motie 1281.17 over het zo snel mogelijk uitbreiden van het
bierfietsverbod in heel Amsterdam
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Algemene
Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012,
Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden te bespreken en na
goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
56° Brief van wethouder Litjens van 7 februari 2018 inzake beantwoording van
vragen over de herinrichting van de Vijzelstraat, project Rode Loper, naar aanleiding van
de behandeling in de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer op 31 januari 2018
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 21,
Instemmen met het uitvoerings- en kredietbesluit voor de herinrichting van het maaiveld
en de renovatie van de drie bruggen Vijzelstraat, project Rode Loper.
57° Brief van wethouder Litjens van 12 februari 2018 inzake de toelichting op
het besluit om het onderwerp Ferdinand Bolstraat Zuid, project Rode Loper, van de
agenda af te voeren
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
11
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
58° Raadsadres van een burger van 12 februari 2018 inzake het verzoek om
kavel 2 in het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase, groen te laten
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 47, Vaststellen van het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase.
59° Brief van wethouder Kukenheim van 2 februari 2018 inzake de uitvoering
van motie 531.17 van het lid Flentge over verkenning stagecoaches
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Onderwijs,
Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten te
bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
60° Raadsadres van JCDecaux Nederland BV van 12 februari 2018 inzake de
omgang met bewegende beelden in de openbare ruimte in Amsterdam
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van het
onderwerp Omgang met bewegende beelden in de openbare ruimte in de
raadsvergadering van 14 maart 2018.
61° Afschrift van een brief van een burger, gericht aan de wethouders
Onderwijs van de vier grote steden, de minister van OCW en de onderwijsvakbonden, van
12 februari 2018 inzake het feit dat de onderwijsuitgaven in Nederland een stuk minder
zijn dan in Zweden
Besloten is, de afhandeling van deze brief over te laten aan leden van de
gemeenteraad.
62° Brief van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Noord van
6 februari 2018 inzake de uitvoeringsprocedure rond het vaststellen van (lokale)
bestemmingsplannen
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 45,
Instemmen met de uitvoeringsprocedure vaststellen (lokale) bestemmingsplannen en het
wijzigen van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam.
63° Raadsadres van Buurtvereniging Wetering Verbetering van 13 februari
2018 inzake de voorgenomen bouw van de parkeergarage Vijzelgracht
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 24, Instemmen met de realisatie van de Vijzelgrachtgarage en het
beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet.
64° Brief van wethouder Kock van 13 februari 2018 inzake afdoening van
toezeggingen tijdens de bespreking van het detailhandelsbeleid Amsterdam 2018-2022 in
de raadscommissie Werk en Economie van 6 december 2017
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 55,
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel van de leden N.T. Bakker en Vink inzake
12
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
‘Sturing op het Amsterdamse winkellandschap’ en kennisnemen van de bestuurlijke
reactie op het oorspronkelijke voorstel.
65° Brief van wethouder Van der Burg van 12 februari 2018 inzake de
herplanting van bomen in Weespertrekvaart-Midden
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 52,
Vaststellen van de investeringsnota en het stedenbouwkundig plan Weespertrekvaart-
Midden en het beschikbaar stellen van een investeringskrediet.
66° Brief van wethouder Van der Burg van 12 februari 2018 inzake de AB
1994 Overgangsregeling afkoopinstructie (verlengde) afkoop canon en overstap naar
voortdurende erfpacht
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 52A, de
actualiteit van de leden Boomsma, Van Osselaer en Dijk inzake het ingaan van de nieuwe
rekenmethode voor de verlengde afkoop voor erfpachters met Algemene Bepalingen
1994.
67° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari
2018 inzake afdoening van motie 1416.17 van het lid Vroege over de Willibrordusgarage
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Verkeer en
Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT te bespreken en na
goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
68° Brief van wethouder Litjens van 12 februari 2018 inzake afdoening van
motie 1427.17 van het lid Guldemond over het investeringskrediet centrale huisvesting
Amsterdamse School (efficiënt ruimtegebruik)
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Financiën,
Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en
Personeel en Organisatie te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te
beschouwen.
69° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari
2018 inzake de stand van zaken betreffende de externe financiering van de gemeente
Amsterdam
Besloten is, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Financiën,
Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en
Personeel en Organisatie ter bespreking.
5
Mondelingevragenuur
Er zijn geen mondelinge vragen toegelaten.
13
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
6
Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het kandidaat-
duoraadslid Y. el Ksaihi (D66)
Dit punt wordt even aangehouden.
7
Installatie van de gemeenteaccountant van Amsterdam, tevens directeur van
ACAM (Accountancy en Advies)
Dit punt wordt even aangehouden.
8
Benoemen van een lid in de raadscommissie Werk en Economie
Dit punt wordt even aangehouden.
Voor benoeming in het stembureau zijn aan de beurt de heer Blom, de heer Torn
en mevrouw Duijndam.
9
Aanvragen van een Kroonbesluit tot onteigening van eigendommen in het gebied
St. Annenkwartier (Herbestemmen Raambordelen Binnenstad II) (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 127)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 127 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
9A
Actualiteit van de leden Mbarki, Poot, Groot Wassink, Van Dantzig en Peters
inzake politie-inzet tegen drugsbazen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 141)
Dit punt wordt even aangehouden.
10
Instemmen met het advies van de bezwaarschriftencommissie op het
bezwaarschrift gericht tegen het besluit van de gemeenteraad van 27 september 2017 om
in te stemmen met de nota van uitgangspunten voor de inrichting van de Nieuwezijds
Voorburgwal Zuid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 128)
Dit punt is gehamerd.
14
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 128 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
10A
Actualiteit van de leden Groot Wassink en Van Dantzig inzake het initiatief
kiesdeburgemeester.nl (Gemeenteblad afd. 1, nr. 144)
Dit punt wordt even aangehouden.
11
Kennisnemen van de beleidsregel ‘Geluid bij evenementen in Amsterdam’, de
locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn ‘Duurzaamheid Evenementen’ in
Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130)
Dit punt wordt gevoegd behandeld met agendapunt 16.
Dit punt wordt even aangehouden.
12
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel getiteld ‘Klimaatinitiatief' van de
leden Groot Wassink, Moorman, Van Lammeren, Groen en Van den Berg en
kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 85)
Dit punt wordt even aangehouden.
13
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel getiteld ‘Waterlandse
buffelmozzarella en andere streekproducten uit het veen (…)’ van het lid Groen en
kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 86)
Dit punt wordt even aangehouden.
14
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘The Great Bubble Barrier’ van het
lid Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 87)
Dit punt wordt gevoegd behandeld met agendapunt 15.
Dit punt wordt even aangehouden.
15
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
15
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel getiteld ‘Geen Amsterdams plastic
de zee in’ van het lid Van Lammeren en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het
oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 90)
Dit punt wordt even aangehouden.
16
Instemmen met de aanleg van een energievoorziening voor het
evenemententerrein Amsterdamse Bos en het beschikbaar stellen van een rendabel
krediet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 88)
Dit punt wordt even aangehouden.
17
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel getiteld ‘Amsterdam Schoon! The
Movie' van het lid Torn en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke
voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 89)
Dit punt wordt even aangehouden.
18
Kennisnemen van de voortgangsrapportage over het verbeterplan van de onder
toezicht gestelde Rve Dienstverlening (Gemeenteblad afd. 1, nr. 91)
Dit punt wordt even aangehouden.
19
Instemmen met een aantal scopewijzigingen van het project Leidseplein
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 114)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 114 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
20
Instemmen met het uitvoerings- en kredietbesluit voor de vernieuwing van brug
108 (De Clercqstraat / Da Costagracht) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 115)
Dit punt is gehamerd.
16
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 115 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
21
Instemmen met het uitvoerings- en kredietbesluit voor de herinrichting van het
maaiveld en de renovatie van de drie bruggen Vijzelstraat, project Rode Loper
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 116)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting voor een stemverklaring.
De heer ERNSTING (stemverklaring): Wij kunnen instemmen met de voordracht.
We vinden het wel erg jammer en we willen onze teleurstelling uitspreken over het feit dat
er geen bomen kunnen komen en dat het enige groen dat hier stond, beperkt blijft tot
bloembakken. Dat gezegd hebbende, kunnen wij instemmen.
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 116 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
22
Instemmen met de Nota van Uitgangspunten en vrijgave voor inspraak van het
Voorlopig Ontwerp Ferdinand Bolstraat zuid, project Rode Loper (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 117)
Dit punt is afgevoerd.
23
Instemmen met de update van de nota Veren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 118)
Dit punt wordt even aangehouden.
24
Instemmen met de realisatie van de Vijzelgrachtgarage en het beschikbaar stellen
van een uitvoeringskrediet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 19)
Dit punt wordt even aangehouden.
24A
Actualiteit van de leden De Heer, Boomsma en Groen inzake het beleid rond het
gemeentelijk vastgoed (Gemeenteblad afd. 1, nr. 143)
Dit punt wordt even aangehouden.
17
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
25
Kennisnemen van het rapport van de rekenkamer ‘Evenwichtig woningaanbod’ en
het college verzoeken de aanbevelingen uit te voeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 22)
Dit punt wordt gevoegd behandeld met agendapunt 27.
Dit punt wordt even aangehouden.
26
Kennisnemen van de Voortgangsrapportage 2017 van het programma
ouderenhuisvesting 2015-2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 120)
Dit punt wordt even aangehouden.
27
Kennisnemen van de brief over de afhandeling van motie 907 van de leden
Flentge en Nuijens ‘kopen om te verhuren’ en motie 734 van de leden Moorman, Nuijens
en Flentge ‘behoud woningen voor bewoners’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 122)
Dit punt wordt gevoegd behandeld met agendapunt 26.
Dit punt wordt even aangehouden.
28
Kennisnemen van de brief van de Studentensteden inzake maatregelen tegen
hoge huren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 121)
Dit punt is afgevoerd.
29
Kennisnemen van de brief over de subsidieregeling ‘Wonen boven winkels en
bedrijven’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 123)
Dit punt wordt even aangehouden.
30
Kennisnemen van de Visie Zelfbouw: Zelf bouwen aan Amsterdam
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 124)
Dit punt wordt even aangehouden.
31
18
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Kennisnemen van de voortgang van de stedelijke handhavingsprioriteit
dierenwelzijn 2017-2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 125)
Dit punt is afgevoerd.
32
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘De Energiebank: Bestrijd de
groeiende energiearmoede in Amsterdam’ van de leden Groen en Roosma en
kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 126)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen.
De heer GROEN: Er waren toch nog wat vragen en dan met name over de
dekking, dus ik heb voorgesteld dit punt nog een raad uit te stellen.
Dit punt is afgevoerd.
33
Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Amsterdamse lief en leedstraten tegen
eenzaamheid’ van het lid Van Soest en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het
voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 92)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groot Wassink voor een
stemverklaring.
De heer GROOT WASSINK (stemverklaring): Ik word geacht tegengestemd te
hebben.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer A.J.M. Bakker voor een
stemverklaring.
De heer A.J.M. BAKKER (stemverklaring): D66 ondersteunt het voorstel graag,
maar wel heel duidelijk met de optie dat alles wat daar nog wordt geprobeerd in de
uitprobeerfase blijft.
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 92 van afdeling 1 van
het Gemeenteblad.
34
Uiten van wensen en bedenkingen over het Ontwerpbesluit oprichting stichting
Sarphati Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 93)
Dit punt is gehamerd.
19
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 93 van afdeling 1 van
het Gemeenteblad.
35
Kennisnemen van de brief ter afhandeling van motie nr. 292.16 Duijndam c.s.
Vervanging bij vakantie en ziekte van vaste thuiszorgmedewerker (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 94)
Dit punt wordt even aangehouden.
36
Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Betere verbinding tussen Amsterdam en
Zaanstad’ van het lid Vink en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het voorstel
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 95)
Dit punt wordt even aangehouden.
37
Instemmen met het ‘Plan voor een groene Zuidas’ en het opheffen van het
Groeifonds Groen en kennisnemen van het Herplantfonds Zuidas (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 96)
De brief van het college van 9 januari 2018 inzake de afhandeling van motie
1222.16 van het lid Vink over de Visie Zuidas 2016 met betrekking tot culturele ambities is
toegevoegd aan de vergaderstukken.
Dit punt wordt even aangehouden.
38
Instemmen met het kredietbesluit Vervolg Daklaan Zuidas (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 99)
Dit punt wordt even aangehouden.
39
Vaststellen van het bestemmingsplan Boven 't Y (Gemeenteblad afd. 1, nr. 100)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 100 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
20
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018
Raadsnotulen
40
Vaststellen van het bestemmingsplan Fietsenstalling Lijnbaansgracht t.h.v. De
Melkweg (Gemeenteblad afd. 1, nr. 101)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 101 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
41
Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidblokken, Delflandpleinbuurt
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 102)
Dit punt wordt even aangehouden.
42
Instemmen met de wegonttrekking van het fietspad Burgerweeshuispad
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 103)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 103 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
43
Vaststellen van het bestemmingsplan Archimedesplantsoen (Gemeenteblad afd.
1, nr. 104)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 104 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
44
Vaststellen van het bestemmingsplan Middenweg 89 (Gemeenteblad afd. 1, nr.
105)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 105 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
21
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018
Raadsnotulen
45
Instemmen met de uitvoeringsprocedure vaststellen (lokale) bestemmingsplannen
en het wijzigen van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 106)
Dit punt wordt even aangehouden.
46
Kennisnemen van het besluit inzake de tussenrapportage Ruimte voor de Stad en
kennisnemen van de beantwoording van de moties die aangenomen zijn bij ‘Koers 2025’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 107)
Dit punt is afgevoerd.
47
Vaststellen van het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase. (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 108)
Dit punt wordt even aangehouden.
48
Instemmen met het bedrag aan gemaakte kosten samenhangend met het
opsporen en ruimen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog in 2017 (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 109)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 109 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
49
Vaststellen _ van het Uitvoeringsbesluit Onderdoorgang Verlengde
Amstelstroomlaan en beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet (Gemeenteblad afd.
1, nr. 110)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 110 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
50
Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op de
22
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
locatie Strekkerweg 51 te Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 111)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 111 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
51
Instemmen met het wijzigen van de administratieve verwerking van erfpacht
afkoopsommen per 1 januari 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 112)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 112 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
52
Vaststellen van de investeringsnota en het stedenbouwkundig plan
Weespertrekvaart-Midden en het beschikbaar stellen van een investeringskrediet
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 113)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 113 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
52A
Actualiteit van de leden Boomsma, Van Osselaer en Dijk inzake het ingaan van
de nieuwe rekenmethode voor de verlengde afkoop voor erfpachters met Algemene
Bepalingen 1994 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 142)
Dit punt wordt even aangehouden.
53
Kennisnemen van het rapport ‘De impact van de bezoekerseconomie op
Amsterdam’ van SEO Economisch Onderzoek (Gemeenteblad afd. 1, nr. 131)
Dit punt wordt even aangehouden.
54
Kennisnemen van de Afdoening van motie 512, Ontmoedig de blow- en
braltoerist, verbeter het imago van Amsterdam - van het lid Boomsma (Gemeenteblad afd.
23
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
1, nr. 132)
Dit punt wordt even aangehouden.
55
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel van de leden N.T. Bakker en Vink
inzake ‘Sturing op het Amsterdamse winkellandschap’ en kennisnemen van de
bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 27)
Dit punt wordt even aangehouden.
56
Instemmen met de beleidsneutrale wijziging van de gemeenschappelijke regeling
Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied (Gemeenteblad afd. 1, nr. 133)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 133 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
57
Vaststellen van een technische wijziging in het Plan van Scholen 2018-2021
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 134)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 134 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
58
Instemmen met de doorontwikkeling van de aanpak van multiproblematiek in
Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 135)
Dit punt wordt even aangehouden.
VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN
59
Bekrachtigen van de geheimhouding (Gemeenteblad afd. 1, nr. 129)
Dit punt is gehamerd.
24
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 129 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
60
Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 119)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 119 van afdeling 1
van het Gemeenteblad.
61
Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 97)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 97 van afdeling 1 van
het Gemeenteblad.
62
Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 98)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 98 van afdeling 1 van
het Gemeenteblad.
De VOORZITTER: Dan is het woord nu aan wethouder Van der Burg.
Wethouder VAN DER BURG: Zoals de raad weet, ben ik sinds 1 december
voorzitter van de Nederlandse Atletiek Unie. Daarvan heeft u op veel manieren kennis
kunnen nemen variërend van de website, een nieuwsbericht of gewoon via de pers. U
heeft er alleen niet op een formele manier kennis van kunnen nemen. Ik heb gepoogd u
een brief te sturen waarin ik u die melding heb gedaan. Dat is op 21 december gebeurd.
Ik heb toen de brief getekend en aan een medewerker van mij gevraagd die te scannen
en naar de raad te versturen. Dat is toen op die donderdagavond — zeg ik even uit mijn
hoofd — gedaan. Op dat moment ontstond er een storing in de computer. Dus de
medewerker vroeg aan mij — ik had ‘m ook gekregen in cc — of ik de mail had ontvangen.
Ja, ik heb de mail ontvangen. Maar die brief blijkt nooit bij u te zijn aangekomen. Hoe
kwam ik daarachter? Doordat gisteren een journalist van de NRC zich meldde met de
vraag wanneer Eric van der Burg de raad had geïnformeerd. Ik zei toen tegen mijn
woordvoerder even aan mijn medewerker te vragen dat mailtje te printen en toen bleek
25
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
dat het mailtje naar mij wel is verstuurd, maar het mailtje naar mevrouw Pe in de
concepten van de medewerker zat, dus die heeft u nooit bereikt. U kent mij, ik ben een
procedurefreak. Ik baal daar dus enorm van. Ik ben tegelijkertijd ook iemand die van
transparantie houdt en ik heb dit dus aan de fractievoorzitters gemeld en verzocht of ik u
dit in de raad mocht melden. Ik heb overigens niet het briefje alsnog snel gestuurd tussen
gisteren toen ik het hoorde van de journalist en nu. Dat ga ik uiteraard vanmiddag wel
doen, maar de volgorde is wel eerst aan u uit te leggen hoe het is gegaan.
Er speelt nog een tweede punt. De procedure zegt formeel dat je het de raad
moet melden voordat de benoeming plaatsvindt. Dat kon in dit geval niet, omdat er bij de
Nederlandse Atletiek Unie sprake is van een vereniging waarbij de ledenvergadering, de
Unieraad, daarover beslist. De Unieraad heeft daarover de 30°° november 's avonds een
besluit genomen. Dat ging die nacht in. Vandaar dat u ook ziet dat mijn tweet van die
nacht om letterlijk 00.00 uur is verzonden. Ik houd van openheid en transparantie en met
name in procedures. In dit geval is het onder mijn verantwoordelijkheid niet goed gegaan.
Ik dacht: dan meld ik het ook gewoon in de gemeenteraad.
Ik heb nog een ding beloofd aan een van de fractievoorzitters. Uiteraard heb ik,
toen ik overwoog voorzitter van de Nederlandse Atletiek Unie te worden, dat meteen aan
wethouder Ivens gemeld. En ik heb gevraagd of, indien er subsidieregelingen zouden zijn
betreffende de Atletiek Unie dan wel een van de atletiekverenigingen in Amsterdam, dat
die niet door mij behandeld zouden worden, maar door collega Ivens en dat is uiteraard
met de ambtenaren gecommuniceerd. Ik bemoei mij dus niet met de regelingen of
anderszins richting de Nederlandse Atletiek Unie dan wel met een van de vijf
atletiekverenigingen.
De VOORZITTER: Ik neem aan dat u hiervan kennis kunt nemen. Dat is het
geval. Dan gaan we voort met de agenda.
6
Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het kandidaat-
duoraadslid Y. el Ksaihi (D66)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig in verband met het
onderzoek van de door het kandidaatduoraadslid mevrouw Y. el Ksaihi ingezonden
bescheiden.
De heer VAN DANTZIG: Het is een eer om namens de ad-hoccommissie tot
onderzoek van de bescheiden, ingezonden door mevrouw Y. el Ksaihi, het volgende te
melden. Het kandidaatlid dan wel plaatsvervangend lid van raadscommissies ex artikel 82
van de Gemeentewet, mevrouw Yasmina el Ksaihi, geen raadslid zijnde, heeft de
bescheiden als bedoeld in artikel 4, tweede lid van de verordening op de
raadscommissies 2009 ingezonden. De ad-hoccommissie tot onderzoek van deze
bescheiden heeft de eer de raad mede te delen dat zij de bescheiden heeft onderzocht en
dat zij deze in orde heeft bevonden en dat haar niet is gebleken van het bestaan van
uitsluitingsgronden of van een onverenigbaarheid. De ad-hoccommissie adviseert de raad
op grond hiervan tot toelating van mevrouw Y. el Ksaihi tot lid en plaatsvervangend lid van
raadscommissies.
26
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dank u voor de verrichte arbeid. Ik vraag de raadsgriffier,
mevrouw Pe, mevrouw Y. el Ksaihi de raadzaal binnen te geleiden voor het afleggen van
de eed.
De VOORZITTER: “Ik zweer dat ik, om tot lid van een raadscommissie benoemd
te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook,
enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk
enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en
dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen.”
Mevrouw EL KSAIHI: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
De VOORZITTER: Ik feliciteer u opnieuw met het in deze kring plaatsnemen. Ik
wens u veel succes bij de arbeid.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
7
Installatie van de gemeenteaccountant van Amsterdam, tevens directer van
ACAM (Accountancy en Advies)
De VOORZITTER: Dan gaan we nu over tot de installatie van de
gemeenteaccountant van de gemeente Amsterdam, tevens directeur van de Accountancy
en Advies.
Ik verzoek de raadsgriffier, mevrouw Pe, de heer drs. D.A. van Hooff RA de
raadszaal binnen te geleiden voor het afleggen van de belofte.
Ik verzoek u allen op te staan.
De VOORZITTER: “lk verklaar dat ik, om tot gemeenteaccount benoemd te
worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige
gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in deze hoedanigheid te doen of te laten
rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal
aannemen.
Ik verklaar en beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal
nakomen en dat ik mijn plichten als gemeenteaccountant naar eer en geweten zal
vervullen.”
De heer VAN HOOFF: Dat verklaar en beloof ik.
De VOORZITTER: Dan feliciteer ik u met uw benoeming voor deze mooie functie
binnen de gemeente Amsterdam.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
27
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Voorzitter: de heer Ünver
De VOORZITTER heropent de vergadering.
8
Benoemen van een lid in de raadscommissie Werk en Economie
De VOORZITTER: Benoemd tot lid van de raadscommissie Werk, Participatie en
Inkomen, Armoede, Coördinatie 3D, Economie, Zeehaven en Luchthaven en
Gemeentelijke Deelnemingen is benoemd: mevrouw El Ksaihi met 36 stemmen voor, 4
stemmen tegen en 1 blanco stem.
9A
Actualiteit van de leden Mbarki, Poot, Groot Wassink, Van Dantzig en Peters
inzake politie-inzet tegen drugsbazen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 141)
Bij dit agendapunt wordt betrokken ingekomen stuk nr. 49°, Brief van
waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 12 februari 2018 inzake de
veiligheidscijfers van Amsterdam over het jaar 2017
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: Om te beginnen met de brief die we graag hierbij bespreken,
kunnen we stellen dat Amsterdam de afgelopen jaren veiliger is geworden. Ook het
veiligheidsgevoel is groot geworden en de cijfers laten dat ook zien. De cijfers zijn positief,
maar Amsterdammers zijn door de recente liquidaties wel angstiger geworden. Dat
begrijpen we. Een onderdeel van onze stad wordt onrustiger. De politiebaas zei het
letterlijk: minder buitenlandse huurmoordenaars; meer jonge daders die steeds harder
worden en die er ook niet voor terugschrikken als er kinderen in de buurt van hun doelwit
zijn; een basisschool, een peuter in een kinderzitje of een kind op de arm van het
slachtoffer. Dat laat zien hoe kil dit soort daders zijn. Het heeft inmiddels ook al geleid tot
een van de meest tragische woorden in de misdaad, de zogenaamde vergismoord. En de
naam van Mohammed Bouchikhi staat nog in ons geheugen gegrift. Gisteren was de
rechtszaak van de daders die Naoufal, een achttienjarige jongen, ook door een
verdwaalde kogel om het leven hebben gebracht. Afgelopen week heeft onze politiechef
gezegd dat de politie weet waar de dreiging vandaan komt. De drugsbazen. Maar ook dat
de politie niet de capaciteit heeft om deze drugsbazen op te sporen en ze vervolgens van
de straat te plukken en ze naar de rechter te brengen om ze te berechten. Het kan niet zo
zijn dat we weten waar de dreiging vandaan komt, maar dat we niets doen. Oftewel, we
weten dat drugsbazen hierin een belangrijke rol spelen, dat ze verantwoordelijk zijn voor
deze misdaden, maar dat ze vrij spel hebben simpelweg doordat de politie in Amsterdam
niet de capaciteit heeft.
We hebben meer politiemensen nodig. Dit wisten we gisteren al. Dit wisten we
vorig jaar. Het is geen nieuws. Het tekort is de afgelopen weken pijnlijk zichtbaar
geworden. Het wordt nog pijnlijker als een van de mensen die verantwoordelijk is voor de
politie in Amsterdam dit onderstreept en aangeeft. We zullen ons vandaag als raad
moeten uitspreken om via onze waarnemend burgemeester ook naar Den Haag te kijken
28
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
en te zeggen: Amsterdam heeft een capaciteitsprobleem en dat probleem moet snel
worden opgelost. We zullen enerzijds dingen moeten voorkomen, maar we zullen aan de
andere kant ook mensen keihard moeten aanpakken. Dat kan alleen als we die mensen
ook weten op te sporen. Soms is het te laat en is er geen hoop meer voor de misdadigers
in kwestie en dan moeten ze eerlijk en keihard worden berecht. De daders van de
liquidatie in de Staatsliedenbuurt hebben levenslange gevangenisstraf gekregen.
Voor de tweede weg ligt dat moeilijker. Die vergt ook wat meer tijd, aandacht en
inzet. Voordat ik het onderwijs inging — dat weten een heleboel mensen misschien — heb
ik in een justitiële jeugdinrichting met jeugd-tbs'ers gewerkt. Wat ik daar zag, is dat het
heel moeilijk is om jongeren die diep in de criminaliteit zitten, nog enig perspectief te
geven, maar een perspectief dat vaak wel werkte, was onderwijs. Jongens die
bijvoorbeeld lang vast zaten, rondden een opleiding af en zagen weer een doel in hun
leven. De jongens die geen opleiding afrondden, daarbij was het vaak wachten op het
volgende delict en vervolgens konden we ze berechten in het volwassenen-tbs.
Daartegenover stonden heel veel mooie momenten die me hoop gaven. Hele jonge
jongens, nog niet zo diep in de criminaliteit, die we konden helpen. Onderwijs was voor
hen een toekomst, zorgde voor stabiliteit. Zo was er een jongen die goed was in techniek,
de houtbewerking. Hij maakte elke dag in detentie nieuwe dingen. Hele moeilijke dingen.
Hele ingewikkelde constructies. Je zag dat het iets met hem deed. Het was misschien wel
de eerste keer in zijn leven dat hij het gevoel had: hé, ik ben ergens goed in. Het zou me
niets verbazen als ik hem ooit zou tegenkomen als timmerman.
Dat is wat we moeten doen. Grenzen stellen. Natuurlijk. Maar we moeten ook aan
mogelijke misdadigers laten zien dat er heel veel andere perspectieven zijn. We moeten
investeren in onderwijs, overal waar we ze kunnen bereiken, ook op de moeilijkste
plekken in de stad. We hebben de afgelopen jaren heel veel succes behaald met de
aanpak van de Top600, maar nu blijkt dat het niet genoeg is. Het betekent niet dat we op
onze handen gaan zitten, want er is een grote groep die niet in beeld komt en pas later via
de onderwereld in beeld komt als het te laat is. Er is dus meer nodig dan alleen de aanpak
van de Top600 en de Top400. Daarom is het denk ik goed om samen met professionals
en experts uit het veld rond de tafel te gaan zitten om te bedenken wat er nog meer nodig
is. Denk met ons mee over hoe we deze jongeren kunnen bereiken die nu niet in beeld
zijn. Welke rol kan het onderwijs hierin spelen? Welke rol kan de gemeente hierin spelen?
Hoe zorgen we ervoor dat de politie haar informatiepositie in de Amsterdamse wijken
versterkt? Wat doen we bijvoorbeeld met het PIT, de vrij succesvolle aanpak als het gaat
om de veel jongere broertjes en zusjes? Moeten we die uitbreiden? En welke rol krijgen
onze jongerenwerkers in de stad? En hoe betrekken we de jongeren zelf erbij? Ook zij
hebben ideeën. We moeten ervoor zorgen dat preventie en repressie hand in hand gaan
en dat we dan dat samen met de jongeren doen die we nu niet zien. Niet alleen maar om
ze te berechten en op te sporen, maar ook om ervoor te zorgen dat ze kansen krijgen. Ik
heb hier een motie voor die ik graag indien mede namens andere partijen, bijna iedereen.
Ik denk dat heel veel andere partijen hetzelfde zullen zeggen, want volgens mij is het nu
duidelijk dat we als gemeenteraad zeggen: dit moet een halt worden toegeroepen. Het
gaat om jonge mensenlevens. We zullen in gezamenlijkheid met Den Haag moeten
zeggen: we hebben nu echt politiemensen nodig.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
70° Motie van de leden Mbarki, Van Dantzig, Peters, Boomsma, Poot en
Groot Wassink inzake politie-inzet tegen georganiseerde criminaliteit (Gemeenteblad afd.
1, nr. 149)
29
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— op korte termijn een expertmeeting te organiseren voor de commissie AZ
waarbij de verschillende partijen uit de driehoek en de Top600-aanpak en
andere experts worden uitgenodigd met als doel aanvullende maatregelen te
verkennen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Mooi om deze motie de A van Amsterdam te geven. Dank aan
mijn collega voor het agenderen van deze actualiteit, want de brief die we inderdaad van
de waarnemend burgemeester ontvingen over de veiligheidscijfers bevatte aan de ene
kant heel goed nieuws, namelijk dat het veiliger is geworden in Amsterdam, maar die
bevatte aan de andere kant ook echt verontrustend nieuws. Enerzijds doordat er zaken
zijn die minder goed gaan, maar die brief bevatte natuurlijk ook de informatie dat er echt
een tekort is aan politiecapaciteit in Amsterdam om de grote jongens, veelal
drugscriminaliteit gerelateerd, op te pakken. Dat zijn vaak jongens die achter de
liquidaties zitten waarover we de laatste tijd veel met elkaar hebben gesproken. Dat is
natuurlijk ontzettend zorgelijk. Op die liquidaties en bij het oppakken van criminelen geldt
natuurlijk maar een regel: de criminelen, de daders moeten opgepakt worden. Het mag in
Amsterdam niet lonen en het mag in Nederland niet lonen om dit soort criminaliteit uit te
voeren. Wij mogen dat gewoon niet accepteren. Helaas weten we al langer dat de
politiecapaciteit te kort schiet, te klein is. We hebben het hierover ook al vaak gehad.
Eigenlijk denk ik dat iedere partij in deze raad zijn of haar lobby naar de partijen in Den
Haag ook al heeft gevoerd en nog weer gaat voeren. Daarom denk ik ook dat het goed is
dat we dat met elkaar als gemeenteraad hier vandaag nog een keer uitspreken. Er moet
gewoon politiecapaciteit bij in Amsterdam want het kan niet waar zijn dat criminelen niet
worden opgepakt en het kan niet waar zijn dat deze liquidaties plaatsvinden doordat die
criminelen niet worden opgepakt en dat onschuldige slachtoffers worden gemaakt.
Wij dienen graag mede een dergelijke motie in. Maar ik denk dat we ook moeten
kijken naar wat we als Amsterdam op dit moment kunnen doen. Ja, er moet
politiecapaciteit bij, maar die vraag hebben we al vaker bij de burgemeester neergelegd.
Als we wat kunnen doen als Amsterdam, als gemeenteraad, laten we dat dan alsjeblieft
met elkaar bespreken. Als daar om wat voor reden dan ook budget bij moet, dan moeten
we dat wat mij betreft ook met elkaar bespreken.
Wij zouden nog drie zaken aan de orde willen hebben. Dat eerste gaat over het
feit dat er natuurlijk veel organisaties zijn in Amsterdam die zich bezighouden met de
veiligheid. Dat is de politie, maar dat zijn ook onze handhavers. Het zijn ook onze
straatcoaches die jongeren aanspreken. Het zijn ook jongerenwerkers. Wat ons betreft is
het de moeite waard om nog eens goed te kijken in hoeverre er informatie is die we met
elkaar kunnen delen om zo de informatiepositie van de politie te verbeteren en daarmee
het werk voor de politie eenvoudiger te maken, makkelijker te maken. Daarmee zelfs
misschien wel een heel klein beetje capaciteit vrij te spelen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan
informatie over winkeldiefstallen, over autobranden, over vernielingen. Dat soort
informatie. Wij vinden het de moeite waard om te bekijken of dat nog meer met elkaar kan
worden gedeeld, zodat er bij de politie capaciteit overblijft voor opsporing.
(De heer VAN DANTZIG: Waarmee mijn fractie wat moeite had, was het
woord efficiency in uw motie. Ik zou niet willen zeggen dat de politie niet
30
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
hard genoeg werkt. Volgens mij zijn we er hier allemaal van overtuigd dat
die kei- en keihard knokken voor de stad. Dat deelt u volgens mij ook. Ik
zou niet het verkeerde signaal met die motie willen geven. De uitleg die u
nu geeft, die is heel goed te billijken. Als we het beter kunnen doen door
informatie te delen, graag. Zou u bereid zijn te kijken naar een formulering
waarin we het woord efficiency voor de politie kunnen weghalen, zodat we
niet het signaal geven dat er niet genoeg wordt gedaan?)
Als het woord efficiency voor de heer Van Dantzig of voor andere partijen een
verkeerd signaal geeft, dan ben ik daartoe ten zeerste bereid. Laat helder zijn, er is
niemand en zeker niet van de VVD die denkt dat de politie niet hard genoeg werkt. Dit is
echt een oprechte poging om met elkaar te kijken of we de politie kunnen helpen. Dus ik
ben daartoe zeer bereid.
(De heer VAN DANTZIG: Ik wil alleen even zeggen dat ik dat waardeer.
Dan gaan we zo even kijken hoe we dat gaan doen.)
En de tweede motie gaat over hoe we de politie kunnen helpen om capaciteit vrij
te spelen. Waar wij vaker naar kijken, zijn middelen als cameratoezicht, preventief
fouilleren, wapencontroles, data verzamelen. Dat zijn volgens ons middelen die de politie
zouden kunnen helpen om capaciteit vrij te spelen. Nu weet ik dat dat natuurlijk een
ontzettend ingewikkelde discussie is hier, dus we hebben in ieder geval geprobeerd te
kijken naar cameratoezicht. Het inzetten van cameratoezicht is eigenlijk altijd iets wat op
voorspraak en initiatief van het stadsdeel gebeurt en in uitzonderingssituaties kan de
burgemeester daarin zelf het initiatief nemen. Dat is vastgelegd. Ik pak daar even mijn
tekst bij, want dat kan ik niet helemaal uit mijn hoofd zeggen. Dat is vastgelegd in een
beleidskader cameratoezicht, waarin in uitzonderlijke gevallen ook zonder verzoek van
een stadsdeel de burgemeester kan besluiten tot cameratoezicht. Onze vraag is — en die
hebben we vastgelegd in een motie — of deze bevoegdheid voldoende is. Is de
handelingsruimte die dit beleidskader biedt, op dit moment voldoende? Ik zeg daar
bewust bij: op dit moment. We zitten denk ik in een uitzonderlijke situatie. Daarvoor
hebben wij ook een motie. Ik hoor daar graag de reactie op, want naast het feit dat wij
denken dat dat handig is, denk ik ook dat we moeten proberen als raad een stapje te
maken daarin.
Wij dienen beide moties op dit moment in samen met het CDA.
Dan is er nog een derde punt dat ik graag even aan de orde wil stellen. Dat gaat
over onze handhavingsorganisatie. Ik zei u al, de politie, maar ook onze
handhavingsorganisatie vormen essentiële onderdelen in onze openbare orde en
veiligheid. Nu weten we dat de taken die we bij onze handhavingsorganisatie neerleggen,
ook al te veel zijn. Ook onze handhavingsorganisatie komt eigenlijk al capaciteit te kort.
Wij denken dat het goed is zelfs nog in deze periode daarover met elkaar een discussie te
voeren zodat we weten voor het moment na de verkiezingen wat er nodig is om ook onze
eigen handhavingsorganisatie helemaal op orde te brengen. Daarvoor krijg ik graag een
toezegging van de waarnemend burgemeester.
Afsluitend, zijn we er dan? Nee, natuurlijk zijn we er dan niet. Ook het
weerbaarder maken van onze jongeren om niet in de criminaliteit te verdwijnen, ook
sociale cohesie in wijken horen hier nog bij. Zo zijn er vast nog veel meer zaken. Voor dit
soort situaties zijn geen gemakkelijke oplossingen. Tegelijkertijd vinden wij wel dat er een
vuist moet worden gemaakt tegen deze criminelen en we hopen dat we met dit debat
daaraan een bijdrage leveren met elkaar.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen.
31
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
71° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de actualiteit over politie-
inzet tegen drugsbazen (Discretionaire bevoegdheid burgemeester cameratoezicht
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 150)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te onderzoeken of de bevoegdheid van de burgemeester om (flexibel)
cameratoezicht in uitzonderlijke gevallen zonder verzoek van een stadsdeel in
te stellen nog voldoende handelingsruimte biedt om snel te kunnen handelen;
— de gemeenteraad over de uitkomsten van het onderzoek te informeren.
72° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de actualiteit over politie-
inzet tegen drugsbazen (Efficiënte inzet beschikbare politiecapaciteit) (Gemeenteblad afd.
1, nr. 151)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in overleg met alle relevante partijen, waaronder politie, Openbaar Ministerie
en Justitie, te onderzoeken en inventariseren op welke manieren de
beschikbare politiecapaciteit zo efficiënt mogelijk kan worden ingezet;
— daarbij te leren van projecten op dit gebied in andere (Nederlandse) steden en
de resultaten van het informatiegestuurd handhaven binnen de Rve
Handhaving en Toezicht;
— de gemeenteraad over de uitkomsten te informeren.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groot Wassink.
De heer GROOT WASSINK: Ik zal het een stuk korter houden dan mijn
voorgangers, omdat ik vind dat de bijdragen van de vorige sprekers de onmacht laten zien
waarmee we hier eigenlijk allemaal staan. Als je het hebt over handhavers, over camera's,
over preventief fouilleren, over onderwijs, dan geeft dat misschien wel aan dat de kern
van het probleem is dat de politie op dit moment te druk is met liquidaties en er niet aan
toekomt de oorzaken daarvan, namelijk georganiseerde misdaad, aan te pakken. Er komt
straks een motie die om meer politiecapaciteit vraagt, om meer recherchecapaciteit
vooral. Ik ben daar natuurlijk voor omdat we die georganiseerde misdaad moeten
aanpakken. Maar als we dat aan de Tweede Kamer in Den Haag vragen, dan is het
succes daarvan natuurlijk vrij ongewis. We hebben immers eerder gezien dat er allerlei
bezuinigingen zijn geweest op het politieapparaat, bijvoorbeeld met de vorming van de
Nationale Politie, waardoor ik er niet per se positief over ben dat dit op korte termijn wordt
opgelost. Ik weet dat ook de burgemeester die zorg deelt. Elke keer dat in de straten de
gevolgen van de georganiseerde misdaad zichtbaar zijn, of dat nu in de Staatsliedenbuurt
is, in Nieuw-West of op de oostelijke eilanden, is dat slecht. Die bron moeten we
aanpakken. Welke mogelijkheden ziet de burgemeester nu nog meer dan voor de derde
of vierde keer een boze brief naar Den Haag sturen?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Het debat dat we vandaag voeren, is helaas niet nieuw.
Onze Amsterdamse korpschef gaf al in 2014 aan dat de politie het gewoon veel te druk
heeft om alle zaken direct te kunnen behandelen. Aanvankelijk ging het dan alleen om
32
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
milieufraudezaken, maar later kwam het zover dat soms ook zware criminaliteit niet kon
worden bestreden vanwege het tekort aan capaciteit. Dat is behoorlijk schrikken. Dat zei
mijn voorganger Paternotte destijds al. En dat was het. Stel je voor wat er kan gebeuren
als we zware criminelen niet kunnen opsporen en vervolgen. Dan ben je toch bang dat ze
— want dat doen zware criminelen nu eenmaal — ongestraft verder gaan en opnieuw
strafbare feiten plegen. Volgens mij heeft niemand dat overzicht van die misdaadcijfers of
ondermijning nodig om te zien dat het uit de hand aan het lopen is. We kennen onze
korpschef Aaldersberg ook niet als iemand die zomaar wat roept. Als hij aan de bel trekt,
dan moet je je oren spitsen. Tot nu toe is de breed gedragen wens van deze raad op de
een of andere manier niet gehoord in Den Haag waar het gewoon kan worden geregeld.
Burgemeester Van der Laan kreeg het een en ander gedaan in Den Haag, maar op dit
dossier leek het wel alsof ze hem, alsof ze ons als raad niet wilden horen. Ik vind dat
onbegrijpelijk. So much for law and order op dat voormalige ministerie van Veiligheid en
Justitie. Laten we in godsnaam hopen dat een Amsterdamse CDA'er op het ministerie wat
meer oplevert. Ook zonder de oproep van de heer Aalbersberg voelden we — en niet in de
laatste plaats door het drama op Wittenburg — allemaal aan dat Amsterdam niet de plek is
waar het wel een tandje minder kan met die jacht op zware criminelen. In tegendeel, we
hebben elke wijkagent en elke rechercheur keihard nodig. Dit is het moment. Er is
267 miljoen euro structureel vrijgekomen in het regeerakkoord voor de politie, voor
agenten in de wijk en voor rechercheurs. Wat mij betreft, en volgens mij wat betreft de
hele raad, moet zoveel mogelijk van dat geld in Amsterdam terechtkomen. De minister
van Justitie en Veiligheid zit met de politieleiding te kijken naar een actualisering van de
verdeling van de inzet van politiemensen. Daarvoor zitten we dan in Amsterdam met een
behoorlijk goed verhaal. Het inwoneraantal in Amsterdam is de afgelopen jaren flink
gestegen; het bezoekersaantal neemt toe — en de politiecapaciteit die beschikbaar is voor
Amsterdam is gewoon niet eens meegegroeid met die inwoners- en bezoekersaantallen.
Onderzoeken naar aanleiding van liquidaties nemen alleen al 60% tot 70% van de
politiecapaciteit voor zware criminaliteit in beslag. Amsterdammers vrezen voor hun
veiligheid na incidenten zoals die op Wittenburg en natuurlijk neem je die angst echt niet
weg met een paar extra agenten. Eigenlijk is te weinig agenten nooit de oorzaak van
criminaliteit, maar ik ben er samen met de hele raad van overtuigd — en ik heb daarvoor
een motie die raadsbreed wordt gesteund — dat hulp nu echt geboden is. Ik hoop dat de
waarnemend burgemeester zich hierdoor volledig gesteund weet.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
73° Motie van de leden van Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink,
Peters, Boomsma, Van Lammeren en van Soest inzake politie-inzet tegen zware
criminaliteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 154)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het Rijk mede namens de Amsterdamse gemeenteraad dringend te verzoeken
een substantieel aandeel van de extra vrijgekomen middelen voor de politie,
terecht te laten komen bij Amsterdamse eenheden;
— de minister van Justitie en Veiligheid te verzoeken nog dit jaar duidelijkheid te
geven over welk deel van de extra vrijgekomen middelen ten goede zal komen
aan het Amsterdamse politiekorps, en hoeveel agenten en rechercheurs dit zal
opleveren;
— bij deze verzoeken de in de overwegingen van deze motie geleverde
argumenten aan te dragen;
33
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
— een overzicht te maken van naar hoeveel zware criminaliteit geen onderzoek
kan worden gedaan vanwege gebrek aan politiecapaciteit;
— dit overzicht bij het verzoek om meer politiecapaciteit in Amsterdam te voegen
en aan de raad toe te sturen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Peters.
De heer PETERS: Ik wil nogmaals herhalen dat wij de afschuw delen, de
gevoelens van onmacht die de heer Groot Wassink net ook noemde, als het gaat om dit
dossier in deze stad. De vergismoorden. Het is een verschrikkelijk dossier en het raakt
onze stad heel hard. Het is wel duidelijk dat de politiecapaciteit onvoldoende is. Ook is
heel duidelijk dat een Nationale Politie in onze ogen geen succes is, zeker niet in
Amsterdam. Daarvoor dragen sommige partijen in Den Haag meer verantwoordelijkheid
dan andere. Er is genoeg gezegd over die politiecapaciteit.
Ik wil nog een keer terug — wat ik in de commissie Algemene Zaken ook heb
gezegd — naar de zachtere kant. Die zachtere kant verdient veel aandacht, want dan gaat
het om de netwerken. De netwerken in de stad om dit het hoofd te bieden en dan vooral
aan de preventieve kant. Het jongerenwerk. Het straathoekwerk. De scholen. Met hun
mentoren en de zorgteams. De verenigingen, de sportverenigingen en Jeugdzorg.
Werken dat soort organisaties nu goed genoeg samen? Wordt nu gesignaleerd wat er met
jongeren gebeurt in hun leven? Hebben we daar voldoende capaciteit? Zitten we wat dat
betreft in de haarvaten van de samenleving? Ik zit met die vragen. Er is in de jaren 2010-
2014 veel bezuinigd aan de jeugd- en jongerenkant in deze stad. Er is ook wel wat voor
teruggekomen. Ik heb hier geen motie bij, maar ik denk dat het echt een van de punten
voor de coalitieonderhandelingen is die na de verkiezingen komen. Het is een belangrijk
punt dat er veel meer moet worden geïnvesteerd in ook die kant van deze zaken, zodat
jongerenwerk, jongerensignalering en jongerenondersteuning jongeren op het goede pad
houden en ze de ondersteuning te geven die ze nodig hebben.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Als de baas van onze politie zelf al aangeeft dat de
zwaarste criminelen in onze stad die moorden op hun geweten hebben, vrijuit gaan en
zelfs ongemoeid blijven omdat de politie geen tijd heeft om achter ze aan te gaan, dan
hebben we een buitengewoon groot probleem. Daarover is iedereen het eens. Ik vind het
dus goed dit nog een keer te bespreken, ook al hebben we het al een aantal keren gehad
over die capaciteitstekorten bij de politie. We kennen de oproep van de burgemeester. Die
oproep voor vijfhonderd agenten ondersteunen wij ook. Ik heb er ook al op gewezen dat
er een soort stijgende lijn zit in deze discussie die we nu al twee jaar voeren. Eerst ging
het om fraudezaken en milieudelicten. Ongeveer een jaar geleden kwam er een brief dat
er te weinig tijd was voor fietsendiefstal en verkeersovertredingen. Toen hadden we het
over inbrekers waarbij zelfs een dader in beeld was. Toen waren de krantenkoppen
‘inbrekers gaan vrijuit. En nu gaat het ook om de allerzwaarste topcriminelen die de dans
ontspringen doordat die divisie Zware Criminaliteit bezig is met liquidaties en het
bestrijden van terrorisme. Natuurlijk steunen wij die oproep en het moment nu om aan te
grijpen die lobby nog een keer te verstevigen richting Den Haag. De minister moet nu over
de brug komen. Dit kan zo niet langer. Dit ondermijnt het vertrouwen van burgers in de
rechtsstaat. Als onze eigen politiechef zegt de mensen niet te kunnen aanpakken, dan
34
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
geeft dat de indruk dat ze vrijuit gaan, dat ze volledig ongemoeid worden gelaten. Je kunt
dat niet te vaak blijven doen als politiechef of als bestuur zonder daaraan een vervolg te
geven. Er wordt nu gesproken over de eerste 100 miljoen euro. Of het genoeg is, vraag ik
me af. Ik deel in die zin wel de zorg van de heer Groot Wassink of dit nu voldoende zal
worden en of dit nu zal landen. Zelfs met de middelen die nu zijn vrijgemaakt, weet ik niet
of we er dan zijn. Ik las deze week in antwoord op schriftelijke vragen van het CDA in de
Tweede Kamer dat het technisch gezien mogelijk is voor gemeenten om extra
politiesterkte in te kopen. Ik heb wel gelezen dat er natuurlijk ook bezwaren werden
gemaakt. Eigenlijk is dit absoluut een landelijke taak, maar als we allemaal een beetje
verwachten dat het Rijk waarschijnlijk toch te weinig gaat leveren, hoezeer we ook hopen
dat dat niet het geval is, dan moet die optie wat het CDA betreft wel op tafel komen te
liggen. Amsterdam verdient ook veel geld aan toerisme en evenementen. We hebben
daar dus middelen voor en daaraan gaat ook veel politiecapaciteit op. Het kan niet zo zijn
dat we niet toekomen aan die andere vormen van criminaliteit. We kunnen als gemeente
wel meer boa's inschakelen, maar die hebben nu eenmaal beperkte bevoegdheden. Dus
in dit geval, als we er niet uitkomen, dan zou ik ervoor zijn dat we onze lobby kracht bij
zetten door aan te geven: luister eens, minister, als u nu niet over de brug komt, dan
moeten wij zeggen: laten we dan zelf als gemeente extra politiecapaciteit gaan inkopen. Ik
ben eigenlijk benieuwd hoe de burgemeester daartegen aankijkt.
Dan nog een aantal vragen. De burgemeester wees op de cocaïnehandel en de
positie van Amsterdam als drugsstad. Dat is niet helemaal nieuw voor mij, maar ik ben wel
benieuwd naar meer informatie daarover. Hebben we nu enig zicht op die specifieke
cocaïnehandel? Dat werd zo nadrukkelijk gezegd en met name ook het gebruik door
toeristen en bezoekers. Wat wordt er dan op dit moment aan gedaan? In de NRC
antwoordde de burgemeester op een vraag of het Amsterdamse drugsbeleid dan
aanscherping behoefde, dat hij niet de indruk had dat dit hoog op de prioriteitenlijst van de
gemeenteraad stond. Ik kan enigszins begrijpen dat de burgemeester deze indruk heeft.
Ik kan hem wat het CDA betreft daarin geruststellen. Bij ons heeft dat zeker prioriteit,
maar de vraag is wel: hoe dan? Op welke manier kan de gemeenteraad daaraan volgens
de burgemeester meer prioriteit geven als hij aangeeft — en dat lees ik er een beetje uit —
dat dat wenselijk zou zijn? Wat het CDA betreft bevestigt dit in ieder geval nog een keer
hoe belangrijk het is dat we afkomen van dit imago van deze stad als een soort
drugswalhalla.
Tot slot nog een ander aspect. We werden natuurlijk geconfronteerd met een
gruwelijk misdrijf met de zwaarste typen automatische vuurwapens, oorlogswapens
eigenlijk. Dat moet stoppen. Wij hebben net nieuwe cijfers gekregen. Ik ben er ook blij
mee dat de politie er bovenop zit, op die facilitators. Maar het gaat niet alleen om de
handel, het gaat ook om het bezit zelf. Als je met een doorgeladen AK47 door de stad rijdt
en je wordt aangehouden met dit soort wapens, dan kun je er volgens mij wel van uitgaan
dat diegene van plan is een moord te gaan plegen. Anders doe je dat niet. Je kunt op dit
moment in principe alleen worden vervolgd voor verboden wapenbezit. Ik heb er even de
richtlijnen van Openbaar Ministerie en de strafmaat op nagekeken. Je krijgt dan een
aantal maanden cel. De richtlijn is misschien twaalf maanden — terwijl je rondrijdt en het
duidelijk is dat je van plan bent een moord te gaan plegen. Ik vind die strafmaat echt te
laag. Zeker als het gaat om die geharde criminelen. Als het gaat om recidive, dus als je
meerdere keren met doorgeladen vuurwapens wordt aangetroffen, dan nog kun je maar
een paar jaar cel krijgen. Maar ook de jongeren over wie de heer Mbarki sprak, die
misschien een hele snelle ontwikkeling hebben doorgemaakt, die worden ingezet om
ervoor te zorgen dat ze niet meer terug kunnen na zo'n daad te hebben gepleegd, dus
degenen die nog niet eens bij de Top600 zitten, die moet je ook langer van straat kunnen
35
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
halen als ze eenmaal worden aangetroffen met die wapens. Nu we toch bezig zijn met
een lobby, zou ik willen voorstellen bij de minister ook aan te geven dat wij prijs zouden
stellen op het verhogen van maximumstraffen voor het bezit of het voorhanden hebben
van automatische vuurwapens, categorie 2 van de Wapenwet. Daartoe heb ik een motie
samen met de VVD.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
74° Motie van de leden Boomsma en Poot inzake de strafmaat voor het bezit
van automatische vuurwapens (Gemeenteblad afd. 1, nr. 156)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het Rijk mede namens de Amsterdamse gemeenteraad dringend te verzoeken
om de maximale strafmaat voor het bezit van automatische vuurwapens
(categorie 2 in de Wet Wapens en Munitie) te verhogen van maximaal 4 jaar
naar maximaal 8 jaar.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de waarnemend burgemeester de heer
Van Aartsen voor de beantwoording van de vragen en de preadvisering van de moties.
Waarnemend burgemeester de heer VAN AARTSEN: Laat ik beginnen met
waarmee de heer Mbarki ook begon; de vreselijk tragische, dramatische, afschuwelijke
moord op Wittenburg waar de jonge Mohammed omkwam, gewoon werd vermoord. Het is
absoluut voor Amsterdam — en dat was misschien al eerder zo — het moment om richting
Binnenhof het nodige te gaan doen. Ik vermijd meestal Den Haag omdat dat verwarring
kan wekken. Het gaat uiteraard om onze nationale regering daar waar het de capaciteit
van de politie aangaat. Eigenlijk heeft dit debat twee pijlers: de ene pijler heeft te maken
met de capaciteit van de politie. Ik ga niet herhalen wat daarover in diverse brieven de
afgelopen twee jaar is gezegd. Ik ga ook niet datgene herhalen wat de hoofdcommissaris
daarover heeft gezegd. Ik ben het uiteraard met hem eens en dat heeft u ook kunnen
lezen in de brief over de veiligheidscijfers over het voorjaar. Daarbij zeg ik opnieuw wat ik
ook bij de persconferentie heb gezegd: Mooi. Een compliment ook voor politie en OM dat
de cijfers een goede richting uitwijzen. Eigenlijk zeggen die cijfers veel, maar ze zeggen
nog niet alles. Het is niet goed om het immer over cijfers te hebben, maar ook over
datgene wat de Amsterdammers en de mensen voelen ten aanzien van de veiligheid in de
stad. Ook daar zie je redelijke cijfers als je kijkt naar slachtofferschap. Ik heb in de
persconferentie gezegd: dat verhaal kun je absoluut niet vertellen aan degenen die een
moord hebben meegemaakt zoals de ouders van Mohammed en die anderen die
vreselijke criminele feiten hebben moeten ondergaan.
Ik wil eerlijk zijn. Dat poog ik altijd te wezen. Ik ben wel onder de indruk van
datgene wat van de zijde van de heer Groot Wassink is gezegd. Die zei duidelijk: die
route richting het Binnenhof, daarvan is het succes ongewis. Ik zal u zo dadelijk zeggen
wat naar mijn oordeel daaraan moet gebeuren zonder dat ik dan ook kan zeggen dat dat
de oplossing is. Dat zal die misschien ook niet zijn. Maar het is zo, omdat het al is
gebleken. De burgemeester, mijn voorganger, heeft een hele heldere brief geschreven
tijdens de kabinetsformatie van het huidige kabinet. Er is 267 miljoen euro gekomen. Dat
wijkt in hoge mate af van het bedrag dat alle regioburgemeesters en Openbaar Ministerie
ter voorbereiding van de formatie van een nieuw kabinet hadden neergelegd bij de
36
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
onderhandelaars. Daar ging het dus over een bedrag dat tegen de 1 miljard euro aan liep.
Dat hebben we niet zomaar op een achternamiddag opgeschreven, maar daaraan ligt
zeer grondig onderzoek ten grondslag. Helaas hebben we allen in Nederland moeten
constateren dat zelfs dat pleidooi van Openbaar Ministerie en regioburgemeesters
kennelijk niet hoog op de tafel van de onderhandelaars heeft gelegen. Er is dus een
bedrag van 267 miljoen euro vrijgemaakt en dat wijkt af van datgene wat nodig is. Lukt het
om het Binnenhof nu in beweging te krijgen? Ik kan u niet zeggen of dat zal lukken, maar
ik vind wel, en ik heb daartoe het initiatief al genomen, want ik tref iets aan, ik tref meer
aan in deze stad, en het gaat gebeuren op zeer korte termijn met de minister van Justitie
en Veiligheid, met de korpschef, de baas van de politie in beheerstechnische zin, en
uiteraard met onze hoofdcommissaris en met mij. Er gaat zeer binnenkort overlegd
worden over al die elementen die ook in de motie die u praktisch allen ondersteunt, is
neergelegd. Ik zal dat in alle helderheid doen. Dat zal de minister overigens niet verbazen,
want ik heb al enig contact met hem gehad. Ik sta nu eenmaal in deze discussie wel
bekend als iemand die ook in zijn vorige functie telkenmale heeft aangedrongen op meer
capaciteit bij de politie. Ik denk dat het nu moet, zeker ziende de situatie van Amsterdam
en als je naar de intellectuele kant van het verhaal kijkt, dan heeft Amsterdam gewoon
een heel goed verhaal. Ik verwijs opnieuw naar de elementen in de motie van de heer
Van Dantzig. Zelfs als de minister op zeer korte termijn meer manschappen,
vrouwschappen ter beschikking zou stellen, dan nog lopen die niet binnen nu en een jaar
in de stad. Daarover zal overigens ook gesproken moeten worden — en dat is een beetje
een oud thema van zowel de hoofdcommissaris hier alsook van mij — over het hele
opleidingssysteem van de Nederlandse politie. Door de manier waarop we de
politiemensen op dit moment opleiden, heb je een lang traject nodig. Het is uiteraard
nodig dat ze goed zijn opgeleid, maar je kunt daarnaar nog eens kritisch kijken en daarbij
zou een Amsterdams element dat de afgelopen jaren ook al in discussie is geweest,
kunnen helpen, namelijk dat je ook Amsterdam de gelegenheid geeft opleidingskorps te
zijn. Of dat kan, of dat zou kunnen lukken, dat kan ik u niet garanderen, maar u kunt er
wel van verzekerd zijn dat ik hier in alle helderheid zal opereren. Maar de minister, dat
moet u ook beseffen, zit kort in dit ambt. Hij is een zeer bekwaam minister, maar hij heeft
wel een regeerakkoord meegekregen waarbij hij onvoldoende geld van deze
coalitiepartijen heeft meegekregen. Dat zal voor hem een probleem vormen. Wij zouden
hem daarover wellicht wat suggesties kunnen doen. Als u het niet erg vindt, dan bewaar ik
dat toch echt voor mijn gesprek met minister Grapperhaus dat zeer binnenkort zal
plaatsvinden in de samenstelling zoals ik u die noemde. Dat is pijler 1.
De tweede pijler is wat ik zou willen noemen, en misschien doet dat u denken aan
iets als sociale vernieuwing. Ik heb daarover ook iets gezegd bij het debat dat we hebben
gehad bij die afschuwelijke moord op Wittenburg. En ik denk dat degenen die daarover
hebben gesproken — en de heer Peters noemde dat de zachte kant van het hele verhaal —
dat dat zeer veel aandacht zal vergen. Dat heb ik al bij het debat gezegd dat we over
Wittenburg hadden. En dan gaat het inderdaad over vraagstukken waarover de heer
Mbarki het had, over onderwijs, over de manier waarop we omgaan met juist kwetsbare
jongeren in deze samenleving, en die zijn er helaas in bepaalde delen van deze stad en
dan denk ik ook aan jongeren met een zekere psychische problematiek. En dat zal ook
van u en ziende naar de formatie hier in Amsterdam na 21 maart absoluut hoog op de
agenda moeten komen. Dat is het element dat ook in de motie zit van de heer Mbarki,
dacht ik, omdat hij ook vraagt om een sluitende aanpak. Hij heeft duidelijk gemaakt wat hij
eigenlijk met die sluitende aanpak bedoelt. Het is aan u, want de motie vraagt ook een
expertmeeting. Hij noemt een aantal participanten. Het is volgens mij aan u om te
besluiten dat te doen. Het enige wat ik daarover zou willen zeggen, is dat het ongelooflijk
37
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
belangrijk is zo'n expertmeeting heel goed voor te bereiden. Als het een expertmeeting is
waar men bij zit, waar u een aantal deskundigen spreekt en vervolgens is aan het einde
van de dag de conclusie dat het een mooie expertmeeting was, dan is er niet echt iets
uitgekomen. U zult moeten nadenken over de timing, over wanneer u dat exact wilt doen.
Ik geloof dat de heer Mbarki zei, nog in deze periode van deze raad. Hoe u die timing ziet,
dat laat ik verder aan u. Nogmaals, ik dring wel aan op een goede voorbereiding van een
dergelijke expertmeeting en daarbij kunnen wij uiteraard helpen. Laat ik dus zeggen, de
kant van de sociale vernieuwing — ik kom daarop omdat ik indertijd met de toenmalige
minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Dales, en de projectleider de heer Schaefer
heb gewerkt aan het project Sociale vernieuwing. Het is voor mij altijd een voorrecht
geweest om de heer Schaefer te hebben gekend en een stukje met hem mee te hebben
mogen lopen ten aanzien van vraagstukken als deze. De tijd is anders. De noodzakelijke
maatregelen zullen anders zijn. Er is echter wel heel veel energie voor nodig.
Datzelfde geldt voor hoe en waar we de politie kunnen helpen — als ik bij mevrouw
Poot kom die een aantal behartenswaardige opmerkingen heeft gemaakt. Zeker, dat kan.
En dat heb ik al een aantal malen zowel hier als in de raadscommissie gezegd. Als we
naar de hele handhaving- en toezichtkant kijken, dat speelt dat de komende jaren op
allerlei fronten, ook op het punt van opleiding. Hebben we nu de goede mensen? We
hebben heel veel goede mensen daarin, maar heb je nog niet iets extra's nodig, extra
kennis en expertise? Daar zal ook een bedrag aan hangen en het zal volgens mij
noodzakelijk zijn dat er bij de formatie van een nieuw college absoluut nieuw geld moet
komen. Ik was kort binnen en ik heb gezegd: wat nu noodzakelijk is, is dat we tijdig, dus in
ieder geval voor de 21° maart met elkaar nadenken en ook met wethouder Choho, wat
we nu eigenlijk de komende 4 à 5 jaar in Amsterdam op dit punt nodig hebben, wat dus
een aanvulling is op datgene wat we hebben. Laat ik een voorbeeld noemen. Het
Binnenstad Offensief. Die discussie, die is succesvol. Je kunt er allerlei kritische
kanttekeningen bij plaatsen, maar toch helpt het. Maar goed, daar zitten nu ongeveer 47
handhavers en 47 politiemensen. Dat zou meer kunnen zijn. Maar voorlopig is het denk ik
verstandig die verhouding 47:47 te houden om de doodeenvoudige reden dat je de politie
ook nog heel hard nodig hebt in dit kader. Dat heb ik ook in de driehoek besproken. Het is
ook moeilijk voor de hoofdcommissaris, want dat betekent dat je de 47 man die je inzet in
het Binnenstad Offensief, niet elders kunt inzetten. Dat is het probleem. Dat heeft dus met
de capaciteit te maken. Daarmee worstelt de driehoek zo ongeveer wekelijks, want daar
waar je ergens prioriteit aan geeft, dan kun je dat niet op andere punten doen. Een ding
moet duidelijk zijn: daar waar het gaat over de drugscriminaliteit, verdovende middelen en
de afschuwelijke moordpartij en datgene wat er op dit gebied al is gebeurd, is absolute
prioriteit voor Openbaar Ministerie en de politie. Op de zaak van Wittenburg zitten
tientallen rechercheurs. Die haal je dus weg uit andere operaties, andere onderzoeken.
Dat kan niet anders. Dat moet, want het heeft de grootste prioriteit om deze criminelen te
pakken en te veroordelen zoals ook is gebeurd, en ik geloof dat de heer Mbarki eraan
herinnerde, met degenen die in de Staatsliedenbuurt hebben geopereerd. U vroeg ook
hoe het nu zit met cameratoezicht. Ik begrijp uw vraag niet helemaal, want over het
gemeentelijk cameratoezicht — er is hier in uw raad vaak over gesproken, niet in mijn
aanwezigheid nog, maar dat gaat ook nog gebeuren, geloof ik — daar gaat de
burgemeester over. En ik ben een groot voorstander van cameratoezicht. Dat is niet iets
wat wordt geïnitieerd door de stadsdelen. We betrekken uiteraard de stadsdelen er wel
bij. Dat doet we met heel veel dossiers. Maar de burgemeester gaat erover. Ik dacht dat u
mij vroeg of ik dan niet meer bevoegdheden op dat punt nodig heb. Op zich is dat dus niet
nodig. Het is wel belangrijk dat hier in deze raad een keer wordt nagedacht over de
manier waarop we met dat cameratoezicht omgaan. Daarover heeft u opvattingen;
38
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
daarover heb ik opvattingen. Dat zal denk ik ook een zaak zijn die in de komende
raadsperiode veel accenten en aandacht en wellicht ook nieuw beleid vergt.
(Mevrouw POOT: Het doel van de VVD en het CDA was te kijken of u in
ieder geval voor deze situatie meer mogelijkheden en bevoegdheden
nodig heeft voor cameratoezicht om de politie te ontlasten. Als u zegt: ‘dat
is niet zo’, dan trekken we de motie in. Als u zegt: ‘daarover wil ik toch
nadenken’, dan moeten we het daarover in de tweede termijn even
hebben.)
Op dit gebied, en dat heb ik ook terstond gedaan naar aanleiding van de
Wittenburgkwestie, daar heb ik terstond cameratoezicht ingezet. Dat heeft tot de vrijdag
geduurd. Dat moet dan ook worden geïnstalleerd et cetera. Je moet bedenken waar je die
camera's neerzet. Dus ik heb die bevoegdheid. Ik heb wat dat betreft niet meer nodig.
Wat wel continu de discussie zal zijn met deze raad, dat voel ik ook, is de vraag of dat nu
allemaal moet en of dat wel effectief is. Dat is een debat dat in bredere zin na 21 maart
met de nieuwe raad en met het nieuwe college zou moeten worden gevoerd. Op zich kan
ik ermee uit de voeten op dit moment.
U noemde een aantal strafbare feiten en u zei: kunnen we helpen? Jazeker, alles
helpt. Meer ogen helpen ook. Uiteindelijk staan de criminele feiten die u noemde, open
voor strafvervolging. En dat kan alleen via politie en Openbaar Ministerie.
De heer Boomsma herinnerde aan wat ik kennelijk in de NRC heb gezegd. Ik
controleer nooit, nooit interviews. Ik heb ook niet gezien wat ze ervan hebben gemaakt.
Dat is een heerlijke wetenschap als je dat niet doet. Maar ik zal ernaar kijken. Er is
overigens ook een artikel in de NRC en dat heb ik wel gezien, waarin een aantal mensen,
ik dacht politiemensen uit andere delen van het land, zeggen dat er misschien ook in
Amsterdam nog eens breder nagedacht zou kunnen worden. Als ik in die zin uw
opmerkingen mag opvatten, dan denk ik dat het ook een kwestie is waarover in een
nieuwe collegeperiode en een nieuwe raadsperiode echt een discussie zou moeten
worden gevoerd. Nogmaals, op dit moment kan ik doen wat ik wil en ik ben ook heel
dankbaar voor het feit dat de raad de inzet op Wittenburg meteen heeft gesteund, maar
het is wel een vraagstuk waarbij de burgemeester iets meer leiding vanuit uw raad zou
kunnen hebben. Ik doe wel een beroep op u om een aantal vraagstukken zeer
fundamenteel bij de formatie van een nieuw college te bespreken. Zeker, het is zoals de
schrijvers in de NRC zeiden. Terecht heeft men heel veel aandacht voor alle drukte in de
stad en alles wat er in deze stad gebeurt. De hoofdstad is wel de hoofdstad van het land
en die heeft wat dat betreft alle trekken van een internationale stad. Maar de drukte heeft
ook achtergronden. Ik denk dat het goed zou zijn om daarover met zijn allen een keer
goed na te denken. En misschien kan dat ook in die expertmeeting.
(De heer BOOMSMA: Ik hoor dat de burgemeester zegt dat hij het op
prijs zou stellen als een nieuwe raad vanuit die raad wat meer leidinggeeft
en de burgemeester ondersteunt in het beteugelen van dit probleem.
Alleen, ik begrijp nog niet zo heel goed wat hij daarmee bedoelt en ik zou
graag weten hoe wij dat dan zouden kunnen doen en op welk vlak
precies.)
Ik doe een oproep aan u. Ik moet wel mijn taak, mijn positie wel goed zien als
waarnemend burgemeester. Er zal hier een nieuwe samenstelling van de raad zijn en mijn
oproep is dus: discussieer daarover goed. Ik wil mij geen seconde aan de politieke
machinerie hier in de raad opdringen, geen seconde, behalve datgene wat ik formeel
moet doen. Het zou denkbaar kunnen zijn dat de burgemeester juist voor dit soort
elementen erbij wordt betrokken of dat zijn mening misschien wordt gevraagd bij de
39
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
onderhandeling. Ik geloof dat die methode wel eerder in Amsterdam is toegepast. In ieder
geval was dat wel de methodiek in de gemeente Den Haag.
(De heer BOOMSMA: Dat lijkt me een goede suggestie om de
burgemeester daarbij te betrekken. Maar het gaat om leidinggeven en dan
gaat het ook om de vraag hoe wij die drugscriminaliteit en die specifieke
problematiek die samenhangt met het toerisme beter vanuit de
gemeenteraad kunnen beteugelen.)
Dat is inderdaad een aspect waarover nagedacht zou moeten worden. Naar mijn
mening, althans. Ik ben wat dat betreft heel voorzichtig, want in uw raad wordt daarover
mogelijkerwijs iets anders gedacht. Zoiets heb ik denk ik ook tegen de NRC gezegd, wat
op een bepaalde manier is verwoord. Ik weet dat ik me hier op glad ijs begeef, maar ik wil
het toch zeggen. Het speelt wel in mijn achterhoofd. Het is misschien goed om u dat dan
ook gewoon duidelijk te zeggen. Dan weet u ook wat u aan mij heeft op dit punt.
Even zien, dan komt ik bij de kwestie van de motie over zware wapens. De motie
van de heer Mbarki, daarover heb ik gezegd wat ik heb gezegd ten aanzien van de
expertmeeting. Doe het met een hele gedegen en goede voorbereiding zodat er echt iets
tastbaars uit kan komen.
De motie over de efficiënt inzetbare politiecapaciteit, ik begreep dat daarover nog
zou worden nagedacht. De heer Van Dantzig had opmerkingen over die efficiency in de
richting van mevrouw Poot. Dat is iets wat we soms dagelijks, maar in ieder geval
wekelijks bespreken in de driehoek. U noemt ook projecten in andere Nederlandse
steden. Ik denk dat Amsterdam wat dit betreft wel zeer uniek is. Ik weet niet of dat zo’n
grote bijdrage zou kunnen leveren. Ik vind het wat moeilijk een oordeel over deze motie te
geven nu ik het idee heb dat daarover nog wordt nagedacht.
(Mevrouw POOT: Om het iets simpeler te maken: in overleg met de heer
Van Dantzig zijn de woorden efficiency geschrapt omdat die een verkeerd
idee zouden geven. Het gaat ons erom — en ik snap dat dat natuurlijk ook
gebeurt — nog een keertje met elkaar te kijken of we op een zodanige
manier de informatie met elkaar kunnen delen, dat dat wat helpt.)
De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 151) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
75° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de actualiteit over politie-
inzet tegen drugsbazen (Inzet beschikbare politiecapaciteit) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
152)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in overleg met alle relevante partijen, waaronder politie, Openbaar Ministerie
en Justitie, te onderzoeken en inventariseren op welke manieren de
beschikbare politiecapaciteit kan worden ingezet;
— daarbij te leren van projecten op dit gebied in andere (Nederlandse) steden en
de resultaten van het informatie-gestuurd handhaven binnen de Rve
Handhaving en Toezicht;
— de gemeenteraad over de uitkomsten te informeren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
40
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Waarnemend burgemeester VAN AARTSEN: Dan is een belangrijk deel van mijn
bezwaar tegen die motie weggenomen. Ik had hetzelfde bezwaar als de heer Van
Dantzig. Ik schrok er een beetje van, want dat doen we dus. Het is een kwestie van
permanentie. Dat is niet iets wat we een keertje doen. Het zal ook zeker weer aan de orde
zijn in het kader van het opstellen van het regionaal veiligheidsprogramma.
Dan de motie over de politie-inzet tegen drugsbazen. Ik begreep dat u daarover
ook nog moet nadenken, maar die motie zou ik als een overbodige motie willen
beschouwen.
Dan de motie over de politie-inzet tegen zware criminaliteit. Die motie kan ik
geheel onderschrijven. Die helpt — met de kanttekeningen die ik daarbij heb gemaakt van
de positie van de minister van Justitie. Er is alleen een probleem met de een-na-laatste
bullet om een overzicht te maken van naar hoeveel zware criminaliteit geen onderzoek
kan worden gedaan. Dat is een vraag die ik niet kan beantwoorden; die is aan het
Openbaar Ministerie. Bovendien zit daaraan een aantal aspecten waarvan ik zeker weet
dat men zal zeggen dat niet publiek te gaan delen. Ik zou u willen verzoeken dat element
uit de motie te halen, omdat de kans dat u niet krijgt wat u wilt hebben, zeer groot is.
(De heer VAN DANTZIG: Deze motie is vooral bedoeld om de
burgemeester in stelling te brengen en hem te helpen. Dat kan wat mij
betreft op twee manieren. De burgemeester zou kunnen vragen wat voor
inzet hij zou kunnen geven met een slag om de arm. Als het niet kan, dan
kan het niet en dan zullen wij u er niet op afrekenen. Als u zegt dat u
daarmee ook niet uit de voeten kunt, dan pak ik nu de pen en dan haal ik
de bullet door.)
Ik zou de voorkeur geven aan dat laatste, maar dan moet u daarover met uw
medeondertekenaars nadenken. Daar geef ik u uiteraard de tijd voor.
(De heer VAN DANTZIG: Er rent nu niemand naar mij toe, dus dan ga ik
die bullet doorstrepen.)
Zoals gezegd, ik heb al heel snel na mijn aantreden als waarnemend
burgemeester het contact gezocht met de minister van Justitie en Veiligheid ziende naar
de situatie in Amsterdam. Dat wil ik toch nog een keer zeggen. Dat is mede de reden toen
dit aan de orde kwam bij de commissievergadering, dat ik daarop niet direct heb
gereageerd, omdat ik dacht: ik wil nu eerst eens kijken wat daaruit rolt.
De motie-Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink, Peters, Boomsma, Van
Lammeren en Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 154) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
76° Motie van de leden van Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink,
Peters, Boomsma, Van Lammeren en van Soest inzake politie-inzet tegen zware
criminaliteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 155)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het Rijk mede namens de Amsterdamse gemeenteraad dringend te verzoeken
een substantieel aandeel van de extra vrijgekomen middelen voor de politie,
terecht te laten komen bij Amsterdamse eenheden;
— de minister van Justitie en Veiligheid te verzoeken nog dit jaar duidelijkheid te
geven over welk deel van de extra vrijgekomen middelen ten goede zal komen
41
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
aan het Amsterdamse politiekorps, en hoeveel agenten en rechercheurs dit zal
opleveren;
— bij deze verzoeken de in de overwegingen van deze motie geleverde
argumenten aan te dragen;
— dit overzicht bij het verzoek om meer politiecapaciteit in Amsterdam te voegen
en aan de raad toe te sturen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
Waarnemend burgemeester VAN AARTSEN: Ik wil de heer Boomsma toezeggen
dat we in het gesprek dat we hebben met de minister van Justitie en Veiligheid, want u
heeft het geschetst, dat mensen met dit type wapens in Nederlandse steden kunnen
rondrijden en dan ook in Amsterdam, dat verzoek overbrengen. Het is uiteraard niet een
zaak waar de Amsterdamse raad echt over gaat. Dat weet u ook. Ik denk dat de minister,
ik geloof dat hij twee weken geleden een interview heeft gegeven aan een van de
dagbladen, op een ander onderwerp dat hij dacht aan verhoging van de strafmaat. Daar
kan ik dan in ieder geval bij aanhaken.
(De heer BOOMSMA: Met die toezegging kan ik genoegen nemen en dan
trek ik de motie terug.)
De motie-Boomsma en Poot, (Gemeenteblad afd. 1, nr. 156), ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Dat was de beantwoording en de preadvisering.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Ik heb nog twee zaken voor de administratie. Kan dat via de
interruptiemicrofoon? Dat gaat over het intrekken van de motie over het cameratoezicht
en de discretionaire bevoegdheid van de burgemeester. Dat is motie (Gemeenteblad afd.
1, nr. 150). De waarnemend burgemeester gaf aan dat zijn bevoegdheden daarin
voldoende zijn. En bij de motie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 152) ben ik vergeten te melden
dat de heer Van Dantzig deze ook meetekent.
De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 150) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 152) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
77° Motie van de leden Poot, Boomsma en Van Dantzig inzake de actualiteit
over politie-inzet tegen drugsbazen (Inzet beschikbare politiecapaciteit) (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 153)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in overleg met alle relevante partijen, waaronder politie, Openbaar Ministerie
en Justitie, te onderzoeken en inventariseren op welke manieren de
beschikbare politiecapaciteit kan worden ingezet;
42
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
— daarbij te leren van projecten op dit gebied in andere (Nederlandse) steden en
de resultaten van het informatie-gestuurd handhaven binnen de Rve
Handhaving en Toezicht;
— de gemeenteraad over de uitkomsten te informeren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. Het woord is aan de heer
Groot Wassink voor een stemverklaring.
De heer GROOT WASSINK (stemverklaring): De fractie van GroenLinks zal de
motie-Poot, Boomsma en Van Dantzig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 153) niet steunen,
omdat wij niet zien wat dit nog toevoegt aan datgene wat de waarnemend burgemeester
reeds heeft toegezegd.
Aan de orde is de stemming over de motie-Mbarki, Van Dantzig, Peters,
Boomsma, Poot en Groot Wassink (Gemeenteblad afd. 1, nr. 149).
De motie-Mbarki, Van Dantzig, Peters, Boomsma, Poot en Groot Wassink
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 149) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Mbarki, Van Dantzig, Peters,
Boomsma, Poot en Groot Wassink (Gemeenteblad afd. 1, nr. 149) met algemene
stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Boomsma en Van Dantzig
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 153).
De motie-Poot, Boomsma en Van Dantzig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 153) wordt
bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Boomsma en Van Dantzig
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 153) is aangenomen met de stemmen van de SP, Partij voor de
Dieren en GroenLinks tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot
Wassink, Peters, Boomsma, Van Lammeren en Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr.
155).
De motie-Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink, Peters, Boomsma, Van
Lammeren en Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 155) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot
Wassink, Peters, Boomsma, Van Lammeren en Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 155)
met algemene stemmen is aangenomen.
10A
43
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Actualiteit van de leden Groot Wassink en Van Dantzig inzake het initiatief
kiesdeburgemeester.nl (Gemeenteblad afd. 1, nr. 144)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groot Wassink.
De heer GROOT WASSINK: Er wordt de laatste tijd veel gesproken over een
gekozen burgemeester, de wenselijkheid daarvan en hoe dat dan te organiseren. In de
Tweede Kamer heeft dat ertoe geleid dat men recentelijk heeft aangenomen de manier
waarop de burgemeester wordt benoemd, uit de Grondwet te schrappen. Dat is nog een
lang traject, want dat gaat nog naar de Eerste Kamer zoals u weet. Maar daarover wil ik
het helemaal niet hebben. En ik wil het eigenlijk ook inhoudelijk helemaal niet hebben
over de petitie die in deze stad is gestart. Zoals u weet, is het een petitie om de
zeggenschap van Amsterdammers bij de benoeming van de nieuwe burgemeester te
vergroten. Als Groenlinks staan wij daar positief tegenover en we zien ook dat deze
petitie tot enig enthousiasme leidt. Ik zeg het maar even voorzichtig. De mate waarin
enthousiasme bestaat, is moeilijk te definiëren, maar ik zeg enthousiasme, omdat de
petitie in korte tijd ruim is ondertekend. Ik zou eigenlijk vooral van de waarnemend
burgemeester willen weten op welke termijn dat gaat spelen, want ik begrijp dat het
voorstel nu formeel wordt ingediend, het gaat naar de referendumcommissie, er staan
natuurlijk vaste termijnen voor. Juist omdat hiervoor enthousiasme bestaat en omdat wij
zelf allemaal hechten aan snel duidelijkheid in deze kwestie, omdat het iets is wat de stad
bezighoudt, vraag ik de waarnemend burgemeester op welke termijn we duidelijkheid
kunnen krijgen vanuit het college, vanuit de referendumcommissie over de mogelijkheden
en de onmogelijkheden van dit initiatief. Ik denk dat dat voor zowel de indieners als voor
Amsterdammers als ook voor de rust in deze raad bevorderlijk is.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Sinds de eerste Gemeentewet van 1851 is er een hoop
veranderd in het gemeentebestuur. Er is ook een hoop verbeterd, maar de gekozen
burgemeester — daarmee zijn wij eigenlijk een van de weinige landen waar dat niet zo is.
Nederland is in ieder geval nog niet zo ver. U weet van mijn partij dat we dat tamelijk bizar
vinden. Maar goed, ik zal hier geen Tweede Kamertje gaan spelen, noch uitgebreid
ingaan op hoe een burgemeester een steeds bepalender rol speelt en meer
bevoegdheden krijgt in onze samenleving. En ook zijn burgemeesters steeds meer het
gezicht van onze gemeenten geworden en is hun rol veranderd als het gaat om openbare
orde en veiligheid. Het standpunt van mijn partij is inmers glashelder. Zoiets belangrijks
als een burgemeester laat je eigenlijk niet over aan politieke achterkamertjes. Daarvoor is
een sterke democratische legitimatie nodig en uiteindelijk moet een burgemeester ook
gewoon democratisch worden beoordeeld op zijn prestaties. Er gloort hoop, want op dit
moment gaat de Eerste Kamer zich erover buigen en de benoeming van de burgemeester
deconstitutionaliseren. Een mooi woord. Dat wilde ik hier graag een keer gebruiken. Zo
lijken we als een van de laatste landen ook over de streep te gaan.
Dat gaat een paar dappere Amsterdammers niet snel genoeg. Ze zijn een petitie
gestart om met wat creatieve fondsen in Amsterdam alvast te beginnen met het
democratisch maken van de selectieprocedure van een nieuwe burgemeester. Ik vind dat
mooi. Dat is dan een verandering waarbij we een van de laatsten zijn en daar willen
Amsterdammers dan weer het eerste mee zijn. Typisch Amsterdams en vanuit de fractie
is er dan ook heel veel lof voor de initiatiefnemers. Maar dan komt er toch een maar. Ik wil
voorkomen dat we verblind door enthousiasme zaken verkeerd gaan regelen of bij
44
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Amsterdammers verkeerde verwachtingen wekken. Tussen droom en daad staan wetten
in de weg en dan schieten we ons doel voorbij.
Ik zal daarom een aantal kritische vragen stellen over het initiatief aan de
burgemeester, waarop ik nu niet per se antwoord verwacht. Ik denk dat dat secuur moet
en waarschijnlijk moet de burgemeester zich daarover buigen, wellicht zelfs advies
inwinnen en ook aan de referendumcommissie voorleggen hoe het zit. Maar mijn eerste
en belangrijkste vraag is hoe de voorstellen in het initiatief zich verhouden tot de
Grondwet en de Gemeentewet. Een andere vraag is of de gemeenteraad bevoegd is om
bekendmaking op te nemen als harde eis. Is de gemeenteraad wettelijk bevoegd
kandidaten die niet bereid zijn zich bekend te maken, die niet bereid zijn onderwerp te
worden van een burgerraadpleging, alleen om die reden niet aan te bevelen aan de
minister? En hoe denkt de burgemeester dat de minister het beoordeelt als de
gemeenteraad zijn aanbevelingen voor een nieuwe burgemeester doet, louter en alleen
gebaseerd op een burgerraadpleging?
Ik hoop dat er snel duidelijkheid is voor de initiatiefnemers en dus voor de
Amsterdammers want dan kunnen we dit initiatief op waarde beoordelen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Moorman.
Mevrouw MOORMAN: Ik twijfelde een beetje of ik het nu logisch vond dat we een
actualiteit hadden, want er is gewoon een initiatief ingediend. Daar is de PvdA ontzettend
voor en dan gaan we altijd volgens de normale procedure naar de Referendumcommissie
om te kijken wat daarop de reactie is. Volgens mij hebben we daarvoor helemaal geen
actualiteit nodig. Het geeft een beetje de indruk alsof de actualiteit vooral benoemd was
om nog eens een keer te benadrukken dat we een gekozen burgemeester willen hebben.
Laat ik duidelijk zijn: dat wil ik ook. Dan heb ik dat tenminste gezegd. Verder ben ik
inderdaad heel erg nieuwsgierig of we nog voor de verkiezingen een reactie gaan krijgen
van de Referendumcommissie en ik hoor graag de beantwoording daarop van de
waarnemend burgemeester.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ruigrok.
Mevrouw RUIGROK: Ik sluit me voor een groot deel aan bij de woorden van
mevrouw Moorman. Ook ik vraag me af waarom we deze actualiteit nu hebben, maar ik
heb toch een variant op de woorden van mevrouw Moorman, want wij zijn als
Amsterdamse VVD niet voor een populariteitspool, maar we willen wel graag de
Amsterdammer betrekken bij het verkrijgen van informatie over wat men zoekt in een
burgemeester, het profiel. Maar natuurlijk wil ik ook graag weten hoe het proces verder
loopt en wat er gaat gebeuren met de indieners van dit referendum.
De VOORZITTER geeft het woord aan de waarnemend burgemeester voor de
beantwoording van de vragen.
Waarnemend burgemeester VAN AARTSEN: Ik kan, denk ik, vrij kort zijn.
Uiteraard heeft het college kennisgenomen van het initiatief. U kent zelf ongetwijfeld de
verordening. De verordening schrijft voor dat we over zaken die dit aangaan, de
Referendumcommissie om advies vragen. Die brief richting Referendumcommissie is
afgelopen dinsdag vastgesteld in het college. Wij vragen de Referendumcommissie
zonder leading questions, maar gewoon of dit gegeven, de Gemeentewet, de verordening
in Amsterdam mogelijk is. Daarover moet de commissie zich onder leiding van professor
45
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Voermans uitlaten. We hebben in de brief gevraagd — en dat is overigens wel enigszins in
afwijking van de verordening, want volgens de verordening heeft de commissie daar zes
weken voor — of het mogelijk zou zijn dat de commissie ons over drie weken een advies
kan geven. Dan is het dus aan het college om met een voorstel, voordracht heet dat hier,
richting uw raad te komen naar alle waarschijnlijkheid gebaseerd op dat advies van de
Referendumcommissie. Als ik goed reken, dan zou dat inderdaad kunnen voor de
verkiezingsdatum van 21 maart. Maar ik weet dat uiteraard ook niet. We hebben de
commissie gevraagd dat snel te doen. Ik denk dat dat ook in het belang is van het
vraagstuk dat hier speelt om allerlei redenen. Ik denk dat het college zeker vlot kan
handelen, maar ik kan professor Voermans ook geen termijnen voorschrijven. Nogmaals,
ze weten dat het belangrijk is hiermee enige haast te maken. Ik denk dat dat vooral is wat
u bepleit. U begrijpt dat ik niet nader zal ingaan op de vragen die de heer Van Dantzig
stelde.
De VOORZITTER: Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de actualiteit.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
11
Kennisnemen van de beleidsregel ‘Geluid bij evenementen in Amsterdam’, de
locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn ‘Duurzaamheid Evenementen’ in
Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130)
en
16
Instemmen met de aanleg van een energievoorziening voor het
evenemententerrein Amsterdamse Bos en het beschikbaar stellen van een rendabel
krediet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 88)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Vandaag ligt het evenementenbeleid voor aan de
gemeenteraad, een beleid dat formeel tot de bevoegdheid van de burgemeester behoort.
Dat betekent dus ook dat de burgemeester dit beleid kan doorvoeren. De vraag die wij in
de commissies hebben gesteld, is wat nu nog de invloed van de gemeenteraad op dit
evenementenbeleid is. Dit beleid heeft impact op hoe wij met de groene ruimte, onze
parken in de stad omgaan. Het is voor deze waarnemend burgemeester een lastig
dossier, want het dossier speelt al een aantal jaren en onze waarnemend burgemeester
heeft ook gezegd in principe van plan te zijn door te voeren wat met alle experts tot stand
is gekomen tenzij er echt een meerderheid in deze gemeenteraad op een aantal punten
anders denkt. Ik snap die houding. Ik vind het jammer, maar ik snap het. Ik vind het
jammer dat we dat dan niet met de volledige burgemeester of hoe je dat dan ook noemt,
bespreken — de volgende burgemeester, anyway. Waarom het gaat, is hoe wij met onze
parken en met het groen omgaan. De Partij voor de Dieren is waarschijnlijk de grootste
criticaster van het plan dat nu voorligt. Ik heb 22 moties. En die moties gaan over de
46
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
hardheid van het geluid, de duur van de evenementen, de tijd van het op- en afbouwen,
de duurzaamheid, het uitbreiden van het aantal evenementen en de gevolgen van de
evenementen. Deze 22 moties — ik heb er eigenlijk meer, maar we hebben ze ontdubbeld
met onze mederaadsleden van andere partijen — die zijn uniek. We zullen ook moties van
GroenLinks die we medeondertekend hebben, steunen omdat we dat goede plannen
vinden. Het heeft geen zin om dan nog meer moties in te leveren die dubbel zijn. Dus dit
zijn ontdubbelde moties. Een aantal moties hebben andere partijen dan weer
meegetekend met ons. Het zou zo maar de indruk kunnen wekken dat wij tegen
evenementen zijn vanwege dat aantal moties dat we inleveren, maar dat is helemaal niet
juist. Ik verzet me echter tegen het vercommercialiseren van onze parken. Ik verzet me
tegen de onevenredige overlast die wij op de omwonenden loslaten. Ik verzet me tegen
de gevolgen voor onze parken en ik verzet me ertegen dat Amsterdammers in de
zomerperiode als deze festivals plaatsvinden, niet meer in hun eigen parken
terechtkunnen omdat die vercommercialiseerd zijn. Het gekke van het evenementenbeleid
dat hier voorligt, is dat er eigenlijk helemaal niet minder evenementen komen, terwijl de
overlast die in de stad wordt ervaren, groeit, groeit en groeit. Het verzet van
Amsterdammers tegen evenementen in de parken groeit en dat is terecht. Sinds 2012
praat ik al over de festivalisering van onze stad. De festivalisering van onze parken en de
vercommercialisering ten koste van rust in onze stad. Dit staat niet alleen. Als ik kijk naar
de bouwambities die sommige partijen hier hebben en er komen partijen bij die nog een
grotere bouwambitie hebben, dan wordt de druk op het groen almaar groter. Het
allereerste bezwaar, en dat werd ook beantwoord tijdens de expertmeeting, is dat dit
festivalbeleid ook nog eens vanuit menscentraaldenken is neergelegd. De gevolgen voor
de ecologie, voor de flora en fauna, zijn amper meegewogen. De festivalorganisatoren
spelen ook nog eens een oneerlijke strijd. Het persbericht waarin organisatoren zeggen bij
80 dB(C) geen festival meer te kunnen houden en dan weg te gaan, daarbij zeg ik tegen
die organisatoren: prima, gaat u alstublieft ergens anders naartoe, want het is veel en veel
te luid. Festivalbezoekers dragen oorbescherming omdat de muziek te hard staat. Maar
als we voorstellen van 85 dB(C) naar 80 dB(C) te gaan, 5 dB(C) minder aan geluid toe te
staan, dan klaagt men steen en been en zegt men onze stad te gaan verlaten. Blijft u
maar weg, ZOU mijn boodschap zijn.
De moties. Ik zal er een aantal behandelen. De eerste. Er is een hele discussie
geweest over hoe hard muziek nu mag staan. Wij vinden 80 dB(C) op de gevel, een
technische term, hard genoeg. Meer dan luid genoeg. En als er dan festivals niet
georganiseerd kunnen worden, dan is dat jammer, want als het zo hard gaat, gaat dat ten
koste van de omwonenden en die moeten worden beschermd.
Dit festivalbeleid, het geluidsbeleid, staat vol van uitzonderingsmogelijkheden. En
ook die willen wij weghalen. De meteocorrectie moet van tafel. Er is gewoon een norm.
Daaraan heb je je te houden. En als je die norm niet haalt, dan zet je de muziek maar
zachter. Dat is het uitgangspunt.
Het goede van dit voorstel is dat we in dB(C) gaan meten en dat betekent dat de
bassen, de zware bassen die echt door alle huizen, door alle isolatie heen trillen, dat die
wat meer worden beperkt. We laten echter dB(A) los. Dat vind ik zonde, want je kunt
beide normen stellen. Dus ik heb een motie om ook dB(A) terug in te voeren. Ik weet dat
GroenLinks die motie ook wilde indienen. Ik mag aannemen dat ik dus steun krijg voor
deze motie.
Ook de duur van de evenementen is te lang. Hard geluid verstoort nachtrust en
ook kortdurende nachtrust. Er zijn wetenschappelijke studies over rondgestuurd die we
zeker tot ons hebben genomen. Het betekent dat ook korte nachtrustverstoring
gezondheidsschade oplevert. Daarom zeggen wij ook dat 23.00 uur echt de maximumtijd
47
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
is. Mensen in Amsterdam, omwonenden in Amsterdam moeten gewoon ook hun nachtrust
kunnen hebben. Als jij als festivalorganisator in de openbare ruimte, in de buitenlucht, te
harde muziek wilt draaien, dan mogen wij best aan jou vragen om daar om stipt 23.00 uur
mee op te houden. Punt. 23.00 uur. Niet later. Beperk ik daarmee het aantal festivals?
Nee. Ik probeer de overlast voor de omwonenden draaglijk te maken. Stel, en het zal
ongetwijfeld niet gebeuren, dat al deze moties worden aangenomen, dan is het effect op
het aantal festivals dat de afgelopen jaren enorm is gestegen, nog niet eens weg. Maar dit
is wat ik het maximaal haalbare acht. Had ik meer zetels gehad, dan had ik strengere
moties ingeleverd.
Ook de op- en afbouwdagen moeten worden beperkt, want ook dan worden de
parken belast, ook dan worden de parken afgezet. Festivals claimen namelijk de tijd in
een park, zetten dat park af‚ ook gedurende de op- en afbouw. Dat betekent dus dat
openbare ruimten waar de Amsterdammer die die nodig heeft, gewoon die rustoases in
deze stad, onbereikbaar zijn en dus moet je die op- en afbouwdagen beperken.
(De heer BOUTKAN: Ik heb een vraag over die op- en afbouwdagen. Ik
voel heel erg met u mee. We hebben het daarover bij de eerste versie van
het evenementenbeleid gehad dat die op- en afbouwdagen zouden
worden beperkt. Nu lees ik echter in de beantwoording dat dat ten koste
zou kunnen gaan van de veiligheid. Hoe moet ik die twee zaken nu met
elkaar wegen? Dus de veiligheid van de mensen die dit op- en
afbouwwerk moeten doen.)
Dan moet je meer mensen hebben of het slimmer organiseren. Wij kunnen best
kaders stellen. Ik bedoel, als het niet lukt, dan hoef je niet in een Amsterdams park een
festival te houden. Een park is geen festivalterrein. Dan hoeft het niet zo grootschalig.
Drie dagen. Ze hebben drie dagen om het op te bouwen en af te bouwen. Dat moet
gewoon voldoende zijn. Punt.
(De heer BOUTKAN: Ziet u mogelijkheden om ervoor te zorgen dat die
evenementenorganisatoren slimmer gaan samenwerken, het slimmer
gaan doen, betere schema's van op- en afbouw zodat het toch kan
worden verkort?)
Ja, ik mag hopen van wel. Die festivalorganisatoren vragen wat van onze
Amsterdamse parken en van onze openbare ruimten en dan mogen wij minimaal iets
terugvragen om het zo slim mogelijk te organiseren. Als we die tijd verlengen, geeft dat
meer ruimte om nog grotere festivals neer te zetten. Nogmaals, drie dagen, dat is echt
heel veel voor een festival van een dag. Ik hoop dat ze slimmer gaan samenwerken. Wij
stellen hier de kaders vast.
(De heer NUIJENS: Ik denk dat een van de manieren om slimmere
samenwerking af te dwingen gewoon is door strengere kaders te stellen,
dus in die zin ben ik het eens met de motie van de heer Van Lammeren.
Mijn zorg is dan ook niet de veiligheid van de ingehuurde mensen die op-
of afbouwen. Daar zou je er meer van kunnen inhuren en dan gaat het
wellicht sneller. Mijn vraag aan u is wel of u voor indiening van de motie
een kleine wijziging zou willen aanbrengen, namelijk dat bijvoorbeeld Keti
Koti, een niet-commercieel evenement dat grotendeels draait op
vrijwilligers en die om die reden een langere opbouwtijd hanteren, of u
voor niet-commerciële evenementen met een maatschappelijk karakter
een iets langere opbouwtijd zou willen hanteren omdat ze op vrijwilligers
draaien. Dan heeft u de warme steun van GroenLinks.)
Gelukkig hebben we vanavond de stemming en wij zijn altijd meer dan bereid om
te kijken of we maatwerk moeten toepassen voor een eventueel evenement. Ik wil echter
48
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
de gevolgen voor de parken en de omwonenden even kunnen wegen. Dus voorlopig
handhaaf ik de motie die ik nog moet inleveren. Wellicht komen we nog tot een ander
besluit.
(Mevrouw BOSMAN: Dan wil ik hier toch nog heel even op doorgaan,
omdat ik nu ook hoor dat GroenLinks deze motie wil steunen. Ik begrijp
dat het regulier in de bouw betekent dat je niet tegelijkertijd met zware
wagens over het terrein kunt rijden terwijl er mensen lopend de boel
afbouwen. Dat kan eigenlijk niet naast elkaar bestaan. Vindt u dat die
regels ook voor de afbouwers van festivals zouden moeten gelden?)
U vraagt of ik vind dat de Arbowetgeving voor iedereen geldt? Wat denkt u zelf?
De vraag is dan hoe megalomaan je dat festival wilt hebben. Dat is het echte antwoord
natuurlijk. Natuurlijk geldt Arbowetgeving voor iedereen die in Nederland werkt en dus ook
voor de festivalbouwers. Maar dat betekent niet dat wij niets aan een festivalorganisator
mogen vragen. We hebben het over zeven dagen een park verbouwen tot een
festivalterrein in de zomer. Keer drie. Per locatie. In de zomer. Zomer vorig jaar was het
geloof ik een of twee dagen. Dus gaat u maar na.
Duurzaamheid en de Partij voor de Dieren, en dit is echt wel een persoonlijk
speerpunt, ik houd me enorm bezig met de war on plastic. Ik heb het vorig jaar al een
keer mogen roepen en ik heb nu gelezen dat het Europese parlement dan ook naar
Amsterdam luistert, want die gebruikt nu ook de woorden ‘war on plastic’ en ‘great minds’,
maar waarom het gaat is dat wij met wegwerpplastic enorm veel afval produceren.
Uiteindelijk — en daar gaan we het vanmiddag ook nog hebben over hebben; geen
Amsterdams plastic de zee in — komt plastic altijd via de openbare ruimte, via het water in
de zee. En dit is de uitgelezen kans om single use plastic, de wegwerpbekertjes, de
rietjes, confetti, lampionnen, tegen te gaan. Single use plastic, wegwerpplastic, heeft niets
in een Amsterdams park te zoeken. Dat zou je eigenlijk overal moeten verbieden. U kent
mijn voorstel over statiegeld, het eruit filteren, gescheiden afval, maar we moeten
uiteindelijk de bron dichtdraaien en daarom heb ik een motie om single use plastic te
verbieden bij Amsterdamse evenementen. Je kunt het via statiegeldsystemen regelen. Er
zijn allerlei oplossingen voor. Maar wegwerpplastic dat enorm veel vuil met zich
meebrengt en dat uiteindelijk in zee terechtkomt en bijdraagt aan de plastic soep, dat zou
ik willen voorkomen. Anders hebben we achteraf weer ontzettend veel zwerfafval en dan
moeten we het weer opruimen. Ik zeg het elke week opnieuw: u kunt nergens in deze stad
1,5 m lopen zonder dat u een stuk zwerfafval tegenkomt. Ik daag u uit mij een plek aan te
wijzen. Daarom deze motie.
Maar het gaat ook om de verspilling van voedsel. Ook daaraan moeten we wat
doen.
We hebben ook nog een motie over het vele bouwmateriaal dat overblijft. Kunnen
we dat dan niet ergens anders weer gebruiken in plaats van het in de afvalcontainer te
gooien? We hebben van die zomerkampen waar kinderen kunnen timmeren. Die kunnen
altijd wel materiaal gebruiken. Kunnen we het dan niet daarvoor hergebruiken?
Meer over duurzaamheid. Ik wil geen festivals in ecologische gebieden,
simpelweg niet in het Flevopark, niet bij het Gaasperpark. Daarvoor heb ik een motie en
als die het niet gaat halen, dan wil ik dat we maximaal 25% van een park afsluiten tijdens
een festival. De Amsterdamse parken zijn voor Amsterdammers en die moeten niet tijdens
de zomer een commercieel kaartje moeten kopen om een park in te kunnen. Ik vind dat er
een maximum is dat we kunnen toestaan aan een festival waarin ze hun festival mogen
houden.
49
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Vuurwerk. Geen vuurwerk tijdens het broedseizoen. Daarmee hoeven we festivals
niet te beperken, maar vuurwerk heeft tijdens het broedseizoen niets in onze parken te
maken. Daarom heb ik ook daarvoor een motie.
Momenteel, met al deze moties, heb ik nog niet een festival gestopt. Ik heb ze
alleen ingekaderd met hele redelijke eisen. Maar de uitbreiding van een extra
festivalterrein, het Ní-terrein heeft niets bij Amsterdam te maken. Overigens wacht de
burgemeester van Haarlemmerliede nog steeds op antwoord van de burgemeester — dus
ik vraag de waarnemend burgemeester wanneer hij zijn collega gaat antwoorden over het
festivalterrein N1. Het uitbreiden met een extra festivalterrein zie ik niet zitten. Er zijn al
genoeg festivals. Daarom heb ik een motie om dat N1-terrein niet uit te voeren. Als die
motie het niet haalt, dan heb ik een andere motie om daar een omwonendenraad met
experts te installeren om de gevolgen te monitoren.
Dan de Gaasperplas. Daar is het terrein in drie locatieprofielen opgeknipt. Ik
geloof dat dat inmiddels weer is hersteld, maar het aantal was tien grote festivals. Die
willen we beperken tot drie. Ook daarvoor heb ik een motie.
Dan de allerlaatste motie en die gaat over de gevolgen. Deze raad, uiteindelijk
gaat de burgemeester erover, maar deze raad gaat vandaag al dan niet moties
aannemen. Ik denk dat deze raad het aan de Amsterdammers verplicht is de effecten van
het beleid dat het college voor de festivalseizoenen voor de komende jaren neerlegt, om
de effecten van dat eigen beleid te monitoren. Daarom wil ik een onderzoek naar de
gevolgen voor de leefbaarheid, de psychisch-sociale gevolgen van festivals op
omwonenden. Wat doet dit nu met slapen? Wat doet dit nu met geluidsoverlast? Als u bij
het Amsterdamse Bos woont, als u bij een locatie woont waar je het geluid van
verschillende festivalterreinen kunt horen, dan zit je gewoon de hele zomer op mooie
dagen in de herrie. Dat mogen wij als gemeente best monitoren.
(De heer BOUTKAN: Ik heb eigenlijk twee vragen. Volgens mij heeft u in
die motie gekoppeld dat u constructief wilt omgaan met de huidige
normering zolang het onderzoek nog niet is uitgevoerd. Klopt dat? En mijn
tweede vraag is of het een idee zou zijn als we dat onderzoek gaan doen,
om daarbij ook de GGD te betrekken.)
De GGD erbij betrekken lijkt mij zeer verstandig. Dus, zeker. De Partij voor de
Dieren huldigt altijd het voorzorgsprincipe: bij twijfel niet doen. Dus die koppeling dat we
voorzichtig moeten zijn, zit erin.
(De heer BOUTKAN: Ik wil best wel meevoelen en meeleven met zo’n
motie omdat ik het ook belangrijk vind om te kijken wat nu de mogelijke
gevolgen zijn, maar ik kan niet zo veel met ‘constructief omgaan met
normen’. Wij stellen niet iets vast, maar we geven de burgemeester iets
mee. Er wordt iets vastgesteld. Wat bedoelt u daar nu precies mee?)
Ik zal u zeggen wat ik daarmee bedoel. Ook tijdens de expertmeeting zeiden ze:
Ja, de grens is op 85 dB(C), maar die wordt heel vaak niet gehaald. Dat is echt het
maximum, maar dat wordt niet gehaald. Dan is mijn eerste vraag toch: waarom is het dan
niet 80 dB(C) als het dan toch niet wordt gehaald? Wij stellen het niet vast, maar dat doet
de burgemeester. Wij geven hem wat mee. Het gaat om maxima. Dat is wat ik daarmee
bedoel. Maar ik zeg het ook tegen u: we stemmen vanavond. Daarover kunnen we het
zeker hebben. Dat we de gevolgen van dit beleid willen monitoren, dat is evident. Daar ga
ik geen millimeter van wijken, want ik wil weten wat ons beleid doet, niet cijfermatig, maar
met het welzijn van onze burgers, van de Amsterdammer. Dat is essentieel. En dat is ook
de reden dat we die geluksindex in deze raad hebben aangenomen. Wat is het effect van
dit beleid op het welzijn van de inwoners van deze stad waardoor wij gekozen zijn? Wij
zitten hier voor de Amsterdammers en niet andersom. Ik zit hier niet voor de
50
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
festivalorganisatoren. Ik ziet hier hooguit voor de Amsterdammers die ook een keer naar
een festival willen.
(De heer BOUTKAN: Volgens mij zitten heel veel mensen hier namens de
Amsterdammers en hun belangen. Ik wil de motie best overwegen, maar
ik vind het wel heel belangrijk om de GGD dan daarbij te betrekken. Ik zou
me niet willen vastleggen op het constructief willen omgaan met de
huidige normen. Dus op die manier kan ik er niet mee leven.)
Waarvan akte.
Er is een aantal moties dat ik niet heb ingeleverd, omdat mijn collega van
GroenLinks dat gaat doen. We willen natuurlijk ook weten wat het met de bodem doet,
een langetermijneffectmeting. Die gaan wij steunen. Dank dat ik die kan meetekenen,
omdat het belangrijk is. We willen het niet dubbel doen.
Al met al 22 moties, allemaal om de overlast voor Amsterdammers te beperken.
Het huidige beleid, als dat ongewijzigd wordt doorgevoerd, beperkt geen enkel festival.
Sterker nog, u breidt de festivals uit. Dat is waarmee de Partij voor de Dieren zeker niet
kan instemmen.
Beste raadsleden, als Havenstad er komt en we willen de verhouding tussen
groen en inwoners gelijk houden, dan moeten er 12 Vondelparken bijkomen. Die ruimte is
er niet. Die ruimte gaat er niet komen. En als ik zo een beetje tel wie allemaal heel erg
hard wil uitbreiden, dan zijn dat 44 van de 45 raadsleden, 43 van de 45 raadsleden. Dat
gaat materieel geen verschil maken, mevrouw Van Soest. Dat betekent dat het aantal
vierkante meters groen per Amsterdammer ontzettend hard achteruit holt. Vervolgens ligt
hier een evenementenbeleid dat het Amsterdamse groen vercommercialiseert, afsluit voor
Amsterdammers en de rustplekken in de zomer wegneemt. Het is in meerdere studies
aangetoond dat een groene omgeving ziektekosten verlaagt, ziekteverzuim verlaagt en
het welzijn van inwoners verbetert. Daarom die 22 moties.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen.
78° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Binnennorm 50 dB(A) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 157)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een binnennorm van 50 dB(A) vast te stellen en te handhaven.
79° Motie van de leden Van Lammeren en Boomsma inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Gevelnorm 80 dB(C)) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 158)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de voorgestelde gevelnorm van 85 dB(C) te verlagen naar 80 dB(C).
80° Motie van de leden Van Lammeren en Boomsma inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Geen meteocorrectie) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 159)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— geen uitzonderingen toe te staan op de regel dat er geen meteocorrecties
worden toegepast.
81° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Gevelnorm 70 dB(A)) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 160)
51
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een gevelnorm van 70 dB(A) vast te stellen naast de norm van 85 dB(C).
82° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Meettijd 1 minuut) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 161)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de meettijd op de gevels van 3 minuten te verlagen naar 1 minuut.
83° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (11 uur is laat genoeg) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 162)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Amsterdammers hun nachtrust te gunnen en geen uitzonderingen mogelijk te
maken op de eindtijd van 23.00 uur.
84° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Beperk aantal op- en afbouwdagen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 163)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de richtlijn terug te brengen tot maximaal drie dagen opbouw en drie dagen
afbouw voor evenementen met meer dan 2.000 bezoekers.
85° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Geen dance in Natuurnetwerk Nederland) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 164)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— geen grote evenementen waarbij muziek centraal staat, te organiseren op
locaties die vallen onder Natuurnetwerk Nederland.
86° Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Geen vuurwerk in broedseizoen) (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 165)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— vuurwerk bij evenementen in Amsterdam tijdens het broedseizoen te
verbieden en dit te bespreken met het provinciaal bestuur.
87° Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Recycling hub) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 166)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te kijken naar de mogelijkheden om een dergelijke hergebruikzone in te richten
voor Amsterdamse evenementen.
88° Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Geen single use plastics) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
167)
52
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in de richtlijnen duurzaamheid op te nemen dat festivals vanaf 2018 zoveel
mogelijk en vanaf 2020 volledig vrij zijn van single use plastic.
89° Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Alleen hardcups) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 168)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— vanaf 2019 de eis te stellen dat ten minste voor bekers een statiegeldsysteem
verplicht is.
90° Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Geen voedselverspilling) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
169)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in de richtlijn duurzaamheid op te nemen dat vanaf 2020 geen overgebleven
voorraden voedsel meer worden weggegooid.
91° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Flevopark 25% afsluiten) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 170)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— overal, dus ook in het Flevopark, de stedelijke norm te hanteren waarbij
maximaal 25% van het park mag worden afgesloten voor een besloten
evenement.
92° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Gaasperpark-Noord maximaal drie dagen) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
171)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het aantal dagen dat er een festival met een geluidsbelasting van 75-85 dB(C)
wordt toegestaan op locatie Gaasperplas-Noord te beperken tot drie.
93° Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Flevopark 15.000 bezoekers) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
172)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het maximale aantal bezoekers voor het grote evenement in het Flevopark bij
te stellen naar 15.000.
94° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Geen harde muziek in het broedseizoen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 173)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— geen festivals in parken te organiseren tijdens het broedseizoen.
53
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
95° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Plantaardige eiwitten) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 174)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in de richtlijn duurzaamheid op te nemen dat vanaf 2018 minstens 30% en
vanaf 2020 minstens 70% van het voedselaanbod ten minste vegetarisch en
bij voorkeur volledig plantaardig is.
96° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Meetpunten N1) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 175)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een reken- en meetprocedure te ontwikkelen gebaseerd op meetpunten zo
dicht mogelijk rond het evenemententerrein, bijvoorbeeld beschreven door ing.
C.A. Nierop in zijn artikel ‘Opmerkingen over de rapportage van Het
Geluidburo’;
— dit te combineren met continue handhaving waarbij de gemeten
meetresultaten leidend zijn, zonder deze aan te passen met toegevoegde
correcties.
97° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Geen N1) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 176)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— om de plannen voor een Ní-evenemententerrein niet te laten doorgaan.
98° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Onafhankelijke commissie voor N1) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 177)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een onafhankelijke commissie voor N1 op te richten met deskundigen en
(vertegenwoordiging van) burgers die de voorbereidingen, opzet van de
rekenmodellen en daaruit voortvloeiende aanbevelingen van evenementen
begeleidt.
99° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Onderzoek naar leefbaarheidsgevolgen en psychofysiologische
gezondheidsrisico's) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 178)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een onafhankelijk onderzoek naar de leefbaarheidsgevolgen en de
psychofysiologische gezondheidsrisico's voor omwonenden bij evenementen
en totdat er onderzoeksresultaten bekend zijn, bij het voorbereiden van
evenementen conservatief met modellen en normstelling om te gaan.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Nuijens.
54
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
De heer NUIJENS: Dank aan collega Van Lammeren voor zijn goede betoog en
zijn enorme inzet. We hebben nog even tot de stemming, maar ik denk dat wij elkaar op
veel punten kunnen vinden. Dat gezegd hebbend, weet ik niet of ik in acht jaar
raadslidmaatschap eerder voor een zo ingewikkelde taak heb gestaan als vandaag. Ik
moet oprecht zeggen dat ik ieders inspanning ontzettend waardeer. Dat geldt voor de
ambtenaren die onwijs hard hebben gewerkt om deels zaken te objectiveren voor zover
dat kon; dat geldt natuurlijk ook voor burgemeester Van der Laan om deels zaken uit te
onderhandelen voor zover ze niet te objectiveren bleken. Ik begrijp de complexiteit ervan
en ik heb me in die zin terughoudend willen opstellen om de kern van het beleid niet te
veel geweld aan te doen. Ik moet ook zeggen dat ik niet geheel gerustgesteld ben door
het beleid. Ik vind ook dat het uitgangspunt van het beleid zoals dat is beschreven, en dan
heb ik het met name over de geluidsnorm, een gekke vergelijking is. Er is getracht om wat
nog net het minimale volume is voor een evenement om een succes te zijn in
overeenstemming te brengen met wat voor toehoorders en omwonenden nog net draaglijk
is. Dat zijn twee dingen die geen evenredige grootheid zijn, twee belangen die je niet even
zwaar kunt wegen en die je volgens mij op die manier niet met elkaar in overeenstemming
kunt brengen. Dat gezegd hebbend, weet ik ook niet of ik het beter weet. Wat we wel zien,
is dat het beleid als het gaat om de langetermijnhoudbaarheid, als het gaat om het in
stand houden van draagvlak bij Amsterdammers voor dit soort evenementen, wat ons
betreft op een aantal punten tekortschiet. Ik heb in de commissie al gezegd dat dat deels
te maken heeft met het gebrek aan navolgbaarheid voor omwonenden.
Het is waar, en dan kom ik op mijn eerste motie, dat de raad in de
uitgangspuntennotitie het college niet heeft verzocht om tot een maximumaantal
evenementen te komen of tot een beperking van het totaalaantal evenementen. Maar als
wij de groeicurve zien, dan denken we wel dat we daarnaartoe moeten werken. Ik vind het
te veel gevraagd om nu te zeggen dat u dat alsnog moet doen, maar ik ben wel blij dat het
oorspronkelijke voornemen om dit beleid vijf jaar te laten gelden, niet meer per definitie
uitgangspunt van het college is, omdat de burgemeester heeft gezegd dat er na twee jaar
een fikse evaluatie zal plaatsvinden die, als we dat echt noodzakelijk vinden met elkaar,
ook kan leiden tot beleidsaanpassing. Het lijkt GroenLinks verstandig om tot het moment
dat die evaluatie plaatsvindt van het college voorstellen te verwachten een cap te zetten
op het totaalaantal evenementen die dan ook gebiedsgericht wordt onderverdeeld, omdat
ik denk dat het vooruitzicht daarop en de wetenschap dat het niet een eeuwig stijgende
lijn zal zijn bewoners het gevoel van grip geeft op de vercommercialisering en de steeds
maar toenemende groei en de toenemende druk op omwonenden met uitzicht op een
einde aan die groei. Dat is mijn eerste motie en die heet niet voor niets Grenzen aan de
groei.
Wat wij misschien wel het meest essentieel vinden, is dat we het onverkwikkelijk
vinden dat er wijzigingen in de locatieprofielen zijn aangebracht zoals die zijn vastgesteld
door algemeen besturen. Bij het vaststellen van de uitgangspunten is GroenLinks de
toezegging gedaan door burgemeester Van der Laan dat de algemeen besturen van de
stadsdelen, onze volksvertegenwoordiging op lokaal niveau — al zijn ze inmiddels
vakkundig de nek omgedraaid door partijen in deze raad die een meerderheid hadden, die
volksvertegenwoordiging op lokaal niveau — dat die het best kunnen wegen en beoordelen
wat draaglijk is voor omwonenden. Die hebben de beste contacten met die omwonenden.
Wij vinden het echt onverstandig dat daarin na vaststelling door de algemeen besturen
nog wijzigingen zijn aangebracht. Dat betekent ook dat wij soms uitkomsten uit die
algemeen besturen accepteren die wij liever anders zouden hebben gezien. Dus zegt een
algemeen bestuur zoals in Oost: op Blijburg mogen meer bezoekers dan het college nu
55
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
voorstelt. Dan zijn wij daar voor, ook al hadden wij misschien een lager aantal beter
gevonden.
(De heer VAN LAMMEREN: Hier verschillen wij, de Partij voor de Dieren
natuurlijk fundamenteel van mening met GroenLinks. U zegt: we hebben
die stadsbesturen, laten we daarnaar luisteren. Dat snap ik. Maar dat gaat
wel ten koste van minimaal het ecologische park Flevopark, maar ook bij
de Gaasperplas. Mijn vraag is dan of het niet gewoon verstandig is wat de
Partij voor de Dieren voorstelt om dan te zeggen: ja, inderdaad,
stadsdelen zijn de ogen en de oren, maar sorry, wij verkiezen groen
boven uw gedecentraliseerde democratie.)
Kijk, als je gaat marchanderen met de uitkomsten van democratische processen
kun je net zo goed geen democratische processen hanteren. Dat ten eerste. Wij zijn, en
dat ben ik als woordvoerder ruimtelijke ordening al vier jaar, bereid om conclusies te
verdedigen die de uitkomst zijn van een democratisch proces waarmee we niet blij zijn.
Dat heet democratie. Daar zal ik altijd voor staan. Dat gezegd hebbend, heeft u natuurlijk
een heel goed punt als u vraagt: moeten er überhaupt wel evenementen plaatsvinden in
het kwetsbare Flevopark, in het kwetsbare Natuurnetwerk Nederland? Ik ga met mijn
fractie in beraad over uw moties die u drie minuten geleden heeft ingediend en ik hoop die
te kunnen steunen. Maar het onderscheid is dit: er zijn gebiedsgerichte aspecten, de
locatieprofielen, het aantal evenementen, het aantal bezoekers. Daaraan zit een
participatieaspect met omwonenden. Daarom dien je dat serieus te nemen. Ook met de
omwonenden van het Flevopark is de Bestuurscommissie Oost uitgebreid in gesprek
geweest. En er zijn systeemtechnische vragen die wij hier moeten beargumenteren.
Dingen over de meetsystematiek, dingen over het maximumaantal decibellen, dingen over
Natuurnetwerk Nederland. Die horen hier. Maar hoe zich dat vervolgens uitkristalliseert
per park en op locatie, dat hoort wat GroenLinks betreft rechtens bij bestuurscommissies.
(De heer VAN LAMMEREN: Daar zie ik dan toch een verschil tussen de
Partij voor de Dieren en GroenLinks. U zegt: ja, er is geparticipeerd met
de bewoners — even los van of dat goed of slecht is gedaan. Maar het
uitgangspunt van dit evenementenbeleid was inderdaad menscentraal,
flora en fauna zaten niet aan tafel. Het is ook een democratisch proces,
want daarom praten we er hier over, om de bestuurscommissies te
overrulen. Dat is waarvoor ik sta. Wellicht vinden we elkaar nog.)
Flora en fauna zaten wel aan tafel, want GroenLinks is vertegenwoordigd in die
bestuurscommissies, al is de Partij voor de Dieren dat niet omdat ze ervoor kiest om niet
mee te doen op dat bestuursniveau. Dat is haar goed recht. Als de kiezer had besloten
GroenLinks 51% van de stemmen te gunnen, dan waren er andere uitkomsten uit die
bestuurscommissies gekomen.
(De heer VAN LAMMEREN: Dan vind ik het toch wel bijzonder spijtig dat
ook daar waar GroenLinks is vertegenwoordigd, in de locatieprofielen
flora en fauna geweld aan wordt gedaan.)
Dat delen wij. Nogmaals, ik kan de kiezer alleen maar op het hart drukken om op
21 maart in overgrote meerderheid op mijn partij te stemmen in plaats van op uw
getuigenispartij. Dat zullen we in verdere verkiezingsdebatten, althans de heer Groot
Wassink namens mij, met u uitgebreid kunnen bediscussiëren. Overigens betwijfel ik de
stelling van de heer Van Lammeren dat hij met zijn 22 moties geen enkel festival
onmogelijk maakt, maar ik vond het chiquer om hem dat niet per interruptie mede te
delen.
(De heer VAN LAMMEREN: Laat ik heel helder zijn, ik hoop zeker dat wij
festivals onmogelijk maken. Ik had het over het aantal festivals. Dat is
56
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
veel te hard gegaan. Maar dat wij hiermee een aantal festivals onmogelijk
maken, is zeker. Festivals die te hard zijn, festivals die te veel schade
aanrichten en festivals die te veel overlast voor omwonenden genereren.
Die maken wij zeker onmogelijk en daarop ben ik trots.)
Het is fijn de heer Van Lammeren een keer verantwoordelijkheid te horen nemen
voor de gevolgen van zijn standpunten, want dat mag na vier jaar ook wel een keer.
Ik had al gezegd dat wij vinden dat je stadsdelen moet volgen daar waar het geen
grootstedelijke principes raakt en daar waar het de uitkomst is van democratische
besluitvorming. Die participatie hebben wij heel hoog zitten en wij vinden dan ook dat het
niet zo zou moeten zijn dat evenementenorganisatoren en omwonenden nu allemaal hun
wederzijdse loopgraven betrekken om vervolgens alleen via klachtenprocedures en de
bestuursrechter met elkaar te communiceren. Daarom de motie van GroenLinks om van
overheidswege permanent overleg te faciliteren tussen belanghebbenden omdat we echt
denken dat dat juridificering en onnodige klachten kan voorkomen doordat mensen in
gesprek blijven voordat evenementen plaatsvinden. Om omwonenden zo min mogelijk te
belasten, mogen ze er voordeel van hebben middels bijvoorbeeld een bonus. Dan geldt
ook het omgekeerde. Als ze de boel verkwanselen, hoort daar een malus tegenover te
staan. Daarom een motie over een bonus-malussystematiek.
De heer Van Lammeren had het zeer terecht over de stapeling van evenementen
en een van de grootste problemen met name op en rond het Westerpark is de BEST-
bijeenkomstfunctie. Dat is een evenement dat grootschalig kan zijn, maar in particuliere
ruimten plaatsvindt waardoor in beginsel ons geluidsbeleid daarop geen betrekking heeft.
Het probleem is dat daardoor een stapeling kan voorkomen die bewoners onevenredig
benadeelt en die het voor de gemeente niet inzichtelijk maakt. Daarom een motie die het
college ondersteunt in het proberen die bijeenkomsten toch onder gemeentelijk beleid te
laten vallen, het liefst goedschiks, maar desnoods kwaadschiks.
Dan even een motie waarover ik kort iets wil zeggen. De heer Van Lammeren
heeft gelijk, hij dient een vergelijkbare motie in als de motie die ik nu aankondig, namelijk
het stellen van een dB(A)-norm naast de dB(C)-norm. Ik dien deze motie die er zeer op
lijkt, toch in omdat deze motie zwakker is dat uw motie, mijnheer Van Lammeren,
alhoewel ik de uwe toejuich. Deze motie beoogt vooral om tot de evaluatie in beide
categorieën te blijven meten, omdat het inzicht daarin enorm voortschrijdt en dan weten
we bij de evaluatie ook op welke data we ons baseren. Dat is dus iets anders dan een
norm waarmee ik het overigens wel eens ben.
Samen met collega Van Lammeren en collega Boutkan een motie over het
uniformeren van de bescherming van parken. Als wethouder Choho voor zijn rekening
neemt dat hij evenementen in parken organiseert, dan is het ook aan hem om er alles aan
te doen dat ze maximaal beschermd zijn. Nu is het zo dat per locatieprofiel de
bodembeschermingssystematiek verschilt. Dat zou niet het geval moeten zijn.
(De heer BOUTKAN: Even over het meten van de verschillende
decibellen. Is het niet zo dat dat nu toch al gaat worden gedaan, meten op
beide, maar dat er wordt gezegd dat de dB(C)-norm als gevelnorm geldt?)
Ik heb geen idee. Als dat het geval is, dan is de motie overbodig en dan zullen wij
die intrekken.
Het uitwerken van slechtweerscenario’s is voor GroenLinks een essentieel punt,
mede-ondersteund door collega Van Lammeren die mede-indiener is en collega Boutkan
van de PvdA. Op dit moment is het zo dat het college in de APV de mogelijkheid heeft de
stekker uit een evenement te trekken als dat het park onevenredig zou beschadigen. Wij
vinden dat de tussenliggende scenario's, namelijk de mogelijkheid om een gemachtigde
naar zo'n park te sturen die zegt: ‘goh, het heeft nu vier dagen geregend, u moet een
57
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
andere opbouwsystematiek hanteren, u moet meer stro, meer dekplaten hanteren om de
bodem adequaat te beschermen’, dat die scenario's beter worden uitgewerkt, omdat het
an sich cancellen van een evenement noodzakelijk kan zijn, maar natuurlijk wel
voorkomen moet worden als het park op een andere manier kan worden beschermd. Dus
een motie om te zorgen dat we niet alleen zwart/wit denken, het gaat wel door, het gaat
niet door, maar daar waar mogelijk ook redelijke beschermingsmaatregelen op tijd
afdwingen en dat we daar als gemeente op tijd bij zijn.
Dan nog de motie van de heer Groen, de heer Van Lammeren, mijzelf en de heer
Boutkan over langlopend onderzoek naar de ecologische staat van parken als gevolg van
evenementen die volgens mij voor zich spreekt en zijn beslag zal krijgen in de evaluatie
over twee jaar. Tot zover.
(Mevrouw BOSMAN: Laat ik dan een vraag stellen over dat
bodemonderzoek. Ik ben een beetje op zoek naar waarnaar GroenLinks
nu precies op zoek is. We hebben natuurlijk al best wel veel
bodemonderzoeken gehad. We hebben het Flevopark gehad. We hebben
afgelopen juni in de raad ook een serie van zes verschillende parken
gehad. Op dit moment zit het in de vergunning, maar festivals hebben
hiervoor ook al vaak bodemonderzoek gedaan om hun welwillendheid te
betonen. Eigenlijk komt daar keer op keer uit dat er geen effecten zijn. Ik
vraag me af waarnaar u nu precies op zoek bent. Wilt u net zo lang
onderzoek doen totdat er iets uitkomt waaruit blijkt dat festivals wel slecht
zijn? Tot nu toe komt dat er dus niet uit.)
Nee.
(Mevrouw BOSMAN: Dan zal ik mijn vraag nog een keer stellen.
Waarnaar bent u op zoek?)
Objectiveerbare onderzoeksresultaten zodat wij met elkaar zeker blijven weten
dat wij onze essentiële, kwetsbare hoofdgroenstructuur adequaat beschermen. Ik neem
aan dat uw partij met meer dan alleen een groen logo daar ook voor is?)
(Mevrouw BOSMAN: Absoluut.)
Dat betekent dat mevrouw Bosman de motie zal steunen? Dat is goed nieuws.
(Mevrouw BOSMAN: Ik ondersteun alleen het middel niet. De provincie
handhaaft de natuurwetgeving. Daarvoor wordt al jaren dat
bodemonderzoek ingediend. Dat zou dan in principe geborgd moeten zijn.
Dus wat u eigenlijk wilt, dat zit al in de huidige wetgeving en handhaving.
Dus waarnaar bent u verder nog op zoek?)
Een verhelderende vraag aan mevrouw Bosman. Hebben wij het over dezelfde
provincie die onlangs zei dat een brug over het IJ onzin is? Diezelfde Provincie die zei dat
het landschap belangrijker is dan energietransitie en dat we dus geen windmolens mogen
plaatsen, diezelfde provincie waar een partijgenoot van mevrouw Bosman uit het bestuur
is gestapt omdat hij het niet groen genoeg vond? Is het die provincie waarover mevrouw
Bosman het heeft?)
(Mevrouw BOSMAN: Dit is geen politiek van de provincie, dit is gewoon
het uitvoeren van de Flora- en faunawet. Ik vroeg me af waarnaar u op
zoek bent naast de uitvoering van de Flora- en faunawet.)
Wij zijn vergunningverstrekker in onze Amsterdamse parken op onze
Amsterdamse grond. Ik vind dat mevrouw Bosman zich er te gemakkelijk vanaf maakt als
ze naar keizerin Post wijst voor de handhaving van de regelgeving in onze parken. Ik doe
dat graag zelf. Vandaar de motie.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen.
58
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
100° Motie van de leden Nuijens, Groen, Van Lammeren en Boutkan inzake
langlopend onderzoek ecologie en bodem (Gemeenteblad afd. 1, nr. 180)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— voor de parken een breed monitoringsonderzoek uit te laten voeren naar de
impact van evenementen op bodem en ecologie, over een langere periode,
gekoppeld aan intensief gebruik, piekbuien en de bodem in brede zin (water,
structuur, leven).
101° Motie van de leden Nuijens, Groen, Van Lammeren en Boutkan inzake
het nader uitwerken van ‘slechtweerscenario's voor parken’ en het beoordelen van de
actuele staat van het park in de systematiek van locatieprofielen en vergunningen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 181)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het beoordelen van de actuele staat van het park voor aanvang van een
evenement per park te beleggen bij een ambtenaar of afdeling van gemeente
of stadsdeel; en tot verplicht onderdeel te maken van de reguliere systematiek;
— daarbij vast te stellen of het vanwege extreme weersomstandigheden, dan wel
door schade veroorzaakt door een eerder evenement in hetzelfde seizoen,
noodzakelijk is extra maatregelen voor te schijven, waarbij in het uiterste geval
de burgemeester de vergunning kan intrekken op basis van de APV, artikel
2.43;
— een voorafgaand advies hier over op een vast moment tot verplicht onderdeel
te maken van de reguliere systematiek bij vergunningen;
— hierbij per evenement met de organisator afspraken te maken over het door de
organisator aanleveren van ‘slechtweerscenario's’ die vastleggen welke
maatregelen de organisator op basis van dat advies moet (kunnen) treffen.
102° Motie van de leden Nuijens, Groen, Van Lammeren en Boutkan inzake
uniforme bescherming kwetsbare bodem in parken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 182)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in alle parken waar de bodem niet verhard is of een draagkrachtige bodem
heeft tenminste de volgende maatregelen te nemen om de bodem te
beschermen:
o jaarlijks voorafgaand aan en na afloop van het evenementenseizoen een
bodemmeting uitvoeren om ook de cumulatieve effecten van evenementen
op de bodem te kunnen volgen;
o Overal een rustperiode van zes weken aan te houden, tenzij expliciet kan
worden uitgelegd en gerechtvaardigd waarom daarvan wordt afgeweken;
o aanvullend op de in het locatieprofiel vastgelegde rustperiode rekening
houden met de mogelijkheid dat een deel van het terrein niet beschikbaar is
ten gevolge van schade door een eerder evenement, en daar op basis van
advies van de parkbeheerder consequenties voor het daaropvolgende
evenement aan verbinden;
o per park in kaart te brengen (zowel voor de locatie zelf als voor de aan- en
afvoerroutes) welke __boom(wortel)partijen, oevers of _ slecht
waterdoorlatende plekken altijd moeten worden uitgesloten, en de
59
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018
Raadsnotulen
ecologisch waardevolle overgangszones van water en land overal uit te
sluiten.
103° Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het in ieder geval tot aan de
evaluatie blijven meten in dB(A) en dB(C) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 183)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in ieder geval tot de tussenevaluatie over twee jaar te (blijven) meten in zowel
dB(A) als in dB(C).
104° Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het maken van afspraken
over particuliere locaties met een BEST-bijeenkomstfunctie zoals rond het Westerpark
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 184)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— zowel bestuurs- als privaatrechtelijke routes te benutten ten einde de invloed
van gemeentelijk beleid op deze BEST-locaties te vergroten;
— tevens te pogen om minnelijke afspraken te maken met exploitanten;
— in geval dat deze pogingen falen, een inventarisatie te maken van te
verwachten geluidsbelastende evenementen van BEST-locaties en de
locatieprofielen van de nabijgelegen locaties hierop aan te passen.
105° Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het uitwerken van een
bonus-malussystematiek (Gemeenteblad afd. 1, nr. 185)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een bonus-malusregeling uit te werken waarbij goede organisatoren kunnen
verzoeken om extraatjes zoals extra opbouwtijd en organisatoren die bij
herhaling in de fout gaan, te maken krijgen met restricties of het geheel
weigeren van de vergunningsaanvraag.
106° Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het blijvend faciliteren van
onderling overleg tussen evenementenorganisatoren en omwonenden (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 186)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— zorg te dragen voor doorlopende en hoogwaardige participatie door bewoners
en overleg tussen bewoners en evenementenorganisatoren, bijvoorbeeld door
het per stadsdeel instellen van een ‘Overlegtafel Evenementen’;
— te bezien of en in welke mate deze overlegtafels kunnen worden gebruikt om
de centrale ‘Regietafel Evenementen’ te voeden.
107° Motie van de leden Nuijens, Groen en Boutkan inzake het volgen van de
uitkomsten van participatieprocessen tussen stadsdelen en omwonenden (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 187)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de locatieprofielen te hanteren zoals deze zijn vastgesteld door de stadsdelen.
60
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
108° Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het stellen van grenzen aan
de groei (Gemeenteblad afd. 1, nr. 188)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het college te verzoeken ten tijde van de eerste tussenevaluatie over twee jaar
te komen met een voorstel voor het invoeren van een absoluut maximum aan
evenementen boven de paar duizend bezoekers;
— dit maximum nader onder te verdelen tussen de verschillende stadsdelen;
— groei van het aantal evenementen boven dit maximum alleen toe te staan als
hiervoor nieuwe evenementenlocaties worden gevonden die niet op
gehoorsafstand van andere terreinen liggen, zodat stapeling wordt voorkomen.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Ik ben blij dat we nu na een proces van jaren eindelijk hier
kunnen staan om een klap te geven op het evenementenbeleid dan wel specifiek op
geluid en op de vele locatieprofielen. En natuurlijk raakt dat heel veel aspecten van drukte
en leefbaarheid en daarmee ook automatisch heel veel Amsterdammers, getuige de grote
aantallen insprekers die we hier recent hebben gezien. Die hebben we ook gezien in
2016. Ik moest afgelopen weken ook een beetje terugdenken aan het debat dat ik een
keer heb gezien in De Balie tussen de Nêtburgemeester en voormalig burgemeester Van
der Laan over de 24 uurs-horecalocaties. Ik dacht dat het in 2014 was. Hij gaf toen heel
mooi aan hoe lastig het soms was als burgemeester om besluiten te moeten nemen
waarbij de belangen zo tegenstrijdig zijn. Dat deed hij door onder andere aan te geven,
dat hij op zijn bureau zo’n stapel met brieven van bewoners had die meer willen en zo'n
stapel met brieven van bewoners die minder willen. Dat geeft heel goed aan hoe het
balanceren is met de schaarste die we hebben. Wat de burgemeester en het college
geprobeerd hebben, is heel erg de uiterste flanken bij elkaar te brengen. Dat is niet
gemakkelijk geweest. Dat is een proces van jaren geweest. Wij hebben het college daarin
steeds gesteund. Wij hebben daarvoor ook de tijd gegeven, ook omdat het niet alleen
ging om het bij elkaar brengen van die uiterste flanken, maar ook om nieuw beleid te
onderbouwen met zoveel mogelijk onderzoek en uiteraard ook onafhankelijk onderzoek.
En natuurlijk gaan we met het nieuwe beleid niet alle mensen tevredenstellen. Wat ik wel
belangrijk vind, is dat we een behoorlijke zoektocht met elkaar hebben gemaakt en ik vind
dat het nieuwe evenementenbeleid in balans is. Voor die enorme inzet wil ik ook de
ambtenaren bedanken, want die hebben daarvoor al die jaren keihard hun best gedaan.
En natuurlijk waarnemend burgemeester Van Aartsen die in korte tijd toch best wel een
lastig dossier onder zich heeft gekregen. Ik denk dat we met dit evenementenbeleid een
heel geavanceerd beleid hebben, misschien wel het beste van alle steden in Nederland.
Misschien wel het beste van heel veel buitenlandse steden. Maar de vraag is natuurlijk
altijd: is het nu goed genoeg zodat we daar helemaal volledig achter kunnen staan? In
grote lijnen wel, maar ik heb natuurlijk wel een paar zorgen en daarvoor ga ik zo meteen
twee moties indienen. En ik heb ook nog een paar vragen waarop ik graag antwoord krijg
van de waarnemend burgemeester. Een van de dingen die ik in ieder geval wel hoop, is
dat het hele proces dat zo lang heeft geduurd, ook heeft geholpen om de
evenementenorganisatoren én de bewoners als belanghebbenden ook in de toekomst
met elkaar aan tafel te krijgen. Volgens mij is dat een van de belangrijkste dingen die we
hier moeten doen om de stad leefbaar te houden en om goed om te gaan met die
61
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
verschillende belangen. Daarvoor is het nodig dat men met elkaar praat en afspraken
maakt.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik hoor de PvdA zeggen dat dit wellicht het
beste evenementenbeleid is van Nederland. Voor wie dan?)
Voor ons allemaal. Ik bedoel daarmee dat dit een beleid is dat pas tot stand is
gekomen na inspraak van heel veel mensen en na de nodige onderzoeken die zijn
gedaan. Ik geloof er heel erg in, als je in deze stad iets wilt doen wat best lastig is en wat
leidt tot grote druk op de leefbaarheid, dat je dat natuurlijk moet doen met veel mensen,
maar dat je dat ook moet onderbouwen met onderzoek.
(De heer VAN LAMMEREN: Het is een complex beleid. Daar hoeven we
geen doekjes om te winden. Belangen staan echt haaks tegenover elkaar.
Maar heeft u het gevoel dat ecologie en groen genoeg zijn meegenomen
in dit beleid? Of is het puur vanuit de bewoners en de
evenementenorganisatoren?)
Ik heb het idee dat het voldoende is meegewogen, maar natuurlijk zijn er wel
verbeteringen. Vandaar ook dat ik een aantal moties samen met u heb ingediend.
(De heer VAN LAMMEREN: Dat klopt. Maar mij gaat het expliciet om
ecologische parken en het Natuurnetwerk Nederland-gebied,
Gaasperplas, Flevopark. Bent u met mij van mening dat we daar eigenlijk
helemaal geen festivals zouden moeten willen?)
Nee, dat ben ik niet met u eens. Als ik dat met u eens zou zijn, dan zou ik
daarover natuurlijk wel iets hebben gezegd. Ik heb dat verder in mijn betoog ook niet
ondersteund. Wat ik wel heb gedaan, en ik heb daar mijn collega Nuijens ook over
gehoord, is dat ik mijn oor wel heel erg te luisteren heb gelegd met betrekking tot die
locatieprofielen en met betrekking tot wat er in de bestuurscommissies is besproken. En
ja, er is behoefte aan bepaalde evenementen op specifieke locaties. Maar daaraan zitten
zeker wel grenzen. Ik vind het heel belangrijk om die grenzen te hanteren. Dat is
bijvoorbeeld ook een van de redenen waarom ik met uw motie meega om het aantal
bezoekers op de locatie Flevopark te maximaliseren op 15.000 en niet op 20.000. Ik denk
dat u daarmee vast wel blij bent.
Ik was gebleven bij de vraag of het beleid nu goed genoeg is. Ik heb een aantal
moties en ik heb een aantal moties mede-ingediend. Ik vind het heel belangrijk dat
Amsterdammers recht hebben op niet alleen een heel goed evenementenbeleid, maar
ook een hele goede uitvoering van het evenementenbeleid. Wat we zien, is dat die op dit
moment nog niet goed genoeg is omdat het ontbreekt aan structurele financiële middelen.
En dan heb ik het niet alleen over mensen die beleid maken, maar ook over mensen die
beleid moeten volgen, mensen die moeten handhaven. Ik heb het dan over de hele
klachtenafhandeling. En ik heb in de beantwoording op mijn vragen daarover heel goed
gelezen dat er sterke behoefte is aan een kwalitatieve en ook kwantitatieve impuls. Dat
betekent dus ook dat ik vind dat dat structureel moet worden geregeld. Structureel voor de
komende jaren. Dat betekent dus ook dat ik met een onderzoeksmotie kom en die wordt
gelukkig raadsbreed gesteund om te gaan onderzoeken hoeveel we nu precies nodig
hebben aan structurele financiering. En ik zeg er nog maar even nadrukkelijk bij: dat is
ook inclusief handhaving. Ik denk dat heel veel Amsterdammers zich realiseren dat
handhaving een bottleneck is. Wij hebben over handhaving altijd gezegd dat dat eigenlijk
een sluitstuk is — iets wat je doet aan het eind van een evenement of waar dan ook waar
dingen gebeuren in de openbare ruimte — maar het is ontzettend belangrijk daarin
structureel te investeren.
(De heer VAN LAMMEREN: Die motie steunen wij natuurlijk van harte. Ik
heb een andere vraag aan de PvdA. Wij hebben een motie ingediend over
62
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
de meetperiode. Die staat in dit evenementenbeleid op drie minuten en
die willen wij graag verlaagd zien op een minuut. Ofwel: je meet een
minuut en dan bepaal je of de muziek te hard is of niet. Bent u bereid die
motie te steunen en zo niet, waarom niet?)
Ik denk dat de heer Van Lammeren het antwoord al weet, want anders had ik die
motie wellicht meegetekend. Nee, ik ben niet bereid die motie te steunen. Als ik ga kijken
naar de onderzoeksrapporten en de meetmethodiek, dan lees ik dat het heel belangrijk is
om uit te gaan van een gemiddelde waarde die je het best kunt meten op drie minuten en
niet op een minuut om de pieken en dalen van de geluidsbelasting gelijk te strijken.
Daarom zal ik die motie niet steunen. Het is best een complex bouwwerk geweest op
welke manier je nu precies gaat meten. Ik ben eigenlijk niet zo bereid om ook een element
daarvan eruit te trekken.
(De heer VAN LAMMEREN: Dat is natuurlijk gewoon niet waar. De echte
beantwoording waarom die meettijd op drie minuten staat, en dat staat
ook in de circulaire die eind november is gestuurd, is dat de
evenementenorganisatoren het over vijf minuten willen meten en de
bewoners over een minuut. Er is gemiddeld op drie minuten. Dat is
helemaal niet de beste meetmethodiek. Het gaat erom dat de
evenementenorganisatoren zeggen: meet maar zo lang mogelijk, want
dan kunnen we hele harde pieken hebben. Het wordt ook nog wel een
keertje stil en daarmee overtreden we de regels niet. Als je een
maximumsnelheid op de snelweg hebt, dan is dat een maximumsnelheid
en daarvoor word je geflitst. Dat is een interval van bijna niets.
0,016 seconde, geloof ik. Dus waarom meten we niet gewoon op een
minuut zodat we kunnen zeggen: het is te hard, het is boven of onder de
norm?)
Als ik op de A2 naar Utrecht rijd, dan zijn er momenten dat ik soms even iets
harder kan rijden en er zijn momenten dat ik soms even wat langzamer moet rijden. En
uiteindelijk word ik gemiddeld niet geflitst. Ik denk dat u nu precies de essentie aangeeft,
hoe lastig het ook is, om bewoners en evenementenorganisatoren hier bij elkaar te
brengen. Wat daar uiteindelijk uit is gekomen, is inderdaad een afspraak dat die meettijd
wordt gesteld op drie minuten. Daaraan ga ik niet tornen.
Ik wil nog iets zeggen over de evaluatie van de locatieprofielen, want ik ben heel
blij met de toezegging van de waarnemend burgemeester dat bij gebruik van de locaties —
en wat mij betreft gaat het dan heel erg om locaties die kwetsbaar zijn — dat er eerder
geëvalueerd kan worden dan vijf jaar en dat dat zowel kan worden gedaan vanuit de
Centrale stad maar ook vanuit de stadsdelen. Wat ik daarin overigens wel heel onduidelijk
vind, is de positie van de nieuwe stadsdeelcommissies. Ik hoop ook dat in ieder geval het
bestuur als les meeneemt dat lokale inspraak op het gebruik van locaties essentieel is
voor het draagvlak. Maar ik hoor daarop graag nog een reactie van de waarnemend
burgemeester.
Ik heb nog wel een aantal specifieke opmerkingen over het Westerpark. Als ik kijk
naar de onduidelijkheid die er is over het locatieprofiel van het Westerpark, dan moet ik in
alle eerlijkheid zeggen dat ik dat niet heel fraai vind en dat dat geen schoonheidsprijs
verdient. Een profiel dat naar mijn informatie na vaststelling door de Bestuurscommissie
toch nog is gewijzigd, dat is natuurlijk wel een beetje raar. We hebben een brief gekregen
van de voorzitter van het dagelijks bestuur van de Bestuurscommissie West. In die brief
zitten nog steeds fouten over het aantal evenementen en het aantal evenementdagen. Ik
hoor heel graag van de waarnemend burgemeester wat nu het juiste antwoord daarop is.
63
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Er is — terecht — veel gedoe geweest over het Westerpark want de druk op het Westerpark
is enorm. Dan kunnen we dit soort onduidelijkheden niet gebruiken.
Verder zijn er veel bezwaren gekomen over de public views op het Museumplein.
Daarover hebben we niet meer heel uitgebreid gesproken. Die public views op het
Museumplein, het kijken naar bepaalde wedstrijden met heel veel mensen, heeft tot veel
overlast geleid. Urinerende mensen in buitenruimtes en portieken. Omwonenden hebben
daarover geklaagd. Ik hoor heel graag een reactie van de waarnemend burgemeester
daarop.
Wat ik ook nog onvoldoende heb gehoord, is hoe we verder gaan met de
indoorevenementen, de zogenaamde nachtnorm. Dat is voor mij nog steeds een
blackbox. Wanneer moet die nachtnorm er liggen? Wat mij betreft zo snel mogelijk.
Wellicht kan de waarnemend burgemeester in zijn beantwoording aangeven wanneer die
er ligt. Wordt dat nog 2018 of wordt dat 2019?
Bij de commissiebehandeling heb ik een opmerking gemaakt over de aanleg van
duurzame voorzieningen in parken en dat is ook de reden waarom ik het toch belangrijk
vond de kwestie rond het Amsterdamse Bos ook hier te bespreken. We hebben in 2016
samen met GroenLinks een motie ingediend, waarbij is gezegd dat we natuurlijk voor
verduurzaming zijn, maar die verduurzaming mag niet leiden tot groei van meer festivals.
In de beantwoording op een vraag die ik daarover heb gesteld aan wethouder Choho,
verwees de wethouder naar de burgemeester omdat die gaat over vergunningen. Het
gaat mij er natuurlijk wel om dat je dit soort dingen integraal weegt. Ik wil graag weten wat
daarover nu de afspraak is. Als we eenmaal dingen gaan aanleggen die leiden tot
verduurzaming in parken, hoe borgen we dan dat er niet meer evenementen gaan
komen? Dat is namelijk niet wat deze raad wil.
Tot slot vind ik niet dat we alleen evenementen moeten hebben waar alles steeds
harder, harder en harder gaat. Ik ben er groot voorstander van dat we ook met de
evenementenorganisatoren gaan bespreken of het ook niet wat zachter kan. Het is
natuurlijk wel een beetje raar als je het bekijkt vanuit het perspectief van gehoorschade.
De branche zegt zelf dat er geen draagvlak is voor lagere niveaus dan 100 dB(A). De
GGD adviseert een gezondheidskundige norm van 92 dB(A) op het publieksveld, populair
gezegd front of house of op de dansvloer. Nu is in een eerder convenant afgesproken dat
het maximum 103 dB(A) wordt. Dat wordt uiteindelijk 100 dB(A). Mensen hebben
gehoorbescherming nodig. Uit onderzoek blijkt dat 80% van de jongeren vindt dat het
geluid op evenementen te hard is. De vraag is hoe we nu uiteindelijk kunnen voorkomen
dat gehoorschade, het risico daarop, zo min mogelijk optreedt. Daarom heb ik een motie,
Geluid bij Amsterdamse evenementen, Mag het ook wat zachter. Daarbij hoop ik dat het
college gaat overleggen met de evenementenorganisatoren hoe het zachter kan en hoe
we het risico op gehoorschade kunnen verkleinen. Die motie dien ik samen in met mijn
collega van de SP.
(De heer VAN LAMMEREN: Nog even over dat dit het beste
evenementenbeleid van Nederland zou zijn. U tekent ook niet mee dat
23.00 uur daadwerkelijk 23.00 uur is. Dus de PvdA vindt het prima dat wij
op zaterdag en zondag — en mensen werken ook op zaterdag, zondag en
maandag — tot 23.00 uur festivals houden in de openbare ruimte waarbij is
aangetoond dat het geluid binnen te hard is en slaapverstoring
veroorzaakt. Is dat correct?)
Waar wij natuurlijk van uitgaan is dat de spraakverstaanbaarheid binnen niet in
het geding is en dat het geluid dat binnendringt, niet boven de 50 dB komt. Dat kan fors
zijn. Zeker in een oud huis. Dat heb ik overigens ook eerder naar voren gebracht.
64
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Tegelijkertijd hebben we wel gezegd dat het de bevoegdheid van de burgemeester is om
eventueel een uur langer te vergunnen dan inderdaad 23.00 uur. Dat klopt.
(De heer VAN LAMMEREN: Dus u zegt: ‘dit is het beste
evenementenbeleid’ en dat Amsterdammers pas om 00.00 uur kunnen
gaan slapen, dat vindt u prima. Een andere vraag. Wij willen geen
festivals tijdens de broedseizoenen. Dat heeft u ook niet ondertekend.
Toch noemt u dit het beste festivalbeleid van Nederland. Waarom kiest de
PvdA ook niet gewoon voor flora en fauna en geen festivals in parken
tijdens het broedseizoen?)
Wij hebben een afweging gemaakt en soms kiezen we daar bijvoorbeeld wel voor.
Ik heb bijvoorbeeld uw uitstekende motie meegetekend om geen vuurwerk meer af te
steken tijdens het broedseizoen omdat ik denk dat dat iets is wat je prima niet hoeft te
doen en dat je het broedseizoen het broedseizoen kan laten zijn. Bij het een hebben we
wel meegetekend en bij het ander niet.
(De heer NUIJENS: Nu is de ironie dat er niet zoiets is als het
broedseizoen, maar dat terzijde. Het is altijd ergens op een bepaald
moment voor een vogel broedseizoen, kan ik u beloven. De nieuwe
usance tussen de PvdA en de Partij voor de Dieren dat je alleen iets
steunt als je het meetekent, was mij tot nu toe onbekend. Wij laten wat we
steunen gewoon afhangen van wat we stemmen. Ik heb nog een vraag
aan de heer Boutkan. Hij betoogt net waarom de motie die hij met een
prima intentie indient, namelijk ‘kan het wat zachter in overleg met
evenementenorganisatoren’, niet zo kansrijk is. Dat overleg heeft
plaatsgevonden en die evenementenorganisatoren hebben aangegeven
dat het niet heel veel zachter kan. Dus is het niet een beetje ‘zachte
heelmeesters maken stinkende wonden’, wat u voorstelt? Dat overleg is
immers geweest en dat heeft een uitkomst gehad.)
Ik ben blij dat u dat vraagt want ik ben namelijk van mening van niet. Op dit
moment zegt de evenementenbranche dat het niet zachter kan dan 100 dB(A), maar dat
wil niet zeggen dat iedere evenementenorganisator dat straks ook nog zegt. Wat ik nu
heel graag wil, dat is dat het college samen met de evenementenorganisatoren en samen
met de experts op het gebied van gehoorschade en gezondheid, gaat kijken wat we nu
kunnen doen. Wat kunnen we nu doen om die norm naar beneden te krijgen? Wat kunnen
we bijvoorbeeld ook doen om zogenaamde rustpauzes in te lassen? Het inlassen van
rustpauzes bij een hoog volume is goed, althans minder schadelijk. Dat leidt tot een
verminderde kans op gehoorschade. Ik wil juist heel graag dat het college dit gaat
oppakken. Dat is wat mij betreft zeker geen wassen neus.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen.
109° Motie van de leden Boutkan, Nuijens, Boomsma, Peters, Ruigrok,
Bosman en Van Soest inzake Onderzoek structurele investeringen voor een excellente
uitvoering van Amsterdams evenementenbeleid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 189)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— onderzoek te doen naar een structurele financiering voor een excellente
uitvoering van het evenementenbeleid en te komen tot een voorstel voor
begroting;
— hierbij in ieder geval te investeren in de regietafel evenementen, handhaving,
uitwerking dashboard, opleiden van ambtenaren, et cetera;
65
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
— dit onderzoek zo snel als mogelijk uit te voeren (liefst voor of uiterlijk in het
tweede kwartaal 2018), zodat de uitkomsten van het onderzoek gebruikt
kunnen worden bij het uitvoeren van het nieuwe evenementenbeleid.
110° Motie van de leden Boutkan en Peters, Geluid bij Amsterdamse
evenementen, Kan het straks ook wat minder hard (Gemeenteblad afd. 1, nr. 190)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— actief in overleg te gaan met de branche en evenementorganisatoren om
experimenten met lagere geluidsnormen dan 100 dB(A) en zaken als het
inlassen van ‘geluidsrustpauzes’ te stimuleren;
— hierbij de Best Beschikbare Techniek (BBT) toe te passen om een goede
balans te vinden tussen muziekbeleving en het voorkomen van gehoorschade
en hierbij actief medische (bijvoorbeeld GGD) en akoestische experts te
betrekken;
— in overleg met organisatoren gratis gehoorbescherming ter beschikking te
stellen op evenementen met hoge geluidsbelasting;
— met als doel om uiteindelijk gehoorschade te voorkomen van bezoekers en
medewerkers die zich op het publieksveld bevinden;
— hierover terug te rapporteren aan de gemeenteraad bij de evaluatie van het
geluidbeleid.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Peters.
De heer PETERS: Na een uitgebreide commissiebehandeling en een lang
voortraject is een ding duidelijk: we gaan niet iedereen in Amsterdam blij maken. Aan het
eind van dit debat zullen heel veel mensen zeggen dat het niet genoeg is en veel mensen
zullen zeggen dat het veel te veel is. Dat is onontkoombaar. Maar er zijn heel veel
mensen gehoord en er hebben heel veel mensen meegebouwd aan wat hier nu ter tafel
ligt. Amsterdammers die van feesten houden en Amsterdammers die van rust houden.
Daardoor is dit een compromis met een aantal heel goede punten. Voor het eerst wordt
duidelijk gezegd dat er veel kan in deze stad, maar niet alles. Mijn fractiegenoot mevrouw
Alberts zei vanochtend heel toepasselijk: er is gehoor gegeven aan de herrie. Dat klopt.
De geluidsnormen worden flink naar beneden bijgesteld. Daarnaast zijn er locatieprofielen
opgesteld met inspraak van omwonenden zodat duidelijk is wat er wel en wat er niet kan
in een gebied en er lijken eindelijk grenzen in zicht als het gaat om de hoeveelheid
evenementen in de stad. Is dat wat ons betreft genoeg? Laat ik het zo zeggen, het is een
stap in de goede richting en die heeft misschien nog wel een vervolg nodig. Daarom is het
goed dat de waarnemend burgemeester heeft toegezegd dat er een tussenevaluatie volgt
in 2020 en dat we de situatie voortdurend in de gaten houden zodat waar nodig, kan
worden bijgestuurd. Ik hoop dat die toezegging vandaag nog eens zal worden herhaald.
Ook hoop ik, en dat is misschien even een sneer, dat we snel antwoord krijgen op de
vragen over N1 die mevrouw Alberts maanden geleden heeft gesteld. Het is wel jammer
dat de antwoorden op die vragen bij deze discussie nu niet ter tafel liggen.
Ik wil afsluiten met twee zaken. Ten eerste wil ik melden dat we samen met
GroenLinks exact dezelfde motie indienen om de eindtijd tot middernacht niet mogelijk te
maken. Ik had die motie ook. Ik heb de handtekening van de heer Nuijens eronder. We
66
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
gaan het vast nog samenvoegen, maar ik heb de motie hier en die dien ik in. Het komt
vanavond vanzelf goed.
Daarnaast heb ik onze bijdrage als het gaat om de motie van de PvdA, de laatste
die de heer Boutkan net indiende. Ook wij vinden dat in overleg met organisatoren er iets
moet worden gedaan aan het geluid front of house tijdens evenementen, dus aan het
geluid waaraan bezoekers worden blootgesteld. Dit gaat de in dit beleid door de GGD als
gezond benoemde normen te boven en wij zijn er erg voor het gesprek aan te gaan met
die organisatoren om die volumeknop naar beneden te schuiven. Dat is gezonder voor
bezoekers en wellicht ook positiever voor omwonenden.
Tot slot wil ik nog op verantwoordelijkheden wijzen. Waarom doen organisatoren
zelf niet wat meer? Zij moeten toch ook hebben gehoord dat er mensen zijn die last
hebben van hun lucratieve inkomstenbron. Waarom moet de overheid hen daarop wijzen?
Organisatoren kunnen zelf nog wel wat meer verantwoordelijkheid nemen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
111° _ Motie van de leden Peters en Nuijens inzake de beleidsregel Geluid bij
evenementen in Amsterdam (Eindtijden van muziekgeluid tijdens evenementen)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 192)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de mogelijkheid tot het verlengen van de eindtijd van evenementen van 23.00
naar 00.00 uur op dagen dat een weekenddag of nationaal vastgestelde vrije
dag volgt, te schrappen uit de Beleidsregel Geluid bij evenementen in
Amsterdam.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ruigrok.
Mevrouw RUIGROK: Zoals de anderen ook al zeiden, dit onderwerp staat al jaren
op de agenda. In 2014 hebben we al voorstellen ingediend met de coalitie om meer
eenduidig beleid te maken en met veel aandacht voor duurzaamheid. Dit hele proces is
enorm actief en betrokken uitgevoerd met veel inspraak en heel veel partijen. Ik herinner
me bijvoorbeeld de inspreker nog die met zijn bastonenbox kwam en dat in de
Broekmanzaal eens even goed liet horen, maar ook het meisje dat aangaf dat zo’n beetje
al haar vrienden van festivals kwamen. En ik herinner me dat een van de laatste
insprekers aangaf dat juist die verbinding die je op festivals voelt, dat die zo mooi is. Dat
vind ik mooi. Ik vind het ook heel mooi dat die festivalgedachte juist wordt doorgevoerd op
het Rembrandtplein. Een heel ander onderwerp, maar toch is dat wel iets wat meespeelt
om uitgaansgeweld tegen te gaan.
Maar we hebben ook mensen gehoord die elkaar nauwelijks konden verstaan als
ze thuis zaten en er een festival in de buurt was of die vaak overlast ervaren. We hebben
ook mensen gehoord bij wie sukkels in hun tuintje stonden te plassen na het een of
andere event. Dit onderwerp roept aan alle kanten emoties op. Daarom heb ik er zo'n
bewondering voor hoe dit is opgepakt door de ambtenaren en door de burgemeester. Met
de inzet van Eberhard van der Laan die hier echt het uiterste van zijn mediationkwaliteit
heeft ingezet met iedereen die zo hard aan dit project heeft getrokken. Aan beide kanten
wordt veel gevraagd. Van de omwonenden wordt gevraagd te accepteren dat festivals en
geluid nu eenmaal bij Amsterdam passen en van de organisatoren en bezoekers wordt
67
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
gevraagd zich aan te passen, overlast tegen te gaan en duurzame stappen te maken. Het
is een beleid van het redelijke midden geworden. Zoals de heer Peters net ook al zei, een
beleid waarbij er altijd partijen zullen zijn die deze redelijkheid onredelijk vinden. Die het
veel te veel of juist veel te weinig vinden. Maar we kunnen niet anders concluderen,
tenminste dat concludeer ik, dan dat dit nieuwe beleid zeer restrictief is. Restrictiever dan
het ooit is geweest. En daar hebben we eigenlijk in de laatste discussies niet zo veel
aandacht meer voor. Maar dat het restrictief is, dat is ook goed en dat is ook nodig. De
aanleiding daarvoor was er. Het beleid is strenger en heeft betere begrenzingen,
geluidsnormen, ecologische voorwaarden, begrenzing van het aantal dagen en eindtijden,
het is allemaal meegenomen. We hebben met elkaar een enorme hoeveelheid moties
uitgewerkt en dat terwijl het eigenlijk een bevoegdheid van de burgemeester is. Maar het
is wel die werkwijze die mij aanspreekt. Het inzetten van experts, het horen, het
wederhoren van diverse betrokkenen.
Een van mijn wensen staat nog op het verlanglijstje en die komt pas van de zomer
weer terug, de freezone voor culturele en kleinschalige activiteiten op het Marineterrein.
Een van de andere is de aandacht voor klachtenafhandeling. Informatie is heel erg
belangrijk en zeker realtime zodat mensen contact kunnen maken. Ik ben heel benieuwd
naar hoe dat allemaal gaat uitwerken. Daarom wil ik nog een keer bevestigen dat we dat
gaan evalueren. Niet over vijf jaar, maar over twee jaar wat ook de bedoeling is. Dus ik
heb die motie hier ingevoerd: een evaluatie na twee jaar waarbij dan ook het
bezoekersonderzoek een onderdeel vormt.
Ik kijk uit naar dit nieuwe beleid. Ik wil het graag omarmen en ik wens iedereen
heel erg veel succes.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
112° _ Motie van het lid Ruigrok inzake het vaststellen van het Geluidsbeleid
Evenementen en Locatieprofielen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 193)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— _na twee jaar een evaluatie van het nieuwe evenementenbeleid uit te voeren;
— daarbij de beleving van bezoekers van festivals en andere evenementen in de
gemeente Amsterdam te betrekken;
— daarbij specifiek aandacht te besteden aan de beleving van Amsterdamse
bezoekers en hun op- en aanmerkingen;
— de gemeenteraad te informeren over de uitkomsten van deze evaluatie.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Evenementen zijn buitengewoon leuk en verbroederend en
horen ook bij een bruisende wereldstad als Amsterdam, maar tegelijkertijd brengen ze
ook veel overlast met zich mee. Ze kunnen de natuur beschadigen en als
gemeentebestuur moeten wij ervoor waken dat die effecten onredelijke proporties
aannemen. Amsterdam is geen festivalterrein. In de eerste plaats is Amsterdam een plek
om rustig, fijn, prettig en mooi te kunnen wonen. En elke Amsterdammer weet dat hij niet
in een hutje op de hei woont, maar het is niet redelijk te verwachten van mensen dat ze
keer op keer worden geconfronteerd met een bijzonder hinderlijke vorm van overlast, van
lawaai, waaraan ze zich niet kunnen onttrekken omdat het in hun eigen huis gebeurt.
68
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Politiek is het afwegen van belangen. Er is ontzettend hard gewerkt aan deze
belangenafweging, maar voor het CDA is het toch zo dat het belang om prettig en rustig
te kunnen wonen in deze stad, dat dat principe moet prevaleren. Daaraan hechten wij
meer belang dan aan wat nu naar voren komt in deze stukken. Daar ligt wat ons betreft
dan ook dat gezochte redelijke midden. Dat betekent inderdaad dat er grenzen zijn aan de
groei. Een mooi gekozen titel voor een motie. Voor het CDA blijft ook vooropstaan dat het
vooralsnog tijd is om de volumeknop verder naar omlaag te draaien. Dat is enerzijds
nodig om omwonenden te beschermen tegen overlast, maar ook om de bezoekers van
festivals zelf te beschermen tegen het risico op gehoorschade. Het CDA is er niet van
overtuigd dat allerlei evenementen niet meer zouden kunnen doorgaan als de muziek wat
zachter moet. Ik heb nog nergens een goed argument gehoord van mensen waarom dat
nu niet zou kunnen. Het zou dan afbreuk doen aan de geluidsbeleving, maar volgens mij
is het ook een kwestie van wennen en zijn we terechtgekomen in een soort
wapenwedloop van steeds hardere volumes om maar boven elkaar uit te komen. We
moeten nu weer een stap terugzetten. Er is dus een cultuurverandering nodig. Volgens
mij is de tijd daar ook rijp voor. Je ziet ook dat jongeren en bezoekers zelf vaak aangeven
dat de muziek te hard staat. Laten we daar dan ook op reageren. Ik vond ook dat het feit
dat 36% van de bezoekers aangeeft dat ze zelf verantwoordelijkheid neemt voor die
oordopjes, dat vind ik laag. Dat betekent dat een hele grote groep het risico op
gehoorschade loopt en die gehoorschade ook oploopt met alle gevolgen van dien. Dat
moeten wij volgens mij niet willen. Ik blijf erbij dat je beter in plaats van oordoppen aan te
schaffen, de muziek wat zachter kunt zetten. Daarom zal ik een aantal moties steunen. Er
was veel overlap. Een aantal moties heb ik niet zelf opgesteld, maar die teken ik mee.
Dan gaat het om een maximum op de gevel van 80 dB(C); het meten van dB(A) naast
dB(C); natuurlijk moeten die gegevens openbaar toegankelijk zijn. Ik zal niet alles wat ik
steun nu gaan herhalen.
Ik heb nog twee andere moties. Daarbij gaat het ten eerste om de motie gericht
op kinderen. We hebben ook gezien dat er een norm is voor kinderen van veertien en
vijftien jaar. Die zijn nog volop in ontwikkeling. Voor hen geldt dan niet een maximum van
100 dB(A), maar van 96 dB(A) vastgesteld. Dat is nog altijd ver boven de richtlijn van de
GGD. Ik vind dat zeker voor zulke jonge kinderen, echt kinderen volop in ontwikkeling,
echt te hard. Daarom zouden we de norm omlaag moeten aanpassen. Dus daarvoor heb
ik een motie.
Daarnaast heb ik een andere motie. Ik vond de suggestie van de heer Boutkan en
anderen om te blijven werken aan het terugdringen van die overlast en te zoeken naar die
best practices ook heel goed. Ik heb een andere motie die net wat anders is geformuleerd
en waarbij we zeggen: ga nu in overleg met de sector om te proberen elke twee jaar die
maximumnorm die we hanteren, 2 dB(C) omlaag te draaien.
Ik zal niet allemaal herhalen wat we nu wel of niet steunen. Ik ben het grotendeels
eens met veel van de moties van GroenLinks en de Partij voor de Dieren om parken beter
te beschermen en daarnaar onderzoek te doen. Tot zover.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen.
113° Motie van de leden Boomsma en Van Lammeren inzake het geluidbeleid
Evenementen en Locatieprofielen (Zet in op verlaging van het risico op gehoorschade)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 194)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
69
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
— er in overleg met de sector op aan te sturen om de maximaal te vergunnen
geluidsnorm de komende jaren elke twee jaar naar beneden bij te stellen met
3 dB(A) per jaar totdat deze is teruggebracht naar het advies van GGD
Nederland, te weten 92 dB(A).
114° Motie van de leden Boomsma en Van Lammeren inzake het
evenementenbeleid (Bescherm kinderen tegen het risico op gehoorschade)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 195)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de maximale geluidsnormen voor kinderen van 14 en 15 vast te stellen op
91 dB(A).
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bosman.
Mevrouw BOSMAN: Goed.
(De heer NUIJENS: Ik heb een interruptie op mevrouw Bosman als dat
mag. Toch nog even over die bodemonderzoeken. Is mevrouw Bosman
het met mij eens dat we schade aan de bodem moeten uitsluiten?)
In zoverre dat tot onherstelbare schade leidt, dan vind ik inderdaad dat we dat
moeten uitsluiten.
(De heer NUIJENS: Is mevrouw Bosman van mening dat wij dat
systeemtechnisch doen op dit moment of hebben gedaan?)
Ja, dat hebben wij gedaan. Dat blijkt alleen niet uit onderzoek, maar dat blijkt ook
uit rechterlijke uitspraken. Volgens mij is dit beleid mede ingegeven doordat voorheen
organisatoren en omwonenden elkaar vaak in de rechtszaal troffen. Dat kost iedereen
heel veel tijd en energie. We zien toch vaak dat uit natuuronderzoek blijkt dat die zorgen
er wel zijn, maar dat de schade er niet daadwerkelijk is. Ik herhaal de juridische uitspraken
dat er tot nu toe geen onherstelbare schade in de bodem is opgetreden.
(De heer NUIJENS: Nu glibbert mevrouw Bosman weg richting juridische
uitspraken, maar ik vroeg naar onderzoek. Ze refereerde in haar
onderzoek aan door de gemeente gedaan onderzoek waaruit zou blijken
dat er geen schade zou zijn aan de bodem. Wat nu zo gek was aan dat
onderzoek — en daarover heeft de raad een uitspraak gedaan bij monde
van de heer Groen, de heer Van Lammeren en mevrouw Van der Berg —
was dat er niet is gemeten op plekken waar evenementen hebben
plaatsgevonden. Vindt u dat ook niet een beetje gek?)
Ik kan mij goed herinneren dat we in juni zo’n pakket aan onderzoeken hebben
behandeld. Ik weet niet meer precies de tekst daarvan, maar ik kan me wel heel goed
herinneren dat daarin stond dat er niet met zekerheid te zeggen viel dat evenementen
schade veroorzaakten in de bodem.
(De heer NUIJENS: Nu glibberen we steeds verder af, want net was het
nog uitgesloten en nu valt het niet met zekerheid te zeggen. Dat is wel
even iets anders. Waarom is er toentertijd niet gemeten op plekken met
evenementen? Waar was wethouder Choho of waar was D66 eigenlijk
naar op zoek om de woorden van mevrouw Bosman te gebruiken?)
Er is wel degelijk gemeten op plekken waar evenementen hebben
plaatsgevonden, bijvoorbeeld in het Flevopark. Daar ben ik meegegaan met de schouw.
70
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Daar zijn allemaal gaten in de bodem geprikt en die zijn daarna gemeten. Het was goed.
Daarnaast heb ik ook natuuronderzoek van de Gaasperplas gelezen. Daarvan heeft de
rechter gewoon gezegd dat dit klopt. Schade in de bodem: niet bewezen.
(De heer NUIJENS: Daar gaan we weer. Taal is zeg maar echt mijn ding.
Niet bewezen is wel iets anders dan uitgesloten. Maar nog even over dat
onderzoek in het Flevopark waarover mevrouw Bosman het net had.
Daarvan zeggen de onderzoekers zelf dat het is gedaan op een niet-
representatief moment omdat de bodem op dat moment uitzonderlijk
droog was. Ja of nee?)
Ja. Dus u bent eigenlijk op zoek naar een mogelijkheid om onderzoek te doen in
hele slechte omstandigheden zodat er hopelijk een keer uitkomt dat de bodem inderdaad
verpest wordt door evenementen, wat er tot nu toe niet is uitgekomen. En dan kunnen we
evenementen schrappen. Als dat is waarnaar u op zoek bent? Ik ben er niet naar op zoek.
Ik ben op zoek naar feiten. Dat zijn die onderzoeken die zijn gedaan. Daaruit blijkt keer op
keer — en dat is genoeg voor de provincie als bevoegd gezag om de Flora- en faunawet te
handhaven. Dat is genoeg voor de gemeente om de vergunning daarop uit te keren. En
dat is genoeg voor de rechtbank om op basis daarvan uitspraak te doen. Dan is het ook
genoeg voor mij.
(De heer NUIJENS: Het gaat er niet om wat er genoeg is voor Bosman of
Nuijens. Ik ben ook nergens naar op zoek. Ik constateer alleen dat wij zelf
niet-representatieve metingen hebben verricht en dat de onderzoekers dat
zelf ook zeggen. Dus wat relevant is voor Bosman is de vraag niet. De
vraag is wat genoeg is voor de Amsterdamse parken.)
Ik denk dat het wel genoeg is, omdat ik me aansluit bij het bevoegd gezag dat dit
handhaaft en dat is de provincie. Daarnaast is dit ook nog bij de rechter getoetst en daar
kwam het ook goed uit. Ik denk dat ik dat niet beter weet dan al deze experts. Dus
daarom sluit ik me daarbij aan.
Ik zou nu heel graag beginnen aan mijn bijdrage. Ik wilde beginnen met het
bedanken van de waarnemend burgemeester. En laten we ook burgemeester Van der
Laan niet vergeten die hierin zo'n grote rol heeft gespeeld. Ik wil ook graag de ambtelijke
organisatie bedanken die echt pagina's vol aan schriftelijke technische vragen heeft
beantwoord en hierin heel veel tijd heeft gestoken. Maar ook zeker de bewonersgroepen
en de organisatoren die zo vaak aan tafel hebben gezeten. Er is heel veel energie in dit
proces gegaan. Dank voor dit proces en dank voor alles wat hieruit is gekomen. Ik vond
dat mevrouw Ruigrok het heel goed zei: het redelijke midden. Dat was heel mooi gezegd.
Festivals zijn belangrijk voor Amsterdam. Waar ook ter wereld je bent, Amsterdam
staat echt bekend als de bakermat van dance en de kweekvijver van jong talent als het
gaat om festivals. Als in Brazilië de Olympische Spelen worden georganiseerd, dan staan
er allemaal technici die hier de podia opbouwen, die hier de lichttechniek doen. Die staan
daar omdat wij daar zo goed in zijn. Ik ben ook heel erg trots op de duurzaamheid van
deze festivals, want Amsterdamse festivals winnen ook gewoon prijzen daarvoor. De
dekmantel van de samenwerkende natuur- en milieuorganisaties, Digital, de Damprijs.
Mkb voor natuurorganisaties. Die worden uitgereikt voor festivals, dus laten we dat ook
vooral eren. Daar gaat mijn hart naar uit. En ik vind het ook een fantastisch mooie bron
van cultuur. Ik denk dat het ook een opstapje is voor jonge mensen om bijvoorbeeld naar
musea te gaan. In het Stedelijk Museum werden rondleidingen gegeven door een van de
medeorganisatoren van Appelsap. Die organiseerde daar een rondleiding met tien
kunstwerken waaraan hij een hiphoptrack verbond. Je kon met je Appelsapkaartje naar
binnen. Het is dus inderdaad zo dat klassieke musea en festivals jonge mensen aan
elkaar verbinden. Daar ben ik ook trots op, op die culturele waarde.
71
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Ik zie dat we de regels wat strenger hebben gemaakt en ik denk dat dat ook goed
is met name op het gebied van milieu en duurzaamheid. Maar hoe hoger je de lat legt,
hoe moeilijker het is als beginnend festival om daaraan te voldoen. Daarom heb ik een
voorstel om een broedplaats in de openbare ruimte in te richten voor beginnende
festivals. Dat is echt gericht op de kleinschalige festivals zonder commercieel oogmerk die
experimentele festivals organiseren. Deze motie is medeondertekend door de heer
Boutkan. De burgemeester heeft al gezegd tijdens de commissie dat mits er vraag naar is,
dat hij dat zeker zal faciliteren. Ik weet dat er vraag naar is, dus ik reken op succes.
Hetzelfde geldt voor diversiteit. Hoe strenger wij de regels maken, hoe meer je
eigenlijk een gevestigde orde creëert van grote, professionele organisaties die al voldoen
aan dat profiel. D66 staat altijd open voor nieuwe spelers. Ik zie bijvoorbeeld dat ze in
Rotterdam een beleid hebben waarbij men zich specifiek richt op jongeren of waarbij ze
specifieke thema's willen uitlichten. Ik denk dat dit nu eigenlijk precies het goede moment
is om zo'n proces met elkaar in te gaan nu we die technische criteria goed op orde
hebben.
(De heer VAN LAMMEREN: U zegt dat we festivals moeten kunnen
vernieuwen zodat de beginnende organisatoren ook een kans krijgen.
Hoe staat dat dan in verhouding tot de bonus-malusregeling? Daar bent u
volgens mij toch voor. Daarbij krijgen festivalorganisatoren
meerjarenvergunningen.)
Ik vind dat die dingen prima naast elkaar kunnen bestaan. Ik vergelijk het
bijvoorbeeld met ons reguliere kunst-en-cultuurbeleid. Daarvoor hebben we ook
instellingssubsidie en projectsubsidies. Een deel van het geld moet naar experimentele
kunst gaan en een deel naar topinstellingen. Volgens mij is het helemaal niet zo raar om
dat naast elkaar te laten bestaan. Dat is iets wat we in de kunst-en-cultuursector al langer
doen.
(De heer VAN LAMMEREN: Dat gaat over geld. Dit gaat erover dat er
een maximumaantal festivals is. Gelukkig. Te veel, maar er is een
maximumaantal. En u zegt dat festivals die zich goed gedragen, voor de
komende jaren een vergunning krijgen. Maar u zegt ook dat er nieuwe
festivals bij moeten kunnen. Hoe werkt dat dan in de praktijk?)
Precies zoals het bij ons kunst-en-cultuurbeleid is geregeld. Dat gaat er ook over
dat je een bepaald budget vrijmaakt — dat is dan inderdaad in geld, maar dat kun je
natuurlijk ook prima in ruimte doen omdat je die hebt gemaximeerd in dit beleid. Stel, je
hebt tien festivalterreinen. Vijf zijn er voor goede partijen met wie we al lang samenwerken
en die een goede relatie hebben met de omgeving. Die krijgen een meerjarenvergunning.
Dan drie voor grote nieuwe festivalorganisatoren. En twee voor kleine, experimentele
festivals. Dit is ook precies hoe we kunst en cultuur regelen. Ik zou eigenlijk zeggen: laten
we dat we ook voor evenementen overnemen.
(De heer VAN LAMMEREN: Dan verwacht ik van D66 een motie bij welke
parken dat dan wel of niet geldt. Of gaat u alleen maar zeggen dat er iets
moet komen, maar niet hoe u dat dan voor u ziet? Ik ben gewoon heel erg
benieuwd hoe u dit kunt combineren. Ik zie uw motie tegemoet.)
Ik heb inderdaad een motie. Ik heb daarvoor niet een specifieke plek
aangewezen. Dat doen we namelijk ook niet met het cultuurbeleid, om maar weer een
vergelijking met het cultuurbeleid te maken. Dus hier ook niet.
Dan had ik nog een aantal toezeggingen gehad tijdens de commissie, dus die
herhaal ik even snel voor de goede orde. Ik heb gevraagd scenario's uit te werken met
betrekking tot het aanleggen van duurzame stroompunten. Die kun je aanleggen als
private partij, als energiebedrijf of als gemeente zelf. Die uitwerking krijgen we. Volgens
72
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
mij is het ook goed om daaraan die meerjarenvergunning te koppelen. Daarnaast is het
de bedoeling en dat heeft mevrouw Ruigrok ook al heel goed gezegd, dat de
klachtenafhandeling realtime gebeurt. Dus realtime communiceren met de
evenementenorganisatoren als je weet dat er nu drie klachten zijn over afval in de straat.
Dan kun je dat direct gaan opruimen in plaats van dat je dat een halfjaar later hoort en er
niets meer aan kunt doen.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik heb toch nog een vraag aan u. U bent ook
voor het aanleggen van stroom- en waterpunten gefinancierd door
evenementenorganisatoren en toch wilt u ruimte bieden voor vernieuwing.
Zet u niet gewoon met uw meerjarenvergunningen, met het investeren in
de parken om ze tot evenemententerreinen te maken, een claim neer die
die vernieuwing die u zo najaagt, gewoon tegenhoudt?)
Nee, die houd ik niet tegen. Dan verwijs ik weer naar het kunst-en-cultuurbeleid
waar je bijvoorbeeld het Berlijnse model hebt. Je hebt dan een aantal grote instellingen
die een aantal kleine experimentele kunstprojecten onder zich hebben. Zo'n model zou je
kunnen zien. Maar dit zijn scenario's die we gaan uitwerken. Je zou bijvoorbeeld ook
prima kunnen zeggen: We hebben hier een locatie, we hebben hier twee grote festivals.
Jongens, een stroompunt aanleggen kost 400.000 euro. Als jullie hier drie jaar kunnen
zitten, kunnen jullie hieraan 100.000 euro bijdragen. Dan doe je de rest via die kleine
festivals. Ik zie het probleem totaal niet. Hier kun je heel veel dingen op verzinnen. Laten
we dat vooral uitzoeken en bespreken als die scenario’s er liggen.
(De heer VAN LAMMEREN: Dit is nu precies de kern waarom ik me
hiertegen verzet. U zegt het zelf. Een stroompunt kost bijvoorbeeld
400.000 euro. Als de organisator 200.000 euro investeert, krijgt hij een
meerjarenvergunning. Dat is wat u zojuist zei en dat is precies waarop ik
tegen ben. Ten eerste verkwanselt u de parken en vervolgens verkoopt u
ze ook nog eens indirect door een investering te vragen en die te
koppelen aan een meerjarenvergunning. Dat is de markt op slot zetten.
Dat is evenementenorganisatoren met hun diepe zakken onze parken
laten vernachelen. Dat houdt de vernieuwing die u zo voorstaat, compleet
tegen.)
Ik heb zelf niet het idee dat festivals op stroom in plaats van op diesel de parken
zouden vernachelen. En verder kon ik u eerlijk gezegd niet helemaal volgen. Ik denk dat
ik het er niet mee eens ben.
Dan heb ik nog een vraag aan de waarnemend burgemeester. Er is best wel wat
discussie geweest over het bestemmingsplan Sloterpark en ook over het locatieprofiel
Sloterpark. Ik denk dat het redelijk is deze er specifiek uit te lichten, omdat die
behandeling een beetje parallel liep aan elkaar. Ook in de bestuurscommissie is
aangegeven dat wij het bestemmingsplan anders kunnen inrichten als het gaat om waar
het wel of niet een evenemententerrein is als de evaluatie van het festival goed is. Die
evaluatie is nu goed gebleken. Het bestemmingsplan is volgens de oude manier
vastgelegd. Als we het locatieprofiel nu als gevolg van die evaluatie opstellen waarbij we
het evenemententerrein op een bepaald grasveld vastleggen, dan betekent dit dat deze
organisatoren altijd een omgevingsvergunning moeten aanvragen omdat we destijds dat
bestemmingsplan anders hebben vastgesteld. En dat terwijl het eigenlijk een proces is
geweest dat wij niet handig hebben gedaan. Ik vroeg me af of deze mensen niet konden
worden geholpen door bijvoorbeeld die omgevingsvergunning als een
meerjarenvergunning te behandelen, zodat ze niet elk jaar weer opnieuw diezelfde
omgevingsvergunning hoeven aan te vragen. Tot zover.
73
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen.
115° Motie van de leden Bosman en Boutkan inzake geluid bij evenementen in
Amsterdam, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn duurzaamheid
evenementen in Amsterdam (Broedplaats openbare ruimte) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
196)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een broedplaats in de openbare ruimte in te richten met een programmering
van kleinschalige, experimentele festivals zonder winstoogmerk.
116° Motie van de leden Bosman en Boutkan inzake Geluid bij evenementen in
Amsterdam, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn Duurzaamheid
evenementen in Amsterdam (Kwaliteit en diversiteit) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 198)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in gesprek te treden met de evenementenorganisatoren en de
nachtburgemeester over hoe de programmering van evenementen in
Amsterdam nog diverser kan worden, zodat ale doelgroepen zich
vertegenwoordigd voelen in het aanbod van evenementen in Amsterdam.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
(De heer NUIJENS: Ik heb nog een verhelderende vraag aan mevrouw
Bosman. Oprecht zonder adder onder het gras. Toen u net zei die
vergunning als een meerjarenvergunning te behandelen, bedoelt u
daarmee dan dat die eenmaal ingediend het jaar daarna niet meer hoeft
te worden ingediend zodat mensen de aanvraag niet hoeven te herhalen?
Of bedoelt u ook dat een vergunning meerjarig wordt verstrekt? Over dat
tweede hebben we het natuurlijk vaak gehad in de commissie.)
Ik bedoel eigenlijk dat die vergunning niet steeds in hetzelfde proces behoeft te
worden aangevraagd. Dat belast volgens mij zowel de organisatie als de ambtelijke
organisatie, terwijl we eigenlijk allemaal weten wat daaruit zou komen. Dat lijkt mij niet
praktisch. Hoe dat juridisch precies moet worden uitgewerkt, daarvoor heb ik de expertise
niet. Ik vraag de waarnemend burgemeester om een oplossing daarvoor.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Zoals u al weet, is het standpunt van de Partij van de
Ouderen dat wij tegen al die festivals zijn, al dat pretparkgedoe. Daarover hebben wij in
de commissie al het nodige gezegd. Ik wil niet gaan papegaaien, dus ik steun de bijdrage
van de heer Van Lammeren volledig.
De VOORZITTER: Dat was de eerste termijn van de raad. Gezien de hoeveelheid
moties is het handig om te schorsen om de bestuurders de kans te geven kennis te
nemen van de moties en ze te voorzien van een preadvies.
De VOORZITTER schorst om 17.15 uur de vergadering tot 19.30 uur voor de
dinerpauze.
74
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
INDEX
100 Vaststellen van het bestemmingsplan Boven 't Y nnn nennen sensoren ennnernen 24
101 Vaststellen van het bestemmingsplan Fietsenstalling Lijnbaansgracht t‚h.v. De
Melkweg nnn nnen ne venneenennennnerenenennnereveneereennennerevennnerevevennveneennnervevvensnervennnen Â
103 Instemmen met de wegonttrekking van het fietspad Burgerweeshuispad…………… 24
104 Vaststellen van het bestemmingsplan Archimedesplantsoen… nnn. 25
105 Vaststellen van het bestemmingsplan Middenweg 89. annen vennen 29
107 Kennisnemen van het besluit inzake de tussenrapportage Ruimte voor de Stad en
kennisnemen van de beantwoording van de moties die aangenomen zijn bij ‘Koers
109 Instemmen met het bedrag aan gemaakte kosten samenhangend met het opsporen
en ruimen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog in 2017 … nne. 26
110 Vaststellen van het Uitvoeringsbesluit Onderdoorgang Verlengde Amstelstroomlaan
en beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet … nnn nenennerenennneee nennen 26
111 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op de locatie
Strekkerweg 51 te Amsterdam … nnee enneneneneenennenenenenneeeenenenenseeenneerenenenen 20
112 Instemmen met het wijzigen van de administratieve verwerking van erfpacht
afkoopsommen per 1 januari 2018... aannneneenennneeenennneeevennneneenennneeneennneervennnennenn ÒÂ
113 Vaststellen van de investeringsnota en het stedenbouwkundig plan
Weespertrekvaart-Midden en het beschikbaar stellen van een investeringskrediet …. 27
114 Instemmen met een aantal scopewijzigingen van het project Leidseplein ….…..……... 19
115 Instemmen met het uitvoerings- en kredietbesluit voor de vernieuwing van brug 108
(De Clercqstraat / Da Costagracht) … annen ennen nennneeeeennnnnensennneervennnnneerennner 2
116 Instemmen met het uitvoerings- en kredietbesluit voor de herinrichting van het
maaiveld en de renovatie van de drie bruggen Vijzelstraat, project Rode Loper … … … 20
117 Instemmen met de Nota van Uitgangspunten en vrijgave voor inspraak van het
Voorlopig Ontwerp Ferdinand Bolstraat zuid, project Rode Loper... ennen 20
119 Geheim nanne enennneeneenneeneerennneeenennnenvenennnnenvennnenseneennneereennneneenennneereennneeren ÙO
121 Kennisnemen van de brief van de Studentensteden inzake maatregelen tegen hoge
|
125 Kennisnemen van de stedelijke handhavingsprioriteit dierenwelzijn 2017-2018 …. 22
126 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘De Energiebank: Bestrijd de
groeiende energiearmoede in Amsterdam’ van de leden Groen en Roosma en
kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel ………...…..…………. 22
127 Aanvragen van een Kroonbesluit tot onteigening van eigendommen in het gebied St.
Annenkwartier (Herbestemmen Raambordelen Binnenstad II) … annen ennen 17
128 Instemmen met het advies van de bezwaarschriftencommissie op het bezwaarschrift
gericht tegen het besluit van de gemeenteraad van 27 september 2017 om in te
stemmen met de nota van uitgangspunten voor de inrichting van de Nieuwezijds
Voorburgwal Zuid nnen ennne neee venneeneennnerveerennnerevensvervvevnnserrvennnervvenen neren 1
129 Bekrachtigen van de geheimhouding … annen ennnerenennnerevenneeenennnerneenn 20
130 Kennisnemen van de beleidsregel ‘Geluid bij evenementen in Amsterdam’, de
locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn ‘Duurzaamheid Evenementen’
in Amsterdam ….….…..….unnnnnnnnnne nennen ernnnennereneeeereernnnnnnnerennenenvenennnnnneerneenrvvervenennnvernverrenenn DÛ
133 Instemmen met de beleidsneutrale wijziging van de gemeenschappelijke regeling
Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied … nonnen eeeneenenne 28
134 Vaststellen van een technische wijziging in het Plan van Scholen 2018-2021 … …. 28
141 Actualiteit van de leden Mbarki, Poot, Groot Wassink, Van Dantzig en Peters inzake
politie-inzet tegen drugsbazen … nn nnnenenennenenenneeen verennerenennnerevennnereennennvenvenn O2
75
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
144 Actualiteit van de leden Groot Wassink en Van Dantzig inzake het initiatief
kiesdeburgemeester.nl…… nnee venne nevenneern enn ennerenennnerevenensneevennverevennnerven eenen ÂÔ
149 Motie van de leden Mbarki, Van Dantzig, Peters, Boomsma, Poot en Groot Wassink
inzake politie-inzet tegen georganiseerde criminaliteit nnee ennen. 34
150 Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de actualiteit over politie-inzet tegen
drugsbazen (Discretionaire bevoegdheid burgemeester cameratoezicht) … ….….……..……. 36
151 Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de actualiteit over politie-inzet tegen
drugsbazen (Efficiënte inzet beschikbare politiecapaciteit) … neen 36
152 Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de actualiteit over politie-inzet tegen
drugsbazen (Inzet beschikbare politiecapaciteit).… ……ennnennennennnennennneeneennnennenn ÂÁ
153 Motie van de leden Poot, Boomsma en Van Dantzig inzake de actualiteit over
politie-inzet tegen drugsbazen (Inzet beschikbare politiecapaciteit) …… ……...…..……. 47
154 Motie van de leden van Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink, Peters,
Boomsma, Van Lammeren en van Soest inzake politie-inzet tegen zware criminaliteit 37
155 Motie van de leden van Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink, Peters,
Boomsma, Van Lammeren en van Soest inzake politie-inzet tegen zware criminaliteit 46
156 Motie van de leden Boomsma en Poot inzake de strafmaat voor het bezit van
automatische vuurwapens … nnn nnnnnenenennerrenen nennen nennnnerenvenvenennneernerrenvenennnnnverrvneen ÂÛ
157 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Binnennorm 50 dB(A) ….……… anneer ennen ennneenereennneereennneerenneereennnenne DÔ
158 Motie van de leden Van Lammeren en Boomsma inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Gevelnorm 80 dB(C)) nnen ennen: 96
159 Motie van de leden Van Lammeren en Boomsma inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Geen meteocorrectie) … nnn anneer reennneenennne: 96
160 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Gevelnorm 70 dB(A) nnn annen eennneenennneenereennneereennneerennneereennneree OÔ
161 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Meettijd 1 minuut) … annen en vennneenennneeneennneerenvennneerennneereennnenn. OÔ
162 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (11 uur is laat genoeg) ……. nnen eennneeneerennnennennneervennn nennen DÓ
163 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Beperk aantal op- en afbouwdagen) … nn nnnnenn anneer nennneerennneenn DT
164 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Geen dance in Natuurnetwerk Nederland) ……unnnnsennrenernen. DT
165 Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Geen vuurwerk in broedseizoen) … nn. D7
166 Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Recycling hub) … nn annneenennneeneennnern enne neereennnn DT
167 Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Geen single use plastiCS) … unseren DT
168 Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Alleen hardcups) … anneer ennneernennneerennneenn DT
169 Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Geen voedselverspilling) … annen. 98
170 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Flevopark 25% afsluiten) … nnen nennneennennneereneennneerennneereennnenn. OÔ
171 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Gaasperpark Noord maximaal drie dagen) … anneer eenen. D8
172 Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid
Evenementen en locatieprofielen (Flevopark 15.000 bezoekers) … nnen. 58
76
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
173 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Geen harde muziek in het broedseizoen) ………...unnnensenrrenenenenn DÔ
174 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Plantaardige eiwitten) nnn ennneenennnnennennenneereennneerennneereennnenn. DÛ
175 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Meetpunten NA) nanne ennneeevennneerennneeneennenneersennnerrennneereennneree DÛ
176 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Geen NA) nnn nnen nennneeneenneernennenneereennneereennnnneneennneervennnenven erneer DO
177 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Onafhankelijke commissie voor NA) … nanne ennen nennen ennneereennnenn. DO
178 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
locatieprofielen (Onderzoek naar leefbaarheidsgevolgen en psychofysiologische
gezondheidsrisicO's) … … nana enen ee vennenenneeenneenenenenenseeennenenenvenenvenenverveeneenenee DO
180 Motie van de leden Nuijens, Groen, Van Lammeren en Boutkan inzake langlopend
onderzoek ecologie en bodem … nanne ennnerevenneervenennserenennnervennserneenennvervenn ÓÁ
181 Motie van de leden Nuijens, Groen, Van Lammeren en Boutkan inzake het nader
uitwerken van ‘slecht weerscenario’s voor parken’ en het beoordelen van de actuele
staat van het park in de systematiek van locatieprofielen en vergunningen … ….….……. 64
182 Motie van de leden Nuijens, Groen, Van Lammeren en Boutkan inzake uniforme
bescherming kwetsbare bodem in parken … … unne nennerenennnerevenenneereeeneereennnn ÓÁ
183 Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het in ieder geval tot aan de evaluatie
blijven meten in dB(A) en dB(C) … anneer nennenneeneennneneennneereevennneerennnneneennnnneereenn ÓD
184 Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het maken van afspraken over
particuliere locaties met een BEST-bijeenkomstfunctie zoals rond het Westerpark …. 65
185 Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het uitwerken van een
bonus/malussystematiek … nanne ennneer venne eneen ennneenn enne neereennneerennneenenvennneereenn ÓD
186 Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het blijvend faciliteren van onderling
overleg tussen evenementenorganisatoren en omwonenden … nennen. 66
187 Motie van de leden Nuijens, Groen en Boutkan inzake het volgen van de uitkomsten
van participatieprocessen tussen stadsdelen en omwonenden... 66
188 Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het stellen van grenzen aan de groei 66
189 Motie van de leden Boutkan, Nuijens, Boomsma, Peters, Ruigrok, Bosman en Van
Soest inzake Onderzoek structurele investeringen voor een excellente uitvoering van
Amsterdams evenementenbeleid…… nnen eenenneeneeeeeernenenennnveneeveneennnnnnernn ÂÎ
190 Motie van de leden Boutkan en Peters, Geluid bij Amsterdamse evenementen, Kan
het straks ook wat minder hard … unne ennenenenenveneennnennenreeeneneeeennnnnerrvnennennnen PÎ
192 Motie van de leden Peters en Nuijens inzake de beleidsregel Geluid bij
evenementen in Amsterdam (Eindtijden van muziekgeluid tijdens evenementen) … … 72
193 Motie van het lid Ruigrok inzake het vaststellen van het Geluidsbeleid Evenementen
en Locatieprofielen.… nnn ann nnneeneennnennennnnnneneennneereennneneerennnnerrennnnneereennerreenennnennenn PÁ
194 Motie van de leden Boomsma en Van Lammeren inzake het geluidbeleid
Evenementen en Locatieprofielen (Zet in op verlaging van het risico op gehoorschade)
195 Motie van de leden Boomsma en Van Lammeren inzake het evenementenbeleid
(Bescherm kinderen tegen het risico of gehoorschade) … nnn ennen ennneennennnenn. 7D
196 Motie van de leden Bosman en Boutkan inzake geluid bij evenementen in
Amsterdam, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn duurzaamheid
evenementen in Amsterdam (Broedplaats openbare ruimt@) … anneer ennen ennen ZO
71
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
198 Motie van de leden Bosman en Boutkan inzake Geluid bij evenementen in
Amsterdam, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn Duurzaamheid
evenementen in Amsterdam (Kwaliteit en diversiteit) … … annen ennneeevenneeenennne: B
88 Instemmen met de aanleg van een energievoorziening voor het evenemententerrein
Amsterdamse Bos en het beschikbaar stellen van een rendabel krediet … ….…….………..……. 51
92 Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Amsterdamse lief en leed straten tegen
eenzaamheid’ van het lid Van Soest en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het
voorstel an nennnenenveeveneennenenneneevenenenennnnnneerenvenreenvnnnnnnerrenereneenennnnneernervenvnnennnen D
93 Uiten van wensen en bedenkingen over het Ontwerpbesluit oprichting stichting
Sarphati Amsterdam … ann nne en ennnnensennenneensennneerennnensenrennneervennneneenennnnervennneerenennn ÙÔ
97 Geheim... ennneenennneeneenennneeneennnennenennneereennneeverennnneenennneneereennneereennnenenenr DÔ
98 Geheim... annen ennneenennneeneennnnneeneennnenrennnnneereennneerennneenenvennneereennnenveneennnenrenen DÔ
Afschrift van een brief van BC Mesdagstraat, gericht aan Woonstichting De Key, van 26
januari 2018 inzake de adviesaanvraag voor de complexstrategie met betrekking tot de
Mesdagstraat @.O. nennen venne neeenennnenenenneervenennnerenennnerevevenneeevennnervvenennnervenneene Ò
Afschrift van een brief van een burger, gericht aan de wethouders Onderwijs van de vier
grote steden, de minister van OCW en de onderwijsvakbonden, van 12 februari 2018
inzake het feit dat de onderwijsuitgaven in Nederland een stuk minder zijn dan in
Zweden ….......nnnnnnnnnnnneneneneennnnerrenenenvenennnnnnenrenenenenvenennnnerenvenrvenvennnnneerneerenvenennnnnnernn ÎÒ
Brief van de heer R.H. van Dantzig, fractievoorzitter van D66, van 30 januari 2018 inzake
het verzoek om mevrouw Y. el Ksaihi te installeren als duoraadslid en te benoemen als
lid van de raadscommissie Werk en Economie en het terugtreden van mevrouw M. ten
Bruggencate als lid van deze commissi@ … annen vennen eeennnerenennnereeenneeenennvervenn Ó
Brief van de raadsgriffie van de gemeente Oostzaan van 8 februari 2018 inzake de
aangenomen motie van de fractie van het CDA van de gemeenteraad van Oostzaan
over Zorgboerderij De Marsen in Twiske … nn nnnnnnnnevenneren enne enenevenneeenennneennenn Î2
Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 30 januari 2018 inzake de publicatie van de
tussentijdse rapportage over het onderzoek naar Project 1012 ennen 7
Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 31 januari 2018 inzake een aanvullende notitie
op het rapport Evenwichtig woningaanbod naar aanleiding van de bespreking van het
rapport in de raadscommissie Bouwen en Wonen van 17 januari 2018... 9
Brief van de Vereniging Stadswerk Nederland van 22 januari 2018 inzake de aanbieding
van een manifest met urgente punten op het gebied van de leefomgeving voor het
collegeprogramma … nnn ven enneennennnerenennnereeevenneereennnerveevennnerveennnervennerrvennnenn Á
Brief van een burger van 29 januari 2018 inzake de demonstratie tegen ultra-rechtse
politieke partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen 2018 annen Ó
Brief van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Noord van 6 februari 2018
inzake de uitvoeringsprocedure rond het vaststellen van (lokale) bestemmingsplannen
Brief van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost van 31 januari 2018
inzake de uitvoeringsprocedure rond het vaststellen van bestemmingsplannen ….….……. 9
Brief van het college van B en W van 30 januari 2018 inzake de afhandeling van moties
1098, 1099, 1106, 1113, 1115, 1118 en 1126.17 over het Investeringsbesluit Sluisbuurt
Brief van het college van B en W van 30 januari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op
moties 1514, 1515 en 1516.17 over de Kantorenstrategie 2017 … nnn 13
Brief van het college van B en W van 6 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op
motie 1281.17 over het zo snel mogelijk uitbreiden van het bierfietsverbod in heel
Amsterdam … nnen nennen enneneeeeenveneennnnnnenreeeenveerennnnnnerrenenvvenvennnnnverevvevevennennnnnner ÎÀ
78
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Brief van het college van B en W van 6 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op
moties 1268.17 en 1375.17 inzake spelregel 3 van de Spelregels
Woningbouwprogrammering 40-40-20 en uitvoering van de toezegging over
ontwikkelrechten … nnn nennnveneennneneenneereeeenennnnnnnenneereevenennnnnvennerrenennennnnnnennnenn ÎÔ
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2017 inzake de
beantwoording van motie 521.17 van de leden Bouchibti en Duijndam over cultureel
erfgoed in de buurt … nnee ene eeeneenenneneneneenenvenenseeennnereenenenvenenvenveenvenen 1 Î
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2017 inzake de
beantwoording van motie 910.16 van de leden Van den Berg en Poorter over
cultuurparticipatie van ouderen … nnn nnen eennnnneenenevenvenennenennenreeeenvennennnnnerrnnennn ÎÎ
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018 inzake
afhandeling motie 739.17 van de leden Van Dantzig, Timman, Moorman en Nuijens
over woningtoewijzing aan leraren … …......unnsunnsnnnerevenvensenennnerenennnervennseneeneennverveenne Á
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018 inzake
afhandeling motie 911.16 van het lid Poorter over transformatie zorgvastgoed, motie
1259.17 van de leden Poorter, Bouchibti, Roosma, Hammelburg, Duijndam en Van
Soest over ouderenwoningen voor eerste generatie migranten, en motie 1206.17 van
de leden Van Soest en Duijndam over beleid trapliften … nn ennnnennennneennennnennenn 3
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018 inzake
mogelijkheden voor regulering van de koopsector en afhandeling van motie 736.17 van
het lid Moorman over co-koop en motie 894.17 van het lid Nuijens over
startersleningen, garantstellingen en gedeeld eigendom … nnen nennen 3
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 22 februari 2018 inzake de
bestuurlijke reactie op motie 1466.17 van het lid Duijndam over spreiding van
cultuurtoerisme naar musea buiten het centrum … ennen vennen eennerenennnenneennen Î2
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 22 februari 2018 inzake de
bestuurlijke reactie op motie 714.17 van het lid Duijndam over museumbezoek voor
jongeren … ….…..unnnnunnnernneernenneneneernneerennneneneernnerennenereneernneervennenensevenseeenennevenseernneernnee Î
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018 inzake
afhandeling motie 1012.14 (809') van de leden Ten Bruggencate, Kaya en Verheul over
een overzicht van innovatieve maatschappelijke initiatieven … nnen Ô
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018 inzake
afhandeling motie 1270.17 van de leden Moorman en Groot Wassink over sociale
binding, DNA van de stad … nnn nnerenennneneeevenneeenennnereeerennerevennvervenenneeneennnn Ó
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018 inzake
afhandeling motie 821.17 van de leden Vink en Boldewijn over verbetering van de
aantrekkelijkheid en ruimtelijke kwaliteit van de stationsomgevingen van de
bovengrondse stations van de Oostlijn nnee eeen venennenennerenneereneenen P
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018 inzake de
afhandeling van moties 1419, 1420, 1421, 1422, 1423 en 1426.17 over het
Meerjarenplan fiets 2017-2022... nannneneenennneernennneneereneneeneennneerenvennnenrennneereennnenne Î
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018 inzake
afdoening van motie 1416.17 van het lid Vroege over de Willibrordusgarage … … … …. 16
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018 inzake de
bestuurlijke reacties op moties 1149, 1151, 1161, 1207, 1209, 1244 en 126217,
ingediend bij de Begroting 2018 betreffende de portefeuille Verkeer en Vervoer …….. 11
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018 inzake de
stand van zaken betreffende de externe financiering van de gemeente Amsterdam … 16
79
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018 inzake
afhandeling motie 1479.16 van de leden Moorman, Nuijens, Flentge en Van Lammeren
over het verkorten van de termijn voor vakantieverhuur van 60 naar 30 dagen ….….….. 3
Brief van het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie Noord van 23 januari 2018
inzake het advies betreffende een nieuw Amsterdams schaatscompleX…….......…..……. 4
Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 12 februari 2018 inzake de
veiligheidscijfers van Amsterdam over het jaar 2017 nnen oanneennennnenneenneereneennnennn 12
Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 29 januari 2018 inzake de
bestuurlijke reactie op motie 1195.17 van het lid Poot over de evaluatie van het
cameratoezicht rond het Centraal Station … … nnn ennen neren ennneereenneervenennneereenn ÎÛ
Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 29 januari 2018 inzake de
bestuurlijke reactie op motie 361.17 van het lid Verheul over de pilot bodycams bij de
Politie Amsterdam … nan nenneneeeeeeneeerennnnnereeneneneenennnnnneerneerenvenvennnnneennerrenenn ÎÛ
Brief van waarnemend burgemeester Van Aartsen van 30 januari 2018 inzake afhandeling
motie 1083.17 van het lid Van Dantzig over het verbeteren van de uitstroom uit de bed-
bad-broodvoorziening … ……......unnnnnnvensereneneennerenennnerevenneeen vernnnerenennnervervennneevenneeneennnn Ó
Brief van wethouder Ivens van 29 januari 2018 inzake dierenverkooppunten stimuleren
om te gaan voldoen aan de kwaliteitseisen dierenwelzijn van Dibevo nn... 7
Brief van wethouder Kock van 13 februari 2018 inzake afdoening van toezeggingen
tijdens de bespreking van het detailhandelsbeleid Amsterdam 2018-2022 in de
raadscommissie Werk en Economie van 6 december 2017 …. nnn eneen. 15
Brief van wethouder Kukenheim van 2 februari 2018 inzake de uitvoering van motie
531.17 van het lid Flentge over verkenning stagecoaches… nnen Î4
Brief van wethouder Litjens van 12 februari 2018 inzake afdoening van motie 1427.17 van
het lid Guldemond over het investeringskrediet centrale huisvesting Amsterdamse
School (efficiënt ruimtegebruik) … annen eenneeen ennen eeneennneeneenneeneneennneervennnenrennnen 1
Brief van wethouder Litjens van 12 februari 2018 inzake de toelichting op het besluit om
het onderwerp Ferdinand Bolstraat zuid, project Rode Loper, van de agenda af te
VORMEN nnen nennnennereeeeenenenennnnnnerenenreeeneennnannerenerrvvenennnnnnnerrnervveennenenennnnnverrvvennenen ÎÀ
Brief van wethouder Litjens van 7 februari 2018 inzake beantwoording van vragen over de
herinrichting van de Vijzelstraat, project Rode Loper, naar aanleiding van de
behandeling in de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer op 31 januari 2018 ……. 14
Brief van wethouder Van der Burg van 12 februari 2018 inzake de AB 1994
Overgangsregeling afkoopinstructie (verlengde) afkoop canon en overstap naar
voortdurende erfpacht … nnn annneennennneenennneneensennneneenneneeneennneereensnenrennenneereennnennn 1Ô
Brief van wethouder Van der Burg van 12 februari 2018 inzake de herplanting van bomen
in Weespertrekvaart-Midden … unne ennen ene nnnenreneneenennnnerrnerreeennennnenerrvvennenenn 1
Brief van wethouder Van der Burg van 30 januari 2018 inzake het uitstel van de
afhandeling van moties 1403.17 tot en met 1408.17 over het warmteplan
Amstelkwartier, 2e fAaS@ nnen eeneneeneeeneneneneeeennnnnnennnnnennenenerenvenenenveenenenennnn ÎÔ
Brieven van het college van B en W van 6 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op
moties 1518.17 en 1521.17 over het investeringsbesluit Elzenhagen Zuid in
Amsterdam-Noord... venennneeneeneneeenveneenennneervenenveenennnnneerenenrveenennnnnnenn ÎÔ
Raadsadres van Bewonersplatform Zuidas en andere organisaties en vele burgers van 29
januari 2018 inzake het verzoek om in het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase,
kavel 2 niet of veel minder te bebouwen … nnen nennneenennneerereennneereennnenrennneereennnenrenn Ô
Raadsadres van burgers van 31 januari 2018 inzake dakopbouwen in woningen aan de
Madurastraat in de Indische Buurt en beleidsregels voor afwijken van het
bestemmingsplan … ….....… nnnnnunnneen ven ennneenennnerenennennerevennnere enne nerenennnervennnvereennennveneennne Ô
80
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen
Raadsadres van burgers van 5 februari 2018 inzake de verkoop van commercieel
vastgoed van de gemeente Amsterdam, waaronder het Schoolkinderbad aan de
Frederik Hendrikstraat … annen nenve nennen ennenrenenenenvennnnnnerreeennvenrennnnnerrveennenenn ÎÛ
Raadsadres van Buurtvereniging Wetering Verbetering van 13 februari 2018 inzake de
voorgenomen bouw van de parkeergarage Vijzelgrach … nennen ennen. 15
Raadsadres van de Humanistische organisatie Nederland van 19 januari 2018 inzake
onvoldoende initiatieven om daklozen aan onderdak en werk te helpen ……...............…. 4
Raadsadres van de Stichting AMVJ Sportcentrum van 24 januari 2018 inzake ongelijke
toepassing van het Duurzaamheidsfonds voor Amsterdamse sportverenigingen …. …… 4
Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad van 24 januari
2018 inzake de verkoop van het Pianola Museum aan de Westerstraat 106 en
mogelijke verkoop van nog meer panden door de gemeente … nnen nennen D
Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad van 29 januari
2018 inzake het verwijderen van de duiker in de Lijnbaansgracht onder het Kleine-
Gartmanplantsoen/Leidseplein voor de realisatie van een fietsenstalling … ……..…..……….. 7
Raadsadres van een burger van 1 februari 2018 inzake de verbreding van fietspaden in
Amsterdam … nnn eennnnenreeeeeenenennnannenreeeneneenenennnnenenvenrvenvennnnneerenvenveenennnnnnerrnnn Ô
Raadsadres van een burger van 12 februari 2018 inzake het verzoek om kavel 2 in het
bestemmingsplan Beethoven, tweede fase, groen te laten nennen 14
Raadsadres van een burger van 24 januari 2018 inzake de aanbieding van het
Amsterdamse Stegen Plan … annees eeens eer ennenenneereneerenvenennnerenseeeenvenenveneneen Ò
Raadsadres van een burger van 24 januari 2018 inzake het opruimen van peuken op
straat. eeeeeeeneeneevenenveneenenenenennnnnnnnnnnnnnnnnnnennnenenenenenenenvevveveeeevenennn D
Raadsadres van een burger van 24 januari 2018 inzake het verzoek om tegen de
realisatie van de Vijzelgrachtgarage te stemmen … nnn ennen rennerenennneen vennen Â
Raadsadres van een burger van 27 januari 2018 inzake het verhuren van particulier bezit
door buitenlandse investeerders unne eenn nennneerenveneenenennnnneerenvenennnnneereneenen Ò
Raadsadres van een burger van 31 december 2017 inzake plannen voor een
taxistandplaats bij het Barbizon Hotel aan de Prins Hendrikkade … nnn 3
Raadsadres van een burger van 31 januari 2018 inzake de campagne voor financiële
steun voor huisvesting van daklozen … nnn vennneeevennerevenennneneneneeer ennen ÎÛ
Raadsadres van een burger van 4 februari 2018 inzake het verplaatsen van de scooters
van het fietspad naar de rijweg … anssen ennnneneenennneernennneereennennennennneereenneereennnennn 1Û
Raadsadres van een burger van 8 februari 2018 inzake de mogelijkheden voor een brede
discussie over het tegengaan van onverdraagzaamheid en intolerantie tegen LHBT +'ers
Raadsadres van Elzenhagen Zuid Overleg (ELZO) van 6 februari 2018 inzake het
bestemmingsplan Boven 't Y en de afbraak van het Waddenwegviaduct ….….……..…….……. 10
Raadsadres van het Comité Westelijke Grachtengordel, namens omwonenden
Westermarkt, van 30 januari 2018 inzake het gevaar voor gehoorschade als gevolg van
het nieuwe Evenementenbeleid … … nnen nnenenseneeeenenneneneerneenenvenvenennneerseeennennnen P
Raadsadres van Initiatiefgroep Zuid van 8 februari 2018 inzake bouwactiviteiten in de
woonomgeving van het Museumkwartier, de Apollobuurt en de Willemsparkbuurt ….…. 9
Raadsadres van JCDecaux Nederland BV van 12 februari 2018 inzake de omgang met
bewegende beelden in de openbare ruimte in Amsterdam … nnn ennnnnee nennen 14
Raadsadres van Marktvereniging Waterloo Anno 1885 van 29 januari 2018 inzake de
herinrichting van het Waterlooplein … … …….nnnnnnnenneen vennen eeen nerenennnereveneeenennvervenn Ô
Raadsadressen van burgers inzake geluidsoverlast op Koningsdag en tijdens andere
evenementen … unne nennneenreeeerenenennenneneeeeenenenennnnnserrevenennenennnnneerrnvenennneennnneerenennen Ó
Raadsadressen van burgers inzake het behoud van het Pianola Museum... 6
81
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsnotulen
82
| Raadsnotulen | 82 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 572
Publicatiedatum 5 juli 2013
Onderwerp
Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het raadslid de heer L.G.F. Ivens van
3 april 2013 op zijn vragen van 31 januari 2013 inzake de hondenbelasting.
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragensteller.
Op 31 januari 2013 heeft de fractie van de SP schriftelijke vragen gesteld over
de hondenbelasting. Deze vragen zijn op 28 maart 2013 door het college beantwoord
(zie Gemeenteblad afd. 1, nr. 180). Volgens het college wordt aan hondenbelasting
1,7 miljoen euro binnengehaald en wordt van dat geld ten minste 420.000 euro
besteed aan het hondenbeleid.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 3 april 2013, namens de fractie van
de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen op zijn schriftelijke vragen van
31 januari 2013 tot het college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Volgens de gemeente bestaan de kosten van het hondenbeleid uit
handhavingskosten, meubilair openbare ruimte zoals hondenpoepzakjes-
dispensers, en de bijbehorende zakjes, hondenborden, uitlaatstroken, herstel van
gras en beleidskosten. Kan het college specificeren wat elk onderdeel (zoals
genoemd) van het hondenbeleid aan kosten met zich meebrengt?
Antwoord:
Zoals bij de beantwoording van de vragen van 31 januari 2013 is aangegeven
hebben de stadsdelen de kosten van hun hondenbeleid voornamelijk zitten in de
totale handhavingskosten en zijn deze niet precies te specificeren voor alleen de
hondenbelasting.
2. Het hondenbeleid is een verantwoordelijkheid van de stadsdelen. Voor de heffing
van de belasting is de centrale stad verantwoordelijk. Uit de antwoorden blijkt dat
niet elk stadsdeel hondenpoepzakjesdispensers heeft, ofwel het uitgezette
hondenbeleid is niet overal hetzelfde, terwijl de kosten voor de hondenbezitters
wel overal in Amsterdam hetzelfde zijn. Is hier, volgens het college, sprake van
rechtsongelijkheid? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Nee, hier is geen sprake van rechtsongelijkheid. Zoals bij de beantwoording
van de vragen van 31 januari 2013 is aangegeven komt de opbrengst van de
hondenbelasting ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. Verder
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer eur 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 3 april 2013
is in de visie van het Gerechtshof van 's Hertogenbosch de hondenbelasting nog
steeds geen bestemmingsbelasting maar een algemene belasting.
3. Volgens de gemeente valt ‘herstel van gras’ ook onder het hondenbeleid. Betreft
dat specifiek herstel van gras in de hondenuitlaatgebieden, of betreft het ook de
voor iedereen toegankelijke weiden buiten de hondenuitlaatgebieden”?
Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Het herstel van gras in dit kader is belegd bij de stadsdelen. Volgens de opgaven
van de stadsdelen betreffen het diverse plekken binnen de stadsdelen waar het
herstel van gras plaatsvindt. Het gaat daarbij om plekken waar hondenbezitters
hun honden bijvoorbeeld gaten laten graven. Het kunnen dus
hondenuitlaatgebieden als openbare gebieden zijn.
4. Kan het college aangeven in welk hondenuitlaatgebied in Amsterdam recent het
gras is hersteld? En wat waren de kosten van het herstel van dit gebied?
Antwoord:
Nee, het herstel van gras in dit kader is belegd bij de stadsdelen.
5. De gemeente vindt het ‘zeer wel’ verdedigbaar aan te sluiten bij de 30% die
juridisch wordt beschouwd als een aanzienlijk deel. Wij zouden de 67% die niet
besteed wordt aan hondenbeleid aanzienlijk willen noemen. Kan het college
uitleggen waarom het hierover oneens is met vragensteller?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 2. De hondenbelasting is een algemene belasting en
geen bestemmingsbelasting.
6. Gaat de handhaving van het hondenbeleid onder Een stad, een opgave vallen en
dus stedelijk beleid worden? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Er is qua handhaving een scheiding gemaakt tussen hetgeen centraal (door
DBGA) wordt gedaan en decentraal (door de stadsdelen). Centraal vindt fiscale
handhaving plaats van bijv. belastingbetaling of de toets op aantal honden.
Decentraal wordt gehandhaafd volgens de APV op bijvoorbeeld het omhebben
van hondenpenningen, het in bezit hebben van zakjes en het aangelijnd hebben
van honden. Dit onderscheid wordt niet aangetast door het nieuwe bestuurlijk
stelsel.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R O
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
% Agenda, woensdag 3 februari 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie RO
d.d. 13 januari 2016
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieRO @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
, Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 3 februari 2016
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Grondzaken
11 Instemmen met de uitwerking van het stelsel voor eeuwigdurende erfpacht. Nr.
BD2016-001100
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 10 februari 2016).
e _Deleden van de Raadscommissie voor Financiën zijn hierbij uitgenodigd.
12 Rapport Marktwaardecommissie (SEBA) Nr. BD2016-001104
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
13 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten (ex artikel
6) op de locatie Aambeeldstraat 3-9, Gedempt Hamerkanaal 43 en Mokerstraat
11 te Amsterdam Nr. BD2016-000447
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 10 februari 2016).
14 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten (ex artikel
6) op de locatie Verlengde Boorstraat te Amsterdam Nr. BD2016-000449
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 10 februari 2016).
2
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 3 februari 2016
15 Vaststellen Transformatie-exploitatie (TREX) NDSM-werf Noord en Oost Nr.
BD2015-016447
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 10 februari 2016).
16 Vaststellen regeling met betrekking tot risico, tekort en proceskosten in projecten
grondproductie kleiner dan € 5 miljoen Nr. BD2015-01 7249
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 10 februari 2016).
17 Instemmen met bedrag aan gemaakte kosten opsporen en ruimen explosieven
tweede wereldoorlog in 2015 Nr. BD2015-0161/73
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 10 februari 2016).
18 Kennisnemen van het Schetsontwerp Urban Sport Zone Sportheldenbuurt en
instemmen met het dekkingsvoorstel openbare sportvoorzieningen
Zeeburgereiland Nr. BD2015-016775
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 10 februari 2016).
e _Deleden van de Raadscommissie voor Zorg en Sport zijn hierbij uitgenodigd.
19 Stand van zaken ontwikkelingen Sloterdijk n.a.v. toezegging wethouder aan
Commissie RO Nr. BD2015-019329
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 3 februari 2016
Ruimtelijke Ordening
20 Vaststellen van het bestemmingsplan Prins Hendrikkade tussen Droogbak en
Oudezijds Kolk Nr. BD2015-011590
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 10 februari 2016).
e _ Niet geanonimiseerde bijlagen liggen alleen voor de commissieleden ter inzage in de
leeskamer Raad.
e _Deleden van de Raadscommissie voor Infrastructuur en Duurzaamheid zijn hierbij
uitgenodigd.
21 Vaststellen bestemmingsplan Vierde partiële herziening Rl-Oost Nr. BD2015-
015785
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 10 februari 2016).
22 Vrijgeven voor advies van Ruimte voor de Stad-Koers 2025 Nr. BD2016-000514
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de Raadscommissies voor Infrastructuur en Duurzaamheid en voor
Wonen en Bouwen zijn hierbij uitgenodigd.
4
| Agenda | 4 | test |
x% Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 424
Ingekomen op woensdag 22 april 2020
Behandeld op woensdag 22 april 2020
Status Aangenomen via schriftelijke stemming op 28 april 2020
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake aanpak Coronacrisis — meer ruimte voor
Amsterdammers
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit inzake aanpak Coronocrisis.
Constaterende dat:
- De loek-down nu geruime tijd gaande is.
- Het druk kan worden in de openbare ruimte, zeker gezien dat het weer zonniger
wordt.
-__ Hette verwachten is dat mensen door het weer en de duur toch meer buiten
willen doorbrengen.
- Het effect van tijdelijk afsluiten, door drukte, van parken leidt tot meer druk in
overige gebieden.
-__De druk op openbare ruimte kunnen verlichten door extra openbare ruimte voor
bewoners te creëren.
-__ Het autoverkeer in Amsterdam enorm is afgenomen.
-__Eríin een aantal wijken en buurten bewoners vaak niet beschikken over een
(ruime) buitenruimte.
Overwegende dat:
- Deze motie is ingeleverd voor de persconferentie (met mogelijke versoepeling)
van 21 april 2020
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te bekijken welke straten tijdelijk zouden kunnen worden afgesloten voor autoverkeer
en deze tijdelijk ter beschikking te stellen aan bewoners, zodat ook de straat als
buitenruimte kan worden gebruiken.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering 9 november 2022
Ingekomen onder nummer 423accent
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake Begroting 2023
Onderwerp
Leegstand corporatiewoningen tegengaan
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023,
-_ Overwegende dat
o Deleegstandsverordening mogelijkheden biedt om te voorkomen dat woningen
langer dan zes maanden leeg staan
o Het onwenselijk is dat corporatiewoningen langer dan nodig leeg staan omdat dit
tot lagere doorstroom en tot inkomstenderving bij corporaties leidt
o De Raad onvoldoende inzicht heeft in hoeveel tijd er zit tussen het vertrekken van
een huurder uit een corporatiewoning en het opnieuw in gebruik nemen van een
dergelijke woning
o Erdiverse voorbeelden zijn waar corporatiewoningen maandenlang leeg staan
zonder dat er enige (verbouw) activiteit waar te nemen is
o We volgend jaar in gesprek gaan met corporaties over nieuwe samenwerkingsaf-
spraken en dat voorkomen van onnodig lange leegstand daar wellicht een onder-
deel van kan zijn
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
De corporaties te verzoeken een overzicht op te leveren van
1. Alle woningen die momenteel langer dan 12 weken leeg staan + de reden waarom deze
woningen nog niet bewoond worden door een nieuwe huurder
2. Van alle woningen die de afgelopen 12 maanden aan een nieuwe huurder verhuurd zijn
aan te geven hoeveel dagen er zaten tussen laatste huurdatum van oude huurder en aan-
vang huur door nieuwe huurder
3. Bij woningen onder (2) die langer dan drie kalendermaanden leeg gestaan hebben aan te
geven wat de reden daarvan is geweest
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken
Pagina 2 van 2
Indiener
D. T. Boomsma
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1041
Publicatiedatum 28 juni 2019
Ingekomen onder s
Ingekomen op donderdag 20 juni 2019
Behandeld op donderdag 20 juni 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake een tijdelijke ophoging
bouwdoelstelling middensegment
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Rapportage Stand van zaken Woningbouwplan 2018-
2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 563).
Overwegende dat:
— Met name Amsterdammers met een middeninkomen in de knel komen op de
Amsterdamse woningmarkt;
— Het aantal middenhuurhuurwoningen kan toenemen door de doelstelling voor de
nieuwbouw te laten stijgen indien het aantal nieuw te bouwen
middenhuurwoningen van 1670 niet wordt gehaald;
— Indien het aantal nieuw te bouwen middenhuurwoningen achterblijft de
bouwambitie van dit college in gevaar komt.
Overwegende dat:
— Het wenselijk is dat het college de niet behaalde aantallen in 2018 toevoegt aan
de planning voor 2019.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Het verschil tussen de bouwdoelstelling van 1670 en de gerealiseerde bouw van
1152 in 2018 toe te voegen aan de geplande bouwproductie in 2019.
De leden van de gemeenteraad
H. Naoum Néhmé
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 83
Datum indiening 13 december 2018
Datum akkoord college van b&w van 29 januari 2019
Publicatiedatum 29 januari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Hammelburg inzake het achterblijven
van de bouw van middenhuurwoningen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Het nieuws dat Amsterdam een recordaantal woningen heeft gebouwd is door
de fractie van D66 met gemengde gevoelens ontvangen. Hoewel de bouw van
8639 nieuwe huizen in een jaar tijd een ongelooflijk record is, blijft de bouw van
middenhuurwoningen ver achter.
De fractie van D66 wil graag opheldering over het achterblijven van deze
bouwaantallen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Hammelburg, namens de fractie van D66,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Hoe beoordeelt het college de bouwresultaten wat betreft middenhuurwoningen in
het jaar 2018?
Antwoord college:
In 2018 zijn er 1.152 middeldure huurwoningen in aanbouw genomen en de
afgelopen vier jaar zijn er in totaal 4.583 middeldure huurwoningen in aanbouw
genomen. Deze woningen zijn ontwikkeld vóór 2018 en hiermee is de doelstelling
van de begroting 2016 (Amendement 1007) om in de periode 2016 tot en met
2019 3.700 middeldure huurwoningen in aanbouw te nemen, behaald.
Het college heeft die ambitie inmiddels nog eens verder opgehoogd naar
gemiddeld 1.670 middeldure huurwoningen per jaar vanaf 2019.
Op 8 juni 2017 heeft de gemeenteraad het Actieplan meer middeldure huur
vastgesteld, hierin zijn voorwaarden opgenomen ten aanzien van huurhoogte en
verhuurtermijn. Sommige afspraken met marktpartijen zijn al gemaakt voordat dit
actieplan werd vastgesteld. Hierdoor zijn er bij enkele projecten met middeldure
huurwoningen geen, of minder strikte voorwaarden ten aanzien van huurhoogte
en verhuurtermijn. Er is hier een risico dat een ontwikkelaar/verhuurder de
aanvangshuren mogelijk zal verhogen.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 2 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 13 december 2018
2. Is het college het met de fractie van D66 eens dat de bouw van
middenhuurwoningen de grootste prioriteit heeft om de positie van
middeninkomens radicaal eerlijker te maken?
Antwoord college:
Het college ziet de bouw van betaalbare woningen als een grote prioriteit, dit zijn
zowel sociale huurwoningen als middeldure huurwoningen. Daarom is in het
Woningbouwplan 2018-2025 opgenomen dat er tot en met 2024 gemiddeld 1.670
middeldure huurwoningen per jaar in aanbouw worden genomen en gemiddeld
2.500 sociale huurwoningen door woningcorporaties.
3. Welke maatregelen neemt het college om te waarborgen dat de bouwambities uit
het coalitieakkoord ten aanzien van middenhuurwoningen voor de komende jaren
veiliggesteld worden”?
Antwoord college:
De bouw van middeldure huurwoningen wordt geborgd door de maatregelen uit
het Actieplan meer middeldure huur en het Woningbouwplan 2018-2025. Door in
de bouwplannen voldoende middeldure huurwoningen te programmeren, is het de
verwachting dat een productie van gemiddeld 1.670 woningen per jaar wordt
gehaald.
4. Verwacht het college dat de bouwambitie op middeldure huur de komende jaren
wel gehaald gaat worden? Welke risico’s ziet het college?
Antwoord college:
Bij gelijkblijvende economische omstandigheden is het mogelijk om gemiddeld
1.670 middeldure huurwoningen per jaar in aanbouw te nemen, hiervoor is
voldoende planvoorraad. Betaalbaarheid van de huursector blijft een belangrijk
aandachtspunt voor het college. Door de grote prijsstijgingen verschuiven steeds
meer bestaande middeldure huurwoningen naar het dure segment, daarom is het
college aanvullend samen met de Metropoolregio Amsterdam met de minister van
Binnenlandse Zaken in gesprek over mogelijke maatregelen in de bestaande
huurvoorraad. Ook wordt het mogelijk gemaakt om op specifieke locaties
eeuwigdurende middeldure huurwoningen te realiseren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 14 Oktober 2021
Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door Programma Sprong over het IJ
Onderwerp OV-Netwerkanalyse en vitkomsten onderzoek naar inpassing bruggen in
NDSM-werf en Hamerkwartier in relatie tot de Actualisatie Nota van
Uitgangspunten Sprong over het IJ
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeer ik v over de vitkomsten van de OV-netwerkanalyse die is gedaan voor de
nieuwe bruggen over het IJ. Ook informeer ik u over het nadere onderzoek naar inpassing van de
Oostbrug in het Hamerkwartier en de Westbrug in de NDSM-werf. Een belangrijke conclusie uit de
OV-netwerkanalyse is dat OV over zowel de Oostbrug als de Westbrug een belangrijke bijdrage
levert aan een duurzaam mobiliteitsysteem. Nieuwe gestrekte OV-verbindingen in de flanken van
de stad ontlasten OV-trajecten via de binnenstad en verbeteren de verbinding tussen oude en
nieuwe wijken. Aanlanding van een gecombineerde fiets- en OV-brug in het Hamerkwartier kan
daarbij binnen de bestaande plannen worden gerealiseerd. Aanlanding van een gecombineerde
fiets- en OV-brug in het hart van de NDSM-werf (het toekomstige Hellingpark) heeft daarentegen
veel impact op de gebiedsontwikkeling. Om deze reden is gezocht naar een alternatief. Dit
alternatief is gevonden bij het Kraanspoor. Een aanlanding van een gecombineerde fiets- en OV-
brug op het Kraanspoor, blijkt hier goed mogelijk. Deze vitkomsten worden, samen met de
opbrengsten van de inspraak, opgenomen in de definitieve Actualisatie van de Nota van
Uitgangspunten. Op basis van het door uw Raad te nemen voorkeursbesluit kunnen vervolgens in
de aanlandgebieden de noodzakelijke ruimtelijke reserveringen worden gemaakt voor
gecombineerde fiets- en OV-bruggen. De afweging of de extra investerings- en exploitatiekosten
voor bruggen mét OV voldoende in relatie staat tot de toegevoegde (vervoers)waarde van OV
over de bruggen, wordt aan het volgende gemeentebestuur overgelaten.
Inpassing van brug met OV in de NDSM-werf
Voor de NDSM-werf blijkt dat de door de commissie D'Hooghe geadviseerde aanlanding van de
Westbrug in het hart van het gebied (via het Hellingpark) voor aansluiting op de fietsbinnenring
logisch is, maar dat een OV-aansluiting op deze plek stedenbouwkundige en verkeerskundige
bezwaren kent. De doorstroming en verkeersveiligheid van een brug met fiets én OV is hier
onvoldoende en het OV-tracé heeft een lastige aansluiting op de Klaprozenweg. Daarbij maakt
een aanlanding van een brug met fiets en OV via het Hellingpark inbreuk op de al vastgestelde
samenhangende planstructuur en is aanpassing van al vitgegeven kavels noodzakelijk. Dit heeft,
naast de noodzakelijke langdurige reserveringen, financiële en contractuele consequenties.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 oktober 2021
Pagina 2 van 3
Uit onderzoek blijkt dat aanlanding van de Westbrug op het Kraanspoor een beter alternatief is
voor een gecombineerde fiets- en OV-brug. Deze aanlanding is mogelijk zonder dat de brug over
de vaargeul wijzigt ten opzichte van de ligging zoals eerder is aangegeven. Het Kraanspoor heeft
voldoende breedte en de straat is grotendeels al bebouwd waardoor voor deze aansluiting geen
ingrijpende aanpassingen nodig zijn van het Investeringsbesluit NDSM-werf. Wel zijn voor deze
aansluiting mogelijk enige verwervingen nodig. Ook voor de fiets kan via het Kraanspoor een
goede verbinding worden gemaakt naar zowel de fietsbinnenring als richting Zaanstad en de
achterliggende buurten in Noord. Een keuze voor waar de brug precies aanlandt in het gebied
vindt plaats in de volgende fase (zie kaartje).
WESTBRUG — Gebied mogelijke inpassing
14/10/2021 — tbv Concept Nota van Uitgangspunten Sprong over het |J
EAO Tr - Ees Nr SS Û SNS
L Et Ie jl il | | dj | e Je en i |
_, Cornelis Douwes Í 5 TE en
Sins Ie mj ESES BTT
je en
À Eet lg OE B
/ SS Sd /
Minervahaven Houthaven #
/ ES De ‚ el Ô ij f è
EN JP) Sd ek, 8 ih.
LEGENDA Om
Gebied mogelijke inpassing Westbrug
Vaargeul IJ
Zone tb.v. wachtplaatsen voor schepen om te wachten totdat de brug opengaat
Op basis hiervan heeft het college het voornemen om in de voordracht voor het definitieve
voorkeursbesluit Sprong over het IJ op te nemen dat, indien gekozen wordt voor een
gecombineerde fiets- en OV-brug, de aanlanding van de Westbrug de NDSM-werf via het
Kraanspoor de voorkeur heeft.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 oktober 2021
Pagina 3 van 3
Verlengen van de inspraaktermijn met twee weken
Om belanghebbenden kennis te laten nemen van de aanvullende informatie en het voornemen
van het college om voor de aansluiting van de Westbrug op de NDSM-werf voor een
gecombineerde fiets- en OV-brug de voorkeur te geven aan aanlanding via het Kraanspoor, is deze
informatie (zowel digitaal als fysiek) toegevoegd aan de stukken die ter inzage liggen. Om
belanghebbenden voldoende de gelegenheid te bieden om deze aanvullende informatie bij hun
inspraakreactie te betrekken is besloten om de inspraaktermijn, die loopt van 20 september tot
en met 31 oktober 2021, te verlengen met twee weken tot en met 14 november 2021. We gaan
ervan uit dat ook met deze verlenging het nog mogelijk is om in het eerste kwartaal van 2022 een
definitief voorkeursbesluit Sprong over het IJ aan u voor te kunnen leggen op basis waarvan de
benodigde ruimtelijke reserveringen in de aanlandgebieden gemaakt kunnen worden.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
ZD
Boe
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Bijlage OV-Netwerkanalyse Sprong over het IJ
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda,
woensdag 7 en donderdag 8 november 2012
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 7 november 2012 13.00 uur en 19.30 uur
donderdag 8 november 2012 13.00 uur en 19.30 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Notulen van de raadsvergadering op 17 oktober 2012.
(N.B. de notulen worden nagestuurd per supplementagenda)
3 Vaststelling van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 Mondelingevragenuur.
Raadsaangelegenheden
6 Voordracht van het presidium van 3 september 2012 tot vaststellen van de
begroting voor 2013 van de raadsgriffie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 908)
7 Voordracht van het presidium van 22 oktober 2012 tot instemmen met de
jaarrekening over 2011 en de begroting voor 2013 van de gemeentelijke
ombudsman. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 904)
Financiën
8 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
18 september 2012 tot vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam
voor het jaar 2013 en tot instemmen met de regeling frictiekosten.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 909)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012
Educatie
9 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad van 22 oktober 2012 tot
kennisnemen van het rapport van de rekenkamer van 20 september 2012,
getiteld: ‘Toezicht op de voorscholen’ en tot overnemen van de aanbevelingen uit
genoemd rapport. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 892)
10 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
11 september 2012 tot kennisnemen van de rapportage Energieke scholen en
het uitvoeringsplan Energieke scholen en tot instemmen met uitgangspunten voor
het vervolg van Energieke scholen en tot instemmen met de wijze van besteding
van middelen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 893)
11 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
28 augustus 2012 tot vaststellen van een verordening tot wijziging van de
Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 894)
Jeugdzaken
12 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
4 september 2012 tot instemmen met het verlenen van een subsidie aan het
Medisch Orthopedagogisch Centrum “t Kabouterhuis’ en dekken van deze
subsidie uit de resterende middelen dagarrangementen.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 895)
Project 1012
13 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
4 september 2012 tot kennisnemen van de notitie, getiteld “Tussenevaluatie
straatgerichte aanpak 1012, van visie naar uitvoering’ en instemmen met
wijziging van de besteding van het gereserveerde budget.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 903)
Openbare Ruimte en Groen
14 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 5 juni 2012 tot
instemmen met de uitvoering van motie 204 van 2012 van het raadslid de heer
Van Lammeren inzake het Wagener Stadion. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 897)
Armoede
15 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
18 september 2012 tot instemmen met de actualisatie voor 2013 van het
Meerjarenbeleidsplan Inkomen en Armoedebestrijding 2012-2015.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 902)
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012
Zorg en Welzijn
16 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
25 september 2012 tot instemmen met het vormen van een bestemmingsreserve
in 2012 voor een vervangende opvangvoorziening voor slachtoffers van huiselijk
geweld. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 896)
Sport en Recreatie
17 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 mei 2012 tot
vaststellen van het Sportplan 2013-2016. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 521)
Dierenwelzijn
18 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
4 september 2012 tot vaststellen van de Bijzondere subsidieverordening
dierenwelzijn 2013-2015. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 734)
Bestuurlijk Stelsel
19 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2012
tot instemmen met de hoofdlijnen van het nieuwe bestuurlijk stelsel.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 907)
Werk, Inkomen en Participatie
20 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
18 september 2012 tot vaststellen van de actualisatie 2013 voor het beleid
re-integratie, inkomen, volwasseneneducatie en inburgering 2011-2014, getiteld:
‘Werken het doel, participeren de norm’. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 891)
Klimaat en Energie
21 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Van Lammeren van
5 september 2012, getiteld: ‘De duurzame draagtas’.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 911)
Grondzaken
22 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 10 juli 2012 tot
kennisnemen van de vervolginventarisatie gemeentelijk vastgoedbezit en
vervolgbeantwoording vragen van het raadslid de heer Mulder inzake
leegstaande gemeentepanden. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 898)
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012
Openbare Orde en Veiligheid
23 Gewijzigd initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Piek van
11 november 2011, getiteld: Voor een Gaaf Amsterdam’ en kennisnemen van de
bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 905)
(N.B. het initiatiefvoorstel en de bestuurlijke reactie worden nagestuurd per
supplementagenda)
24 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
4 september 2012 tot instemmen met de Prostitutienota 2012-2017.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 906)
25 Kennisnemen van de notitie van het raadslid de heer Flos van 20 augustus 2012
inzake intimiderende opmerkingen en gedragingen jegens vrouwen op straat.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 737)
Juridische Zaken
26 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Ivens van
7 augustus 2012, getiteld: 'Maak onderzoeksrapporten GVB openbaar’.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 655)
Deelnemingen
27 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad van 22 oktober 2012 tot
kennisnemen van het rapport van de rekenkamer van 26 september 2012,
getiteld: “Toezicht bij GVB' en tot overnemen van de aanbevelingen uit genoemd
rapport. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 901)
Kunst en Cultuur
28 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van
25 september 2012 tot vaststellen van het Kunstenplan 2013-2016.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 900)
VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN:
Kunst en Cultuur
29 GEHEIM (Gemeenteblad afd. 1, nr. 899)
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012
Ingekomen stukken
1 Brief van mevrouw C. Gehrels, wethouder Economische Zaken, van
18 september 2012 inzake de bestuurlijke reactie op motie nr. 318 van 23 mei
2012 van het raadslid de heer De Goede over de aanpak van de leegstand van
winkelpanden.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering
en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie,
Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer kennis te laten
nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als
uitgevoerd te beschouwen.
2 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Zorg en Welzijn, van 23 oktober
2012 inzake afhandeling van motie nr. 609 van 12 juli 2012 van de raadsleden
mevrouw De Soete, mevrouw Ulichki en de heer Poorter over cliëntenparticipatie
door cliënten uit de Maatschappelijke Opvang.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en
Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media kennis te laten nemen
van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te
beschouwen.
3 Ledenbrief VNG van 10 oktober 2012 inzake de modelverordening ‘Verrekening
bestuurlijke boete bij recidive’.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
4 Ledenbrief VNG van 24 oktober 2012 inzake het bestuurlijk ondersteunings-
programma ‘Werken aan werk’.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
5 Ledenbrief VNG van 12 oktober 2012 inzake de aanbieding van de notitie
‘Bouwen op de kracht van burgers; naar een krachtige en samenhangende
aanpak op het sociale domein’.
Voorgesteld wordt, deze notitie in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
6 Ledenbrief VNG van 17 oktober 2012 inzake de aanbieding van de visiebrochure
‘Routekaart Afvalwaterketen 2030’.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
5
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012
7 _Ledenbrief VNG van 18 oktober 2012 inzake de elektronische bekendmaking van
de verkeersbesluiten.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
8 Brief van de heer mr. R.J.J.M. Pans, voorzitter van de directieraad van de VNG,
van 18 oktober 2012 inzake de aanbieding van de publicatie ‘Gezamenlijke
veiligheidszorg. Volop lokale kansen in nieuw politiebestel’.
Voorgesteld wordt, deze publicatie in handen van de burgemeester te stellen ter
afdoening.
9 Raadsadres van een burger van 8 oktober 2012 inzake de verhoging van de
eigen bijdrage en inkrimping van de uren voor huishoudelijke hulp.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en
Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media.
10 Raadsadres van de heer W. Perquin, namens de Vereniging van Eigenaren
Gebouw Amstel 252, van 18 oktober 2012 inzake de aantasting van Wereld
Erfgoed door defecte en onvoldoende hemelwaterafvoer.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken,
Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en
Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer.
11 Raadsadres van mevrouw mr. N.M.G. Vermolen, voorzitter van de Nationale
Bond van Kermisbedrijfhouders, van 16 oktober 2012 inzake het onderzoek naar
de kosten en opbrengsten van kermissen in de Nederlandse gemeenten.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare
Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,
Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie.
12 Raadsadres van een burger van 13 oktober 2012 inzake de kwaliteit van de
bestrating van Gein IIl in stadsdeel Zuidoost.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar stadsdeel Zuidoost ter
afdoening.
6
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012
13 Raadsadres van de heer F. Nagtzaam, regiodirecteur van de Koninklijke
Vereniging Midden- en Kleinbedrijf Nederland, van 17 oktober 2012 inzake
gemeentelijke belastingen en heffingen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam
voor het jaar 2013.
14 Raadsadres van de heer J. Goos, voorzitter van de Bond van Cannabis
Detaillisten, van 12 oktober 2012 inzake de herziening van de invoering van het
afstandscriterium van de coffeeshop tot scholen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare
Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,
Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie.
15 Raadsadres van een burger van 16 oktober 2012 inzake de inspraakprocedure
over de Windvisie.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening.
16 Open brief van de heer M.F.M. e Cunha, namens Child Support, van 5 oktober
2012 inzake tekort aan democratie en overschot aan slechte voorzieningen voor
kinderen en jongeren.
Voorgesteld wordt, de afhandeling van deze brief over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
17 Brief van mevrouw K. Bolt, raadsgriffier van stadsdeel Nieuw-West, van
18 oktober 2012 inzake de in de raadsvergadering van de deelraad van Nieuw-
West aangenomen resolutie betreffende uitstel van de besluitvorming over het
bestuurlijk stelsel.
Voorgesteld wordt, deze resolutie desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 19, instemmen met de hoofdlijnen van het nieuwe bestuurlijk
stelsel.
18 Brief van de heer F. Guttmann, voorzitter van de Vereniging van Exploitanten van
Vaartuigen in de Amsterdamse Grachten, van 19 oktober 2012 inzake de
aanbieding van het rapport ‘Communicerende Vaten in de Grachten.
De toekomst van de Amsterdamse rondvaart, een brancheperspectief’.
Voorgesteld wordt, dit rapport desgewenst te betrekken bij de behandeling van dit
onderwerp in de vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken,
Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en
Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer op
22 november 2012.
7
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012
19 Brief van mevrouw Y. Alkema, namens de raadsvoorzitters van de zeven
stadsdelen, van 25 oktober 2012 inzake de gevolgen van de hoofdlijnen van het
nieuwe bestuurlijk stelsel voor de toekomst van het griffiepersoneel.
Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 19, instemmen met de hoofdlijnen van het nieuwe bestuurlijk stelsel.
20 Raadsadres van de heer A. Hund, namens de Noorderbuurt, en de heer
J. Monasso, namens de Vereniging Amstelveldbuurt, van 24 oktober 2012 inzake
het voornemen van stadsdeel Centrum voor de aanleg van een parkeergarage
onder de Vijzelgracht bij het metrostation van de Noord-Zuidlijn.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur (inclusief Noord-Zuidlijn en Luchtkwaliteit).
21 Raadsadres van mevrouw T. Pruim, directrice van Theatraal IJburg, en de heer
M. Jansberg, voorzitter van het bestuur van Theatraal IJburg, van 19 oktober
2012 inzake het honoreren van de subsidieaanvraag van Theatraal IJburg.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 28, vaststellen van het Kunstenplan 2013-2016.
8
| Agenda | 8 | discard |
VN2021-002544 Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
grifieandreas2 96 Gemeente MLW
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 11
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Brief Rekenkamer d.d. 27 januari 2021 verzoekonderzoek Signalling & Control Metro Amsterdam
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de brief van de rekenkamer inzake een verzoekonderzoek Signalling & Control
Metro Amsterdam.
Wettelijke grondslag
Artikel 185 Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Nvt.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.5 1
VN2021-002544 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
griffie andreas 2 % Amsterdam
%
Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021
Ter kennisneming
AD2021-008752 Commissie MLW Voordracht (pdf)
AD2021-008755 Verzoekonderzoek SCMA tav Gemeenteraad.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Nadere informatie bij dhr. De Ridder, directeur van de Rekenkamer Metropoolregio Amsterdam
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | discard |
€ Gemeente PBK
X Amsterdam Bij voortgangsbrief 18 juli 2023
Veiligheidsmaatregelen
gheid gel
Kademuren Bruggen
1° helft 2023 Totaal tot en met juli 2023
9 rakken* met veiligheidsmaatregel — geen Vanaf de start van het programma zijn in totaal bij
veiligheidsconstructies, alleen beperkingen: 70 bruggen één of meerdere veiligheidsmaatregelen
getroffen:
» 8 rakken met 30 ton gewichtsbeperking op de
rijbaan en 3,5 ton op de eerste 3 meter vanaf de kade » 4 bruggen met een veiligheidsconstructie en
1 rak met 7,5 ton gewichtsbeperking op de rijbaan een aanvullende gewichtsbeperking
en 3,5 ton op de eerste 3 meter vanaf de kade » 5 bruggen met een veiligheidsconstructie
" 27 parkeervakken opgeheven zonder aanvullende gewichtsbeperking
" 1 reparatie, dilatatievoeg herstellen = 40 bruggen met een gewichtsbeperking
(maximaal 30 ton), waarvan:
(Ge) © — 4 bruggen met (gedeeltelijke) tijdelijke afsluitingen
mm r' WR ZZZ. van de weg of vaarweg
nn — 2 bruggen met een snelheidsbeperking
voor OV/trams
Totaal tot 2023 — 9 bruggen met scheiding trottoir/brugdek
(voorkomen van zwaar verkeer op brugdeel dat is
Vanaf de start van het programma zijn in totaal bij ontworpen voor fietsers/voetgangers)
167 rakken één of meerdere maatregelen getroffen: — 15 bruggen met een aanvullende (spoed) reparatie;
— bij bruggen 149, 220, 237, 278, 351 en 374
= 12 rakken met een veiligheidsconstructie en de maatregelen inmiddels zijn opgeheven in
een aanvullende gewichtsbeperking waarvan verband met definitief herstel
de Herengracht inmiddels is opgeheven in verband » 4 bruggen met een reparatie zonder aanvullende
met definitief herstel gewichtsbeperking (reparatie van brug 427 nog in
= 26 rakken met een veiligheidsconstructie zonder voorbereiding)
aanvullende gewichtsbeperking waarvan de » 17 bruggen met een beperking op toegestane
Nieuwe Herengracht en Prinsengracht inmiddels zijn ontheffingen, objectvergunningen en TVM's
opgeheven vanwege definitief herstel
" 52 rakken met een gewichtsbeperking
— waarvan 10 met een aanvullende (spoed)reparatie
— waarvan Lijnbaansgracht en Recht Boomssloot
inmiddels zijn opgeheven vanwege definitief herstel Veiligheidsmaatregelen
" 12 rakken met een reparatie zonder aanvullende Dashboard (arcgis.com)
gewichtsbeperking waarvan De Ruijterkade en
Jacob Catskade inmiddels zijn opgeheven vanwege
definitief herstel
= 6 rakken met afsluiting, maatregel volgt anr
» 59 rakken met een beperking op toegestane % Een rak is de ruimte tussen twee bruggen.
ontheffingen, objectvergunningen en tijdelijke Hier gebruiken we het in de betekenis
verkeersmaatregel (TVM) van een kademuur tussen twee bruggen.
Herstelmaatregelen
9 kademuren
In de eerste helft van 2023 zijn we gestart met het herstel van kademuren aan de Geldersekade,
de Brouwersgracht en de Prinsengracht. Samen met de 6 projecten die al gestart waren, zijn er nu
9 kademuurprojecten in uitvoering. 1 rak aan de Rechtboomssloot (130 meter) is begin dit jaar
opgeleverd en deze maand volgt 1 rak aan het Singel (208 meter).
Zie ook: Kademuren: maatregelen en vernieuwen - Gemeente Amsterdam
2 bruggen
In 2023 wordt het brugdek van de Berlagebrug vervangen. De voorbereidingen zijn begin dit
jaar gestart. De werkzaamheden starten eind juli. De werkzaamheden aan de Bullebakbrug zijn
grotendeels afgerond. Oplevering vindt plaats na het zomerreces, onder voorbehoud van onderzoek
naar de toedracht van de verbuiging van de spoorstaaf. De Walter Süskindbrug is na reparatie per
12 juni weer in gebruik genomen.
Zie ook: Bruggen: maatregelen en vernieuwen - Gemeente Amsterdam
Overzicht 2023 (stand op 1 juli)
= Opgeleverd: 338 meter kademuur
= In uitvoering: 1486 meter kademuur en 2 bruggen
= In voorbereiding: 30 rakken en 6 bruggen
Risicoprofiel areaa
profiel |
Bruggen Kademuren
ME veiligheidsmaatregel IN hoog BE middel WM laag Bay
De scope van het programma bestaat uit 855 bruggen en 233 kilometer
kademuur. De bruggen en kademuren met een hoog risicoprofiel worden
met een hogere frequentie gemonitord. Ook wordt voor deze categorie
bepaald of en welke herstelmaatregelen nodig zijn. Een gemiddeld of laag
risicoprofiel betekent niet per definitie dat een brug of kademuur wel of ë
niet hersteld moet worden, dat volgt uit het instandhoudingsadvies. hide hs: Linna
= Bruggen en kademuren -
Gemeente Amsterdam
= Zoeken: bruggen kademuren
(openresearch.amsterdam)
| Factsheet | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1304
Publicatiedatum 4 december 2015
Ingekomen onder C
Ingekomen op woensdag 25 november 2015
Behandeld op woensdag 25 november 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Ten Bruggencate inzake de Verordening op
de bestuurscommissies 2013.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het wijzigen van de Verordening op de bestuurs-
commissies en intrekken van een aantal stadsdeelregelingen (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1249).
Overwegende dat:
— _op voordracht van een in het algemeen bestuur vertegenwoordigende groepering,
het algemeen bestuur in de voorbereidende commissies per groepering één
buitengewoon commissielid kan benoemen;
— conform artikel 19, lid 4, van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 nu
al een lid van het algemeen bestuur voorzitter van een voorbereidende commissie
kan zijn;
Constaterende dat:
— gezien het aantal algemeen bestuursleden er een mogelijk tekort is aan
gekwalificeerde voorzitters voor een voorbereidende commissie.
Besluit:
in de voordracht een artikel toe te voegen, luidende:
Artikel 19, lid 4, van de Verordening op de bestuurscommissie 2013, te wijzigen van:
‘een lid van het algemeen bestuur is voorzitter van een voorbereidende commissie’,
te wijzigen in: ‘een lid van het algemeen bestuur dan wel een door het algemeen
bestuur benoemd buitengewoon commissielid is voorzitter van een voorbereidende
commissie’.
Het lid van de gemeenteraad
M. ten Bruggencate
1
| Motie | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 93
Datum akkoord 27 januari 2014
Publicatiedatum 31 januari 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.C.G. Poot
van 10 december 2013 inzake financiële controle van decentralisaties.
Kan de GEMGEMBART
inleiding door vragenstelster:
Op 6 december 2013 verscheen er op de website van BinnenlandsBestuur.nl een
artikel getiteld: ‘16 miljard euro raakt uit zicht, waarin gesteld wordt dat er voor de
controle op de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van de 16 miljard
euro die met de decentralisaties sociaal domein na 2015 zijn gemoeid, niets geregeld
blijkt te zijn, waarmee landelijk 16 miljard euro ongecontroleerd uit het zicht lijkt te
verdwijnen. De heer Arno Visser, lid van de Algemene Rekenkamer, stelt dat de
wetgeving zoals deze nu in de maak is — Wmo 2015, Participatiewet en Jeugdwet —
vragen om controleproblemen is.
Daarnaast verscheen op 29 november 2013 in NRC Handelsblad een artikel, getiteld:
‘Raadsleden kunnen bestuursmoloch niet de baas’. Hierin wordt gesteld dat
de samenwerkingsverbanden tussen gemeenten in de uitvoering van
de decentralisaties tot grote controleproblemen zullen leiden, onder andere omdat
de verantwoordelijkheid van de controle over verschillende gemeenteraden,
rekenkamers en rekenkamercommissies verspreid is. Deze vrees wordt bevestigd
door de heer Visser in Binnenlands Bestuur.
VVD Amsterdam vindt dat de democratische controle en transparantie van de
besteding van de gelden die met de decentralisaties gemoeid zijn van essentieel
belang zijn.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 10 december 2013, namens
de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Heeft het college kennisgenomen van de artikelen ‘16 miljard euro raakt uit zicht’
en ‘Raadsleden kunnen nieuwe bestuursmoloch niet de baas’?
Antwoord:
Ja.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing 5 Gemeenteblad
Datum 31 januari 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 10 december 2013
2. Deelt het college de zorgen omtrent de controle op de decentralisatiegelden die in
de artikelen geuit worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
B&W deelt de zorgen niet. Vanzelfsprekend is er sprake van een omvangrijke
verschuiving van middelen van Rijk naar gemeente. B&W is van mening dat de
verantwoording over de besteding van de decentralisatiegelden integraal
onderdeel moet zijn van de verantwoordingscyclus. De inzet van de middelen
wordt transparant opgenomen in de begroting en verantwoordt in de rekening. De
Raad stelt de begroting en de rekening vast. De accountant controleert de
jaarrekening. Om de doelmatigheid van de besteding te kunnen beoordelen
ontwikkeld B&W voor de begroting 2015 indicatoren.
Daarnaast zullen gemeenten via de bestaande Informatie voor derden (lv3)
jaarlijks aan het Rijk informatie verstrekken over de besteding van de middelen in
het sociaal domein. Op deze wijze wordt vanuit het Rijk gemonitord met zo min
mogelijk administratieve lasten voor gemeenten. Ook zal jaarlijks informatie aan
het Rijk worden verstrekt over de aanwezigheid van een goedkeurende
controleverklaring van de accountant op de jaarrekening van de gemeente. Op
deze manier heeft het Rijk inzicht in de bestedingen van alle individuele
gemeenten.
Tenslotte zal BZK een traject inzetten om de kwaliteit van de beleidinformatie van
gemeenten te verbeteren. Net als bij het huidige gemeentefonds stelt het Rijk ook
de financiële realisatie op macroniveau vast, doet nader onderzoek en voert
daarover overleg in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv). Wij
zien op dit moment voor de Amsterdamse situatie geen belemmeringen voor de
Rekenkamer om desgewenst onderzoek te doen.
3. Ziet het college mogelijkheden om deze voorziene controleproblemen tijdig te
ondervangen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
In het antwoord op vraag 2 wordt toegelicht hoe B&W de verantwoording ten
aanzien van de decentralisatiegelden zal inrichten.
4. Is het college in gesprek met het kabinet om deze controleproblematiek te
voorkomen? Zo nee, is het college bereid om met het kabinet in gesprek te gaan
om deze problematiek onder de aandacht te brengen?
Antwoord:
In het antwoord op vraag 2 wordt toegelicht dat B&W dit niet nodig acht.
5. Is het college het met de VVD eens dat gelden van deze omvang absoluut
transparant en volledig door de gemeenteraad en Amsterdamse rekenkamer
controleerbaar besteed dienen te worden? Hoe heeft het college zich hierop
voorbereid?
Antwoord:
Ja. De wijze waarop B&W zich hierop voorbereid wordt toegelicht in het antwoord
op vraag 2.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng 5 Gemeenteblad
ummer = su .
Datum 31 januari 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 10 december 2013
6. Hoe is het college van plan de transparantie met betrekking tot de
decentralisaties te waarborgen en op welke wijze zal zij de gemeenteraad
hierover informeren?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 2. Daarnaast zijn er in de voorbereiding op de feitelijke
start per 1 januari 2015 (en daarna) vele momenten waarop, per decentralisatie of
voor de 3 decentralisaties (en samenhangende onderwerpen) gezamenlijk wordt
gerapporteerd. Daarbij zijn de 3 decentralisaties gekenmerkt als risicovolle
projecten, waarvoor een aparte verantwoordingscyclus geldt. In de transitiejaren
zullen deze projecten ook nog onder de Regeling Risicovolle Projecten blijven
vallen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Termijnagenda 2013 stadsdeel Zuid SL TA = Ter Advisering aan de deelraad
TB = Ter Bespreking
TK = Ter Kennisgeving
TV = Ter Vaststelling
Nr. \Agenda Onderwerp Portefeuill Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad | Soort [reden uitstel en
ehouder Commissie, datum behandel behandelijopmerkingen
_|_|rovember A
_| {december A
151 [cie Pilot preventie + svz stedelijke implementatie EdV 1-okt-13 3-dec-13 TK SL nvt Reden utistel: Implementatie
jongerenschuldhulpverleniong loopt nu, maar nog niet
concreet in de loop van
oktober meer duidelijk.
Coach je kind / opvoedondersteuning in de thuissituatie: SK 4e kw. 2013 TK SL nvt
evaluatie
161 [Cie Doorontwikkeling jeugdschuldhulpverlening EdV 3e kw. 2013 [4e kw. 2013 TK SL nvt Reden vertraging: geen
nieuwe beleids-
ontwikkelingen. In juli
evaluaties stages en in aug.
tussenevaluatie jeugd werkt in
Zuid.
1
Nr. \Agenda Onderwerp Portefeuill Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad | Soort [reden uitstel en
ehouder Commissie, datum behandel behandelijopmerkingen
160 / [Cie Bredeschool stand van zaken en Jan van der Heijdenhuis: [SK 3e kw. 2013| 3-dec-13 TK SL nvt Reden vertraging: tgv
120 beheer en exploitatieovereenkomst + voortgangsbrief mutaties in het pand moet
samenwerking worden
vastgesteld en de exploitatie
financieel moet verder worden
doorgerekend. Is
samengevoegd met stand van
zaken brede school.
3
_
| Agenda | 4 | train |
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
Stadsdeelcommissie West
Agenda
Datum 30-08-2022
Aanvang 19:45
Locatie 'Bos en Lommerplein 250’
Eindtijd 22:00
1 Opening, agenda vaststellen, mededelingen
Starttijd 19:45
Eindtijd 20:00
2 Bewoners aan het woord
Starttijd 20:00
Eindtijd 20:15
2.1 Wendy van Leeuwen - Erasmuspark
2.2 Vladimir Chorchordin - Hondenspeelplaats Erasmuspark
3 Actualiteiten
Starttijd 20:15
Eindtijd 20:30
4 Vragen half uur
Starttijd 20:30
Eindtijd 21:00
5 Stadsdeelcommissie: Huisvuil
Starttijd 21:00
Eindtijd 21:30
1
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
Geagendeerd door: PvdÒ
Portefeuillehouder: Ester Fabriek
6 Stadsdeelcommissie: Fietsveiligheid
Starttijd 21:30
Eindtijd 22:00
Geagendeerd door: PvdA
Portefeuillehouder: Ester Fabriek
7 Sluiting vergadering
Starttijd 22:00
2
| Agenda | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1143
Datum indiening 11 augustus 2017
Datum akkoord 12 oktober 2017
Datum publicatie 13 oktober 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boldewijn inzake deelscooters.
Aan het college van burgemeester en wethouders
Toelichting door vragensteller:
Onlangs barstte in Amsterdam een discussie los over de wenselijkheid van
commerciële bedrijven die ‘deelfietsen’ met honderden tegelijk aanbieden in
Amsterdam. Hiermee dreigden ze buitenproportioneel veel openbare ruimte in te
nemen. En juist de openbare ruimte van Amsterdam is beperkt en heeft bescherming
nodig. Dankzij kordaat ingrijpen is dit voorkomen. Echter, het lijkt erop dat ook de
‘deelscooter’ word geïntroduceerd op de Amsterdamse trottoirs. Het bedrijf Felyx stelt
dat er binnenkort 108 scooters zullen worden geplaatst en richt zich nadrukkelijk op
de Amsterdamse binnenstad. De Amsterdamse PvdA is van mening dat deze
ontwikkeling onwenselijk is en waar mogelijk moet worden tegengehouden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Boldewijn, namens de fractie van de PvdA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is het college op de hoogte van het voornemen van Felyx om 108 deelscooters te
plaatsen?
Antwoord:
Ja. Felyx heeft hierover contact gehad met de gemeente.
Felyx is een bedrijf dat (elektrische) deelscooters te huur aanbiedt in de openbare
ruimte. Geïnteresseerden kunnen de scooters huren door middel van een app op
de smartphone, waarmee de scooter gehuurd en ontsloten kan worden. Na
gebruik door de huurder kan de deelscooter weer achtergelaten worden op een
(bepaalde) plek in de openbare ruimte en kan de deelscooter weer door een
volgende huurder gehuurd worden.
2. Zoja: wanneer is verwachte plaatsing en heeft de gemeente afspraken gemaakt
met Felyx? In hoeverre is de verwachting dat de hoeveelheid scooters zal worden
uitgebreid en of er meerdere aanbieders komen.
Antwoord:
Felyx is inmiddels gestart. De e-deelscooters van Felyx staan op diverse plekken
in de stad. Volgens het bedrijf gaat het om in totaal 108 deelscooters in
Amsterdam. Het is bij ons niet bekend of het bedrijf uitbreidingsplannen heeft.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Lus Gemeenteblad
Datum 13 oktober 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 augustus 2017
Felyx is in november 2016 op de hoogte gebracht van het plan van de gemeente
om per 2018 een milieuzone in te voeren voor snor- en bromfietsers en van het
voornemen om snorfietsers van het fietspad naar de rijbaan te verplaatsen met
helmplicht. In mei 2017 is gecommuniceerd dat de gemeente het beleid voor
deelfietsen zou gaan aanscherpen. Er is toen ook gemeld dat dit mogelijk
gevolgen zou kunnen hebben voor deelscooters. Er zijn geen afspraken gemaakt
met Felyx. Op15 augustus 2017 is er een gesprek geweest met Felyx. Aan Felyx
is meegedeeld dat de activiteit die het bedrijf aanbiedt (te weten het aanbieden
van commerciële dienstverlening aan of op de weg) niet toegestaan is op grond
van artikel 2.50 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De gemeente
maakt wel beleid voor deelconcepten in de stad en Felyx is uitgenodigd voor de
marktconsultatie.
Felyx heeft ingesproken in de raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid
van 13 september jl. en gevraagd naar de mogelijkheden om tegen betaling vanaf
autoparkeerplaatsen scooters te verhuren. De Parkeerverordening staat parkeren
van scooters op autoparkeerplaatsen niet toe. Scooters vallen onder de categorie
brom- en snorfiets en zijn voor wat betreft parkeren juridisch gezien gelijk aan
fietsen.
3. Ziet de college de komst van deze deelscooters als een wenselijke ontwikkeling?
Graag een toelichting.
Antwoord:
De opkomst van de deeleconomie waaronder deelfietsen en deelscooters biedt
nieuwe mogelijkheden voor de Amsterdamse mobiliteit. Electrische snor- en
bromfietsen kunnen bijdragen aan het verminderen van de CO2 uitstoot als ze
gebruikt worden in de plaats van auto’s of snor- en bromfietsen met een benzine
motor. Tegelijkertijd ziet het college ook aandachtspunten waaronder de
verhoging van de parkeerdruk door een toename van het aantal geparkeerde
snor- en bromfietsen in de openbare ruimte. Snor- en bromfietsen nemen meer
ruimte in dan geparkeerde fietsen. En de toename van de druk op het fietspad als
gevolg van de toename van snorfietsen. Met de invoering van de milieuzone voor
snor- en bromfietsen (januari 2018) en het verplaatsen van snorfietsen naar de
rijbaan in combinatie met helmplicht (afhankelijk van vaststellen van de AMvB
door het rijk) worden deze negatieve aspecten al aangepakt.
Momenteel is het college bezig met een marktverkenning en marktconsultatie
deelfietsen, waarin ook deel snor- en bromfietsen worden meegenomen. De
marktverkenning heeft het doel om inzicht te krijgen in de kansen en
mogelijkheden met deelfietsen. Dit inzicht zal het college gebruiken bij het
opstellen van beleid en indien nodig nadere regels om deelfietsen en ook deel
snor- en bromfietsen te kunnen reguleren. Het college verwacht in december
2017 het deelfietsbeleid te kunnen vrijgeven voor inspraak en consultatie.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Lus Gemeenteblad R
Datum 13 oktober 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 augustus 2017
4. Welke instrumenten heeft dit college om de komst van dit bedrijf en vergelijkbare
initiatieven tegen te houden?
Antwoord:
Het aanbieden van commerciële dienstverlening aan of op de openbare weg is
niet toegestaan op grond van artikel 2.50 APV. Zowel de commerciële
deelfietsen als deelscooters worden op basis van dit artikel gehandhaafd.
Op 29 september jl. hebben de vier deelfietsaanbieders, te weten O-Bike,
Flickbike, Dropbyke en Donkey Republic, een besluit met een last onder
bestuursdwang gekregen.
De deelfietsaanbieders worden in deze brief gesommeerd om uiterlijk 20 oktober
hun fietsen die te huur worden aangeboden in de openbare ruimte van straat af te
halen. Indien de overtreders hier geen gehoor aan geven dan worden de
deelfietsen op kosten van de overtreders verwijderd. Het besluit is genomen door
alle stadsdelen.
Op 9 oktober jl. heeft Felyx een brief -ondertekend door alle stadsdelen-
gekregen waarin is aangekondigd dat de gemeente voornemens is een last onder
bestuursdwang op te leggen als de overtreding niet ongedaan wordt gemaakt.
Felyx kan tegen dit voornemen eerst nog een zienswijze indienen (binnen twee
weken). Mede op basis van de zienswijze neemt de gemeente (de stadsdelen)
vervolgens het besluit om al dan niet te gaan handhaven met inachtneming van
een begunstigingstermijn.
5. Deelt het college de mening van de PvdA dat de openbare ruimte in de
binnenstad te vaak gebruikt wordt voor commerciële doeleinden? Graag een
toelichting.
Antwoord:
Het college constateert dat de druk op de openbare ruimte in delen van de
binnenstad in de afgelopen jaren is toegenomen. Het college probeert daar met
diverse maatregelen wat aan te doen. Ook het commercieel gebruik van de
openbare ruimte heeft in dit kader de aandacht van het college. Dit komt onder
meer tot uitdrukking in het evenementenbeleid. In het in voorbereiding zijnde
beleid voorverkooppunten in de openbare ruimte zal het college ook voorstellen
doen aan de raad over het verminderen van de druk op de openbare ruimte.
Voorts wordt in opdracht van het college onderzocht welke vormen van gebruik
van de openbare ruimte beprijsd zouden moeten worden en of van de prijsstelling
tevens een regulerende werking uit zou kunnen en/of moeten gaan.
6. Zoja: aan welke maatregelen wordt gewerkt om dit te voorkomen?
Antwoord:
Zie de beantwoording van vraag 5.
7. In hoeverre ziet dit college overheidsingrijpen als noodzakelijk om grip te houden
op de razendsnelle ontwikkelingen die Amsterdam uit balans dreigen te slaan?
Antwoord:
Zie de beantwoording van de vragen 4 en 5.
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing ’ 143 Gemeenteblad
ummer seat:
Datum 13 oktober 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 augustus 2017
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris K.H. Ollongren, (loco) burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
VN2021-030119 N% Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O
Zo Jeugd en Amsterdam Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
x Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o8 december 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt 10
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de Monitor financiële continuïteit openbaar primair en speciaal onderwijs 2020
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief “Monitor financiële continuïteit openbaar onderwijs
2020”
2. Kennis te nemen van de Monitor financiële continuiteit openbaar onderwijs 2020
Wettelijke grondslag
De verantwoordelijkheid van de lokale overheid ten aanzien van het openbaar onderwijs komt
voort uit art. 23 Grondwet. Hierin is bepaald dat in elke gemeente van overheidswege voldoende
algemeen vormend lager onderwijs wordt gegeven in een genoegzaam aantal openbare scholen.
De wettelijke taken en verantwoordelijkheden die bij de gemeenteraad als (extern) toezichthouder
blijven zijn de volgende:
* Toezicht uitoefenen op het in standhouden van de wezenskenmerken van het openbaar
onderwijs op instellings- en op schoolniveau;
e Waarborgen van continuïteit van het openbaar onderwijs binnen Amsterdam.
Ter uitvoering van deze laatste taak monitort de gemeente de financiële ontwikkeling van het
openbaar primair (en speciaal) onderwijs.
Bestuurlijke achtergrond
Niet van toepassing
Reden bespreking
Niet van toepassing.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.20 1
VN2021-030119 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam -
Zorg % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van 08 december 2021
Ter kennisneming
Nee.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
2021 11 19 raadsbrief monitor financiele continuiteit openbaar onderwijs
AD2021-123762
2020.pdf (pdf)
AD2021-115446 Commissie WIO Voordracht (pdf)
AD2021-123311 Financiele monitor continuiteit openbaar onderwijs 2020.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Jenny Franken, OJZD, 06-48450056, jenny.franken® amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.20 2
| Voordracht | 2 | train |
VN2021-000652 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D
Ive Economie % Amsterdam Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Economische Zaken
Agendapunt 15
Datum besluit 5 januari 2021
Onderwerp
Kennisnemen van de afhandeling toezeggingen aan lid Biemond inzake leegstand winkelpanden in
de stad (TA2020-001215) en (TA2020-001055)
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van bijgaande brief van wethouder Everhardt, ter afhandeling van de toezeggingen
aan raadslid Biemond o.a. in de commissie FEZ d.d. 29 oktober 2020, inzake initiatieven leegstand
winkelpanden in de stad.
Wettelijke grondslag
Art 169 Gemeentewet
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij
geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij
geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het
verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
Tijdens de raadscommissie Financiën en Economische Zaken van 24 september 2020 en 29 oktober
2020 is toegezegd aan lid Biemond schriftelijke te reageren op de informatie gevraagd over
leegstaande winkelpanden in de stad. In de brief informeer wordt u geinformeerd over de bestaande
aanpak van winkelleegstand, de ontwikkelingen als gevolg van de coronacrisis en de aanvullende
acties van het college.In de loop van 2021 nader wordt geïnformeerd over de straatgerichte aanpak
aantrekkelijke winkelgebieden en de leegstandsverordening.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.7 1
VN2021-000652 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen,
rve economie % Amsterdam ‚ ‚ ‚ ‚
% Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021
Ter kennisneming
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Brief beantwoording rondvraag lid Biemond cie FED inzake initatieven
AD2021-002435 ‚
leegstand winkels.pdf (pdf)
AD2021-002408 Commissie FED Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Economische Zaken, Marije Pouw, 06-28364197, [email protected] & Gijs Foeken,
06-38081212, g.foeken@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | val |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
Z
Agenda van de openbare Commissie
Samenleving van 7 mei 2013
Vergaderdatum dinsdag 7 mei 2013
Tijd 20:00 23.00 uur
Locatie Raadzaalte President Kennedylaan 923
Voorzitter dhr. E. Linthorst
Griffier mw. M.J. Oosterbaan
Van 19.30 - 20.00 uur is gelegenheid tot het stellen van technische vra-
gen t.b.v. de Jaarrekening
1. Opening en vaststellen agenda
2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB
3. Vaststellen verslag van de vergadering van 3 april
4. Toezeggingen en termijnagenda
5. Jaarverslag en jaarrekening 2012
(raadsbesluit)
6. Instellingsbesluit Bestemmingsreserve ondersteuning culturele infrastruc-
tuur
(raadsbesluit en betrekken bij Jaarrekening 2012)
7. Welzijn Zuid
(ter bespreking)
8. Sluiting
1
Commissie Samenleving - dinsdag 7 mei 2013
Ter kennisname stukken
- Onderzoek armoede en armoedebeleid Amsterdam, stadsdeel Zuid
(onderwerp komt op 4 juni terug in de commissie als presentatie)
- Stand van zaken Kwaliteit Kinderopvang
- Woon leer werk trajecten in stadsdeel Zuid
- Update SportAs 2013 - 2014
- Reactie op Koersbesluit Om ’t Kind
- Concept staanplaatsenbeleid Zuid 2013
2
| Agenda | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 962
Publicatiedatum 11 oktober 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.M. Moorman van
28 augustus 2013 inzake maatregelen betreffende gestolen smartphones.
Amsterdam, 10 oktober 2013
Aan de gemeenteraad
Het Parool van zaterdag 24 augustus meldde dat het Ministerie van Veiligheid en
Justitie een campagne start om jongeren aan te zetten ‘volg-apps’ te installeren voor
hun ‘smartphones’.
Al jaren dalen de criminaliteitscijfers in Amsterdam, maar bij de roofovervallen is een
toename van overvallen gericht op smartphones. 35% van de overvallen is gericht op
smartphones — die soms enkele hondeden euro's waard zijn — en jongeren zijn in
toenemende mate plegers en slachtoffers van deze straatroven.
De Pvd is van mening dat onmiddellijk gebruik gemaakt moet worden van de reeds
bestaande technische mogelijkheden om mobiele telefoons te blokkeren. Providers
kunnen gestolen telefoons, wanneer het uniek IMEI-nummer wordt doorgegeven
‘blacklisten’ door gebruik te maken van een zogeheten Central Equipment Identity
Register (CEIR). Met een dergelijk ‘blacklisted' toestel is het dan onmogelijk om
gebruik te maken van een mobiel telefoonnetwerk, ook niet met een andere SIM-
kaart.
De toepassing hiervan maakt de gestolen telefoons onaantrekkelijk of onbruikbaar en
zal zorgen voor een substantiële reductie in de straatroven en de gevolgen daarvan.
In veel landen (Verenigd Koningrijk, België, Maleisië) wordt dit al gedaan. Australië
past dit al toe sinds 2003.!!
Hoofdcommissaris Aalbersberg heeft hier in het programma Knevel & van den Brink
ook aandacht voor gevraagd. ”!
De Pvd Amsterdam is dan ook van mening dat de minister van Veiligheid meer vaart
moet maken met het kunnen laten blokkeren van gestolen telefoons. Providers wilden
dit in 2012 al realiseren”!
Minister Opstelten heeft in april van dit jaar laten weten dat dit voor de zomer
geregeld zou zijn“! In juni liet de Minister echter weten nog in gesprek te zijn met de
providers en pas in het voorjaar van 2014 met een wetsvoorstel te komen.”
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 2e ktober 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 28 augustus 2013
Juist omdat het voornamelijk kinderen en jongeren zijn die slachtoffer worden of
slachtoffers maken, is een snel ingrijpen noodzakelijk. De toename in
straatcriminaliteit is grotendeels toe te schrijven aan overvallen gericht op
smartphones.
De campagne om jongeren te wijzen op de maatregelen die zij zelf kunnen nemen is
nuttig maar brengt ook veel kosten met zich mee en is geen substituut voor de nodige
en toegezegde maatregelen om gestolen telefoons zo snel mogelijk onbruikbaar te
maken.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 28 augustus 2013, namens de
fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Deelt het college de mening van de Pvd dat het zeer wenselijk is zo snel
mogelijk gebruik te maken van alle bestaande mogelijkheden om gestolen
telefoons onbruikbaar te maken?
2. Is het college het met de PvdA eens dat het ontzeggen van toegang op de
netwerken een geschikt instrument is dat zo spoedig mogelijk ingezet moet
kunnen worden voor alle gestolen telefoons?
3. Is het college bereid om bij de Minister aan te dringen op voortvarendheid,
teneinde de stijging van straatroven, gericht op smartphones, zo snel mogelijk te
stuiten?
Antwoord vragen 1, 2 en 3:
Ja, het college deelt de mening van de PvdA dat het zeer wenselijk is om zo snel
mogelijk gebruik te maken van alle bestaande mogelijkheden om gestolen telefoons
onbruikbaar te maken. De burgemeester heeft meerdere malen landelijk
aangedrongen op het mogelijk maken van het op afstand onbruikbaar maken van
gestolen mobiele telefoons. De burgemeester heeft hier op 18 april 2013 nog een
brief over gestuurd naar minister Opstelten met daarbij het verzoek om dit voor de
zomer te implementeren.
De minister van V8&J heeft hierover overleg gevoerd met de providers. Effectieve
blokkering is alleen mogelijk als iedere provider meedoet. Hiervoor is een wijziging
nodig van de Telecomwet. Naar verwachting zal de implementatie hiervan medio
2014 afrond zijn. Het college is van mening dat dit nog erg lang duurt en zal er
daarom nogmaals bij de minister op aandringen om dit voortvarend op te pakken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
VN2023-007967 Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkelin
Gronden X Gemeente ] 9 9 RO
Ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 12 april 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Grond en Ontwikkeling
Agendapunt 7
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de afdoening van de toezegging in de
raadscommissie RO van 22 februari 2023 over de lijst van buurtstraatquotes met percentages van de
afgelopen jaren
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief met bijlagen, waarmee de toezegging in de commissie
RO van 22 februari jl. inzake het onderzoeken van de vraag of de lijst van buurtstraatquotes met
percentages van de afgelopen jaren kan worden aangeleverd wordt afgedaan.
Wettelijke grondslag
e Artikel 169 Gemeentewet: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college
gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van
zijn taak nodig heeft (lid 2).
e Artikel 11 lid 2d Reglement van orde: de commissies zijn belast met het namens de raad
kennisnemen van stukken.
Bestuurlijke achtergrond
In de commissie RO van 22 februari jl. heeft het lid Boomsma verzocht om TKN-10 Beleid
Grondprijsbepaling voor bestaande erfpachtrechten 2023 ter bespreking en kennisneming te
agenderen voor de commissie van 22 maart 2023. Daarbij is toegezegd te onderzoeken of de
gevraagde lijst van buurtstraatquotes met percentages van de afgelopen jaren kan worden
aangeleverd.
Bijgaande brief en bijlagen zijn tevens aangeleverd met de dagmail van 15 maart 2023.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.17 1
VN2023-007967 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Grond en % Amsterdam
Ontwikkeling %
Voordracht voor de Commissie RO van 12 april 2023
Ter kennisneming
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, de toezegging in de commissie RO van 22 februari 2023 om te onderzoeken of de gevraagde lijst
van buurtstraatquotes met percentages van de afgelopen jaren kan worden aangeleverd.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-026311 1. Raadsinformatiebrief inzake BSQ-lijst en mutatie.pdf (pdf)
AD2023-026309 2. Bijlage 1. BSQ-lijsten en mutaties EGWO.pdf (pdf)
AD2023-026308 3. Bijlage 2. BSQ-lijsten en mutaties STWO.pdf (pdf)
AD2023-020926 Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond & Ontwikkeling, Chee-Key Tech, 0648449717, c.teoh@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.17 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Bezoekadres
Stadhuis, Amstel 1
Am ste rd a m 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
> 4 1000 AE Amsterdam
Telefoon 14020
x www.amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum 15 mei 2018
Kenmerk
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, Irene Klarenbeek, 06 1086 1130,
[email protected]
Onderwerp Beantwoording raadsadres over bouwproject BLVG/Hoogte Kadijk 14,5B
Zeer geachte mevrouw |
In uw brief aan de gemeenteraad van 11 maart 2018, aangevuld met een brief van 4 april, zet u
uitgebreid viteen welke onderwerpen volgens v een rol spelen bij de afweging in de besluitvor-
ming over de aangevraagde omgevingsvergunning voor het adres Hoogte Kadijk 14,5B. U geeft
een beschrijving van de beoogde plannen, de aanvraag, de ter plaatse vigerende bestemmings-
plannen, erfpachtovereenkomsten en financiële transacties. Zonder dat u daarbij concreet gebruik
maakt van deze woorden, maak ik vit vw brief op dat u zich zorgen maakt over de voorgenomen
ontwikkeling, de mogelijke gevolgen daarvan voor vw buurt en de wijze waarop de besluitvorming
over de omgevingsvergunning wordt voorbereid en tot stand komt.
Met een inhoudelijk antwoord op al vw vragen vit uw brief zou ik vooruitlopen op een besluit over
de aanvraag omgevingsvergunning, waarmee ik geen recht zou doen aan de procedure die moet
leiden tot een besluit over de aanvraag. Een afweging van alle bij de aanvraag betrokken onder-
werpen en belangen is onderdeel van die procedure. Daarom volsta ik in deze brief met een weer-
gave van de procedure die zal leiden tot een besluit over de aanvraag, de wijze waarop de onder-
werpen die v benoemt in deze procedure worden gewogen en de huidige stand van zaken.
Omgevingsvergunning
De aanvraag omgevingsvergunning voor het adres Hoogte Kadijk 145B is door BLVG Ontwikkeling
ingediend op 22 december 2017. De aanvraag is in behandeling bij de Omgevingsdienst Noord-
zeekanaalgebied (OD NZKG) omdat de (voormalige) scheepswerf King William een zogenaamd
type C bedrijf is. De OD NZKG handelt namens het college van burgemeester en wethouders en is
daarom bevoegd te besluiten over deze aanvraag omgevingsvergunning.
De aanvraag voorziet op dit moment in een plan van 78 sociale huurstudio’s voor studenten en
starters en negen sociale huurappartementen voor senioren, ondergebracht in een nieuw te reali-
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 9 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Pagina 2 van 3
seren, opgetild ‘werfgebouw’ van vijf bouwlagen. In een voorhuis aan de straatzijde zijn een be-
drijfswoning en vier vrije sector huurappartementen ondergebracht. Op het terrein zelf wordt een
fietsenstalling gerealiseerd en een jachthaven met ruim 5o ligplaatsen voor elektrische boten.
Omdat het plan nog niet definitief is kunnen de genoemde aantallen woningen en ligplaatsen nog
enigszins wijzigen.
Bestemmingsplan Oostelijke binnenstad en bestemmingsplan Water
De aanvraag omgevingsvergunning wordt, voor wat betreft de bebouwing en het gebruik op de
wal van de voormalige werf, getoetst aan het bestemmingsplan Oostelijke binnenstad. Het on-
derdeel van de aanvraag dat ziet op het gebruik van het water wordt getoetst aan het bestem-
mingsplan Water.
Volgens het bestemmingsplan Oostelijke binnenstad heeft het perceel de bestemming ‘Bedrijf-1’.
Deze bestemming staat slechts het gebruik van het perceel als scheepswerf toe. Er geldt boven-
dien een maximale bouwhoogte van vier meter en een maximaal bebouwingspercentage van 50%.
Volgens het bestemmingsplan Water mogen ter plaatse van de toekomstige jachthaven boten
worden afgemeerd ten behoeve van de werkvoorraad, dan wel de bedrijfsvoorraad ten behoeve
van de scheepswerf.
Procedure
De aanvraag omgevingsvergunning past niet in de ter plaatse geldende bestemmingsplannen
zoals hierboven uiteen is gezet. Een vergunning kan alleen worden verleend in afwijking van het
bestemmingsplan. In dit specifieke geval kan dit na toepassing van een zogenaamd projectafwij-
kingsbesluit. Een dergelijk besluit kent volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een
uitgebreide voorbereidingsprocedure en moet worden voorzien van een goede ruimtelijke onder-
bouwing. In deze ruimtelijke onderbouwing moet onder meer worden aangegeven op welke ma-
nier de gevolgen voor de omgeving bij de planvorming zijn betrokken en gewogen. In deze proce-
dure is bovendien ruimte voor participatie en zienswijzen. De stadsdeelcommissie van stadsdeel
Centrum is op 7 mei 2018 geïnformeerd over de aanvraag in de vorm van een memo.
Het ontwerpbesluit moet volgens een voorgeschreven procedure volgens de wet voor een periode
van zes weken ter inzage gelegd worden. Gedurende deze periode kan een ieder een zienswijze
indienen. Alle ingebrachte zienswijzen worden betrokken en gewogen bij de besluitvorming over
de aanvraag omgevingsvergunning.
De aanvraag omgevingsvergunning voor de Hoogte Kadijk 14,5B bevindt zich nog in een beginsta-
dium van deze procedure. Het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum en wethouder lvens
(Bouwen en Wonen) hebben zich eerder positief uitgelaten over het initiatief op deze locatie stu-
dio’s te realiseren, zonder zich daarbij uit te spreken over de definitieve vorm van het plan.
De aanvraag omgevingsvergunning is binnen de gemeentelijke organisatie uitgezet voor advies en
wordt ook voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen de Commissie voor Wel-
stand en Monumenten).Er is nog geen positief advies. De aanvraag moet op onderdelen nog wor-
den aangevuld zodat deze beoordeeld kan worden en voorzien van advies.
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Pagina 3 van 3
Communicatie omwonenden
BLVG Ontwikkeling heeft op 14 februari 2018 een informatiebijeenkomst georganiseerd over de
plannen. Een aantal omwonenden bezoekt op 15 mei 2018 bestaande studio’s elders in de stad, in
een concept dat BLVG Ontwikkeling ook voor ogen heeft op de Hoogte Kadijk. De leden van de
stadsdeelcommissie zijn hiervoor eveneens uitgenodigd.
Op grond van bovenstaande meen ik dat de procedure van de aanvraag omgevingsvergunning
voor het perceel Hoogte Kadijk 145B met de nodige zorgvuldigheid in behandeling is genomen,
zowel door de OD NZKG, als het stadsdeel, als de aanvrager zelf. Ik hoop dat ik hiermee een deel
van uw zorgen heb weggenomen. Voor het verloop van de verdere procedure verwijs ik u in eerste
instantie naar de OD NZKG. Tevens deel ik u mee dat een afschrift van deze brief, ter kennisname
aan de Tijdelijke Algemene Raadscommissie en naar het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum
zal worden gezonden. …
A
Met de EE B
Eric vander B
WethóuderRuimtelijke ordening
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
| Raadsadres | 4 | train |
VN2023-014683 N% Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
Wonen en Erfgoed
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie WV van 06 september 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Agendapunt 5
Datum besluit
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief inzake het onderzoek woonwensen van Amsterdamse
jongeren
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief inzake het onderzoek woonwensen van Amsterdamse
jongeren, waarvan de belangrijkste conclusies zijn:
e Van de Amsterdamse jongeren tussen 18 en 35 jaar (280.000) woont iets minder dan een kwart
thuis, de rest is vitwonend;
* Eris gekozen voor onderzoek naar 18 - 35 jarigen, omdat jongeren vanaf 28 jaar niet meer in
aanmerking komen voor een tijdelijk jongerencontract en dan vaak tussen wal en schip belanden;
* Jongeren hebben nagenoeg allemaal een inkomen onder de sociale huurgrens;
* Thuiswonende jongeren in Zuidoost en Nieuw-West zijn verhoudingsgewijs wat vaker aan het
werk;
* De meest gewilde woonvorm onder alle leeftijdsgroepen binnen de groep jongeren is alleen wonen
in een zelfstandige woning;
e Van de thuiswonende jongeren willen zes op de tien gaan huren en 28% kopen;
e Uitwonende jongeren zijn vaker aan het werk dan thuiswonende jongeren, ongeveer zes op
de tien werkt;
e Acht van de tien vitwonende jongeren huren en ongeveer zes van de tien huurders hebben een
contract voor onbepaalde tijd voor de hele woning, de rest zit in een tijdelijke huursitvatie;
e De gemiddelde huur die jongeren betalen ligt aanzienlijk hoger dan gemiddeld in Amsterdam/
Weesp (€959 versus €783). Jongeren in de sociale huur van corporaties hebben gemiddeld de laagste
huur (€543) en de jongeren die in de particuliere vrije sector huren gemiddeld de hoogste huur
(€1360);
e Bij de jongeren die willen huren, denkt meer dan de helft aan een maximale huur tot de
sociale huurgrens. De uitwonende jongeren zijn vooral op zoek naar een meergezinswoning
en het vaakst geven ze de voorkeur aan een woonoppervlak tussen de 4„o en 60 ma of tussen
de 60 en 80 m2;
e Van de vitwonende jongeren wonen naar schatting 66.700 in een onzekere woonsituatie.
Het grootste deel hiervan is van plan of moet binnen twee jaar verhuizen. Daarvan wil ruim
driekwart in de stad blijven wonen. In totaal komt dit neer op 47.800 onzeker wonende jongeren die
op korte termijn in de stad naar andere woonruimte zoeken.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169:
1. Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig
over het door het college gevoerde bestuur.
2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Gegenereerd: vl.17 1
VN2023-014683 % Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van 06 september 2023
Ter kennisneming
Het onderzoek is een coproductie van directie Wonen, directie O&S en stadsdeel Zuidoost en
Nieuw-West en komt tegemoet aan de wensen vanuit deze (Masterplan)gebieden om meer inzicht
te krijgen in de woonsituatie en woningbehoeften van Amsterdamse jongeren.
Reden bespreking
De VVD vindt het belangrijk dat jongeren in de stad kunnen blijven wonen.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-046756 20230420 Woonwensen van Amsterdamse jongeren_definitief.pdf (pdf)
20230619 - Raadsinformatiebrief Onderzoek woonwensen van
AD2023-051819 .
Amsterdamse jongeren.pdf (pdf)
AD2023-046578 [commissie WV Voordracht (pdf) |
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, Joost Bos, [email protected], 0683627784
Gegenereerd: vl.17 2
| Voordracht | 2 | train |
Stadsdeelcommissie Oost
Agenda
Datum 20-06-2023
Aanvang 19:30
Locatie Oranje-Vrijstaatplein 2
Overlegvergadering stadsdeelcommissie en dagelijks bestuur
Bij deze vergadering is ondertiteling beschikbaar. U kunt deze aanzetten door in de balk onderaan de videoplayer op "CC"
te klikken.
VOORBEREIDEND
Algemeen
1 Opening en vaststelling agenda
2 Mededelingen
3 Vaststellen van de conceptbesluitenlijst van de vergadering van 6 juni 2023
4 TKN-lijst
5 Mededelingen van de ingekomen stukken
6 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen
BESLUITVORMEND
7 Zwembad Zeeburgereiland/IJburg
5/6: agendapuntformulier gewijzigd
5/8: voorbeeld raadsmotie toegevoegd
20/6: Vb raadsmotie aangepast
VOORBEREIDEND
8 Nota van Uitgangspunten Uitbreiding en vernieuwing Flevoparkbad
9 Veiligheidsplan Oost 2023-2026
19/6: Beantwoording van vragen toegevoegd
19/6: Flyer Meldpunt toegevoegd
19/6: Flyer Jeugdoverlast toegevoegd
10 Plan Zomerrecreatie Oost 2023
11 Concept-ambitiedocument ‘Sprong naar de toekomst’ recreatieschap Groengebied Amstelland
12 Concept-Hoogbouwbeleid Amsterdam
15/6: adviesaanvraagformulier vervangen.
ALGEMEEN
13 Vooruitblik
Doel bespreking: voorbespreken agenda komende vergaderingen en of agenda en lijst met moties, adviezen en
toezeggingen nog actueel is.
20/6: MAT lijst en termijnagenda toegevoegd
14 Rondvraag en sluiten vergadering
TKN-lijst
TKN 1 Brief van wethouder Groot Wassink inzake voortgang financiële zeggenschap stadsdelen
Ingekomen stukken
20/6: Inspreeknotities S. Witteveen toegevoegd
20:6: Inspreeknotitie C. Kauffman toegevoegd
1 Inspreeknotities van M. Lafarre, E. Lijesen en J. Floor inzake Tuindorp Amstelstation 2020-2023
Voorgesteld wordt, de inspreeknotities voor kennisgeving aan te nemen en te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 6.
19/6: Inspreeknotities toegevoegd.
2 Inspreeknotitie van S. Witteveen inzake Reactie van leden klankbordgroep Zeeburgerdijk-Oost op NvU
Flevoparkbad
3 Inspreeknotitie van C. Kauffman inzake Reactie vereniging flevoparkbad op concept nota van uitgangspunten fpb
4 Inspreeknotitie van D. Naber inzake de Bogortuin is geen tuin, geen parkje, maar een dorre, droge grasvlakte!
Insprekerslijst
De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op de dag van de vergadering.
Besluitenlijst
Informatie
Locatie en opnamen
Deze overlegvergadering met de leden van de stadsdeelcommissie en het dagelijks bestuur vindt plaats in de
Raadszaal van het stadsdeelkantoor. De overlegvergaderingen zijn openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen
op het stadsdeelkantoor worden geluid- en beeldregistraties gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te
volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina.
Inspreken en daarvoor aanmelden
Inspreken kan live ter vergadering - fysiek of virtueel - of schriftelijk.
Aanmelden voor inspreken kan tot uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering via het online
aanmeldformulier: hitps://www.amsterdam.nl/@338353/inspreken-commissievergaderingen/
| Agenda | 3 | discard |
Gemeente Bezoekadres
Plein '40 '45 1
Amsterdam 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
> < Nieuwwest.amsterdam
‚nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 2 november 2016
Decos nummer 2016/int/1394
Onderwerp Adviesbrief aan wethouder lvens betreffende
Wijzigingsverordening
Huisvestingsverordening 2016 en Beleidsregel 12
wijzigen
Woonruimtevoorraad 2017
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 25 oktober 2016
Besluit
De adviesaanvraag van het College van B&W van Amsterdam met betrekking
tot de Wijzigingsverordening Huisvestingsverordening 2016 en wijzigen
Beleidsregel 12 (2017), met bijgevoegde brief te beantwoorden.
de heer H.J.M. Wink de heer A. Baâdoud
stadsdeelsecretaris voorzitter
| Besluit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 857
Publicatiedatum 18 september 2015
Ingekomen onder P
Ingekomen op 9 september 2015
Behandeld op 9 september 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Ten Bruggencate, de heer Kayar en de heer Blom
inzake het Meerjarenprogramma 2015-2018 Amsterdamse aanpak gezond gewicht
(noodontbijt).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Meerjarenprogramma 2015-2018 Amsterdamse
aanpak gezond gewicht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 620);
Constaterende dat:
— volgens het Nationaal Schoolontbijt maar liefst 1 op de 3 kinderen met een lege
maag in de klas zit;
— vooral kinderen die in armoede leven regelmatig zonder ontbijt naar school gaan;
— een goed ontbijt noodzakelijk is voor kinderen om met voldoende energie
onderwijs te volgen;
Van mening zijnde dat:
— geen Amsterdamse kinderen honger mogen hebben;
— scholen in noodgevallen kinderen van eten of drinken moeten kunnen voorzien.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een budget beschikbaar te stellen voor scholen om in noodgevallen kinderen te
voorzien van een ontbijt;
— vanuit de aanpak gezond gewicht ouders te informeren over een gezond ontbijt.
De leden van de gemeenteraad
M. ten Bruggencate
O. Kayar
S.R.H. Blom
1
| Motie | 1 | discard |
iN
el
5 U driehoek
ir ' tegen
DRUGSCRIMINALITEIT
Driehoek tegen drugscriminaliteit
Mei 2021, Amsterdam
x
x Gemeente OPENBAAR MINISTERIE p(;1 ITIE
*% Amsterdam
Voorwoord
Het is bijna dagelijks nieuws: de grote hoeveelheden cocaïne die
worden opgespoord en afgenomen en de grote sommen cash geld en
wapens die in drugspanden worden gevonden. De criminele
drugshandel gaat gepaard met excessief geweld, zoals aanslagen op
personen en gebouwen. Kwetsbare jongeren voelen zich aantrokken
door het geld en de status van foute rolmodellen. Ze worden
gerekruteerd voor de drugshandel en hopen snel carrière te maken op
de criminele ladder. Delen van de onroerendgoedmarkt en van
branches zoals de horeca en het toerisme raken ontwricht door het
witwassen van drugsgelden. De zware drugsgerelateerde criminaliteit
en de daaraan verbonden ondermijning, tasten de veiligheid van
burgers en het sociale weefsel van de samenleving aan en bedreigen
de rechtstaat. Dit heeft internationale, nationale én lokale dimensies.
In de afgelopen jaren is er op alle niveaus veel op gang gebracht om
drugscriminaliteit duurzaam te bestrijden.
Wij zijn ons zeer bewust van de ernst en de weerbarstigheid van het
vraagstuk en hebben daartoe als leden van de driehoek de afgelopen
jaren een groot aantal initiatieven genomen. Met het plan ‘Driehoek
tegen drugscriminaliteit’ brengen we nadrukkelijk samenhang aan in
de verschillende lopende activiteiten om maximaal effectief te zijn en
elkaar zoveel als mogelijk te versterken. Vanzelfsprekend behouden
wij daarbij onze eigen verantwoordelijkheid.
In het voorliggende plan presenteren wij de belangrijkste prioriteiten
in de vorm van doelen en interventies. Samen met onze partners,
bijvoorbeeld in het RIEC en bij het Rijk, binden we zo gestructureerd
de strijd aan met de georganiseerde drugshandel en de uitwassen
daarvan. De opgave is groot en complex en vergt een combinatie van
preventieve en repressieve middelen en een langdurige inzet om de
stad, haar inwoners en ondernemers voldoende weerbaar te maken.
De driehoek van Amsterdam
Femke Halsema, Frank Paauw, René de Beukelaer
Inhoud
Aanleiding en inzet 6
Ernst van de situatie 11
Oorzaken 16
Doelen van de driehoek 20
Interventies 26
Verwacht resultaat 39
Sturing 42
Aanleiding en inzet
Sinds 3 jaar kennen wij het Nationaal Inlichtingenbeeld Ondermijning
(NIBO) en de regionale variant, het RIBO. Het RIBO legt de criminele
netwerken bloot die in en rond Amsterdam opereren. Ook is een
Nationaal Informatiebeeld Drugsmarkt en Witwassen gemaakt. Op
basis van de verzamelde informatie zijn er een aantal criminele
netwerken geselecteerd waarvan de grootste dreiging vitgaat voor de
samenleving en de rechtstaat.
In opdracht van de burgemeester van Amsterdam hebben Pieter Tops
en Jan Tromp het rapport De achterkant van Amsterdam (november
2019) geschreven. Dit maakt ook voor een breder publiek de ernst van
de situatie inzichtelijk en versterkt daarmee de maatschappelijke en
politieke urgentie. Het rapport bevestigt (zoals ook blijkt vit de
nationale en regionale inlichtingenbeelden) dat Amsterdam een
centrum is voor internationale cocaïnehandel. De handel gaat
gepaard met excessief geweld, ernstige maatschappelijke
ontwrichting en corrumpering van delen van de legale economie. Kort
na het verschijnen werden de belangrijkste bevindingen uit hun
rapport heel pijnlijk geïllustreerd door de moord op de advocaat van
een kroongetuige.
Onmiddellijk na de aanslag op de advocaat en het verschijnen van het
rapport zijn er activiteiten ondernomen. De Minister van Veiligheid en
Justitie heeft tussentijds extra middelen beschikbaar gesteld voor het
BOTOC-programma (het Breed Offensief Tegen Ondermijnende
Criminaliteit). Kernpunten daarin zijn het bewaken en beveiligen van
personen, het oprichten van een nationaal Multidisciplinair
Interventie Team en het versterken van een wijkgerichte preventieve
aanpak. Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) richt
zich (in navolging van de informatie van NIBO/RIBO) vooral op
criminele geldstromen, cruciale schakels in de handel en
doorgroeiers. Daarbij wordt dankbaar gebruik gemaakt van de
versterkingsgelden van het Rijk. Tevens heeft het RIEC per deelregio
en stadsdeel (Amsterdam) ondermijningsbeelden gemaakt om meer
greep te krijgen op de criminele vertakkingen.
De politie en het Openbaar Ministerie hebben na grote inzet Ridovan
T. aangehouden. Op dit moment loopt het Marengo proces tegen
hem en 17 verdachten die verantwoordelijk worden gehouden voor
een reeks moorden en pogingen daartoe. Ook hebben politie en OM
de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de analyse van
cryptocommunicatie (de Pretty Good Privacy systemen waarmee
drugscriminelen communiceren) en zijn zij in samenwerking met
buitenlandse partners in staat geweest EncroChat en SKY te kraken.
Hierdoor zijn grote hoeveelheden drugs en geld van de markt gehaald
en is er een schat aan informatie over de criminele drugswereld
verzameld. Ook zijn de martelkamers in de Wouwse Plantage erdoor
ontmanteld. De Amsterdamse politie en het OM continveren deze
datagedreven werkwijze met behulp van een crypto-analyse team.
Daarmee wordt bewijs verzameld voor lopende ondermijningszaken
en worden nieuwe criminele netwerken die zich onder andere
bezighouden met drugscriminaliteit in kaart gebracht en aangepakt.
In de stadsdelen Centrum en Noord zijn onlangs gecombineerde
acties uitgevoerd gericht op toeristenwinkels, growshops,
nagelstudio's en massagesalons. Er is spookbewoning geconstateerd,
drugs en cashgeld in beslag genomen, er zijn inventarissen
geconfisqueerd en boetes opgelegd in het kader van arbeidsuitbuiting
en milievovertredingen. Hierbij waren de Belastingdienst, de Inspectie
SWZ, de gemeente, de politie en de Omgevingsdienst betrokken. Ook
zijn in de regio, zoals met de aanpak Scheerlicht in Diemen, goede
resultaten geboekt.
De gemeente Amsterdam heeft onder andere de programma's De
Weerbare Stad en Weerbare Mensen, Weerbare Wijken gelanceerd. Met
De Weerbare Stad wordt kennis verworven over ondermijning en een
mentaliteitsverandering beoogd door grenzen te stellen en te
handhaven. Het programma richt zich met name op vastgoed, het
aanscherpen van het bestuurlijk instrumentarium, de oprichting van
een ondermijningsbrigade (in samenwerking met het RIEC),
versterking van de stadsdelen, en de informatie, en opleiding &
training van ambtenaren en andere professionals.
In het programma Weerbare Mensen, Weerbare Wijken worden de
sociaal-maatschappelijke effecten aangepakt, zoals de vermindering
van de risico’s die risicojongeren lopen om straatdealers en vervolgens
‘doorgroeiers’ te worden. Een groot deel van deze activiteiten zijn als
interventie opgenomen in het onderhavige plan. Daarnaast zet de
gemeente in op de vermindering van wapengeweld, met o.a. de
vrijwillige wapeninzameling, een pilot ‘gerichte wapencontroles’, op
schoolveiligheid via het gelijknamige programma en op het
voorkomen dat kwetsbare kinderen en jongeren afglijden naar
criminaliteit via het programma Positief perspectief.
Vooral in het stadsdeel Zuidoost komen de problemen van
(vuur)wapenbezit en -geweld, drugshandel en het verrichten van
hand- en spandiensten verontrustend samen. Erupties van geweld in
de afgelopen twee jaar zijn een concrete aanleiding geweest om op 4
februari 2021 het Masterplan Zuidoost als collegeprogramma vast te
stellen. Het betreft een veelomvattende en langdurige aanpak om de
uitgangspositie van de inwoners, hun sociale kansen, economische
omstandigheden en medezeggenschap, te versterken. Het komend
jaar wordt een soortgelijk programma opgezet in Nieuw-West.
Voor alle gemeentelijke programma's geldt dat deze recent
ontwikkeld zijn. De komende jaren zullen deze zich moeten bewijzen
als effectieve, preventieve en bestuurlijke ingrepen. Tegelijkertijd
kunnen wij al vaststellen dat het bij de vele betrokken actoren (zoals
scholen, hulpverlening, stadsdelen) leidt tot grotere urgentie en
verstevigde samenwerking, waarbij ook successen worden geboekt.
Het grote aantal activiteiten van de driehoeks- en
samenwerkingspartners laat onverlet dat de ernst en omvang van de
georganiseerde drugshandel en ondermijning de Amsterdamse
driehoek nopen tot een meer samenhangende en gezamenlijk
gedragen strategie. De gemeente Amsterdam, de politie en het
Openbaar Ministerie willen gezamenlijk sturend en coördinerend
optreden en brengen met dit plan de doelstellingen en interventies
gericht op het bestrijden van de zware drugsgerelateerde
criminaliteit nadrukkelijk bij elkaar. Alvorens de doelen te beschrijven,
gaat de driehoek in dit plan eerst dieper in op de ernst van de situatie
en de oorzaken die eraan ten grondslag liggen.
Sleutelmomenten
26 januari 2018
Mohamed, een 17-jarige stagiair, wordt in een KO
jongerencentrum per vergissing doodgeschoten.
29 maart 2018
Reduvan B., broer van kroongetuige Nabil B, wordt op KO
zijn werk vermoord.
26 juni 2018
Er wordt een aanslag gepleegd op het hoofdkantoor KO
van De Telegraaf.
18 september 2019
Derk Wiersum, advocaat van kroongetuige Nabil B, KO
wordt vlakbij zijn huis vermoord.
Ernst van de situatie
In Een pact voor de Rechtstaat (2020) beschrijft Peter Noordanus
namens het Strategisch Beraad Ondermijning dat Nederland ‘de
belangrijkste logistieke draaischijf in de EU' is voor internationale
drugshandel. Tops en Tromp hebben geconstateerd dat op de
Nederlandse schaal op jaarbasis vele miljarden in drugshandel om
gaan. Het is onmogelijk om dat een op een te vertalen naar de schaal
van Amsterdam. Wel is vit politieonderzoek bekend dat netwerken
die vanuit Amsterdam opereren over honderden miljoenen
beschikken om drugstransporten te organiseren. Het gaat dan met
name om clusters die zich met cocaïnehandel bezighouden. De grote
hoeveelheden cocaïne en cash geld die opgespoord en vit de markt
gehaald worden, zijn volgens de politie en het OM slechts het topje
van de ijsberg.
De handel heeft zich enorm verhard en dit leidt tot excessief geweld.
In 2019 en 2020 zijn in Amsterdam — in relatie tot de drugshandel — 10
mensen vermoord (vanaf 2012 geteld ligt dat aantal rond de 50). Ook
buiten Amsterdam hebben er liquidaties plaatsgevonden die verband
houden met de Amsterdamse onderwereld. Het is niet gebleven bij
het vermoorden van direct verantwoordelijken, ook familieleden zijn
slachtoffer geworden. Het grove geweld toont zich o.a. in moorden
waarbij sprake was van noodlottige persoonsverwisselingen en
bewuste liquidaties van betrokkenen in een rechtszaak. Journalisten
zijn concreet bedreigd en moesten extra beveiligd worden. Bij een
In 2019 en 2020 vonden tien liquidaties plaats in Amsterdam. Bij twee daarvan
was sprake van een persoonsverwisseling.
In 2020 waren in Amsterdam 51 incidenten waarbij een gebouw werd beschoten
of een explosief tot ontploffing werd gebracht of werd achtergelaten. Niet van al
deze incidenten is een link met drugscriminaliteit bekend.
28 incidenten
betroffen een woning
33X beschieting
18x explosief
huiszoeking van een verdachte volgend op zo’n dreiging is een
raketwerper aangetroffen. Er bestaan videobeelden van daders die
hun Kalasjnikovs leegschieten in een bar, of een familielid van een
handelaar doden in aanwezigheid van kinderen. De aanslagen en
beschietingen zijn specifiek gericht op personen, maar ook ongericht
op woningen, horecagelegenheden, auto’s en dergelijke. In 2020
vonden binnen de eenheid Amsterdam 51 incidenten plaats waarbij
een gebouw doelwit was: 33 keer is er op een pand geschoten, 18 keer
is er een explosief achtergelaten of tot ontploffing gebracht. Bij 28
van deze incidenten betrof het een woning. In de eerste twee
maanden van 2021 stond de teller alweer op g incidenten. Dit soort
aanslagen zorgt dikwijls voor maatschappelijke onrust in de buurten.
Het brute geweld is dan ook een ernstige aantasting van de veiligheid
in de stad. De dreiging met, en daadwerkelijke uitoefening van,
geweld is er bovendien op gericht het functioneren van de rechtsstaat
te belemmeren.
Het criminele verdienmodel in drugs heeft een verontrustend grote
aanzuigende werking op jongeren. Jongeren worden al op jonge
leeftijd verleid of gerekruteerd om carrière te maken in de scene. Een
voorbeeld daarvan betreft het ronselen van jongeren in met name
Zuidoost als ‘uithaler’ in de havens van Antwerpen en Rotterdam. Er
valt voor minder kansrijke jongeren snel veel geld te verdienen in de
drugswereld en daarmee hun ‘succes! zichtbaar te maken met dure
kleding, horloges, auto's of reizen naar strandlocaties. Ter illustratie:
in Amsterdam zijn in de periode 2017-2019 4.629 unieke straatdealers
geïdentificeerd, die met elkaar voor 7.571 incidenten hebben gezorgd.
Eén op de zeven straatdealers staat geregistreerd voor een
geweldsdelict. De invloed van de drugswereld op jongeren leidt met
name in Zuidoost tot ernstige maatschappelijke ontwrichting.
Het verdienmodel heeft ook grote invloed op specifieke branches,
zoals toeristen- en zoetwarenwinkels, nagelstudio's, horeca, money
transfers, autoschadeherstelbedrijven, autoverhuurders, makelaars
en notarissen. Bedrijven kunnen bedoeld of onbedoeld dienen als spil
en facilitator in een witwascircuit. Door de veelzijdigheid en
fijnmazigheid van de branches is het moeilijk exact de vinger erachter
te krijgen. Kreuze en Gruter brengen in hun rapport (2020) in kaart
over hoeveel woningen en bedrijfsruimten zorgen bestaan over
ondermijning (niet alleen drugsgerelateerd): in Amsterdam 730
adressen.
Tops en Tromp wijzen op een WODC-rapport uit 2018 waarin wordt
gesteld dat er in Nederland jaarlijks vele miljarden euro's worden
witgewassen. Investeren in vastgoed vormt een van de belangrijkste
afzetkanalen voor (internationaal) drugsgeld. Beelden vanuit het
NIBO/RIBO bevestigen dit. Het witwassen van grote sommen geld in
vastgoed, werkt prijsopdrijvend en verstoort de normale
marktwerking.
Oorzaken
De ernstige situatie in Nederland én in Amsterdam als de
‘belangrijkste logistieke draaischijf in de EU' heeft zijn oorzaken.
Sinds de aankondiging van de ‘war on drugs’ in de jaren tachtig heeft
de criminele drugshandel een vlucht genomen, is deze aanmerkelijk
geprofessionaliseerd, meer gewelddadig geworden en meer
internationaal verknoopt geraakt. Een recent voorbeeld: toen in
Colombia in 2017 de gewapende strijd met de FARC na decennia werd
beëindigd, leidde de toenemende productie van cocaïne direct tot
meer drugshandel in Nederland.
Onze open samenleving, met zijn historische positie in internationale
handel, is ontvankelijk voor criminele drugshandel en daarmee
kwetsbaar voor drugsgerelateerde criminaliteit en ondermijning.
Inmiddels speelt ons land zo'n belangrijke rol in de internationale
handelsmarkt voor cocaïne dat het zelfs wordt getypeerd als de
‘Poort van Europa’. Dit is vooral het gevolg van de vrije handelsgeest,
de perfecte logistieke en internationale verbindingen en de
hoogwaardige digitale omgeving. Amsterdam is bovendien één van
de belangrijkste financiële markten in de wereld met een sterk
ontwikkeld financieel systeem. Een systeem waar de legale én illegale
wereld dankbaar gebruik van maken.
Amsterdam is van oudsher een internationale ontmoetingsplek,
getuige ook de talloze toeristische attracties, horecabedrijven en
hotels die er in de stad zijn. Er is een grote hoeveelheid welwillende
De verschillende hoofdrollen van Nederland in de internationale drugshandel,
volgens onderzoek van EMCDDA en Europol uit 2016 (Noordanus 2020):
rd 4 Export / Main destinations N73 fi
MET mamsie > ENTER: :
NEW PSYCHOACTIVE @ MDMA Latte Mes edo Lt Lene »
SUBSTANCES distribution er
Production, trafficking and E
Ke oee Led 8
; a ETHERLANDS er) Gs
RE d RS AE …/Â eds
E # ehs dd a PT ' TA
De e Kn Ô Ab Oe Eden
Ey Eh e UE ls A
€ 5 Hd " Kk Ne: iN Ar En 4 Â N,
4 EN unu k EA ini / PN |, 5 eN
haal EK rn Es EN AS AT
B en } ee 1 mie ET
en Dn | { ° II
/ PE | WY P\ Ln
5 e.d A Sr, le
SOURCE: EMCDDA & EUROPOL EU DRUG DN hg SOURCE: EMCDDA & EUROPOLEU DRUG MARKETS REPORT 2016
Nederland als voornaamste producent van Nederland als centrum van distributie
MDMA en amfetamine, samen met België. voor cannabis binnen de EU.
NETHERLANDS
iN COCAINE
ade Î Ee En ES Production, trafficking and hen
er …t en EE „gnemwektanns
Te B, se KZ BELGIUM
nt Wid NT
1 _t Ek 97) Main producer
4 ae lk hi Ken 3 He We
& je Lul
id Del ed
Ë ae
SOUTHERN ROUTE 8
Ì PERU
ë | Main producers bn BOLIVIA
Nederland als voornaamste Nederland als voornaamste toegangspunt
distributiecentrum voor heroïne. en distributiecentrum voor cocaïne, samen
met Spanje en België.
zakelijke dienstverleners. De verleiding van snel geld verdienen
belooft, zoals eerder al beschreven, een onuitputtelijke bron aan
personeel.
Daarnaast is Amsterdam behalve als Europees verdeelstation ook als
afzetmarkt aantrekkelijk. In 2019 kwamen er ruim 9 miljoen toeristen
naar Amsterdam. Uit onderzoek blijkt dat een groot deel van de
bezoekende jongeren de beschikbaarheid van drugs als een reden ziet
om te komen. In Nederland en onder de ingezetenen van de stad
heerst een sterke sociale acceptatie van drugsgebruik. Noordanus
wijst erop dat de populariteit van cocaïne in Amsterdam nog steeds
toeneemt.
Het geweld dat hiermee gepaard gaat, vindt zijn oorzaak veelal in
onderlinge conflicten. Daarnaast is er sprake van instrumenteel
geweld gericht op vergelding, het vitschakelen van concurrenten of
het in de hand houden van crimineel personeel. Ook impulsief geweld
komt voor. Noordanus stelt dat ‘een stevige geweldsreputatie
onmisbaar is voor criminelen die investeren in grote (internationale)
projecten’. Het feit dat er dodelijke slachtoffers zijn ten gevolge van
persoonsverwisselingen, wijst op een zekere onprofessionaliteit van
de huurmoordenaars. Het legt pijnlijk bloot hoe snel de criminele
carriêre van jonge, onervaren rekruten kan groeien.
Het verkrijgen van informatie is daarbij niet vanzelfsprekend. In
bepaalde, vooral kwetsbare Amsterdamse buurten en wijken is het
vertrouwen in de overheid laag en daarmee de meldingsbereidheid
van crimineel gedrag gering. Naast dat dit lage vertrouwen op zichzelf
al schokkend en schadelijk is, bemoeilijkt dit het verkrijgen van een
goede informatiepositie. De angst voor mogelijke represailles zorgt
ervoor dat waardevolle straatinformatie de politie niet bereikt,
waardoor het bestrijden van geweld lastig is.
Tot slot is de softdrugsmarkt stevig verankerd in onze stad en heeft
deze onder invloed van grote toeristenstromen een enorme groei
doorgemaakt. Van oudsher hebben het gedoogbeleid en de
bijbehorende coffeeshops als doel om de markten van soft- en
harddrugs te scheiden. Voor gebruikers heeft dat niet aan relevantie
verloren: coffeeshops zijn nog altijd de plek waar je veilig cannabis
kan kopen zonder te worden geconfronteerd met harddrugs. Voor de
handel geldt dit echter minder, allereerst omdat de aanvoer naar de
coffeeshops nog altijd illegaal is en daarmee kwetsbaar voor
criminaliteit, en als tweede omdat met de handel op de overspannen
Amsterdamse softdrugsmarkt telkens grotere bedragen zijn
gemoeid. Daarmee dreigt ook de scheiding met de cocaïnehandel en
het daaraan verbonden geweld te vervagen. De aanzuigende werking
van de toegankelijke softdrugsmarkt op drugstoerisme in Amsterdam
vergroot de grootschaligheid van de productie en de afzetmarkt
verder. Koeriers leveren op verzoek een breed assortiment aan
producten, soft- en harddrugs. De regelmatige aanslagen op
coffeeshops illustreren ook dat het geweld, dat meer past bij
cocaïnehandel, overslaat naar de softdrugsmarkt.
Doelen van de driehoek
Het probleem van de drugscriminaliteit treedt op verschillende
niveaus naar voren. De cocaïnehandel in Amsterdam wordt
aangestuurd door in het buitenland verblijvende drugshandelaren.
Vriendengroepen in buurten en straten zijn verbonden met die
internationale netwerken. De internationale systemen leiden op die
manier viteindelijk naar een individueel huisadres. Ter illustratie:
Nederlandse drugshandelaren sturen vanuit Dubai transporten aan.
Amsterdamse jongens vit Zuidoost werken als ‘uithalers’ in de
Antwerpse en Rotterdamse havens. Door personen met
antecedenten in de drugswereld worden dubieuze exclusieve
kinderfeestjes met VIP-tafels georganiseerd in Zuidoost en
omstreken. Op verschillende plekken in de stad worden woonhuizen
beschoten. Amsterdammers zijn slachtoffer van schiet- en
steekincidenten.
In deze complexe internationale, nationale en lokale omgeving richt
de driehoek zich specifiek op het beheersbaar maken van de
negatieve uitwassen in de Amsterdamse regio. Daartoe zijn vijf
doelen geformuleerd (zie rechterpagina).
De doelen zijn bewust zo gerangschikt. Voor de Amsterdamse
driehoek begint alles met preventie en het forceren van een positieve
duurzame ontwikkeling op de langere termijn, omwille van het
welzijn van alle Amsterdamse burgers. Daarbij is repressie het
noodzakelijke en onvermijdelijke sluitstuk in het bestrijden van
Het vergroten van het bewustzijn onder
1} ‘recreatieve gebruikers’ van de
corrumperende werking van drugshandel
n | het versterken van de scheiding tussen
de soft- en harddrugsmarkt
AE DEN TET ta at ET
a (kwetsbare) jongeren
\ het tegengaan van corruptie
Xx en ondermijning
ii het tegengaan van excessief geweld
x%
de uitwassen. De rangschikking betekent dan ook niet een verschil in
aandacht en prioriteit. Voor geweld geldt dat dit onmiddellijk wordt
bestreden en met alle macht voorkomen. Daarbij kennen de doelen
een verschillend soortelijk gewicht, in de mate van uitwerking en inzet
van mensen. Bijvoorbeeld het vergroten van het bewustzijn van
gebruikers staat qua vitwerking nog aan het begin. In het tegengaan
van corruptie en ondermijning is de afgelopen jaren juist grote
vooruitgang geboekt in het RIEC Amsterdam-Amstelland.
Het vergroten van het bewustzijn onder ‘recreatieve gebruikers’
van de corrumperende werking van drugshandel
Traditioneel worden in Nederland en in Amsterdam de gebruikers van
drugs altijd gewezen op de gevaren van drugs voor hun eigen
gezondheid. Tot dusver wordt er veel minder een appel op hen gedaan
zich ervan bewust te zijn dat hun gebruik ook zeer negatieve sociale
effecten heeft. De regelmatige cocaïnegebruiker betrekt zijn drugs
waarschijnlijk van kwetsbare jongeren die hopen een snelle carrière in
de drugshandel te hebben. Drugsaanvoer en -handel leiden tot
verloedering van wijken, onveiligheid op straat en de verstoring van
bijvoorbeeld de vastgoedmarkt. Zoals de consument van goedkope
confectie regelmatig wordt geattendeerd op de arbeidsomstandig-
heden in fabrieken in bijvoorbeeld Azië, zo mogen recreatieve
drugsgebruikers zich veel meer bewust worden van hun bijdrage aan
de ontwrichting van de Amsterdamse samenleving. Wij beogen zo de
drugsgebruiker bewuster en meer geïnformeerd te maken.
* _ De driehoek beoogt de komende tijd een maatschappelijke
discussie op gang te brengen over de sociale effecten van
drugsgebruik en middels voorlichting gebruikers bewust te maken
van de maatschappelijke schade.
Het versterken van de scheiding tussen de soft- en harddrugsmarkt
Zoals eerder gememoreerd is de zware criminaliteit vooral verbonden
aan de cocaïnehandel. De scheiding tussen de handel in soft- en
harddrugs lijkt te vervagen, wat terug te zien is in aanslagen en
dreigingen op coffeeshops, met kogels en handgranaten. Versterking
van de scheiding tussen de softdrugs- en de harddrugsmarkt kent
twee elementen. Als eerste dient de Amsterdamse softdrugsmarkt
kleinschaliger en beter beheersbaar te worden en zich meer te richten
op de lokale gebruiker. Om de aantrekkingskracht van de
Amsterdamse softdrugsmarkt op internationale drugstoeristen te
verkleinen, wil de driehoek van Amsterdam het ingezetenencriterium
gaan handhaven. Als tweede is het reguleren van ‘de achterdeur’
onvermijdelijk om geweld en criminele inmenging te voorkomen. De
driehoek wil in overleg met de landelijke overheid toewerken naar een
geleidelijke regulering.
* Door de Amsterdamse cannabismarkt te verkleinen en
beheersbaar te maken en het gelijktijdig reguleren van de
achterdeur beoogt de driehoek de scheiding tussen de soft- en
harddrugsmarkt te versterken.
Het bieden van perspectief aan (kwetsbare) jongeren
We streven ernaar de aanwas van jongeren in de drugscriminaliteit te
verkleinen. Al te vaak gaat het om jongeren die weinig alternatief zien
voor een succesvol bestaan, in termen van snel geld en
statussymbolen. In werkelijkheid leiden zij vaak een uitzichtloos
bestaan als straatdealers en recidivisten of worden zij slachtoffer in de
gewelddadige omgeving waarin zij opereren. Samen met tal van
maatschappelijke en bestuurlijke partners beoogt de driehoek de
ontwikkelingskansen en het perspectief van kwetsbare jongeren te
vergroten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om persoonsgerichte
aanpakken, versterking van de sociale controle in wijken en een pilot
als buurtrechtspraak. Daarbij neemt de driehoek actief deel aan
programma’s gericht op het beter toegankelijk maken van onderwijs,
huisvesting, maatschappelijke opvang en werkgelegenheid waarmee
hun sociale positie wordt verstevigd en sociale structuren worden
versterkt. In dat kader verwijzen we naar de programma's Positief
Perspectief, Schoolveiligheid en de masterplannen Zuidoost en Nieuw-
West.
* _ De driehoek initieert en neemt deel aan programma's gericht op
het versterken van de kansen, de sociale positie en het perspectief
van kwetsbare jongeren.
Het tegengaan van corruptie en ondermijning
We beogen criminele financiële stromen te doorsnijden. Drugsgeld en
-invloed dringt door in de bovenwereld en, al dan niet geholpen door
intermediairs, ontwricht de legale economie. Daartoe is het
noodzakelijk de dagelijkse operatie van criminele netwerken zo veel
mogelijk te belemmeren en te verstoren. Dit betekent het oppakken
van belangrijke schakels in een crimineel netwerk, versterking van de
informatiepositie, het verminderen van panden in criminele handen
en van witwassen in legale sectoren. Doordat de politie en het OM de
afgelopen jaren hebben geïnvesteerd in de aanpak van
cryptocommunicatie is er (steeds) beter zicht op ondermijnende
criminaliteit in en rond Amsterdam en de criminele netwerken die
hierbinnen opereren. Dit leidt tot effectievere keuzes in de opsporing,
maar biedt ook mogelijkheden om foute rolmodellen die kwetsbare
jongeren negatief beïnvloeden vroegtijdig een halt toe te roepen.
Daarbij wordt nauw samengewerkt met het RIEC en wordt het
bestuurlijk instrumentarium (zoals de wet BIBOB) maximaal ingezet
en aangescherpt.
* _ Met bestuurlijke, preventieve en repressieve maatregelen wil de
driehoek corruptie en ondermijning als een gevolg van
drugshandel zo effectief mogelijk voorkomen en tegengaan.
Het tegengaan van excessief geweld
Amsterdam heeft in toenemende mate last van excessief geweld dat
nauw met drugshandel is verbonden. Dit geeft slachtofferschap en
onveiligheid voor Amsterdammers in de openbare ruimte. We beogen
het aantal slachtoffers te verminderen, gevaar voor onschuldigen te
voorkomen, ongerichte schietpartijen en explosieve aanslagen terug
te dringen. We bereiken successen als het aantal aanslagen en
slachtoffers substantieel daalt. Dit vergt extra inspanning in de
opsporing door gerichte inzet van politie en justitie door
datagedreven te werken, in verstoring en vervolging. Daarnaast
dienen cameratoezicht, sluitingen van woningen en bedrijfspanden,
en de preventieve aanpak van (vuur)wapengeweld voortvarend ter
hand te worden genomen.
°__De driehoek beoogt een substantiële vermindering van excessief
geweld te bewerkstelligen door een combinatie van bestuurlijke,
preventieve en repressieve maatregelen.
Interventies
Alle interventies bewegen tussen de twee uiterste doelen die de
driehoek nastreeft: bewustwording en preventie van
drugscriminaliteit en de repressie van misdaad en geweld. Om zo
effectief en succesvol mogelijk te kunnen interveniëren in de
drugscriminaliteit en de hierboven geformuleerde doelen te kunnen
behalen, heeft de driehoek vier voorwaarden geformuleerd:
* _ De beschikbaarheid en uitwisseling van informatie, zoals van
ondermijningsbeelden, basisinformatie en informatie over
netwerken en vastgoed, is van groot belang. Daar waar er
belemmeringen in informatievergaring en -uitwisseling zijn, zal de
driehoek contact zoeken met de rijksoverheid en andere partners.
*_ Onvermijdelijk — vitgaande van de schaarste in capaciteit bij
politie en justitie en in gemeentemiddelen — dienen er keuzes te
worden gemaakt. De focus in het plan ‘Driehoek tegen de
drugscriminaliteit’ ligt allereerst op Zuidoost en Nieuw-West,
zonder daarbij echter de problemen in andere delen van de stad te
negeren.
* __Expliciet bij het doel ‘vergroten van de bewustwording’ maar ook
bij de andere doelen geldt dat het burgerperspectief en
burgerbetrokkenheid van groot belang zijn. Niet alleen zijn
burgers een onmisbare schakel in het plan (bijvoorbeeld bij
‘credible messengers’ en de wijkaanpakken) maar ook in het
vertrouwen dat er tussen het gezag, de diverse maatschappelijke
partners en de welwillende burger is. Wederkerigheid is een
onmisbaar onderdeel: de strijd tegen drugscriminaliteit kan niet
alleen van de overheid zijn.
*_Om werkelijk het verschil te kunnen maken en burgers
vertrouwen in de overheid te geven zijn langdurige commitment
en continuïteit vereist. Niet alleen de gemeentelijke programma's
maar ook bijvoorbeeld het ‘zesluik’ van het RIEC zijn nu voor een
groot deel met incidentele middelen gedekt. Daarnaast zijn er bij
politie en het OM aanhoudende en oplopende tekorten. In het
regeerakkoord 2021, maar ook in het komend gemeentelijk
coalitieakkoord 2022 en bij partners, zijn structurele middelen en
inzet nodig om werkelijk een lange adem te kunnen hebben.
De hieronder gepresenteerde interventies komen voort uit lopende
programma’s en beleidsvoorstellen. De Amsterdamse driehoek heeft
de voor hen belangrijkste samengebracht, geprioriteerd en
gesystematiseerd. De partners verbinden zich hier gezamenlijk aan.
De orde van grootte en de impact van de interventies verschillen. Een
aantal interventies is volledig operationeel, andere zijn nog in een
ontwikkelstadium. Desalniettemin zijn ze, wat de Amsterdamse
driehoek betreft, allemaal onmisbaar in het behalen van de doelen.
Interventies gericht op het vergroten van bewustzijn onder
‘recreatieve gebruikers’ van de corrumperende werking van
drugshandel
1. Verbetering van de volksgezondheid en veilig gebruik
Drugstestservices, voorlichting over drugsgebruik en wanneer nodig
waarschuwingen tegen bijvoorbeeld witte heroïne zijn van groot belang
en worden vanzelfsprekend gecontinueerd.
2. Vergroten van bewustzijn van de negatieve effecten van drugshandel
op de samenleving
Met extra informatie en door het starten van een maatschappelijke
discussie met stakeholders en consumenten worden drugsgebruikers
bewuster gemaakt van de corrumperende werking van drugshandel op
toekomstkansen van (kwetsbare) jongeren, buurten en legale markten
als vastgoed. Een concreet plan wordt uitgewerkt. De hierin
samenwerkende partijen zoals de politie, het OM, het Rijk en de
gemeente spannen zich in de negatieve effecten met voorbeelden
zichtbaar te maken.
Interventies gericht op het versterken van de scheiding tussen de
soft- en harddrugsmarkt
3. Decriminaliseren softdrugsmarkt door reguleren achterdeur
coffeeshops
De Amsterdamse softdrugsmarkt wordt geleidelijk meer gereguleerd,
door invoering van een keurmerk en een milder bestuurlijk
handhavingsregime op in eerste instantie transport, opslag en
handelsvoorraad en later eventueel productie. Ook wordt ketenvorming
beperkt. Dit voornemen wordt thans uitgewerkt in een beleidsvoorstel
en besproken in de driehoek en voorgelegd aan de gemeenteraad.
Daarnaast wil de driehoek het nationale debat over het decriminaliseren
van softdrugs aanjagen.
4. Invoeren I-criterium
Handhaving van het ingezetenencriterium voor coffeeshops verkleint de
vraag en daarmee de markt. Zo wordt de softdrugsmarkt meer
beheersbaar. Er wordt gewerkt aan een plan van aanpak voor de
invoering van het I-críterium waarin de uitvoerbaarheid, effectiviteit en
beheersbaarheid belangrijke aandachtspunten zijn. Het plan van aanpak
zal ter bespreking aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Interventies gericht op het bieden van perspectief aan (kwetsbare)
jongeren
5. Top 6oo, Top 400 drugsgerelateerd
Nu de criteria zijn vitgebreid, wordt binnen de Top1ooo aanpak expliciet
aandacht besteed aan personen die drugs- en wapengerelateerde
criminaliteit hebben gepleegd. De inzet is gericht op verandering van
het criminele gedrag, met een combinatie van lik-op-stukbeleid en het
bieden van perspectief. Doel is het voorkomen dat personen verder
afglijden in de drugscriminaliteit en/of (opnieuw) overgaan tot excessief
geweld. Ook wordt hulp geboden aan gezinnen om te verhinderen dat
broertjes en zusjes in de criminaliteit terecht komen. Er is net een pilot
afgerond rond de nieuwe drugsgerelateerde instromers, die meer
inzicht heeft opgeleverd in de problematiek van drugscriminaliteit en
het daarmee gepaard gaande geweld, op basis waarvan de aanpak kan
worden verbeterd. Het AcVZ en het RIEC wisselen meer kennis en
ervaring vit. Met de politie en het OM worden nadere afspraken
gemaakt over de opsporingscapaciteit.
6. Aanpak doorgroeiers
Specifieke aandacht gaat uit naar jonge aanwas. In het AcVZ (in
samenwerking met het RIEC) is inmiddels kennis vergaard over het
doorbreken van het rekruteren en doorgroeien van (jonge) mensen in de
drugscriminaliteit. Het zogenaamde ‘afpakken’ van materiële goederen
kan een effectieve maatregel zijn. Inmiddels is er een persoonsgerichte
aanpak opgezet waar een aantal doorgroeiers in regie is genomen. In de
loop van 2021 zal dit aantal verder groeien tot maximaal 4o personen.
Onderzoek moet uitwijzen of dit een effectieve interventie is, mede in
relatie tot de benodigde capaciteitsinzet.
7. Uitweg bieden
Het bieden van een ‘uitweg’ heeft als doel (jonge) criminelen te
bewegen en te ondersteunen om uit de drugscriminaliteit te stappen of
er niet in terecht te komen. Met ‘Het Andere Verhaal’ in labs,
straatcolleges en media worden jongeren bekend gemaakt met de
keerzijde van drugscriminaliteit: het toont de stress, risico's, angst,
verdriet, eenzaamheid en onveiligheid tegenover de fictie van het snelle
geld. Het schetst een realistisch beeld van de kansen op een positieve
maatschappelijke carrière. Het vitwegteam ondersteunt mensen die
daadwerkelijk vit de drugscriminaliteit willen stappen. Het initiatief zit in
de vitwerkfase en wordt sinds kort toegepast. Bij gebleken succes wordt
bekeken worden hoe dit op grotere schaal kan worden ingezet.
8. Aanpakstraatdealers
De bestaande interventies, zoals het instellen van een dealeroverlast-
gebied en cameratoezicht, een aanpak voor recidivisten en campagnes
gericht op (potentiële) klanten, worden op basis van onderzoek verder
aangevuld om het dealen op straat en de daarmee gepaard gaande
intimidatie, geweld en overlast te verminderen. Het maatregelenpakket
is in ontwikkeling en zal in samenhang met de mogelijke invoering van
het I-criterium in de driehoek en daaropvolgend in de gemeenteraad
worden besproken.
g. Detentie en Terugkeer
Gemeente, Dienst Justitiële Inrichtingen en straf- en zorgpartners
bereiden tijdens detentie samen de terugkeer van een gedetineerde
voor, zodat de overgang zo goed mogelijk verloopt en recidive wordt
voorkomen. Voor de groep gedetineerden die tijdens detentie doorgaat
met criminele en corrumperende activiteiten, werken JC Zaanstad, de
politie, het OM, de reclassering, het Ministerie van Justitie en Veiligheid
en andere betrokken partijen samen om dit te doorbreken. In overleg
met DJI worden barrières opgeworpen om een ‘voortgezet crimineel
handelen’ te bemoeilijken.
10. Jeugdnetwerken
Verschillende partners uit het zorg- en strafdomein werken samen in het
tegengaan van hinderlijke, overlastgevende of criminele
jeugdnetwerken. Onder regie van het stadsdeel wordt informatie
uitgewisseld en de gezamenlijke inzet bepaald op een groep als geheel
en op afzonderlijke individuen. Hiermee wordt voorkomen dat een
groep verder afglijdt en kunnen jongeren naar zorg worden doorgeleid
als dit nodig is. De aanpak jeugdnetwerken’ zit in de opstartfase en
moet te zijner tijd beoordeeld worden op effectiviteit en
toekomstbestendigheid. De stadsdelen worden gevraagd hiertoe een
halfjaarlijkse update aan te leveren.
11. Credible messengers
Gebaseerd op ervaringen in Amerika en Schotland, wordt een netwerk
gecreëerd van ‘credible messengers’. Deze personen zijn door hun
ervaring, voorkomen of positie in de gemeenschap in staat om contact
te maken met criminelen, risicojongeren en moeilijk bereikbare
gezinnen. Zij kunnen vertrouwen winnen, motiveren om een ander
perspectief te kiezen en een brug vormen naar hulp en ondersteuning.
Doordat jongeren uit de anonimiteit worden gehaald, is het voor
criminelen riskanter en daardoor minder aantrekkelijk om met hen te
werken. Het betreft een experimenteel project. Een eerste lichting
credible messengers wordt momenteel geselecteerd en opgeleid om
aan het werk gaan. Met de politie samen wordt een kader gemaakt voor
de inzet van credible messengers.
12. Buurtrechtspraak
Buurtrechtspraak, naar Amerikaans voorbeeld, maakt recht
toegankelijker en zichtbaarder in de wijk, waardoor het vertrouwen van
de burger in de overheid kan toenemen. Het wordt toegepast bij
problematiek op het gebied van leefbaarheid, inkomen en/of veiligheid.
Omdat buurtrechtspraak al in een vroeg stadium intervenieert,
rechtsgebied-overstijgend kan werken en een herstelgerichte focus
heeft, beoogt het gerechtelijke procedures voor te zijn. Op initiatief van
de Rechtbank van Amsterdam bereidt de driehoek met andere
samenwerkingspartners en buurtbewoners een eerste initiatief in
Venserpolder voor. De driehoek volgt actief de impact van dit initiatief
en besluit op basis van ervaringen expliciet over een eventuele
uitbreiding naar andere buurten in de stad.
Interventies gericht op het tegengaan van corruptie en
ondermijning
13. Zesluik van het RIEC: criminele geldstromen, cruciale schakels,
doorgroeiers
Het zesluik richt zich op drie elkaar versterkende lijnen: het verstoren
van geldstromen, het aanpakken van cruciale schakels en het
tegengaan van doorgroeiers. De activiteiten hebben betrekking op de
zes gemeenten in de regio Amsterdam-Amstelland. Het verstoren van
criminele geldstromen richt zich op de verplaatsing van vermogen
(follow the money) en de investeringen van vermogen in vastgoed.
Cruciale schakels kunnen beroepen betreffen, zoals boekhouders en
notarissen, maar ook woningen en ondernemingen die worden
misbruikt. Ten aanzien van doorgroeiers werkt het RIEC nauw samen
met het AcVZ, waarin wordt ingezet op jonge aanwas en het
doorbreken van rekruteringsprocessen. De aanpak dient 5 tot 10 jaar
volgehouden worden om daadwerkelijk het verschil te kunnen maken.
Het zesluik van het RIEC staat inmiddels goed in de steigers. Alle
aandacht is gericht op het bereiken van tastbare resultaten. Door
middel van het halfjaarlijkse factsheet (zie bijlage) brengt het RIEC de
resultaten in beeld.
14. Gebiedsgebonden handhavingsknelpunten RIEC
Specifieke gebieden waar handhavingsknelpunten samen komen, zijn in
beeld en hier wordt gebiedsgericht ingegrepen. Met behulp van het
factsheet wordt de driehoek regelmatig op de hoogte gehouden van de
voortgang en effectiviteit van de interventie.
15. Ondermijningsbrigade
De regiogemeenten in Amsterdam-Amstelland en de partijen in het
RIEC trekken samen op in het voorbereiden en uitvoeren van
controleacties op basis van signalen of meldingen van mogelijke
ondermijning. Deze multidisciplinaire controles worden uitgevoerd
binnen het zesluik van het RIEC. De resultaten worden periodiek met de
buitenwereld gecommuniceerd.
16. Invoering vergunningplicht
De vergunningplicht wordt in Amsterdam uitgebreid met specifieke
branches en bepaalde straten waar duidelijke signalen van
ondermijning bekend zijn. Zo kunnen vergunningaanvragen onder de
wet Bibob getoetst worden en kunnen we voorkomen dat de overheid
onbedoeld criminele activiteiten faciliteert. Om het succesvol te laten
zijn is goede verzameling en screening van informatie nodig. Het
vergunningplichtig maken gebeurt op basis van bestuurlijke
rapportages van de politie. Uitbreiding van de vergunningplicht is
arbeidsintensief en vereist structureel een hogere inzet van (ambtelijke)
capaciteit. Voorstellen tot uitbreiding, alsook de evaluatie van de stand
van zaken worden in de driehoek besproken.
Interventies gericht op het tegengaan van excessief geweld
17. NIBO en RIBO inzetten ten behoeve van driehoeksturing
De Intel van de politie brengt in het Nationale en Regionale
Inlichtingenbeeld Ondermijning alle criminele netwerken en
ondermijnende clusters in kaart. Een onderdeel daarvan is het Nationaal
Informatiebeeld Drugsmarkt en Witwassen. Op basis van de beelden
bepaalt de politie aan welke netwerken prioriteit wordt gegeven. De
driehoek krijg twee keer per jaar een update van de beschikbare politie-
informatie. De driehoek bespreekt of verdere/andere prioritering op het
ingezette beleid nodig is. De informatie wordt zo mogelijk gebruikt om
de aanpak van het RIEC te versterken.
18. Versterking van wederzijdse uitwisseling met het Multidisciplinair
Interventie Team (MIT)
Het is van groot belang dat lokale en nationale inlichtingenstromen
elkaar wederzijds versterken. Het MIT is een nieuw nationaal
expertteam van Politie, FIOD, OM, Belastingdienst, Dovane en
Defensie/KMar, dat als taak heeft criminele processen duurzaam te
verstoren. De driehoek zal contact leggen met het Ministerie van
Veiligheid en Justitie en onderzoeken op welke terreinen operationele
samenwerking mogelijk is. Bij de effectvering daarvan wordt rekening
gehouden met mogelijkheden van de partners waaronder de
beschikbare personele capaciteit.
19. Bewaken en Beveiligen
Potentiële slachtoffers en objecten worden beschermd. Op basis van
informatie van bijvoorbeeld de NCTV bepaalt het OM of de DKDB wie en
wat er bewaakt moet worden. Deze inzet is lopend. Het OM zal de
driehoek actief en passief informeren bij actuele aangelegenheden.
20. Wapenbezit terugdringen
In vervolg op de vrijwillige wapeninleveractie heeft de driehoek het
voornemen om over enige tijd de pilot ‘gerichte wapencontroles’ uit te
voeren. De driehoek zal zich actief blijven richten op initiatieven die het
verder terugdringen van steek- en vuurwapens bevorderen. Hierbij valt
te denken aan het eisen door het OM van onvoorwaardelijk straffen bij
vuurwapenbezit en het terugdringen van de vrije verkoop van grote
messen.
21. Cameratoezicht
We zetten waar nodig cameratoezicht in om een omgeving te
beschermen tegen excessief geweld. Omdat camera’s en daarmee
eventuele herkenning en opsporing een barrière opwerpen voor
potentiële daders, is de werking van cameratoezicht preventief. Het
besluit tot plaatsing is gebaseerd op een bestuurlijke rapportage van de
politie.
22. Sluitingen
Als een geweldsdaad heeft plaatsgevonden, zoals een beschieting of
het plaatsen van een explosief, kan de burgemeester overgaan tot
sluiting van een pand om de openbare orde en de veiligheid van
eventuele omwonenden te beschermen tegen herhaling. Tegelijkertijd
hebben sommige eigenaren van getroffen panden antecedenten. In die
gevallen werkt sluiting afschrikwekkend. De keuze voor het wel of niet
sluiten wordt gebaseerd op een bestuurlijke rapportage van de politie.
Er wordt extra aandacht besteed aan de kwaliteit van de bestuurlijke
rapportages en het bijbehorende afwegingskader.
23. Gebiedsverboden
Met een gebiedsverbod kan een geweldsdaad worden voorkomen,
waarmee omgeving en individuen worden beschermd. Zowel de rechter
als het OM kan een gebiedsverbod opleggen. De burgemeester is
eveneens bevoegd een gebiedsverbod op te leggen en maakt de
afweging op basis van een bestuurlijke rapportage van politie. De
driehoek zal de gronden voor een gebiedsverbod opnieuw onderzoeken.
Daarbij wordt bekeken of het instrument effectiever kan worden
ingezet. Daarnaast wordt het proces van de totstandkoming van een
gebiedsverbod geoptimaliseerd.
Verwacht resultaat
Wij willen geen valse verwachtingen wekken. Door de schaal, de
ingewikkeldheid en de hardnekkigheid is drugshandel moeilijk in te
dammen. De Amsterdamse schaduweconomie is een onderdeel van
een internationaal web van (soms losse) samenwerkingsverbanden en
het is een illusie dat deze door het lokale gezag grootschalig kan
worden teruggedrongen. Wel kunnen we met lokale en regionale
inzet de ontwrichtende effecten ervan op de Amsterdamse
samenleving bestrijden, criminele structuren verstoren en zodoende
de weerbaarheid van inwoners en ondernemers vergroten.
Focus is onontbeerlijk en daarom richten we dit integrale plan nu op
Amsterdam Zuidoost. Samen met de Alliantie (waar de driehoek
zitting in heeft), die het centrale onderdeel is van het Masterplan
Zuidoost, concentreren we ons allereerst op het aldaar samenbrengen
van de preventieve en repressieve maatregelen tegen drugshandel.
Daarnaast is ook Nieuw-West een pilotgebied voor nieuwe
samenwerkingsvormen om het vertrouwen van de Amsterdammer
terug te winnen en de jeugdproblematiek te verkleinen.
Vanzelfsprekend betekent dit niet dat de hardnekkige problemen in
andere delen van de stad worden verwaarloosd.
Werkelijke resultaten vergen een lange adem. Waar dat kan
operationaliseren we de doelen in cijfers, zodat we de effectiviteit zo
goed mogelijk kunnen beoordelen. Sommige interventies laten zich
concreet zichtbaar maken in harde getallen over bijvoorbeeld
explosieven bij coffeeshops, afgewezen vergunningen of de
hoeveelheid drugs in Amsterdams rioolwater. Van andere
interventies, zoals nieuwe bewustwording onder gebruikers over de
negatieve sociale effecten, het vergroten van de weerbaarheid van
jongeren of het herstel van vertrouwen in de overheid, zijn resultaten
moeilijker te kwantificeren. Voor deze interventies blijft de
beoordeling kwalitatief. Ook hierin vervult de intensieve inzet in
Zuidoost een sleutelrol, waar we de effecten nauwgezet zullen
volgen.
We beginnen niet bij nul. Zoals het factsheet van het RIEC over 2020
(in de bijlage) vitgebreid laat zien is er inzet en zijn er resultaten. Zo
zijn er inmiddels doorgroeiers in regie en worden er uitstappers
ondersteund. Er zijn 128 Bibob dossiers behandeld, waarvan over 34
al negatief werd besloten. 113 Panden zijn gesloten, waarvan 75%
wegens drugs, 22 keer waren wapens of schietincidenten aanleiding
voor sluiting of waarschuwing. 336 Wapens zijn ingeleverd tijdens de
inleveractie. Vanuit het Convenant Noordzeekanaal en
Zeehavengebied Amsterdam zijn integrale controles in de haven
uitgevoerd. De politie heeft een onderzoek afgerond naar rekrutering
en doorgroeiprocessen in jeugdcriminaliteit. De resultaten worden
gebruikt om vroeg in te kunnen grijpen en een criminele carriêre om
te buigen. Een groot drugsnetwerk is ernstig verstoord door de
aanhouding van 11 verdachten, er zijn verdachten voor witwassen uit
een aantal FIOD-onderzoeken aangehouden en het Marengoproces is
begonnen. Zoals deze resultaten laten zien, gaat de samenwerking
tussen alle partijen en op alle niveaus, van het ministerie van Justitie
en Veiligheid tot de gemeente, het RIEC en de zorgpartners, steeds
beter.
De bestrijding van drugscriminaliteit kent veel dilemma's. Een
voorbeeld daarvan is het volgende. Zoals eerder genoemd worden er
doorlopend grote bedragen cash en partijen cocaïne in beslag
genomen. Deze successen zijn het meest zichtbaar, maar de vraag is
of ze het meest effectief zijn. Politie en het OM constateren dat
spelers in de drugshandel gelaten omgaan met dergelijke ingrepen
van de overheid. Ze lijken het haast te beschouwen als ingecalculeerd
verlies. Een illustratie daarvan is dat het rechercheren, opsporen en
vitnemen van handelswaar nagenoeg geen invloed heeft op de
consumentenprijs op straat. Er zijn kennelijk zoveel drugs op de
markt, dat een grote inbeslagname totaal geen invloed heeft op de
dagprijs. Daarmee heeft het dus ook geen invloed op de
georganiseerde criminaliteit. Veel meer verstorend is het wanneer
een belangrijke schakel vit een netwerk wordt genomen of een
financiële stroom wordt afgesloten. De focus hierop kan betekenen
dat ‘kleine vissen’ worden teruggegooid om grotere te vangen. Een
effect kan ook zijn dat grote geïncasseerde bedragen worden
genoemd terwijl het effect ervan op het terugdringen van
georganiseerde drugshandel kleiner is dan het zou kunnen lijken.
Sturing
De strijd tegen drugscriminaliteit is op verschillende plekken belegd.
Een deel van de hier beschreven activiteiten wordt rechtstreeks door
de leden van de driehoek geïnitieerd, in andere gevallen participeert
de driehoek (als lid en als voorzitter) in bestaande besluitvormings-
structuren. Dat betreft de Regionale Stuurgroep RIEC, de Stuurgroep
Veiligheid en Zorg en de Alliantie Masterplan Zuidoost (en binnenkort
Nieuw-West). Een deel van de programma’s die onder die auspiciën
worden uitgevoerd staan hier beschreven, andere niet beschreven
programma’s hebben niet of slechts gedeeltelijk betrekking op de
strijd tegen drugscriminaliteit. De driehoek opereert daardoor in
nauwe samenspraak met een groot aantal maatschappelijke en
bestuurlijke partners.
Met dit plan neemt de driehoek wel nadrukkelijk gezamenlijke
verantwoordelijkheid voor de integraliteit en effectiviteit van de strijd
tegen drugscriminaliteit. Een aantal keren per jaar zal getoetst
worden of de vijf beschreven doelen, en de daaraan verbonden 23
interventies, ook daadwerkelijk worden behaald. Ook zal periodiek
worden nagegaan of de interventies vitvoerbaar zijn (qua personele
en financiële middelen), de samenwerking optimaal is en of zij
effectief bijdragen aan het bereiken van het hoofddoel: het
tegengaan van drugscriminaliteit en ondermijning. Als de
Amsterdamse driehoek meent dat nadere prioritering of bijsturing
noodzakelijk of wenselijk is, dan zal dat worden overlegd met
samenwerkingspartners en worden voorgelegd aan de raad.
De politie-eenheid en het Parket Amsterdam opereren regionaal,
waarbij de burgemeester van Amsterdam tevens voorzitter is van de
politieregio Amsterdam-Amstelland. In het Regionaal Veiligheidsplan
2019 — 2022 zijn de prioriteiten vastgelegd. Deze zijn in beginsel
leidend maar geven ook ruimte aan lokale invulling. Als dit plan
invloed heeft op de prioritering van de inzet van de politie en het
Openbaar Ministerie in de vijf andere gemeenten in de regio, zal dat
worden besproken met de burgemeesters in het Regionaal Bestuurlijk
Overleg. Ook dit plan is met hen besproken.
(2021) Aanpak Drugseconomie 2020. Beeld van wat de overheidspartners
zien en doen in Amsterdam Amstelland. RIEC Amsterdam Amstelland.
Kruize, Peter & Paul Gruter (2020), Criminele gebouwen: De faciliterende rol
van woningen & bedrijfsruimten bij ondermijnende criminaliteit in Nederland
en vier EU-landen. Den Haag: WODC.
Noordanus, P.G.A. (2020), Een Pact voor de Rechtstaat. Een sterke
terugdringing van drugscriminaliteit in tien jaar. Den Haag.
Tops, Pieter & Jan Tromp (2019), De achterkant van Amsterdam. Een
verkenning van drugsgerelateerde criminaliteit. Amsterdam.
Driehoek tegen drugscriminaliteit
Amsterdam
2021
x
ek hhh OPENBAAR MINISTERIE Ka TIE
x Amsterdam
| Onderzoeksrapport | 45 | train |
Bezoekadres
> < Gemeente Bezoek
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 19 januari 2021
Ons kenmerk
Behandeld door Agnes Borst, [email protected], 06 53 51 97 72 (DMC)
Bijlage
Onderwerp Afhandeling motie 1283.17 van raadsleden Torn (VVD), Ernsting (GroenLinks),
Boldewijn (PvdA), Vroege (D66), Van Lammeren (PvdD), Boomsma (CDA) en Van
Soest (PvdO) inzake Aanbevelingen methode Duisenberg (TA2017-001412) en motie
1034.18 van het raadslid Boomsma (CDA) inzake Inzichtelijke begroting (TA2018-
001021)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In deze brief wordt ingegaan op motie 1283.17 ‘Aanbevelingen methode Duisenberg’ (TA2017-
001412) van raadsleden Torn (VVD), Ernsting (GroenLinks), Boldewijn (PvdA), Vroege (D66), Van
Lammeren (PvdD), Boomsma (CDA) en Van Soest (PvdO) en motie 1034.18 ‘Inzichtelijke
begroting’ (TA2018-001021) van het raadslid Boomsma (CDA).
Motie 1283.17 Aanbevelingen methode Duisenberg
In de vergadering van de gemeenteraad van 8 november 2017 heeft uw raad bij de behandeling
van de Begroting 2018 motie 1283.17 van raadsleden Torn (VVD), Ernsting (GroenLinks), Boldewijn
(PvdA), Vroege (D66), Van Lammeren (PvdD), Boomsma (CDA) en Van Soest (PvdO) aangenomen
waarin het college gevraagd wordt om:
1. De aanbevelingen van de methode Duisenberg op basis van de Begroting 2018, zoals
gepresenteerd in de raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid op 1 november
2017, over te nemen en op te volgen.
In de bestuurlijke reacties op de aanbevelingen van de methode Duisenberg (zowel voor parkeren
als duurzaamheid, geagendeerd voor de raad van 8 november onder agendapunt 11) is
aangegeven hoe de aanbevelingen worden opgevolgd. Indien van toepassing is ook aangegeven in
welk P&C-product dit zal worden verwerkt. Het college beschouwt de motie hiermee als
afgehandeld.
Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 19 januari 2021
Pagina 2 van 2
Motie 1034.18 Inzichtelijke begroting
In de vergadering van de gemeenteraad van 8 november 2018 heeft uw raad bij de behandeling
van de Begroting 2019 motie 1034.18 van het raadslid Boomsma (CDA) aangenomen waarin het
college gevraagd wordt om:
1. Vanaf de Begroting 2020 bij elk programma en programmaonderdeel niet alleen de
begrote lasten en baten voor de komende vier jaar te presenteren, maar tevens aan te
geven hoe hoog de (begrote) lasten en baten in het voorgaande jaar waren, en duidelijk
eventuele verschillen te beschrijven en deze wijzigingen te kwantificeren.
Vanaf de Begroting 2020 wordt in het verdiepende hoofdstuk meer inzicht gegeven in de
begrotingskeuzes die per programmaonderdeel worden gemaakt ten opzichte van de laatst
vastgestelde begroting (bij de voorjaarsnota). Per programmaonderdeel is in dit hoofdstuk een
tabel opgenomen met de stand van baten en lasten na de voorjaarsnota, de wijzigingen en de
daaruit volgende stand van baten en lasten na de begroting. In dit verdiepende hoofdstuk wordt
specifiek een toelichting gegeven op de wijziging van de baten en lasten.
Tevens geeft de brugstaat inzicht in het verloop van de begrote/ gerealiseerde baten en lasten
gedurende het jaar. Het doel van de brugstaat is een aaneengesloten beeld te geven van de
budgettaire ontwikkeling gedurende een jaar. De brugstaat wordt vanaf het Jaarverslag 2019
standaard in de P&C-producten opgenomen.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Ik ga ervan uit v op dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
_ ee
DT
il
Victor Everhardt
Wethouder Financiën
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 882
Publicatiedatum 11 oktober 2013
Ingekomen op 9 oktober 2013
Ingekomen in raadscommissie KSZ
Te behandelen op 6/7 november 2013
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de begroting voor 2014
(respijtzorg).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Overwegende dat:
— _ voor mantelzorgers die zogenaamde complexe mantelzorg verlenen, dat wil
zeggen voorbehouden handelingen verrichten, injecties geven, een infuus
toedienen, beademingsapparatuur bedienen enz, in de regio Amsterdam geen
respijt (meer) is op het gebied van logeermogelijkheden;
— _ ook andere vormen van respijt missen voor deze categorie van mantelzorgers;
— _ Amsterdam mantelzorgers zoveel mogelijk wil ondersteunen;
— in 2014 een bedrag gereserveerd is van 1,5 miljoen euro voor respijtzorg in
Amsterdam,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
ervoor te zorgen dat ook in de regio Amsterdam logeermogelijkheden komen en
andere vormen van respijt voor mensen die complexe zorg nodig hebben, om
overbelasting van hun mantelzorgers te voorkomen.
Het lid van de gemeenteraad,
M.M. van der Pligt
1
| Motie | 1 | train |
Bezoekadres
> 4 Gemeente Dn
Amste rda m 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
2x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Leden van de gemeenteraad
Datum 16 januari 2018
Behandeld door |.Westerterp en A.N. Holstein
Onderwerp Afhandeling motie 911 van raadslid Poorter (PvdA), dd.13 april 2-16, motie 1259 van de
leden Poorter, Bouchibti (VVD), Roosma (Groen Links), Hammelbrug (D66), Duijndam
(SP en Van Soest (PvdO), dd. 9 november 2017 en motie 1206 van leden Van Soest
(PvdO) en Duijndam (SP) dd. 29 november 2017
Zeer geachte raadsleden,
Op 13 april 2016 is motie 911 van raadslid Poorter (PvdA) inzake Voorjaarsnota 2016 (transformatie
zorgvastgoed) aangenomen. Op 9 november 2017 is, motie 1259 van de leden Poorter (PvdA),
Bouchibti (VVD), Roosma (Groen Links), Hammelbrug (D66), Duijndam (SP en Van Soest (PvdO)
inzake de Begroting 2018 (Ouderenwoningen voor eerste generatie migranten) aangenomen.
Op 29 november 2017 is motie 1206 van leden Van Soest (PvdO) en Duijndam (SP) inzake beleid
voor trapliften aangenomen.
e _ Motie ga1 draagt het college op in het kader van het Actieplan Woningbouw bij de
transformatie van zorgcomplexen bij te dragen aan het creëren van algemene ruimtes en
faciliteiten in wooncomplexen voor ouderen waarin mede door (buurt)bewoners activiteiten ;
kunnen worden georganiseerd en in de jaarlijkse voortgangsrapportage programma
ouderenhuisvesting 2015-2018 aan de raad te rapporteren over de resultaten.
e Motie 1259 draagt het college op te onderzoeken welke behoefte in de stad bestaat voor
woonvormen voor migrantenouderen, mogelijk in de vorm van coöperatieve woonvormen; in
overleg te treden met woningbouwcorporaties en investeerders om deze woonvormen te
creëren en hiernaast te onderzoeken of het gespecialiseerde aanbod dagbesteding voor
migrantenouderen kan worden uitgebreid.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 16 januari 2018
Kenmerk
Pagina 2 van 3
e _ Motie 1506 vraagt met de woningbouwcoöperaties te overleggen om voor ouderen die langer
zelfstandig in hun woning moeten blijven wonen, deze woningen aan te passen met een
traplift, waarin de voorbereiding al reeds aanwezig is; gelden die voor zorg bestemd zijn ook
voor zorg te gebruiken en de uitkomsten van dit overleg met de raad te delen in het eerste
kwartaal van 2018.
De afhandeling van de drie moties vindt plaats parallel aan de bespreking van de
Voortgangsrapportage programma ouderenhuisvesting 2017. In deze rapportage wordt verwezen
naar de drie moties. Om die reden kiest het college om de Voortgangsrapportage 2017 en de
afhandeling van de moties in samenhang in de commissie WB van 7 februari 2018 te bespreken.
Het college informeert uv met deze brief over het proces van de uitvoering van de moties in 2018.
Motie 911
In de Voortgangsrapportage 2017 is aangegeven dat transformatie van zorgvastgoed deel
uitmaakt van de gemeentelijke inzet bij de zorghuisvesting. Bij transformatie van zorgcomplexen
treedt de gemeente in overleg met zorgvastgoedeigenaren en zorgaanbieders over
mogelijkheden om algemene ruimtes en faciliteiten in vernieuwde wooncomplexen voor ouderen
te creëren, die tevens geschikt zijn voor bewonersactiviteiten. Bij de vaststelling van de
Woonagenda 2025 in de gemeenteraad op 19 juli 2017 is besloten een nieuw plan
ouderenhuisvesting te maken in de bestuursperiode 2018 — 2022. In de Voortgangsrapportage
2017 worden de opgaven en prioriteiten voor dit nieuwe plan beschreven. Het gevraagde van
motie 911 wordt in 2018 bij transformaties van zorgvastgoed uitgevoerd en opgenomen In het
plan voor ouderenhuisvesting in de nieuwe bestuursperiode.
Motie 1259
In de motie wordt gevraagd om acties om ouderenwoningen voor eerste generatie migranten te
creëren. Aan deze acties wordt uitvoering gegeven in 2018, in het kader van het huidige
Programma ouderenhuisvesting 2015-2018. Er zullen gesprekken worden gevoerd met netwerken
van migranten om de behoefte aan woonvormen te inventariseren. Met corporaties,
zorginstellingen en investeerders wordt overlegd om te kijken of er locaties kansrijk zijn. De
resultaten worden verwerkt in het nieuwe plan ouderenhuisvesting 2018-2022.
Een uitbreiding van het gespecialiseerde aanbod van dagbesteding kan worden aangepast
aan specifieke wensen als dat voortkomt uit het ontstaan van woonvormen voor
migrantenouderen. De gemeente Amsterdam organiseert het Wmo-aanbod op basis van
ondersteuningsnoodzaak maar geeft geen opdracht vooraf voor specifieke doelgroepen, dus ook
niet langs de lijnen van migratie-achtergrond.
Motie 1506
In de motie wordt gevraagd om met de woningcorporaties te overleggen om voor ouderen die
langer zelfstandig moeten blijven wonen in een woning, deze woningen aan te passen met een
traplift als de voorbereiding al reeds aanwezig is. Het college gaat er van vit dat het gevraagde in
de motie doelt op het plaatsen van een huislift. Dit zijn liften die in een trappenhuis of aan een
Gemeente Amsterdam Datum 16 janvari 2018
Kenmerk
Pagina 3 van 3
appartementengebouw worden gerealiseerd en meer mensen tegelijk kunnen vervoeren. Een
traplift is een stoeltjeslift aan de zijkant van de trap, die één persoon tegelijk kan vervoeren.
De gemeente heeft samen met woningcorporaties in 2015 in Oost en Centrum geïnventariseerd bij
welke gebouwcomplexen in de bestaande stad het bouwkundig en kostentechnisch mogelijk is om
een huislift te plaatsen. Uit deze inventarisatie blijkt dat het realiseren van een lift kostbaar en
ingewikkeld is. Corporaties geven aan dat een lift alleen overwogen wordt als er sprake is van
planmatig groot onderhoud of renovatie. In die gevallen wordt voor een gebouw bezien of de
bouwtechnische ingreep gelijktijdig gecombineerd kan worden met het bijplaatsen van een lift.
De uitvoering van motie 1506 wordt opgepakt in 2018, het laatste jaar van het Programma
ouderenhuisvesting 2015-2018. In opvolging van de inventarisatie in 2015 overlegt het
programma ouderenhuisvesting in federatieverband met de woningcorporaties over kansen om
de bestaande woningvoorraad toegankelijk te maken en te houden voor een groeiend aantal
ouderen. Daarbij zal onder andere worden gekeken waar het haalbaar en mogelijk is op
gebouwniveau een lift bij te plaatsen.
Het college beschouwt motie 911, motie 1259 en motie 1506 hiermee als afgehandeld.
etyde mee i
Wer ste hoogachting,
ard ester f{ wethoude s van Amsterdam, |
SK! |
IKUN AS
NIDA Ln
JIJ. vari Aartsen A.H.P. van Gils
rte \ sa etaris
A
_Á | /
\ /
\c/
| Motie | 3 | train |
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
Stadsdeelcommissie West
Agenda
Datum 31-01-2023
Aanvang 19:45
Locatie Raadzaal Stadsloket Bos en Lommerplein 250
Eindtijd 23:00
1 Opening, agenda vaststellen, mededelingen
Starttijd 19:45
Eindtijd 20:00
11 Benoeming Charles Vaneker - D66
2 Bewoners aan het woord
Starttijd 20:00
Eindtijd 20:15
Wilt u langskomen om in te spreken? Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor aanvang van de
bijeenkomst uw aanmelding via [email protected] onder vermelding
van het onderwerp. En vergeet uw telefoonnummer niet te noteren, dan kunnen wij u even
bellen.
2.1 Daniel Bosch - De Koperen Knoop(huis van de Buurtjen de verbouwing
22 Henk van Dijk - Gat in de Kinkerbuurt
2.3 Dick Jansen - Flink op het Van Limburg Stirumplein
3 Actualiteiten
Starttijd 20:15
Eindtijd 20:30
1
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
4 Vragen half uur
Starttijd 20:30
Eindtijd 21:00
41 - PvdA - Flink op het Van Limburg Stirumplein - PvdA - nieuwe bestemming van
de voormalige Sint Elisabethschool
4,2 VVD - Mondelinge vragen voetbalkooi
4,3 D66 - Mondelinge vragen energiecompensatie kleine ondernemers
5 Dagelijks Bestuur: Uitvoeringsplan 2023
Starttijd 21:00
Eindtijd 22:00
Oordeelsvormend
Portefeuillehouder: Ester Fabriek, Fenna Ulichki, Thomas Hermans
6.1 Stadsdeelcommissie: Verkeersveiligheid
Starttijd 22:00
Eindtijd 22:30
Oordeelsvormend
Geagendeerd door PvdA
Portefeuillehouder: Ester Fabriek
6.2 1. Mondelinge vragen rapportage WBA Jan van Galenstraat VVD
7 Dagelijks Bestuur: Adviesaanvraag Concept Strategie Innovatiedistricten Amsterdam
2
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
Starttijd 22:30
Eindtijd 23:00
Oordeelsvormend
Portefeuillehouder: Thomas Hermans
8 Sluiting vergadering
Starttijd 23:00
3
| Agenda | 3 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum g januari 2024
Portefeuille(s) Deelnemingen
Portefeuillehouder(s): _ Alexander Scholtes
Behandeld door Ruimte & Duurzaamheid, bestuurszaken.RD Damsterdam.nl
Onderwerp Kennis te nemen van de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2024-2027
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
Omgevingsdiensten hebben als voornaamste verantwoordelijkheid de beoordeling en
goedkeuring of afwijzing van vergunningsaanvragen en het toezicht houden op en handhaven van
regelgeving met betrekking tot activiteiten op het gebied van milieu, bodem en bouw. Ze dragen
bij aan het handhaven van wettelijke voorschriften en spelen een cruciale rol in het bevorderen van
een duurzame en veilige leefomgeving.
Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een basistakenpakket op het gebied van
vergunningverlening, toezicht en handhaving onder te brengen bij Omgevingsdiensten. Voor de
gemeente Amsterdam is de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) de
omgevingsdienst. Amsterdam neemt sinds 2014 deel aan de Gemeenschappelijke Regeling
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Andere deelnemende partijen zijn de gemeenten
Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn en Zaanstad en de
provincie Noord-Holland.
De OD NZKG richt zich voornamelijk op bedrijven en ondernemingen. Deze doelgroep omvat een
breed scala aan bedrijfstakken in het Noordzeekanaalgebied, waaronder havens, petrochemische
complexen, energiecentrales, raffinaderijen, logistieke ondernemingen en diverse andere
industriële faciliteiten. Deze bedrijven variëren van grote multinationals tot kleine en middelgrote
ondernemingen en zijn actief in sectoren zoals scheepvaart, logistiek, chemie, afvalverwerking en
metaalbewerking.
De deelnemers van de OD NZKG zijn wettelijk verplicht, na inwerkingtreding van de
Omgevingswet onder het Omgevingsbesluit, een regionale uniforme Uitvoering en Handhaving
strategie (U&H-strategie) vast te laten stellen door de deelnemende overheden in de
gemeenschappelijke regeling. De wet verplicht dit te doen op een uniforme wijze voor het
werkgebied van de Omgevingsdienst. Het college heeft de U&H-strategie op 9 januari 2024
vastgesteld.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 januari 2024
Pagina 2 van 2
Positionering van de U&H-strategie
Deze U&H-strategie is van toepassing op het basistakenpakket op het gebied van milieu en bodem
die de OD NZKG namens gemeenten en provincie uitvoert. Het basistakenpakket is het minimale
pakket aan taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving dat door
gemeenten en provincies ondergebracht moet worden bij omgevingsdiensten. Het
basistakenpakket is per 2 januari 2024 geborgd in de Omgevingswet en heeft een plaats gekregen
in artikel 13.12 en bijlage VI van het Omgevingsbesluit. Het college en de Gedeputeerde Staten
van provincie Noord-Holland zijn bevoegd gezag voor het uitvoeren van deze taken.
De huidige U&H strategie (het Regionaal uniform uitvoerings- en handhavingsbeleid 2019-2022) is
op 15 oktober 2019 door het college vastgesteld. De huidige strategie liep af en is geactualiseerd
en waar nodig aangepast aan de eisen van de tijd en de Omgevingswet. Het hebben van een U&H-
strategie is een wettelijke verplichting volgens het Omgevingsbesluit.
De U&H-strategie beschrijft de meerjarige inhoudelijke kaders, gebaseerd op de wettelijke kaders
en het beleid van de deelnemers. De U&H-strategie is een kaderstellend document dat uniform
wordt vastgesteld door alle colleges van de deelnemende overheden (wettelijke verplichting).
Jaarlijks wordt deze strategie vertaald in (concrete) afspraken die worden vastgelegd binnen de
vitvoeringsprogramma'’s en de (meerjaren)begroting. Een goede beheersing hierop wordt
georganiseerd door monitoring, adequate bijstelling en verantwoording.
Deze U&H-strategie is tot stand gekomen in samenwerking met alle deelnemende gemeenten, de
provincie Noord-Holland en de 3 andere Noord-Hollandse Omgevingsdiensten OD NHN, ODIJ,
OFGV) met als doel: meer uniformiteit en een gelijk speelveld voor bedrijven in heel Noord-
Holland. Aangesloten is op landelijke kaders zoals de Landelijke Handhaving Strategie
Omgevingswet (LHSO nov 2022). Ook de belangrijkste ketenpartners zijn actief betrokken
geweest bij het opstellen van dit document. De U&H-strategie is Omgevingswetproof. De
strategie is in beginsel voor vier jaar van toepassing.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Alexander Scholtes
Wethouder Deelnemingen (Omgevingsdienst)
Bijlagen
1. Uitvoerings- en Handhavingsstrategie 2024-2027 Omgevingsdienst
Noordzeekanaalgebied
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 143
Publicatiedatum 24 februari 2017
Ingekomen onder o
Ingekomen op donderdag 16 februari 2017
Behandeld op donderdag 16 februari 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Timman en Mbarki inzake de voortgangsrapportage
Vrouwenemancipatie 2016 (voorkom sexting en grooming).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voortgangsrapportage Vrouwenemancipatie 2016
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 92).
Overwegende dat:
— in de Nota Vrouwenemancipatie Amsterdam het versterken van de seksuele
weerbaarheid van meisjes met daarbij extra aandacht voor sexting en grooming
een speerpunt is;
— onderzoek uit 2015’ laat zien dat bij tenminste 7% van de meisjes uit de tweede
klas van de middelbare school tegen de zin foto's en/of filmpjes zijn verspreid op
social media;
— erreeds veel aandacht is voor sexting en grooming door middel van trainingen op
school, apps en betrokkenheid van OKT-medewerkers en jongerenwerkers;
— in de gemeente Amsterdam via Qpido, het Seksespecifiek Expertisecentrum van
Spirit, seksualiteit bespreekbaar wordt gemaakt op onder andere scholen.
Voorts overwegende dat:
— ondergetekenden alarmerende signalen ontvangen over 'sexting & grooming'-
problematiek die zich heeft verplaatst van de straat naar het internet via sociale
media;
— deze signalen uit verschillende delen van de stad komen, maar ondergetekenden
echter een overall stedelijk beeld missen;
— de meest recente cijfers over deze problematiek uit 2015 komen;
— sommige meisjes extra kwetsbaar zijn, met name wanneer er een sterk taboe
heerst op seksualiteit binnen het gezin;
— het bereiken van ouders een doorslaggevende rol kan spelen bij het voorkomen
of doorbreken van chantage- en dwangsituaties;
— Utrecht in 2015 een prijswinnende campagne heeft gestart waarbij voorlichters
met ouders in gesprek gingen op scholen maar ook op andere plekken, zoals
de moskee?
1 Bron: GGD Amsterdam. Gezondheid in beeld. 1
2 Bron: http://www.rtvutrecht.nl/nieuws/1397214/
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 143 Moti
Datum _ 24februari 2017 “oe
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. in samenwerking met Amsterdamse scholen een onderzoek te starten naar
de omvang en ernst van de negatieve effecten van sexting en grooming;
2. binnen de bestaande aanpak tegen de negatieve effecten van sexting en
grooming specifiek aandacht te besteden aan seksuele voorlichting voor ouders;
3. bij deze seksuele voorlichting proactief ouders op te zoeken, ook buiten het
domein van de school, en hierbij de ‘Utrechtse methode’ als richtlijn te gebruiken.
De leden van de gemeenteraad
D. Timman
S. Mbarki
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer SV 17
Datum indiening 8 oktober 2020
Datum akkoord 28 januari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kreuger inzake verplichte energielabels voor
kantoorpanden
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Woensdag 7 oktober 2020 berichtte RTL Nieuws! over mogelijke problemen met
kantoorruimtes van 100om2 en meer vanaf 1 januari 2023 door het ontbreken van het
verplichte minimale energielabel C. In Nederland zou 66 procent van de kantoren onder
energielabel C scoren, of überhaupt nog geen energielabel geregistreerd hebben. Ook meldt
RTL Nieuws dat veel kantooreigenaren de verbeterplannen in de ijskast zetten vanwege de
hoge kosten, die vanwege de coronacrisis niet op te brengen zijn.
De fractie van Forum voor Democratie Amsterdam maakt zich grote zorgen over de
mogelijke gevolgen en kosten van deze regelgeving voor kantooreigenaren en huurders.
Daarnaast zijn de effecten van verduurzaming in Nederland mondiaal gezien
verwaarloosbaar. Bedrijven zouden de vrijheid moeten hebben op eigen tempo en naar
eigen inzicht te verduurzamen, zeker gezien de enorme crisis die ons te wachten staat.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Kreuger, namens de fractie van Forum voor Democratie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met het artikel van RTL Nieuws over de dreigende sluiting van
kantoorgebouwen door het niet voldoen aan de duurzaamheidseisen?
Antwoord
Ja.
2. Heeft het college inzicht in hoeveel kantoren het in heel Amsterdam betreft en hoeveel
binnen de ring c.q. de binnenstad?
Antwoord
Amsterdam telt in totaal 3.189 kantoorgebouwen (peildatum 1 janvari 2020). Hiervan
hebben 616 een oppervlakte kleiner dan 100 m2, waarvoor de energielabel C-
1 https://www.rtinieuws.nl/economie/business/artikel/5188555/duurzaam-kantoorpand-
bedrijven-energielabel-zuinig
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Neng dv 17 Gemeenteblad
Datum 28 januari 2021 Schriftelijke vragen, donderdag 8 oktober 2020
verplichting niet geldt. De overige 2573 kantoorgebouwen hebben een oppervlakte
groter dan 100 m2, waarvan 2034 kantoorgebouwen binnen de ring. Van deze kantoren
hebben echter 37 een monumentale status (allen binnen de ring), waardoor deze
uitgezonderd zijn van deze verplichting. Kortom, de energielabel C-verplichting geldt in
totaal voor 2536 kantoorgebouwen in Amsterdam, waarvan 1997 gebouwen binnen de
ring.
In Amsterdam zijn er 938 kantoorpanden met een bij de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO) geregistreerd energielabel (peildatum 2 januari 2020). Van deze 938
kantoren hebben 351 een energielabel D of lager (37%) waarmee zij nog niet aan de
verplichting voldoen voor het minimale energielabel C.
Een geldig, en daarmee geregistreerd, energielabel is op dit moment verplicht bij
verkoop, verhuur of oplevering van utiliteitsgebouwen. Het energielabel is maximaal 10
jaar geldig. Voor een klein deel van de panden speelt mee dat labels zijn verlopen en
deze daarmee niet (meer) voldoen aan de label C-verplichting.
De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) ziet toe op de energielabel C-
verplichting en ontwikkelt een dashboard waarmee de geregistreerde labels en het
meldingsgedrag nauwgezet gemonitord kan worden.
3. Klopt het dat de Inspectie Leefomgeving en Transport de controles op de verplichte
labels gaat vitvoeren? Is er al een indicatie wat de consequenties zijn als
gebouwen/kantoren niet over de verplichte energielabels beschikken? Zullen er boetes
worden uitgedeeld en zo ja, hoe hoog?
Antwoord
Het bevoegd gezag voor het Bouwbesluit — meestal de gemeente waar het
kantoorgebouw gevestigd is — is verantwoordelijk voor de handhaving van de
energielabel C-verplichting. De OD NZKG en gemeente Amsterdam zijn nog in overleg
over de verdeling van de werkzaamheden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties heeft een rapport laten opstellen dat inzicht geeft in de hoogte van
de handhavingslasten voor gemeenten in de periode 2020-2030. Zie
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/04/30/actualisatie-
handhavingslasten-energielabel-c-verplichting-kantoren
Dit rapport is gebaseerd op interventieladder van de Inspectie Leefomgeving en
Transport. Deze ladder gaat ervan vit dat de gemeente gedurende het
handhavingsproces steeds zwaardere instrumenten inzet:
1. Preventieve aanpak (vanaf 2018). Deze aanpak is gericht op het voorkomen
van overtredingen door de belanghebbende tijdig te informeren over de nieuwe
regeling.
2. Correctieve aanpak (vanaf 2022). Deze aanpak zet middelen in om overtreders
te informeren over de aard van hun overtreding en de middelen die de
handhaver in gaat zetten mocht de overtreding aanhouden. Er worden nog
geen straffen opgelegd aan overtreders.
3. Repressieve aanpak (vanaf 2023). Deze aanpak omvat de inzet van
handhavingsinstrumenten. Voor de energielabel C-plicht zijn dit last onder
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Neng dv 17 Gemeenteblad
Datum 28 januari 2021 Schriftelijke vragen, donderdag 8 oktober 2020
dwangsom, last onder bestuursdwang en sluiting van het kantoor. Ook kan
gebruik worden gemaakt van de Wet op de economische delicten. Deze
middelen dwingen de overtreder om de overtreding te herstellen. De
verwachting is dat last onder dwang het meest zal worden toegepast.
4. Reputatieve aanpak (vanaf 2023). Deze aanpak is gericht op het aanbrengen
van reputatieschade, bijvoorbeeld via ‘naming and shaming' en het publiceren
van interventies.
De hoogte van een dwangsom moet in verhouding staan tot overtreding, en een prikkel
bieden om de overtreding ongedaan te maken. Over het algemeen is dit 1,5x het bedrag
van de werkelijke kosten die worden gemaakt om de overtreding ongedaan te maken.
Dit is maatwerk per geval.
4. Klopt het bericht dat kantoren daadwerkelijk gesloten kunnen worden wanneer de
energielabels niet in orde zijn?
Antwoord
Het is vanaf 1 januari 2023 verboden om een kantoorgebouw in gebruik te nemen of te
gebruiken zonder een geldig energielabel als bedoeld in het Besluit energieprestatie
gebouwen met een energie-index van 1,3 of beter. Bij kantoorgebouwen die hier niet
aan voldoen zal handhavend opgetreden worden met een mogelijke sluiting van het
kantoor als gevolg (zie ook antwoord op vraag 3 ‘repressieve aanpak’). Deze verplichting
staat in het Bouwbesluit 2012. Zie het besluit van het ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties van 17 oktober 2018, houdende wijziging van het Bouwbesluit
2012 betreffende de labelverplichting voor kantoorgebouwen:
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2018-380.html
De verplichting geldt niet als:
"de gebruiksoppervlakte van de kantoorfuncties (exclusief nevenfuncties) <50% is
van de totale gebruiksoppervlakte van het gebouw;
=de gebruiksoppervlakte van de kantoorfuncties en nevenfuncties daarvan in het
gebouw <100 ma is;
= __hetgaat om rijksmonumenten als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet of in de
provinciale of gemeentelijke monumentenverordening;
= _hetgaat om een kantoorgebouw dat ten hoogste 2 jaar wordt gebruikt;
= _hetgaat om een kantoorgebouw dat wordt onteigend of aangekocht in het kader
van de onteigeningswet;
= het kantoorgebouw geen energie gebruikt om het binnenklimaat te regelen;
= _de maatregelen die nodig zijn om een energie-index van 1,3 te realiseren, een
terugverdientijd hebben van meer dan 10 jaar.
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Neng dv 17 Gemeenteblad
Datum 28 januari 2021 Schriftelijke vragen, donderdag 8 oktober 2020
5. Met name de binnenstad van Amsterdam heeft een groot aantal kantoorpanden die
onder beschermd stadsgezicht vallen en moeilijk aan te passen zijn. Is het voor
dergelijke kantoorpanden öberhaupt mogelijk om ze te verduurzamen zonder de
monumentale waarde ervan aan te tasten?
Antwoord
Ja, in principe is dit mogelijk, maar het is vaak technisch moeilijker inpasbaar. De
werkzaamheden zijn complexer en daarmee kostbaarder.
De energielabel C-verplichting voor kantoorgebouwen is echter niet van toepassing op
rijksmonumenten als bedoeld in artikel 1.1. van de Erfgoedwet of in de provinciale of
gemeentelijke monumentenverordening. Daarnaast hoeft er niet aan de verplichting te
worden voldaan als de terugverdientijd van de investeringen langer is dan tien jaar.
6. Hoeveel kantoorpanden van 100+ m2 heeft de gemeente Amsterdam in haar bezit?
Hebben alle deze kantoren van de gemeente Amsterdam een energielabel? Hoeveel
hiervan bezitten reeds een label B of hoger?
Antwoord
Gemeente Amsterdam is verplicht om een geldig energielabel te hebben voor alle
kantoorgebouwen waarvan een gebruiksoppervlakte van meer dan 100 mz in gebruik is
bij een overheidsinstelling en dat veelvuldig door het publiek wordt bezocht en voor al
het vastgoed dat door de gemeente wordt verhuurd.
De gemeente heeft op dit moment 86 panden in haar vastgoedportefeuille met een
kantoorfunctie groter dan 100m? BVO. Van deze panden heeft 77% een energielabel. De
overige panden zijn ofwel vrijgesteld van de labelplicht, zoals monumenten, of worden
op dit moment herlabeld omdat het label (na tien jaar) verlopen is.
Van de kantoorpanden met een geregistreerd energielabel hebben reeds 28 een label B
of hoger en 29 met een label C of hoger. Niet voor alle kantoorpanden met een
energielabel slechter dan C of zonder geregistreerd energielabel geldt de energielabel C-
verplichting. (Zie de opsomming als antwoord op vraag 4.) Van de 57 panden met een
label slechter dan C of zonder geregistreerd label, verwacht de gemeente nog maximaal
15 panden per 1 januari 2023 in gebruik te hebben als kantoor die onder de wettelijke
verplichting vallen.
7. Heeft het college ook voor haar eigen kantoorpanden de doelstelling alles op een A label
gebracht te hebben in 2040, net als bij het programma aardgasvrij? Zo nee waarom
niet? Is er reeds inzicht in de mogelijke kosten voor de gemeente Amsterdam van de
voornoemde energielabel-eisen?
Antwoord
Het college wil in 2030 een klimaatneutrale organisatie zijn. Voor de gebouwen die de
gemeente voor de eigen organisatie in gebruik heeft streeft het college naar
energieneutraliteit, voor het maatschappelijk vastgoed wordt een A-label als
streefwaarde gehanteerd. Deze doelstellingen zijn onderdeel van de Routekaart
4
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Neng dv 17 Gemeenteblad
ummer = en
Datum 28 januari 2021 Schriftelijke vragen, donderdag 8 oktober 2020
Amsterdam Klimaatneutraal 2050 en daarbij behorende Maatregelenlijst en de
Uitvoeringsagenda Duurzame Organisatie.
De verbetering van het gemeentelijk vastgoed wordt gefaseerd, gekoppeld aan
natuurlijke onderhoudsmomenten, verbeterd naar het gewenste niveau. Ook waar we
geen verplichting hebben, zoals bij monumenten, kijken we toch waar verduurzaming
wel mogelijk is. De kantoorpanden waarvoor de energielabel C-verplichting geldt,
verbeteren we verspreid in 2021 en 2022 tot minimaal een label C, maar waar mogelijk
direct tot een label A of beter. Dit is maatwerk en de kostenbatenvergelijking wordt per
pand gemaakt. Voor het verbeteren van de betreffende kantoorpanden naar een
energieprestatielabel C worden de kosten op € 2,7 miljoen geschat. Een deel van deze
kosten wordt gedekt uit de reguliere voorziening voor groot onderhoud aangevuld met
de coalitiemiddelen voor verduurzaming gemeentelijk vastgoed.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | train |
Gemeente Amsterdam
STADSDEEL ZUIDOOST RAADSGRIFFIE
Anton de Komplein 150
1102 CW Amsterdam
Postbus 12491
1100 AL Amsterdam
RAADSCOMMISSIE WERK EN DIVERSITEIT
Grote Stedenbeleid / Sociaal Economische Vernieuwing / Arbeidsmarkt, Economische zaken (inclusief
markten), Sociale activering en inburgering / Armoedebeleid en Schuldhulpverlening, Coördinatie
Diversiteitbeleid
Voorzitter : mw. L Koenen - Wilson
Commissiegriffier : mw. A. Jhinkoe-Rai
Telefoon : 020 - 252.5025
AGENDA van de openbare vergadering van de raadscommissie Werk en Diversiteit op
dinsdag 9 juni 2009 van 20:00 — 23:10 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost
Punt Onderwerp Tijdschema
À. ALGEMEEN 20:00 uur
A1. Opening en Vaststelling agenda
A2. Vragen halfuurtje
A3. Mededelingen
Stand van zaken EGK-buurt (mondeling)
A4. a. Conceptverslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 12 mei 2009
(bijgaand)
b. Actielijst
(bijgaand)
c. Motieoverzicht 2006 tot heden
(bijgaand)
A5. Raadsadressen
Geen.
B. BESPREEKPUNTEN
B. Stand van zaken Ondernemersbeleid 20:30 — 21:15 uur
(bijgaand)
B2. Evaluatie Startersfonds | 21:15 — 22:00 uur
(bijgaand)
B3. Discussienotitie kostendekkendheid markttarieven 22:00 — 23:00 uur
(in uw bezit: stukken commissie 090512)
C. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot op de dag vóór de vergadering aanmelden bij
de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5021 of per e-mail naar [email protected] . 1
De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
C1. Termijnagenda 23:00 — 23:05 uur
(bijgaand)
D. RONDVRAAG 23:05 — 23:10 uur
E. SLUITING 23:10 uur
TER KENNISNEMING MEEGEZONDEN:
1. Problematiek winkelcentrum Kraaiennest: SP komt met aanvullende informatie over
omzetdaling en faillissement (nazending)
2. Stand van zaken 1001 smakenfestival
3. Beantwoording raadsadres Stichting KETI-KOTI d.d.1 maart 2009 inzake Faya Lobi (DIV.nr.
2009003297)
4. Stand van zaken Kansenzone
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot op de dag vóór de vergadering aanmelden bij
de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5021 of per e-mail naar [email protected] . 2
De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
| Agenda | 2 | discard |
dodo N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 31 oktober 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 4
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadinformatiebrief Amsterdamse stadsbossen
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief Amsterdamse stadsbossen en ter afdoening van de
toezegging in de commissie RO van 22 februari 2023 over ‘aankijken college tegen stadsbossen'.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet
Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren.
Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de Groenvisie en Omgevingsvisie heeft het College een nieuw stadsbos aangekondigd. Om dit
bos te kunnen aanleggen zijn we gestart met een kader, waarmee de Stadsbos-opgave kan worden
uitgewerkt.
In de vergadering van de commissie RO over Stadsbos bij afwijkend bestemmingsplan heeft
wethouder Van Dantzig naar aanleiding van vragen van het raadslid Tasliyurt (D66) toegezegd de
Commissie nader te informeren over de definitie Amsterdams stadsbos en de afstemming over
bestemmingsplan in Amsterdam Noord, ter plaatse van bedrijf Winclove. Dit is op de termijnagenda
verwoordt als - ‘aankijken college tegen stadsbossen’.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.4 1
VN2023-018081 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie RO van 31 oktober 2023
Ter kennisneming
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, toezegging TA2023-000191, Aankijken college tegen stadsbossen.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-077930 Afbeeldingen.docx (msw12)
AD2023-077929 Bijlage 1_Context en Bestaande definities Bossen.docx (mswa2)
AD2023-077931 Bijlage 2 Definitie Stadsbossen.pdf (pdf)
AD2023-060669 Commissie RO Voordracht (pdf)
AD2023-077932 Raadsinformatiebrief Stadsbos.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
R&D, Marije Schuurman; 0630524413; Marije. [email protected]
Gegenereerd: vl.4 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 373
Publicatiedatum 19 mei 2017
Ingekomen onder R
Ingekomen op woensdag 10 mei 2017
Behandeld op woensdag 10 mei 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Ernsting inzake een aanvullend krediet voor de resterende
werkzaamheden van de renovatie IJtunnel.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over een aanvullend krediet voor de resterende
werkzaamheden van de renovatie IJtunnel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 318).
Constaterende dat
— er aanvullend krediet van 1,5 miljoen euro nodig is voor de renovatie van de
IJtunnel en voorgesteld wordt dit te dekken uit de onderbesteding Openbare
Verlichting 2012.
Overwegende dat:
— er meerdere onderbestedingen zijn, die pas bij de jaarrekening 2016 tot de raad
zullen komen en dus nu nog bij de raad onbekend zijn;
— er door dit dekkingsvoorstel door de raad geen afweging kan plaatsvinden of een
andere dekking beter zou zijn en dit het budgetrecht van de raad raakt;
— er vanuit de raad diverse malen is aangedrongen op investeringen in de openbare
verlichting om die versneld duurzamer te maken met behulp van LED verlichting.
Besluit:
Besluitpunt 3 van de voordracht als volgt te herformuleren:
Een aanvullend krediet beschikbaar te stellen van € 1,5 min. voor de resterende
werkzaamheden van de renovatie van de IJtunnel. Een dekkingsvoorstel hiervoor zal
gedaan worden bij de Voorjaarsnota
Het lid van de gemeenteraad,
Z.D. Ernsting
1
| Motie | 1 | discard |
November 2020
‘led bonden’ met
eaereen verponaen e
furbished lapt
Een praktijkevaluatie
Nicole Goedhart — Paulien Tensen — Christine Dedding
el
Inhoud
Introductie 2
1. Belang en gebruik van de laptop 3
2. Succes van de aanpak 5
3. Ervaren uitdagingen 6
4. Wensen voor de toekomst 12
Tot slot 13
Referenties 14
Wetenschappelijke verantwoording 75
Bijlages 16
Deze factsheet is een uitgave van het Amsterdam UMC. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt. U
vindt deze publicatie in pdf-format op www.schoolforparticipation.com en www.centrumvoorclientervaringen.com.
Introductie
De coronacrisis heeft de aandacht voor digitale De laptops zijn verspreid onder Amsterdammers in
ongelijkheid in een stroomversnelling gebracht. Uit kwetsbaar makende omstandigheden om toegang
recente cijfers van de Europese Commissie blijkt tot zorg, (volwassenen)onderwijs en een sociaal
dat drie procent van de Nederlanders nog nooit netwerk te waarborgen. Denk aan online
online is geweest en dat één op de vijf dagbesteding, ondersteuning door een
Nederlanders moeite heeft met het gebruik van welzijnsorganisatie, onderwijs en contact met
internet (DESI, 2020). Gebrek aan vaardigheden is vrienden en familie. De regeling richtte zich met
een probleem, maar ook gebrek aan (goed name op statushouders, eenzame ouderen, minima
werkende) apparatuur en toegang tot internet? huishoudens en daklozen. Een voorwaarde van
Daardoor lopen burgers met een achtergestelde deze regeling was dat de laptop moest voorzien in
positie nu meer dan ooit kansen mis op een specifieke praktische, educatieve of sociale
economisch, sociaal, cultureel en persoonlijk vlak. behoefte ontstaan door de coronamaatregelen.
Met spoed hebben bedrijven, lokale en nationale Daarnaast waren er enkele andere voorwaarden:
overheden tal van initiatieven ontplooid, woonachtig in Amsterdam, laag inkomen en weinig
waaronder het opzetten van een nationale hulplijn eigen vermogen, geen eigen laptop of kinderen
en het uitdelen van laptops en tablets. met een laptop via school of Pak Je Kans?, en in
staat zijn om de device te gebruiken. Zie Bijlage 1
‘ledereen verbonden’ is een Amsterdams initiatief voor meer informatie over de voorwaarden.
waarbij op korte termijn 3500 Amsterdammers met
een grote afstand tot de online wereld van een De eerste reacties van Amsterdammers en lokale
refurbished laptop zijn voorzien. Ook hebben 2364 organisaties over de laptopregeling zijn zeer
mensen een internetabonnement in de vorm van positief. Betekent dit dat de laptopregeling een
een dongel ontvangen. De regeling is opgezet door succes was en wellicht gecontinueerd moet
het college van burgermeester en wethouders. De worden? Zo ja, wat zou dan behouden moeten
eerste 1.000 laptops zijn begin april vitgedeeld. De blijven van de huidige regeling en waar liggen
laptops zijn zoveel mogelijk gelijkmatig verdeeld kansen voor verbetering? Middels een kwalitatieve,
over de stadsdelen. Lokale organisaties die goed responsieve evaluatie, hebben wij antwoorden
bekend zijn met deze Amsterdammers zijn gezocht op deze vragen. Vertrekpunt was de
uitgenodigd om een inschatting te geven van dagelijkse praktijk; de ervaringen, problemen en
hoeveel Amsterdammers behoefte hebben aan een zorgen van de gebruikers van de laptops en de
laptop. Zij hebben vervolgens de laptops ook intermediairs. Met alle betrokkenen hebben we
uitgedeeld via de eigen locatie of via Cybersoek. geleerd wat werkt, voor wie en waarom. We
+ Cijfers vit 2019 van het CBS laten zien dat 97% van de 2 Via Pak Je Kans kan een kind van 10, 11 of 12 jaar in
Nederlanders toegang heeft tot het internet. Van de aanmerking komen voor een gratis laptop of tablet. Voor
Nederlanders is 83,3% in bezit van een laptop of netbook, meer informatie: klik hier.
71% van een tablet en 54,3% van een desktop (CBS
StatLine, z.d.)
[1
2
hebben gebruikers, intermediairs, en wonen begeleid, anderen delen een woning met
beleidsmakers geïnterviewd. Daarnaast hebben een groot gezin of met vrienden. We beschrijven
intermediairs en gebruikers van het Leger des Heils achtereenvolgens: (1) het belang van de laptop
input gegeven via een vragenlijst. voor de Amsterdammers en waar zij de laptop voor
gebruiken; (2) de succeselementen van de regeling,
De Amsterdammers die hebben bijgedragen aan de en (3) de ervaren uitdagingen in de praktijk. Ten
studie waren tussen de 25 en 79 jaar. De slotte kijken we op basis van de bevindingen en
deelnemers varieren sterk: sommigen wonen pas geuite wensen vooruit. Aan het einde treft u de
kort in Nederland, het merendeel is werkloos, maar wetenschappelijke verantwoording van het
niet iedereen. Sommige gebruikers van de laptop onderzoek.
Belang en gebruik van de laptop 1
Dn weggevallen of slechts beperkt
toegankelijk. Ook de gratis wifi viel op deze
plekken weg. Remco (50 jaar): “/k ging naar het
stadsdeel daar kon ik de computer gebruiken. […]
De laptopregeling is breed omarmd en met maar dat mag niet meer bij het stadsdeel. De
dankbaarheid ontvangen. Carl (79 jaar): “Ik was er computers mag je niet meer aanraken door corona,
even stil van. Want ik krijg een laptop, gratis. Dan dus kon ik helemaal niks”. Daarnaast is er een groep
kan je voorstellen dat ik daar super blij mee ben”. die afhankelijk was van een computer op het werk
Ook intermediairs kregen veel positieve reacties, en daar nu geen toegang meer toe heeft. Rosalie
zoals: “/k heb nog nooit zoiets moois gekregen”, 33 jaar): “Weetje als je iets moet opzoeken ofzo dan
"Eindelijk een ‘eigen’ laptop die ik niet hoef te delen of deed ik het gewoon tijdens werk en ik merkte ook
om te ‘vechten'”, en “Is dit echt waar? Hoef ik de gewoon dat als ik geen laptop had of geen pc, ik
computer niet terug te geven aan de gemeente? kwam gewoon iets te kort weetje. ”.
Grote ogen vol ongeloof van een mevrouw die al
langer bij onze stichting computerlessen in haar Gaat eenzaamheid tegen: gebruikers kunnen
tempo volgt, zonder apparaat thuis”. Juist de beeldbellen met familie en/of deelnemen aan
Amsterdammers die leven in kwetsbaar makende activiteiten voor gelijkgestemden. Mark: “Alles
omstandigheden moeten vaker een beroep doen waar ik wel eens heen ging was dicht, ik was op zoek
op officiële instanties en hulpverlening. Deze naar dagbesteding maar alles ging dicht.” en Evi:
organisaties communiceren steeds vaker online. De “Izonder laptop] voelde [ik] me een beetje
coronapandemie heeft de noodzaak versterkt, de geïsoleerd". Een intermediair vertelt dat mensen nu
laptopregeling: “contact kunnen maken met de (klein) kinderen […]
Vooral ouderen kregen complimenten dat ze met de
Vervangt publieke computers: pc's die gratis computer contact maakten.”
beschikbaar zijn in publieke ruimtes als buurthuizen
en bibliotheken zijn door de coronamaatregelen
Tee |} |
A ST Í
3
Vergroot toegang tot (online) hulp: ruim 72% van bang dat als hij de taallessen niet meer kan volgen,
de intermediars geeft aan dat door het uitdelen van hij problemen met zijn klantmanager krijgt en
de laptops de organisatie de mogelijheid heeft om vervolgens geen bijstandsuikering. Ook voor het
activiteiten digitaal aan te bieden. Een intermediair volgen van een opleiding is een laptop tijdens de
vertelt: "Uit onze doelgroep hadden veel mensen niet coronacrisis essentieel. Een intermediair: “Een
de mogelijkheid om aan onze alternatieve online alleenstaande moeder die zicht inspant een opleiding
activiteiten mee te kunnen doen”. Ook zijn laptops te volgen maar geen geld heeft voor een laptop, kan
nodig om toegang te behouden tot therapie: "We nu toch doorgaan met de opleiding door deze
zijn op zoek gegaan naar een tweedehands laptop, laptopregeling.”.
maar de bewindvoerder had al aan mijn cliënt laten
weten dat er geen ruimte voor was…”. Biedt de kans om digitaal vaardiger te worden:
voor Ahmet (rond de 60 jaar) en Carlos (46 jaar) is
Vergroot zelfstandigheid: Laetitia (63 jaar): "Ja, de laptop “Een brug naar een nieuwe wereld”.
iedere keer [.] ‘kan je wat voor me storten? En nu kan Beiden benadrukken nog veel te moeten leren; ze
ik alles doen, hoef ik het niet meer te vragen of te hebben niet eerder op een laptop gewerkt en zijn
wachten tot mensen het voor me komen doen, en dat blij dat ze nu de kans krijgen om het te leren.
vind ik heel belangrijk”. Remco is blij dat hij nu thuis
gebruik kan maken van de laptop: “Dan ging ík naar De onderlinge verschillen in gebruik zijn groot.
mijn dochter en dan moet zij me helpen met haar Sommige gebruikers waren al bekend met een
computer. […] Nu begin ik mijn onafhankelijkheid te computer of laptop, anderen niet tot nauwelijks.
krijgen”. Figuur 1 laat zien waar ontvangers de laptop
voornamelijk voor willen gebruiken. Onder
Geeft toegang tot taallessen, inburgeringscursus ‘andere zaken’ vallen bijvoorbeeld: internet-
en opleidingen: Jaafar (33 jaar) raakte in paniek bankieren, werk zoeken, Nederlands leren en
toen hij hoorde dat de taalles online doorging: “Yes, administratie. De ervaren Amsterdammers
because they only put the day when we had to start. gebruiken de laptop voor officiële zaken,
So, then | was like: lam going to miss the lessons.
And then, because | don’t have the computer, | can't regelzaken van de Belastingdienst of aanvragen
go online, and then | miss it….”. Su-Suk (65 jaar) is van subsidies, tot aan persoonlijke zaken, zoals
E-mailen
Internetten
Sociale media (o.a. Facebook en Instagram)
Contact met anderen
Andere zaken
Beeldbellen Figuur 1
Creatieve activiteiten Vraag: wat zou je willen
doen met de laptop?
Spelletjes (vragenlijst gebruikers,
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% n=36)
Te
hl
L
het spelen van spelletjes, muziek maken, foto- en omdat hij er niet mee wil ‘knoeien’. Hij wil
filmbewerking. Gebruikers die niet tot nauwelijks voorkomen dat er een virus opkomt of dat het
bekend zijn met een laptop ervaren meer geheugen straks vol is, waardoor hij de
barrières in het gebruik. Vaak gebruiken zij de Nederlandse les niet meer kan volgen. Misschien
laptop alleen voor de activiteit waarvoor deze is in de toekomst, als de taalles voorbij is, wil hij de
aangevraagd, zoals bijvoorbeeld de taalles. Su- computer ook wel voor andere dingen gaan
Suk heeft weinig ervaring met computers. De gebruiken.
laptop gebruikt hij alleen voor de Nederlandse les
Succes van de aanpak 2
Uit de analyse van de gesprekken en vragenlijsten heb je een papiertje gekregen van de laptop? Ik zeg:
blijkt dat de belangrijkste succeselementen van de nee. Ze zegt: dan moet je je woonbegeleider bellen.
regeling zijn: L.J] Dus toen heb ík het naar mijn woonbegeleider
gestuurd en hebben we de vragen ingevuld en zo is
Verspreiding via een brede, diverse groep het gaan rollen”.
intermediairs: in totaal zijn er 68 organisaties
betrokken bij de regeling, waaronder: ‘Warme overdracht’: bijna 95% van de
maatschappelijke dienstverleners, taalscholen, intermediairs vindt het goed dat de gemeente de
Huizen van de Wijk en ambulante zorgverlening. verantwoordelijkheid voor de verdeling bij
Daardoor is in korte tijd een grote, diverse groep intermediairs heeft gelegd: "Wij kennen de personen
Amsterdammers bereikt. Juist ook waar het om gaat beter en kunnen dus een goede
Amsterdammers die niet altijd in beeld zijn bij inschatting maken”. Tevens kunnen intermediairs
officiële instanties. zorgen voor een goede inbedding: “Wij vinden het
heel belangrijk dat deze inbedding er is. Wij geloven
OO niet zozeer in iedereen maar een laptop geven en
zoek het maar vit, want dat heeft gewoon geen zin,
dat is echt geldverspilling. ”. Nu weten mensen ook
direct waar ze terecht kunnen met vragen. Ahmet
ee was bijvoorbeeld zijn wachtwoord vergeten. Het
buurthuis waar hij de laptop had ontvangen, had
Mond-op-mond reclame: de regeling heeft ook geholpen met de installatie en het wachtwoord
Amsterdammers bereikt die niet direct in contact opgeslagen. Zij konden meneer aan zijn
staan met een intermediair. Een intermediair wachtwoord helpen. Veel intermediairs bieden hulp
vertelt dat ze veelvuldig is gebeld: "/k weet niet hoe bij het gebruik; bijna 18% geeft individuele
het voor iedereen duidelijk was dat je bij ons moet zijn begeleiding, 21% geeft groepscursussen en 29%
voor een laptop, we worden er nu nog steeds over biedt beide opties aan. Intermediairs die geen hulp
gebeld, zelfs op mijn mobiel, [..] binnen no time bieden (30%) verwijzen mensen door naar andere
waren ze op”. Een gebruiker: “{mijn vriendin] zegt instanties: "/k ben een ambulant begeleider, zelf ben
Tee |} |
hl A
5
ik niet zo super handig met digitale apparaten. Indien Keuze voor een laptop: ruim 80% van de
nodig regel ík een collega of zoek ik iets uit het intermediairs verkiest een laptop boven een tablet.
netwerk vanuit de Huizen van de Wijk”. Ook het merendeel van de gebruikers is blij met de
keuze voor een laptop. Rosalie (33 jaar): “/Pad.. ja
OO wat wil je daarop doen eigenlijk? Dat is meer een
mobiel waarop je dingetjes kijkt zoals YouTube dus,
maar als je het echt wilt gebruiken dan is een laptop
wel handig.” Ze noemt: mails openen, pdf's
openen, opslaan en contact leggen met haar
klantmanager. Priya (49 jaar) gebruikt haar laptop
Laagdrempelige procedure: intermediairs om YouTube-filmpjes te uploaden en de
waarderen dat er geen dwingende eisen aan de belastingdienst te berichten, een “Tablet heeft
ontvangers zijn gesteld en dat zij zich niet hoefden kleinere letters; de knopjes van de laptop zijn
te verantwoorden: “We vragen gewoon of ze recht makkelijker”. Slechts een klein deel van de
hebben op een laptop. Maar we gaan niet een Amsterdammers heeft voorkeur voor een tablet,
loonstrook opvragen of een ID, dat doen we niet, omdat ze daar al bekend mee zijn, Remco: “Een
maar dat hoeft ook niet van de gemeente. Gelukkig. tablet was voor mij wel makkelijk. [..] en op de tablet
[..J En sowieso, alle mensen binnen het netwerk dat kan je gewoon lekker drukken met je vingers, je kunt
zijn allemaal minima. Het is een beetje, als je naar de alles. Je kan ook, zeg maar, een handtekening
bekende weg vraagt. Het is ook niet iets waar maken. ”. Veel mensen beschikken over een mobiele
mensen trots op zijn, [..] omdat ze dan, ja telefoon, maar een groter scherm biedt meer
geconfronteerd worden met ik ben een minima”. overzicht en je kunt makkelijker bestanden
Ook de gebruikers gaven aan dat het ophalen van opslaan, bewerken en versturen. Horus vertelt
de laptop en het ondertekenen van de documenten bijvoorbeeld dat het lastig is om op Marktplaats te
makkelijk ging. Sahid (72 jaar) vertelt over de zoeken op postcode of een brief te schrijven op zijn
procedure: “Prima, de meneer heeft een eigen telefoon. Su-Suk vertelt dat de ELO (elektronische
kamer, en de laptops zitten in een kluis met sleutel. leeromgeving) niet werkt op zijn telefoon.
En schreef mijn naam en vertellen alles wat kan doen
[met de laptop] en dan krijgen.”
Ervaren uitdagingen 3
Hoewel de regeling zeer positief is ontvangen, zijn heeft nog een wachtlijst na het aflopen van de
er ook de nodige uitdagingen ervaren: regeling. Het is moeilijk in te schatten hoeveel
mensen nog behoefte hebben aan een laptop;
Niet iedereen is bereikt: volgens veel intermediairs antwoorden fluctueren tussen 10 en 250
is de laptopregeling een druppel op een gloeiende wachtenden per intermediair, met een gemiddelde
plaat ten opzichte van alle Amsterdammers die een van 65, en 13 intermediairs geven aan geen
laptop zouden kunnen gebruiken (Figuur 2); 50% inschatting te kunnen maken. Ook zijn er zorgen
Tre) Ll
A ST Í
6
dat bepaalde groepen niet bereikt zijn, zoals: aan de vooropgestelde regels: “Vrijwilligers vroegen
ongedocumenteerden, 18+ jongeren met een bij ons een laptop aan. Wij legden hen vit dat ze niet
smalle beurs, alleenstaande jonge vrouwen met in aanmerking kwamen omdat ze kinderen op school
schulden en mensen met een ernstige in huis hebben. Maar vervolgens kwamen ze voor de
verstandelijke beperking. Intermediairs hebben niet reparatie bij ons met een laptop, die hadden ze via de
hun hele netwerk direct in beeld: “Wij zijn enorm taalschool wel gekregen. Leg dat maar eens vit
aan het zoeken geweest van, oké, wie hebben het zonder iemand af te vallen. Dat ís echt erg
allemaal nog meer nodig, omdat het al best wel ongemakkelijk”. Transparantie vanuit de gemeente
lastig was om voor deze mensen laptops te krijgen.” over welke intermediairs betrokken zijn bij de actie
kan helpen. Sommige Amsterdammers zitten
In woongroepen heeft niet iedereen een laptop tussen twee doelgroepen in: “Om het efficiënter te
gekregen, wat soms tot scheve gezichten leidt: "Ja, laten verlopen zou het handiger zijn als intermediairs
ik hoor het hier elke dag hoor: Ik heb geen laptop overzicht krijgen van welke intermediairs er nog meer
gehad. Sommigen maken zelfs ruzie. En ik zeg: ik kan meedoen. We weten van heel wat mensen: oh wacht
er niks aan doen, ik deel de laptops niet vit”. Daniel even, die doet TOB (Taal- en Ouderbetrokkenheid),
(25 jaar) is teleurgesteld over de willekeur van de die valt nergens onder dus die valt dan vooral onder
regeling: “ik ben blij dat het is gelukt om een mijn categorie.”
computer te halen, maar ík vind het heel jammer dat
het gewoon toevallig is. Ik was aan het werk [als Twee Amsterdammers, beiden in bezit van een
vrijwilliger bij een andere organisatie in de wijk] die laptop, maar niet van een stadspas: “Het leek alsof
dag, maar als ik niet aan het werken was, dan zou ik de gemeente een hele doos met laptops had gedropt
die kans niet krijgen”. bij L.J, en zelf zo iets dacht van: “Ja wat moeten wij
hiermee? Nou weet je wat we geven er een paar
Regels vertalen naar praktijksituaties: 14% van weg”. Een van deze ontvangers had al een
de intermediairs vindt de regels verwarrend en computer in huis. De extra laptop, zo vertelt ze,
geeft aan dat de onduidelijkheid leidt tot scheve komt vooral van pas als ze weer opgenomen moet
gezichten. Eén intermediair heeft alleen laptops worden in een instelling. Dan kan ze haar eigen
uitgedeeld aan mensen zonder werk. Een ander laptop meenemen.
geeft aan dat niet alle intermediairs zich hielden
30%
Figuur 2
25% Stelling: het aantal
Amsterdammers dat
„0% | nu een laptop heeft
ontvangen is een
druppel op een
15% gloeiende plaat ten
opzichte van alle
20% Amsterdammers die
een laptop zouden
5% kunnen gebruiken
IJ | Î Î (vragenlijst
0% intermediairs, n=35}
Helemaal Zeer niet Nietmee Beetjeniet Neutraal Beetjemee Mee eens Zeer mee Helemaal
niet mee mee eens eens mee eens eens eens mee eens
eens
A tl Ì EL
7
Behoefte aan hulp bij opstarten en gebruik: het De voorkeur van gebruikers en intermediairs gaat
merendeel van de gesproken ontvangers, vit naar individuele begeleiding (Figuur 3); een-op-
waaronder ook mensen met redelijke digitale een begeleiding gaat sneller en je kan echt leren
vaardigheden, konden niet direct met de laptop wat je moet leren. Sommige gebruikers voelen zich
aan de slag. De keuzes die je moet maken bij het niet veilig in een groep of schamen zich om aan een
opstarten leiden tot stress, zo vertelt Marina. Haar cursus deel te nemen. Remco wordt liever door een
laptop staat al een maand onaangeraakt in de digimaatje, iemand die je een-op-een kan helpen
kamer. Veel ontvangers hebben behoefte aan hulp. met de computer, geholpen: “ík denk dat als het
Hoe en van wie gebruikers hulp willen, verschilt. een-op-een ís dat het een stuk gemakkelijker is, dan
Nora: “Ik volg bewust een cursus, [….] Ik weet niet of vervalt ook die schaamte. Je bent alleen. ”. Van de
het bij jou zo is maar kinderen hebben het geduld niet deelnemers die begeleid wonen, wil een derde
om hun ouders te leren”. Andere vragen hulp van graag een digimaatje. Maar er zijn ook
mensen in hun omgeving, zoals kinderen en/of voorstanders van een computercursus, juist
woonbegeleiders. Remco: “Dus ik heb er een beetje vanwege het sociale contact; “Dan kun je van
problemen mee, maar ik haal hulp erbij [..] ik bel mijn anderen leren én het is gezellig”.
dochter en dan ga ik WhatsApp op video doen en dan
vraag ik haar wat ik moet doen”. Anderen leren Onbekendheid met de hulplijn: de hulplijn van
door het zelf te doen of zoeken online naar Cybersoek is speciaal opgericht tijdens de
antwoorden. Alan: “fik wil het] zelf uitzoeken. [….] Ik coronacrisis. Deze hulplijn kan gebeld worden voor
gebruik Translate of andere programma’s, Google. vragen over het gebruik van de laptop of wanneer
Het is een beetje moeilijk maar het lukt wel”. Vaak deze kapot is. Bijna 70% van de intermediairs vindt
combineren mensen verschillende vormen van dat deze hulplijn moet blijven. Veel gestelde vragen
support om in hun behoeften te voorzien. Echter zijn bijvoorbeeld, ik wil graag Skype installeren,
niet iedereen heeft toegang tot hulp. Chung-Ho: hoe doe ik dat?’, Is internet wel veilig?’, ‘Ik wil
“Internetten? Nee computer moeilijk. Niemand kan internetbankieren, hoe doe ik dat?’, ‘Mijn computer
helpen.” is traag, is daar iets aan te doen?’ Slechts enkele
gebruikers konden niet worden geholpen, zoals
Aanbieden van een digimaatje
Reparatie van kapotte laptops
‘Warme verdeling! van de laptops
Aanbieden langdurige cursussen
Figuur 3
Top 5 behoefte aan
Informatie verschaffen over hulplijn hulp (vragenlijst
intermediairs, n=36)
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%
eel, |
hl |
8
Sanne: “Nou ik kreeg een meneer aan de lijn en die als een soort stok achter de deur, bijvoorbeeld voor
gaf me eigenlijk terug dat het niet veel zin had om mensen met een lage taalvaardigheid: “/k merk ook
langs te komen, omdat ze geen betere laptops dat mensen eigenlijk meer verplichting willen. [..] Als
hebben en de batterij niet kunnen aanleveren”. het niet verplicht is, dan denken ze, nou het komt
later wel of het is nu niet zo belangrijk, maar achteraf
83% van de intermediairs is bekend met deze balen ze ervan. Ik vind zeker dat als je een laptop
hulplijn. Bij elke laptop zat een flyer met informatie krijgt, dat je dat wel echt kunt vragen van mensen.
over deze service (Bijlage 2). De meeste gebruikers Maar dan denk ik wel dat het heel belangrijk is dat
zijn echter niet bekend met de hulplijn. Wel het heel toegankelijk is.”. Volgens een andere
reageren ze enthousiast wanneer zij erover horen. intermediair biedt een verplichte cursus gelijke
Sommige Amsterdammers vinden bellen kansen, dan krijgt iedereen op hetzelfde niveau
spannend, zoals de 50-jarige Guus. Hij zou liever hulp.
fysiek langs een locatie in zijn stadsdeel gaan.
Technische mankementen: bij meerdere
Wel/niet een verplichte cursus: een verplichte gebruikers vertoont de laptop mankementen (zie
cursus die voor ontvangst van een laptop moet Box 1). Ondanks de mankementen geeft 45% van
worden gevolgd vindt het merendeel van de de intermediairs aan dat de gemeente geen nieuwe
gebruikers en intermediairs geen goed idee. De modellen had hoeven uitdelen (Figuur 4). Ook
niveauverschillen zijn groot en het is frustrerend als gebruikers vinden een refurbished model prima.
een cursus niet op maat is. Daarnaast is het moeilijk Martin (28 jaar) is erg enthousiast over zijn laptop:
om iemand te dwingen naar een cursus te gaan als "Verbazingwekkend goed, eigenlijk. […] Je klapt hem
zijfhij dat niet wil. Slechts een klein deel van de open en er stond: ‘Windows 7’. Ik dacht: oké, dat is
gebruikers en intermediairs is wel voorstander van een oud ding, niet zo snel. Maar hij is supersnel, er zat
een verplichte cursus. Remco: “Voor speciale Windows 10 zelfs op, dus die sticker klopt niet, en hij
gevallen, zoals ik bijvoorbeeld, is het toch wel handig draait echt super.”. Sommige laptops deden het
als je een laptop krijgt en dan een cursus erbij, dat helaas niet. Dit leidde tot frustraties, een
vind ik wel geweldig. Dat is toch wel redelijk. ”. Een interemediair: “Laptops werkten niet. Mensen
intermediair stelt dat 'verplicht' goed kan werken, moesten dit zelf oplossen (van west naar oost). Daar
25%
20%
15% Figuur 4
Stelling: de gemeente
10% had beter nieuwe
laptops in plaats van
refurbished laptops
5% kunnen vitdelen
Ì | Ì Ì (vragenlijst
0% nm intermediairs, n=35)
Helemaal Zeer niet Nietmee Beetjeniet Neutraal Beetjemee Mee eens Zeer mee Helemaal
niet mee mee eens eens mee eens eens eens mee eens
eens
hl ht | EL
9
waren ze boos om, zij hadden verwacht ín ieder geval komen moet je het zo makkelijk mogelijk maken,
een werkende laptop te ontvangen.” benadrukt een intermediair: “Die onzekerheid [met
de computer] wordt vergroot als een apparaat niet
Box 1: voorbeelden technische mankementen doet wat hij zou moeten doen [..]Als je een digibeet
een laptop van 7,5 jaar geeft die een minuut over
» Laptop iste traag doet om op te starten, dan kan het zijn dat iemand al
» __Erzitten krassen op het scherm in paniek raakt. De doelgroep is zo kwetsbaar dat ze
» Batterij is snel leeg al van het minste of geringste in de stress raken”.
» Laptop doet het niet zonder stekker
» Sommige toetsen doen hetniet. Dongels zijn niet allemaal gebruikt: de meeste
» __ Sommige toetsen hebben geen iconen . . …
> Geen of niet werkende camera intermediairs vinden de dongels een belangrijk
onderdeel van de laptopregeling: “Vooral binnen de
GGZ zijn vaak mensen die een bewindvoerder
Hoewel de technische mankementen gebruik van hebben, weinig geld, en dus vaak ook geen internet
de laptop niet altijd in de weg stond, kunnen ze hebben. Nou dan is dit een uitkomst”. Van de
bestaande gevoelens van uitsluiting en onzekerheid Amsterdammers die de dongel gebruiken was het
versterken. Guus vertelt teleurgesteld: “Nou ja, ik grootste deel tevreden. Enkele klachten betreffen
denk alle tijd en moeite die erin gestoken is om die de snelheid en het feit dat een jaar erg kort is.
laptops weer helemaal, of in ieder geval enigszins Sanne (37 jaar): “Omdat het traag is, het is niet
werkend te krijgen, en de tijd die je erop moet sterk. ”.
wachten, en de frustratie die daarna hebt omdat
dingen het niet doen, terwijl je daar juist best wel In de praktijk worden de dongels weinig gebruikt,
naar vit zat te kijken. Nou ja, dat benadrukt ook een zo blijkt uit gegevens van de internetleverancier.
beetje dat je in het ondersegment van de De voornaamste redenen zijn: onbekendheid met
samenleving zit. […] Ja, een beetje van: je bent het de dongel, mensen beschikken al over wifi of
niet waard om dan, als we een laptop uitgeven, een installatie is te moeilijk (Figuur 5). Soms wordt de
laptop te krijgen die dan een beetje up to date is, zeg dongel alleen buitenshuis gebruikt: “/k heb thuis ook
maar.” Juist voor een groep die al moeilijk mee kan internet, maar ik vind het fijn om ook zo’n dongel
8 Ontvangers hebben thuis al Wi-Fi
= Installatie is te moeilijk
m Geen dongels uitgedeeld of ik weet het niet
= Dongels worden wel gebruikt Figuurs
Internet van de dongel is te langzaam Redenen waarom de
dongel niet wordt
Verbinding internet duurt te lang JS gebruikt (vragenlijst
intermediairs, n = 35)
Overig
10
erbij te hebben, want ik kan nu gewoon overal mee op.”. Een abonnement van een half jaar is kort. Een
naartoe. ”. Enkele organisaties hebben vooraf niet intermediair: “Daarna kun je upgraden of via een
kritisch geïnventariseerd hoeveel laptops met en beetje ingewikkelde manier kun je het nog een beetje
zonder dongel nodig zijn. Een organisatie heeft verlengen, geloof ik. […] Je wordt verleid door het
bijvoorbeeld bij alle laptops een dongel kopje upgraden, dan moet je betalen…. Dan houden
aangevraagd. de meeste mensen wel op met klikken en denken ze:
laat maar zitten. Nou dat vind ik een beetje zwak
Gemis van Office programma's, randapparatuur onderdeel van die begeleiding.”
en abonnementsduur virusscanner: meerdere
gebruikers en intermediairs missen Office- Naast Office-programma'’s en een permanente
programma’s op de laptops. Alternatieve virusscanner missen enkele gebruikers
programma’s zijn niet bij iedereen bekend en soms randapparatuur die het gebruik van de laptop
moeilijk te installeren, Alan: “/k moet met Microsoft kunnen bevorderen, zoals een muis, koptelefoon,
Office studeren, want ik gebruik canvas. Ik moet mijn camera en scanner. Carlos vindt een muis
huiswerk uploaden maar ik kon niet [daarom] makkelijker dan de mousepad op de laptop: “/k kan
gebruikte ik mijn telefoon of de laptop van mijn ook gewoon met mijn computer thuis met een muis,
vriend. ”. dat was ik een beetje gewend. Om met mijn vingers
zo met die…..daar ben ik niet zo handig mee.”. Een
De vooraf geïnstalleerde virusscanner is positief koptelefoon is handig om je te kunnen
ontvangen. Een intermediair: “Het is gewoon een concentreren in een ruimte waar meerdere mensen
groot risico als iemand die nog niet zo digitaal aanwezig zijn. Tot slot is een scanner belangrijk om
vaardig is niet door heeft: hè, er zit geen virusscanner documenten te kunnen uploaden voor de
gemeente, aldus Remco.
Veiligheid en (over)belasting van de
intermediairs: 92% van de intermediairs wil
betrokken worden bij een eventueel vervolg op de
ee laptopregeling. Het grootste deel, 68,5%, wil
35%
30%
a | Figuur 6
20% Stelling: een
organisatie moet
15% financieel
| Ì gecompenseerd
10% worden voor het
5% E E Ì uitdelen van de laptops
(vragenlijst
0% | [| intermediars, n=35)
Helemaal Zeer niet Nietmee _Beetjeniet Neutraal Beetjemee Mee eens Zeer mee Helemaal
niet mee mee eens eens mee eens eens eens mee eens
eens
A tl Ì EL
11
daarbij de huidige rol behouden. 11,4% van de de organisatie aangeeft welke Amsterdammer recht
intermediairs wil geen laptops meer uitdelen heeft op een laptop, maar dat de vitgiften extern
omdat de grote hoeveelheid laptops op locatie georganiseerd worden. ”. Het merendeel (61%) van
onveilig voelt: “Laptops lagen eerst bij een algemene de intermediairs is het hier echter niet mee eens en
plek. Daar zijn er twee gestolen. De verleiding is ook ziet de tijdsbesteding als onderdeel van de
groot als er daar honderden laptops liggen”. begeleiding: Ja het kost tijd om te investeren in zo’n
verandering, maar ik vind het horen bij de begeleiding
Voor sommige intermediairs is het werk die je deelnemers biedt. Dus zelf vind ik het ‘part of
tebelastend: “Het kost energie en tijd. Wij zijn the job’.”. Ruim 37% (vooral buurthuizen en
gewoon vrijwilligers. We hebben zelf veel papieren taalscholen) vindt dat organisaties gecompenseerd
gekopieerd en gedaan, maar ik ben gewoon moeten worden (Figuur 6).
vrijwilliger, ik krijg er niks voor…. de actie kost heel
veel tijd. ”. Een andere intermediair stelt voor: “Dat
Wensen voor de toekomst d
meer structurele samenwerking tussen de
verschillende organisaties, een intermediair: “Wij
hebben heel erg behoefte aan een structureel digitaal
netwerk, zoals nu een taalnetwerk ís [..] Digitale
vaardigheden bungelt daar echt gewoon een beetje
De wens de regeling voort te zetten wordt breed aan de onderkant, een beetje daarbij, terwijl het net
gedragen, omdat nog niet iedereen is bereikt. zo belangrijk, of misschien zelfs in deze tijd
Daarnaast zijn er ideeën om de regeling te belangrijker is, om digitaal vaardig te zijn en je zaken
versterken gedeeld (zie Tabel 1). Eris behoefte aan te kunnen regelen online.
Tabel 1: verbeterpunten voor een toekomstige regeling
Uitdaging Oplossingsrichting
Nietiedereenis bereikt Geef deze eenmalige laptopregeling een structureel vervolg. Er is nog een grote vraag naar
laptops van Amsterdammers die daar baat bij hebben.
Maak de laptopregeling breed bekend. Dit geeft alle intermediairs in de stad de kans om mee
te doen.
Voorkom ingewikkelde aanvraagprocedures. De laagdrempeligheid werd als zeer positief
ervaren om maatwerk te kunnen leveren.
de praktijksituatie
Wees transparant over de betrokken intermediairs zodat onderlinge afstemming mogelijk is.
lr
'
h A
12
Behoefte aan hulp bij Zorg voor een ‘warme verdeling’ van de laptops, waarbij samen met de ontvanger de laptop
opstarten en gebruik wordt aangezet om te kijken of en hoe de laptop werkt.
Geef informatie over de garantie van de laptop, de dongel, eventuele hulpmogelijkheden in
de wijk en reparatiepunten.
Handhaaf de huidige hulplijn en voeg fysieke hulppunten verspreid over de stad toe, waar
mensen zich welkom voelen met hun vragen.
Verwijs mensen actief door naar hulp die ingeschakeld kan worden bij gebruik, een flyer bij de
laptop is niet voldoende.
Technische Het principe van refurbished laptops verspreiden is prima, maar zorg voor laptops van goede
mankementen kwaliteit. Indien in de toekomst gewerkt wordt met refurbished laptops, zal een strenge
selectie plaats moeten vinden voordat de laptops worden verspreid.
Dongels zijn niet altijd Commvniceer duidelijk wat een dongel is en laat intermediairs navragen of iemand deze
gebruikt daadwerkelijk nodig heeft en weet hoe deze te installeren.
Gemiste Office Voorzie de laptop van Office-programma's en een langer durend abonnement op een
programma’sen korte _ virusscanner.
duur virusscanner
Stimuleer het gebruik van de laptop met randapparatuur, zoals een muis, koptelefoon of
scanner.
Veiligheid en Erken de tijdsinvestering. Voor intermediairs die veel laptops uitdelen en kleine organisaties
(over)belasting van de (zoals buurthuizen, organisaties met een beperkt budget/mankracht) kan overwogen worden
intermediairs om extra ondersteuning te bieden.
De intermediairs willen graag per stadsdeel weten bij wie ze terecht kunnen om hun
doelgroep door te verwijzen.
De laptopregeling ‘ledereen verbonden!’ is zeer gebruiksvriendelijkheid, biedt een laptop meer
positief ontvangen door de intermediairs en de mogelijkheden (cf. Bao et al, 2011; Napoli & Obar,
Amsterdammers die een laptop hebben gekregen. 2014; Van Deursen & van Dijk, 2019).
De hoop is dat de regeling een vervolg krijgt zodat
ook Amsterdammers die nog niet bereikt zijn deze Het aanbieden van een laptop kan niet worden
kans krijgen. De uitgedeelde laptops helpen bij het gezien als een ‘brievenbuspakketje'. Een laptop
voorkomen van eenzaamheid, vergroten zelf- moet hand in hand gaan met het faciliteren van
standigheid, geven toegang tot hulp en onderwijs, randvoorwaarden, zoals internet en ondersteuning
en bieden kansen om digitaal vaardig te worden. (Towsend et al. 2013, Dedding, Goedhart &
Veel mensen beschikken over een mobiele telefoon Kattouw, 2018, Goedhart et al. 2019). De
maar door technologische karakteristieken zoals verschillen tussen mensen zijn groot, denk aan
snelheid, geheugen, grootte van het scherm en vaardigheden, behoeften, leefomstandigheden,
nn UTD
ee |
hl DL
13
netwerk, mate van (zelf)vertrouwen. Sommige De ‘warme verdeling’ via intermediairs die bekend
ontvangers zijn in hoge mate afhankelijk van de zijn met de doelgroep en de kwetsbaar makende
laptop, bijvoorbeeld voor het volgen van omstandigheden waarin zij verkeren was een
Nederlandse les of een inburgeringscursus. Angst belangrijke succesfactor van de regeling. Dit was
om fouten te maken of de laptop kapot te maken zowel voor de intermediairs als de doelgroep
maakt dat sommige laptops laat of weinig zijn prettig. Daarbij is het belangrijk om te realiseren
gebruikt. Begeleiding is dus cruciaal. De wijze dat deze taak veel van intermediairs heeft
waarop mensen hulp willen verschilt; via een gevraagd. Intermediairs moeten mensen in hun
(in)formele cursus, digimaatje, (woon-)begeleider, netwerk actief benaderen, konden mensen blij
of familie. Daarnaast zijn er mensen die het liever maken, maar hebben ook mensen moeten
zelf willen vitzoeken (cf. Asmar et al. 2020). Het teleurstellen. Velen hebben veel tijd gestoken in
werken met refurbished laptops heeft het mogelijk het bieden van praktische ondersteuning bij het
gemaakt dat er veel laptops in korte tijd zijn gebruiken van de laptop. Intermediairs willen graag
uitgedeeld. Het risico van werken met refurbished meer met elkaar optrekken en samenwerken om
materiaal is dat de kwaliteit wisselend was. Niet gebruikers te kunnen voorzien van de juiste hulp.
goed werkende of beschadigde laptops kunnen Een beter overzicht van het hulpaanbod in
stapelen op gevoelens van ‘ik kan snap het niet’, ‘Ik stadsdelen biedt kansen om doorverwijzingen te
kan het niet’ of ‘zie je wel, ik doe er niet toe’ en optimaliseren en om van elkaar te leren. Kortom,
beperken het gebruik (cf. Gonzales, 2016). Goede de dank is groot en de vitnodiging is om samen te
kwaliteitscontrole vooraf is dan ook essentieel. blijven optrekken om alle Amsterdammers te
verbinden.
Referenties
— _ Asmar, A., van Audenhove, L., & Mariën, |. (2020). Social Support for Digital Inclusion: Towards a Typology of Social
Support Patterns. Social Inctusion, 8(2), 138-150.
— _ Bao, P, Pierce, J., Wittaker, S., & Zhai, S. (2011). Smart Phone Use by Non-Mobile Business Users. Proceedings of the
13th International Conference on Human Computer Interaction with Mobile Devices and Services, 645-454
— _ CBS StatLine. (z.d.) Internet; toegang, gebruik en faciliteiten. Geraadpleegd op 9 november 2020. Klik hier
— _ Dedding, C., Goedhart, N.S., & Kattouw, R. (2017). Digitale ongelijkheid - een participatieve verkenning in Amsterdam.
Klik hier
— _ DESI. (2019). Human Capital - Digital Inclusion and Skills.
— _ Goedhart, N.S., Broerse, J.E.W., Kattouw, R., & Dedding, C. (2019). ‘Just having a computer doesn't make sense’: The
digital divide from the perspective of mothers with a low socio-economic position. New Media & Society, 21(11-12),
2347-2365. Klik hier
— _ Gonzales, A (2016). The contemporary US digital divide: from initial access to technology maintenance. Information,
Communication & Society, 19(2), 234-248
— _ Napoli, P.M., & Obar, J.A. (2014). The Emerging Mobile Internet Underclass: A Critique of Mobile Internet Access.
Information Society, 30(5), 323-334.
— _ Van Deursen, A.J.A.M., & van Dijk, J.A.G.M. (2019). The first-level digital divide shifts from inequalities in physical
access to inequalities in material access. New Media and Society, 21(2), 354-375.
— _ Townsend, L., Sathiaseelan, A., Fairhurst, G., & Wallace, C. (2013). Enhanced broadband access as a solution to the
social and economic problems of the rural digital divide. Local Economy, 28(6), 580-595.
14
WETENSCHAPPELIJKE
VERANTWOORDING
Gekozen is voor een kwalitatieve responsieve De dataverzameling is afgerond met een online
evaluatie, aangevuld met een vragenlijst. Het focusgroep om de verkregen data te valideren en te
onderzoek vond plaats tussen 1 juli en 31 verdiepen. Aan deze online sessie hebben g
september 2020. De perspectieven en ervaringen intermediairs, 2 gebruikers en 3 beleidsmakers
van verschillenden partijen zijn meegenomen: deelgenomen. Voorafgaand aan de meeting is met
Amsterdammers in kwetsbaar makende de gebruikers geoefend zodat zij comfortabel
omstandigheden die een laptop hebben waren met de online omgeving. Voor de analyse
ontvangen, intermediairs die laptops hebben van de kwalitatieve data (interviews, open vragen
verspreid en de betrokken beleidsmakers. We van de vragenlijsten) is gebruikt gemaakt van een
hebben korte informele gesprekken gevoerd met etnografische content analyse met behulp van
48 Amsterdammers tijdens een tweetal Atlas.ti. De gesloten vragen van de vragenlijst zijn
laptopuitgiftes. Daarnaast zijn 29 Amsterdammers, geanalyseerd met behulp van beschrijvende
3 intermediairs en 3 beleidsmakers geïnterviewd statistiek in SPSS. Deze evaluatie heeft kort na de
over de laptopregeling, belemmerende en uitgifte van de laptops plaats gevonden (1 tot
faciliterende factoren, en de behoeften en wensen maximaal 4, maanden na ontvangst). Eris een
voor een mogelijk toekomstige regeling. In verband diverse, maar in omvang beperkte groep
met de coronamaatregelen is gekozen voor Amsterdammers gesproken. Voor een
interviews per telefoon en via WhatsApp; een voor uitgebreidere analyse van de impact van de laptops
velen bekend medium, met de mogelijkheid tot op het dagelijks leven en de toekomst van
beeldbellen, en indien nodig aanwezigheid van een Amsterdammers is een vervolgstudie nodig.
tolk.
COLOFON
De vragenlijsten zijn vitgezet onder intermediairs
(n=37) en onder Amsterdammers die een laptop Auteurs Nicole Goedhart, MSc
hebben ontvangen via het Leger des Heils (n=36). Paulien Tensen
De vragenlijst verspreid onder intermediairs is Christine Dedding, Assoc. Prof.
samengesteld op basis van de eerste resultaten van Afdeling Ethiek, Recht &
de interviews met de intermediairs, beleidsmakers Humaniora, Amsterdam UMC
en Amsterdammers. De vragenlijst is ingevuld door locatie VUmc
intermediairs van Huizen van de Wijk (n=8)
taalscholen (n=7), maatschappelijk dienstverlening in opdacht van Gemeente Amsterdam
(n=7), ambulante dienstverlening (n=5), en
overigen, zoals creatieve ontmoetingsplekken of Afbeelding Jochem Galama
instelling voor vluchtelingen (n=9).
° X Gemeente
Wij Amsterdam UMC %
Universitair Medische Centra x Amsterdam
eel, |
A ST Í
15
Bijlage 1
> < Gemeente
Amsterdam
x% Samenwerkingsovereenkomst Verdeling
Laptops en Internetaansluitingen
kwetsbare huishoudens
PARTIJEN
1. Gemeente Amsterdam, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door Ger Baron, Chief
Technology Office,
hierna te noemen: de Gemeente
en
2. [naam], rechtsgeldig vertegenwoordigd door NAAM ,
hierna te noemen: de Intermediair
NEMEN HET VOLGENDE IN AANMERKING:
a. De Gemeente in het kader van de huidige coronacrisis op 2 april besloten heeft tot het
organiseren ontbrekende apparaten (refurbished) en internetaansluiting zodat ook
kwetsbare huishoudens (o.a. statushouders, ouderen, alleenstaande minima) digitaal
verbonden blijven of worden.
b. De Gemeente de ontbrekende apparaten in eigendom aan deze
c. doelgroepen wil overdragen en en internetaansluiting ter beschikking wil stellen.
d. De Gemeente de verdeling graag wil laten plaats vinden door Intermediair, vanwege de
aanwezige kennis en behoeften van de in de buurt woonachtige Amsterdammers en
fysieke aanwezigheid.
e. De Gemeente met Intermediair de spelregels voor de verdeling/uitgifte van de apparaten
wil afspreken.
Is |L
A)
16
EN KOMEN DAAROM OVEREEN:
1. TAAK EN ROLVERDELING VERDELING
1.1. Partijen wensen samen te werken in de verdeling van laptops, wifi-punten en andere
apparatuur aan kwetsbare huishoudens.
1.2. De verdeling van ontbrekende apparaten en wifi-punten vindt als volgt plaats op basis van de
volgende basisprincipes :
- De gebruiker woont in Amsterdam
- De gebruiker heeft een laag inkomen en weinig eigen vermogen. In bijlage 1 is een
overzicht bijgevoegd van de bedragen die hiervoor gehanteerd worden
- De gebruiker heeft nog geen laptop in huis, of slechts een laptop die dusdanig
verouderd is dat deze niet meer in staat is moderne software te draaien of niet meer
goed of naar huidige maatstaven functioneert
- De gebruiker heeft geen kinderen die via school een laptop/wifi kunnen krijgen
door de coronacrisis of die in aanmerking komen voor de gemeentelijke laptopregeling
Pakjekans
- De gebruiker heeft een specifieke behoefte om de laptop/wifi te gebruiken
(praktisch/educatief/sociaal), die door de coronacrisis minder of niet kan worden vervuld
- De gebruiker is naar verwachting in staat het device te gebruiken met evt.
telefonische ondersteuning, het lezen van de instructies.
- Per huishouden wordt maximaal 1 laptop verstrekt
2. ROL- EN TAAKVERDELING
1.3. De Intermediair zal in dit proces zorgdragen voor:
1.3.1. De aanwezigheid van voldoende menskracht en middelen voor het uitgeven van
laptops op het distributiepunt
1.3.2. De ontvangst van apparatuur op een gezamenlijk afgesproken tijdstip
1.3.3. Het uitleveren van apparatuur op een centraal en voor iedereen toegankelijk
distributiepunt
1.3.4. Het inrichten van dit verdeelpunt conform de coronarichtlijnen van het Kabinet
1.3.5. Het bezorgen van apparatuur aan mensen die de apparatuur niet kunnen ophalen,
of die vanwege hun kwetsbare gezondheid beter niet buiten kunnen komen vanwege
corona
1.3.6. Op basis van de basisprincipes en normbedragen laag inkomen onder 1.2 een
inschatting maken welke mensen die de apparatuur (het hardst) nodig hebben, en op
basis daarvan bepalen wie de apparatuur wel en niet ontvangt
1.3.7. Het samen met de gebruiker in tweevoud invullen van het standaard
ontvangstformulier, en de overhandiging van de formulieren aan de Gemeente
1.3.8. Het bijhouden van een excelbestand waarin de ontvangers geregistreerd worden
1.4. De Gemeente zal in dit proces zorgdragen voor:
1.4.1. Het kosteloos aanleveren van de apparatuur, op pallets en verpakt in kant en klare,
gesealde dozen
A ST Í
17
1.4.2. Het aanleveren van begeleidend materiaal, waaronder een brief van de Gemeente
en betrokken partners, instructies over gebruik van de apparatuur en verwijzing naar
mogelijkheden voor hulp en begeleiding
1.4.3. Het aanleveren van een standaard ontvangstformulier dat ingevuld en in tweevoud
ondertekend dient te worden door de gebruiker, waarvan voor iedere laptop twee
worden geleverd
1.4.4. Het aanleveren van een excelbestand waarin de ontvangers geregistreerd worden
1.4.5. Het ophalen van overgebleven apparatuur, op nader af te spreken moment(en)
1.4.6. Het organiseren van de begeleiding van mensen bij het gebruik van de laptop
1.4.7. Coördinatie in het logistieke proces en verdeling van de apparatuur tussen de
verschillende intermediairs
1.4.8. Aankondigingen en communicatie van dit project op de gemeentelijke website
3. AANSPRAKELIJKHEID
3.1. De aansprakelijkheid voor laptops blijft geheel bij de Gemeente liggen tot het moment dat de
apparatuur is overgedragen aan de gebruiker. Dit betekent dus dat de Intermediair niet
aansprakelijk is bij diefstal of beschadiging van de apparatuur.
3.2. De Intermediair dient wel als een goed huisvader zorg te dragen voor de geleverde laptops en
deze op de meest veilige beschikbare plek te bewaren.
4. LOOPTIJD EN BEËINDIGING
4.1. Deze overeenkomst treedt in werking op 6 april 2020 en eindigt van rechtswege op 31
december 2021.
4.2. De Gemeente kan zes maanden voor het einde van de Overeenkomst besluiten de
overeenkomst met een jaar te verlengen.
Namens de Gemeente Namens de Intermediair
Chief Technology Office [naam ]
Ger Baron
Tee |
hl ST | É
18
BIJLAGE 1: NORMBEDRAGEN LAAG INKOMEN
De gemeente Amsterdam heeft regelingen voor mensen met een laag inkomen en weinig
vermogen. Bekijk hieronder over welke regelingen dat gaat.
Is het jaarinkomen in 2019 lager dan het genoemde bedrag? Dan is er sprake van een laag
inkomen en heeft iemand recht op de apparatuur. Woont iemand samen met een partner, dan gaat
het om het jaarinkomen van beide partners samen. Van een partner is sprake als sprake is
(geweest) van een relatie. Familie zoals uw broer, zus, moeder of vader, is geen partner. Woont
iemand op één adres met een vriend of vriendin, maar is dit geen relatie? Dan telt deze persoon
ook niet mee als partner.
Geen AOW
U hebt geen AOW Fiscaal jaarinkomen
U woont samen met uw partner die geen AOW € 25.437
heeft
U woont samen met uw partner die AOW heeft € 25.741
U woont samen met uw partner en uw kind(eren) € 25.437
jonger dan 18 jaar
U woont zonder partner met uw kind(eren) jonger € 24.767
dan 18 jaar
U bent alleenstaande € 19.814
AOW
U hebt AOW Fiscaal jaarinkomen
U woont samen met uw partner € 25.741
U woont samen met uw partner en uw kind(eren) jonger € 25.741
dan 18 jaar
U woont zonder partner met uw kind(eren) jonger dan 18 € 23.555
jaar
U bent alleenstaande € 18.694
19
Bijlage 2
Y COMPUTER - TAAL - LEREN
Yes, een nieuwe computer!
Maar heb je wat hulp nodig?
Dat kan!
Cybersoek biedt je 8 weken lang een belmaatje. Deze vrijwilli
ger belt wekelijks om te vragen hoe het gaat en of je hulp kunt
gebruiken bij je computergebruik. Ook in het Engels, Spaans of
Arabisch.
lets voor jou? Bel 020 693 45 82 en geef je op.
Na de coronacrisis nog hulp nodig?
Geen probleem, bij Cybersoek kun je altijd
terecht met digitale vragen.
20
| Factsheet | 20 | train |
Srl nn Krak 3 ee 7 (a
| A a (rn Kn, dE B ae ZE
nn Ui on | ae en 5 4 ij a
ken ÂR Ui a Wi wr ov eas
V 5 Te 6 he Ee en wl ke „nk Se À N gi on, 8 # PE E Di $ dd ed
end / 5 Ee en : ET hes: Ns PE Ge on ï
Be) | Wel A RST
ij \ ; Er nn | F pr | Ze bh kh \ ae jee” oe Rd A De | d {
Í Ee il 1 é EN CA p N REE TE p/j Pa Dn. A !
Nr mf , hi : Jk pn ci | 4 pel) El N li 3 4 , en, : il ;
Ik ' Ï ii … { LN 5 Fi À | 5 kN 4 EA el Ô 5 (a er il EE |
Î À ke 4 Er $ Hin ij A 44 il A5 \
| ee en = î TRE 4 Re EN RE d Si HN 400 \ mn Dv] T el
AN ee e 8 Ge | EO Oe 7 A er PR
PA en! En En Ù td ts Lj « j
Hot AN Fi EN nn i WE RENKOO Ni Á 7 nn _S |
Hi le ‚ PII EE, EN ai A, un Ee À ee ie
A Kn Ve en Nas B DR NA -
VN en Neh NR KE je " $ p
en AN dd ë id A
Bes O°\ inr An 4
% Gemeente
x Amsterdam
Actiepl coöperaties
Versie 2 september 2019
EN Re
En X Et É en dS Er - Ee Ae mee tn OEE Tr y Ni LR Ee Ee En ar hs Hi en Tanis Ne
vr EE de ne
Inleiding
In Amsterdam zijn veel collectieve wooninitiatieven bekend, waaronder ook
wooncoöperaties. Ze komen echter moeizaam van de grond. De initiatieven
lopen tegen organisatorische en financiële obstakels aan, maar ook tegen
institutionele weerstand. Uit gesprekken met de initiatieven blijken diverse
knelpunten, waaronder:
= Financiering is lastiger te organiseren dan voor marktpartijen.
= _Kavelregels bij nieuwbouw geven te weinig flexibiliteit.
= De rechten en plichten van collectieve initiatieven en het bestuur ervan zijn
niet altijd duidelijk.
= Erisgeen eenduidige wijze van waardebepaling voor grond en vastgoed.
= _Erisgeen eenduidig beleid rondom de eisen aan het zelf toewijzen van
woningen door de initiatieven.
= Initiatieven hebben moeite om de vele administratieve en juridische hobbels
te nemen.
Dit actieplan bestaat uit acties die als doel hebben initiatieven actiever
te stimuleren en faciliteren en daarmee de positie van wooncoöperaties te
versterken.
Met de uitvoering van de acties in dit plan zouden de obstakels voor
wooncoöperaties aangepakt kunnen worden, of in ieder geval kleiner gemaakt.
Inhoud
1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt 4
2. Ambitie 12
3. De weg naar meer wooncoöperaties 17
Vier routes 18
Randvoorwaarden 26
A. Acties en mijlpalen 2019-2040 35
Bijlage 1 - Betrokken personen 37
1. De toegevoegde waarde van
wooncoöperaties op de
Amsterdamse woningmarkt
1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt
© ee. © >
Wat Is een wooncooperatie !
Een wooncoöperatie is een vorm van collectief wonen. Gezamenlijk geven
bewoners vorm aan zelfbeheer en zelfbestuur.
De wooncoöperatie is een gemeenschap waarin bewoners meer of minder met
elkaar delen, variërend van bijvoorbeeld een gemeenschappelijke tuin tot een
gezamenlijk huishouden, van gemeenschappelijk ingekochte zorg tot een
gezamenlijke opvang van kinderen.
Een wooncoöperatie kan een kleine hechte gemeenschap zijn, maar ook een
grotere losse groep. Of juist andersom: een kleine losse groep of een grote hechte
gemeenschap met een gedeelde identiteit. En alles hier tussenin. lets van
gemeenschappelijkheid, een gedeelde verantwoordelijkheid, is wel een
noodzakelijk voorwaarde voor de continuïteit van een wooncoöperatie.
Een wooncoöperatie beslist zelf wie wordt toegelaten (coöptatie).* Wel binnen
heldere grenzen:
= Democratisch bestuur moet geborgd zijn.
= De wooncoöperatie koopt en verhuurt de woningen tegen de
maatschappelijke prijs. Wanneer er maatschappelijk kapitaal in de
wooncoöperatie zit waardoor sociale huren en/of middenhuur mogelijk is,
gelden inkomensgrenzen.
= Het is niet mogelijk voor individuele leden om geïnvesteerd maatschappelijk
kapitaal uit de coöperatie te halen.
= Een wooncoöperatie heeft geen winstoogmerk.
1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt
© ee. © ©
Waarom wil Amsterdam wooncoöperaties aanjagen?
Meer zelfbeheer en zelfbestuur Meer sociale huur en middenhuur op een duurzame manier
Steeds meer mensen willen meer zelf organiseren en de regie in eigen handen Wooncoöperaties specifiek voor sociale huur en middenhuur zorgen ervoor dat
nemen. Collectief ondernemerschap door burgers is te zien op verschillende woningen blijvend beschikbaar blijven in het middensegment. De
vlakken. Zo worden op veel plaatsen energiecoöperaties opgericht door groepen wooncoöperatie kan de woningen niet vervreemden, waardoor bij verhuizing de
burgers die zich samen inzetten voor een duurzame energievoorziening. Bottom- woningen weer beschikbaar komen voor mensen met een middeninkomen. Op
up en ingestoken vanuit de lokale behoefte en situatie. Animo voor dit soort die manier wordt een extra keuzemogelijkheid geschapen tussen sociale huur en
initiatieven leeft onder een brede doelgroep, van jong tot oud. Dat geldt ook voor dure koop.
de behoefte aan meer zeggenschap over de woning en de directe
woonomgeving. Uit onderzoek blijkt dat 17 procent van de huurders van sociale Meer investeringskracht voor corporaties zonder dat dit ten koste gaat van
woningen geïnteresseerd is in vormen van zelfbeheer en zelforganisatie.* de betaalbare voorraad
Wooncoöperaties kunnen deze wens faciliteren. In een wooncoöperatie zijn de Wanneer corporaties complexen verkopen aan wooncoöperaties die blijvend
bewoners coproducent en participant in plaats van klant en consument. betaalbaar blijven verhuren neemt de betaalbare voorraad niet af, terwijl
corporaties wel een deel van hun vermogen beschikbaar krijgen en kunnen
Meer cohesie tussen bewoners en gebruikers investeren in nieuwbouw en verduurzaming.
In een wooncoöperatie is altijd sprake van een collectief element tussen De opbrengst in het sociale segment zal bij verkoop aan wooncoöperaties
bewoners en gebruikers van het gebouw of het gebied. Zo kunnen bewoners aanzienlijk lager zijn dan bij verkoop aan de hoogste bieder. Bij verkoop aan een
samen diensten en producten inkopen of combinaties van wonen, welzijn en zorg wooncoöperatie in het middensegment zijn meer investeringen in nieuwbouw en
faciliteren. Dit draagt bij aan een actief collectief. Deze collectieven zijn vaak ook verduurzaming mogelijk. Daarbij is de opbrengst hoger (maar nog steeds minder
bereid om zich in te zetten voor de omgeving. Dit zou een positieve invloed dan bij verkoop aan de hoogste bieder).
kunnen hebben op de cohesie in wijken en de weerbaarheid van buurten.
Wanneer met de opbrengst van verkoop aan een wooncoöperatie in het
Meer maatwerk en diversiteit middensegment tenminste evenveel nieuwe sociale woningen in de nieuwbouw
De wooncoöperatie kent verschillende verschijningsvormen en maakt meer worden gerealiseerd, blijft het sociale segment op peil, terwijl het
differentiatie aan eigenaarsvormen in de woningvoorraad mogelijk. Groepen middensegment groeit.
krijgen de mogelijkheid om op kleinschalig niveau woonvormen te creëren die
passen bij hun specifieke individuele behoeften. Zo krijgen bewoners de kans om
het heft in eigen handen te nemen, ontstaat meer maatwerk op de woningmarkt
en kunnen ook huurders zich meer eigenaar voelen van de stad.
1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt
… ® ® ® >
Welke vorm van wooncoöperaties wil Amsterdam aanjagen?
We onderscheiden op hoofdlijnen drie type wooncoöperaties. Koperscoöperatie
De koperscoöperatie is eigenaar van het vastgoed en erfpachter. Anders dan bij
Beheercoöperatie de zelfstandige wooncoöperatie delen de leden mee in een eventuele
De corporatie blijft eigenaar van het vastgoed, maar de wooncoöperatie krijgt in waardestijging dan wel waardedaling. Dan kan op allerlei verschillende
meer of minder mate zeggenschap. Het kan gaan om zelfbeheer van het complex manieren vorm gegeven worden: verhandelbare lidmaatschapsrechten, een
en het daarbij horende beheerbudget, om invloed op de selectie van nieuwe groeiend aandeel voor individuen in geval van inkomensstijging, de
bewoners en om het collectief betalen van huur door de wooncoöperatie mogelijkheid om bij verhuizing wel te verkopen. Op deze manier kunnen leden
(waarna de leden onderling zelf de huren verrekenen). van de coöperatie vermogen opbouwen en kunnen meeprofiteren van een
In Amsterdam bestaan hier meerder voorbeelden van (woongroepen, woon- en eventuele waardestijging (maar ook het nadeel voelen bij waardedaling).
werkpanden, zorgcomplexen). Vanzelfsprekend zal hierbij het maatschappelijk kapitaal dat bij de start
geïnvesteerd is, terugbetaald moeten worden.
Zelfstandige wooncoöperatie Het nadeel van deze constructie is dat de woningen niet blijvend beschikbaar
De wooncoöperatie is eigenaar van het vastgoed en erfpachter; de bewoners blijven in het sociale of middensegment. De woningen ‘groeien’ naar de prijs
huren van de wooncoöperatie. Er gelden wel beperkende voorwaarden. Het van de hoogste bieder en worden daarmee in de Amsterdamse context op
collectief is collectief eigenaar. Democratisch bestuur is geborgd. De woningen termijn onbereikbaar voor lage en middeninkomens.
kunnen niet verkocht worden en zijn daarmee blijvend beschikbaar in het sociale
en/of middensegment. Vrijkomende woningen zijn alleen beschikbaar voor Keuze actieplan: nadruk op zelfstandige wooncoöperaties
specifieke inkomensgroepen. De wooncoöperatie heeft geen winstoogmerk. Dit actieplan legt de nadruk op het realiseren van zelfstandige
De wooncoöperatie in deze vorm die sociale of middenhuren heeft, is op de wooncoöperaties. Wooncoöperaties in de vorm van zelfstandige
Amsterdamse woningmarkt alleen maar mogelijk wanneer ook maatschappelijk wooncoöperaties spelen in op de toegenomen vraag naar collectief wonen,
kapitaal geïnvesteerd is. Dat kan op twee manieren: de gemeente Amsterdam kunnen bijdragen aan meer sociale cohesie en weerbare buurten, maar helpen
hanteert een sociale grondprijs en/of een specifieke grondprijs voor blijvende ook bij een andere doelstelling. Het College wil het sociale segment en het
middenhuur of een corporatie is bereid een bestaand complex (of een net nieuw middensegment blijvend groter maken en tegelijk corporaties meer armslag
gebouwd complex) te verkopen tegen een maatschappelijk prijs (lager dan de geven om te investeren in nieuwbouw en verduurzaming. Voor het actieplan
prijs van de hoogste bieder). betekent dat niet dat er geen aandacht is voor het stimuleren van
Juist omdat er maatschappelijk kapitaal geïnvesteerd wordt, is een vorm van beheercoöperaties of het ook mogelijk maken van koperscoöperaties op
regulering nodig. specifieke plekken. Het speerpunt is wel het realiseren van zelfstandige
wooncoöperaties.
1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt
© ee © ee. ® ®
In de afgelopen jaren zijn diverse wooncoöperaties in Amsterdam
De Warren Copekcabana
De Warren is een zelfbouw wooncoöperatie van PE _ dn 7 Copekcabana en Pee van huurders
jonge, ondernemende Amsterdammers, die 36 MAER 4 Ee d neee er bekbuu met Aen dam-Noord. De
Centrumeiland te burg. De gemeente heeft het & Bd } ie J Bt en Uru, ment onderhoud van de woningen en de binnentuin van
initiatief geselecteerd uit drie inzendingen voor En LE 4 ku RD id v eN keliïk had d ieine d
coöperatieve woonprojecten op de nieuwbouw- |, ARE EERDE ha a — mere over. het on ond ad de vereniging de
locatie. De duurzame, energieneutrale woningen A EE OO ip wens om ook het order et van mere over ee
zullen variëren van 20 tot 65 m2. Daarnaast gaat het AE ee en ee
complex meerdere gezamenlijke vertrekken kennen voorwaarden, Het nieren kreeg qe financiering
(ca. 800 m2). De huurders zijn verenigd in een iS roner Sn VErs VO MEE US TSI,
vereniging en hebben gezamenlijk zeggenschap over bordes Ee
het ontwerp, de bouw en straks ook het beheer. "
P betalen een collectieve huur naar draagkracht.
De Groene Gemeenscha nn Dols
P_ . De Akropolistoren is een woontoren op
De Groene Gemeenschap is sinds 2011 gevestigd op k Zeeburgereiland waarin 86 woningen zijn
Steigereiland Noord. De acht bewoners vormen een BE ER: . En
woonsroe beheren ezamenlijk een Bat ke le Eh HES: gerealiseerd voor een humanistisch
Sroep, 8 J - Kr Ee are 15 woongemeenschap van 55-plussers. De woontoren
buurtwoonkamer en organiseren ook gezamenlijk nei in Ze - , - : .
activiteiten voor de buurt. De groep kent een Mâl Ji it EEE Cn is gerealiseerd in opdracht van de Alliantie en is
' ” Eep - je mf 8 zk OM volledig levensloopbestendig ingericht. Van de
systeem van financiële solidariteit, waarin de (eesti k ed woningen is de helft in de sociale sector en de
Bi er em
vewoners hurt ge Sn ae DO andere helft vrij sector huurwoningen in het
is re hen in gesprek over een grotere mate van middensegment. In het complex staat zelfstandig
zelfbeheer en 5 Pecha 5 wonen met aandacht voor ontmoeting en contact
56 a centraal. De ouderen zijn via de vereniging
verantwoordelijk voor het beheer van het pand.
1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt
ee. ® Ad © ©
Maar wooncoöperaties zijn geen nieuw fenomeen in Amsterdam
De Samenwerking Soweto
De Samenwerking is een coöperatie van 900 he Rn Be IN Soweto is een woningbouwvereniging waar
woningen in Amsterdam-Zuid die in 1908 is Een dà zt Sn _ zelfredzaamheid van huurders voorop staat. De
opgericht voor mensen met middeninkomens, die itt : Ks, dl & Hb Et woningbouwvereniging verhuurt aan groepen
niet in aanmerking komen voor een sociale gn dikten | Ennn | Bi die eigen beheer voeren, daardoor
huurwoning. De vereniging heeft geen & gr se Tee ben a ble ontstaat kostenbesparing en mogelijkheid
winstoogmerk en kent ondertussen meer dan 4.100 SEE BE AMR van betaalbare woon- en werkruimte. In
leden, waarvan een groot deel op de wachtlijststaat OE En 2014 heeft Soweto een oud schoolgebouw aan de
om een woning te verkrijgen. De vereniging kent dan Pieter Nieuwlandstraat 93 in Amsterdam Oost
ook een ledenstop. gekocht van het stadsdeel. Het gebouw bestaat nu
De vrije sector huurwoningen van De Samenwerking uit 11 woningen, een gemeenschappelijke ruimte
zijn in collectief eigendom van de leden. Zij besluiten en meerdere kantoor-/ werkplaatsen en geeft plek
gezamenlijk over o.a. het huurniveau. aan een woongemeenschap van 11 mensen.
De Halve Wereld
De Halve Wereld is een complex aan het _
Waterlooplein uit 1985 met 118 sociale Kelsi on
i « CE re fed le
huurwoningen. Het complex is gebouwd en opgezet Mr k A rd MT
als experiment in zelfbeheer en functioneert nog BRK ef bf zalen et
steeds op deze manier. De woningen zijn in IA RAN Ei
eigendom van Ymere, maar zij voert slechts het game NS
groot onderhoud aan het casco uit. De vereniging en en
mag de helft van de vrijkomende woningen via een ==
eigen wachtlijst toewijzen. De andere helft moet via
het algemene verdeelsysteem voor sociale
huurwoningen van Woningnet worden toegewezen.
Het complex kent gemeenschappelijke ruimtes en
kenmerkt zich door een diverse bewonersgroep.
1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt
In meerdere Europese landen zijn wooncoöperaties een belangrijk
onderdeel van de woningmarkt °
Waar de wooncoöperatie in de Nederlandse woningmarkt nog een vreemde eend Vanwege deze kenmerken worden initiatieven in grote Duitse steden vaak door
in de bijt is, is de vorm in andere landen, zoals Duitsland, Zwitserland en Zweden de gemeente ondersteund met lagere grondprijzen, ontwikkelsubsidies en
veel meer wijdverspreid. In een gemiddeld Europees land bestaat circa 10% van achtergestelde leningen.
de woningmarkt uit coöperatieve woonvormen. Hieronder wordt een aantal
voorbeelden beschreven. Zürich
In Zürich wordt bijna een derde van de huurwoningen zonder winstoogmerk
Duitsland verhuurd, waarbij een groot deel door een Genossenschaft. Voor nieuwbouw
De exploitatie en beheer van woningen door Wohnungsbaugenossenschaften gebiedsontwikkelingen wordt, via een openbare uitvraag, de Genossenschaft
komt in Duitsland regelmatig voor en kent zijn oorsprong in de 19° eeuw. Het met het beste voorstel geselecteerd. Deze organiseert vervolgens in nauwe
land kent ondertussen ruim 2 miljoen woningen in coöperatief verband, circa samenwerking met de gemeente een architectenprijsvraag.
10% van de woningmarkt. In steden zoals Berlijn, Hamburg, München en Bonn In Zürich zijn zowel al langer gevestigde als nieuwe Genossenschaften actief.
spelen de coöperatieven een belangrijke rol op de woningmarkt. De Van het beschikbare nieuwbouwvolume wordt ook een derde gereserveerd
coöperatieven kennen een zeer uiteenlopende oorsprong en daarmee ook voor woningbouw zonder winstoogmerk. De bevolking van Zürich heeft hier in
verschillende karakters en voorwaarden. De coöperatieven bedienen zeer diverse 2011 door middel van een referendum mee ingestemd.
doelgroepen en delen allemaal de principes van eigenaarschap, collectiviteit en Woningen worden tegen kostprijs verhuurd aan groepen die een
duurzaamheid. De kleinere coöperatieven verenigen zich ook regelmatig onder representatieve afspiegeling vormen van de samenleving.
de paraplu van een grotere vereniging, zoals het Mietshäuser Syndikat, een De overheid heeft bepaald dat de coöperaties 10% sociaal moeten bouwen.
organisatie die in de laatste 25 jaar is ontstaan. Dit is een samenwerkingsverband Door het gemêleerde aanbod is er veel doostroming. Veel ontwikkelingen in
van meer dan honderd wooncoöperaties. Het Syndikat heeft zeggenschap over Zurich zijn grootschalig, tot wel 400 woningen. Het coöperatieve verband zorgt
de verkoop van de woningen en zorgt daarmee voor toezicht op de voor een sterke binding tussen de bewoners en voor veel initiatief onder die
betaalbaarheid van de woningen. groepen om ook een bijdrage aan de buurt te realiseren.
Naast een erfpachtrecht voor 60 jaar met een aangepaste grondwaarde, is er
In Duitsland hebben de coöperaties een wettelijk voorgeschreven voor de financiering van nieuwbouw een solidariteitsfonds, gevoed door
structuur waardoor ze aanspraak kunnen maken op staatssteun en financiering bijdragen van al bestaande Genossenschaften en een financiering van het
tegen gunstige voorwaarden. Er gelden geen strenge inkomenseisen: iedereen is Regionalverband beschikbaar.
welkom onder de voorwaarde van een kleine inleg in de vereniging. Ook hebben
de panden vaak een bredere sociale functie dan alleen wonen. Vervolg op volgende pagina
1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt
Van deze buitenlandse voorbeelden kunnen we leren
In Zürich is de woningmarkt voor 90% een huurmarkt, dit heeft als voordeel dat Van de voorbeelden in het buitenland kunnen we leren, maar ze zijn niet
gemakkelijk kan worden doorgeschoven, en de instroom van starters en expats zomaar over te nemen omdat het begrip Genossenschaft in Nederland niet zo
gemakkelijk verloopt. Als je bij een Genossenschaft wilt huren moet je een diepgeworteld is als bij de buitenlandse voorbeelden. In Nederland bestaat
aandeel kopen. De Genossenschaft pacht doorgaans grond van de gemeente, daarom meer institutionele weerstand bij banken, overheden en
bouwt 10% sociaal en een gemengd aanbod van 1 tot 5-kamerwoningen. Mede is woningcorporaties.
er hierdoor veel sociale menging. In Zurich is nauwelijks sprake van scheefwonen
en middeldure huurwoningen zijn er voldoende. Dit komt vooral doordat
er doorstroming is. Zurich kent 120 Genossenschaften, waarvan de meeste qua
aanbod een representatieve afspiegeling van de lokale bevolking vormen
(menging op leeftijd, opleiding, etniciteit, soort huishouden en kwetsbaarheid).
Daarnaast is het zo dat als je huishouden groter of kleiner wordt, je moet
verhuizen naar een passende woning die in de portefeuille van de
Genossenschaft wordt aangeboden. Ook de gemeente zelf verhuurt betaalbare
woningen. Kleinere Genossenschaften of nieuwe initiatieven kunnen ook weer
lenen van grotere meer gevestigde Genossenschaften.
Zweden
In Zweden vormen coöperatieve huurdersverenigingen circa 16% van de
woningvoorraad. Het merendeel van deze verenigingen bezit 1 pand van
gemiddeld 30 appartementen. De coöperatieve woningen worden in Zweden
doorgaans door projectontwikkelaars ontwikkeld, waarna geïnteresseerde
huishoudens de kans krijgen om zich als huurder in de coöperatie in te kopen.
Een andere optie voor het ontstaan van coöperatieven in Zweden is het model
waarbij bestaande huurcomplexen worden getransformeerd naar een
coöperatief, Hiervoor is het wel noodzakelijk dat een 2/3° meerderheid van de
huurders hieraan deelneemt.
In ml N a SAS EEN ME PA Vl
en Pr 5 Si en el el Sn eeN w Ee NN ae zm ï OE Nd jl EN
nn Uur úi Ì E Tr- Nen AE ANR Wk Rr win CE d mf OREN dg
En Ee | | rn TE rr EE akg ee Peach danckt 4 kt
fe Es Pe 8 TE. kn IJ d Ke Eart hf x p e e Pe (is ke dE Za Ate
Ben Ì Den ' Il li sy r ME: : } he h ‚dk Kn | er, Ee Î Nia eh 4,
An e= Ns kT == oe ke À Ì EEN el / À Ì 1 en
Ent, . ane Er h nj p Tader = a’ 1 Nn A j ee SN dk Ln '
Û í IE =n p: ie g KS Za : : eN i De Sar | gin E
k hs Ì b ET nl E za ih Es if ze , n Ba ä ei Ee p in = ad
ER Ee NR
Er K p ï ee zn MN sets Ee VE oe
\ Ë Ï \ Erde B of TR ee , " } 4
d X De K „a Bn Af ee Ee Pe 7
| En en ll mmm Kk P p nn m Mt 3 ge AR NE. OE # ms a Uk Di ve | ze
B hrm mnd 3 Ei Br Af, Ne r nd ie ned be ® Ee on
î ï h | * | re ary Ee” K _ id R. ik: Pe a dS EN \ , Jr 4 Pt “ fn
! Ee RE - kh, Le È ed ú - 4 Ml n ‚k El a. 1 F- A Tm S p
IL 5 ie. Ë hk PA a n f Lines me \ kf h Ì
PE 0 ZR >d ER, ke” Á ef E en 0 El AE | Nr di
Í k f Í k Ï es ann EE en _ / / ä PR EE, fi U a! nt f aje &
Ee Ki 1 Ù jn Ï T pe ú en % Ne 7 ST Dr a - ä d kn K p tia Ln N Ï Ì ERN ee EE / a 7
ete IN 4 DR OO eV s fer
en ee ze ee td ES. a 7 ies | A Oven - L hrs
x et ri” Ne Î mn Pe r K SL he 8 0e a ” | 8
he rd ee U Om SE en 5 As EE
ied pe / ta a nn sl ir: RE & — , 4 hie ge ad J Er ki _ î !
BUNT oe U EN OO hi ek Min
Pa p O8 5 =e ON 4 : De PE E 2 Á U \
Es EA Lr rag si al Ep lien Mi Rm kN
Ee = ed Ge 3 ú a Ben F ee D Nn kl ij AE 1 L _Á
Ween el Pa Ì A a Ke ä EN D % Ee L
Rie, et En erde eee P ü ii …e Fi Rt |
an f f Rid De NN dl in ae : nn E ne Pe Î Û
_ bed 4 5 IA \ Ae Pi ” EE Pi nf B
e na Á Ell | ee | - k A LRE
A tr din er) _ eN a A ed EN _ E25 EE Ma
k r 3 df 7 . En 4 kn dd st |
ej, Pa 7 DNS BEER BD iep
nk £ ON Pt Ih _E w î td |
ke AA id mp ER | u mn 8 Lj} rj \ Dd Gel Te t
ver Ci 5 len Ô ff = Ren it | ed U ä Li P Î jk. + ú ee | St et B
rl Ô he Bu hi nas NE BA B FEN Me PS ek
EAN EO | Cn, UR en MED Ee a RS Ref rees 4
han ARE ne " Pd EE ns Í . Ne RE Em STK NS en en /
en al A MED Aai p me ne nl | Ei EN ee EE VE \ > : BEK 25 = E.
nr WE U Vn zE
bd avn ee ot iP Z Ls, kred we ke Ea ee RR eV M-
EREN Te En: re WST Ee gE N Ee Ee:
Ke EN f Ei E ik ne, E_ ed Jm via he ‚mn pn WE ee Le ee ° pe) Pete MK
en F] Wen ef ì NE rate Ä CAT Í Kn ETA re \ EE Gj Pend pe Fin NEN
kn A GE Wins d pi EN Ae ef Ker el En ian Kee RS . \ BS PE we Tr 8
ER DE ed ee me Er er ee ‘ ee ‘ ee TE EK 1 Ee En ER e m
hide nt fame 5 2 ne Wet | / rn EG: EER ASS
heal: ed ai FE 4 jj > teld. KS EN, Etn ie zi En Dh cl -
- Da : ii ie % WEER, Vie zede J ele K-— Et DE 0E Sh za AR E We ee meme Ù eee a
ne gn KS en de NE eren Vn De an en Sen Tech Gn s
Eee kN E: en rn De Aen
En re adi ie As iten se ES ed RS EEN RE: eten 5 ej An UU Tr nea Ti
diepe EI ne EE WE rn id Et B oet En Ee re ne ee 8 En
ne Ke | B E Ed el be ee AN hen a, Ea let ed EE Nrs oe Eert nk el EN,
A ER Dn ge ie PE EN en hf Ki Ee on 1e EEn DN EN er Nr
NS En AE EE nee NE DE OE hs: Dm Nd BRE Tr He,
mn = Zeit Ki en ke S ne ie” ed L LN d PR se X En ee) Gers we Bm Ees a, ne Tet reg ee à ek ha rg / rs SS = Enid 3 Ld
ns ien KJ ph js ï - En E EE Ge, Fate el Ei Ui en ef A ls fr RE a D- ” PSE vd TRES on Mee 5 ze pe
Br Tr El k Ë ok or a Ee nn r si : : Nm on sel rm nee pent ES te Hen Eerde n= Mi Ne Ts An men e
Mn ( vd er t a e rr Eee Le % E re AT ir, ô Kn VOM Lee Bt kel ee En 1 Ren Dise en { ee B rn Dt Ln Dn Ter Ere
En Meis | Ark F en tee B des En i Kee ar nele EE, Sedes EE ns pt en A ek Pt ene Ù enn #
her EPE a - E ne pam Rr | ke nT er EA an A en ee EL ei ker ne en En E
: Pes  En pn à, 5 | N En EE PE En ee : ei Ee hin es : en, f lt nn EP GEen end ET se & ket a ts eeN er ie be tn Bn Dh TD a EE Pie An
B, dk Li dn PE ee en zee RN Ee Ep en ee Aerdt ee Es wies nr An. EE pe
ee is 5 8 PS gn Ee Ham kn ed MA drgden oe ene Agen Ee We. REE re
Waele A ú : E ie er dl ED Ie dis ET. EE B E EE mi en ht an B et AEL TP eee 7 k a Pr een hi A
nf Be ed el De: Pi A ED vet ee E BRE a ed iz ker eer UE ene Er ener nde dE hein ink Rei 5 sr Rn
ET 5 nn ME UE T hein _ ne rt 4 Pi kee Wk ber” Vo er rk EE gp ee dee Ten ne TE ete ee ark Am nh in Dan ME ke
Pan A Sr ä B ts an art en Et ARE al er AT. en nj » al S
2. Ambitie
Op weg naar een nieuw segment in de Amsterdamse woningmarkt
In het Actieprogramma Wooncoöperatie dat Platform31 uitgevoerd heeft voor Inzet: 15 tot 20 projecten starten binnen 2 jaar
het ministerie van BZK is geconstateerd dat de latente vraag naar collectief Concrete projecten helpen om de latente vraag naar boven te krijgen, om
wonen moeilijk manifest wordt. De institutionele weerstand is groot. Ons ervaringen op te doen bij het faciliteren en bij het zichtbaar en ‘normaal’
woonbestel is niet berekend op vormen van collectief eigendom die vragen om maken van deze nieuwe woonvorm.
een lichte vorm van regulering. Er is bij corporaties grote terughoudendheid om Op korte termijn worden projecten vooral gestart in de nieuwbouw en in
maatschappelijk kapitaal over te dragen aan wooncoöperaties. En ook voor ontwikkelbuurten. Naar verwachting zal in eerste instantie de meeste
banken zijn wooncoöperaties nieuw, waardoor financiering ingewikkeld en soms dynamiek zitten in het middensegment en in gemengde initiatieven.
ook duur is.
Tenminste 7.000 woningen in ontwikkeling of gerealiseerd in 2025
De praktijk laat zien dat het creëren van aanbod onmiddellijk de latente vraag We gaan er van uit dat op middellange termijn wooncoöperaties voor 50% in
naar boven brengt en manifest maakt. Zo waren er meerdere initiatieven die zich de nieuwbouw en 50% in de bestaande bouw worden gerealiseerd. In de
graag gevestigd hadden op het Centrumeiland op de plek waar nu de Warren nieuwbouwprogrammering wordt ruimte gemaakt en intensief gesproken met
gerealiseerd wordt. En lijkt er in de Van der Pekbuurt een tweede groep partijen die zich gevestigd hebben op plekken die getransformeerd gaan
bewoners op te staan die in navolging van Copekcabana in de volgende fase van worden. Wooncoöperaties zijn daarmee een van de manieren om de
de vernieuwing een wooncoöperatie willen vestigen. bouwambitie van 52.500 woningen in 7 jaar te realiseren. Voor bestaande
bouw maakt de gemeente afspraken met corporaties en huurders in het traject
Het is dan ook een bestuurlijke wens en een voornemen in het coalitieakkoord rondom prestatieafspraken.
om de opkomst van wooncoöperaties te faciliteren en te stimuleren. Wooncoöperaties zijn een verbijzondering binnen bepaalde kaders, namelijk
Een nieuw segment in de Amsterdamse woningmarkt is niet van de ene op de de woningbouwprogrammering in het Woningbouwplan. De bouwambitie van
andere dag gerealiseerd. Dat segment zal moeten groeien, waarbij van te voren 52.500 uit het Woningbouwplan 2018-2025 komt neer op een, historisch gezien,
niet vaststaat hoe groot de vraag precies is. hoog gemiddeld aantal woningen per jaar. Dat is al een opgave op
Onze ambitie formuleren we op drie niveaus: zich. Wooncoöperaties moeten in deze bouwambities ingepast worden en
= Korte termijn: snel meer concrete projecten starten in nieuwbouw en komen dus niet bovenop de ambitie van 52.500 woningen. In het
bestaande voorraad Woningbouwplan is opgenomen hoe de bouwambitie wordt vormgegeven,
= Middellange termijn: nu afspraken maken binnen de gemeenten en met bijvoorbeeld het aandeel sociale huur en middeldure huurwoningen. Het
derden (corporaties) over het realiseren van substantiële aantallen in actieplan heeft geen effect op dit aandeel, maar wel op de partij die
nieuwbouw en bestaande bouw op de middellange termijn de woningen ontwikkelt. Bij een gelijkblijvend aandeel sociale huur zal een
= Lange termijn: de stip op de horizon, waar willen we over 20 jaar zijn? deel van de geprogrammeerde sociale huurwoningen door
wooncoöperaties gerealiseerd worden in plaats van door corporaties.
Ook kan een wooncoöperatie meerdere programmadoelen tegelijkertijd
bedienen. Bijvoorbeeld een combinatie van middeldure huurwoningen,
bijzondere woonconcepten en ouderenhuisvesting.
Over 20 jaar bestaat 10% van de woningvoorraad uit wooncoöperaties (ca.
40.000 woningen)
Op de lange termijn streeft de gemeente Amsterdam er naar dat 10% van de
woningvoorraad in bezit is van een kleurrijk palet van wooncoöperaties. Dat
zijn circa 40.000 woningen. De helft van deze woningen zit in het sociale
segment, de andere helft in het middensegment. De helft van de woningen
wordt gerealiseerd in de nieuwbouw, de andere in de bestaande voorraad.
Deze ambitie is onderdeel van de bestaande ambities van de gemeente voor
sociale en middeldure huur. Daarmee zijn wooncoöperaties een middel om de
40-40-20 opgave te realiseren.
2. Ambitie
De groei van het aantal wooncoöperaties vraagt inzet van vele
stakeholders
In dit actieplan staan de acties gevat die vanuit het perspectief van de gemeente plaatsvinden om de groei van het aantal wooncoöperaties mogelijk te maken. Maar
ook andere stakeholders zullen zich moeten inzetten om de ambities waar te kunnen maken.
ûîî : Organiserend vermogen burgerinitiatieven
MAR ‚_Het indienen van een plan voor een wooncoöperatie en deze succesvol |
ARM ‚__totuitvoering brengen vraagt een grote mate van voorbereiding en |
‚_professionaliteit van burgerinitiatieven. Deze initiatieven zullen bereid | N
‚_moeten zijn om zich te organiseren en voldoende tijd en capaciteit hier
LO voorbeschikbaartekrijgen. <
Beschikbaar stellen Î | Beschikbaar stellen
complexen ‚ locaties grondeigenaren
. . } Voor nieuwbouw op transformatielocaties ,
woningcorporaties is de gemeente afhankelijk van
‚_ Voor ontwikkelbuurten en bestaande S S \__erfpachters/grondeigenarenop deze
‚_ complexen is de gemeente afhankelijk ; locaties. Deze partijen zullen bereid
\__ van woningcorporaties. De corporaties moeten zijn om ook met
‚zullen bereid moeten zijn om het beheer ‚_wooncoöperaties zaken te doen en niet
|____(enelgendom)overtedragen Î ___alleenmetgevestigdepartijen.
| Ruimere financiering banken |
‚_Wooncoöperaties zijn sterk afhankelijk van financiering in alle fases van |
‚__ het project. Momenteel zijn de banken in Nederland nog niet goed |
‚ingespeeld op het verstrekken van leningen aan zulke collectieven.
| Banken zullen bereid moeten zijn om hun aanbod te verruimen.
2. Ambitie
® © © ® ®
De gemeente faciliteert, maar verwacht ook professionaliteit van de
© ® ® ®
initiatiefnemers
Goed voorbeeld doet volgen
De geformuleerde doelen zijn ambitieus, maar komen niet uit het niets vallen.
Vormen van coöperatief wonen zijn al in de stad aanwezig en het vergroten van
deze stroming past goed bij het beleid en de ambities van de stad.
Als de gemeente wooncoöperaties op veel grotere schaal mogelijk wil maken, zal
de gemeente zelf wel actie moeten ondernemen om goede randvoorwaarden
voor wooncoöperaties voor elkaar te krijgen. Daarnaast zal de rolverdeling
tussen bewoners, corporaties en gemeente duidelijk moeten zijn (of worden).
Bestaande projecten, zoals die op Centrumeiland, leren dat het proces door
initiatieven als complex wordt ervaren. Hoewel dit nooit helemaal te voorkomen
valt, wil de gemeente hier wel van leren en bezien op welke manier het proces zo
veel mogelijk versimpeld kan worden en hoe initiatieven ondersteund kunnen
worden tijdens het proces. De gemeente wil samen met bestaande partijen die
veel in contact staan met coöperatieve initiatieven zoals WOON en Cooplink
bespreken hoe dit het beste vorm kan krijgen.
Initiatiefnemers
Huurders die een coöperatie willen vormen of burgers die als (coöperatieve)
vereniging nieuwbouw willen ontwikkelen zijn geen professionals op het gebied
van vastgoed. Afhankelijk van de kennis die al in een groep aanwezig is zal
hiervoor een professional moete worden ingeschakeld.
Ook voor het beheer van het complex, innen van huren en het zorgen voor
onderhoud, is expertise nodig. De mate waarin bewoners dit zelf doen is aan de
wooncoöperaties zelf. De gemeente faciliteert en schept de randvoorwaarden,
maar verwacht hier wel voor terug dat de collectieven zichzelf op professionele
wijze organiseren.
3. De weg naar meer
wooncooperaties
3. De weg naar meer wooncoöperaties
Vier routes op basis van gemeenschappelijke randvoorwaarden
Concrete initiatieven kunnen de komende jaren langs vier routes vorm krijgen. Voor elke route wordt de komende tijd uitgezocht wat de kansen en bedreigingen zijn
om op korte termijn projecten te kunnen starten. Het streven is er op gericht om voor de korte termijn opgeteld te komen tot 15 tot 20 concrete projecten die de
komende twee jaar kunnen starten. Dit aanbod voor de korte termijn moet opgeteld meerdere doelgroepen bedienen.
Om het realiseren van wooncoöperaties langs die vier routes mogelijk te maken en te versnellen, is het essentieel dat de gemeente in de randvoorwaardelijke sfeer
stimuleert en faciliteert. Dat betekent dat mogelijk beleid moet worden aangepast. Het is de bedoeling toe te werken naar een Amsterdamse
wooncoöperatiestandaard: een set gemeenschappelijke randvoorwaarden. Hier wordt parallel aan gewerkt.
NS Ì
dede Route 3
annees Ontwikkelbuurten
gemeentelijke kavels
NS 2
Shah ON
Nieuwbouw op
8 8 Bestaande complexen
transformatielocaties
3. De weg naar meer wooncoöperaties
De vier routes naar meer wooncooperaties
TN
l I
l l
dee n Ok)
annees Ontwikkelbuurten I
l Arnen EN eeN Jel
I l
AP. |
| dede Route 4 |
l Kn Bestaande complexen |
I transformatielocaties I
l l
|
De Amsterdamse wooncoöperatiestandaard
Ontwikkelen gemeenschappelijke randvoorwaarden
(Eisen aan coöperaties, Huisvestingsverordening,
Doelgroepenverordening, Erfpachtbepalingen, Waardebepaling,
Financiering)
19
3. De weg naar meer wooncoöperaties
®
Route 1: Nieuwbouw
Onderwerpen: De gemeente wil bezien of dit soort mogelijkheden voor uitgifte in Amsterdam
ook mogelijk en wenselijk zijn.
= Opties voor selectieproces
= Huurprijzen, woninggroottes Huurprijzen, woninggroottes
= Segmenten: sociaal waarschijnlijk alleen in gemengde projecten De grootte van de woningen zal nader bepaald moeten worden. Zeker voor
= _ Kansrijke locaties voor wooncoöperaties (korte termijn/middellange termijn) middensegment en zeker voor plekken buiten de Ring zal ook moeten worden
uitgegaan van grotere woningen (bijvoorbeeld >70m2). Op die manier kunnen
Opties voor selectieproces ook (beginnende) gezinnen met een middeninkomen, die bij voorkeur
Uitgangspunt is om 8 tot 10 kavels te vinden in de nieuwbouw waar de komende doorstromen vanuit de sociale voorraad, bediend worden.
twee jaar een start gemaakt kan worden. Twee tot drie kavels zouden gevonden
moeten worden in transformatiegebieden (zie volgende sheet). Segmenten: Sociaal waarschijnlijk alleen in gemengde projecten
De zes of zeven kavels waarbij de gemeente totaal vrij is in de uitgifte, kunnen Het initiatief zal zelf de stichtingskosten (bouwkosten plus sociale grondprijs)
zeer divers geprogrammeerd worden. moeten dekken. Gezien de hoogte van de bouwkosten met in achtneming van
de maximale huur in het sociale segment, kunnen naar verwachting in het
Naast de procedure die ontwikkeld is voor de zelfbouw-pilots zijn verschillende sociale segment alleen woningen tot 40m2 gerealiseerd worden.
mogelijkheden voor uitgifte denkbaar: Dit leidt tot het beeld dat sociaal segment in de nieuwbouw waarschijnlijk
= Volgens het model ‘Zurich’: wooncoöperaties worden geselecteerd op basis alleen haalbaar is in gemengde projecten.
van een selectieprocedure waarin onder andere geselecteerd wordt op
concept en sociale menging (inkomens, leefstijlen, woonvormen), Overigens kan het helpen om in gemengde projecten ook (beperkt) ruimte te
duurzaamheid, haalbaarheid en financiering. Daarna wordt in bieden voor hogere huren (met daarbij passende grondprijzen). Een
gezamenlijkheid het programma, de stedenbouwkundige vormgeving, de wooncoöperatie krijgt daarmee een betere financiële basis. Voor nieuwbouw
architectenselectie etc. verder uitgewerkt. zijn aan het begin grote investeringen nodig en kan het helpen financieel
= Onderzoek mogelijkheid enkele kavels 1 op 1 te gunnen aan ‘bestaande’ steviger te zijn.
initiatieven vanuit het idee om vaart te maken en bestaande energie te Evenals dat bij andere ontwikkelaars geldt, kan een wooncoöperatie ook een
gebruiken. plek krijgen in een woon-werkpand of bijdragen aan de ontwikkeling van een
= Een kavel exclusief aanbieden voor een zeer specifieke doelgroep, (commerciële) plint.
bijvoorbeeld een wooncoöperatie voor alleen leraren.
3. De weg naar meer wooncoöperaties
® ee © ee. ®
e
Route 1: Nieuwbouw — Kansrijke locaties voor wooncoöperaties
Korte termijn Middellange termijn
Nieuwbouwlocaties die momenteel in beeld zijn bij de gemeente voor zelfbouw Er moet nog een inventarisatie gemaakt worden van locaties die in nieuwbouw
door mogelijk coöperatieven zijn onderstaand weergegeven. Een deel van deze (gemeentelijke kavels en transformatie) optellen tot tenminste 3.500 woningen
locaties is zeker, een ander deel is aangemeld voor onderzoek. tot en met 2025.
start
aant. inschrij- eind optie
Lopende en nieuwe locaties (deels nog in onderzoek) won ving periode start bouw
Centrumeiland 10-09 (1e pilot)- De Warren 46* Q32017 OQ22019 O2 2020
Archimedesplantsoen (2e pilot) 30** Q42018 O12021 O12022
Elzenhagen Zuid - 1e urban villa EE hi 2020 o.v.b.
Centrumeiland blok 12 30** O3-4 2019
Ringspoorzone Noord, Kolenkit n.n.b.
Centrumeiland locatie 3 n.n.b.
Centrumeiland locatie 4 n.n.b.
Amstel Ill n.n.b.
Sluisbuurt- toren n.n.b.
Havenstraat (3e pilot) uitstel i.v.m. vernietiging Bestemmingsplan
“incl onzelfstandige
** schatting
3. De weg naar meer wooncoöperaties
© ©
Route 2: Transformatielocaties
Onderwerpen
= Verschillende scenario’s schetsen vanuit grote partijen met posities in
transformatiegebieden
= Specifiek instrumentarium
m= Locaties (zie ook nieuwbouw)
Verschillende scenario’s
Een groot deel van de geplande woningbouwproductie ligt in bestaande woon-
en vooral werkgebieden. Op deze locaties is vaak al sprake van erfpachters of
soms ligt het grondeigendom bij andere partijen dan de gemeente.
De wooncoöperatie maakt onderdeel uit van het bredere gesprek dat de
gemeente voert met partijen op transformatielocaties. Het zou mooi zijn
wanneer de wooncoöperatie met haar specifieke vorm juist kan helpen om
transformatielocaties tot ontwikkeling te brengen. Daartoe wordt een ronde
langs partijen op transformatielocaties gemaakt. Daarna wordt bekeken of en
welk specifiek instrumentarium voor transformatiegebieden nodig is.
3. De weg naar meer wooncoöperaties
®
Route 3: Ontwikkelbuurten
Onderwerpen = Bij ingrijpende renovatie, tijdelijk uitplaatsen, terugkeer en doorschuiven
kan erop geanticipeerd worden dat een vrijvallend complex zodanig
= Belang van de buurt een plek geven gerenoveerd wordt, waardoor het aansluit bij de wensen van een specifiek
= Verbinding met stedelijke vernieuwing initiatief (bijvoorbeeld ouderen in combinatie met voorzieningen,
= Voorrang ontmoetingsplek etc.).
= Locaties = Bij ingrijpende renovatie kan ook een complex aangeboden worden in de
coöperatieve vorm.
Belang van de buurt een plek geven = Een complex dat nog opgeknapt moet worden kan na uitplaatsing als “klus-
Vestiging van een wooncoöperatie moet aansluiten op de belangen van de buurt. coöperatie’ op de markt gezet worden voor een groep die graag zelf
Eén of twee wooncoöperaties zouden een gunstig effect kunnen hebben op opknapt.
de leefbaarheid en de sociale cohesie in een buurt doordat in het coöperatief
betrokkenheid, cohesie en (financiële) draagkracht zit. Wooncoöperaties maken Voorrang
zich over het algemeen ook sterk voor de bredere leefomgeving. Nog uit te zoeken of het een optie is om voorrang te verlenen aan specifieke
Het kan gaan om lagere of middeninkomens (doorstroom vanuit de buurt, groepen, bijvoorbeeld uit de buurt. Kan en mag dat onderdeel uitmaken van
vestiging van buiten de buurt). een concrete uitvraag?
Verbinding met stedelijke vernieuwing Locaties
Na afgifte van stadsvernieuwingsurgentie keert altijd een gedeelte niet terug, Voor het vinden van locaties zijn de trekkers van de ontwikkelbuurten
waardoor delen van complexen ‘vrij’ kunnen vallen. Hier ontstaat een situatie verantwoordelijk. Hierover moet daarna intensief overlegd worden met
die sterk lijkt op nieuwbouw. Er is een aanbod dat vraag mobiliseert. woningcorporaties, zo veel mogelijk over concrete complexen en locaties.
Het aanbod kan heel verschillend zijn, bijvoorbeeld:
= _Hetstedelijke vernieuwproces is zo ingrijpend (sloop/nieuwbouw), waardoor
vrije kavels ontstaan waar nieuwbouw op kan plaatsvinden
m= __Naingrijpende renovatie, tijdelijk uitplaatsen, terugkeer en doorschuiven,
komteen geheel opgeknapt complex beschikbaar dat aan een
wooncoöperatie aangeboden kan worden.
3. De weg naar meer wooncoöperaties
Route 4: Bestaande bouw
Onderwerpen Huidige afspraken gemeente en woningcorporaties
De gemeente heeft afspraken gemaakt met woningcorporaties wat betreft de
= Verschillende scenario’s vanuit bestaande voorraad woningcorporaties verkoop en liberalisaties van het corporatiebezit. De samenwerkingsafspraken
= Huidige afspraken gemeente en woningcorporaties lopen van 2015 tot en met 2019 en worden dit jaar herzien. De huidige
= Samenhang met andere gemeentelijke programma’s afspraken houden grofweg het volgende in:
= De voorraad sociale huurwoningen in bezit van corporaties diende per 1
Verschillende scenario’s vanuit bestaande voorraad woningcorporaties januari 2019 tenminste 162.000 woningen groot te zijn.
Op een aantal manieren kan een wooncoöperatie vanuit bestaande = Inde periode 2015-2019 mochten er gemiddeld over de hele periode 2.000
corporatievoorraad gerealiseerd worden. woningen per jaar worden verkocht. Daarnaast mochten er tot en met 2019
gemiddeld 1.000 woningen per jaar worden geliberaliseerd.
Van onderop = _Hettotaal aantal corporatiewoningen in de stadsdelen Centrum, Zuid en
Op initiatief van (deel van) bestaande bewoners die naar de corporatie de gebieden Oud West, Oostelijk Havengebied, Overhoeks en Houthavens
toestappen. Deze kans is alleen aanwezig wanneer bewoners al iets’ collectief mag niet dalen tot onder de 47.000.
met elkaar hebben: ontmoetingsruimte, gezamenlijk beheer tuin, woongroep. = Een aantal nieuwbouwlocaties is uitgesloten van verkoop van sociale
huurwoningen.
Van bovenaf Deze afspraken worden jaarlijks door de gemeente gemonitord en worden tot
Corporatie zoekt gecalculeerd een complex uit en biedt zittende bewoners de op heden ruimschoots nagekomen.
keuze: huurder blijven of onderdeel worden van de wooncoöperatie in
oprichting. Wanneer bijvoorbeeld tenminste 25% van de zittende bewoners mee Het is de bedoeling dat er eind 2019 nieuwe prestatieafspraken zijn gemaakt
doet aan de wooncoöperatie, is deze opgericht. De wooncoöperatie koopt het voor de periode 2020 tot en met 2023. In het coalitieakkoord heeft het college
complex (inclusief de zittende huurders). Elke keer wanneer iemand verhuist, is het voornemen uitgesproken dat er slechts bij hoge uitzondering sociale
de woning alleen beschikbaar voor iemand die mee gaat doen aan de huurwoningen van corporaties mogen worden verkocht. Nog niet vast staat
wooncoöperatie. Na 10 tot 15 jaar verandert het pand geleidelijk totdat het hoe dit gaat landen in de nieuwe prestatieafspraken. In het najaar van 2019
volledig een wooncoöperatie is. wordt onderhandeld over het bod van de corporaties op de gemeentelijke
inzet.
3. De weg naar meer wooncoöperaties
Route 4: Bestaande bouw - Belangrijke rol weggelegd voor woning-
corporaties
Samenhang met andere gemeentelijke programma's
De samenhang van wooncoöperaties met andere vormen van collectief wonen is
een manier is om nieuwe woonvormen te realiseren. Dit past bij het gemeentelijk
beleid op diverse thema’s, waaronder voor ouderen.
Een initiatiefgroep met een hogere gemiddelde leeftijd moet het zelf nog wel
kunnen en willen organiseren omdat het nog steeds complex is en een lange
adem vraagt van de initiatiefnemers.
Als de gemiddelde leeftijd van een groep ouderen vrij hoog is (75+)
kan het oprichten van een wooncoöperatie problematisch zijn. Als de wens er wel
is, kan een oplossing zijn om bewoners te mixen qua leeftijd, bijvoorbeeld
ook starters, studenten en gezinnen. Ook is het mogelijk om te letten op
voldoende jonge ouderen, dus 55-plussers in de groep, zodat er
voldoende mogelijkheid voor zorg voor elkaar is en er qua leeftijd van de
bewoners nog voldoende tijd is voor het realiseren van een wooncoöperatie.
De exacte behoefte van verschillende type bewoners (naar leeftijd, maar ook
andere kenmerken) rondom wooncoöperaties dient nader in kaart gebracht te
worden, zodat het aanbod nog beter op hen afgestemd kan worden. Een
onderzoek onder inwoners van bestaande woningen van woningcorporaties kan
hier aan bijdragen.
3. De weg naar meer wooncoöperaties
Benodigde randvoorwaarden voor meer wooncoöperaties
mn DHT
I I
I I
I I
I I
I I
|
3. De weg naar meer wooncoöperaties
. ®
Introductie van de Amsterdamse wooncoöperatiestandaard
Om de vier eerdergenoemde routes te faciliteren, werkt de gemeente Amsterdam In de pagina’s hierna wordt een aantal onderdelen van de Amsterdamse
toe naar de introductie van een ‘Amsterdamse wooncoöperatiestandaard ’, standaard verder uitgewerkt.
waarin de condities voor wooncoöperaties zijn vastgelegd. Dit schept helderheid
voor alle partijen (initiatieven, gemeente zelf, Autoriteit Woningcorporaties, Op het moment dat het aantal wooncoöperaties in Amsterdam echt gaat
corporaties, financiers, ontwikkelaars, etc.). Een standaard draagt bij aan het groeien, voorkomt het veel bureaucratie wanneer de Amsterdamse
wegnemen van de grootste obstakels voor collectieve initiatieven, zoals wooncoöperatiestandaard de instemming geniet van Rijk, de Autoriteit
beschreven in de inleiding van dit plan. Woningcorporaties (Aw) en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties
De standaard moet ook borgen dat de wooncoöperatie niet misbruikt wordt voor (AFCW). Het is daarom wenselijk om gezamenlijk op te trekken bij de
het verkrijgen van posities en aan het voorkomen van vormen van fraude zoals uitwerking van de voorwaarden.
illegale onderverhuur.
Wat hierbij helpt is dat het Rijk en de gemeente Amsterdam reeds hebben
Deze standaard heeft betrekking op: afgesproken om gezamenlijk te onderzoeken welke standaardafspraken
= Eisen aan wooncoöperatie: rechtsvorm, minimale eisen aan statuten, kunnen gelden voor de overdracht van woningcorporaties aan
bestuur, etc. wooncoöperaties, om de opschaling van deze verkopen beter mogelijk te
= _Beperkende voorwaarden: niet uitponden, toewijzen, inkomensgrenzen, maken.
huurprijzen (nu en in de toekomst) etc.
= Wijze waarop waarde woning (bestaande bouw) of grond (nieuwbouw) Maatschappelijke opgave
bepaald wordt De wooncoöperatie is een kleine gemeenschap die zelf bepaalt wie wordt
= Wijze waarop om wordt gegaan met de financiering en de rol van de toegelaten. Tegelijk heeft ook de wooncoöperatie net als andere spelers op de
gemeente hierin woningmarkt een maatschappelijke opgave. Het is niet de intentie van de
gemeente om de wijze waarop wooncoöperatie invulling geven aan hun
Deze condities worden vastgelegd in het beleid van de gemeente, bestaande maatschappelijke verantwoordelijkheid te gaan voorschrijven. Wel worden
verordeningen (huisvestingsverordening, doelgroepenverordening) en de wooncoöperaties gevraagd om hier zelf vorm aan te geven. Onderzocht wordt
erfpachtvoorwaarden. hoe dit op een goede manier een plek kan krijgen in de Amsterdamse
Het beheren van vastgoed bedoeld voor het sociale en middensegment en standaard.
daarmee van een deel van het maatschappelijk kapitaal, vragen om heldere en
zakelijke verhoudingen tussen gemeente, wooncoöperaties en corporaties. De
Amsterdamse wooncoöperatiestandaard regelt dit.
3. De weg naar meer wooncoöperaties
© ® © ©
Huisvestingsverordening en Doelgroepenverordening (1/2)
Onderwerpen Bij wooncoöperaties bestaande bouw kan aangesloten worden op dezelfde
inkomenseisen.
= Eisen doelgroep, o.a. inkomen en bijzondere doelgroepen Of en in hoeverre de gemeente coöperaties ook eisen wil meegeven omtrent de
= Spelregels coöptatie/toewijzing, gebruik Woningnet en wachtlijsten plaatsing van bijzondere doelgroepen, dient nog nader te worden bepaald.
Hierbij is de wens dat de wooncoöperaties zo veel mogelijk zelf met dit soort
Eisen doelgroep, o.a. inkomen en bijzondere doelgroepen initiatieven komen en de gemeente dit niet allemaal hoeft dicht te regelen.
De gemeente Amsterdam beschikt sinds kort (8 mei 2019) over een
Doelgroepenverordening. In deze verordening is geregeld dat de gemeente per Spelregels coöptatie/toewijzing, gebruik Woningnet en wachtlijsten
deelgebied van een bestemmingplan een bepaald percentage van de De toewijzing van sociale huurwoningen is geregeld in de
nieuwbouwwoningen moet worden gerealiseerd in bepaalde huurprijsklassen. Huisvestingsverordening. Sociale huurwoningen worden momenteel via
De aanvangshuren worden voorgeschreven. In de Doelgroepenverordening WoningNet (woningcorporaties) of door particulieren op eigen wijze
wordt gesproken van sociale huurwoningen en van middeldure huurwoningen. geadverteerd. De selectie vindt plaats op basis van criteria omtrent wie voor
Die bovengrens voor een sociale huurwoning bedraagt € 720,42 (prijspeil 2019). welke woning in aanmerking kan komen (doelgroep, passendheid), wie
De bovengrens voor een middeldure huurwoning is bepaald op € 1.000,35 wanneer aan de beurt is (volgorde inschrijfduur), en wie er door zijn
(prijspeil 2019). Tevens is bepaald dat de genoemde woningen in de aangegeven omstandigheden voorrang kan krijgen op andere woningzoekenden (urgentie).
prijsklassen, bedoeld zijn voor bepaalde inkomensgroepen. De inkomensgrens Wooncoöperaties worden nu niet genoemd in de Huisvestingsverordening. Een
voor de doelgroep voor sociale huur bedraagt € 44.360 (prijspeil 2019). De huisvestingsvergunning voor deze woningen is wel verplicht als woningen van
inkomensgrens voor de doelgroep voor middeldure huurwoningen ligt op wooncoöperaties een huur kennen onder de € 720,42, dan wel onder de € 971
maximaal 1,58 keer de DAEB-norm. In 2019 is dit bedrag € 60.095,30. Dit bedrag bij nieuwbouw.
wordt jaarlijks geïndexeerd. Er zijn thans in enkele (nieuwbouw)complexen van woningcorporaties wensen
Deze bedragen zijn voor de feitelijk toewijzing (en verlening van de voor toewijzing in eigen hand, namelijk via coöptatie. Bij coöptatie wijzen de
Huisvestingsvergunning) ook opgenomen in de Huisvestingsverordening. zittende bewoners zelf toe en wordt van het algemene aanbodinstrument
(WoningNet) geen gebruik gemaakt. Motivatie speelt hierbij een zeer
De doelgroepenverordening ziet toe op de te realiseren nieuwbouwwoningen. Er belangrijke rol. Motivatie is nog niet beschreven in
wordt niet specifiek gesproken over soorten eigenaren. Ook wooncoöperatieven de Huisvestingsverordening. Paragraaf 2.5 Experimenten gaat niet in
die zelf gaan bouwen (nieuwbouw/transformatie), zouden hier onder kunnen op criteria die van toepassing zouden kunnen zijn. In de nieuwe
vallen. Dit is nader uit te werken. Huisvestingsverordening per 1 januari 2020 wordt deze
paragraaf gewijzigd en wordt een nieuwe nadere regel over experimenten van
kracht.
3. De weg naar meer wooncoöperaties
Huisvestingsverordening en Doelgroepenverordening (2/2)
Spelregels coöptatie/toewijzing, gebruik Woningnet en wachtlijsten
(vervolg)
Voor toewijzing van sociale huurwoningen via coöptatie heeft de gemeente
Amsterdam een experimenteerregeling in het leven geroepen.
Het college beslist over elke aanvraag tot een experiment. Er lopen inmiddels een
aantal experimenten (o.a. Akropolis) en er zijn enkele aanvragen in behandeling
(o.a. in de van der Pekbuurt). Een experiment duurt twee jaar. Daarna wordt
bekeken (evaluatie) of en wat er zou moeten veranderen.
Ook stelt de Huisvestingsverordening dat maximaal 10% van het jaarlijkse
woningaanbod in een experiment mag komen.
3. De weg naar meer wooncoöperaties
Erfpacht (1/2)
Onderwerpen = De verhuurde woningen middels een inkomenscriterium bij de juiste
doelgroep terechtkomen;
= Mogelijkheid nieuwe algemene bepalingen = De coöperatie voor eenieder toegankelijk is en dat schaarste op een
=__ Aansluiten bij bestaande bepalingen: 2 mogelijkheden eerlijke en transparante wijze wordt verdeeld.
Het is de ambitie om één erfpachtstandaard te ontwikkelen voor alle Het opstellen van nieuwe algemene bepalingen is echter om meerdere redenen
wooncoöperaties. Het betreft daarbij zowel nieuwbouwcoöperaties, zoals de nu af te raden, waarvan de belangrijkste is dat het een (nieuwe) variant creëert
lopende pilots, als wooncoöperaties die bezit van corporaties overnemen. Ook binnen een toch al complex erfpachtlandschap. Met de invoering van het
kan het gaan om overige erfpachtrechten die omgezet moeten worden, eeuwigdurende erfpacht heeft de gemeente gehoor gegeven aan de wens het
bijvoorbeeld op transformatielocaties. We gaan er hierbij van uit dat de Amsterdamse erfpachtstelsel juist te versimpelen.
wooncoöperatie de erfpachter wordt. Het verdient dan ook de voorkeur voor de wooncoöperaties aan te sluiten bij
bestaande AB's en deze waar nodig aan te passen in combinatie met de
Mogelijkheid nieuwe algemene bepalingen bijzondere bepalingen en het opstellen van apart erfpachtbeleid voor de
De gemeente heeft een aantal mogelijkheden voor het faciliteren van wooncoöperaties.
wooncoöperaties bij bestaande erfpachtrechten, waaronder het opstellen van
nieuwe algemene bepalingen (AB’s). Aansluiten bij bestaande bepalingen
Er zijn twee mogelijke algemene bepalingen waar wooncoöperaties onder
Bij de gezamenlijke behandeling van de Overstapregeling, het Beleid zouden kunnen vallen: AB1998 (voor woningcorporaties) en AB2016 (nieuwe
Grondwaardebepaling en het aanvullende erfpachtbeleid zeven moties eeuwigdurende erfpachtstelsel)
aangenomen, waaronder motie 813 van de leden Dijk, Van Osselaer, N.T. Bakker
inzake de Overstapregeling (erfpachtkorting coöperaties middeldure en sociale Belangrijke notie is dat de algemene bepalingen de algemene zaken zoals
huur), waarin het college wordt verzocht apart erfpachtbeleid te ontwikkelen looptijd e.d. regelen en dat veel zaken die voor wooncoöperaties van belang
voor coöperaties gericht op sociale huur en middeldure huur, waarbij men een zijn, zoals het verbod op uitponden (verbod op splitsen van het erfpachtrecht
aangepaste prijs krijgt indien: en verbod op overdracht) en de beperkingen aan de huurstijging via de
= In destatuten vast wordt gelegd dat men sociale huur of middeldure huur bijzondere bepalingen te regelen zijn.
verhuurt (rekening houdend met indexering);
= Inde statuten wordt vastgelegd dat de statuten alleen na instemming van
college van B&W kunnen worden gewijzigd;
3. De weg naar meer wooncoöperaties
Erfpacht (2/2)
Aansluiten bij bestaande bepalingen (vervolg)
ET TTS NT De verschillende karakteristieken van beide type Algemene
Soort recht / Voortdurend recht - tijdvakken van 75 jaar. Eeuwigdurend recht - geen tijdvakken. Bepalingen en de betekenis van de keuze voor de omzetting
Toestemming Schriftelijke toestemming nodig van de Geen toestemming nodig van de gemeente. medewerkers van de gemeente Amsterdam in kaart
het erfpachtrecht voorwaarden verbinden. - ——— - - Alleen standaard voor bijzondere bepalingen
Toestemming tot Schriftelijke toestemming nodig van de Schriftelijke toestemming nodig van de Het kan zijn dat de keuze voor een standaard AB voor alle
wooncoöperaties leidt tot ingewikkeld aanvullend beleid.
erfpachtrecht voorwaarden verbinden. voorwaarden verbinden. Om omzetting vanuit verschillende bestaande AB’s mogelijk
te maken kan het ook aantrekkelijk zijn alleen een standaard
indexering, of Afkoop. indexering, of Afkoop. te maken voor de bijzondere bepalingen. Die bijzondere
Overig Voor een coöperatie moet (wellicht per geval) AB2016 kunnen op alle erfpachters van bepalingen betreffen dan het verbod op splitsen, het verbod
worden vastgesteld of deze valt onder “een toepassing zijn (ook woningcorporaties, op verhandelen, de beperking aan de huurstijging en
instelling die naar oordeel van Burgemeester ook coöperatie). eventuele eisen aan statuten.
en Wethouders voldoende werkzaam is in het
belang van de Amsterdamse De keuze voor het geldende erfpachtregime is nader te
Volkshuisvesting” (art. 2.h.). Voldoet een maken op basis van de uitgezochte voor- en nadelen van de
coöperatie hier niet aan, dan kunnen de hiervoor beschreven varianten.
AB1998 niet van toepassing worden Ook dient hierbij rekening gehouden worden met
verklaard. achtervang bij failissement.
Herziening AB’s De AB’s kunnen in overleg met de Een eventuele herziening geldt ten opzichte
woningcorporaties en de AFWC herzien van alle erfpachters.
worden, de coöperatie zouden daar niet in
meegenomen hoeven worden. Niet duidelijk
of de herziening dan ook de coöperaties
aangaat.
3. De weg naar meer wooncoöperaties
Waardebepaling
Onderwerpen Totstandkoming grondprijs (nieuwbouw)
In het geval van een wooncoöperatie in het sociale segment geldt in
= Waardebepaling woning (bestaande bouw) principe een vaste lage grondprijs op basis van een minimaal oppervlak van de
=__ Totstandkoming grondprijs (nieuwbouw) woning en een maximale huurprijs, zoals geldt voor de pilots wooncoöperaties.
Wanneer sprake is van een wooncoöperatie in het middensegment wordt
Waardebepaling woning (bestaande bouw) aangesloten op de nog in ontwikkeling zijnde prijs voor middensegment
Wanneer inderdaad vastgoed wordt overgedragen aan de wooncoöperatie moet (zonder uitponden).
de waarde bepaald worden. Wanneer helder en eenduidige vastligt dat nooit Gemengde projecten zullen een ‘gemengde’ grondprijs kennen.
uitgepond kan worden, dat huren op een van te voren bepaald niveau blijven en
dat de toewijzing voor een van te voren bepaalde inkomensgroep is, kan worden
verkocht tegen een maatschappelijke prijs. De hoogte van de prijs wordt bepaald
door de netto huuropbrengst. Deze maatschappelijke prijs zal altijd beneden een
marktconforme prijs zijn die geldt voor vrije sector woningen.
Een maatschappelijke prijs zal leiden tot discussie met de corporaties. Zij zullen
bij verkoop een hogere opbrengst in hun hoofd hebben. In hun beleving nemen
zijn afscheid van de woningen en willen ze in dat geval de hoofdprijs. Het idee dat
woningen voor de sociale sector behouden kunnen blijven zonder dat ze in bezit
zijn van een corporatie heeft nog weinig draagvlak in de corporatiewereld.
Bij verkoop in het middensegment zal deze discussie minder scherp zijn. De
maatschappelijke prijs voor middensegment ligt hoger. Wanneer verkoop in het
middensegment de corporatie voldoende investeringsmiddelen oplevert om een
sociale woning in de nieuwbouw te realiseren, dan blijft het sociale segment op
peil terwijl het middensegment groeit.
In de komende periode onderzoeken we op welke wijze bepaling van de
maatschappelijke prijs kan plaatsvinden en of dat op zelfde wijze kan als het
vaststellen van de beleidswaarde.
3. De weg naar meer wooncoöperaties
Financiering
Onderwerpen Achtervang en terugvaloptie bij faillissement
De gemeente is terughoudend m.b.t. problemen die feitelijk bij andere
= __Achtervangen terugvaloptie bij faillissement instituties liggen (in dit geval de banken). Echter, de gemeente kan wel een
doorslaggevende factor zijn bij financieringsbeslissingen van banken. Als de
De Nederlandse banken zijn (nog) niet ingespeeld op de financieringsvraag van gemeente vertrouwen heeft in een wooncoöperatie zal de bank er ook sneller
wooncoöperaties. vertrouwen in hebben.
Wooncoöperaties opereren, omdat zij veelal bestaan uit groepen particulieren, Garantstellingen hebben niet de voorkeur. Een garantie geef je op het moment
op het snijvlak van zakelijke en particuliere financiering. De scheiding tussen dat het goed gaat. Bij lange looptijden raken deze uit het oog en daarmee
particuliere markt en zakelijke markt wordt bij (Nederlandse) banken steeds kunnen ze onverwacht opeens opspelen. En tweede nadelig effect is dat het
groter. Particuliere financiering wordt steeds meer aan regels gebonden (o.a. niet disciplineert (niets doen is ook een optie).
zorgplicht). Dit leidt tot relatief hoge rentes en/of de inschatting dat financiering Bovendien heeft de gemeente landelijke regelgeving om rekening mee te
te risicovol is of het financieren past niet in de bedrijfsvoering vanwege het houden:
maatwerk en de daarmee gepaarde hoge afhandelingskosten. = Wet markt en overheid
Hypothecaire financiering is in Nederland gericht op individuele koopwoningen. = Verdenking op ongewenste staatsteun
Wooncoöperaties zijn hierdoor aangewezen op zakelijke financiering, met als
nadelen: de al eerder genoemde hogere rentes en korte looptijden leningen (5-10 In de komende tijd gaan we verder uitzoeken welke vorm van achtervang en
jaar) en het ontbreken van de mogelijkheid om annuïtair af te lossen. terugvaloptie bij faillissement door gemeente wel mogelijk en wenselijk is:
Wooncoöperaties bouwen wel (een deel van) de woningen in het sociale Solidariteitsfonds, Lening door gemeente, Opstal in erfpacht uitgeven, etc.
huursegment maar kunnen geen gebruik maken van gunstige Hierin nemen we mee welke zekerheden banken (minimaal) nodig hebben.
leningsvoorwaarden en garantiestellingen die wel gelden voor toegelaten Hiervoor maken we een ronde langs meerdere banken.
instellingen.
Daardoor ontstaat een aantal knelpunten: moeite met financiering plankosten
(bij nieuwbouw), moeite met vinden van andere bronnen van financiering (bank
geeft max. 70%), beperkte beschikbaarheid van eigen vermogen, hogere rentes
en kortere looptijden dan bij hypothecaire lening.
3. De weg naar meer wooncoöperaties
Ad ee. © Ad
Mogelijke kans: De Amsterdamse Wooncoöperatie Maatschappij
Het verdient de aanbeveling om de optie te verkennen voor de oprichting van
een Amsterdamse Wooncoöperatie Maatschappij (AWM), zowel voor bestaande
bouw als voor nieuwbouw.
Een corporatie verkoopt dan het vastgoed niet aan de wooncoöperatie, maar aan
de AWM. De AWM wordt bestuurd door deelnemende corporaties, de gemeente
en de deelnemende wooncoöperaties, De AWM regelt de financiering en houdt
toezicht op naleving van de Amsterdamse wooncoöperatiestandaard.
Naarmate meer initiatieven gerealiseerd worden en meer wooncoöperaties deel
nemen aan de AWM, doen de gemeente en corporaties stappen terug. De AWM
wordt steeds meer een koepel van de wooncoöperaties zelf om uiteindelijk
alleen bestuurd te worden door alle deelnemende wooncoöperaties.
De AWM kan ook een rol spelen in nieuwbouw, transformatie en
ontwikkelbuurten bij het realiseren van sociaal segment.
Redenen om mogelijk de AWM te starten zijn:
= Het biedt initiatieven een ondersteunende structuur en financiering die het
voor hen makkelijker maakt zonder zeggenschap kwijt te raken;
= Het neemt mogelijk koudwatervrees bij de woningcorporaties weg. Vastgoed
wordt niet aan initiatieven overgedragen, maar aan de AWM;
= De AWM biedt een structuur die langer mee gaat en daarmee ondersteunend
is aan langetermijndoelstellingen.
4, Acties en mijlpalen 2019-2040
A. Acties en mijlpalen 2019-2040
Ad ®
De komende tijd gaan we aan de slag met de volgende acties
Actieprogramma Vervolgproces kwartiermaker
Dit document is ook te beschouwen als de startnotitie voor een langer lopend Kwartiermaker wooncoöperaties gaat door tot en met december. Taken:
Actieprogramma. We zijn nog wel even bezig. Er moeten concrete locaties = meedenken en mee-organiseren publieke consultatie en communicatie
gevonden worden. Randvoorwaarden dienen verder uitgewerkt worden. Nieuwe = inhoudelijk meedenken bij alle opgesomde uitwerkingen
beleidsregels moeten bekrachtigd worden. Een ondersteuningsstructuur voor = trekken overkoepelende werkgroep voor ‘Amsterdamse standaard’
initiatieven moet worden opgebouwd. = bewaken voortgang van de uitwerkingen
Dit dient geborgd te worden in de organisatie. In een volgende fase bedenken we = gesprekken met partijen in transformatiegebieden
hoe deze borging het beste vorm kan krijgen. Op een wijze waarbij de ambitie en = nieuwe ronde met corporaties gericht op het zoeken naar consensus (in
voortgang zichtbaar en controleerbaar blijven. Tegelijk zal borging ook vragen nauwe afstemming met traject prestatieafspraken)
om extra capaciteit. Niet alles kan in de lijn geregeld worden. Voor het uitwerken = voorbereiden bestuurlijk besluitvorming uitwerkingen
van de randvoorwaarden is tijdelijk extra inzet nodig, maar andere zaken vragen
om structurele capaciteit. In een volgende fase wordt dit scherper in beeld Vervolgproces, gemeentelijke inzet
gebracht. Het is niet alleen de gemeente die meer in beweging moet komen. Dat De vier routes worden in portefeuille genomen door een ambtelijk trekker. Dit
geldt ook voor andere stakeholders. Dit vraagt ook om een goed heeft een structureel karakter.
communicatieplan zodat alle relevante partijen bereikt worden. Daarnaast gaan 3 mensen tijdelijk aan de slag voor de uitwerkingen onder
regie van de kwartiermaker. Deze zijn:
Augustus - November 2019 = _ Uitwerker Huisvestingsverordening/Doelgroepenverordening
= Uitzoeken en uitwerken van voorstellen in dit document = _Uitwerker Erfpacht en grondwaarde
= __ Communiceren over ambities van de gemeente = __Uitwerker Financiering en waardebepaling bestaand vastgoed
= Uitvoeren van onderzoek naar doelgroep wooncoöperaties en behoeften
= Inventariseren aantal concrete locaties voor realiseren kortetermijnambities Daarnaast zal het nodig zijn om voor de ondersteuning bij specifieke
in nieuwbouw en bestaande bouw, zo mogelijk in gang zetten locaties/projecten capaciteit te organiseren. Hier wordt aan gewerkt.
= __ Afstemming met proces van prestatieafspraken, meedenken over Tot slot zijn er twee accountmanager(s) wooncoöperaties, één binnen
gemeentelijke inzet en de wijze waarop overeenstemming met corporaties gemeente en één iemand van [WOON, Samen met hen wordt uitgewerkt hoe
bereikt kan worden een professionele ondersteuningsstructuur voor initiatieven wordt
opgebouwd.
November/December 2019
= _ Doorlopen van bestuurlijke besluitvorming op een aantal cruciale punten Rapporteren
Elk half jaar zal gerapporteerd worden over de voortgang.
Bijlage 1. Betrokken personen
Bijlage 1. Betrokken personen
Betrokken personen
Bij de totstandkoming van dit plan zijn tussen april en juni 2019 medewerkers uit Om informatie op te halen en te werken aan draagvlak, zijn gesprekken
verschillende onderdelen van de organisatie betrokken geweest. gevoerd met een brede vertegenwoordiging van partijen.
Kernteam Gesprekken gevoerd met:
Maarten van Poelgeest
Jeannette Kuipers - Stichting [WOON
Marije Raap - Federatie Amsterdamse Huurdersorganisaties (FAH)
Jane Fain - Amasterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC)
- Platform Wooncoöperaties Amsterdam
Projectteam - de Amsterdamsche Coöperatieve Woningvereeniging ‘Samenwerking’
Ingrid Turpijn
Sandra Hermans - Public Value
Liset Reinecke -Van Nimwegen
Angelique Bor - Rotterdams Woongenootschap
Elly van Sluijs
Yvonne Grooten - Stadgenoot
Clemens Mol -Eigen Haard
Caja Oudemans -Rochdale
Ivo Hamelynck -De Key
Simina Jonker - Woonzorg Nederland
Monique Brok -Habion
- Ymere
Ambtelijk opdrachtgevers - De Alliantie
Max van Engen -DUWO
Pierre van Rossum
- Ministerie van BZK
| Onderzoeksrapport | 38 | train |
VN2023-023340 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
Zo Jeugd en % Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 22 november 2023
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Jeugd({zorg)
Agendapunt 5
Datum besluit College van B&W, 17 oktober 2023
Onderwerp
Instemmen met de raadsvoordracht over ‘Verordening tot wijziging van de Verordening verlening
uitsluitend recht aan de Stichting Ouder- en Kindteams (OKT)'.
De commissie wordt gevraagd
1. In te stemmen met de raadsvoordracht over de “Verordening tot wijziging van de Verordening
uitsluitend recht aan de Stichting Ouder en Kindteams Amsterdam”.
Wettelijke grondslag
Artikel 149 van de Gemeentewet en de artikel 2.9, 2.12 en 8.1.1 derde lid van de
Jeugdwet en artikel 8b van de Regeling Jeugdwet.
Bestuurlijke achtergrond
- 4 maart 2014: collegebesluit voor het instellen van een Joint Venture voor de organisatie van het
OKT.
-8 mei 2018: college stemt in met:
* het oprichten van de Stichting OKT Amsterdam en het sluiten van een inkoopovereenkomst met
de Stichting;
* het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst met Stichting OKT, de GGD
jeugdgezondheidszorg en de Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG) Zorgontwikkeling
BV.
- 28 juni 2018 heeft de gemeenteraad verklaard geen wensen en bedenkingen te hebben tegen de
oprichting van de Stichting OKT Amsterdam en heeft de Verordening verlening uitsluitend recht
Stichting OKT vastgesteld.
-15 september 2020 heeft het college ingestemd met de invlechting van SamenDOEN in de
Stichting OKT en het sluiten van een addendum bij de inkoopovereenkomst met de Stichting.
- 21 november 2020 heeft de gemeenteraad de Verordening tot wijziging van de Verordening
verlening uitsluitend recht Stichting OKT vastgesteld.
- Op 11 juli 2023 heeft het college ingestemd met het voorbereiden van een nieuwe
inkoopovereenkomst tussen de gemeente en Stichting OKT voor de periode 2024-2029.
- Op 17 oktober 2023 heeft het college ingestemd met de inkoopovereenkomst 2024-2029 en
bijbehorende bijlagen.
Reden bespreking
In 2018 heeft de gemeenteraad ingestemd met de oprichting van Stichting OKT Amsterdam en
het verlenen van een uitsluitend recht aan de Stichting. Het verlenen van het uitsluitend recht is
gerealiseerd door vaststellen van de Verordening verlening uitsluitend recht aan Stichting OKT
Gegenereerd: vl.21 1
VN2023-023340 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: - OZA
Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 22 november 2023
Ter advisering aan de raad
door de gemeenteraad. De Verordening geeft het college de bevoegdheid om met Stichting
OKT een overeenkomst te sluiten voor het uitvoeren van dienstverlening op het gebied van
basis jeugdhulp. Het alleenrecht, ook wel uitsluitend recht genoemd, is een vitzondering in de
Aanbestedingswet 2012 op grond waarvan een opdracht gegund kan worden aan een specifieke
partij zonder daarvoor een aanbestedingsprocedure te doorlopen. De alleenrechtconstructie biedt,
na vitgebreid (juridisch) onderzoek naar alternatieve vormen zoals subsidiëren en aanbesteden, de
meest stabiele gunningsvorm ten behoeve van de continuïteit van de Stichting OKT als belangrijke
partner en spil in het jeugdstelsel.
De bestaande inkoopovereenkomst 2019-2023 eindigt per 31 december aanstaande. Het college
heeft op 17 oktober jl. besloten opnieuw een overeenkomst te sluiten met Stichting OKT. De
opdracht aan Stichting OKT is in de nieuwe overeenkomst uitgebreid met taken op het gebied van
het coördineren van preventieve (jeugdhulp}activiteiten in de wijk. Daarmee wordt de preventieve
rol van het OKT versterkt en de taak van het OKT om preventieve activiteiten in samenhang met
het aanbod Aanvullende Preventie Opvoeden en Opgroeien (APOO) en partners in de sociale
basis te organiseren. Deze ontwikkeling draagt bij aan het versimpelen van het Amsterdamse
Jeugdstelsel, daar waar nu verschillend aanbod te gefragmenteerd bij verschillende partijen is
belegd. Daarnaast is er een taakuitbreiding op het bieden van basis jeugdhulp aan gezinnen met
onveilige opvoedsitvaties. Deze taakverbreding hangt samen met de voorbereidingen die worden
getroffen in het kader van het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming. Daarbij krijgen lokale
teams de opdracht om de vrijwillige jeugdbeschermingszaken over te nemen van de Gecertificeerde
Instellingen. Vanwege deze uitbreiding is wijziging van de Verordening over het alleenrecht
noodzakelijk.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.21 2
VN2023-023340 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZA
ij msterdam
Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 22 november 2023
Ter advisering aan de raad
AD2023-081750 1.Raadsvoordracht OKT uitsluitend recht raad nov 2023 (oo2).docx (msw12)
2. BEKENDM. Wijziging Verordening verlening uitsluitend recht OKT
AD2023-080379
Stichting.docx (msw22)
AD2023-080378 Commissie OZA Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD, Jeugd en Zorg, Renee Schuit, [email protected], 06-18728395 OJZD, Jeugd en
Zorg, Jaap Lemereis; j.lemereis@&amsterdam.nl, 06-10266086.
Gegenereerd: vl.21 3
| Voordracht | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 481
Publicatiedatum 17 mei 2019
Ingekomen onder N
Ingekomen op donderdag 9 mei 2019
Behandeld op donderdag 9 mei 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma en Marttin inzake de “Onderwijsagenda:
het onderwijsaanbod in Amsterdam” (maak medezeggenschap inzichtelijk)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de “Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in
Amsterdam” van het OSVO (Gemeenteblad afd. 1, nr. 434).
- de Onderwijsagenda het fundament vormt van het Regionaal Plan Onderwijs (RPO)
en voornemens bevat die betrekking hebben op schoolbesturen en op individuele
scholen, zeker op locaties waar veranderingen zijn voorzien;
- de wet Medezeggenschap vereist dat deze plaatsvindt op belangrijke beslissingen,
waaronder de voornemens die moeten leiden tot een RPO:;
- goede medezeggenschap leidt tot beter bestuur:
- de medezeggenschap plaats moet vinden op het organisatieniveau waar de
voornemens betrekking op hebben, op schoolniveau waar het gaat om concrete
belangrijke veranderingen per school, en eventueel ook op bovenschools niveau bij
voor meerdere scholen geldende voornemens;
- tot dusverre niet duidelijk is of medezeggenschap plaatsvindt;
- het goed is dat bij belangrijke voornemens, waaronder soms ook moeilijke of pijnlijke
keuzes, medezeggenschap plaatsvindt;
- de agenda wordt opgesteld door schoolbesturen waarbij met de gemeente een op
overeenstemming gericht overleg moet worden gevoerd (00GO),
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Om als voorwaarde voor de te bereiken overeenstemming tussen gemeente en
samenwerkende bevoegde gezagsorganen over het regionaal plan
onderwijsvoorzieningen 2020-2025 (RPO) te stellen dat een overzicht wordt gegeven
waarin per school waar een belangrijke verandering plaatsvindt staat hoe de
medezeggenschap is verlopen.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
A.A.M. Marttin
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
CC: Vaste kamercommissie OCW, woordvoerders onderwijs
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
Datum 2 juli 2020
Behandeld door P_ Euwe
Onderwerp Studiefinanciering als gift voor afgestudeerde pabo studenten
Geachte minister van Engelshoven,
Amsterdamse studenten die ik spreek zijn onverdeeld positief over de halvering van het
collegegeld in het eerste en tweede jaar voor alle lerarenopleidingen. Dit geldt ook voor de korting
op het collegegeld bij het volgen van een tweede lerarenopleiding. Ze geven bijvoorbeeld aan dat
door deze korting het volgen van een lerarenopleiding binnen hun financiële bereik lag. Ik ben
verheugd met deze besluiten die maken dat het wel of niet leraar worden minder afhankelijk is van
je financiële situatie, of die van je familie.
Vanwege het nijpende lerarentekort en de positieve effecten van deze korting op het collegegeld,
is in de gemeenteraad een motie van de partij DENK aangenomen die het college van B&W
verzoekt een oproep aan het kabinet te doen om de studiefinanciering van pabo studenten om te
zetten naar een gift bij het behalen van een diploma. De indieners constateren daarnaast dat het
lerarentekort kansenongelijkheid in de hand werkt, en het leenstelsel jongeren ervan weerhoudt
te studeren.
Ondanks de kortingen op het collegegeld en de hogere toestroom van circa 11% zien we dat de
aanmeldingen voor de pabo's nog steeds achterblijven op de grote vraag naar nieuwe leraren. Het
wegnemen van financiële drempels heeft naar verwachting ook een positief effect op de
diversiteit onder pabostudenten.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 2 juli 2020
Pagina 2 van 2
Ik hoop dat u het wegnemen van financiële drempels, door de studiefinanciering van
afgestudeerde pabo studenten om te zetten naar een gift, wilt overwegen. Amsterdam stelt zich
graag ter beschikking om een pilot mogelijk te maken.
Met vriendelijke groet,
| A ) ko
HY ee
SS A
Marjolein Moorman
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
kr 5007100 X Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 22 maart 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 8
Datum besluit College van B en W 31 januari 2023
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief van motie 168 d.d. 17 februari 2022 van de raadsleden
Boomsma (CDA) en Ernsting (GL) en voormalige raadsleden Van Lammeren (PvdD) en Van Soest
(PvdO) inzake inventariseer kansen voor en stuur op nieuwe ligplaatsen.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 168 van de leden
Boomsma (CDA) en Ernsting (GroenLinks) en de voormalige leden Van Lammeren (Partij voor de
Dieren) en Van Soest (Partij van de Ouderen) inzake inventariseer kansen voor en stuur op nieuwe
ligplaatsen.
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Op 17 februari 2022 heeft de raad bij de bespreking van de protocollen over woonbootverplaatsingen
motie 168 aangenomen van van de leden Boomsma (CDA) en Ernsting (GroenLinks) en de
voormalige leden Van Lammeren (Partij voor de Dieren) en Van Soest (Partij van de Ouderen) inzake
inventariseer kansen voor en stuur op nieuwe ligplaatsen, waarin het college wordt gevraagd om (let
op, noem alle verzoeken!):
1. Te inventariseren op welke plekken in de stad nog ruimte is en waar kansen liggen voor het
creëren van extra tijdelijke en permanente ligplaatsen
2. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in een vroeg stadium de kansen te onderzoeken voor en te
sturen op het creëren van nieuwe ligplaatsen voor woonboten
3. Daarbij te bezien of nieuwe ligplaatsen eerst kunnen worden gereserveerd voor de mogelijke
verplaatsing.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.5 1
VN2023-007100 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie RO van 22 maart 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
N.v.t.
Geheimhouding
N.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
N.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, motie 168.22.
Welke stukken treft v aan?
1. Motie Boomsma c.s. inventariseer kansen voor en stuur op nieuwe
AD2023-017444 ‚
ligplaatsen.pdf (pdf)
AD2023-017445 2. Raadsinformatiebrief_afhandeling_motie168 ligplaatsen.pdf (pdf)
AD2023-017446 | Commissie RO (a) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Chris Rümke, bestuurszaken.RD @amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | val |
Bijlage jurisprudentie-overzicht en bufferzones in het buitenland inzake demonstraties bij
abortusklinieken
Rb. Limburg 5 maart 2019 (voorlopige voorziening *)
Allereerst overweegt de rechtbank Limburg in 2019* dat de maatregel dat demonstranten aan de overkant van
de kliniek dienen te staan proportioneel is, onder andere omdat het nog voldoende binnen zicht- en
geluidsafstand van de abortuskliniek is. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester het besluit niet heeft
kunnen nemen op basis van de bescherming van de gezondheid of het belang van het verkeer, maar wel ter
bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Daarbij acht de rechter van belang dat betogers tijdens
eerdere demonstraties bezoeksters actief benaderden, hetgeen de betrokken vrouwen als zeer hinderlijk
hadden ervaren, en dat een van de betogers zich tijdens een eerdere demonstratie niet aan de voorschriften
had gehouden. De burgemeester heeft betrokken dat de receptioniste van de abortuskliniek de politie om
bijstand verzocht, omdat bezoeksters van de abortuskliniek onheus worden bejegend.
Rb. Noord-Holland 21 juli 2020 (voorlopige voorziening *)
In een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland in 2020? oordeelt de rechter nogmaals dat het voorschrift
dat demonstranten aan de overzijde van de abortuskliniek in Heemstede staan is gerechtvaardigd. De
burgemeester heeft betrokken dat de gemeente van omwonenden en de kliniek meldingen heeft ontvangen
dat de wijze van demonstreren als hinderlijk en intimiderend wordt ervaren. Vooral het direct aanspreken en
folders in de handen drukken van voorbijgangers, bezoeksters en personeel van de kliniek wordt als
intimiderend ervaren. Deze stellingen zijn onderbouwd met meldingen van de abortuskliniek,
politiemeldingen en enkele foto’s.
Het als onderdeel van een demonstratie gemeenschappelijk aanspreken van bezoekers op hun individuele
gebruik van de abortuskliniek is volgens de rechter een wanordelijkheid die een beperking rechtvaardigt,
omdat dit gedrag bezoekers van de abortuskliniek onevenredig hindert in het vitoefenen van hun rechten uit
de Wet afbreking zwangerschap. Vanaf de overkant van de kliniek kunnen de demonstranten hun
gemeenschappelijke mening bovendien nog voldoende laten horen. Daarnaast overweegt de rechter in deze
uitspraak dat het aanspreken van individvele bezoekers ‘niet meer het uitdragen van een maatschappelijk
probleem, maar het aankaarten van een individuele zaak bij een individueel persoon’ betreft en daarom niet
meer onder het demonstratierecht valt. Bij deze laatste overweging, dat het individueel aanspreken van
kliniekbezoekers niet meer onder het demonstratierecht zou vallen, worden door rechtswetenschappers
kritische kanttekeningen geplaatst. Ook in de latere rechtszaken wordt deze redenering niet herhaald.
Rb. Midden-Nederland 12 april 2021 (voorlopige voorziening *)
Zo oordeelt de rechtbank Midden-Nederland in een latere uitspraak uit 20213 dat het feit dat anti-
abortusdemonstranten flyers uitdelen en daarbij bezoekers van de abortuskliniek aanspreken niet maakt dat
er geen sprake is van een beschermde demonstratie. Het betreft in deze zaak een besluit van de burgemeester
van Almere, die ter voorkoming van wanordelijkheden onder andere de beperking stelde dat anti-
abortusdemonstranten enkel folders aan kliniekbezoekers aan mochten bieden, zonder hen daarbij
persoonlijk aan te spreken. De rechter overweegt dat er geen sprake was van een reële vrees voor
wanordelijkheden. Demonstraties voor de abortuskliniek vonden in Almere al jaren zonder incidenten plaats.
Bovendien was niet gebleken dat er door de demonstraties een sitvatie was ontstaan waarin bezoekers van de
kliniek niet langer ongestoord gebruik konden maken van hun rechten vit de Wet afbreking zwangerschap.
Rb. Midden-Nederland 3 augustus 2022 (bodemprocedure **)
+Rb. Limburg (vzr.) 5 maart 2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:2138.
* Rb. Noord-Holland (vzr.) 21 juli 2020, ECLI:NLRBNHO:2020:5579.
3 Rb. Midden-Nederland (vzr.) 12 april 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:1436.
Tot slot blijkt vit een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland* dat grotere bufferzones door de
rechter niet zonder meer worden geaccepteerd. Het betreft in deze zaak een afstandsbeperking van 7o meter
vanaf de abortuskliniek in Utrecht, waar een laad- en loszone als demonstratielocatie was aangewezen.
Volgens de rechter had de burgemeester onvoldoende gemotiveerd waarom een minder vergaande
beperking, namelijk op een van de parkeervakken tegenover de kliniek, niet geschikt was.
Bufferzones in het buitenland
Gelet op het juridische kader kunnen bufferzones in Nederland niet zomaar worden vergeleken met de
bufferzones die in sommige andere landen zijn ingevoerd. In de Commissie Algemene Zaken is aan de orde
gekomen dat andere landen, zoals Canada, grotere bufferzones rondom abortusklinieken hebben ingesteld.
Daarnaast werd verwezen naar bufferzones in de Verenigde Staten. Nog los van de huidige situatie omtrent de
legalisatie van abortus in de Verenigde Staten, blijkt vit juridisch onderzoek dat de bufferzones die daar worden
opgelegd maximaal 11 meter bedragen. Daarmee betreffen dit geen grotere afstandsbeperkingen dan in
Amsterdam wordt gehanteerd. Ook andere Angelsaksische landen, zoals Engeland en Australië, kennen
(grotere) bufferzones. Relevant is dat deze landen een ander rechtsstelsel dan Nederland kennen, en bovendien
niet allemaal dezelfde (inter)nationaalrechtelijke verplichtingen hebben als Nederland — denk aan een
Grondwet of het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
*Een voorlopige voorziening is een voorlopige beslissing in spoedeisende zaken die gezien kan worden als tijdelijke
regeling tot de eindbeslissing er is.
** Een bodemprocedure is de gerechtelijke procedure waarin een juridisch geschil definitief wordt beslist.
4 Rb. Midden-Nederland 3 augustus 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:3095.
| Brief | 2 | train |
Bezoekadres
4 Gemeente ae
Am ste rd am 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> 4 amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum 14 november 2019
Behandeld door Directie OJZD/Onderwijs, S. Bauchant
E-mail [email protected]
Onderwerp Afhandeling van de motie (3221/14-03-2018) van raadsleden Flentge C.S. inzake
Amsterdamse afspraken over de vrijwillige ouderbijdrage en motie (55/23-01-2019)
van raadsleden Marttin en Boomsma inzake het evalueren van de toepassing van de
weigeringsgrond ‘vrijwillige ouderbijdrage’.
Geachte raadsleden,
De vrijwillige ouderbijdrage is een bijdrage met een onverplicht karakter die door een school
gevraagd wordt voor zaken en activiteiten die niet vanuit de Rijksbijdrage kan worden bekostigd.
Hoewel de ouderbijdrage vrijwillig is, en ouders geen afdwingbare betalingsplicht hebben, is de
praktijk toch vaak dat door bepaalde ouders geen vrijwilligheid wordt ervaren. De groepsdruk, de
sociale dwang, alsmede de wens om hun kind volwaardig aan het onderwijs op de school te laten
deelnemen, maken dat deze ouders onvoldoende ruimte zien om zich tegen de ouderbijdrage te
verzetten. De gemeente ziet een hoge ouderbijdrage als een drempel voor ouders om hun kind ‘
aan te melden voor een school. Deze drempel vergroot de kansenongelijkheid, en dat vindt het
college zorgelijk. Daarom heeft het college besloten om vanaf aankomend schooljaar subsidies te
weigeren aan scholen die een te hoge ouderbijdrage vragen.
Uw raad heeft eerder bij de bespreking van de brief over afspraken van Amsterdamse
schoolbesturen over de vrijwillige ouderbijdrage* de motie® aangenomen van raadsleden Flentge,
Mbarki en Blom. De motie verzoekt het college om:
1. Opnieuw met schoolbesturen om tafel te gaan met als doel de ouderbijdrage te verlagen tot
maximaal €50,-. |
2. Ook voor het voortgezet onderwijs een maximering van de ouderbijdrage nat te streven die |
ruim onder het huidige stedelijke gemiddelde ligt.
Ook heeft uw raad bij de vaststelling van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid
Gemeenteblad afd. a, nr. 251
2 Motie 321/14-03-2018
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam november 2019
Pagina 2 van 4
|
Amsterdam 2019 (VloA 2019) in januari 2019 de motie aangenomen van raadsleden Marttin en |
Boomsma. De motie verzoekt het college om: |
De effecten en gevolgen van de weigeringsgrond, waarmee subsidies voor
onderwijsvoorzieningen kunnen worden ingetrokken bij scholen die een vrijwillige
ouderbijdrage van gemiddeld € 225 of hoger per leerling vragen, vanaf schooljaar 2020-2021
jaarlijks te evalueren en de raad hierover te informeren.
Met deze brief informeer ik u over hoe het college vitwerking geeft aan deze moties en beschouw
deze daarmee als afgehandeld.
Weigeringsgrond ‘vrijwillige ouderbijdrage’ in VloA 2019
In januari 2019 heeft uw raad besloten een weigeringsgrond in de VloA 2019 in te voeren, na een
positief advies van Professor P.J). Zoontjens®. De weigeringsgrond“ bepaalt dat het college
subsidies geheel of gedeeltelijk kan weigeren als een basisschool per schooljaar een gemiddelde
vrijwillige ouderbijdrage ontvangt die hoger is dan €225,-. Deze weigeringsgrond is van invloed op
subsidies met een langdurig karakter. Het college past de weigeringsgrond pas toe vanaf
schooljaar 2020-2021. Hiermee krijgen schoolbesturen en scholen de mogelijkheid om de
vrijwillige ouderbijdrage naar beneden bij te stellen.
Gemiddeld ontvangen ouderbijdrage blijkt ongeschikte maat
Op basis van een uitvraag in de aanvraagronde voor onderwijssubsidies schooljaar 2018-2019 en
een gesprek met de voorzitters van de Stichting Federatie éénpitters Amsterdam Zuid-Centrum -
en de Stichting Geert Groote Scholen in oktober heeft het college geconcludeerd dat de |
gemiddelde ontvangen ouderbijdrage een onduidelijke, ingewikkelde en moeilijk controleerbare
maat is om de weigeringsgrond op toe te passen. Het college is daarom voornemens om de
gemeenteraad in januari 2020 te vragen in te stemmen met een aanpassing van de
weigeringsgrond zodat het college aanvragen kan weigeren op basis van de gevraagde vrijwillige
ouderbijdrage in plaats van de gemiddeld ontvangen vrijwillige ouderbijdrage. De gevraagde
vrijwillige ouderbijdrage is een duidelijkere, eenvoudige en transparante manier om de
weigeringsgrond toe te passen.
Toepassing weigeringsgrond vanaf schooljaar 2020-2021
Voor schoolbesturen betekent deze wijziging dat zij in de aanvraagperiode voor
onderwijssubsidies voor schooljaar 2020-2021 zullen moeten aantonen hoe scholen de gevraagde
vrijwillige ouderbijdrage communiceren aan ouders, bijvoorbeeld via een passage in de schoolgids.
Bij vaststelling van de wijziging zal het college de weigeringsgrond toepassen door alle subsidies,
met uitzondering van de subsidie voor Nieuwkomersgroepenf en de subsidie voor |
Tegemoetkoming voor schoolgebouwen met overdimensionering en voor schoolgebouwen in de |
fijnstofzone?, volledig te weigeren voor basisscholen die een vrijwillige ouderbijdrage vragen die
hoger ligt dan €225,- per leerling. Deze basisscholen kunnen wel nog gebruik maken van de
3 Gemeenteraad 23 januari 2019, agendapunt 21: Vaststellen van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid Amsterdam 2019
(bijlage: Juridisch advies)
4 Artikel 7, tweede lid aanhef en onder c. van de VloA 2019.
s Gemeenteraad janvari 2020
° Artikel 6.3, tweede lid van Bijlage 3 Voorzieningen Kansengelijkheid van VloA 2019
7 Hoofdstuk 2 van Bijlage 5 Materiële voorzieningen van Vlo 2419
|
Gemeente Amsterdam november 2019 |
Pagina 3 van 4 |
Amsterdamse voorzieningen in natura®. De voorgenomen wijziging kan rekenen op draagvlag van
het merendeel van de schoolbesturen, maar mogelijk niet van alle schoolbesturen.
Evaluatie
Het is belangrijk dat het college gaat monitoren welke schoolbesturen hun beleid aanpassen op
basis van deze weigeringsgrond en hen bevragen op de gevolgen. Ook de scholen die op basis van
deze weigeringsgrond geen gemeentelijke onderwijssubsidies ontvangen worden gevolgd. Na
afloop van schooljaar 2020-2021 wordt de evaluatie afgerond. Na het zomerreces wordt v over de
uitkomsten geïnformeerd. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie (55) van raadsleden
Marttin en Boomsma.
Halvering van maximale gevraagde ouderbijdrage na één schooljaar
Ik ben namens het college opnieuw in gesprek gegaan met een vertegenwoordiging van
schoolbesturen via het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO) over het omlaag brengen van de
gevraagde ouderbijdrage. Hiermee geeft het college uitvoering aan deel 1 van motie (322) van
raadsleden Flentge C.S. Ik heb bij de schoolbesturen aangekondigd dat het college voornemens is
om de maxirnaal gevraagde ouderbijdrage in de weigeringsgrond van de VloA 2019 in januari 2021
te verlagen naar €112,-. Het BBO geeft aan dat de meerderheid van de schoolbesturen de
Amsterdamse afspraken van het BBO onderschrijven en al een vrijwillige ouderbijdrage vragen
die ver onder de huidige gemeentelijke grens van €225,- ligt (in januari 2019 opgenomen als
weigeringsgrond van de VloA). De meeste schoolbesturen staan achter deze halvering. Ondanks
dat hiermee niet de in de motie voorgestelde verlaging tote5o is bereikt, is het een volgende
gezamenlijke stap in die richting. Het college is voornemens de halvering toe te passen vanaf
schooljaar 2021-2022.
Stand van zaken in het voortgezet onderwijs
Ik heb ook gesprekken gevoerd over de vrijwillige ouderbijdrage met de vereniging van
schoolbesturen in het Amsterdamse voortgezet (speciaal) onderwijs de (OSVO). Hiermee geeft
het college vitvoering aan deel 2 van motie (322) van raadsleden Flentge C.S..OSVO heeft
aangegeven de sectorafspraken van de VO-raad te omarmen. Dat betekent dat zij vanaf volgend |
schooljaar helder zijn over de besteding van de ouderbijdrage en een kortings- dan wel |
kwijtscheldingsregeling hebben, die eveneens in de schoolgids vermeld wordt, om alle vormen van
uitsluiting van leerlingen te voorkomen. Tegelijk wil het OSVO nog een stap verder gaan en
verdere afspraken maken. Als eerste actie gaan zij gezamenlijk inventariseren hoe zij de
sectorafspraken naleven en implementeren. Ik ben blij met deze eerste stap maar blijf het OSVO
bevragen op de verdere acties die zij op dit terrein gaat nemen. Ik volg dit op de voet.
$ Cultuurvouchers en basispakket cultuureducatie, Schoolzwemmen, Schooltvinprogramma en natuur-& milieveducatie en
Verkeerseducatie
9 Op 29 november 2017 hebben schoolbesturen verenigd in het BBO Amsterdamse afspraken gemaakt over de vrijwillige
ouderbijdrage in het primair onderwijs.
Gemeente Amsterdam november 2019
Pagina 4 van 4
Een hoge vrijwillige ouderbijdrage mag geen drempel vormen voor een ouder bij het kiezen van
een school. Daarnaast mag het niet betalen van een vrijwillige ouderbijdrage nooit leiden tot |
uitsluiting van een leerling. Dat is ook waarom we eerder dit jaar hebben geregeld dat ouders met |
een laag inkomen op vrijwel alle basisscholen de vrijwillige ouderbijdrage kunnen betalen via de
Stadspas.
Ik ben blij dat ik namens het college in samenspraak met de schoolbesturen al een flinke stap heb
kunnen zetten om de ongewenste effecten van de ouderbijdrage te verkleinen. Ik zal de
Amsterdamse schoolbesturen blijven bevragen op dit thema zodat het hoog op de agenda blijft.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet namens het College van Burgemeester en Wethouders,
/ Ee AN
Arid
ALD |
Marjolein 1D
— Wethouder-Onderwijs ———— W
|
|
|
| Motie | 4 | discard |
TUE ESE — en ar En = en . ere
DEEL 1 al gemert RIS: A
Ë MINDER BETALEN! a. nn E
NE TE Nr | EZ N- | EN Td
EE \ pee AS , ee Te cranes L: | , E zm EL -
MK B gn CS Ed reen | iere L
n: q EN Mh de nn en Í If „Ame E
— k Dn es en Er | | |
nn a EE zij ee Es VE sald km ar Te
rt pe Ke En NE En
a hef De B Bn be ne
mn IRG U En en 5 hi \ 4
De n à gr pg 4 : Dt line an ee ka
% hi a - Le : kn Menge 7
2 ee Er U ee et F7 2 pr 8 8 need RT À q Pe \ b
ze ee ln . dk ie à , e Ï & ei ET Pp il kN e : Zee TEN ij
ids ee tz 5 d - gE Sl did ek he EE Kad y
ET EN NN
5 Pe = PA En = Ee ee: al NER a ú dei ha F]
5 - ef Kee A dE Sch Me 1
EN ed _ SE Se a ike er Gn Ns L Ee L " nn on N
Re Se Ss Ee AN
5 De EE rg 5 é* e fl E wi Ke p 6 ad ik ee Ve ; . - e ZE : R kn Ee 4 E
| Me a, a KE Sj mn B je ee
- De Ge Pd 8 p jy TN pe ND ' ’ ee Kil k Ì
Sg DE RS hs EE
Si sr pe ek d ng ee Ee f AS rs zie op ES af y
aaf ke daal’ A de Eh 5 ks /
kx
n n * *
Gefinancieerd
door: Hot
Europese
Commissie
nn
Samenvatting 3
1 Aanleiding en onderzoeksopzet 6
1.1 Aanleiding 6
1.2 Onderzoeksopzet 7
2 Theoretisch kader en achtergrond 8
2.1 Theoretisch kader 8
2.2 Achtergrond 10
3 Resultaten Families & Food 11
3.1 Respons 11
3.2 Individuele factoren 11
3.3 Voedselomgevingen 12
3.3.1 Fysieke voedselomgeving 14
3.3.2 Sociale voedselomgeving 17
3.3.3 Persoonsgerichte voedselomgeving 21
3.4 Routes 24
3.5 Aanpassingen voedselomgeving 25
4 Conclusie en discussie 27
4,1 Discussie 29
Bijlagen 32
Bijlage 1. Heatmap Amsterdam 32
Bijlage 2. Geleerde lessen en voorwaarden onderzoek 34
Samenvatting
In Amsterdam heeft 1 op de 5 kinderen en jongeren (in Stadsdeel Zuidoost,
Bijlmer Centrum 23% in 20171) overgewicht of obesitas. Er zijn steeds meer
aanwijzingen dat het grote aanbod van ongezond voedsel van invloed is op
de consumptie ervan. Om meer inzicht te krijgen in factoren die het eet- en
drinkgedrag bepalen, is in november 2019 gestart met het Families & Food
project. In dit participatief actieonderzoek staat de invloed van het voedsel-
aanbod langs veelgebruikte routes (naar werk, school, vrije tijd) centraal. Aan
het onderzoek hebben 21 huishoudens deelgenomen met minimaal één kind
in de leeftijd 5-12 jaar, woonachtig in Bijlmer Centrum, Amsterdam Zuidoost.
Het project is uitgevoerd in samenwerking met Stichting Alexander en lokale
welzijnsorganisaties. Met de resultaten van het onderzoek wordt gekeken of
en zo ja hoe de voedselomgeving van Bijlmer Centrum aangepast kan worden
om de gezonde(re) voedselkeuze te stimuleren.
De situatie waarin een persoon zich bevindt en Fysieke voedselomgeving:
omgevingsfactoren bepalen het eet- en drinkgedrag. EE m Bewoners vinden het aanbod
ongezonde voeding in Bijlmer
e Persoonlijke omstandigheden: Omgevings: Centrum te groot.
m Stress bevordert bijvoorbeeld de 00m Er wordt veel thuis gekookt, in verband
ongezonde keuze door de hoge mate met hoge kosten van buiten de deur
Individuele van toegankelijkheid (bij tijd- en geld- eten.
factoren gebrek), de verhoogde eetlust en trek m Aanbod Voedselbank Amsterdam is
in ongezond voedsel door een slechte niet gezond genoeg.
nachtrust. Persoonsgerichte voedselomgeving:
m (Mede)opvoeders onderschatten B _Ongezond voedsel is de makkelijke
ongezonde voedselinname van hun keuze door overvloedig aanbod, de
kinderen. lage prijs en snelle bereiding.
Opvoedstrategie: m Gezonde voeding wordt als duur
B Juiste opvoedstrategie met betrek- ervaren.
king tot gezonde voeding vraagt tijd, Sociale voedselomgeving:
aandacht, geduld, kennis en vaardig- m Boodschappen worden gedaan op
heden. Zeker in combinatie met zware basis van aanbiedingen, ongezond
persoonlijke omstandigheden is dit voedsel is vaker in de aanbieding.
niet eenvoudig. B Kinderen bepalen vaak (mee) wat er
wordt gegeten.
B Er wordt regelmatig ‘s avonds laat nog
eten besteld, terwijl er al een avond-
maaltijd is genuttigd.
1 https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/blijven-wij-gezond/programma-amsterdamse-aanpak-gezond/#he0d1a%ad-09c6-4a
3f-8bbd-254fe68b8598 Gewicht en leefstijl van kinderen in Amsterdam, juli 2019.
3
De invloed van de fysieke- en de persoonsgerichte Zeker gezien de invloed die de fysieke voedselom-
voedselomgeving blijken de meeste invloed te hebben geving blijkt te hebben op ons koop- en consumptie-
op het eet- en drinkgedrag van de respondenten. Om gedrag is het aanpassen van wet- en regelgeving van
de resultaten verder te kunnen brengen wordt naar groot belang.
aanknopingspunten gekeken om de voedselomgeving De volgende opsomming komt voort uit de ideeën van
gezonder te maken. bewoners en een eerste brainstorm met een aantal
betrokken professionals.
Wat? Door/met wie?
nn
1. Voedselomgeving
gezonder maken Gezond aanbod Voedselbank Amsterdam, Lokale ondernemers/bestuurders
bijvoorbeeld pilot Sociale Supermarkt
Wat? Door/met wie?
Opvoedondersteuning: bijvoorbeeld kinderen anders Bijvoorbeeld Gezonde School (icm tegengaan van
(leren) belonen armoede) en OKT (Ouder- en Kindteams)
2. Patronen doorbreken Stimuleren van gezonde(re) keuze door middel van Lokale ondernemers/bestuurders
posters, reclames, activiteiten
Meer aanbiedingen voor gezonde voeding Supermarkteigenaren/filiaalmanagers
Wat? Door/met wie?
Kosten voor gezonde voeding omlaag
3. Wet- en regelgeving Aanbod gezonde voeding versus
DER ongezonde voeding in balans Voedsellobby/(inter)nationale overheden
Beperken bewerkt voedsel
Invloed van routes en routines op lijke omstandigheden die er een (erg) ongezond eet-
_ . patroon op na houden. Veel deelnemers zijn afhankelijk
eet- en drinkgedrag van de voedselbank. Het aanbod van de Voedselbank
Het Abcouderpad is de meest gebruikte verbindings- Amsterdam is niet geheel gezond en laat (afhankelijk
weg. Hier bevindt zich echter geen voedselaanbod. per voedselbank) deels de keuze aan de afnemer. Een
Het voedselaanbod is gecentreerd in de winkelcentra mogelijke oplossing is de pilot zoals uitgevoerd door
Amsterdamse Poort en Venserpolder en World of de Voedselmarkt Zuid, de sociale supermarkt? Om de
Food. Behalve het doen van boodschappen hebben gezonde keuze de makkelijke keuze te maken zouden
andere routines zoals naar werk, school en vrijetijds- gezonde producten ‘goedkoper’ aangeboden kunnen
besteding invloed op het koop- en consumptiege- worden. Ze zouden ook een prominente plek in kunnen
drag. Zeker wanneer men rond etenstijd onderweg is, nemen om zo de aandacht te trekken, vergelijkbaar
wordt vaak buiten de deur gegeten of afgehaald. Om met de aanbiedingen in de supermarkt.
gezonde(re) voedselkeuzes te stimuleren willen de
deelnemers onder meer gezonde voedselmarketing . .
in de buurt en gezond en goedkoop voedselaanbod Discussie
voor lunch en diner. Ook de kinderen van de meeloop-
middag zien dat er vooral ongezond eten en drinken in De meeste deelnemers aan het onderzoek geven aan
hun buurt te koop is en noemen het vestigen van een dat zij veel thuis koken, de belangrijkste reden hier-
‘Fruitland’ in plaats van snoepwinkels en andere onge- voor is de hoge kosten van buiten de deur eten. Bij
zonde winkels als mogelijke oplossing. de keuze voor een supermarkt spelen betaalbaarheid,
Als we naar het koop- en consumptiegedrag kijken in kwaliteit en locatie een rol. De meerderheid van de
combinatie met domeinen van Positieve Gezondheid respondenten doen hun boodschappen bij verschillende
blijkt het moeilijk om hier duidelijke conclusies uit te supermarkten om gebruik te kunnen maken van de
trekken. Er zijn deelnemers die zeggen vaker ongezon- aanbiedingen. Vaak wordt er traditioneel gekookt of
de keuzes te maken als ze niet lekker in hun vel zitten, zijn traditionele gerechten naar persoonlijke smaak of
maar er zijn ook respondenten zonder zware persoon- minder bewerkelijke recepten aangepast. Opvallend is
2 https://amsterdam.voedselbank.org/werken-bij/voedselmarktzuid/
4
dat er in een aantal huishoudens regelmatig 's avonds
laat nog eten wordt besteld, terwijl er al een avond-
maaltijd was genuttigd.
Bij de keuze voor het avondeten houden veel ouders
rekening met de voorkeuren van hun kinderen. Ze
geven hen bijvoorbeeld twee opties om uit te kiezen
of koken voornamelijk dingen waarvan ze weten dat
de kinderen het lusten. Er worden vrij veel manieren
genoemd waarmee de deelnemers hun kinderen
stimuleren om zowel buiten de deur als thuis gezonde
voedselkeuzes te maken. Als er expliciete eetregels
worden gehanteerd, gaat het bijvoorbeeld om de hoe-
veelheid snoep, wit brood of snacks na het avondeten.
Een veel gehoord argument om relatief ongezond eten
en drinken te kopen is om de kinderen te belonen en
ze weer ‘kind te laten zijn’. Deze opvattingen komen
voort uit onze eigen ideeën over wat een beloning is
en waar je als kind (on)gelukkig van wordt.
De meerderheid van de respondenten vindt het voed-
selaanbod in de winkelcentra, naast supermarkten,
te duur en het aanbod fastfood te groot. Ze zouden
graag een meer gevarieerd en gezonder aanbod in de
winkelcentra zien. De belangrijkste redenen om wel
eten te bestellen of af te halen zijn gemak en de snel-
heid waarmee de maaltijd bereid wordt. Het aanbod
(zowel offline als online) snel te bereide, goedkope
maaltijden (of voordelig door een aanbieding) is over
het algemeen ongezond, waardoor de voedselkeuze
per definitie vaak ongezond is.
Veel respondenten geven aan vrijwel uitsluitend af
te gaan op aanbiedingen bij de aankoop van eten
en drinken, ongeacht de locatie en of dit gezond
of ongezond aanbod is. Onderzoek wijst uit dat het
gezond ‘nudgen’ van consumenten ook daadwerkelijk
leidt tot meer gezonde aankopen? Dit betekent niet
automatisch dat er minder ongezond aanbod gekocht
wordt, maar het principe van ‘verleiden’ werkt dus wel
beide kanten op. Reclames voor ongezond aanbod
hebben echter de overhand, consumenten ontvan-
gen continu pushberichten van de aanbiedingen van
fastfoodketens en niet van de gezonde tegenhanger’.
Ook hebben supermarkten overwegend hun ongezon-
de producten in de aanbieding. Als consument krijg je
dus ook bijna de kans niet om een gezonde maaltijd
überhaupt te overwegen. Gezonde voeding zou meer
gepromoot moeten worden en een veel groter deel
moeten uitmaken van het aanbod, offline en online.
Zolang het gezonde alternatief niet betaalbaarheid
en snel/gemakkelijk en veelvuldig verkrijgbaar is, blijft
ongezond snacken de norm.
$ https://nagí.nl/projecten/nagf/ga-voor-kleur-lab
“Apps zoals To good to go zijn eerder uitzondering dan regel.
5
1 Aanleiding en
1.1 Aanleiding waar mensen met een lage sociaaleconomische status
wonen. Het aanbod van fastfood in deze wijken is tus-
In Amsterdam heeft 1 op de 5 kinderen en jongeren sen 2004 en 2018 met 57% gestegen, tegenover
overgewicht of obesitas. Dit kan ernstige gevolgen 5% groei in wijken waar veel mensen wonen met een
hebben voor hun gezondheid op korte en lange ter- hoge sociaaleconomische status. Het vermoeden
mijn. Daarom zet de gemeente Amsterdam in op het bestaat dat dit ook voor Amsterdam geldt. Er zijn in
voorkomen en terugdringen van overgewicht bij kin- meerdere onderzoeken aanwijzingen gevonden voor
deren, met als stip aan op horizon: alle Amsterdamse een causaal en positief verband tussen de nabijheid en
kinderen op gezond gewicht in 2033. Om gezond op zichtbaarheid van voedsel op de consumptie. Echter
te kunnen groeien is inzet nodig van 1) het kind en de er kunnen geen uitspraken worden gedaan over de
ouders/opvoeders zelf, 2) professionals in het onder- aard en richting van het verband tussen de voedsel-
wijs, de zorg, welzijn- en buurtorganisaties, sportclubs omgeving en de ontwikkeling van bijvoorbeeld over-
en bedrijven en 3) de voedselomgeving gericht op de gewicht en obesitas’?”16,
fysieke inrichting van de stad en publieke ruimte en
wet- en regelgeving in het kader van eten en drinken. Met het Families & Food project is beoogd inzicht te
Met de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG) krijgen in de wijze waarop de voedselomgeving van in-
werkt de gemeente Amsterdam samen met andere vloed is op voedselkeuzes van ouders en hun kinderen.
partijen aan een gezond gewicht voor de Amsterdam- Deze inzichten vormen de basis voor aanbevelingen en
se jeugd. De AAGG richt zich daarbij vooral op een het ontwikkelen van interventies waarmee een gezon-
aantal buurten en wijken waar het percentage overge- dere voedselomgeving en/of een gezondere leefstijl
wicht en obesitas onder kinderen het hoogst is, zoals van gezinnen bevorderd kan worden. Gezien de
het geval is in stadsdeel Zuidoost, en meer specifiek hoogte van de overgewichtscijfers aldaar, is het onder-
Bijlmer Centrum (23% in 2017). zoek uitgevoerd in Bijlmer Centrum. Het onderzoek is
gefinancierd met de prijs verbonden aan de European
De AAGG richt zich op het hele systeem rond het kind. Health Award, uitgereikt aan de AAGG in 20197,
Dit betekent dat behalve op school of thuis ook de
buurt en de woonomgeving onderdeel van het pro-
gramma zijn. Hierbij gaat het om het voedselaanbod
en alle verleidingen die dit met zich meebrengt. Ons
eetgedrag wordt beïnvloed door de inrichting van de
voedselomgeving en draagt door het grote aanbod
van ongezonde voeding bij aan de toename van over-
gewicht. Uit Rotterdams onderzoekf blijkt dat er vooral
een toename van ongezond aanbod is in de wijken
5 https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/blijven-wij-gezond/programma-amsterdamse-aanpak-gezond/#he0d1a%ad-09c6-4a
3f-8bbd-254fe68b8598 Gewicht en leefstijl van kinderen in Amsterdam, juli 2019.
6 Rotterdam een fastfoodparadijs? https://www.cephir.nl/onderzoek/Rotterdam-voedselomgeving_Rapport_CEPHIR_WEB. pdf
7 Caspi CE‚ Sorensen G, Subramanian SV, Kawachi |. The local food environment and diet: A systematic review. Health & place
2012; 18(5):1172-87.
$Engler-Stringer R‚ Le H‚, Gerrard A, Muhajarine N. The community and consumer food environment and children's diet: a syste-
matic review. BMC Public Health 2014; 14: 522-.
’ Cobb LK, Appel LJ, Franco M, Jones-Smith JC, Nur A, Anderson CAM. The relationship of the local food environment with
obesity: A systematic review of methods, study quality and results. Obesity (Silver Spring, Md ) 2015; 23(7): 1331-44.
0 Osei-Assibey G, Dick S, Macdiarmid J, et al. The influence of the food environment on overweight and obesity in young
children: a systematic review. BMJ Open 2012; 2(6): e001538.
1 https://ec.europa.eu/health/award/previous_editions/2019/preventing_obesity_in_children_en
6
1.2 Onderzoeksopzet
b. Fotodagboek
De deelnemers aan het onderzoek zijn gevraagd op
Om inzicht te krijgen in de invloed van het voedsel- zeven achtereenvolgende dagen een fotodagboek bij
aanbod langs veelgebruikte routes (naar werk, school, te houden. Er zijn zowel foto’s gemaakt van maaltijden
vrijetijd) wordt in dit rapport antwoord gegeven op de als van het voedselaanbod op de veelgebruikte routes.
volgende vragen: ledere dag is naar aanleiding van de foto's gevraagd
1. Hoe (on)gezond ervaren buurtbewoners hun eigen de volgende vragen te beantwoorden: hoe voel je je
voedselomgeving? vandaag (zie figuur 1), waar is de foto genomen?,
2. Wat zijn veelgebruikte routes en welk voedsel- waarom heb je deze foto genomen?
aanbod bevindt zich langs de routes?
3. Wat zijn hotspots (voedselaanbieders langs Figuur 1. Mogelijke antwoorden op de vraag:
de meest gebruikte route) in de H-buurt en Hoe voel je je vandaag?
Amsterdamse Poort?
4. Wat zijn mogelijke aanpassingen in de buurt die \ \ \ \ N
kunnen bijdragen aan een gezondere omgeving Ae | (ee | (ee \ Le \ oe \
en/of een gezondere leefstijl van de bewoners? VOV \/ GE S/ SI
Om antwoord te geven op de onderzoeksvragen is het G] [2] | Le] Gs]
onderzoek als volgt vormgegeven: Niet zo goed Redelijk Neutraal Goed Zeer goed
a. Intake en weekrooster;
b. Fotodagboek;
c. _Meelopen veelgebruikte routes; c. Meelopen veelgebruikte routes
d. Meeloopmiddag stadsdeelvoorzitter; \dealiter zijn tijdens de week van het fotodagboek,
e. Diepte-interviews. twee meeloopmomenten (1 doordeweeks en 1 in het
weekend) ingepland. Afhankelijk van gewoonten en de
Het design van dit onderzoek is gebaseerd op het rol die de kinderen spelen in de aankoop en consump-
gelijknamige project dat in Londen in opdracht van tie van voedsel liepen zij mee. De routes zijn middels
de Guy's & St Thomas’ Charity is uitgevoerd!?. Google My Maps in kaart gebracht.
Het Families & Food project is uitgevoerd in de
periode van november 2019 tot en met november d. Meeloopmiddag stadsdeelvoorzitter
2020 in Bijlmer Centrum, Amsterdam Zuidoost. Voor In samenwerking met Stichting Alexander en Stichting
de werving van de deelnemers is samengewerkt met South East Stars (SES) is een middag georganiseerd
welzijnsorganisatie Participatie en Opbouwwerk Zuid- waarop kinderen uit Bijlmer Centrum samen met de
oost (POZO), Stichting Veni Cultura, Stichting South voorzitter van Stadsdeel Zuidoost, Tanja Jadnanansing,
East Stars (SES), Stichting TyMo Ondersteuning & de buurt op verleidingen hebben beoordeeld.
Educatie. De inclusiecriteria voor deelnemers aan het
onderzoek zijn als volgt: e. Diepte-interviews
B Woonachtig in postcodegebied 1101 DT, 1101 DS Afsluitend is er een diepte-interview van ongeveer
of 1102; een uur afgenomen. De interviews zijn gebruikt om
m Eén of meer kinderen tussen de 6 en 12 jaar; de mechanismen van de voedselkeuzes onder invloed
m Nederlands- of Engelssprekend; van de voedselomgeving verder te ontrafelen en uit te
B _Lage(re) sociaaleconomische status (SES) op basis werken.
van opleidingsniveau.
Op basis van de dataverzameling zijn door het hele
a. Intake en weekrooster rapport heen citaten van de respondenten verwerkt.
Met alle deelnemers is een intake gedaan om het on- Alle respondenten zijn geanonimiseerd, de namen zijn
derzoek toe te lichten. Onderdeel van de intake is het fictief.
doornemen van een (gemiddelde) week om op basis
daarvan de routes te kiezen waarop is meegelopen.
Het gaat veelal om de route van huis naar werk, school,
boodschappen en vrijetijdsbesteding. Daarnaast is
tijdens de intake de roos met betrekking tot positieve
gezondheid ingevuld’?
12 https://www.gsttcharity.org.uk/sites/default/files/Families_and_food_v4_new.pdf
18 Uitleg zie Hoofdstuk 2 Theoretisch kader.
7
fiscaal beleid), de maatschappij (traditionele keukens,
culturele en religieuze waarden) en de voedselindus-
Om de invloed van de voedselomgeving op koop- en trie (product, plaats, prijs, promotie). De focus in dit
consumptiegedrag te onderzoeken is gebruik gemaakt onderzoek ligt op de fysieke, sociale en persoons-
van een combinatie van twee modellen, verwerkt in gerichte voedselomgeving en het ontrafelen van de
figuur 245, mechanismen op basis waarvan deze systemen op
elkaar inspelen. Het beleid, tot slot, speelt vooral een
Het dieet komt voort uit individuele factoren (zoals rol bij het zoeken naar mogelijke aanpassingen aan de
voorkeuren, gewoonten, inkomen) en de voedselom- voedselomgeving in Bijlmer Centrum en volgt uit de
geving. De voedselomgeving wordt daarbij constant conclusies en aanbevelingen.
beïnvloed door de overheid (wet- en regelgeving,
Figuur 2. Factoren die het dieet beïnvloeden
>
ee
>
Bronnen: Swinburn et al, Lytle et al. Bewerking GGD Amsterdam.
14 B, Swinburn, G. Sacks, S. Vandevijvere, et al. INFORMAS (International network for food and obesity/non-communicable
diseases research, monitoring and action support): overview and key principles. Obes. Rev., 14 (2013), pp. 1-12.
15 Lytle, L. Myers, A. Measures Registry User Guide: Food Environment. Washington (DC): National Collaborative on Childhood
Obesity Research, January 2017. http://nccor.org/tools-mruserguides/wp-content/uploads/2017/NCCOR_MR_User_Guide_
Food_ Environment-FINAL. pdf.
8
De drie voedselomgevingen zijn als volgt gedefinieerd: m De persoonsgerichte voedselomgeving betreft
m Fysieke voedselomgeving is de beschikbaar- individuele percepties van de voedselomgeving
heid/toegankelijkheid, kwaliteit en promotie van en de persoonlijke relatie met eten.
voedsel. Het gaat om de beschikbaarheid en Hierbij gaat het ook over de houding ten op-
toegankelijkheid van voedsel thuis (incl. het in het zichte van voedsel, smaakvoorkeuren, ervaren
zicht zijn van de gezonde keuze), maar bijvoor- belemmeringen voor het eten van gezonde
beeld ook op school. De fysieke omgeving omvat voeding, en ervaren self-efficacy met betrekking
ook de beschikbaarheid en toegankelijkheid van tot het maken van gezonde voedingskeuzes.
voedingsmiddelen in de buurt, de aanwezigheid
van voedselinformatie (bijv. voedingsetiketten en Behalve de voedselomgeving spelen ook de indivi-
schapinformatie) en advertenties in winkels en duele factoren een belangrijke rol in het maken van
restaurants. voedselkeuzes. Daarbij gaat het om cognitieve en
m De sociale voedselomgeving wordt gevormd door affectieve factoren'f. Cognitieve factoren beïnvloeden
sociale ondersteuning bij het maken van gezonde de prestatie en het leervermogen, beide van invloed
voedingskeuzes (door familie, vrienden etc.), op de aandacht, het geheugen, en het vermogen te
rolmodellering en sociale verwachtingen met be- beredeneren’. Affectieve factoren zijn emoties en de
trekking tot voedselkeuzes. Het gaat om (gezins-) houding die men heeft ten aanzien van zichzelf of een
regels over eetgedrag. Tot slot gaat de sociale bepaald thema. Voorbeelden zijn ervaren stress en
voedselomgeving om prikkels of beloningen voor ervaren eigen gezondheid. Om de individuele factoren
voedselkeuze als onderdeel van marketingstrate- inzichtelijk te maken is gebruik gemaakt van het spin-
gieën of als poging om gedrag te beïnvloeden. nenwebmodel ‘Positieve Gezondheid”"®.
Anders dan in de fysieke omgeving zijn marke-
tingstrategieën in de sociale omgeving gericht op Aan de hand van zes domeinen (lichaamsfuncties,
geschenken of inwisselbare prijzen in de vorm van mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven,
eten of drinken. meedoen en dagelijks leven) is de situatie per deelne-
mer in kaart gebracht.
Figuur 3. Spinnenwebmodel Positieve Gezondheid
* Je gezond voelen E
© MIJN . ed [a]
PO S IT] EVE * Klachten en pijn nl
* Slapen
G EZO N DH El D LICHAAMSFUNCTIES . Conditie [=]
10 * Bewegen k
z , * Onthouden
* Zorgen voor jezelf .
* Je grenzen kennen : Concentreren
* Kennis van gezondheid Communiceren
* Omgaan met tijd *_Vrolijk zijn
* Omgaan met geld DAGELIJKS MENTAL * Jezelf accepteren
* Kunnenwerken ___ FUNCTIONEREN CE WELBEVINDEN * Omgaan met verandering
. Hulp kunnen vragen E dd { Gevoel van controle
SN *_Zinvolleven
*_Levenslust
* Idealen willen bereiken
MEEDOEN ZINGEVING _ * Vertrouwen hebben
- * Accepteren
*_ Sociale contacten «Dankbaarheid
* Serieus genomen worden « Blijven leren
* Samen leuke dingen doen ‚
* Steun van anderen ' Genieten _
* Erbij horen ' Gelukkig zijn
* Zinvolle dingen doen KWALITEIT VAN LEVEN * Lekker in je vel zitten
* Interesse in de maatschappij * Balans
* Je veilig voelen
* Hoe je woont
* _Rondkomen met je geld
© Institute for Positive Health (PH) | iph.nl |Gespreksinstrument 1.0
6 Leng, G., Adan, R., Belot, M. et al. (2017). The determinants of food choice. Proceedings of the Nutrition Society, 76(3), 316-327
VV Danili, E., Reid, N. (2006). Cognitive factors can potentially affect pupils’ test performance. Chemistry Education Research and
Practice, 7,64-83.
B [nstitute for Positieve Health. Gespreksinstrument voor volwassenen 1.0 Spinnenweb Mijn Positieve Gezondheid.
9
2.2 Achtergrond
In eerder onderzoek is het voedselaanbod van is de fysieke voedselomgeving van Bijlmer Centrum
Amsterdam geanalyseerd. De verschillende aanbieders opgenomen. De gebieden 1) Winkelcentrum
van voedsel (bijv. een supermarkt, slager, fastfood, Venserpolder, 2) World of Food? en 3) Winkelcentrum
lunchroom) zijn beoordeeld op een schaal van heel de Amsterdamse Poort vallen het meeste op. Hier is
erg gezond tot heel erg ongezond!’ In figuur 4 namelijk sprake van een geconcentreerd voedselaanbod.
Figuur 4. Voedselomgeving Bijlmer Centrum
| Oe en
ii e \ kh ee h a
a e e
. .
#
7 °
e
.
*
à
&
&
0 200 Mapber COpenStreetklan
Bron: Heatmap Amsterdam juli 2019.
Met drie supermarkten van de in totaal negen aan- van de drie gebieden bevinden worden zij in vrij grote
bieders is het voedselaanbod in Venserpolder nog vrij mate blootgesteld aan de verleidingen van ongezonde
gezond (44%), hoewel ruim tweederde van de pro- voeding. In Bijlage 1 is in tabel 1 t/m 3 het voedselaan-
ducten die gekocht kunnen worden in een supermarkt bod in meer detail uiteengezet. Buiten deze drie hubs
ongezond zijn en geen onderdeel zijn van de Schijf van van voedselaanbod is er in Bijlmer Centrum weinig ‘los’
Vijf?! en er overwegend aanbiedingen zijn voor onge- aanbod van voedsel.
zonde producten? In de World of Food daarentegen
is alleen sprake van (heel erg) ongezond aanbod. In
de Amsterdamse Poort is 80 procent ongezond, veruit
de minderheid van het aanbod is dus gezond. Op het
moment dat de bewoners van deze buurt zich in een
Zie Bijlage 1 voor uitleg gezondheidsscore.
https://worldoffoodamsterdam.nl/
21 Unicef 2020. De verleiding naar (on)gezond. In hoeverre respecteert de Nederlandse supermarkt de gezondheid van kinderen?
22 Questionmark 2019. Superlijst. Wie maakt duurzaam & gezond de makkelijke keuze? Inventarisatie van verschillen tussen
supermarkten.
10
3 Resultaten Families & Food
3.1 Respons In de volgende paragrafen beschrijven we de resul-
taten van de dataverzameling aan de hand van een
Aan het Families & Food project hebben van februari aantal individuele factoren en de drie voedselomge-
tot november 2020, 21 deelnemers (20 vrouwen en vingen: fysiek, sociaal en persoonlijke omgeving.
1 man) met een gemiddelde leeftijd van 40,5 jaar een
bijdrage geleverd.
3.2 Individuele factoren
Gezinssamenstelling
e e © In dit onderzoek zijn de individuele factoren vast-
aas aas gesteld door middel van het spinnenweb Mijn
î mat mn nat Positieve Gezondheid. Gemiddeld gezien wordt
48% 52% het gevoel van zingeving door de deelnemers het
hoogste beoordeeld, met een 8,3. Dit in tegen-
Tien respondenten zijn alleenstaand, elf samenwonend stelling tot de ervaren lichamelijke gezondheid,
beide met 1 of meer kinderen. De 21 deelnemende hier geven de respondenten zichzelf een krappe
huishoudens hebben gezamenlijk 60 kinderen (gemid- voldoende met gemiddeld een score van 5,7. De
deld 2,9 per huishouden), waarvan er 25 in de leeftijds- kwaliteit van leven volgt met een gemiddelde score
categorie 6 tot 12 jaar zit (gemiddeld 1,2 per huishou- van 6,8. Mentaal welbevinden, meedoen, en dage-
den). Een kleine 40% van de deelnemers is afkomstig lijks functioneren worden beter beoordeeld, respec-
uit Suriname, 14% uit Somalië, 9,5% Marokko of de tievelijk gemiddeld met een 7,7; 7,5 en een 6,9. De
Nederlandse Antillen. De overige deelnemers hebben individuele scores lopen erg uiteen, van een 2 tot
een Indiase, half Indiaas/Arubaanse, Nederlandse of een 10 per element van Positieve Gezondheid. Er
Chinese afkomst (alle 5%). zijn vier deelnemers die alle elementen boven een 6
hebben gescoord en één deelnemer alle elementen
Sociaal economische status met een 5 of lager. In de volgende hoofdstukken
is gekeken naar mogelijke verbanden tussen de
EL EL EL EL individuele ervaren kenmerken en de invloed van de
„Ol „al „ol Ol voedselomgevingen op het koop- en eetgedrag.
57% 14% 19% 10% Domeinen Positieve Gezondheid
Twaalf van de deelnemers hebben een lage SES,
drie gemiddeld en vier hoog”. Zingeving 8,3
Voedselvoorziening
gl, © Meedoen 7,7
7
14% 0 Mentaal welbevinden 7,5
Drie huishoudens zijn afhankelijk van de Voedsel-
bank Amsterdam in hun voedselvoorziening. ®5 Dagelijks functioneren 6,9
Tijdens de meeloopmiddag met stadsdeelvoorzitter
Tanja Jadnanansing, hebben 13 kinderen? woon- is) Kwaliteit van leven 6,8
achtig in Bijlmer Centrum in de leeftijd van 6 tot en
met 12 jaar deelgenomen.
@ Lichaamsfuncties 57
5 Twee deelnemers wilden het liever niet zeggen.
2 Dit zijn niet ook kinderen van de deelnemende huishoudens, maar niet uitsluitend.
11
In een aantal verhalen van deelnemers is direct het Tot slot speelt kennis over gezonde voeding een rol.
verband gelegd tussen elementen van positieve In het huishouden van Abdel wordt zoveel mogelijk
gezondheid en eten en drinken. Op dagen dat voor gezonde producten gekozen, zoals verse groente.
Juliette, één van de respondenten, niet lekker in haar Maar er zijn ook verbeterpunten:
vel zit, probeert ze toch te koken. Dit lukt niet altijd.
Ze legt uit wanneer het wel lukt een volwaardige “Siroop met water is helemaal goed ja. Er zit niet
maaltijd te bereiden: zoveel suiker in voor de kinderen, is heel gezond.”
— Abdel (36), vader van vijf kinderen.
“Om jezelf eruit te halen… dat ik denk van:
oké, weet je wat: ik moet eruit, je moet ertegen
vechten om uit dat rare gevoel te komen. De kinderen waarmee de stadsdeelvoorzitter een mid-
En ja, honger hè.” dag door hun buurt heeft gelopen weten best goed
— Juliette (49), moeder van twee kinderen. wat gezond en ongezond eten en drinken is. Ze weten
bijvoorbeeld hoeveel suikerklontjes er in een blikje
frisdrank zitten. Ook lijken de kinderen te snappen dat
Niet alleen persoonskenmerken maar ook de situatie ze zelf voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor
waarin huishoudens zich bevinden heeft invloed op het wat ze eten. Toch vinden ze snoep, kip of patat te lek-
eet- en drinkgedrag. Het onderhouden van meerdere ker om het niet te eten. Daarnaast weten ze ook niet
banen is hier een voorbeeld van. Een ander voorbeeld goed hoeveel groente en fruit ze moeten eten om daar
geeft Anita. Zolang ze zichzelf en haar zoontje niet te voldoende van binnen te krijgen.
dik vindt, is ze tevreden over de gang van zaken maar
door wisselende diensten is het soms een hele puzzel
om te plannen wat ze, wanneer eten: 3.3 Voedselomgevingen
“En voor morgenavond doe ik het dan ook alvast, Zoals in de theoretische onderbouwing is beschreven
want ik heb hamlappen, dan ga ik die alvast laten bestaat de voedselomgeving uit drie componenten:
sudderen. Dus ja, mijn werk heeft wel heel veel fysiek, sociaal en persoonsgericht. Als we de resultaten
invloed op, hoe we zitten. Zoals die lasagne van van alle deelnemers verdelen naar de invloed die de
volgende week, dat moet omdat ik avonddienst verschillende omgevingen het meeste op hun koop- en
heb. En dan kook ik liever voor twee dagen, zodat eetgedrag zien we het volgende.
ik minder hoef na te denken van wat gaan we
doen.” Figuur 5. Verdeling respondenten naar type
— Anita (40), moeder van twee kinderen. voedselomgeving
Fysieke voedselomgeving
B Het eten dat thuis wordt gegeten
B De winkels die eten en drinken verkopen
op een route
E
ee
3
Persoonsgerichte
Sociale voedselomgeving voedselomgeving
B Steun bij het maken van gezonde B Locatie winkels
keuzes B Aansluiting aanbod
B Rolmodellen rond voedselkeuzes 5 bij cultuur
B Stimulansen (aanbiedingen, B Betaalbaar
coupons) B Regels/sociale normen met
m Regels over eten thuis en betrekking tot eten thuis
onderweg Ei 5 5 3 en onderweg
Alle respondenten zijn geanonimiseerd, de namen zijn fictief.
12
De invloed die de respondenten van dit onderzoek kunnen kiezen uit producten) van de voedselbank.
het vaakst omschrijven is die van de persoonsgerichte In de volgende paragrafen gaan we per type omge-
en fysieke voedselomgeving. Het gaat daarbij om het ving dieper in op de mechanismen die hierbij een rol
daadwerkelijke aanbod van eten en drinken en de spelen. Aan het begin van elke paragraaf is eerst het
eigen perceptie daarop. De invloed van de sociale verhaal van een de deelnemers opgenomen, die zich
omgeving wordt wel genoemd maar minder als unieke door dat type omgeving het meeste laat beïnvloeden.
beïnvloeder en vaker in combinatie met een of twee
van de andere omgevingsfactoren. Drie respondenten Zoals in figuur 5 te zien is, zijn bij twee casussen
zijn afhankelijk van Voedselbank Amsterdam. De voed- alle drie de omgevingen van belang bij het koop- en
selkeuzes die zij maken worden grotendeels bepaald consumptiegedrag. Het verhaal van één van hen
door het aanbod en het beleid (in hoeverre gebruikers volgt nu.
Aleida, 35 jaar, half Indiaas en half Arubaans. aes. C F
Ze probeert af te vallen door dieetshakes te drinken, meer NA hâd all Aes
fruit en geen koolhydraten te eten. Het is niet makkelijk, ze is
een moeilijke eter en houdt niet van koken. Verder zit Aleida
redelijk goed in haar vel. Ze weet wat haar valkuilen zijn -recla- ® E
mes, kortingsbonnen, met een lege maag naar buiten — en toch @
heeft ze moeite om de verleiding van fastfood te weerstaan. ® 0
“Ja maar hier in de Amsterdamse Poort bijvoor- Zelf eet ze ook nooit meer iets wat ze niet lust.
beeld heb je natuurlijk de Kentucky, de Burger Geleerd van haar moeder eten ze vaak ‘ghetto eten’:
King, de McDonald's dus je hebt best wel veel eet- voor weinig geld snel een makkelijke maaltijd. Zo-
dingen. Als je dan eenmaal buiten bent en je bent als vissticks, spinazie en rijst of ei, rijst en ketchup.
boodschappen aan het doen ben je wel geneigd Een grote trigger voor Aleida zijn de kortingsbon-
één van die dingen te pakken.” nen van McDonald's, Burger King en KFC.
Fysieke omgeving “Kijk deze maand ook had je bij de Kentucky twee
Aleida probeert haar gezin gezond te laten eten, Zingers halen, één betalen. Toch wel eventjes een-
maar geeft regelmatig toe aan verleidingen in de tje, twee gegeten. En vervolgens denk je dan echt
buurt, en de wensen van haar kinderen. Een paar ja waarom? Maar ja je laat je er wel door verleiden
keer per week eten ze kliekjes, pizza of fastfood, inderdaad.”
en er wordt twee keer per maand online eten
besteld bij Papa John's Pizza uit Diemen of Suri- Persoonsgerichte omgeving
naams eten. Aleida vindt het belangrijk dat ieder- Aleida vindt het aanbod in Amsterdamse Poort
een goed ontbijt. Ze koopt gevarieerd en probeert en Venserpolder te eenzijdig. In Venserpolder zijn
af te wisselen. De fruitschaal staat centraal op veel ‘buitenlandse’ winkels en snackbars, ze mist
tafel, iedereen mag hier van pakken. een ‘Nederlandse’ supermarkt. Ze gaat graag
naar de Amsterdamse Poort, maar ook daar is veel
Sociale omgeving verleiding van fastfood, snackbars en buitenlandse
Aleida bepaalt wat ze eten, haar vriend kookt. winkels. Ze mist een goedkope lunchroom met
Vroeger moest Aleida verplicht eten wat er op gezond aanbod en een goede groenteboer, voor-
tafel kwam, ze heeft er slechte herinneringen aan. heen was die laatste er wel.
Daarom dwingt ze haar kinderen hier niet toe.
sr mn En 7 \ ' / jn ed
Pe S Ed dc
Foto's: 47 a zn.
zelf bereidde avond- = es 4 d gn |
maaltijden en eten bij LJ E En —* en
de McDonald's Se PE Mi K D f
if ZAAN
13
3.3.1 Fysieke voedselomgeving
Om inzicht te krijgen in de fysieke voedselomgeving is welke eetgewoonten ze thuis hebben. Onderdeel van
onderzocht welk aanbod van eten en drinken de res- de fysieke voedselomgeving is ook de toegankelijkheid
pondenten in Bijlmer Centrum op de door hen veelge- van eten en drinken in huis: staat er bijvoorbeeld een
bruikte routes tegenkomen. Hoe ze dit ervaren en fruitschaal of een koektrommel in het zicht.
Shanti, 35 jaar komt van Curacao. Meese TT :
Shanti schat haar gezondheid redelijk positief in, NA hât oaf J\
alleen over haar fysieke gesteldheid is ze minder
tevreden. € ® OD
“Vanuit mijn galerij zie ik elke dag de grote M @
van McDonald's. World of food is op nog geen
2 minuten lopen.” Ö @
Fysieke omgeving Sociale omgeving
Shanti gaat vaak twee keer per week naar de Shanti eet 's avonds meestal samen met haar
Albert Heijn of Lidl in de Amsterdamse Poort. Op gezin. Shanti bepaalt dan zelf, of samen met haar
zaterdag doet ze vaak boodschappen bij de Aldi man, wat ze gaan eten. De overige maaltijden eten
en/of Albert Heijn bij Kraaiennest. Shanti koopt ze meestal apart van elkaar. Haar zoons mogen
op maandag, donderdag of vrijdag wel eens zelf bepalen wat ze ontbijten. Wanneer Shanti
Surinaamse groenten op de markt. ‘s Avonds, na op vrijdag Nederlandse taalles geeft, eet ze daar
een lange dag werken, komt ze regelmatig bij de verschillende soorten snacks (foto links).
MeDonald's in World of Food of ze rijden door
naar de KFC in de Amsterdamse Poort. Op za- Shanti wordt vooral beïnvloedt door reclames,
terdag maakt Shanti vaak Arepa (foto onder) als folders, eetkraampjes en geuren. Ze geeft aan
ontbijt of lunch. Verder eten ze bijvoorbeeld friet daardoor regelmatig iets te kopen: bijvoorbeeld
van de snackbar AnyTyme en halen ze sushi in de Surinaamse en Vietnamese gerechten en oliebol-
Amsterdamse Poort. De zoons van Shanti lunchen len. Bij het Bijlmer Parktheater staan soms food-
doordeweeks op school met brood van thuis. Ze trucks die voor verleiding zorgen. Ook bij de nieu-
krijgen ook zakgeld, waar ze weleens een broodje we sushi afhaalwinkel bij de Albert Heijn en op de
döner van halen. markt komt ze graag. Met name de kraam met de
n Braziliaanse vlag, omdat die lekkere kaaspasteitjes
_. . N verkoopt. Shanti let op de aanbiedingen zowel op
a . reclameborden als folders in de brievenbus. Ze
he Pl koopt bijvoorbeeld altijd vier croissantjes bij de
E hind Se Albert Heijn als deze één euro kosten.
È “Wachtend op mijn bestelling bij | love sushi zie ik
he Pil een app bij de kassa. Ik ga het uitproberen. Ik loop
Kar vo naar buiten en zie dat zij ook Poké bowls verko-
we pen. Een goed alternatief voor al het ongezonde
er” BE BE eten dat in de directe omgeving wordt verkocht.”
kn e E Persoonsgerichte omgeving
Fy Shanti kiest ervoor om haar boodschappen regel-
| EO matig bij de Aldi bij Kraaiennest te doen, omdat
ie N .
EE. het daar goedkoper en makkelijker parkeren is dan
FP A ke bij de Albert Heijn. Verder haalt Shanti regelmatig
@ eten bij de World of Food, omdat het dichtbij en
8 N lekker is.
14
Eten uit en thuis dan gaan ze naar de Albert Heijn en kopen daar
Alle deelnemers geven aan meestal thuis te eten. De frisdrank.
(te) hoge kosten van buiten de deur eten worden als
voornaamste reden hiervoor genoemd. Eén deelnemer Voedselaanbod Bijlmer Centrum/Amsterdamse
geeft verder aan dat van buiten de deur eten weinig Poort
sprake is, omdat zij dit te ongezond vindt. De meerder- Op de voornaamste route naar winkelcentrum Amster-
heid (15 deelnemers) laat wel geregeld eten bezorgen, damse Poort en Venserpolder (via het Abcouderpad)
halen het af of eten onderweg. Wanneer ze dit wel is weinig tot geen voedselaanbod. Dit in tegenstelling
doen gaan ze graag naar de McDonald's, KFC, tot het grote aanbod dat men in de winkelcentra treft.
Burger King, een dönerzaak of snackbar. Geen zin of Fastfoodrestaurants en restaurants vanuit verschillende
tijd hebben om te koken na een lange dag werken niet-Nederlandse voedselculturen zijn er het meest ver-
en het gemak om op de terugweg na bijvoorbeeld tegenwoordigd. De meerderheid van de deelnemers
het sporten (van de kinderen) eten af te halen zijn de vindt het aanbod van fastfood in de Poort te groot.
vaakst genoemde redenen hiervoor. De frequentie
waarmee dit gebeurt varieert van een paar keer week “Eerlijk gezegd is bijna niets gezond wat je buiten
tot één keer in de drie maanden. de deur kan kopen. Ze willen vooral geld verdie-
nen en maken dingen vet”
Drie deelnemers halen of bestellen nooit eten, één — Amina (47), moeder van vier kinderen.
deelnemer geeft aan enkel buiten de deur te eten bij
speciale gelegenheden. Het is echter de vraag of er
niet (onbewust) meer gegeten wordt, zoals blijkt uit dit Aanbod supermarkten
voorbeeld: Veel deelnemers zijn tevreden met het aanbod van de
supermarkten in de Amsterdamse Poort. Van de 21 res-
Mala zegt weinig buiten de deur te eten of af te pondenten doen er 16 hier hun dagelijkse boodschap-
halen, maar uit de foto's en latere gesprekken pen. Er zijn meerdere supermarkten (Lidl, Albert Heijn,
blijkt dat zij en haar zoons wel regelmatig onder- Vomar) in de Poort met volgens hen een voldoende
weg tussendoortjes kopen. Vooral bij de KFC, de groot aanbod. Behalve het diverse aanbod aan pro-
broodjeszaak in Venserpolder en Ernos komen zij ducten, wordt veelvuldig het verschil in prijs en kwali-
geregeld. “Als je langs die broodjeszaak fietst, teit tussen verschillende supermarkten genoemd. De
dan moet je gewoon even binnenstappen om een meeste respondenten kopen heel gericht hun produc-
broodje te halen. En de kippenvleugels van Ernos.. ten bij bepaalde supermarkten. Slechts drie van hen
die zijn hemels. En dan kan een patatje met mayo doen al hun boodschappen bij één supermarkt. Het
ook niet ontbreken.” gemak van alles in één keer kopen is hier de belangrijk
— Mala (36), moeder van drie kinderen. ste reden voor. Deze drie respondenten hebben een
hoge SES en lijken daarmee de keuze te hebben om
hun tijd op deze manier te besteden in plaats van het
Vrijwel alle kinderen van de meeloopmiddag geven aan bezoeken van verschillende supermarkten omwille van
dat er in de buurt veel plekken zijn waar je eten/drinken de aanbiedingen.
kan kopen en dat ze dat ook allemaal regelmatig doen,
vaak gaan ze dan naar de winkels bij Vensterpolder. Hoewel het voedselaanbod in de Amsterdamse Poort
Alle kinderen zijn erg enthousiast over Ernos (“Ik koop als divers wordt ervaren, vinden vier deelnemers dat
alles bij Ernos, gewoon alles daar is superlekker”), een het niet voldoende aansluit bij hun culturele en culi-
groot deel van hen geeft aan hier minimaal drie keer naire (veelal Arabische keuken) wensen. Om die reden
per week te komen. Ze kopen er vooral patat, kip en worden ook geregeld in een ander stadsdeel bood-
Turkse pizza's. Andere favoriete plekken waar eten en schappen gedaan. Ditzelfde geldt voor het voedsel-
drinken gekocht wordt, zijn: aanbod in winkelcentrum Venserpolder. Acht deel-
m De Ghanese winkel: hier kopen ze vooral snoep; nemers doen hun (aanvullende) boodschappen hier
m De belwinkel: daar verkopen ze naast beltegoed en zouden liever een gevarieerder cultureel voedsel-
ook snoep; aanbod zien.
m __Chinese/Surinaamse Toko: daar kopen kinderen
vaak roti of nasi; “Het halal aanbod in Amsterdam Zuidoost is niet
B Tanger supermarkt: hier kopen ze van alles en nog zo groot. Het zou leuk zijn als dat aanbod groter is.
wat, van lekkere dingen tot boodschappen voor Er zijn iets van twee winkels, dus je hebt niet
het avondeten. zoveel te kiezen. In Amsterdam Noord en West
heb je meer te kiezen. Daar heb je ook een
Een aantal kinderen geeft aan wel eens bij de Amster- Arabische bakkerij die goedkoper is. In Zuidoost
damse Poort te komen, ze gaan er voornamelijk met hebben we die niet.”
hun moeder heen. Soms zijn ze ook met vrienden en — Ayan (40), moeder van drie kinderen.
15
Ervaren kosten van het voedselaanbod Andere verplichtingen dan boodschappen in en rond
Hoewel de meeste deelnemers over het algemeen winkelcentra
tevreden zijn over de kwaliteit van het voedselaanbod, Behalve het doen van boodschappen kan de reguliere
vinden zes deelnemers het aanbod (van gezond voed- weekplanning van invloed zijn koop- en consumptie-
sel) in de supermarkten erg duur, dit bepaalt mede wat gedrag. Een aantal deelnemers moet vanwege andere
ze kopen. Vooral groenten die worden gebruikt in de verplichtingen regelmatig in of rond de winkelcentra
eigen culturele keuken, worden als duur ervaren. zijn. Enkele voorbeelden:
“Ja, vind ik wel. Ik denk als gezondere dingen Nisa is zo’n 3 á 4 keer in de week in de Amster-
goedkoper zouden zijn dan zou ik dat wel vaker damse Poort voor de huiswerkbegeleiding van
doen denk ik.” haar dochter. In de tussentijd wacht Nisa op haar
— Aleida (35), moeder van drie kinderen. en besteedt zo'n 3 uur in het winkelcentrum. De
MeDonald's, Burger King, KFC en Turks restaurant
‘King Donner’ zijn verleidingen voor haar. Ook zit
Aanbod Voedselbank Amsterdam er een Domino's waar ze wel eens pizza bestellen.
Drie deelnemers zijn afhankelijk van de Voedselbank. Nisa en haar dochter komen zeker 1x per 2 weken
De meningen over het aanbod zijn verdeeld. Twee in de McDonald's.
deelnemers vinden het aanbod “niet bepaald gezond”, — Nisa (40), moeder van een kind.
omdat er ook veel zoute en zoete producten in zitten.
“Ja, ja, het is niet uitsluitend ongezond en het is
veel gezonde groentes vooral. Maar er zijn ook Omdat Limei in verband met bijles veel op pad
momenten geweest dat we echt bakken met cho- is met haar dochter, komt ze in de verleiding om
colade kregen.” eten af te halen. Op de snelste route naar huis
— Shaniqua (37), moeder van vier kinderen. ligt alleen de KFC en de Lidl en de keuze voor
KFC is dan eenvoudig gemaakt omdat het snel,
goedkoop en makkelijk is. Ze vertelt verder dat ze
De derde voedselbankgebruiker is positiever, zij regelmatig bij KFC, Starbucks of McDonald's koffie
omschrijft het aanbod als ruim, en een kans om kennis of snacks koopt.
te maken met (gezonde) voedingsmiddelen die zij — Limei (36), moeder van een kind.
nog niet kent. Hoewel basisvoedingsmiddelen (zoals
groente en fruit, brood, vlees, gevogelte & vis, zuivel-
producten) door de Voedselbank worden aangeboden
kan men, afhankelijk van de regels per Voedselbank, Amina vindt het lastig dat als haar zoon aan het
ook kiezen voor ongezonde in plaats van gezonde werk is voor de Jumbo, hij een budget van 5 euro
producten. Ook blijkt het aanbod bij de Voedselbank krijgt voor avondeten. Met dat budget kan je
Amsterdam qua gezondheid een wisselend karakter volgens haar vrijwel alleen ongezond eten kopen.
te hebben. Eén van de respondenten geeft aan dat Ze zou het goed vinden als er meer goedkope,
het aanbod de ene week gezonder is dan de andere gezondere alternatieven zouden zijn.
week: het komt ook voor dat er voornamelijk onge- — Amina (47), moeder van vier kinderen.
zonde producten beschikbaar zijn. Deze observaties
komen overeen met recent onderzoek dat onder
voedselbankgebruikers in Amsterdam is gedaan? Van
gebruikers van de Voedselbank blijkt de gemiddelde
inname van energie, vezels, fruit en groente significant
lager dan dat van de totale populatie alsook de totale
lage SES populatie (incl. niet-voedselbankgebruikers).
Verder halen de Voedselbanken de richtlijnen van het
Voedingscentrum niet: fruit en vis worden minder
aangeboden in tegenstelling tot producten hoog in de
energie, proteïne en verzadigd vet.
2% Neter, JE, SC. Dijkstra, M. Nicolaou, M. Visser, |A. Brouwer (2020).The role of food parcel use on dietary intake: perception
of Dutch food bank recipients — a focus study. Public Health Nutrition, 23(9), 1-10. https://doi.°rg/10.1017/S1368980019003823
16
3.3.2 Sociale voedselomgeving
De sociale voedselomgeving betreft onder andere de van rolmodellen, social media, eigen verwachtingen
steun die gezinnen of leden daarvan ervaren van de ten aanzien van voedsel(keuzes), prikkels (zoals geur),
mensen in hun omgeving, bij het maken van (on)gezon- en stimulansen (zoals aanbiedingen).
de voedselkeuzes. Daarnaast gaat het over de invloed
Anita, 40 jaar, Nederlands, gaat vaak naar de camping waar Bee GC k
haar ouders een stacaravan hebben. Riâ zOl AN
“En of mijn schoondochter komt eten, dat heeft er ook invloed
op. Want als zij bijvoorbeeld komt eten dan eten we geen
andijviestamppot of iets, ook geen aardappel, vlees, groenten
enzo want dat lust zij niet. Zij is meer van de pasta en de bami/
nasi dat soort dingen.” ® Ö @
Fysieke omgeving Sociale omgeving
Anita woont bij het winkelcentrum in Venserpol- Anita is bewust bezig met voedsel. Ze probeert
der, waar ze gericht producten koopt bij de Tan- gezond te eten, dit lukt niet altijd, omdat haar
ger. Verder gaat zij naar de Lidl en de Vomar in de zoon wel alles eet. Er zijn weinig eetregels, hij mag
Amsterdamse Poort. Anita haalt ook regelmatig zelf iets pakken, maar niet voor 12 uur snoepen.
een pakket bij de Lidl of Vomar via de “Too good Een waterijsje mag, omdat hij vaak vergeet te
to go’-app (foto). Ze doet veel met de auto. drinken tijdens het spelen. Verder eet hij op de na-
schoolse opvang mee. Dat vindt ze goed zolang ze
LZ Gen En Er - ss heteten dat ze voor hem klaar heeft gemaakt niet
‚ hoeft weg te gooien. Bij het besluiten wat te eten,
Ne, Re _ wordt meestal het idee dat een van hen heeft op-
me : h gevolgd. Als Anita alleen is, eet ze makkelijk: een
EN n Ee 4 Ta f pizza of wat wokgroenten. Ze kiest ook vaak op
in ie basis van aanbiedingen.
Er ae |
le É “Er staat nu bijvoorbeeld in mijn persoonlijke
bonus dat ik korting heb op de tompouces. Ja,
nf n if Jean EG dan is het wel moeilijk om die achterwege te laten.
ij ’ d he! Í Ns | Je hebt kans dat ik ze eet op de camping. Ik mag
d f 4 h if daar smokkelen.”
4 pi „Nt Persoonsgerichte omgeving
5 EN Ì Anita zou wel een AH of Vomar in Venserpolder
U « # Een df Ni willen. Ze vindt het niet erg om bij verschillende
Ed EN "Ek: winkels boodschappen te doen, omdat het geld
bespaart. Ze vindt dat gezonde producten wel
Anita ontbijt niet, haar zoon wel. Meestal met wit- duurder zijn dan ongezonde.
te bollen met zoet beleg. Hij gaat naar een Jump-
in school”? en eet daar gezond. Buiten school mag “Laatst (…) had ik een box van de Vomar, daar
hij ‘gewoon kind zijn’ en krijgt lekkers en (niet te- zaten twee salades bij dus dat is mooi, maar er zat
veel) sap en frisdrank. Zelf drinkt Anita vooral spa ook koek en tompouces bij. Nou ja, ik heb er één
rood en cola zero. Gerechten die Anita maakt zijn op, maar die kleine heeft er drie gegeten. Op één
aardappels met groenten en vlees, lasagne, roti, dag twee, omdat ze op moesten. Maar dan heb
kapsalon (foto), saotosoep, pizza, nasi, stamppot ik wel zoiets van nee, dan ga ik liever voor de
en pannenkoeken. Ze kookt door haar wisselende groente en fruit boxen.”
diensten, vaak voor meerdere dagen. Anita bestelt
alleen eten bij speciale gelegenheden.
27 https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/blijven-wij-gezond/jij-school/watisjumpin/
17
Ervaren prikkels die de voedselkeuzes beïnvloeden onderweg zijn. De ander geeft aan dat zij met haar
De aanbiedingen zijn volgens 13 respondenten de zoon een afspraak heeft gemaakt om gezonder te eten:
voornaamste reden voor het maken van bepaalde
voedselkeuzes in de supermarkt. Hetzelfde geldt voor “Ja, hij lust het ook wel, maar heeft liever het witte
het kopen van eten en drinken bij fastfoodrestaurants brood. Daarom hebben we daarover een afspraak
in de Amsterdamse Poort. Via verschillende applicaties gemaakt. Ik koop één keer per week wit brood
en folders (bijvoorbeeld via de app van de McDonald's) voor hem, maar dan moet hij het bruine brood ook
worden de aanbiedingen bekeken, en op basis daarvan opeten.” - Ayan (40jr), moeder van drie kinderen.
wordt bepaald wat wordt gekocht.
Pizza of patat worden doorgaans besteld als er iets Samen koken met de kinderen wordt ook genoemd als
wordt thuisbezorgd. Wanneer buiten de deur wordt manier om de kinderen bekend te maken met gezond
gegeten doet men dit graag bij fastfoodrestaurants in eten. Vier ouders blijven, op diverse manieren, bepaald
de Amsterdamse Poort of World of Food. Het hebben eten koken in de hoop dat hun kinderen het uiteindelijk
van trek en een aangename geur van producten (14 gaan eten. Twee anderen geven aan er juist niet voor
respondenten) zijn hiervoor primaire redenen. te kiezen hun kinderen te verplichten om producten te
eten waarvan ze aangeven dat ze het niet lusten.
“Ik ben niet echt zo van dingen op straat kopen.
Ik moet het echt lusten. Er zijn twee worstmannen Om thuis de gezonde keuze te stimuleren zorgen elf
daarzo. Meestal als ik het lust dan koop ik bij één ouders ervoor dat er fruit in huis is en motiveren zij hun
van ze een bakje worst. In de Poort ben ik niet kinderen om water te drinken. Vier deelnemers zijn ook
echt eten aan het kopen. Echt puur voor de bood- bewust bezig met het in het zicht zetten van gezonde
schappen of inkopen doen. Maar verder loop ik voeding. Eén van hen zegt hierover het volgende:
gewoon door.…… Mijn zoontje, ja, McDonald's.”
“Ik zet fruit op tafel, in de schaal. Ze zien de ge-
Toch is er een moment geweest dat ze langs de zonde dingen in de koelkast, veel groenten. Dus
toko liep en daardoor trek kreeg in een broodje. ze zien die dingen en snoep is echt in een bakje in
de kast dus dat zie je niet. Ze weten dat het er is
“Ik kwam er langs en ze waren al open, dus ik maar je ziet het niet.”
dacht: hé lekker, een broodje gaat er wel in. Dus — Jody (34), moeder van twee kinderen.
ik had er gewoon trek in. Als je naar binnen gaat
[toko Venserpolder], ruik je al het lekkere eten die
ze aan het klaarmaken zijn daar.” Het gezond laten eten van de kinderen lukt echter niet
— Altagracia (39 jaar), moeder van drie kinderen. altijd. Zeker in de gezinnen waar de invloed van de
kinderen op wat er gegeten wordt, groot is. Kinderen
kiezen hetgeen ze lekker vinden en houden er niet of
Motiveren van gezond eet- en drinkgedrag nauwelijks rekening mee of dit goed of slecht voor hun
Met elkaar praten over het belang van gezonde gezondheid is.
voedselkeuzes (4 respondenten), leren omgaan met
prikkels die kunnen leiden tot ongezonde voedselkeu- Ayan is vaak in de K-buurt om boodschappen te
zes (2 respondenten), gezonde producten in het zicht doen en twee keer per week Zumba lessen te
leggen (4 respondenten) en de kinderen leren omgaan volgen. De sportactiviteiten zijn onderdeel van een
met eet- en drinkverleidingen (2 respondenten) zijn afvalprogramma vanwege overgewicht. Er is ook
methoden die door deelnemers worden toegepast om een eetprogramma waar ze soms aan meedoet
de kinderen te stimuleren om zowel buiten de deur als omdat ze niet alles wil eten wat ze voorschrijven.
thuis gezonde voedselkeuzes te maken. Haar kinderen doen hier helemaal niet aan mee
omdat zij liever geen groente eten.
“Ik heb wel snoep thuis, bewust omdat ze het — Ayan (40 jaar), moeder van drie kinderen.
moeten zien maar ook moeten kiezen ik doe het
niet of ik mag het niet. Dus ik ga niet bewust geen
koek of snoep in huis halen. Nee, je moet er Eet- en drinkregels
bewust mee bezig zijn.” De regels die twaalf deelnemers thuis of onderweg
— Jody (34), moeder van twee kinderen. hanteren over wat wordt gegeten en gedronken varië-
ren. Vijf deelnemers proberen de inname van ongezon-
de voeding (bijv. snoep en chips) te verminderen door
Twee respondenten hebben regels ingesteld om gezon- het eten of het kopen ervan te beperken.
de keuzes bij hun kinderen te stimuleren. De een neemt
altijd brood en water mee wanneer zij en de kinderen
18
“Kinderen leren het ook van de ouders. Als je lusten… zeg ik in de meeste gevallen: neem maar
gewoon altijd groente koopt, dan zijn ze het ook een broodje, want het is sowieso straks bedtijd
niet gewend om ongezonde dingen te kopen.” dus het heeft geen zin. Dan ga je je weer te vol
— Amina (47), moeder van vier kinderen. proppen en dan ga ik weer die klachten horen, ik
heb buikpijn. Dus dan zeg ik ze: of een broodje of
een pannenkoek.”
Zo heeft de ene ouder de regel dat na het avondeten — Altagracia (39), moeder van drie kinderen.
alleen fruit of yoghurt mag worden gegeten. Twee
andere respondenten staan dagelijks één snack toe.
Ook is het beschikbare budget en de prijs van onge- Als we de kinderen van de meeloopmiddag over hun
zond eten voor twee deelnemers belangrijk in de keus snoepgedrag vragen, zeggen de meesten voornamelijk
om buitenshuis snoep wel of geen snoep te kopen. snoepjes en snacks van hun zakgeld te kopen. Een an-
dere manier om snoep te kopen is van het wisselgeld
Interviewer: “En u zei dat als jullie dan langs de dat ze mogen houden na een boodschap voor thuis
Jamin bijvoorbeeld lopen, dat ze [de kinderen] dan (bruin brood, water, rijst, groentje, pakjes drinken).
wel vaak vragen of ze iets lekkers mogen.” Ze gaan niet vaak met hun ouders naar een winkel,
Mala: “Ja, mogen we wat snoep, een snoepje? hoewel een aantal aangeven met hun ouders naar
Ja, dat vragen ze dan” Ernos te gaan. Een deel van de kinderen geeft aan dat
Interviewer: “En hoe gaat dat dan? Hebben jullie ze stiekem lekkere dingen kopen en dat ze dat niet aan
dan bepaalde afspraken?” hun ouders vertellen. Ze weten wel dat het niet goed
Mala: “Van tevoren als ik geen budget heb, dan voor ze is, maar het is wél heel lekker.
zeg ik wel: Mama heeft niet genoeg geld, we gaan
alleen boodschappen halen en niemand moet iets “lk moet best vaak boodschappen doen voor
vragen. Dan weten ze dat wel. En soms vergeet m/n moeder. Dan krijg ik gewoon geld mee en
ik het ook om te zeggen en dan vragen ze: mama dan mag ik van wat er overblijft iets voor mezelf
heeft u wel geld? Ja, ze weten het wel.” kopen.”
— Mala (36),moeder van drie kinderen. - Een van de kinderen van de meeloopmiddag.
In een aantal huishoudens wordt er minder strikt Invloed van anderen op koop- en consumptiegedrag
gekeken naar wat de kinderen eten en drinken. Twee Het eten dat deelnemers thuis koken verschilt sterk per
ouders geven aan dat hun kinderen mogen pakken wat culturele achtergrond. Culturele eetgewoonten (ook
er in huis is. Eén van hen koopt per week een bepaalde van hun eigen ouders) zijn voor vijftien deelnemers van
hoeveelheid snoep of chips en als dat op is, wordt er invloed op hetgeen zij nu zelf bereiden.
pas de week erop weer nieuw gekocht.
De keuzes die Azra maakt wat betreft eten zijn ook
Twee ouders zijn strenger in het hanteren van de regels beïnvloedt door wat ze vroeger vanuit haar cultuur
met betrekking tot eten thuis. In één gezin mag het en afkomst heeft meegekregen. Veel gerechten
jongste kind (nog) geen cola drinken, in het andere ge- die Azra op tafel zet zijn dan ook (traditioneel)
zin wordt voornamelijk water gedronken. Ook zijn er in Indiaas. Vooral roti is iets dat ze bijna dagelijks
zeven gezinnen eetgewoontes die kinderen stimuleren eten, meerdere keren op een dag. De groente die
om gezond te eten door bijvoorbeeld altijd gezond te ze erbij eten variëren wel. — Azra (42), moeder van
ontbijten, groente bij het avondeten en fruit als tussen- twee kinderen.
doortje te geven.
Bepaalde gewoonten maken het wel lastig om niet later Vrij veel deelnemers (9) wisselen Nederlandse gerech-
op de avond nog meer te eten. Over eetgewoontes ten af met gerechten uit de eigen culturele keuken.
thuis zegt Altagracia het volgende: Een vijftal deelnemers geeft aan hetzelfde te koken
als wat zij van huis hebben meegekregen, twee
“Niet echt specifieke dagen, van het is patatdag of respondenten hebben de traditionele gerechten
dit of dat, want ze komen gewoon weer na een uur wat vereenvoudigd.
dat ze honger hebben en dan blijf je aan de gang.
En als ik ze vul met rijst of pasta, dan ‘s avonds Met betrekking tot het maken voedselkeuzes onder-
zoeken ze gewoon hooguit een broodje. Als ze al weg en thuis zeggen negen deelnemers weleens te
warm hebben gegeten … kijk ik heb nu niet echt worden beïnvloed door anderen.
een tijd van nou 6 uur eten we warm of zo. Meestal
hebben ze al om 4 uur of half 5 al honger en dan
geef ik ze gewoon te eten. Maar als ze iets later
19
“Als we in de Poort zijn en hij heeft honger maar ik gaat het naartoe? Het is echt niet handig om zo
niet perse en we gaan naar binnen in een snackbar iets bij de school te zetten. Dus daarom wil ik echt
dan denk je toch wel ja misschien kan ik ook wel de GGD benaderen om dit soort workshops voor
een kippetje nemen ofzo.” ouders… want weet je.… of geef je kinderen geen
— Ayan (40), moeder van drie kinderen. geld mee of zeg ze bewust van: Ik wil niet dat je
MeDonald’s eet want… dat ze echt bewust wor-
den van wat hun kinderen doen.”
— Jody (34), moeder van twee kinderen.
Jody eet regelmatig afhaaleten als lunch van bij-
voorbeeld World of Food of uit het stadscentrum.
Als ze bijvoorbeeld met collega’s is, die gezond Een minderheid (3 respondenten) zegt dat wanneer
eten minder belangrijk vinden, kiest zij zelf ook zij onderweg zijn, ze helemaal niet worden beïnvloedt
vaak voor een ongezonde optie bij de lunch. Ze door degene met wie ze zijn en wat zij kopen. Vaak
wil dan niet als enige ergens anders naar toe om heeft dit te maken met het krappe budget waarvan zij
een gezondere lunch te halen. “Ontbijt neem ik rond moeten komen.
vanuit huis mee … we zijn zo gek dat we [collega’s]
naar de stad gaan naar Vapiano voor de lunch… bij Bij de keuze voor het avondeten houden dertien deel-
centraal [Amsterdam-Centrum]. Zo niet goed, niet nemers rekening met de voorkeuren van hun kinderen.
goed bezig. Dus dan gaan we helemaal richting de Ze geven hen bijvoorbeeld twee opties om uit te
stad om weer naar Kraaiennest te gaan. Daarom kiezen of koken voornamelijk gerechten waarvan ze
vind ik het ook fijn om alleen te werken af en toe.” weten dat hun kinderen dat lusten. Daarnaast hangt
— Jody (34) moeder van twee kinderen. de keuze vaak af van wat er de voorgaande dagen is
gegeten omdat ze graag variatie willen. In vier gezin-
nen hebben de kinderen een relatief grote rol in dat
Wat opvalt is dat vaak oudere kinderen 's avonds laat wat wordt gegeten, er wordt vaak naar hun wensen
eten bestellen waar het hele gezin van mee eet. geluisterd.
“Nou meestal als ze [kinderen] hebben besteld “Wanneer mijn dochter geen zin heeft in rijst of kip
[pizza of spareribs neem ik wel een stukje daar- dan gaat ze zelf bijvoorbeeld naar de McDonald's.
van hoor, haha, dat wel, daar niet van. Ik eet ook Vroeger kocht ik dingen voor haar, maar nu is ze
mee. Het is niet dat ik niets neem, ik maak er ook groot genoeg om zelf dingen te kopen.”
gebruik van hoor, als ze het eenmaal hebben.” — Zaïda (51), moeder van vijf kinderen.
- Lisette (52), moeder van twee kinderen.
Ook de last om iedere dag iets te moeten verzinnen
om te eten maakt dat een moeder vaak kookt wat haar
Altagracia bestelt zelf eigenlijk nooit eten, maar dochter wil. Ze geeft haar vaak twee opties, zoals spa-
haar dochter wel. Dit gebeurt dan meestal na het ghetti of macaroni.
avondeten nog, rond een uur of negen 's avonds.
Meestal wordt het volgende besteld: pasta, pizza, Maar het tegenovergestelde komt ook, zij het minder
patat, pasta karbonade, steaks en dergelijke. Er vaak, voor:
wordt ongeveer 2 a 3 keer per week besteld. Moe-
der eet dan meestal mee met haar dochter: “Dan “Wat de pot schaft moet je eten gewoon. Dat is
heb misschien al heel lang geleden gegeten, dus de enige regel.” .
dan heb ik zoiets van: lekker gezellig, kan er nog — Mala (36), moeder van drie kinderen.
een beetje in.”
- Altagracia (39) moeder van drie kinderen.
De sociale omgeving heeft ook betrekking op het net-
werk waarin iemand zich bevindt. In de gemeenschap
Ook is voor een andere deelnemer zichtbaar hoe van een van de deelnemers wordt vasten gestimuleerd.
gewoonten van ouders (zoals het meegeven van geld
naar school) de voedselkeuze van kinderen beïnvloedt. Juliëtte let op haar gezondheid door te detoxen of
te vasten. Het vasten wordt geïnitieerd vanuit de
“lk werk dus met de scholen hier. En na school zie gemeente waar zij lid van is en gebeurt op aange-
je gewoon de kinderen naar de McDonald's toe ven van de voorganger.
lopen. En dan laten ze McDonald's zakken enzo op - Juliette (49), moeder van twee kinderen.
het schoolplein dus dan denk je echt: God waar
20
3.3.3 Persoonsgerichte voedselomgeving
De persoonsgerichte omgeving betreft de beleving
van bewoners van Bijlmer Centrum van de voedsel-
omgeving.
Elsine, 40 jaar, Antilliaanse, ze heeft momenteel geen werk en zit in de Sese CC F
schuldsanering. Ait Ol Á\
Interviewer: “Was het eten dat u vroeger at gezonder of ongezonder?”
Elsine: “Gezonder was het sowieso niet. Mijn moeder is echt Antilliaans:
Gezond, waar heb je het over? Wij houden van lekker eten. ® @ €
Gezond eten bestaat niet. Misschien is gezond eten nu een ding op de
Antillen, maar toen ik opgroeide niet”. Ö @ @
Fysieke omgeving Elsine vindt het mooi dat haar dochter dit doet
Elsine gaat vaak naar de Amsterdamse Poort voor maar het beïnvloedt haar eigen keuzes niet. Ze
boodschappen. Ze zegt dat ze zich niet laat ver- voelt niet de druk om iets gezonds te kopen
leiden door reclames of winkels op haar route: ze omdat anderen dat van haar verwachten, ze eet
doet altijd doelgericht haar boodschappen. Toch wat ze lekker vindt. Het eten dat Elsine maakt is
koopt ze onderweg wel eens iets, bijvoorbeeld geïnspireerd op de Antilliaanse keuken zoals haar
een saucijzenbroodje, croissantje of koffiebroodje. moeder vroeger kookte. Ze maakt het wel minder
Ze koopt dit tijdens het boodschappen doen, als uitgebreid, goedkoper en meer naar haar smaak.
ze er erg veel trek in heeft of duizelig is. Wat Elsine
in de avond kookt laat ze afhangen van de aanbie- Persoonsgerichte omgeving
dingen en wat haar kinderen willen. Ze eten stan- Elsine houdt niet van gezond eten. Als ze groente
daard twee keer per week iets uit de frituur. Soms eet, dan eet ze dat alleen als zij daar zin in heeft.
buiten de deur, dan gaan ze bijvoorbeeld naar Ze vindt het lastig dat gezond eten duurder is om-
haar moeder, de McDonald's, KFC of ze halen dö- dat ze niet weet hoe ze gezond eten zou moeten
ner. Elsine bestelt soms eten — ongeveer één keer betalen als ze dat wel zou willen, bijvoorbeeld
in de twee maanden- zoals pizza. Elsine ontbijt voor haar gezondheid.
nooit als ze met haar kinderen is omdat ze dan niet
rustig kan zitten. Wat ze eet als ontbijt of lunch is Ze vindt het aanbod in de supermarkten goed
heel verschillend, het hangt af van waar ze trek in alleen zou het vleesaanbod uitgebreider kunnen.
heeft: noedels, een soepje, tosti, een gebakken ei Wel vindt ze alle supermarkten duur. Als Elsine
of restjes van de dag ervoor. Ze eet soms ook niks graag iets wil eten bij bijvoorbeeld de McDonald's
omdat ze geen trek heeft. maar het geld niet heeft, dan maakt ze soms haar
eigen hamburgers thuis. Ze vindt afhalen wel veel
Sociale omgeving makkelijker omdat het eten dan gelijk klaar is. Dit
Elsine heeft een app met alle aanbiedingen van is vooral makkelijk als zij en haar kinderen nog laat
supermarkten (Vomar, Lidl , Albert Heijn). Ze laat buiten de deur zijn. Inmiddels eet ze minder vaak
haar kinderen daar uit kiezen. Elsine houdt zich in fastfoodrestaurants omdat haar kinderen er min-
hier strikt aan, andere dingen koopt ze niet. Ook der graag eten en omdat haar hernia en depressie
als ze eten bestelt maakt ze alleen gebruik van haar gemotiveerd hebben dat minder te doen.
kortingsbonnen. Als ze naar de McDonald's of KFC gaan is dat een
bewuste keuze, op basis van de aanbiedingen.
Elsine heeft één dochter die wel graag gezond Impuls aankopen doet ze minder dan voorheen.
eet, ze vraagt Elsine vaak om ook gezonde
dingen te kopen die in de aanbieding zijn.
21
Toegankelijkheid van voedsel Ook wordt door twee deelnemers opgemerkt dat er
Wanneer men verleid wordt tot ongezond eten, heeft tegenwoordig veel leegstand is van winkelpanden in
dit vaak te maken met het gemak en de snelheid de Amsterdamse Poort en dat wanneer een nieuwe
waarmee een maaltijd bereid kan worden. Het aanbod huurder daar zijn intrek neemt, het vaak eet- of drink
van snel te bereiden maaltijden is in de winkelcentra tentjes zijn. Men heeft het beeld dat er relatief veel
en online over het algemeen ongezond, dit leidt mede eethuizen in de Amsterdamse Poort zijn gevestigd.
daardoor tot ongezonde voedselkeuzes.
Ervaren betaalbaarheid
Limei vertelt dat wanneer zij fastfood koopt, ze Het voedselaanbod in de Amsterdamse Poort wordt
dat vooral doet omdat het snel en makkelijk is. door elf deelnemers als duur ervaren. Naast het gevoel
Zo koopt ze bijvoorbeeld regelmatig een KFC dat het aanbod in de supermarkten en op de markt
box op de route naar huis na de bijles van haar steeds duurder wordt, bestaat ook de opvatting dat
dochter, die duurt van 17:00-20:00 uur. Dan hoeft gezond eten duur is. Slechts vier respondenten vinden
ze zelf daarna niet meer te koken. In die zin heeft het aanbod in de supermarkten betaalbaar.
het ‘programma’ van haar dochter invloed op de
keuze of er wel of geen eten buiten de deur wordt Ervaren aansluiting en acceptatie van het
gekocht. voedselaanbod
— Limei (36) moeder van een kind. Drie deelnemers vinden dat er te weinig gezonde
alternatieven door de voedselaanbieders in de beide
winkelcentra in Bijlmer Centrum worden aangeboden.
Ook hebben twee deelnemers behoefte aan een meer
“De meeste mensen, het maakt niet uit waar ze algemeen, en Nederlands voedselaanbod in winkel-
werken, of ze nou in Zuid werken, komen dan centrum Venserpolder (zoals dat is bij de supermarkten
meestal hier [Venserpolder] een broodje halen. in de Amsterdamse Poort). Twee andere respondenten
Dus dat spreekt iedereen echt aan, omdat zij ook zijn wel tevreden over het aanbod van de supermark-
om 9u opengaan. En zij zijn de eerste die dan ten in de Amsterdamse Poort omdat het volgens hen
opengaan. Dus ja, dat valt natuurlijk op. En het is past bij de gerechten die door bewoners van Amster-
ook sowieso lekker.” dam Zuidoost worden gemaakt.
— Sefanja (36), moeder van vier kinderen.
Verder is de beleving van één moeder dat het aanbod
van fastfood in de Amsterdamse Poort en Venserpol-
der geaccepteerd wordt door de omgeving. Dit geldt
Er wordt volgens Jody vaak gedacht dat er in ook voor de toko in Venserpolder waar belegde brood-
Amsterdam Zuidoost geen behoefte is aan die jes worden gekocht.
gezonde voedselaanbieders terwijl dat wel zo is.
Bewoners kiezen volgens haar voor ongezonde “lk denk iedereen uit deze buurt wel houdt van
opties omdat er een gebrek is aan gezonde voed- de McDonald's. Ik ken niemand die niet van de
selaanbieders. MeDonald’s houdt. Het is net als die snackbar
— Jody (34) moeder van twee kinderen. [snackbar Ernos in Venserpolder] hier. ledereen
gaat er wel naartoe”
— Aleida (35), moeder van drie kinderen.
Aanbiedingen van (nieuwe) producten, de bekend-
heid van fastfoodrestaurants, gewoonten, socializen,
het vieren van een speciaal moment en emotionele
gesteldheid worden verder genoemd als redenen om
buiten de deur te eten, eten te bestellen of af te halen.
Beleving fysieke (voedsel)omgeving
Winkelcentra de Amsterdamse Poort en Venserpolder
zijn de plekken waar men het vaakst verleid wordt tot
het kopen van ongezond eten en/of drinken. Tien van
de deelnemers beschrijven het eten dat in de Amster-
damse Poort wordt aangeboden met negatieve termen
zoals de ‘vettigheid’, ‘ongezond’, ‘junkfood’. Eén van
de respondenten vindt dat er wel een goede balans
is tussen gezonde en ongezond voedselaanbod in de
Amsterdamse Poort.
22
Shaniqua, 37 jaar, Surinaamse. An @
“Ik vind het fijn. En waarom? Sinds wij eten van de NA hâdk ol È)
Voedselbank krijgen, eten wij dingen die we nooit zouden
eten. Je krijgt dingen binnen waarvan je denkt maar ik
ken dat helemaal niet. Dus wat moet ik ermee? En dan ga OD ® 0
je googelen. Tuinbonen bijvoorbeeld had ik nog nooit
gegeten. Wat was het nou nog meer, asperges!” Ö @ @
Fysieke omgeving groente gegeten? Want als ik ze vraag wat wil je
Shaniqua denkt dat 90% van hun eten van de eten komt is altijd iets van pizza, patat of pannen-
Voedselbank komt. Over het algemeen vinden ze koeken.”
het aanbod van de Voedselbank Amsterdam ge-
zond. Het valt op dat er nauwelijks vlees op tafel
komt. Het gezin eet bewust geen rund en lam,
en varkensvlees vinden ze niet lekker. Sinds kort 4
hebben ze een nieuwe eettafel, waardoor ze met
het hele gezin rechtop aan tafel kunnen eten (dat : ke
kon voorheen niet). ; re B
ik a
' p De de, 0 , Re: 5 in :
a : ne 3
AR HT ì ME N El É : z
E Ey Vega couscous gemaakt door de kinderen
Zelfgemaakte huzarensalade en stokbrood Oma neemt ze geregeld mee naar KFC, omdat zij
daar kortingsbonnen voor heeft. Shaniqua en Ro-
Shaniqua en Rogier gaan bewust om met fastfood- gier vinden dit goed, omdat de kinderen het erg
verleiding. Het is een uitzondering als ze samen leuk vinden, en Rogiers moeder weinig geld heeft
naar een fastfoodrestaurant gaan. Ze kopen vaker voor andere uitjes.
een croissantje of een broodje om de trek te
stillen. Als ze met z'n tweeën zijn kopen ze voor Persoonsgerichte omgeving
zichzelf nog wel eens gefrituurde snacks. Maar op Nog zonder kinderen aten Shaniqua en Rogier
loopafstand van hun huis zijn voldoende super- veel fastfood. Van vrienden bij fastfoodrestaurants
markten waar ze goede producten kunnen kopen. kregen ze vaak een maaltijd mee. Nu willen ze dat
niet meer.
Sociale omgeving
Het gezin is blij dat het voedselpakket veel “We weten wat voor troep het is, het voedt niet.
gezonde groenten bevat, hoewel er ook snoep Het maakt alleen maar kapot. Het vult je maag
en chocola in zit. Dit eten ze wel op, ze vinden dat maar het heeft geen voedingswaarde. We willen
ze dankbaar moeten zijn voor wat ze krijgen. dat niet voor onze kinderen. We willen dat ze ge-
De kinderen mogen soms meedenken over wat woon hun groentes binnen krijgen. Ze hebben de
er op tafel komt, maar er is wel controle of het bouwstenen nodig.”
voldoende gezond is.
“De kinderen hebben in zoverre een rol. Er zijn
wel punten waar we rekening mee houden. Wat
hebben ze de dag ervoor gegeten. Waren ze zoet?
Hebben ze al rijst of aardappel of vis of vlees of
23
3.4 Routes
Op basis van het intakegesprek en de weekplanning Hoewel de meeste veelgebruikte routes draaien om
van de deelnemers, zijn routes gekozen om mee te het doen van de boodschappen, hebben andere
lopen. In totaal is dit 40 keer gedaan. Alle routes zijn (dagelijkse) routines - zoals school, werk, vrijetijdsbe-
uitgetekend op de kaart hieronder. Op basis van de steding, medische afspraken- wel degelijk invloed op
omschrijving van het doel waarmee de route is af- koop- en consumptiegedrag. Deze routes worden vaak
gelegd, zijn ze in vier categorieën ingedeeld. In lijn gecombineerd met het kopen van eten en drinken.
der verwachting hebben de meest genomen routes In tegenstelling tot bij boodschappen doen, bepaalt
als doel boodschappen doen (21) of het naar school in dit geval de route, de aankoop. Helemaal wanneer
brengen van de kinderen, werk of andere verplichtin- deze activiteiten tijdens of rond etenstijd plaatsvinden
gen (11). Minder vaak zijn routes op weg naar familie, worden er vaak uit gemak, verveling (wachten) en door
vrienden, vrije tijd of sport (B) en de Voedselbank de toegankelijkheid van het aanbod op de route aan-
Amsterdam genoemd (3). kopen gedaan. Daarnaast wordt ook gezelligheid (even
van huis zijn) genoemd om buiten de deur te eten.
Het vaakst worden de boodschappen gedaan in win-
kelcentrum de Amsterdamse Poort of Venserpolder, de De kinderen van de meeloopmiddag vertellen dat ze
routes concentreren zich rond deze plekken in Bijlmer regelmatig expres naar de winkels in Vensterpolder
Centrum. Het Abcouderpad is de meest gebruikte gaan, ook al hoeven ze daar niet perse heen of langs.
verbindingsweg. Op de route zijn vrijwel geen voed- Ze hebben dan zin in snoep of zoiets als patat of kip.
selaanbieders, dus is er ook geen sprake van koop- of
consumptiegedrag. Het overgrote deel van het aan- “Gewoon, dan gaan we naar Ernos of de Ghanese
bod van voedsel is gelokaliseerd in de winkelcentra en toko om met z'n allen iets lekkers te kopen.”
World of Food. — Een van de kinderen van de meeloopmiddag.
Figuur 6. Veel gebruikte routes bewoners Bijlmer Centrum
sport verplichtingen
© o
®
@
SSC 3 © bz
SSS
… © ® 5
Oo # ©, CN @
e ° en SS
o ee
$ ©
© j E 8
24
3.5 Aanpassingen voedselomgeving m Minder snoepwinkels in de buurt;
m Meer gezonde winkels.
In Bijlmer Centrum is, behalve gecentreerd in Venser-
polder, de Amsterdamse Poort en World of Food, Aanpassingen voedselaanbod Bijlmer Centrum
weinig voedselaanbod. Hier en daar een eetkraampje, In de Amsterdamse Poort pleiten veel deelnemers voor
bij de speeltuin bijvoorbeeld. De meningen over het al meer gevarieerd en gezonder aanbod, mits betaalbaar
dan niet aanpassen van de omgeving zijn verdeeld. Zes omdat de goedkope, makkelijke maaltijd vaak onge-
deelnemers vinden het fijn dat ze op hun veelgebruik- zond is. Voorbeelden van type winkels die ze er missen
te routes geen voedselaanbod tegenkomen. Zeker zijn:
voor hun kinderen, omdat ze anders verwachten dat zij B Een goede groenteboer, zoals die er in het verle-
verleid zouden worden of hen (vaker) om iets lekkers den was, die de producten ook verleidelijk aan-
zouden vragen. Voor een aantal respondenten geldt biedt. Een geschikte locatie zou volgens een van
dat ze er vanwege een krappe beurs hoe dan ook geen de deelnemers in de Amsterdamse Poort; tegen-
gebruik van zouden maken, een aantal van hen vindt over de Kruidvat zijn
ook dat het ieders eigen verantwoordelijkheid is om B Een goedkope lunchroom met gezond aanbod,
gezond te eten dus hoeft er niet in het aanbod ge- de huidige opties zijn volgens de deelnemers in
stuurd te worden. verhouding tot de kwaliteit erg duur;
B Een goede viswinkel;
Stimuleren van gezonde(re) keuze onderweg m Een kraampje waar bijvoorbeeld pasta en salade
Eén van de deelnemers geeft aan dat er wel gezonde wordt verkocht om onderweg gezonder eten te
aanbieders rond Bijlmer Arena zijn, maar als ze deze kopen;
route naar de supermarkt neemt moet ze van haar fiets m Meer halal restaurants en winkels (zoals een sla-
afstappen (van Hogevecht via Bijlmerplein) omdat deze ger), Arabische of Surinaamse restaurants, Arabi-
dwars door het winkelcentrum gaat. Daarom neemt sche bakkerij.
ze vaak de ‘buitenom’ route, vanaf Hogevecht via het
Nelson Mandelapark. Op de buitenom route komt ze Overige voorstellen voor voedselaanbod in Bijlmer
daarentegen wel langs een Brazilliaans eetkraampje Centrum zijn:
waar ze geregeld stopt voor wat lekkers. B In Venserpolder een supermarkt zoals de Lidl, met
‘Nederlands’ aanbod;
Om onderweg de gezonde keuze te stimuleren, zijn m Een kleine supermarkt met een divers aanbod aan
door respondenten de volgende voorstellen gedaan: voedselproducten in de omgeving van de basis-
B Posters ophangen waarop kinderen iets gezonds school de Schakel;
eten, bijvoorbeeld langs het fietspad gelegen tus- B Geen McDonald's meer in de buurt van scholen.
sen Bernard Shawsingel en Dolingadreef (richting
de Amsterdamse Poort); Om te stimuleren dat meer gezonde voedselaanbie-
B Reclameborden met daarop gezonde etenswaren; ders zich willen en kunnen vestigen zou er volgens een
B “Ik ben daar heel gevoelig voor. Als ik een groot van de respondenten mogelijk een subsidie vanuit de
bord zie met een appel, dan heb ik daar zin in. gemeente beschikbaar gesteld kunnen worden voor
Maar als er een taartje op staat, dan zou ik dat ge- startende ‘gezonde’ ondernemers.
lijk kiezen.” — Mala (36), moeder van drie kinderen;
m Meer (gratis) reclames voor gezond aanbod; Aanpassingen buurt algemeen
B Reclameborden neerzetten die Amsterdamse Behalve het voedselaanbod kwamen ook meer alge-
Poort promoten en borden waarop je kan zien wat mene kenmerken van de buurt aan bod. Een aantal
er te koop of te doen is; respondenten vindt de routes in Bijlmer Centrum van
m Meer (gratis) reclames voor gezond aanbod; huis naar de school van de kinderen of naar de Am-
B Vaker organiseren van buurtactiviteiten zoals een sterdamse Poort saai en grauw of ongezellig omdat
cultuurdag om gezond eten uit elkaars culturen er niets anders is dan groen en grijs en er over het
te ontdekken of mobiele foodtrucks om mensen algemeen weinig mensen op straat zijn. Terwijl anderen
de gelegenheid te geven om hun gerechten te juist de rust en het groen waarderen en liever meer
presenteren in verschillende buurten. bomen zouden willen.
Tijdens de meeloopmiddag zijn de kinderen gevraagd De veiligheid van de routes wordt ook vaak besproken.
hoe zij de buurt zouden veranderen met betrekking tot Eén van de respondenten draagt aan dat er nu vooral
gezond eten en drinken. speelplekken en trapveldjes zijn op plekken waar wei-
Daar kwamen de volgende antwoorden op: nig toezicht mogelijk is vanuit huis, waardoor het voor
B Een‘Fruitland’ waar je allemaal verschillende soor- haar niet veilig voelt om haar zoontje van 9 jaar daar al-
ten fruit kan kopen; leen te laten spelen. Op de route van de Haag en Veld
25
naar de Rozemarn worden scooterrijders genoemd die
geen rekening houden met wandelaars. Ook de route
van de Amsterdamse Poort naar de World of Food
vinden ze niet erg voetgangersvriendelijk. Het Abcou-
derpad naar de Amsterdamse Poort wordt als betere
route gezien, vooral als er veel mensen zijn, dat geeft
een veilig gevoel. Ook wordt het pad (Bijlmerplein)
rond de Amsterdamse Poort als prettiger ervaren dan
voorheen. Anderen vinden de buurt, omgeving Hakfort
en Huigenbos, nog steeds onveilig en gaan ’s avonds
de deur niet meer uit.
Om de buurt fijner te maken zijn de volgende mogelijk-
heden aangedragen:
m Een speeltuin bij de picknickbanken zodat die
vaker gebruikt worden en mensen mogelijk minder
geneigd zijn om bij de winkels te blijven hangen;
m Meer sportfaciliteiten zoals sporttoestellen, meer
sportaanbod (alleen voor vrouwen) zoals boksen;
B Container met spel attributen (onder het beheer
van wijkbeheer) voor kinderen;
B Mooie muurschildering aan de achterkant van het
Boston Catering gebouw en aan die kant aan het
water een terras aanleggen.
Net als bij de volwassenen, werden ook door de kinde-
ren tijdens de meeloopmiddag andere onderwerpen
aangesneden dan alleen een gezondere) voedselom-
geving. De volgende wensen spraken zij nog uit:
B Dat er minder sigaretten en ‘jonko’s’ gerookt wor-
den op straat, “want dat is ongezond”;
B Dat er minder dierenpoep op straat ligt, niet
alleen hondenpoep op het gras, maar ook om
ganzen- en zwanenpoep op de stoep;
B Dat er minder afval ligt op straat, “dat is goed
voor het milieu en dus gezonder”;
m Dat het rustiger is op straat;
m Dat alle alcohol uit het zicht is;
m Dat alle kinderen kunnen sporten.
26
4 Conclusie en discussie
In dit onderzoek staan de volgende onderzoeksvragen waarin we allemaal continu (on)bewust worden be-
centraal: invloedt bij het maken van dagelijkse keuzes is het
1. Hoe (on)gezond ervaren buurtbewoners hun eigen wellicht onmogelijk hier realistisch op te kunnen
voedselomgeving? reflecteren.
2. Wat zijn veelgebruikte routes en welk voedselaan- B Daarnaast is er vaak een beroep gedaan op het
bod bevindt zich langs de route? geheugen. Het is mogelijk dat iemand zich niet
3. Wat zijn hotspots (voedselaanbieders langs de goed kan herinneren hoe vaak er bijvoorbeeld
meest gebruikte route) in de H-buurt en Amster- eten wordt besteld en/of onderweg wat wordt ge-
damse Poort? kocht. Ook kan iemand (on)bewust meer toegeven
4. Wat zijn mogelijke aanpassingen in de buurt die aan verleidingen en (tussendoor) meer eten?
kunnen bijdragen aan een gezondere omgeving B Door ervaren taalbarrières bleek Photovoice niet
en/of een gezondere leefstijl van de bewoners? altijd juist geïnterpreteerd en leverde dit niet altijd
de foto's op waar naar is gevraagd.
Voordat we antwoord geven op de hoofdvragen eerst
een reflectie op de onderzoeksresultaten. Gezien het Aan de andere kant ondermijnt de gekozen onder-
thema van het rapport en de mate waarin we op ons zoeksmethodiek, het meelopen op veelgebruikte
eigen gedrag kunnen analyseren, moeten we rekening routes, een deel van de mogelijke bias:
houden met de volgende aspecten: m De resultaten zijn niet alleen gebaseerd op het
m De werving voor deelname aan het onderzoek is reconstrueren van gedrag, zoals bij het gebruik
gedaan met behulp van welzijnsinstellingen in Bijl- van vragenlijsten. Juist door mee te lopen is de
mer Centrum. Bij reguliere activiteiten is aandacht onderzoeker aanwezig terwijl het koop- en con-
gevraagd voor het onderzoek. Er hebben zich sumptiegedrag plaatsvindt.
deelnemers proactief gemeld, anderen zijn door m Deze manier van onderzoeken biedt veel tijd en
de medewerkers benaderd. Mogelijk is er sprake ruimte om het gedrag te observeren.
van een bepaalde mate van selectie bias waarbij B Het meelopen tijdens het boodschappen doen,
ouders die bewust bezig zijn met gezonde voe- maakt het voor de respondent makkelijker en
ding of dit interessant vinden, oververtegenwoor- efficiënter om deel te nemen aan het onderzoek.
digd zijn in het onderzoek. Daarnaast nodigt de informele setting veel meer
B __ Sociaal wenselijkheid heeft wellicht invloed gehad uit om te praten.
op de antwoorden die zijn gegeven. Dit bleek
bijvoorbeeld bij het invullen van het Positieve In het vervolg van dit hoofdstuk geven we antwoord
Gezondheid spinnenweb. Een aantal deelnemers op de onderzoeksvragen.
moest meerdere malen duidelijk gemaakt worden
dat het spinnenweb een manier is om de situatie 1. Hoe (on)gezond ervaren buurtbewoners hun
waarin het gezin zich bevindt te schetsen en niet eigen voedselomgeving?
om een oordeel te vellen over hun leefstijl. Daar- Er is niet één type voedselomgeving waar de deel-
naast zou men zich tijdens het meelopen anders nemers zich het meeste door laten beïnvloeden. De
kunnen gedragen dan normaal en bijvoorbeeld invloed van de persoonsgerichte omgeving komt het
minder ongezond eten en drinken kopen omdat er vaakst voor (5 deelnemers), daarna volgt de combina-
een onderzoeker bij is. tie met de fysieke omgeving en de fysieke omgeving
B Op de vraag “word je wel eens onderweg verleid op zich (beide 3 deelnemers).
om te snacken” is veelal geantwoord dat dit niet
het geval is, terwijl op de vraag “koop je wel eens Fysieke voedselomgeving
wat om te snacken onderweg” een tegengestelde De meeste deelnemers aan het onderzoek geven aan
reactie is gegeven. Beide zaken kunnen in principe dat zij veel thuis koken, de belangrijkste reden hiervoor
naast elkaar bestaan. Echter is het ook heel men- is de hoge kosten van buiten de deur eten. Wanneer ze
selijk om niet door te hebben dat je verleidt wordt dit wel doen, gaan ze graag naar de McDonald's, KFC,
en/of je dit niet toe te willen geven. Burger King, een dönerzaak of snackbar. De meest
m De respondenten is vaak gevraagd wanneer en genoemde redenen om wel eten te bestellen of af te
hoe ze gezonde of ongezonde keuzes maken. halen zijn gemak, omdat het al laat is en/of geen zin
Gezien de reacties op deze vraag bleek het lastig (meer) hebben om te koken en de snelheid waarmee
om hier antwoord op te geven. Gezien de mate een maaltijd bereid wordt.
27
De meeste deelnemers doen hun boodschappen bij er al een avondmaaltijd was genuttigd.
verschillende supermarkten om gebruik te kunnen Bij de keuze voor het avondeten houden veel ouders
maken van zoveel mogelijk aanbiedingen. In de rekening met de voorkeuren van hun kinderen. Ze
Amsterdamse Poort doen de meeste hun boodschap- geven hen bijvoorbeeld twee opties om uit te kiezen of
pen bij de Vomar, Lidl en Albert Heijn. In Venserpolder koken voornamelijk dingen waarvan ze weten dat hun
bij de Tanger. kinderen dat lusten. Daarnaast hangt de keuze vaak
af van wat er de voorgaande dagen is gegeten omdat
In de winkelcentra zijn fastfoodrestaurants en restau- een aantal deelnemers wel graag gevarieerd eet.
rants vanuit verschillende niet-Nederlandse voedsel-
culturen het meest vertegenwoordigd. De meerderheid Persoonsgerichte voedselomgeving
van de deelnemers vindt het aanbod van fastfood in de In de winkelcentra van Bijlmer Centrum is het groot-
Amsterdamse Poort te groot. se aanbod ongezonde voedsel. Bijna de helft van de
deelnemers vindt dit te veel. Wanneer men verleid
Behalve het doen van boodschappen hebben ande- wordt tot ongezond eten, heeft dit vaak te maken met
re routines zoals werk, school en vrijetijdsbesteding het gemak en de snelheid waarmee de maaltijd bereid
invloed op het koop- en consumptiegedrag. Zeker wordt. Het aanbod van snel te bereide maaltijden is in
wanneer men rond etenstijd onderweg is, wordt vaak de winkelcentra en online over het algemeen onge-
buiten de deur gegeten of afgehaald. zond, dit leidt mede daardoor tot ongezonde voedsel
keuzes.
Sociale voedselomgeving
Voor veel ouders is de betaalbaarheid van producten Bij de keuze van een supermarkt spelen betaalbaar-
belangrijk bij het maken van voedselkeuzes. Zij volgen heid, kwaliteit en locatie een rol. De meerderheid van
de aanbiedingen van supermarkten continue via apps de respondenten vindt het overige voedselaanbod in
of folders. Op het moment dat er buiten de deur de winkelcentra te duur.
wordt gegeten, geven ook de aanbiedingen en korting
coupons veelal de doorslag om bepaalde producten Hoewel het voedselaanbod in de Amsterdamse Poort
te kopen. Vaak wordt ook hier gebruik gemaakt van als divers wordt ervaren, vindt niet iedereen dat het
speciale apps, zeker bij de grote fastfoodketens. Geur voldoet aan al hun culturele en culinaire wensen. Zij
en het hebben van trek zijn de belangrijkste redenen zouden bijvoorbeeld graag meer goedkope halal
om onderweg eten te kopen. slagers zien, een Arabische bakker en een betaalbare
groenteboer. Zij gaan hier nu voor naar andere stads-
Er worden vrij veel manieren genoemd waarmee de delen.
deelnemers hun kinderen stimuleren om zowel buiten
de deur als thuis gezonde voedselkeuzes te maken. Individuele factoren
Expliciete eetregels hanteren de meeste ouders niet. De theorieën met betrekking tot koop- en consump-
Bij degene bij wie dit wel het geval is, gaat het bijvoor- tiegedrag bestaan behalve uit de voedselomgevingen
beeld om de hoeveelheid snoep, wit brood of snacks ook uit de invloed van persoonlijke omstandigheden
na het avondeten. Wel zijn er in zeven huishoudens en individuele factoren. Aan de hand van zes domeinen
eetgewoontes om kinderen te stimuleren om gezond van Positieve Gezondheid (lichaamsfuncties, mentaal
te eten door bijvoorbeeld gezond te ontbijten, altijd welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen
groente bij het avondeten te serveren en fruit als en dagelijks leven) is de situatie van de deelnemers in
tussendoortje. Er is ook een aantal deelnemers dat kaart gebracht. Zingeving is door hen gemiddeld het
aangeeft dat zij hun kinderen juist niet verplichten om hoogst beoordeeld en lichamelijke gezondheid het
dingen te eten die zij niet lusten. Vaak speelt hun eigen laagst. Als we naar het koop- en consumptiegedrag
opvoeding of ervaringen vanuit de eigen jeugd hierin kijken in combinatie met domeinen van Positieve Ge-
een rol. zondheid blijkt het moeilijk om hier duidelijke conclusie
uit te trekken. Er zijn deelnemers die zeggen vaker on-
Hetgeen er wordt gekookt verschilt sterk per culturele gezonde keuzes te maken omdat of als ze niet lekker in
achtergrond. Vaak wordt er traditioneel gekookt of hun vel zitten, maar er zijn ook respondenten die alleen
zijn traditionele gerechten naar persoonlijke smaak of hoge cijfers hebben toegekend aan hun persoonlijke
tot iets minder bewerkelijke recepten aangepast. De omstandigheden en er (erg) ongezonde eetgewoonten
invloed die anderen direct hebben op het koopgedrag op na houden.
is niet zo vaak genoemd. Als dit wel het geval was,
was de invloed veelal negatief: invloed van anderen 2. Wat zijn veelgebruikte routes en welk voedsel-
vergroot de consumptie van ongezonde voeding zowel aanbod bevindt zich langs de route?
binnenshuis als buitenshuis. Opvallend is dat er in een Het Abcouderpad is de meest gebruikte verbindings-
aantal huishoudens regelmatig ‘s avonds laat nog eten weg. Hier bevindt zich echter geen voedselaanbod. In
wordt besteld waar het hele gezin van mee eet terwijl de winkelcentra Amsterdamse Poort en Venserpolder
28
en World of Food is het voedselaanbod gecentreerd. met gezond aanbod, een goede viswinkel, meer halal
Hoewel bij de veelgebruikte routes, boodschappen restaurants en winkels (zoals een slager), Arabische of
doen het doel is, blijken andere dagelijkse routines Surinaamse restaurants en een Arabische bakkerij aan
(werk, school, vrije tijd) ook vaak gecombineerd te het aanbod toe te voegen. Bij het (onderweg) snacken
worden met het kopen van eten en drinken. spelen prikkels (zoals geur, smaak, reclame, trek, aan-
trekkelijk aanbod), gemak, snelheid en betaalbaarheid
Uit eerder onderzoek blijkt het aanbod van voedsel in een belangrijke rol.
Bijlmer Centrum erg ongezond, zeker wanneer het de
drie hierboven genoemde locaties betreft. Alleen in Ook de kinderen van de meeloopmiddag zien in dat er
Venserpolder valt nog een vrij groot deel van het aan- vooral ongezond eten en drinken in hun buurt te koop
bod in de categorie ‘gezond’, in Amsterdamse Poort is is en noemen het vestigen van een ‘Fruitland’ in plaats
slechts een vijfde van het aanbod gezond terwijl in het van snoepwinkels en andere ongezonde winkels als
World of Food al het aanbod (heel erg) ongezond is? mogelijke oplossing.
3. Wat zijn hotspots (voedselaanbieders langs de
meest gebruikte routes) in de H-buurt en Amster- 4.1 Discussie
damse Poort?
Voedselhotspots zijn plekken waar veel ongezond eten Het Families & Food project heeft veel inzichten over
en drinken wordt verkocht. Dit kunnen plekken zijn koop- en consumptie gedrag van huishoudens in
waar altijd veel mensen zijn (bijvoorbeeld in een winkel- Bijlmer Centrum opgeleverd. Om de resultaten verder
centrum, bij een (metro)station) en/of plekken waar te kunnen brengen wordt met lokale bestuurders en
mensen voor omlopen of -rijden (World of Food bij- ondernemers gekeken naar aanknopingspunten voor
voorbeeld, foodstruck). In het onderhavige onderzoek verandering. In stadsdeel Zuidoost wordt aangehaakt
zijn weinig onverwachte hotspots naar voren gekomen. bij geplande buurtontwikkelingen (in het kader van de
In Bijlmer Centrum zijn drie plekken waar voedselaan- leefbaarheid en sociaal economische positie) en wordt
bieders gecentreerd gevestigd zijn. De plekken met het gesprek met winkeliers” gevoerd om te kijken wat
‘losse’ voedselaanbieders (kraampje bij de speeltuin, de mogelijkheden zijn wat betreft het voedselaanbod.
foodtruck in het park) zijn geen heel erge trekpleisters.
Daarnaast ligt er voor landelijke en Europese wet- re-
Veel van de respondenten zeggen hun aankopen heel gelgeving een opdracht om middelen te ontwikkelen
gericht te doen. Ze laten zich hierbij vooral leiden door om juridisch®® maatregelen te treffen met betrekking
aanbiedingen. Dit geldt zowel voor aanbiedingen van tot bewerkt voedsel en/of bijvoorbeeld de toename
supermarkten als van (fastfood)restaurants. Voedsel- van fastfoodrestaurants tegen te gaan®”. Zeker gezien
aanbieders waar veel gebruik van wordt gemaakt zijn de invloed die de fysieke voedselomgeving blijkt te
MeDonald's, KFC, Burger King, dönerzaken en snack- hebben op koop- en consumptiegedrag is dit laatste
bars. van groot belang.
A. Wat zijn mogelijke aanpassingen in de buurt die Gezond aanbod en aanbiedingen
kunnen bijdragen aan een gezondere omgeving en/ De meerderheid van de respondenten geeft aan vaker
of een gezondere leefstijl van de bewoners? zelf de maaltijd thuis te bereiden dan buitenshuis te
In de gesprekken met ouders is gevraagd naar wat hun eten of eten te bestellen. Veel van hen zegt vrijwel
perceptie is op de omgeving en wat daar eventueel uitsluitend af te gaan op aanbiedingen ongeacht of dit
anders in zou kunnen om gezondere voedselkeuzes gezond Of ongezond aanbod is. Dit zou betekenen dat
te stimuleren. Dit leverde een aantal ideeën op zoals als supermarkten alleen nog maar gezonde aanbiedin-
gezonde voedselmarketing in de buurt en het (vaker) gen heeft, er veel meer gezond voedsel gekocht zou
organiseren van buurtactiviteiten. Verder zouden ze worden. Onderzoek wijst uit dat het gezond ‘nudgen’
graag een meer gevarieerd en gezonder voedselaan- van consumenten ook leidt tot meer gezonde aanko-
bod in de winkelcentra zien. De meerderheid van de pen? Dit betekent niet automatisch dat er ook minder
respondenten vindt in de Amsterdamse Poort het ongezond voedsel gekocht wordt, maar het principe
aanbod van fastfood te groot. Specifiek stellen ze voor van ‘verleiden’ werkt dus wel beide kanten op.
een goede groenteboer, een goedkope lunchroom Op het moment dat men een snelle en goedkope
28 Heatmap Amsterdam juli 2019.
2 Als thema binnen het Consumer Goods Forum.
5 https://Ichl.uva.nl/nl/content/nieuws/2021/01/gemeenten-beperkt-in-mogelijkheden.html?origin=kcCSÍIRDRS7 atND3rlipP3g&ch&ch
$1 https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2366090-gemeenten-vragen-instrument-om-opmars-fastfood-te-stoppen.html
$ https://nagf.nl/projecten/nagf/ga-voor-kleur-lab
29
maaltijd buitenshuis zoekt is het momenteel bijna eten en drinken. In overleg met de Gezonde School*
onmogelijk om in Bijlmer Centrum een gezonde optie en bijvoorbeeld opvoedondersteuning vanuit het
te vinden. Het is overigens wel de vraag of een ge- OKT moeten we kijken hoe dit soort patronen door-
zonde aanbieding het wint van ongezond aanbod. De broken kunnen worden.
redenen om eten af te halen of te bestellen zijn ook
vaak emotioneel van aard. Moe zijn en geen zin om Inspraak kinderen voedselkeuze
te koken na een lange dag werken, ‘s avonds laat nog Vrij veel deelnemers geven aan geregeld toe te geven
trek hebben om iets te eten, de geur van eten als je er aan de eetwensen van de kinderen. Hoe het besluit-
langs loopt et cetera. Toch geldt ook hier dat recla- vormingsproces verloopt en op welke momenten de
mes voor ongezond aanbod de overhand hebben en ouders of de kinderen leidend zijn, is in dit onderzoek
consumenten continu pushberichten ontvangen van niet duidelijk geworden. Geef je op bepaalde momen-
de aanbiedingen van fastfoodketens en niet van de ten sneller toe aan je kinderen (bijv. bij vermoeidheid of
gezonde tegenhanger®. Als consument krijg je dus ook als het kind blijft zeuren) en in hoeverre vergroot dit de
bijna de kans niet om een gezonde maaltijd überhaupt kans op ongezonde voedselinname? Mogelijk ligt ook
te overwegen. hier een rol voor het OKT.
Ook voor het onderweg, tussendoor snacken geldt Aanleren van gezond eten
hetzelfde principe als bovenstaande. Pilots met ge- Een aantal deelnemers geeft aan dat ze hun kinderen
zonde foodtrucks hebben in het verleden vaak niet graag te eten geven wat ze lekker vinden. Maar ook
de gewenste effecten opgeleverd omdat het aanbod voor gezond eten geldt, dat dit iets is wat kinderen
in verhouding nog steeds veel duurder was dan het moeten leren. Zowel de voorkeuren die kinderen wat
ongezonde alternatief. Daarnaast wordt de keuze sterk betreft eten hebben als hun vermogen om hun ener-
beïnvloedt door het overvloed aan ongezond aanbod gie-inname te reguleren worden gevormd in de eerste
in de nabije omgeving®. Om het werkelijke animo voor 2 jaar van hun leven”. Het belang van meer aandacht
een ‘gezonde snackbar! te meten, dient dus wel een voor een ‘Gezonde en Kansrijke Start’*® wordt hiermee
volwaardig alternatief voor al het goedkope, ongezon- bevestigd. Je kunt een kind stimuleren om groente
de geboden te worden. Zolang het gezonde alternatief te eten door middel van complimenten, maar je kunt
niet betaalbaarheid en snel/gemakkelijk én veelvuldig beter niet belonen met toetjes. Dan geef je een kind
verkrijgbaar is, blijft ongezond snacken de norm. te boodschap dat groente vies zijn en dat je daarom
als beloning iets lekkers mag. Daarnaast leren kinde-
Belonen ren beter groente eten als je start met het geven van
Een veel gehoord argument om relatief ongezond eten groente in plaats van fruit, als ze gevarieerd eten en als
en drinken te kopen is om de kinderen te trakteren ze nieuwe smaken meerdere keren opgediend krijgen
en om ze te belonen. Of omdat het kind de hele dag om eraan te kunnen wennen”.
al gezond heeft gegeten en gedronken op school en
na school ‘weer kind mag zijn’. Al deze opvattingen De manier waarop kinderen eten aangeboden krijgen
zijn aangeleerd gedrag en komen voort uit onze eigen is ook essentieel. Verschillende experimenten hebben
ideeën over wat een beloning is en waar je als kind aangetoond dat dwingen om te eten het vermogen tot
(on)gelukkig van wordt. Neemt niet weg dat een ijsje, zelfregulatie verminderd. Dwingen om te eten zorgt
patatje of glas cola heel lekker is, dus hoeft ook niet ervoor dat kinderen hun eigen signalen voor honger en
volledig verbannen te worden. Maar het belonen of verzadiging niet leren herkennen, waardoor ze meer
‘kind zijn’ staat niet per definitie gelijk aan ongezond eten dan dat ze nodig hebben. Ook kan dwingen om
groente te eten ertoe leiden dat kinderen juist groente
minder lekker vinden en minder vaak eten”.
33 Apps zoals To good to go zijn eerder uitzondering dan regel.
$4 Snacks and The City: Unexpected Low Sales of an Easy-Access, Tasty, and Healthy Snack at an Urban Snacking Hotspot.
C. Schlinkert, Gillebaart, M., Benjamins, J, Poelman, M.P., de Ridder, D.
5 https://www.gezondeschoolamsterdam.nl/
3% https://oktamsterdam.nl/
$7 Cashdan E. A sensitive period for learning about food. Human Nutrition. 1994;5(3):279-91. Skinner JD, Carruth BR, Bounds W,
Ziegler P, Reidy K. Do food related experiences in the first 2 years of life predict dietary variety in school-aged children?
J Nutr Educ Behav. 2002;34(6):310
38 https://www.ggd.amsterdam.nl/gezonde-kansrijke-start-amsterdam/
$9 Chambers L, Hetherington M‚ Cooke L, Coulthard H, Fewtrell MS, Lowdon J, et al. Reaching consensus on a 'vegetables first’
approach to complementary feeding. Nutr Bull. 2016;41:270-6. Barends C, De Vries JHM, Mojet J, De Graaf C. Effects of repe-
ated exposure to either vegetables or fruits on infant's vegetable and fruit acceptance at the beginning of weaning. Food Qual
Prefer. 2013;29:157-—65.
® Birch LL, McPhee L, Shoba B, Steinberg L, Krehbiel R. “clean up your plate“: effects of child feeding practices on the conditioning of meal
size. Learn Motiv. 1987;18:301-17.
30
Echter, om ervoor te zorgen dat een kind gezond eet, de deur te eten, terwijl dit in latere gesprekken toch
is er meer nodig dan alleen het herkennen van honger vrij vaak zo blijkt te zijn. Als er iedere week een aantal
en verzadiging signalen . Vanaf 1,5 jaar worden kin- keer eten wordt afgehaald telt dat toch op. Ook het
deren steeds autonomer en selectiever in wat ze wel eten uit verveling, tijdens een vrijetijdsbesteding van
of niet willen eten. De uitdaging is om strategieën te een kind bijvoorbeeld is geregeld aan de orde.
gebruiken die zowel sensitief als disciplinerend zijn,
zoals het bemoedigen van het goede gedrag, het kind Aanbod Voedselbank Amsterdam
de gepaste hoeveelheid autonomie toe te kennen (bijv. Tot slot zijn veel huishoudens afhankelijk van de
toestaan dat een kind zelf mag eten wanneer die dat Voedselbank Amsterdam. Het aanbod van de
wil en kan), een gepast tempo om het kind voldoende Voedselbank Amsterdam is niet geheel gezond en laat
tijd te geven om zich aan de situatie aan te passen en (afhankelijk per voedselbank) deels de keuze aan de
begrip tonen voor het standpunt van het kind . gebruiker. Wat er wordt gegeten, wordt hoe dan ook
nog in grote mate door de Voedselbank Amsterdam
In het onderhavige onderzoek spelen meerdere oorza- bepaald. Zeker ook gezien het feit dat voedselbanken
ken een rol waarom kinderen niet (voldoende) gezond afhankelijk zijn van de giften van anderen. Een mo-
eten. Een deel van de deelnemers (en medeopvoe- gelijke oplossing is de pilot zoals uitgevoerd door de
ders, opa’ en oma's) heeft wellicht niet voldoende Voedselmarkt Zuid, de sociale supermarkt . Hier kiest
kennis op het gebied van gezonde voeding maar men zelf de boodschappen uit. Deze formule draagt
waarschijnlijk zijn (culturele) gewoonten, tijdgebrek en bij aan het gevoel van eigenwaarde van de klanten.
het niet kennen of kunnen hanteren van bijvoorbeeld Om de gezonde keuze de makkelijke keuze te maken
bovenstaande strategieën van grote invloed op het kunnen deze producten mogelijk ‘goedkoper’ worden
eetgedrag van de kinderen. Ook hier zou mogelijk gemaakt.
door het OKT hulp bij geboden kunnen worden.
Overgewicht versus (gezond) thuis eten
Veel respondenten uit het onderzoek geven aan dat
ze weten wat gezonde voeding is en dat ze vrij weinig
buitenshuis eten en drinken. Dit gegeven staat haaks
op de cijfers met betrekking tot het aandeel kinderen
met overgewicht in stadsdeel Amsterdam Zuidoost.
Wat maakt dat er toch sprake is van overgewicht? (Te)
rijke maaltijden (ondanks veel groenten), teveel eet-
momenten op een dag? Te weinig drinken? Of andere
omstandigheden zoals slecht slapen, stress, te weinig
bewegen wat ook de keuze voor een ongezonde,
snelle maaltijd versterkt? De waarheid is waarschijnlijk
een optelsom van meerdere factoren, wat de com-
plexiteit van het probleem en de mogelijke oplossing
benadrukt.
Zoals eerder aan de orde gesteld, is het ook mogelijk
dat er (onbewust) veel meer gegeten wordt, dan men
in eerste instantie denkt. In veel gevallen zeggen res-
pondenten weinig tussendoortjes en/of weinig buiten
“1 Galloway AT, Fiorito LM, Francis LA, Birch LL. “finish your soup": counterproductive effects of pressuring children to eat on
intake and affect. Appetite. 2006;46:318-23.
“@ Van der Veek SMC, de Graaf C, de Vries JHM et al. Baby's first bites: a randomized controlled trial to assess the effects of
vegetable exposure and sensitive feeding on vergetable acceptance, eating behaviour and weight gain in infants and toddler.
BMC Pediatrics 19. (2019).
“5 Mesman J, Stolk MN, Van Zeijl J, Alink LRA, Juffer F, Bakermans-Kranenburg MJ, et al. Extending the video-feedback inter-
vention to sensitive discipline. The early prevention of antisocial behavior. In: Juffer F‚ Bakermans-Kranenburg MJ, Van IJzen-
doorn MH, editors. Promoting Positive Parenting An Attachment-Based Intervention. New York: Lawrence Erlbaum; 2008. p.
171-192.
“ https://amsterdam.voedselbank.org/werken-bij/voedselmarktzuid/
31
Bijlagen
Bijlage 1. Heatmap Amsterdam
Vaststellen gezondheidsscore
De methodiek om de gezondheidsscore (-5 heel
erg ongezond tot 5 heel erg gezond) vast te stellen
is gebaseerd is de methodiek ontwikkeld door de
Universiteit van Utrecht in samenwerking met de Vrij
Universiteit, mede op basis van eerder onderzoek“. De
gezondheidsscores zijn gedetermineerd door middel
van de zogeheten Delphi methode. Twintig Nederland-
se academische- en voedingsexperts uit het werkveld
van de publieke gezondheid en voeding, epidemio-
logie, gezondheidswetenschappen en voedingspsy-
chologie hebben in meerdere (anonieme) rondes de
scores voor de verschillende type voedselaanbieders
ten opzichte van elkaar bepaald. De experts gaven
per type voedselaanbieder aan hoe (on)gezond zij hun
aanbod in zouden schalen van -5 tot +5. De score per
type voedselaanbieder kon ruim worden toegelicht. De
variatie in scores per type voedselaanbieder is zo vaak
gedeeld met alle experts tot het moment dat er voor
ieder type aanbieder consensus over een definitieve
score was.
Cijfers Zuidoost
Tabel B1. Voedselaanbod Venserpolder
Take away 2 -3,7 Heel erg ongezond 22%
Lunchroom 1 -0,4 Ongezond 33%
Slager 1 -0,4
Restaurant 1 -0,9
Mini super 1 0.3 Gezond 44%
Turkse supermarkt 3 2
Bron Heatmap Amsterdam juni 2019
Tabel B2 Voedselaanbod World of food
Fastfood restaurants 2 -4,9 Heel erg ongezond 61%
Grill room 3 -4,8
Confectionary 1 -4,7
Take away 8 -3,7
Cafe 1 -2,3 Ongezond 39%
Restaurant 8 -0,9
Bron Heatmap Amsterdam juni 2019
#5 Timmermans, J., Dijkstra, C., Kamphuis, C., Huitink, M., van der Zee, E., & Poelman, M. (2018). Obesogenic' School Food
Environments? An Urban Case Study in the Netherlands. International Journal of Environmental Research and Public Health,
15(4), 1-14. [619]. https://doi.org/10.3390/ijerph15040619
32
Tabel B3. Voedselaanbod Amsterdamse Poort
Fastfood restaurants 2 4,9 Heel erg ongezond 29%
Grillroom 2 -4,8
Confectionery 2 -4,7
Drankenwinkel 2 4,6
Tabakswinkel 2 -4,5
Drogist 3 -4
Take Away 3 -3,7
Café-restaurant 4 -1,9 Ongezond 50%
Lunchroom 12 -1,5
Kaas winkel 1 -1,3
Restaurant 8 -0,9
Slager 3 -0,4
Bakker 1 1,2 Gezond 20%
Aziatische supermarkt 4 1,5
Supermarkt 4 1,8
Turkse supermarkt 2 2
Groenteboer 1 4,8 Heel erg gezond 2%
Bron Heatmap Amsterdam juni 2019
33
Bijlage 2. Geleerde lessen en van eet — en koopgedrag.
voorwaarden onderzoek Bm Uit de reacties van de deelnemers blijkt dat ze het
meelopen als prettig hebben ervaren. Men heeft
aangegeven het leuk te vinden om een babbeltje
Werven te maken terwijl ze onderweg waren. Waarschijnlijk
De werving voor deelnemers aan het onderzoek is ge- heeft deze methodiek de meeste nuttige informa-
daan door de welzijnsinstellingen in Bijlmer Centrum. tie van het onderzoek opgeleverd. Het praat mak-
Zij kennen de ouders en konden bijvoorbeeld direct kelijk, omdat er geen direct oogcontact is en het
een inschatting maken van hun sociaal economische is een gedwongen manier van interviewen. Voor
status. de respondent ligt de nadruk niet het verzamelen
van data, wat bij een zittend interview of bij het
Voor de aftrap van het onderzoek zijn door de welzijn- afnemen van een vragenlijst wel het geval is.
sorganisaties informatiebijeenkomsten georganiseerd. m De vragen met betrekking tot het mogelijk veran-
Door de bestaande (vertrouwens)band tussen de deren van de voedselomgeving bleken moeilijk
organisaties en de ouders was er sprake van een vrij te beantwoorden. Dit komt deels omdat er op
grote opkomst. Het organiseren van een fysieke infor- de route vrijwel geen voedselaanbod is. Aan de
matiebijeenkomst (eind 2019, voor Corona) maakte andere kant lijkt men niet zo bewust bezig met de
dat het gesprek over het onderzoek op gang kwam, omgeving. Hoewel de inventarisatie van mogelijke
onduidelijkheden direct weggenomen konden worden omgevingsveranderingen niet altijd de antwoor-
en mensen gezamenlijk geënthousiasmeerd werden den opleverden waar we iets mee kunnen, lijkt het
om deel te nemen aan het project. tóch goed om ze te stellen om het draagvlak voor
het onderzoek te verhogen. Dit geldt ook voor het
De werving zou effectiever kunnen zijn als een welzijn- gebruiken van Photovoice.
sorganisatie wordt beloond per succesvol geworven m Bestede onderzoekstijd per deelnemer:
deelnemer, in plaats van een toelage bij een minimale -_ Het meelopen nam meer tijd in beslag dan ver-
resultaatverplichting (bijv. het succesvol werven van wacht, gemiddeld 2 uur per wandeling.
10 deelnemers). Dit levert tijdwinst op voor het on- - Het kennismakingsgesprek duurde langer dan
derzoeksteam omdat het minder tijd kost contact te verwacht, gemiddeld 5 kwartier. Het kost tijd
onderhouden met de instellingen in hoeverre het mini- om iemand op zijn of haar gemak te stellen. Dit
mum wordt behaald en wat mogelijke ‘consequenties’ is ook nodig om uiteindelijk de zes domeinen
kunnen zijn als dit niet lukt. Daarnaast zijn welzijnsorga- van Positieve Gezond door te kunnen nemen.
nisaties meer gemotiveerd om geschikte kandidaten -_ Het onderhouden van contact met de deel-
te zoeken omdat er geen minimum aantal vereist is. nemers met betrekking tot de foto's, het (her)
De deelnemers zijn uiteindelijk in een periode van plannen van de meeloopafspraken et cetera
2,5 maand geworden, dit werd door de welzijnsinstel- kost heel veel tijd.
lingen als kort ervaren. -_ Het afsluitende diepte-interview kostte gemid-
deld 40 minuten per deelnemer, het ordenen
Onderzoeksmethodiek alle data 2,5 uur en uitwerken van de data
Het onderzoek bestond uit een intake, fotodagboek; gemiddeld 5 uur per deelnemer.
het meelopen veelgebruikte routes en het afnemen
van een afsluitend diepte-interviews. De volgende Voorwaarden onderzoek/geleerde lessen:
lessen zijn geleerd: m De eerste fase van het project is in een relatief
B Het invullen van het Positieve Gezondheidsspin- korte tijd (5 maanden) afgerond. Meer tijd is nodig
nenweb verliep niet bij iedereen soepel omdat het om stil te staan bij het plan van aanpak en dit aan
te abstract voor deelnemers was en het doel niet te passen zodat methoden nog beter aansluiten
helemaal duidelijk. Hierdoor is mogelijk sociaal bij de deelnemers. Meer tijd draagt ook bij aan
wenselijk geantwoord. Het is dus van belang om het opbouwen van een vertrouwensband met de
duidelijk aan te geven dat hetgeen wat wordt deelnemers. Door de tijd te nemen voor een face
ingevuld, niet goed of fout is, en dat er geen oor- 2 face kennismakingsgesprek, zal de uitvoering
deel gevormd wordt over iemands gezondheid. van het onderzoek (vervolgafspraken maken, data
Bm Door ervaren taalbarrières is de methode Photo- verzamelen etc.) minder moeite kosten.
voice niet altijd juist geïnterpreteerd en leverde dit m De manier van het benaderen van de deelnemers
niet altijd de foto's op waarnaar werd gevraagd. blijft belangrijk. Het is goed om bewust te zijn
m De foto’s gemaakt van eten en drinken lever- en te blijven van de omstandigheden waarin de
de weinig direct bruikbare data op, maar is een deelnemers zich bevinden. Dat bijvoorbeeld niet
goede manier inzicht te krijgen in hoe men thuis iedere dag foto’s worden opgestuurd, of afspra-
en onderweg eet. Daarnaast is het handig om het ken op het laatste moment worden geannuleerd
interview te starten met eigen foto's als voorbeeld is vaak te verklaren. Begrip tonen is daarbij van
34
belang om iemand aangehaakt te kunnen houden.
Als je weet wat iemand bezighoudt in het dagelijks
leven kan je samen bepalen wat, op welk moment
wel mogelijk is.
m Flexibiliteit van de onderzoeker is een must voor
uitvoering van een project als deze. Vanwege het
dagelijkse contact met de deelnemers en het aan-
sluiten bij hun planning. Als je commitment vraagt
van een deelnemer, moet het onderzoeksteam
dat ook tonen. De agenda van de deelnemer is
leidend en volgt niet per definitie kantoortijden.
35
| GGD Amsterdam, maart 2021
| Factsheet | 36 | train |
Page 1 of 1
Sijtsma, Peter RI2.- 0000 gr
van: aria Folran NN
Verzonden: donderdag 16 februari 2012 14:52
Aan: Raadsgriffie
CG: Anna Schoemakers; Suzanne Kroger
Onderwerp: Raadsadres: betreft Zonnehuis op het Zpnneplein gaat dicht
Opvolgingsmarkering: Opvolgen
Markeringsstatus: Rood
Bericht aan de leden van de deelraad,
Beste raadsleden,
Zondagavondavond 12 februari zaten ondergetekenden samen om de noodlijdende situatie aan
het Zonneplein te bepraten en op dit moment met name de crisissituatie die is ontstaan in het
Zonnehuis te bespreken. Wij zijn een werkgroep van actieve, betrokken, oude en nieuwe
bewoners van Tuindorp Oostzaan en delen met elkaar dat we het Zonnehuis
(www.hetzonnehuis.com) niet alleen een prachtig gebouw vinden, maar ook een mooi theater,
een leuke lunchroom en een geweldige plek om het kloppend hart van de buurt te zijn. Op dit
moment loopt het niet goed met het Zonnehuis en als wij nu niet aan de bel trekken en in actie N
komen gaat het Zonnehuis per 1 maart dicht. Dit -gecombineerd met de moeilijke situatie waarin
het Zonneplein toch al verkeert- kunnen en willen we niet aanzien.
Het lijkt er op dat het Zonnehuis door de verhuurder Stadsherstel als een commerciële partij
wordt gezien, terwijl het voor ons als bewoners naast een culturele programmering, ook een
maatschappelijke en sociale functie heeft in de wijk. Het Zonnehuis betaalt een flinke huur aan
Stadsherstel. Dat is onder de huidige omstandigheden (leegstand van winkelpanden en dus ook
echt een gebrek aan toeloop) niet vol te houden. Dat deuren van het Zonnehuis zouden moeten
sluiten per | maart vinden we erg zonde en zorgwekkend. Want in een wijk als Tuindorp
Oostzaan is een plek als het Zonnehuis juist zo belangrijk.
Wij, als actieve en betrokken bewoners, zetten ons graag in om het Zonnehuis te behouden voor
de buurt. Aan u als raadsleden en Dagelijks Bestuur het verzoek om ons daarin te steunen. We
hebben als werkgroep een aantal acties in gang gezet. We treden erg graag met u in contact en |
horen graag wat onze mogelijkheden zijn om onze energie effectief in te zetten en horen ook |
graag hoe we dat gezamenlijk met u allen kunnen doen.
Met ontzettend veel dank alvast voor uw aandacht en meedenken,
In afwachting van uw reacties,
Namens de werkgroep Zonnehuis (Ton van Erp, Larissa Folman, Suzanne Kroger, Ruud Gort,
Rutger van den Breemer, Astrid Tuiner, Joke Peppels, Rob Golstein),
Anna Schoemakers, Nieuwe Zonneweg
B,
PS, Wij hebben begrepen dat er geen raadsvergadering is komende maand en daarom dus
waarschijnlijk ook geen fractievergaderingen op maandag avond. Wilt u deze email echter wel
met elkaar bespreken? Dank!
1-3-2012
| Raadsadres | 1 | train |
Stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 22-06-2021
Aanvang 20:00
Locatie Raadzaal en online via MS Teams
1. Opening, vaststellen besluitenlijst
* Vaststelling concept-besluitenlijst van 8 juni 2021
2. Het woord aan bewoners en ondernemers
* Voor informatie over inspraak en aanmelding om in te spreken zie onderaan de agenda.
3. Afdoening ingekomen stukken
* Kijk voor de ingekomen stukken onderaan de agenda
4. Mededelingen dagelijks bestuur
5. Halvemaansteeg 4-6, Amstel 50 - Club Europa
6. Omgevingsvergunning kunstwerk Capital CG, Weesperplein 4
7. Centrum Begroot 2021: selectie plannen
8. Concept-advies over Huisvestingsverordening 2022
Stukken zijn nagezonden per 17 juni jl.
9. Blik op de zomer in de binnenstad
Bespreken op verzoek agendacommissie. De commissie krijgt de gelegenheid om vragen te stellen.
10. Rondvraag en sluiting
INGEKOMEN STUKKEN
À. Termijnagenda
De geactualiseerde termijnagenda is per 18 juni jl. nagezonden.
B. Adviesaanvraag van college over verbod zichtbare uitingen van verboden verklaarde organisaties
De adviestermijn eindigt op 25 juli a.s. De stadsdeelcommissie krijgt op 6 juli a.s. een concept-advies voorgelegd.
CG. Adviesaanvraag van college over Beleidskader participatie
D. Memo over afvalbakken voor statiegeldflessen
E. Memo voortgang Waterloopleinmarkt
F. Nota van Beantwoording m.b.t. stadsdeeladvies en voortgang proces OVA2050
INFORMATIE
Aanmelden om in te spreken
Omdat bezoekers geen toegang hebben tot de vergaderzaal, is inspreken alleen digitaal mogelijk, via een live-
videoverbinding via MS Teams. Inspreken is mogelijk bij het desbetreffende agendapunt, of, als het onderwerp
niet op de agenda staat, aan het begin van de vergadering. Mensen die hierover meer informatie willen, of die zich
aan willen melden als inspreker kunnen zich per e-mail richten tot de afdeling bestuursondersteuning:
[email protected]. Aanmelden om in te spreken kan tot uiterlijk de maandag voor de
vergadering tot 14:00 uur.
| Agenda | 2 | discard |
NOTITIE
Van: Joost Poort, Marco Kerste
Aan: Rob Strijbos, Gemeente Amsterdam
Datum: 14 maart 2022
Betreft: Inkomsten taxichauffeurs Uber
Samenvatting en conclusies
In deze notitie worden de cijfers vit de publicaties van Uber, FNV en Maastricht University (zie paragraaf
1) tegen het licht gehouden door deze te vergelijken, vitgaande van een chauffeur die gemiddeld 40 vur per
week (en dus exclusief) voor Uber rijdt.
Uber rekent verschillende Cases door. Case 2 heeft betrekking op genoemde uitgangspunten en wordt hier
als basis genomen. Hoewel aannemelijk, is het niet zeker dat de bedragen die volgen vit de steekproef in de
publicatie van FNV ook op deze aanname zijn gebaseerd. Evenmin is duidelijk in hoeverre de steekproef van
FNV representatief is voor de gehele groep van chauffeurs die in Amsterdam voor Uber rijdt, en wat het
eventuele effect is geweest op de vitkomsten als dat niet zo is. Daarnaast speelt de meer algemene
vitdaging dat de daadwerkelijk gereden ritten per vuren het type ritten sterk kunnen verschillen, met
mogelijk gevolgen voor inkomsten en kosten. Dit is in deze notitie zo veel als mogelijk gemitigeerd door uit
te gaan van een combinatie van vren per week en jaarlijks gereden kilometers in lijn met de cijfers zoals
Uber en Maastricht University die opgeven. Toch kunnen er ‘onder de motorkap’ nog steeds relevante
(individuele) verschillen bestaan rondom deze gemiddelden.
Met deze voorbehouden in het achterhoofd, lijken de bruto en netto ritprijzen en de omzet voor een
chauffeur na aftrek van de service fee van Uber op basis van de drie publicaties zeer dicht bij elkaar te
liggen, als ze vergeleken worden voor een chauffeur die 40 vur per week online is (zie paragraaf 2).
Bron ____ Uber | _____ FNV ______ | Maastricht University
De oorsprong van ogenschijnlijke verschillen in de inkomsten tussen de publicaties blijken vooral
uiteenlopende grondslagen voor de gepresenteerde cijfers en de incorrecte behandeling door FNV en
Maastricht University van de BTW op ritprijzen en op de service fee van Uber (zie paragraaf 3).
Onder de sterk vergelijkbare cijfers in de tabel hierboven ligt wel een discrepantie tussen Uber en
Maastricht University in het aantal gewerkte uren per jaar en de inkomsten per vur. Uber geeft aan in de
berekening te zijn vitgegaan van 48 werkweken van 40 vur online, dus vier weken vakantie of ziekte per
jaar. Uber rekent daarbij echter met gemiddelde inkomsten per vur die volgens Maastricht University
gelden voor een gemiddelde chauffeur, maar niet voor een chauffeur die 32 of meer vren per week rijdt.
Het impliciete verschil in vurtarief van ongeveer 10% - dat zou leiden tot een afwijkende omzet tussen de
twee berekeningen — wordt overbrugd doordat Maastricht University rekent zonder vakantie- en
ziektedagen. Bij 23 vakantiedagen (conform CAO) en 7,8 ziektedagen per jaar (het landelijk gemiddelde)
zouden het jaarlijkse aantal vren en de omzet in de berekening door Maastricht University 11,8% lager
liggen. Andersom geredeneerd zou een chauffeur die jaarlijks 23 dagen vrij en 7,8 dagen ziek is de rest van
het jaar werkweken moeten maken van 45,4 vur (online) om te komen tot deze omzet. Een nuancering
daarbij is wel weer dat de definitie van werktijd als ‘tijd online’ vrij royaal is. Een chauffeur die thuis zit maar
+ Ten behoeve van deze notitie zijn enkele begripsvragen per mail voorgelegd aan de onderzoekers van Maastricht University.
Tevens is via de Gemeente Amsterdam kennisgenomen van een voorlopige schriftelijke reactie vanuit FNV en een beknopte
schriftelijke reactie vanuit Uber, waarop Uber een mondelinge toelichting heeft gegeven aan de gemeente en de onderzoekers. Dit
alles is voor zover relevant verwerkt in deze notitie.
JoosrT POORT ONDERZOEK EN ADVIES « THORBECKESTRAAT 74 « 5301 NH ZALTBOMMEL: TEL. 06-44644568
NOTITIE
wel online is en beschikbaar voor ritten, is volgens deze definitie aan het werk. Voor FNV is het minder
duidelijk welke aannames voor gewerkte uren zijn gehanteerd, en het is dus lastiger om daar conclusies
over te trekken.
De verschillen tussen FNV en Uber in de opgegeven — en zo goed mogelijk vergelijkbaar gemaakte —
autokosten zijn met ongeveer €5000 per jaar groot (zie paragraaf 5). Daarbij liggen de kosten van FNV aan
de bovenkant, en die van Uber aan de onderkant van de bandbreedte van een benchmark op basis van de
ANWB-module voor autokosten.
Het is niet vitgesloten dat FNV de autokosten weergeeft inclusief BTW. Na correctie hiervoor, omdat Uber-
chauffeurs de betaalde BTW kunnen terugvorderen, neemt het verschil af. Uitgaande van een correctie voor
BTW, liggen de autokosten van FNV nog steeds beduidend hoger dan die van Uber maar die verschillen
zouden goed verklaard kunnen worden door andere keuzes voor (type) auto, de leeftijd van aangekochte
auto's en eventueel de behandeling van bpm. Ter illustratie komen de kosten die Uber weergeeft in de
buurt van een gebruikte Toyota Prius, en de kosten die FNV weergeeft (na correctie voor BTW) in de buurt
van een gebruikte Mercedes E-klasse.
Als de door FNV opgegeven autokosten toch al wel exclusief BTW zijn, zijn de kosten in het licht van de
benchmark-bandbreedte fors, wat verklaard zou kunnen worden door de aanschaf van nieuwe of duurdere
auto’s in de steekproef van FNV. Dit zou de vraag oproepen of een keuze voor een dergelijk dure auto
maatgevend zou moeten zijn in de onderhavige discussie.
Uber rekent met een jaarlijkse kostenpost voor pensioenopbouw van €2000 voor de zzp-chauffeur (zie
paragraaf 6). Dat is 7,2% van de fiscale winst van de chauffeurs en lijkt marktconform of zelfs vrij hoog voor
deze groep zzp'ers. Naast de reservering voor pensioenopbouw neemt Uber een post van €829 per jaar op
voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Aan de andere kant corrigeert FNV de ‘Winst Uber-chauffeur'
naar ‘Winst Uber-chauffeur met gelijke rechten’ met een bedrag van €4.812 per jaar voor verzekerings-
kosten voor ziekte/arbeidsongeschiktheid en pensioenopbouw. Vermoedelijk rekent FNV met een betere
pensioenregeling dan Uber en mogelijk ook met een royalere arbeidsongeschiktheidsverzekering.
In een alternatieve case (Case 1) rekent Uber een chauffeur door die twee dagen per week rijdt via een
taxicentrale. Uber rekent hier met ritprijzen die per kilometer hoger zijn, maar gaat vit van een veel lager
aantal kilometers per vur. Per saldo komen de inkomsten per vur via de centrale ruim 27% lager uit. Per
saldo valt de totale winst voor belasting per jaar in dit scenario ruim €2.800 lager uit.
Case 3 gaat uit van twee chauffeurs die beiden 40 vur per week rijden en daarvoor samen één auto
gebruiken, waarbij de tweede chauffeur in loondienst is. Ondanks aanzienlijke efficiëntiewinsten bij de
voertuigkosten, blijft er in deze case voor de ondernemer minder winst over onder de streep. De
personeelskosten voor de tweede chauffeur in loondienst doen de efficiëntiewinsten bij het intensievere
gebruik van het voertuig dus ruimschoots teniet. In de variant (Case 5) waarin ook chauffeur 2 zzp'er is,
hebben beiden wel hogere netto-inkomsten.
Slotsom
Alles overziend lijken de bruto en netto ritprijzen en de omzet op basis van de drie bronnen sterk vergelijk-
baar. De berekeningen van Uber lijken consistent en niet onrealistisch. De opgevoerde voertuigkosten zijn
een stuk lager dan bij FNV maar corresponderen met die van een gebruikte Toyota Prius. Uber gaat in haar
berekeningen vit van vier weken vakantie of ziekte per jaar. Dat is minder dan de 23 vakantiedagen per jaar
volgens de CAO en het landelijk gemiddelde van 7,8 ziektedagen per jaar. Bovendien rekent Uber met
ritprijzen per vur die volgens de analyse van Maastricht University in de praktijk niet gelden bij werkweken
van 32 uur of meer. Uit de cijfers van Maastricht University volgt dat de jaaromzetten uit de tabel
aansluiten bij lange werkweken online: 40 vur per week zonder vakantie en ziekte, of 45 vur per week met.
Daarmee komen de netto-inkomsten van een full-time Uber-zzp-er net boven die van de door Uber
opgevoerde werknemer in loondienst, die minder lange weken maakt maar vermoedelijk bij een strengere
definitie van werktijd. De inkomsten van de Uber-chauffeur lijken dus geen ‘compensatie’ te bevatten voor
NOTITIE
de risico's die ondernemerschap met zich meebrengt. Ook lijkt het erop dat de efficiëntie die Uber volgens
de eigen berekeningen realiseert in termen van een hoger aantal kilometers per vur dan een taxicentrale, in
de vorm van lagere ritprijzen per kilometer wel ten goede komt aan passagiers, maar niet zozeer aan
chauffeurs.
Omdat minder informatie beschikbaar is over de aannames onder de berekeningen van FNV, is het
moeilijker hier een evenwichtig oordeel over te vellen, wat ook een 1-op-1 vergelijking met de cijfers van
Uber compliceert. Het verschil zit primair in de opgevoerde autokosten. Deze zijn bij FNV juist hoog
vergeleken met de benchmark. Deels zou dat kunnen komen doordat mogelijk nog niet gecorrigeerd is voor
teruggave van BTW en (eventueel) bpm waar chauffeurs aanspraak op kunnen maken, maar ook het
gebruik van nieuwe of duurdere auto’s in de steekproef vormt een aannemelijke verklaring.
NOTITIE
1. Inleiding en onderzoeksvraag
De gemeente Amsterdam heeft gevraagd om een beknopte analyse van drie ogenschijnlijk tegenstrijdige
documenten over de verdiensten van taxichauffeurs die rijden voor Uber. Het gaat om de volgende drie
documenten:
e Uber, Productie 42: Herzien overzicht met inkomensplaatjes chauffeurs (Hierna: Uber)
e FNV, Taxi zonder daklicht: Witboek over de schade die Uber aanricht en de noodzaak tot ingrijpen (Hierna:
FNV)
® 2019, ROA-F-2021/3, Maastricht University (Hierna: Maastricht University).
De voorliggende notitie doet verslag van deze analyse. Deze richt zich primair op de interne en de
onderlinge consistentie van de drie genoemde documenten en toetst de belangrijkste aannames en cijfers
waar mogelijk aan andere bronnen. Ook is gekeken naar eventuele methodologische inconsistenties. De
analyse heeft niet het karakter van een controle van de onderliggende cijfers.
Ten behoeve van deze notitie zijn op 12 oktober 2021 enkele begripsvragen per mail voorgelegd aan de
onderzoekers van Maastricht University. Tevens is via de Gemeente Amsterdam kennisgenomen van een
voorlopige schriftelijke reactie vanuit FNV (d.d. 11-3) en een beknopte schriftelijke reactie vanuit Uber (d.d.
7-3), waarop Uber op 11-3 een mondelinge toelichting heeft gegeven aan de gemeente en de onderzoekers.
Dit alles is voor zover relevant verwerkt in deze notitie.
2. Totaal ritprijzen taxichauffeur Uber en omzet voor en na aftrek service fee
Vertrekpunt in deze notitie is een vergelijking van de inkomsten van een chauffeur die gemiddeld 40 vur per
week (en dus exclusief) voor Uber rijdt, en wat daarvan aan omzet overblijft na afdracht van de BTW en de
service fee van Uber. Uber rekent ook een aantal andere cases door (Case 1 tot en met 5) en FNV geeft een
vergelijking met een chauffeur in loondienst.
Onder een aantal hieronder benoemde aannames, zijn de totale ritprijzen inclusief BTW per jaar volgens de
drie bronnen sterk vergelijkbaar: zie de tabel hieronder. Ten opzichte van Uber komen de cijfers van FNV
1% hoger uit, en die van Maastricht University 1% lager.
Bron ____ Uber | _____ FNV ______ | Maastricht University
Toelichting berekening
Om tot deze cijfers te komen, zijn de onderstaande uitgangspunten en aannames gehanteerd:
Uber
e _Op basis van Case 2.
FNV
e Uit de genoemde gemiddelde brutowinst per maand van €1.954 (p.5) en totale kosten per jaar van € 18.850 (p.6)
volgt een netto jaaromzet van € 42.298.
e Aangenomen is dat deze cijfers betrekking hebben op een chauffeur die 4o vur per week rijdt en dat de service fee
van Uber hier al op in mindering is gebracht, aangezien die onder de door FNV opgegeven kosten niet meer apart
genoemd wordt. *
e _Nettoen bruto ritprijzen zijn vervolgens berekend op basis van de Uber-fee van 25% over ritprijzen en 9% BTW
(zie paragraaf 3 van deze notitie).
2 FNV stelt dat het gemiddelde aantal vren per week in de steekproef vitkomt op “meer dan 5o vur per week” (p.7). De winst van
een Uber-chauffeur wordt echter vergeleken met een staattaxi-chauffeur op basis van de Taxi-CAO waar een 4o-urige werkweek de
basis is.
NOTITIE
Maastricht University
e Bruto verdiensten zoals gedefinieerd door Maastricht University zijn omgerekend naar ritprijzen door deze op te
hogen met de afgedragen service fee en de BTW daarover (zie verder paragraaf 3 van deze notitie).
e Deze bron geeft drie mogelijke grondslagen om de totale ritprijzen te berekenen:
o gemiddelde bruto verdiensten per vur van €22,85 in 2019, wat bij 40 uur per week overeen zou komen met
€3961 per maand. Maastricht University rekent hier dus met 40 x 52 / 12 = 173,3 Uren per maand, zonder
vakantie- of ziektedagen.
o gemiddelde verdiensten van €3126 per maand van iemand die 32 tot 38 vur per week werkt
o gemiddelde verdiensten van €4097 per maand van iemand die meer dan 38 vur per week werkt.
e _Hetgemiddelde van €22,85 is berekend op basis van alle chauffeurs in de dataset, die gemiddeld ongeveer 24 vur
per week online waren. Uit de cijfers van Maastricht University volgt dat de gemiddelde inkomsten per vur bij
langere werkweken lager zijn, wellicht omdat chauffeurs die langere weken maken ook rijden op minder lucratieve
tijden. Daardoor geeft doorrekening van het gemiddelde vurloon van €22,85 naar een 4o-urige werkweek een te
rooskleurig beeld. In de berekening is vitgegaan van het gemiddelde van de maandbedragen voor 32-38 en voor
meer dan 38 vur per week, wat leidt tot de gemiddelde bruto ritprijzen van €62.133 per jaar in de tabel. De eerste
groep rijdt gemiddeld wat minder vren, de tweede groep wat meer. Een vergelijkbaar jaartotaal (namelijk
€61.644) wordt verkregen door het gemiddelde voor de groep die 32 tot 38 vur werkt te extrapoleren van 35 naar
40 UUr.
3. BTW
Taxidiensten zijn belast met het lage BTW-tarief van 9%; over de fee die Uber bij chauffeurs in rekening
brengt, is het hoge tarief van 21% van toepassing. Als grondslag voor de fee hanteert Uber de ritprijzen
inclusief de 9% BTW. De fee wordt dus ook gerekend over de BTW-inkomsten die chauffeurs moeten
afdragen. De fee is als gevolg daarvan 25% van de bruto ritprijzen, en dus 1,09 x 25% = 27,25% van de (voor
de chauffeur relevantere) netto ritprijzen.
Chauffeurs kunnen de BTW die Uber in rekening brengt in hun eigen BTW-aangifte aftrekken van de BTW
over de ritprijzen. Ze hoeven de BTW die Uber in rekening brengt dus uiteindelijk niet te betalen. De
onderstaande tabel geeft een voorbeeldberekening.
In dat opzicht is wat FNV schrijft incorrect: “Van de ritprijs trekt de app automatisch 25% service fee af,
waar nog eens 21% BTW bovenop komt. Er wordt dus ruim 30% in mindering gebracht.” (p. 6). De BTW die
Uber over de fee rekent, wordt door de chauffeur immers weggestreept tegen een deel van de nog af te
dragen BTW. Er wordt dus 27,25% (in plaats van “ruim 30%”) van de netto ritprijs in mindering gebracht.
Ook Maastricht University trekt de BTW over de service fee van de gerapporteerde verdiensten af, maar
haalt vervolgens de 9% BTW er niet uit, zoals wel zou moeten: “De in het rapport gerapporteerde cijfers
betreffen de totale verdiensten, na aftrek van de service fee en bijbehorende BTW en komt overeen met het
bedrag dat chauffeurs via Uber op hun rekening gestort krijgen”. Chauffeurs moeten van het bedrag dat ze
van Uber gestort krijgen nog een stukje BTW afdragen, namelijk 9% over de netto ritprijzen, minus de reeds
betaalde BTW aan Uber en andere leveranciers (per saldo € 3,28 in de voorbeeldberekening hierboven).
Derhalve horen bij de bruto verdiensten van gemiddeld €22,85 per vur (volgens de definitie van Maastricht
University) bruto ritprijzen per vur voor aftrek van de service fee van gemiddeld €32,76. Na aftrek van 9%
BTW is dat netto €30,05 en na aftrek van de service fee — maar niet de BTW daarover! — blijft een bedrag per
uur over van €21,86. Dat is 4,3% minder dan de bruto verdiensten van €22,85 die Maastricht University
noemt. Van alle cijfers over verdiensten die Maastricht University noemt, moet dus nog 4,3% worden
afgetrokken om te komen tot omzetcijfers na aftrek van de Uber-fee en na afdracht van de (netto) BTW.
NOTITIE
In de tabel met omzetten per jaar en per maand in de vorige paragraaf zijn de verdiensten volgens FNV en
Maastricht University gestandaardiseerd op basis van deze uitgangspunten.
4. Uren en kilometers per jaar
Voor de berekeningen in paragraaf 2 is vitgegaan van een 4o-urige werkweek. Dat is het meest expliciet in
de berekeningen voor Maastricht University en Uber. In de berekening voor FNV blijft het impliciet omdat
jaar- respectievelijk maandbedragen aan de basis daarvan liggen. Uber geeft aan in de berekening te zijn
uitgegaan van 48 werkweken van 40 vur online, dus vier weken vakantie of ziekte per jaar. Dat is minder
dan de 23 vakantiedagen waar een chauffeur recht op heeft conform de in 2019 geldende CAO? Inclusief
het landelijk gemiddelde ziekteverzuim van 7,8 dagen in 2019#, zou dat resulteren in ongeveer 46 in plaats
van 4,8 werkweken.
Bij 48 weken van 40 vur corresponderen de bruto ritprijzen per jaar van €62.747 (Uber, case 2) met bruto
ritprijzen van €32,68 per vur. Dat is weer vrijwel identiek aan de bruto ritprijzen van €32,76 per vur op basis
van het gemiddelde volgens Maastricht University (zie paragraaf 3). Een belangrijk verschil is echter dat
dat volgens Maastricht University het gemiddelde is bij een werkweek van ongeveer 24 uur online, terwijl de
inkomsten per vur ongeveer 10% lager zijn voor chauffeurs die langere werkweken maken van 32 tot 38 uur.
In de berekening voor Maastricht University in de tabel in paragraaf 2 is gerekend met die lagere
gemiddelde inkomsten per vur, maar wordt gerekend zonder vakantiedagen en ziektedagen. Op jaarbasis
gaat het dan om maar liefst 2086 vur. Om dat jaartotaal te halen, zou een chauffeur die 23 dagen vrij en 7,8
dagen ziek is de rest van het jaar werkweken moeten maken van 45,4 Uur.
De cijfers die zijn gebruikt door Maastricht University en door Uber zijn vanuit dit perspectief dus toch niet
geheel vergelijkbaar: ze leiden weliswaar tot hetzelfde jaartotaal, maar Uber rekent met inkomsten per vur
die volgens Maastricht University gelden voor een gemiddelde chauffeur, maar niet voor een chauffeur die
32 of meer vuren per week rijdt. Het verschil in vurtarief van 10% is te overbruggen door te rekenen zonder
vakantie- en ziektedagen. Mogelijk hebben de gegevens van FNV ook betrekking op gemiddelde
werkweken van 45 vur (behoudens vakanties en ziekte), waardoor de inkomsten vrijwel gelijk zijn aan de
inkomsten volgens Maastricht University bij „o-urige werkweken zonder vakantie en ziekte.
Een belangrijke nuancering bij deze lange werkweken is dat de definitie van werktijd als ‘tijd online! royaler
is dan die vermoedelijk is voor chauffeurs in loondienst. Een chauffeur die bijvoorbeeld thuis zit te lunchen
of voor de tv zit maar wel online is en beschikbaar voor ritten, is volgens deze definitie net zo goed aan het
werk als wanneer hij of zij een passagier vervoert: ook deze vren wegen mee om te komen tot de hiervoor
genoemde gemiddelde opbrengsten per vur. Een werkweek van 45,4 vur kan dan vren bevatten waarin
men online is maar niet achter het stuur zit. Ook kan een chauffeur die zowel voor Uber rijdt als voor een
TTO bijvoorbeeld online zijn terwijl hij op een standplaats staat en zo op twee paarden wedden.
Omgekeerd kunnen chauffeurs in loondienst te maken hebben met verplichte maar onbetaalde
onderbrekingen van de dienst.
Uit de kosten voor brandstof (totaal en per kilometer) die Uber hanteert voor Case 2 valt af te leiden dat
hier wordt gerekend met ongeveer 41.700 kilometer per jaar. Maastricht University wijst op de
seizoensfluctuaties in het aantal kilometers per maand dat chauffeurs rijden. In december 2019 was het per
week 399 km voor Uber X, het jaargemiddelde voor 2019 was 436 km per week, wat op jaarbasis op zo’n
22.700 km komt. Het gaat hier om een gemiddelde chauffeur, die volgens Maastricht University gemiddeld
24 Uur per week online is. Bij een „o-urige werkweek zou het dan gaan om ongeveer 37.900 kilometer, 9%
minder dan op basis van Uber. Uit Uber (case 2) volgt voorts dat de ritprijzzen gemiddeld ongeveer €1,50 per
kilometer bedragen, en per online vur gemiddeld 21,7 kilometer wordt verreden.
3 https://www.sfmobiliteit.nl/application/files/3715/6527/1207/TTW CAO Taxivervoer 2019 2020 B DEF.pdf
4 https://opendata.chs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83056NED/table?ts=1634557183870
NOTITIE
5. Autokosten
Autokosten vormen na de service-fee van Uber de grootste kostenpost voor Uber-chauffeurs. FNV en Uber
geven inschattingen voor deze autokosten, Maastricht University doet dat niet en is daarom niet
meegenomen in dit onderdeel. Uber berekent de kosten primair op basis van aannames over gereden
kilometers, gegeven een 4o-urige werkweek, en aannames over kosten per kilometer.
Om meer beeld te krijgen bij de gemiddelde autokosten en de afwijkingen tussen FNV en Uber, is een
benchmarkanalyse uitgevoerd met gebruik van de ANWB-module ‘autokosten berekenen’. FNV verwijst
zelf ook naar het gebruik van deze module in haar vordering in het kader van de rechtszaak tussen Uber en
FNV. Onderstaande tabel geeft de kosten die FNV en Uber opgeven en daarna op basis van de ANWB-
module de kosten van twee autotypen die vaak worden gebruikt in de taximarkt en die een ruime
bandbreedte weerspiegelen.”
Kostenpost_____ | | | ___MercedesE-klasse | __ToyotaPrius
OL Nieuwt _} Gebruikt* | Nieuw* | Gebruikt*
[BBP
_Banden** | | €439 | €635 | €635 | €601 | €334 | €334
_AfschrijvingBCT | | €99 |
*Uitgegaan is van een aanschafdatum per juni 2018. Bij een nieuwe auto is uitgegaan van een bouwjaar een half jaar eerder
(december 2017), en bij een gebruikte auto 5,5 jaar eerder (december 2013). Verder is vitgegaan van 40.420 gereden kilometers per
jaar.® **De ANWB-module resulteert in kosten inclusief BTW, voor de vergelijkbaarheid met de cijfers van FNV en Uber zijn de
relevante kosten uit de module omgezet naar prijzen exclusief BTW.
Toelichting berekening
Voor een goede vergelijking van de autokosten zijn de volgende zaken van belang:
e De kosten in de ANWB-module zijn inclusief BTW. Aangenomen mag worden dat Uber-chauffeurs de BTW
kunnen terugvorderen, en dus dat voor de vergelijking gekeken moet worden naar de kosten exclusief BTW.° In de
tabel hierboven zijn de kosten die vit de ANWB-module volgen daarom omgerekend naar kosten exclusief BTW.
Het is echter niet zeker of FNV en Uber hebben gekeken naar de kosten inclusief of exclusief BTW. Daar wordt
hieronder, waar relevant, nader op ingegaan.
e Houders van een motorrijtuig dat als taxi wordt gebruikt en ook zo is ingericht, komen in aanmerking voor de
taxivrijstelling voor de motorrijtvigenbelasting, mits wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden. Aangezien FNV
5 https://www.anwb.nl/auto/autokosten.
6 Zie ECLI:NL:RBAMS:2021:5029.
7 Zoals ook FNV aangeeft, kunnen de kosten per chauffeur verschillen doordat allerhande keuzes ten grondslag liggen aan de
kosten, zoals over (type) auto, brandstof en koop versus lease. Ook in de ANWB-module moeten diverse variabelen worden
ingevuld, die keuzes reflecteren die chauffeurs kunnen maken of beïnvloeden. De berekeningen moeten daarom als indicatief
worden gezien, en worden hier gebruikt om de orde van grootte van door Uber en FNV weergegeven bedragen te benchmarken.
Om de robuustheid van de resultaten te toetsen bij verschillende aannames, zijn enkele gevoeligheidsscenario's doorgerekend. Ter
illustratie: voor de 2° hands Toyota Prius is een aanschafwaarde per 2018 (bij bouwjaar 2013) gehanteerd van €18.000. Bij een
aanschafwaarde van €12.000 i.p.v. €18.000 zouden kosten resulteren van €5.846, dus een verschil van €1.236. Ook heeft de ANWB-
module een aantal vitgangspunten dat niet aanpasbaar is, zoals de berekende restwaarde en dat een auto wordt gekocht (geen
lease).
8 De kilometrages die Uber en MU hanteren (zie paragraaf 4) leiden tot een gemiddelde van 39.800 kilometer per jaar op basis van
40 UUr per week. Voor de toetsing van de voertuigkosten in deze pararaaf is gerekend met een iets hoger gemiddelde omdat ten
tijde van die berekeningen nog niet alle informatie voorhanden was. Omdat de impact op de kosten van gebruik van het exacte
gemiddelde zeer beperkt is (voor een nieuwe Mercedes E klasse verschillen de kosten iets meer dan €100 per jaar), zijn niet alle
berekeningen opnieuw uitgevoerd.
9 Uber vermeldt hierover over op haar website “Bovendien betaal je vast en zeker btw over andere zakelijke kosten, zoals benzine.
Met een btw-registratie kun je deze betaalde btw wellicht terugvragen.”
NOTITIE
en Uber hier geen bedragen voor noemen, wordt aangenomen dat zij vitgaan van een vrijstelling voor de
motorrijtuigenbelasting en zijn de kosten die de ANWB-module hiervoor berekent niet opgenomen in de tabel.
e _Tot1januari 2020 konden ondernemers betaalde bpm voor taxi's terugvragen, onder andere onder de
voorwaarden dat de personenauto voor 90% of meer wordt gebruikt als taxi en er sprake is van een geldige
vergunning. Na 1 januari 2020 kon dat niet meer, al is er onder voorwaarden nog wel een overgangstermijn. In
tegenstelling tot de motorrijtuigenbelasting hoeft de bpm in de berekeningen niet apart te worden benoemd; het
heeft immers indirect impact op de kosten via een lagere aanschafprijs en dus afschrijving. Daardoor is het
onduidelijk of en op wat voor manier in de berekeningen van FNV en Uber rekening is gehouden met teruggaaf
van de bpm, mede met het oog op de veranderende regels. Ter illustratie is daarom voor de nieuwe Mercedes die
is doorgerekend in de ANWB-module een aparte variant opgenomen waarin tevens gecorrigeerd is voor de bpm.
e _ FNV en Uber nemen schoonmaakkosten op van een gelijkwaardig niveau. De ANWB-module geeft hier geen
kosten voor. Het ligt voor de hand dat deze kosten inderdaad wel relevant zijn voor een taxichauffeur maar in
mindere mate voor particulieren die een auto aanschaffen.
e _De ANWB-module neemt kosten voor een autoverzekering op, op basis van WA + Casco. Deze verzekering is
echter niet te vergelijken met de specifieke taxiverzekering die FNV en Uber opnemen en daarom niet vermeld in
de tabel. De verzekeringskosten die Uber opvoert zijn beduidend hoger dan die volgens FNV.
e _De door FNV en Uber gehanteerde definitie van onderliggende variabelen, zoals afschrijving en onderhoud, is niet
bekend. Het is goed mogelijk dat hier vermenging plaatsvindt, bijvoorbeeld doordat FNV deels ook leasebedragen
mee lijkt te nemen in haar gemiddelde afschrijvingen en geen apart bedrag voor bandenkosten opgeeft.
e _Op basis van bovenstaande punten, geeft het subtotaal in de tabel hier boven de best vergelijkbare bedragen voor
de autokosten en wordt hieronder van dit subtotaal vitgegaan.
e De bedragen uit de module geven brandstofkosten per eind 2021, die wat hoger liggen dan in de jaren daarvoor.
Er zit een groot verschil van ruim €5 duizend per jaar tussen de kosten zoals opgegeven door FNV en Uber.
De kosten die volgen vit de ANWB-module geven een forse bandbreedte, afhankelijk van het type auto en
of een nieuwe of gebruikte auto wordt aangeschaft.
Uber
Het door Uber weergegeven kosten(sub)totaal ligt aan de onderkant van de bandbreedte die volgt vit de
ANWB-module. Het ligt ruim onder die van de doorgerekende nieuwe auto's: €6,3 duizend onder de nieuwe
Mercedes E-klasse (bijna €4,4 duizend na correctie voor bpm) en ruim €1 duizend onder de nieuwe Toyota
Prius. Ook zijn de door Uber opgegeven kosten bijna €2,6 duizend lager dan die van de gebruikte Mercedes.
Ten opzichte van de doorgerekende gebruikte Toyota zijn de door Uber berekende kosten bijna €0,8
duizend hoger. De door Uber opgegeven bedragen lijken daarmee in lijn met die van een gebruikte Toyota
Prius, met mogelijk net wat andere specificaties dan gehanteerd in bovenstaande berekeningen.
ENV
De door FNV opgegeven autokosten liggen juist aan de bovenkant van de bandbreedte die volgt uit de
ANWB-module. Ze liggen in de buurt van die van de nieuwe Mercedes E-klasse, tussen de kosten met en
zonder bpm-vrijstelling. Ze liggen ongeveer €4 en €6 duizend boven de kosten van de nieuwe
respectievelijk de gebruikte Toyoto Prius.
Als wordt gekeken naar het geheel van de benchmark-kosten, is het niet onaannemelijk dat FNV de
autokosten inclusief BTW heeft opgenomen. Als de autokosten die FNV berekent hiervoor zouden worden
gecorrigeerd, zouden ze ongeveer €2,3 duizend lager worden en komen ze in lijn met de kosten van de
gebruikte Mercedes E-klasse.
6. Pensioenopbouw, verzekering, vergelijking loondienst en overige cases Uber
Uber rekent met een jaarlijkse kostenpost voor pensioenopbouw van €2000 voor de zzp-chauffeur in Case
1, 2, 3en 4. Dat is 7,2% van de fiscale winst van de chauffeurs.“ Als voorziening oudedagsreserve mag een
ondernemer jaarlijks 9,44% van de fiscale winst reserveren voor pensioen, maar veel zzp'ers zitten daar ver
onder of sparen helemaal niet voor hun pensioen. Vanuit die optiek lijkt 7,2% marktconform of zelfs vrij
1 Voor de doorgerekende nieuwe Toyota heeft bpm amper effect omdat deze heel laag is.
H Al dan niet in combinatie met een correctie voor bpm.
2 Omzet minus de meeste kosten, met vitzondering van de pensioenreservering en inkomensverzekering (AOV).
NOTITIE
hoog voor deze groep zzp'ers. Naast de reservering voor pensioenopbouw neemt Uber een post €829 per
jaar op voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering.“> Totaal komt dat op €2.829 per jaar.
FNV corrigeert de ‘Winst Uber-chauffeur’ naar ‘Winst Uber-chauffeur met gelijke rechten’ (p. 5). Per jaar is
het verschil €4.812, waarmee naar verluidt wordt gecorrigeerd voor verzekeringskosten voor
ziekte/arbeidsongeschiktheid en pensioenopbouw.
Het verschil tussen Uber en FNV bedraagt dus per saldo zo'n €2000, waarbij FNV ook voor verzekering van
ziekte zegt te corrigeren. Het gemiddelde van 7,8 ziektedagen per jaar leidt tot een bruto inkomstenderving
van iets meer dan €1000.** Daarmee is het verschil dus nog niet verklaard. Vermoedelijk neemt FNV meer
een ‘werknemersperspectief! en rekent zij met een betere pensioenregeling of een royalere
arbeidsongeschiktheidsverzekering dan Uber.
Naast case 2 rekent Uber vier andere cases door, waarover wordt volstaan met de volgende observaties:
e Case 1gaat uit van een chauffeur die gemiddeld 2 dagen per week via een taxicentrale rijdt en 3 dagen
per week via Uber. Uit de analyse blijkt dat Uber voor die twee dagen via een centrale rekent met
ritprijzen die per kilometer hoger zijn (€2,10 in plaats van de €1,50 per kilometer vit paragraaf 4) maar
vitgaat van een veel lager aantal kilometers per gewerkt vur (11,3 in plaats van 21,7 kilometer per vur,
bijna de helft). De hogere prijs per kilometer weegt dus niet op tegen het lagere aantal kilometers en
per saldo komen de ritprijzen per gewerkt vur meer dan 27% lager uit. Je zou kunnen stellen dat Uber
met de service fee precies de efficiëntiewinst door de hogere bezettingsgraad bij de chauffeur afroomt,
al rekent een taxicentrale natuurlijk ook kosten voor bemiddeling. In de berekening worden de kosten
verder plausibel verdeeld op basis van de tijdbesteding dan wel het aantal kilometers, waarbij ook
maandelijkse kosten van een taxicentrale worden opgenomen. Door deze extra kosten en de lagere
verdiensten per gewerkt uur via de centrale valt de totale winst voor belasting per jaar ruim €2.800 lager
vit dan in Case 2.
e Case 3en 5 gaan uit van twee chauffeurs die beiden 40 vur per week rijden en daarvoor samen één auto
gebruiken. In Case 3 is de tweede chauffeur in loondienst en wordt berekend wat er onder de streep
overblijft voor de ‘fleet partner’ die de ander in dienst heeft en zelf ook rijdt. De ritprijzen en service fees
zijn in deze casus tweemaal zo hoog als in Case 2, maar op de kosten van het voertuig (afschrijving,
verzekering, onderhoud) worden efficiëntiewinsten behaald. Per chauffeur vallen die totale
voertuigkosten €1.912 per jaar lager uit, een kostenbesparing van 15%. Ondanks die efficiëntiewinst is
de ‘Fleet partner’ in Case 3 iets slechter af dan de éénpitter in Case 2: de winst voor belasting is per jaar
€1137 lager. De personeelskosten voor de tweede chauffeur in loondienst doen de efficiëntiewinsten bij
het intensievere gebruik van het voertuig dus ruimschoots teniet.
e Over de keuze voor de inschaling in Case 3 (schaal 2) en in Case 4 (schaal 4) kan in het bestek van deze
analyse geen oordeel worden geveld.
e Cases heeft betrekking op twee zelfstandige chauffeurs die een auto delen. De inkomsten per
chauffeur zijn gelijk aan Case 2, maar voor de voertuigkosten profiteren de chauffeurs van de
kostenbesparing van €1.912 per jaar die er ook in Case 3 is. De overige kosten zijn gelijk aan Case 2,
waardoor de winst voor belasting met dit bedrag is verhoogd.
3 Deze post is moeilijk te beoordelen, omdat de kosten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering sterk afhangen van onder meer
het verzekerd bedrag, de wachttijd voor tot uitkering wordt overgegaan en de leeftijd van de verzekerde.
4 Uitgaande van de ritprijzen per dag, na aftrek van BTW en service fee leidt een ziektedag tot een bruto inkomstenderving van
ongeveer €130 als ook rekening wordt gehouden met wegvallende marginale voertuigkosten.
| Onderzoeksrapport | 9 | test |
X Gemeente Amsterdam R O
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
% Gewijzigde agenda, woensdag 23 maart 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur
NB: agendapunt 13 is teruggenomen vanwege onvolledigheid van de stukken.
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie RO
d.d. 24 februari 2016
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieRO @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
, Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Gewijzigde agenda, woensdag 23 maart 2016
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Ruimtelijke Ordening
11 Vaststellen van het bestemmingsplan IJburg blok 59 Nr. BD2015-018643
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 30 maart 2016).
e _Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de
leeskamer raad.
12 Vaststellen van het bestemmingsplan Kenniskwartier Noord, eerste partiële
herziening Nr. BD2016-001019
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 30 maart 2016).
13 Vaststellen van het bestemmingsplan De Aker Nr. BD2015-018355
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 30 maart 2016).
e _Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de
leeskamer raad.
, Teruggenomen wegens onvolledigheid van de stukken.
2
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Gewijzigde agenda, woensdag 23 maart 2016
14 Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas-Ver- en nieuwbouw Prinses
Irenestraat 31-33 Nr. BD2015-010794
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 30 maart 2016).
15 Vaststellen van het bestemmingsplan zelfbouwkavels Karel Klinkenberglocatie
Nr. BD2015-012033
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 30 maart 2016).
16 Instemmen met aanvullende investeringen Zuidasdok Nr. BD2016-001601
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 30 maart 2016).
17 Beantwoording schriftelijke vragen inzake leges Nr. BD2016-002956
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Osselaer (D66).
Grondzaken
18 Vrijgeven voor inspraak van de Algemene Bepalingen voor eeuwigdurende
erfpacht 2016 en van het bijbehorende uitgiftebeleid Nr. BD2016-002344
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
BESLOTEN DEEL
3
| Agenda | 3 | val |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering 22 juni 2022
Ingekomen onder nummer 261
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Burgers, Boomsma, Van Lammeren, Khan en
Nanninga inzake herijking onderbouwing afschrijvingstermijnen
Onderwerp
Herijking onderbouwing afschrijvingstermijnen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Jaarverslag 2021;
Overwegende dat:
— bij de Najaarsnota 2021 de afschrijvingstermijnen voor gebouwen zijn gewijzigd van 40 naar
80 jaar (met vitzondering van onderwijs-, sportgebouwen en werven);
— een afschrijvingstermijn van 80 jaar voor gemeentelijk vastgoed zeer ongebruikelijk is;
— de gebruiksduur en daarmee de afschrijvingstermijn een schatting is, en het noodzakelijk is
dat de vitgangspunten van deze schatting valide zijn;
— het accountantsverslag aanbeveelt de onderbouwing van de afschrijvingstermijnen periodiek
te herijken en te monitoren op duurzame waardevermindering;
— de marktrente stijgt;
— door het verlengen van de afschrijvingstermijnen investeringen langer op de balans blijven
staan, waardoor rente-uitgaven aan deze investeringen zullen stijgen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
De aanbeveling van het accountantsverslag over te nemen, door:
— de onderbouwing van de afschrijvingstermijnen periodiek minimaal eens in de vier jaar te her-
ijken en individuele objecten te blijven monitoren op duurzame waardevermindering;
— deze eerste toetsing voor de behandeling van de Begroting 2023 toe te doen komen aan de
raad.
Indieners
H.C. Burgers
D.T. Boomsma
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
J. Broersen
J.F.W. van Lammeren
S.Y. Khan
A. Nanninga
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 134
Publicatiedatum 28 februari 2014
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 12 februari 2014
Behandeld op woensdag 12 februari 2014
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Paternotte, de heer Ivens en de heer Evans-Knaup
inzake het eindrapport van de evaluatiecommissie Bouwproces Stedelijk Museum
(deel tegenspraak met de gemeenteraad).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders tot kennisnemen van het eindrapport van de evaluatiecommissie
Bouwproces Stedelijk Museum van 8 november 2013, getiteld: ‘Hang naar verstilling,
drang naar spektakel’ en van de bestuurlijke reactie van het college van
burgemeester en wethouders op genoemd rapport (Gemeenteblad afd. 1, nr. 125);
Overwegende dat:
— er voldoende waarschuwingen waren tijdens het proces van aanbesteding voor
de verbouw van het Stedelijk Museum;
— het gemeentelijk bureau Screening en Bewaking twijfels had bij de reputatie van
de aannemer;
— het gemeentelijk bureau Screening en Bewaking constateerde dat
de bedrijfsinformatie niet op orde was;
— het ingenieursbureau DHV advocatenkantoor Nauta Dutilh de inschrijving van
de aannemer in eerste instantie op een aantal gronden onaanvaardbaar vonden;
— de gemeenteraad niet van deze waarschuwingen op de hoogte is gesteld,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
voortaan de gemeenteraad bij besluitvorming op de hoogte gesteld dient te worden
van alle relevante door het college van burgemeester en wethouders gevraagde
externe adviezen.
De leden van de gemeenteraad,
J.M. Paternotte
LGF. vens
LR. Evans-Knaup
1
| Motie | 1 | train |
Eon o160t N% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Grond en Ontwikkeling
Agendapunt 23
Datum besluit College van B&W 7 juni 2022
Onderwerp
Gedeeltelijk opheffen geheimhouding op overeenkomst stadswarmtelevering
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren in te stemmen met bijgaande raadsvoordracht, waarin wordt voorgesteld:
1. _Kenniste nemen van:
1.1. het Wob- verzoek d.d. 29 mei 2018 waarin is verzocht om openbaarmaking van alle
overeenkomsten met N.V. Nuon Warmte
1.2. de geheimhouding die rust op de Overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier ze fase,
die door de raad is bekrachtigd op 8/9 november 2017.
2. Te besluiten de geheimhouding gedeeltelijk op te heffen (conform Bijlage 1 bij de
raadsvoordracht), op grond van artikel 25, vierde lid Gemeentewet, op de overeenkomst
Stadswarmte Amstelkwartier 2e Fase d.d. 18 mei 2017 die op 31 oktober 2017 door
het college is opgelegd en is bekrachtigd door de raad in de raadsvergadering van 8/9
november 2017. De geheimhouding wordt opgeheven op het moment dat het Woo-besluit is
verzonden aan de indiener, viterlijk 20 juli 2022.
3. _Kenniste nemen van de op 31 oktober 2017 door het college opgelegde en op 8/9 november
2017 door de raad bekrachtigde geheimhouding op de overeenkomst Stadswarmte
Amstelkwartier ze Fase d.d. 18 mei 2017. De geheimhouding wordt gedeeltelijk opgeheven
nadat de raad heeft ingestemd met gedeeltelijke opheffing van de geheimhouding en het
Woo-besluit verzonden is aan de indiener, uiterlijk op 20 juli 2022.
Wettelijke grondslag
Artikel 25 lid 2 Gemeentewet: Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet
openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het college, de
burgemeester en een commissie, ieder ten aanzien van de stukken die zij aan de raad of aan leden
van de raad overleggen.
Artikel 25 lid 3 van de Gemeentewet: De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot
geheimhouding met betrekking tot aan de raad overgelegde stukken vervalt, indien de oplegging
niet door de raad in zijn eerstvolgende vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de
helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, wordt bekrachtigd.
Artikel 25 lid 4 van de Gemeentewet: De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot
geheimhouding met betrekking tot aan leden van de raad overgelegde stukken wordt in
acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel, indien het stuk
waaromtrent geheimhouding is opgelegd aan de raad is voorgelegd, totdat de raad haar opheft. De
raad kan deze beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer
dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht.
Artikel 5.1 vierde lid van de Wet openbaarheid van bestuur (Woo): geheimhouding in verband met het
belang dat de indiener van het Wob-verzoek heeft om als eerste kennis te kunnen nemen van de
stukken.
Bestuurlijke achtergrond
Gegenereerd: vl.43 1
Eon o160t % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TA R
Ontwikkeling %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter advisering aan de raad
Met Nuon (tegenwoordig genaamd Vattenfall) zijn door het college de volgende overeenkomsten
gesloten:
1. _Samenwerkingsovereenkomst inzake warmtelevering Haveneiland,
Rietlanden, Steigereiland en Westelijk deel Centrumgebied IJburg d.d. 4 augustus 1999
2. Overeenkomst Stadswarmte Overamstel d.d. 21 december 2011
3. Overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2° Fase d.d. 18 mei 2017
4. Afwikkelovereenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2° Fase d.d. 18 mei 2017
5- Brief collectieve WKO Vattenfall Amstelkwartier 2° Fase, d.d. 21 juli 2021
Ten aanzien van de Samenwerkingsovereenkomst inzake warmtelevering Haveneiland, Rietlanden,
Steigereiland en Westelijk deel Centrumgebied IJburg en de overeenkomst Stadswarmte
Overamstel heeft het college naar aanleiding van een Wob-verzoek d.d. 31 juli 2012 bij besluit van
27 september 2012 reeds besloten tot integrale openbaarmaking van deze overeenkomsten. Alleen
ten aanzien van de overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2° Fase overeengekomen met N.V.
Nuon Warmte heeft het college op 31 oktober 2017 geheimhouding opgelegd welke door de raad is
bekrachtigd in de raadsvergadering van 8/9 november 2017.
Op 29 mei 2018 heeft de gemeente op grond van de Wet openbaarheid van bestuur een verzoek tot
openbaarmaking ontvangen van alle overeenkomsten met Nuon. Dit verzoek is beantwoord door
alle contracten openbaar te maken, behalve
* de Overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2° Fase d.d. 18 mei 2017, waar
geheimhouding is opgelegd (hierboven bij c genoemd) en,
e de aan deze overeenkomst gerelateerde Afwikkelovereenkomst (hierboven bij d genoemd).
e de aan deze overeenkomst gerelateerde Brief (hierboven bij e genoemd).
De afhandeling van dit Wob-verzoek door het gedeeltelijk openbaar maken van de laatste
overeenkomst vindt nu plaats omdat eerder, op aangeven van dezelfde Wob-verzoeker, voorrang
gegeven is aan de overeenkomsten stadswarmte met Westpoort Warmte (WPW). Dit Wob-verzoek
is inmiddels afgehandeld. De overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier ze Fase en de bijhorende
Afwikkelovereenkomst en Brief (hierboven bij c, den e genoemd) zijn de laatste stukken welke
nog gedeeltelijk openbaar gemaakt moet worden. De geheimhouding op persoonsgegevens
en concurrentiegevoelige gegevens (bedragen) wordt niet opgeheven (artikel 5.1 lid 2 sub e en
f Wet open overheid). De Brief dateert van na het Wob-verzoek maar wordt, ten behoeve van
transparantie ook gedeeltelijk openbaar gemaakt.
Reden bespreking
Advisering aan de raad.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.43 2
VN2022-016631 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Grond en % Amsterdam jee 9 TAR
Ontwikkeling %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter advisering aan de raad
Vattenfall is akkoord met de conform Bijlage 2 gedeeltelijke openbaarmaking van de Overeenkomst
Stadswarmte Amstelkwartier 2° Fase d.d. 18 mei 2017 en de bijhorende Afwikkelovereenkomst
Stadswarmte Amstelkwartier 2° Fase d.d. 18 mei 2017.
Geheimhouding
De geheimhouding op de bijlage Overeenkomst Stadswarmte wordt opgeheven zodra het Woo-
besluit is verzonden aan de indiener van het Wob-verzoek, in verband met het belang dat deze heeft
om als eerste kennis te kunnen nemen van de stukken (artikel 5.1, vierde lid van de Woo).
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-060309 1. Gemeenteraad Voordracht.pdf (pdf)
3. Wob-verzoek NUON Gemeente Amsterdam - geanonimiseerd (4). pdf
AD2022-058224
(pdf)
GEHEIM - 2. Overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2e fase (voor
AD2022-058222 ‚ ‚ .
openbaarmaking geschikte versie). pdf (pdf)
AD2022-053382 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond & Ontwikkeling, Bob Mantel, [email protected], 06-83646273
Gegenereerd: vl.43 3
| Voordracht | 3 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2019
Afdeling 2
Vergaderdatum 24 januari 2019
Publicatiedatum 6 februari 2019
OPENBARE VERGADERING OP DONDERDAG 24 JANUARI 2019.
Aanwezig: de leden mevrouw A.L. Bakker (PvdD), de heer N.T. Bakker (SP), de
heer Biemond (PvdA), de heer Blom (GroenLinks), de heer Boomsma (CDA), mevrouw
Bosman (D66), de heer Boutkan (PvdA), de heer Van der Burg VVD), de heer Ceder
(CU), de heer Van Dantzig (D66), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP),
mevrouw De Fockert (GroenLinks), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), de heer Groen
(GroenLinks), mevrouw Grooten (GroenLinks), de heer Hammelburg (D66), mevrouw De
Heer (PvdA), mevrouw De Jong (GroenLinks), de heer Karaman (GroenLinks), mevrouw
Kat (D66), mevrouw Kilig (DENK), de heer Kreuger (Forum voor Democratie), mevrouw El
Ksaihi (D66), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), mevrouw Marttin (VVD), de
heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw Nanninga (Forum voor
Democratie), mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Van
Renssen (GroenLinks), mevrouw Rooderkerk (D66), mevrouw Roosma (GroenLinks),
mevrouw La Rose (PvdA), de heer Van Schijndel (Forum voor Democratie), mevrouw
Simons (BIJT), mevrouw Van Soest (PvdO), mevrouw Temmink (SP), mevrouw Timman
(D66), de heer Torn (VVD), de heer Vroege (D66) en de heer Yilmaz (DENK).
Afwezig: mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Taimounti (DENK).
Aanwezig: de wethouders mevrouw Dijksma (Water, Verkeer, Vervoer en
Luchtkwaliteit en stadsdeel Zuid), mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire
Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Energietransitie en stadsdeel Oost), de
heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief
Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale Zaken, Vluchtelingen en
Ongedocumenteerden), de heer Ivens (Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte en Groen,
Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn, Reiniging en stadsdeel Noord), de heer Kock (Financiën,
Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en Marineterrein en
stadsdeel Centrum), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg), Mbo-agenda,
Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugdcriminaliteit, Sport en
Recreatie, Ouderen en stadsdeel West), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur,
Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Gemeentelijk Vastgoed en stadsdeel Nieuw-West), mevrouw Moorman
(Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering, Voorschool,
Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en Schuldhulpverlening en
stadsdeel Zuidoost).
Afwezig: mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid, Algemene Zaken,
Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale Samenwerking,
Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken, Communicatie).
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Middagzitting op donderdag 24 januari 2019
Plaatsvervangend voorzitter: de heer R. Torn.
Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe.
Verslaglegging: de heer Seelen.
Voorzitter: de heer Torn
De VOORZITTER heropent om 13.00 uur de op woensdag geschorste
vergadering.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering van de gemeenteraad van
Amsterdam.
De VOORZITTER: Zoals gisteren al is aangekondigd, is de burgemeester
vanmiddag aanwezig bij de lezing Nooit meer Auschwitz en daarom zal ik de
middagzitting voorzitten.
(Mevrouw NANNINGA: Ik wil de heer Van Schijndel afmelden voor
vandaag.)
(Mevrou61w KILIG: Mijn twee collega’s schuiven waarschijnlijk later aan.)
Waarvan akte.
15
Kennisnemen van het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 16)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: De 24 uurs-opvang. Het mag duidelijk zijn dat wij nooit
voorstander zijn geweest van de 24 uurs-opvang die er nu komt. We gaan nu mensen
voor wie er landelijke opvang is, laten wonen op plekken waar misschien tweehonderd
gezinnen in Amsterdam hadden kunnen wonen. We gaan de komende vier jaar 50 miljoen
euro uitgeven aan mensen van wie de rechter heeft gezegd dat ze geen recht hebben op
verblijf in Nederland en van die 50 miljoen euro hadden we ook tweehonderd handhavers
vier jaar lang in dienst kunnen nemen. Dit zijn echter politieke keuzen waarmee we te
maken hebben. Dit staat in het coalitieakkoord en het uitvoeringsplan ligt nu voor. We
willen niettemin een aantal punten met de wethouder bespreken. We hebben er ook een
aantal moties voor.
(Mevrouw ROOSMA: Het staat in het coalitieakkoord in Amsterdam, maar
u weet ook dat er in het regeringsakkoord iets staat over LVV's. Dit
uitvoeringsprogramma zou mogelijk heel goed passen in de pilot voor de
LVV's waar ook de VVD mee heeft ingestemd en waar uw
staatssecretaris in Den Haag mee heeft ingestemd. Hoe kijkt u daar dan
tegen aan?)
Daar wil ik twee dingen over zeggen. Dat een staatssecretaris in een kabinet ook
compromissen moet sluiten, begrijp ik. Dat betekent nog steeds niet dat de VVD hier in
Amsterdam daar ook voor is. Dat is één. Ten tweede, en dat is meteen ook een vraag aan
de wethouder: er zijn wel regels voor de landelijke LVV-pilot. Dat gaat bijvoorbeeld over
de dublinclaimanten, over meewerken aan perspectief en aan terugkeer. Een van mijn
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
vragen aan de wethouder is of hij zich aan de landelijke richtlijnen zal houden. Of is het zo
meteen het uitvoeringsplan dat voorligt? Als het dat laatste is, dan kan dat zomaar
betekenen dat er een gat in de begroting wordt geschoten waar Amsterdammers weer de
dupe van zijn en voor zullen moeten betalen. Ik ben ook benieuwd wat u daar straks van
vindt.
(Mevrouw ROOSMA: Als dit uitvoeringsplan past binnen de LVV-pilot,
steunt u het dan nog steeds niet? Als de staatssecretaris dit plan een
uitstekende invulling vindt van zijn idee over hoe die pilots in het land er
uit moeten zien, dan zegt u nog steeds ‘nee'?)
Ja, dat klopt, omdat er voor deze mensen ook landelijke opvang beschikbaar is.
We hebben dat al heel vaak besproken. Ik zeg het nog maar eens: we gaan hier dus
mensen opvangen voor wie landelijke opvang beschikbaar is terwijl we ik weet niet
hoeveel mensen op de wachtlijst hebben staan en we de 50 miljoen euro ook anders
hadden kunnen besteden.
(Mevrouw ROOSMA: Mevrouw Poot zegt dat er landelijke opvang
beschikbaar is en ik ben nieuwsgierig welke landelijke opvang dan
beschikbaar is. Voor heel veel mensen geldt juist dat die er niet is, ook
vanwege de Koppelingswet. Dat moet u ook weten.)
Ik had deze vraag van mevrouw Roosma wel verwacht dus ik heb even opgezocht
voor wie er dan geen opvang is. Voor mensen die een herhaalde procedure starten, is er
inderdaad geen opvang, maar zijn er overigens wel logeermogelijkheden, onder andere
bij de politie. En de herhaalde aanvragen zijn aanvragen die echt heel kort duren.
(De heer VAN DANTZIG: Ik zal proberen om het debat over de landelijke
voorziening waar u het steeds over hebt te vermijden. Ik heb een andere
vraag voor u. In het regeerakkoord is afgesproken dat er vijf LVV’s
komen. Dat zal niet zomaar zijn. Ik denk omdat er een hiaat zit in het
beleid. Bent u het met de landelijke coalitie eens dat er inderdaad een
voorziening nodig is?)
Met het risico om al deze debatten weer opnieuw te voeren: ik zei net dat er
inderdaad een kleine groep is — de mensen die een herhaalde aanvraag doen — waarvoor
die opvang er niet is en er slechts logeervoorzieningen zijn. Voor wie meewerkt aan zijn
terugkeer is er opvang in een azc.
(De heer VAN DANTZIG: Dit luistert nauw en misschien heb ik me niet
goed uitgedrukt. Het gaat mij echt om de landelijke
vreemdelingenvoorziening die er nog niet is, maar die er komt. Dat is een
idee van de landelijke coalitie waar ook uw partij prominent aan
deelneemt. Mijn vraag is nu: ziet u samen met de landelijke coalitie dat er
inderdaad een gat zit in het vreemdelingenbeleid dat gedicht moet
worden?)
Dit is lastig omdat ik u nu weer hetzelfde antwoord geef. Het klopt inderdaad dat
er voor een aantal mensen geen opvang is en er alleen maar logeermogelijkheden zijn.
Het is ook echt een aantal, ze zijn te tellen. We kunnen er heel lang en heel kort over
praten, maar voor de overige mensen is er opvang.
(De heer VAN DANTZIG: Natuurlijk moeten we er lang over spreken,
maar hier is de vraag heel eenvoudig. Wat vindt u van het besluit van de
landelijke coalitie dat er een landelijke vreemdelingenvoorziening komt?)
In dat opzicht is de VVD nooit van mening veranderd. Wij waren ook nooit voor
een Wet bad-bad-broodvoorziening. Wij denken ook dat wij in Amsterdam ons geld echt
veel beter hadden kunnen besteden.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
(De VOORZITTER: Er is ook nog een interruptie van de heer Ceder en ik
wijs u er ook op dat u en uw fractie nog zeven minuten spreektijd hebben
voor de rest van de vergadering.)
(De heer CEDER: Ik wil u iets vragen omdat dit van belang is voor de
vraag of ik uw verdere betoog serieus kan nemen en kan afwegen of het
strookt met de werkelijkheid. Erkent u dat er in Nederland een asielgat
bestaat?)
Ik ga niet nog een keer mijn betoog herhalen, want ik hoorde de voorzitter iets
zeggen over mijn spreektijd en ik wil heel graag mijn vijf moties indienen. Bovendien wil ik
een beetje tijd overhouden zodat ik zelf ook nog enkele interrupties kan plegen.
(De VOORZITTER: Ik weet niet of de heer Ceder daar genoegen mee
neemt. Kom er maar in zou ik zeggen.)
(De heer CEDER: Ik heb geen antwoord gehad op mijn vraag. U praat
over de wenselijkheid van de bed-bad-broodvoorziening en dat is uw
goed recht, dat snap ik. Ik vraag u echter: erkent u het asielgat dat uw
landelijke partij wel erkent? Erkent u dat dat in Nederland en dus ook in
Amsterdam bestaat?)
Ik zeg het nog één keer. Het klopt dat er een aantal mensen is, mensen die een
herhaalde aanvraag doen, voor wie er geen opvang is. Ik wil echt heel graag nu mijn
moties indienen.
(De VOORZITTER: Derde en laatste interruptie van de heer Ceder, want
hij heeft het recht om te interrumperen. Dit is zijn derde mogelijkheid.)
(De heer CEDER: Ik ben blij dat de VVD Amsterdam erkent dat er een
asielgat is en dat we daar iets aan moeten doen. Laatste vraag: bent u
bekend met het feit dat er in de afgelopen jaren heel veel mensen, onder
wie mensen uit de We are here-groep, meer dan honderd mensen, terwijl
er geen perspectief bleek te zijn alsnog gronden hebben gevonden om
van de Nederlandse wetgever een geldige verblijfsvergunning te krijgen?
Is het u bekend dat dit de afgelopen jaren is gebeurd®?)
Daar kan ik ook weer heel veel over zeggen, maar laat ik proberen om dat zo
meteen in andere interruptiedebatten te doen.
Het gaat allereerst over het toelaten van de dublinclaimanten. Dat is, als ik het
uitvoeringsplan zie, echt een ondermijning van het landelijke beleid. Met het toelaten van
dublinclaimanten zeggen we in feite: asielzoekers aller landen en uit Nederland, kom
maar lekker naar Amsterdam, want hier kun je opgevangen worden. Dat lijkt mij een
slecht plan. Daarom dien ik samen met het CDA een motie in om de wethouder te vragen
zich hier gewoon aan het landelijke beleid te houden.
Dan de anderhalf jaar waarin uitgeprocedeerden recht hebben op opvang. Dat
vinden wij echt heel erg lang. Als er na zes maanden geen zicht is op perspectief op
verblijf, dan zal dat er in het jaar erop ook niet komen. Wij stellen, ook weer samen met
het CDA, voor om na drie maanden met een uitgeprocedeerde asielzoeker een evaluatie
te houden en als er onvoldoende is meegewerkt hem of haar op te dragen de voorziening
zo snel mogelijk, doch binnen zes maanden, te verlaten.
In de commissie hebben we ook gesproken over het draagvlak voor de plekken
waar de uitgeprocedeerde asielzoekers gaan wonen. Het zijn grote groepen, vijftig tot
zeventig mensen hebben we gisteren in de krant kunnen lezen. Ik snap heel goed de zorg
van Amsterdammers in de buurt over dit soort voorzieningen. Ik heb de wethouder eerder
gevraagd om er draagvlakmetingen voor te organiseren. Hij zei me toen dat hij dat moest
bespreken en dat hij dat dan voor elke opvang moest doen. Ik heb daarom een motie
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
waarin ik de wethouder oproep om dat voor elke opvang te doen, te beginnen met de
plekken voor de 24 uurs-opvang.
Nu die opvang er toch komt, vinden wij ook dat hij open moet staan voor
slachtoffers van mensenhandel of uitbuiting. Slachtoffers van mensenhandel of uitbuiting
hebben vaak geen papieren meer en zouden volgens ons in aanmerking moeten komen
voor deze opvang. Ook daarvoor dienen wij een motie in. Ik had overigens bij de vorige
motie moeten zeggen dat deze ingediend wordt door de VVD en Forum voor Democratie.
De motie over het toelaten van slachtoffers van mensenhandel door de VVD, de
ChristenUnie en het CDA.
Als laatste spreekt het uitvoeringsplan wel over een evaluatie, maar niet over een
tijdsspanne. Wij willen daarom de wethouder oproepen om na een jaar een evaluatie te
houden en ons daarvan op de hoogte te stellen, onder andere met een aantal punten die
wij graag geëvalueerd willen zien. Die motie dienen wij samen met het CDA in.
(De heer MBARKI: Ik twijfelde even of ik deze vraag zou stellen of niet.
Mevrouw Poot begon aan het begin met een opsomming van de kosten
om dit allemaal de komende vier jaar te doen. Ik ben benieuwd of
mevrouw Poot ook heeft nagedacht over de vraag wat het de
samenleving zou kosten als we dit niet zouden doen.)
Het hangt ervan af hoe we daarmee omgaan. Als we ermee omgaan zoals een
deel van de partijen hier wil, namelijk deze mensen in de stad laten blijven, dan zal dat
vast ook veel kosten. Als we ermee omgaan zoals wij vinden dat moet gebeuren, namelijk
ervoor zorgen dat deze mensen perspectief opbouwen in het land van herkomst waar ze
ook weer naartoe moeten, dan zal het veel minder kosten.
(De heer MBARKI: Ik wil niet in de discussie vervallen die net ook al is
gevoerd. U zegt in feite: als we het anders inrichten dan het landelijk is
ingericht. Kunt u iets concreter worden? Ik ben dan wel benieuwd naar uw
ideeën over de humanitaire ondergrens voor mensen die niet terug
kunnen, die geweigerd worden of die statenloos zijn.)
Dat is een heel goede vraag. Daar is nu juist de buitenschuldverklaring voor waar
bijvoorbeeld de mensen uit de We are here-groep geen aanspraak op willen maken. Als
mensen daar namelijk aanspraak op maken en de IND en de Dienst Terugkeer en Vertrek
helpen hen, dan blijkt vaak dat ze geholpen kunnen worden en terug kunnen.
(De heer MBARKI: U bent hier vrij stellig in. De vraag van de heer Ceder
over het asielgat ontweek u net een beetje. Zegt u hiermee in feite niet dat
er sprake is van een asielgat? Onder de doelgroep kunnen we ook
mensen scharen voor wie het proces over is. Zij komen niet in
aanmerking voor een buitenschuldverklaring. Wat wilt u met die groep
doen?)
Een buitenschuldverklaring betekent dat mensen wel een verblijsvergunning
krijgen of dat ze geholpen kunnen worden bij terugkeer. U zult dan tegen mij zeggen: ja,
maar er zijn altijd mensen die tussen de wal en het schip vallen. Dat geef ik toe. Ik zeg dat
altijd al. Er zullen altijd mensen zijn die tussen de wal en het schip vallen. Het zijn er
echter geen vijfhonderd. Mijn betoog is daarom steeds: zorg er nu voor dat we dit niet
doen. Zorg ervoor dat we ons aan de landelijke regels houden. Natuurlijk zal er een aantal
mensen tussen de wal en het schip vallen, maar die zijn echt wel in beeld bij
hulpverleningsorganisaties en bij de gemeente.
(De VOORZITTER: Volgens mij was mevrouw Poot klaar met haar
betoog. Er staan wel nog twee personen bij de interruptiemicrofoon. Ik zie
ook dat mevrouw Poot inmiddels minder dan twee minuten spreektijd
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
heeft. Soms moeten we mensen een beetje tegen zichzelf beschermen,
ook al hebben ze een eigen verantwoordelijkheid. Mevrouw Roosma was
eerst. Kunt u mevrouw Poot een beetje helpen door een of twee
interrupties te plegen en geen drie, want anders gaat het helemaal fout?
Dan kan mevrouw Poot de vragen van mevrouw Simons niet meer
beantwoorden.)
(Mevrouw ROOSMA: Ik zal het proberen, voorzitter. Ik zat een beetje te
kauwen op de motie over slachtoffers van mensenhandel. U zegt: als die
opvang er toch komt, laten we dan ook slachtoffers van mensenhandel
opvangen. Ik kan uw redenering daarin niet helemaal volgen. U vindt deze
opvang niet nodig, want er is voor iedereen een alternatief. U wilt echter
wel dat slachtoffers van mensenhandel daar terecht moeten kunnen. Voor
hen is er toch ook een alternatief? Ik begrijp uw redenering niet. Kunt u
dat toelichten?)
Mag ik even een punt van orde voorleggen? Ik wil de vragen graag
beantwoorden.
(De VOORZITTER: U zult ze toch moeten beantwoorden. Het is uw keuze
om de spreektijden samen met uw fractie zodanig in te delen dat het aan
het eind van de vergadering goed uitkomt. We moeten ook aan het eind
van de maand de rekeningen nog kunnen betalen. Dat geldt ook voor de
spreektijd. Het is dus aan u, mevrouw Poot, om dit creatief op te lossen.)
Ik ga heel kort antwoorden, want u praat over twee verschillende zaken. Ik had
het over uitgeprocedeerde asielzoekers en slachtoffers van mensenhandel. Slachtoffers
van mensenhandel en uitgeprocedeerde asielzoekers zijn echter twee verschillende
groepen.
(Mevrouw ROOSMA: Ik wilde zeggen dat dit vaak niet per se het geval is.
U wilt in feite de 24 uurs-opvang omvormen tot een opvang voor
slachtoffers van mensenhandel. Dat is uw ideale wens. Ik probeer
gewoon te begrijpen waarom u deze twee dingen aan elkaar koppelt
terwijl u zegt dat het twee heel verschillende groepen zijn. Ik geloof dat
niet, maar u zegt in feite dat het wel twee heel verschillende groepen zijn.)
U noemt het zelf een opvang voor ongedocumenteerden. Dan denk ik, los van wat
ik ervan vind, dat we die opvang open moeten stellen voor alle ongedocumenteerden.
Deze mensen zijn ook vaak ongedocumenteerd.
(Mevrouw SIMONS: U praat over de kosten en over prioriteiten. Waar
geven we ons geld aan uit? 10 miljoen euro per jaar valt natuurlijk in het
niet bij de 2 miljard euro die uw partij cadeau wilde doen aan
multinationals. Ik ben oprecht benieuwd. Hecht u meer waarde aan de
belangen van multinationals dan aan mensenrechten? We hebben het
namelijk over mensen aan wie stelselmatig hun basisrechten worden
ontnomen.)
Deze discussie wil ik liever in de Tweede Kamer voeren.
(Mevrouw SIMONS: We zijn niet in de Tweede Kamer. We zijn hier en ik
stel u hier deze vraag. U stelt hier dat het belangrijk is om te prioriteren
waar we ons geld aan uitgeven. Dus vraag ik u: wat vindt u belangrijker?
Geeft u überhaupt om mensenrechten? Laat ik er een vraag van maken
die u met ‘ja’ of ‘nee’ kunt beantwoorden.)
Wij hebben een alternatief aangedragen. Zorg ervoor dat we deze 50 miljoen euro
aan tweehonderd handhavers uitgeven. Natuurlijk geeft de VVD om mensenrechten.
6
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
(Mevrouw SIMONS: U geeft om mensenrechten, maar niet genoeg om
ervoor te zorgen dat mensen ook van die mensenrechten gebruik kunnen
maken. Namelijk toegang tot zorg, naar de dokter kunnen en naar de
tandarts kunnen als dat nodig is. Heel simpele dingen die u en ik heel
vanzelfsprekend vinden en waar ieder mens op aarde recht op heeft, ook
mensen in Amsterdam die ongedocumenteerd zijn.)
(De VOORZITTER: Mevrouw Poot mag hierop reageren als ze dat wil. U
hebt er geen behoefte aan?)
(Mevrouw SIMONS: Het was een vraag die met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoord
kan worden. Ik denk dat het antwoord daarop nog wel moet lukken in de
tijd die mevrouw Poot nog heeft.)
(De VOORZITTER: Kennelijk wil mevrouw Poot die vraag niet
beantwoorden.)
(Mevrouw SIMONS: Dat is heel constructief.)
(De VOORZITTER: Ik kan mensen niet dwingen.)
(De heer VAN DANTZIG: Ik realiseer mij dat de VVD onder tijdsdruk
staat. Ik ken de VVD als een barmhartige partij. U verschilt hierin radicaal
van mening met de anderen. Dat mag in dit huis. Ik wil er echter graag
uitkomen met u. Nu worstel ik met de buitenschuldverklaring. Ik heb het
net nog even nagekeken. Mensen krijgen geen rechtshulp en geen
subsidie om een buitenschuldverklaring aan te vragen. Wel in hoger
beroep, maar niet in eerste instantie. Nu zeggen asieladvocaten dat dit
het geval is omdat de overheid het een kansloze procedure vindt. Kunt u
daarop reflecteren? En vindt u niet dat daarvoor in elk geval subsidie
beschikbaar moet zijn? Als u die buitenschuldverklaring als een goede
weg beschouwt voor de meest kwetsbaren, dan zou het goed zijn om die
zo riant mogelijk open te stellen.)
De heer Van Dantzig overvraagt mij hier een beetje. Ik vind dat inderdaad een
heel belangrijke procedure. Wat u zegt, weet ik niet. Ik sta er echter zeer voor open om er
met u verder over te praten.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
74° Motie van de raadsleden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan
24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (evaluatie nut en noodzaak 24 uurs-opvang)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 61).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Eén jaar na opening van de eerste locatie voor 24 uurs-opvang, in samenwerking
met de rijksoverheid, een uitgebreide evaluatie van het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang uit
te voeren met als aandachtspunten:
- het percentage mensen dat met succes is teruggekeerd naar het land van
herkomst of een derde land;
- het percentage mensen dat alsnog een verblijfsvergunning heeft gekregen;
- het percentage mensen dat de opvang heeft verlaten zonder dat duidelijk is
waarheen;
- ervaren overlast door bewoners in de buurt van de opvanglocatie;
- gemaakte kosten, specifiek in relatie tot eerder begrote kosten.
De raad over de uitkomsten van deze evaluatie te informeren.
7
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
75° Motie van de raadsleden Poot, Ceder en Boomsma inzake het
uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (geef slachtoffers van
mensenhandel toegang) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 62).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ in overleg met relevante partners, waaronder het Amsterdams
Coördinatiepunt Mensenhandel, te onderzoeken in hoeverre de 24 uurs-
opvang een rol kan spelen in het opvangen van slachtoffers van
mensenhandel en uitbuiting die niet meer beschikken over identiteitspapieren;
- de raad over de uitkomsten te informeren.
76° Motie van de raadsleden Poot en Nanninga inzake het uitvoeringsplan
24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (draagvlakmeting) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
63).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ voorafgaand aan het besluit voor oprichting van een opvanglocatie voor
hulpbehoevenden een draagvlakmeting in de nabije omgeving van de
beoogde locatie te houden;
- de resultaten van deze draagvlakmeting te betrekken bij het besluit om de
beoogde locatie al dan niet als opvanglocatie te openen en de raad over de
uitkomsten van de meting te informeren;
- hiermee te starten bij de nieuwe locaties voor de 24 uurs-opvang voor
uitgeprocedeerde asielzoekers.
71° Motie van de raadsleden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan
24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (evaluatie perspectiefplan na drie maanden)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 64).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- ín plaats van na zes maanden na drie maanden een evaluatie uit te voeren of
voldoende wordt meegewerkt aan het persoonlijk perspectiefplan;
- in het geval van een negatieve evaluatie een gebruiker op te dragen zo snel
mogelijk uit de opvang te vertrekken, echter in ieder geval na maximaal zes
maanden totale verblijfsduur.
78° Motie van de raadsleden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan
24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (geen 24 uurs-opvang voor dublinclaimanten)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 65).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Aangaande dublinclaimanten het landelijk beleid te volgen en voor deze groep de
24-uursopvang niet open te stellen.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Voordat ik mevrouw Nanninga het woord geef, zal ik de
spreektijden met u delen. GroenLinks: 31 minuten en 51 seconden, D66: 32 minuten en
8
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
47 seconden, de VVD: 49 seconden, de PvdA: 17 minuten en 13 seconden, de SP:
2 minuten en 55 seconden, de Partij voor de Dieren: 13 minuten en 56 seconden, Forum
voor Democratie: 18 minuten en 20 seconden, het CDA: 6 minuten en 33 seconden, de
Partij van de Ouderen: 12 minuten en 47 seconden, de ChristenUnie: 15 minuten en
47 seconden, BIJ: 13 minuten en 15 seconden. Het college heeft nog 16 minuten.
Mevrouw Kilig, heb ik u niet genoemd?
(Mevrouw KILIG: U hebt DENK niet genoemd, nee.)
Wat vreemd. Ik ben u inderdaad vergeten, maar ik kan u wel geruststellen. U hebt
nog 27 minuten en 51 seconden.
(Mevrouw KILIG: Dat is mooi. Ik dacht: de tijd van het college.)
Met excuses dat ik u vergeten had.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga.
Mevrouw NANNINGA: Ik wil om te beginnen de wethouder en ambtenaren
bedanken voor de snelle beantwoording van de vele vragen die we hebben ingediend. In
de commissie is besloten dat we ons snel konden informeren en dat is heel vlot en keurig
gedaan. We waren wel verbaasd om te zien dat alleen BIJ1 en wij vragen hadden, maar
goed, dat is ieders eigen keuze. De opvang komt er en zoals wethouder Groot Wassink
herhaaldelijk benadrukt, is dat een democratisch besluit. Dat voeren we dan ook uit. Dat
zijn de regels van het spel. Ik wil me graag met u concentreren op de uitvoering van deze
plannen. Ik kan er slechts heel selectief dingen uitlichten, want er is mij heel veel
opgevallen in de antwoorden en in de voorliggende plannen.
Om te beginnen de werkgroepen die dit plan hebben bekokstoofd. Daar hebben
wij vragen over gesteld en in de antwoorden lezen wij: “Het doel was om een werkgroep
samen te stellen waarin zoveel mogelijk verschillende perspectieven op het vraagstuk
vertegenwoordigd waren.” Kijken we naar de deelnemende gesprekspartners, dan zien
we 21 organisaties, waarvan 9 pro-vluchtelingen, pro-illegalen en activistenachtige
clubjes, 6 overheidsdiensten die uit de aard der zaak meewerken aan zo'n project,
uitvoerende partijen, diensten, 3 religieuze en welzijnsorganisaties en slechts 2
organisaties gericht op terugkeer. Wij zien nul organisaties of personen die kritisch zijn
over een dergelijke opvang en geen bewonersinspraakgroepen. Wat betreft die
verschillende perspectieven is deze opzet een beetje mislukt. Ook zijn er geen notulen of
verslagen van deze bijeenkomsten. Dat vinden wij bijzonder onwenselijk en wij verzoeken
per motie om voortaan verslag te leggen van zulke beraadslagingen en deze verslagen
per omgaande te publiceren voor de Amsterdammers.
Dan de financiën. Er is 25 miljoen euro uitgetrokken voor huisvesting in de
Amsterdamse markt. Dat is een schijntje. We hebben rondgebeld naar makelaars en
aannemers, maar dat bedrag is niet reëel voor het verwerven, het huren en verbouwen
van zo veel locaties voor zoveel mensen. Kan de wethouder garanderen dat dat bedrag
niet overschreden wordt? Indien dat wel overschreden wordt, kan de wethouder dan
beloven dat het uit de begrote 11,5 miljoen euro wordt opgelost en er niet nog bovenop
komt?
Dan de inspraak. Samen met de VVD hebben wij een motie ingediend voor een
draagvlakmeting. Het is toch bizar dat er wordt aangestuurd op geen inspraak over de
plaatsing van deze locaties? Geen inspraak, geen referendum. GroenLinks profileert zich
met gemakzuchtige proefballonnetjes in de media over vuurwerkreferenda, maar bij dit
onderwerp is het woord ‘referendum’ niet één keer gevallen. GroenLinks wenst geen
inspraak. De coalitie wenst geen inspraak. Het wil consultering van de omwonenden. Op
g
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Instagram peilt de gemeente de mening van Amsterdammers over godbetert roze
verkeersborden, maar zestig illegaal in Nederland verblijvende nieuwe buren? Mond
houden, belasting betalen, burger. Waar bent u zo bang voor, wethouder? Er is toch
zoveel draagvlak voor deze opvang? De hele paragraaf Participatie en democratisering in
het coalitieakkoord kunt u schrappen op basis van deze gang van zaken. Daarom hebben
wij samen met de VVD een motie ingediend. De asielindustrie en dit college spelen met
de hoop en met het lot van mensen omdat deze weldoenerij zo goed aanvoelt, ten koste
van ook de illegalen zelf die u ten onrechte perspectief biedt. En ten koste van de vele
duizenden Amsterdammers die hun lasten zien stijgen en deze huisvesting moeten
betalen terwijl er voor hun eigen kinderen geen woonruimte is in deze stad. De
ongedocumenteerden hebben wel inspraak over deze opvang, maar de legale ingezeten
Amsterdammers niet.
Ten slotte wil ik de wethouder vragen waarom iedereen zo enorm geheimzinnig
doet over de brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert. Deze
kazerne is gesloten en is nu tijdelijk weer bij de brandweer in gebruik omdat de kazerne
Willem wordt verbouwd. Het pand stond op de nominatie om verkocht te worden. De
wethouder gaat deze brandweerkazerne vorderen voor deze opvang, maar de
ondernemers en omwonenden weten nog van niets, nietwaar? Als wij rondvragen, worden
wij niet teruggebeld of er wordt opgehangen. Ik heb dit van twee zeer legitieme bronnen.
De Van Leijenberghlaan wordt gereedgemaakt voor opvang van illegalen. Mensen in
Buitenveldert en ondernemers daar weten van niets. Kunt u hier openheid van zaken over
geven? Als dit pand niet verkocht wordt, maar behouden blijft voor deze opvang, dan
loopt de gemeente inkomsten mis. Misschien is het niet waar, maar waarom is er geen
openheid over deze locaties? Ik heb er lijstjes van gezien en onder meer voor deze
kazerne aan de Van Leijenberghlaan zijn er vergevorderde plannen.
Dit was wat ons betreft een beetje de ouverture. Wij blijven dit proces natuurlijk
volgen en we zullen er nog vaak op terugkomen.
(De heer MBARKI: De inbreng van mevrouw Nanninga verbaast me een
beetje. U wilt vooral dat de uitvoering degelijk gebeurt. In wezen vindt u
de plannen goed, maar ze moeten goed uitgevoerd worden.)
Nee, dat vind ik niet. Ik vind het verschrikkelijke plannen, maar we leven in een
democratie. De meerderheid in dit huis heeft besloten dat het zo gaat. Dan zullen wij ons
daar natuurlijk bij neerleggen. Het zou natuurlijk ondemocratisch zijn om te zeggen: we
moeten iets doen wat de minderheid wil. Zo werken we niet. Ervan uitgaande dat deze
plannen doorgaan, proberen wij wel een vinger aan de pols te houden en de schade
zoveel mogelijk te beperken.
(De heer MBARKI: Ik ben heel blij met deze constructieve houding van
Forum voor Democratie bij het opvangen van ongedocumenteerden in
Amsterdam. Waarvan akte. Dank u wel.)
Dank voor deze opmerkzaamheid.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
79° Motie van het raadslid Nanninga inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang voor ongedocumenteerden (verslaglegging breed stedelijk overleg
ongedocumenteerden) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 66).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
10
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Van toekomstige overleggen en/of werksessies in het kader van het
uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden verslag en/of notulen te maken en
deze te delen met de raad.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Meer mensen willen naar Nederland en zeker naar
Amsterdam komen dan wij kunnen toelaten. Daarom moeten wij selecteren en daarom
heeft ons land, net als elk ander vrij en welvarend land, een streng en selectief asielbeleid
nodig. Asiel gaat over vervolging en gevaar en als de IND en rechters hebben getoetst dat
dat niet aan de orde is, dan moeten mensen dus terug. Zonder een streng asielbeleid zou
de Nederlandse samenleving zoals wij haar kennen snel ophouden te bestaan. Volgens
mij moet iedereen met een greintje gezond verstand dat allemaal kunnen begrijpen. Is het
Nederlandse asielbeleid dan perfect? Nee, natuurlijk niet. Is er een asielgat? Ja, er is een
asielgat. Kan het asielbeleid ooit sluitend worden? Nee, het asielbeleid zal nooit sluitend
worden. Daarom waren en zijn wij nog steeds voor de vorige aanpak van de gemeente
Amsterdam.
(De heer GEDER: Mijnheer Boomsma, ik zit nu een jaartje in de raad en
ik kan me een debat herinneren waarin u zei dat de regels de regels zijn
en dat we de wetgever moeten volgen. Als die uitspreekt dat iemand weg
moet, dan is dat zo. Als de wetgever uitspreekt dat iemand mag blijven,
dat mag dat ook. Het ging toen over de We are here-groep en volgens mij
is er in de tussentijd voor een aantal mensen uit die groep bepaald dat zij
rechtsgeldig mogen blijven. U was daar een jaar geleden heel kritisch
over en vond dat ze weg moesten. Inmiddels heeft de wetgever gezegd
dat wat u vond kennelijk onterecht was. Bent u van mening dat u uw
toenmalige mening moet aanpassen?)
Het antwoord is ‘nee’. Ik heb mij nooit uitgelaten over individuele gevallen en
volgens mij moeten we dat hier ook niet doen. Wat ik heb gezegd en wat ik nog steeds
zeg, is dat we in principe als gemeenteraad de bestaande regels en de wetten moeten
respecteren. Als de IND heeft bepaald dat iemand is uitgeprocedeerd en dus terug moet,
dan moeten wij daar in principe gevolg aan geven. Als er vervolgens door nieuwe feiten of
nieuwe omstandigheden alsnog een nieuwe afweging gemaakt wordt, dan neem ik daar
natuurlijk kennis van. Dat kan echter niet betekenen dat wij bij voorbaat al ervan uit
moeten gaan dat besluiten van de IND niet kloppen. Dan is het hele systeem namelijk
volstrekt onwerkbaar.
(De heer CEDER: Zegt u hiermee dat een voorziening, bijvoorbeeld de
24 uurs-opvang, de gelegenheid zou kunnen bieden om nog eens goed
naar de documenten te kijken en te verifiëren of de afwijzing ook geldig
was? Net impliceerde u dat dit ook zou moeten.)
Dat is het voorstel dat nu voorligt. Als iemand juridisch perspectief heeft, dan heeft
hij natuurlijk het recht om hulp te zoeken om daar gebruik van te maken. Dat verandert
echter niets aan het feit dat wij nog steeds allemaal moeten uitspreken dat we in principe
beslissingen van de IND moeten respecteren. Wij kunnen niet als politiek bepalen dat ze
niet kloppen en dat we allerlei aanvullende voorzieningen moeten optuigen om die ter
discussie te stellen.
11
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
(Mevrouw ROOSMA: Ik begrijp van de heer Boomsma dat hij graag de
regels wil volgen en ook de besluiten van de IND en DT&V wil volgen. Bij
de 24 uurs-opvang geldt ook dat de IND en DT&V hebben meegewerkt en
mogelijk past dit ook binnen de LVV-pilot die het Rijk inzet als oplossing
voor mensen die in het asielgat vallen. Erkent u dat 24 uurs-opvang, zoals
DT&V en de IND erkennen, nodig is om mensen te helpen die nu
vastzitten?)
Nee, zo werkt het niet. U kunt niet zeggen dat, omdat de IND en DT&V als
ambtelijke organisaties hebben meegedacht, zij daarmee zelf pleiten voor een bepaald
voorstel. Dat is een politieke keuze en dat is iets anders dan als er een besluit is genomen
over casussen waar de politiek niet tegen moet ageren.
(Mevrouw ROOSMA: Hoe kijkt de heer Boomsma dan aan tegen de
samenwerkingsafspraken die tussen de VNG en het Rijk zijn gemaakt
over de pilots LVV die uiteindelijk ook gaan over 24 uurs-opvang en
waarin ook staat dat mensen hier misschien kunnen blijven of misschien
terug moeten keren, maar dat we werken aan perspectief? Dit plan kan
daar mogelijk heel goed inpassen.)
Ik vind dit geen goede ontwikkeling. Het CDA was wel voor het fonds gevolgen
vreemdelingenwetgeving. Voordat met name GroenLinks dit met een enorm activisme ter
sprake bracht, werd dat gedaan en volgens mij werkte dat redelijk. Wij waren ook, net als
voormalig burgemeester Van der Laan, voor een beperkte bed-bad-broodvoorziening voor
mensen die inderdaad om wat voor reden dan ook buiten de boot dreigen te vallen. Die
zijn er inderdaad. De opvang die de gemeenten bieden, ook uit oogpunt van openbare
orde, moeten noodzakelijkerwijs beperkt blijven. Daar waren wij voor en daar zijn wij nu
nog steeds voor. Ik vind niet dat een gemeente een soort uitgebreide 24 uurs-opvang
moet toevoegen en een eigen asielsysteem naast of parallel aan het landelijke moet
optuigen. Dat lijkt me niet verstandig.
(Mevrouw ROOSMA: Dan neemt u ook afstand van de LVV-pilots die nu
door het Rijk worden ontwikkeld. Eigenlijk neemt u afstand van de
afspraken die het CDA landelijk heeft gemaakt in het regeerakkoord om
dit soort pilots te organiseren.)
Het CDA heeft die afspraak in de coalitie gemaakt, maar dat betekent niet dat mijn
standpunt hier plotseling is veranderd. Dus nee, ik denk dat er goede redenen zijn om hier
zeer kritisch over te zijn. Ik probeer die hier ook te verwoorden. Het lijkt mij ook een heel
vreemde gang van zaken. Het is de verantwoordelijkheid van het Rijk om te zorgen voor
opvang. In principe moeten deze mensen naar azc's. Als mensen uitgeprocedeerd zijn en
weggaan uit een azc, dan vind ik het raar dat ze dan een heel nieuwe vorm van opvang,
die nog veel verder wordt uitgebreid, in Amsterdam krijgen terwijl ze minder kansen op
verblijf hebben dan mensen die in een azc arriveren. Dat vind ik een rare gang van zaken.
Volgens mij moeten we een asielprocedure niet op die manier willen optuigen. De grote
belofte is natuurlijk dat, als mensen 24 uurs-opvang hebben, ze dan rust hebben om te
werken aan hun terugkeer en dat dat beter werkt. Ik ben daar nog niet van overtuigd. We
zullen het zien, maar volgens mij is eerder niet gebleken dat het op die manier werkt in
bijvoorbeeld de Vluchtkerk of in wat men in Groningen had opgetuigd. Dat werkte ook
niet. Sterker nog: uit de cijfers bleek niet dat dit leidde tot meer terugkeer.
Mevrouw Poot heeft mede namens het CDA enkele moties ingediend. Ik heb nog
twee vragen. Kan de wethouder bevestigen dat de gemeente geen stappen zet die
indruisen tegen landelijk beleid en landelijke regelgeving? In hoeverre is er een
12
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
meningsverschil over wat dit college en deze wethouder willen en wat de staatssecretaris
voorstelt? Wat is het standpunt over de onderhandelingen over de LVV?
Ten tweede: in het verleden heeft GroenLinks altijd hartstochtelijk betoogd dat het
stellen van welke voorwaarde dan ook aan opvang een schandalige inbreuk is op de
mensenrechten. Daar zijn wij het niet mee eens. We moeten voorwaarden stellen, dat is
logisch. Ik zie dat dit nu gelukkig wel gebeurt. Dat is een compliment waard. Er wordt nu
een aantal voorwaarden gesteld. Eén voorwaarde is regiobinding. Ik begrijp nog niet goed
hoe dat in de praktijk zal werken. Mensen komen uit een azc. Hoe wordt bij deze groep
mensen de regiobinding getoetst’?
Tot slot de vraag of ik toch een indicatie kan krijgen van de hoeveelheid mensen
die in onze regio aanwezig zijn en onder de voorwaarden zouden vallen waarmee ze
toegang kunnen krijgen tot deze voorzieningen. Hoe verhoudt dat aantal zich tot het
aantal van 500?
(De VOORZITTER: In de wedstrijd wie de minste spreektijd heeft, staat u
nu voor met 45 seconden waar de VVD op 49 seconden staat.)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Wat ben ik blij dat ik een plaatselijke politieke partij
vertegenwoordig en dat u me niet kunt aanvallen op wat er allemaal in Den Haag gebeurt.
Dat wil ik even vooraf zeggen. Jemig. Laten we het bij Amsterdam houden, want daarvoor
zitten we hier.
Afgelopen zondag stond er een delegatie van de gele hesjes bij de burgemeester
op de stoep. Ik hoop dat iedereen het meegekregen heeft. Hieronder bevonden zich
dakloze mensen die al drie maanden wachten op een briefje van wethouder Ivens over
hun woonsituatie. Wat laat hij de ambtenaar schrijven? Probeert u het eens buiten
Amsterdam, want hier komt u voorlopig nog niet aan bod. Daarna komt er een waslijst
met: probeert u het daar eens of probeert u het daar eens. Voor uitgeprocedeerde
asielzoekers gaan we echter een opvang inrichten. Mensen die in de crisisopvang zitten,
mogen tot 09.30 uur daar blijven. Daarna moeten ze tot 17.00 uur de straat op. Ik sprak
laatst zelf een gemeenteambtenaar die al 29 jaar voor de gemeente Amsterdam werkt en
door omstandigheden nu in een parenthouse in Slotervaart zit. Per 1 augustus staat hij
echter weer op straat. Zo kan ik doorgaan met een aantal voorbeelden van schrijnende
situaties waarvoor dit college kennelijk geen oog heeft. Nu ligt er een voordracht voor om
uitgeprocedeerde asielzoekers en mensen zonder een geldige identiteit een 24 uurs-
opvang te bieden en verzoekt wethouder Groot Wassink meer panden voor deze
ongedocumenteerden ter beschikking te stellen. De Partij van de Ouderen heeft ook zo’n
oproep gedaan, maar dan voor mensen die in Amsterdam dak- en thuisloos zijn. Ik hoop
dat dit college daar ook oog voor heeft. Dit zijn Amsterdammers. De Partij van de
Ouderen heeft alvast een oproep gedaan op Facebook voor panden die onderdak kunnen
vormen voor deze schrijnende gevallen.
Ik heb nog een motie voor de wethouder die daar nu zo zelfverzekerd zit met een
houding van: waar maak ik me druk om? Ik heb een meerderheid, ik red het wel. Ik wil wel
eens zien hoe het met de verkiezingen gaat. Ik ben reuzebenieuwd, ook of u zo'n groot
hart hebt voor de dak- en thuislozen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
13
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
80° Motie van het raadslid Van Soest inzake de 24 uurs-opvang
ongedocumenteerden (opvang ook voor dak- en thuislozen met dezelfde voorwaarden)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 67).
Besluit:
-__zo snel mogelijk opvangfaciliteiten te realiseren waar cliënten 24 uur per dag
kunnen werken aan de stabilisatie van hun levenssituatie;
- diverse kleinschalige faciliteiten op te zetten waar relevante doelgroepen
gescheiden van elkaar worden opgevangen;
-__ doelgroepen hierbij van hoogwaardige begeleiding en nuttige dagbesteding te
voorzien.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma.
Mevrouw ROOSMA: Afgelopen september was het zes jaar geleden dat een
groep ongedocumenteerden zei: wij willen niet langer in onzekerheid leven en we willen
niet langer in onzichtbaarheid leven. Wij zijn hier. Wij kunnen nergens heen, wij zijn
onderdeel van de stad. Wij willen een menswaardig bestaan. Wij zijn hier. Ze sloegen hun
tenten op in de tuin van de diaconie en drie weken later op de Notweg. Daarna was er de
Vluchtkerk, de Vluchtflat, het Vluchtkantoor, de Vluchthaven, de Vluchtgarage en nog heel
veel andere panden en locaties, maar ze waren ook heel vaak op straat, in erbarmelijke
omstandigheden en als groep bij elkaar om te laten zien wat het betekent om geen
perspectief te hebben. Om door zichtbaar te zijn op te komen voor hun rechten.
(Mevrouw VAN SOEST: Mevrouw Roosma, hebt u ook zo’n groot hart
voor alle dak- en thuislozen? Gaat u dat probleem ook voor me regelen?
Dan zijn we weer vrienden.)
Ik accepteer niet dat mevrouw Van Soest mij hier de les leest. Ik heb acht jaar
lang de portefeuille Zorg voor mijn rekening genomen. Als er één speerpunt was, dan
waren het de dak- en thuislozen. Een van de elementen in het coalitieakkoord is dat we
een winteropvang hebben voor dak- en thuislozen. Dat is uniek. Dat doen wij in deze stad.
Daarnaast investeren we enorm veel in de opvang van dak- en thuislozen. Ik accepteer
daarom niet dat u mij hier de les leest.
(Mevrouw VAN SOEST: Daar ben ik blij om, maar u hebt niet geregeld
dat er voor dak- en thuislozen zo'n zelfde situatie is. Dit is een luxere
opvang dan voor dak- en thuislozen. We hebben hier zelfs iemand gehad
die drie weken met een tentje voor de Stopera heeft gestaan. Ik wil dat u
opvang biedt, ook voor de mensen die in Amsterdam wonen.)
Ik kan heel veel vertellen over hoe Amsterdam de maatschappelijke opvang
organiseert. We hebben 24 uurs-opvang, we hebben nachtopvang, we hebben allerlei
vormen van opvang voor dak- en thuislozen in deze stad. Betekent dat dat het probleem
van dakloosheid in deze stad is opgelost? Nee, we hebben nog steeds een enorm
probleem met dakloosheid. Is het probleem voor ongedocumenteerden met deze 24 uurs-
opvang opgelost? Nee, want er zullen altijd mensen op straat blijven slapen en ik zal mij
altijd blijven inzetten voor al die mensen, of ze nu papieren hebben of niet. Ik wil die
groepen ook niet tegen elkaar uitspelen.
Dat talrijke ongedocumenteerden om hun rechten vroegen en op straat
bivakkeerden leidde ertoe dat de gemeente Amsterdam kwam met een bed-bad-
14
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
broodvoorziening. Een zogeheten humanitaire ondergrens. Is het echter humaan als
iemand elke dag op straat moet overleven? De afgelopen kerst opende de 24 uurs-
opvang. Veel dank aan de wethouder dat dat op dat moment kon, want het betekent
enorm veel voor mensen dat ze overdag ook binnen kunnen zijn. Vandaag bespreken we
hoe we een stap verder zetten met het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor
ongedocumenteerden. Met begeleiding, met participatie en gericht op perspectief. Een
plek waar vijfhonderd mensen in een kleinschalige woonvoorziening de rust en ruimte
krijgen om te werken aan hun toekomst en om een uitweg te vinden uit de kafkaëske
situatie waarin ze zitten. Niet mogen blijven, maar ook niet terug kunnen. Is het verhaal
daarmee uit? Nee, want dit plan is niet de oplossing voor het migratievraagstuk en het
verandert ook niet het asiel- en migratiebeleid van Nederland en Europa. Er is nog veel
werk te doen. Locaties zoeken, begeleiding organiseren, vraagstukken met betrekking tot
de capaciteit. We zijn er nog niet. Het is echter een grote stap voorwaarts. Te meer ook
daar dit plan tot stand is gekomen met behulp van de ongedocumenteerden zelf, met
vrijwilligers die hen ondersteunen en die hun situatie kennen, maar ook met
maatschappelijke organisaties en de overheidsdiensten IND en DT&V. Dat proces geeft
mij het vertrouwen dat we de lastige vraagstukken die ongetwijfeld nog in dit proces zullen
opduiken — we zijn er inmers nog niet — samen kunnen aangaan. Telkens een stapje
verder zetten in het verbeteren van de positie van ongedocumenteerden in onze stad. Ik
ben ook bijzonder blij dat de opvang toegang biedt aan mensen met een dublinclaim en
dat jongeren en vrouwen sowieso worden opgevangen. Dat we erkennen dat mensen met
een dublinclaim niet zomaar terug kunnen naar het land van aankomst. Dat we niet langer
accepteren dat de opvang in Italië een volwaardig alternatief is. Dat is het niet. We
onderzoeken ook of veilige landen wel veilig zijn.
In de commissie heb ik een reeks vragen gesteld aan de wethouder. Daarom was
het niet nodig om die nog eens schriftelijk in te dienen. Ik heb ook een aantal zorgpunten
gedeeld. Een paar punten wil ik hier nog onderstrepen.
Allereerst het belang van participatie en juridische begeleiding. We hebben
beperkte middelen en tegelijkertijd kan de opvang alleen slagen als de psychosociale
begeleiding en de juridische begeleiding optimaal is. Als er niet voldoende geld is, dan
moeten we creatief naar oplossingen zoeken. Leefgeld in plaats van een opvangplek is
daarbij voor mij nog steeds een optie. Ik snap dat dit niet de eerste voorkeur van de
wethouder heeft, maar laten we open blijven staan voor wat we kunnen doen als de
middelen onvoldoende zijn, want die begeleiding is essentieel.
Dan de rol van de IND en DT&V. Er is veel wantrouwen bij ongedocumenteerden
ten opzichte van deze overheidsdiensten. Dat is niet ten onrechte. Tegelijkertijd moeten
we met de IND samenwerken en als terugkeer de beste optie is, dan hebben we ook
DT&V nodig. Het is echter van het allergrootste belang dat de mensen die deelnemen aan
dit programma zich veilig voelen en vertrouwen hebben in de opvang. Alleen dan kan die
ook slagen. Ik zou ook graag zien dat Amsterdam daarom de regie neemt over zowel de
instroom als de begeleiding en de uitstroom van de opvang. Juist om het vertrouwen van
de ongedocumenteerden te wekken. Kan de wethouder daar iets over toezeggen?
Daarom heb ik ook een volgende vraag aan de wethouder, een vraag om een
expliciete toezegging. Als de conclusie is dat iemand terug moet, maar dat niet wil, dan
wordt de opvang beëindigd. Kan de wethouder toezeggen dat de gemeente in geen geval
zal meewerken aan de gedwongen uitzetting van deze persoon? Voor GroenLinks kan
daar geen sprake van zijn.
Tot slot nog iets anders over de samenwerking met het Rijk. Ik had eerlijk gezegd
niet verwacht dat ik het zou zeggen, maar ik hoop en denk dat we eruit kunnen komen
15
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
met de staatssecretaris. Uiteraard onder de voorwaarde dat ons plan leidend is en onder
de eerdergenoemde condities: niet meewerken aan gedwongen uitzetting. Het is echter
bijzonder dat een VVD-staatssecretaris dit plan lijkt te zien zitten en dat de
samenwerkingsafspraken die nu met de gemeente zijn gemaakt over de LVV erkennen
dat er een asielgat is. Dat er mensen zijn die niet terug kunnen en niet kunnen blijven. Ik
vind dat een heel hoopvolle stap voorwaarts. Dit biedt ook een unieke kans om verdere
stappen te zetten en te bekijken hoe we het asielgat zoveel mogelijk kunnen dichten door
de asiel- en migratieprocedure te verbeteren. Ook om te voorkomen dat nieuwe mensen
in een uitzichtloze situatie terechtkomen. Daarom heb ik een motie, samen met D66, BIJ1
en DENK over de lobby naar het Rijk. De motie vraagt om een structureel overleg met de
diensten zodat we casuïstiek van de knelpunten in de asielprocedure kunnen bespreken
en kunnen bekijken of we die kunnen verbeteren. Op die manier kan de 24 uurs-opvang
een hefboom zijn om het asiel- en migratiebeleid te verbeteren. We vinden het verbeteren
van de positie van ongedocumenteerden in onze stad ontzettend belangrijk. De
wethouder zei in de beantwoording van de vragen van mevrouw Nanninga zo mooi: “Het
college is er voor alle Amsterdammers, dus ook voor de ongedocumenteerde
Amsterdammers.”
(De heer CEDER: Ik wil nog even terug naar uw vraag om een toezegging
van de wethouder dat mensen die uitstromen niet opgepakt of
teruggestuurd worden. Daarover ben ik het met u eens. Ik hoop ook dat
de wethouder dat kan toezeggen. Ik maak we wel zorgen over die groep
zelf. Als ze uitstromen en dit dan de bed-bad-broodvoorziening wordt,
welke voorzieningen hebben we dan voor die groep? Ik weet niet hoe
groot die groep zal zijn en ik zie er ook niets over in het plan. Volgens mij
heeft de gemeente nu geen vangnet voor die groep. Hoe kijkt GroenLinks
daarnaar?)
Ik denk dat dit een terechte zorg is van de heer Ceder. Op dit moment hebben we
de winteropvang. Ik ben het met u eens dat er niets over in dit plan staat, maar ik kan mij
niet voorstellen dat Amsterdam structureel mensen op straat zal laten verblijven. Ik
vertrouw erop dat deze 24. uurs-opvang ertoe leidt dat veel mensen snel zullen uitstromen
omdat we kunnen werken aan perspectief en dat mensen kunnen werken aan een status
of misschien aan terugkeer en dat er dan weer plekken vrij zullen komen. Als de situatie
die u omschrijft, ontstaat, dan hebben we een nieuw vraagstuk en dan kijken we daar
opnieuw naar.
(De heer CEDER: Dan heb ik daar nog één vraag over. Ik ben blij dat u
mijn zorg deelt. Bent u het dan met mij eens dat dat te voorzien is en
waarschijnlijk ook geld zal kosten en dat we misschien nu al moeten
nadenken over de vraag hoe we dat regelen? Mijn zorg is dat we er dan
pas een politieke discussie over voeren en er dan pas geld voor vrijmaken
en dan pas nadenken of we een nieuwe bed-bad-broodvoorziening voor
die groep moeten regelen. Vindt u niet dat dit hier nu ook op tafel zou
moeten liggen?)
Ik heb nog vertrouwen in het feit dat er doorstroom zal zijn en dat we dus
voldoende plekken zullen hebben. Daarnaast hebben we ook de geëigende instituties
voor opvang in de stad. Als het echt een groot vraagstuk wordt, dan moeten we dat
bekijken, maar vooralsnog vertrouw ik erop dat er voldoende plekken zullen zijn in de 24
uurs-opvang.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
16
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
81° Motie van de raadsleden Roosma, Van Dantzig, Simons en Kilig inzake
het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (invulling lobby naar het Rijk)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 68).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- parallel aan de 24 uurs-opvang een structureel overleg te organiseren met de
(rijks}overheidsdiensten waarin de knelpunten van het asiel- en
terugkeerbeleid worden besproken en mogelijke oplossingen worden gezocht
voor het verbeteren van dit beleid en het voorkomen van uitzichtloze situaties;
-__ hiervoor ook informatie en casuïstiek van maatschappelijke organisaties en
andere gemeenten te verzamelen en hierbij te betrekken;
- over deze knelpunten en mogelijke oplossingen ook te rapporteren aan de
raad.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig.
Mevrouw KILIG: Het is geen geheim dat DENK hartstikke blij is met dit voorstel en
met deze voorziening. Daarom wil ik beginnen met nogmaals onze complimenten te
geven aan de wethouder en aan de ambtenaren die aan dit plan hebben meegewerkt. Het
wordt tijd dat ook ongedocumenteerde vluchtelingen een menswaardig bestaan kunnen
leiden in Amsterdam. Met de komst van de 24 uurs-opvang hopen we dat
ongedocumenteerden in de stad zich meer kunnen bezighouden met leven dan met
overleven. Om op dat punt te komen, moet er een aantal zaken in dit uitvoeringsplan
opgehelderd worden. Allereerst willen wij weten wat er gebeurt met ongedocumenteerden
die niet in de opvang terechtkunnen, om welke reden dan ook. Wat gebeurt er met deze
mensen? Blijft de wethouder ook voor deze ongedocumenteerden de humanitaire
ondergrens hanteren? Ondanks de beantwoording van de schriftelijke vragen van onze
collega's van BIJ1 is dit voor ons vooralsnog onduidelijk. Heeft de wethouder gedacht aan
het signaleren en monitoren van alles wat er misgaat in het beleid voor
ongedocumenteerden? De gemeente zou met de 24 uurs-opvang een sterke
informatiepositie kunnen opbouwen ten aanzien van ongedocumenteerden. Hiermee zou
de gemeente Amsterdam de lobby bij het Rijk kunnen intensiveren. Wellicht kan de
wethouder hierin de kennis en ervaring van organisaties als Amsterdam City Rights en
ASKV meenemen. Ziet de wethouder hier iets in? Zo ja, hoe ziet de wethouder dit voor
zich?
Hoe zit het met de rol van buurtparticipatie en vrijwilligers in het uitvoeringsplan?
Is hiervoor extra financiering opgenomen? Of vallen deze initiatieven onder het financiële
plaatje van de 24 uurs-opvang? Graag een toelichting van de wethouder hierop.
Tot slot wil ik meedelen dat wij samen met GroenLinks en BIJ een
initiatiefvoorstel zullen indienen en samen met die partijen, aangevuld met de
ChristenUnie en D66, een aantal moties indienen waarvan wij denken dat ze zullen
bijdragen aan het te vormen beleid voor ongedocumenteerden.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons.
17
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Mevrouw SIMONS: De komst van de 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden
is hartstikke welkom. Mensen zonder papieren werden tot voor kort elke ochtend uit de
opvang op straat gezet. Dat gaat gelukkig veranderen dankzij deze 24 uurs-opvang. Met
de komst van deze opvang blijft de situatie van ongedocumenteerden in Nederland echter
hachelijk omdat deze groep de toegang tot de reguliere gezondheidszorg wordt ontzegd,
evenals basisrechten op het gebied van werk, onderwijs en onderdak. Hoe verschrikkelijk
de situatie in Nederland ook is voor mensen zonder papieren, de reden dat veel van hen
toch besluiten om hier te blijven, toont aan dat zij zich hier, ondanks het gegeven dat hun
basisrechten continu worden geschonden, toch veiliger voelen dan in het land van
herkomst. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan Ezzedine van de actiegroep Wij zijn hier. Hij
werd onder dwang en met geweld gedeporteerd naar Sudan, ook al had Amnesty
International al maanden geleden aan de staatssecretaris gevraagd om uitzettingen naar
Sudan stop te zetten omdat uit onderzoek is gebleken dat er gevangenschap,
mishandeling en vernedering heeft plaatsgevonden na eerdere uitzettingen naar Sudan in
de afgelopen jaren. Ezzedine stond op de wachtlijst van het Instituut voor Mensenrechten
en Medisch Onderzoek waar hij zou worden onderzocht omdat hij zei te zijn gemarteld in
zijn land van herkomst. Ondanks dat is hij toch gedeporteerd, gedwongen uitgezet naar
Sudan. Het land waar dictator al-Bashir en zijn militaire regime de scepter zwaaien. Al-
Bashir die door het Internationale Strafhof wordt gezocht voor misdaden tegen de
mensheid. Sudan, een land waar de geheime dienst heeft gedreigd om mensen dood te
schieten die in het buitenland protesteren tegen de dictator. lets wat Ezzedine heel vaak
deed in Den Haag.
Ik hoop dat u begrijpt dat ik door deze gebeurtenissen met argusogen kijk naar de
samenwerking tussen de gemeente en de IND en de Dienst Terugkeer & Vertrek. Het is
namelijk de IND die bepaalt dat mensen als Ezzedine terug moeten naar Sudan en het is
vervolgens de DT&V die vluchtelingen als hij op het vliegtuig zet, vaak bij nacht en ontij.
Uit het voorgaande blijkt dat de 24 uurs-opvang dus niet een ultieme oplossing is. Sterker
nog: deze stap vooruit is noodzakelijk, maar in feite helemaal niet zo groot. Effectief
komen er tenslotte slechts 25 plekken bij. Daarbij zegt het college dat er geen
noodvoorziening komt voor mensen die om welke reden dan ook niet in deze opvang
terechtkunnen.
(Mevrouw ROOSMA: Mevrouw Simons zegt dat er slechts 25 plekken bij
komen. Tegelijkertijd zegt ze ook dat de 24 uurs-opvang enorm belangrijk
is voor mensen. Is het nu wel een grote stap of geen grote stap?)
Mevrouw Roosma, dat deze 24 uurs-voorziening er komt, is een grote stap, maar
we moeten ook eerlijk zijn en zeggen dat deze voorziening er komt, maar dat er andere
plekken worden opgeheven dan wel opgaan in deze voorziening. Effectief komen er 25
plekken bij die er nog niet waren. De bestaande plekken die hierin opgaan, worden in feite
verbeterd.
(Mevrouw ROOSMA: Maar u erkent ook dat dit uitvoeringsplan in feite
meer is dan alleen opvang. Het gaat juist over participatie, werken aan
perspectief et cetera. Het zijn niet alleen opvangplekken, het is een plan
om uiteindelijk hopelijk de asiel- en migratieprocedure te verbeteren.)
Mevrouw Roosma, u en ik zijn allebei ontzettend blij met deze nieuwe 24 uurs-
opvang die veel meer biedt dan alleen opvang. Dat is denk ik ook de meerwaarde
hiervan. Als het echt om fysieke plekken gaat — hoeveel meer mensen kunnen er overdag
binnenblijven? — dan zijn dat er minder dan die vijfhonderd. Ook daar zijn we blij mee.
Op basis van het voorgaande hebben wij een aantal vragen voor de wethouder.
Zo willen we weten of de wethouder kan toezeggen dat er geen informatie over
18
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
ongedocumenteerden met de IND en DT&V wordt gedeeld, tenzij expliciet toestemming is
gegeven door deze persoon.
Het college zegt te willen werken aan vrijwillige en zelfstandige terugkeer.
Betekent dit dat het college ongedocumenteerden stimuleert om op vrijwillige en
zelfstandige wijze terug te keren naar onveilige landen die toch als veilig worden
bestempeld zoals Sudan, maar ook Afghanistan? Met betrekking tot dat laatste land heeft
Amsterdam al zijn intenties uitgesproken naar aanleiding van een eerdere motie van BIJ1.
De organisatie Dokters van de Wereld roept op om expliciet in het uitvoeringsplan
op te nemen dat iemand die het opvangtraject doorloopt niet in vreemdelingendetentie zal
worden geplaatst, zeker niet voor zaken die te maken hebben met het feit dat deze
persoon ongedocumenteerd is. Kan de wethouder aan dit verzoek voldoen?
Aleid Blom, Henk Griffioen en Marjan Sax, Amsterdammers die zich al jaren
inzetten voor ongedocumenteerden, roepen het college op om zijn uiterste best te doen
om te komen tot werkelijk kleinschalige opvang en om te vermijden dat meerdere
woongroepen in hetzelfde gebouw wonen. Kan de wethouder op dit verzoek ingaan?
Is het echt zo dat, als de opvang vol zit of wanneer mensen om welke reden dan
ook niet in de opvang terechtkunnen, zij alsnog op straat komen te staan? Wij willen heel
graag weten hoe dat zit en vragen ons, als dit het geval is, hoe dit rijmt met de wens van
deze raad dat niemand in deze stad op straat hoeft te slapen.
Afsluitend vind ik het ook in het licht van bijdragen van bijvoorbeeld mevrouw Poot
belangrijk om te benoemen dat de Nederlandse staat met haar militaire interventies en
politieke steun aan imperialistische oorlogen en het Nederlandse bedrijfsleven met zijn
neokoloniale handelsbeleid zelf verantwoordelijk, op zijn minst medeverantwoordelijk, zijn
voor de totstandkoming en het in stand houden van de redenen die mensen op de vlucht
doet slaan. Met dat gegeven in mijn achterhoofd sluit ik af met de volgende woorden. |
say it loud and | say it clear, refugees are welcome here.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
82° Motie van de raadsleden Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan
24 uurs-opvang ongedocumenteerden (delen van informatie met IND en DT&V)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 69).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Om geen informatie over ongedocumenteerden met de IND en DT&V te delen,
tenzij er expliciet toestemming voor is gegeven door de betreffende persoon.
83° Motie van de raadsleden Simons, Kilig en Ceder inzake het
uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (vreemdelingendetentie)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 70).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Om expliciet in het uitvoeringsplan op te nemen dat iemand die het opvangtraject
doorloopt niet in vreemdelingendetentie zal worden geplaatst als gevolg van strafbare
feiten die zijn gerelateerd aan het gegeven dat iemand ongedocumenteerd is.
84° Motie van de raadsleden Simons, Kilig en Ceder inzake het
uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (kleinschalige opvanglocaties)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 71).
19
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Om zijn uiterste best te doen om te komen tot werkelijk kleinschalige opvang en te
vermijden dat meerdere woongroepen in hetzelfde gebouw wonen.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: Tijdens mijn maidenspeech in de Amsterdamse raad heb ik de
wens uitgesproken om een 24 uurs-voorziening voor ongedocumenteerden in de stad te
realiseren. Ik ben blij dat we nu op dit punt zijn aangekomen. Mijn standpunt toen en nu is
dat ik een goed beleid voor ongedocumenteerden wil. Een humane omgang met
kwetsbare groepen is iets wat altijd op steun van de ChristenUnie kan rekenen. Sterker
nog: de afgelopen weken hebben wij als fractie voorstellen ingediend om de situatie van
ongedocumenteerde jongeren in de stad structureel te verbeteren en ook de hardnekkige
situatie van statenlozen op te lossen in de stad. Het uitvoeringsplan voor de opvang is er
nu en daar ben ik erg blij mee. Het biedt handvatten om mensen die al jaren tussen de
wal en het schip vallen op weg te helpen. Het college maakt daarbij ook goede keuzes.
Bijvoorbeeld door kwetsbare groepen zoals dublinclaimanten niet categorisch uit te
sluiten, maar juist te kiezen voor een individuele aanpak om zo voor hen een humanitaire
ondergrens te bewaren. Ik wil dat dit gaat werken. Ik wil dat dit groter wordt en ik wil dat
we uiteindelijk tot goede en effectievere voorzieningen komen. Daarom heb ik ook enkele
zorgen.
Amsterdam heeft de wens om deel te nemen aan de LVV-pilot. De doelstelling
van de LVV-pilot is om een duurzame oplossing te vinden voor mensen die op dit moment
illegaal in Nederland verblijven. Ik maak me zorgen over vraag of dit dezelfde doelstelling
is van Amsterdam. Ten eerste omdat ik constateer dat niet alle kwetsbare groepen
opgevangen worden in deze 24 uurs-opvang. We hebben tijdens de commissie
besproken dat gezinnen en vrouwen met kinderen van deze opvang worden uitgesloten.
Ik vind het zorgelijk dat er nog geen duidelijkheid is over de vraag waar we deze gezinnen
wel kunnen plaatsen, vooral omdat we weten dat de gezinslocaties niet altijd de meest
passende oplossing vormen. De wethouder heeft al gezegd daarmee bezig te zijn, maar
ik hoop toch echt dat we er snel duidelijkheid over kunnen krijgen zodat we echt de meest
kwetsbaren kunnen opvangen. Ik zou het heel jammer vinden dat wij pretenderen dat
niemand op straat hoeft te blijven en tegelijkertijd daarbij de meest kwetsbaren vergeten.
Dat lijkt mij niet de insteek, maar daar stevenen we wel op af als we niet tijdig een
oplossing hiervoor vinden.
Een andere zorg is dat het college nog geen antwoord lijkt te hebben op wat er
moet gebeuren voor hen die wel deelnemen aan de 24 uurs-opvang, maar voor wie na de
juiste juridische en medische zorg blijkt dat er geen perspectief hier is, maar wel
perspectief elders en ook veilig perspectief. Er zijn immers ook mensen die hier misschien
geen perspectief meer hebben, maar om de een of andere reden niet terug kunnen. Als
de beste advocaten ernaar gekeken hebben en concluderen: hier in Amsterdam is echt
geen perspectief voor u. Ik maak mij zorgen over de situatie daarna. Daar lees ik namelijk
niets over. Ik heb er net ook in de interruptie op mevrouw Roosma naar geïnformeerd.
Mevrouw Simons zei het ook: wij creëren een voorziening, maar we heffen ook andere
voorzieningen op. De mogelijkheid bestaat dus dat wij op een Pyrrhusoverwinning
afstevenen. Wij creëren een opvang, maar de mensen die terugvloeien naar de
20
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
verschillende stadsdelen van onze stad hebben dan geen voorzieningen meer of in elk
geval geen basisvoorzieningen. Daar lijkt dit plan nog geen antwoord op te hebben. Daar
maak ik mij zorgen over, want wij creëren een nieuw probleem als we daar nu nog geen
antwoord op hebben. Ook een financieel probleem, want als we dit probleem voor ons
uitschuiven, dan schuiven we ook de vraag vooruit hoe dit betaald moet worden.
(Mevrouw ROOSMA: Volgens mij klopt wat de heer Ceder zegt niet
helemaal. We delen dezelfde zorgen, alleen zijn de opvanglocaties nu vol.
Sterker nog: de oude BBB stelde al nieuwe criteria zodat er geen
dublinclaimanten in de opvang terechtkonden. In die zin verandert de
situatie niet. Ik ben het niet helemaal met u eens als u zegt dat we een
nieuw probleem creëren. Dat probleem is er al. Bent u dat met me eens?)
In zekere zin wel. Bent u het ook met mij eens dat de 24 uurs-opvang dan
misschien niet zo veel oplost als we zouden willen? We laten een bepaalde groep
terugstromen waardoor de opvang waarschijnlijk nog steeds vol zit en wij daar nog geen
antwoord op hebben. Zij zullen onvermijdelijk op straat blijven. Erkent u dat?
(Mevrouw ROOSMA: Volgens mij is de 24 uurs-opvang juist bedoeld om
mensen te laten doorstromen zodat er perspectief komt. Ik denk dat de
mensen die in de opvang gaan en willen gaan ook willlen dat er
perspectief komt en dat zij voor een groot deel in de stad terechtkunnen.
Bent u dat met mij eens?)
Absoluut. Ik denk ook dat het grootste deel uiteindelijk ook op weg geholpen
wordt. Daar ben ik het zeker mee eens. Ik heb het echter over de kwetsbare groep, een
groep die hier geen perspectief heeft, maar elders wel en op een veilige manier. Die
mensen zullen er vermoed ik zijn, ook als we kijken naar de voorzieningen in Groningen
en Utrecht omdat daar ook een groep overblijft die uiteindelijk terugvloeit. Dat is een
gegeven. Die groep wordt extra kwetsbaar omdat zij de 24 uurs-opvang heeft doorlopen.
Ik zeg dat we daar nu al een antwoord op moeten hebben. U lijkt uit te sluiten dat die
groep bestaat en er ook geen oplossing voor te bieden.
(Mevrouw ROOSMA: Volgens mij heb ik niet uitgesloten dat die groep
bestaat, maar ik vraag mij wel af wat uw oplossing dan is. Vindt u dat
mensen die terug zouden moeten, maar niet terug willen in een aparte
opvang hier tot het einde der tijden opvang moeten krijgen?)
Nee, dat denk ik niet. Ik ben wel blij dat GroenLinks erkent dat er voor die groep
een oplossing moet komen. Ik heb een motie dus ik hoop dat ik daarmee ook de steun
van GroenLinks zal krijgen. Ik probeer duidelijk te maken dat ik me hier zorgen om maak
omdat dit niet voorzien is in dit plan. Ik wil graag dat wij daar goed naar kijken. Ik erken de
zorg van mevrouw Roosma en ik wil niet dat die groep tot het einde der tijden zonder
perspectief in Amsterdam moet blijven, want daarmee creëren we in feite een soort
tweederangsburgers en dat wil ik ook niet. Ik wil ook niet dat zij op straat blijven. Volgens
mij is dat ook niet de inzet van GroenLinks. Daarom zal er een bepaalde voorziening voor
moeten zijn. Maar ik ben blij dat we het daarover eens zijn en ik hoop dat u mijn motie ook
kunt steunen.
(De heer MBARKI: Ik twijfelde een beetje, want ik begreep aan het begin
van het betoog van de heer Ceder dat hij tamelijk blij was met dit voorstel.
Gaandeweg zijn verhaal raak ik echter een beetje in de war. Kan de heer
Ceder iets concreter zijn? Bent u blij dat wij in Amsterdam mensen in een
kwetsbare positie opvangen terwijl menige andere stad in het land dat niet
doet? Bent u daar blij mee?)
21
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Daar ben ik heel blij mee, maar ik heb ook gezegd dat het een illusie is dat wij de
meest kwetsbaren opvangen omdat wij nog geen antwoord hebben op wat ik hiervoor zei.
Dat bent u misschien met mij eens. Daarnaast creëren we hiermee een kwetsbare groep,
namelijk de groep die na anderhalf jaar terug in de stadsdelen uitstroomt. Ik wil graag dat
wij daartoe vooruitkijken. Daarin voorziet dit plan niet. Bent u het daarmee eens?
(De VOORZITTER: Mijnheer Ceder, u verstaat wel de kunst om een
interruptie uit te lokken.)
(De heer MBARKI: Als ik het goed begrijp, dan zegt u dat u heel blij bent
met wat er nu voorligt, maar dat er altijd meer kan. Dat bent u nu aan het
uitspreken. Begrijp ik dat goed?)
Wat ik probeer uit te leggen, is dat dit plan nog niet volledig is omdat wij de
periode na uitstroom voor een bepaalde groep vergeten. Dat doen we niet voor alle
groepen, want in het plan is voorzien in verschillende uitstroommogelijkheden. Terugkeer,
een asielprocedure, er zijn zes uitstroommogelijkheden gecreëerd. We denken er dus wel
over na. Maar de uitstroommogelijkheid dat mensen geen perspectief meer hier hebben,
terwijl wel onomstotelijk is geconstateerd dat er een veilig perspectief elders is, wordt niet
benoemd. Als ze niet benoemd wordt, dan hebben we er ook geen plan voor. Dus zullen
zij als meest kwetsbare groep zonder BSN-nummer, zonder voorzieningen terugvloeien in
de stad. Dat is wat ik aankaart. Laten we het nu daarover hebben en niet pas over
anderhalf jaar als de situatie zich voordoet.
(De heer MBARKI: Dan wil ik graag de heer Ceder uitdagen om het er
niet alleen over te hebben. Heeft u ook een voorstel waarin u al hebt
bedacht wat dan de oplossing is?)
Ik constateer ook steun van de Partij van de Arbeid. Daar ben ik ook blij mee.
(De VOORZITTER: Ik wil u erop wijzen dat u op 4 minuten en 42
seconden spreektijd staat. Misschien kunt u zo afronden.)
Dank u wel voor deze suggestie.
Ik wil daarom graag van de wethouder weten of hij van mening is dat de
uitstroommogelijkheden die nu in het plan staan, dat zijn er nu zes, aangevuld moeten
worden met deze mogelijkheid, namelijk voor de groep waarvoor er hier geen perspectief
meer is, maar wel veilig perspectief elders. Ik heb het niet over de groep waarvoor hier
geen perspectief is, maar elders eigenlijk ook niet. Ik ben van mening dat we die
uitstroommogelijkheid moeten opnemen. Nu staat die nog niet in dit plan.
Een andere groep heb ik al eerder genoemd, dat zijn de staatlozen. Ook voor hen
is er een andere uitstroommogelijkheid. Ook zij hebben toegang tot de 24 uurs-opvang,
maar ook voor hen lijkt er geen passende uitstroommogelijkheid te zijn opgenomen. Ik
vraag daarom de wethouder om in het huidige plan ook voor die groepen expliciet een
uitstroommogelijkheid te creëren. Volgens mij kost dat niets extra’s en betekent het ook
geen extra beleid, maar houden we er wel rekening mee dat deze twee groepen
momenteel niet passen in de mogelijkheden die het uitvoeringsplan nu voor ogen heeft.
Ik heb ook nog een motie over iets wat mevrouw Roosma en de heer Mbarki naar
voren brachten, namelijk: wat moeten wij doen? In het Europees Sociaal Handvest staat
dat basisvoorzieningen gegarandeerd zouden moeten worden. Daar ben ik het ook mee
eens en daarin voorziet ook deze 24 uurs-opvang. Echter, we creëren een nieuwe situatie
voor mensen die uitstromen en terugvloeien in de stadsdelen, ondanks dat er perspectief
is. Ik wil dat daarvoor een minimale basisvoorziening gegarandeerd wordt, maar ik wil niet
dat we over anderhalf jaar politiek gaan ruziën over wie het geld ervoor betaalt en waar
het vandaan moet komen. Vandaar mijn motie om nu al vast te leggen dat wij de zorg
voor die groep garanderen, maar ook nu al op zoek gaan naar de middelen om dat te
22
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 R
aadsnotulen
regelen. Als we dat namelijk niet doen, dan garandeer ik dat er over anderhalf jaar een
groep van tien, twintig of dertig mensen zal zijn die terug zullen vloeien in de stad. Ik weet
zeker dat er een meerderheid in de raad is die niet wil dat zij op straat eindigen. Dat lijkt
echter wel een mogelijkheid te zijn. Daarom heb ik een motie waarvoor ik steun verwacht
van andere partijen.
Ik heb overigens nog twee andere moties, maar die heb ik eerder al toegelicht.
Tot slot: ik ben voor de 24 uurs-opvang. Ik ben ook voor een 24 uurs-opvang die
werkt en ik hoop dat met deze aanpassingen wij een eerste aanzet geven tot een
humanitaire opvang voor alle kwetsbare ongedocumenteerden in de stad.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
85° Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilg inzake het
uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (uitstroommogelijkheid blijvers)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 72).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij het punt uitstroom ook de uitstroommogelijkheid te benoemen dat
personen die aantoonbaar geen perspectief hebben in Nederland, maar wel
aantoonbaar en veilig perspectief elders hebben, besluiten in de stad te
blijven;
- deze uitstroommogelijkheid ook toe te voegen aan de praatplaat.
86° Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilg inzake het
uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (betrek ongedocumenteerden bij
opzetten nieuw model) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 73).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Ongedocumenteerden te betrekken bij het opzetten van het nieuwe model en
begeleiding en ga daarbij niet alleen in overleg met potentiële deelnemers aan de 24
uurs-opvang, maar ook met ongedocumenteerden die de opvang in Groningen hebben
doorlopen en de medewerkers daar.
87° Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilg inzake het
uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (uitstroommogelijkheid staatlozen)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 74).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij het punt uitstroom ook de uitstroommogelijkheid te benoemen dat
staatlozen met behulp van de gemeente een nationaliteit kunnen krijgen en dit
traject uit te werken;
- deze uitstroommogelijkheid ook toe te voegen aan de praatplaat.
88° Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilg inzake het
uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (basisbehoeften blijvers)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 75).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
23
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
- ervoor te zorgen dat de gemeente de onvoorwaardelijke rechten die in het
Europees Sociaal Handvest omtrent de basale levensbehoefte van onderdak,
voedsel en kleding zijn vastgelegd op zich neemt ten aanzien van personen
die aantoonbaar geen perspectief in Nederland hebben en dat elders wel
hebben en besluiten in de stad te blijven, zal waarborgen;
- dit vanuit de gebudgetteerde middelen voor opvang ongedocumenteerden zal
dekken;
- dat het toekomstig besluit of Amsterdam deelneemt aan de landelijke pilot
LVV daar geen invloed op heeft.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Danzig.
De heer VAN DANTZIG: Ik zal proberen me een beetje te beperken, want dit
debat duurt al erg lang. Het gaat echter ook ergens over, namelijk over een 24 uurs-
opvang voor ongedocumenteerden. U weet dat dit voor D66 iets is wat wij al heel lang
nuttig en noodzakelijk vinden. We hebben ons in de vorige raadsperiode ook hiervoor
ingezet. Het is mij dan ook veel waard dat we vandaag de eerste concrete stappen
realiseren. Ik heb mij hier altijd voor ingezet en mijn voorganger Jan Paternotte ook, maar
laten we wel wezen, wethouder Groot Wassink heeft altijd vooropgelopen in deze strijd. Ik
wil hem daarom straks complimenteren met het zetten van de eerste stappen, ook nog
eens met een heel gedegen plan. Ik vind dat de heer Groot Wassink zich bijzonder goed
rekenschap geeft van hoe ingewikkeld dit is. Hij heeft meerdere scenario’s uitgewerkt en
doet er alles aan opdat mensen vrijwillig panden afstaan. Dat is voor een partij die
voortkomt uit de krakersbeweging ook wel eens verfrissend. Je kunt het gewoon vragen.
Ik hoop dat er mensen zijn die daarvan gecharmeerd zijn.
Er is natuurlijk altijd ruimte om het plan nog beter te maken. Ik wil samen met de
onvolprezen mevrouw Roosma die zich ook altijd heeft ingezet hiervoor een lans breken
voor de vrouwen en de LHBTI's in de 24 uurs-opvang. In deze kwetsbare periode zijn ze
immers extra kwetsbaar voor discriminatie en het zou ons een lieve duit waard zijn als we
daar oog voor hebben. Ik zal er zo een motie voor indienen die vraagt om casemanagers
te ondersteunen in het herkennen van meervoudige vormen van discriminatie en geweld
tegen deze personen.
Dat is het eigenlijk. Ik zou eigenlijk willen zeggen: nu op naar de deelname aan de
LVV. Hoewel de lokale VVD net heeft verteld tegen de LVV te zijn, heb ik er alle
vertrouwen in dat Mark Harbers iets pragmatischer is.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
89° Motie van de raadsleden Van Dantzig en Roosma inzake het
uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (ondersteuning casemanagers in
herkenning meervoudige vormen van discriminatie en geweld) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
76).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Casemanagers in de 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden te ondersteunen
in het herkennen van meervoudige vormen van discriminatie van en geweld tegen
24
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
personen op basis van hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit, gender, religieuze
achtergrond en/of andere gronden.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: Het is goed dat we dit voorstel vandaag hier bespreken. Het is
vooral goed om heel snel aan de slag te gaan om deze plannen goed uit te voeren. Als
we namelijk iets doen, dan moeten we het vooral heel goed doen. We doen dit niet alleen.
We doen dit met het Rijk en ik heb er alle vertrouwen in dat de wethouder dit samen met
het Rijk goed gaat doen. De signalen zijn goed. Mijn felicitaties en mijn complimenten zijn
ook voor de fractie van GroenLinks, want we kunnen duidelijk zijn: van meet af aan was
dit een belangrijk punt voor GroenLinks. Dat dit is gelukt, is ook voor een groot deel aan
haar te danken. Voordat ik wil afsluiten, wil ik een aantal woorden spreken. Een beetje
stichtelijk, een beetje kerkelijk, misschien een beetje moskee-ig. Ze zijn vooral een
herinnering aan mezelf. Als wij als Amsterdammers zicht houden op de menselijkheid van
vluchtelingen en van mensen die het zwaar hebben, dan vinden we een oplossing, op
lokaal niveau, maar ook op Europees niveau. Als wij uit angst voor onze toekomst, angst
dat we overspoeld worden, angst dat dit ten koste gaat van onze eigen voorzieningen we
iedere keer beetje bij beetje de menselijkheid van de medemens afnemen, dan vrees ik
dat vroeg of laat hun lot ons niet meer interesseert. Zo ver mogen we het niet laten
komen. Inmers, het ontnemen van de menselijkheid van een ander gaat samen met het
verliezen van onze eigen menselijkheid. Dat moeten we als Amsterdammers voor
niemand willen.
De VOORZITTER: We zijn nu anderhalf uur op weg. Ik denk dat we even
schorsen voor een korte pauze. Daarna heeft iedereen ook de laatste moties voor zich.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink.
Wethouder GROOT WASSINK: Dank dat ik even de gelegenheid had om mijn
administratie op orde te brengen. Ik ben blij dat wij hier staan en ik wil beginnen met de
heer Mbarki te bedanken voor de mooie stichtelijke woorden in zijn bijdrage. Ik denk
namelijk dat dat de essentie is van wat wij hier willen doen: zorgen dat menselijkheid
behouden blijft, ook voor mensen zelf en hun menselijke waardigheid versterken. Die
menselijke waardigheid is cruciaal voor een bestendige oplossing, wat die dan ook is. Ik
probeer de vragen die mij gesteld zijn zo goed mogelijk te beantwoorden en ik zal de
moties preadviseren.
Allereerst de fractie van de VVD. Mevrouw Poot had een aantal vragen. Mevrouw
Poot zei dat we de panden toch hadden kunnen gebruiken als woning voor mensen. Het
kost heel veel geld. Waarom doen we dit toch? Wij staan natuurlijk in een lange traditie.
Dit is niet zomaar tot stand gekomen. De 24 uurs-opvang komt niet uit de lucht vallen.
Ook het vorige college heeft stappen gezet met de bed-bad-broodvoorziening. Ik denk dat
we de discussie over woningnood in deze stad echt niet hiermee moeten vermengen. Het
25
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
gaat echt over andere panden en ik vind deze vergelijking onterecht. U zei dat het veel
geld ging kosten. Ja, dit kost inderdaad wat en daarom zou het zo ontzettend mooi zijn als
de rijksoverheid hieraan meebetaalt. Dat zou heel prettig zijn omdat daarmee de kosten
voor de stad Amsterdam weer een beetje afnemen.
Uw concrete vraag was of wij ons aan landelijke richtlijnen zouden houden. Dat
hangt natuurlijk een beetje af van wat die landelijke richtlijnen zijn. Ik heb het idee dat
daar nogal eens verschil over bestaat. Laat ik de doelstelling van de LVV nog eens
citeren: “Gemeente en Rijk werken intensief samen om een landelijk netwerk van
begeleidings- en opvangvoorzieningen te realiseren dat als doel heeft om bestendige
oplossingen te vinden voor migranten zonder recht op verblijf of rijksopvang. Door hen te
begeleiden naar zelfstandige terugkeer door migratie of — indien aan de orde —
legalisering van verblijf wordt de bijbehorende zorg- en veiligheidsproblematiek
aangepakt.” Het uitvoeringsplan past daar prima binnen. In die zin ben ik dus absoluut
van plan om mij aan die doelstellingen te houden. Ik kan u ook melden dat ik gisteren een
gesprek heb gehad met de staatssecretaris. Dat was een buitengewoon constructief en
genuanceerd gesprek. Ik heb dus ook geen aanleiding om te denken dat wat wij doen en
wat hier voorligt in strijd zou zijn met de landelijke richtlijnen.
U zei ook dat mensen niet terug zouden willen. Daarom is het juist belangrijk dat
wij dit gaan doen. Daarom is het belangrijk dat we een 24 uurs-voorziening inrichten. Dat
geeft mensen namelijk rust en zelfregie en geeft hen de mogelijkheid om na te denken
over die bestendige oplossing. De manier waarop het nu is vormgegeven ontneemt
mensen die kans een beetje. Daarom denk ik dat juist deze vorm van opvang heel erg zal
helpen.
Forum voor Democratie stelde ook een paar vragen. Ik kom daar bij de
preadvisering van de moties nog even op terug. Ik moet zeggen dat ik wel een beetje
teleurgesteld was. Niet alleen door de bijdrage, maar ook door het aantal moties. Ik had
een motie verwacht om in de buurten waar GroenLinks goed gescoord had de opvang te
huisvesten. Misschien komt dat later nog. U sprak over de locaties. Sommige van die
locaties zullen niet altijd per se gekocht hoeven te worden. Er zijn ook locaties die wij al in
eigendom hebben en er zijn kosten die we gebruiken voor verbouwingen en dergelijke. U
noemde een brandweerkazerne. Daar is volgens mij helemaal niets geheimzinnigs aan de
hand. De gemeente inventariseert momenteel panden. We bekijken daartoe verschillende
panden in de stad langs de lijn dat wij van mening zijn dat er in elk stadsdeel opvang moet
komen. Het spreekt vanzelf — en ik heb dat ook klip-en-klaar gezegd — dat het college,
voordat het een besluit neemt, met de buurt in gesprek gaat. Dat besluit komt hier ook
nog terug. U noemde ook nog een referendum. Zoals u weet, hebben de burgemeester en
ik onlangs een discussienota naar de raad gestuurd. Daarin wordt de mogelijkheid
bediscussieerd om collegebesluiten referendabel te maken doordat het college een
referendum aanvraagt. Ik heb de verordening niet heel duidelijk voor ogen, maar als u een
referendum wilt, dan is dat op dit moment aan de Amsterdammers, niet aan mij. Dat wil ik
in ieder geval zeggen.
(Mevrouw NANNINGA: Mijnheer Groot Wassink, staat de voormalige
brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan op de shortlist om te
worden omgevormd tot een ongedocumenteerdenopvang? Ja of nee?)
Volgens mij niet. Weet u wat zo lastig is? Ik heb de lijst niet scherp voor ogen.
Volgens mij staat de kazerne er wel op. Ik zoek bevestiging op de tribune. Ja, die staat er
wel op.
(Mevrouw NANNINGA: Het scheelt dat u het ruiterlijk toegeeft, maar om
hier achter te komen, hebben wij aardig wat rondgebeld en rondgevraagd.
26
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Er is letterlijk middenin een gesprek opgehangen. Het was niet mogelijk
om deze informatie normaal boven water te krijgen. Vindt u dat een
normale gang van zaken?)
Ja, dat vind ik een heel normale gang van zaken. Ambtenaren zoeken wel vaker
iets uit voor verschillende vormen van opvang. Toen wij bijvoorbeeld zochten naar een
nieuwe locatie voor de Havenstraat hebben wij tal van locaties onderzocht. Dat is
helemaal niet iets wat per se met iedereen gedeeld moet worden. Dat zou heel raar zijn.
Het is gewoon een ambtelijke inventarisatie. Ik vind dat niet raar. Ook toen zijn we
teruggekomen met iets waarover de besluitvorming is gegaan. Ik vind dat helemaal niet
raar.
(Mevrouw NANNINGA: Ik ben stomverbaasd. Informatievoorziening aan
direct betrokkenen in Buitenveldert rond de Van Leijenberghkazerne en
de mensen die daar nu werken. Dat vindt u niet relevant als er nog slechts
sprake is van een soort overlegfase. U bent niet bereid om daar voortaan
in een eerder stadium openheid van zaken over te geven aan de
Amsterdammers die deze opvang moeten gaan betalen?)
De orde der dingen is als volgt. We kijken eerst of panden Öberhaupt geschikt zijn.
Daartoe doen we een inventarisatie. Ik weet helemaal niet of dit pand geschikt is. Ik heb
geen idee. We doen een inventarisatie. Er is een motie-Van Dantzig over de huisvesting
van statushouders aangenomen. Waar in het verleden een besluit genomen werd en er
daarna met de buurt gesproken werd, hebben we gezegd dat we, voordat wij een besluit
nemen, voor alle beoogde locaties praten met de buurt. Dit is nog geen beoogde locatie.
Dit is een inventarisatie van het aantal vierkante meters, de staat van het pand, de vraag
of het te verbouwen is. Dat is echt een ambtelijke voorbereiding waarvan ik echt niet inzie
waarom we dat zouden delen. Ik herhaal nog eens: ook bij de vervanging van de
Havenstraat hebben we een groot aantal panden bekeken. De meeste ervan bleken
ongeschikt. Dan is het toch niet handig om dat al te delen? Ik zie werkelijk de noodzaak
ervan niet.
(De VOORZITTER: Nee, mevrouw Nanninga, er is een tweede termijn. U
hebt nog 11 minuten over en die mag u volledig aan de tweede termijn
besteden, aan wat u maar wilt.)
De heer Boomsma zei dat we in feite een voorziening optuigen omdat IND-
besluiten niet worden opgevolgd. Ik denk dat het anders is. U vroeg ook naar onze positie
ten aanzien van de LVV. Het interessante van het LVV-concept is juist dat ook het Rijk
constateert dat er dus een gat is. Deze vorm van opvang, niet alleen in Amsterdam
overigens, ook in vier andere steden, kan misschien een belangrijke schakel zijn in het
verbeteren van de keten. Wat de gemeenten die deelnemen aan de LVV-pilot gaan doen,
is dat we een tijdlang experimenteren om uit te vinden welke aanpak het beste is. We
gaan na welke lessen daaruit getrokken kunnen worden om het proces te verbeteren. De
heer Boomsma zei nog dat hij er niet van overtuigd was dat deze vorm van opvang effect
zou sorteren. Ik ben juist heel blij dat de rijksoverheid, naar aanleiding van het Pro Facto-
onderzoek, gezegd heeft: dit is een verandering waardoor we de verschillende vormen
van opvang, zoals bijvoorbeeld die in Groningen, misschien meer ruimte moeten geven
omdat daarmee resultaten te behalen zijn. Als u dat wilt, dan wil ik met alle plezier zorgen
dat u dat onderzoek krijgt. We kunnen het bediscussiëren. Ik denk dat juist bij de
totstandkoming van de LVV-pilot dit onderzoek dat, naar ik meen voor de zomer van 2018
is verschenen, heel belangrijk is geweest. Ik denk ook dat het bevestigt wat hulpverleners
vaker zeiden en ook het Rijk heeft overtuigd dat er iets anders moest gebeuren waardoor
de LVV is opgezet.
27
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
U vroeg ook naar stappen die indruisen tegen het landelijk beleid. Ik meen niet dat
wij stappen zetten die indruisen tegen het landelijk beleid. Sterker nog: ik heb er groot
vertrouwen in dat wat wij gaan doen prima past binnen het kader van de LVV. Het mooie
van de LVV-pilot is juist dat er ook beleidsvrijheid is en dat er rekening gehouden wordt
met de lokale context. Dit zijn in feite experimenten. Er zijn vijf driejarige experimenten om
te onderzoeken welke vorm het beste is. In zekere zin hebben we nu een Rotterdams,
een Utrechts, een Eindhovens, een Gronings en een Amsterdams model. Daarvan zegt
de staatssecretaris: samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten wil ik graag
bekijken welk van die modellen het beste werkt. Dat zou dan een opmaat vormen naar
een definitief akkoord tussen gemeenten en Rijk.
(Mevrouw POOT: De wethouder zegt te hechten aan het meedoen en aan
het experiment en zo te kunnen bekijken wat het beste werkt. Zegt u
daarmee ook dat u zich conformeert aan de richtlijnen die de
staatssecretaris opstelt voor de LVV?)
Mevrouw Poot, er zijn afspraken. Dat zijn de koepelafspraken die de Vereniging
Nederlandse Gemeenten en het Rijk hebben gemaakt. Ik geloof dat de staatssecretaris
en ik beiden van mening zijn dat het uitvoeringsplan dat hier voorligt daar prima binnen
past. Ik heb u al eerder laten weten, zowel mondeling als schriftelijk, dat er nog
uitvoeringsplannen zullen volgen. Daarin zullen we op sommige onderdelen specifieke
afspraken maken om juist de verschillen in de lokale context te accentueren. Dat vindt de
staatssecretaris denk ik ook zinvol en spannend.
(De VOORZITTER: Mevrouw Poot, u hebt nog 31 seconden spreektijd.)
(Mevrouw POOT: Ik wil graag een ‘ja’ of een ‘nee’. Houdt u zich aan de
landelijke richtlijnen die de staatssecretaris straks opstelt? Of zegt u: nee,
als we het anders gaan doen, dan gaan we het anders doen? Ja of nee?
Houdt u zich aan de landelijke richtlijnen die er straks komen of niet?)
Uw vraag is een verkeerde vraag. Er zijn geen landelijke richtlijnen die de
staatssecretaris ons oplegt. Er zijn landelijke richtlijnen die gemeentelijk gelden, die de
staatssecretaris en de gemeente Amsterdam samen opstellen. Als wij die samen
opstellen, dan houd ik mij daaraan.
(Mevrouw POOT: Ik hoor de wethouder zeggen ‘als wij die samen
opstellen’. Ik hoor u dus zeggen dat, mocht er een verschil van mening
komen met de staatssecretaris, u uw eigen gang wilt gaan.)
Er bestraat inderdaad een mogelijkheid dat wij niet deelnemen aan de pilot LVV.
Dat is correct.
De heer Boomsma vroeg ook nog naar de regiobinding. We hebben nu al tamelijk
veel mensen die in de opvang die we nu hebben, verblijven. Een regiobinding zou
bijvoorbeeld via de azc-lijn verlopen. U moet zich wel realiseren dat de instroom
waarschijnlijk lang niet altijd via azc’s gaat. Daarbij is ook sprake van andere dynamieken.
Mensen uit het noorden zullen naar verwachting naar Groningen gaan.
Dan de Partij van de Ouderen. Ik zal u zeker niet aanvallen op iets wat in Den
Haag gebeurt. Dat kan inderdaad niet. Ik wil u wel bekritiseren over dingen die u al eerder
hebt gezegd. Ik kan mij niet vinden in de manier waarop u doet alsof wij in deze stad
helemaal niets doen aan de opvang van daklozen en een soort voorkeursbeleid zouden
hebben voor de meest kwetsbaren. Dat ik een oproep doe om meer keuze te hebben qua
panden lijkt mij eigenlijk heel logisch. Ik moet ook eerlijk zeggen dat ik wel een beetje
teleurgesteld was dat mevrouw Poot daar ook negatief over praatte. Ik dacht: ik zet een
stap in de richting van de VVD, een publiek-private samenwerking, maar dat wordt mij dan
weer niet in dank afgenomen. Jammer.
28
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
(Mevrouw VAN SOEST: Hebt u inmiddels al panden aangeboden
gekregen? Misschien zitten daar ook een paar panden bij voor mensen
die dak- en thuisloos zijn.)
Nee, mevrouw Van Soest, ik heb uw oproep gemist. Misschien wil ik u nog wel
een keer adviseren hoe die meer impact kan krijgen. Ja, ik heb panden aangeboden
gekregen. Mochten er panden over zijn, dan wil ik daar best eventueel, mogelijkerwijs, in
de toekomst een keer naar kijken.
(Mevrouw VAN SOEST: Is dat nu ‘ja’ of ‘nee’? De wethouder begint
ergens aan en dan zegt hij: misschien dat ik dan wel wil … Is het nu ja of
nee? Als u toch panden over hebt, dan zou u daar misschien ook deze
mensen mee kunnen helpen. Dat is mijn vraag.)
Ik kijk met belangstelling uit naar een gedekt voorstel van de Partij van de
Ouderen.
Mevrouw Roosma, u sprak over het geld en de verschillende opties. Geld is
natuurlijk wel een punt. Het zou kunnen dat we suboptimalere oplossingen zouden
moeten kiezen. Ik heb volgens mij over leefgeld ook iets gezegd. U stelde ook een vraag
over de regie. Die ligt formeel bij DT&V, maar die mandateert dat weer aan de gemeente.
Wij zijn dan ook opdrachtnemer. U stelde ook een vraag over gedwongen uitzettingen. Ik
heb er in de commissie ook al iets over gezegd. Ik wil het klip-en-klaar stellen. Onder
geen voorwaarde zullen wij als gemeente meewerken aan gedwongen uitzettingen. Als
iemand echt verdacht wordt van een ernstig strafbaar feit, dan moet iemand
vanzelfsprekend opgepakt kunnen worden. Als om welke reden dan ook bijvoorbeeld de
opvang stopt, dan kan er geen sprake van zijn dat de desbetreffende dienst in de opvang
binnenkomt en mensen oppakt. Daar is geen sprake van, onder geen beding. Ik wil eraan
toevoegen dat er ook geen reden is om eraan te twijfelen dat het mantra van de vorige
burgemeester veranderd zou zijn. In deze stad jagen wij niet op illegalen.
(Mevrouw SIMONS: Wethouder, bedankt voor dit stellige standpunt. Ik
vertrouw er volledig op dat u het meent. U zegt dat samenwerking met de
diensten een voorwaarde is. Toch wil ik graag van u weten hoe
Amsterdam die stelligheid gestand doet?)
Ik zal zo nog iets zeggen over uw vraag over de samenwerking met verschillende
diensten. Maar u hebt mijn woord.
(Mevrouw SIMONS: Ik wil ook graag van de wethouder weten of hij zich
kan voorstellen dat voor veel mensen het gegeven dat er contact dan wel
op enigerlei wijze samenwerking is al als onveilig kan worden ervaren en
dat daardoor mensen zich wellicht niet zullen melden om gebruik te
maken van de voorzieningen.)
Ja, daar kan ik mij wel iets bij voorstellen. Ik ken wel enkele gevoeligheden in dit
dossier. Maar vergis u niet, ook de staatssecretaris heeft laten weten dat er ook aan de
kant van de IND iets zal veranderen, bijvoorbeeld in de informatietoeleiding. Als
bijvoorbeeld het verkrijgen van een status een serieuze optie is, dan hebben we de IND
gewoon nodig. Als er sprake is van vrijwillige terugkeer, iets wat ik absoluut ook een optie
vind, dan hebben we DT&V gewoon nodig. Daarom hebben we ook in goede
samenwerking met deze partijen gewerkt. Ik weet dat het wantrouwen bestaat, maar voor
de bestendige oplossing is samenwerking met deze partners cruciaal. Ik heb er
vertrouwen in dat wij met deze partners, net als met de rijksoverheid, een nieuwe vorm
zullen vinden voor die samenwerking.
(Mevrouw ROOSMA: Ik ben heel blij dat de wethouder dit zo expliciet
toezegt. Ik hoop ook dat dit tot vertrouwen zal leiden bij de mensen die
29
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
ervoor kiezen om aan deze opvang mee te doen. Kan de wethouder nog
een keer expliciet vertellen dat DT&V bijvoorbeeld wel in de 24 uurs-
opvang komt om samen te werken met mensen die vrijwillig willen
terugkeren, maar niet in de 24 uurs-opvang komt om mensen die niet
vrijwillig terug willen over te dragen aan de vreemdelingenpolitie of naar
de vreemdelingendetentie te leiden?)
Ja, dat klopt. Ik zou me zelfs afvragen of DT&V op de opvanglocatie moet komen,
ook als er sprake is van vrijwillige terugkeer. Misschien kan dat ook ergens anders.
Opvanglocaties zijn natuurlijk idealiter ook plekken waar mensen wonen. Dus daar
moeten we denk ik ook iets over vragen.
(De VOORZITTER: Mevrouw Simons, ik zie u bij de interruptiemicrofoon
staan, maar u had net een interruptie en de wethouder heeft niets meer
gezegd. U hebt op dit punt al geïnterrumpeerd. U hebt drie keer gehad en
dan is het klaar. Het waren er twee, maar u zag geen aanleiding om
nogmaals te interrumperen. U krijgt er nog een, maar het is een setje van
drie of twee en niet meerdere keren op één punt. U laat het erbij. Prima.
Het college is inmiddels ook door de spreektijd heen. Ik wil de heer Groot
Wassink vragen om nu met name de moties te preadviseren.)
Ik probeer echt nog een paar vragen te beantwoorden. Ik zal niet ingaan op de
bespiegeling over het voortschrijdend inzicht van het Rijk die mevrouw Roosma hield en
waar partijen die in het kabinet zitten en ook in deze raad vertegenwoordigd zijn mogelijk
bij achterblijven. Tegen DENK zou ik willen zeggen: het aantal is nu ook beperkt. Er moet
ook een beperking zijn. We hebben vijfhonderd afgesproken. Ook nu is er een beperking
en zijn er wachtlijsten. Het aantal kan niet voortdurend uitdijen. Signaleren en monitoren is
juist het doel van wat we doen. En die vrijwilligersorganisaties zullen er nadrukkelijk bij
worden betrokken, voor een gedeelte in het reguliere budget. Ook anderszins moeten we
daarnaar kijken.
(Mevrouw KILIG: Wat betreft het maximumaantal en mensen die niet in
de opvang terechtkunnen, wil ik iets meer uitleg over het antwoord op de
schriftelijke vragen van BIJ1. In het antwoord van het college staat dat
mensen die niet toegelaten worden zullen worden geïnformeerd over hun
mogelijkheden en waar mogelijk doorverwezen of overgedragen worden.
Dat is voor mij nog een beetje vaag.)
Er zijn vijfhonderd plekken dus als het vol is, dan is het vol en komen mensen op
een wachtlijst. Mogelijk zijn er mensen die alsnog naar een rijksopvang willen. Die
suggestie zullen we hen doen. Daarom is doorstroom cruciaal. Het doel moet natuurlijk
zijn dat er mensen doorheen gaan. Daarom moeten mensen meewerken aan die
bestendige oplossing. Als iemand vertrekt, dan kan er weer een nieuw iemand in. Dat is
de manier waarop het werkt. De beperking die u schetst, die zie ik en die is er ook, maar
die is er nu natuurlijk ook. Nu is er ook geen onbeperkt aantal! bed-bad-broodplekken.
(Mevrouw KILIG: Kan ik dit zo interpreteren dat eventueel doorverwijzen
of overdragen ook betekent dat de betreffende personen aan een andere
gemeente wordt overgedragen?)
Bij overdragen zie ik dat niet voor me, maar wij zullen mensen misschien wijzen
op mogelijkheden. Maar overdragen zie ik niet zo.
Dan de vragen van BIJ, want ik probeer dit echt af te ronden. Meerdere
woongroepen in hetzelfde gebouw? Ik vind dat juist wel een goed idee. Sterker nog: als u
bijvoorbeeld naar de Vluchtmaat kijkt, dan zijn daar twee heel verschillende groepen die
met elkaar een goede dynamiek hebben. Als we groepen van bijvoorbeeld tien personen
30
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
allemaal een eigen gebouw zouden geven, dan komen we echt niet uit. Daarom ben ik
daar niet positief over.
(Mevrouw SIMONS: Ik sprak expliciet over de grootte van de
woongroepen omdat uit ervaring is gebleken dat, als de woongroepen te
groot worden, dat extra spanningen oplevert en de bekende problemen in
de hand werkt. Het gaat dus voornamelijk om de grootte van de
woongroepen.)
Ik constateer dat dat in ieder geval niet in de motie staat. Ik wil vaststellen dat wij
nu tamelijk grote opvangen hebben en dat we die grootte juist naar beneden willen
brengen.
Dan de heer Ceder. Ik moet u toch echt teleurstellen. Er is geen enkele relatie met
uw maidenspeech. Ik heb van de heer Ceder geen concrete vragen gehoord, wel moties
gezien.
De heer Van Dantzig wil ik toch corrigeren. GroenLinks komt zeker niet voort uit
de kraakbeweging, maar uit allerlei andere lange politieke tradities.
Ik ga verder met de moties. Motie nr. 61 vraagt om de evaluatie eerder te houden.
Wij zullen met het Rijk zeer vaak evalueren, maar ik wil hier toch vasthouden aan
anderhalf jaar omdat dat de termijn is die wij in de Amsterdamse aanpak kiezen.
Ik ben ook tegen motie nr. 62. Deze opvang is niet specifiek voor mensenhandel.
Als er sprake is van slachtoffers van mensenhandel die zich melden, dan zullen wij hen
doorverwijzen naar de mogelijkheden die we in deze stad hebben. Laten we er echter
voor waken om deze opvang voor deze groep te maken.
Dan motie nr. 63.
(De VOORZITTER: Mevrouw Poot, u hebt 4 seconden. Dat is misschien
net voldoende voor één interruptie.)
(Mevrouw POOT: Ik denk het niet. Over motie nr. 61. Ik vraag een
evaluatie na een jaar op een aantal punten. U zegt: ik wil dat wel doen,
maar dan na anderhalf jaar)
Ja. Dat is namelijk al voorzien in het plan, maar als u dat wilt veranderen, dan is
de motie overbodig.
Motie nr. 63 over de draagvlakmeting. Ik heb u toegezegd dat we dat in het
college zullen bespreken. Ik geloof dat wij het aanhouden van een motie niet kennen,
maar ik wil u verzoeken om de motie in te trekken. Als ik het goed heb, dan zullen wij er in
februari in het college over spreken. Daarna zal ik er bij u op terugkomen. Als we namelijk
integraal naar de voorzieningen kijken, dan is dat een punt van discussie. Dat wil ik u
meegeven.
Motie nr. 64. Ja, u probeert natuurlijk het proces dat wij u voorstellen te
veranderen dus daar ben ik tegen.
Motie nr. 65 om voor dublinclaimanten het landelijk beleid te volgen. Dat doen we
natuurlijk niet omdat ik juist heb verteld dat wij samen met het Rijk nieuw landelijk beleid
gaan vormgeven. De formulering van de motie klopt niet.
Motie nr. 66. Daar ben ik ook tegen omdat ik niet vind dat we die notulen bekend
moeten maken. Ik zou juist zeggen: laat mensen in vrijheid met elkaar spreken. We
hebben er ook geen notulen van gemaakt. Ik zie ook niet in waarom dat zou moeten. Ik
vind dat een beetje onzinnig.
De motie van mevrouw Van Soest. Het zal u niet verbazen dat ik die ontraad.
Motie nr. 68 van de leden Roosma, Van Dantzig, Simons en Kilig. Die kan ik
positief preadviseren.
31
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Motie nr. 69. Daarvan heb ik al gezegd dat het delen van informatie met de IND
en DT&V cruciaal is, ook voor het alsnog verkrijgen van een verblijfstatus en bijvoorbeeld
vrijwillige terugkeer. Dat moeten we dus zeker doen.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik vind de argumentatie van de wethouder nogal
mager. Omdat de motie van mevrouw Van Soest is, gooien we haar in de
prullenbak. Ik wil graag een motivatie daarvoor.)
Ik probeerde gewoon een beetje tijd te winnen. Het was niet persoonlijk, omdat
het uw motie was. Het is een ongedekte cheque. Dan krijg ik enorm ruzie met wethouder
Kock.
Motie nr. 70. De strafbare feiten die gerelateerd zijn aan het gegeven dat iemand
ongedocumenteerd is. In deze vorm kan ik daar niet voor zijn.
Motie nr. 71, om mijn uiterste best te doen om tot werkelijk kleinschalige opvang
te komen en te vermijden dat meerdere woongroepen in hetzelfde gebouw wonen. Ik heb
het eigenlijk al gezegd, die ontraad ik ook.
Motie nr. 72 om de uitstroommogelijkheid te benoemen. Ik moet de heer Ceder
misschien excuus aanbieden. Ik ben er een beetje snel overheen gestapt. De heer Ceder
schetst het beeld dat er waarschijnlijk een groep niet-willers overblijft waarvoor niets wordt
geregeld. Dat klopt. Het kan zijn dat er uiteindelijk een kleine groep mensen is die echt
niets wil. Daarvoor kunnen wij niet oneindig opvang inrichten. In het plan leest u juist dat
wij mensen echt zullen vertellen wat dat betekent. Als ze terug kunnen, maar echt niet
willen, dan is dat natuurlijk niet aan mij. Het betekent wel dat ze een plek bezet houden
voor iemand die misschien wel perspectief heeft. Dat betekent dat de opvang stopt. Als
mensen er vrijwillig voor kiezen om MOB te gaan zoals dat heet, dan is dat hun keuze.
Dat is nu eenmaal de consequentie van wat wij hier doen. Ik wil niet dat zo iemand dan
een plek bezet houdt van iemand die misschien meer kwetsbaar is of iemand die wel
perspectief heeft. Dat is cruciaal. Die doorstroom moeten wij realiseren. Ik herken me niet
in het beeld dat wij ons daar geen rekenschap van geven. Ik zie daarom geen aanleiding
om motie nr. 72 positief te preadviseren.
(Mevrouw SIMONS: Ik wil nog even terugkomen op uw antwoord over het
delen van informatie met de IND. Het gaat natuurlijk niet om het delen van
informatie an sich, maar het gaat ons er vooral om dat de betreffende
persoon daarin gekend wordt en expliciet toestemming geeft. In het
voorbeeld dat u gaf, lijkt me dat dat voor de betreffende persoon geen
probleem zal zijn, maar u kunt zich situaties voorstellen waarin dat zeer
ongewenst is.)
U wekt de suggestie dat de IND niet al heel veel informatie heeft. Natuurlijk is dat
wel het geval. Ik vind dat de absoluutheid waarmee u dit hier stelt niet helpt en dus ook
niet werkt. Als we echt willen dat mensen een bestendige oplossing vinden, dan zal dit
gewoon moeten. Als iemand het echt niet wil, dan wil hij dus volgens mij ook niet werken
aan die bestendige oplossing. Dan moeten we misschien toch constateren dat er in de
opvang geen plek is voor deze persoon.
(De heer CEDER: Ik heb net het betoog van de wethouder gehoord en ik
ben het helemaal met hem eens. Ik ben het met u eens dat wij geen plek
bezet moeten houden. Het enige wat ik vraag is: op pagina 22 van het
uitvoeringsplan noemt u zes uitstroommogelijkheden. Dat is volgens mij
een limitatieve opsomming. Dat zijn de uitstroommogelijkheden. De
mogelijkheid die u net schetst en uitvoerig beschreven hebt, staat er niet
bij. Het enige wat ik vraag, is om dat te benoemen en bij de praatplaat te
32
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
zetten. U schetst dat het een heel reële uitstroommogelijkheid is. Ik vind
dat ook. Verder ben ik het helemaal met uw betoog eens.)
(De VOORZITTER: Mijnheer Ceder, dit was eigenlijk een tweede termijn
en geen interruptie. Dit had u eigenlijk in de tweede termijn moeten doen.
Dat kan. Ik geef nu de heer Groot Wassink het woord om erop te
reageren, maar u moet de interrupties echt korter houden of anders de
tweede termijn gebruiken. U hebt recht op een tweede termijn zolang u
spreektijd hebt en u hebt nog 50 seconden.)
Mijnheer Ceder, ik ben het gewoon niet met u eens. Volgens mij komt deze optie
gewoon terug in het plan. Het is geen optie waar wij actief op zullen sturen. Het is geen
optie die ik wenselijk vind. Ik zie dan ook niet waarom wij de praatplaat zouden moeten
aanpassen. Ik weet niet of praatplaten te amenderen zijn, maar ik vind het weinig
toevoegen. Ik ben er dus niet voor.
Ook motie nr. 73 waarin u vraagt om ongedocumenteerden en ervaringen uit
Groningen erbij te betrekken, wil ik als overbodig beschouwen. Wij hebben juist
ongedocumenteerden als ervaringsdeskundigen hierbij betrokken. We hebben ook veel
contact met de Groningse opvang. Overigens ook met de andere opvangfaciliteiten. We
doen dat dus. Daarom lijkt me die motie niet nodig.
Motie nr. 74 heb ik meen ik al gehad. Ik vind ook hier dat we dit niet aan de
praatplaat moeten toevoegen. Daar ben ik dus tegen.
Dan is er nog de motie over het sociaal handvest en de basale levensbehoeften.
Wij realiseren 24 uurs-opvang voor een groep met als doel een bestendige oplossing.
Meerdere partijen hebben mij hiernaar gevraagd. Als dat ophoudt, dan gaan wij niet nog
een noodvoorziening voor deze specifieke groep inrichten. Dat moeten we niet doen. Dat
is echt een slecht idee. Er is een basis die voor iedereen in deze stad toegankelijk is. Die
blijft natuurlijk bestaan. Wat u hier voorstelt, is om dat volledig te financieren uit het
budget voor ongedocumenteerden. Dat is een buitengewoon slecht idee. Ik heb niet het
idee dat dit een poging tot sabotage van dit plan is, maar zo zou het wel kunnen
uitpakken. Daarom ben ik ertegen.
(De heer CEDER: Bent u het dan met mij eens als wij die toevoeging
weglaten? Als wij het tweede dictum weglaten, kunt u dan wel een positief
preadvies geven?)
Nee, want dan is de motie overbodig.
Motie nr. 76 van de leden Van Dantzig en Roosma die vraagt om specifieke
aandacht van casemanagers. Dat is een goed idee. We zullen dat verwerken dus die
motie kan ik positief preadviseren. Daarmee ben ik aan het eind van mijn bijdrage.
De VOORZITTER: Ik kijk de zaal rond of er toevallig behoefte is aan een tweede
termijn voor de sprekers die nog spreektijd hebben. Dat is het geval bij mevrouw
Nanninga. Die heeft nog spreektijd.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga.
Mevrouw NANNINGA: Ik wil een veegrondje doen, want deze beantwoording
vond ik onbevredigend. Ten eerste is de wethouder niet ingegaan op mijn vraag over het
budget voor huisvesting van 2,5 miljoen euro en of hij kon beloven om binnen dat budget
te blijven. En zo nee, de overschrijding te dekken uit de begrote 11,5 miljoen euro. Ik wil
daar toch graag antwoord op. In onze motie staat expliciet in het dictum dat wij van
toekomstige overleggen en/of werksessies graag verslaglegging willen. Ik vind het
33
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
buitengewoon merkwaardig om te stellen dat, als iets wordt genotuleerd of als er een
verslag van wordt gemaakt, we dan niet in vrijneid kunnen spreken. Betekent dat dat wij
hier in dit huis niet in vrijheid niet met elkaar spreken? Hier wordt toch ook genotuleerd”?
Waarom zou er geen verslaglegging van die overlegjes moeten zijn? Of zijn ze anderszins
openbaar zodat we ze desnoods fysiek kunnen bijwonen? Ik wil gewoon weten wat daar
besproken wordt. Ik denk dat de Amsterdammers er recht op hebben om te weten wat
daar besproken wordt. Ik handhaaf daarom mijn motie. Ik wil graag een verslag of notulen
hebben van toekomstige overleggen en werksessies.
Dan de kazerne aan de Van Leijenberghlaan. De verkoopprocedure is gewoon
stopgezet. Dit is een meer voldragen plan dan: we gaan eens kijken of we daar een aantal
stapelbedjes kwijt kunnen. Dat is een heel serieus beoogde locatie. Ik vind het ook een
heel vreemde stijlfiguur. Ik noemde dit pand in de eerste termijn. Toen zag ik hier rechts
van me driftig hoofdschudden en werd er gemompeld: daar weet ik niets van. Dat
veranderde bij de beantwoording al heel snel in: nee, dat is niet zo en na een blik op de
tribune: o ja, toch wel, maar ik weet het niet precies. Wat is dit voor raar gedraai? Het is
gewoon een beoogde locatie. Het is in een vergevorderd stadium en daar zijn
Amsterdammers en de raad niet over geïnformeerd. Ik vind dat een kwalijke zaak.
Nu ik hier sta, heb ik ook nog een motie en wel over de nulmeting. Die is al eerder
besproken in de raadscommissie Algemene Zaken. U noemde het toen een waardevolle
toevoeging. Voor degenen die er niet bij waren: wij willen graag een nulmeting van
overlast, incidenten, aangiften en meldingen bij de politie en die meting willen we na een
jaar herhalen. Wij willen dat graag bij alle opvangvormen van wat in deze raad kwetsbare
groepen heet, waaronder de locaties voor de 24 uurs-opvang. Ik herhaal wat ik in de
eerste termijn zei. Als het draagvlak zo groot is, als de Amsterdammers deze mensen met
open armen ontvangen, waar bent u dan zo bang voor? Waarom kan er geen inspraak
zijn? Waarom kan er geen nulmeting zijn? Het is mij allemaal één groot raadsel.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
90° Motie van het raadslid Nanninga inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang ongedocumenteerden (nulmeting overlast en andere meldingen per locatie 24
uurs-opvang) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 77).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Per locatie voor opvang van kwetsbare groepen (waaronder de locaties voor de
24 uurs-opvang van ongedocumenteerden) een nulmeting te houden van overlast, het
aantal incidenten, aangiften en meldingen bij de politie, deze meting jaarlijks te herhalen
en over de uitkomsten te rapporteren aan de raad.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Er zijn geen andere leden van de raad voor de tweede termijn,
in ieder geval geen leden met spreektijd. Ik zie dat mevrouw Poot nog wel wil, maar die
heeft echt geen spreektijd meer.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink.
Wethouder GROOT WASSINK: U hebt helemaal gelijk met die vraag over het
budget. Ik heb gezegd dat de kosten beperkt zijn omdat het niet per se gaat om het
34
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
verwerven van panden. U vraag was of die kosten binnen het programma vielen. Ik heb
mij te houden aan de regels die wij binnen dit college over de financiën hebben
afgesproken. Daarmee heb ik uw vraag denk ik beantwoord.
Dan het verslag. U zei iets over de vrijheid van de Amsterdammer. Ik ben het daar
echt heel erg niet mee eens. Ik vind dat er over allerlei onderwerpen ambtelijk vrij
gebrainstormd en gedacht kan worden en dat daar echt niet altijd notulen van gemaakt
hoeven te worden. Dat zou buitengewoon ineffectief zijn. Ook duur. Ik kan u toezeggen
dat, als er ergens verslagen van zijn, u die van mij mag hebben. Om nu voor dit specifieke
onderwerp te zeggen dat alles genotuleerd moet worden zodat u er kennis van kunt
nemen, nee, daar begin ik echt niet aan. Dat doe ik niet. Dat lijkt me dus duidelijk.
De kazerne. Dat lijkt me helemaal geen gedraai. Er is een longlist met panden die
we inventariseren. Ik heb er wel eens een lijstje van langs zien komen, maar ik heb het
wie of wat dan niet altijd scherp voor ogen. U stelt dat we daar bezig zijn. U stelt dat het
een locatie voor opvang is. Dat weet ik nog helemaal niet. We zijn aan het inventariseren.
Ik kan u dit zeggen: er is op dit moment daar geen enkele voorbereidende handeling om
de betreffende locatie in te richten als 24 uurs-locatie, maar daarmee sluit ik niet uit dat
we daartoe mogelijk wel besluiten. Dan zal ik dat echter eerst hier voorleggen.
(Mevrouw NANNINGA: U ontkent dus dat de verkoopprocedure van dat
pand is stopgezet?)
Nee, dat ontken ik helemaal niet, maar in het coalitieakkoord staat dat we willen
stoppen met de verkoop van heel veel vastgoed. Als we een pand mogelijk willen
gebruiken — en dat kan zijn voor opvang of voor een culturele invulling, ik zoek ook co-
creatieplekken in elk stadsdeel — dan zijn er tal van fantastische opties die deze stad
nodig kan hebben die daar misschien zouden kunnen plaatsvinden. Uw stelling is dat
deze locatie geselecteerd is voor opvang. Dat is niet het geval in het huidige proces. Er
zijn op dit moment geen voorbereidende handelingen om die locatie beschikbaar te
maken. We inventariseren of deze locatie mogelijk daarvoor gebruikt kan worden. Dat is
heel normaal om te doen als wij een voorziening willen treffen. Dan gaan we
inventariseren. Dat is precies wat we doen. Daarmee is er nog geen enkel besluit
genomen.
(Mevrouw NANNINGA: In welke fase van deze oriëntatie gaat u
buurtbewoners en ondernemers inlichten over dit proces? Of het nu bij
deze locatie is of een andere beoogde opvanglocatie. Op welk punt gaat u
wel consultatierondes houden zoals u ze noemt, want inspraak is
verboden?)
Op het moment dat de inventarisatie is afgerond, gaan wij met de buurt praten.
Voordat we überhaupt een besluit nemen, gaan wij praten met de buurt.
(Mevrouw NANNINGA: Ik wil echt duidelijkheid hebben voor de
omwonenden en de ondernemers rond die opvanglocaties. U besluit dat
iets geschikt is als opvanglocatie. Dan stelt u die mensen voor een
voldongen feit, want er mag geen inspraak komen, maar u gaat hen wel
consulteren. Als omwonenden laten blijken dat ze daar echt geen trek in
hebben, is er dan nog een manier om het tegen te houden? Volgens mij
stelt u ze namelijk voor een voldongen feit en mogen ze voor de vorm
zeggen wat ze ervan vinden, maar heeft dat nul en generlei effect.)
Nee, dit lijkt mij een onjuiste weergave van het proces. Wij stellen vast of een
locatie geschikt is. Wij doen een brede uitvraag zodat we ook kunnen kiezen. Vervolgens
gaan wij met de buurt in gesprek om te bekijken hoe die er tegen aankijkt. Daarna vindt er
35
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
pas besluitvorming plaats. Er is dus geen sprake van een besluit vooraf. Bovendien was
dit tamelijk glashelder bij de beantwoording.
Dan nog uw nulmeting. Ik heb al eerder gezegd dat wij echt heel veel informatie
verzamelen. De vraag is in feite of we dit nog nodig hebben, want we gebruiken
verschillende meetmethoden. Als ik dit nu eens betrek bij de discussie naar aanleiding
van de vraag van mevrouw Poot over de draagvlakmeting? Ik heb gezegd dat we dit in
februari in het college bespreken. Er valt misschien best iets voor te zeggen om niet
allerlei nieuw onderzoek te doen, maar wel om de onderzoeken geclusterd aan te bieden.
Ik snap uw vraag wel. Ik wil u toch echt vragen om deze motie niet in te dienen. Ik zeg u
toe dat ik dit meeneem bij het gesprek dat wij in het college hebben over de
draagvlakmeting bij alle locaties. Dan komen we er tamelijk snel weer over te spreken.
(Mevrouw SIMONS: Ik kom nog even terug omdat een aantal vragen nog
niet beantwoord is.)
(De VOORZITTER: Mevrouw Simons, u had net geen bijdrage in de
tweede termijn en dit is een beetje een ingewikkelde figuur.)
(Mevrouw SIMONS: Dat begrijp ik, voorzitter, maar ik heb geen antwoord
op mijn eerder gestelde vragen.)
(De VOORZITTER: Welke vragen waren dat dan in de eerste termijn? Dit
kan niet. Mevrouw Simons, dit kan gewoon niet. Ik ontneem u het woord.
Dit is buiten de orde.)
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Zijn er nog mensen die moties willen intrekken? Nee, dat is
niet het geval. Dan worden alle ingediende moties in stemming gebracht. Er is geen
voordracht, dus het gaat louter om de moties. Volgens mij zijn er op dit moment 41 leden
aanwezig.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot voor een stemverklaring.
Mevrouw POOT (stemverklaring): Ik vond de beantwoording lichtelijk
teleurstellend. Het plan van de wethouder is toch een beetje slikken of stikken. Wij
stemmen natuurlijk voor onze eigen moties en voor die van Forum voor Democratie. Wij
zullen ook voor motie nr. 71 over kleinschalige opvang stemmen. Als de opvang er komt,
dan vinden wij met name voor de buurt dat deze kleinschalig moet zijn. Wij stemmen ook
voor motie nr. 76 om discriminatie beter te herkennen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma voor een
stemverklaring.
Mevrouw ROOSMA (stemverklaring): Hoewel wij de moties van BIJ1 en DENK
over het delen van informatie met de IND en DT&V begrijpen, zullen we er toch tegen
stemmen omdat de wethouder heeft uitgelegd dat het delen van informatie nodig is. Ik
ben wel erg blij met de toezegging dat de gemeente niet betrokken wordt bij gedwongen
uitzetting. Ik wil ook nog iets zeggen over motie nr. 73 van de heer Ceder over het
betrekken van ongedocumenteerden. Wij vinden dat enorm belangrijk, maar ik kan me
niet anders voorstellen dan dat dat onderdeel is van dit plan. We zullen daarom tegen die
motie stemmen omdat we haar overbodig vinden.
36
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring.
Mevrouw SIMONS (stemverklaring): Ik heb geen stemverklaring, maar ik wil motie
nr. 70 intrekken vanwege de harde toezegging van de wethouder.
De motie-Simons, Kilig en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 70), ingetrokken
zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder voor een stemverklaring.
De heer CEDER (stemverklaring): Ik weet niet of dit kan, maar uit motie nr. 75 wil
ik het tweede dictum schrappen. Als dat niet kan, dan wil ik de motie als geheel in
stemming brengen.
(De VOORZITTER: Nee, ik had dat al gevraagd. U wilt de motie niet
intrekken, maar toch in stemming brengen?)
Ik trek de motie in.
De motie-Ceder, Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 75), ingetrokken
zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een
stemverklaring.
De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): Wij zullen sommige moties steunen
en sommige niet. De motie over kleinschaligheid willen we zeker steunen, ook omdat in
de voorgaande periode bleek dat de overlast bij kleinschalige opvang veel kleiner was en
die ook veel prettiger voor de betreffende mensen was. Ik raad deze motie daarom van
harte aan.
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 61).
De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 61) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 61) is verworpen met de stemmen van de VVD, Forum voor Democratie, de
Partij voor de Dieren, het GDA en de Partij van de Ouderen voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Ceder en Boomsma
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 62).
De motie-Poot, Ceder en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 62} wordt bij zitten
en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Ceder en Boomsma
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 62) is verworpen met de stemmen van de VVD, de Partij voor
de Dieren, het CDA, de Partij van de Ouderen en de ChristenUnie voor.
37
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Nanninga (Gemeenteblad afd.
1, nr. 63).
De motie-Poot en Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 63) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Nanninga (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 63) is verworpen met de stemmen van de VVD, Forum voor Democratie, de
Partij voor de Dieren, en de Partij van de Ouderen voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 64).
De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 64) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 64) is verworpen met de stemmen van de VVD, Forum voor Democratie, het
CDA en de Partij van de Ouderen voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 65).
De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 65) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 65) is verworpen met de stemmen van de VVD, Forum voor Democratie, het
CDA en de Partij van de Ouderen voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr.
66).
De motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 66) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr.
66) is verworpen met de stemmen van de VVD, Forum voor Democratie, de Partij voor de
Dieren, het CDA en de Partij van de Ouderen voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr.
67).
De motie-Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 67} wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr.
67) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, de Partij voor de Dieren
en de Partij van de Ouderen voor.
38
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma, Van Dantzig, Simons en Kilig
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 68).
De motie-Roosma, Van Dantzig, Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 68)
wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma, Van Dantzig, Simons en
Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 68) is aangenomen met de stemmen van de Partij voor de
Dieren, het CDA, D66, de Partij van de Ouderen, de ChristenUnie, de SP, BIJ,
GroenLinks, de PvdA en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Simons en Kili (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 69).
De motie-Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 69) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 69) is verworpen met de stemmen van DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Simons, Kili en Geder (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 71).
De motie-Simons, Kilig en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 71) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Simons, Kilig en Ceder
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 71) is verworpen met de stemmen van DENK, BIJ1, de
ChristenUnie, het CDA, de Partij voor de Dieren, de VVD en de Partij van de Ouderen
voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Ceder, Simons en Kili (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 72).
De motie-Ceder, Simons en Kili (Gemeenteblad afd. 1, nr. 72) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Ceder, Simons en Kilig
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 72) is verworpen met de stemmen van de ChristenUnie, BIJ1
en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Ceder, Simons en Kili (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 73).
De motie-Ceder, Simons en Kili (Gemeenteblad afd. 1, nr. 73) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
39
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Ceder, Simons en Kilig
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 73) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de Dieren,
de ChristenUnie, BIJ1 en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Ceder, Simons en Kili (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 74).
De motie-Ceder, Simons en Kili (Gemeenteblad afd. 1, nr. 74) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Ceder, Simons en Kilig
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 74) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de Dieren,
de ChristenUnie, BIJ1 en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig en Roosma
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 76).
De motie-Van Dantzig en Roosma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 76) wordt bij zitten
en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig en Roosma
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 76) met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr.
77).
De motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 77) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr.
77) is verworpen met de stemmen van de VVD, Forum voor Democratie, het CDA en de
Partij van de Ouderen voor.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 16 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
De VOORZITTER: Normaal gesproken zouden we nu doorgaan met agendapunt
17, de actualiteit van het raadslid Naoum Néhmé. Op dit moment heeft het college -15
minuten spreektijd. We zouden nu natuurlijk naar huis kunnen gaan, maar ik wil de
vergadering kort schorsen en de fractievoorzitters willen vragen om zich bij mij te melden.
Dan kunnen we even overleggen hoe we verdergaan.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER: We hebben zojuist met elkaar gesproken en we hebben
afgesproken om het college een half uur extra spreektijd te geven, maar dan komt dat uit
op een kwartier, want het staat een kwartier in de min. Het heeft dus nog een kwartier
40
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
voor de rest van de vergadering. Alle fracties krijgen er 3 minuten bij. Dat is niet veel. We
zullen proberen om 17.30 uur klaar te zijn. Daarom wil ik nu heel snel door naar het
volgende onderwerp, de actualiteit van het raadslid Naoum Néhmé die met 3 minuten
erbij en 42 seconden in de min nog 2 minuten en 20 seconden heeft. Wilt u de actualiteit
door laten gaan, mevrouw Naoum Néhmé? Ik laat het aan u over.
17
Actualiteit van het lid Naoum Néhmé inzake onduidelijkheid over het
collegestandpunt over de komst van expats naar Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr.
18)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé.
Mevrouw NAOUM NÉHMEÉ: Ik denk dat het onderwerp van deze actualiteit ernstig
genoeg is om het wel door te laten gaan, want wat mij betreft is hier de eenheid van
collegebeleid in het geding. Dit stadsbestuur is nog maar acht maanden bezig en nu al
lijkt het moeite te hebben zich te houden aan een heel simpel, maar belangrijk
basisprincipe, namelijk met één mond spreken. Ik neem u even mee naar 2 januari 2019.
Op die dag verscheen het bericht dat de komst van expats naar Amsterdam aanhoudt.
Terwijl de meeste mensen nog van de feestdagen aan het genieten waren, greep de
wethouder Wonen naar zijn telefoon om over dit bericht te twitteren dat Amsterdamse
gezinnen door de komst van rijkere mensen worden verdrongen. Een dag later geloofde
de wethouder Economische Zaken zijn ogen niet toen hij de tweet van zijn collega zag.
Verdringing? Geen sprake van. Dus grijpt ook de wethouder Economische Zaken naar
zijn telefoon om eroverheen te gaan. Hij twittert een boodschap die niet een klein beetje,
maar volledig anders is dan die van zijn collega. Hij tikt: “Goed nieuws dat ambitieuze
internationale kenniswerkers in groten getale voor Amsterdam kiezen.” Ik begrijp dit
oprecht niet meer en als ik het niet begrijp, dan begrijpen veel Amsterdammers het ook
niet. Collegeleden horen elkaar toch niet openlijk tegen te spreken? Collegeleden dragen
toch gezamenlijk het collegebeleid uit? Collegeleden opereren toch eendrachtig en stralen
eensgezindheid uit?
Het gezag van de politiek wordt geschaad wanneer collegeleden met twee
monden spreken. Daarom hebben de gemeenteraad en Amsterdammers er recht op te
weten wie van beide wethouders het collegestandpunt vertolkt en wat dat standpunt is.
Tot slot wil ik van de wethouder Wonen weten waar hij zijn constatering over
vermeende verdringing op baseerde.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock.
Wethouder KOCK: Op 3 januari 2019 om 09.49 uur twitterde ik de meest
succesvolle en meest impact hebbende tweet uit mijn inmiddels 12 maanden oude
twittercarriëre. Ik en mijn tot een paar minuten geleden 811 volgers zijn dan ook
buitengewoon verheugd door de coulance van de voorzitter aangaande de spreektijden.
Het zou heel jammer zijn als dit debat niet doorgaat.
Alle gekheid op een stokje: het is goed dat we het er even over hebben, want
natuurlijk spreekt het college met één mond. Dit college is van mening dat het een goede
zaak is als we nieuwe bedrijven naar Amsterdam halen. Het collegeakkoord formuleert dat
als volgt: “Nieuwe bedrijven ontvangen we met open armen, waar ze ook vandaan
41
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
komen.” Bij nieuwe bedrijven horen meestal nieuwe werknemers en het maakt ons niet zo
heel veel uit waar die vandaan komen. Of ze nu internationaal zijn of uit Zwolle komen of
ergens anders vandaan komen. Dat is onze opvatting en dat is het beleid van het college.
Ik denk dat het goed is om even een komma te plaatsen zodat mevrouw Naoum Néhmé
kan interrumperen.
(De VOORZITTER: Die een interruptie heeft en waarschijnlijk tijd heeft
voor een of twee interrupties.)
(Mevrouw NAOUM NÉHME: Ik weet dat dit in het collegeakkoord staat. Ik
zou denken dat uw wethouder Wonen dat collegeakkoord en die passage
op pagina 21 om precies te zijn ook kent. Hoe kan het dan dat hij een dag
eerder op een andere manier naar zijn telefoon heeft gegrepen?)
Volgens mij is dat niet zo en dat zal hij zo meteen zelf uitleggen. Ik sluit niet uit dat
de heer Ivens het collegeakkoord nog beter kent dan ik, want hij heeft er actief aan
meegeschreven. Hij zal dat zo meteen zelf toelichten.
Twee opmerkingen over die expats. Het is heel lastig om daarvan een definitie te
geven, want in zekere zin bestaan ze niet echt meer. Er komen heel veel internationale
werknemers naar Amsterdam. Dat zijn kenniswerkers, soms met hoge inkomens, maar
meestal met heel gematigde inkomens. 80% van de kenniswerkers in Amsterdam verdient
minder dan 50.000 euro. Ik denk dat er veel misvattingen bestaan over die groep.
(Mevrouw VAN SOEST: Een heel mooi verhaal van de heer Kock, maar
in de krant staat letterlijk dat u een Japans bedrijf naar Amsterdam wilt
halen. De heer Ivens zegt: doe maar even niet. Ik wil graag weten wat u
gaat doen. Verklaar eens aan de Amsterdammers wat u precies bedoelt,
zonder wollige taal over weet ik veel wat.)
Aan dat verzoek kan ik wel tegemoetkomen. De heer Ivens zal zo meteen zijn
inbreng hebben. Amsterdam is actief bezig om internationale bedrijven naar onze stad te
halen. Dat is goed voor de stad. Het brengt nieuwe dynamiek, nieuwe economische
kracht, nieuwe werknemers en nieuwe kennis. Allemaal voorddelen voor de stad. Daar
horen vaak internationale werknemers bij. Die vestigen zich voor een groot deel in de
regio. Dat is prima. Overigens zijn dat vaak mensen met heel gematigde inkomens. Ik
wilde net zeggen dat 80% van die internationale kenniswerkers minder van 50.000 euro
verdient. Dat is ongeveer anderhalf keer modaal. Met andere woorden: het ligt allemaal
veel genuanceerder dan soms gesuggereerd wordt. Het klopt dat het beleid van het
college is om bedrijven naar de regio Amsterdam te halen. We doen dat in MRA-verband.
Dat is goed voor de stad en goed voor de regio en daar gaan we mee door.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik krijg geen duidelijk antwoord. De ene
wethouder wil een Japans bedrijf hiernaartoe halen en de andere zegt:
dat zie ik eigenlijk niet zitten. Daar krijg ik geen duidelijk antwoord op.
Bent u het eens met elkaar? Of blijft er onenigheid? Daar wil ik graag
duidelijkheid over.)
Hoe zeg ik op een beleefde manier dat ik echt niet goed begrijp wat mevrouw Van
Soest zegt? Het beleid van het college is om actief bedrijven naar de regio en naar
Amsterdam te halen. De komst van die Japanse bank was natuurlijk fantastisch, maar we
richten ons echt niet exclusief op Japanse bedrijven. Ik begrijp daarom niet goed waar
mevrouw Van Soest het over heeft.
Omwille van de tijd laat ik het erbij.
(De heer FLENTGE: De wethouder citeert een deel van het
coalitieakkoord. Ik vraag me af of hij ook erkent dat, als de financiële
waakhond in Nederland, de Autoriteit Financiële Markten, zegt dat 40%
42
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
van de Europese kapitaalmarkt naar Nederland komt en waarschijnlijk
100% van de obligatiemarkt naar Amsterdam komt, er sprake is van een
disbalans in het soort bedrijven dat we naar Amsterdam halen. Wilt u ook
namens het college zeggen dat het goed zou zijn dat wij bedrijven
hierheen halen die zich langdurig in Amsterdam willen vestigen en zich
ook langdurig met de stad willen verbinden in plaats van louter een
doorvoerhaven voor flitskapitaal in Amsterdam te creëren?)
Dat is een goede vraag. Ik denk dat er geen sprake is van een kortstondig verblijf
van sommige bedrijven of van internationale werknemers. 74% van de internationale
werknemers blijft hier vijf jaar of langer. Dat is heel erg stabiel. Internationale werknemers
die hier vaak iets korter blijven, zijn vaak onderzoekers en studenten, maar het overgrote
deel blijft langer dan vijf jaar. Het deel van de financiële sector dat naar Amsterdam komt,
met name als gevolg van de Brexit, draagt bij aan een positieve ontwikkeling. We zien dat
met name handelsplatformen, de obligatiemarkt en een klein deel van het
assetmanagement naar Amsterdam komen. Ik denk dat dat heel positief is. Het betekent
een versteviging van de financiële sector. Dat is heel goed. Ons acquisitiebeleid richt zich
op internationale bedrijven die met name een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid
en aan duurzaamheid. Het zijn bedrijven die ook willen aarden en wortelen in onze stad
en in de regio.
(De heer FLENTGE: Ik wil de wethouder er wel op wijzen dat een expat
gemiddeld vier jaar lang zijn 30%-belastingvoordeelregeling kan krijgen.
Waarschijnlijk is de doorlooptermijn daarom iets korter dan u schetst. Dit
zijn wel de woorden waaraan ik u herken in de media en ook op uw
fantastische twitteraccount waarin u zich toch een beetje manifesteert als
een soort blije Brexitbaghwan en halleluja roept, telkens als een
internationale bank of geldbeleggingsmaatschappij naar Amsterdam komt.
Ik denk dat u daarmee een dooie mus binnenhaalt. Dit flitskapitaal is
namelijk op zoek naar de weg van de minste weerstand. Ik wil u vragen
om daarop te reflecteren, want als ergens anders de belastingen lager zijn
of het toezicht vermindert, dan is de kans groot dat dit soort bedrijven in
no time wegtrekt.)
(De VOORZITTER: Mijnheer Flentge, ik ga u even onderbreken. Dit is
gewoon een termijn.)
(De heer FLENTGE: Excuus. Ik vraag de wethouder of hij erop wil
reflecteren dat dit een instabiele bedrijfstak is die we naar Amsterdam
halen en dat wij ons beter kunnen richten op bedrijven die zich hier
langdurig willen vestigen.)
(De VOORZITTER: Graag een korte reactie van de wethouder.)
Ja, hoewel de interruptie uitnodigt tot een lange reactie. Ik kijk er anders tegen
aan. De financiële sector vormt overigens slechts een deel van de bedrijven die hierheen
komt. Het overgrote deel van de internationale bedrijven dat zich op dit moment in
Amsterdam vestigt, hoort niet tot de financiële sector, maar bevindt zich veelal in de
amusementssector, de medische sector en in veel andere sectoren en een klein deel in
de financiële sector. Het lijkt me hartstikke goed dat die hierheen komen. Het deel van de
financiële sector dat hierheen komt, bestaat over het algemeen niet uit de grote banken.
Die komen niet hierheen. Een deel van de reden is dat ze niet van het bonusplafond
houden. Prima, dan komen ze niet. Daar zit ik niet mee. Dat heb ik ook al eerder gezegd.
Het bonusplafond is heel goed. Handelsplatformen komen wel. Er zijn ook Nederlandse
bedrijven die daar groot mee zijn geworden, Flow Traders en andere. Dat zijn mooie
43
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
bedrijven. Ze leveren ook een bijdrage aan de technologiesector in deze regio. Daar lijkt
me helemaal niets mis mee.
(De VOORZITTER: Mijnheer Flentge, ik daag u uit om nu een interruptie
te houden die voldoet aan wat het reglement van orde daarover bepaalt.
Kort en bondig alstublieft.)
(De heer FLENTGE: Ik citeerde de Autoriteit Financiële Markten die
aangeeft dat 40% van het Europese kapitaal deze kant op gaat. Dat is
dus niet iets om te veronachtzamen. Ik vroeg om reflectie en die krijg ik
niet. Ik krijg weer hetzelfde blije halleluja van deze wethouder. Als u daar
niet op wilt reflecteren, dan lokt u in feite uit dat de raad u dat opdraagt.)
Het lijkt me goed als we het hier in de commissie een keer uitgebreid over
hebben, want de tijd laat een uitgebreide reflectie niet toe. Het is niet zo dat 40% van het
Europese kapitaal naar Amsterdam komt. Ik zou bijna zeggen: was het maar zo, want dat
zou een enorme oppepper zijn voor ons investeringsklimaat. Volgens de AFM komt een
groot deel van de Europese obligatiehandel naar Amsterdam en ik zie niet wat het
probleem daarvan is.
(De VOORZITTER: Mijnheer Flentge, dit is een vierde interruptie. Daar
doen wij niet aan. U hebt geen termijn. U hebt wel een termijn, maar dat
doet u via de interruptiemicrofoon. Ik sta een vierde interruptie niet toe. U
hebt drie interrupties gehad en u had de kans op een termijn, maar die
hebt u niet gebruikt.)
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens.
Wethouder IVENS: Ik ben het niet helemaal eens met de heer Kock. Ik denk
namelijk dat de heer Kock het coalitieakkoord, met name op de plekken waar het over
uitgaven gaat, net zo goed kent als ik. Verder spreekt het college inderdaad altijd met één
mond. Als ik in een bericht van AT5 lees dat voornamelijk jonge gezinnen de stad verlaten
omdat het lastig is om een huis te vinden en dat bovendien de huizen waar een gezin met
kinderen kan wonen ontzettend duur zijn — dat zegt onder meer het CBS, ondersteund
door cijfers — dan klim ik in de pen om duidelijk te maken dat ik dat probleem herken. Dat
leidt dan tot een tweet: Amsterdamse gezinnen worden verdrongen door de komst van
rijkere mensen en een tekort aan betaalbare woningen. In mijn woorden is dat de vertaling
van de zin die ik bij AT5 gelezen heb. Maatregelen zijn hard nodig, meer betaalbare
woningen bouwen, maximale huurprijs invoeren en voorrang Amsterdammers bij
nieuwbouw. Zo heb ik het bericht van het CBS gelezen en daarom vind ik dat het college
dit moet herkennen, erkennen en ermee aan de slag moet gaan.
(De heer VAN LAMMEREN: Doelde u daarmee op expats of
kenniswerkers of hoe ze tegenwoordig ook heten?)
Volgens mij was mijn tweet tamelijk duidelijk. Ik doelde op het feit dat
Amsterdamse gezinnen de dupe zijn omdat sommige mensen de woningen makkelijker
kunnen betalen dan andere mensen. Net als het CBS constateerde.
(De heer VAN LAMMEREN: Dat constateerde het CBS niet. Het artikel
van AT5 ging over expats. Nu zegt u dat niet meer omdat uw woorden in
discrepantie zijn met wat de heer Kock zei.)
Nu wordt het mij volstrekt onduidelijk. Ik las net een passage uit het artikel van
AT5 waarin staat dat jonge gezinnen de stad verlaten. Het is lastig om een huis te vinden
en bovendien zijn de huizen waarin een gezin met kinderen kan wonen ontzettend duur.
44
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Dat zegt een woordvoerder van het CBS. Ik sla daarop aan en ik denk dat u er ook op
aanslaat.
(De heer VAN LAMMEREN: Nu was u ook wethouder in het vorige
college en dat vorige college heeft een postercampagne in Londen
gesponsord om mensen deze kant op te halen. Hoe kijkt u daar nu op
terug?)
Die vragen zijn destijds al door het college beantwoord.
(De heer BOOMSMA: Ik heb bij de voorjaarsnota 2017 een motie
ingediend om te onderzoeken of gezinnen in steeds grotere mate de stad
ontvluchten. Het college heeft daar begin februari 2018 in een brief
antwoord op gegeven. Daarin was de conclusie dat dit niet aan de hand
was. Het aantal gezinnen is historisch hoog en u zag die ontwikkeling niet.
Bevestigt de wethouder nu dat er wel degelijk een vlucht van gezinnen
plaatsvindt? Kan hij daarvoor nieuwe cijfers laten zien of nieuw onderzoek
doen?)
Ik lees hier een passage van het CBS voor en in de brief die wij u geschreven
hebben, beschrijven wij onder andere maatregelen die we nemen. Bijvoorbeeld
middenhuurwoningen waarvoor we geen marktconforme huren vragen, maar
marktcontraire huren omdat we het probleem herkennen, erkennen en waarbij ik stel dat
het goed is om een aantal maatregelen te nemen zoals we ook in het coalitieakkoord
schrijven. We zijn op basis daarvan flink bezig om ervoor te zorgen dat niet alleen degene
met de dikste portemonnee in deze stad kan wonen, maar ook anderen.
(De heer FLENTGE: Een van de maatregelen die voor Amsterdammers
heel erg relevant zou kunnen zijn, is dat doorstromende Amsterdammers
— zo staat het ook in het coalitieakkoord — voorrang krijgen bij
nieuwbouwhuizen in de vrije markt. Wanneer komt u met concrete
maatregelen om Amsterdammers die kans te geven om zich blijvend in
Amsterdam te kunnen vestigen?)
Ik kan nog niet zeggen wanneer die voorstellen uw kant opkomen. We gaan nu
aan de slag om die passage uit te werken. Ik ben eerst aan het werk gegaan om ervoor te
zorgen dat de woningbouwproductie de komende tijd op gang blijft. Onze eerste inzet is
het woningbouwplan. Dat plan hebben we besproken en nu is het zorgen dat de woningen
die gebouwd worden voor een deel ook naar doorstromers gaan, zoals we ook in het
coalitieakkoord beschreven hebben.
(De heer FLENTGE: Wat wij in het coalitieakkoord beschreven hebben,
weet ik heel goed. Ik zat er met u bij. In uw tweet drukte u een zorg uit,
namelijk dat Amsterdammers hier verdrongen worden door mensen met
meer geld. Dan vind ik het antwoord ‘daar kom ik mee’ een klein beetje
mager. Kunt u daarmee haast maken en kunt u vertellen of u op korte
termijn — en ik verwacht voor de zomer — de mogelijkheid ziet om een van
de onderdelen van het coalitieakkoord, namelijk voorrang voor
Amsterdammers, ook mogelijk te maken?)
Voor alle duidelijkheid: deze passage bevat meer componenten. Het gaat om
nieuwbouw, maar we hebben eerder al in de commissie besproken wat we kunnen doen
om bijvoorbeeld ook jongere Amsterdammers beter te kunnen positioneren om uiteindelijk
een sociale huurwoning te bemachtigen. Dat is relatief makkelijk, want daarbij gaat het om
bestaande regels waarbinnen we lokaal ruimte hebben om toe te wijzen.
Nieuwbouwwoningen toewijzen is een heel spannende nieuwe dimensie. Ik kan nu wel
zeggen dat ik voor de zomer met een plan kom, maar dat kan dan ook zijn: we gaan het
45
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
onderzoeken en wel op deze manier. Dit is een spannend iets wat goed uitgezocht moet
worden, want we gaan opeens aan marktpartijen vragen om bepaalde mensen met
voorrang in die woningen te huisvesten. U weet net zo goed als ik dat het een tamelijk
ingewikkelde exercitie is om dat op een goede manier door te voeren. Neemt u echter
maar van mij aan dat ik buitengewoon enthousiast ben over die passage in het
coalitieakkoord dus ik ga er enthousiast mee aan de slag om er tempo mee te maken.
(De heer FLENTGE: Die toezegging van de wethouder dat hij heel veel
haast gaat maken accepteer ik. Het signaal dat ik u in ieder geval wil
geven, is dat het tijd wordt om korte metten te maken omdat we anders
Amsterdammers laten verdringen en straks duizenden Amsterdammers
meer de stad noodgedwongen moeten verlaten. Dus een aansporing van
mij. Dank voor uw toezegging en mijn aansporing is: maak er alstublieft
snel werk van.)
De VOORZITTER: Mijnheer Boomsma, u zat al in het rondje met interrumpanten.
U stond net ook al bij de interruptiemicrofoon en volgens mij heeft de heer Ivens daarna
niets meer gezegd. Ik wil u daarom niet het woord geven. Of hebt u een nieuw punt? De
heer Ivens is na uw interruptie niet meer aan het woord geweest, behalve als reactie op
de heer Flentge. Het was hetzelfde rondje. Hij was niet meer bezig met zijn bijdrage. Ik wil
u dus niet het woord geven, tenzij u zo dadelijk nog een tweede termijn wilt.
18
Wijzigen van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 in
verband met invoering van de mogelijkheid tot het bunkeren van LNG (Gemeenteblad afd.
1, nr. 19)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: LNG, Liquid Natural Gas. Ik ga u een verhaal
vertellen. U luistert ernaar. Het gaat uw ene oor in en uw andere oor uit. Daarna stemt u
voor het voorstel van het college en dat was het dan. Toch ga ik er kostbare spreektijd
aan besteden. Ik hoop namelijk, ik hoop oprecht, dat u wel luistert en dat u nadenkt over
de besluiten die wij hier nemen. De Partij voor de Dieren is zeer kritisch over de jubelsteer
rondom LNG. Dat is een brandstof ter vervanging van diesel, bunkerolie — dat klinkt zo
lekker — en stookolie. LNG is een vloeibaar gas. Dat wordt verkocht onder het mom dat
het minder COo-schadelijk is. LNG wordt echter gewonnen uit schaliegesteente. Weet u
nog? Fracking is hier ook aan de orde geweest. Fracking is het uit gesteente halen van
gas en olie. Fracking gaat gepaard met enorme hoeveelheden water en giftige
chemicaliën die we in de grond spuiten. Dat LNG is op dit moment niet toegestaan in de
Amsterdamse haven. Vandaag gaat u dat toch mogelijk maken als u voor dit voorstel
stemt. Het wordt verkocht onder het mom dat het bij verbranding minder CO» uitstoot dan
bunkerolie en stookolie. Dat is ook waar. Als u echter nagaat hoe LNG geproduceerd
wordt, dan is het nog maar de vraag of het zoveel beter is. Daarnaast is er nog een veel
groter bezwaar. Als wij LNG toestaan, dan wordt de levensduur van fossiele brandstof
verlengd. Het probleem waarmee de wereld te maken heeft, is dat alle CO» dat nu in de
vorm van fossiele brandstoffen in de grond zit op de balans staat van de grote
oliemaatschappijen. Als wij de doelen van het klimaatakkoord willen halen, dan moeten
wij 80% van die waarde in de grond laten zitten. De rekening daarvan wil niemand
46
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
betalen. Niemand wil zeggen: Shell is vanaf morgen 80% minder waard, want we laten de
voorraden waarop het recht heeft ongemoeid.
Als wij LNG toestaan door erin te investeren — en nee, de gemeente investeert er
niet in, maar er zal een bedrijf in gaan investeren — dan maken we die balans alleen maar
groter. Het is onverstandig om geld in deze nieuwe fossiele brandstof te steken, want u
maakt de wereldwijde balans hiermee alleen maar groter. U maakt het probleem voor uw
kinderen, uw kleinkinderen, uw dierbaren alleen maar groter. Dit is wat ik u wilde
meegeven. Ik weet wat er gestemd zal worden, maar ik wilde dit toch met u delen.
(De heer GROEN: Ik wil graag iets van de heer Van Lammeren weten. Er
heeft een reeks artikelen gestaan in het huisorgaan van Milieudefensie
waarin ze precies het soort kritische analyses maken die u hier toelicht. Er
staat echter ook interessant genoeg iets anders in. Als we het bekijken
vanuit het perspectief van de luchtkwaliteit en de hoeveelheid NOx, dan is
het gebruik van LNG als vervanging van bunkerolie en stookolie
“ontegenzeggelijk verstandig”. Hoe beoordeelt u dat?)
Dat is gewoon waar. Lokaal is dat gewoon waar. Dat is hetzelfde als bij een Tesla.
Dat is een heel schone auto als je hem wast, maar ook alleen dan is hij heel schoon.
Natuurlijk is hij lokaal veel beter voor de luchtkwaliteit. Een Tesla heeft echter 600 kg
batterijen aan boord. Dat is ongeveer het gewicht van een kleine auto. Die batterijen
worden van stroom voorzien uit bruinkool omdat er te weinig groene stroom is. Natuurlijk
is het lokaal waar dat LNG, want dat is een gas, minder fijnstof uitstoot. Dat heeft echter
niets met CO» te maken. Ik hoef u dat niet uit te leggen. Het is een groot verschil. Wat hier
gebeurt, is dat wij LNG toestaan en dat er bedrijven gaan investeren in LNG. Er zijn
volgens mij zelfs vragen door D66 gesteld om te garanderen dat ze die investering
kunnen terugverdienen. Als wij dit toestaan, dan betekent dat dat er weer meer geld op
die balans komt. Die balans moet de andere kant op. We moeten fossiele brandstoffen in
de grond laten zitten en dit is een beweging naar de verkeerde kant. Dat mag niet
gebeuren in deze stad.
(De heer GROEN: U zegt dat het globaal gezien wel nadeliger is. In uw
betoog zei u ook dat het maar zeer de vraag is of het CO» bespaart. Ik
kan die vraag wel beantwoorden op grond van datzelfde artikel. Als we
het gebruiken voor energieopwekking dan is dat helemaal niet de vraag.
Dan is LNG gewoon slechter. In het wegvervoer is het maar zeer de
vraag. De brede consensus is dat de vervanging van stookolie bij
binnenvaartschepen door LNG ook vanuit het perspectief van de CO>-
uitstoot veel beter is. Hoe beoordeelt u dat dan?)
Mijnheer Groen, ik snap dat u gebonden bent aan coalitieafspraken en dat u zo
meteen voor dit LNG-voorstel zult stemmen. U probeert een gat te schieten in dit betoog
en dat zal u niet lukken. Ik ga er echter toch de rest van mijn spreektijd aan besteden.
LNG wordt gemaakt door middel van fracking. Als LNG wordt uitgerold, dan wordt het
fossiele tijdperk verlengd. U en ik weten als geen ander — en als de rest hier niet bij zou
zijn, dan zouden we heel ander gesprek hebben — dat verlenging van het gebruik van
fossiele brandstof onhoudbaar is en dat we de rekening doorschuiven naar onze kinderen.
Dat moet u niet willen. Of het nu een beetje CO» bespaart of een beetje CO» extra
oplevert, het maakt niet uit. Wij moeten dat spul in de grond laten zitten. Als we het
verbranden, dan zijn we met zijn allen aan de beurt.
(De heer GROEN: Als we weten dat binnenvaartschepen nu varen op
vieze bunkerolie en dat dat veel smeriger is ten aanzien van de
47
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
luchtkwaliteit en veel slechter voor het klimaat, wat stelt u dan voor te
doen? De hele binnenvaart afschaffen?)
Ik heb altijd zo veel respect voor u. Ik zei al wat er gaat gebeuren. U gaat dit
vandaag toelaten en u probeert dat nu te verhullen door te beweren dat het lokaal viezer
is. Het is lokaal viezer. Wat we echt moeten doen, is minder producten kopen. Wat we
echt moeten doen, is de grondstoffen belasten. Belasting op arbeid is echt heel raar. Daar
moet u eens over nadenken. lemand werkt en dat gaan we belasten terwijl er genoeg
mensen aan het werk willen. Dat maken we echter te duur. Maar grondstoffen waarvan
we er te weinig hebben? We kopen voor 2 euro een pakketje uit China met plastic en
allerlei rotzooi die we weggooien. Daar moeten we iets aan doen. Dan hebben we minder
transport nodig en krijgen we een circulaire economie. Dat is het echte antwoord. Probeer
niet mij met deze debattrucs te laten zeggen dat investeren in fossiele brandstoffen
verstandig is. U en ik zijn tegen fracking. Volgens mij kwam het voorstel Amsterdam
frackingvrij uit uw pen en als dat niet zo is, dan had ik het u gegund.
(Mevrouw KAT: U hebt het over debattrucs. We hebben dit in de
raadscommissie Financiën en Economische Zaken besproken en daar
was u niet. Ik wil u toch uitnodigen om voortaan dit soort debatten met
elkaar te voeren, ook in de raadscommissie Financiën en Economische
Zaken.)
Ja, het maakt wat ik zeg minder waar als ik het hier zeg dan als ik het in de
commissie zeg.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen.
De heer GROEN: Ik wil de heer Van Lammeren bedanken voor zijn
gepassioneerde betoog. Misschien hadden mijn interrupties de schijn tegen, maar ik vind
dat hij heel terecht het gebruik van LNG problematiseert. Laten we wel wezen, het is een
fossiele brandstof en als we het op de verkeerde manier produceren ook een manier om
fracking van een afzetmarkt te voorzien. GroenLinks is dan ook geen fan van LNG en
vindt LNG niet goed, maar vindt het wel zoals de heer Bakker het in de commissie
noemde een kleiner kwaad. Een kleiner kwaad dan stookolie. Sterker nog: wij vinden het
beter dan stookolie. Ik wijs erop dat een onverdachte organisatie als Milieudefensie dat
voor de scheepvaart ook vindt. Zowel voor de lokale luchtkwaliteit als op het gebied van
COp-uitstoot, mijnheer Van Lammeren. Dat waren geen debattrucs, ik wees u op de
feiten. Ook uit het perspectief van het klimaat is het een betere oplossing. Er zijn wel
twijfels, maar die betreffen het wegverkeer en niet de scheepvaart. In de commissie
hebben we er ook vragen over gesteld aan de wethouder. Mevrouw Kat wees er terecht
op dat u dat misschien gemist hebt omdat u daar niet was. Als we dit mogelijk maken —
dat is het enige wat we doen, we investeren niet in fossiele infrastructuur, maar we maken
het mogelijk om LNG te gebruiken — dan brengt dat het risico van een lock-in met zich
mee. Dat we langer aan dit soort brandstof blijven vastzitten dan we willen. De wethouder
heeft al bevestigd dat hij daar aandacht voor vraagt. Hij heeft al bevestigd dat het hier
alleen gaat om tanken voor schepen en dat we geen infrastructuur aanleggen. Hij heeft
verteld dat hij bij de Haven constant de zorg over die lock-in onder de aandacht zal
brengen. Daarmee is GroenLinks in ieder geval gerustgesteld.
Wel heeft uw betoog een nieuwe zorg in mij bewerkstelligt en daar ga ik de
wethouder nog een vraag over stellen. Als we extra mogelijkheden creëren voor het
gebruik van gevaarlijke stoffen, dan moeten we ook extra handhaven. Dat doet volgens
mij de Omgevingsdienst of het Havenbedrijf zelf. Ik vraag mij af of daar ook extra
48
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
capaciteit voor is en of de wethouder bereid is om bij de Omgevingsdienst of het
Havenbedrijf na te vragen of zij in staat zijn om het extra gevaar van het gebruik van LNG
strikt te handhaven. Naar de Partij voor de Dieren wil ik een hand uitsteken, want het staat
natuurlijk buiten kijf dat beter nog dan varen op LNG we de binnenvaart op elektra of
waterstof kunnen laten varen. Er komt een Routekaart klimaatneutraal. Misschien kunnen
wij samenwerken aan een voorstel in het kader van de Routekaart klimaatneutraal voor
de Haven om de Haven te vragen een strategie te ontwikkelen voor het stimuleren van
binnenvaartvervoer op elektriciteit of waterstof. Dan hoeven we niet alleen imperfecte
plannen af te wijzen, maar kunnen we ook nog iets doen voor het klimaat.
(De heer VAN LAMMEREN: Dit wordt een beetje een zure interruptie. Als
u uw rug rechter houdt dan bij de zeesluis waarmee tonnen bunkerolie en
kolen naar Amsterdam komen en niet alleen een motie voorlegt als doekje
voor het bloeden, dan doe ik dat natuurlijk graag.)
Dat was volgens mij geen vraag en volgens mij werd de uitgestoken hand
afgewezen, maar we doen het zelf wel, mijnheer Van Lammeren.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock.
Wethouder KOCK: Ik zal de vraag van de heer Groen beantwoorden en omwille
van de tijd niet uitgebreid ingaan op het debat dat net gevoerd is. Volgens mij zijn alle
argumenten wel uitgewisseld tussen de heer Van Lammeren en de heer Groen. Er is
uiteraard heel goed naar de veiligheid gekeken door de Omgevingsdienst en de
Veiligheidsregio Amsterdam. Ze zijn ook nauw betrokken geweest bij deze wijziging van
de Havenverordening, bij het opstellen van de LNG-toolkit en het berekenen van de
veiligheidsnormen. Beide organisaties, zowel de Veiligheidsregio als de Omgevingsdienst,
zijn akkoord met deze wijzigingen en hebben ook voldoende capaciteit om erop toe te
zien en te handhaven.
(De heer GROEN: Het was mij niet alleen te doen om de veiligheid. Het
probleem bij LNG is ook dat er methaan kan ontsnappen en dat is een
nog veel ernstiger broeikasgas dan CO». Is er ook aandacht voor dat
risico? Zo niet, kunt u dat nog navragen?)
Ik weet dat de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio naar alle aspecten van de
veiligheid gekeken hebben en dat heel grondig gedaan hebben, maar ik zal hier nog
specifiek navraag naar doen. U mag ervan uitgaan dat er goed naar gekeken is, maar ik
zal het nog navragen.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 19).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 19) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 19) is
aangenomen met de stemmen van DENK, de PvdA, GroenLinks, de SP, de ChristenUnie,
de Partij van de Ouderen, D66, het CDA en de VVD voor.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 19 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
49
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
19
Vaststellen van het bestemmingsplan HWG Johan Huizingalaan (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 20)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Eenieder die wel eens over de ring A10 Zuid langs de
Zuidas rijdt of daar rondfietst, is iets opgevallen. Het is daar één kaalslag. Alle bomen zijn
weg. Dat heeft te maken met het Zuidasdok. In de vorige raad of de raad ervoor is daar al
mee ingestemd. Dat ligt hier ook niet voor. Wat er vandaag voorligt, is om extra bomen te
kappen die nodig zijn om de materialen, werkvoertuigen en dat soort zaken te stallen.
Heel veel mensen hebben dat over het hoofd gezien, inclusief een aantal ambtenaren die
ik erover gesproken heb. Zij hadden zich helemaal niet gerealiseerd dat er bij de
Oeverlanden ook gekapt zal worden. U weet wel, de noordkant van het Amsterdamse
Bos. Dat is doodzonde. Dat is echt zonde, want die bomen worden tijdelijk gekapt om
daar materieel neer te zetten. De vraag van de Partij voor de Dieren is: is dat echt nodig?
Ik vind de bomenkap langs de A10 echt vreselijk en ik niet alleen. Ik geloof dat er meer
mensen benaderd zijn met de vraag: wat is hier aan de hand en wat is het toch lelijk als
die bomen weg zijn. Moeten we dat ook bij de Oeverlanden gaan doen? Ik heb daarom
een amendement dat oproept om toch nog een andere locatie te bekijken. Een andere
locatie waardoor we geen bomen hoeven te kappen en we geen stuk van het
Amsterdamse Bos aan de noordzijde opofferen. Wij staan hier niet om het Zuidasdok
tegen te houden, maar wij staan hier wel om de bomen te sparen die eventueel onnodig
gekapt worden.
De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen:
91° Amendement van het raadslid Van Lammeren inzake het vaststellen van
het bestemmingsplan HWG Johan Huizingalaan (geen bomenkap voor alternatieve
locatie) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 78).
Besluit:
In de raadsvoordracht van het bestemmingsplan op pagina 2 de tekst:
‘Een alternatieve locatie is gevonden aan de Oude Haagseweg (ten zuiden van de
Rijksweg A4 in het stadsdeel Nieuw-West). Een (tijdelijke) omgevingsvergunning
waarmee het gebruik als werkterrein op deze locatie mogelijk wordt gemaakt, is verleend’.
Te wijzigen in:
‘De alternatieve locatie die momenteel gevonden is, is onwenselijk omdat er 168
bomen voor gekapt moeten worden. Er wordt actief gezocht naar een andere locatie
waarbij geen bomen gekapt hoeven te worden’.
En de volgende zin van het bestemmingsplan op pagina 2 te schrappen:
‘De benodigde omgevingsvergunning voor kappen kan half januari 2019
onherroepelijk worden zodat Zuidasdok (de minister) schriftelijk kan aangeven het
werkterrein in de Sporendriehoek niet meer (volledig) nodig te hebben. Op dat moment
kan Nuon over het benodigde deel van het terrein beschikken’.
Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging.
50
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Wij kunnen hier kort over zijn. De Partij van de Ouderen is
tegen hogetemperatuurwarmtenetten. Hogetemperatuurnetten stellen minder vergaande
eisen aan de isolatie van nieuwbouwwoningen. Daarom maken we ons afhankelijk van de
hogetemperatuurwarmtenetten. Er zijn andere oplossingen die nadere bestudering
verdienen. Waternet heeft toevallig een rapport uitgebracht waarin staat dat het ook
warmte kan produceren. Wij willen dolgraag weten of u bereid bent om daar een keer
naar te kijken en met name uit milieuoogpunt de bouw van deze en andere
hulpwarmtecentrales eerst in het kader van de energietransitiealternatieven onder de loep
te nemen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock.
Wethouder KOCK: Wat hier voorligt, is een wijziging van een bestemmingsplan.
Ik denk dat er enige verwarring is ontstaan in de commissie en mogelijk ben ik daar
schuldig aan. Het werkterrein aan de Riekerweg heeft hier verder niet veel mee te maken.
Dat is op verzoek van Zuidasdok gevonden als extra werkterrein. Het klopt dat daar
bomen voor gekapt moeten worden en het klopt dat dat er 168 zijn. Dat is buitengewoon
spijtig. Dat staat los van de hulpwarmtecentrale die hier voorligt en waar het terrein van de
Sporendriehoek voor gevonden is waarvoor dus een andere locatie moest komen. Er is
heel goed en zorgvuldig gekeken naar alternatieve locaties voor dat extra werkterrein voor
het Zuidasdok, maar die zijn niet gevonden. Daarom ligt dit nu voor. Daarom krijgt het
amendement ook een negatief preadvies. Ik kan wel toezeggen dat, als het enigszins
mogelijk is om het werk rondom het Zuidasdok, dat buitengewoon complex is, zo te doen
dat er minder bomen gekapt hoeven te worden en als er betere locaties gevonden kunnen
worden voor werkterreinen, dan doen we dat. Dat zoeken gebeurt continu en het college
hecht er ook veel belang aan. Dat is niet alleen een commitment van Zuidasdok, maar
van alle partners die aan Zuidasdok werken, ook van Rijkswaterstaat en de andere
partners.
(De heer VAN LAMMEREN: Dit is de eerste locatie, maar bij de
Oeverlanden is een mogelijke tweede locatie voor een werkterrein
aangewezen. Klopt dat? Dit is een tijdelijk werkterrein. Ik ben niet in de
commissie aanwezig geweest. Normaal zit daar iemand anders, mevrouw
Bloemberg, die ziek is. Hoe lang duurt die tijdelijkheid? Is gegarandeerd
dat we het terrein weer in de oude staat herstellen. Mijn ervaring is
namelijk dat als we ergens bomen gekapt hebben, ze nooit meer
terugkomen.)
Ik weet niet of er nog een ander werkterrein is. Ik weet ook niet hoe lang dat
werkterrein nodig is. Dat kan best eens heel lang zijn, want het Zuidasdok is een heel
langdurig traject. Dat gaat acht tot tien jaar duren. Ik zeg u toe dat ik dat zal uitzoeken.
Dan stuur ik een brief waarin op opschrijf of er nog een tweede terrein nodig is en ook hoe
tijdelijk tijdelijk is en wat de plannen zijn als het werkterrein niet meer nodig is. Dat dit een
tijdelijk werkterrein is, is per definitie waar, want op een gegeven moment zijn we klaar
met het bouwen van het Zuidasdok. Daar ga ik in elk geval van uit.
(De heer VAN LAMMEREN: Als die brief er is, dan wil ik die meteen
agenderen. Ik vind het een beetje vervelend dat het een tijdelijk
werkterrein is, maar dat de wethouder niet weet wat er daarna gebeurt,
51
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
terwijl we wel in groen kappen. Misschien weet het college het wel. Dat
zou ik heel graag willen weten, want de Partij voor de Dieren wil niet dat
er gekapt wordt. En als er dan gekapt wordt, dan wil ik dat het terrein
weer in de oude staat wordt hersteld. Ik wil het college oproepen om daar
een antwoord op te formuleren.)
(De VOORZITTER: Mijnheer Kock, ik begrijp dat u een brief hebt
toegezegd. Kunt u zeggen wanneer we die kunnen verwachten?)
Binnen twee of drie weken. We willen dat netjes doen. Het is niet heel raar dat ik
niet van elk werkterrein bij het Zuidasdok precies weet wat de planning is, wanneer het
klaar is en wat er daarna mee gebeurt. Er zijn heel veel werkterreinen bij het Zuidasdok
dus ik hoop dat de heer Van Lammeren me dat vergeeft.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Het volgende ligt voor. De tijdelijkheid van dit terrein
en wat er daarna mee gebeurt, vind ik essentieel om te weten. Wat gebeurt er als we niet
vandaag dit besluit nemen, maar pas als we weten hoe tijdelijk tijdelijk is en wat er daarna
gebeurt? Ik denk dat iedereen die het groen en het Amsterdamse Bos liefheeft dat wil
weten. Deze bomenkap verrast iedereen. Ik heb niet het idee dat men nu klaarstaat met
de kettingzaag en dat er meteen gekapt wordt als wij hiermee akkoord aan. Kunnen we dit
drie weken uitstellen totdat we duidelijkheid hebben over de tijdelijkheid?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock.
Wethouder KOCK: Ik ben geen voorstander van uitstel. Dat werkterrein is nodig,
dat weten we. Er is uitentreuren gekeken naar allerlei alternatieve locaties. Dit is nodig. Ik
weet niet precies wanneer de schop in de grond gaat. Ik krijg net te horen dat de
tijdelijkheid van dat terrein zes jaar bedraagt. Dat weten we alvast. Over acht tot tien jaar,
wanneer het Zuidasdok klaar is, ligt daar een beter pakket groen dan er nu ligt. Er komt
een hoge kwaliteit groen terug. Elke boom die gekapt wordt, wordt elders in de stad weer
terug geplant. Ik denk daarom dat het geen goed idee is om dit uit te stellen. Bovendien
moet Nuon aan de slag, want anders komen mensen in de kou te zitten.
(De heer VAN LAMMEREN: Dat is natuurlijk niet waar. Dat elke boom die
gekapt wordt weer terugkomt, kunt u niet hard maken. Dat is feitelijk
onjuist, want daarvoor is er een bomenvereveningstonds opgericht. Wij
vragen steeds hoeveel bomen er worden teruggeplant en daar krijgen we
geen antwoord op. Kunt u mij aanwijzen waar die bomen komen, want
daar ben ik dan zeer benieuwd naar?)
Ik kan niet van elke boom aanwijzen waar hij terugkomt. Ik weet wel dat er heel
veel bomen worden herplant op de Zuidas. Ik weet ook dat de kap die wij doen
onvermijdelijk is om dat dok daar te kunnen bouwen.
(De heer VAN LAMMEREN: Dat is een mooi antwoord, maar dat is niet
wat u zei. U zei: er ligt beter groen als we klaar zijn en elke boom wordt
teruggeplant. Dat is gewoon feitelijk niet waar, want het vorige college
heeft dat bevestigd. Ik heb die stukken nu niet bij de hand, maar als u nu
beweert dat alle bomen terugkomen en dat het groen beter wordt, dan wil
ik dat u dat hardmaakt. De Partij voor de Dieren heeft expliciet gevraagd
waar die bomen dan staan. Er is een pot met geld, maar er zijn geen
bomen. Sterker nog: dit college heeft gezegd: we wilen die pot
52
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 R
aadsnotulen
openstellen om er andere voorzieningen van te creëren omdat we die
bomen niet kunnen planten. Blijft u daarom bij uw stelling dat elke boom
wordt teruggeplant?)
Ik blijf bij de stelling dat wij alleen kappen wat nodig is, dat het goed is om
hiermee door te gaan omdat we het Zuidasdok gaan bouwen, dat de kwaliteit van het
groen dat terugkomt zeer hoogwaardig is en verder stel ik voor dat we er in de commissie
uitgebreid over praten. U krijgt een brief van mij. Daarna kunnen we er verder over praten.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik ben blij met dit interruptiedebat, want u
handhaaft niet de stelling dat elke boom wordt teruggeplant. Dat is ook
terecht, want dat kunt u niet hardmaken. Er zullen bomen verdwijnen.)
Voor zover ik weet is er een herplantplicht en voeren we die ook uit. We kunnen
er in de commissie verder over praten.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Van Lammeren
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 78).
Het amendement-Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 78} wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van Lammeren
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 78) is verworpen met de stemmen van de Partij van de
Ouderen, BIJ en de Partij voor de Dieren voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 20).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 20) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 20) is
aangenomen met de stemmen van DENK, de PvdA, GroenLinks, de SP, de ChristenUnie,
D66, het CDA, de VVD en Forum voor Democratie voor.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 20 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
23
Vaststellen van het bestemmingsplan Frans van Mierisstraat 59 (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 23)
De VOORZITTER: De heer Van Lammeren heeft inclusief de 3 minuten extra nog
precies 3 minuten en 6 seconden. U hebt nog 6 seconden reguliere tijd plus 3 minuten
extra voor de rest van de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
53
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
De heer VAN LAMMEREN: Dat gaat lukken. Dank u wel voor de waarschuwing.
Hier gebeurt iets heel geks. Hier wordt een kelder toegestaan die niet in het
bestemmingsplan past. Daarom zijn we ook tegen. U zult straks horen dat dit via het
Kruimelbesluit zou kunnen, maar dat is feitelijk onjuist. We zijn daarom tegen de wijziging
van dit bestemmingsplan, want we hebben al genoeg problemen om Amsterdam
regenbestendig te maken. Wij zijn, ondanks de brief van de wethouder, bang voor een
rimpeleffect en dat andere mensen ook claimen dat ze dit willen. U krijgt straks een
technisch verhaal over het inleveren van vierkante meters boven het maaiveld naar
vierkante meters daaronder. Om een lang verhaal kort te maken: hier wordt maatwerk
geleverd om de onderkeldering van een tuin mogelijk te maken. Daarom zijn we tegen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: Ik zal het kort houden. Het bestemmingsplan
maakt onderkeldering mogelijk. Er was al onderkeldering mogelijk, want dat kan altijd. Het
is wel vergunningplichtig. Als de indiener van de aanvraag van dit bestemmingsplan ook
onderkeldering wil, dan moet hij een omgevingsvergunning aanvragen. Die
omgevingsvergunning zal gewoon getoetst worden, ook voor wat onderkeldering betekent
voor de waterafvoer in dat gebied. Dit bestemmingsplan maakt het inderdaad mogelijk dat
er bovengronds minder bebouwing komt dan er nu is. Dat is voor klimaatadaptatie een
goede zaak.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 23).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 23) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 23) is
aangenomen met de stemmen van de Partij voor de Dieren tegen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 23 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
24
Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op de
locatie van het medisch cluster Slotervaart te Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 24)
De VOORZITTER: Mevrouw Naoum Néhmé is de eerste spreker, maar die heeft
geen spreektijd meer.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé voor een punt
van orde.
Mevrouw NAOUM NÉHMÉE: Sinds het begin van deze vergadering is dit dossier in
een sneltreinvaart in een ruziemodus tussen gemeente en curator terechtgekomen. We
hebben hierover niet eerder met het college gesproken. Volgens mij zijn de
54
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
beschuldigingen die over en weer worden geuit dusdanig ernstig dat ik wil voorstellen om
de behandeling van deze raadsvoordracht uit te stellen zodat we eerst in de commissie
van gedachten kunnen wisselen. Later kunnen we dan integraal alle aspecten bekijken.
De VOORZITTER: Mevrouw Naoum Néhmé doet een ordevoorstel om dit uit te
stellen. We kunnen er allemaal iets over zeggen. We kunnen er misschien ook snel over
stemmen. Is er behoefte om dit heel uitgebreid te bespreken of zullen we het voorstel in
stemming brengen?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Wat mij er licht aan stoort van de VVD is dat het geen
geheim was hoeveel minuten spreektijd we allemaal hadden. Er is nog een tamelijk
onzinnige actualiteit behandeld. Als u dit soort dingen wilt doen, zorg er dan voor dat u dat
bij het vaststellen van de agenda zegt. Dat vind ik nog enigszins chique. Verder vind ik dit
grote onzin en ben ik tegen het ordevoorstel.
De VOORZITTER: Ik had het toch maar meteen in stemming moeten brengen,
want u gaat nu allemaal over de orde vergaderen en dat vind ik een beetje zonde van de
tijd.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: De gemeenteraad heeft vastgesteld dat deze
actualiteit op de agenda staat en de heer Van Dantzig mag natuurlijk vinden wat hij wil
van een actualiteit. Ik kan hem dat recht niet ontnemen. Ik vind het wel jammer. Als de
gemeenteraad dit een actualiteit vindt, dan is het dat ook.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINGK: Uitstel is helaas niet mogelijk, want als we dit
besluit uitstellen, dan overschrijden we de termijn van drie maanden nadat het college het
besluit genomen heeft. Ik heb ook het idee dat het grootste deel van deze raad voor
toepassen van een voorkeursrecht is, dus uitstel kan niet.
De VOORZITTER: Het ordevoorstel van mevrouw Naoum Néhmé is om dit
onderwerp nu niet te behandelen, maar uit te stellen.
De VOORZITTER constateert dat het ordevoorstel is verworpen met de stemmen
van de VVD en het CDA voor.
De VOORZITTER: Dat betekent dat we het onderwerp gaan behandelen.
Mevrouw Naoum Néhmé had het woord gevraagd, maar die heeft geen spreektijd meer.
Zijn er andere leden die het woord willen voeren over dit onderwerp? Zo nee, dan
brengen we het voorstel in stemming.
(Mevrouw POOT: Mag ik een ordevraag stellen.)
Vooruit. Voert u nu het woord”?
(Mevrouw POOT: Mijn ordevraag is gericht tot mijn collega’s. Mag
mevrouw Naoum Néhmé toch nog even het woord hierover voeren?)
55
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Mevrouw Poot, dat moet u niet aan uw collega’s vragen, maar aan mij. Ik ben de
voorzitter. Ik heb net gezegd dat mevrouw Naoum Néhmé niet het woord krijgt. De
spreektijd van de VVD is echt op. De heer Boomsma heeft nog wel 2 minuten en 28
seconden.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Het is belangrijk om hier toch even bij stil te staan. Wij
hebben in de media vernomen van de ruzie die is ontstaan tussen curator en gemeente.
Dat is een buitengewoon onwenselijke gang van zaken. We moeten natuurlijk niet de
indruk wekken dat we misbruik maken van onze positie en dat we willen voorkomen dat er
een goede marktconforme prijs wordt vastgesteld. Ik wil daarom toch de wethouder
vragen om te reageren op de berichten in de media.
(Mevrouw DE HEER: Ik wil hier toch even op ingaan, want volgens mij
willen wij ook een marktconforme prijs betalen en dus is er niemand in het
nadeel.)
Ik mag hopen dat wij een marktconforme prijs willen betalen. Dat lijkt mij evident.
De vraag is natuurlijk hoe die wordt vastgesteld. Daar bestaat nu onenigheid over. Ik wil
niet dat wij zonder enige discussie dit voorstel vaststellen terwijl er nog ruis over bestaat.
Ik wil weten wat er waar is van de aantijgingen van de curator. Kan de wethouder ingaan
op de zorgen die daarover bestaan?
(Mevrouw VAN RENSSEN: Mijnheer Boomsma, bent u ervan op de
hoogte dat, in het geval dat de gemeente en de verkopende partij er bij
een voorgenomen verkoop niet uit zullen komen, de prijs door een rechter
kan worden bepaald, met medewerking van deskundigen?)
Ja, dat kan inderdaad de uitkomst zijn, maar het lijkt me beter om dat te
voorkomen. Ik vind het belangrijk dat de gemeente zich eerlijk opstelt in deze situatie en
dat er een marktconforme prijs wordt vastgesteld. Ik constateer alleen dat er nu ruzie over
is ontstaan en ik wil graag het standpunt van de wethouder horen.
(Mevrouw TIMMAN: Voor alle duidelijkheid, u zegt het belangrijk te vinden
dat de gemeente eerlijk handelt. Insinueert u nu dat de gemeente in dit
geval oneerlijk handelt?)
Nee, ik constateer dat er zorgen over bestaan bij de mensen die er nu
rechtstreeks mee te maken hebben, namelijk de curator. Die heeft volstrekt het recht om
een goede prijs te willen voor de eventuele verkoop van het vastgoed. De gemeente heeft
met dit instrument natuurlijk een belangrijk machtsmiddel, maar dat geeft ook een
speciale verantwoordelijkheid om er zorgvuldig mee om te gaan. Ik wil niet insinueren dat
wij dat niet doen, maar ik wil wel van de wethouder horen wat zij vindt van de suggesties
van de curator. Ik vind ook dat we het daar serieus over moeten hebben.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig.
Mevrouw KILIG: Het is velen waarschijnlijk ter ore gekomen wat er in Het Parool
staat. Dat leidde bij mij tot een vraag over de bestemming van het pand in de toekomst.
De curator suggereert met het oog op de toekomst dat de bestemming niet langer een
zorgbestemming is, maar dat ervoor in de plaats woningen zouden komen. Kan de
wethouder dit bevestigen”?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
56
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Wethouder VAN DOORNINGK: Om eventuele zorgen weg te nemen, natuurlijk
handelt de gemeente hier volledig rechtmatig. Wij mogen een voorkeursrecht op het pand
vestigen en wij doen dat met name om ervoor te zorgen dat het de bestemming medisch
cluster behoudt. We hebben vaker gezegd dat dat de voorkeursbestemming is. Op dit
moment ligt er de bestemming ziekenhuis en maatschappelijke functie op. Dat vinden wij
belangrijk voor het gebied. Dat is ook de reden dat we het voorkeursrecht erop gevestigd
hebben. Daarover gaan wij ook heel graag in gesprek met de curator om tot een
marktconforme prijs te komen. Dat lijkt ons de allerbeste weg. De curator doet het liever
anders. Daar hebben wij een briefwisseling over gehad die inderdaad een beetje stevig is.
Wij kregen namelijk van de curator het idee dat er een andere voorstelling van zaken
werd gegeven over de bestemming van het gebied. Wij vonden het ook nodig om
eventuele andere geïnteresseerden duidelijk te maken dat er geen andere bestemming op
dit gebied ligt en dat wij graag een marktconforme prijs hiervoor betalen, maar niet met de
veronderstelling dat er een andere mogelijke bestemming voor het gebied zou zijn en de
prijs misschien opgedreven zou worden. Dat zou zonde zijn, want zoals gezegd, wij
betalen graag de marktconforme prijs. Dat lijkt ons logisch. Dat is volgens mij ook in het
belang van het gebied. Het is ook in het belang van de curator en de schuldeisers dat we
op een goede manier tot een afwikkeling van deze zaak komen. Wij gaan zo snel mogelijk
door met de gesprekken met de curator om dit goed af te ronden.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé voor een
stemverklaring.
Mevrouw NAOUM NÉHMÉ (stemverklaring): Wij zullen tegenstemmen omdat het
college ons op geen enkele manier heeft overtuigd van de toegevoegde waarde van dit
instrument, bovenop het feit dat dit complex op erfpachtgrond staat en het
bestemmingsplan onschuldige bestemmingen heeft. Naar onze mening moet dit meer de
vastgoedportefeuille van de gemeente verstevigen dan dat het bijdraagt aan het oplossen
van de misère die de aanleiding is geweest voor deze aankoop.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman voor een
stemverklaring.
Mevrouw TIMMAN (stemverklaring): Ik permiteer mij nu misschien ook een iets
langere stemverklaring dan u van mij gewend bent. D66 vindt het zeer vreemd dat ten
tijde van het vestigen van dit voorkeursrecht door het college de voorman van de VVD
laaiend enthousiast was. Sterker nog: een van beste vakvrouwen en wethouders van
deze stad heeft dat recht toen gevestigd. Het is heel vreemd dat dat standpunt in zo’n
korte tijd zo gedraaid is.
De VOORZITTER: En daarom stemt u voor de voordracht? Dit was geen
stemverklaring. Dat weet mevrouw Timman ook wel. Daar laten we het nu bij.
(Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Het zou mevrouw Timman sieren als ze hier
excuses voor maakt.)
57
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Mevrouw Naoum Néhmé, ik heb mevrouw Timman gezegd dat het geen
stemverklaring is en mevrouw Timman doet dat een volgende keer niet nog eens. Daar
laten we het bij.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 24).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 24) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 24) is
aangenomen met de stemmen van DENK, de PvdA, GroenLinks, de SP, BIJ1, D66, de
ChristenUnie, het CDA en de Partij voor de Dieren voor.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 24 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
26
Vaststellen van het uitvoerings- en kredietbesluit voor een inrichting van een
nieuw zuidelijk pontplein van het IJpleinveer ten noorden van de kruising Oostertoegang-
De Ruijterkade Oost als onderdeel van Sprong over het IJ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 5)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting.
De heer ERNSTING: Ik houd het heel kort, want volgens mij hebben we genoeg
vergaderd. In de commissie hebben we dit besproken. Het is een hartstikke goed plan om
het IJpleinveer te verplaatsen naar de ODE-brug. Over de ODE-brug loopt een fietspad.
Dat is echt het onhandigste fietspad dat wij de laatste jaren hebben gemaakt. Mensen
moeten daar drie keer oversteken, het is veel te smal, kent vijf bochten en de stoplichten
staan altijd op rood. Dat kan volgens ons veel beter. Daarvoor heb ik een motie. Ik heb dit
ook al in de commissie aan de orde gesteld, maar het antwoord vond ik niet volledig naar
tevredenheid. Ik heb daarom een motie, samen met de heer Boutkan en de heer Vroege
waarin ik het college vraag om de verbetering van het fietspad toch op te nemen in de
huidige plannen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
92° Motie van de raadsleden Ernsting, Boutkan en Vroege inzake een nieuw
zuidelijk pontplein van het IJpleinveer ten noorden van de kruising Oostertoegang-De
Ruijterkade Oost als onderdeel van Sprong over het IJ (een beter fietspad ODE-brug en
Oostertoegang) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 79).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Alsnog een betere situering van het fietspad te onderzoeken en mee te nemen bij
de verdere ontwikkeling van het nieuwe pontplein.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma.
58
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Wethouder DIJKSMA: Ik moet ongetwijfeld een slechte dag hebben gehad tijdens
de commissievergadering, want in mijn beleving heb ik wel degelijk gezegd dat ik van plan
ben om naar dat fietspad te laten kijken omdat dat beter kan. In mijn ogen is dit onderdeel
van het beleid of ondersteuning van het beleid. Omdat ik vandaag misschien een veel
betere dag heb, wil ik de motie warm bij u aanbevelen zodat u er voor kunt stemmen.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Omdat de motie nog niet is rondgedeeld, gaan we eerst verder
met het volgende agendapunt.
Dit punt wordt even aangehouden.
27
Vaststellen van het uitvoerings- en budgetbesluit voor het versneld uitvoeren van
maatregelen op het kruispunt Zuiderzeeweg-IJburglaan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 6)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernstig.
De heer ERNSTING: Een ander verkeersonderwerp. Een flinke ingreep op het
kruispunt IJburgerlaan-Zuiderzeeweg bij het einde van de Piet Heintunnel. Daar komt
extra wegcapaciteit. Dat is ook beter voor de doorstroming, maar het zou ook tot extra
autoverkeer kunnen uitnodigen. Er komt ook een vrije busbaan. Er zijn goede dingen en
dingen waar ik me zorgen over maak. Een van de dingen waar ik mij zorgen over maak, is
de luchtkwaliteit ter plaatse. Dat is al bijna een knelpunt. Het wordt steeds drukker en er
komen ook steeds meer mensen wonen. Om de hoek wordt de Sluisbuurt gebouwd. Het
wordt steeds meer een woon- en leefgebied voor Amsterdammers. Nu heb ik gevraagd of
we daar niet een luchtmeetpunt moeten ophangen. Het antwoord was: dat lijkt ons niet zo
verstandig. Ik wil echter toch extra aandacht vragen voor de luchtkwaliteit daar, ook omdat
ik gisteren heb gehoord dat de Waag, in samenwerking met bewoners en het RIVM wel
degelijk bezig is om daar de luchtkwaliteit te meten. Ik wist dat nog niet tijdens de
commissiebehandeling. Ik vraag me daarom af hoe dit zit en of de wethouder me er iets
meer over kan vertellen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma.
Wethouder DIJKSMA: Om een lang verhaal kort te maken, we hebben inderdaad
uitgebreid gesproken, ook over de luchtkwaliteit bij de Piet Heintunnel en op
Zeeburgereiland. In de tussentijd zijn er op mijn verzoek zes zogeheten Palmesbuisjes
extra op Zeeburgereiland en in de buurt van de Piet Heintunnel opgehangen. Daarmee
kunnen we een aantal van de belangrijkste waarden goed meten. Het is geen heel
uitgebreid meetpunt, maar wel een heel effectieve en goedkope maatregel om nog beter
zicht te krijgen. In de commissie heb ik daarnaast aan de heer Van Lammeren toegezegd
dat ik een veel uitgebreider verhaal naar u toe zal sturen over het hele meetnet waarin
beschreven staat hoe adequaat we te werk gaan. Daar neem ik ook dit in mee bij het
presenteren van het actieplan Schone lucht. Ondertussen zijn we dus wel met die
Palmesbuisjes aan de slag. Ik kan u vertellen dat die zeer accuraat zijn.
59
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
Dit punt wordt even aangehouden.
26
Vaststellen van het uitvoerings- en kredietbesluit voor een inrichting van een
nieuw zuidelijk pontplein van het IJpleinveer ten noorden van de kruising Oostertoegang-
De Ruijterkade Oost als onderdeel van Sprong over het IJ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 5)
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 5).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 5) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 5) met
algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Ernsting, Boutkan en Vroege
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 79).
De motie-Ernsting, Boutkan en Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 79) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Ernsting, Boutkan en Vroege
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 79) met algemene stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 5 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
27
Vaststellen van het uitvoerings- en budgetbesluit voor het versneld uitvoeren van
maatregelen op het kruispunt Zuiderzeeweg-IJburglaan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 6)
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 6).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 6) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 6) met
algemene stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 6 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
28
Kennisnemen van de onduidelijkheid rondom de inspraak bij de herinrichting van
de Weesperzijde (Gemeenteblad afd. 1, nr. 7)
60
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER: De heer Kreuger wilde hierover het woord voeren, maar ik
begreep dat hij daar geen behoefte meer aan heeft. De heer Bakker wil kort nog het
woord voeren? U hebt nog een minuutje.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
De heer N.T. BAKKER: Nu de wethouder van de absolute elite in Davos weer op
aarde is teruggekeerd, is het mooi om even over de absolute elite van Amsterdam te
spreken, namelijk aan de Weesperzijde. Er is daar een groep bewoners opgestaan die
vindt dat het met de participatie niet goed is gegaan. In het coalitieakkoord staat expliciet
dat we een autoluwe stad willen. We willen dat graag en snel. Zij voelen zich niet
gehoord. De SP vindt dat natuurlijk een schande. Ik heb geen motie, maar in de
commissie werd ook nog gerept van het advies van de Verkeerscommissie. Rik Vermin
heeft in het stadsdeel gezegd dat er een reactie zal komen. De bewoners vinden dat erg
belangrijk. Hoe betrekken we de elite aan de Weesperzijde bij de prachtige plannen die er
al zijn? Wat is de mening van de wethouder over deze vorm van participatie? Hoe doen
we dat voortaan beter? Wat zijn de volgende stappen om deze bewoners toch erbij te
betrekken”?
(De heer VROEGE: Dit is een terecht punt van collega Bakker. Ik heb dit
zelf een aantal weken geleden in de raadscommissie Kunst, Diversiteit en
Democratisering aangekaart bij de wethouder Participatie, de heer Groot
Wassink. Hij heeft in de afgelopen commissie toegezegd er binnenkort
schriftelijk op terug te komen. Weet de heer Bakker dat?)
Ik volg veel commissies, maar deze helaas niet.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma.
Wethouder DIJKSMA: Gelet op de tijd zal ik geen uitgebreide verhandeling over
dit onderwerp houden en ook niet over Davos, hoewel daar veel over te zeggen valt. Ook
veel interessante dingen. We doen dat ongetwijfeld op een ander moment, misschien
informeel een keer. Ik wil de vrij stellige woorden van de heer Bakker over het
participatieproces tegenspreken. Dat mensen niet altijd op elk moment tot elkaar komen,
betekent niet dat ze niet gehoord worden. Het betekent wel dat ze niet altijd al op het
moment dat ze dat willen en in alle gevallen tegemoetgekomen kunnen worden. Volgens
mij is er wel degelijk heel veel aan participatie gedaan, maar dit verhaal is nog lang niet
klaar. Ik denk dat dat ook belangrijk is als signaal aan de bewoners. Ik vind het heel goed
om te zien dat het enthousiasme in deze buurt bij de Weesperzijde over de autoluwe stad
heel groot is. Laten we ook vaststellen dat dit voorstel ter kennisname aan u is. Dit is al in
het stadsdeel aan de orde geweest en ook door de stadsdeelcommissie besproken. Ik
denk dat het goed is om te weten waar we nu staan. De stadsdeelbestuurder heeft
gesprekken met leden van het mobiliteitsteam en gaat ook over een pilot in het kader van
het programma MaaS. In de komende maanden zijn we daar druk mee bezig. Ik heb
intern aan de mensen van mijn dienst gevraagd om aan de slag te gaan om het thema
autoluw daarin een plek te geven. We onderhandelen op dit moment voor het deelgebied
Midden en Noord met de Hogeschool van Amsterdam over een nieuw te bouwen gebouw
waarin we meer parkeerplekken kunnen realiseren zodat we het thema autoluw een extra
boost kunnen geven. Zodra de uitkomsten van de onderzoeken er zijn, dan krijgt u ze.
Ondertussen heeft de CVC wel degelijk al eerder stukken gekregen. Men heeft ook
61
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
positief gereageerd met een aantal opmerkingen. Nu is het definitief ontwerp vanuit het
stadsdeel ter kennisname naar hen toegestuurd. Bij mijn weten heeft men daar niet meer
op gereageerd. We moeten niet allerlei doemscenario’s naar voren schuiven, want zo
gaat het altijd. Ik heb geen aanleiding om te denken dat de CVC hier kritisch over zou zijn.
Voor zover het kon, zijn hun opmerkingen door het stadsdeel meegenomen. Ik hoop dat ik
daarmee een antwoord heb gegeven op de vragen van de heer Bakker.
De VOORZITTER: Die instemmend knikt.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 7 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
29
Verlenen van subsidies voor de ondersteuning aan fracties in de
stadsdeelcommissies in 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 13)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Ik zal het niet over de hoogte van de subsidies
hebben, maar elke keer als dit voorbij komt, bevreemd mij het volgende. Ze heetten ooit
adviescommissies, toen werden het bestuurscommissies en ze zouden voor individuele
Amsterdammers zijn. Ik kijk naar de lijst en op Meerbelangen na zijn het gewoon lijsten
van politieke partijen. Geachte collega-fracties, hoe lang blijven wij de Amsterdamse
burger voor de gek houden? U bent bezig om met deze subsidie de stadsdelen weer in te
richten. Stop daar toch gewoon mee. Ik merk dat ik bij het college iets losmaak. Denk
erover na. Emotie is goed in de politiek. De Partij voor de Dieren blijft tegen dit gedrocht
van een systeem en wij zullen ook tegen de verhoging van de subsidies stemmen. Ik zit in
het presidium dus er is iets met petten.
De VOORZITTER: Dit is een voordracht van het presidium en u verwacht volgens
mij geen reactie van het presidium. Nee? Goed zo.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga voor een
stemverklaring.
Mevrouw NANNINGA (stemverklaring): Wij zullen tegenstemmen, eigenlijk
vanwege alles wat de heer Van Lammeren zei. Het is in onze ogen een overbodige
bestuurslaag.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 13).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 13) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
62
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 13) is
aangenomen met de stemmen van de Partij voor de Dieren en Forum voor Democratie
tegen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 13 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
De VOORZITTER: Voordat ik de vergadering sluit, moet ik nog iets tegen u
zeggen. Gisteren is bij agendapunt 8 motie nr. 49 ingediend. Er is ook over gestemd. Bij
de stemmingsuitslag heeft de voorzitter over het hoofd gezien dat ook de fractie van
DENK voor die motie heeft gestemd. Dat verandert overigens niets aan de uitslag van de
stemming, want de andere partijen die voorstemden, waren de Partij van de Ouderen en
de Partij voor de Dieren dus de motie is niet aangenomen. Hierbij is dat echter ook in de
notulen genoteerd. Ik sluit de vergadering van de gemeenteraad en wens u allen een
prettige avond.
De VOORZITTER sluit de vergadering om 17.07 uur.
63
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
INDEX
13 Verlenen van subsidies voor de ondersteuning aan fracties in de
stadsdeelcommissies in 2019 … nnen ennnneneeren enen enneneneereneneneenene nennen eeen Ö
16 Kennisnemen van het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden …2
18 Actualiteit van het lid Naoum Néhmé inzake onduidelijkheid over het collegestandpunt
over de komst van expats naar Amsterdam … … nnen oneens enneerenennveren ennen eeren 0
19 Wijzigen van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 in
verband met invoering van de mogelijkheid tot het bunkeren van LNG … … 45
20 Vaststellen van het bestemmingsplan HWG Johan Huizingalaan … … … 49
23 Vaststellen van het bestemmingsplan Frans van Mierisstraat 59 … …… O2
24 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op de locatie
van het medisch cluster Slotervaart te Amsterdam … nnn oneens eenen eneen OS
5 Vaststellen van het uitvoerings- en kredietbesluit voor een inrichting van een nieuw
zuidelijk pontplein van het IJpleinveer ten noorden van de kruising Oostertoegang-De
Ruijterkade Oost als onderdeel van Sprong over het IJ … nnn D 7, 59
6 Vaststellen van het uitvoerings- en budgetbesluit voor het versneld uitvoeren van
maatregelen op het kruispunt Zuiderzeeweg-IJburglaan … … nnn. 08, 59
61 Motie van de raadsleden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang voor ongedocumenteerden (evaluatie nut en noodzaak 24 uurs-opvang) … 7
62 Motie van de raadsleden Poot, Ceder en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24
uurs-opvang voor ongedocumenteerden (geef slachtoffers van mensenhandel toegang)
63 Motie van de raadsleden Poot en Nanninga inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang voor ongedocumenteerden (draagvlakmeting) … neuen ennen enne: 8
64 Motie van de raadsleden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang voor ongedocumenteerden (evaluatie perspectiefplan na drie maanden) ……..8
65 Motie van de raadsleden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang voor ongedocumenteerden (geen 24 uurs-opvang voor dublinclaimanten) … ….8
66 Motie van het raadslid Nanninga inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor
ongedocumenteerden (verslaglegging breed stedelijk overleg ongedocumenteerden).10
67 Motie van het raadslid Van Soest inzake de 24 uurs-opvang ongedocumenteerden
(opvang ook voor dak- en thuislozen met dezelfde voorwaarden) … nn. 13
68 Motie van de raadsleden Roosma, Van Dantzig, Simons en Kilig inzake het
uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (invulling lobby naar het Rijk) ..16
69 Motie van de raadsleden Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang
ongedocumenteerden (delen van informatie met IND en DT&V) … nnn. 19
7 Kennisnemen van de onduidelijkheid rondom de inspraak bij de herinrichting van de
Weesperzijde … annen nennen veneeeenennenerenennverrneneeeenennverenennverve evene enenveer venne OJ
70 Motie van de raadsleden Simons, Kilig en Ceder inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang ongedocumenteerden (vreemdelingendetentie) … … …… nnen 19
71 Motie van de raadsleden Simons, Kilig en Ceder inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang ongedocumenteerden (kleinschalige opvanglocaties) … … nn 19
72 Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang ongedocumenteerden (uitstroommogelijkheid blijvers) … nn 22
73 Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang ongedocumenteerden (betrek ongedocumenteerden bij opzetten nieuw model)
74 Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang ongedocumenteerden (uitstroommogelijkheid staatlozen) … … …… … 293
64
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen
75 Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang ongedocumenteerden (basisbehoeften blijvers) … nnen 23
76 Motie van de raadsleden Van Dantzig en Roosma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-
opvang ongedocumenteerden (ondersteuning casemanagers in herkenning
meervoudige vormen van discriminatie en geweld) … … nnen eneen eneen 24
71 Motie van het raadslid Nanninga inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang
ongedocumenteerden (nulmeting overlast en andere meldingen per locatie 24 uurs-
OPVang) … anneer enne eeenennenvenenneeerneneneeenennveernenneeernenneeernenvenveeenne vennen verven Od
78 Amendement van het raadslid Van Lammeren inzake het vaststellen van het
bestemmingsplan HWG Johan Huizingalaan (geen bomenkap voor alternatieve locatie)
79 Motie van de raadsleden Ernsting, Boutkan en Vroege inzake een nieuw zuidelijk
pontplein van het IJpleinveer ten noorden van de kruising Oostertoegang-De
Ruijterkade Oost als onderdeel van Sprong over het IJ (een beter fietspad ODE-brug en
Oostertoegang) … nnen onneneenonnnnees enne neresonverenonneeresonneerensnnverrneneevensnenervenveee nnen Of
65
| Raadsnotulen | 65 | test |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 13 april 2021
Portefeuille(s) CTO, Facilitair Bureau, ICT, Ruimte en Duurzaamheid, Vastgoed, Verkeer en
Openbare Ruimte
Portefeuillehouder(s): _Touria Meliani
Behandeld door CTO Innovatieteam ([email protected])
Onderwerp Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel Actieplan groene ICT Amsterdam
van het lid D. Timman
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 2 maart 2021 heeft raadslid D. Timman (D66) een initiatiefvoorstel ingediend getiteld Actieplan
groene ICT Amsterdam. Met dit voorstel wordt het college gevraagd om:
Een Actieplan voor een groene ICT strategie op te stellen voor de stad Amsterdam. Daarbij alle in
het voorstel genoemde actiepunten op te nemen en uit te werken.
Het college waardeert het werk dat door mevrouw Timman is verzet om dit voorstel te schrijven
en de betrokkenheid tot dit onderwerp. Het actieplan sluit aan bij een grote uitdaging van de stad:
hoe kunnen we de kracht van ICT-oplossingen strategisch inzetten om een duurzame, leefbare
stad te zijn? En tegelijkertijd zorgen dat onze ICT-oplossingen zelf duurzaam zijn? De dualiteit van
deze uitdaging wordt ook wel ‘twin challenge’ genoemd, omdat ze zowel de digitaliserings- als
verduurzamingstransitie omvat’.
Het verduurzamen van ICT-gerelateerde aspecten van ons vastgoed (punt 1 en 2), het gebruiken
van ICT-oplossingen voor het stimuleren van duurzaam gedrag van onze medewerkers (punt 2 tot
en met 7) en het verduurzamen van datacenters (punt 8 tot en met 10) draagt direct of indirect bij
aan alle aspecten van ons duurzaamheidsbeleid: klimaatneutraal, aardgasvrij, circulaire economie,
schone lucht, en groen.
Het verduurzamen van de gemeentelijke ICT is hierbij van groot belang. Dit komt duidelijk naar
voren in de Uitvoeringsagenda 2020 - 2030: Naar een Duurzame Organisatie?, Strategie
Amsterdam Circulaire Economie 2020-20253en het daarbij behorende Innovatie- en
Uitvoeringsprogramma 2020-20214. De gemeente dient het goede voorbeeld te geven en
daarmee tegelijkertijd ook de vraagkant naar duurzame ICT-oplossingen te stimuleren via het
+ https://www.rli.nl/sites/default/files/advies digitaal duurzaam def.pdf
2 https:/www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving{/duurzaam-amsterdam/duurzame-gemeentelijke-
3 https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatiefvolg-beleid{duurzaamheid{circulaire-economie/
4 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/8687621/1/2 Innovatie-
en_uitvoeringsprogramma_def
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021
Pagina 2 van 11
inkoopinstrument. Ook in de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 20505 wordt het ICT-domein
duidelijk benoemd, vooral door de focus op het verduurzamen van datacenters in de stad
(bijvoorbeeld via energiebesparende maatregelen of het gebruiken van restwarmte). Maar ook in
dit beleidsdocument wordt nadrukkelijk gekeken hoe we als gemeente de regie kunnen nemen
door het verduurzamen van de eigen organisatie. Het gebruiken van ICT-oplossingen hiervoor is
dan ook zeker aansluitend op ons duurzaamheidsbeleid.
Reactie per onderdeel
Per onderdeel van het voorstel treft u hier onder een reactie van het college aan.
Deel 1: gebouwen en onroerende zaken
Het eerste onderdeel van het actieplan betreft alle gebouwen en andere onroerende zaken in bezit
van de gemeente Amsterdam.
1. Gebruik de nieuwste ICT-oplossingen om het energiegebruik van alle gebouwen in
bezit van of in gebruik van de gemeente te minimaliseren. Denk hierbij aan
verwarming, ventilatie, koeling en verlichting die zo wordt ingesteld dat de systemen
automatisch uitschakelen als het gebouw niet in gebruik is.
Bij het vastgoed maken we onderscheid tussen panden in eigen gebruik en maatschappelijk
vastgoed. In de regel is het energieverbruik en monitoring daarvan de verantwoordelijkheid van de
gebruiker van het pand. De maatschappelijke vastgoedportefeuille van de gemeente Amsterdam
bestaat uit ruim 1000 panden. Over het algemeen sluit de gebruiker zelf contracten voor
nutsvoorzieningen af. Het is dan ook logisch dat ze het energieverbruik zelf monitoren. Huurders
van bijvoorbeeld grote sportfaciliteiten en kunstinstellingen hebben hier vitgebreide
energiebeheersystemen voor, waar zij volgens de wet toe verplicht zijn via de zogenaamde
Erkende Maatregelené. Bij de panden die we zelf gebruiken zien we zelf toe op het
energieverbruik.
Panden die de gemeente voor haar eigen organisatie gebruikt zijn soms eigendompanden, maar
de gemeente huurt ook panden van andere eigenaren voor de ambtelijke huisvesting. De panden
voor de ambtelijke huisvesting zijn aangesloten op een energiemonitoringsysteem (zie ook
antwoord op vraag 3): slimme meters die iedere vijftien minuten een melding geven van het gas-
en elektriciteitsverbruik. Bij 35 panden met groot verbruik, wordt gebruikt gemaakt van beheer op
afstand door middel van een gebouwbeheersysteem. Dit systeem stuurt de
werktuigbouwkundige- en elektronische installaties aan op onder meer openingstijden en (in
sommige gevallen) bezetting. De mate waarop dat kan verschilt per pand.
In februari dit jaar is een pilot gestart met de inzet van kunstmatige intelligentie (Al, artificial
intelligence) met als doel het binnenklimaat in panden slimmer in te regelen. Onderzocht wordt in
hoeverre Al-technologie in staat is het energieverbruik te verminderen en het comfort te
verhogen. De pilot draait in twee kantoorpanden met twee verschillende leveranciers. De eerste
resultaten worden in het tweede kwartaal van dit jaar verwacht. Globaal laten de gegevens een
vermindering in energieverbruik zien van 10%. Dit is afhankelijk van het type gebouw, functie, en
bouwjaar, met de aantekening dat deze pilot recent gestart is. Voor andere gebouwen met
5 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/8614516/1/1a Routekaart 03032020
6 https:/fwww.rvo.nl/onderwerpen{/duurzaam-ondernemen/{energie-besparen/informatieplicht-
energiebesparing/bedrijven-en-instellingen/erkende-maatregelenlijsten
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021
Pagina 3 van 11
gebouwautomatisering kunnen we met Al wellicht ook energie besparen. Het voorstel van het
college is om in het Actieplan Groene ICT uit te werken om hoeveel gebouwen dit kan gaan, hoe
succesvolle pilots opgeschaald kunnen worden en wat het effect op het energiegebruik is.
Gezien het bovenstaande adviseert het college de raad het voorstel van raadslid D.Timman op dit
punt over te nemen.
2. Stimuleer stads-breed het in kaart brengen van energieverbruik door het aanleggen of
subsidiëren van het meetpunten voor water, elektriciteit en gas.
Er zijn reeds meetpunten voor het in kaart brengen van energieverbruik. Liander (de netbeheerder
van het gebied waarin de gemeente Amsterdam ligt) is bezig met het plaatsen van slimme meters
voor elektriciteit en gas op al hun aansluitingen. Waternet is ook ver gevorderd in het ontwikkelen
van watermeters. Het team Energie van Facilitair Bureau heeft hier ook contact over met
Waternet en bereidt hun monitoringssysteem voor op het uitlezen van de data die van deze
slimme watermeters komt. In verschillende andere panden worden diverse andere systemen
geprobeerd. Als drinkwaterleverancier Waternet met een systeem komt, wordt dat de norm.
Het college is van mening dat met de huidige meetpunten van Liander en Waternet reeds is
voldaan aan de aanbeveling van raadslid D. Timman.
Deel 2: gebouwen en onroerende zaken
Het tweede onderdeel van het actieplan is gericht op alle werkplekken van de gemeente.
3. Gebruik ICT-oplossingen om in alle gebouwen van de gemeente zowel eigendom als
voor de werkomgeving voor gemeenteambtenaren, het energieverbruik inzichtelijk te
maken. Dus niet alleen hoeveel energie er wordt verbruikt maar ook op welk tijdstip
en voor welke toepassingen.
De panden voor de ambtelijke huisvesting bevatten slimme meters die iedere vijftien minuten een
melding geven van het gas- en elektriciteitsverbruik. Hiermee is het verbruik inzichtelijk en
worden pieken en dalen in het verbruik duidelijk. In de panden zijn geen ‘meters achter de meter’
aanwezig; er kan dus niet op apparaatniveau (bijvoorbeeld koffieautomaat) worden gemeten
hoeveel energie wordt verbruikt.
We willen het energieverbruik van de hele portefeuille en het liefst ook per pand inzichtelijk
maken, dus ook voor de panden die de gemeente verhuurt. Op dit moment weten we alleen exact
wat het verbruik is (en de CO2-uitstoot) voor panden waar we zelf de energie voor betalen
(ongeveer 15% van het vastgoed dat we beheren) en kunnen we voor de rest op clusterniveau het
energieverbruik van de rest van het vastgoed van Liander ontsloten krijgen. Om echt goed op
besparing op energie en beperking van COz2 te sturen is een beter en gedetailleerder inzicht nodig.
Als we inzicht per pand of zelfs verhuring hebben, hoeven we niet langer aannames te doen op
basis van kengetallen en kunnen we gerichter projecten plannen en in overleg met huurders
treden. Energieverbruik is privacygevoelige informatie. We mogen zonder toestemming van
huurders het energieverbruik niet inzien. Technisch gezien is het uitlezen van slimme meters door
de gemeente niet moeilijk. Bovendien zijn er organisatie-afspraken over monitoring en analyse
van gegevens nodig die nu nog niet zijn gemaakt. Dit jaar is het voornemen om meer inzicht te
krijgen in de CO2-uitstoot van de gemeentelijke vastgoedportefeuille door meetgegevens van
huurders te verzamelen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021
Pagina 4 van 11
Gezien het bovenstaande adviseert het college de raad het voorstel van raadslid D.Timman op dit
punt over te nemen.
4. Stel op basis van de informatie die vrijkomt bij bovenstaande ICT-toepassingen een
plan op om door middel van gedragsbeïnvloeding energieverspilling (dus inefficiënt of
zelfs onnodig gebruik van energie) tegen te gaan.
In de eerder genoemde uitvoeringsagenda “Naar een Duurzame Organisatie 2020-2030” zijn
gedragsinterventies rond energieverbruik als maatregel opgenomen. Wij werken voor eind
september 2021 een plan vit om met de hulp van gedragsbeïnvloeding te sturen op het tegengaan
van energieverspilling. Dit plan wordt onderdeel van een gemeente brede gedragscampagne.
Overigens loopt er op dit moment een gemeente brede campagne “Footprint Challenge”7. Daarin
neemt energieverspilling ook een prominente plek in, onder andere op het gebied van elektrische
energie, waterverbruik, voedsel en grondstoffen.
Het college is van mening dat met de uitvoeringsagenda “Naar een Duurzame Organisatie 2020-
2030” reeds is voldaan aan de aanbeveling van raadslid Timman.
5. Maak nu alvast een plan hoe er na de corona crisis zal worden gewerkt. Hoeveel dagen
in de week wordt er thuisgewerkt en welke vergaderingen en bijeenkomsten zullen
voortaan digitaal plaatsvinden. Organiseer hiervoor alvast de juiste digitale omgeving
en kijk naar manieren waarop thuiswerken zo productief mogelijk kan worden
ingericht. Ontwerp daarnaast prikkels die werknemers zullen stimuleren om
vergaderingen digitaal te houden als dat mogelijk is.
Er is reeds gestart met het vitwerken van een veranderplan voor “Hybride werken en werkplek” na
corona. Het plan is naar verwachting eind juni 2021 klaar. Na besluitvorming wordt het plan
tussen 2021 en 2024 stap voor stap ingevoerd.
Uit diverse onderzoeken blijkt dat veel medewerkers hun draai hebben gevonden in het
thuiswerken, waarbij 75% aangeeft ook in toekomst één of meerdere dagen thuis te willen blijven
werken. Het GMT heeft op 18 februari 2021 besloten dat hybride werken een blijvend onderdeel
van onze werkcultuur wordt. Hybride werken is meer dan enkele dagen per week vanuit huis
werken. Het gaat om het kiezen van de juiste werkplek voor de werkzaamheden op het tijdstip dat
past bij situatie van de medewerker en de aard en voortgang van de werkzaamheden.
Om invulling te geven aan de vraag wat dat betekent voor de gemeentelijke organisatie wordt
uitgewerkt 1) hoe we gaan werken (hybride) en wat betekent dat voor mensen, middelen en
vaardigheden, 2) welke werkomgeving we daar thuis en op kantoor voor nodig hebben
(huisvestingsvisie), en 3) op welke locaties we willen werken (portefeuillestrategie). Onderdeel
hiervan is het verduurzamen van de gemeentelijke huisvesting, betere benutting van de gebouwen
en kostenbesparing.
Het college is van mening dat met het veranderplan “Hybride werken en werkplek” reeds is
voldaan aan de aanbeveling van raadslid Timman.
6. Zorg dat documenten overal en door iedereen digitaal ondertekend kunnen worden.
Wij zijn het ermee eens dat iedereen in de gemeentelijke organisatie die documenten moet
kunnen onderteken, dit digitaal moet kunnen doen. In de praktijk zien we echter dat heel veel
7 https://www.footprintchallenge.nl/
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021
Pagina 5 van 11
documenten worden ondertekend, ook als daar geen wettelijke basis voor is. Het risico bestaat dat
de waarde van een ondertekeningen afneemt en de kosten voor digitaal ondertekenen hoog
kunnen oplopen. Daarom wordt geadviseerd alleen die documenten te ondertekenen die wettelijk
gezien ondertekend moeten worden.
Digitale ondertekeningen (die dezelfde betrouwbaarheid hebben als een natte handtekening) zijn
niet eeuwig (juridisch) houdbaar en moeten in de loop van de tijd steeds vernieuwd worden. Dit
vraagt om strakke procesafspraken en een digitale voorziening die alle organisatieonderdelen van
de gemeente kunnen gebruiken om documenten digitaal te ondertekenen. Op dit moment
worden er op twee plekken in de organisatie ervaringen opgedaan met het digitaal ondertekenen
van documenten, waarop een wettelijke verplichting rust: bij Economische Zaken en bij Metro en
Tram.
Het college beschouwt dit punt als ondersteuning van stappen die al worden gezet binnen de
gemeente om te onderzoeken hoe digitale ondertekening toegepast kan worden binnen de
organisatie.
7. Kies niet alleen voor de meest energiezuinige variant van een ICT product (conform de
uitvoeringsagenda duurzame organisatie 2020-2030) maar kijk ook kritisch naar de
groene bedrijfsstrategie van de ICT leveranciers. Hebben zij voldoende aandacht voor
bijvoorbeeld circulariteit, conflictvrije grondstoffen en groene stroom.
Er zijn de laatste jaren grote stappen gezet in de verduurzaming van de ICT van gemeente
Amsterdam. Deze stappen zijn mogelijk gemaakt door het ‘Plan van Aanpak Maatschappelijk
Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen ICT? welke is opgesteld in 2017 en vastgesteld in 2019
door het ICT managementteam. Als gevolg hiervan zijn alle outsourcing EU-aanbestedingen
voorzien van vier hoofdpijlers. Duurzaamheid is een van de pijlers. De term wordt hierin gebruikt
als containerbegrip voor people, planet, profit. In de aanbestedingen is de inschrijvers gevraagd op
welke wijze;
1. inschrijver haar eigen organisatie duurzaam heeft ingericht;
2. de aangeboden dienstverlening duurzaam is;
3. inschrijver toegevoegde waarde biedt aan de verduurzaming van de gemeentelijke
organisatie;
4. maatschappelijke impact wordt gecreëerd door het strategisch partnerschap;
Bovenstaande vier sporen worden in de contracten verwerkt in een Service Level Agreement (SLA)
of een document over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Op die manier kan de
voortgang en invulling van de gemeentelijke ambities en doelstellingen ten aanzien van
duurzaamheid gedurende de totale looptijd kunnen worden gemonitord. De directie ICT is
momenteel in gesprek met haar partners over het groeimodel voor de komende jaren. Dit omdat
de duurzame doelstellingen van directie ICT grotendeels via partners zullen moeten worden
bereikt.
8 https:/lassets.amsterdam.nl{publish/pages/88631g/mvoi actieplan gemeente amsterdam _1 0
versie_voor publicatie _1.pdf
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021
Pagina 6 van 11
Het college kijkt dus niet alleen naar de meest duurzame variant van een ICT-product, maar ook
naar de sociale en groene bedrijfsstrategie van ICT leveranciers. Overal waar toepasbare
duurzaamheidspecificaties voorhanden zijn, gebruiken we die ook daadwerkelijk.
Directie ICT hanteert duurzaamheid als een van de vier pijlers in al haar EU-aanbestedingen naast
optimale prijs/kwaliteitverhouding, rechtmatigheid, goed opdrachtgeverschap en optimalisatie
van de ketenkosten.
Als initiator van de aankoop blijven wij ons verantwoordelijk voelen voor hetgeen wij veroorzaken.
Deze verantwoordelijkheid schuiven we niet af op onze partners. Samen nemen wij de
ketenverantwoordelijkheid op ons. We stimuleren vermindering van de CO2-uitstoot, reductie van
energie, circulariteit, conflictvrije grondstoffen en groene stroom als onderdeel van de
stadsdonut®en het programma Duurzame Gemeentelijke Organisatie?®. Dat beperkt zich niet
alleen tot de directe partners/leveranciers maar we zijn ook in gesprek met fabrikanten,
producenten, afvalverwerkers en controlerende instanties.
Zo zijn bij ICT EU-aanbestedingen bepalingen opgenomen over het voldoen aan internationale
sociale voorwaarden en het monitoren van fatsoenlijke arbeidsomstandigheden in de
productielocaties in samenwerking met de organisatie Electronics Watch. Ook wordt een milieu-
en managementsysteem geëist zoals de ISO 14001. Met deze norm committeert de
partner/leverancier zich aan het voldoen aan (inter-)nationale wet- en regelgeving, continue
verbetering en het voorkomen van milieuvervuiling.
Om ervoor te zorgen dat een duurzame keuze van elk ICT-product de norm wordt is het niet alleen
belangrijk om kritisch te kijken naar de leveranciers maar vooral naar onszelf als opdrachtgever.
Opdrachtgevers binnen de gemeentelijke organisatie moeten beseffen dat bij iedere vraag naar
een ICT-product zij de gemeentelijke footprint groter maken. Daarom moeten opdrachtgevers
verantwoordelijk gemaakt worden voor het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen.
Tot slot een opmerking ten aanzien van het vervangen van ICT-producten: vervanging moet het
logisch gevolg zijn van de vaak complexe overweging wanneer één of meerdere variabelen (CO2-
uitstoot, energieverbruik, circulariteit, functionaliteit en kosten) daar aanleiding toe geven. Ten
aanzien van duurzaam gebruik is niet kopen altijd de beste optie, gevolgd door slim gebruik en
verlenging van de levensduur. Wanneer de balans uitslaat naar vervanging dan worden energie- en
grondstofbesparende technologieën conform de laatste standaarden toegepast.
Gezien het bovenstaande adviseert het college de raad het voorstel van raadslid D.Timman op dit
punt over te nemen.
Deel 3: datacenters
9 https:/fwww.amsterdam.nl{bestuur-organisatie/volg-beleid{coalitieakkoord-
vitvoeringsagenda/gezonde-duurzame-stad/amsterdam-circulair-2020-2025/
2 https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/duurzaam-amsterdam/duurzame-gemeentelijke-
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021
Pagina 7 van 11
Het derde onderdeel van het initiatiefvoorstel is gericht op alle datacenters binnen de
gemeentegrenzen.
8. De oude koelsystemen vervangen door nieuwe apparatuur met energiebesparende
technologieën en installatieparameters te optimaliseren en powermanagement op de
servers te installeren.
De genoemde maatregelen voor koeling, installatieparameters en powermanagement zijn reeds
opgenomen in de eerder genoemde Erkende Maatregelenlijst (EML) energiebesparing van de
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), en dus al nationaal beleid. Dit zijn
energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Datacenters in
Amsterdam rapporteren daarover via het Meerjarenafspraken (MJA) convenant of
Informatieplicht Energiebesparing.
De Meerjarenafspraken (MJA) Energie-efficiency zijn overeenkomsten tussen de overheid en
bedrijven en instellingen over het effectiever en efficiënter inzetten van energie. Het MJA
convenant liep tot en met 2020 en op dit moment zijn er gesprekken over de invulling van de
afspraken in de toekomst?
Daarnaast neemt de gemeente Amsterdam deel aan het project LEAP: Lower Energy Acceleration
Program. LEAP is gestart door de Amsterdam Economic Board en heeft als doel de transitie naar
een duurzame digitale infrastructuur (waaronder datacenters) te versnellen middels een keten-
brede coalitie van overheden, het Rijk, Omgevingsdienst NZKG , wetenschappers en
marktpartijen waaronder datacenters en brancheorganisaties zoals NL digital.
Naast innovatie wordt binnen LEAP ook aandacht besteed aan besparing op het energiegebruik
van de datacenters op korte termijn. Powermanagement op de servers is een maatregel die een
besparingspotentieel heeft van circa 10% zonder dat daar een investering voor gedaan hoeft te
worden, en zonder dat er prestatieverlies geleden wordt. Dit betekent een landelijk
besparingspotentieel vergelijkbaar met het elektriciteitsgebruik van circa 60.000 woningen.
Binnen LEAP is praktijkonderzoek vitgevoerd met partijen zoals KPN, Schiphol, Rabobank en de
OD NZKG. Dit heeft geresulteerd in de handreiking ‘Happy flow’ opgesteld door de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland in samenwerking met enkele hardware leveranciers*. Het inzetten
van Powermanagement is reeds onderdeel van de bovengenoemde Erkende Maatregelingen Lijst
(EML) en als zodanig niet vrijblijvend. De OD NZKG onderzoekt op het moment hoe een
zelfregulerend systeem in te zetten om hier effectief op te kunnen handhaven.
Daarnaast verkent de OD NZKG op dit moment de mogelijkheden voor het borgen van een aantal
andere maatregelen in de EML energiebesparing en in een eventueel af te sluiten Green Deal met
de branche. Deze zijn: Virtualisatie en bezettingsgraad verhogen, vloeistofkoeling, hot-cold-
frozen data en deduplicatie. Ook voert de OD NZKG lobby om aandacht voor watergebruik te
laten opnemen in de Omgevingswet.
= https://www.infomil.nl/onderwerpen/duurzaamheid-energie/energiebesparing/vragen-
antwoorden/informatieplicht/#:-:text=Wat%2obetekent%20ode%z2oinformatieplicht%2oenergiebespar
ing?%2oDe%z2oinformatieplicht%2ohoudt,het%2oeloket%2ovan%2oRVO.nl%2obeschikbaar.%207%
2onovember%202018
2 https:/www.e-mjv.nl{/onderwerpen/mja
3 https:/lamsterdameconomicboard.com/{nieuws/{spaarstand-maakt-dataservers-10-procent-zuiniger
4 https://amsterdameconomicboard.com/app/uploads/2020/10/Happy-Flow-Manual-LEAP.pdf
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021
Pagina 8 van 11
Als we kijken naar de gemeentelijke organisatie, is er één datacenter aanwezig binnen de
ambtelijke huisvesting. Dat ligt in de kelder van Amstel 1, het stadhuis. Binnen een datacenter
wordt onderscheid gemaakt tussen de server en de ruimte waar de server staat. Facilitair Bureau
beheert de serverruimte en directie ICT de servers.
De koeling van dit datacenter verloopt door middel van het water van de Amstel. Investeringen in
nieuwe technologie is vooralsnog niet aan de orde. De hoofdgebruiker is de directie ICT en die
verhuist medio 2022 al haar apparatuur. Op dit moment is niet duidelijk of en welke activiteiten er
daarna nog in het datacenter gaan plaatvinden.
Directie ICT is bezig haar eigen servers te ontmantelen en de applicaties te migreren naar haar
partner KPN.
Het college is van mening dat met de Erkende Maatregelenlijst en het LEAP traject reeds is
voldaan aan de aanbeveling van raadslid D. Timman.
g. Vrije koeling toe te passen. Bij vrije koeling wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt
van de koude buitenlucht. De combinatie van vrije koeling, gescheiden warme en
koude gangen en een hogere serverruimtetemperatuur een besparing opleveren van
circa 85%.
De afgelopen tien jaar is succesvol gestuurd op de toepassing van vrije koeling bij datacenters via
een Green Deal onder leiding van de Omgevingsdienst NZKG met een uitstralingseffect in heel
Nederland. Het eindresultaat is dat de vrije koeling standaard is bij nieuwe datacenters en
nagenoeg alle bestaande datacenters.
De genoemde maatregel hogere serverruimtetemperatuur is reeds in gang gezet. Was deze
voorheen 18 graden, nu is dat 22-23 graden. Een verdere verhoging van de
serverruimtetemperatuur is niet wenselijk in verband met de ARBO richtlijnen. De genoemde
maatregelen vrije koeling en gescheiden warme en koude gangen zijn reeds opgenomen in de
Erkende Maatregelenlijst (EML) energiebesparing van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO). Zie ook punt 8.
Aangaande het gemeentelijke datacenter van Amstel 1: gezien het feit dat er al sprake is van
koeling via natuurlijke weg, lijkt ‘vrije’ koeling zoals voorgesteld niet rendabeler. Het KPN
datacenter waar de servers voor de gemeente Amsterdam in staan maakt gebruik van
stadskoeling vanuit het Nieuwe Meer.
Het college is van mening dat met de Erkende Maatregelenlijst reeds is voldaan aan de
aanbeveling van raadslid D. Timman.
10. Een plan op te stellen waarbij ze de hoeveelheid CO2 uitstoot kunnen compenseren
door bijvoorbeeld bomen te planten
Datacenters gebruiken elektriciteit voor hun 99% van hun energieverbruik, en hebben dus vrijwel
geen directe CO2 uitstoot. Enkel de noodstroomvoorziening, die gebruikt wordt als de stoom
uitvalt, werkt op fossiele brandstof (meestal diesel). CO2-compensatie wordt in de regel
beschouwd als een ‘laatste optie! voor fossiel gebruik dat nog niet te verduurzamen is, zoals bij
vliegverkeer. Dit volgt na energiebesparing en het gebruik van energie van groene bronnen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021
Pagina 9 van 11
De datacenters kopen het grootste deel van hun stroom groen in. Volgens de branchevereniging
Dutch Datacenter Association kopen 86% van de DDA-deelnemers groene energie; in de
Metropoolregio Amsterdam, waar 74% van de DDA-datacenters is gevestigd, is dit 99%5.
De datacenterpartner van de gemeente, KPN, gebruikt sinds 2011 alleen nog 100% groene
stroom'®. Wat KPN nog wel uitstoot door autobrandstoffen (11%) en gas voor verwarming van de
eigen kantoren (3%), wordt sinds 2015 volledig via bosbouw en Gold Standard-certificaten
gecompenseerd. KPN is daardoor sinds 2015 klimaatneutraal. In 2030 wil KPN klimaatneutraal zijn
zonder compensatie met certificaten.
Hier volgt nog een algemeen stuk over de inspanningen van de gemeente om de duurzaamheid
van de datacentersector te bevorderen. De Gemeenteraad heeft in december 2020 beleid
vastgesteld voor de vestiging van datacenters”. Het vestigingsbeleid datacenters is in eerste
instantie ruimtelijk beleid. Dit betekent dat aan het energie-, water- en ruimtegebruik van
datacenters grenzen worden gesteld. De ambities in dit beleid op het vlak van energie en
duurzaamheid zijn veelal (nog) niet in wetgeving verankerd.
Vanuit maatschappelijk belang willen wij dat deze datacenters bijdragen aan het vergroten van de
energie-efficiëntie en aan de energietransitie. Bij vestigingen binnen Amsterdam willen wij dat
datacenters onze duurzaamheidsambities onderschrijven en samen met ons tot een invulling
komen die meerwaarde levert. Duurzaamheid is daarom een belangrijke randvoorwaarde voor
vestiging van nieuwe datacenters. Er worden concrete duurzaamheidseisen gesteld bij
gronduitgifte. Zo moeten datacenters o.a. hun elektriciteitsvraag zo duurzaam mogelijk invullen
en de restwarmte die vrijkomt beschikbaar stellen, zodat die benut kan worden voor het
verwarmen van woningen. Eén van de uitkomsten van het traject rond het nieuwe vestigingsbeleid
is het oprichten van twee overlegtafels op MRA-niveau.
De monitoringstafel richt zich samen met Liander, Waternet en de datacenterbranche tussentijds
op de groei van datacenters, zodat er bij ongewenste ontwikkelingen tijdig kan worden
bijgestuurd. Thema's aan deze tafel zijn: groeifontwikkeling(en) van en binnen de sector, het
energievermogen en -gebruik en de ontwikkeling van de datacentercapaciteit in de regio, het
watergebruik en de ontwikkeling van een nieuw hyperconnectiviteitscluster voor de ontwikkeling
van datacenters in de regio.
Daarnaast werken we samen met de datacenterbranche aan een samenwerkingsverband waarin
we inzetten op het vergroten van de energie-efficiëntie van datacenters. Onderwerpen op deze
tafel zijn:
= ___Kennisopbouw, monitoring en het creëren van bewustwording op het gebied van
verduurzaming;
"Stimuleren van innovatieve technische oplossingen;
= Relevante innovatieve oplossingen rondom energiebesparing en waterverbruik;
= Relevante wet- en regelgeving ten aanzien van duurzaamheid inclusief lobbyagenda;
5 https:/www.dutchdatacenters.nl{publicaties/sodd202o/
$ https://www.overons.kpn/nl/kpn-voor-nederland/duurzaamheid{/kpn-is-milieubewust
7 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9470127/1/09012f9783220a79
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021
Pagina 10 van 11
= __Restwarmte van datacenters (beter) benutten.
Tenslotte is er de jaarlijkse klimaatrapportage waarin we rapporteren over de voortgang van de
uitvoering van de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal. Hierin worden datacenters apart
beschreven.
Het college is van mening dat met het datacenter vestigingsbeleid, de op te richten
duurzaamheidstafel en de klimaatrapportage, reeds is voldaan aan de aanbeveling van raadslid
D.Timrman.
Conclusies initatiefvoorstel Actieplan Groene ICT
Zoals genoemd in de inleiding, staan wij positief tegenover het voorstel. Uit de beantwoording van
de vragen blijkt dat er al veel initiatieven lopen op de genoemde thema's in de actiepunten. Bij
actiepunten 2, 4 en 5 is reeds voldaan of is het actiepunt een ondersteuning van lopende
initiatieven.
Actiepunten 1, 3, 6 en 7 zullen opgenomen worden in een actieplan Groene ICT, waarin de
wensen, voornemens, plannen en pilots die al lopen, meegenomen zullen worden.
We zouden hierbij toe willen voegen dat er niet alleen wordt gekeken naar energieverbruik, maar
ook naar materialen en productiekosten van ICT. Het maken van hardware van steeds nieuwe
grondstoffen is namelijk enorm energie-intensief en vertegenwoordigt 45% van de totale potentie
van CO2-reductie:®. Circulaire oplossingen liggen hierbij voor de hand via de circulaire
verwerkingsladder”®.
De punten uit het voorstel betreffen veel verschillende thema’s en organisatieonderdelen. Het
implementeren van de voorgestelde punten heeft een grote impact op de primaire processen in
onze organisatie. Daarom zou het goed zijn de haalbaarheid en wenselijkheid van de individuele
punten inzichtelijk te maken en het voorgestelde actieplan uitte werken met de
organisatieonderdelen die hierdoor worden geraakt.
Actiepunten 8, 9 en 10 betreffen de Amsterdamse datacenters, het deel van de zakelijke markt
voor digitale infrastructuur die zich in Amsterdam heeft gevestigd. Het verduurzamen van deze
sector vergt een geheel andere aanpak en deze is reeds in gang gezet: in gesprek gaan met deze
sector door middel van een duurzaamheidstafel, de klimaatrapportage en Routekaart Amsterdam
Klimaatneutraal (zie voor meer details de antwoorden op actiepunten 8-10). Daarom adviseren wij
deze niet op te nemen in het actieplan groene ICT.
Het college adviseert de raad om met het initiatiefvoorstel in te stemmen onder voorbehoud dat:
= actiepunten a, 3, 6 en 7 nader worden onderzocht op wenselijkheid en haalbaarheid in een
Actieplan Groene ICT. Hierover wordt gerapporteerd aan de gemeenteraad in kwartaal 3;
® https://www.duurzaam-ondernemen.nl/omslag-naar-circulaire-ict-inkoop-moet-afvalstapel-
drastisch-inperken/
29 https:/fwww.rvo.nl/onderwerpen/{duurzaam-ondernemen(circulaire-economie{r-
laddertt:—:text=In%2oeen%z2ocirculaire%2oeconomie%z2ogebruiken,en%2odaarna%z2ohoogwaardig%
20worden%2ohergebruikt
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021
Pagina 11 van 11
"actiepunten 8, gen 10 de Amsterdamse datacenters betreffen: het deel van de zakelijke
markt voor digitale infrastructuur die zich in Amsterdam heeft gevestigd. Het
verduurzamen van deze sector vergt een geheel andere aanpak en deze is reeds in gang
gezet: in gesprek gaan met deze sector door middel van een duurzaamheidstafel, de
klimaatrapportage en Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal (zie voor meer details de
antwoorden op actiepunten 8 tot en met 10). Daarom adviseren wij deze niet op te
nemen in het actieplan groene ICT;
"aan de overige actiepunten (2, 4 en 5) reeds is voldaan of zijn ondersteunend aan een
lopend initiatief.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Touria Meliani
Wethouder ICT en Digitale Stad
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 11 | train |
ERR Stiehting Motorschip Agatha
se Ds GO
Pa B Datums in A VN
4 5 Rey. mn. amiofs '
Glen 1 EA ed
Gemeenteraad van Amsterdarn [ Beh. ambt ASode ,
Postbus 202 ] }
1001 AE Amsterdam van BM/Weli.
no terkenniename
: ler verdere beh. |
Betreft: raadsadres e om es É
u
mj]
Amsterdam, 18 augustus 2016
Geachte gemeenteraad, |
Wij zijn stichting taotorschip Ágatba gevestigd op het Prinseneiland.
De stichting Waternet stolt voor de rechtbank en Raad van State dat uw
Algemene Politie Verordening uit 1974 oplevert dat er overgangsrecht zóu
bestaan voor bedrijfsvaartuigen die op dat moment (1974) al in Amsterdam
lagen.
In een andere kwostie, over een bedrijfsvaartuig dat 30 meter verderop
ligt, heeft Waternet gesteld, ook voor rechtbank en RvS, dat het verbod
op ligplaats hebben met een bedrijfsvaartuig al in 1955 ingesteld is en
dat er derhalve geen sprake is van overgangsrecht in 1974, De stellingen
van Waternet zijn strijdig met elkaar en kunnen hiet beide tegelijk waar
zijn, vandaar dat onze stichting zich tot u wendt met het verzóek om
opheldering te verschaffen.
Hoogachtend, |
… 00Â
Nt
L. H. Smol 25
‚damens de Stichting motorjacht Agatha. 6
(uk Amsterdam 41214 814 Rabobank nr NL{7RABO 0 313 58 54 23
| Raadsadres | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam BWK
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken,
Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort,
x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 7 september 2011
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie,
Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Tijd 09.00 tot 17.00 uur
Locatie De Boekmanzaal
Procedureel deel 09.00 tot 09.15 uur
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van
de Raadscommissie BWK d.d. 23 en 29 juni 2011
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Conceptverslag van de besloten vergadering van
de Raadscommissie BWK d.d. 23 en 29 juni 2011
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 7 september 2011
6 Termijnagenda, openstaande toezeggingen en schriftelijke vragen
, _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar
e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering
per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen.
7 _Tkn-lijst
Inhoudelijk deel aanvang 09.15 uur
8 Opening inhoudelijk gedeelte
9 _Inspreekhalfuur Publiek
10 Actualiteiten en mededelingen
11 Rondvraag
Ruimtelijke Ordening
12 Wijzigen van de verordening op de heffing en inning van de leges 2011 in
verband met de inwerkingtreding van de Wet aanvullende regels veiligheid
wegtunnels (WARVW) Nr. BD2011-006937
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 21 september 2011)
Grondzaken
13 Implementatieplan Verbetering beheer Vereveningsfonds. Nr. BD2011-007286
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 7 september 2011
14 Bestuurlijke reactie motie Alberts (nr. 681) inzake de begroting voor 2011
(contract projectontwikkelaars) Nr. BD2011-004170
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
15 Bestuurlijke reactie op motie 522" van de raadsleden Van Doorninck en Mulder
bij de begroting 2011 (criteria verlaging percentage sociale woningbouw in Oost
en West). Nr. BD2011-007264
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Klimaat en Energie
16 Bestuurlijke reactie stand van zaken motie 132 van de leden Mulder, Van
Doorninck, Van der Ree, Van Drooge en Van Lammeren inzake ondergronds
bestemmingsplan (Structuurvisie) Nr. BD2011-006815
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
17 _Uitvoeringsprogramma Duurzaam Inkopen 2011-2014 - eerste uitvoeringsjaar
2011-2012 Nr. BD2011-007548
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 21 september 2011)
e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 29 juni 2011
e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en
Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening,
Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd
Volkshuisvesting
18 Notitie woningmarktpositie middensegment Nr. BD2011-007684
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
19 Vaststellen Voorstel nieuwe Amsterdamse Woonruimteverdeling Nr. BD2011-
007729
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 21 september 2011)
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 7 september 2011
Zeehaven en Westpoort
20 Instemming wenselijk- en haalbaarheid verzelfstandiging Haven Amsterdam Nr.
BD2011-007415
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 21 september 2011)
e Aangehouden in de commissievergadering van 29 juni 2011
e Gevoegd behandelen met agendapunt 21
e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en
Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening,
Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd
> Afhankelijk van het rapport van Policy Research inzake de Verzelfstandiging Haven
Amsterdam beslist de Begeleidingscommissie dinsdag 30 augustus 2011of de
voordracht Instemming wenselijk- en haalbaarheid Verzelfstandiging Haven
Amsterdam in deze commissievergadering besproken kan worden. Zo mogelijk wordt
het rapport van Policy nagezonden. Woensdag 31 augustus 2011 ontvangt u een mail
met nadere informatie.
Bedrijven
21 voorbereiding verzelfstandiging Haven Amsterdam Nr. BD2011-007416
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 21 september 2011)
e Aangehouden in de commissievergadering van 29 juni 2011
e Gevoegd behandelen met agendapunt 20
e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en
Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening,
Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd
4
| Agenda | 4 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 785
Datum akkoord 29 juni 2015
Publicatiedatum 21 augustus 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren
van 20 mei 2015 inzake festivals en fauna.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
Op de website Waarnemingen.nl is te lezen dat er weer een lepelaarspaartje in de
bomen broedt in het Sloterpark. De lepelaar is een vrij schaarse Natura 2000-
broedvogel.
Op de website van Vogelbescherming Nederland is het volgende te lezen:
‘De verdroging van moerasgebieden, toegenomen (recreatieve) drukte in belangrijke
broedgebieden en de toegenomen verspreiding van vossen zorgden voor een
belangrijke afname van het aantal lepelaars. De lepelaar stond op de Rode Lijst
vanwege het geringe aantal broedparen, in combinatie met een beperkte verspreiding
en een gebondenheid aan kwetsbaar broedbiotoop. Inmiddels is de situatie dusdanig
verbeterd dat de lepelaar van de Rode Lijst af is maar dat betekent niet dat we
moeten stoppen met het actief beschermen van de lepelaar. Bovendien broedt het
overgrote deel van de Westeuropese populatie in ons land. Daardoor wordt de
Nederlandse verantwoordelijkheid voor het voortbestaan van de Lepelaar nog eens
onderschreven.’
In 2014 vonden in het Sloterpark verschillende festivals met versterkte muziek plaats
tijdens het broedseizoen, namelijk The Color Run, Mystic Garden en Loveland, die op
23 mei, 20 juni en 8 augustus 2015 zullen plaatsvinden.
Behalve de lepelaar broeden uiteraard ook andere soorten in het Sloterpark.
Alle inheemse soorten worden beschermd door de Flora- en Faunawet. Artikel 11
luidt: ‘Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of
verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te
beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren.’
Evenementen kunnen een verstoring opleveren voor het leefgebied van
(broed)vogels, vleermuizen en grondgebonden zoogdieren.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing Tas Gemeenteblad
Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015
In een quickscan over ‘effecten van evenementen in Stadspark Schothorst te
Amersfoort op beschermde soorten’ van Bureau Waardenburg (2009) is te lezen: ‘Uit
diverse onderzoeken blijkt dat negatieve effecten optreden, maar dat deze effecten
vaak moeilijk te kwantificeren en onvoorspelbaar zijn. Op het gebied van festivals en
verstoring van fauna bestaat een kennislacune. De grootste effecten zijn te
verwachten in de meest kwetsbare periode van broedende vogels (nestbouw en
eileg) en vleermuizen in het kraamseizoen, bij meerdaagse evenementen waarbij
sprake is van hoge geluidsbelasting en uitstraling van verlichting naar de bosrand.’
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 20 mei 2015, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Kan het college bevestigen dat er lepelaars broeden in de bomen in het
Sloterpark?
Antwoord:
Ja, op dit moment broedt één lepelaarspaar in het Reigersbos in het Sloterpark.
2. Zijn er behalve voor The Color Run, Mystic Garden en Loveland nog meer
vergunningaanvragen gedaan voor evenementen met versterkte muziek?
Zo ja welke, en zijn deze vergunningen verleend?
Antwoord:
Nee. Mystic Garden is bij besluit d.d. 29 mei 2015 verleend. Color run heeft al
plaatsgevonden en Loveland is nog niet vergund.
(bron: stadsdeel Nieuw West)
3. Gezien verstoring van soorten mogelijk is door festivals: is/wordt er een
ecologische quickscan uitgevoerd voor deze drie evenementen? Zo ja, kan
het college deze bij de antwoorden voegen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Ja, voor Mystic Garden is een quickscan uitgevoerd. Zie bijlage voor voorbeeld
van de eerdere editie. (bijlage 1 en 2). Voor de Color Run is geen quickscan
uitgevoerd omdat dit een hardloopevenement betreft waarbij in minder mate
muziek wordt afgespeeld en van ondergeschikt belang is aan het evenement.
Voor Loveland is dit nog niet gedaan en waarschijnlijk ook niet nodig omdat dit
evenement buiten het broedseizoen plaatsvindt.
(bron: stadsdeel Nieuw West)
De Natuurtoets uit 2013 is aangehecht als bijlage 1.
Het verslag van de monitoring na afloop is aangehecht als bijlage 2.
Het besluit van de Staatssecretaris tot afwijzing van een verzoek om handhaving
vanwege vermeende overtreding van de verboden uit de Flora en faunawet is
aangehecht als bijlage 3.
De beslissing op het bezwaar tegen het afwijzingsbesluit, waarbij het
afwijzingsbesluit in stand is gelaten, is aangehecht als bijlage 4.
(bron: Rohe Advocaten)
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing Tas Gemeenteblad R
Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015
4. Is/wordt er een ontheffing op de Flora- en Faunawet aangevraagd voor deze drie
evenementen? Zo ja, is deze verleend en worden compenserende maatregelen
getroffen door de organisator (en kan deze ontheffing worden bij de antwoorden
worden gevoegd)? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, een ontheffing is nodig wanneer de activiteiten (zeker) tot verstoring leiden
en het aanvragen van een ontheffing is niet verplicht op basis van vermoedens.
Duidelijke voorbeelden daarvan zijn: het dempen van een sloot waarin
beschermde soorten leven en groeien. Het slopen van een gebouw waarin
vleermuizen zitten. Het is de organisatie die verantwoordelijk is voor de
eerbiediging van de verboden uit de Flora en faunawet. Het bevoegd gezag
berust bij de minister van Economische Zaken Het uitvoeringsorgaan belast met
toezicht en handhaving is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Wel
wordt In de evenementenvergunningen die in Amsterdam worden verleend, in de
regel op de verboden van de Flora- en faunawet gewezen en wordt de
vergunninghouder aangeraden met betrekking tot het evenement in
overeenstemming daarmee te handelen.
Voor Mystic Garden Festival, aanleiding voor uw vragen, geldt dat het evenement
jaarlijks wordt gemeld bij het bevoegd gezag thans de Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland. De resultaten van de natuurtoets en/of de
monitoringsronde(s) worden met het bevoegd gezag gedeeld. Hetzelfde geldt
voor de maatregelen die het ecologisch adviesbureau naar aanleiding van de
monitoring aanbeveelt. Met de maatregelen en na afstemming met het bevoegd
gezag vindt vervolgens het evenement plaats.
Uit de natuurtoetsen en monitoringsrapporten met betrekking tot festivals die de
afgelopen jaren veelvuldig door deskundigen zijn opgesteld, blijkt dat festivals in
principe plaats kunnen vinden zonder dat dat leidt tot overtreding van de
verboden uit de Flora en faunawet. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de monitoring door
deskundigen die onder meer voor de hier aangehaalde Amsterdamse festivals
Amsterdam Open Air en Mystic Garden al vele jaren achtereen plaatsvindt.
Wanneer geen verstoring plaatsvindt, bestaat geen aanleiding voor het aanvragen
van een ontheffing.
(bron: stadsdelen , Stadsecoloog Gemeente Amsterdam, Ruimte en
duurzaamheid)
5. Kan het college op een kaart uittekenen:
a. hoe ver de muziek van bovengenoemde festivals draagt (in decibel)?
Antwoord vraag 5a:
Ja, alleen van Mystic Garden. Zie daarvoor een kaart uit het geluidsplan voor
Mystic Garden bijlage 5.
3
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing Tas Gemeenteblad R
Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015
b. op welke tijdstippen deze muziek hoorbaar is?
Antwoord vraag 5b:
Mystic garden duurt van 12:00 tot 23:00 uur en Loveland zal ook van 12.00
tot 23.00 plaatsvinden. Er zullen twee soundcheckmomenten zijn voor de
evenementen. De Colour Run duurde van 12:00 tot 19:00 uur.
(bron: stadsdeel Nieuw West)
c. waar zich broedplaatsen van door de Flora- en Faunawet beschermde
soorten bevinden?
Antwoord vraag 5c:
Nee, deze worden kort voor het evenement in kaart gebracht, om op basis
van de meest actuele stand van zaken — indien nodig — maatregelen te
treffen. Een voorbeeld van een dergelijke kaart wordt aangetroffen in de
bijlage bij de Natuurtoets die als bijlage 1 aan deze brief is gehecht.
(bron: organisator Mystic Garden)
6. Op welke manier meent het college in algemene zin de verstoring van fauna door
festivals te voorkomen?
Antwoord:
In de evenementenvergunning die door de Burgemeester wordt verleend, wordt
gewezen op het bestaan van de Flora- en faunawet, het bevoegd gezag (minister,
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) te dien aanzien en de
verantwoordelijkheid van de organisator daarin.
Tevens het inpassen van een festival gebeurt niet dan nadat uitvoerig vooroverleg
heeft plaatsgevonden tussen alle betrokken partijen en diensten, waartoe ook de
beheerder van het terrein behoort. De beheerder van een terrein beschikt over
het algemeen over een goede, actuele en specifieke kennis over het gebied en de
daar aanwezige soorten zodat de organisatie daarop gewezen kan worden. Bij de
organisaties zelf is eveneens sprake van een bewustzijn van de verboden van de
Flora- en faunawet. Onderling vindt kennisuitwisseling plaats en de branche-
organisatie VVEM geeft aan haar leden voorlichting over deze aspecten.
(bron: stadsdelen)
7. Het aanvragen van een ontheffing op de Flora- en Faunawet is verplicht wanneer
de organisator van een evenement vermoedt dat door deze wet beschermde
soorten worden verstoord. Maar de organisator is zelf verantwoordelijk voor het
inschatten van het risico op verstoring.
Antwoord:
Nee, zie het antwoord op vraag 4.
Uit een aantal (uitgebreide monitorings)onderzoeken, die soms jaren achter
elkaar plaatsvinden, weten we inmiddels dat festivals niet voor verstoring zorgen
mits de juiste voorzorgsmaatregelen zijn genomen. Indien nodig kunnen relatief
eenvoudig maatregelen worden getroffen waarmee verstoring kan worden
voorkomen.
(bron: stadsdelen)
4
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing Tas Gemeenteblad R
Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015
a. Is het college van mening dat organisatoren goed in staat zijn het risico op
verstoring van door de Flora- en Faunawet beschermde soorten in te
schatten?
Antwoord vraag 7a:
Ja, er is inmiddels veel bekend over de effecten van evenementen op flora en
faunagebied. Ook over maatregelen om in voorkomend geval verstoring uit te
sluiten. De organisaties zijn over het algemeen goed op de hoogte van de
verboden in de Flora en faunawet en weten de weg naar het bevoegd gezag
en de ecologisch deskundigen goed te vinden. De branchevereniging, de
Vereniging van Evenementenmakers geeft hierover voorlichting aan haar
leden. Organisaties werken bij de inpassing van een evenement vaak nauw
samen met de beheerder van het betreffende gebied.
b. Is een aanvrager van een evenementenvergunning met versterkte muziek in
de openbare ruimte verplicht om aan te tonen dat het evenement geen risico
op overtreding van de Flora- en Faunawet zal opleveren?
Antwoord vraag 7b:
Ja, de organisator is gehouden aan de wet, waarin verboden zijn opgenomen
om beschermde soorten te verontrusten.
c. Wanneer een organisator niet vermoedt dat verstoring zal plaatsvinden en
dus geen ontheffing aanvraagt, wie ziet er dan op toe dat de Flora- en
Faunawet wordt gehandhaafd?
Antwoord vraag 7c:
Zie de antwoorden op de vragen 4 en 7a.
Het bevoegd gezag berust bij de minister van Economische Zaken.
Het uitvoeringsorgaan belast met toezicht en handhaving is de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland.
d. Kan het college aangeven voor welke van onderstaande evenementen, die
alle hebben plaatsgevonden tijdens het broedseizoen in 2014, 1) een
ontheffing op de Flora- en Faunawet is aangevraagd 2) een ontheffing op
de Flora- en Faunawet is verleend 3) controle heeft plaatsgevonden vanuit
de gemeente, de NVWA of een andere controlerende instantie?
Westerpark Vrije Westen Festival
Westerpark Rollende Keukens Food festival
Westerpark Pitch en De wereld draait buiten
Westerpark Buiten Westen en Milkshake Festival
Oosterpark Loveland van Oranje Festival
Oosterpark Appelsap Festival
Oosterpark Holland Festival Festival
Oosterpark Keti Koti Festival Herdenking/viering
Flevopark Cannabis Bevrijdingsdag Festival
Nieuw en Meer Park am See/De Zon Festival
Rembrandtpark EdelWise Festival Festival
Sloterpark The Color Run Sport/festival
Sloterpark Mystic Garden Festival
Sloterpark Loveland Festival
5
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing Tas Gemeenteblad R
Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015
Gaasperpark Amsterdam Open AIR 2014
Gaasperpark Gaasper Pleasure Festival
Gaasperpark Keti Koti 2014 Herdenking
Mandelapark Kwaku Festival
Vondelpark Open Lucht Theater Theater/Muziek
MLK park De Parade Theater festival
Amstelpark Taste of Amsterdam Culinair festival
Amsterdamse Bos Dynamic Festival Festival
Amsterdamse Bos 909 Festival
Amsterdamse Bos Het Amsterdamse Bos Festival Festival
Amsterdamse Bos EKO Town Festival Food festival
Amsterdamse Bos A Day at the Park Festival Festival
Amsterdamse Bos Electronic Family Festival Festival
Amsterdamse Bos Dekmantel Festival Festival
Antwoord vraag 7d:
Zie het antwoord op vraag 4. Onderstaand de antwoorden van de stadsdelen
op de voor hen van toepassing zijnde evenementen.
Stadsdeel West
Voor de evenementen, het Vrije Westen, Rollende Keukens, Pitch, Buiten
Westen en Milkshake is geen ontheffing op de Flora en Faunawet
aangevraagd. Het nieuwe bestemmingsplan uit 2013 maakt geen nieuwe
ontwikkelingen mogelijk die een negatief effect zouden kunnen hebben op de
Flora en Fauna. Voor de Westergasfabriek is de vraag of er ontheffing is
aangevraagd niet relevant vanwege de aard van de beplanting: lage
cultuurplanten en weinig opgaand groen waar vogels in kunnen nestelen.
Voor het evenement.
Stadsdeel Nieuw-West
Bij de genoemde evenementen in dit stadsdeel is er advies gevraagd aan
een Ecoloog. Zijn advies, met de nadruk op advies wordt in de vergunning
opgenomen. Er worden dan specifieke maatregelen genomen, bijvoorbeeld
dat de organisator een quickscan moet doen.
Er is aan de andere kant ook in geen van deze gevallen een verzoek tot
handhaving gedaan bij de dienst Regelingen van het ministerie van
Economische Zaken. Zie verder beantwoording van de evenementen in
Nieuw West vraag 2 tm 5)
Stadsdeel Oost
Als eerste wordt er advies opgevraagd bij de parkbeheerder die het
vervolgens dan weer bij een stadsecoloog neerlegt. Afhankelijk van het advies
nemen we dit op in de vergunning. Als er een nieuwe situatietekening moet
komen naar aanleiding van het advies, dan geldt de nieuwe situatietekening,
en komt er geen voorschrift. Áls het advies is een quickscan te doen, dan
voegen we een aandachtspunt Flora en Fauna toe aan de vergunning. Voor
alle genoemde festivals is er geen stadsecoloog ingeschakeld. Wel is er voor
de evenementen Loveland van Oranje, Appelsap Festival en Cannabis
Bevrijdingsfestival een quickscan gedaan en deze zijn door het stadsdeel
gecontroleerd.
6
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing Tas Gemeenteblad R
Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015
Stadsdeel Zuidoost
Het Kwaku festival vindt plaats in het Mandelapark daar zijn in het kader van de Flora
en faunawet geen specifieke voorschriften in de evenementenvergunning voor
opgenomen daar het hier een grote grasweide betreft. Zoals in het kopje:
“Ontwikkeling sinds 2009 onderzoek Flora en faunawet” wordt beschreven is er in
2012 één van de meest uitvoerige onderzoeken plaats gevonden, op drie momenten.
Dit betreft dan het evenement Open Air bij de Gaasperplas In het gehele traject is er
geen verstoring vastgesteld. Er is voor dit festival geen ontheffing aangevraagd en
verleend, wel is er controle uitgevoerd, zoals in 2012 door het stadsdeel.
Stadsdeel Zuid
Van het gehele Amstelpark is een quickscan gemaakt t.a.v. de Flora en Fauna, hierin
wordt weergegeven welke planten en dieren er in een bepaalde habitat leven dan wel
aanwezig zijn. Er wordt ook vastgelegd waar de bijzondere dieren broeden en
er wordt gekeken of er rode lijst soorten aanwezig zijn. Er wordt binnen een
QuickScan vastgelegd en verwezen dat we werken conform de Amsterdamse
gedragscode (zie bijlage 6).Wanneer een evenement of werk gepland staat is de
Quick scan ons handvat, bij twijfel laten we een externe partij een scan uitvoeren. Na
gelang het resultaat kan er wel of niet gestart worden. Momenteel wort er voor het
Gijsbrecht van Amstelpark een quick scan gemaakt, deze scan zal een onderdeel zijn
van de beheervisie/uitvoeringsplan. De overige parken volgen in 2015 en 2016, de
lange doorlooptijd heeft te maken met het aparte vleermuizen onderzoek. Dat
onderzoek loopt via een vastgelegd protocol, het protocol geeft aan
wanneer, hoelang en de frequentie er gescand moet worden. Bij het Vondelpark
wordt er bij onduidelijkheden die spelen rondom de aanvraag een stadsecoloog
ingeschakeld die het vervolgens gaat toetsen.
Het Amsterdamse Bos
Bij de volgende (middel)grote evenementen (Dynamic Festival, 909 Festival, Het
Amsterdamse Bos Festival, EKO Town Festival, A Day at the Park Festival,
Electronic Festival en Dekmantel Festival heeft er een voor- en naschouw
plaatsgevonden samen met een persoon van het beheer en onderhoud samen met
een boswachter.
De festivals Diynamic, 909 en het Amsterdamse Bosfestival vonden alle 3 plaats op
de locatie Kleine Speelweide in het Amsterdamse Bos. De organisatie Loveland
Events die alle 3 de evenementen organiseerde (het Amsterdamse Bosfestival was in
samenwerking met de Amsterdamse Bos organisatie) heeft van tevoren een
ecologische quickscan laten uitvoeren door het ecologisch bureau Regelink. Dit
gebeurt elk jaar. Het Ekotown festival vond vorig jaar voor het eerst plaats op de
locatie Arena in het Amsterdamse Bos. Hiervoor is geen ecologische scan uitgevoerd.
Voor- en naschouw heeft wel plaatsgevonden door de gemeente.
A Day at the Park festival en Electronic Family festival worden allebei georganiseerd
op terrein Land van Bosse eo in het Amsterdamse Bos. Dit is een speciaal aangelegd
evenemententerrein. De Amsterdamse Bos organisatie heeft vlak nadat het terrein
klaar was een ecologisch bureau ingehuurd om een ecologisch onderzoek uit te
voeren. Het was daarom niet nodig dat de organisatie een bureau inhuurde om een
quickscan te laten uitvoeren. Dit jaar vindt Het Dekmantelfestival ook plaats op het
Land van Bosse eo. Wij hebben echter dit jaar aan de organisaties gevraagd om een
ecologische quickscan te laten uitvoeren door een extern ecologisch bureau. Ze zijn
dit nu aan het onderzoeken.
7
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng Tas Gemeenteblad
ummer = su .
Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015
8. Is het mogelijk om in de evenementenvergunning op te nemen dat de aanvrager
moet (kunnen) aantonen dat er geen risico is op overtredingen op de Flora- en
Faunawet?
Antwoord:
Nee, de evenementenvergunning wordt verleend op basis van de APV.
De bescherming van flora en fauna berust op een ander wettelijk kader. Dit is
geen weigeringsgrond in de APV. De gemeente heeft geen bevoegdheid om
hierin al dan niet over de band van de evenementenvergunning eisen of
voorwaarden te stellen. Wel zal in het handboek voor evenementen onderstaande
als handvat voor vergunningverleners worden opgenomen.
Bron: concept Handboek voor evenementen
[kader invoegen: Evenementen in parken of natuurgebieden: win advies in bij de
stadsecologen]
In het algemeen geldt dat er voorwaarden zijn aan de omvang en het aantal
evenementen dat in een park of natuurgebied wordt gehouden. Daarnaast wordt
rekening gehouden met de bescherming van de aanwezige flora en fauna in het
park of natuurgebied. Hiervoor wint de vergunningverlener advies in bij een
stadsecoloog van team Leefomgeving, afdeling Ruimte en Duurzaamheid van de
gemeente Amsterdam. Dit advies dient vanaf het eerste moment van de aanvraag
te worden ingewonnen. De stadsecologen geven aan met welke natuurwaarde
rekening moet worden gehouden en/of welke onderzoeken er nog gedaan
moeten worden door de organisator van het evenement om de natuurwaarden
voldoende te kunnen beschermen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
8
| Schriftelijke Vraag | 8 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1300
Publicatiedatum 5 december 2018
Ingekomen onder C
Ingekomen op woensdag 28 november 2018
Behandeld op woensdag 28 november 2018
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Bloemberg-lssa, Van Renssen, De Heer, Kili, Simons, N.T.
Bakker, Boomsma, Van Soest inzake het bestemmingsplan Sluisbuurt en aanvaarden
milieueffectrapport (MER) Zeeburgereiland (noord- en zuidzijde Sluisbuurt
Hoofdgroenstructuur).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie van het bestemmingsplan Sluisbuurt en aanvaarden van
milieueffectrapport Zeeburgereiland (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1261).
Constaterende dat:
— Amsterdam voor een groot deel van het plangebied dat betrekking heeft op
bestemmingsplan Sluisbuurt eigenaar is met uitzondering van een deel van het
groen waar Rijkswaterstaat de eigenaar is;
— op de ‘verbeelding’ van het bestemmingsplan de noordzijde en de zuidzijde van
het plangebied de bestemming groen hebben;
— op pagina 160 van het bestemmingsplan komt naar voren dat de westzijde van
het plangebied in de Hoofdgroenstructuur ligt;
— op de ‘verbeelding’ van het bestemmingsplan een deel van het groengebied aan
de westzijde zowel de bestemming Groen als dubbelbestemming Waterstaat-
Waterkering heeft.
Overwegende dat:
— erin de gemeenteraad de wens heerst om de Hoofdgroenstructuur uit te breiden;
— de bestemming Groen en dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering de
Hoofdgroenstructuur elkaar niet in de weg staan maar juist goed aanvullen;
— voor het garanderen van de rust en de ecologische kwaliteit van het groen in de
noordzijde en de zuidzijde van het plangebied het aan te bevelen is om aan deze
twee groengebieden ook de dubbelbestemming Waarde-Hoofgroenstructuur te
geven.
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1300 Motie
Datum 28 nov. 2018
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders::
— een onderzoek te starten naar uitbreiding van de Hoofdgroenstructuur met de
gebieden aan de noordzijde en aan de zuidzijde die in de ‘verbeelding’ van
bestemmingsplan Sluisbuurt de bestemming Groen hebben;
— hierbij te onderzoeken welk groentype de twee bovenstaande gebieden krijgen en
advies te vragen aan de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur:;
— deze extra stukken Hoofdgroenstructuur zo mogelijk op te nemen in de
Structuurvisie Amsterdam 2040.
De leden van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-Issa
N.A. van Renssen
A.C. de Heer
A. Kilig
S.H. Simons
N.T. Bakker
D.T. Boomsma
W. van Soest
2
| Motie | 2 | discard |
ea | | | __ VERWEY
ln \ ET eh
A. 9 Ns,
zn , | ie E
| Î Kn |
Procesevaluatie Subsidieregeling ‘Diversiteit en inclusiviteit voor allianties Amsterdam 2021-2023
Ervaringen met allianties en
alliantiebeleid in Amsterdam
Marian van der Klein, Mariam Badou en Micky Out
mn
an _
mn
mn
- Ervaringen met allianties
mm: Procesevaluatie Subsidieregeling ‘Diversiteit en inclusiviteit voor allianties Amsterdam 2021-2023
mn
Marian van der Klein
Mariam Badou
Micky Out
mn Utrecht, november 2022
mn
|
En al
mn
mn
1 Nieuw alliantiebeleid van de gemeente 4 5 _Alliantie-ervaringen in het licht van literatuur 31
Doelen van de gemeente in de nieuwe subsidieregeling 4 5.1. Kansen in alliantiesamenwerking 31
11. De allianties 4 5.2. Knelpunten in alliantiesamenwerking 31
12. Opzet en doel van deze procesevaluatie 6 5.3. Indicatoren voor een succesvolle samenwerking 33
13. Leeswijzer 8
6 Conclusies en denkrichtingen voor de toekomst 34
2 Ervaringen met het voortraject 9 6.1. Doelen dichterbij 34
2.1. Gedeelde ervaringen 10 6.2. Financiën en bestuurlijke prioriteiten 34
2.2. Ervaringen van de allianties binnen het voortraject 11 6.3. Partnerschap tussen gemeente en allianties 35
2.3. Ervaringen van accounthouders/gemeenteambtenaren 14 6.4. Synergie binnen de allianties 36
2.4. Observaties van de onderzoekers bij het voortraject 15 6.5. Naar aanleiding van het voortraject 36
3 Ervaringen met samenwerking binnen de allianties 16 7 Literatuur 38
3.1. Praktische organisatie van de samenwerking in de allianties 16
3.2. Verwachtingen van de organisaties bij de onderlinge samenwerking19
3.3. Wat heeft de samenwerking gebracht? 20
3.4. Observaties van de onderzoekers over de onderlinge samenwerking 21
4 Contact tussen de gemeente en de allianties 23
A1. Gedeelde ervaringen van accounthouders en allianties 23
4.2. Ervaringen van de accounthouders na toekenning 27
4.3. Ervaringen van de allianties met de gemeente na toekenning 28
4.4. Observaties van de onderzoekers 30
3
En
En al
mn
mn
4 N Í euw a Li an ti e hb e le Í d van e Het veld strategisch benutten: Het is van belang dat het veld activiteiten
onderneemt die daadwerkelijk invulling geven aan de bestuurlijke doelen
d e ge meen te op het terrein van diversiteit en inclusie.
® Sturen op resultaat: Activiteiten zijn niet een einddoel, maar dragen in
plaats daarvan bij aan een groter geheel. Hierbij zet de gemeente een stip
aan de horizon en werkt daar samen met partijen in het veld naartoe.
In 2019 is de gemeente Amsterdam begonnen met een nieuwe Subsidieregeling e Stimuleren van synergie in het veld: Wanneer het veld meer en beter samen-
‘Diversiteit en inclusiviteit voor allianties Amsterdam 2021-2023’. Met dit werkt, ontstaat een samenhang tussen activiteiten van verschillende
nieuwe instrument wil de gemeente maatschappelijke organisaties in de stad partijen, die bijdraagt aan de realisatie van het diversiteitsbeleid.
de kans geven om effectief, weldoordacht en in samenwerking met andere e Meerjarige zekerheid bieden: De nieuwe instrumenten maken het mogelijk
organisaties te werken aan duurzame inclusiviteit en diversiteit. De allianties om partijen ruimte te geven en meerjarige zekerheid te bieden om vanuit
werken naast de gemeente aan inclusiviteit en duurzaamheid in destad. De een eigen aanpak bij de stip op de horizon te komen.
eerste subsidies zijn in juni 2021 verstrekt.
11. De allianties
Inde periode vóór de alliantieregeling was er in Amsterdam de Subsidieregeling
‘Burgerschap en Diversiteit. Deze regeling verstrekte sinds 2013 losse, eenma- De kern van de nieuwe Subsidieregeling is dat maatschappelijke organisaties,
lige projectsubsidies aan individuele organisaties om activiteiten/projecten verenigd in een alliantie, mede-uitvoering geven aan de bestuurlijke priori-
binnen het diversiteitsbeleid mogelijk te maken. De gemeente Amsterdam teiten en daarvoor subsidie ontvangen. De gemeente Amsterdam — in casu het
ervoer het resultaat van deze oude subsidieregeling als ad hoe, willekeurig en college van burgemeester en wethouders — heeft in deze constructie vooraf
versnipperd (Raadsbrief). In de oude regeling was er te weinig ruimte voor bestuurlijke prioriteiten bepaald langs de programmalijnen emancipatie, anti-
maatwerk en meerjarige projecten. Bovendien werd met het financieren van discriminatie en gedeelde geschiedenis. Binnen deze prioriteiten kunnen alleen
losse projectsubsidies geen samenwerking tussen partijen gestimuleerd. De allianties (samenwerkingen van een aantal niet vooraf vastgestelde partijen
nieuwe subsidieregeling doet dat nadrukkelijk wel. — geen losse partijen meer) een aanvraag indienen.
Doelen van de gemeente in de nieuwe subsidieregeling Er dienden in 2021 veertien allianties een aanvraag in op één of meer van de
bestuurlijke prioriteiten. De gemeente honoreerde in 2021 de plannen van zes
Het nieuwe instrument draagt bij aan een nieuwe manier van werken met de aanvragen: één alliantie per bestuurlijke prioriteit. Elke alliantie kreeg een
partijen in de stad. De gemeente Amsterdam heeft een aantal doelen gesteld, budget dat zij onderling moesten verdelen om de door de alliantie gestelde doel-
die zij met deze nieuwe manier van subsidiëren wil realiseren: stellingen te verwezenlijken. Het budget varieerde van €80.000 tot €210.000
per alliantie, per periode van een jaar met de intentie tot verlenging naar een
4
En
. . . a: . . . Transketeers
tweede jaar. De gemeente spreekt met de alliantiesubsidie de intentie uit om
Trans United Europe
de samenwerking twee jaar te financieren, maar de budgetten worden per TranScreen
. . bn De: De: Abou Nawas Festival
jaar — op basis van een activiteitenplan van juni tot juni — verleend. Anaetdlr MuSe
Beards of Berlin
Op de volgende bestuurlijke prioriteiten zijn aanvragen van allianties gehono- COC Amsterdam eo.
Pp . Jg _ Jxe p J Jg ‚ ‚ 9 ‚ ‚ LGBTQI-+ Youth Performance Initiative
reerd. Dit zijn de thema's waar de gemeente met de allianties en het alliantie- Pride Photo
beleid, maatschappelijke impact op wil(de) realiseren, zodat Amsterdam een EE
‚ . ‚ ‚ 7 Stichting Inclusief
inclusieve en diverse stad is en blijft*: Stichting OndersteBoven
BIPOC alliantie (Biculturele en People of Color Fite Qlub (penvoerder)
1. _Gendergelijkheid in werk ee Black Pride NL
. ‚ ‚ Black Queer & Trans Resistance
2. Zichtbaarheid en Pride Caribbean Queer Salon
3. _Biculturele LHBTIQ+ COC Amsterdam 6,0.
en. ‚ Man.Ish Cave
A. Antidiscriminatie MarokQueer Zawia
5. Inclusief herdenken Papaya Kuir
. . Queer is not a Manifesto
6. Koloniaal verleden en de doorwerking Sehaq
Survibes
Alliantienaam per bestuurlijke prioriteit Betrokken organisaties Amsterdammers samen tegen racisme (Anti- Pakhuis de Zwijger (penvoerder)
Samen Sterk in Werk (Gendergelijkheid in Vrouw en Vaart/SEZO (penvoerder) discriminatie) Comité 21 Maart
werk) Buurvrouwennetwerk Gaasperdam Zwart Manifest
Stichting Prachtvrouw Collectief tegen Islamofobie en Discriminatie
Stichting Malak Oy Vey
Vrouwen Vooruit Pan Asian Collective (later aangesloten)
Diversion Amsterdam City Rights (later aangesloten)
Queer Netwerk Amsterdam (Zichtbaarheiden Stichting art1/IQMF Festival (penvoerder) Wij zijn Amsterdam (Inclusief herdenken) In Liza Ban (penvoerder)
Pride) Black Pride EducatieStudio
Colourful Pride Amsterdam Museum
Fite Qlub Amerpodia
MarokQueer Zawia Studio Durian i/o
A Kuir De Ongelooflijke Geschiedenissen van onze Stichting Zieraad (penvoerder)
Queer is not a Manifesto Voorouders (Koloniaal verleden en de door- Stadsarchief Amsterdam
Sehag werking) Pabo Hogeschool van Amsterdam i.s.m. de
Survibes Universitaire Pabo van Amsterdam
Stichting Pera Tropenmuseum Wereldculturen
el
1 Op de zevende bestuurlijke prioriteit - mannenemancipatie - is door één alliantie een plan ingediend,
dat destijds onvoldoende aansloot bij de gestelde opgave en de doelen van het college. Dit plan is
daarom afgewezen en op deze prioriteit heeft zich dus geen alliantie kunnen vormen.
5
mn mn
1.2. Opzet en doel van deze procesevaluatie e Dat alle partijen in dit onderzoek vrijuit hebben kunnen spreken zonder
dat de gemeente of een andere alliantie van hun inbreng op de hoogte
De afdeling Diversiteit van de gemeente Amsterdam heeft tussen maart en werd gebracht.
juli 2022 de nieuwe subsidieregeling tussentijds (ex-durante) laten evalueren. e Dat de onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut geen andere dan een
De evaluatieopdracht richtte zich op ervaringen mét en ín de allianties. Niet op onderzoeksrelatie hebben met het alliantiebeleid of hetgeen de respon-
de resultaten en de effecten van de allianties en het alliantiebeleid in de stad denten naar voren brengen.
— de gemeente wil dat in 2023 laten evalueren als de allianties de tijd hebben e _Datwein deze rapportage anoniem en niet direct herleidbaar naar persoon
gehad om goed op stoom te komen. of alliantie verslag doen.
De gemeente koos nu voor een procesevaluatie en vroeg het Verwey-Jonker Het Verwey-Jonker Instituut en de gemeente spraken met elkaar af dat deze
Instituut om die procesevaluatie uit te voeren. Dit is het rapport naar aanlei- procesevaluatie te klein was om ook de ervaringen van de ‘afvallers’ mee te
ding van de procesevaluatie. Het onderzoek dient drie doelen: nemen. De ervaringen van de organisaties die geen alliantiesubsidie hebben
gekregen, zijn in deze evaluatie niet uit de eerste hand meegenomen. Alleen
e _deervaringen met het alliantiebeleid en met de samenwerking in- en met als de accounthouders of de allianties daarover spraken met de onderzoekers,
allianties worden in kaart gebracht; is er iets van in dit rapport terug te vinden.
e _deervaringen worden in samenhang met elkaar geanalyseerd en gepre-
senteerd zodat; Twee centrale onderzoeksvragen, drie clusters van subvragen
e de gemeente kan leren van de door diverse betrokkenen naar voren
gebrachte ervaringen. De volgende twee vragen staan centraal in deze procesevaluatie:
Het werken in en met allianties is zowel voor de alliantiepartners als de Hoe ervaren maatschappelijke organisaties en medewerkers van de afdeling
gemeente een nieuw proces. De gemeente vindt het belangrijk om te leren Diversiteit van de gemeente Amsterdam de nieuwe Subsidieregeling?
van de ervaringen, zodat de processen als dat nodig is bijgestuurd kunnen
worden. De afdeling Diversiteit, met de accounthouders die het contact met de Worden de door de gemeente gestelde doelen volgens de direct betrokkenen gerea-
allianties vormgeven, wil weten welke ervaringen de betrokkenen hebben en liseerd via de samenwerking in en met allianties?
hoe deze ervaringen mét en ín de allianties gebruikt kunnen worden om het
beleid beter vorm te geven. Het Verwey-Jonker Instituut maakte een onder- Om deze onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, hebben we drie clus-
zoeksopzet en voerde de gesprekken en de focusgroepen in de procesevaluatie ters van subvragen vastgesteld die in dit rapport in achtereenvolgende hoofd-
onafhankelijk uit. Dat wil zeggen: stukken zullen worden behandeld.
6
En
mn mn
Cluster 1: Subvragen over het voortraject Cluster 3: Subvragen over het op lokaal niveau werken met een alliantiebeleid/
e Hoe hebben de zes allianties het voortraject ervaren? Wat vonden zij van allianties
de geboden ondersteuning, de feedbackronde en het aanvraagproces? e In welke mate ervaren de accounthouders en de programmalijncoördina-
e Hoe hebben de accounthouders en de programmalijncoördinatoren het toren dat de nieuwe subsidieregeling leidt tot een strategische benutting
voortraject ervaren? Wat vonden zij van de geboden ondersteuning, de van het veld, sturen op resultaat, stimuleren van synergie in het veld, en
feedbackronde en het aanvraagproces? meerjarige zekerheid voor de partijen in de allianties?
e In welke mate ervaren de allianties en de alliantiepartners dat de nieuwe
Cluster 2: Subvragen over de samenwerking binnen de allianties subsidieregeling leidt tot een strategische benutting van het veld, sturen
e _Hoeis de samenwerking binnen de allianties georganiseerd? Hoe vaak is op resultaat, stimuleren van synergie in het veld, en meerjarige zekerheid?
er overleg? Wie coördineert de alliantie (activiteiten en samenwerking)? e Hoe ervaren de alliantiepartners en de medewerkers van de gemeente
Op welke manier gebeurt de coördinatie? Wat is ieders rol in de alliantie? Amsterdam de eventuele overlap tussen diversie allianties; het kunnen
e In welke fase van samenwerken bevinden de allianties zich, in de forming, deelnemen in meerdere allianties; en de mate waarin allianties zich
storming, norming of performing fase? inspannen voor de toegankelijkheid en inclusie van bijeenkomsten en
e Welke nieuwe, andere en/of meer kansen voor het bereiken van hun evenementen voor een breed publiek.
maatschappelijke doelstellingen ervaren de deelnemende partijen door
de samenwerking in de allianties? Onderzoeksopzet
e In hoeverre is in de allianties sprake van synergie die het realiseren van
de alliantiedoelen ten goede komt? In deze evaluatie zijn meerdere methoden ingezet om de onderzoekvragen te
e _Welkeknelpunten ervaren de maatschappelijke organisaties in de samen- beantwoorden.
werking binnen de allianties die het realiseren van de alliantiedoelen
belemmeren? e De onderzoekers bestudeerden en analyseerden de documenten die
e Welke verwachtingen hadden de alliantiepartners van het werken in alli- hoorden bij de gehonoreerde aanvragen van de allianties (uitgezonderd
anties, en in welke mate zijn deze verwachtingen uitgekomen? de begrotingen).
e _Deonderzoekers spraken in een focusgroep en door middel van interviews
met de accounthouders van de gemeente over hun ervaringen met dit
nieuwe subsidiebeleid en met de allianties.
/
En
e De onderzoekers zetten bij elke alliantie digitaal een quickscan uit met ss
Di 19 es 13. Leeswijzer
vragen over het voortraject, over de onderlinge samenwerking en vragen
over de samenwerking met de gemeente? Dit rapport bestaat uit zes hoofdstukken. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2
e De onderzoekers organiseerden per alliantie een focusgroep -met alle of waarin de ervaringen van diverse partijen met het voortraject centraal staan.
in twee gevallen zo veel mogelijk alliantiepartners- waarin volgens een De gemeente Amsterdam heeft in dit voortraject aan alle allianties gevraagd
vast format de quickscan en de ervaringen van alle deelnemers aan bod om een Theory of Change (TOC) te maken: een uitgebreide tekst met sche-
kwamen. matische weergave van hoe activiteiten zich verhouden tot de doelen van
e De onderzoekers analyseerden de opgehaalde ervaringen per alliantie en de alliantie en de gemeente en via welke stappen maatschappelijke effecten
overkoepelend per subvraag®. worden gerealiseerd. Elke aanvraag bestond uit zon TOG, een trackrecord
e De onderzoekers bestudeerden literatuur over samenwerking in allianties van de samenwerkende organisaties, een activiteitenplan en een begroting
en brachten de mechanismen die daarin aan de orde komen in verband voor één jaar’. In hoofdstuk 3 verleggen we de focus naar de ervaringen van
met de ervaringen in Amsterdam. de partners binnen de allianties. Hoe bevalt het hen om samen te werken met
elkaar, welke vorm van samenwerken hebben ze gekozen en welke rol nemen
In dit rapport brachten de onderzoekers de ervaringen van verschillende de penvoerders in de coördinatie van de alliantiesamenwerking. Het gaat hier
actoren in het proces, op hoofdlijnen bijeen. De verslagen van de focusgroepen met name om ervaringen in de samenwerking met elkaar. Ook gaan we in
(met de allianties en met de afdeling Diversiteit) vormen hierbij de belangrijkste op de vraag hoe inclusief de alliantiepartners hun eigen activiteiten achten
bron. Ter ondersteuning van de tekst maken we gebruik van citaten uit deze en we vragen hen of het werken in de alliantie hun doelstellingen dichterbij
focusgroepen — uiteraard in verband met de privacy van de geraadpleegde heeft gebracht. In hoofdstuk 4 staat de verhouding tussen de gemeente en
personen anoniem en niet herleidbaar naar alliantie of ambtenaar. de allianties centraal. Wat zijn de ervaringen van de accounthouders met de
allianties en met het nieuwe alliantiebeleid? En wat zijn de ervaringen van
Dit rapport is geschreven vanuit het uitgangspunt dat implementatie van de alliantie met de gemeente? In hoofdstuk 5 laten we zien wat de literatuur
nieuw beleid altijd leerpunten in zich draagt en dat samenwerken meestal niet te berde brengt over samenwerkingsprocessen en allianties en zetten we die
vanzelf gaat (zie voor literatuur daarover hoofdstuk 5). Het is nadrukkelijk de inzichten in verband met de ervaringen in Amsterdam. In hoofdstuk 6 vatten
bedoeling van dit rapport om te kunnen leren van de naar voren gebrachte we samen wat er van de ervaringen geleerd kan worden als het gaat om het
ervaringen. voortraject, de samenwerking binnen de allianties en de samenwerking tussen
en de gemeente en de allianties.
2 Voor de quickscan is een meetinstrument van Jones & Barry (2011) gebruikt dat beschikbaar is in het
Nederlands. En dat in eerdere evaluaties en proefschriftonderzoek van dr. Niels Hermens gebruikt
is (zie oa: Hermens et al,2020). De quickscan belast het veld nauwelijks en valt goed aan te passen
aan de eisen van dit onderzoek. Over de mate waarin de betrokkenen ervaren dat de alliantie en de
partnerschappen duurzaam zijn en de doelen van het Diversiteitsbeleid dichterbij brengen stellen we
vragen in de quickscan en de focusgroepen. De quickscan is individueel aan de deelnemers aan een
alliantie voorgelegd. 4 De gemeente spreekt met de alliantiesubsidie de intentie uit om de samenwerking twee jaar te
3 De naar voren gebrachte ervaringen — van gemeenteambtenaren en van allianties- zijn niet financieren, maar de verlening is voor één jaar. De allianties leverden een activiteitenplan en begroting
gecontroleerd op feitelijke juistheid of gecheckt via beleidsintenties of beleidstukken. in voor één jaar. De Theory of Change is gebaseerd op een langere planning (stip op de horizon’).
8
En al
mn
mn
‘) E rva ri n ge n m et h et Het aanvraagproces bestond uit twee rondes met een tussentijds feedback
n moment en zag er als volgt uit:
voo rt ra) E ct © _1november— 31 december 2020: ronde I: allianties hebben de tijd om een
concept Theory of Change op te stellen en in te leveren bij de gemeente. In
deze conceptronde konden kandidaat-allianties gebruik maken van onder-
De voorbereidingen voor de nieuwe Subsidieregeling ‘Diversiteit en inclu- steuning van Radar Advies; inleveren bij de gerneente was niet verplicht.
siviteit voor allianties Amsterdam 2021-2023 zijn in 2019 van start gegaan. © 1januari — 30 januari 2021: feedback moment: de gemeente Amsterdam
In de zomer van 2020 heeft de gemeente een brief verstuurd om organisa- geeft feedback op de concept-Theory of Change van de allianties.
ties in het diversiteitsveld te informeren over de nieuwe subsidieregeling. De e 1februari 2021: start ronde 2: de subsidieregeling gaat open voor
organisaties ontvingen deze brief in juli 2020; de aanvragen voor de nieuwe aanvragen. Elke alliantie levert de volgende stukken aan: één Theory
regeling moesten uiterlijk 31 maart 2021 binnen zijn. Na het versturen van de of Change, één trackrecord, één activiteitenplan en begroting, één
informatiebrief heeft de gemeente een netwerkbijeenkomst georganiseerd samenwerkingsovereenkomst.
om de subsidieregeling toe te lichten en organisaties de kans te geven om e 31 maart 2021 (indicatief): indieningsdeadline voor aanvragen: allianties
een samenwerking met elkaar te verkennen. Daarnaast waren er ook diverse hebben t/m 31 maart om hun aanvragen in te dienen. Daarna sluit de
inloopspreekuren waarin organisaties de afdeling kon bevragen over de nieuwe regeling voor aanvragen.
plannen. De gemeente heeft geprobeerd om organisaties goed te informeren © april 31 mei 2021 (indicatief): beoordelingstermijn: de gemeente Amsterdam
en te enthousiasmeren over het nieuwe traject. Het college van Burgemeester beoordeelt de ingediende aanvragen. De Theory of Change weegt het
en wethouders van Amsterdam heeft voor elke beleidsprioriteit, voor elke zwaarst bij de beoordeling van de stukken.
alliantie een stip op de horizon gegeven, waar naartoe gewerkt kon worden ® _1juni 2021: beslissing: de gemeente beslist over de verlening van ten hoogste
in de aanvraag, en, als de gemeente de aanvraag honoreerde, in de praktijk. zeven periodieke subsidies.
Voor een aanvraag moesten de allianties vijf stukken indienen: een ‘Theory
of Change’ (TOC), een trackrecord, een activiteitenplan en een begroting, en
een samenwerkingsovereenkomst. Bij het beoordelen van de aanvragen stond
vooral de TOC centraal. Elke alliantie stelde een Theory of Change op waarin
zij beschreef hoe de samenwerkingspartners wilde bijdragen aan de doelen
die voor de desbetreffende beleidsprioriteit geformuleerd waren. In de Theory
of Change moesten de allianties tevens hun strategie weergeven voor het _
bereiken van maatschappelijke effecten. Zij moesten opnemen hoe zij hun
doelen wil den bereiken, wat ze daarvoor gingen doen en waarom dat no dig was. 5 Raadsbrief Nieuw instrumentarium Diversiteit/inclusief de reactie op de toezegging voortgang en
impact brede herijking instrumentarium (TA2019-000763).
9
En
mn mn
2. Gedeelde ervaringen “Het proces was klinisch. De gemeente ging niet sturen en liet het aan het
veld over. Er was één feedback moment van de gemeente. Radar Advies zat
In focusgroepen hebben we de belangrijkste partijen die een rol speelden in het er tussen. De beoordeling was ook heel klinisch. Voor alle partijen was het
voortraject om hun ervaringen gevraagd. Het gaat dan om de accounthouders fijner, zeker bij zo'n grote verandering, als er op bepaalde momenten informeler
en de programrmalijncoördinatoren van de gemeente — de ambtenaren van de contact mogelijk was. Bijvoorbeeld tussen de gemeente en partijen, waarbij
afdeling diversiteit die het contact onderhouden met de allianties en de kwar- je voorkomt dat partijen uren stoppen in een boekwerk en dan afgewezen
taal- en verantwoordingsgesprekken doen, én om de penvoerders en vertegen- worden.”
woordigers van organisaties in de zes allianties. Uit die focusgroepen kwam
naar voren dat alle betrokkenen vinden dat er weinig tijd zat tussen het infor- De allianties herkennen dit beeld:
meren over en het indienen van de aanvraag bij de nieuwe subsidieregeling.
“Er was wel de mogelijkheid om vragen te stellen over de regeling, maar
Een korte voorbereidingsperiode, een klinisch proces daarna was er alleen nog het ene feedbackmoment. En bij de eerste workshop
sloot de gemeente wel aan. Maar op het moment dat de regeling inging op 31
Tussen de eerste informatiebijeenkomst en de deadline van de aanvraag zat januari, was alle communicatie uit den boze. Dat creëert een afstand die er
een half jaar waarin de allianties, behalve elkaar leren kennen, ook moesten toch al was met zo'n verandering.”
werken aan een vrij zwaar en onbekend onderdeel in de aanvraag: de TOC.
De accounthouders vertellen dat zij liever eerder — bijvoorbeeld een jaar van Onzekerheid aan beide kanten
tevoren — de organisaties in het veld geïnformeerd hadden, en een bijeenkomst
hadden georganiseerd. Voor de allianties was het halve jaar waar het nu op neerkwam, een stressvolle
periode, waarin er tevens enige onduidelijkheid was over de nieuwe subsidie-
“De gemeente zou dus minimaal een jaar van tevoren [willen] starten met zo'n regeling. De organisaties ervaarden enige druk om een alliantie te vormen,
regeling. Voor de organisatie is het ook een interne klus. De afdeling Diversiteit omdat volgens hen anders de kans bestond dat zij geen subsidie meer zouden
is klein en dit is een grote klus. Voor de partijen heeft het ook veel impact. krijgen. Hoewel de gemeente aan heeft gegeven dat sommige organisaties in
Partijen gingen van wel subsidie, naar geen subsidie.” het veld ook aanspraak zouden kunnen maken op andere subsidiestromen,
met name de Subsidieregeling Sociale Basis van de stadsdelen, hadden veel
De medewerkers van de gemeente stellen dat met meer tijd vooraf de orga- organisaties het gevoel dat zij hier niet terecht konden. In hun ogen zijn de
nisaties ook meer tijd hadden gehad om aan de nieuwe subsidieregeling te subsidies uit de Sociale Basis kleinschalig en gericht op stadsdeelniveau, waar-
wennen, zich te beraden op eventuele alternatieven en/of zich voor te bereiden door zij er niet voor in aanmerking komen. Een aantal organisaties, die via de
op de aanvraag en wat daarvoor nodig was. Achteraf zeggen zij over de afdeling Diversiteit een subsidie ontvingen binnen de oude subsidieregeling,
aanvraagprocedure: werken stadsbreed. Hoewel de gemeente Sociale Basis en alliantiebeleid als
aanvullend aan elkaar heeft bedoeld, hebben de organisaties in de allianties
dat bij de introductie van het nieuwe beleid niet als zodanig ervaren.
10
En
mn mn
De allianties vreesden in deze periode ook dat organisaties die niet in een 2.2. Ervaringen van de allianties binnen het voortraject
alliantie terecht zouden komen, geen aanspraak zouden kunnen maken op
een andere subsidiestroom, en dus niet konden blijven bestaan. Daardoor, zo Wat zijn de ervaringen van de allianties met het voortraject? In de quickscan
stellen zij, zou veel kennis en kunde voor de community verloren gaan. en tijdens de focusgroepen hebben we met de organisaties in de allianties
stilgestaan bij hun ervaringen en hebben we tevens gekeken naar mogelijke
“Het emancipatie- en diversiteitsveld is een activistenveld, dat is kwetsbaar. verbeterpunten. Gedurende het voortraject heeft de gerneente Radar Advies
Mensen met veel passie, die lang gratis werken, vanuit hun hart en urgentie. ingehuurd om ondersteuning te bieden in de vorm van een aantal workshops:
Als je mensen als concurrent tegenover elkaar zet, dan neem je een groot onder andere over netwerken, samenwerken en het opstellen van een Theory
risico. Je veroorzaakt onrust in het veld.” of Change. Daarnaast had de gemeente bureau Radar Advies ingehuurd om
de allianties te ondersteunen bij het maken van de aanvraag en dan met name
Volgens de accounthouders kon de gemeente in deze periode wel doorver- bij het opstellen van de Theory of Change.
wijzen naar de Sociale Basis — er was extra diversiteitsbudget toegevoegd aan
de Sociale Basis. Maar de gemeente kon geen garantie geven dat organisaties D
e aanvraag
bij de Sociale Basis subsidie zouden krijgen. Dat proces was narnelijk aan de
stadsdelen. De periode van onrust nam een paar maanden in beslag, waardoor Het aanvraagproces hebben de allianties ervaren als een zwaar traject.
een aantal (vooral kleinere) organisaties in enorme spanning hebben gezeten.
Ook de accounthouders van de gemeente herkennen deze kwetsbaarheid: “Er is veel tijd en moeite gaan zitten in het samenstellen van de alliantie en het
schrijven van de aanvraag”.
“Sommige partijen zijn na de alliantiesubsidietoekenning uiteindelijk bij
de sociale basis, terecht gekomen. We hebben de afvallers daar ook naar Vooral in de grotere allianties nam het afstemmen veel tijd in beslag. ledereen
verwezen. Maar soms met pijn in het hart omdat je een deel wel bij de afdeling moest op korte termijn bij elkaar gebracht worden om een gezamenlijke visie te
Diversiteit zou willen houden.” ontwikkelen voor de Theory of Change. Voor organisaties die elkaar al kenden
of al samenwerkten was dit makkelijker dan voor organisaties die elkaar in
Het besluit van de gemeente om een nieuwe subsidieregeling te imple- een kort tijdsbestek moesten leren kennen.
menteren om het veld te vernieuwen, was voor beide zijden nieuw en
kende onzekerheden. Het was voor de accounthouders lastig inschatten “Als je kijkt naar de subsidie, dan zit er eigenlijk net zo veel tijd in het
of ze het veld hiermee zouden helpen. voortraject als het traject zelf.”
De zwaarte van het traject is vooral te wijten aan de ingewikkelde eisen die van
gemeentewege gesteld werden aan de aanvraag. De allianties zeggen allemaal
veruit de meeste tijd kwijt te zijn geweest aan het schrijven van een Theory
of Change. Zij omschrijven de TOC als een ingewikkelde wetenschappelijke
1
En
mn mn
methode, die lang niet bij iedereen in het veld bekend was. De allianties vragen “Bedenk wel dat wij niet wisten of we geld zouden krijgen, of de aanvraag
zich af in hoeverre de gemeente van praktijkorganisaties, zelforganisaties en gehonoreerd zou worden. Er zijn ook allianties die die hele Theory of Change
zzp'ers — professionals, maar ook vrijwilligers — kan en mag verwachten dat voor niets hebben gemaakt.”
zij hiermee uit de voeten kunnen. Een aantal allianties ervaart het belang dat
aan TOC werd gehecht in de aanvraag en de beoordeling als overdreven en De gemeente zou de allianties in spe hier meer tegemoet kunnen komen.
bij tijd en wijle oneerlijk:
Een ander aandachtspunt bij de ondersteuning van Radar Advies is het feit
“De aanvraagprocedure was heel ingewikkeld waardoor minder professionele dat deze ondersteuning vrijwel uitsluitend tijdens kantooruren aangeboden
organisaties geen kans kregen.” werd. Hierdoor was de ondersteuning voor mensen die tijdens kantooruren
andere verplichtingen hadden, niet toegankelijk. Uiteindelijk heeft er nog wel
“Het is wel een kader [de Theory of Change], maar dat zou kunnen met een sessie op een doordeweekse avond plaatsgevonden, maar een aantal alli-
een makkelijkere en overzichtelijkere vorm die makkelijker is voor kleinere anties zouden graag zien dat dit in een eventuele nieuwe subsidieronde anders
organisaties. Een Theory of Change is te ingewikkeld voor zelforganisaties, om wordt. En dat ondersteuning meer in aansluiting op de behoefte van het veld
aan de slag te gaan met zo'n methodiek.” gegeven wordt; ook in de avonduren of in het weekend plaats kan vinden, zodat
het voor iedereen toegankelijk en laagdrempelig is. Verder valt het gebruik
Zij geven aan dat de ondersteuning van Radar Advies hen hierbij onvol- van een Theory of Change wat hen betreft in een eventuele nieuwe rond ook
doende geholpen heeft. te heroverwegen.
Ervaringen van de ondersteuning De noodzaak van een Theory of Change?
Radar Advies heeft een aantal bijeenkomsten verzorgd waar de allianties vragen De allianties zien de waarde in van het proces die het maken van een Theory
konden stellen over de Theory of Change. De allianties hebben in verschillende of Change met zich meebrengt. Door van tevoren een gezamenlijke visie te
mate gebruik gemaakt van deze ondersteuning. Een aantal zijn bij elke work- ontwikkelen, ontstond er een helder stappenplan met verschillende activiteiten
shop aanwezig geweest, anderen volgenden er een paar; één alliantie had er die nodig zijn om naar die visie toe te werken. Toch neemt dat niet weg dat
geen behoefte aan. Alhoewel de allianties de ondersteuning van Radar Advies niet elke organisatie beschikt over de (financiële) middelen om hier tijd voor
zeker waarderen, was het voor geen enkele alliantie de ondersteuning waar vrij te maken. Daarnaast bestaan veel organisaties voor een groot deel uit
behoefte aan was. De allianties hadden liever gezien dat er iemand beschik- vrijwilligers, die zich naast hun (fulltime) baan inzetten voor de organisatie.
baar was om mee te schrijven aan de aanvraag (in casu de TOC), in plaats van Het schrijven van de aanvraag gebeurde bij de meeste organisaties in de eigen
alleen maar adviezen te geven daarover. Ben aantal allianties vragen zich ook tijd: in de avonduren en in het weekend. Dat vraagt om een grote, persoonlijke
af of de middelen die naar Radar Advies zijn gegaan, niet beter ter beschikking investering waar volgens de allianties weinig tegenover staat. De organisaties
van de allianties gesteld hadden kunnen worden. Zodat ze bijvoorbeeld (zelf) in de allianties hadden niet allemaal de middelen om iemand binnen de orga-
iemand in hadden kunnen inhuren om mee te helpen bij het schrijven van de nisatie vrij te maken voor de TOC, laat staan om iemand in te huren. Sowieso
aanvraag of zodat er tenminste gecompenseerd kon worden voor de tijd en vonden de allianties het al een investering dat ze eerst een training moesten
het werk die ze er in staken. 1
En
mn mn
volgen (over de Theory of Change), voordat ze de aanvraag konden schrijven. Nog een keer?
Veel organisaties hadden dat nog nooit meegemaakt.
Zouden de allianties met de kennis van nu, nogmaals in zo'n traject stappen?
“Ik heb vaker aanvragen gedaan, maar nog nooit een aanvraag waarbij je eerst Dat is een vraag die hen, halverwege de rit van deze eerste ronde alliantiebe-
een cursus moet doen om te snappen wat ze van je willen.” leid, ook bezighoudt. Als de opzet van het voortraject niet verandert, zullen
een aantal allianties daar nog eens goed over na moeten denken. Zij kijken er
De Theory of Change in deze huidige vorm voelt voor de allianties als een te zo naar:
zwaar instrument binnen de aanvraag. De allianties pleiten ervoor het voor-
traject minder belastend te maken. Zij opperen bijvoorbeeld de mogelijkheid “Het is denk ik te veel werk, voor te weinig wat je er uit krijgt. We hebben
om ideeën mondeling te pitchen, of de mogelijkheid van een simpeler visiedo- het [..] gedaan voor de goede zaak. Emancipatie en diversiteit moeten verder
cument. Alle organisaties zouden hier baat bij hebben, in hun ervaring en voor geholpen worden in de stad. De organisaties en mensen die daarvoor staan
de kleinere organisaties en grassroots organisaties is het een noodzakelijke moeten de kans krijgen. Maar er ligt heel veel werk op onze schouders.”
voorwaarde om goed mee te kunnen doen in het voortraject.
“Je moet als alliantie ook de hele tijd een brug zijn tussen de gemeente en de
Nederlands als voertaal community -mensen die de ambtelijke taal niet snappen.”
Tijdens de focusgroepen kwam ook naar voren dat de aanvraag, de subsidie- Wat zou de gemeente kunnen doen om het voortraject de volgende keer beter
regeling en alle informatie die door de gemeente verstrekt werd, uitsluitend te laten verlopen? De allianties benoemen een aantal punten. De TOC uit de
in het Nederlands beschikbaar was. Het diversiteitsveld in Amsterdam kent aanvraag halen en vervangen door een laagdrempeliger vorm. De gemeente
meerdere organisaties waar Nederlands niet de voertaal is en er voornamelijk zou budget direct beschikbaar kunnen stellen aan de non-profit organisaties
Engels wordt gesproken. De allianties gaven aan dat, door alle informatie alleen in het veld voor het schrijven van de aanvraag. Daarmee krijgen kleinere orga-
in het Nederlands te verstrekken, het gevaar ontstaat dat Engelstalige organi- nisaties en organisaties die vooral uit vrijwilligers bestaan, ook de kans om tijd
saties buiten de boot vallen, terwijl zij ook een belangrijke rol vervullen in de vrij te maken voor de aanvraag. Daarnaast zouden de allianties het waarderen
stad en voor hun (niet-Nederlandstalige) community. Enkele allianties zijn veel als informatie tevens in het Engels verspreid wordt, om niet-Nederlandstalige
tijd kwijt geweest aan het vertalen van alle informatie, omdat zij deze organi- organisaties te betrekken. Tot slot zou de gemeente, mochten zij weer onder-
saties wel wilden includeren. Zij zouden het op prijs stellen als de gerneente in steuning beschikbaar stellen tijdens het aanvraagproces, er zorg voor moeten
het vervolg ook in het Engels communiceert en informatie beschikbaar stelt, dragen dat deze ondersteuning ook buiten kantoortijden aangeboden wordt.
zodat de regeling inclusief is voor alle organisaties in de stad.
13
En
mn mn
2.3. Ervaringen van accounthouders/gemeenteambtenaren “hoe dan ook een ingewikkelde aanvraag blijft als zij nog geen ervaring
hebben met het schrijven van een Theory of Change. Het was afwachten of
Hoe hebben de accounthouders het voortraject ervaren? Hun ervaringen zijn deze aanvragen ook zouden voldoen aan de kwaliteitseisen die de gemeente
overwegend positief, al zien zij ook dat het voor de allianties een intensief gesteld had.”
voortraject is geweest, zeker voor degene die daarna geen alliantiesubsidie
hebben gekregen. Daarnaast waren een aantal accounthouders bang om een aantal relevante
partijen kwijt te raken in het diversiteitsbeleid door deze nieuwe regeling, met
Voorheen waren de accounthouders meer tijd kwijt aan het beoordelen van name de kleinere organisaties die veelal gerund worden door vrijwilligers.
aanvragen. Maar de nieuwe regeling brengt ook uitdagingen met zich mee.
Zo was het voor de accounthouders nog zoeken hoe alle aanvragen beoor- “Een aantal organisaties hebben kunnen overstappen naar een andere
deeld moesten worden. Op bijna alle beleidsprioriteiten waren meer dan twee subsidiestroom, maar een aantal vrijwilligersorganisaties zijn we
aanvragen binnengekomen. Tijdens het beoordelen van de aanvragen lag de kwijtgeraakt.”
nadruk op de Theory of Change (TOC's). Uit de focusgroepen komt naar voren
dat de ambtenaren en de allianties de TOC een ingewikkeld onderdeel van de Dat vinden de accounthouders jammmer, maar er was ook niet aan te ontkomen
aanvraag vinden, misschien wel te ingewikkeld voor een subsidieaanvraag aan met deze regeling.
de gemeente. Maar de accounthouders vinden ook dat een TOC de allianties
wel beter laat nadenken over een gezamenlijke visie en samenwerking voor Niettemin zijn de accounthouders te spreken over de ervaringen met het voor-
de stad, dan een activiteitenplan met alleen maar doelstellingen. traject in de nieuwe subsidieregeling. Waar de accounthouders voorheen een
groot aantal subsidieaanvragen apart moesten beoordelen, is dat met deze
De accounthouders bevestigen dat de Theory of Change de kern van de nieuwe regeling teruggebracht naar veertien aanvragen voor zeven beleidspri-
aanvragen vormden en ook zij ervaren het in de praktijk als “een ingewikkeld oriteiten. Voor de accounthouders bracht dit voortraject meer overzicht en
instrument. Dat vroeg veel van organisaties.” Ben aantal accounthouders vraagt structuur. De verwachting was dat de nieuwe subsidieregeling meer synergie
zich daarom af of er gelijke kansen waren voor vrijwillige en professionele zou brengen in het veld en deze verwachting is, wat betreft de gemeente
organisaties. De regeling is zo opgezet dat zowel professionele als vrijwillige uitgekomen.
organisaties konden indienen, en ook combinaties daarvan. Maar deze uitvoe-
ring van de nieuwe subsidieregeling creëerde een zeker spanningsveld, aldus “Organisaties hebben elkaar opgezocht in het voortraject en zijn samen gaan
de gemeenteambtenaren van de afdeling diversiteit. Ben accounthouder vertelt werken, de krachten zijn gebundeld.”
dat organisaties vrij waren om gebruik te maken van de ondersteuning, maar
dat het Daarnaast vinden de accounthouders dat de kwaliteit van de aanvragen vooruit
is gegaan, het veld wordt professioneler. De Theory of Change vinden zij in z'n
algemeenheid een mooi instrument om een heldere visie op de beleidsprioriteit
te krijgen, ook al is het een ingewikkeld en wellicht te zwaar, wetenschappelijk
14
En
mn mn
instrument voor een veld dat in de stad praktisch aan diversiteit wil werken. Er waren geen richtlijnen, allianties mochten hun activiteitenplan vrij invullen.
De accounthouders denken dat het vragen naar een heldere visie en bijbeho- Daardoor zijn er veel verschillen waar te neren in de plannen, ambities en doel-
rende activiteitenplannen de stad uiteindelijk ten goede komt. stellingen van de allianties. Sommige allianties hebben de beleidsprioriteiten
van de gemeente één op één overgenomen. Anderen hebben de doelstellingen,
Met de ondersteuning via Radar Advies heeft de afdeling diversiteit een poging die door het college op zijn gesteld, verder toegespitst of onderdeel gemaakt
gedaan om een gelijk speelveld te creëren. De accounthouders denken achteraf van hun eigen doelstellingen.
dat dat laatste niet helernaal gelukt is. Zij vertellen ook dat het belang van de
TOC in de beoordeling van de aanvragen soms tot een uitkomst heeft geleid Door tijdens het voortraject weinig kaders te stellen — bijvoorbeeld over de
waar zij achteraf ambivalente gevoelens over hebben: te verwachten ‘producten/samenwerkingsactiviteiten/resultaten van de alli-
antie — over verwachte vorm van de samenwerking — over aantal partijen dat
“Dan wint de alliantie met de beste Theory of Change, terwijl je je kan ideaal gesproken aan een alliantie deelneemt et cetera, heeft de gemeente veel
afvragen of die alliantie qua doelstelling of samenstelling zoveel beter paste ruimte voor variatie in de uitvoering van het diversiteitsbeleid gecreëerd. Het
in het diversiteitsbeleid dat wij hebben, dan de andere aanvragers op die is de vraag of dit goed heeft uitgepakt voor de sturing van het beleid.
beleidsprioriteit.”
Doordat de organisaties het gevoel hadden dat zij in concurrentie met elkaar
Ook is het voorgekomen dat de aanvraag van de gehonoreerde alliantie slechts waren, zijn de activiteitenplannen gemaakt in dit voortraject bovendien
een deel van de beleidsprioriteit in kwestie dekte. Ben accounthouder in de tamelijk ambitieus uitgevallen. Zeker met het oog op de tijdspanne waarin de
focusgroep: samenwerking tot stand moest komen, en de activiteiten gerealiseerd moesten
worden. Activiteitenplan en praktische haalbaarheid staan daardoor vaak op
“Dat betekent dan dat een deel van die beleidsprioriteit minder aandacht krijgt gespannen voet.
in de stad.”
Dat de allianties op voorhand weinig handvatten kregen voor het activitei-
2.4. Observaties van de onderzoekers bij het voortraject tenplan heeft er ook toe geleid dat de allianties verwachtingen kregen over
de vrijheid die zij zouden hebben in de uitvoering ervan. Die verwachtingen
De allianties moesten een aantal stukken aanleveren in de aanvraag. Voor de leiden soms tot teleurstellingen (zie verder hoofdstuk 4).
Theory of Change en de begroting was er een format beschikbaar, maar voor
het activiteitenplan bijvoorbeeld niet. Dat leidde tot zeer verschillende activi-
teitenplannen. Ze verschillen in concreetheid, type activiteiten en het tijds-
frame. Ze verschillen in benoeming van doelgroepen en ook van producten.
Zo zijn er bijvoorbeeld allianties die hun activiteiten al heel praktisch invullen
(bijvoorbeeld met trainingen voor de doelgroep), terwijl andere allianties nog
veel meer bezig zijn met het creëren van bewustzijn en draagvlak, binnen en
buiten de community.
15
En
En al
mn
mn
e
3 E rva MI n ge n m et Contact- en overlegmomenten
samenwer ki n g hb Ì nnen d e Meerdere allianties geven aan dat ze in de eerste fase — het voortraject- vaker
. . contactmomenten met elkaar hadden dan nu. Tijdens het schrijven van de
dad | L ran t ‚es aanvraag hebben sommige allianties zelfs wekelijks contact gehad. Allianties
overleggen nu gemiddeld één keer per maand of één keer per twee maanden.
Daarnaast zijn er een aantal allianties die met WhatsApp groep werken. De
appgroep wordt beschreven als een laagdrempelige manier om elkaar op de
Uit de focusgroepen met de accounthouders van de gemeente en met de orga- hoogte te houden van activiteiten en nieuws voor zowel de betrokken part-
nisaties binnen de allianties blijkt dat iedere alliantie anders werkt en dat elke ners als hun achterban. Men gebruikt de contactmomenten om elkaar beter
alliantie op een andere manier samenwerkt. De alliantiepartners zijn in elke te leren kennen en goed met elkaar af te stemmmen over de beoogde/geplande
alliantie op een andere manier bij/tot elkaar gekomen. Ze verschillen dus op activiteiten en de uitvoering daarvan.
allerlei vlakken van elkaar in de ervaring van en het proces van samenwerken.
In dit hoofdstuk gaan we nader in op de organisatie van de samenwerking De frequentie van het onderlinge contact heeft ook te maken met wat de allian-
binnen de allianties. Daarnaast geven we inzicht in hoe allianties de samen- tiepartners samen doen. In meer dan de helft van de allianties is een speciaal
werking met elkaar ervaren en wat de alliantievorm voor hen zelf én voor het voor de alliantie bedacht gezamenlijke activiteiten gaande (tentoonstelling,
veld oplevert. boek, trainingen, onderwijs, campagne bijvoorbeeld) waar gezamenlijk aan
gewerkt wordt. In andere allianties is ervoor gekozen dat elke partner vooral
3.1. Praktische organisatie van de samenwerking in de zn eigen (oorspronkelijke) activiteiten blijft voortzetten in de stad en dat de
. . diversiteit en inclusie op die manier bevorderd wordt. De alliantie wordt dan
allianties |
vooral gebruikt om met elkaar te sparren en elkaar netwerken en ervaringen
We hebben een procesevaluatie gedaan bij zes allianties. De allianties zijn zeer benutten. Naarmate de samenwerking op gang komt, nemen de contactmo-
verschillend in grootte en in organisatie van de samenwerking. Het aantal menten af.
deelnemers per alliantie verschilt van 5 tot 23 alliantiepartners (zie de tabel
in hoofdstuk 1). De allianties zijn op verschillende manieren gevormd. De helft “In het begin zagen we elkaar heel vaak, om op één lijnt te komen. En nu loopt
van de allianties kenden elkaar vooraf al goed, de andere helft begon met deels het allemaal en is het minder frequent. We hebben een whatsapp groep dus
bekende, en deels nieuwe contacten. Ook ziet de samenwerking binnen de daar komen berichten voorbij en laten we zien waar iedereen mee bezig is.”
allianties er verschillend uit. De mate van samenwerking en de activiteiten
verschillen per alliantie sterk. Daarnaast is coördinatie en projectleiderschap “We hebben en appgroep waar we snel kunnen schakelen dat gaat lekker
per alliantie weer anders georganiseerd. snel. We houden elkaar op de hoogte met foto's en allerlei nieuwtjes. Ook
16
En
mn mn
over andere projecten naast deze alliantie. We houden elkaar regelmatig ook de partij die de coördinatie en aansturing doet. Twee allianties hebben er
op de hoogte van activiteiten. En dan weet je ook wat de anderen aan het voor gekozen om penvoerderschap en projectleiderschap te splitsen. Zij hebben
organiseren zijn, wat voor activiteiten er zijn in andere stadsdelen. We hebben aan het begin of na de start een projectleider aangenomen die de coördinerende
ook een LinkedIn pagina waar ook regelmatig gepost wordt.” taken op zich neemt. De coördinator is in alle allianties bezig met iedereen
betrokken houden, organiserende taken en contact onderhouden met zowel
Overleggen vinden zowel online als offline plaats. Allianties geven aan dat alliantiepartners als de gemeente. Over het algemeen ligt de coördinatie schap
het vaak efficiënter en haalbaarder is om online te overleggen als het om bij een grotere en geprofessionaliseerde organisatie. In deze gevallen geven
een grotere groep gaat. Hoewel niet iedere alliantie hiervoor kiest, zijn er de penvoerders/projectleiders aan dat het redelijk goed lukt om hun functie.
allianties die het belangrijk vinden om ook informeel bij elkaar te komen. Binnen hun eigen organisaties is er voldoende mankracht, ervaring, kennis
Allianties spreken van borrels en teambuilding activiteiten die niet georgani- en ondersteuning in huis is om dit te kunnen doen Ben van de kleinere allian-
seerd worden met een specifieke agenda. Het bevorderen van het onderlinge tiepartners geeft aan dat de coördinatie bij een grotere geprofessionaliseerde
contact staat hierbij centraal. organisatie voordelen heeft:
“Een van de dingen die ik heel belangrijk vind is dat we als groep ook na het “Persoonlijk vind ik het heel fijn dat zij penvoerder wilden zijn. Zij zijn een
werk en tussendoor aan teambuilding doen. Ben borreluurtje of een netwerk. grotere organisatie en wat meer mankracht. Bijvoorbeeld ook vanuit financiën
Gezellig samen zijn. Sowieso de vergaderingen plannen met elkaar, dat is toch en alle documenten etc. dus ik vond dat heel fijn. Qua projectleiderschap vind
wat (alle agenda's afstemmen). En een aantal organisaties hebben vrijwilligers. ik het heel leuk om samen af te stemmen en na te denken en ik vind dat zelf
Maar uiteindelijk vinden we elkaar. En ook al is het maar een uurtje. Meestal een fijne rol. Er komt altijd meer bij kijken dan je denkt bij penvoerderschap.
sluit het informele aan op een vergadering.” Dus fijn dat zij daar draagkracht voor hebben.”
We zien dat de grootte van de alliantie een rol kan spelen in de overlegvorm en Als een kleinere organisatie de coördinatie in de alliantie doet/moet doen
overlegmomenten die gekozen worden. De grote allianties — waarin ook veel ervaren de penvoerders/coördinatoren meer problemen, zo vertellen zij in
vrijwilligersorganisaties zitten — hebben vaak een constructie met een harde de focusgroepen. Helemaal als het penvoerderschap en de coördinatietaken
kern en kleinere subgroepen die met elkaar afstermmen en aan activiteiten bij kleinere organisaties liggen die uit vrijwilligers en zzp-ers bestaan. Deze
werken. Hoe groter de alliantie, hoe moeilijker het wordt om regelmatig als kleinere organisaties geven aan dat de uren die zij kwijt zijn aan coördinatie
complete alliantie samen te komen. taken te veel zijn en dat ze daardoor minder tijd hebben voor de inhoud en
activiteiten. Bovendien geven zij aan dat die uren niet altijd even goed betaald
Penvoerderschap, projectleiders en coördinatie zijn en ervaren zij het papierwerk en de verantwoording die bij de alliantie-
vorm komt kijken als ingewikkeld, te ingewikkeld voor samenwerkende
Over het algemeen zijn de allianties erg positief over hun penvoerders, project- grassroot-organisaties.
leiders en coördinatoren. Ze spreken hun tevredenheid en waardering uit over
degenen die deze taken uitvoeren. Binnen de meeste allianties is de penvoerder
17
En
mn mn
“Als de formulieren voor de verantwoording — the most significant change Als team voeren zij ook samen alle activiteiten uit. Bij deze allianties zien we
verslagen — weer verzameld moeten worden is dat een enorme klus. Niet alle dat zij als geheel bezig zijn met communicatie naar buiten toe als alliantie.
organisaties bij ons zijn gewend dat soort dingen bij te houden. Sommigen Hier zien we ook dat alliantiepartners sneller de samenwerking opzoeken
vinden dat ook geneuzel. Dan ben ik degene die dat moet verzamelen. Niet voor activiteiten die geen onderdeel zijn van het activiteitenplan dat ze als
altijd even leuk.” alliantie hebben geschreven. De alliantiepartners ondersteunen elkaar door
elkaars activiteiten te bezoeken en promoten, ook als deze geen onderdeel
De positie van coördinator/projectleider voelt voor dit type organisaties niet uitmaken van de alliantie. Maar ook ondersteuning op andere vlakken, zoals
altijd even natuurlijk of prettig. Een van de allianties zegt daarover: de verhuizing naar een nieuw kantoor of het helpen met professionaliseren
binnen kleinere organisaties. Hierin lijken allianties gebruik te maken van
“De gemeente schuift het gedoe met die alliantievorm wel heel makkelijk naar elkaars kennis en expertise. Daarnaast is er een alliantie die bijeenkomsten
ons toe. De spanningen sussen, zelf het budget moeten verdelen, de boel bij en contactmomenten met organisaties organiseert die geen onderdeel zijn van
mekaar moeten houden. Daar zit je niet echt op te wachten” de alliantie. Zij hebben geld gebudgetteerd om initiatieven die daar uit komen
te kunnen financieren.
Er is een alliantie met veel deelnemende organisaties en overwegend vrijwil-
lige en zzp-inzet, die de coördinatie bij twee alliantiepartners tegelijkertijd “Het samenwerken en elkaar versterken gaat in de praktijk veel verder nu. Wij
heeft neergelegd. Dit lijkt goed te werken, omdat de coördinatielasten dan hebben nu een nieuw kantoor en alle partners van de allianties helpen ook met
verdeeld kunnen worden en zij elkaar onderling kunnen ondersteunen. Eén het inrichten van het kantoor. We versterken elkaar en denken ook met elkaar
alliantie heeft tussentijds gekozen voor een externe projectleider, omdat het mee in het professionaliseren van de allianties.”
de penvoerder niet goed paste om deze taak uit te voeren. Dit wordt gewaar-
deerd, maar is wel kostbaar. De meeste allianties vinden het wenselijk dat een Andere allianties kiezen voor een constructie met een harde kern die de trekker
projectleider vanaf het begin al betrokken is, zodat die de partijen, de mensen is, terwijl andere partijen op basis van hun expertise betrokken worden bij
en de voorgeschiedenis goed kent. Contact met de gerneente ligt voornamelijk sommige specifieke activiteiten. Soms zijn dit ook nog weer organisaties buiten
bij de penvoerder, de coördinator(en) en/of de projectleider. Wel zien we bij de de alliantie, omdat partners het belangrijk vinden dat andere spelers in het
meeste allianties dat andere alliantiepartners welkom zijn om aan te sluiten bij veld ook kunnen deelnemen en een podium krijgen in de bevordering van
de gesprekken met de gemeenten. Uit de focusgroepen blijkt dat de allianties inclusiviteit en diversiteit in de stad.
tevreden zijn over de afspraken die ze hierover onderling hebben gemaakt.
In de allianties delen de partners een inhoudelijke visie. In hun aanpak zetten
Samen optrekken of in subgroepjes eigen activiteiten ze in op het versterken van elkaars geluid. Niet iedereen vindt het belangrijk
om samen activiteiten te organiseren en uit te voeren. Binnen sommige alli-
De mate waarin en de manier waarop partners binnen een alliantie met elkaar anties wordt juist ingezet op het waarborgen van de autonomie van betrokken
samenwerken loopt erg uiteen. Drie allianties hebben gekozen voor een samen- partners. Onderling contact, afstermnmen, elkaar inspireren en helpen groeien
werking, waarbij alle partijen evenveel en op dezelfde manier betrokken zijn. worden gezien als belangrijke opbrengsten van de samenwerking in alle
18
En
mn mn
allianties. Ben van de allianties die ervoor koos om niet direct samen activi- middelen en op langere termijn kunnen plannen en werken aan hun doelen.
teiten te organiseren omschrijft de onderlinge samenwerking en wat de stad Ook dit lijkt het geval te zijn met deze subsidievorm. Voor kleine organisaties
daarvan terugziet als volgt: biedt de subsidie de mogelijkheid om te professionaliseren en werkzaamheden
te bekostigen die voorheen volledig vrijwillig werden gedaan.
“Het contact bestaat uit twee lagen. Onderste laag is als alliantie bij elkaar,
meetings. Bespreken dingen met elkaar. Daar zijn de individuen met elkaar “De verwachting was dat we onze expertise met elkaar konden uitwisselen.
geïnterconnect. Wij zitten in het fijnmazige van de netwerk community. Wij zijn allemaal zelforganisaties, behalve …, en het is fijn als we als
Werken met elkaar samen. Wat je aan buitenkant ziet: elke organisatie zelforganisatie gebruik kunnen maken van expertise maar ook gebruik kunnen
die zichzelf profileert. Activiteiten organiseren. We helpen elkaar aan de maken van voorzieningen. Wij leren veel van elkaar en nemen dingen ook mee
onderkant en achterkant, maar dat zie je niet aan de voorkant” binnen de organisatie.”
3.2. Verwachtingen van de organisaties bij de onderlinge Respondenten benoemen echter ook elementen die niet aan hun verwachtingen
. voldoen. Zo geven zij bijna allernaal aan dat de tijd die de alliantie vraagt veel
samenwerking
meer is dan ze hadden verwacht. Zowel het onderling afstemmen binnen de
Een van deelvragen in de procesevaluatie betreft de verwachtingen die de alliantie als het afstemmen met de gemeente. De middelen die beschikbaar
allianties hadden van de nieuwe subsidieregeling en of deze verwachtingen zijn, blijken voor de meeste allianties onvoldoende toereikend, waardoor veel
zijn uitgekomen. Voor de gemeente is de kern van de nieuwe subsidieregeling partijen eigen tijd en middelen moeten investeren. Daarmee komt de synergie
dat maatschappelijke organisaties, verenigd in een alliantie, mede-uitvoering binnen de alliantie nog wel eens onder druk te staan. De investering die de
geven aan de bestuurlijke prioriteiten. De gerneente hoopt via de allianties: alliantie vraagt van organisaties is niet voor iedereen evenveel. Voor met
name professionele organisaties zijn de werkzaamheden voor de allianties
e het veld strategisch te benutten, erg verweven met hun reguliere werkzaamheden, voor zzp-ers en vrijwilligers
e testuren op resultaat, komen de werkzaamheden voor de alliantie boven op hun andere werkzaam-
e synergie in het veld te stimuleren en heden. Voor allianties die met vrijwilligers en zzp-ers werken zijn er vaker
e meerjarige zekerheid te bieden aan partijen. uitdagingen met de organisatorische aspecten van werken in een alliantie. Ben
gebrek aan zowel tijd als middelen wordt benoemd als belangrijke knelpunten.
We zien dat allianties en partijen die deelnemen aan allianties hier ook dingen Dit maakt het verschil tussen professionele en vrijwillige inzet zichtbaar, maar
over zeggen. Allereerst geven respondenten in de focusgroepen aan dat ze leidt ook tot slecht betaalde professionele krachten, zoals zzp projectleiders.
verwacht hadden dat het een vorm van samenwerking zou zijn waarbij ze elkaar
als partijen in het veld kunnen versterken en met elkaar uit kunnen wisselen. “Ik stop er ook heel veel tijd in, maar voor mij is het mijn werk. Daar krijg ik
Het uitwisselen van expertise wordt erg gewaardeerd en gezien als een van de ruimte voor binnen mijn werk. dat voelt wel ongelijk. Ik wil onze penvoerder
belangrijkste opbrengsten van het werken in een alliantie. Daarnaast hadden ze zoveel mogelijk betrekken bij alles en uitnodigen voor gesprekken, maar dat
verwacht dat ze met deze alliantie voor langere tijd voorzien zijn van nanciële voelt soms wel moeilijk wetende dat het voor hen allemaal onbetaalde uren
zijn.”
19
En
mn mn
Naast het tekort aan middelen, benoemen allianties ook de verhouding over- respondenten geeft aan dat ze binnen de alliantie bepaalde steun kan krijgen
head en inhoudelijk te besteden geld. De overhead vraagt juist om veel tijd. die ze binnen haar eigen organisatie niet heeft, omdat ze alleen is in haar
Verder zien we dat er uitdagingen ontstaan naarmate het aantal partners functie en rol. Daarnaast kunnen organisaties met elkaar brainstormen en
binnen een alliantie toeneemt. Het wordt dan steeds lastiger om iedereen uit wisselen over uitdagingen die ze delen.
betrokken te houden. Tegelijkertijd vinden allianties het belangrijk dat alle
relevante partijen uit het veld de kans krijgen om mee te doen binnen de alli- “Wat ik wel als heel positief ervaar is … als coördinator ben je soms best alleen,
antie. Uit de focusgroepen met kleinere allianties blijkt ook dat er veel organi- maar met deze alliantie ben je met een groep samen met hetzelfde bezig en je
saties zijn die binnen de alliantie missen. Ze gaan dan wel opzoek naar andere kan met elkaar delen. Dat kan niet altijd binnen mijn organisatie. Je merkt ook
manieren om organisaties te betrekken bij allianties. Bén alliantie heeft dit dat je vaak tegen dezelfde dingen aan loopt.”
gemis opgelost door brainstormsessies met andere organisaties te organiseren
en een klankbordgroep met deelnemers van buiten de alliantie te betrekken. Slechts een van de allianties geeft aan dat de onderlinge verhoudingen tussen
Ook is er een alliantie die incidenteel andere organisaties van het alliantie- de organisaties door de alliantievorm meer op scherp zijn komen te staan dan
budget kan betalen om deel te nemen aan activiteiten. voorheen.
3.3. Wat heeft de samenwerking gebracht? “De organisaties in onze alliantie zijn over het algemeen kwetsbaar en de
mensen waarvoor wij activiteiten organiseren ook. Dat er druk van elkaar en
Deze subsidieregeling streeft er onder andere naar om samenwerking tussen van de gemeente komt is dan contraproductief en dan knalt er wel eens iets …
verschillende partijen te stimuleren en het veld strategisch te benutten ten Dat maakt het werken in een alliantie soms onveiliger dan het daarvoor was.”
behoeve van de bestuurlijke doelen. De vraag is of het werken in deze allian-
ties ervoor zorgt dat doelen van zowel de gerneente als de allianties behaald Als het gaat om de uitvoering en de inhoud, geven de meeste allianties aan
kunnen worden. Weten partijen meer te bereiken door op deze manier samen dat ze veel van elkaar leren en elkaar inhoudelijk echt kunnen versterken en
te werken? aanvullen. Ze kunnen afkijken bij elkaars organisaties als het gaat om orga-
niseren en profileren. Met name de kleinere organisaties geven aan dat ze
De allianties zijn erg positief over de samenwerking die ze met elkaar hebben. hier veel aan hebben. Daarnaast geven alliantiepartners aan dat ze door het
Twee allianties geven aan dat ze wel eens spanningen hebben of gedoe. En bij samenwerken in de alliantie een veel beter beeld hebben van wat er gebeurt in
twee andere allianties zijn nieuwe nauwe, warme banden aangeknoopt. Over het veld, waardoor ze sneller en makkelijker op elkaar kunnen inspelen. Niet
het algemeen geven respondenten aan dat het goed is om samen te werken alleen als het gaat om activiteiten binnen de alliantie, maar ook daarbuiten. De
met andere mensen en organisaties die eenzelfde doel voor ogen hebben. lijntjes zijn kort en het is makkelijker om elkaars netwerken te benutten en acti-
Respondenten geven aan dat ze steun aan elkaar hebben en beschrijven viteiten ook op grotere schaal uit te zetten. Dit maakt het bijvoorbeeld moge-
elkaar als collega's, vrienden, lotgenoten en medeactivisten. De activisten zetten lijk om in de hele stad en in verschillende stadsdelen activiteiten uit te zetten.
zich vanuit een gezamenlijke intrinsieke motivatie in voor de thema's, doel- Sommigen partijen kenden elkaar al en werkten ook los van het alliantiebeleid
groepen en de community rond emancipatie, diversiteit en inclusie. Ben van de al samen. Toch geven ze aan dat ze door de alliantie meer samenwerken. De
20
En
mn mn
alliantie zou een bepaalde urgentie creëren, waardoor er meer geïnvesteerd Niet alle allianties ervaren de financiële inrichting van het alliantiebeleid als
wordt in de samenwerking en er prioriteit gegeven wordt aan de gestelde meerjarige zekerheid. Ten opzichte van de oude subsidieregeling is de gesub-
doelen en de activiteiten. sidieerde periode inderdaad langer. De gemeente heeft de intentie om een
alliantie twee jaar te financieren, maar het is niet zo dat de allianties over een
“Wat het mooie is van de samenwerking. doordat die alliantie er is, is er periode van twee jaar mogen verantwoorden. De verlening van de subsidie
urgentie om er daadwerkelijk tijd aan te besteden. Sommige dingen hadden we gaat per jaar, en van juni tot juni. De allianties vinden de tijd die hen gegund
misschien ook zonder alliantie voor elkaar kunnen boksen. De contacten waren is, nog steeds best kort:
er grotendeels al, maar nu zit er een gevoel van urgentie achter.”
“Twee jaar zekerheid met een knip in het midden is nog steeds best kort
Allianties geven aan dat ze samen meer kunnen bereiken dan alleen. Met om iets duurzaams neer te zetten. Bovendien komt die tussentijdse
elkaars kennis en expertise weten ze dingen te organiseren en voor elkaar verantwoording voor juni wel heel slecht uit. Meestal zijn we dan druk met
te krijgen die ze alleen waarschijnlijk niet was gelukt. Activiteiten maar ook activiteiten.”
producten worden vaak samen gecreëerd, waardoor er draagvlak gecreëerd
wordt en het door meerdere organisaties uitgedragen wordt naar buiten. De De verantwoordingsmomenten komen ongelukkig uit met het ritme van de
helft van de allianties zetten zelfs bewust in op externe communicatie als uitvoering van activiteiten (herdenkingen in mei bijvoorbeeld). De allianties
alliantie. Tegelijkertijd is een goede samenwerking van de mensen onderling zouden graag net als de gemeente willen werken in kalenderjaren.
een belangrijke randvoorwaarden hiervoor. Een goede match op persoonlijk
vlak lijkt een belangrijke randvoorwaarden te zijn voor de successen die binnen 3.4. Observaties van de onderzoekers over de onderlinge
verschillende allianties worden geboekt. Daarnaast geven respondenten aan .
…: . samenwerking
dat het prettig is dat de subsidie voor meerdere jaren is. Het creëert rust en
geeft ruimte om langere termijn doelen te stellen en daaraan te committeren We onderzoeken in de procesevaluatie ook in welke fase van (onderlinge)
als alliantie. Ook geven allianties aan dat ze minder losse activiteiten orga- samenwerking de allianties zich bevinden. Elke nieuwe alliantie of partner-
niseren, maar juist activiteiten organiseren die op elkaar aansluiten en een schap gaat volgens de psycholoog Bruce Tuckman (1965) vier stadia door: van
gezamenlijk doel dienen. forming, viastorming en norming naar performing. De meeste allianties (vier van
de zes) vinden dat de alliantievorm hen kansen biedt om een grote bijdrage te
“Zelf vind ik het echt wel heel mooi dat je onderdeel bent van een grotere leveren aan de diversiteit en inclusiviteit in de stad. Een grotere bijdrage dan
beweging in de stad en dat je je daaraan committeert voor langere tijd.” voorheen mogelijk was, toen ze niet in de alliantievorm werkten. Deze allianties
zijn in wat Tuckman de ‘performing- fase’ zou noemen. Ze zijn in staat om via
“Een meerjarenbegroting geeft in principe rust en ruimte om te bouwen. We de samenwerking gezamenlijk resultaat te boeken voor de stad in een context
deden wel empowerment maar het was allemaal houtje touwtje gefinancierd. van gestabiliseerde relaties en acceptatie van de eigen rollen. De andere twee
En nu geeft het gewoon rust. Je kan bouwen aan het werk dat je doet en die zijn het eerste stadium van — in Tuckmans woorden- forming al voorbij, maar
verwachting is echt uitgekomen.” kennen nog steeds momenten van storming (spanningen uitspreken, conflicten
21
En
mn mn
over leiderschap) en norming (samen één doel uitkristalliseren en de gemneen-
schappelijke normen en waarden vaststellen). De forming fase hebben deze
allianties tijdens het voortraject gehad. Maar de ideale randvoorwaarde van
uitstekende en rustige relaties onderling is daar nog niet contant aanwezig.
Allianties die uit veel partijen bestaan lopen er soms tegenaan dat ze nog
onvoldoende op één lijn zitten, en daar energie aan moeten besteden. Ze zijn
aan het zoeken hoe ze met elkaar willen en kunnen samenwerken, zonder
elkaar of de penvoerder te veel te belasten.
Inclusiviteit van de activiteiten
Ongeacht de fase van samenwerking waarin de allianties zich bevinden, zijn
ze wel allemaal tevreden over de inclusiviteit van hun activiteiten. In twee
allianties zijn de meeste activiteiten voor en door de LHBTIQ+ community in
de stad. In alle zes de allianties zijn mensen van kleur vertegenwoordigd en
worden mensen van kleur uitgenodigd om deel te nemen aan de activiteiten.
Eén alliantie die diversiteit hoog in het vaandel heeft maar zelf niet alle orga-
nisaties binnen de alliantie vertegenwoordigd heeft, maakt er werk van om
ook activiteiten van de andere organisaties te ondersteunen. In deze procese-
valuatie hebben we niet bij de communities kunnen navragen wat zij van de
inclusiviteit van de activiteiten van de allianties vinden. Dat valt buiten deze
evaluatie.
22
En
En al
mn
mn
4 C on t ac t t ussen d e De gemeente stuurt in het nieuwe alliantiebeleid via kwartaalgesprekken met
accounthouders per alliantie en via het verantwoordingsinstrument ‘most
ge meen te en d e a Wi an ti es significant change ' (MSC). Het is de bedoeling dat deelnemers aan activiteiten
van de alliantie na zo'n activiteit een formulier invullen, ook de organisatoren
van het evenement doen dat. De verzameling MSC's gaat twee keer per jaar
naar de accounthouder van de gemeente. In halfjaarlijkse gesprekken met de
De ingang van de nieuwe subsidieregeling ‘Diversiteit en inclusiviteit voor gemeente worden ze besproken, Net als de voortgang van de activiteiten en
allianties Amsterdam 2021-2023’ bracht een aantal veranderingen in het subsi- een financieel overzicht. Bij aanvang van het alliantiebeleid was het dus de
diebeleid van de gemeente met zich mee. Vanaf 2013 werd gebruik gemaakt bedoeling dat accounthouders en allianties elkaar in informele kwartaalge-
van de subsidieregeling ‘Burgerschap en Diversiteit, die alleen losse, eenmalige sprekken en twee keer per jaar formeel zouden spreken.
projectsubsidies verstrekte. De gerneente ervaarde deze vorm van financiering
zoals reeds in de inleiding gezegd, als ad hoc, willekeurig en versnipperd. Het In dit hoofdstuk zullen we de ervaringen van de zes allianties en van de
bood ook geen ruimte voor maatwerk en meerjarige projecten. Met de nieuwe accounthouders van de gemeente met het nieuwe beleid beschrijven Welke
subsidieregeling ging de gemeente van individuele, losse projectsubsidies aan gedeelde ervaringen zijn er en welke uitdagingen brengt het nieuwe beleid
organisaties die zich inzetten voor diversiteit en inclusie, stadsbreed, naar een volgens de betrokkenen met zich mee? Hoe was het contact tussen de gemeente
subsidie met alliantiestructuur. Wie buiten de gehonoreerde allianties viel liep en de allianties?
het risico om geen subsidie meer te ontvangen van de gemeente.
41. Gedeelde ervaringen van accounthouders en allianties
Er bleven ook dingen hetzelfde. Zo bepaalde de gemeente nog steeds hoeveel
subsidie er per beleidsprioriteit en dus per alliantie beschikbaar was. Tussen Het besluit van de gemeente om een nieuwe subsidieregeling te implemen-
de zes allianties die het Verwey-Jonker Instituut in deze procesevaluatie sprak teren om het veld te vernieuwen, was een moment van onzekerheid (zie ook
was er veel verschil in het beschikbare budget. Niet het aantal deelnemers hoofdstuk 2). Het was voor de accounthouders lastig inschatten of de doelen
dat aan de alliantie deelnam, maar het belang van de bestuurlijke prioriteit in voldoende mate bereikt zouden worden. De gemeente had de doelen voor
in kwestie bepaalde het bedrag dat de alliantie ontving. Vervolgens moest er ogen die zij met het nieuwe beleid wilde bereiken:
binnen de alliantie — vaak door penvoerders/projectleiders/coördinatoren —
uitgemaakt worden welke alliantiepartner welk budget kreeg om activiteiten e het veld strategisch benutten,
uitte voeren. Er mocht 15% van de totale alliantiebegroting door de penvoerder e sturen op resultaat,
opgevoerd worden als organisatie-/ coördinatiekosten. e stimuleren van synergie in het veld,
e en meerjarige zekerheid bieden.
23
En
mn mn
Forming-fase van partnerschap tussen gemeente en allianties de gemeente was het helemaal niet dat. Ik dacht dat de gemeente ook een
sparringpartner was, maar het was vooral een overhoring iedere keer.”
De stap naar het alliantiebeleid bracht de doelen dichterbij, maar er lag in de
weg naar deze doelen ook nog veel open. De gemeente zelf had van tevoren “De gemeente lijkt ook niet zo'n duidelijke koers te varen, is zoekende. Maar
geen Theory of Change gemaakt. Met de toekenning van subsidie aan de zes tegelijkertijd verwachten ze van ons dat we niet meer zoekende zijn”.
allianties begon een traject van nadere invulling, zo ervaarden beiden kanten.
Het sturen op resultaat en de meerjarige zekerheid kregen al snel handen en Tussen sociale basis en alliantieregeling
voeten van gemeentewege: in beschikkingen werden kwartaalgesprekken en
halfjaarlijkse verantwoording afgesproken. Wat betreft het veld strategisch Verder ervaarden zowel de gemeente als het veld dat de relatie tussen de
benutten en het stimuleren van synergie bleek al snel dat een alliantiebe- nieuwe subsidieregeling en de Sociale Basis regeling meer aandacht behoeft. Er
sluit alleen, daar niet genoeg voor was. Beide kanten — gemeente en allianties vielen rond 1 juni 2021 acht van de veertien alliantie-aanvragen af. Ben aantal
moesten dat samen werkenderwijs gaan uitzoeken. Het partnerschap tussen partijen werden op voorhand gewezen op de mogelijkheid van subsidiëring
de gemeente en de allianties is in de meeste gevallen het laatste jaar nog in via de zogeheten Subsidieregeling Sociale Basis. Maar hoewel die regeling ook
de fase van forming geweest. stadsbreed op het thema diversiteit ingezet kan worden, wordt ze uitgevoerd
door de stadsdelen en gaat het vooral om activiteiten rond gezondheid, zorg,
Zowel de accounthouders als de allianties bevestigen een zoekende houding vrijwillige inzet en ondersteuning. In de ervaring van een aantal organisaties
bij aanvang van het alliantiebeleid. Zij vinden beiden — zie ook hoofdstuk 2- die zich stadsbreed met inclusie en diversiteit bezig hielden, was subsidie via
dat de nieuwe subsidieregeling in korte tijd is ingericht en hebben beiden het de sociale basis dus geen optie. De allianties:
idee gehad met een experiment (allianties) /iets nieuws (gemeente) bezig te
zijn geweest. In de woorden van de allianties: “Het is een beetje pionieren. Het is echt een experiment. Ik weet niet hoe het
hiervoor ging met subsidies. Dus in die zin zoekende wat een goede vorm is.”
“Je kon merken dat het voor de gemeente ook nieuw was. In de loop van het
proces komen ze dan met nieuwe informatie. Wij hadden bijvoorbeeld in onze De accounthouders:
TOC aangegeven hoe we alles zouden monitoren. Daar zit een idee achter,
ook qua werkdruk. En dan ben je een maand verder en dan komt er een andere “Vanuit het veld was er weerstand tegen verandering en het verdelen van geld.
verantwoordingsmethode [de MSC-methode]. Dat kan natuurlijk als je aan het Ze hadden het gevoel dat ze tegen elkaar uitgespeeld werden.”
pionieren bent. Maar dat vraagt van ons medewerking en loslaten waar je op
ingezet hebt, ook qua kennis en budget.” Tussen sociale basis en alliantieregeling kon zich volgens de focusgroepen
met de gemeente en met de allianties potentieel een gat aandienen in het
“Het werd heel erg gepresenteerd als dat kleine organisaties met deze nieuwe diversiteitsbeleid.
subsidie ruimte zouden krijgen om hun werk te bekostigen wat ze eigenlijk
al doen. Dat ze een groter podium krijgen. Uiteindelijk in de gesprekken met
24
En
mn mn
“De sociale basis en de alliantie regeling zouden elkaar moeten aanvullen. “Het is veel werk geweest om dit beleid op te zetten. De financiële rust is fijn,
In de sociale basis moet er ook ruimte zijn voor diversiteit stadsbreed. Maar maar we hebben nu al een aantal lessen geleerd die we graag in de toekomst
het is moeilijk te zeggen of het in de praktijk zo werkt. Bijna alle partijen die in de praktijk brengen. Zo zouden we bijvoorbeeld echt voor de volle twee jaar
voorheen geld kregen, zijn geland in de sociale basis. Maar, doen ze daar de subsidie toe willen kennen — en zo de allianties echt armslag geven. Daarbij
activiteiten die belangrijk zijn voor diversiteit in de stad? Dat is de vraag. Dat graag naar kalenderjaren overstappen. Nu gaat de toekenning nog per jaar
is een groot ontwikkelpunt. Er mag geen overlap zijn tussen Sociale Basis en van juni tot juni maar dat is onhandig voor iedereen.”
Diversiteit; dezelfde zaken twee keer financieren is doodzonde. Maar elkaar
aanvullen dat is nadrukkelijk wel de bedoeling.” De allianties geven tijdens de focusgroepen aan dat de start en de financie-
ringsmomenten door het beleid gestuurd zijn. De startdatum van de alliantie
Meerjarige zekerheid was voor de zomer, waardoor het voor een groot deel van de allianties lang
stil lag en pas na de zomer opgepakt kon worden. Dan volgen de kwartaalge-
Daarnaast bestaat de ervaring — bij accounthouders en allianties — dat er sprekken en de halfjaarlijkse verantwoording aan de gerneente al kort daarop.
met het alliantiebeleid hoe dan ook wel voor een langere periode (dan voor- Allianties hadden toen nog onvoldoende kunnen doen. Ook de periode waarin
heen) financiële zekerheid werd geboden aan de organisaties die gehonoreerd het eerste jaar door de onderzoekers van deze evaluatie werd geëvalueerd was
werden. En ook ervaarden beide kanten ongemak bij het feit dat een aantal voor veel allianties onhandig. Veel activiteiten, festiviteiten en herdenkingen
organisaties — die voorheen wel geld kregen/ belangrijk waren voor de stad vallen in het voorjaar en voor de zomer, waardoor het in die periode ongun-
nu niet meer gesubsidieerd werden/konden worden. stig is om te evalueren. Bovendien vraagt ook deze procesevaluatie weer om
coördinatie binnen de alliantie, terwijl ze liever bezig zijn met de inhoud en
Door de meerjarige subsidiezekerheid hebben de allianties het gevoel dat ze nu uitvoering.
structureler naar iets toe kunnen werken, doordat ze geld hebben om allerlei
activiteiten te organiseren. Het biedt ook de mogelijkheid om doelen op de iets “De volgende aanvraagdeadline zit eind maart, net na al onze acties. Dat is
langere termijn te stellen en daar actief naar toe te werken. Toch zouden de een ongunstig moment voor ons. In juni hebben wij ook nog activiteiten. De
allianties het fijn vinden als de subsidie voor een nog langere termijn beschik- timing van de gemeente sluit niet aan bij ons ritme. Misschien handig voor
baar werd gesteld. Twee jaar is uiteindelijk best kort, zeker als je elkaar van hen, om voor de zomer dingen af te maken, maar voor ons niet.”
tevoren nog niet zo goed kent en daarvoor niets met elkaar deed. Men denkt
aan bijvoorbeeld vijf jaar. Betere strategische benutting van het veld
“Er is rust door die subsidie voor meerdere jaren, maar er is al bijna een Beide kanten ervaren dat met het inzetten van het alliantiebeleid een begin is
jaar om. Dus het zou wel zonde zijn als dit traject na volgend jaar weer gemaakt met een strategischer benutting van het veld. Allianties en account-
onderbroken wordt.” houders zijn blij dat de alliantievorm daarvoor zorgt. Een accounthouder:
Partijen zoeken elkaar nu op, wat eerst niet gebeurde en spreken over outcome. De
De accounthouders delen bovengenoemde argumentatie: alliantiepartners maken gebruik van elkaars expertise (zie ook hoofdstuk 3).
25
En
mn mn
De accounthouders zien dat activiteiten beter op elkaar aansluiten en dat er Bij de helft van de allianties gaat het goed in het contact met de gemeente en
strategischer overleg is, wat belangrijk is voor hoe inclusief de stad is. Allianties bij de helft zijn er moeilijkheden. Voor de gemeente speelt er dat de account-
kiezen er bijvoorbeeld voor om activiteiten aan elkaar te koppelen, waardoor houders vinden dat zij onvoldoende op de hoogte worden gehouden; voor
het een grotere activiteit wordt en er een groter bereik is. De allianties beves- de allianties speelt er dat ze vinden dat de gemeente te weinig vertrouwen
tigen dit beeld: uitstraalt en te veel controle wil uitoefenen. Binnen deze verhoudingen helpt
het niet dat er een aantal personele wisselingen binnen de afdeling diversiteit
“Dat is ook wat de stad nodig heeft. In plaats van, jij gaat activiteit A of B zijn geweest. Twee allianties hebben zelfs een tijdje zonder accounthouder/
doen en hoe ga je dat doen, gaat het over wat wil je bereiken en hoe werk je contactpersoon gezeten. Dat heeft voor frustraties en misverstanden aan beide
daarin samen.” kanten gezorgd. De desbetreffende allianties wisten niet goed waar ze aan toe
waren; en de gemeente dacht, wat horen we lang niets van jullie. Het is ingewik-
Verder zeggen de allianties in de focusgroepen dat de (soms al wat langer) keld gebleken voor beide partijen om de verbinding en het informele gesprek
bestaande samenwerking meer urgentie heeft gekregen. Doordat er concrete op te zoeken, terwijl daar in de praktijk elke samenwerking bij gebaat is.
doelen zijn geformuleerd is een alliantie meer dan een sluimerend netwerk.
“Je bent echt samen wat aan het doen”, De accounthouders zijn blij met deze De accounthouders en programmalijncoördinatoren vinden het gebrek aan
ontwikkeling: continuiïteit/het verloop in accounthouders verre van ideaal. Daarmee bouw
je geen vertrouwensrelatie op. De gemeente wil er in de toekomst voor zorg-
“Uit de allianties waar het goed gaat zijn nieuwe samenwerkingen gekomen. dragen dat er een vaste contactpersoon voor de allianties beschikbaar is en
We hoopten dat die er zouden komen, maar in het begin weet je nog niet of dat blijft. Er zijn relatief veel veranderingen in het personeelsbestand geweest de
gaat lukken.” afgelopen jaren. Dat is lastig op een kleine afdeling, waar het opbouwen van
een vertrouwensband met het veld belangrijk is.
Contact tussen gemeente en allianties: meer verbinding nodig
De accounthouders hebben meestal contact met de penvoerder van de alli-
Een andere gedeelde ervaring is dat het contact tussen de accounthouders en antie. Af en toe sluit er ook een andere organisatie uit de alliantie aan. De
de allianties nogal verschillend verloopt. Beide partijen vinden dat dat contact frequentie van dit contact is erg verschillend. De helft van de accounthouders
nadere aandacht behoeft. Tijdens de focusgroepen met de allianties en de heeft regelmatig contact — buiten de formele momenten van 2x per jaar om —
focusgroep met de accounthouders ging het veel over dit contact tussen de en worden ook regelmatig op de hoogte gehouden door de alliantie over alles
alliantie en de accounthouder: de frequentie van het contact, de verwachtingen wat er gebeurt. Twee accounthouders hebben een wat moeizamere relatie met
aan het contact, de aard van het contact, de misverstanden in het contact. Al hun alliantie, wat van invloed is op de communicatie tussen beide. De account-
deze kanten aan de relatie tussen gemeente en allianties houden de gemoe- houders krijgen regelmatig uitnodigingen om een activiteit bij te wonen. Het
deren behoorlijk bezig. is nog niet elke accounthouder gelukt om daadwerkelijk een activiteit bij te
wonen, maar ze vinden dit wel belangrijk en willen hier meer tijd voor vrij
maken. De allianties waarbij dat niet gelukt is vinden het teleurstellend dat
de gemeente niet bij hun activiteiten komt kijken.
26
En
mn mn
“We zien ze nooit, dat is toch jammer als je samen aan diversiteit wilt werken? 4.2. Ervaringen van de accounthouders na toekenning
Ze laten te veel zien dat ze willen controleren en laten te weinig zien dat ze er
vertrouwen in hebben. De enige accounthouder die zich wel eens liet zien bij De accounthouders zijn binnen de nieuwe subsidieregeling enthousiast over
activiteiten is weg als accounthouder; heeft een andere baan.” een aantal zaken. Volgens de accounthouders heeft de nieuwe regeling gezorgd
voor meer samenhang tussen activiteiten in het veld, en voor minder overlap.
De accounthouders stellen dat twee allianties heel goed communiceren, bij Het veld wordt derhalve strategischer benut dan voorheen en zij vinden dat
twee allianties hebben de accounthouders zich lange tijd onvoldoende indruk de onderlinge samenwerking sterk is vergroot. Daarnaast vinden de ambte-
kunnen vormen van wat er gaande was en van twee allianties constateren de naren van de afdeling Diversiteit van de gemeente het prettig dat het aantal
accounthouders dat die vooral met de eigen samenwerking onderling bezig subsidieaanvragen dat zij moeten behandelen lager ligt dan in de oude subsi-
zijn. De accounthouders weten nog niet goed hoe ze met deze diversiteit in dieregeling. De Sociale Basis daarentegen heeft door de nieuwe constructie
communicatie om moeten gaan. Er is een neiging om als ze te weinig horen er juist meer aanvragen te behandelen gekregen.
extra bovenop te gaan zitten maar getuige de reacties van de allianties op deze
pogingen tot contact is dat niet de manier. Er bovenop zitten, werkt averechts. Meer samenhang, minder werk, sommige partijen ontbreken
Allianties hebben aan de ene kant de ervaring dat met de nieuwe regeling de “Het veld is goed strategisch benut, maar de partijen die afgevallen zijn, die
gemeente minder contact heeft met de organisaties op het gebied van diver- ken ik niet zo goed. Misschien zaten daar ook goede partijen tussen. Het is
siteit en inclusiviteit dan daarvoor. de vraag of de afgewezen partijen hun activiteiten nog uitvoeren of dat ze
doodbloeden.”
“Berst sprak de gemeente met iedereen, nu alleen nog maar 1 uurtje met de
penvoerder.” Aan de andere kant ervaren 4 van de 6 allianties voortdurend “Zo'n Theory of Change is goed om organisaties te dwingen op de lange
bemoeienis en controle vanuit de gemeente. De allianties willen graag meer termijn te kijken. Maar vrijwilligersorganisaties vallen hiermee buiten de boot,
vrijheid om uit te voeren wat ze beloofd hebben en zien bemoeienis vanuit de omdat het voor hen moeilijker is om zo'n ingewikkelde Theory of Change te
gemeente daarbij als hindernis. Dat brengt accounthouders die naar eigen schrijven. En daarmee plannen indienden die minder goed waren. Ondanks het
zeggen te weinig op de hoogte worden gebracht soms in een lastig parket. ondersteuningsaanbod, waren de uitgangspunten niet gelijk.”
In z'n algemeenheid kwam uit de focusgroepen met beide partijen naar voren “Niet iedereen kon bij de sociale basis terecht en voor sommige
dat de frequentie van afspraken en de eisen aan het contact tussen de alliantie vrijwilligersorganisaties die we wel waardevol vinden, was het voortraject te
(vaak de penvoerder en een andere organisatie die aansluit) en de account- zwaar en de beoordeling te afhankelijk van de TOC.”
houder erg verschillen. Soms vindt dit contact wekelijks plaats, soms kunnen
er ook weken tussen zitten. Accounthouders en allianties willen koersen op De accounthouders hebben enige zorgen over de partijen die buiten de allian-
een vastere regelmaat die beide partijen bevalt. Ook om distantie en betrok- tieregeling vallen en de relatie die zij nu hebben met de gerneente. De account-
kenheid van de gerneente als subsidiegever meer in balans te houden dan nu houders zouden het jammer vinden om dit soort partijen voor langere tijd kwijt
soms het geval is. te raken in het inclusie en diversiteitsbeleid.
27
En
mn mn
De gemeente wilde met de nieuwe subsidieregeling meer bewustzijn creëren 4.3. Ervaringen van de allianties met de gemeente na
en dat de allianties zich bezig zouden houden met activiteiten waar de stad .
. toekenning
behoefte aan heeft. Volgens de accounthouders is dat via strategische benutting
van het veld gelukt, maar heeft dit wel twee kanten. Aan de ene kant zoeken De allianties delen tijdens de focusgroepen hoe ze naar het nieuwe alliantie-
partijen elkaar op, wat eerst niet gebeurde. Maar aan de andere kant heeft de beleid kijken en hoe zij dit in de praktijk ervaren. De allianties benoemen een
afwijzing van organisaties die niet in een alliantie terecht zijn gekomen, ook aantal kritische punten.
iets betekend voor het veld. Dat werkt door in de onderlinge verhoudingen en
samenwerkingen buiten de allianties. De gemeente verschuift coördinatie naar veld
Sturen op resultaat, en stimuleren van synergie in het veld Allereerst hebben bijna alle allianties de gezamenlijke ervaring dat deze vorm
van beleid de gemeente ontslaat van het coördineren van het veld. “We zetten
De accounthouders moeten nu sturen op resultaat via de grote lijnen. Dat is ons in voor iets dat de gemeente moet doen” De allianties geven aan dat taken
naar eigen zeggen een vrij nieuw proces. Voorheen konden de accounthouders zijn doorgeschoven naar projectleiders en penvoerders van allianties. Hier
direct contact houden met losse organisaties en op losse activiteiten sturen. is veel ontevredenheid over, omdat het allianties zelf heel veel werk oplevert
Maar de alliantieregeling heeft een nieuwe manier van werken met zich meege- waar onvoldoende financiële middelen voor beschikbaar zijn. Dit is over het
bracht. De allianties willen graag meer vrijheid om het proces zelf vorm te algemeen één van de grotere kritieken. Allianties hebben het gevoel dat ze
geven, waardoor de accounthouders wat meer op afstand staan. Daarnaast ontzettend hard werken vanuit intrinsieke motivatie en betrokkenheid, maar
dekken niet alle allianties de hele beleidsprioriteit die de gemeente voor ogen dat de gemeente onvoldoende bereid is om hen naar waarde te compenseren
had bij aanvang. Daardoor moet de gemeente zich erbij neerleggen dat de rest voor dit werk. Vooral de allianties met veel partners hebben te maken met veel
van die beleidsprioriteit niet opgepakt wordt, of dient de beleidsafdeling zich onderbetaalde en niet betaalde krachten. Er is maar één alliantie die hier geen
te bezinnen hoe die andere thema's op een andere manier aangepakt kunnen moeite mee lijkt te hebben.
worden.
“De houding van de gemeente: pleurde alles over het hek. Doen ze nog steeds.
“In eerste instantie was het dat de partijen plannen maakten en de gemeente Daarna ook. En ze zeiden: penvoerder hier, jij bent de klos jij mag rol gemeente
beoordeelde of het paste bij de strategische doelen. Nu is het: dit zijn de overnemen en daarin is alle verantwoordelijkheid geschoven in de schoenen
doelen, maak maar een plan. Het is gegaan van een gemeente die ja of nee van de penvoerder. Dat kan niet. ik heb met veel allianties gesproken die
zegt, naar allianties die er een geheel van maken. Als voordeel vanuit ons penvoerder zijn, dat zijn geen grassroot. Al langer gevestigd. Zelfs zij zeiden:
geldt: je hoeft niet meer met heel veel partijen te schakelen en het plan van de hoeveelheid werk en wat je terug krijgt, budget voor penvoerder en wat voor
alliantie is iets om op terug te vallen. Daar kan je op sturen. Hoe je stuurt is werk, dat is bizar. Niemand die voor dit bedrag dat werk wil gaan doen.”
een keuze, maar ze moeten wel doen wat ze afgesproken hebben. Het nadeel
is, als je een plan hebt wat niet helemaal je prioriteiten dekt, dan zit je ermee.” “Ik vond dat de gemeente echt alle verantwoordelijkheid in onze schoenen
heeft geschoven. Pet gemeente op ons. Ga jij maar de bureaucratische lul zijn
om dat te gaan regelen. Alles wordt op de millimeter nagekeken; wij worden in
de gaten gehouden” z8
En
mn mn
Gemeente: te weinig vertrouwen, te veel controle jaar vinden de allianties dat ze in de praktijk weinig ruimte krijgen om naar
eigen inzicht uit te voeren wat ze van plan waren Een alliantie vermeldt in
Naast het gebrek aan financiële middelen, ervaren de allianties ook nog eens dit verband
een controlerende houding van de gemeente. De verwachting was dat het
meer een samenwerking zou zijn, maar dat blijkt voor veel allianties niet de “We hebben een keer een voorstel gedaan tot een gesprek over de ontwitting
ervaring te zijn. Allianties geven aan dat de gemeente te vaak wil overleggen van het gemeentelijke apparaat. Dat viel niet goed bij de medewerkers. Toen
en constant wil nagaan of allianties precies doen wat ze hebben bedacht en werden we daarover gecontacteerd. We komen er wel uit, maar intern ook op
beloofd. Dit ervaren verschillende allianties als onprettig en als een gebrek aan het matje geroepen. Aan de ene kant heb je de vrijheid, maar dan zitten ze
een flexibele en lerende houding. Allianties willen meer vrijheid en vertrouwen ineens bovenop de inhoud.”
van de gemeente.
Naast het controlerende speelt hier ook de ervaring dat het budget ontoerei-
“De houding van de gemeente, van een geldschieter, kan ook een niet kend is. Beide situaties leiden bij allianties die met veel partijen moeten pres-
controlerende functie zijn. Maar daar lijkt het soms wel op. Want wij gaan teren voor een relatief klein budget tot benauwdheid. In een enkel geval is het
voor resultaat, einddoel. Dit is onze passie, ons levenswerk. In plaats van gelukt om de verwachtingen gezamenlijk (intern en met de gemeente) bij te
die controlerende houding, kun je ook zeggen: wat hebben jullie nodig? lets stellen, maar soms zijn de partijen daar nog niet aan toegekomen.
er iets nodig waardoor we juist jullie als groep aansterken? Als organisaties
aansterken? Meestal is dat geld. Die houding kan ook anders.” Wat is belangrijker? Kwaliteit, community, ontwikkeling en product
Ook geven twee allianties aan dat ze verwacht hadden dat deze nieuwe subsi- In de focusgroepen met de allianties komt ook nog een andere ervaring naar
dieregeling een pilot of experiment was, waarbij in samenwerking met de voren. De helft van de allianties voelt zich verantwoordelijk aan de communities
gemeente gezocht zou worden naar goede manieren om inclusie en diversiteit in de stad en de informeel gedeelde kwaliteitsstandaarden die zij verwachten.
te bevorderen in de stad. De meeste allianties geven aan dat de gemeente in de Dat heeft consequenties in het hoe en voor wie ze het alliantiegeld willen
praktijk vooral als controlerende instantie voelt. Dat is niet anders dan de ‘oude inzetten. Eén alliantie ziet het subsidiegeld in de nieuwe regeling nadrukkelijk
subsidieregeling’. Hierin zouden ze graag veel meer als partners optrekken als ontwikkelingsbudget waarmee achtergestelde groepen zichzelf kunnen
met de gemeente waarbij ze als allianties meer vertrouwen krijgen van de ontwikkelen, Dat komt ook tot uiting in de onderlinge verdeling van het budget
gemeente. Er zitten bij veel allianties frustratie, omdat er veel werk wordt bij deze alliantie. Die verdeling gaat niet zozeer naar wie wat doet voor welke
verricht vanuit passie en compassie, ondanks het tekort aan middelen die georganiseerde activiteit, maar eerder naar mate van geprivilegieerd zijn van
beschikbaar zijn vanuit de gemeente. de achterban. Wie de minste privileges heeft in de samenleving, heeft naar de
interne logica van deze alliantie recht op het meeste budget.
Een aantal allianties hadden in hun plannen veel activiteiten en doelstellingen
opgenomen. Doordat de aanvraag zo vrij van kaders was, verwachtten zij ook in “Dat is een hele andere kijk dan de gemeente heeft. De gemeente zegt
de uitvoering meer ruimte te hebben dan na toekenning bleek. Het afgelopen dan waar blijft jullie product? Maar de ontwikkeling van deze groepen is
belangrijk, dat vinden wij kwaliteit. Voor ons is belangrijk waar je vandaan
komt Voor de gemeente telt: wat breng je in de alliantie.” 58
En
mn mn
Minst geprivilegieerden kunnen in deze manier van denken bijvoorbeeld ook de allianties niet allernaal even groot zijn en ook nog in budget variëren, is de
ongedocumenteerden zijn. “Maar alliantiegeld naar ongedocumenteerden dat is samenwerking binnen deze allianties en met de gemeente steeds in een hele
voor de gemeente ingewikkeld.” Ook een andere alliantie benoemt het verschil andere context. De gemeente/accounthouders zouden zich bij het beoordelen
in resultaat dat de gemeente beoogt en dat de alliantie beoogt: van de resultaten en samenwerking in de allianties meer rekenschap kunnen
geven van dit verschil. Nu is het zo dat slechts één alliantie in het budget ruimte
“Soms vinden wij het gewoon nog niet goed genoeg voor een breder publiek. heeft kunnen maken om andere organisaties bij het werk te betrekken /activi-
Kwaliteit is belangrijk. Ik wil me niet laten opjagen door de gemeente. De teiten van andere organisaties te financieren/ later aan kunnen haken, terwijl
gemeente moet een ondersteunende rol hebben en geen beslissende.” de meeste allianties veel werk ‘gratis’ doen omdat het budget ontoereikend is.
Een aantal allianties wil meer vrijheid om de plannen uit te voeren op hun Daarnaast was het met de introductie van de nieuwe alliantieregeling voor de
manier: organisaties niet helder of ze buiten de nieuwe subsidieregeling nog subsidie
konden krijgen. Zouden ze hun subsidie kwijtraken als ze niet in een alliantie
“Wij kennen het veld het beste, de mensen waar het om gaat, niet de terecht kwamen? De gemeente verwees hierbij door naar de subsidieregeling
gemeente. We moeten waken dat wij niet activiteiten gaan draaien zodat ze Sociale Basis, maar volgens een aantal organisaties die we gesproken hebben
passen in de module van de gemeente. Want gemeente is niet toereikend. Wij in dit onderzoek, pasten zij minder goed bij de Sociale Basis dan bij de afdeling
wonen in de stad waar mensen actief zijn.” Diversiteit. De gemeente heeft aandacht voor dit punt en dit punt wordt dan
ook meegenomen in de verdere afstemming tussen de afdeling Diversiteit en
A.A. Observaties van de onderzoekers de Sociale Basis,
Bij de toekenning van subsidies in de nieuwe regeling hebben niet alle allian-
ties evenveel budget gehad. Dat was een gemeentelijk besluit, dat de mogelijk-
heden voor samenwerking en de sfeer waarin de samenwerking plaatsvindt
beïnvloedt. Het budget dat per alliantie beschikbaar is, is afhankelijk van de
beleidsprioriteit: het totale budget dat de gemeente voor die beleidsprioriteit
heeft vrijgemaakt en afhankelijk van of de gemeente en de alliantie dit totale
budget moeten delen of niet. Op sommige beleidsprioriteiten is de alliantie
de enige partij die uitvoert. Op andere prioriteiten doet de gemeente ook nog
een deel van de uitvoering.
Zo kan het gebeuren dat een alliantie een relatief groot budget heeft dat gedeeld
wordt met weinig samenwerkingspartners. Terwijl een andere alliantie — met
veel meer partijen — een veel kleiner budget tot haar beschikking heeft. Omdat
30
En
En al
mn
mn
e) A | U an ti e-erva ri n g en Ì n h et expertise, contacten en vaardigheden te delen. Hierdoor komt men soms eerder
tegenover elkaar te staan, dan samen voor dezelfde zaak. In de relatie tussen
U C h t van U te rat Uur gemeente en allianties komen dus de moeilijker kanten van samenwerking
aan de orde.
5.2. Knelpunten in alliantiesamenwerking
Er is veel literatuur over de voordelen, voetangels en klemmen in samenwer-
kingsvormen zoals allianties en strategische partnerschappen. In dit hoofd- Complexiteit: verschillende doelen, verwachtingen en belangen
stuk zetten we de belangrijkste bevindingen uit de Amsterdamse context in
het licht van die literatuur. Samenwerken ín en mét allianties is volgens de literatuur in z'n algemeen-
heid complex. Dit komt doordat de betrokken organisaties onderling van
5.1 Kansen in alliantiesamenwerkin g elkaar verschillen. Vaak verschillen hun doelstellingen, belangen, culturen,
manieren van werken en/of financieringssystemen, waardoor misverstanden
Samenwerken in en met allianties kan volgens de literatuur voordelen bieden, kunnen ontstaan die de samenwerking in de weg kunnen staan (zie bijvoor-
omdat de betrokken organisaties ieder hun eigen bronnen inbrengen die nodig beeld Bryson, Crosby & Stone (2006) en Koelen, Vaandrager en Wagemakers
zijn om een maatschappelijk doel te bereiken (zie bijvoorbeeld Bryson, Crosby & (2012). In Amsterdam speelt vooral het cultuurverschil tussen de gemeente
Stone, 2006). Voorbeelden van deze bronnen zijn te delen expertise, contacten Amsterdam enerzijds - als initiatiefnemer, subsidieverstrekker, prioriteiten-
en vaardigheden. Wanneer de bronnen op een goede manier bij elkaar worden steller en controller van de nanciën van het alliantiebeleid - en de allianties
gebracht is de kans dat de maatschappelijke doelen van de alliantie worden anderzijds. De helft van de allianties voelt eerder een verantwoordingsplicht
bereikt vele malen groter dan wanneer organisaties alleen werken aan een aan de communities in de stad dan aan de gerneente. Zij zijn de alliantievorm
maatschappelijk doel. ingestapt met het idee dat ze twee jaar de ruimte kregen om zelfstandig iets
neer te zetten. Ben van de allianties formuleert de ervaring als volgt:
Bij de allianties in Amsterdam hebben we hier veel voorbeelden van gezien.
De samenwerkende organisaties zijn enthousiast over de onderlinge samen- “Laat ons onze plannen gewoon uitvoeren. Je hebt als gemeente gezegd dat
werking en ze vinden ook dat die samenwerking de maatschappelijke doelen je de alliantie het werk wil laten doen. Laat het dan ook gebeuren zonder de
die zij nastreven dichterbij brengt. (zie voor de voorbeelden hoofdstuk 3). Over hele tijd ons op de lip te zitten of te willen controleren of het allemaal wel goed
het partnerschap/de samenwerking met de gemeente zijn de allianties minder gaat. Wij hebben de ervaring in de praktijk. Waarom steeds dat gebrek aan
enthousiast. In de constructie die in de nieuwe subsidieregeling gekozen is, is vertrouwen bij de gemeente?”
de gemeente eerder subsidiegever dan alliantiepartner. Doordat de gemeente
geen partnerrol heeft, is het ook moeilijker om als alliantie en gerneente samen
31
En
mn mn
De gemeente en de allianties lijken het afgelopen jaar het moment gemist te goede persoonlijke verhoudingen die het alliantiewerk ten goede komen. Ook
hebben om over de wederzijdse verwachtingen van elkaar in een mogelijk part- in die ene alliantie waarin het even spannend werd, is dat het geval. Volgends
nerschap te spreken. Dat is jammer, zo blijkt uit de literatuur, want commu- de literatuur helpt het als mensen al gewend zijn om met anderen samen
nicatie hierover had veel misverstanden kunnen voorkomen. De gemeente te werken en een beetje weten wat daarbij komt kijken. Enige ervaring met
wilde namelijk naar eigen zeggen juist wel inhoudelijk betrokken blijven bij samenwerken met mensen uit andere organisaties is belangrijk. De twee alli-
het domein van diversiteit en inclusie en vanaf het begin op de hoogte blijven anties in Amsterdam die soms nog momenten van storming en norming kennen
van wat er gaande was in de allianties. De manier van informatie-inwinnen (Tuckman, 1965 zie hoofdstuk 3) hebben iets minder ervaring met samenwer-
door de gemeente is bij de allianties als controle ervaren. king überhaupt.
Binnen de allianties zelf zijn we in Amsterdam eigenlijk opvallend weinig fric- Ook voor een succesvolle samenwerking tussen gemeente en allianties is het
ties tegengekomen. Natuurlijk zijn er wel eens spanningen tussen verschillende belangrijk dat de mensen in een alliantie en de beleidscontactpersonen die de
(typen) organisaties, bijvoorbeeld omdat de één z'n werk voor de alliantie in z'n alliantie ondersteunen en aansturen elkaar vertrouwen. Ook die relatie is voor
vrije tijd doet en de ander niet. Omdat de één een andere werksfeer gewend een deel mensenwerk. Het is het noodzakelijk dat zij zich kunnen verplaatsen
is dan de ander, of omdat de één woorden gebruikt die de ander liever niet in elkaars doelen en werkwijze en dat de bronnen die de mensen inbrengen,
hoort. Niets menselijks is de samenwerking tussen partijen binnen de alli- zoals expertise, netwerk en vaardigheden, elkaar aanvullen. In Amsterdam
anties vreemd. Maar over het algemeen is het potentiële risico dat de litera- is dat bij twee allianties en de gemeente als vanzelf gelukt. Bij twee allianties
tuur signaleert op basis van het verschil in ervaringen, organisatiecultuur, en was daar meer moeite voor nodig en bij twee allianties is het vertrouwen
vaardigheden van organisaties, in de praktijk van de samenwerking binnen over en weer nog verre van stevig. Activisten en beleidsmedewerkers, zzp-ers
de allianties goed opgelost. en vast dienstverbanders, ‘opdrachtgevers en opdrachtnemers!’ in de nieuwe
subsidieregeling kunnen volgens de literatuur nader tot elkaar komen als ze
Alliantiewerk, mensenwerk naast de formele regels rond verantwoording en dergelijke, ook werk maken
van relatie maken en zo vertrouwen in elkaar opbouwen. Je hoeft het niet altijd
Een andere mogelijke belemmering voor succesvolle samenwerking die de met elkaar eens te zijn, om elkaars rol te erkennen, samen verder te komen en
literatuur signaleert is dat de personen die vanuit de samenwerkende organisa- toch rolvast te blijven.
ties deelnemen aan de alliantie allemaal hun eigen ervaringen, verwachtingen
doelen en vaardigheden meebrengen. Dat kan een pré zijn, maar het kan het Management van de samenwerking
proces van samenwerken ook tegenwerken. Samenwerking ín en mét allian-
ties is mensenwerk. Binnen één alliantie dreigde een conflict in de persoon- Een volgend aspect dat een cruciale rol speelt in hoe succesvol een alliantie kan
lijke sfeer inderdaad tijdelijk de algemene verhoudingen binnen de alliantie zijn, is hoe de alliantie wordt gemanaged (Lasker, Weiss & Miller, 2006; Koelen
te verslechteren. De penvoerders/coördinatoren hebben hierin bemiddelend et al, 2012; Lalayants, 2013). In de woorden van de Amsterdamse context; hoe
opgetreden. Aan de andere kant van het spectrum zien we dat de mensen van de coördinatie verloopt in en met de allianties. Het gaat dan bijvoorbeeld om
de allianties elkaar juist vaak, graag en informeel zien: ze hebben onderling het managen van de verschillende verwachtingen van wat de samenwerking
32
En
mn mn
zal opleveren en om het vinden van een werkwijze die past bij de verschil 5.3. Indicatoren voor een succesvolle samenwerking
lende betrokken mensen en organisaties. Wanneer dit managen goed gebeurt,
ontstaat iets wat in de literatuur bekend staat als partnership synergy (Lasker De literatuur benoemt specifiek drie indicatoren die een succesvolle samen-
et al, 2006). werking kenmerken: synergie in een alliantie of partnerschap, de duurzaamheid
van een alliantie of partnerschap en de mate waarin de alliantie of het part-
Binnen de allianties in Amsterdam is deze partnership synergie ontstaan door nerschap de doelen dichterbij brengt (Bryson et al, 2006; Roussos & Fawcett,
de wijze waarop penvoerders/projectleiders en coördinatoren de samenwer- 2000; Turriniet al, 2010; Zakocs & Edwards, 2006). Over de synergie in de alli-
king organiseren. Soms is dat even zoeken geweest, maar in alle allianties zijn anties en partnerschappen in Amsterdam is hierboven voldoende gezegd. Wat
de betrokken organisaties enthousiast over de coördinatie in hun alliantie. Ze betreft de laatste indicator (doelen dichterbij), daar zijn alle partijen betrokken
hebben ze respect voor mensen die dat doen en de wijze waarop de coördinatie bij het alliantiebeleid in Amsterdam het over eens: de partijen die van belang
gedaan wordt. Bij zo'n synergetische samenwerking ervaren de betrokkenen zijn voor inclusiviteit en diversiteit in de stad hebben elkaar met dit allian-
de samenwerking als prettig en worden de door de organisaties en mensen tiebeleid weten te vinden en de manier waarop de gehonoreerde allianties
ingebrachte bronnen optimaal benut voor het bereiken van de maatschappe- werken brengt de doelen volgens de gemeente en de allianties zelf dichterbij.
lijke doelstelling. Over de duurzaamheid hebben verschillende partijen gezegd dat die nog wat
beter verankerd kan worden in de Subsidieregeling ‘Diversiteit en Inclusiviteit
Tussen de gemeente en de allianties heeft het partnerschap zoals al eerder voor allianties Amsterdam 2021-2023. Met namen de suggestie van toeken-
gezegd soms nog wel wat extra aandacht en energie nog om synergetisch ning voor een langere periode wordt door het veld en het beleid naar voren
te kunnen werken. Samengevat kunnen beide partijen volgens de literatuur gebracht. Men denkt in elk geval aan twee jaar (in plaats van één jaar); en het
samen spreken over in elk geval drie thema's: veld zou daar nog wel langer van willen maken.
e De (verschillen en overeenkomsten in) achtergrond van de betrokken
organisaties.
e De mogelijke inzet van de mensen die vanuit de organisaties deelnemen
aan de alliantie.
e _Hoede samenwerking het best kan worden ondersteund en aangestuurd.
Met aandacht voor deze thema's vergroot de kans dat een alliantie of partner-
schap succesvol wordt.
33
En
En al
mn
mn
.
G Conclusies en 61. Doelen dichterbij
© ®
d en k rIC h ti n ge n voor d e De gemeente Amsterdam wilde met de nieuwe subsidieregeling de volgende
k doelen bereiken
e Het veld van emancipatie, inclusie en diversiteit strategisch te benutten.
e Gericht sturen op resultaat en bestuurlijke prioriteiten.
e Synergie stimuleren in het veld van emancipatie, inclusie en diversiteit.
In 2019 begon de gemeente Amsterdam met de nieuwe Subsidieregeling e Meerjarige financiële zekerheid bieden aan partijen in het veld van
‘Diversiteit en inclusiviteit voor allianties Amsterdam 2021-2023, die sinds emancipatie, inclusie en diversiteit.
2021 van kracht werd. In dit rapport brengen we via een procesevaluatie de
ervaringen met deze nieuwe subsidieregeling in kaart. De gemeente geeft In de ervaring van de allianties, de accounthouders en de programmalijncoör-
onder deze regeling in samenwerking met zes allianties uitvoering aan de dinatoren (van de afdeling Diversiteit) zijn deze vier doelen dichterbij gekomen.
drie programmalijnen diversiteit en inclusie: emancipatie, antidiscriminatie De veldpartijen hebben elkaar naar aanleiding van de nieuwe subsidieregeling
en gedeelde geschiedenis. Het Verwey-Jonker Instituut haalde de ervaringen opgezocht en zijn verdergaande samenwerkingen aangegaan dan voorheen.
op via een quickscan en focusgroepgesprekken met de allianties, en met de Voor elke bestuurlijke prioriteit’ is een alliantie gehonoreerd en deze allian-
medewerkers van de afdeling Diversiteit van de gemeente. In dit slothoofdstuk ties vinden dat deze samenwerkingsvorm de maatschappelijke en gemeen-
vatten we de belangrijkste bevindingen samen en schetsen we naar aanleiding telijke doelen dichterbij brengt. Ook ervaren de partijen die deelnemen aan
van de huidige ervaringen denkrichtingen voor de toekomst. Het is raadzaam de allianties, meerjarige zekerheid. Al zouden zij en de uitvoerende gemeen-
de lessen uit deze evaluatie ter harte te nemen. teambtenaren de gemeente willen meegeven dat een subsidietoekenning van
(tenminste) twee jaar meer ruimte geeft voor langere termijndoelen (-acti-
Nog een opmerking vooraf bij deze conclusies: er is (nog) niet geëvalueerd op viteiten en impact) dan de toekenning van één jaar die de regeling nu biedt.
effecten van de allianties en het alliantiebeleid in de stad. Om effect te kunnen
sorteren —ente kunnen onderzoeken — hebben de allianties nog wat langer de 6.2. Financiën en bestuurlijke prioriteiten
tijd nodig dan het jaar dat zij nu achter de rug hebben. Na een jaar kunnen al
wel de eerste ervaringen in kaart gebracht worden. In dit rapport presenteren Allianties krijgen in de nieuwe regeling niet allernaal evenveel subsidie en
we de verschillende ervaringen en analyseren we ze in samenhang met elkaar. het budget heeft weinig te maken met het aantal partijen dat deelneemt aan
_
6 Uitgezonderd mannenemancipatie.
34
En
mn mn
de alliantie. Onder meer daardoor hebben niet alle allianties evenveel budget 6.3. Partnerschap tussen gemeente en allianties
tot hun beschikking voor coördinatie van samenwerking en activiteiten. Het
alliantiebudget is afhankelijk van de hoogte van het budget dat het college Inde ervaring van de afdeling Diversiteit van de gemeente was het bij aanvang
voor de bestuurlijke prioriteit in kwestie vaststelde. Bij sommige beleidsprio- van de nieuwe subsidieregeling de bedoeling van de gemeente om samen met
riteiten is de verantwoordelijkheid expliciet verdeeld over een budget voor de de allianties beleidsprioriteiten uit te voeren. In de ervaring van de allianties
alliantie en een budget voor de gemeente. is de gemeente de afgelopen tijd niet als (samenwerkings)partner, maar vooral
als controlerende subsidiegever aanwezig geweest. Zij ervaren minder contact
De 15% van het totale budget dat allianties in de nieuwe subsidieregeling voor met de gemeente dan in de oude subsidieregeling.
het penvoerderschap mogen reserveren, is in de meeste allianties niet toerei-
kend om de coördinatie van de intensieve en — volgens de betrokkenen en Bij alle zes de allianties bestaat dit beeld. Hoezeer zij ook verschillen in de
de literatuur — complexe samenwerking te doen. Twee allianties hebben een relatie met hun accounthouder, de mate van activisme van de achterban, of de
externe projectleider (zzp-er) ingehuurd maar met de uurtarieven in combinatie fase van samenwerking waarin zij verkeren. De allianties hebben behoefte aan:
met de gemaakte uren komen die allianties er niet uit. Coördinatie en samen-
werkingsprocessen kosten veel tijd, meer tijd dan de gemeente en de allianties e meer ruimte en vertrouwen in de uitvoering van hun gehonoreerde
zich vooraf gerealiseerd hebben. Zeker in grote allianties, waar veel vrijwilli activiteitenplannen,
gersorganisaties onder vallen, gebeurt veel coördinatie en vergaderwerk in de e een betere balans tussen gevraagde verantwoording en de praktijk van
vrije tijd van de betrokkenen en komt het bovenop de activiteitenorganisatie. uitvoering in het veld,
e meer vertrouwen van de gemeente naar de allianties toe.
Vier van de zes allianties voelen zich met deze consequenties overvraagd door
de gemeente. Dat is bij twee van hen niet alleen in financiële zin. Voor de coördi- Ook de vier allianties die (al) aan het performen zijn, die succesvol zijn in het
natoren in deze twee allianties is het managen van de onderlinge verhoudingen bereiken van de maatschappelijke doelen, brengen dit naar voren. Hoe makke-
en van de overlegmomenten een taak waarvoor zij graag bedankt zouden lijk of moeizaam het contact tussen de accounthouder en de alliantie de afge-
hebben. Zo'n rol — met onder andere verantwoordingsverantwoordelijkheid lopen tijd is verlopen, het partnerschap tussen de gemeente en de allianties
naar de gerneente toe — past hun organisaties niet zo goed. Zij vinden dat de staat nog in de kinderschoenen, blijkt uit de gesprekken. Het partnerschap is
gemeente door voor de alliantievorm te kiezen een deel van haar verantwoor- nog in de forming-fase zou Tuckman (1965) zeggen.
delijkheid ontloopt. Naar de ervaring van de allianties zou de gemeente de
uitvoering van coördinatietaken binnen allianties beter moeten faciliteren. De komende periode zouden de partijen naar aanleiding van de bevindingen
in dit rapport in gesprek kunnen gaan over wat de nieuwe subsidieregeling
betekent voor de rol- en taakverdeling tussen de gemeente en de allianties.
Over de verwachtingen die zij in- en expliciet van elkaar hebben, over de
inhoud van de kwartaalgesprekken tussen accounthouder en alliantie, over
de voor- en nadelen van de huidige halfjaarlijkse verantwoordingssysternatiek
35
En
mn mn
en over de verbinding en gezamenlijke doelen die zij nastreven in de stad. Twee allianties zijn nog in storming of norming fase. Dat wil zeggen dat de onder-
Twee zaken zijn daarbij belangrijk/voorwaardelijk zo blijkt uit deze evaluatie linge verhoudingen nog niet altijd uitgekristalliseerd zijn. De organisaties zijn
en uit de literatuur: continuïteit (duurzaamheid) in de rol en de persoon van nog bezig om de gerneenschappelijke norm vast te stellen en hebben af en toe
de accounthouder bij de afdeling Diversiteit en respect voor de verschillen in gedoe over de manier van onderlinge communicatie. De andere allianties zijn
ervaringen, organisatiecultuur en dergelijke, die aan de orde zullen komen. die fasen voorbij en kunnen zich volledig concentreren op het bereiken van de
Er mag verschil in visie zijn, maar samen staan de gemeente en de allianties gestelde doelen. Omdat de samenwerking in de allianties meestal zo goed gaat,
voor meer diversiteit en inclusiviteit van de stad. kunnen we concluderen dat het gelukt is om met de nieuwe subsidieregeling
synergie te stimuleren in het veld van emancipatie, inclusie en diversiteit.
Als de gemeente zich de komende tijd buigt over haar rol als partner in het
alliantiebeleid, dan hoort daar ook nadere reflectie bij over de relatie tussen de 6.5. Naara anleidin g van het voortr aj ect
nieuwe subsidieregeling voor allianties en de sociale basisregeling die door de
stadsdelen wordt uitgevoerd. Ben gesprek over hoe diversiteitsbeleid gestalte In deze procesevaluatie hebben we expliciet naar de ervaringen in het voor-
krijgt in de subsidie die via de sociale basis worden toegekend, ligt naar aanlei- traject gevraagd. De accounthouders en de allianties hebben daarvan beiden
ding van de in deze evaluatie naar voren gebrachte ervaringen voor de hand. opgemerkt dat de timing niet ideaal is geweest: er was sprake van een lange
aanloop voor de nieuwe subsidieregeling met daarna een relatief korte
6.4. Syn ergie binnen de allianties periode waarin organisaties allianties gingen vormen en een aanvraag gingen
schrijven. Binnen de aanvraag werd van elke alliantie een Theory of Change
Uit deze procesevaluatie blijkt dat de partijen binnen de allianties over het (TOC) gevraagd. Het maken van de TOC is door de gehonoreerde allianties
algemeen goede ervaringen hebben met de onderlinge samenwerking (zie omschreven als zeer arbeidsintensief: het was een stressvol traject dat voor
hoofdstuk 3). De organisaties zijn blij dat ze elkaar hebben gevonden, vinden hen niet in verhouding stond met het gevraagde resultaat.
dat ze al mooie dingen tot stand hebben gebracht en hebben vertrouwen in de
penvoerders/coördinatoren. De allianties hanteren ieder een eigen samenwer- Er was geen ervaring met het schrijven van TOC's bij de meeste allianties
kingsmodel; de meesten hebben één keer in de maand/twee maanden contact. en het schrijven van een aanvraag werd niet gecompenseerd. Er was voor de
We zien dat de grootte van de alliantie een rol kan spelen in de overlegvorm en aanvragers geen enkele garantie dat de inspanning zouleiden tot budget. Acht
overlegmomenten die gekozen worden. De grote allianties — waarin ook veel kandidaat-allianties hebben een aanvraag gedaan — inclusief TOC- zonder
vrijwilligersorganisaties zitten — hebben vaak een constructie met een harde subsidie toegekend te krijgen.
kern en kleinere subgroepen die met elkaar afstermmen en aan activiteiten
werken. Hoe groter de alliantie, hoe moeilijker het wordt om regelmatig als De geboden ondersteuning bij dit traject voldeed niet aan de behoeften van
complete alliantie samen te komen de allianties (te weinig hands on, alleen in kantooruren beschikbaar). Liever
waren zij als aanvrager gecompenseerd geweest voor het schrijven van de
aanvraag - al was het maar symbolisch. Sommige allianties hadden het liefst
zelf iemand voor deze acquisitie willen inhuren.
36
En
mn mn
Daarnaast hebben we in de honoreerde aanvragen gezien dat er wel heel veel In zes hoofdstukken hebben wij deze vragen beantwoord. Hier vatten we
werd beloofd door de allianties. Desgevraagd vertellen de allianties dat ze dat de conclusies nog eenmaal kernachtig samen. Om met de laatste vraag te
deden omdat ze bang waren anders geen geld te krijgen. Het veld heeft zich beginnen: ja, de door de gerneente gestelde doelen worden volgens de direct
in het voortraject tot concurrentie gedreven gevoeld, en daardoor (achteraf betrokkenen via de nieuwe subsidieregeling gerealiseerd. De ervaringen met
bezien) te hoge ambities in de aanvragen neergelegd. Eén alliantie heeft zich doelrealisatie zijn positief. Het lukt om het veld strategisch te benutten, het lukt
bewust afgekeerd van deze zachte drang. Zij hebben nadrukkelijk met z'n allen om te sturen op resultaat -in casu de beleidsprioriteiten-, het lukt om synergie
ingediend, maar ook hier speelt dat de ambitie en geplande activiteiten niet in het veld te bewerkstelligen en het lukt om meerjarige zekerheid te bieden.
allemaal in één jaar haalbaar zijn. Dit alles gebeurt eerder via de samenwerking in de allianties, dan via de sarnen-
werking van de gemeente met de allianties. Het partnerschap tussen gerneente
De accounthouders van de gemeente hebben de ervaring dat zij via de TOCs en allianties verdient nog wat extra aandacht en vertrouwen in elkaar.
een helder beeld kregen van de lange termijnvisies van de allianties, plus hun
stappenplan om tot de doelen op de lange termijn te komen. De gemeente De ervaringen van de allianties met de gemeentelijke uitvoering van de nieuwe
heeft als beoordelaar van de aanvragen, de TOCs als belangrijkste onderdeel subsidieregeling zijn niet onverdeeld positief: voor de verbetering van het voor-
beschouwd. Gezien de in dit rapport beschreven ervaringen van de gehono- traject, van het contact tussen gemeente en allianties en de verantwoording
reerde allianties in het voortraject, lijkt het verstandig om de noodzaak van zijn in dit rapport diverse suggesties gedaan. De onderlinge samenwerking
de TOC als onderdeel van de aanvraag en de beoordeling opnieuw te bezien. binnen de allianties gaat goed. Dat is mede te danken aan de coördinatoren,
Het schrijven van een TOC is een zware belasting voor een veld waarvan penvoeders en projectleiders die de sammenwerking en de activiteiten in goede
men praktische actie nodig heeft. Wellicht is een ander type visiedocument sfeer op gang houden. Maar ook aan het enthousiasme voor diversiteit en
in combinatie met een tweejarig activiteitenplan in deze context voldoende? inclusiviteit (Gendergelijkheid in Werk, Mannenemancipatie, Zichtbaarheid
& Pride, Biculturele LHBTIQ-+, Antidiscriminatie, Inclusief Herdenken en
Tot slot Koloniaal verleden en doorwerking) dat de partijen bindt. Dat enthousiasme
was in alle focusgroepen merkbaar, ook in de focusgroep met accounthouders
Deze procesevaluatie is gedaan met twee centrale vragen: en programmalijncoördinatoren van de gemeente. Als onderzoekers willen wij
alle mensen bedanken die hebben meegedaan in deze procesevaluatie. Zonder
Hoe ervaren maatschappelijke organisaties en medewerkers van de afdeling jullie ervaringen had dit rapport niet geschreven kunnen worden.
Diversiteit van de gemeente Amsterdam de nieuwe Subsidieregeling?
Worden de door de gemeente gestelde doelen volgens de direct betrokkenen
gerealiseerd via de samenwerking in en met allianties?
37
En
En DS
mn
mn
e Lalayants, M. (2013). Multidisciplinary collaboration in child protective clinical consul-
/ L | te rat 8 u r tations: Perceptions of best practices. Journal of Public Child Welfare, 7, 253-274.
Lasker, R. D., Weiss, B. S, & Miller, R. (2001). Partnership synergy: A practical frame-
work for studying and strengthening the collaborative advantage. Milbank Quarterly,
‚1/9-20
Bryson, J. M., Crosby, B. C., & Stone, M. M. (2006). The design and implementation of 75, 179-205
cross-sector collaborations: Propositions from the literature. Public Administration Lünnemann, K.D. & Bosker, J. (2017). Van forming en storming naar norming en perfor-
Review, 6G(SUPPL. 1), 44-55.doi:10.1111/j.1540-6210.2006.00665.x ming. Tussenrapportage landelijk beeld van de ontwikkelingen naar betekenisvol maatwerk
c J.M. Stratina M.M. & Nieb AP Devel tand validati bij de reclassering. Utrecht: Kenniscentrum Sociale Innovatie, Hogeschool Utrecht /
ramm, J.M, Strating, M. M, ieboer, A. P. (2011). Development and va idation of a Verwey-Jonker Instituut. Intern document.
short version of the Partnership Self-Assessment Tool (PSAT) among professionals in Dutch
disease management partnerships. BMC Research Notes, 4. doi: 10.1186/1756-0500-4-224 Raadsbrief Nieuw instrumentarium Diversiteit/inclusief de reactie op de toezegging
Hermens, N, Out, M, Klein, M. van der. (2020). Synergie in en met allianties voortgang en impact brede herijking instrumentarium (TA2019-000763); 8 oktober
Ra 1 Te ’ ’ ’ 2020. https://amsterdam.raadsinf tie.nl/d t/9256384/1/Bijlage%202_%20
Procesevaluatie strategische partnerschappen in het emancipatiebeleid. Utrecht: Verwey- Dor AS OTE AN TAACSHN ONES COCON 9 04 „eg oe
Jenker Instituut Raadsbrief%2Onieuw%20instrumentarium%20diversiteit vaststelling%2oregeling%20
onker Instituut.
(003)
Hermens, N, Verkooijen, KT & Koelen, M.A, (2019). Associations between Partnership Raadsbrief Subsidie instrumentarium diversiteit en inclusie: uitslag procedure
Characteristics and Perceived Success in Dutch Sports-for-Health Partnerships. Sport A: ve: os es , JP ven:
M + Review. Doi: 6 8.06.008 Diversiteit en Inclusiviteit voor Allianties Amsterdam 2021-2023’ en Diversiteit
anagement hevlew. Jol10J015/-smr.2016.05.00 in de Sociale Basis; 22 juni 2021. https://amsterdam.raadsinformatie.nl/docu-
Hermens, N. (2018). Intersectoral action for positive youth development through sport. A ment/10306874/1/Raadsbrief#20Subsidie%20instrumentarium%2odiversiteit%20
mixed method study on collaboration between youth-care organisations and community ensaOimolusie
sports olubs, Dissertation. Roussos, S. T., & Fawcett, S. B. (2000). A review of collaborative partnerships as a strat-
Jones, J., & Barry, M. M. (2o11). Developing a scale to measure synergy in health promo- egy for improving community health. Annual Review of Public Health, 21, 369-402.
tion partnerships. Global Health Promotion, 18, 36-44. Smits van Waesberghe, E. & Suzan de Winter-Kogak (2017), Let's talk about it, zelfbeschik-
Klein, M. van der, Buijs, L. & Hermens, E. (2014). Meer gewicht in de schaal Gay-Straight king bespreekbaar maken. Gefundeerde werkwijzen en methoden voor lokale organisaties om
Allianties alsstrategie in LHBT-beleid. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut zelfbeschikking bespreekbaar te maken. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
Klein, M. van der, Wilderink, L. & Reches, L. (2019), Groen verbindt zorg en de buurt. Van Smits van Waesberghe, E. et al. (2018), Dilemma's van hulpverleners bij gedwongen part-
storming naar performing in een stimuleringsprogramma, 2015-2018. Utrecht: Verwey- nerkeuze en relatievorming. Onderzoek naar hulpverlening en zelfbeschikking in de context
Jonker Instituut van mensen met een niet Nederlandse of biculturele achtergrond. Utrecht: Verwey-Jonker
Instituut.
Koelen, M. A, Vaandrager, L., & Wagemakers, A. (2012). The healthy alliances (HALL) . . On
framework: Prerequisites for success. Family Practice, 29, 1132-1138 Subsidieregeling ‘Diversiteit en Inclusiviteit voor Allianties Amsterdam 2021-2023.
En https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR645518/1
38
En
an ze
Tuckman, B. W. (1965), Developmental sequence in small groups. Psychology Bulletin
63:384-99.
Turrini, A, Cristofoli, D., Frosini, EF, & Nasi, G. (2010). Networking literature about
determinants of network effectiveness. Public Administration, 88(2), 528-550.
doi:10.1111/j.1467-9299.2009.01791.x
Wagemakers, A, Koelen, M. A, Lezwijn, J., & Vaandrager, L. (2010). Coordinated action
checklist: A tool for partnerships to facilitate and evaluate community health promo-
tion. Global Health Promotion, 17, 17-28.
Zakocs, R.C, & Edwards, E. M. (2006). What explains community coalition effective-
ness? A review of the literature. American Journal of Preventive Medicine, 30, 351-361.
39
En
Instituut
el
mn
COLOFON
mn
Opdrachtgever Gemeente Amsterdam
Auteurs Dr. M. van der Klein
M. Badou, MSc
M. Out, MSc
Foto omslag ANP - 200472051
mn lOjir V „Jonker Insti
fo N4G) erwey-Jonker Instituut
Kromme Nieuwegracht 6
3512 HG Utrecht
T (030) 230 07 99
E [email protected]
Iwww.verwey-jonker.nl
| De publicatie kan gedownload worden via onze website:
http:/www.verwey-jonker.nl
ISBN 978-94-6409-198-4
© Verwey-Jonker Instituut, Utrecht, november 2022
| Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Verwey-Jonker Instituut.
Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron
wordt vermeld.
The copyright of this publication rests with the Verwey-Jonker Institute.
Partial reproduction of the text is allowed, on condition that the source is
mentioned.
| Onderzoeksrapport | 40 | train |
Actualiteit parkeerproblemen in de Aker
Amsterdam, 22 mei 2013
Voorzitter,
De VVD-fractie is door bewoners uit de Aker benaderd over het parkeren in de wijk.
Aanleiding is een gewijzigd optreden van het stadsdeel als het gaat om het parkeren
voor de eigen woning in bijvoorbeeld de Sporadelaan. Ruim 3 jaar geleden heeft het
stadsdeel n.a.v. brieven van bewoners geaccepteerd dat op deze wijze geparkeerd
wordt. Tot enkele dagen gelden toen bewoners een brief van het stadsdeel onder hun
ruitenwissers aantroffen. De VVD heeft hierover de volgende vragen aan de
portefeuillehouder:
1) Is de portefeuillehouder bekend met de situatie in de wijk?
Volgens de bewoners zijn er nu al parkeerproblemen in de wijk en zullen deze alleen
maar toenemen door de aangekondigde handhaving.
2) Is de portefeuillehouder bekend met de parkeerproblemen?
3) Hoe kijkt de portefeuillehouder tegen deze situatie aan?
Een groot deel van de parkeerruimte in de wijk wordt niet benut, omdat deze alleen
gebruikt mag worden door een bepaald aantal bewoners die er vaker voor kiezen hun
auto elders te parkeren. Deze parkeerplaatsen zijn afgesloten met beugels en worden
naar het schijnt soms zelfs verhuurd door de betreffende bewoners. De VVD vindt het
onwenselijk dat een deel van de parkeerplaatsen hierdoor niet benut wordt terwijl er
elders problemen ontstaan.
4) Hoe kijkt de portefeuillehouder aan tegen deze situatie?
5) Ziet de portefeuillehouder mogelijkheden om deze situatie te veranderen?
6) Zo ja, is hij bereid maatregelen te nemen?
Met vriendelijke groeten,
Frans Slats
Raadslid VVD
| Actualiteit | 1 | train |
C% _
AAN
De Gemeenteraad van Amsterdam
Mei 2014
RAADSADRES inzake muzyQ
Zeer geachte leden van de Raad,
In juni 2005 vroeg het toenmalige Dagelijks Bestuur van Stadsdeel
Oost/Watergraafsmeer onze stichting om “alles in het werk te stellen om het beoogde
muziekmakerscentrum als onderdeel van het geplande nieuwe stadshart van Oost te
realiseren”.
Dat verzoek werd gedaan omdat de projectontwikkelaars waren afgehaakt en
iedereen ervan overtuigd was dat deze voorziening een belangrijke bijdrage zou
gaan leveren aan de voor Amsterdam zo essentiële muziekindustrie.
Desondanks werd Orfeos Studio vanaf het moment dat het gebouw gerealiseerd was
door Amsterdam niet langer als partner maar als tegenstander gezien.
Wij kunnen u melden — in weerwil van wat u uit andere bronnen ongetwijfeld heeft
vernomen — dat die opdracht met vallen en opstaan, maar uiteindelijk met succes
werd uitgevoerd. Dat zal ik hieronder toelichten.
Ondanks problemen bij de grondsanering in het voormalige Polderweggebied
slaagden wij erin het gebouw te realiseren en op 31 mei 2009 konden we de eerste
gebruikers verwelkomen. De samenwerking met het stadsdeelbestuur was destijds
positief en vol energie. Vervolgens hebben we de afgelopen vijf jaar heel hard
gewerkt om het beoogde centrum haar functie te geven, zonder dat voor de
onderneming exploitatiesubsidies nodig waren. We hadden echter een serieuze
handicap: door de kredietcrisis konden we niet beschikken over de startfinanciering,
ernstiger was dat de bouw voor de overige functies (zoals de winkels en de
parkeergarage) geheel stil was komen te liggen: het centrum stond dus in een
bouwkuip; het gebied werd pas een maand geleden eindelijk feestelijk geopend.
Inmiddels is muzyQ, ondanks alle tegenslag, wel de plek waar profs en amateurs uit
alle geledingen van de muziekbranche bijeenkomen, repeteren en nieuwe projecten
entameren. Een 50-tal kleinschalige creatieve bedrijven heeft er een plek gevonden
waar regelmatig innovatie wordt gestart. In 2013 kwam de onderneming ook uit de
verliezen en werd voor het eerst een bescheiden positief saldo op de exploitatie
gerealiseerd. Kortom: mission accomplished: er is een muziekmakerscentrum in het
stadshart van Oost. Grote namen als Alain Clark, Anouk en Candy Dulfer ontbreken
niet.
o r f e o s ë : í o
postbus/box 92164
1090 ad amsterdam nl
+31 (O)20 625 55 72
f +31 (O)20 624 04 70
info@s-o-s nu
Terugkijkend betreuren we dat met het aantreden van een nieuw bestuur, na de
verkiezingen in 2010, de tot op dat moment vruchtbare samenwerking onverwacht
werd gestopt. Ons is nog steeds niet duidelijk geworden waarom er plotseling
paniek’ uitbrak, “the winning team” werd gewijzigd en consequent werd geweigerd
om goed overleg te hebben om dit als gezamenlijk begonnen project ook gezamenlijk
tot een goed einde te brengen. Helaas heeft deze handelwijze van dat bestuur ervoor
gezorgd dat —naar het zich nu laat aanzien overbodig — vele miljoenen aan
Amsterdams belastinggeld verloren zijn gegaan.
Het opereren van uw bestuur heeft ertoe geleid dat muzyQ eerdaags haar deuren zal
moeten sluiten en de gestage groei die in de afgelopen jaren werd gerealiseerd zal
stoppen. Daarnaast is, door gebrek aan transparantie, inmiddels volstrekt onduidelijk
wat de verdere consequenties zullen zijn van de door uw bestuur gekozen strategie.
Wij vrezen dat dit pas op termijn naar buiten zal komen, als het te laat is om nog
erger te voorkomen.
U als Raad is daar uiteindelijk verantwoordelijk voor en wij hopen oprecht dat u
verdere schade in het vervolgtraject van dit zeer geslaagde project zult willen
vermijden.
Wij wijzen u op de eerste rapportage van de curator, die net als de rechters in de drie
rechtszaken die werden gevoerd, tot de conclusie komt dat Amsterdam in dit dossier
weinig transparant en probleemoplossend functioneert.
Naar onze mening is het van belang dat het muziekmakerscentrum in zijn huidige
vorm en opzet wordt voortgezet. Ongeacht wie de exploitatie voor zijn rekening
neemt. Alleen op die manier blijft het oorspronkelijke doel, dat u als raad als kader
heeft gesteld, overeind. Wij verzoeken u, in het licht van het voorgaande, hierover
aan het bestuur van de gemeente Amsterdam kritische vragen te stellen.
Bestuur sticht g Orfeos Studio
D
JD
Ê /
stichting orfeos studio
kvk amsterdam nr 34163332
rabo bank 1018,32.281
fortis Dank 81.42.67.289
| Raadsadres | 2 | train |
Raadsadres
Datum 23 mei 2020
Naam mn
E-mail |
Telefoonnummer nn
Uw bericht Geachte raad,
Ik wil uw dringende aandacht vragen voor de onhoudbare situatie in de
Bogortuin. De Bogortuin ligt op het Java-eiland en is oorspronkelijk
bedoeld als buurttuin. Ons eiland is een van de dichtstbevolkte wijken
van Amsterdam. Er zijn veel oudere bewoners en de meeste hebben
geen tuin. Al enkele jaren is er overlast op zonnige dagen in de
Bogortuin, maar nu is de situatie onhoudbaar en bedreigend.
Afgelopen week, 21 mei, waren er 3000 mensen op een kleine
binnentuin. De toegangswegen werden versperd door fietsen,
brommers en bezoekers. Er is overlast, door een te grote menigte,
plassen en poepen in tuintjes en portieken, lawaai, drank en drugs. De
tuin is al 3 keer door de politie ontruimd, helaas pas aan het einde van
de dag. Vooral de oudere bewoners kunnen hun huis niet meer uit, het
kinderdagverblijf moet de kinderen binnen houden , omdat buiten
spelen vanwege alle uitwerpselen, drank en drugs afval
onverantwoord is. Mensen zitten met oordopjes op hun balkonnetje
vanwege de constante herrie, of sluiten hun ramen en deuren, terwijl
het toch lekker weer is. Als bewoners zijn we al jaren bezig met het
stadsdeel om te drukte beheersbaar te houden, dit is helaas niet
gelukt. Het stadsdeel, zegt via gebiedsmakelaar BM det zij niets
meer aan de huidige situatie kunnen doen. De werkgroep Zomerdrukte
en de Covid-19 handhavingsgroep zou moeten handelen. Helaas
hebben wij daar nog niets van vernomen. Ik zit net als enkele andere
bewoners, al jaren in een werkgroep van het stadsdeel om de situatie
in de Bogortuin beheersbaar te houden. Deze werkgroep kan nu niets
meer doen. Het wachten is dus op de werkgroep Zomerdrukte. Voor
de Bogortuin is dat nu geen optie meer. Ik stel voor om een aantal
noodmaatregelen in te stellen, de tuin af te sluiten met tijdelijke
hekken. Waar mogelijk met mooie dagen, een x aantal bewoners en
bezoekers, in tijdsvakken toe te laten. Bijvoorbeeld, ochtend
bewoners, middag bezoekers en avond weer bewoners. Zo kunnen we
voldoen aan de richtlijnen van het vermijden van drukte, geen
evenementen en toch de schaarse openbare ruimte eerlijk te verdelen.
Verder is het van belang om een alcohol, drugs en BBQ verbod in te
stellen, dat heeft al tot gevolg dat er minder overlast is en tot minder
laat in de nacht. Ik hoop dat u deze maatregelen zeer spoedig kunt
realiseren.
met vriendelijke groet,
Bewoonster JAVA -EILAND Amsterdam
Op donderdag 21 mei had AT5 en het Parool een item met foto's over
de Bogortuin.
Uw bijlage
Verzenden
Afhandeling
Referentienummer 1414-3071
| Raadsadres | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 195
Publicatiedatum 21 februari 2018
Ingekomen onder AP
Ingekomen op woensdag 14 februari 2018
Behandeld op woensdag 14 februari 2018
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma en Van Lammeren inzake het geluidbeleid
Evenementen en de locatieprofielen (bescherm kinderen tegen het risico op
gehoorschade).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”,
de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid
Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130).
Constaterende dat:
— Kinderen en jongeren gevoeliger zijn voor gehoorschade dan volwassenen;
— De GGD adviseert om het maximale geluidsniveau voor evenementen gericht op
kinderen te verlagen naar 88 dB(A), in plaats van de maximale 100 dB(A) FoH die
bestaat in het evenementenbeleid;
— Blootstelling aan te hard geluid kan leiden tot permanente gehoorschade en
tinnitus;
— Het college aangeeft dat organisatoren zich hebben gecommitteerd aan een
maximaal geluidsniveau van 91 dB(A) voor kinderen tot 13 jaar en van 96 dB (A)
bij kinderen van 14 en 15 jaar oud;
— Kinderen van 14 en 15 nog volop in ontwikkeling zijn;
— Kinderen beschermd dienen te worden tegen het risico op gehoorschade.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De maximale geluidsnormen voor kinderen van 14 en 15 vast te stellen op 91 dB(A).
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | train |
16 maart 2021
Hallo volksvertegenwoordigers,
Gebeurtenissen waarvoor, als het er slechts één was, in het verleden een kabinet voor
zou opstappen zie ik nu wekelijks plaatsvinden zonder dat er een haan in de politiek
naar kraait.
De NOS en NU en andere standaard media bestempelen de demonstranten standaard
als relschoppers om zo de publieke opinie te beïnvloeden in het straatje van het
(gevallen) kabinet, waardoor en nu zelfs nog mensen zijn die het politieoptreden
toejuichen. Hoe kun je als journalist met je zelf leven als je dat op je geweten hebt.
Wat is Fake nieuws? Tweede kamer staat erbij en kijkt ernaar.
Hebben jullie het nieuws al meegekregen dat Amnesty een onderzoek wil naar het
politiegeweld tegen de demonstranten afgelopen zondag? Het was overigens niet
alleen afgelopen zondag, maar bij elke demonstratie aan de hand.
En kijk ook gewoon echt eens naar de beelden. Doe het nou eens een keer ik smeek
jullie. Vraag een spoeddebat aan juist nu!! Tijdens de verkiezingen. Dit kan ECHT niet!!!
De beelden spreken voor zich.
Lees ook de politieverhoren van de Buiten Parlementaire Onderzoeks
Commissie 2020 die de komende dagen online komen. https://bpoc2020.nl/
verhoren/#pv
Het is schokkend wat er allemaal, gebeurd en de tweede kamer staat
erbij en kijkt ernaar. Hoe ver moet dit nog gaan? Moeten er echt eerst
doden vallen voor jullie oogkleppen afvallen?
| Raadsadres | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023
Ingekomen onder nummer 227
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Alberts inzake geen nieuwbouw maar renoveer de
huidige Meervaart
Onderwerp
Geen nieuwbouw maar renoveer de huidige Meervaart.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota
Overwegende dat:
- Dit college een flinke som geld reserveert voor nieuwbouw van theater de Meervaart in de
Sloterplas;
- Het gaat om een bedrag van 96,5 miljoen euro;
- Renovatie van de Meervaart in plaats van nieuwbouw in de Sloterplas een aanzienlijke
kostenbesparing met zich meebrengt van enkele miljoenen;
- De miljoenen die bespaard worden gebruikt kunnen worden om andere noden in de stad
te lenigen.
- Bij het Bijlmerparktheater in Zuidoost ook is gekozen voor renovatie.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_Te kiezen voor renovatie in plaats van nieuwbouw bij het Meervaart theater;
-_De miljoenen die hiermee bespaard worden als wijziging in de begroting te verwerken en
te reserveren voor een gemeentelijk opkoopprogramma voor sociale woningbouw.
Indiener(s),
R. Alberts
| Motie | 1 | discard |
VN2022-008194 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Personeel en x Gemeente Jee 9 TAR
Organisatie x Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Personeel en Organisatie
Agendapunt syA
Datum besluit 11 mei 202111 mei2021
Onderwerp
Barometer Culturele Diversiteit 2021
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het beschikbaar komen van de Barometer Culturele Diversiteit 2021
Wettelijke grondslag
Artikel 160 van de Gemeentewet (voeren dagelijks beheer van de gemeente).
Artikel 169 van de Gemeentewet (actieve informatieplicht van college aan gemeenteraad).
Bestuurlijke achtergrond
De bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit (2020-2023) richt zich op het vergroten van een
inclusieve werkcultuur en de representativiteit in de personele samenstelling van de gemeente
Amsterdam. In de bestuursopdracht is aangegeven dat er meerdere onderzoeken ter monitoring
zullen plaatsvinden en dat de raad geïnformeerd zal worden over de voortgang.
e Eenvandeze onderzoeken is het onderzoek naar migratieachtergrond onder
gemeenteambtenaren door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), namelijk de
Barometer Culturele Diversiteit van het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid. Dit
onderzoek is een vervolg op een onderzoek dat het CBS in 2019 en 2020 voor de gemeente
Amsterdam heeft uitgevoerd.
* Op 18 maart 2022 is de raad door middel van een raadsbrief via de dagmail op de hoogte
gesteld over het beschikbaar komen van de cijfers van de Barometer Culturele Diversiteit
2021 op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
e De komende weken worden de cijfers geanalyseerd, en in een integrale monitor verwerkt. In
de monitor zal nader ingegaan worden op de cijfers van de Barometer Culturele Diversiteit.
Deze monitor ontvangt de raad voor de zomer van 2022.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2022-008194 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Personeel en % Amsterdam
Organisatie %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
nee
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2022-028530 | Raadsbrief Barometer Culturele Diversiteit 2021 (CBS). pdf (pdf)
AD2022-028529 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie P&O, Shalini Poiesz, 0613734492, s.poiesz@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam
% Actualiteit voor de raadscommissie voor Zorg, Jeugd,
Mbo-agenda Beroepsonderwijs en Toeleiding
Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
Jaar 2020
Datum indiening
Datum behandeling
Onderwerp
Actualiteit van de leden De Grave-Verkerk (VVD) en Michel (CDA) inzake corona.
Aan de commissie
Inleiding
Op dinsdag 13 oktober werd door het kabinet een nieuwe gedeeltelijke lockdown
aangekondigd door het zorgbarend snel oplopen van het aantal nieuwe besmettingen.
Amsterdam is helaas al weken landelijk koploper in het aantal niveau besmettingen per dag,
het aantal besmettingen per 10.000 inwoners stijgt in alle stadsdelen. Hierbij is de stijging in
het stadsdeel Nieuw-West het grootst, van 31,3 per 10.000 in week 40 naar 50,1 per 10.000 in
week 41, in dit stadsdeel zijn volgens de GGD ook in absolute zin de meeste besmettingen. De
druk om goede adequate zorg te kunnen verlenen in de ziekenhuizen en op de IC-afdelingen
neemt snel toe. Dit roept vragen op of ook in de toekomst er nog voldoende reguliere en acute
zorg kan worden verleend. Het antwoord op de schriftelijke vragen van 2 juni jl.* van de VVD of
Amsterdam was voorbereid op het opnieuw oplopen van het aantal besmettingen gaf de
wethouder aan: “We hebben op dit moment geen signalen dat de zorg in de problemen komt”.
De VVD en het CDA vragen zich af of deze uitspraak op dit moment nog steeds actueel is.
Reden bespreking
De fracties van de VVD en het CDA willen met de commissie en de wethouder bespreken wat
Amsterdam nog meer en of anders kan doen om de effectiviteit van de communicatie van de
gemeente in de verschillende stadsdelen te bevorderen om zo het oplopen van het aantal
besmettingen een halt toe te roepen. Daarnaast willen de fracties van de VVD en het CDA
weten hoe de reguliere en acute zorg tijdens deze tweede golf, adequaat kan blijven.
Reden spoedeisendheid
Het doorlopende hoge aantal nieuwe besmettingen is een gevaar voor de volksgezondheid. Er
moet nu snel ingegrepen worden om het aantal nieuwe besmettingen omlaag te brengen.
Alleen zo kunnen we voorkomen dat Amsterdam in een volledige lockdown komt en de acute
en reguliere zorg onder druk komen te staan.
thtips:/famsterdam.raadsinformatie.nl/document/8813419/2/687_20_Beantwoording%2oschriftelijke%20vragen%20De
%20Grave-Verkerk%20gevolgen%20voor%20volksgezondheid%20van%20demonstratie%20op%20de%20Dam
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Commissieactualiteit
Het lid van de commissie,
De Grave-Verkerk
Michel
2
| Actualiteit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1706
Ingekomen op 17 oktober 2019
Ingekomen in raadscommissie AZ
Te behandelen op 6/7 november 2019
Onderwerp
Motie van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2020 (Vergroot bereikbaarheid door
extra haltes in stadsdeel Nieuw-West)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Constaterende dat:
— In de afgelopen jaren 21 haltes verwijderd zijn";
— Hierdoor de bereikbaarheid van o.a. stadsdeel Nieuw-West onder druk is komen
te staan.
Overwegende dat:
— De bereikbaarheid van de Amsterdammers in het geding is;
— In stadsdeel Nieuw-West speelt dit zich voornamelijk af in het gebied Eendracht
(Geuzenveld).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken waar er extra haltes bijgebouwd kunnen worden om de
bereikbaarheid van de bewoners in het gebied Eendracht (Geuzenveld) te vergroten.
Het lid van de gemeenteraad
N. Yilmaz
Ì httos://www.nrc.nl/nieuws/201 8/1 1/08/ov-haltes-weer-op-de-schop-21-minder-a2/54295
4
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 802
Publicatiedatum 29 juli 2016
Ingekomen op 7 juli 2016
Ingekomen in raadscommissie FIN
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Duijndam inzake de Voorjaarsnota 2016 (museum aan de rand van
de stad).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Overwegende dat:
— het college in de Voorjaarsnota de wens uitspreekt om de kansen en
mogelijkheden voor het aantrekken van (internationale) topmusea en mogelijke
dependances van Amsterdamse musea als trekker voor toeristen buiten
het centrum te onderzoeken;
— bijvoorbeeld de bestuurscommissie van Amsterdam-Noord unaniem een motie
heeft aangenomen waarin zij het Buikslotermeerplein beschouwt als ideale locatie
voor de, door het college gewenste, vestiging van een topmuseum buiten het
centrum;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de resultaten van een onderzoek naar de mogelijkheden voor een museum buiten het
centrum en de vervolgstappen voor te leggen aan gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
1
| Motie | 1 | discard |
Overlegvergadering stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 18-04-2023
Aanvang 20:00
Locatie Grote Commissiezaal (Willem Kraanzaal)
1. Opening, vaststellen besluitenlijst
* Vaststelling concept-besluitenlijst van 4 april 2023
2. Het woord aan bewoners en ondernemers
* Voor informatie over inspraak en aanmelding om in te spreken zie onderaan de agenda.
3. Afdoening ingekomen stukken
* Kijk voor de ingekomen stukken onderaan de agenda
4. Mededelingen dagelijks bestuur
5. Concept-advies aan college over notitie ‘Aantrekkelijk OV in een 30km/u-stad'
Het advies van Bewoners Amsterdam (bijlage 2) is nagezonden per 13 april jl. Het advies van D66 en GL in
bijlage 3 is nagezonden per 17 april jl. en aangepast per 18 april jl. Het advies van Bewoners Amsterdam (bijlage
4) is tijdens de vergadering ingebracht en na afloop van de vergadering nazonden.
6. Adviezen van stadsdeelcommissie over concept-vervoerplan GVB
De eerste termijn vond plaats op 4 april jl. Het advies van Bewoners Amsterdam (bijlage 3) is nagezonden per 13
april jl. Advies nr. 4 is nagezonden per 14 april jl. en gewijzigd per 17 en per 18 april jl.
7. Mobiliteitssituatie Gentrum-Oost
Bespreken op verzoek van Bewoners Amsterdam. Het advies van Bewoners Amsterdam (bijlage 3) is
nagezonden per 13 april jl.
8. Concept-advies aan college m.b.t. VTH-beleid fysieke leefomgeving 2023
9. Advies van D66/PvdA over toegankelijke communicatie
het aangekondigde advies is nagezonden per 17 april jl. en (beperkt) gewijzigd op 18 april jl.
10. Rondvraag en sluiting
VERVALLEN: Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan Dijksgracht Oost - Stukken zijn te vinden op de agenda
van 9 mei a.s.
stukken volgen
INGEKOMEN STUKKEN
À. Termijnagenda stadsdeelcommissie
De geactualiseerde termijnagenda is nagezonden per 14 april jl.
B. Lijst aangenomen adviezen stadsdeelcommissie
De geactualiseerde lijst is nagezonden per 14 april jl.
CG. Memo vervolgaanpak Haarlemmerstraat en -Dijk
D. Reactie van college op advies stadsdeelcommissie over spreiding parkeerdruk
De stadsdeelcommissie heeft op 10 januari jl. een advies van de VVD aangenomen. Inmiddels heeft het college
een reactie gegeven op dit advies.
E. Advies aan college m.b.t. Beleidsregel geluid Amsterdam 2023
Het DB heeft advies uitgebracht aan het college. Het advies is nagezonden per 17 april jl. De stadsdeelcommissie
heeft aangegeven geen advies aan het DB te willen uitbrengen.
INFORMATIE
Locatie en beeldopnamen
Deze overlegvergadering van de stadsdeelcommissie Centrum vindt plaats in de Grote Commissiezaal (Willem
Kraanzaal) in het stadhuis. De vergaderingen zijn openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen worden
beeldopnamen gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze
pagina.
Aanmelden om in te spreken
Inspreken is mogelijk bij het desbetreffende agendapunt, of, als het onderwerp niet op de agenda staat, aan het
begin van de vergadering. Mensen die hierover meer informatie willen, of die zich aan willen melden als inspreker
kunnen zich per e-mail richten tot de afdeling bestuursondersteuning: [email protected].
Aanmelden om in te spreken kan tot uiterlijk de maandag voor de vergadering tot 14:00 uur.
| Agenda | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1495
Publicatiedatum 23 november 2016
Ingekomen onder BU
Ingekomen op donderdag 10 november 2016
Behandeld op donderdag 10 november 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Groen, Van den Berg en Van Lammeren inzake
de toepassingsregel voor duurzame investeringen (geen kosten afwentelen
op toekomstige generaties II).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de toepassingsregel voor duurzame investeringen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1430).
Constaterende dat:
— Het college voorstelt om de prijs van een ton besparing CO2 te waarderen op €60
in 2015;
— In talrijke internationale onderzoeken veel hogere prijzen worden bepleit als juist,
met een bandbreedte van €100 tot €500 in 2030;
— Amsterdam kiest voor de ondergrens van die bandbreedte wat teruggerekend
uitkomt op €60 in 2015, terwijl de bovengrens in 2015 een bedrag van €300 per
ton zou opleveren;
— Deze keuze voor de ondergrens gebaseerd is op een scenario van 80% 002-
reductie in 2050.
Overwegende dat:
— Een scenario van 80% reductie in 2050 niet volstaat voor de doelstellingen van
het klimaatverdrag van Parijs;
— De gekozen prijs van €60 op zijn best een minimumwaardering is, terwijl bij
andere scenario's een hogere prijs gerechtvaardigd is;
— De berekening van de keuze niet automatisch leidt tot investeringen, maar ten
doel heeft het college en de raad de informatie te verschaffen die behulpzaam is
bij een waardering van de maatschappelijke waarde van de investering op het
gebied van duurzaamheid.
Besluit:
Bij de beoordeling van duurzame investeringen het maatschappelijk rendement te
berekenen voor drie scenario's:
— scenario minimaal, met €60 per ton CO2
— scenario midden, met €125 per ton CO2
— scenario maximaal, met €300 per ton CO2
4
De leden van de gemeenteraad
R.J. Groen
P.J.M. van den Berg
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
2x Gemee nte Bezoekadres
Weesperplein 8
Amsterdam z018 XA Amsterdam
x Postbus 2758 |
1000 CT Amsterdam |
Telefoon 14 020
€ amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 2758, 1000 CT Amsterdam
Ingenieursbureau Amsterdam
De heer T. Roozendaal
Postbus 12693
1100 AR AMSTERDAM
Datum 16 juni 2017
Behandeld door Sander Kinneging, Ruimte en Duurzaamheid, 0623137258,
[email protected]
Onderwerp Besluit op aanvraag toepassing coördinatieregeling project Fietsenstalling
Lijnbaansgracht t.h.v. nr. 234A (De Melkweg)
Geachte heer Roozendaal,
Hierbij bevestigen wij de ontvangst van uw brief d.d. 2 juni 2017, waarin u verzoekt om voor de
noodzakelijke (ruimtelijke) besluiten voor het voor het bouwen van een fietsvlonder nabij De
Melkweg de coördinatieregeling ex afdeling 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) te volgen,
met toepassing van de gemeentelijke Coördinatieverordening.
Wij hebben vw verzoek ingevolge het bepaalde in de Coördinatieverordening van Amsterdam
(2016, nr. 111/323) als volgt beoordeeld.
De voor het project Fietsenstalling Lijnbaansgracht t.h.v. nr. 234A (De Melkweg) benodigde
besluiten, zoals v benoemt in uw brief, zijn de volgende:
1. Bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro,
2. Omgevingsvergunning voor het bouwen ex artikel 2.1 lid onder a Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo) en
3. Omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerken in beschermd stadsgezicht ex artikel
2.1 lida onderh Wabo.
Op grond van het bepaalde in artikel 2 van de veordening dient bij de toepassing van de
gecoördineerde voorbereiding en bekendmaking van besluiten in ieder geval een
bestemmingsplan als bedoeld in artikel 1, onder d van deze verordening of een
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het
bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, onder c van de Wabo, betrokken te zijn.
Daarvan is gezien uw opsomming sprake. De overige besluiten die v noemt zijn te beschouwen als
besluiten genoemd in artikel 3 van de verordening. Daarmee is naar ons oordeel voldaan aan de
vereiste condities als gesteld in artikel 4 sub a en b van de verordening. |
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 1 juni
2017
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Om toepassing te kunnen geven aan de gemeentelijke Coördinatieverordening is het verder van
belang dat de aanvraag voldoet aan het gestelde in artikelen 4, sub cen den 5 van de verordening.
Met u brief verklaart u zich schriftelijk akkoord met de gecoördineerde voorbereiding en
bekendmaking, evenals met de gevolgen die dat voor u als aanvrager heeft. Eveneens heeft v een
risico-analyse toegezonden waaruit blijkt dat het risico op planschade nihil is.
Op grond van het bovenstaande stellen wij vast dat aan het bepaalde in de artikelen 4 en 5 van de
verordening is voldaan en besluiten wij naar aanleiding van vw verzoek tot een gecoördineerde
behandeling en bekendmaking van de door vu benoemde besluiten.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnfomeerd.
Hoogachtend,
Nam ans het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
ze
E\M.A ds
Directeur Ruimte en Duurzaamheid
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
| Besluit | 2 | train |
Aan vulling op Raadsadres verstuurd op 23 april 2013
raadsgriffie@centrum amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel centrum, Raadsleden
t.a.v. de griffie van Stadsdeel centrum
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Betreft: Raadsadres inzake zienswijze over ontwerp projectbesluiten t.b.v. het realiseren van
op- en af stapvoorzieningen prinsengracht 405 -381
Geachte Commissie,
Wij, bewoners van Prinsengracht 411, 413 en 415, hebben in 2010 ons gelijk
gekregen, toen we bij de Raad bezwaar maakten tegen de komst van een steiger
tegenover onze woningen.
Het ging om een steiger die volgens de steigerlijst (2008) voor het grand-cafe Van
Puffelen (nr. 377)zou komen, maar die in 2010 werd opgeschoven in de richting van
onze woonhuizen.
Dankzij de Raad schoof de steiger weer terug naar grand-cafe Van Puffelen,
waarmee de zaak leek beklonken.
Inmiddels (2013) blijkt echter is de steiger opnieuw weggehaald bij Van Puffelen, en
weer verhuisd maar nu naar de woonhuizen in de omgeving van 399-405.
Hiertegen willen wij bij deze bezwaar aantekenen.
In 2010 schreven wij U dat we de plannen voor goederenvervoer op het water toejuichen. Dit
zal vrachtverkeer verminderen en ook de zeer hinderlijke, lange opstoppingen hier op de
grachten.
Dat is goed voor het milieu, en ook goed voor de stressvermindering en gezondheid
van de bewoners.
We protesteren dus niet "zomaar", maar we hebben goede argumenten die ervoor pleiten om
de steiger alsnog, opnieuw en definitief bij Van Puffelen te lokaliseren.
Het is voor de aan- en afvoer van goederen belangrijk dat je vanaf de boot direct de spullen
kwijt kunt bij de afnemer. Van Puffelen is groot-afnemer van bier en andere horeca-artikelen,
daarom staat het verkeer een paar keer per dag langdurig vast, omdat vrachtwagens daar
moeten laden en lossen. Dat los je alleen maar op door de steiger bij Van Puffelen pal voor de
deur te plaatsen, zodat met name het bier met een slang naar binnen kan worden geleid. Dat
kan niet vanaf de woonhuizen 399-405, dat is te ver weg voor een slang en als je goederen te
ver over de gracht moet sjouwen zal men geen gebruik willen maken van de steiger. Deze
steiger had ons probleem van verkeers hinder hier op de gracht zo mooi kunnen oplossen wat
al jaren een van de grootse ergenissen is op dit stuk gracht.
Maar ook passagiers die van Puffelen zullen bezoeken zullen nu toch eerst heen en weer
wandelen over de gracht. Het aantal toeristen op straat zal aanzienlijk toenemen, wat weer
geluidsvervuiling geeft, met name omdat het veel rijksmonumenten zijn zonder dubbelglas.
Wij hebben begrepen dat Waternet het onwenselijk vindt om boten af te meren bij de uitvaart
van zijgracht, al is dat kortstondig. En inderdaad bevindt zich schuin aan de overkant van
vanPuffelen de uitvaart van de Lauriergracht. Maar dat was in 2010 ook al bekend, toen ons
bezwaar door de Raad werd goedgekeurd.
We hebben gemeten en foto's gemaakt, en als de op- en af staplocatie bij Envy begint, ligt de
steiger niet voor de uitvaart van de lauriergracht. Het water ter hoogte van deze
Lauriergrachtbrug is trouwens vrij van woonboot recht tegen over van Puffelen (is rechts v/d
brug) en daarom voor een groot deel het BREEDSTE stuk gracht. Vrij om te manoeuvreren.
Dat is gebleken in de voorafgaande jaren, rondvaartboten die er nu al aanleggen veroorzaken
daar geen veiligheidsproblemen.
Daar waar de op- en afstapplaats nu geplaatst zou worden is de te manoeuvreren
ruimte juist veel kleiner door de aanwezigheid van de woonboten.
Als deze plek t/o Laurierbrug gevaren zouden opleveren dan zou dat totaal in het
niet vallen als je de situatie vergelijkt iets verder op de prinsengracht ter hoogte 438
(gerechtsgebouw) kruispunt Leidsegracht daar waar het Nautisch totaal on aan vaar
baar is mogen grote rondvaarboten achteruitvaren, keren en minutenlang het totale
vaar verkeer stop zetten op een kruispunt met 3 bruggen tegenover elkaar.
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1554
Datum indiening 22 maart 2017
Datum akkoord 5 december 2017
Publicatiedatum 6 december 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake rondslingerende
lampionnen bij de Sloterplas.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 19 maart 2017 is door zo’n 500 mensen de lente ingeluid door bij de Sloterplas
honderden lampionnen op te laten en lichtjes op plankjes in het water te laten.’
Een bezorgde omwonende laat in Het Parool weten dat dit niet is opgeruimd.
Het gebruikte materiaal is naar verluidt biologisch afbreekbaar, maar dit is een zeer
rekbaar begrip: biologisch afbreekbare ballonnen doen er bijvoorbeeld jaren over om
af te breken, genoeg tijd om nadelige gevolgen voor de natuur te kunnen hebben.
Bovendien staat in de Agenda Dieren dat het college het oplaten van wensballonnen,
waar de lampionnen sterk op lijken, zal ontmoedigen’. Wat de Partij voor de Dieren
betreft is het zwerfafvalprobleem al groot genoeg en is het niet nodig om bij wijze van
festiviteit dit probleem nog te verergeren.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met de lenteviering bij de Sloterplas”?
Antwoord:
Ja.
2. Hoe beoordeelt het college het dat hierbij honderden lampionnen zijn opgelaten?
Anwoord:
Het college trekt zich de geschetste situatie aan en vindt het vervelend dat er
zwerfafval is achtergebleven bij het gebruik van lampionnen en drijvende lichtjes
en zo overlast is ervaren. Voor het evenement is een evenementenvergunning
aangevraagd en ook verleend. De aanvraag om een evenementenvergunning
wordt aan de daarvoor opgestelde criteria uit de APV getoetst. Indien nodig
1 http://www.nhnieuws.nl/nieuws/202627/honderden-lampionnen-luiden-lente-in-op-sloterplas
? http://www. parool.nl/opinie/-de-lente-is-gevierd-door-de-sloterplas-te-verontreinigen—a4477050/
3 http://www. parool.nl/opinie/-de-lente-is-gevierd-door-de-sloterplas-te-verontreinigen—a4477050/
* hitps://www.amsterdam.nl/toerisme-vrije-tijd/dieren/agenda-dieren-2015/
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ember 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017
worden er aanvullende voorwaarden opgelegd, naast de reeds bestaande
standaard voorwaarden.
3. Is het waar dat de drijvende lichtjes in de Sloterplas na het evenement zijn
achtergelaten?
Antwoord:
Ja, er zijn drijvende lichtjes achtergebleven in de Sloterplas na afloop van het
evenement. Dit is uitdrukkelijk niet de bedoeling. De stadsdelen hebben
verplichtingen ten aanzien van de naleving van gemaakte afspraken in
vergunningen. Het Stadsdeel Nieuw West is er met klem op gewezen dat de
situatie die wordt geschetst absoluut ongewenst is. Zij hebben aangegeven
daarop bij een volgende evenement ook nauwlettend toe te zien.
4. Iser door de gemeente subsidie verleend voor dit evenement?
Antwoord:
Nee.
5. Hoe beoordeelt het college het dat terwijl er extra geld vrijgemaakt wordt voor
handhaving op zwerfafval, er tegelijkertijd vergunningen worden verleend voor dit
soort festiviteiten die ook zwerfafval veroorzaken?
Een evenement geheel zonder afval is ondenkbaar. De stadsdelen hebben
verplichtingen ten aanzien van de naleving van gemaakte afspraken, zo ook over
de schoonmaak bij evenementen, in vergunningen. Organisatoren van
evenementen zijn verantwoordelijk voor het schoonmaken bij het evenement
Afspraken met organisatoren van evenementen over het schoonhouden van de
openbare ruimte betreffen het terrein van het evenement zelf en direct daar
omheen liggend gebied. Schoonmaak kosten komen hierbij ten laste van de
organisator.
Antwoord:
Zie ook het antwoord op vraag 3.
6. Is de vergunninghouder aangesproken op deze activiteiten? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, gaat de vergunninghouder er zorg voor dragen dat alle
achtergebleven lampionnen en lichtjes op het water verwijderd worden?
Antwoord:
Het Stadsdeel heeft algemeen contact met de vergunninghouder gehad.
Naar aanleiding van de ontvangen signalen zal het stadsdeel bij een volgende
lenteviering de vergunninghouder nadrukkelijk wijzen op de verantwoordelijk-
heden bij het organiseren van evenementen ten aanzien van het schoonhouden
van de openbare ruimte. Hiernaast zal het stadsdeel bij een volgende lenteviering
de locatie extra in de gaten houden en toezien op de gemaakte afspraken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing lea Gemeenteblad
ummer beent
Datum 6 december 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
afst
COA E Centraal Orgaan opvang asielzoekers
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een
extra begeleiding en toezichtlocatie (ebtl)
Transformatorweg [6]
in
Amsterdam
Versie 30 oktober 2017
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: D-
Versie 30 oktober 2017 Ca
Pagina 1 van 10 Paraaf gemeente:
or
L G |
COA ®/ Centraal Orgaan opvang asielzoekers |
Partijen
a. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, gevestigd aan de Rijstraat 8 te Den Haag, hierbij
vertegenwoordigd door de heer P. L. Siebers, lid van de raad van bestuur, hierna te noemen:
“COA
b. De gemeente Amsterdam, gevestigd aan Amstel 1, 1011 PN Amsterdam, Postbus 202, 1000 AE
Amsterdam, hierbij vertegenwoordigd door de heer E. van der Burg, (loco) burgemeester, hierna te
noemen: ‘de gemeente’ |
|
Overwegende:
1. dat het COA tot kerntaak heeft de opvang en huisvesting van vreemdelingen;
2. dat de gemeente bereid is mee te werken aan de opvang van vreemdelingen in een
opvanglocatie binnen de gemeente;
3. dat het COA de opdracht heeft vreemdelingen die in een azc ergens in het land overlast geven
separaat te huisvesten;
4, dat de gemeente Amsterdam heeft besloten medewerking te verlenen aan het verzoek van het
COA een opvangcentrum te realiseren aan de Transformatorweg;
zE 5. dat dit een extra begeleiding en toezichtlocatie betreft, hetgeen betekent dat het een
opvangcentrum betreft waar het COA ‘overlastgevers’ plaatst;
6. dat het COA uitsluitend vreemdelingen plaatst in de ebtl, die op basis van
regelgeving/protocollen van het COA zijn aangemerkt als overlastgever:;
7. dat het COA de kwalificatie overlastgever baseert op basis van gedragingen van de
vreemdeling op een azclocatie en niet op basis van gedragingen van vreemdelingen buiten het
azc in de openbare ruimte;
8. dat de kwalificering door COA als overlastgever niet wordt gebaseerd op psychische en/of
psychiatrische klachten. De ebtl is geen opvang voor personen met psychische en/of
psychiatrische klachten, daarvoor zijn andere opvang mogelijkheden. Het gaat in de ebtl om
het beïnvloeden van het gedrag zodat de overlast afneemt en verdwijnt;
9. dat het COA een overlastgever de toegang tot andere azc’s ontzegt;
10. dat maatregel “plaatsing in een extra begeleiding en toezichtlocatie (ebtl)” is toegevoegd aan
het COA Maatregelenbeleid;
11. dat het gemeentebestuur bereid is mee te werken aan de opvang van vreemdelingen in een ebt]
opvanglocatie binnen de gemeente;
12. dat het COA en het gemeentebestuur een optimaal functioneren van de opvanglocatie in de
plaatselijke gemeenschap en in relatie tot de betrokken diensten en instellingen willen
bewerkstelligen door het maken van afspraken en het treffen van de nodige voorzieningen;
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COAST TH
Versie 30 oktober 2017 C
Pagina 2 van 10 Paraaf gemeente: Cl
ie
ee AN Ó
COA WP Centraal Orgaan opvang asielzoekers
13. dat de bestuursovereenkomst onverlet laat dat het COA voor het gebruik van de opvanglocatie
over de benodigde vergunningen moet beschikken;
14. dat het gemeentebestuur zich binnen haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheden inspant
voor een zorgvuldige en voortvarende vergunningverlening; |
15. dat het Faciliteitenbesluit Opvangcentra, d.d. 29 juli 1994 (Stb. 636) en de aanvullingen van |
8 juni 1998 (Stb. 347) en 25 januari 2001 (Stb. 60) van toepassing zijn, alsmede eventuele
toekomstige wijzigingen en aanvullingen;
16. dat de directe verantwoordelijkheid voor het nemen van de noodzakelijke maatregelen op de
beleidsterreinen Gezondheidszorg en Openbare Orde en veiligheid, behalve bij de gemeente
en het COA, bij meerdere partijen ligt;
17. dat het uitgangspunt is dat de randvoorwaarden voor de te nemen maatregelen in verband met
de opvang van vreemdelingen op de beleidsterreinen Gezondheidszorg en Openbare Orde en
veiligheid voldoende in bestaande wet- en regelgeving zijn vastgelegd;
18. dat het COA en de gemeente, alsmede daarbij betrokken derden een optimaal functioneren van
de opvang- en woonvoorzieningen willen bewerkstelligen; |
19. dat het COA en de gemeente, alsmede daarbij betrokken derden zich gezamenlijk zullen
inspannen om het functioneren van vreemdelingen in de gemeente te ondersteunen en
- bevorderen.
komen het volgende overeen:
Hoofdstuk I Algemene bepaling
Artikel 1
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1. Vreemdeling: de persoon die in de opvanglocatie van het COA wordt opgevangen, zoals
bedoeld in artikel 3 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;
2. Capaciteitsplaatsen: plaatsen in een opvanglocatie beschikbaar voor de opvang van
vreemdelingen;
3. Opvanglocatie: een opvangvoorziening waarin door of onder verantwoordelijkheid van het
COA opvang wordt geboden aan vreemdelingen. Hieronder vallen een Opvangcentrum of een
Noodopvang;
4, _Overlastgever: de vreemdeling die op basis van de door het COA vastgestelde protocollen als
zodanig is aangemerkt;
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: j
Versie 30 oktober 2017 5
Pagina 3 van 10 Paraaf gemeente: 2, |
a
Z #
COA YP Centraal Orgaan opvang asielzoekers
5. Ingebruikname: het moment (de dag) waarop de eerste vreemdeling gebruik maakt van de
opvanglocatie;
6. Faciliteitenbesluit: het Faciliteitenbesluit Opvangcentra d.d. 29 juli 1994 (Stb. 636);
7. Ebtl (extra begeleiding eb toezichtlocatie): een opvangcentrum voor overlastgevers.
Hoofdstuk II Het opvangcentrum
Artikel 2
1. De gemeente stemt in met het gebruik van de locatie Transformatorweg 6 te Amsterdam als
ebtl door het COA;
2. Het COA gebruikt de opvanglocatie onder eigen verantwoordelijkheid als een Opvangcentrum
ten behoeve van de opvang van vreemdelingen;
Artikel 3
1. Het COA draagt zorgt — met inachtneming van artikel 2 — voor de plaatsing, opvang en
begeleiding van de vreemdelingen in het Opvangcentrum.
— 2. Het COA draagt zorg voor een adequate aanpassing, inrichting en instandhouding van het
Opvangcentrum in overeenstemming met de ter zake geldende wettelijke bepalingen en
gemeentelijke verordeningen.
3. Het COA schept de voorwaarden en omstandigheden welke nodig zijn om diensten en
instellingen in het Opvangcentrum hun taken te laten uitvoeren.
4. Het COA zal in het bezit zijn van de benodigde vergunningen.
5. Het COA is verantwoordelijk voor een huurovereenkomst van het adres Transformatorweg 6.
6. Vreemdelingen die worden aangemerkt als overlastgever worden gelijkelijk verdeeld over de
beschikbare ebtl opvangvoorzieningen.
7. De samenstelling van de groep vreemdeling in de ebtl is divers; vluchtelingen, statushouders,
uitgeprocedeerde asielzoekers etc. Er zullen geen vreemdelingen zitten uit de veilige landen,
tenzij het Dublin-claimanten zijn in afwachting van overdracht aan een EU land van een
eerder verblijf.
Artikel 4
1. In de opvanglocatie worden maximaal 50 bewoners gehuisvest. Het betreft uitsluitend
volwassenen. Het aantal bewoners zal in overleg met de stakeholders in het operationeel
veiligheidsoverleg zoals bedoeld in artikel 15 lid 3 stapsgewijs worden opgevoerd tot het
maximum.
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: SE
Versie 30 oktober 2017 En,
Pagina 4 van 10 Paraaf gemeente:
|
LI
ze >
COA zj Centraal Orgaan opvang asielzoekers
2. De verblijfsduur van een vreemdeling in de ebtl Amsterdam is maximaal 3 maanden.
3. Partijen kunnen in onderling overleg besluiten tot aanpassing van het maximum aantal
bewoners.
4. Op verzoek van de gemeente verstrekt het COA de gemeente informatie over het aantal
vreemdelingen dat in de gevraagde periode in de opvanglocatie verblijft.
Artikel 5
Vervallen
Hoofdstuk III De organisatie in het Opvangcentrum
Artikel 6
1. Het COA zal iedere in het Opvangcentrum verblijvende vreemdeling de verstrekkingen
toekennen als bedoeld in artikel 3, derde lid van de wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
2. Het COA draagt zorg voor de bekostiging van de verstrekkingen en de vergoeding van de
organisatie en uitvoering van de werkzaamheden die samenhangen met de verstrekkingen,
bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 7
1. Het COA biedt de vreemdelingen een programma van dagstructurering aan.
2. Het COA werkt met fase specifieke begeleiding. Afhankelijk van de fase waar de vreemdeling
in het asielproces zit, biedt het COA per fase passende training en begeleiding.
3. Vreemdelingen worden zoveel mogelijk betrokken bij taken en (onderhouds) werkzaamheden
ten behoeve van het in stand houden van de eigen opvangcentra.
Artikel 8
1. Het COA is verantwoordelijk voor het onderkennen en bestrijden van besmettelijke ziekten in
het Opvangeentrum en de overige preventieve gezondheidszorgtaken ten behoeve van de
bewoners. Dit heeft het COA contractueel belegd bij GGD-GHOR Nederland. Dit laat de
verantwoordelijkheid van de gemeente krachtens de Wet Publieke gezondheid te dien aanzien
onverlet.
2. De verantwoordelijkheid van het eerste- en tweedelijns zorgaanbod heeft het COA
contractueel belegd bij de zorgverzekeraar die de Regeling Zorg Asielzoekers (RZA) uitvoert.
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: Yv
Versie 30 oktober 2017 Kn)
Pagina 5 van 10 Paraaf gemeente: 7-7
|
€ |
# © 4
COA W/ Centraal Orgaan opvang asielzoekers
Artikel 9
1. Het COA stelt, na overleg hierover te hebben gepleegd met de gemeente, een bedrijfsnoodplan
vast dat voor het Opvangcentrum zal gelden en waarmee wordt beoogd in voorkomende
gevallen de hulpverleningsorganisaties adequaat te kunnen doen handelen. Het COA stuurt
een kopie van het bedrijfsnoodplan naar de gemeente.
Hoofdstuk IV Voorlichting, informatie en overleg
Artikel 10
Ll. Het COA draagt na de opening van het Opvangcentrum in de gemeente zorg voor de
informatie aan de inwoners van de gemeente over het Opvangcentrum, de ontwikkelingen en
over de te volgen procedures.
2. De gemeente is tot de opening van het Opvangcentrum primair verantwoordelijk voor de
communicatie aan inwoners van de gemeente. Het COA ondersteunt de gemeente hierbij voor
zover het zaken op het Opvangcentrum betreft.
3. Het COA vergoedt aan de gemeente conform het Faciliteitenbesluit een eenmalige uitkering
_ als bijdrage in de kosten van de door de gemeente te verzorgen taken in het kader van
voorlichting met betrekking tot de vestiging van het Opvangcentrum en op verzoek van de
gemeente de subsidiering van vrijwilligersgroepen die werkzaamheden verrichten in of ten
behoeve van het Opvangcentrum.
Artikel 11
1. Het COA en de gemeente verstrekken aan elkaar onverwijld de informatie die van belang is
voor de uitvoering van de taken van een ieder die verband houden met de aanwezigheid van
een Opvangcentrum in de gemeente.
2. Op ambtelijk niveau zal er tenminste twee keer per jaar, of zoveel vaker als nodig c.q.
wenselijk is, overleg plaatsvinden tussen het COA en de gemeente. Op bestuurlijk niveau zal
er tenminste één keer per jaar, of zoveel vaker als nodig c.q. wenselijk is, overleg plaatsvinden
tussen het COA en de gemeente.
Artikel 12
1. Het COA stelt een omwonendenoverleg in dat tot doel heeft de relatie tussen de omwonenden
en het Opvangcentrum goed te laten verlopen.
2. In dit omwonendenoverleg hebben in ieder geval zitting vertegenwoordigers van de gemeente
en de stadsdeelorganisatie, van Openbare Orde en Veiligheid, van de politie, van de door het
COA aan te wijzen diensten die in het Opvangcentrum werkzaam zijn en van de plaatselijke |
bevolking, alsmede het lokale COA-management. |
|
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA Y”
Versie 30 oktober 2017 IP,
Pagina 6 van 10 Paraaf gemeente: Èg
|
LD
je $
COA WÄ Centraal Orgaan opvang asielzoekers
3. De omwonendenoverleg zal in het Opvangcentrum bijeenkomen. De vergaderkosten zijn voor
rekening van het COA. Het COA is belast met het voorzitterschap van deze
omwonendenoverleg.
Hoofdstuk V Duur van de overeenkomst
Artikel 13
L. De bestuursovereenkomst wordt overeengekomen voor de periode tot uiterlijk 31 oktober
2019.
2. De overeenkomst eindigt van rechtswege na het verstrijken van de in lid 1 genoemde periode.
3. De datum van ingebruikname wordt vastgelegd in een addendum bij deze overeenkomst, zoals
weergegeven in bijlage A.
4, De aanspraak op verstrekking van de uitkering als bedoeld in artikel 3, eerste lid en artikel 4,
eerste lid van het Faciliteitenbesluit vangt aan op de datum dat het Opvangcentrum voor
bewoning in gebruik wordt genomen. De datum van ingebruikname wordt vastgelegd in een
addendum bij deze overeenkomst, zoals weergegeven in bijlage A.
5. Het COA kan per aangetekende brief besluiten tot tussentijdse opzegging van de
overeenkomst. Indien het COA overgaat tot tussentijdse opzegging geldt een opzegtermijn van
n tenminste 6 maanden.
6. Partijen kunnen gedurende de gebruiksperiode in onderling overleg, uiterlijk drie maanden
voor afloop van deze overeenkomst, besluiten tot verlenging van de overeenkomst voor een
alsdan nader overeen te komen termijn.
Hoofdstuk VI Onderwijs
Artikel 14
Vervallen
Hoofdstuk VII Openbare orde en veiligheid
Artikel 15
1. De burgemeester, eenheidschef van de politie en de officier van justitie maken in het
driehoeksoverleg afspraken over de (mogelijke extra) inzet van de politie in de gemeente. Zo
ook indien dit een gevolg blijkt van de aanwezigheid van het opvangcentrum voor
asielzoekers in die gemeente .
2. Indien de politiecapaciteit in incidentele gevallen tekort schiet, zal dit eerst op districtsniveau
en vervolgens op regionaal niveau worden opgelost. Indien het niet lukt om binnen de
regionale eenheid een oplossing te vinden voor de behoefte aan extra capaciteit, bestaat de
mogelijkheid tot tijdelijke opschaling van politiecapaciteit conform de Politiewet 2012.
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: Y
Versie 30 oktober 2017 Ee
Pagina 7 van 10 Paraaf gemeente: —
ee
an;
COA \W/ Centraal Orgaan opvang asielzoekers
3. COA, Politie en veiligheidscoördinator van het Stadsdeel komen regelmatig bij elkaar in een
operationeel veiligheidsoverleg, waar informatie wordt uitgewisseld, activiteiten op elkaar
worden afgestemd en waar nodig, maatregelen worden afgesproken. |
4. Het COA, de gemeente en het stadsdeel leveren elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheid een |
bijdrage aan de veiligheid: |
a. De doelen die de gemeenteraad, het college en de burgemeester vaststellen op het |
terrein van de veiligheid door de handhaving van de openbare orde en hulpverlening,
eventueel specifiek met betrekking tot de aanwezigheid van het opvangcentrum voor
asielzoekers, staan mede aan de basis van de afspraken als bedoeld in het eerste lid en
worden mede omschreven in het operationeel veiligheidsplan, dat COA en gemeente
gezamenlijk hebben opgesteld.
5. Als er zich op of in de nabije omgeving van het terrein van de EBTL omstandigheden
voordoen die een bedreiging vormen voor de openbare orde en veiligheid, dan treden partijen
onverwijld in overleg om de (gezamenlijke) maatregelen te bespreken die partijen toepassen
om deze dreiging ongedaan te maken.
Artikel 16
1. COA neemt in de huisregels op dat bewoners na 22:00 uur niet buiten de locatie mogen zijn.
EE 2. COA neemt voorts in de huisregels op dat voor de bewoners een verplichting geldt om deel te
nemen aan het programma.
3. COA draagt ervoor zorg dat bewoners tekenen bij plaatsing voor het naleven van de
huisregels.
4. COA registreert dagelijks welke vreemdelingen 's nachts niet aanwezig zijn in de ebtl en stelt
de politie, de veiligheidscoordinator en OOV daarvan direct op de hoogte.
5. COA maakt onverwijld melding van ernstige incidenten binnen of buiten de opvang.
6. COA zet kwantitatief en kwalitatief voldoende personeel in waaronder medewerkers van DJI
waardoor de beheersbaarheid gewaarborgd wordt.
Hoofdstuk VIII Overige bepalingen
Artikel 17
1. Indien door vestiging van het opvangcentrum voor de gemeente extra kosten ontstaan,
voorziet het Faciliteitenbesluit in de betaling hierin. Worden er door de gemeente in verband
met de vestiging extra kosten gemaakt die het via het Faciliteitenbesluit opvangcentra
toegekende bedrag overschrijden, dan kan het COA, met inachtneming van artikel 8 van het
Faciliteitenbesluit, en onder goedkeuring van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op
verzoek van de gemeente een hogere uitkering verstrekken. De hogere uitkering vindt plaats
indien de extra kosten die de gemeente maakt het toegekende bedrag in een zodanige mate
overtreffen, dat het niet redelijk is die hogere kosten voor de gemeente te laten.
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA:
Versie 30 oktober 2017 Sn
Pagina 8 van 10 Paraaf gemeente: Au
Zj
COA WP Centraal Orgaan opvang asielzoekers
Artikel 18
1. Het COA bevordert, dat de diensten die nodig zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden
die onder zijn zorg vallen, zoveel mogelijk vanuit de gemeente en de regio worden
aangetrokken voor zover de aanbestedingsregels dit toestaan en voor zover niet reeds in dienst
van het COA. Werving van personeel zal geschieden na overleg met het UWV Werkbedrijf en
RVE Werk.
Artikel 19
1. Indien de bestaande wet- en regelgeving op de beleidsterreinen Gezondheidszorg en
Openbare orde en veiligheid niet afdoende blijkt te zijn en hierdoor een knelpunt op dat
onderdeel ontstaat, dan zullen het COA en het gemeentebestuur zich gezamenlijk inspannen
dit knelpunt aan te kaarten bij het verantwoordelijke Ministerie.
2. In geval van een wijziging van wet- of regelgeving die gevolgen heeft voor deze
overeenkomst, treden partijen met elkaar in overleg over hoe deze gevolgen het beste kunnen
worden opgevangen.
3. Wijzigingen van deze overeenkomst zullen, na overeenstemming hierover tussen partijen,
schriftelijk worden vastgelegd en als addendum aan deze overeenkomst worden gehecht.
= 4. In situaties waarin deze overeenkomst niet voorziet of in geval van geschillen, de uitleg en/of
de uitvoering ervan, zullen partijen een maximale inspanning verrichten om deze geschillen in
onderling overleg op te lossen.
Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend.
Amsterdam Den Haag
Alle sais atum) 46e. 2017 (datum)
gemeente Amster Centraal Orgaan opvang asielzoekers
E. 2 IE
(loco) burgemeester E lid van bestuur COA
BIJLAGE:
Bijlage A: Verklaring datum ingebruikname opvanglocatie;
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: in ed
Versie 30 oktober 2017 eN
Pagina 9 van 10 Paraaf gemeente: Éj b
er of
COA \W/ Centraal Orgaan opvang asielzoekers
Bijlage A Verklaring datum ingebruikname opvanglocatie
College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam
Ten aanzien van de (loco) burgemeester
Postbus 202
1000 AE Amsterdam,
[ datum |]
[ kenmerk ]
Onderwerp: verklaring datum ingebruikname opvanglocatie ebtl Transformatorweg in Amsterdam
Geacht College,
Overeenkomstig artikel 4 van de bestuursovereenkomst inzake gebruik van de ebtl Tranformatorweg
in Amsterdam, deel ik u mede dat de opvanglocatie op [ dd/mm/jjjj } voor bewoning in gebruik wordt
genomen.
—= U treft dit schrijven in tweevoud aan. Ik verzoek u om binnen twee weken een door u getekend
exemplaar te retourneren aan: Centraal Orgaan opvang asielzoekers, Postbus 30203, 2500 GE
Den Haag ter attentie van mevrouw S.C. Leung-Hu, unit Huisvesting.
Met vriendelijke groet,
Den Haag,
Centraal Orgaan opvang asielzoekers
Ondertekening namens de gemeente Amsterdam :
)
meren 0 LJ (datona) etn AUT (tud
gemeente Amsterdam Centraal Orgaan opvang asielzoekers
E. van de g P. L. Siebers
(locoy burgemeester lid van bestuur COA
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebt] Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: Si 7
Versie 30 oktober 2017
Pagina 10 van 10 Paraaf gemeente:
| Schriftelijke Vraag | 10 | train |
Van: L En Oe
Verzonden: maandag 27 januari 2020 16:41
Aan: Info gemeenteraad; Bestuursvoorlichting; Groot Wassink, Rutger
Onderwerp: RE: Raadsadres Van Mijksenaar naar Kraan-Nakzaal
Geachte wethouder Wassink,
Geachte Gemeenteraad,
Gister bood de minister president Rutte namens de regering zijn excuses aan voor het handelen
van de overheid en het gebrek aan bescherming van Joodse medeburgers. Dat zal u, net als ons,
goed hebben gedaan. In dit kader is het fijn om te zien dat de vergaderzalen in het stadhuis nu
inderdaad van de namen Kraan en Nak zijn voorzien, zoals wij in 2017 hadden voorgesteld (zie
onder).
Wat nog ontbreekt is een plaquette met een uitleg waarom deze ambtenaren zijn vernoemd en
ook de context van een verder en later helaas laf bestuur en overheidsapparaat in 40-45. Het zou in
die zin ook een oproep moeten zijn aan bestuur en ambtenaren om te allen tijde de centrale
waarden van de overheid (‘als hoeder van recht en veiligheid’ zei Rutte gisteren) hoog te houden.
Een naambordje alleen is goed, maar het kan en moet vollediger.
Overigens stellen wij een officieel antwoord op ons raadsadres van 21 maart 2017 ook op prijs.
Met vriendelijke groet,
Amsterdam, 21-3-2017
Aan het College van B&W
en Raadsadres aan de Gemeenteraad van Amsterdam,
Onderwerp: Van Mijksenaar naar Kraan-Nakzaal.
Geacht College en geachte Raad,
In de Stopera bevindt zich een Mijksenaarzaal. Uit het proefschrift van Stefan
Steinmetz bleek een jaar geleden dat deze hoge ambtenaar Piet Mijksenaar voor de
Duitse bezetter op eigen initiatief een plan maakte voor het sneller kunnen deporteren
van onze Joodse Amsterdammers. Dit was aanleiding voor de gemeenteraad (Parool, 5
maart 2016) om vragen te stellen. U zou het bestuderen om te kijken naar een
passende oplossing.
We vragen u hoe ver het hiermee staat en vlot met een voorstel te komen, zodat voor
de komende Dodenherdenking 2017 het besluit valt.
Wij doen het voorstel om andere ambtenaren tot naamgever van deze zaal nabij het
Waterlooplein te maken. De stratenmaker Willem Kraan en vuilnisman Piet Nak
hebben samen initiatief genomen tot de Februaristaking in 1941 de enige protest
staking tegen de Jodenvervolging en de toenmalige bezetters in Europa - en zij
verdienen dat hun namen die zaal sieren. We denken aan bijvoorbeeld de Willem
Kraan/Piet Nak-zaal. Een verklarende plaquette bij de ingang van de zaal zal ook de
komende generaties doen begrijpen hoe moedig en goed deze kerels zijn geweest.
Met vriendelijke groet,
Uw Amsterdammers
cc. Redactie Het Parool en Het Hoogste Woord.
| Raadsadres | 2 | train |
Bezoekadres > 4 Gemeente Amsterdam
Stadhuis, Amstel 1
- kamer 4200, 4° etage 2x
“1011 PN AMSTERDAM
Postbus 202 2x
1000 AE AMSTERDAM
020 552 3200 (telefoon)
020 552 2603 (fax) Retouradres: Postbus 202, 1000 AE AMSTERDAM
[email protected]
www.amsterdam.nl M. Powerment Advies en Training B.V.
Datum 7 augustus 2012
Ons kenmerk SB/MDW/2012506932
Behandeld door Mevrouw |M. de Waard
Doorkiesnummer 020-346 4774
E-mail [email protected]
Betreft Uw raadsadres d.d, 9 juni 2012
Geachte mevrouw Huisinga,
De Gemeenteraad heeft in haar vergadering van 11 juli 2012 besloten uw
raadsadres van 9 juni 2012 ter afdoening in handen te stellen van het college van
Burgetmeester en Wethouders. Hierbij doen wij u onze reactie op uw brief van 9
juni toekomen. Een afschrift van deze afdoeningbrief zal worden verzonden aan de
leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en
Integratie, Inburgering, Armoede en Programma Maatschappelijke Investeringen.
Op 4 mei 2012 heeft het college van Burgemeester en Wethouders een aantal
schriftelijke vragen van de heer B. van 't Wout van 28 maart 2012 beantwoord.
In reactie hierop heeft u de gemeenteraad op 9 juni 2012 een brief geschreven. In
deze brief geeft U aan dat het college in haar antwoord beweringen doet die in strijd
zijn met de brieven die u van het college, DWI en de burgemeester heeft
' __ ontvangen. Ook stelt u dat de betreffende DWI-klant nog steeds een gevaar vormt
_ voor andere instellingen in Amsterdam Oost. Derhalve verzoekt u de
gemeenteraad een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het handelen van
DWI tijdens agressie-incidenten tegen contractpartners van de gemeente
Amsterdam.
In antwoord op uw brief, berichten wij u als volg.
Op 16 december 2010 heeft er een incident plaatsgevonden op het kantoor van M-
Powerment, waarbij een werkneemster van M-Powerment en een cliënte van DWI
betrokken waren. Voornoemde werkneemster heeft aangifte gedaan van
bedreiging en de cliënte van DWI op haar beurt van gijzeling. Beïden aangiften zijn
weliswaar geseponeerd, dit laat onverlet dat het een uitermate vervelende en
onwelgevallige situatie betreft. .
Voorafgaand aan dit incident had DWI geen aanleiding te vermoeden dat het ;
gesprek op dergelijke wijze uit de hand zou topen. Derhalve zijn er toentertijd geen
Ì maatregelen getroffen om het gesprek elders te laten plaatsvinden of in
aanwezigheid van een medewerker van DWI. U heeft hier overigens destijds ook
zelf niet om verzocht.
In vervolg op het incident is er vanaf die datum veelvuldig contact geweest tussen u
en diverse medewerkers, managers en directeuren van DWI. DWI heeft richting de
betrokken klant actie ondernomen in die zin dat er een gesprek met de klant heeft
plaatsgevonden waarin zij is gewezen op haar verplichtingen in het kader van de
Wet werk en bijstand en waarin haar is verteld dat zij geacht werd zich ook richting
contractpartners van DWI met respect te gedragen. Daarnaast heeft ook de
burgemeester klant nog een brief geschreven waarin zij op het voorgaande is
gewezen.
Zowel door DWI, als de wethouder, als de burgemeester is begrip getoond. Gok is
er veelvuldig overleg gevoerd over de consequenties van dit incident voor de
dienstverlening van M-Powerment. DWI heeft op uw eigen verzoek de andere
deelnemers die bij u op dat moment nog een SAP-traject volgden, van het traject
gehaald, waarna DWI voor elke deelnemer nog minstens één termijn heeft betaald.
Met betrekking tot de MAP-plekken heeft DW! in januari 2011 besloten het contract
met u te ontbinden, omdat u had aangegeven niet voor de veiligheid van de
deelnemers op uw locaties te kunnen instaan. Voor de op dit contract op dat
moment nog actieve deelnemers, heeft DWI wel de volledige periode van zes
maanden betaafd. In juli 2011 is DWI met uw onderneming Rose of East B.V. de
overeenkomst "Pilot Verborgen Vrouwen" gestart. Tot slot is via bemiddeling door
de burgemeester een nulmelding tot stand gekomen. Dit alles om u een hart onder
de riem te steken en in de gelegenheid te stellen dit incident af te sluiten.
De Gemeentelijke Ombudsman heeft na een door u ingediende klacht geoordeeld
dat DWI zich niet onredelijk heeft opgesteld en zich naar behoren heeft gedragen.
Op 27 april 2012 heeft uw advocaat namens u een vordering bij de gemeente
ingediend van € 227.299,16. Deze zaak is in behandeling bij de huisadvocaat van
de gemeente. In de brieven van de huisadvocaat van 29 mei, 3 en 9 juli in reactie
op uw schadeclaim is het standpunt van de gemeente onderbouwd uiteengezet.
Wij zien geen reden hier thans in het kader van uw raadsadres wederom op ín te
gaan, maar verwijzen naar de inhoud van genoemde brieven.
Met betrekking tot uw verzoek een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het
handelen van DW! tijdens agressie-incidenten tegen contractpartners van de
gemeente Amsterdam, merken wij op dat wij hiervoor geen aanleiding zien. DWI
beschikt over een agressieprotocol. Het agressieprotocol, dat in 2006 is ontwikkeld
en in 2010 geëvalueerd en deels herschreven, beschrijft wat onder agressief/niet-
acceptabel gedrag van klanten wordt verstaan, welke maatregelen zijn afgesproken
om ongewenst gedrag te voorkomen en welke maatregelen gelden tijdens en na
afloop van incidenten. Onderdeel hiervan is de escalatieladder die een overzicht
geeft van de handelingsmomenten en afwikkeling van incidenten. De
escalatieladder voorziet ook in een procedure voor het ontvangen van DWI-klanten
die niet meer op het Werkplein (of andere locaties van ketenpartners) welkom zijn,
omdat ze agressief gedrag hebben vertoond. Deze gesprekken vinden plaats bij
het zogenoemde agressieloket in het Gaudi-gebouw gelegen aan de
Herikerbergweg. Medewerkers van dit loket zijn speciaal hiervoor getraind. Wij
hebben geen redenen om aan te nemen dat in geval van agressie-incidenten niet
2
conform dit protocol wordt gehandeld. Hoewel het protocol ook betrekking heeft op
ketenpartners, ziet het nu met name op incidenten die plaatsvinden op DWI-
locaties. Om keten- en contracipartners goed te informeren over hun rol in geval
van agressie-incidenten, zal het Agressieprotocol op dit punt worden uitgebreid.
Uitgangspunt hierbij is dat de veiligheid op niet DWI-locaties een eerste
verantwoordelijkheid is van degene die zeggenschap heeft over deze locaties,
waarbij overleg met een klantmanager van DW! tot de mogelijkheden behoort.
Tot slot berichten wij u dat u vanaf december 2010 op allerlei manieren en
meerdere malen per dag — ook op tijdstippen 's nachts en in het weekend — contact
heeft gelegd met ambtenaren en bestuurders. Er is door meerdere personen en
bestuursorganen binnen de gemeente veelvuldig met u gecorrespondeerd over
deze kwestie en de gemeente heeft zich veel moeite getroost oplossingen aan te
dragen voor de door u gestelde problemen. Helaas heeft dit niet geleid tot een in
uw ogen bevredigend resultaat. Wij zien thans echter geen aanleiding meer de
beschikbare capaciteit onevenredig te belasten. Wij zullen niet meer reageren op
toekomstige brieven en e-mails van uw zijde inzake dit onderwerp, hetgeen neer
zou komen op een herhaling van zetten.
Hoogachtend,
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,
n et 5 j An EN
. Je , 7 TT ' Pe
/ va
ME Ar. van Gils Mr. E.E. van der Laan
Gemeentesecretaris Burgemeester
3
Van: marion huisinga [mailto:[email protected]]
Verzonden: zondag 10 juni 2012 21:26
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: formele reactie schriftelijke vragen college B&W en verzoek om onderzoek
Geachte griffier,
Hierbij doe ik u een brief toekomen voor de gemeenteraad van Amsterdam. Het betreft
een correctie op de beantwoording van de raadsvragen rond het geweld en de
bedreigingen tegen mij en mijn bedrijven in stadsdeel Oost door een klant van de Dienst
tevens woonachtig in Oost door het college van B&W op 4 mei jl.
De antwoorden zijn geformuleerd na uitvoerig overleg met de afdeling Veilige Publieke
taken van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Divosa. Van de laatste instelling is
de directeur Handhaving van DWI Vice Voorzitter. Dlvosa noemt het geweld tegen mijn
bedrijf een zeer ernstige zaak en is zich ervan bewust dat haar bestuurslid en tevens
directeur van DWI erbij betrokken is dat het “stappenplan van het VPT convenant door
Dienst Werk en Inkomen totaal verkeerd is uitgevoerd en dat een slachtoffer als dader is
benaderd op gronden van deze agressiehandleiding. De schade die de dienst aan mij als
persoon en aan mijn bedrijven heeft aangericht is enorm en de dienst verzuimt de nazorg
die door het ministerie wordt aanbevolen.
Met vriendelijke groet
M-Powerment Advies en Training BV.
Amsterdam 9 juni 2012
Geachte leden gemeenteraad,
Hierbij ontvangt u de reactie van M-Powerment Advies en Training BV. op de
beantwoording van de schriftelijke vragen van het VVD- raadslid Bas van het Wout
door het College van Burgemeester en Wethouders op 4 mei jl.
Het College van B&W doet inzake het geweld tegen de directeur van een re-
integratiebedrijf beweringen die in strijd zijn met de brieven, die de directeur van dit
bedrijf heeft ontvangen van het college van B&W, de Dienst Werk en Inkomen en de
burgemeester in eigen persoon.
Naar aanleiding van deze onjuistheden en het gegeven dat de DWI klant nog steeds
een gevaar vormt voor andere instellingen in Amsterdam Oost verzoek M-Powerment
Advies en Training de gemeenteraad om een onafhankelijk onderzoek in te stellen
naar het handelen van Dienst Werk en Inkomen tijdens agressie-incidenten tegen
aanbesteders van de gemeente Amsterdam.
Gezien de vele feitelijke onjuistheden wordt voor de gemeenteraadsleden in
onderstaand overzicht de aanloop naar het geweld, het geweldsincident en de
bedreigingen door de DWI-klant in de periode september 2010 tot en met heden
samengevat.
Inteiding
In 2007 heeft het re-integratiebedrijf meegedaan aan de aanbesteding sociale en
maatschappelijke activering van de gemeente Amsterdam en ís aan het bedrijf een
contract gegund. In december 2010 is er opnieuw een contract afgesloten met de
gemeente Amsterdam in het kader van maatschappelijke activering. Het oude contract
sociale activering liep door met de actieve DWI-klanten, er waren op dat moment
geen nieuwe aanmeldingen meer mogelijk. In het contract staat vermeld dat de
inkoopvoorwaarden van de gemeente Amsterdam gevolgd moeten worden, conform
(artikel 26.1): ‘De leverancier is op de hoogte dat de gemeente Amsterdam ook als
overheid optreed en aanvaardt de mogelijke gevolgen van de uitoefening van
publiekrechtelijke taken en bevoegdheden door de gemeente Amsterdam in
voorgenoemde hoedanigheid voor de overeenkomst”.
Aanleiding geweld
e Op 29 septernber 2010 arriveerde de klantmanager van DWI ruim een kwartier te laat
op haar afspraak met de DWI-klant op de locatie van het re-integratiebedrijf en de
vrouw en haar dochter werden dermate agressief dat 112 gebeld werd. De dochter
vluchtte weg voor de politie arriveerde.
« In het kantoor van M-Powerment hebben klantmanager en de klant een gesprek
gevoerd met de politie over de twist, welke is opgenomen onder vermelding; ‘twist
tussen gemeentelijke medewerker en een klant van Dienst Werk en Inkomen en haar
dochter (beiden van Marokkaanse origine) .
e De directeur van het re-integratiebedrijf was niet bij dit gesprek betrokken en staat
ook niet vermeld in de rapportage van de politie. Het NN van het
incident is bij DWI bekend.
e De dochter van de klant diende naar aanleiding van dit incident op 15 oktober 2010
een klacht in bij DWI. De klacht was gericht tegen de klantmanager van DWI en het
“inburgeringtraject' dat haar moeder moest volgen. De kern van de klacht was dat
moeder alleen naar trajecten wilde gaan waar ze het naar haar zin had en dat DWI
haar moeder niet met respect behandelde en dat haar moeder in het verleden een
psychiater had bezocht. De moeder volgde overigens op dat moment geen
inburgering maar een re-integratietraject voor haar bijstandsuitkering.
« De DWI-klant was op dat moment ook opgeroepen door DWI voor een
inburgeringtraject maar wilde hier met medische keuringen onderuit komen, wat niet
lukte want de vrouw werd belastbaar geacht door de Dienst. De vrouw woont al ruim
28 jaar in Nederland en heeft nog nooit gewerkt. Bovendien was zij door DWI bij M-
Powerment aangemeld als ‘weigert in te burgeren’.
e DWI heeft de klant op 8 december 2010 een antwoord gestuurd naar de klant en
heeft in haar reactie ook de medewerkers van re-integratiebedrijf bij de klacht
betrokken. De dienst heeft de dochter nooit gewezen op het gegeven dat het re-
integratiebedrijf geen inburgering uitvoert.
« Op 6 december 2010 de klacht naar het re-integratiebedrijf verzonden met het
verzoek naar de dochter te reageren.
Aankondiging geweld bij DWI en trajectpartner DWI Agens
e In december meldt de klantmanager aan het re-integratiebedrijf dat: de dochter van
de DWI klant ‘de grenzen ver te over is gegaan’. Daarnaast meldt de klantmanager
dat de klant haar rapportage voor haar re-integratietraject moet tekenen bij het re-
integratiebedrijf op 16 december 2010, omdat ze anders gekort zal worden op haar
bijstanduitkering'.
e Op 15 december 2010 meldt de trajectpartner Agens aan DWI dat de klant die avond
aan Agens heeft gemeld dat: “de klant door haar dochter was geadviseerd niet naar
de afspraak te gaan bij het bedrijf om haar formulieren te tekenen voor haar
aanwezigheid tijdens haar re-integratietraject, maar NEEN
RIN PLEGEN ELAN Ee NUON ENGLAND IE NN TLT A NEN CIT Etenen ENA
BOGEN EINE EEE AE TAR EEN SEN EE Eil ERN ON TLN ON rele
EERE A EEN KAKEN
Agens deelt mee aan DWI dat haar klant veel woede en emotie toont en
adviseert dat het beter is dat de klant niet naar de afspraak gaat. DWI is
vergeten dit te melden aan het re-integratiebedrijf en zet de volgende dag
zonder de directeur tijdig in te lichten een tolktelefoon in. De directeur van het
re-integratiebedrijf heeft hier nooit eerder mee gewerkt en hoort tijdens het
geven van een DWI-training van haar medewerker dat zij verplicht is mee te
werken. DWI betaald de tolk en geeft een referentienummer door dat gebeld
moet worden.
1 In het bestek van de aanbestedingsprocedure sociale en maatschappelijke activeringsplekken van de
gemeente Amsterdam staat vermeld onder de paragraaf rapportages en overleg dat: * 3 maanden na de
start dient de uitvoerder aan de klantmanager een voortgangsrapportage te leveren waaruit blijkt op
welke dagen de klant heeft deelgenomen. DWI verwacht deze rapportage binnen 2 weken na afloop van
deze 3 maanden te ontvangen.
» Hetdoel van de afspraak is het tekenen van de aanwezigheid op het re-
integratietraject voor de bijstandsuitkering. De tolk moet de persoongegevens
vertalen voor de klant maar het gesprek neemt een andere wending en duurt in zijn
totaliteit 6 minuten en vind grotendeels plaats tussen de tolk en de klagende klant in
het Arabisch en is daardoor niet te volgen voor de medewerkers van M-Powerment.
Hierdoor kan ook de agressie niet goed worden ingeschat.
Geweld door DWI klant tegen re-integratiepartner
* Op 18 december 2010 pleegt de DWI-klant geweld tegen de uitvoerder van een re-
integratietraject van de gemeente Amsterdam door haar tijdens het verlenen van
EHBO bij de keel te grijpen met 2 handen als ze hoort dat er geen ambulance komt
maar politie.
« Het geweld dat de DWI-klant pleegde tijdens het verlenen van EHBO wordt in de
aangifte tegen de klant als volgt omschreven:
‘Ik zag dat ze zich achterover op de grond liet vallen. Ik zag dat ze haar ogen
dicht had. Ik hoorde dat ze hysterisch begon te schreeuwen. Ik was bang dat
dit tot hyperventilatie kon leiden. lk ben naar haar toegelopen en heb haar op
een rustige foon toegesproken. Ik kreeg geen contact met haar. Ik zag en
hoorde dat mevrouw X 112 belde en om een ambulance vroeg. Ik hoorde dat
mevrouw X zei: de ambulance komt niet maar de politie komt.” Ik stond
voorovergebogen aan en rechterzijde van de DWI-klant. Ik zag en voelde dat
de DWI-klant naar boven schoot en mij met 2 handen om mij keel pakte. Ik
voelde dat ze haar handen om mijn keel klemde".
Acties ondernomen door de contractpartner van de gemeente Amsterdam
« Door de directeur van het re-integratiebedrijf is op 16 december 2010 direct vanuit de
politiewagen naar de inkoper van DWI gebeld om te melden dat de DWI klant veinsde
onwel te worden en tijdens het verlenen van EHBO de medewerker van het re-
integratiebedrijf met 2 handen bij de keel greep en dat de klant door de politie was
afgevoerd.
, De medewerker is na het incident zo getraumatiseerd geraakt en bang voor
Marokkaanse DWI-klanten dat ze gelijk haar ontslag heeft ingediend. Dit is gemeld
aan de manager Marktplein Oost.
e De directeur van het bedrijf schrijft 24 december 2010 een brief in overleg met de
stadsdeeladviseur van DWI en verwijderd de klant officieel van het DWI-traject bij het
re-integratiebedrijf en ontzegt haar in deze brief de toegang tot kantoor.
e Op 5januari 2011 faxt de contractpartner het Proces Verbaal (PV) van de aangifte
tegen de DWI-klant en het PV van de getuigenverklaring naar Markplein Oost
(faxbewijs aanwezig).
Bedreigingen door DWI-klant en familieleden aan adres van directeur van het
re-integratiebedrijf
29 december 2010: Recherche bezoekt het re-integratiebedrijf en deelt aan de
directeur mee dat de DWI klant en haar dochter de afgelopen dagen zo agressief zijn
geweest op het politiebureau in Noord en de Balistraat in Oost dat de recherche
wraak van de klant en haar familie naar de directeur verwacht en daarom politie-inzet
geeft op haar 2 bedrijfspanden en haar privé-adres. De politie adviseert de directeur
tevens om voorzichtig te doen en een paar dagen de stad uit te gaan.
* Vanwege de bedreigingen dat er wraak wordt genomen sluit het re-integratiebedrijf
haar panden de eerste week van januari 2011 en licht hierover eind december 2010
de klanten die een re-integratietraject voor DWI bij het bedrijf volgen hierover in.
Acties ondernomen door de Dienst Werk en Inkomen na het geweld naar haar
aanbesteder
e De Marktpleinmanager Oost is de eerste week na het geweldsincident niet bereid tot
overleg met de directeur van het re-integratiebedrijf maar gaat in overleg met allerlei
ambtenaren. Er wordt vanuit de directie en of wethouder geen enkele reactie
gegeven naar het bedrijf.
„ Eris wel contact met de klantmanager die samen met de andere collega’s een bos
bloemen stuurt naar het re-integratiebedrijf.
e De Marktpleinmanager Oost meld de directeur van het re-integratiebedrijf op 24
december 2010 dat de Dienst geen bezwaar heeft tegen het sluiten in de eerste week
van januari 2011 vanwege de bedreigingen door haar DWI-klant en meld het contract
gewoon door te betalen.
es DWI meldt de directeur van het re-integratiebedrijf op 5 januari 2011 dat de klant en
haar dochter zijn opgeroepen voor een gesprek bij DWI met de klantmanager en haar
de teammanager Oost.
Acties door Dienst Werk en Inkomen naar haar klant en haar personeel.
17 januari 2011
e De DW/-kiant en haar dochter hebben een advocaat meegenomen en DWI besluit dat
de klantmanager niet bij het gesprek mag zitten maar de klachtencoördinator van de
dienst. Deze besluit op dat moment de klacht van de klant tegen de klantmanager
van DWI naar aanleiding van de twist tussen de DWI-klant, haar dochter en de
klantmanager op 29 september 2010 af te handelen.
* De klant verteld dat in dit gesprek dat ze is gegijzeld op 16 december 2010 en de
directie van DWI besluit haar verhaal te geloven en verbiedt alle medewerkers te
communiceren met de directeur van het re-integratiebedrijf. De directeur is op dat
moment aanwezig in Marktplein Oost waar op dat moment een bijeenkomst is voor
alle aanbesteders in aanwezigheid van wethouder van Es.
24 januari 2011
e Vier bedrijfspanden in Amsterdam Oost waar re-integratietrajecten van DWI, waar
klanten van Dienst Werk en Inkomen actief zijn, worden door de directie van DWI
ontruimt van klanten vanwege de bedreigingen van de DWI- klant en haar
familieleden. Het betreft hier 2 bedrijven van de aanbesteder en 2 locaties van
kinderdagverblijven. De managers van deze panden worden niet ingelicht.
« De klanten krijgen tijdens een voorlichting in het Nederlands en Arabischop
markplein Oost van DWI te horen dat het traject te onveilig is vanwege geweld door
een DWI-klant tegen een medewerker van het re-integratiebedrijf . De directeur wordt
niet geïnformeerd over de bijeenkomst en niet uitgenodigd
e Er wordt door DWI naar de politie in Oost gebeld dat de ontruiming niets met
veiligheid te maken heeft en dat het een beleidskeuze is van de Dienst. De
stadsdeelvoorzitter van Oost en de burgemeester worden niet bij deze keuze
betrokken.
23 februari 2011
e De DWI klant doet aangifte tegen de directeur van het re-integratiebedrijf dat zij is
gegijzeld voor het tekenen van haar formulieren van haar bijstandsuitkering.
e DWI ondersteund deze aangifte van de klant doordat de teammanager Oost aan de
recherche bevestigend dat zij zich kan voorstellen dat de DWI-klant is gegijzeld.
* Op 28 februari 2011 stuurt de dienst een brief aan de klant dat zij zich
verontschuldigd voor het gedrag van haar klant en hiermee is de directeur van het re-
integratiebedrijf officiee! verdacht van gijzeling en kan 9 maanden niet werken door
het ontbreken van een VOG.
e De directeur van het re-integratiebedrijf wordt op 15 maar 2011 verhoord door de
recherche en officieel als verdacht aangemerkt na de bevestiging van DWI het
verhaal van haar klant te geloven.
Acties van het college van B&W.
« De directeur van het re-integratiebedrijf ontvangt op 18 maart 2011 een brief van het
College van Burgemeester en Wethouders met de boodschap: Er is geweld
gepleegd fegen een medewerker van het re-integratiebedrijf waarbij een klant van
DWI-betrokken was’ (geschreven door DWI op 18 maart 2011, opdracht gegeven
door het College van B&W op 16 februari 2011).
es Een dochter van een DWI-klant die een klacht heeft ingediend bij de gemeenteraad
over de wijze dat haar moeder van een traject bij het re-integratiebedrijf is verwijderd
en daardoor en betaalde baan heeft misgelopen aan ontvangt een brief van het
College van B&W op 18 maart 2011 dat de trajecten door DWI zijn gestopt bij het re-
integratiebedrijf vanwege het geweld dat is gepleegd tegen een medewerker van dat
bedrijf.
Wanorde in communicatie en acties betreffende het geweld door de Dienst
» 27 juni 2011 ter voorbereiding op een gesprek met de burgemeester meldt de Dienst
het re-integratiebedrijf: “Wij weten dat u meerdere malen bent bedreigd door deze
klant en haar familieleden. Wij kennen de klant als emotioneel zeer instabiel, bij tijden
agressief en onbetrouwbaar in haar re-integratie” (directeur DWI 27 juni 2011).
* De Dienst heeft echter geen acties ondernomen naar de klant en de klant laat in april
2012 weten een excuusbrief van de Dienst te hebben ontvangen voor het gedrag van
het re-integratiebedrijf . De Dienst weigert zelf hierover informatie te geven naar het
re-integratiebedrijf en haar advocaat, waardoor het bedrijf Rose of East al 2 maanden
dicht is wegens veiligheid.
« De Dienst heeft nooit het convenant VPT gevolgd en zelf aangifte gedaan van het
geweld en de bedreigingen tegen haar aanbesteders publieke taken.
Acties directeur Handhaving van de Dienst en wethouder stadsdeel Oost:
e De Dienst heeft al eerder aangeven per brief (dd.31 maart 2011) aan het re-
integratiebedrijf de hoor-wederhoorprocedure niet te hebben uitgevoerd in de
klachtenafhandeling.
„ De Dienst stelt dat zij alleen de schade betaald als er sprake is van nalatigheid maar
vind dat ze zelf niet nalatig is geweest.
« De Dienst heeft de ernstige fout gemaakt om de meldingen over de aangifte tegen de
DWI-klant door het re-integratiebedrijf op 16 december 2010 te negeren. Ook
wethouder van Es heeft alle verzoeken om een overleg genegeerd in de tijd van het
geweldsincident.
* Hoewel de medewerkers het re-integratiebedrijf overduidelijk slachtoffer zijn geweest
van geweld en de directeur van het re-integratiebedrijf ook sinds lange tijd wordt
bedreigd heeft de Dienst de aangifte van haar aanbesteder genegeerd en heeft
maatregel 5 en 6 van het 8 stappenplan van het convenant Veilige Publieke Taken
van het ministerie van Binnenlandse Zaken, toegepast op het slachtoffer. De
directeur van het re-integratiebedrijf is door de Dienst als dader behandeld: Alle
communicatie en dienstverlening werd gestopt, de uitvoering van het contract
opgeschort en de betalingen gestopt.
» De directeur Handhaving heeft de wethouder in Oost mevrouw Thesingh ingelicht
geen communicatie te voeren met de directeur van het re-integratiebedrijf tot nader
orde van de dienst en geen diensten van het bedrijf aan te kopen zolang de
verdenking bestond.
De directeur van het re-integratiebedrijf kwam hierdoor in enorme financiële
problemen omdat zij 3 jaar lang marktleider was in Oost op het vlak van
maatschappelijk activeren en om die reden zelf een bedrijf had opgericht zonder
subsidie waar vrouwen met een uitkering die de afgelopen jaren waren getraind per 1
maart 2011 betaald aan het werk zouden gaan. De dienst heeft deze klanten verteld
dat het bedrijf te onveilig is.
* Raadsleden in Oost die zich in wilden zetten voor deze zaak werden door mevrouw
Thesingh verzocht geen contact op te nemen met de directeur. Dit hele protocol staat
omschreven in ‘de handieiding Agressie en geweld Veilige Publieke Taken’.
Reactie burgemeester op 5 april 2012
De burgemeester heeft in zijn schrijven van 5 april 2012 aan de directeur van het re-
integratiebedrijf erkend dat de directeur volstrekt ten onrechte is aangemerkt als
verdachte bij dit geweldsincident
Gevolg
De directeur van het re-integratiebedrijf is nu zelf afhankelijk van een BBZ zelfs die
wordt nu bevroren want ze moet aantonen aan medewerker van de dienst of haar
bedrijf levensvatbaar is en of er wel geweld is gepleegd. Daarnaast is ze zelf ziek
geworden en wordt ze nog steeds lastig gevallen door de DWI- klant.
Naar waarheid opgemaakt op 9 juni 2012 te Amsterdam,
Drs. M.C.L. Huisinga
Directeur en grootaandeelhouder van M-Powerment Advies en Training BV.
Rose of East BV.
|
| Raadsadres | 10 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 950
Publicatiedatum 17 oktober 2018
Ingekomen onder AW
Ingekomen op woensdag 10 oktober 2018
Behandeld op woensdag 10 oktober 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Naoum Néhmé inzake het rapport CBRE Woningbeleid Amsterdam
(toetsing woonbeleid door externe partijen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het rapport CBRE Woningbeleid Amsterdam
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 801).
Overwegende dat:
— Met regelmaat rapporten verschijnen die kritiek leveren op de houdbaarheid,
financierbaarheid en doelmatigheid van het woningbeleid zoals door het college
voorgesteld;
— Amsterdam kampt met woningnood waarvoor een eensluidende en effectieve
aanpak noodzakelijk is;
— Toetsing van de ambities op het gebied van wonen door een deskundige externe
partij helderheid over uitgangspunten en eindbeeld van het woonbeleid kan
geven.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Het Centraal Planbureau en/of het Planbureau voor de Leefomgeving te vragen
om een oordeel over de houdbaarheid, uitvoerbaarheid, duurzaamheid en
financierbaarheid van de gemeentelijke plannen met betrekking tot woningbouw;
— Daarbij in het bijzonder aandacht te besteden aan de manier waarop de
gemeentelijke plannen daadwerkelijk een oplossing bieden voor het woningtekort
over de verschillende sectoren van de woningmarkt;
— De raad over de uitkomsten te informeren.
Het lid van de gemeenteraad
H. Naoum Néhmé
1
| Motie | 1 | train |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
Datum Invulling Oud Noord Noord Oost Noord West
24-jun|Plenair -Adviesaanvraag Strategisch Huisvesingsplan Bovenwijks Groen
-Adviesvraag stadsdelen Uitvoeringsstrategie Volkstuinenbeleid
-Adviesaanvraag nulmeting woonboten
- Adviesaanvraag wijziging HVV en DGV: Huisvestingsverordening en
Doelgroepenverordening
MP
- Adviesaanvraag Projectnota Banne Noord
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
- Adviesaanvraag principenota Molenwijk
7-okt|Plenair - Adviesaanvraag principenota Waterlandpleinbuurt
- Adviesaanvraag principenota de Kleine Wereld
21-okt - Adviesaanvraag principenota IJ-plein Vogelbuurt
- Adviesaanvraag principenota Volewijck
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
Md
ede | - Adviesaanvraag principenota Banne Zuid
Nog niet ingeplande onderwerpen:
Jaar Datum Onderwerp Trekker Bijzonderheden
nn Verloedering straatbeeld _ [Canan Uyar, Dennis
Overweg
Luchtkwaliteit Nicoline van der Torre |
n.n.b. Jn.n.b. Participatie Nicoline van der Torre, Voorgesteld in SDC 14 nov
Canan Uyar 2018
Gevaarlijke kruispunten in _[Régine Anmuth, Dennis
NoordWest Overweg
n.n.b. Jn.n.b. Bereikbaarheid Frans Rein Jurrema, Canan
TI El
Fatin Bouali
n.n.b. Jn.n.b. Meer sportmogelijkheden in fCanan Uyar, Dennis In samenwerking met
TE
Peter Willing van Noord).
|
Hamerstraatgebied Overweg
n.n.b. fn.n.b. Laaggeletterdheid nav Esther Lagendijk wil als
a
2019 SC
n.n.b. fn.n.b. Toegankelijkheid van Noord fFatin Bouali, Dennis
voor mensen met een Overweg, Paul Scheerder &
beperking/ toegankelijkheid FNiels Ras
van stoepen
n.n.b. Jn.n.b. Technische sessie over Saskia Groenewoud Toegezegd in SDC
Werkbezoeken:
Jaar DEL) Onderwerp UL Bijzonderheden
LT
Dwergvinvisstraat 69-
___
Langeveld
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 796
Datum indiening 15 juni 2018
Datum akkoord 25 september 2018
Publicatiedatum 26 september 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Poot en Van der Burg inzake
een meldpunt voor telefoonnummers van drugskoeriers.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
In Amsterdam zijn in 2016 30 mensen overleden door een overdosis drugs. 40% van
de Amsterdammers geeft aan veel of wel eens overlast te ervaren door drugshandel.
Drugshandel is een groot probleem voor de veiligheid en leefbaarheid op straat,
mede door de innige verbondenheid met grootschalige en zware criminaliteit.
In heel Nederland hebben in 2016 ongeveer 230.000 personen cocaïne gebruikt en
ongeveer 390.000 personen XTC. In Amsterdam komt gebruik van harddrugs
veelvuldig voor. Drugs worden veelal bij feesten of thuis afgeleverd, na bestelling via
tekstbericht, vaak in codetaal. Daardoor kan drugshandel blijven bijdragen aan het
fenomeen ondermijning, waarbij onder- en bovenwereld verweven raken.
De fractie van de VVD stelt voor om daarom een Amsterdams meldpunt op te richten
waar telefoonnummers van drugskoeriers kunnen worden gemeld. Daardoor kan de
politie gericht onderzoek doen naar de gebruikers van deze nummers. Bovendien
werkt de wetenschap dat het nummer bekend kan zijn bij instanties ontwrichtend voor
de drugskoeriers en verstoort daardoor de markt. Een koerier zal immers
voorzichtiger worden en vaker van nummer wisselen, waardoor drugs mogelijk
minder makkelijk beschikbaar worden. Het meldpunt kan bijvoorbeeld worden gevuld
door ex-drugsgebruikers. Bestaande meldpunten zoals meld.nl en Meld Misdaad
Anoniem zijn breder georiënteerd en richten zich niet specifiek op de situatie in
Amsterdam. Een Amsterdams meldpunt zou de zichtbaarheid van dit probleem
kunnen vergroten.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Poot en Van der Burg, beiden namens
de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat drugskoeriers ondermijning
veroorzaken in de Amsterdamse samenleving? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Ja.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 26 september 201g Schriftelijke vragen, vrijdag 15 juni 2018
2. Welke cijfers zijn er bekend ten aanzien van drugsgebruik in Amsterdam?
Graag uitgesplist naar verschillende soorten drugs, leeftijdscategorieën en
gebieden/wijken in Amsterdam.
Antwoord:
Cijfers jeugd:
leder jaar wordt onder alle tweede- (13-14 jaar) en vierdeklassers (15-16 jaar) in
het voortgezet onderwijs een vragenlijst uitgezet: Jij en je Gezondheid. Hierin
wordt een breed scala aan gezondheidsonderwerpen uitgevraagd, waaronder het
gebruik van diverse soorten verdovende middelen. Uit deze monitor blijkt dat
gemiddeld 12 % van de Amsterdamse tweede- en vierdeklassers ooit
geëxperimenteerd heeft met cannabis. Het Xtc-gebruik onder vierdeklassers is
echter nog zeer laag (1% heeft ooit geëxperimenteerd met XTC). Xtc-gebruik
neemt pas toe bij een wat een oudere groep jongeren. Uit onderzoek (Dijkshoorn
et al. 2016) blijkt dat het ooit gebruik van XTC onder scholieren van de 5 en 6e
klas Havo en VWO (16-18 jarigen) 15% is. Het middelengebruik verschilt in deze
leeftijdscategorie nauwelijks tussen jongens en meisjes of naar leeftijd. Wel
gebruiken leerlingen van Nederlandse en overig westerse herkomst aanzienlijk
vaker alcohol en/of drugs dan leerlingen van niet-westerse herkomst.
Percentage VO-leerlingen (2e en 4e klassers) dat cannabis heeft
gebruikt per stadsdeel
2016-2017 % ooit % maandelijks % wekelijks
Centrum 20% 1% 3%
West 13% 5% 3%
Nieuw-West 6% 2% 1%
Zuid 21% 8% 4%
Oost 15% 5% 3%
Noord 8% 2% 1%
Zuidoost 6% 1% 1%
Amsterdam 12% 4% 2%
Cijfers volwassenen:
ledere vier jaar wordt de Amsterdamse gezondheidsmonitor uitgevoerd. Dit is een
representatieve steekproef van alle volwassen Amsterdammers tussen de 19-
64 jaar. De meest recente data zijn van 2016. In de vragenlijst wordt onder
andere gevraagd naar het (recente) gebruik van cannabis en harddrugs. Gebruik
van harddrugs kan zowel gaan over gebruik van XTC, cocaïne, amfetamine,
heroïne, LSD als GHB.
Uit de Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2016 blijkt dat het aandeel 19- t/m
64-jarige Amsterdammers dat in het laatste jaar harddrugs heeft gebruikt stijgt,
van 10% in 2012 naar 17% in 2016. Ook blijkt dat het harddrugsgebruik in de
laatste maand is verdubbeld: van 4% in 2012 naar 8% in 2016. De meest
gebruikte harddrugs zijn XTC, cocaïne en amfetamine. Minder dan 2% van de
inwoners heeft in de afgelopen maand andere harddrugs gebruikt, zoals heroïne,
GHB en LSD. Het harddrugsgebruik ligt hoger onder mannen, 19- t/m 34-jarigen
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 26 september 201g Schriftelijke vragen, vrijdag 15 juni 2018
en inwoners uit Centrum en West. Harddrugsgebruik komt vaker voor bij
hoogopgeleiden, inwoners met betaald werk en inwoners van Nederlandse
herkomst.
Percentage inwoners van 19 t/m 64 jaar dat cannabis heeft gebruikt naar stadsdeel
2016 % ooit afgelopen 12 % afgelopen
aanden 4 weken
Percentage inwoners van 19 t/m 64 jaar dat harddrugs (amfetamine, XTC, LSD,
cocaine, heroïne, GHB of ketamine) heeft gebruikt naar stadsdeel:
2016 % ooit afgelopen 12 % afgelopen
aanden 4 weken
Bij de beantwoording van deze vraag is gebruik gemaakt van cijfermateriaal van
de GGD. (Het Bonger Instituut doet in samenwerking met Jellinek Preventie ook
jaarlijks onderzoek naar trends in gebruik van alcohol, tabak en drugs bij jonge
Amsterdammers (Antenneonderzoek), waarbij geen onderscheid gemaakt wordt
naar stadsdeel. Zie http://arils.uva.nl/nl/content/onderzoeksgroepen/bonger-
instituut-voor-criminologie/publicaties/publicaties-201 8/publicaties-2018.html)
3. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat gebruik van harddrugs
geen normaal onderdeel mag zijn van de Amsterdamse samenleving? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord:
Ja, gebruik van harddrugs zou geen normaal onderdeel van de Amsterdamse
samenleving moeten zijn. Het Amsterdamse beleid is daar ook op gericht.
Dat blijkt niet alleen uit het Amsterdamse sluitingenbeleid maar bijvoorbeeld ook
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing Jos Gemeenteblad
Datum 26 september 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 15 juni 2018
uit het ‘Beleidskader dance events — over drugs, gezondheid en veiligheid’ en
de bijbehorende ‘Nadere regels voor dance events in de horeca’. Daarbij wordt
uitgegaan van het principe dat drugs niet thuishoren op dance events.
4. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat drugskoeriers, de laatste
schakel in de keten van drugsproducent naar klant, hard aangepakt moeten
worden ten einde drugsproblematiek bij Amsterdammers te voorkomen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord:
Ja, drugskoeriers maken deel uit van de drugsproblematiek en vormen een
belangrijke schakel in de drugshandel tussen de vraag en het aanbod. De aanpak
van drugskoeriers maakt onderdeel uit van een bredere aanpak op het gebied
van drugs.
5. Welke prioriteit heeft aanpak en vervolging van drugskoeriers bij de politie en het
Openbaar Ministerie?
Antwoord:
Met het opnemen van een programma drugs in het coalitieakkoord hebben we het
belang van drugsaanpak benadrukt. Een offensief tegen de ondermijnende
effecten van drugshandel maakt daar nadrukkelijk onderdeel van uit en daarmee
ook de aanpak van drugskoeriers, waarover met politie en OM afspraken
gemaakt worden. Vanzelfsprekend zetten we vanuit de gemeente ook in op de
preventieve kant.
6. Welke feiten zijn er bekend rondom drugskoeriers in Amsterdam? Hoeveel zijn er
actief? Hoe vaak is er de afgelopen jaren vervolging ingesteld tegen
drugskoeriers in Amsterdam?
Antwoord:
Het is nu niet exact bekend hoeveel drugskoeriers in Amsterdam actief zijn.
Navraag bij de politie en OM leert dat ook zij geen cijfers bijhouden die specifiek
gelden voor drugskoeriers.
7. Is het college bekend met de codetaal die vaak wordt gehanteerd voor het
bestellen van drugs bij drugskoeriers?
Antwoord:
Het is een feit van algemene bekendheid dat in de drugswereld gewerkt wordt
met codetaal, ook bij het bestellen van drugs bij drugskoeriers. Codetaal is ook
bekend bij de opsporingsinstanties en bij het OM. De informatie die daarover
bekend is kan niet verder worden gedeeld.
8. Worden drugskoeriers opgespoord op basis van het telefoonnummer dat bekend
is bij klanten? Worden met bekende telefoonnummers undercoveroperaties
opgezet door de politie?
Antwoord:
Navraag bij politie en OM leert dat in elk opsporingsonderzoek
opsporingsmiddelen worden gebruikt die proportioneel zijn en voldoen aan
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing Jos Gemeenteblad
ummer - =: ne ,
Datum 26 september 201g Schriftelijke vragen, vrijdag 15 juni 2018
de eisen van de subsidiariteit. De in deze vraag genoemde opsporingsmiddelen
worden niet uitgesloten.
9. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat een meldpunt van
telefoonnummers van drugskoeriers kan helpen bij opsporing en vervolging van
koeriers? Op welke manier kan uitlokking bij undercoveracties worden
voorkomen? Kan het college aan de raad een voorstel voor dit meldpunt
voorleggen?
10. Op welke manier vervullen bestaande meldpunten zoals meld.nl en Meld Misdaad
Anoniem op dit moment een rol in het melden van handel in drugs?
Antwoorden vragen 9 en 10:
Bij Meld Misdaad Anoniem (M.) kan anoniem informatie worden verstrekt over
criminaliteit en misdaad. Het OM en de politic zijn geen voorstander van een
versplintering van meldpunten. Ook het college acht het gezien het voorgaande
niet raadzaam een nieuw apart meldpunt voor telefoonnummers van koeriers in te
stellen. Dit neemt dit weg dat koeriers wel gezien worden als faciliterende schakel
in de keten van de drugshandel en als zodanig worden meegenomen in de
aanpak van drugscriminaliteit en de ondermijnende effecten daarvan.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | train |
Bezoekadres Gemeente Amsterdam
Oranje-Vrijstaatplein 2 St al d O t
aasdee OS
Postbus 94801 6 neben Realisatie & Beheer (SRB)
1090 GV Amsterdam Team Ondersteuning
Telefoon 020 25 35444
Fax 020 25 35900 > <
ú 5) Retouradres postbus 94801 1090 GV Amsterdam
VERZ > De Meer Tennis
ONDEN t.a.v. de heer H. van der Maas
=d Von Guerickestraat 82
s JULI 2012 |
1097 RC Amsterdam
Datum 4 juli 2012
Ons kenmerk 323276
Behandeld door Alma Thoen/Hugo Hilgers
Doorkiesnummer 020 2535 336
E-mail [email protected]
Onderwerp Beantwoording raadsadres renovatie tennispark De Meer
Geachte heer Van der Maas, |
Op 27 april heeft u namens De Meer Tennis (DMT) een brief gestuurd aan de
stadsdeelraad waarin u uw teleurstelling en zorg uitspreekt over het verloop van het
proces van de renovatie van de tennisbanen op sportpark Drieburg. Hierbij het
antwoord daarop.
Over de kern van de zaak is geen discussie. De 7 tennisbanen die DMT bespeelt en
van het stadsdeel huurt zijn afgeschreven en dringend toe aan groot onderhoud. Voor
de bekostiging daarvan heeft de stadsdeelraad een kredietbesluit genomen.
DMT en het stadsdeel hebben in 2010 in goed onderling overleg besloten de uitvoering
aan te houden en gezamenlijk de volgende kansen nader te verkennen:
e uitbreiding van het complex met 1 of 2 banen;
e _ omvorming naar all-weather banen die een jaar rond bespeeld kunnen
worden;
e _verzelfstandiging.
In uw brief stelt u dat er bijna twee jaar na dit besluit onvoldoende vorderingen zijn
gemaakt en er nog geen zicht is op een concreet resultaat. Het stadsdeel deelt deze
constatering en betreurt dit. Gelijktijdig zijn wij wel van mening dat er de afgelopen
anderhalf jaar goede stappen zijn gezet in de richting van een oplossing en deze ons
inziens nu binnen handbereik ligt.
Medio 2011 heeft het stadsdeel een exploitatieraming opgesteld. Deze is gebaseerd op
de begroting en jaarrekening van DMT, algemeen geldende kengetallen en ervaringen
die het stadsdeel heeft met de exploitatie van de overige tenniscomplexen. Op basis
van dit rekenmodel kan DMT eenvoudig inzichtelijk maken wat de consequenties zijn
van een bepaalde investering.
Ook zijn er meerdere ontwerpen voor een herinrichting/renovatie gemaakt. Acht
modellen zijn doorgerekend. Zowel de exploitatieraming en herinrichtingvarianten zijn
opgesteld door externe deskundigen.
Het stadsdeel heeft met de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) gesprekken
gevoerd over de mogelijkheid om voor de renovatie middelen aan te wenden uit de
Pagina 2 van 3
zogenaamde. gemeentelijke 1/3 regeling. Zoals u weet heeft DMO aangegeven dat een
deel van de investering in all-weather banen subsidiabel is als de vereniging de
renovatie zelf uitvoert.
De ambtelijke brief van 16 april die u als bijlage bij uw raadsadres meestuurt is
geschreven met het doel dichter bij een keuze voor een bepaald scenario te komen. Op
25 april is de brief door het hoofd van de afdeling Accommodaties en een
beleidsadviseur in een persoonlijk gesprek bij de vereniging aan u toegelicht. Het
voorbehoud dat gemaakt wordt heeft te maken met het mandaat van de ambtelijke
organisatie. Besluiten over de besteding van een door de raad vastgesteld krediet zijn
een bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur.
U geeft aan dat er op dit moment nog steeds teveel onduidelijk is om een keuze te
kunnen maken voor een scenario dat verder uitgewerkt kan worden. Om deze impasse
te doorbreken leggen wij DMT de volgende opties voor:
Optie 1
Het stadsdeel renoveert de bestaande 7 gravel banen. De verhuurconstructie
wordt ongewijzigd voortgezet. De haalbaarheid van uitbreiding met 1 extra
gravelbaan wordt in een parallelproces onderzocht.
Deze variant komt er op neer dat het stadsdeel het bestaande complex renoveert
(banen, hekken, bestrating). DMT blijft huurder. Het stadsdeel voert, net als nu, al het
onderhoud uit en is verantwoordelijk voor vervangingen. Als DMT langer wil huren dan
de 7 maanden waarop de huidige overeenkomst gebaseerd is, gaat de huurprijs naar
rato omhoog. De uitvoeringskosten van deze variant zijn geraamd op € 362.310,- en
passen binnen het beschikbare krediet. De haalbaarheid van de aanleg van 1 extra |
baan wordt in een apart proces onderzocht en - als het mogelijk blijkt - uitgevoerd. Dit
om te voorkomen dat de renovatie vertraging oploopt als gevolg van besluitvorming
over de uitbreiding.
Optie 2
Het stadsdeel bouwt het bestaande park om naar 7 gravel-plus all-weather banen
en legt een exfra baan aan. DMT heeft voor deze variant de voorkeur
uitgesproken. Gravel-plus banen zijn een jaar rond bespeelbaar. Het huurtarief
wordt verhoogd naar € 10.000,- per jaar. Het stadsdeel blijft verantwoordelijk voor
groot onderhoud en vervangingen. De vereniging wordt verantwoordelijk voor het
dagelijks onderhoud.
Dit model is identiek aan de situatie op het tennispark IJburg. Het huurtarief is
afgestemd met DMO en vormt een afgeleide van de huur voor tennisbanen zoals die is
opgenomen in het gemeentelijk tarievenbesluit. De stichtingskosten van deze optie zijn
geraamd op € 556.387 ,- en passen binnen het beschikbaar gestelde krediet.
Optie 3
DMT gaat het terrein huren met recht van opstal. De kosten daarvan bedragen
€ 4,879,-* Bij uitbreiding naar 8 banen € 5.261,-* De club wordt integraal
verantwoordelijk voor de renovatie, het volledige onderhoud en
vervangingsinvesteringen. De kosten daarvan komen ten laste van DMT.
Bij dit scenario bepaalt DMT zelf het ambitieniveau van de renovatie en planning
daarvan. Om de bedrijfszekerheid en veiligheid te waarborgen stelt het stadsdeel
voorwaarden aan een minimumvariant. Deze zullen in lijn liggen met de uitvoering van
optie 1. Deze optie is in de ogen van het stadsdeel de meest gunstige variant voor
DMT, omdat in de praktijk blijkt dat een vereniging aanzienlijk goedkoper tennisbanen
kan aanleggen en exploiteren dan een gemeentelijke organisatie. Daarnaast is bij de
keuze voor all-weather banen een substantieel deel van de investering subsidiabel. De
kapitaalslasten van de investering, inclusief onderhoud en grondhuurkosten, komen
daardoor lager te liggen dan bij de huurvariant. In het u beschikbaar gestelde
rekenmodel kun u zien hoe groot dit verschil is.
Bij elk van deze scenario’s krijgt de invalidentoegankelijkheid bijzondere
aandacht.
2
Pagina 3 van 3
* Om de grondhuur exact te kunnen bepalen moet het terrein en bebouwd oppervlak
exact ingemeten worden, dit kan leiden tot een afwijking van 10% van de genoemde
huursom.
** De grondhuur is gebaseerd op grondhuurregels die op 10 april 2012 door het
Dagelijks Bestuur zijn vastgesteld onder voorbehoud van positieve bespreking in de
commissie Sociaal van 23 mei 2012.
Algemene uitgangspunten
Bij de ontwikkeling van het sociaal domein gaat het stadsdeel uit van de eigen kracht en
het zelforganiserend vermogen van de maatschappij. Binnen dit uitgangspunt zijn er
mogelijkheden om, daar waar mogelijk, sportverenigingen zelf vorm te laten geven aan
de ontwikkeling en exploitatie van de accommodaties die gebruikt worden. Daarbij
wordt wel een aantal algemene uitgangspunten gehanteerd. Deze moeten borgen dat
het tennispark voor een breed publiek toegankelijk blijft. De belangrijkste algemene
uitgangspunten zijn:
e Bij een huurrelatie is het gemeentelijk huurtarief, zoals overeen gekomen in het
gemeentelijk bestuursakkoord voor de Sport, of een afgeleide daarvan,
uitgangspunt;
e Bij de calculatie van een mogelijk onrendabel deel in de exploitatie is de
gemiddelde contributie van sportverenigingen in stadsdeel Oost uitgangspunt
en wordt gerekend met 110 (gewogen) leden per tennisbaan;
e Bij verzelfstandiging stelt stadsdeel Oost eisen aan een minimale
bezettingsgraad. Dit om te voorkomen dat er leegstand ontstaat;
e De vereniging dient de uitgangspunten van het gemeentelijk/stadsdeel
sportbeleid te onderschijven en daarnaar te handelen.
Planning
Uitvoering van de opties 1 en 2 wordt verzorgd door het ingenieursbureau van het
stadsdeel. Na een bestuurlijk besluit wordt een team ingericht dat de werkzaamheden
gaat voorbereiden en uitvoeren. De tijd tussen het besluit en de start van de
werkvoorbereiding is afhankelijk van beschikbare ambtelijke capaciteit. Gezien de
noodzaak voor de uitvoering van groot onderhoud gaat het stadsdeel een uiterste
inspanning leveren om zo snel als mogelijk aan de slag te gaan. Complicerende factor
daarbij is dat de werkzaamheden tijdens de wintermaanden moeten worden uitgevoerd
en een strenge winter of hevige neerslag tot vertraging kan leiden. Het opstellen van
een planning zal in nauw overleg met DMT plaatsvinden.
De planning voor uitvoering van optie 3 is afhankelijk van de ambities van DMT. De club
wordt bij deze variant daarvoor zelf verantwoordelijk. Het stadsdeel kan ondersteuning
bieden bij de voorbereidingen en het uitvoeringsproces.
Het Dagelijks Bestuur vertrouwt erop met deze brief de kaders waarbinnen een
renovatie en/of verzelfstandiging verder uitgewerkt kan worden voldoende duidelijk te
hebben gemaakt en hoopt op een constructieve samenwerking bij de verdere
uitwerking.
’ Hoogachtend,
namens het Dagelijks Bestuur,
PLAS
MA
_ Fatima Elafik
Stadsdeelvoorzitter
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Oost
3
| Raadsadres | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda,
woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 11 juni 2014 13.00 uur en 19.30 uur,
en zo nodig,
donderdag 12 juni 2014 13.00 uur en 19.30 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Notulen van de raadsvergadering op 21 mei 2014.
N.B. De notulen volgen per supplementagenda.
3 Vaststelling van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 Afscheid van voormalig wethouder C.G. Gehrels.
6 Mondelingevragenuur.
Financiën
7 Voordracht van de Rekeningencommissie van de gemeente Amsterdam van
26 mei 2014 tot kennisnemen van het verslag van de Rekeningencommissie over
de jaarrekening 2013. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 400)
8 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 juni 2014 tot
instemmen met de reactie van het college van burgemeester en wethouders op
het verslag van de Rekeningencommissie over de jaarrekening 20153.
N.B. De stukken volgen per supplementagenda.
9 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 13 mei 2014 tot
instemmen met de reactie van het college van burgemeester en wethouders op
het verslag inzake de controle van de jaarrekening over 2013 van Auditdienst
ACAM, vaststellen van de jaarrekening van de gemeente Amsterdam over 2013,
vaststellen van de jaarrekeningen over 2013 van de stadsdelen.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 396)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
10 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2014 tot
beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet voor de verhuizing van Dienst
Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (DIVV). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 397)
Openbare Orde en Veiligheid
11 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 22 april 2014
tot kennisnemen van de ontwerprekening 2013 van de Veiligheidsregio
Amsterdam-Amstelland en van de daarin genomen besluiten.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 384)
12 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 22 april 2014
tot positief adviseren ten aanzien van de begroting 2015 van de Veiligheidsregio
Amsterdam-Amstelland en instemmen met in de gemeentelijke begroting
opnemen van € 14.444.000 ten behoeve van uitvoering van Amsterdamse
maatwerktaken in relatie tot brandweerzorg. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 383)
Raadsaangelegenheden
13 Voordracht van het voorlopig presidium van de gemeenteraad van 21 mei 2014
tot vaststellen van de financiële bijdragen voor de fractieondersteuning over
2013. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 399)
14 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad van 27 januari 2014 tot
vaststellen van de jaarrekening 2013 van de raadsgriffie van de gemeenteraad
van Amsterdam. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 398)
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014
Ingekomen stukken
1 Brief van burgemeester mr. E.E. van der Laan, namens het college van
burgemeester en wethouders, van 21 mei 2014 inzake het onderzoek naar
de behandeling van teruggekeerde Joodse burgers na WOII door de gemeente
Amsterdam en het onderzoek naar niet-opgevraagde tegoeden op de
Gemeentegiro.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en
Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie ter bespreking.
2 Brief van mevrouw C.G. Gehrels, wethouder Financiën, van 15 mei 2014 inzake
achtergrondinformatie over de foutieve uitbetaling van de Woonkostenbijdrage op
12 december 2013 naar aanleiding van de door haar gedane toezegging in de
vergadering van de Tijdelijke Algemene Raadscommissie op 23 april 2014.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Jeugdzaken, ICT, Educatie en
Financiën ter kennisneming.
3 Raadsadres van omwonenden uit de buurt Achtergracht/Frederiksplein van
21 mei 2014 inzake het uitbreidingsplan van het schoolplein van de ASVO-
school.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen
en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen,
Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid.
4 _Raadsadres van het Woonbootmuseum van 21 mei 2014 inzake de verhoging
van de precariobelasting 2014 voor het Woonbootmuseum.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken,
Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en
Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer.
5 Raadsadres van aantal bewoners van de Korte Koningsstraat van 19 mei 2014
inzake de herprofilering van de Korte Koningsstraat.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur (inclusief Noord/Zuidlijn en Luchtkwaliteit).
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014
6 Raadsadres van P1 Parking Amsterdam centre BV van 23 mei 2014 inzake
het vrijgegeven concept van het Voorlopig Ontwerp Muntplein.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen om desgewenst te betrekken bij de voorstellen ter zake.
7 Brief van de heer mr. E.E. van der Laan, burgemeester van Amsterdam, van
23 mei 2014 inzake de uitzending van het programma ‘Scam City: Amsterdam’
op National Geographic Channel op 2 januari 2014.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en
Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie ter kennisneming.
8 Brief van burgemeester mr. E.E. van der Laan, mede namens de heer F. Ossel,
wethouder Jeugdzaken Amsterdam, de heer D. Bijl, portefeuillehouder Jeugdzorg
Stadsregio Amsterdam en de Amsterdamse driehoek, gericht aan de heer
F. Teeven, staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, van 21 mei 2014 inzake
de sluiting van jeugdinrichting Amsterbaken.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en
Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie ter kennisneming.
9 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Dierenwelzijn, van 7 mei 2014
inzake het gebruik van babytijgers tijdens het openingsfeest van Paymentwall
op 11 februari 2014 naar aanleiding van de in de vergadering van de
raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven
en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven,
Dierenwelzijn en Waterbeheer op 6 maart 2014 door het duoraadslid de heer
Van Raan gestelde vragen.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering
en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie,
Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer ter kennisneming.
10 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Grondzaken en Ruimtelijke
Ordening, van 21 mei 2014 inzake het niet halen van de afhandelingstermijn van
twee initiatiefvoorstellen van het voormalig raadslid de heer Mulder, getiteld:
‘IJburg op de kaart’ en ‘De sleutel tot gemeentelijk vastgoed aan initiatieven van
Amsterdammers. Een alernatieve vastgoedstrategie’.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en
Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven
en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid ter kennisneming.
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014
11 Brief van mevrouw C.G. Gehrels, wethouder Bedrijven en Deelnemingen,
van 20 mei 2014 inzake de gedane toezeggingen over Clean Capital en
Stoomnet naar aanleiding van de behandeling van de verzelfstandiging van
het Afval Energie Bedrijf op 18 december 2013.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering
en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie,
Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer ter kennisneming.
12 Brief van mevrouw C.G. Gehrels, wethouder Deelnemingen, van 21 mei 2014
inzake de benoeming van een lid in de Raad van Commissarissen van het Afval
Energie Bedrijf.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
13 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Zorg en Welzijn, van 20 mei 2014
inzake de contractering van onderaanbieders naar aanleiding van de behandeling
van de raadsbrief ‘Inkoop Wmo voor 2015 e.v. in de vergadering van de Tijdelijke
Algemene Raadscommissie op 7 mei 2014.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie,
Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media ter kennisneming.
14 Open brief van de Centrale Ondernemingsraad (COR) Amsterdam en
het Amsterdams Groepsbestuur (AGB) Abvakabo FNV van 22 mei 2014 inzake
nieuwe besparingen op het ambtelijk apparaat.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de fractievoorzitters om
desgewenst te betrekken bij de collegeonderhandelingen.
15 Ledenbrief VNG van 21 mei 2014 inzake de Algemene Ledenvergadering van
de VNG op 18 juni 2014.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
16 Brief van het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein van
19 mei 2014 inzake de door de gemeenteraad van IJsselstein aangenomen motie
over de afkeuring van winning van schaliegas en steenkoolgas.
Voorgesteld wordt, de afhandeling van deze motie over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
17 Ledenbrief VNG van 22 mei 2014 inzake vorderingen op het gebied van
informatieveiligheid binnen het gemeentelijk domein.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
5
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014
18 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Onderwijs, van 23 mei 2014 inzake
de Ondersteuningsplannen van de Amsterdamse Samenwerkingsverbanden
Passend Onderwijs naar aanleiding van de in de raadsvergadering van 21 mei
2014 gedane toezegging.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de de raadscommissie voor Jeugdzaken, ICT, Educatie en
Financiën ter kennisneming.
19 Brief van mevrouw C.G. Gehrels, wethouder Deelnemingen, van 22 mei 2014
inzake de staking van de schoonmakers.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering
en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie,
Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer ter kennisneming.
20 Brief van mevrouw C.G. Gehrels, wethouder Kunst en Cultuur, van 20 mei 2014
inzake de voortgangsrapportage met betrekking tot het project ‘Behoud en herstel
van de Waag’ over de periode van 1 januari 2014 tot 1 april 2014.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie,
Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media ter kennisneming.
21 Brief van de verkenners de heren Van Boxtel en Vliegenthart van 27 mei 2014
inzake het advies over de coalitievorming in Amsterdam.
Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van
het Programakkoord 2014-2018.
22 Brief van mevrouw C.G. Gehrels van 27 mei 2014 inzake haar ontslag per 1 juni
2014 als wethouder en de overdracht van haar portefeuilles.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 5,
het afscheid van voormalig wethouder mevrouw C.G. Gehrels.
23 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2014 inzake
de portefeuilleverdeling in verband met het vertrek van wethouder Gehrels.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
24 Raadsadres van een burger van 24 mei 2014 inzake het optreden tegen overlast
van boten in de binnenstad door harde muziek.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken,
Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en
Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer.
6
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014
25 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Financiën, van 27 mei 2014
inzake de bijstelling van de Nota Begrotingsruimte 2015-2018.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de fractievoorzitters om
desgewenst te betrekken bij de collegeonderhandelingen.
26 Brief van mevrouw A.Ch. van Es van 28 mei 2014 inzake het beëindigen van
haar raadslidmaatschap per 10 juni 2014.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
7
| Agenda | 7 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2019
Afdeling 2
Vergaderdatum 14 maart 2019
Publicatiedatum 29 maart 2019
OPENBARE VERGADERING OP DONDERDAG 14 MAART 2019
Aanwezig: de leden mevrouw Bakker (PvdD), de heer Bakker (SP), de heer
Biemond (PvdA), mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), de heer
Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), de heer Boutkan (PvdA), de heer Geder (CU),
de heer Van Dantzig (D66), de heer El Abd (GroenLinks), de heer Ernsting (GroenLinks),
de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert (GroenLinks), mevrouw De Grave-Verkerk
(VVD), de heer Groen (Groenlinks), mevrouw Grooten (Groenlinks), de heer
Hammelburg (D66), mevrouw De Heer (PvdA), mevrouw De Jong (GroenLinks), de heer
Karaman (Groenlinks), mevrouw Kat (D66), mevrouw Kilig (DENK), de heer Kreuger
(Forum van Democratie), mevrouw El Ksaihi (D66), mevrouw Martens (VVD), mevrouw
Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw Nanninga
(Forum voor Democratie), mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Poot (VVD),
mevrouw Rooderkerk (D66), mevrouw Roosma (GroenLinks), mevrouw La Rose (PvdA),
de heer Van Schijndel (Forum voor Democratie), mevrouw Simons (BIJ1), de heer
Taimounti (DENK), mevrouw Temmink (SP), mevrouw Timman (D66), de heer Torn
(VVD), de heer Vroege (D66) en de heer Yilmaz (DENK)
Afwezig: de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), mevrouw Van Soest
(PvdO)
Aanwezig: de wethouders mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire
Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Energietransitie en stadsdeel Oost), de
heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief
Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale Zaken, Vluchtelingen en
Ongedocumenteerden), de heer Ivens (Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte en Groen,
Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn, Reiniging en stadsdeel Noord), mevrouw Kukenheim
(Zorg, Jeugd(zorg), Mbo-agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt,
Preventie Jeugderiminaliteit, Sport en Recreatie, Ouderen en stadsdeel West), mevrouw
Meliani (Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad,
Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Gemeentelijk Vastgoed en stadsdeel Nieuw-
West) en mevrouw Moorman (Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en
Inburgering, Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en
Schuldhulpverlening en stadsdeel Zuidoost)
Afwezig: de burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid,
Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale
Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken,
Communicatie), de wethouders mevrouw Dijksma (Water, Verkeer, Vervoer en
Luchtkwaliteit en stadsdeel Zuid) en de heer Kock (Financiën, Economische Zaken,
Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en Marineterrein en stadsdeel Centrum)
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
Middagzitting op donderdag 14 maart 2019
Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn
Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe
Verslaglegging: mevrouw Van de Belt
De VOORZITTER opent de vergadering om 13.03 uur.
VOORZITTER: Ik heropen de gemeenteraad van Amsterdam en ik heet u allen
welkom. We vervolgen de vergadering met agendapunt 21.
21
Vaststellen van de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 248)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Wij willen de wethouder complimenteren met de
mooie brief die zij heeft geschreven waarin ze het beleid voor de komende jaren uiteenzet
op het gebied van onderwijs. De Partij voor de Dieren kan veel hiervan steunen. Er wordt
werk gemaakt van het lerarentekort; dat wordt aangepakt en daarover gaan we in de
komende commissies ook nog spreken. Dus wij zien hier veel goede punten in. De coalitie
wil ook inzetten op educatie, natuur en sport en dat juichen wij van harte toe. Wij missen
echter wel bepaalde punten in de Onderwijsvisie en dat heeft te maken met het
klimaatprobleem dat er speelt. We zien dat steeds meer millennials betrokken zijn met de
klimaatproblemen en bijvoorbeeld meer plantaardig gaan eten. De jeugd gaat
klimaatspijbelen en is betrokken bij die problemen. Het is gewoon duidelijk dat we een
meer plantaardige eiwittransitie moeten maken en dat plantaardig eten de norm moet
worden. Het lijkt me goed als we ook in het onderwijsbeleid in Amsterdam een duurzame
visie weergeven. De Partij voor de Dieren vindt dat plantaardig de norm moet gaan
worden en we hebben in de commissie uitgebreid gesproken over deze Onderwijsvisie die
over alle aspecten van het onderwijs gaat. Het is duidelijk geworden dat dit echt een
kader is. De stukken voor het Onderwijsbeleid volgen nog en daar zullen wij natuurlijk ook
goed naar gaan kijken. Wat we in dit college missen, is de groene ambitie op meerdere
niveaus. Ik zou graag willen pogen dit college aan te moedigen om ook in het onderwijs
steviger in te zetten op duurzaamheid en daarom dien ik enkele voorstellen in. Daarbij wil
ik benoemen dat de omschakeling naar een plantaardig dieet in 2050 tot 8 miljoen
sterfgevallen kan voorkomen, dus het is ook enorm gezond. Daarom dien ik een
amendement in om toe te voegen dat het aanbod in schoolkantines gezond en
voornamelijk plantaardig wordt. Daarnaast dien ik een motie in om mogelijkheden te
onderzoeken voor een regeling waarbij scholen kunnen worden geholpen met het
verbeteren van kantines met een gezond, duurzaam en diervriendelijk aanbod. Tot slot
dien ik een motie in voor schooltuinen omdat dit enorm belangrijk is voor de jeugd in
Amsterdam.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties en amendement zijn
ingekomen:
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
81° Motie van de leden Bloemberg-lssa en Geder inzake de beleidsbrief
Onderwijsvisie 2019-2025 (Extra schooltuinen in de buurt van scholen) (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 296)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- mogelijkheden te onderzoeken om extra schooltuinen dicht bij scholen te
realiseren om zo belemmeringen voor schooltuinwerk weg te nemen;
- deze extra schooltuinen niet ten koste laten gaan van bestaande natuur;
- hier bij de voortgang van natuur- en milieueducatie over terug te koppelen
aan de raad.
82° Motie van de leden Bloemberg-lssa en Geder inzake de beleidsbrief
Onderwijsvisie 2019-2025 (Gezonde schoolkantines) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
297)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- mogelijkheden te onderzoeken voor een regeling die als doel heeft scholen te
ondersteunen bij de realisatie van gezonde kantines met duurzame,
diervriendelijke en gezonde voeding;
- hierover voor de Voorjaarsnota 2019 te rapporteren aan de gemeenteraad.
83° Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de beleidsbrief
Onderwijsvisie 2019-2025 (Gezond aanbod in scholen) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
300)
Besluit:
-__in de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gemeenteblad afd. 1 nr. 248) op
pagina 6, onder de kop ‘Amsterdams aanbod’, onder a: verrijking van het
curriculum, na de zin ‘Ook is er veel aandacht voor gezond beleid, van
voorschool tot middelbare school’
toe te voegen:
-__ ‘Het aanbod in schoolkantines wordt gezond en voornamelijk plantaardig.”
De moties en het amendement maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Rooderkerk.
Mevrouw ROODERKERK: Om te beginnen wil ik de wethouder danken voor de
Onderwijsvisie. Wij onderschrijven als D66 dat gelijke kansen voorop moeten staan zodat
leerlingen met gelijke dromen ook gelijke kansen krijgen. We wensen de wethouder
succes toe. Het is een ambitieuze visie die veel vraagt, maar wij zien vol verwachting uit
naar wat nog volgt aan uitwerking. Namens D66 ben ik ook blij dat mijn motie voor een
aanpak op burgerschapsonderwijs wordt uitgewerkt en dat daarop binnenkort een brief
volgt. Dank daarvoor. Wat we zelf nog missen in de Onderwijsvisie is aandacht voor
digitale geletterdheid. Digitale geletterdheid op scholen is van belang voor de
kansengelijkheid en dat past volgens ons hier heel goed bij om dit in de visie op te
nemen. De monitor Jeugd en media 2017 constateert grote verschillen in digitale
geletterdheid tussen de onderwijsniveaus. De praktische richtingen op vmbo-scholen
scoren hier laag op terwijl het wel erg belangrijk is voor kinderen waar het gaat om zowel
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
school als werk. We weten dat Amsterdam hieraan werkt met het masterplan Techniek en
het actieplan Wetenschap en Techniek uit de vorige periode, maar wij zouden graag
willen weten wat de huidige stand van zaken is zodat we goed zicht hebben op hoe het nu
gaat met de digitale geletterdheid. Daarom dienen wij hierover schriftelijke vragen in en
hebben we ook een amendement om dit mooi in de Onderwijsvisie te kunnen opnemen.
De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen:
84° Amendement van het lid Rooderkerk inzake de Onderwijsvisie
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 301)
Besluit:
- de tekst Vooruitlopend op de inbedding van Wetenschap en Technologie in
het curriculum vanaf 2020, ondersteunen we Amsterdamse scholen om dit nu
al aan te bieden
aan te vullen met:
- ‘Daarnaast maken we samen met scholen een aanpak voor digitale
geletterdheid omdat dit van belang is voor de kansengelijkheid van kinderen.’
Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Marttin.
Mevrouw MARTTIN: Allereerst even een puntje voor mevrouw Bloemberg-lssa.
De gezonde schoolkantine is natuurlijk heel belangrijk. Gezonde voeding, gezond
bewegen maakt dat kinderen beter kunnen leren en misschien is het een mooi idee om
dan ook te denken aan insecten als eiwitbron, want dat is de meest efficiënte eiwitbron die
er is, de minst vervuilende en het lijkt me best wel interessant om dat in de schoolkantines
tegen te komen. Dit staat natuurlijk niet in die Onderwijsvisie en ik zal meteen even
verklappen dat wij het een heel goede visie vinden, dat wij voor zullen stemmen en dat wij
geen amendement of moties hebben. Maar ik heb wel een paar puntjes ter overweging.
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik hoor mevrouw Marttin het hebben over
het aanbieden van insecten, maar ik was in mijn bijdrage toch heel
duidelijk dat ik het had over een plantaardige voedingstransitie. Is
mevrouw Marttin bekend met hoeveel voordelen een plantaardig dieet
heeft voor het klimaat?)
Wij zijn ervan op de hoogte dat een plantaardig dieet heel goed is voor
het milieu, maar met het klimaat heeft het wat mij betreft niet zo heel veel
te maken.
Even terug naar de Onderwijsvisie. Ik zou u twee punten meegeven waarvan er
een u al bekend is. Die is namelijk ook in het debat over de FLOA aan bod gekomen. Wij
denken in kansen voor kinderen en wij zijn er niet per se van overtuigd dat een beperking
van de vrijwillige ouderbijdrage daar echt effect heeft. We hebben toen besloten af te
wachten wat het effect zou zijn en te kijken wie er gelijk krijgt. Dat was vooral in het debat
met de heer Flentge. Mijn tweede punt gaat over de brede scholen. Het zal u niet
verrassen. U pleit heel erg voor brede scholen om kansenongelijkheid tegen te gaan. Nu
ben ik enorm voor het tegengaan van kansenongelijkheid want je kunt kinderen die op
een achterstand zitten of mogelijk een achterstand krijgen niet jong genoeg helpen. Jong
geleerd is oud gedaan. Wij denken dat brede scholen daaraan voor een aantal kinderen
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
zeker kunnen bijdragen. Brede brugklassen kunnen helpen om kinderen die op de
basisschool niet het juiste advies hebben gekregen, toch op de juiste rit te krijgen. Wij
zien echter ook een groot risico, want kinderen die wel heel veel in hun mars hebben,
gaan ook puberen en een puber maakt nu eenmaal niet altijd de meest logische
beslissingen. Als je dan in een brede brugklas zit, is het soms heerlijk om gewoon naar de
havo te gaan terwijl je ook gymnasium kan. Heel veel ouders en leerlingen in deze stad
willen graag categoraal gymnasium, categoraal havo, categoraal mavo omdat dan het
beste uit hun kind lijkt te komen. Wij willen vooral die keuzevrijheid mogelijk houden en we
willen dus dat vraag en aanbod goed op elkaar aansluit en niet dat wij aanbieden en de
ander het maar moet pikken of dan maar moet kiezen wat er is. Ik hoop dat u dat
meeneemt en dat we in Amsterdam in ieder geval af kunnen van het feit dat er zo’n
discrepantie is tussen vraag en aanbod en dat elk kind straks gewoon kan kiezen voor de
school die het best bij hem past.
(De heer FLENTGE: Hoorde ik u nu suggereren dat kinderen die op een
brede scholengemeenschap zitten, wellicht wat meer onderuit gaan
zakken en een iets lager niveau acceptabel vinden en dat dat op het
gymnasium niet zo is en iedereen echt het beste uit zichzelf haalt? Is dat
wat u hier net bepleitte?)
Dat hangt erg van het kind af, mijnheer Flentge. Bij sommige kinderen werkt het
helaas zo. Als ze gaan puberen en ze zitten op het gymnasium zullen ze er alles aan
doen om bij hun vrienden te blijven en dan halen ze het misschien ook nog. Sommige
anderen werken op een andere manier.
(De heer FLENTGE: U maakte er geen verhaal van over sommige
kinderen wel en sommige kinderen niet. U had het hier over de brede
scholengemeenschap en u vergeleek brede scholengemeenschappen
met gymnasia en u zegt over brede scholengemeenschappen: “Kinderen
kunnen zich nog wel eens wat meer voegen in een iets lagere stroom
terwijl ze misschien iets meer zouden kunnen.” Dat vind ik nogal een
aantijging op al die brede scholengemeenschappen in Amsterdam die dag
in dag uit niets anders doen dan het beste uit de kinderen te halen. En die
kinderen werken daarvoor. Dus hoe komt u bij deze bewering? Hoe
onderbouwt u dat?)
Allereerst even een correctie. Ik had het niet over categorale gymnasia alleen; ik
had het over alle categoriale scholen. Zeker bij mavo en havo is deze onderwijsvorm een
heel groot succes. Hoe ik erbij kom? Dat komt omdat ik op categorale scholen heb
gewerkt en omdat ik nu op een brede scholengemeenschap werk. Ik zie gewoon dat voor
bepaalde kinderen het ene type onderwijs goed is en voor andere het andere type
onderwijs. Dat is echt ervaring. Ik heb er geen getallen bij, ik heb er geen grafieken bij,
geen tabellen, maar het is wel wat ik hoor, wat ik zie, wat ik meemaak, wat ik meekrijg uit
de gesprekken met de ouders en de gesprekken met leerlingen. Dus zodoende vind ik dat
ik dat hier ook gewoon mag zeggen en dat ik dat als waarheid kan neerleggen.
(De heer FLENTGE: De waarheid van mevrouw Marttin is dan de
waarheid van één school waar ze blijkbaar haar ervaring vandaan haalt.
Ik constateer dat u in eerste instantie hier hoog van de toren blaast en
zegt dat brede scholengemeenschappen misschien zorgen dat kinderen
niet het beste uit zichzelf halen en dat u dat nu eigenlijk verengt tot uw
ervaringen op één school. Volgens mij bent u daar zelfs schoolleider. Ik
zou zeggen: aan de slag en zorg dat het beter gaat.)
Bedankt voor het advies.
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
(Mevrouw ROODERKERK: Ik hoor de ervaring van mevrouw Marttin en
die zal ik niet tegenspreken. U zegt dat u er geen getallen bij heeft, maar
er zijn wel getallen. Daarnaar is onderzoek gedaan en het is natuurlijk zo
dat op brede scholengemeenschappen leerlingen ook de kans hebben om
op te stromen. Dus het kan ook de andere kant op werken. Deelt
mevrouw Marttin deze werkelijkheid?)
Ja, dat is helemaal waar. Er zijn ook kinderen die van de basisschool een advies
krijgen dat niet helemaal bij hen past. Die worden ondergeadviseerd en zeker voor
sommige kinderen die een onderadvies hebben, is het heel belangrijk om naar een brede
scholengemeenschap te gaan. Dat geldt ook voor kinderen die laat bloeien, die
langzamer op gang komen. Voor hen kan het heel goed zijn. Dus ik sluit niet uit dat het
ook belangrijk is dat er brede scholengemeenschappen zijn.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Dank aan de wethouder voor het uiteenzetten van haar visie
op het onderwijs in deze stad. Ik kan me in heel veel vinden, maar ik moet wel zeggen dat
ik het een lastige vorm vind om mee in te stemmen net als eerder bij de diversiteitsbrief,
toch een brief in de ik-vorm over wat de wethouder vindt en wat de wethouder zegt te
gaan doen. Daar wil ik liever kennis van nemen dan dat ik er op die manier mee instem.
Maar zoals ik zei, er is wel heel veel waarvan ik met heel veel instemming kennis kan
nemen. Ik vraag me wel af in hoeverre zo'n document tot stand is gekomen in overleg met
scholen, leraren en ouders. Ik weet dat de wethouder voortdurend overlegt met scholen,
leraren en ouders, maar als je vanuit de gemeente een aparte visie gaat maken, dan kan
ik me voorstellen dat er een bepaald soort proces aan voorafgaat om dat document te
toetsen. Misschien kan ze dat nog toelichten. Juist als het om onderwijs gaat, dan is het
cruciaal dat we het niet alleen maar vanuit de Stopera hier doen, maar dat we dat ook in
overleg doen. Wat ik al zei, er is veel wat ik echt goed vind, ook die activistische houding
van Amsterdam ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs omdat wij ons daarmee op
allerlei vlakken begeven gericht op die kwaliteit, ook al gaan we daar niet direct over. Dat
vind ik echt goed en ik ben blij dat de wethouder dat ook oppakt en doorzet. Er zijn andere
dingen qua taal en ideologie waarin ik me wat minder kan vinden en dat heb ik ook in de
commissie aangegeven. De behoefte van leerlingen staat voorop. Dan zeg ik, nee, niet de
behoefte, maar de vorming van die leerlingen staat voorop. Die behoeftes moeten juist
worden gevormd. Mevrouw Rooderkerk had het over digitale geletterdheid en dat die
moet worden verbeterd. Ik spreek ook veel ouders die zich ernstige zorgen maken over
juist die smartphoneverslaving, een gameverslaving. Heel veel jongeren, pubers, die doen
de hele dag niets anders als je niet uitkijkt. Die games worden steeds beter en dat kan
echt bijzonder problematisch zijn. Dit ondermijnt je concentratievermogen terwijl
concentratievermogen en zelfdiscipline de belangrijkste factoren zijn voor een succesvolle
onderwijscarriëre. Kijk, wij gaan er natuurlijk niet over, maar ik kan me heel goed
voorstellen dat scholen daarop ook beleid ontwikkelen of daarover afspraken maken. Ik
weet niet of de wethouder Zorg over cijfers beschikt over dit probleem, verslaving aan
games of smartphones onder jongeren.
Waarmee wij het echt niet eens zijn en de VVD zei het net ook al, is heel
uitdrukkelijk te kiezen voor brede scholen. Ik denk dat het goed is om een mix te hebben
tussen brede scholen en categorale scholen. We moeten volgens mij wel constateren dat
er een heel duidelijk verlangen ligt vanuit de vraag, vanuit de ouders naar meer
categorale scholen, kleinschalig onderwijs. Ik denk ook dat dat goed is en dat we
daarnaar moeten luisteren. We hebben ook brede scholen nodig, maar we moeten ook
6
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
voorzien in die behoefte van ouders. Die discussie komt ongetwijfeld nog een andere keer
terug.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge.
De heer FLENTGE: Ik dacht even: in welk debat ben ik hier terechtgekomen? Ik
kom uit het onderwijs terug, me hierheen haastend en dan hebben we het opeens over
sprinkhanen in de schoolkantine. Een interessant voorstel van de VVD.
(De VOORZITTER: Van de VVD? Ik dacht dat mevrouw Bloemberg-lssa
dat net aankaartte? Deze voorzitter die goed heeft geluisterd naar het
debat zou dat toch even willen rechtzetten.)
Nee, nee, ik denk dat de voorzitter in een rol als raadslid tijdens een fractieoverleg
misschien wel een fractieoverlegje heeft gemist, want het kwam echt uit de koker van de
VVD. Ik hoorde het echt: insecten in de schoolkantines. Sprinkhanen in de schoolkantine.
Een interessant voorstel. Ik zou er graag uitvoerig over doorpraten. Ik moet trouwens
zeggen, voorzitter, door uw streng voorzitterschap vandaag zou u een zeer goede carrière
in het onderwijs tegemoet kunnen zien, als ik u zo bezig die. U corrigeert ook echt
iedereen.
(De VOORZITTER: Ik word ogenblikkelijk gestraft voor mijn bemoeienis;
ik moet het niet meer doen.)
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik zou aan de heer Flentge willen vragen
of het klopt dat de Partij voor de Dieren het had over plantaardige voeding
in de schoolkantines en niet over insecten.)
U had het inderdaad keurig over plantaardige voeding; daar is wel iets voor te
zeggen. Het was de VVD die het had over sprinkhanen en insecten. Een interessant
voorstel. Maar goed, het gaat gelukkig toch over kansen voor jongeren, kansen voor
kinderen en de heer Boomsma sprak net heel mooi over de activistische houding van de
gemeente Amsterdam om de kansen aan te pakken. Dat bevalt mij zeer. Als dat zelfs
vanuit de CDA-hoek wordt bewierookt, wie ben ik dan als SP'er om daarbij achter te
blijven. Ik ben daarover zeer positief en blij.
Ik ben ook blij met de Onderwijsvisie die hier ter tafel ligt. Het is niet zomaar een
onderwerp. De cijfers van bijvoorbeeld de Cito, laat ik het maar de vermaledijde Cito
noemen, laten zien dat de afgelopen jaren — en ik heb de meest recente cijfers niet — juist
kinderen in Zuidoost, Nieuw-West en in zekere zin ook in Noord met de Cito-scores nogal
achterblijven bij kinderen in het Centrum en Zuid. Ik vraag het maar gelijk aan wethouder
Moorman om daar nog eens een keer over door te praten en dan over de meer recente
Cito-cijfers, want ik denk dat niemand in deze zaal, of je moet van lotje getikt zijn, zou
beweren dat kinderen in Zuidoost minder talent hebben of minder slim zouden zijn dan
kinderen in Zuid. Het heeft dus te maken met andere oorzaken. Dat is exact de reden
waarom deze Onderwijsvisie van de wethouder en haar activistische aanpak van de hele
gemeente inclusief de gemeenteraad heel belangrijk is om dat te voorkomen. Ik hoop dat
we daarover het gesprek kunnen voeren met meer recente cijfers.
Dan over de leraren, de essentie van alles. De heer Boomsma had gelijk: de
behoeftes van leerlingen staan niet centraal, maar de vorming van die leerlingen. Daarin
is de leraar natuurlijk altijd de spil. Ik ben ook blij met alle aandacht die in deze
Onderwijsvisie staat om voldoende leraren, voldoende goede leraren en academisch
geschoolde leraren in die klaslokalen, in die scholen te krijgen. Een onderdeel mis ik. Ik
zeg het verkeerd. Een onderdeel zie ik nog niet uitgewerkt. Ik zie dat in de Onderwijsvisie
nadrukkelijk staat dat er eind maart of later een plan komt om de segregatie in het
onderwijs aan te pakken. Anderen zullen dat het versterken van de diversiteit noemen. Ik
7
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
noem het altijd maar de segregatie in het onderwijs. Dat is natuurlijk voor een deel
ruimtelijke woonsegregatie en dat is ook niet altijd op te lossen als er in een wijk één
bepaalde bevolkingsgroep woont. Misschien is dat een groep van een bepaalde etnische
afkomst of van een bepaald opleidingsniveau. Maar gemengde wijken bieden de school
enorm veel kansen om de scholen meer gemengd te laten zijn en kinderen elkaar te laten
ontmoeten om van elkaar te leren, om minder in gescheiden kampen op te groeien en les
te krijgen. Ik ga een motie indienen die eigenlijk vraagt weer eens een experiment in
Amsterdam te starten. Dat mag stadsbreed. Dat mag wat mij betreft in een wijk of een
nieuwbouwwerk waarbij ik eigenlijk voorsta, bepleit dat verschillende schoolbesturen, de
gemeente, ouders, medezeggenschapsraden met elkaar gaan nadenken over hoe we in
deze wijk in samenwerking met elkaar en niet als concurrent van elkaar de segregatie
tegengaan en een eerste stap vooruit te zetten om die segregatie te verminderen. We
hebben een verleden hierin, omdat in het verleden wetenschappers als Bowen Paulle zich
hiermee hebben beziggehouden in stadsdeel West. Eigenlijk zijn die initiatieven nota bene
onder uw voorganger de heer Asscher volgens mij niet tot een einde gekomen. Ik weet
niet meer exact wat de reden daarvan was. Het kan politiek geweest zijn; het kan een
wijziging in het stadsdeelstelsel geweest zijn, maar het lijkt mij goed dat weer opnieuw op
te pakken. Dat is niet bedoeld als kritiek dat het allemaal niet deugt, maar het is bedoeld
als een aansporing om vast te leggen dat dit een belangrijk onderdeel is van
kansengelijkheid. Die motie wil ik bij dezen graag indienen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
85° Motie van het lid Flentge inzake het aanpakken van kansenongelijkheid
en segregatie in het onderwijs (Gemeenteblad afd. 1, nr. 302)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- met alle betrokken partijen van het Overleg onderwijsachterstandenbeleid
nieuw beleid te ontwikkelen dat zich richt op het realiseren van een
‘evenwichtige spreiding van leerlingen met leerachterstanden’ in het primair
en voortgezet onderwijs en hiervoor een stedelijk experiment te starten in ten
minste één Amsterdamse (nieuwbouw)wijk.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: Het is inderdaad een brief, dat is net al genoemd, en de
uitwerking moet nog komen, maar ik kan zeggen dat ik en mijn fractie best tevreden zijn
met deze brief. Volgens mij is het datgene wat we als PvdA, maar ook als coalitie met
elkaar hebben afgesproken. Met een aantal dingen ben ik heel erg blij. De heer Flentge
zei het net al. Het gaat natuurlijk om het tegengaan van die kansenongelijkheid. In de brief
wordt letterlijk gezegd dat dat de komende jaren een topprioriteit wordt. Dat is volgens mij
heel belangrijk en ook heel erg nodig. De heer Flentge had het net over een aantal wijken,
buurten in de stad waarbij we zien dat de Cito-scores, maar ook andere leeropbrengsten
achterblijven bij andere delen in de stad. Het is pijnlijk om te zeggen, maar we hebben
natuurlijk jaren geleden met elkaar geconstateerd dat armoede kleur had. Maar
kansengelijkheid heeft in Amsterdam ook een kleur. Dat is pijnlijk om te zien. Daarom zijn
we heel erg blij met de inzet op het vergroten van die kansengelijkheid voor alle kinderen
in de stad. Dat doen we op een aantal manieren. Een van de zaken waarmee ik heel erg
8
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
tevreden ben, is dat scholen natuurlijk een eigen verantwoordelijkheid hebben voor de
kwaliteit van het onderwijs, maar het kan niet zo zijn als de kwaliteit door een ondergrens
zakt, je daar als gemeente naar kijkt en niets doet. Daarom ben ik blij dat we als
gemeente in gesprek gaan met deze scholen om ervoor te zorgen dat die
onderwijskwaliteit weer op een niveau komt dat leerlingen daar echt iets aan hebben. Nog
een andere zaak die voor ons heel belangrijk is, is die segregatie. Er wordt namelijk
gesproken over brede scholengemeenschappen en categorale scholen in het debat. Ik
vind dat we niet ver genoeg kunnen gaan als het gaat om brede scholengemeenschappen
in de stad, want we hebben ze niet echt. Het is nog altijd zo in Amsterdam als jij een
vmbo-basisadvies hebt, dat je de rest van je schoolcarriêre niet meer in contact komt met
een vwo'er. Dat vind ik raar en dat vind ik niet kunnen als we later vervolgens proberen al
die mensen in de samenleving bij elkaar te houden. We moeten gewoon ook gaan kijken
naar scholen waarbij je met een vmbo-basis of kaderadvies gewoon met een vwo’er op
school zit, samen activiteiten hebt en er op die manier voor zorgt dat we heel vroeg leren
samen te leven. Ik ken ze op dit moment niet in Amsterdam: scholen waarbij zowel vmbo-
basis als het vwo in een gebouw bij elkaar zitten. Dus wat mij betreft wel. Ik hoor iemand
zeggen: dat zijn de volksklassen. Dat is zo’n pilot. Maar ook dat zijn maar klassen. Ik denk
echt dat we moeten gaan nadenken over hoe we in de stad ook gebouwen zo inrichten.
Het is een oproep aan de schoolbesturen om dit te doen. lets wat ik de schoolbesturen
zou willen meegeven, is een van de pijlers die de wethouder heeft beschreven: de ruimte
voor diversiteit. Ik was gisteravond bij de bijeenkomst van ouders van leerlingen van het
Cornelius Haga Lyceum en daar hoorde ik dat ouders zeiden: we hebben toch het gevoel
dat we op andere scholen niet altijd even welkom zijn. Volgens mij is dat een punt
waarvan we zeggen: daarmee zullen we de komende jaren aan de slag moeten gaan dat
iedereen in de stad op school het gevoel heeft dat hij er mag zijn, ook als hij uit een ander
deel van de stad komt, uit een ander deel van de wereld of een andere levensovertuiging
heeft. Dat geldt eigenlijk voor diversiteit in brede zin. Dat geldt ook voor thema’s als Ihbti,
het uit de kast komen op school. Dat raakt ook de diversiteit. Ook daar zijn we er gewoon
nog niet. Dus het raakt breed aan allerlei thema’s. Ik denk dat het heel erg belangrijk is de
komende jaren daar goed naar te kijken en te zorgen voor ruimte voor diversiteit. Ik zou
zeggen: hartstikke mooi deze brief. We kijken uit naar de uitwerking. Laten we daarop niet
te lang wachten.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Blom.
De heer BLOM: Ik heb hier niet zo veel meer aan toe te voegen. Ik denk dat het
goede bijdragen zijn geweest die dit onderwerp op een juiste manier aanstippen. Ik sta
hier toch omdat het belangrijk is. Ik zie hoe de wethouder optreedt in de stad, ik zie haar
in de media het signaal! afgeven richting de minister dat er genoeg geld moet komen voor
meer leraren en dergelijke. Ik heb er vertrouwen in dat we de komende jaren in ieder
geval een verschil gaan maken. Dat is ontzettend nodig.
Ik heb wel een vraag omtrent datgene wat de heer Mbarki aanstipte als het gaat
om die ongelijkheid in kansen. We zien dat verspreid over de stad in sommige gebieden
die ongelijkheid meer geconcentreerd is. Uw voorganger heeft een onderzoek vervaardigd
betreffende kennisdeling. Er zijn scholen in Amsterdam die kenmerken hebben waarvan
we over het algemeen dachten: dat duurt drie generaties voordat die ongelijkheid wordt
ingehaald. Maar er zijn scholen in Amsterdam die laten zien dat je met die kinderen
bovengemiddelde prestaties kunt leveren. Dat is volgens mij een heel goed voorbeeld. Op
welke manier gaat de wethouder nu aan de slag met dat rapport? Wanneer gaan we echt
werk maken van die kennisdeling? Daarnaast is er vorig jaar een onderwijsmanifest
g
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
opgesteld door mensen in het maatschappelijk middenveld. Dat project heet Wit Aan Zet.
Leraren, schoolbesturen willen samen de verantwoordelijkheid nemen. Verschillende
politieke partijen hebben dat manifest ondertekend. Ik zie daarin heel veel terugkomen.
Maar graag zou ik van de wethouder een uiteenzetting willen hoe ik dat moet zien in
relatie tot de komende, concrete plannen. Heel veel succes met de uitvoering van dit
belangrijke onderwerp.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz.
De heer YILMAZ: Ook wij zijn heel blij met de brief. Er staan heel veel goede
punten in. Kansenongelijkheid wordt goed aangepakt en kansengelijkheid wordt in ieder
geval bevorderd. We willen de wethouder en het college daarvoor bedanken. We zijn ook
erg blij te zien dat er wordt ingezet op een tweede taal. Dat is een verrijking voor de
studenten, voor de leerlingen. Dus ik hoop dat we die lijn goed kunnen doortrekken.
Onderadvisering wordt goed aangepakt. Ik heb wel een vraag voor de wethouder. Hoe
ziet de wethouder dat voor zich en hoe wil ze dat aanpakken? Ik heb het ook in de
commissie benoemd, maar ik wil het hier nogmaals vragen. Wij zijn voor een
bevoegdheidseis voor burgerschap, want burgerschapsonderwijs is erg belangrijk, zeker
in zo’n diverse stad als multicultureel Amsterdam. Er is nu helaas geen bevoegdheidseis.
Een docent Nederlands of een docent Drama, ze kunnen allemaal burgerschap geven en
dat kan een probleem zijn. Dat willen we natuurlijk voorkomen, dus wellicht is een
bevoegdheidseis een optie. Wij kunnen dat als gemeente niet regelen, maar misschien
kan de wethouder dat bepleiten in Den Haag. Dus dat is mijn vraag: kan de wethouder dat
bewerkstelligen?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman voor de
beantwoording van de vragen en de preadvisering van de moties en de amendementen.
Wethouder MOORMAN: Een mooi debat dat over sprinkhanen,
smartphoneverslaving, over stedelijke segregatie. Dat had ik eigenlijk ook wel een beetje
verwacht naar aanleiding van deze brief. Dat gebeurde eigenlijk ook al in de commissie.
Het is inderdaad een beetje een vreemdsoortige brief, mijnheer Boomsma. Daarin heeft u
wel gelijk. Toch vond ik het heel noodzakelijk dat u dit soort brieven die u misschien niet
gewend bent, toch krijgt omdat de brief uiteenzet waarom wij u de stukken sturen zoals u
die de komende tijd van het college gaat krijgen. Het is soms belangrijk om stil te staan bij
het waarom. Wat is de achterliggende gedachte waarom wij doen wat we doen en hoe is
de samenhang van de dingen die wij doen? U ziet aangekondigd op de laatste pagina van
de brief dat wij van plan zijn u de komende tijd wel zo'n zeven beleidsbrieven te sturen.
Op zichzelf staand hebben die natuurlijk allemaal hun eigen doelen, maar er is ook
ontzettend veel samenhang tussen al deze verschillende beleidsbrieven en die
samenhang probeer ik hier samen te vatten in deze Onderwijsvisie. Nu kunt u zeggen:
‘dat is gewoon uw visie en daar wil ik verder niet mee instemmen’, maar u gaat over de
kaders. Dit is nu juist een kaderbrief en daarom vind ik het toch belangrijk dat u in ieder
geval in overweging neemt of u hiermee wel of niet wilt instemmen. Dat is de reden dat wij
hier nu staan en dat is de reden dat we een vrij breed debat met elkaar voeren over alle
dingen die met onderwijs te maken hebben. Of dat nu gaat over de schoolkantines, over
de schooltuinen of over samen naar school gaan, dat is daar allemaal onderdeel van. Dan
begrijp ik best, mevrouw Bloemberg-lssa, dat u zegt wat punten te missen. Dat begrijp ik.
Je kunt natuurlijk niet alle details erin zetten. Dit zijn de hoofdlijnen en dit is niet de
specifieke uitwerking. Die specifieke uitwerking krijgt u dus later. En dat zeg ik ook in de
10
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
richting van mevrouw Rooderkerk. Ik begrijp best dat u zegt, die digitale geletterdheid en
die digitale vaardigheden vind ik ongelooflijk belangrijk. Dat deel ik met u. Maar dat is wel
een specifieke uitwerking waarvoor we deze brief eigenlijk te breed vonden. Denkt u
bijvoorbeeld ook aan vreedzame scholen, iets wat met burgerschapsonderwijs te maken
heeft. Dat vind ik ongelooflijk belangrijk. Gelukkig zien we het aantal vreedzame scholen
in Amsterdam toenemen. Toch staat het niet in deze brief. Als ik straks in het voorjaar bij
u terugkom met mijn brief over burgerschapsonderwijs, zult u het daarin vinden. Hier vindt
u alleen maar de hoofdlijnen. Daarmee geef ik ook maar meteen een preadvies op uw
beider amendementen. Ik ben daar negatief over en niet omdat ik negatief ben over de
inhoud van deze verschillende amendementen, maar omdat ik het onverstandig vind het
in deze beleidsbrief op te nemen omdat ik het daarmee vind overhellen naar een aantal
elementen die in zichzelf natuurlijk heel belangrijk zijn, maar die geen recht doen aan al
die andere elementen die ook belangrijk zijn. Het geeft eigenlijk een accent ergens op
omdat u dat heel belangrijk vindt. Maar dan heb je bijvoorbeeld geen accent op
bijvoorbeeld vreedzame scholen en dat zou ik gek vinden. Dus ik ben negatief om het hier
te doen, maar ik wil u tegelijkertijd toezeggen dat we op het moment dat we er inhoudelijk
over praten dit een zeer goede uitwerking vinden.
(Mevrouw ROODERKERK: Ik wil hier graag op reageren, want volgens
mij hebben we met de hele raad eigenlijk de visie enorm ondersteund en
we delen ook absoluut het belang van de gelijke kansen die we ook in het
coalitieakkoord heel sterk terugvinden. Maar als ik naar de brief kijk, dan
mis ik die digitale geletterdheid bijvoorbeeld omdat dat heel erg
samenhangt met gelijke kansen. Ik snap dat de wethouder zegt dat we
niet alles in die brief kunnen opnemen, maar u heeft een brief van drie,
vier kantjes neergelegd. En als u ons dan vraagt om de kaders te stellen,
dan vind ik het toch wat gek als u dan zegt: nee, dit is dan te veel
informatie. Ik zou u toch willen vragen om mijn amendement te steunen.
Ik geloof ook dat meerdere partijen ervoor zijn om hiervoor meer aandacht
te vragen. Dit is nu juist een belangrijke, richtingbepalende brief waarmee
we de komende tijd allemaal beleid gaan uitvoeren.)
Het kader staat er ook in: wetenschap en technologie staan erin. Dus ik vind het
belangrijk dat er aandacht aan wordt besteed in deze brief die zelfs nog wel wat meer is
dan vier kantjes, maar ik heb geprobeerd het op hoofdlijnen te doen. Ik heb u net ook een
voorbeeld gegeven. U kunt bijvoorbeeld ook denken aan hoogbegaafdheid. Dus er zijn
meer dingen die hier niet in staan waarvan ik niet zeg dat ik dat niet belangrijk vind. We
proberen een balans te vinden tussen hoofdlijnen en details. En natuurlijk heeft u altijd het
laatste woord, mevrouw Rooderkerk.
U vroeg mij ook nog iets anders, mevrouw Bloemberg-lssa. U vroeg mij ook om
naar aanleiding van deze brief nader onderzoek te doen. U vraagt daarbij om twee
verschillende dingen: kijken of we met de schooltuinen in de buurt van de scholen kunnen
blijven. Ik snap wat u daarmee bedoelt, want op het moment dat je de reistijd verkort, is
het gemakkelijker om naar die schooltuinen te gaan en dat is misschien ook beter voor
het milieu omdat kinderen dan niet met bussen naar die schooltuinen hoeven te gaan. En
dat is ook nog eens beter voor de lestijd, want je bent dan minder tijd onderweg. Dus ik
deel uw intentie, maar ik wil daarbij wel meteen aangeven hoe ingewikkeld dat is. We
hebben niet alleen groen dat we daaraan niet mogen opofferen. Ik neem aan dat u ook
niet wilt dat we ergens een gebouwencomplex neerhalen. De stad is best wel vol. Ik wil
het best wel onderzoeken; dat is geen enkel probleem. Dus ik ben positief over uw motie,
maar ik kan u absoluut niet garanderen dat het lukt.
11
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
(Mevrouw ROODERKERK: Er staat inderdaad een zinnetje over
wetenschap en techniek, maar dat vind ik toch iets heel anders dan
digitale geletterdheid waarover ik het nu heb. Dat gaat dan niet over een
gameverslaving, hoewel ik de heer Boomsma nu zelf ook op zijn telefoon
zie kijken terwijl het debat bezig is, maar het gaat juist ook over media.
(De VOORZITTER: Een interruptie is echt een korte opmerking in de
richting van degene die op dat moment aan het woord is en dat is nog
steeds wethouder Moorman. Dan moet u zich echt richten tot de
wethouder en niet tot in dit geval de heer Boomsma. Dus als u uw korte
interruptie wilt plaatsen, dan kan wethouder Moorman daarop vervolgens
reageren.)
(Mevrouw ROODERKERK: Ik liet mij even afleiden. Digitale geletterdheid
gaat juist over bijvoorbeeld het zoeken naar informatie op internet,
vaardigheden die nodig zijn voor het vinden van een baan, maar ook over
mediawijsheid en hoe je daarmee omgaat. Ik vind dat echt iets heel
anders en ik vind het echt belangrijk dat we daarvoor aandacht vragen en
al helemaal omdat dat in het kansengelijkheidsplan van de wethouder
past. Deelt u die mening?)
Ik deel uw mening volledig en ik ben het ook met u eens dat we daar wat aan
moeten doen. Ik heb u in de commissie ook toegezegd dat u een brief van mij krijgt hoe
we hiermee omgaan. Die toezegging heeft u gewoon al op zak. Dus dat gaan we allemaal
doen. Ik zeg alleen dat ik het in deze beleidsbrief onverstandig vind omdat die dan gaat
overhellen en meer accenten legt op bepaalde elementen dan op andere. Dat doet geen
recht aan andere zaken die er ook niet in staan en wel degelijk worden uitgewerkt. Dus ik
heb geprobeerd die balans erin te houden; ik heb geprobeerd dat zo goed mogelijk te
doen. Als u zegt: ‘ik ben het daarmee niet eens’, dan is dat uw goed recht en als u straks
een meerderheid heeft voor uw amendement, dan is dat op zich geen enkel probleem. Ik
vind het alleen geen recht doen aan de balans in de brief. Dat is mijn reactie daarop.
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik hoorde de wethouder zeggen dat ze
het nu geen goed moment vindt om mijn amendement voor meer
plantaardige voeding in schoolkantines in deze beleidsbrief op te nemen.
Het wordt mij echter niet helemaal duidelijk of ik dit voorstel dan wel later
in het uitgewerkte beleid ga terugzien later dit jaar.)
U heeft ook nog een motie ingediend over de schoolkantines en die wil ik graag
positief preadviseren omdat wethouder Kukenheim samen met mij bezig is om op dit
moment in het kader van kansengelijkheid, en u krijgt later een groter
kansengelijkheidsplan dat over verschillende domeinen gaat, bijvoorbeeld ook zorg en
gezondheid, maar ook werk, waarvan het thema gezonde scholen deel uitmaakt. Dus
daarin willen wij dat heel graag adresseren. Ik ben daar dus positief over. Maar over de
amendementen ben ik minder positief en niet omdat we het niet gaan doen, maar omdat
ik denk dat de balans zoals die nu is aangebracht, niet voor niets zo is.
Dan ga ik door naar mevrouw Marttin. Ik weet het, wij hebben die discussie vaker
met elkaar gevoerd. Wij zijn het daar gewoon niet met elkaar eens. Ik vind het wel
belangrijk om die ouderbijdrage te maximeren. Ook al is die vrijwillig, het is toch een
manier om bepaalde kinderen af te schrikken omdat ouders denken: wij kunnen dat niet
betalen, dus dan gaan we maar naar een andere school. En ik vind het toch een beetje
gek als scholen al heel veel geld krijgen vanuit hoge ouderbijdragen, dat ze dan nog veel
meer kunnen doen voor hun kinderen dan andere scholen. Dat zorgt voor
kansenongelijkheid en deze brief ademt uit dat ik juist die kansengelijkheid in de stad wil
stimuleren. Dus dat lijkt mij daarmee in lijn te liggen. Hetzelfde geldt eigenlijk voor die
12
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
brede scholengemeenschap. Het gaat niet alleen maar over de kans op opstromen. Die
bieden brede scholengemeenschappen. Het gaat ook over elkaar ontmoeten. In een
hyperdiverse stad als Amsterdam is het heel erg gek dat we zo gesegregeerd naar school
gaan en dat heeft ook te maken met het categoraliseren van het onderwijs. Het is niet zo
dat ik nu zeg dat alle categorale scholen weg moeten, maar we hebben er al heel veel.
We hebben al zeven categorale vwo's. Ik denk dat dat genoeg is. Die brede
scholengemeenschappen bieden heel veel voor alle kinderen, ook voor de vwo'ers. Ik ben
er echt van overtuigd dat de leiders in de toekomst juist de mensen zijn die kunnen
samenwerken met heel veel verschillende mensen en dat biedt dus juist een enorme
rijkheid en een enorme rijkdom die je soms in categorale scholen minder vindt.
Dan de heer Boomsma. We hebben het al gehad over de vorm en u mag daarvan
denken wat u ervan wilt denken. Ik vond het heel interessant wat u zei over de
smartphones. Ik denk dat we dat allemaal wel een beetje herkennen. Ik weet ook dat er
heel verschillend wordt gedacht binnen scholen over hoe daarmee nu om te gaan. Het is
waar wat u zegt, het kan ontzettend afleiden en soms kan het ook een extra hulpmiddel
zijn. We zien in ieder geval een nieuwe ontwikkeling die wel degelijk impact kan hebben.
Uiteindelijk gaan de scholen er natuurlijk zelf over en moeten ze zelf hun eigen beleid
daarin bepalen. Ik vind het tegelijkertijd ook wel belangrijk om zicht te hebben op hoe het
werkt en misschien is het ook zo dat scholen van elkaar kunnen leren. Ik heb net even
met wethouder Kukenheim overlegd of wij het een goed idee zouden vinden om daarin
wat meer inzicht te krijgen en dat vinden we eigenlijk wel. Dus ik wil u toezeggen dat we
daar nader onderzoek naar gaan doen en dan zullen we daarop bij u terugkomen. Ik ben
het trouwens erg met u eens dat vorming centraal moet staan. Dat is inderdaad een
omissie in de manier waarop we dat hebben opgeschreven. Ik had zelf toen ik een jaar of
achttien was alleen maar behoefte aan As The World Turns en het is natuurlijk toch niet
het meest verstandig om dat dan maar de hele dag door te kijken.
De heer Flentge noemde de Cito-scores die achterblijven. Ja, u heeft volledig
gelijk. Ik vind dat ook heel gek dat je ziet dat de Cito-scores in bepaalde wijken zoveel
lager liggen en dat in Zuidoost de Cito-scores het aller-, allerlaagst liggen. Dat is exact de
reden dat ik in deze brief heb aangegeven dat we daarop gaan inzetten. Bowen Paulle,
daar verwees u naar. Die is nu betrokken bij een pilot die we doen in Zuidoost en die heeft
helaas een Engelse term — het is niet anders, maar dat komt omdat het uit Amerika is
overgekomen — High Dosage Tutoring. Daarbij krijgen leerlingen extra rekenonderwijs,
heel intensief in een bepaalde periode. Dat heeft heel indrukwekkende resultaten. Daarop
zetten we specifiek in Zuidoost in samen met ook een coachingtraject gedurende een
aantal jaren omdat ik het met u eens ben — en dat ziet u ook terug in de doelenboom — dat
die verschillen in de stad tussen Cito-scores mij echt een doorn in het oog zijn. Ik heb het
niet binnen de een op de andere dag gekeerd, maar ik vind wel dat we daar alles op
moeten inzetten.
Tot slot verbaast het mij niet: segregatie. Dat is iets waarvoor u terecht al heel
veel jaren aandacht vraagt. Dat is natuurlijk ook een veelkoppig monster. Ik moet ook
zeggen, ik vind het af en toe een dilemma. We zien dat sommige scholen waarop veel
kinderen zitten met achterstanden echt heel veel extra nodig hebben. Dat willen we ook
bieden, bijvoorbeeld op het gebied van taal, maar dan zijn ze tegelijkertijd niet meer
aantrekkelijk voor andere ouders. Moet je dat die kinderen dan ontnemen? Nee, ze
hebben dat nodig. Dus soms staan onze doelen gewoon haaks op elkaar als ik daar heel
eerlijk over ben. Ik ben daarin ook zoekende. En tegelijkertijd vind ik het wel belangrijk dat
we het altijd op de agenda houden. Ik wil uw motie eigenlijk wel positief preadviseren
omdat u mij daarin de ruimte geeft om zelf te kijken hoe we dat zo goed mogelijk kunnen
doen. U heeft gelezen dat we met die piekaanpak aan de slag gaan. Dat heeft er zeker
13
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
mee te maken. In een gebied als Noord zijn er op dit moment plannen in ontwikkeling om
met een aantal scholen te gaan verbreden of te gaan verplaatsen. Dat zou een
mogelijkheid kunnen geven. Dus als u mij de ruimte biedt om te kijken hoe we dat zo goed
mogelijk kunnen doen waarbij we die segregatie op de agenda houden, dan wil ik daar
positief over zijn.
(De heer FLENTGE: Dank voor het positieve preadvies, want het was
inderdaad exact mijn bedoeling om u de ruimte te geven om met de
mensen die betrokken zijn, te zoeken naar slimme, innovatieve manieren.
We hebben heel veel kennis in Amsterdam, maar we kunnen ook heel
veel nieuwe kennis toevoegen. Inderdaad alle ruimte. Ik wil het hier niet
vanuit de politiek vastleggen, maar vanuit de scholen, vanuit u en alle
mensen die daar verstand van hebben om daar samen plannen op te
ontwikkelen.)
Prima. Dan gaan we daarmee aan de slag.
Mijnheer Blom, u raakt een heel essentieel punt, namelijk de kennisdeling. Die is
echt heel cruciaal. We kunnen heel mooie dingen doen, maar als die verder niet bekend
worden of als andere scholen daarvan geen kennisnemen, dan sterft het een stille dood.
Dat is eigenlijk de basis van het beleid. De transparantie van wat het dan oplevert. En dan
niet zo zeer om op te leggen dat alles maar bureaucratisch moet worden bijgehouden,
maar juist om van elkaar te leren. Dat is echt heel cruciaal. Houd u mij daar alstublieft
scherp op. Dat is ook precies waarnaar de heer Boomsma vroeg. Doen we dit nu samen
met de scholen of hebben we dit nu van bovenaf opgelegd? Nee, natuurlijk niet. Dit is
onze visie, de visie van het college, maar die hebben we natuurlijk besproken met zowel
het BBO als het OSVO omdat ik er niet in geloof dat scholen het gaan doen als het niet
intrinsiek wordt gevoeld, als scholen het niet zelf willen doen. Ze moeten daar zelf in
willen meewerken en ze moeten daarin zelf transparant zijn en de kennis met elkaar
willen delen. Dat is bijvoorbeeld ook de basis van die piekaanpak. We gaan alleen maar
met die scholen werken waar we zien dat er sterk leiderschap is en waar de bereidheid is
heel open en transparant te zijn.
De heer Yilmaz tot slot. De onderadvisering, daarop kom ik terug in de
burgerschapsbrief. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat we in de opleiding van leraren
daarvoor veel meer aandacht moeten krijgen. Ik weet ook dat een aantal grote
schoolbesturen hiermee op dit moment bezig is en daarnaar onderzoek doet en ook
bereid is dat openbaar te maken. Dus daarover krijgt u binnenkort meer informatie. De
bevoegdheidseis voor burgerschap, daarvoor ligt op dit moment bij de Raad van State de
nieuwe wet over burgerschapsonderwijs. Dit zou daarvan heel goed onderdeel kunnen
vormen. Dus ik ben wel bereid dat te bekijken en dan het signaal vanuit de gemeenteraad
Amsterdam te geven dat de vraag is gesteld voor een betere bevoegdheidseis voor
burgerschap.
Volgens mij heb ik alle vragen hiermee beantwoord.
De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een tweede
termijn.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik zou de wethouder willen bedanken voor de
reactie. De Partij voor de Dieren is blij dat de moties voor extra schooltuinen in de buurt
van scholen en voor gezonde schoolkantines een positief preadvies krijgen. Ik zal het
amendement intrekken omdat het op dit moment volgens de wethouder niet wenselijk is
dat in deze brief op te nemen. Wij kijken uit naar de uitwerking van de moties. Daarnaast
14
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
zou ik graag een accentmotie willen indienen waarbij mevrouw Simons als
medeondertekenaar wordt toegevoegd.
Het amendement-Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 300) ingetrokken
zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Bloemberg-Issa en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 296) ingetrokken
zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Bloemberg-Issa en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 297) ingetrokken
zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
86° Motie van de leden Motie van de leden Bloemberg-lssa, Ceder en Simons
inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Extra schooltuinen in de buurt van
scholen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 298)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de mogelijkheden te onderzoeken om extra schooltuinen dicht bij scholen te
realiseren om zo belemmeringen voor schooltuinwerk weg te nemen;
- deze extra schooltuinen niet ten koste laten gaan van bestaande natuur;
-__ hierbij de voortgang van natuur- en milieueducatie over terug te koppelen aan
de raad.
87° Motie van de leden Bloemberg-lssa, Ceder en Simons inzake de
beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gezonde schoolkantines) (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 299)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ mogelijkheden te onderzoeken voor een regeling die als doel heeft scholen te
ondersteunen bij de realisatie van gezonde kantines met duurzame,
diervriendelijke en gezonde voeding;
-__hierover voor de Voorjaarsnota 2019 te rapporteren aan de gemeenteraad.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Rooderkerk.
Mevrouw ROODERKERK: Ik zou graag heel even willen schorsen om van mijn
amendement een motie te maken.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor twee minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Rooderkerk.
Mevrouw ROODERKERK: Op basis van wat er net is gezegd, zou ik graag mijn
amendement willen intrekken en daarvoor in de plaats een motie indienen mede namens
GroenLinks en de SP.
15
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
Het amendement-Rooderkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 301) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
88° Motie van de leden Rooderkerk, De Fockert, Blom en Flentge inzake de
Onderwijsvisie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 303)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__bij de uitwerking an de Onderwijsvisie samen met scholen een aanpak te
realiseren voor digitale geletterdheid
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman voor een preadvies
op de motie.
Wethouder MOORMAN: Tegen deze motie heb ik geen enkel bezwaar; ik ben er
zelfs heel positief over omdat wij daarmee heel graag aan de slag willen en u er gewoon
gelijk in heeft dat dit de kansenongelijkheid daarmee enorm kan bevorderen op het
moment dat je daar niet tegen strijdt. Dus een positief preadvies.
De VOORZITTER: Dan moeten we heel even wachten op de motie.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. Het woord is aan de heer
Boomsma voor een stemverklaring.
De heer BOOMSMA (stemverklaring): Ik had aangegeven dat ik liever van zo’n
soort brief kennis zou nemen dan dat ik ermee instem. Met de kanttekening die ik heb
gemaakt, zal ik nu toch, omdat ik vind dat er heel veel goede dingen in staan, wel
instemmen.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 248).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 248) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 248) is
aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa, Ceder en Simons
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 298).
16
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
De motie-Bloemberg-lssa, Ceder en Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 298) wordt
bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa, Ceder en Simons
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 298) is aangenomen met de stemmen van Forum voor
Democratie en de VVD tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa, Ceder en Simons
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 299).
De motie-Bloemberg-lssa, Ceder en Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 299) wordt
bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa, Ceder en Simons
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 299) is aangenomen met de stemmen van Forum voor
Democratie tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr.
302).
De motie-Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 302} wordt bij zitten en opstaan
opgenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr.
302) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie, de VVD en het CDA
tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Rooderkerk, De Fockert, Blom en
Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 303).
De motie-Rooderkerk, De Fockert, Blom en Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr.
303) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Rooderkerk, De Fockert, Blom en
Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 303) met algemene stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 248 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
23
Kennisnemen van de brief over de afhandeling van diverse moties van 2018 over
het Evenementenbeleid, bodemonderzoek parken, bodemonderzoek evenementen en
kennisnemen van het rapport Beïnvloeden evenementen de biodiversiteit in Amsterdamse
stadsparken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 250)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bakker.
Mevrouw A.L. BAKKER: De Partij voor de Dieren is niet blij met het
evenementenbeleid. De parken worden momenteel gezien als een decor voor de
commercie met allerlei festivals en nu zit de gemeente met zorgen over bodemschade,
17
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
zorg over biodiversiteit en zorgen over overlast voor omwonenden. Voor ons ligt nu de
uitvoering van allerlei moties die vorig jaar zijn aangenomen en ik zou graag op vier
punten nog iets willen vragen en voorstellen.
Allereerst de schade aan de parken. Het effect van festivals op parken wordt nu
onderzocht, maar de rekening hiervoor is bij de Amsterdammer neergelegd: bijna
0,5 miljoen euro. Wij willen dat deze onderzoekskosten worden betaald door de
festivalorganisatoren en ik dien daartoe dan ook een motie in.
Dan over de aangekondigde rustperiode tussen twee festivals. Wij waren blij met
deze mededeling die een poosje terug naar de raad werd gestuurd. In de stukken die
voorliggen, wordt de mogelijkheid toch opengehouden om hiervan af te wijken. We
hebben het er in de commissie ook al over gehad en we hebben er wat vragen over
gesteld. Wij willen dat er onvoorwaardelijk wordt vastgehouden aan die beloofde zes
weken rust tussen twee festivals in in een park. Niet alleen voor het park zelf, maar ook
voor de bewoners in de omgeving lijkt het ons altijd van belang om te worden ontzien van
de drukte. Dus hiervoor dienen wij ook graag een motie in.
Dan het derde punt. Dat gaat over de quickscans flora en fauna die volgens het
beleid in een park altijd tijdig moeten worden uitgevoerd. Ik heb hiervoor in de commissie
aandacht gevraagd, maar de spreektijd beperkte mij. Het moet bij voorkeur twee
maanden voorafgaand aan een evenement plaatsvinden. We zijn nu meer dan een
maand verder sinds de vorige commissievergadering. Ik zou graag van de wethouder
willen weten of er al quickscans beschikbaar zijn voor de eerstvolgende evenementen.
We naderen immers het evenementenseizoen. En ik zou graag willen weten of het bij alle
evenementen vorig jaar wel is gebeurd en of we die allemaal toegestuurd mogen krijgen.
Dan kunnen we ze er namelijk bij betrekken als we het straks hebben over de evaluatie
van het evenementenbeleid.
En dan tot slot. Er valt wat ons betreft een hele hoop te evalueren over het
evenementenbeleid en ik wil het college dus vragen wanneer die evaluatie precies onze
richting op komt. Hetzelfde geldt voor de aangekondigde visie over wat voor soort
evenementen het college nu wel of niet in de stad voor ogen heeft. De burgemeester
heeft hierover in september 2018 toegezegd dat we de evaluatie versneld zouden krijgen
in 2019. Het kan wat ons betreft niet snel genoeg, want we moeten onze parken ontlasten
en beschermen.
(De heer ERNSTING: Heb ik het nu goed begrepen dat de Partij voor de
Dieren de dekking weg wil halen onder het monitoren van de
bodemgesteldheid van parken?)
Ik heb net gezegd dat ik graag wil dat de kosten bij de festivalorganisatoren
worden gelegd. Het kan mij eigenlijk bar weinig schelen hoe dat allemaal precies wordt
verwerkt. Ik vraag in mijn motie dat te regelen. Hoe dat technisch in elkaar zit, vind ik niet
interessant als de rekening maar wordt gelegd bij de mensen die de belasting van de
parken hebben veroorzaakt.
(De heer ERNSTING: Juist de coalitie heeft geld vrijgemaakt om die
bodemgesteldheid van parken te monitoren en er beter voor te zorgen
dan voorheen gebeurde. Daarvoor hebben we geld vrijgemaakt. Dat klopt.
Ik dacht dat de Partij voor de Dieren daarmee heel blij was. Nu zegt u:
nee, dat geld moeten we vooral niet gaan uitgeven; we moeten vooral niet
gaan monitoren, maar we moeten de rekening dan maar sturen naar
festivalmonitoren die ook geen festivals mogen organiseren. Heb ik het zo
goed begrepen?)
Nou, dat zou een ideale wereld zijn voor ons als er geen festivals in de parken
worden georganiseerd. Dat heeft u zeker goed begrepen. Wij hebben de wethouder in de
18
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
commissie gehoord. Het heeft allemaal zo lang geduurd omdat er juist geen financiering
kon worden gevonden. Dus het was zeker niet zo dat het helemaal vastgetimmerd en
afgesproken was hoe deze onderzoeken gefinancierd zouden worden. Uiteindelijk is
ervoor gekozen het via deze pot te doen. Ik zie geen directe een-op-eenrelatie met de
inkomsten die we van de festivalorganisatoren krijgen en hoe die nu worden uitgegeven
aan de onderzoeken en daar vraag ik naar.
(De heer ERNSTING: Dan kan ik alleen maar concluderen dat de Partij
voor de Dieren wel graag voor de bodem in de parken wil zorgen, maar er
eigenlijk geen cent voor uit wil geven. Heb ik dat dan goed?)
Als we de parken niet belasten met al die heftige festivals, dan hebben we dit
probleem niet. Dat had GroenLinks misschien kunnen voorkomen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
89° Motie van het lid A.L. Bakker inzake de discussie over de afhandeling van
diverse moties van 2018 over het Evenementenbeleid, bodemonderzoek parken en
bodemonderzoek evenementen (festivaltax voor onderzoekskosten parken)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 307)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de onderzoekskosten die voortvloeien uit het gebruik van parken voor
evenementen zo snel mogelijk neer te leggen bij de festivalorganisatoren;
-__ hierover te rapporteren bij de evaluatie van het evenementenbeleid.
90° Motie van het lid A.L. Bakker inzake de discussie over de afhandeling van
diverse moties van 2018 over het Evenementenbeleid, bodemonderzoek parken,
bodemonderzoek evenementen en het rapport Beïnvloeden evenementen de
biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken (Onvoorwaardelijk vasthouden aan de
rustperiode) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 308)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ onvoorwaardelijk vast te houden aan de aangekondigde rustperiode van zes
weken tussen twee festivals in een park.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Rooderkerk.
Mevrouw ROODERKERK: D66 steunt het dat er onderzoek wordt gedaan naar de
parken om te zien of er bijvoorbeeld extra maatregelen nodig zijn om de parken te
beschermen tegen evenementen. Dat draagt namelijk bij aan feitelijke kennis op basis
waarvan wij onze besluiten kunnen nemen. Het is wel erg voortvarend dat ondanks dat
eerder onderzoek niet heeft aangetoond dat dit nodig is, vanaf komend jaar een nieuw
beleid wordt gevoerd, namelijk dat er zes weken rust gaat gelden tussen festivals. D66 is
dan ook blij met de toezegging van de wethouder in de commissie om een overzicht van
de aangevraagde evenementen toe te sturen en uiterlijk het derde kwartaal een nadere
uitwerking te laten volgen van wat voor impact dit gaat hebben. Dat is voor ons nog
helemaal niet goed in te schatten. Voor welke evenementen gaat dit gelden, welke
parken? Wat zijn nu vitale bodems waarover wordt gesproken in de motie? Ik verzoek de
wethouder dan ook bij de nadere uitwerking ook de impact op de evenementenkalender
19
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
aan te geven, dus niet alleen welk type evenement, groot of klein, maar ook wat dit
betekent voor de voortgang en de planning van de evenementen die voor 2019 al op de
agenda staan zodat organisatoren hiermee tijdig rekening kunnen houden en indien nodig
aanpassingen kunnen doen voor onze parken.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor beantwoording van
de vragen en een preadvies op de moties.
Wethouder IVENS: Eerst maar even de vragen want de moties heb ik nog niet
voor mijn neus. Als het gaat om de vragen, mevrouw Rooderkerk, dan snap ik uw vraag
wat het betekent voor de evenementenkalender. Die vraag deel ik natuurlijk want we
willen allemaal graag weten wat het betekent voor de evenementenkalender. Ik zeg er wel
bij dat wij uiteindelijk de kaders stellen en de evenementen moeten zich er enigszins aan
aanpassen wanneer ze dan komen. Dus er zal een kruisbestuiving komen tussen de
evenementenkalender en de kaders die wij stellen. Ik zeg niet dat wij gaan kijken dat het
evenement per se het tweede weekend van juni moet zijn omdat het altijd het tweede
weekend van juni is. Nee, dat hoeft natuurlijk niet. We kunnen ook het gesprek aangaan.
Het is natuurlijk het idee dat wij aangeven wat het voor de stad betekent en wat het
betekent voor de evenementen. Dus de relatie met de evenementenkalender zie ik net als
u bij die nadere uitwerking.
Als we het hebben over de quickscans, dan heb ik die niet en dat is heel logisch
want we hebben de taak en de bevoegdheid voor die quickscans voor de bodemkwaliteit
bij de stadsdelen gelegd. Ik vind het een beetje onlogisch als ik u nu ga zeggen dat ik die
quickscans ga verzorgen. Dat ligt bij de stadsdelen en dat hebben we zo voorheen
afgesproken bij de verdeling van de taken en bevoegdheden en dat zou ik zo willen laten.
Zij zitten immers veel dichter op de praktijk. Ik ben een keertje mee geweest met zo’n
evaluatie na een quickscan. Het was heel bijzonder om mee te maken, maar als je dat
voor alle festivals moet doen, wordt dat voor mijn werk wel heel erg pittig. Dus ik ben
vooral blij dat de stadsdelen daar wat dichter op kunnen zitten.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Stelt u voor dat wij het zelf bij de stadsdelen vragen als
we die informatie graag tot onze beschikking zouden willen nemen?)
U kunt dat zelf vragen. Dat mag volgens mij iedereen vragen bij de stadsdelen. U
stelt hier een vraag en dat suggereert een beetje alsof u zegt: de taakbevoegdheid die
hier ligt, wordt nu bij de wethouder neergelegd. Daarom zeg ik even dat u mij een andere
opdracht heeft meegegeven, want u heeft die bevoegdheid voor die quickscan voor de
bodemkwaliteit en uiteindelijk ook voor de vergunningverlening bij de stadsdelen
neergelegd. Het is dus een beetje gek om mij nu in de positie te zetten dat ik iets moet
verzorgen terwijl ik niet in die positie ben gebracht.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Dank voor deze terugkoppeling. Dat was
absoluut mijn bedoeling niet. Het lijkt mij handig de quickscans te kunnen
betrekken bij de evaluatie van het evenementenbeleid. In die zin zou ik ze
graag willen ontvangen — hoe dan ook. Als de wethouder dit te veel
moeite vindt, dan kan ik dat zelf ook regelen. Dan laat ik dat door de griffie
doen. Maar ik dacht dat u dat misschien allemaal bij elkaar kon
verzorgen.)
Ik kan dus nergens voor zorgen. Als u zegt: ‘wilt u het verzoek aan de stadsdelen
doen dat deze informatiebehoefte bij u bestaat®’, dan laat ik met alle liefde aan de zeven
stadsdelen weten dat deze informatiebehoefte er is en dan zien we wel hoe zij u
bedienen. Of die quickscans en die bodemkwaliteit uiteindelijk bij de evaluatie betrokken
worden? Ja, natuurlijk. Ik zal dat wel in wat grotere lijnen doen in plaats van elke
20
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
quickscan apart. Maar natuurlijk, daarom gaat het mij uiteindelijk in de evaluatie: wat
betekent het voor onze mooie parken die soms wel heel zwaar worden belast door
evenementen? De evaluatie, daarop moet ik een beetje gebrekkig antwoord geven, zeg ik
even. Die evaluatie valt in eerste instantie onder de burgemeester. Ik heb begrepen dat zij
heeft toegezegd dat die evaluatie na de zomer komt. De enige informatie die ik heb, is dat
die evaluatie na de zomer komt. Meer heb ik niet als het gaat om de precieze
tijdsplanning.
Dan heb ik twee moties liggen. Voor motie nr. 307 geldt, en de heer Ernsting gaf
het eigenlijk ook al aan, dat ik erg blij ben dat we die kosten nu hebben gedekt en dat we
geld hebben gevonden om die bodemonderzoeken te doen. We zijn ook al begonnen. Het
is al uitgezet. Dus om nu dat geld te laten vervallen en het weer op een andere manier te
gaan zoeken, daar ben ik niet zo’n voorstander van. Eigenlijk vraagt deze motie het
onderzoek in 2019 in ieder geval nog niet te doen, want dat zou volgens mij de facto
betekenen — en ik weet helemaal niet of dat nog kan, want ik heb het onderzoek al
uitgezet dus we zijn al begonnen met de onderzoeken. Ik moet die motie nr. 307 dus
negatief preadviseren. Over motie nr. 308 hebben we het in de commissie al gehad. Ik
snap uw standpunt helemaal, mevrouw Bakker. U heeft in de commissie heel duidelijk
aangegeven dat u altijd perse die zeswekenperiode wilt. Ik heb daar net met mevrouw
Rooderkerk ook een debatje over gehad en ik heb aangegeven dat we gaan kijken wat
het betekent en of het soms niet slimmer is om juist twee evenementen kort op elkaar te
hebben en dan een langere rustperiode. En een evenement dat kan ook een markt zijn of
een hardloopwedstrijd door het park. Het gaat ons natuurlijk om de onevenredige
belasting van de grond. Daar gaat het om. Daarmee houdt u in deze motie geen rekening.
Ik snap het vanuit uw perspectief, maar ik zal die motie dus toch negatief moeten
preadviseren. Het gaat mij er immers om kwalitatief goede parken te behouden.
(De heer ERNSTING: Ik kan me herinneren dat het college ook nog bezig
was met een onderzoek naar het beprijzen van commercieel gebruik van
de openbare ruimte in een veel breder perspectief. Kunt u ons daarover
nog iets vertellen, bijvoorbeeld wat de planning is en de stand van
zaken?)
Dat zijn wij ook aan het bekijken. Het betekent dat er verschillende smaken
voorliggen die we nu aan het onderzoeken zijn. Daar is lang niet alles even kansrijk om
dat daadwerkelijk te laten plaatsvinden. Een van de dingen is natuurlijk ook kijken of je
evenementen in parken kunt belasten. Dat is nog niet af, dat onderzoek, maar zodra het
er is, komt dat natuurlijk uw kant op.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Ik vind het toch apart dat de wethouder die
motie over het neerleggen van de kosten bij de festivalorganisatoren
negatief preadviseert. De wethouder heeft het over het onevenredig
belasten van parken en dat we dat moeten voorkomen, maar het enige
wat ik hier zie, is dat de wethouder de Amsterdammer hier onevenredig
belast door én de kosten bij de Amsterdammer neer te leggen én de
parken af te sluiten waardoor ze er niet meer in kunnen. Dus ik begrijp
totaal niet waarom u niet voor de toekomst toch die kosten bij de
festivalorganisatoren wilt neerleggen. Kunt u dat nog eens verhelderen?)
Nou, over de kosten kunnen we lang praten. De Amsterdammers betalen, de
bezoekers betalen. Er zijn allerlei verschillende inkomstenstromen. Zoals u weet, wordt
het gemeentefonds door alle Nederlanders betaald. Dus Amsterdam heeft diverse
inkomstenstromen. Als het gaat om of de openbare ruimte wel of niet belast moet worden,
daarover had ik net een kort debatje met de heer Ernsting. Dat is er eentje die we
onderzoeken. Maar ik neem een beetje aanstoot aan dat andere, ‘én de parken worden
21
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
afgesloten’. Ik weet niet of u het voorstel daadwerkelijk heeft gelezen, maar hier staat iets
in over dat wij juist Amsterdammers wat meer zekerheden willen bieden dat hun parken
uiteindelijk niet worden verpest door evenementen. Dat willen we juist bewaken. U zegt
dat ik de parken wil afsluiten, maar volgens mij moet u de brief eerst even heel goed
lezen. Volgens mij staat er juist iets anders. Wij willen voorkomen dat er maar één soort
bezoeker is die die parken gebruikt. Wij willen er juist voor zorgen dat die parken ook door
die Amsterdammers gebruikt gaan worden. We zetten juist in op dat zo goed mogelijk
benutten. Ik hoop dat de meeste Amsterdammers echt zien dat het college hun zorg
serieus neemt en daadwerkelijk gaat voor de kwaliteit van de parken.
(Mevrouw DE HEER: Ik heb nog een vraag over uw reactie op motie nr.
308. Ik kan me voorstellen dat u het te ver vindt gaan om
onvoorwaardelijk vast te houden aan die aangekondigde rustperiode van
zes weken. U linkt het met dat bodemonderzoek. Ik kan me ook
voorstellen dat mensen het wel fijn vinden als er een wat langere periode
tussen zit. Ik wil u vragen of het klopt dat het niet alleen om
bodemonderzoek gaat, maar ook over overlast.)
Nu praat u met de wethouder Groen en niet met de wethouder Festivals. Even
voor alle duidelijkheid: de motie is ingediend en daarom heb ik die opgepakt. Die motie is
ingediend om de schade aan de bodem in de parken te voorkomen. In het dictum van de
motie die ik uitvoer, gaat het om de belasting van de bodem. En daarop zeg ik: die
rustperiode van zes weken. Wilt u de motie inzetten om overlast tegen te gaan, dan is dat
prima. Dat kunnen we allemaal betrekken bij de evaluatie, maar ik sta hier aan de lat om
ervoor te zorgen dat onze parken van kwalitatief goed niveau blijven en dat we ervoor
zorgen dat niet alleen maar festivalgangers daarvan gebruikmaken.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Op wat voor manier verwacht de wethouder dat
toch uit onderzoek van de bodem naar voren kan komen dat een
rustperiode minder goed is voor de parken?)
De vraag zit hem erin wat je verstaat onder een festival. U heeft net die hele lijst
gezien die we hebben gestuurd. Gaat het om dat hardloopevenement dat door het park
gaat en dat niet tot een onevenredige belasting leidt? Zijn er smaken denkbaar waarop je
zegt: ik doe twee evenementen juist in hetzelfde weekend en daarna een wat langere
rustperiode, wat slimmer is dan dat je een evenement hebt, zes weken rust en dan weer
een evenement? Het idee is dat we nu eens de deskundigen aan het woord laten en
daarom onderzoek doen om te kijken wat het nu echt voor de bodem betekent. Laten we
dat nu vol enthousiasme en met volle kracht in gang zetten. Dat is wat het college nu
heeft uitgezet om die onderzoeken te laten doen.
(De heer BOUTKAN: Ik had ook nog even een vraag voor alle
duidelijkheid. We hebben ook een discussie gehad over de leges en over
de kostendekkendheid onder andere van de evenementenvergunningen.
Wij zien dat de kostendekkendheid in de begroting van 2019 is gestegen,
maar nog lang niet op de 100% zit. Het klopt wel dat het college gaat
werken aan een grotere kostendekkendheid dus ook van de
evementenvergunningen. Dat klopt toch?)
U wilt mij nu een uitspraak ontlokken vooruitlopend op de voorjaarsnota die nog
uw kant op komt. Het klopt dat wij in het coalitieakkoord hebben beschreven dat we de
kostendekkendheid van de leges verder willen verbeteren en het is dus ook logisch dat
we ook naar deze leges aan het kijken zijn. Het voorstel daarvan dat uiteindelijk zal
worden gedaan, dat moet allemaal nog uw kant op komen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bakker voor een tweede termijn.
22
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
Mevrouw A.L. BAKKER: Ik ben erg teleurgesteld dat we pas na weer een zomer
het evenementenbeleid gaan evalueren. Wij hadden dat veel eerder voor ons gezien. We
verwachten ook een visie van het college over wat voor evenementen wel en niet
wenselijk zijn in de stad. Ik hoor nu de wethouder ook zeggen dat hij er zelf mee worstelt
en dat hij de experts aan het woord wil laten. Ik denk dat het een politieke keuze is wat
voor soort evenementen we willen. Daar kunnen we niet vroeg genoeg mee komen, dus
om nu weer een heel festivalseizoen te wachten alvorens te evalueren, dat stelt ons heel
erg teleur. Wij zijn verbijsterd dat zelfs een SP-wethouder hier zegt dat hij het niet met ons
eens is om de kosten van de belasters van de parken op de bedrijven te verhalen, maar
dat hij de hardwerkende belastingbetaler hiervoor laat opdraaien.
(De heer BOUTKAN: U maakt er nu toch wel een beetje een spelletje
van. Wij hebben de duidelijke afspraak gemaakt als het gaat om de leges
van de evenementenvergunning dat die omhooggaan. U heeft ook gezien
in de begroting van 2019 dat die ook daadwerkelijk omhoog is gegaan.
Wat ons betreft gaat die nog verder omhoog. Voorts komt er nog een
voorstel aan over de beprijzing van de openbare ruimte. Dat vind ik ook
heel erg belangrijk. Dus u kunt niet volhouden dat we alleen maar bezig
zijn met het belasten van de gewone Amsterdammer voor de
evenementen. Dat kunt u gewoon niet volhouden.)
Dat bestrijd ik. Ik vind wel dat ik dat kan volhouden. Die leges zijn veel te laag
zegt u hier ook terecht. En we moeten onze parken echt beter beschermen.
(De heer BOUTKAN: Dan zou ik wel graag een echt voorstel willen zien
om samen te werken aan het verhogen van die kostendekkendheid. Zo’n
voorstel heb ik nog niet gezien. Wij werken daar inmiddels vrij hard aan
om dat voor elkaar te krijgen.)
Dan kunt u onze motie steunen, want die roept op het kostendekkend te maken
zodat inzichtelijk is dat de organisatoren ervoor gaan opdraaien.
(De heer BOUTKAN: Ik heb de tekst van de motie gezien. Het lijkt me op
dit moment geen realistische motie. U weet tegelijkertijd ook dat er een
evaluatie aankomt van het evenementenbeleid en u doet nu net alsof het
evenementenbeleid zo maar uit de lucht is komen vallen terwijl daaraan
onder het vorige college een aantal jaren is gewerkt — ook met heel veel
experts en met heel veel inspraak van zowel mensen die festivals
aanbidden en mensen die festivals haten. U bent daar zelf bij betrokken
geweest. We hebben samen moties ingediend en ik vind ook dat u wat
dat betreft te kort door de bocht gaat als u zegt dat we dat
evenementenbeleid niet goed vormgegeven zouden hebben.)
Om hier nog maar even op te reageren: ik denk dat de woorden van de heer
Boutkan voor zich spreken dat ook de PvdA het allemaal maar prima vindt wat we met de
parken doen en dat de kosten hiervoor bij de Amsterdammer terechtkomen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens.
Wethouder IVENS: Het college kiest ervoor om de bodemkwaliteit van de parken
centraal te stellen in plaats van heel veel papier te produceren.
De discussie wordt gesloten.
23
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. Het woord is aan de heer
Ernsting voor een stemverklaring.
De heer ERNSTING (stemverklaring): GroenLinks is heel tevreden met de wijze
waarop het college de moties na lange discussies een jaar geleden aan het uitvoeren is.
We komen er nog uitgebreid over te spreken in de toekomst bij zowel de evaluatie van de
locatieprofielen als het evenementenbeleid. We vinden eigenlijk dat de Partij voor de
Dieren een beetje een schetsvertoning maakt van het grote belang dat er is voor onze
parken en we zullen daarom tegen de moties stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer voor een
stemverklaring.
Mevrouw DE HEER (stemverklaring): Ik kan me heel simpel aansluiten bij de
woorden van de heer Ernsting.
Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr.
307).
De motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 307} wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr.
307) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de Dieren, Forum voor Democratie,
de ChristenUnie en het lid Kilig voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr.
308).
De motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 308) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr.
308) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de Dieren, Forum voor Democratie,
het lid Simons, het lid Kilig en het lid Ceder voor.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 250 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
24
Vaststellen van het programmaplan Huisvesting Kwetsbare groepen 2019-2022
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 251)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: Ik houd het kort. Gisteren heeft oud-wethouder en raadslid Van
der Burg gezegd vooral te kijken naar hen die net worden gehoord. Het gaat hier niet om
cijfers, maar om mensen. Naar aanleiding van het programma Huisvesting hebben wij
onderzoek gedaan naar hoe het gaat met sekswerkers die willen uittreden en volgens het
regioplanrapport Belemmerende factoren voor een duurzame uitstap, de insprekers de
24
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
afgelopen week bij de commissie Wonen en Bouwen en verschillende sekswerkers die wij
hebben gesproken, blijkt dat er een noodzaak is voor een tussenvoorziening, een tijdelijke
plek voor vrouwen die willen uitstappen. Ik heb om die reden een motie waarin ik vraag
onderzoek te doen naar de noodzaak en hoe wij dit kunnen regelen in samenspraak met
het Rijk. Ik denk namelijk dat iedereen die zich in Amsterdam bevindt en vrij wil zijn,
daadwerkelijk vrij moet kunnen zijn. Daarom heb ik een motie en die is ondertekend door
de voltallige oppositie. Ik hoop ook op steun van de wethouder.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
91° Motie van de leden Ceder, Boomsma, Kreuger, Naoum Néhmé, Simons
en A.L. Bakker inzake een tussenvoorziening voor uittredende sekswerkers met tijdelijke
opvang en huisvesting (Gemeenteblad afd. 1, nr. 309)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken op welke manier een tussenvoorziening met tijdelijke opvang
en huisvesting gerealiseerd kan worden voor uittredende sekswerkers die
aangeven in een kwetsbare positie te verkeren;
- de resultaten van dit onderzoek voor de begrotingsbehandeling van de
Begroting 2020 terug te koppelen aan de raad.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons.
Mevrouw SIMONS: Het huisvestingsplan voor mensen in een kwetsbare positie
geeft een heel goed beeld van wat er de afgelopen jaren al is gedaan, maar het laat
vanzelfsprekend ook nog zien dat we er nog lang niet zijn wat betreft inclusieve
huisvesting in onze stad. BIJ1 pleit net als eerder voor het stoppen van de verkoop van
sociale woningen. De woningmarkt wordt steeds ontoegankelijker voor mensen die onze
stad juist zo hard nodig heeft. Denk daarbij aan politieagenten, docenten,
ambulancepersoneel en personeel van het GVB. Met het blijven verkopen van sociale
woningen gaan we simpelweg door met de uitverkoop van onze stad en dat maakt deze
stad ontoegankelijk voor mensen die in de maatschappelijke opvang zitten, ouderen,
mensen met een beperking, jongeren en statushouders. In het plan wordt gesproken over
kwetsbare buurten, maar volgens ons zijn buurten de afgelopen jaren kwetsbaar gemaakt
doordat sociale huurwoningen zijn verkocht, voorzieningen zijn verdwenen en mensen in
armoede zijn beland. Eenzaamheid is daarbij een groot probleem geworden in onze stad.
Ook wordt een buurt niet plots kwetsbaar op het moment dat iemand uit de
maatschappelijke opvang terugkomt in de maatschappij. We weten immers dat mensen
tegenwoordig heel snel dak- en thuisloos kunnen worden. Een schrijnend voorbeeld
hebben we hier maandenlang voor de deur kunnen zien toen de heer Imamdi in zijn tentje
bivakkeerde. Wanneer we deze mensen niet in die zogenaamde kwetsbare buurten willen
plaatsen, zullen we dus moeten bouwen in wijken waar op dit moment weinig sociale
woningen zijn. Is de wethouder het met mij eens dat we deze groep mensen niet alleen in
de bestaande sociale sector moeten herplaatsen, maar juist ook meer ruimte moeten
maken in nieuwbouw? En is de wethouder het met mij eens dat niet deze doelgroep de
wijk kwetsbaar maakt, maar dat een gebrek aan sociale voorzieningen en toegang
daartoe bijdragen aan kwetsbaarheid van buurten en mensen? De vraag naar
rolstoelwoningen in onze stad is heel groot en BIJ1 vraagt zich af welke instrumenten de
25
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
wethouder naast subsidies aan marktpartijen ter beschikking heeft om ondanks het
gebrek aan enthousiasme en daadkracht bij woningcorporaties toch tot bouw van deze
woningen te komen en daarbij alle woningcorporaties, dus ook Ymere en De Key
bijvoorbeeld, hierin mee te nemen. En dan tot slot. De preventieve maatregelen komen
pas eind van dit jaar en de realisatie van de nieuwe plannen komt pas in 2020 tot bloei.
Het lijkt een rare vraag, maar kan dit niet eerder? En zo niet, waar hangt dat dan van af?
De VOORZITTER: Ik wel overigens nog even opmerken dat de motie die de heer
Ceder net indiende namens ook een aantal andere raadsleden ook was ondertekend door
de heer Taimounti en mevrouw Van Soest, maar die zijn nu niet aanwezig en dus moeten
we die helaas schrappen als mede-indieners en dat is bij dezen ook gebeurd overigens.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Jong.
Mevrouw DE JONG: GroenLinks is erg tevreden met dit programmaplan
Huisvesting voor kwetsbare doelgroepen. Het gaat steeds beter met het huisvesten van
kwetsbare doelgroepen. Wij zijn dus gewoon heel erg tevreden met dit plan, maar ik wil
twee dingen niet onbenoemd laten. Ten eerste dat het heel erg belangrijk is dat we in de
nieuwe samenwerkingsafspraken met woningcorporaties weer afspraken maken dat 30%
van de verhuringen naar deze doelgroepen gaat en ten tweede wil ik de wethouder
bedanken voor de toezegging om nog eens goed te kijken naar de groep licht
verstandelijk beperkten in deze stad. Die waren niet opgenomen in het programmaplan
maar die gaan wel gewoon een plek krijgen en dat is een groep die we absoluut niet
mogen vergeten hier als gemeenteraad.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hammelburg.
De heer HAMMELBURG: D66 is enorm tevreden met dit plan zoals het er nu ligt.
Ik heb in de commissie ook aangegeven dat waar we een paar jaar geleden echt te
maken hadden met grote tekorten in het aanbod van maatschappelijke opvang en
beschermd wonen, we die nu flink hebben ingehaald. Ik wil er ook echt een compliment
over uitdelen. Ik sluit me aan bij GroenLinks als het gaat om het opnemen van LVB. Ik
begreep van de wethouder dat deze groep wel degelijk onder maatschappelijke opvang
valt. Tegelijkertijd denk ik dat het goed is om die in de toekomst in de stukken goed te
benoemen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge.
De heer FLENTGE: Die exact dezelfde opmerking wil maken als de heer
Hammelburg net. We lopen enorm in. We zijn enorme stappen vooruit aan het maken en
dat is een heel goede en positieve ontwikkeling. Ik zie met heel veel raadsleden, heel veel
Amsterdammers en ook de wethouder dat er ook nog heel veel moet gebeuren omdat het
onvoldoende is voor heel veel groepen. Ik noem maar even de rolstoelwoningen. Er is
nog heel veel nodig om al die groepen die het hartstikke hard nodig hebben een plekje te
geven in Amsterdam. Kortom, wij wachten met smart de uitvoering af. En inderdaad, die
verkoop van sociale huurwoningen zo snel mogelijk stoppen en aan het einde van het jaar
met de corporaties daarover in gesprek en daarover tot een goed resultaat komen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
26
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
De heer BOOMSMA: Ook wij zijn bijzonder tevreden dat we allerlei achterstanden
aan het inlopen zijn en dat er nu weer wordt gewerkt aan de plekken waar dat nog niet het
geval is, namelijk die rolstoelwoningen. En met name ook grotere rolstoelwoningen. Een
zorg die wij echt wel hebben, is deze. We denken allemaal verschillend over sekswerk en
de toekomst daarvan in deze stad, maar we zijn het wel allemaal eens over het feite dat
er geen belemmeringen moeten zijn of zo min mogelijk voor vrouwen of mannen die uit dit
werk willen stappen. Die zijn er nu wel. Daarom ben ik heel blij met de motie van de heer
Ceder die wij mede namens hem indienen om te zoeken naar een tussenoplossing voor
mensen die hier tegenaan lopen. Het gaat juist vaak om mensen in een heel kwetsbare
positie die misschien nog geen aangifte hebben gedaan van mensenhandel juist omdat ze
in die hele kwetsbare positie verkeren, maar die wel bijvoorbeeld een grote
schuldproblematiek hebben waardoor ze toch in die omstandigheden gedwongen lijken of
denken dat ze gedwongen zijn door te gaan met dat werk terwijl ze er eigenlijk uit willen.
Ik vind dat we echt moeten zoeken naar een manier om deze mensen te helpen om daar
onderuit te komen door ze een tussenoplossing, zo'n tijdelijke opvang, te bieden specifiek
voor deze doelgroep. Ik hoop dus zeer dat dit onderzoek er kan komen en dat de motie
wordt aangenomen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor beantwoording van
de vragen en een preadvies op de motie.
Wethouder IVENS: Dank voor de woorden die zijn gezegd over de afronding van
het oude programma Huisvesting kwetsbare groepen en inderdaad de vooruitblik naar
hoe dit programma er nu de komende tijd uit gaat zien. En ja, er zijn inderdaad enorme
slagen gemaakt, niet zo zeer alleen door de gemeente, maar juist door al die partners die
we hebben in dit samenwerkingsverband en hoe we hiermee aan de slag gaan. Daar ben
ik dan ook best wel trots op, waar je komt en waar je bent. En dan zie je dat er altijd weer
dingen zijn waarbij je de terechte vraag stelt zoals mevrouw Simons deed: kan het niet
eerder? Bij alles zou ik zeggen dat het allemaal eerder had gemoeten. En de dingen die
we nog allemaal willen, ja, als je met veel partners werkt, gaat het niet altijd van vandaag
op morgen. Ik zie uw vraag vooral als een aansporing om dat tempo te blijven maken.
Toen ik het oude plan pakte en keek: ‘jongens wat hebben we allemaal gerealiseerd?’,
toen vond ik wel een pijnpunt naar voren komen: die rolstoelers. We hebben gisteren van
voormalig raadslid Van der Burg weer geleerd dat het uiteindelijk gaat om de individuen
die erachter zitten. Dan kun je wel zeggen dat het er getalsmatig heel goed uitziet, maar
je zult maar die ene rolstoeler zijn die nog steeds niet aan de bak komt. Ik vind wel dat we
die slag nu steeds verder aan het maken zijn. Dus niet meer alleen de slag van kwantiteit,
maar we kijken ook of we de juiste woningen hebben. Voor die rolstoelers gaan we ons
niet zo zeer richten op alleen die bouw, want dan zeg ik in feite tegen die rolstoelers dat
ze nog maar even geduld moeten hebben. Die woningen staan er immers nog niet. Maar
we gaan echt die hele lijst af om te bezien welke rolstoelers nu urgent een woning nodig
hebben en welke alleen maar op de lijst staan. Je kunt je al eerder op de lijst zetten
voordat je die woning nodig hebt. Maar we kijken ook welke mensen in een rolstoelwoning
zitten en of ze die rolstoelwoning eigenlijk niet meer nodig hebben en of we hen kunnen
vragen, verleiden om naar een andere woning te gaan. Dus we moeten veel slimmer zijn
dan alleen maar naar de bouw kijken. We moeten echt die lijst afpellen en daarop zetten
we in ons geval echt wat menskracht in om te proberen wat persoonlijker te kijken om dat
te gaan oplossen.
Dat woondebat dat mevrouw Simons enigszins aangaf, ja, u kent mij ook als groot
voorstander van zo min mogelijk sociale huurwoningen verkopen. Daarover hebben wij
27
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
geen verschil van mening. Laten we ons daar ook voor inzetten. Mag deze groep mensen
ook in een nieuwbouwwoning? Zeker. Graag. Dus dat hoort er ook gewoon bij. Ook in
nieuwbouw, met name in die sociale huurwoningen kunnen we deze groepen plaatsen. Ik
zeg er wel meteen bij dat ik het ook fijn zou vinden als ik ze in particuliere woningen kan
plaatsen, maar dat kan ik allemaal niet opleggen. Het is ook echt wel een vak, het
verhuren aan sommigen van deze mensen omdat er iets meer zorg achter zit en iets meer
begeleiding bijkomt. Dus ja, dat kan zeker ook in nieuwbouw. Wat maakt de buurt
kwetsbaar? Zijn dat de mensen, zijn dat de stenen of zijn dat de mensen die er al wonen?
Ik denk dat het altijd een samenspel is. Laten we uitkijken dat we ooit een specifieke
groep gaan aanwijzen als de veroorzakers waarom iets kwetsbaar is. Dat is namelijk niet
zo. Het is altijd een samenspel van zaken die bij elkaar komen. Dus we moeten vooral
niet op die manier gaan denken.
De inzet van mevrouw De Jong over de 30% verhuringen, daarover hebben we
het in de commissie al gehad. Die deel ik als inzet, maar we zullen met elkaar ook even
moeten wachten hoe het eindresultaat wordt van de prestatieafspraken. Tot slot de vraag
over de LVB om dat ook te blijven benoemen. Sinds 2017 zijn ze in de maatschappelijke
opvang beschermd wonen meegenomen. Daardoor is het even als naam weggevallen en
dat leidde tot commotie. Terecht. We zullen in de volgende stappen moeten zorgen dat
we licht verstandelijk beperkten in die categorie maatschappelijke opvang beschermd
wonen expliciet benoemen zodat zij ook serieus genomen worden. De beantwoording van
de motie laat ik graag aan collega Kukenheim over.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor beantwoording
van de vragen en een preadvies op de moties.
Wethouder KUKENHEIM: Ik vind het eigenlijk wel heel goed dat de raad behalve
dit macrobeleid ook even inzoomt op de verschillende doelgroepen daarbinnen. Dat is ook
precies waarvoor dit beleidsplan is bedoeld. Dat ziet u ook terug in de rapportage en de
beantwoording van collega Ivens omdat niet altijd alles in regels te vatten is. Je moet
constant kijken wat nu voor wie werkt. Dan over de uittredende sekswerkers. Ik wil u even
meenemen dat we daar echt wel goed naar hebben gekeken tot nu toe. We hebben
verschillende dingen in de aanbieding. Ten eerste natuurlijk gewoon de route van de
maatschappelijke opvang waarbij op het moment dat een uitstappende sekswerker
voldoet aan de criteria die daarvoor gelden, die gewoon in dat traject terechtkomt. Je kunt
dan bijvoorbeeld naar de Blijfgroep, maar ook in een begeleidwonentraject doorstromen.
Daarnaast hebben we ook een aantal woningen gereserveerd. HVO Querido doet dat
voor juist kwetsbare sekswerkers die willen uitstappen. Hier zijn in 2018 zes personen
terechtgekomen en we zijn ook voor aankomende jaren aan het kijken waar de
crisisbedden het best tot hun recht kunnen komen omdat we zien dat dat aanvullend wel
heel goed werkt. Vervolgens is het zo dat voor sekswerkers die vermoedelijk slachtoffer
zijn van seksuele uitbuiting er specialistische opvang is en voor slachtoffers van
mensenhandel. Ik denk dat dat ook belangrijk is om te weten. En dan is er natuurlijk nog
via de huisvestingsverordening iets mogelijk. Op het moment dat je recht hebt op een
sociaal-medische urgentie is dat ook een toegangspoort voor uittredende sekswerkers.
Kortom, er bestaat al behoorlijk veel aanbod. Dat maakt een beetje dat vanwege dat
bestaande aanbod, maar ook de beperkte financiële kaders die we hebben het college
aan deze motie geen behoefte heeft. Ik denk dat het belangrijk is dat we constant kijken
met alle partners in de uitstapketen, zo noemen we dat, of de afspraken die we hebben en
het aanbod dat we hebben, voldoende zijn en hoe zich dat ontwikkelt. Dus met die
toezegging geef ik toch een negatief preadvies.
28
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
(De heer CEDER: Ik weet dat ik weinig tijd heb, maar ik vraag het toch.
Die zes woningen die u noemt, dat zijn vrouwen die aangifte hebben
gedaan en slachtoffer zijn van mensenhandel. De groep die ik juist in
deze motie probeer te helpen, dat zijn vrouwen die of geen slachtoffer zijn
van mensenhandel, maar wel tot een kwetsbare groep behoren, of het zijn
vrouwen waarvan nog niet duidelijk is dat ze slachtoffer zijn van
mensenhandel. Daarvan hebben verschillende instanties aangegeven dat
hieraan behoefte is. Mijn vraag is of u daar nog even naar wilt kijken. Het
gaat dus om een andere groep.)
Er zijn twee dingen. We hebben slachtoffers van mensenhandel. Die bedoelde ik
eigenlijk los van de woningen die ik net noemde. Maar daarnaast hebben we ook nog
specifiek oplossingen voor juist kwetsbare mensen die willen uitstappen. Ik denk dat je
altijd voorzichtig moet zijn om daaraan dan te veel criteria en regels los te laten, omdat
het juist belangrijk is dat de mensen in het veld gewoon een goede inschatting kunnen
maken op basis van de casuïstiek, de persoon die op dat moment voor je staat. Daarover
valt niet altijd in algemeenheid iets te zeggen. Kortom, ik denk dat er al best wel het
nodige is en dat het eigenlijk onze verplichting is om constant te kijken of we wel het juiste
doen en in de goede hoeveelheid. Zelfs die tussenopvang bestaat dus ook. Ik wil wel
realistisch zijn in wat we te bieden hebben op het moment dat je een heel nieuw
programma start, ook financieel. Vandaar dat ik toch geen behoefte heb aan deze motie.
(De heer BOOMSMA: Er is een aantal voorzieningen, maar wij krijgen
allerlei signalen van organisaties die heel nauw betrokken zijn bij deze
doelgroep dat deze behoefte er echt is, juist als tussenoplossing. In de
bestaande voorzieningen zitten gewoon gaten omdat bepaalde criteria
belemmeringen opwerpen. Je moet bijvoorbeeld twee jaar in Nederland
zijn, wat soms niet het geval is. En het kan toch echt heel belangrijk zijn
voor zo’n succesvol uitstroomproject. Deze motie vraagt eigenlijk alleen
om een onderzoek. De wethouder zegt: “Ik wil voorzichtig zijn vanwege de
financiële kaders.” Maar zouden we nu niet kunnen zeggen: we nemen
deze motie aan en we doen dat onderzoek, we gaan in overleg met deze
organisatie? Dan kunnen we vervolgens kijken wat er dan uitkomt en
welke financiële kaders daar dan eventueel voor nodig zijn of dat we
daarmee naar het Rijk kunnen gaan om daar aanvullende financiering te
vragen.)
Ik begrijp heel goed wat de motie vraagt. Ik heb proberen aan te geven dat we
eigenlijk een soort tussenvoorziening hebben met een aantal partijen — misschien partijen
waarmee u heeft gesproken, mensen uit die uitstapketen, HVO Querido, Scharlaken
Koord, Leger des Heils, Regenbooggroep, Spirit!, WPI. Die werken allemaal samen in dat
traject. Dat is nog naast wat we doen binnen de maatschappelijke opvang en wat we doen
voor personen die te maken hebben gehad met mensenhandel en nog naast de categorie
mensen die via de route van bijvoorbeeld een medische urgentie voorrang krijgen op de
woningmarkt. Ik denk dus dat een extra diepgravend onderzoek naar een nieuwe
voorziening daaraan weinig toevoegt, maar ik heb u wel toegezegd het belangrijk te
vinden dat we constant kijken of we nu het goede aan het doen zijn juist met deze partner
uit die uitstapketen. Dus dat moeten we natuurlijk doen. Daar hoort ook de vraag bij of er
genoeg plekken zijn. Dat maakt dat ik reageer zoals ik heb gedaan.
De discussie wordt gesloten.
29
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 R
aadsnotulen
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. Het woord is aan mevrouw De
Grave-Verkerk voor een stemverklaring.
Mevrouw DE GRAVE-VERKERK (stemverklaring): De VVD zal dit plan
ondersteunen. Wij zijn in het algemeen tevreden over het programma en een compliment
voor het opnemen van de inzet van digitale ondersteuning voor het matchen van een
persoon en woonruimte als innovatief actiepunt. Dat spreekt ons bijzonder aan. En we zijn
ook tevreden over het zoeken naar samenwerking in de MRA.
De motie zullen wij steunen omdat we het erg belangrijk vinden signalen die er zijn niet te
negeren. Het gaat om een onderzoek en daar staan wij achter.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 251).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 251) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 251)
met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Ceder, Boomsma, Kreuger, Naoum
Néhmé, Simons en A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 309).
De motie-Ceder, Boomsma, Kreuger, Naoum Néhmé, Simons en AL. Bakker
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 309) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Ceder, Boomsma, Kreuger, Naoum
Néhmé, Simons en A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 309) is verworpen met de
stemmen van DENK, de ChristenUnie, Forum voor Democratie, het CDA, de Partij voor
de Dieren, BIJ1 en de VVD voor.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 251 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
24A
Actualiteit van het lid Naoum Néhmé inzake het bericht dat bouw van
huurwoningen stokt in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 273)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé.
Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Sinds enkele maanden lijken krantenkoppen die
afhakende bouwers en investeerders in Amsterdam vermelden, een ritueel te worden. Dat
is zeer zorgelijk, want om de Amsterdamse woningnood aan te pakken, heb je juist
partijen nodig die aanhaken in plaats van afhaken. Maar met een gemeentelijke
eisenstapel die almaar hoger wordt en waarbij de eisen als niet onderhandelbaar worden
gepresenteerd, zijn wij eigenlijk onze belangrijkste partners aan het wegjagen. Als ik de
30
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
wethouder dan in de commissie hoor zeggen: “Ik wil via de gemeentelijke voorwaarden
het onderste uit de kan halen”, dan denk ik: nee, dat moet je juist niet willen, wethouder.
Wat wij willen is slagvaardig opereren en niet bang zijn om mee te bewegen met de
specifieke eisen van de markt. Daarom is het cruciaal dat we weten wat er aan de hand
is. Overvragen we marktpartijen inderdaad? Knellen de gemeentelijke eisen? Zo ja, welke
eisen knellen dan het meest? En om te voorkomen dat we in een welles-nietesspelletje
komen, moeten we volgens mij onafhankelijk laten toetsen wat hier aan de hand is en wie
zich hier onredelijk opstelt. Hiervoor is het cruciaal te weten met welk rendement de
wethouder rekent als hij toch spreekt in zijn beantwoording van technische vragen van
maximaal rendement. Dat is ook de vraag die de heer Van Dantzig hem heeft gesteld in
een commissievergadering, maar waarop geen antwoord is gekomen. Dit is een
essentiële vraag, want de wethouder lijkt zichzelf tegen te spreken door enerzijds te
zeggen dat ontwikkelaars voor het maximale rendement gaan en anderzijds aan te geven
dat hem steeds meer signalen bereiken dat het almaar lastiger wordt om tijdig financiers
te vinden. Dan vraag ik me af: waarom is het moeilijk financiers te vinden als ontwikkelaar
als je toch voor het maximale rendement gaat? Kortom, met welk rendement rekent deze
wethouder? Een tweede vraag gaat over de eisen omtrent inflatieverhogende
huurverhogingen wat vandaag de dag wordt toegepast. Waarom overwegen we niet om
van inflatieverhogende huur naar gematigde huur te gaan zoals is afgesproken aan de
middenhuurtafel? De wethouder stipte dit kort aan in de commissie, maar het was me niet
helemaal helder of hij dit nu wil overwegen ja of nee en anders wil ik in mijn tweede
termijn hiervoor een motie indienen met onder andere het CDA. Tot slot moeten we er
goed voor waken dat de bouw van middenhuurwoningen niet stokt. Dat is echt de
opdracht waarvoor wij hier allemaal zijn gekozen en worden betaald. Het was hét thema
in de gemeenteraadsverkiezingen. Om vroegtijdig te signaleren of we on check zijn, is
volgens het CBS de best voorspellende indicator hiervoor het aantal verleende
bouwvergunningen omdat dat het moment is dat de gemeente zelf in de hand heeft terwijl
dat bijvoorbeeld niet het geval is bij Start bouw. De ambities in het coalitieakkoord bieden
wat mij betreft onvoldoende zekerheid omdat het een wereld van verschil is tussen
getallen op papier en de werkelijkheid. Daarom stelt de VVD voor onder andere met het
CDA en de ChristenUnie om jaarlijks bouwvergunningen af te geven voor gemiddeld
1600, 1700 woningen. Dat is gewoon een vertaling van het coalitieakkoord. Alleen zo kun
je monitoren wat er onder dit college in de nabije toekomst aan middenhuurwoningen
geproduceerd zal worden.
(De heer FLENTGE: Ik hoor een heel mooi betoog van mevrouw Naoum
Néhmé. Ik heb u eigenlijk als het gaat om de tekorten van de sociale
huurwoningen ook wel eens horen roepen dat bouwen niet helemaal
lekker en op tijd gaat. Ik hoor u eigenlijk nooit hetzelfde bevlogen betoog
houden. Ik vroeg me af hoe dat eigenlijk kan.)
Als ik me procesmatig opstel, dan moet ik u erop wijzen dat dit agendapunt heet
bouw van middenhuurwoningen stokt. Dat is wel een procesmatig antwoord en dat is een
beetje flauw. Ik vind dat er te veel sociale huurwoningen zijn in Amsterdam en dat
verdrukt de middeninkomens. Als je kijkt naar wat wij hier nodig hebben aan woningen in
2025, dan zal slechts — en dat is eigenlijk heel goed nieuws — 28% van alle
Amsterdammers een laag inkomen hebben. Dus dan kan een kind uitrekenen dat je niet
meer nodig hebt aan sociale huurwoningen dan 28% van alle woningen.
(De heer FLENTGE: Ziehier de essentie tussen mijn partij en u. U zegt
dat middenhuurwoningen moeten worden gebouwd ten koste van sociale
woningen. Sociale woningen mogen verdwijnen, dus middenhuur gaat ten
koste van sociaal. Dat hoor ik heel duidelijk in uw verhaal. Ik zou zeggen:
31
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
beide zijn sterk nodig, zowel sociale huurwoningen waaraan een enorm
tekort is en waarvoor enorme wachtlijsten zijn in Amsterdam als wel
middenhuurwoningen. Zelfs middenkoopwoningen die betaalbaar zijn
voor de middenklasse. Waarom sluit u toch altijd uit dat beide groepen
een zeer hoge woningnood kennen en dat niet de ene groep ten koste
van de andere groep moet worden uitgespeeld?)
Ik weet niet of de heer Flentge neokoloniale ambities heeft. Ik beperk mij tot het
territorium van de gemeente Amsterdam en het grondgebied van de gemeente
Amsterdam is niet oneindig. Dus als je bouwt, bouw je automatisch ten koste van een
andere groep. Dus als schaarste dan betekent dat je groepen tegen elkaar opzet of dat je
dan door te kiezen voor de ene groep de andere groep laat vallen, dan kan ik het ook niet
helpen dat de grond van de gemeente Amsterdam niet oneindig is.
(De heer FLENTGE: In al die jaren dat ik hier in de raad zat, is mij nog
nooit verweten dat ik neokoloniaal was — wat dat dan ook moge zijn. Mij is
wel verweten dat ik links was en activistisch, misschien zelfs te links. Dat
kan ik allemaal snappen. Neokoloniaal heb ik nog nooit gehoord. Dat is
blijkbaar een nieuwe lijn in de VVD-fractie. Mijn punt is dat er twee
groepen zijn in Amsterdam: sociale huurders en mensen in de
middenhuur. En zeker er zijn zorgen vooral rondom de transformaties. Ik
hoor u niets zeggen over de bouwkosten die enorm zijn opgelopen. Dat
speelt allemaal mee. Het is allemaal de gemeente, het is allemaal de
gemeente. Ik denk, en misschien wilt u daar nog even op reflecteren, dat
de snoeppot voor de beleggers inderdaad niet meer rijkelijk gevuld is. Dat
klopt. We moeten oog hebben voor eventuele problemen, maar u moet
niet bij het minste geringste hard roepen want bij de sociale huurwoningen
hoor ik u helemaal niet.)
Volgens mij is dit het beste pleidooi dat de heer Flentge kan houden om mijn
motie zo dadelijk te steunen, want ik vraag juist onafhankelijke toetsing naar die snoeppot.
Hoe vol is die? Wie kan daarbij? Wat moeten we eigenlijk met dat snoep? Dus ik verwacht
een stem van u voor mijn motie.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Gezien de stand van de vergadering is het moment
gekomen om onze spreektijd op te maken, althans, een groot deel ervan. Dat betreft de
middenklassewoningen, zowel koop als huur. Wij zien tot ons komen een golf van
communistische regulering van de kant van de wethouder. Huurprijzen worden
eeuwigdurend vastgezet met een inflatiecorrectie uiteraard. De koopprijzen voor
nieuwbouw worden aan maxima gebonden en dan is onze eerste vraag aan de wethouder
of dat allemaal zomaar kan. Wij leven toch in een vrijemarkteconomie en die stelt grenzen
aan de loodzware regulering die over ons wordt uitgestort en over de ontwikkelaars. Wat
blijft er over van de vrije prijsvorming? Dan hebben we het dus over Europese kaders,
staatssteun en mededingingsregels. Ik had de wethouder eigenlijk willen vragen of hij toch
nog een keer met een notitie daarover kan komen over of wat hij nu doet kan in het licht
van die mededingingsregels.
(De heer FLENTGE: Ik had u nooit zo gespot als fervent voorstander van
Europese regels.)
Daar zegt u wat. Kijk, Europa heeft ons veel moois gebracht als je kijkt naar de
interne markt en dus de economische samenwerking. Dat spreekt voor zich. Dus het
concurrentieregime op die interne markt dateert van de beginjaren zestig en dat heeft ons
32
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
bedrijfsleven in staat gesteld om goed te concurreren op de Europese markten. Dus daar
zijn wij zeker niet tegen. In ieder geval zijn die regels er gewoon en die moeten worden
nageleefd.
(De heer FLENTGE: Ja, regels moeten natuurlijk altijd worden nageleefd.
Dat klopt. De vraag is ook zeer of die regels hier niet worden nageleefd. Ik
denk dat dat niet het geval is. Los daarvan lijkt u een van de twee takken
in Forum voor Democratie. De ene pleit nadrukkelijk en heftig voor een
Nexit en de andere weet eigenlijk niet helemaal precies waar hij staat. Zit
u een beetje in de niet-populistische of wel-populistische hoek? De een is
het zakelijke bedrijfsleven dat eigenlijk geen Nexit wil en de andere jast
even lekker door de microfoon dat hij wel een Nexit wil. U bent van de
groep zakelijken, volgens mij.)
Het is zo dat wij genuanceerd denken over de waarde van de economische
samenwerking in Europa binnen het kader van op dit moment de Europese Unie. Daar wil
ik het eigenlijk bij laten. Ik wil me beperken tot het onderwerp van de actualiteit.
(De heer FLENTGE: Dat snap ik natuurlijk. U bracht het zelf te berde dus
ik wilde daar even op doorgaan. Maar fijn dat u zo'n enorme draai heeft
gemaakt. De SP is wat kritischer op Europa, maar Forum voor
Democratie is langzaam een andere kant op aan het draaien. Heel
interessant.)
Dat wil ik absoluut ontkennen. Dus wij zien de waarde van die Europese
economische samenwerking. Wij zijn tegen het hele Schengengebeuren, dus dat je als
land niet meer kunt bepalen wie je toelaat tot je land. Wij zijn ook tegen het
gemeenschappelijke buitenlands defensiebeleid. Dat zien we als ondermijning van de
NATO. Daar houd ik het even bij.
Ik vervolg mijn betoog. Een belangrijk gezichtspunt, denk ik. Per jaar 16/5
middenklassewoningen. Eigenlijk heel weinig want het is de grootste groep. Dit is de
groep die echt zit te springen om woningen. Het is maar 24% van de totale bouwprojectie
gemiddeld per jaar van 7000 woningen. Ik heb het al eens vaker gezegd, het college
bouwt eigenlijk vooral voor de rijken, 41% duur, koop en huur. Anyway, dus niets
ambitieus aan 7000 woningen gemiddeld bouwen per jaar, niets ambitieus. Het kan wel
degelijk hoger. Het zouden er bijvoorbeeld 100.000 kunnen zijn als je kijkt naar de
handelingsperspectieven die tijdens de coalitie door grond, door ontwikkeling en het
departement van wethouder Van Doorninck zijn geproduceerd. 12.000 had ook best
gekund gezien de planvoorraad, de plannen die er zijn voor locaties waar zou kunnen
worden gebouwd. Dan kom ik daarmee bij mijn tweede vraag.
(De heer FLENTGE: U heeft het terwijl wij bouwrecord na bouwrecord
vestigen de afgelopen jaren, over een heel ambitieus plan, 12.000
woningen. Waar vestigt u de bouwvakkers die al die huizen gaan
bouwen?)
We hebben het nu niet over vestigingsplaatsen voor bouwvakkers en we hebben
het nu ook niet over de nijpende problemen in de Nederlandse bouwnijverheid door de
halvering van die sector gedurende de crisis, we hebben het nu over de planvoorraad. En
die planvoorraad dreigt te worden uitgeput omdat er te weinig nieuwe plannen,
bestemmingsplannen, bijkomen om te kunnen blijven bouwen op de hogere aantallen die
wij voorstaan: 10.000, eigenlijk liever 12.000 per jaar. Een voorbeeld is toch dat het regent
van vergunningen van rechtswege omdat kennelijk de ambtelijke capaciteit onvoldoende
is om alle bouwaanvragen goed te kunnen behandelen. Hoe staat het nu met het op peil
houden van de planvoorraad? Daar zou ik graag een soort update van de
handelingsperspectieven, dat coalitiestuk van de wethouder willen krijgen om eens even
33
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
scherp in beeld te krijgen of daar daadwerkelijk voldoende in de pijplijn kan worden gezet.
Daar wil ik graag een reactie van de wethouder op om hier een notitie over te produceren.
Ten slotte mijn laatste punt. U kent Forum voor Democratie. Wij zijn erg voor het
naar voren halen zeg met vijf jaar van het project Havenstad. Er zijn veel problemen met
de planvoorraad en met de woningnood in de stad en dat project vormt toch de oplossing
die wij voorstaan. Het kan dus. Wij vinden eigenlijk dat het college er tegenaan blijft
hikken. Het is al een jaar bezig en nog steeds hebben we niets gehoord over het idee om
Havenstad naar voren te halen. We hebben besloten het zelf uit te zoeken. En dit is een
heel interessante puzzel want er zijn contractuele afspraken met de vier bedrijven die nu
zitten op het terrein waar Havenstad moet komen. We hebben bedacht en nu ook
bevestigd gezien door de meest gezaghebbende hoogleraar op dit rechtsgebied, de heer
Van der Veen, dat het mogelijk is om het project te vervroegen en dat kan door de vier
bedrijven een alternatieve locatie aan te bieden. Het is overigens een verplichting die de
stad is aangegaan om inderdaad die bedrijven een alternatieve locatie aan te bieden in
2029. Haal dat even naar voren, college. Het advies dat we hebben ingewonnen, gaat
binnenkort naar de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en de raadscommissie Bouwen
en Wonen. Er zit ook een strategiedeel in. Het grootste deel daarvan is openbaar en onze
wens is, en dat zullen we de commissies na rijpe beraadslaging wel vragen, om het
college op te dragen die strategie die in essentie neerkomt op het bieden van een
alternatieve locatie uit te voeren.
(De heer FLENTGE: Ik probeer het nog even bij de heer Van Schijndel,
want ik had bij de algemene beschouwingen al een klein debatje met de
fractievoorzitter. Tijdens de verkiezingen heeft u op flyers in Noord
verspreid dat er meer sociale huurwoningen moesten komen. Eigenlijk
hoor ik u de hele afgelopen periode in de raad alleen maar pleiten voor
minder sociale huurwoningen. Kunt u mij precies uitleggen hoe ik die
tegenspraak nu moet lezen?)
Wij constateren toch dat de voorraad sociale huurwoningen in Amsterdam heel
hoog is — uit mijn hoofd zeg ik iets van 53% van de totale woningvoorraad. Daar wil ik
even vanaf wezen. Wij zijn het eens met de wens dat mensen die nu in een sociale
woning zitten het recht krijgen om die te kopen. Dus wij zijn voor een vermindering van
het totaal van de sociale huurvoorraad door ze te verkopen aan de bewoners. Wij zien dat
de grootste behoefte bestaat bij de middengroepen. Mevrouw Naoum Néhmé noemde al
die 28% van de sociale minima die recht heeft op een sociale woning. Dat is een
aanmerkelijk lager percentage dat er aan sociale woningvoorraad is. Dus onze keuze is
om primair voor die middenklasse te gaan en die komt er nu juist zo bekaaid vanaf omdat
er slechts 24%, dus niet 40% maar slechts 24% de komende jaren bijkomt en dat
betekent van jaar tot jaar 1600 woningen voor de middenklasse en dat is veel te laag. Dan
moet je je voorkeuren wel helder naar voren brengen en dat doen wij dan ook.
(De heer FLENTGE: Maar dan was het ook wel prettig geweest als u in
uw flyer die u verspreidde in Amsterdam-Noord in plaats van de leus meer
sociale huurwoningen juist dat had opgeschreven: wij, Forum voor
Democratie, willen minder sociale huurwoningen in Amsterdam. U stelt in
de flyer meer, u bepleit hier minder. Dat is duidelijk, maar wilt u dat
voortaan dan ook aan de kiezers duidelijk maken?)
Nee hoor, voor Noord dat qua inkomenspositie het armste stadsdeel is, is een
forse behoefte aan sociale huurwoningen. Dat is gewoon zo. Wij hebben bijvoorbeeld ook
een ander voorstel gedaan voor Noord om te komen tot een voorkeursrecht binnen de
gemeente, een voorrangsrecht voor mensen uit Noord op woningen in Noord. Daar zijn
wij voor; dat zijn wij nog steeds en dat hebben we ook heel duidelijk tot uiting gebracht in
34
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
artikelen en ook Het Parool heeft een bericht daarover gepubliceerd. Daar gaan we
gewoon mee door. Wij vinden dat elk stadsdeel moet krijgen wat het toekomt. Dus dat je
per stadsdeel, en dan kijken we vooral naar Noord, met een passende aanpak komt. In
Noord is het zo dat vanwege die inkomenspositie van mensen die aan de lage kant is, dat
daar de grootste behoefte bestaat aan sociale huurwoningen en elders minder.
(De heer FLENTGE: Mijn vragen zijn wat korter dan de antwoorden van
de heer Van Schijndel. Mijn vraag is: u zegt in Noord moeten er dus meer
sociale huurwoningen komen, maar in totaal moeten er dus minder
sociale huurwoningen komen. Dat belooft wat voor de bouwvakker, voor
de postbode, de Amsterdammer in Betondorp of de bouwvakker, de
postbode of de Amsterdammer in de Spaarndammerbuurt. Dus daar gaat
u snijden. Daar zou geen behoefte bestaan en in Noord gaat u wel
bouwen? Dat laatste vind ik perfect, maar wat zegt u tegen de mensen in
Betondorp, mijnheer Van Schijndel? Ik ben erg benieuwd.)
De mensen in Betondorp zien de redelijkheid van ons standpunt wel in. De
mensen hoeven niet altijd op een minimum te blijven zitten. Ze kunnen doorstromen naar
het middensegment. Dat kan nu niet want die woningen zijn er gewoon niet. De
bouwproductie is ook veel te laat juist in dat segment en daar heeft niemand wat aan.
(Mevrouw DE JONG: Ik zou graag terug willen naar het onderwerp van de
actualiteit en dat gaat over de maatregelen die het college gaat nemen. Ik
hoor de heer Van Schijndel een enorm hartstochtelijk pleidooi houden
voor meer middenhuur. Nu gaat dit college veel middenhuurwoningen
bouwen en we hebben ook een aantal maatregelen die ervoor gaan
zorgen dat die middenhuurwoningen ook middenhuurwoningen blijven.
Steunt Forum voor Democratie die maatregelen?)
Als u zich het begin van mijn betoog herinnert, dan heb ik dat gekwalificeerd als
communistische regulering in strijd met het Europese en het Nederlandse
mededingingsrecht. Vandaar het verzoek voor een notitie.
(Mevrouw DE JONG: Dat heb ik gehoord, maar ik heb ook al die andere
dingen die u heeft gezegd, heel goed gehoord. Dat we echt veel meer
middenhuurwoningen moeten bouwen, dat we moeten beschermen. Ik
lees in uw programma dat u zegt dat we voorrang moeten verlenen aan
bepaalde doelgroepen, dus hoe gaat Forum voor Democratie ervoor
zorgen dat die middenhuurwoningen ook middenhuur blijven en dat er
meer wordt gebouwd als u niet de plannen van dit college steunt?)
Dus dat hele voorraaddenken van we moeten de voorraad sociaal op peil houden,
we moeten de voorraad middensegment op peil houden, ja, allemaal onzin. Het gaat om
een dak boven je hoofd. Dus er moet voldoende worden gebouwd; er moet aanmerkelijk
meer worden gebouwd dan nu in de planning zit en dan leidt dat tot meer aanbod. Dan
heeft men een dak boven zijn hoofd. Het is in de politiek een kwestie van kiezen: dat dak
boven je hoofd. Zelfstandige woningen zijn belangrijker dan dat je een heel lange tijd een
gematigde of tot eeuwigdurend een zeer gematigde huur moet betalen.
(Mevrouw DE JONG: Ik probeer het nog een keer. U zegt: “Wij willen
meer middenhuurwoningen.” Dat is enorm belangrijk en een dak boven je
hoofd is ook enorm belangrijk. Hoe gaat Forum voor Democratie ervoor
zorgen dat de prijsstijgingen in het middensegment worden gestopt?)
Wij denken dat die wens om die prijsstijgingen te beteugelen ertoe leidt dat er
uiteindelijk te weinig wordt gebouwd. Dus in dat opzicht delen wij de visie van de VVD.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
35
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
De heer VAN DANTZIG: Ongetwijfeld was dit een zinnig intermezzo binnen dit
debat, maar ik wil de raad toch even mee terugnemen naar het punt waarom het gaat. We
kunnen wel de hele woningmarkt doornemen aan de hand van een zinnige actualiteit,
maar ik denk dat we daar niet wijzer van worden. Deze actualiteit gaat wat D66 betreft
volledig over het benutten van particuliere transformatie. ledereen die niet in dit dossier
zit, maar het debat toch wil volgen: het gaat dan bijvoorbeeld om kantoren die woningen
kunnen worden. Dat gaat om parkeerplaatsen waar je woningen op kunt bouwen. Dat
gaat om oude bedrijventerreinen die je kunt omvormen tot woningen. Dus eigenlijk dingen
waarvan je in de stad denkt: hebben we er daar te veel van of willen we wat anders? Die
zaken willen we omzetten naar woningen die we zo hard nodig hebben. Dat staat dus los
van laat ik zeggen de nieuwbouwresultaten waar wethouder Ivens de Bouwer jaar na jaar
de records aan gort schiet. Dus daarover gaat het wat mij betreft niet. Die particuliere
transformaties krijg je eigenlijk alleen maar voor elkaar als je je als gemeente wilt
opstellen als verleider. Het is namelijk op dit moment zo dat er weer vraag is naar
kantoren. Mensen willen weer een kantoor openen en dat betekent als wij als
gemeenteraad zeggen dat we zo veel mogelijk woningen willen, dat we de menen die nu
die kantoren bezitten, moeten verleiden er woningen van te maken. Maar in plaats van
verleidingstechnieken lijken we afsteltechnieken te gebruiken. Dat zeggen we zelfs heel
open in Het Financieele Dagblad. Transformatiegesprekken, en de quote is dan: “Dit zijn
lastige gesprekken die vaak resulteren in vertraging en afstel.” Dan moet bij iedereen in
deze raad toch wel de alarmbel gaan rinkelen. Bij mij zeker. Ik ben er erg bezorgd over. Ik
moet daarbij wel zeggen, en dat moet me van het hart, dat het wel ingewikkeld is dat deze
discussie zich hoofdzakelijk via de kranten afspeelt. Laten we eerlijk zijn, als beleggers,
ontwikkelaars, pensioenfondsen echt vinden dat de gemeente het gesprek met hen niet
goed voert, dan is het het beste als ze dat open aan de raad kunnen melden. Het is denk
ik suboptimaal om dat via de krant te doen. Ik weet zeker dat de wethouder straks zal
beamen dat er geen enkele schade te verwachten is aan onderhandelingsposities of
lopende projecten als pensioenfondsen gewoon duidelijk zeggen waar de schoen knelt. Ik
denk dat dat heel belangrijk is en mijn oproep zou dan ook zijn aan al die ontwikkelaars
en pensioenfondsen: ziet u een probleem, meld u zich bij de gemeenteraad. Wij zullen
daar zorgvuldig mee omgaan en dan weten wij ook precies waar de schoen wringt.
Ik ga even door naar de technische vragen die ik heb gesteld bij de vorige
commissiebehandeling. Dat was lijvig en ik wil de ambtenaren bedanken dat ze de vragen
zo snel hebben weten te beantwoorden. Maar misschien waren mij vragen niet gericht
genoeg, want ik vond in ieder geval de antwoorden nog niet van die scherpte dat ik al
precies weet te duiden waar nu de schoen knelt of wat ik eraan kan doen. De
beantwoording vormt wel echt reden tot zorg. Ik ga even snel door die antwoorden heen.
De wethouder kan niet aangeven bij hoeveel transformatieprojecten wel
onderhandelingen werden gestart, maar niet werden afgerond. Uit die beantwoording blijkt
dat er veel signalen zijn vanuit projecten dat processen moeizaam verlopen. De gemeente
schat het risico dat projecten niet zullen doorgaan een stuk groter in. Er wordt gesteld dat
gesprekken met marktpartijen — en daar was ik door aangedaan — tussen de een en twee
jaar duren voordat er sprake is van een overeenkomst tussen partijen. Dat is niet bepaald
voortmaken en dat getuigt niet van urgentie. Ik snap hoe complex dit is, maar die termijn
moet naar beneden, zou je zeggen. Er wordt gesteld dat kantoren steeds vaker kantoren
blijven. Dat doet iedereen toch pijn die graag woningen wil. En er is blijkbaar geen
overzicht van alle lopende initiatieven en aanvragen in de stad. Dan zou je nog kunnen
zeggen: is dat dan een probleem? Misschien is het maar een heel klein stukje van die
enorme bouwopgave die we ons hebben voorgenomen. Dat is niet het geval. Een van de
36
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
vijf woningen die er moet komen, komt van dit soort transformatieprojecten, dus we
hebben echt wel even een gewichtig onderwerp te pakken.
(De heer FLENTGE: Ik hoor de heer Van Dantzig goed en dan zegt u bij
die transformaties, hoe ingewikkeld dan ook, dat u nadrukkelijk de
voorkeur geeft aan woningen boven dat kantoren kantoren blijven.)
Ik moet even kijken, want ik zie dat de wethouder Economische Zaken niet in de
zaal zit, dus ik kan me dit wel permitteren. Ik denk dat hij niet erg blij is met wat ik nu ga
zeggen, maar ik hoop inderdaad dat het woningen worden. Ik denk dat we die een stuk
harder nodig hebben. Op de Zuidas zijn een paar fantastische locaties en ik hoop heel erg
dat daar kantoren komen, maar bijvoorbeeld bij Sloterdijk, laten we daar die leegstaande
kantoren vooral tot woningen maken. Ik zie het wel breder. Je hebt parkeergarages, maar
je hebt bijvoorbeeld ook het Hamerkwartier in Noord. Dat ligt heel dicht tegen een buurt
aan waar echt nog wel wat menging nodig is. Dus daar moeten we die eigenaren stuk
voor stuk verleiden om ervoor te zorgen dat er woningen komen. Dat is echt wel een klus,
maar ik hoop wel dat het lukt, want anders staan u en ik straks met lege handen bij onze
mooie plannen.
(De heer FLENTGE: Ik ben het volledig met u eens. Volledig. Maar dan
zie ik u ook graag als bondgenoot de komende periode als de
kantorenlobby gaat toenemen en er toenemende druk zal ontstaan en dat
wij hier dan zij aan zij echt gaan bepleiten dat de woningnood in
Amsterdam moet worden opgelost.)
Kijk, een uitgestoken hand moet je nooit afslaan, maar ik ga het bod wel
terugleggen. Zeker, als ik u dan als bondgenoot vindt in het feit dat we de voorwaarden
aanpassen daar waar de schoen knelt zodat die woningen er kunnen komen.
(De heer BOOMSMA: Ik deel de zorg als het gaat om de particuliere
transformaties. Ik ben alleen benieuwd of D66 met voorstellen komt om
de eisen die we nu stellen wat betreft particuliere transformaties te
versoepelen juist om te stimuleren dat er meer woningen worden
gerealiseerd en dat er minder projecten worden afgeblazen.)
Nee, en ik ga daar zo nog verder op in. Dat komt omdat ik op dit moment geen
enkele concrete aanwijzing heb om te zeggen dat die voorwaarden ervoor zorgen dat er
niet wordt gebouwd. Ik hoorde de heer Flentge heel terecht zeggen dat stijgende
bouwkosten een probleem zijn. Wat ook een probleem is, is het feit dat de kantorenmarkt
aantrekt waardoor kantoren makkelijker kantoren kunnen blijven. Dat zijn problemen
waarmee wij ons beleid in lijn zouden moeten brengen als we die woningen willen, maar
daarvan kun je niet zeggen dat de gemeente er wat aan kan doen. Dus u mag best van
mij weten dat ik erg bezorgd ben, maar ik heb nog niet de informatie om daarop goed te
handelen. Daarom ook dat ik die pensioenfondsen opriep open kaart te spelen naar de
gemeenteraad. Heel eerlijk, ik kan natuurlijk niet zo veel met wat er wel of niet in Het
Financieele Dagblad wordt gezegd. Nu spreek ik wel eens mensen en dat is fijn, maar als
ik dat hier niet mag gebruiken, dan was het niet meer dan een lekkere kop koffie. Ik ga
straks bijvoorbeeld een toezegging vragen op een rapportage zo u wilt. Het mag van mij
ook best een brief zijn met een driemaandelijks inzicht waar we nu staan. Maar goed, als
zelfs als de heer Flentge de hand al uitsteekt, dan gaan wij elkaar daar wel vinden. Als
blijkt dat die woningen niet worden gebouwd, dan moeten we met elkaar aan tafel. Maar
zover ben ik nog niet.
(De heer BOOMSMA: Dat lijkt me een heel goede vraag en die zal ik ook
zeker steunen. Maar als de heer Van Dantzig zegt dat hij geen enkele
concrete aanwijzing heeft, dan is het zo dat in de beantwoording van zijn
eigen technische vragen toch staat dat een project is afgeblazen in Zuid.
37
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
Daar worden kantoren niet getransformeerd tot woningen om financiële
redenen. Dat is toch een heel duidelijke aanwijzing?)
Ja, dat is een aanwijzing dat het geen woningen worden, maar het is nog wel een
beetje de vraag op welke schaal. We hebben met elkaar natuurlijk wel wat afgesproken,
dat particuliere transtormatiekader. U weet best dat ik daarbij nu niet direct juichend
rondjes door de raadzaal rende, maar uiteindelijk ga je met elkaar rond de tafel en dan
probeer je een verstandig woningbeleid af te spreken, wat denk ik redelijk is gelukt. En
dan ben ik daaraan ook loyaal. We hebben wel heel duidelijk als eerste opgenomen dat
we 7500 woningen gaan bouwen. Zegt het college dat 20% daarvan hieruit moet komen,
dan betekent dat dat ik stringent de vinger aan de pols ga houden. Ik moet wel zeggen,
als er maar twee projecten om financiële redenen niet zijn doorgegaan en het is nu half
maart en het gaat om 1500 woningen, dan is dat niet meteen reden om in blinde paniek te
geraken. Het is wel reden voor zorg.
(Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: We zijn hier toch getuige van een bijzonder
moment, omdat ik de heer Van Dantzig de afgelopen periode minder
genereuze opmerkingen horen maken over deze wethouder. Dus dat
wethouder Ivens de Bouwer nu een compliment krijgt, dat is volkomen
terecht. Goed dat u van mening bent veranderd. Volgens mij heeft u zijn
beleid eerder met heel andere woorden gekwalificeerd, maar ach ja, als
we niet van mening veranderen, hebben we waarschijnlijk ook geen
mening. Dus alle complimenten daarvoor. U maakt hier wel een heel
bijzondere move. U zegt tegen pensioenfondsen: meldt u zich alstublieft
bij de gemeenteraad als u bezwaren heeft, zorgen heeft of als dingen
knellen. Dat vind ik een heel bijzondere figuur, want wat we hier met zijn
45'en doen is kaders stellen en het is aan deze mannen en vrouwen, het
college, om dat beleid uit te voeren. Nu lijkt het alsof u op de stoel van
een bestuurder wilt gaan zitten doordat u pensioenfondsen uitnodigt zich
bij ons te melden. En daarvoor zei u zelfs: “Het debat over die bezwaren
wordt via de kranten gevoerd”, waardoor u eigenlijk suggereert dat u zich
tekortgedaan voelt via informatie. U had eigenlijk gewild dat niet dat FD-
bericht verscheen, maar dat u een brief zou krijgen van de wethouder met
‘Beste raadsleden, hier zit iets niet goed’. Dus wat zegt dat eigenlijk over
het vertrouwen dat u in dit college heeft?)
(De VOORZITTER: Dat was een wat lange interruptie. Graag de volgende
keer wat korter.)
Het is gemakkelijker om per vraag antwoord te geven. Het klopt dat ik wethouder
Ivens als wethouder beter vindt dan als lijsttrekker van de SP, maar dat zal vanuit mijn rol
geen heel grote verrassing zijn. U volgende vraag ging volgens mij over die beleggers. Ik
stel vragen aan het college; daarop krijg ik antwoorden en die geloof ik. Dat is namelijk
hoe ik in de wedstrijd zit. Maar als mensen vervolgens in de krant zeggen dat het anders
zit, dan daag ik uit mij te laten weten hoe het zit. En dan het liefst met aanwijzingen of
gevoel of dingen die niet lekker gingen. Ik snap dat allemaal. Ik ben daar gevoelig voor en
daar mag je me altijd over bellen. Alleen, ik kan niet het college tot de orde roepen op
basis van een krantenartikel. Dus dat wilde ik niet doen. Wat zegt dat over mijn
vertrouwen in het college? Dat dat groter is dan in het FD, denk ik. Maar laat ik hieraan
toevoegen dat ik niets ten nadele van het FD wil zeggen, maar ik ga ervan uit dat het
college de waarheid spreekt en dat de zaken in het FD oproepen tot zorg.
(Mevrouw NAOUM NÉHME: Alleen om er zeker van te zijn: volgens mij
bent u niet echt tevreden met de beantwoording van uw technische
vragen. Ik hoop dan dat u onze motie zo dadelijk steunt, want die roept op
38
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
tot onafhankelijke toetsing wie er nu eigenlijk gelijk heeft en wie zich
redelijk opstelt: de gemeente of de marktpartijen.)
(De VOORZITTER: De motie is nog niet ingediend, maar de heer Van
Dantzig kan al wel vast reageren op de motie die is aangekondigd.)
De motie die wellicht ging komen, ja. Weet u wat het is gewoon in wat meer
algemene zin? Ik denk dat het altijd goed is dat de wethouder met marktpartijen spreekt.
Dat doet hij ook. Ik denk dat daarbij geen onafhankelijk scheidsrechter nodig is.
Bovendien ben ik er helemaal niet van overtuigd dat een onafhankelijk onderzoek zal
zorgen voor politiek draagvlak om zaken bij te sturen. Ik ken mijn collega-woordvoerders
Wonen allemaal als zeer inhoudelijk en zeer begaan met de stad. Volgens mij is het de
beste manier om langs de inhoud aan te duiden waar de schoen knelt. En dat is ook mijn
oproep aan die ontwikkelaars die met het FD hebben gesproken. Als u het echt anders
ziet dan de antwoorden van het college, meld u zich bij mij. Dan gaan wij met u praten en
ik weet zeker dat mijn coalitiepartners even geïnteresseerd zijn. Ik denk dat het goed zou
zijn als de wethouder zegt: doe dat vooral. Daar staan wij voor open; dat vinden wij niet
erg. We zijn een open en transparante stad waar dat soort dingen absoluut moeten
kunnen. Dat was mijn oproep. En of ik uw motie ga steunen, dat weet ik nog niet. Dat ligt
ook een beetje aan de antwoorden van de wethouder op mijn vragen die ik nu ga stellen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: U rept van bouwrecord naar bouwrecord van
de wethouder, maar u beloofde voor de verkiezingen 12.000 woningen
per jaar te gaan bouwen en dan is 7000 woningen per jaar toch echt
minder dan minimaal. Kunt u dat even uitleggen?)
Nou, het is een stuk minder dan 12.000, die 7500. Dat is een waarheid als een
koe. Het bouwen van woningen kost geld en naarmate je die woningen een lagere,
gereguleerde prijs wilt maken, ja, dan … U wilt in Noord veel meer sociale woningen. Dat
kan, maar dat betekent dat u minder woningen kunt bouwen. Waarom? Omdat de
gemeente daar geld op de prijs, op de maximale prijs die je kunt halen, toelegt. Dat is hoe
het werkt. Dus wil je meer gereguleerde huurwoningen, dan krijg je in totaal minder
woningen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Dat is totaal geen antwoord op de vraag. Die
getallen spreken duidelijke taal. 7000 woningen per jaar is nu de inzet van
het college en u wilde er 12.500 per jaar. U moet toch kunnen uitleggen
waarom u ineens 5000 woningen minder accepteert?)
Misschien is het uw partij ook een keer gegund in zo'n kamer te zitten waar je
onderhandelt over een coalitieakkoord en dan is het eerste dat je moet bedenken: hoe
komen we er met elkaar uit? Als je dan alleen maar je eigen verkiezingsprogramma blijft
tetteren, dan worden het heel onprettige onderhandelingen dus dat hebben we niet
gedaan. We hebben gezegd: we kunnen elkaar vinden. Ik kan u een inhoudelijke reden
geven en dat heb ik net gedaan. Tegelijkertijd is er gewoon een politieke afspraak
gemaakt. Dat kun je heel raar vinden, maar zonder een politieke afspraak is deze stad in
ieder geval niet te besturen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ik vind dat u onwaarheid heeft gesproken
naar uw kiezers toe. Dat is zo'n grote stap van 12.500 naar 7500
woningen. Dat kun je niet maken.)
Laat ik u een tegenbod doen. Als u mij in de tweede termijn weet uit te leggen wat
nu precies het standpunt is van Forum voor Democratie over de Nexit, dan beloof ik deze
vraag nog een keer te beantwoorden.
Je zou bijna denken: ‘hij is klaar’, maar eigenlijk komt nu pas het vuurwerk. Ik zei
u dat ik graag een toezegging wilde. Ik zou graag een brief of een rapportage willen
ontvangen, een brief die zo’n vier keer per jaar komt. Eerder heeft deze raad daarom al
39
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
gevraagd bij het college. Er is ooit een motie Van Dantzig cum suis aangenomen waarbij
ik zag dat ook de heer Flentge die had medeondertekend. Dat is een motie waarin staat:
laten we nu periodiek rapporteren over hoe het gaat met het transformatiebeleid. Ik wil
daar wat dingen aan toevoegen die ik hierin graag zou zien verwerkt. Eerste vraag: met
hoeveel initiatiefnemers van transformatieprojecten werden er nu onderhandelingen
gestart zonder dat ze tot afronding kwamen? Ik denk dat het dan goed is hiertoe de start
van een project te markeren vanaf het moment dat er een gesprek is gevoerd met het
stadsdeel en/of op ambtelijk niveau. Hoe vaak is het tot een afwijkingsverzoek gekomen
en om welke reden? Welke afwijkingsvraag kwam er vanuit de markt? Ik zou het goed
vinden als de wethouder daarbij een lijst samenstelt van grote transformatiegebieden
zoals Sloterdijk |l en het Hamerkwartier zodat we kunnen monitoren en rapporteren hoe
deze samenwerking verloopt op deze terreinen. Ik zou heel graag zien dat we de
gemiddelde doorloop van transformatieprojecten monitoren. En ik zou daarbij de extra
toezegging willen vragen dat de wethouder zich tot doel gaat stellen dat hij die
doorlooptijd gaat reduceren. Ik zou dan zeggen: ‘één jaar’, maar als de wethouder zegt:
‘het wordt één jaar en drie maanden’, dan val ik ook niet stijl achterover. Maar in ieder
geval een stuk korter dan twee jaar. En ik zou bij die rapportage graag een overzicht
willen van de aangevraagde bouwvergunningen per kwartaal, afgezet tegen de prognose
om het doel te behalen en afgezet tegen vorig jaar bijvoorbeeld 2017 en 2018 toen we zo
door de records heen gingen om te controleren of we nu op koers liggen. En dan zou het
ook nog goed zijn om die uit te splitsen naar woningcategorieën en of het nu transformatie
is of nieuwbouw. Ik wil daar meteen bij zeggen dat dat natuurlijk geen een-op-een
correlatie is. Dat snapt D66 ook. Maar het is wel een goede indicator. En indicatoren heb
je nodig als je moet sturen op de toekomst. Dus ik denk dat dat belangrijk is.
Ik ga afronden. Mijn pleidooi aan de hele raad is eigenlijk vrij simpel. We hebben
huizen nodig, geen kantoren, geen parkeerplaatsen. Huizen zijn gevraagd, dus laten we
die bouwen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge.
De heer FLENTGE: Vanochtend hadden we de insecten in de schoolkantines en
nu hebben we Forum voor Democratie dat nadrukkelijk een pleidooi houdt voor al het
moois wat Europa heeft gebracht. Een interessante raadsvergadering. Je valt soms bijna
van je stoel. Ik vind het wel interessant om hierover nog even door te praten, want met de
heer Van Schijndel kom ik er niet helemaal uit. Datgene wat zijn verkiezingsprogramma
heeft beloofd in Noord, meer sociale huurwoningen, betekent uiteindelijk dat Forum voor
Democratie in andere stadsdelen sociale huurwoningen weghaalt want daar zou kennelijk
geen vraag zijn. Nou, in Betondorp zouden de mensen dat allemaal prima vinden. Ik zou
het heel interessant vinden om daarover ooit met u een debatje te gaan voeren en dan
gaan we eens even vragen aan de mensen in Betondorp hoe zij daar tegenaan kijken. Ik
zou daar wel benieuwd naar zijn.
Dan over de transformaties. Die transformaties zijn natuurlijk een groot probleem.
Dat ziet iedereen. Aan de ene kant stijgen de bouwkosten, aan de andere kant wordt de
kantorenmarkt interessant en vanzelfsprekend wordt het dan lastiger. Dus ik zie de zorg
die mevrouw Naoum Néhmé verwoordt, die de wethouder verwoordt en die ook de heer
Van Dantzig verwoordt. Tegelijkertijd denk ik ook dat wij hier lang hebben gezien dat
jarenlang bouwrecord na bouwrecord niet heeft geleid tot een verlaging van de prijzen.
Uw wethouder, mevrouw Naoum Néhmé, de heer Van der Burg, en mijn wethouder, de
heer Ivens leverden bouwrecord na bouwrecord, maar dat heeft niet geleid tot verlaging
van de prijzen. We moeten dus wel reguleren, we moeten ingrijpen. Dat is hetgeen we
40
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
doen. En dat dan de snoeppot voor veel beleggers in vastgoedmensen minder groot
wordt, ja dat klopt. Dus oog houden als het doorschiet, maar ik zou zeggen: ga niet gelijk
op schoot bij die beleggers zitten. Zij roepen al heel snel op het moment dat hun winsten
wat minder groot worden dat het voor hen wel heel karig wordt. Dat zullen ze blijven doen.
Maar blijf daar een beetje van weg.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Als ontwikkelaars zeggen dat ze op verschillende locaties in
de stad al hadden kunnen bouwen, maar dat gebeurt niet, dan moeten we dat heel erg
serieus nemen als we daadwerkelijk willen dat er wordt gebouwd. En dat willen we. Het
CDA heeft vanaf het begin wel kanttekeningen geplaatst en gewaarschuwd dat al dat op
elkaar stapelen er niet toe moest leiden dat dat de mensen afschrikt en dat er minder
wordt gebouwd of dat we allemaal vertraging oplopen. De wethouder heeft steeds gezegd
dat er geen vuiltje aan de lucht was en dat elke tender gewoon volgeschreven werd. Het
kwam allemaal prima in orde. Maar nu zien we toch steeds meer van dit soort signalen.
Volgens mij is het ook zo dat er steeds minder woningen via tenders worden gerealiseerd.
Inderdaad, dat speelt met name bij transformatie. De heer Van Dantzig zei terecht dat je
dan mensen moet verleiden. Dat kun je niet zomaar opleggen. We lopen hier nu toch
tegenaan. Dan kun je wel zeggen dat we nu ook kantoren nodig hebben en dat we al
tegen die frictieleegstand aan zitten. Dat is ook waar, maar dan vraag ik toch of er niet
ook allemaal locaties in de stad zijn waar we liever woningen willen. Locaties waarvan we
niet zeggen dat het ook prima is als het een kantoor blijft. Er moeten wel kantoren blijven,
maar we hebben ook echt die woningen nodig. Dus ik blijf erbij dat de gemeente zich met
name als het gaat om particuliere transformaties veel flexibeler moet opstellen. Ik vond de
antwoorden op de technische vragen van D66 nogal vaag. Ik kreeg daar niet goed hoogte
van. We weten eigenlijk niet hoeveel transformatietrajecten in onderhandeling zijn gestart,
maar niet zijn afgerond. Later horen we wel dat er bij zestien projecten is verzocht om af
te wijken, maar dat dat slechts bij twee is toegestaan. Ik sluit me dus aan bij het verzoek
van de heer Van Dantzig om hierop een nadere rapportage te geven. We moeten hier
echt de vinger aan de pols houden, want het gaat inderdaad om een vijfde van de hele
voorraad. Dus dat is niet niets en dan kun je niet zomaar zeggen: ach, dan blijft het toch
een kantoor. Wat het CDA betreft zijn die signalen niet alleen maar af te doen met: ach ja,
ontwikkelaars, die piepen wat, maar daar trekken we ons niets van aan. We zijn nu
eenmaal afhankelijk van deze mensen om te bouwen en ik vind ook dat we serieus in
gesprek moeten gaan met die institutionele beleggers. Dat zijn juist partijen die als het
goed is de langere termijn nemen en die ook zorgen voor onze pensioenen. Dus ik vind
dat dit moet veranderen. Wat dat betreft sluit ik me aan bij het verzoek en ik vind het ook
een heel goed idee om een onafhankelijke partij, juist een onafhankelijke partij, alles op
een rij te laten zetten. Als we al die eisen nu bij elkaar opstapelen, hoe zinnig, verstandig
en gewenst ze afzonderlijk ook kunnen zijn, wat komt daar dan uit en leidt dat inderdaad
nu tot vertraging of zelfs het afblazen van projecten?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor beantwoording van
de vragen.
Wethouder IVENS: Dit debat is een heel interessante want het geeft een beetje
het spanningsveld aan waarin we op dit moment moeten opereren. We hebben eerder
met elkaar gezien dat dit een stad is waar je nog wel een woning kunt vinden als je een
heel dikke portemonnee meeneemt, maar iedereen met een laag of gemiddeld inkomen
41
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
heeft het echt heel moeilijk in deze stad om die woning te vinden. Dat heeft tot afspraken
geleid die wij hebben vormgegeven. Afspraken waarbij we zeggen dat we middeldure
huurwoningen langere tijd middelduur willen hebben. Afspraken waarbij we hebben
afgesproken dat niet elke woning even welkom is als we ergens gaan bouwen, maar dat
we specifieke woningen echt hard nodig hebben en dat we ons daarop richten. Dan is
misschien wel de meest belangrijke vraag op welk rendement u nu gaat sturen,
wethouder. Voor mij is er een heel duidelijk antwoord: het rendement dat het optimale
bedient voor de mensen met die lage en gemiddelde inkomens die er nu niet aan komen
en dat heeft u vertaald in een coalitieakkoord met 1670 middeldure huurwoningen en
2500 sociale corporatiewoningen. Dat is de uitdaging waar ik voor sta. En iedereen die nu
zegt: ‘versoepel de regels’, vraag ik: en die 1670 middeldure huurwoningen en die 2500
sociale corporatiewoningen zijn niet meer nodig? Ik acht ze nog steeds heel hard nodig en
volgens mij moet de discussie dus ook daarom gaan. Hoe gaan we alles op alles zetten
om die resultaten uiteindelijk te behalen omdat we met elkaar hebben gezegd dat daar de
aandacht op moet zitten? Dus we gaan niet achter signalen aan lopen wat wel of niet
goed zou zijn voor de belegger. In die rendementen moet ik ook helemaal niet gaan
denken. Maar wat is goed voor de stad? Die vraag moet volgens mij centraal blijven
staan.
(De heer VAN DANTZIG: Wethouder Ivens en ik zijn het natuurlijk eens,
want dat hebben we afgesproken. Maar u begon uw betoog en dan zou
het bijna zo kunnen zijn dat iemand die niet zorgvuldig luistert, zou
denken dat niet alle woningen welkom zijn. Ik wil u toch even de kans
geven dat te herstellen want het is natuurlijk wel zo, tenminste dat mag ik
hopen, dat u als wethouder Wonen altijd zult kiezen voor woningen als we
een leegstaand kantoor kunnen omvormen naar woningen waarbij er iets
aan de criteria wordt gemorreld.)
Ja, als wethouder Wonen zou je daarvoor kiezen, maar als wethouder van dit
collegiale college zeggen wij dat kantoren ook welkom zijn. U heeft in de commissie de
transformatiestrategie gehamerd omdat het allemaal zo goed ging. Inderdaad, we hebben
die frictieleegstand gehaald. De heer Boomsma refereerde daar al aan. En is sommige
gebieden is het helemaal niet erg als een kantoor uiteindelijk een kantoor blijft. Als we er
nu niet aan durven vasthouden en zeggen: ‘wij vinden het belangrijk dat er sociale en
middeldure huurwoningen komen’, dan zullen ze niet komen. Als hier een wethouder zou
staan die zou zeggen: ‘ik ben er onzeker over of we moeten vasthouden aan onze criteria
voor de transformatie’, dan weet ik precies wat de markt zal doen. Die zal gaan wachten,
wachten en wachten totdat we verder hebben gesleuteld aan die criteria in de hoop dat ze
beter worden. Volgens mij moeten we dat niet doen. We hebben die woningen nodig en
snel.
(De heer VAN DANTZIG: Volgens mij moeten we hierop gewoon een
eenduidig antwoord geven. We zijn het er toch over eens dat we heel veel
woningen nodig hebben en nu spreek ik de wethouder Economische
Zaken ook nog wel eens buiten deze raadzaal. Ik denk dat die genoeg
plekken kan vinden voor die kantoren. Wat ik nodig heb, en u hoeft niets
te zeggen over welke afwijking etc. is het comfort dat de wethouder
Wonen staat voor die woningen en als het nodig is altijd voor die
woningen zal gaan. Ik vind het gewoon belangrijk dat daarop een
eenduidig antwoord is.)
Lees nog een keer die evaluatie van die kantorenstrategie. We hebben nu vier
jaar lang de kantorenleegstand gehalveerd. Dus hier staat een wethouder die heel trots is
dat we al die kantoren hebben getransformeerd, maar die nog trotser is dat we nu hebben
42
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
gezegd dat we bij die transformaties willen zorgen dat die woningen die we zo hard nodig
hebben, centraal staan. Dus niet elke woning is goed. Niet zomaar: doe maar een woning
en het is allemaal best. Nee, wij hebben gericht gezegd: wij willen zorgen dat het een stad
blijft — en op de heer Van Schijndel na heb ik nog niemand gehoord die dat betwijfelt —
waarin mensen naast elkaar kunnen wonen met een dikke portemonnee en een dunne
portemonnee. Dus dat zullen we ook bij die transformaties moeten blijven bewaken.
Daarom hebben we een transformatiekader waarover ik straks wat verder zal uitweiden.
(De heer VAN DANTZIG: Ik doe toch nog een ultieme poging om er met
elkaar uit te komen, anders ga ik ongeruster weg uit dit debatje dan dat ik
eraan begon. Wethouder, we zijn er toch van overtuigd dat we die 7500
woningen moeten halen? Ik wil nu gewoon het comfort krijgen dat er
binnen de gemeente Amsterdam alles aan gedaan wordt dat er woningen
komen als er een transformatie aan tafel zit. Als u daar geen ja op zegt,
dan zou ik graag van u willen weten welke woningen dan niet welkom
zijn.)
Even voor alle duidelijkheid: u vraagt naar transformaties. Van die transformaties
is iemand anders eigenaar. Wij gaan wel over gronduitgiftes. Nee, wij willen niet overal
woningen. Wij willen ook dat er parken ontstaan en misschien willen we ook wel dat er
kantoren komen. We hebben meerdere smaken te bedienen. We hebben een hele hoop
wensen die we ook willen realiseren. We hebben zelfs een transformatie waarbij we
partijen zo ver proberen te krijgen of ze van hun locatie een school willen maken. Ook
daaraan hebben we behoefte. Er zijn meer behoeftes in de stad dan alleen woningen. U
snapt wel dat u deze wethouder Wonen kunt aanspreken op die kantorenleegstand die op
dat frictieniveau blijft en op die 7500 woningen waarvan er 1670 tot het middensegment
en 2500 tot de sociale corporatiewoningen behoren. Dus graag, blijft u mij hierop
aanspreken. Dat is immers de kern van dit debat vandaag.
De vraag waar het nu spaak loopt, is natuurlijk een vraag die als een rode draad
door de discussie gaat. Dat is best wel een lastige vraag. Moet je het dan bij externen
gaan neerleggen om te toetsen? Het gaat om het samenspel en om wat er uiteindelijk
gebeurt. De grootste vraag die wij hebben, is niet de vraag waar het spaak loopt in de
ontwikkeling, maar: redden wij onze 1670 en 2500 sociale corporatiewoningen? Dat is
een heel grote vraag en die is heel spannend. Daarom ben ik blij met deze actualiteit,
omdat ik u een beetje deelgenoot maak van de dilemma's waarvoor ik sta. Ik constateer
ook dat die bouwkosten de afgelopen twee jaar met iets van 25% zijn gestegen. Ik snap
het. Als je dan bijvoorbeeld een kantoor hebt of als je een locatie op het oog hebt, dan
pak je nog eens even opnieuw de rekenmachine om te kijken of dat allemaal past. Als je
daarnaast constateert dat bijvoorbeeld de kantorenmarkt ook is aangetrokken, dan snap
ik wel dat je die rekenmachine pakt. Om dan te zeggen dat het komt door de
gemeentelijke regels, nou, ik durf wel te betwijfelen of dat de enige bouwsteen is die
daarvoor de verklarende factor is. En als u zegt dat we met gemeentelijke regels moeten
gaan bijsturen om die hoge bouwkosten te compenseren, ik zie de heer Boomsma
knikken, dan zegt u in feite: wethouder, u hoeft het coalitieakkoord niet meer uit te voeren.
Dit hoeft geen stad te zijn waarin we allemaal gemengd kunnen wonen, want dat zal dan
het resultaat zijn als we van alle kostenstijgingen zeggen: die pakken wij voor onze
rekening. Dan bouwen we die gemengde stad niet meer. En dan zegt deze wethouder:
daar pas ik voor, want ik wil die gemengde stad blijven bouwen. Maar het is inderdaad
een enorm dilemma om op dit moment daar op een goede manier mee om te gaan omdat
we die bouwkostenstijging van ongeveer 25% in twee jaar wel zien.
(Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: De wethouder betwijfelt of de gemeentelijke
eisen de hoofdveroorzaker zijn van het feit dat de productie mogelijk
43
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
achterblijft. Dat is precies de bedoeling van de motie die ik ga indienen.
Dus ik zeg niet: u heeft het gedaan. Ik zeg: laten we in hemelsnaam kijken
waar het zit. Dus dat is mijn oproep en dat is dan voor de tweede termijn.
Ik heb nog een essentiële vraag. U schrijft in uw antwoord op vraag 2: “De
ontwikkelaar gaat voor een maximaal rendement.” Daar werd u net ook
naar gevraagd, maar u geeft geen antwoord. Mijn vraag aan u is kort en
simpel: met welk rendement rekent u en wat is voor u het maximale?)
Het rendement waarmee ik reken, is het rendement voor de stad: 2500 sociale
corporatiewoningen, 1670 middeldure huurwoningen. Dat zijn de rendementen die wij als
stad willen gaan bereiken. Ik heb nog een verklarende factor waardoor een deel van de
bouw wellicht onder druk kan komen te staan en dat is dat er speculatief hoge kantoren
zijn. U doet de assumptie dat de bouw stilvalt, maar ik zie dat nog niet, moet ik heel eerlijk
zeggen. Ik hoorde iemand eerder zeggen: “Jammer dat er via de media gecommuniceerd
wordt.” Ja, dat vind ik ook heel jammer, want ik lees in mijn bouwoverleg maar ook in het
overleg over middeldure huur — en die partijen komen nog allemaal en de partijen maken
zich serieus zorgen over de bouwkosten en over de capaciteit — dat partijen zich afvragen
waarom er zo veel regels zijn en waarom het zo moeilijk is om te bouwen terwijl er voor de
bestaande woningen een ontiegelijk rendement is. Dus het gaat om het samenspel, het
samenspel van de woningmarkt. En in dat samenspel van de woningmarkt is het heel
interessant dat er gisteren een Kamerdebat werd gevoerd over hoe we gaan voorkomen
dat de beleggers de eigenaar-bewoners weren. Heel relevante elementen voor hoe
uiteindelijk die hele woningmarkt eruit gaat zien. Voor de zomer gaan we van de minister
een noodknop cadeau krijgen waarmee ze zegt dat we minder woningen gaan houden.
Als we andere manieren hebben om ook die middengroep vast te houden, dan kun je
gaan kijken of wij te veel regels aan het stellen zijn. Dus daarom is het een goede manier
om met zo’n minister op te trekken. Maar door nu te zeggen dat wij moeten gaan kijken
binnen het bestaande kader, doen we helemaal geen recht aan én de bouwkosten, én de
bouwcapaciteit én de landelijke regels die er zijn én uiteindelijk ook wat er in het verleden
is gebeurd en hoe speculatief panden en dergelijke zijn opgekocht. Laat Amsterdam nu
niet gaan zeggen dat ze een eiland is in de grote zee. Dat zijn we niet. Er is echt een
samenspel van alle partijen.
(De heer VAN DANTZIG: Ik haakte natuurlijk even aan bij dat gesprek via
de media. Nu bereiken mij veel telefoontjes van ontwikkelaars die zeggen:
ik vind het moeilijk openheid van zaken te geven aan de gemeenteraad
omdat ik bang ben dat dat later in een gesprek met de gemeente wellicht
tegen me gebruikt wordt. Nu zeg ik altijd: onzin. Zo werkt het niet bij de
gemeente, maar ik denk dat het zou helpen als de wethouder dat ook zou
zeggen.)
Ik ben het volstrekt met u eens, mijnheer Van Dantzig. Juist signalen van
ontwikkelaars dat ze in de knel komen, worden heel erg gewaardeerd. Ik heb twee jaar
geleden op een grote bijeenkomst met allerlei bouwers toen er ook signalen waren dat de
transformaties zouden gaan stilvallen, gezegd: “Kom maar met voorbeelden, geef ze
maar allemaal aan me door want dan kan ik kijken of we een versnelling kunnen maken.”
Dat is gelijk al een kleine toezegging aan u. Kunnen wij het tempo omhoog schroeven?
Ja, graag. Ik deel die ambitie. Dat tempo in die transformatie moeten we omhoog
schroeven en dat kunnen we eigenlijk alleen maar doen als we praktijkvoorbeelden
krijgen. En nee, dat gaan we niet nadragen. Sterker nog, ik ben er alleen maar blij om als
we die signalen krijgen want daarmee kunnen we wellicht ook onze processen nog verder
versnellen of misschien het samenspel verder versnellen en er weer van leren. Het ging
om die versnelling. Dat was eigenlijk de hele achtergrond van dat actieplan Woningbouw.
44
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
Het ging erom dat we samen met alle partijen leren hoe we het zo snel mogelijk kunnen
gaan doen.
Dan zijn er nog vragen gesteld over de verleende bouwvergunningen. Ik heb een
halfjaarsrapportage toegezegd over het woningbouwplan. Ik ben best bereid om in die
rapportage de verleende bouwvergunningen ook op te nemen. Maar ik zeg u er wel even
bij: dat is niet de indicator die we als zaligmakend moeten zien onder andere omdat dat
nog niet betekent dat er daadwerkelijk gaat worden gebouwd. Je kunt ook een
bouwvergunning hebben en toch niet gaan bouwen. Daarom meten wij start bouw. Op het
moment dat die palen de grond ingaan, dan wordt er vaak wel doorgebouwd. Dus daarom
meten we dat moment. U zegt dat dat een moment is dat de gemeente kan beïnvloeden.
Ik kan die bouwvergunningen ook niet allemaal beïnvloeden, want ik vraag ze niet zelf
aan. Dus het is geen zaligmakende indicator.
Ik zeg alvast iets over de motie die u wellicht gaat indienen. Wij houden in de
bouwvergunningen bij in welke prijscategorie het zit. Dus wat u vraagt in uw motie, kan
niet. Ik heb geen prijscategorieën in bouwvergunningen zitten. Maar ik ben prima bereid
daarop in onze halfjaarlijkse rapportages te reageren. Voor alle duidelijkheid zeg ik even
dat het dan gaat over de halfjaarlijkse rapportages over het woningbouwplan, want ik kom
nog met de eindrapportage van het oude actieplan woningbouw over het laatste jaar, dus
2018, over ongeveer een maand. Daarin wil ik niets meer opnemen, want dan moet ik het
gaan vertragen. Dat zit immers al ver in het proces. Maar in de nieuwe rapportages neem
ik dan die afgegeven bouwvergunningen op niet als dé indicator, maar gewoon zodat u
daarvan kennis kunt nemen hoe zich dat ontwikkelt.
D66 vraagt nog heel concreet of ik bereid ben nog met een brief te komen over de
ervaringen in deze eerste drie maanden, dit kwartaal. Ik hoor en lees alle signalen en we
hebben dit debat nu met elkaar, dus ik ben nu graag bereid toe te zeggen dat ik nog voor
het zomerreces met een brief kom over wat er in de eerste drie maanden van dit jaar is
gebeurd en of het nog loopt met die transformaties. Ik zal zo veel mogelijk van de vragen
die heel specifiek werden gesteld, daarin meenemen.
Het CDA stelde nog heel nadrukkelijk — en ik deel die mening wel — dat die
kantorenleegstand in bepaalde gebieden heel pijnlijk kan liggen. Je kunt niet ieder gebied
als hetzelfde beschouwen. Een toren in een woonwijk kan best wel goed zijn voor de
woonwijk. Maar een kantorenwijk waar drie woningen staan, ja, dan zou het toch mooi zijn
als daar wat meer kantoren naar woningen zouden kunnen worden getransformeerd. Dus
daarnaar kijken we zeker op gebiedsniveau. Maken we wel genoeg tempo?
De heer Van Dantzig noemde een paar voorbeelden van kantorenlocaties. Dat
zijn precies van die locaties die wij ook in het vizier houden om te kijken of er tempo wordt
gemaakt. Desnoods wordt er nog weer verder met partijen gesproken.
(De heer VAN DANTZIG: Dank voor de toezegging. Ik ga niet heel erg
zeuren over de termijn, maar ik zou wel willen oproepen tot enige spoed.
Als het sneller kan dan de dag voor het zomerreces, dan zou D66 dat
bijzonder waarderen. Ik worstel nog wel met iets wat ik hier gewoon open
op tafel wil leggen. Er is natuurlijk een motie aangenomen voor een
driemaandelijkse rapportage. Wat mij een lief ding waard zou zijn, is deze
brief te hebben, maar dan zou ik wel van de wethouder toegezegd krijgen
als we daarna nog periodiek zo'n rapportage zouden willen hebben, dat
dat kan. Ik wil echt graag die vinger aan de pols houden.)
Ik denk dat het goed is als ik zeg dat wij nog steeds rapporteren om het halfjaar.
Daarin nemen we echt alles mee waarover we moeten rapporteren, dus dat is inclusief de
stand van het vereveningsfonds. Ik heb u nu voor één keer een brief over drie maanden
toegezegd en ik kan me zomaar voorstellen dat we ergens na de zomer bij die rapportage
45
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
als we die bespreken en u zegt dat u wat meer de vinger aan de pols wilt houden, dat we
dat tussentijds nog eens wat vaker doen. Ik wil er dan geen rapportage van maken, want
uiteindelijk wil ik dat de mensen in de projecten proberen te versnellen in plaats van dat
ze papier aan het schrijven zijn.
(De heer BOOMSMA: Goed dat de wethouder zegt dat er verschillen in
de stad zijn, maar het CDA zou dan ook graag zien dat in die gebieden
waarvan we zeggen: ‘daar is de transformatie naar woningen extra
belangrijk en extra gewenst’, dat we daar dan ook een tikkeltje flexibeler
zullen zijn ten aanzien van verzoeken om eventueel af te wijken van de
kaders die zijn gesteld — dus wel conform de regels — teneinde daar die
transformatie te bewerkstelligen die we allemaal zo graag willen.)
Dat is helder dat u dat wilt. 40%-40%-20% is het kader en daarop zijn
uitzonderingen mogelijk zoals u weet. Er wordt soms ook bij projecten gekeken hoe zich
dat verhoudt. Op zich hebben we daar een duidelijk spelregelkader dat daarvoor ook
ruimte biedt. Ik zei u net ook: wij kijken daarbij ook op welke locatie daadwerkelijk
gebouwd gaat worden in plaats van alleen maar generiek en alles hetzelfde.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ik vroeg om twee notities. Eentje over
mededingingsregels en de andere over de planvoorraad.)
Ik was eigenlijk nog niet aan uw vragen toegekomen. U zit daar echt anders in de
wedstrijd dat andere partijen, want u bent de enige die zegt buurten te willen hebben
waarin alle sociale woningen staan en buurten waar alleen de mensen met een hoger
inkomen kunnen wonen. Dat is een zeer nieuw geluid in de Amsterdamse gemeenteraad
waarover ik mij gelijk wat zorgen maak. Het enige wat ik altijd vond in onze gemeenteraad
van links tot rechts is die ongedeelde stad waar mensen, rijk en arm, met elkaar kunnen
wonen in plaats van dat ze in aparte delen gaan wonen. Dat is uw geluid; dat is uw visie.
U vraagt naar de planvoorraad. Die is op dit moment op peil. In de rapportages wordt
daarover weer gerapporteerd. Ik geloof dat we dit jaar een planvoorraad hebben van ik
geloof 13.000 woningen. Marktpartijen kunnen aan de gang. We weten allemaal dat er
altijd een uitval is van ongeveer de helft. Dus ik hoop dat we die 7500 gaan halen. Maar
doordat die bouwkosten wat omhoog zijn gegaan, maak ik me wel wat zorgen daarover.
En als het gaat om de Europese regels die dwars zitten: elk voorstel dat we doen, wordt
los daarvan gewoon weer bekeken en ik zie enorm uit naar de debatten die we gaan
houden. U weet, ik heb recent een voorstel gedaan voor middeldure koopwoningen en ik
heb recent een voorstel gedaan voor een verhuurverbod. Dat zijn dingen die juridisch ook
weer gewoon zijn getest. Bij ons komen geen dingen door het college als de juristen van
de gemeente niet zeggen dat daar goed naar gekeken is. Dus op zich is dat bij die
voorstellen gedaan en ik zie uit naar het debat daarover.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé voor een tweede
termijn.
Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Ik heb twee toezeggingen genoteerd van de
wethouder waardoor ik twee moties niet ga indienen. De eerste toezegging is dat bouwers
en investeerders die zorgen of knelpunten ervaren, zich bij de wethouder kunnen melden
en dat hij daar serieus naar wil kijken. Dat staat genoteerd. De tweede toezegging is dat u
met een rapportage komt over de verleende bouwvergunningen in het
middenhuursegment en daarom ga ik dat niet indienen. Dan houd ik één motie over en
dat is de onafhankelijke toetsing van die knelpunten.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
46
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
92° Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake de actualiteit
over stokkende woningbouwproductie in Amsterdam (Onafhankelijke toetsing knelpunten
woningbouwproductie) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 310)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te inventariseren, in samenwerking met een onafhankelijk bureau en/of
universiteiten, in hoeverre de opeenstapeling van gemeentelijke eisen de
bouw van middenhuurwoningen in nieuwbouw- en transformatieprojecten
verhindert;
- daarbij zoveel mogelijk externe partijen, waaronder de vereniging van
Institutionele Beleggers in vastgoed Nederland, te betrekken;
-_ de gemeenteraad uiterlijk eind juni 2019 over de uitkomsten te informeren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor een preadvies op de
motie.
Wethouder IVENS: Mevrouw Naoum Néhmé stond op en toen besefte ik dat ik
een antwoord nog niet had gegeven en dat is de vraag over inflatie volgen in de
middeldure huurregels. De middeldure huurregels zijn we op dit moment tegen het licht
aan het houden, ook in overleg met de marktpartijen met wie we ooit de contouren ervan
hebben opgesteld. Daarbij kijken we naar alle elementen inclusief of het huurbeleid
inflatievolgend is plus een klein percentage zoals zij eerder hadden voorgesteld. Dus
daarnaar wordt gekeken. Mijn excuses dat ik die vraag was vergeten.
Even voor de volledige scherpte: ik heb u toegezegd te rapporteren over de
verleende bouwvergunningen, maar niet specifiek over het middensegment omdat we die
niet in categorieën hebben. Dank dat u de twee moties niet indient. Helaas weet u wat het
advies gaat worden op de motie die u wel indient. Dat wordt een negatief advies en ik zal
negatief adviseren omdat ik toch echt zeg dat wij als gemeente niet volledig die
verantwoordelijkheid op ons moeten laden om dit alemaal te gaan onderzoeken.
Amsterdam is geen eiland in het grote Nederland. Ik vind juist dat we die bal moeten
leggen op de plekken waar die hoort: bij de bouwkosten, bij de speculatieve aankopen en
bij het Rijk. Gaan wij deze motie uitvoeren, dan zeggen we in feite dat wij de
verantwoordelijke zijn, maar volgens mij moeten we onze schouders eronder zetten om te
zorgen voor die betaalbare woningen. Daarvoor doen we wat we kunnen. Daarvoor zetten
wij ons in. En het zou mooi zijn als we daarin wat meer bondgenoten zouden vinden.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé en Boomsma
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 310).
De motie-Naoum Néhmé en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 310) wordt bij
zitten en opstaan verworpen.
47
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé en Boomsma
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 310) is verworpen met de stemmen van de VVD, het CDA,
Forum voor Democratie en de ChristenUnie voor.
24B
Actualiteit van de leden Hammelburg en Naoum Néhmé inzake het bericht dat
professionele bendes betrokken zijn bij fraude met sociale huurwoningen (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 277)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hammelburg.
De heer HAMMELBURG: De berichtgeving in Het Parool het afgelopen weekend
was glashelder. Professionele bendes hebben het gemunt op de Amsterdamse sociale
huursector. Ik was dan ook geschokt te lezen hoe nauwgezet deze criminelen te werk
gaan met louche bemiddelaars en vervalsingen van officiële documenten. De
fraudeonderzoekers van woningcorporatie Ymere zeiden in de krant dat ze in vijftien jaar
tijd nog nooit zo’n professionele aanpak hadden gezien. Ik kan u zeggen dat mijn haren
daarvan recht overeind gingen staan. Toch was dit nieuws waarvoor we al een aantal
jaren bang waren. Het blijkt namelijk ontzettend lastig te zijn om een vinger te krijgen
achter de exacte omvang van het woonfraudeprobleem. Corporaties schatten dat er met
8% tot 20% van hun woningen wordt gefraudeerd, maar ze blijven achter de feiten aan
lopen doordat fraudeurs steeds beter weten onder de radar te blijven. We zijn in een soort
kat-en-muisspel beland met criminelen en dat baart D66 ontzettend veel zorgen. Dat is
ook de reden waarom wij een maand geleden al de schriftelijke vraag stelden of het
college zicht heeft op hoe groot het fraudeprobleem daadwerkelijk is in de sociale
huursector. Dit, omdat er minder gevallen van fraude worden opgespoord terwijl er een
breed gedragen gevoel is dat het probleem juist groter wordt. Dat dit breed gedragen
gevoel klopt, werd dit weekend wel duidelijk. Dit weekend werd wat D66 betreft ook
duidelijk dat de oorlog met fraudeurs is geopend en dat er in Amsterdam geen ruimte is
voor dit soort walgelijke praktijken en dat we er juist in deze tijden van woningnood alles
aan moeten doen om er voor alle woningzoekende Amsterdammers te zijn — ook die
woningzoekende Amsterdammers die al jaren op de wachtlijst staan. Dankzij het goede
nieuws uit Den Haag kunnen we straks veel grotere boetes uitdelen en ons lik-op-
stukbeleid verbeteren, maar de zorgen over criminele bendes die actief zijn in onze stad
zijn daarmee niet weggenomen. In de krant lazen we dat corporaties, gemeenten en
rijksoverheid naar elkaar blijven wijzen, maar wat ons betreft is het nu de tijd dat de
gemeente hier de regie pakt. Daarom heb ik een aantal vragen aan de wethouder.
Hoe was de reactie van de wethouder toen hij dit nieuws hoorde? Heeft hij direct
de telefoon opgepakt toen dit nieuws uitkwam? Vraagt dit nieuws om een nieuwe aanpak
op de woonfraude? Met andere woorden: is meer handhavingscapaciteit een oplossing of
gaat het juist om een andere manier van handhaven? Op dit moment is in Amsterdam
zo'n 15% van de jaarlijks vrijgekomen woningen te danken aan huuropzeggingen en
ontruimingen in het kader van woonfraude. Corporaties geven aan dat dit percentage zou
kunnen stijgen als er meer capaciteit kan worden ingezet en er slimmer wordt gewerkt met
behulp van bijvoorbeeld big data. Is de wethouder hierover in gesprek met de
corporaties? De gemeente zou hier wat mij betreft samen met het Rijk, samen met
privacyjuristen alle wegen moeten verkennen die mogelijk zijn. Dan de laatste vraag ten
slotte. Geeft de aanwezigheid van professionele bendes en de al eerder gedane
constatering dat fraudeurs beter onder de radar weten te blijven, aanleiding om met
corporaties een verscherpt actieplan op woonfraude op te stellen of een convenant? Ik
48
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
heb hiertoe een motie klaarliggen waarin ik de wethouder vraag met een plan van aanpak
te komen voor het uitwisselen van informatie samen met corporaties en hogere
overheden en te onderzoeken of een nieuwe aanpak op die woonfraude nodig is. Ik wacht
het antwoord van de wethouder even af. Aansluitend wil ik benadrukken dat in onze stad
voor frauderende bendes gewoonweg geen plek kan zijn en dat we alles in werking
moeten stellen deze figuren met pek en veren de stad uit te jagen. De Amsterdammer die
jarenlang op de wachtlijst staat voor een sociale huurwoning en die echt recht heeft om in
zo'n woning te wonen, mag nooit de dupe worden van boeven die grof geld willen
verdienen aan de schaarste op de woningmarkt.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé.
Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Ik houd het kort. Temeer omdat we in de volgende
raad al uitgebreid spreken over de aanpak van fraude met sociale huurwoningen, wil ik
het met het oog op mijn spreektijd houden bij drie vragen aan de wethouder. In hoeverre
doet de gemeente nog aan bestandsvergelijking waarbij de gemeentelijke
basisadministratie met bijvoorbeeld data van de FIOD of de Belastingdienst of de Dienst
Werk en Inkomen wordt vergeleken? En als dit dan gebeurt, worden deze data-analyses
met de corporaties gedeeld? Ik krijg namelijk van hen signalen dat de gemeente helaas
steeds minder met corporaties deelt. Tot slot, hoe kijkt de wethouder aan tegen de
verstandige verantwoordelijkheid van de gemeente om de juistheid van de in de GBA
opgenomen adressen te controleren? Ik dien daartoe bij dezen een motie in.
(Mevrouw DE JONG: Ik heb een vraag over de motie. Ik zou graag het
dictum van de motie even horen zodat we daarover het debat kunnen
voeren voordat we moeten gaan stemmen zonder dat we de tekst precies
kennen.)
De VOORZITTER: De motie ligt al hier. Zal ik die eerst maar even voorlezen?
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
93° Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder inzake de
actualiteit over het bericht dat professionele bendes zijn betrokken bij fraude met sociale
huurwoningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 311)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de Amsterdamse woningbouwcorporaties in hun strijd tegen fraude bij te
staan door middel van een analyse verricht door de Dienst Basisinformatie in
samenwerking met de Dienst Wonen waarbij het controleren van de
Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) centraal staat en gebeurt op basis
van een risicokaart;
- hierbij onder andere belangrijke fraude-indicaties te betrekken zoals
overbewoning en schijnverhuizing, maar ook te kijken naar herkomst,
bewoningspatroon, gezinssituatie en het aantal inschrijvingen op woningen in
verhouding tot de oppervlakte;
- het Team Identiteitsfraude van de gemeente de Amsterdamse
woningbouwcorporaties daar waar nodig hulp en advies laten verlenen om
brondocumenten en legitimatiebewijzen op echtheid te controleren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
49
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
(Mevrouw DE JONG: Als GroenLinks zijn wij natuurlijk ook tegen fraude
met sociale huurwoningen. Daar vindt u ons aan uw zijde. Maar, mevrouw
Naoum Néhmé, ik zou u wel willen vragen wat u bedoelt met het woord
‘herkomst’ in die motie.)
Hoe het er staat.
(Mevrouw DE JONG: Ik bedoel, wat wil het woord herkomst zeggen? Het
impliceert dat wanneer bewoners van een sociale huurwoning een
bepaalde afkomst of herkomst hebben, strenger gecontroleerd zouden
moeten worden op sociale woninghuurfraude dan anderen. Bedoelt u dat?
En zo nee, waarom is dat dan een relevante factor die moet worden
onderzocht?)
Ik heb het over de risicokaart waarbij je eigenlijk risico-indicatoren meeneemt. De
gemeente heeft met herkomst gewerkt toen GroenLinks in het college zat in de aanpak
van de Bulgarenfraude met de toeslagen. Dus ik heb het eigenlijk een beetje afgekeken
van hoe wij fraude in het verleden hebben aangepakt met bestandsvergelijkingen. Toen
was herkomst daarin een belangrijke factor. Dat noem ik als voorbeeld.
(Mevrouw DE JONG: Ik vraag ernaar omdat in de motie wordt gezegd dat
er bepaalde fraude-indicatoren zijn. Die staan in de risicokaart, maar ook
herkomst en nog een aantal andere factoren. Dus ik wil graag heel goed
weten wat u daarmee bedoelt. Het zou kunnen dat ik een stuk positiever
over de motie kan zijn als u dat woord er uithaalt. Maar ik vind het een
lastige term in de motie en daarom denk ik dat het goed is dat we hier het
debat daarover kunnen voeren als u een motie indient met dit soort
woorden erin.)
Goed dat u de motie toch al bij u heeft, want ik zie u op uw telefoon kijken. Dan
was mijn citaat eigenlijk niet nodig. Ik ga dat woord er niet uithalen, want dat zou
suggereren dat ik daarmee een kwade bedoeling heb, die ik niet heb. Het staat zoals het
er staat. Je maakt een risicokaart; je neemt daarin heel veel afwegingen mee en ik zou
zeggen: luister wat de wethouder hierover zegt en ga er zo dadelijk met hem en met mij
over in debat.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig.
Mevrouw KILIG: Ook dank aan mijn collega’s om dit onderwerp te agenderen. Ik
wil me aansluiten bij de zorgen die hier zijn geuit over de fraudeproblematiek in de sociale
huursector. Het is zeer ernstig dat de burger die eigenlijk gewoon netjes wacht op zijn of
haar beurt om in aanmerking te komen voor een woning, hiermee wordt benadeeld. Wat
ook ernstig is, is dat het vertrouwen van die burger in de sociale huursector wordt
geschaad. Kortom, dit is een probleem dat al onze aandacht verdient en ik ben ervan
overtuigd dat de wethouder deze zorgen ook deelt en met een plan komt voor specifiek
deze vorm van fraude. Graag zou ik dat van de wethouder willen horen.
Daarnaast is in de berichtgeving te lezen dat het een nieuw fenomeen is. Ik zou
graag willen weten in hoeverre het een nieuw fenomeen is. Ik twijfel er niet aan dat het
aan de ene kant door de huidige verhitte woningmarkt aantrekkelijk is geworden voor
criminelen om hun slag te slaan en aan de andere kant dat mensen kennelijk uit nood
bereid zijn om dergelijke exorbitante bedragen te betalen voor een sociale huurwoning.
Maar er zijn eerder soortgelijke berichten in de media verschenen over fraude bij
toewijzing van sociale huurwoningen. Ik vraag me dan ook af of er naar aanleiding van
eerdere soortgelijke berichten over fraude geen aanpak is ontwikkeld. Ik ga ervan uit van
50
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
wel, maar ik vraag het toch maar een keer. Zo ja, hoe zag die eruit en bestaat die nog en
is die aanpak niet meer voldoende om de huidige problemen aan te pakken? Zo nee,
waarom niet, waarom is deze dan niet meer voldoende”?
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Jong.
Mevrouw DE JONG: Vorige week was in het nieuws dat er grootschalige fraude is
door bendes waardoor veel mensen illegaal kunnen onderhuren. Dat is een groot
probleem voor onze stad en wel om twee redenen. Ten eerste zijn dit sociale
huurwoningen en die zijn bedoeld voor de mensen die ze het hardst nodig hebben. Als die
op illegale wijze aan anderen worden verhuurd, is dat een probleem omdat we nu al
enorm lange wachtlijsten hebben, veertien jaar gemiddeld, en aan ons de taak dat op te
lossen. Dan moeten die woningen echt worden bewoond door mensen die daarvoor in
aanmerking komen. Ten tweede tast het het gevoel van rechtvaardigheid aan. Als
mensen al veertien jaar op een wachtlijst staan, maar ze zien wel dat iemand anders zo’n
woning krijgt, dan ondermijnt dat het gevoel van rechtvaardigheid. GroenLinks is uiteraard
voor de aanpak van deze woonfraude op grote schaal en heeft een aantal vragen aan de
wethouder. Wij kunnen ons grotendeels aansluiten bij de woorden van de heer
Hammelburg die er al naar vroeg. Hoe groot is het probleem nu ongeveer? Weten we dat
eigenlijk en kunnen corporaties dat zeggen? Ze geven een indicatie, maar waarop
baseren ze dat? En als ze dat weten, waarom worden die illegale onderverhuringen dan
niet gewoon aangepakt? Hoe loopt de aanpak van woonfraude op dit moment? Hoe gaat
de samenwerking van woningcorporaties en hoe ziet de wethouder ruimte voor
verbetering in die aanpak? Tot slot zou ik de wethouder willen vragen te reflecteren op de
motie van mevrouw Naoum Néhmé en in het bijzonder op de indicatoren die zij noemt
zoals zojuist in het debat gewisseld.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: Bij de actualiteit hiervoor hebben we natuurlijk gesproken over
de woningnood in Amsterdam, maar we hebben niet alleen last van woningnood, maar
ook van woningfraude. Dat maakt het alleen maar erger. En op het moment dat er
professionele bendes in de stad zijn die door illegale onderhuur en valsheid in geschrifte
frauderen op de woningmarkt, heeft dat natuurlijk ook nog eens een enorme impact op die
voorraad. Het zorgt ervoor dat mensen moeilijker aan een passende woning kunnen
komen en dat het aanbod gewoon minder beschikbaar wordt. Het is dan ook een goede
zaak dat deze fraude hard wordt aangepakt en dat deze woningcorporaties zelf al een
eerste stap hebben gezet door met elkaar informatie te delen, maar ik wil wel graag
opmerken dat woningfraude niet alleen maar een zaak is van woningcorporaties. Het is
volgens mij veel breder. Zo zagen we afgelopen week dat er een inval was door de politie
in het hele land op allerlei plekken waar sprake was van illegale onderhuur door
criminelen. Woonfraude komt ook voor door bijvoorbeeld vervalsing bij
hypotheekaanvragen of overbewoning. Dit zagen we al eerder in Den Haag. Daar is heel
veel ervaring met dit soort gevallen. Dus dit dupeert niet alleen de woningzoekenden,
maar ook makelaars, tussenpersonen, buurtbewoners. ledereen heeft last van
woonfraude, dus het is goed dat we dit aanpakken. Ik heb een aantal vragen aan de
wethouder.
Kan de wethouder ingaan op hoe het zit met de middelen die hij voorhanden heeft
om woonfraude aan te pakken? Zijn er ook andere manieren om bijvoorbeeld de
informatie die corporaties nu met elkaar delen, breder met andere partijen te delen in het
51
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
kader van de aanpak van deze ondermijningsvorm — wat dit ook echt is? En ten slotte,
kent de wethouder de Haagse aanpak? Daar werken ze met bandbrigades waarbij
integraal wordt gekeken naar fraude en overlast en waarbij het direct inzichtelijk wordt
gemaakt waardoor adequaat kan worden gehandeld. Ik kijk uit naar de beantwoording.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor beantwoording van
de vragen en een preadvies op de motie.
Wethouder IVENS: Het gaat hier over deze vorm van fraude en wat het zo
bijzonder maakt is dat het gebeurt bij de woningtoewijzing. Meestal kennen we fraude van
dat iemand zijn woning doorverhuurt aan iemand anders, maar hier wordt de woning echt
toegewezen aan iemand die niet degene is aan wie die woning toegewezen zou moeten
worden omdat er echt gefraudeerd wordt met onjuiste documenten die er heel echt
uitzien, zo vernamen we uit de media. Dus ze worden heel professioneel vervalst. Dat is
een zorg, maar mijn zorg is wel breder en betreft het hele verhaal van de fraude en
illegale onderverhuur. Ik was gisteren bij een hoorzitting in de Kamer en daar zei een
directeur van de Woonbond: “Waar de druk op de woningmarkt het grootst is, zie je dit
verschijnsel van illegale onderverhuur het meest.” We weten allemaal dat de druk op onze
woningmarkt de afgelopen jaren groot is, maar het aantal meldingen van woonfraude
neemt af. Dat vind ik wel een belangrijk punt. Wacht even, het gaat toch niet normaal
worden? We gaan toch niet meer niet melden als we het zien? Daar zit mijn zorg. Daarom
ben ik blij met alle bijdragen die u heeft geleverd om heel sterk de uitspraak te kunnen
doen dat we dit niet normaal gaan vinden, deze vormen van illegale onderverhuur. En dan
de vraag of dit al eerder in het vizier is gekomen. Ja, we hebben eerder gezien dat die
meldingen afnamen en we hebben eerder dus ook gezien dat we op een andere manier
moeten gaan handhaven. Het is hetzelfde als wat we op een gegeven moment hebben
gezien bij toeristische verhuur. Als dit niet meer van de meldingen komt, dan moeten we
op een innovatievere manier te werk gaan. Zo hebben we sinds 2017 in de begroting
extra geld uitgetrokken voor prioriteit Zoeklicht, dus om deze vorm van woonfraude
serieus aan te pakken. Vanaf vorig jaar is daarvoor 1 miljoen euro vrijgemaakt om op een
serieuze manier bestanden binnen de gemeente bij elkaar te brengen, aan elkaar te
koppelen om daarmee te zorgen dat we gerichter adressen kunnen vinden. Omdat er
minder binnenkomt als melding, zullen wij meer moeten puzzelen. Daarvoor werken we
samen met de corporaties in dat Zoeklichtverband en daarin investeert de gemeente dus
ook. De corporaties hebben de afgelopen jaren ook geïnvesteerd in meer
fraudehandhavers. Dus daarvoor ook mijn complimenten. Is dan alles af? Nee. Ik heb ook
nog een paar verzoeken. Er is een landelijke aanpak Adreskwaliteit en ik heb gisteren
richting de Tweede Kamer gevraagd die landelijke aanpak ook eens een keer te richten
op specifiek woonfraude. Dus niet alleen op inschrijvingsfraude, maar ook op woonfraude
in met name het sociale segment. De Kamerleden leken daar wel oren naar te hebben,
maar het debat met de minister moet volgens mij nog volgen. Ik heb ook aangegeven,
zoals de heer Hammelburg aangaf, dat die hogere boetes kunnen helpen, maar zoals het
er nu staat, lees ik dat die hogere boetes alleen maar bij recidieven worden toegepast. Ik
hoop dat we bij woonfraude dat herhaalgeval hoe dan ook voorkomen. Daar wordt
namelijk het contract beëindigd. Maar ik hoop dat we die hogere boete ook bij een eerste
overtreding van woonfraude en zeker als er al enkele jaren wordt gefraudeerd, kunnen
inzetten. Daarover moet de Kamer nog met de minister debatteren, maar ik heb het idee
dat we het allemaal eigenlijk wel eens zijn. Dit probleem moet worden aangepakt. De
Kamer, de minister vindt dat. Dus ik hoop dat die ruimte er komt om die hogere boetes
ook te kunnen opleggen in een eerste geval.
52
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
(De heer HAMMELBURG: Het zal u niet verbazen dat D66 ontzettend
verheugd was over de brief van de minister over de verhoogde boetes. Ik
denk dat we hiermee een heel grote stap kunnen maken. We doen hier
samen dan maar het vreugdedansje in deze raadzaal. Ik wil nog wel even
een stapje terug. We lezen en horen de afgelopen dagen in verschillende
krantenberichten en van verschillende corporaties dat ze zeggen: het is
eigenlijk zo dat overheden en corporaties op verschillende niveaus naar
elkaar blijven wijzen voor de beste aanpak. We zien ook dat het gaat om
een gebrek aan informatie-uitwisseling. Daar is het voor mij nog een
beetje een black box. Ik denk dan: als er tientallen verschillende
databestanden zijn die mogelijkerwijs zouden kunnen worden gebruikt, of
het juridisch haalbaar is, of de privacy het toestaat, dat wil ik allemaal
weten, maar dan zou ik zo graag op korte termijn en het liefst per brief
willen weten hoe het nu zit, wat we nu al doen, wat er nog moet gebeuren,
hoe het met het convenant staat, of er een nieuw convenant komt en hoe
we daarmee aan de slag gaan. En dan het liefst samen met andere
overheden, met alle corporaties en samen met privacyjuristen.)
Ik haal even twee dingen uit elkaar, want ja, Het Financieele Dagblad is begonnen
met de berichtgeving hierover en daarbij leek het alsof de corporaties zeiden: we werken
niet goed samen met de gemeente. Ik heb daarna direct contact gezocht met de directeur
van de Federatie Woningcorporaties en gezegd: “Is er iets aan de hand, weet ik iets niet?”
Die zegt ook dat we daarin prima samenwerken. Dus dat was kennelijk vanuit de
operationele hoek geuit. Het zal waar zijn wat er in de krant staat, maar dat werd niet
breed herkend. Ik zie het wel als een uitdaging om het te blijven opnemen en tegen elkaar
te zeggen: we moeten hier met elkaar samenwerken. Gisteren in de Kamer is er
uitgebreid over gesproken en je merkt wel dat er bij die privacywetgeving een soort angst
zit. Die privacywetgeving biedt heel veel mogelijkheden en dat ga ik niet gebruiken als
argument waarom het allemaal niet kan, maar er is soms wel een angst om iets te delen
en dat je dan de privacy schendt. U weet dat daar behoorlijke boetes op staan. Daar
hebben we nu aangegeven dat we binnen de gemeente gaan kijken hoe we die barrières
kunnen beslechten. Ik was gisteren vooral blij met de brief van de minister waarin ze zei
dat AVG geen probleem vormt, maar ze hoort wel dat daarover in de praktijk wat
vraagtekens zijn hoe dat uiteindelijk gaat. Ze pakt graag die handschoen op om goede
afspraken te maken over hoe binnen de AVG kan worden gewerkt. Privacybescherming
vinden we ook belangrijk, dus we zien het als een mooie uitdaging om binnen de AVG te
kijken hoe we een goede, operationele handelwijze kunnen verkrijgen en dat pakken we
zelf ook op.
(De heer HAMMELBURG: Ik denk dat we een heel eind gaan komen. Het
liefst zou ik graag van de wethouder een toezegging krijgen dat de raad
per brief en het liefst voor het zomerreces, liefst voor 1 juli, wordt
geïnformeerd over de huidige stand van de aanpak van woonfraude, of er
behoefte bestaat aan een hernieuwde aanpak en alle vragen die ik
hiervoor heb gesteld over het uitwisselen van informatie tussen de
tientallen verschillende bestanden, overheden en corporaties met daarbij
het juridisch perspectief.)
Ik heb een brief over wat we allemaal al aan het doen zijn al toegezegd in de
commissie. U vraagt er nu nog een aanvulling op. Ik zeg u met liefde toe dat bij de brief
op te nemen, want ik deel volledig deze insteek. Een punt van voorzichtigheid: In de
commissie heb ik gezegd dat die brief in september naar u komt. Ik hoop dat het lukt voor
de zomer, maar ik wil wel dat het een sluitend verhaal is en ik hoor de afgelopen tijd
53
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
zoveel suggesties gewekt worden … Mediadruk helpt toch altijd weer om er verfrist naar te
kijken. Ik ga mij inspannen om de brief voor de zomer richting raad te zenden, maar zie
dat als een inspanningsverplichting. Ik wil wel met een goed verhaal komen waarmee we
u echt kunnen bedienen en zodat we echt kunnen aangeven hoe we het verder versterkt
kunnen gaan opzetten.
(De heer HAMMELBURG: We zijn er bijna volgens mij. Ik begrijp dat het
lastig is en ik heb er het volle begrip voor als de wethouder over drie
maanden per brief de raad en de commissie zegt dat het lastig was,
hoever hij is gekomen en wat er nog moet worden uitgezocht, maar ik wil
echt graag voor 1 juli worden geïnformeerd. Het is voor ons echt urgent.
Wij schrikken van deze berichten. Dus het is echt tijd dat we beter inzicht
krijgen in wat er aan de hand is.)
Ik wil graag dat u na dit lange debat tevreden naar huis gaat dus dan doen we dat
op die manier. Dan kom ik op zijn minst met een tussenstand voor de zomer.
Volgens mij heb ik alle vragen beantwoord. Ik moet de heer Mbarki een ding
schuldig blijven. De pandbrigade, daar heb ik me ooit in verdiept, maar ik heb op dit
moment niet precies in mijn hoofd hoe dat zit. Daarop moet ik dan in die brief even
terugkomen wat die Haagse pandbrigade ook alweer inhoudt.
De motie nr. 311 die is ingediend. U hoorde het net al een beetje en dat was ook
zo bij de opmerking van de heer Hammelburg die overwoog een motie in te dienen over
een plan van aanpak en dergelijke. Het zou mij enorm helpen als wij met elkaar stevig
stelling nemen tegen vormen van illegale onderverhuur. Ik zie dat deze motie voor een
groot deel dingen bevat waarmee we aan de slag zijn en voor een deel ook wat nieuws in
de zin dat we nog veel beter die bestanden gaan koppelen en er goed gebruik van
maken. Ik denk dat dit een steun in de rug is voor datgene wat ik ook wil. Ik denk dat het
goed is dat we hier eensgezind de schouders onder zetten. Maar dan één opmerking
gezien het debatje dat net werd gevoerd: hoe ik het woord ‘herkomst’ lees, is niet afkomst,
maar herkomst. En dat houdt in waar je daarvoor hebt gewoond. Dat is voor ons wel een
interessante indicator, maar niet in de zin van afkomst of groep mensen waartoe je
behoort. Zo lees ik het niet. Ik vind het een interessante indicator waar je vandaan komt
en waar je heen gaat ongeacht wat voor Amsterdammer of doen-alsof-Amsterdammer je
bent.
(Mevrouw DE JONG: Ik heb net die vraag gesteld aan mevrouw Naoum
Néhmé en ik heb gevraagd of ze met herkomst afkomst bedoelt. Daarop
heeft zij bevestigend geantwoord. Dat was inderdaad wat zij bedoelde.
Dus de indiener leest de motie heel anders. Daar heb ik heel veel moeite
mee. Mijn vraag aan de wethouder is wat het uitmaakt wat de herkomst is,
wat je vorige woonplaats is geweest. Waarom zou dat een risicofactor zijn
of je woonfraude pleegt of niet?)
Wat gisteren in die hoorzitting heel veel langskwam, is dat mensen bijvoorbeeld
ergens een koopwoning hebben waarop ze hypotheekrenteaftrek krijgen en aan de
andere kant een sociale huurwoning bezitten. Het is dan wel interessant als iemand een
sociale huurwoning gaat krijgen, om even te kunnen kijken of die koopwoning
daadwerkelijk is verlaten. Dus waar kom je vandaan? Als die koopwoning er nog steeds in
zit en je volgens de Belastingdienst daarvoor nog steeds hypotheekrenteaftrek krijgt, dan
is dat toch een indicator dat die verkregen sociale huurwoning wellicht niet is verkregen
voor diegene die die woning het hardst nodig heeft. Je kunt het natuurlijk ook omdraaien.
Dus het is interessant om dat te doen. Mijn experts woonfraude zeggen ook dat dat een
interessante indicator is om ook mee te bekijken.
54
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
(Mevrouw DE JONG: Voor dat laatste kan ik dan begrip opbrengen. Ik
moet wel zeggen dat GroenLinks dan zou hechten aan het woord
‘woongeschiedenis’ bijvoorbeeld. Ik heb er echt moeite mee als het woord
herkomst in de motie blijft staan. Dan zal mijn fractie tegenstemmen. Ik
heb uw oproep gehoord dat u een breed gedragen signaal wilt uitdagen.
Als GroenLinks willen wij dat heel graag steunen. Dus mijn vraag aan
mevrouw Naoum Néhmé is dan toch om het woord herkomst te
veranderen in woongeschiedenis en dan kunnen we allemaal voor de
motie stemmen en dan heeft mevrouw Naoum Néhmé gewoon een breed
gedragen motie.)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé voor een tweede
termijn.
Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Ik ben niet de politiek ingegaan om debatten met
elkaar te voeren over de betekenissen van woorden. Als u mijn intenties niet vertrouwt,
dan is dat maar zo. Maar ik ga geen woord veranderen aan deze motie. Als u dit
onderwerp belangrijk vindt en het is een heel lange overweging, dan wekt u nu de indruk
— en dat wil ik u echt meegeven — dat u op zoek bent naar redenen om hiertegen te
stemmen.
(Mevrouw DE JONG: Ik zou absoluut niet willen twijfelen aan de
bedoelingen van mevrouw Naoum Néhmé. Daarom vertrouw ik erop dat
het voor haar geen enkel probleem zal zijn om het woord te veranderen in
woonhistorie of woongeschiedenis. Dat zijn de gebruikelijke termen. Ik
denk dat het goed is voor de overlevering als we gewoon de woorden
gebruiken die we bedoelen.)
Ik zie hem hier zitten. Een prachtig repliek heeft hij hier twee weken geleden
geschreven over hoe Groenlinks eigenlijk niets anders doet in dit huis dan
woordspelletjes spelen en dan bij zo'n belangrijk onderwerp haalt ze één element eruit om
over iets waarvan heel Nederland denkt: wat doen ze daar in Amsterdam? 20% van onze
sociale huurwoningen worden illegaal verhuurd en dan gaat u mij aanpakken op het
woord herkomst terwijl u glashelder weet — en ik heb u verwezen naar waar het woord
vandaan komt met een college waarvan GroenLinks onderdeel was. Van de grootste partij
van Amsterdam had ik echt iets anders verwacht.
(Mevrouw DE JONG: Het is geen interruptie meer, maar een
ordevoorstel. Ik wil graag twee minuten tijd om een motie voor te bereiden
die ik zo ga indienen.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor twee minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Jong.
Mevrouw DE JONG: Wij kunnen weer verder met de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé die nog bezig
was met haar tweede termijn.
Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Ik wil een gewijzigde versie van mijn motie indienen.
55
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
De motie-Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 311)
ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
94° Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder inzake de
actualiteit over het bericht dat professionele bendes zijn betrokken bij fraude met sociale
huurwoningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 312)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de Amsterdamse woningbouwcorporaties in hun strijd tegen fraude bij te
staan door middel van een analyse verricht door de Dienst Basisinformatie in
samenwerking met de Dienst Wonen waarbij het controleren van de
Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) centraal staat en gebeurt op basis
van een risicokaart;
- hierbij onder andere belangrijke fraude-indicaties te betrekken zoals
overbewoning en schijnverhuizing, maar ook te kijken naar de
woongeschiedenis, het bewoningspatroon, de gezinssituatie en het aantal
inschrijvingen op woningen in verhouding tot de oppervlakte;
- het Team Identiteitsfraude van de gemeente de Amsterdamse
woningbouwcorporaties daar waar nodig hulp en advies laten verlenen om
brondocumenten en legitimatiebewijzen op echtheid te controleren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hammelburg voor zijn tweede
termijn.
De heer HAMMELBURG: De reden voor mij om deze actualiteit aan te vragen
was simpelweg omdat we nieuwe feiten hadden. Feiten dat criminele bendes grip hebben
gekregen op de Amsterdamse sociale woningmarkt. Ik ben blij te horen dat de wethouder
hier bovenop zit en dat de wethouder een duidelijke toezegging heeft gedaan om de raad
te informeren over wat er precies aan de hand is, wat er al gebeurt, wat er nog meer
nodig is en hoe we verder kunnen innoveren. In dat licht zie ik dan ook de motie van
mevrouw Naoum Néhmé. Die gaan wij natuurlijk van harte ondersteunen. Wij zien dat als
een onderdeel dat kan worden meegenomen in die bredere brief. Wat mij betreft gaat het
niet alleen over de gegevens die de gemeente in de Basisadministratie heeft staan, maar
ik kan me voorstellen dat er meer overheden zijn en de corporaties die allemaal
bestanden hebben. Zolang het binnen de privacywetgeving past, vind ik dat we naar alles
moeten kijken, alles wat we al doen en alles wat nog gaat komen. Dus ik kijk met heel
veel nieuwsgierigheid uit naar die brief die we voor de zomer nog verwachten.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Jong voor een
stemverklaring.
56
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
Mevrouw DE JONG (stemverklaring): Ik wil mevrouw Naoum Néhmé danken voor
het wijzigen van haar motie en we stemmen graag voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé, Boomsma en Geder
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 312).
De motie-Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 312)
wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 312) met algemene stemmen is aangenomen.
25
Kennisnemen van Het rapport Warmte Koude - Grand Design 2.0 van de
Metropoolregio Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 252)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger.
De heer KREUGER: Ik wilde dit eigenlijk even laten schieten, gezien de spreektijd
maar als we dan toch kinderachtig gaan doen, dan tuigen we het op en dan gaan we
gewoon wat later naar huis. De coalitiepartijen D66 en GroenLinks doen heel vaak een
wedstrijdje wildplassen als het gaat om COo-reductie. Nu lees ik in dit rapport dat we
biomassacentrales gaan bouwen en ik ben eigenlijk wel heel benieuwd wat het college
daarvan vindt, of het college daar achter staat en of het college dat steunt.
(De heer GROEN: En dan puur uit nieuwsgierigheid. Wat is het standpunt
van Forum voor Democratie over biomassacentrales?)
Sorry, ik heb geen spreektijd meer.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman.
Mevrouw TIMMAN: Aangezien de heer Kreuger het genoegen neemt toch nog
iets over dit punt te zeggen, doe ik dat ook omdat het gaat over een belangrijk onderwerp:
Warmte Koude — Design 2.0, handelingsperspectieven en een analyse van de strategie
voor warmtenetten in de Metropoolregio Amsterdam. Met name de bijlage over de
aquathermie vond ik zeer interessant om te lezen omdat D66 veel kansen ziet voor
aquathermie. Er valt heel wat te winnen op de warmtetransitie als we daarop inzetten. Nu
is het wel zo, zoals in veel dossiers van het duurzaamheidsspectrum, dat de kosten in het
begin nog te hoog zijn om het echt te laten vliegen in de markt. Mijn vraag aan de
wethouder is dus wat we zouden kunnen doen om dat een beetje te ondersteunen. Wij
kijken uit naar de uitwerking van aquathermie in de routekaart.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck voor
beantwoording van de vragen.
Wethouder VAN DOORNINCK: Dank voor de vragen. Biomassa, daarover
hebben we het een paar maanden geleden uitgebreid gehad toen we het hadden over het
investeringsbesluit van de AEB die op zijn terrein een biomassacentrale wil vestigen. Daar
hebben wij gezegd dat biomassa een tijdelijke maatregel is om een gat te overbruggen en
op die manier willen we het ook zien en we zullen heel strenge eisen stellen aan de
duurzaamheid van de herkomst van de biomassa. Herkomst, ja. Dus dat is waar de
57
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
biomassa vandaan komt. Daar stellen we hoge eisen aan en die afspraken kunnen we
ook maken met het AEB omdat het een deelneming van ons is. Nuon is voornemens in
Diemen een biomassacentrale te bouwen. Daarover hebben wij veel minder te zeggen.
Zoals u weet uit gesprekken die hier eerder zijn gevoerd, wil Nuon graag samen met de
gemeente Diemen met ons in gesprek om ook daar te kijken of er voorwaarden voor zijn
en dat gesprek gaan we ook voeren met Nuon, Diemen en ook de Provincie Noord-
Holland en de gemeente Almere.
Als het gaat om aquathermie, ja, dat is in potentieel heel erg interessant. Er moet
nog een heleboel aan gebeuren om dat daadwerkelijk te laten lukken. Dat betekent dat
we bijvoorbeeld in Diemen niet met Waternet bezig zijn geweest. Strandeiland. Op een
aantal plekken gaan we oefenen met aquathermie. Wat we bijvoorbeeld graag zouden
willen, is dat Waternet een partner wordt in de City deal. Dus dat we het op die manier
een steeds grotere rol kunnen geven ook uitgaande van wat de beste bron is voor de
beste plek wat voor warmte we kunnen aansluiten. Ook dat debat hebben we al gevoerd
met de heer Groen. Aquathermie is daarvan zeker een van de belangrijke onderwerpen
die we aan het uitzoeken zijn. Het komt ook zeker terug in de warmtetransitievisie.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 252 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
29
Vaststellen van de Mbo-Agenda 2019-2023, Uitvoeringsagenda Inzetten op
jongeren in kwetsbare onderwijspositie 2019-2023 en Uitvoeringsagenda Onderwijs-
Arbeidsmarkt 2019-2022 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 256)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw El Ksaihi.
Mevrouw EL KSAIHI: Ik had de illusie dat we iets meer spreektijd hadden, dus ik
zal mijn jeugdervaringen maar overslaan voor nu. Ik wilde wel het moment pakken om de
Mbo-agenda in het zonnetje te zetten, want ik vind het heel belangrijk als je kijkt hoe op
de agenda wordt gereageerd vanuit studenten en vanuit de roc's dan is dat vanuit
positiviteit. Ik denk dat we wat dat betreft echt wel heel trots mogen zijn op deze twee
uitvoeringsagenda’s, juist ook als ze zo specifiek zijn als het gaat om inzetten op jongeren
in kwetsbare onderwijsposities, maar ook als het gaat om die link met de arbeidsmarkt. In
de commissie hebben we best scherp met elkaar gediscussieerd over waarover we nu wel
gaan en waarover niet, maar ik denk dat het heel goed is om te weten dat het een
sturingsmiddel is. Vanuit die kant, ondanks dat ik heel blij ben met de agenda's, wil ik de
wethouder wel ondersteunen met de motie die ik zo zal indienen. Met elkaar hebben we
maatschappelijke ambities en we hebben een heel grote groene opgave. We zien dat we
daarvoor juist Mbo-geschoolde leerlingen nodig hebben. Ik wil daarvoor dus graag extra
aandacht vragen en daarom dien ik de motie in samen met de collega's van de PvdA en
GroenLinks.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
95° Motie van de leden El Ksaihi, Mbarki, De Jong en Ceder inzake de Mbo-
agenda (Gemeenteblad afd. 1, nr. 313)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Vanwege het belang voor de mbo-studenten én de stad Amsterdam de in de
Mbo-agenda genoemde, maatschappelijke ambities zoals duurzaamheid,
58
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
burgerschap en internationalisering extra aandacht te geven in de
gesubsidieerde projecten van de mbo-instellingen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz.
De heer YILMAZ: Wij zijn ook heel blij met de plannen. De wethouder zet eigenlijk
het beleid voort dat ze een paar jaar geleden is gestart. Dus daarmee zijn we heel
tevreden. Jongeren met een kwetsbare positie krijgen extra kansen. Uit het mbo komen
heel positieve geluiden. Dus ook daarmee ben ik heel blij. De moties die wij eerder
hebben ingediend, zijn goed verwerkt. De stage-aanpak is goed verwerkt en ook daarmee
zijn we heel blij. Ik probeer mijn eigen studenten ook altijd mee te geven dat het mbo niet
altijd een opstapje hoeft te zijn naar het hbo. Het kan ook een eindstation zijn. Ik denk dat
wij als docenten en vooral als gemeenteraad die waardering moeten uitspreken richting
het mbo. Dat doen we op deze manier, dus mijn complimenten.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: Ook ik houd het kort, niet omdat het onderwerp niet belangrijk
zou zijn, want het is superbelangrijk. Het mbo heeft een belangrijke toegevoegde waarde
als het gaat om de arbeidsmarkt, maar ook als het gaat om burgerschapsvorming. In dat
kader ben ik heel blij met de voortzetting van deze agenda. Volgens mij doen we heel
goede dingen, heel belangrijke dingen ook. Ik ben ook heel blij dat we aandacht gaan
besteden aan mbo | en Il die natuurlijk altijd in de stad op een bepaalde manier een risico
vormen. Dan gaat het met name om de doelgroep, maar ook gezien het feit dat het niet
altijd opleidingen zijn die heel gemakkelijk zijn om vorm te geven. Ik ben blij dat dat
aandacht krijgt. Als ik een klein kritiekpuntje zou mogen geven, dan is het niet zozeer de
Mbo-agenda, maar dan is het meer dat we nog steeds opleidingen in de stad hebben die
niet direct leiden tot een baan. Ik noem het ook wel de opleidingen die leiden tot
werkloosheid. Doordat we twee roc's hebben hier in de stad zie je dat daardoor nog
steeds vanuit marktaandeel wordt gedacht en niet vanuit het belang van de student. Dus
ik hoop dat we daarover de komende tijd nog met elkaar in gesprek gaan. Ik heb een
motie en die is meer een aanvulling op wat er al staat. Laten we ook eens kijken naar
renteloze leningen voor mbo'ers als het gaat om bijscholing en dat we daaraan ook een
inkomensafhankelijke component toevoegen. Dus dat we ervoor zorgen dat iedereen
ongeacht de dikte van de portemonnee zich kan bij scholen op het mbo.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
96° Motie van de leden Mbarki, El Ksaihi en De Jong inzake een leven lang
leren voor iedereen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 314)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- onderzoek doen naar de mogelijkheden om een inkomensafhankelijke
component te verwerken in het aanbod van renteloze leningen voor
bijscholing;
-__de uitkomsten van dit onderzoek voor te leggen aan de raad.
59
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor beantwoording
van de vragen en een preadvies op de moties.
Wethouder KUKENHEIM: Ik zou het echt heel lang willen maken, want dat zou zo
veel recht doen aan deze agenda, de samenwerking met het mbo, de complimenten ook
van de raadsleden daarover die ik heel graag doorgeef aan de mensen die hieraan heel
hard hebben gewerkt. Maar de spreektijd beperkt mij. Ik zal u daarin toch geruststellen.
Dit is de tweede keer dat Amsterdam een Mbo-agenda heeft en u moet zich
realiseren dat dat echt uniek is. Ik ben er zelf heel trots op dat het als voorbeeld wordt
genomen richting andere steden. Een Amsterdammer wordt daar natuurlijk extra blij van.
Ik wil ook benadrukken dat het niet alleen onze agenda van de gemeente is. Dit is echt
een agenda voor, maar vooral ook van het mbo en ik denk dat daar ook de kracht zit.
Deze tweede versie is ook echt vormgegeven naar aanleiding van gesprekken met
studenten, met docenten, uiteraard met bestuurders maar ook heel erg veel met het
bedrijfsleven. We hebben daar brede betrokkenheid bij georganiseerd en we hebben ook
juist van al die partijen commitment gevraagd om dan ook te werken aan deze agenda en
daaraan een bijdrage te leveren. Dat ziet u dus ook terug. Vandaar dat we bijvoorbeeld
ook de keuze hebben gemaakt om de Mbo-agenda te koppelen aan de twee
uitvoeringsagenda's.
Een vervolg dus op iets wat er al lag. Je zag dat een aantal mooie projecten nu
echt al een tijdje aan het opschalen zijn. De transformatieve school bijvoorbeeld, een
project dat veel doet aan burgerschap in Nieuw-West en dat begonnen is als project, als
uitproberen binnen de Mbo-agenda en wat nu zijn weg heeft gevonden naar het PO en
het VO in West en met zelfs een leerstoel aan de VU. Maar denk ook aan een praktoraat
mediawijsheid. Heel actueel, heel belangrijk voor studenten en leerlingen in deze stad en
dat echt via de Mbo-agenda zijn weg heeft gevonden naar de andere vakopleidingen en
echt een kenniscentrum voor methodieken op dat punt aan het worden is. Zorg in de wijk,
de laatste die ik op dat punt noem, omdat dat heel erg gaat over de nieuwe manier
waarop zorgopleidingen nu werken. We zijn natuurlijk in deze stad in de wijk teams aan
het maken. Daar moeten ook nieuwe professionals worden opgeleid. Dat is zo specifiek.
En we zijn in de Mbo-agenda aan het kijken hoe je daar Amsterdam dan op aansluit. We
hebben gekozen voor een aantal thema's dat u bekend voorkomt, want dat zijn de
thema's die deze coalitie heel erg belangrijk vindt en die u ook terug ziet komen in niet
alleen deze agenda, maar ook in de plannen die u bijvoorbeeld van mijn collega’s ziet.
Kansengelijkheid. Het mbo in deze stad heeft daar een heel belangrijke rol. Want ja, het
mbo is absoluut een fundament en het is noodzakelijk omdat we heel hard goede
vakmensen nodig hebben. En daarnaast zien we ook vaak dat het mbo de trap biedt voor
veel Amsterdammers die net wat meer tijd nodig hebben om zich door het Nederlandse
onderwijssysteem heen te worstelen omdat dat nu eenmaal een vrij rigide systeem is dat
niet altijd dienstbaar is aan de wijze waarop studenten zich ontwikkelen. Het mbo biedt die
kans en moet dus ook die doorstroom bieden. Daarom willen wij ook juist kinderen die
extra kwetsbaar zijn, helpen ontwikkelen. Ik kan nog van alles zeggen over de inzet van
leer-werkcoaches en uitvalvoorzieningen. De heer Mbarki refereerde daar al aan. Maar
dat zal ik dus niet doen.
Ik wil wel iets zeggen over een ander belangrijk element en dat zijn de
bewegingen op de arbeidsmarkt omdat daar de moties aan grenzen. Ik heb al iets gezegd
over het betrekken van bedrijven. Ik zou hier graag nog een keer benoemen dat ook in
deze agenda we arbeidsdiscriminatie bestrijden. Maar deze agenda doet ook veel met
levenslang leren en levenslang ontwikkelen, dus hoe zorg je ervoor dat je, als de
arbeidsmarkt verandert, als werknemer dat kunt bijhouden. Daarom ook meteen een
60
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
positief preadvies op de motie van de heer Mbarki die manieren zoekt om ook mensen
met een kleine portemonnee te laten meedoen in die beweging.
(De heer MBARKI: Ik ben heel blij met de positieve reactie en ik ben ook
blij met de woorden van de wethouder die gaan over een veranderende
arbeidsmarkt waarop je je dan als individu kunt bijscholen. Ik heb ook een
opmerking gemaakt over de veranderde arbeidsmarkt en de scholen die
maar niet bewegen met het aanbod van hun opleidingen. Gaat u daarover
nog iets zeggen?)
Ja, dat is ook heel erg zo. Kijk, je kunt het van twee kanten bekijken. Een GEO
van een groot bedrijf heeft mij ooit gezegd: “Mevrouw Kukenheim, u moet oppassen, u
moet nooit naar bedrijven luisteren als ze zeggen welke werknemers ze nodig hebben.
Dan leidt je de mensen immers op voor nu en we hebben de mensen nodig voor morgen.”
Dus de analyses over welke opleiding we meer nodig hebben, worden gemaakt en
daarmee doen we ons voordeel, maar ik denk ook dat het belangrijk is nooit te vergeten
dat je ook gewoon mensen aan het opleiden bent, dus iemand tot mens in zijn
ontwikkeling in brede zin. En naast het vakgebied is dat element vaak juist zo belangrijk.
Het feit dat je discipline hebt, veerkracht hebt, weet hoe je je sollicitatiebrief schrijft om je
weg te gaan vinden in die arbeidsmarkt. Maar desalniettemin ben ik het met u eens dat
we scherp moeten kijken of we de mensen wel goed opleiden, al is het maar omdat we
grote tekorten hebben op die arbeidsmarkt. Die agenda biedt juist de mogelijkheid om dat
gesprek te voeren. U refereerde aan de verschillende instellingen. Die zijn echt door deze
agenda naar elkaar toe gegroeid. Juist de vakgroepen ook onder het niveau van die
besturen zijn met elkaar in gesprek. Ik denk dat dat echt een winst is naar aanleiding van
deze agenda.
(De heer MBARKI: Ik had een interruptie, maar de wethouder heeft mij
eigenlijk al bediend met die laatste zinnen in haar betoog. Het gaat mij
vooral om die samenwerking waarvan we natuurlijk al heel lang hopen dat
die echt vorm gaat krijgen. Ik ben het met u eens. Er is een aantal
opleidingen waarvan we niet weten of ze op enig moment überhaupt
renderen, maar we hebben ook opleidingen waarvan we nu al weten dat
het bedrijfsleven al veel verder is, maar dat het conservatieve deel van
het onderwijs niet kan meebewegen en niet is staat is die opleiding op
een bepaalde manier te moderniseren. Ik hoop dat deze agenda daaraan
gaat bijdragen.)
Ik herken dat en ik denk ook dat dat zo is, omdat je met deze opleidingen
faciliteert dat er op een andere manier studenten worden opgeleid. Deze agenda
faciliteert ook ergens anders opleiden, bijvoorbeeld het ontstaan van veel meer hybride
scholingsplekken samen met het bedrijfsleven. En deze agenda ondersteunt hoe
studenten — en dat is ook belangrijk — een keuze maken uit welke opleiding ze kunnen
doen. Denk bijvoorbeeld aan techniek. Dat is natuurlijk veel meer dan met olie aan je
handen aan auto’s sleutelen. Een auto tegenwoordig, dat weet u vast en zeker beter dan
ik, bestaat uit software. Daarvoor heb je heel andere capaciteiten nodig. Dus de keuze
van studenten in het vmbo en de overstap naar het mbo is een belangrijk aandachtspunt,
omdat dat ook helpt naar de goede opleidingen te gaan.
Dan het laatste punt, de motie. Die gaat eigenlijk over een ander belangrijk ding in
deze agenda en dat is dat we zien wat er nu specifiek Amsterdams is. Waarom is deze
agenda dan misschien niet toepasbaar op een andere stad? Dat zit hem in belangrijke
ingrediënten zoals burgerschap dat je in deze stad echt nodig hebt, creativiteit,
ondernemerschap, want onze arbeidsmarkt is echt een andere dan bijvoorbeeld die van
Rotterdam. Je ziet veel meer mbo’ers eigen bedrijfjes beginnen. Maar ook onze tekorten
61
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
in de duurzaamheidssector. U weet hoe hard het college inzet op de energietransitie. En
daarvoor hebben we gewoon mensen nodig. Dat is waarom we daar opleidingen voor
nodig hebben en op inzetten. In de zorg ziet u hetzelfde gebeuren. Dus ik zie de motie
van mevrouw El Ksaihi echt als ondersteuning en aanmoediging. Ik denk dat mij dat ook
helpt richting de besturen dat we hiervan echt werk moeten maken. Daar ga ik graag mee
aan de slag.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 256).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 256) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 256)
met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-El Ksaihi, Mbarki, De Jong en Ceder
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 313).
De motie-El Ksaihi, Mbarki, De Jong en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 313)
wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-El Ksaihi, Mbarki, De Jong en Ceder
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 313) is aangenomen met de stemmen van Forum voor
Democratie tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Mbarki, El Ksaihi en De Jong
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 314).
De motie-Mbarki, El Ksaihi en De Jong (Gemeenteblad afd. 1, nr. 314) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Mbarki, El Ksaihi en De Jong
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 314) is aangenomen met de stemmen van Forum voor
Democratie tegen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 256 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
29A
Actualiteit van het lid De Grave-Verkerk inzake de vaccinatiegraad onder kinderen
en jongeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 274)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk.
Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Amsterdam is vaak een geval apart en soms
strekt dat tot vreugde, maar soms baart dat grote zorgen. Dat laatste is bij de lage
62
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
vaccinatiegraad onder de Amsterdamse jongeren wel het geval. De VVD-fractie maakt
zich daar grote zorgen over. Het lijkt ook achteruit te lopen. Dat weten wij uit antwoorden
op vragen die eind januari zijn gegeven. Half februari kwam het bericht in Het Parool dat
ook de opkomst voor een meningokokkenvaccinatie heel erg laag is geweest — 50% in
sommige delen van deze stad. En we weten ook dat vaccinaties HPV in aantallen en
percentages aan het dalen zijn. Dat baart grote zorgen. Dat is ook regelrecht een gevaar
voor de volksgezondheid en daarover willen wij graag met het college en de raad van
gedachten wisselen langs de lijn van: hoe we dit nu verder kunnen brengen? De
wethouder heeft, en complimenten daarvoor, meteen een oproep gedaan om massaal op
te komen bij de inentingsacties voor meningokokkenvaccinaties. Maar is dat nu genoeg?
Het lijkt een beetje op schieten met een schot hagel omdat niet duidelijk is wat precies de
oorzaken hiervan zijn. Er zijn mogelijke oorzaken in beeld gebracht, maar dat biedt toch
nog weinig aanknopingspunten om heel gericht acties en maatregelen te gaan nemen om
de opkomsten te verhogen en dat lijkt toch nodig te zijn. De uitnodiging en het verzoek —
desnoods met enige aandrang, maar vooral als steun in de rug bedoeld — aan het college
is een gedegen onderzoek op te gaan zetten en zo snel mogelijk te laten uitvoeren naar
wat nu maakt dat mensen niet komen en waarom die vaccinatiegraad zo laag is en ook
daarvoor een pakket maatregelen voor te stellen aan deze raad. Het liefst zo snel
mogelijk. Het is nu al half maart. We hadden de afgelopen periode ook kunnen gebruiken
om alvast een start te maken, maar we hebben het er nu over. Dat is een kant van het
verzoek dat ik wil voorleggen en het andere punt is dat er in april en juni grote
inentingsacties zijn en mijn vraag is of het college bereid is daar al het mogelijke te doen
middels oproepen via sociale media of andere aangewezen wijzen om daar een zo hoog
mogelijke opkomst te bereiken en ook de opkomst zelf in getallen of percentages zo snel
mogelijk mee te delen aan de raadscommissie Zorg, Jeugd en Sport.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten.
Mevrouw GROOTEN: Wij ondersteunen de moties — die zijn er nog niet, maar ik
kan me voorstellen dat wij de moties van de VVD van harte gaan ondersteunen. Het is
inderdaad echt zorgelijk dat Amsterdam achterblijft. We denken dat het heel goed is om te
kijken waarom. We kennen allemaal de discussie rond tegen vaccineren en voor
vaccineren, maar het kan heel goed zijn dat er heel andere redenen zijn waarom mensen
niet komen. We hebben gisteren hier een motie aangenomen voor alleenstaande
vrouwen. Het kan een logistieke reden hebben. Je krijgt een brief, je moet volgende week
komen om 13.00 uur ‘s middags. Je moet dat kunnen regelen. Dus het kan ook gewoon
heel andere redenen hebben. Mensen willen soms niet naar een instelling toe komen
omdat ze bang zijn dat daar misschien nog andere dingen gebeuren. Zorgmijders die we
ook kennen uit andere dossiers. Dus het lijkt ons echt heel goed om daarnaar te kijken
wat er in de communicatie kan gebeuren. Mevrouw De Grave-Verkerk noemde sociale
media, maar misschien zijn dat wel helemaal niet de media waar de mensen die we nu
niet bereiken zich informeren. Dus het lijkt ons heel goed dat onderzoek te doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig.
Mevrouw KILIG: Gezien de tijd zal ik het ook heel kort houden. Ik sluit me aan bij
de bezorgdheid van mijn collega's. Dank ook aan de VVD om dit te agenderen. Het
vaccineren van onze kinderen is uiteraard belangrijk. We zien echter dat niet alle ouders
overtuigd zijn van het nut van vaccineren of om een andere reden hun kind niet laten
vaccineren. Dit zien we dan ook terug in de daling van de vaccinatiegraad. Ik heb er alle
63
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
begrip voor dat ouders kritisch en bezorgd zijn voor de gezondheid van hun kinderen en
die bezorgdheid deel ik ook. Ik zou graag willen weten wat de motivatie van ouders is om
hun kinderen niet te laten vaccineren zodat we in kaart kunnen brengen hoe wij deze
ouders van informatie kunnen voorzien die hen eventueel kan helpen bij hun keuze.
Daarom ondersteun ik — ook al zijn ze nog niet ingediend — de moties van mijn collega's
van de VVD.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw El Ksaihi.
Mevrouw EL KSAIHI: Zal ik dan ook maar beginnen met de woorden dat ook wij
de niet-ingediende moties zullen steunen als het zo ver is? We doen er nu een beetje
lacherig over, maar het is echt wel een serieus probleem. Laten we even vooropstellen
dat volgens mij de hele raad deze mening wel deelt en dat echt helder is dat we willen dat
onderzocht wordt waardoor het komt dat die opkomst zo laag is. Amsterdam is altijd een
vooroploper en in dit geval is het echt in negatieve zin.
Ik had zelf nog maar twee vraagjes. Eentje gaat over het verleden. Dat gaat over
de vraag of er al eerder onderzoek is gedaan, of dat nu tien jaar, vijf jaar of drie jaar
geleden is. En als dat het geval is, dan ben ik wel even benieuwd naar de uitkomsten
daarvan. Mijn tweede vraag heeft betrekking op de twee data die nu zijn opgesomd. Ik
vroeg me af wat er gebeurt als iemand aangeeft dat hij op allebei de data niet kan. Is daar
nog een soort plan van aanpak voor of uitstel en tot wanneer loopt dat dan? Dat waren
mijn vragen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer.
Mevrouw DE HEER: Heel kort. Ik wil eigenlijk alleen maar mevrouw De Grave-
Verkerk bedanken voor het agenderen van dit onderwerp dat volgens mij heel belangrijk
is. Wij steunen ook de niet-ingediende moties.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor beantwoording
van de vragen en een preadvies op de moties.
Wethouder KUKENHEIM: Graag zal ik de vragen beantwoorden maar het is
natuurlijk wel lastig moties te preadviseren die niet zijn ingediend. Ik ben heel blij dat ik
hier even over vaccinaties kan staan praten, want het is een enorm belang. Laat ik me
toespitsen op de meningokokkenvaccinaties. Dat is ook waar de campagnes de komende
tijd over gaan. Het is een heel vervelende bacterie die vaak een heel ernstige en soms
zelfs dodelijke vorm van hersenvliesontsteking veroorzaakt. Vooral tieners zijn heel
kwetsbaar. Dat is de groep waar de besmetting het meest rondgaat en daarop ligt daarom
onze focus in de campagne. Juist door jezelf te beschermen, bescherm je ook je
omgeving. Denk aan kwetsbare mensen, broertjes, zusjes etc. Dus mijn oproep hier —
alweer — zou zijn: laat je vaccineren. En op het moment dat je niet kunt of niet weet wat je
ermee moet, laat je informeren. Ik zal een beetje vertellen hoe we dat doen, want dat was
ook de vraag. We hebben het juist omdat we hebben gezien dat die vaccinatiegraad echt
te laag is, anders georganiseerd dit jaar. We hebben ons bijvoorbeeld mede laten
inspireren door Rotterdam omdat ze daar veel succes hadden met een heel groot event
dat zij met Ahoy hebben gedaan. Daarom zijn de campagnes dit jaar op 18 april en op 20
juni in de RAI. Dat wordt een groot event. En daarmee zeg ik ook tegen mevrouw El
Ksaihi: wat als je dan niet kunt? Uiteraard kun je afspraken maken voor andere dagen.
Daarvoor staan inloopspreekuren open. Je kunt een thuisbezoek krijgen als je echt heel
64
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
veel moeite hebt om ergens te komen. En er zal ook nog een inhaalcampagne komen.
Daarnaast zullen we jongeren van wie we zien dat ze niet zijn geweest, benaderen. Dus
we gaan veel inzetten. Uiteraard voer ik niet alleen hier het woord en waar ik maar kan
zeg hoe belangrijk het is, maar we zullen jongeren direct op scholen benaderen en
informeren op papier, maar ook zeker middels onze jeugdartsen die we daar naartoe
sturen om te vertellen hoe belangrijk dit is. We doen het via de krant, via filmpjes op AT5,
we doen het via websites, social media. We gebruiken reclame in bushokjes. Kortom, het
is echt een enorm breed palet aan mogelijkheden die we inzetten om dit bekend te
maken. Dat voor zover de informatieverstrekking.
Dan zijn er ook nog vragen gesteld over de evaluatie. Sowieso evalueren we en
doen we onderzoek naar hoe effectief we zijn geweest en wat eraan ten grondslag ligt,
maar ook om extra te kijken naar hoe nu de vraagstelling is om iets meer een analyse te
kunnen maken van wat er nu speelt en waarop we ons de volgende keer dan weer meer
moeten richten. Dat vind ik een goed idee om te gaan doen als ik daartoe zou worden
opgeroepen — maar eigenlijk ook als ik er niet toe word opgeroepen. Dus dat zeg ik toe.
En dan zo snel mogelijk. Nu gaat die campagne van start en je gaat natuurlijk meteen
analyseren wat daar gebeurt. Stel je zou het voor de begroting willen hebben, dan gaat
dat wel lukken.
(Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Wel handig als ik de moties toch
indien zodat er iets meer duidelijkheid is over wat wij precies zouden
willen ook gelet op het feit dat het al even geleden is dat we werden
geïnformeerd over het achterblijven van de vaccinatiegraad. Dus ik zou
het college een steuntje in de rug kunnen geven.)
Ik ben klaar met mijn termijn.
De VOORZITTER: Zullen we dan zo even een tweede termijn doen zodat
mevrouw De Grave-Verkerk de moties kan indienen?
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk voor een
korte tweede termijn.
Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Ik breng hierbij graag de twee moties in bij
deze beraadslagingen echt bedoeld als een steuntje in de rug van het college.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
g7° Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake verdergaand onderzoek naar
de oorzaken van de lagere vaccinatiegraad in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 315)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__een gedegen onderzoek te verrichten naar de beweegredenen van jeugdigen
(en hun ouders) zich niet te laten vaccineren, zowel de actieve weigering als
de reden van het gebrek aan motivatie te vaccineren;
- de resultaten voor de presentatie van de conceptbegroting 2020 aan de raad
te doen toekomen, inclusief een voorstel met aanvullende maatregelen ter
bevordering van een hogere vaccinatiegraad.
98° Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake de geplande inentingsacties
tegen meningokokken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 316)
65
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- zich maximaal in te spannen voor een hoog opkomstpercentage bij de
vaccinatiemomenten voor de zomer;
- daarbij onder andere social media in te zetten om de Amsterdamse jongeren
direct te bereiken en op te roepen;
- de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugd en Sport na afloop van de
vaccinatiemomenten te informeren over de opkomst.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor een preadvies
op de moties.
Wethouder KUKENHEIM: Ik ben positief. Ik zie ze inderdaad als steun in de rug.
Het onderzoek een diepgang geven zoals de motie oproept, dat doe ik graag, dus
daarover ben ik positief. En zoals u zojuist heeft gehoord, zijn wij vol bezig met een
campagne op alle fronten, niet alleen op social media, maar ook daarbuiten. Ook die
motie voel ik als een steun in de rug.
De VOORZITTER: Dan moeten we even wachten op de verspreiding van de
moties, maar dan gaan we in de tussentijd verder met agendapunt 30.
30
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel Zeggenschap in de zorg 1 - HUP
ervaringsdeskundigen! van het lid Grooten en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op
het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 257)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten.
Mevrouw GROOTEN: Gelukkig hebben we al twee heel mooie
commissiebehandelingen gehad. Het voorstel ontstond net voor de verkiezingen toen ik te
gast was bij een gesprek met familieleden van mensen met psychische problemen. Ik
kwam daar binnen als de politicus. U in de zaal kent het wel. Je wordt uitgenodigd. En
langzamerhand in dat gesprek vervaagden de grenzen tussen de politicus en de mens
Lene. Ik heb zelf een moeder met psychische problemen. Dat heb ik in mijn
maidenspeech al een keer verteld. Ik raakte totaal meegesleept. Het is inderdaad wel
grappig hoe we die rollen zo hebben vastgezet in onze samenleving, de politicus, de
hulpverlener, de wethouder. Daar ontstond eigenlijk het idee om daar een keer wat mee
te doen. Net na de verkiezingen toen we in de eerste of tweede
raadcommissievergadering Zorg, Jeugd en Sport zaten kwam daar een aantal insprekers,
Jason en Dicky, twee heel jongen jongens die heel veel hebben meegemaakt. En wat
daar gebeurde, was heel mooi. Het hele gesprek van de commissie veranderde. Er wordt
wel eens gezegd: die raadscommissie Zorg, Jeugd en Sport is echt saai. Daar zijn de
mensen het heel vaak eens over dingen. Daar is zo weinig debat. Ik weet nog dat de heer
Koops van Het Parool me vroeg, net na de verkiezingen, wat mijn portefeuilles waren. Ik
zei: “Zorg.” “Ah, saai.” En ik snap dat ook best wel. Maar die commissie Zorg is echt heel
mooi. We hebben soms echt heel waardevolle gesprekken en het is echt mooi als het
gaat over de mensen over wie we het hebben. En wat hebben we mooie mensen
ontmoet: Maurits, Dicky, Jason, Astrid. Ik wil ze allemaal bedanken en ook alle andere
insprekers die hebben meegeschreven aan het voorstel. Dat doet je voelen waarom je
66
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
volksvertegenwoordiger bent en dat je die stem kunt geven. Een stem aan de cliënt, een
stem voor de ervaring van de hulpverlener, een stem van mensen binnen ons
dichtgeregelde systeem. En deze stemmen maken een emancipatie mee.
Gelijkwaardigheid, wederkerigheid, samen sterker. In de commissie hebben de insprekers
het woord gevoerd en hoefde ik het voorstel niet meer te verdedigen. Ik wil eindigen met
een aantal quotes van de mensen zelf. ‘Delen is helen,’ ‘Ik werk als hoopverlener,’ ‘Op
naar ervaringswerk buiten de marge’. Ik hoop dat we het met dit voorstel een steun in de
rug kunnen geven.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim.
Wethouder KUKENHEIM: We hebben inderdaad een heel mooie
commissiebespreking hierover gehad omdat er ook heel veel mensen, gasten, kwamen
vertellen waarom dit zo belangrijk is. Toch even dit: Zorg is echt niet saai. Dat is vooral
omdat zorg iedereen raakt. ledereen. En het raakt je niet zo omdat je je er zorgen over
maakt, maar het raakt je in je hart, het gaat over jezelf, over je buren, over je kinderen,
over je ouders. Dus het is daarmee zo’n enorm gemiste kans als je die mensen en dat
stukje van jezelf dat het allemaal heeft meegemaakt en dat die ervaring heeft
meegemaakt, niet inzet om diezelfde zorg beter te maken en om andere mensen te
helpen. Het is niet eens een gemiste kans, het is een tekort aan je stelsel, een tekort aan
je systeem als je dat niet zou doen. Dus daarom is het college en ik dus ook enorm
enthousiast over dit initiatiefvoorstel en we gaan met heel veel liefde aan de slag om er
werk van te maken.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring.
Mevrouw SIMONS (stemverklaring): De fractie van BIJ1 steunt dit initiatiefvoorstel
van GroenLinks meer dan van harte. Wij vinden het van groot belang dat eigenaarschap
en regie in de zorg ook bij ervaringsdeskundigen en cliëntorganisaties zelf ligt. Heel
belangrijk dat we ervoor zorgen dat niet enkel iets wordt besproken met de cliënt als het
plan al klaar is en dat ze vanaf het begin worden betrokken bij het hele proces. We
danken GroenLinks en met name het lid Grooten hiervoor.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer voor een
stemverklaring.
Mevrouw DE HEER (stemverklaring): Wij stemmen met groot plezier in met dit
mooie initiatiefvoorstel.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw El Ksaihi voor een
stemverklaring.
Mevrouw EL KSAIHI (stemverklaring): Wij stemmen inderdaad ook heel graag in
omdat het een mooi initiatief is, maar ook omdat het wat extra aandacht geeft aan
ervaringsdeskundigen en volgens D66 is dat echt cruciaal.
67
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk voor een
stemverklaring.
Mevrouw DE GRAVE-VERKERK (stemverklaring): De VVD-fractie stemt van
harte in met het initiatief en dankt de initiatiefnemers. Wij verwachten hiervan dat de zorg
gewoon beter gaat worden.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig voor een stemverklaring.
Mevrouw KILIG (stemverklaring): Ik sluit mij aan bij de woorden van mijn
voorgangers. Ik vind het een mooi initiatiefvoorstel en het is ook belangrijk om dat vanuit
OKT te horen dus wij steunen het van harte.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een
stemverklaring.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA (stemverklaring): Ook de Partij voor de Dieren kan
dit voorstel van harte ondersteunen en wil mevrouw Grooten danken voor haar inzet.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge voor een stemverklaring.
De heer FLENTGE (stemverklaring): Ik heb geen spreektijd meer dus daarom doe
ik het vanaf hier: heel veel dank voor dit mooie initiatiefvoorstel.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 257).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 257} wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 257)
met algemene stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 257 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
29A vervolg
Actualiteit van het lid De Grave-Verkerk inzake de vaccinatiegraad onder kinderen
en jongeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 274)
De VOORZITTER: Dan neem ik aan dat de moties inmiddels zijn uitgedeeld en
dan kunnen we gaan stemmen.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd.
1, nr. 315).
De motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 315) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 315) met algemene stemmen is aangenomen.
68
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd.
1, nr. 316).
De motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 316) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 316) met algemene stemmen is aangenomen.
De VOORZITTER: Dan zijn wij hiermee aan het einde gekomen van deze
gemeenteraadsvergadering en dan sluit ik de vergadering.
De vergadering is gesloten. (17.51 uur)
69
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
INDEX
248 Vaststellen van de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 … nnn
250 Kennisnemen van de brief over de afhandeling van diverse moties van 2018 over
het Evenementenbeleid, bodemonderzoek parken, bodemonderzoek evenementen en
kennisnemen van het rapport Beïnvloeden evenementen de biodiversiteit in
Amsterdamse stadsparken ……… anneer enneerenenneerenenneerenennverenenneerenennnneerenne eenen | Ö
251 Vaststellen van het programmaplan Huisvesting Kwetsbare groepen 2019-2022 …25
252 Kennisnemen van Het rapport Warmte Koude - Grand Design 2.0 van de
Metropoolregio Amsterdam nnn ennen enneneerenneneerennenervenseneevenneneee vennen DÛ
256 Vaststellen van de Mbo-Agenda 2019-2023, Uitvoeringsagenda Inzetten op
jongeren in kwetsbare onderwijspositie 2019-2023 en Uitvoeringsagenda Onderwijs-
Arbeidsmarkt 2019-2022 nnen en ennenneeneen en enennenneeeeenenenenneneeen eenen DÛ
257 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel Zeggenschap in de zorg 1 - HUP
ervaringsdeskundigen! van het lid Grooten en kennisnemen van de bestuurlijke reactie
op het oorspronkelijke voorstel … nnen enneeeenenneerenennverenenvereneneneeevenneee eee 0
273 Actualiteit van het lid Naoum Néhmé inzake het bericht dat bouw van huurwoningen
stokt in Amsterdam … … nanne nennenneren eneen enneneneerenenenenneneneerenenenennne enen
274 Actualiteit van het lid De Grave-Verkerk inzake de vaccinatiegraad onder kinderen
en jongeren … nnee enneeerenenverrevennvereneneereneneerenenneeerveneer vn eneveervenveeervenveerr venne Od
277 Actualiteit van de leden Hammelburg en Naoum Néhmé inzake het bericht dat
professionele bendes betrokken zijn bij fraude met sociale huurwoningen ….….…….….……...49
296 Motie van de leden Bloemberg-lssa en Ceder inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie
2019-2025 (Extra schooltuinen in de buurt van scholen) … … nnn ennen ennneeen ennn Ó
297 Motie van de leden Bloemberg-lssa en Ceder inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie
2019-2025 (Gezonde schoolkantines) … nnn anneer ennen ennereneerenneenennnernnee enne Ô
298 Motie van de leden Motie van de leden Bloemberg-lssa, Ceder en Simons inzake de
beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Extra schooltuinen in de buurt van scholen) …15
299 Motie van de leden Bloemberg-lssa, Ceder en Simons inzake de beleidsbrief
Onderwijsvisie 2019-2025 (Gezonde schoolkantines) … … nnn nnen eneen 1D
300 Amendement van het lid Bloemberg-Issa inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie
2019-2025 (Gezond aanbod in scholen) … nnn nnen ennen ennereneereneeen eneen eneen Ö
301 Amendement van het lid Rooderkerk inzake de Onderwijsvisie … … nnn
302 Motie van het lid Flentge inzake het aanpakken van kansenongelijkheid en
segregatie in het onderwijs ……… nennen nnene nennen enen eeneneneenenenennenene nere verversen nennen Ö
303 Motie van de leden Rooderkerk, De Fockert, Blom en Flentge inzake de
Onderwijsvisie … nnen eneen nennen ennereneerenneen eneen snneeneen eneen ener venenenne enen | Ô
307 Motie van het lid A.L. Bakker inzake de discussie over de afhandeling van diverse
moties van 2018 over het Evenementenbeleid, bodemonderzoek parken en
bodemonderzoek evenementen (festivaltax voor onderzoekskosten parken) ….….…….…..19
308 Motie van het lid A.L. Bakker inzake de discussie over de afhandeling van diverse
moties van 2018 over het Evenementenbeleid, bodemonderzoek parken,
bodemonderzoek evenementen en het rapport Beïnvloeden evenementen de
biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken (Onvoorwaardelijk vasthouden aan de
rustperiode) … annen eneneerenneneenennneeenenneeenenneeenennevervennnneerennenevennene nennen 2
309 Motie van de leden Ceder, Boomsma, Kreuger, Naoum Néhmé, Simons en A.L.
Bakker inzake een tussenvoorziening voor uittredende sekswerkers met tijdelijke
opvang en huisvesting … … nnn ennnneer oneens enneerenenneereneneerenenverenenneeeevenveeeevenneee ever 2
70
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen
310 Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake de actualiteit over
stokkende woningbouwproductie in Amsterdam (Onafhankelijke toetsing knelpunten
woningbouwproductie) … … annen oenneneerenneerenenneeeenennverenenneeervenneeevvennneenenn ee 8
311 Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder inzake de actualiteit over
het bericht dat professionele bendes zijn betrokken bij fraude met sociale huurwoningen
312 Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder inzake de actualiteit over
het bericht dat professionele bendes zijn betrokken bij fraude met sociale huurwoningen
313 Motie van de leden El Ksaihi, Mbarki, De Jong en Ceder inzake de Mbo-agenda …60
314 Motie van de leden Mbarki, El Ksaihi en De Jong inzake een leven lang leren voor
Ee
315 Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake verdergaand onderzoek naar de
oorzaken van de lagere vaccinatiegraad in Amsterdam. nnen neen 64
316 Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake de geplande inentingsacties tegen
meningokokken … … nnn ennnnenvennenerenenneeeenennenernenneneenennenervenneveer venne rvennene rennen ÓD
71
| Raadsnotulen | 71 | test |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 25 mei 2021
Portefeuille(s) Grondzaken
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door Grond&Ontwikkeling, Dilia Schouten, [email protected]
Onderwerp Tijdelijke invulling
gebiedsontwikkeling Sixhaven
Geachte leden van de gemeenteraad,
Het college van burgemeester en wethouders heeft in de vergadering van 25 mei 2021 besloten
tot het tijdelijk invullen van het Sixhavengebied en daarmee de planvorming voor de
gebiedsontwikkeling van Sixhaven en omgeving voorlopig op te schorten. Via deze brief informeer
ik v over de afwegingen voor dit besluit en hoe de komende jaren gewerkt zal worden aan het
versterken van het groene karakter van het gebied. Nu de coronapandemie en de daarbij
behorende beperkende maatregelen afnemen wil het college van B en W de Amsterdammers
ruimte geven om gebruik te maken van open, groene plekken in de stad. Het terrein tussen de
Willemsluizen in het Sixhavengebied is zo'n plek. Hier kunnen bewoners elkaar ontmoeten en
samen activiteiten organiseren. Dit tijdelijk gebruik is in 2019 gestart en is, gezien de landelijk
geldende coronamatregelen, op een laag pitje voortgezet. Het opschorten van de
gebiedsontwikkeling biedt een kans om de komende jaren deze tijdelijke invulling langer voort te
zetten en het gebied samen met de buurt verder te vergroenen.
Principebesluit 2018
Het gebied Sixhaven en omgeving bestaat uit drie deelgebieden: het Tolhuistuingebied, het
Willemsluizengebied en IJplein-west. In maart 2018 heeft het college van burgemeester en
wethouders de Principenota Sixhaven en omgeving vastgesteld. Daarmee is het startsein gegeven
voor een haalbaarheidsonderzoek naar de meest gewenste inrichting voor het gebied.
In 2018 en 2019 is een uitgebreid participatietraject doorlopen met bijeenkomsten en
ontwerpateliers. Dit werd gebruikt als inbreng voor een projectnota die door het college van B&W
vastgesteld zou worden. In deze projectnota zou de visie op het gebied en de uitgangspunten voor
de verdere ontwikkeling worden vastgelegd. Uit het participatietraject kwam een sterke wens naar
voren om het Sixhavengebied, en dan met name het Willemsluizengebied, als groengebied te
behouden en in te richten als park.
Metrostation Sixhaven
De visie op het gebied heeft een sterke samenhang met het al dan niet realiseren van het
metrostation Sixhaven in het Willemsluizengebied. Op 5 janvari 2021 heeft het college van B&W
besloten de planvorming voor het metrostation Sixhaven op te schorten, omdat in de uitwerking
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021
Pagina 2 van 3
bleek dat de investeringskosten substantieel hoger zijn dan oorspronkelijk geraamd. Daarnaast
hebben de inzet van grotere veerboten, een verhoging van de frequentie van de veren en de
openstelling van de Noord/Zuidlijn de drukte op het Buiksloterwegveer verminderd. Over dit
uitstel bent v op 21 janvari met een raadsbrief geïnformeerd.
Sixhaven vooralsnog groen
Omdat het college een sterke samenhang ziet tussen de inrichting van het Sixhavengebied en het
metrostation Sixhaven is nu besloten ook de planvorming voor de gebiedsontwikkeling op te
schorten tot er meer duidelijkheid is over de aanleg van het metrostation.
In het kader van de Omgevingsvisie 2050 heeft het college van B&W voorgesteld om het
Sixhavengebied vooralsnog een groene inrichting te geven. Als in de toekomst wordt besloten een
metrostation te realiseren, wordt opnieuw gekeken naar de gewenste inrichting van het gebied.
Verdere groene inrichting Willemsluizengebied
Het deelgebied Willemsluizengebied was tot 2018 in gebruik als bouwterrein voor de aanleg van
de Noord/Zuidlijn. Na ingebruikname van de Noord/Zuidlijn zijn de bouwhekken rond een groot
deel van het terrein verwijderd en is het gebied tijdelijk in gebruik genomen met activiteiten voor
en door de buurt onder de naam Buurthaven. Voorbeelden van activiteiten georganiseerd door
buurtbewoners zijn:
-_Een moestuin, waar in eerste instantie groenten werden gekweekt voor soeppakketten
voor buurtbewoners. Inmiddels is deze “soeptuin” vitgegroeid tot een moestuinschool
met veel enthousiaste deelnemers die wekelijks les krijgen, zowel in de tuin als online.
-__Een hondenspeeltuin, die een veilige, omheinde en gezellige omgeving biedt waar
honden los mogen en de baasjes elkaar ontmoeten. Er staan verschillende natuurlijke
toestellen zoals slalompaaltjes, boomstammen, een wipwap en springbanden. De
hondenspeelplaats trekt veel bezoekers, niet alleen vit de buurt, maar ook uit de rest van
Noord en de stad.
-_Een kindertimmerwerkplaats. Hier leren kinderen elke woensdag, onder begeleiding, zelf
te bouwen met gebruikt hout, spijkers en hamers.
-_ Eenrijdende koffiekar die in het weekend bij de Willemsluizen staat, waar buurtbewoners
en voorbijgangers koffie af kunnen halen.
-__Een Gallische Tafel. Dit is een grote halfronde tafel waaraan en omheen diverse
activiteiten plaatsvinden. Het hout is van Amsterdamse omgevallen bomen geleverd door
Stadshout. Mensen kunnen er picknicken, een verjaardagsfeestje geven of rustig lezen. In
de zomer zitten er vaak mensen te werken, is het de oefenlocatie voor een shanty koor en
jamsessies met mensen vit de buurt.
-__De mensen van SAM (sociaal artistiek museum) organiseren allerlei activiteiten over de rol
van gentrificatie in Amsterdam-Noord en de rol van kunst daarin. In Buurthaven
organiseren ze binnenkort samen met de Timmerwerkplaats een workshop voor kinderen
over de skyline van Noord.
-__ Vele andere activiteiten, die hopelijk kunnen starten zodra de maatregelen versoepeld
worden. Onder andere: een shanty festival, jam sessies, sportactiviteiten, kinderzangles
en workshop voor baasjes en hun honden in de hondenspeeltuin. Daarnaast worden er elk
jaar zogenaamde “havenevenementen” georganiseerd, voor en door de buurt, met
workshops bij de initiatieven, gezellig samenzijn en extra activiteiten.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021
Pagina 3 van 3
Voor deze tijdelijke activiteiten is het gebied minimaal ingericht. Met het opschorten van de
planvorming voor het metrostation en de gebiedsontwikkeling is langer tijdelijk gebruik met deze
en andere activiteiten mogelijk en kan ook de inrichting van het gebied een impuls krijgen. Nu de
stad weer tot leven komt na corona zijn dit soort groene, open plekken extra van belang om
bewoners ruimte te geven om elkaar te ontmoeten en samen activiteiten te organiseren. Samen
met de buurt zal een plan worden uitgewerkt om hier invulling aan te geven. De kosten voor de
tijdelijke inrichting en gebruik worden gedekt vit het Vereveningsfonds.
Tolhuistuingebied
Het al dan niet realiseren van metrostation Sixhaven en/of de voetgangerstunnel tussen Centraal
Station en Noord heeft impact op de inrichting van het Tolhuistuingebied. Daarom zal ook de
planvorming voor dit deelgebied worden opgeschort. Wel zijn de komende jaren wellicht een
aantal tijdelijke infrastructurele ingrepen nodig. Gedacht kan worden aan verbetering van de fiets-
en voetgangersroute van en naar de pont en de fietsparkeerplaatsen daar, een betere ontsluiting
van de Tolhuistuin vanaf de pont, het beter zichtbaar maken van de tuin door de hekken
vriendelijker te maken en verbetering van de route, via de Tolhuistuin, naar de Galgenveldbrug
naar Overhoeks. De kosten hiervan worden gedekt vit het Stedelijk Mobiliteitsfonds.
IJplein en Laanwegkwartier
Het deelgebied IJplein-West ligt in de ontwikkelbuurt IJplein/Vogelbuurt. Verbeteringen in dit
deelgebied worden meegenomen in de plannen van de ontwikkelbuurt IJplein/Vogelbuurt.
Het Laanwegkwartier is onderdeel van de ontwikkelbuurt Volewijck en zal dus meegenomen
worden in de betreffende Principenota. Bij de vaststelling van het Principebesluit Sixhaven en
omgeving is besloten om in ieder geval tot 2020 af te zien van planvorming voor het deelgebied
Laanwegkwartier. Ook nu (2021) is er geen aanleiding om te starten met planvorming voor dit
gebied.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
A > ge
@, B berm.
- Ns a
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
Gemeente
Amsterdam
Oost
Agenda
Besluitvormende
Bestuurscommissie
datum 16 december 2014, 18:00 uur
plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, Oostzaal
voorzitter Ivar Manuel
secretaris Liane Pielanen
1. Opening
2. Vaststellen agenda
3. Ingekomen stukken
4. Mededelingen
5. Vaststellen concept besluitenlijst besluitvormend AB 2 december 2014
6. Vaststellen concept besluitenlijst voorbereidend AB 2 december 2014
7. Startnotitie bestemmingsplan IJburg blok 59
8. Definitief inrichtingsplan Sportpark IJburg
9. Startnotitie bestemmingsplan Oosterpark 89
10. Sluiting
| Agenda | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1317
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021 (Sloopvergunning historische
panden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Overwegende dat:
— Amsterdam een schitterende stedenbouwkundige traditie kent met prachtige en
wereldberoemde architectuur, die het waard is om te behouden;
— Amsterdam daartoe ordewaarderingskaarten hanteert die panden een bepaalde
orde toekennen, en historische panden die geen hoge waardering hebben, zoals
orde-3 panden, in sommige delen van de stad die geen beschermd stadsgezicht
vormen,
— De afgelopen tijd veel historische panden zijn gesloopt;
— het belangrijk is dat de gemeente controle kan uitoefenen op het behoud van
historische panden en dat de sloop van dergelijke panden eerst een vergunning
moet worden gegeven, waarbij het uitgangspunt ‘behoud!’ is,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken hoe historische panden van voor 1940 die geen monument zijn beter
beschermd kunnen worden door de invoering van een sloopvergunningsstelsel en dat
voor te leggen aan de gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
Aan college van Burgemeesters en wethouders
gemeente Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Ce: de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum: 28 juni 2018
Betreft: aanvraag ‘Gemeentelijk Beschermd Dorpsgezicht' Lutkemeerpolder
Geachte leden van het college,
Langs deze weg willen wij uw aandacht vragen voor de Lutkemeerpolder.
De Lutkemeerpolder is een polder in het westen van de gemeente Amsterdam, grenzend aan de
Ringvaart ter hoogte van Lijnden. De polder telde na de drooglegging anderhalve eeuw geleden één
weg; de Lutkemeerweg. Oorspronkelijk stonden er vijf 19e-eeuwse boerderijen, hiervan zijn er nu
nog drie over. De weg begint in het noorden bij de Osdorperweg en loopt in het zuiden tot aan de
Ringvaart
De kleibodem leende zich goed voor akkerbouw, wat in het door veenweidegebied omringde
Amsterdam uitzonderlijk is. Een specifiek deel van de polder: ten westen van de Lutkemeerweg en
ten zuiden van de Wisentdijk is landschappelijk oorspronkelijk: hier is het kavelpatroon van begin
19e eeuw nog zichtbaar. De akkers zijn omzoomd met afwateringsslootjes zodat een
drainagesysteem overbodig is.
Aan de weg, gelegen tussen de boerderijen, is een boomgaard met fruitbomen die in 1870 geplant
zijn en met recht monumentaal genoemd mogen worden.
Van de agrarische activiteiten in Amsterdam, met name de akkerbouw is weinig meer terug te
vinden in Amsterdam. De Lutkemeer is hier een uitzondering op. Naast een oude stolpboerderij
met boerenerf op nr. 180 en een 19°°-eeuwse stal op 262, staat op nr. 252 een origineel tuindershuis.
Samen met de akkers is het geheel een voor de stad uniek ensemble.
De akkers sluiten aan op het natuurgebied (Ecologische hoofdstructuur) langs de ringvaart, die loopt
langs de Raasberg tot aan de Oeverlanden. Het Noord-Hollandpad volgt eveneens deze route. Voor
de aanwezige diersoorten, vogels, insecten en bijen bieden de akkers een extra dimensie in de
biodiversiteit van het gebied. Zie ook op waarnemingen.nl de vele (en ook bijzondere) soorten die
zijn gesignaleerd in dit gebied. Zoals de akker- en weidevogels die zich in het gebied vestigen.
Daarnaast geven de akkers een ruimtelijke beleving die het gebied en wandelpad veel
aantrekkelijker maken. Hier kan zowel van brede natuurwaarden als van een weids uitzicht worden
genoten.
Groengebieden aan de rand van de stad vormen een belangrijke functie in een steeds drukker
wordende stad als Amsterdam. Tegelijkertijd leidt de druk op (bouw)gronden in de randen van de
stad tot een verrommeling van het landschap. Door de wat geïsoleerde ligging, in combinatie met de
aanwezigheid van het historisch kavelpatroon (welke nu ruim een eeuw in gebruik zijn voor
landbouw) heeft deze versnippering in de Lutkemeerpolder nog niet plaats gevonden.
Tot slot vervult de polder een belangrijke functie in de (potentiële) voedselproductie voor de stad.
De wens om lokaal te produceren kan maar op een beperkt aantal locaties in Amsterdam worden
vormgegeven. De Lutkemeerpolder heeft hierbinnen een belangrijke rol en zou ook om die reden
behouden moeten worden.
Kortom:
— de unieke grondsoort en daarmee historische akkerbouw
— het originele kavelpatroon
— de monumentale boomgaard
— de verbondenheid met het natuurgebied
— de ruimtelijke beleving en weidse uitzicht
— een stadsrand die nog landschappelijk en niet verrommeld is
— de mogelijkheden om lokaal voedselbeleid daadwerkelijk vorm te geven
maken dat we over een uniek en waardevol gebied spreken. Het predikaat ' Gemeentelijk
Beschermd Stadsgezicht (of een vergelijkbare bescherming)’ is wat ons betreft zeer van toepassing.
Langs deze weg willen wij u vragen om de Lutkemeerpolder te beschermen en vast te stellen zodat
deze waardevolle aspecten voor volgende generaties bewaard zullen blijven. Verder doen wij u de
suggestie om het gebied toe te voegen aan de naastgelegen Tuinen van West.
Deze aanvraag wordt ingediend namens:
Bond Heemschut, Commissie Amsterdam
IVN, Dhr. J. de Jong, directeur
Foodcouncil, Dhr. J. Spangenberg
Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, Dhr. S. Jaasma, voorzitter
Houd Lutkemeer leger, Dhr. B. van Dijk
Werkgroep Historie Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, Tamar Frankfurther
Contactadres
Bond Heemschut, Commissie Amsterdam
T.a.v. Dhr. N. Vervat
Vondellaan 6
1217 RX Hilversum
Aan college van Burgemeesters en wethouders
gemeente Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Ce: de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum: 28 juni 2018
Betreft: aanvraag ‘Gemeentelijk Beschermd Dorpsgezicht' Lutkemeerpolder
Geachte leden van het college,
Langs deze weg willen wij uw aandacht vragen voor de Lutkemeerpolder.
De Lutkemeerpolder is een polder in het westen van de gemeente Amsterdam, grenzend aan de
Ringvaart ter hoogte van Lijnden. De polder telde na de drooglegging anderhalve eeuw geleden één
weg; de Lutkemeerweg. Oorspronkelijk stonden er vijf 19e-eeuwse boerderijen, hiervan zijn er nu
nog drie over. De weg begint in het noorden bij de Osdorperweg en loopt in het zuiden tot aan de
Ringvaart
De kleibodem leende zich goed voor akkerbouw, wat in het door veenweidegebied omringde
Amsterdam uitzonderlijk is. Een specifiek deel van de polder: ten westen van de Lutkemeerweg en
ten zuiden van de Wisentdijk is landschappelijk oorspronkelijk: hier is het kavelpatroon van begin
19e eeuw nog zichtbaar. De akkers zijn omzoomd met afwateringsslootjes zodat een
drainagesysteem overbodig is.
Aan de weg, gelegen tussen de boerderijen, is een boomgaard met fruitbomen die in 1870 geplant
zijn en met recht monumentaal genoemd mogen worden.
Van de agrarische activiteiten in Amsterdam, met name de akkerbouw is weinig meer terug te
vinden in Amsterdam. De Lutkemeer is hier een uitzondering op. Naast een oude stolpboerderij
met boerenerf op nr. 180 en een 19°°-eeuwse stal op 262, staat op nr. 252 een origineel tuindershuis.
Samen met de akkers is het geheel een voor de stad uniek ensemble.
De akkers sluiten aan op het natuurgebied (Ecologische hoofdstructuur) langs de ringvaart, die loopt
langs de Raasberg tot aan de Oeverlanden. Het Noord-Hollandpad volgt eveneens deze route. Voor
de aanwezige diersoorten, vogels, insecten en bijen bieden de akkers een extra dimensie in de
biodiversiteit van het gebied. Zie ook op waarnemingen.nl de vele (en ook bijzondere) soorten die
zijn gesignaleerd in dit gebied. Zoals de akker- en weidevogels die zich in het gebied vestigen.
Daarnaast geven de akkers een ruimtelijke beleving die het gebied en wandelpad veel
aantrekkelijker maken. Hier kan zowel van brede natuurwaarden als van een weids uitzicht worden
genoten.
Groengebieden aan de rand van de stad vormen een belangrijke functie in een steeds drukker
wordende stad als Amsterdam. Tegelijkertijd leidt de druk op (bouw)gronden in de randen van de
stad tot een verrommeling van het landschap. Door de wat geïsoleerde ligging, in combinatie met de
aanwezigheid van het historisch kavelpatroon (welke nu ruim een eeuw in gebruik zijn voor
landbouw) heeft deze versnippering in de Lutkemeerpolder nog niet plaats gevonden.
Tot slot vervult de polder een belangrijke functie in de (potentiële) voedselproductie voor de stad.
De wens om lokaal te produceren kan maar op een beperkt aantal locaties in Amsterdam worden
vormgegeven. De Lutkemeerpolder heeft hierbinnen een belangrijke rol en zou ook om die reden
behouden moeten worden.
Kortom:
— de unieke grondsoort en daarmee historische akkerbouw
— het originele kavelpatroon
— de monumentale boomgaard
— de verbondenheid met het natuurgebied
— de ruimtelijke beleving en weidse uitzicht
— een stadsrand die nog landschappelijk en niet verrommeld is
— de mogelijkheden om lokaal voedselbeleid daadwerkelijk vorm te geven
maken dat we over een uniek en waardevol gebied spreken. Het predikaat ' Gemeentelijk
Beschermd Stadsgezicht (of een vergelijkbare bescherming)’ is wat ons betreft zeer van toepassing.
Langs deze weg willen wij u vragen om de Lutkemeerpolder te beschermen en vast te stellen zodat
deze waardevolle aspecten voor volgende generaties bewaard zullen blijven. Verder doen wij u de
suggestie om het gebied toe te voegen aan de naastgelegen Tuinen van West.
Deze aanvraag wordt ingediend namens:
Bond Heemschut, Commissie Amsterdam
IVN, Dhr. J. de Jong, directeur
Foodcouncil, Dhr. J. Spangenberg
Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, Dhr. S. Jaasma, voorzitter
Houd Lutkemeer leger, Dhr. B. van Dijk
Werkgroep Historie Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, Tamar Frankfurther
Contactadres
Bond Heemschut, Commissie Amsterdam
T.a.v. Dhr. N. Vervat
Vondellaan 6
1217 RX Hilversum
| Raadsadres | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1439
Publicatiedatum 24 december 2015
Ingekomen onder u
Ingekomen op woensdag 16 december 2015
Behandeld op woensdag 16 december 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Duijndam inzake de gewijzigde agenda informele zorg en vrijwillige
inzet 2015-2017 (bereik mantelzorgers via lokale media).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de gewijzigde agenda informele zorg en vrijwillige inzet
2015-2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1352).
Constaterende dat:
— gesteld wordt dat er in principe voldoende ondersteuningsaanbod is voor
mantelzorgers, maar dat mantelzorgers niet altijd op de hoogte zijn van het
aanbod;
Overwegende dat:
— de (gratis) buurtkranten en de Amsterdamkrant van de gemeente, die huis aan
huis verspreid worden, zeer goed gelezen worden;
— aankondigingen in de lokale media van ondersteunende activiteiten voor
mantelzorgers van groot belang zijn om mantelzorgers te bereiken;
— het de organisaties ontbreekt aan budget hiervoor.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— extra in te zetten op het bereik van mantelzorgers door gebruik te maken van
lokale media;
— de uitvoering hiervan te delegeren aan de stadsdelen.
Het lid van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 748
Publicatiedatum 1 juli 2016
Ingekomen onder AO
Ingekomen op woensdag 22 juni 2016
Behandeld op woensdag 22 juni 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden N.T. Bakker en Groot Wassink inzake de internationale
wapenbeurs in de RAI (geen wapenbeurzen meer in de stad).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden N.T. Bakker en Groot Wassink
inzake de internationale wapenbeurs in de RAI (Gemeenteblad afd. 1, nr. 701).
Overwegende dat:
— van 21 tot en met 23 juni 2016 in de RAI een internationale wapenbeurs wordt
gehouden;
— op deze beurs wapenbedrijven, zoals Textron van de internationaal verboden
clustermunitie en Thyssen/Krupp van de onderzeeërs met kernwapens,
hun producten presenteren;
— op de gastenlijst delegaties staan uit landen zoals Saoedi-Arabië, Bahrein, Qatar,
Koeweit en Turkije;
— genoemde landen op dit moment militair actief zijn en naar de beurs komen om
wapens te kopen om daarmee de oorlog in hun land te winnen en doden te
maken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— zich uit te spreken tegen het houden van wapenbeurzen in Amsterdam;
— ervoor te zorgen dat voortaan geen wapenbeurzen meer in de stad worden
gehouden.
De leden van de gemeenteraad
N.T. Bakker
B.R. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 21 december 2022
Ingekomen onder nummer 542
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Von Gerhardt, Runderkamp, Boomsma, Broersen en
Rooderkerk inzake kijk kritisch naar de prioriteiten
Onderwerp
Kijk kritisch naar de prioriteiten voor vaststellen rangorde aanvragen onderwijsvoorzieningen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over agendapunt 15: Wijzigen van de Verordening huisvestingsvoorzienin-
gen onderwijs Amsterdam 2020;
Constaterende dat,
-__De normbedragen worden verhoogd met 34% zodat deze passend zijn bij de prijspeil janu-
ari 2023;
-_ Het investeringsplafond in de begroting met (slechts) 10% is meegestegen;
-_ Meerkosten bij lopende projecten ook moeten worden ingepast binnen het plafond;
-_ Er hierdoor de komende jaren aanzienlijk minder projecten kunnen worden opgenomen in
het OHP;
-_Het vervangingsritme van schoolgebouwen in de stad hierdoor nog verder omlaaggaat;
-__De gemeente als wettelijke taak heeft het voorzien in voldoende huisvesting voor onder-
wijs.
-_ Bij gelijkblijvend bekostigingsplafond de investeringen voor de groei van de stad hierdoor
volledig beslag zullen gaan leggen op de investeringsruimte;
-__ De vervanging, renovatie en verduurzaming van de bestaande scholen hierdoor nog ver-
der achterop zal komen te raken;
-_ Erkeuzes gemaakt zullen moeten worden om voldoende ruimte te houden voor zowel
nieuwe projecten als de bestaande voorraad.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-___Bij het aanbieden van het volgende IHP 2024-2028 kritisch te kijken naar de prioriteiten
zoals die staan in bijlage V van de Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Am-
sterdam 2020 zodat er een goede balans is tussen zowel de bestaande schoolgebouwen
als nieuwe gebouwen;
-_ Hierbij de raad inzicht te geven in welke gevolgen het (eventueel) veranderen van de prio-
riteiten heeft op zowel de groei van de stad als het vervangingsritme;
Indiener(s),
M.S. Von Gerhardt
L.P. Runderkamp
D.T. Boomsma
J. Broersen
lì Rooderkerk
| Motie | 2 | train |
1 Amsterdam.nl
1.1 Gemaild vanaf Amsterdam.nl
Uw bericht
Beste Gemeente,
Ik ben Serkan. 16 jaar oud en de oprichter van het Amsterdams
modemerk Kanstairs. Een merk dat duurzaam probeert te zijn en
denkt aan de Amsterdamse stijl. De reden waarom ik jullie mail is na
aanleiding van dat het mij is opgevallen dat er na kauwgom en plastic
heel veel sigarettenfilters op straat liggen. Mijn vraag is nu: Wat
gebeurt er met de sigarettenpeuken? Ik heb namelijk een geweldige
plan om samen met jullie op te lossen en te komen op een geweldig
resultaat. Ik hoor het graag van jullie terug!
Met vriendelijke groet,
Serkan Karacaer
Oprichter modemerk Kanstairs
kanstairs @ hotmail.com
Url
Afval en hergebruik
| Raadsadres | 1 | train |
€ Gemeente
Amsterdam
> 4 Noord
Bestuursflap
Samenvatting
Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen PvdA en SP inzake verkoop
woningen Vestia
Zaaknummer L14-63110
Behandelend ambtenaar _L.M.M. Kokhuis
Afdeling DBU/OFD
Programma Stedelijke ontwikkeling
Doelstelling
Bevoegdheid Dagelijks bestuur, ter kennisneming aan bestuurscommissie
Soort bevoegdheid Mandaat aan dagelijks bestuur
Procedure AN
Na besluitvorming Origineel met bijlagen (via JBZ) naar DDV
Soort notitie Beantwoording schriftelijke vragen
Kopieën naar L.M.M. Kokhuis Á
|
|
Gemeente Amsterdam Besluit nr. 6570-A
Beleidsbepaling Schriftelijke vragen PvdA/SP
inzake verkoop woningen Vestia
Pagina 2 van 5 |
Nummer 6570-A
Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen PvdA/SP inzake verkoop woningen
Vestia { Te
Portefeuille Ruimtelijke ordening en bouwen \ On
, sk A se
Bestuurlijk / z ZZ \ / (TTT
verantwoordelijke ot À |
mevr. E. Berends
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie Noord, gemeente
Amsterdam, besluit namens het algemeen bestuur:
De inhoud van de brief met kenmerk Z14-63110, waarin de schriftelijke
vragen van de PvdA en SP inzake de verkoop van huurwoningen van
Vestia, vast te stellen.
Ondertekening „ aeg
23 SEP, 2014
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie Noord, gemeente
Amsterdam PA /
/ Ds
Z LZ
ZR: vander Velden mevr. J.A. van Berkum
A 2 etaris voorzitter
Á
Gemeente Amsterdam Besluit nr. 6570-A |
Beleidsbepaling Schriftelijke vragen PvdA/SP
inzake verkoop woningen Vestia
Pagina 3 vans
Bestuurlijke context
In Het Parool van 25 augustus jl. werd aandacht besteed aan de
voorgenomen verkoop aan het Duitse Patrizia door Vestia van woningen
in Amsterdam-Noord. Twee leden van de bestuurscommissie
Amsterdam-Noord (Muurlink PvdA en Jurrema SP) hebben hierover op 28
augustus schriftelijke vragen gesteld, die in bijgaande conceptbrief
beantwoord worden.
Inmiddels heeft de manager van de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven
(WZS) inzake dit onderwerp een positieve zienswijze naar Vestia
gezonden (bijgevoegd).
Als vervolg op eerder door WZS en stadsdeel geuite bezwaren is de stand
van zaken thans in grote lijnen als volgt:
1. de bewoners zijn inmiddels geïnformeerd over de voorgenomen
verkoop
2. van Patrizia kan als buitenlandse entiteit geen ‘verklaring omtrent
gedrag’ gevraagd worden
3. eris een een verklaring omtrent sociaal verhuurgedrag overlegd
4. van splitsing en verkoop zal pas sprake zijn na een periode van
minimaal zeven jaar
5. het woon/zorg-concept blijft overeind.
Financiële toelichting
Jaar Totale lasten Financiële Bron
TT ebruto) dekking TTE
Structurele lasten * €” e* Productnummer *
Incidentele lasten * e+ ex FCL *
Bedrag waarvoor geen ex” Incidenteel: €* Betrekken bij: *
dekking is opgenomen Structureel: € *
ingewonnen adviezen
Er is geen juridisch advies ingewonnen.
Er is geen financieel advies ingewonnen.
Er is geen communicatie advies ingewonnen.
Er is extern advies ingewonnen in april en augustus 2014 bij de dienst
Wonen, Zorg en Samenleven. Het advies van het stadsdeel is vervolgens
Gemeente Amsterdam Besluit nr. 6570-A
Beleidsbepaling Schriftelijke vragen PvdA/SP
inzake verkoop woningen Vestia
Pagina 4 van 5
|
verwerkt in bijgevoegde zienswijze.
nn
Risico's / Neveneffecten
ke,
me
Publieke acties
*
dee
Participatie / Inspraak
*
mn
Meegezonden stukken
Concept DB-besluit
Concept brief aan vragenstellers
Zienswijze gemeente Amsterdam d.d. 29 augustus 2014
Kabinet *
Registratienummer Naam Waar op te
vragen / in te
zien
Openbaar *
mn
Paraaf ambtelijk eindverantwoordelijke:
ST
Semen %.
drs. D. Bout
| Besluit | 4 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 14 november 2023
Portefeuille(s) Grond en Ontwikkeling
Portefeuillehouder(s): Van Dantzig
Behandeld door Y. Overdijk, [email protected]
Onderwerp Collegebesluit Vaststellen Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende:
Op 14 november 2023 heeft het college van B&W ingestemd met het Ontwerp Openbare Ruimte
Sloterdijk | Zuid.
De commissie RO wordt gevraagd kennis te nemen van de achtergrond en hoofdpunten van het
Voorlopig Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk. Daarnaast wordt de commissie gevraagd kennis
te nemen van de nota van beantwoording, de adviezen de geactualiseerde investeringsraming
Openbare Ruimte en de geactualiseerde beheerkostenraming en bijbehorende beheerkostentoets
Sloterdijk | Zuid. Ook wordt de commissie met deze brief geïnformeerd over het participatietraject
van de inrichting van de openbare ruimte Sloterdijk | Zuid.
Achtergrond Sloterdijk | Zuid
Sloterdijk | Zuid is, gelegen ten oosten van de ring A1o-West, ten noorden van het spoor
Amsterdam-Haarlem en het Toekomstbestendig Westerpark, en ten westen van de
Spaarndammerbuurt. Het projectgebied Sloterdijk | Zuid is nu vooral nog een bedrijventerrein met
allerlei soorten bedrijven (van groothandels tot autowasbedrijf en aan de westzijde een
kantorenstrook). Naast bedrijven is ook het Mediacollege Amsterdam hier gevestigd.
Op 6 november 2019 heeft de gemeenteraad de Investeringsnota Sloterdijk | Zuid vastgesteld.
Sloterdijk | Zuid zal — als één van de eerste wijken van Haven-Stad - de komende jaren
transformeren naar een gemengde woonwerkwijk met circa 4.700 woningen met bijbehorende
commerciële en maatschappelijke voorzieningen. Daarnaast wordt er 86.000 m2 aan
bedrijfsruimte gerealiseerd. In de investeringsnota zijn de ambities en prestatie-eisen beschreven
met betrekking tot het gewenste programma, duurzaamheid, groen en de stedenbouwkundige
kwaliteit waaraan de bouwplannen van ontwikkelaars worden getoetst.
In de vastgestelde investeringsnota is ook de eerste versie van het Raamwerk Openbare Ruimte
opgenomen. Dit raamwerk is in de afgelopen periode verder uitgewerkt naar een concept ontwerp
Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid De gemeente heeft eind december 2020 de uitgangspunten
voor het concept voorlopig ontwerp in drie participatiebijeenkomsten aan de huidige gebruikers
van het gebied en een aantal belangenorganisaties voorgelegd en op basis daarvan nader
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 2 van 10
uitgewerkt. De nieuwe bewoners en gebruikers zijn op dit moment nog niet bekend. Op het
moment dat de nieuwe bewoners en gebruikers steeds meer bekend worden, zullen ook zij
worden betrokken bij de vitwerking van het Voorlopig ontwerp naar een definitief ontwerp.
Beschrijving bestaande situatie openbare ruimte
De straten zijn op dit moment sober ingericht en ruim en functioneel opgezet, omdat op dit
moment de focus vooral ligt op het logistieke functioneren van het gebied. Tevens is er weinig
groen in de straten. Dat gaat de komende jaren veranderen. Het is de bedoeling dat het gebied
wordt getransformeerd naar een multifunctioneel hoogstedelijk woon-werkgebied. Hiervoor moet
ook de openbare ruimte opnieuw worden ingericht. Sloterdijk | Zuid wordt een geheel nieuwe
wijk, met een duurzame openbare ruimte, waar groen, een aantrekkelijk leefklimaat, fietser en
voetganger voorop staan.
Het Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid heeft de volgende kenmerken:
a. De openbare ruimte van Sloterdijk | Zuid wordt duurzaam en toekomstbestendig ingericht;
b. Veel aandacht voor fiets- en voetgangers: autoluwe woon-werkstraten, goede loop-
fietsverbindingen, gekoppeld aan goede verbinding met het openbaar vervoer;
c. Duurzaam groen: grote biodiversiteit plantensoorten, inrichting is hittebestendig en
rainproof. Er worden 800 à goo nieuwe bomen aangeplant in het gebied (1/3 als vervanging,
2/3 als uitbreiding van het aantal bomen). Mits de condities het toelaten, kunnen circa 190
bomen op dezelfde locatie blijven staan en circa 45 bomen worden verplant;
d. Flexibele inrichting: de ontwerpmogelijkheden van de inrichting van de openbare ruimte in
relatie tot de aangrenzende functies kunnen flexibel worden aangepast;
e. Aandacht voor ‘Bewegen in de stad’: voldoende speel- en sportvoorzieningen voor
verschillende doelgroepen en leeftijdscategorieën;
f. _ Openbare ruimte voor alle doelgroepen;
g. Aanleg van het Dijkpark als een nieuw park voor Sloterdijk | Zuid, met veel ruimte voor
recreatie, sport- en spelvoorzieningen;
h. Aanleg van het Contactplein, een gezamenlijk plein voor zowel Sloterdijk | Zuid als Sloterdijk |
Noord, met daaraan liggende scholen, supermarkt en een enkele andere winkel.
i. De openbare ruimte van Sloterdijk | Zuid zal gefaseerd worden aangelegd, volgend op de
ontwikkeling van de bouwblokken.
Ad a. Openbare ruimte Sloterdijk | Zuid: duurzame inrichting
Sloterdijk | Zuid is een van de eerste nieuwe projectgebieden in Haven-Stad. De hoge ambities
met betrekking tot duurzaamheid, biodiversiteit en mobiliteit leiden tot een nieuw type inrichting
van de leefomgeving. Bovendien leidt de stedelijke mix van wonen en kleinschalige bedrijvigheid
tot een specifieke dynamiek op straat.
De openbare ruimte wordt duurzaam en toekomstbestendig ingericht. Zo wordt het gebied
(vanwege verzakking van de bodem met als gevolg een hoge grondwaterstand) integraal
opgehoogd tot 1.00 + NAP zodat er voldoende ontwateringsdiepte wordt gecreëerd. Ook is er
gekeken of bestaande (verharding)materialen kunnen worden hergebruikt in de toekomstige
openbare ruimte. De in de huidige straten aanwezige gebakken klinkers zullen worden hergebruikt
in de rijbanen. Daarnaast zullen de aanwezige betontegels terugkeren als puinverharding in de
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 3 van 10
straatfundering, of vermengd met aarde in schanskorven (draadmanden) voor de ontwikkeling
van flora en fauna.
Ad b. Fiets- en voetgangersnetwerk
De nieuwe inrichting van de openbare ruimte binnen Sloterdijk | Zuid richt zich met name op een
goed te gebruiken fiets- en voetgangersnetwerk (autoluwe woonstraten) zowel binnen Sloterdijk I
Zuid als door middel van goede aansluitingen op de bestaande fiets- en voetgangersnetwerken in
de aangrenzende buurten. De netwerken worden ook gekoppeld aan een (hoogwaardig) openbaar
vervoersnetwerk. De straten worden ingericht voor de fietser en de voetganger. De auto en het
overig gemotoriseerde verkeer zijn te gast.
Ad c. Duurzaam groen
Bij de nieuwe inrichting is groen een onmisbaar element. Het groen is opgenomen in verschillende
vormen, met verschillende soorten bomen, vaste planten, kruidenmengsels en gevelgroen. In de
toekomstige groenstroken, afgewisseld met klinkerverharding, kan het meeste regenwater
infiltreren. Daarnaast zijn de ontwikkeling van biodiversiteit en een natuur inclusieve inrichting
belangrijke onderdelen: zo worden er nestgelegenheden voor vogels en insecten aangebracht. De
toepassing van veel groen helpt tegen hittestress, wat vaak voorkomt in dichtbebouwde,
stedelijke en stenige gebieden.
Het streven is om zoveel mogelijk bestaande bomen te behouden en deze op te nemen in het
nieuwe ontwerp. In het ontwerp wordt ervanuit gegaan dat ondanks de ophoging van het gebied)
circa 190 bomen op de huidige plek kunnen blijven staan. Dit zijn met name de bomen bij het
toekomstig Contactplein en de bomen oostelijk in het bosschage in het toekomstig Dijkpark.
Daarnaast komen circa 45 bomen in aanmerking om te verplanten in de openbare ruimte. Ook
worden er ca. 800 à goo nieuwe bomen aangeplant, die voor 1/3 deel dienen ter vervanging, maar
voor 2/3 deel een uitbreiding zijn van het aantal bomen in het gebied. De precieze aantallen zijn op
dit moment nog niet bekend en komt bij verdere uitwerking van de deelgebieden.
Ad d. Flexibele inrichting
Flexibiliteit krijgt extra aandacht bij de inrichting van de openbare ruimte. Er is een toolbox
opgesteld met verschillende ontwerpmogelijkheden van de openbare ruimte in relatie tot de
aangrenzende functies. De toekomstige inrichting van de openbare ruimte in de straten wordt
gefaseerd uitgevoerd. De fasering hangt af van de ontwikkeling van de aangrenzende kavels. Het
kan dus voorkomen dat in één straat één zijde in ontwikkeling gaat, terwijl de andere zijde nog
blijft functioneren met de bestaande bedrijven. Daarom is ervoor gekozen om de straten die van
noord naar zuid lopen asymmetrisch in te richten. Dit geeft de mogelijkheid om de helft van de
straat op te hogen en met ruim groen en met ruimte voor spelen en verblijven in te richten, terwijl
het andere gedeelte nog niet hoeft te worden opgehoogd of ingericht.
Ad e. Bewegen in de stad
Omdat de stad steeds verder wordt verdicht is het van belang om het bewegen in de stad te
stimuleren. Er worden daarom speel- en sportvoorzieningen in Sloterdijk | Zuid aangelegd voor
verschillende doelgroepen en leeftijdscategorieën, zoals in het nieuw aan te leggen Dijkpark, maar
ook in de tussenstraatjes wordt gekeken naar sport- en speelvoorzieningen. Daarmee wordt
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 4 van 10
aangehaakt op het programma ‘De Bewegende Stad’, met als ambitie de openbare ruimte zo in te
richten dat deze uitnodigt om te gaan bewegen.
Ad f. Openbare ruimte voor alle doelgroepen
Sloterdijk | Zuid wordt een ongedeelde stad: er wordt rekening gehouden met verschillende
doelgroepen en leeftijdscategorieën. Dit geldt ook voor de inrichting van de openbare ruimte. Zo
wordt gekeken naar de oversteekbaarheid van straten, met zo min mogelijk hoogteverschillen, en
naar de toegankelijkheid van parken, pleinen en gebouwen.
Ad g. Dijkpark
Langs de hele zuidzijde van Sloterdijk | Zuid, wordt het (voor iedereen goed bereikbare) Dijkpark
aangelegd. In het park komt ruimte voor recreatie krijgt het park en worden verschillende soorten
sportvoorzieningen en speelelementen aangelegd. Het Dijkpark wordt mogelijk gemaakt door
herinrichting van de bestaande groenstrook en door het opheffen van de Contactweg-
Sloterdijkerweg. De bestaande bosschages aan de oostzijde blijven behouden en worden in het
park geïntegreerd.
Ad h. Contactplein
De bouwblokken aan dit plein krijgen een cultureel/maatschappelijk en een commercieel
programma in combinatie met woningbouw. Het Contactplein wordt een gezamenlijk plein voor
zowel Sloterdijk | Zuid als Sloterdijk | Noord, met scholen, een supermarkt en andere winkels.
Ad i. gefaseerde inrichting van de openbare ruimte
De openbare ruimte van Sloterdijk | Zuid wordt gefaseerd ingericht volgende op de ontwikkeling
van de bouwblokken.
Inspraakreacties
Het concept Voorlopig Ontwerp Openbare Ruimte heeft van 12 oktober t/m 23 november 2022 ter
inzage gelegen. Er zijn in totaal negen inspraakreacties ingediend, waarvan twee reacties
afkomstig zijn van eigenaren/erfpachters uit Sloterdijk | Zuid, een reactie van de Vrienden van het
Westerpark, een reactie van het Cultureel Erfgoed Groot Westerpark, een reactie van ProRail, een
reactie van Buren van Minervahaven, Buren van Haven-Stad Z-W, de Fietsersbond en twee
reacties van omwonenden. De inspraakreacties zijn na de inspraakperiode samengevat en
beantwoord in een Nota van Beantwoording
De reacties van de erfpachters/ eigenaren uit het gebied richten zich vooral op zaken die voor hen
als ontwikkelende partij van belang zijn: verkeerscirculatie, overgang privé-openbaar,
afvalinzameling etc. De zienswijzen van de Fietsersbond richten zich o.a. op het belang van goede
fiets- en voetgangersverbindingen van Sloterdijk | Zuid met andere buurten. ProRail heeft met
name een inspraakreactie gegeven m.b.t. de inrichting van het spoortalud, de
veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het geluidsscherm op de spoordijk en de
onderdoorgangen van het spoor als onderdeel van het Dijkpark. De zienswijzen van het
Vereniging Bescherming Cultureel Erfgoed Westerpark, de Vrienden van het Westerpark en de van
de Buren van Minervahaven, Buren van Haven-Stad Z-W richten zich vooral op de inbedding van
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 5 van 10
Sloterdijk | Zuid binnen de aanliggende buurten (o.a. onderdoorgangen onder het spoor) de
ontwikkelstrategie van Haven-Stad en het toekomstbestendig Westerpark.
Voor een groot aantal opmerkingen met betrekking tot Groot Westerpark, Haven-Stad en
(fiets)verbindingen met de aanliggende buurten, geldt dat deze (ten dele) buiten de scope van het
project vallen. Toch is getracht in de Nota van Beantwoording hierop zoveel mogelijk een
antwoord op te geven. Daar waar nodig, wordt verwezen naar het participatieproces van het
Toekomstbestendig Westerpark of Haven-Stad.
Wijzigingen Voorlopig Ontwerp naar aanleiding van de inspraakreacties
Per reactie is aangegeven of en in welke mate deze aanleiding geven tot aanpassing van het
ontwerp. De meeste reacties geven geen reden tot wijzigingen in het ontwerp. Naast een klein
aantal tekstuele opmerkingen, werd een opmerking gemaakt over de wenselijkheid van de aanleg
van een hondenuitlaatplek in de openbare ruimte. Deze wordt in de uitwerking van het ontwerp
naar een definitief ontwerp van het Dijkpark en/of andere plekken in de openbare ruimte
opgenomen. Daarbij wordt aandacht besteed bij de keuze van de locatie en afspraken over het
beheer, zodat dat de hondenuitlaatplek een aantrekkelijke plek blijft die niet snel verschraald
en/of vervuild raakt.
Verder werd door een ontwikkelaar gevraagd aandacht te besteden aan de veiligheid voor m.n.
kinderen in de overgangen tussen de semiopenbare ruimten(binnentuinen) en de straten. Ook
werd er aandacht gevraagd voor veiligheid van de route voor kinderen naar de speelgelegenheden
in het park. Deze vragen worden meegenomen in vitwerking van het ontwerp naar de
vitvoeringsontwerpen van de straten. Hierbij zullen de ontwikkelaars van de bouwblokken
worden betrokken.
Advies stadsdeel West
Stadsdeel West heeft een aantal adviezen uitgebracht over het Ontwerp Openbare ruimte
Sloterdijk | Zuid. Hieronder is een samenvatting van deze adviezen opgenomen en wordt de
reactie van het college op dit advies weergegeven.
1. Aandacht voor de groennorm, pak ontwikkeling versnippering groen tijdig op
Reactie: Het is van belang dat er per ontwikkelingsfase van Sloterdijk | zuid voldoende groen
aanwezig om van Sloterdijk | zuid een aangename wijk te maken en te voldoen aan de vereiste
groennorm. Niet al het groen kan vanwege de verdichtingsopgave in Sloterdijk | Zuid worden
gerealiseerd. Dit is al besloten bij het Investeringsbesluit in 2019. Vanwege de urgentie en prioriteit
vanuit de ontwikkelingen in Sloterdijk | Zuid, is vanuit Programma Haven-Stad recentelijk gestart
om de groengebieden in het noordelijk deel van het Westerpark te transformeren naar openbaar
groen. Over het planproces zal nauwe afstemming plaatsvinden met stadsdeel West. Daarnaast zal
de relatie tussen deelplannen voor woningbouw, de groennorm, en de voortgang in de
ontwikkeling van nieuw groen nauwkeurig worden gemonitord door Haven-Stad.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 6 van 10
Bekijk mogelijkheden om geveltuinen extra groot uit te voeren
Reactie: De vitvoering/realisatie van geveltuinen is in het algemeen verankerd in het beleid van de
gemeente. In Sloterdijk | Zuid kan vanwege de breedte van de stoepen gekozen worden voor de
brede variant.
2. Steun voor prioriteit fietsers en voetgangers, aandacht voor verkeerveiligheid:
-__ Besteed in het ontwerp extra aandacht aan uitritten, dat er een goed zicht op straat gerealiseerd
wordt m.b.t. op spelende kinderen. Reactie: het ontwerp wordt in deelontwerpen gedetailleerd
uitgewerkt, waarbij goed gekeken wordt naar de verkeersveiligheid en het zicht op straat
-_ Onderzoek mogelijkheden om de fietsinfrastructuur zo in te richten dat elektrische fietsen
gescheiden worden van elektrische fietsen. Reactie: Vanuit het ontwerp is ingezet op ruime
profielen, waar de verschillende verkeersstromen elkaar gemakkelijk kunnen passeren. Er
wordt aangesloten bij het huidige en toekomstige stadsbreed beleid m.b.t. elektrische fietsen
-_Richt straten zo ín dat brommers en fietsers niet dicht langs de gevel kunnen rijden Reactie: Hier
is in het ontwerp rekening mee gehouden en zal in de gedetailleerde vitwerking van de
deelontwerpen worden uitgewerkt.
-__ Geadviseerd wordt: om maatregelen te nemen om schade aan bomen en planten door
(parkerende) auto's’ te voorkomen. Reactie: hier is in het ontwerp rekening mee gehouden
3. Betrek belangenorganisaties bij vitwerking om de toegankelijkheid voor minder-validen te
borgen.
Reactie: belangengroeperingen, zoals Onbeperkt West/ Cliëntenbelang zijn tijdens de ontwerpfase
actief geconsulteerd en deze zal ook in het vervolgtraject bij de nadere uitwerking van het
ontwerp in deelontwerpen actief worden betrokken.
4. Het stadsdeel steunt de ambitie om afval inpandig te verzamelen
Reactie: dit is een van de uitgangspunten die vastgelegd zijn in de investeringsnota Sloterdijk |
Zuid (2019) Op dit moment wordt onderzocht hoe dit is te concretiseren.
5. Aanvullende aandachtspunten bij spelen en sport
Aandacht voor ‘urban’ sport, toegankelijkheid voor mindervaliden, speelplekken die ook
zelfstandig avontuurlijk en creatief samenspelen bevorderen, aandacht voor
bewegingsmogelijkheden voor senioren.
Reactie: deze aandachtspunten zullen bij de uitwerking van het ontwerp in gedetailleerde
deelontwerpen van de openbare ruimte worden meegenomen en nader onderzocht.
6. Voorkom dat hondennuitlaatgebied een verschraalde groenstrook wordt
Dit aandachtspunt zal bij de nadere uitwerking va het ontwerp in overleg met Stadswerken
worden uitgewerkt.
Vanuit de stadsdeelcommissie kwamen aanvullend op het DB-advies de volgende adviezen:
1. Wacht het nieuwe beleid omtrent de snelfiets af, alvorens aparte infrastructuur voor snelfiets in
het voorlopig ontwerp uit te sluiten
Reactie: Het voorlopig ontwerp voor de openbare ruimte in Sloterdijk | Zuid en het in het
Integraal Raamwerk Haven-Stad beschreven voorgestelde gedifferentieerde netwerk van
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 7 van 10
fietsverbindingen biedt hiervoor verschillende mogelijkheden om op het nieuw te ontwikkelen
beleid in te spelen. (Zie ook beantwoording onder advies 2).
2. Voeg sporten in verenigingsverband of andere organiseerde vormen toe aan de functielijst van het
ontwerp.
Reactie: De openomen functielijst in het ontwerp geeft een overzicht van de mogelijke
functies die in de plinten van de verschillende bouwblokken kunnen worden voorzien. Dit is
geen ‘echte! functiekaart. De georganiseerde sport of sporten in verenigingsverband wordt op
het schaalniveau van Haven-Stad gewaarborgd. Dit staat o.a. beschreven in het Integraal
Raamwerk van Haven-Stad.
3. ís hetaanbod voor georganiseerde sport in het Vo voldoende betrek: SDZ bij dit onderzoek.
Reactie: In Sloterdijk | Zuid zijn de twee vereiste gymzalen van de basisscholen samengevoegd
tot een multifunctionele sportzaal, die buiten schooltijden ook gebruikt kan worden in
verenigingsverband of andere georganiseerde vorm. Voor georganiseerde buitensport is in
Sloterdijk | Zuid is geen ruimte. In de nabijheid, op gemiddeld 1300 meter afstand gelegen, zal
het omvangrijke Sportcomplex Spiering Horn gerevitaliseerd worden. Op dit sportcomplex is
ruimte om te voorzien in de buitensportbehoefte die op basis van de 'Referentienorm voor
maatschappelijke voorzieningen, groen en spelen 2018’ volgt vit de woningbouw in de
deelgebieden Sloterdijk Stationskwartier en Sloterdijk | Zuid.
Daarnaast zal voor het andere, op gemiddeld 7zoo meter afstand gelegen, nabije middelgrote
sportcomplex van hoofdgebruiker SDZ een toekomstperspectief worden ontwikkeld.
Gedurende de ongeveer 10 tot 15 jarige ontwikkelperiode van de deelgebieden zal regelmatig
zal worden gemonitord of de realisatie van woningbouw in goede balans is met de
vernieuwing van bestaande-, en ontwikkeling van nieuwe buitensportruimte. Dit valt buiten
de scope van de gebiedsontwikkeling Sloterdijk | Zuid en zal gebeuren binnen de kaders en
processen van de verdere planvorming van Haven-stad.
4. Metrolijn: maak het toekomstig sluiten van de metrolijn een integraal onderdeel van de
ontsluiting van Sloterdijk |l Zuid en onderzoek hoe dit meegenomen kan worden in het ontwerp.
Reactie: Het metro project, de halteomgeving hiervan en de routes ernaartoe ligt buiten de
projectscope van het ontwerp openbare ruimte Sloterdijk | Zuid. Dit zal binnen de scope van
Haven-stad nader worden uitgewerkt.
5. _Groennorm: maak inzichtelijk hoeveel groen er netto waar en wanneer in het proces bij komt en
hoe dat dan wel gaat voldoen aan de groennorm.
Reactie: Dit is toegevoegd in de tekst van het Voorlopig ontwerp.
6. Spoortaluds: Met ProRail de bindende afspraak te maken dat zij niet zonder toestemming van de
gemeentewijzigingen aan het spoortaluds in Sloterdijk | Zuid (en in West) die het flora en fauna
aantasten mogen maken.
Reactie: ProRail is voor het spoortaluds publiekrechtelijk ‘bevoegd gezag’ en grotendeels
eigenaar van de grond en kunnen dus bepalen wat er gebeurt in deze strook. Uiteraard moet
ProRail ook voldoen aan andere wettelijke bepalingen en moeten zij voldoen aan wetgeving
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 8 van 10
op het gebied van flora en fauna. Het project Sloterdijk | Zuid is in gesprek met ProRail om zo
goed mogelijk een Dijkpark te kunnen aanleggen waarbij spoortalud en geluidsscherm worden
geïntegreerd.
Geactualiseerde investeringsraming en beheerkostentoets Voorlopig ontwerp Openbare
Ruimte Sloterdijk | Zuid.
Met het nemen van het investeringsbesluit Sloterdijk | Zuid d.d.6 november 2019 heeft de
gemeenteraad ingestemd met de investeringskosten voor de herinrichting van de openbare
ruimte en daarbij behorende beheerkosten voor de nieuwe inrichting van de openbare ruimte op
basis van een raamwerk ontwerp openbare ruimte. De investeringskosten voor de openbare
ruimte waren in het Investeringsbesluit Sloterdijk | Zuid geraamd op € 26.633 min. (geïndexeerd
naar prijspeil 1 januari 2023). De geraamde totale beheerkosten bedroegen € 718.960, - (prijspeil
2023).
Na de vaststelling van het investeringsbesluit is het raamwerk Openbare Ruimte (door nieuwe
inzichten) gewijzigd en verder vitgewerkt. Bij de vitwerking van het raamwerk naar het voorliggend
voorlopig ontwerp is sterk gestuurd om de investeringskosten en beheerkosten van het uitgewerkte
ontwerp zo laag mogelijk en passend te houden binnen het vastgestelde krediet van het
investeringsbesluit.
Ten behoeve van het voorliggende concept ontwerp is een geactualiseerde (en geïndexeerde
prijspeil 23) raming gemaakt van de inrichtingskosten en de beheerkosten tijdens de transformatie
en na definitieve herinrichting. Na een aantal bezuinigingsrondes en optimalisering van de kosten
sluit de investeringsraming van het voorlopig ontwerp op € 36.151.000, - (prijspeil 2023). De
geactualiseerde investeringskosten voor het Voorlopig Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid
(prijspeil 2023) passen binnen de vastgestelde GREX (50.806) van Sloterdijk | Zuid
(Investeringsbesluit d.d. 19-11-2019) geactualiseerd naar 2023 (MPG 2023). In de geactualiseerde
grondexploitatie van juni 2023 bedraagt het plansaldo €8,5 min. positief op Netto Contante Waarde.
De totale geraamde beheerkosten voor het nieuwe voorlopig ontwerp bedragen € 656.000, - per
jaar (prijspeil 2023). De beheerkosten zijn wat gedaald ten opzichte van de geraamde beheerkosten
bij het Investeringsbesluit van 2019 (€ 718.980, prijspeil 2023) Dit wordt o.a. veroorzaakt door
wijziging hoeveelheden bestrating, groen etc.)
De herinrichting van de openbare ruimte van Sloterdijk | Zuid zal gefaseerd worden gerealiseerd.
De inrichting van de openbare ruimte volgt de realisatie van de bouwblokken. Dat betekent dat de
uitgaven voor de inrichting (met name) rondom de bouwblokken gespreid zijn over de looptijd van
de grondexploitatie en telkens volgen op eerst gerealiseerde grondopbrengsten. Het ontwerp zal
(naar gelang de fasering) worden uitgewerkt in deelplannen naar definitieve ontwerpen.
Voor elk deel-uvitvoeringsontwerp zal nogmaals nauwkeurig worden gekeken naar de geraamde
investeringskosten en beheerkosten. Stadsdeel West, Stadswerken en V&OR zullen nauw
betrokken worden bij de uitwerking van de deze ontwerpen Zolang de uitwerking van de
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 9 van 10
deelontwerpen passen binnen de inhoudelijke en financiële vastgelegde kaders wordt geen
nadere bestuurlijke besluitvorming meer gevraagd.
Participatietraject inrichting openbare ruimte Sloterdijk 1 Zuid
Ten behoeve van het participatietraject is halverwege 2020 een plan van aanpak voor de
participatie bij de inrichting van de openbarre ruimte voor Sloterdijk Zuid opgesteld. Hierin is een
beschrijving opgenomen hoe het project Sloterdijk | Zuid de huidige gebruikers en toekomstige
gebruikers en bewoners gaat betrekken bij het ontwerp voor de openbare ruimte. Dit zal
stapsgewijs gebeuren. Op dit moment zijn alleen de huidige gebruikers bekend, op het moment
dat de eerste bouwblokken worden gerealiseerd zullen ook toekomstige bewoners bij de
participatie worden betrokken.
Digitale participatieronden
Bij de totstandkoming van het voorliggend maaiveldontwerp zijn de huidige gebruikers van het
gebied (o.a. bedrijven, eigenaren/erfpachters), en een aantal belangenorganisaties uit de
omgeving (zoals de Vrienden van het Westerpark, Onbeperkt West en de Fietsersbond) bij het
ontwerpproces betrokken De opmerkingen van de aanwezigen zijn zoveel mogelijk verwerkt in
het voorlopig ontwerp.
Inspraakbijeenkomst 26 oktober 2022
Op 26 oktober 2022 is een informatiebijeenkomst gehouden in Broedplaats Contact (Contactweg
47 te Amsterdam). De informatieavond is bekendgemaakt met een huis-aan-huis verspreide flyer
in Sloterdijk len directe omgeving. Tevens is per mail en nieuwsbrief een uitnodiging verstuurd
aan allemensen en organisaties die zijn opgenomen in het adressenbestand van het project
Sloterdijk | Zuid. Tijdens de informatiebijeenkomst werd het ontwerp voor de openbare ruimte
gepresenteerd. Aansluitend vond een informatiemarkt plaats met verschillende thematafels, waar
mensen vragen konden stellen over het ontwerp. Op de informatiebijeenkomst waren ongeveer
vijftig personen aanwezig. In totaal zijn er 9 inspraakreacties binnengekomen. Deze reacties zijn
opgenomen in de Nota van Beantwoording (zie hierboven voor de inhoudelijke beschrijving)
Vervolg participatietraject na vaststelling Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid
Na vaststelling van het voorlopig ontwerp in het college van B&W, wordt het ontwerp nader
uitgewerkt in een aantal definitieve vitvoeringsontwerpen voor de straten tussen de
bouwblokken, het Contactplein en het Dijkpark. Naarmate de ontwikkeling van Sloterdijk | Zuid
van start gaat en nieuwe bewoners/ gebruikers bekend zijn, zullen ook zij nauw worden betrokken
bij de totstandkoming van de gedetailleerde ontwerpen.
In de eerste fase van de bouwblokontwikkeling gaat het vooral om afstemming van de inrichting
van de openbare ruimte op een nieuw bouwblok. Ook bij de gedetailleerde uitwerking van (delen
van) het Dijkpark en het Contactplein zullen de toekomstige bewoners en gebruikers zoveel
mogelijk bij betrokken worden. In de straten en in de parkzone worden vrije plekken aangewezen
die samen met de nieuwe bewoners en gebruikers nader kunnen worden vitgewerkt.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 10 van 10
In de combinatie van het per fase toenemen van het detailniveau van het ontwerp en de toename
van definitieve bewoners, gebruikers en andere belanghebbenden in het gebied zal de mate van
invloed van de participatie steeds groter worden: van ‘raadplegen en adviseren in de eerste fase
van het voorlopig Ontwerp tot de mogelijkheden van ‘co-creëren! in de laatste fase van inrichting
van de vrije plekken in het gebied.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Reinier van Dantzig,
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Bijlagen
o1 Voorlopig Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid d.d. 20-10-2023
o2 Nota van beantwoording Ontwerp Openbare ruimte Sloterdijk | Zuid d.d.20-10-2023
o3a Advies stadsdeel West
o3b: Reactie op advies stadsdeel West
04 (geheim ) geactualiseerde kostenraming VO Sloterdijk | Zuid d.d. 05-05-2023
o5 (geheim) geactualiseerde beheerkostentoets Sloterdijk | Zuid d.d. 03-05-2023
06 (geheim) geactualiseerde beheerkostenraming Sloterdijk | Zuid d.d. 05-05-2023
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 10 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 10 november 2022
Ingekomen onder nummer _ 509
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Van der Veen inzake de Leegstandverordening — Na
ontruiming volgt handhaving
Onderwerp
Na ontruiming volgt handhaving
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Leegstandsverordening;
Overwegende dat:
— leegstand in tijden van woningnood in Amsterdam zoveel als mogelijk moet worden voorko-
men;
— panden die langdurig leegstaan worden gekraakt om de leegstaande panden weer een nuttige
bestemming te geven;
— Het OM niet zou moeten ontruimen voor leegstand;
— Het belangrijk is ervoor zorg te dragen dat leegstand zoveel mogelijke moet worden voorko-
men;
Verzoekt het college:
Te onderzoeken of de gemeente de ontruiming van een pand dat gekraakt is — op last van de rech-
ter — als melding kan gebruiken, en/of dat bij ontruiming kan worden bekeken of de datum van de
kraak zelf, als eerdere datum van leegstand kan worden vastgesteld.
Indiener
K.S‚N. van der Veen
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1
Datum indiening 19 oktober 2018
Datum akkoord 7 januari 2019
Publicatiedatum 8 januari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Bloemberg-lssa inzake provinciale
plannen om natuur niet meer verplicht op te nemen in bestemmingsplannen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Onlangs lag in de provincie de ontwerpwijziging van de Provinciale Ruimtelijke
Verordening (PRV) waar het de Wezenlijke Waarden en Kenmerken) (WKW-
waarden) en het Natuurnetwerk Nederland-gebied (NNN-gebied) betreft ter inzage.
Vragenstelster is er via betrokken burgers achter gekomen dat de gemeente
Amsterdam gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen.
Met de wijziging van artikel 19, dat gaat over Natuurnetwerk Nederland en
natuurverbindingen, wordt een wijziging voorgesteld waardoor natuur niet langer in
bestemmingsplannen hoeft te worden opgenomen maar als recreatie bestempeld kan
worden. De fractie van de Partij voor de Dieren Amsterdam vreest hierbij voor
gevolgen van aantasting van de bodem, biodiversiteit, flora en fauna en verdere
festivalisering in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) / NNN-gebieden).
De gemeente geeft in haar zienswijze aan positief te zijn over de wijziging van artikel
19, omdat er meer mogelijkheden voor recreatief gebruik in natuurgebieden komen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Bloemberg-lssa, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is er vanuit de gemeente Amsterdam naast de ingediende zienswijze overleg
gevoerd met de provincie over deze wijziging in de Provinciale Ruimtelijke
Verordening?
Antwoord:
Op het verzoek van raadslid Bloemberg-lssa om bij ieder antwoord de bron te
vermelden, wordt meegegeven dat de voorbereiding van alle antwoorden door de
ambtelijke organisatie is gedaan en in het bijzonder het organisatieonderdeel
Ruimte en Duurzaamheid.
De provincie heeft gemeenten geïnformeerd over deze wijziging door onder meer
het organiseren van provinciale bijeenkomsten. Ook heeft de provincie de
wijziging besproken in de recreatieschappen. Er is op bestuurlijk niveau tussen
Amsterdam en de provincie geen apart overleg geweest over deze wijziging.
' Bijlage 1: zienswijze gemeente Amsterdam
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Gemeenteblad R
Datum 8 januari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 19 oktober 2018
2. Waarom is de gemeenteraad niet geïnformeerd over de ingediende zienswijze’?
Is de wethouder bereid, in het vervolg zienswijzen over de Provinciale Ruimtelijke
Verordening ook naar de raadscommissie Ruimtelijke Ordening te sturen?
Antwoord:
De zienswijze die Amsterdam heeft ingediend is opgenomen op de TKN-lijst van
de raadscommissie Ruimtelijke ordening op 30 oktober 2018. De zienswijzen die
Amsterdam indient worden door het college vanuit haar informatieplicht
doorgaans aan de raad ter kennis gebracht door opname op de TKN-lijst van een
raadscommissie. Het college is hiertoe bereid.
In dit kader wordt opgemerkt dat het college veelal bevoegd is om een zienswijze
in te dienen en dat deze bevoegdheid in sommige gevallen is gemandateerd.
In dit geval is de bevoegdheid om een zienswijze op de Provinciale Ruimtelijke
Verordening door het college gemandateerd aan de directeur Ruimte en
Duurzaamheid.
3. Op welke wijze denkt de wethouder dat er met Wezenlijke Kenmerken en
Waarden (WKW's) een bijdrage geleverd wordt aan het uitbreiden van
natuurwaarden van EHS/NNN-gebieden?
Antwoord:
Door de WKW's van natuurwaarden te omschrijven in de Provinciale Ruimtelijke
Verordening komt er regelgeving met betrekking tot de (on)mogelijkheden van de
natuurgebieden. Hierdoor wordt meer duidelijkheid geschept.
4. Is de wethouder het met de Partij voor de Dieren eens dat deze wijziging
onwenselijke gevolgen kan hebben die niet met de voornemens uit het
coalitieakkoord stroken om de groene kwaliteiten van Amsterdam te behouden en
de ecologische kwaliteit te verbeteren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college deelt deze mening van de Partij voor de Dieren niet. Met de wijziging
van de Provinciale Ruimtelijke Verordening worden regels gesteld waar
decentrale regelgeving, zoals bestemmingsplannen, aan moet voldoen. Het gaat
dus om een provinciaal kader waar de provincie verantwoordelijk voor is.
Amsterdam stelt zelf haar bestemmingsplannen op die in lijn dienen te zijn met
provinciale regelgeving, Omdat de gemeenteraad van Amsterdam de
bestemmingsplannen vaststelt, is het ook de raad die uiteindelijk over de te
maken keuzes gaat en in die zin beslist wat in het bestemmingsplan wordt
vastgelegd.
5. Wat gaat dit college doen om de natuurbescherming in Amsterdam voorop te
stellen en verslechtering van de natuurwaarden te voorkomen?
Antwoord:
Afgelopen collegeperiode is veel geïnvesteerd in groen. Zo is de Agenda Groen
tot stand gekomen en worden plannen uitgewerkt om 50% van het reguliere
groen buiten de ecologische structuur insectvriendelijk te beheren. Daarnaast
worden er voorstellen gedaan om natuurinclusief te bouwen. Dit college wil dit
versterken door het opstellen van een groenvisie conform het coalitieakkoord.
In de groenvisie wordt aandacht besteed aan natuurbescherming in Amsterdam.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Gemeenteblad R
Datum 8 januari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 19 oktober 2018
Tevens wordt betrokken hoe verslechtering van natuurwaarden kan worden
voorkomen.
6. Bieden de WKW’s de absolute garantie dat in bestemmingsplannen de
bescherming van de natuurwaarden niet achteruitgaan? Zo ja, waar baseert de
wethouder dat op?
Antwoord:
Door de beschrijving van de WKW’s heeft de provincie een kader geschetst welke
gebieden (potentiële) natuurwaarden hebben. Hiermee biedt het provinciale kader
meer duidelijkheid en maatwerk. De bestemmingsplannen die Amsterdam opstelt
moeten in lijn met de Provinciale Ruimtelijke Verordening worden opgesteld. In
het kader van het wettelijk vooroverleg wordt door de provincie veelal getoetst of
de bestemmingsplannen in lijn met de Provinciale Ruimtelijke Verordening zijn
opgesteld.
Het instrument bestemmingsplan is gericht op toelatingsplanologie. De gedachte
hierachter is dat een ieder zelf mag bepalen (voor zover dat is toegestaan binnen
de planologische mogelijkheden) wat hij realiseert op zijn grondeigendom. Het
bestemmingsplan maakt bepaalde functies mogelijk en kan randvoorwaarden
stellen aan de mate en de wijze van bebouwing en het gebruik. De eigenaar
bepaalt binnen deze randvoorwaarden zelf wat hij realiseert en of wat hij niet
realiseert. Hij is dus niet verplicht om de bestemming te verwezenlijken. Dit
uitgangspunt heeft tot gevolg dat over het algemeen er geen uitvoeringsaspecten
in het bestemmingsplan worden opgenomen. Dit betekent dat het
bestemmingsplan die in lijn met de WKW's is opgesteld, geen absolute garanties
kan geven dat de bescherming van de natuurwaarden niet achter uit gaan. In de
situatie dat in strijd met het bestemmingsplan wordt gehandeld, kan de gemeente
handhavend optreden.
7. Kan de wethouder zich voorstellen dat de natuurlijke ontwikkeling in een
natuurgebied anders is dat die door ecologen op dit moment in de WKW is
beschreven? Zo nee, waar baseert de wethouder zich op?
Antwoord:
De beschrijving van de WKW's is zo goed mogelijk neergelegd, maar blijft een
momentopname. Voor het college is er geen aanleiding om te veronderstellen dat
de beschrijvingen momenteel onjuist zijn. Echter de natuur is niet statisch maar
dynamisch van aard en in die zin kan het voorgaande op termijn aanleiding geven
tot een actualisatie van de WKW's.
8. Is het waar dat met de nieuwe Provinciale Ruimtelijke Verordening EHS/NNN-
natuurgebied in de bestemmingsplannen, dan wel omgevingsvisie, niet meer als
natuur bestemd hoeft te worden? Zo ja, wat zijn hier de consequenties van?
Antwoord:
Voor het toekennen van een bestemming aan een gebied/perceel is het
hoofdgebruik ter plaatse bepalend. In natuurgebieden zal veelal de bestemming
Natuur aan deze gronden worden toegekend. Echter het kan ook zijn dat het
gebruik ter plaatse een andere bestemming rechtvaardigt, zoals de bestemming
Agrarisch of Groen. Nu maar ook in de toekomst biedt de Provinciaal Ruimtelijke
Verordening ruimte om — wanneer specifieke omstandigheden van een gebied of
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Gemeenteblad
Datum 8 januari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 19 oktober 2018
situatie daartoe aanleiding geven — een andere bestemming dan Natuur toe te
kennen aan een gebied/perceel. Voorgaand wordt veelal in (voor)overleg met de
provincie afgestemd. Op grond van het voorgaande doet zich geen wijziging voor
ten opzichte van hoe het nu is en zijn er dus ook geen consequenties hiervan te
verwachten.
9. Klopt het dat de recreatieschappen, waar de gemeente in participeert en geld aan
afdraagt, wel moeten voldoen aan het provinciale natuurbeheerplan, maar niet in
aanmerking komen voor de bijbehorende beheer subsidie (SNL)? Zo ja, wat vindt
dit college daarvan?
Antwoord:
In deze recreatiegebieden stelt het schap een beheerplan voor zowel
natuurbeheer als recreatiebeheer op en betalen de participanten de volledige
kosten op grond van een verdeelsleutel. De provincie is als grootste deelnemer
aan deze recreatieschappen meebetaler. De SNL is niet van toepassing op deze
recreatiegebieden. De provincie draagt op een andere manier bij aan deze
gebieden dan via het verstrekken van SNL. Uit het besluit van de gemeenteraad
aan deelname in de gemeenschappelijke regeling van de schappen volgt
instemming van de gemeenteraad. Het college heeft hierin een uitvoerende rol.
10. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat indien de natuurwaarden
binnen de EHS/NNN-gebieden laag zijn, dat dit om investeringen in natuur vraagt
en niet een vrijbrief om meer natuurverstorende recreatie toe te staan? Zo ja,
waarom is er vanuit dit college zo positief op de voorgestelde PRV gereageerd?
Antwoord:
Het college is blij dat de provincie met de wijziging van Provinciale Ruimtelijke
regelgeving met betrekking tot de (on)mogelijkheden van de natuurgebieden heeft
opgenomen. Hierdoor wordt meer duidelijkheid geschapen. Daarnaast is het
college van mening dat afhankelijk van de omstandigheden c.q. situatie
initiatieven inpasbaar kunnen zijn in natuurgebieden. Dit dient uiteraard met zorg
en aandacht te worden beoordeeld en ingepast te worden. Hierbij hoeven natuur
en initiatief niet per definitie elkaar te bijten maar kunnen elkaar ook versterken. In
die zin kan het college het niet op voorhand eens zijn met de stelling van de Partij
van de Dieren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1513
Publicatiedatum 23 november 2016
Ingekomen op 13 oktober 2016
Ingekomen onder 1324’
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2017 (vergroening).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Constaterende dat:
— Onder het kopje “Samenvatting 3.3.5 Groen, dierenwelzijn en recreatie! de derde
zin luidt: 'Bij het vergroenen van de stad leggen we nadrukkelijk een verband met
verbetering van het woonmilieu en met duurzaamheid.’
— Vergroening kan worden opgevat als een scala van activiteiten waardoor het
groen toeneemt in de stad;
Overwegende dat:
— Deze derde zin de indruk wekt alsof het groen in de stad ook daadwerkelijk
steeds verder toeneemt;
— Hiervan in de praktijk bijna nooit sprake is.
Besluit:
de zin 'Bij het vergroenen van de stad leggen we nadrukkelijk een verband met
verbetering van het woonmilieu en met duurzaamheid.’ (pagina 84) te vervangen
door: ‘Om de negatieve gevolgen voor het groen als gevolg van de toenemende
bebouwing tegen te gaan, leggen we een verband met verbetering van het
woonmilieu en met duurzaamheid door de hoeveelheid groen kwalitatief op peil te
houden.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam J C
% Actualiteit voor de raadscommissie Onderwijs,
Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur,
Lokale Media en Monumenten
Jaar 2017
Datum indiening 24 oktober 2017
Datum behandeling 2 november 2017
Onderwerp
Actualiteit van de leden Van den Heuvel (D66), Moorman (PvdA), Duijndam (SP)
en Ernsting (GroenLinks) inzake de recente berichtgeving over het Stedelijk
Museum.
Inleiding
De schenking van verzamelaar Thomas Borgmann in 2016 aan het Stedelijk
Museum blijkt niet alleen een schenking maar tegelijkertijd ook een aankoop te
zijn van zes werken van Michael Krebber (Duitsland, 1954). De werken zijn voor
125.000 euro per stuk aangekocht. Daarnaast betreft het een groot werk van
Matt Mullican (VS, 1951) waarvoor het museum 750.000 euro betaalde. De
schenkingsovereenkomst is alleen door de artistiek directeur ondertekend terwijl
er, zo blijkt, meerdere zakelijke aspecten in het geding waren.
Onlangs is duidelijk geworden dat de artistiek directeur van het Stedelijk Museum
haar taken heeft neergelegd en over drie maanden opstapt.
De indieners willen graag met de commissie in gesprek over in hoeverre de
recente berichtgeving feitelijk juist is, en hoe zich die feiten verhouden tot onder
andere de geldende Governance Code Cultuur en de Ethische Code voor Musea.
Reden van spoedeisendheid
Onlangs is duidelijk geworden dat de artistiek directeur van het Stedelijk Museum
haar taken heeft neergelegd en over drie maanden opstapt. Daarnaast zijn er
recent onderzoeken aangekondigd.
De leden van de commissie,
M.E. van den Heuvel (D66)
M. Moorman (PvdA)
PJ.M. Duijndam (SP)
Z.D. Ernsting (GroenLinks)
1
| Actualiteit | 1 | val |
Leden van de Raad
Gemeente Amsterdam
Amstel 1
Te Dezent
Amsterdam, 25 mei 2020
Betreft: Havenstraatterrein
Geachte Raadsleden,
Hierdoor vraagt Wijkraad Zuid-West Amsterdam uw aandacht voor problemen op en rond het
Havenstraatterrein, benevens het Haarlemmermeerstation in relatie tot de bouwactiviteiten rond de
voormalige penetiaire inrichting Havenstraat Il waar de British School of Amsterdam gevestigd zal
worden.
Bewoners samen met het Buurtcomite Havennstraat klagen sedert aanvang van de bouwactiviteiten
over enorme geluid- en stofoverlast sedert aanvang van de bouwactiviteiten door de firma Heddes.
De firma Heddes is nauwelijks telefonisch bereikbaar of aanspreekbaar omtrent klachten. De
bewoners voelen zich genegeerd, niet gehoord. Dit is strijdig met de gedane beloften door de British
School of Amsterdam en Heddes Bouw.
Voorts klaagt de Electrische Museumtramlijn dat bouwkranen van dit bouwproject bewegen boven
de bovenleidingen van de Museumtramlijnen. De bouwfirma heeft geen vergunning hiertoe
aangevraagd en geen overleg gepleegd met de railbeheerder, zijnde de Electrische Museumtramlijn.
Dit is in strijd met de rijksregelgeving ter zake.
Daarnaast rijdt zwaar bouwverkeer over de terreinen en rail van de Electrische Museumtramlijn.
Hiertoe heeft de bouwfirma geen vergunning aangevraagd bij de railbeheerder, zijnde de
Museumtramlijn. Hierdoor ontstaat schade aan de faciliteiten van de Museumtramlijn.
Wij vragen Uw Raad en het gemeentebestuur om hierin op zeer korte termijn handhavend op te
willen treden, de bestaande regelgeving te handhaven.
Met een vriendelijke groet,
Wijkraad Zuid-West Amsterdam,
Namens deze,
Simon Bornstein, voorzitter
[email protected]
| Raadsadres | 1 | val |
> < Gemeente Definitief
% Amsterdam 202e1r0e
Actieplan Groene ICT
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
Inhoud
1 Inleiding... … neer eener rr eneneever eenden vereende ver ndedeerer eenen eeereervennden verende
1.1 Aanleiding … … ennen eener eennens eener venen ennen deer ennnenenveer eeen neneen eneen verveend nnee
2 Actiepunten … nennen erenesernnesereedereneneneendeer ende verenenr eend serenden eenn D
2.1 Inzicht in energie met ICT … nennen nerennen nnen snerenee nnen nnee veenreeerseenreeereeenneene D
21.1 Afbakening. nnen senen ensen verversen eener eennenenvere ener nenneenenden enerverende eeen
2.1.2 Focuspunt 1: Huisvesting. nanne ene seennerenneerenenrnenneen enerverend venen enven eeen
2.1.3 Focuspunt 2: Maatschappelijk vastgoed … …… nn neerenerenervenvers eeens eennven eeen Ó
2.2 Energiereductie door ICT … … ne nernereee renner ennerneersner enerverende |
2.21 Afbakening... ann envereeenrseennerever seer venvereeeene senen venen eeeenne eneen eenen d
2.2.2 Focuspunt 1: Huisvesting … nnen oonnerenverseeenrennseen ener sennen vennen venen eneene vennen ener Ó
2.2.3 Focuspunt2 : Maatschappelijk vastgoed … …… neer venvers eeen eennven ener Ó
2.3 Digitaal ondertekenen… … nne enere eenn enneen eeen eenenenveere nen vennven eneen venvere vennen TÔ
2.3.1 Afbakening .…… nnen nrs enver ever seenervenvere eener ennven denderen enveere nennen eneen venvere veer nnne TÔ
2.3.2 Focuspunt 1: Gewoon digitaal ondertekenen en waarmerken … nnee 11
2.3.3 Focuspunt 2: Geavanceerd en gekwalificeerd digitaal ondertekenen en waarmerken … … 11
2.4 Duurzame ICT … ener eneenerenrenersenenerenreneenevene ennen vereen enerneveneevereee veerde 13
2.4.1 Afbakening … anneer enneen eener eennenenenere veer senseenenenrsennven enerverend vennen eneen 13
2.4.2 Focuspunt 1: Aantoonbare duurzame sourcing... nnee sonen envere vene sennven seer eeen 1À
2.4.3 Focuspunt 2: Energie- en grondstoffenreductie… …… nennen ennere ver rennen eeen 1À
2.4.4 Focuspunt 3: Monitor & dashboard ……… … anneer renner eener seeeerenvers eenn enner deerne |D
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Op 2 maart 2021 heeft raadslid D. Timman (D66) een initiatiefvoorstel ingediend getiteld Actieplan
groene ICT Amsterdam. Het actieplan sluit aan bij een grote uitdaging van de stad: hoe kunnen we
de kracht van ICT-oplossingen strategisch inzetten om een duurzame, leefbare stad te zijn, en
tegelijkertijd zorgen dat onze ICT-oplossingen zelf duurzaam zijn?
Het college heeft in haar antwoord onderscheid gemaakt tussen aan welke aanbevelingen uit het
voorstel reeds wordt voldaan, welke een andere aanpak behoeven en op welke nog meer actie
nodig is. De gemeenteraad heeft op 23 juni 2021 vastgesteld om voor vier van de tien
aanbevelingen die nog acties behoeven een Actieplan Groene ICT op te stellen:
1. Gebruik ICT-oplossingen om in alle gebouwen van de gemeente zowel eigendom als voor
de werkomgeving voor gemeenteambtenaren, het energieverbruik inzichtelijk te maken.
Toon daarbij aan hoeveel energie er wordt verbruikt enop welk tijdstip en voor welke
toepassingen dat is.
2. Gebruik de nieuwste ICT-oplossingen om het energiegebruik van alle gebouwen in bezit
van of in gebruik van de gemeente te minimaliseren. Denk hierbij aan verwarming,
ventilatie, koeling en verlichting die zo wordt ingesteld dat de systemen automatisch
uitschalen als het gebouw niet in gebruik is.
3. Zorg dat documenten overal en door iedereen digitaal ondertekend kunnen worden.
4. Kies niet alleen voor de meest energiezuinige variant van een ICT product, maar kijk ook
kritisch naar de groene bedrijfsstrategie van de ICT leveranciers. Hebben zij voldoende
aandacht voor bijvoorbeeld circulariteit, conflictvrije grondstoffen en groene stroom?
Het Actieplan Groene ICT draagt bij aan bij aan alle klimaatdoelstellingen van de gemeente
Amsterdam (zie figuur 1) zoals beschreven in de Uitvoeringsagenda naar een Duurzame
Organisatie 2020-2030, Strategie Amsterdam Circulaire Economie 2020-2025? en de Roadmap
Circulair Inkopen & Opdrachtgeverschap: Op weg naar 100%? Verder draagt het ook bij aan de
recente stedelijke doelstelling en projectgroep om, vanwege onze afhankelijkheid van Russisch
gas, ons gasverbruik met 15% te reduceren. De gemeente geeft het goede voorbeeld en stimuleert
daarmee tegelijkertijd ook de vraagkant naar duurzame ICT-oplossingen via het
inkoopinstrument. Ook in de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050% wordt het ICT-domein
duidelijk benoemd, vooral door de focus op het verduurzamen van datacenters in de stad
(bijvoorbeeld via energiebesparende maatregelen of het gebruiken van restwarmte). Dit
1 https:/www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/duurzaam-amsterdam/duurzame-gemeentelijke- organisatie-2030/
2 https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/volg-beleid/duurzaamheid/circulaire-economie/
3 https://mraduurzaam.nl/wp-content/uploads/2019/06/MRA-Roadmap-Circulai-rinkopen-DEF.pdf
* https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/8614516/1/1a Routekaart 03032020
3
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
beleidsdocument laat zien dat digitalisering vaak hand in hand gaat met de verduurzaming van de
gemeentelijke organisatie.
——___Klimaatdoelen
Maximale energie f CO2 neutrale Circulaire TE PETE)
reductie bedrijfsvoering | bedrijfsvoering k denken en doen
| 1. Energie inzicht
Actie- door ICT
punten
2. Energiereductie
door ICT
3. Digitaal
ondertekenen
' ens 7 mn En nn
Figuur 1:Bijdrage actiepunten aan klimaatdoelen van de gemeentelijke organisatie (een ingekleurd vak impliceert een bijdrage)
De acties in dit plan vinden grotendeels plaats in 2022, met een doorkijk naar 2024 en zijn in
samenwerking met de directies Gemeentelijk Vastgoed, ICT, Facilitair Bureau en Informatie
Voorziening tot stand gekomen. De Green Office, het programmateam voor de verduurzaming
van de eigen organisatie, heeft de input van deze directies samengebracht. De Green Office heeft
als één van de belangrijkste taken om te monitoren waar we als organisatie staan ten aanzien van
onze klimaatdoelstellingen. Dit actieplan toont dat steeds meer directies proberen grip te krijgen
op hun eigen opgave. Niet alleen in plannen en rapportages, maar ook met het gebruik van
digitale (ICT) diensten en systemen. Dat is belangrijk, want in de eerste plaats zijn de directies zelf
verantwoordelijk om te rapporteren over de voortgang van dit actieplan. Verder is de beoogde
herijking van de Verduurzamingsrapportage in 2022 een goed moment om te evalueren welke
stappen we na de vaststelling van het Actieplan Groene ICT hebben gemaakt. Dit actieplan
beschrijft de afbakening, de haalbaarheid en wenselijkheid, de planning en gewenste resultaten
van de vier eerder genoemde actiepunten.
4
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
2 Actiepunten
2.1 Inzicht in energie met ICT
Doelstelling uit het initiatiefvoorstel
Gebruik ICT-oplossingen om in alle gebouwen van de gemeente, zowel gebouwen in eigendom
als gebouwen die gebruikt worden als de werkomgeving voor gemeenteambtenaren, het
energieverbruik inzichtelijk te maken. Dus niet alleen hoeveel energie er wordt verbruikt maar
ook op welk tijdstip en voor welke toepassingen.
De duurzaamheidsdoelstelling van genoemde acties wordt behaald als:
e Alle panden waar dat technisch mogelijk is slimme meters en tussenmeters zijn
geïnstalleerd
e Het energieverbruik van ons Maatschappelijk vastgoed inzichtelijk is
e Het duurzaamheidsboard up to date is en actief wordt gebruikt in het proces van
verduurzaming van onze panden
2.1.1 Afbakening
De eerste stap om het energieverbruik (gas, elektriciteit en warmte), en daarmee COz-uitstoot, te
reduceren is het inzichtelijk maken van het totale verbruik per pand.
Binnen de vastgoedportefeuille maken we onderscheid tussen:
1. Panden waar de gemeente de gebruiker is (Huisvesting)
2. Panden waarvan de gemeente wel eigenaar is maar geen gebruiker (‘Maatschappelijk
Vastgoed’).
2.1.2 Focuspunt 1: Huisvesting
Het energieverbruik, van de locaties waar wij zelf de gebruiker van zijn, is goed inzichtelijk. Door
de applicatie Energiemissie en de uitrol van slimme meters weten we in 80% van onze panden op
welke tijden de meeste energie wordt gebruikt. Zoals te zien is in tabel 1 schalen we dit verder op.
Vanuit deze inzichten kan er beter gestuurd en geadviseerd worden op ons verbruik, waarmee dan
ook de daadwerkelijke energiereductie van de genomen maatregelen inzichtelijk gemaakt kan
5
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
worden. Om op gebouw niveau onderscheid te maken welke toepassingen op welk tijdstip de
meeste energie verbruiken, is verder inzicht noodzakelijk, bijvoorbeeld door het plaatsen van
tussenmeters of patroonherkenning door Artificiële intelligentie.
2.1.3 Focuspunt 2: Maatschappelijk vastgoed
Voor een deel van het maatschappelijk vastgoed, beheert de gemeente de energiecontracten en is
vergelijkbaar inzicht beschikbaar. In de meeste gevallen is dat inzicht er niet, omdat de gebruikers
eigen leveringscontracten hebben afgesloten. Voor deze gebouwen wordt het jaarlijkse
energieverbruik geschat. Als er slimme meters aanwezig zijn, is het technisch gezien mogelijk de
verbruiksgegevens te ontsluiten via het gemeentelijk energiemonitoringssysteem
(Energiemissie). Gegevens van verbruik is privacy gevoelige informatie die niet zonder
toestemming van de contracthouder door de energieleverancier mag worden gedeeld. Voor
accuraat inzicht in het verbruik van de totale vastgoedportefeuille zijn we dus afhankelijk van de
medewerking van de gebruikers van het maatschappelijk vastgoed. Daarom gaan we de komende
tijd toestemming vragen aan de gebouwgebruikers, zodat wij inzicht kunnen krijgen in het
daadwerkelijke energieverbruik. Om verder inzicht te krijgen en te verduurzamen, zoeken we naar
het gemeenschappelijke belang van de gebruikers en de gemeente als eigenaar.
Belangrijk om op te merken is dat het totale energieverbruik is opgebouwd uit gebouw-gebonden
energieverbruik en gebruik-gebonden energieverbruik. In panden die de gemeente niet zelf
gebruikt, hebben we minder invloed op de bezuiniging van gebouw-gebonden energieverbruik.
We kunnen bijvoorbeeld zorgen voor goede isolatie en energiezuinige installaties, maar bepalen
niet de gebruikstijden, hoe hoog de verwarming wordt ingesteld, welke apparatuur wordt
aangesloten etc. Het is dus van belang te kunnen duiden hoe het energieverbruik is opgebouwd
om effectieve verduurzamingsmaatregelen te bepalen.
Sie) els Acties CT (CTS
(gemeente is Energiemissie
gebruiker) 2. Verbeteren van inzicht door de uitrol door O4, 2022
uitbreiden slimme meters naar 100% en
plaatsen van tussenmeters
duurzaamheidsdashboard (“CSR-manager’)
vastgoed duurzaamheidsdashboard (“CSR-manager’)
(gemeente is
eigenaar, maar
geen gebruiker)
Tabel 1: Acties om met ICT beter inzicht te krijgen op het energieverbruik
6
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
2.2 Energiereductie door ICT
Doelstelling uit het initiatiefvoorstel:
Gebruik de nieuwste ICT-oplossingen om het energiegebruik van alle gebouwen in bezit van of
in gebruik van de gemeente te minimaliseren. Denk hierbij aan verwarming, ventilatie, koeling
en verlichting die zo wordt ingesteld dat de systemen automatisch uitschakelen als het gebouw
niet in gebruik is.
De duurzaamheidsdoelstelling van genoemde acties worden behaald als:
e Ereenduidelijk beeld is van welke systemen in beheer zijn
e _GBS-systemen en klimaatinstallaties beter afgesteld zijn op de behoeftes van de
gebruikers
De ‘verslimming’ van onze ICT-systemen nauwkeurige en veilige sturing mogelijk maakt
2.2.1 Afbakening
De gemeente gebruikt in ruim 200 gebouwen (circa 20% van de totale vastgoedportefeuille, maar
het merendeel van de grootste gebouwen) gebouwbeheersystemen en klimaatinstallaties. Deze
systemen stellen ons in staat beheer op afstand mogelijk te maken en vormen daarom de sleutel
tot succes als we via ICT de energiereductie in onze gebouwen willen verlagen. Bij de gemeente
zijn er veel digitale innovaties voorhanden om het energieverbruik, en daarmee CO2-uitstoot, van
onze huisvestingspanden en maatschappelijk vastgoed omlaag te brengen. Van het instellen van
kloktijden tot het ‘verslimmen’ van gebouwbeheersystemen bijvoorbeeld door middel van
Artificiële intelligentie.
De uitdaging om deze innovaties op te schalen is vaak niet alleen technologisch, maar ook
organisatorisch.
1
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
TECHNISCH
E
tn Computers efficiënter Energiereduceren
xe a el aleer N
p
1
Á
Z
s
8 VN Lat ef ES 4e ae) EEE
gebouwen centraal aansturen
Figuur 2: Mate van organisatorische en technische complexiteit van verschillende oplossingen
2.2.2 Focuspunt 1: Huisvesting
Er zijn kansen om energie te besparen door de kloktijden en vakantieroosters beter af te stemmen
op het gebruik. Dit kan in potentie bij huisvestingspanden resulteren tot wel 7% reductie in
elektriciteitsverbruik en 14% reductie in warmteverbruik. Hierbij kunnen reducties per pand
verschillen en kan het beoogde effect nu nog niet als zodanig worden gemeten?
Verder moet de digitale infrastructuur van onze panden veiliger en stabieler en aansluiten op de
eisen van Informatie Voorziening. Dit is een belangrijke voorwaarde voor de koppeling van
gebouwautomatiseringssystemen aan slimme cloud algoritmen om beheer en monitoring op
afstand in de toekomst mogelijk te maken. Deze centrale aansturing maakt het eenvoudiger om
op basis van daadwerkelijke bezetting het energieverbruik te reguleren en sommige afdelingen en
panden te kunnen sluiten om het energieverbruik te reduceren.
De Al-pilot is met 1 jaar verlengd om zo meer data te verzamelden. Daarbij participeert de
gemeente in Al4Cities, een Europees project waarbij (Europese) startups/bedrijven de kans krijgen
om met hun slimme algoritmen CO, te reduceren door deze te koppelen aan onze
gebouwautomatisering. Verwacht wordt dat we eind 2022 van beide projecten voldoende
feedback hebben om te kunnen bepalen hoe met Al binnen de organisatie een volgende stap kan
worden gezet. De eerste resultaten van de pilot laten zien dat er gemiddeld 10% aan energie
bespaard is in de twee geteste gebouwen en recentelijk extern onderzoek laat zien dat dit in
potentie 20% tot wel 30% kan reduceren.é Deze techniek staat nog in de kinderschoenen en zal
> https://www.theagilitveffect.com/en/article/the-dual-impact-of-ai-on-energy-consumption-in-buildings/
6 https://docplayer.nl/5957266-Rapportage-energiebesparingsproject-matrix-gebouw.html
8
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
daarom op korte termijn nog niet zijn vruchten afwerpen. Hierbij kunnen reducties per pand
verschillen en kan het beoogde effect nu nog niet als zodanig worden gemeten.
2.2.3 Focuspunt 2 : Maatschappelijk vastgoed
Betere afstelling van systemen en installaties heeft vaak al direct energiebesparing als resultaat.
Daarom is het afstellen van installaties als standaardmaatregel in de
meerjarenonderhoudsplannen opgenomen van alle panden die de gemeente beheert. Een deel
van deze systemen kunnen door toepassing van ICT-oplossingen worden doorontwikkeld naar
meer ‘slimme’, proactieve systemen die op afstand zijn uit te lezen en te monitoren, mits de
systemen goed functioneren en de nodige documentatie aanwezig is. Eerst wordt daarom
nagegaan of gegevens over softwarebeheer, regeltechnische schema's en foutenanalyses van
systemen aanwezig zijn. Op basis van de uitkomst van deze inventarisatie stellen wij een plan op
voor het gefaseerd ‘verslimmen’ van het maatschappelijk vastgoed.
Behalve de technische en administratieve voorwaarden, zijn voldoende capaciteit en kennis
binnen de gemeentelijk organisatie van belang om nieuwe ICT-oplossingen effectief toe te passen.
Scope Acties Planning
Huisvesting Instellen kloktijden en vakantieroosters in GBS | n.t.b.
(35 panden met GBS huisvestingspanden onderzoeken verwachting is 2023
systeem)
panden.
breder laten landen in de organisatie
Uitvoeren project Beveiliging O4, 2022
gebouwbeheersystemen en technische
netwerken huisvestingspanden (FB/ICT/IV).
Maatschappelijk Inzichtelijk maken in hoeverre de systemen in O4, 2022
vastgoed beheer bij de gemeente geschikt zijn om te
(165 panden met GBS ‘verslimmen’.
systeem)
Tabel 2: Acties om energieverbruik met ICT te reduceren
9
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
2.3 Digitaal ondertekenen
Doelstelling uit het initiatiefvoorstel
Zorg dat documenten overal en door iedereen binnen de Gemeente Amsterdam digitaal
ondertekend kunnen worden.
De duurzaamheidsdoelstelling van genoemde acties wordt behaald als:
e Fralleenelektronisch ondertekening plaats vindt waar dat (strikt) noodzakelijk is
Aan het geavanceerd digitaal ondertekenen en het waarmerken zitten gemiddeld hogere
kosten dan het fysiek ondertekenen (zo'n 200 — 800 euro per persoon per jaar). Daarnaast
moeten te bewaren documenten in verband met de beperkte houdbaarheid van het te
onderteken certificaat om de 3 tot 8 jaar opnieuw ondertekend moeten worden (al dan niet
gebundeld).
Waardoor het van belang is dat het geavanceerd en gewaarmerkt ondertekenen alleen
ingezet wordt waar dat juridisch en ambtelijk ook echt noodzakelijk is.
e Er voldoende rekening is gehouden met landelijke wetgeving die voorschrijft dat zaken
die via de analoge weg zijn ingediend (fysiek), ook analoog dienen te worden afgehandeld
(fysiek)
Het is weliswaar toegestaan om naast deze analoge afhandeling tevens een digitale
afhandeling plaats te laten vinden. Echter vanwege de aanvullende kosten is dit niet altijd
wenselijk.
e De juridische of ambtelijke basis waarop een document ondertekend worden ook voor
externen duidelijk is
Het digitaal ondertekenen moet daarbij geen doel op zich zelf worden. Omdat hiermee ook de
betrouwbaarheid en integriteit richting de burger of ondernemer afneemt. Een goed
uitgangspunt hierin is per documentstroom vast te stellen welke juridisch basis er aan het
ondertekenen ten grondslag ligt.
2.3.1 Afbakening
De huidige regelgeving over de digitale handtekening ligt vast in de combinatie van de Europese
elDAS-verordening en de Nederlandse wetgeving. Deze regelgeving onderscheidt drie soorten
elektronische handtekeningen: gewoon, geavanceerd en gekwalificeerd (Error! Reference source
not found.1). Momenteel is binnen de gemeente Amsterdam alleen het type ‘gewoon’
beschikbaar via Adobe Acrobat. Voor de andere twee kwalificaties is momenteel nog een ‘natte
handtekening! vereist, vanwege de financiële- of juridische aansprakelijkheid van deze
documenten. Op dit moment worden stappen ondernomen om ook ‘geavanceerd’ en
‘gekwalificeerd’ te kunnen ondertekenen.
10
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
Verschillende typen ondertekening
Gekwalificeerd (=“geavanceerd” +.)
» gebaseerd op gekwalificeerd certificaat; <- Nog niet beschikbaar
« afkomstig van gecertificeerde
eertificatiedienstverlener;
Laahs « aangemaakt met gekwalificeerd middel.
Geavanceerd (=gewoon” + …)
« uniek gekoppeld aan ondertekenaar;
… ondertekenaar te identificeren;
« met middelen onder uitsluitende controle _<- Nog niet beschikbaar
ondertekenaar;
Geavanceerd « Wijzigingen aan ondertekende bestand
achteraf zichtbaar;
Gewoon
! gekoppeld aan bestanden <- Beschikbaar
« gebruikt voor authentificatie via Adobe Acrobat
Gewoon Store aah, 50
Seres an:
Pod, Cane
Figuur 3: Verschillende typen digitaal ondertekenen
2.3.2 Focuspunt 1: Gewoon digitaal ondertekenen en waarmerken
Het programma Adobe Acrobat voorziet in een applicatie waarmee alle medewerkers van de
Gemeente Amsterdam digitaal documenten kunnen ondertekenen. Het is onduidelijk in hoeverre
alle medewerkers van deze mogelijkheid op de hoogte zijn. Tegelijkertijd worden op dit moment
veel documenten ondertekend, waar juridisch geen handtekening voor nodig is. Vanuit de Green
Office worden regelmatig campagnes opgezet om dit soort wetenswaardigheden onder de
aandacht te brengen en dus het duurzame gedrag van de medewerkers verder te stimuleren.
2.3.3 Focuspunt 2: Geavanceerd en gekwalificeerd digitaal ondertekenen en waarmerken
Het voornemen om software aan te schaffen komt voort uit de wens van politiek bestuurders en
hun ondersteuners om een tool te hebben voor digitaal ondertekenen. Om gehoor te geven aan
deze wens is een project geïnitieerd dat de software in april en mei 2022 implementeert bij
Kabinet Burgemeester en Secretariaat Wethouders. De software wordt voor één jaar aangeschaft
met de optie om met een jaar te verlengen. De software kan in deze periode indien gewenst ook
door andere tekenbevoegde medewerkers, veelal managers, worden gebruikt. Het project heeft
niet als doel om dergelijke functionaliteit duurzaam beschikbaar te stellen. Structurele
beschikbaarheid van functionaliteit voor digitaal ondertekenen wordt geborgd bij de invoering van
de nieuwe werkplekomgeving binnen gemeente Amsterdam.
1
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
Sie) els Acties ETE (GIST)
Focuspunt 1: Gewoon Doorzetten van campagnes om duurzaam | O4, 2022
digitaal ondertekenen en gedrag te stimuleren
waarmerken
Focuspunt 2: Geavanceerd | Het aanbesteden van een digitale Gereed
& gekwalificeerd digitaal voorziening die digitaal ondertekenen
ondertekenen en mogelijk maakt
waarmerken Organiseren van proces rondom digitaal O2, 2022
ondertekenen en het ondersteunen van
200 VIP Deelnemers’ binnen de gemeente
Amsterdam bij de implementatie
Tabel 3:Acties om digitaal ondertekenen te vergemakkelijken
12
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
2.4 Duurzame ICT
Doelstelling uit het initiatiefvoorstel
Kies niet alleen voor de meest energiezuinige variant van een ICT product, maar kijk ook kritisch
naar de groene bedrijfsstrategie van de ICT -leveranciers. Hebben zij voldoende aandacht voor
bijvoorbeeld circulariteit, conflictvrije grondstoffen en groene stroom.
De duurzaamheidsdoelstelling van genoemde acties wordt behaald als:
e In alle aanbestedingen de Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen-criteria worden
meegenomen
Dat betekent dat bij verschillende fasen van het inkoopproces duurzaamheid wordt
meegenomen.
e De levensduur van laptops, dataservers met minimaal 3 jaar worden verlengd
Deze doelstelling heeft in eerste instantie betrekking op de pilot van RePlant[T en wordt met
succes uitgebouwd naar de rest van het ICT-domein.
e Er meerinzicht is op de milieueffecten van onze ICT
Dat door monitoring en de ontwikkeling van een dashboard meer grip is op energieverbruik,
levensduurverlenging en de materialen in omloop.
2.4.1 Afbakening
Tot op heden gaat de discussie in deze context vooral over energieverbruik van ICT (gebruiksfase),
zoals ook blijkt uit de doelstellingen vermeld in de ‘Vitvoeringsagenda naar een Duurzame
Organisatie 2020-2030". Gezien de grote hoeveelheid energie en grondstoffen die nodig zijn om
ICT-hardware en services te produceren en opereren, zijn ook circulaire strategieën gericht op
levensduurverlenging essentieel, om zowel de carbon footprint als grondstoffenverbruik van
digitalisering beheersbaar te houden. Onder ICT-producten en services verstaan we zowel de ICT-
middelen (o.a. Pc's en laptops) als ICT Infrastructuur (o.a. ADW en Datacenter Services).
In het plan ‘Duurzame ICT-dienstverlening 2019: Maatschappelijk Verantwoord omgaan met ICT-
middelen’ van de directie ICT wordt door middel van 3 focuspunten invulling gegeven aan
gemeentelijk beleid:
e Focuspunt 1: Aantoonbaar duurzame sourcing
e Focuspunt 2: Energie- en grondstoffenreductie
e Focuspunt 3: Monitoring & dashboard
1 https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/duurzaam-amsterdam/publicaties-duurzaam-
groen/verduurzamingsrapportage-2021/?PagClsldt=16379951#PagCis 16379951
13
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
2.4.2 Focuspunt 1: Aantoonbare duurzame sourcing
Als grote opdrachtgever hebben we voor elk van de meest relevante diensten binnen de ICT-
infrastructuur contracten afgesloten met verschillende toeleveranciers. Binnen de directie ICT
wordt naar deze diensten gerefereerd als ‘de grote 4": HenT, @DP DBek, @Net en ADW. Dit zijn
dus de contracten van een omvangrijk schaalniveau waarbij aandacht voor een groene
bedrijfsstrategie van de ICT -leverancier een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de
duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeentelijke organisatie.
Bij alle aanbestedingstrajecten van de ‘grote 4' is duurzaamheid in meer of mindere mate
opgenomen als onderdeel van de uitvraag. Het detailniveau verschilt van een algemene
vermelding over ‘duurzaamheid’ als één van de kernbelangen (@DP), tot een uitvraag hoe de
leverancier invulling geeft aan het Amsterdamse duurzaamheidsbeleid. In de laatste
aanbestedingen (@Net & ADW3) zijn de duurzaamheidseisen voor een groene bedrijfsstrategie
het meest gevorderd, waarin gevraagd is hoe de leverancier invulling geeft aan:
- De verdere verduurzaming van de eigen organisatie;
- Het leveren van een duurzame dienst;
- Hoe de dienst bijdraagt aan verdere verduurzaming van de gemeente (ICT als
‘enabler”);
- Verdere maatschappelijke impact, ook buiten de gemeente.
Deze vier criteria zullen in de komende ICT soft- en hardware aanbestedingen standaard worden
meegenomen.
Sie) els Acties CT (CTS
Focuspunt 1: 1. Executie MVO-criteria in Contractmanagement | Q4, 2022
aantoonbaar HenT, (@DP in nieuwe aanbesteding en Colt
duurzame uitgefaseerd)
sourcing 2. _Toepassen* MVO criteria in aanbesteding Gereed
@Net
3. Toepassen” MVO criteria in aanbesteding Gereed
ADW3
4, Toepassen MVO criteria in alle volgende hard- O4 2022
en software aanbestedingen
Tabel 4: Acties om aantoonbaar duurzame sourcing te bewerkstelligen
2.4.3 Focuspunt 2: Energie- en grondstoffenreductie
14
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
Met betrekking tot energie- en grondstofverbruik hebben wij als opdrachtgever samen met
leveranciers ook een verantwoordelijkheid bij het beheer en gebruik van ICT-middelen. Denk
bijvoorbeeld aan vraagstukken rondom de inkoop, het onderhoud en vervanging van hardware. In
het plan ‘Duurzame ICT -dienstverlening 2019: Maatschappelijk Verantwoord omgaan met ICT-
middelen’ zijn enkele acties opgenomen om het energie- en grondstoffenverbruik van onze ICT-
middelen te verminderen, zoals weergegeven in onderstaande tabellen.
Sie) els Acties ETE (GIST)
Energiereductie van 1,5 uur
Grondstoffenreductie
3. Bezettingsgraad vaste n.t.b.
waar ze onvoldoende gebruikt worden. is 2023
4. _Reduceren aantal apparaten (vaste werkplek, | O2, 2022
laptops, tablet en smart phone) door het
vaststellen van verstrekkingenbeleid per
medewerker.
aanbieden in plaats van fabrieksnieuw.
Tabel 5: Acties om energie- en grondstofverbruik van ICT te verminderen
2.4.4 Focuspunt 3: Monitor & dashboard
Naast het nemen van de maatregelen (zoals in focuspunt 1&2) is er behoefte aan het inzichtelijk
maken van het (milieu)effect van deze maatregelen. Om tot een inzicht op de voortgang van de
klimaatdoelen (energiereductie en grondstoffenverbruik) binnen ICT te komen, zijn op dit moment
nog niet de juiste gegevens voorhanden. Om hier invulling aan te geven zijn vanuit de Green Office
twee projecten gestart:
Materiaalstromenanalyse
Om inzicht te geven in het effect van de maatregelen zoals opgesteld in Plan Duurzame ICT
Dienstverlening (2019) zullen we een nulmeting uitvoeren. Met de nulmeting hebben we inzicht in
het energieverbruik en -opwek, COz-uitstoot, circulariteit van in- en uitgaande materiaalstromen
voor:
A. ICT-werkplek middelen
B. Duurzame dienst van de ‘grote 4 aanbestedingen’
RePlanlT
Doel van RePlant[T is om een nieuwe methodiek Circular Resource Planning for IT (RePlan!T) en
bijbehorend systeem te ontwikkelen. De methodiek stelt leveranciers en eindgebruikers van ICT in
staat om de hardware, die ze in gebruik/bezit hebben, circulair te beheren zonder in te boeten aan
15
Gemeente Amsterdam Definitief
Actieplan Groene ICT 2022-11-02
functionaliteit en betrouwbaarheid. Het systeem wordt ontwikkeld door Aliter Networks in
samenwerking met TU Delft en Green IT Amsterdam, met ondersteuning van o.a. KPN. Het
systeem wordt gevalideerd in samenwerking met de eindgebruikers: gemeente Amsterdam en
Rijkswaterstaat.
Scope Acties CT (CTS
Focuspunt 3: 1. Uitrol van Materiaalstromenenalyse project: | O2, 2022
Monitor & nulmeting van circulariteit, CO2-uitstoot &
Dashboard energieverbruik van ICT-middelen en
diensten. Inclusief doorrekening van
Energie- en CO2-reductie van maatregelen
2. Uitrol van RePlanlT project: stelt O2, 2024
eindgebruikers in samenwerking met
leveranciers instaat om hun ICT- hard ware
(laptops en servers) zo circulair mogelijk te
beheren. Met als doel de ecologische
footprint hiervan te minimaliseren en de
grondstoffenefficiëntie te maximaliseren,
zonder in te boeten aan functionaliteit en
betrouwbaarheid. De Gemeente
Amsterdam is naast de Rijksoverheid een
van de pilotpartners.
Tabel 6: Acties om beter grip te krijgen op materiaalstromen en milieu impact van ICT
16
| Onderzoeksrapport | 16 | train |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.