text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Raadsnotulen Jaar 2018 Afdeling 2 Vergaderdatum 14 februari 2018 Publicatiedatum 7 maart 2018 OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 14 februari 2018 Aanwezig: de leden mevrouw Alberts (SP), de heer A.J.M. Bakker (D66), de heer N.T. Bakker (SP), mevrouw Van den Berg (PvdA), mevrouw Bijleveld (SP), de heer Blom (GroenLinks), de heer Boldewijn (PvdA), de heer Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), mevrouw Bouchibti (VVD), de heer Boutkan (PvdA), mevrouw Ten Bruggencate (D66), de heer De Bruijn (VVD), de heer Van Dantzig (D66), de heer Dijk (VVD), mevrouw Duijndam (SP), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), de heer Geenen (PvdA), de heer Glaubitz (D66), de heer Groen (GroenLinks), de heer Groot Wassink (GroenLinks), de heer Guldemond (D66), de heer Hammelburg (D66), mevrouw De Heer (PvdA), de heer Van den Heuvel (D66), mevrouw Kaya (D66), de heer Kayar (PvdA), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Moorman (PvdA), de heer Nuijens (GroenLinks), de heer Van Osselaer (D66), de heer Peters (SP), de heer Poorter (PvdA), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Roosma (GroenLinks), mevrouw Ruigrok (VVD), mevrouw Van Soest (PvdO), mevrouw Timman (D66), de heer Torn (VVD), de heer Ünver (PvdA), mevrouw Verheul (D66), de heer Vink (D66) en de heer Vroege (D66) Afwezig: Aanwezig: waarnemend burgemeester Van Aartsen (Openbare Orde en Veiligheid, Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken, Communicatie), de wethouders de heer Van der Burg (Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Luchthaven, Personeel, Organisatie en Integriteit, Dienstverlening en Externe Betrekkingen en Stadsdeel Zuid), de heer Choho (Bestuurlijk Stelsel, Duurzaamheid, Openbare Ruimte en Groen, ICT, Dienstverlening en Artis), de heer Ivens (Bouwen en Wonen, Wijkaanpak, Dierenwelzijn en Stadsdeel Noord), de heer Kock (Financiën, Water, Economie, Lucht- en Zeehaven, Deelnemingen, Stadsdeel Centrum en Stadsdeel West), mevrouw Kukenheim (Onderwijs, Jeugd, Kunst en Cultuur, Lokale Media, Monumenten, Diversiteit en Stadsdeel Oost), de heer Litjens (Personeel en Organisatie, Verkeer en Vervoer, Gemeentelijk Vastgoed, Bedrijfsvoering en Inkoop en Stadsdeel Zuidoost) en de heer Vliegenthart (Werk, Inkomen en Participatie en Stadsdeel Nieuw-West) Afwezig: Middagzitting op woensdag 14 februari 2018 Voorzitter: de heer J.J. van Aartsen Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Ünver Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe Verslaglegging: mevrouw Van de Belt 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen De VOORZITTER: Ik open de vergadering van de gemeenteraad van Amsterdam. Ik heet u allen van harte welkom bij deze raadsvergadering die uit drie dagdelen zal bestaan. We hebben de hoop dat dat zou kunnen, maar we weten het niet. Dat zullen wij in de loop van morgen wel merken. 1 Mededelingen De VOORZITTER opent de vergadering om 13.05 uur. Mevrouw Verheul, fantastisch dat u weer in ons midden bent. Een prettig idee. U bent overigens perfect vervangen. Dat kan ik ook wel even zeggen. Wethouder Kukenheim is vandaag tot ongeveer 14.00 uur afwezig en woensdagavond is zij afwezig in verband met de openingsvoorstelling van het project Lieve Stad, een ode aan de stad. Wethouder Van der Burg heeft de behoefte straks een mededeling te doen, een verklaring af te leggen. 2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 24 en 25 januari 2018 De notulen worden vastgesteld. 3 Vaststelling van de agenda Conform besloten. De VOORZITTER: Dan stel ik voor dat we eerst de agenda doorlopen om te zien of er agendapunten zonder discussie en hoofdelijke stemming kunnen worden afgedaan. Als we de agenda hebben doorgelopen, zal ik het woord geven aan wethouder Van der Burg voor een korte mededeling dan wel een uitleg, dan wel een verklaring. A Mededeling van de ingekomen stukken De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting. De heer ERNSTING: Ik doe het maar even hier, bij de mededeling van de ingekomen stukken. U vindt allemaal op uw bureau een uitnodiging voor de herdenking van de Februaristaking. Het is handig als u die meeneemt als u naar de herdenking gaat, want die geeft toegang tot het genodigdenvak. Ik zeg het maar even, want vaak blijkt dat mensen die zijn vergeten. Conform besloten. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 1° Raadsadres van een burger van 31 december 2017 inzake plannen voor een taxistandplaats bij het Barbizon Hotel aan de Prins Hendrikkade Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 2 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018 inzake afhandeling motie 1479.16 van de leden Moorman, Nuijens, Flentge en Van Lammeren over het verkorten van de termijn voor vakantieverhuur van 60 naar 30 dagen Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 3° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018 inzake afhandeling motie 911.16 van het lid Poorter over transformatie zorgvastgoed, motie 1259.17 van de leden Poorter, Bouchibti, Roosma, Hammelburg, Duijndam en Van Soest over ouderenwoningen voor eerste generatie migranten, en motie 1206.17 van de leden Van Soest en Duijndam over beleid trapliften Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn te bespreken en na goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen. 4° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018 inzake mogelijkheden voor regulering van de koopsector en afhandeling van motie 736.17 van het lid Moorman over co-koop en motie 894.17 van het lid Nuijens over startersleningen, garantstellingen en gedeeld eigendom Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn te bespreken en na goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen. 5° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018 inzake afhandeling motie 739.17 van de leden Van Dantzig, Timman, Moorman en Nuijens over woningtoewijzing aan leraren Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 6° Raadsadres van de Humanistische organisatie Nederland van 19 januari 2018 inzake onvoldoende initiatieven om daklozen aan onderdak en werk te helpen Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen. 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 7 Brief van de Vereniging Stadswerk Nederland van 22 januari 2018 inzake de aanbieding van een manifest met urgente punten op het gebied van de leefomgeving voor het collegeprogramma. Het manifest ligt ter inzage bij de raadsgriffie Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 8° Brief van het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie Noord van 23 januari 2018 inzake het advies betreffende een nieuw Amsterdams schaatscomplex Besloten is, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen ter zake. ge Raadsadres van een burger van 24 januari 2018 inzake het verzoek om tegen de realisatie van de Vijzelgrachtgarage te stemmen Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 24, Instemmen met de realisatie van de Vijzelgrachtgarage en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet. 10° Raadsadres van de Stichting AMVJ Sportcentrum van 24 januari 2018 inzake ongelijke toepassing van het Duurzaamheidsfonds voor Amsterdamse sportverenigingen Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 11° Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad van 24 januari 2018 inzake de verkoop van het Pianola Museum aan de Westerstraat 106 en mogelijke verkoop van nog meer panden door de gemeente Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie. 12° Raadsadres van een burger van 24 januari 2018 inzake de aanbieding van het Amsterdamse Stegen Plan Besloten is, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 13° Raadsadres van een burger van 24 januari 2018 inzake het opruimen van peuken op straat Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 14° Afschrift van een brief van BC Mesdagstraat, gericht aan Woonstichting De Key, van 26 januari 2018 inzake de adviesaanvraag voor de complexstrategie met betrekking tot de Mesdagstraat e.o. Besloten is, de afhandeling van deze brief over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 15° Raadsadres van een burger van 27 januari 2018 inzake het verhuren van particulier bezit door buitenlandse investeerders Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn. 16° Raadsadressen van burgers inzake geluidsoverlast op Koningsdag en tijdens andere evenementen Besloten is, deze raadsadressen desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 11, Kennisnemen van de beleidsregel ‘Geluid bij evenementen in Amsterdam’, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn ‘Duurzaamheid Evenementen’ in Amsterdam. 17° Raadsadres van Marktvereniging Waterloo Anno 1885 van 29 januari 2018 inzake de herinrichting van het Waterlooplein Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen. 18° Raadsadres van Bewonersplatform Zuidas en andere organisaties en vele burgers van 29 januari 2018 inzake het verzoek om in het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase, kavel 2 niet of veel minder te bebouwen Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van het vaststellen van het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase, in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en Grondzaken van 7 februari, bij agendapunt 11, en in de raad van 14 februari 2018 bij agendapunt 47. 19° Brief van een burger van 29 januari 2018 inzake de demonstratie tegen ultrarechtse politieke partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen 2018 Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 20° Raadsadressen van burgers inzake het behoud van het Pianola Museum 5 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Besloten is, deze raadsadressen desgewenst te betrekken bij de plannen ter zake. 21° Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad van 29 januari 2018 inzake het verwijderen van de duiker in de Lijnbaansgracht onder het Kleine-Gartmanplantsoen/Leidseplein voor de realisatie van een fietsenstalling Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 22° Brief van wethouder Ivens van 29 januari 2018 inzake dierenverkooppunten stimuleren om te gaan voldoen aan de kwaliteitseisen dierenwelzijn van Dibevo Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 31, kennisnemen van de voortgang van de stedelijke handhavingsprioriteit dierenwelzijn 2017-2018. 23° Raadsadres van het Comité Westelijke Grachtengordel, namens omwonenden Westermarkt, van 30 januari 2018 inzake het gevaar voor gehoorschade als gevolg van het nieuwe Evenementenbeleid Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 11, Kennisnemen van de beleidsregel ‘Geluid bij evenementen in Amsterdam’, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn ‘Duurzaamheid Evenementen’ in Amsterdam. 24° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018 inzake afhandeling motie 821.17 van de leden Vink en Boldewijn over verbetering van de aantrekkelijkheid en ruimtelijke kwaliteit van de stationsomgevingen van de bovengrondse stations van de Oostlijn Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 25° Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 30 januari 2018 inzake de publicatie van de tussentijdse rapportage over het onderzoek naar Project 1012 Besloten is, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden ter kennisneming. 26° Brief van de heer RH. van Dantzig, fractievoorzitter van D66, van 30 januari 2018 inzake het verzoek om mevrouw Y. el Ksaihi te installeren als duoraadslid en te benoemen als lid van de raadscommissie Werk en Economie en het terugtreden van mevrouw M. ten Bruggencate als lid van deze commissie 6 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6, Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het kandidaat-duoraadslid Y. el Ksaihi (D66), en agendapunt 8, Benoemen van een lid in de raadscommissie Werk en Economie. 27° Brief van waarnemend burgemeester Van Aartsen van 30 januari 2018 inzake afhandeling motie 1083.17 van het lid Van Dantzig over het verbeteren van de uitstroom uit de bed-bad-broodvoorziening Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 28° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018 inzake afhandeling motie 101214 (809') van de leden Ten Bruggencate, Kaya en Verheul over een overzicht van innovatieve maatschappelijke initiatieven Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie, Armoede, Coördinatie 3d, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 29° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018 inzake afhandeling motie 1270.17 van de leden Moorman en Groot Wassink over sociale binding, DNA van de stad Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie, Armoede, Coördinatie 3d, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 30° Brief van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost van 31 januari 2018 inzake de uitvoeringsprocedure rond het vaststellen van bestemmingsplannen Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 45, Instemmen met de uitvoeringsprocedure vaststellen (lokale) bestemmingsplannen en het wijzigen van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam. 31° Raadsadres van burgers van 31 januari 2018 inzake dakopbouwen in woningen aan de Madurastraat in de Indische Buurt en beleidsregels voor afwijken van het bestemmingsplan Besloten is, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 7 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 32° Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 31 januari 2018 inzake een aanvullende notitie op het rapport Evenwichtig woningaanbod naar aanleiding van de bespreking van het rapport in de raadscommissie Bouwen en Wonen van 17 januari 2018 Besloten is, deze aanvullende notitie te betrekken bij agendapunt 25, Kennisnemen van het rapport van de rekenkamer ‘Evenwichtig woningaanbod’ en het college verzoeken de aanbevelingen uit te voeren. 33° Raadsadres van een burger van 1 februari 2018 inzake de verbreding van fietspaden in Amsterdam Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 34° Raadsadres van Initiatiefgroep Zuid van 8 februari 2018 inzake bouwactiviteiten in de woonomgeving van het Museumkwartier, de Apollobuurt en de Willemsparkbuurt Besloten is, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 35° Raadsadres van een burger van 4 februari 2018 inzake het verplaatsen van de scooters van het fietspad naar de rijweg Besloten is, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 36° Raadsadres van burgers van 5 februari 2018 inzake de verkoop van commercieel vastgoed van de gemeente Amsterdam, waaronder het Schoolkinderbad aan de Frederik Hendrikstraat Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie. 37° Raadsadres van Elzenhagen Zuid Overleg (ELZO) van 6 februari 2018 inzake het bestemmingsplan Boven ‘t Y en de afbraak van het Waddenwegviaduct Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 39, Vaststellen van het bestemmingsplan Boven ‘t Y. 38° Raadsadres van een burger van 31 januari 2018 inzake de campagne voor financiële steun voor huisvesting van daklozen Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 39° Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 29 januari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 361.17 van het lid Verheul over de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam 8 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 40° Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 29 januari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 1195.17 van het lid Poot over de evaluatie van het cameratoezicht rond het Centraal Station Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 41° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018 inzake de bestuurlijke reacties op moties 1149, 1151, 1161, 1207, 1209, 1244 en 1262.17, ingediend bij de Begroting 2018 betreffende de portefeuille Verkeer en Vervoer Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT te bespreken en na goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen. 42° Raadsadres van een burger van 8 februari 2018 inzake de mogelijkheden voor een brede discussie over het tegengaan van onverdraagzaamheid en intolerantie tegen LHBT+'ers Besloten is, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 43° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2017 inzake de beantwoording van motie 910.16 van de leden Van den Berg en Poorter over cultuurparticipatie van ouderen Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 44° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2017 inzake de beantwoording van motie 521.17 van de leden Bouchibti en Duijndam over cultureel erfgoed in de buurt Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 45° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 22 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 1466.17 van het lid Duijndam over spreiding van cultuurtoerisme naar musea buiten het centrum 9 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 46° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 22 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 714.17 van het lid Duijndam over museumbezoek voor jongeren Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 47° Brief van de raadsgriffie van de gemeente Oostzaan van 8 februari 2018 inzake de aangenomen motie van de fractie van het CDA van de gemeenteraad van Oostzaan over Zorgboerderij De Marsen in Twiske Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 48° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018 inzake de afhandeling van moties 1419, 1420, 1421, 1422, 1423 en 1426.17 over het Meerjarenplan fiets 2017-2022 Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT te bespreken en na goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen. 49° Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 12 februari 2018 inzake de veiligheidscijfers van Amsterdam over het jaar 2017 Besloten is, deze brief desgewenst te betrekken bij agendapunt 9A, de actualiteit van de leden Mbarki, Poot, Groot Wassink, Van Dantzig en Peters inzake politie-inzet tegen drugsbazen en door te geleiden naar de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden ter kennisneming. 50° Brief van het college van B en W van 6 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op moties 1268.17 en 1375.17 inzake spelregel 3 van de Spelregels Woningbouwprogrammering 40-40-20 en uitvoering van de toezegging over ontwikkelrechten Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) te bespreken en na goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen en de uitvoering van de toezegging als afgedaan te beschouwen. 51° Brief van het college van B en W van 30 januari 2018 inzake de afhandeling van moties 1098, 1099, 1106, 1113, 1115, 1118 en 1126.17 over het Investeringsbesluit Sluisbuurt 10 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) te bespreken en na goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen. 52° Brief van wethouder Van der Burg van 30 januari 2018 inzake het uitstel van de afhandeling van moties 1403.17 tot en met 1408.17 over het warmteplan Amstelkwartier, 2e fase Besloten is, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken ter kennisneming 53° Brief van het college van B en W van 30 januari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op moties 1514, 1515 en 1516.17 over de Kantorenstrategie 2017 Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) te bespreken en na goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen. 54° Brieven van het college van B en W van 6 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op moties 1518.17 en 1521.17 over het investeringsbesluit Elzenhagen Zuid in Amsterdam-Noord Besloten is, de uitvoering van deze moties in de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) te bespreken en na goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen. 55° Brief van het college van B en W van 6 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 1281.17 over het zo snel mogelijk uitbreiden van het bierfietsverbod in heel Amsterdam Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 56° Brief van wethouder Litjens van 7 februari 2018 inzake beantwoording van vragen over de herinrichting van de Vijzelstraat, project Rode Loper, naar aanleiding van de behandeling in de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer op 31 januari 2018 Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 21, Instemmen met het uitvoerings- en kredietbesluit voor de herinrichting van het maaiveld en de renovatie van de drie bruggen Vijzelstraat, project Rode Loper. 57° Brief van wethouder Litjens van 12 februari 2018 inzake de toelichting op het besluit om het onderwerp Ferdinand Bolstraat Zuid, project Rode Loper, van de agenda af te voeren Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 11 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 58° Raadsadres van een burger van 12 februari 2018 inzake het verzoek om kavel 2 in het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase, groen te laten Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 47, Vaststellen van het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase. 59° Brief van wethouder Kukenheim van 2 februari 2018 inzake de uitvoering van motie 531.17 van het lid Flentge over verkenning stagecoaches Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 60° Raadsadres van JCDecaux Nederland BV van 12 februari 2018 inzake de omgang met bewegende beelden in de openbare ruimte in Amsterdam Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van het onderwerp Omgang met bewegende beelden in de openbare ruimte in de raadsvergadering van 14 maart 2018. 61° Afschrift van een brief van een burger, gericht aan de wethouders Onderwijs van de vier grote steden, de minister van OCW en de onderwijsvakbonden, van 12 februari 2018 inzake het feit dat de onderwijsuitgaven in Nederland een stuk minder zijn dan in Zweden Besloten is, de afhandeling van deze brief over te laten aan leden van de gemeenteraad. 62° Brief van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Noord van 6 februari 2018 inzake de uitvoeringsprocedure rond het vaststellen van (lokale) bestemmingsplannen Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 45, Instemmen met de uitvoeringsprocedure vaststellen (lokale) bestemmingsplannen en het wijzigen van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam. 63° Raadsadres van Buurtvereniging Wetering Verbetering van 13 februari 2018 inzake de voorgenomen bouw van de parkeergarage Vijzelgracht Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 24, Instemmen met de realisatie van de Vijzelgrachtgarage en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet. 64° Brief van wethouder Kock van 13 februari 2018 inzake afdoening van toezeggingen tijdens de bespreking van het detailhandelsbeleid Amsterdam 2018-2022 in de raadscommissie Werk en Economie van 6 december 2017 Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 55, Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel van de leden N.T. Bakker en Vink inzake 12 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen ‘Sturing op het Amsterdamse winkellandschap’ en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel. 65° Brief van wethouder Van der Burg van 12 februari 2018 inzake de herplanting van bomen in Weespertrekvaart-Midden Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 52, Vaststellen van de investeringsnota en het stedenbouwkundig plan Weespertrekvaart- Midden en het beschikbaar stellen van een investeringskrediet. 66° Brief van wethouder Van der Burg van 12 februari 2018 inzake de AB 1994 Overgangsregeling afkoopinstructie (verlengde) afkoop canon en overstap naar voortdurende erfpacht Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 52A, de actualiteit van de leden Boomsma, Van Osselaer en Dijk inzake het ingaan van de nieuwe rekenmethode voor de verlengde afkoop voor erfpachters met Algemene Bepalingen 1994. 67° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018 inzake afdoening van motie 1416.17 van het lid Vroege over de Willibrordusgarage Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 68° Brief van wethouder Litjens van 12 februari 2018 inzake afdoening van motie 1427.17 van het lid Guldemond over het investeringskrediet centrale huisvesting Amsterdamse School (efficiënt ruimtegebruik) Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 69° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018 inzake de stand van zaken betreffende de externe financiering van de gemeente Amsterdam Besloten is, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie ter bespreking. 5 Mondelingevragenuur Er zijn geen mondelinge vragen toegelaten. 13 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 6 Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het kandidaat- duoraadslid Y. el Ksaihi (D66) Dit punt wordt even aangehouden. 7 Installatie van de gemeenteaccountant van Amsterdam, tevens directeur van ACAM (Accountancy en Advies) Dit punt wordt even aangehouden. 8 Benoemen van een lid in de raadscommissie Werk en Economie Dit punt wordt even aangehouden. Voor benoeming in het stembureau zijn aan de beurt de heer Blom, de heer Torn en mevrouw Duijndam. 9 Aanvragen van een Kroonbesluit tot onteigening van eigendommen in het gebied St. Annenkwartier (Herbestemmen Raambordelen Binnenstad II) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 127) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 127 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 9A Actualiteit van de leden Mbarki, Poot, Groot Wassink, Van Dantzig en Peters inzake politie-inzet tegen drugsbazen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 141) Dit punt wordt even aangehouden. 10 Instemmen met het advies van de bezwaarschriftencommissie op het bezwaarschrift gericht tegen het besluit van de gemeenteraad van 27 september 2017 om in te stemmen met de nota van uitgangspunten voor de inrichting van de Nieuwezijds Voorburgwal Zuid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 128) Dit punt is gehamerd. 14 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 128 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 10A Actualiteit van de leden Groot Wassink en Van Dantzig inzake het initiatief kiesdeburgemeester.nl (Gemeenteblad afd. 1, nr. 144) Dit punt wordt even aangehouden. 11 Kennisnemen van de beleidsregel ‘Geluid bij evenementen in Amsterdam’, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn ‘Duurzaamheid Evenementen’ in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130) Dit punt wordt gevoegd behandeld met agendapunt 16. Dit punt wordt even aangehouden. 12 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel getiteld ‘Klimaatinitiatief' van de leden Groot Wassink, Moorman, Van Lammeren, Groen en Van den Berg en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 85) Dit punt wordt even aangehouden. 13 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel getiteld ‘Waterlandse buffelmozzarella en andere streekproducten uit het veen (…)’ van het lid Groen en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 86) Dit punt wordt even aangehouden. 14 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘The Great Bubble Barrier’ van het lid Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 87) Dit punt wordt gevoegd behandeld met agendapunt 15. Dit punt wordt even aangehouden. 15 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 15 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel getiteld ‘Geen Amsterdams plastic de zee in’ van het lid Van Lammeren en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 90) Dit punt wordt even aangehouden. 16 Instemmen met de aanleg van een energievoorziening voor het evenemententerrein Amsterdamse Bos en het beschikbaar stellen van een rendabel krediet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 88) Dit punt wordt even aangehouden. 17 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel getiteld ‘Amsterdam Schoon! The Movie' van het lid Torn en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 89) Dit punt wordt even aangehouden. 18 Kennisnemen van de voortgangsrapportage over het verbeterplan van de onder toezicht gestelde Rve Dienstverlening (Gemeenteblad afd. 1, nr. 91) Dit punt wordt even aangehouden. 19 Instemmen met een aantal scopewijzigingen van het project Leidseplein (Gemeenteblad afd. 1, nr. 114) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 114 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 20 Instemmen met het uitvoerings- en kredietbesluit voor de vernieuwing van brug 108 (De Clercqstraat / Da Costagracht) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 115) Dit punt is gehamerd. 16 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 115 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 21 Instemmen met het uitvoerings- en kredietbesluit voor de herinrichting van het maaiveld en de renovatie van de drie bruggen Vijzelstraat, project Rode Loper (Gemeenteblad afd. 1, nr. 116) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting voor een stemverklaring. De heer ERNSTING (stemverklaring): Wij kunnen instemmen met de voordracht. We vinden het wel erg jammer en we willen onze teleurstelling uitspreken over het feit dat er geen bomen kunnen komen en dat het enige groen dat hier stond, beperkt blijft tot bloembakken. Dat gezegd hebbende, kunnen wij instemmen. Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 116 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 22 Instemmen met de Nota van Uitgangspunten en vrijgave voor inspraak van het Voorlopig Ontwerp Ferdinand Bolstraat zuid, project Rode Loper (Gemeenteblad afd. 1, nr. 117) Dit punt is afgevoerd. 23 Instemmen met de update van de nota Veren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 118) Dit punt wordt even aangehouden. 24 Instemmen met de realisatie van de Vijzelgrachtgarage en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 19) Dit punt wordt even aangehouden. 24A Actualiteit van de leden De Heer, Boomsma en Groen inzake het beleid rond het gemeentelijk vastgoed (Gemeenteblad afd. 1, nr. 143) Dit punt wordt even aangehouden. 17 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 25 Kennisnemen van het rapport van de rekenkamer ‘Evenwichtig woningaanbod’ en het college verzoeken de aanbevelingen uit te voeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 22) Dit punt wordt gevoegd behandeld met agendapunt 27. Dit punt wordt even aangehouden. 26 Kennisnemen van de Voortgangsrapportage 2017 van het programma ouderenhuisvesting 2015-2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 120) Dit punt wordt even aangehouden. 27 Kennisnemen van de brief over de afhandeling van motie 907 van de leden Flentge en Nuijens ‘kopen om te verhuren’ en motie 734 van de leden Moorman, Nuijens en Flentge ‘behoud woningen voor bewoners’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 122) Dit punt wordt gevoegd behandeld met agendapunt 26. Dit punt wordt even aangehouden. 28 Kennisnemen van de brief van de Studentensteden inzake maatregelen tegen hoge huren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 121) Dit punt is afgevoerd. 29 Kennisnemen van de brief over de subsidieregeling ‘Wonen boven winkels en bedrijven’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 123) Dit punt wordt even aangehouden. 30 Kennisnemen van de Visie Zelfbouw: Zelf bouwen aan Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 124) Dit punt wordt even aangehouden. 31 18 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Kennisnemen van de voortgang van de stedelijke handhavingsprioriteit dierenwelzijn 2017-2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 125) Dit punt is afgevoerd. 32 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘De Energiebank: Bestrijd de groeiende energiearmoede in Amsterdam’ van de leden Groen en Roosma en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 126) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen. De heer GROEN: Er waren toch nog wat vragen en dan met name over de dekking, dus ik heb voorgesteld dit punt nog een raad uit te stellen. Dit punt is afgevoerd. 33 Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Amsterdamse lief en leedstraten tegen eenzaamheid’ van het lid Van Soest en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 92) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groot Wassink voor een stemverklaring. De heer GROOT WASSINK (stemverklaring): Ik word geacht tegengestemd te hebben. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer A.J.M. Bakker voor een stemverklaring. De heer A.J.M. BAKKER (stemverklaring): D66 ondersteunt het voorstel graag, maar wel heel duidelijk met de optie dat alles wat daar nog wordt geprobeerd in de uitprobeerfase blijft. Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 92 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 34 Uiten van wensen en bedenkingen over het Ontwerpbesluit oprichting stichting Sarphati Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 93) Dit punt is gehamerd. 19 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 93 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 35 Kennisnemen van de brief ter afhandeling van motie nr. 292.16 Duijndam c.s. Vervanging bij vakantie en ziekte van vaste thuiszorgmedewerker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 94) Dit punt wordt even aangehouden. 36 Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Betere verbinding tussen Amsterdam en Zaanstad’ van het lid Vink en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 95) Dit punt wordt even aangehouden. 37 Instemmen met het ‘Plan voor een groene Zuidas’ en het opheffen van het Groeifonds Groen en kennisnemen van het Herplantfonds Zuidas (Gemeenteblad afd. 1, nr. 96) De brief van het college van 9 januari 2018 inzake de afhandeling van motie 1222.16 van het lid Vink over de Visie Zuidas 2016 met betrekking tot culturele ambities is toegevoegd aan de vergaderstukken. Dit punt wordt even aangehouden. 38 Instemmen met het kredietbesluit Vervolg Daklaan Zuidas (Gemeenteblad afd. 1, nr. 99) Dit punt wordt even aangehouden. 39 Vaststellen van het bestemmingsplan Boven 't Y (Gemeenteblad afd. 1, nr. 100) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 100 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 20 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 40 Vaststellen van het bestemmingsplan Fietsenstalling Lijnbaansgracht t.h.v. De Melkweg (Gemeenteblad afd. 1, nr. 101) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 101 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 41 Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidblokken, Delflandpleinbuurt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 102) Dit punt wordt even aangehouden. 42 Instemmen met de wegonttrekking van het fietspad Burgerweeshuispad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 103) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 103 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 43 Vaststellen van het bestemmingsplan Archimedesplantsoen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 104) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 104 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 44 Vaststellen van het bestemmingsplan Middenweg 89 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 105) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 105 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 21 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 45 Instemmen met de uitvoeringsprocedure vaststellen (lokale) bestemmingsplannen en het wijzigen van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 106) Dit punt wordt even aangehouden. 46 Kennisnemen van het besluit inzake de tussenrapportage Ruimte voor de Stad en kennisnemen van de beantwoording van de moties die aangenomen zijn bij ‘Koers 2025’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 107) Dit punt is afgevoerd. 47 Vaststellen van het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 108) Dit punt wordt even aangehouden. 48 Instemmen met het bedrag aan gemaakte kosten samenhangend met het opsporen en ruimen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog in 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 109) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 109 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 49 Vaststellen _ van het Uitvoeringsbesluit Onderdoorgang Verlengde Amstelstroomlaan en beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 110) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 110 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 50 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op de 22 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen locatie Strekkerweg 51 te Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 111) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 111 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 51 Instemmen met het wijzigen van de administratieve verwerking van erfpacht afkoopsommen per 1 januari 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 112) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 112 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 52 Vaststellen van de investeringsnota en het stedenbouwkundig plan Weespertrekvaart-Midden en het beschikbaar stellen van een investeringskrediet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 113) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 113 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 52A Actualiteit van de leden Boomsma, Van Osselaer en Dijk inzake het ingaan van de nieuwe rekenmethode voor de verlengde afkoop voor erfpachters met Algemene Bepalingen 1994 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 142) Dit punt wordt even aangehouden. 53 Kennisnemen van het rapport ‘De impact van de bezoekerseconomie op Amsterdam’ van SEO Economisch Onderzoek (Gemeenteblad afd. 1, nr. 131) Dit punt wordt even aangehouden. 54 Kennisnemen van de Afdoening van motie 512, Ontmoedig de blow- en braltoerist, verbeter het imago van Amsterdam - van het lid Boomsma (Gemeenteblad afd. 23 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 1, nr. 132) Dit punt wordt even aangehouden. 55 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel van de leden N.T. Bakker en Vink inzake ‘Sturing op het Amsterdamse winkellandschap’ en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 27) Dit punt wordt even aangehouden. 56 Instemmen met de beleidsneutrale wijziging van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied (Gemeenteblad afd. 1, nr. 133) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 133 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 57 Vaststellen van een technische wijziging in het Plan van Scholen 2018-2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 134) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 134 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 58 Instemmen met de doorontwikkeling van de aanpak van multiproblematiek in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 135) Dit punt wordt even aangehouden. VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN 59 Bekrachtigen van de geheimhouding (Gemeenteblad afd. 1, nr. 129) Dit punt is gehamerd. 24 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 129 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 60 Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 119) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 119 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 61 Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 97) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 97 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. 62 Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 98) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 98 van afdeling 1 van het Gemeenteblad. De VOORZITTER: Dan is het woord nu aan wethouder Van der Burg. Wethouder VAN DER BURG: Zoals de raad weet, ben ik sinds 1 december voorzitter van de Nederlandse Atletiek Unie. Daarvan heeft u op veel manieren kennis kunnen nemen variërend van de website, een nieuwsbericht of gewoon via de pers. U heeft er alleen niet op een formele manier kennis van kunnen nemen. Ik heb gepoogd u een brief te sturen waarin ik u die melding heb gedaan. Dat is op 21 december gebeurd. Ik heb toen de brief getekend en aan een medewerker van mij gevraagd die te scannen en naar de raad te versturen. Dat is toen op die donderdagavond — zeg ik even uit mijn hoofd — gedaan. Op dat moment ontstond er een storing in de computer. Dus de medewerker vroeg aan mij — ik had ‘m ook gekregen in cc — of ik de mail had ontvangen. Ja, ik heb de mail ontvangen. Maar die brief blijkt nooit bij u te zijn aangekomen. Hoe kwam ik daarachter? Doordat gisteren een journalist van de NRC zich meldde met de vraag wanneer Eric van der Burg de raad had geïnformeerd. Ik zei toen tegen mijn woordvoerder even aan mijn medewerker te vragen dat mailtje te printen en toen bleek 25 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen dat het mailtje naar mij wel is verstuurd, maar het mailtje naar mevrouw Pe in de concepten van de medewerker zat, dus die heeft u nooit bereikt. U kent mij, ik ben een procedurefreak. Ik baal daar dus enorm van. Ik ben tegelijkertijd ook iemand die van transparantie houdt en ik heb dit dus aan de fractievoorzitters gemeld en verzocht of ik u dit in de raad mocht melden. Ik heb overigens niet het briefje alsnog snel gestuurd tussen gisteren toen ik het hoorde van de journalist en nu. Dat ga ik uiteraard vanmiddag wel doen, maar de volgorde is wel eerst aan u uit te leggen hoe het is gegaan. Er speelt nog een tweede punt. De procedure zegt formeel dat je het de raad moet melden voordat de benoeming plaatsvindt. Dat kon in dit geval niet, omdat er bij de Nederlandse Atletiek Unie sprake is van een vereniging waarbij de ledenvergadering, de Unieraad, daarover beslist. De Unieraad heeft daarover de 30°° november 's avonds een besluit genomen. Dat ging die nacht in. Vandaar dat u ook ziet dat mijn tweet van die nacht om letterlijk 00.00 uur is verzonden. Ik houd van openheid en transparantie en met name in procedures. In dit geval is het onder mijn verantwoordelijkheid niet goed gegaan. Ik dacht: dan meld ik het ook gewoon in de gemeenteraad. Ik heb nog een ding beloofd aan een van de fractievoorzitters. Uiteraard heb ik, toen ik overwoog voorzitter van de Nederlandse Atletiek Unie te worden, dat meteen aan wethouder Ivens gemeld. En ik heb gevraagd of, indien er subsidieregelingen zouden zijn betreffende de Atletiek Unie dan wel een van de atletiekverenigingen in Amsterdam, dat die niet door mij behandeld zouden worden, maar door collega Ivens en dat is uiteraard met de ambtenaren gecommuniceerd. Ik bemoei mij dus niet met de regelingen of anderszins richting de Nederlandse Atletiek Unie dan wel met een van de vijf atletiekverenigingen. De VOORZITTER: Ik neem aan dat u hiervan kennis kunt nemen. Dat is het geval. Dan gaan we voort met de agenda. 6 Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het kandidaat- duoraadslid Y. el Ksaihi (D66) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig in verband met het onderzoek van de door het kandidaatduoraadslid mevrouw Y. el Ksaihi ingezonden bescheiden. De heer VAN DANTZIG: Het is een eer om namens de ad-hoccommissie tot onderzoek van de bescheiden, ingezonden door mevrouw Y. el Ksaihi, het volgende te melden. Het kandidaatlid dan wel plaatsvervangend lid van raadscommissies ex artikel 82 van de Gemeentewet, mevrouw Yasmina el Ksaihi, geen raadslid zijnde, heeft de bescheiden als bedoeld in artikel 4, tweede lid van de verordening op de raadscommissies 2009 ingezonden. De ad-hoccommissie tot onderzoek van deze bescheiden heeft de eer de raad mede te delen dat zij de bescheiden heeft onderzocht en dat zij deze in orde heeft bevonden en dat haar niet is gebleken van het bestaan van uitsluitingsgronden of van een onverenigbaarheid. De ad-hoccommissie adviseert de raad op grond hiervan tot toelating van mevrouw Y. el Ksaihi tot lid en plaatsvervangend lid van raadscommissies. 26 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dank u voor de verrichte arbeid. Ik vraag de raadsgriffier, mevrouw Pe, mevrouw Y. el Ksaihi de raadzaal binnen te geleiden voor het afleggen van de eed. De VOORZITTER: “Ik zweer dat ik, om tot lid van een raadscommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen.” Mevrouw EL KSAIHI: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig. De VOORZITTER: Ik feliciteer u opnieuw met het in deze kring plaatsnemen. Ik wens u veel succes bij de arbeid. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. 7 Installatie van de gemeenteaccountant van Amsterdam, tevens directer van ACAM (Accountancy en Advies) De VOORZITTER: Dan gaan we nu over tot de installatie van de gemeenteaccountant van de gemeente Amsterdam, tevens directeur van de Accountancy en Advies. Ik verzoek de raadsgriffier, mevrouw Pe, de heer drs. D.A. van Hooff RA de raadszaal binnen te geleiden voor het afleggen van de belofte. Ik verzoek u allen op te staan. De VOORZITTER: “lk verklaar dat ik, om tot gemeenteaccount benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in deze hoedanigheid te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik verklaar en beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als gemeenteaccountant naar eer en geweten zal vervullen.” De heer VAN HOOFF: Dat verklaar en beloof ik. De VOORZITTER: Dan feliciteer ik u met uw benoeming voor deze mooie functie binnen de gemeente Amsterdam. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. 27 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Voorzitter: de heer Ünver De VOORZITTER heropent de vergadering. 8 Benoemen van een lid in de raadscommissie Werk en Economie De VOORZITTER: Benoemd tot lid van de raadscommissie Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3D, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen is benoemd: mevrouw El Ksaihi met 36 stemmen voor, 4 stemmen tegen en 1 blanco stem. 9A Actualiteit van de leden Mbarki, Poot, Groot Wassink, Van Dantzig en Peters inzake politie-inzet tegen drugsbazen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 141) Bij dit agendapunt wordt betrokken ingekomen stuk nr. 49°, Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 12 februari 2018 inzake de veiligheidscijfers van Amsterdam over het jaar 2017 De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. De heer MBARKI: Om te beginnen met de brief die we graag hierbij bespreken, kunnen we stellen dat Amsterdam de afgelopen jaren veiliger is geworden. Ook het veiligheidsgevoel is groot geworden en de cijfers laten dat ook zien. De cijfers zijn positief, maar Amsterdammers zijn door de recente liquidaties wel angstiger geworden. Dat begrijpen we. Een onderdeel van onze stad wordt onrustiger. De politiebaas zei het letterlijk: minder buitenlandse huurmoordenaars; meer jonge daders die steeds harder worden en die er ook niet voor terugschrikken als er kinderen in de buurt van hun doelwit zijn; een basisschool, een peuter in een kinderzitje of een kind op de arm van het slachtoffer. Dat laat zien hoe kil dit soort daders zijn. Het heeft inmiddels ook al geleid tot een van de meest tragische woorden in de misdaad, de zogenaamde vergismoord. En de naam van Mohammed Bouchikhi staat nog in ons geheugen gegrift. Gisteren was de rechtszaak van de daders die Naoufal, een achttienjarige jongen, ook door een verdwaalde kogel om het leven hebben gebracht. Afgelopen week heeft onze politiechef gezegd dat de politie weet waar de dreiging vandaan komt. De drugsbazen. Maar ook dat de politie niet de capaciteit heeft om deze drugsbazen op te sporen en ze vervolgens van de straat te plukken en ze naar de rechter te brengen om ze te berechten. Het kan niet zo zijn dat we weten waar de dreiging vandaan komt, maar dat we niets doen. Oftewel, we weten dat drugsbazen hierin een belangrijke rol spelen, dat ze verantwoordelijk zijn voor deze misdaden, maar dat ze vrij spel hebben simpelweg doordat de politie in Amsterdam niet de capaciteit heeft. We hebben meer politiemensen nodig. Dit wisten we gisteren al. Dit wisten we vorig jaar. Het is geen nieuws. Het tekort is de afgelopen weken pijnlijk zichtbaar geworden. Het wordt nog pijnlijker als een van de mensen die verantwoordelijk is voor de politie in Amsterdam dit onderstreept en aangeeft. We zullen ons vandaag als raad moeten uitspreken om via onze waarnemend burgemeester ook naar Den Haag te kijken 28 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen en te zeggen: Amsterdam heeft een capaciteitsprobleem en dat probleem moet snel worden opgelost. We zullen enerzijds dingen moeten voorkomen, maar we zullen aan de andere kant ook mensen keihard moeten aanpakken. Dat kan alleen als we die mensen ook weten op te sporen. Soms is het te laat en is er geen hoop meer voor de misdadigers in kwestie en dan moeten ze eerlijk en keihard worden berecht. De daders van de liquidatie in de Staatsliedenbuurt hebben levenslange gevangenisstraf gekregen. Voor de tweede weg ligt dat moeilijker. Die vergt ook wat meer tijd, aandacht en inzet. Voordat ik het onderwijs inging — dat weten een heleboel mensen misschien — heb ik in een justitiële jeugdinrichting met jeugd-tbs'ers gewerkt. Wat ik daar zag, is dat het heel moeilijk is om jongeren die diep in de criminaliteit zitten, nog enig perspectief te geven, maar een perspectief dat vaak wel werkte, was onderwijs. Jongens die bijvoorbeeld lang vast zaten, rondden een opleiding af en zagen weer een doel in hun leven. De jongens die geen opleiding afrondden, daarbij was het vaak wachten op het volgende delict en vervolgens konden we ze berechten in het volwassenen-tbs. Daartegenover stonden heel veel mooie momenten die me hoop gaven. Hele jonge jongens, nog niet zo diep in de criminaliteit, die we konden helpen. Onderwijs was voor hen een toekomst, zorgde voor stabiliteit. Zo was er een jongen die goed was in techniek, de houtbewerking. Hij maakte elke dag in detentie nieuwe dingen. Hele moeilijke dingen. Hele ingewikkelde constructies. Je zag dat het iets met hem deed. Het was misschien wel de eerste keer in zijn leven dat hij het gevoel had: hé, ik ben ergens goed in. Het zou me niets verbazen als ik hem ooit zou tegenkomen als timmerman. Dat is wat we moeten doen. Grenzen stellen. Natuurlijk. Maar we moeten ook aan mogelijke misdadigers laten zien dat er heel veel andere perspectieven zijn. We moeten investeren in onderwijs, overal waar we ze kunnen bereiken, ook op de moeilijkste plekken in de stad. We hebben de afgelopen jaren heel veel succes behaald met de aanpak van de Top600, maar nu blijkt dat het niet genoeg is. Het betekent niet dat we op onze handen gaan zitten, want er is een grote groep die niet in beeld komt en pas later via de onderwereld in beeld komt als het te laat is. Er is dus meer nodig dan alleen de aanpak van de Top600 en de Top400. Daarom is het denk ik goed om samen met professionals en experts uit het veld rond de tafel te gaan zitten om te bedenken wat er nog meer nodig is. Denk met ons mee over hoe we deze jongeren kunnen bereiken die nu niet in beeld zijn. Welke rol kan het onderwijs hierin spelen? Welke rol kan de gemeente hierin spelen? Hoe zorgen we ervoor dat de politie haar informatiepositie in de Amsterdamse wijken versterkt? Wat doen we bijvoorbeeld met het PIT, de vrij succesvolle aanpak als het gaat om de veel jongere broertjes en zusjes? Moeten we die uitbreiden? En welke rol krijgen onze jongerenwerkers in de stad? En hoe betrekken we de jongeren zelf erbij? Ook zij hebben ideeën. We moeten ervoor zorgen dat preventie en repressie hand in hand gaan en dat we dan dat samen met de jongeren doen die we nu niet zien. Niet alleen maar om ze te berechten en op te sporen, maar ook om ervoor te zorgen dat ze kansen krijgen. Ik heb hier een motie voor die ik graag indien mede namens andere partijen, bijna iedereen. Ik denk dat heel veel andere partijen hetzelfde zullen zeggen, want volgens mij is het nu duidelijk dat we als gemeenteraad zeggen: dit moet een halt worden toegeroepen. Het gaat om jonge mensenlevens. We zullen in gezamenlijkheid met Den Haag moeten zeggen: we hebben nu echt politiemensen nodig. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen. 70° Motie van de leden Mbarki, Van Dantzig, Peters, Boomsma, Poot en Groot Wassink inzake politie-inzet tegen georganiseerde criminaliteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 149) 29 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — op korte termijn een expertmeeting te organiseren voor de commissie AZ waarbij de verschillende partijen uit de driehoek en de Top600-aanpak en andere experts worden uitgenodigd met als doel aanvullende maatregelen te verkennen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot. Mevrouw POOT: Mooi om deze motie de A van Amsterdam te geven. Dank aan mijn collega voor het agenderen van deze actualiteit, want de brief die we inderdaad van de waarnemend burgemeester ontvingen over de veiligheidscijfers bevatte aan de ene kant heel goed nieuws, namelijk dat het veiliger is geworden in Amsterdam, maar die bevatte aan de andere kant ook echt verontrustend nieuws. Enerzijds doordat er zaken zijn die minder goed gaan, maar die brief bevatte natuurlijk ook de informatie dat er echt een tekort is aan politiecapaciteit in Amsterdam om de grote jongens, veelal drugscriminaliteit gerelateerd, op te pakken. Dat zijn vaak jongens die achter de liquidaties zitten waarover we de laatste tijd veel met elkaar hebben gesproken. Dat is natuurlijk ontzettend zorgelijk. Op die liquidaties en bij het oppakken van criminelen geldt natuurlijk maar een regel: de criminelen, de daders moeten opgepakt worden. Het mag in Amsterdam niet lonen en het mag in Nederland niet lonen om dit soort criminaliteit uit te voeren. Wij mogen dat gewoon niet accepteren. Helaas weten we al langer dat de politiecapaciteit te kort schiet, te klein is. We hebben het hierover ook al vaak gehad. Eigenlijk denk ik dat iedere partij in deze raad zijn of haar lobby naar de partijen in Den Haag ook al heeft gevoerd en nog weer gaat voeren. Daarom denk ik ook dat het goed is dat we dat met elkaar als gemeenteraad hier vandaag nog een keer uitspreken. Er moet gewoon politiecapaciteit bij in Amsterdam want het kan niet waar zijn dat criminelen niet worden opgepakt en het kan niet waar zijn dat deze liquidaties plaatsvinden doordat die criminelen niet worden opgepakt en dat onschuldige slachtoffers worden gemaakt. Wij dienen graag mede een dergelijke motie in. Maar ik denk dat we ook moeten kijken naar wat we als Amsterdam op dit moment kunnen doen. Ja, er moet politiecapaciteit bij, maar die vraag hebben we al vaker bij de burgemeester neergelegd. Als we wat kunnen doen als Amsterdam, als gemeenteraad, laten we dat dan alsjeblieft met elkaar bespreken. Als daar om wat voor reden dan ook budget bij moet, dan moeten we dat wat mij betreft ook met elkaar bespreken. Wij zouden nog drie zaken aan de orde willen hebben. Dat eerste gaat over het feit dat er natuurlijk veel organisaties zijn in Amsterdam die zich bezighouden met de veiligheid. Dat is de politie, maar dat zijn ook onze handhavers. Het zijn ook onze straatcoaches die jongeren aanspreken. Het zijn ook jongerenwerkers. Wat ons betreft is het de moeite waard om nog eens goed te kijken in hoeverre er informatie is die we met elkaar kunnen delen om zo de informatiepositie van de politie te verbeteren en daarmee het werk voor de politie eenvoudiger te maken, makkelijker te maken. Daarmee zelfs misschien wel een heel klein beetje capaciteit vrij te spelen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan informatie over winkeldiefstallen, over autobranden, over vernielingen. Dat soort informatie. Wij vinden het de moeite waard om te bekijken of dat nog meer met elkaar kan worden gedeeld, zodat er bij de politie capaciteit overblijft voor opsporing. (De heer VAN DANTZIG: Waarmee mijn fractie wat moeite had, was het woord efficiency in uw motie. Ik zou niet willen zeggen dat de politie niet 30 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen hard genoeg werkt. Volgens mij zijn we er hier allemaal van overtuigd dat die kei- en keihard knokken voor de stad. Dat deelt u volgens mij ook. Ik zou niet het verkeerde signaal met die motie willen geven. De uitleg die u nu geeft, die is heel goed te billijken. Als we het beter kunnen doen door informatie te delen, graag. Zou u bereid zijn te kijken naar een formulering waarin we het woord efficiency voor de politie kunnen weghalen, zodat we niet het signaal geven dat er niet genoeg wordt gedaan?) Als het woord efficiency voor de heer Van Dantzig of voor andere partijen een verkeerd signaal geeft, dan ben ik daartoe ten zeerste bereid. Laat helder zijn, er is niemand en zeker niet van de VVD die denkt dat de politie niet hard genoeg werkt. Dit is echt een oprechte poging om met elkaar te kijken of we de politie kunnen helpen. Dus ik ben daartoe zeer bereid. (De heer VAN DANTZIG: Ik wil alleen even zeggen dat ik dat waardeer. Dan gaan we zo even kijken hoe we dat gaan doen.) En de tweede motie gaat over hoe we de politie kunnen helpen om capaciteit vrij te spelen. Waar wij vaker naar kijken, zijn middelen als cameratoezicht, preventief fouilleren, wapencontroles, data verzamelen. Dat zijn volgens ons middelen die de politie zouden kunnen helpen om capaciteit vrij te spelen. Nu weet ik dat dat natuurlijk een ontzettend ingewikkelde discussie is hier, dus we hebben in ieder geval geprobeerd te kijken naar cameratoezicht. Het inzetten van cameratoezicht is eigenlijk altijd iets wat op voorspraak en initiatief van het stadsdeel gebeurt en in uitzonderingssituaties kan de burgemeester daarin zelf het initiatief nemen. Dat is vastgelegd. Ik pak daar even mijn tekst bij, want dat kan ik niet helemaal uit mijn hoofd zeggen. Dat is vastgelegd in een beleidskader cameratoezicht, waarin in uitzonderlijke gevallen ook zonder verzoek van een stadsdeel de burgemeester kan besluiten tot cameratoezicht. Onze vraag is — en die hebben we vastgelegd in een motie — of deze bevoegdheid voldoende is. Is de handelingsruimte die dit beleidskader biedt, op dit moment voldoende? Ik zeg daar bewust bij: op dit moment. We zitten denk ik in een uitzonderlijke situatie. Daarvoor hebben wij ook een motie. Ik hoor daar graag de reactie op, want naast het feit dat wij denken dat dat handig is, denk ik ook dat we moeten proberen als raad een stapje te maken daarin. Wij dienen beide moties op dit moment in samen met het CDA. Dan is er nog een derde punt dat ik graag even aan de orde wil stellen. Dat gaat over onze handhavingsorganisatie. Ik zei u al, de politie, maar ook onze handhavingsorganisatie vormen essentiële onderdelen in onze openbare orde en veiligheid. Nu weten we dat de taken die we bij onze handhavingsorganisatie neerleggen, ook al te veel zijn. Ook onze handhavingsorganisatie komt eigenlijk al capaciteit te kort. Wij denken dat het goed is zelfs nog in deze periode daarover met elkaar een discussie te voeren zodat we weten voor het moment na de verkiezingen wat er nodig is om ook onze eigen handhavingsorganisatie helemaal op orde te brengen. Daarvoor krijg ik graag een toezegging van de waarnemend burgemeester. Afsluitend, zijn we er dan? Nee, natuurlijk zijn we er dan niet. Ook het weerbaarder maken van onze jongeren om niet in de criminaliteit te verdwijnen, ook sociale cohesie in wijken horen hier nog bij. Zo zijn er vast nog veel meer zaken. Voor dit soort situaties zijn geen gemakkelijke oplossingen. Tegelijkertijd vinden wij wel dat er een vuist moet worden gemaakt tegen deze criminelen en we hopen dat we met dit debat daaraan een bijdrage leveren met elkaar. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen. 31 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 71° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de actualiteit over politie- inzet tegen drugsbazen (Discretionaire bevoegdheid burgemeester cameratoezicht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 150) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te onderzoeken of de bevoegdheid van de burgemeester om (flexibel) cameratoezicht in uitzonderlijke gevallen zonder verzoek van een stadsdeel in te stellen nog voldoende handelingsruimte biedt om snel te kunnen handelen; — de gemeenteraad over de uitkomsten van het onderzoek te informeren. 72° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de actualiteit over politie- inzet tegen drugsbazen (Efficiënte inzet beschikbare politiecapaciteit) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 151) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in overleg met alle relevante partijen, waaronder politie, Openbaar Ministerie en Justitie, te onderzoeken en inventariseren op welke manieren de beschikbare politiecapaciteit zo efficiënt mogelijk kan worden ingezet; — daarbij te leren van projecten op dit gebied in andere (Nederlandse) steden en de resultaten van het informatiegestuurd handhaven binnen de Rve Handhaving en Toezicht; — de gemeenteraad over de uitkomsten te informeren. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groot Wassink. De heer GROOT WASSINK: Ik zal het een stuk korter houden dan mijn voorgangers, omdat ik vind dat de bijdragen van de vorige sprekers de onmacht laten zien waarmee we hier eigenlijk allemaal staan. Als je het hebt over handhavers, over camera's, over preventief fouilleren, over onderwijs, dan geeft dat misschien wel aan dat de kern van het probleem is dat de politie op dit moment te druk is met liquidaties en er niet aan toekomt de oorzaken daarvan, namelijk georganiseerde misdaad, aan te pakken. Er komt straks een motie die om meer politiecapaciteit vraagt, om meer recherchecapaciteit vooral. Ik ben daar natuurlijk voor omdat we die georganiseerde misdaad moeten aanpakken. Maar als we dat aan de Tweede Kamer in Den Haag vragen, dan is het succes daarvan natuurlijk vrij ongewis. We hebben immers eerder gezien dat er allerlei bezuinigingen zijn geweest op het politieapparaat, bijvoorbeeld met de vorming van de Nationale Politie, waardoor ik er niet per se positief over ben dat dit op korte termijn wordt opgelost. Ik weet dat ook de burgemeester die zorg deelt. Elke keer dat in de straten de gevolgen van de georganiseerde misdaad zichtbaar zijn, of dat nu in de Staatsliedenbuurt is, in Nieuw-West of op de oostelijke eilanden, is dat slecht. Die bron moeten we aanpakken. Welke mogelijkheden ziet de burgemeester nu nog meer dan voor de derde of vierde keer een boze brief naar Den Haag sturen? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig. De heer VAN DANTZIG: Het debat dat we vandaag voeren, is helaas niet nieuw. Onze Amsterdamse korpschef gaf al in 2014 aan dat de politie het gewoon veel te druk heeft om alle zaken direct te kunnen behandelen. Aanvankelijk ging het dan alleen om 32 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen milieufraudezaken, maar later kwam het zover dat soms ook zware criminaliteit niet kon worden bestreden vanwege het tekort aan capaciteit. Dat is behoorlijk schrikken. Dat zei mijn voorganger Paternotte destijds al. En dat was het. Stel je voor wat er kan gebeuren als we zware criminelen niet kunnen opsporen en vervolgen. Dan ben je toch bang dat ze — want dat doen zware criminelen nu eenmaal — ongestraft verder gaan en opnieuw strafbare feiten plegen. Volgens mij heeft niemand dat overzicht van die misdaadcijfers of ondermijning nodig om te zien dat het uit de hand aan het lopen is. We kennen onze korpschef Aaldersberg ook niet als iemand die zomaar wat roept. Als hij aan de bel trekt, dan moet je je oren spitsen. Tot nu toe is de breed gedragen wens van deze raad op de een of andere manier niet gehoord in Den Haag waar het gewoon kan worden geregeld. Burgemeester Van der Laan kreeg het een en ander gedaan in Den Haag, maar op dit dossier leek het wel alsof ze hem, alsof ze ons als raad niet wilden horen. Ik vind dat onbegrijpelijk. So much for law and order op dat voormalige ministerie van Veiligheid en Justitie. Laten we in godsnaam hopen dat een Amsterdamse CDA'er op het ministerie wat meer oplevert. Ook zonder de oproep van de heer Aalbersberg voelden we — en niet in de laatste plaats door het drama op Wittenburg — allemaal aan dat Amsterdam niet de plek is waar het wel een tandje minder kan met die jacht op zware criminelen. In tegendeel, we hebben elke wijkagent en elke rechercheur keihard nodig. Dit is het moment. Er is 267 miljoen euro structureel vrijgekomen in het regeerakkoord voor de politie, voor agenten in de wijk en voor rechercheurs. Wat mij betreft, en volgens mij wat betreft de hele raad, moet zoveel mogelijk van dat geld in Amsterdam terechtkomen. De minister van Justitie en Veiligheid zit met de politieleiding te kijken naar een actualisering van de verdeling van de inzet van politiemensen. Daarvoor zitten we dan in Amsterdam met een behoorlijk goed verhaal. Het inwoneraantal in Amsterdam is de afgelopen jaren flink gestegen; het bezoekersaantal neemt toe — en de politiecapaciteit die beschikbaar is voor Amsterdam is gewoon niet eens meegegroeid met die inwoners- en bezoekersaantallen. Onderzoeken naar aanleiding van liquidaties nemen alleen al 60% tot 70% van de politiecapaciteit voor zware criminaliteit in beslag. Amsterdammers vrezen voor hun veiligheid na incidenten zoals die op Wittenburg en natuurlijk neem je die angst echt niet weg met een paar extra agenten. Eigenlijk is te weinig agenten nooit de oorzaak van criminaliteit, maar ik ben er samen met de hele raad van overtuigd — en ik heb daarvoor een motie die raadsbreed wordt gesteund — dat hulp nu echt geboden is. Ik hoop dat de waarnemend burgemeester zich hierdoor volledig gesteund weet. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen. 73° Motie van de leden van Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink, Peters, Boomsma, Van Lammeren en van Soest inzake politie-inzet tegen zware criminaliteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 154) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — het Rijk mede namens de Amsterdamse gemeenteraad dringend te verzoeken een substantieel aandeel van de extra vrijgekomen middelen voor de politie, terecht te laten komen bij Amsterdamse eenheden; — de minister van Justitie en Veiligheid te verzoeken nog dit jaar duidelijkheid te geven over welk deel van de extra vrijgekomen middelen ten goede zal komen aan het Amsterdamse politiekorps, en hoeveel agenten en rechercheurs dit zal opleveren; — bij deze verzoeken de in de overwegingen van deze motie geleverde argumenten aan te dragen; 33 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen — een overzicht te maken van naar hoeveel zware criminaliteit geen onderzoek kan worden gedaan vanwege gebrek aan politiecapaciteit; — dit overzicht bij het verzoek om meer politiecapaciteit in Amsterdam te voegen en aan de raad toe te sturen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Peters. De heer PETERS: Ik wil nogmaals herhalen dat wij de afschuw delen, de gevoelens van onmacht die de heer Groot Wassink net ook noemde, als het gaat om dit dossier in deze stad. De vergismoorden. Het is een verschrikkelijk dossier en het raakt onze stad heel hard. Het is wel duidelijk dat de politiecapaciteit onvoldoende is. Ook is heel duidelijk dat een Nationale Politie in onze ogen geen succes is, zeker niet in Amsterdam. Daarvoor dragen sommige partijen in Den Haag meer verantwoordelijkheid dan andere. Er is genoeg gezegd over die politiecapaciteit. Ik wil nog een keer terug — wat ik in de commissie Algemene Zaken ook heb gezegd — naar de zachtere kant. Die zachtere kant verdient veel aandacht, want dan gaat het om de netwerken. De netwerken in de stad om dit het hoofd te bieden en dan vooral aan de preventieve kant. Het jongerenwerk. Het straathoekwerk. De scholen. Met hun mentoren en de zorgteams. De verenigingen, de sportverenigingen en Jeugdzorg. Werken dat soort organisaties nu goed genoeg samen? Wordt nu gesignaleerd wat er met jongeren gebeurt in hun leven? Hebben we daar voldoende capaciteit? Zitten we wat dat betreft in de haarvaten van de samenleving? Ik zit met die vragen. Er is in de jaren 2010- 2014 veel bezuinigd aan de jeugd- en jongerenkant in deze stad. Er is ook wel wat voor teruggekomen. Ik heb hier geen motie bij, maar ik denk dat het echt een van de punten voor de coalitieonderhandelingen is die na de verkiezingen komen. Het is een belangrijk punt dat er veel meer moet worden geïnvesteerd in ook die kant van deze zaken, zodat jongerenwerk, jongerensignalering en jongerenondersteuning jongeren op het goede pad houden en ze de ondersteuning te geven die ze nodig hebben. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Als de baas van onze politie zelf al aangeeft dat de zwaarste criminelen in onze stad die moorden op hun geweten hebben, vrijuit gaan en zelfs ongemoeid blijven omdat de politie geen tijd heeft om achter ze aan te gaan, dan hebben we een buitengewoon groot probleem. Daarover is iedereen het eens. Ik vind het dus goed dit nog een keer te bespreken, ook al hebben we het al een aantal keren gehad over die capaciteitstekorten bij de politie. We kennen de oproep van de burgemeester. Die oproep voor vijfhonderd agenten ondersteunen wij ook. Ik heb er ook al op gewezen dat er een soort stijgende lijn zit in deze discussie die we nu al twee jaar voeren. Eerst ging het om fraudezaken en milieudelicten. Ongeveer een jaar geleden kwam er een brief dat er te weinig tijd was voor fietsendiefstal en verkeersovertredingen. Toen hadden we het over inbrekers waarbij zelfs een dader in beeld was. Toen waren de krantenkoppen ‘inbrekers gaan vrijuit. En nu gaat het ook om de allerzwaarste topcriminelen die de dans ontspringen doordat die divisie Zware Criminaliteit bezig is met liquidaties en het bestrijden van terrorisme. Natuurlijk steunen wij die oproep en het moment nu om aan te grijpen die lobby nog een keer te verstevigen richting Den Haag. De minister moet nu over de brug komen. Dit kan zo niet langer. Dit ondermijnt het vertrouwen van burgers in de rechtsstaat. Als onze eigen politiechef zegt de mensen niet te kunnen aanpakken, dan 34 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen geeft dat de indruk dat ze vrijuit gaan, dat ze volledig ongemoeid worden gelaten. Je kunt dat niet te vaak blijven doen als politiechef of als bestuur zonder daaraan een vervolg te geven. Er wordt nu gesproken over de eerste 100 miljoen euro. Of het genoeg is, vraag ik me af. Ik deel in die zin wel de zorg van de heer Groot Wassink of dit nu voldoende zal worden en of dit nu zal landen. Zelfs met de middelen die nu zijn vrijgemaakt, weet ik niet of we er dan zijn. Ik las deze week in antwoord op schriftelijke vragen van het CDA in de Tweede Kamer dat het technisch gezien mogelijk is voor gemeenten om extra politiesterkte in te kopen. Ik heb wel gelezen dat er natuurlijk ook bezwaren werden gemaakt. Eigenlijk is dit absoluut een landelijke taak, maar als we allemaal een beetje verwachten dat het Rijk waarschijnlijk toch te weinig gaat leveren, hoezeer we ook hopen dat dat niet het geval is, dan moet die optie wat het CDA betreft wel op tafel komen te liggen. Amsterdam verdient ook veel geld aan toerisme en evenementen. We hebben daar dus middelen voor en daaraan gaat ook veel politiecapaciteit op. Het kan niet zo zijn dat we niet toekomen aan die andere vormen van criminaliteit. We kunnen als gemeente wel meer boa's inschakelen, maar die hebben nu eenmaal beperkte bevoegdheden. Dus in dit geval, als we er niet uitkomen, dan zou ik ervoor zijn dat we onze lobby kracht bij zetten door aan te geven: luister eens, minister, als u nu niet over de brug komt, dan moeten wij zeggen: laten we dan zelf als gemeente extra politiecapaciteit gaan inkopen. Ik ben eigenlijk benieuwd hoe de burgemeester daartegen aankijkt. Dan nog een aantal vragen. De burgemeester wees op de cocaïnehandel en de positie van Amsterdam als drugsstad. Dat is niet helemaal nieuw voor mij, maar ik ben wel benieuwd naar meer informatie daarover. Hebben we nu enig zicht op die specifieke cocaïnehandel? Dat werd zo nadrukkelijk gezegd en met name ook het gebruik door toeristen en bezoekers. Wat wordt er dan op dit moment aan gedaan? In de NRC antwoordde de burgemeester op een vraag of het Amsterdamse drugsbeleid dan aanscherping behoefde, dat hij niet de indruk had dat dit hoog op de prioriteitenlijst van de gemeenteraad stond. Ik kan enigszins begrijpen dat de burgemeester deze indruk heeft. Ik kan hem wat het CDA betreft daarin geruststellen. Bij ons heeft dat zeker prioriteit, maar de vraag is wel: hoe dan? Op welke manier kan de gemeenteraad daaraan volgens de burgemeester meer prioriteit geven als hij aangeeft — en dat lees ik er een beetje uit — dat dat wenselijk zou zijn? Wat het CDA betreft bevestigt dit in ieder geval nog een keer hoe belangrijk het is dat we afkomen van dit imago van deze stad als een soort drugswalhalla. Tot slot nog een ander aspect. We werden natuurlijk geconfronteerd met een gruwelijk misdrijf met de zwaarste typen automatische vuurwapens, oorlogswapens eigenlijk. Dat moet stoppen. Wij hebben net nieuwe cijfers gekregen. Ik ben er ook blij mee dat de politie er bovenop zit, op die facilitators. Maar het gaat niet alleen om de handel, het gaat ook om het bezit zelf. Als je met een doorgeladen AK47 door de stad rijdt en je wordt aangehouden met dit soort wapens, dan kun je er volgens mij wel van uitgaan dat diegene van plan is een moord te gaan plegen. Anders doe je dat niet. Je kunt op dit moment in principe alleen worden vervolgd voor verboden wapenbezit. Ik heb er even de richtlijnen van Openbaar Ministerie en de strafmaat op nagekeken. Je krijgt dan een aantal maanden cel. De richtlijn is misschien twaalf maanden — terwijl je rondrijdt en het duidelijk is dat je van plan bent een moord te gaan plegen. Ik vind die strafmaat echt te laag. Zeker als het gaat om die geharde criminelen. Als het gaat om recidive, dus als je meerdere keren met doorgeladen vuurwapens wordt aangetroffen, dan nog kun je maar een paar jaar cel krijgen. Maar ook de jongeren over wie de heer Mbarki sprak, die misschien een hele snelle ontwikkeling hebben doorgemaakt, die worden ingezet om ervoor te zorgen dat ze niet meer terug kunnen na zo'n daad te hebben gepleegd, dus degenen die nog niet eens bij de Top600 zitten, die moet je ook langer van straat kunnen 35 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen halen als ze eenmaal worden aangetroffen met die wapens. Nu we toch bezig zijn met een lobby, zou ik willen voorstellen bij de minister ook aan te geven dat wij prijs zouden stellen op het verhogen van maximumstraffen voor het bezit of het voorhanden hebben van automatische vuurwapens, categorie 2 van de Wapenwet. Daartoe heb ik een motie samen met de VVD. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen. 74° Motie van de leden Boomsma en Poot inzake de strafmaat voor het bezit van automatische vuurwapens (Gemeenteblad afd. 1, nr. 156) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — het Rijk mede namens de Amsterdamse gemeenteraad dringend te verzoeken om de maximale strafmaat voor het bezit van automatische vuurwapens (categorie 2 in de Wet Wapens en Munitie) te verhogen van maximaal 4 jaar naar maximaal 8 jaar. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de waarnemend burgemeester de heer Van Aartsen voor de beantwoording van de vragen en de preadvisering van de moties. Waarnemend burgemeester de heer VAN AARTSEN: Laat ik beginnen met waarmee de heer Mbarki ook begon; de vreselijk tragische, dramatische, afschuwelijke moord op Wittenburg waar de jonge Mohammed omkwam, gewoon werd vermoord. Het is absoluut voor Amsterdam — en dat was misschien al eerder zo — het moment om richting Binnenhof het nodige te gaan doen. Ik vermijd meestal Den Haag omdat dat verwarring kan wekken. Het gaat uiteraard om onze nationale regering daar waar het de capaciteit van de politie aangaat. Eigenlijk heeft dit debat twee pijlers: de ene pijler heeft te maken met de capaciteit van de politie. Ik ga niet herhalen wat daarover in diverse brieven de afgelopen twee jaar is gezegd. Ik ga ook niet datgene herhalen wat de hoofdcommissaris daarover heeft gezegd. Ik ben het uiteraard met hem eens en dat heeft u ook kunnen lezen in de brief over de veiligheidscijfers over het voorjaar. Daarbij zeg ik opnieuw wat ik ook bij de persconferentie heb gezegd: Mooi. Een compliment ook voor politie en OM dat de cijfers een goede richting uitwijzen. Eigenlijk zeggen die cijfers veel, maar ze zeggen nog niet alles. Het is niet goed om het immer over cijfers te hebben, maar ook over datgene wat de Amsterdammers en de mensen voelen ten aanzien van de veiligheid in de stad. Ook daar zie je redelijke cijfers als je kijkt naar slachtofferschap. Ik heb in de persconferentie gezegd: dat verhaal kun je absoluut niet vertellen aan degenen die een moord hebben meegemaakt zoals de ouders van Mohammed en die anderen die vreselijke criminele feiten hebben moeten ondergaan. Ik wil eerlijk zijn. Dat poog ik altijd te wezen. Ik ben wel onder de indruk van datgene wat van de zijde van de heer Groot Wassink is gezegd. Die zei duidelijk: die route richting het Binnenhof, daarvan is het succes ongewis. Ik zal u zo dadelijk zeggen wat naar mijn oordeel daaraan moet gebeuren zonder dat ik dan ook kan zeggen dat dat de oplossing is. Dat zal die misschien ook niet zijn. Maar het is zo, omdat het al is gebleken. De burgemeester, mijn voorganger, heeft een hele heldere brief geschreven tijdens de kabinetsformatie van het huidige kabinet. Er is 267 miljoen euro gekomen. Dat wijkt in hoge mate af van het bedrag dat alle regioburgemeesters en Openbaar Ministerie ter voorbereiding van de formatie van een nieuw kabinet hadden neergelegd bij de 36 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen onderhandelaars. Daar ging het dus over een bedrag dat tegen de 1 miljard euro aan liep. Dat hebben we niet zomaar op een achternamiddag opgeschreven, maar daaraan ligt zeer grondig onderzoek ten grondslag. Helaas hebben we allen in Nederland moeten constateren dat zelfs dat pleidooi van Openbaar Ministerie en regioburgemeesters kennelijk niet hoog op de tafel van de onderhandelaars heeft gelegen. Er is dus een bedrag van 267 miljoen euro vrijgemaakt en dat wijkt af van datgene wat nodig is. Lukt het om het Binnenhof nu in beweging te krijgen? Ik kan u niet zeggen of dat zal lukken, maar ik vind wel, en ik heb daartoe het initiatief al genomen, want ik tref iets aan, ik tref meer aan in deze stad, en het gaat gebeuren op zeer korte termijn met de minister van Justitie en Veiligheid, met de korpschef, de baas van de politie in beheerstechnische zin, en uiteraard met onze hoofdcommissaris en met mij. Er gaat zeer binnenkort overlegd worden over al die elementen die ook in de motie die u praktisch allen ondersteunt, is neergelegd. Ik zal dat in alle helderheid doen. Dat zal de minister overigens niet verbazen, want ik heb al enig contact met hem gehad. Ik sta nu eenmaal in deze discussie wel bekend als iemand die ook in zijn vorige functie telkenmale heeft aangedrongen op meer capaciteit bij de politie. Ik denk dat het nu moet, zeker ziende de situatie van Amsterdam en als je naar de intellectuele kant van het verhaal kijkt, dan heeft Amsterdam gewoon een heel goed verhaal. Ik verwijs opnieuw naar de elementen in de motie van de heer Van Dantzig. Zelfs als de minister op zeer korte termijn meer manschappen, vrouwschappen ter beschikking zou stellen, dan nog lopen die niet binnen nu en een jaar in de stad. Daarover zal overigens ook gesproken moeten worden — en dat is een beetje een oud thema van zowel de hoofdcommissaris hier alsook van mij — over het hele opleidingssysteem van de Nederlandse politie. Door de manier waarop we de politiemensen op dit moment opleiden, heb je een lang traject nodig. Het is uiteraard nodig dat ze goed zijn opgeleid, maar je kunt daarnaar nog eens kritisch kijken en daarbij zou een Amsterdams element dat de afgelopen jaren ook al in discussie is geweest, kunnen helpen, namelijk dat je ook Amsterdam de gelegenheid geeft opleidingskorps te zijn. Of dat kan, of dat zou kunnen lukken, dat kan ik u niet garanderen, maar u kunt er wel van verzekerd zijn dat ik hier in alle helderheid zal opereren. Maar de minister, dat moet u ook beseffen, zit kort in dit ambt. Hij is een zeer bekwaam minister, maar hij heeft wel een regeerakkoord meegekregen waarbij hij onvoldoende geld van deze coalitiepartijen heeft meegekregen. Dat zal voor hem een probleem vormen. Wij zouden hem daarover wellicht wat suggesties kunnen doen. Als u het niet erg vindt, dan bewaar ik dat toch echt voor mijn gesprek met minister Grapperhaus dat zeer binnenkort zal plaatsvinden in de samenstelling zoals ik u die noemde. Dat is pijler 1. De tweede pijler is wat ik zou willen noemen, en misschien doet dat u denken aan iets als sociale vernieuwing. Ik heb daarover ook iets gezegd bij het debat dat we hebben gehad bij die afschuwelijke moord op Wittenburg. En ik denk dat degenen die daarover hebben gesproken — en de heer Peters noemde dat de zachte kant van het hele verhaal — dat dat zeer veel aandacht zal vergen. Dat heb ik al bij het debat gezegd dat we over Wittenburg hadden. En dan gaat het inderdaad over vraagstukken waarover de heer Mbarki het had, over onderwijs, over de manier waarop we omgaan met juist kwetsbare jongeren in deze samenleving, en die zijn er helaas in bepaalde delen van deze stad en dan denk ik ook aan jongeren met een zekere psychische problematiek. En dat zal ook van u en ziende naar de formatie hier in Amsterdam na 21 maart absoluut hoog op de agenda moeten komen. Dat is het element dat ook in de motie zit van de heer Mbarki, dacht ik, omdat hij ook vraagt om een sluitende aanpak. Hij heeft duidelijk gemaakt wat hij eigenlijk met die sluitende aanpak bedoelt. Het is aan u, want de motie vraagt ook een expertmeeting. Hij noemt een aantal participanten. Het is volgens mij aan u om te besluiten dat te doen. Het enige wat ik daarover zou willen zeggen, is dat het ongelooflijk 37 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen belangrijk is zo'n expertmeeting heel goed voor te bereiden. Als het een expertmeeting is waar men bij zit, waar u een aantal deskundigen spreekt en vervolgens is aan het einde van de dag de conclusie dat het een mooie expertmeeting was, dan is er niet echt iets uitgekomen. U zult moeten nadenken over de timing, over wanneer u dat exact wilt doen. Ik geloof dat de heer Mbarki zei, nog in deze periode van deze raad. Hoe u die timing ziet, dat laat ik verder aan u. Nogmaals, ik dring wel aan op een goede voorbereiding van een dergelijke expertmeeting en daarbij kunnen wij uiteraard helpen. Laat ik dus zeggen, de kant van de sociale vernieuwing — ik kom daarop omdat ik indertijd met de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Dales, en de projectleider de heer Schaefer heb gewerkt aan het project Sociale vernieuwing. Het is voor mij altijd een voorrecht geweest om de heer Schaefer te hebben gekend en een stukje met hem mee te hebben mogen lopen ten aanzien van vraagstukken als deze. De tijd is anders. De noodzakelijke maatregelen zullen anders zijn. Er is echter wel heel veel energie voor nodig. Datzelfde geldt voor hoe en waar we de politie kunnen helpen — als ik bij mevrouw Poot kom die een aantal behartenswaardige opmerkingen heeft gemaakt. Zeker, dat kan. En dat heb ik al een aantal malen zowel hier als in de raadscommissie gezegd. Als we naar de hele handhaving- en toezichtkant kijken, dat speelt dat de komende jaren op allerlei fronten, ook op het punt van opleiding. Hebben we nu de goede mensen? We hebben heel veel goede mensen daarin, maar heb je nog niet iets extra's nodig, extra kennis en expertise? Daar zal ook een bedrag aan hangen en het zal volgens mij noodzakelijk zijn dat er bij de formatie van een nieuw college absoluut nieuw geld moet komen. Ik was kort binnen en ik heb gezegd: wat nu noodzakelijk is, is dat we tijdig, dus in ieder geval voor de 21° maart met elkaar nadenken en ook met wethouder Choho, wat we nu eigenlijk de komende 4 à 5 jaar in Amsterdam op dit punt nodig hebben, wat dus een aanvulling is op datgene wat we hebben. Laat ik een voorbeeld noemen. Het Binnenstad Offensief. Die discussie, die is succesvol. Je kunt er allerlei kritische kanttekeningen bij plaatsen, maar toch helpt het. Maar goed, daar zitten nu ongeveer 47 handhavers en 47 politiemensen. Dat zou meer kunnen zijn. Maar voorlopig is het denk ik verstandig die verhouding 47:47 te houden om de doodeenvoudige reden dat je de politie ook nog heel hard nodig hebt in dit kader. Dat heb ik ook in de driehoek besproken. Het is ook moeilijk voor de hoofdcommissaris, want dat betekent dat je de 47 man die je inzet in het Binnenstad Offensief, niet elders kunt inzetten. Dat is het probleem. Dat heeft dus met de capaciteit te maken. Daarmee worstelt de driehoek zo ongeveer wekelijks, want daar waar je ergens prioriteit aan geeft, dan kun je dat niet op andere punten doen. Een ding moet duidelijk zijn: daar waar het gaat over de drugscriminaliteit, verdovende middelen en de afschuwelijke moordpartij en datgene wat er op dit gebied al is gebeurd, is absolute prioriteit voor Openbaar Ministerie en de politie. Op de zaak van Wittenburg zitten tientallen rechercheurs. Die haal je dus weg uit andere operaties, andere onderzoeken. Dat kan niet anders. Dat moet, want het heeft de grootste prioriteit om deze criminelen te pakken en te veroordelen zoals ook is gebeurd, en ik geloof dat de heer Mbarki eraan herinnerde, met degenen die in de Staatsliedenbuurt hebben geopereerd. U vroeg ook hoe het nu zit met cameratoezicht. Ik begrijp uw vraag niet helemaal, want over het gemeentelijk cameratoezicht — er is hier in uw raad vaak over gesproken, niet in mijn aanwezigheid nog, maar dat gaat ook nog gebeuren, geloof ik — daar gaat de burgemeester over. En ik ben een groot voorstander van cameratoezicht. Dat is niet iets wat wordt geïnitieerd door de stadsdelen. We betrekken uiteraard de stadsdelen er wel bij. Dat doet we met heel veel dossiers. Maar de burgemeester gaat erover. Ik dacht dat u mij vroeg of ik dan niet meer bevoegdheden op dat punt nodig heb. Op zich is dat dus niet nodig. Het is wel belangrijk dat hier in deze raad een keer wordt nagedacht over de manier waarop we met dat cameratoezicht omgaan. Daarover heeft u opvattingen; 38 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen daarover heb ik opvattingen. Dat zal denk ik ook een zaak zijn die in de komende raadsperiode veel accenten en aandacht en wellicht ook nieuw beleid vergt. (Mevrouw POOT: Het doel van de VVD en het CDA was te kijken of u in ieder geval voor deze situatie meer mogelijkheden en bevoegdheden nodig heeft voor cameratoezicht om de politie te ontlasten. Als u zegt: ‘dat is niet zo’, dan trekken we de motie in. Als u zegt: ‘daarover wil ik toch nadenken’, dan moeten we het daarover in de tweede termijn even hebben.) Op dit gebied, en dat heb ik ook terstond gedaan naar aanleiding van de Wittenburgkwestie, daar heb ik terstond cameratoezicht ingezet. Dat heeft tot de vrijdag geduurd. Dat moet dan ook worden geïnstalleerd et cetera. Je moet bedenken waar je die camera's neerzet. Dus ik heb die bevoegdheid. Ik heb wat dat betreft niet meer nodig. Wat wel continu de discussie zal zijn met deze raad, dat voel ik ook, is de vraag of dat nu allemaal moet en of dat wel effectief is. Dat is een debat dat in bredere zin na 21 maart met de nieuwe raad en met het nieuwe college zou moeten worden gevoerd. Op zich kan ik ermee uit de voeten op dit moment. U noemde een aantal strafbare feiten en u zei: kunnen we helpen? Jazeker, alles helpt. Meer ogen helpen ook. Uiteindelijk staan de criminele feiten die u noemde, open voor strafvervolging. En dat kan alleen via politie en Openbaar Ministerie. De heer Boomsma herinnerde aan wat ik kennelijk in de NRC heb gezegd. Ik controleer nooit, nooit interviews. Ik heb ook niet gezien wat ze ervan hebben gemaakt. Dat is een heerlijke wetenschap als je dat niet doet. Maar ik zal ernaar kijken. Er is overigens ook een artikel in de NRC en dat heb ik wel gezien, waarin een aantal mensen, ik dacht politiemensen uit andere delen van het land, zeggen dat er misschien ook in Amsterdam nog eens breder nagedacht zou kunnen worden. Als ik in die zin uw opmerkingen mag opvatten, dan denk ik dat het ook een kwestie is waarover in een nieuwe collegeperiode en een nieuwe raadsperiode echt een discussie zou moeten worden gevoerd. Nogmaals, op dit moment kan ik doen wat ik wil en ik ben ook heel dankbaar voor het feit dat de raad de inzet op Wittenburg meteen heeft gesteund, maar het is wel een vraagstuk waarbij de burgemeester iets meer leiding vanuit uw raad zou kunnen hebben. Ik doe wel een beroep op u om een aantal vraagstukken zeer fundamenteel bij de formatie van een nieuw college te bespreken. Zeker, het is zoals de schrijvers in de NRC zeiden. Terecht heeft men heel veel aandacht voor alle drukte in de stad en alles wat er in deze stad gebeurt. De hoofdstad is wel de hoofdstad van het land en die heeft wat dat betreft alle trekken van een internationale stad. Maar de drukte heeft ook achtergronden. Ik denk dat het goed zou zijn om daarover met zijn allen een keer goed na te denken. En misschien kan dat ook in die expertmeeting. (De heer BOOMSMA: Ik hoor dat de burgemeester zegt dat hij het op prijs zou stellen als een nieuwe raad vanuit die raad wat meer leidinggeeft en de burgemeester ondersteunt in het beteugelen van dit probleem. Alleen, ik begrijp nog niet zo heel goed wat hij daarmee bedoelt en ik zou graag weten hoe wij dat dan zouden kunnen doen en op welk vlak precies.) Ik doe een oproep aan u. Ik moet wel mijn taak, mijn positie wel goed zien als waarnemend burgemeester. Er zal hier een nieuwe samenstelling van de raad zijn en mijn oproep is dus: discussieer daarover goed. Ik wil mij geen seconde aan de politieke machinerie hier in de raad opdringen, geen seconde, behalve datgene wat ik formeel moet doen. Het zou denkbaar kunnen zijn dat de burgemeester juist voor dit soort elementen erbij wordt betrokken of dat zijn mening misschien wordt gevraagd bij de 39 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen onderhandeling. Ik geloof dat die methode wel eerder in Amsterdam is toegepast. In ieder geval was dat wel de methodiek in de gemeente Den Haag. (De heer BOOMSMA: Dat lijkt me een goede suggestie om de burgemeester daarbij te betrekken. Maar het gaat om leidinggeven en dan gaat het ook om de vraag hoe wij die drugscriminaliteit en die specifieke problematiek die samenhangt met het toerisme beter vanuit de gemeenteraad kunnen beteugelen.) Dat is inderdaad een aspect waarover nagedacht zou moeten worden. Naar mijn mening, althans. Ik ben wat dat betreft heel voorzichtig, want in uw raad wordt daarover mogelijkerwijs iets anders gedacht. Zoiets heb ik denk ik ook tegen de NRC gezegd, wat op een bepaalde manier is verwoord. Ik weet dat ik me hier op glad ijs begeef, maar ik wil het toch zeggen. Het speelt wel in mijn achterhoofd. Het is misschien goed om u dat dan ook gewoon duidelijk te zeggen. Dan weet u ook wat u aan mij heeft op dit punt. Even zien, dan komt ik bij de kwestie van de motie over zware wapens. De motie van de heer Mbarki, daarover heb ik gezegd wat ik heb gezegd ten aanzien van de expertmeeting. Doe het met een hele gedegen en goede voorbereiding zodat er echt iets tastbaars uit kan komen. De motie over de efficiënt inzetbare politiecapaciteit, ik begreep dat daarover nog zou worden nagedacht. De heer Van Dantzig had opmerkingen over die efficiency in de richting van mevrouw Poot. Dat is iets wat we soms dagelijks, maar in ieder geval wekelijks bespreken in de driehoek. U noemt ook projecten in andere Nederlandse steden. Ik denk dat Amsterdam wat dit betreft wel zeer uniek is. Ik weet niet of dat zo’n grote bijdrage zou kunnen leveren. Ik vind het wat moeilijk een oordeel over deze motie te geven nu ik het idee heb dat daarover nog wordt nagedacht. (Mevrouw POOT: Om het iets simpeler te maken: in overleg met de heer Van Dantzig zijn de woorden efficiency geschrapt omdat die een verkeerd idee zouden geven. Het gaat ons erom — en ik snap dat dat natuurlijk ook gebeurt — nog een keertje met elkaar te kijken of we op een zodanige manier de informatie met elkaar kunnen delen, dat dat wat helpt.) De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 151) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen. 75° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de actualiteit over politie- inzet tegen drugsbazen (Inzet beschikbare politiecapaciteit) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 152) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in overleg met alle relevante partijen, waaronder politie, Openbaar Ministerie en Justitie, te onderzoeken en inventariseren op welke manieren de beschikbare politiecapaciteit kan worden ingezet; — daarbij te leren van projecten op dit gebied in andere (Nederlandse) steden en de resultaten van het informatie-gestuurd handhaven binnen de Rve Handhaving en Toezicht; — de gemeenteraad over de uitkomsten te informeren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. 40 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Waarnemend burgemeester VAN AARTSEN: Dan is een belangrijk deel van mijn bezwaar tegen die motie weggenomen. Ik had hetzelfde bezwaar als de heer Van Dantzig. Ik schrok er een beetje van, want dat doen we dus. Het is een kwestie van permanentie. Dat is niet iets wat we een keertje doen. Het zal ook zeker weer aan de orde zijn in het kader van het opstellen van het regionaal veiligheidsprogramma. Dan de motie over de politie-inzet tegen drugsbazen. Ik begreep dat u daarover ook nog moet nadenken, maar die motie zou ik als een overbodige motie willen beschouwen. Dan de motie over de politie-inzet tegen zware criminaliteit. Die motie kan ik geheel onderschrijven. Die helpt — met de kanttekeningen die ik daarbij heb gemaakt van de positie van de minister van Justitie. Er is alleen een probleem met de een-na-laatste bullet om een overzicht te maken van naar hoeveel zware criminaliteit geen onderzoek kan worden gedaan. Dat is een vraag die ik niet kan beantwoorden; die is aan het Openbaar Ministerie. Bovendien zit daaraan een aantal aspecten waarvan ik zeker weet dat men zal zeggen dat niet publiek te gaan delen. Ik zou u willen verzoeken dat element uit de motie te halen, omdat de kans dat u niet krijgt wat u wilt hebben, zeer groot is. (De heer VAN DANTZIG: Deze motie is vooral bedoeld om de burgemeester in stelling te brengen en hem te helpen. Dat kan wat mij betreft op twee manieren. De burgemeester zou kunnen vragen wat voor inzet hij zou kunnen geven met een slag om de arm. Als het niet kan, dan kan het niet en dan zullen wij u er niet op afrekenen. Als u zegt dat u daarmee ook niet uit de voeten kunt, dan pak ik nu de pen en dan haal ik de bullet door.) Ik zou de voorkeur geven aan dat laatste, maar dan moet u daarover met uw medeondertekenaars nadenken. Daar geef ik u uiteraard de tijd voor. (De heer VAN DANTZIG: Er rent nu niemand naar mij toe, dus dan ga ik die bullet doorstrepen.) Zoals gezegd, ik heb al heel snel na mijn aantreden als waarnemend burgemeester het contact gezocht met de minister van Justitie en Veiligheid ziende naar de situatie in Amsterdam. Dat wil ik toch nog een keer zeggen. Dat is mede de reden toen dit aan de orde kwam bij de commissievergadering, dat ik daarop niet direct heb gereageerd, omdat ik dacht: ik wil nu eerst eens kijken wat daaruit rolt. De motie-Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink, Peters, Boomsma, Van Lammeren en Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 154) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen. 76° Motie van de leden van Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink, Peters, Boomsma, Van Lammeren en van Soest inzake politie-inzet tegen zware criminaliteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 155) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — het Rijk mede namens de Amsterdamse gemeenteraad dringend te verzoeken een substantieel aandeel van de extra vrijgekomen middelen voor de politie, terecht te laten komen bij Amsterdamse eenheden; — de minister van Justitie en Veiligheid te verzoeken nog dit jaar duidelijkheid te geven over welk deel van de extra vrijgekomen middelen ten goede zal komen 41 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen aan het Amsterdamse politiekorps, en hoeveel agenten en rechercheurs dit zal opleveren; — bij deze verzoeken de in de overwegingen van deze motie geleverde argumenten aan te dragen; — dit overzicht bij het verzoek om meer politiecapaciteit in Amsterdam te voegen en aan de raad toe te sturen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. Waarnemend burgemeester VAN AARTSEN: Ik wil de heer Boomsma toezeggen dat we in het gesprek dat we hebben met de minister van Justitie en Veiligheid, want u heeft het geschetst, dat mensen met dit type wapens in Nederlandse steden kunnen rondrijden en dan ook in Amsterdam, dat verzoek overbrengen. Het is uiteraard niet een zaak waar de Amsterdamse raad echt over gaat. Dat weet u ook. Ik denk dat de minister, ik geloof dat hij twee weken geleden een interview heeft gegeven aan een van de dagbladen, op een ander onderwerp dat hij dacht aan verhoging van de strafmaat. Daar kan ik dan in ieder geval bij aanhaken. (De heer BOOMSMA: Met die toezegging kan ik genoegen nemen en dan trek ik de motie terug.) De motie-Boomsma en Poot, (Gemeenteblad afd. 1, nr. 156), ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Dat was de beantwoording en de preadvisering. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot. Mevrouw POOT: Ik heb nog twee zaken voor de administratie. Kan dat via de interruptiemicrofoon? Dat gaat over het intrekken van de motie over het cameratoezicht en de discretionaire bevoegdheid van de burgemeester. Dat is motie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 150). De waarnemend burgemeester gaf aan dat zijn bevoegdheden daarin voldoende zijn. En bij de motie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 152) ben ik vergeten te melden dat de heer Van Dantzig deze ook meetekent. De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 150) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 152) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen. 77° Motie van de leden Poot, Boomsma en Van Dantzig inzake de actualiteit over politie-inzet tegen drugsbazen (Inzet beschikbare politiecapaciteit) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 153) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in overleg met alle relevante partijen, waaronder politie, Openbaar Ministerie en Justitie, te onderzoeken en inventariseren op welke manieren de beschikbare politiecapaciteit kan worden ingezet; 42 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen — daarbij te leren van projecten op dit gebied in andere (Nederlandse) steden en de resultaten van het informatie-gestuurd handhaven binnen de Rve Handhaving en Toezicht; — de gemeenteraad over de uitkomsten te informeren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. Het woord is aan de heer Groot Wassink voor een stemverklaring. De heer GROOT WASSINK (stemverklaring): De fractie van GroenLinks zal de motie-Poot, Boomsma en Van Dantzig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 153) niet steunen, omdat wij niet zien wat dit nog toevoegt aan datgene wat de waarnemend burgemeester reeds heeft toegezegd. Aan de orde is de stemming over de motie-Mbarki, Van Dantzig, Peters, Boomsma, Poot en Groot Wassink (Gemeenteblad afd. 1, nr. 149). De motie-Mbarki, Van Dantzig, Peters, Boomsma, Poot en Groot Wassink (Gemeenteblad afd. 1, nr. 149) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Mbarki, Van Dantzig, Peters, Boomsma, Poot en Groot Wassink (Gemeenteblad afd. 1, nr. 149) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Boomsma en Van Dantzig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 153). De motie-Poot, Boomsma en Van Dantzig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 153) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Boomsma en Van Dantzig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 153) is aangenomen met de stemmen van de SP, Partij voor de Dieren en GroenLinks tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink, Peters, Boomsma, Van Lammeren en Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 155). De motie-Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink, Peters, Boomsma, Van Lammeren en Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 155) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink, Peters, Boomsma, Van Lammeren en Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 155) met algemene stemmen is aangenomen. 10A 43 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Actualiteit van de leden Groot Wassink en Van Dantzig inzake het initiatief kiesdeburgemeester.nl (Gemeenteblad afd. 1, nr. 144) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groot Wassink. De heer GROOT WASSINK: Er wordt de laatste tijd veel gesproken over een gekozen burgemeester, de wenselijkheid daarvan en hoe dat dan te organiseren. In de Tweede Kamer heeft dat ertoe geleid dat men recentelijk heeft aangenomen de manier waarop de burgemeester wordt benoemd, uit de Grondwet te schrappen. Dat is nog een lang traject, want dat gaat nog naar de Eerste Kamer zoals u weet. Maar daarover wil ik het helemaal niet hebben. En ik wil het eigenlijk ook inhoudelijk helemaal niet hebben over de petitie die in deze stad is gestart. Zoals u weet, is het een petitie om de zeggenschap van Amsterdammers bij de benoeming van de nieuwe burgemeester te vergroten. Als Groenlinks staan wij daar positief tegenover en we zien ook dat deze petitie tot enig enthousiasme leidt. Ik zeg het maar even voorzichtig. De mate waarin enthousiasme bestaat, is moeilijk te definiëren, maar ik zeg enthousiasme, omdat de petitie in korte tijd ruim is ondertekend. Ik zou eigenlijk vooral van de waarnemend burgemeester willen weten op welke termijn dat gaat spelen, want ik begrijp dat het voorstel nu formeel wordt ingediend, het gaat naar de referendumcommissie, er staan natuurlijk vaste termijnen voor. Juist omdat hiervoor enthousiasme bestaat en omdat wij zelf allemaal hechten aan snel duidelijkheid in deze kwestie, omdat het iets is wat de stad bezighoudt, vraag ik de waarnemend burgemeester op welke termijn we duidelijkheid kunnen krijgen vanuit het college, vanuit de referendumcommissie over de mogelijkheden en de onmogelijkheden van dit initiatief. Ik denk dat dat voor zowel de indieners als voor Amsterdammers als ook voor de rust in deze raad bevorderlijk is. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig. De heer VAN DANTZIG: Sinds de eerste Gemeentewet van 1851 is er een hoop veranderd in het gemeentebestuur. Er is ook een hoop verbeterd, maar de gekozen burgemeester — daarmee zijn wij eigenlijk een van de weinige landen waar dat niet zo is. Nederland is in ieder geval nog niet zo ver. U weet van mijn partij dat we dat tamelijk bizar vinden. Maar goed, ik zal hier geen Tweede Kamertje gaan spelen, noch uitgebreid ingaan op hoe een burgemeester een steeds bepalender rol speelt en meer bevoegdheden krijgt in onze samenleving. En ook zijn burgemeesters steeds meer het gezicht van onze gemeenten geworden en is hun rol veranderd als het gaat om openbare orde en veiligheid. Het standpunt van mijn partij is inmers glashelder. Zoiets belangrijks als een burgemeester laat je eigenlijk niet over aan politieke achterkamertjes. Daarvoor is een sterke democratische legitimatie nodig en uiteindelijk moet een burgemeester ook gewoon democratisch worden beoordeeld op zijn prestaties. Er gloort hoop, want op dit moment gaat de Eerste Kamer zich erover buigen en de benoeming van de burgemeester deconstitutionaliseren. Een mooi woord. Dat wilde ik hier graag een keer gebruiken. Zo lijken we als een van de laatste landen ook over de streep te gaan. Dat gaat een paar dappere Amsterdammers niet snel genoeg. Ze zijn een petitie gestart om met wat creatieve fondsen in Amsterdam alvast te beginnen met het democratisch maken van de selectieprocedure van een nieuwe burgemeester. Ik vind dat mooi. Dat is dan een verandering waarbij we een van de laatsten zijn en daar willen Amsterdammers dan weer het eerste mee zijn. Typisch Amsterdams en vanuit de fractie is er dan ook heel veel lof voor de initiatiefnemers. Maar dan komt er toch een maar. Ik wil voorkomen dat we verblind door enthousiasme zaken verkeerd gaan regelen of bij 44 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Amsterdammers verkeerde verwachtingen wekken. Tussen droom en daad staan wetten in de weg en dan schieten we ons doel voorbij. Ik zal daarom een aantal kritische vragen stellen over het initiatief aan de burgemeester, waarop ik nu niet per se antwoord verwacht. Ik denk dat dat secuur moet en waarschijnlijk moet de burgemeester zich daarover buigen, wellicht zelfs advies inwinnen en ook aan de referendumcommissie voorleggen hoe het zit. Maar mijn eerste en belangrijkste vraag is hoe de voorstellen in het initiatief zich verhouden tot de Grondwet en de Gemeentewet. Een andere vraag is of de gemeenteraad bevoegd is om bekendmaking op te nemen als harde eis. Is de gemeenteraad wettelijk bevoegd kandidaten die niet bereid zijn zich bekend te maken, die niet bereid zijn onderwerp te worden van een burgerraadpleging, alleen om die reden niet aan te bevelen aan de minister? En hoe denkt de burgemeester dat de minister het beoordeelt als de gemeenteraad zijn aanbevelingen voor een nieuwe burgemeester doet, louter en alleen gebaseerd op een burgerraadpleging? Ik hoop dat er snel duidelijkheid is voor de initiatiefnemers en dus voor de Amsterdammers want dan kunnen we dit initiatief op waarde beoordelen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Moorman. Mevrouw MOORMAN: Ik twijfelde een beetje of ik het nu logisch vond dat we een actualiteit hadden, want er is gewoon een initiatief ingediend. Daar is de PvdA ontzettend voor en dan gaan we altijd volgens de normale procedure naar de Referendumcommissie om te kijken wat daarop de reactie is. Volgens mij hebben we daarvoor helemaal geen actualiteit nodig. Het geeft een beetje de indruk alsof de actualiteit vooral benoemd was om nog eens een keer te benadrukken dat we een gekozen burgemeester willen hebben. Laat ik duidelijk zijn: dat wil ik ook. Dan heb ik dat tenminste gezegd. Verder ben ik inderdaad heel erg nieuwsgierig of we nog voor de verkiezingen een reactie gaan krijgen van de Referendumcommissie en ik hoor graag de beantwoording daarop van de waarnemend burgemeester. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ruigrok. Mevrouw RUIGROK: Ik sluit me voor een groot deel aan bij de woorden van mevrouw Moorman. Ook ik vraag me af waarom we deze actualiteit nu hebben, maar ik heb toch een variant op de woorden van mevrouw Moorman, want wij zijn als Amsterdamse VVD niet voor een populariteitspool, maar we willen wel graag de Amsterdammer betrekken bij het verkrijgen van informatie over wat men zoekt in een burgemeester, het profiel. Maar natuurlijk wil ik ook graag weten hoe het proces verder loopt en wat er gaat gebeuren met de indieners van dit referendum. De VOORZITTER geeft het woord aan de waarnemend burgemeester voor de beantwoording van de vragen. Waarnemend burgemeester VAN AARTSEN: Ik kan, denk ik, vrij kort zijn. Uiteraard heeft het college kennisgenomen van het initiatief. U kent zelf ongetwijfeld de verordening. De verordening schrijft voor dat we over zaken die dit aangaan, de Referendumcommissie om advies vragen. Die brief richting Referendumcommissie is afgelopen dinsdag vastgesteld in het college. Wij vragen de Referendumcommissie zonder leading questions, maar gewoon of dit gegeven, de Gemeentewet, de verordening in Amsterdam mogelijk is. Daarover moet de commissie zich onder leiding van professor 45 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Voermans uitlaten. We hebben in de brief gevraagd — en dat is overigens wel enigszins in afwijking van de verordening, want volgens de verordening heeft de commissie daar zes weken voor — of het mogelijk zou zijn dat de commissie ons over drie weken een advies kan geven. Dan is het dus aan het college om met een voorstel, voordracht heet dat hier, richting uw raad te komen naar alle waarschijnlijkheid gebaseerd op dat advies van de Referendumcommissie. Als ik goed reken, dan zou dat inderdaad kunnen voor de verkiezingsdatum van 21 maart. Maar ik weet dat uiteraard ook niet. We hebben de commissie gevraagd dat snel te doen. Ik denk dat dat ook in het belang is van het vraagstuk dat hier speelt om allerlei redenen. Ik denk dat het college zeker vlot kan handelen, maar ik kan professor Voermans ook geen termijnen voorschrijven. Nogmaals, ze weten dat het belangrijk is hiermee enige haast te maken. Ik denk dat dat vooral is wat u bepleit. U begrijpt dat ik niet nader zal ingaan op de vragen die de heer Van Dantzig stelde. De VOORZITTER: Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de actualiteit. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. 11 Kennisnemen van de beleidsregel ‘Geluid bij evenementen in Amsterdam’, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn ‘Duurzaamheid Evenementen’ in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130) en 16 Instemmen met de aanleg van een energievoorziening voor het evenemententerrein Amsterdamse Bos en het beschikbaar stellen van een rendabel krediet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 88) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. De heer VAN LAMMEREN: Vandaag ligt het evenementenbeleid voor aan de gemeenteraad, een beleid dat formeel tot de bevoegdheid van de burgemeester behoort. Dat betekent dus ook dat de burgemeester dit beleid kan doorvoeren. De vraag die wij in de commissies hebben gesteld, is wat nu nog de invloed van de gemeenteraad op dit evenementenbeleid is. Dit beleid heeft impact op hoe wij met de groene ruimte, onze parken in de stad omgaan. Het is voor deze waarnemend burgemeester een lastig dossier, want het dossier speelt al een aantal jaren en onze waarnemend burgemeester heeft ook gezegd in principe van plan te zijn door te voeren wat met alle experts tot stand is gekomen tenzij er echt een meerderheid in deze gemeenteraad op een aantal punten anders denkt. Ik snap die houding. Ik vind het jammer, maar ik snap het. Ik vind het jammer dat we dat dan niet met de volledige burgemeester of hoe je dat dan ook noemt, bespreken — de volgende burgemeester, anyway. Waarom het gaat, is hoe wij met onze parken en met het groen omgaan. De Partij voor de Dieren is waarschijnlijk de grootste criticaster van het plan dat nu voorligt. Ik heb 22 moties. En die moties gaan over de 46 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen hardheid van het geluid, de duur van de evenementen, de tijd van het op- en afbouwen, de duurzaamheid, het uitbreiden van het aantal evenementen en de gevolgen van de evenementen. Deze 22 moties — ik heb er eigenlijk meer, maar we hebben ze ontdubbeld met onze mederaadsleden van andere partijen — die zijn uniek. We zullen ook moties van GroenLinks die we medeondertekend hebben, steunen omdat we dat goede plannen vinden. Het heeft geen zin om dan nog meer moties in te leveren die dubbel zijn. Dus dit zijn ontdubbelde moties. Een aantal moties hebben andere partijen dan weer meegetekend met ons. Het zou zo maar de indruk kunnen wekken dat wij tegen evenementen zijn vanwege dat aantal moties dat we inleveren, maar dat is helemaal niet juist. Ik verzet me echter tegen het vercommercialiseren van onze parken. Ik verzet me tegen de onevenredige overlast die wij op de omwonenden loslaten. Ik verzet me tegen de gevolgen voor onze parken en ik verzet me ertegen dat Amsterdammers in de zomerperiode als deze festivals plaatsvinden, niet meer in hun eigen parken terechtkunnen omdat die vercommercialiseerd zijn. Het gekke van het evenementenbeleid dat hier voorligt, is dat er eigenlijk helemaal niet minder evenementen komen, terwijl de overlast die in de stad wordt ervaren, groeit, groeit en groeit. Het verzet van Amsterdammers tegen evenementen in de parken groeit en dat is terecht. Sinds 2012 praat ik al over de festivalisering van onze stad. De festivalisering van onze parken en de vercommercialisering ten koste van rust in onze stad. Dit staat niet alleen. Als ik kijk naar de bouwambities die sommige partijen hier hebben en er komen partijen bij die nog een grotere bouwambitie hebben, dan wordt de druk op het groen almaar groter. Het allereerste bezwaar, en dat werd ook beantwoord tijdens de expertmeeting, is dat dit festivalbeleid ook nog eens vanuit menscentraaldenken is neergelegd. De gevolgen voor de ecologie, voor de flora en fauna, zijn amper meegewogen. De festivalorganisatoren spelen ook nog eens een oneerlijke strijd. Het persbericht waarin organisatoren zeggen bij 80 dB(C) geen festival meer te kunnen houden en dan weg te gaan, daarbij zeg ik tegen die organisatoren: prima, gaat u alstublieft ergens anders naartoe, want het is veel en veel te luid. Festivalbezoekers dragen oorbescherming omdat de muziek te hard staat. Maar als we voorstellen van 85 dB(C) naar 80 dB(C) te gaan, 5 dB(C) minder aan geluid toe te staan, dan klaagt men steen en been en zegt men onze stad te gaan verlaten. Blijft u maar weg, ZOU mijn boodschap zijn. De moties. Ik zal er een aantal behandelen. De eerste. Er is een hele discussie geweest over hoe hard muziek nu mag staan. Wij vinden 80 dB(C) op de gevel, een technische term, hard genoeg. Meer dan luid genoeg. En als er dan festivals niet georganiseerd kunnen worden, dan is dat jammer, want als het zo hard gaat, gaat dat ten koste van de omwonenden en die moeten worden beschermd. Dit festivalbeleid, het geluidsbeleid, staat vol van uitzonderingsmogelijkheden. En ook die willen wij weghalen. De meteocorrectie moet van tafel. Er is gewoon een norm. Daaraan heb je je te houden. En als je die norm niet haalt, dan zet je de muziek maar zachter. Dat is het uitgangspunt. Het goede van dit voorstel is dat we in dB(C) gaan meten en dat betekent dat de bassen, de zware bassen die echt door alle huizen, door alle isolatie heen trillen, dat die wat meer worden beperkt. We laten echter dB(A) los. Dat vind ik zonde, want je kunt beide normen stellen. Dus ik heb een motie om ook dB(A) terug in te voeren. Ik weet dat GroenLinks die motie ook wilde indienen. Ik mag aannemen dat ik dus steun krijg voor deze motie. Ook de duur van de evenementen is te lang. Hard geluid verstoort nachtrust en ook kortdurende nachtrust. Er zijn wetenschappelijke studies over rondgestuurd die we zeker tot ons hebben genomen. Het betekent dat ook korte nachtrustverstoring gezondheidsschade oplevert. Daarom zeggen wij ook dat 23.00 uur echt de maximumtijd 47 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen is. Mensen in Amsterdam, omwonenden in Amsterdam moeten gewoon ook hun nachtrust kunnen hebben. Als jij als festivalorganisator in de openbare ruimte, in de buitenlucht, te harde muziek wilt draaien, dan mogen wij best aan jou vragen om daar om stipt 23.00 uur mee op te houden. Punt. 23.00 uur. Niet later. Beperk ik daarmee het aantal festivals? Nee. Ik probeer de overlast voor de omwonenden draaglijk te maken. Stel, en het zal ongetwijfeld niet gebeuren, dat al deze moties worden aangenomen, dan is het effect op het aantal festivals dat de afgelopen jaren enorm is gestegen, nog niet eens weg. Maar dit is wat ik het maximaal haalbare acht. Had ik meer zetels gehad, dan had ik strengere moties ingeleverd. Ook de op- en afbouwdagen moeten worden beperkt, want ook dan worden de parken belast, ook dan worden de parken afgezet. Festivals claimen namelijk de tijd in een park, zetten dat park af‚ ook gedurende de op- en afbouw. Dat betekent dus dat openbare ruimten waar de Amsterdammer die die nodig heeft, gewoon die rustoases in deze stad, onbereikbaar zijn en dus moet je die op- en afbouwdagen beperken. (De heer BOUTKAN: Ik heb een vraag over die op- en afbouwdagen. Ik voel heel erg met u mee. We hebben het daarover bij de eerste versie van het evenementenbeleid gehad dat die op- en afbouwdagen zouden worden beperkt. Nu lees ik echter in de beantwoording dat dat ten koste zou kunnen gaan van de veiligheid. Hoe moet ik die twee zaken nu met elkaar wegen? Dus de veiligheid van de mensen die dit op- en afbouwwerk moeten doen.) Dan moet je meer mensen hebben of het slimmer organiseren. Wij kunnen best kaders stellen. Ik bedoel, als het niet lukt, dan hoef je niet in een Amsterdams park een festival te houden. Een park is geen festivalterrein. Dan hoeft het niet zo grootschalig. Drie dagen. Ze hebben drie dagen om het op te bouwen en af te bouwen. Dat moet gewoon voldoende zijn. Punt. (De heer BOUTKAN: Ziet u mogelijkheden om ervoor te zorgen dat die evenementenorganisatoren slimmer gaan samenwerken, het slimmer gaan doen, betere schema's van op- en afbouw zodat het toch kan worden verkort?) Ja, ik mag hopen van wel. Die festivalorganisatoren vragen wat van onze Amsterdamse parken en van onze openbare ruimten en dan mogen wij minimaal iets terugvragen om het zo slim mogelijk te organiseren. Als we die tijd verlengen, geeft dat meer ruimte om nog grotere festivals neer te zetten. Nogmaals, drie dagen, dat is echt heel veel voor een festival van een dag. Ik hoop dat ze slimmer gaan samenwerken. Wij stellen hier de kaders vast. (De heer NUIJENS: Ik denk dat een van de manieren om slimmere samenwerking af te dwingen gewoon is door strengere kaders te stellen, dus in die zin ben ik het eens met de motie van de heer Van Lammeren. Mijn zorg is dan ook niet de veiligheid van de ingehuurde mensen die op- of afbouwen. Daar zou je er meer van kunnen inhuren en dan gaat het wellicht sneller. Mijn vraag aan u is wel of u voor indiening van de motie een kleine wijziging zou willen aanbrengen, namelijk dat bijvoorbeeld Keti Koti, een niet-commercieel evenement dat grotendeels draait op vrijwilligers en die om die reden een langere opbouwtijd hanteren, of u voor niet-commerciële evenementen met een maatschappelijk karakter een iets langere opbouwtijd zou willen hanteren omdat ze op vrijwilligers draaien. Dan heeft u de warme steun van GroenLinks.) Gelukkig hebben we vanavond de stemming en wij zijn altijd meer dan bereid om te kijken of we maatwerk moeten toepassen voor een eventueel evenement. Ik wil echter 48 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen de gevolgen voor de parken en de omwonenden even kunnen wegen. Dus voorlopig handhaaf ik de motie die ik nog moet inleveren. Wellicht komen we nog tot een ander besluit. (Mevrouw BOSMAN: Dan wil ik hier toch nog heel even op doorgaan, omdat ik nu ook hoor dat GroenLinks deze motie wil steunen. Ik begrijp dat het regulier in de bouw betekent dat je niet tegelijkertijd met zware wagens over het terrein kunt rijden terwijl er mensen lopend de boel afbouwen. Dat kan eigenlijk niet naast elkaar bestaan. Vindt u dat die regels ook voor de afbouwers van festivals zouden moeten gelden?) U vraagt of ik vind dat de Arbowetgeving voor iedereen geldt? Wat denkt u zelf? De vraag is dan hoe megalomaan je dat festival wilt hebben. Dat is het echte antwoord natuurlijk. Natuurlijk geldt Arbowetgeving voor iedereen die in Nederland werkt en dus ook voor de festivalbouwers. Maar dat betekent niet dat wij niets aan een festivalorganisator mogen vragen. We hebben het over zeven dagen een park verbouwen tot een festivalterrein in de zomer. Keer drie. Per locatie. In de zomer. Zomer vorig jaar was het geloof ik een of twee dagen. Dus gaat u maar na. Duurzaamheid en de Partij voor de Dieren, en dit is echt wel een persoonlijk speerpunt, ik houd me enorm bezig met de war on plastic. Ik heb het vorig jaar al een keer mogen roepen en ik heb nu gelezen dat het Europese parlement dan ook naar Amsterdam luistert, want die gebruikt nu ook de woorden ‘war on plastic’ en ‘great minds’, maar waarom het gaat is dat wij met wegwerpplastic enorm veel afval produceren. Uiteindelijk — en daar gaan we het vanmiddag ook nog hebben over hebben; geen Amsterdams plastic de zee in — komt plastic altijd via de openbare ruimte, via het water in de zee. En dit is de uitgelezen kans om single use plastic, de wegwerpbekertjes, de rietjes, confetti, lampionnen, tegen te gaan. Single use plastic, wegwerpplastic, heeft niets in een Amsterdams park te zoeken. Dat zou je eigenlijk overal moeten verbieden. U kent mijn voorstel over statiegeld, het eruit filteren, gescheiden afval, maar we moeten uiteindelijk de bron dichtdraaien en daarom heb ik een motie om single use plastic te verbieden bij Amsterdamse evenementen. Je kunt het via statiegeldsystemen regelen. Er zijn allerlei oplossingen voor. Maar wegwerpplastic dat enorm veel vuil met zich meebrengt en dat uiteindelijk in zee terechtkomt en bijdraagt aan de plastic soep, dat zou ik willen voorkomen. Anders hebben we achteraf weer ontzettend veel zwerfafval en dan moeten we het weer opruimen. Ik zeg het elke week opnieuw: u kunt nergens in deze stad 1,5 m lopen zonder dat u een stuk zwerfafval tegenkomt. Ik daag u uit mij een plek aan te wijzen. Daarom deze motie. Maar het gaat ook om de verspilling van voedsel. Ook daaraan moeten we wat doen. We hebben ook nog een motie over het vele bouwmateriaal dat overblijft. Kunnen we dat dan niet ergens anders weer gebruiken in plaats van het in de afvalcontainer te gooien? We hebben van die zomerkampen waar kinderen kunnen timmeren. Die kunnen altijd wel materiaal gebruiken. Kunnen we het dan niet daarvoor hergebruiken? Meer over duurzaamheid. Ik wil geen festivals in ecologische gebieden, simpelweg niet in het Flevopark, niet bij het Gaasperpark. Daarvoor heb ik een motie en als die het niet gaat halen, dan wil ik dat we maximaal 25% van een park afsluiten tijdens een festival. De Amsterdamse parken zijn voor Amsterdammers en die moeten niet tijdens de zomer een commercieel kaartje moeten kopen om een park in te kunnen. Ik vind dat er een maximum is dat we kunnen toestaan aan een festival waarin ze hun festival mogen houden. 49 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Vuurwerk. Geen vuurwerk tijdens het broedseizoen. Daarmee hoeven we festivals niet te beperken, maar vuurwerk heeft tijdens het broedseizoen niets in onze parken te maken. Daarom heb ik ook daarvoor een motie. Momenteel, met al deze moties, heb ik nog niet een festival gestopt. Ik heb ze alleen ingekaderd met hele redelijke eisen. Maar de uitbreiding van een extra festivalterrein, het Ní-terrein heeft niets bij Amsterdam te maken. Overigens wacht de burgemeester van Haarlemmerliede nog steeds op antwoord van de burgemeester — dus ik vraag de waarnemend burgemeester wanneer hij zijn collega gaat antwoorden over het festivalterrein N1. Het uitbreiden met een extra festivalterrein zie ik niet zitten. Er zijn al genoeg festivals. Daarom heb ik een motie om dat N1-terrein niet uit te voeren. Als die motie het niet haalt, dan heb ik een andere motie om daar een omwonendenraad met experts te installeren om de gevolgen te monitoren. Dan de Gaasperplas. Daar is het terrein in drie locatieprofielen opgeknipt. Ik geloof dat dat inmiddels weer is hersteld, maar het aantal was tien grote festivals. Die willen we beperken tot drie. Ook daarvoor heb ik een motie. Dan de allerlaatste motie en die gaat over de gevolgen. Deze raad, uiteindelijk gaat de burgemeester erover, maar deze raad gaat vandaag al dan niet moties aannemen. Ik denk dat deze raad het aan de Amsterdammers verplicht is de effecten van het beleid dat het college voor de festivalseizoenen voor de komende jaren neerlegt, om de effecten van dat eigen beleid te monitoren. Daarom wil ik een onderzoek naar de gevolgen voor de leefbaarheid, de psychisch-sociale gevolgen van festivals op omwonenden. Wat doet dit nu met slapen? Wat doet dit nu met geluidsoverlast? Als u bij het Amsterdamse Bos woont, als u bij een locatie woont waar je het geluid van verschillende festivalterreinen kunt horen, dan zit je gewoon de hele zomer op mooie dagen in de herrie. Dat mogen wij als gemeente best monitoren. (De heer BOUTKAN: Ik heb eigenlijk twee vragen. Volgens mij heeft u in die motie gekoppeld dat u constructief wilt omgaan met de huidige normering zolang het onderzoek nog niet is uitgevoerd. Klopt dat? En mijn tweede vraag is of het een idee zou zijn als we dat onderzoek gaan doen, om daarbij ook de GGD te betrekken.) De GGD erbij betrekken lijkt mij zeer verstandig. Dus, zeker. De Partij voor de Dieren huldigt altijd het voorzorgsprincipe: bij twijfel niet doen. Dus die koppeling dat we voorzichtig moeten zijn, zit erin. (De heer BOUTKAN: Ik wil best wel meevoelen en meeleven met zo’n motie omdat ik het ook belangrijk vind om te kijken wat nu de mogelijke gevolgen zijn, maar ik kan niet zo veel met ‘constructief omgaan met normen’. Wij stellen niet iets vast, maar we geven de burgemeester iets mee. Er wordt iets vastgesteld. Wat bedoelt u daar nu precies mee?) Ik zal u zeggen wat ik daarmee bedoel. Ook tijdens de expertmeeting zeiden ze: Ja, de grens is op 85 dB(C), maar die wordt heel vaak niet gehaald. Dat is echt het maximum, maar dat wordt niet gehaald. Dan is mijn eerste vraag toch: waarom is het dan niet 80 dB(C) als het dan toch niet wordt gehaald? Wij stellen het niet vast, maar dat doet de burgemeester. Wij geven hem wat mee. Het gaat om maxima. Dat is wat ik daarmee bedoel. Maar ik zeg het ook tegen u: we stemmen vanavond. Daarover kunnen we het zeker hebben. Dat we de gevolgen van dit beleid willen monitoren, dat is evident. Daar ga ik geen millimeter van wijken, want ik wil weten wat ons beleid doet, niet cijfermatig, maar met het welzijn van onze burgers, van de Amsterdammer. Dat is essentieel. En dat is ook de reden dat we die geluksindex in deze raad hebben aangenomen. Wat is het effect van dit beleid op het welzijn van de inwoners van deze stad waardoor wij gekozen zijn? Wij zitten hier voor de Amsterdammers en niet andersom. Ik zit hier niet voor de 50 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen festivalorganisatoren. Ik ziet hier hooguit voor de Amsterdammers die ook een keer naar een festival willen. (De heer BOUTKAN: Volgens mij zitten heel veel mensen hier namens de Amsterdammers en hun belangen. Ik wil de motie best overwegen, maar ik vind het wel heel belangrijk om de GGD dan daarbij te betrekken. Ik zou me niet willen vastleggen op het constructief willen omgaan met de huidige normen. Dus op die manier kan ik er niet mee leven.) Waarvan akte. Er is een aantal moties dat ik niet heb ingeleverd, omdat mijn collega van GroenLinks dat gaat doen. We willen natuurlijk ook weten wat het met de bodem doet, een langetermijneffectmeting. Die gaan wij steunen. Dank dat ik die kan meetekenen, omdat het belangrijk is. We willen het niet dubbel doen. Al met al 22 moties, allemaal om de overlast voor Amsterdammers te beperken. Het huidige beleid, als dat ongewijzigd wordt doorgevoerd, beperkt geen enkel festival. Sterker nog, u breidt de festivals uit. Dat is waarmee de Partij voor de Dieren zeker niet kan instemmen. Beste raadsleden, als Havenstad er komt en we willen de verhouding tussen groen en inwoners gelijk houden, dan moeten er 12 Vondelparken bijkomen. Die ruimte is er niet. Die ruimte gaat er niet komen. En als ik zo een beetje tel wie allemaal heel erg hard wil uitbreiden, dan zijn dat 44 van de 45 raadsleden, 43 van de 45 raadsleden. Dat gaat materieel geen verschil maken, mevrouw Van Soest. Dat betekent dat het aantal vierkante meters groen per Amsterdammer ontzettend hard achteruit holt. Vervolgens ligt hier een evenementenbeleid dat het Amsterdamse groen vercommercialiseert, afsluit voor Amsterdammers en de rustplekken in de zomer wegneemt. Het is in meerdere studies aangetoond dat een groene omgeving ziektekosten verlaagt, ziekteverzuim verlaagt en het welzijn van inwoners verbetert. Daarom die 22 moties. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen. 78° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Binnennorm 50 dB(A) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 157) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een binnennorm van 50 dB(A) vast te stellen en te handhaven. 79° Motie van de leden Van Lammeren en Boomsma inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Gevelnorm 80 dB(C)) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 158) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de voorgestelde gevelnorm van 85 dB(C) te verlagen naar 80 dB(C). 80° Motie van de leden Van Lammeren en Boomsma inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen meteocorrectie) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 159) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — geen uitzonderingen toe te staan op de regel dat er geen meteocorrecties worden toegepast. 81° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Gevelnorm 70 dB(A)) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 160) 51 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een gevelnorm van 70 dB(A) vast te stellen naast de norm van 85 dB(C). 82° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Meettijd 1 minuut) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 161) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de meettijd op de gevels van 3 minuten te verlagen naar 1 minuut. 83° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (11 uur is laat genoeg) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 162) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Amsterdammers hun nachtrust te gunnen en geen uitzonderingen mogelijk te maken op de eindtijd van 23.00 uur. 84° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Beperk aantal op- en afbouwdagen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 163) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de richtlijn terug te brengen tot maximaal drie dagen opbouw en drie dagen afbouw voor evenementen met meer dan 2.000 bezoekers. 85° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen dance in Natuurnetwerk Nederland) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 164) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — geen grote evenementen waarbij muziek centraal staat, te organiseren op locaties die vallen onder Natuurnetwerk Nederland. 86° Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen vuurwerk in broedseizoen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 165) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — vuurwerk bij evenementen in Amsterdam tijdens het broedseizoen te verbieden en dit te bespreken met het provinciaal bestuur. 87° Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Recycling hub) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 166) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te kijken naar de mogelijkheden om een dergelijke hergebruikzone in te richten voor Amsterdamse evenementen. 88° Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen single use plastics) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 167) 52 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in de richtlijnen duurzaamheid op te nemen dat festivals vanaf 2018 zoveel mogelijk en vanaf 2020 volledig vrij zijn van single use plastic. 89° Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Alleen hardcups) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 168) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — vanaf 2019 de eis te stellen dat ten minste voor bekers een statiegeldsysteem verplicht is. 90° Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen voedselverspilling) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 169) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in de richtlijn duurzaamheid op te nemen dat vanaf 2020 geen overgebleven voorraden voedsel meer worden weggegooid. 91° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Flevopark 25% afsluiten) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 170) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — overal, dus ook in het Flevopark, de stedelijke norm te hanteren waarbij maximaal 25% van het park mag worden afgesloten voor een besloten evenement. 92° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Gaasperpark-Noord maximaal drie dagen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 171) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — het aantal dagen dat er een festival met een geluidsbelasting van 75-85 dB(C) wordt toegestaan op locatie Gaasperplas-Noord te beperken tot drie. 93° Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Flevopark 15.000 bezoekers) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 172) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — het maximale aantal bezoekers voor het grote evenement in het Flevopark bij te stellen naar 15.000. 94° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen harde muziek in het broedseizoen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 173) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — geen festivals in parken te organiseren tijdens het broedseizoen. 53 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 95° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Plantaardige eiwitten) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 174) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in de richtlijn duurzaamheid op te nemen dat vanaf 2018 minstens 30% en vanaf 2020 minstens 70% van het voedselaanbod ten minste vegetarisch en bij voorkeur volledig plantaardig is. 96° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Meetpunten N1) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 175) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een reken- en meetprocedure te ontwikkelen gebaseerd op meetpunten zo dicht mogelijk rond het evenemententerrein, bijvoorbeeld beschreven door ing. C.A. Nierop in zijn artikel ‘Opmerkingen over de rapportage van Het Geluidburo’; — dit te combineren met continue handhaving waarbij de gemeten meetresultaten leidend zijn, zonder deze aan te passen met toegevoegde correcties. 97° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen N1) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 176) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — om de plannen voor een Ní-evenemententerrein niet te laten doorgaan. 98° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Onafhankelijke commissie voor N1) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 177) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een onafhankelijke commissie voor N1 op te richten met deskundigen en (vertegenwoordiging van) burgers die de voorbereidingen, opzet van de rekenmodellen en daaruit voortvloeiende aanbevelingen van evenementen begeleidt. 99° Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Onderzoek naar leefbaarheidsgevolgen en psychofysiologische gezondheidsrisico's) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 178) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een onafhankelijk onderzoek naar de leefbaarheidsgevolgen en de psychofysiologische gezondheidsrisico's voor omwonenden bij evenementen en totdat er onderzoeksresultaten bekend zijn, bij het voorbereiden van evenementen conservatief met modellen en normstelling om te gaan. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Nuijens. 54 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen De heer NUIJENS: Dank aan collega Van Lammeren voor zijn goede betoog en zijn enorme inzet. We hebben nog even tot de stemming, maar ik denk dat wij elkaar op veel punten kunnen vinden. Dat gezegd hebbend, weet ik niet of ik in acht jaar raadslidmaatschap eerder voor een zo ingewikkelde taak heb gestaan als vandaag. Ik moet oprecht zeggen dat ik ieders inspanning ontzettend waardeer. Dat geldt voor de ambtenaren die onwijs hard hebben gewerkt om deels zaken te objectiveren voor zover dat kon; dat geldt natuurlijk ook voor burgemeester Van der Laan om deels zaken uit te onderhandelen voor zover ze niet te objectiveren bleken. Ik begrijp de complexiteit ervan en ik heb me in die zin terughoudend willen opstellen om de kern van het beleid niet te veel geweld aan te doen. Ik moet ook zeggen dat ik niet geheel gerustgesteld ben door het beleid. Ik vind ook dat het uitgangspunt van het beleid zoals dat is beschreven, en dan heb ik het met name over de geluidsnorm, een gekke vergelijking is. Er is getracht om wat nog net het minimale volume is voor een evenement om een succes te zijn in overeenstemming te brengen met wat voor toehoorders en omwonenden nog net draaglijk is. Dat zijn twee dingen die geen evenredige grootheid zijn, twee belangen die je niet even zwaar kunt wegen en die je volgens mij op die manier niet met elkaar in overeenstemming kunt brengen. Dat gezegd hebbend, weet ik ook niet of ik het beter weet. Wat we wel zien, is dat het beleid als het gaat om de langetermijnhoudbaarheid, als het gaat om het in stand houden van draagvlak bij Amsterdammers voor dit soort evenementen, wat ons betreft op een aantal punten tekortschiet. Ik heb in de commissie al gezegd dat dat deels te maken heeft met het gebrek aan navolgbaarheid voor omwonenden. Het is waar, en dan kom ik op mijn eerste motie, dat de raad in de uitgangspuntennotitie het college niet heeft verzocht om tot een maximumaantal evenementen te komen of tot een beperking van het totaalaantal evenementen. Maar als wij de groeicurve zien, dan denken we wel dat we daarnaartoe moeten werken. Ik vind het te veel gevraagd om nu te zeggen dat u dat alsnog moet doen, maar ik ben wel blij dat het oorspronkelijke voornemen om dit beleid vijf jaar te laten gelden, niet meer per definitie uitgangspunt van het college is, omdat de burgemeester heeft gezegd dat er na twee jaar een fikse evaluatie zal plaatsvinden die, als we dat echt noodzakelijk vinden met elkaar, ook kan leiden tot beleidsaanpassing. Het lijkt GroenLinks verstandig om tot het moment dat die evaluatie plaatsvindt van het college voorstellen te verwachten een cap te zetten op het totaalaantal evenementen die dan ook gebiedsgericht wordt onderverdeeld, omdat ik denk dat het vooruitzicht daarop en de wetenschap dat het niet een eeuwig stijgende lijn zal zijn bewoners het gevoel van grip geeft op de vercommercialisering en de steeds maar toenemende groei en de toenemende druk op omwonenden met uitzicht op een einde aan die groei. Dat is mijn eerste motie en die heet niet voor niets Grenzen aan de groei. Wat wij misschien wel het meest essentieel vinden, is dat we het onverkwikkelijk vinden dat er wijzigingen in de locatieprofielen zijn aangebracht zoals die zijn vastgesteld door algemeen besturen. Bij het vaststellen van de uitgangspunten is GroenLinks de toezegging gedaan door burgemeester Van der Laan dat de algemeen besturen van de stadsdelen, onze volksvertegenwoordiging op lokaal niveau — al zijn ze inmiddels vakkundig de nek omgedraaid door partijen in deze raad die een meerderheid hadden, die volksvertegenwoordiging op lokaal niveau — dat die het best kunnen wegen en beoordelen wat draaglijk is voor omwonenden. Die hebben de beste contacten met die omwonenden. Wij vinden het echt onverstandig dat daarin na vaststelling door de algemeen besturen nog wijzigingen zijn aangebracht. Dat betekent ook dat wij soms uitkomsten uit die algemeen besturen accepteren die wij liever anders zouden hebben gezien. Dus zegt een algemeen bestuur zoals in Oost: op Blijburg mogen meer bezoekers dan het college nu 55 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen voorstelt. Dan zijn wij daar voor, ook al hadden wij misschien een lager aantal beter gevonden. (De heer VAN LAMMEREN: Hier verschillen wij, de Partij voor de Dieren natuurlijk fundamenteel van mening met GroenLinks. U zegt: we hebben die stadsbesturen, laten we daarnaar luisteren. Dat snap ik. Maar dat gaat wel ten koste van minimaal het ecologische park Flevopark, maar ook bij de Gaasperplas. Mijn vraag is dan of het niet gewoon verstandig is wat de Partij voor de Dieren voorstelt om dan te zeggen: ja, inderdaad, stadsdelen zijn de ogen en de oren, maar sorry, wij verkiezen groen boven uw gedecentraliseerde democratie.) Kijk, als je gaat marchanderen met de uitkomsten van democratische processen kun je net zo goed geen democratische processen hanteren. Dat ten eerste. Wij zijn, en dat ben ik als woordvoerder ruimtelijke ordening al vier jaar, bereid om conclusies te verdedigen die de uitkomst zijn van een democratisch proces waarmee we niet blij zijn. Dat heet democratie. Daar zal ik altijd voor staan. Dat gezegd hebbend, heeft u natuurlijk een heel goed punt als u vraagt: moeten er überhaupt wel evenementen plaatsvinden in het kwetsbare Flevopark, in het kwetsbare Natuurnetwerk Nederland? Ik ga met mijn fractie in beraad over uw moties die u drie minuten geleden heeft ingediend en ik hoop die te kunnen steunen. Maar het onderscheid is dit: er zijn gebiedsgerichte aspecten, de locatieprofielen, het aantal evenementen, het aantal bezoekers. Daaraan zit een participatieaspect met omwonenden. Daarom dien je dat serieus te nemen. Ook met de omwonenden van het Flevopark is de Bestuurscommissie Oost uitgebreid in gesprek geweest. En er zijn systeemtechnische vragen die wij hier moeten beargumenteren. Dingen over de meetsystematiek, dingen over het maximumaantal decibellen, dingen over Natuurnetwerk Nederland. Die horen hier. Maar hoe zich dat vervolgens uitkristalliseert per park en op locatie, dat hoort wat GroenLinks betreft rechtens bij bestuurscommissies. (De heer VAN LAMMEREN: Daar zie ik dan toch een verschil tussen de Partij voor de Dieren en GroenLinks. U zegt: ja, er is geparticipeerd met de bewoners — even los van of dat goed of slecht is gedaan. Maar het uitgangspunt van dit evenementenbeleid was inderdaad menscentraal, flora en fauna zaten niet aan tafel. Het is ook een democratisch proces, want daarom praten we er hier over, om de bestuurscommissies te overrulen. Dat is waarvoor ik sta. Wellicht vinden we elkaar nog.) Flora en fauna zaten wel aan tafel, want GroenLinks is vertegenwoordigd in die bestuurscommissies, al is de Partij voor de Dieren dat niet omdat ze ervoor kiest om niet mee te doen op dat bestuursniveau. Dat is haar goed recht. Als de kiezer had besloten GroenLinks 51% van de stemmen te gunnen, dan waren er andere uitkomsten uit die bestuurscommissies gekomen. (De heer VAN LAMMEREN: Dan vind ik het toch wel bijzonder spijtig dat ook daar waar GroenLinks is vertegenwoordigd, in de locatieprofielen flora en fauna geweld aan wordt gedaan.) Dat delen wij. Nogmaals, ik kan de kiezer alleen maar op het hart drukken om op 21 maart in overgrote meerderheid op mijn partij te stemmen in plaats van op uw getuigenispartij. Dat zullen we in verdere verkiezingsdebatten, althans de heer Groot Wassink namens mij, met u uitgebreid kunnen bediscussiëren. Overigens betwijfel ik de stelling van de heer Van Lammeren dat hij met zijn 22 moties geen enkel festival onmogelijk maakt, maar ik vond het chiquer om hem dat niet per interruptie mede te delen. (De heer VAN LAMMEREN: Laat ik heel helder zijn, ik hoop zeker dat wij festivals onmogelijk maken. Ik had het over het aantal festivals. Dat is 56 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen veel te hard gegaan. Maar dat wij hiermee een aantal festivals onmogelijk maken, is zeker. Festivals die te hard zijn, festivals die te veel schade aanrichten en festivals die te veel overlast voor omwonenden genereren. Die maken wij zeker onmogelijk en daarop ben ik trots.) Het is fijn de heer Van Lammeren een keer verantwoordelijkheid te horen nemen voor de gevolgen van zijn standpunten, want dat mag na vier jaar ook wel een keer. Ik had al gezegd dat wij vinden dat je stadsdelen moet volgen daar waar het geen grootstedelijke principes raakt en daar waar het de uitkomst is van democratische besluitvorming. Die participatie hebben wij heel hoog zitten en wij vinden dan ook dat het niet zo zou moeten zijn dat evenementenorganisatoren en omwonenden nu allemaal hun wederzijdse loopgraven betrekken om vervolgens alleen via klachtenprocedures en de bestuursrechter met elkaar te communiceren. Daarom de motie van GroenLinks om van overheidswege permanent overleg te faciliteren tussen belanghebbenden omdat we echt denken dat dat juridificering en onnodige klachten kan voorkomen doordat mensen in gesprek blijven voordat evenementen plaatsvinden. Om omwonenden zo min mogelijk te belasten, mogen ze er voordeel van hebben middels bijvoorbeeld een bonus. Dan geldt ook het omgekeerde. Als ze de boel verkwanselen, hoort daar een malus tegenover te staan. Daarom een motie over een bonus-malussystematiek. De heer Van Lammeren had het zeer terecht over de stapeling van evenementen en een van de grootste problemen met name op en rond het Westerpark is de BEST- bijeenkomstfunctie. Dat is een evenement dat grootschalig kan zijn, maar in particuliere ruimten plaatsvindt waardoor in beginsel ons geluidsbeleid daarop geen betrekking heeft. Het probleem is dat daardoor een stapeling kan voorkomen die bewoners onevenredig benadeelt en die het voor de gemeente niet inzichtelijk maakt. Daarom een motie die het college ondersteunt in het proberen die bijeenkomsten toch onder gemeentelijk beleid te laten vallen, het liefst goedschiks, maar desnoods kwaadschiks. Dan even een motie waarover ik kort iets wil zeggen. De heer Van Lammeren heeft gelijk, hij dient een vergelijkbare motie in als de motie die ik nu aankondig, namelijk het stellen van een dB(A)-norm naast de dB(C)-norm. Ik dien deze motie die er zeer op lijkt, toch in omdat deze motie zwakker is dat uw motie, mijnheer Van Lammeren, alhoewel ik de uwe toejuich. Deze motie beoogt vooral om tot de evaluatie in beide categorieën te blijven meten, omdat het inzicht daarin enorm voortschrijdt en dan weten we bij de evaluatie ook op welke data we ons baseren. Dat is dus iets anders dan een norm waarmee ik het overigens wel eens ben. Samen met collega Van Lammeren en collega Boutkan een motie over het uniformeren van de bescherming van parken. Als wethouder Choho voor zijn rekening neemt dat hij evenementen in parken organiseert, dan is het ook aan hem om er alles aan te doen dat ze maximaal beschermd zijn. Nu is het zo dat per locatieprofiel de bodembeschermingssystematiek verschilt. Dat zou niet het geval moeten zijn. (De heer BOUTKAN: Even over het meten van de verschillende decibellen. Is het niet zo dat dat nu toch al gaat worden gedaan, meten op beide, maar dat er wordt gezegd dat de dB(C)-norm als gevelnorm geldt?) Ik heb geen idee. Als dat het geval is, dan is de motie overbodig en dan zullen wij die intrekken. Het uitwerken van slechtweerscenario’s is voor GroenLinks een essentieel punt, mede-ondersteund door collega Van Lammeren die mede-indiener is en collega Boutkan van de PvdA. Op dit moment is het zo dat het college in de APV de mogelijkheid heeft de stekker uit een evenement te trekken als dat het park onevenredig zou beschadigen. Wij vinden dat de tussenliggende scenario's, namelijk de mogelijkheid om een gemachtigde naar zo'n park te sturen die zegt: ‘goh, het heeft nu vier dagen geregend, u moet een 57 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen andere opbouwsystematiek hanteren, u moet meer stro, meer dekplaten hanteren om de bodem adequaat te beschermen’, dat die scenario's beter worden uitgewerkt, omdat het an sich cancellen van een evenement noodzakelijk kan zijn, maar natuurlijk wel voorkomen moet worden als het park op een andere manier kan worden beschermd. Dus een motie om te zorgen dat we niet alleen zwart/wit denken, het gaat wel door, het gaat niet door, maar daar waar mogelijk ook redelijke beschermingsmaatregelen op tijd afdwingen en dat we daar als gemeente op tijd bij zijn. Dan nog de motie van de heer Groen, de heer Van Lammeren, mijzelf en de heer Boutkan over langlopend onderzoek naar de ecologische staat van parken als gevolg van evenementen die volgens mij voor zich spreekt en zijn beslag zal krijgen in de evaluatie over twee jaar. Tot zover. (Mevrouw BOSMAN: Laat ik dan een vraag stellen over dat bodemonderzoek. Ik ben een beetje op zoek naar waarnaar GroenLinks nu precies op zoek is. We hebben natuurlijk al best wel veel bodemonderzoeken gehad. We hebben het Flevopark gehad. We hebben afgelopen juni in de raad ook een serie van zes verschillende parken gehad. Op dit moment zit het in de vergunning, maar festivals hebben hiervoor ook al vaak bodemonderzoek gedaan om hun welwillendheid te betonen. Eigenlijk komt daar keer op keer uit dat er geen effecten zijn. Ik vraag me af waarnaar u nu precies op zoek bent. Wilt u net zo lang onderzoek doen totdat er iets uitkomt waaruit blijkt dat festivals wel slecht zijn? Tot nu toe komt dat er dus niet uit.) Nee. (Mevrouw BOSMAN: Dan zal ik mijn vraag nog een keer stellen. Waarnaar bent u op zoek?) Objectiveerbare onderzoeksresultaten zodat wij met elkaar zeker blijven weten dat wij onze essentiële, kwetsbare hoofdgroenstructuur adequaat beschermen. Ik neem aan dat uw partij met meer dan alleen een groen logo daar ook voor is?) (Mevrouw BOSMAN: Absoluut.) Dat betekent dat mevrouw Bosman de motie zal steunen? Dat is goed nieuws. (Mevrouw BOSMAN: Ik ondersteun alleen het middel niet. De provincie handhaaft de natuurwetgeving. Daarvoor wordt al jaren dat bodemonderzoek ingediend. Dat zou dan in principe geborgd moeten zijn. Dus wat u eigenlijk wilt, dat zit al in de huidige wetgeving en handhaving. Dus waarnaar bent u verder nog op zoek?) Een verhelderende vraag aan mevrouw Bosman. Hebben wij het over dezelfde provincie die onlangs zei dat een brug over het IJ onzin is? Diezelfde Provincie die zei dat het landschap belangrijker is dan energietransitie en dat we dus geen windmolens mogen plaatsen, diezelfde provincie waar een partijgenoot van mevrouw Bosman uit het bestuur is gestapt omdat hij het niet groen genoeg vond? Is het die provincie waarover mevrouw Bosman het heeft?) (Mevrouw BOSMAN: Dit is geen politiek van de provincie, dit is gewoon het uitvoeren van de Flora- en faunawet. Ik vroeg me af waarnaar u op zoek bent naast de uitvoering van de Flora- en faunawet.) Wij zijn vergunningverstrekker in onze Amsterdamse parken op onze Amsterdamse grond. Ik vind dat mevrouw Bosman zich er te gemakkelijk vanaf maakt als ze naar keizerin Post wijst voor de handhaving van de regelgeving in onze parken. Ik doe dat graag zelf. Vandaar de motie. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen. 58 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 100° Motie van de leden Nuijens, Groen, Van Lammeren en Boutkan inzake langlopend onderzoek ecologie en bodem (Gemeenteblad afd. 1, nr. 180) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — voor de parken een breed monitoringsonderzoek uit te laten voeren naar de impact van evenementen op bodem en ecologie, over een langere periode, gekoppeld aan intensief gebruik, piekbuien en de bodem in brede zin (water, structuur, leven). 101° Motie van de leden Nuijens, Groen, Van Lammeren en Boutkan inzake het nader uitwerken van ‘slechtweerscenario's voor parken’ en het beoordelen van de actuele staat van het park in de systematiek van locatieprofielen en vergunningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 181) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — het beoordelen van de actuele staat van het park voor aanvang van een evenement per park te beleggen bij een ambtenaar of afdeling van gemeente of stadsdeel; en tot verplicht onderdeel te maken van de reguliere systematiek; — daarbij vast te stellen of het vanwege extreme weersomstandigheden, dan wel door schade veroorzaakt door een eerder evenement in hetzelfde seizoen, noodzakelijk is extra maatregelen voor te schijven, waarbij in het uiterste geval de burgemeester de vergunning kan intrekken op basis van de APV, artikel 2.43; — een voorafgaand advies hier over op een vast moment tot verplicht onderdeel te maken van de reguliere systematiek bij vergunningen; — hierbij per evenement met de organisator afspraken te maken over het door de organisator aanleveren van ‘slechtweerscenario's’ die vastleggen welke maatregelen de organisator op basis van dat advies moet (kunnen) treffen. 102° Motie van de leden Nuijens, Groen, Van Lammeren en Boutkan inzake uniforme bescherming kwetsbare bodem in parken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 182) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in alle parken waar de bodem niet verhard is of een draagkrachtige bodem heeft tenminste de volgende maatregelen te nemen om de bodem te beschermen: o jaarlijks voorafgaand aan en na afloop van het evenementenseizoen een bodemmeting uitvoeren om ook de cumulatieve effecten van evenementen op de bodem te kunnen volgen; o Overal een rustperiode van zes weken aan te houden, tenzij expliciet kan worden uitgelegd en gerechtvaardigd waarom daarvan wordt afgeweken; o aanvullend op de in het locatieprofiel vastgelegde rustperiode rekening houden met de mogelijkheid dat een deel van het terrein niet beschikbaar is ten gevolge van schade door een eerder evenement, en daar op basis van advies van de parkbeheerder consequenties voor het daaropvolgende evenement aan verbinden; o per park in kaart te brengen (zowel voor de locatie zelf als voor de aan- en afvoerroutes) welke __boom(wortel)partijen, oevers of _ slecht waterdoorlatende plekken altijd moeten worden uitgesloten, en de 59 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen ecologisch waardevolle overgangszones van water en land overal uit te sluiten. 103° Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het in ieder geval tot aan de evaluatie blijven meten in dB(A) en dB(C) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 183) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in ieder geval tot de tussenevaluatie over twee jaar te (blijven) meten in zowel dB(A) als in dB(C). 104° Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het maken van afspraken over particuliere locaties met een BEST-bijeenkomstfunctie zoals rond het Westerpark (Gemeenteblad afd. 1, nr. 184) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — zowel bestuurs- als privaatrechtelijke routes te benutten ten einde de invloed van gemeentelijk beleid op deze BEST-locaties te vergroten; — tevens te pogen om minnelijke afspraken te maken met exploitanten; — in geval dat deze pogingen falen, een inventarisatie te maken van te verwachten geluidsbelastende evenementen van BEST-locaties en de locatieprofielen van de nabijgelegen locaties hierop aan te passen. 105° Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het uitwerken van een bonus-malussystematiek (Gemeenteblad afd. 1, nr. 185) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een bonus-malusregeling uit te werken waarbij goede organisatoren kunnen verzoeken om extraatjes zoals extra opbouwtijd en organisatoren die bij herhaling in de fout gaan, te maken krijgen met restricties of het geheel weigeren van de vergunningsaanvraag. 106° Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het blijvend faciliteren van onderling overleg tussen evenementenorganisatoren en omwonenden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 186) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — zorg te dragen voor doorlopende en hoogwaardige participatie door bewoners en overleg tussen bewoners en evenementenorganisatoren, bijvoorbeeld door het per stadsdeel instellen van een ‘Overlegtafel Evenementen’; — te bezien of en in welke mate deze overlegtafels kunnen worden gebruikt om de centrale ‘Regietafel Evenementen’ te voeden. 107° Motie van de leden Nuijens, Groen en Boutkan inzake het volgen van de uitkomsten van participatieprocessen tussen stadsdelen en omwonenden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 187) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de locatieprofielen te hanteren zoals deze zijn vastgesteld door de stadsdelen. 60 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 108° Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het stellen van grenzen aan de groei (Gemeenteblad afd. 1, nr. 188) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — het college te verzoeken ten tijde van de eerste tussenevaluatie over twee jaar te komen met een voorstel voor het invoeren van een absoluut maximum aan evenementen boven de paar duizend bezoekers; — dit maximum nader onder te verdelen tussen de verschillende stadsdelen; — groei van het aantal evenementen boven dit maximum alleen toe te staan als hiervoor nieuwe evenementenlocaties worden gevonden die niet op gehoorsafstand van andere terreinen liggen, zodat stapeling wordt voorkomen. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan. De heer BOUTKAN: Ik ben blij dat we nu na een proces van jaren eindelijk hier kunnen staan om een klap te geven op het evenementenbeleid dan wel specifiek op geluid en op de vele locatieprofielen. En natuurlijk raakt dat heel veel aspecten van drukte en leefbaarheid en daarmee ook automatisch heel veel Amsterdammers, getuige de grote aantallen insprekers die we hier recent hebben gezien. Die hebben we ook gezien in 2016. Ik moest afgelopen weken ook een beetje terugdenken aan het debat dat ik een keer heb gezien in De Balie tussen de Nêtburgemeester en voormalig burgemeester Van der Laan over de 24 uurs-horecalocaties. Ik dacht dat het in 2014 was. Hij gaf toen heel mooi aan hoe lastig het soms was als burgemeester om besluiten te moeten nemen waarbij de belangen zo tegenstrijdig zijn. Dat deed hij door onder andere aan te geven, dat hij op zijn bureau zo’n stapel met brieven van bewoners had die meer willen en zo'n stapel met brieven van bewoners die minder willen. Dat geeft heel goed aan hoe het balanceren is met de schaarste die we hebben. Wat de burgemeester en het college geprobeerd hebben, is heel erg de uiterste flanken bij elkaar te brengen. Dat is niet gemakkelijk geweest. Dat is een proces van jaren geweest. Wij hebben het college daarin steeds gesteund. Wij hebben daarvoor ook de tijd gegeven, ook omdat het niet alleen ging om het bij elkaar brengen van die uiterste flanken, maar ook om nieuw beleid te onderbouwen met zoveel mogelijk onderzoek en uiteraard ook onafhankelijk onderzoek. En natuurlijk gaan we met het nieuwe beleid niet alle mensen tevredenstellen. Wat ik wel belangrijk vind, is dat we een behoorlijke zoektocht met elkaar hebben gemaakt en ik vind dat het nieuwe evenementenbeleid in balans is. Voor die enorme inzet wil ik ook de ambtenaren bedanken, want die hebben daarvoor al die jaren keihard hun best gedaan. En natuurlijk waarnemend burgemeester Van Aartsen die in korte tijd toch best wel een lastig dossier onder zich heeft gekregen. Ik denk dat we met dit evenementenbeleid een heel geavanceerd beleid hebben, misschien wel het beste van alle steden in Nederland. Misschien wel het beste van heel veel buitenlandse steden. Maar de vraag is natuurlijk altijd: is het nu goed genoeg zodat we daar helemaal volledig achter kunnen staan? In grote lijnen wel, maar ik heb natuurlijk wel een paar zorgen en daarvoor ga ik zo meteen twee moties indienen. En ik heb ook nog een paar vragen waarop ik graag antwoord krijg van de waarnemend burgemeester. Een van de dingen die ik in ieder geval wel hoop, is dat het hele proces dat zo lang heeft geduurd, ook heeft geholpen om de evenementenorganisatoren én de bewoners als belanghebbenden ook in de toekomst met elkaar aan tafel te krijgen. Volgens mij is dat een van de belangrijkste dingen die we hier moeten doen om de stad leefbaar te houden en om goed om te gaan met die 61 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen verschillende belangen. Daarvoor is het nodig dat men met elkaar praat en afspraken maakt. (De heer VAN LAMMEREN: Ik hoor de PvdA zeggen dat dit wellicht het beste evenementenbeleid is van Nederland. Voor wie dan?) Voor ons allemaal. Ik bedoel daarmee dat dit een beleid is dat pas tot stand is gekomen na inspraak van heel veel mensen en na de nodige onderzoeken die zijn gedaan. Ik geloof er heel erg in, als je in deze stad iets wilt doen wat best lastig is en wat leidt tot grote druk op de leefbaarheid, dat je dat natuurlijk moet doen met veel mensen, maar dat je dat ook moet onderbouwen met onderzoek. (De heer VAN LAMMEREN: Het is een complex beleid. Daar hoeven we geen doekjes om te winden. Belangen staan echt haaks tegenover elkaar. Maar heeft u het gevoel dat ecologie en groen genoeg zijn meegenomen in dit beleid? Of is het puur vanuit de bewoners en de evenementenorganisatoren?) Ik heb het idee dat het voldoende is meegewogen, maar natuurlijk zijn er wel verbeteringen. Vandaar ook dat ik een aantal moties samen met u heb ingediend. (De heer VAN LAMMEREN: Dat klopt. Maar mij gaat het expliciet om ecologische parken en het Natuurnetwerk Nederland-gebied, Gaasperplas, Flevopark. Bent u met mij van mening dat we daar eigenlijk helemaal geen festivals zouden moeten willen?) Nee, dat ben ik niet met u eens. Als ik dat met u eens zou zijn, dan zou ik daarover natuurlijk wel iets hebben gezegd. Ik heb dat verder in mijn betoog ook niet ondersteund. Wat ik wel heb gedaan, en ik heb daar mijn collega Nuijens ook over gehoord, is dat ik mijn oor wel heel erg te luisteren heb gelegd met betrekking tot die locatieprofielen en met betrekking tot wat er in de bestuurscommissies is besproken. En ja, er is behoefte aan bepaalde evenementen op specifieke locaties. Maar daaraan zitten zeker wel grenzen. Ik vind het heel belangrijk om die grenzen te hanteren. Dat is bijvoorbeeld ook een van de redenen waarom ik met uw motie meega om het aantal bezoekers op de locatie Flevopark te maximaliseren op 15.000 en niet op 20.000. Ik denk dat u daarmee vast wel blij bent. Ik was gebleven bij de vraag of het beleid nu goed genoeg is. Ik heb een aantal moties en ik heb een aantal moties mede-ingediend. Ik vind het heel belangrijk dat Amsterdammers recht hebben op niet alleen een heel goed evenementenbeleid, maar ook een hele goede uitvoering van het evenementenbeleid. Wat we zien, is dat die op dit moment nog niet goed genoeg is omdat het ontbreekt aan structurele financiële middelen. En dan heb ik het niet alleen over mensen die beleid maken, maar ook over mensen die beleid moeten volgen, mensen die moeten handhaven. Ik heb het dan over de hele klachtenafhandeling. En ik heb in de beantwoording op mijn vragen daarover heel goed gelezen dat er sterke behoefte is aan een kwalitatieve en ook kwantitatieve impuls. Dat betekent dus ook dat ik vind dat dat structureel moet worden geregeld. Structureel voor de komende jaren. Dat betekent dus ook dat ik met een onderzoeksmotie kom en die wordt gelukkig raadsbreed gesteund om te gaan onderzoeken hoeveel we nu precies nodig hebben aan structurele financiering. En ik zeg er nog maar even nadrukkelijk bij: dat is ook inclusief handhaving. Ik denk dat heel veel Amsterdammers zich realiseren dat handhaving een bottleneck is. Wij hebben over handhaving altijd gezegd dat dat eigenlijk een sluitstuk is — iets wat je doet aan het eind van een evenement of waar dan ook waar dingen gebeuren in de openbare ruimte — maar het is ontzettend belangrijk daarin structureel te investeren. (De heer VAN LAMMEREN: Die motie steunen wij natuurlijk van harte. Ik heb een andere vraag aan de PvdA. Wij hebben een motie ingediend over 62 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen de meetperiode. Die staat in dit evenementenbeleid op drie minuten en die willen wij graag verlaagd zien op een minuut. Ofwel: je meet een minuut en dan bepaal je of de muziek te hard is of niet. Bent u bereid die motie te steunen en zo niet, waarom niet?) Ik denk dat de heer Van Lammeren het antwoord al weet, want anders had ik die motie wellicht meegetekend. Nee, ik ben niet bereid die motie te steunen. Als ik ga kijken naar de onderzoeksrapporten en de meetmethodiek, dan lees ik dat het heel belangrijk is om uit te gaan van een gemiddelde waarde die je het best kunt meten op drie minuten en niet op een minuut om de pieken en dalen van de geluidsbelasting gelijk te strijken. Daarom zal ik die motie niet steunen. Het is best een complex bouwwerk geweest op welke manier je nu precies gaat meten. Ik ben eigenlijk niet zo bereid om ook een element daarvan eruit te trekken. (De heer VAN LAMMEREN: Dat is natuurlijk gewoon niet waar. De echte beantwoording waarom die meettijd op drie minuten staat, en dat staat ook in de circulaire die eind november is gestuurd, is dat de evenementenorganisatoren het over vijf minuten willen meten en de bewoners over een minuut. Er is gemiddeld op drie minuten. Dat is helemaal niet de beste meetmethodiek. Het gaat erom dat de evenementenorganisatoren zeggen: meet maar zo lang mogelijk, want dan kunnen we hele harde pieken hebben. Het wordt ook nog wel een keertje stil en daarmee overtreden we de regels niet. Als je een maximumsnelheid op de snelweg hebt, dan is dat een maximumsnelheid en daarvoor word je geflitst. Dat is een interval van bijna niets. 0,016 seconde, geloof ik. Dus waarom meten we niet gewoon op een minuut zodat we kunnen zeggen: het is te hard, het is boven of onder de norm?) Als ik op de A2 naar Utrecht rijd, dan zijn er momenten dat ik soms even iets harder kan rijden en er zijn momenten dat ik soms even wat langzamer moet rijden. En uiteindelijk word ik gemiddeld niet geflitst. Ik denk dat u nu precies de essentie aangeeft, hoe lastig het ook is, om bewoners en evenementenorganisatoren hier bij elkaar te brengen. Wat daar uiteindelijk uit is gekomen, is inderdaad een afspraak dat die meettijd wordt gesteld op drie minuten. Daaraan ga ik niet tornen. Ik wil nog iets zeggen over de evaluatie van de locatieprofielen, want ik ben heel blij met de toezegging van de waarnemend burgemeester dat bij gebruik van de locaties — en wat mij betreft gaat het dan heel erg om locaties die kwetsbaar zijn — dat er eerder geëvalueerd kan worden dan vijf jaar en dat dat zowel kan worden gedaan vanuit de Centrale stad maar ook vanuit de stadsdelen. Wat ik daarin overigens wel heel onduidelijk vind, is de positie van de nieuwe stadsdeelcommissies. Ik hoop ook dat in ieder geval het bestuur als les meeneemt dat lokale inspraak op het gebruik van locaties essentieel is voor het draagvlak. Maar ik hoor daarop graag nog een reactie van de waarnemend burgemeester. Ik heb nog wel een aantal specifieke opmerkingen over het Westerpark. Als ik kijk naar de onduidelijkheid die er is over het locatieprofiel van het Westerpark, dan moet ik in alle eerlijkheid zeggen dat ik dat niet heel fraai vind en dat dat geen schoonheidsprijs verdient. Een profiel dat naar mijn informatie na vaststelling door de Bestuurscommissie toch nog is gewijzigd, dat is natuurlijk wel een beetje raar. We hebben een brief gekregen van de voorzitter van het dagelijks bestuur van de Bestuurscommissie West. In die brief zitten nog steeds fouten over het aantal evenementen en het aantal evenementdagen. Ik hoor heel graag van de waarnemend burgemeester wat nu het juiste antwoord daarop is. 63 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Er is — terecht — veel gedoe geweest over het Westerpark want de druk op het Westerpark is enorm. Dan kunnen we dit soort onduidelijkheden niet gebruiken. Verder zijn er veel bezwaren gekomen over de public views op het Museumplein. Daarover hebben we niet meer heel uitgebreid gesproken. Die public views op het Museumplein, het kijken naar bepaalde wedstrijden met heel veel mensen, heeft tot veel overlast geleid. Urinerende mensen in buitenruimtes en portieken. Omwonenden hebben daarover geklaagd. Ik hoor heel graag een reactie van de waarnemend burgemeester daarop. Wat ik ook nog onvoldoende heb gehoord, is hoe we verder gaan met de indoorevenementen, de zogenaamde nachtnorm. Dat is voor mij nog steeds een blackbox. Wanneer moet die nachtnorm er liggen? Wat mij betreft zo snel mogelijk. Wellicht kan de waarnemend burgemeester in zijn beantwoording aangeven wanneer die er ligt. Wordt dat nog 2018 of wordt dat 2019? Bij de commissiebehandeling heb ik een opmerking gemaakt over de aanleg van duurzame voorzieningen in parken en dat is ook de reden waarom ik het toch belangrijk vond de kwestie rond het Amsterdamse Bos ook hier te bespreken. We hebben in 2016 samen met GroenLinks een motie ingediend, waarbij is gezegd dat we natuurlijk voor verduurzaming zijn, maar die verduurzaming mag niet leiden tot groei van meer festivals. In de beantwoording op een vraag die ik daarover heb gesteld aan wethouder Choho, verwees de wethouder naar de burgemeester omdat die gaat over vergunningen. Het gaat mij er natuurlijk wel om dat je dit soort dingen integraal weegt. Ik wil graag weten wat daarover nu de afspraak is. Als we eenmaal dingen gaan aanleggen die leiden tot verduurzaming in parken, hoe borgen we dan dat er niet meer evenementen gaan komen? Dat is namelijk niet wat deze raad wil. Tot slot vind ik niet dat we alleen evenementen moeten hebben waar alles steeds harder, harder en harder gaat. Ik ben er groot voorstander van dat we ook met de evenementenorganisatoren gaan bespreken of het ook niet wat zachter kan. Het is natuurlijk wel een beetje raar als je het bekijkt vanuit het perspectief van gehoorschade. De branche zegt zelf dat er geen draagvlak is voor lagere niveaus dan 100 dB(A). De GGD adviseert een gezondheidskundige norm van 92 dB(A) op het publieksveld, populair gezegd front of house of op de dansvloer. Nu is in een eerder convenant afgesproken dat het maximum 103 dB(A) wordt. Dat wordt uiteindelijk 100 dB(A). Mensen hebben gehoorbescherming nodig. Uit onderzoek blijkt dat 80% van de jongeren vindt dat het geluid op evenementen te hard is. De vraag is hoe we nu uiteindelijk kunnen voorkomen dat gehoorschade, het risico daarop, zo min mogelijk optreedt. Daarom heb ik een motie, Geluid bij Amsterdamse evenementen, Mag het ook wat zachter. Daarbij hoop ik dat het college gaat overleggen met de evenementenorganisatoren hoe het zachter kan en hoe we het risico op gehoorschade kunnen verkleinen. Die motie dien ik samen in met mijn collega van de SP. (De heer VAN LAMMEREN: Nog even over dat dit het beste evenementenbeleid van Nederland zou zijn. U tekent ook niet mee dat 23.00 uur daadwerkelijk 23.00 uur is. Dus de PvdA vindt het prima dat wij op zaterdag en zondag — en mensen werken ook op zaterdag, zondag en maandag — tot 23.00 uur festivals houden in de openbare ruimte waarbij is aangetoond dat het geluid binnen te hard is en slaapverstoring veroorzaakt. Is dat correct?) Waar wij natuurlijk van uitgaan is dat de spraakverstaanbaarheid binnen niet in het geding is en dat het geluid dat binnendringt, niet boven de 50 dB komt. Dat kan fors zijn. Zeker in een oud huis. Dat heb ik overigens ook eerder naar voren gebracht. 64 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Tegelijkertijd hebben we wel gezegd dat het de bevoegdheid van de burgemeester is om eventueel een uur langer te vergunnen dan inderdaad 23.00 uur. Dat klopt. (De heer VAN LAMMEREN: Dus u zegt: ‘dit is het beste evenementenbeleid’ en dat Amsterdammers pas om 00.00 uur kunnen gaan slapen, dat vindt u prima. Een andere vraag. Wij willen geen festivals tijdens de broedseizoenen. Dat heeft u ook niet ondertekend. Toch noemt u dit het beste festivalbeleid van Nederland. Waarom kiest de PvdA ook niet gewoon voor flora en fauna en geen festivals in parken tijdens het broedseizoen?) Wij hebben een afweging gemaakt en soms kiezen we daar bijvoorbeeld wel voor. Ik heb bijvoorbeeld uw uitstekende motie meegetekend om geen vuurwerk meer af te steken tijdens het broedseizoen omdat ik denk dat dat iets is wat je prima niet hoeft te doen en dat je het broedseizoen het broedseizoen kan laten zijn. Bij het een hebben we wel meegetekend en bij het ander niet. (De heer NUIJENS: Nu is de ironie dat er niet zoiets is als het broedseizoen, maar dat terzijde. Het is altijd ergens op een bepaald moment voor een vogel broedseizoen, kan ik u beloven. De nieuwe usance tussen de PvdA en de Partij voor de Dieren dat je alleen iets steunt als je het meetekent, was mij tot nu toe onbekend. Wij laten wat we steunen gewoon afhangen van wat we stemmen. Ik heb nog een vraag aan de heer Boutkan. Hij betoogt net waarom de motie die hij met een prima intentie indient, namelijk ‘kan het wat zachter in overleg met evenementenorganisatoren’, niet zo kansrijk is. Dat overleg heeft plaatsgevonden en die evenementenorganisatoren hebben aangegeven dat het niet heel veel zachter kan. Dus is het niet een beetje ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden’, wat u voorstelt? Dat overleg is immers geweest en dat heeft een uitkomst gehad.) Ik ben blij dat u dat vraagt want ik ben namelijk van mening van niet. Op dit moment zegt de evenementenbranche dat het niet zachter kan dan 100 dB(A), maar dat wil niet zeggen dat iedere evenementenorganisator dat straks ook nog zegt. Wat ik nu heel graag wil, dat is dat het college samen met de evenementenorganisatoren en samen met de experts op het gebied van gehoorschade en gezondheid, gaat kijken wat we nu kunnen doen. Wat kunnen we nu doen om die norm naar beneden te krijgen? Wat kunnen we bijvoorbeeld ook doen om zogenaamde rustpauzes in te lassen? Het inlassen van rustpauzes bij een hoog volume is goed, althans minder schadelijk. Dat leidt tot een verminderde kans op gehoorschade. Ik wil juist heel graag dat het college dit gaat oppakken. Dat is wat mij betreft zeker geen wassen neus. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen. 109° Motie van de leden Boutkan, Nuijens, Boomsma, Peters, Ruigrok, Bosman en Van Soest inzake Onderzoek structurele investeringen voor een excellente uitvoering van Amsterdams evenementenbeleid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 189) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — onderzoek te doen naar een structurele financiering voor een excellente uitvoering van het evenementenbeleid en te komen tot een voorstel voor begroting; — hierbij in ieder geval te investeren in de regietafel evenementen, handhaving, uitwerking dashboard, opleiden van ambtenaren, et cetera; 65 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen — dit onderzoek zo snel als mogelijk uit te voeren (liefst voor of uiterlijk in het tweede kwartaal 2018), zodat de uitkomsten van het onderzoek gebruikt kunnen worden bij het uitvoeren van het nieuwe evenementenbeleid. 110° Motie van de leden Boutkan en Peters, Geluid bij Amsterdamse evenementen, Kan het straks ook wat minder hard (Gemeenteblad afd. 1, nr. 190) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — actief in overleg te gaan met de branche en evenementorganisatoren om experimenten met lagere geluidsnormen dan 100 dB(A) en zaken als het inlassen van ‘geluidsrustpauzes’ te stimuleren; — hierbij de Best Beschikbare Techniek (BBT) toe te passen om een goede balans te vinden tussen muziekbeleving en het voorkomen van gehoorschade en hierbij actief medische (bijvoorbeeld GGD) en akoestische experts te betrekken; — in overleg met organisatoren gratis gehoorbescherming ter beschikking te stellen op evenementen met hoge geluidsbelasting; — met als doel om uiteindelijk gehoorschade te voorkomen van bezoekers en medewerkers die zich op het publieksveld bevinden; — hierover terug te rapporteren aan de gemeenteraad bij de evaluatie van het geluidbeleid. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Peters. De heer PETERS: Na een uitgebreide commissiebehandeling en een lang voortraject is een ding duidelijk: we gaan niet iedereen in Amsterdam blij maken. Aan het eind van dit debat zullen heel veel mensen zeggen dat het niet genoeg is en veel mensen zullen zeggen dat het veel te veel is. Dat is onontkoombaar. Maar er zijn heel veel mensen gehoord en er hebben heel veel mensen meegebouwd aan wat hier nu ter tafel ligt. Amsterdammers die van feesten houden en Amsterdammers die van rust houden. Daardoor is dit een compromis met een aantal heel goede punten. Voor het eerst wordt duidelijk gezegd dat er veel kan in deze stad, maar niet alles. Mijn fractiegenoot mevrouw Alberts zei vanochtend heel toepasselijk: er is gehoor gegeven aan de herrie. Dat klopt. De geluidsnormen worden flink naar beneden bijgesteld. Daarnaast zijn er locatieprofielen opgesteld met inspraak van omwonenden zodat duidelijk is wat er wel en wat er niet kan in een gebied en er lijken eindelijk grenzen in zicht als het gaat om de hoeveelheid evenementen in de stad. Is dat wat ons betreft genoeg? Laat ik het zo zeggen, het is een stap in de goede richting en die heeft misschien nog wel een vervolg nodig. Daarom is het goed dat de waarnemend burgemeester heeft toegezegd dat er een tussenevaluatie volgt in 2020 en dat we de situatie voortdurend in de gaten houden zodat waar nodig, kan worden bijgestuurd. Ik hoop dat die toezegging vandaag nog eens zal worden herhaald. Ook hoop ik, en dat is misschien even een sneer, dat we snel antwoord krijgen op de vragen over N1 die mevrouw Alberts maanden geleden heeft gesteld. Het is wel jammer dat de antwoorden op die vragen bij deze discussie nu niet ter tafel liggen. Ik wil afsluiten met twee zaken. Ten eerste wil ik melden dat we samen met GroenLinks exact dezelfde motie indienen om de eindtijd tot middernacht niet mogelijk te maken. Ik had die motie ook. Ik heb de handtekening van de heer Nuijens eronder. We 66 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen gaan het vast nog samenvoegen, maar ik heb de motie hier en die dien ik in. Het komt vanavond vanzelf goed. Daarnaast heb ik onze bijdrage als het gaat om de motie van de PvdA, de laatste die de heer Boutkan net indiende. Ook wij vinden dat in overleg met organisatoren er iets moet worden gedaan aan het geluid front of house tijdens evenementen, dus aan het geluid waaraan bezoekers worden blootgesteld. Dit gaat de in dit beleid door de GGD als gezond benoemde normen te boven en wij zijn er erg voor het gesprek aan te gaan met die organisatoren om die volumeknop naar beneden te schuiven. Dat is gezonder voor bezoekers en wellicht ook positiever voor omwonenden. Tot slot wil ik nog op verantwoordelijkheden wijzen. Waarom doen organisatoren zelf niet wat meer? Zij moeten toch ook hebben gehoord dat er mensen zijn die last hebben van hun lucratieve inkomstenbron. Waarom moet de overheid hen daarop wijzen? Organisatoren kunnen zelf nog wel wat meer verantwoordelijkheid nemen. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen. 111° _ Motie van de leden Peters en Nuijens inzake de beleidsregel Geluid bij evenementen in Amsterdam (Eindtijden van muziekgeluid tijdens evenementen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 192) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de mogelijkheid tot het verlengen van de eindtijd van evenementen van 23.00 naar 00.00 uur op dagen dat een weekenddag of nationaal vastgestelde vrije dag volgt, te schrappen uit de Beleidsregel Geluid bij evenementen in Amsterdam. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ruigrok. Mevrouw RUIGROK: Zoals de anderen ook al zeiden, dit onderwerp staat al jaren op de agenda. In 2014 hebben we al voorstellen ingediend met de coalitie om meer eenduidig beleid te maken en met veel aandacht voor duurzaamheid. Dit hele proces is enorm actief en betrokken uitgevoerd met veel inspraak en heel veel partijen. Ik herinner me bijvoorbeeld de inspreker nog die met zijn bastonenbox kwam en dat in de Broekmanzaal eens even goed liet horen, maar ook het meisje dat aangaf dat zo’n beetje al haar vrienden van festivals kwamen. En ik herinner me dat een van de laatste insprekers aangaf dat juist die verbinding die je op festivals voelt, dat die zo mooi is. Dat vind ik mooi. Ik vind het ook heel mooi dat die festivalgedachte juist wordt doorgevoerd op het Rembrandtplein. Een heel ander onderwerp, maar toch is dat wel iets wat meespeelt om uitgaansgeweld tegen te gaan. Maar we hebben ook mensen gehoord die elkaar nauwelijks konden verstaan als ze thuis zaten en er een festival in de buurt was of die vaak overlast ervaren. We hebben ook mensen gehoord bij wie sukkels in hun tuintje stonden te plassen na het een of andere event. Dit onderwerp roept aan alle kanten emoties op. Daarom heb ik er zo'n bewondering voor hoe dit is opgepakt door de ambtenaren en door de burgemeester. Met de inzet van Eberhard van der Laan die hier echt het uiterste van zijn mediationkwaliteit heeft ingezet met iedereen die zo hard aan dit project heeft getrokken. Aan beide kanten wordt veel gevraagd. Van de omwonenden wordt gevraagd te accepteren dat festivals en geluid nu eenmaal bij Amsterdam passen en van de organisatoren en bezoekers wordt 67 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen gevraagd zich aan te passen, overlast tegen te gaan en duurzame stappen te maken. Het is een beleid van het redelijke midden geworden. Zoals de heer Peters net ook al zei, een beleid waarbij er altijd partijen zullen zijn die deze redelijkheid onredelijk vinden. Die het veel te veel of juist veel te weinig vinden. Maar we kunnen niet anders concluderen, tenminste dat concludeer ik, dan dat dit nieuwe beleid zeer restrictief is. Restrictiever dan het ooit is geweest. En daar hebben we eigenlijk in de laatste discussies niet zo veel aandacht meer voor. Maar dat het restrictief is, dat is ook goed en dat is ook nodig. De aanleiding daarvoor was er. Het beleid is strenger en heeft betere begrenzingen, geluidsnormen, ecologische voorwaarden, begrenzing van het aantal dagen en eindtijden, het is allemaal meegenomen. We hebben met elkaar een enorme hoeveelheid moties uitgewerkt en dat terwijl het eigenlijk een bevoegdheid van de burgemeester is. Maar het is wel die werkwijze die mij aanspreekt. Het inzetten van experts, het horen, het wederhoren van diverse betrokkenen. Een van mijn wensen staat nog op het verlanglijstje en die komt pas van de zomer weer terug, de freezone voor culturele en kleinschalige activiteiten op het Marineterrein. Een van de andere is de aandacht voor klachtenafhandeling. Informatie is heel erg belangrijk en zeker realtime zodat mensen contact kunnen maken. Ik ben heel benieuwd naar hoe dat allemaal gaat uitwerken. Daarom wil ik nog een keer bevestigen dat we dat gaan evalueren. Niet over vijf jaar, maar over twee jaar wat ook de bedoeling is. Dus ik heb die motie hier ingevoerd: een evaluatie na twee jaar waarbij dan ook het bezoekersonderzoek een onderdeel vormt. Ik kijk uit naar dit nieuwe beleid. Ik wil het graag omarmen en ik wens iedereen heel erg veel succes. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen. 112° _ Motie van het lid Ruigrok inzake het vaststellen van het Geluidsbeleid Evenementen en Locatieprofielen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 193) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — _na twee jaar een evaluatie van het nieuwe evenementenbeleid uit te voeren; — daarbij de beleving van bezoekers van festivals en andere evenementen in de gemeente Amsterdam te betrekken; — daarbij specifiek aandacht te besteden aan de beleving van Amsterdamse bezoekers en hun op- en aanmerkingen; — de gemeenteraad te informeren over de uitkomsten van deze evaluatie. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Evenementen zijn buitengewoon leuk en verbroederend en horen ook bij een bruisende wereldstad als Amsterdam, maar tegelijkertijd brengen ze ook veel overlast met zich mee. Ze kunnen de natuur beschadigen en als gemeentebestuur moeten wij ervoor waken dat die effecten onredelijke proporties aannemen. Amsterdam is geen festivalterrein. In de eerste plaats is Amsterdam een plek om rustig, fijn, prettig en mooi te kunnen wonen. En elke Amsterdammer weet dat hij niet in een hutje op de hei woont, maar het is niet redelijk te verwachten van mensen dat ze keer op keer worden geconfronteerd met een bijzonder hinderlijke vorm van overlast, van lawaai, waaraan ze zich niet kunnen onttrekken omdat het in hun eigen huis gebeurt. 68 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Politiek is het afwegen van belangen. Er is ontzettend hard gewerkt aan deze belangenafweging, maar voor het CDA is het toch zo dat het belang om prettig en rustig te kunnen wonen in deze stad, dat dat principe moet prevaleren. Daaraan hechten wij meer belang dan aan wat nu naar voren komt in deze stukken. Daar ligt wat ons betreft dan ook dat gezochte redelijke midden. Dat betekent inderdaad dat er grenzen zijn aan de groei. Een mooi gekozen titel voor een motie. Voor het CDA blijft ook vooropstaan dat het vooralsnog tijd is om de volumeknop verder naar omlaag te draaien. Dat is enerzijds nodig om omwonenden te beschermen tegen overlast, maar ook om de bezoekers van festivals zelf te beschermen tegen het risico op gehoorschade. Het CDA is er niet van overtuigd dat allerlei evenementen niet meer zouden kunnen doorgaan als de muziek wat zachter moet. Ik heb nog nergens een goed argument gehoord van mensen waarom dat nu niet zou kunnen. Het zou dan afbreuk doen aan de geluidsbeleving, maar volgens mij is het ook een kwestie van wennen en zijn we terechtgekomen in een soort wapenwedloop van steeds hardere volumes om maar boven elkaar uit te komen. We moeten nu weer een stap terugzetten. Er is dus een cultuurverandering nodig. Volgens mij is de tijd daar ook rijp voor. Je ziet ook dat jongeren en bezoekers zelf vaak aangeven dat de muziek te hard staat. Laten we daar dan ook op reageren. Ik vond ook dat het feit dat 36% van de bezoekers aangeeft dat ze zelf verantwoordelijkheid neemt voor die oordopjes, dat vind ik laag. Dat betekent dat een hele grote groep het risico op gehoorschade loopt en die gehoorschade ook oploopt met alle gevolgen van dien. Dat moeten wij volgens mij niet willen. Ik blijf erbij dat je beter in plaats van oordoppen aan te schaffen, de muziek wat zachter kunt zetten. Daarom zal ik een aantal moties steunen. Er was veel overlap. Een aantal moties heb ik niet zelf opgesteld, maar die teken ik mee. Dan gaat het om een maximum op de gevel van 80 dB(C); het meten van dB(A) naast dB(C); natuurlijk moeten die gegevens openbaar toegankelijk zijn. Ik zal niet alles wat ik steun nu gaan herhalen. Ik heb nog twee andere moties. Daarbij gaat het ten eerste om de motie gericht op kinderen. We hebben ook gezien dat er een norm is voor kinderen van veertien en vijftien jaar. Die zijn nog volop in ontwikkeling. Voor hen geldt dan niet een maximum van 100 dB(A), maar van 96 dB(A) vastgesteld. Dat is nog altijd ver boven de richtlijn van de GGD. Ik vind dat zeker voor zulke jonge kinderen, echt kinderen volop in ontwikkeling, echt te hard. Daarom zouden we de norm omlaag moeten aanpassen. Dus daarvoor heb ik een motie. Daarnaast heb ik een andere motie. Ik vond de suggestie van de heer Boutkan en anderen om te blijven werken aan het terugdringen van die overlast en te zoeken naar die best practices ook heel goed. Ik heb een andere motie die net wat anders is geformuleerd en waarbij we zeggen: ga nu in overleg met de sector om te proberen elke twee jaar die maximumnorm die we hanteren, 2 dB(C) omlaag te draaien. Ik zal niet allemaal herhalen wat we nu wel of niet steunen. Ik ben het grotendeels eens met veel van de moties van GroenLinks en de Partij voor de Dieren om parken beter te beschermen en daarnaar onderzoek te doen. Tot zover. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen. 113° Motie van de leden Boomsma en Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en Locatieprofielen (Zet in op verlaging van het risico op gehoorschade) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 194) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 69 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen — er in overleg met de sector op aan te sturen om de maximaal te vergunnen geluidsnorm de komende jaren elke twee jaar naar beneden bij te stellen met 3 dB(A) per jaar totdat deze is teruggebracht naar het advies van GGD Nederland, te weten 92 dB(A). 114° Motie van de leden Boomsma en Van Lammeren inzake het evenementenbeleid (Bescherm kinderen tegen het risico op gehoorschade) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 195) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de maximale geluidsnormen voor kinderen van 14 en 15 vast te stellen op 91 dB(A). De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bosman. Mevrouw BOSMAN: Goed. (De heer NUIJENS: Ik heb een interruptie op mevrouw Bosman als dat mag. Toch nog even over die bodemonderzoeken. Is mevrouw Bosman het met mij eens dat we schade aan de bodem moeten uitsluiten?) In zoverre dat tot onherstelbare schade leidt, dan vind ik inderdaad dat we dat moeten uitsluiten. (De heer NUIJENS: Is mevrouw Bosman van mening dat wij dat systeemtechnisch doen op dit moment of hebben gedaan?) Ja, dat hebben wij gedaan. Dat blijkt alleen niet uit onderzoek, maar dat blijkt ook uit rechterlijke uitspraken. Volgens mij is dit beleid mede ingegeven doordat voorheen organisatoren en omwonenden elkaar vaak in de rechtszaal troffen. Dat kost iedereen heel veel tijd en energie. We zien toch vaak dat uit natuuronderzoek blijkt dat die zorgen er wel zijn, maar dat de schade er niet daadwerkelijk is. Ik herhaal de juridische uitspraken dat er tot nu toe geen onherstelbare schade in de bodem is opgetreden. (De heer NUIJENS: Nu glibbert mevrouw Bosman weg richting juridische uitspraken, maar ik vroeg naar onderzoek. Ze refereerde in haar onderzoek aan door de gemeente gedaan onderzoek waaruit zou blijken dat er geen schade zou zijn aan de bodem. Wat nu zo gek was aan dat onderzoek — en daarover heeft de raad een uitspraak gedaan bij monde van de heer Groen, de heer Van Lammeren en mevrouw Van der Berg — was dat er niet is gemeten op plekken waar evenementen hebben plaatsgevonden. Vindt u dat ook niet een beetje gek?) Ik kan mij goed herinneren dat we in juni zo’n pakket aan onderzoeken hebben behandeld. Ik weet niet meer precies de tekst daarvan, maar ik kan me wel heel goed herinneren dat daarin stond dat er niet met zekerheid te zeggen viel dat evenementen schade veroorzaakten in de bodem. (De heer NUIJENS: Nu glibberen we steeds verder af, want net was het nog uitgesloten en nu valt het niet met zekerheid te zeggen. Dat is wel even iets anders. Waarom is er toentertijd niet gemeten op plekken met evenementen? Waar was wethouder Choho of waar was D66 eigenlijk naar op zoek om de woorden van mevrouw Bosman te gebruiken?) Er is wel degelijk gemeten op plekken waar evenementen hebben plaatsgevonden, bijvoorbeeld in het Flevopark. Daar ben ik meegegaan met de schouw. 70 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Daar zijn allemaal gaten in de bodem geprikt en die zijn daarna gemeten. Het was goed. Daarnaast heb ik ook natuuronderzoek van de Gaasperplas gelezen. Daarvan heeft de rechter gewoon gezegd dat dit klopt. Schade in de bodem: niet bewezen. (De heer NUIJENS: Daar gaan we weer. Taal is zeg maar echt mijn ding. Niet bewezen is wel iets anders dan uitgesloten. Maar nog even over dat onderzoek in het Flevopark waarover mevrouw Bosman het net had. Daarvan zeggen de onderzoekers zelf dat het is gedaan op een niet- representatief moment omdat de bodem op dat moment uitzonderlijk droog was. Ja of nee?) Ja. Dus u bent eigenlijk op zoek naar een mogelijkheid om onderzoek te doen in hele slechte omstandigheden zodat er hopelijk een keer uitkomt dat de bodem inderdaad verpest wordt door evenementen, wat er tot nu toe niet is uitgekomen. En dan kunnen we evenementen schrappen. Als dat is waarnaar u op zoek bent? Ik ben er niet naar op zoek. Ik ben op zoek naar feiten. Dat zijn die onderzoeken die zijn gedaan. Daaruit blijkt keer op keer — en dat is genoeg voor de provincie als bevoegd gezag om de Flora- en faunawet te handhaven. Dat is genoeg voor de gemeente om de vergunning daarop uit te keren. En dat is genoeg voor de rechtbank om op basis daarvan uitspraak te doen. Dan is het ook genoeg voor mij. (De heer NUIJENS: Het gaat er niet om wat er genoeg is voor Bosman of Nuijens. Ik ben ook nergens naar op zoek. Ik constateer alleen dat wij zelf niet-representatieve metingen hebben verricht en dat de onderzoekers dat zelf ook zeggen. Dus wat relevant is voor Bosman is de vraag niet. De vraag is wat genoeg is voor de Amsterdamse parken.) Ik denk dat het wel genoeg is, omdat ik me aansluit bij het bevoegd gezag dat dit handhaaft en dat is de provincie. Daarnaast is dit ook nog bij de rechter getoetst en daar kwam het ook goed uit. Ik denk dat ik dat niet beter weet dan al deze experts. Dus daarom sluit ik me daarbij aan. Ik zou nu heel graag beginnen aan mijn bijdrage. Ik wilde beginnen met het bedanken van de waarnemend burgemeester. En laten we ook burgemeester Van der Laan niet vergeten die hierin zo'n grote rol heeft gespeeld. Ik wil ook graag de ambtelijke organisatie bedanken die echt pagina's vol aan schriftelijke technische vragen heeft beantwoord en hierin heel veel tijd heeft gestoken. Maar ook zeker de bewonersgroepen en de organisatoren die zo vaak aan tafel hebben gezeten. Er is heel veel energie in dit proces gegaan. Dank voor dit proces en dank voor alles wat hieruit is gekomen. Ik vond dat mevrouw Ruigrok het heel goed zei: het redelijke midden. Dat was heel mooi gezegd. Festivals zijn belangrijk voor Amsterdam. Waar ook ter wereld je bent, Amsterdam staat echt bekend als de bakermat van dance en de kweekvijver van jong talent als het gaat om festivals. Als in Brazilië de Olympische Spelen worden georganiseerd, dan staan er allemaal technici die hier de podia opbouwen, die hier de lichttechniek doen. Die staan daar omdat wij daar zo goed in zijn. Ik ben ook heel erg trots op de duurzaamheid van deze festivals, want Amsterdamse festivals winnen ook gewoon prijzen daarvoor. De dekmantel van de samenwerkende natuur- en milieuorganisaties, Digital, de Damprijs. Mkb voor natuurorganisaties. Die worden uitgereikt voor festivals, dus laten we dat ook vooral eren. Daar gaat mijn hart naar uit. En ik vind het ook een fantastisch mooie bron van cultuur. Ik denk dat het ook een opstapje is voor jonge mensen om bijvoorbeeld naar musea te gaan. In het Stedelijk Museum werden rondleidingen gegeven door een van de medeorganisatoren van Appelsap. Die organiseerde daar een rondleiding met tien kunstwerken waaraan hij een hiphoptrack verbond. Je kon met je Appelsapkaartje naar binnen. Het is dus inderdaad zo dat klassieke musea en festivals jonge mensen aan elkaar verbinden. Daar ben ik ook trots op, op die culturele waarde. 71 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Ik zie dat we de regels wat strenger hebben gemaakt en ik denk dat dat ook goed is met name op het gebied van milieu en duurzaamheid. Maar hoe hoger je de lat legt, hoe moeilijker het is als beginnend festival om daaraan te voldoen. Daarom heb ik een voorstel om een broedplaats in de openbare ruimte in te richten voor beginnende festivals. Dat is echt gericht op de kleinschalige festivals zonder commercieel oogmerk die experimentele festivals organiseren. Deze motie is medeondertekend door de heer Boutkan. De burgemeester heeft al gezegd tijdens de commissie dat mits er vraag naar is, dat hij dat zeker zal faciliteren. Ik weet dat er vraag naar is, dus ik reken op succes. Hetzelfde geldt voor diversiteit. Hoe strenger wij de regels maken, hoe meer je eigenlijk een gevestigde orde creëert van grote, professionele organisaties die al voldoen aan dat profiel. D66 staat altijd open voor nieuwe spelers. Ik zie bijvoorbeeld dat ze in Rotterdam een beleid hebben waarbij men zich specifiek richt op jongeren of waarbij ze specifieke thema's willen uitlichten. Ik denk dat dit nu eigenlijk precies het goede moment is om zo'n proces met elkaar in te gaan nu we die technische criteria goed op orde hebben. (De heer VAN LAMMEREN: U zegt dat we festivals moeten kunnen vernieuwen zodat de beginnende organisatoren ook een kans krijgen. Hoe staat dat dan in verhouding tot de bonus-malusregeling? Daar bent u volgens mij toch voor. Daarbij krijgen festivalorganisatoren meerjarenvergunningen.) Ik vind dat die dingen prima naast elkaar kunnen bestaan. Ik vergelijk het bijvoorbeeld met ons reguliere kunst-en-cultuurbeleid. Daarvoor hebben we ook instellingssubsidie en projectsubsidies. Een deel van het geld moet naar experimentele kunst gaan en een deel naar topinstellingen. Volgens mij is het helemaal niet zo raar om dat naast elkaar te laten bestaan. Dat is iets wat we in de kunst-en-cultuursector al langer doen. (De heer VAN LAMMEREN: Dat gaat over geld. Dit gaat erover dat er een maximumaantal festivals is. Gelukkig. Te veel, maar er is een maximumaantal. En u zegt dat festivals die zich goed gedragen, voor de komende jaren een vergunning krijgen. Maar u zegt ook dat er nieuwe festivals bij moeten kunnen. Hoe werkt dat dan in de praktijk?) Precies zoals het bij ons kunst-en-cultuurbeleid is geregeld. Dat gaat er ook over dat je een bepaald budget vrijmaakt — dat is dan inderdaad in geld, maar dat kun je natuurlijk ook prima in ruimte doen omdat je die hebt gemaximeerd in dit beleid. Stel, je hebt tien festivalterreinen. Vijf zijn er voor goede partijen met wie we al lang samenwerken en die een goede relatie hebben met de omgeving. Die krijgen een meerjarenvergunning. Dan drie voor grote nieuwe festivalorganisatoren. En twee voor kleine, experimentele festivals. Dit is ook precies hoe we kunst en cultuur regelen. Ik zou eigenlijk zeggen: laten we dat we ook voor evenementen overnemen. (De heer VAN LAMMEREN: Dan verwacht ik van D66 een motie bij welke parken dat dan wel of niet geldt. Of gaat u alleen maar zeggen dat er iets moet komen, maar niet hoe u dat dan voor u ziet? Ik ben gewoon heel erg benieuwd hoe u dit kunt combineren. Ik zie uw motie tegemoet.) Ik heb inderdaad een motie. Ik heb daarvoor niet een specifieke plek aangewezen. Dat doen we namelijk ook niet met het cultuurbeleid, om maar weer een vergelijking met het cultuurbeleid te maken. Dus hier ook niet. Dan had ik nog een aantal toezeggingen gehad tijdens de commissie, dus die herhaal ik even snel voor de goede orde. Ik heb gevraagd scenario's uit te werken met betrekking tot het aanleggen van duurzame stroompunten. Die kun je aanleggen als private partij, als energiebedrijf of als gemeente zelf. Die uitwerking krijgen we. Volgens 72 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen mij is het ook goed om daaraan die meerjarenvergunning te koppelen. Daarnaast is het de bedoeling en dat heeft mevrouw Ruigrok ook al heel goed gezegd, dat de klachtenafhandeling realtime gebeurt. Dus realtime communiceren met de evenementenorganisatoren als je weet dat er nu drie klachten zijn over afval in de straat. Dan kun je dat direct gaan opruimen in plaats van dat je dat een halfjaar later hoort en er niets meer aan kunt doen. (De heer VAN LAMMEREN: Ik heb toch nog een vraag aan u. U bent ook voor het aanleggen van stroom- en waterpunten gefinancierd door evenementenorganisatoren en toch wilt u ruimte bieden voor vernieuwing. Zet u niet gewoon met uw meerjarenvergunningen, met het investeren in de parken om ze tot evenemententerreinen te maken, een claim neer die die vernieuwing die u zo najaagt, gewoon tegenhoudt?) Nee, die houd ik niet tegen. Dan verwijs ik weer naar het kunst-en-cultuurbeleid waar je bijvoorbeeld het Berlijnse model hebt. Je hebt dan een aantal grote instellingen die een aantal kleine experimentele kunstprojecten onder zich hebben. Zo'n model zou je kunnen zien. Maar dit zijn scenario's die we gaan uitwerken. Je zou bijvoorbeeld ook prima kunnen zeggen: We hebben hier een locatie, we hebben hier twee grote festivals. Jongens, een stroompunt aanleggen kost 400.000 euro. Als jullie hier drie jaar kunnen zitten, kunnen jullie hieraan 100.000 euro bijdragen. Dan doe je de rest via die kleine festivals. Ik zie het probleem totaal niet. Hier kun je heel veel dingen op verzinnen. Laten we dat vooral uitzoeken en bespreken als die scenario’s er liggen. (De heer VAN LAMMEREN: Dit is nu precies de kern waarom ik me hiertegen verzet. U zegt het zelf. Een stroompunt kost bijvoorbeeld 400.000 euro. Als de organisator 200.000 euro investeert, krijgt hij een meerjarenvergunning. Dat is wat u zojuist zei en dat is precies waarop ik tegen ben. Ten eerste verkwanselt u de parken en vervolgens verkoopt u ze ook nog eens indirect door een investering te vragen en die te koppelen aan een meerjarenvergunning. Dat is de markt op slot zetten. Dat is evenementenorganisatoren met hun diepe zakken onze parken laten vernachelen. Dat houdt de vernieuwing die u zo voorstaat, compleet tegen.) Ik heb zelf niet het idee dat festivals op stroom in plaats van op diesel de parken zouden vernachelen. En verder kon ik u eerlijk gezegd niet helemaal volgen. Ik denk dat ik het er niet mee eens ben. Dan heb ik nog een vraag aan de waarnemend burgemeester. Er is best wel wat discussie geweest over het bestemmingsplan Sloterpark en ook over het locatieprofiel Sloterpark. Ik denk dat het redelijk is deze er specifiek uit te lichten, omdat die behandeling een beetje parallel liep aan elkaar. Ook in de bestuurscommissie is aangegeven dat wij het bestemmingsplan anders kunnen inrichten als het gaat om waar het wel of niet een evenemententerrein is als de evaluatie van het festival goed is. Die evaluatie is nu goed gebleken. Het bestemmingsplan is volgens de oude manier vastgelegd. Als we het locatieprofiel nu als gevolg van die evaluatie opstellen waarbij we het evenemententerrein op een bepaald grasveld vastleggen, dan betekent dit dat deze organisatoren altijd een omgevingsvergunning moeten aanvragen omdat we destijds dat bestemmingsplan anders hebben vastgesteld. En dat terwijl het eigenlijk een proces is geweest dat wij niet handig hebben gedaan. Ik vroeg me af of deze mensen niet konden worden geholpen door bijvoorbeeld die omgevingsvergunning als een meerjarenvergunning te behandelen, zodat ze niet elk jaar weer opnieuw diezelfde omgevingsvergunning hoeven aan te vragen. Tot zover. 73 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen. 115° Motie van de leden Bosman en Boutkan inzake geluid bij evenementen in Amsterdam, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn duurzaamheid evenementen in Amsterdam (Broedplaats openbare ruimte) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 196) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een broedplaats in de openbare ruimte in te richten met een programmering van kleinschalige, experimentele festivals zonder winstoogmerk. 116° Motie van de leden Bosman en Boutkan inzake Geluid bij evenementen in Amsterdam, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn Duurzaamheid evenementen in Amsterdam (Kwaliteit en diversiteit) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 198) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in gesprek te treden met de evenementenorganisatoren en de nachtburgemeester over hoe de programmering van evenementen in Amsterdam nog diverser kan worden, zodat ale doelgroepen zich vertegenwoordigd voelen in het aanbod van evenementen in Amsterdam. De moties maken deel uit van de beraadslaging. (De heer NUIJENS: Ik heb nog een verhelderende vraag aan mevrouw Bosman. Oprecht zonder adder onder het gras. Toen u net zei die vergunning als een meerjarenvergunning te behandelen, bedoelt u daarmee dan dat die eenmaal ingediend het jaar daarna niet meer hoeft te worden ingediend zodat mensen de aanvraag niet hoeven te herhalen? Of bedoelt u ook dat een vergunning meerjarig wordt verstrekt? Over dat tweede hebben we het natuurlijk vaak gehad in de commissie.) Ik bedoel eigenlijk dat die vergunning niet steeds in hetzelfde proces behoeft te worden aangevraagd. Dat belast volgens mij zowel de organisatie als de ambtelijke organisatie, terwijl we eigenlijk allemaal weten wat daaruit zou komen. Dat lijkt mij niet praktisch. Hoe dat juridisch precies moet worden uitgewerkt, daarvoor heb ik de expertise niet. Ik vraag de waarnemend burgemeester om een oplossing daarvoor. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Zoals u al weet, is het standpunt van de Partij van de Ouderen dat wij tegen al die festivals zijn, al dat pretparkgedoe. Daarover hebben wij in de commissie al het nodige gezegd. Ik wil niet gaan papegaaien, dus ik steun de bijdrage van de heer Van Lammeren volledig. De VOORZITTER: Dat was de eerste termijn van de raad. Gezien de hoeveelheid moties is het handig om te schorsen om de bestuurders de kans te geven kennis te nemen van de moties en ze te voorzien van een preadvies. De VOORZITTER schorst om 17.15 uur de vergadering tot 19.30 uur voor de dinerpauze. 74 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen INDEX 100 Vaststellen van het bestemmingsplan Boven 't Y nnn nennen sensoren ennnernen 24 101 Vaststellen van het bestemmingsplan Fietsenstalling Lijnbaansgracht t‚h.v. De Melkweg nnn nnen ne venneenennennnerenenennnereveneereennennerevennnerevevennveneennnervevvensnervennnen  103 Instemmen met de wegonttrekking van het fietspad Burgerweeshuispad…………… 24 104 Vaststellen van het bestemmingsplan Archimedesplantsoen… nnn. 25 105 Vaststellen van het bestemmingsplan Middenweg 89. annen vennen 29 107 Kennisnemen van het besluit inzake de tussenrapportage Ruimte voor de Stad en kennisnemen van de beantwoording van de moties die aangenomen zijn bij ‘Koers 109 Instemmen met het bedrag aan gemaakte kosten samenhangend met het opsporen en ruimen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog in 2017 … nne. 26 110 Vaststellen van het Uitvoeringsbesluit Onderdoorgang Verlengde Amstelstroomlaan en beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet … nnn nenennerenennneee nennen 26 111 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op de locatie Strekkerweg 51 te Amsterdam … nnee enneneneneenennenenenenneeeenenenenseeenneerenenenen 20 112 Instemmen met het wijzigen van de administratieve verwerking van erfpacht afkoopsommen per 1 januari 2018... aannneneenennneeenennneeevennneneenennneeneennneervennnennenn Ò 113 Vaststellen van de investeringsnota en het stedenbouwkundig plan Weespertrekvaart-Midden en het beschikbaar stellen van een investeringskrediet …. 27 114 Instemmen met een aantal scopewijzigingen van het project Leidseplein ….…..……... 19 115 Instemmen met het uitvoerings- en kredietbesluit voor de vernieuwing van brug 108 (De Clercqstraat / Da Costagracht) … annen ennen nennneeeeennnnnensennneervennnnneerennner 2 116 Instemmen met het uitvoerings- en kredietbesluit voor de herinrichting van het maaiveld en de renovatie van de drie bruggen Vijzelstraat, project Rode Loper … … … 20 117 Instemmen met de Nota van Uitgangspunten en vrijgave voor inspraak van het Voorlopig Ontwerp Ferdinand Bolstraat zuid, project Rode Loper... ennen 20 119 Geheim nanne enennneeneenneeneerennneeenennnenvenennnnenvennnenseneennneereennneneenennneereennneeren ÙO 121 Kennisnemen van de brief van de Studentensteden inzake maatregelen tegen hoge | 125 Kennisnemen van de stedelijke handhavingsprioriteit dierenwelzijn 2017-2018 …. 22 126 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘De Energiebank: Bestrijd de groeiende energiearmoede in Amsterdam’ van de leden Groen en Roosma en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel ………...…..…………. 22 127 Aanvragen van een Kroonbesluit tot onteigening van eigendommen in het gebied St. Annenkwartier (Herbestemmen Raambordelen Binnenstad II) … annen ennen 17 128 Instemmen met het advies van de bezwaarschriftencommissie op het bezwaarschrift gericht tegen het besluit van de gemeenteraad van 27 september 2017 om in te stemmen met de nota van uitgangspunten voor de inrichting van de Nieuwezijds Voorburgwal Zuid nnen ennne neee venneeneennnerveerennnerevensvervvevnnserrvennnervvenen neren 1 129 Bekrachtigen van de geheimhouding … annen ennnerenennnerevenneeenennnerneenn 20 130 Kennisnemen van de beleidsregel ‘Geluid bij evenementen in Amsterdam’, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn ‘Duurzaamheid Evenementen’ in Amsterdam ….….…..….unnnnnnnnnne nennen ernnnennereneeeereernnnnnnnerennenenvenennnnnneerneenrvvervenennnvernverrenenn DÛ 133 Instemmen met de beleidsneutrale wijziging van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied … nonnen eeeneenenne 28 134 Vaststellen van een technische wijziging in het Plan van Scholen 2018-2021 … …. 28 141 Actualiteit van de leden Mbarki, Poot, Groot Wassink, Van Dantzig en Peters inzake politie-inzet tegen drugsbazen … nn nnnenenennenenenneeen verennerenennnerevennnereennennvenvenn O2 75 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 144 Actualiteit van de leden Groot Wassink en Van Dantzig inzake het initiatief kiesdeburgemeester.nl…… nnee venne nevenneern enn ennerenennnerevenensneevennverevennnerven eenen ÂÔ 149 Motie van de leden Mbarki, Van Dantzig, Peters, Boomsma, Poot en Groot Wassink inzake politie-inzet tegen georganiseerde criminaliteit nnee ennen. 34 150 Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de actualiteit over politie-inzet tegen drugsbazen (Discretionaire bevoegdheid burgemeester cameratoezicht) … ….….……..……. 36 151 Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de actualiteit over politie-inzet tegen drugsbazen (Efficiënte inzet beschikbare politiecapaciteit) … neen 36 152 Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de actualiteit over politie-inzet tegen drugsbazen (Inzet beschikbare politiecapaciteit).… ……ennnennennennnennennneeneennnennenn ÂÁ 153 Motie van de leden Poot, Boomsma en Van Dantzig inzake de actualiteit over politie-inzet tegen drugsbazen (Inzet beschikbare politiecapaciteit) …… ……...…..……. 47 154 Motie van de leden van Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink, Peters, Boomsma, Van Lammeren en van Soest inzake politie-inzet tegen zware criminaliteit 37 155 Motie van de leden van Van Dantzig, Mbarki, Poot, Groot Wassink, Peters, Boomsma, Van Lammeren en van Soest inzake politie-inzet tegen zware criminaliteit 46 156 Motie van de leden Boomsma en Poot inzake de strafmaat voor het bezit van automatische vuurwapens … nnn nnnnnenenennerrenen nennen nennnnerenvenvenennneernerrenvenennnnnverrvneen ÂÛ 157 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Binnennorm 50 dB(A) ….……… anneer ennen ennneenereennneereennneerenneereennnenne DÔ 158 Motie van de leden Van Lammeren en Boomsma inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Gevelnorm 80 dB(C)) nnen ennen: 96 159 Motie van de leden Van Lammeren en Boomsma inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen meteocorrectie) … nnn anneer reennneenennne: 96 160 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Gevelnorm 70 dB(A) nnn annen eennneenennneenereennneereennneerennneereennneree OÔ 161 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Meettijd 1 minuut) … annen en vennneenennneeneennneerenvennneerennneereennnenn. OÔ 162 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (11 uur is laat genoeg) ……. nnen eennneeneerennnennennneervennn nennen DÓ 163 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Beperk aantal op- en afbouwdagen) … nn nnnnenn anneer nennneerennneenn DT 164 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen dance in Natuurnetwerk Nederland) ……unnnnsennrenernen. DT 165 Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen vuurwerk in broedseizoen) … nn. D7 166 Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Recycling hub) … nn annneenennneeneennnern enne neereennnn DT 167 Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen single use plastiCS) … unseren DT 168 Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Alleen hardcups) … anneer ennneernennneerennneenn DT 169 Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen voedselverspilling) … annen. 98 170 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Flevopark 25% afsluiten) … nnen nennneennennneereneennneerennneereennnenn. OÔ 171 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Gaasperpark Noord maximaal drie dagen) … anneer eenen. D8 172 Motie van de leden Van Lammeren en Boutkan inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Flevopark 15.000 bezoekers) … nnen. 58 76 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 173 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen harde muziek in het broedseizoen) ………...unnnensenrrenenenenn DÔ 174 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Plantaardige eiwitten) nnn ennneenennnnennennenneereennneerennneereennnenn. DÛ 175 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Meetpunten NA) nanne ennneeevennneerennneeneennenneersennnerrennneereennneree DÛ 176 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Geen NA) nnn nnen nennneeneenneernennenneereennneereennnnneneennneervennnenven erneer DO 177 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Onafhankelijke commissie voor NA) … nanne ennen nennen ennneereennnenn. DO 178 Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen (Onderzoek naar leefbaarheidsgevolgen en psychofysiologische gezondheidsrisicO's) … … nana enen ee vennenenneeenneenenenenenseeennenenenvenenvenenverveeneenenee DO 180 Motie van de leden Nuijens, Groen, Van Lammeren en Boutkan inzake langlopend onderzoek ecologie en bodem … nanne ennnerevenneervenennserenennnervennserneenennvervenn ÓÁ 181 Motie van de leden Nuijens, Groen, Van Lammeren en Boutkan inzake het nader uitwerken van ‘slecht weerscenario’s voor parken’ en het beoordelen van de actuele staat van het park in de systematiek van locatieprofielen en vergunningen … ….….……. 64 182 Motie van de leden Nuijens, Groen, Van Lammeren en Boutkan inzake uniforme bescherming kwetsbare bodem in parken … … unne nennerenennnerevenenneereeeneereennnn ÓÁ 183 Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het in ieder geval tot aan de evaluatie blijven meten in dB(A) en dB(C) … anneer nennenneeneennneneennneereevennneerennnneneennnnneereenn ÓD 184 Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het maken van afspraken over particuliere locaties met een BEST-bijeenkomstfunctie zoals rond het Westerpark …. 65 185 Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het uitwerken van een bonus/malussystematiek … nanne ennneer venne eneen ennneenn enne neereennneerennneenenvennneereenn ÓD 186 Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het blijvend faciliteren van onderling overleg tussen evenementenorganisatoren en omwonenden … nennen. 66 187 Motie van de leden Nuijens, Groen en Boutkan inzake het volgen van de uitkomsten van participatieprocessen tussen stadsdelen en omwonenden... 66 188 Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het stellen van grenzen aan de groei 66 189 Motie van de leden Boutkan, Nuijens, Boomsma, Peters, Ruigrok, Bosman en Van Soest inzake Onderzoek structurele investeringen voor een excellente uitvoering van Amsterdams evenementenbeleid…… nnen eenenneeneeeeeernenenennnveneeveneennnnnnernn ÂÎ 190 Motie van de leden Boutkan en Peters, Geluid bij Amsterdamse evenementen, Kan het straks ook wat minder hard … unne ennenenenenveneennnennenreeeneneeeennnnnerrvnennennnen PÎ 192 Motie van de leden Peters en Nuijens inzake de beleidsregel Geluid bij evenementen in Amsterdam (Eindtijden van muziekgeluid tijdens evenementen) … … 72 193 Motie van het lid Ruigrok inzake het vaststellen van het Geluidsbeleid Evenementen en Locatieprofielen.… nnn ann nnneeneennnennennnnnneneennneereennneneerennnnerrennnnneereennerreenennnennenn PÁ 194 Motie van de leden Boomsma en Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en Locatieprofielen (Zet in op verlaging van het risico op gehoorschade) 195 Motie van de leden Boomsma en Van Lammeren inzake het evenementenbeleid (Bescherm kinderen tegen het risico of gehoorschade) … nnn ennen ennneennennnenn. 7D 196 Motie van de leden Bosman en Boutkan inzake geluid bij evenementen in Amsterdam, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn duurzaamheid evenementen in Amsterdam (Broedplaats openbare ruimt@) … anneer ennen ennen ZO 71 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen 198 Motie van de leden Bosman en Boutkan inzake Geluid bij evenementen in Amsterdam, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn Duurzaamheid evenementen in Amsterdam (Kwaliteit en diversiteit) … … annen ennneeevenneeenennne: B 88 Instemmen met de aanleg van een energievoorziening voor het evenemententerrein Amsterdamse Bos en het beschikbaar stellen van een rendabel krediet … ….…….………..……. 51 92 Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Amsterdamse lief en leed straten tegen eenzaamheid’ van het lid Van Soest en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het voorstel an nennnenenveeveneennenenneneevenenenennnnnneerenvenreenvnnnnnnerrenereneenennnnneernervenvnnennnen D 93 Uiten van wensen en bedenkingen over het Ontwerpbesluit oprichting stichting Sarphati Amsterdam … ann nne en ennnnensennenneensennneerennnensenrennneervennneneenennnnervennneerenennn ÙÔ 97 Geheim... ennneenennneeneenennneeneennnennenennneereennneeverennnneenennneneereennneereennnenenenr DÔ 98 Geheim... annen ennneenennneeneennnnneeneennnenrennnnneereennneerennneenenvennneereennnenveneennnenrenen DÔ Afschrift van een brief van BC Mesdagstraat, gericht aan Woonstichting De Key, van 26 januari 2018 inzake de adviesaanvraag voor de complexstrategie met betrekking tot de Mesdagstraat @.O. nennen venne neeenennnenenenneervenennnerenennnerevevenneeevennnervvenennnervenneene Ò Afschrift van een brief van een burger, gericht aan de wethouders Onderwijs van de vier grote steden, de minister van OCW en de onderwijsvakbonden, van 12 februari 2018 inzake het feit dat de onderwijsuitgaven in Nederland een stuk minder zijn dan in Zweden ….......nnnnnnnnnnnneneneneennnnerrenenenvenennnnnnenrenenenenvenennnnerenvenrvenvennnnneerneerenvenennnnnnernn ÎÒ Brief van de heer R.H. van Dantzig, fractievoorzitter van D66, van 30 januari 2018 inzake het verzoek om mevrouw Y. el Ksaihi te installeren als duoraadslid en te benoemen als lid van de raadscommissie Werk en Economie en het terugtreden van mevrouw M. ten Bruggencate als lid van deze commissi@ … annen vennen eeennnerenennnereeenneeenennvervenn Ó Brief van de raadsgriffie van de gemeente Oostzaan van 8 februari 2018 inzake de aangenomen motie van de fractie van het CDA van de gemeenteraad van Oostzaan over Zorgboerderij De Marsen in Twiske … nn nnnnnnnnevenneren enne enenevenneeenennneennenn Î2 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 30 januari 2018 inzake de publicatie van de tussentijdse rapportage over het onderzoek naar Project 1012 ennen 7 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 31 januari 2018 inzake een aanvullende notitie op het rapport Evenwichtig woningaanbod naar aanleiding van de bespreking van het rapport in de raadscommissie Bouwen en Wonen van 17 januari 2018... 9 Brief van de Vereniging Stadswerk Nederland van 22 januari 2018 inzake de aanbieding van een manifest met urgente punten op het gebied van de leefomgeving voor het collegeprogramma … nnn ven enneennennnerenennnereeevenneereennnerveevennnerveennnervennerrvennnenn Á Brief van een burger van 29 januari 2018 inzake de demonstratie tegen ultra-rechtse politieke partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen 2018 annen Ó Brief van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Noord van 6 februari 2018 inzake de uitvoeringsprocedure rond het vaststellen van (lokale) bestemmingsplannen Brief van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost van 31 januari 2018 inzake de uitvoeringsprocedure rond het vaststellen van bestemmingsplannen ….….……. 9 Brief van het college van B en W van 30 januari 2018 inzake de afhandeling van moties 1098, 1099, 1106, 1113, 1115, 1118 en 1126.17 over het Investeringsbesluit Sluisbuurt Brief van het college van B en W van 30 januari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op moties 1514, 1515 en 1516.17 over de Kantorenstrategie 2017 … nnn 13 Brief van het college van B en W van 6 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 1281.17 over het zo snel mogelijk uitbreiden van het bierfietsverbod in heel Amsterdam … nnen nennen enneneeeeenveneennnnnnenreeeenveerennnnnnerrenenvvenvennnnnverevvevevennennnnnner ÎÀ 78 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Brief van het college van B en W van 6 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op moties 1268.17 en 1375.17 inzake spelregel 3 van de Spelregels Woningbouwprogrammering 40-40-20 en uitvoering van de toezegging over ontwikkelrechten … nnn nennnveneennneneenneereeeenennnnnnnenneereevenennnnnvennerrenennennnnnnennnenn ÎÔ Brief van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2017 inzake de beantwoording van motie 521.17 van de leden Bouchibti en Duijndam over cultureel erfgoed in de buurt … nnee ene eeeneenenneneneneenenvenenseeennnereenenenvenenvenveenvenen 1 Î Brief van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2017 inzake de beantwoording van motie 910.16 van de leden Van den Berg en Poorter over cultuurparticipatie van ouderen … nnn nnen eennnnneenenevenvenennenennenreeeenvennennnnnerrnnennn ÎÎ Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018 inzake afhandeling motie 739.17 van de leden Van Dantzig, Timman, Moorman en Nuijens over woningtoewijzing aan leraren … …......unnsunnsnnnerevenvensenennnerenennnervennseneeneennverveenne Á Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018 inzake afhandeling motie 911.16 van het lid Poorter over transformatie zorgvastgoed, motie 1259.17 van de leden Poorter, Bouchibti, Roosma, Hammelburg, Duijndam en Van Soest over ouderenwoningen voor eerste generatie migranten, en motie 1206.17 van de leden Van Soest en Duijndam over beleid trapliften … nn ennnnennennneennennnennenn 3 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018 inzake mogelijkheden voor regulering van de koopsector en afhandeling van motie 736.17 van het lid Moorman over co-koop en motie 894.17 van het lid Nuijens over startersleningen, garantstellingen en gedeeld eigendom … nnen nennen 3 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 22 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 1466.17 van het lid Duijndam over spreiding van cultuurtoerisme naar musea buiten het centrum … ennen vennen eennerenennnenneennen Î2 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 22 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 714.17 van het lid Duijndam over museumbezoek voor jongeren … ….…..unnnnunnnernneernenneneneernneerennneneneernnerennenereneernneervennenensevenseeenennevenseernneernnee Î Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018 inzake afhandeling motie 1012.14 (809') van de leden Ten Bruggencate, Kaya en Verheul over een overzicht van innovatieve maatschappelijke initiatieven … nnen Ô Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018 inzake afhandeling motie 1270.17 van de leden Moorman en Groot Wassink over sociale binding, DNA van de stad … nnn nnerenennneneeevenneeenennnereeerennerevennvervenenneeneennnn Ó Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018 inzake afhandeling motie 821.17 van de leden Vink en Boldewijn over verbetering van de aantrekkelijkheid en ruimtelijke kwaliteit van de stationsomgevingen van de bovengrondse stations van de Oostlijn nnee eeen venennenennerenneereneenen P Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018 inzake de afhandeling van moties 1419, 1420, 1421, 1422, 1423 en 1426.17 over het Meerjarenplan fiets 2017-2022... nannneneenennneernennneneereneneeneennneerenvennnenrennneereennnenne Î Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018 inzake afdoening van motie 1416.17 van het lid Vroege over de Willibrordusgarage … … … …. 16 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018 inzake de bestuurlijke reacties op moties 1149, 1151, 1161, 1207, 1209, 1244 en 126217, ingediend bij de Begroting 2018 betreffende de portefeuille Verkeer en Vervoer …….. 11 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018 inzake de stand van zaken betreffende de externe financiering van de gemeente Amsterdam … 16 79 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Brief van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018 inzake afhandeling motie 1479.16 van de leden Moorman, Nuijens, Flentge en Van Lammeren over het verkorten van de termijn voor vakantieverhuur van 60 naar 30 dagen ….….….. 3 Brief van het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie Noord van 23 januari 2018 inzake het advies betreffende een nieuw Amsterdams schaatscompleX…….......…..……. 4 Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 12 februari 2018 inzake de veiligheidscijfers van Amsterdam over het jaar 2017 nnen oanneennennnenneenneereneennnennn 12 Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 29 januari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 1195.17 van het lid Poot over de evaluatie van het cameratoezicht rond het Centraal Station … … nnn ennen neren ennneereenneervenennneereenn ÎÛ Brief van waarnemend burgemeester J.J. van Aartsen van 29 januari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op motie 361.17 van het lid Verheul over de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam … nan nenneneeeeeeneeerennnnnereeneneneenennnnnneerneerenvenvennnnneennerrenenn ÎÛ Brief van waarnemend burgemeester Van Aartsen van 30 januari 2018 inzake afhandeling motie 1083.17 van het lid Van Dantzig over het verbeteren van de uitstroom uit de bed- bad-broodvoorziening … ……......unnnnnnvensereneneennerenennnerevenneeen vernnnerenennnervervennneevenneeneennnn Ó Brief van wethouder Ivens van 29 januari 2018 inzake dierenverkooppunten stimuleren om te gaan voldoen aan de kwaliteitseisen dierenwelzijn van Dibevo nn... 7 Brief van wethouder Kock van 13 februari 2018 inzake afdoening van toezeggingen tijdens de bespreking van het detailhandelsbeleid Amsterdam 2018-2022 in de raadscommissie Werk en Economie van 6 december 2017 …. nnn eneen. 15 Brief van wethouder Kukenheim van 2 februari 2018 inzake de uitvoering van motie 531.17 van het lid Flentge over verkenning stagecoaches… nnen Î4 Brief van wethouder Litjens van 12 februari 2018 inzake afdoening van motie 1427.17 van het lid Guldemond over het investeringskrediet centrale huisvesting Amsterdamse School (efficiënt ruimtegebruik) … annen eenneeen ennen eeneennneeneenneeneneennneervennnenrennnen 1 Brief van wethouder Litjens van 12 februari 2018 inzake de toelichting op het besluit om het onderwerp Ferdinand Bolstraat zuid, project Rode Loper, van de agenda af te VORMEN nnen nennnennereeeeenenenennnnnnerenenreeeneennnannerenerrvvenennnnnnnerrnervveennenenennnnnverrvvennenen ÎÀ Brief van wethouder Litjens van 7 februari 2018 inzake beantwoording van vragen over de herinrichting van de Vijzelstraat, project Rode Loper, naar aanleiding van de behandeling in de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer op 31 januari 2018 ……. 14 Brief van wethouder Van der Burg van 12 februari 2018 inzake de AB 1994 Overgangsregeling afkoopinstructie (verlengde) afkoop canon en overstap naar voortdurende erfpacht … nnn annneennennneenennneneensennneneenneneeneennneereensnenrennenneereennnennn 1Ô Brief van wethouder Van der Burg van 12 februari 2018 inzake de herplanting van bomen in Weespertrekvaart-Midden … unne ennen ene nnnenreneneenennnnerrnerreeennennnenerrvvennenenn 1 Brief van wethouder Van der Burg van 30 januari 2018 inzake het uitstel van de afhandeling van moties 1403.17 tot en met 1408.17 over het warmteplan Amstelkwartier, 2e fAaS@ nnen eeneneeneeeneneneneeeennnnnnennnnnennenenerenvenenenveenenenennnn ÎÔ Brieven van het college van B en W van 6 februari 2018 inzake de bestuurlijke reactie op moties 1518.17 en 1521.17 over het investeringsbesluit Elzenhagen Zuid in Amsterdam-Noord... venennneeneeneneeenveneenennneervenenveenennnnneerenenrveenennnnnnenn ÎÔ Raadsadres van Bewonersplatform Zuidas en andere organisaties en vele burgers van 29 januari 2018 inzake het verzoek om in het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase, kavel 2 niet of veel minder te bebouwen … nnen nennneenennneerereennneereennnenrennneereennnenrenn Ô Raadsadres van burgers van 31 januari 2018 inzake dakopbouwen in woningen aan de Madurastraat in de Indische Buurt en beleidsregels voor afwijken van het bestemmingsplan … ….....… nnnnnunnneen ven ennneenennnerenennennerevennnere enne nerenennnervennnvereennennveneennne Ô 80 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 februari 2018 Raadsnotulen Raadsadres van burgers van 5 februari 2018 inzake de verkoop van commercieel vastgoed van de gemeente Amsterdam, waaronder het Schoolkinderbad aan de Frederik Hendrikstraat … annen nenve nennen ennenrenenenenvennnnnnerreeennvenrennnnnerrveennenenn ÎÛ Raadsadres van Buurtvereniging Wetering Verbetering van 13 februari 2018 inzake de voorgenomen bouw van de parkeergarage Vijzelgrach … nennen ennen. 15 Raadsadres van de Humanistische organisatie Nederland van 19 januari 2018 inzake onvoldoende initiatieven om daklozen aan onderdak en werk te helpen ……...............…. 4 Raadsadres van de Stichting AMVJ Sportcentrum van 24 januari 2018 inzake ongelijke toepassing van het Duurzaamheidsfonds voor Amsterdamse sportverenigingen …. …… 4 Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad van 24 januari 2018 inzake de verkoop van het Pianola Museum aan de Westerstraat 106 en mogelijke verkoop van nog meer panden door de gemeente … nnen nennen D Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad van 29 januari 2018 inzake het verwijderen van de duiker in de Lijnbaansgracht onder het Kleine- Gartmanplantsoen/Leidseplein voor de realisatie van een fietsenstalling … ……..…..……….. 7 Raadsadres van een burger van 1 februari 2018 inzake de verbreding van fietspaden in Amsterdam … nnn eennnnenreeeeeenenennnannenreeeneneenenennnnenenvenrvenvennnnneerenvenveenennnnnnerrnnn Ô Raadsadres van een burger van 12 februari 2018 inzake het verzoek om kavel 2 in het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase, groen te laten nennen 14 Raadsadres van een burger van 24 januari 2018 inzake de aanbieding van het Amsterdamse Stegen Plan … annees eeens eer ennenenneereneerenvenennnerenseeeenvenenveneneen Ò Raadsadres van een burger van 24 januari 2018 inzake het opruimen van peuken op straat. eeeeeeeneeneevenenveneenenenenennnnnnnnnnnnnnnnnnnennnenenenenenenenvevveveeeevenennn D Raadsadres van een burger van 24 januari 2018 inzake het verzoek om tegen de realisatie van de Vijzelgrachtgarage te stemmen … nnn ennen rennerenennneen vennen  Raadsadres van een burger van 27 januari 2018 inzake het verhuren van particulier bezit door buitenlandse investeerders unne eenn nennneerenveneenenennnnneerenvenennnnneereneenen Ò Raadsadres van een burger van 31 december 2017 inzake plannen voor een taxistandplaats bij het Barbizon Hotel aan de Prins Hendrikkade … nnn 3 Raadsadres van een burger van 31 januari 2018 inzake de campagne voor financiële steun voor huisvesting van daklozen … nnn vennneeevennerevenennneneneneeer ennen ÎÛ Raadsadres van een burger van 4 februari 2018 inzake het verplaatsen van de scooters van het fietspad naar de rijweg … anssen ennnneneenennneernennneereennennennennneereenneereennnennn 1Û Raadsadres van een burger van 8 februari 2018 inzake de mogelijkheden voor een brede discussie over het tegengaan van onverdraagzaamheid en intolerantie tegen LHBT +'ers Raadsadres van Elzenhagen Zuid Overleg (ELZO) van 6 februari 2018 inzake het bestemmingsplan Boven 't Y en de afbraak van het Waddenwegviaduct ….….……..…….……. 10 Raadsadres van het Comité Westelijke Grachtengordel, namens omwonenden Westermarkt, van 30 januari 2018 inzake het gevaar voor gehoorschade als gevolg van het nieuwe Evenementenbeleid … … nnen nnenenseneeeenenneneneerneenenvenvenennneerseeennennnen P Raadsadres van Initiatiefgroep Zuid van 8 februari 2018 inzake bouwactiviteiten in de woonomgeving van het Museumkwartier, de Apollobuurt en de Willemsparkbuurt ….…. 9 Raadsadres van JCDecaux Nederland BV van 12 februari 2018 inzake de omgang met bewegende beelden in de openbare ruimte in Amsterdam … nnn ennnnnee nennen 14 Raadsadres van Marktvereniging Waterloo Anno 1885 van 29 januari 2018 inzake de herinrichting van het Waterlooplein … … …….nnnnnnnenneen vennen eeen nerenennnereveneeenennvervenn Ô Raadsadressen van burgers inzake geluidsoverlast op Koningsdag en tijdens andere evenementen … unne nennneenreeeerenenennenneneeeeenenenennnnnserrevenennenennnnneerrnvenennneennnneerenennen Ó Raadsadressen van burgers inzake het behoud van het Pianola Museum... 6 81 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Raadsnotulen 82
Raadsnotulen
82
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 572 Publicatiedatum 5 juli 2013 Onderwerp Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het raadslid de heer L.G.F. Ivens van 3 april 2013 op zijn vragen van 31 januari 2013 inzake de hondenbelasting. Aan de gemeenteraad inleiding van vragensteller. Op 31 januari 2013 heeft de fractie van de SP schriftelijke vragen gesteld over de hondenbelasting. Deze vragen zijn op 28 maart 2013 door het college beantwoord (zie Gemeenteblad afd. 1, nr. 180). Volgens het college wordt aan hondenbelasting 1,7 miljoen euro binnengehaald en wordt van dat geld ten minste 420.000 euro besteed aan het hondenbeleid. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 3 april 2013, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen op zijn schriftelijke vragen van 31 januari 2013 tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Volgens de gemeente bestaan de kosten van het hondenbeleid uit handhavingskosten, meubilair openbare ruimte zoals hondenpoepzakjes- dispensers, en de bijbehorende zakjes, hondenborden, uitlaatstroken, herstel van gras en beleidskosten. Kan het college specificeren wat elk onderdeel (zoals genoemd) van het hondenbeleid aan kosten met zich meebrengt? Antwoord: Zoals bij de beantwoording van de vragen van 31 januari 2013 is aangegeven hebben de stadsdelen de kosten van hun hondenbeleid voornamelijk zitten in de totale handhavingskosten en zijn deze niet precies te specificeren voor alleen de hondenbelasting. 2. Het hondenbeleid is een verantwoordelijkheid van de stadsdelen. Voor de heffing van de belasting is de centrale stad verantwoordelijk. Uit de antwoorden blijkt dat niet elk stadsdeel hondenpoepzakjesdispensers heeft, ofwel het uitgezette hondenbeleid is niet overal hetzelfde, terwijl de kosten voor de hondenbezitters wel overal in Amsterdam hetzelfde zijn. Is hier, volgens het college, sprake van rechtsongelijkheid? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, hier is geen sprake van rechtsongelijkheid. Zoals bij de beantwoording van de vragen van 31 januari 2013 is aangegeven komt de opbrengst van de hondenbelasting ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. Verder 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer eur 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 3 april 2013 is in de visie van het Gerechtshof van 's Hertogenbosch de hondenbelasting nog steeds geen bestemmingsbelasting maar een algemene belasting. 3. Volgens de gemeente valt ‘herstel van gras’ ook onder het hondenbeleid. Betreft dat specifiek herstel van gras in de hondenuitlaatgebieden, of betreft het ook de voor iedereen toegankelijke weiden buiten de hondenuitlaatgebieden”? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Het herstel van gras in dit kader is belegd bij de stadsdelen. Volgens de opgaven van de stadsdelen betreffen het diverse plekken binnen de stadsdelen waar het herstel van gras plaatsvindt. Het gaat daarbij om plekken waar hondenbezitters hun honden bijvoorbeeld gaten laten graven. Het kunnen dus hondenuitlaatgebieden als openbare gebieden zijn. 4. Kan het college aangeven in welk hondenuitlaatgebied in Amsterdam recent het gras is hersteld? En wat waren de kosten van het herstel van dit gebied? Antwoord: Nee, het herstel van gras in dit kader is belegd bij de stadsdelen. 5. De gemeente vindt het ‘zeer wel’ verdedigbaar aan te sluiten bij de 30% die juridisch wordt beschouwd als een aanzienlijk deel. Wij zouden de 67% die niet besteed wordt aan hondenbeleid aanzienlijk willen noemen. Kan het college uitleggen waarom het hierover oneens is met vragensteller? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 2. De hondenbelasting is een algemene belasting en geen bestemmingsbelasting. 6. Gaat de handhaving van het hondenbeleid onder Een stad, een opgave vallen en dus stedelijk beleid worden? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Er is qua handhaving een scheiding gemaakt tussen hetgeen centraal (door DBGA) wordt gedaan en decentraal (door de stadsdelen). Centraal vindt fiscale handhaving plaats van bijv. belastingbetaling of de toets op aantal honden. Decentraal wordt gehandhaafd volgens de APV op bijvoorbeeld het omhebben van hondenpenningen, het in bezit hebben van zakjes en het aangelijnd hebben van honden. Dit onderscheid wordt niet aangetast door het nieuwe bestuurlijk stelsel. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
train
X Gemeente Amsterdam R O % Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) % Agenda, woensdag 3 februari 2016 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie RO d.d. 13 januari 2016 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieRO @raadsgriffie.amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille , Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Agenda, woensdag 3 februari 2016 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Grondzaken 11 Instemmen met de uitwerking van het stelsel voor eeuwigdurende erfpacht. Nr. BD2016-001100 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 10 februari 2016). e _Deleden van de Raadscommissie voor Financiën zijn hierbij uitgenodigd. 12 Rapport Marktwaardecommissie (SEBA) Nr. BD2016-001104 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 13 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten (ex artikel 6) op de locatie Aambeeldstraat 3-9, Gedempt Hamerkanaal 43 en Mokerstraat 11 te Amsterdam Nr. BD2016-000447 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 10 februari 2016). 14 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten (ex artikel 6) op de locatie Verlengde Boorstraat te Amsterdam Nr. BD2016-000449 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 10 februari 2016). 2 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Agenda, woensdag 3 februari 2016 15 Vaststellen Transformatie-exploitatie (TREX) NDSM-werf Noord en Oost Nr. BD2015-016447 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 10 februari 2016). 16 Vaststellen regeling met betrekking tot risico, tekort en proceskosten in projecten grondproductie kleiner dan € 5 miljoen Nr. BD2015-01 7249 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 10 februari 2016). 17 Instemmen met bedrag aan gemaakte kosten opsporen en ruimen explosieven tweede wereldoorlog in 2015 Nr. BD2015-0161/73 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 10 februari 2016). 18 Kennisnemen van het Schetsontwerp Urban Sport Zone Sportheldenbuurt en instemmen met het dekkingsvoorstel openbare sportvoorzieningen Zeeburgereiland Nr. BD2015-016775 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 10 februari 2016). e _Deleden van de Raadscommissie voor Zorg en Sport zijn hierbij uitgenodigd. 19 Stand van zaken ontwikkelingen Sloterdijk n.a.v. toezegging wethouder aan Commissie RO Nr. BD2015-019329 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 3 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Agenda, woensdag 3 februari 2016 Ruimtelijke Ordening 20 Vaststellen van het bestemmingsplan Prins Hendrikkade tussen Droogbak en Oudezijds Kolk Nr. BD2015-011590 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 10 februari 2016). e _ Niet geanonimiseerde bijlagen liggen alleen voor de commissieleden ter inzage in de leeskamer Raad. e _Deleden van de Raadscommissie voor Infrastructuur en Duurzaamheid zijn hierbij uitgenodigd. 21 Vaststellen bestemmingsplan Vierde partiële herziening Rl-Oost Nr. BD2015- 015785 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 10 februari 2016). 22 Vrijgeven voor advies van Ruimte voor de Stad-Koers 2025 Nr. BD2016-000514 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Deleden van de Raadscommissies voor Infrastructuur en Duurzaamheid en voor Wonen en Bouwen zijn hierbij uitgenodigd. 4
Agenda
4
test
x% Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 424 Ingekomen op woensdag 22 april 2020 Behandeld op woensdag 22 april 2020 Status Aangenomen via schriftelijke stemming op 28 april 2020 Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake aanpak Coronacrisis — meer ruimte voor Amsterdammers Aan de gemeenteraad Ondergetekenden heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit inzake aanpak Coronocrisis. Constaterende dat: - De loek-down nu geruime tijd gaande is. - Het druk kan worden in de openbare ruimte, zeker gezien dat het weer zonniger wordt. -__ Hette verwachten is dat mensen door het weer en de duur toch meer buiten willen doorbrengen. - Het effect van tijdelijk afsluiten, door drukte, van parken leidt tot meer druk in overige gebieden. -__De druk op openbare ruimte kunnen verlichten door extra openbare ruimte voor bewoners te creëren. -__ Het autoverkeer in Amsterdam enorm is afgenomen. -__Eríin een aantal wijken en buurten bewoners vaak niet beschikken over een (ruime) buitenruimte. Overwegende dat: - Deze motie is ingeleverd voor de persconferentie (met mogelijke versoepeling) van 21 april 2020 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Te bekijken welke straten tijdelijk zouden kunnen worden afgesloten voor autoverkeer en deze tijdelijk ter beschikking te stellen aan bewoners, zodat ook de straat als buitenruimte kan worden gebruiken. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering 9 november 2022 Ingekomen onder nummer 423accent Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake Begroting 2023 Onderwerp Leegstand corporatiewoningen tegengaan Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023, -_ Overwegende dat o Deleegstandsverordening mogelijkheden biedt om te voorkomen dat woningen langer dan zes maanden leeg staan o Het onwenselijk is dat corporatiewoningen langer dan nodig leeg staan omdat dit tot lagere doorstroom en tot inkomstenderving bij corporaties leidt o De Raad onvoldoende inzicht heeft in hoeveel tijd er zit tussen het vertrekken van een huurder uit een corporatiewoning en het opnieuw in gebruik nemen van een dergelijke woning o Erdiverse voorbeelden zijn waar corporatiewoningen maandenlang leeg staan zonder dat er enige (verbouw) activiteit waar te nemen is o We volgend jaar in gesprek gaan met corporaties over nieuwe samenwerkingsaf- spraken en dat voorkomen van onnodig lange leegstand daar wellicht een onder- deel van kan zijn Verzoekt het college van burgemeester en wethouders De corporaties te verzoeken een overzicht op te leveren van 1. Alle woningen die momenteel langer dan 12 weken leeg staan + de reden waarom deze woningen nog niet bewoond worden door een nieuwe huurder 2. Van alle woningen die de afgelopen 12 maanden aan een nieuwe huurder verhuurd zijn aan te geven hoeveel dagen er zaten tussen laatste huurdatum van oude huurder en aan- vang huur door nieuwe huurder 3. Bij woningen onder (2) die langer dan drie kalendermaanden leeg gestaan hebben aan te geven wat de reden daarvan is geweest Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken Pagina 2 van 2 Indiener D. T. Boomsma
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1041 Publicatiedatum 28 juni 2019 Ingekomen onder s Ingekomen op donderdag 20 juni 2019 Behandeld op donderdag 20 juni 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake een tijdelijke ophoging bouwdoelstelling middensegment Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Rapportage Stand van zaken Woningbouwplan 2018- 2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 563). Overwegende dat: — Met name Amsterdammers met een middeninkomen in de knel komen op de Amsterdamse woningmarkt; — Het aantal middenhuurhuurwoningen kan toenemen door de doelstelling voor de nieuwbouw te laten stijgen indien het aantal nieuw te bouwen middenhuurwoningen van 1670 niet wordt gehaald; — Indien het aantal nieuw te bouwen middenhuurwoningen achterblijft de bouwambitie van dit college in gevaar komt. Overwegende dat: — Het wenselijk is dat het college de niet behaalde aantallen in 2018 toevoegt aan de planning voor 2019. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Het verschil tussen de bouwdoelstelling van 1670 en de gerealiseerde bouw van 1152 in 2018 toe te voegen aan de geplande bouwproductie in 2019. De leden van de gemeenteraad H. Naoum Néhmé D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 83 Datum indiening 13 december 2018 Datum akkoord college van b&w van 29 januari 2019 Publicatiedatum 29 januari 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Hammelburg inzake het achterblijven van de bouw van middenhuurwoningen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Het nieuws dat Amsterdam een recordaantal woningen heeft gebouwd is door de fractie van D66 met gemengde gevoelens ontvangen. Hoewel de bouw van 8639 nieuwe huizen in een jaar tijd een ongelooflijk record is, blijft de bouw van middenhuurwoningen ver achter. De fractie van D66 wil graag opheldering over het achterblijven van deze bouwaantallen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Hammelburg, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoe beoordeelt het college de bouwresultaten wat betreft middenhuurwoningen in het jaar 2018? Antwoord college: In 2018 zijn er 1.152 middeldure huurwoningen in aanbouw genomen en de afgelopen vier jaar zijn er in totaal 4.583 middeldure huurwoningen in aanbouw genomen. Deze woningen zijn ontwikkeld vóór 2018 en hiermee is de doelstelling van de begroting 2016 (Amendement 1007) om in de periode 2016 tot en met 2019 3.700 middeldure huurwoningen in aanbouw te nemen, behaald. Het college heeft die ambitie inmiddels nog eens verder opgehoogd naar gemiddeld 1.670 middeldure huurwoningen per jaar vanaf 2019. Op 8 juni 2017 heeft de gemeenteraad het Actieplan meer middeldure huur vastgesteld, hierin zijn voorwaarden opgenomen ten aanzien van huurhoogte en verhuurtermijn. Sommige afspraken met marktpartijen zijn al gemaakt voordat dit actieplan werd vastgesteld. Hierdoor zijn er bij enkele projecten met middeldure huurwoningen geen, of minder strikte voorwaarden ten aanzien van huurhoogte en verhuurtermijn. Er is hier een risico dat een ontwikkelaar/verhuurder de aanvangshuren mogelijk zal verhogen. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 2 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 13 december 2018 2. Is het college het met de fractie van D66 eens dat de bouw van middenhuurwoningen de grootste prioriteit heeft om de positie van middeninkomens radicaal eerlijker te maken? Antwoord college: Het college ziet de bouw van betaalbare woningen als een grote prioriteit, dit zijn zowel sociale huurwoningen als middeldure huurwoningen. Daarom is in het Woningbouwplan 2018-2025 opgenomen dat er tot en met 2024 gemiddeld 1.670 middeldure huurwoningen per jaar in aanbouw worden genomen en gemiddeld 2.500 sociale huurwoningen door woningcorporaties. 3. Welke maatregelen neemt het college om te waarborgen dat de bouwambities uit het coalitieakkoord ten aanzien van middenhuurwoningen voor de komende jaren veiliggesteld worden”? Antwoord college: De bouw van middeldure huurwoningen wordt geborgd door de maatregelen uit het Actieplan meer middeldure huur en het Woningbouwplan 2018-2025. Door in de bouwplannen voldoende middeldure huurwoningen te programmeren, is het de verwachting dat een productie van gemiddeld 1.670 woningen per jaar wordt gehaald. 4. Verwacht het college dat de bouwambitie op middeldure huur de komende jaren wel gehaald gaat worden? Welke risico’s ziet het college? Antwoord college: Bij gelijkblijvende economische omstandigheden is het mogelijk om gemiddeld 1.670 middeldure huurwoningen per jaar in aanbouw te nemen, hiervoor is voldoende planvoorraad. Betaalbaarheid van de huursector blijft een belangrijk aandachtspunt voor het college. Door de grote prijsstijgingen verschuiven steeds meer bestaande middeldure huurwoningen naar het dure segment, daarom is het college aanvullend samen met de Metropoolregio Amsterdam met de minister van Binnenlandse Zaken in gesprek over mogelijke maatregelen in de bestaande huurvoorraad. Ook wordt het mogelijk gemaakt om op specifieke locaties eeuwigdurende middeldure huurwoningen te realiseren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 14 Oktober 2021 Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck Behandeld door Programma Sprong over het IJ Onderwerp OV-Netwerkanalyse en vitkomsten onderzoek naar inpassing bruggen in NDSM-werf en Hamerkwartier in relatie tot de Actualisatie Nota van Uitgangspunten Sprong over het IJ Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeer ik v over de vitkomsten van de OV-netwerkanalyse die is gedaan voor de nieuwe bruggen over het IJ. Ook informeer ik u over het nadere onderzoek naar inpassing van de Oostbrug in het Hamerkwartier en de Westbrug in de NDSM-werf. Een belangrijke conclusie uit de OV-netwerkanalyse is dat OV over zowel de Oostbrug als de Westbrug een belangrijke bijdrage levert aan een duurzaam mobiliteitsysteem. Nieuwe gestrekte OV-verbindingen in de flanken van de stad ontlasten OV-trajecten via de binnenstad en verbeteren de verbinding tussen oude en nieuwe wijken. Aanlanding van een gecombineerde fiets- en OV-brug in het Hamerkwartier kan daarbij binnen de bestaande plannen worden gerealiseerd. Aanlanding van een gecombineerde fiets- en OV-brug in het hart van de NDSM-werf (het toekomstige Hellingpark) heeft daarentegen veel impact op de gebiedsontwikkeling. Om deze reden is gezocht naar een alternatief. Dit alternatief is gevonden bij het Kraanspoor. Een aanlanding van een gecombineerde fiets- en OV- brug op het Kraanspoor, blijkt hier goed mogelijk. Deze vitkomsten worden, samen met de opbrengsten van de inspraak, opgenomen in de definitieve Actualisatie van de Nota van Uitgangspunten. Op basis van het door uw Raad te nemen voorkeursbesluit kunnen vervolgens in de aanlandgebieden de noodzakelijke ruimtelijke reserveringen worden gemaakt voor gecombineerde fiets- en OV-bruggen. De afweging of de extra investerings- en exploitatiekosten voor bruggen mét OV voldoende in relatie staat tot de toegevoegde (vervoers)waarde van OV over de bruggen, wordt aan het volgende gemeentebestuur overgelaten. Inpassing van brug met OV in de NDSM-werf Voor de NDSM-werf blijkt dat de door de commissie D'Hooghe geadviseerde aanlanding van de Westbrug in het hart van het gebied (via het Hellingpark) voor aansluiting op de fietsbinnenring logisch is, maar dat een OV-aansluiting op deze plek stedenbouwkundige en verkeerskundige bezwaren kent. De doorstroming en verkeersveiligheid van een brug met fiets én OV is hier onvoldoende en het OV-tracé heeft een lastige aansluiting op de Klaprozenweg. Daarbij maakt een aanlanding van een brug met fiets en OV via het Hellingpark inbreuk op de al vastgestelde samenhangende planstructuur en is aanpassing van al vitgegeven kavels noodzakelijk. Dit heeft, naast de noodzakelijke langdurige reserveringen, financiële en contractuele consequenties. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 oktober 2021 Pagina 2 van 3 Uit onderzoek blijkt dat aanlanding van de Westbrug op het Kraanspoor een beter alternatief is voor een gecombineerde fiets- en OV-brug. Deze aanlanding is mogelijk zonder dat de brug over de vaargeul wijzigt ten opzichte van de ligging zoals eerder is aangegeven. Het Kraanspoor heeft voldoende breedte en de straat is grotendeels al bebouwd waardoor voor deze aansluiting geen ingrijpende aanpassingen nodig zijn van het Investeringsbesluit NDSM-werf. Wel zijn voor deze aansluiting mogelijk enige verwervingen nodig. Ook voor de fiets kan via het Kraanspoor een goede verbinding worden gemaakt naar zowel de fietsbinnenring als richting Zaanstad en de achterliggende buurten in Noord. Een keuze voor waar de brug precies aanlandt in het gebied vindt plaats in de volgende fase (zie kaartje). WESTBRUG — Gebied mogelijke inpassing 14/10/2021 — tbv Concept Nota van Uitgangspunten Sprong over het |J EAO Tr - Ees Nr SS Û SNS L Et Ie jl il | | dj | e Je en i | _, Cornelis Douwes Í 5 TE en Sins Ie mj ESES BTT je en À Eet lg OE B / SS Sd / Minervahaven Houthaven # / ES De ‚ el Ô ij f è EN JP) Sd ek, 8 ih. LEGENDA Om Gebied mogelijke inpassing Westbrug Vaargeul IJ Zone tb.v. wachtplaatsen voor schepen om te wachten totdat de brug opengaat Op basis hiervan heeft het college het voornemen om in de voordracht voor het definitieve voorkeursbesluit Sprong over het IJ op te nemen dat, indien gekozen wordt voor een gecombineerde fiets- en OV-brug, de aanlanding van de Westbrug de NDSM-werf via het Kraanspoor de voorkeur heeft. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 oktober 2021 Pagina 3 van 3 Verlengen van de inspraaktermijn met twee weken Om belanghebbenden kennis te laten nemen van de aanvullende informatie en het voornemen van het college om voor de aansluiting van de Westbrug op de NDSM-werf voor een gecombineerde fiets- en OV-brug de voorkeur te geven aan aanlanding via het Kraanspoor, is deze informatie (zowel digitaal als fysiek) toegevoegd aan de stukken die ter inzage liggen. Om belanghebbenden voldoende de gelegenheid te bieden om deze aanvullende informatie bij hun inspraakreactie te betrekken is besloten om de inspraaktermijn, die loopt van 20 september tot en met 31 oktober 2021, te verlengen met twee weken tot en met 14 november 2021. We gaan ervan uit dat ook met deze verlenging het nog mogelijk is om in het eerste kwartaal van 2022 een definitief voorkeursbesluit Sprong over het IJ aan u voor te kunnen leggen op basis waarvan de benodigde ruimtelijke reserveringen in de aanlandgebieden gemaakt kunnen worden. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, ZD Boe Marieke van Doorninck Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid Bijlage OV-Netwerkanalyse Sprong over het IJ Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012 De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 7 november 2012 13.00 uur en 19.30 uur donderdag 8 november 2012 13.00 uur en 19.30 uur Locatie Raadzaal Algemeen 1 Mededelingen. 2 Notulen van de raadsvergadering op 17 oktober 2012. (N.B. de notulen worden nagestuurd per supplementagenda) 3 Vaststelling van de agenda. 4 Mededeling van de ingekomen stukken. 5 Mondelingevragenuur. Raadsaangelegenheden 6 Voordracht van het presidium van 3 september 2012 tot vaststellen van de begroting voor 2013 van de raadsgriffie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 908) 7 Voordracht van het presidium van 22 oktober 2012 tot instemmen met de jaarrekening over 2011 en de begroting voor 2013 van de gemeentelijke ombudsman. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 904) Financiën 8 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2012 tot vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor het jaar 2013 en tot instemmen met de regeling frictiekosten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 909) 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012 Educatie 9 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad van 22 oktober 2012 tot kennisnemen van het rapport van de rekenkamer van 20 september 2012, getiteld: ‘Toezicht op de voorscholen’ en tot overnemen van de aanbevelingen uit genoemd rapport. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 892) 10 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 11 september 2012 tot kennisnemen van de rapportage Energieke scholen en het uitvoeringsplan Energieke scholen en tot instemmen met uitgangspunten voor het vervolg van Energieke scholen en tot instemmen met de wijze van besteding van middelen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 893) 11 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2012 tot vaststellen van een verordening tot wijziging van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 894) Jeugdzaken 12 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 september 2012 tot instemmen met het verlenen van een subsidie aan het Medisch Orthopedagogisch Centrum “t Kabouterhuis’ en dekken van deze subsidie uit de resterende middelen dagarrangementen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 895) Project 1012 13 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 september 2012 tot kennisnemen van de notitie, getiteld “Tussenevaluatie straatgerichte aanpak 1012, van visie naar uitvoering’ en instemmen met wijziging van de besteding van het gereserveerde budget. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 903) Openbare Ruimte en Groen 14 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 5 juni 2012 tot instemmen met de uitvoering van motie 204 van 2012 van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het Wagener Stadion. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 897) Armoede 15 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2012 tot instemmen met de actualisatie voor 2013 van het Meerjarenbeleidsplan Inkomen en Armoedebestrijding 2012-2015. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 902) 2 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012 Zorg en Welzijn 16 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2012 tot instemmen met het vormen van een bestemmingsreserve in 2012 voor een vervangende opvangvoorziening voor slachtoffers van huiselijk geweld. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 896) Sport en Recreatie 17 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 mei 2012 tot vaststellen van het Sportplan 2013-2016. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 521) Dierenwelzijn 18 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 september 2012 tot vaststellen van de Bijzondere subsidieverordening dierenwelzijn 2013-2015. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 734) Bestuurlijk Stelsel 19 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2012 tot instemmen met de hoofdlijnen van het nieuwe bestuurlijk stelsel. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 907) Werk, Inkomen en Participatie 20 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2012 tot vaststellen van de actualisatie 2013 voor het beleid re-integratie, inkomen, volwasseneneducatie en inburgering 2011-2014, getiteld: ‘Werken het doel, participeren de norm’. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 891) Klimaat en Energie 21 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Van Lammeren van 5 september 2012, getiteld: ‘De duurzame draagtas’. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 911) Grondzaken 22 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 10 juli 2012 tot kennisnemen van de vervolginventarisatie gemeentelijk vastgoedbezit en vervolgbeantwoording vragen van het raadslid de heer Mulder inzake leegstaande gemeentepanden. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 898) 3 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012 Openbare Orde en Veiligheid 23 Gewijzigd initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Piek van 11 november 2011, getiteld: Voor een Gaaf Amsterdam’ en kennisnemen van de bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 905) (N.B. het initiatiefvoorstel en de bestuurlijke reactie worden nagestuurd per supplementagenda) 24 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 september 2012 tot instemmen met de Prostitutienota 2012-2017. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 906) 25 Kennisnemen van de notitie van het raadslid de heer Flos van 20 augustus 2012 inzake intimiderende opmerkingen en gedragingen jegens vrouwen op straat. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 737) Juridische Zaken 26 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Ivens van 7 augustus 2012, getiteld: 'Maak onderzoeksrapporten GVB openbaar’. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 655) Deelnemingen 27 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad van 22 oktober 2012 tot kennisnemen van het rapport van de rekenkamer van 26 september 2012, getiteld: “Toezicht bij GVB' en tot overnemen van de aanbevelingen uit genoemd rapport. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 901) Kunst en Cultuur 28 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2012 tot vaststellen van het Kunstenplan 2013-2016. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 900) VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN: Kunst en Cultuur 29 GEHEIM (Gemeenteblad afd. 1, nr. 899) 4 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012 Ingekomen stukken 1 Brief van mevrouw C. Gehrels, wethouder Economische Zaken, van 18 september 2012 inzake de bestuurlijke reactie op motie nr. 318 van 23 mei 2012 van het raadslid de heer De Goede over de aanpak van de leegstand van winkelpanden. Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 2 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Zorg en Welzijn, van 23 oktober 2012 inzake afhandeling van motie nr. 609 van 12 juli 2012 van de raadsleden mevrouw De Soete, mevrouw Ulichki en de heer Poorter over cliëntenparticipatie door cliënten uit de Maatschappelijke Opvang. Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 3 Ledenbrief VNG van 10 oktober 2012 inzake de modelverordening ‘Verrekening bestuurlijke boete bij recidive’. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 4 Ledenbrief VNG van 24 oktober 2012 inzake het bestuurlijk ondersteunings- programma ‘Werken aan werk’. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 5 Ledenbrief VNG van 12 oktober 2012 inzake de aanbieding van de notitie ‘Bouwen op de kracht van burgers; naar een krachtige en samenhangende aanpak op het sociale domein’. Voorgesteld wordt, deze notitie in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 6 Ledenbrief VNG van 17 oktober 2012 inzake de aanbieding van de visiebrochure ‘Routekaart Afvalwaterketen 2030’. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 5 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012 7 _Ledenbrief VNG van 18 oktober 2012 inzake de elektronische bekendmaking van de verkeersbesluiten. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 8 Brief van de heer mr. R.J.J.M. Pans, voorzitter van de directieraad van de VNG, van 18 oktober 2012 inzake de aanbieding van de publicatie ‘Gezamenlijke veiligheidszorg. Volop lokale kansen in nieuw politiebestel’. Voorgesteld wordt, deze publicatie in handen van de burgemeester te stellen ter afdoening. 9 Raadsadres van een burger van 8 oktober 2012 inzake de verhoging van de eigen bijdrage en inkrimping van de uren voor huishoudelijke hulp. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media. 10 Raadsadres van de heer W. Perquin, namens de Vereniging van Eigenaren Gebouw Amstel 252, van 18 oktober 2012 inzake de aantasting van Wereld Erfgoed door defecte en onvoldoende hemelwaterafvoer. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer. 11 Raadsadres van mevrouw mr. N.M.G. Vermolen, voorzitter van de Nationale Bond van Kermisbedrijfhouders, van 16 oktober 2012 inzake het onderzoek naar de kosten en opbrengsten van kermissen in de Nederlandse gemeenten. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie. 12 Raadsadres van een burger van 13 oktober 2012 inzake de kwaliteit van de bestrating van Gein IIl in stadsdeel Zuidoost. Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar stadsdeel Zuidoost ter afdoening. 6 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012 13 Raadsadres van de heer F. Nagtzaam, regiodirecteur van de Koninklijke Vereniging Midden- en Kleinbedrijf Nederland, van 17 oktober 2012 inzake gemeentelijke belastingen en heffingen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8, vaststellen van de begroting van de gemeente Amsterdam voor het jaar 2013. 14 Raadsadres van de heer J. Goos, voorzitter van de Bond van Cannabis Detaillisten, van 12 oktober 2012 inzake de herziening van de invoering van het afstandscriterium van de coffeeshop tot scholen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie. 15 Raadsadres van een burger van 16 oktober 2012 inzake de inspraakprocedure over de Windvisie. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 16 Open brief van de heer M.F.M. e Cunha, namens Child Support, van 5 oktober 2012 inzake tekort aan democratie en overschot aan slechte voorzieningen voor kinderen en jongeren. Voorgesteld wordt, de afhandeling van deze brief over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 17 Brief van mevrouw K. Bolt, raadsgriffier van stadsdeel Nieuw-West, van 18 oktober 2012 inzake de in de raadsvergadering van de deelraad van Nieuw- West aangenomen resolutie betreffende uitstel van de besluitvorming over het bestuurlijk stelsel. Voorgesteld wordt, deze resolutie desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 19, instemmen met de hoofdlijnen van het nieuwe bestuurlijk stelsel. 18 Brief van de heer F. Guttmann, voorzitter van de Vereniging van Exploitanten van Vaartuigen in de Amsterdamse Grachten, van 19 oktober 2012 inzake de aanbieding van het rapport ‘Communicerende Vaten in de Grachten. De toekomst van de Amsterdamse rondvaart, een brancheperspectief’. Voorgesteld wordt, dit rapport desgewenst te betrekken bij de behandeling van dit onderwerp in de vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer op 22 november 2012. 7 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 7 en donderdag 8 november 2012 19 Brief van mevrouw Y. Alkema, namens de raadsvoorzitters van de zeven stadsdelen, van 25 oktober 2012 inzake de gevolgen van de hoofdlijnen van het nieuwe bestuurlijk stelsel voor de toekomst van het griffiepersoneel. Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 19, instemmen met de hoofdlijnen van het nieuwe bestuurlijk stelsel. 20 Raadsadres van de heer A. Hund, namens de Noorderbuurt, en de heer J. Monasso, namens de Vereniging Amstelveldbuurt, van 24 oktober 2012 inzake het voornemen van stadsdeel Centrum voor de aanleg van een parkeergarage onder de Vijzelgracht bij het metrostation van de Noord-Zuidlijn. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord-Zuidlijn en Luchtkwaliteit). 21 Raadsadres van mevrouw T. Pruim, directrice van Theatraal IJburg, en de heer M. Jansberg, voorzitter van het bestuur van Theatraal IJburg, van 19 oktober 2012 inzake het honoreren van de subsidieaanvraag van Theatraal IJburg. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 28, vaststellen van het Kunstenplan 2013-2016. 8
Agenda
8
discard
VN2021-002544 Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water grifieandreas2 96 Gemeente MLW % Amsterdam Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021 Ter kennisneming Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 11 Datum besluit Nvt. Onderwerp Brief Rekenkamer d.d. 27 januari 2021 verzoekonderzoek Signalling & Control Metro Amsterdam De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de brief van de rekenkamer inzake een verzoekonderzoek Signalling & Control Metro Amsterdam. Wettelijke grondslag Artikel 185 Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Nvt. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.5 1 VN2021-002544 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water griffie andreas 2 % Amsterdam % Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021 Ter kennisneming AD2021-008752 Commissie MLW Voordracht (pdf) AD2021-008755 Verzoekonderzoek SCMA tav Gemeenteraad.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Nadere informatie bij dhr. De Ridder, directeur van de Rekenkamer Metropoolregio Amsterdam Gegenereerd: vl.5 2
Voordracht
2
discard
€ Gemeente PBK X Amsterdam Bij voortgangsbrief 18 juli 2023 Veiligheidsmaatregelen gheid gel Kademuren Bruggen 1° helft 2023 Totaal tot en met juli 2023 9 rakken* met veiligheidsmaatregel — geen Vanaf de start van het programma zijn in totaal bij veiligheidsconstructies, alleen beperkingen: 70 bruggen één of meerdere veiligheidsmaatregelen getroffen: » 8 rakken met 30 ton gewichtsbeperking op de rijbaan en 3,5 ton op de eerste 3 meter vanaf de kade » 4 bruggen met een veiligheidsconstructie en 1 rak met 7,5 ton gewichtsbeperking op de rijbaan een aanvullende gewichtsbeperking en 3,5 ton op de eerste 3 meter vanaf de kade » 5 bruggen met een veiligheidsconstructie " 27 parkeervakken opgeheven zonder aanvullende gewichtsbeperking " 1 reparatie, dilatatievoeg herstellen = 40 bruggen met een gewichtsbeperking (maximaal 30 ton), waarvan: (Ge) © — 4 bruggen met (gedeeltelijke) tijdelijke afsluitingen mm r' WR ZZZ. van de weg of vaarweg nn — 2 bruggen met een snelheidsbeperking voor OV/trams Totaal tot 2023 — 9 bruggen met scheiding trottoir/brugdek (voorkomen van zwaar verkeer op brugdeel dat is Vanaf de start van het programma zijn in totaal bij ontworpen voor fietsers/voetgangers) 167 rakken één of meerdere maatregelen getroffen: — 15 bruggen met een aanvullende (spoed) reparatie; — bij bruggen 149, 220, 237, 278, 351 en 374 = 12 rakken met een veiligheidsconstructie en de maatregelen inmiddels zijn opgeheven in een aanvullende gewichtsbeperking waarvan verband met definitief herstel de Herengracht inmiddels is opgeheven in verband » 4 bruggen met een reparatie zonder aanvullende met definitief herstel gewichtsbeperking (reparatie van brug 427 nog in = 26 rakken met een veiligheidsconstructie zonder voorbereiding) aanvullende gewichtsbeperking waarvan de » 17 bruggen met een beperking op toegestane Nieuwe Herengracht en Prinsengracht inmiddels zijn ontheffingen, objectvergunningen en TVM's opgeheven vanwege definitief herstel " 52 rakken met een gewichtsbeperking — waarvan 10 met een aanvullende (spoed)reparatie — waarvan Lijnbaansgracht en Recht Boomssloot inmiddels zijn opgeheven vanwege definitief herstel Veiligheidsmaatregelen " 12 rakken met een reparatie zonder aanvullende Dashboard (arcgis.com) gewichtsbeperking waarvan De Ruijterkade en Jacob Catskade inmiddels zijn opgeheven vanwege definitief herstel = 6 rakken met afsluiting, maatregel volgt anr » 59 rakken met een beperking op toegestane % Een rak is de ruimte tussen twee bruggen. ontheffingen, objectvergunningen en tijdelijke Hier gebruiken we het in de betekenis verkeersmaatregel (TVM) van een kademuur tussen twee bruggen. Herstelmaatregelen 9 kademuren In de eerste helft van 2023 zijn we gestart met het herstel van kademuren aan de Geldersekade, de Brouwersgracht en de Prinsengracht. Samen met de 6 projecten die al gestart waren, zijn er nu 9 kademuurprojecten in uitvoering. 1 rak aan de Rechtboomssloot (130 meter) is begin dit jaar opgeleverd en deze maand volgt 1 rak aan het Singel (208 meter). Zie ook: Kademuren: maatregelen en vernieuwen - Gemeente Amsterdam 2 bruggen In 2023 wordt het brugdek van de Berlagebrug vervangen. De voorbereidingen zijn begin dit jaar gestart. De werkzaamheden starten eind juli. De werkzaamheden aan de Bullebakbrug zijn grotendeels afgerond. Oplevering vindt plaats na het zomerreces, onder voorbehoud van onderzoek naar de toedracht van de verbuiging van de spoorstaaf. De Walter Süskindbrug is na reparatie per 12 juni weer in gebruik genomen. Zie ook: Bruggen: maatregelen en vernieuwen - Gemeente Amsterdam Overzicht 2023 (stand op 1 juli) = Opgeleverd: 338 meter kademuur = In uitvoering: 1486 meter kademuur en 2 bruggen = In voorbereiding: 30 rakken en 6 bruggen Risicoprofiel areaa profiel | Bruggen Kademuren ME veiligheidsmaatregel IN hoog BE middel WM laag Bay De scope van het programma bestaat uit 855 bruggen en 233 kilometer kademuur. De bruggen en kademuren met een hoog risicoprofiel worden met een hogere frequentie gemonitord. Ook wordt voor deze categorie bepaald of en welke herstelmaatregelen nodig zijn. Een gemiddeld of laag risicoprofiel betekent niet per definitie dat een brug of kademuur wel of ë niet hersteld moet worden, dat volgt uit het instandhoudingsadvies. hide hs: Linna = Bruggen en kademuren - Gemeente Amsterdam = Zoeken: bruggen kademuren (openresearch.amsterdam)
Factsheet
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1304 Publicatiedatum 4 december 2015 Ingekomen onder C Ingekomen op woensdag 25 november 2015 Behandeld op woensdag 25 november 2015 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Ten Bruggencate inzake de Verordening op de bestuurscommissies 2013. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het wijzigen van de Verordening op de bestuurs- commissies en intrekken van een aantal stadsdeelregelingen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1249). Overwegende dat: — _op voordracht van een in het algemeen bestuur vertegenwoordigende groepering, het algemeen bestuur in de voorbereidende commissies per groepering één buitengewoon commissielid kan benoemen; — conform artikel 19, lid 4, van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 nu al een lid van het algemeen bestuur voorzitter van een voorbereidende commissie kan zijn; Constaterende dat: — gezien het aantal algemeen bestuursleden er een mogelijk tekort is aan gekwalificeerde voorzitters voor een voorbereidende commissie. Besluit: in de voordracht een artikel toe te voegen, luidende: Artikel 19, lid 4, van de Verordening op de bestuurscommissie 2013, te wijzigen van: ‘een lid van het algemeen bestuur is voorzitter van een voorbereidende commissie’, te wijzigen in: ‘een lid van het algemeen bestuur dan wel een door het algemeen bestuur benoemd buitengewoon commissielid is voorzitter van een voorbereidende commissie’. Het lid van de gemeenteraad M. ten Bruggencate 1
Motie
1
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 93 Datum akkoord 27 januari 2014 Publicatiedatum 31 januari 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.C.G. Poot van 10 december 2013 inzake financiële controle van decentralisaties. Kan de GEMGEMBART inleiding door vragenstelster: Op 6 december 2013 verscheen er op de website van BinnenlandsBestuur.nl een artikel getiteld: ‘16 miljard euro raakt uit zicht, waarin gesteld wordt dat er voor de controle op de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van de 16 miljard euro die met de decentralisaties sociaal domein na 2015 zijn gemoeid, niets geregeld blijkt te zijn, waarmee landelijk 16 miljard euro ongecontroleerd uit het zicht lijkt te verdwijnen. De heer Arno Visser, lid van de Algemene Rekenkamer, stelt dat de wetgeving zoals deze nu in de maak is — Wmo 2015, Participatiewet en Jeugdwet — vragen om controleproblemen is. Daarnaast verscheen op 29 november 2013 in NRC Handelsblad een artikel, getiteld: ‘Raadsleden kunnen bestuursmoloch niet de baas’. Hierin wordt gesteld dat de samenwerkingsverbanden tussen gemeenten in de uitvoering van de decentralisaties tot grote controleproblemen zullen leiden, onder andere omdat de verantwoordelijkheid van de controle over verschillende gemeenteraden, rekenkamers en rekenkamercommissies verspreid is. Deze vrees wordt bevestigd door de heer Visser in Binnenlands Bestuur. VVD Amsterdam vindt dat de democratische controle en transparantie van de besteding van de gelden die met de decentralisaties gemoeid zijn van essentieel belang zijn. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 10 december 2013, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Heeft het college kennisgenomen van de artikelen ‘16 miljard euro raakt uit zicht’ en ‘Raadsleden kunnen nieuwe bestuursmoloch niet de baas’? Antwoord: Ja. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing 5 Gemeenteblad Datum 31 januari 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 10 december 2013 2. Deelt het college de zorgen omtrent de controle op de decentralisatiegelden die in de artikelen geuit worden? Zo nee, waarom niet? Antwoord: B&W deelt de zorgen niet. Vanzelfsprekend is er sprake van een omvangrijke verschuiving van middelen van Rijk naar gemeente. B&W is van mening dat de verantwoording over de besteding van de decentralisatiegelden integraal onderdeel moet zijn van de verantwoordingscyclus. De inzet van de middelen wordt transparant opgenomen in de begroting en verantwoordt in de rekening. De Raad stelt de begroting en de rekening vast. De accountant controleert de jaarrekening. Om de doelmatigheid van de besteding te kunnen beoordelen ontwikkeld B&W voor de begroting 2015 indicatoren. Daarnaast zullen gemeenten via de bestaande Informatie voor derden (lv3) jaarlijks aan het Rijk informatie verstrekken over de besteding van de middelen in het sociaal domein. Op deze wijze wordt vanuit het Rijk gemonitord met zo min mogelijk administratieve lasten voor gemeenten. Ook zal jaarlijks informatie aan het Rijk worden verstrekt over de aanwezigheid van een goedkeurende controleverklaring van de accountant op de jaarrekening van de gemeente. Op deze manier heeft het Rijk inzicht in de bestedingen van alle individuele gemeenten. Tenslotte zal BZK een traject inzetten om de kwaliteit van de beleidinformatie van gemeenten te verbeteren. Net als bij het huidige gemeentefonds stelt het Rijk ook de financiële realisatie op macroniveau vast, doet nader onderzoek en voert daarover overleg in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv). Wij zien op dit moment voor de Amsterdamse situatie geen belemmeringen voor de Rekenkamer om desgewenst onderzoek te doen. 3. Ziet het college mogelijkheden om deze voorziene controleproblemen tijdig te ondervangen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? Antwoord: In het antwoord op vraag 2 wordt toegelicht hoe B&W de verantwoording ten aanzien van de decentralisatiegelden zal inrichten. 4. Is het college in gesprek met het kabinet om deze controleproblematiek te voorkomen? Zo nee, is het college bereid om met het kabinet in gesprek te gaan om deze problematiek onder de aandacht te brengen? Antwoord: In het antwoord op vraag 2 wordt toegelicht dat B&W dit niet nodig acht. 5. Is het college het met de VVD eens dat gelden van deze omvang absoluut transparant en volledig door de gemeenteraad en Amsterdamse rekenkamer controleerbaar besteed dienen te worden? Hoe heeft het college zich hierop voorbereid? Antwoord: Ja. De wijze waarop B&W zich hierop voorbereid wordt toegelicht in het antwoord op vraag 2. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neng 5 Gemeenteblad ummer = su . Datum 31 januari 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 10 december 2013 6. Hoe is het college van plan de transparantie met betrekking tot de decentralisaties te waarborgen en op welke wijze zal zij de gemeenteraad hierover informeren? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 2. Daarnaast zijn er in de voorbereiding op de feitelijke start per 1 januari 2015 (en daarna) vele momenten waarop, per decentralisatie of voor de 3 decentralisaties (en samenhangende onderwerpen) gezamenlijk wordt gerapporteerd. Daarbij zijn de 3 decentralisaties gekenmerkt als risicovolle projecten, waarvoor een aparte verantwoordingscyclus geldt. In de transitiejaren zullen deze projecten ook nog onder de Regeling Risicovolle Projecten blijven vallen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Termijnagenda 2013 stadsdeel Zuid SL TA = Ter Advisering aan de deelraad TB = Ter Bespreking TK = Ter Kennisgeving TV = Ter Vaststelling Nr. \Agenda Onderwerp Portefeuill Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad | Soort [reden uitstel en ehouder Commissie, datum behandel behandelijopmerkingen _|_|rovember A _| {december A 151 [cie Pilot preventie + svz stedelijke implementatie EdV 1-okt-13 3-dec-13 TK SL nvt Reden utistel: Implementatie jongerenschuldhulpverleniong loopt nu, maar nog niet concreet in de loop van oktober meer duidelijk. Coach je kind / opvoedondersteuning in de thuissituatie: SK 4e kw. 2013 TK SL nvt evaluatie 161 [Cie Doorontwikkeling jeugdschuldhulpverlening EdV 3e kw. 2013 [4e kw. 2013 TK SL nvt Reden vertraging: geen nieuwe beleids- ontwikkelingen. In juli evaluaties stages en in aug. tussenevaluatie jeugd werkt in Zuid. 1 Nr. \Agenda Onderwerp Portefeuill Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad | Soort [reden uitstel en ehouder Commissie, datum behandel behandelijopmerkingen 160 / [Cie Bredeschool stand van zaken en Jan van der Heijdenhuis: [SK 3e kw. 2013| 3-dec-13 TK SL nvt Reden vertraging: tgv 120 beheer en exploitatieovereenkomst + voortgangsbrief mutaties in het pand moet samenwerking worden vastgesteld en de exploitatie financieel moet verder worden doorgerekend. Is samengevoegd met stand van zaken brede school. 3 _
Agenda
4
train
X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel West Stadsdeelcommissie West Agenda Datum 30-08-2022 Aanvang 19:45 Locatie 'Bos en Lommerplein 250’ Eindtijd 22:00 1 Opening, agenda vaststellen, mededelingen Starttijd 19:45 Eindtijd 20:00 2 Bewoners aan het woord Starttijd 20:00 Eindtijd 20:15 2.1 Wendy van Leeuwen - Erasmuspark 2.2 Vladimir Chorchordin - Hondenspeelplaats Erasmuspark 3 Actualiteiten Starttijd 20:15 Eindtijd 20:30 4 Vragen half uur Starttijd 20:30 Eindtijd 21:00 5 Stadsdeelcommissie: Huisvuil Starttijd 21:00 Eindtijd 21:30 1 X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel West Geagendeerd door: PvdÒ Portefeuillehouder: Ester Fabriek 6 Stadsdeelcommissie: Fietsveiligheid Starttijd 21:30 Eindtijd 22:00 Geagendeerd door: PvdA Portefeuillehouder: Ester Fabriek 7 Sluiting vergadering Starttijd 22:00 2
Agenda
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1143 Datum indiening 11 augustus 2017 Datum akkoord 12 oktober 2017 Datum publicatie 13 oktober 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boldewijn inzake deelscooters. Aan het college van burgemeester en wethouders Toelichting door vragensteller: Onlangs barstte in Amsterdam een discussie los over de wenselijkheid van commerciële bedrijven die ‘deelfietsen’ met honderden tegelijk aanbieden in Amsterdam. Hiermee dreigden ze buitenproportioneel veel openbare ruimte in te nemen. En juist de openbare ruimte van Amsterdam is beperkt en heeft bescherming nodig. Dankzij kordaat ingrijpen is dit voorkomen. Echter, het lijkt erop dat ook de ‘deelscooter’ word geïntroduceerd op de Amsterdamse trottoirs. Het bedrijf Felyx stelt dat er binnenkort 108 scooters zullen worden geplaatst en richt zich nadrukkelijk op de Amsterdamse binnenstad. De Amsterdamse PvdA is van mening dat deze ontwikkeling onwenselijk is en waar mogelijk moet worden tegengehouden. Gezien het vorenstaande heeft het lid Boldewijn, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college op de hoogte van het voornemen van Felyx om 108 deelscooters te plaatsen? Antwoord: Ja. Felyx heeft hierover contact gehad met de gemeente. Felyx is een bedrijf dat (elektrische) deelscooters te huur aanbiedt in de openbare ruimte. Geïnteresseerden kunnen de scooters huren door middel van een app op de smartphone, waarmee de scooter gehuurd en ontsloten kan worden. Na gebruik door de huurder kan de deelscooter weer achtergelaten worden op een (bepaalde) plek in de openbare ruimte en kan de deelscooter weer door een volgende huurder gehuurd worden. 2. Zoja: wanneer is verwachte plaatsing en heeft de gemeente afspraken gemaakt met Felyx? In hoeverre is de verwachting dat de hoeveelheid scooters zal worden uitgebreid en of er meerdere aanbieders komen. Antwoord: Felyx is inmiddels gestart. De e-deelscooters van Felyx staan op diverse plekken in de stad. Volgens het bedrijf gaat het om in totaal 108 deelscooters in Amsterdam. Het is bij ons niet bekend of het bedrijf uitbreidingsplannen heeft. 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng Lus Gemeenteblad Datum 13 oktober 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 augustus 2017 Felyx is in november 2016 op de hoogte gebracht van het plan van de gemeente om per 2018 een milieuzone in te voeren voor snor- en bromfietsers en van het voornemen om snorfietsers van het fietspad naar de rijbaan te verplaatsen met helmplicht. In mei 2017 is gecommuniceerd dat de gemeente het beleid voor deelfietsen zou gaan aanscherpen. Er is toen ook gemeld dat dit mogelijk gevolgen zou kunnen hebben voor deelscooters. Er zijn geen afspraken gemaakt met Felyx. Op15 augustus 2017 is er een gesprek geweest met Felyx. Aan Felyx is meegedeeld dat de activiteit die het bedrijf aanbiedt (te weten het aanbieden van commerciële dienstverlening aan of op de weg) niet toegestaan is op grond van artikel 2.50 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De gemeente maakt wel beleid voor deelconcepten in de stad en Felyx is uitgenodigd voor de marktconsultatie. Felyx heeft ingesproken in de raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid van 13 september jl. en gevraagd naar de mogelijkheden om tegen betaling vanaf autoparkeerplaatsen scooters te verhuren. De Parkeerverordening staat parkeren van scooters op autoparkeerplaatsen niet toe. Scooters vallen onder de categorie brom- en snorfiets en zijn voor wat betreft parkeren juridisch gezien gelijk aan fietsen. 3. Ziet de college de komst van deze deelscooters als een wenselijke ontwikkeling? Graag een toelichting. Antwoord: De opkomst van de deeleconomie waaronder deelfietsen en deelscooters biedt nieuwe mogelijkheden voor de Amsterdamse mobiliteit. Electrische snor- en bromfietsen kunnen bijdragen aan het verminderen van de CO2 uitstoot als ze gebruikt worden in de plaats van auto’s of snor- en bromfietsen met een benzine motor. Tegelijkertijd ziet het college ook aandachtspunten waaronder de verhoging van de parkeerdruk door een toename van het aantal geparkeerde snor- en bromfietsen in de openbare ruimte. Snor- en bromfietsen nemen meer ruimte in dan geparkeerde fietsen. En de toename van de druk op het fietspad als gevolg van de toename van snorfietsen. Met de invoering van de milieuzone voor snor- en bromfietsen (januari 2018) en het verplaatsen van snorfietsen naar de rijbaan in combinatie met helmplicht (afhankelijk van vaststellen van de AMvB door het rijk) worden deze negatieve aspecten al aangepakt. Momenteel is het college bezig met een marktverkenning en marktconsultatie deelfietsen, waarin ook deel snor- en bromfietsen worden meegenomen. De marktverkenning heeft het doel om inzicht te krijgen in de kansen en mogelijkheden met deelfietsen. Dit inzicht zal het college gebruiken bij het opstellen van beleid en indien nodig nadere regels om deelfietsen en ook deel snor- en bromfietsen te kunnen reguleren. Het college verwacht in december 2017 het deelfietsbeleid te kunnen vrijgeven voor inspraak en consultatie. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng Lus Gemeenteblad R Datum 13 oktober 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 augustus 2017 4. Welke instrumenten heeft dit college om de komst van dit bedrijf en vergelijkbare initiatieven tegen te houden? Antwoord: Het aanbieden van commerciële dienstverlening aan of op de openbare weg is niet toegestaan op grond van artikel 2.50 APV. Zowel de commerciële deelfietsen als deelscooters worden op basis van dit artikel gehandhaafd. Op 29 september jl. hebben de vier deelfietsaanbieders, te weten O-Bike, Flickbike, Dropbyke en Donkey Republic, een besluit met een last onder bestuursdwang gekregen. De deelfietsaanbieders worden in deze brief gesommeerd om uiterlijk 20 oktober hun fietsen die te huur worden aangeboden in de openbare ruimte van straat af te halen. Indien de overtreders hier geen gehoor aan geven dan worden de deelfietsen op kosten van de overtreders verwijderd. Het besluit is genomen door alle stadsdelen. Op 9 oktober jl. heeft Felyx een brief -ondertekend door alle stadsdelen- gekregen waarin is aangekondigd dat de gemeente voornemens is een last onder bestuursdwang op te leggen als de overtreding niet ongedaan wordt gemaakt. Felyx kan tegen dit voornemen eerst nog een zienswijze indienen (binnen twee weken). Mede op basis van de zienswijze neemt de gemeente (de stadsdelen) vervolgens het besluit om al dan niet te gaan handhaven met inachtneming van een begunstigingstermijn. 5. Deelt het college de mening van de PvdA dat de openbare ruimte in de binnenstad te vaak gebruikt wordt voor commerciële doeleinden? Graag een toelichting. Antwoord: Het college constateert dat de druk op de openbare ruimte in delen van de binnenstad in de afgelopen jaren is toegenomen. Het college probeert daar met diverse maatregelen wat aan te doen. Ook het commercieel gebruik van de openbare ruimte heeft in dit kader de aandacht van het college. Dit komt onder meer tot uitdrukking in het evenementenbeleid. In het in voorbereiding zijnde beleid voorverkooppunten in de openbare ruimte zal het college ook voorstellen doen aan de raad over het verminderen van de druk op de openbare ruimte. Voorts wordt in opdracht van het college onderzocht welke vormen van gebruik van de openbare ruimte beprijsd zouden moeten worden en of van de prijsstelling tevens een regulerende werking uit zou kunnen en/of moeten gaan. 6. Zoja: aan welke maatregelen wordt gewerkt om dit te voorkomen? Antwoord: Zie de beantwoording van vraag 5. 7. In hoeverre ziet dit college overheidsingrijpen als noodzakelijk om grip te houden op de razendsnelle ontwikkelingen die Amsterdam uit balans dreigen te slaan? Antwoord: Zie de beantwoording van de vragen 4 en 5. 3 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R weing ’ 143 Gemeenteblad ummer seat: Datum 13 oktober 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 augustus 2017 Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris K.H. Ollongren, (loco) burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
VN2021-030119 N% Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O Zo Jeugd en Amsterdam Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, x Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van o8 december 2021 Ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt 10 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Kennisnemen van de Monitor financiële continuïteit openbaar primair en speciaal onderwijs 2020 De commissie wordt gevraagd 1. Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief “Monitor financiële continuïteit openbaar onderwijs 2020” 2. Kennis te nemen van de Monitor financiële continuiteit openbaar onderwijs 2020 Wettelijke grondslag De verantwoordelijkheid van de lokale overheid ten aanzien van het openbaar onderwijs komt voort uit art. 23 Grondwet. Hierin is bepaald dat in elke gemeente van overheidswege voldoende algemeen vormend lager onderwijs wordt gegeven in een genoegzaam aantal openbare scholen. De wettelijke taken en verantwoordelijkheden die bij de gemeenteraad als (extern) toezichthouder blijven zijn de volgende: * Toezicht uitoefenen op het in standhouden van de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs op instellings- en op schoolniveau; e Waarborgen van continuïteit van het openbaar onderwijs binnen Amsterdam. Ter uitvoering van deze laatste taak monitort de gemeente de financiële ontwikkeling van het openbaar primair (en speciaal) onderwijs. Bestuurlijke achtergrond Niet van toepassing Reden bespreking Niet van toepassing. Uitkomsten extern advies Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.20 1 VN2021-030119 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - Zorg % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van 08 december 2021 Ter kennisneming Nee. Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam 2021 11 19 raadsbrief monitor financiele continuiteit openbaar onderwijs AD2021-123762 2020.pdf (pdf) AD2021-115446 Commissie WIO Voordracht (pdf) AD2021-123311 Financiele monitor continuiteit openbaar onderwijs 2020.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Jenny Franken, OJZD, 06-48450056, jenny.franken® amsterdam.nl Gegenereerd: vl.20 2
Voordracht
2
train
VN2021-000652 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D Ive Economie % Amsterdam Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021 Ter kennisneming Portefeuille Economische Zaken Agendapunt 15 Datum besluit 5 januari 2021 Onderwerp Kennisnemen van de afhandeling toezeggingen aan lid Biemond inzake leegstand winkelpanden in de stad (TA2020-001215) en (TA2020-001055) De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van bijgaande brief van wethouder Everhardt, ter afhandeling van de toezeggingen aan raadslid Biemond o.a. in de commissie FEZ d.d. 29 oktober 2020, inzake initiatieven leegstand winkelpanden in de stad. Wettelijke grondslag Art 169 Gemeentewet Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond Tijdens de raadscommissie Financiën en Economische Zaken van 24 september 2020 en 29 oktober 2020 is toegezegd aan lid Biemond schriftelijke te reageren op de informatie gevraagd over leegstaande winkelpanden in de stad. In de brief informeer wordt u geinformeerd over de bestaande aanpak van winkelleegstand, de ontwikkelingen als gevolg van de coronacrisis en de aanvullende acties van het college.In de loop van 2021 nader wordt geïnformeerd over de straatgerichte aanpak aantrekkelijke winkelgebieden en de leegstandsverordening. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.7 1 VN2021-000652 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, rve economie % Amsterdam ‚ ‚ ‚ ‚ % Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021 Ter kennisneming n.v.t. Welke stukken treft v aan? Brief beantwoording rondvraag lid Biemond cie FED inzake initatieven AD2021-002435 ‚ leegstand winkels.pdf (pdf) AD2021-002408 Commissie FED Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Economische Zaken, Marije Pouw, 06-28364197, [email protected] & Gijs Foeken, 06-38081212, g.foeken@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
val
> Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid Z Agenda van de openbare Commissie Samenleving van 7 mei 2013 Vergaderdatum dinsdag 7 mei 2013 Tijd 20:00 23.00 uur Locatie Raadzaalte President Kennedylaan 923 Voorzitter dhr. E. Linthorst Griffier mw. M.J. Oosterbaan Van 19.30 - 20.00 uur is gelegenheid tot het stellen van technische vra- gen t.b.v. de Jaarrekening 1. Opening en vaststellen agenda 2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB 3. Vaststellen verslag van de vergadering van 3 april 4. Toezeggingen en termijnagenda 5. Jaarverslag en jaarrekening 2012 (raadsbesluit) 6. Instellingsbesluit Bestemmingsreserve ondersteuning culturele infrastruc- tuur (raadsbesluit en betrekken bij Jaarrekening 2012) 7. Welzijn Zuid (ter bespreking) 8. Sluiting 1 Commissie Samenleving - dinsdag 7 mei 2013 Ter kennisname stukken - Onderzoek armoede en armoedebeleid Amsterdam, stadsdeel Zuid (onderwerp komt op 4 juni terug in de commissie als presentatie) - Stand van zaken Kwaliteit Kinderopvang - Woon leer werk trajecten in stadsdeel Zuid - Update SportAs 2013 - 2014 - Reactie op Koersbesluit Om ’t Kind - Concept staanplaatsenbeleid Zuid 2013 2
Agenda
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 962 Publicatiedatum 11 oktober 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.M. Moorman van 28 augustus 2013 inzake maatregelen betreffende gestolen smartphones. Amsterdam, 10 oktober 2013 Aan de gemeenteraad Het Parool van zaterdag 24 augustus meldde dat het Ministerie van Veiligheid en Justitie een campagne start om jongeren aan te zetten ‘volg-apps’ te installeren voor hun ‘smartphones’. Al jaren dalen de criminaliteitscijfers in Amsterdam, maar bij de roofovervallen is een toename van overvallen gericht op smartphones. 35% van de overvallen is gericht op smartphones — die soms enkele hondeden euro's waard zijn — en jongeren zijn in toenemende mate plegers en slachtoffers van deze straatroven. De Pvd is van mening dat onmiddellijk gebruik gemaakt moet worden van de reeds bestaande technische mogelijkheden om mobiele telefoons te blokkeren. Providers kunnen gestolen telefoons, wanneer het uniek IMEI-nummer wordt doorgegeven ‘blacklisten’ door gebruik te maken van een zogeheten Central Equipment Identity Register (CEIR). Met een dergelijk ‘blacklisted' toestel is het dan onmogelijk om gebruik te maken van een mobiel telefoonnetwerk, ook niet met een andere SIM- kaart. De toepassing hiervan maakt de gestolen telefoons onaantrekkelijk of onbruikbaar en zal zorgen voor een substantiële reductie in de straatroven en de gevolgen daarvan. In veel landen (Verenigd Koningrijk, België, Maleisië) wordt dit al gedaan. Australië past dit al toe sinds 2003.!! Hoofdcommissaris Aalbersberg heeft hier in het programma Knevel & van den Brink ook aandacht voor gevraagd. ”! De Pvd Amsterdam is dan ook van mening dat de minister van Veiligheid meer vaart moet maken met het kunnen laten blokkeren van gestolen telefoons. Providers wilden dit in 2012 al realiseren”! Minister Opstelten heeft in april van dit jaar laten weten dat dit voor de zomer geregeld zou zijn“! In juni liet de Minister echter weten nog in gesprek te zijn met de providers en pas in het voorjaar van 2014 met een wetsvoorstel te komen.” 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 2e ktober 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 28 augustus 2013 Juist omdat het voornamelijk kinderen en jongeren zijn die slachtoffer worden of slachtoffers maken, is een snel ingrijpen noodzakelijk. De toename in straatcriminaliteit is grotendeels toe te schrijven aan overvallen gericht op smartphones. De campagne om jongeren te wijzen op de maatregelen die zij zelf kunnen nemen is nuttig maar brengt ook veel kosten met zich mee en is geen substituut voor de nodige en toegezegde maatregelen om gestolen telefoons zo snel mogelijk onbruikbaar te maken. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 28 augustus 2013, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Deelt het college de mening van de Pvd dat het zeer wenselijk is zo snel mogelijk gebruik te maken van alle bestaande mogelijkheden om gestolen telefoons onbruikbaar te maken? 2. Is het college het met de PvdA eens dat het ontzeggen van toegang op de netwerken een geschikt instrument is dat zo spoedig mogelijk ingezet moet kunnen worden voor alle gestolen telefoons? 3. Is het college bereid om bij de Minister aan te dringen op voortvarendheid, teneinde de stijging van straatroven, gericht op smartphones, zo snel mogelijk te stuiten? Antwoord vragen 1, 2 en 3: Ja, het college deelt de mening van de PvdA dat het zeer wenselijk is om zo snel mogelijk gebruik te maken van alle bestaande mogelijkheden om gestolen telefoons onbruikbaar te maken. De burgemeester heeft meerdere malen landelijk aangedrongen op het mogelijk maken van het op afstand onbruikbaar maken van gestolen mobiele telefoons. De burgemeester heeft hier op 18 april 2013 nog een brief over gestuurd naar minister Opstelten met daarbij het verzoek om dit voor de zomer te implementeren. De minister van V8&J heeft hierover overleg gevoerd met de providers. Effectieve blokkering is alleen mogelijk als iedere provider meedoet. Hiervoor is een wijziging nodig van de Telecomwet. Naar verwachting zal de implementatie hiervan medio 2014 afrond zijn. Het college is van mening dat dit nog erg lang duurt en zal er daarom nogmaals bij de minister op aandringen om dit voortvarend op te pakken. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
train
VN2023-007967 Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkelin Gronden X Gemeente ] 9 9 RO Ontwikkeling X Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 12 april 2023 Ter kennisneming Portefeuille Grond en Ontwikkeling Agendapunt 7 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de afdoening van de toezegging in de raadscommissie RO van 22 februari 2023 over de lijst van buurtstraatquotes met percentages van de afgelopen jaren De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief met bijlagen, waarmee de toezegging in de commissie RO van 22 februari jl. inzake het onderzoeken van de vraag of de lijst van buurtstraatquotes met percentages van de afgelopen jaren kan worden aangeleverd wordt afgedaan. Wettelijke grondslag e Artikel 169 Gemeentewet: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). e Artikel 11 lid 2d Reglement van orde: de commissies zijn belast met het namens de raad kennisnemen van stukken. Bestuurlijke achtergrond In de commissie RO van 22 februari jl. heeft het lid Boomsma verzocht om TKN-10 Beleid Grondprijsbepaling voor bestaande erfpachtrechten 2023 ter bespreking en kennisneming te agenderen voor de commissie van 22 maart 2023. Daarbij is toegezegd te onderzoeken of de gevraagde lijst van buurtstraatquotes met percentages van de afgelopen jaren kan worden aangeleverd. Bijgaande brief en bijlagen zijn tevens aangeleverd met de dagmail van 15 maart 2023. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.17 1 VN2023-007967 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling Grond en % Amsterdam Ontwikkeling % Voordracht voor de Commissie RO van 12 april 2023 Ter kennisneming n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, de toezegging in de commissie RO van 22 februari 2023 om te onderzoeken of de gevraagde lijst van buurtstraatquotes met percentages van de afgelopen jaren kan worden aangeleverd. Welke stukken treft v aan? AD2023-026311 1. Raadsinformatiebrief inzake BSQ-lijst en mutatie.pdf (pdf) AD2023-026309 2. Bijlage 1. BSQ-lijsten en mutaties EGWO.pdf (pdf) AD2023-026308 3. Bijlage 2. BSQ-lijsten en mutaties STWO.pdf (pdf) AD2023-020926 Commissie RO Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Grond & Ontwikkeling, Chee-Key Tech, 0648449717, c.teoh@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.17 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Bezoekadres Stadhuis, Amstel 1 Am ste rd a m 1011 PN Amsterdam Postbus 202 > 4 1000 AE Amsterdam Telefoon 14020 x www.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum 15 mei 2018 Kenmerk Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, Irene Klarenbeek, 06 1086 1130, [email protected] Onderwerp Beantwoording raadsadres over bouwproject BLVG/Hoogte Kadijk 14,5B Zeer geachte mevrouw | In uw brief aan de gemeenteraad van 11 maart 2018, aangevuld met een brief van 4 april, zet u uitgebreid viteen welke onderwerpen volgens v een rol spelen bij de afweging in de besluitvor- ming over de aangevraagde omgevingsvergunning voor het adres Hoogte Kadijk 14,5B. U geeft een beschrijving van de beoogde plannen, de aanvraag, de ter plaatse vigerende bestemmings- plannen, erfpachtovereenkomsten en financiële transacties. Zonder dat u daarbij concreet gebruik maakt van deze woorden, maak ik vit vw brief op dat u zich zorgen maakt over de voorgenomen ontwikkeling, de mogelijke gevolgen daarvan voor vw buurt en de wijze waarop de besluitvorming over de omgevingsvergunning wordt voorbereid en tot stand komt. Met een inhoudelijk antwoord op al vw vragen vit uw brief zou ik vooruitlopen op een besluit over de aanvraag omgevingsvergunning, waarmee ik geen recht zou doen aan de procedure die moet leiden tot een besluit over de aanvraag. Een afweging van alle bij de aanvraag betrokken onder- werpen en belangen is onderdeel van die procedure. Daarom volsta ik in deze brief met een weer- gave van de procedure die zal leiden tot een besluit over de aanvraag, de wijze waarop de onder- werpen die v benoemt in deze procedure worden gewogen en de huidige stand van zaken. Omgevingsvergunning De aanvraag omgevingsvergunning voor het adres Hoogte Kadijk 145B is door BLVG Ontwikkeling ingediend op 22 december 2017. De aanvraag is in behandeling bij de Omgevingsdienst Noord- zeekanaalgebied (OD NZKG) omdat de (voormalige) scheepswerf King William een zogenaamd type C bedrijf is. De OD NZKG handelt namens het college van burgemeester en wethouders en is daarom bevoegd te besluiten over deze aanvraag omgevingsvergunning. De aanvraag voorziet op dit moment in een plan van 78 sociale huurstudio’s voor studenten en starters en negen sociale huurappartementen voor senioren, ondergebracht in een nieuw te reali- Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 9 en 14, halte Waterlooplein. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Pagina 2 van 3 seren, opgetild ‘werfgebouw’ van vijf bouwlagen. In een voorhuis aan de straatzijde zijn een be- drijfswoning en vier vrije sector huurappartementen ondergebracht. Op het terrein zelf wordt een fietsenstalling gerealiseerd en een jachthaven met ruim 5o ligplaatsen voor elektrische boten. Omdat het plan nog niet definitief is kunnen de genoemde aantallen woningen en ligplaatsen nog enigszins wijzigen. Bestemmingsplan Oostelijke binnenstad en bestemmingsplan Water De aanvraag omgevingsvergunning wordt, voor wat betreft de bebouwing en het gebruik op de wal van de voormalige werf, getoetst aan het bestemmingsplan Oostelijke binnenstad. Het on- derdeel van de aanvraag dat ziet op het gebruik van het water wordt getoetst aan het bestem- mingsplan Water. Volgens het bestemmingsplan Oostelijke binnenstad heeft het perceel de bestemming ‘Bedrijf-1’. Deze bestemming staat slechts het gebruik van het perceel als scheepswerf toe. Er geldt boven- dien een maximale bouwhoogte van vier meter en een maximaal bebouwingspercentage van 50%. Volgens het bestemmingsplan Water mogen ter plaatse van de toekomstige jachthaven boten worden afgemeerd ten behoeve van de werkvoorraad, dan wel de bedrijfsvoorraad ten behoeve van de scheepswerf. Procedure De aanvraag omgevingsvergunning past niet in de ter plaatse geldende bestemmingsplannen zoals hierboven uiteen is gezet. Een vergunning kan alleen worden verleend in afwijking van het bestemmingsplan. In dit specifieke geval kan dit na toepassing van een zogenaamd projectafwij- kingsbesluit. Een dergelijk besluit kent volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een uitgebreide voorbereidingsprocedure en moet worden voorzien van een goede ruimtelijke onder- bouwing. In deze ruimtelijke onderbouwing moet onder meer worden aangegeven op welke ma- nier de gevolgen voor de omgeving bij de planvorming zijn betrokken en gewogen. In deze proce- dure is bovendien ruimte voor participatie en zienswijzen. De stadsdeelcommissie van stadsdeel Centrum is op 7 mei 2018 geïnformeerd over de aanvraag in de vorm van een memo. Het ontwerpbesluit moet volgens een voorgeschreven procedure volgens de wet voor een periode van zes weken ter inzage gelegd worden. Gedurende deze periode kan een ieder een zienswijze indienen. Alle ingebrachte zienswijzen worden betrokken en gewogen bij de besluitvorming over de aanvraag omgevingsvergunning. De aanvraag omgevingsvergunning voor de Hoogte Kadijk 14,5B bevindt zich nog in een beginsta- dium van deze procedure. Het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum en wethouder lvens (Bouwen en Wonen) hebben zich eerder positief uitgelaten over het initiatief op deze locatie stu- dio’s te realiseren, zonder zich daarbij uit te spreken over de definitieve vorm van het plan. De aanvraag omgevingsvergunning is binnen de gemeentelijke organisatie uitgezet voor advies en wordt ook voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen de Commissie voor Wel- stand en Monumenten).Er is nog geen positief advies. De aanvraag moet op onderdelen nog wor- den aangevuld zodat deze beoordeeld kan worden en voorzien van advies. Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Pagina 3 van 3 Communicatie omwonenden BLVG Ontwikkeling heeft op 14 februari 2018 een informatiebijeenkomst georganiseerd over de plannen. Een aantal omwonenden bezoekt op 15 mei 2018 bestaande studio’s elders in de stad, in een concept dat BLVG Ontwikkeling ook voor ogen heeft op de Hoogte Kadijk. De leden van de stadsdeelcommissie zijn hiervoor eveneens uitgenodigd. Op grond van bovenstaande meen ik dat de procedure van de aanvraag omgevingsvergunning voor het perceel Hoogte Kadijk 145B met de nodige zorgvuldigheid in behandeling is genomen, zowel door de OD NZKG, als het stadsdeel, als de aanvrager zelf. Ik hoop dat ik hiermee een deel van uw zorgen heb weggenomen. Voor het verloop van de verdere procedure verwijs ik u in eerste instantie naar de OD NZKG. Tevens deel ik u mee dat een afschrift van deze brief, ter kennisname aan de Tijdelijke Algemene Raadscommissie en naar het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum zal worden gezonden. … A Met de EE B Eric vander B WethóuderRuimtelijke ordening Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Raadsadres
4
train
VN2023-014683 N% Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV Wonen en Erfgoed % Amsterdam Voordracht voor de Commissie WV van 06 september 2023 Ter kennisneming Portefeuille Volkshuisvesting Agendapunt 5 Datum besluit Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief inzake het onderzoek woonwensen van Amsterdamse jongeren De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief inzake het onderzoek woonwensen van Amsterdamse jongeren, waarvan de belangrijkste conclusies zijn: e Van de Amsterdamse jongeren tussen 18 en 35 jaar (280.000) woont iets minder dan een kwart thuis, de rest is vitwonend; * Eris gekozen voor onderzoek naar 18 - 35 jarigen, omdat jongeren vanaf 28 jaar niet meer in aanmerking komen voor een tijdelijk jongerencontract en dan vaak tussen wal en schip belanden; * Jongeren hebben nagenoeg allemaal een inkomen onder de sociale huurgrens; * Thuiswonende jongeren in Zuidoost en Nieuw-West zijn verhoudingsgewijs wat vaker aan het werk; * De meest gewilde woonvorm onder alle leeftijdsgroepen binnen de groep jongeren is alleen wonen in een zelfstandige woning; e Van de thuiswonende jongeren willen zes op de tien gaan huren en 28% kopen; e Uitwonende jongeren zijn vaker aan het werk dan thuiswonende jongeren, ongeveer zes op de tien werkt; e Acht van de tien vitwonende jongeren huren en ongeveer zes van de tien huurders hebben een contract voor onbepaalde tijd voor de hele woning, de rest zit in een tijdelijke huursitvatie; e De gemiddelde huur die jongeren betalen ligt aanzienlijk hoger dan gemiddeld in Amsterdam/ Weesp (€959 versus €783). Jongeren in de sociale huur van corporaties hebben gemiddeld de laagste huur (€543) en de jongeren die in de particuliere vrije sector huren gemiddeld de hoogste huur (€1360); e Bij de jongeren die willen huren, denkt meer dan de helft aan een maximale huur tot de sociale huurgrens. De uitwonende jongeren zijn vooral op zoek naar een meergezinswoning en het vaakst geven ze de voorkeur aan een woonoppervlak tussen de 4„o en 60 ma of tussen de 60 en 80 m2; e Van de vitwonende jongeren wonen naar schatting 66.700 in een onzekere woonsituatie. Het grootste deel hiervan is van plan of moet binnen twee jaar verhuizen. Daarvan wil ruim driekwart in de stad blijven wonen. In totaal komt dit neer op 47.800 onzeker wonende jongeren die op korte termijn in de stad naar andere woonruimte zoeken. Wettelijke grondslag Gemeentewet Artikel 169: 1. Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. 2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond Gegenereerd: vl.17 1 VN2023-014683 % Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Wonen % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van 06 september 2023 Ter kennisneming Het onderzoek is een coproductie van directie Wonen, directie O&S en stadsdeel Zuidoost en Nieuw-West en komt tegemoet aan de wensen vanuit deze (Masterplan)gebieden om meer inzicht te krijgen in de woonsituatie en woningbehoeften van Amsterdamse jongeren. Reden bespreking De VVD vindt het belangrijk dat jongeren in de stad kunnen blijven wonen. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2023-046756 20230420 Woonwensen van Amsterdamse jongeren_definitief.pdf (pdf) 20230619 - Raadsinformatiebrief Onderzoek woonwensen van AD2023-051819 . Amsterdamse jongeren.pdf (pdf) AD2023-046578 [commissie WV Voordracht (pdf) | Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen, Joost Bos, [email protected], 0683627784 Gegenereerd: vl.17 2
Voordracht
2
train
Stadsdeelcommissie Oost Agenda Datum 20-06-2023 Aanvang 19:30 Locatie Oranje-Vrijstaatplein 2 Overlegvergadering stadsdeelcommissie en dagelijks bestuur Bij deze vergadering is ondertiteling beschikbaar. U kunt deze aanzetten door in de balk onderaan de videoplayer op "CC" te klikken. VOORBEREIDEND Algemeen 1 Opening en vaststelling agenda 2 Mededelingen 3 Vaststellen van de conceptbesluitenlijst van de vergadering van 6 juni 2023 4 TKN-lijst 5 Mededelingen van de ingekomen stukken 6 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen BESLUITVORMEND 7 Zwembad Zeeburgereiland/IJburg 5/6: agendapuntformulier gewijzigd 5/8: voorbeeld raadsmotie toegevoegd 20/6: Vb raadsmotie aangepast VOORBEREIDEND 8 Nota van Uitgangspunten Uitbreiding en vernieuwing Flevoparkbad 9 Veiligheidsplan Oost 2023-2026 19/6: Beantwoording van vragen toegevoegd 19/6: Flyer Meldpunt toegevoegd 19/6: Flyer Jeugdoverlast toegevoegd 10 Plan Zomerrecreatie Oost 2023 11 Concept-ambitiedocument ‘Sprong naar de toekomst’ recreatieschap Groengebied Amstelland 12 Concept-Hoogbouwbeleid Amsterdam 15/6: adviesaanvraagformulier vervangen. ALGEMEEN 13 Vooruitblik Doel bespreking: voorbespreken agenda komende vergaderingen en of agenda en lijst met moties, adviezen en toezeggingen nog actueel is. 20/6: MAT lijst en termijnagenda toegevoegd 14 Rondvraag en sluiten vergadering TKN-lijst TKN 1 Brief van wethouder Groot Wassink inzake voortgang financiële zeggenschap stadsdelen Ingekomen stukken 20/6: Inspreeknotities S. Witteveen toegevoegd 20:6: Inspreeknotitie C. Kauffman toegevoegd 1 Inspreeknotities van M. Lafarre, E. Lijesen en J. Floor inzake Tuindorp Amstelstation 2020-2023 Voorgesteld wordt, de inspreeknotities voor kennisgeving aan te nemen en te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6. 19/6: Inspreeknotities toegevoegd. 2 Inspreeknotitie van S. Witteveen inzake Reactie van leden klankbordgroep Zeeburgerdijk-Oost op NvU Flevoparkbad 3 Inspreeknotitie van C. Kauffman inzake Reactie vereniging flevoparkbad op concept nota van uitgangspunten fpb 4 Inspreeknotitie van D. Naber inzake de Bogortuin is geen tuin, geen parkje, maar een dorre, droge grasvlakte! Insprekerslijst De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op de dag van de vergadering. Besluitenlijst Informatie Locatie en opnamen Deze overlegvergadering met de leden van de stadsdeelcommissie en het dagelijks bestuur vindt plaats in de Raadszaal van het stadsdeelkantoor. De overlegvergaderingen zijn openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen op het stadsdeelkantoor worden geluid- en beeldregistraties gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina. Inspreken en daarvoor aanmelden Inspreken kan live ter vergadering - fysiek of virtueel - of schriftelijk. Aanmelden voor inspreken kan tot uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering via het online aanmeldformulier: hitps://www.amsterdam.nl/@338353/inspreken-commissievergaderingen/
Agenda
3
discard
Gemeente Bezoekadres Plein '40 '45 1 Amsterdam 1064 SW Amsterdam Nieuw-West Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 > < Nieuwwest.amsterdam ‚nl Vergadering Bestuurscommissie Datum 2 november 2016 Decos nummer 2016/int/1394 Onderwerp Adviesbrief aan wethouder lvens betreffende Wijzigingsverordening Huisvestingsverordening 2016 en Beleidsregel 12 wijzigen Woonruimtevoorraad 2017 Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 25 oktober 2016 Besluit De adviesaanvraag van het College van B&W van Amsterdam met betrekking tot de Wijzigingsverordening Huisvestingsverordening 2016 en wijzigen Beleidsregel 12 (2017), met bijgevoegde brief te beantwoorden. de heer H.J.M. Wink de heer A. Baâdoud stadsdeelsecretaris voorzitter
Besluit
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad x Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 857 Publicatiedatum 18 september 2015 Ingekomen onder P Ingekomen op 9 september 2015 Behandeld op 9 september 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Ten Bruggencate, de heer Kayar en de heer Blom inzake het Meerjarenprogramma 2015-2018 Amsterdamse aanpak gezond gewicht (noodontbijt). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Meerjarenprogramma 2015-2018 Amsterdamse aanpak gezond gewicht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 620); Constaterende dat: — volgens het Nationaal Schoolontbijt maar liefst 1 op de 3 kinderen met een lege maag in de klas zit; — vooral kinderen die in armoede leven regelmatig zonder ontbijt naar school gaan; — een goed ontbijt noodzakelijk is voor kinderen om met voldoende energie onderwijs te volgen; Van mening zijnde dat: — geen Amsterdamse kinderen honger mogen hebben; — scholen in noodgevallen kinderen van eten of drinken moeten kunnen voorzien. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een budget beschikbaar te stellen voor scholen om in noodgevallen kinderen te voorzien van een ontbijt; — vanuit de aanpak gezond gewicht ouders te informeren over een gezond ontbijt. De leden van de gemeenteraad M. ten Bruggencate O. Kayar S.R.H. Blom 1
Motie
1
discard
iN el 5 U driehoek ir ' tegen DRUGSCRIMINALITEIT Driehoek tegen drugscriminaliteit Mei 2021, Amsterdam x x Gemeente OPENBAAR MINISTERIE p(;1 ITIE *% Amsterdam Voorwoord Het is bijna dagelijks nieuws: de grote hoeveelheden cocaïne die worden opgespoord en afgenomen en de grote sommen cash geld en wapens die in drugspanden worden gevonden. De criminele drugshandel gaat gepaard met excessief geweld, zoals aanslagen op personen en gebouwen. Kwetsbare jongeren voelen zich aantrokken door het geld en de status van foute rolmodellen. Ze worden gerekruteerd voor de drugshandel en hopen snel carrière te maken op de criminele ladder. Delen van de onroerendgoedmarkt en van branches zoals de horeca en het toerisme raken ontwricht door het witwassen van drugsgelden. De zware drugsgerelateerde criminaliteit en de daaraan verbonden ondermijning, tasten de veiligheid van burgers en het sociale weefsel van de samenleving aan en bedreigen de rechtstaat. Dit heeft internationale, nationale én lokale dimensies. In de afgelopen jaren is er op alle niveaus veel op gang gebracht om drugscriminaliteit duurzaam te bestrijden. Wij zijn ons zeer bewust van de ernst en de weerbarstigheid van het vraagstuk en hebben daartoe als leden van de driehoek de afgelopen jaren een groot aantal initiatieven genomen. Met het plan ‘Driehoek tegen drugscriminaliteit’ brengen we nadrukkelijk samenhang aan in de verschillende lopende activiteiten om maximaal effectief te zijn en elkaar zoveel als mogelijk te versterken. Vanzelfsprekend behouden wij daarbij onze eigen verantwoordelijkheid. In het voorliggende plan presenteren wij de belangrijkste prioriteiten in de vorm van doelen en interventies. Samen met onze partners, bijvoorbeeld in het RIEC en bij het Rijk, binden we zo gestructureerd de strijd aan met de georganiseerde drugshandel en de uitwassen daarvan. De opgave is groot en complex en vergt een combinatie van preventieve en repressieve middelen en een langdurige inzet om de stad, haar inwoners en ondernemers voldoende weerbaar te maken. De driehoek van Amsterdam Femke Halsema, Frank Paauw, René de Beukelaer Inhoud Aanleiding en inzet 6 Ernst van de situatie 11 Oorzaken 16 Doelen van de driehoek 20 Interventies 26 Verwacht resultaat 39 Sturing 42 Aanleiding en inzet Sinds 3 jaar kennen wij het Nationaal Inlichtingenbeeld Ondermijning (NIBO) en de regionale variant, het RIBO. Het RIBO legt de criminele netwerken bloot die in en rond Amsterdam opereren. Ook is een Nationaal Informatiebeeld Drugsmarkt en Witwassen gemaakt. Op basis van de verzamelde informatie zijn er een aantal criminele netwerken geselecteerd waarvan de grootste dreiging vitgaat voor de samenleving en de rechtstaat. In opdracht van de burgemeester van Amsterdam hebben Pieter Tops en Jan Tromp het rapport De achterkant van Amsterdam (november 2019) geschreven. Dit maakt ook voor een breder publiek de ernst van de situatie inzichtelijk en versterkt daarmee de maatschappelijke en politieke urgentie. Het rapport bevestigt (zoals ook blijkt vit de nationale en regionale inlichtingenbeelden) dat Amsterdam een centrum is voor internationale cocaïnehandel. De handel gaat gepaard met excessief geweld, ernstige maatschappelijke ontwrichting en corrumpering van delen van de legale economie. Kort na het verschijnen werden de belangrijkste bevindingen uit hun rapport heel pijnlijk geïllustreerd door de moord op de advocaat van een kroongetuige. Onmiddellijk na de aanslag op de advocaat en het verschijnen van het rapport zijn er activiteiten ondernomen. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft tussentijds extra middelen beschikbaar gesteld voor het BOTOC-programma (het Breed Offensief Tegen Ondermijnende Criminaliteit). Kernpunten daarin zijn het bewaken en beveiligen van personen, het oprichten van een nationaal Multidisciplinair Interventie Team en het versterken van een wijkgerichte preventieve aanpak. Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) richt zich (in navolging van de informatie van NIBO/RIBO) vooral op criminele geldstromen, cruciale schakels in de handel en doorgroeiers. Daarbij wordt dankbaar gebruik gemaakt van de versterkingsgelden van het Rijk. Tevens heeft het RIEC per deelregio en stadsdeel (Amsterdam) ondermijningsbeelden gemaakt om meer greep te krijgen op de criminele vertakkingen. De politie en het Openbaar Ministerie hebben na grote inzet Ridovan T. aangehouden. Op dit moment loopt het Marengo proces tegen hem en 17 verdachten die verantwoordelijk worden gehouden voor een reeks moorden en pogingen daartoe. Ook hebben politie en OM de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de analyse van cryptocommunicatie (de Pretty Good Privacy systemen waarmee drugscriminelen communiceren) en zijn zij in samenwerking met buitenlandse partners in staat geweest EncroChat en SKY te kraken. Hierdoor zijn grote hoeveelheden drugs en geld van de markt gehaald en is er een schat aan informatie over de criminele drugswereld verzameld. Ook zijn de martelkamers in de Wouwse Plantage erdoor ontmanteld. De Amsterdamse politie en het OM continveren deze datagedreven werkwijze met behulp van een crypto-analyse team. Daarmee wordt bewijs verzameld voor lopende ondermijningszaken en worden nieuwe criminele netwerken die zich onder andere bezighouden met drugscriminaliteit in kaart gebracht en aangepakt. In de stadsdelen Centrum en Noord zijn onlangs gecombineerde acties uitgevoerd gericht op toeristenwinkels, growshops, nagelstudio's en massagesalons. Er is spookbewoning geconstateerd, drugs en cashgeld in beslag genomen, er zijn inventarissen geconfisqueerd en boetes opgelegd in het kader van arbeidsuitbuiting en milievovertredingen. Hierbij waren de Belastingdienst, de Inspectie SWZ, de gemeente, de politie en de Omgevingsdienst betrokken. Ook zijn in de regio, zoals met de aanpak Scheerlicht in Diemen, goede resultaten geboekt. De gemeente Amsterdam heeft onder andere de programma's De Weerbare Stad en Weerbare Mensen, Weerbare Wijken gelanceerd. Met De Weerbare Stad wordt kennis verworven over ondermijning en een mentaliteitsverandering beoogd door grenzen te stellen en te handhaven. Het programma richt zich met name op vastgoed, het aanscherpen van het bestuurlijk instrumentarium, de oprichting van een ondermijningsbrigade (in samenwerking met het RIEC), versterking van de stadsdelen, en de informatie, en opleiding & training van ambtenaren en andere professionals. In het programma Weerbare Mensen, Weerbare Wijken worden de sociaal-maatschappelijke effecten aangepakt, zoals de vermindering van de risico’s die risicojongeren lopen om straatdealers en vervolgens ‘doorgroeiers’ te worden. Een groot deel van deze activiteiten zijn als interventie opgenomen in het onderhavige plan. Daarnaast zet de gemeente in op de vermindering van wapengeweld, met o.a. de vrijwillige wapeninzameling, een pilot ‘gerichte wapencontroles’, op schoolveiligheid via het gelijknamige programma en op het voorkomen dat kwetsbare kinderen en jongeren afglijden naar criminaliteit via het programma Positief perspectief. Vooral in het stadsdeel Zuidoost komen de problemen van (vuur)wapenbezit en -geweld, drugshandel en het verrichten van hand- en spandiensten verontrustend samen. Erupties van geweld in de afgelopen twee jaar zijn een concrete aanleiding geweest om op 4 februari 2021 het Masterplan Zuidoost als collegeprogramma vast te stellen. Het betreft een veelomvattende en langdurige aanpak om de uitgangspositie van de inwoners, hun sociale kansen, economische omstandigheden en medezeggenschap, te versterken. Het komend jaar wordt een soortgelijk programma opgezet in Nieuw-West. Voor alle gemeentelijke programma's geldt dat deze recent ontwikkeld zijn. De komende jaren zullen deze zich moeten bewijzen als effectieve, preventieve en bestuurlijke ingrepen. Tegelijkertijd kunnen wij al vaststellen dat het bij de vele betrokken actoren (zoals scholen, hulpverlening, stadsdelen) leidt tot grotere urgentie en verstevigde samenwerking, waarbij ook successen worden geboekt. Het grote aantal activiteiten van de driehoeks- en samenwerkingspartners laat onverlet dat de ernst en omvang van de georganiseerde drugshandel en ondermijning de Amsterdamse driehoek nopen tot een meer samenhangende en gezamenlijk gedragen strategie. De gemeente Amsterdam, de politie en het Openbaar Ministerie willen gezamenlijk sturend en coördinerend optreden en brengen met dit plan de doelstellingen en interventies gericht op het bestrijden van de zware drugsgerelateerde criminaliteit nadrukkelijk bij elkaar. Alvorens de doelen te beschrijven, gaat de driehoek in dit plan eerst dieper in op de ernst van de situatie en de oorzaken die eraan ten grondslag liggen. Sleutelmomenten 26 januari 2018 Mohamed, een 17-jarige stagiair, wordt in een KO jongerencentrum per vergissing doodgeschoten. 29 maart 2018 Reduvan B., broer van kroongetuige Nabil B, wordt op KO zijn werk vermoord. 26 juni 2018 Er wordt een aanslag gepleegd op het hoofdkantoor KO van De Telegraaf. 18 september 2019 Derk Wiersum, advocaat van kroongetuige Nabil B, KO wordt vlakbij zijn huis vermoord. Ernst van de situatie In Een pact voor de Rechtstaat (2020) beschrijft Peter Noordanus namens het Strategisch Beraad Ondermijning dat Nederland ‘de belangrijkste logistieke draaischijf in de EU' is voor internationale drugshandel. Tops en Tromp hebben geconstateerd dat op de Nederlandse schaal op jaarbasis vele miljarden in drugshandel om gaan. Het is onmogelijk om dat een op een te vertalen naar de schaal van Amsterdam. Wel is vit politieonderzoek bekend dat netwerken die vanuit Amsterdam opereren over honderden miljoenen beschikken om drugstransporten te organiseren. Het gaat dan met name om clusters die zich met cocaïnehandel bezighouden. De grote hoeveelheden cocaïne en cash geld die opgespoord en vit de markt gehaald worden, zijn volgens de politie en het OM slechts het topje van de ijsberg. De handel heeft zich enorm verhard en dit leidt tot excessief geweld. In 2019 en 2020 zijn in Amsterdam — in relatie tot de drugshandel — 10 mensen vermoord (vanaf 2012 geteld ligt dat aantal rond de 50). Ook buiten Amsterdam hebben er liquidaties plaatsgevonden die verband houden met de Amsterdamse onderwereld. Het is niet gebleven bij het vermoorden van direct verantwoordelijken, ook familieleden zijn slachtoffer geworden. Het grove geweld toont zich o.a. in moorden waarbij sprake was van noodlottige persoonsverwisselingen en bewuste liquidaties van betrokkenen in een rechtszaak. Journalisten zijn concreet bedreigd en moesten extra beveiligd worden. Bij een In 2019 en 2020 vonden tien liquidaties plaats in Amsterdam. Bij twee daarvan was sprake van een persoonsverwisseling. In 2020 waren in Amsterdam 51 incidenten waarbij een gebouw werd beschoten of een explosief tot ontploffing werd gebracht of werd achtergelaten. Niet van al deze incidenten is een link met drugscriminaliteit bekend. 28 incidenten betroffen een woning 33X beschieting 18x explosief huiszoeking van een verdachte volgend op zo’n dreiging is een raketwerper aangetroffen. Er bestaan videobeelden van daders die hun Kalasjnikovs leegschieten in een bar, of een familielid van een handelaar doden in aanwezigheid van kinderen. De aanslagen en beschietingen zijn specifiek gericht op personen, maar ook ongericht op woningen, horecagelegenheden, auto’s en dergelijke. In 2020 vonden binnen de eenheid Amsterdam 51 incidenten plaats waarbij een gebouw doelwit was: 33 keer is er op een pand geschoten, 18 keer is er een explosief achtergelaten of tot ontploffing gebracht. Bij 28 van deze incidenten betrof het een woning. In de eerste twee maanden van 2021 stond de teller alweer op g incidenten. Dit soort aanslagen zorgt dikwijls voor maatschappelijke onrust in de buurten. Het brute geweld is dan ook een ernstige aantasting van de veiligheid in de stad. De dreiging met, en daadwerkelijke uitoefening van, geweld is er bovendien op gericht het functioneren van de rechtsstaat te belemmeren. Het criminele verdienmodel in drugs heeft een verontrustend grote aanzuigende werking op jongeren. Jongeren worden al op jonge leeftijd verleid of gerekruteerd om carrière te maken in de scene. Een voorbeeld daarvan betreft het ronselen van jongeren in met name Zuidoost als ‘uithaler’ in de havens van Antwerpen en Rotterdam. Er valt voor minder kansrijke jongeren snel veel geld te verdienen in de drugswereld en daarmee hun ‘succes! zichtbaar te maken met dure kleding, horloges, auto's of reizen naar strandlocaties. Ter illustratie: in Amsterdam zijn in de periode 2017-2019 4.629 unieke straatdealers geïdentificeerd, die met elkaar voor 7.571 incidenten hebben gezorgd. Eén op de zeven straatdealers staat geregistreerd voor een geweldsdelict. De invloed van de drugswereld op jongeren leidt met name in Zuidoost tot ernstige maatschappelijke ontwrichting. Het verdienmodel heeft ook grote invloed op specifieke branches, zoals toeristen- en zoetwarenwinkels, nagelstudio's, horeca, money transfers, autoschadeherstelbedrijven, autoverhuurders, makelaars en notarissen. Bedrijven kunnen bedoeld of onbedoeld dienen als spil en facilitator in een witwascircuit. Door de veelzijdigheid en fijnmazigheid van de branches is het moeilijk exact de vinger erachter te krijgen. Kreuze en Gruter brengen in hun rapport (2020) in kaart over hoeveel woningen en bedrijfsruimten zorgen bestaan over ondermijning (niet alleen drugsgerelateerd): in Amsterdam 730 adressen. Tops en Tromp wijzen op een WODC-rapport uit 2018 waarin wordt gesteld dat er in Nederland jaarlijks vele miljarden euro's worden witgewassen. Investeren in vastgoed vormt een van de belangrijkste afzetkanalen voor (internationaal) drugsgeld. Beelden vanuit het NIBO/RIBO bevestigen dit. Het witwassen van grote sommen geld in vastgoed, werkt prijsopdrijvend en verstoort de normale marktwerking. Oorzaken De ernstige situatie in Nederland én in Amsterdam als de ‘belangrijkste logistieke draaischijf in de EU' heeft zijn oorzaken. Sinds de aankondiging van de ‘war on drugs’ in de jaren tachtig heeft de criminele drugshandel een vlucht genomen, is deze aanmerkelijk geprofessionaliseerd, meer gewelddadig geworden en meer internationaal verknoopt geraakt. Een recent voorbeeld: toen in Colombia in 2017 de gewapende strijd met de FARC na decennia werd beëindigd, leidde de toenemende productie van cocaïne direct tot meer drugshandel in Nederland. Onze open samenleving, met zijn historische positie in internationale handel, is ontvankelijk voor criminele drugshandel en daarmee kwetsbaar voor drugsgerelateerde criminaliteit en ondermijning. Inmiddels speelt ons land zo'n belangrijke rol in de internationale handelsmarkt voor cocaïne dat het zelfs wordt getypeerd als de ‘Poort van Europa’. Dit is vooral het gevolg van de vrije handelsgeest, de perfecte logistieke en internationale verbindingen en de hoogwaardige digitale omgeving. Amsterdam is bovendien één van de belangrijkste financiële markten in de wereld met een sterk ontwikkeld financieel systeem. Een systeem waar de legale én illegale wereld dankbaar gebruik van maken. Amsterdam is van oudsher een internationale ontmoetingsplek, getuige ook de talloze toeristische attracties, horecabedrijven en hotels die er in de stad zijn. Er is een grote hoeveelheid welwillende De verschillende hoofdrollen van Nederland in de internationale drugshandel, volgens onderzoek van EMCDDA en Europol uit 2016 (Noordanus 2020): rd 4 Export / Main destinations N73 fi MET mamsie > ENTER: : NEW PSYCHOACTIVE @ MDMA Latte Mes edo Lt Lene » SUBSTANCES distribution er Production, trafficking and E Ke oee Led 8 ; a ETHERLANDS er) Gs RE d RS AE …/Â eds E # ehs dd a PT ' TA De e Kn Ô Ab Oe Eden Ey Eh e UE ls A € 5 Hd " Kk Ne: iN Ar En 4 Â N, 4 EN unu k EA ini / PN |, 5 eN haal EK rn Es EN AS AT B en } ee 1 mie ET en Dn | { ° II / PE | WY P\ Ln 5 e.d A Sr, le SOURCE: EMCDDA & EUROPOL EU DRUG DN hg SOURCE: EMCDDA & EUROPOLEU DRUG MARKETS REPORT 2016 Nederland als voornaamste producent van Nederland als centrum van distributie MDMA en amfetamine, samen met België. voor cannabis binnen de EU. NETHERLANDS iN COCAINE ade Î Ee En ES Production, trafficking and hen er …t en EE „gnemwektanns Te B, se KZ BELGIUM nt Wid NT 1 _t Ek 97) Main producer 4 ae lk hi Ken 3 He We & je Lul id Del ed Ë ae SOUTHERN ROUTE 8 Ì PERU ë | Main producers bn BOLIVIA Nederland als voornaamste Nederland als voornaamste toegangspunt distributiecentrum voor heroïne. en distributiecentrum voor cocaïne, samen met Spanje en België. zakelijke dienstverleners. De verleiding van snel geld verdienen belooft, zoals eerder al beschreven, een onuitputtelijke bron aan personeel. Daarnaast is Amsterdam behalve als Europees verdeelstation ook als afzetmarkt aantrekkelijk. In 2019 kwamen er ruim 9 miljoen toeristen naar Amsterdam. Uit onderzoek blijkt dat een groot deel van de bezoekende jongeren de beschikbaarheid van drugs als een reden ziet om te komen. In Nederland en onder de ingezetenen van de stad heerst een sterke sociale acceptatie van drugsgebruik. Noordanus wijst erop dat de populariteit van cocaïne in Amsterdam nog steeds toeneemt. Het geweld dat hiermee gepaard gaat, vindt zijn oorzaak veelal in onderlinge conflicten. Daarnaast is er sprake van instrumenteel geweld gericht op vergelding, het vitschakelen van concurrenten of het in de hand houden van crimineel personeel. Ook impulsief geweld komt voor. Noordanus stelt dat ‘een stevige geweldsreputatie onmisbaar is voor criminelen die investeren in grote (internationale) projecten’. Het feit dat er dodelijke slachtoffers zijn ten gevolge van persoonsverwisselingen, wijst op een zekere onprofessionaliteit van de huurmoordenaars. Het legt pijnlijk bloot hoe snel de criminele carriêre van jonge, onervaren rekruten kan groeien. Het verkrijgen van informatie is daarbij niet vanzelfsprekend. In bepaalde, vooral kwetsbare Amsterdamse buurten en wijken is het vertrouwen in de overheid laag en daarmee de meldingsbereidheid van crimineel gedrag gering. Naast dat dit lage vertrouwen op zichzelf al schokkend en schadelijk is, bemoeilijkt dit het verkrijgen van een goede informatiepositie. De angst voor mogelijke represailles zorgt ervoor dat waardevolle straatinformatie de politie niet bereikt, waardoor het bestrijden van geweld lastig is. Tot slot is de softdrugsmarkt stevig verankerd in onze stad en heeft deze onder invloed van grote toeristenstromen een enorme groei doorgemaakt. Van oudsher hebben het gedoogbeleid en de bijbehorende coffeeshops als doel om de markten van soft- en harddrugs te scheiden. Voor gebruikers heeft dat niet aan relevantie verloren: coffeeshops zijn nog altijd de plek waar je veilig cannabis kan kopen zonder te worden geconfronteerd met harddrugs. Voor de handel geldt dit echter minder, allereerst omdat de aanvoer naar de coffeeshops nog altijd illegaal is en daarmee kwetsbaar voor criminaliteit, en als tweede omdat met de handel op de overspannen Amsterdamse softdrugsmarkt telkens grotere bedragen zijn gemoeid. Daarmee dreigt ook de scheiding met de cocaïnehandel en het daaraan verbonden geweld te vervagen. De aanzuigende werking van de toegankelijke softdrugsmarkt op drugstoerisme in Amsterdam vergroot de grootschaligheid van de productie en de afzetmarkt verder. Koeriers leveren op verzoek een breed assortiment aan producten, soft- en harddrugs. De regelmatige aanslagen op coffeeshops illustreren ook dat het geweld, dat meer past bij cocaïnehandel, overslaat naar de softdrugsmarkt. Doelen van de driehoek Het probleem van de drugscriminaliteit treedt op verschillende niveaus naar voren. De cocaïnehandel in Amsterdam wordt aangestuurd door in het buitenland verblijvende drugshandelaren. Vriendengroepen in buurten en straten zijn verbonden met die internationale netwerken. De internationale systemen leiden op die manier viteindelijk naar een individueel huisadres. Ter illustratie: Nederlandse drugshandelaren sturen vanuit Dubai transporten aan. Amsterdamse jongens vit Zuidoost werken als ‘uithalers’ in de Antwerpse en Rotterdamse havens. Door personen met antecedenten in de drugswereld worden dubieuze exclusieve kinderfeestjes met VIP-tafels georganiseerd in Zuidoost en omstreken. Op verschillende plekken in de stad worden woonhuizen beschoten. Amsterdammers zijn slachtoffer van schiet- en steekincidenten. In deze complexe internationale, nationale en lokale omgeving richt de driehoek zich specifiek op het beheersbaar maken van de negatieve uitwassen in de Amsterdamse regio. Daartoe zijn vijf doelen geformuleerd (zie rechterpagina). De doelen zijn bewust zo gerangschikt. Voor de Amsterdamse driehoek begint alles met preventie en het forceren van een positieve duurzame ontwikkeling op de langere termijn, omwille van het welzijn van alle Amsterdamse burgers. Daarbij is repressie het noodzakelijke en onvermijdelijke sluitstuk in het bestrijden van Het vergroten van het bewustzijn onder 1} ‘recreatieve gebruikers’ van de corrumperende werking van drugshandel n | het versterken van de scheiding tussen de soft- en harddrugsmarkt AE DEN TET ta at ET a (kwetsbare) jongeren \ het tegengaan van corruptie Xx en ondermijning ii het tegengaan van excessief geweld x% de uitwassen. De rangschikking betekent dan ook niet een verschil in aandacht en prioriteit. Voor geweld geldt dat dit onmiddellijk wordt bestreden en met alle macht voorkomen. Daarbij kennen de doelen een verschillend soortelijk gewicht, in de mate van uitwerking en inzet van mensen. Bijvoorbeeld het vergroten van het bewustzijn van gebruikers staat qua vitwerking nog aan het begin. In het tegengaan van corruptie en ondermijning is de afgelopen jaren juist grote vooruitgang geboekt in het RIEC Amsterdam-Amstelland. Het vergroten van het bewustzijn onder ‘recreatieve gebruikers’ van de corrumperende werking van drugshandel Traditioneel worden in Nederland en in Amsterdam de gebruikers van drugs altijd gewezen op de gevaren van drugs voor hun eigen gezondheid. Tot dusver wordt er veel minder een appel op hen gedaan zich ervan bewust te zijn dat hun gebruik ook zeer negatieve sociale effecten heeft. De regelmatige cocaïnegebruiker betrekt zijn drugs waarschijnlijk van kwetsbare jongeren die hopen een snelle carrière in de drugshandel te hebben. Drugsaanvoer en -handel leiden tot verloedering van wijken, onveiligheid op straat en de verstoring van bijvoorbeeld de vastgoedmarkt. Zoals de consument van goedkope confectie regelmatig wordt geattendeerd op de arbeidsomstandig- heden in fabrieken in bijvoorbeeld Azië, zo mogen recreatieve drugsgebruikers zich veel meer bewust worden van hun bijdrage aan de ontwrichting van de Amsterdamse samenleving. Wij beogen zo de drugsgebruiker bewuster en meer geïnformeerd te maken. * _ De driehoek beoogt de komende tijd een maatschappelijke discussie op gang te brengen over de sociale effecten van drugsgebruik en middels voorlichting gebruikers bewust te maken van de maatschappelijke schade. Het versterken van de scheiding tussen de soft- en harddrugsmarkt Zoals eerder gememoreerd is de zware criminaliteit vooral verbonden aan de cocaïnehandel. De scheiding tussen de handel in soft- en harddrugs lijkt te vervagen, wat terug te zien is in aanslagen en dreigingen op coffeeshops, met kogels en handgranaten. Versterking van de scheiding tussen de softdrugs- en de harddrugsmarkt kent twee elementen. Als eerste dient de Amsterdamse softdrugsmarkt kleinschaliger en beter beheersbaar te worden en zich meer te richten op de lokale gebruiker. Om de aantrekkingskracht van de Amsterdamse softdrugsmarkt op internationale drugstoeristen te verkleinen, wil de driehoek van Amsterdam het ingezetenencriterium gaan handhaven. Als tweede is het reguleren van ‘de achterdeur’ onvermijdelijk om geweld en criminele inmenging te voorkomen. De driehoek wil in overleg met de landelijke overheid toewerken naar een geleidelijke regulering. * Door de Amsterdamse cannabismarkt te verkleinen en beheersbaar te maken en het gelijktijdig reguleren van de achterdeur beoogt de driehoek de scheiding tussen de soft- en harddrugsmarkt te versterken. Het bieden van perspectief aan (kwetsbare) jongeren We streven ernaar de aanwas van jongeren in de drugscriminaliteit te verkleinen. Al te vaak gaat het om jongeren die weinig alternatief zien voor een succesvol bestaan, in termen van snel geld en statussymbolen. In werkelijkheid leiden zij vaak een uitzichtloos bestaan als straatdealers en recidivisten of worden zij slachtoffer in de gewelddadige omgeving waarin zij opereren. Samen met tal van maatschappelijke en bestuurlijke partners beoogt de driehoek de ontwikkelingskansen en het perspectief van kwetsbare jongeren te vergroten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om persoonsgerichte aanpakken, versterking van de sociale controle in wijken en een pilot als buurtrechtspraak. Daarbij neemt de driehoek actief deel aan programma’s gericht op het beter toegankelijk maken van onderwijs, huisvesting, maatschappelijke opvang en werkgelegenheid waarmee hun sociale positie wordt verstevigd en sociale structuren worden versterkt. In dat kader verwijzen we naar de programma's Positief Perspectief, Schoolveiligheid en de masterplannen Zuidoost en Nieuw- West. * _ De driehoek initieert en neemt deel aan programma's gericht op het versterken van de kansen, de sociale positie en het perspectief van kwetsbare jongeren. Het tegengaan van corruptie en ondermijning We beogen criminele financiële stromen te doorsnijden. Drugsgeld en -invloed dringt door in de bovenwereld en, al dan niet geholpen door intermediairs, ontwricht de legale economie. Daartoe is het noodzakelijk de dagelijkse operatie van criminele netwerken zo veel mogelijk te belemmeren en te verstoren. Dit betekent het oppakken van belangrijke schakels in een crimineel netwerk, versterking van de informatiepositie, het verminderen van panden in criminele handen en van witwassen in legale sectoren. Doordat de politie en het OM de afgelopen jaren hebben geïnvesteerd in de aanpak van cryptocommunicatie is er (steeds) beter zicht op ondermijnende criminaliteit in en rond Amsterdam en de criminele netwerken die hierbinnen opereren. Dit leidt tot effectievere keuzes in de opsporing, maar biedt ook mogelijkheden om foute rolmodellen die kwetsbare jongeren negatief beïnvloeden vroegtijdig een halt toe te roepen. Daarbij wordt nauw samengewerkt met het RIEC en wordt het bestuurlijk instrumentarium (zoals de wet BIBOB) maximaal ingezet en aangescherpt. * _ Met bestuurlijke, preventieve en repressieve maatregelen wil de driehoek corruptie en ondermijning als een gevolg van drugshandel zo effectief mogelijk voorkomen en tegengaan. Het tegengaan van excessief geweld Amsterdam heeft in toenemende mate last van excessief geweld dat nauw met drugshandel is verbonden. Dit geeft slachtofferschap en onveiligheid voor Amsterdammers in de openbare ruimte. We beogen het aantal slachtoffers te verminderen, gevaar voor onschuldigen te voorkomen, ongerichte schietpartijen en explosieve aanslagen terug te dringen. We bereiken successen als het aantal aanslagen en slachtoffers substantieel daalt. Dit vergt extra inspanning in de opsporing door gerichte inzet van politie en justitie door datagedreven te werken, in verstoring en vervolging. Daarnaast dienen cameratoezicht, sluitingen van woningen en bedrijfspanden, en de preventieve aanpak van (vuur)wapengeweld voortvarend ter hand te worden genomen. °__De driehoek beoogt een substantiële vermindering van excessief geweld te bewerkstelligen door een combinatie van bestuurlijke, preventieve en repressieve maatregelen. Interventies Alle interventies bewegen tussen de twee uiterste doelen die de driehoek nastreeft: bewustwording en preventie van drugscriminaliteit en de repressie van misdaad en geweld. Om zo effectief en succesvol mogelijk te kunnen interveniëren in de drugscriminaliteit en de hierboven geformuleerde doelen te kunnen behalen, heeft de driehoek vier voorwaarden geformuleerd: * _ De beschikbaarheid en uitwisseling van informatie, zoals van ondermijningsbeelden, basisinformatie en informatie over netwerken en vastgoed, is van groot belang. Daar waar er belemmeringen in informatievergaring en -uitwisseling zijn, zal de driehoek contact zoeken met de rijksoverheid en andere partners. *_ Onvermijdelijk — vitgaande van de schaarste in capaciteit bij politie en justitie en in gemeentemiddelen — dienen er keuzes te worden gemaakt. De focus in het plan ‘Driehoek tegen de drugscriminaliteit’ ligt allereerst op Zuidoost en Nieuw-West, zonder daarbij echter de problemen in andere delen van de stad te negeren. * __Expliciet bij het doel ‘vergroten van de bewustwording’ maar ook bij de andere doelen geldt dat het burgerperspectief en burgerbetrokkenheid van groot belang zijn. Niet alleen zijn burgers een onmisbare schakel in het plan (bijvoorbeeld bij ‘credible messengers’ en de wijkaanpakken) maar ook in het vertrouwen dat er tussen het gezag, de diverse maatschappelijke partners en de welwillende burger is. Wederkerigheid is een onmisbaar onderdeel: de strijd tegen drugscriminaliteit kan niet alleen van de overheid zijn. *_Om werkelijk het verschil te kunnen maken en burgers vertrouwen in de overheid te geven zijn langdurige commitment en continuïteit vereist. Niet alleen de gemeentelijke programma's maar ook bijvoorbeeld het ‘zesluik’ van het RIEC zijn nu voor een groot deel met incidentele middelen gedekt. Daarnaast zijn er bij politie en het OM aanhoudende en oplopende tekorten. In het regeerakkoord 2021, maar ook in het komend gemeentelijk coalitieakkoord 2022 en bij partners, zijn structurele middelen en inzet nodig om werkelijk een lange adem te kunnen hebben. De hieronder gepresenteerde interventies komen voort uit lopende programma’s en beleidsvoorstellen. De Amsterdamse driehoek heeft de voor hen belangrijkste samengebracht, geprioriteerd en gesystematiseerd. De partners verbinden zich hier gezamenlijk aan. De orde van grootte en de impact van de interventies verschillen. Een aantal interventies is volledig operationeel, andere zijn nog in een ontwikkelstadium. Desalniettemin zijn ze, wat de Amsterdamse driehoek betreft, allemaal onmisbaar in het behalen van de doelen. Interventies gericht op het vergroten van bewustzijn onder ‘recreatieve gebruikers’ van de corrumperende werking van drugshandel 1. Verbetering van de volksgezondheid en veilig gebruik Drugstestservices, voorlichting over drugsgebruik en wanneer nodig waarschuwingen tegen bijvoorbeeld witte heroïne zijn van groot belang en worden vanzelfsprekend gecontinueerd. 2. Vergroten van bewustzijn van de negatieve effecten van drugshandel op de samenleving Met extra informatie en door het starten van een maatschappelijke discussie met stakeholders en consumenten worden drugsgebruikers bewuster gemaakt van de corrumperende werking van drugshandel op toekomstkansen van (kwetsbare) jongeren, buurten en legale markten als vastgoed. Een concreet plan wordt uitgewerkt. De hierin samenwerkende partijen zoals de politie, het OM, het Rijk en de gemeente spannen zich in de negatieve effecten met voorbeelden zichtbaar te maken. Interventies gericht op het versterken van de scheiding tussen de soft- en harddrugsmarkt 3. Decriminaliseren softdrugsmarkt door reguleren achterdeur coffeeshops De Amsterdamse softdrugsmarkt wordt geleidelijk meer gereguleerd, door invoering van een keurmerk en een milder bestuurlijk handhavingsregime op in eerste instantie transport, opslag en handelsvoorraad en later eventueel productie. Ook wordt ketenvorming beperkt. Dit voornemen wordt thans uitgewerkt in een beleidsvoorstel en besproken in de driehoek en voorgelegd aan de gemeenteraad. Daarnaast wil de driehoek het nationale debat over het decriminaliseren van softdrugs aanjagen. 4. Invoeren I-criterium Handhaving van het ingezetenencriterium voor coffeeshops verkleint de vraag en daarmee de markt. Zo wordt de softdrugsmarkt meer beheersbaar. Er wordt gewerkt aan een plan van aanpak voor de invoering van het I-críterium waarin de uitvoerbaarheid, effectiviteit en beheersbaarheid belangrijke aandachtspunten zijn. Het plan van aanpak zal ter bespreking aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Interventies gericht op het bieden van perspectief aan (kwetsbare) jongeren 5. Top 6oo, Top 400 drugsgerelateerd Nu de criteria zijn vitgebreid, wordt binnen de Top1ooo aanpak expliciet aandacht besteed aan personen die drugs- en wapengerelateerde criminaliteit hebben gepleegd. De inzet is gericht op verandering van het criminele gedrag, met een combinatie van lik-op-stukbeleid en het bieden van perspectief. Doel is het voorkomen dat personen verder afglijden in de drugscriminaliteit en/of (opnieuw) overgaan tot excessief geweld. Ook wordt hulp geboden aan gezinnen om te verhinderen dat broertjes en zusjes in de criminaliteit terecht komen. Er is net een pilot afgerond rond de nieuwe drugsgerelateerde instromers, die meer inzicht heeft opgeleverd in de problematiek van drugscriminaliteit en het daarmee gepaard gaande geweld, op basis waarvan de aanpak kan worden verbeterd. Het AcVZ en het RIEC wisselen meer kennis en ervaring vit. Met de politie en het OM worden nadere afspraken gemaakt over de opsporingscapaciteit. 6. Aanpak doorgroeiers Specifieke aandacht gaat uit naar jonge aanwas. In het AcVZ (in samenwerking met het RIEC) is inmiddels kennis vergaard over het doorbreken van het rekruteren en doorgroeien van (jonge) mensen in de drugscriminaliteit. Het zogenaamde ‘afpakken’ van materiële goederen kan een effectieve maatregel zijn. Inmiddels is er een persoonsgerichte aanpak opgezet waar een aantal doorgroeiers in regie is genomen. In de loop van 2021 zal dit aantal verder groeien tot maximaal 4o personen. Onderzoek moet uitwijzen of dit een effectieve interventie is, mede in relatie tot de benodigde capaciteitsinzet. 7. Uitweg bieden Het bieden van een ‘uitweg’ heeft als doel (jonge) criminelen te bewegen en te ondersteunen om uit de drugscriminaliteit te stappen of er niet in terecht te komen. Met ‘Het Andere Verhaal’ in labs, straatcolleges en media worden jongeren bekend gemaakt met de keerzijde van drugscriminaliteit: het toont de stress, risico's, angst, verdriet, eenzaamheid en onveiligheid tegenover de fictie van het snelle geld. Het schetst een realistisch beeld van de kansen op een positieve maatschappelijke carrière. Het vitwegteam ondersteunt mensen die daadwerkelijk vit de drugscriminaliteit willen stappen. Het initiatief zit in de vitwerkfase en wordt sinds kort toegepast. Bij gebleken succes wordt bekeken worden hoe dit op grotere schaal kan worden ingezet. 8. Aanpakstraatdealers De bestaande interventies, zoals het instellen van een dealeroverlast- gebied en cameratoezicht, een aanpak voor recidivisten en campagnes gericht op (potentiële) klanten, worden op basis van onderzoek verder aangevuld om het dealen op straat en de daarmee gepaard gaande intimidatie, geweld en overlast te verminderen. Het maatregelenpakket is in ontwikkeling en zal in samenhang met de mogelijke invoering van het I-criterium in de driehoek en daaropvolgend in de gemeenteraad worden besproken. g. Detentie en Terugkeer Gemeente, Dienst Justitiële Inrichtingen en straf- en zorgpartners bereiden tijdens detentie samen de terugkeer van een gedetineerde voor, zodat de overgang zo goed mogelijk verloopt en recidive wordt voorkomen. Voor de groep gedetineerden die tijdens detentie doorgaat met criminele en corrumperende activiteiten, werken JC Zaanstad, de politie, het OM, de reclassering, het Ministerie van Justitie en Veiligheid en andere betrokken partijen samen om dit te doorbreken. In overleg met DJI worden barrières opgeworpen om een ‘voortgezet crimineel handelen’ te bemoeilijken. 10. Jeugdnetwerken Verschillende partners uit het zorg- en strafdomein werken samen in het tegengaan van hinderlijke, overlastgevende of criminele jeugdnetwerken. Onder regie van het stadsdeel wordt informatie uitgewisseld en de gezamenlijke inzet bepaald op een groep als geheel en op afzonderlijke individuen. Hiermee wordt voorkomen dat een groep verder afglijdt en kunnen jongeren naar zorg worden doorgeleid als dit nodig is. De aanpak jeugdnetwerken’ zit in de opstartfase en moet te zijner tijd beoordeeld worden op effectiviteit en toekomstbestendigheid. De stadsdelen worden gevraagd hiertoe een halfjaarlijkse update aan te leveren. 11. Credible messengers Gebaseerd op ervaringen in Amerika en Schotland, wordt een netwerk gecreëerd van ‘credible messengers’. Deze personen zijn door hun ervaring, voorkomen of positie in de gemeenschap in staat om contact te maken met criminelen, risicojongeren en moeilijk bereikbare gezinnen. Zij kunnen vertrouwen winnen, motiveren om een ander perspectief te kiezen en een brug vormen naar hulp en ondersteuning. Doordat jongeren uit de anonimiteit worden gehaald, is het voor criminelen riskanter en daardoor minder aantrekkelijk om met hen te werken. Het betreft een experimenteel project. Een eerste lichting credible messengers wordt momenteel geselecteerd en opgeleid om aan het werk gaan. Met de politie samen wordt een kader gemaakt voor de inzet van credible messengers. 12. Buurtrechtspraak Buurtrechtspraak, naar Amerikaans voorbeeld, maakt recht toegankelijker en zichtbaarder in de wijk, waardoor het vertrouwen van de burger in de overheid kan toenemen. Het wordt toegepast bij problematiek op het gebied van leefbaarheid, inkomen en/of veiligheid. Omdat buurtrechtspraak al in een vroeg stadium intervenieert, rechtsgebied-overstijgend kan werken en een herstelgerichte focus heeft, beoogt het gerechtelijke procedures voor te zijn. Op initiatief van de Rechtbank van Amsterdam bereidt de driehoek met andere samenwerkingspartners en buurtbewoners een eerste initiatief in Venserpolder voor. De driehoek volgt actief de impact van dit initiatief en besluit op basis van ervaringen expliciet over een eventuele uitbreiding naar andere buurten in de stad. Interventies gericht op het tegengaan van corruptie en ondermijning 13. Zesluik van het RIEC: criminele geldstromen, cruciale schakels, doorgroeiers Het zesluik richt zich op drie elkaar versterkende lijnen: het verstoren van geldstromen, het aanpakken van cruciale schakels en het tegengaan van doorgroeiers. De activiteiten hebben betrekking op de zes gemeenten in de regio Amsterdam-Amstelland. Het verstoren van criminele geldstromen richt zich op de verplaatsing van vermogen (follow the money) en de investeringen van vermogen in vastgoed. Cruciale schakels kunnen beroepen betreffen, zoals boekhouders en notarissen, maar ook woningen en ondernemingen die worden misbruikt. Ten aanzien van doorgroeiers werkt het RIEC nauw samen met het AcVZ, waarin wordt ingezet op jonge aanwas en het doorbreken van rekruteringsprocessen. De aanpak dient 5 tot 10 jaar volgehouden worden om daadwerkelijk het verschil te kunnen maken. Het zesluik van het RIEC staat inmiddels goed in de steigers. Alle aandacht is gericht op het bereiken van tastbare resultaten. Door middel van het halfjaarlijkse factsheet (zie bijlage) brengt het RIEC de resultaten in beeld. 14. Gebiedsgebonden handhavingsknelpunten RIEC Specifieke gebieden waar handhavingsknelpunten samen komen, zijn in beeld en hier wordt gebiedsgericht ingegrepen. Met behulp van het factsheet wordt de driehoek regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang en effectiviteit van de interventie. 15. Ondermijningsbrigade De regiogemeenten in Amsterdam-Amstelland en de partijen in het RIEC trekken samen op in het voorbereiden en uitvoeren van controleacties op basis van signalen of meldingen van mogelijke ondermijning. Deze multidisciplinaire controles worden uitgevoerd binnen het zesluik van het RIEC. De resultaten worden periodiek met de buitenwereld gecommuniceerd. 16. Invoering vergunningplicht De vergunningplicht wordt in Amsterdam uitgebreid met specifieke branches en bepaalde straten waar duidelijke signalen van ondermijning bekend zijn. Zo kunnen vergunningaanvragen onder de wet Bibob getoetst worden en kunnen we voorkomen dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert. Om het succesvol te laten zijn is goede verzameling en screening van informatie nodig. Het vergunningplichtig maken gebeurt op basis van bestuurlijke rapportages van de politie. Uitbreiding van de vergunningplicht is arbeidsintensief en vereist structureel een hogere inzet van (ambtelijke) capaciteit. Voorstellen tot uitbreiding, alsook de evaluatie van de stand van zaken worden in de driehoek besproken. Interventies gericht op het tegengaan van excessief geweld 17. NIBO en RIBO inzetten ten behoeve van driehoeksturing De Intel van de politie brengt in het Nationale en Regionale Inlichtingenbeeld Ondermijning alle criminele netwerken en ondermijnende clusters in kaart. Een onderdeel daarvan is het Nationaal Informatiebeeld Drugsmarkt en Witwassen. Op basis van de beelden bepaalt de politie aan welke netwerken prioriteit wordt gegeven. De driehoek krijg twee keer per jaar een update van de beschikbare politie- informatie. De driehoek bespreekt of verdere/andere prioritering op het ingezette beleid nodig is. De informatie wordt zo mogelijk gebruikt om de aanpak van het RIEC te versterken. 18. Versterking van wederzijdse uitwisseling met het Multidisciplinair Interventie Team (MIT) Het is van groot belang dat lokale en nationale inlichtingenstromen elkaar wederzijds versterken. Het MIT is een nieuw nationaal expertteam van Politie, FIOD, OM, Belastingdienst, Dovane en Defensie/KMar, dat als taak heeft criminele processen duurzaam te verstoren. De driehoek zal contact leggen met het Ministerie van Veiligheid en Justitie en onderzoeken op welke terreinen operationele samenwerking mogelijk is. Bij de effectvering daarvan wordt rekening gehouden met mogelijkheden van de partners waaronder de beschikbare personele capaciteit. 19. Bewaken en Beveiligen Potentiële slachtoffers en objecten worden beschermd. Op basis van informatie van bijvoorbeeld de NCTV bepaalt het OM of de DKDB wie en wat er bewaakt moet worden. Deze inzet is lopend. Het OM zal de driehoek actief en passief informeren bij actuele aangelegenheden. 20. Wapenbezit terugdringen In vervolg op de vrijwillige wapeninleveractie heeft de driehoek het voornemen om over enige tijd de pilot ‘gerichte wapencontroles’ uit te voeren. De driehoek zal zich actief blijven richten op initiatieven die het verder terugdringen van steek- en vuurwapens bevorderen. Hierbij valt te denken aan het eisen door het OM van onvoorwaardelijk straffen bij vuurwapenbezit en het terugdringen van de vrije verkoop van grote messen. 21. Cameratoezicht We zetten waar nodig cameratoezicht in om een omgeving te beschermen tegen excessief geweld. Omdat camera’s en daarmee eventuele herkenning en opsporing een barrière opwerpen voor potentiële daders, is de werking van cameratoezicht preventief. Het besluit tot plaatsing is gebaseerd op een bestuurlijke rapportage van de politie. 22. Sluitingen Als een geweldsdaad heeft plaatsgevonden, zoals een beschieting of het plaatsen van een explosief, kan de burgemeester overgaan tot sluiting van een pand om de openbare orde en de veiligheid van eventuele omwonenden te beschermen tegen herhaling. Tegelijkertijd hebben sommige eigenaren van getroffen panden antecedenten. In die gevallen werkt sluiting afschrikwekkend. De keuze voor het wel of niet sluiten wordt gebaseerd op een bestuurlijke rapportage van de politie. Er wordt extra aandacht besteed aan de kwaliteit van de bestuurlijke rapportages en het bijbehorende afwegingskader. 23. Gebiedsverboden Met een gebiedsverbod kan een geweldsdaad worden voorkomen, waarmee omgeving en individuen worden beschermd. Zowel de rechter als het OM kan een gebiedsverbod opleggen. De burgemeester is eveneens bevoegd een gebiedsverbod op te leggen en maakt de afweging op basis van een bestuurlijke rapportage van politie. De driehoek zal de gronden voor een gebiedsverbod opnieuw onderzoeken. Daarbij wordt bekeken of het instrument effectiever kan worden ingezet. Daarnaast wordt het proces van de totstandkoming van een gebiedsverbod geoptimaliseerd. Verwacht resultaat Wij willen geen valse verwachtingen wekken. Door de schaal, de ingewikkeldheid en de hardnekkigheid is drugshandel moeilijk in te dammen. De Amsterdamse schaduweconomie is een onderdeel van een internationaal web van (soms losse) samenwerkingsverbanden en het is een illusie dat deze door het lokale gezag grootschalig kan worden teruggedrongen. Wel kunnen we met lokale en regionale inzet de ontwrichtende effecten ervan op de Amsterdamse samenleving bestrijden, criminele structuren verstoren en zodoende de weerbaarheid van inwoners en ondernemers vergroten. Focus is onontbeerlijk en daarom richten we dit integrale plan nu op Amsterdam Zuidoost. Samen met de Alliantie (waar de driehoek zitting in heeft), die het centrale onderdeel is van het Masterplan Zuidoost, concentreren we ons allereerst op het aldaar samenbrengen van de preventieve en repressieve maatregelen tegen drugshandel. Daarnaast is ook Nieuw-West een pilotgebied voor nieuwe samenwerkingsvormen om het vertrouwen van de Amsterdammer terug te winnen en de jeugdproblematiek te verkleinen. Vanzelfsprekend betekent dit niet dat de hardnekkige problemen in andere delen van de stad worden verwaarloosd. Werkelijke resultaten vergen een lange adem. Waar dat kan operationaliseren we de doelen in cijfers, zodat we de effectiviteit zo goed mogelijk kunnen beoordelen. Sommige interventies laten zich concreet zichtbaar maken in harde getallen over bijvoorbeeld explosieven bij coffeeshops, afgewezen vergunningen of de hoeveelheid drugs in Amsterdams rioolwater. Van andere interventies, zoals nieuwe bewustwording onder gebruikers over de negatieve sociale effecten, het vergroten van de weerbaarheid van jongeren of het herstel van vertrouwen in de overheid, zijn resultaten moeilijker te kwantificeren. Voor deze interventies blijft de beoordeling kwalitatief. Ook hierin vervult de intensieve inzet in Zuidoost een sleutelrol, waar we de effecten nauwgezet zullen volgen. We beginnen niet bij nul. Zoals het factsheet van het RIEC over 2020 (in de bijlage) vitgebreid laat zien is er inzet en zijn er resultaten. Zo zijn er inmiddels doorgroeiers in regie en worden er uitstappers ondersteund. Er zijn 128 Bibob dossiers behandeld, waarvan over 34 al negatief werd besloten. 113 Panden zijn gesloten, waarvan 75% wegens drugs, 22 keer waren wapens of schietincidenten aanleiding voor sluiting of waarschuwing. 336 Wapens zijn ingeleverd tijdens de inleveractie. Vanuit het Convenant Noordzeekanaal en Zeehavengebied Amsterdam zijn integrale controles in de haven uitgevoerd. De politie heeft een onderzoek afgerond naar rekrutering en doorgroeiprocessen in jeugdcriminaliteit. De resultaten worden gebruikt om vroeg in te kunnen grijpen en een criminele carriêre om te buigen. Een groot drugsnetwerk is ernstig verstoord door de aanhouding van 11 verdachten, er zijn verdachten voor witwassen uit een aantal FIOD-onderzoeken aangehouden en het Marengoproces is begonnen. Zoals deze resultaten laten zien, gaat de samenwerking tussen alle partijen en op alle niveaus, van het ministerie van Justitie en Veiligheid tot de gemeente, het RIEC en de zorgpartners, steeds beter. De bestrijding van drugscriminaliteit kent veel dilemma's. Een voorbeeld daarvan is het volgende. Zoals eerder genoemd worden er doorlopend grote bedragen cash en partijen cocaïne in beslag genomen. Deze successen zijn het meest zichtbaar, maar de vraag is of ze het meest effectief zijn. Politie en het OM constateren dat spelers in de drugshandel gelaten omgaan met dergelijke ingrepen van de overheid. Ze lijken het haast te beschouwen als ingecalculeerd verlies. Een illustratie daarvan is dat het rechercheren, opsporen en vitnemen van handelswaar nagenoeg geen invloed heeft op de consumentenprijs op straat. Er zijn kennelijk zoveel drugs op de markt, dat een grote inbeslagname totaal geen invloed heeft op de dagprijs. Daarmee heeft het dus ook geen invloed op de georganiseerde criminaliteit. Veel meer verstorend is het wanneer een belangrijke schakel vit een netwerk wordt genomen of een financiële stroom wordt afgesloten. De focus hierop kan betekenen dat ‘kleine vissen’ worden teruggegooid om grotere te vangen. Een effect kan ook zijn dat grote geïncasseerde bedragen worden genoemd terwijl het effect ervan op het terugdringen van georganiseerde drugshandel kleiner is dan het zou kunnen lijken. Sturing De strijd tegen drugscriminaliteit is op verschillende plekken belegd. Een deel van de hier beschreven activiteiten wordt rechtstreeks door de leden van de driehoek geïnitieerd, in andere gevallen participeert de driehoek (als lid en als voorzitter) in bestaande besluitvormings- structuren. Dat betreft de Regionale Stuurgroep RIEC, de Stuurgroep Veiligheid en Zorg en de Alliantie Masterplan Zuidoost (en binnenkort Nieuw-West). Een deel van de programma’s die onder die auspiciën worden uitgevoerd staan hier beschreven, andere niet beschreven programma’s hebben niet of slechts gedeeltelijk betrekking op de strijd tegen drugscriminaliteit. De driehoek opereert daardoor in nauwe samenspraak met een groot aantal maatschappelijke en bestuurlijke partners. Met dit plan neemt de driehoek wel nadrukkelijk gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de integraliteit en effectiviteit van de strijd tegen drugscriminaliteit. Een aantal keren per jaar zal getoetst worden of de vijf beschreven doelen, en de daaraan verbonden 23 interventies, ook daadwerkelijk worden behaald. Ook zal periodiek worden nagegaan of de interventies vitvoerbaar zijn (qua personele en financiële middelen), de samenwerking optimaal is en of zij effectief bijdragen aan het bereiken van het hoofddoel: het tegengaan van drugscriminaliteit en ondermijning. Als de Amsterdamse driehoek meent dat nadere prioritering of bijsturing noodzakelijk of wenselijk is, dan zal dat worden overlegd met samenwerkingspartners en worden voorgelegd aan de raad. De politie-eenheid en het Parket Amsterdam opereren regionaal, waarbij de burgemeester van Amsterdam tevens voorzitter is van de politieregio Amsterdam-Amstelland. In het Regionaal Veiligheidsplan 2019 — 2022 zijn de prioriteiten vastgelegd. Deze zijn in beginsel leidend maar geven ook ruimte aan lokale invulling. Als dit plan invloed heeft op de prioritering van de inzet van de politie en het Openbaar Ministerie in de vijf andere gemeenten in de regio, zal dat worden besproken met de burgemeesters in het Regionaal Bestuurlijk Overleg. Ook dit plan is met hen besproken. (2021) Aanpak Drugseconomie 2020. Beeld van wat de overheidspartners zien en doen in Amsterdam Amstelland. RIEC Amsterdam Amstelland. Kruize, Peter & Paul Gruter (2020), Criminele gebouwen: De faciliterende rol van woningen & bedrijfsruimten bij ondermijnende criminaliteit in Nederland en vier EU-landen. Den Haag: WODC. Noordanus, P.G.A. (2020), Een Pact voor de Rechtstaat. Een sterke terugdringing van drugscriminaliteit in tien jaar. Den Haag. Tops, Pieter & Jan Tromp (2019), De achterkant van Amsterdam. Een verkenning van drugsgerelateerde criminaliteit. Amsterdam. Driehoek tegen drugscriminaliteit Amsterdam 2021 x ek hhh OPENBAAR MINISTERIE Ka TIE x Amsterdam
Onderzoeksrapport
45
train
Bezoekadres > < Gemeente Bezoek Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 19 januari 2021 Ons kenmerk Behandeld door Agnes Borst, [email protected], 06 53 51 97 72 (DMC) Bijlage Onderwerp Afhandeling motie 1283.17 van raadsleden Torn (VVD), Ernsting (GroenLinks), Boldewijn (PvdA), Vroege (D66), Van Lammeren (PvdD), Boomsma (CDA) en Van Soest (PvdO) inzake Aanbevelingen methode Duisenberg (TA2017-001412) en motie 1034.18 van het raadslid Boomsma (CDA) inzake Inzichtelijke begroting (TA2018- 001021) Geachte leden van de gemeenteraad, In deze brief wordt ingegaan op motie 1283.17 ‘Aanbevelingen methode Duisenberg’ (TA2017- 001412) van raadsleden Torn (VVD), Ernsting (GroenLinks), Boldewijn (PvdA), Vroege (D66), Van Lammeren (PvdD), Boomsma (CDA) en Van Soest (PvdO) en motie 1034.18 ‘Inzichtelijke begroting’ (TA2018-001021) van het raadslid Boomsma (CDA). Motie 1283.17 Aanbevelingen methode Duisenberg In de vergadering van de gemeenteraad van 8 november 2017 heeft uw raad bij de behandeling van de Begroting 2018 motie 1283.17 van raadsleden Torn (VVD), Ernsting (GroenLinks), Boldewijn (PvdA), Vroege (D66), Van Lammeren (PvdD), Boomsma (CDA) en Van Soest (PvdO) aangenomen waarin het college gevraagd wordt om: 1. De aanbevelingen van de methode Duisenberg op basis van de Begroting 2018, zoals gepresenteerd in de raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid op 1 november 2017, over te nemen en op te volgen. In de bestuurlijke reacties op de aanbevelingen van de methode Duisenberg (zowel voor parkeren als duurzaamheid, geagendeerd voor de raad van 8 november onder agendapunt 11) is aangegeven hoe de aanbevelingen worden opgevolgd. Indien van toepassing is ook aangegeven in welk P&C-product dit zal worden verwerkt. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 19 januari 2021 Pagina 2 van 2 Motie 1034.18 Inzichtelijke begroting In de vergadering van de gemeenteraad van 8 november 2018 heeft uw raad bij de behandeling van de Begroting 2019 motie 1034.18 van het raadslid Boomsma (CDA) aangenomen waarin het college gevraagd wordt om: 1. Vanaf de Begroting 2020 bij elk programma en programmaonderdeel niet alleen de begrote lasten en baten voor de komende vier jaar te presenteren, maar tevens aan te geven hoe hoog de (begrote) lasten en baten in het voorgaande jaar waren, en duidelijk eventuele verschillen te beschrijven en deze wijzigingen te kwantificeren. Vanaf de Begroting 2020 wordt in het verdiepende hoofdstuk meer inzicht gegeven in de begrotingskeuzes die per programmaonderdeel worden gemaakt ten opzichte van de laatst vastgestelde begroting (bij de voorjaarsnota). Per programmaonderdeel is in dit hoofdstuk een tabel opgenomen met de stand van baten en lasten na de voorjaarsnota, de wijzigingen en de daaruit volgende stand van baten en lasten na de begroting. In dit verdiepende hoofdstuk wordt specifiek een toelichting gegeven op de wijziging van de baten en lasten. Tevens geeft de brugstaat inzicht in het verloop van de begrote/ gerealiseerde baten en lasten gedurende het jaar. Het doel van de brugstaat is een aaneengesloten beeld te geven van de budgettaire ontwikkeling gedurende een jaar. De brugstaat wordt vanaf het Jaarverslag 2019 standaard in de P&C-producten opgenomen. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Ik ga ervan uit v op dit moment voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, _ ee DT il Victor Everhardt Wethouder Financiën
Motie
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 882 Publicatiedatum 11 oktober 2013 Ingekomen op 9 oktober 2013 Ingekomen in raadscommissie KSZ Te behandelen op 6/7 november 2013 Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de begroting voor 2014 (respijtzorg). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Overwegende dat: — _ voor mantelzorgers die zogenaamde complexe mantelzorg verlenen, dat wil zeggen voorbehouden handelingen verrichten, injecties geven, een infuus toedienen, beademingsapparatuur bedienen enz, in de regio Amsterdam geen respijt (meer) is op het gebied van logeermogelijkheden; — _ ook andere vormen van respijt missen voor deze categorie van mantelzorgers; — _ Amsterdam mantelzorgers zoveel mogelijk wil ondersteunen; — in 2014 een bedrag gereserveerd is van 1,5 miljoen euro voor respijtzorg in Amsterdam, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: ervoor te zorgen dat ook in de regio Amsterdam logeermogelijkheden komen en andere vormen van respijt voor mensen die complexe zorg nodig hebben, om overbelasting van hun mantelzorgers te voorkomen. Het lid van de gemeenteraad, M.M. van der Pligt 1
Motie
1
train
Bezoekadres > 4 Gemeente Dn Amste rda m 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 2x amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Leden van de gemeenteraad Datum 16 januari 2018 Behandeld door |.Westerterp en A.N. Holstein Onderwerp Afhandeling motie 911 van raadslid Poorter (PvdA), dd.13 april 2-16, motie 1259 van de leden Poorter, Bouchibti (VVD), Roosma (Groen Links), Hammelbrug (D66), Duijndam (SP en Van Soest (PvdO), dd. 9 november 2017 en motie 1206 van leden Van Soest (PvdO) en Duijndam (SP) dd. 29 november 2017 Zeer geachte raadsleden, Op 13 april 2016 is motie 911 van raadslid Poorter (PvdA) inzake Voorjaarsnota 2016 (transformatie zorgvastgoed) aangenomen. Op 9 november 2017 is, motie 1259 van de leden Poorter (PvdA), Bouchibti (VVD), Roosma (Groen Links), Hammelbrug (D66), Duijndam (SP en Van Soest (PvdO) inzake de Begroting 2018 (Ouderenwoningen voor eerste generatie migranten) aangenomen. Op 29 november 2017 is motie 1206 van leden Van Soest (PvdO) en Duijndam (SP) inzake beleid voor trapliften aangenomen. e _ Motie ga1 draagt het college op in het kader van het Actieplan Woningbouw bij de transformatie van zorgcomplexen bij te dragen aan het creëren van algemene ruimtes en faciliteiten in wooncomplexen voor ouderen waarin mede door (buurt)bewoners activiteiten ; kunnen worden georganiseerd en in de jaarlijkse voortgangsrapportage programma ouderenhuisvesting 2015-2018 aan de raad te rapporteren over de resultaten. e Motie 1259 draagt het college op te onderzoeken welke behoefte in de stad bestaat voor woonvormen voor migrantenouderen, mogelijk in de vorm van coöperatieve woonvormen; in overleg te treden met woningbouwcorporaties en investeerders om deze woonvormen te creëren en hiernaast te onderzoeken of het gespecialiseerde aanbod dagbesteding voor migrantenouderen kan worden uitgebreid. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 16 januari 2018 Kenmerk Pagina 2 van 3 e _ Motie 1506 vraagt met de woningbouwcoöperaties te overleggen om voor ouderen die langer zelfstandig in hun woning moeten blijven wonen, deze woningen aan te passen met een traplift, waarin de voorbereiding al reeds aanwezig is; gelden die voor zorg bestemd zijn ook voor zorg te gebruiken en de uitkomsten van dit overleg met de raad te delen in het eerste kwartaal van 2018. De afhandeling van de drie moties vindt plaats parallel aan de bespreking van de Voortgangsrapportage programma ouderenhuisvesting 2017. In deze rapportage wordt verwezen naar de drie moties. Om die reden kiest het college om de Voortgangsrapportage 2017 en de afhandeling van de moties in samenhang in de commissie WB van 7 februari 2018 te bespreken. Het college informeert uv met deze brief over het proces van de uitvoering van de moties in 2018. Motie 911 In de Voortgangsrapportage 2017 is aangegeven dat transformatie van zorgvastgoed deel uitmaakt van de gemeentelijke inzet bij de zorghuisvesting. Bij transformatie van zorgcomplexen treedt de gemeente in overleg met zorgvastgoedeigenaren en zorgaanbieders over mogelijkheden om algemene ruimtes en faciliteiten in vernieuwde wooncomplexen voor ouderen te creëren, die tevens geschikt zijn voor bewonersactiviteiten. Bij de vaststelling van de Woonagenda 2025 in de gemeenteraad op 19 juli 2017 is besloten een nieuw plan ouderenhuisvesting te maken in de bestuursperiode 2018 — 2022. In de Voortgangsrapportage 2017 worden de opgaven en prioriteiten voor dit nieuwe plan beschreven. Het gevraagde van motie 911 wordt in 2018 bij transformaties van zorgvastgoed uitgevoerd en opgenomen In het plan voor ouderenhuisvesting in de nieuwe bestuursperiode. Motie 1259 In de motie wordt gevraagd om acties om ouderenwoningen voor eerste generatie migranten te creëren. Aan deze acties wordt uitvoering gegeven in 2018, in het kader van het huidige Programma ouderenhuisvesting 2015-2018. Er zullen gesprekken worden gevoerd met netwerken van migranten om de behoefte aan woonvormen te inventariseren. Met corporaties, zorginstellingen en investeerders wordt overlegd om te kijken of er locaties kansrijk zijn. De resultaten worden verwerkt in het nieuwe plan ouderenhuisvesting 2018-2022. Een uitbreiding van het gespecialiseerde aanbod van dagbesteding kan worden aangepast aan specifieke wensen als dat voortkomt uit het ontstaan van woonvormen voor migrantenouderen. De gemeente Amsterdam organiseert het Wmo-aanbod op basis van ondersteuningsnoodzaak maar geeft geen opdracht vooraf voor specifieke doelgroepen, dus ook niet langs de lijnen van migratie-achtergrond. Motie 1506 In de motie wordt gevraagd om met de woningcorporaties te overleggen om voor ouderen die langer zelfstandig moeten blijven wonen in een woning, deze woningen aan te passen met een traplift als de voorbereiding al reeds aanwezig is. Het college gaat er van vit dat het gevraagde in de motie doelt op het plaatsen van een huislift. Dit zijn liften die in een trappenhuis of aan een Gemeente Amsterdam Datum 16 janvari 2018 Kenmerk Pagina 3 van 3 appartementengebouw worden gerealiseerd en meer mensen tegelijk kunnen vervoeren. Een traplift is een stoeltjeslift aan de zijkant van de trap, die één persoon tegelijk kan vervoeren. De gemeente heeft samen met woningcorporaties in 2015 in Oost en Centrum geïnventariseerd bij welke gebouwcomplexen in de bestaande stad het bouwkundig en kostentechnisch mogelijk is om een huislift te plaatsen. Uit deze inventarisatie blijkt dat het realiseren van een lift kostbaar en ingewikkeld is. Corporaties geven aan dat een lift alleen overwogen wordt als er sprake is van planmatig groot onderhoud of renovatie. In die gevallen wordt voor een gebouw bezien of de bouwtechnische ingreep gelijktijdig gecombineerd kan worden met het bijplaatsen van een lift. De uitvoering van motie 1506 wordt opgepakt in 2018, het laatste jaar van het Programma ouderenhuisvesting 2015-2018. In opvolging van de inventarisatie in 2015 overlegt het programma ouderenhuisvesting in federatieverband met de woningcorporaties over kansen om de bestaande woningvoorraad toegankelijk te maken en te houden voor een groeiend aantal ouderen. Daarbij zal onder andere worden gekeken waar het haalbaar en mogelijk is op gebouwniveau een lift bij te plaatsen. Het college beschouwt motie 911, motie 1259 en motie 1506 hiermee als afgehandeld. etyde mee i Wer ste hoogachting, ard ester f{ wethoude s van Amsterdam, | SK! | IKUN AS NIDA Ln JIJ. vari Aartsen A.H.P. van Gils rte \ sa etaris A _Á | / \ / \c/
Motie
3
train
X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel West Stadsdeelcommissie West Agenda Datum 31-01-2023 Aanvang 19:45 Locatie Raadzaal Stadsloket Bos en Lommerplein 250 Eindtijd 23:00 1 Opening, agenda vaststellen, mededelingen Starttijd 19:45 Eindtijd 20:00 11 Benoeming Charles Vaneker - D66 2 Bewoners aan het woord Starttijd 20:00 Eindtijd 20:15 Wilt u langskomen om in te spreken? Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst uw aanmelding via [email protected] onder vermelding van het onderwerp. En vergeet uw telefoonnummer niet te noteren, dan kunnen wij u even bellen. 2.1 Daniel Bosch - De Koperen Knoop(huis van de Buurtjen de verbouwing 22 Henk van Dijk - Gat in de Kinkerbuurt 2.3 Dick Jansen - Flink op het Van Limburg Stirumplein 3 Actualiteiten Starttijd 20:15 Eindtijd 20:30 1 X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel West 4 Vragen half uur Starttijd 20:30 Eindtijd 21:00 41 - PvdA - Flink op het Van Limburg Stirumplein - PvdA - nieuwe bestemming van de voormalige Sint Elisabethschool 4,2 VVD - Mondelinge vragen voetbalkooi 4,3 D66 - Mondelinge vragen energiecompensatie kleine ondernemers 5 Dagelijks Bestuur: Uitvoeringsplan 2023 Starttijd 21:00 Eindtijd 22:00 Oordeelsvormend Portefeuillehouder: Ester Fabriek, Fenna Ulichki, Thomas Hermans 6.1 Stadsdeelcommissie: Verkeersveiligheid Starttijd 22:00 Eindtijd 22:30 Oordeelsvormend Geagendeerd door PvdA Portefeuillehouder: Ester Fabriek 6.2 1. Mondelinge vragen rapportage WBA Jan van Galenstraat VVD 7 Dagelijks Bestuur: Adviesaanvraag Concept Strategie Innovatiedistricten Amsterdam 2 X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel West Starttijd 22:30 Eindtijd 23:00 Oordeelsvormend Portefeuillehouder: Thomas Hermans 8 Sluiting vergadering Starttijd 23:00 3
Agenda
3
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum g januari 2024 Portefeuille(s) Deelnemingen Portefeuillehouder(s): _ Alexander Scholtes Behandeld door Ruimte & Duurzaamheid, bestuurszaken.RD Damsterdam.nl Onderwerp Kennis te nemen van de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2024-2027 Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende. Omgevingsdiensten hebben als voornaamste verantwoordelijkheid de beoordeling en goedkeuring of afwijzing van vergunningsaanvragen en het toezicht houden op en handhaven van regelgeving met betrekking tot activiteiten op het gebied van milieu, bodem en bouw. Ze dragen bij aan het handhaven van wettelijke voorschriften en spelen een cruciale rol in het bevorderen van een duurzame en veilige leefomgeving. Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een basistakenpakket op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving onder te brengen bij Omgevingsdiensten. Voor de gemeente Amsterdam is de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) de omgevingsdienst. Amsterdam neemt sinds 2014 deel aan de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Andere deelnemende partijen zijn de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn en Zaanstad en de provincie Noord-Holland. De OD NZKG richt zich voornamelijk op bedrijven en ondernemingen. Deze doelgroep omvat een breed scala aan bedrijfstakken in het Noordzeekanaalgebied, waaronder havens, petrochemische complexen, energiecentrales, raffinaderijen, logistieke ondernemingen en diverse andere industriële faciliteiten. Deze bedrijven variëren van grote multinationals tot kleine en middelgrote ondernemingen en zijn actief in sectoren zoals scheepvaart, logistiek, chemie, afvalverwerking en metaalbewerking. De deelnemers van de OD NZKG zijn wettelijk verplicht, na inwerkingtreding van de Omgevingswet onder het Omgevingsbesluit, een regionale uniforme Uitvoering en Handhaving strategie (U&H-strategie) vast te laten stellen door de deelnemende overheden in de gemeenschappelijke regeling. De wet verplicht dit te doen op een uniforme wijze voor het werkgebied van de Omgevingsdienst. Het college heeft de U&H-strategie op 9 januari 2024 vastgesteld. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 januari 2024 Pagina 2 van 2 Positionering van de U&H-strategie Deze U&H-strategie is van toepassing op het basistakenpakket op het gebied van milieu en bodem die de OD NZKG namens gemeenten en provincie uitvoert. Het basistakenpakket is het minimale pakket aan taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving dat door gemeenten en provincies ondergebracht moet worden bij omgevingsdiensten. Het basistakenpakket is per 2 januari 2024 geborgd in de Omgevingswet en heeft een plaats gekregen in artikel 13.12 en bijlage VI van het Omgevingsbesluit. Het college en de Gedeputeerde Staten van provincie Noord-Holland zijn bevoegd gezag voor het uitvoeren van deze taken. De huidige U&H strategie (het Regionaal uniform uitvoerings- en handhavingsbeleid 2019-2022) is op 15 oktober 2019 door het college vastgesteld. De huidige strategie liep af en is geactualiseerd en waar nodig aangepast aan de eisen van de tijd en de Omgevingswet. Het hebben van een U&H- strategie is een wettelijke verplichting volgens het Omgevingsbesluit. De U&H-strategie beschrijft de meerjarige inhoudelijke kaders, gebaseerd op de wettelijke kaders en het beleid van de deelnemers. De U&H-strategie is een kaderstellend document dat uniform wordt vastgesteld door alle colleges van de deelnemende overheden (wettelijke verplichting). Jaarlijks wordt deze strategie vertaald in (concrete) afspraken die worden vastgelegd binnen de vitvoeringsprogramma'’s en de (meerjaren)begroting. Een goede beheersing hierop wordt georganiseerd door monitoring, adequate bijstelling en verantwoording. Deze U&H-strategie is tot stand gekomen in samenwerking met alle deelnemende gemeenten, de provincie Noord-Holland en de 3 andere Noord-Hollandse Omgevingsdiensten OD NHN, ODIJ, OFGV) met als doel: meer uniformiteit en een gelijk speelveld voor bedrijven in heel Noord- Holland. Aangesloten is op landelijke kaders zoals de Landelijke Handhaving Strategie Omgevingswet (LHSO nov 2022). Ook de belangrijkste ketenpartners zijn actief betrokken geweest bij het opstellen van dit document. De U&H-strategie is Omgevingswetproof. De strategie is in beginsel voor vier jaar van toepassing. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Alexander Scholtes Wethouder Deelnemingen (Omgevingsdienst) Bijlagen 1. Uitvoerings- en Handhavingsstrategie 2024-2027 Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 143 Publicatiedatum 24 februari 2017 Ingekomen onder o Ingekomen op donderdag 16 februari 2017 Behandeld op donderdag 16 februari 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Timman en Mbarki inzake de voortgangsrapportage Vrouwenemancipatie 2016 (voorkom sexting en grooming). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voortgangsrapportage Vrouwenemancipatie 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 92). Overwegende dat: — in de Nota Vrouwenemancipatie Amsterdam het versterken van de seksuele weerbaarheid van meisjes met daarbij extra aandacht voor sexting en grooming een speerpunt is; — onderzoek uit 2015’ laat zien dat bij tenminste 7% van de meisjes uit de tweede klas van de middelbare school tegen de zin foto's en/of filmpjes zijn verspreid op social media; — erreeds veel aandacht is voor sexting en grooming door middel van trainingen op school, apps en betrokkenheid van OKT-medewerkers en jongerenwerkers; — in de gemeente Amsterdam via Qpido, het Seksespecifiek Expertisecentrum van Spirit, seksualiteit bespreekbaar wordt gemaakt op onder andere scholen. Voorts overwegende dat: — ondergetekenden alarmerende signalen ontvangen over 'sexting & grooming'- problematiek die zich heeft verplaatst van de straat naar het internet via sociale media; — deze signalen uit verschillende delen van de stad komen, maar ondergetekenden echter een overall stedelijk beeld missen; — de meest recente cijfers over deze problematiek uit 2015 komen; — sommige meisjes extra kwetsbaar zijn, met name wanneer er een sterk taboe heerst op seksualiteit binnen het gezin; — het bereiken van ouders een doorslaggevende rol kan spelen bij het voorkomen of doorbreken van chantage- en dwangsituaties; — Utrecht in 2015 een prijswinnende campagne heeft gestart waarbij voorlichters met ouders in gesprek gingen op scholen maar ook op andere plekken, zoals de moskee? 1 Bron: GGD Amsterdam. Gezondheid in beeld. 1 2 Bron: http://www.rtvutrecht.nl/nieuws/1397214/ 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 143 Moti Datum _ 24februari 2017 “oe Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. in samenwerking met Amsterdamse scholen een onderzoek te starten naar de omvang en ernst van de negatieve effecten van sexting en grooming; 2. binnen de bestaande aanpak tegen de negatieve effecten van sexting en grooming specifiek aandacht te besteden aan seksuele voorlichting voor ouders; 3. bij deze seksuele voorlichting proactief ouders op te zoeken, ook buiten het domein van de school, en hierbij de ‘Utrechtse methode’ als richtlijn te gebruiken. De leden van de gemeenteraad D. Timman S. Mbarki 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer SV 17 Datum indiening 8 oktober 2020 Datum akkoord 28 januari 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kreuger inzake verplichte energielabels voor kantoorpanden Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Woensdag 7 oktober 2020 berichtte RTL Nieuws! over mogelijke problemen met kantoorruimtes van 100om2 en meer vanaf 1 januari 2023 door het ontbreken van het verplichte minimale energielabel C. In Nederland zou 66 procent van de kantoren onder energielabel C scoren, of überhaupt nog geen energielabel geregistreerd hebben. Ook meldt RTL Nieuws dat veel kantooreigenaren de verbeterplannen in de ijskast zetten vanwege de hoge kosten, die vanwege de coronacrisis niet op te brengen zijn. De fractie van Forum voor Democratie Amsterdam maakt zich grote zorgen over de mogelijke gevolgen en kosten van deze regelgeving voor kantooreigenaren en huurders. Daarnaast zijn de effecten van verduurzaming in Nederland mondiaal gezien verwaarloosbaar. Bedrijven zouden de vrijheid moeten hebben op eigen tempo en naar eigen inzicht te verduurzamen, zeker gezien de enorme crisis die ons te wachten staat. Gezien het vorenstaande heeft het lid Kreuger, namens de fractie van Forum voor Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het artikel van RTL Nieuws over de dreigende sluiting van kantoorgebouwen door het niet voldoen aan de duurzaamheidseisen? Antwoord Ja. 2. Heeft het college inzicht in hoeveel kantoren het in heel Amsterdam betreft en hoeveel binnen de ring c.q. de binnenstad? Antwoord Amsterdam telt in totaal 3.189 kantoorgebouwen (peildatum 1 janvari 2020). Hiervan hebben 616 een oppervlakte kleiner dan 100 m2, waarvoor de energielabel C- 1 https://www.rtinieuws.nl/economie/business/artikel/5188555/duurzaam-kantoorpand- bedrijven-energielabel-zuinig 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Neng dv 17 Gemeenteblad Datum 28 januari 2021 Schriftelijke vragen, donderdag 8 oktober 2020 verplichting niet geldt. De overige 2573 kantoorgebouwen hebben een oppervlakte groter dan 100 m2, waarvan 2034 kantoorgebouwen binnen de ring. Van deze kantoren hebben echter 37 een monumentale status (allen binnen de ring), waardoor deze uitgezonderd zijn van deze verplichting. Kortom, de energielabel C-verplichting geldt in totaal voor 2536 kantoorgebouwen in Amsterdam, waarvan 1997 gebouwen binnen de ring. In Amsterdam zijn er 938 kantoorpanden met een bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geregistreerd energielabel (peildatum 2 januari 2020). Van deze 938 kantoren hebben 351 een energielabel D of lager (37%) waarmee zij nog niet aan de verplichting voldoen voor het minimale energielabel C. Een geldig, en daarmee geregistreerd, energielabel is op dit moment verplicht bij verkoop, verhuur of oplevering van utiliteitsgebouwen. Het energielabel is maximaal 10 jaar geldig. Voor een klein deel van de panden speelt mee dat labels zijn verlopen en deze daarmee niet (meer) voldoen aan de label C-verplichting. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) ziet toe op de energielabel C- verplichting en ontwikkelt een dashboard waarmee de geregistreerde labels en het meldingsgedrag nauwgezet gemonitord kan worden. 3. Klopt het dat de Inspectie Leefomgeving en Transport de controles op de verplichte labels gaat vitvoeren? Is er al een indicatie wat de consequenties zijn als gebouwen/kantoren niet over de verplichte energielabels beschikken? Zullen er boetes worden uitgedeeld en zo ja, hoe hoog? Antwoord Het bevoegd gezag voor het Bouwbesluit — meestal de gemeente waar het kantoorgebouw gevestigd is — is verantwoordelijk voor de handhaving van de energielabel C-verplichting. De OD NZKG en gemeente Amsterdam zijn nog in overleg over de verdeling van de werkzaamheden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een rapport laten opstellen dat inzicht geeft in de hoogte van de handhavingslasten voor gemeenten in de periode 2020-2030. Zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/04/30/actualisatie- handhavingslasten-energielabel-c-verplichting-kantoren Dit rapport is gebaseerd op interventieladder van de Inspectie Leefomgeving en Transport. Deze ladder gaat ervan vit dat de gemeente gedurende het handhavingsproces steeds zwaardere instrumenten inzet: 1. Preventieve aanpak (vanaf 2018). Deze aanpak is gericht op het voorkomen van overtredingen door de belanghebbende tijdig te informeren over de nieuwe regeling. 2. Correctieve aanpak (vanaf 2022). Deze aanpak zet middelen in om overtreders te informeren over de aard van hun overtreding en de middelen die de handhaver in gaat zetten mocht de overtreding aanhouden. Er worden nog geen straffen opgelegd aan overtreders. 3. Repressieve aanpak (vanaf 2023). Deze aanpak omvat de inzet van handhavingsinstrumenten. Voor de energielabel C-plicht zijn dit last onder 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Neng dv 17 Gemeenteblad Datum 28 januari 2021 Schriftelijke vragen, donderdag 8 oktober 2020 dwangsom, last onder bestuursdwang en sluiting van het kantoor. Ook kan gebruik worden gemaakt van de Wet op de economische delicten. Deze middelen dwingen de overtreder om de overtreding te herstellen. De verwachting is dat last onder dwang het meest zal worden toegepast. 4. Reputatieve aanpak (vanaf 2023). Deze aanpak is gericht op het aanbrengen van reputatieschade, bijvoorbeeld via ‘naming and shaming' en het publiceren van interventies. De hoogte van een dwangsom moet in verhouding staan tot overtreding, en een prikkel bieden om de overtreding ongedaan te maken. Over het algemeen is dit 1,5x het bedrag van de werkelijke kosten die worden gemaakt om de overtreding ongedaan te maken. Dit is maatwerk per geval. 4. Klopt het bericht dat kantoren daadwerkelijk gesloten kunnen worden wanneer de energielabels niet in orde zijn? Antwoord Het is vanaf 1 januari 2023 verboden om een kantoorgebouw in gebruik te nemen of te gebruiken zonder een geldig energielabel als bedoeld in het Besluit energieprestatie gebouwen met een energie-index van 1,3 of beter. Bij kantoorgebouwen die hier niet aan voldoen zal handhavend opgetreden worden met een mogelijke sluiting van het kantoor als gevolg (zie ook antwoord op vraag 3 ‘repressieve aanpak’). Deze verplichting staat in het Bouwbesluit 2012. Zie het besluit van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 oktober 2018, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 betreffende de labelverplichting voor kantoorgebouwen: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2018-380.html De verplichting geldt niet als: "de gebruiksoppervlakte van de kantoorfuncties (exclusief nevenfuncties) <50% is van de totale gebruiksoppervlakte van het gebouw; =de gebruiksoppervlakte van de kantoorfuncties en nevenfuncties daarvan in het gebouw <100 ma is; = __hetgaat om rijksmonumenten als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet of in de provinciale of gemeentelijke monumentenverordening; = _hetgaat om een kantoorgebouw dat ten hoogste 2 jaar wordt gebruikt; = _hetgaat om een kantoorgebouw dat wordt onteigend of aangekocht in het kader van de onteigeningswet; = het kantoorgebouw geen energie gebruikt om het binnenklimaat te regelen; = _de maatregelen die nodig zijn om een energie-index van 1,3 te realiseren, een terugverdientijd hebben van meer dan 10 jaar. 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Neng dv 17 Gemeenteblad Datum 28 januari 2021 Schriftelijke vragen, donderdag 8 oktober 2020 5. Met name de binnenstad van Amsterdam heeft een groot aantal kantoorpanden die onder beschermd stadsgezicht vallen en moeilijk aan te passen zijn. Is het voor dergelijke kantoorpanden öberhaupt mogelijk om ze te verduurzamen zonder de monumentale waarde ervan aan te tasten? Antwoord Ja, in principe is dit mogelijk, maar het is vaak technisch moeilijker inpasbaar. De werkzaamheden zijn complexer en daarmee kostbaarder. De energielabel C-verplichting voor kantoorgebouwen is echter niet van toepassing op rijksmonumenten als bedoeld in artikel 1.1. van de Erfgoedwet of in de provinciale of gemeentelijke monumentenverordening. Daarnaast hoeft er niet aan de verplichting te worden voldaan als de terugverdientijd van de investeringen langer is dan tien jaar. 6. Hoeveel kantoorpanden van 100+ m2 heeft de gemeente Amsterdam in haar bezit? Hebben alle deze kantoren van de gemeente Amsterdam een energielabel? Hoeveel hiervan bezitten reeds een label B of hoger? Antwoord Gemeente Amsterdam is verplicht om een geldig energielabel te hebben voor alle kantoorgebouwen waarvan een gebruiksoppervlakte van meer dan 100 mz in gebruik is bij een overheidsinstelling en dat veelvuldig door het publiek wordt bezocht en voor al het vastgoed dat door de gemeente wordt verhuurd. De gemeente heeft op dit moment 86 panden in haar vastgoedportefeuille met een kantoorfunctie groter dan 100m? BVO. Van deze panden heeft 77% een energielabel. De overige panden zijn ofwel vrijgesteld van de labelplicht, zoals monumenten, of worden op dit moment herlabeld omdat het label (na tien jaar) verlopen is. Van de kantoorpanden met een geregistreerd energielabel hebben reeds 28 een label B of hoger en 29 met een label C of hoger. Niet voor alle kantoorpanden met een energielabel slechter dan C of zonder geregistreerd energielabel geldt de energielabel C- verplichting. (Zie de opsomming als antwoord op vraag 4.) Van de 57 panden met een label slechter dan C of zonder geregistreerd label, verwacht de gemeente nog maximaal 15 panden per 1 januari 2023 in gebruik te hebben als kantoor die onder de wettelijke verplichting vallen. 7. Heeft het college ook voor haar eigen kantoorpanden de doelstelling alles op een A label gebracht te hebben in 2040, net als bij het programma aardgasvrij? Zo nee waarom niet? Is er reeds inzicht in de mogelijke kosten voor de gemeente Amsterdam van de voornoemde energielabel-eisen? Antwoord Het college wil in 2030 een klimaatneutrale organisatie zijn. Voor de gebouwen die de gemeente voor de eigen organisatie in gebruik heeft streeft het college naar energieneutraliteit, voor het maatschappelijk vastgoed wordt een A-label als streefwaarde gehanteerd. Deze doelstellingen zijn onderdeel van de Routekaart 4 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Neng dv 17 Gemeenteblad ummer = en Datum 28 januari 2021 Schriftelijke vragen, donderdag 8 oktober 2020 Amsterdam Klimaatneutraal 2050 en daarbij behorende Maatregelenlijst en de Uitvoeringsagenda Duurzame Organisatie. De verbetering van het gemeentelijk vastgoed wordt gefaseerd, gekoppeld aan natuurlijke onderhoudsmomenten, verbeterd naar het gewenste niveau. Ook waar we geen verplichting hebben, zoals bij monumenten, kijken we toch waar verduurzaming wel mogelijk is. De kantoorpanden waarvoor de energielabel C-verplichting geldt, verbeteren we verspreid in 2021 en 2022 tot minimaal een label C, maar waar mogelijk direct tot een label A of beter. Dit is maatwerk en de kostenbatenvergelijking wordt per pand gemaakt. Voor het verbeteren van de betreffende kantoorpanden naar een energieprestatielabel C worden de kosten op € 2,7 miljoen geschat. Een deel van deze kosten wordt gedekt uit de reguliere voorziening voor groot onderhoud aangevuld met de coalitiemiddelen voor verduurzaming gemeentelijk vastgoed. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 5
Schriftelijke Vraag
5
train
Gemeente Amsterdam STADSDEEL ZUIDOOST RAADSGRIFFIE Anton de Komplein 150 1102 CW Amsterdam Postbus 12491 1100 AL Amsterdam RAADSCOMMISSIE WERK EN DIVERSITEIT Grote Stedenbeleid / Sociaal Economische Vernieuwing / Arbeidsmarkt, Economische zaken (inclusief markten), Sociale activering en inburgering / Armoedebeleid en Schuldhulpverlening, Coördinatie Diversiteitbeleid Voorzitter : mw. L Koenen - Wilson Commissiegriffier : mw. A. Jhinkoe-Rai Telefoon : 020 - 252.5025 AGENDA van de openbare vergadering van de raadscommissie Werk en Diversiteit op dinsdag 9 juni 2009 van 20:00 — 23:10 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost Punt Onderwerp Tijdschema À. ALGEMEEN 20:00 uur A1. Opening en Vaststelling agenda A2. Vragen halfuurtje A3. Mededelingen Stand van zaken EGK-buurt (mondeling) A4. a. Conceptverslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 12 mei 2009 (bijgaand) b. Actielijst (bijgaand) c. Motieoverzicht 2006 tot heden (bijgaand) A5. Raadsadressen Geen. B. BESPREEKPUNTEN B. Stand van zaken Ondernemersbeleid 20:30 — 21:15 uur (bijgaand) B2. Evaluatie Startersfonds | 21:15 — 22:00 uur (bijgaand) B3. Discussienotitie kostendekkendheid markttarieven 22:00 — 23:00 uur (in uw bezit: stukken commissie 090512) C. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot op de dag vóór de vergadering aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5021 of per e-mail naar [email protected] . 1 De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen. C1. Termijnagenda 23:00 — 23:05 uur (bijgaand) D. RONDVRAAG 23:05 — 23:10 uur E. SLUITING 23:10 uur TER KENNISNEMING MEEGEZONDEN: 1. Problematiek winkelcentrum Kraaiennest: SP komt met aanvullende informatie over omzetdaling en faillissement (nazending) 2. Stand van zaken 1001 smakenfestival 3. Beantwoording raadsadres Stichting KETI-KOTI d.d.1 maart 2009 inzake Faya Lobi (DIV.nr. 2009003297) 4. Stand van zaken Kansenzone Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot op de dag vóór de vergadering aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5021 of per e-mail naar [email protected] . 2 De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
Agenda
2
discard
dodo N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO Duurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 31 oktober 2023 Ter kennisneming Portefeuille Ruimtelijke Ordening Agendapunt 4 Datum besluit Nvt. Onderwerp Kennisnemen van de raadinformatiebrief Amsterdamse stadsbossen De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief Amsterdamse stadsbossen en ter afdoening van de toezegging in de commissie RO van 22 februari 2023 over ‘aankijken college tegen stadsbossen'. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In de Groenvisie en Omgevingsvisie heeft het College een nieuw stadsbos aangekondigd. Om dit bos te kunnen aanleggen zijn we gestart met een kader, waarmee de Stadsbos-opgave kan worden uitgewerkt. In de vergadering van de commissie RO over Stadsbos bij afwijkend bestemmingsplan heeft wethouder Van Dantzig naar aanleiding van vragen van het raadslid Tasliyurt (D66) toegezegd de Commissie nader te informeren over de definitie Amsterdams stadsbos en de afstemming over bestemmingsplan in Amsterdam Noord, ter plaatse van bedrijf Winclove. Dit is op de termijnagenda verwoordt als - ‘aankijken college tegen stadsbossen’. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.4 1 VN2023-018081 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van 31 oktober 2023 Ter kennisneming Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, toezegging TA2023-000191, Aankijken college tegen stadsbossen. Welke stukken treft v aan? AD2023-077930 Afbeeldingen.docx (msw12) AD2023-077929 Bijlage 1_Context en Bestaande definities Bossen.docx (mswa2) AD2023-077931 Bijlage 2 Definitie Stadsbossen.pdf (pdf) AD2023-060669 Commissie RO Voordracht (pdf) AD2023-077932 Raadsinformatiebrief Stadsbos.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) R&D, Marije Schuurman; 0630524413; Marije. [email protected] Gegenereerd: vl.4 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 373 Publicatiedatum 19 mei 2017 Ingekomen onder R Ingekomen op woensdag 10 mei 2017 Behandeld op woensdag 10 mei 2017 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het lid Ernsting inzake een aanvullend krediet voor de resterende werkzaamheden van de renovatie IJtunnel. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over een aanvullend krediet voor de resterende werkzaamheden van de renovatie IJtunnel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 318). Constaterende dat — er aanvullend krediet van 1,5 miljoen euro nodig is voor de renovatie van de IJtunnel en voorgesteld wordt dit te dekken uit de onderbesteding Openbare Verlichting 2012. Overwegende dat: — er meerdere onderbestedingen zijn, die pas bij de jaarrekening 2016 tot de raad zullen komen en dus nu nog bij de raad onbekend zijn; — er door dit dekkingsvoorstel door de raad geen afweging kan plaatsvinden of een andere dekking beter zou zijn en dit het budgetrecht van de raad raakt; — er vanuit de raad diverse malen is aangedrongen op investeringen in de openbare verlichting om die versneld duurzamer te maken met behulp van LED verlichting. Besluit: Besluitpunt 3 van de voordracht als volgt te herformuleren: Een aanvullend krediet beschikbaar te stellen van € 1,5 min. voor de resterende werkzaamheden van de renovatie van de IJtunnel. Een dekkingsvoorstel hiervoor zal gedaan worden bij de Voorjaarsnota Het lid van de gemeenteraad, Z.D. Ernsting 1
Motie
1
discard
November 2020 ‘led bonden’ met eaereen verponaen e furbished lapt Een praktijkevaluatie Nicole Goedhart — Paulien Tensen — Christine Dedding el Inhoud Introductie 2 1. Belang en gebruik van de laptop 3 2. Succes van de aanpak 5 3. Ervaren uitdagingen 6 4. Wensen voor de toekomst 12 Tot slot 13 Referenties 14 Wetenschappelijke verantwoording 75 Bijlages 16 Deze factsheet is een uitgave van het Amsterdam UMC. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt. U vindt deze publicatie in pdf-format op www.schoolforparticipation.com en www.centrumvoorclientervaringen.com. Introductie De coronacrisis heeft de aandacht voor digitale De laptops zijn verspreid onder Amsterdammers in ongelijkheid in een stroomversnelling gebracht. Uit kwetsbaar makende omstandigheden om toegang recente cijfers van de Europese Commissie blijkt tot zorg, (volwassenen)onderwijs en een sociaal dat drie procent van de Nederlanders nog nooit netwerk te waarborgen. Denk aan online online is geweest en dat één op de vijf dagbesteding, ondersteuning door een Nederlanders moeite heeft met het gebruik van welzijnsorganisatie, onderwijs en contact met internet (DESI, 2020). Gebrek aan vaardigheden is vrienden en familie. De regeling richtte zich met een probleem, maar ook gebrek aan (goed name op statushouders, eenzame ouderen, minima werkende) apparatuur en toegang tot internet? huishoudens en daklozen. Een voorwaarde van Daardoor lopen burgers met een achtergestelde deze regeling was dat de laptop moest voorzien in positie nu meer dan ooit kansen mis op een specifieke praktische, educatieve of sociale economisch, sociaal, cultureel en persoonlijk vlak. behoefte ontstaan door de coronamaatregelen. Met spoed hebben bedrijven, lokale en nationale Daarnaast waren er enkele andere voorwaarden: overheden tal van initiatieven ontplooid, woonachtig in Amsterdam, laag inkomen en weinig waaronder het opzetten van een nationale hulplijn eigen vermogen, geen eigen laptop of kinderen en het uitdelen van laptops en tablets. met een laptop via school of Pak Je Kans?, en in staat zijn om de device te gebruiken. Zie Bijlage 1 ‘ledereen verbonden’ is een Amsterdams initiatief voor meer informatie over de voorwaarden. waarbij op korte termijn 3500 Amsterdammers met een grote afstand tot de online wereld van een De eerste reacties van Amsterdammers en lokale refurbished laptop zijn voorzien. Ook hebben 2364 organisaties over de laptopregeling zijn zeer mensen een internetabonnement in de vorm van positief. Betekent dit dat de laptopregeling een een dongel ontvangen. De regeling is opgezet door succes was en wellicht gecontinueerd moet het college van burgermeester en wethouders. De worden? Zo ja, wat zou dan behouden moeten eerste 1.000 laptops zijn begin april vitgedeeld. De blijven van de huidige regeling en waar liggen laptops zijn zoveel mogelijk gelijkmatig verdeeld kansen voor verbetering? Middels een kwalitatieve, over de stadsdelen. Lokale organisaties die goed responsieve evaluatie, hebben wij antwoorden bekend zijn met deze Amsterdammers zijn gezocht op deze vragen. Vertrekpunt was de uitgenodigd om een inschatting te geven van dagelijkse praktijk; de ervaringen, problemen en hoeveel Amsterdammers behoefte hebben aan een zorgen van de gebruikers van de laptops en de laptop. Zij hebben vervolgens de laptops ook intermediairs. Met alle betrokkenen hebben we uitgedeeld via de eigen locatie of via Cybersoek. geleerd wat werkt, voor wie en waarom. We + Cijfers vit 2019 van het CBS laten zien dat 97% van de 2 Via Pak Je Kans kan een kind van 10, 11 of 12 jaar in Nederlanders toegang heeft tot het internet. Van de aanmerking komen voor een gratis laptop of tablet. Voor Nederlanders is 83,3% in bezit van een laptop of netbook, meer informatie: klik hier. 71% van een tablet en 54,3% van een desktop (CBS StatLine, z.d.) [1 2 hebben gebruikers, intermediairs, en wonen begeleid, anderen delen een woning met beleidsmakers geïnterviewd. Daarnaast hebben een groot gezin of met vrienden. We beschrijven intermediairs en gebruikers van het Leger des Heils achtereenvolgens: (1) het belang van de laptop input gegeven via een vragenlijst. voor de Amsterdammers en waar zij de laptop voor gebruiken; (2) de succeselementen van de regeling, De Amsterdammers die hebben bijgedragen aan de en (3) de ervaren uitdagingen in de praktijk. Ten studie waren tussen de 25 en 79 jaar. De slotte kijken we op basis van de bevindingen en deelnemers varieren sterk: sommigen wonen pas geuite wensen vooruit. Aan het einde treft u de kort in Nederland, het merendeel is werkloos, maar wetenschappelijke verantwoording van het niet iedereen. Sommige gebruikers van de laptop onderzoek. Belang en gebruik van de laptop 1 Dn weggevallen of slechts beperkt toegankelijk. Ook de gratis wifi viel op deze plekken weg. Remco (50 jaar): “/k ging naar het stadsdeel daar kon ik de computer gebruiken. […] De laptopregeling is breed omarmd en met maar dat mag niet meer bij het stadsdeel. De dankbaarheid ontvangen. Carl (79 jaar): “Ik was er computers mag je niet meer aanraken door corona, even stil van. Want ik krijg een laptop, gratis. Dan dus kon ik helemaal niks”. Daarnaast is er een groep kan je voorstellen dat ik daar super blij mee ben”. die afhankelijk was van een computer op het werk Ook intermediairs kregen veel positieve reacties, en daar nu geen toegang meer toe heeft. Rosalie zoals: “/k heb nog nooit zoiets moois gekregen”, 33 jaar): “Weetje als je iets moet opzoeken ofzo dan "Eindelijk een ‘eigen’ laptop die ik niet hoef te delen of deed ik het gewoon tijdens werk en ik merkte ook om te ‘vechten'”, en “Is dit echt waar? Hoef ik de gewoon dat als ik geen laptop had of geen pc, ik computer niet terug te geven aan de gemeente? kwam gewoon iets te kort weetje. ”. Grote ogen vol ongeloof van een mevrouw die al langer bij onze stichting computerlessen in haar Gaat eenzaamheid tegen: gebruikers kunnen tempo volgt, zonder apparaat thuis”. Juist de beeldbellen met familie en/of deelnemen aan Amsterdammers die leven in kwetsbaar makende activiteiten voor gelijkgestemden. Mark: “Alles omstandigheden moeten vaker een beroep doen waar ik wel eens heen ging was dicht, ik was op zoek op officiële instanties en hulpverlening. Deze naar dagbesteding maar alles ging dicht.” en Evi: organisaties communiceren steeds vaker online. De “Izonder laptop] voelde [ik] me een beetje coronapandemie heeft de noodzaak versterkt, de geïsoleerd". Een intermediair vertelt dat mensen nu laptopregeling: “contact kunnen maken met de (klein) kinderen […] Vooral ouderen kregen complimenten dat ze met de Vervangt publieke computers: pc's die gratis computer contact maakten.” beschikbaar zijn in publieke ruimtes als buurthuizen en bibliotheken zijn door de coronamaatregelen Tee |} | A ST Í 3 Vergroot toegang tot (online) hulp: ruim 72% van bang dat als hij de taallessen niet meer kan volgen, de intermediars geeft aan dat door het uitdelen van hij problemen met zijn klantmanager krijgt en de laptops de organisatie de mogelijheid heeft om vervolgens geen bijstandsuikering. Ook voor het activiteiten digitaal aan te bieden. Een intermediair volgen van een opleiding is een laptop tijdens de vertelt: "Uit onze doelgroep hadden veel mensen niet coronacrisis essentieel. Een intermediair: “Een de mogelijkheid om aan onze alternatieve online alleenstaande moeder die zicht inspant een opleiding activiteiten mee te kunnen doen”. Ook zijn laptops te volgen maar geen geld heeft voor een laptop, kan nodig om toegang te behouden tot therapie: "We nu toch doorgaan met de opleiding door deze zijn op zoek gegaan naar een tweedehands laptop, laptopregeling.”. maar de bewindvoerder had al aan mijn cliënt laten weten dat er geen ruimte voor was…”. Biedt de kans om digitaal vaardiger te worden: voor Ahmet (rond de 60 jaar) en Carlos (46 jaar) is Vergroot zelfstandigheid: Laetitia (63 jaar): "Ja, de laptop “Een brug naar een nieuwe wereld”. iedere keer [.] ‘kan je wat voor me storten? En nu kan Beiden benadrukken nog veel te moeten leren; ze ik alles doen, hoef ik het niet meer te vragen of te hebben niet eerder op een laptop gewerkt en zijn wachten tot mensen het voor me komen doen, en dat blij dat ze nu de kans krijgen om het te leren. vind ik heel belangrijk”. Remco is blij dat hij nu thuis gebruik kan maken van de laptop: “Dan ging ík naar De onderlinge verschillen in gebruik zijn groot. mijn dochter en dan moet zij me helpen met haar Sommige gebruikers waren al bekend met een computer. […] Nu begin ik mijn onafhankelijkheid te computer of laptop, anderen niet tot nauwelijks. krijgen”. Figuur 1 laat zien waar ontvangers de laptop voornamelijk voor willen gebruiken. Onder Geeft toegang tot taallessen, inburgeringscursus ‘andere zaken’ vallen bijvoorbeeld: internet- en opleidingen: Jaafar (33 jaar) raakte in paniek bankieren, werk zoeken, Nederlands leren en toen hij hoorde dat de taalles online doorging: “Yes, administratie. De ervaren Amsterdammers because they only put the day when we had to start. gebruiken de laptop voor officiële zaken, So, then | was like: lam going to miss the lessons. And then, because | don’t have the computer, | can't regelzaken van de Belastingdienst of aanvragen go online, and then | miss it….”. Su-Suk (65 jaar) is van subsidies, tot aan persoonlijke zaken, zoals E-mailen Internetten Sociale media (o.a. Facebook en Instagram) Contact met anderen Andere zaken Beeldbellen Figuur 1 Creatieve activiteiten Vraag: wat zou je willen doen met de laptop? Spelletjes (vragenlijst gebruikers, 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% n=36) Te hl L het spelen van spelletjes, muziek maken, foto- en omdat hij er niet mee wil ‘knoeien’. Hij wil filmbewerking. Gebruikers die niet tot nauwelijks voorkomen dat er een virus opkomt of dat het bekend zijn met een laptop ervaren meer geheugen straks vol is, waardoor hij de barrières in het gebruik. Vaak gebruiken zij de Nederlandse les niet meer kan volgen. Misschien laptop alleen voor de activiteit waarvoor deze is in de toekomst, als de taalles voorbij is, wil hij de aangevraagd, zoals bijvoorbeeld de taalles. Su- computer ook wel voor andere dingen gaan Suk heeft weinig ervaring met computers. De gebruiken. laptop gebruikt hij alleen voor de Nederlandse les Succes van de aanpak 2 Uit de analyse van de gesprekken en vragenlijsten heb je een papiertje gekregen van de laptop? Ik zeg: blijkt dat de belangrijkste succeselementen van de nee. Ze zegt: dan moet je je woonbegeleider bellen. regeling zijn: L.J] Dus toen heb ík het naar mijn woonbegeleider gestuurd en hebben we de vragen ingevuld en zo is Verspreiding via een brede, diverse groep het gaan rollen”. intermediairs: in totaal zijn er 68 organisaties betrokken bij de regeling, waaronder: ‘Warme overdracht’: bijna 95% van de maatschappelijke dienstverleners, taalscholen, intermediairs vindt het goed dat de gemeente de Huizen van de Wijk en ambulante zorgverlening. verantwoordelijkheid voor de verdeling bij Daardoor is in korte tijd een grote, diverse groep intermediairs heeft gelegd: "Wij kennen de personen Amsterdammers bereikt. Juist ook waar het om gaat beter en kunnen dus een goede Amsterdammers die niet altijd in beeld zijn bij inschatting maken”. Tevens kunnen intermediairs officiële instanties. zorgen voor een goede inbedding: “Wij vinden het heel belangrijk dat deze inbedding er is. Wij geloven OO niet zozeer in iedereen maar een laptop geven en zoek het maar vit, want dat heeft gewoon geen zin, dat is echt geldverspilling. ”. Nu weten mensen ook direct waar ze terecht kunnen met vragen. Ahmet ee was bijvoorbeeld zijn wachtwoord vergeten. Het buurthuis waar hij de laptop had ontvangen, had Mond-op-mond reclame: de regeling heeft ook geholpen met de installatie en het wachtwoord Amsterdammers bereikt die niet direct in contact opgeslagen. Zij konden meneer aan zijn staan met een intermediair. Een intermediair wachtwoord helpen. Veel intermediairs bieden hulp vertelt dat ze veelvuldig is gebeld: "/k weet niet hoe bij het gebruik; bijna 18% geeft individuele het voor iedereen duidelijk was dat je bij ons moet zijn begeleiding, 21% geeft groepscursussen en 29% voor een laptop, we worden er nu nog steeds over biedt beide opties aan. Intermediairs die geen hulp gebeld, zelfs op mijn mobiel, [..] binnen no time bieden (30%) verwijzen mensen door naar andere waren ze op”. Een gebruiker: “{mijn vriendin] zegt instanties: "/k ben een ambulant begeleider, zelf ben Tee |} | hl A 5 ik niet zo super handig met digitale apparaten. Indien Keuze voor een laptop: ruim 80% van de nodig regel ík een collega of zoek ik iets uit het intermediairs verkiest een laptop boven een tablet. netwerk vanuit de Huizen van de Wijk”. Ook het merendeel van de gebruikers is blij met de keuze voor een laptop. Rosalie (33 jaar): “/Pad.. ja OO wat wil je daarop doen eigenlijk? Dat is meer een mobiel waarop je dingetjes kijkt zoals YouTube dus, maar als je het echt wilt gebruiken dan is een laptop wel handig.” Ze noemt: mails openen, pdf's openen, opslaan en contact leggen met haar klantmanager. Priya (49 jaar) gebruikt haar laptop Laagdrempelige procedure: intermediairs om YouTube-filmpjes te uploaden en de waarderen dat er geen dwingende eisen aan de belastingdienst te berichten, een “Tablet heeft ontvangers zijn gesteld en dat zij zich niet hoefden kleinere letters; de knopjes van de laptop zijn te verantwoorden: “We vragen gewoon of ze recht makkelijker”. Slechts een klein deel van de hebben op een laptop. Maar we gaan niet een Amsterdammers heeft voorkeur voor een tablet, loonstrook opvragen of een ID, dat doen we niet, omdat ze daar al bekend mee zijn, Remco: “Een maar dat hoeft ook niet van de gemeente. Gelukkig. tablet was voor mij wel makkelijk. [..] en op de tablet [..J En sowieso, alle mensen binnen het netwerk dat kan je gewoon lekker drukken met je vingers, je kunt zijn allemaal minima. Het is een beetje, als je naar de alles. Je kan ook, zeg maar, een handtekening bekende weg vraagt. Het is ook niet iets waar maken. ”. Veel mensen beschikken over een mobiele mensen trots op zijn, [..] omdat ze dan, ja telefoon, maar een groter scherm biedt meer geconfronteerd worden met ik ben een minima”. overzicht en je kunt makkelijker bestanden Ook de gebruikers gaven aan dat het ophalen van opslaan, bewerken en versturen. Horus vertelt de laptop en het ondertekenen van de documenten bijvoorbeeld dat het lastig is om op Marktplaats te makkelijk ging. Sahid (72 jaar) vertelt over de zoeken op postcode of een brief te schrijven op zijn procedure: “Prima, de meneer heeft een eigen telefoon. Su-Suk vertelt dat de ELO (elektronische kamer, en de laptops zitten in een kluis met sleutel. leeromgeving) niet werkt op zijn telefoon. En schreef mijn naam en vertellen alles wat kan doen [met de laptop] en dan krijgen.” Ervaren uitdagingen 3 Hoewel de regeling zeer positief is ontvangen, zijn heeft nog een wachtlijst na het aflopen van de er ook de nodige uitdagingen ervaren: regeling. Het is moeilijk in te schatten hoeveel mensen nog behoefte hebben aan een laptop; Niet iedereen is bereikt: volgens veel intermediairs antwoorden fluctueren tussen 10 en 250 is de laptopregeling een druppel op een gloeiende wachtenden per intermediair, met een gemiddelde plaat ten opzichte van alle Amsterdammers die een van 65, en 13 intermediairs geven aan geen laptop zouden kunnen gebruiken (Figuur 2); 50% inschatting te kunnen maken. Ook zijn er zorgen Tre) Ll A ST Í 6 dat bepaalde groepen niet bereikt zijn, zoals: aan de vooropgestelde regels: “Vrijwilligers vroegen ongedocumenteerden, 18+ jongeren met een bij ons een laptop aan. Wij legden hen vit dat ze niet smalle beurs, alleenstaande jonge vrouwen met in aanmerking kwamen omdat ze kinderen op school schulden en mensen met een ernstige in huis hebben. Maar vervolgens kwamen ze voor de verstandelijke beperking. Intermediairs hebben niet reparatie bij ons met een laptop, die hadden ze via de hun hele netwerk direct in beeld: “Wij zijn enorm taalschool wel gekregen. Leg dat maar eens vit aan het zoeken geweest van, oké, wie hebben het zonder iemand af te vallen. Dat ís echt erg allemaal nog meer nodig, omdat het al best wel ongemakkelijk”. Transparantie vanuit de gemeente lastig was om voor deze mensen laptops te krijgen.” over welke intermediairs betrokken zijn bij de actie kan helpen. Sommige Amsterdammers zitten In woongroepen heeft niet iedereen een laptop tussen twee doelgroepen in: “Om het efficiënter te gekregen, wat soms tot scheve gezichten leidt: "Ja, laten verlopen zou het handiger zijn als intermediairs ik hoor het hier elke dag hoor: Ik heb geen laptop overzicht krijgen van welke intermediairs er nog meer gehad. Sommigen maken zelfs ruzie. En ik zeg: ik kan meedoen. We weten van heel wat mensen: oh wacht er niks aan doen, ik deel de laptops niet vit”. Daniel even, die doet TOB (Taal- en Ouderbetrokkenheid), (25 jaar) is teleurgesteld over de willekeur van de die valt nergens onder dus die valt dan vooral onder regeling: “ik ben blij dat het is gelukt om een mijn categorie.” computer te halen, maar ík vind het heel jammer dat het gewoon toevallig is. Ik was aan het werk [als Twee Amsterdammers, beiden in bezit van een vrijwilliger bij een andere organisatie in de wijk] die laptop, maar niet van een stadspas: “Het leek alsof dag, maar als ik niet aan het werken was, dan zou ik de gemeente een hele doos met laptops had gedropt die kans niet krijgen”. bij L.J, en zelf zo iets dacht van: “Ja wat moeten wij hiermee? Nou weet je wat we geven er een paar Regels vertalen naar praktijksituaties: 14% van weg”. Een van deze ontvangers had al een de intermediairs vindt de regels verwarrend en computer in huis. De extra laptop, zo vertelt ze, geeft aan dat de onduidelijkheid leidt tot scheve komt vooral van pas als ze weer opgenomen moet gezichten. Eén intermediair heeft alleen laptops worden in een instelling. Dan kan ze haar eigen uitgedeeld aan mensen zonder werk. Een ander laptop meenemen. geeft aan dat niet alle intermediairs zich hielden 30% Figuur 2 25% Stelling: het aantal Amsterdammers dat „0% | nu een laptop heeft ontvangen is een druppel op een 15% gloeiende plaat ten opzichte van alle 20% Amsterdammers die een laptop zouden 5% kunnen gebruiken IJ | Î Î (vragenlijst 0% intermediairs, n=35} Helemaal Zeer niet Nietmee Beetjeniet Neutraal Beetjemee Mee eens Zeer mee Helemaal niet mee mee eens eens mee eens eens eens mee eens eens A tl Ì EL 7 Behoefte aan hulp bij opstarten en gebruik: het De voorkeur van gebruikers en intermediairs gaat merendeel van de gesproken ontvangers, vit naar individuele begeleiding (Figuur 3); een-op- waaronder ook mensen met redelijke digitale een begeleiding gaat sneller en je kan echt leren vaardigheden, konden niet direct met de laptop wat je moet leren. Sommige gebruikers voelen zich aan de slag. De keuzes die je moet maken bij het niet veilig in een groep of schamen zich om aan een opstarten leiden tot stress, zo vertelt Marina. Haar cursus deel te nemen. Remco wordt liever door een laptop staat al een maand onaangeraakt in de digimaatje, iemand die je een-op-een kan helpen kamer. Veel ontvangers hebben behoefte aan hulp. met de computer, geholpen: “ík denk dat als het Hoe en van wie gebruikers hulp willen, verschilt. een-op-een ís dat het een stuk gemakkelijker is, dan Nora: “Ik volg bewust een cursus, [….] Ik weet niet of vervalt ook die schaamte. Je bent alleen. ”. Van de het bij jou zo is maar kinderen hebben het geduld niet deelnemers die begeleid wonen, wil een derde om hun ouders te leren”. Andere vragen hulp van graag een digimaatje. Maar er zijn ook mensen in hun omgeving, zoals kinderen en/of voorstanders van een computercursus, juist woonbegeleiders. Remco: “Dus ik heb er een beetje vanwege het sociale contact; “Dan kun je van problemen mee, maar ik haal hulp erbij [..] ik bel mijn anderen leren én het is gezellig”. dochter en dan ga ik WhatsApp op video doen en dan vraag ik haar wat ik moet doen”. Anderen leren Onbekendheid met de hulplijn: de hulplijn van door het zelf te doen of zoeken online naar Cybersoek is speciaal opgericht tijdens de antwoorden. Alan: “fik wil het] zelf uitzoeken. [….] Ik coronacrisis. Deze hulplijn kan gebeld worden voor gebruik Translate of andere programma’s, Google. vragen over het gebruik van de laptop of wanneer Het is een beetje moeilijk maar het lukt wel”. Vaak deze kapot is. Bijna 70% van de intermediairs vindt combineren mensen verschillende vormen van dat deze hulplijn moet blijven. Veel gestelde vragen support om in hun behoeften te voorzien. Echter zijn bijvoorbeeld, ik wil graag Skype installeren, niet iedereen heeft toegang tot hulp. Chung-Ho: hoe doe ik dat?’, Is internet wel veilig?’, ‘Ik wil “Internetten? Nee computer moeilijk. Niemand kan internetbankieren, hoe doe ik dat?’, ‘Mijn computer helpen.” is traag, is daar iets aan te doen?’ Slechts enkele gebruikers konden niet worden geholpen, zoals Aanbieden van een digimaatje Reparatie van kapotte laptops ‘Warme verdeling! van de laptops Aanbieden langdurige cursussen Figuur 3 Top 5 behoefte aan Informatie verschaffen over hulplijn hulp (vragenlijst intermediairs, n=36) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% eel, | hl | 8 Sanne: “Nou ik kreeg een meneer aan de lijn en die als een soort stok achter de deur, bijvoorbeeld voor gaf me eigenlijk terug dat het niet veel zin had om mensen met een lage taalvaardigheid: “/k merk ook langs te komen, omdat ze geen betere laptops dat mensen eigenlijk meer verplichting willen. [..] Als hebben en de batterij niet kunnen aanleveren”. het niet verplicht is, dan denken ze, nou het komt later wel of het is nu niet zo belangrijk, maar achteraf 83% van de intermediairs is bekend met deze balen ze ervan. Ik vind zeker dat als je een laptop hulplijn. Bij elke laptop zat een flyer met informatie krijgt, dat je dat wel echt kunt vragen van mensen. over deze service (Bijlage 2). De meeste gebruikers Maar dan denk ik wel dat het heel belangrijk is dat zijn echter niet bekend met de hulplijn. Wel het heel toegankelijk is.”. Volgens een andere reageren ze enthousiast wanneer zij erover horen. intermediair biedt een verplichte cursus gelijke Sommige Amsterdammers vinden bellen kansen, dan krijgt iedereen op hetzelfde niveau spannend, zoals de 50-jarige Guus. Hij zou liever hulp. fysiek langs een locatie in zijn stadsdeel gaan. Technische mankementen: bij meerdere Wel/niet een verplichte cursus: een verplichte gebruikers vertoont de laptop mankementen (zie cursus die voor ontvangst van een laptop moet Box 1). Ondanks de mankementen geeft 45% van worden gevolgd vindt het merendeel van de de intermediairs aan dat de gemeente geen nieuwe gebruikers en intermediairs geen goed idee. De modellen had hoeven uitdelen (Figuur 4). Ook niveauverschillen zijn groot en het is frustrerend als gebruikers vinden een refurbished model prima. een cursus niet op maat is. Daarnaast is het moeilijk Martin (28 jaar) is erg enthousiast over zijn laptop: om iemand te dwingen naar een cursus te gaan als "Verbazingwekkend goed, eigenlijk. […] Je klapt hem zijfhij dat niet wil. Slechts een klein deel van de open en er stond: ‘Windows 7’. Ik dacht: oké, dat is gebruikers en intermediairs is wel voorstander van een oud ding, niet zo snel. Maar hij is supersnel, er zat een verplichte cursus. Remco: “Voor speciale Windows 10 zelfs op, dus die sticker klopt niet, en hij gevallen, zoals ik bijvoorbeeld, is het toch wel handig draait echt super.”. Sommige laptops deden het als je een laptop krijgt en dan een cursus erbij, dat helaas niet. Dit leidde tot frustraties, een vind ik wel geweldig. Dat is toch wel redelijk. ”. Een interemediair: “Laptops werkten niet. Mensen intermediair stelt dat 'verplicht' goed kan werken, moesten dit zelf oplossen (van west naar oost). Daar 25% 20% 15% Figuur 4 Stelling: de gemeente 10% had beter nieuwe laptops in plaats van refurbished laptops 5% kunnen vitdelen Ì | Ì Ì (vragenlijst 0% nm intermediairs, n=35) Helemaal Zeer niet Nietmee Beetjeniet Neutraal Beetjemee Mee eens Zeer mee Helemaal niet mee mee eens eens mee eens eens eens mee eens eens hl ht | EL 9 waren ze boos om, zij hadden verwacht ín ieder geval komen moet je het zo makkelijk mogelijk maken, een werkende laptop te ontvangen.” benadrukt een intermediair: “Die onzekerheid [met de computer] wordt vergroot als een apparaat niet Box 1: voorbeelden technische mankementen doet wat hij zou moeten doen [..]Als je een digibeet een laptop van 7,5 jaar geeft die een minuut over » Laptop iste traag doet om op te starten, dan kan het zijn dat iemand al » __Erzitten krassen op het scherm in paniek raakt. De doelgroep is zo kwetsbaar dat ze » Batterij is snel leeg al van het minste of geringste in de stress raken”. » Laptop doet het niet zonder stekker » Sommige toetsen doen hetniet. Dongels zijn niet allemaal gebruikt: de meeste » __ Sommige toetsen hebben geen iconen . . … > Geen of niet werkende camera intermediairs vinden de dongels een belangrijk onderdeel van de laptopregeling: “Vooral binnen de GGZ zijn vaak mensen die een bewindvoerder Hoewel de technische mankementen gebruik van hebben, weinig geld, en dus vaak ook geen internet de laptop niet altijd in de weg stond, kunnen ze hebben. Nou dan is dit een uitkomst”. Van de bestaande gevoelens van uitsluiting en onzekerheid Amsterdammers die de dongel gebruiken was het versterken. Guus vertelt teleurgesteld: “Nou ja, ik grootste deel tevreden. Enkele klachten betreffen denk alle tijd en moeite die erin gestoken is om die de snelheid en het feit dat een jaar erg kort is. laptops weer helemaal, of in ieder geval enigszins Sanne (37 jaar): “Omdat het traag is, het is niet werkend te krijgen, en de tijd die je erop moet sterk. ”. wachten, en de frustratie die daarna hebt omdat dingen het niet doen, terwijl je daar juist best wel In de praktijk worden de dongels weinig gebruikt, naar vit zat te kijken. Nou ja, dat benadrukt ook een zo blijkt uit gegevens van de internetleverancier. beetje dat je in het ondersegment van de De voornaamste redenen zijn: onbekendheid met samenleving zit. […] Ja, een beetje van: je bent het de dongel, mensen beschikken al over wifi of niet waard om dan, als we een laptop uitgeven, een installatie is te moeilijk (Figuur 5). Soms wordt de laptop te krijgen die dan een beetje up to date is, zeg dongel alleen buitenshuis gebruikt: “/k heb thuis ook maar.” Juist voor een groep die al moeilijk mee kan internet, maar ik vind het fijn om ook zo’n dongel 8 Ontvangers hebben thuis al Wi-Fi = Installatie is te moeilijk m Geen dongels uitgedeeld of ik weet het niet = Dongels worden wel gebruikt Figuurs Internet van de dongel is te langzaam Redenen waarom de dongel niet wordt Verbinding internet duurt te lang JS gebruikt (vragenlijst intermediairs, n = 35) Overig 10 erbij te hebben, want ik kan nu gewoon overal mee op.”. Een abonnement van een half jaar is kort. Een naartoe. ”. Enkele organisaties hebben vooraf niet intermediair: “Daarna kun je upgraden of via een kritisch geïnventariseerd hoeveel laptops met en beetje ingewikkelde manier kun je het nog een beetje zonder dongel nodig zijn. Een organisatie heeft verlengen, geloof ik. […] Je wordt verleid door het bijvoorbeeld bij alle laptops een dongel kopje upgraden, dan moet je betalen…. Dan houden aangevraagd. de meeste mensen wel op met klikken en denken ze: laat maar zitten. Nou dat vind ik een beetje zwak Gemis van Office programma's, randapparatuur onderdeel van die begeleiding.” en abonnementsduur virusscanner: meerdere gebruikers en intermediairs missen Office- Naast Office-programma'’s en een permanente programma’s op de laptops. Alternatieve virusscanner missen enkele gebruikers programma’s zijn niet bij iedereen bekend en soms randapparatuur die het gebruik van de laptop moeilijk te installeren, Alan: “/k moet met Microsoft kunnen bevorderen, zoals een muis, koptelefoon, Office studeren, want ik gebruik canvas. Ik moet mijn camera en scanner. Carlos vindt een muis huiswerk uploaden maar ik kon niet [daarom] makkelijker dan de mousepad op de laptop: “/k kan gebruikte ik mijn telefoon of de laptop van mijn ook gewoon met mijn computer thuis met een muis, vriend. ”. dat was ik een beetje gewend. Om met mijn vingers zo met die…..daar ben ik niet zo handig mee.”. Een De vooraf geïnstalleerde virusscanner is positief koptelefoon is handig om je te kunnen ontvangen. Een intermediair: “Het is gewoon een concentreren in een ruimte waar meerdere mensen groot risico als iemand die nog niet zo digitaal aanwezig zijn. Tot slot is een scanner belangrijk om vaardig is niet door heeft: hè, er zit geen virusscanner documenten te kunnen uploaden voor de gemeente, aldus Remco. Veiligheid en (over)belasting van de intermediairs: 92% van de intermediairs wil betrokken worden bij een eventueel vervolg op de ee laptopregeling. Het grootste deel, 68,5%, wil 35% 30% a | Figuur 6 20% Stelling: een organisatie moet 15% financieel | Ì gecompenseerd 10% worden voor het 5% E E Ì uitdelen van de laptops (vragenlijst 0% | [| intermediars, n=35) Helemaal Zeer niet Nietmee _Beetjeniet Neutraal Beetjemee Mee eens Zeer mee Helemaal niet mee mee eens eens mee eens eens eens mee eens eens A tl Ì EL 11 daarbij de huidige rol behouden. 11,4% van de de organisatie aangeeft welke Amsterdammer recht intermediairs wil geen laptops meer uitdelen heeft op een laptop, maar dat de vitgiften extern omdat de grote hoeveelheid laptops op locatie georganiseerd worden. ”. Het merendeel (61%) van onveilig voelt: “Laptops lagen eerst bij een algemene de intermediairs is het hier echter niet mee eens en plek. Daar zijn er twee gestolen. De verleiding is ook ziet de tijdsbesteding als onderdeel van de groot als er daar honderden laptops liggen”. begeleiding: Ja het kost tijd om te investeren in zo’n verandering, maar ik vind het horen bij de begeleiding Voor sommige intermediairs is het werk die je deelnemers biedt. Dus zelf vind ik het ‘part of tebelastend: “Het kost energie en tijd. Wij zijn the job’.”. Ruim 37% (vooral buurthuizen en gewoon vrijwilligers. We hebben zelf veel papieren taalscholen) vindt dat organisaties gecompenseerd gekopieerd en gedaan, maar ik ben gewoon moeten worden (Figuur 6). vrijwilliger, ik krijg er niks voor…. de actie kost heel veel tijd. ”. Een andere intermediair stelt voor: “Dat Wensen voor de toekomst d meer structurele samenwerking tussen de verschillende organisaties, een intermediair: “Wij hebben heel erg behoefte aan een structureel digitaal netwerk, zoals nu een taalnetwerk ís [..] Digitale vaardigheden bungelt daar echt gewoon een beetje De wens de regeling voort te zetten wordt breed aan de onderkant, een beetje daarbij, terwijl het net gedragen, omdat nog niet iedereen is bereikt. zo belangrijk, of misschien zelfs in deze tijd Daarnaast zijn er ideeën om de regeling te belangrijker is, om digitaal vaardig te zijn en je zaken versterken gedeeld (zie Tabel 1). Eris behoefte aan te kunnen regelen online. Tabel 1: verbeterpunten voor een toekomstige regeling Uitdaging Oplossingsrichting Nietiedereenis bereikt Geef deze eenmalige laptopregeling een structureel vervolg. Er is nog een grote vraag naar laptops van Amsterdammers die daar baat bij hebben. Maak de laptopregeling breed bekend. Dit geeft alle intermediairs in de stad de kans om mee te doen. Voorkom ingewikkelde aanvraagprocedures. De laagdrempeligheid werd als zeer positief ervaren om maatwerk te kunnen leveren. de praktijksituatie Wees transparant over de betrokken intermediairs zodat onderlinge afstemming mogelijk is. lr ' h A 12 Behoefte aan hulp bij Zorg voor een ‘warme verdeling’ van de laptops, waarbij samen met de ontvanger de laptop opstarten en gebruik wordt aangezet om te kijken of en hoe de laptop werkt. Geef informatie over de garantie van de laptop, de dongel, eventuele hulpmogelijkheden in de wijk en reparatiepunten. Handhaaf de huidige hulplijn en voeg fysieke hulppunten verspreid over de stad toe, waar mensen zich welkom voelen met hun vragen. Verwijs mensen actief door naar hulp die ingeschakeld kan worden bij gebruik, een flyer bij de laptop is niet voldoende. Technische Het principe van refurbished laptops verspreiden is prima, maar zorg voor laptops van goede mankementen kwaliteit. Indien in de toekomst gewerkt wordt met refurbished laptops, zal een strenge selectie plaats moeten vinden voordat de laptops worden verspreid. Dongels zijn niet altijd Commvniceer duidelijk wat een dongel is en laat intermediairs navragen of iemand deze gebruikt daadwerkelijk nodig heeft en weet hoe deze te installeren. Gemiste Office Voorzie de laptop van Office-programma's en een langer durend abonnement op een programma’sen korte _ virusscanner. duur virusscanner Stimuleer het gebruik van de laptop met randapparatuur, zoals een muis, koptelefoon of scanner. Veiligheid en Erken de tijdsinvestering. Voor intermediairs die veel laptops uitdelen en kleine organisaties (over)belasting van de (zoals buurthuizen, organisaties met een beperkt budget/mankracht) kan overwogen worden intermediairs om extra ondersteuning te bieden. De intermediairs willen graag per stadsdeel weten bij wie ze terecht kunnen om hun doelgroep door te verwijzen. De laptopregeling ‘ledereen verbonden!’ is zeer gebruiksvriendelijkheid, biedt een laptop meer positief ontvangen door de intermediairs en de mogelijkheden (cf. Bao et al, 2011; Napoli & Obar, Amsterdammers die een laptop hebben gekregen. 2014; Van Deursen & van Dijk, 2019). De hoop is dat de regeling een vervolg krijgt zodat ook Amsterdammers die nog niet bereikt zijn deze Het aanbieden van een laptop kan niet worden kans krijgen. De uitgedeelde laptops helpen bij het gezien als een ‘brievenbuspakketje'. Een laptop voorkomen van eenzaamheid, vergroten zelf- moet hand in hand gaan met het faciliteren van standigheid, geven toegang tot hulp en onderwijs, randvoorwaarden, zoals internet en ondersteuning en bieden kansen om digitaal vaardig te worden. (Towsend et al. 2013, Dedding, Goedhart & Veel mensen beschikken over een mobiele telefoon Kattouw, 2018, Goedhart et al. 2019). De maar door technologische karakteristieken zoals verschillen tussen mensen zijn groot, denk aan snelheid, geheugen, grootte van het scherm en vaardigheden, behoeften, leefomstandigheden, nn UTD ee | hl DL 13 netwerk, mate van (zelf)vertrouwen. Sommige De ‘warme verdeling’ via intermediairs die bekend ontvangers zijn in hoge mate afhankelijk van de zijn met de doelgroep en de kwetsbaar makende laptop, bijvoorbeeld voor het volgen van omstandigheden waarin zij verkeren was een Nederlandse les of een inburgeringscursus. Angst belangrijke succesfactor van de regeling. Dit was om fouten te maken of de laptop kapot te maken zowel voor de intermediairs als de doelgroep maakt dat sommige laptops laat of weinig zijn prettig. Daarbij is het belangrijk om te realiseren gebruikt. Begeleiding is dus cruciaal. De wijze dat deze taak veel van intermediairs heeft waarop mensen hulp willen verschilt; via een gevraagd. Intermediairs moeten mensen in hun (in)formele cursus, digimaatje, (woon-)begeleider, netwerk actief benaderen, konden mensen blij of familie. Daarnaast zijn er mensen die het liever maken, maar hebben ook mensen moeten zelf willen vitzoeken (cf. Asmar et al. 2020). Het teleurstellen. Velen hebben veel tijd gestoken in werken met refurbished laptops heeft het mogelijk het bieden van praktische ondersteuning bij het gemaakt dat er veel laptops in korte tijd zijn gebruiken van de laptop. Intermediairs willen graag uitgedeeld. Het risico van werken met refurbished meer met elkaar optrekken en samenwerken om materiaal is dat de kwaliteit wisselend was. Niet gebruikers te kunnen voorzien van de juiste hulp. goed werkende of beschadigde laptops kunnen Een beter overzicht van het hulpaanbod in stapelen op gevoelens van ‘ik kan snap het niet’, ‘Ik stadsdelen biedt kansen om doorverwijzingen te kan het niet’ of ‘zie je wel, ik doe er niet toe’ en optimaliseren en om van elkaar te leren. Kortom, beperken het gebruik (cf. Gonzales, 2016). Goede de dank is groot en de vitnodiging is om samen te kwaliteitscontrole vooraf is dan ook essentieel. blijven optrekken om alle Amsterdammers te verbinden. Referenties — _ Asmar, A., van Audenhove, L., & Mariën, |. (2020). Social Support for Digital Inclusion: Towards a Typology of Social Support Patterns. Social Inctusion, 8(2), 138-150. — _ Bao, P, Pierce, J., Wittaker, S., & Zhai, S. (2011). Smart Phone Use by Non-Mobile Business Users. Proceedings of the 13th International Conference on Human Computer Interaction with Mobile Devices and Services, 645-454 — _ CBS StatLine. (z.d.) Internet; toegang, gebruik en faciliteiten. Geraadpleegd op 9 november 2020. Klik hier — _ Dedding, C., Goedhart, N.S., & Kattouw, R. (2017). Digitale ongelijkheid - een participatieve verkenning in Amsterdam. Klik hier — _ DESI. (2019). Human Capital - Digital Inclusion and Skills. — _ Goedhart, N.S., Broerse, J.E.W., Kattouw, R., & Dedding, C. (2019). ‘Just having a computer doesn't make sense’: The digital divide from the perspective of mothers with a low socio-economic position. New Media & Society, 21(11-12), 2347-2365. Klik hier — _ Gonzales, A (2016). The contemporary US digital divide: from initial access to technology maintenance. Information, Communication & Society, 19(2), 234-248 — _ Napoli, P.M., & Obar, J.A. (2014). The Emerging Mobile Internet Underclass: A Critique of Mobile Internet Access. Information Society, 30(5), 323-334. — _ Van Deursen, A.J.A.M., & van Dijk, J.A.G.M. (2019). The first-level digital divide shifts from inequalities in physical access to inequalities in material access. New Media and Society, 21(2), 354-375. — _ Townsend, L., Sathiaseelan, A., Fairhurst, G., & Wallace, C. (2013). Enhanced broadband access as a solution to the social and economic problems of the rural digital divide. Local Economy, 28(6), 580-595. 14 WETENSCHAPPELIJKE VERANTWOORDING Gekozen is voor een kwalitatieve responsieve De dataverzameling is afgerond met een online evaluatie, aangevuld met een vragenlijst. Het focusgroep om de verkregen data te valideren en te onderzoek vond plaats tussen 1 juli en 31 verdiepen. Aan deze online sessie hebben g september 2020. De perspectieven en ervaringen intermediairs, 2 gebruikers en 3 beleidsmakers van verschillenden partijen zijn meegenomen: deelgenomen. Voorafgaand aan de meeting is met Amsterdammers in kwetsbaar makende de gebruikers geoefend zodat zij comfortabel omstandigheden die een laptop hebben waren met de online omgeving. Voor de analyse ontvangen, intermediairs die laptops hebben van de kwalitatieve data (interviews, open vragen verspreid en de betrokken beleidsmakers. We van de vragenlijsten) is gebruikt gemaakt van een hebben korte informele gesprekken gevoerd met etnografische content analyse met behulp van 48 Amsterdammers tijdens een tweetal Atlas.ti. De gesloten vragen van de vragenlijst zijn laptopuitgiftes. Daarnaast zijn 29 Amsterdammers, geanalyseerd met behulp van beschrijvende 3 intermediairs en 3 beleidsmakers geïnterviewd statistiek in SPSS. Deze evaluatie heeft kort na de over de laptopregeling, belemmerende en uitgifte van de laptops plaats gevonden (1 tot faciliterende factoren, en de behoeften en wensen maximaal 4, maanden na ontvangst). Eris een voor een mogelijk toekomstige regeling. In verband diverse, maar in omvang beperkte groep met de coronamaatregelen is gekozen voor Amsterdammers gesproken. Voor een interviews per telefoon en via WhatsApp; een voor uitgebreidere analyse van de impact van de laptops velen bekend medium, met de mogelijkheid tot op het dagelijks leven en de toekomst van beeldbellen, en indien nodig aanwezigheid van een Amsterdammers is een vervolgstudie nodig. tolk. COLOFON De vragenlijsten zijn vitgezet onder intermediairs (n=37) en onder Amsterdammers die een laptop Auteurs Nicole Goedhart, MSc hebben ontvangen via het Leger des Heils (n=36). Paulien Tensen De vragenlijst verspreid onder intermediairs is Christine Dedding, Assoc. Prof. samengesteld op basis van de eerste resultaten van Afdeling Ethiek, Recht & de interviews met de intermediairs, beleidsmakers Humaniora, Amsterdam UMC en Amsterdammers. De vragenlijst is ingevuld door locatie VUmc intermediairs van Huizen van de Wijk (n=8) taalscholen (n=7), maatschappelijk dienstverlening in opdacht van Gemeente Amsterdam (n=7), ambulante dienstverlening (n=5), en overigen, zoals creatieve ontmoetingsplekken of Afbeelding Jochem Galama instelling voor vluchtelingen (n=9). ° X Gemeente Wij Amsterdam UMC % Universitair Medische Centra x Amsterdam eel, | A ST Í 15 Bijlage 1 > < Gemeente Amsterdam x% Samenwerkingsovereenkomst Verdeling Laptops en Internetaansluitingen kwetsbare huishoudens PARTIJEN 1. Gemeente Amsterdam, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door Ger Baron, Chief Technology Office, hierna te noemen: de Gemeente en 2. [naam], rechtsgeldig vertegenwoordigd door NAAM , hierna te noemen: de Intermediair NEMEN HET VOLGENDE IN AANMERKING: a. De Gemeente in het kader van de huidige coronacrisis op 2 april besloten heeft tot het organiseren ontbrekende apparaten (refurbished) en internetaansluiting zodat ook kwetsbare huishoudens (o.a. statushouders, ouderen, alleenstaande minima) digitaal verbonden blijven of worden. b. De Gemeente de ontbrekende apparaten in eigendom aan deze c. doelgroepen wil overdragen en en internetaansluiting ter beschikking wil stellen. d. De Gemeente de verdeling graag wil laten plaats vinden door Intermediair, vanwege de aanwezige kennis en behoeften van de in de buurt woonachtige Amsterdammers en fysieke aanwezigheid. e. De Gemeente met Intermediair de spelregels voor de verdeling/uitgifte van de apparaten wil afspreken. Is |L A) 16 EN KOMEN DAAROM OVEREEN: 1. TAAK EN ROLVERDELING VERDELING 1.1. Partijen wensen samen te werken in de verdeling van laptops, wifi-punten en andere apparatuur aan kwetsbare huishoudens. 1.2. De verdeling van ontbrekende apparaten en wifi-punten vindt als volgt plaats op basis van de volgende basisprincipes : - De gebruiker woont in Amsterdam - De gebruiker heeft een laag inkomen en weinig eigen vermogen. In bijlage 1 is een overzicht bijgevoegd van de bedragen die hiervoor gehanteerd worden - De gebruiker heeft nog geen laptop in huis, of slechts een laptop die dusdanig verouderd is dat deze niet meer in staat is moderne software te draaien of niet meer goed of naar huidige maatstaven functioneert - De gebruiker heeft geen kinderen die via school een laptop/wifi kunnen krijgen door de coronacrisis of die in aanmerking komen voor de gemeentelijke laptopregeling Pakjekans - De gebruiker heeft een specifieke behoefte om de laptop/wifi te gebruiken (praktisch/educatief/sociaal), die door de coronacrisis minder of niet kan worden vervuld - De gebruiker is naar verwachting in staat het device te gebruiken met evt. telefonische ondersteuning, het lezen van de instructies. - Per huishouden wordt maximaal 1 laptop verstrekt 2. ROL- EN TAAKVERDELING 1.3. De Intermediair zal in dit proces zorgdragen voor: 1.3.1. De aanwezigheid van voldoende menskracht en middelen voor het uitgeven van laptops op het distributiepunt 1.3.2. De ontvangst van apparatuur op een gezamenlijk afgesproken tijdstip 1.3.3. Het uitleveren van apparatuur op een centraal en voor iedereen toegankelijk distributiepunt 1.3.4. Het inrichten van dit verdeelpunt conform de coronarichtlijnen van het Kabinet 1.3.5. Het bezorgen van apparatuur aan mensen die de apparatuur niet kunnen ophalen, of die vanwege hun kwetsbare gezondheid beter niet buiten kunnen komen vanwege corona 1.3.6. Op basis van de basisprincipes en normbedragen laag inkomen onder 1.2 een inschatting maken welke mensen die de apparatuur (het hardst) nodig hebben, en op basis daarvan bepalen wie de apparatuur wel en niet ontvangt 1.3.7. Het samen met de gebruiker in tweevoud invullen van het standaard ontvangstformulier, en de overhandiging van de formulieren aan de Gemeente 1.3.8. Het bijhouden van een excelbestand waarin de ontvangers geregistreerd worden 1.4. De Gemeente zal in dit proces zorgdragen voor: 1.4.1. Het kosteloos aanleveren van de apparatuur, op pallets en verpakt in kant en klare, gesealde dozen A ST Í 17 1.4.2. Het aanleveren van begeleidend materiaal, waaronder een brief van de Gemeente en betrokken partners, instructies over gebruik van de apparatuur en verwijzing naar mogelijkheden voor hulp en begeleiding 1.4.3. Het aanleveren van een standaard ontvangstformulier dat ingevuld en in tweevoud ondertekend dient te worden door de gebruiker, waarvan voor iedere laptop twee worden geleverd 1.4.4. Het aanleveren van een excelbestand waarin de ontvangers geregistreerd worden 1.4.5. Het ophalen van overgebleven apparatuur, op nader af te spreken moment(en) 1.4.6. Het organiseren van de begeleiding van mensen bij het gebruik van de laptop 1.4.7. Coördinatie in het logistieke proces en verdeling van de apparatuur tussen de verschillende intermediairs 1.4.8. Aankondigingen en communicatie van dit project op de gemeentelijke website 3. AANSPRAKELIJKHEID 3.1. De aansprakelijkheid voor laptops blijft geheel bij de Gemeente liggen tot het moment dat de apparatuur is overgedragen aan de gebruiker. Dit betekent dus dat de Intermediair niet aansprakelijk is bij diefstal of beschadiging van de apparatuur. 3.2. De Intermediair dient wel als een goed huisvader zorg te dragen voor de geleverde laptops en deze op de meest veilige beschikbare plek te bewaren. 4. LOOPTIJD EN BEËINDIGING 4.1. Deze overeenkomst treedt in werking op 6 april 2020 en eindigt van rechtswege op 31 december 2021. 4.2. De Gemeente kan zes maanden voor het einde van de Overeenkomst besluiten de overeenkomst met een jaar te verlengen. Namens de Gemeente Namens de Intermediair Chief Technology Office [naam ] Ger Baron Tee | hl ST | É 18 BIJLAGE 1: NORMBEDRAGEN LAAG INKOMEN De gemeente Amsterdam heeft regelingen voor mensen met een laag inkomen en weinig vermogen. Bekijk hieronder over welke regelingen dat gaat. Is het jaarinkomen in 2019 lager dan het genoemde bedrag? Dan is er sprake van een laag inkomen en heeft iemand recht op de apparatuur. Woont iemand samen met een partner, dan gaat het om het jaarinkomen van beide partners samen. Van een partner is sprake als sprake is (geweest) van een relatie. Familie zoals uw broer, zus, moeder of vader, is geen partner. Woont iemand op één adres met een vriend of vriendin, maar is dit geen relatie? Dan telt deze persoon ook niet mee als partner. Geen AOW U hebt geen AOW Fiscaal jaarinkomen U woont samen met uw partner die geen AOW € 25.437 heeft U woont samen met uw partner die AOW heeft € 25.741 U woont samen met uw partner en uw kind(eren) € 25.437 jonger dan 18 jaar U woont zonder partner met uw kind(eren) jonger € 24.767 dan 18 jaar U bent alleenstaande € 19.814 AOW U hebt AOW Fiscaal jaarinkomen U woont samen met uw partner € 25.741 U woont samen met uw partner en uw kind(eren) jonger € 25.741 dan 18 jaar U woont zonder partner met uw kind(eren) jonger dan 18 € 23.555 jaar U bent alleenstaande € 18.694 19 Bijlage 2 Y COMPUTER - TAAL - LEREN Yes, een nieuwe computer! Maar heb je wat hulp nodig? Dat kan! Cybersoek biedt je 8 weken lang een belmaatje. Deze vrijwilli ger belt wekelijks om te vragen hoe het gaat en of je hulp kunt gebruiken bij je computergebruik. Ook in het Engels, Spaans of Arabisch. lets voor jou? Bel 020 693 45 82 en geef je op. Na de coronacrisis nog hulp nodig? Geen probleem, bij Cybersoek kun je altijd terecht met digitale vragen. 20
Factsheet
20
train
Srl nn Krak 3 ee 7 (a | A a (rn Kn, dE B ae ZE nn Ui on | ae en 5 4 ij a ken ÂR Ui a Wi wr ov eas V 5 Te 6 he Ee en wl ke „nk Se À N gi on, 8 # PE E Di $ dd ed end / 5 Ee en : ET hes: Ns PE Ge on ï Be) | Wel A RST ij \ ; Er nn | F pr | Ze bh kh \ ae jee” oe Rd A De | d { Í Ee il 1 é EN CA p N REE TE p/j Pa Dn. A ! Nr mf , hi : Jk pn ci | 4 pel) El N li 3 4 , en, : il ; Ik ' Ï ii … { LN 5 Fi À | 5 kN 4 EA el Ô 5 (a er il EE | Î À ke 4 Er $ Hin ij A 44 il A5 \ | ee en = î TRE 4 Re EN RE d Si HN 400 \ mn Dv] T el AN ee e 8 Ge | EO Oe 7 A er PR PA en! En En Ù td ts Lj « j Hot AN Fi EN nn i WE RENKOO Ni Á 7 nn _S | Hi le ‚ PII EE, EN ai A, un Ee À ee ie A Kn Ve en Nas B DR NA - VN en Neh NR KE je " $ p en AN dd ë id A Bes O°\ inr An 4 % Gemeente x Amsterdam Actiepl coöperaties Versie 2 september 2019 EN Re En X Et É en dS Er - Ee Ae mee tn OEE Tr y Ni LR Ee Ee En ar hs Hi en Tanis Ne vr EE de ne Inleiding In Amsterdam zijn veel collectieve wooninitiatieven bekend, waaronder ook wooncoöperaties. Ze komen echter moeizaam van de grond. De initiatieven lopen tegen organisatorische en financiële obstakels aan, maar ook tegen institutionele weerstand. Uit gesprekken met de initiatieven blijken diverse knelpunten, waaronder: = Financiering is lastiger te organiseren dan voor marktpartijen. = _Kavelregels bij nieuwbouw geven te weinig flexibiliteit. = De rechten en plichten van collectieve initiatieven en het bestuur ervan zijn niet altijd duidelijk. = Erisgeen eenduidige wijze van waardebepaling voor grond en vastgoed. = _Erisgeen eenduidig beleid rondom de eisen aan het zelf toewijzen van woningen door de initiatieven. = Initiatieven hebben moeite om de vele administratieve en juridische hobbels te nemen. Dit actieplan bestaat uit acties die als doel hebben initiatieven actiever te stimuleren en faciliteren en daarmee de positie van wooncoöperaties te versterken. Met de uitvoering van de acties in dit plan zouden de obstakels voor wooncoöperaties aangepakt kunnen worden, of in ieder geval kleiner gemaakt. Inhoud 1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt 4 2. Ambitie 12 3. De weg naar meer wooncoöperaties 17 Vier routes 18 Randvoorwaarden 26 A. Acties en mijlpalen 2019-2040 35 Bijlage 1 - Betrokken personen 37 1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt 1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt © ee. © > Wat Is een wooncooperatie ! Een wooncoöperatie is een vorm van collectief wonen. Gezamenlijk geven bewoners vorm aan zelfbeheer en zelfbestuur. De wooncoöperatie is een gemeenschap waarin bewoners meer of minder met elkaar delen, variërend van bijvoorbeeld een gemeenschappelijke tuin tot een gezamenlijk huishouden, van gemeenschappelijk ingekochte zorg tot een gezamenlijke opvang van kinderen. Een wooncoöperatie kan een kleine hechte gemeenschap zijn, maar ook een grotere losse groep. Of juist andersom: een kleine losse groep of een grote hechte gemeenschap met een gedeelde identiteit. En alles hier tussenin. lets van gemeenschappelijkheid, een gedeelde verantwoordelijkheid, is wel een noodzakelijk voorwaarde voor de continuïteit van een wooncoöperatie. Een wooncoöperatie beslist zelf wie wordt toegelaten (coöptatie).* Wel binnen heldere grenzen: = Democratisch bestuur moet geborgd zijn. = De wooncoöperatie koopt en verhuurt de woningen tegen de maatschappelijke prijs. Wanneer er maatschappelijk kapitaal in de wooncoöperatie zit waardoor sociale huren en/of middenhuur mogelijk is, gelden inkomensgrenzen. = Het is niet mogelijk voor individuele leden om geïnvesteerd maatschappelijk kapitaal uit de coöperatie te halen. = Een wooncoöperatie heeft geen winstoogmerk. 1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt © ee. © © Waarom wil Amsterdam wooncoöperaties aanjagen? Meer zelfbeheer en zelfbestuur Meer sociale huur en middenhuur op een duurzame manier Steeds meer mensen willen meer zelf organiseren en de regie in eigen handen Wooncoöperaties specifiek voor sociale huur en middenhuur zorgen ervoor dat nemen. Collectief ondernemerschap door burgers is te zien op verschillende woningen blijvend beschikbaar blijven in het middensegment. De vlakken. Zo worden op veel plaatsen energiecoöperaties opgericht door groepen wooncoöperatie kan de woningen niet vervreemden, waardoor bij verhuizing de burgers die zich samen inzetten voor een duurzame energievoorziening. Bottom- woningen weer beschikbaar komen voor mensen met een middeninkomen. Op up en ingestoken vanuit de lokale behoefte en situatie. Animo voor dit soort die manier wordt een extra keuzemogelijkheid geschapen tussen sociale huur en initiatieven leeft onder een brede doelgroep, van jong tot oud. Dat geldt ook voor dure koop. de behoefte aan meer zeggenschap over de woning en de directe woonomgeving. Uit onderzoek blijkt dat 17 procent van de huurders van sociale Meer investeringskracht voor corporaties zonder dat dit ten koste gaat van woningen geïnteresseerd is in vormen van zelfbeheer en zelforganisatie.* de betaalbare voorraad Wooncoöperaties kunnen deze wens faciliteren. In een wooncoöperatie zijn de Wanneer corporaties complexen verkopen aan wooncoöperaties die blijvend bewoners coproducent en participant in plaats van klant en consument. betaalbaar blijven verhuren neemt de betaalbare voorraad niet af, terwijl corporaties wel een deel van hun vermogen beschikbaar krijgen en kunnen Meer cohesie tussen bewoners en gebruikers investeren in nieuwbouw en verduurzaming. In een wooncoöperatie is altijd sprake van een collectief element tussen De opbrengst in het sociale segment zal bij verkoop aan wooncoöperaties bewoners en gebruikers van het gebouw of het gebied. Zo kunnen bewoners aanzienlijk lager zijn dan bij verkoop aan de hoogste bieder. Bij verkoop aan een samen diensten en producten inkopen of combinaties van wonen, welzijn en zorg wooncoöperatie in het middensegment zijn meer investeringen in nieuwbouw en faciliteren. Dit draagt bij aan een actief collectief. Deze collectieven zijn vaak ook verduurzaming mogelijk. Daarbij is de opbrengst hoger (maar nog steeds minder bereid om zich in te zetten voor de omgeving. Dit zou een positieve invloed dan bij verkoop aan de hoogste bieder). kunnen hebben op de cohesie in wijken en de weerbaarheid van buurten. Wanneer met de opbrengst van verkoop aan een wooncoöperatie in het Meer maatwerk en diversiteit middensegment tenminste evenveel nieuwe sociale woningen in de nieuwbouw De wooncoöperatie kent verschillende verschijningsvormen en maakt meer worden gerealiseerd, blijft het sociale segment op peil, terwijl het differentiatie aan eigenaarsvormen in de woningvoorraad mogelijk. Groepen middensegment groeit. krijgen de mogelijkheid om op kleinschalig niveau woonvormen te creëren die passen bij hun specifieke individuele behoeften. Zo krijgen bewoners de kans om het heft in eigen handen te nemen, ontstaat meer maatwerk op de woningmarkt en kunnen ook huurders zich meer eigenaar voelen van de stad. 1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt … ® ® ® > Welke vorm van wooncoöperaties wil Amsterdam aanjagen? We onderscheiden op hoofdlijnen drie type wooncoöperaties. Koperscoöperatie De koperscoöperatie is eigenaar van het vastgoed en erfpachter. Anders dan bij Beheercoöperatie de zelfstandige wooncoöperatie delen de leden mee in een eventuele De corporatie blijft eigenaar van het vastgoed, maar de wooncoöperatie krijgt in waardestijging dan wel waardedaling. Dan kan op allerlei verschillende meer of minder mate zeggenschap. Het kan gaan om zelfbeheer van het complex manieren vorm gegeven worden: verhandelbare lidmaatschapsrechten, een en het daarbij horende beheerbudget, om invloed op de selectie van nieuwe groeiend aandeel voor individuen in geval van inkomensstijging, de bewoners en om het collectief betalen van huur door de wooncoöperatie mogelijkheid om bij verhuizing wel te verkopen. Op deze manier kunnen leden (waarna de leden onderling zelf de huren verrekenen). van de coöperatie vermogen opbouwen en kunnen meeprofiteren van een In Amsterdam bestaan hier meerder voorbeelden van (woongroepen, woon- en eventuele waardestijging (maar ook het nadeel voelen bij waardedaling). werkpanden, zorgcomplexen). Vanzelfsprekend zal hierbij het maatschappelijk kapitaal dat bij de start geïnvesteerd is, terugbetaald moeten worden. Zelfstandige wooncoöperatie Het nadeel van deze constructie is dat de woningen niet blijvend beschikbaar De wooncoöperatie is eigenaar van het vastgoed en erfpachter; de bewoners blijven in het sociale of middensegment. De woningen ‘groeien’ naar de prijs huren van de wooncoöperatie. Er gelden wel beperkende voorwaarden. Het van de hoogste bieder en worden daarmee in de Amsterdamse context op collectief is collectief eigenaar. Democratisch bestuur is geborgd. De woningen termijn onbereikbaar voor lage en middeninkomens. kunnen niet verkocht worden en zijn daarmee blijvend beschikbaar in het sociale en/of middensegment. Vrijkomende woningen zijn alleen beschikbaar voor Keuze actieplan: nadruk op zelfstandige wooncoöperaties specifieke inkomensgroepen. De wooncoöperatie heeft geen winstoogmerk. Dit actieplan legt de nadruk op het realiseren van zelfstandige De wooncoöperatie in deze vorm die sociale of middenhuren heeft, is op de wooncoöperaties. Wooncoöperaties in de vorm van zelfstandige Amsterdamse woningmarkt alleen maar mogelijk wanneer ook maatschappelijk wooncoöperaties spelen in op de toegenomen vraag naar collectief wonen, kapitaal geïnvesteerd is. Dat kan op twee manieren: de gemeente Amsterdam kunnen bijdragen aan meer sociale cohesie en weerbare buurten, maar helpen hanteert een sociale grondprijs en/of een specifieke grondprijs voor blijvende ook bij een andere doelstelling. Het College wil het sociale segment en het middenhuur of een corporatie is bereid een bestaand complex (of een net nieuw middensegment blijvend groter maken en tegelijk corporaties meer armslag gebouwd complex) te verkopen tegen een maatschappelijk prijs (lager dan de geven om te investeren in nieuwbouw en verduurzaming. Voor het actieplan prijs van de hoogste bieder). betekent dat niet dat er geen aandacht is voor het stimuleren van Juist omdat er maatschappelijk kapitaal geïnvesteerd wordt, is een vorm van beheercoöperaties of het ook mogelijk maken van koperscoöperaties op regulering nodig. specifieke plekken. Het speerpunt is wel het realiseren van zelfstandige wooncoöperaties. 1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt © ee © ee. ® ® In de afgelopen jaren zijn diverse wooncoöperaties in Amsterdam De Warren Copekcabana De Warren is een zelfbouw wooncoöperatie van PE _ dn 7 Copekcabana en Pee van huurders jonge, ondernemende Amsterdammers, die 36 MAER 4 Ee d neee er bekbuu met Aen dam-Noord. De Centrumeiland te burg. De gemeente heeft het & Bd } ie J Bt en Uru, ment onderhoud van de woningen en de binnentuin van initiatief geselecteerd uit drie inzendingen voor En LE 4 ku RD id v eN keliïk had d ieine d coöperatieve woonprojecten op de nieuwbouw- |, ARE EERDE ha a — mere over. het on ond ad de vereniging de locatie. De duurzame, energieneutrale woningen A EE OO ip wens om ook het order et van mere over ee zullen variëren van 20 tot 65 m2. Daarnaast gaat het AE ee en ee complex meerdere gezamenlijke vertrekken kennen voorwaarden, Het nieren kreeg qe financiering (ca. 800 m2). De huurders zijn verenigd in een iS roner Sn VErs VO MEE US TSI, vereniging en hebben gezamenlijk zeggenschap over bordes Ee het ontwerp, de bouw en straks ook het beheer. " P betalen een collectieve huur naar draagkracht. De Groene Gemeenscha nn Dols P_ . De Akropolistoren is een woontoren op De Groene Gemeenschap is sinds 2011 gevestigd op k Zeeburgereiland waarin 86 woningen zijn Steigereiland Noord. De acht bewoners vormen een BE ER: . En woonsroe beheren ezamenlijk een Bat ke le Eh HES: gerealiseerd voor een humanistisch Sroep, 8 J - Kr Ee are 15 woongemeenschap van 55-plussers. De woontoren buurtwoonkamer en organiseren ook gezamenlijk nei in Ze - , - : . activiteiten voor de buurt. De groep kent een Mâl Ji it EEE Cn is gerealiseerd in opdracht van de Alliantie en is ' ” Eep - je mf 8 zk OM volledig levensloopbestendig ingericht. Van de systeem van financiële solidariteit, waarin de (eesti k ed woningen is de helft in de sociale sector en de Bi er em vewoners hurt ge Sn ae DO andere helft vrij sector huurwoningen in het is re hen in gesprek over een grotere mate van middensegment. In het complex staat zelfstandig zelfbeheer en 5 Pecha 5 wonen met aandacht voor ontmoeting en contact 56 a centraal. De ouderen zijn via de vereniging verantwoordelijk voor het beheer van het pand. 1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt ee. ® Ad © © Maar wooncoöperaties zijn geen nieuw fenomeen in Amsterdam De Samenwerking Soweto De Samenwerking is een coöperatie van 900 he Rn Be IN Soweto is een woningbouwvereniging waar woningen in Amsterdam-Zuid die in 1908 is Een dà zt Sn _ zelfredzaamheid van huurders voorop staat. De opgericht voor mensen met middeninkomens, die itt : Ks, dl & Hb Et woningbouwvereniging verhuurt aan groepen niet in aanmerking komen voor een sociale gn dikten | Ennn | Bi die eigen beheer voeren, daardoor huurwoning. De vereniging heeft geen & gr se Tee ben a ble ontstaat kostenbesparing en mogelijkheid winstoogmerk en kent ondertussen meer dan 4.100 SEE BE AMR van betaalbare woon- en werkruimte. In leden, waarvan een groot deel op de wachtlijststaat OE En 2014 heeft Soweto een oud schoolgebouw aan de om een woning te verkrijgen. De vereniging kent dan Pieter Nieuwlandstraat 93 in Amsterdam Oost ook een ledenstop. gekocht van het stadsdeel. Het gebouw bestaat nu De vrije sector huurwoningen van De Samenwerking uit 11 woningen, een gemeenschappelijke ruimte zijn in collectief eigendom van de leden. Zij besluiten en meerdere kantoor-/ werkplaatsen en geeft plek gezamenlijk over o.a. het huurniveau. aan een woongemeenschap van 11 mensen. De Halve Wereld De Halve Wereld is een complex aan het _ Waterlooplein uit 1985 met 118 sociale Kelsi on i « CE re fed le huurwoningen. Het complex is gebouwd en opgezet Mr k A rd MT als experiment in zelfbeheer en functioneert nog BRK ef bf zalen et steeds op deze manier. De woningen zijn in IA RAN Ei eigendom van Ymere, maar zij voert slechts het game NS groot onderhoud aan het casco uit. De vereniging en en mag de helft van de vrijkomende woningen via een == eigen wachtlijst toewijzen. De andere helft moet via het algemene verdeelsysteem voor sociale huurwoningen van Woningnet worden toegewezen. Het complex kent gemeenschappelijke ruimtes en kenmerkt zich door een diverse bewonersgroep. 1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt In meerdere Europese landen zijn wooncoöperaties een belangrijk onderdeel van de woningmarkt ° Waar de wooncoöperatie in de Nederlandse woningmarkt nog een vreemde eend Vanwege deze kenmerken worden initiatieven in grote Duitse steden vaak door in de bijt is, is de vorm in andere landen, zoals Duitsland, Zwitserland en Zweden de gemeente ondersteund met lagere grondprijzen, ontwikkelsubsidies en veel meer wijdverspreid. In een gemiddeld Europees land bestaat circa 10% van achtergestelde leningen. de woningmarkt uit coöperatieve woonvormen. Hieronder wordt een aantal voorbeelden beschreven. Zürich In Zürich wordt bijna een derde van de huurwoningen zonder winstoogmerk Duitsland verhuurd, waarbij een groot deel door een Genossenschaft. Voor nieuwbouw De exploitatie en beheer van woningen door Wohnungsbaugenossenschaften gebiedsontwikkelingen wordt, via een openbare uitvraag, de Genossenschaft komt in Duitsland regelmatig voor en kent zijn oorsprong in de 19° eeuw. Het met het beste voorstel geselecteerd. Deze organiseert vervolgens in nauwe land kent ondertussen ruim 2 miljoen woningen in coöperatief verband, circa samenwerking met de gemeente een architectenprijsvraag. 10% van de woningmarkt. In steden zoals Berlijn, Hamburg, München en Bonn In Zürich zijn zowel al langer gevestigde als nieuwe Genossenschaften actief. spelen de coöperatieven een belangrijke rol op de woningmarkt. De Van het beschikbare nieuwbouwvolume wordt ook een derde gereserveerd coöperatieven kennen een zeer uiteenlopende oorsprong en daarmee ook voor woningbouw zonder winstoogmerk. De bevolking van Zürich heeft hier in verschillende karakters en voorwaarden. De coöperatieven bedienen zeer diverse 2011 door middel van een referendum mee ingestemd. doelgroepen en delen allemaal de principes van eigenaarschap, collectiviteit en Woningen worden tegen kostprijs verhuurd aan groepen die een duurzaamheid. De kleinere coöperatieven verenigen zich ook regelmatig onder representatieve afspiegeling vormen van de samenleving. de paraplu van een grotere vereniging, zoals het Mietshäuser Syndikat, een De overheid heeft bepaald dat de coöperaties 10% sociaal moeten bouwen. organisatie die in de laatste 25 jaar is ontstaan. Dit is een samenwerkingsverband Door het gemêleerde aanbod is er veel doostroming. Veel ontwikkelingen in van meer dan honderd wooncoöperaties. Het Syndikat heeft zeggenschap over Zurich zijn grootschalig, tot wel 400 woningen. Het coöperatieve verband zorgt de verkoop van de woningen en zorgt daarmee voor toezicht op de voor een sterke binding tussen de bewoners en voor veel initiatief onder die betaalbaarheid van de woningen. groepen om ook een bijdrage aan de buurt te realiseren. Naast een erfpachtrecht voor 60 jaar met een aangepaste grondwaarde, is er In Duitsland hebben de coöperaties een wettelijk voorgeschreven voor de financiering van nieuwbouw een solidariteitsfonds, gevoed door structuur waardoor ze aanspraak kunnen maken op staatssteun en financiering bijdragen van al bestaande Genossenschaften en een financiering van het tegen gunstige voorwaarden. Er gelden geen strenge inkomenseisen: iedereen is Regionalverband beschikbaar. welkom onder de voorwaarde van een kleine inleg in de vereniging. Ook hebben de panden vaak een bredere sociale functie dan alleen wonen. Vervolg op volgende pagina 1. De toegevoegde waarde van wooncoöperaties op de Amsterdamse woningmarkt Van deze buitenlandse voorbeelden kunnen we leren In Zürich is de woningmarkt voor 90% een huurmarkt, dit heeft als voordeel dat Van de voorbeelden in het buitenland kunnen we leren, maar ze zijn niet gemakkelijk kan worden doorgeschoven, en de instroom van starters en expats zomaar over te nemen omdat het begrip Genossenschaft in Nederland niet zo gemakkelijk verloopt. Als je bij een Genossenschaft wilt huren moet je een diepgeworteld is als bij de buitenlandse voorbeelden. In Nederland bestaat aandeel kopen. De Genossenschaft pacht doorgaans grond van de gemeente, daarom meer institutionele weerstand bij banken, overheden en bouwt 10% sociaal en een gemengd aanbod van 1 tot 5-kamerwoningen. Mede is woningcorporaties. er hierdoor veel sociale menging. In Zurich is nauwelijks sprake van scheefwonen en middeldure huurwoningen zijn er voldoende. Dit komt vooral doordat er doorstroming is. Zurich kent 120 Genossenschaften, waarvan de meeste qua aanbod een representatieve afspiegeling van de lokale bevolking vormen (menging op leeftijd, opleiding, etniciteit, soort huishouden en kwetsbaarheid). Daarnaast is het zo dat als je huishouden groter of kleiner wordt, je moet verhuizen naar een passende woning die in de portefeuille van de Genossenschaft wordt aangeboden. Ook de gemeente zelf verhuurt betaalbare woningen. Kleinere Genossenschaften of nieuwe initiatieven kunnen ook weer lenen van grotere meer gevestigde Genossenschaften. Zweden In Zweden vormen coöperatieve huurdersverenigingen circa 16% van de woningvoorraad. Het merendeel van deze verenigingen bezit 1 pand van gemiddeld 30 appartementen. De coöperatieve woningen worden in Zweden doorgaans door projectontwikkelaars ontwikkeld, waarna geïnteresseerde huishoudens de kans krijgen om zich als huurder in de coöperatie in te kopen. Een andere optie voor het ontstaan van coöperatieven in Zweden is het model waarbij bestaande huurcomplexen worden getransformeerd naar een coöperatief, Hiervoor is het wel noodzakelijk dat een 2/3° meerderheid van de huurders hieraan deelneemt. In ml N a SAS EEN ME PA Vl en Pr 5 Si en el el Sn eeN w Ee NN ae zm ï OE Nd jl EN nn Uur úi Ì E Tr- Nen AE ANR Wk Rr win CE d mf OREN dg En Ee | | rn TE rr EE akg ee Peach danckt 4 kt fe Es Pe 8 TE. kn IJ d Ke Eart hf x p e e Pe (is ke dE Za Ate Ben Ì Den ' Il li sy r ME: : } he h ‚dk Kn | er, Ee Î Nia eh 4, An e= Ns kT == oe ke À Ì EEN el / À Ì 1 en Ent, . ane Er h nj p Tader = a’ 1 Nn A j ee SN dk Ln ' Û í IE =n p: ie g KS Za : : eN i De Sar | gin E k hs Ì b ET nl E za ih Es if ze , n Ba ä ei Ee p in = ad ER Ee NR Er K p ï ee zn MN sets Ee VE oe \ Ë Ï \ Erde B of TR ee , " } 4 d X De K „a Bn Af ee Ee Pe 7 | En en ll mmm Kk P p nn m Mt 3 ge AR NE. OE # ms a Uk Di ve | ze B hrm mnd 3 Ei Br Af, Ne r nd ie ned be ® Ee on î ï h | * | re ary Ee” K _ id R. ik: Pe a dS EN \ , Jr 4 Pt “ fn ! Ee RE - kh, Le È ed ú - 4 Ml n ‚k El a. 1 F- A Tm S p IL 5 ie. Ë hk PA a n f Lines me \ kf h Ì PE 0 ZR >d ER, ke” Á ef E en 0 El AE | Nr di Í k f Í k Ï es ann EE en _ / / ä PR EE, fi U a! nt f aje & Ee Ki 1 Ù jn Ï T pe ú en % Ne 7 ST Dr a - ä d kn K p tia Ln N Ï Ì ERN ee EE / a 7 ete IN 4 DR OO eV s fer en ee ze ee td ES. a 7 ies | A Oven - L hrs x et ri” Ne Î mn Pe r K SL he 8 0e a ” | 8 he rd ee U Om SE en 5 As EE ied pe / ta a nn sl ir: RE & — , 4 hie ge ad J Er ki _ î ! BUNT oe U EN OO hi ek Min Pa p O8 5 =e ON 4 : De PE E 2 Á U \ Es EA Lr rag si al Ep lien Mi Rm kN Ee = ed Ge 3 ú a Ben F ee D Nn kl ij AE 1 L _Á Ween el Pa Ì A a Ke ä EN D % Ee L Rie, et En erde eee P ü ii …e Fi Rt | an f f Rid De NN dl in ae : nn E ne Pe Î Û _ bed 4 5 IA \ Ae Pi ” EE Pi nf B e na Á Ell | ee | - k A LRE A tr din er) _ eN a A ed EN _ E25 EE Ma k r 3 df 7 . En 4 kn dd st | ej, Pa 7 DNS BEER BD iep nk £ ON Pt Ih _E w î td | ke AA id mp ER | u mn 8 Lj} rj \ Dd Gel Te t ver Ci 5 len Ô ff = Ren it | ed U ä Li P Î jk. + ú ee | St et B rl Ô he Bu hi nas NE BA B FEN Me PS ek EAN EO | Cn, UR en MED Ee a RS Ref rees 4 han ARE ne " Pd EE ns Í . Ne RE Em STK NS en en / en al A MED Aai p me ne nl | Ei EN ee EE VE \ > : BEK 25 = E. nr WE U Vn zE bd avn ee ot iP Z Ls, kred we ke Ea ee RR eV M- EREN Te En: re WST Ee gE N Ee Ee: Ke EN f Ei E ik ne, E_ ed Jm via he ‚mn pn WE ee Le ee ° pe) Pete MK en F] Wen ef ì NE rate Ä CAT Í Kn ETA re \ EE Gj Pend pe Fin NEN kn A GE Wins d pi EN Ae ef Ker el En ian Kee RS . \ BS PE we Tr 8 ER DE ed ee me Er er ee ‘ ee ‘ ee TE EK 1 Ee En ER e m hide nt fame 5 2 ne Wet | / rn EG: EER ASS heal: ed ai FE 4 jj > teld. KS EN, Etn ie zi En Dh cl - - Da : ii ie % WEER, Vie zede J ele K-— Et DE 0E Sh za AR E We ee meme Ù eee a ne gn KS en de NE eren Vn De an en Sen Tech Gn s Eee kN E: en rn De Aen En re adi ie As iten se ES ed RS EEN RE: eten 5 ej An UU Tr nea Ti diepe EI ne EE WE rn id Et B oet En Ee re ne ee 8 En ne Ke | B E Ed el be ee AN hen a, Ea let ed EE Nrs oe Eert nk el EN, A ER Dn ge ie PE EN en hf Ki Ee on 1e EEn DN EN er Nr NS En AE EE nee NE DE OE hs: Dm Nd BRE Tr He, mn = Zeit Ki en ke S ne ie” ed L LN d PR se X En ee) Gers we Bm Ees a, ne Tet reg ee à ek ha rg / rs SS = Enid 3 Ld ns ien KJ ph js ï - En E EE Ge, Fate el Ei Ui en ef A ls fr RE a D- ” PSE vd TRES on Mee 5 ze pe Br Tr El k Ë ok or a Ee nn r si : : Nm on sel rm nee pent ES te Hen Eerde n= Mi Ne Ts An men e Mn ( vd er t a e rr Eee Le % E re AT ir, ô Kn VOM Lee Bt kel ee En 1 Ren Dise en { ee B rn Dt Ln Dn Ter Ere En Meis | Ark F en tee B des En i Kee ar nele EE, Sedes EE ns pt en A ek Pt ene Ù enn # her EPE a - E ne pam Rr | ke nT er EA an A en ee EL ei ker ne en En E : Pes  En pn à, 5 | N En EE PE En ee : ei Ee hin es : en, f lt nn EP GEen end ET se & ket a ts eeN er ie be tn Bn Dh TD a EE Pie An B, dk Li dn PE ee en zee RN Ee Ep en ee Aerdt ee Es wies nr An. EE pe ee is 5 8 PS gn Ee Ham kn ed MA drgden oe ene Agen Ee We. REE re Waele A ú : E ie er dl ED Ie dis ET. EE B E EE mi en ht an B et AEL TP eee 7 k a Pr een hi A nf Be ed el De: Pi A ED vet ee E BRE a ed iz ker eer UE ene Er ener nde dE hein ink Rei 5 sr Rn ET 5 nn ME UE T hein _ ne rt 4 Pi kee Wk ber” Vo er rk EE gp ee dee Ten ne TE ete ee ark Am nh in Dan ME ke Pan A Sr ä B ts an art en Et ARE al er AT. en nj » al S 2. Ambitie Op weg naar een nieuw segment in de Amsterdamse woningmarkt In het Actieprogramma Wooncoöperatie dat Platform31 uitgevoerd heeft voor Inzet: 15 tot 20 projecten starten binnen 2 jaar het ministerie van BZK is geconstateerd dat de latente vraag naar collectief Concrete projecten helpen om de latente vraag naar boven te krijgen, om wonen moeilijk manifest wordt. De institutionele weerstand is groot. Ons ervaringen op te doen bij het faciliteren en bij het zichtbaar en ‘normaal’ woonbestel is niet berekend op vormen van collectief eigendom die vragen om maken van deze nieuwe woonvorm. een lichte vorm van regulering. Er is bij corporaties grote terughoudendheid om Op korte termijn worden projecten vooral gestart in de nieuwbouw en in maatschappelijk kapitaal over te dragen aan wooncoöperaties. En ook voor ontwikkelbuurten. Naar verwachting zal in eerste instantie de meeste banken zijn wooncoöperaties nieuw, waardoor financiering ingewikkeld en soms dynamiek zitten in het middensegment en in gemengde initiatieven. ook duur is. Tenminste 7.000 woningen in ontwikkeling of gerealiseerd in 2025 De praktijk laat zien dat het creëren van aanbod onmiddellijk de latente vraag We gaan er van uit dat op middellange termijn wooncoöperaties voor 50% in naar boven brengt en manifest maakt. Zo waren er meerdere initiatieven die zich de nieuwbouw en 50% in de bestaande bouw worden gerealiseerd. In de graag gevestigd hadden op het Centrumeiland op de plek waar nu de Warren nieuwbouwprogrammering wordt ruimte gemaakt en intensief gesproken met gerealiseerd wordt. En lijkt er in de Van der Pekbuurt een tweede groep partijen die zich gevestigd hebben op plekken die getransformeerd gaan bewoners op te staan die in navolging van Copekcabana in de volgende fase van worden. Wooncoöperaties zijn daarmee een van de manieren om de de vernieuwing een wooncoöperatie willen vestigen. bouwambitie van 52.500 woningen in 7 jaar te realiseren. Voor bestaande bouw maakt de gemeente afspraken met corporaties en huurders in het traject Het is dan ook een bestuurlijke wens en een voornemen in het coalitieakkoord rondom prestatieafspraken. om de opkomst van wooncoöperaties te faciliteren en te stimuleren. Wooncoöperaties zijn een verbijzondering binnen bepaalde kaders, namelijk Een nieuw segment in de Amsterdamse woningmarkt is niet van de ene op de de woningbouwprogrammering in het Woningbouwplan. De bouwambitie van andere dag gerealiseerd. Dat segment zal moeten groeien, waarbij van te voren 52.500 uit het Woningbouwplan 2018-2025 komt neer op een, historisch gezien, niet vaststaat hoe groot de vraag precies is. hoog gemiddeld aantal woningen per jaar. Dat is al een opgave op Onze ambitie formuleren we op drie niveaus: zich. Wooncoöperaties moeten in deze bouwambities ingepast worden en = Korte termijn: snel meer concrete projecten starten in nieuwbouw en komen dus niet bovenop de ambitie van 52.500 woningen. In het bestaande voorraad Woningbouwplan is opgenomen hoe de bouwambitie wordt vormgegeven, = Middellange termijn: nu afspraken maken binnen de gemeenten en met bijvoorbeeld het aandeel sociale huur en middeldure huurwoningen. Het derden (corporaties) over het realiseren van substantiële aantallen in actieplan heeft geen effect op dit aandeel, maar wel op de partij die nieuwbouw en bestaande bouw op de middellange termijn de woningen ontwikkelt. Bij een gelijkblijvend aandeel sociale huur zal een = Lange termijn: de stip op de horizon, waar willen we over 20 jaar zijn? deel van de geprogrammeerde sociale huurwoningen door wooncoöperaties gerealiseerd worden in plaats van door corporaties. Ook kan een wooncoöperatie meerdere programmadoelen tegelijkertijd bedienen. Bijvoorbeeld een combinatie van middeldure huurwoningen, bijzondere woonconcepten en ouderenhuisvesting. Over 20 jaar bestaat 10% van de woningvoorraad uit wooncoöperaties (ca. 40.000 woningen) Op de lange termijn streeft de gemeente Amsterdam er naar dat 10% van de woningvoorraad in bezit is van een kleurrijk palet van wooncoöperaties. Dat zijn circa 40.000 woningen. De helft van deze woningen zit in het sociale segment, de andere helft in het middensegment. De helft van de woningen wordt gerealiseerd in de nieuwbouw, de andere in de bestaande voorraad. Deze ambitie is onderdeel van de bestaande ambities van de gemeente voor sociale en middeldure huur. Daarmee zijn wooncoöperaties een middel om de 40-40-20 opgave te realiseren. 2. Ambitie De groei van het aantal wooncoöperaties vraagt inzet van vele stakeholders In dit actieplan staan de acties gevat die vanuit het perspectief van de gemeente plaatsvinden om de groei van het aantal wooncoöperaties mogelijk te maken. Maar ook andere stakeholders zullen zich moeten inzetten om de ambities waar te kunnen maken. ûîî : Organiserend vermogen burgerinitiatieven MAR ‚_Het indienen van een plan voor een wooncoöperatie en deze succesvol | ARM ‚__totuitvoering brengen vraagt een grote mate van voorbereiding en | ‚_professionaliteit van burgerinitiatieven. Deze initiatieven zullen bereid | N ‚_moeten zijn om zich te organiseren en voldoende tijd en capaciteit hier LO voorbeschikbaartekrijgen. < Beschikbaar stellen Î | Beschikbaar stellen complexen ‚ locaties grondeigenaren . . } Voor nieuwbouw op transformatielocaties , woningcorporaties is de gemeente afhankelijk van ‚_ Voor ontwikkelbuurten en bestaande S S \__erfpachters/grondeigenarenop deze ‚_ complexen is de gemeente afhankelijk ; locaties. Deze partijen zullen bereid \__ van woningcorporaties. De corporaties moeten zijn om ook met ‚zullen bereid moeten zijn om het beheer ‚_wooncoöperaties zaken te doen en niet |____(enelgendom)overtedragen Î ___alleenmetgevestigdepartijen. | Ruimere financiering banken | ‚_Wooncoöperaties zijn sterk afhankelijk van financiering in alle fases van | ‚__ het project. Momenteel zijn de banken in Nederland nog niet goed | ‚ingespeeld op het verstrekken van leningen aan zulke collectieven. | Banken zullen bereid moeten zijn om hun aanbod te verruimen. 2. Ambitie ® © © ® ® De gemeente faciliteert, maar verwacht ook professionaliteit van de © ® ® ® initiatiefnemers Goed voorbeeld doet volgen De geformuleerde doelen zijn ambitieus, maar komen niet uit het niets vallen. Vormen van coöperatief wonen zijn al in de stad aanwezig en het vergroten van deze stroming past goed bij het beleid en de ambities van de stad. Als de gemeente wooncoöperaties op veel grotere schaal mogelijk wil maken, zal de gemeente zelf wel actie moeten ondernemen om goede randvoorwaarden voor wooncoöperaties voor elkaar te krijgen. Daarnaast zal de rolverdeling tussen bewoners, corporaties en gemeente duidelijk moeten zijn (of worden). Bestaande projecten, zoals die op Centrumeiland, leren dat het proces door initiatieven als complex wordt ervaren. Hoewel dit nooit helemaal te voorkomen valt, wil de gemeente hier wel van leren en bezien op welke manier het proces zo veel mogelijk versimpeld kan worden en hoe initiatieven ondersteund kunnen worden tijdens het proces. De gemeente wil samen met bestaande partijen die veel in contact staan met coöperatieve initiatieven zoals WOON en Cooplink bespreken hoe dit het beste vorm kan krijgen. Initiatiefnemers Huurders die een coöperatie willen vormen of burgers die als (coöperatieve) vereniging nieuwbouw willen ontwikkelen zijn geen professionals op het gebied van vastgoed. Afhankelijk van de kennis die al in een groep aanwezig is zal hiervoor een professional moete worden ingeschakeld. Ook voor het beheer van het complex, innen van huren en het zorgen voor onderhoud, is expertise nodig. De mate waarin bewoners dit zelf doen is aan de wooncoöperaties zelf. De gemeente faciliteert en schept de randvoorwaarden, maar verwacht hier wel voor terug dat de collectieven zichzelf op professionele wijze organiseren. 3. De weg naar meer wooncooperaties 3. De weg naar meer wooncoöperaties Vier routes op basis van gemeenschappelijke randvoorwaarden Concrete initiatieven kunnen de komende jaren langs vier routes vorm krijgen. Voor elke route wordt de komende tijd uitgezocht wat de kansen en bedreigingen zijn om op korte termijn projecten te kunnen starten. Het streven is er op gericht om voor de korte termijn opgeteld te komen tot 15 tot 20 concrete projecten die de komende twee jaar kunnen starten. Dit aanbod voor de korte termijn moet opgeteld meerdere doelgroepen bedienen. Om het realiseren van wooncoöperaties langs die vier routes mogelijk te maken en te versnellen, is het essentieel dat de gemeente in de randvoorwaardelijke sfeer stimuleert en faciliteert. Dat betekent dat mogelijk beleid moet worden aangepast. Het is de bedoeling toe te werken naar een Amsterdamse wooncoöperatiestandaard: een set gemeenschappelijke randvoorwaarden. Hier wordt parallel aan gewerkt. NS Ì dede Route 3 annees Ontwikkelbuurten gemeentelijke kavels NS 2 Shah ON Nieuwbouw op 8 8 Bestaande complexen transformatielocaties 3. De weg naar meer wooncoöperaties De vier routes naar meer wooncooperaties TN l I l l dee n Ok) annees Ontwikkelbuurten I l Arnen EN eeN Jel I l AP. | | dede Route 4 | l Kn Bestaande complexen | I transformatielocaties I l l | De Amsterdamse wooncoöperatiestandaard Ontwikkelen gemeenschappelijke randvoorwaarden (Eisen aan coöperaties, Huisvestingsverordening, Doelgroepenverordening, Erfpachtbepalingen, Waardebepaling, Financiering) 19 3. De weg naar meer wooncoöperaties ® Route 1: Nieuwbouw Onderwerpen: De gemeente wil bezien of dit soort mogelijkheden voor uitgifte in Amsterdam ook mogelijk en wenselijk zijn. = Opties voor selectieproces = Huurprijzen, woninggroottes Huurprijzen, woninggroottes = Segmenten: sociaal waarschijnlijk alleen in gemengde projecten De grootte van de woningen zal nader bepaald moeten worden. Zeker voor = _ Kansrijke locaties voor wooncoöperaties (korte termijn/middellange termijn) middensegment en zeker voor plekken buiten de Ring zal ook moeten worden uitgegaan van grotere woningen (bijvoorbeeld >70m2). Op die manier kunnen Opties voor selectieproces ook (beginnende) gezinnen met een middeninkomen, die bij voorkeur Uitgangspunt is om 8 tot 10 kavels te vinden in de nieuwbouw waar de komende doorstromen vanuit de sociale voorraad, bediend worden. twee jaar een start gemaakt kan worden. Twee tot drie kavels zouden gevonden moeten worden in transformatiegebieden (zie volgende sheet). Segmenten: Sociaal waarschijnlijk alleen in gemengde projecten De zes of zeven kavels waarbij de gemeente totaal vrij is in de uitgifte, kunnen Het initiatief zal zelf de stichtingskosten (bouwkosten plus sociale grondprijs) zeer divers geprogrammeerd worden. moeten dekken. Gezien de hoogte van de bouwkosten met in achtneming van de maximale huur in het sociale segment, kunnen naar verwachting in het Naast de procedure die ontwikkeld is voor de zelfbouw-pilots zijn verschillende sociale segment alleen woningen tot 40m2 gerealiseerd worden. mogelijkheden voor uitgifte denkbaar: Dit leidt tot het beeld dat sociaal segment in de nieuwbouw waarschijnlijk = Volgens het model ‘Zurich’: wooncoöperaties worden geselecteerd op basis alleen haalbaar is in gemengde projecten. van een selectieprocedure waarin onder andere geselecteerd wordt op concept en sociale menging (inkomens, leefstijlen, woonvormen), Overigens kan het helpen om in gemengde projecten ook (beperkt) ruimte te duurzaamheid, haalbaarheid en financiering. Daarna wordt in bieden voor hogere huren (met daarbij passende grondprijzen). Een gezamenlijkheid het programma, de stedenbouwkundige vormgeving, de wooncoöperatie krijgt daarmee een betere financiële basis. Voor nieuwbouw architectenselectie etc. verder uitgewerkt. zijn aan het begin grote investeringen nodig en kan het helpen financieel = Onderzoek mogelijkheid enkele kavels 1 op 1 te gunnen aan ‘bestaande’ steviger te zijn. initiatieven vanuit het idee om vaart te maken en bestaande energie te Evenals dat bij andere ontwikkelaars geldt, kan een wooncoöperatie ook een gebruiken. plek krijgen in een woon-werkpand of bijdragen aan de ontwikkeling van een = Een kavel exclusief aanbieden voor een zeer specifieke doelgroep, (commerciële) plint. bijvoorbeeld een wooncoöperatie voor alleen leraren. 3. De weg naar meer wooncoöperaties ® ee © ee. ® e Route 1: Nieuwbouw — Kansrijke locaties voor wooncoöperaties Korte termijn Middellange termijn Nieuwbouwlocaties die momenteel in beeld zijn bij de gemeente voor zelfbouw Er moet nog een inventarisatie gemaakt worden van locaties die in nieuwbouw door mogelijk coöperatieven zijn onderstaand weergegeven. Een deel van deze (gemeentelijke kavels en transformatie) optellen tot tenminste 3.500 woningen locaties is zeker, een ander deel is aangemeld voor onderzoek. tot en met 2025. start aant. inschrij- eind optie Lopende en nieuwe locaties (deels nog in onderzoek) won ving periode start bouw Centrumeiland 10-09 (1e pilot)- De Warren 46* Q32017 OQ22019 O2 2020 Archimedesplantsoen (2e pilot) 30** Q42018 O12021 O12022 Elzenhagen Zuid - 1e urban villa EE hi 2020 o.v.b. Centrumeiland blok 12 30** O3-4 2019 Ringspoorzone Noord, Kolenkit n.n.b. Centrumeiland locatie 3 n.n.b. Centrumeiland locatie 4 n.n.b. Amstel Ill n.n.b. Sluisbuurt- toren n.n.b. Havenstraat (3e pilot) uitstel i.v.m. vernietiging Bestemmingsplan “incl onzelfstandige ** schatting 3. De weg naar meer wooncoöperaties © © Route 2: Transformatielocaties Onderwerpen = Verschillende scenario’s schetsen vanuit grote partijen met posities in transformatiegebieden = Specifiek instrumentarium m= Locaties (zie ook nieuwbouw) Verschillende scenario’s Een groot deel van de geplande woningbouwproductie ligt in bestaande woon- en vooral werkgebieden. Op deze locaties is vaak al sprake van erfpachters of soms ligt het grondeigendom bij andere partijen dan de gemeente. De wooncoöperatie maakt onderdeel uit van het bredere gesprek dat de gemeente voert met partijen op transformatielocaties. Het zou mooi zijn wanneer de wooncoöperatie met haar specifieke vorm juist kan helpen om transformatielocaties tot ontwikkeling te brengen. Daartoe wordt een ronde langs partijen op transformatielocaties gemaakt. Daarna wordt bekeken of en welk specifiek instrumentarium voor transformatiegebieden nodig is. 3. De weg naar meer wooncoöperaties ® Route 3: Ontwikkelbuurten Onderwerpen = Bij ingrijpende renovatie, tijdelijk uitplaatsen, terugkeer en doorschuiven kan erop geanticipeerd worden dat een vrijvallend complex zodanig = Belang van de buurt een plek geven gerenoveerd wordt, waardoor het aansluit bij de wensen van een specifiek = Verbinding met stedelijke vernieuwing initiatief (bijvoorbeeld ouderen in combinatie met voorzieningen, = Voorrang ontmoetingsplek etc.). = Locaties = Bij ingrijpende renovatie kan ook een complex aangeboden worden in de coöperatieve vorm. Belang van de buurt een plek geven = Een complex dat nog opgeknapt moet worden kan na uitplaatsing als “klus- Vestiging van een wooncoöperatie moet aansluiten op de belangen van de buurt. coöperatie’ op de markt gezet worden voor een groep die graag zelf Eén of twee wooncoöperaties zouden een gunstig effect kunnen hebben op opknapt. de leefbaarheid en de sociale cohesie in een buurt doordat in het coöperatief betrokkenheid, cohesie en (financiële) draagkracht zit. Wooncoöperaties maken Voorrang zich over het algemeen ook sterk voor de bredere leefomgeving. Nog uit te zoeken of het een optie is om voorrang te verlenen aan specifieke Het kan gaan om lagere of middeninkomens (doorstroom vanuit de buurt, groepen, bijvoorbeeld uit de buurt. Kan en mag dat onderdeel uitmaken van vestiging van buiten de buurt). een concrete uitvraag? Verbinding met stedelijke vernieuwing Locaties Na afgifte van stadsvernieuwingsurgentie keert altijd een gedeelte niet terug, Voor het vinden van locaties zijn de trekkers van de ontwikkelbuurten waardoor delen van complexen ‘vrij’ kunnen vallen. Hier ontstaat een situatie verantwoordelijk. Hierover moet daarna intensief overlegd worden met die sterk lijkt op nieuwbouw. Er is een aanbod dat vraag mobiliseert. woningcorporaties, zo veel mogelijk over concrete complexen en locaties. Het aanbod kan heel verschillend zijn, bijvoorbeeld: = _Hetstedelijke vernieuwproces is zo ingrijpend (sloop/nieuwbouw), waardoor vrije kavels ontstaan waar nieuwbouw op kan plaatsvinden m= __Naingrijpende renovatie, tijdelijk uitplaatsen, terugkeer en doorschuiven, komteen geheel opgeknapt complex beschikbaar dat aan een wooncoöperatie aangeboden kan worden. 3. De weg naar meer wooncoöperaties Route 4: Bestaande bouw Onderwerpen Huidige afspraken gemeente en woningcorporaties De gemeente heeft afspraken gemaakt met woningcorporaties wat betreft de = Verschillende scenario’s vanuit bestaande voorraad woningcorporaties verkoop en liberalisaties van het corporatiebezit. De samenwerkingsafspraken = Huidige afspraken gemeente en woningcorporaties lopen van 2015 tot en met 2019 en worden dit jaar herzien. De huidige = Samenhang met andere gemeentelijke programma’s afspraken houden grofweg het volgende in: = De voorraad sociale huurwoningen in bezit van corporaties diende per 1 Verschillende scenario’s vanuit bestaande voorraad woningcorporaties januari 2019 tenminste 162.000 woningen groot te zijn. Op een aantal manieren kan een wooncoöperatie vanuit bestaande = Inde periode 2015-2019 mochten er gemiddeld over de hele periode 2.000 corporatievoorraad gerealiseerd worden. woningen per jaar worden verkocht. Daarnaast mochten er tot en met 2019 gemiddeld 1.000 woningen per jaar worden geliberaliseerd. Van onderop = _Hettotaal aantal corporatiewoningen in de stadsdelen Centrum, Zuid en Op initiatief van (deel van) bestaande bewoners die naar de corporatie de gebieden Oud West, Oostelijk Havengebied, Overhoeks en Houthavens toestappen. Deze kans is alleen aanwezig wanneer bewoners al iets’ collectief mag niet dalen tot onder de 47.000. met elkaar hebben: ontmoetingsruimte, gezamenlijk beheer tuin, woongroep. = Een aantal nieuwbouwlocaties is uitgesloten van verkoop van sociale huurwoningen. Van bovenaf Deze afspraken worden jaarlijks door de gemeente gemonitord en worden tot Corporatie zoekt gecalculeerd een complex uit en biedt zittende bewoners de op heden ruimschoots nagekomen. keuze: huurder blijven of onderdeel worden van de wooncoöperatie in oprichting. Wanneer bijvoorbeeld tenminste 25% van de zittende bewoners mee Het is de bedoeling dat er eind 2019 nieuwe prestatieafspraken zijn gemaakt doet aan de wooncoöperatie, is deze opgericht. De wooncoöperatie koopt het voor de periode 2020 tot en met 2023. In het coalitieakkoord heeft het college complex (inclusief de zittende huurders). Elke keer wanneer iemand verhuist, is het voornemen uitgesproken dat er slechts bij hoge uitzondering sociale de woning alleen beschikbaar voor iemand die mee gaat doen aan de huurwoningen van corporaties mogen worden verkocht. Nog niet vast staat wooncoöperatie. Na 10 tot 15 jaar verandert het pand geleidelijk totdat het hoe dit gaat landen in de nieuwe prestatieafspraken. In het najaar van 2019 volledig een wooncoöperatie is. wordt onderhandeld over het bod van de corporaties op de gemeentelijke inzet. 3. De weg naar meer wooncoöperaties Route 4: Bestaande bouw - Belangrijke rol weggelegd voor woning- corporaties Samenhang met andere gemeentelijke programma's De samenhang van wooncoöperaties met andere vormen van collectief wonen is een manier is om nieuwe woonvormen te realiseren. Dit past bij het gemeentelijk beleid op diverse thema’s, waaronder voor ouderen. Een initiatiefgroep met een hogere gemiddelde leeftijd moet het zelf nog wel kunnen en willen organiseren omdat het nog steeds complex is en een lange adem vraagt van de initiatiefnemers. Als de gemiddelde leeftijd van een groep ouderen vrij hoog is (75+) kan het oprichten van een wooncoöperatie problematisch zijn. Als de wens er wel is, kan een oplossing zijn om bewoners te mixen qua leeftijd, bijvoorbeeld ook starters, studenten en gezinnen. Ook is het mogelijk om te letten op voldoende jonge ouderen, dus 55-plussers in de groep, zodat er voldoende mogelijkheid voor zorg voor elkaar is en er qua leeftijd van de bewoners nog voldoende tijd is voor het realiseren van een wooncoöperatie. De exacte behoefte van verschillende type bewoners (naar leeftijd, maar ook andere kenmerken) rondom wooncoöperaties dient nader in kaart gebracht te worden, zodat het aanbod nog beter op hen afgestemd kan worden. Een onderzoek onder inwoners van bestaande woningen van woningcorporaties kan hier aan bijdragen. 3. De weg naar meer wooncoöperaties Benodigde randvoorwaarden voor meer wooncoöperaties mn DHT I I I I I I I I I I | 3. De weg naar meer wooncoöperaties . ® Introductie van de Amsterdamse wooncoöperatiestandaard Om de vier eerdergenoemde routes te faciliteren, werkt de gemeente Amsterdam In de pagina’s hierna wordt een aantal onderdelen van de Amsterdamse toe naar de introductie van een ‘Amsterdamse wooncoöperatiestandaard ’, standaard verder uitgewerkt. waarin de condities voor wooncoöperaties zijn vastgelegd. Dit schept helderheid voor alle partijen (initiatieven, gemeente zelf, Autoriteit Woningcorporaties, Op het moment dat het aantal wooncoöperaties in Amsterdam echt gaat corporaties, financiers, ontwikkelaars, etc.). Een standaard draagt bij aan het groeien, voorkomt het veel bureaucratie wanneer de Amsterdamse wegnemen van de grootste obstakels voor collectieve initiatieven, zoals wooncoöperatiestandaard de instemming geniet van Rijk, de Autoriteit beschreven in de inleiding van dit plan. Woningcorporaties (Aw) en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties De standaard moet ook borgen dat de wooncoöperatie niet misbruikt wordt voor (AFCW). Het is daarom wenselijk om gezamenlijk op te trekken bij de het verkrijgen van posities en aan het voorkomen van vormen van fraude zoals uitwerking van de voorwaarden. illegale onderverhuur. Wat hierbij helpt is dat het Rijk en de gemeente Amsterdam reeds hebben Deze standaard heeft betrekking op: afgesproken om gezamenlijk te onderzoeken welke standaardafspraken = Eisen aan wooncoöperatie: rechtsvorm, minimale eisen aan statuten, kunnen gelden voor de overdracht van woningcorporaties aan bestuur, etc. wooncoöperaties, om de opschaling van deze verkopen beter mogelijk te = _Beperkende voorwaarden: niet uitponden, toewijzen, inkomensgrenzen, maken. huurprijzen (nu en in de toekomst) etc. = Wijze waarop waarde woning (bestaande bouw) of grond (nieuwbouw) Maatschappelijke opgave bepaald wordt De wooncoöperatie is een kleine gemeenschap die zelf bepaalt wie wordt = Wijze waarop om wordt gegaan met de financiering en de rol van de toegelaten. Tegelijk heeft ook de wooncoöperatie net als andere spelers op de gemeente hierin woningmarkt een maatschappelijke opgave. Het is niet de intentie van de gemeente om de wijze waarop wooncoöperatie invulling geven aan hun Deze condities worden vastgelegd in het beleid van de gemeente, bestaande maatschappelijke verantwoordelijkheid te gaan voorschrijven. Wel worden verordeningen (huisvestingsverordening, doelgroepenverordening) en de wooncoöperaties gevraagd om hier zelf vorm aan te geven. Onderzocht wordt erfpachtvoorwaarden. hoe dit op een goede manier een plek kan krijgen in de Amsterdamse Het beheren van vastgoed bedoeld voor het sociale en middensegment en standaard. daarmee van een deel van het maatschappelijk kapitaal, vragen om heldere en zakelijke verhoudingen tussen gemeente, wooncoöperaties en corporaties. De Amsterdamse wooncoöperatiestandaard regelt dit. 3. De weg naar meer wooncoöperaties © ® © © Huisvestingsverordening en Doelgroepenverordening (1/2) Onderwerpen Bij wooncoöperaties bestaande bouw kan aangesloten worden op dezelfde inkomenseisen. = Eisen doelgroep, o.a. inkomen en bijzondere doelgroepen Of en in hoeverre de gemeente coöperaties ook eisen wil meegeven omtrent de = Spelregels coöptatie/toewijzing, gebruik Woningnet en wachtlijsten plaatsing van bijzondere doelgroepen, dient nog nader te worden bepaald. Hierbij is de wens dat de wooncoöperaties zo veel mogelijk zelf met dit soort Eisen doelgroep, o.a. inkomen en bijzondere doelgroepen initiatieven komen en de gemeente dit niet allemaal hoeft dicht te regelen. De gemeente Amsterdam beschikt sinds kort (8 mei 2019) over een Doelgroepenverordening. In deze verordening is geregeld dat de gemeente per Spelregels coöptatie/toewijzing, gebruik Woningnet en wachtlijsten deelgebied van een bestemmingplan een bepaald percentage van de De toewijzing van sociale huurwoningen is geregeld in de nieuwbouwwoningen moet worden gerealiseerd in bepaalde huurprijsklassen. Huisvestingsverordening. Sociale huurwoningen worden momenteel via De aanvangshuren worden voorgeschreven. In de Doelgroepenverordening WoningNet (woningcorporaties) of door particulieren op eigen wijze wordt gesproken van sociale huurwoningen en van middeldure huurwoningen. geadverteerd. De selectie vindt plaats op basis van criteria omtrent wie voor Die bovengrens voor een sociale huurwoning bedraagt € 720,42 (prijspeil 2019). welke woning in aanmerking kan komen (doelgroep, passendheid), wie De bovengrens voor een middeldure huurwoning is bepaald op € 1.000,35 wanneer aan de beurt is (volgorde inschrijfduur), en wie er door zijn (prijspeil 2019). Tevens is bepaald dat de genoemde woningen in de aangegeven omstandigheden voorrang kan krijgen op andere woningzoekenden (urgentie). prijsklassen, bedoeld zijn voor bepaalde inkomensgroepen. De inkomensgrens Wooncoöperaties worden nu niet genoemd in de Huisvestingsverordening. Een voor de doelgroep voor sociale huur bedraagt € 44.360 (prijspeil 2019). De huisvestingsvergunning voor deze woningen is wel verplicht als woningen van inkomensgrens voor de doelgroep voor middeldure huurwoningen ligt op wooncoöperaties een huur kennen onder de € 720,42, dan wel onder de € 971 maximaal 1,58 keer de DAEB-norm. In 2019 is dit bedrag € 60.095,30. Dit bedrag bij nieuwbouw. wordt jaarlijks geïndexeerd. Er zijn thans in enkele (nieuwbouw)complexen van woningcorporaties wensen Deze bedragen zijn voor de feitelijk toewijzing (en verlening van de voor toewijzing in eigen hand, namelijk via coöptatie. Bij coöptatie wijzen de Huisvestingsvergunning) ook opgenomen in de Huisvestingsverordening. zittende bewoners zelf toe en wordt van het algemene aanbodinstrument (WoningNet) geen gebruik gemaakt. Motivatie speelt hierbij een zeer De doelgroepenverordening ziet toe op de te realiseren nieuwbouwwoningen. Er belangrijke rol. Motivatie is nog niet beschreven in wordt niet specifiek gesproken over soorten eigenaren. Ook wooncoöperatieven de Huisvestingsverordening. Paragraaf 2.5 Experimenten gaat niet in die zelf gaan bouwen (nieuwbouw/transformatie), zouden hier onder kunnen op criteria die van toepassing zouden kunnen zijn. In de nieuwe vallen. Dit is nader uit te werken. Huisvestingsverordening per 1 januari 2020 wordt deze paragraaf gewijzigd en wordt een nieuwe nadere regel over experimenten van kracht. 3. De weg naar meer wooncoöperaties Huisvestingsverordening en Doelgroepenverordening (2/2) Spelregels coöptatie/toewijzing, gebruik Woningnet en wachtlijsten (vervolg) Voor toewijzing van sociale huurwoningen via coöptatie heeft de gemeente Amsterdam een experimenteerregeling in het leven geroepen. Het college beslist over elke aanvraag tot een experiment. Er lopen inmiddels een aantal experimenten (o.a. Akropolis) en er zijn enkele aanvragen in behandeling (o.a. in de van der Pekbuurt). Een experiment duurt twee jaar. Daarna wordt bekeken (evaluatie) of en wat er zou moeten veranderen. Ook stelt de Huisvestingsverordening dat maximaal 10% van het jaarlijkse woningaanbod in een experiment mag komen. 3. De weg naar meer wooncoöperaties Erfpacht (1/2) Onderwerpen = De verhuurde woningen middels een inkomenscriterium bij de juiste doelgroep terechtkomen; = Mogelijkheid nieuwe algemene bepalingen = De coöperatie voor eenieder toegankelijk is en dat schaarste op een =__ Aansluiten bij bestaande bepalingen: 2 mogelijkheden eerlijke en transparante wijze wordt verdeeld. Het is de ambitie om één erfpachtstandaard te ontwikkelen voor alle Het opstellen van nieuwe algemene bepalingen is echter om meerdere redenen wooncoöperaties. Het betreft daarbij zowel nieuwbouwcoöperaties, zoals de nu af te raden, waarvan de belangrijkste is dat het een (nieuwe) variant creëert lopende pilots, als wooncoöperaties die bezit van corporaties overnemen. Ook binnen een toch al complex erfpachtlandschap. Met de invoering van het kan het gaan om overige erfpachtrechten die omgezet moeten worden, eeuwigdurende erfpacht heeft de gemeente gehoor gegeven aan de wens het bijvoorbeeld op transformatielocaties. We gaan er hierbij van uit dat de Amsterdamse erfpachtstelsel juist te versimpelen. wooncoöperatie de erfpachter wordt. Het verdient dan ook de voorkeur voor de wooncoöperaties aan te sluiten bij bestaande AB's en deze waar nodig aan te passen in combinatie met de Mogelijkheid nieuwe algemene bepalingen bijzondere bepalingen en het opstellen van apart erfpachtbeleid voor de De gemeente heeft een aantal mogelijkheden voor het faciliteren van wooncoöperaties. wooncoöperaties bij bestaande erfpachtrechten, waaronder het opstellen van nieuwe algemene bepalingen (AB’s). Aansluiten bij bestaande bepalingen Er zijn twee mogelijke algemene bepalingen waar wooncoöperaties onder Bij de gezamenlijke behandeling van de Overstapregeling, het Beleid zouden kunnen vallen: AB1998 (voor woningcorporaties) en AB2016 (nieuwe Grondwaardebepaling en het aanvullende erfpachtbeleid zeven moties eeuwigdurende erfpachtstelsel) aangenomen, waaronder motie 813 van de leden Dijk, Van Osselaer, N.T. Bakker inzake de Overstapregeling (erfpachtkorting coöperaties middeldure en sociale Belangrijke notie is dat de algemene bepalingen de algemene zaken zoals huur), waarin het college wordt verzocht apart erfpachtbeleid te ontwikkelen looptijd e.d. regelen en dat veel zaken die voor wooncoöperaties van belang voor coöperaties gericht op sociale huur en middeldure huur, waarbij men een zijn, zoals het verbod op uitponden (verbod op splitsen van het erfpachtrecht aangepaste prijs krijgt indien: en verbod op overdracht) en de beperkingen aan de huurstijging via de = In destatuten vast wordt gelegd dat men sociale huur of middeldure huur bijzondere bepalingen te regelen zijn. verhuurt (rekening houdend met indexering); = Inde statuten wordt vastgelegd dat de statuten alleen na instemming van college van B&W kunnen worden gewijzigd; 3. De weg naar meer wooncoöperaties Erfpacht (2/2) Aansluiten bij bestaande bepalingen (vervolg) ET TTS NT De verschillende karakteristieken van beide type Algemene Soort recht / Voortdurend recht - tijdvakken van 75 jaar. Eeuwigdurend recht - geen tijdvakken. Bepalingen en de betekenis van de keuze voor de omzetting Toestemming Schriftelijke toestemming nodig van de Geen toestemming nodig van de gemeente. medewerkers van de gemeente Amsterdam in kaart het erfpachtrecht voorwaarden verbinden. - ——— - - Alleen standaard voor bijzondere bepalingen Toestemming tot Schriftelijke toestemming nodig van de Schriftelijke toestemming nodig van de Het kan zijn dat de keuze voor een standaard AB voor alle wooncoöperaties leidt tot ingewikkeld aanvullend beleid. erfpachtrecht voorwaarden verbinden. voorwaarden verbinden. Om omzetting vanuit verschillende bestaande AB’s mogelijk te maken kan het ook aantrekkelijk zijn alleen een standaard indexering, of Afkoop. indexering, of Afkoop. te maken voor de bijzondere bepalingen. Die bijzondere Overig Voor een coöperatie moet (wellicht per geval) AB2016 kunnen op alle erfpachters van bepalingen betreffen dan het verbod op splitsen, het verbod worden vastgesteld of deze valt onder “een toepassing zijn (ook woningcorporaties, op verhandelen, de beperking aan de huurstijging en instelling die naar oordeel van Burgemeester ook coöperatie). eventuele eisen aan statuten. en Wethouders voldoende werkzaam is in het belang van de Amsterdamse De keuze voor het geldende erfpachtregime is nader te Volkshuisvesting” (art. 2.h.). Voldoet een maken op basis van de uitgezochte voor- en nadelen van de coöperatie hier niet aan, dan kunnen de hiervoor beschreven varianten. AB1998 niet van toepassing worden Ook dient hierbij rekening gehouden worden met verklaard. achtervang bij failissement. Herziening AB’s De AB’s kunnen in overleg met de Een eventuele herziening geldt ten opzichte woningcorporaties en de AFWC herzien van alle erfpachters. worden, de coöperatie zouden daar niet in meegenomen hoeven worden. Niet duidelijk of de herziening dan ook de coöperaties aangaat. 3. De weg naar meer wooncoöperaties Waardebepaling Onderwerpen Totstandkoming grondprijs (nieuwbouw) In het geval van een wooncoöperatie in het sociale segment geldt in = Waardebepaling woning (bestaande bouw) principe een vaste lage grondprijs op basis van een minimaal oppervlak van de =__ Totstandkoming grondprijs (nieuwbouw) woning en een maximale huurprijs, zoals geldt voor de pilots wooncoöperaties. Wanneer sprake is van een wooncoöperatie in het middensegment wordt Waardebepaling woning (bestaande bouw) aangesloten op de nog in ontwikkeling zijnde prijs voor middensegment Wanneer inderdaad vastgoed wordt overgedragen aan de wooncoöperatie moet (zonder uitponden). de waarde bepaald worden. Wanneer helder en eenduidige vastligt dat nooit Gemengde projecten zullen een ‘gemengde’ grondprijs kennen. uitgepond kan worden, dat huren op een van te voren bepaald niveau blijven en dat de toewijzing voor een van te voren bepaalde inkomensgroep is, kan worden verkocht tegen een maatschappelijke prijs. De hoogte van de prijs wordt bepaald door de netto huuropbrengst. Deze maatschappelijke prijs zal altijd beneden een marktconforme prijs zijn die geldt voor vrije sector woningen. Een maatschappelijke prijs zal leiden tot discussie met de corporaties. Zij zullen bij verkoop een hogere opbrengst in hun hoofd hebben. In hun beleving nemen zijn afscheid van de woningen en willen ze in dat geval de hoofdprijs. Het idee dat woningen voor de sociale sector behouden kunnen blijven zonder dat ze in bezit zijn van een corporatie heeft nog weinig draagvlak in de corporatiewereld. Bij verkoop in het middensegment zal deze discussie minder scherp zijn. De maatschappelijke prijs voor middensegment ligt hoger. Wanneer verkoop in het middensegment de corporatie voldoende investeringsmiddelen oplevert om een sociale woning in de nieuwbouw te realiseren, dan blijft het sociale segment op peil terwijl het middensegment groeit. In de komende periode onderzoeken we op welke wijze bepaling van de maatschappelijke prijs kan plaatsvinden en of dat op zelfde wijze kan als het vaststellen van de beleidswaarde. 3. De weg naar meer wooncoöperaties Financiering Onderwerpen Achtervang en terugvaloptie bij faillissement De gemeente is terughoudend m.b.t. problemen die feitelijk bij andere = __Achtervangen terugvaloptie bij faillissement instituties liggen (in dit geval de banken). Echter, de gemeente kan wel een doorslaggevende factor zijn bij financieringsbeslissingen van banken. Als de De Nederlandse banken zijn (nog) niet ingespeeld op de financieringsvraag van gemeente vertrouwen heeft in een wooncoöperatie zal de bank er ook sneller wooncoöperaties. vertrouwen in hebben. Wooncoöperaties opereren, omdat zij veelal bestaan uit groepen particulieren, Garantstellingen hebben niet de voorkeur. Een garantie geef je op het moment op het snijvlak van zakelijke en particuliere financiering. De scheiding tussen dat het goed gaat. Bij lange looptijden raken deze uit het oog en daarmee particuliere markt en zakelijke markt wordt bij (Nederlandse) banken steeds kunnen ze onverwacht opeens opspelen. En tweede nadelig effect is dat het groter. Particuliere financiering wordt steeds meer aan regels gebonden (o.a. niet disciplineert (niets doen is ook een optie). zorgplicht). Dit leidt tot relatief hoge rentes en/of de inschatting dat financiering Bovendien heeft de gemeente landelijke regelgeving om rekening mee te te risicovol is of het financieren past niet in de bedrijfsvoering vanwege het houden: maatwerk en de daarmee gepaarde hoge afhandelingskosten. = Wet markt en overheid Hypothecaire financiering is in Nederland gericht op individuele koopwoningen. = Verdenking op ongewenste staatsteun Wooncoöperaties zijn hierdoor aangewezen op zakelijke financiering, met als nadelen: de al eerder genoemde hogere rentes en korte looptijden leningen (5-10 In de komende tijd gaan we verder uitzoeken welke vorm van achtervang en jaar) en het ontbreken van de mogelijkheid om annuïtair af te lossen. terugvaloptie bij faillissement door gemeente wel mogelijk en wenselijk is: Wooncoöperaties bouwen wel (een deel van) de woningen in het sociale Solidariteitsfonds, Lening door gemeente, Opstal in erfpacht uitgeven, etc. huursegment maar kunnen geen gebruik maken van gunstige Hierin nemen we mee welke zekerheden banken (minimaal) nodig hebben. leningsvoorwaarden en garantiestellingen die wel gelden voor toegelaten Hiervoor maken we een ronde langs meerdere banken. instellingen. Daardoor ontstaat een aantal knelpunten: moeite met financiering plankosten (bij nieuwbouw), moeite met vinden van andere bronnen van financiering (bank geeft max. 70%), beperkte beschikbaarheid van eigen vermogen, hogere rentes en kortere looptijden dan bij hypothecaire lening. 3. De weg naar meer wooncoöperaties Ad ee. © Ad Mogelijke kans: De Amsterdamse Wooncoöperatie Maatschappij Het verdient de aanbeveling om de optie te verkennen voor de oprichting van een Amsterdamse Wooncoöperatie Maatschappij (AWM), zowel voor bestaande bouw als voor nieuwbouw. Een corporatie verkoopt dan het vastgoed niet aan de wooncoöperatie, maar aan de AWM. De AWM wordt bestuurd door deelnemende corporaties, de gemeente en de deelnemende wooncoöperaties, De AWM regelt de financiering en houdt toezicht op naleving van de Amsterdamse wooncoöperatiestandaard. Naarmate meer initiatieven gerealiseerd worden en meer wooncoöperaties deel nemen aan de AWM, doen de gemeente en corporaties stappen terug. De AWM wordt steeds meer een koepel van de wooncoöperaties zelf om uiteindelijk alleen bestuurd te worden door alle deelnemende wooncoöperaties. De AWM kan ook een rol spelen in nieuwbouw, transformatie en ontwikkelbuurten bij het realiseren van sociaal segment. Redenen om mogelijk de AWM te starten zijn: = Het biedt initiatieven een ondersteunende structuur en financiering die het voor hen makkelijker maakt zonder zeggenschap kwijt te raken; = Het neemt mogelijk koudwatervrees bij de woningcorporaties weg. Vastgoed wordt niet aan initiatieven overgedragen, maar aan de AWM; = De AWM biedt een structuur die langer mee gaat en daarmee ondersteunend is aan langetermijndoelstellingen. 4, Acties en mijlpalen 2019-2040 A. Acties en mijlpalen 2019-2040 Ad ® De komende tijd gaan we aan de slag met de volgende acties Actieprogramma Vervolgproces kwartiermaker Dit document is ook te beschouwen als de startnotitie voor een langer lopend Kwartiermaker wooncoöperaties gaat door tot en met december. Taken: Actieprogramma. We zijn nog wel even bezig. Er moeten concrete locaties = meedenken en mee-organiseren publieke consultatie en communicatie gevonden worden. Randvoorwaarden dienen verder uitgewerkt worden. Nieuwe = inhoudelijk meedenken bij alle opgesomde uitwerkingen beleidsregels moeten bekrachtigd worden. Een ondersteuningsstructuur voor = trekken overkoepelende werkgroep voor ‘Amsterdamse standaard’ initiatieven moet worden opgebouwd. = bewaken voortgang van de uitwerkingen Dit dient geborgd te worden in de organisatie. In een volgende fase bedenken we = gesprekken met partijen in transformatiegebieden hoe deze borging het beste vorm kan krijgen. Op een wijze waarbij de ambitie en = nieuwe ronde met corporaties gericht op het zoeken naar consensus (in voortgang zichtbaar en controleerbaar blijven. Tegelijk zal borging ook vragen nauwe afstemming met traject prestatieafspraken) om extra capaciteit. Niet alles kan in de lijn geregeld worden. Voor het uitwerken = voorbereiden bestuurlijk besluitvorming uitwerkingen van de randvoorwaarden is tijdelijk extra inzet nodig, maar andere zaken vragen om structurele capaciteit. In een volgende fase wordt dit scherper in beeld Vervolgproces, gemeentelijke inzet gebracht. Het is niet alleen de gemeente die meer in beweging moet komen. Dat De vier routes worden in portefeuille genomen door een ambtelijk trekker. Dit geldt ook voor andere stakeholders. Dit vraagt ook om een goed heeft een structureel karakter. communicatieplan zodat alle relevante partijen bereikt worden. Daarnaast gaan 3 mensen tijdelijk aan de slag voor de uitwerkingen onder regie van de kwartiermaker. Deze zijn: Augustus - November 2019 = _ Uitwerker Huisvestingsverordening/Doelgroepenverordening = Uitzoeken en uitwerken van voorstellen in dit document = _Uitwerker Erfpacht en grondwaarde = __ Communiceren over ambities van de gemeente = __Uitwerker Financiering en waardebepaling bestaand vastgoed = Uitvoeren van onderzoek naar doelgroep wooncoöperaties en behoeften = Inventariseren aantal concrete locaties voor realiseren kortetermijnambities Daarnaast zal het nodig zijn om voor de ondersteuning bij specifieke in nieuwbouw en bestaande bouw, zo mogelijk in gang zetten locaties/projecten capaciteit te organiseren. Hier wordt aan gewerkt. = __ Afstemming met proces van prestatieafspraken, meedenken over Tot slot zijn er twee accountmanager(s) wooncoöperaties, één binnen gemeentelijke inzet en de wijze waarop overeenstemming met corporaties gemeente en één iemand van [WOON, Samen met hen wordt uitgewerkt hoe bereikt kan worden een professionele ondersteuningsstructuur voor initiatieven wordt opgebouwd. November/December 2019 = _ Doorlopen van bestuurlijke besluitvorming op een aantal cruciale punten Rapporteren Elk half jaar zal gerapporteerd worden over de voortgang. Bijlage 1. Betrokken personen Bijlage 1. Betrokken personen Betrokken personen Bij de totstandkoming van dit plan zijn tussen april en juni 2019 medewerkers uit Om informatie op te halen en te werken aan draagvlak, zijn gesprekken verschillende onderdelen van de organisatie betrokken geweest. gevoerd met een brede vertegenwoordiging van partijen. Kernteam Gesprekken gevoerd met: Maarten van Poelgeest Jeannette Kuipers - Stichting [WOON Marije Raap - Federatie Amsterdamse Huurdersorganisaties (FAH) Jane Fain - Amasterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) - Platform Wooncoöperaties Amsterdam Projectteam - de Amsterdamsche Coöperatieve Woningvereeniging ‘Samenwerking’ Ingrid Turpijn Sandra Hermans - Public Value Liset Reinecke -Van Nimwegen Angelique Bor - Rotterdams Woongenootschap Elly van Sluijs Yvonne Grooten - Stadgenoot Clemens Mol -Eigen Haard Caja Oudemans -Rochdale Ivo Hamelynck -De Key Simina Jonker - Woonzorg Nederland Monique Brok -Habion - Ymere Ambtelijk opdrachtgevers - De Alliantie Max van Engen -DUWO Pierre van Rossum - Ministerie van BZK
Onderzoeksrapport
38
train
VN2023-023340 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA Zo Jeugd en % Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 22 november 2023 Ter advisering aan de raad Portefeuille Jeugd({zorg) Agendapunt 5 Datum besluit College van B&W, 17 oktober 2023 Onderwerp Instemmen met de raadsvoordracht over ‘Verordening tot wijziging van de Verordening verlening uitsluitend recht aan de Stichting Ouder- en Kindteams (OKT)'. De commissie wordt gevraagd 1. In te stemmen met de raadsvoordracht over de “Verordening tot wijziging van de Verordening uitsluitend recht aan de Stichting Ouder en Kindteams Amsterdam”. Wettelijke grondslag Artikel 149 van de Gemeentewet en de artikel 2.9, 2.12 en 8.1.1 derde lid van de Jeugdwet en artikel 8b van de Regeling Jeugdwet. Bestuurlijke achtergrond - 4 maart 2014: collegebesluit voor het instellen van een Joint Venture voor de organisatie van het OKT. -8 mei 2018: college stemt in met: * het oprichten van de Stichting OKT Amsterdam en het sluiten van een inkoopovereenkomst met de Stichting; * het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst met Stichting OKT, de GGD jeugdgezondheidszorg en de Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG) Zorgontwikkeling BV. - 28 juni 2018 heeft de gemeenteraad verklaard geen wensen en bedenkingen te hebben tegen de oprichting van de Stichting OKT Amsterdam en heeft de Verordening verlening uitsluitend recht Stichting OKT vastgesteld. -15 september 2020 heeft het college ingestemd met de invlechting van SamenDOEN in de Stichting OKT en het sluiten van een addendum bij de inkoopovereenkomst met de Stichting. - 21 november 2020 heeft de gemeenteraad de Verordening tot wijziging van de Verordening verlening uitsluitend recht Stichting OKT vastgesteld. - Op 11 juli 2023 heeft het college ingestemd met het voorbereiden van een nieuwe inkoopovereenkomst tussen de gemeente en Stichting OKT voor de periode 2024-2029. - Op 17 oktober 2023 heeft het college ingestemd met de inkoopovereenkomst 2024-2029 en bijbehorende bijlagen. Reden bespreking In 2018 heeft de gemeenteraad ingestemd met de oprichting van Stichting OKT Amsterdam en het verlenen van een uitsluitend recht aan de Stichting. Het verlenen van het uitsluitend recht is gerealiseerd door vaststellen van de Verordening verlening uitsluitend recht aan Stichting OKT Gegenereerd: vl.21 1 VN2023-023340 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: - OZA Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 22 november 2023 Ter advisering aan de raad door de gemeenteraad. De Verordening geeft het college de bevoegdheid om met Stichting OKT een overeenkomst te sluiten voor het uitvoeren van dienstverlening op het gebied van basis jeugdhulp. Het alleenrecht, ook wel uitsluitend recht genoemd, is een vitzondering in de Aanbestedingswet 2012 op grond waarvan een opdracht gegund kan worden aan een specifieke partij zonder daarvoor een aanbestedingsprocedure te doorlopen. De alleenrechtconstructie biedt, na vitgebreid (juridisch) onderzoek naar alternatieve vormen zoals subsidiëren en aanbesteden, de meest stabiele gunningsvorm ten behoeve van de continuïteit van de Stichting OKT als belangrijke partner en spil in het jeugdstelsel. De bestaande inkoopovereenkomst 2019-2023 eindigt per 31 december aanstaande. Het college heeft op 17 oktober jl. besloten opnieuw een overeenkomst te sluiten met Stichting OKT. De opdracht aan Stichting OKT is in de nieuwe overeenkomst uitgebreid met taken op het gebied van het coördineren van preventieve (jeugdhulp}activiteiten in de wijk. Daarmee wordt de preventieve rol van het OKT versterkt en de taak van het OKT om preventieve activiteiten in samenhang met het aanbod Aanvullende Preventie Opvoeden en Opgroeien (APOO) en partners in de sociale basis te organiseren. Deze ontwikkeling draagt bij aan het versimpelen van het Amsterdamse Jeugdstelsel, daar waar nu verschillend aanbod te gefragmenteerd bij verschillende partijen is belegd. Daarnaast is er een taakuitbreiding op het bieden van basis jeugdhulp aan gezinnen met onveilige opvoedsitvaties. Deze taakverbreding hangt samen met de voorbereidingen die worden getroffen in het kader van het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming. Daarbij krijgen lokale teams de opdracht om de vrijwillige jeugdbeschermingszaken over te nemen van de Gecertificeerde Instellingen. Vanwege deze uitbreiding is wijziging van de Verordening over het alleenrecht noodzakelijk. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.21 2 VN2023-023340 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZA ij msterdam Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 22 november 2023 Ter advisering aan de raad AD2023-081750 1.Raadsvoordracht OKT uitsluitend recht raad nov 2023 (oo2).docx (msw12) 2. BEKENDM. Wijziging Verordening verlening uitsluitend recht OKT AD2023-080379 Stichting.docx (msw22) AD2023-080378 Commissie OZA Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZD, Jeugd en Zorg, Renee Schuit, [email protected], 06-18728395 OJZD, Jeugd en Zorg, Jaap Lemereis; j.lemereis@&amsterdam.nl, 06-10266086. Gegenereerd: vl.21 3
Voordracht
3
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 481 Publicatiedatum 17 mei 2019 Ingekomen onder N Ingekomen op donderdag 9 mei 2019 Behandeld op donderdag 9 mei 2019 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Boomsma en Marttin inzake de “Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam” (maak medezeggenschap inzichtelijk) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de “Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam” van het OSVO (Gemeenteblad afd. 1, nr. 434). - de Onderwijsagenda het fundament vormt van het Regionaal Plan Onderwijs (RPO) en voornemens bevat die betrekking hebben op schoolbesturen en op individuele scholen, zeker op locaties waar veranderingen zijn voorzien; - de wet Medezeggenschap vereist dat deze plaatsvindt op belangrijke beslissingen, waaronder de voornemens die moeten leiden tot een RPO:; - goede medezeggenschap leidt tot beter bestuur: - de medezeggenschap plaats moet vinden op het organisatieniveau waar de voornemens betrekking op hebben, op schoolniveau waar het gaat om concrete belangrijke veranderingen per school, en eventueel ook op bovenschools niveau bij voor meerdere scholen geldende voornemens; - tot dusverre niet duidelijk is of medezeggenschap plaatsvindt; - het goed is dat bij belangrijke voornemens, waaronder soms ook moeilijke of pijnlijke keuzes, medezeggenschap plaatsvindt; - de agenda wordt opgesteld door schoolbesturen waarbij met de gemeente een op overeenstemming gericht overleg moet worden gevoerd (00GO), Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Om als voorwaarde voor de te bereiken overeenstemming tussen gemeente en samenwerkende bevoegde gezagsorganen over het regionaal plan onderwijsvoorzieningen 2020-2025 (RPO) te stellen dat een overzicht wordt gegeven waarin per school waar een belangrijke verandering plaatsvindt staat hoe de medezeggenschap is verlopen. De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma A.A.M. Marttin 1
Motie
1
discard
> < Gemeente Amsterdam Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap CC: Vaste kamercommissie OCW, woordvoerders onderwijs Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Datum 2 juli 2020 Behandeld door P_ Euwe Onderwerp Studiefinanciering als gift voor afgestudeerde pabo studenten Geachte minister van Engelshoven, Amsterdamse studenten die ik spreek zijn onverdeeld positief over de halvering van het collegegeld in het eerste en tweede jaar voor alle lerarenopleidingen. Dit geldt ook voor de korting op het collegegeld bij het volgen van een tweede lerarenopleiding. Ze geven bijvoorbeeld aan dat door deze korting het volgen van een lerarenopleiding binnen hun financiële bereik lag. Ik ben verheugd met deze besluiten die maken dat het wel of niet leraar worden minder afhankelijk is van je financiële situatie, of die van je familie. Vanwege het nijpende lerarentekort en de positieve effecten van deze korting op het collegegeld, is in de gemeenteraad een motie van de partij DENK aangenomen die het college van B&W verzoekt een oproep aan het kabinet te doen om de studiefinanciering van pabo studenten om te zetten naar een gift bij het behalen van een diploma. De indieners constateren daarnaast dat het lerarentekort kansenongelijkheid in de hand werkt, en het leenstelsel jongeren ervan weerhoudt te studeren. Ondanks de kortingen op het collegegeld en de hogere toestroom van circa 11% zien we dat de aanmeldingen voor de pabo's nog steeds achterblijven op de grote vraag naar nieuwe leraren. Het wegnemen van financiële drempels heeft naar verwachting ook een positief effect op de diversiteit onder pabostudenten. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 2 juli 2020 Pagina 2 van 2 Ik hoop dat u het wegnemen van financiële drempels, door de studiefinanciering van afgestudeerde pabo studenten om te zetten naar een gift, wilt overwegen. Amsterdam stelt zich graag ter beschikking om een pilot mogelijk te maken. Met vriendelijke groet, | A ) ko HY ee SS A Marjolein Moorman Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
discard
kr 5007100 X Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO Duurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 22 maart 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Ruimtelijke Ordening Agendapunt 8 Datum besluit College van B en W 31 januari 2023 Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief van motie 168 d.d. 17 februari 2022 van de raadsleden Boomsma (CDA) en Ernsting (GL) en voormalige raadsleden Van Lammeren (PvdD) en Van Soest (PvdO) inzake inventariseer kansen voor en stuur op nieuwe ligplaatsen. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 168 van de leden Boomsma (CDA) en Ernsting (GroenLinks) en de voormalige leden Van Lammeren (Partij voor de Dieren) en Van Soest (Partij van de Ouderen) inzake inventariseer kansen voor en stuur op nieuwe ligplaatsen. Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Op 17 februari 2022 heeft de raad bij de bespreking van de protocollen over woonbootverplaatsingen motie 168 aangenomen van van de leden Boomsma (CDA) en Ernsting (GroenLinks) en de voormalige leden Van Lammeren (Partij voor de Dieren) en Van Soest (Partij van de Ouderen) inzake inventariseer kansen voor en stuur op nieuwe ligplaatsen, waarin het college wordt gevraagd om (let op, noem alle verzoeken!): 1. Te inventariseren op welke plekken in de stad nog ruimte is en waar kansen liggen voor het creëren van extra tijdelijke en permanente ligplaatsen 2. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in een vroeg stadium de kansen te onderzoeken voor en te sturen op het creëren van nieuwe ligplaatsen voor woonboten 3. Daarbij te bezien of nieuwe ligplaatsen eerst kunnen worden gereserveerd voor de mogelijke verplaatsing. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.5 1 VN2023-007100 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van 22 maart 2023 Ter bespreking en ter kennisneming N.v.t. Geheimhouding N.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies N.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, motie 168.22. Welke stukken treft v aan? 1. Motie Boomsma c.s. inventariseer kansen voor en stuur op nieuwe AD2023-017444 ‚ ligplaatsen.pdf (pdf) AD2023-017445 2. Raadsinformatiebrief_afhandeling_motie168 ligplaatsen.pdf (pdf) AD2023-017446 | Commissie RO (a) Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Chris Rümke, bestuurszaken.RD @amsterdam.nl Gegenereerd: vl.5 2
Voordracht
2
val
Bijlage jurisprudentie-overzicht en bufferzones in het buitenland inzake demonstraties bij abortusklinieken Rb. Limburg 5 maart 2019 (voorlopige voorziening *) Allereerst overweegt de rechtbank Limburg in 2019* dat de maatregel dat demonstranten aan de overkant van de kliniek dienen te staan proportioneel is, onder andere omdat het nog voldoende binnen zicht- en geluidsafstand van de abortuskliniek is. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester het besluit niet heeft kunnen nemen op basis van de bescherming van de gezondheid of het belang van het verkeer, maar wel ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Daarbij acht de rechter van belang dat betogers tijdens eerdere demonstraties bezoeksters actief benaderden, hetgeen de betrokken vrouwen als zeer hinderlijk hadden ervaren, en dat een van de betogers zich tijdens een eerdere demonstratie niet aan de voorschriften had gehouden. De burgemeester heeft betrokken dat de receptioniste van de abortuskliniek de politie om bijstand verzocht, omdat bezoeksters van de abortuskliniek onheus worden bejegend. Rb. Noord-Holland 21 juli 2020 (voorlopige voorziening *) In een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland in 2020? oordeelt de rechter nogmaals dat het voorschrift dat demonstranten aan de overzijde van de abortuskliniek in Heemstede staan is gerechtvaardigd. De burgemeester heeft betrokken dat de gemeente van omwonenden en de kliniek meldingen heeft ontvangen dat de wijze van demonstreren als hinderlijk en intimiderend wordt ervaren. Vooral het direct aanspreken en folders in de handen drukken van voorbijgangers, bezoeksters en personeel van de kliniek wordt als intimiderend ervaren. Deze stellingen zijn onderbouwd met meldingen van de abortuskliniek, politiemeldingen en enkele foto’s. Het als onderdeel van een demonstratie gemeenschappelijk aanspreken van bezoekers op hun individuele gebruik van de abortuskliniek is volgens de rechter een wanordelijkheid die een beperking rechtvaardigt, omdat dit gedrag bezoekers van de abortuskliniek onevenredig hindert in het vitoefenen van hun rechten uit de Wet afbreking zwangerschap. Vanaf de overkant van de kliniek kunnen de demonstranten hun gemeenschappelijke mening bovendien nog voldoende laten horen. Daarnaast overweegt de rechter in deze uitspraak dat het aanspreken van individvele bezoekers ‘niet meer het uitdragen van een maatschappelijk probleem, maar het aankaarten van een individuele zaak bij een individueel persoon’ betreft en daarom niet meer onder het demonstratierecht valt. Bij deze laatste overweging, dat het individueel aanspreken van kliniekbezoekers niet meer onder het demonstratierecht zou vallen, worden door rechtswetenschappers kritische kanttekeningen geplaatst. Ook in de latere rechtszaken wordt deze redenering niet herhaald. Rb. Midden-Nederland 12 april 2021 (voorlopige voorziening *) Zo oordeelt de rechtbank Midden-Nederland in een latere uitspraak uit 20213 dat het feit dat anti- abortusdemonstranten flyers uitdelen en daarbij bezoekers van de abortuskliniek aanspreken niet maakt dat er geen sprake is van een beschermde demonstratie. Het betreft in deze zaak een besluit van de burgemeester van Almere, die ter voorkoming van wanordelijkheden onder andere de beperking stelde dat anti- abortusdemonstranten enkel folders aan kliniekbezoekers aan mochten bieden, zonder hen daarbij persoonlijk aan te spreken. De rechter overweegt dat er geen sprake was van een reële vrees voor wanordelijkheden. Demonstraties voor de abortuskliniek vonden in Almere al jaren zonder incidenten plaats. Bovendien was niet gebleken dat er door de demonstraties een sitvatie was ontstaan waarin bezoekers van de kliniek niet langer ongestoord gebruik konden maken van hun rechten vit de Wet afbreking zwangerschap. Rb. Midden-Nederland 3 augustus 2022 (bodemprocedure **) +Rb. Limburg (vzr.) 5 maart 2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:2138. * Rb. Noord-Holland (vzr.) 21 juli 2020, ECLI:NLRBNHO:2020:5579. 3 Rb. Midden-Nederland (vzr.) 12 april 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:1436. Tot slot blijkt vit een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland* dat grotere bufferzones door de rechter niet zonder meer worden geaccepteerd. Het betreft in deze zaak een afstandsbeperking van 7o meter vanaf de abortuskliniek in Utrecht, waar een laad- en loszone als demonstratielocatie was aangewezen. Volgens de rechter had de burgemeester onvoldoende gemotiveerd waarom een minder vergaande beperking, namelijk op een van de parkeervakken tegenover de kliniek, niet geschikt was. Bufferzones in het buitenland Gelet op het juridische kader kunnen bufferzones in Nederland niet zomaar worden vergeleken met de bufferzones die in sommige andere landen zijn ingevoerd. In de Commissie Algemene Zaken is aan de orde gekomen dat andere landen, zoals Canada, grotere bufferzones rondom abortusklinieken hebben ingesteld. Daarnaast werd verwezen naar bufferzones in de Verenigde Staten. Nog los van de huidige situatie omtrent de legalisatie van abortus in de Verenigde Staten, blijkt vit juridisch onderzoek dat de bufferzones die daar worden opgelegd maximaal 11 meter bedragen. Daarmee betreffen dit geen grotere afstandsbeperkingen dan in Amsterdam wordt gehanteerd. Ook andere Angelsaksische landen, zoals Engeland en Australië, kennen (grotere) bufferzones. Relevant is dat deze landen een ander rechtsstelsel dan Nederland kennen, en bovendien niet allemaal dezelfde (inter)nationaalrechtelijke verplichtingen hebben als Nederland — denk aan een Grondwet of het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. *Een voorlopige voorziening is een voorlopige beslissing in spoedeisende zaken die gezien kan worden als tijdelijke regeling tot de eindbeslissing er is. ** Een bodemprocedure is de gerechtelijke procedure waarin een juridisch geschil definitief wordt beslist. 4 Rb. Midden-Nederland 3 augustus 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:3095.
Brief
2
train
Bezoekadres 4 Gemeente ae Am ste rd am 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > 4 amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum 14 november 2019 Behandeld door Directie OJZD/Onderwijs, S. Bauchant E-mail [email protected] Onderwerp Afhandeling van de motie (3221/14-03-2018) van raadsleden Flentge C.S. inzake Amsterdamse afspraken over de vrijwillige ouderbijdrage en motie (55/23-01-2019) van raadsleden Marttin en Boomsma inzake het evalueren van de toepassing van de weigeringsgrond ‘vrijwillige ouderbijdrage’. Geachte raadsleden, De vrijwillige ouderbijdrage is een bijdrage met een onverplicht karakter die door een school gevraagd wordt voor zaken en activiteiten die niet vanuit de Rijksbijdrage kan worden bekostigd. Hoewel de ouderbijdrage vrijwillig is, en ouders geen afdwingbare betalingsplicht hebben, is de praktijk toch vaak dat door bepaalde ouders geen vrijwilligheid wordt ervaren. De groepsdruk, de sociale dwang, alsmede de wens om hun kind volwaardig aan het onderwijs op de school te laten deelnemen, maken dat deze ouders onvoldoende ruimte zien om zich tegen de ouderbijdrage te verzetten. De gemeente ziet een hoge ouderbijdrage als een drempel voor ouders om hun kind ‘ aan te melden voor een school. Deze drempel vergroot de kansenongelijkheid, en dat vindt het college zorgelijk. Daarom heeft het college besloten om vanaf aankomend schooljaar subsidies te weigeren aan scholen die een te hoge ouderbijdrage vragen. Uw raad heeft eerder bij de bespreking van de brief over afspraken van Amsterdamse schoolbesturen over de vrijwillige ouderbijdrage* de motie® aangenomen van raadsleden Flentge, Mbarki en Blom. De motie verzoekt het college om: 1. Opnieuw met schoolbesturen om tafel te gaan met als doel de ouderbijdrage te verlagen tot maximaal €50,-. | 2. Ook voor het voortgezet onderwijs een maximering van de ouderbijdrage nat te streven die | ruim onder het huidige stedelijke gemiddelde ligt. Ook heeft uw raad bij de vaststelling van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid Gemeenteblad afd. a, nr. 251 2 Motie 321/14-03-2018 Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam november 2019 Pagina 2 van 4 | Amsterdam 2019 (VloA 2019) in januari 2019 de motie aangenomen van raadsleden Marttin en | Boomsma. De motie verzoekt het college om: | De effecten en gevolgen van de weigeringsgrond, waarmee subsidies voor onderwijsvoorzieningen kunnen worden ingetrokken bij scholen die een vrijwillige ouderbijdrage van gemiddeld € 225 of hoger per leerling vragen, vanaf schooljaar 2020-2021 jaarlijks te evalueren en de raad hierover te informeren. Met deze brief informeer ik u over hoe het college vitwerking geeft aan deze moties en beschouw deze daarmee als afgehandeld. Weigeringsgrond ‘vrijwillige ouderbijdrage’ in VloA 2019 In januari 2019 heeft uw raad besloten een weigeringsgrond in de VloA 2019 in te voeren, na een positief advies van Professor P.J). Zoontjens®. De weigeringsgrond“ bepaalt dat het college subsidies geheel of gedeeltelijk kan weigeren als een basisschool per schooljaar een gemiddelde vrijwillige ouderbijdrage ontvangt die hoger is dan €225,-. Deze weigeringsgrond is van invloed op subsidies met een langdurig karakter. Het college past de weigeringsgrond pas toe vanaf schooljaar 2020-2021. Hiermee krijgen schoolbesturen en scholen de mogelijkheid om de vrijwillige ouderbijdrage naar beneden bij te stellen. Gemiddeld ontvangen ouderbijdrage blijkt ongeschikte maat Op basis van een uitvraag in de aanvraagronde voor onderwijssubsidies schooljaar 2018-2019 en een gesprek met de voorzitters van de Stichting Federatie éénpitters Amsterdam Zuid-Centrum - en de Stichting Geert Groote Scholen in oktober heeft het college geconcludeerd dat de | gemiddelde ontvangen ouderbijdrage een onduidelijke, ingewikkelde en moeilijk controleerbare maat is om de weigeringsgrond op toe te passen. Het college is daarom voornemens om de gemeenteraad in januari 2020 te vragen in te stemmen met een aanpassing van de weigeringsgrond zodat het college aanvragen kan weigeren op basis van de gevraagde vrijwillige ouderbijdrage in plaats van de gemiddeld ontvangen vrijwillige ouderbijdrage. De gevraagde vrijwillige ouderbijdrage is een duidelijkere, eenvoudige en transparante manier om de weigeringsgrond toe te passen. Toepassing weigeringsgrond vanaf schooljaar 2020-2021 Voor schoolbesturen betekent deze wijziging dat zij in de aanvraagperiode voor onderwijssubsidies voor schooljaar 2020-2021 zullen moeten aantonen hoe scholen de gevraagde vrijwillige ouderbijdrage communiceren aan ouders, bijvoorbeeld via een passage in de schoolgids. Bij vaststelling van de wijziging zal het college de weigeringsgrond toepassen door alle subsidies, met uitzondering van de subsidie voor Nieuwkomersgroepenf en de subsidie voor | Tegemoetkoming voor schoolgebouwen met overdimensionering en voor schoolgebouwen in de | fijnstofzone?, volledig te weigeren voor basisscholen die een vrijwillige ouderbijdrage vragen die hoger ligt dan €225,- per leerling. Deze basisscholen kunnen wel nog gebruik maken van de 3 Gemeenteraad 23 januari 2019, agendapunt 21: Vaststellen van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid Amsterdam 2019 (bijlage: Juridisch advies) 4 Artikel 7, tweede lid aanhef en onder c. van de VloA 2019. s Gemeenteraad janvari 2020 ° Artikel 6.3, tweede lid van Bijlage 3 Voorzieningen Kansengelijkheid van VloA 2019 7 Hoofdstuk 2 van Bijlage 5 Materiële voorzieningen van Vlo 2419 | Gemeente Amsterdam november 2019 | Pagina 3 van 4 | Amsterdamse voorzieningen in natura®. De voorgenomen wijziging kan rekenen op draagvlag van het merendeel van de schoolbesturen, maar mogelijk niet van alle schoolbesturen. Evaluatie Het is belangrijk dat het college gaat monitoren welke schoolbesturen hun beleid aanpassen op basis van deze weigeringsgrond en hen bevragen op de gevolgen. Ook de scholen die op basis van deze weigeringsgrond geen gemeentelijke onderwijssubsidies ontvangen worden gevolgd. Na afloop van schooljaar 2020-2021 wordt de evaluatie afgerond. Na het zomerreces wordt v over de uitkomsten geïnformeerd. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie (55) van raadsleden Marttin en Boomsma. Halvering van maximale gevraagde ouderbijdrage na één schooljaar Ik ben namens het college opnieuw in gesprek gegaan met een vertegenwoordiging van schoolbesturen via het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO) over het omlaag brengen van de gevraagde ouderbijdrage. Hiermee geeft het college uitvoering aan deel 1 van motie (322) van raadsleden Flentge C.S. Ik heb bij de schoolbesturen aangekondigd dat het college voornemens is om de maxirnaal gevraagde ouderbijdrage in de weigeringsgrond van de VloA 2019 in januari 2021 te verlagen naar €112,-. Het BBO geeft aan dat de meerderheid van de schoolbesturen de Amsterdamse afspraken van het BBO onderschrijven en al een vrijwillige ouderbijdrage vragen die ver onder de huidige gemeentelijke grens van €225,- ligt (in januari 2019 opgenomen als weigeringsgrond van de VloA). De meeste schoolbesturen staan achter deze halvering. Ondanks dat hiermee niet de in de motie voorgestelde verlaging tote5o is bereikt, is het een volgende gezamenlijke stap in die richting. Het college is voornemens de halvering toe te passen vanaf schooljaar 2021-2022. Stand van zaken in het voortgezet onderwijs Ik heb ook gesprekken gevoerd over de vrijwillige ouderbijdrage met de vereniging van schoolbesturen in het Amsterdamse voortgezet (speciaal) onderwijs de (OSVO). Hiermee geeft het college vitvoering aan deel 2 van motie (322) van raadsleden Flentge C.S..OSVO heeft aangegeven de sectorafspraken van de VO-raad te omarmen. Dat betekent dat zij vanaf volgend | schooljaar helder zijn over de besteding van de ouderbijdrage en een kortings- dan wel | kwijtscheldingsregeling hebben, die eveneens in de schoolgids vermeld wordt, om alle vormen van uitsluiting van leerlingen te voorkomen. Tegelijk wil het OSVO nog een stap verder gaan en verdere afspraken maken. Als eerste actie gaan zij gezamenlijk inventariseren hoe zij de sectorafspraken naleven en implementeren. Ik ben blij met deze eerste stap maar blijf het OSVO bevragen op de verdere acties die zij op dit terrein gaat nemen. Ik volg dit op de voet. $ Cultuurvouchers en basispakket cultuureducatie, Schoolzwemmen, Schooltvinprogramma en natuur-& milieveducatie en Verkeerseducatie 9 Op 29 november 2017 hebben schoolbesturen verenigd in het BBO Amsterdamse afspraken gemaakt over de vrijwillige ouderbijdrage in het primair onderwijs. Gemeente Amsterdam november 2019 Pagina 4 van 4 Een hoge vrijwillige ouderbijdrage mag geen drempel vormen voor een ouder bij het kiezen van een school. Daarnaast mag het niet betalen van een vrijwillige ouderbijdrage nooit leiden tot | uitsluiting van een leerling. Dat is ook waarom we eerder dit jaar hebben geregeld dat ouders met | een laag inkomen op vrijwel alle basisscholen de vrijwillige ouderbijdrage kunnen betalen via de Stadspas. Ik ben blij dat ik namens het college in samenspraak met de schoolbesturen al een flinke stap heb kunnen zetten om de ongewenste effecten van de ouderbijdrage te verkleinen. Ik zal de Amsterdamse schoolbesturen blijven bevragen op dit thema zodat het hoog op de agenda blijft. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet namens het College van Burgemeester en Wethouders, / Ee AN Arid ALD | Marjolein 1D — Wethouder-Onderwijs ———— W | | |
Motie
4
discard
TUE ESE — en ar En = en . ere DEEL 1 al gemert RIS: A Ë MINDER BETALEN! a. nn E NE TE Nr | EZ N- | EN Td EE \ pee AS , ee Te cranes L: | , E zm EL - MK B gn CS Ed reen | iere L n: q EN Mh de nn en Í If „Ame E — k Dn es en Er | | | nn a EE zij ee Es VE sald km ar Te rt pe Ke En NE En a hef De B Bn be ne mn IRG U En en 5 hi \ 4 De n à gr pg 4 : Dt line an ee ka % hi a - Le : kn Menge 7 2 ee Er U ee et F7 2 pr 8 8 need RT À q Pe \ b ze ee ln . dk ie à , e Ï & ei ET Pp il kN e : Zee TEN ij ids ee tz 5 d - gE Sl did ek he EE Kad y ET EN NN 5 Pe = PA En = Ee ee: al NER a ú dei ha F] 5 - ef Kee A dE Sch Me 1 EN ed _ SE Se a ike er Gn Ns L Ee L " nn on N Re Se Ss Ee AN 5 De EE rg 5 é* e fl E wi Ke p 6 ad ik ee Ve ; . - e ZE : R kn Ee 4 E | Me a, a KE Sj mn B je ee - De Ge Pd 8 p jy TN pe ND ' ’ ee Kil k Ì Sg DE RS hs EE Si sr pe ek d ng ee Ee f AS rs zie op ES af y aaf ke daal’ A de Eh 5 ks / kx n n * * Gefinancieerd door: Hot Europese Commissie nn Samenvatting 3 1 Aanleiding en onderzoeksopzet 6 1.1 Aanleiding 6 1.2 Onderzoeksopzet 7 2 Theoretisch kader en achtergrond 8 2.1 Theoretisch kader 8 2.2 Achtergrond 10 3 Resultaten Families & Food 11 3.1 Respons 11 3.2 Individuele factoren 11 3.3 Voedselomgevingen 12 3.3.1 Fysieke voedselomgeving 14 3.3.2 Sociale voedselomgeving 17 3.3.3 Persoonsgerichte voedselomgeving 21 3.4 Routes 24 3.5 Aanpassingen voedselomgeving 25 4 Conclusie en discussie 27 4,1 Discussie 29 Bijlagen 32 Bijlage 1. Heatmap Amsterdam 32 Bijlage 2. Geleerde lessen en voorwaarden onderzoek 34 Samenvatting In Amsterdam heeft 1 op de 5 kinderen en jongeren (in Stadsdeel Zuidoost, Bijlmer Centrum 23% in 20171) overgewicht of obesitas. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat het grote aanbod van ongezond voedsel van invloed is op de consumptie ervan. Om meer inzicht te krijgen in factoren die het eet- en drinkgedrag bepalen, is in november 2019 gestart met het Families & Food project. In dit participatief actieonderzoek staat de invloed van het voedsel- aanbod langs veelgebruikte routes (naar werk, school, vrije tijd) centraal. Aan het onderzoek hebben 21 huishoudens deelgenomen met minimaal één kind in de leeftijd 5-12 jaar, woonachtig in Bijlmer Centrum, Amsterdam Zuidoost. Het project is uitgevoerd in samenwerking met Stichting Alexander en lokale welzijnsorganisaties. Met de resultaten van het onderzoek wordt gekeken of en zo ja hoe de voedselomgeving van Bijlmer Centrum aangepast kan worden om de gezonde(re) voedselkeuze te stimuleren. De situatie waarin een persoon zich bevindt en Fysieke voedselomgeving: omgevingsfactoren bepalen het eet- en drinkgedrag. EE m Bewoners vinden het aanbod ongezonde voeding in Bijlmer e Persoonlijke omstandigheden: Omgevings: Centrum te groot. m Stress bevordert bijvoorbeeld de 00m Er wordt veel thuis gekookt, in verband ongezonde keuze door de hoge mate met hoge kosten van buiten de deur Individuele van toegankelijkheid (bij tijd- en geld- eten. factoren gebrek), de verhoogde eetlust en trek m Aanbod Voedselbank Amsterdam is in ongezond voedsel door een slechte niet gezond genoeg. nachtrust. Persoonsgerichte voedselomgeving: m (Mede)opvoeders onderschatten B _Ongezond voedsel is de makkelijke ongezonde voedselinname van hun keuze door overvloedig aanbod, de kinderen. lage prijs en snelle bereiding. Opvoedstrategie: m Gezonde voeding wordt als duur B Juiste opvoedstrategie met betrek- ervaren. king tot gezonde voeding vraagt tijd, Sociale voedselomgeving: aandacht, geduld, kennis en vaardig- m Boodschappen worden gedaan op heden. Zeker in combinatie met zware basis van aanbiedingen, ongezond persoonlijke omstandigheden is dit voedsel is vaker in de aanbieding. niet eenvoudig. B Kinderen bepalen vaak (mee) wat er wordt gegeten. B Er wordt regelmatig ‘s avonds laat nog eten besteld, terwijl er al een avond- maaltijd is genuttigd. 1 https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/blijven-wij-gezond/programma-amsterdamse-aanpak-gezond/#he0d1a%ad-09c6-4a 3f-8bbd-254fe68b8598 Gewicht en leefstijl van kinderen in Amsterdam, juli 2019. 3 De invloed van de fysieke- en de persoonsgerichte Zeker gezien de invloed die de fysieke voedselom- voedselomgeving blijken de meeste invloed te hebben geving blijkt te hebben op ons koop- en consumptie- op het eet- en drinkgedrag van de respondenten. Om gedrag is het aanpassen van wet- en regelgeving van de resultaten verder te kunnen brengen wordt naar groot belang. aanknopingspunten gekeken om de voedselomgeving De volgende opsomming komt voort uit de ideeën van gezonder te maken. bewoners en een eerste brainstorm met een aantal betrokken professionals. Wat? Door/met wie? nn 1. Voedselomgeving gezonder maken Gezond aanbod Voedselbank Amsterdam, Lokale ondernemers/bestuurders bijvoorbeeld pilot Sociale Supermarkt Wat? Door/met wie? Opvoedondersteuning: bijvoorbeeld kinderen anders Bijvoorbeeld Gezonde School (icm tegengaan van (leren) belonen armoede) en OKT (Ouder- en Kindteams) 2. Patronen doorbreken Stimuleren van gezonde(re) keuze door middel van Lokale ondernemers/bestuurders posters, reclames, activiteiten Meer aanbiedingen voor gezonde voeding Supermarkteigenaren/filiaalmanagers Wat? Door/met wie? Kosten voor gezonde voeding omlaag 3. Wet- en regelgeving Aanbod gezonde voeding versus DER ongezonde voeding in balans Voedsellobby/(inter)nationale overheden Beperken bewerkt voedsel Invloed van routes en routines op lijke omstandigheden die er een (erg) ongezond eet- _ . patroon op na houden. Veel deelnemers zijn afhankelijk eet- en drinkgedrag van de voedselbank. Het aanbod van de Voedselbank Het Abcouderpad is de meest gebruikte verbindings- Amsterdam is niet geheel gezond en laat (afhankelijk weg. Hier bevindt zich echter geen voedselaanbod. per voedselbank) deels de keuze aan de afnemer. Een Het voedselaanbod is gecentreerd in de winkelcentra mogelijke oplossing is de pilot zoals uitgevoerd door Amsterdamse Poort en Venserpolder en World of de Voedselmarkt Zuid, de sociale supermarkt? Om de Food. Behalve het doen van boodschappen hebben gezonde keuze de makkelijke keuze te maken zouden andere routines zoals naar werk, school en vrijetijds- gezonde producten ‘goedkoper’ aangeboden kunnen besteding invloed op het koop- en consumptiege- worden. Ze zouden ook een prominente plek in kunnen drag. Zeker wanneer men rond etenstijd onderweg is, nemen om zo de aandacht te trekken, vergelijkbaar wordt vaak buiten de deur gegeten of afgehaald. Om met de aanbiedingen in de supermarkt. gezonde(re) voedselkeuzes te stimuleren willen de deelnemers onder meer gezonde voedselmarketing . . in de buurt en gezond en goedkoop voedselaanbod Discussie voor lunch en diner. Ook de kinderen van de meeloop- middag zien dat er vooral ongezond eten en drinken in De meeste deelnemers aan het onderzoek geven aan hun buurt te koop is en noemen het vestigen van een dat zij veel thuis koken, de belangrijkste reden hier- ‘Fruitland’ in plaats van snoepwinkels en andere onge- voor is de hoge kosten van buiten de deur eten. Bij zonde winkels als mogelijke oplossing. de keuze voor een supermarkt spelen betaalbaarheid, Als we naar het koop- en consumptiegedrag kijken in kwaliteit en locatie een rol. De meerderheid van de combinatie met domeinen van Positieve Gezondheid respondenten doen hun boodschappen bij verschillende blijkt het moeilijk om hier duidelijke conclusies uit te supermarkten om gebruik te kunnen maken van de trekken. Er zijn deelnemers die zeggen vaker ongezon- aanbiedingen. Vaak wordt er traditioneel gekookt of de keuzes te maken als ze niet lekker in hun vel zitten, zijn traditionele gerechten naar persoonlijke smaak of maar er zijn ook respondenten zonder zware persoon- minder bewerkelijke recepten aangepast. Opvallend is 2 https://amsterdam.voedselbank.org/werken-bij/voedselmarktzuid/ 4 dat er in een aantal huishoudens regelmatig 's avonds laat nog eten wordt besteld, terwijl er al een avond- maaltijd was genuttigd. Bij de keuze voor het avondeten houden veel ouders rekening met de voorkeuren van hun kinderen. Ze geven hen bijvoorbeeld twee opties om uit te kiezen of koken voornamelijk dingen waarvan ze weten dat de kinderen het lusten. Er worden vrij veel manieren genoemd waarmee de deelnemers hun kinderen stimuleren om zowel buiten de deur als thuis gezonde voedselkeuzes te maken. Als er expliciete eetregels worden gehanteerd, gaat het bijvoorbeeld om de hoe- veelheid snoep, wit brood of snacks na het avondeten. Een veel gehoord argument om relatief ongezond eten en drinken te kopen is om de kinderen te belonen en ze weer ‘kind te laten zijn’. Deze opvattingen komen voort uit onze eigen ideeën over wat een beloning is en waar je als kind (on)gelukkig van wordt. De meerderheid van de respondenten vindt het voed- selaanbod in de winkelcentra, naast supermarkten, te duur en het aanbod fastfood te groot. Ze zouden graag een meer gevarieerd en gezonder aanbod in de winkelcentra zien. De belangrijkste redenen om wel eten te bestellen of af te halen zijn gemak en de snel- heid waarmee de maaltijd bereid wordt. Het aanbod (zowel offline als online) snel te bereide, goedkope maaltijden (of voordelig door een aanbieding) is over het algemeen ongezond, waardoor de voedselkeuze per definitie vaak ongezond is. Veel respondenten geven aan vrijwel uitsluitend af te gaan op aanbiedingen bij de aankoop van eten en drinken, ongeacht de locatie en of dit gezond of ongezond aanbod is. Onderzoek wijst uit dat het gezond ‘nudgen’ van consumenten ook daadwerkelijk leidt tot meer gezonde aankopen? Dit betekent niet automatisch dat er minder ongezond aanbod gekocht wordt, maar het principe van ‘verleiden’ werkt dus wel beide kanten op. Reclames voor ongezond aanbod hebben echter de overhand, consumenten ontvan- gen continu pushberichten van de aanbiedingen van fastfoodketens en niet van de gezonde tegenhanger’. Ook hebben supermarkten overwegend hun ongezon- de producten in de aanbieding. Als consument krijg je dus ook bijna de kans niet om een gezonde maaltijd überhaupt te overwegen. Gezonde voeding zou meer gepromoot moeten worden en een veel groter deel moeten uitmaken van het aanbod, offline en online. Zolang het gezonde alternatief niet betaalbaarheid en snel/gemakkelijk en veelvuldig verkrijgbaar is, blijft ongezond snacken de norm. $ https://nagí.nl/projecten/nagf/ga-voor-kleur-lab “Apps zoals To good to go zijn eerder uitzondering dan regel. 5 1 Aanleiding en 1.1 Aanleiding waar mensen met een lage sociaaleconomische status wonen. Het aanbod van fastfood in deze wijken is tus- In Amsterdam heeft 1 op de 5 kinderen en jongeren sen 2004 en 2018 met 57% gestegen, tegenover overgewicht of obesitas. Dit kan ernstige gevolgen 5% groei in wijken waar veel mensen wonen met een hebben voor hun gezondheid op korte en lange ter- hoge sociaaleconomische status. Het vermoeden mijn. Daarom zet de gemeente Amsterdam in op het bestaat dat dit ook voor Amsterdam geldt. Er zijn in voorkomen en terugdringen van overgewicht bij kin- meerdere onderzoeken aanwijzingen gevonden voor deren, met als stip aan op horizon: alle Amsterdamse een causaal en positief verband tussen de nabijheid en kinderen op gezond gewicht in 2033. Om gezond op zichtbaarheid van voedsel op de consumptie. Echter te kunnen groeien is inzet nodig van 1) het kind en de er kunnen geen uitspraken worden gedaan over de ouders/opvoeders zelf, 2) professionals in het onder- aard en richting van het verband tussen de voedsel- wijs, de zorg, welzijn- en buurtorganisaties, sportclubs omgeving en de ontwikkeling van bijvoorbeeld over- en bedrijven en 3) de voedselomgeving gericht op de gewicht en obesitas’?”16, fysieke inrichting van de stad en publieke ruimte en wet- en regelgeving in het kader van eten en drinken. Met het Families & Food project is beoogd inzicht te Met de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG) krijgen in de wijze waarop de voedselomgeving van in- werkt de gemeente Amsterdam samen met andere vloed is op voedselkeuzes van ouders en hun kinderen. partijen aan een gezond gewicht voor de Amsterdam- Deze inzichten vormen de basis voor aanbevelingen en se jeugd. De AAGG richt zich daarbij vooral op een het ontwikkelen van interventies waarmee een gezon- aantal buurten en wijken waar het percentage overge- dere voedselomgeving en/of een gezondere leefstijl wicht en obesitas onder kinderen het hoogst is, zoals van gezinnen bevorderd kan worden. Gezien de het geval is in stadsdeel Zuidoost, en meer specifiek hoogte van de overgewichtscijfers aldaar, is het onder- Bijlmer Centrum (23% in 2017). zoek uitgevoerd in Bijlmer Centrum. Het onderzoek is gefinancierd met de prijs verbonden aan de European De AAGG richt zich op het hele systeem rond het kind. Health Award, uitgereikt aan de AAGG in 20197, Dit betekent dat behalve op school of thuis ook de buurt en de woonomgeving onderdeel van het pro- gramma zijn. Hierbij gaat het om het voedselaanbod en alle verleidingen die dit met zich meebrengt. Ons eetgedrag wordt beïnvloed door de inrichting van de voedselomgeving en draagt door het grote aanbod van ongezonde voeding bij aan de toename van over- gewicht. Uit Rotterdams onderzoekf blijkt dat er vooral een toename van ongezond aanbod is in de wijken 5 https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/blijven-wij-gezond/programma-amsterdamse-aanpak-gezond/#he0d1a%ad-09c6-4a 3f-8bbd-254fe68b8598 Gewicht en leefstijl van kinderen in Amsterdam, juli 2019. 6 Rotterdam een fastfoodparadijs? https://www.cephir.nl/onderzoek/Rotterdam-voedselomgeving_Rapport_CEPHIR_WEB. pdf 7 Caspi CE‚ Sorensen G, Subramanian SV, Kawachi |. The local food environment and diet: A systematic review. Health & place 2012; 18(5):1172-87. $Engler-Stringer R‚ Le H‚, Gerrard A, Muhajarine N. The community and consumer food environment and children's diet: a syste- matic review. BMC Public Health 2014; 14: 522-. ’ Cobb LK, Appel LJ, Franco M, Jones-Smith JC, Nur A, Anderson CAM. The relationship of the local food environment with obesity: A systematic review of methods, study quality and results. Obesity (Silver Spring, Md ) 2015; 23(7): 1331-44. 0 Osei-Assibey G, Dick S, Macdiarmid J, et al. The influence of the food environment on overweight and obesity in young children: a systematic review. BMJ Open 2012; 2(6): e001538. 1 https://ec.europa.eu/health/award/previous_editions/2019/preventing_obesity_in_children_en 6 1.2 Onderzoeksopzet b. Fotodagboek De deelnemers aan het onderzoek zijn gevraagd op Om inzicht te krijgen in de invloed van het voedsel- zeven achtereenvolgende dagen een fotodagboek bij aanbod langs veelgebruikte routes (naar werk, school, te houden. Er zijn zowel foto’s gemaakt van maaltijden vrijetijd) wordt in dit rapport antwoord gegeven op de als van het voedselaanbod op de veelgebruikte routes. volgende vragen: ledere dag is naar aanleiding van de foto's gevraagd 1. Hoe (on)gezond ervaren buurtbewoners hun eigen de volgende vragen te beantwoorden: hoe voel je je voedselomgeving? vandaag (zie figuur 1), waar is de foto genomen?, 2. Wat zijn veelgebruikte routes en welk voedsel- waarom heb je deze foto genomen? aanbod bevindt zich langs de routes? 3. Wat zijn hotspots (voedselaanbieders langs Figuur 1. Mogelijke antwoorden op de vraag: de meest gebruikte route) in de H-buurt en Hoe voel je je vandaag? Amsterdamse Poort? 4. Wat zijn mogelijke aanpassingen in de buurt die \ \ \ \ N kunnen bijdragen aan een gezondere omgeving Ae | (ee | (ee \ Le \ oe \ en/of een gezondere leefstijl van de bewoners? VOV \/ GE S/ SI Om antwoord te geven op de onderzoeksvragen is het G] [2] | Le] Gs] onderzoek als volgt vormgegeven: Niet zo goed Redelijk Neutraal Goed Zeer goed a. Intake en weekrooster; b. Fotodagboek; c. _Meelopen veelgebruikte routes; c. Meelopen veelgebruikte routes d. Meeloopmiddag stadsdeelvoorzitter; \dealiter zijn tijdens de week van het fotodagboek, e. Diepte-interviews. twee meeloopmomenten (1 doordeweeks en 1 in het weekend) ingepland. Afhankelijk van gewoonten en de Het design van dit onderzoek is gebaseerd op het rol die de kinderen spelen in de aankoop en consump- gelijknamige project dat in Londen in opdracht van tie van voedsel liepen zij mee. De routes zijn middels de Guy's & St Thomas’ Charity is uitgevoerd!?. Google My Maps in kaart gebracht. Het Families & Food project is uitgevoerd in de periode van november 2019 tot en met november d. Meeloopmiddag stadsdeelvoorzitter 2020 in Bijlmer Centrum, Amsterdam Zuidoost. Voor In samenwerking met Stichting Alexander en Stichting de werving van de deelnemers is samengewerkt met South East Stars (SES) is een middag georganiseerd welzijnsorganisatie Participatie en Opbouwwerk Zuid- waarop kinderen uit Bijlmer Centrum samen met de oost (POZO), Stichting Veni Cultura, Stichting South voorzitter van Stadsdeel Zuidoost, Tanja Jadnanansing, East Stars (SES), Stichting TyMo Ondersteuning & de buurt op verleidingen hebben beoordeeld. Educatie. De inclusiecriteria voor deelnemers aan het onderzoek zijn als volgt: e. Diepte-interviews B Woonachtig in postcodegebied 1101 DT, 1101 DS Afsluitend is er een diepte-interview van ongeveer of 1102; een uur afgenomen. De interviews zijn gebruikt om m Eén of meer kinderen tussen de 6 en 12 jaar; de mechanismen van de voedselkeuzes onder invloed m Nederlands- of Engelssprekend; van de voedselomgeving verder te ontrafelen en uit te B _Lage(re) sociaaleconomische status (SES) op basis werken. van opleidingsniveau. Op basis van de dataverzameling zijn door het hele a. Intake en weekrooster rapport heen citaten van de respondenten verwerkt. Met alle deelnemers is een intake gedaan om het on- Alle respondenten zijn geanonimiseerd, de namen zijn derzoek toe te lichten. Onderdeel van de intake is het fictief. doornemen van een (gemiddelde) week om op basis daarvan de routes te kiezen waarop is meegelopen. Het gaat veelal om de route van huis naar werk, school, boodschappen en vrijetijdsbesteding. Daarnaast is tijdens de intake de roos met betrekking tot positieve gezondheid ingevuld’? 12 https://www.gsttcharity.org.uk/sites/default/files/Families_and_food_v4_new.pdf 18 Uitleg zie Hoofdstuk 2 Theoretisch kader. 7 fiscaal beleid), de maatschappij (traditionele keukens, culturele en religieuze waarden) en de voedselindus- Om de invloed van de voedselomgeving op koop- en trie (product, plaats, prijs, promotie). De focus in dit consumptiegedrag te onderzoeken is gebruik gemaakt onderzoek ligt op de fysieke, sociale en persoons- van een combinatie van twee modellen, verwerkt in gerichte voedselomgeving en het ontrafelen van de figuur 245, mechanismen op basis waarvan deze systemen op elkaar inspelen. Het beleid, tot slot, speelt vooral een Het dieet komt voort uit individuele factoren (zoals rol bij het zoeken naar mogelijke aanpassingen aan de voorkeuren, gewoonten, inkomen) en de voedselom- voedselomgeving in Bijlmer Centrum en volgt uit de geving. De voedselomgeving wordt daarbij constant conclusies en aanbevelingen. beïnvloed door de overheid (wet- en regelgeving, Figuur 2. Factoren die het dieet beïnvloeden > ee > Bronnen: Swinburn et al, Lytle et al. Bewerking GGD Amsterdam. 14 B, Swinburn, G. Sacks, S. Vandevijvere, et al. INFORMAS (International network for food and obesity/non-communicable diseases research, monitoring and action support): overview and key principles. Obes. Rev., 14 (2013), pp. 1-12. 15 Lytle, L. Myers, A. Measures Registry User Guide: Food Environment. Washington (DC): National Collaborative on Childhood Obesity Research, January 2017. http://nccor.org/tools-mruserguides/wp-content/uploads/2017/NCCOR_MR_User_Guide_ Food_ Environment-FINAL. pdf. 8 De drie voedselomgevingen zijn als volgt gedefinieerd: m De persoonsgerichte voedselomgeving betreft m Fysieke voedselomgeving is de beschikbaar- individuele percepties van de voedselomgeving heid/toegankelijkheid, kwaliteit en promotie van en de persoonlijke relatie met eten. voedsel. Het gaat om de beschikbaarheid en Hierbij gaat het ook over de houding ten op- toegankelijkheid van voedsel thuis (incl. het in het zichte van voedsel, smaakvoorkeuren, ervaren zicht zijn van de gezonde keuze), maar bijvoor- belemmeringen voor het eten van gezonde beeld ook op school. De fysieke omgeving omvat voeding, en ervaren self-efficacy met betrekking ook de beschikbaarheid en toegankelijkheid van tot het maken van gezonde voedingskeuzes. voedingsmiddelen in de buurt, de aanwezigheid van voedselinformatie (bijv. voedingsetiketten en Behalve de voedselomgeving spelen ook de indivi- schapinformatie) en advertenties in winkels en duele factoren een belangrijke rol in het maken van restaurants. voedselkeuzes. Daarbij gaat het om cognitieve en m De sociale voedselomgeving wordt gevormd door affectieve factoren'f. Cognitieve factoren beïnvloeden sociale ondersteuning bij het maken van gezonde de prestatie en het leervermogen, beide van invloed voedingskeuzes (door familie, vrienden etc.), op de aandacht, het geheugen, en het vermogen te rolmodellering en sociale verwachtingen met be- beredeneren’. Affectieve factoren zijn emoties en de trekking tot voedselkeuzes. Het gaat om (gezins-) houding die men heeft ten aanzien van zichzelf of een regels over eetgedrag. Tot slot gaat de sociale bepaald thema. Voorbeelden zijn ervaren stress en voedselomgeving om prikkels of beloningen voor ervaren eigen gezondheid. Om de individuele factoren voedselkeuze als onderdeel van marketingstrate- inzichtelijk te maken is gebruik gemaakt van het spin- gieën of als poging om gedrag te beïnvloeden. nenwebmodel ‘Positieve Gezondheid”"®. Anders dan in de fysieke omgeving zijn marke- tingstrategieën in de sociale omgeving gericht op Aan de hand van zes domeinen (lichaamsfuncties, geschenken of inwisselbare prijzen in de vorm van mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, eten of drinken. meedoen en dagelijks leven) is de situatie per deelne- mer in kaart gebracht. Figuur 3. Spinnenwebmodel Positieve Gezondheid * Je gezond voelen E © MIJN . ed [a] PO S IT] EVE * Klachten en pijn nl * Slapen G EZO N DH El D LICHAAMSFUNCTIES . Conditie [=] 10 * Bewegen k z , * Onthouden * Zorgen voor jezelf . * Je grenzen kennen : Concentreren * Kennis van gezondheid Communiceren * Omgaan met tijd *_Vrolijk zijn * Omgaan met geld DAGELIJKS MENTAL * Jezelf accepteren * Kunnenwerken ___ FUNCTIONEREN CE WELBEVINDEN * Omgaan met verandering . Hulp kunnen vragen E dd { Gevoel van controle SN *_Zinvolleven *_Levenslust * Idealen willen bereiken MEEDOEN ZINGEVING _ * Vertrouwen hebben - * Accepteren *_ Sociale contacten «Dankbaarheid * Serieus genomen worden « Blijven leren * Samen leuke dingen doen ‚ * Steun van anderen ' Genieten _ * Erbij horen ' Gelukkig zijn * Zinvolle dingen doen KWALITEIT VAN LEVEN * Lekker in je vel zitten * Interesse in de maatschappij * Balans * Je veilig voelen * Hoe je woont * _Rondkomen met je geld © Institute for Positive Health (PH) | iph.nl |Gespreksinstrument 1.0 6 Leng, G., Adan, R., Belot, M. et al. (2017). The determinants of food choice. Proceedings of the Nutrition Society, 76(3), 316-327 VV Danili, E., Reid, N. (2006). Cognitive factors can potentially affect pupils’ test performance. Chemistry Education Research and Practice, 7,64-83. B [nstitute for Positieve Health. Gespreksinstrument voor volwassenen 1.0 Spinnenweb Mijn Positieve Gezondheid. 9 2.2 Achtergrond In eerder onderzoek is het voedselaanbod van is de fysieke voedselomgeving van Bijlmer Centrum Amsterdam geanalyseerd. De verschillende aanbieders opgenomen. De gebieden 1) Winkelcentrum van voedsel (bijv. een supermarkt, slager, fastfood, Venserpolder, 2) World of Food? en 3) Winkelcentrum lunchroom) zijn beoordeeld op een schaal van heel de Amsterdamse Poort vallen het meeste op. Hier is erg gezond tot heel erg ongezond!’ In figuur 4 namelijk sprake van een geconcentreerd voedselaanbod. Figuur 4. Voedselomgeving Bijlmer Centrum | Oe en ii e \ kh ee h a a e e . . # 7 ° e . * à & & 0 200 Mapber COpenStreetklan Bron: Heatmap Amsterdam juli 2019. Met drie supermarkten van de in totaal negen aan- van de drie gebieden bevinden worden zij in vrij grote bieders is het voedselaanbod in Venserpolder nog vrij mate blootgesteld aan de verleidingen van ongezonde gezond (44%), hoewel ruim tweederde van de pro- voeding. In Bijlage 1 is in tabel 1 t/m 3 het voedselaan- ducten die gekocht kunnen worden in een supermarkt bod in meer detail uiteengezet. Buiten deze drie hubs ongezond zijn en geen onderdeel zijn van de Schijf van van voedselaanbod is er in Bijlmer Centrum weinig ‘los’ Vijf?! en er overwegend aanbiedingen zijn voor onge- aanbod van voedsel. zonde producten? In de World of Food daarentegen is alleen sprake van (heel erg) ongezond aanbod. In de Amsterdamse Poort is 80 procent ongezond, veruit de minderheid van het aanbod is dus gezond. Op het moment dat de bewoners van deze buurt zich in een Zie Bijlage 1 voor uitleg gezondheidsscore. https://worldoffoodamsterdam.nl/ 21 Unicef 2020. De verleiding naar (on)gezond. In hoeverre respecteert de Nederlandse supermarkt de gezondheid van kinderen? 22 Questionmark 2019. Superlijst. Wie maakt duurzaam & gezond de makkelijke keuze? Inventarisatie van verschillen tussen supermarkten. 10 3 Resultaten Families & Food 3.1 Respons In de volgende paragrafen beschrijven we de resul- taten van de dataverzameling aan de hand van een Aan het Families & Food project hebben van februari aantal individuele factoren en de drie voedselomge- tot november 2020, 21 deelnemers (20 vrouwen en vingen: fysiek, sociaal en persoonlijke omgeving. 1 man) met een gemiddelde leeftijd van 40,5 jaar een bijdrage geleverd. 3.2 Individuele factoren Gezinssamenstelling e e © In dit onderzoek zijn de individuele factoren vast- aas aas gesteld door middel van het spinnenweb Mijn î mat mn nat Positieve Gezondheid. Gemiddeld gezien wordt 48% 52% het gevoel van zingeving door de deelnemers het hoogste beoordeeld, met een 8,3. Dit in tegen- Tien respondenten zijn alleenstaand, elf samenwonend stelling tot de ervaren lichamelijke gezondheid, beide met 1 of meer kinderen. De 21 deelnemende hier geven de respondenten zichzelf een krappe huishoudens hebben gezamenlijk 60 kinderen (gemid- voldoende met gemiddeld een score van 5,7. De deld 2,9 per huishouden), waarvan er 25 in de leeftijds- kwaliteit van leven volgt met een gemiddelde score categorie 6 tot 12 jaar zit (gemiddeld 1,2 per huishou- van 6,8. Mentaal welbevinden, meedoen, en dage- den). Een kleine 40% van de deelnemers is afkomstig lijks functioneren worden beter beoordeeld, respec- uit Suriname, 14% uit Somalië, 9,5% Marokko of de tievelijk gemiddeld met een 7,7; 7,5 en een 6,9. De Nederlandse Antillen. De overige deelnemers hebben individuele scores lopen erg uiteen, van een 2 tot een Indiase, half Indiaas/Arubaanse, Nederlandse of een 10 per element van Positieve Gezondheid. Er Chinese afkomst (alle 5%). zijn vier deelnemers die alle elementen boven een 6 hebben gescoord en één deelnemer alle elementen Sociaal economische status met een 5 of lager. In de volgende hoofdstukken is gekeken naar mogelijke verbanden tussen de EL EL EL EL individuele ervaren kenmerken en de invloed van de „Ol „al „ol Ol voedselomgevingen op het koop- en eetgedrag. 57% 14% 19% 10% Domeinen Positieve Gezondheid Twaalf van de deelnemers hebben een lage SES, drie gemiddeld en vier hoog”. Zingeving 8,3 Voedselvoorziening gl, © Meedoen 7,7 7 14% 0 Mentaal welbevinden 7,5 Drie huishoudens zijn afhankelijk van de Voedsel- bank Amsterdam in hun voedselvoorziening. ®5 Dagelijks functioneren 6,9 Tijdens de meeloopmiddag met stadsdeelvoorzitter Tanja Jadnanansing, hebben 13 kinderen? woon- is) Kwaliteit van leven 6,8 achtig in Bijlmer Centrum in de leeftijd van 6 tot en met 12 jaar deelgenomen. @ Lichaamsfuncties 57 5 Twee deelnemers wilden het liever niet zeggen. 2 Dit zijn niet ook kinderen van de deelnemende huishoudens, maar niet uitsluitend. 11 In een aantal verhalen van deelnemers is direct het Tot slot speelt kennis over gezonde voeding een rol. verband gelegd tussen elementen van positieve In het huishouden van Abdel wordt zoveel mogelijk gezondheid en eten en drinken. Op dagen dat voor gezonde producten gekozen, zoals verse groente. Juliette, één van de respondenten, niet lekker in haar Maar er zijn ook verbeterpunten: vel zit, probeert ze toch te koken. Dit lukt niet altijd. Ze legt uit wanneer het wel lukt een volwaardige “Siroop met water is helemaal goed ja. Er zit niet maaltijd te bereiden: zoveel suiker in voor de kinderen, is heel gezond.” — Abdel (36), vader van vijf kinderen. “Om jezelf eruit te halen… dat ik denk van: oké, weet je wat: ik moet eruit, je moet ertegen vechten om uit dat rare gevoel te komen. De kinderen waarmee de stadsdeelvoorzitter een mid- En ja, honger hè.” dag door hun buurt heeft gelopen weten best goed — Juliette (49), moeder van twee kinderen. wat gezond en ongezond eten en drinken is. Ze weten bijvoorbeeld hoeveel suikerklontjes er in een blikje frisdrank zitten. Ook lijken de kinderen te snappen dat Niet alleen persoonskenmerken maar ook de situatie ze zelf voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor waarin huishoudens zich bevinden heeft invloed op het wat ze eten. Toch vinden ze snoep, kip of patat te lek- eet- en drinkgedrag. Het onderhouden van meerdere ker om het niet te eten. Daarnaast weten ze ook niet banen is hier een voorbeeld van. Een ander voorbeeld goed hoeveel groente en fruit ze moeten eten om daar geeft Anita. Zolang ze zichzelf en haar zoontje niet te voldoende van binnen te krijgen. dik vindt, is ze tevreden over de gang van zaken maar door wisselende diensten is het soms een hele puzzel om te plannen wat ze, wanneer eten: 3.3 Voedselomgevingen “En voor morgenavond doe ik het dan ook alvast, Zoals in de theoretische onderbouwing is beschreven want ik heb hamlappen, dan ga ik die alvast laten bestaat de voedselomgeving uit drie componenten: sudderen. Dus ja, mijn werk heeft wel heel veel fysiek, sociaal en persoonsgericht. Als we de resultaten invloed op, hoe we zitten. Zoals die lasagne van van alle deelnemers verdelen naar de invloed die de volgende week, dat moet omdat ik avonddienst verschillende omgevingen het meeste op hun koop- en heb. En dan kook ik liever voor twee dagen, zodat eetgedrag zien we het volgende. ik minder hoef na te denken van wat gaan we doen.” Figuur 5. Verdeling respondenten naar type — Anita (40), moeder van twee kinderen. voedselomgeving Fysieke voedselomgeving B Het eten dat thuis wordt gegeten B De winkels die eten en drinken verkopen op een route E ee 3 Persoonsgerichte Sociale voedselomgeving voedselomgeving B Steun bij het maken van gezonde B Locatie winkels keuzes B Aansluiting aanbod B Rolmodellen rond voedselkeuzes 5 bij cultuur B Stimulansen (aanbiedingen, B Betaalbaar coupons) B Regels/sociale normen met m Regels over eten thuis en betrekking tot eten thuis onderweg Ei 5 5 3 en onderweg Alle respondenten zijn geanonimiseerd, de namen zijn fictief. 12 De invloed die de respondenten van dit onderzoek kunnen kiezen uit producten) van de voedselbank. het vaakst omschrijven is die van de persoonsgerichte In de volgende paragrafen gaan we per type omge- en fysieke voedselomgeving. Het gaat daarbij om het ving dieper in op de mechanismen die hierbij een rol daadwerkelijke aanbod van eten en drinken en de spelen. Aan het begin van elke paragraaf is eerst het eigen perceptie daarop. De invloed van de sociale verhaal van een de deelnemers opgenomen, die zich omgeving wordt wel genoemd maar minder als unieke door dat type omgeving het meeste laat beïnvloeden. beïnvloeder en vaker in combinatie met een of twee van de andere omgevingsfactoren. Drie respondenten Zoals in figuur 5 te zien is, zijn bij twee casussen zijn afhankelijk van Voedselbank Amsterdam. De voed- alle drie de omgevingen van belang bij het koop- en selkeuzes die zij maken worden grotendeels bepaald consumptiegedrag. Het verhaal van één van hen door het aanbod en het beleid (in hoeverre gebruikers volgt nu. Aleida, 35 jaar, half Indiaas en half Arubaans. aes. C F Ze probeert af te vallen door dieetshakes te drinken, meer NA hâd all Aes fruit en geen koolhydraten te eten. Het is niet makkelijk, ze is een moeilijke eter en houdt niet van koken. Verder zit Aleida redelijk goed in haar vel. Ze weet wat haar valkuilen zijn -recla- ® E mes, kortingsbonnen, met een lege maag naar buiten — en toch @ heeft ze moeite om de verleiding van fastfood te weerstaan. ® 0 “Ja maar hier in de Amsterdamse Poort bijvoor- Zelf eet ze ook nooit meer iets wat ze niet lust. beeld heb je natuurlijk de Kentucky, de Burger Geleerd van haar moeder eten ze vaak ‘ghetto eten’: King, de McDonald's dus je hebt best wel veel eet- voor weinig geld snel een makkelijke maaltijd. Zo- dingen. Als je dan eenmaal buiten bent en je bent als vissticks, spinazie en rijst of ei, rijst en ketchup. boodschappen aan het doen ben je wel geneigd Een grote trigger voor Aleida zijn de kortingsbon- één van die dingen te pakken.” nen van McDonald's, Burger King en KFC. Fysieke omgeving “Kijk deze maand ook had je bij de Kentucky twee Aleida probeert haar gezin gezond te laten eten, Zingers halen, één betalen. Toch wel eventjes een- maar geeft regelmatig toe aan verleidingen in de tje, twee gegeten. En vervolgens denk je dan echt buurt, en de wensen van haar kinderen. Een paar ja waarom? Maar ja je laat je er wel door verleiden keer per week eten ze kliekjes, pizza of fastfood, inderdaad.” en er wordt twee keer per maand online eten besteld bij Papa John's Pizza uit Diemen of Suri- Persoonsgerichte omgeving naams eten. Aleida vindt het belangrijk dat ieder- Aleida vindt het aanbod in Amsterdamse Poort een goed ontbijt. Ze koopt gevarieerd en probeert en Venserpolder te eenzijdig. In Venserpolder zijn af te wisselen. De fruitschaal staat centraal op veel ‘buitenlandse’ winkels en snackbars, ze mist tafel, iedereen mag hier van pakken. een ‘Nederlandse’ supermarkt. Ze gaat graag naar de Amsterdamse Poort, maar ook daar is veel Sociale omgeving verleiding van fastfood, snackbars en buitenlandse Aleida bepaalt wat ze eten, haar vriend kookt. winkels. Ze mist een goedkope lunchroom met Vroeger moest Aleida verplicht eten wat er op gezond aanbod en een goede groenteboer, voor- tafel kwam, ze heeft er slechte herinneringen aan. heen was die laatste er wel. Daarom dwingt ze haar kinderen hier niet toe. sr mn En 7 \ ' / jn ed Pe S Ed dc Foto's: 47 a zn. zelf bereidde avond- = es 4 d gn | maaltijden en eten bij LJ E En —* en de McDonald's Se PE Mi K D f if ZAAN 13 3.3.1 Fysieke voedselomgeving Om inzicht te krijgen in de fysieke voedselomgeving is welke eetgewoonten ze thuis hebben. Onderdeel van onderzocht welk aanbod van eten en drinken de res- de fysieke voedselomgeving is ook de toegankelijkheid pondenten in Bijlmer Centrum op de door hen veelge- van eten en drinken in huis: staat er bijvoorbeeld een bruikte routes tegenkomen. Hoe ze dit ervaren en fruitschaal of een koektrommel in het zicht. Shanti, 35 jaar komt van Curacao. Meese TT : Shanti schat haar gezondheid redelijk positief in, NA hât oaf J\ alleen over haar fysieke gesteldheid is ze minder tevreden. € ® OD “Vanuit mijn galerij zie ik elke dag de grote M @ van McDonald's. World of food is op nog geen 2 minuten lopen.” Ö @ Fysieke omgeving Sociale omgeving Shanti gaat vaak twee keer per week naar de Shanti eet 's avonds meestal samen met haar Albert Heijn of Lidl in de Amsterdamse Poort. Op gezin. Shanti bepaalt dan zelf, of samen met haar zaterdag doet ze vaak boodschappen bij de Aldi man, wat ze gaan eten. De overige maaltijden eten en/of Albert Heijn bij Kraaiennest. Shanti koopt ze meestal apart van elkaar. Haar zoons mogen op maandag, donderdag of vrijdag wel eens zelf bepalen wat ze ontbijten. Wanneer Shanti Surinaamse groenten op de markt. ‘s Avonds, na op vrijdag Nederlandse taalles geeft, eet ze daar een lange dag werken, komt ze regelmatig bij de verschillende soorten snacks (foto links). MeDonald's in World of Food of ze rijden door naar de KFC in de Amsterdamse Poort. Op za- Shanti wordt vooral beïnvloedt door reclames, terdag maakt Shanti vaak Arepa (foto onder) als folders, eetkraampjes en geuren. Ze geeft aan ontbijt of lunch. Verder eten ze bijvoorbeeld friet daardoor regelmatig iets te kopen: bijvoorbeeld van de snackbar AnyTyme en halen ze sushi in de Surinaamse en Vietnamese gerechten en oliebol- Amsterdamse Poort. De zoons van Shanti lunchen len. Bij het Bijlmer Parktheater staan soms food- doordeweeks op school met brood van thuis. Ze trucks die voor verleiding zorgen. Ook bij de nieu- krijgen ook zakgeld, waar ze weleens een broodje we sushi afhaalwinkel bij de Albert Heijn en op de döner van halen. markt komt ze graag. Met name de kraam met de n Braziliaanse vlag, omdat die lekkere kaaspasteitjes _. . N verkoopt. Shanti let op de aanbiedingen zowel op a . reclameborden als folders in de brievenbus. Ze he Pl koopt bijvoorbeeld altijd vier croissantjes bij de E hind Se Albert Heijn als deze één euro kosten. È “Wachtend op mijn bestelling bij | love sushi zie ik he Pil een app bij de kassa. Ik ga het uitproberen. Ik loop Kar vo naar buiten en zie dat zij ook Poké bowls verko- we pen. Een goed alternatief voor al het ongezonde er” BE BE eten dat in de directe omgeving wordt verkocht.” kn e E Persoonsgerichte omgeving Fy Shanti kiest ervoor om haar boodschappen regel- | EO matig bij de Aldi bij Kraaiennest te doen, omdat ie N . EE. het daar goedkoper en makkelijker parkeren is dan FP A ke bij de Albert Heijn. Verder haalt Shanti regelmatig @ eten bij de World of Food, omdat het dichtbij en 8 N lekker is. 14 Eten uit en thuis dan gaan ze naar de Albert Heijn en kopen daar Alle deelnemers geven aan meestal thuis te eten. De frisdrank. (te) hoge kosten van buiten de deur eten worden als voornaamste reden hiervoor genoemd. Eén deelnemer Voedselaanbod Bijlmer Centrum/Amsterdamse geeft verder aan dat van buiten de deur eten weinig Poort sprake is, omdat zij dit te ongezond vindt. De meerder- Op de voornaamste route naar winkelcentrum Amster- heid (15 deelnemers) laat wel geregeld eten bezorgen, damse Poort en Venserpolder (via het Abcouderpad) halen het af of eten onderweg. Wanneer ze dit wel is weinig tot geen voedselaanbod. Dit in tegenstelling doen gaan ze graag naar de McDonald's, KFC, tot het grote aanbod dat men in de winkelcentra treft. Burger King, een dönerzaak of snackbar. Geen zin of Fastfoodrestaurants en restaurants vanuit verschillende tijd hebben om te koken na een lange dag werken niet-Nederlandse voedselculturen zijn er het meest ver- en het gemak om op de terugweg na bijvoorbeeld tegenwoordigd. De meerderheid van de deelnemers het sporten (van de kinderen) eten af te halen zijn de vindt het aanbod van fastfood in de Poort te groot. vaakst genoemde redenen hiervoor. De frequentie waarmee dit gebeurt varieert van een paar keer week “Eerlijk gezegd is bijna niets gezond wat je buiten tot één keer in de drie maanden. de deur kan kopen. Ze willen vooral geld verdie- nen en maken dingen vet” Drie deelnemers halen of bestellen nooit eten, één — Amina (47), moeder van vier kinderen. deelnemer geeft aan enkel buiten de deur te eten bij speciale gelegenheden. Het is echter de vraag of er niet (onbewust) meer gegeten wordt, zoals blijkt uit dit Aanbod supermarkten voorbeeld: Veel deelnemers zijn tevreden met het aanbod van de supermarkten in de Amsterdamse Poort. Van de 21 res- Mala zegt weinig buiten de deur te eten of af te pondenten doen er 16 hier hun dagelijkse boodschap- halen, maar uit de foto's en latere gesprekken pen. Er zijn meerdere supermarkten (Lidl, Albert Heijn, blijkt dat zij en haar zoons wel regelmatig onder- Vomar) in de Poort met volgens hen een voldoende weg tussendoortjes kopen. Vooral bij de KFC, de groot aanbod. Behalve het diverse aanbod aan pro- broodjeszaak in Venserpolder en Ernos komen zij ducten, wordt veelvuldig het verschil in prijs en kwali- geregeld. “Als je langs die broodjeszaak fietst, teit tussen verschillende supermarkten genoemd. De dan moet je gewoon even binnenstappen om een meeste respondenten kopen heel gericht hun produc- broodje te halen. En de kippenvleugels van Ernos.. ten bij bepaalde supermarkten. Slechts drie van hen die zijn hemels. En dan kan een patatje met mayo doen al hun boodschappen bij één supermarkt. Het ook niet ontbreken.” gemak van alles in één keer kopen is hier de belangrijk — Mala (36), moeder van drie kinderen. ste reden voor. Deze drie respondenten hebben een hoge SES en lijken daarmee de keuze te hebben om hun tijd op deze manier te besteden in plaats van het Vrijwel alle kinderen van de meeloopmiddag geven aan bezoeken van verschillende supermarkten omwille van dat er in de buurt veel plekken zijn waar je eten/drinken de aanbiedingen. kan kopen en dat ze dat ook allemaal regelmatig doen, vaak gaan ze dan naar de winkels bij Vensterpolder. Hoewel het voedselaanbod in de Amsterdamse Poort Alle kinderen zijn erg enthousiast over Ernos (“Ik koop als divers wordt ervaren, vinden vier deelnemers dat alles bij Ernos, gewoon alles daar is superlekker”), een het niet voldoende aansluit bij hun culturele en culi- groot deel van hen geeft aan hier minimaal drie keer naire (veelal Arabische keuken) wensen. Om die reden per week te komen. Ze kopen er vooral patat, kip en worden ook geregeld in een ander stadsdeel bood- Turkse pizza's. Andere favoriete plekken waar eten en schappen gedaan. Ditzelfde geldt voor het voedsel- drinken gekocht wordt, zijn: aanbod in winkelcentrum Venserpolder. Acht deel- m De Ghanese winkel: hier kopen ze vooral snoep; nemers doen hun (aanvullende) boodschappen hier m De belwinkel: daar verkopen ze naast beltegoed en zouden liever een gevarieerder cultureel voedsel- ook snoep; aanbod zien. m __Chinese/Surinaamse Toko: daar kopen kinderen vaak roti of nasi; “Het halal aanbod in Amsterdam Zuidoost is niet B Tanger supermarkt: hier kopen ze van alles en nog zo groot. Het zou leuk zijn als dat aanbod groter is. wat, van lekkere dingen tot boodschappen voor Er zijn iets van twee winkels, dus je hebt niet het avondeten. zoveel te kiezen. In Amsterdam Noord en West heb je meer te kiezen. Daar heb je ook een Een aantal kinderen geeft aan wel eens bij de Amster- Arabische bakkerij die goedkoper is. In Zuidoost damse Poort te komen, ze gaan er voornamelijk met hebben we die niet.” hun moeder heen. Soms zijn ze ook met vrienden en — Ayan (40), moeder van drie kinderen. 15 Ervaren kosten van het voedselaanbod Andere verplichtingen dan boodschappen in en rond Hoewel de meeste deelnemers over het algemeen winkelcentra tevreden zijn over de kwaliteit van het voedselaanbod, Behalve het doen van boodschappen kan de reguliere vinden zes deelnemers het aanbod (van gezond voed- weekplanning van invloed zijn koop- en consumptie- sel) in de supermarkten erg duur, dit bepaalt mede wat gedrag. Een aantal deelnemers moet vanwege andere ze kopen. Vooral groenten die worden gebruikt in de verplichtingen regelmatig in of rond de winkelcentra eigen culturele keuken, worden als duur ervaren. zijn. Enkele voorbeelden: “Ja, vind ik wel. Ik denk als gezondere dingen Nisa is zo’n 3 á 4 keer in de week in de Amster- goedkoper zouden zijn dan zou ik dat wel vaker damse Poort voor de huiswerkbegeleiding van doen denk ik.” haar dochter. In de tussentijd wacht Nisa op haar — Aleida (35), moeder van drie kinderen. en besteedt zo'n 3 uur in het winkelcentrum. De MeDonald's, Burger King, KFC en Turks restaurant ‘King Donner’ zijn verleidingen voor haar. Ook zit Aanbod Voedselbank Amsterdam er een Domino's waar ze wel eens pizza bestellen. Drie deelnemers zijn afhankelijk van de Voedselbank. Nisa en haar dochter komen zeker 1x per 2 weken De meningen over het aanbod zijn verdeeld. Twee in de McDonald's. deelnemers vinden het aanbod “niet bepaald gezond”, — Nisa (40), moeder van een kind. omdat er ook veel zoute en zoete producten in zitten. “Ja, ja, het is niet uitsluitend ongezond en het is veel gezonde groentes vooral. Maar er zijn ook Omdat Limei in verband met bijles veel op pad momenten geweest dat we echt bakken met cho- is met haar dochter, komt ze in de verleiding om colade kregen.” eten af te halen. Op de snelste route naar huis — Shaniqua (37), moeder van vier kinderen. ligt alleen de KFC en de Lidl en de keuze voor KFC is dan eenvoudig gemaakt omdat het snel, goedkoop en makkelijk is. Ze vertelt verder dat ze De derde voedselbankgebruiker is positiever, zij regelmatig bij KFC, Starbucks of McDonald's koffie omschrijft het aanbod als ruim, en een kans om kennis of snacks koopt. te maken met (gezonde) voedingsmiddelen die zij — Limei (36), moeder van een kind. nog niet kent. Hoewel basisvoedingsmiddelen (zoals groente en fruit, brood, vlees, gevogelte & vis, zuivel- producten) door de Voedselbank worden aangeboden kan men, afhankelijk van de regels per Voedselbank, Amina vindt het lastig dat als haar zoon aan het ook kiezen voor ongezonde in plaats van gezonde werk is voor de Jumbo, hij een budget van 5 euro producten. Ook blijkt het aanbod bij de Voedselbank krijgt voor avondeten. Met dat budget kan je Amsterdam qua gezondheid een wisselend karakter volgens haar vrijwel alleen ongezond eten kopen. te hebben. Eén van de respondenten geeft aan dat Ze zou het goed vinden als er meer goedkope, het aanbod de ene week gezonder is dan de andere gezondere alternatieven zouden zijn. week: het komt ook voor dat er voornamelijk onge- — Amina (47), moeder van vier kinderen. zonde producten beschikbaar zijn. Deze observaties komen overeen met recent onderzoek dat onder voedselbankgebruikers in Amsterdam is gedaan? Van gebruikers van de Voedselbank blijkt de gemiddelde inname van energie, vezels, fruit en groente significant lager dan dat van de totale populatie alsook de totale lage SES populatie (incl. niet-voedselbankgebruikers). Verder halen de Voedselbanken de richtlijnen van het Voedingscentrum niet: fruit en vis worden minder aangeboden in tegenstelling tot producten hoog in de energie, proteïne en verzadigd vet. 2% Neter, JE, SC. Dijkstra, M. Nicolaou, M. Visser, |A. Brouwer (2020).The role of food parcel use on dietary intake: perception of Dutch food bank recipients — a focus study. Public Health Nutrition, 23(9), 1-10. https://doi.°rg/10.1017/S1368980019003823 16 3.3.2 Sociale voedselomgeving De sociale voedselomgeving betreft onder andere de van rolmodellen, social media, eigen verwachtingen steun die gezinnen of leden daarvan ervaren van de ten aanzien van voedsel(keuzes), prikkels (zoals geur), mensen in hun omgeving, bij het maken van (on)gezon- en stimulansen (zoals aanbiedingen). de voedselkeuzes. Daarnaast gaat het over de invloed Anita, 40 jaar, Nederlands, gaat vaak naar de camping waar Bee GC k haar ouders een stacaravan hebben. Riâ zOl AN “En of mijn schoondochter komt eten, dat heeft er ook invloed op. Want als zij bijvoorbeeld komt eten dan eten we geen andijviestamppot of iets, ook geen aardappel, vlees, groenten enzo want dat lust zij niet. Zij is meer van de pasta en de bami/ nasi dat soort dingen.” ® Ö @ Fysieke omgeving Sociale omgeving Anita woont bij het winkelcentrum in Venserpol- Anita is bewust bezig met voedsel. Ze probeert der, waar ze gericht producten koopt bij de Tan- gezond te eten, dit lukt niet altijd, omdat haar ger. Verder gaat zij naar de Lidl en de Vomar in de zoon wel alles eet. Er zijn weinig eetregels, hij mag Amsterdamse Poort. Anita haalt ook regelmatig zelf iets pakken, maar niet voor 12 uur snoepen. een pakket bij de Lidl of Vomar via de “Too good Een waterijsje mag, omdat hij vaak vergeet te to go’-app (foto). Ze doet veel met de auto. drinken tijdens het spelen. Verder eet hij op de na- schoolse opvang mee. Dat vindt ze goed zolang ze LZ Gen En Er - ss heteten dat ze voor hem klaar heeft gemaakt niet ‚ hoeft weg te gooien. Bij het besluiten wat te eten, Ne, Re _ wordt meestal het idee dat een van hen heeft op- me : h gevolgd. Als Anita alleen is, eet ze makkelijk: een EN n Ee 4 Ta f pizza of wat wokgroenten. Ze kiest ook vaak op in ie basis van aanbiedingen. Er ae | le É “Er staat nu bijvoorbeeld in mijn persoonlijke bonus dat ik korting heb op de tompouces. Ja, nf n if Jean EG dan is het wel moeilijk om die achterwege te laten. ij ’ d he! Í Ns | Je hebt kans dat ik ze eet op de camping. Ik mag d f 4 h if daar smokkelen.” 4 pi „Nt Persoonsgerichte omgeving 5 EN Ì Anita zou wel een AH of Vomar in Venserpolder U « # Een df Ni willen. Ze vindt het niet erg om bij verschillende Ed EN "Ek: winkels boodschappen te doen, omdat het geld bespaart. Ze vindt dat gezonde producten wel Anita ontbijt niet, haar zoon wel. Meestal met wit- duurder zijn dan ongezonde. te bollen met zoet beleg. Hij gaat naar een Jump- in school”? en eet daar gezond. Buiten school mag “Laatst (…) had ik een box van de Vomar, daar hij ‘gewoon kind zijn’ en krijgt lekkers en (niet te- zaten twee salades bij dus dat is mooi, maar er zat veel) sap en frisdrank. Zelf drinkt Anita vooral spa ook koek en tompouces bij. Nou ja, ik heb er één rood en cola zero. Gerechten die Anita maakt zijn op, maar die kleine heeft er drie gegeten. Op één aardappels met groenten en vlees, lasagne, roti, dag twee, omdat ze op moesten. Maar dan heb kapsalon (foto), saotosoep, pizza, nasi, stamppot ik wel zoiets van nee, dan ga ik liever voor de en pannenkoeken. Ze kookt door haar wisselende groente en fruit boxen.” diensten, vaak voor meerdere dagen. Anita bestelt alleen eten bij speciale gelegenheden. 27 https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/blijven-wij-gezond/jij-school/watisjumpin/ 17 Ervaren prikkels die de voedselkeuzes beïnvloeden onderweg zijn. De ander geeft aan dat zij met haar De aanbiedingen zijn volgens 13 respondenten de zoon een afspraak heeft gemaakt om gezonder te eten: voornaamste reden voor het maken van bepaalde voedselkeuzes in de supermarkt. Hetzelfde geldt voor “Ja, hij lust het ook wel, maar heeft liever het witte het kopen van eten en drinken bij fastfoodrestaurants brood. Daarom hebben we daarover een afspraak in de Amsterdamse Poort. Via verschillende applicaties gemaakt. Ik koop één keer per week wit brood en folders (bijvoorbeeld via de app van de McDonald's) voor hem, maar dan moet hij het bruine brood ook worden de aanbiedingen bekeken, en op basis daarvan opeten.” - Ayan (40jr), moeder van drie kinderen. wordt bepaald wat wordt gekocht. Pizza of patat worden doorgaans besteld als er iets Samen koken met de kinderen wordt ook genoemd als wordt thuisbezorgd. Wanneer buiten de deur wordt manier om de kinderen bekend te maken met gezond gegeten doet men dit graag bij fastfoodrestaurants in eten. Vier ouders blijven, op diverse manieren, bepaald de Amsterdamse Poort of World of Food. Het hebben eten koken in de hoop dat hun kinderen het uiteindelijk van trek en een aangename geur van producten (14 gaan eten. Twee anderen geven aan er juist niet voor respondenten) zijn hiervoor primaire redenen. te kiezen hun kinderen te verplichten om producten te eten waarvan ze aangeven dat ze het niet lusten. “Ik ben niet echt zo van dingen op straat kopen. Ik moet het echt lusten. Er zijn twee worstmannen Om thuis de gezonde keuze te stimuleren zorgen elf daarzo. Meestal als ik het lust dan koop ik bij één ouders ervoor dat er fruit in huis is en motiveren zij hun van ze een bakje worst. In de Poort ben ik niet kinderen om water te drinken. Vier deelnemers zijn ook echt eten aan het kopen. Echt puur voor de bood- bewust bezig met het in het zicht zetten van gezonde schappen of inkopen doen. Maar verder loop ik voeding. Eén van hen zegt hierover het volgende: gewoon door.…… Mijn zoontje, ja, McDonald's.” “Ik zet fruit op tafel, in de schaal. Ze zien de ge- Toch is er een moment geweest dat ze langs de zonde dingen in de koelkast, veel groenten. Dus toko liep en daardoor trek kreeg in een broodje. ze zien die dingen en snoep is echt in een bakje in de kast dus dat zie je niet. Ze weten dat het er is “Ik kwam er langs en ze waren al open, dus ik maar je ziet het niet.” dacht: hé lekker, een broodje gaat er wel in. Dus — Jody (34), moeder van twee kinderen. ik had er gewoon trek in. Als je naar binnen gaat [toko Venserpolder], ruik je al het lekkere eten die ze aan het klaarmaken zijn daar.” Het gezond laten eten van de kinderen lukt echter niet — Altagracia (39 jaar), moeder van drie kinderen. altijd. Zeker in de gezinnen waar de invloed van de kinderen op wat er gegeten wordt, groot is. Kinderen kiezen hetgeen ze lekker vinden en houden er niet of Motiveren van gezond eet- en drinkgedrag nauwelijks rekening mee of dit goed of slecht voor hun Met elkaar praten over het belang van gezonde gezondheid is. voedselkeuzes (4 respondenten), leren omgaan met prikkels die kunnen leiden tot ongezonde voedselkeu- Ayan is vaak in de K-buurt om boodschappen te zes (2 respondenten), gezonde producten in het zicht doen en twee keer per week Zumba lessen te leggen (4 respondenten) en de kinderen leren omgaan volgen. De sportactiviteiten zijn onderdeel van een met eet- en drinkverleidingen (2 respondenten) zijn afvalprogramma vanwege overgewicht. Er is ook methoden die door deelnemers worden toegepast om een eetprogramma waar ze soms aan meedoet de kinderen te stimuleren om zowel buiten de deur als omdat ze niet alles wil eten wat ze voorschrijven. thuis gezonde voedselkeuzes te maken. Haar kinderen doen hier helemaal niet aan mee omdat zij liever geen groente eten. “Ik heb wel snoep thuis, bewust omdat ze het — Ayan (40 jaar), moeder van drie kinderen. moeten zien maar ook moeten kiezen ik doe het niet of ik mag het niet. Dus ik ga niet bewust geen koek of snoep in huis halen. Nee, je moet er Eet- en drinkregels bewust mee bezig zijn.” De regels die twaalf deelnemers thuis of onderweg — Jody (34), moeder van twee kinderen. hanteren over wat wordt gegeten en gedronken varië- ren. Vijf deelnemers proberen de inname van ongezon- de voeding (bijv. snoep en chips) te verminderen door Twee respondenten hebben regels ingesteld om gezon- het eten of het kopen ervan te beperken. de keuzes bij hun kinderen te stimuleren. De een neemt altijd brood en water mee wanneer zij en de kinderen 18 “Kinderen leren het ook van de ouders. Als je lusten… zeg ik in de meeste gevallen: neem maar gewoon altijd groente koopt, dan zijn ze het ook een broodje, want het is sowieso straks bedtijd niet gewend om ongezonde dingen te kopen.” dus het heeft geen zin. Dan ga je je weer te vol — Amina (47), moeder van vier kinderen. proppen en dan ga ik weer die klachten horen, ik heb buikpijn. Dus dan zeg ik ze: of een broodje of een pannenkoek.” Zo heeft de ene ouder de regel dat na het avondeten — Altagracia (39), moeder van drie kinderen. alleen fruit of yoghurt mag worden gegeten. Twee andere respondenten staan dagelijks één snack toe. Ook is het beschikbare budget en de prijs van onge- Als we de kinderen van de meeloopmiddag over hun zond eten voor twee deelnemers belangrijk in de keus snoepgedrag vragen, zeggen de meesten voornamelijk om buitenshuis snoep wel of geen snoep te kopen. snoepjes en snacks van hun zakgeld te kopen. Een an- dere manier om snoep te kopen is van het wisselgeld Interviewer: “En u zei dat als jullie dan langs de dat ze mogen houden na een boodschap voor thuis Jamin bijvoorbeeld lopen, dat ze [de kinderen] dan (bruin brood, water, rijst, groentje, pakjes drinken). wel vaak vragen of ze iets lekkers mogen.” Ze gaan niet vaak met hun ouders naar een winkel, Mala: “Ja, mogen we wat snoep, een snoepje? hoewel een aantal aangeven met hun ouders naar Ja, dat vragen ze dan” Ernos te gaan. Een deel van de kinderen geeft aan dat Interviewer: “En hoe gaat dat dan? Hebben jullie ze stiekem lekkere dingen kopen en dat ze dat niet aan dan bepaalde afspraken?” hun ouders vertellen. Ze weten wel dat het niet goed Mala: “Van tevoren als ik geen budget heb, dan voor ze is, maar het is wél heel lekker. zeg ik wel: Mama heeft niet genoeg geld, we gaan alleen boodschappen halen en niemand moet iets “lk moet best vaak boodschappen doen voor vragen. Dan weten ze dat wel. En soms vergeet m/n moeder. Dan krijg ik gewoon geld mee en ik het ook om te zeggen en dan vragen ze: mama dan mag ik van wat er overblijft iets voor mezelf heeft u wel geld? Ja, ze weten het wel.” kopen.” — Mala (36),moeder van drie kinderen. - Een van de kinderen van de meeloopmiddag. In een aantal huishoudens wordt er minder strikt Invloed van anderen op koop- en consumptiegedrag gekeken naar wat de kinderen eten en drinken. Twee Het eten dat deelnemers thuis koken verschilt sterk per ouders geven aan dat hun kinderen mogen pakken wat culturele achtergrond. Culturele eetgewoonten (ook er in huis is. Eén van hen koopt per week een bepaalde van hun eigen ouders) zijn voor vijftien deelnemers van hoeveelheid snoep of chips en als dat op is, wordt er invloed op hetgeen zij nu zelf bereiden. pas de week erop weer nieuw gekocht. De keuzes die Azra maakt wat betreft eten zijn ook Twee ouders zijn strenger in het hanteren van de regels beïnvloedt door wat ze vroeger vanuit haar cultuur met betrekking tot eten thuis. In één gezin mag het en afkomst heeft meegekregen. Veel gerechten jongste kind (nog) geen cola drinken, in het andere ge- die Azra op tafel zet zijn dan ook (traditioneel) zin wordt voornamelijk water gedronken. Ook zijn er in Indiaas. Vooral roti is iets dat ze bijna dagelijks zeven gezinnen eetgewoontes die kinderen stimuleren eten, meerdere keren op een dag. De groente die om gezond te eten door bijvoorbeeld altijd gezond te ze erbij eten variëren wel. — Azra (42), moeder van ontbijten, groente bij het avondeten en fruit als tussen- twee kinderen. doortje te geven. Bepaalde gewoonten maken het wel lastig om niet later Vrij veel deelnemers (9) wisselen Nederlandse gerech- op de avond nog meer te eten. Over eetgewoontes ten af met gerechten uit de eigen culturele keuken. thuis zegt Altagracia het volgende: Een vijftal deelnemers geeft aan hetzelfde te koken als wat zij van huis hebben meegekregen, twee “Niet echt specifieke dagen, van het is patatdag of respondenten hebben de traditionele gerechten dit of dat, want ze komen gewoon weer na een uur wat vereenvoudigd. dat ze honger hebben en dan blijf je aan de gang. En als ik ze vul met rijst of pasta, dan ‘s avonds Met betrekking tot het maken voedselkeuzes onder- zoeken ze gewoon hooguit een broodje. Als ze al weg en thuis zeggen negen deelnemers weleens te warm hebben gegeten … kijk ik heb nu niet echt worden beïnvloed door anderen. een tijd van nou 6 uur eten we warm of zo. Meestal hebben ze al om 4 uur of half 5 al honger en dan geef ik ze gewoon te eten. Maar als ze iets later 19 “Als we in de Poort zijn en hij heeft honger maar ik gaat het naartoe? Het is echt niet handig om zo niet perse en we gaan naar binnen in een snackbar iets bij de school te zetten. Dus daarom wil ik echt dan denk je toch wel ja misschien kan ik ook wel de GGD benaderen om dit soort workshops voor een kippetje nemen ofzo.” ouders… want weet je.… of geef je kinderen geen — Ayan (40), moeder van drie kinderen. geld mee of zeg ze bewust van: Ik wil niet dat je MeDonald’s eet want… dat ze echt bewust wor- den van wat hun kinderen doen.” — Jody (34), moeder van twee kinderen. Jody eet regelmatig afhaaleten als lunch van bij- voorbeeld World of Food of uit het stadscentrum. Als ze bijvoorbeeld met collega’s is, die gezond Een minderheid (3 respondenten) zegt dat wanneer eten minder belangrijk vinden, kiest zij zelf ook zij onderweg zijn, ze helemaal niet worden beïnvloedt vaak voor een ongezonde optie bij de lunch. Ze door degene met wie ze zijn en wat zij kopen. Vaak wil dan niet als enige ergens anders naar toe om heeft dit te maken met het krappe budget waarvan zij een gezondere lunch te halen. “Ontbijt neem ik rond moeten komen. vanuit huis mee … we zijn zo gek dat we [collega’s] naar de stad gaan naar Vapiano voor de lunch… bij Bij de keuze voor het avondeten houden dertien deel- centraal [Amsterdam-Centrum]. Zo niet goed, niet nemers rekening met de voorkeuren van hun kinderen. goed bezig. Dus dan gaan we helemaal richting de Ze geven hen bijvoorbeeld twee opties om uit te stad om weer naar Kraaiennest te gaan. Daarom kiezen of koken voornamelijk gerechten waarvan ze vind ik het ook fijn om alleen te werken af en toe.” weten dat hun kinderen dat lusten. Daarnaast hangt — Jody (34) moeder van twee kinderen. de keuze vaak af van wat er de voorgaande dagen is gegeten omdat ze graag variatie willen. In vier gezin- nen hebben de kinderen een relatief grote rol in dat Wat opvalt is dat vaak oudere kinderen 's avonds laat wat wordt gegeten, er wordt vaak naar hun wensen eten bestellen waar het hele gezin van mee eet. geluisterd. “Nou meestal als ze [kinderen] hebben besteld “Wanneer mijn dochter geen zin heeft in rijst of kip [pizza of spareribs neem ik wel een stukje daar- dan gaat ze zelf bijvoorbeeld naar de McDonald's. van hoor, haha, dat wel, daar niet van. Ik eet ook Vroeger kocht ik dingen voor haar, maar nu is ze mee. Het is niet dat ik niets neem, ik maak er ook groot genoeg om zelf dingen te kopen.” gebruik van hoor, als ze het eenmaal hebben.” — Zaïda (51), moeder van vijf kinderen. - Lisette (52), moeder van twee kinderen. Ook de last om iedere dag iets te moeten verzinnen om te eten maakt dat een moeder vaak kookt wat haar Altagracia bestelt zelf eigenlijk nooit eten, maar dochter wil. Ze geeft haar vaak twee opties, zoals spa- haar dochter wel. Dit gebeurt dan meestal na het ghetti of macaroni. avondeten nog, rond een uur of negen 's avonds. Meestal wordt het volgende besteld: pasta, pizza, Maar het tegenovergestelde komt ook, zij het minder patat, pasta karbonade, steaks en dergelijke. Er vaak, voor: wordt ongeveer 2 a 3 keer per week besteld. Moe- der eet dan meestal mee met haar dochter: “Dan “Wat de pot schaft moet je eten gewoon. Dat is heb misschien al heel lang geleden gegeten, dus de enige regel.” . dan heb ik zoiets van: lekker gezellig, kan er nog — Mala (36), moeder van drie kinderen. een beetje in.” - Altagracia (39) moeder van drie kinderen. De sociale omgeving heeft ook betrekking op het net- werk waarin iemand zich bevindt. In de gemeenschap Ook is voor een andere deelnemer zichtbaar hoe van een van de deelnemers wordt vasten gestimuleerd. gewoonten van ouders (zoals het meegeven van geld naar school) de voedselkeuze van kinderen beïnvloedt. Juliëtte let op haar gezondheid door te detoxen of te vasten. Het vasten wordt geïnitieerd vanuit de “lk werk dus met de scholen hier. En na school zie gemeente waar zij lid van is en gebeurt op aange- je gewoon de kinderen naar de McDonald's toe ven van de voorganger. lopen. En dan laten ze McDonald's zakken enzo op - Juliette (49), moeder van twee kinderen. het schoolplein dus dan denk je echt: God waar 20 3.3.3 Persoonsgerichte voedselomgeving De persoonsgerichte omgeving betreft de beleving van bewoners van Bijlmer Centrum van de voedsel- omgeving. Elsine, 40 jaar, Antilliaanse, ze heeft momenteel geen werk en zit in de Sese CC F schuldsanering. Ait Ol Á\ Interviewer: “Was het eten dat u vroeger at gezonder of ongezonder?” Elsine: “Gezonder was het sowieso niet. Mijn moeder is echt Antilliaans: Gezond, waar heb je het over? Wij houden van lekker eten. ® @ € Gezond eten bestaat niet. Misschien is gezond eten nu een ding op de Antillen, maar toen ik opgroeide niet”. Ö @ @ Fysieke omgeving Elsine vindt het mooi dat haar dochter dit doet Elsine gaat vaak naar de Amsterdamse Poort voor maar het beïnvloedt haar eigen keuzes niet. Ze boodschappen. Ze zegt dat ze zich niet laat ver- voelt niet de druk om iets gezonds te kopen leiden door reclames of winkels op haar route: ze omdat anderen dat van haar verwachten, ze eet doet altijd doelgericht haar boodschappen. Toch wat ze lekker vindt. Het eten dat Elsine maakt is koopt ze onderweg wel eens iets, bijvoorbeeld geïnspireerd op de Antilliaanse keuken zoals haar een saucijzenbroodje, croissantje of koffiebroodje. moeder vroeger kookte. Ze maakt het wel minder Ze koopt dit tijdens het boodschappen doen, als uitgebreid, goedkoper en meer naar haar smaak. ze er erg veel trek in heeft of duizelig is. Wat Elsine in de avond kookt laat ze afhangen van de aanbie- Persoonsgerichte omgeving dingen en wat haar kinderen willen. Ze eten stan- Elsine houdt niet van gezond eten. Als ze groente daard twee keer per week iets uit de frituur. Soms eet, dan eet ze dat alleen als zij daar zin in heeft. buiten de deur, dan gaan ze bijvoorbeeld naar Ze vindt het lastig dat gezond eten duurder is om- haar moeder, de McDonald's, KFC of ze halen dö- dat ze niet weet hoe ze gezond eten zou moeten ner. Elsine bestelt soms eten — ongeveer één keer betalen als ze dat wel zou willen, bijvoorbeeld in de twee maanden- zoals pizza. Elsine ontbijt voor haar gezondheid. nooit als ze met haar kinderen is omdat ze dan niet rustig kan zitten. Wat ze eet als ontbijt of lunch is Ze vindt het aanbod in de supermarkten goed heel verschillend, het hangt af van waar ze trek in alleen zou het vleesaanbod uitgebreider kunnen. heeft: noedels, een soepje, tosti, een gebakken ei Wel vindt ze alle supermarkten duur. Als Elsine of restjes van de dag ervoor. Ze eet soms ook niks graag iets wil eten bij bijvoorbeeld de McDonald's omdat ze geen trek heeft. maar het geld niet heeft, dan maakt ze soms haar eigen hamburgers thuis. Ze vindt afhalen wel veel Sociale omgeving makkelijker omdat het eten dan gelijk klaar is. Dit Elsine heeft een app met alle aanbiedingen van is vooral makkelijk als zij en haar kinderen nog laat supermarkten (Vomar, Lidl , Albert Heijn). Ze laat buiten de deur zijn. Inmiddels eet ze minder vaak haar kinderen daar uit kiezen. Elsine houdt zich in fastfoodrestaurants omdat haar kinderen er min- hier strikt aan, andere dingen koopt ze niet. Ook der graag eten en omdat haar hernia en depressie als ze eten bestelt maakt ze alleen gebruik van haar gemotiveerd hebben dat minder te doen. kortingsbonnen. Als ze naar de McDonald's of KFC gaan is dat een bewuste keuze, op basis van de aanbiedingen. Elsine heeft één dochter die wel graag gezond Impuls aankopen doet ze minder dan voorheen. eet, ze vraagt Elsine vaak om ook gezonde dingen te kopen die in de aanbieding zijn. 21 Toegankelijkheid van voedsel Ook wordt door twee deelnemers opgemerkt dat er Wanneer men verleid wordt tot ongezond eten, heeft tegenwoordig veel leegstand is van winkelpanden in dit vaak te maken met het gemak en de snelheid de Amsterdamse Poort en dat wanneer een nieuwe waarmee een maaltijd bereid kan worden. Het aanbod huurder daar zijn intrek neemt, het vaak eet- of drink van snel te bereiden maaltijden is in de winkelcentra tentjes zijn. Men heeft het beeld dat er relatief veel en online over het algemeen ongezond, dit leidt mede eethuizen in de Amsterdamse Poort zijn gevestigd. daardoor tot ongezonde voedselkeuzes. Ervaren betaalbaarheid Limei vertelt dat wanneer zij fastfood koopt, ze Het voedselaanbod in de Amsterdamse Poort wordt dat vooral doet omdat het snel en makkelijk is. door elf deelnemers als duur ervaren. Naast het gevoel Zo koopt ze bijvoorbeeld regelmatig een KFC dat het aanbod in de supermarkten en op de markt box op de route naar huis na de bijles van haar steeds duurder wordt, bestaat ook de opvatting dat dochter, die duurt van 17:00-20:00 uur. Dan hoeft gezond eten duur is. Slechts vier respondenten vinden ze zelf daarna niet meer te koken. In die zin heeft het aanbod in de supermarkten betaalbaar. het ‘programma’ van haar dochter invloed op de keuze of er wel of geen eten buiten de deur wordt Ervaren aansluiting en acceptatie van het gekocht. voedselaanbod — Limei (36) moeder van een kind. Drie deelnemers vinden dat er te weinig gezonde alternatieven door de voedselaanbieders in de beide winkelcentra in Bijlmer Centrum worden aangeboden. Ook hebben twee deelnemers behoefte aan een meer “De meeste mensen, het maakt niet uit waar ze algemeen, en Nederlands voedselaanbod in winkel- werken, of ze nou in Zuid werken, komen dan centrum Venserpolder (zoals dat is bij de supermarkten meestal hier [Venserpolder] een broodje halen. in de Amsterdamse Poort). Twee andere respondenten Dus dat spreekt iedereen echt aan, omdat zij ook zijn wel tevreden over het aanbod van de supermark- om 9u opengaan. En zij zijn de eerste die dan ten in de Amsterdamse Poort omdat het volgens hen opengaan. Dus ja, dat valt natuurlijk op. En het is past bij de gerechten die door bewoners van Amster- ook sowieso lekker.” dam Zuidoost worden gemaakt. — Sefanja (36), moeder van vier kinderen. Verder is de beleving van één moeder dat het aanbod van fastfood in de Amsterdamse Poort en Venserpol- der geaccepteerd wordt door de omgeving. Dit geldt Er wordt volgens Jody vaak gedacht dat er in ook voor de toko in Venserpolder waar belegde brood- Amsterdam Zuidoost geen behoefte is aan die jes worden gekocht. gezonde voedselaanbieders terwijl dat wel zo is. Bewoners kiezen volgens haar voor ongezonde “lk denk iedereen uit deze buurt wel houdt van opties omdat er een gebrek is aan gezonde voed- de McDonald's. Ik ken niemand die niet van de selaanbieders. MeDonald’s houdt. Het is net als die snackbar — Jody (34) moeder van twee kinderen. [snackbar Ernos in Venserpolder] hier. ledereen gaat er wel naartoe” — Aleida (35), moeder van drie kinderen. Aanbiedingen van (nieuwe) producten, de bekend- heid van fastfoodrestaurants, gewoonten, socializen, het vieren van een speciaal moment en emotionele gesteldheid worden verder genoemd als redenen om buiten de deur te eten, eten te bestellen of af te halen. Beleving fysieke (voedsel)omgeving Winkelcentra de Amsterdamse Poort en Venserpolder zijn de plekken waar men het vaakst verleid wordt tot het kopen van ongezond eten en/of drinken. Tien van de deelnemers beschrijven het eten dat in de Amster- damse Poort wordt aangeboden met negatieve termen zoals de ‘vettigheid’, ‘ongezond’, ‘junkfood’. Eén van de respondenten vindt dat er wel een goede balans is tussen gezonde en ongezond voedselaanbod in de Amsterdamse Poort. 22 Shaniqua, 37 jaar, Surinaamse. An @ “Ik vind het fijn. En waarom? Sinds wij eten van de NA hâdk ol È) Voedselbank krijgen, eten wij dingen die we nooit zouden eten. Je krijgt dingen binnen waarvan je denkt maar ik ken dat helemaal niet. Dus wat moet ik ermee? En dan ga OD ® 0 je googelen. Tuinbonen bijvoorbeeld had ik nog nooit gegeten. Wat was het nou nog meer, asperges!” Ö @ @ Fysieke omgeving groente gegeten? Want als ik ze vraag wat wil je Shaniqua denkt dat 90% van hun eten van de eten komt is altijd iets van pizza, patat of pannen- Voedselbank komt. Over het algemeen vinden ze koeken.” het aanbod van de Voedselbank Amsterdam ge- zond. Het valt op dat er nauwelijks vlees op tafel komt. Het gezin eet bewust geen rund en lam, en varkensvlees vinden ze niet lekker. Sinds kort 4 hebben ze een nieuwe eettafel, waardoor ze met het hele gezin rechtop aan tafel kunnen eten (dat : ke kon voorheen niet). ; re B ik a ' p De de, 0 , Re: 5 in : a : ne 3 AR HT ì ME N El É : z E Ey Vega couscous gemaakt door de kinderen Zelfgemaakte huzarensalade en stokbrood Oma neemt ze geregeld mee naar KFC, omdat zij daar kortingsbonnen voor heeft. Shaniqua en Ro- Shaniqua en Rogier gaan bewust om met fastfood- gier vinden dit goed, omdat de kinderen het erg verleiding. Het is een uitzondering als ze samen leuk vinden, en Rogiers moeder weinig geld heeft naar een fastfoodrestaurant gaan. Ze kopen vaker voor andere uitjes. een croissantje of een broodje om de trek te stillen. Als ze met z'n tweeën zijn kopen ze voor Persoonsgerichte omgeving zichzelf nog wel eens gefrituurde snacks. Maar op Nog zonder kinderen aten Shaniqua en Rogier loopafstand van hun huis zijn voldoende super- veel fastfood. Van vrienden bij fastfoodrestaurants markten waar ze goede producten kunnen kopen. kregen ze vaak een maaltijd mee. Nu willen ze dat niet meer. Sociale omgeving Het gezin is blij dat het voedselpakket veel “We weten wat voor troep het is, het voedt niet. gezonde groenten bevat, hoewel er ook snoep Het maakt alleen maar kapot. Het vult je maag en chocola in zit. Dit eten ze wel op, ze vinden dat maar het heeft geen voedingswaarde. We willen ze dankbaar moeten zijn voor wat ze krijgen. dat niet voor onze kinderen. We willen dat ze ge- De kinderen mogen soms meedenken over wat woon hun groentes binnen krijgen. Ze hebben de er op tafel komt, maar er is wel controle of het bouwstenen nodig.” voldoende gezond is. “De kinderen hebben in zoverre een rol. Er zijn wel punten waar we rekening mee houden. Wat hebben ze de dag ervoor gegeten. Waren ze zoet? Hebben ze al rijst of aardappel of vis of vlees of 23 3.4 Routes Op basis van het intakegesprek en de weekplanning Hoewel de meeste veelgebruikte routes draaien om van de deelnemers, zijn routes gekozen om mee te het doen van de boodschappen, hebben andere lopen. In totaal is dit 40 keer gedaan. Alle routes zijn (dagelijkse) routines - zoals school, werk, vrijetijdsbe- uitgetekend op de kaart hieronder. Op basis van de steding, medische afspraken- wel degelijk invloed op omschrijving van het doel waarmee de route is af- koop- en consumptiegedrag. Deze routes worden vaak gelegd, zijn ze in vier categorieën ingedeeld. In lijn gecombineerd met het kopen van eten en drinken. der verwachting hebben de meest genomen routes In tegenstelling tot bij boodschappen doen, bepaalt als doel boodschappen doen (21) of het naar school in dit geval de route, de aankoop. Helemaal wanneer brengen van de kinderen, werk of andere verplichtin- deze activiteiten tijdens of rond etenstijd plaatsvinden gen (11). Minder vaak zijn routes op weg naar familie, worden er vaak uit gemak, verveling (wachten) en door vrienden, vrije tijd of sport (B) en de Voedselbank de toegankelijkheid van het aanbod op de route aan- Amsterdam genoemd (3). kopen gedaan. Daarnaast wordt ook gezelligheid (even van huis zijn) genoemd om buiten de deur te eten. Het vaakst worden de boodschappen gedaan in win- kelcentrum de Amsterdamse Poort of Venserpolder, de De kinderen van de meeloopmiddag vertellen dat ze routes concentreren zich rond deze plekken in Bijlmer regelmatig expres naar de winkels in Vensterpolder Centrum. Het Abcouderpad is de meest gebruikte gaan, ook al hoeven ze daar niet perse heen of langs. verbindingsweg. Op de route zijn vrijwel geen voed- Ze hebben dan zin in snoep of zoiets als patat of kip. selaanbieders, dus is er ook geen sprake van koop- of consumptiegedrag. Het overgrote deel van het aan- “Gewoon, dan gaan we naar Ernos of de Ghanese bod van voedsel is gelokaliseerd in de winkelcentra en toko om met z'n allen iets lekkers te kopen.” World of Food. — Een van de kinderen van de meeloopmiddag. Figuur 6. Veel gebruikte routes bewoners Bijlmer Centrum sport verplichtingen © o ® @ SSC 3 © bz SSS … © ® 5 Oo # ©, CN @ e ° en SS o ee $ © © j E 8 24 3.5 Aanpassingen voedselomgeving m Minder snoepwinkels in de buurt; m Meer gezonde winkels. In Bijlmer Centrum is, behalve gecentreerd in Venser- polder, de Amsterdamse Poort en World of Food, Aanpassingen voedselaanbod Bijlmer Centrum weinig voedselaanbod. Hier en daar een eetkraampje, In de Amsterdamse Poort pleiten veel deelnemers voor bij de speeltuin bijvoorbeeld. De meningen over het al meer gevarieerd en gezonder aanbod, mits betaalbaar dan niet aanpassen van de omgeving zijn verdeeld. Zes omdat de goedkope, makkelijke maaltijd vaak onge- deelnemers vinden het fijn dat ze op hun veelgebruik- zond is. Voorbeelden van type winkels die ze er missen te routes geen voedselaanbod tegenkomen. Zeker zijn: voor hun kinderen, omdat ze anders verwachten dat zij B Een goede groenteboer, zoals die er in het verle- verleid zouden worden of hen (vaker) om iets lekkers den was, die de producten ook verleidelijk aan- zouden vragen. Voor een aantal respondenten geldt biedt. Een geschikte locatie zou volgens een van dat ze er vanwege een krappe beurs hoe dan ook geen de deelnemers in de Amsterdamse Poort; tegen- gebruik van zouden maken, een aantal van hen vindt over de Kruidvat zijn ook dat het ieders eigen verantwoordelijkheid is om B Een goedkope lunchroom met gezond aanbod, gezond te eten dus hoeft er niet in het aanbod ge- de huidige opties zijn volgens de deelnemers in stuurd te worden. verhouding tot de kwaliteit erg duur; B Een goede viswinkel; Stimuleren van gezonde(re) keuze onderweg m Een kraampje waar bijvoorbeeld pasta en salade Eén van de deelnemers geeft aan dat er wel gezonde wordt verkocht om onderweg gezonder eten te aanbieders rond Bijlmer Arena zijn, maar als ze deze kopen; route naar de supermarkt neemt moet ze van haar fiets m Meer halal restaurants en winkels (zoals een sla- afstappen (van Hogevecht via Bijlmerplein) omdat deze ger), Arabische of Surinaamse restaurants, Arabi- dwars door het winkelcentrum gaat. Daarom neemt sche bakkerij. ze vaak de ‘buitenom’ route, vanaf Hogevecht via het Nelson Mandelapark. Op de buitenom route komt ze Overige voorstellen voor voedselaanbod in Bijlmer daarentegen wel langs een Brazilliaans eetkraampje Centrum zijn: waar ze geregeld stopt voor wat lekkers. B In Venserpolder een supermarkt zoals de Lidl, met ‘Nederlands’ aanbod; Om onderweg de gezonde keuze te stimuleren, zijn m Een kleine supermarkt met een divers aanbod aan door respondenten de volgende voorstellen gedaan: voedselproducten in de omgeving van de basis- B Posters ophangen waarop kinderen iets gezonds school de Schakel; eten, bijvoorbeeld langs het fietspad gelegen tus- B Geen McDonald's meer in de buurt van scholen. sen Bernard Shawsingel en Dolingadreef (richting de Amsterdamse Poort); Om te stimuleren dat meer gezonde voedselaanbie- B Reclameborden met daarop gezonde etenswaren; ders zich willen en kunnen vestigen zou er volgens een B “Ik ben daar heel gevoelig voor. Als ik een groot van de respondenten mogelijk een subsidie vanuit de bord zie met een appel, dan heb ik daar zin in. gemeente beschikbaar gesteld kunnen worden voor Maar als er een taartje op staat, dan zou ik dat ge- startende ‘gezonde’ ondernemers. lijk kiezen.” — Mala (36), moeder van drie kinderen; m Meer (gratis) reclames voor gezond aanbod; Aanpassingen buurt algemeen B Reclameborden neerzetten die Amsterdamse Behalve het voedselaanbod kwamen ook meer alge- Poort promoten en borden waarop je kan zien wat mene kenmerken van de buurt aan bod. Een aantal er te koop of te doen is; respondenten vindt de routes in Bijlmer Centrum van m Meer (gratis) reclames voor gezond aanbod; huis naar de school van de kinderen of naar de Am- B Vaker organiseren van buurtactiviteiten zoals een sterdamse Poort saai en grauw of ongezellig omdat cultuurdag om gezond eten uit elkaars culturen er niets anders is dan groen en grijs en er over het te ontdekken of mobiele foodtrucks om mensen algemeen weinig mensen op straat zijn. Terwijl anderen de gelegenheid te geven om hun gerechten te juist de rust en het groen waarderen en liever meer presenteren in verschillende buurten. bomen zouden willen. Tijdens de meeloopmiddag zijn de kinderen gevraagd De veiligheid van de routes wordt ook vaak besproken. hoe zij de buurt zouden veranderen met betrekking tot Eén van de respondenten draagt aan dat er nu vooral gezond eten en drinken. speelplekken en trapveldjes zijn op plekken waar wei- Daar kwamen de volgende antwoorden op: nig toezicht mogelijk is vanuit huis, waardoor het voor B Een‘Fruitland’ waar je allemaal verschillende soor- haar niet veilig voelt om haar zoontje van 9 jaar daar al- ten fruit kan kopen; leen te laten spelen. Op de route van de Haag en Veld 25 naar de Rozemarn worden scooterrijders genoemd die geen rekening houden met wandelaars. Ook de route van de Amsterdamse Poort naar de World of Food vinden ze niet erg voetgangersvriendelijk. Het Abcou- derpad naar de Amsterdamse Poort wordt als betere route gezien, vooral als er veel mensen zijn, dat geeft een veilig gevoel. Ook wordt het pad (Bijlmerplein) rond de Amsterdamse Poort als prettiger ervaren dan voorheen. Anderen vinden de buurt, omgeving Hakfort en Huigenbos, nog steeds onveilig en gaan ’s avonds de deur niet meer uit. Om de buurt fijner te maken zijn de volgende mogelijk- heden aangedragen: m Een speeltuin bij de picknickbanken zodat die vaker gebruikt worden en mensen mogelijk minder geneigd zijn om bij de winkels te blijven hangen; m Meer sportfaciliteiten zoals sporttoestellen, meer sportaanbod (alleen voor vrouwen) zoals boksen; B Container met spel attributen (onder het beheer van wijkbeheer) voor kinderen; B Mooie muurschildering aan de achterkant van het Boston Catering gebouw en aan die kant aan het water een terras aanleggen. Net als bij de volwassenen, werden ook door de kinde- ren tijdens de meeloopmiddag andere onderwerpen aangesneden dan alleen een gezondere) voedselom- geving. De volgende wensen spraken zij nog uit: B Dat er minder sigaretten en ‘jonko’s’ gerookt wor- den op straat, “want dat is ongezond”; B Dat er minder dierenpoep op straat ligt, niet alleen hondenpoep op het gras, maar ook om ganzen- en zwanenpoep op de stoep; B Dat er minder afval ligt op straat, “dat is goed voor het milieu en dus gezonder”; m Dat het rustiger is op straat; m Dat alle alcohol uit het zicht is; m Dat alle kinderen kunnen sporten. 26 4 Conclusie en discussie In dit onderzoek staan de volgende onderzoeksvragen waarin we allemaal continu (on)bewust worden be- centraal: invloedt bij het maken van dagelijkse keuzes is het 1. Hoe (on)gezond ervaren buurtbewoners hun eigen wellicht onmogelijk hier realistisch op te kunnen voedselomgeving? reflecteren. 2. Wat zijn veelgebruikte routes en welk voedselaan- B Daarnaast is er vaak een beroep gedaan op het bod bevindt zich langs de route? geheugen. Het is mogelijk dat iemand zich niet 3. Wat zijn hotspots (voedselaanbieders langs de goed kan herinneren hoe vaak er bijvoorbeeld meest gebruikte route) in de H-buurt en Amster- eten wordt besteld en/of onderweg wat wordt ge- damse Poort? kocht. Ook kan iemand (on)bewust meer toegeven 4. Wat zijn mogelijke aanpassingen in de buurt die aan verleidingen en (tussendoor) meer eten? kunnen bijdragen aan een gezondere omgeving B Door ervaren taalbarrières bleek Photovoice niet en/of een gezondere leefstijl van de bewoners? altijd juist geïnterpreteerd en leverde dit niet altijd de foto's op waar naar is gevraagd. Voordat we antwoord geven op de hoofdvragen eerst een reflectie op de onderzoeksresultaten. Gezien het Aan de andere kant ondermijnt de gekozen onder- thema van het rapport en de mate waarin we op ons zoeksmethodiek, het meelopen op veelgebruikte eigen gedrag kunnen analyseren, moeten we rekening routes, een deel van de mogelijke bias: houden met de volgende aspecten: m De resultaten zijn niet alleen gebaseerd op het m De werving voor deelname aan het onderzoek is reconstrueren van gedrag, zoals bij het gebruik gedaan met behulp van welzijnsinstellingen in Bijl- van vragenlijsten. Juist door mee te lopen is de mer Centrum. Bij reguliere activiteiten is aandacht onderzoeker aanwezig terwijl het koop- en con- gevraagd voor het onderzoek. Er hebben zich sumptiegedrag plaatsvindt. deelnemers proactief gemeld, anderen zijn door m Deze manier van onderzoeken biedt veel tijd en de medewerkers benaderd. Mogelijk is er sprake ruimte om het gedrag te observeren. van een bepaalde mate van selectie bias waarbij B Het meelopen tijdens het boodschappen doen, ouders die bewust bezig zijn met gezonde voe- maakt het voor de respondent makkelijker en ding of dit interessant vinden, oververtegenwoor- efficiënter om deel te nemen aan het onderzoek. digd zijn in het onderzoek. Daarnaast nodigt de informele setting veel meer B __ Sociaal wenselijkheid heeft wellicht invloed gehad uit om te praten. op de antwoorden die zijn gegeven. Dit bleek bijvoorbeeld bij het invullen van het Positieve In het vervolg van dit hoofdstuk geven we antwoord Gezondheid spinnenweb. Een aantal deelnemers op de onderzoeksvragen. moest meerdere malen duidelijk gemaakt worden dat het spinnenweb een manier is om de situatie 1. Hoe (on)gezond ervaren buurtbewoners hun waarin het gezin zich bevindt te schetsen en niet eigen voedselomgeving? om een oordeel te vellen over hun leefstijl. Daar- Er is niet één type voedselomgeving waar de deel- naast zou men zich tijdens het meelopen anders nemers zich het meeste door laten beïnvloeden. De kunnen gedragen dan normaal en bijvoorbeeld invloed van de persoonsgerichte omgeving komt het minder ongezond eten en drinken kopen omdat er vaakst voor (5 deelnemers), daarna volgt de combina- een onderzoeker bij is. tie met de fysieke omgeving en de fysieke omgeving B Op de vraag “word je wel eens onderweg verleid op zich (beide 3 deelnemers). om te snacken” is veelal geantwoord dat dit niet het geval is, terwijl op de vraag “koop je wel eens Fysieke voedselomgeving wat om te snacken onderweg” een tegengestelde De meeste deelnemers aan het onderzoek geven aan reactie is gegeven. Beide zaken kunnen in principe dat zij veel thuis koken, de belangrijkste reden hiervoor naast elkaar bestaan. Echter is het ook heel men- is de hoge kosten van buiten de deur eten. Wanneer ze selijk om niet door te hebben dat je verleidt wordt dit wel doen, gaan ze graag naar de McDonald's, KFC, en/of je dit niet toe te willen geven. Burger King, een dönerzaak of snackbar. De meest m De respondenten is vaak gevraagd wanneer en genoemde redenen om wel eten te bestellen of af te hoe ze gezonde of ongezonde keuzes maken. halen zijn gemak, omdat het al laat is en/of geen zin Gezien de reacties op deze vraag bleek het lastig (meer) hebben om te koken en de snelheid waarmee om hier antwoord op te geven. Gezien de mate een maaltijd bereid wordt. 27 De meeste deelnemers doen hun boodschappen bij er al een avondmaaltijd was genuttigd. verschillende supermarkten om gebruik te kunnen Bij de keuze voor het avondeten houden veel ouders maken van zoveel mogelijk aanbiedingen. In de rekening met de voorkeuren van hun kinderen. Ze Amsterdamse Poort doen de meeste hun boodschap- geven hen bijvoorbeeld twee opties om uit te kiezen of pen bij de Vomar, Lidl en Albert Heijn. In Venserpolder koken voornamelijk dingen waarvan ze weten dat hun bij de Tanger. kinderen dat lusten. Daarnaast hangt de keuze vaak af van wat er de voorgaande dagen is gegeten omdat In de winkelcentra zijn fastfoodrestaurants en restau- een aantal deelnemers wel graag gevarieerd eet. rants vanuit verschillende niet-Nederlandse voedsel- culturen het meest vertegenwoordigd. De meerderheid Persoonsgerichte voedselomgeving van de deelnemers vindt het aanbod van fastfood in de In de winkelcentra van Bijlmer Centrum is het groot- Amsterdamse Poort te groot. se aanbod ongezonde voedsel. Bijna de helft van de deelnemers vindt dit te veel. Wanneer men verleid Behalve het doen van boodschappen hebben ande- wordt tot ongezond eten, heeft dit vaak te maken met re routines zoals werk, school en vrijetijdsbesteding het gemak en de snelheid waarmee de maaltijd bereid invloed op het koop- en consumptiegedrag. Zeker wordt. Het aanbod van snel te bereide maaltijden is in wanneer men rond etenstijd onderweg is, wordt vaak de winkelcentra en online over het algemeen onge- buiten de deur gegeten of afgehaald. zond, dit leidt mede daardoor tot ongezonde voedsel keuzes. Sociale voedselomgeving Voor veel ouders is de betaalbaarheid van producten Bij de keuze van een supermarkt spelen betaalbaar- belangrijk bij het maken van voedselkeuzes. Zij volgen heid, kwaliteit en locatie een rol. De meerderheid van de aanbiedingen van supermarkten continue via apps de respondenten vindt het overige voedselaanbod in of folders. Op het moment dat er buiten de deur de winkelcentra te duur. wordt gegeten, geven ook de aanbiedingen en korting coupons veelal de doorslag om bepaalde producten Hoewel het voedselaanbod in de Amsterdamse Poort te kopen. Vaak wordt ook hier gebruik gemaakt van als divers wordt ervaren, vindt niet iedereen dat het speciale apps, zeker bij de grote fastfoodketens. Geur voldoet aan al hun culturele en culinaire wensen. Zij en het hebben van trek zijn de belangrijkste redenen zouden bijvoorbeeld graag meer goedkope halal om onderweg eten te kopen. slagers zien, een Arabische bakker en een betaalbare groenteboer. Zij gaan hier nu voor naar andere stads- Er worden vrij veel manieren genoemd waarmee de delen. deelnemers hun kinderen stimuleren om zowel buiten de deur als thuis gezonde voedselkeuzes te maken. Individuele factoren Expliciete eetregels hanteren de meeste ouders niet. De theorieën met betrekking tot koop- en consump- Bij degene bij wie dit wel het geval is, gaat het bijvoor- tiegedrag bestaan behalve uit de voedselomgevingen beeld om de hoeveelheid snoep, wit brood of snacks ook uit de invloed van persoonlijke omstandigheden na het avondeten. Wel zijn er in zeven huishoudens en individuele factoren. Aan de hand van zes domeinen eetgewoontes om kinderen te stimuleren om gezond van Positieve Gezondheid (lichaamsfuncties, mentaal te eten door bijvoorbeeld gezond te ontbijten, altijd welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen groente bij het avondeten te serveren en fruit als en dagelijks leven) is de situatie van de deelnemers in tussendoortje. Er is ook een aantal deelnemers dat kaart gebracht. Zingeving is door hen gemiddeld het aangeeft dat zij hun kinderen juist niet verplichten om hoogst beoordeeld en lichamelijke gezondheid het dingen te eten die zij niet lusten. Vaak speelt hun eigen laagst. Als we naar het koop- en consumptiegedrag opvoeding of ervaringen vanuit de eigen jeugd hierin kijken in combinatie met domeinen van Positieve Ge- een rol. zondheid blijkt het moeilijk om hier duidelijke conclusie uit te trekken. Er zijn deelnemers die zeggen vaker on- Hetgeen er wordt gekookt verschilt sterk per culturele gezonde keuzes te maken omdat of als ze niet lekker in achtergrond. Vaak wordt er traditioneel gekookt of hun vel zitten, maar er zijn ook respondenten die alleen zijn traditionele gerechten naar persoonlijke smaak of hoge cijfers hebben toegekend aan hun persoonlijke tot iets minder bewerkelijke recepten aangepast. De omstandigheden en er (erg) ongezonde eetgewoonten invloed die anderen direct hebben op het koopgedrag op na houden. is niet zo vaak genoemd. Als dit wel het geval was, was de invloed veelal negatief: invloed van anderen 2. Wat zijn veelgebruikte routes en welk voedsel- vergroot de consumptie van ongezonde voeding zowel aanbod bevindt zich langs de route? binnenshuis als buitenshuis. Opvallend is dat er in een Het Abcouderpad is de meest gebruikte verbindings- aantal huishoudens regelmatig ‘s avonds laat nog eten weg. Hier bevindt zich echter geen voedselaanbod. In wordt besteld waar het hele gezin van mee eet terwijl de winkelcentra Amsterdamse Poort en Venserpolder 28 en World of Food is het voedselaanbod gecentreerd. met gezond aanbod, een goede viswinkel, meer halal Hoewel bij de veelgebruikte routes, boodschappen restaurants en winkels (zoals een slager), Arabische of doen het doel is, blijken andere dagelijkse routines Surinaamse restaurants en een Arabische bakkerij aan (werk, school, vrije tijd) ook vaak gecombineerd te het aanbod toe te voegen. Bij het (onderweg) snacken worden met het kopen van eten en drinken. spelen prikkels (zoals geur, smaak, reclame, trek, aan- trekkelijk aanbod), gemak, snelheid en betaalbaarheid Uit eerder onderzoek blijkt het aanbod van voedsel in een belangrijke rol. Bijlmer Centrum erg ongezond, zeker wanneer het de drie hierboven genoemde locaties betreft. Alleen in Ook de kinderen van de meeloopmiddag zien in dat er Venserpolder valt nog een vrij groot deel van het aan- vooral ongezond eten en drinken in hun buurt te koop bod in de categorie ‘gezond’, in Amsterdamse Poort is is en noemen het vestigen van een ‘Fruitland’ in plaats slechts een vijfde van het aanbod gezond terwijl in het van snoepwinkels en andere ongezonde winkels als World of Food al het aanbod (heel erg) ongezond is? mogelijke oplossing. 3. Wat zijn hotspots (voedselaanbieders langs de meest gebruikte routes) in de H-buurt en Amster- 4.1 Discussie damse Poort? Voedselhotspots zijn plekken waar veel ongezond eten Het Families & Food project heeft veel inzichten over en drinken wordt verkocht. Dit kunnen plekken zijn koop- en consumptie gedrag van huishoudens in waar altijd veel mensen zijn (bijvoorbeeld in een winkel- Bijlmer Centrum opgeleverd. Om de resultaten verder centrum, bij een (metro)station) en/of plekken waar te kunnen brengen wordt met lokale bestuurders en mensen voor omlopen of -rijden (World of Food bij- ondernemers gekeken naar aanknopingspunten voor voorbeeld, foodstruck). In het onderhavige onderzoek verandering. In stadsdeel Zuidoost wordt aangehaakt zijn weinig onverwachte hotspots naar voren gekomen. bij geplande buurtontwikkelingen (in het kader van de In Bijlmer Centrum zijn drie plekken waar voedselaan- leefbaarheid en sociaal economische positie) en wordt bieders gecentreerd gevestigd zijn. De plekken met het gesprek met winkeliers” gevoerd om te kijken wat ‘losse’ voedselaanbieders (kraampje bij de speeltuin, de mogelijkheden zijn wat betreft het voedselaanbod. foodtruck in het park) zijn geen heel erge trekpleisters. Daarnaast ligt er voor landelijke en Europese wet- re- Veel van de respondenten zeggen hun aankopen heel gelgeving een opdracht om middelen te ontwikkelen gericht te doen. Ze laten zich hierbij vooral leiden door om juridisch®® maatregelen te treffen met betrekking aanbiedingen. Dit geldt zowel voor aanbiedingen van tot bewerkt voedsel en/of bijvoorbeeld de toename supermarkten als van (fastfood)restaurants. Voedsel- van fastfoodrestaurants tegen te gaan®”. Zeker gezien aanbieders waar veel gebruik van wordt gemaakt zijn de invloed die de fysieke voedselomgeving blijkt te MeDonald's, KFC, Burger King, dönerzaken en snack- hebben op koop- en consumptiegedrag is dit laatste bars. van groot belang. A. Wat zijn mogelijke aanpassingen in de buurt die Gezond aanbod en aanbiedingen kunnen bijdragen aan een gezondere omgeving en/ De meerderheid van de respondenten geeft aan vaker of een gezondere leefstijl van de bewoners? zelf de maaltijd thuis te bereiden dan buitenshuis te In de gesprekken met ouders is gevraagd naar wat hun eten of eten te bestellen. Veel van hen zegt vrijwel perceptie is op de omgeving en wat daar eventueel uitsluitend af te gaan op aanbiedingen ongeacht of dit anders in zou kunnen om gezondere voedselkeuzes gezond Of ongezond aanbod is. Dit zou betekenen dat te stimuleren. Dit leverde een aantal ideeën op zoals als supermarkten alleen nog maar gezonde aanbiedin- gezonde voedselmarketing in de buurt en het (vaker) gen heeft, er veel meer gezond voedsel gekocht zou organiseren van buurtactiviteiten. Verder zouden ze worden. Onderzoek wijst uit dat het gezond ‘nudgen’ graag een meer gevarieerd en gezonder voedselaan- van consumenten ook leidt tot meer gezonde aanko- bod in de winkelcentra zien. De meerderheid van de pen? Dit betekent niet automatisch dat er ook minder respondenten vindt in de Amsterdamse Poort het ongezond voedsel gekocht wordt, maar het principe aanbod van fastfood te groot. Specifiek stellen ze voor van ‘verleiden’ werkt dus wel beide kanten op. een goede groenteboer, een goedkope lunchroom Op het moment dat men een snelle en goedkope 28 Heatmap Amsterdam juli 2019. 2 Als thema binnen het Consumer Goods Forum. 5 https://Ichl.uva.nl/nl/content/nieuws/2021/01/gemeenten-beperkt-in-mogelijkheden.html?origin=kcCSÍIRDRS7 atND3rlipP3g&ch&ch $1 https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2366090-gemeenten-vragen-instrument-om-opmars-fastfood-te-stoppen.html $ https://nagf.nl/projecten/nagf/ga-voor-kleur-lab 29 maaltijd buitenshuis zoekt is het momenteel bijna eten en drinken. In overleg met de Gezonde School* onmogelijk om in Bijlmer Centrum een gezonde optie en bijvoorbeeld opvoedondersteuning vanuit het te vinden. Het is overigens wel de vraag of een ge- OKT moeten we kijken hoe dit soort patronen door- zonde aanbieding het wint van ongezond aanbod. De broken kunnen worden. redenen om eten af te halen of te bestellen zijn ook vaak emotioneel van aard. Moe zijn en geen zin om Inspraak kinderen voedselkeuze te koken na een lange dag werken, ‘s avonds laat nog Vrij veel deelnemers geven aan geregeld toe te geven trek hebben om iets te eten, de geur van eten als je er aan de eetwensen van de kinderen. Hoe het besluit- langs loopt et cetera. Toch geldt ook hier dat recla- vormingsproces verloopt en op welke momenten de mes voor ongezond aanbod de overhand hebben en ouders of de kinderen leidend zijn, is in dit onderzoek consumenten continu pushberichten ontvangen van niet duidelijk geworden. Geef je op bepaalde momen- de aanbiedingen van fastfoodketens en niet van de ten sneller toe aan je kinderen (bijv. bij vermoeidheid of gezonde tegenhanger®. Als consument krijg je dus ook als het kind blijft zeuren) en in hoeverre vergroot dit de bijna de kans niet om een gezonde maaltijd überhaupt kans op ongezonde voedselinname? Mogelijk ligt ook te overwegen. hier een rol voor het OKT. Ook voor het onderweg, tussendoor snacken geldt Aanleren van gezond eten hetzelfde principe als bovenstaande. Pilots met ge- Een aantal deelnemers geeft aan dat ze hun kinderen zonde foodtrucks hebben in het verleden vaak niet graag te eten geven wat ze lekker vinden. Maar ook de gewenste effecten opgeleverd omdat het aanbod voor gezond eten geldt, dat dit iets is wat kinderen in verhouding nog steeds veel duurder was dan het moeten leren. Zowel de voorkeuren die kinderen wat ongezonde alternatief. Daarnaast wordt de keuze sterk betreft eten hebben als hun vermogen om hun ener- beïnvloedt door het overvloed aan ongezond aanbod gie-inname te reguleren worden gevormd in de eerste in de nabije omgeving®. Om het werkelijke animo voor 2 jaar van hun leven”. Het belang van meer aandacht een ‘gezonde snackbar! te meten, dient dus wel een voor een ‘Gezonde en Kansrijke Start’*® wordt hiermee volwaardig alternatief voor al het goedkope, ongezon- bevestigd. Je kunt een kind stimuleren om groente de geboden te worden. Zolang het gezonde alternatief te eten door middel van complimenten, maar je kunt niet betaalbaarheid en snel/gemakkelijk én veelvuldig beter niet belonen met toetjes. Dan geef je een kind verkrijgbaar is, blijft ongezond snacken de norm. te boodschap dat groente vies zijn en dat je daarom als beloning iets lekkers mag. Daarnaast leren kinde- Belonen ren beter groente eten als je start met het geven van Een veel gehoord argument om relatief ongezond eten groente in plaats van fruit, als ze gevarieerd eten en als en drinken te kopen is om de kinderen te trakteren ze nieuwe smaken meerdere keren opgediend krijgen en om ze te belonen. Of omdat het kind de hele dag om eraan te kunnen wennen”. al gezond heeft gegeten en gedronken op school en na school ‘weer kind mag zijn’. Al deze opvattingen De manier waarop kinderen eten aangeboden krijgen zijn aangeleerd gedrag en komen voort uit onze eigen is ook essentieel. Verschillende experimenten hebben ideeën over wat een beloning is en waar je als kind aangetoond dat dwingen om te eten het vermogen tot (on)gelukkig van wordt. Neemt niet weg dat een ijsje, zelfregulatie verminderd. Dwingen om te eten zorgt patatje of glas cola heel lekker is, dus hoeft ook niet ervoor dat kinderen hun eigen signalen voor honger en volledig verbannen te worden. Maar het belonen of verzadiging niet leren herkennen, waardoor ze meer ‘kind zijn’ staat niet per definitie gelijk aan ongezond eten dan dat ze nodig hebben. Ook kan dwingen om groente te eten ertoe leiden dat kinderen juist groente minder lekker vinden en minder vaak eten”. 33 Apps zoals To good to go zijn eerder uitzondering dan regel. $4 Snacks and The City: Unexpected Low Sales of an Easy-Access, Tasty, and Healthy Snack at an Urban Snacking Hotspot. C. Schlinkert, Gillebaart, M., Benjamins, J, Poelman, M.P., de Ridder, D. 5 https://www.gezondeschoolamsterdam.nl/ 3% https://oktamsterdam.nl/ $7 Cashdan E. A sensitive period for learning about food. Human Nutrition. 1994;5(3):279-91. Skinner JD, Carruth BR, Bounds W, Ziegler P, Reidy K. Do food related experiences in the first 2 years of life predict dietary variety in school-aged children? J Nutr Educ Behav. 2002;34(6):310 38 https://www.ggd.amsterdam.nl/gezonde-kansrijke-start-amsterdam/ $9 Chambers L, Hetherington M‚ Cooke L, Coulthard H, Fewtrell MS, Lowdon J, et al. Reaching consensus on a 'vegetables first’ approach to complementary feeding. Nutr Bull. 2016;41:270-6. Barends C, De Vries JHM, Mojet J, De Graaf C. Effects of repe- ated exposure to either vegetables or fruits on infant's vegetable and fruit acceptance at the beginning of weaning. Food Qual Prefer. 2013;29:157-—65. ® Birch LL, McPhee L, Shoba B, Steinberg L, Krehbiel R. “clean up your plate“: effects of child feeding practices on the conditioning of meal size. Learn Motiv. 1987;18:301-17. 30 Echter, om ervoor te zorgen dat een kind gezond eet, de deur te eten, terwijl dit in latere gesprekken toch is er meer nodig dan alleen het herkennen van honger vrij vaak zo blijkt te zijn. Als er iedere week een aantal en verzadiging signalen . Vanaf 1,5 jaar worden kin- keer eten wordt afgehaald telt dat toch op. Ook het deren steeds autonomer en selectiever in wat ze wel eten uit verveling, tijdens een vrijetijdsbesteding van of niet willen eten. De uitdaging is om strategieën te een kind bijvoorbeeld is geregeld aan de orde. gebruiken die zowel sensitief als disciplinerend zijn, zoals het bemoedigen van het goede gedrag, het kind Aanbod Voedselbank Amsterdam de gepaste hoeveelheid autonomie toe te kennen (bijv. Tot slot zijn veel huishoudens afhankelijk van de toestaan dat een kind zelf mag eten wanneer die dat Voedselbank Amsterdam. Het aanbod van de wil en kan), een gepast tempo om het kind voldoende Voedselbank Amsterdam is niet geheel gezond en laat tijd te geven om zich aan de situatie aan te passen en (afhankelijk per voedselbank) deels de keuze aan de begrip tonen voor het standpunt van het kind . gebruiker. Wat er wordt gegeten, wordt hoe dan ook nog in grote mate door de Voedselbank Amsterdam In het onderhavige onderzoek spelen meerdere oorza- bepaald. Zeker ook gezien het feit dat voedselbanken ken een rol waarom kinderen niet (voldoende) gezond afhankelijk zijn van de giften van anderen. Een mo- eten. Een deel van de deelnemers (en medeopvoe- gelijke oplossing is de pilot zoals uitgevoerd door de ders, opa’ en oma's) heeft wellicht niet voldoende Voedselmarkt Zuid, de sociale supermarkt . Hier kiest kennis op het gebied van gezonde voeding maar men zelf de boodschappen uit. Deze formule draagt waarschijnlijk zijn (culturele) gewoonten, tijdgebrek en bij aan het gevoel van eigenwaarde van de klanten. het niet kennen of kunnen hanteren van bijvoorbeeld Om de gezonde keuze de makkelijke keuze te maken bovenstaande strategieën van grote invloed op het kunnen deze producten mogelijk ‘goedkoper’ worden eetgedrag van de kinderen. Ook hier zou mogelijk gemaakt. door het OKT hulp bij geboden kunnen worden. Overgewicht versus (gezond) thuis eten Veel respondenten uit het onderzoek geven aan dat ze weten wat gezonde voeding is en dat ze vrij weinig buitenshuis eten en drinken. Dit gegeven staat haaks op de cijfers met betrekking tot het aandeel kinderen met overgewicht in stadsdeel Amsterdam Zuidoost. Wat maakt dat er toch sprake is van overgewicht? (Te) rijke maaltijden (ondanks veel groenten), teveel eet- momenten op een dag? Te weinig drinken? Of andere omstandigheden zoals slecht slapen, stress, te weinig bewegen wat ook de keuze voor een ongezonde, snelle maaltijd versterkt? De waarheid is waarschijnlijk een optelsom van meerdere factoren, wat de com- plexiteit van het probleem en de mogelijke oplossing benadrukt. Zoals eerder aan de orde gesteld, is het ook mogelijk dat er (onbewust) veel meer gegeten wordt, dan men in eerste instantie denkt. In veel gevallen zeggen res- pondenten weinig tussendoortjes en/of weinig buiten “1 Galloway AT, Fiorito LM, Francis LA, Birch LL. “finish your soup": counterproductive effects of pressuring children to eat on intake and affect. Appetite. 2006;46:318-23. “@ Van der Veek SMC, de Graaf C, de Vries JHM et al. Baby's first bites: a randomized controlled trial to assess the effects of vegetable exposure and sensitive feeding on vergetable acceptance, eating behaviour and weight gain in infants and toddler. BMC Pediatrics 19. (2019). “5 Mesman J, Stolk MN, Van Zeijl J, Alink LRA, Juffer F, Bakermans-Kranenburg MJ, et al. Extending the video-feedback inter- vention to sensitive discipline. The early prevention of antisocial behavior. In: Juffer F‚ Bakermans-Kranenburg MJ, Van IJzen- doorn MH, editors. Promoting Positive Parenting An Attachment-Based Intervention. New York: Lawrence Erlbaum; 2008. p. 171-192. “ https://amsterdam.voedselbank.org/werken-bij/voedselmarktzuid/ 31 Bijlagen Bijlage 1. Heatmap Amsterdam Vaststellen gezondheidsscore De methodiek om de gezondheidsscore (-5 heel erg ongezond tot 5 heel erg gezond) vast te stellen is gebaseerd is de methodiek ontwikkeld door de Universiteit van Utrecht in samenwerking met de Vrij Universiteit, mede op basis van eerder onderzoek“. De gezondheidsscores zijn gedetermineerd door middel van de zogeheten Delphi methode. Twintig Nederland- se academische- en voedingsexperts uit het werkveld van de publieke gezondheid en voeding, epidemio- logie, gezondheidswetenschappen en voedingspsy- chologie hebben in meerdere (anonieme) rondes de scores voor de verschillende type voedselaanbieders ten opzichte van elkaar bepaald. De experts gaven per type voedselaanbieder aan hoe (on)gezond zij hun aanbod in zouden schalen van -5 tot +5. De score per type voedselaanbieder kon ruim worden toegelicht. De variatie in scores per type voedselaanbieder is zo vaak gedeeld met alle experts tot het moment dat er voor ieder type aanbieder consensus over een definitieve score was. Cijfers Zuidoost Tabel B1. Voedselaanbod Venserpolder Take away 2 -3,7 Heel erg ongezond 22% Lunchroom 1 -0,4 Ongezond 33% Slager 1 -0,4 Restaurant 1 -0,9 Mini super 1 0.3 Gezond 44% Turkse supermarkt 3 2 Bron Heatmap Amsterdam juni 2019 Tabel B2 Voedselaanbod World of food Fastfood restaurants 2 -4,9 Heel erg ongezond 61% Grill room 3 -4,8 Confectionary 1 -4,7 Take away 8 -3,7 Cafe 1 -2,3 Ongezond 39% Restaurant 8 -0,9 Bron Heatmap Amsterdam juni 2019 #5 Timmermans, J., Dijkstra, C., Kamphuis, C., Huitink, M., van der Zee, E., & Poelman, M. (2018). Obesogenic' School Food Environments? An Urban Case Study in the Netherlands. International Journal of Environmental Research and Public Health, 15(4), 1-14. [619]. https://doi.org/10.3390/ijerph15040619 32 Tabel B3. Voedselaanbod Amsterdamse Poort Fastfood restaurants 2 4,9 Heel erg ongezond 29% Grillroom 2 -4,8 Confectionery 2 -4,7 Drankenwinkel 2 4,6 Tabakswinkel 2 -4,5 Drogist 3 -4 Take Away 3 -3,7 Café-restaurant 4 -1,9 Ongezond 50% Lunchroom 12 -1,5 Kaas winkel 1 -1,3 Restaurant 8 -0,9 Slager 3 -0,4 Bakker 1 1,2 Gezond 20% Aziatische supermarkt 4 1,5 Supermarkt 4 1,8 Turkse supermarkt 2 2 Groenteboer 1 4,8 Heel erg gezond 2% Bron Heatmap Amsterdam juni 2019 33 Bijlage 2. Geleerde lessen en van eet — en koopgedrag. voorwaarden onderzoek Bm Uit de reacties van de deelnemers blijkt dat ze het meelopen als prettig hebben ervaren. Men heeft aangegeven het leuk te vinden om een babbeltje Werven te maken terwijl ze onderweg waren. Waarschijnlijk De werving voor deelnemers aan het onderzoek is ge- heeft deze methodiek de meeste nuttige informa- daan door de welzijnsinstellingen in Bijlmer Centrum. tie van het onderzoek opgeleverd. Het praat mak- Zij kennen de ouders en konden bijvoorbeeld direct kelijk, omdat er geen direct oogcontact is en het een inschatting maken van hun sociaal economische is een gedwongen manier van interviewen. Voor status. de respondent ligt de nadruk niet het verzamelen van data, wat bij een zittend interview of bij het Voor de aftrap van het onderzoek zijn door de welzijn- afnemen van een vragenlijst wel het geval is. sorganisaties informatiebijeenkomsten georganiseerd. m De vragen met betrekking tot het mogelijk veran- Door de bestaande (vertrouwens)band tussen de deren van de voedselomgeving bleken moeilijk organisaties en de ouders was er sprake van een vrij te beantwoorden. Dit komt deels omdat er op grote opkomst. Het organiseren van een fysieke infor- de route vrijwel geen voedselaanbod is. Aan de matiebijeenkomst (eind 2019, voor Corona) maakte andere kant lijkt men niet zo bewust bezig met de dat het gesprek over het onderzoek op gang kwam, omgeving. Hoewel de inventarisatie van mogelijke onduidelijkheden direct weggenomen konden worden omgevingsveranderingen niet altijd de antwoor- en mensen gezamenlijk geënthousiasmeerd werden den opleverden waar we iets mee kunnen, lijkt het om deel te nemen aan het project. tóch goed om ze te stellen om het draagvlak voor het onderzoek te verhogen. Dit geldt ook voor het De werving zou effectiever kunnen zijn als een welzijn- gebruiken van Photovoice. sorganisatie wordt beloond per succesvol geworven m Bestede onderzoekstijd per deelnemer: deelnemer, in plaats van een toelage bij een minimale -_ Het meelopen nam meer tijd in beslag dan ver- resultaatverplichting (bijv. het succesvol werven van wacht, gemiddeld 2 uur per wandeling. 10 deelnemers). Dit levert tijdwinst op voor het on- - Het kennismakingsgesprek duurde langer dan derzoeksteam omdat het minder tijd kost contact te verwacht, gemiddeld 5 kwartier. Het kost tijd onderhouden met de instellingen in hoeverre het mini- om iemand op zijn of haar gemak te stellen. Dit mum wordt behaald en wat mogelijke ‘consequenties’ is ook nodig om uiteindelijk de zes domeinen kunnen zijn als dit niet lukt. Daarnaast zijn welzijnsorga- van Positieve Gezond door te kunnen nemen. nisaties meer gemotiveerd om geschikte kandidaten -_ Het onderhouden van contact met de deel- te zoeken omdat er geen minimum aantal vereist is. nemers met betrekking tot de foto's, het (her) De deelnemers zijn uiteindelijk in een periode van plannen van de meeloopafspraken et cetera 2,5 maand geworden, dit werd door de welzijnsinstel- kost heel veel tijd. lingen als kort ervaren. -_ Het afsluitende diepte-interview kostte gemid- deld 40 minuten per deelnemer, het ordenen Onderzoeksmethodiek alle data 2,5 uur en uitwerken van de data Het onderzoek bestond uit een intake, fotodagboek; gemiddeld 5 uur per deelnemer. het meelopen veelgebruikte routes en het afnemen van een afsluitend diepte-interviews. De volgende Voorwaarden onderzoek/geleerde lessen: lessen zijn geleerd: m De eerste fase van het project is in een relatief B Het invullen van het Positieve Gezondheidsspin- korte tijd (5 maanden) afgerond. Meer tijd is nodig nenweb verliep niet bij iedereen soepel omdat het om stil te staan bij het plan van aanpak en dit aan te abstract voor deelnemers was en het doel niet te passen zodat methoden nog beter aansluiten helemaal duidelijk. Hierdoor is mogelijk sociaal bij de deelnemers. Meer tijd draagt ook bij aan wenselijk geantwoord. Het is dus van belang om het opbouwen van een vertrouwensband met de duidelijk aan te geven dat hetgeen wat wordt deelnemers. Door de tijd te nemen voor een face ingevuld, niet goed of fout is, en dat er geen oor- 2 face kennismakingsgesprek, zal de uitvoering deel gevormd wordt over iemands gezondheid. van het onderzoek (vervolgafspraken maken, data Bm Door ervaren taalbarrières is de methode Photo- verzamelen etc.) minder moeite kosten. voice niet altijd juist geïnterpreteerd en leverde dit m De manier van het benaderen van de deelnemers niet altijd de foto's op waarnaar werd gevraagd. blijft belangrijk. Het is goed om bewust te zijn m De foto’s gemaakt van eten en drinken lever- en te blijven van de omstandigheden waarin de de weinig direct bruikbare data op, maar is een deelnemers zich bevinden. Dat bijvoorbeeld niet goede manier inzicht te krijgen in hoe men thuis iedere dag foto’s worden opgestuurd, of afspra- en onderweg eet. Daarnaast is het handig om het ken op het laatste moment worden geannuleerd interview te starten met eigen foto's als voorbeeld is vaak te verklaren. Begrip tonen is daarbij van 34 belang om iemand aangehaakt te kunnen houden. Als je weet wat iemand bezighoudt in het dagelijks leven kan je samen bepalen wat, op welk moment wel mogelijk is. m Flexibiliteit van de onderzoeker is een must voor uitvoering van een project als deze. Vanwege het dagelijkse contact met de deelnemers en het aan- sluiten bij hun planning. Als je commitment vraagt van een deelnemer, moet het onderzoeksteam dat ook tonen. De agenda van de deelnemer is leidend en volgt niet per definitie kantoortijden. 35 | GGD Amsterdam, maart 2021
Factsheet
36
train
Page 1 of 1 Sijtsma, Peter RI2.- 0000 gr van: aria Folran NN Verzonden: donderdag 16 februari 2012 14:52 Aan: Raadsgriffie CG: Anna Schoemakers; Suzanne Kroger Onderwerp: Raadsadres: betreft Zonnehuis op het Zpnneplein gaat dicht Opvolgingsmarkering: Opvolgen Markeringsstatus: Rood Bericht aan de leden van de deelraad, Beste raadsleden, Zondagavondavond 12 februari zaten ondergetekenden samen om de noodlijdende situatie aan het Zonneplein te bepraten en op dit moment met name de crisissituatie die is ontstaan in het Zonnehuis te bespreken. Wij zijn een werkgroep van actieve, betrokken, oude en nieuwe bewoners van Tuindorp Oostzaan en delen met elkaar dat we het Zonnehuis (www.hetzonnehuis.com) niet alleen een prachtig gebouw vinden, maar ook een mooi theater, een leuke lunchroom en een geweldige plek om het kloppend hart van de buurt te zijn. Op dit moment loopt het niet goed met het Zonnehuis en als wij nu niet aan de bel trekken en in actie N komen gaat het Zonnehuis per 1 maart dicht. Dit -gecombineerd met de moeilijke situatie waarin het Zonneplein toch al verkeert- kunnen en willen we niet aanzien. Het lijkt er op dat het Zonnehuis door de verhuurder Stadsherstel als een commerciële partij wordt gezien, terwijl het voor ons als bewoners naast een culturele programmering, ook een maatschappelijke en sociale functie heeft in de wijk. Het Zonnehuis betaalt een flinke huur aan Stadsherstel. Dat is onder de huidige omstandigheden (leegstand van winkelpanden en dus ook echt een gebrek aan toeloop) niet vol te houden. Dat deuren van het Zonnehuis zouden moeten sluiten per | maart vinden we erg zonde en zorgwekkend. Want in een wijk als Tuindorp Oostzaan is een plek als het Zonnehuis juist zo belangrijk. Wij, als actieve en betrokken bewoners, zetten ons graag in om het Zonnehuis te behouden voor de buurt. Aan u als raadsleden en Dagelijks Bestuur het verzoek om ons daarin te steunen. We hebben als werkgroep een aantal acties in gang gezet. We treden erg graag met u in contact en | horen graag wat onze mogelijkheden zijn om onze energie effectief in te zetten en horen ook | graag hoe we dat gezamenlijk met u allen kunnen doen. Met ontzettend veel dank alvast voor uw aandacht en meedenken, In afwachting van uw reacties, Namens de werkgroep Zonnehuis (Ton van Erp, Larissa Folman, Suzanne Kroger, Ruud Gort, Rutger van den Breemer, Astrid Tuiner, Joke Peppels, Rob Golstein), Anna Schoemakers, Nieuwe Zonneweg B, PS, Wij hebben begrepen dat er geen raadsvergadering is komende maand en daarom dus waarschijnlijk ook geen fractievergaderingen op maandag avond. Wilt u deze email echter wel met elkaar bespreken? Dank! 1-3-2012
Raadsadres
1
train
Stadsdeelcommissie Agenda Datum 22-06-2021 Aanvang 20:00 Locatie Raadzaal en online via MS Teams 1. Opening, vaststellen besluitenlijst * Vaststelling concept-besluitenlijst van 8 juni 2021 2. Het woord aan bewoners en ondernemers * Voor informatie over inspraak en aanmelding om in te spreken zie onderaan de agenda. 3. Afdoening ingekomen stukken * Kijk voor de ingekomen stukken onderaan de agenda 4. Mededelingen dagelijks bestuur 5. Halvemaansteeg 4-6, Amstel 50 - Club Europa 6. Omgevingsvergunning kunstwerk Capital CG, Weesperplein 4 7. Centrum Begroot 2021: selectie plannen 8. Concept-advies over Huisvestingsverordening 2022 Stukken zijn nagezonden per 17 juni jl. 9. Blik op de zomer in de binnenstad Bespreken op verzoek agendacommissie. De commissie krijgt de gelegenheid om vragen te stellen. 10. Rondvraag en sluiting INGEKOMEN STUKKEN À. Termijnagenda De geactualiseerde termijnagenda is per 18 juni jl. nagezonden. B. Adviesaanvraag van college over verbod zichtbare uitingen van verboden verklaarde organisaties De adviestermijn eindigt op 25 juli a.s. De stadsdeelcommissie krijgt op 6 juli a.s. een concept-advies voorgelegd. CG. Adviesaanvraag van college over Beleidskader participatie D. Memo over afvalbakken voor statiegeldflessen E. Memo voortgang Waterloopleinmarkt F. Nota van Beantwoording m.b.t. stadsdeeladvies en voortgang proces OVA2050 INFORMATIE Aanmelden om in te spreken Omdat bezoekers geen toegang hebben tot de vergaderzaal, is inspreken alleen digitaal mogelijk, via een live- videoverbinding via MS Teams. Inspreken is mogelijk bij het desbetreffende agendapunt, of, als het onderwerp niet op de agenda staat, aan het begin van de vergadering. Mensen die hierover meer informatie willen, of die zich aan willen melden als inspreker kunnen zich per e-mail richten tot de afdeling bestuursondersteuning: [email protected]. Aanmelden om in te spreken kan tot uiterlijk de maandag voor de vergadering tot 14:00 uur.
Agenda
2
discard
NOTITIE Van: Joost Poort, Marco Kerste Aan: Rob Strijbos, Gemeente Amsterdam Datum: 14 maart 2022 Betreft: Inkomsten taxichauffeurs Uber Samenvatting en conclusies In deze notitie worden de cijfers vit de publicaties van Uber, FNV en Maastricht University (zie paragraaf 1) tegen het licht gehouden door deze te vergelijken, vitgaande van een chauffeur die gemiddeld 40 vur per week (en dus exclusief) voor Uber rijdt. Uber rekent verschillende Cases door. Case 2 heeft betrekking op genoemde uitgangspunten en wordt hier als basis genomen. Hoewel aannemelijk, is het niet zeker dat de bedragen die volgen vit de steekproef in de publicatie van FNV ook op deze aanname zijn gebaseerd. Evenmin is duidelijk in hoeverre de steekproef van FNV representatief is voor de gehele groep van chauffeurs die in Amsterdam voor Uber rijdt, en wat het eventuele effect is geweest op de vitkomsten als dat niet zo is. Daarnaast speelt de meer algemene vitdaging dat de daadwerkelijk gereden ritten per vuren het type ritten sterk kunnen verschillen, met mogelijk gevolgen voor inkomsten en kosten. Dit is in deze notitie zo veel als mogelijk gemitigeerd door uit te gaan van een combinatie van vren per week en jaarlijks gereden kilometers in lijn met de cijfers zoals Uber en Maastricht University die opgeven. Toch kunnen er ‘onder de motorkap’ nog steeds relevante (individuele) verschillen bestaan rondom deze gemiddelden. Met deze voorbehouden in het achterhoofd, lijken de bruto en netto ritprijzen en de omzet voor een chauffeur na aftrek van de service fee van Uber op basis van de drie publicaties zeer dicht bij elkaar te liggen, als ze vergeleken worden voor een chauffeur die 40 vur per week online is (zie paragraaf 2). Bron ____ Uber | _____ FNV ______ | Maastricht University De oorsprong van ogenschijnlijke verschillen in de inkomsten tussen de publicaties blijken vooral uiteenlopende grondslagen voor de gepresenteerde cijfers en de incorrecte behandeling door FNV en Maastricht University van de BTW op ritprijzen en op de service fee van Uber (zie paragraaf 3). Onder de sterk vergelijkbare cijfers in de tabel hierboven ligt wel een discrepantie tussen Uber en Maastricht University in het aantal gewerkte uren per jaar en de inkomsten per vur. Uber geeft aan in de berekening te zijn vitgegaan van 48 werkweken van 40 vur online, dus vier weken vakantie of ziekte per jaar. Uber rekent daarbij echter met gemiddelde inkomsten per vur die volgens Maastricht University gelden voor een gemiddelde chauffeur, maar niet voor een chauffeur die 32 of meer vren per week rijdt. Het impliciete verschil in vurtarief van ongeveer 10% - dat zou leiden tot een afwijkende omzet tussen de twee berekeningen — wordt overbrugd doordat Maastricht University rekent zonder vakantie- en ziektedagen. Bij 23 vakantiedagen (conform CAO) en 7,8 ziektedagen per jaar (het landelijk gemiddelde) zouden het jaarlijkse aantal vren en de omzet in de berekening door Maastricht University 11,8% lager liggen. Andersom geredeneerd zou een chauffeur die jaarlijks 23 dagen vrij en 7,8 dagen ziek is de rest van het jaar werkweken moeten maken van 45,4 vur (online) om te komen tot deze omzet. Een nuancering daarbij is wel weer dat de definitie van werktijd als ‘tijd online’ vrij royaal is. Een chauffeur die thuis zit maar + Ten behoeve van deze notitie zijn enkele begripsvragen per mail voorgelegd aan de onderzoekers van Maastricht University. Tevens is via de Gemeente Amsterdam kennisgenomen van een voorlopige schriftelijke reactie vanuit FNV en een beknopte schriftelijke reactie vanuit Uber, waarop Uber een mondelinge toelichting heeft gegeven aan de gemeente en de onderzoekers. Dit alles is voor zover relevant verwerkt in deze notitie. JoosrT POORT ONDERZOEK EN ADVIES « THORBECKESTRAAT 74 « 5301 NH ZALTBOMMEL: TEL. 06-44644568 NOTITIE wel online is en beschikbaar voor ritten, is volgens deze definitie aan het werk. Voor FNV is het minder duidelijk welke aannames voor gewerkte uren zijn gehanteerd, en het is dus lastiger om daar conclusies over te trekken. De verschillen tussen FNV en Uber in de opgegeven — en zo goed mogelijk vergelijkbaar gemaakte — autokosten zijn met ongeveer €5000 per jaar groot (zie paragraaf 5). Daarbij liggen de kosten van FNV aan de bovenkant, en die van Uber aan de onderkant van de bandbreedte van een benchmark op basis van de ANWB-module voor autokosten. Het is niet vitgesloten dat FNV de autokosten weergeeft inclusief BTW. Na correctie hiervoor, omdat Uber- chauffeurs de betaalde BTW kunnen terugvorderen, neemt het verschil af. Uitgaande van een correctie voor BTW, liggen de autokosten van FNV nog steeds beduidend hoger dan die van Uber maar die verschillen zouden goed verklaard kunnen worden door andere keuzes voor (type) auto, de leeftijd van aangekochte auto's en eventueel de behandeling van bpm. Ter illustratie komen de kosten die Uber weergeeft in de buurt van een gebruikte Toyota Prius, en de kosten die FNV weergeeft (na correctie voor BTW) in de buurt van een gebruikte Mercedes E-klasse. Als de door FNV opgegeven autokosten toch al wel exclusief BTW zijn, zijn de kosten in het licht van de benchmark-bandbreedte fors, wat verklaard zou kunnen worden door de aanschaf van nieuwe of duurdere auto’s in de steekproef van FNV. Dit zou de vraag oproepen of een keuze voor een dergelijk dure auto maatgevend zou moeten zijn in de onderhavige discussie. Uber rekent met een jaarlijkse kostenpost voor pensioenopbouw van €2000 voor de zzp-chauffeur (zie paragraaf 6). Dat is 7,2% van de fiscale winst van de chauffeurs en lijkt marktconform of zelfs vrij hoog voor deze groep zzp'ers. Naast de reservering voor pensioenopbouw neemt Uber een post van €829 per jaar op voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Aan de andere kant corrigeert FNV de ‘Winst Uber-chauffeur' naar ‘Winst Uber-chauffeur met gelijke rechten’ met een bedrag van €4.812 per jaar voor verzekerings- kosten voor ziekte/arbeidsongeschiktheid en pensioenopbouw. Vermoedelijk rekent FNV met een betere pensioenregeling dan Uber en mogelijk ook met een royalere arbeidsongeschiktheidsverzekering. In een alternatieve case (Case 1) rekent Uber een chauffeur door die twee dagen per week rijdt via een taxicentrale. Uber rekent hier met ritprijzen die per kilometer hoger zijn, maar gaat vit van een veel lager aantal kilometers per vur. Per saldo komen de inkomsten per vur via de centrale ruim 27% lager uit. Per saldo valt de totale winst voor belasting per jaar in dit scenario ruim €2.800 lager uit. Case 3 gaat uit van twee chauffeurs die beiden 40 vur per week rijden en daarvoor samen één auto gebruiken, waarbij de tweede chauffeur in loondienst is. Ondanks aanzienlijke efficiëntiewinsten bij de voertuigkosten, blijft er in deze case voor de ondernemer minder winst over onder de streep. De personeelskosten voor de tweede chauffeur in loondienst doen de efficiëntiewinsten bij het intensievere gebruik van het voertuig dus ruimschoots teniet. In de variant (Case 5) waarin ook chauffeur 2 zzp'er is, hebben beiden wel hogere netto-inkomsten. Slotsom Alles overziend lijken de bruto en netto ritprijzen en de omzet op basis van de drie bronnen sterk vergelijk- baar. De berekeningen van Uber lijken consistent en niet onrealistisch. De opgevoerde voertuigkosten zijn een stuk lager dan bij FNV maar corresponderen met die van een gebruikte Toyota Prius. Uber gaat in haar berekeningen vit van vier weken vakantie of ziekte per jaar. Dat is minder dan de 23 vakantiedagen per jaar volgens de CAO en het landelijk gemiddelde van 7,8 ziektedagen per jaar. Bovendien rekent Uber met ritprijzen per vur die volgens de analyse van Maastricht University in de praktijk niet gelden bij werkweken van 32 uur of meer. Uit de cijfers van Maastricht University volgt dat de jaaromzetten uit de tabel aansluiten bij lange werkweken online: 40 vur per week zonder vakantie en ziekte, of 45 vur per week met. Daarmee komen de netto-inkomsten van een full-time Uber-zzp-er net boven die van de door Uber opgevoerde werknemer in loondienst, die minder lange weken maakt maar vermoedelijk bij een strengere definitie van werktijd. De inkomsten van de Uber-chauffeur lijken dus geen ‘compensatie’ te bevatten voor NOTITIE de risico's die ondernemerschap met zich meebrengt. Ook lijkt het erop dat de efficiëntie die Uber volgens de eigen berekeningen realiseert in termen van een hoger aantal kilometers per vur dan een taxicentrale, in de vorm van lagere ritprijzen per kilometer wel ten goede komt aan passagiers, maar niet zozeer aan chauffeurs. Omdat minder informatie beschikbaar is over de aannames onder de berekeningen van FNV, is het moeilijker hier een evenwichtig oordeel over te vellen, wat ook een 1-op-1 vergelijking met de cijfers van Uber compliceert. Het verschil zit primair in de opgevoerde autokosten. Deze zijn bij FNV juist hoog vergeleken met de benchmark. Deels zou dat kunnen komen doordat mogelijk nog niet gecorrigeerd is voor teruggave van BTW en (eventueel) bpm waar chauffeurs aanspraak op kunnen maken, maar ook het gebruik van nieuwe of duurdere auto’s in de steekproef vormt een aannemelijke verklaring. NOTITIE 1. Inleiding en onderzoeksvraag De gemeente Amsterdam heeft gevraagd om een beknopte analyse van drie ogenschijnlijk tegenstrijdige documenten over de verdiensten van taxichauffeurs die rijden voor Uber. Het gaat om de volgende drie documenten: e Uber, Productie 42: Herzien overzicht met inkomensplaatjes chauffeurs (Hierna: Uber) e FNV, Taxi zonder daklicht: Witboek over de schade die Uber aanricht en de noodzaak tot ingrijpen (Hierna: FNV) ® 2019, ROA-F-2021/3, Maastricht University (Hierna: Maastricht University). De voorliggende notitie doet verslag van deze analyse. Deze richt zich primair op de interne en de onderlinge consistentie van de drie genoemde documenten en toetst de belangrijkste aannames en cijfers waar mogelijk aan andere bronnen. Ook is gekeken naar eventuele methodologische inconsistenties. De analyse heeft niet het karakter van een controle van de onderliggende cijfers. Ten behoeve van deze notitie zijn op 12 oktober 2021 enkele begripsvragen per mail voorgelegd aan de onderzoekers van Maastricht University. Tevens is via de Gemeente Amsterdam kennisgenomen van een voorlopige schriftelijke reactie vanuit FNV (d.d. 11-3) en een beknopte schriftelijke reactie vanuit Uber (d.d. 7-3), waarop Uber op 11-3 een mondelinge toelichting heeft gegeven aan de gemeente en de onderzoekers. Dit alles is voor zover relevant verwerkt in deze notitie. 2. Totaal ritprijzen taxichauffeur Uber en omzet voor en na aftrek service fee Vertrekpunt in deze notitie is een vergelijking van de inkomsten van een chauffeur die gemiddeld 40 vur per week (en dus exclusief) voor Uber rijdt, en wat daarvan aan omzet overblijft na afdracht van de BTW en de service fee van Uber. Uber rekent ook een aantal andere cases door (Case 1 tot en met 5) en FNV geeft een vergelijking met een chauffeur in loondienst. Onder een aantal hieronder benoemde aannames, zijn de totale ritprijzen inclusief BTW per jaar volgens de drie bronnen sterk vergelijkbaar: zie de tabel hieronder. Ten opzichte van Uber komen de cijfers van FNV 1% hoger uit, en die van Maastricht University 1% lager. Bron ____ Uber | _____ FNV ______ | Maastricht University Toelichting berekening Om tot deze cijfers te komen, zijn de onderstaande uitgangspunten en aannames gehanteerd: Uber e _Op basis van Case 2. FNV e Uit de genoemde gemiddelde brutowinst per maand van €1.954 (p.5) en totale kosten per jaar van € 18.850 (p.6) volgt een netto jaaromzet van € 42.298. e Aangenomen is dat deze cijfers betrekking hebben op een chauffeur die 4o vur per week rijdt en dat de service fee van Uber hier al op in mindering is gebracht, aangezien die onder de door FNV opgegeven kosten niet meer apart genoemd wordt. * e _Nettoen bruto ritprijzen zijn vervolgens berekend op basis van de Uber-fee van 25% over ritprijzen en 9% BTW (zie paragraaf 3 van deze notitie). 2 FNV stelt dat het gemiddelde aantal vren per week in de steekproef vitkomt op “meer dan 5o vur per week” (p.7). De winst van een Uber-chauffeur wordt echter vergeleken met een staattaxi-chauffeur op basis van de Taxi-CAO waar een 4o-urige werkweek de basis is. NOTITIE Maastricht University e Bruto verdiensten zoals gedefinieerd door Maastricht University zijn omgerekend naar ritprijzen door deze op te hogen met de afgedragen service fee en de BTW daarover (zie verder paragraaf 3 van deze notitie). e Deze bron geeft drie mogelijke grondslagen om de totale ritprijzen te berekenen: o gemiddelde bruto verdiensten per vur van €22,85 in 2019, wat bij 40 uur per week overeen zou komen met €3961 per maand. Maastricht University rekent hier dus met 40 x 52 / 12 = 173,3 Uren per maand, zonder vakantie- of ziektedagen. o gemiddelde verdiensten van €3126 per maand van iemand die 32 tot 38 vur per week werkt o gemiddelde verdiensten van €4097 per maand van iemand die meer dan 38 vur per week werkt. e _Hetgemiddelde van €22,85 is berekend op basis van alle chauffeurs in de dataset, die gemiddeld ongeveer 24 vur per week online waren. Uit de cijfers van Maastricht University volgt dat de gemiddelde inkomsten per vur bij langere werkweken lager zijn, wellicht omdat chauffeurs die langere weken maken ook rijden op minder lucratieve tijden. Daardoor geeft doorrekening van het gemiddelde vurloon van €22,85 naar een 4o-urige werkweek een te rooskleurig beeld. In de berekening is vitgegaan van het gemiddelde van de maandbedragen voor 32-38 en voor meer dan 38 vur per week, wat leidt tot de gemiddelde bruto ritprijzen van €62.133 per jaar in de tabel. De eerste groep rijdt gemiddeld wat minder vren, de tweede groep wat meer. Een vergelijkbaar jaartotaal (namelijk €61.644) wordt verkregen door het gemiddelde voor de groep die 32 tot 38 vur werkt te extrapoleren van 35 naar 40 UUr. 3. BTW Taxidiensten zijn belast met het lage BTW-tarief van 9%; over de fee die Uber bij chauffeurs in rekening brengt, is het hoge tarief van 21% van toepassing. Als grondslag voor de fee hanteert Uber de ritprijzen inclusief de 9% BTW. De fee wordt dus ook gerekend over de BTW-inkomsten die chauffeurs moeten afdragen. De fee is als gevolg daarvan 25% van de bruto ritprijzen, en dus 1,09 x 25% = 27,25% van de (voor de chauffeur relevantere) netto ritprijzen. Chauffeurs kunnen de BTW die Uber in rekening brengt in hun eigen BTW-aangifte aftrekken van de BTW over de ritprijzen. Ze hoeven de BTW die Uber in rekening brengt dus uiteindelijk niet te betalen. De onderstaande tabel geeft een voorbeeldberekening. In dat opzicht is wat FNV schrijft incorrect: “Van de ritprijs trekt de app automatisch 25% service fee af, waar nog eens 21% BTW bovenop komt. Er wordt dus ruim 30% in mindering gebracht.” (p. 6). De BTW die Uber over de fee rekent, wordt door de chauffeur immers weggestreept tegen een deel van de nog af te dragen BTW. Er wordt dus 27,25% (in plaats van “ruim 30%”) van de netto ritprijs in mindering gebracht. Ook Maastricht University trekt de BTW over de service fee van de gerapporteerde verdiensten af, maar haalt vervolgens de 9% BTW er niet uit, zoals wel zou moeten: “De in het rapport gerapporteerde cijfers betreffen de totale verdiensten, na aftrek van de service fee en bijbehorende BTW en komt overeen met het bedrag dat chauffeurs via Uber op hun rekening gestort krijgen”. Chauffeurs moeten van het bedrag dat ze van Uber gestort krijgen nog een stukje BTW afdragen, namelijk 9% over de netto ritprijzen, minus de reeds betaalde BTW aan Uber en andere leveranciers (per saldo € 3,28 in de voorbeeldberekening hierboven). Derhalve horen bij de bruto verdiensten van gemiddeld €22,85 per vur (volgens de definitie van Maastricht University) bruto ritprijzen per vur voor aftrek van de service fee van gemiddeld €32,76. Na aftrek van 9% BTW is dat netto €30,05 en na aftrek van de service fee — maar niet de BTW daarover! — blijft een bedrag per uur over van €21,86. Dat is 4,3% minder dan de bruto verdiensten van €22,85 die Maastricht University noemt. Van alle cijfers over verdiensten die Maastricht University noemt, moet dus nog 4,3% worden afgetrokken om te komen tot omzetcijfers na aftrek van de Uber-fee en na afdracht van de (netto) BTW. NOTITIE In de tabel met omzetten per jaar en per maand in de vorige paragraaf zijn de verdiensten volgens FNV en Maastricht University gestandaardiseerd op basis van deze uitgangspunten. 4. Uren en kilometers per jaar Voor de berekeningen in paragraaf 2 is vitgegaan van een 4o-urige werkweek. Dat is het meest expliciet in de berekeningen voor Maastricht University en Uber. In de berekening voor FNV blijft het impliciet omdat jaar- respectievelijk maandbedragen aan de basis daarvan liggen. Uber geeft aan in de berekening te zijn uitgegaan van 48 werkweken van 40 vur online, dus vier weken vakantie of ziekte per jaar. Dat is minder dan de 23 vakantiedagen waar een chauffeur recht op heeft conform de in 2019 geldende CAO? Inclusief het landelijk gemiddelde ziekteverzuim van 7,8 dagen in 2019#, zou dat resulteren in ongeveer 46 in plaats van 4,8 werkweken. Bij 48 weken van 40 vur corresponderen de bruto ritprijzen per jaar van €62.747 (Uber, case 2) met bruto ritprijzen van €32,68 per vur. Dat is weer vrijwel identiek aan de bruto ritprijzen van €32,76 per vur op basis van het gemiddelde volgens Maastricht University (zie paragraaf 3). Een belangrijk verschil is echter dat dat volgens Maastricht University het gemiddelde is bij een werkweek van ongeveer 24 uur online, terwijl de inkomsten per vur ongeveer 10% lager zijn voor chauffeurs die langere werkweken maken van 32 tot 38 uur. In de berekening voor Maastricht University in de tabel in paragraaf 2 is gerekend met die lagere gemiddelde inkomsten per vur, maar wordt gerekend zonder vakantiedagen en ziektedagen. Op jaarbasis gaat het dan om maar liefst 2086 vur. Om dat jaartotaal te halen, zou een chauffeur die 23 dagen vrij en 7,8 dagen ziek is de rest van het jaar werkweken moeten maken van 45,4 Uur. De cijfers die zijn gebruikt door Maastricht University en door Uber zijn vanuit dit perspectief dus toch niet geheel vergelijkbaar: ze leiden weliswaar tot hetzelfde jaartotaal, maar Uber rekent met inkomsten per vur die volgens Maastricht University gelden voor een gemiddelde chauffeur, maar niet voor een chauffeur die 32 of meer vuren per week rijdt. Het verschil in vurtarief van 10% is te overbruggen door te rekenen zonder vakantie- en ziektedagen. Mogelijk hebben de gegevens van FNV ook betrekking op gemiddelde werkweken van 45 vur (behoudens vakanties en ziekte), waardoor de inkomsten vrijwel gelijk zijn aan de inkomsten volgens Maastricht University bij „o-urige werkweken zonder vakantie en ziekte. Een belangrijke nuancering bij deze lange werkweken is dat de definitie van werktijd als ‘tijd online! royaler is dan die vermoedelijk is voor chauffeurs in loondienst. Een chauffeur die bijvoorbeeld thuis zit te lunchen of voor de tv zit maar wel online is en beschikbaar voor ritten, is volgens deze definitie net zo goed aan het werk als wanneer hij of zij een passagier vervoert: ook deze vren wegen mee om te komen tot de hiervoor genoemde gemiddelde opbrengsten per vur. Een werkweek van 45,4 vur kan dan vren bevatten waarin men online is maar niet achter het stuur zit. Ook kan een chauffeur die zowel voor Uber rijdt als voor een TTO bijvoorbeeld online zijn terwijl hij op een standplaats staat en zo op twee paarden wedden. Omgekeerd kunnen chauffeurs in loondienst te maken hebben met verplichte maar onbetaalde onderbrekingen van de dienst. Uit de kosten voor brandstof (totaal en per kilometer) die Uber hanteert voor Case 2 valt af te leiden dat hier wordt gerekend met ongeveer 41.700 kilometer per jaar. Maastricht University wijst op de seizoensfluctuaties in het aantal kilometers per maand dat chauffeurs rijden. In december 2019 was het per week 399 km voor Uber X, het jaargemiddelde voor 2019 was 436 km per week, wat op jaarbasis op zo’n 22.700 km komt. Het gaat hier om een gemiddelde chauffeur, die volgens Maastricht University gemiddeld 24 Uur per week online is. Bij een „o-urige werkweek zou het dan gaan om ongeveer 37.900 kilometer, 9% minder dan op basis van Uber. Uit Uber (case 2) volgt voorts dat de ritprijzzen gemiddeld ongeveer €1,50 per kilometer bedragen, en per online vur gemiddeld 21,7 kilometer wordt verreden. 3 https://www.sfmobiliteit.nl/application/files/3715/6527/1207/TTW CAO Taxivervoer 2019 2020 B DEF.pdf 4 https://opendata.chs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83056NED/table?ts=1634557183870 NOTITIE 5. Autokosten Autokosten vormen na de service-fee van Uber de grootste kostenpost voor Uber-chauffeurs. FNV en Uber geven inschattingen voor deze autokosten, Maastricht University doet dat niet en is daarom niet meegenomen in dit onderdeel. Uber berekent de kosten primair op basis van aannames over gereden kilometers, gegeven een 4o-urige werkweek, en aannames over kosten per kilometer. Om meer beeld te krijgen bij de gemiddelde autokosten en de afwijkingen tussen FNV en Uber, is een benchmarkanalyse uitgevoerd met gebruik van de ANWB-module ‘autokosten berekenen’. FNV verwijst zelf ook naar het gebruik van deze module in haar vordering in het kader van de rechtszaak tussen Uber en FNV. Onderstaande tabel geeft de kosten die FNV en Uber opgeven en daarna op basis van de ANWB- module de kosten van twee autotypen die vaak worden gebruikt in de taximarkt en die een ruime bandbreedte weerspiegelen.” Kostenpost_____ | | | ___MercedesE-klasse | __ToyotaPrius OL Nieuwt _} Gebruikt* | Nieuw* | Gebruikt* [BBP _Banden** | | €439 | €635 | €635 | €601 | €334 | €334 _AfschrijvingBCT | | €99 | *Uitgegaan is van een aanschafdatum per juni 2018. Bij een nieuwe auto is uitgegaan van een bouwjaar een half jaar eerder (december 2017), en bij een gebruikte auto 5,5 jaar eerder (december 2013). Verder is vitgegaan van 40.420 gereden kilometers per jaar.® **De ANWB-module resulteert in kosten inclusief BTW, voor de vergelijkbaarheid met de cijfers van FNV en Uber zijn de relevante kosten uit de module omgezet naar prijzen exclusief BTW. Toelichting berekening Voor een goede vergelijking van de autokosten zijn de volgende zaken van belang: e De kosten in de ANWB-module zijn inclusief BTW. Aangenomen mag worden dat Uber-chauffeurs de BTW kunnen terugvorderen, en dus dat voor de vergelijking gekeken moet worden naar de kosten exclusief BTW.° In de tabel hierboven zijn de kosten die vit de ANWB-module volgen daarom omgerekend naar kosten exclusief BTW. Het is echter niet zeker of FNV en Uber hebben gekeken naar de kosten inclusief of exclusief BTW. Daar wordt hieronder, waar relevant, nader op ingegaan. e Houders van een motorrijtuig dat als taxi wordt gebruikt en ook zo is ingericht, komen in aanmerking voor de taxivrijstelling voor de motorrijtvigenbelasting, mits wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden. Aangezien FNV 5 https://www.anwb.nl/auto/autokosten. 6 Zie ECLI:NL:RBAMS:2021:5029. 7 Zoals ook FNV aangeeft, kunnen de kosten per chauffeur verschillen doordat allerhande keuzes ten grondslag liggen aan de kosten, zoals over (type) auto, brandstof en koop versus lease. Ook in de ANWB-module moeten diverse variabelen worden ingevuld, die keuzes reflecteren die chauffeurs kunnen maken of beïnvloeden. De berekeningen moeten daarom als indicatief worden gezien, en worden hier gebruikt om de orde van grootte van door Uber en FNV weergegeven bedragen te benchmarken. Om de robuustheid van de resultaten te toetsen bij verschillende aannames, zijn enkele gevoeligheidsscenario's doorgerekend. Ter illustratie: voor de 2° hands Toyota Prius is een aanschafwaarde per 2018 (bij bouwjaar 2013) gehanteerd van €18.000. Bij een aanschafwaarde van €12.000 i.p.v. €18.000 zouden kosten resulteren van €5.846, dus een verschil van €1.236. Ook heeft de ANWB- module een aantal vitgangspunten dat niet aanpasbaar is, zoals de berekende restwaarde en dat een auto wordt gekocht (geen lease). 8 De kilometrages die Uber en MU hanteren (zie paragraaf 4) leiden tot een gemiddelde van 39.800 kilometer per jaar op basis van 40 UUr per week. Voor de toetsing van de voertuigkosten in deze pararaaf is gerekend met een iets hoger gemiddelde omdat ten tijde van die berekeningen nog niet alle informatie voorhanden was. Omdat de impact op de kosten van gebruik van het exacte gemiddelde zeer beperkt is (voor een nieuwe Mercedes E klasse verschillen de kosten iets meer dan €100 per jaar), zijn niet alle berekeningen opnieuw uitgevoerd. 9 Uber vermeldt hierover over op haar website “Bovendien betaal je vast en zeker btw over andere zakelijke kosten, zoals benzine. Met een btw-registratie kun je deze betaalde btw wellicht terugvragen.” NOTITIE en Uber hier geen bedragen voor noemen, wordt aangenomen dat zij vitgaan van een vrijstelling voor de motorrijtuigenbelasting en zijn de kosten die de ANWB-module hiervoor berekent niet opgenomen in de tabel. e _Tot1januari 2020 konden ondernemers betaalde bpm voor taxi's terugvragen, onder andere onder de voorwaarden dat de personenauto voor 90% of meer wordt gebruikt als taxi en er sprake is van een geldige vergunning. Na 1 januari 2020 kon dat niet meer, al is er onder voorwaarden nog wel een overgangstermijn. In tegenstelling tot de motorrijtuigenbelasting hoeft de bpm in de berekeningen niet apart te worden benoemd; het heeft immers indirect impact op de kosten via een lagere aanschafprijs en dus afschrijving. Daardoor is het onduidelijk of en op wat voor manier in de berekeningen van FNV en Uber rekening is gehouden met teruggaaf van de bpm, mede met het oog op de veranderende regels. Ter illustratie is daarom voor de nieuwe Mercedes die is doorgerekend in de ANWB-module een aparte variant opgenomen waarin tevens gecorrigeerd is voor de bpm. e _ FNV en Uber nemen schoonmaakkosten op van een gelijkwaardig niveau. De ANWB-module geeft hier geen kosten voor. Het ligt voor de hand dat deze kosten inderdaad wel relevant zijn voor een taxichauffeur maar in mindere mate voor particulieren die een auto aanschaffen. e _De ANWB-module neemt kosten voor een autoverzekering op, op basis van WA + Casco. Deze verzekering is echter niet te vergelijken met de specifieke taxiverzekering die FNV en Uber opnemen en daarom niet vermeld in de tabel. De verzekeringskosten die Uber opvoert zijn beduidend hoger dan die volgens FNV. e _De door FNV en Uber gehanteerde definitie van onderliggende variabelen, zoals afschrijving en onderhoud, is niet bekend. Het is goed mogelijk dat hier vermenging plaatsvindt, bijvoorbeeld doordat FNV deels ook leasebedragen mee lijkt te nemen in haar gemiddelde afschrijvingen en geen apart bedrag voor bandenkosten opgeeft. e _Op basis van bovenstaande punten, geeft het subtotaal in de tabel hier boven de best vergelijkbare bedragen voor de autokosten en wordt hieronder van dit subtotaal vitgegaan. e De bedragen uit de module geven brandstofkosten per eind 2021, die wat hoger liggen dan in de jaren daarvoor. Er zit een groot verschil van ruim €5 duizend per jaar tussen de kosten zoals opgegeven door FNV en Uber. De kosten die volgen vit de ANWB-module geven een forse bandbreedte, afhankelijk van het type auto en of een nieuwe of gebruikte auto wordt aangeschaft. Uber Het door Uber weergegeven kosten(sub)totaal ligt aan de onderkant van de bandbreedte die volgt vit de ANWB-module. Het ligt ruim onder die van de doorgerekende nieuwe auto's: €6,3 duizend onder de nieuwe Mercedes E-klasse (bijna €4,4 duizend na correctie voor bpm) en ruim €1 duizend onder de nieuwe Toyota Prius. Ook zijn de door Uber opgegeven kosten bijna €2,6 duizend lager dan die van de gebruikte Mercedes. Ten opzichte van de doorgerekende gebruikte Toyota zijn de door Uber berekende kosten bijna €0,8 duizend hoger. De door Uber opgegeven bedragen lijken daarmee in lijn met die van een gebruikte Toyota Prius, met mogelijk net wat andere specificaties dan gehanteerd in bovenstaande berekeningen. ENV De door FNV opgegeven autokosten liggen juist aan de bovenkant van de bandbreedte die volgt uit de ANWB-module. Ze liggen in de buurt van die van de nieuwe Mercedes E-klasse, tussen de kosten met en zonder bpm-vrijstelling. Ze liggen ongeveer €4 en €6 duizend boven de kosten van de nieuwe respectievelijk de gebruikte Toyoto Prius. Als wordt gekeken naar het geheel van de benchmark-kosten, is het niet onaannemelijk dat FNV de autokosten inclusief BTW heeft opgenomen. Als de autokosten die FNV berekent hiervoor zouden worden gecorrigeerd, zouden ze ongeveer €2,3 duizend lager worden en komen ze in lijn met de kosten van de gebruikte Mercedes E-klasse. 6. Pensioenopbouw, verzekering, vergelijking loondienst en overige cases Uber Uber rekent met een jaarlijkse kostenpost voor pensioenopbouw van €2000 voor de zzp-chauffeur in Case 1, 2, 3en 4. Dat is 7,2% van de fiscale winst van de chauffeurs.“ Als voorziening oudedagsreserve mag een ondernemer jaarlijks 9,44% van de fiscale winst reserveren voor pensioen, maar veel zzp'ers zitten daar ver onder of sparen helemaal niet voor hun pensioen. Vanuit die optiek lijkt 7,2% marktconform of zelfs vrij 1 Voor de doorgerekende nieuwe Toyota heeft bpm amper effect omdat deze heel laag is. H Al dan niet in combinatie met een correctie voor bpm. 2 Omzet minus de meeste kosten, met vitzondering van de pensioenreservering en inkomensverzekering (AOV). NOTITIE hoog voor deze groep zzp'ers. Naast de reservering voor pensioenopbouw neemt Uber een post €829 per jaar op voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering.“> Totaal komt dat op €2.829 per jaar. FNV corrigeert de ‘Winst Uber-chauffeur’ naar ‘Winst Uber-chauffeur met gelijke rechten’ (p. 5). Per jaar is het verschil €4.812, waarmee naar verluidt wordt gecorrigeerd voor verzekeringskosten voor ziekte/arbeidsongeschiktheid en pensioenopbouw. Het verschil tussen Uber en FNV bedraagt dus per saldo zo'n €2000, waarbij FNV ook voor verzekering van ziekte zegt te corrigeren. Het gemiddelde van 7,8 ziektedagen per jaar leidt tot een bruto inkomstenderving van iets meer dan €1000.** Daarmee is het verschil dus nog niet verklaard. Vermoedelijk neemt FNV meer een ‘werknemersperspectief! en rekent zij met een betere pensioenregeling of een royalere arbeidsongeschiktheidsverzekering dan Uber. Naast case 2 rekent Uber vier andere cases door, waarover wordt volstaan met de volgende observaties: e Case 1gaat uit van een chauffeur die gemiddeld 2 dagen per week via een taxicentrale rijdt en 3 dagen per week via Uber. Uit de analyse blijkt dat Uber voor die twee dagen via een centrale rekent met ritprijzen die per kilometer hoger zijn (€2,10 in plaats van de €1,50 per kilometer vit paragraaf 4) maar vitgaat van een veel lager aantal kilometers per gewerkt vur (11,3 in plaats van 21,7 kilometer per vur, bijna de helft). De hogere prijs per kilometer weegt dus niet op tegen het lagere aantal kilometers en per saldo komen de ritprijzen per gewerkt vur meer dan 27% lager uit. Je zou kunnen stellen dat Uber met de service fee precies de efficiëntiewinst door de hogere bezettingsgraad bij de chauffeur afroomt, al rekent een taxicentrale natuurlijk ook kosten voor bemiddeling. In de berekening worden de kosten verder plausibel verdeeld op basis van de tijdbesteding dan wel het aantal kilometers, waarbij ook maandelijkse kosten van een taxicentrale worden opgenomen. Door deze extra kosten en de lagere verdiensten per gewerkt uur via de centrale valt de totale winst voor belasting per jaar ruim €2.800 lager vit dan in Case 2. e Case 3en 5 gaan uit van twee chauffeurs die beiden 40 vur per week rijden en daarvoor samen één auto gebruiken. In Case 3 is de tweede chauffeur in loondienst en wordt berekend wat er onder de streep overblijft voor de ‘fleet partner’ die de ander in dienst heeft en zelf ook rijdt. De ritprijzen en service fees zijn in deze casus tweemaal zo hoog als in Case 2, maar op de kosten van het voertuig (afschrijving, verzekering, onderhoud) worden efficiëntiewinsten behaald. Per chauffeur vallen die totale voertuigkosten €1.912 per jaar lager uit, een kostenbesparing van 15%. Ondanks die efficiëntiewinst is de ‘Fleet partner’ in Case 3 iets slechter af dan de éénpitter in Case 2: de winst voor belasting is per jaar €1137 lager. De personeelskosten voor de tweede chauffeur in loondienst doen de efficiëntiewinsten bij het intensievere gebruik van het voertuig dus ruimschoots teniet. e Over de keuze voor de inschaling in Case 3 (schaal 2) en in Case 4 (schaal 4) kan in het bestek van deze analyse geen oordeel worden geveld. e Cases heeft betrekking op twee zelfstandige chauffeurs die een auto delen. De inkomsten per chauffeur zijn gelijk aan Case 2, maar voor de voertuigkosten profiteren de chauffeurs van de kostenbesparing van €1.912 per jaar die er ook in Case 3 is. De overige kosten zijn gelijk aan Case 2, waardoor de winst voor belasting met dit bedrag is verhoogd. 3 Deze post is moeilijk te beoordelen, omdat de kosten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering sterk afhangen van onder meer het verzekerd bedrag, de wachttijd voor tot uitkering wordt overgegaan en de leeftijd van de verzekerde. 4 Uitgaande van de ritprijzen per dag, na aftrek van BTW en service fee leidt een ziektedag tot een bruto inkomstenderving van ongeveer €130 als ook rekening wordt gehouden met wegvallende marginale voertuigkosten.
Onderzoeksrapport
9
test
X Gemeente Amsterdam R O % Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) % Gewijzigde agenda, woensdag 23 maart 2016 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur NB: agendapunt 13 is teruggenomen vanwege onvolledigheid van de stukken. Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie RO d.d. 24 februari 2016 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieRO @raadsgriffie.amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille , Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Gewijzigde agenda, woensdag 23 maart 2016 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Ruimtelijke Ordening 11 Vaststellen van het bestemmingsplan IJburg blok 59 Nr. BD2015-018643 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 30 maart 2016). e _Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de leeskamer raad. 12 Vaststellen van het bestemmingsplan Kenniskwartier Noord, eerste partiële herziening Nr. BD2016-001019 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 30 maart 2016). 13 Vaststellen van het bestemmingsplan De Aker Nr. BD2015-018355 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 30 maart 2016). e _Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de leeskamer raad. , Teruggenomen wegens onvolledigheid van de stukken. 2 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Gewijzigde agenda, woensdag 23 maart 2016 14 Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas-Ver- en nieuwbouw Prinses Irenestraat 31-33 Nr. BD2015-010794 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 30 maart 2016). 15 Vaststellen van het bestemmingsplan zelfbouwkavels Karel Klinkenberglocatie Nr. BD2015-012033 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 30 maart 2016). 16 Instemmen met aanvullende investeringen Zuidasdok Nr. BD2016-001601 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 30 maart 2016). 17 Beantwoording schriftelijke vragen inzake leges Nr. BD2016-002956 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Osselaer (D66). Grondzaken 18 Vrijgeven voor inspraak van de Algemene Bepalingen voor eeuwigdurende erfpacht 2016 en van het bijbehorende uitgiftebeleid Nr. BD2016-002344 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. BESLOTEN DEEL 3
Agenda
3
val
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering 22 juni 2022 Ingekomen onder nummer 261 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Burgers, Boomsma, Van Lammeren, Khan en Nanninga inzake herijking onderbouwing afschrijvingstermijnen Onderwerp Herijking onderbouwing afschrijvingstermijnen Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het Jaarverslag 2021; Overwegende dat: — bij de Najaarsnota 2021 de afschrijvingstermijnen voor gebouwen zijn gewijzigd van 40 naar 80 jaar (met vitzondering van onderwijs-, sportgebouwen en werven); — een afschrijvingstermijn van 80 jaar voor gemeentelijk vastgoed zeer ongebruikelijk is; — de gebruiksduur en daarmee de afschrijvingstermijn een schatting is, en het noodzakelijk is dat de vitgangspunten van deze schatting valide zijn; — het accountantsverslag aanbeveelt de onderbouwing van de afschrijvingstermijnen periodiek te herijken en te monitoren op duurzame waardevermindering; — de marktrente stijgt; — door het verlengen van de afschrijvingstermijnen investeringen langer op de balans blijven staan, waardoor rente-uitgaven aan deze investeringen zullen stijgen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders De aanbeveling van het accountantsverslag over te nemen, door: — de onderbouwing van de afschrijvingstermijnen periodiek minimaal eens in de vier jaar te her- ijken en individuele objecten te blijven monitoren op duurzame waardevermindering; — deze eerste toetsing voor de behandeling van de Begroting 2023 toe te doen komen aan de raad. Indieners H.C. Burgers D.T. Boomsma Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 J. Broersen J.F.W. van Lammeren S.Y. Khan A. Nanninga
Motie
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 134 Publicatiedatum 28 februari 2014 Ingekomen onder D Ingekomen op woensdag 12 februari 2014 Behandeld op woensdag 12 februari 2014 Status Verworpen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Paternotte, de heer Ivens en de heer Evans-Knaup inzake het eindrapport van de evaluatiecommissie Bouwproces Stedelijk Museum (deel tegenspraak met de gemeenteraad). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders tot kennisnemen van het eindrapport van de evaluatiecommissie Bouwproces Stedelijk Museum van 8 november 2013, getiteld: ‘Hang naar verstilling, drang naar spektakel’ en van de bestuurlijke reactie van het college van burgemeester en wethouders op genoemd rapport (Gemeenteblad afd. 1, nr. 125); Overwegende dat: — er voldoende waarschuwingen waren tijdens het proces van aanbesteding voor de verbouw van het Stedelijk Museum; — het gemeentelijk bureau Screening en Bewaking twijfels had bij de reputatie van de aannemer; — het gemeentelijk bureau Screening en Bewaking constateerde dat de bedrijfsinformatie niet op orde was; — het ingenieursbureau DHV advocatenkantoor Nauta Dutilh de inschrijving van de aannemer in eerste instantie op een aantal gronden onaanvaardbaar vonden; — de gemeenteraad niet van deze waarschuwingen op de hoogte is gesteld, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: voortaan de gemeenteraad bij besluitvorming op de hoogte gesteld dient te worden van alle relevante door het college van burgemeester en wethouders gevraagde externe adviezen. De leden van de gemeenteraad, J.M. Paternotte LGF. vens LR. Evans-Knaup 1
Motie
1
train
Eon o160t N% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Ontwikkeling X Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter advisering aan de raad Portefeuille Grond en Ontwikkeling Agendapunt 23 Datum besluit College van B&W 7 juni 2022 Onderwerp Gedeeltelijk opheffen geheimhouding op overeenkomst stadswarmtelevering De commissie wordt gevraagd De raad te adviseren in te stemmen met bijgaande raadsvoordracht, waarin wordt voorgesteld: 1. _Kenniste nemen van: 1.1. het Wob- verzoek d.d. 29 mei 2018 waarin is verzocht om openbaarmaking van alle overeenkomsten met N.V. Nuon Warmte 1.2. de geheimhouding die rust op de Overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier ze fase, die door de raad is bekrachtigd op 8/9 november 2017. 2. Te besluiten de geheimhouding gedeeltelijk op te heffen (conform Bijlage 1 bij de raadsvoordracht), op grond van artikel 25, vierde lid Gemeentewet, op de overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2e Fase d.d. 18 mei 2017 die op 31 oktober 2017 door het college is opgelegd en is bekrachtigd door de raad in de raadsvergadering van 8/9 november 2017. De geheimhouding wordt opgeheven op het moment dat het Woo-besluit is verzonden aan de indiener, viterlijk 20 juli 2022. 3. _Kenniste nemen van de op 31 oktober 2017 door het college opgelegde en op 8/9 november 2017 door de raad bekrachtigde geheimhouding op de overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier ze Fase d.d. 18 mei 2017. De geheimhouding wordt gedeeltelijk opgeheven nadat de raad heeft ingestemd met gedeeltelijke opheffing van de geheimhouding en het Woo-besluit verzonden is aan de indiener, uiterlijk op 20 juli 2022. Wettelijke grondslag Artikel 25 lid 2 Gemeentewet: Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het college, de burgemeester en een commissie, ieder ten aanzien van de stukken die zij aan de raad of aan leden van de raad overleggen. Artikel 25 lid 3 van de Gemeentewet: De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan de raad overgelegde stukken vervalt, indien de oplegging niet door de raad in zijn eerstvolgende vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, wordt bekrachtigd. Artikel 25 lid 4 van de Gemeentewet: De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan leden van de raad overgelegde stukken wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel, indien het stuk waaromtrent geheimhouding is opgelegd aan de raad is voorgelegd, totdat de raad haar opheft. De raad kan deze beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht. Artikel 5.1 vierde lid van de Wet openbaarheid van bestuur (Woo): geheimhouding in verband met het belang dat de indiener van het Wob-verzoek heeft om als eerste kennis te kunnen nemen van de stukken. Bestuurlijke achtergrond Gegenereerd: vl.43 1 Eon o160t % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TA R Ontwikkeling % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter advisering aan de raad Met Nuon (tegenwoordig genaamd Vattenfall) zijn door het college de volgende overeenkomsten gesloten: 1. _Samenwerkingsovereenkomst inzake warmtelevering Haveneiland, Rietlanden, Steigereiland en Westelijk deel Centrumgebied IJburg d.d. 4 augustus 1999 2. Overeenkomst Stadswarmte Overamstel d.d. 21 december 2011 3. Overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2° Fase d.d. 18 mei 2017 4. Afwikkelovereenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2° Fase d.d. 18 mei 2017 5- Brief collectieve WKO Vattenfall Amstelkwartier 2° Fase, d.d. 21 juli 2021 Ten aanzien van de Samenwerkingsovereenkomst inzake warmtelevering Haveneiland, Rietlanden, Steigereiland en Westelijk deel Centrumgebied IJburg en de overeenkomst Stadswarmte Overamstel heeft het college naar aanleiding van een Wob-verzoek d.d. 31 juli 2012 bij besluit van 27 september 2012 reeds besloten tot integrale openbaarmaking van deze overeenkomsten. Alleen ten aanzien van de overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2° Fase overeengekomen met N.V. Nuon Warmte heeft het college op 31 oktober 2017 geheimhouding opgelegd welke door de raad is bekrachtigd in de raadsvergadering van 8/9 november 2017. Op 29 mei 2018 heeft de gemeente op grond van de Wet openbaarheid van bestuur een verzoek tot openbaarmaking ontvangen van alle overeenkomsten met Nuon. Dit verzoek is beantwoord door alle contracten openbaar te maken, behalve * de Overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2° Fase d.d. 18 mei 2017, waar geheimhouding is opgelegd (hierboven bij c genoemd) en, e de aan deze overeenkomst gerelateerde Afwikkelovereenkomst (hierboven bij d genoemd). e de aan deze overeenkomst gerelateerde Brief (hierboven bij e genoemd). De afhandeling van dit Wob-verzoek door het gedeeltelijk openbaar maken van de laatste overeenkomst vindt nu plaats omdat eerder, op aangeven van dezelfde Wob-verzoeker, voorrang gegeven is aan de overeenkomsten stadswarmte met Westpoort Warmte (WPW). Dit Wob-verzoek is inmiddels afgehandeld. De overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier ze Fase en de bijhorende Afwikkelovereenkomst en Brief (hierboven bij c, den e genoemd) zijn de laatste stukken welke nog gedeeltelijk openbaar gemaakt moet worden. De geheimhouding op persoonsgegevens en concurrentiegevoelige gegevens (bedragen) wordt niet opgeheven (artikel 5.1 lid 2 sub e en f Wet open overheid). De Brief dateert van na het Wob-verzoek maar wordt, ten behoeve van transparantie ook gedeeltelijk openbaar gemaakt. Reden bespreking Advisering aan de raad. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.43 2 VN2022-016631 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Grond en % Amsterdam jee 9 TAR Ontwikkeling % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter advisering aan de raad Vattenfall is akkoord met de conform Bijlage 2 gedeeltelijke openbaarmaking van de Overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2° Fase d.d. 18 mei 2017 en de bijhorende Afwikkelovereenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2° Fase d.d. 18 mei 2017. Geheimhouding De geheimhouding op de bijlage Overeenkomst Stadswarmte wordt opgeheven zodra het Woo- besluit is verzonden aan de indiener van het Wob-verzoek, in verband met het belang dat deze heeft om als eerste kennis te kunnen nemen van de stukken (artikel 5.1, vierde lid van de Woo). Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2022-060309 1. Gemeenteraad Voordracht.pdf (pdf) 3. Wob-verzoek NUON Gemeente Amsterdam - geanonimiseerd (4). pdf AD2022-058224 (pdf) GEHEIM - 2. Overeenkomst Stadswarmte Amstelkwartier 2e fase (voor AD2022-058222 ‚ ‚ . openbaarmaking geschikte versie). pdf (pdf) AD2022-053382 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Grond & Ontwikkeling, Bob Mantel, [email protected], 06-83646273 Gegenereerd: vl.43 3
Voordracht
3
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Raadsnotulen Jaar 2019 Afdeling 2 Vergaderdatum 24 januari 2019 Publicatiedatum 6 februari 2019 OPENBARE VERGADERING OP DONDERDAG 24 JANUARI 2019. Aanwezig: de leden mevrouw A.L. Bakker (PvdD), de heer N.T. Bakker (SP), de heer Biemond (PvdA), de heer Blom (GroenLinks), de heer Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), de heer Boutkan (PvdA), de heer Van der Burg VVD), de heer Ceder (CU), de heer Van Dantzig (D66), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert (GroenLinks), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), de heer Groen (GroenLinks), mevrouw Grooten (GroenLinks), de heer Hammelburg (D66), mevrouw De Heer (PvdA), mevrouw De Jong (GroenLinks), de heer Karaman (GroenLinks), mevrouw Kat (D66), mevrouw Kilig (DENK), de heer Kreuger (Forum voor Democratie), mevrouw El Ksaihi (D66), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw Nanninga (Forum voor Democratie), mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Van Renssen (GroenLinks), mevrouw Rooderkerk (D66), mevrouw Roosma (GroenLinks), mevrouw La Rose (PvdA), de heer Van Schijndel (Forum voor Democratie), mevrouw Simons (BIJT), mevrouw Van Soest (PvdO), mevrouw Temmink (SP), mevrouw Timman (D66), de heer Torn (VVD), de heer Vroege (D66) en de heer Yilmaz (DENK). Afwezig: mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Taimounti (DENK). Aanwezig: de wethouders mevrouw Dijksma (Water, Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit en stadsdeel Zuid), mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Energietransitie en stadsdeel Oost), de heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale Zaken, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden), de heer Ivens (Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte en Groen, Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn, Reiniging en stadsdeel Noord), de heer Kock (Financiën, Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en Marineterrein en stadsdeel Centrum), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg), Mbo-agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugdcriminaliteit, Sport en Recreatie, Ouderen en stadsdeel West), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Gemeentelijk Vastgoed en stadsdeel Nieuw-West), mevrouw Moorman (Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering, Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en Schuldhulpverlening en stadsdeel Zuidoost). Afwezig: mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid, Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken, Communicatie). 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Middagzitting op donderdag 24 januari 2019 Plaatsvervangend voorzitter: de heer R. Torn. Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe. Verslaglegging: de heer Seelen. Voorzitter: de heer Torn De VOORZITTER heropent om 13.00 uur de op woensdag geschorste vergadering. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering van de gemeenteraad van Amsterdam. De VOORZITTER: Zoals gisteren al is aangekondigd, is de burgemeester vanmiddag aanwezig bij de lezing Nooit meer Auschwitz en daarom zal ik de middagzitting voorzitten. (Mevrouw NANNINGA: Ik wil de heer Van Schijndel afmelden voor vandaag.) (Mevrou61w KILIG: Mijn twee collega’s schuiven waarschijnlijk later aan.) Waarvan akte. 15 Kennisnemen van het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 16) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot. Mevrouw POOT: De 24 uurs-opvang. Het mag duidelijk zijn dat wij nooit voorstander zijn geweest van de 24 uurs-opvang die er nu komt. We gaan nu mensen voor wie er landelijke opvang is, laten wonen op plekken waar misschien tweehonderd gezinnen in Amsterdam hadden kunnen wonen. We gaan de komende vier jaar 50 miljoen euro uitgeven aan mensen van wie de rechter heeft gezegd dat ze geen recht hebben op verblijf in Nederland en van die 50 miljoen euro hadden we ook tweehonderd handhavers vier jaar lang in dienst kunnen nemen. Dit zijn echter politieke keuzen waarmee we te maken hebben. Dit staat in het coalitieakkoord en het uitvoeringsplan ligt nu voor. We willen niettemin een aantal punten met de wethouder bespreken. We hebben er ook een aantal moties voor. (Mevrouw ROOSMA: Het staat in het coalitieakkoord in Amsterdam, maar u weet ook dat er in het regeringsakkoord iets staat over LVV's. Dit uitvoeringsprogramma zou mogelijk heel goed passen in de pilot voor de LVV's waar ook de VVD mee heeft ingestemd en waar uw staatssecretaris in Den Haag mee heeft ingestemd. Hoe kijkt u daar dan tegen aan?) Daar wil ik twee dingen over zeggen. Dat een staatssecretaris in een kabinet ook compromissen moet sluiten, begrijp ik. Dat betekent nog steeds niet dat de VVD hier in Amsterdam daar ook voor is. Dat is één. Ten tweede, en dat is meteen ook een vraag aan de wethouder: er zijn wel regels voor de landelijke LVV-pilot. Dat gaat bijvoorbeeld over de dublinclaimanten, over meewerken aan perspectief en aan terugkeer. Een van mijn 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen vragen aan de wethouder is of hij zich aan de landelijke richtlijnen zal houden. Of is het zo meteen het uitvoeringsplan dat voorligt? Als het dat laatste is, dan kan dat zomaar betekenen dat er een gat in de begroting wordt geschoten waar Amsterdammers weer de dupe van zijn en voor zullen moeten betalen. Ik ben ook benieuwd wat u daar straks van vindt. (Mevrouw ROOSMA: Als dit uitvoeringsplan past binnen de LVV-pilot, steunt u het dan nog steeds niet? Als de staatssecretaris dit plan een uitstekende invulling vindt van zijn idee over hoe die pilots in het land er uit moeten zien, dan zegt u nog steeds ‘nee'?) Ja, dat klopt, omdat er voor deze mensen ook landelijke opvang beschikbaar is. We hebben dat al heel vaak besproken. Ik zeg het nog maar eens: we gaan hier dus mensen opvangen voor wie landelijke opvang beschikbaar is terwijl we ik weet niet hoeveel mensen op de wachtlijst hebben staan en we de 50 miljoen euro ook anders hadden kunnen besteden. (Mevrouw ROOSMA: Mevrouw Poot zegt dat er landelijke opvang beschikbaar is en ik ben nieuwsgierig welke landelijke opvang dan beschikbaar is. Voor heel veel mensen geldt juist dat die er niet is, ook vanwege de Koppelingswet. Dat moet u ook weten.) Ik had deze vraag van mevrouw Roosma wel verwacht dus ik heb even opgezocht voor wie er dan geen opvang is. Voor mensen die een herhaalde procedure starten, is er inderdaad geen opvang, maar zijn er overigens wel logeermogelijkheden, onder andere bij de politie. En de herhaalde aanvragen zijn aanvragen die echt heel kort duren. (De heer VAN DANTZIG: Ik zal proberen om het debat over de landelijke voorziening waar u het steeds over hebt te vermijden. Ik heb een andere vraag voor u. In het regeerakkoord is afgesproken dat er vijf LVV’s komen. Dat zal niet zomaar zijn. Ik denk omdat er een hiaat zit in het beleid. Bent u het met de landelijke coalitie eens dat er inderdaad een voorziening nodig is?) Met het risico om al deze debatten weer opnieuw te voeren: ik zei net dat er inderdaad een kleine groep is — de mensen die een herhaalde aanvraag doen — waarvoor die opvang er niet is en er slechts logeervoorzieningen zijn. Voor wie meewerkt aan zijn terugkeer is er opvang in een azc. (De heer VAN DANTZIG: Dit luistert nauw en misschien heb ik me niet goed uitgedrukt. Het gaat mij echt om de landelijke vreemdelingenvoorziening die er nog niet is, maar die er komt. Dat is een idee van de landelijke coalitie waar ook uw partij prominent aan deelneemt. Mijn vraag is nu: ziet u samen met de landelijke coalitie dat er inderdaad een gat zit in het vreemdelingenbeleid dat gedicht moet worden?) Dit is lastig omdat ik u nu weer hetzelfde antwoord geef. Het klopt inderdaad dat er voor een aantal mensen geen opvang is en er alleen maar logeermogelijkheden zijn. Het is ook echt een aantal, ze zijn te tellen. We kunnen er heel lang en heel kort over praten, maar voor de overige mensen is er opvang. (De heer VAN DANTZIG: Natuurlijk moeten we er lang over spreken, maar hier is de vraag heel eenvoudig. Wat vindt u van het besluit van de landelijke coalitie dat er een landelijke vreemdelingenvoorziening komt?) In dat opzicht is de VVD nooit van mening veranderd. Wij waren ook nooit voor een Wet bad-bad-broodvoorziening. Wij denken ook dat wij in Amsterdam ons geld echt veel beter hadden kunnen besteden. 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen (De VOORZITTER: Er is ook nog een interruptie van de heer Ceder en ik wijs u er ook op dat u en uw fractie nog zeven minuten spreektijd hebben voor de rest van de vergadering.) (De heer CEDER: Ik wil u iets vragen omdat dit van belang is voor de vraag of ik uw verdere betoog serieus kan nemen en kan afwegen of het strookt met de werkelijkheid. Erkent u dat er in Nederland een asielgat bestaat?) Ik ga niet nog een keer mijn betoog herhalen, want ik hoorde de voorzitter iets zeggen over mijn spreektijd en ik wil heel graag mijn vijf moties indienen. Bovendien wil ik een beetje tijd overhouden zodat ik zelf ook nog enkele interrupties kan plegen. (De VOORZITTER: Ik weet niet of de heer Ceder daar genoegen mee neemt. Kom er maar in zou ik zeggen.) (De heer CEDER: Ik heb geen antwoord gehad op mijn vraag. U praat over de wenselijkheid van de bed-bad-broodvoorziening en dat is uw goed recht, dat snap ik. Ik vraag u echter: erkent u het asielgat dat uw landelijke partij wel erkent? Erkent u dat dat in Nederland en dus ook in Amsterdam bestaat?) Ik zeg het nog één keer. Het klopt dat er een aantal mensen is, mensen die een herhaalde aanvraag doen, voor wie er geen opvang is. Ik wil echt heel graag nu mijn moties indienen. (De VOORZITTER: Derde en laatste interruptie van de heer Ceder, want hij heeft het recht om te interrumperen. Dit is zijn derde mogelijkheid.) (De heer CEDER: Ik ben blij dat de VVD Amsterdam erkent dat er een asielgat is en dat we daar iets aan moeten doen. Laatste vraag: bent u bekend met het feit dat er in de afgelopen jaren heel veel mensen, onder wie mensen uit de We are here-groep, meer dan honderd mensen, terwijl er geen perspectief bleek te zijn alsnog gronden hebben gevonden om van de Nederlandse wetgever een geldige verblijfsvergunning te krijgen? Is het u bekend dat dit de afgelopen jaren is gebeurd®?) Daar kan ik ook weer heel veel over zeggen, maar laat ik proberen om dat zo meteen in andere interruptiedebatten te doen. Het gaat allereerst over het toelaten van de dublinclaimanten. Dat is, als ik het uitvoeringsplan zie, echt een ondermijning van het landelijke beleid. Met het toelaten van dublinclaimanten zeggen we in feite: asielzoekers aller landen en uit Nederland, kom maar lekker naar Amsterdam, want hier kun je opgevangen worden. Dat lijkt mij een slecht plan. Daarom dien ik samen met het CDA een motie in om de wethouder te vragen zich hier gewoon aan het landelijke beleid te houden. Dan de anderhalf jaar waarin uitgeprocedeerden recht hebben op opvang. Dat vinden wij echt heel erg lang. Als er na zes maanden geen zicht is op perspectief op verblijf, dan zal dat er in het jaar erop ook niet komen. Wij stellen, ook weer samen met het CDA, voor om na drie maanden met een uitgeprocedeerde asielzoeker een evaluatie te houden en als er onvoldoende is meegewerkt hem of haar op te dragen de voorziening zo snel mogelijk, doch binnen zes maanden, te verlaten. In de commissie hebben we ook gesproken over het draagvlak voor de plekken waar de uitgeprocedeerde asielzoekers gaan wonen. Het zijn grote groepen, vijftig tot zeventig mensen hebben we gisteren in de krant kunnen lezen. Ik snap heel goed de zorg van Amsterdammers in de buurt over dit soort voorzieningen. Ik heb de wethouder eerder gevraagd om er draagvlakmetingen voor te organiseren. Hij zei me toen dat hij dat moest bespreken en dat hij dat dan voor elke opvang moest doen. Ik heb daarom een motie 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen waarin ik de wethouder oproep om dat voor elke opvang te doen, te beginnen met de plekken voor de 24 uurs-opvang. Nu die opvang er toch komt, vinden wij ook dat hij open moet staan voor slachtoffers van mensenhandel of uitbuiting. Slachtoffers van mensenhandel of uitbuiting hebben vaak geen papieren meer en zouden volgens ons in aanmerking moeten komen voor deze opvang. Ook daarvoor dienen wij een motie in. Ik had overigens bij de vorige motie moeten zeggen dat deze ingediend wordt door de VVD en Forum voor Democratie. De motie over het toelaten van slachtoffers van mensenhandel door de VVD, de ChristenUnie en het CDA. Als laatste spreekt het uitvoeringsplan wel over een evaluatie, maar niet over een tijdsspanne. Wij willen daarom de wethouder oproepen om na een jaar een evaluatie te houden en ons daarvan op de hoogte te stellen, onder andere met een aantal punten die wij graag geëvalueerd willen zien. Die motie dienen wij samen met het CDA in. (De heer MBARKI: Ik twijfelde even of ik deze vraag zou stellen of niet. Mevrouw Poot begon aan het begin met een opsomming van de kosten om dit allemaal de komende vier jaar te doen. Ik ben benieuwd of mevrouw Poot ook heeft nagedacht over de vraag wat het de samenleving zou kosten als we dit niet zouden doen.) Het hangt ervan af hoe we daarmee omgaan. Als we ermee omgaan zoals een deel van de partijen hier wil, namelijk deze mensen in de stad laten blijven, dan zal dat vast ook veel kosten. Als we ermee omgaan zoals wij vinden dat moet gebeuren, namelijk ervoor zorgen dat deze mensen perspectief opbouwen in het land van herkomst waar ze ook weer naartoe moeten, dan zal het veel minder kosten. (De heer MBARKI: Ik wil niet in de discussie vervallen die net ook al is gevoerd. U zegt in feite: als we het anders inrichten dan het landelijk is ingericht. Kunt u iets concreter worden? Ik ben dan wel benieuwd naar uw ideeën over de humanitaire ondergrens voor mensen die niet terug kunnen, die geweigerd worden of die statenloos zijn.) Dat is een heel goede vraag. Daar is nu juist de buitenschuldverklaring voor waar bijvoorbeeld de mensen uit de We are here-groep geen aanspraak op willen maken. Als mensen daar namelijk aanspraak op maken en de IND en de Dienst Terugkeer en Vertrek helpen hen, dan blijkt vaak dat ze geholpen kunnen worden en terug kunnen. (De heer MBARKI: U bent hier vrij stellig in. De vraag van de heer Ceder over het asielgat ontweek u net een beetje. Zegt u hiermee in feite niet dat er sprake is van een asielgat? Onder de doelgroep kunnen we ook mensen scharen voor wie het proces over is. Zij komen niet in aanmerking voor een buitenschuldverklaring. Wat wilt u met die groep doen?) Een buitenschuldverklaring betekent dat mensen wel een verblijsvergunning krijgen of dat ze geholpen kunnen worden bij terugkeer. U zult dan tegen mij zeggen: ja, maar er zijn altijd mensen die tussen de wal en het schip vallen. Dat geef ik toe. Ik zeg dat altijd al. Er zullen altijd mensen zijn die tussen de wal en het schip vallen. Het zijn er echter geen vijfhonderd. Mijn betoog is daarom steeds: zorg er nu voor dat we dit niet doen. Zorg ervoor dat we ons aan de landelijke regels houden. Natuurlijk zal er een aantal mensen tussen de wal en het schip vallen, maar die zijn echt wel in beeld bij hulpverleningsorganisaties en bij de gemeente. (De VOORZITTER: Volgens mij was mevrouw Poot klaar met haar betoog. Er staan wel nog twee personen bij de interruptiemicrofoon. Ik zie ook dat mevrouw Poot inmiddels minder dan twee minuten spreektijd 5 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen heeft. Soms moeten we mensen een beetje tegen zichzelf beschermen, ook al hebben ze een eigen verantwoordelijkheid. Mevrouw Roosma was eerst. Kunt u mevrouw Poot een beetje helpen door een of twee interrupties te plegen en geen drie, want anders gaat het helemaal fout? Dan kan mevrouw Poot de vragen van mevrouw Simons niet meer beantwoorden.) (Mevrouw ROOSMA: Ik zal het proberen, voorzitter. Ik zat een beetje te kauwen op de motie over slachtoffers van mensenhandel. U zegt: als die opvang er toch komt, laten we dan ook slachtoffers van mensenhandel opvangen. Ik kan uw redenering daarin niet helemaal volgen. U vindt deze opvang niet nodig, want er is voor iedereen een alternatief. U wilt echter wel dat slachtoffers van mensenhandel daar terecht moeten kunnen. Voor hen is er toch ook een alternatief? Ik begrijp uw redenering niet. Kunt u dat toelichten?) Mag ik even een punt van orde voorleggen? Ik wil de vragen graag beantwoorden. (De VOORZITTER: U zult ze toch moeten beantwoorden. Het is uw keuze om de spreektijden samen met uw fractie zodanig in te delen dat het aan het eind van de vergadering goed uitkomt. We moeten ook aan het eind van de maand de rekeningen nog kunnen betalen. Dat geldt ook voor de spreektijd. Het is dus aan u, mevrouw Poot, om dit creatief op te lossen.) Ik ga heel kort antwoorden, want u praat over twee verschillende zaken. Ik had het over uitgeprocedeerde asielzoekers en slachtoffers van mensenhandel. Slachtoffers van mensenhandel en uitgeprocedeerde asielzoekers zijn echter twee verschillende groepen. (Mevrouw ROOSMA: Ik wilde zeggen dat dit vaak niet per se het geval is. U wilt in feite de 24 uurs-opvang omvormen tot een opvang voor slachtoffers van mensenhandel. Dat is uw ideale wens. Ik probeer gewoon te begrijpen waarom u deze twee dingen aan elkaar koppelt terwijl u zegt dat het twee heel verschillende groepen zijn. Ik geloof dat niet, maar u zegt in feite dat het wel twee heel verschillende groepen zijn.) U noemt het zelf een opvang voor ongedocumenteerden. Dan denk ik, los van wat ik ervan vind, dat we die opvang open moeten stellen voor alle ongedocumenteerden. Deze mensen zijn ook vaak ongedocumenteerd. (Mevrouw SIMONS: U praat over de kosten en over prioriteiten. Waar geven we ons geld aan uit? 10 miljoen euro per jaar valt natuurlijk in het niet bij de 2 miljard euro die uw partij cadeau wilde doen aan multinationals. Ik ben oprecht benieuwd. Hecht u meer waarde aan de belangen van multinationals dan aan mensenrechten? We hebben het namelijk over mensen aan wie stelselmatig hun basisrechten worden ontnomen.) Deze discussie wil ik liever in de Tweede Kamer voeren. (Mevrouw SIMONS: We zijn niet in de Tweede Kamer. We zijn hier en ik stel u hier deze vraag. U stelt hier dat het belangrijk is om te prioriteren waar we ons geld aan uitgeven. Dus vraag ik u: wat vindt u belangrijker? Geeft u überhaupt om mensenrechten? Laat ik er een vraag van maken die u met ‘ja’ of ‘nee’ kunt beantwoorden.) Wij hebben een alternatief aangedragen. Zorg ervoor dat we deze 50 miljoen euro aan tweehonderd handhavers uitgeven. Natuurlijk geeft de VVD om mensenrechten. 6 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen (Mevrouw SIMONS: U geeft om mensenrechten, maar niet genoeg om ervoor te zorgen dat mensen ook van die mensenrechten gebruik kunnen maken. Namelijk toegang tot zorg, naar de dokter kunnen en naar de tandarts kunnen als dat nodig is. Heel simpele dingen die u en ik heel vanzelfsprekend vinden en waar ieder mens op aarde recht op heeft, ook mensen in Amsterdam die ongedocumenteerd zijn.) (De VOORZITTER: Mevrouw Poot mag hierop reageren als ze dat wil. U hebt er geen behoefte aan?) (Mevrouw SIMONS: Het was een vraag die met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoord kan worden. Ik denk dat het antwoord daarop nog wel moet lukken in de tijd die mevrouw Poot nog heeft.) (De VOORZITTER: Kennelijk wil mevrouw Poot die vraag niet beantwoorden.) (Mevrouw SIMONS: Dat is heel constructief.) (De VOORZITTER: Ik kan mensen niet dwingen.) (De heer VAN DANTZIG: Ik realiseer mij dat de VVD onder tijdsdruk staat. Ik ken de VVD als een barmhartige partij. U verschilt hierin radicaal van mening met de anderen. Dat mag in dit huis. Ik wil er echter graag uitkomen met u. Nu worstel ik met de buitenschuldverklaring. Ik heb het net nog even nagekeken. Mensen krijgen geen rechtshulp en geen subsidie om een buitenschuldverklaring aan te vragen. Wel in hoger beroep, maar niet in eerste instantie. Nu zeggen asieladvocaten dat dit het geval is omdat de overheid het een kansloze procedure vindt. Kunt u daarop reflecteren? En vindt u niet dat daarvoor in elk geval subsidie beschikbaar moet zijn? Als u die buitenschuldverklaring als een goede weg beschouwt voor de meest kwetsbaren, dan zou het goed zijn om die zo riant mogelijk open te stellen.) De heer Van Dantzig overvraagt mij hier een beetje. Ik vind dat inderdaad een heel belangrijke procedure. Wat u zegt, weet ik niet. Ik sta er echter zeer voor open om er met u verder over te praten. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 74° Motie van de raadsleden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (evaluatie nut en noodzaak 24 uurs-opvang) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 61). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Eén jaar na opening van de eerste locatie voor 24 uurs-opvang, in samenwerking met de rijksoverheid, een uitgebreide evaluatie van het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang uit te voeren met als aandachtspunten: - het percentage mensen dat met succes is teruggekeerd naar het land van herkomst of een derde land; - het percentage mensen dat alsnog een verblijfsvergunning heeft gekregen; - het percentage mensen dat de opvang heeft verlaten zonder dat duidelijk is waarheen; - ervaren overlast door bewoners in de buurt van de opvanglocatie; - gemaakte kosten, specifiek in relatie tot eerder begrote kosten. De raad over de uitkomsten van deze evaluatie te informeren. 7 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen 75° Motie van de raadsleden Poot, Ceder en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (geef slachtoffers van mensenhandel toegang) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 62). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ in overleg met relevante partners, waaronder het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel, te onderzoeken in hoeverre de 24 uurs- opvang een rol kan spelen in het opvangen van slachtoffers van mensenhandel en uitbuiting die niet meer beschikken over identiteitspapieren; - de raad over de uitkomsten te informeren. 76° Motie van de raadsleden Poot en Nanninga inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (draagvlakmeting) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 63). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ voorafgaand aan het besluit voor oprichting van een opvanglocatie voor hulpbehoevenden een draagvlakmeting in de nabije omgeving van de beoogde locatie te houden; - de resultaten van deze draagvlakmeting te betrekken bij het besluit om de beoogde locatie al dan niet als opvanglocatie te openen en de raad over de uitkomsten van de meting te informeren; - hiermee te starten bij de nieuwe locaties voor de 24 uurs-opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers. 71° Motie van de raadsleden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (evaluatie perspectiefplan na drie maanden) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 64). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - ín plaats van na zes maanden na drie maanden een evaluatie uit te voeren of voldoende wordt meegewerkt aan het persoonlijk perspectiefplan; - in het geval van een negatieve evaluatie een gebruiker op te dragen zo snel mogelijk uit de opvang te vertrekken, echter in ieder geval na maximaal zes maanden totale verblijfsduur. 78° Motie van de raadsleden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (geen 24 uurs-opvang voor dublinclaimanten) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 65). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Aangaande dublinclaimanten het landelijk beleid te volgen en voor deze groep de 24-uursopvang niet open te stellen. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Voordat ik mevrouw Nanninga het woord geef, zal ik de spreektijden met u delen. GroenLinks: 31 minuten en 51 seconden, D66: 32 minuten en 8 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen 47 seconden, de VVD: 49 seconden, de PvdA: 17 minuten en 13 seconden, de SP: 2 minuten en 55 seconden, de Partij voor de Dieren: 13 minuten en 56 seconden, Forum voor Democratie: 18 minuten en 20 seconden, het CDA: 6 minuten en 33 seconden, de Partij van de Ouderen: 12 minuten en 47 seconden, de ChristenUnie: 15 minuten en 47 seconden, BIJ: 13 minuten en 15 seconden. Het college heeft nog 16 minuten. Mevrouw Kilig, heb ik u niet genoemd? (Mevrouw KILIG: U hebt DENK niet genoemd, nee.) Wat vreemd. Ik ben u inderdaad vergeten, maar ik kan u wel geruststellen. U hebt nog 27 minuten en 51 seconden. (Mevrouw KILIG: Dat is mooi. Ik dacht: de tijd van het college.) Met excuses dat ik u vergeten had. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga. Mevrouw NANNINGA: Ik wil om te beginnen de wethouder en ambtenaren bedanken voor de snelle beantwoording van de vele vragen die we hebben ingediend. In de commissie is besloten dat we ons snel konden informeren en dat is heel vlot en keurig gedaan. We waren wel verbaasd om te zien dat alleen BIJ1 en wij vragen hadden, maar goed, dat is ieders eigen keuze. De opvang komt er en zoals wethouder Groot Wassink herhaaldelijk benadrukt, is dat een democratisch besluit. Dat voeren we dan ook uit. Dat zijn de regels van het spel. Ik wil me graag met u concentreren op de uitvoering van deze plannen. Ik kan er slechts heel selectief dingen uitlichten, want er is mij heel veel opgevallen in de antwoorden en in de voorliggende plannen. Om te beginnen de werkgroepen die dit plan hebben bekokstoofd. Daar hebben wij vragen over gesteld en in de antwoorden lezen wij: “Het doel was om een werkgroep samen te stellen waarin zoveel mogelijk verschillende perspectieven op het vraagstuk vertegenwoordigd waren.” Kijken we naar de deelnemende gesprekspartners, dan zien we 21 organisaties, waarvan 9 pro-vluchtelingen, pro-illegalen en activistenachtige clubjes, 6 overheidsdiensten die uit de aard der zaak meewerken aan zo'n project, uitvoerende partijen, diensten, 3 religieuze en welzijnsorganisaties en slechts 2 organisaties gericht op terugkeer. Wij zien nul organisaties of personen die kritisch zijn over een dergelijke opvang en geen bewonersinspraakgroepen. Wat betreft die verschillende perspectieven is deze opzet een beetje mislukt. Ook zijn er geen notulen of verslagen van deze bijeenkomsten. Dat vinden wij bijzonder onwenselijk en wij verzoeken per motie om voortaan verslag te leggen van zulke beraadslagingen en deze verslagen per omgaande te publiceren voor de Amsterdammers. Dan de financiën. Er is 25 miljoen euro uitgetrokken voor huisvesting in de Amsterdamse markt. Dat is een schijntje. We hebben rondgebeld naar makelaars en aannemers, maar dat bedrag is niet reëel voor het verwerven, het huren en verbouwen van zo veel locaties voor zoveel mensen. Kan de wethouder garanderen dat dat bedrag niet overschreden wordt? Indien dat wel overschreden wordt, kan de wethouder dan beloven dat het uit de begrote 11,5 miljoen euro wordt opgelost en er niet nog bovenop komt? Dan de inspraak. Samen met de VVD hebben wij een motie ingediend voor een draagvlakmeting. Het is toch bizar dat er wordt aangestuurd op geen inspraak over de plaatsing van deze locaties? Geen inspraak, geen referendum. GroenLinks profileert zich met gemakzuchtige proefballonnetjes in de media over vuurwerkreferenda, maar bij dit onderwerp is het woord ‘referendum’ niet één keer gevallen. GroenLinks wenst geen inspraak. De coalitie wenst geen inspraak. Het wil consultering van de omwonenden. Op g Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Instagram peilt de gemeente de mening van Amsterdammers over godbetert roze verkeersborden, maar zestig illegaal in Nederland verblijvende nieuwe buren? Mond houden, belasting betalen, burger. Waar bent u zo bang voor, wethouder? Er is toch zoveel draagvlak voor deze opvang? De hele paragraaf Participatie en democratisering in het coalitieakkoord kunt u schrappen op basis van deze gang van zaken. Daarom hebben wij samen met de VVD een motie ingediend. De asielindustrie en dit college spelen met de hoop en met het lot van mensen omdat deze weldoenerij zo goed aanvoelt, ten koste van ook de illegalen zelf die u ten onrechte perspectief biedt. En ten koste van de vele duizenden Amsterdammers die hun lasten zien stijgen en deze huisvesting moeten betalen terwijl er voor hun eigen kinderen geen woonruimte is in deze stad. De ongedocumenteerden hebben wel inspraak over deze opvang, maar de legale ingezeten Amsterdammers niet. Ten slotte wil ik de wethouder vragen waarom iedereen zo enorm geheimzinnig doet over de brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert. Deze kazerne is gesloten en is nu tijdelijk weer bij de brandweer in gebruik omdat de kazerne Willem wordt verbouwd. Het pand stond op de nominatie om verkocht te worden. De wethouder gaat deze brandweerkazerne vorderen voor deze opvang, maar de ondernemers en omwonenden weten nog van niets, nietwaar? Als wij rondvragen, worden wij niet teruggebeld of er wordt opgehangen. Ik heb dit van twee zeer legitieme bronnen. De Van Leijenberghlaan wordt gereedgemaakt voor opvang van illegalen. Mensen in Buitenveldert en ondernemers daar weten van niets. Kunt u hier openheid van zaken over geven? Als dit pand niet verkocht wordt, maar behouden blijft voor deze opvang, dan loopt de gemeente inkomsten mis. Misschien is het niet waar, maar waarom is er geen openheid over deze locaties? Ik heb er lijstjes van gezien en onder meer voor deze kazerne aan de Van Leijenberghlaan zijn er vergevorderde plannen. Dit was wat ons betreft een beetje de ouverture. Wij blijven dit proces natuurlijk volgen en we zullen er nog vaak op terugkomen. (De heer MBARKI: De inbreng van mevrouw Nanninga verbaast me een beetje. U wilt vooral dat de uitvoering degelijk gebeurt. In wezen vindt u de plannen goed, maar ze moeten goed uitgevoerd worden.) Nee, dat vind ik niet. Ik vind het verschrikkelijke plannen, maar we leven in een democratie. De meerderheid in dit huis heeft besloten dat het zo gaat. Dan zullen wij ons daar natuurlijk bij neerleggen. Het zou natuurlijk ondemocratisch zijn om te zeggen: we moeten iets doen wat de minderheid wil. Zo werken we niet. Ervan uitgaande dat deze plannen doorgaan, proberen wij wel een vinger aan de pols te houden en de schade zoveel mogelijk te beperken. (De heer MBARKI: Ik ben heel blij met deze constructieve houding van Forum voor Democratie bij het opvangen van ongedocumenteerden in Amsterdam. Waarvan akte. Dank u wel.) Dank voor deze opmerkzaamheid. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 79° Motie van het raadslid Nanninga inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang voor ongedocumenteerden (verslaglegging breed stedelijk overleg ongedocumenteerden) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 66). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 10 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Van toekomstige overleggen en/of werksessies in het kader van het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden verslag en/of notulen te maken en deze te delen met de raad. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Meer mensen willen naar Nederland en zeker naar Amsterdam komen dan wij kunnen toelaten. Daarom moeten wij selecteren en daarom heeft ons land, net als elk ander vrij en welvarend land, een streng en selectief asielbeleid nodig. Asiel gaat over vervolging en gevaar en als de IND en rechters hebben getoetst dat dat niet aan de orde is, dan moeten mensen dus terug. Zonder een streng asielbeleid zou de Nederlandse samenleving zoals wij haar kennen snel ophouden te bestaan. Volgens mij moet iedereen met een greintje gezond verstand dat allemaal kunnen begrijpen. Is het Nederlandse asielbeleid dan perfect? Nee, natuurlijk niet. Is er een asielgat? Ja, er is een asielgat. Kan het asielbeleid ooit sluitend worden? Nee, het asielbeleid zal nooit sluitend worden. Daarom waren en zijn wij nog steeds voor de vorige aanpak van de gemeente Amsterdam. (De heer GEDER: Mijnheer Boomsma, ik zit nu een jaartje in de raad en ik kan me een debat herinneren waarin u zei dat de regels de regels zijn en dat we de wetgever moeten volgen. Als die uitspreekt dat iemand weg moet, dan is dat zo. Als de wetgever uitspreekt dat iemand mag blijven, dat mag dat ook. Het ging toen over de We are here-groep en volgens mij is er in de tussentijd voor een aantal mensen uit die groep bepaald dat zij rechtsgeldig mogen blijven. U was daar een jaar geleden heel kritisch over en vond dat ze weg moesten. Inmiddels heeft de wetgever gezegd dat wat u vond kennelijk onterecht was. Bent u van mening dat u uw toenmalige mening moet aanpassen?) Het antwoord is ‘nee’. Ik heb mij nooit uitgelaten over individuele gevallen en volgens mij moeten we dat hier ook niet doen. Wat ik heb gezegd en wat ik nog steeds zeg, is dat we in principe als gemeenteraad de bestaande regels en de wetten moeten respecteren. Als de IND heeft bepaald dat iemand is uitgeprocedeerd en dus terug moet, dan moeten wij daar in principe gevolg aan geven. Als er vervolgens door nieuwe feiten of nieuwe omstandigheden alsnog een nieuwe afweging gemaakt wordt, dan neem ik daar natuurlijk kennis van. Dat kan echter niet betekenen dat wij bij voorbaat al ervan uit moeten gaan dat besluiten van de IND niet kloppen. Dan is het hele systeem namelijk volstrekt onwerkbaar. (De heer CEDER: Zegt u hiermee dat een voorziening, bijvoorbeeld de 24 uurs-opvang, de gelegenheid zou kunnen bieden om nog eens goed naar de documenten te kijken en te verifiëren of de afwijzing ook geldig was? Net impliceerde u dat dit ook zou moeten.) Dat is het voorstel dat nu voorligt. Als iemand juridisch perspectief heeft, dan heeft hij natuurlijk het recht om hulp te zoeken om daar gebruik van te maken. Dat verandert echter niets aan het feit dat wij nog steeds allemaal moeten uitspreken dat we in principe beslissingen van de IND moeten respecteren. Wij kunnen niet als politiek bepalen dat ze niet kloppen en dat we allerlei aanvullende voorzieningen moeten optuigen om die ter discussie te stellen. 11 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen (Mevrouw ROOSMA: Ik begrijp van de heer Boomsma dat hij graag de regels wil volgen en ook de besluiten van de IND en DT&V wil volgen. Bij de 24 uurs-opvang geldt ook dat de IND en DT&V hebben meegewerkt en mogelijk past dit ook binnen de LVV-pilot die het Rijk inzet als oplossing voor mensen die in het asielgat vallen. Erkent u dat 24 uurs-opvang, zoals DT&V en de IND erkennen, nodig is om mensen te helpen die nu vastzitten?) Nee, zo werkt het niet. U kunt niet zeggen dat, omdat de IND en DT&V als ambtelijke organisaties hebben meegedacht, zij daarmee zelf pleiten voor een bepaald voorstel. Dat is een politieke keuze en dat is iets anders dan als er een besluit is genomen over casussen waar de politiek niet tegen moet ageren. (Mevrouw ROOSMA: Hoe kijkt de heer Boomsma dan aan tegen de samenwerkingsafspraken die tussen de VNG en het Rijk zijn gemaakt over de pilots LVV die uiteindelijk ook gaan over 24 uurs-opvang en waarin ook staat dat mensen hier misschien kunnen blijven of misschien terug moeten keren, maar dat we werken aan perspectief? Dit plan kan daar mogelijk heel goed inpassen.) Ik vind dit geen goede ontwikkeling. Het CDA was wel voor het fonds gevolgen vreemdelingenwetgeving. Voordat met name GroenLinks dit met een enorm activisme ter sprake bracht, werd dat gedaan en volgens mij werkte dat redelijk. Wij waren ook, net als voormalig burgemeester Van der Laan, voor een beperkte bed-bad-broodvoorziening voor mensen die inderdaad om wat voor reden dan ook buiten de boot dreigen te vallen. Die zijn er inderdaad. De opvang die de gemeenten bieden, ook uit oogpunt van openbare orde, moeten noodzakelijkerwijs beperkt blijven. Daar waren wij voor en daar zijn wij nu nog steeds voor. Ik vind niet dat een gemeente een soort uitgebreide 24 uurs-opvang moet toevoegen en een eigen asielsysteem naast of parallel aan het landelijke moet optuigen. Dat lijkt me niet verstandig. (Mevrouw ROOSMA: Dan neemt u ook afstand van de LVV-pilots die nu door het Rijk worden ontwikkeld. Eigenlijk neemt u afstand van de afspraken die het CDA landelijk heeft gemaakt in het regeerakkoord om dit soort pilots te organiseren.) Het CDA heeft die afspraak in de coalitie gemaakt, maar dat betekent niet dat mijn standpunt hier plotseling is veranderd. Dus nee, ik denk dat er goede redenen zijn om hier zeer kritisch over te zijn. Ik probeer die hier ook te verwoorden. Het lijkt mij ook een heel vreemde gang van zaken. Het is de verantwoordelijkheid van het Rijk om te zorgen voor opvang. In principe moeten deze mensen naar azc's. Als mensen uitgeprocedeerd zijn en weggaan uit een azc, dan vind ik het raar dat ze dan een heel nieuwe vorm van opvang, die nog veel verder wordt uitgebreid, in Amsterdam krijgen terwijl ze minder kansen op verblijf hebben dan mensen die in een azc arriveren. Dat vind ik een rare gang van zaken. Volgens mij moeten we een asielprocedure niet op die manier willen optuigen. De grote belofte is natuurlijk dat, als mensen 24 uurs-opvang hebben, ze dan rust hebben om te werken aan hun terugkeer en dat dat beter werkt. Ik ben daar nog niet van overtuigd. We zullen het zien, maar volgens mij is eerder niet gebleken dat het op die manier werkt in bijvoorbeeld de Vluchtkerk of in wat men in Groningen had opgetuigd. Dat werkte ook niet. Sterker nog: uit de cijfers bleek niet dat dit leidde tot meer terugkeer. Mevrouw Poot heeft mede namens het CDA enkele moties ingediend. Ik heb nog twee vragen. Kan de wethouder bevestigen dat de gemeente geen stappen zet die indruisen tegen landelijk beleid en landelijke regelgeving? In hoeverre is er een 12 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen meningsverschil over wat dit college en deze wethouder willen en wat de staatssecretaris voorstelt? Wat is het standpunt over de onderhandelingen over de LVV? Ten tweede: in het verleden heeft GroenLinks altijd hartstochtelijk betoogd dat het stellen van welke voorwaarde dan ook aan opvang een schandalige inbreuk is op de mensenrechten. Daar zijn wij het niet mee eens. We moeten voorwaarden stellen, dat is logisch. Ik zie dat dit nu gelukkig wel gebeurt. Dat is een compliment waard. Er wordt nu een aantal voorwaarden gesteld. Eén voorwaarde is regiobinding. Ik begrijp nog niet goed hoe dat in de praktijk zal werken. Mensen komen uit een azc. Hoe wordt bij deze groep mensen de regiobinding getoetst’? Tot slot de vraag of ik toch een indicatie kan krijgen van de hoeveelheid mensen die in onze regio aanwezig zijn en onder de voorwaarden zouden vallen waarmee ze toegang kunnen krijgen tot deze voorzieningen. Hoe verhoudt dat aantal zich tot het aantal van 500? (De VOORZITTER: In de wedstrijd wie de minste spreektijd heeft, staat u nu voor met 45 seconden waar de VVD op 49 seconden staat.) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Wat ben ik blij dat ik een plaatselijke politieke partij vertegenwoordig en dat u me niet kunt aanvallen op wat er allemaal in Den Haag gebeurt. Dat wil ik even vooraf zeggen. Jemig. Laten we het bij Amsterdam houden, want daarvoor zitten we hier. Afgelopen zondag stond er een delegatie van de gele hesjes bij de burgemeester op de stoep. Ik hoop dat iedereen het meegekregen heeft. Hieronder bevonden zich dakloze mensen die al drie maanden wachten op een briefje van wethouder Ivens over hun woonsituatie. Wat laat hij de ambtenaar schrijven? Probeert u het eens buiten Amsterdam, want hier komt u voorlopig nog niet aan bod. Daarna komt er een waslijst met: probeert u het daar eens of probeert u het daar eens. Voor uitgeprocedeerde asielzoekers gaan we echter een opvang inrichten. Mensen die in de crisisopvang zitten, mogen tot 09.30 uur daar blijven. Daarna moeten ze tot 17.00 uur de straat op. Ik sprak laatst zelf een gemeenteambtenaar die al 29 jaar voor de gemeente Amsterdam werkt en door omstandigheden nu in een parenthouse in Slotervaart zit. Per 1 augustus staat hij echter weer op straat. Zo kan ik doorgaan met een aantal voorbeelden van schrijnende situaties waarvoor dit college kennelijk geen oog heeft. Nu ligt er een voordracht voor om uitgeprocedeerde asielzoekers en mensen zonder een geldige identiteit een 24 uurs- opvang te bieden en verzoekt wethouder Groot Wassink meer panden voor deze ongedocumenteerden ter beschikking te stellen. De Partij van de Ouderen heeft ook zo’n oproep gedaan, maar dan voor mensen die in Amsterdam dak- en thuisloos zijn. Ik hoop dat dit college daar ook oog voor heeft. Dit zijn Amsterdammers. De Partij van de Ouderen heeft alvast een oproep gedaan op Facebook voor panden die onderdak kunnen vormen voor deze schrijnende gevallen. Ik heb nog een motie voor de wethouder die daar nu zo zelfverzekerd zit met een houding van: waar maak ik me druk om? Ik heb een meerderheid, ik red het wel. Ik wil wel eens zien hoe het met de verkiezingen gaat. Ik ben reuzebenieuwd, ook of u zo'n groot hart hebt voor de dak- en thuislozen. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 13 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen 80° Motie van het raadslid Van Soest inzake de 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (opvang ook voor dak- en thuislozen met dezelfde voorwaarden) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 67). Besluit: -__zo snel mogelijk opvangfaciliteiten te realiseren waar cliënten 24 uur per dag kunnen werken aan de stabilisatie van hun levenssituatie; - diverse kleinschalige faciliteiten op te zetten waar relevante doelgroepen gescheiden van elkaar worden opgevangen; -__ doelgroepen hierbij van hoogwaardige begeleiding en nuttige dagbesteding te voorzien. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma. Mevrouw ROOSMA: Afgelopen september was het zes jaar geleden dat een groep ongedocumenteerden zei: wij willen niet langer in onzekerheid leven en we willen niet langer in onzichtbaarheid leven. Wij zijn hier. Wij kunnen nergens heen, wij zijn onderdeel van de stad. Wij willen een menswaardig bestaan. Wij zijn hier. Ze sloegen hun tenten op in de tuin van de diaconie en drie weken later op de Notweg. Daarna was er de Vluchtkerk, de Vluchtflat, het Vluchtkantoor, de Vluchthaven, de Vluchtgarage en nog heel veel andere panden en locaties, maar ze waren ook heel vaak op straat, in erbarmelijke omstandigheden en als groep bij elkaar om te laten zien wat het betekent om geen perspectief te hebben. Om door zichtbaar te zijn op te komen voor hun rechten. (Mevrouw VAN SOEST: Mevrouw Roosma, hebt u ook zo’n groot hart voor alle dak- en thuislozen? Gaat u dat probleem ook voor me regelen? Dan zijn we weer vrienden.) Ik accepteer niet dat mevrouw Van Soest mij hier de les leest. Ik heb acht jaar lang de portefeuille Zorg voor mijn rekening genomen. Als er één speerpunt was, dan waren het de dak- en thuislozen. Een van de elementen in het coalitieakkoord is dat we een winteropvang hebben voor dak- en thuislozen. Dat is uniek. Dat doen wij in deze stad. Daarnaast investeren we enorm veel in de opvang van dak- en thuislozen. Ik accepteer daarom niet dat u mij hier de les leest. (Mevrouw VAN SOEST: Daar ben ik blij om, maar u hebt niet geregeld dat er voor dak- en thuislozen zo'n zelfde situatie is. Dit is een luxere opvang dan voor dak- en thuislozen. We hebben hier zelfs iemand gehad die drie weken met een tentje voor de Stopera heeft gestaan. Ik wil dat u opvang biedt, ook voor de mensen die in Amsterdam wonen.) Ik kan heel veel vertellen over hoe Amsterdam de maatschappelijke opvang organiseert. We hebben 24 uurs-opvang, we hebben nachtopvang, we hebben allerlei vormen van opvang voor dak- en thuislozen in deze stad. Betekent dat dat het probleem van dakloosheid in deze stad is opgelost? Nee, we hebben nog steeds een enorm probleem met dakloosheid. Is het probleem voor ongedocumenteerden met deze 24 uurs- opvang opgelost? Nee, want er zullen altijd mensen op straat blijven slapen en ik zal mij altijd blijven inzetten voor al die mensen, of ze nu papieren hebben of niet. Ik wil die groepen ook niet tegen elkaar uitspelen. Dat talrijke ongedocumenteerden om hun rechten vroegen en op straat bivakkeerden leidde ertoe dat de gemeente Amsterdam kwam met een bed-bad- 14 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen broodvoorziening. Een zogeheten humanitaire ondergrens. Is het echter humaan als iemand elke dag op straat moet overleven? De afgelopen kerst opende de 24 uurs- opvang. Veel dank aan de wethouder dat dat op dat moment kon, want het betekent enorm veel voor mensen dat ze overdag ook binnen kunnen zijn. Vandaag bespreken we hoe we een stap verder zetten met het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden. Met begeleiding, met participatie en gericht op perspectief. Een plek waar vijfhonderd mensen in een kleinschalige woonvoorziening de rust en ruimte krijgen om te werken aan hun toekomst en om een uitweg te vinden uit de kafkaëske situatie waarin ze zitten. Niet mogen blijven, maar ook niet terug kunnen. Is het verhaal daarmee uit? Nee, want dit plan is niet de oplossing voor het migratievraagstuk en het verandert ook niet het asiel- en migratiebeleid van Nederland en Europa. Er is nog veel werk te doen. Locaties zoeken, begeleiding organiseren, vraagstukken met betrekking tot de capaciteit. We zijn er nog niet. Het is echter een grote stap voorwaarts. Te meer ook daar dit plan tot stand is gekomen met behulp van de ongedocumenteerden zelf, met vrijwilligers die hen ondersteunen en die hun situatie kennen, maar ook met maatschappelijke organisaties en de overheidsdiensten IND en DT&V. Dat proces geeft mij het vertrouwen dat we de lastige vraagstukken die ongetwijfeld nog in dit proces zullen opduiken — we zijn er inmers nog niet — samen kunnen aangaan. Telkens een stapje verder zetten in het verbeteren van de positie van ongedocumenteerden in onze stad. Ik ben ook bijzonder blij dat de opvang toegang biedt aan mensen met een dublinclaim en dat jongeren en vrouwen sowieso worden opgevangen. Dat we erkennen dat mensen met een dublinclaim niet zomaar terug kunnen naar het land van aankomst. Dat we niet langer accepteren dat de opvang in Italië een volwaardig alternatief is. Dat is het niet. We onderzoeken ook of veilige landen wel veilig zijn. In de commissie heb ik een reeks vragen gesteld aan de wethouder. Daarom was het niet nodig om die nog eens schriftelijk in te dienen. Ik heb ook een aantal zorgpunten gedeeld. Een paar punten wil ik hier nog onderstrepen. Allereerst het belang van participatie en juridische begeleiding. We hebben beperkte middelen en tegelijkertijd kan de opvang alleen slagen als de psychosociale begeleiding en de juridische begeleiding optimaal is. Als er niet voldoende geld is, dan moeten we creatief naar oplossingen zoeken. Leefgeld in plaats van een opvangplek is daarbij voor mij nog steeds een optie. Ik snap dat dit niet de eerste voorkeur van de wethouder heeft, maar laten we open blijven staan voor wat we kunnen doen als de middelen onvoldoende zijn, want die begeleiding is essentieel. Dan de rol van de IND en DT&V. Er is veel wantrouwen bij ongedocumenteerden ten opzichte van deze overheidsdiensten. Dat is niet ten onrechte. Tegelijkertijd moeten we met de IND samenwerken en als terugkeer de beste optie is, dan hebben we ook DT&V nodig. Het is echter van het allergrootste belang dat de mensen die deelnemen aan dit programma zich veilig voelen en vertrouwen hebben in de opvang. Alleen dan kan die ook slagen. Ik zou ook graag zien dat Amsterdam daarom de regie neemt over zowel de instroom als de begeleiding en de uitstroom van de opvang. Juist om het vertrouwen van de ongedocumenteerden te wekken. Kan de wethouder daar iets over toezeggen? Daarom heb ik ook een volgende vraag aan de wethouder, een vraag om een expliciete toezegging. Als de conclusie is dat iemand terug moet, maar dat niet wil, dan wordt de opvang beëindigd. Kan de wethouder toezeggen dat de gemeente in geen geval zal meewerken aan de gedwongen uitzetting van deze persoon? Voor GroenLinks kan daar geen sprake van zijn. Tot slot nog iets anders over de samenwerking met het Rijk. Ik had eerlijk gezegd niet verwacht dat ik het zou zeggen, maar ik hoop en denk dat we eruit kunnen komen 15 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen met de staatssecretaris. Uiteraard onder de voorwaarde dat ons plan leidend is en onder de eerdergenoemde condities: niet meewerken aan gedwongen uitzetting. Het is echter bijzonder dat een VVD-staatssecretaris dit plan lijkt te zien zitten en dat de samenwerkingsafspraken die nu met de gemeente zijn gemaakt over de LVV erkennen dat er een asielgat is. Dat er mensen zijn die niet terug kunnen en niet kunnen blijven. Ik vind dat een heel hoopvolle stap voorwaarts. Dit biedt ook een unieke kans om verdere stappen te zetten en te bekijken hoe we het asielgat zoveel mogelijk kunnen dichten door de asiel- en migratieprocedure te verbeteren. Ook om te voorkomen dat nieuwe mensen in een uitzichtloze situatie terechtkomen. Daarom heb ik een motie, samen met D66, BIJ1 en DENK over de lobby naar het Rijk. De motie vraagt om een structureel overleg met de diensten zodat we casuïstiek van de knelpunten in de asielprocedure kunnen bespreken en kunnen bekijken of we die kunnen verbeteren. Op die manier kan de 24 uurs-opvang een hefboom zijn om het asiel- en migratiebeleid te verbeteren. We vinden het verbeteren van de positie van ongedocumenteerden in onze stad ontzettend belangrijk. De wethouder zei in de beantwoording van de vragen van mevrouw Nanninga zo mooi: “Het college is er voor alle Amsterdammers, dus ook voor de ongedocumenteerde Amsterdammers.” (De heer CEDER: Ik wil nog even terug naar uw vraag om een toezegging van de wethouder dat mensen die uitstromen niet opgepakt of teruggestuurd worden. Daarover ben ik het met u eens. Ik hoop ook dat de wethouder dat kan toezeggen. Ik maak we wel zorgen over die groep zelf. Als ze uitstromen en dit dan de bed-bad-broodvoorziening wordt, welke voorzieningen hebben we dan voor die groep? Ik weet niet hoe groot die groep zal zijn en ik zie er ook niets over in het plan. Volgens mij heeft de gemeente nu geen vangnet voor die groep. Hoe kijkt GroenLinks daarnaar?) Ik denk dat dit een terechte zorg is van de heer Ceder. Op dit moment hebben we de winteropvang. Ik ben het met u eens dat er niets over in dit plan staat, maar ik kan mij niet voorstellen dat Amsterdam structureel mensen op straat zal laten verblijven. Ik vertrouw erop dat deze 24. uurs-opvang ertoe leidt dat veel mensen snel zullen uitstromen omdat we kunnen werken aan perspectief en dat mensen kunnen werken aan een status of misschien aan terugkeer en dat er dan weer plekken vrij zullen komen. Als de situatie die u omschrijft, ontstaat, dan hebben we een nieuw vraagstuk en dan kijken we daar opnieuw naar. (De heer CEDER: Dan heb ik daar nog één vraag over. Ik ben blij dat u mijn zorg deelt. Bent u het dan met mij eens dat dat te voorzien is en waarschijnlijk ook geld zal kosten en dat we misschien nu al moeten nadenken over de vraag hoe we dat regelen? Mijn zorg is dat we er dan pas een politieke discussie over voeren en er dan pas geld voor vrijmaken en dan pas nadenken of we een nieuwe bed-bad-broodvoorziening voor die groep moeten regelen. Vindt u niet dat dit hier nu ook op tafel zou moeten liggen?) Ik heb nog vertrouwen in het feit dat er doorstroom zal zijn en dat we dus voldoende plekken zullen hebben. Daarnaast hebben we ook de geëigende instituties voor opvang in de stad. Als het echt een groot vraagstuk wordt, dan moeten we dat bekijken, maar vooralsnog vertrouw ik erop dat er voldoende plekken zullen zijn in de 24 uurs-opvang. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 16 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen 81° Motie van de raadsleden Roosma, Van Dantzig, Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (invulling lobby naar het Rijk) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 68). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - parallel aan de 24 uurs-opvang een structureel overleg te organiseren met de (rijks}overheidsdiensten waarin de knelpunten van het asiel- en terugkeerbeleid worden besproken en mogelijke oplossingen worden gezocht voor het verbeteren van dit beleid en het voorkomen van uitzichtloze situaties; -__ hiervoor ook informatie en casuïstiek van maatschappelijke organisaties en andere gemeenten te verzamelen en hierbij te betrekken; - over deze knelpunten en mogelijke oplossingen ook te rapporteren aan de raad. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. Mevrouw KILIG: Het is geen geheim dat DENK hartstikke blij is met dit voorstel en met deze voorziening. Daarom wil ik beginnen met nogmaals onze complimenten te geven aan de wethouder en aan de ambtenaren die aan dit plan hebben meegewerkt. Het wordt tijd dat ook ongedocumenteerde vluchtelingen een menswaardig bestaan kunnen leiden in Amsterdam. Met de komst van de 24 uurs-opvang hopen we dat ongedocumenteerden in de stad zich meer kunnen bezighouden met leven dan met overleven. Om op dat punt te komen, moet er een aantal zaken in dit uitvoeringsplan opgehelderd worden. Allereerst willen wij weten wat er gebeurt met ongedocumenteerden die niet in de opvang terechtkunnen, om welke reden dan ook. Wat gebeurt er met deze mensen? Blijft de wethouder ook voor deze ongedocumenteerden de humanitaire ondergrens hanteren? Ondanks de beantwoording van de schriftelijke vragen van onze collega's van BIJ1 is dit voor ons vooralsnog onduidelijk. Heeft de wethouder gedacht aan het signaleren en monitoren van alles wat er misgaat in het beleid voor ongedocumenteerden? De gemeente zou met de 24 uurs-opvang een sterke informatiepositie kunnen opbouwen ten aanzien van ongedocumenteerden. Hiermee zou de gemeente Amsterdam de lobby bij het Rijk kunnen intensiveren. Wellicht kan de wethouder hierin de kennis en ervaring van organisaties als Amsterdam City Rights en ASKV meenemen. Ziet de wethouder hier iets in? Zo ja, hoe ziet de wethouder dit voor zich? Hoe zit het met de rol van buurtparticipatie en vrijwilligers in het uitvoeringsplan? Is hiervoor extra financiering opgenomen? Of vallen deze initiatieven onder het financiële plaatje van de 24 uurs-opvang? Graag een toelichting van de wethouder hierop. Tot slot wil ik meedelen dat wij samen met GroenLinks en BIJ een initiatiefvoorstel zullen indienen en samen met die partijen, aangevuld met de ChristenUnie en D66, een aantal moties indienen waarvan wij denken dat ze zullen bijdragen aan het te vormen beleid voor ongedocumenteerden. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons. 17 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Mevrouw SIMONS: De komst van de 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden is hartstikke welkom. Mensen zonder papieren werden tot voor kort elke ochtend uit de opvang op straat gezet. Dat gaat gelukkig veranderen dankzij deze 24 uurs-opvang. Met de komst van deze opvang blijft de situatie van ongedocumenteerden in Nederland echter hachelijk omdat deze groep de toegang tot de reguliere gezondheidszorg wordt ontzegd, evenals basisrechten op het gebied van werk, onderwijs en onderdak. Hoe verschrikkelijk de situatie in Nederland ook is voor mensen zonder papieren, de reden dat veel van hen toch besluiten om hier te blijven, toont aan dat zij zich hier, ondanks het gegeven dat hun basisrechten continu worden geschonden, toch veiliger voelen dan in het land van herkomst. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan Ezzedine van de actiegroep Wij zijn hier. Hij werd onder dwang en met geweld gedeporteerd naar Sudan, ook al had Amnesty International al maanden geleden aan de staatssecretaris gevraagd om uitzettingen naar Sudan stop te zetten omdat uit onderzoek is gebleken dat er gevangenschap, mishandeling en vernedering heeft plaatsgevonden na eerdere uitzettingen naar Sudan in de afgelopen jaren. Ezzedine stond op de wachtlijst van het Instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek waar hij zou worden onderzocht omdat hij zei te zijn gemarteld in zijn land van herkomst. Ondanks dat is hij toch gedeporteerd, gedwongen uitgezet naar Sudan. Het land waar dictator al-Bashir en zijn militaire regime de scepter zwaaien. Al- Bashir die door het Internationale Strafhof wordt gezocht voor misdaden tegen de mensheid. Sudan, een land waar de geheime dienst heeft gedreigd om mensen dood te schieten die in het buitenland protesteren tegen de dictator. lets wat Ezzedine heel vaak deed in Den Haag. Ik hoop dat u begrijpt dat ik door deze gebeurtenissen met argusogen kijk naar de samenwerking tussen de gemeente en de IND en de Dienst Terugkeer & Vertrek. Het is namelijk de IND die bepaalt dat mensen als Ezzedine terug moeten naar Sudan en het is vervolgens de DT&V die vluchtelingen als hij op het vliegtuig zet, vaak bij nacht en ontij. Uit het voorgaande blijkt dat de 24 uurs-opvang dus niet een ultieme oplossing is. Sterker nog: deze stap vooruit is noodzakelijk, maar in feite helemaal niet zo groot. Effectief komen er tenslotte slechts 25 plekken bij. Daarbij zegt het college dat er geen noodvoorziening komt voor mensen die om welke reden dan ook niet in deze opvang terechtkunnen. (Mevrouw ROOSMA: Mevrouw Simons zegt dat er slechts 25 plekken bij komen. Tegelijkertijd zegt ze ook dat de 24 uurs-opvang enorm belangrijk is voor mensen. Is het nu wel een grote stap of geen grote stap?) Mevrouw Roosma, dat deze 24 uurs-voorziening er komt, is een grote stap, maar we moeten ook eerlijk zijn en zeggen dat deze voorziening er komt, maar dat er andere plekken worden opgeheven dan wel opgaan in deze voorziening. Effectief komen er 25 plekken bij die er nog niet waren. De bestaande plekken die hierin opgaan, worden in feite verbeterd. (Mevrouw ROOSMA: Maar u erkent ook dat dit uitvoeringsplan in feite meer is dan alleen opvang. Het gaat juist over participatie, werken aan perspectief et cetera. Het zijn niet alleen opvangplekken, het is een plan om uiteindelijk hopelijk de asiel- en migratieprocedure te verbeteren.) Mevrouw Roosma, u en ik zijn allebei ontzettend blij met deze nieuwe 24 uurs- opvang die veel meer biedt dan alleen opvang. Dat is denk ik ook de meerwaarde hiervan. Als het echt om fysieke plekken gaat — hoeveel meer mensen kunnen er overdag binnenblijven? — dan zijn dat er minder dan die vijfhonderd. Ook daar zijn we blij mee. Op basis van het voorgaande hebben wij een aantal vragen voor de wethouder. Zo willen we weten of de wethouder kan toezeggen dat er geen informatie over 18 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen ongedocumenteerden met de IND en DT&V wordt gedeeld, tenzij expliciet toestemming is gegeven door deze persoon. Het college zegt te willen werken aan vrijwillige en zelfstandige terugkeer. Betekent dit dat het college ongedocumenteerden stimuleert om op vrijwillige en zelfstandige wijze terug te keren naar onveilige landen die toch als veilig worden bestempeld zoals Sudan, maar ook Afghanistan? Met betrekking tot dat laatste land heeft Amsterdam al zijn intenties uitgesproken naar aanleiding van een eerdere motie van BIJ1. De organisatie Dokters van de Wereld roept op om expliciet in het uitvoeringsplan op te nemen dat iemand die het opvangtraject doorloopt niet in vreemdelingendetentie zal worden geplaatst, zeker niet voor zaken die te maken hebben met het feit dat deze persoon ongedocumenteerd is. Kan de wethouder aan dit verzoek voldoen? Aleid Blom, Henk Griffioen en Marjan Sax, Amsterdammers die zich al jaren inzetten voor ongedocumenteerden, roepen het college op om zijn uiterste best te doen om te komen tot werkelijk kleinschalige opvang en om te vermijden dat meerdere woongroepen in hetzelfde gebouw wonen. Kan de wethouder op dit verzoek ingaan? Is het echt zo dat, als de opvang vol zit of wanneer mensen om welke reden dan ook niet in de opvang terechtkunnen, zij alsnog op straat komen te staan? Wij willen heel graag weten hoe dat zit en vragen ons, als dit het geval is, hoe dit rijmt met de wens van deze raad dat niemand in deze stad op straat hoeft te slapen. Afsluitend vind ik het ook in het licht van bijdragen van bijvoorbeeld mevrouw Poot belangrijk om te benoemen dat de Nederlandse staat met haar militaire interventies en politieke steun aan imperialistische oorlogen en het Nederlandse bedrijfsleven met zijn neokoloniale handelsbeleid zelf verantwoordelijk, op zijn minst medeverantwoordelijk, zijn voor de totstandkoming en het in stand houden van de redenen die mensen op de vlucht doet slaan. Met dat gegeven in mijn achterhoofd sluit ik af met de volgende woorden. | say it loud and | say it clear, refugees are welcome here. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 82° Motie van de raadsleden Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (delen van informatie met IND en DT&V) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 69). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Om geen informatie over ongedocumenteerden met de IND en DT&V te delen, tenzij er expliciet toestemming voor is gegeven door de betreffende persoon. 83° Motie van de raadsleden Simons, Kilig en Ceder inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (vreemdelingendetentie) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 70). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Om expliciet in het uitvoeringsplan op te nemen dat iemand die het opvangtraject doorloopt niet in vreemdelingendetentie zal worden geplaatst als gevolg van strafbare feiten die zijn gerelateerd aan het gegeven dat iemand ongedocumenteerd is. 84° Motie van de raadsleden Simons, Kilig en Ceder inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (kleinschalige opvanglocaties) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 71). 19 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Om zijn uiterste best te doen om te komen tot werkelijk kleinschalige opvang en te vermijden dat meerdere woongroepen in hetzelfde gebouw wonen. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer CEDER: Tijdens mijn maidenspeech in de Amsterdamse raad heb ik de wens uitgesproken om een 24 uurs-voorziening voor ongedocumenteerden in de stad te realiseren. Ik ben blij dat we nu op dit punt zijn aangekomen. Mijn standpunt toen en nu is dat ik een goed beleid voor ongedocumenteerden wil. Een humane omgang met kwetsbare groepen is iets wat altijd op steun van de ChristenUnie kan rekenen. Sterker nog: de afgelopen weken hebben wij als fractie voorstellen ingediend om de situatie van ongedocumenteerde jongeren in de stad structureel te verbeteren en ook de hardnekkige situatie van statenlozen op te lossen in de stad. Het uitvoeringsplan voor de opvang is er nu en daar ben ik erg blij mee. Het biedt handvatten om mensen die al jaren tussen de wal en het schip vallen op weg te helpen. Het college maakt daarbij ook goede keuzes. Bijvoorbeeld door kwetsbare groepen zoals dublinclaimanten niet categorisch uit te sluiten, maar juist te kiezen voor een individuele aanpak om zo voor hen een humanitaire ondergrens te bewaren. Ik wil dat dit gaat werken. Ik wil dat dit groter wordt en ik wil dat we uiteindelijk tot goede en effectievere voorzieningen komen. Daarom heb ik ook enkele zorgen. Amsterdam heeft de wens om deel te nemen aan de LVV-pilot. De doelstelling van de LVV-pilot is om een duurzame oplossing te vinden voor mensen die op dit moment illegaal in Nederland verblijven. Ik maak me zorgen over vraag of dit dezelfde doelstelling is van Amsterdam. Ten eerste omdat ik constateer dat niet alle kwetsbare groepen opgevangen worden in deze 24 uurs-opvang. We hebben tijdens de commissie besproken dat gezinnen en vrouwen met kinderen van deze opvang worden uitgesloten. Ik vind het zorgelijk dat er nog geen duidelijkheid is over de vraag waar we deze gezinnen wel kunnen plaatsen, vooral omdat we weten dat de gezinslocaties niet altijd de meest passende oplossing vormen. De wethouder heeft al gezegd daarmee bezig te zijn, maar ik hoop toch echt dat we er snel duidelijkheid over kunnen krijgen zodat we echt de meest kwetsbaren kunnen opvangen. Ik zou het heel jammer vinden dat wij pretenderen dat niemand op straat hoeft te blijven en tegelijkertijd daarbij de meest kwetsbaren vergeten. Dat lijkt mij niet de insteek, maar daar stevenen we wel op af als we niet tijdig een oplossing hiervoor vinden. Een andere zorg is dat het college nog geen antwoord lijkt te hebben op wat er moet gebeuren voor hen die wel deelnemen aan de 24 uurs-opvang, maar voor wie na de juiste juridische en medische zorg blijkt dat er geen perspectief hier is, maar wel perspectief elders en ook veilig perspectief. Er zijn immers ook mensen die hier misschien geen perspectief meer hebben, maar om de een of andere reden niet terug kunnen. Als de beste advocaten ernaar gekeken hebben en concluderen: hier in Amsterdam is echt geen perspectief voor u. Ik maak mij zorgen over de situatie daarna. Daar lees ik namelijk niets over. Ik heb er net ook in de interruptie op mevrouw Roosma naar geïnformeerd. Mevrouw Simons zei het ook: wij creëren een voorziening, maar we heffen ook andere voorzieningen op. De mogelijkheid bestaat dus dat wij op een Pyrrhusoverwinning afstevenen. Wij creëren een opvang, maar de mensen die terugvloeien naar de 20 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen verschillende stadsdelen van onze stad hebben dan geen voorzieningen meer of in elk geval geen basisvoorzieningen. Daar lijkt dit plan nog geen antwoord op te hebben. Daar maak ik mij zorgen over, want wij creëren een nieuw probleem als we daar nu nog geen antwoord op hebben. Ook een financieel probleem, want als we dit probleem voor ons uitschuiven, dan schuiven we ook de vraag vooruit hoe dit betaald moet worden. (Mevrouw ROOSMA: Volgens mij klopt wat de heer Ceder zegt niet helemaal. We delen dezelfde zorgen, alleen zijn de opvanglocaties nu vol. Sterker nog: de oude BBB stelde al nieuwe criteria zodat er geen dublinclaimanten in de opvang terechtkonden. In die zin verandert de situatie niet. Ik ben het niet helemaal met u eens als u zegt dat we een nieuw probleem creëren. Dat probleem is er al. Bent u dat met me eens?) In zekere zin wel. Bent u het ook met mij eens dat de 24 uurs-opvang dan misschien niet zo veel oplost als we zouden willen? We laten een bepaalde groep terugstromen waardoor de opvang waarschijnlijk nog steeds vol zit en wij daar nog geen antwoord op hebben. Zij zullen onvermijdelijk op straat blijven. Erkent u dat? (Mevrouw ROOSMA: Volgens mij is de 24 uurs-opvang juist bedoeld om mensen te laten doorstromen zodat er perspectief komt. Ik denk dat de mensen die in de opvang gaan en willen gaan ook willlen dat er perspectief komt en dat zij voor een groot deel in de stad terechtkunnen. Bent u dat met mij eens?) Absoluut. Ik denk ook dat het grootste deel uiteindelijk ook op weg geholpen wordt. Daar ben ik het zeker mee eens. Ik heb het echter over de kwetsbare groep, een groep die hier geen perspectief heeft, maar elders wel en op een veilige manier. Die mensen zullen er vermoed ik zijn, ook als we kijken naar de voorzieningen in Groningen en Utrecht omdat daar ook een groep overblijft die uiteindelijk terugvloeit. Dat is een gegeven. Die groep wordt extra kwetsbaar omdat zij de 24 uurs-opvang heeft doorlopen. Ik zeg dat we daar nu al een antwoord op moeten hebben. U lijkt uit te sluiten dat die groep bestaat en er ook geen oplossing voor te bieden. (Mevrouw ROOSMA: Volgens mij heb ik niet uitgesloten dat die groep bestaat, maar ik vraag mij wel af wat uw oplossing dan is. Vindt u dat mensen die terug zouden moeten, maar niet terug willen in een aparte opvang hier tot het einde der tijden opvang moeten krijgen?) Nee, dat denk ik niet. Ik ben wel blij dat GroenLinks erkent dat er voor die groep een oplossing moet komen. Ik heb een motie dus ik hoop dat ik daarmee ook de steun van GroenLinks zal krijgen. Ik probeer duidelijk te maken dat ik me hier zorgen om maak omdat dit niet voorzien is in dit plan. Ik wil graag dat wij daar goed naar kijken. Ik erken de zorg van mevrouw Roosma en ik wil niet dat die groep tot het einde der tijden zonder perspectief in Amsterdam moet blijven, want daarmee creëren we in feite een soort tweederangsburgers en dat wil ik ook niet. Ik wil ook niet dat zij op straat blijven. Volgens mij is dat ook niet de inzet van GroenLinks. Daarom zal er een bepaalde voorziening voor moeten zijn. Maar ik ben blij dat we het daarover eens zijn en ik hoop dat u mijn motie ook kunt steunen. (De heer MBARKI: Ik twijfelde een beetje, want ik begreep aan het begin van het betoog van de heer Ceder dat hij tamelijk blij was met dit voorstel. Gaandeweg zijn verhaal raak ik echter een beetje in de war. Kan de heer Ceder iets concreter zijn? Bent u blij dat wij in Amsterdam mensen in een kwetsbare positie opvangen terwijl menige andere stad in het land dat niet doet? Bent u daar blij mee?) 21 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Daar ben ik heel blij mee, maar ik heb ook gezegd dat het een illusie is dat wij de meest kwetsbaren opvangen omdat wij nog geen antwoord hebben op wat ik hiervoor zei. Dat bent u misschien met mij eens. Daarnaast creëren we hiermee een kwetsbare groep, namelijk de groep die na anderhalf jaar terug in de stadsdelen uitstroomt. Ik wil graag dat wij daartoe vooruitkijken. Daarin voorziet dit plan niet. Bent u het daarmee eens? (De VOORZITTER: Mijnheer Ceder, u verstaat wel de kunst om een interruptie uit te lokken.) (De heer MBARKI: Als ik het goed begrijp, dan zegt u dat u heel blij bent met wat er nu voorligt, maar dat er altijd meer kan. Dat bent u nu aan het uitspreken. Begrijp ik dat goed?) Wat ik probeer uit te leggen, is dat dit plan nog niet volledig is omdat wij de periode na uitstroom voor een bepaalde groep vergeten. Dat doen we niet voor alle groepen, want in het plan is voorzien in verschillende uitstroommogelijkheden. Terugkeer, een asielprocedure, er zijn zes uitstroommogelijkheden gecreëerd. We denken er dus wel over na. Maar de uitstroommogelijkheid dat mensen geen perspectief meer hier hebben, terwijl wel onomstotelijk is geconstateerd dat er een veilig perspectief elders is, wordt niet benoemd. Als ze niet benoemd wordt, dan hebben we er ook geen plan voor. Dus zullen zij als meest kwetsbare groep zonder BSN-nummer, zonder voorzieningen terugvloeien in de stad. Dat is wat ik aankaart. Laten we het nu daarover hebben en niet pas over anderhalf jaar als de situatie zich voordoet. (De heer MBARKI: Dan wil ik graag de heer Ceder uitdagen om het er niet alleen over te hebben. Heeft u ook een voorstel waarin u al hebt bedacht wat dan de oplossing is?) Ik constateer ook steun van de Partij van de Arbeid. Daar ben ik ook blij mee. (De VOORZITTER: Ik wil u erop wijzen dat u op 4 minuten en 42 seconden spreektijd staat. Misschien kunt u zo afronden.) Dank u wel voor deze suggestie. Ik wil daarom graag van de wethouder weten of hij van mening is dat de uitstroommogelijkheden die nu in het plan staan, dat zijn er nu zes, aangevuld moeten worden met deze mogelijkheid, namelijk voor de groep waarvoor er hier geen perspectief meer is, maar wel veilig perspectief elders. Ik heb het niet over de groep waarvoor hier geen perspectief is, maar elders eigenlijk ook niet. Ik ben van mening dat we die uitstroommogelijkheid moeten opnemen. Nu staat die nog niet in dit plan. Een andere groep heb ik al eerder genoemd, dat zijn de staatlozen. Ook voor hen is er een andere uitstroommogelijkheid. Ook zij hebben toegang tot de 24 uurs-opvang, maar ook voor hen lijkt er geen passende uitstroommogelijkheid te zijn opgenomen. Ik vraag daarom de wethouder om in het huidige plan ook voor die groepen expliciet een uitstroommogelijkheid te creëren. Volgens mij kost dat niets extra’s en betekent het ook geen extra beleid, maar houden we er wel rekening mee dat deze twee groepen momenteel niet passen in de mogelijkheden die het uitvoeringsplan nu voor ogen heeft. Ik heb ook nog een motie over iets wat mevrouw Roosma en de heer Mbarki naar voren brachten, namelijk: wat moeten wij doen? In het Europees Sociaal Handvest staat dat basisvoorzieningen gegarandeerd zouden moeten worden. Daar ben ik het ook mee eens en daarin voorziet ook deze 24 uurs-opvang. Echter, we creëren een nieuwe situatie voor mensen die uitstromen en terugvloeien in de stadsdelen, ondanks dat er perspectief is. Ik wil dat daarvoor een minimale basisvoorziening gegarandeerd wordt, maar ik wil niet dat we over anderhalf jaar politiek gaan ruziën over wie het geld ervoor betaalt en waar het vandaan moet komen. Vandaar mijn motie om nu al vast te leggen dat wij de zorg voor die groep garanderen, maar ook nu al op zoek gaan naar de middelen om dat te 22 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 R aadsnotulen regelen. Als we dat namelijk niet doen, dan garandeer ik dat er over anderhalf jaar een groep van tien, twintig of dertig mensen zal zijn die terug zullen vloeien in de stad. Ik weet zeker dat er een meerderheid in de raad is die niet wil dat zij op straat eindigen. Dat lijkt echter wel een mogelijkheid te zijn. Daarom heb ik een motie waarvoor ik steun verwacht van andere partijen. Ik heb overigens nog twee andere moties, maar die heb ik eerder al toegelicht. Tot slot: ik ben voor de 24 uurs-opvang. Ik ben ook voor een 24 uurs-opvang die werkt en ik hoop dat met deze aanpassingen wij een eerste aanzet geven tot een humanitaire opvang voor alle kwetsbare ongedocumenteerden in de stad. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 85° Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilg inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (uitstroommogelijkheid blijvers) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 72). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij het punt uitstroom ook de uitstroommogelijkheid te benoemen dat personen die aantoonbaar geen perspectief hebben in Nederland, maar wel aantoonbaar en veilig perspectief elders hebben, besluiten in de stad te blijven; - deze uitstroommogelijkheid ook toe te voegen aan de praatplaat. 86° Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilg inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (betrek ongedocumenteerden bij opzetten nieuw model) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 73). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Ongedocumenteerden te betrekken bij het opzetten van het nieuwe model en begeleiding en ga daarbij niet alleen in overleg met potentiële deelnemers aan de 24 uurs-opvang, maar ook met ongedocumenteerden die de opvang in Groningen hebben doorlopen en de medewerkers daar. 87° Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilg inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (uitstroommogelijkheid staatlozen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 74). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij het punt uitstroom ook de uitstroommogelijkheid te benoemen dat staatlozen met behulp van de gemeente een nationaliteit kunnen krijgen en dit traject uit te werken; - deze uitstroommogelijkheid ook toe te voegen aan de praatplaat. 88° Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilg inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (basisbehoeften blijvers) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 75). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 23 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen - ervoor te zorgen dat de gemeente de onvoorwaardelijke rechten die in het Europees Sociaal Handvest omtrent de basale levensbehoefte van onderdak, voedsel en kleding zijn vastgelegd op zich neemt ten aanzien van personen die aantoonbaar geen perspectief in Nederland hebben en dat elders wel hebben en besluiten in de stad te blijven, zal waarborgen; - dit vanuit de gebudgetteerde middelen voor opvang ongedocumenteerden zal dekken; - dat het toekomstig besluit of Amsterdam deelneemt aan de landelijke pilot LVV daar geen invloed op heeft. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Danzig. De heer VAN DANTZIG: Ik zal proberen me een beetje te beperken, want dit debat duurt al erg lang. Het gaat echter ook ergens over, namelijk over een 24 uurs- opvang voor ongedocumenteerden. U weet dat dit voor D66 iets is wat wij al heel lang nuttig en noodzakelijk vinden. We hebben ons in de vorige raadsperiode ook hiervoor ingezet. Het is mij dan ook veel waard dat we vandaag de eerste concrete stappen realiseren. Ik heb mij hier altijd voor ingezet en mijn voorganger Jan Paternotte ook, maar laten we wel wezen, wethouder Groot Wassink heeft altijd vooropgelopen in deze strijd. Ik wil hem daarom straks complimenteren met het zetten van de eerste stappen, ook nog eens met een heel gedegen plan. Ik vind dat de heer Groot Wassink zich bijzonder goed rekenschap geeft van hoe ingewikkeld dit is. Hij heeft meerdere scenario’s uitgewerkt en doet er alles aan opdat mensen vrijwillig panden afstaan. Dat is voor een partij die voortkomt uit de krakersbeweging ook wel eens verfrissend. Je kunt het gewoon vragen. Ik hoop dat er mensen zijn die daarvan gecharmeerd zijn. Er is natuurlijk altijd ruimte om het plan nog beter te maken. Ik wil samen met de onvolprezen mevrouw Roosma die zich ook altijd heeft ingezet hiervoor een lans breken voor de vrouwen en de LHBTI's in de 24 uurs-opvang. In deze kwetsbare periode zijn ze immers extra kwetsbaar voor discriminatie en het zou ons een lieve duit waard zijn als we daar oog voor hebben. Ik zal er zo een motie voor indienen die vraagt om casemanagers te ondersteunen in het herkennen van meervoudige vormen van discriminatie en geweld tegen deze personen. Dat is het eigenlijk. Ik zou eigenlijk willen zeggen: nu op naar de deelname aan de LVV. Hoewel de lokale VVD net heeft verteld tegen de LVV te zijn, heb ik er alle vertrouwen in dat Mark Harbers iets pragmatischer is. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 89° Motie van de raadsleden Van Dantzig en Roosma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (ondersteuning casemanagers in herkenning meervoudige vormen van discriminatie en geweld) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 76). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Casemanagers in de 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden te ondersteunen in het herkennen van meervoudige vormen van discriminatie van en geweld tegen 24 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen personen op basis van hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit, gender, religieuze achtergrond en/of andere gronden. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. De heer MBARKI: Het is goed dat we dit voorstel vandaag hier bespreken. Het is vooral goed om heel snel aan de slag te gaan om deze plannen goed uit te voeren. Als we namelijk iets doen, dan moeten we het vooral heel goed doen. We doen dit niet alleen. We doen dit met het Rijk en ik heb er alle vertrouwen in dat de wethouder dit samen met het Rijk goed gaat doen. De signalen zijn goed. Mijn felicitaties en mijn complimenten zijn ook voor de fractie van GroenLinks, want we kunnen duidelijk zijn: van meet af aan was dit een belangrijk punt voor GroenLinks. Dat dit is gelukt, is ook voor een groot deel aan haar te danken. Voordat ik wil afsluiten, wil ik een aantal woorden spreken. Een beetje stichtelijk, een beetje kerkelijk, misschien een beetje moskee-ig. Ze zijn vooral een herinnering aan mezelf. Als wij als Amsterdammers zicht houden op de menselijkheid van vluchtelingen en van mensen die het zwaar hebben, dan vinden we een oplossing, op lokaal niveau, maar ook op Europees niveau. Als wij uit angst voor onze toekomst, angst dat we overspoeld worden, angst dat dit ten koste gaat van onze eigen voorzieningen we iedere keer beetje bij beetje de menselijkheid van de medemens afnemen, dan vrees ik dat vroeg of laat hun lot ons niet meer interesseert. Zo ver mogen we het niet laten komen. Inmers, het ontnemen van de menselijkheid van een ander gaat samen met het verliezen van onze eigen menselijkheid. Dat moeten we als Amsterdammers voor niemand willen. De VOORZITTER: We zijn nu anderhalf uur op weg. Ik denk dat we even schorsen voor een korte pauze. Daarna heeft iedereen ook de laatste moties voor zich. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink. Wethouder GROOT WASSINK: Dank dat ik even de gelegenheid had om mijn administratie op orde te brengen. Ik ben blij dat wij hier staan en ik wil beginnen met de heer Mbarki te bedanken voor de mooie stichtelijke woorden in zijn bijdrage. Ik denk namelijk dat dat de essentie is van wat wij hier willen doen: zorgen dat menselijkheid behouden blijft, ook voor mensen zelf en hun menselijke waardigheid versterken. Die menselijke waardigheid is cruciaal voor een bestendige oplossing, wat die dan ook is. Ik probeer de vragen die mij gesteld zijn zo goed mogelijk te beantwoorden en ik zal de moties preadviseren. Allereerst de fractie van de VVD. Mevrouw Poot had een aantal vragen. Mevrouw Poot zei dat we de panden toch hadden kunnen gebruiken als woning voor mensen. Het kost heel veel geld. Waarom doen we dit toch? Wij staan natuurlijk in een lange traditie. Dit is niet zomaar tot stand gekomen. De 24 uurs-opvang komt niet uit de lucht vallen. Ook het vorige college heeft stappen gezet met de bed-bad-broodvoorziening. Ik denk dat we de discussie over woningnood in deze stad echt niet hiermee moeten vermengen. Het 25 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen gaat echt over andere panden en ik vind deze vergelijking onterecht. U zei dat het veel geld ging kosten. Ja, dit kost inderdaad wat en daarom zou het zo ontzettend mooi zijn als de rijksoverheid hieraan meebetaalt. Dat zou heel prettig zijn omdat daarmee de kosten voor de stad Amsterdam weer een beetje afnemen. Uw concrete vraag was of wij ons aan landelijke richtlijnen zouden houden. Dat hangt natuurlijk een beetje af van wat die landelijke richtlijnen zijn. Ik heb het idee dat daar nogal eens verschil over bestaat. Laat ik de doelstelling van de LVV nog eens citeren: “Gemeente en Rijk werken intensief samen om een landelijk netwerk van begeleidings- en opvangvoorzieningen te realiseren dat als doel heeft om bestendige oplossingen te vinden voor migranten zonder recht op verblijf of rijksopvang. Door hen te begeleiden naar zelfstandige terugkeer door migratie of — indien aan de orde — legalisering van verblijf wordt de bijbehorende zorg- en veiligheidsproblematiek aangepakt.” Het uitvoeringsplan past daar prima binnen. In die zin ben ik dus absoluut van plan om mij aan die doelstellingen te houden. Ik kan u ook melden dat ik gisteren een gesprek heb gehad met de staatssecretaris. Dat was een buitengewoon constructief en genuanceerd gesprek. Ik heb dus ook geen aanleiding om te denken dat wat wij doen en wat hier voorligt in strijd zou zijn met de landelijke richtlijnen. U zei ook dat mensen niet terug zouden willen. Daarom is het juist belangrijk dat wij dit gaan doen. Daarom is het belangrijk dat we een 24 uurs-voorziening inrichten. Dat geeft mensen namelijk rust en zelfregie en geeft hen de mogelijkheid om na te denken over die bestendige oplossing. De manier waarop het nu is vormgegeven ontneemt mensen die kans een beetje. Daarom denk ik dat juist deze vorm van opvang heel erg zal helpen. Forum voor Democratie stelde ook een paar vragen. Ik kom daar bij de preadvisering van de moties nog even op terug. Ik moet zeggen dat ik wel een beetje teleurgesteld was. Niet alleen door de bijdrage, maar ook door het aantal moties. Ik had een motie verwacht om in de buurten waar GroenLinks goed gescoord had de opvang te huisvesten. Misschien komt dat later nog. U sprak over de locaties. Sommige van die locaties zullen niet altijd per se gekocht hoeven te worden. Er zijn ook locaties die wij al in eigendom hebben en er zijn kosten die we gebruiken voor verbouwingen en dergelijke. U noemde een brandweerkazerne. Daar is volgens mij helemaal niets geheimzinnigs aan de hand. De gemeente inventariseert momenteel panden. We bekijken daartoe verschillende panden in de stad langs de lijn dat wij van mening zijn dat er in elk stadsdeel opvang moet komen. Het spreekt vanzelf — en ik heb dat ook klip-en-klaar gezegd — dat het college, voordat het een besluit neemt, met de buurt in gesprek gaat. Dat besluit komt hier ook nog terug. U noemde ook nog een referendum. Zoals u weet, hebben de burgemeester en ik onlangs een discussienota naar de raad gestuurd. Daarin wordt de mogelijkheid bediscussieerd om collegebesluiten referendabel te maken doordat het college een referendum aanvraagt. Ik heb de verordening niet heel duidelijk voor ogen, maar als u een referendum wilt, dan is dat op dit moment aan de Amsterdammers, niet aan mij. Dat wil ik in ieder geval zeggen. (Mevrouw NANNINGA: Mijnheer Groot Wassink, staat de voormalige brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan op de shortlist om te worden omgevormd tot een ongedocumenteerdenopvang? Ja of nee?) Volgens mij niet. Weet u wat zo lastig is? Ik heb de lijst niet scherp voor ogen. Volgens mij staat de kazerne er wel op. Ik zoek bevestiging op de tribune. Ja, die staat er wel op. (Mevrouw NANNINGA: Het scheelt dat u het ruiterlijk toegeeft, maar om hier achter te komen, hebben wij aardig wat rondgebeld en rondgevraagd. 26 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Er is letterlijk middenin een gesprek opgehangen. Het was niet mogelijk om deze informatie normaal boven water te krijgen. Vindt u dat een normale gang van zaken?) Ja, dat vind ik een heel normale gang van zaken. Ambtenaren zoeken wel vaker iets uit voor verschillende vormen van opvang. Toen wij bijvoorbeeld zochten naar een nieuwe locatie voor de Havenstraat hebben wij tal van locaties onderzocht. Dat is helemaal niet iets wat per se met iedereen gedeeld moet worden. Dat zou heel raar zijn. Het is gewoon een ambtelijke inventarisatie. Ik vind dat niet raar. Ook toen zijn we teruggekomen met iets waarover de besluitvorming is gegaan. Ik vind dat helemaal niet raar. (Mevrouw NANNINGA: Ik ben stomverbaasd. Informatievoorziening aan direct betrokkenen in Buitenveldert rond de Van Leijenberghkazerne en de mensen die daar nu werken. Dat vindt u niet relevant als er nog slechts sprake is van een soort overlegfase. U bent niet bereid om daar voortaan in een eerder stadium openheid van zaken over te geven aan de Amsterdammers die deze opvang moeten gaan betalen?) De orde der dingen is als volgt. We kijken eerst of panden Öberhaupt geschikt zijn. Daartoe doen we een inventarisatie. Ik weet helemaal niet of dit pand geschikt is. Ik heb geen idee. We doen een inventarisatie. Er is een motie-Van Dantzig over de huisvesting van statushouders aangenomen. Waar in het verleden een besluit genomen werd en er daarna met de buurt gesproken werd, hebben we gezegd dat we, voordat wij een besluit nemen, voor alle beoogde locaties praten met de buurt. Dit is nog geen beoogde locatie. Dit is een inventarisatie van het aantal vierkante meters, de staat van het pand, de vraag of het te verbouwen is. Dat is echt een ambtelijke voorbereiding waarvan ik echt niet inzie waarom we dat zouden delen. Ik herhaal nog eens: ook bij de vervanging van de Havenstraat hebben we een groot aantal panden bekeken. De meeste ervan bleken ongeschikt. Dan is het toch niet handig om dat al te delen? Ik zie werkelijk de noodzaak ervan niet. (De VOORZITTER: Nee, mevrouw Nanninga, er is een tweede termijn. U hebt nog 11 minuten over en die mag u volledig aan de tweede termijn besteden, aan wat u maar wilt.) De heer Boomsma zei dat we in feite een voorziening optuigen omdat IND- besluiten niet worden opgevolgd. Ik denk dat het anders is. U vroeg ook naar onze positie ten aanzien van de LVV. Het interessante van het LVV-concept is juist dat ook het Rijk constateert dat er dus een gat is. Deze vorm van opvang, niet alleen in Amsterdam overigens, ook in vier andere steden, kan misschien een belangrijke schakel zijn in het verbeteren van de keten. Wat de gemeenten die deelnemen aan de LVV-pilot gaan doen, is dat we een tijdlang experimenteren om uit te vinden welke aanpak het beste is. We gaan na welke lessen daaruit getrokken kunnen worden om het proces te verbeteren. De heer Boomsma zei nog dat hij er niet van overtuigd was dat deze vorm van opvang effect zou sorteren. Ik ben juist heel blij dat de rijksoverheid, naar aanleiding van het Pro Facto- onderzoek, gezegd heeft: dit is een verandering waardoor we de verschillende vormen van opvang, zoals bijvoorbeeld die in Groningen, misschien meer ruimte moeten geven omdat daarmee resultaten te behalen zijn. Als u dat wilt, dan wil ik met alle plezier zorgen dat u dat onderzoek krijgt. We kunnen het bediscussiëren. Ik denk dat juist bij de totstandkoming van de LVV-pilot dit onderzoek dat, naar ik meen voor de zomer van 2018 is verschenen, heel belangrijk is geweest. Ik denk ook dat het bevestigt wat hulpverleners vaker zeiden en ook het Rijk heeft overtuigd dat er iets anders moest gebeuren waardoor de LVV is opgezet. 27 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen U vroeg ook naar stappen die indruisen tegen het landelijk beleid. Ik meen niet dat wij stappen zetten die indruisen tegen het landelijk beleid. Sterker nog: ik heb er groot vertrouwen in dat wat wij gaan doen prima past binnen het kader van de LVV. Het mooie van de LVV-pilot is juist dat er ook beleidsvrijheid is en dat er rekening gehouden wordt met de lokale context. Dit zijn in feite experimenten. Er zijn vijf driejarige experimenten om te onderzoeken welke vorm het beste is. In zekere zin hebben we nu een Rotterdams, een Utrechts, een Eindhovens, een Gronings en een Amsterdams model. Daarvan zegt de staatssecretaris: samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten wil ik graag bekijken welk van die modellen het beste werkt. Dat zou dan een opmaat vormen naar een definitief akkoord tussen gemeenten en Rijk. (Mevrouw POOT: De wethouder zegt te hechten aan het meedoen en aan het experiment en zo te kunnen bekijken wat het beste werkt. Zegt u daarmee ook dat u zich conformeert aan de richtlijnen die de staatssecretaris opstelt voor de LVV?) Mevrouw Poot, er zijn afspraken. Dat zijn de koepelafspraken die de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Rijk hebben gemaakt. Ik geloof dat de staatssecretaris en ik beiden van mening zijn dat het uitvoeringsplan dat hier voorligt daar prima binnen past. Ik heb u al eerder laten weten, zowel mondeling als schriftelijk, dat er nog uitvoeringsplannen zullen volgen. Daarin zullen we op sommige onderdelen specifieke afspraken maken om juist de verschillen in de lokale context te accentueren. Dat vindt de staatssecretaris denk ik ook zinvol en spannend. (De VOORZITTER: Mevrouw Poot, u hebt nog 31 seconden spreektijd.) (Mevrouw POOT: Ik wil graag een ‘ja’ of een ‘nee’. Houdt u zich aan de landelijke richtlijnen die de staatssecretaris straks opstelt? Of zegt u: nee, als we het anders gaan doen, dan gaan we het anders doen? Ja of nee? Houdt u zich aan de landelijke richtlijnen die er straks komen of niet?) Uw vraag is een verkeerde vraag. Er zijn geen landelijke richtlijnen die de staatssecretaris ons oplegt. Er zijn landelijke richtlijnen die gemeentelijk gelden, die de staatssecretaris en de gemeente Amsterdam samen opstellen. Als wij die samen opstellen, dan houd ik mij daaraan. (Mevrouw POOT: Ik hoor de wethouder zeggen ‘als wij die samen opstellen’. Ik hoor u dus zeggen dat, mocht er een verschil van mening komen met de staatssecretaris, u uw eigen gang wilt gaan.) Er bestraat inderdaad een mogelijkheid dat wij niet deelnemen aan de pilot LVV. Dat is correct. De heer Boomsma vroeg ook nog naar de regiobinding. We hebben nu al tamelijk veel mensen die in de opvang die we nu hebben, verblijven. Een regiobinding zou bijvoorbeeld via de azc-lijn verlopen. U moet zich wel realiseren dat de instroom waarschijnlijk lang niet altijd via azc’s gaat. Daarbij is ook sprake van andere dynamieken. Mensen uit het noorden zullen naar verwachting naar Groningen gaan. Dan de Partij van de Ouderen. Ik zal u zeker niet aanvallen op iets wat in Den Haag gebeurt. Dat kan inderdaad niet. Ik wil u wel bekritiseren over dingen die u al eerder hebt gezegd. Ik kan mij niet vinden in de manier waarop u doet alsof wij in deze stad helemaal niets doen aan de opvang van daklozen en een soort voorkeursbeleid zouden hebben voor de meest kwetsbaren. Dat ik een oproep doe om meer keuze te hebben qua panden lijkt mij eigenlijk heel logisch. Ik moet ook eerlijk zeggen dat ik wel een beetje teleurgesteld was dat mevrouw Poot daar ook negatief over praatte. Ik dacht: ik zet een stap in de richting van de VVD, een publiek-private samenwerking, maar dat wordt mij dan weer niet in dank afgenomen. Jammer. 28 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen (Mevrouw VAN SOEST: Hebt u inmiddels al panden aangeboden gekregen? Misschien zitten daar ook een paar panden bij voor mensen die dak- en thuisloos zijn.) Nee, mevrouw Van Soest, ik heb uw oproep gemist. Misschien wil ik u nog wel een keer adviseren hoe die meer impact kan krijgen. Ja, ik heb panden aangeboden gekregen. Mochten er panden over zijn, dan wil ik daar best eventueel, mogelijkerwijs, in de toekomst een keer naar kijken. (Mevrouw VAN SOEST: Is dat nu ‘ja’ of ‘nee’? De wethouder begint ergens aan en dan zegt hij: misschien dat ik dan wel wil … Is het nu ja of nee? Als u toch panden over hebt, dan zou u daar misschien ook deze mensen mee kunnen helpen. Dat is mijn vraag.) Ik kijk met belangstelling uit naar een gedekt voorstel van de Partij van de Ouderen. Mevrouw Roosma, u sprak over het geld en de verschillende opties. Geld is natuurlijk wel een punt. Het zou kunnen dat we suboptimalere oplossingen zouden moeten kiezen. Ik heb volgens mij over leefgeld ook iets gezegd. U stelde ook een vraag over de regie. Die ligt formeel bij DT&V, maar die mandateert dat weer aan de gemeente. Wij zijn dan ook opdrachtnemer. U stelde ook een vraag over gedwongen uitzettingen. Ik heb er in de commissie ook al iets over gezegd. Ik wil het klip-en-klaar stellen. Onder geen voorwaarde zullen wij als gemeente meewerken aan gedwongen uitzettingen. Als iemand echt verdacht wordt van een ernstig strafbaar feit, dan moet iemand vanzelfsprekend opgepakt kunnen worden. Als om welke reden dan ook bijvoorbeeld de opvang stopt, dan kan er geen sprake van zijn dat de desbetreffende dienst in de opvang binnenkomt en mensen oppakt. Daar is geen sprake van, onder geen beding. Ik wil eraan toevoegen dat er ook geen reden is om eraan te twijfelen dat het mantra van de vorige burgemeester veranderd zou zijn. In deze stad jagen wij niet op illegalen. (Mevrouw SIMONS: Wethouder, bedankt voor dit stellige standpunt. Ik vertrouw er volledig op dat u het meent. U zegt dat samenwerking met de diensten een voorwaarde is. Toch wil ik graag van u weten hoe Amsterdam die stelligheid gestand doet?) Ik zal zo nog iets zeggen over uw vraag over de samenwerking met verschillende diensten. Maar u hebt mijn woord. (Mevrouw SIMONS: Ik wil ook graag van de wethouder weten of hij zich kan voorstellen dat voor veel mensen het gegeven dat er contact dan wel op enigerlei wijze samenwerking is al als onveilig kan worden ervaren en dat daardoor mensen zich wellicht niet zullen melden om gebruik te maken van de voorzieningen.) Ja, daar kan ik mij wel iets bij voorstellen. Ik ken wel enkele gevoeligheden in dit dossier. Maar vergis u niet, ook de staatssecretaris heeft laten weten dat er ook aan de kant van de IND iets zal veranderen, bijvoorbeeld in de informatietoeleiding. Als bijvoorbeeld het verkrijgen van een status een serieuze optie is, dan hebben we de IND gewoon nodig. Als er sprake is van vrijwillige terugkeer, iets wat ik absoluut ook een optie vind, dan hebben we DT&V gewoon nodig. Daarom hebben we ook in goede samenwerking met deze partijen gewerkt. Ik weet dat het wantrouwen bestaat, maar voor de bestendige oplossing is samenwerking met deze partners cruciaal. Ik heb er vertrouwen in dat wij met deze partners, net als met de rijksoverheid, een nieuwe vorm zullen vinden voor die samenwerking. (Mevrouw ROOSMA: Ik ben heel blij dat de wethouder dit zo expliciet toezegt. Ik hoop ook dat dit tot vertrouwen zal leiden bij de mensen die 29 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen ervoor kiezen om aan deze opvang mee te doen. Kan de wethouder nog een keer expliciet vertellen dat DT&V bijvoorbeeld wel in de 24 uurs- opvang komt om samen te werken met mensen die vrijwillig willen terugkeren, maar niet in de 24 uurs-opvang komt om mensen die niet vrijwillig terug willen over te dragen aan de vreemdelingenpolitie of naar de vreemdelingendetentie te leiden?) Ja, dat klopt. Ik zou me zelfs afvragen of DT&V op de opvanglocatie moet komen, ook als er sprake is van vrijwillige terugkeer. Misschien kan dat ook ergens anders. Opvanglocaties zijn natuurlijk idealiter ook plekken waar mensen wonen. Dus daar moeten we denk ik ook iets over vragen. (De VOORZITTER: Mevrouw Simons, ik zie u bij de interruptiemicrofoon staan, maar u had net een interruptie en de wethouder heeft niets meer gezegd. U hebt op dit punt al geïnterrumpeerd. U hebt drie keer gehad en dan is het klaar. Het waren er twee, maar u zag geen aanleiding om nogmaals te interrumperen. U krijgt er nog een, maar het is een setje van drie of twee en niet meerdere keren op één punt. U laat het erbij. Prima. Het college is inmiddels ook door de spreektijd heen. Ik wil de heer Groot Wassink vragen om nu met name de moties te preadviseren.) Ik probeer echt nog een paar vragen te beantwoorden. Ik zal niet ingaan op de bespiegeling over het voortschrijdend inzicht van het Rijk die mevrouw Roosma hield en waar partijen die in het kabinet zitten en ook in deze raad vertegenwoordigd zijn mogelijk bij achterblijven. Tegen DENK zou ik willen zeggen: het aantal is nu ook beperkt. Er moet ook een beperking zijn. We hebben vijfhonderd afgesproken. Ook nu is er een beperking en zijn er wachtlijsten. Het aantal kan niet voortdurend uitdijen. Signaleren en monitoren is juist het doel van wat we doen. En die vrijwilligersorganisaties zullen er nadrukkelijk bij worden betrokken, voor een gedeelte in het reguliere budget. Ook anderszins moeten we daarnaar kijken. (Mevrouw KILIG: Wat betreft het maximumaantal en mensen die niet in de opvang terechtkunnen, wil ik iets meer uitleg over het antwoord op de schriftelijke vragen van BIJ1. In het antwoord van het college staat dat mensen die niet toegelaten worden zullen worden geïnformeerd over hun mogelijkheden en waar mogelijk doorverwezen of overgedragen worden. Dat is voor mij nog een beetje vaag.) Er zijn vijfhonderd plekken dus als het vol is, dan is het vol en komen mensen op een wachtlijst. Mogelijk zijn er mensen die alsnog naar een rijksopvang willen. Die suggestie zullen we hen doen. Daarom is doorstroom cruciaal. Het doel moet natuurlijk zijn dat er mensen doorheen gaan. Daarom moeten mensen meewerken aan die bestendige oplossing. Als iemand vertrekt, dan kan er weer een nieuw iemand in. Dat is de manier waarop het werkt. De beperking die u schetst, die zie ik en die is er ook, maar die is er nu natuurlijk ook. Nu is er ook geen onbeperkt aantal! bed-bad-broodplekken. (Mevrouw KILIG: Kan ik dit zo interpreteren dat eventueel doorverwijzen of overdragen ook betekent dat de betreffende personen aan een andere gemeente wordt overgedragen?) Bij overdragen zie ik dat niet voor me, maar wij zullen mensen misschien wijzen op mogelijkheden. Maar overdragen zie ik niet zo. Dan de vragen van BIJ, want ik probeer dit echt af te ronden. Meerdere woongroepen in hetzelfde gebouw? Ik vind dat juist wel een goed idee. Sterker nog: als u bijvoorbeeld naar de Vluchtmaat kijkt, dan zijn daar twee heel verschillende groepen die met elkaar een goede dynamiek hebben. Als we groepen van bijvoorbeeld tien personen 30 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen allemaal een eigen gebouw zouden geven, dan komen we echt niet uit. Daarom ben ik daar niet positief over. (Mevrouw SIMONS: Ik sprak expliciet over de grootte van de woongroepen omdat uit ervaring is gebleken dat, als de woongroepen te groot worden, dat extra spanningen oplevert en de bekende problemen in de hand werkt. Het gaat dus voornamelijk om de grootte van de woongroepen.) Ik constateer dat dat in ieder geval niet in de motie staat. Ik wil vaststellen dat wij nu tamelijk grote opvangen hebben en dat we die grootte juist naar beneden willen brengen. Dan de heer Ceder. Ik moet u toch echt teleurstellen. Er is geen enkele relatie met uw maidenspeech. Ik heb van de heer Ceder geen concrete vragen gehoord, wel moties gezien. De heer Van Dantzig wil ik toch corrigeren. GroenLinks komt zeker niet voort uit de kraakbeweging, maar uit allerlei andere lange politieke tradities. Ik ga verder met de moties. Motie nr. 61 vraagt om de evaluatie eerder te houden. Wij zullen met het Rijk zeer vaak evalueren, maar ik wil hier toch vasthouden aan anderhalf jaar omdat dat de termijn is die wij in de Amsterdamse aanpak kiezen. Ik ben ook tegen motie nr. 62. Deze opvang is niet specifiek voor mensenhandel. Als er sprake is van slachtoffers van mensenhandel die zich melden, dan zullen wij hen doorverwijzen naar de mogelijkheden die we in deze stad hebben. Laten we er echter voor waken om deze opvang voor deze groep te maken. Dan motie nr. 63. (De VOORZITTER: Mevrouw Poot, u hebt 4 seconden. Dat is misschien net voldoende voor één interruptie.) (Mevrouw POOT: Ik denk het niet. Over motie nr. 61. Ik vraag een evaluatie na een jaar op een aantal punten. U zegt: ik wil dat wel doen, maar dan na anderhalf jaar) Ja. Dat is namelijk al voorzien in het plan, maar als u dat wilt veranderen, dan is de motie overbodig. Motie nr. 63 over de draagvlakmeting. Ik heb u toegezegd dat we dat in het college zullen bespreken. Ik geloof dat wij het aanhouden van een motie niet kennen, maar ik wil u verzoeken om de motie in te trekken. Als ik het goed heb, dan zullen wij er in februari in het college over spreken. Daarna zal ik er bij u op terugkomen. Als we namelijk integraal naar de voorzieningen kijken, dan is dat een punt van discussie. Dat wil ik u meegeven. Motie nr. 64. Ja, u probeert natuurlijk het proces dat wij u voorstellen te veranderen dus daar ben ik tegen. Motie nr. 65 om voor dublinclaimanten het landelijk beleid te volgen. Dat doen we natuurlijk niet omdat ik juist heb verteld dat wij samen met het Rijk nieuw landelijk beleid gaan vormgeven. De formulering van de motie klopt niet. Motie nr. 66. Daar ben ik ook tegen omdat ik niet vind dat we die notulen bekend moeten maken. Ik zou juist zeggen: laat mensen in vrijheid met elkaar spreken. We hebben er ook geen notulen van gemaakt. Ik zie ook niet in waarom dat zou moeten. Ik vind dat een beetje onzinnig. De motie van mevrouw Van Soest. Het zal u niet verbazen dat ik die ontraad. Motie nr. 68 van de leden Roosma, Van Dantzig, Simons en Kilig. Die kan ik positief preadviseren. 31 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Motie nr. 69. Daarvan heb ik al gezegd dat het delen van informatie met de IND en DT&V cruciaal is, ook voor het alsnog verkrijgen van een verblijfstatus en bijvoorbeeld vrijwillige terugkeer. Dat moeten we dus zeker doen. (Mevrouw VAN SOEST: Ik vind de argumentatie van de wethouder nogal mager. Omdat de motie van mevrouw Van Soest is, gooien we haar in de prullenbak. Ik wil graag een motivatie daarvoor.) Ik probeerde gewoon een beetje tijd te winnen. Het was niet persoonlijk, omdat het uw motie was. Het is een ongedekte cheque. Dan krijg ik enorm ruzie met wethouder Kock. Motie nr. 70. De strafbare feiten die gerelateerd zijn aan het gegeven dat iemand ongedocumenteerd is. In deze vorm kan ik daar niet voor zijn. Motie nr. 71, om mijn uiterste best te doen om tot werkelijk kleinschalige opvang te komen en te vermijden dat meerdere woongroepen in hetzelfde gebouw wonen. Ik heb het eigenlijk al gezegd, die ontraad ik ook. Motie nr. 72 om de uitstroommogelijkheid te benoemen. Ik moet de heer Ceder misschien excuus aanbieden. Ik ben er een beetje snel overheen gestapt. De heer Ceder schetst het beeld dat er waarschijnlijk een groep niet-willers overblijft waarvoor niets wordt geregeld. Dat klopt. Het kan zijn dat er uiteindelijk een kleine groep mensen is die echt niets wil. Daarvoor kunnen wij niet oneindig opvang inrichten. In het plan leest u juist dat wij mensen echt zullen vertellen wat dat betekent. Als ze terug kunnen, maar echt niet willen, dan is dat natuurlijk niet aan mij. Het betekent wel dat ze een plek bezet houden voor iemand die misschien wel perspectief heeft. Dat betekent dat de opvang stopt. Als mensen er vrijwillig voor kiezen om MOB te gaan zoals dat heet, dan is dat hun keuze. Dat is nu eenmaal de consequentie van wat wij hier doen. Ik wil niet dat zo iemand dan een plek bezet houdt van iemand die misschien meer kwetsbaar is of iemand die wel perspectief heeft. Dat is cruciaal. Die doorstroom moeten wij realiseren. Ik herken me niet in het beeld dat wij ons daar geen rekenschap van geven. Ik zie daarom geen aanleiding om motie nr. 72 positief te preadviseren. (Mevrouw SIMONS: Ik wil nog even terugkomen op uw antwoord over het delen van informatie met de IND. Het gaat natuurlijk niet om het delen van informatie an sich, maar het gaat ons er vooral om dat de betreffende persoon daarin gekend wordt en expliciet toestemming geeft. In het voorbeeld dat u gaf, lijkt me dat dat voor de betreffende persoon geen probleem zal zijn, maar u kunt zich situaties voorstellen waarin dat zeer ongewenst is.) U wekt de suggestie dat de IND niet al heel veel informatie heeft. Natuurlijk is dat wel het geval. Ik vind dat de absoluutheid waarmee u dit hier stelt niet helpt en dus ook niet werkt. Als we echt willen dat mensen een bestendige oplossing vinden, dan zal dit gewoon moeten. Als iemand het echt niet wil, dan wil hij dus volgens mij ook niet werken aan die bestendige oplossing. Dan moeten we misschien toch constateren dat er in de opvang geen plek is voor deze persoon. (De heer CEDER: Ik heb net het betoog van de wethouder gehoord en ik ben het helemaal met hem eens. Ik ben het met u eens dat wij geen plek bezet moeten houden. Het enige wat ik vraag is: op pagina 22 van het uitvoeringsplan noemt u zes uitstroommogelijkheden. Dat is volgens mij een limitatieve opsomming. Dat zijn de uitstroommogelijkheden. De mogelijkheid die u net schetst en uitvoerig beschreven hebt, staat er niet bij. Het enige wat ik vraag, is om dat te benoemen en bij de praatplaat te 32 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen zetten. U schetst dat het een heel reële uitstroommogelijkheid is. Ik vind dat ook. Verder ben ik het helemaal met uw betoog eens.) (De VOORZITTER: Mijnheer Ceder, dit was eigenlijk een tweede termijn en geen interruptie. Dit had u eigenlijk in de tweede termijn moeten doen. Dat kan. Ik geef nu de heer Groot Wassink het woord om erop te reageren, maar u moet de interrupties echt korter houden of anders de tweede termijn gebruiken. U hebt recht op een tweede termijn zolang u spreektijd hebt en u hebt nog 50 seconden.) Mijnheer Ceder, ik ben het gewoon niet met u eens. Volgens mij komt deze optie gewoon terug in het plan. Het is geen optie waar wij actief op zullen sturen. Het is geen optie die ik wenselijk vind. Ik zie dan ook niet waarom wij de praatplaat zouden moeten aanpassen. Ik weet niet of praatplaten te amenderen zijn, maar ik vind het weinig toevoegen. Ik ben er dus niet voor. Ook motie nr. 73 waarin u vraagt om ongedocumenteerden en ervaringen uit Groningen erbij te betrekken, wil ik als overbodig beschouwen. Wij hebben juist ongedocumenteerden als ervaringsdeskundigen hierbij betrokken. We hebben ook veel contact met de Groningse opvang. Overigens ook met de andere opvangfaciliteiten. We doen dat dus. Daarom lijkt me die motie niet nodig. Motie nr. 74 heb ik meen ik al gehad. Ik vind ook hier dat we dit niet aan de praatplaat moeten toevoegen. Daar ben ik dus tegen. Dan is er nog de motie over het sociaal handvest en de basale levensbehoeften. Wij realiseren 24 uurs-opvang voor een groep met als doel een bestendige oplossing. Meerdere partijen hebben mij hiernaar gevraagd. Als dat ophoudt, dan gaan wij niet nog een noodvoorziening voor deze specifieke groep inrichten. Dat moeten we niet doen. Dat is echt een slecht idee. Er is een basis die voor iedereen in deze stad toegankelijk is. Die blijft natuurlijk bestaan. Wat u hier voorstelt, is om dat volledig te financieren uit het budget voor ongedocumenteerden. Dat is een buitengewoon slecht idee. Ik heb niet het idee dat dit een poging tot sabotage van dit plan is, maar zo zou het wel kunnen uitpakken. Daarom ben ik ertegen. (De heer CEDER: Bent u het dan met mij eens als wij die toevoeging weglaten? Als wij het tweede dictum weglaten, kunt u dan wel een positief preadvies geven?) Nee, want dan is de motie overbodig. Motie nr. 76 van de leden Van Dantzig en Roosma die vraagt om specifieke aandacht van casemanagers. Dat is een goed idee. We zullen dat verwerken dus die motie kan ik positief preadviseren. Daarmee ben ik aan het eind van mijn bijdrage. De VOORZITTER: Ik kijk de zaal rond of er toevallig behoefte is aan een tweede termijn voor de sprekers die nog spreektijd hebben. Dat is het geval bij mevrouw Nanninga. Die heeft nog spreektijd. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga. Mevrouw NANNINGA: Ik wil een veegrondje doen, want deze beantwoording vond ik onbevredigend. Ten eerste is de wethouder niet ingegaan op mijn vraag over het budget voor huisvesting van 2,5 miljoen euro en of hij kon beloven om binnen dat budget te blijven. En zo nee, de overschrijding te dekken uit de begrote 11,5 miljoen euro. Ik wil daar toch graag antwoord op. In onze motie staat expliciet in het dictum dat wij van toekomstige overleggen en/of werksessies graag verslaglegging willen. Ik vind het 33 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen buitengewoon merkwaardig om te stellen dat, als iets wordt genotuleerd of als er een verslag van wordt gemaakt, we dan niet in vrijneid kunnen spreken. Betekent dat dat wij hier in dit huis niet in vrijheid niet met elkaar spreken? Hier wordt toch ook genotuleerd”? Waarom zou er geen verslaglegging van die overlegjes moeten zijn? Of zijn ze anderszins openbaar zodat we ze desnoods fysiek kunnen bijwonen? Ik wil gewoon weten wat daar besproken wordt. Ik denk dat de Amsterdammers er recht op hebben om te weten wat daar besproken wordt. Ik handhaaf daarom mijn motie. Ik wil graag een verslag of notulen hebben van toekomstige overleggen en werksessies. Dan de kazerne aan de Van Leijenberghlaan. De verkoopprocedure is gewoon stopgezet. Dit is een meer voldragen plan dan: we gaan eens kijken of we daar een aantal stapelbedjes kwijt kunnen. Dat is een heel serieus beoogde locatie. Ik vind het ook een heel vreemde stijlfiguur. Ik noemde dit pand in de eerste termijn. Toen zag ik hier rechts van me driftig hoofdschudden en werd er gemompeld: daar weet ik niets van. Dat veranderde bij de beantwoording al heel snel in: nee, dat is niet zo en na een blik op de tribune: o ja, toch wel, maar ik weet het niet precies. Wat is dit voor raar gedraai? Het is gewoon een beoogde locatie. Het is in een vergevorderd stadium en daar zijn Amsterdammers en de raad niet over geïnformeerd. Ik vind dat een kwalijke zaak. Nu ik hier sta, heb ik ook nog een motie en wel over de nulmeting. Die is al eerder besproken in de raadscommissie Algemene Zaken. U noemde het toen een waardevolle toevoeging. Voor degenen die er niet bij waren: wij willen graag een nulmeting van overlast, incidenten, aangiften en meldingen bij de politie en die meting willen we na een jaar herhalen. Wij willen dat graag bij alle opvangvormen van wat in deze raad kwetsbare groepen heet, waaronder de locaties voor de 24 uurs-opvang. Ik herhaal wat ik in de eerste termijn zei. Als het draagvlak zo groot is, als de Amsterdammers deze mensen met open armen ontvangen, waar bent u dan zo bang voor? Waarom kan er geen inspraak zijn? Waarom kan er geen nulmeting zijn? Het is mij allemaal één groot raadsel. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 90° Motie van het raadslid Nanninga inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang ongedocumenteerden (nulmeting overlast en andere meldingen per locatie 24 uurs-opvang) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 77). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Per locatie voor opvang van kwetsbare groepen (waaronder de locaties voor de 24 uurs-opvang van ongedocumenteerden) een nulmeting te houden van overlast, het aantal incidenten, aangiften en meldingen bij de politie, deze meting jaarlijks te herhalen en over de uitkomsten te rapporteren aan de raad. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Er zijn geen andere leden van de raad voor de tweede termijn, in ieder geval geen leden met spreektijd. Ik zie dat mevrouw Poot nog wel wil, maar die heeft echt geen spreektijd meer. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink. Wethouder GROOT WASSINK: U hebt helemaal gelijk met die vraag over het budget. Ik heb gezegd dat de kosten beperkt zijn omdat het niet per se gaat om het 34 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen verwerven van panden. U vraag was of die kosten binnen het programma vielen. Ik heb mij te houden aan de regels die wij binnen dit college over de financiën hebben afgesproken. Daarmee heb ik uw vraag denk ik beantwoord. Dan het verslag. U zei iets over de vrijheid van de Amsterdammer. Ik ben het daar echt heel erg niet mee eens. Ik vind dat er over allerlei onderwerpen ambtelijk vrij gebrainstormd en gedacht kan worden en dat daar echt niet altijd notulen van gemaakt hoeven te worden. Dat zou buitengewoon ineffectief zijn. Ook duur. Ik kan u toezeggen dat, als er ergens verslagen van zijn, u die van mij mag hebben. Om nu voor dit specifieke onderwerp te zeggen dat alles genotuleerd moet worden zodat u er kennis van kunt nemen, nee, daar begin ik echt niet aan. Dat doe ik niet. Dat lijkt me dus duidelijk. De kazerne. Dat lijkt me helemaal geen gedraai. Er is een longlist met panden die we inventariseren. Ik heb er wel eens een lijstje van langs zien komen, maar ik heb het wie of wat dan niet altijd scherp voor ogen. U stelt dat we daar bezig zijn. U stelt dat het een locatie voor opvang is. Dat weet ik nog helemaal niet. We zijn aan het inventariseren. Ik kan u dit zeggen: er is op dit moment daar geen enkele voorbereidende handeling om de betreffende locatie in te richten als 24 uurs-locatie, maar daarmee sluit ik niet uit dat we daartoe mogelijk wel besluiten. Dan zal ik dat echter eerst hier voorleggen. (Mevrouw NANNINGA: U ontkent dus dat de verkoopprocedure van dat pand is stopgezet?) Nee, dat ontken ik helemaal niet, maar in het coalitieakkoord staat dat we willen stoppen met de verkoop van heel veel vastgoed. Als we een pand mogelijk willen gebruiken — en dat kan zijn voor opvang of voor een culturele invulling, ik zoek ook co- creatieplekken in elk stadsdeel — dan zijn er tal van fantastische opties die deze stad nodig kan hebben die daar misschien zouden kunnen plaatsvinden. Uw stelling is dat deze locatie geselecteerd is voor opvang. Dat is niet het geval in het huidige proces. Er zijn op dit moment geen voorbereidende handelingen om die locatie beschikbaar te maken. We inventariseren of deze locatie mogelijk daarvoor gebruikt kan worden. Dat is heel normaal om te doen als wij een voorziening willen treffen. Dan gaan we inventariseren. Dat is precies wat we doen. Daarmee is er nog geen enkel besluit genomen. (Mevrouw NANNINGA: In welke fase van deze oriëntatie gaat u buurtbewoners en ondernemers inlichten over dit proces? Of het nu bij deze locatie is of een andere beoogde opvanglocatie. Op welk punt gaat u wel consultatierondes houden zoals u ze noemt, want inspraak is verboden?) Op het moment dat de inventarisatie is afgerond, gaan wij met de buurt praten. Voordat we überhaupt een besluit nemen, gaan wij praten met de buurt. (Mevrouw NANNINGA: Ik wil echt duidelijkheid hebben voor de omwonenden en de ondernemers rond die opvanglocaties. U besluit dat iets geschikt is als opvanglocatie. Dan stelt u die mensen voor een voldongen feit, want er mag geen inspraak komen, maar u gaat hen wel consulteren. Als omwonenden laten blijken dat ze daar echt geen trek in hebben, is er dan nog een manier om het tegen te houden? Volgens mij stelt u ze namelijk voor een voldongen feit en mogen ze voor de vorm zeggen wat ze ervan vinden, maar heeft dat nul en generlei effect.) Nee, dit lijkt mij een onjuiste weergave van het proces. Wij stellen vast of een locatie geschikt is. Wij doen een brede uitvraag zodat we ook kunnen kiezen. Vervolgens gaan wij met de buurt in gesprek om te bekijken hoe die er tegen aankijkt. Daarna vindt er 35 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen pas besluitvorming plaats. Er is dus geen sprake van een besluit vooraf. Bovendien was dit tamelijk glashelder bij de beantwoording. Dan nog uw nulmeting. Ik heb al eerder gezegd dat wij echt heel veel informatie verzamelen. De vraag is in feite of we dit nog nodig hebben, want we gebruiken verschillende meetmethoden. Als ik dit nu eens betrek bij de discussie naar aanleiding van de vraag van mevrouw Poot over de draagvlakmeting? Ik heb gezegd dat we dit in februari in het college bespreken. Er valt misschien best iets voor te zeggen om niet allerlei nieuw onderzoek te doen, maar wel om de onderzoeken geclusterd aan te bieden. Ik snap uw vraag wel. Ik wil u toch echt vragen om deze motie niet in te dienen. Ik zeg u toe dat ik dit meeneem bij het gesprek dat wij in het college hebben over de draagvlakmeting bij alle locaties. Dan komen we er tamelijk snel weer over te spreken. (Mevrouw SIMONS: Ik kom nog even terug omdat een aantal vragen nog niet beantwoord is.) (De VOORZITTER: Mevrouw Simons, u had net geen bijdrage in de tweede termijn en dit is een beetje een ingewikkelde figuur.) (Mevrouw SIMONS: Dat begrijp ik, voorzitter, maar ik heb geen antwoord op mijn eerder gestelde vragen.) (De VOORZITTER: Welke vragen waren dat dan in de eerste termijn? Dit kan niet. Mevrouw Simons, dit kan gewoon niet. Ik ontneem u het woord. Dit is buiten de orde.) De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Zijn er nog mensen die moties willen intrekken? Nee, dat is niet het geval. Dan worden alle ingediende moties in stemming gebracht. Er is geen voordracht, dus het gaat louter om de moties. Volgens mij zijn er op dit moment 41 leden aanwezig. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot voor een stemverklaring. Mevrouw POOT (stemverklaring): Ik vond de beantwoording lichtelijk teleurstellend. Het plan van de wethouder is toch een beetje slikken of stikken. Wij stemmen natuurlijk voor onze eigen moties en voor die van Forum voor Democratie. Wij zullen ook voor motie nr. 71 over kleinschalige opvang stemmen. Als de opvang er komt, dan vinden wij met name voor de buurt dat deze kleinschalig moet zijn. Wij stemmen ook voor motie nr. 76 om discriminatie beter te herkennen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma voor een stemverklaring. Mevrouw ROOSMA (stemverklaring): Hoewel wij de moties van BIJ1 en DENK over het delen van informatie met de IND en DT&V begrijpen, zullen we er toch tegen stemmen omdat de wethouder heeft uitgelegd dat het delen van informatie nodig is. Ik ben wel erg blij met de toezegging dat de gemeente niet betrokken wordt bij gedwongen uitzetting. Ik wil ook nog iets zeggen over motie nr. 73 van de heer Ceder over het betrekken van ongedocumenteerden. Wij vinden dat enorm belangrijk, maar ik kan me niet anders voorstellen dan dat dat onderdeel is van dit plan. We zullen daarom tegen die motie stemmen omdat we haar overbodig vinden. 36 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring. Mevrouw SIMONS (stemverklaring): Ik heb geen stemverklaring, maar ik wil motie nr. 70 intrekken vanwege de harde toezegging van de wethouder. De motie-Simons, Kilig en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 70), ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder voor een stemverklaring. De heer CEDER (stemverklaring): Ik weet niet of dit kan, maar uit motie nr. 75 wil ik het tweede dictum schrappen. Als dat niet kan, dan wil ik de motie als geheel in stemming brengen. (De VOORZITTER: Nee, ik had dat al gevraagd. U wilt de motie niet intrekken, maar toch in stemming brengen?) Ik trek de motie in. De motie-Ceder, Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 75), ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een stemverklaring. De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): Wij zullen sommige moties steunen en sommige niet. De motie over kleinschaligheid willen we zeker steunen, ook omdat in de voorgaande periode bleek dat de overlast bij kleinschalige opvang veel kleiner was en die ook veel prettiger voor de betreffende mensen was. Ik raad deze motie daarom van harte aan. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 61). De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 61) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 61) is verworpen met de stemmen van de VVD, Forum voor Democratie, de Partij voor de Dieren, het GDA en de Partij van de Ouderen voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Ceder en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 62). De motie-Poot, Ceder en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 62} wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Ceder en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 62) is verworpen met de stemmen van de VVD, de Partij voor de Dieren, het CDA, de Partij van de Ouderen en de ChristenUnie voor. 37 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 63). De motie-Poot en Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 63) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 63) is verworpen met de stemmen van de VVD, Forum voor Democratie, de Partij voor de Dieren, en de Partij van de Ouderen voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 64). De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 64) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 64) is verworpen met de stemmen van de VVD, Forum voor Democratie, het CDA en de Partij van de Ouderen voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 65). De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 65) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 65) is verworpen met de stemmen van de VVD, Forum voor Democratie, het CDA en de Partij van de Ouderen voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 66). De motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 66) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 66) is verworpen met de stemmen van de VVD, Forum voor Democratie, de Partij voor de Dieren, het CDA en de Partij van de Ouderen voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 67). De motie-Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 67} wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 67) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, de Partij voor de Dieren en de Partij van de Ouderen voor. 38 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma, Van Dantzig, Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 68). De motie-Roosma, Van Dantzig, Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 68) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma, Van Dantzig, Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 68) is aangenomen met de stemmen van de Partij voor de Dieren, het CDA, D66, de Partij van de Ouderen, de ChristenUnie, de SP, BIJ, GroenLinks, de PvdA en DENK voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Simons en Kili (Gemeenteblad afd. 1, nr. 69). De motie-Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 69) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 69) is verworpen met de stemmen van DENK voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Simons, Kili en Geder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 71). De motie-Simons, Kilig en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 71) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Simons, Kilig en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 71) is verworpen met de stemmen van DENK, BIJ1, de ChristenUnie, het CDA, de Partij voor de Dieren, de VVD en de Partij van de Ouderen voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Ceder, Simons en Kili (Gemeenteblad afd. 1, nr. 72). De motie-Ceder, Simons en Kili (Gemeenteblad afd. 1, nr. 72) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Ceder, Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 72) is verworpen met de stemmen van de ChristenUnie, BIJ1 en DENK voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Ceder, Simons en Kili (Gemeenteblad afd. 1, nr. 73). De motie-Ceder, Simons en Kili (Gemeenteblad afd. 1, nr. 73) wordt bij zitten en opstaan verworpen. 39 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de motie-Ceder, Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 73) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de Dieren, de ChristenUnie, BIJ1 en DENK voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Ceder, Simons en Kili (Gemeenteblad afd. 1, nr. 74). De motie-Ceder, Simons en Kili (Gemeenteblad afd. 1, nr. 74) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Ceder, Simons en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 74) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de Dieren, de ChristenUnie, BIJ1 en DENK voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig en Roosma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 76). De motie-Van Dantzig en Roosma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 76) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig en Roosma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 76) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 77). De motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 77) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 77) is verworpen met de stemmen van de VVD, Forum voor Democratie, het CDA en de Partij van de Ouderen voor. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 16 van afd. 1 van het Gemeenteblad. De VOORZITTER: Normaal gesproken zouden we nu doorgaan met agendapunt 17, de actualiteit van het raadslid Naoum Néhmé. Op dit moment heeft het college -15 minuten spreektijd. We zouden nu natuurlijk naar huis kunnen gaan, maar ik wil de vergadering kort schorsen en de fractievoorzitters willen vragen om zich bij mij te melden. Dan kunnen we even overleggen hoe we verdergaan. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER: We hebben zojuist met elkaar gesproken en we hebben afgesproken om het college een half uur extra spreektijd te geven, maar dan komt dat uit op een kwartier, want het staat een kwartier in de min. Het heeft dus nog een kwartier 40 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen voor de rest van de vergadering. Alle fracties krijgen er 3 minuten bij. Dat is niet veel. We zullen proberen om 17.30 uur klaar te zijn. Daarom wil ik nu heel snel door naar het volgende onderwerp, de actualiteit van het raadslid Naoum Néhmé die met 3 minuten erbij en 42 seconden in de min nog 2 minuten en 20 seconden heeft. Wilt u de actualiteit door laten gaan, mevrouw Naoum Néhmé? Ik laat het aan u over. 17 Actualiteit van het lid Naoum Néhmé inzake onduidelijkheid over het collegestandpunt over de komst van expats naar Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 18) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé. Mevrouw NAOUM NÉHMEÉ: Ik denk dat het onderwerp van deze actualiteit ernstig genoeg is om het wel door te laten gaan, want wat mij betreft is hier de eenheid van collegebeleid in het geding. Dit stadsbestuur is nog maar acht maanden bezig en nu al lijkt het moeite te hebben zich te houden aan een heel simpel, maar belangrijk basisprincipe, namelijk met één mond spreken. Ik neem u even mee naar 2 januari 2019. Op die dag verscheen het bericht dat de komst van expats naar Amsterdam aanhoudt. Terwijl de meeste mensen nog van de feestdagen aan het genieten waren, greep de wethouder Wonen naar zijn telefoon om over dit bericht te twitteren dat Amsterdamse gezinnen door de komst van rijkere mensen worden verdrongen. Een dag later geloofde de wethouder Economische Zaken zijn ogen niet toen hij de tweet van zijn collega zag. Verdringing? Geen sprake van. Dus grijpt ook de wethouder Economische Zaken naar zijn telefoon om eroverheen te gaan. Hij twittert een boodschap die niet een klein beetje, maar volledig anders is dan die van zijn collega. Hij tikt: “Goed nieuws dat ambitieuze internationale kenniswerkers in groten getale voor Amsterdam kiezen.” Ik begrijp dit oprecht niet meer en als ik het niet begrijp, dan begrijpen veel Amsterdammers het ook niet. Collegeleden horen elkaar toch niet openlijk tegen te spreken? Collegeleden dragen toch gezamenlijk het collegebeleid uit? Collegeleden opereren toch eendrachtig en stralen eensgezindheid uit? Het gezag van de politiek wordt geschaad wanneer collegeleden met twee monden spreken. Daarom hebben de gemeenteraad en Amsterdammers er recht op te weten wie van beide wethouders het collegestandpunt vertolkt en wat dat standpunt is. Tot slot wil ik van de wethouder Wonen weten waar hij zijn constatering over vermeende verdringing op baseerde. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock. Wethouder KOCK: Op 3 januari 2019 om 09.49 uur twitterde ik de meest succesvolle en meest impact hebbende tweet uit mijn inmiddels 12 maanden oude twittercarriëre. Ik en mijn tot een paar minuten geleden 811 volgers zijn dan ook buitengewoon verheugd door de coulance van de voorzitter aangaande de spreektijden. Het zou heel jammer zijn als dit debat niet doorgaat. Alle gekheid op een stokje: het is goed dat we het er even over hebben, want natuurlijk spreekt het college met één mond. Dit college is van mening dat het een goede zaak is als we nieuwe bedrijven naar Amsterdam halen. Het collegeakkoord formuleert dat als volgt: “Nieuwe bedrijven ontvangen we met open armen, waar ze ook vandaan 41 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen komen.” Bij nieuwe bedrijven horen meestal nieuwe werknemers en het maakt ons niet zo heel veel uit waar die vandaan komen. Of ze nu internationaal zijn of uit Zwolle komen of ergens anders vandaan komen. Dat is onze opvatting en dat is het beleid van het college. Ik denk dat het goed is om even een komma te plaatsen zodat mevrouw Naoum Néhmé kan interrumperen. (De VOORZITTER: Die een interruptie heeft en waarschijnlijk tijd heeft voor een of twee interrupties.) (Mevrouw NAOUM NÉHME: Ik weet dat dit in het collegeakkoord staat. Ik zou denken dat uw wethouder Wonen dat collegeakkoord en die passage op pagina 21 om precies te zijn ook kent. Hoe kan het dan dat hij een dag eerder op een andere manier naar zijn telefoon heeft gegrepen?) Volgens mij is dat niet zo en dat zal hij zo meteen zelf uitleggen. Ik sluit niet uit dat de heer Ivens het collegeakkoord nog beter kent dan ik, want hij heeft er actief aan meegeschreven. Hij zal dat zo meteen zelf toelichten. Twee opmerkingen over die expats. Het is heel lastig om daarvan een definitie te geven, want in zekere zin bestaan ze niet echt meer. Er komen heel veel internationale werknemers naar Amsterdam. Dat zijn kenniswerkers, soms met hoge inkomens, maar meestal met heel gematigde inkomens. 80% van de kenniswerkers in Amsterdam verdient minder dan 50.000 euro. Ik denk dat er veel misvattingen bestaan over die groep. (Mevrouw VAN SOEST: Een heel mooi verhaal van de heer Kock, maar in de krant staat letterlijk dat u een Japans bedrijf naar Amsterdam wilt halen. De heer Ivens zegt: doe maar even niet. Ik wil graag weten wat u gaat doen. Verklaar eens aan de Amsterdammers wat u precies bedoelt, zonder wollige taal over weet ik veel wat.) Aan dat verzoek kan ik wel tegemoetkomen. De heer Ivens zal zo meteen zijn inbreng hebben. Amsterdam is actief bezig om internationale bedrijven naar onze stad te halen. Dat is goed voor de stad. Het brengt nieuwe dynamiek, nieuwe economische kracht, nieuwe werknemers en nieuwe kennis. Allemaal voorddelen voor de stad. Daar horen vaak internationale werknemers bij. Die vestigen zich voor een groot deel in de regio. Dat is prima. Overigens zijn dat vaak mensen met heel gematigde inkomens. Ik wilde net zeggen dat 80% van die internationale kenniswerkers minder van 50.000 euro verdient. Dat is ongeveer anderhalf keer modaal. Met andere woorden: het ligt allemaal veel genuanceerder dan soms gesuggereerd wordt. Het klopt dat het beleid van het college is om bedrijven naar de regio Amsterdam te halen. We doen dat in MRA-verband. Dat is goed voor de stad en goed voor de regio en daar gaan we mee door. (Mevrouw VAN SOEST: Ik krijg geen duidelijk antwoord. De ene wethouder wil een Japans bedrijf hiernaartoe halen en de andere zegt: dat zie ik eigenlijk niet zitten. Daar krijg ik geen duidelijk antwoord op. Bent u het eens met elkaar? Of blijft er onenigheid? Daar wil ik graag duidelijkheid over.) Hoe zeg ik op een beleefde manier dat ik echt niet goed begrijp wat mevrouw Van Soest zegt? Het beleid van het college is om actief bedrijven naar de regio en naar Amsterdam te halen. De komst van die Japanse bank was natuurlijk fantastisch, maar we richten ons echt niet exclusief op Japanse bedrijven. Ik begrijp daarom niet goed waar mevrouw Van Soest het over heeft. Omwille van de tijd laat ik het erbij. (De heer FLENTGE: De wethouder citeert een deel van het coalitieakkoord. Ik vraag me af of hij ook erkent dat, als de financiële waakhond in Nederland, de Autoriteit Financiële Markten, zegt dat 40% 42 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen van de Europese kapitaalmarkt naar Nederland komt en waarschijnlijk 100% van de obligatiemarkt naar Amsterdam komt, er sprake is van een disbalans in het soort bedrijven dat we naar Amsterdam halen. Wilt u ook namens het college zeggen dat het goed zou zijn dat wij bedrijven hierheen halen die zich langdurig in Amsterdam willen vestigen en zich ook langdurig met de stad willen verbinden in plaats van louter een doorvoerhaven voor flitskapitaal in Amsterdam te creëren?) Dat is een goede vraag. Ik denk dat er geen sprake is van een kortstondig verblijf van sommige bedrijven of van internationale werknemers. 74% van de internationale werknemers blijft hier vijf jaar of langer. Dat is heel erg stabiel. Internationale werknemers die hier vaak iets korter blijven, zijn vaak onderzoekers en studenten, maar het overgrote deel blijft langer dan vijf jaar. Het deel van de financiële sector dat naar Amsterdam komt, met name als gevolg van de Brexit, draagt bij aan een positieve ontwikkeling. We zien dat met name handelsplatformen, de obligatiemarkt en een klein deel van het assetmanagement naar Amsterdam komen. Ik denk dat dat heel positief is. Het betekent een versteviging van de financiële sector. Dat is heel goed. Ons acquisitiebeleid richt zich op internationale bedrijven die met name een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid en aan duurzaamheid. Het zijn bedrijven die ook willen aarden en wortelen in onze stad en in de regio. (De heer FLENTGE: Ik wil de wethouder er wel op wijzen dat een expat gemiddeld vier jaar lang zijn 30%-belastingvoordeelregeling kan krijgen. Waarschijnlijk is de doorlooptermijn daarom iets korter dan u schetst. Dit zijn wel de woorden waaraan ik u herken in de media en ook op uw fantastische twitteraccount waarin u zich toch een beetje manifesteert als een soort blije Brexitbaghwan en halleluja roept, telkens als een internationale bank of geldbeleggingsmaatschappij naar Amsterdam komt. Ik denk dat u daarmee een dooie mus binnenhaalt. Dit flitskapitaal is namelijk op zoek naar de weg van de minste weerstand. Ik wil u vragen om daarop te reflecteren, want als ergens anders de belastingen lager zijn of het toezicht vermindert, dan is de kans groot dat dit soort bedrijven in no time wegtrekt.) (De VOORZITTER: Mijnheer Flentge, ik ga u even onderbreken. Dit is gewoon een termijn.) (De heer FLENTGE: Excuus. Ik vraag de wethouder of hij erop wil reflecteren dat dit een instabiele bedrijfstak is die we naar Amsterdam halen en dat wij ons beter kunnen richten op bedrijven die zich hier langdurig willen vestigen.) (De VOORZITTER: Graag een korte reactie van de wethouder.) Ja, hoewel de interruptie uitnodigt tot een lange reactie. Ik kijk er anders tegen aan. De financiële sector vormt overigens slechts een deel van de bedrijven die hierheen komt. Het overgrote deel van de internationale bedrijven dat zich op dit moment in Amsterdam vestigt, hoort niet tot de financiële sector, maar bevindt zich veelal in de amusementssector, de medische sector en in veel andere sectoren en een klein deel in de financiële sector. Het lijkt me hartstikke goed dat die hierheen komen. Het deel van de financiële sector dat hierheen komt, bestaat over het algemeen niet uit de grote banken. Die komen niet hierheen. Een deel van de reden is dat ze niet van het bonusplafond houden. Prima, dan komen ze niet. Daar zit ik niet mee. Dat heb ik ook al eerder gezegd. Het bonusplafond is heel goed. Handelsplatformen komen wel. Er zijn ook Nederlandse bedrijven die daar groot mee zijn geworden, Flow Traders en andere. Dat zijn mooie 43 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen bedrijven. Ze leveren ook een bijdrage aan de technologiesector in deze regio. Daar lijkt me helemaal niets mis mee. (De VOORZITTER: Mijnheer Flentge, ik daag u uit om nu een interruptie te houden die voldoet aan wat het reglement van orde daarover bepaalt. Kort en bondig alstublieft.) (De heer FLENTGE: Ik citeerde de Autoriteit Financiële Markten die aangeeft dat 40% van het Europese kapitaal deze kant op gaat. Dat is dus niet iets om te veronachtzamen. Ik vroeg om reflectie en die krijg ik niet. Ik krijg weer hetzelfde blije halleluja van deze wethouder. Als u daar niet op wilt reflecteren, dan lokt u in feite uit dat de raad u dat opdraagt.) Het lijkt me goed als we het hier in de commissie een keer uitgebreid over hebben, want de tijd laat een uitgebreide reflectie niet toe. Het is niet zo dat 40% van het Europese kapitaal naar Amsterdam komt. Ik zou bijna zeggen: was het maar zo, want dat zou een enorme oppepper zijn voor ons investeringsklimaat. Volgens de AFM komt een groot deel van de Europese obligatiehandel naar Amsterdam en ik zie niet wat het probleem daarvan is. (De VOORZITTER: Mijnheer Flentge, dit is een vierde interruptie. Daar doen wij niet aan. U hebt geen termijn. U hebt wel een termijn, maar dat doet u via de interruptiemicrofoon. Ik sta een vierde interruptie niet toe. U hebt drie interrupties gehad en u had de kans op een termijn, maar die hebt u niet gebruikt.) De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens. Wethouder IVENS: Ik ben het niet helemaal eens met de heer Kock. Ik denk namelijk dat de heer Kock het coalitieakkoord, met name op de plekken waar het over uitgaven gaat, net zo goed kent als ik. Verder spreekt het college inderdaad altijd met één mond. Als ik in een bericht van AT5 lees dat voornamelijk jonge gezinnen de stad verlaten omdat het lastig is om een huis te vinden en dat bovendien de huizen waar een gezin met kinderen kan wonen ontzettend duur zijn — dat zegt onder meer het CBS, ondersteund door cijfers — dan klim ik in de pen om duidelijk te maken dat ik dat probleem herken. Dat leidt dan tot een tweet: Amsterdamse gezinnen worden verdrongen door de komst van rijkere mensen en een tekort aan betaalbare woningen. In mijn woorden is dat de vertaling van de zin die ik bij AT5 gelezen heb. Maatregelen zijn hard nodig, meer betaalbare woningen bouwen, maximale huurprijs invoeren en voorrang Amsterdammers bij nieuwbouw. Zo heb ik het bericht van het CBS gelezen en daarom vind ik dat het college dit moet herkennen, erkennen en ermee aan de slag moet gaan. (De heer VAN LAMMEREN: Doelde u daarmee op expats of kenniswerkers of hoe ze tegenwoordig ook heten?) Volgens mij was mijn tweet tamelijk duidelijk. Ik doelde op het feit dat Amsterdamse gezinnen de dupe zijn omdat sommige mensen de woningen makkelijker kunnen betalen dan andere mensen. Net als het CBS constateerde. (De heer VAN LAMMEREN: Dat constateerde het CBS niet. Het artikel van AT5 ging over expats. Nu zegt u dat niet meer omdat uw woorden in discrepantie zijn met wat de heer Kock zei.) Nu wordt het mij volstrekt onduidelijk. Ik las net een passage uit het artikel van AT5 waarin staat dat jonge gezinnen de stad verlaten. Het is lastig om een huis te vinden en bovendien zijn de huizen waarin een gezin met kinderen kan wonen ontzettend duur. 44 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Dat zegt een woordvoerder van het CBS. Ik sla daarop aan en ik denk dat u er ook op aanslaat. (De heer VAN LAMMEREN: Nu was u ook wethouder in het vorige college en dat vorige college heeft een postercampagne in Londen gesponsord om mensen deze kant op te halen. Hoe kijkt u daar nu op terug?) Die vragen zijn destijds al door het college beantwoord. (De heer BOOMSMA: Ik heb bij de voorjaarsnota 2017 een motie ingediend om te onderzoeken of gezinnen in steeds grotere mate de stad ontvluchten. Het college heeft daar begin februari 2018 in een brief antwoord op gegeven. Daarin was de conclusie dat dit niet aan de hand was. Het aantal gezinnen is historisch hoog en u zag die ontwikkeling niet. Bevestigt de wethouder nu dat er wel degelijk een vlucht van gezinnen plaatsvindt? Kan hij daarvoor nieuwe cijfers laten zien of nieuw onderzoek doen?) Ik lees hier een passage van het CBS voor en in de brief die wij u geschreven hebben, beschrijven wij onder andere maatregelen die we nemen. Bijvoorbeeld middenhuurwoningen waarvoor we geen marktconforme huren vragen, maar marktcontraire huren omdat we het probleem herkennen, erkennen en waarbij ik stel dat het goed is om een aantal maatregelen te nemen zoals we ook in het coalitieakkoord schrijven. We zijn op basis daarvan flink bezig om ervoor te zorgen dat niet alleen degene met de dikste portemonnee in deze stad kan wonen, maar ook anderen. (De heer FLENTGE: Een van de maatregelen die voor Amsterdammers heel erg relevant zou kunnen zijn, is dat doorstromende Amsterdammers — zo staat het ook in het coalitieakkoord — voorrang krijgen bij nieuwbouwhuizen in de vrije markt. Wanneer komt u met concrete maatregelen om Amsterdammers die kans te geven om zich blijvend in Amsterdam te kunnen vestigen?) Ik kan nog niet zeggen wanneer die voorstellen uw kant opkomen. We gaan nu aan de slag om die passage uit te werken. Ik ben eerst aan het werk gegaan om ervoor te zorgen dat de woningbouwproductie de komende tijd op gang blijft. Onze eerste inzet is het woningbouwplan. Dat plan hebben we besproken en nu is het zorgen dat de woningen die gebouwd worden voor een deel ook naar doorstromers gaan, zoals we ook in het coalitieakkoord beschreven hebben. (De heer FLENTGE: Wat wij in het coalitieakkoord beschreven hebben, weet ik heel goed. Ik zat er met u bij. In uw tweet drukte u een zorg uit, namelijk dat Amsterdammers hier verdrongen worden door mensen met meer geld. Dan vind ik het antwoord ‘daar kom ik mee’ een klein beetje mager. Kunt u daarmee haast maken en kunt u vertellen of u op korte termijn — en ik verwacht voor de zomer — de mogelijkheid ziet om een van de onderdelen van het coalitieakkoord, namelijk voorrang voor Amsterdammers, ook mogelijk te maken?) Voor alle duidelijkheid: deze passage bevat meer componenten. Het gaat om nieuwbouw, maar we hebben eerder al in de commissie besproken wat we kunnen doen om bijvoorbeeld ook jongere Amsterdammers beter te kunnen positioneren om uiteindelijk een sociale huurwoning te bemachtigen. Dat is relatief makkelijk, want daarbij gaat het om bestaande regels waarbinnen we lokaal ruimte hebben om toe te wijzen. Nieuwbouwwoningen toewijzen is een heel spannende nieuwe dimensie. Ik kan nu wel zeggen dat ik voor de zomer met een plan kom, maar dat kan dan ook zijn: we gaan het 45 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen onderzoeken en wel op deze manier. Dit is een spannend iets wat goed uitgezocht moet worden, want we gaan opeens aan marktpartijen vragen om bepaalde mensen met voorrang in die woningen te huisvesten. U weet net zo goed als ik dat het een tamelijk ingewikkelde exercitie is om dat op een goede manier door te voeren. Neemt u echter maar van mij aan dat ik buitengewoon enthousiast ben over die passage in het coalitieakkoord dus ik ga er enthousiast mee aan de slag om er tempo mee te maken. (De heer FLENTGE: Die toezegging van de wethouder dat hij heel veel haast gaat maken accepteer ik. Het signaal dat ik u in ieder geval wil geven, is dat het tijd wordt om korte metten te maken omdat we anders Amsterdammers laten verdringen en straks duizenden Amsterdammers meer de stad noodgedwongen moeten verlaten. Dus een aansporing van mij. Dank voor uw toezegging en mijn aansporing is: maak er alstublieft snel werk van.) De VOORZITTER: Mijnheer Boomsma, u zat al in het rondje met interrumpanten. U stond net ook al bij de interruptiemicrofoon en volgens mij heeft de heer Ivens daarna niets meer gezegd. Ik wil u daarom niet het woord geven. Of hebt u een nieuw punt? De heer Ivens is na uw interruptie niet meer aan het woord geweest, behalve als reactie op de heer Flentge. Het was hetzelfde rondje. Hij was niet meer bezig met zijn bijdrage. Ik wil u dus niet het woord geven, tenzij u zo dadelijk nog een tweede termijn wilt. 18 Wijzigen van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 in verband met invoering van de mogelijkheid tot het bunkeren van LNG (Gemeenteblad afd. 1, nr. 19) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. De heer VAN LAMMEREN: LNG, Liquid Natural Gas. Ik ga u een verhaal vertellen. U luistert ernaar. Het gaat uw ene oor in en uw andere oor uit. Daarna stemt u voor het voorstel van het college en dat was het dan. Toch ga ik er kostbare spreektijd aan besteden. Ik hoop namelijk, ik hoop oprecht, dat u wel luistert en dat u nadenkt over de besluiten die wij hier nemen. De Partij voor de Dieren is zeer kritisch over de jubelsteer rondom LNG. Dat is een brandstof ter vervanging van diesel, bunkerolie — dat klinkt zo lekker — en stookolie. LNG is een vloeibaar gas. Dat wordt verkocht onder het mom dat het minder COo-schadelijk is. LNG wordt echter gewonnen uit schaliegesteente. Weet u nog? Fracking is hier ook aan de orde geweest. Fracking is het uit gesteente halen van gas en olie. Fracking gaat gepaard met enorme hoeveelheden water en giftige chemicaliën die we in de grond spuiten. Dat LNG is op dit moment niet toegestaan in de Amsterdamse haven. Vandaag gaat u dat toch mogelijk maken als u voor dit voorstel stemt. Het wordt verkocht onder het mom dat het bij verbranding minder CO» uitstoot dan bunkerolie en stookolie. Dat is ook waar. Als u echter nagaat hoe LNG geproduceerd wordt, dan is het nog maar de vraag of het zoveel beter is. Daarnaast is er nog een veel groter bezwaar. Als wij LNG toestaan, dan wordt de levensduur van fossiele brandstof verlengd. Het probleem waarmee de wereld te maken heeft, is dat alle CO» dat nu in de vorm van fossiele brandstoffen in de grond zit op de balans staat van de grote oliemaatschappijen. Als wij de doelen van het klimaatakkoord willen halen, dan moeten wij 80% van die waarde in de grond laten zitten. De rekening daarvan wil niemand 46 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen betalen. Niemand wil zeggen: Shell is vanaf morgen 80% minder waard, want we laten de voorraden waarop het recht heeft ongemoeid. Als wij LNG toestaan door erin te investeren — en nee, de gemeente investeert er niet in, maar er zal een bedrijf in gaan investeren — dan maken we die balans alleen maar groter. Het is onverstandig om geld in deze nieuwe fossiele brandstof te steken, want u maakt de wereldwijde balans hiermee alleen maar groter. U maakt het probleem voor uw kinderen, uw kleinkinderen, uw dierbaren alleen maar groter. Dit is wat ik u wilde meegeven. Ik weet wat er gestemd zal worden, maar ik wilde dit toch met u delen. (De heer GROEN: Ik wil graag iets van de heer Van Lammeren weten. Er heeft een reeks artikelen gestaan in het huisorgaan van Milieudefensie waarin ze precies het soort kritische analyses maken die u hier toelicht. Er staat echter ook interessant genoeg iets anders in. Als we het bekijken vanuit het perspectief van de luchtkwaliteit en de hoeveelheid NOx, dan is het gebruik van LNG als vervanging van bunkerolie en stookolie “ontegenzeggelijk verstandig”. Hoe beoordeelt u dat?) Dat is gewoon waar. Lokaal is dat gewoon waar. Dat is hetzelfde als bij een Tesla. Dat is een heel schone auto als je hem wast, maar ook alleen dan is hij heel schoon. Natuurlijk is hij lokaal veel beter voor de luchtkwaliteit. Een Tesla heeft echter 600 kg batterijen aan boord. Dat is ongeveer het gewicht van een kleine auto. Die batterijen worden van stroom voorzien uit bruinkool omdat er te weinig groene stroom is. Natuurlijk is het lokaal waar dat LNG, want dat is een gas, minder fijnstof uitstoot. Dat heeft echter niets met CO» te maken. Ik hoef u dat niet uit te leggen. Het is een groot verschil. Wat hier gebeurt, is dat wij LNG toestaan en dat er bedrijven gaan investeren in LNG. Er zijn volgens mij zelfs vragen door D66 gesteld om te garanderen dat ze die investering kunnen terugverdienen. Als wij dit toestaan, dan betekent dat dat er weer meer geld op die balans komt. Die balans moet de andere kant op. We moeten fossiele brandstoffen in de grond laten zitten en dit is een beweging naar de verkeerde kant. Dat mag niet gebeuren in deze stad. (De heer GROEN: U zegt dat het globaal gezien wel nadeliger is. In uw betoog zei u ook dat het maar zeer de vraag is of het CO» bespaart. Ik kan die vraag wel beantwoorden op grond van datzelfde artikel. Als we het gebruiken voor energieopwekking dan is dat helemaal niet de vraag. Dan is LNG gewoon slechter. In het wegvervoer is het maar zeer de vraag. De brede consensus is dat de vervanging van stookolie bij binnenvaartschepen door LNG ook vanuit het perspectief van de CO>- uitstoot veel beter is. Hoe beoordeelt u dat dan?) Mijnheer Groen, ik snap dat u gebonden bent aan coalitieafspraken en dat u zo meteen voor dit LNG-voorstel zult stemmen. U probeert een gat te schieten in dit betoog en dat zal u niet lukken. Ik ga er echter toch de rest van mijn spreektijd aan besteden. LNG wordt gemaakt door middel van fracking. Als LNG wordt uitgerold, dan wordt het fossiele tijdperk verlengd. U en ik weten als geen ander — en als de rest hier niet bij zou zijn, dan zouden we heel ander gesprek hebben — dat verlenging van het gebruik van fossiele brandstof onhoudbaar is en dat we de rekening doorschuiven naar onze kinderen. Dat moet u niet willen. Of het nu een beetje CO» bespaart of een beetje CO» extra oplevert, het maakt niet uit. Wij moeten dat spul in de grond laten zitten. Als we het verbranden, dan zijn we met zijn allen aan de beurt. (De heer GROEN: Als we weten dat binnenvaartschepen nu varen op vieze bunkerolie en dat dat veel smeriger is ten aanzien van de 47 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen luchtkwaliteit en veel slechter voor het klimaat, wat stelt u dan voor te doen? De hele binnenvaart afschaffen?) Ik heb altijd zo veel respect voor u. Ik zei al wat er gaat gebeuren. U gaat dit vandaag toelaten en u probeert dat nu te verhullen door te beweren dat het lokaal viezer is. Het is lokaal viezer. Wat we echt moeten doen, is minder producten kopen. Wat we echt moeten doen, is de grondstoffen belasten. Belasting op arbeid is echt heel raar. Daar moet u eens over nadenken. lemand werkt en dat gaan we belasten terwijl er genoeg mensen aan het werk willen. Dat maken we echter te duur. Maar grondstoffen waarvan we er te weinig hebben? We kopen voor 2 euro een pakketje uit China met plastic en allerlei rotzooi die we weggooien. Daar moeten we iets aan doen. Dan hebben we minder transport nodig en krijgen we een circulaire economie. Dat is het echte antwoord. Probeer niet mij met deze debattrucs te laten zeggen dat investeren in fossiele brandstoffen verstandig is. U en ik zijn tegen fracking. Volgens mij kwam het voorstel Amsterdam frackingvrij uit uw pen en als dat niet zo is, dan had ik het u gegund. (Mevrouw KAT: U hebt het over debattrucs. We hebben dit in de raadscommissie Financiën en Economische Zaken besproken en daar was u niet. Ik wil u toch uitnodigen om voortaan dit soort debatten met elkaar te voeren, ook in de raadscommissie Financiën en Economische Zaken.) Ja, het maakt wat ik zeg minder waar als ik het hier zeg dan als ik het in de commissie zeg. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen. De heer GROEN: Ik wil de heer Van Lammeren bedanken voor zijn gepassioneerde betoog. Misschien hadden mijn interrupties de schijn tegen, maar ik vind dat hij heel terecht het gebruik van LNG problematiseert. Laten we wel wezen, het is een fossiele brandstof en als we het op de verkeerde manier produceren ook een manier om fracking van een afzetmarkt te voorzien. GroenLinks is dan ook geen fan van LNG en vindt LNG niet goed, maar vindt het wel zoals de heer Bakker het in de commissie noemde een kleiner kwaad. Een kleiner kwaad dan stookolie. Sterker nog: wij vinden het beter dan stookolie. Ik wijs erop dat een onverdachte organisatie als Milieudefensie dat voor de scheepvaart ook vindt. Zowel voor de lokale luchtkwaliteit als op het gebied van COp-uitstoot, mijnheer Van Lammeren. Dat waren geen debattrucs, ik wees u op de feiten. Ook uit het perspectief van het klimaat is het een betere oplossing. Er zijn wel twijfels, maar die betreffen het wegverkeer en niet de scheepvaart. In de commissie hebben we er ook vragen over gesteld aan de wethouder. Mevrouw Kat wees er terecht op dat u dat misschien gemist hebt omdat u daar niet was. Als we dit mogelijk maken — dat is het enige wat we doen, we investeren niet in fossiele infrastructuur, maar we maken het mogelijk om LNG te gebruiken — dan brengt dat het risico van een lock-in met zich mee. Dat we langer aan dit soort brandstof blijven vastzitten dan we willen. De wethouder heeft al bevestigd dat hij daar aandacht voor vraagt. Hij heeft al bevestigd dat het hier alleen gaat om tanken voor schepen en dat we geen infrastructuur aanleggen. Hij heeft verteld dat hij bij de Haven constant de zorg over die lock-in onder de aandacht zal brengen. Daarmee is GroenLinks in ieder geval gerustgesteld. Wel heeft uw betoog een nieuwe zorg in mij bewerkstelligt en daar ga ik de wethouder nog een vraag over stellen. Als we extra mogelijkheden creëren voor het gebruik van gevaarlijke stoffen, dan moeten we ook extra handhaven. Dat doet volgens mij de Omgevingsdienst of het Havenbedrijf zelf. Ik vraag mij af of daar ook extra 48 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen capaciteit voor is en of de wethouder bereid is om bij de Omgevingsdienst of het Havenbedrijf na te vragen of zij in staat zijn om het extra gevaar van het gebruik van LNG strikt te handhaven. Naar de Partij voor de Dieren wil ik een hand uitsteken, want het staat natuurlijk buiten kijf dat beter nog dan varen op LNG we de binnenvaart op elektra of waterstof kunnen laten varen. Er komt een Routekaart klimaatneutraal. Misschien kunnen wij samenwerken aan een voorstel in het kader van de Routekaart klimaatneutraal voor de Haven om de Haven te vragen een strategie te ontwikkelen voor het stimuleren van binnenvaartvervoer op elektriciteit of waterstof. Dan hoeven we niet alleen imperfecte plannen af te wijzen, maar kunnen we ook nog iets doen voor het klimaat. (De heer VAN LAMMEREN: Dit wordt een beetje een zure interruptie. Als u uw rug rechter houdt dan bij de zeesluis waarmee tonnen bunkerolie en kolen naar Amsterdam komen en niet alleen een motie voorlegt als doekje voor het bloeden, dan doe ik dat natuurlijk graag.) Dat was volgens mij geen vraag en volgens mij werd de uitgestoken hand afgewezen, maar we doen het zelf wel, mijnheer Van Lammeren. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock. Wethouder KOCK: Ik zal de vraag van de heer Groen beantwoorden en omwille van de tijd niet uitgebreid ingaan op het debat dat net gevoerd is. Volgens mij zijn alle argumenten wel uitgewisseld tussen de heer Van Lammeren en de heer Groen. Er is uiteraard heel goed naar de veiligheid gekeken door de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio Amsterdam. Ze zijn ook nauw betrokken geweest bij deze wijziging van de Havenverordening, bij het opstellen van de LNG-toolkit en het berekenen van de veiligheidsnormen. Beide organisaties, zowel de Veiligheidsregio als de Omgevingsdienst, zijn akkoord met deze wijzigingen en hebben ook voldoende capaciteit om erop toe te zien en te handhaven. (De heer GROEN: Het was mij niet alleen te doen om de veiligheid. Het probleem bij LNG is ook dat er methaan kan ontsnappen en dat is een nog veel ernstiger broeikasgas dan CO». Is er ook aandacht voor dat risico? Zo niet, kunt u dat nog navragen?) Ik weet dat de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio naar alle aspecten van de veiligheid gekeken hebben en dat heel grondig gedaan hebben, maar ik zal hier nog specifiek navraag naar doen. U mag ervan uitgaan dat er goed naar gekeken is, maar ik zal het nog navragen. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 19). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 19) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 19) is aangenomen met de stemmen van DENK, de PvdA, GroenLinks, de SP, de ChristenUnie, de Partij van de Ouderen, D66, het CDA en de VVD voor. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 19 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 49 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen 19 Vaststellen van het bestemmingsplan HWG Johan Huizingalaan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 20) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. De heer VAN LAMMEREN: Eenieder die wel eens over de ring A10 Zuid langs de Zuidas rijdt of daar rondfietst, is iets opgevallen. Het is daar één kaalslag. Alle bomen zijn weg. Dat heeft te maken met het Zuidasdok. In de vorige raad of de raad ervoor is daar al mee ingestemd. Dat ligt hier ook niet voor. Wat er vandaag voorligt, is om extra bomen te kappen die nodig zijn om de materialen, werkvoertuigen en dat soort zaken te stallen. Heel veel mensen hebben dat over het hoofd gezien, inclusief een aantal ambtenaren die ik erover gesproken heb. Zij hadden zich helemaal niet gerealiseerd dat er bij de Oeverlanden ook gekapt zal worden. U weet wel, de noordkant van het Amsterdamse Bos. Dat is doodzonde. Dat is echt zonde, want die bomen worden tijdelijk gekapt om daar materieel neer te zetten. De vraag van de Partij voor de Dieren is: is dat echt nodig? Ik vind de bomenkap langs de A10 echt vreselijk en ik niet alleen. Ik geloof dat er meer mensen benaderd zijn met de vraag: wat is hier aan de hand en wat is het toch lelijk als die bomen weg zijn. Moeten we dat ook bij de Oeverlanden gaan doen? Ik heb daarom een amendement dat oproept om toch nog een andere locatie te bekijken. Een andere locatie waardoor we geen bomen hoeven te kappen en we geen stuk van het Amsterdamse Bos aan de noordzijde opofferen. Wij staan hier niet om het Zuidasdok tegen te houden, maar wij staan hier wel om de bomen te sparen die eventueel onnodig gekapt worden. De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen: 91° Amendement van het raadslid Van Lammeren inzake het vaststellen van het bestemmingsplan HWG Johan Huizingalaan (geen bomenkap voor alternatieve locatie) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 78). Besluit: In de raadsvoordracht van het bestemmingsplan op pagina 2 de tekst: ‘Een alternatieve locatie is gevonden aan de Oude Haagseweg (ten zuiden van de Rijksweg A4 in het stadsdeel Nieuw-West). Een (tijdelijke) omgevingsvergunning waarmee het gebruik als werkterrein op deze locatie mogelijk wordt gemaakt, is verleend’. Te wijzigen in: ‘De alternatieve locatie die momenteel gevonden is, is onwenselijk omdat er 168 bomen voor gekapt moeten worden. Er wordt actief gezocht naar een andere locatie waarbij geen bomen gekapt hoeven te worden’. En de volgende zin van het bestemmingsplan op pagina 2 te schrappen: ‘De benodigde omgevingsvergunning voor kappen kan half januari 2019 onherroepelijk worden zodat Zuidasdok (de minister) schriftelijk kan aangeven het werkterrein in de Sporendriehoek niet meer (volledig) nodig te hebben. Op dat moment kan Nuon over het benodigde deel van het terrein beschikken’. Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging. 50 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Wij kunnen hier kort over zijn. De Partij van de Ouderen is tegen hogetemperatuurwarmtenetten. Hogetemperatuurnetten stellen minder vergaande eisen aan de isolatie van nieuwbouwwoningen. Daarom maken we ons afhankelijk van de hogetemperatuurwarmtenetten. Er zijn andere oplossingen die nadere bestudering verdienen. Waternet heeft toevallig een rapport uitgebracht waarin staat dat het ook warmte kan produceren. Wij willen dolgraag weten of u bereid bent om daar een keer naar te kijken en met name uit milieuoogpunt de bouw van deze en andere hulpwarmtecentrales eerst in het kader van de energietransitiealternatieven onder de loep te nemen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock. Wethouder KOCK: Wat hier voorligt, is een wijziging van een bestemmingsplan. Ik denk dat er enige verwarring is ontstaan in de commissie en mogelijk ben ik daar schuldig aan. Het werkterrein aan de Riekerweg heeft hier verder niet veel mee te maken. Dat is op verzoek van Zuidasdok gevonden als extra werkterrein. Het klopt dat daar bomen voor gekapt moeten worden en het klopt dat dat er 168 zijn. Dat is buitengewoon spijtig. Dat staat los van de hulpwarmtecentrale die hier voorligt en waar het terrein van de Sporendriehoek voor gevonden is waarvoor dus een andere locatie moest komen. Er is heel goed en zorgvuldig gekeken naar alternatieve locaties voor dat extra werkterrein voor het Zuidasdok, maar die zijn niet gevonden. Daarom ligt dit nu voor. Daarom krijgt het amendement ook een negatief preadvies. Ik kan wel toezeggen dat, als het enigszins mogelijk is om het werk rondom het Zuidasdok, dat buitengewoon complex is, zo te doen dat er minder bomen gekapt hoeven te worden en als er betere locaties gevonden kunnen worden voor werkterreinen, dan doen we dat. Dat zoeken gebeurt continu en het college hecht er ook veel belang aan. Dat is niet alleen een commitment van Zuidasdok, maar van alle partners die aan Zuidasdok werken, ook van Rijkswaterstaat en de andere partners. (De heer VAN LAMMEREN: Dit is de eerste locatie, maar bij de Oeverlanden is een mogelijke tweede locatie voor een werkterrein aangewezen. Klopt dat? Dit is een tijdelijk werkterrein. Ik ben niet in de commissie aanwezig geweest. Normaal zit daar iemand anders, mevrouw Bloemberg, die ziek is. Hoe lang duurt die tijdelijkheid? Is gegarandeerd dat we het terrein weer in de oude staat herstellen. Mijn ervaring is namelijk dat als we ergens bomen gekapt hebben, ze nooit meer terugkomen.) Ik weet niet of er nog een ander werkterrein is. Ik weet ook niet hoe lang dat werkterrein nodig is. Dat kan best eens heel lang zijn, want het Zuidasdok is een heel langdurig traject. Dat gaat acht tot tien jaar duren. Ik zeg u toe dat ik dat zal uitzoeken. Dan stuur ik een brief waarin op opschrijf of er nog een tweede terrein nodig is en ook hoe tijdelijk tijdelijk is en wat de plannen zijn als het werkterrein niet meer nodig is. Dat dit een tijdelijk werkterrein is, is per definitie waar, want op een gegeven moment zijn we klaar met het bouwen van het Zuidasdok. Daar ga ik in elk geval van uit. (De heer VAN LAMMEREN: Als die brief er is, dan wil ik die meteen agenderen. Ik vind het een beetje vervelend dat het een tijdelijk werkterrein is, maar dat de wethouder niet weet wat er daarna gebeurt, 51 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen terwijl we wel in groen kappen. Misschien weet het college het wel. Dat zou ik heel graag willen weten, want de Partij voor de Dieren wil niet dat er gekapt wordt. En als er dan gekapt wordt, dan wil ik dat het terrein weer in de oude staat wordt hersteld. Ik wil het college oproepen om daar een antwoord op te formuleren.) (De VOORZITTER: Mijnheer Kock, ik begrijp dat u een brief hebt toegezegd. Kunt u zeggen wanneer we die kunnen verwachten?) Binnen twee of drie weken. We willen dat netjes doen. Het is niet heel raar dat ik niet van elk werkterrein bij het Zuidasdok precies weet wat de planning is, wanneer het klaar is en wat er daarna mee gebeurt. Er zijn heel veel werkterreinen bij het Zuidasdok dus ik hoop dat de heer Van Lammeren me dat vergeeft. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. De heer VAN LAMMEREN: Het volgende ligt voor. De tijdelijkheid van dit terrein en wat er daarna mee gebeurt, vind ik essentieel om te weten. Wat gebeurt er als we niet vandaag dit besluit nemen, maar pas als we weten hoe tijdelijk tijdelijk is en wat er daarna gebeurt? Ik denk dat iedereen die het groen en het Amsterdamse Bos liefheeft dat wil weten. Deze bomenkap verrast iedereen. Ik heb niet het idee dat men nu klaarstaat met de kettingzaag en dat er meteen gekapt wordt als wij hiermee akkoord aan. Kunnen we dit drie weken uitstellen totdat we duidelijkheid hebben over de tijdelijkheid? De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock. Wethouder KOCK: Ik ben geen voorstander van uitstel. Dat werkterrein is nodig, dat weten we. Er is uitentreuren gekeken naar allerlei alternatieve locaties. Dit is nodig. Ik weet niet precies wanneer de schop in de grond gaat. Ik krijg net te horen dat de tijdelijkheid van dat terrein zes jaar bedraagt. Dat weten we alvast. Over acht tot tien jaar, wanneer het Zuidasdok klaar is, ligt daar een beter pakket groen dan er nu ligt. Er komt een hoge kwaliteit groen terug. Elke boom die gekapt wordt, wordt elders in de stad weer terug geplant. Ik denk daarom dat het geen goed idee is om dit uit te stellen. Bovendien moet Nuon aan de slag, want anders komen mensen in de kou te zitten. (De heer VAN LAMMEREN: Dat is natuurlijk niet waar. Dat elke boom die gekapt wordt weer terugkomt, kunt u niet hard maken. Dat is feitelijk onjuist, want daarvoor is er een bomenvereveningstonds opgericht. Wij vragen steeds hoeveel bomen er worden teruggeplant en daar krijgen we geen antwoord op. Kunt u mij aanwijzen waar die bomen komen, want daar ben ik dan zeer benieuwd naar?) Ik kan niet van elke boom aanwijzen waar hij terugkomt. Ik weet wel dat er heel veel bomen worden herplant op de Zuidas. Ik weet ook dat de kap die wij doen onvermijdelijk is om dat dok daar te kunnen bouwen. (De heer VAN LAMMEREN: Dat is een mooi antwoord, maar dat is niet wat u zei. U zei: er ligt beter groen als we klaar zijn en elke boom wordt teruggeplant. Dat is gewoon feitelijk niet waar, want het vorige college heeft dat bevestigd. Ik heb die stukken nu niet bij de hand, maar als u nu beweert dat alle bomen terugkomen en dat het groen beter wordt, dan wil ik dat u dat hardmaakt. De Partij voor de Dieren heeft expliciet gevraagd waar die bomen dan staan. Er is een pot met geld, maar er zijn geen bomen. Sterker nog: dit college heeft gezegd: we wilen die pot 52 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 R aadsnotulen openstellen om er andere voorzieningen van te creëren omdat we die bomen niet kunnen planten. Blijft u daarom bij uw stelling dat elke boom wordt teruggeplant?) Ik blijf bij de stelling dat wij alleen kappen wat nodig is, dat het goed is om hiermee door te gaan omdat we het Zuidasdok gaan bouwen, dat de kwaliteit van het groen dat terugkomt zeer hoogwaardig is en verder stel ik voor dat we er in de commissie uitgebreid over praten. U krijgt een brief van mij. Daarna kunnen we er verder over praten. (De heer VAN LAMMEREN: Ik ben blij met dit interruptiedebat, want u handhaaft niet de stelling dat elke boom wordt teruggeplant. Dat is ook terecht, want dat kunt u niet hardmaken. Er zullen bomen verdwijnen.) Voor zover ik weet is er een herplantplicht en voeren we die ook uit. We kunnen er in de commissie verder over praten. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over het amendement-Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 78). Het amendement-Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 78} wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 78) is verworpen met de stemmen van de Partij van de Ouderen, BIJ en de Partij voor de Dieren voor. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 20). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 20) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 20) is aangenomen met de stemmen van DENK, de PvdA, GroenLinks, de SP, de ChristenUnie, D66, het CDA, de VVD en Forum voor Democratie voor. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 20 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 23 Vaststellen van het bestemmingsplan Frans van Mierisstraat 59 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 23) De VOORZITTER: De heer Van Lammeren heeft inclusief de 3 minuten extra nog precies 3 minuten en 6 seconden. U hebt nog 6 seconden reguliere tijd plus 3 minuten extra voor de rest van de vergadering. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. 53 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen De heer VAN LAMMEREN: Dat gaat lukken. Dank u wel voor de waarschuwing. Hier gebeurt iets heel geks. Hier wordt een kelder toegestaan die niet in het bestemmingsplan past. Daarom zijn we ook tegen. U zult straks horen dat dit via het Kruimelbesluit zou kunnen, maar dat is feitelijk onjuist. We zijn daarom tegen de wijziging van dit bestemmingsplan, want we hebben al genoeg problemen om Amsterdam regenbestendig te maken. Wij zijn, ondanks de brief van de wethouder, bang voor een rimpeleffect en dat andere mensen ook claimen dat ze dit willen. U krijgt straks een technisch verhaal over het inleveren van vierkante meters boven het maaiveld naar vierkante meters daaronder. Om een lang verhaal kort te maken: hier wordt maatwerk geleverd om de onderkeldering van een tuin mogelijk te maken. Daarom zijn we tegen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINCK: Ik zal het kort houden. Het bestemmingsplan maakt onderkeldering mogelijk. Er was al onderkeldering mogelijk, want dat kan altijd. Het is wel vergunningplichtig. Als de indiener van de aanvraag van dit bestemmingsplan ook onderkeldering wil, dan moet hij een omgevingsvergunning aanvragen. Die omgevingsvergunning zal gewoon getoetst worden, ook voor wat onderkeldering betekent voor de waterafvoer in dat gebied. Dit bestemmingsplan maakt het inderdaad mogelijk dat er bovengronds minder bebouwing komt dan er nu is. Dat is voor klimaatadaptatie een goede zaak. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 23). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 23) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 23) is aangenomen met de stemmen van de Partij voor de Dieren tegen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 23 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 24 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op de locatie van het medisch cluster Slotervaart te Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 24) De VOORZITTER: Mevrouw Naoum Néhmé is de eerste spreker, maar die heeft geen spreektijd meer. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé voor een punt van orde. Mevrouw NAOUM NÉHMÉE: Sinds het begin van deze vergadering is dit dossier in een sneltreinvaart in een ruziemodus tussen gemeente en curator terechtgekomen. We hebben hierover niet eerder met het college gesproken. Volgens mij zijn de 54 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen beschuldigingen die over en weer worden geuit dusdanig ernstig dat ik wil voorstellen om de behandeling van deze raadsvoordracht uit te stellen zodat we eerst in de commissie van gedachten kunnen wisselen. Later kunnen we dan integraal alle aspecten bekijken. De VOORZITTER: Mevrouw Naoum Néhmé doet een ordevoorstel om dit uit te stellen. We kunnen er allemaal iets over zeggen. We kunnen er misschien ook snel over stemmen. Is er behoefte om dit heel uitgebreid te bespreken of zullen we het voorstel in stemming brengen? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig. De heer VAN DANTZIG: Wat mij er licht aan stoort van de VVD is dat het geen geheim was hoeveel minuten spreektijd we allemaal hadden. Er is nog een tamelijk onzinnige actualiteit behandeld. Als u dit soort dingen wilt doen, zorg er dan voor dat u dat bij het vaststellen van de agenda zegt. Dat vind ik nog enigszins chique. Verder vind ik dit grote onzin en ben ik tegen het ordevoorstel. De VOORZITTER: Ik had het toch maar meteen in stemming moeten brengen, want u gaat nu allemaal over de orde vergaderen en dat vind ik een beetje zonde van de tijd. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. De heer VAN LAMMEREN: De gemeenteraad heeft vastgesteld dat deze actualiteit op de agenda staat en de heer Van Dantzig mag natuurlijk vinden wat hij wil van een actualiteit. Ik kan hem dat recht niet ontnemen. Ik vind het wel jammer. Als de gemeenteraad dit een actualiteit vindt, dan is het dat ook. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINGK: Uitstel is helaas niet mogelijk, want als we dit besluit uitstellen, dan overschrijden we de termijn van drie maanden nadat het college het besluit genomen heeft. Ik heb ook het idee dat het grootste deel van deze raad voor toepassen van een voorkeursrecht is, dus uitstel kan niet. De VOORZITTER: Het ordevoorstel van mevrouw Naoum Néhmé is om dit onderwerp nu niet te behandelen, maar uit te stellen. De VOORZITTER constateert dat het ordevoorstel is verworpen met de stemmen van de VVD en het CDA voor. De VOORZITTER: Dat betekent dat we het onderwerp gaan behandelen. Mevrouw Naoum Néhmé had het woord gevraagd, maar die heeft geen spreektijd meer. Zijn er andere leden die het woord willen voeren over dit onderwerp? Zo nee, dan brengen we het voorstel in stemming. (Mevrouw POOT: Mag ik een ordevraag stellen.) Vooruit. Voert u nu het woord”? (Mevrouw POOT: Mijn ordevraag is gericht tot mijn collega’s. Mag mevrouw Naoum Néhmé toch nog even het woord hierover voeren?) 55 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Mevrouw Poot, dat moet u niet aan uw collega’s vragen, maar aan mij. Ik ben de voorzitter. Ik heb net gezegd dat mevrouw Naoum Néhmé niet het woord krijgt. De spreektijd van de VVD is echt op. De heer Boomsma heeft nog wel 2 minuten en 28 seconden. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Het is belangrijk om hier toch even bij stil te staan. Wij hebben in de media vernomen van de ruzie die is ontstaan tussen curator en gemeente. Dat is een buitengewoon onwenselijke gang van zaken. We moeten natuurlijk niet de indruk wekken dat we misbruik maken van onze positie en dat we willen voorkomen dat er een goede marktconforme prijs wordt vastgesteld. Ik wil daarom toch de wethouder vragen om te reageren op de berichten in de media. (Mevrouw DE HEER: Ik wil hier toch even op ingaan, want volgens mij willen wij ook een marktconforme prijs betalen en dus is er niemand in het nadeel.) Ik mag hopen dat wij een marktconforme prijs willen betalen. Dat lijkt mij evident. De vraag is natuurlijk hoe die wordt vastgesteld. Daar bestaat nu onenigheid over. Ik wil niet dat wij zonder enige discussie dit voorstel vaststellen terwijl er nog ruis over bestaat. Ik wil weten wat er waar is van de aantijgingen van de curator. Kan de wethouder ingaan op de zorgen die daarover bestaan? (Mevrouw VAN RENSSEN: Mijnheer Boomsma, bent u ervan op de hoogte dat, in het geval dat de gemeente en de verkopende partij er bij een voorgenomen verkoop niet uit zullen komen, de prijs door een rechter kan worden bepaald, met medewerking van deskundigen?) Ja, dat kan inderdaad de uitkomst zijn, maar het lijkt me beter om dat te voorkomen. Ik vind het belangrijk dat de gemeente zich eerlijk opstelt in deze situatie en dat er een marktconforme prijs wordt vastgesteld. Ik constateer alleen dat er nu ruzie over is ontstaan en ik wil graag het standpunt van de wethouder horen. (Mevrouw TIMMAN: Voor alle duidelijkheid, u zegt het belangrijk te vinden dat de gemeente eerlijk handelt. Insinueert u nu dat de gemeente in dit geval oneerlijk handelt?) Nee, ik constateer dat er zorgen over bestaan bij de mensen die er nu rechtstreeks mee te maken hebben, namelijk de curator. Die heeft volstrekt het recht om een goede prijs te willen voor de eventuele verkoop van het vastgoed. De gemeente heeft met dit instrument natuurlijk een belangrijk machtsmiddel, maar dat geeft ook een speciale verantwoordelijkheid om er zorgvuldig mee om te gaan. Ik wil niet insinueren dat wij dat niet doen, maar ik wil wel van de wethouder horen wat zij vindt van de suggesties van de curator. Ik vind ook dat we het daar serieus over moeten hebben. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. Mevrouw KILIG: Het is velen waarschijnlijk ter ore gekomen wat er in Het Parool staat. Dat leidde bij mij tot een vraag over de bestemming van het pand in de toekomst. De curator suggereert met het oog op de toekomst dat de bestemming niet langer een zorgbestemming is, maar dat ervoor in de plaats woningen zouden komen. Kan de wethouder dit bevestigen”? De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. 56 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Wethouder VAN DOORNINGK: Om eventuele zorgen weg te nemen, natuurlijk handelt de gemeente hier volledig rechtmatig. Wij mogen een voorkeursrecht op het pand vestigen en wij doen dat met name om ervoor te zorgen dat het de bestemming medisch cluster behoudt. We hebben vaker gezegd dat dat de voorkeursbestemming is. Op dit moment ligt er de bestemming ziekenhuis en maatschappelijke functie op. Dat vinden wij belangrijk voor het gebied. Dat is ook de reden dat we het voorkeursrecht erop gevestigd hebben. Daarover gaan wij ook heel graag in gesprek met de curator om tot een marktconforme prijs te komen. Dat lijkt ons de allerbeste weg. De curator doet het liever anders. Daar hebben wij een briefwisseling over gehad die inderdaad een beetje stevig is. Wij kregen namelijk van de curator het idee dat er een andere voorstelling van zaken werd gegeven over de bestemming van het gebied. Wij vonden het ook nodig om eventuele andere geïnteresseerden duidelijk te maken dat er geen andere bestemming op dit gebied ligt en dat wij graag een marktconforme prijs hiervoor betalen, maar niet met de veronderstelling dat er een andere mogelijke bestemming voor het gebied zou zijn en de prijs misschien opgedreven zou worden. Dat zou zonde zijn, want zoals gezegd, wij betalen graag de marktconforme prijs. Dat lijkt ons logisch. Dat is volgens mij ook in het belang van het gebied. Het is ook in het belang van de curator en de schuldeisers dat we op een goede manier tot een afwikkeling van deze zaak komen. Wij gaan zo snel mogelijk door met de gesprekken met de curator om dit goed af te ronden. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé voor een stemverklaring. Mevrouw NAOUM NÉHMÉ (stemverklaring): Wij zullen tegenstemmen omdat het college ons op geen enkele manier heeft overtuigd van de toegevoegde waarde van dit instrument, bovenop het feit dat dit complex op erfpachtgrond staat en het bestemmingsplan onschuldige bestemmingen heeft. Naar onze mening moet dit meer de vastgoedportefeuille van de gemeente verstevigen dan dat het bijdraagt aan het oplossen van de misère die de aanleiding is geweest voor deze aankoop. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman voor een stemverklaring. Mevrouw TIMMAN (stemverklaring): Ik permiteer mij nu misschien ook een iets langere stemverklaring dan u van mij gewend bent. D66 vindt het zeer vreemd dat ten tijde van het vestigen van dit voorkeursrecht door het college de voorman van de VVD laaiend enthousiast was. Sterker nog: een van beste vakvrouwen en wethouders van deze stad heeft dat recht toen gevestigd. Het is heel vreemd dat dat standpunt in zo’n korte tijd zo gedraaid is. De VOORZITTER: En daarom stemt u voor de voordracht? Dit was geen stemverklaring. Dat weet mevrouw Timman ook wel. Daar laten we het nu bij. (Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Het zou mevrouw Timman sieren als ze hier excuses voor maakt.) 57 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Mevrouw Naoum Néhmé, ik heb mevrouw Timman gezegd dat het geen stemverklaring is en mevrouw Timman doet dat een volgende keer niet nog eens. Daar laten we het bij. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 24). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 24) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 24) is aangenomen met de stemmen van DENK, de PvdA, GroenLinks, de SP, BIJ1, D66, de ChristenUnie, het CDA en de Partij voor de Dieren voor. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 24 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 26 Vaststellen van het uitvoerings- en kredietbesluit voor een inrichting van een nieuw zuidelijk pontplein van het IJpleinveer ten noorden van de kruising Oostertoegang- De Ruijterkade Oost als onderdeel van Sprong over het IJ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 5) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting. De heer ERNSTING: Ik houd het heel kort, want volgens mij hebben we genoeg vergaderd. In de commissie hebben we dit besproken. Het is een hartstikke goed plan om het IJpleinveer te verplaatsen naar de ODE-brug. Over de ODE-brug loopt een fietspad. Dat is echt het onhandigste fietspad dat wij de laatste jaren hebben gemaakt. Mensen moeten daar drie keer oversteken, het is veel te smal, kent vijf bochten en de stoplichten staan altijd op rood. Dat kan volgens ons veel beter. Daarvoor heb ik een motie. Ik heb dit ook al in de commissie aan de orde gesteld, maar het antwoord vond ik niet volledig naar tevredenheid. Ik heb daarom een motie, samen met de heer Boutkan en de heer Vroege waarin ik het college vraag om de verbetering van het fietspad toch op te nemen in de huidige plannen. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 92° Motie van de raadsleden Ernsting, Boutkan en Vroege inzake een nieuw zuidelijk pontplein van het IJpleinveer ten noorden van de kruising Oostertoegang-De Ruijterkade Oost als onderdeel van Sprong over het IJ (een beter fietspad ODE-brug en Oostertoegang) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 79). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Alsnog een betere situering van het fietspad te onderzoeken en mee te nemen bij de verdere ontwikkeling van het nieuwe pontplein. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma. 58 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Wethouder DIJKSMA: Ik moet ongetwijfeld een slechte dag hebben gehad tijdens de commissievergadering, want in mijn beleving heb ik wel degelijk gezegd dat ik van plan ben om naar dat fietspad te laten kijken omdat dat beter kan. In mijn ogen is dit onderdeel van het beleid of ondersteuning van het beleid. Omdat ik vandaag misschien een veel betere dag heb, wil ik de motie warm bij u aanbevelen zodat u er voor kunt stemmen. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Omdat de motie nog niet is rondgedeeld, gaan we eerst verder met het volgende agendapunt. Dit punt wordt even aangehouden. 27 Vaststellen van het uitvoerings- en budgetbesluit voor het versneld uitvoeren van maatregelen op het kruispunt Zuiderzeeweg-IJburglaan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 6) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernstig. De heer ERNSTING: Een ander verkeersonderwerp. Een flinke ingreep op het kruispunt IJburgerlaan-Zuiderzeeweg bij het einde van de Piet Heintunnel. Daar komt extra wegcapaciteit. Dat is ook beter voor de doorstroming, maar het zou ook tot extra autoverkeer kunnen uitnodigen. Er komt ook een vrije busbaan. Er zijn goede dingen en dingen waar ik me zorgen over maak. Een van de dingen waar ik mij zorgen over maak, is de luchtkwaliteit ter plaatse. Dat is al bijna een knelpunt. Het wordt steeds drukker en er komen ook steeds meer mensen wonen. Om de hoek wordt de Sluisbuurt gebouwd. Het wordt steeds meer een woon- en leefgebied voor Amsterdammers. Nu heb ik gevraagd of we daar niet een luchtmeetpunt moeten ophangen. Het antwoord was: dat lijkt ons niet zo verstandig. Ik wil echter toch extra aandacht vragen voor de luchtkwaliteit daar, ook omdat ik gisteren heb gehoord dat de Waag, in samenwerking met bewoners en het RIVM wel degelijk bezig is om daar de luchtkwaliteit te meten. Ik wist dat nog niet tijdens de commissiebehandeling. Ik vraag me daarom af hoe dit zit en of de wethouder me er iets meer over kan vertellen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma. Wethouder DIJKSMA: Om een lang verhaal kort te maken, we hebben inderdaad uitgebreid gesproken, ook over de luchtkwaliteit bij de Piet Heintunnel en op Zeeburgereiland. In de tussentijd zijn er op mijn verzoek zes zogeheten Palmesbuisjes extra op Zeeburgereiland en in de buurt van de Piet Heintunnel opgehangen. Daarmee kunnen we een aantal van de belangrijkste waarden goed meten. Het is geen heel uitgebreid meetpunt, maar wel een heel effectieve en goedkope maatregel om nog beter zicht te krijgen. In de commissie heb ik daarnaast aan de heer Van Lammeren toegezegd dat ik een veel uitgebreider verhaal naar u toe zal sturen over het hele meetnet waarin beschreven staat hoe adequaat we te werk gaan. Daar neem ik ook dit in mee bij het presenteren van het actieplan Schone lucht. Ondertussen zijn we dus wel met die Palmesbuisjes aan de slag. Ik kan u vertellen dat die zeer accuraat zijn. 59 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen Dit punt wordt even aangehouden. 26 Vaststellen van het uitvoerings- en kredietbesluit voor een inrichting van een nieuw zuidelijk pontplein van het IJpleinveer ten noorden van de kruising Oostertoegang- De Ruijterkade Oost als onderdeel van Sprong over het IJ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 5) Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 5). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 5) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 5) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Ernsting, Boutkan en Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 79). De motie-Ernsting, Boutkan en Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 79) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Ernsting, Boutkan en Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 79) met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 5 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 27 Vaststellen van het uitvoerings- en budgetbesluit voor het versneld uitvoeren van maatregelen op het kruispunt Zuiderzeeweg-IJburglaan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 6) Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 6). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 6) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 6) met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 6 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 28 Kennisnemen van de onduidelijkheid rondom de inspraak bij de herinrichting van de Weesperzijde (Gemeenteblad afd. 1, nr. 7) 60 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER: De heer Kreuger wilde hierover het woord voeren, maar ik begreep dat hij daar geen behoefte meer aan heeft. De heer Bakker wil kort nog het woord voeren? U hebt nog een minuutje. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker. De heer N.T. BAKKER: Nu de wethouder van de absolute elite in Davos weer op aarde is teruggekeerd, is het mooi om even over de absolute elite van Amsterdam te spreken, namelijk aan de Weesperzijde. Er is daar een groep bewoners opgestaan die vindt dat het met de participatie niet goed is gegaan. In het coalitieakkoord staat expliciet dat we een autoluwe stad willen. We willen dat graag en snel. Zij voelen zich niet gehoord. De SP vindt dat natuurlijk een schande. Ik heb geen motie, maar in de commissie werd ook nog gerept van het advies van de Verkeerscommissie. Rik Vermin heeft in het stadsdeel gezegd dat er een reactie zal komen. De bewoners vinden dat erg belangrijk. Hoe betrekken we de elite aan de Weesperzijde bij de prachtige plannen die er al zijn? Wat is de mening van de wethouder over deze vorm van participatie? Hoe doen we dat voortaan beter? Wat zijn de volgende stappen om deze bewoners toch erbij te betrekken”? (De heer VROEGE: Dit is een terecht punt van collega Bakker. Ik heb dit zelf een aantal weken geleden in de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering aangekaart bij de wethouder Participatie, de heer Groot Wassink. Hij heeft in de afgelopen commissie toegezegd er binnenkort schriftelijk op terug te komen. Weet de heer Bakker dat?) Ik volg veel commissies, maar deze helaas niet. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma. Wethouder DIJKSMA: Gelet op de tijd zal ik geen uitgebreide verhandeling over dit onderwerp houden en ook niet over Davos, hoewel daar veel over te zeggen valt. Ook veel interessante dingen. We doen dat ongetwijfeld op een ander moment, misschien informeel een keer. Ik wil de vrij stellige woorden van de heer Bakker over het participatieproces tegenspreken. Dat mensen niet altijd op elk moment tot elkaar komen, betekent niet dat ze niet gehoord worden. Het betekent wel dat ze niet altijd al op het moment dat ze dat willen en in alle gevallen tegemoetgekomen kunnen worden. Volgens mij is er wel degelijk heel veel aan participatie gedaan, maar dit verhaal is nog lang niet klaar. Ik denk dat dat ook belangrijk is als signaal aan de bewoners. Ik vind het heel goed om te zien dat het enthousiasme in deze buurt bij de Weesperzijde over de autoluwe stad heel groot is. Laten we ook vaststellen dat dit voorstel ter kennisname aan u is. Dit is al in het stadsdeel aan de orde geweest en ook door de stadsdeelcommissie besproken. Ik denk dat het goed is om te weten waar we nu staan. De stadsdeelbestuurder heeft gesprekken met leden van het mobiliteitsteam en gaat ook over een pilot in het kader van het programma MaaS. In de komende maanden zijn we daar druk mee bezig. Ik heb intern aan de mensen van mijn dienst gevraagd om aan de slag te gaan om het thema autoluw daarin een plek te geven. We onderhandelen op dit moment voor het deelgebied Midden en Noord met de Hogeschool van Amsterdam over een nieuw te bouwen gebouw waarin we meer parkeerplekken kunnen realiseren zodat we het thema autoluw een extra boost kunnen geven. Zodra de uitkomsten van de onderzoeken er zijn, dan krijgt u ze. Ondertussen heeft de CVC wel degelijk al eerder stukken gekregen. Men heeft ook 61 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen positief gereageerd met een aantal opmerkingen. Nu is het definitief ontwerp vanuit het stadsdeel ter kennisname naar hen toegestuurd. Bij mijn weten heeft men daar niet meer op gereageerd. We moeten niet allerlei doemscenario’s naar voren schuiven, want zo gaat het altijd. Ik heb geen aanleiding om te denken dat de CVC hier kritisch over zou zijn. Voor zover het kon, zijn hun opmerkingen door het stadsdeel meegenomen. Ik hoop dat ik daarmee een antwoord heb gegeven op de vragen van de heer Bakker. De VOORZITTER: Die instemmend knikt. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 7 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 29 Verlenen van subsidies voor de ondersteuning aan fracties in de stadsdeelcommissies in 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 13) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. De heer VAN LAMMEREN: Ik zal het niet over de hoogte van de subsidies hebben, maar elke keer als dit voorbij komt, bevreemd mij het volgende. Ze heetten ooit adviescommissies, toen werden het bestuurscommissies en ze zouden voor individuele Amsterdammers zijn. Ik kijk naar de lijst en op Meerbelangen na zijn het gewoon lijsten van politieke partijen. Geachte collega-fracties, hoe lang blijven wij de Amsterdamse burger voor de gek houden? U bent bezig om met deze subsidie de stadsdelen weer in te richten. Stop daar toch gewoon mee. Ik merk dat ik bij het college iets losmaak. Denk erover na. Emotie is goed in de politiek. De Partij voor de Dieren blijft tegen dit gedrocht van een systeem en wij zullen ook tegen de verhoging van de subsidies stemmen. Ik zit in het presidium dus er is iets met petten. De VOORZITTER: Dit is een voordracht van het presidium en u verwacht volgens mij geen reactie van het presidium. Nee? Goed zo. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga voor een stemverklaring. Mevrouw NANNINGA (stemverklaring): Wij zullen tegenstemmen, eigenlijk vanwege alles wat de heer Van Lammeren zei. Het is in onze ogen een overbodige bestuurslaag. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 13). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 13) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. 62 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 13) is aangenomen met de stemmen van de Partij voor de Dieren en Forum voor Democratie tegen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 13 van afd. 1 van het Gemeenteblad. De VOORZITTER: Voordat ik de vergadering sluit, moet ik nog iets tegen u zeggen. Gisteren is bij agendapunt 8 motie nr. 49 ingediend. Er is ook over gestemd. Bij de stemmingsuitslag heeft de voorzitter over het hoofd gezien dat ook de fractie van DENK voor die motie heeft gestemd. Dat verandert overigens niets aan de uitslag van de stemming, want de andere partijen die voorstemden, waren de Partij van de Ouderen en de Partij voor de Dieren dus de motie is niet aangenomen. Hierbij is dat echter ook in de notulen genoteerd. Ik sluit de vergadering van de gemeenteraad en wens u allen een prettige avond. De VOORZITTER sluit de vergadering om 17.07 uur. 63 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen INDEX 13 Verlenen van subsidies voor de ondersteuning aan fracties in de stadsdeelcommissies in 2019 … nnen ennnneneeren enen enneneneereneneneenene nennen eeen Ö 16 Kennisnemen van het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden …2 18 Actualiteit van het lid Naoum Néhmé inzake onduidelijkheid over het collegestandpunt over de komst van expats naar Amsterdam … … nnen oneens enneerenennveren ennen eeren 0 19 Wijzigen van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 in verband met invoering van de mogelijkheid tot het bunkeren van LNG … … 45 20 Vaststellen van het bestemmingsplan HWG Johan Huizingalaan … … … 49 23 Vaststellen van het bestemmingsplan Frans van Mierisstraat 59 … …… O2 24 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op de locatie van het medisch cluster Slotervaart te Amsterdam … nnn oneens eenen eneen OS 5 Vaststellen van het uitvoerings- en kredietbesluit voor een inrichting van een nieuw zuidelijk pontplein van het IJpleinveer ten noorden van de kruising Oostertoegang-De Ruijterkade Oost als onderdeel van Sprong over het IJ … nnn D 7, 59 6 Vaststellen van het uitvoerings- en budgetbesluit voor het versneld uitvoeren van maatregelen op het kruispunt Zuiderzeeweg-IJburglaan … … nnn. 08, 59 61 Motie van de raadsleden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang voor ongedocumenteerden (evaluatie nut en noodzaak 24 uurs-opvang) … 7 62 Motie van de raadsleden Poot, Ceder en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (geef slachtoffers van mensenhandel toegang) 63 Motie van de raadsleden Poot en Nanninga inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang voor ongedocumenteerden (draagvlakmeting) … neuen ennen enne: 8 64 Motie van de raadsleden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang voor ongedocumenteerden (evaluatie perspectiefplan na drie maanden) ……..8 65 Motie van de raadsleden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang voor ongedocumenteerden (geen 24 uurs-opvang voor dublinclaimanten) … ….8 66 Motie van het raadslid Nanninga inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden (verslaglegging breed stedelijk overleg ongedocumenteerden).10 67 Motie van het raadslid Van Soest inzake de 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (opvang ook voor dak- en thuislozen met dezelfde voorwaarden) … nn. 13 68 Motie van de raadsleden Roosma, Van Dantzig, Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (invulling lobby naar het Rijk) ..16 69 Motie van de raadsleden Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (delen van informatie met IND en DT&V) … nnn. 19 7 Kennisnemen van de onduidelijkheid rondom de inspraak bij de herinrichting van de Weesperzijde … annen nennen veneeeenennenerenennverrneneeeenennverenennverve evene enenveer venne OJ 70 Motie van de raadsleden Simons, Kilig en Ceder inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang ongedocumenteerden (vreemdelingendetentie) … … …… nnen 19 71 Motie van de raadsleden Simons, Kilig en Ceder inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang ongedocumenteerden (kleinschalige opvanglocaties) … … nn 19 72 Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang ongedocumenteerden (uitstroommogelijkheid blijvers) … nn 22 73 Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang ongedocumenteerden (betrek ongedocumenteerden bij opzetten nieuw model) 74 Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang ongedocumenteerden (uitstroommogelijkheid staatlozen) … … …… … 293 64 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 24 januari 2019 Raadsnotulen 75 Motie van de raadsleden Ceder, Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang ongedocumenteerden (basisbehoeften blijvers) … nnen 23 76 Motie van de raadsleden Van Dantzig en Roosma inzake het uitvoeringsplan 24 uurs- opvang ongedocumenteerden (ondersteuning casemanagers in herkenning meervoudige vormen van discriminatie en geweld) … … nnen eneen eneen 24 71 Motie van het raadslid Nanninga inzake het uitvoeringsplan 24 uurs-opvang ongedocumenteerden (nulmeting overlast en andere meldingen per locatie 24 uurs- OPVang) … anneer enne eeenennenvenenneeerneneneeenennveernenneeernenneeernenvenveeenne vennen verven Od 78 Amendement van het raadslid Van Lammeren inzake het vaststellen van het bestemmingsplan HWG Johan Huizingalaan (geen bomenkap voor alternatieve locatie) 79 Motie van de raadsleden Ernsting, Boutkan en Vroege inzake een nieuw zuidelijk pontplein van het IJpleinveer ten noorden van de kruising Oostertoegang-De Ruijterkade Oost als onderdeel van Sprong over het IJ (een beter fietspad ODE-brug en Oostertoegang) … nnen onneneenonnnnees enne neresonverenonneeresonneerensnnverrneneevensnenervenveee nnen Of 65
Raadsnotulen
65
test
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 13 april 2021 Portefeuille(s) CTO, Facilitair Bureau, ICT, Ruimte en Duurzaamheid, Vastgoed, Verkeer en Openbare Ruimte Portefeuillehouder(s): _Touria Meliani Behandeld door CTO Innovatieteam ([email protected]) Onderwerp Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel Actieplan groene ICT Amsterdam van het lid D. Timman Geachte leden van de gemeenteraad, Op 2 maart 2021 heeft raadslid D. Timman (D66) een initiatiefvoorstel ingediend getiteld Actieplan groene ICT Amsterdam. Met dit voorstel wordt het college gevraagd om: Een Actieplan voor een groene ICT strategie op te stellen voor de stad Amsterdam. Daarbij alle in het voorstel genoemde actiepunten op te nemen en uit te werken. Het college waardeert het werk dat door mevrouw Timman is verzet om dit voorstel te schrijven en de betrokkenheid tot dit onderwerp. Het actieplan sluit aan bij een grote uitdaging van de stad: hoe kunnen we de kracht van ICT-oplossingen strategisch inzetten om een duurzame, leefbare stad te zijn? En tegelijkertijd zorgen dat onze ICT-oplossingen zelf duurzaam zijn? De dualiteit van deze uitdaging wordt ook wel ‘twin challenge’ genoemd, omdat ze zowel de digitaliserings- als verduurzamingstransitie omvat’. Het verduurzamen van ICT-gerelateerde aspecten van ons vastgoed (punt 1 en 2), het gebruiken van ICT-oplossingen voor het stimuleren van duurzaam gedrag van onze medewerkers (punt 2 tot en met 7) en het verduurzamen van datacenters (punt 8 tot en met 10) draagt direct of indirect bij aan alle aspecten van ons duurzaamheidsbeleid: klimaatneutraal, aardgasvrij, circulaire economie, schone lucht, en groen. Het verduurzamen van de gemeentelijke ICT is hierbij van groot belang. Dit komt duidelijk naar voren in de Uitvoeringsagenda 2020 - 2030: Naar een Duurzame Organisatie?, Strategie Amsterdam Circulaire Economie 2020-20253en het daarbij behorende Innovatie- en Uitvoeringsprogramma 2020-20214. De gemeente dient het goede voorbeeld te geven en daarmee tegelijkertijd ook de vraagkant naar duurzame ICT-oplossingen te stimuleren via het + https://www.rli.nl/sites/default/files/advies digitaal duurzaam def.pdf 2 https:/www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving{/duurzaam-amsterdam/duurzame-gemeentelijke- 3 https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatiefvolg-beleid{duurzaamheid{circulaire-economie/ 4 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/8687621/1/2 Innovatie- en_uitvoeringsprogramma_def Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021 Pagina 2 van 11 inkoopinstrument. Ook in de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 20505 wordt het ICT-domein duidelijk benoemd, vooral door de focus op het verduurzamen van datacenters in de stad (bijvoorbeeld via energiebesparende maatregelen of het gebruiken van restwarmte). Maar ook in dit beleidsdocument wordt nadrukkelijk gekeken hoe we als gemeente de regie kunnen nemen door het verduurzamen van de eigen organisatie. Het gebruiken van ICT-oplossingen hiervoor is dan ook zeker aansluitend op ons duurzaamheidsbeleid. Reactie per onderdeel Per onderdeel van het voorstel treft u hier onder een reactie van het college aan. Deel 1: gebouwen en onroerende zaken Het eerste onderdeel van het actieplan betreft alle gebouwen en andere onroerende zaken in bezit van de gemeente Amsterdam. 1. Gebruik de nieuwste ICT-oplossingen om het energiegebruik van alle gebouwen in bezit van of in gebruik van de gemeente te minimaliseren. Denk hierbij aan verwarming, ventilatie, koeling en verlichting die zo wordt ingesteld dat de systemen automatisch uitschakelen als het gebouw niet in gebruik is. Bij het vastgoed maken we onderscheid tussen panden in eigen gebruik en maatschappelijk vastgoed. In de regel is het energieverbruik en monitoring daarvan de verantwoordelijkheid van de gebruiker van het pand. De maatschappelijke vastgoedportefeuille van de gemeente Amsterdam bestaat uit ruim 1000 panden. Over het algemeen sluit de gebruiker zelf contracten voor nutsvoorzieningen af. Het is dan ook logisch dat ze het energieverbruik zelf monitoren. Huurders van bijvoorbeeld grote sportfaciliteiten en kunstinstellingen hebben hier vitgebreide energiebeheersystemen voor, waar zij volgens de wet toe verplicht zijn via de zogenaamde Erkende Maatregelené. Bij de panden die we zelf gebruiken zien we zelf toe op het energieverbruik. Panden die de gemeente voor haar eigen organisatie gebruikt zijn soms eigendompanden, maar de gemeente huurt ook panden van andere eigenaren voor de ambtelijke huisvesting. De panden voor de ambtelijke huisvesting zijn aangesloten op een energiemonitoringsysteem (zie ook antwoord op vraag 3): slimme meters die iedere vijftien minuten een melding geven van het gas- en elektriciteitsverbruik. Bij 35 panden met groot verbruik, wordt gebruikt gemaakt van beheer op afstand door middel van een gebouwbeheersysteem. Dit systeem stuurt de werktuigbouwkundige- en elektronische installaties aan op onder meer openingstijden en (in sommige gevallen) bezetting. De mate waarop dat kan verschilt per pand. In februari dit jaar is een pilot gestart met de inzet van kunstmatige intelligentie (Al, artificial intelligence) met als doel het binnenklimaat in panden slimmer in te regelen. Onderzocht wordt in hoeverre Al-technologie in staat is het energieverbruik te verminderen en het comfort te verhogen. De pilot draait in twee kantoorpanden met twee verschillende leveranciers. De eerste resultaten worden in het tweede kwartaal van dit jaar verwacht. Globaal laten de gegevens een vermindering in energieverbruik zien van 10%. Dit is afhankelijk van het type gebouw, functie, en bouwjaar, met de aantekening dat deze pilot recent gestart is. Voor andere gebouwen met 5 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/8614516/1/1a Routekaart 03032020 6 https:/fwww.rvo.nl/onderwerpen{/duurzaam-ondernemen/{energie-besparen/informatieplicht- energiebesparing/bedrijven-en-instellingen/erkende-maatregelenlijsten Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021 Pagina 3 van 11 gebouwautomatisering kunnen we met Al wellicht ook energie besparen. Het voorstel van het college is om in het Actieplan Groene ICT uit te werken om hoeveel gebouwen dit kan gaan, hoe succesvolle pilots opgeschaald kunnen worden en wat het effect op het energiegebruik is. Gezien het bovenstaande adviseert het college de raad het voorstel van raadslid D.Timman op dit punt over te nemen. 2. Stimuleer stads-breed het in kaart brengen van energieverbruik door het aanleggen of subsidiëren van het meetpunten voor water, elektriciteit en gas. Er zijn reeds meetpunten voor het in kaart brengen van energieverbruik. Liander (de netbeheerder van het gebied waarin de gemeente Amsterdam ligt) is bezig met het plaatsen van slimme meters voor elektriciteit en gas op al hun aansluitingen. Waternet is ook ver gevorderd in het ontwikkelen van watermeters. Het team Energie van Facilitair Bureau heeft hier ook contact over met Waternet en bereidt hun monitoringssysteem voor op het uitlezen van de data die van deze slimme watermeters komt. In verschillende andere panden worden diverse andere systemen geprobeerd. Als drinkwaterleverancier Waternet met een systeem komt, wordt dat de norm. Het college is van mening dat met de huidige meetpunten van Liander en Waternet reeds is voldaan aan de aanbeveling van raadslid D. Timman. Deel 2: gebouwen en onroerende zaken Het tweede onderdeel van het actieplan is gericht op alle werkplekken van de gemeente. 3. Gebruik ICT-oplossingen om in alle gebouwen van de gemeente zowel eigendom als voor de werkomgeving voor gemeenteambtenaren, het energieverbruik inzichtelijk te maken. Dus niet alleen hoeveel energie er wordt verbruikt maar ook op welk tijdstip en voor welke toepassingen. De panden voor de ambtelijke huisvesting bevatten slimme meters die iedere vijftien minuten een melding geven van het gas- en elektriciteitsverbruik. Hiermee is het verbruik inzichtelijk en worden pieken en dalen in het verbruik duidelijk. In de panden zijn geen ‘meters achter de meter’ aanwezig; er kan dus niet op apparaatniveau (bijvoorbeeld koffieautomaat) worden gemeten hoeveel energie wordt verbruikt. We willen het energieverbruik van de hele portefeuille en het liefst ook per pand inzichtelijk maken, dus ook voor de panden die de gemeente verhuurt. Op dit moment weten we alleen exact wat het verbruik is (en de CO2-uitstoot) voor panden waar we zelf de energie voor betalen (ongeveer 15% van het vastgoed dat we beheren) en kunnen we voor de rest op clusterniveau het energieverbruik van de rest van het vastgoed van Liander ontsloten krijgen. Om echt goed op besparing op energie en beperking van COz2 te sturen is een beter en gedetailleerder inzicht nodig. Als we inzicht per pand of zelfs verhuring hebben, hoeven we niet langer aannames te doen op basis van kengetallen en kunnen we gerichter projecten plannen en in overleg met huurders treden. Energieverbruik is privacygevoelige informatie. We mogen zonder toestemming van huurders het energieverbruik niet inzien. Technisch gezien is het uitlezen van slimme meters door de gemeente niet moeilijk. Bovendien zijn er organisatie-afspraken over monitoring en analyse van gegevens nodig die nu nog niet zijn gemaakt. Dit jaar is het voornemen om meer inzicht te krijgen in de CO2-uitstoot van de gemeentelijke vastgoedportefeuille door meetgegevens van huurders te verzamelen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021 Pagina 4 van 11 Gezien het bovenstaande adviseert het college de raad het voorstel van raadslid D.Timman op dit punt over te nemen. 4. Stel op basis van de informatie die vrijkomt bij bovenstaande ICT-toepassingen een plan op om door middel van gedragsbeïnvloeding energieverspilling (dus inefficiënt of zelfs onnodig gebruik van energie) tegen te gaan. In de eerder genoemde uitvoeringsagenda “Naar een Duurzame Organisatie 2020-2030” zijn gedragsinterventies rond energieverbruik als maatregel opgenomen. Wij werken voor eind september 2021 een plan vit om met de hulp van gedragsbeïnvloeding te sturen op het tegengaan van energieverspilling. Dit plan wordt onderdeel van een gemeente brede gedragscampagne. Overigens loopt er op dit moment een gemeente brede campagne “Footprint Challenge”7. Daarin neemt energieverspilling ook een prominente plek in, onder andere op het gebied van elektrische energie, waterverbruik, voedsel en grondstoffen. Het college is van mening dat met de uitvoeringsagenda “Naar een Duurzame Organisatie 2020- 2030” reeds is voldaan aan de aanbeveling van raadslid Timman. 5. Maak nu alvast een plan hoe er na de corona crisis zal worden gewerkt. Hoeveel dagen in de week wordt er thuisgewerkt en welke vergaderingen en bijeenkomsten zullen voortaan digitaal plaatsvinden. Organiseer hiervoor alvast de juiste digitale omgeving en kijk naar manieren waarop thuiswerken zo productief mogelijk kan worden ingericht. Ontwerp daarnaast prikkels die werknemers zullen stimuleren om vergaderingen digitaal te houden als dat mogelijk is. Er is reeds gestart met het vitwerken van een veranderplan voor “Hybride werken en werkplek” na corona. Het plan is naar verwachting eind juni 2021 klaar. Na besluitvorming wordt het plan tussen 2021 en 2024 stap voor stap ingevoerd. Uit diverse onderzoeken blijkt dat veel medewerkers hun draai hebben gevonden in het thuiswerken, waarbij 75% aangeeft ook in toekomst één of meerdere dagen thuis te willen blijven werken. Het GMT heeft op 18 februari 2021 besloten dat hybride werken een blijvend onderdeel van onze werkcultuur wordt. Hybride werken is meer dan enkele dagen per week vanuit huis werken. Het gaat om het kiezen van de juiste werkplek voor de werkzaamheden op het tijdstip dat past bij situatie van de medewerker en de aard en voortgang van de werkzaamheden. Om invulling te geven aan de vraag wat dat betekent voor de gemeentelijke organisatie wordt uitgewerkt 1) hoe we gaan werken (hybride) en wat betekent dat voor mensen, middelen en vaardigheden, 2) welke werkomgeving we daar thuis en op kantoor voor nodig hebben (huisvestingsvisie), en 3) op welke locaties we willen werken (portefeuillestrategie). Onderdeel hiervan is het verduurzamen van de gemeentelijke huisvesting, betere benutting van de gebouwen en kostenbesparing. Het college is van mening dat met het veranderplan “Hybride werken en werkplek” reeds is voldaan aan de aanbeveling van raadslid Timman. 6. Zorg dat documenten overal en door iedereen digitaal ondertekend kunnen worden. Wij zijn het ermee eens dat iedereen in de gemeentelijke organisatie die documenten moet kunnen onderteken, dit digitaal moet kunnen doen. In de praktijk zien we echter dat heel veel 7 https://www.footprintchallenge.nl/ Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021 Pagina 5 van 11 documenten worden ondertekend, ook als daar geen wettelijke basis voor is. Het risico bestaat dat de waarde van een ondertekeningen afneemt en de kosten voor digitaal ondertekenen hoog kunnen oplopen. Daarom wordt geadviseerd alleen die documenten te ondertekenen die wettelijk gezien ondertekend moeten worden. Digitale ondertekeningen (die dezelfde betrouwbaarheid hebben als een natte handtekening) zijn niet eeuwig (juridisch) houdbaar en moeten in de loop van de tijd steeds vernieuwd worden. Dit vraagt om strakke procesafspraken en een digitale voorziening die alle organisatieonderdelen van de gemeente kunnen gebruiken om documenten digitaal te ondertekenen. Op dit moment worden er op twee plekken in de organisatie ervaringen opgedaan met het digitaal ondertekenen van documenten, waarop een wettelijke verplichting rust: bij Economische Zaken en bij Metro en Tram. Het college beschouwt dit punt als ondersteuning van stappen die al worden gezet binnen de gemeente om te onderzoeken hoe digitale ondertekening toegepast kan worden binnen de organisatie. 7. Kies niet alleen voor de meest energiezuinige variant van een ICT product (conform de uitvoeringsagenda duurzame organisatie 2020-2030) maar kijk ook kritisch naar de groene bedrijfsstrategie van de ICT leveranciers. Hebben zij voldoende aandacht voor bijvoorbeeld circulariteit, conflictvrije grondstoffen en groene stroom. Er zijn de laatste jaren grote stappen gezet in de verduurzaming van de ICT van gemeente Amsterdam. Deze stappen zijn mogelijk gemaakt door het ‘Plan van Aanpak Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen ICT? welke is opgesteld in 2017 en vastgesteld in 2019 door het ICT managementteam. Als gevolg hiervan zijn alle outsourcing EU-aanbestedingen voorzien van vier hoofdpijlers. Duurzaamheid is een van de pijlers. De term wordt hierin gebruikt als containerbegrip voor people, planet, profit. In de aanbestedingen is de inschrijvers gevraagd op welke wijze; 1. inschrijver haar eigen organisatie duurzaam heeft ingericht; 2. de aangeboden dienstverlening duurzaam is; 3. inschrijver toegevoegde waarde biedt aan de verduurzaming van de gemeentelijke organisatie; 4. maatschappelijke impact wordt gecreëerd door het strategisch partnerschap; Bovenstaande vier sporen worden in de contracten verwerkt in een Service Level Agreement (SLA) of een document over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Op die manier kan de voortgang en invulling van de gemeentelijke ambities en doelstellingen ten aanzien van duurzaamheid gedurende de totale looptijd kunnen worden gemonitord. De directie ICT is momenteel in gesprek met haar partners over het groeimodel voor de komende jaren. Dit omdat de duurzame doelstellingen van directie ICT grotendeels via partners zullen moeten worden bereikt. 8 https:/lassets.amsterdam.nl{publish/pages/88631g/mvoi actieplan gemeente amsterdam _1 0 versie_voor publicatie _1.pdf Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021 Pagina 6 van 11 Het college kijkt dus niet alleen naar de meest duurzame variant van een ICT-product, maar ook naar de sociale en groene bedrijfsstrategie van ICT leveranciers. Overal waar toepasbare duurzaamheidspecificaties voorhanden zijn, gebruiken we die ook daadwerkelijk. Directie ICT hanteert duurzaamheid als een van de vier pijlers in al haar EU-aanbestedingen naast optimale prijs/kwaliteitverhouding, rechtmatigheid, goed opdrachtgeverschap en optimalisatie van de ketenkosten. Als initiator van de aankoop blijven wij ons verantwoordelijk voelen voor hetgeen wij veroorzaken. Deze verantwoordelijkheid schuiven we niet af op onze partners. Samen nemen wij de ketenverantwoordelijkheid op ons. We stimuleren vermindering van de CO2-uitstoot, reductie van energie, circulariteit, conflictvrije grondstoffen en groene stroom als onderdeel van de stadsdonut®en het programma Duurzame Gemeentelijke Organisatie?®. Dat beperkt zich niet alleen tot de directe partners/leveranciers maar we zijn ook in gesprek met fabrikanten, producenten, afvalverwerkers en controlerende instanties. Zo zijn bij ICT EU-aanbestedingen bepalingen opgenomen over het voldoen aan internationale sociale voorwaarden en het monitoren van fatsoenlijke arbeidsomstandigheden in de productielocaties in samenwerking met de organisatie Electronics Watch. Ook wordt een milieu- en managementsysteem geëist zoals de ISO 14001. Met deze norm committeert de partner/leverancier zich aan het voldoen aan (inter-)nationale wet- en regelgeving, continue verbetering en het voorkomen van milieuvervuiling. Om ervoor te zorgen dat een duurzame keuze van elk ICT-product de norm wordt is het niet alleen belangrijk om kritisch te kijken naar de leveranciers maar vooral naar onszelf als opdrachtgever. Opdrachtgevers binnen de gemeentelijke organisatie moeten beseffen dat bij iedere vraag naar een ICT-product zij de gemeentelijke footprint groter maken. Daarom moeten opdrachtgevers verantwoordelijk gemaakt worden voor het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen. Tot slot een opmerking ten aanzien van het vervangen van ICT-producten: vervanging moet het logisch gevolg zijn van de vaak complexe overweging wanneer één of meerdere variabelen (CO2- uitstoot, energieverbruik, circulariteit, functionaliteit en kosten) daar aanleiding toe geven. Ten aanzien van duurzaam gebruik is niet kopen altijd de beste optie, gevolgd door slim gebruik en verlenging van de levensduur. Wanneer de balans uitslaat naar vervanging dan worden energie- en grondstofbesparende technologieën conform de laatste standaarden toegepast. Gezien het bovenstaande adviseert het college de raad het voorstel van raadslid D.Timman op dit punt over te nemen. Deel 3: datacenters 9 https:/fwww.amsterdam.nl{bestuur-organisatie/volg-beleid{coalitieakkoord- vitvoeringsagenda/gezonde-duurzame-stad/amsterdam-circulair-2020-2025/ 2 https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/duurzaam-amsterdam/duurzame-gemeentelijke- Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021 Pagina 7 van 11 Het derde onderdeel van het initiatiefvoorstel is gericht op alle datacenters binnen de gemeentegrenzen. 8. De oude koelsystemen vervangen door nieuwe apparatuur met energiebesparende technologieën en installatieparameters te optimaliseren en powermanagement op de servers te installeren. De genoemde maatregelen voor koeling, installatieparameters en powermanagement zijn reeds opgenomen in de eerder genoemde Erkende Maatregelenlijst (EML) energiebesparing van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), en dus al nationaal beleid. Dit zijn energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Datacenters in Amsterdam rapporteren daarover via het Meerjarenafspraken (MJA) convenant of Informatieplicht Energiebesparing. De Meerjarenafspraken (MJA) Energie-efficiency zijn overeenkomsten tussen de overheid en bedrijven en instellingen over het effectiever en efficiënter inzetten van energie. Het MJA convenant liep tot en met 2020 en op dit moment zijn er gesprekken over de invulling van de afspraken in de toekomst? Daarnaast neemt de gemeente Amsterdam deel aan het project LEAP: Lower Energy Acceleration Program. LEAP is gestart door de Amsterdam Economic Board en heeft als doel de transitie naar een duurzame digitale infrastructuur (waaronder datacenters) te versnellen middels een keten- brede coalitie van overheden, het Rijk, Omgevingsdienst NZKG , wetenschappers en marktpartijen waaronder datacenters en brancheorganisaties zoals NL digital. Naast innovatie wordt binnen LEAP ook aandacht besteed aan besparing op het energiegebruik van de datacenters op korte termijn. Powermanagement op de servers is een maatregel die een besparingspotentieel heeft van circa 10% zonder dat daar een investering voor gedaan hoeft te worden, en zonder dat er prestatieverlies geleden wordt. Dit betekent een landelijk besparingspotentieel vergelijkbaar met het elektriciteitsgebruik van circa 60.000 woningen. Binnen LEAP is praktijkonderzoek vitgevoerd met partijen zoals KPN, Schiphol, Rabobank en de OD NZKG. Dit heeft geresulteerd in de handreiking ‘Happy flow’ opgesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland in samenwerking met enkele hardware leveranciers*. Het inzetten van Powermanagement is reeds onderdeel van de bovengenoemde Erkende Maatregelingen Lijst (EML) en als zodanig niet vrijblijvend. De OD NZKG onderzoekt op het moment hoe een zelfregulerend systeem in te zetten om hier effectief op te kunnen handhaven. Daarnaast verkent de OD NZKG op dit moment de mogelijkheden voor het borgen van een aantal andere maatregelen in de EML energiebesparing en in een eventueel af te sluiten Green Deal met de branche. Deze zijn: Virtualisatie en bezettingsgraad verhogen, vloeistofkoeling, hot-cold- frozen data en deduplicatie. Ook voert de OD NZKG lobby om aandacht voor watergebruik te laten opnemen in de Omgevingswet. = https://www.infomil.nl/onderwerpen/duurzaamheid-energie/energiebesparing/vragen- antwoorden/informatieplicht/#:-:text=Wat%2obetekent%20ode%z2oinformatieplicht%2oenergiebespar ing?%2oDe%z2oinformatieplicht%2ohoudt,het%2oeloket%2ovan%2oRVO.nl%2obeschikbaar.%207% 2onovember%202018 2 https:/www.e-mjv.nl{/onderwerpen/mja 3 https:/lamsterdameconomicboard.com/{nieuws/{spaarstand-maakt-dataservers-10-procent-zuiniger 4 https://amsterdameconomicboard.com/app/uploads/2020/10/Happy-Flow-Manual-LEAP.pdf Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021 Pagina 8 van 11 Als we kijken naar de gemeentelijke organisatie, is er één datacenter aanwezig binnen de ambtelijke huisvesting. Dat ligt in de kelder van Amstel 1, het stadhuis. Binnen een datacenter wordt onderscheid gemaakt tussen de server en de ruimte waar de server staat. Facilitair Bureau beheert de serverruimte en directie ICT de servers. De koeling van dit datacenter verloopt door middel van het water van de Amstel. Investeringen in nieuwe technologie is vooralsnog niet aan de orde. De hoofdgebruiker is de directie ICT en die verhuist medio 2022 al haar apparatuur. Op dit moment is niet duidelijk of en welke activiteiten er daarna nog in het datacenter gaan plaatvinden. Directie ICT is bezig haar eigen servers te ontmantelen en de applicaties te migreren naar haar partner KPN. Het college is van mening dat met de Erkende Maatregelenlijst en het LEAP traject reeds is voldaan aan de aanbeveling van raadslid D. Timman. g. Vrije koeling toe te passen. Bij vrije koeling wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de koude buitenlucht. De combinatie van vrije koeling, gescheiden warme en koude gangen en een hogere serverruimtetemperatuur een besparing opleveren van circa 85%. De afgelopen tien jaar is succesvol gestuurd op de toepassing van vrije koeling bij datacenters via een Green Deal onder leiding van de Omgevingsdienst NZKG met een uitstralingseffect in heel Nederland. Het eindresultaat is dat de vrije koeling standaard is bij nieuwe datacenters en nagenoeg alle bestaande datacenters. De genoemde maatregel hogere serverruimtetemperatuur is reeds in gang gezet. Was deze voorheen 18 graden, nu is dat 22-23 graden. Een verdere verhoging van de serverruimtetemperatuur is niet wenselijk in verband met de ARBO richtlijnen. De genoemde maatregelen vrije koeling en gescheiden warme en koude gangen zijn reeds opgenomen in de Erkende Maatregelenlijst (EML) energiebesparing van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Zie ook punt 8. Aangaande het gemeentelijke datacenter van Amstel 1: gezien het feit dat er al sprake is van koeling via natuurlijke weg, lijkt ‘vrije’ koeling zoals voorgesteld niet rendabeler. Het KPN datacenter waar de servers voor de gemeente Amsterdam in staan maakt gebruik van stadskoeling vanuit het Nieuwe Meer. Het college is van mening dat met de Erkende Maatregelenlijst reeds is voldaan aan de aanbeveling van raadslid D. Timman. 10. Een plan op te stellen waarbij ze de hoeveelheid CO2 uitstoot kunnen compenseren door bijvoorbeeld bomen te planten Datacenters gebruiken elektriciteit voor hun 99% van hun energieverbruik, en hebben dus vrijwel geen directe CO2 uitstoot. Enkel de noodstroomvoorziening, die gebruikt wordt als de stoom uitvalt, werkt op fossiele brandstof (meestal diesel). CO2-compensatie wordt in de regel beschouwd als een ‘laatste optie! voor fossiel gebruik dat nog niet te verduurzamen is, zoals bij vliegverkeer. Dit volgt na energiebesparing en het gebruik van energie van groene bronnen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021 Pagina 9 van 11 De datacenters kopen het grootste deel van hun stroom groen in. Volgens de branchevereniging Dutch Datacenter Association kopen 86% van de DDA-deelnemers groene energie; in de Metropoolregio Amsterdam, waar 74% van de DDA-datacenters is gevestigd, is dit 99%5. De datacenterpartner van de gemeente, KPN, gebruikt sinds 2011 alleen nog 100% groene stroom'®. Wat KPN nog wel uitstoot door autobrandstoffen (11%) en gas voor verwarming van de eigen kantoren (3%), wordt sinds 2015 volledig via bosbouw en Gold Standard-certificaten gecompenseerd. KPN is daardoor sinds 2015 klimaatneutraal. In 2030 wil KPN klimaatneutraal zijn zonder compensatie met certificaten. Hier volgt nog een algemeen stuk over de inspanningen van de gemeente om de duurzaamheid van de datacentersector te bevorderen. De Gemeenteraad heeft in december 2020 beleid vastgesteld voor de vestiging van datacenters”. Het vestigingsbeleid datacenters is in eerste instantie ruimtelijk beleid. Dit betekent dat aan het energie-, water- en ruimtegebruik van datacenters grenzen worden gesteld. De ambities in dit beleid op het vlak van energie en duurzaamheid zijn veelal (nog) niet in wetgeving verankerd. Vanuit maatschappelijk belang willen wij dat deze datacenters bijdragen aan het vergroten van de energie-efficiëntie en aan de energietransitie. Bij vestigingen binnen Amsterdam willen wij dat datacenters onze duurzaamheidsambities onderschrijven en samen met ons tot een invulling komen die meerwaarde levert. Duurzaamheid is daarom een belangrijke randvoorwaarde voor vestiging van nieuwe datacenters. Er worden concrete duurzaamheidseisen gesteld bij gronduitgifte. Zo moeten datacenters o.a. hun elektriciteitsvraag zo duurzaam mogelijk invullen en de restwarmte die vrijkomt beschikbaar stellen, zodat die benut kan worden voor het verwarmen van woningen. Eén van de uitkomsten van het traject rond het nieuwe vestigingsbeleid is het oprichten van twee overlegtafels op MRA-niveau. De monitoringstafel richt zich samen met Liander, Waternet en de datacenterbranche tussentijds op de groei van datacenters, zodat er bij ongewenste ontwikkelingen tijdig kan worden bijgestuurd. Thema's aan deze tafel zijn: groeifontwikkeling(en) van en binnen de sector, het energievermogen en -gebruik en de ontwikkeling van de datacentercapaciteit in de regio, het watergebruik en de ontwikkeling van een nieuw hyperconnectiviteitscluster voor de ontwikkeling van datacenters in de regio. Daarnaast werken we samen met de datacenterbranche aan een samenwerkingsverband waarin we inzetten op het vergroten van de energie-efficiëntie van datacenters. Onderwerpen op deze tafel zijn: = ___Kennisopbouw, monitoring en het creëren van bewustwording op het gebied van verduurzaming; "Stimuleren van innovatieve technische oplossingen; = Relevante innovatieve oplossingen rondom energiebesparing en waterverbruik; = Relevante wet- en regelgeving ten aanzien van duurzaamheid inclusief lobbyagenda; 5 https:/www.dutchdatacenters.nl{publicaties/sodd202o/ $ https://www.overons.kpn/nl/kpn-voor-nederland/duurzaamheid{/kpn-is-milieubewust 7 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9470127/1/09012f9783220a79 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021 Pagina 10 van 11 = __Restwarmte van datacenters (beter) benutten. Tenslotte is er de jaarlijkse klimaatrapportage waarin we rapporteren over de voortgang van de uitvoering van de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal. Hierin worden datacenters apart beschreven. Het college is van mening dat met het datacenter vestigingsbeleid, de op te richten duurzaamheidstafel en de klimaatrapportage, reeds is voldaan aan de aanbeveling van raadslid D.Timrman. Conclusies initatiefvoorstel Actieplan Groene ICT Zoals genoemd in de inleiding, staan wij positief tegenover het voorstel. Uit de beantwoording van de vragen blijkt dat er al veel initiatieven lopen op de genoemde thema's in de actiepunten. Bij actiepunten 2, 4 en 5 is reeds voldaan of is het actiepunt een ondersteuning van lopende initiatieven. Actiepunten 1, 3, 6 en 7 zullen opgenomen worden in een actieplan Groene ICT, waarin de wensen, voornemens, plannen en pilots die al lopen, meegenomen zullen worden. We zouden hierbij toe willen voegen dat er niet alleen wordt gekeken naar energieverbruik, maar ook naar materialen en productiekosten van ICT. Het maken van hardware van steeds nieuwe grondstoffen is namelijk enorm energie-intensief en vertegenwoordigt 45% van de totale potentie van CO2-reductie:®. Circulaire oplossingen liggen hierbij voor de hand via de circulaire verwerkingsladder”®. De punten uit het voorstel betreffen veel verschillende thema’s en organisatieonderdelen. Het implementeren van de voorgestelde punten heeft een grote impact op de primaire processen in onze organisatie. Daarom zou het goed zijn de haalbaarheid en wenselijkheid van de individuele punten inzichtelijk te maken en het voorgestelde actieplan uitte werken met de organisatieonderdelen die hierdoor worden geraakt. Actiepunten 8, 9 en 10 betreffen de Amsterdamse datacenters, het deel van de zakelijke markt voor digitale infrastructuur die zich in Amsterdam heeft gevestigd. Het verduurzamen van deze sector vergt een geheel andere aanpak en deze is reeds in gang gezet: in gesprek gaan met deze sector door middel van een duurzaamheidstafel, de klimaatrapportage en Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal (zie voor meer details de antwoorden op actiepunten 8-10). Daarom adviseren wij deze niet op te nemen in het actieplan groene ICT. Het college adviseert de raad om met het initiatiefvoorstel in te stemmen onder voorbehoud dat: = actiepunten a, 3, 6 en 7 nader worden onderzocht op wenselijkheid en haalbaarheid in een Actieplan Groene ICT. Hierover wordt gerapporteerd aan de gemeenteraad in kwartaal 3; ® https://www.duurzaam-ondernemen.nl/omslag-naar-circulaire-ict-inkoop-moet-afvalstapel- drastisch-inperken/ 29 https:/fwww.rvo.nl/onderwerpen/{duurzaam-ondernemen(circulaire-economie{r- laddertt:—:text=In%2oeen%z2ocirculaire%2oeconomie%z2ogebruiken,en%2odaarna%z2ohoogwaardig% 20worden%2ohergebruikt Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 april 2021 Pagina 11 van 11 "actiepunten 8, gen 10 de Amsterdamse datacenters betreffen: het deel van de zakelijke markt voor digitale infrastructuur die zich in Amsterdam heeft gevestigd. Het verduurzamen van deze sector vergt een geheel andere aanpak en deze is reeds in gang gezet: in gesprek gaan met deze sector door middel van een duurzaamheidstafel, de klimaatrapportage en Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal (zie voor meer details de antwoorden op actiepunten 8 tot en met 10). Daarom adviseren wij deze niet op te nemen in het actieplan groene ICT; "aan de overige actiepunten (2, 4 en 5) reeds is voldaan of zijn ondersteunend aan een lopend initiatief. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Touria Meliani Wethouder ICT en Digitale Stad Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
11
train
ERR Stiehting Motorschip Agatha se Ds GO Pa B Datums in A VN 4 5 Rey. mn. amiofs ' Glen 1 EA ed Gemeenteraad van Amsterdarn [ Beh. ambt ASode , Postbus 202 ] } 1001 AE Amsterdam van BM/Weli. no terkenniename : ler verdere beh. | Betreft: raadsadres e om es É u mj] Amsterdam, 18 augustus 2016 Geachte gemeenteraad, | Wij zijn stichting taotorschip Ágatba gevestigd op het Prinseneiland. De stichting Waternet stolt voor de rechtbank en Raad van State dat uw Algemene Politie Verordening uit 1974 oplevert dat er overgangsrecht zóu bestaan voor bedrijfsvaartuigen die op dat moment (1974) al in Amsterdam lagen. In een andere kwostie, over een bedrijfsvaartuig dat 30 meter verderop ligt, heeft Waternet gesteld, ook voor rechtbank en RvS, dat het verbod op ligplaats hebben met een bedrijfsvaartuig al in 1955 ingesteld is en dat er derhalve geen sprake is van overgangsrecht in 1974, De stellingen van Waternet zijn strijdig met elkaar en kunnen hiet beide tegelijk waar zijn, vandaar dat onze stichting zich tot u wendt met het verzóek om opheldering te verschaffen. Hoogachtend, | … 00Â Nt L. H. Smol 25 ‚damens de Stichting motorjacht Agatha. 6 (uk Amsterdam 41214 814 Rabobank nr NL{7RABO 0 313 58 54 23
Raadsadres
1
train
x Gemeente Amsterdam BWK % Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Agenda, woensdag 7 september 2011 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Tijd 09.00 tot 17.00 uur Locatie De Boekmanzaal Procedureel deel 09.00 tot 09.15 uur 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie BWK d.d. 23 en 29 juni 2011 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Conceptverslag van de besloten vergadering van de Raadscommissie BWK d.d. 23 en 29 juni 2011 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Agenda, woensdag 7 september 2011 6 Termijnagenda, openstaande toezeggingen en schriftelijke vragen , _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen. 7 _Tkn-lijst Inhoudelijk deel aanvang 09.15 uur 8 Opening inhoudelijk gedeelte 9 _Inspreekhalfuur Publiek 10 Actualiteiten en mededelingen 11 Rondvraag Ruimtelijke Ordening 12 Wijzigen van de verordening op de heffing en inning van de leges 2011 in verband met de inwerkingtreding van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (WARVW) Nr. BD2011-006937 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 21 september 2011) Grondzaken 13 Implementatieplan Verbetering beheer Vereveningsfonds. Nr. BD2011-007286 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Agenda, woensdag 7 september 2011 14 Bestuurlijke reactie motie Alberts (nr. 681) inzake de begroting voor 2011 (contract projectontwikkelaars) Nr. BD2011-004170 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 15 Bestuurlijke reactie op motie 522" van de raadsleden Van Doorninck en Mulder bij de begroting 2011 (criteria verlaging percentage sociale woningbouw in Oost en West). Nr. BD2011-007264 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Klimaat en Energie 16 Bestuurlijke reactie stand van zaken motie 132 van de leden Mulder, Van Doorninck, Van der Ree, Van Drooge en Van Lammeren inzake ondergronds bestemmingsplan (Structuurvisie) Nr. BD2011-006815 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 17 _Uitvoeringsprogramma Duurzaam Inkopen 2011-2014 - eerste uitvoeringsjaar 2011-2012 Nr. BD2011-007548 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 21 september 2011) e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 29 juni 2011 e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd Volkshuisvesting 18 Notitie woningmarktpositie middensegment Nr. BD2011-007684 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 19 Vaststellen Voorstel nieuwe Amsterdamse Woonruimteverdeling Nr. BD2011- 007729 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 21 september 2011) 3 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Agenda, woensdag 7 september 2011 Zeehaven en Westpoort 20 Instemming wenselijk- en haalbaarheid verzelfstandiging Haven Amsterdam Nr. BD2011-007415 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 21 september 2011) e Aangehouden in de commissievergadering van 29 juni 2011 e Gevoegd behandelen met agendapunt 21 e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd > Afhankelijk van het rapport van Policy Research inzake de Verzelfstandiging Haven Amsterdam beslist de Begeleidingscommissie dinsdag 30 augustus 2011of de voordracht Instemming wenselijk- en haalbaarheid Verzelfstandiging Haven Amsterdam in deze commissievergadering besproken kan worden. Zo mogelijk wordt het rapport van Policy nagezonden. Woensdag 31 augustus 2011 ontvangt u een mail met nadere informatie. Bedrijven 21 voorbereiding verzelfstandiging Haven Amsterdam Nr. BD2011-007416 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 21 september 2011) e Aangehouden in de commissievergadering van 29 juni 2011 e Gevoegd behandelen met agendapunt 20 e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd 4
Agenda
4
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 785 Datum akkoord 29 juni 2015 Publicatiedatum 21 augustus 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren van 20 mei 2015 inzake festivals en fauna. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. Op de website Waarnemingen.nl is te lezen dat er weer een lepelaarspaartje in de bomen broedt in het Sloterpark. De lepelaar is een vrij schaarse Natura 2000- broedvogel. Op de website van Vogelbescherming Nederland is het volgende te lezen: ‘De verdroging van moerasgebieden, toegenomen (recreatieve) drukte in belangrijke broedgebieden en de toegenomen verspreiding van vossen zorgden voor een belangrijke afname van het aantal lepelaars. De lepelaar stond op de Rode Lijst vanwege het geringe aantal broedparen, in combinatie met een beperkte verspreiding en een gebondenheid aan kwetsbaar broedbiotoop. Inmiddels is de situatie dusdanig verbeterd dat de lepelaar van de Rode Lijst af is maar dat betekent niet dat we moeten stoppen met het actief beschermen van de lepelaar. Bovendien broedt het overgrote deel van de Westeuropese populatie in ons land. Daardoor wordt de Nederlandse verantwoordelijkheid voor het voortbestaan van de Lepelaar nog eens onderschreven.’ In 2014 vonden in het Sloterpark verschillende festivals met versterkte muziek plaats tijdens het broedseizoen, namelijk The Color Run, Mystic Garden en Loveland, die op 23 mei, 20 juni en 8 augustus 2015 zullen plaatsvinden. Behalve de lepelaar broeden uiteraard ook andere soorten in het Sloterpark. Alle inheemse soorten worden beschermd door de Flora- en Faunawet. Artikel 11 luidt: ‘Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren.’ Evenementen kunnen een verstoring opleveren voor het leefgebied van (broed)vogels, vleermuizen en grondgebonden zoogdieren. 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing Tas Gemeenteblad Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015 In een quickscan over ‘effecten van evenementen in Stadspark Schothorst te Amersfoort op beschermde soorten’ van Bureau Waardenburg (2009) is te lezen: ‘Uit diverse onderzoeken blijkt dat negatieve effecten optreden, maar dat deze effecten vaak moeilijk te kwantificeren en onvoorspelbaar zijn. Op het gebied van festivals en verstoring van fauna bestaat een kennislacune. De grootste effecten zijn te verwachten in de meest kwetsbare periode van broedende vogels (nestbouw en eileg) en vleermuizen in het kraamseizoen, bij meerdaagse evenementen waarbij sprake is van hoge geluidsbelasting en uitstraling van verlichting naar de bosrand.’ Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 20 mei 2015, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Kan het college bevestigen dat er lepelaars broeden in de bomen in het Sloterpark? Antwoord: Ja, op dit moment broedt één lepelaarspaar in het Reigersbos in het Sloterpark. 2. Zijn er behalve voor The Color Run, Mystic Garden en Loveland nog meer vergunningaanvragen gedaan voor evenementen met versterkte muziek? Zo ja welke, en zijn deze vergunningen verleend? Antwoord: Nee. Mystic Garden is bij besluit d.d. 29 mei 2015 verleend. Color run heeft al plaatsgevonden en Loveland is nog niet vergund. (bron: stadsdeel Nieuw West) 3. Gezien verstoring van soorten mogelijk is door festivals: is/wordt er een ecologische quickscan uitgevoerd voor deze drie evenementen? Zo ja, kan het college deze bij de antwoorden voegen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja, voor Mystic Garden is een quickscan uitgevoerd. Zie bijlage voor voorbeeld van de eerdere editie. (bijlage 1 en 2). Voor de Color Run is geen quickscan uitgevoerd omdat dit een hardloopevenement betreft waarbij in minder mate muziek wordt afgespeeld en van ondergeschikt belang is aan het evenement. Voor Loveland is dit nog niet gedaan en waarschijnlijk ook niet nodig omdat dit evenement buiten het broedseizoen plaatsvindt. (bron: stadsdeel Nieuw West) De Natuurtoets uit 2013 is aangehecht als bijlage 1. Het verslag van de monitoring na afloop is aangehecht als bijlage 2. Het besluit van de Staatssecretaris tot afwijzing van een verzoek om handhaving vanwege vermeende overtreding van de verboden uit de Flora en faunawet is aangehecht als bijlage 3. De beslissing op het bezwaar tegen het afwijzingsbesluit, waarbij het afwijzingsbesluit in stand is gelaten, is aangehecht als bijlage 4. (bron: Rohe Advocaten) 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam Neeing Tas Gemeenteblad R Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015 4. Is/wordt er een ontheffing op de Flora- en Faunawet aangevraagd voor deze drie evenementen? Zo ja, is deze verleend en worden compenserende maatregelen getroffen door de organisator (en kan deze ontheffing worden bij de antwoorden worden gevoegd)? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Nee, een ontheffing is nodig wanneer de activiteiten (zeker) tot verstoring leiden en het aanvragen van een ontheffing is niet verplicht op basis van vermoedens. Duidelijke voorbeelden daarvan zijn: het dempen van een sloot waarin beschermde soorten leven en groeien. Het slopen van een gebouw waarin vleermuizen zitten. Het is de organisatie die verantwoordelijk is voor de eerbiediging van de verboden uit de Flora en faunawet. Het bevoegd gezag berust bij de minister van Economische Zaken Het uitvoeringsorgaan belast met toezicht en handhaving is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Wel wordt In de evenementenvergunningen die in Amsterdam worden verleend, in de regel op de verboden van de Flora- en faunawet gewezen en wordt de vergunninghouder aangeraden met betrekking tot het evenement in overeenstemming daarmee te handelen. Voor Mystic Garden Festival, aanleiding voor uw vragen, geldt dat het evenement jaarlijks wordt gemeld bij het bevoegd gezag thans de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De resultaten van de natuurtoets en/of de monitoringsronde(s) worden met het bevoegd gezag gedeeld. Hetzelfde geldt voor de maatregelen die het ecologisch adviesbureau naar aanleiding van de monitoring aanbeveelt. Met de maatregelen en na afstemming met het bevoegd gezag vindt vervolgens het evenement plaats. Uit de natuurtoetsen en monitoringsrapporten met betrekking tot festivals die de afgelopen jaren veelvuldig door deskundigen zijn opgesteld, blijkt dat festivals in principe plaats kunnen vinden zonder dat dat leidt tot overtreding van de verboden uit de Flora en faunawet. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de monitoring door deskundigen die onder meer voor de hier aangehaalde Amsterdamse festivals Amsterdam Open Air en Mystic Garden al vele jaren achtereen plaatsvindt. Wanneer geen verstoring plaatsvindt, bestaat geen aanleiding voor het aanvragen van een ontheffing. (bron: stadsdelen , Stadsecoloog Gemeente Amsterdam, Ruimte en duurzaamheid) 5. Kan het college op een kaart uittekenen: a. hoe ver de muziek van bovengenoemde festivals draagt (in decibel)? Antwoord vraag 5a: Ja, alleen van Mystic Garden. Zie daarvoor een kaart uit het geluidsplan voor Mystic Garden bijlage 5. 3 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam Neeing Tas Gemeenteblad R Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015 b. op welke tijdstippen deze muziek hoorbaar is? Antwoord vraag 5b: Mystic garden duurt van 12:00 tot 23:00 uur en Loveland zal ook van 12.00 tot 23.00 plaatsvinden. Er zullen twee soundcheckmomenten zijn voor de evenementen. De Colour Run duurde van 12:00 tot 19:00 uur. (bron: stadsdeel Nieuw West) c. waar zich broedplaatsen van door de Flora- en Faunawet beschermde soorten bevinden? Antwoord vraag 5c: Nee, deze worden kort voor het evenement in kaart gebracht, om op basis van de meest actuele stand van zaken — indien nodig — maatregelen te treffen. Een voorbeeld van een dergelijke kaart wordt aangetroffen in de bijlage bij de Natuurtoets die als bijlage 1 aan deze brief is gehecht. (bron: organisator Mystic Garden) 6. Op welke manier meent het college in algemene zin de verstoring van fauna door festivals te voorkomen? Antwoord: In de evenementenvergunning die door de Burgemeester wordt verleend, wordt gewezen op het bestaan van de Flora- en faunawet, het bevoegd gezag (minister, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) te dien aanzien en de verantwoordelijkheid van de organisator daarin. Tevens het inpassen van een festival gebeurt niet dan nadat uitvoerig vooroverleg heeft plaatsgevonden tussen alle betrokken partijen en diensten, waartoe ook de beheerder van het terrein behoort. De beheerder van een terrein beschikt over het algemeen over een goede, actuele en specifieke kennis over het gebied en de daar aanwezige soorten zodat de organisatie daarop gewezen kan worden. Bij de organisaties zelf is eveneens sprake van een bewustzijn van de verboden van de Flora- en faunawet. Onderling vindt kennisuitwisseling plaats en de branche- organisatie VVEM geeft aan haar leden voorlichting over deze aspecten. (bron: stadsdelen) 7. Het aanvragen van een ontheffing op de Flora- en Faunawet is verplicht wanneer de organisator van een evenement vermoedt dat door deze wet beschermde soorten worden verstoord. Maar de organisator is zelf verantwoordelijk voor het inschatten van het risico op verstoring. Antwoord: Nee, zie het antwoord op vraag 4. Uit een aantal (uitgebreide monitorings)onderzoeken, die soms jaren achter elkaar plaatsvinden, weten we inmiddels dat festivals niet voor verstoring zorgen mits de juiste voorzorgsmaatregelen zijn genomen. Indien nodig kunnen relatief eenvoudig maatregelen worden getroffen waarmee verstoring kan worden voorkomen. (bron: stadsdelen) 4 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam Neeing Tas Gemeenteblad R Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015 a. Is het college van mening dat organisatoren goed in staat zijn het risico op verstoring van door de Flora- en Faunawet beschermde soorten in te schatten? Antwoord vraag 7a: Ja, er is inmiddels veel bekend over de effecten van evenementen op flora en faunagebied. Ook over maatregelen om in voorkomend geval verstoring uit te sluiten. De organisaties zijn over het algemeen goed op de hoogte van de verboden in de Flora en faunawet en weten de weg naar het bevoegd gezag en de ecologisch deskundigen goed te vinden. De branchevereniging, de Vereniging van Evenementenmakers geeft hierover voorlichting aan haar leden. Organisaties werken bij de inpassing van een evenement vaak nauw samen met de beheerder van het betreffende gebied. b. Is een aanvrager van een evenementenvergunning met versterkte muziek in de openbare ruimte verplicht om aan te tonen dat het evenement geen risico op overtreding van de Flora- en Faunawet zal opleveren? Antwoord vraag 7b: Ja, de organisator is gehouden aan de wet, waarin verboden zijn opgenomen om beschermde soorten te verontrusten. c. Wanneer een organisator niet vermoedt dat verstoring zal plaatsvinden en dus geen ontheffing aanvraagt, wie ziet er dan op toe dat de Flora- en Faunawet wordt gehandhaafd? Antwoord vraag 7c: Zie de antwoorden op de vragen 4 en 7a. Het bevoegd gezag berust bij de minister van Economische Zaken. Het uitvoeringsorgaan belast met toezicht en handhaving is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. d. Kan het college aangeven voor welke van onderstaande evenementen, die alle hebben plaatsgevonden tijdens het broedseizoen in 2014, 1) een ontheffing op de Flora- en Faunawet is aangevraagd 2) een ontheffing op de Flora- en Faunawet is verleend 3) controle heeft plaatsgevonden vanuit de gemeente, de NVWA of een andere controlerende instantie? Westerpark Vrije Westen Festival Westerpark Rollende Keukens Food festival Westerpark Pitch en De wereld draait buiten Westerpark Buiten Westen en Milkshake Festival Oosterpark Loveland van Oranje Festival Oosterpark Appelsap Festival Oosterpark Holland Festival Festival Oosterpark Keti Koti Festival Herdenking/viering Flevopark Cannabis Bevrijdingsdag Festival Nieuw en Meer Park am See/De Zon Festival Rembrandtpark EdelWise Festival Festival Sloterpark The Color Run Sport/festival Sloterpark Mystic Garden Festival Sloterpark Loveland Festival 5 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam Neeing Tas Gemeenteblad R Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015 Gaasperpark Amsterdam Open AIR 2014 Gaasperpark Gaasper Pleasure Festival Gaasperpark Keti Koti 2014 Herdenking Mandelapark Kwaku Festival Vondelpark Open Lucht Theater Theater/Muziek MLK park De Parade Theater festival Amstelpark Taste of Amsterdam Culinair festival Amsterdamse Bos Dynamic Festival Festival Amsterdamse Bos 909 Festival Amsterdamse Bos Het Amsterdamse Bos Festival Festival Amsterdamse Bos EKO Town Festival Food festival Amsterdamse Bos A Day at the Park Festival Festival Amsterdamse Bos Electronic Family Festival Festival Amsterdamse Bos Dekmantel Festival Festival Antwoord vraag 7d: Zie het antwoord op vraag 4. Onderstaand de antwoorden van de stadsdelen op de voor hen van toepassing zijnde evenementen. Stadsdeel West Voor de evenementen, het Vrije Westen, Rollende Keukens, Pitch, Buiten Westen en Milkshake is geen ontheffing op de Flora en Faunawet aangevraagd. Het nieuwe bestemmingsplan uit 2013 maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die een negatief effect zouden kunnen hebben op de Flora en Fauna. Voor de Westergasfabriek is de vraag of er ontheffing is aangevraagd niet relevant vanwege de aard van de beplanting: lage cultuurplanten en weinig opgaand groen waar vogels in kunnen nestelen. Voor het evenement. Stadsdeel Nieuw-West Bij de genoemde evenementen in dit stadsdeel is er advies gevraagd aan een Ecoloog. Zijn advies, met de nadruk op advies wordt in de vergunning opgenomen. Er worden dan specifieke maatregelen genomen, bijvoorbeeld dat de organisator een quickscan moet doen. Er is aan de andere kant ook in geen van deze gevallen een verzoek tot handhaving gedaan bij de dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken. Zie verder beantwoording van de evenementen in Nieuw West vraag 2 tm 5) Stadsdeel Oost Als eerste wordt er advies opgevraagd bij de parkbeheerder die het vervolgens dan weer bij een stadsecoloog neerlegt. Afhankelijk van het advies nemen we dit op in de vergunning. Als er een nieuwe situatietekening moet komen naar aanleiding van het advies, dan geldt de nieuwe situatietekening, en komt er geen voorschrift. Áls het advies is een quickscan te doen, dan voegen we een aandachtspunt Flora en Fauna toe aan de vergunning. Voor alle genoemde festivals is er geen stadsecoloog ingeschakeld. Wel is er voor de evenementen Loveland van Oranje, Appelsap Festival en Cannabis Bevrijdingsfestival een quickscan gedaan en deze zijn door het stadsdeel gecontroleerd. 6 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam Neeing Tas Gemeenteblad R Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015 Stadsdeel Zuidoost Het Kwaku festival vindt plaats in het Mandelapark daar zijn in het kader van de Flora en faunawet geen specifieke voorschriften in de evenementenvergunning voor opgenomen daar het hier een grote grasweide betreft. Zoals in het kopje: “Ontwikkeling sinds 2009 onderzoek Flora en faunawet” wordt beschreven is er in 2012 één van de meest uitvoerige onderzoeken plaats gevonden, op drie momenten. Dit betreft dan het evenement Open Air bij de Gaasperplas In het gehele traject is er geen verstoring vastgesteld. Er is voor dit festival geen ontheffing aangevraagd en verleend, wel is er controle uitgevoerd, zoals in 2012 door het stadsdeel. Stadsdeel Zuid Van het gehele Amstelpark is een quickscan gemaakt t.a.v. de Flora en Fauna, hierin wordt weergegeven welke planten en dieren er in een bepaalde habitat leven dan wel aanwezig zijn. Er wordt ook vastgelegd waar de bijzondere dieren broeden en er wordt gekeken of er rode lijst soorten aanwezig zijn. Er wordt binnen een QuickScan vastgelegd en verwezen dat we werken conform de Amsterdamse gedragscode (zie bijlage 6).Wanneer een evenement of werk gepland staat is de Quick scan ons handvat, bij twijfel laten we een externe partij een scan uitvoeren. Na gelang het resultaat kan er wel of niet gestart worden. Momenteel wort er voor het Gijsbrecht van Amstelpark een quick scan gemaakt, deze scan zal een onderdeel zijn van de beheervisie/uitvoeringsplan. De overige parken volgen in 2015 en 2016, de lange doorlooptijd heeft te maken met het aparte vleermuizen onderzoek. Dat onderzoek loopt via een vastgelegd protocol, het protocol geeft aan wanneer, hoelang en de frequentie er gescand moet worden. Bij het Vondelpark wordt er bij onduidelijkheden die spelen rondom de aanvraag een stadsecoloog ingeschakeld die het vervolgens gaat toetsen. Het Amsterdamse Bos Bij de volgende (middel)grote evenementen (Dynamic Festival, 909 Festival, Het Amsterdamse Bos Festival, EKO Town Festival, A Day at the Park Festival, Electronic Festival en Dekmantel Festival heeft er een voor- en naschouw plaatsgevonden samen met een persoon van het beheer en onderhoud samen met een boswachter. De festivals Diynamic, 909 en het Amsterdamse Bosfestival vonden alle 3 plaats op de locatie Kleine Speelweide in het Amsterdamse Bos. De organisatie Loveland Events die alle 3 de evenementen organiseerde (het Amsterdamse Bosfestival was in samenwerking met de Amsterdamse Bos organisatie) heeft van tevoren een ecologische quickscan laten uitvoeren door het ecologisch bureau Regelink. Dit gebeurt elk jaar. Het Ekotown festival vond vorig jaar voor het eerst plaats op de locatie Arena in het Amsterdamse Bos. Hiervoor is geen ecologische scan uitgevoerd. Voor- en naschouw heeft wel plaatsgevonden door de gemeente. A Day at the Park festival en Electronic Family festival worden allebei georganiseerd op terrein Land van Bosse eo in het Amsterdamse Bos. Dit is een speciaal aangelegd evenemententerrein. De Amsterdamse Bos organisatie heeft vlak nadat het terrein klaar was een ecologisch bureau ingehuurd om een ecologisch onderzoek uit te voeren. Het was daarom niet nodig dat de organisatie een bureau inhuurde om een quickscan te laten uitvoeren. Dit jaar vindt Het Dekmantelfestival ook plaats op het Land van Bosse eo. Wij hebben echter dit jaar aan de organisaties gevraagd om een ecologische quickscan te laten uitvoeren door een extern ecologisch bureau. Ze zijn dit nu aan het onderzoeken. 7 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neng Tas Gemeenteblad ummer = su . Datum 21 augustus 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 20 mei 2015 8. Is het mogelijk om in de evenementenvergunning op te nemen dat de aanvrager moet (kunnen) aantonen dat er geen risico is op overtredingen op de Flora- en Faunawet? Antwoord: Nee, de evenementenvergunning wordt verleend op basis van de APV. De bescherming van flora en fauna berust op een ander wettelijk kader. Dit is geen weigeringsgrond in de APV. De gemeente heeft geen bevoegdheid om hierin al dan niet over de band van de evenementenvergunning eisen of voorwaarden te stellen. Wel zal in het handboek voor evenementen onderstaande als handvat voor vergunningverleners worden opgenomen. Bron: concept Handboek voor evenementen [kader invoegen: Evenementen in parken of natuurgebieden: win advies in bij de stadsecologen] In het algemeen geldt dat er voorwaarden zijn aan de omvang en het aantal evenementen dat in een park of natuurgebied wordt gehouden. Daarnaast wordt rekening gehouden met de bescherming van de aanwezige flora en fauna in het park of natuurgebied. Hiervoor wint de vergunningverlener advies in bij een stadsecoloog van team Leefomgeving, afdeling Ruimte en Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam. Dit advies dient vanaf het eerste moment van de aanvraag te worden ingewonnen. De stadsecologen geven aan met welke natuurwaarde rekening moet worden gehouden en/of welke onderzoeken er nog gedaan moeten worden door de organisator van het evenement om de natuurwaarden voldoende te kunnen beschermen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 8
Schriftelijke Vraag
8
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1300 Publicatiedatum 5 december 2018 Ingekomen onder C Ingekomen op woensdag 28 november 2018 Behandeld op woensdag 28 november 2018 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Bloemberg-lssa, Van Renssen, De Heer, Kili, Simons, N.T. Bakker, Boomsma, Van Soest inzake het bestemmingsplan Sluisbuurt en aanvaarden milieueffectrapport (MER) Zeeburgereiland (noord- en zuidzijde Sluisbuurt Hoofdgroenstructuur). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie van het bestemmingsplan Sluisbuurt en aanvaarden van milieueffectrapport Zeeburgereiland (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1261). Constaterende dat: — Amsterdam voor een groot deel van het plangebied dat betrekking heeft op bestemmingsplan Sluisbuurt eigenaar is met uitzondering van een deel van het groen waar Rijkswaterstaat de eigenaar is; — op de ‘verbeelding’ van het bestemmingsplan de noordzijde en de zuidzijde van het plangebied de bestemming groen hebben; — op pagina 160 van het bestemmingsplan komt naar voren dat de westzijde van het plangebied in de Hoofdgroenstructuur ligt; — op de ‘verbeelding’ van het bestemmingsplan een deel van het groengebied aan de westzijde zowel de bestemming Groen als dubbelbestemming Waterstaat- Waterkering heeft. Overwegende dat: — erin de gemeenteraad de wens heerst om de Hoofdgroenstructuur uit te breiden; — de bestemming Groen en dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering de Hoofdgroenstructuur elkaar niet in de weg staan maar juist goed aanvullen; — voor het garanderen van de rust en de ecologische kwaliteit van het groen in de noordzijde en de zuidzijde van het plangebied het aan te bevelen is om aan deze twee groengebieden ook de dubbelbestemming Waarde-Hoofgroenstructuur te geven. 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1300 Motie Datum 28 nov. 2018 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:: — een onderzoek te starten naar uitbreiding van de Hoofdgroenstructuur met de gebieden aan de noordzijde en aan de zuidzijde die in de ‘verbeelding’ van bestemmingsplan Sluisbuurt de bestemming Groen hebben; — hierbij te onderzoeken welk groentype de twee bovenstaande gebieden krijgen en advies te vragen aan de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur:; — deze extra stukken Hoofdgroenstructuur zo mogelijk op te nemen in de Structuurvisie Amsterdam 2040. De leden van de gemeenteraad J.F. Bloemberg-Issa N.A. van Renssen A.C. de Heer A. Kilig S.H. Simons N.T. Bakker D.T. Boomsma W. van Soest 2
Motie
2
discard
ea | | | __ VERWEY ln \ ET eh A. 9 Ns, zn , | ie E | Î Kn | Procesevaluatie Subsidieregeling ‘Diversiteit en inclusiviteit voor allianties Amsterdam 2021-2023 Ervaringen met allianties en alliantiebeleid in Amsterdam Marian van der Klein, Mariam Badou en Micky Out mn an _ mn mn - Ervaringen met allianties mm: Procesevaluatie Subsidieregeling ‘Diversiteit en inclusiviteit voor allianties Amsterdam 2021-2023 mn Marian van der Klein Mariam Badou Micky Out mn Utrecht, november 2022 mn | En al mn mn 1 Nieuw alliantiebeleid van de gemeente 4 5 _Alliantie-ervaringen in het licht van literatuur 31 Doelen van de gemeente in de nieuwe subsidieregeling 4 5.1. Kansen in alliantiesamenwerking 31 11. De allianties 4 5.2. Knelpunten in alliantiesamenwerking 31 12. Opzet en doel van deze procesevaluatie 6 5.3. Indicatoren voor een succesvolle samenwerking 33 13. Leeswijzer 8 6 Conclusies en denkrichtingen voor de toekomst 34 2 Ervaringen met het voortraject 9 6.1. Doelen dichterbij 34 2.1. Gedeelde ervaringen 10 6.2. Financiën en bestuurlijke prioriteiten 34 2.2. Ervaringen van de allianties binnen het voortraject 11 6.3. Partnerschap tussen gemeente en allianties 35 2.3. Ervaringen van accounthouders/gemeenteambtenaren 14 6.4. Synergie binnen de allianties 36 2.4. Observaties van de onderzoekers bij het voortraject 15 6.5. Naar aanleiding van het voortraject 36 3 Ervaringen met samenwerking binnen de allianties 16 7 Literatuur 38 3.1. Praktische organisatie van de samenwerking in de allianties 16 3.2. Verwachtingen van de organisaties bij de onderlinge samenwerking19 3.3. Wat heeft de samenwerking gebracht? 20 3.4. Observaties van de onderzoekers over de onderlinge samenwerking 21 4 Contact tussen de gemeente en de allianties 23 A1. Gedeelde ervaringen van accounthouders en allianties 23 4.2. Ervaringen van de accounthouders na toekenning 27 4.3. Ervaringen van de allianties met de gemeente na toekenning 28 4.4. Observaties van de onderzoekers 30 3 En En al mn mn 4 N Í euw a Li an ti e hb e le Í d van e Het veld strategisch benutten: Het is van belang dat het veld activiteiten onderneemt die daadwerkelijk invulling geven aan de bestuurlijke doelen d e ge meen te op het terrein van diversiteit en inclusie. ® Sturen op resultaat: Activiteiten zijn niet een einddoel, maar dragen in plaats daarvan bij aan een groter geheel. Hierbij zet de gemeente een stip aan de horizon en werkt daar samen met partijen in het veld naartoe. In 2019 is de gemeente Amsterdam begonnen met een nieuwe Subsidieregeling e Stimuleren van synergie in het veld: Wanneer het veld meer en beter samen- ‘Diversiteit en inclusiviteit voor allianties Amsterdam 2021-2023’. Met dit werkt, ontstaat een samenhang tussen activiteiten van verschillende nieuwe instrument wil de gemeente maatschappelijke organisaties in de stad partijen, die bijdraagt aan de realisatie van het diversiteitsbeleid. de kans geven om effectief, weldoordacht en in samenwerking met andere e Meerjarige zekerheid bieden: De nieuwe instrumenten maken het mogelijk organisaties te werken aan duurzame inclusiviteit en diversiteit. De allianties om partijen ruimte te geven en meerjarige zekerheid te bieden om vanuit werken naast de gemeente aan inclusiviteit en duurzaamheid in destad. De een eigen aanpak bij de stip op de horizon te komen. eerste subsidies zijn in juni 2021 verstrekt. 11. De allianties Inde periode vóór de alliantieregeling was er in Amsterdam de Subsidieregeling ‘Burgerschap en Diversiteit. Deze regeling verstrekte sinds 2013 losse, eenma- De kern van de nieuwe Subsidieregeling is dat maatschappelijke organisaties, lige projectsubsidies aan individuele organisaties om activiteiten/projecten verenigd in een alliantie, mede-uitvoering geven aan de bestuurlijke priori- binnen het diversiteitsbeleid mogelijk te maken. De gemeente Amsterdam teiten en daarvoor subsidie ontvangen. De gemeente Amsterdam — in casu het ervoer het resultaat van deze oude subsidieregeling als ad hoe, willekeurig en college van burgemeester en wethouders — heeft in deze constructie vooraf versnipperd (Raadsbrief). In de oude regeling was er te weinig ruimte voor bestuurlijke prioriteiten bepaald langs de programmalijnen emancipatie, anti- maatwerk en meerjarige projecten. Bovendien werd met het financieren van discriminatie en gedeelde geschiedenis. Binnen deze prioriteiten kunnen alleen losse projectsubsidies geen samenwerking tussen partijen gestimuleerd. De allianties (samenwerkingen van een aantal niet vooraf vastgestelde partijen nieuwe subsidieregeling doet dat nadrukkelijk wel. — geen losse partijen meer) een aanvraag indienen. Doelen van de gemeente in de nieuwe subsidieregeling Er dienden in 2021 veertien allianties een aanvraag in op één of meer van de bestuurlijke prioriteiten. De gemeente honoreerde in 2021 de plannen van zes Het nieuwe instrument draagt bij aan een nieuwe manier van werken met de aanvragen: één alliantie per bestuurlijke prioriteit. Elke alliantie kreeg een partijen in de stad. De gemeente Amsterdam heeft een aantal doelen gesteld, budget dat zij onderling moesten verdelen om de door de alliantie gestelde doel- die zij met deze nieuwe manier van subsidiëren wil realiseren: stellingen te verwezenlijken. Het budget varieerde van €80.000 tot €210.000 per alliantie, per periode van een jaar met de intentie tot verlenging naar een 4 En . . . a: . . . Transketeers tweede jaar. De gemeente spreekt met de alliantiesubsidie de intentie uit om Trans United Europe de samenwerking twee jaar te financieren, maar de budgetten worden per TranScreen . . bn De: De: Abou Nawas Festival jaar — op basis van een activiteitenplan van juni tot juni — verleend. Anaetdlr MuSe Beards of Berlin Op de volgende bestuurlijke prioriteiten zijn aanvragen van allianties gehono- COC Amsterdam eo. Pp . Jg _ Jxe p J Jg ‚ ‚ 9 ‚ ‚ LGBTQI-+ Youth Performance Initiative reerd. Dit zijn de thema's waar de gemeente met de allianties en het alliantie- Pride Photo beleid, maatschappelijke impact op wil(de) realiseren, zodat Amsterdam een EE ‚ . ‚ ‚ 7 Stichting Inclusief inclusieve en diverse stad is en blijft*: Stichting OndersteBoven BIPOC alliantie (Biculturele en People of Color Fite Qlub (penvoerder) 1. _Gendergelijkheid in werk ee Black Pride NL . ‚ ‚ Black Queer & Trans Resistance 2. Zichtbaarheid en Pride Caribbean Queer Salon 3. _Biculturele LHBTIQ+ COC Amsterdam 6,0. en. ‚ Man.Ish Cave A. Antidiscriminatie MarokQueer Zawia 5. Inclusief herdenken Papaya Kuir . . Queer is not a Manifesto 6. Koloniaal verleden en de doorwerking Sehaq Survibes Alliantienaam per bestuurlijke prioriteit Betrokken organisaties Amsterdammers samen tegen racisme (Anti- Pakhuis de Zwijger (penvoerder) Samen Sterk in Werk (Gendergelijkheid in Vrouw en Vaart/SEZO (penvoerder) discriminatie) Comité 21 Maart werk) Buurvrouwennetwerk Gaasperdam Zwart Manifest Stichting Prachtvrouw Collectief tegen Islamofobie en Discriminatie Stichting Malak Oy Vey Vrouwen Vooruit Pan Asian Collective (later aangesloten) Diversion Amsterdam City Rights (later aangesloten) Queer Netwerk Amsterdam (Zichtbaarheiden Stichting art1/IQMF Festival (penvoerder) Wij zijn Amsterdam (Inclusief herdenken) In Liza Ban (penvoerder) Pride) Black Pride EducatieStudio Colourful Pride Amsterdam Museum Fite Qlub Amerpodia MarokQueer Zawia Studio Durian i/o A Kuir De Ongelooflijke Geschiedenissen van onze Stichting Zieraad (penvoerder) Queer is not a Manifesto Voorouders (Koloniaal verleden en de door- Stadsarchief Amsterdam Sehag werking) Pabo Hogeschool van Amsterdam i.s.m. de Survibes Universitaire Pabo van Amsterdam Stichting Pera Tropenmuseum Wereldculturen el 1 Op de zevende bestuurlijke prioriteit - mannenemancipatie - is door één alliantie een plan ingediend, dat destijds onvoldoende aansloot bij de gestelde opgave en de doelen van het college. Dit plan is daarom afgewezen en op deze prioriteit heeft zich dus geen alliantie kunnen vormen. 5 mn mn 1.2. Opzet en doel van deze procesevaluatie e Dat alle partijen in dit onderzoek vrijuit hebben kunnen spreken zonder dat de gemeente of een andere alliantie van hun inbreng op de hoogte De afdeling Diversiteit van de gemeente Amsterdam heeft tussen maart en werd gebracht. juli 2022 de nieuwe subsidieregeling tussentijds (ex-durante) laten evalueren. e Dat de onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut geen andere dan een De evaluatieopdracht richtte zich op ervaringen mét en ín de allianties. Niet op onderzoeksrelatie hebben met het alliantiebeleid of hetgeen de respon- de resultaten en de effecten van de allianties en het alliantiebeleid in de stad denten naar voren brengen. — de gemeente wil dat in 2023 laten evalueren als de allianties de tijd hebben e _Datwein deze rapportage anoniem en niet direct herleidbaar naar persoon gehad om goed op stoom te komen. of alliantie verslag doen. De gemeente koos nu voor een procesevaluatie en vroeg het Verwey-Jonker Het Verwey-Jonker Instituut en de gemeente spraken met elkaar af dat deze Instituut om die procesevaluatie uit te voeren. Dit is het rapport naar aanlei- procesevaluatie te klein was om ook de ervaringen van de ‘afvallers’ mee te ding van de procesevaluatie. Het onderzoek dient drie doelen: nemen. De ervaringen van de organisaties die geen alliantiesubsidie hebben gekregen, zijn in deze evaluatie niet uit de eerste hand meegenomen. Alleen e _deervaringen met het alliantiebeleid en met de samenwerking in- en met als de accounthouders of de allianties daarover spraken met de onderzoekers, allianties worden in kaart gebracht; is er iets van in dit rapport terug te vinden. e _deervaringen worden in samenhang met elkaar geanalyseerd en gepre- senteerd zodat; Twee centrale onderzoeksvragen, drie clusters van subvragen e de gemeente kan leren van de door diverse betrokkenen naar voren gebrachte ervaringen. De volgende twee vragen staan centraal in deze procesevaluatie: Het werken in en met allianties is zowel voor de alliantiepartners als de Hoe ervaren maatschappelijke organisaties en medewerkers van de afdeling gemeente een nieuw proces. De gemeente vindt het belangrijk om te leren Diversiteit van de gemeente Amsterdam de nieuwe Subsidieregeling? van de ervaringen, zodat de processen als dat nodig is bijgestuurd kunnen worden. De afdeling Diversiteit, met de accounthouders die het contact met de Worden de door de gemeente gestelde doelen volgens de direct betrokkenen gerea- allianties vormgeven, wil weten welke ervaringen de betrokkenen hebben en liseerd via de samenwerking in en met allianties? hoe deze ervaringen mét en ín de allianties gebruikt kunnen worden om het beleid beter vorm te geven. Het Verwey-Jonker Instituut maakte een onder- Om deze onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, hebben we drie clus- zoeksopzet en voerde de gesprekken en de focusgroepen in de procesevaluatie ters van subvragen vastgesteld die in dit rapport in achtereenvolgende hoofd- onafhankelijk uit. Dat wil zeggen: stukken zullen worden behandeld. 6 En mn mn Cluster 1: Subvragen over het voortraject Cluster 3: Subvragen over het op lokaal niveau werken met een alliantiebeleid/ e Hoe hebben de zes allianties het voortraject ervaren? Wat vonden zij van allianties de geboden ondersteuning, de feedbackronde en het aanvraagproces? e In welke mate ervaren de accounthouders en de programmalijncoördina- e Hoe hebben de accounthouders en de programmalijncoördinatoren het toren dat de nieuwe subsidieregeling leidt tot een strategische benutting voortraject ervaren? Wat vonden zij van de geboden ondersteuning, de van het veld, sturen op resultaat, stimuleren van synergie in het veld, en feedbackronde en het aanvraagproces? meerjarige zekerheid voor de partijen in de allianties? e In welke mate ervaren de allianties en de alliantiepartners dat de nieuwe Cluster 2: Subvragen over de samenwerking binnen de allianties subsidieregeling leidt tot een strategische benutting van het veld, sturen e _Hoeis de samenwerking binnen de allianties georganiseerd? Hoe vaak is op resultaat, stimuleren van synergie in het veld, en meerjarige zekerheid? er overleg? Wie coördineert de alliantie (activiteiten en samenwerking)? e Hoe ervaren de alliantiepartners en de medewerkers van de gemeente Op welke manier gebeurt de coördinatie? Wat is ieders rol in de alliantie? Amsterdam de eventuele overlap tussen diversie allianties; het kunnen e In welke fase van samenwerken bevinden de allianties zich, in de forming, deelnemen in meerdere allianties; en de mate waarin allianties zich storming, norming of performing fase? inspannen voor de toegankelijkheid en inclusie van bijeenkomsten en e Welke nieuwe, andere en/of meer kansen voor het bereiken van hun evenementen voor een breed publiek. maatschappelijke doelstellingen ervaren de deelnemende partijen door de samenwerking in de allianties? Onderzoeksopzet e In hoeverre is in de allianties sprake van synergie die het realiseren van de alliantiedoelen ten goede komt? In deze evaluatie zijn meerdere methoden ingezet om de onderzoekvragen te e _Welkeknelpunten ervaren de maatschappelijke organisaties in de samen- beantwoorden. werking binnen de allianties die het realiseren van de alliantiedoelen belemmeren? e De onderzoekers bestudeerden en analyseerden de documenten die e Welke verwachtingen hadden de alliantiepartners van het werken in alli- hoorden bij de gehonoreerde aanvragen van de allianties (uitgezonderd anties, en in welke mate zijn deze verwachtingen uitgekomen? de begrotingen). e _Deonderzoekers spraken in een focusgroep en door middel van interviews met de accounthouders van de gemeente over hun ervaringen met dit nieuwe subsidiebeleid en met de allianties. / En e De onderzoekers zetten bij elke alliantie digitaal een quickscan uit met ss Di 19 es 13. Leeswijzer vragen over het voortraject, over de onderlinge samenwerking en vragen over de samenwerking met de gemeente? Dit rapport bestaat uit zes hoofdstukken. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2 e De onderzoekers organiseerden per alliantie een focusgroep -met alle of waarin de ervaringen van diverse partijen met het voortraject centraal staan. in twee gevallen zo veel mogelijk alliantiepartners- waarin volgens een De gemeente Amsterdam heeft in dit voortraject aan alle allianties gevraagd vast format de quickscan en de ervaringen van alle deelnemers aan bod om een Theory of Change (TOC) te maken: een uitgebreide tekst met sche- kwamen. matische weergave van hoe activiteiten zich verhouden tot de doelen van e De onderzoekers analyseerden de opgehaalde ervaringen per alliantie en de alliantie en de gemeente en via welke stappen maatschappelijke effecten overkoepelend per subvraag®. worden gerealiseerd. Elke aanvraag bestond uit zon TOG, een trackrecord e De onderzoekers bestudeerden literatuur over samenwerking in allianties van de samenwerkende organisaties, een activiteitenplan en een begroting en brachten de mechanismen die daarin aan de orde komen in verband voor één jaar’. In hoofdstuk 3 verleggen we de focus naar de ervaringen van met de ervaringen in Amsterdam. de partners binnen de allianties. Hoe bevalt het hen om samen te werken met elkaar, welke vorm van samenwerken hebben ze gekozen en welke rol nemen In dit rapport brachten de onderzoekers de ervaringen van verschillende de penvoerders in de coördinatie van de alliantiesamenwerking. Het gaat hier actoren in het proces, op hoofdlijnen bijeen. De verslagen van de focusgroepen met name om ervaringen in de samenwerking met elkaar. Ook gaan we in (met de allianties en met de afdeling Diversiteit) vormen hierbij de belangrijkste op de vraag hoe inclusief de alliantiepartners hun eigen activiteiten achten bron. Ter ondersteuning van de tekst maken we gebruik van citaten uit deze en we vragen hen of het werken in de alliantie hun doelstellingen dichterbij focusgroepen — uiteraard in verband met de privacy van de geraadpleegde heeft gebracht. In hoofdstuk 4 staat de verhouding tussen de gemeente en personen anoniem en niet herleidbaar naar alliantie of ambtenaar. de allianties centraal. Wat zijn de ervaringen van de accounthouders met de allianties en met het nieuwe alliantiebeleid? En wat zijn de ervaringen van Dit rapport is geschreven vanuit het uitgangspunt dat implementatie van de alliantie met de gemeente? In hoofdstuk 5 laten we zien wat de literatuur nieuw beleid altijd leerpunten in zich draagt en dat samenwerken meestal niet te berde brengt over samenwerkingsprocessen en allianties en zetten we die vanzelf gaat (zie voor literatuur daarover hoofdstuk 5). Het is nadrukkelijk de inzichten in verband met de ervaringen in Amsterdam. In hoofdstuk 6 vatten bedoeling van dit rapport om te kunnen leren van de naar voren gebrachte we samen wat er van de ervaringen geleerd kan worden als het gaat om het ervaringen. voortraject, de samenwerking binnen de allianties en de samenwerking tussen en de gemeente en de allianties. 2 Voor de quickscan is een meetinstrument van Jones & Barry (2011) gebruikt dat beschikbaar is in het Nederlands. En dat in eerdere evaluaties en proefschriftonderzoek van dr. Niels Hermens gebruikt is (zie oa: Hermens et al,2020). De quickscan belast het veld nauwelijks en valt goed aan te passen aan de eisen van dit onderzoek. Over de mate waarin de betrokkenen ervaren dat de alliantie en de partnerschappen duurzaam zijn en de doelen van het Diversiteitsbeleid dichterbij brengen stellen we vragen in de quickscan en de focusgroepen. De quickscan is individueel aan de deelnemers aan een alliantie voorgelegd. 4 De gemeente spreekt met de alliantiesubsidie de intentie uit om de samenwerking twee jaar te 3 De naar voren gebrachte ervaringen — van gemeenteambtenaren en van allianties- zijn niet financieren, maar de verlening is voor één jaar. De allianties leverden een activiteitenplan en begroting gecontroleerd op feitelijke juistheid of gecheckt via beleidsintenties of beleidstukken. in voor één jaar. De Theory of Change is gebaseerd op een langere planning (stip op de horizon’). 8 En al mn mn ‘) E rva ri n ge n m et h et Het aanvraagproces bestond uit twee rondes met een tussentijds feedback n moment en zag er als volgt uit: voo rt ra) E ct © _1november— 31 december 2020: ronde I: allianties hebben de tijd om een concept Theory of Change op te stellen en in te leveren bij de gemeente. In deze conceptronde konden kandidaat-allianties gebruik maken van onder- De voorbereidingen voor de nieuwe Subsidieregeling ‘Diversiteit en inclu- steuning van Radar Advies; inleveren bij de gerneente was niet verplicht. siviteit voor allianties Amsterdam 2021-2023 zijn in 2019 van start gegaan. © 1januari — 30 januari 2021: feedback moment: de gemeente Amsterdam In de zomer van 2020 heeft de gemeente een brief verstuurd om organisa- geeft feedback op de concept-Theory of Change van de allianties. ties in het diversiteitsveld te informeren over de nieuwe subsidieregeling. De e 1februari 2021: start ronde 2: de subsidieregeling gaat open voor organisaties ontvingen deze brief in juli 2020; de aanvragen voor de nieuwe aanvragen. Elke alliantie levert de volgende stukken aan: één Theory regeling moesten uiterlijk 31 maart 2021 binnen zijn. Na het versturen van de of Change, één trackrecord, één activiteitenplan en begroting, één informatiebrief heeft de gemeente een netwerkbijeenkomst georganiseerd samenwerkingsovereenkomst. om de subsidieregeling toe te lichten en organisaties de kans te geven om e 31 maart 2021 (indicatief): indieningsdeadline voor aanvragen: allianties een samenwerking met elkaar te verkennen. Daarnaast waren er ook diverse hebben t/m 31 maart om hun aanvragen in te dienen. Daarna sluit de inloopspreekuren waarin organisaties de afdeling kon bevragen over de nieuwe regeling voor aanvragen. plannen. De gemeente heeft geprobeerd om organisaties goed te informeren © april 31 mei 2021 (indicatief): beoordelingstermijn: de gemeente Amsterdam en te enthousiasmeren over het nieuwe traject. Het college van Burgemeester beoordeelt de ingediende aanvragen. De Theory of Change weegt het en wethouders van Amsterdam heeft voor elke beleidsprioriteit, voor elke zwaarst bij de beoordeling van de stukken. alliantie een stip op de horizon gegeven, waar naartoe gewerkt kon worden ® _1juni 2021: beslissing: de gemeente beslist over de verlening van ten hoogste in de aanvraag, en, als de gemeente de aanvraag honoreerde, in de praktijk. zeven periodieke subsidies. Voor een aanvraag moesten de allianties vijf stukken indienen: een ‘Theory of Change’ (TOC), een trackrecord, een activiteitenplan en een begroting, en een samenwerkingsovereenkomst. Bij het beoordelen van de aanvragen stond vooral de TOC centraal. Elke alliantie stelde een Theory of Change op waarin zij beschreef hoe de samenwerkingspartners wilde bijdragen aan de doelen die voor de desbetreffende beleidsprioriteit geformuleerd waren. In de Theory of Change moesten de allianties tevens hun strategie weergeven voor het _ bereiken van maatschappelijke effecten. Zij moesten opnemen hoe zij hun doelen wil den bereiken, wat ze daarvoor gingen doen en waarom dat no dig was. 5 Raadsbrief Nieuw instrumentarium Diversiteit/inclusief de reactie op de toezegging voortgang en impact brede herijking instrumentarium (TA2019-000763). 9 En mn mn 2. Gedeelde ervaringen “Het proces was klinisch. De gemeente ging niet sturen en liet het aan het veld over. Er was één feedback moment van de gemeente. Radar Advies zat In focusgroepen hebben we de belangrijkste partijen die een rol speelden in het er tussen. De beoordeling was ook heel klinisch. Voor alle partijen was het voortraject om hun ervaringen gevraagd. Het gaat dan om de accounthouders fijner, zeker bij zo'n grote verandering, als er op bepaalde momenten informeler en de programrmalijncoördinatoren van de gemeente — de ambtenaren van de contact mogelijk was. Bijvoorbeeld tussen de gemeente en partijen, waarbij afdeling diversiteit die het contact onderhouden met de allianties en de kwar- je voorkomt dat partijen uren stoppen in een boekwerk en dan afgewezen taal- en verantwoordingsgesprekken doen, én om de penvoerders en vertegen- worden.” woordigers van organisaties in de zes allianties. Uit die focusgroepen kwam naar voren dat alle betrokkenen vinden dat er weinig tijd zat tussen het infor- De allianties herkennen dit beeld: meren over en het indienen van de aanvraag bij de nieuwe subsidieregeling. “Er was wel de mogelijkheid om vragen te stellen over de regeling, maar Een korte voorbereidingsperiode, een klinisch proces daarna was er alleen nog het ene feedbackmoment. En bij de eerste workshop sloot de gemeente wel aan. Maar op het moment dat de regeling inging op 31 Tussen de eerste informatiebijeenkomst en de deadline van de aanvraag zat januari, was alle communicatie uit den boze. Dat creëert een afstand die er een half jaar waarin de allianties, behalve elkaar leren kennen, ook moesten toch al was met zo'n verandering.” werken aan een vrij zwaar en onbekend onderdeel in de aanvraag: de TOC. De accounthouders vertellen dat zij liever eerder — bijvoorbeeld een jaar van Onzekerheid aan beide kanten tevoren — de organisaties in het veld geïnformeerd hadden, en een bijeenkomst hadden georganiseerd. Voor de allianties was het halve jaar waar het nu op neerkwam, een stressvolle periode, waarin er tevens enige onduidelijkheid was over de nieuwe subsidie- “De gemeente zou dus minimaal een jaar van tevoren [willen] starten met zo'n regeling. De organisaties ervaarden enige druk om een alliantie te vormen, regeling. Voor de organisatie is het ook een interne klus. De afdeling Diversiteit omdat volgens hen anders de kans bestond dat zij geen subsidie meer zouden is klein en dit is een grote klus. Voor de partijen heeft het ook veel impact. krijgen. Hoewel de gemeente aan heeft gegeven dat sommige organisaties in Partijen gingen van wel subsidie, naar geen subsidie.” het veld ook aanspraak zouden kunnen maken op andere subsidiestromen, met name de Subsidieregeling Sociale Basis van de stadsdelen, hadden veel De medewerkers van de gemeente stellen dat met meer tijd vooraf de orga- organisaties het gevoel dat zij hier niet terecht konden. In hun ogen zijn de nisaties ook meer tijd hadden gehad om aan de nieuwe subsidieregeling te subsidies uit de Sociale Basis kleinschalig en gericht op stadsdeelniveau, waar- wennen, zich te beraden op eventuele alternatieven en/of zich voor te bereiden door zij er niet voor in aanmerking komen. Een aantal organisaties, die via de op de aanvraag en wat daarvoor nodig was. Achteraf zeggen zij over de afdeling Diversiteit een subsidie ontvingen binnen de oude subsidieregeling, aanvraagprocedure: werken stadsbreed. Hoewel de gemeente Sociale Basis en alliantiebeleid als aanvullend aan elkaar heeft bedoeld, hebben de organisaties in de allianties dat bij de introductie van het nieuwe beleid niet als zodanig ervaren. 10 En mn mn De allianties vreesden in deze periode ook dat organisaties die niet in een 2.2. Ervaringen van de allianties binnen het voortraject alliantie terecht zouden komen, geen aanspraak zouden kunnen maken op een andere subsidiestroom, en dus niet konden blijven bestaan. Daardoor, zo Wat zijn de ervaringen van de allianties met het voortraject? In de quickscan stellen zij, zou veel kennis en kunde voor de community verloren gaan. en tijdens de focusgroepen hebben we met de organisaties in de allianties stilgestaan bij hun ervaringen en hebben we tevens gekeken naar mogelijke “Het emancipatie- en diversiteitsveld is een activistenveld, dat is kwetsbaar. verbeterpunten. Gedurende het voortraject heeft de gerneente Radar Advies Mensen met veel passie, die lang gratis werken, vanuit hun hart en urgentie. ingehuurd om ondersteuning te bieden in de vorm van een aantal workshops: Als je mensen als concurrent tegenover elkaar zet, dan neem je een groot onder andere over netwerken, samenwerken en het opstellen van een Theory risico. Je veroorzaakt onrust in het veld.” of Change. Daarnaast had de gemeente bureau Radar Advies ingehuurd om de allianties te ondersteunen bij het maken van de aanvraag en dan met name Volgens de accounthouders kon de gemeente in deze periode wel doorver- bij het opstellen van de Theory of Change. wijzen naar de Sociale Basis — er was extra diversiteitsbudget toegevoegd aan de Sociale Basis. Maar de gemeente kon geen garantie geven dat organisaties D e aanvraag bij de Sociale Basis subsidie zouden krijgen. Dat proces was narnelijk aan de stadsdelen. De periode van onrust nam een paar maanden in beslag, waardoor Het aanvraagproces hebben de allianties ervaren als een zwaar traject. een aantal (vooral kleinere) organisaties in enorme spanning hebben gezeten. Ook de accounthouders van de gemeente herkennen deze kwetsbaarheid: “Er is veel tijd en moeite gaan zitten in het samenstellen van de alliantie en het schrijven van de aanvraag”. “Sommige partijen zijn na de alliantiesubsidietoekenning uiteindelijk bij de sociale basis, terecht gekomen. We hebben de afvallers daar ook naar Vooral in de grotere allianties nam het afstemmen veel tijd in beslag. ledereen verwezen. Maar soms met pijn in het hart omdat je een deel wel bij de afdeling moest op korte termijn bij elkaar gebracht worden om een gezamenlijke visie te Diversiteit zou willen houden.” ontwikkelen voor de Theory of Change. Voor organisaties die elkaar al kenden of al samenwerkten was dit makkelijker dan voor organisaties die elkaar in Het besluit van de gemeente om een nieuwe subsidieregeling te imple- een kort tijdsbestek moesten leren kennen. menteren om het veld te vernieuwen, was voor beide zijden nieuw en kende onzekerheden. Het was voor de accounthouders lastig inschatten “Als je kijkt naar de subsidie, dan zit er eigenlijk net zo veel tijd in het of ze het veld hiermee zouden helpen. voortraject als het traject zelf.” De zwaarte van het traject is vooral te wijten aan de ingewikkelde eisen die van gemeentewege gesteld werden aan de aanvraag. De allianties zeggen allemaal veruit de meeste tijd kwijt te zijn geweest aan het schrijven van een Theory of Change. Zij omschrijven de TOC als een ingewikkelde wetenschappelijke 1 En mn mn methode, die lang niet bij iedereen in het veld bekend was. De allianties vragen “Bedenk wel dat wij niet wisten of we geld zouden krijgen, of de aanvraag zich af in hoeverre de gemeente van praktijkorganisaties, zelforganisaties en gehonoreerd zou worden. Er zijn ook allianties die die hele Theory of Change zzp'ers — professionals, maar ook vrijwilligers — kan en mag verwachten dat voor niets hebben gemaakt.” zij hiermee uit de voeten kunnen. Een aantal allianties ervaart het belang dat aan TOC werd gehecht in de aanvraag en de beoordeling als overdreven en De gemeente zou de allianties in spe hier meer tegemoet kunnen komen. bij tijd en wijle oneerlijk: Een ander aandachtspunt bij de ondersteuning van Radar Advies is het feit “De aanvraagprocedure was heel ingewikkeld waardoor minder professionele dat deze ondersteuning vrijwel uitsluitend tijdens kantooruren aangeboden organisaties geen kans kregen.” werd. Hierdoor was de ondersteuning voor mensen die tijdens kantooruren andere verplichtingen hadden, niet toegankelijk. Uiteindelijk heeft er nog wel “Het is wel een kader [de Theory of Change], maar dat zou kunnen met een sessie op een doordeweekse avond plaatsgevonden, maar een aantal alli- een makkelijkere en overzichtelijkere vorm die makkelijker is voor kleinere anties zouden graag zien dat dit in een eventuele nieuwe subsidieronde anders organisaties. Een Theory of Change is te ingewikkeld voor zelforganisaties, om wordt. En dat ondersteuning meer in aansluiting op de behoefte van het veld aan de slag te gaan met zo'n methodiek.” gegeven wordt; ook in de avonduren of in het weekend plaats kan vinden, zodat het voor iedereen toegankelijk en laagdrempelig is. Verder valt het gebruik Zij geven aan dat de ondersteuning van Radar Advies hen hierbij onvol- van een Theory of Change wat hen betreft in een eventuele nieuwe rond ook doende geholpen heeft. te heroverwegen. Ervaringen van de ondersteuning De noodzaak van een Theory of Change? Radar Advies heeft een aantal bijeenkomsten verzorgd waar de allianties vragen De allianties zien de waarde in van het proces die het maken van een Theory konden stellen over de Theory of Change. De allianties hebben in verschillende of Change met zich meebrengt. Door van tevoren een gezamenlijke visie te mate gebruik gemaakt van deze ondersteuning. Een aantal zijn bij elke work- ontwikkelen, ontstond er een helder stappenplan met verschillende activiteiten shop aanwezig geweest, anderen volgenden er een paar; één alliantie had er die nodig zijn om naar die visie toe te werken. Toch neemt dat niet weg dat geen behoefte aan. Alhoewel de allianties de ondersteuning van Radar Advies niet elke organisatie beschikt over de (financiële) middelen om hier tijd voor zeker waarderen, was het voor geen enkele alliantie de ondersteuning waar vrij te maken. Daarnaast bestaan veel organisaties voor een groot deel uit behoefte aan was. De allianties hadden liever gezien dat er iemand beschik- vrijwilligers, die zich naast hun (fulltime) baan inzetten voor de organisatie. baar was om mee te schrijven aan de aanvraag (in casu de TOC), in plaats van Het schrijven van de aanvraag gebeurde bij de meeste organisaties in de eigen alleen maar adviezen te geven daarover. Ben aantal allianties vragen zich ook tijd: in de avonduren en in het weekend. Dat vraagt om een grote, persoonlijke af of de middelen die naar Radar Advies zijn gegaan, niet beter ter beschikking investering waar volgens de allianties weinig tegenover staat. De organisaties van de allianties gesteld hadden kunnen worden. Zodat ze bijvoorbeeld (zelf) in de allianties hadden niet allemaal de middelen om iemand binnen de orga- iemand in hadden kunnen inhuren om mee te helpen bij het schrijven van de nisatie vrij te maken voor de TOC, laat staan om iemand in te huren. Sowieso aanvraag of zodat er tenminste gecompenseerd kon worden voor de tijd en vonden de allianties het al een investering dat ze eerst een training moesten het werk die ze er in staken. 1 En mn mn volgen (over de Theory of Change), voordat ze de aanvraag konden schrijven. Nog een keer? Veel organisaties hadden dat nog nooit meegemaakt. Zouden de allianties met de kennis van nu, nogmaals in zo'n traject stappen? “Ik heb vaker aanvragen gedaan, maar nog nooit een aanvraag waarbij je eerst Dat is een vraag die hen, halverwege de rit van deze eerste ronde alliantiebe- een cursus moet doen om te snappen wat ze van je willen.” leid, ook bezighoudt. Als de opzet van het voortraject niet verandert, zullen een aantal allianties daar nog eens goed over na moeten denken. Zij kijken er De Theory of Change in deze huidige vorm voelt voor de allianties als een te zo naar: zwaar instrument binnen de aanvraag. De allianties pleiten ervoor het voor- traject minder belastend te maken. Zij opperen bijvoorbeeld de mogelijkheid “Het is denk ik te veel werk, voor te weinig wat je er uit krijgt. We hebben om ideeën mondeling te pitchen, of de mogelijkheid van een simpeler visiedo- het [..] gedaan voor de goede zaak. Emancipatie en diversiteit moeten verder cument. Alle organisaties zouden hier baat bij hebben, in hun ervaring en voor geholpen worden in de stad. De organisaties en mensen die daarvoor staan de kleinere organisaties en grassroots organisaties is het een noodzakelijke moeten de kans krijgen. Maar er ligt heel veel werk op onze schouders.” voorwaarde om goed mee te kunnen doen in het voortraject. “Je moet als alliantie ook de hele tijd een brug zijn tussen de gemeente en de Nederlands als voertaal community -mensen die de ambtelijke taal niet snappen.” Tijdens de focusgroepen kwam ook naar voren dat de aanvraag, de subsidie- Wat zou de gemeente kunnen doen om het voortraject de volgende keer beter regeling en alle informatie die door de gemeente verstrekt werd, uitsluitend te laten verlopen? De allianties benoemen een aantal punten. De TOC uit de in het Nederlands beschikbaar was. Het diversiteitsveld in Amsterdam kent aanvraag halen en vervangen door een laagdrempeliger vorm. De gemeente meerdere organisaties waar Nederlands niet de voertaal is en er voornamelijk zou budget direct beschikbaar kunnen stellen aan de non-profit organisaties Engels wordt gesproken. De allianties gaven aan dat, door alle informatie alleen in het veld voor het schrijven van de aanvraag. Daarmee krijgen kleinere orga- in het Nederlands te verstrekken, het gevaar ontstaat dat Engelstalige organi- nisaties en organisaties die vooral uit vrijwilligers bestaan, ook de kans om tijd saties buiten de boot vallen, terwijl zij ook een belangrijke rol vervullen in de vrij te maken voor de aanvraag. Daarnaast zouden de allianties het waarderen stad en voor hun (niet-Nederlandstalige) community. Enkele allianties zijn veel als informatie tevens in het Engels verspreid wordt, om niet-Nederlandstalige tijd kwijt geweest aan het vertalen van alle informatie, omdat zij deze organi- organisaties te betrekken. Tot slot zou de gemeente, mochten zij weer onder- saties wel wilden includeren. Zij zouden het op prijs stellen als de gerneente in steuning beschikbaar stellen tijdens het aanvraagproces, er zorg voor moeten het vervolg ook in het Engels communiceert en informatie beschikbaar stelt, dragen dat deze ondersteuning ook buiten kantoortijden aangeboden wordt. zodat de regeling inclusief is voor alle organisaties in de stad. 13 En mn mn 2.3. Ervaringen van accounthouders/gemeenteambtenaren “hoe dan ook een ingewikkelde aanvraag blijft als zij nog geen ervaring hebben met het schrijven van een Theory of Change. Het was afwachten of Hoe hebben de accounthouders het voortraject ervaren? Hun ervaringen zijn deze aanvragen ook zouden voldoen aan de kwaliteitseisen die de gemeente overwegend positief, al zien zij ook dat het voor de allianties een intensief gesteld had.” voortraject is geweest, zeker voor degene die daarna geen alliantiesubsidie hebben gekregen. Daarnaast waren een aantal accounthouders bang om een aantal relevante partijen kwijt te raken in het diversiteitsbeleid door deze nieuwe regeling, met Voorheen waren de accounthouders meer tijd kwijt aan het beoordelen van name de kleinere organisaties die veelal gerund worden door vrijwilligers. aanvragen. Maar de nieuwe regeling brengt ook uitdagingen met zich mee. Zo was het voor de accounthouders nog zoeken hoe alle aanvragen beoor- “Een aantal organisaties hebben kunnen overstappen naar een andere deeld moesten worden. Op bijna alle beleidsprioriteiten waren meer dan twee subsidiestroom, maar een aantal vrijwilligersorganisaties zijn we aanvragen binnengekomen. Tijdens het beoordelen van de aanvragen lag de kwijtgeraakt.” nadruk op de Theory of Change (TOC's). Uit de focusgroepen komt naar voren dat de ambtenaren en de allianties de TOC een ingewikkeld onderdeel van de Dat vinden de accounthouders jammmer, maar er was ook niet aan te ontkomen aanvraag vinden, misschien wel te ingewikkeld voor een subsidieaanvraag aan met deze regeling. de gemeente. Maar de accounthouders vinden ook dat een TOC de allianties wel beter laat nadenken over een gezamenlijke visie en samenwerking voor Niettemin zijn de accounthouders te spreken over de ervaringen met het voor- de stad, dan een activiteitenplan met alleen maar doelstellingen. traject in de nieuwe subsidieregeling. Waar de accounthouders voorheen een groot aantal subsidieaanvragen apart moesten beoordelen, is dat met deze De accounthouders bevestigen dat de Theory of Change de kern van de nieuwe regeling teruggebracht naar veertien aanvragen voor zeven beleidspri- aanvragen vormden en ook zij ervaren het in de praktijk als “een ingewikkeld oriteiten. Voor de accounthouders bracht dit voortraject meer overzicht en instrument. Dat vroeg veel van organisaties.” Ben aantal accounthouders vraagt structuur. De verwachting was dat de nieuwe subsidieregeling meer synergie zich daarom af of er gelijke kansen waren voor vrijwillige en professionele zou brengen in het veld en deze verwachting is, wat betreft de gemeente organisaties. De regeling is zo opgezet dat zowel professionele als vrijwillige uitgekomen. organisaties konden indienen, en ook combinaties daarvan. Maar deze uitvoe- ring van de nieuwe subsidieregeling creëerde een zeker spanningsveld, aldus “Organisaties hebben elkaar opgezocht in het voortraject en zijn samen gaan de gemeenteambtenaren van de afdeling diversiteit. Ben accounthouder vertelt werken, de krachten zijn gebundeld.” dat organisaties vrij waren om gebruik te maken van de ondersteuning, maar dat het Daarnaast vinden de accounthouders dat de kwaliteit van de aanvragen vooruit is gegaan, het veld wordt professioneler. De Theory of Change vinden zij in z'n algemeenheid een mooi instrument om een heldere visie op de beleidsprioriteit te krijgen, ook al is het een ingewikkeld en wellicht te zwaar, wetenschappelijk 14 En mn mn instrument voor een veld dat in de stad praktisch aan diversiteit wil werken. Er waren geen richtlijnen, allianties mochten hun activiteitenplan vrij invullen. De accounthouders denken dat het vragen naar een heldere visie en bijbeho- Daardoor zijn er veel verschillen waar te neren in de plannen, ambities en doel- rende activiteitenplannen de stad uiteindelijk ten goede komt. stellingen van de allianties. Sommige allianties hebben de beleidsprioriteiten van de gemeente één op één overgenomen. Anderen hebben de doelstellingen, Met de ondersteuning via Radar Advies heeft de afdeling diversiteit een poging die door het college op zijn gesteld, verder toegespitst of onderdeel gemaakt gedaan om een gelijk speelveld te creëren. De accounthouders denken achteraf van hun eigen doelstellingen. dat dat laatste niet helernaal gelukt is. Zij vertellen ook dat het belang van de TOC in de beoordeling van de aanvragen soms tot een uitkomst heeft geleid Door tijdens het voortraject weinig kaders te stellen — bijvoorbeeld over de waar zij achteraf ambivalente gevoelens over hebben: te verwachten ‘producten/samenwerkingsactiviteiten/resultaten van de alli- antie — over verwachte vorm van de samenwerking — over aantal partijen dat “Dan wint de alliantie met de beste Theory of Change, terwijl je je kan ideaal gesproken aan een alliantie deelneemt et cetera, heeft de gemeente veel afvragen of die alliantie qua doelstelling of samenstelling zoveel beter paste ruimte voor variatie in de uitvoering van het diversiteitsbeleid gecreëerd. Het in het diversiteitsbeleid dat wij hebben, dan de andere aanvragers op die is de vraag of dit goed heeft uitgepakt voor de sturing van het beleid. beleidsprioriteit.” Doordat de organisaties het gevoel hadden dat zij in concurrentie met elkaar Ook is het voorgekomen dat de aanvraag van de gehonoreerde alliantie slechts waren, zijn de activiteitenplannen gemaakt in dit voortraject bovendien een deel van de beleidsprioriteit in kwestie dekte. Ben accounthouder in de tamelijk ambitieus uitgevallen. Zeker met het oog op de tijdspanne waarin de focusgroep: samenwerking tot stand moest komen, en de activiteiten gerealiseerd moesten worden. Activiteitenplan en praktische haalbaarheid staan daardoor vaak op “Dat betekent dan dat een deel van die beleidsprioriteit minder aandacht krijgt gespannen voet. in de stad.” Dat de allianties op voorhand weinig handvatten kregen voor het activitei- 2.4. Observaties van de onderzoekers bij het voortraject tenplan heeft er ook toe geleid dat de allianties verwachtingen kregen over de vrijheid die zij zouden hebben in de uitvoering ervan. Die verwachtingen De allianties moesten een aantal stukken aanleveren in de aanvraag. Voor de leiden soms tot teleurstellingen (zie verder hoofdstuk 4). Theory of Change en de begroting was er een format beschikbaar, maar voor het activiteitenplan bijvoorbeeld niet. Dat leidde tot zeer verschillende activi- teitenplannen. Ze verschillen in concreetheid, type activiteiten en het tijds- frame. Ze verschillen in benoeming van doelgroepen en ook van producten. Zo zijn er bijvoorbeeld allianties die hun activiteiten al heel praktisch invullen (bijvoorbeeld met trainingen voor de doelgroep), terwijl andere allianties nog veel meer bezig zijn met het creëren van bewustzijn en draagvlak, binnen en buiten de community. 15 En En al mn mn e 3 E rva MI n ge n m et Contact- en overlegmomenten samenwer ki n g hb Ì nnen d e Meerdere allianties geven aan dat ze in de eerste fase — het voortraject- vaker . . contactmomenten met elkaar hadden dan nu. Tijdens het schrijven van de dad | L ran t ‚es aanvraag hebben sommige allianties zelfs wekelijks contact gehad. Allianties overleggen nu gemiddeld één keer per maand of één keer per twee maanden. Daarnaast zijn er een aantal allianties die met WhatsApp groep werken. De appgroep wordt beschreven als een laagdrempelige manier om elkaar op de Uit de focusgroepen met de accounthouders van de gemeente en met de orga- hoogte te houden van activiteiten en nieuws voor zowel de betrokken part- nisaties binnen de allianties blijkt dat iedere alliantie anders werkt en dat elke ners als hun achterban. Men gebruikt de contactmomenten om elkaar beter alliantie op een andere manier samenwerkt. De alliantiepartners zijn in elke te leren kennen en goed met elkaar af te stemmmen over de beoogde/geplande alliantie op een andere manier bij/tot elkaar gekomen. Ze verschillen dus op activiteiten en de uitvoering daarvan. allerlei vlakken van elkaar in de ervaring van en het proces van samenwerken. In dit hoofdstuk gaan we nader in op de organisatie van de samenwerking De frequentie van het onderlinge contact heeft ook te maken met wat de allian- binnen de allianties. Daarnaast geven we inzicht in hoe allianties de samen- tiepartners samen doen. In meer dan de helft van de allianties is een speciaal werking met elkaar ervaren en wat de alliantievorm voor hen zelf én voor het voor de alliantie bedacht gezamenlijke activiteiten gaande (tentoonstelling, veld oplevert. boek, trainingen, onderwijs, campagne bijvoorbeeld) waar gezamenlijk aan gewerkt wordt. In andere allianties is ervoor gekozen dat elke partner vooral 3.1. Praktische organisatie van de samenwerking in de zn eigen (oorspronkelijke) activiteiten blijft voortzetten in de stad en dat de . . diversiteit en inclusie op die manier bevorderd wordt. De alliantie wordt dan allianties | vooral gebruikt om met elkaar te sparren en elkaar netwerken en ervaringen We hebben een procesevaluatie gedaan bij zes allianties. De allianties zijn zeer benutten. Naarmate de samenwerking op gang komt, nemen de contactmo- verschillend in grootte en in organisatie van de samenwerking. Het aantal menten af. deelnemers per alliantie verschilt van 5 tot 23 alliantiepartners (zie de tabel in hoofdstuk 1). De allianties zijn op verschillende manieren gevormd. De helft “In het begin zagen we elkaar heel vaak, om op één lijnt te komen. En nu loopt van de allianties kenden elkaar vooraf al goed, de andere helft begon met deels het allemaal en is het minder frequent. We hebben een whatsapp groep dus bekende, en deels nieuwe contacten. Ook ziet de samenwerking binnen de daar komen berichten voorbij en laten we zien waar iedereen mee bezig is.” allianties er verschillend uit. De mate van samenwerking en de activiteiten verschillen per alliantie sterk. Daarnaast is coördinatie en projectleiderschap “We hebben en appgroep waar we snel kunnen schakelen dat gaat lekker per alliantie weer anders georganiseerd. snel. We houden elkaar op de hoogte met foto's en allerlei nieuwtjes. Ook 16 En mn mn over andere projecten naast deze alliantie. We houden elkaar regelmatig ook de partij die de coördinatie en aansturing doet. Twee allianties hebben er op de hoogte van activiteiten. En dan weet je ook wat de anderen aan het voor gekozen om penvoerderschap en projectleiderschap te splitsen. Zij hebben organiseren zijn, wat voor activiteiten er zijn in andere stadsdelen. We hebben aan het begin of na de start een projectleider aangenomen die de coördinerende ook een LinkedIn pagina waar ook regelmatig gepost wordt.” taken op zich neemt. De coördinator is in alle allianties bezig met iedereen betrokken houden, organiserende taken en contact onderhouden met zowel Overleggen vinden zowel online als offline plaats. Allianties geven aan dat alliantiepartners als de gemeente. Over het algemeen ligt de coördinatie schap het vaak efficiënter en haalbaarder is om online te overleggen als het om bij een grotere en geprofessionaliseerde organisatie. In deze gevallen geven een grotere groep gaat. Hoewel niet iedere alliantie hiervoor kiest, zijn er de penvoerders/projectleiders aan dat het redelijk goed lukt om hun functie. allianties die het belangrijk vinden om ook informeel bij elkaar te komen. Binnen hun eigen organisaties is er voldoende mankracht, ervaring, kennis Allianties spreken van borrels en teambuilding activiteiten die niet georgani- en ondersteuning in huis is om dit te kunnen doen Ben van de kleinere allian- seerd worden met een specifieke agenda. Het bevorderen van het onderlinge tiepartners geeft aan dat de coördinatie bij een grotere geprofessionaliseerde contact staat hierbij centraal. organisatie voordelen heeft: “Een van de dingen die ik heel belangrijk vind is dat we als groep ook na het “Persoonlijk vind ik het heel fijn dat zij penvoerder wilden zijn. Zij zijn een werk en tussendoor aan teambuilding doen. Ben borreluurtje of een netwerk. grotere organisatie en wat meer mankracht. Bijvoorbeeld ook vanuit financiën Gezellig samen zijn. Sowieso de vergaderingen plannen met elkaar, dat is toch en alle documenten etc. dus ik vond dat heel fijn. Qua projectleiderschap vind wat (alle agenda's afstemmen). En een aantal organisaties hebben vrijwilligers. ik het heel leuk om samen af te stemmen en na te denken en ik vind dat zelf Maar uiteindelijk vinden we elkaar. En ook al is het maar een uurtje. Meestal een fijne rol. Er komt altijd meer bij kijken dan je denkt bij penvoerderschap. sluit het informele aan op een vergadering.” Dus fijn dat zij daar draagkracht voor hebben.” We zien dat de grootte van de alliantie een rol kan spelen in de overlegvorm en Als een kleinere organisatie de coördinatie in de alliantie doet/moet doen overlegmomenten die gekozen worden. De grote allianties — waarin ook veel ervaren de penvoerders/coördinatoren meer problemen, zo vertellen zij in vrijwilligersorganisaties zitten — hebben vaak een constructie met een harde de focusgroepen. Helemaal als het penvoerderschap en de coördinatietaken kern en kleinere subgroepen die met elkaar afstermmen en aan activiteiten bij kleinere organisaties liggen die uit vrijwilligers en zzp-ers bestaan. Deze werken. Hoe groter de alliantie, hoe moeilijker het wordt om regelmatig als kleinere organisaties geven aan dat de uren die zij kwijt zijn aan coördinatie complete alliantie samen te komen. taken te veel zijn en dat ze daardoor minder tijd hebben voor de inhoud en activiteiten. Bovendien geven zij aan dat die uren niet altijd even goed betaald Penvoerderschap, projectleiders en coördinatie zijn en ervaren zij het papierwerk en de verantwoording die bij de alliantie- vorm komt kijken als ingewikkeld, te ingewikkeld voor samenwerkende Over het algemeen zijn de allianties erg positief over hun penvoerders, project- grassroot-organisaties. leiders en coördinatoren. Ze spreken hun tevredenheid en waardering uit over degenen die deze taken uitvoeren. Binnen de meeste allianties is de penvoerder 17 En mn mn “Als de formulieren voor de verantwoording — the most significant change Als team voeren zij ook samen alle activiteiten uit. Bij deze allianties zien we verslagen — weer verzameld moeten worden is dat een enorme klus. Niet alle dat zij als geheel bezig zijn met communicatie naar buiten toe als alliantie. organisaties bij ons zijn gewend dat soort dingen bij te houden. Sommigen Hier zien we ook dat alliantiepartners sneller de samenwerking opzoeken vinden dat ook geneuzel. Dan ben ik degene die dat moet verzamelen. Niet voor activiteiten die geen onderdeel zijn van het activiteitenplan dat ze als altijd even leuk.” alliantie hebben geschreven. De alliantiepartners ondersteunen elkaar door elkaars activiteiten te bezoeken en promoten, ook als deze geen onderdeel De positie van coördinator/projectleider voelt voor dit type organisaties niet uitmaken van de alliantie. Maar ook ondersteuning op andere vlakken, zoals altijd even natuurlijk of prettig. Een van de allianties zegt daarover: de verhuizing naar een nieuw kantoor of het helpen met professionaliseren binnen kleinere organisaties. Hierin lijken allianties gebruik te maken van “De gemeente schuift het gedoe met die alliantievorm wel heel makkelijk naar elkaars kennis en expertise. Daarnaast is er een alliantie die bijeenkomsten ons toe. De spanningen sussen, zelf het budget moeten verdelen, de boel bij en contactmomenten met organisaties organiseert die geen onderdeel zijn van mekaar moeten houden. Daar zit je niet echt op te wachten” de alliantie. Zij hebben geld gebudgetteerd om initiatieven die daar uit komen te kunnen financieren. Er is een alliantie met veel deelnemende organisaties en overwegend vrijwil- lige en zzp-inzet, die de coördinatie bij twee alliantiepartners tegelijkertijd “Het samenwerken en elkaar versterken gaat in de praktijk veel verder nu. Wij heeft neergelegd. Dit lijkt goed te werken, omdat de coördinatielasten dan hebben nu een nieuw kantoor en alle partners van de allianties helpen ook met verdeeld kunnen worden en zij elkaar onderling kunnen ondersteunen. Eén het inrichten van het kantoor. We versterken elkaar en denken ook met elkaar alliantie heeft tussentijds gekozen voor een externe projectleider, omdat het mee in het professionaliseren van de allianties.” de penvoerder niet goed paste om deze taak uit te voeren. Dit wordt gewaar- deerd, maar is wel kostbaar. De meeste allianties vinden het wenselijk dat een Andere allianties kiezen voor een constructie met een harde kern die de trekker projectleider vanaf het begin al betrokken is, zodat die de partijen, de mensen is, terwijl andere partijen op basis van hun expertise betrokken worden bij en de voorgeschiedenis goed kent. Contact met de gerneente ligt voornamelijk sommige specifieke activiteiten. Soms zijn dit ook nog weer organisaties buiten bij de penvoerder, de coördinator(en) en/of de projectleider. Wel zien we bij de de alliantie, omdat partners het belangrijk vinden dat andere spelers in het meeste allianties dat andere alliantiepartners welkom zijn om aan te sluiten bij veld ook kunnen deelnemen en een podium krijgen in de bevordering van de gesprekken met de gemeenten. Uit de focusgroepen blijkt dat de allianties inclusiviteit en diversiteit in de stad. tevreden zijn over de afspraken die ze hierover onderling hebben gemaakt. In de allianties delen de partners een inhoudelijke visie. In hun aanpak zetten Samen optrekken of in subgroepjes eigen activiteiten ze in op het versterken van elkaars geluid. Niet iedereen vindt het belangrijk om samen activiteiten te organiseren en uit te voeren. Binnen sommige alli- De mate waarin en de manier waarop partners binnen een alliantie met elkaar anties wordt juist ingezet op het waarborgen van de autonomie van betrokken samenwerken loopt erg uiteen. Drie allianties hebben gekozen voor een samen- partners. Onderling contact, afstermnmen, elkaar inspireren en helpen groeien werking, waarbij alle partijen evenveel en op dezelfde manier betrokken zijn. worden gezien als belangrijke opbrengsten van de samenwerking in alle 18 En mn mn allianties. Ben van de allianties die ervoor koos om niet direct samen activi- middelen en op langere termijn kunnen plannen en werken aan hun doelen. teiten te organiseren omschrijft de onderlinge samenwerking en wat de stad Ook dit lijkt het geval te zijn met deze subsidievorm. Voor kleine organisaties daarvan terugziet als volgt: biedt de subsidie de mogelijkheid om te professionaliseren en werkzaamheden te bekostigen die voorheen volledig vrijwillig werden gedaan. “Het contact bestaat uit twee lagen. Onderste laag is als alliantie bij elkaar, meetings. Bespreken dingen met elkaar. Daar zijn de individuen met elkaar “De verwachting was dat we onze expertise met elkaar konden uitwisselen. geïnterconnect. Wij zitten in het fijnmazige van de netwerk community. Wij zijn allemaal zelforganisaties, behalve …, en het is fijn als we als Werken met elkaar samen. Wat je aan buitenkant ziet: elke organisatie zelforganisatie gebruik kunnen maken van expertise maar ook gebruik kunnen die zichzelf profileert. Activiteiten organiseren. We helpen elkaar aan de maken van voorzieningen. Wij leren veel van elkaar en nemen dingen ook mee onderkant en achterkant, maar dat zie je niet aan de voorkant” binnen de organisatie.” 3.2. Verwachtingen van de organisaties bij de onderlinge Respondenten benoemen echter ook elementen die niet aan hun verwachtingen . voldoen. Zo geven zij bijna allernaal aan dat de tijd die de alliantie vraagt veel samenwerking meer is dan ze hadden verwacht. Zowel het onderling afstemmen binnen de Een van deelvragen in de procesevaluatie betreft de verwachtingen die de alliantie als het afstemmen met de gemeente. De middelen die beschikbaar allianties hadden van de nieuwe subsidieregeling en of deze verwachtingen zijn, blijken voor de meeste allianties onvoldoende toereikend, waardoor veel zijn uitgekomen. Voor de gemeente is de kern van de nieuwe subsidieregeling partijen eigen tijd en middelen moeten investeren. Daarmee komt de synergie dat maatschappelijke organisaties, verenigd in een alliantie, mede-uitvoering binnen de alliantie nog wel eens onder druk te staan. De investering die de geven aan de bestuurlijke prioriteiten. De gerneente hoopt via de allianties: alliantie vraagt van organisaties is niet voor iedereen evenveel. Voor met name professionele organisaties zijn de werkzaamheden voor de allianties e het veld strategisch te benutten, erg verweven met hun reguliere werkzaamheden, voor zzp-ers en vrijwilligers e testuren op resultaat, komen de werkzaamheden voor de alliantie boven op hun andere werkzaam- e synergie in het veld te stimuleren en heden. Voor allianties die met vrijwilligers en zzp-ers werken zijn er vaker e meerjarige zekerheid te bieden aan partijen. uitdagingen met de organisatorische aspecten van werken in een alliantie. Ben gebrek aan zowel tijd als middelen wordt benoemd als belangrijke knelpunten. We zien dat allianties en partijen die deelnemen aan allianties hier ook dingen Dit maakt het verschil tussen professionele en vrijwillige inzet zichtbaar, maar over zeggen. Allereerst geven respondenten in de focusgroepen aan dat ze leidt ook tot slecht betaalde professionele krachten, zoals zzp projectleiders. verwacht hadden dat het een vorm van samenwerking zou zijn waarbij ze elkaar als partijen in het veld kunnen versterken en met elkaar uit kunnen wisselen. “Ik stop er ook heel veel tijd in, maar voor mij is het mijn werk. Daar krijg ik Het uitwisselen van expertise wordt erg gewaardeerd en gezien als een van de ruimte voor binnen mijn werk. dat voelt wel ongelijk. Ik wil onze penvoerder belangrijkste opbrengsten van het werken in een alliantie. Daarnaast hadden ze zoveel mogelijk betrekken bij alles en uitnodigen voor gesprekken, maar dat verwacht dat ze met deze alliantie voor langere tijd voorzien zijn van nanciële voelt soms wel moeilijk wetende dat het voor hen allemaal onbetaalde uren zijn.” 19 En mn mn Naast het tekort aan middelen, benoemen allianties ook de verhouding over- respondenten geeft aan dat ze binnen de alliantie bepaalde steun kan krijgen head en inhoudelijk te besteden geld. De overhead vraagt juist om veel tijd. die ze binnen haar eigen organisatie niet heeft, omdat ze alleen is in haar Verder zien we dat er uitdagingen ontstaan naarmate het aantal partners functie en rol. Daarnaast kunnen organisaties met elkaar brainstormen en binnen een alliantie toeneemt. Het wordt dan steeds lastiger om iedereen uit wisselen over uitdagingen die ze delen. betrokken te houden. Tegelijkertijd vinden allianties het belangrijk dat alle relevante partijen uit het veld de kans krijgen om mee te doen binnen de alli- “Wat ik wel als heel positief ervaar is … als coördinator ben je soms best alleen, antie. Uit de focusgroepen met kleinere allianties blijkt ook dat er veel organi- maar met deze alliantie ben je met een groep samen met hetzelfde bezig en je saties zijn die binnen de alliantie missen. Ze gaan dan wel opzoek naar andere kan met elkaar delen. Dat kan niet altijd binnen mijn organisatie. Je merkt ook manieren om organisaties te betrekken bij allianties. Bén alliantie heeft dit dat je vaak tegen dezelfde dingen aan loopt.” gemis opgelost door brainstormsessies met andere organisaties te organiseren en een klankbordgroep met deelnemers van buiten de alliantie te betrekken. Slechts een van de allianties geeft aan dat de onderlinge verhoudingen tussen Ook is er een alliantie die incidenteel andere organisaties van het alliantie- de organisaties door de alliantievorm meer op scherp zijn komen te staan dan budget kan betalen om deel te nemen aan activiteiten. voorheen. 3.3. Wat heeft de samenwerking gebracht? “De organisaties in onze alliantie zijn over het algemeen kwetsbaar en de mensen waarvoor wij activiteiten organiseren ook. Dat er druk van elkaar en Deze subsidieregeling streeft er onder andere naar om samenwerking tussen van de gemeente komt is dan contraproductief en dan knalt er wel eens iets … verschillende partijen te stimuleren en het veld strategisch te benutten ten Dat maakt het werken in een alliantie soms onveiliger dan het daarvoor was.” behoeve van de bestuurlijke doelen. De vraag is of het werken in deze allian- ties ervoor zorgt dat doelen van zowel de gerneente als de allianties behaald Als het gaat om de uitvoering en de inhoud, geven de meeste allianties aan kunnen worden. Weten partijen meer te bereiken door op deze manier samen dat ze veel van elkaar leren en elkaar inhoudelijk echt kunnen versterken en te werken? aanvullen. Ze kunnen afkijken bij elkaars organisaties als het gaat om orga- niseren en profileren. Met name de kleinere organisaties geven aan dat ze De allianties zijn erg positief over de samenwerking die ze met elkaar hebben. hier veel aan hebben. Daarnaast geven alliantiepartners aan dat ze door het Twee allianties geven aan dat ze wel eens spanningen hebben of gedoe. En bij samenwerken in de alliantie een veel beter beeld hebben van wat er gebeurt in twee andere allianties zijn nieuwe nauwe, warme banden aangeknoopt. Over het veld, waardoor ze sneller en makkelijker op elkaar kunnen inspelen. Niet het algemeen geven respondenten aan dat het goed is om samen te werken alleen als het gaat om activiteiten binnen de alliantie, maar ook daarbuiten. De met andere mensen en organisaties die eenzelfde doel voor ogen hebben. lijntjes zijn kort en het is makkelijker om elkaars netwerken te benutten en acti- Respondenten geven aan dat ze steun aan elkaar hebben en beschrijven viteiten ook op grotere schaal uit te zetten. Dit maakt het bijvoorbeeld moge- elkaar als collega's, vrienden, lotgenoten en medeactivisten. De activisten zetten lijk om in de hele stad en in verschillende stadsdelen activiteiten uit te zetten. zich vanuit een gezamenlijke intrinsieke motivatie in voor de thema's, doel- Sommigen partijen kenden elkaar al en werkten ook los van het alliantiebeleid groepen en de community rond emancipatie, diversiteit en inclusie. Ben van de al samen. Toch geven ze aan dat ze door de alliantie meer samenwerken. De 20 En mn mn alliantie zou een bepaalde urgentie creëren, waardoor er meer geïnvesteerd Niet alle allianties ervaren de financiële inrichting van het alliantiebeleid als wordt in de samenwerking en er prioriteit gegeven wordt aan de gestelde meerjarige zekerheid. Ten opzichte van de oude subsidieregeling is de gesub- doelen en de activiteiten. sidieerde periode inderdaad langer. De gemeente heeft de intentie om een alliantie twee jaar te financieren, maar het is niet zo dat de allianties over een “Wat het mooie is van de samenwerking. doordat die alliantie er is, is er periode van twee jaar mogen verantwoorden. De verlening van de subsidie urgentie om er daadwerkelijk tijd aan te besteden. Sommige dingen hadden we gaat per jaar, en van juni tot juni. De allianties vinden de tijd die hen gegund misschien ook zonder alliantie voor elkaar kunnen boksen. De contacten waren is, nog steeds best kort: er grotendeels al, maar nu zit er een gevoel van urgentie achter.” “Twee jaar zekerheid met een knip in het midden is nog steeds best kort Allianties geven aan dat ze samen meer kunnen bereiken dan alleen. Met om iets duurzaams neer te zetten. Bovendien komt die tussentijdse elkaars kennis en expertise weten ze dingen te organiseren en voor elkaar verantwoording voor juni wel heel slecht uit. Meestal zijn we dan druk met te krijgen die ze alleen waarschijnlijk niet was gelukt. Activiteiten maar ook activiteiten.” producten worden vaak samen gecreëerd, waardoor er draagvlak gecreëerd wordt en het door meerdere organisaties uitgedragen wordt naar buiten. De De verantwoordingsmomenten komen ongelukkig uit met het ritme van de helft van de allianties zetten zelfs bewust in op externe communicatie als uitvoering van activiteiten (herdenkingen in mei bijvoorbeeld). De allianties alliantie. Tegelijkertijd is een goede samenwerking van de mensen onderling zouden graag net als de gemeente willen werken in kalenderjaren. een belangrijke randvoorwaarden hiervoor. Een goede match op persoonlijk vlak lijkt een belangrijke randvoorwaarden te zijn voor de successen die binnen 3.4. Observaties van de onderzoekers over de onderlinge verschillende allianties worden geboekt. Daarnaast geven respondenten aan . …: . samenwerking dat het prettig is dat de subsidie voor meerdere jaren is. Het creëert rust en geeft ruimte om langere termijn doelen te stellen en daaraan te committeren We onderzoeken in de procesevaluatie ook in welke fase van (onderlinge) als alliantie. Ook geven allianties aan dat ze minder losse activiteiten orga- samenwerking de allianties zich bevinden. Elke nieuwe alliantie of partner- niseren, maar juist activiteiten organiseren die op elkaar aansluiten en een schap gaat volgens de psycholoog Bruce Tuckman (1965) vier stadia door: van gezamenlijk doel dienen. forming, viastorming en norming naar performing. De meeste allianties (vier van de zes) vinden dat de alliantievorm hen kansen biedt om een grote bijdrage te “Zelf vind ik het echt wel heel mooi dat je onderdeel bent van een grotere leveren aan de diversiteit en inclusiviteit in de stad. Een grotere bijdrage dan beweging in de stad en dat je je daaraan committeert voor langere tijd.” voorheen mogelijk was, toen ze niet in de alliantievorm werkten. Deze allianties zijn in wat Tuckman de ‘performing- fase’ zou noemen. Ze zijn in staat om via “Een meerjarenbegroting geeft in principe rust en ruimte om te bouwen. We de samenwerking gezamenlijk resultaat te boeken voor de stad in een context deden wel empowerment maar het was allemaal houtje touwtje gefinancierd. van gestabiliseerde relaties en acceptatie van de eigen rollen. De andere twee En nu geeft het gewoon rust. Je kan bouwen aan het werk dat je doet en die zijn het eerste stadium van — in Tuckmans woorden- forming al voorbij, maar verwachting is echt uitgekomen.” kennen nog steeds momenten van storming (spanningen uitspreken, conflicten 21 En mn mn over leiderschap) en norming (samen één doel uitkristalliseren en de gemneen- schappelijke normen en waarden vaststellen). De forming fase hebben deze allianties tijdens het voortraject gehad. Maar de ideale randvoorwaarde van uitstekende en rustige relaties onderling is daar nog niet contant aanwezig. Allianties die uit veel partijen bestaan lopen er soms tegenaan dat ze nog onvoldoende op één lijn zitten, en daar energie aan moeten besteden. Ze zijn aan het zoeken hoe ze met elkaar willen en kunnen samenwerken, zonder elkaar of de penvoerder te veel te belasten. Inclusiviteit van de activiteiten Ongeacht de fase van samenwerking waarin de allianties zich bevinden, zijn ze wel allemaal tevreden over de inclusiviteit van hun activiteiten. In twee allianties zijn de meeste activiteiten voor en door de LHBTIQ+ community in de stad. In alle zes de allianties zijn mensen van kleur vertegenwoordigd en worden mensen van kleur uitgenodigd om deel te nemen aan de activiteiten. Eén alliantie die diversiteit hoog in het vaandel heeft maar zelf niet alle orga- nisaties binnen de alliantie vertegenwoordigd heeft, maakt er werk van om ook activiteiten van de andere organisaties te ondersteunen. In deze procese- valuatie hebben we niet bij de communities kunnen navragen wat zij van de inclusiviteit van de activiteiten van de allianties vinden. Dat valt buiten deze evaluatie. 22 En En al mn mn 4 C on t ac t t ussen d e De gemeente stuurt in het nieuwe alliantiebeleid via kwartaalgesprekken met accounthouders per alliantie en via het verantwoordingsinstrument ‘most ge meen te en d e a Wi an ti es significant change ' (MSC). Het is de bedoeling dat deelnemers aan activiteiten van de alliantie na zo'n activiteit een formulier invullen, ook de organisatoren van het evenement doen dat. De verzameling MSC's gaat twee keer per jaar naar de accounthouder van de gemeente. In halfjaarlijkse gesprekken met de De ingang van de nieuwe subsidieregeling ‘Diversiteit en inclusiviteit voor gemeente worden ze besproken, Net als de voortgang van de activiteiten en allianties Amsterdam 2021-2023’ bracht een aantal veranderingen in het subsi- een financieel overzicht. Bij aanvang van het alliantiebeleid was het dus de diebeleid van de gemeente met zich mee. Vanaf 2013 werd gebruik gemaakt bedoeling dat accounthouders en allianties elkaar in informele kwartaalge- van de subsidieregeling ‘Burgerschap en Diversiteit, die alleen losse, eenmalige sprekken en twee keer per jaar formeel zouden spreken. projectsubsidies verstrekte. De gerneente ervaarde deze vorm van financiering zoals reeds in de inleiding gezegd, als ad hoc, willekeurig en versnipperd. Het In dit hoofdstuk zullen we de ervaringen van de zes allianties en van de bood ook geen ruimte voor maatwerk en meerjarige projecten. Met de nieuwe accounthouders van de gemeente met het nieuwe beleid beschrijven Welke subsidieregeling ging de gemeente van individuele, losse projectsubsidies aan gedeelde ervaringen zijn er en welke uitdagingen brengt het nieuwe beleid organisaties die zich inzetten voor diversiteit en inclusie, stadsbreed, naar een volgens de betrokkenen met zich mee? Hoe was het contact tussen de gemeente subsidie met alliantiestructuur. Wie buiten de gehonoreerde allianties viel liep en de allianties? het risico om geen subsidie meer te ontvangen van de gemeente. 41. Gedeelde ervaringen van accounthouders en allianties Er bleven ook dingen hetzelfde. Zo bepaalde de gemeente nog steeds hoeveel subsidie er per beleidsprioriteit en dus per alliantie beschikbaar was. Tussen Het besluit van de gemeente om een nieuwe subsidieregeling te implemen- de zes allianties die het Verwey-Jonker Instituut in deze procesevaluatie sprak teren om het veld te vernieuwen, was een moment van onzekerheid (zie ook was er veel verschil in het beschikbare budget. Niet het aantal deelnemers hoofdstuk 2). Het was voor de accounthouders lastig inschatten of de doelen dat aan de alliantie deelnam, maar het belang van de bestuurlijke prioriteit in voldoende mate bereikt zouden worden. De gemeente had de doelen voor in kwestie bepaalde het bedrag dat de alliantie ontving. Vervolgens moest er ogen die zij met het nieuwe beleid wilde bereiken: binnen de alliantie — vaak door penvoerders/projectleiders/coördinatoren — uitgemaakt worden welke alliantiepartner welk budget kreeg om activiteiten e het veld strategisch benutten, uitte voeren. Er mocht 15% van de totale alliantiebegroting door de penvoerder e sturen op resultaat, opgevoerd worden als organisatie-/ coördinatiekosten. e stimuleren van synergie in het veld, e en meerjarige zekerheid bieden. 23 En mn mn Forming-fase van partnerschap tussen gemeente en allianties de gemeente was het helemaal niet dat. Ik dacht dat de gemeente ook een sparringpartner was, maar het was vooral een overhoring iedere keer.” De stap naar het alliantiebeleid bracht de doelen dichterbij, maar er lag in de weg naar deze doelen ook nog veel open. De gemeente zelf had van tevoren “De gemeente lijkt ook niet zo'n duidelijke koers te varen, is zoekende. Maar geen Theory of Change gemaakt. Met de toekenning van subsidie aan de zes tegelijkertijd verwachten ze van ons dat we niet meer zoekende zijn”. allianties begon een traject van nadere invulling, zo ervaarden beiden kanten. Het sturen op resultaat en de meerjarige zekerheid kregen al snel handen en Tussen sociale basis en alliantieregeling voeten van gemeentewege: in beschikkingen werden kwartaalgesprekken en halfjaarlijkse verantwoording afgesproken. Wat betreft het veld strategisch Verder ervaarden zowel de gemeente als het veld dat de relatie tussen de benutten en het stimuleren van synergie bleek al snel dat een alliantiebe- nieuwe subsidieregeling en de Sociale Basis regeling meer aandacht behoeft. Er sluit alleen, daar niet genoeg voor was. Beide kanten — gemeente en allianties vielen rond 1 juni 2021 acht van de veertien alliantie-aanvragen af. Ben aantal moesten dat samen werkenderwijs gaan uitzoeken. Het partnerschap tussen partijen werden op voorhand gewezen op de mogelijkheid van subsidiëring de gemeente en de allianties is in de meeste gevallen het laatste jaar nog in via de zogeheten Subsidieregeling Sociale Basis. Maar hoewel die regeling ook de fase van forming geweest. stadsbreed op het thema diversiteit ingezet kan worden, wordt ze uitgevoerd door de stadsdelen en gaat het vooral om activiteiten rond gezondheid, zorg, Zowel de accounthouders als de allianties bevestigen een zoekende houding vrijwillige inzet en ondersteuning. In de ervaring van een aantal organisaties bij aanvang van het alliantiebeleid. Zij vinden beiden — zie ook hoofdstuk 2- die zich stadsbreed met inclusie en diversiteit bezig hielden, was subsidie via dat de nieuwe subsidieregeling in korte tijd is ingericht en hebben beiden het de sociale basis dus geen optie. De allianties: idee gehad met een experiment (allianties) /iets nieuws (gemeente) bezig te zijn geweest. In de woorden van de allianties: “Het is een beetje pionieren. Het is echt een experiment. Ik weet niet hoe het hiervoor ging met subsidies. Dus in die zin zoekende wat een goede vorm is.” “Je kon merken dat het voor de gemeente ook nieuw was. In de loop van het proces komen ze dan met nieuwe informatie. Wij hadden bijvoorbeeld in onze De accounthouders: TOC aangegeven hoe we alles zouden monitoren. Daar zit een idee achter, ook qua werkdruk. En dan ben je een maand verder en dan komt er een andere “Vanuit het veld was er weerstand tegen verandering en het verdelen van geld. verantwoordingsmethode [de MSC-methode]. Dat kan natuurlijk als je aan het Ze hadden het gevoel dat ze tegen elkaar uitgespeeld werden.” pionieren bent. Maar dat vraagt van ons medewerking en loslaten waar je op ingezet hebt, ook qua kennis en budget.” Tussen sociale basis en alliantieregeling kon zich volgens de focusgroepen met de gemeente en met de allianties potentieel een gat aandienen in het “Het werd heel erg gepresenteerd als dat kleine organisaties met deze nieuwe diversiteitsbeleid. subsidie ruimte zouden krijgen om hun werk te bekostigen wat ze eigenlijk al doen. Dat ze een groter podium krijgen. Uiteindelijk in de gesprekken met 24 En mn mn “De sociale basis en de alliantie regeling zouden elkaar moeten aanvullen. “Het is veel werk geweest om dit beleid op te zetten. De financiële rust is fijn, In de sociale basis moet er ook ruimte zijn voor diversiteit stadsbreed. Maar maar we hebben nu al een aantal lessen geleerd die we graag in de toekomst het is moeilijk te zeggen of het in de praktijk zo werkt. Bijna alle partijen die in de praktijk brengen. Zo zouden we bijvoorbeeld echt voor de volle twee jaar voorheen geld kregen, zijn geland in de sociale basis. Maar, doen ze daar de subsidie toe willen kennen — en zo de allianties echt armslag geven. Daarbij activiteiten die belangrijk zijn voor diversiteit in de stad? Dat is de vraag. Dat graag naar kalenderjaren overstappen. Nu gaat de toekenning nog per jaar is een groot ontwikkelpunt. Er mag geen overlap zijn tussen Sociale Basis en van juni tot juni maar dat is onhandig voor iedereen.” Diversiteit; dezelfde zaken twee keer financieren is doodzonde. Maar elkaar aanvullen dat is nadrukkelijk wel de bedoeling.” De allianties geven tijdens de focusgroepen aan dat de start en de financie- ringsmomenten door het beleid gestuurd zijn. De startdatum van de alliantie Meerjarige zekerheid was voor de zomer, waardoor het voor een groot deel van de allianties lang stil lag en pas na de zomer opgepakt kon worden. Dan volgen de kwartaalge- Daarnaast bestaat de ervaring — bij accounthouders en allianties — dat er sprekken en de halfjaarlijkse verantwoording aan de gerneente al kort daarop. met het alliantiebeleid hoe dan ook wel voor een langere periode (dan voor- Allianties hadden toen nog onvoldoende kunnen doen. Ook de periode waarin heen) financiële zekerheid werd geboden aan de organisaties die gehonoreerd het eerste jaar door de onderzoekers van deze evaluatie werd geëvalueerd was werden. En ook ervaarden beide kanten ongemak bij het feit dat een aantal voor veel allianties onhandig. Veel activiteiten, festiviteiten en herdenkingen organisaties — die voorheen wel geld kregen/ belangrijk waren voor de stad vallen in het voorjaar en voor de zomer, waardoor het in die periode ongun- nu niet meer gesubsidieerd werden/konden worden. stig is om te evalueren. Bovendien vraagt ook deze procesevaluatie weer om coördinatie binnen de alliantie, terwijl ze liever bezig zijn met de inhoud en Door de meerjarige subsidiezekerheid hebben de allianties het gevoel dat ze nu uitvoering. structureler naar iets toe kunnen werken, doordat ze geld hebben om allerlei activiteiten te organiseren. Het biedt ook de mogelijkheid om doelen op de iets “De volgende aanvraagdeadline zit eind maart, net na al onze acties. Dat is langere termijn te stellen en daar actief naar toe te werken. Toch zouden de een ongunstig moment voor ons. In juni hebben wij ook nog activiteiten. De allianties het fijn vinden als de subsidie voor een nog langere termijn beschik- timing van de gemeente sluit niet aan bij ons ritme. Misschien handig voor baar werd gesteld. Twee jaar is uiteindelijk best kort, zeker als je elkaar van hen, om voor de zomer dingen af te maken, maar voor ons niet.” tevoren nog niet zo goed kent en daarvoor niets met elkaar deed. Men denkt aan bijvoorbeeld vijf jaar. Betere strategische benutting van het veld “Er is rust door die subsidie voor meerdere jaren, maar er is al bijna een Beide kanten ervaren dat met het inzetten van het alliantiebeleid een begin is jaar om. Dus het zou wel zonde zijn als dit traject na volgend jaar weer gemaakt met een strategischer benutting van het veld. Allianties en account- onderbroken wordt.” houders zijn blij dat de alliantievorm daarvoor zorgt. Een accounthouder: Partijen zoeken elkaar nu op, wat eerst niet gebeurde en spreken over outcome. De De accounthouders delen bovengenoemde argumentatie: alliantiepartners maken gebruik van elkaars expertise (zie ook hoofdstuk 3). 25 En mn mn De accounthouders zien dat activiteiten beter op elkaar aansluiten en dat er Bij de helft van de allianties gaat het goed in het contact met de gemeente en strategischer overleg is, wat belangrijk is voor hoe inclusief de stad is. Allianties bij de helft zijn er moeilijkheden. Voor de gemeente speelt er dat de account- kiezen er bijvoorbeeld voor om activiteiten aan elkaar te koppelen, waardoor houders vinden dat zij onvoldoende op de hoogte worden gehouden; voor het een grotere activiteit wordt en er een groter bereik is. De allianties beves- de allianties speelt er dat ze vinden dat de gemeente te weinig vertrouwen tigen dit beeld: uitstraalt en te veel controle wil uitoefenen. Binnen deze verhoudingen helpt het niet dat er een aantal personele wisselingen binnen de afdeling diversiteit “Dat is ook wat de stad nodig heeft. In plaats van, jij gaat activiteit A of B zijn geweest. Twee allianties hebben zelfs een tijdje zonder accounthouder/ doen en hoe ga je dat doen, gaat het over wat wil je bereiken en hoe werk je contactpersoon gezeten. Dat heeft voor frustraties en misverstanden aan beide daarin samen.” kanten gezorgd. De desbetreffende allianties wisten niet goed waar ze aan toe waren; en de gemeente dacht, wat horen we lang niets van jullie. Het is ingewik- Verder zeggen de allianties in de focusgroepen dat de (soms al wat langer) keld gebleken voor beide partijen om de verbinding en het informele gesprek bestaande samenwerking meer urgentie heeft gekregen. Doordat er concrete op te zoeken, terwijl daar in de praktijk elke samenwerking bij gebaat is. doelen zijn geformuleerd is een alliantie meer dan een sluimerend netwerk. “Je bent echt samen wat aan het doen”, De accounthouders zijn blij met deze De accounthouders en programmalijncoördinatoren vinden het gebrek aan ontwikkeling: continuiïteit/het verloop in accounthouders verre van ideaal. Daarmee bouw je geen vertrouwensrelatie op. De gemeente wil er in de toekomst voor zorg- “Uit de allianties waar het goed gaat zijn nieuwe samenwerkingen gekomen. dragen dat er een vaste contactpersoon voor de allianties beschikbaar is en We hoopten dat die er zouden komen, maar in het begin weet je nog niet of dat blijft. Er zijn relatief veel veranderingen in het personeelsbestand geweest de gaat lukken.” afgelopen jaren. Dat is lastig op een kleine afdeling, waar het opbouwen van een vertrouwensband met het veld belangrijk is. Contact tussen gemeente en allianties: meer verbinding nodig De accounthouders hebben meestal contact met de penvoerder van de alli- Een andere gedeelde ervaring is dat het contact tussen de accounthouders en antie. Af en toe sluit er ook een andere organisatie uit de alliantie aan. De de allianties nogal verschillend verloopt. Beide partijen vinden dat dat contact frequentie van dit contact is erg verschillend. De helft van de accounthouders nadere aandacht behoeft. Tijdens de focusgroepen met de allianties en de heeft regelmatig contact — buiten de formele momenten van 2x per jaar om — focusgroep met de accounthouders ging het veel over dit contact tussen de en worden ook regelmatig op de hoogte gehouden door de alliantie over alles alliantie en de accounthouder: de frequentie van het contact, de verwachtingen wat er gebeurt. Twee accounthouders hebben een wat moeizamere relatie met aan het contact, de aard van het contact, de misverstanden in het contact. Al hun alliantie, wat van invloed is op de communicatie tussen beide. De account- deze kanten aan de relatie tussen gemeente en allianties houden de gemoe- houders krijgen regelmatig uitnodigingen om een activiteit bij te wonen. Het deren behoorlijk bezig. is nog niet elke accounthouder gelukt om daadwerkelijk een activiteit bij te wonen, maar ze vinden dit wel belangrijk en willen hier meer tijd voor vrij maken. De allianties waarbij dat niet gelukt is vinden het teleurstellend dat de gemeente niet bij hun activiteiten komt kijken. 26 En mn mn “We zien ze nooit, dat is toch jammer als je samen aan diversiteit wilt werken? 4.2. Ervaringen van de accounthouders na toekenning Ze laten te veel zien dat ze willen controleren en laten te weinig zien dat ze er vertrouwen in hebben. De enige accounthouder die zich wel eens liet zien bij De accounthouders zijn binnen de nieuwe subsidieregeling enthousiast over activiteiten is weg als accounthouder; heeft een andere baan.” een aantal zaken. Volgens de accounthouders heeft de nieuwe regeling gezorgd voor meer samenhang tussen activiteiten in het veld, en voor minder overlap. De accounthouders stellen dat twee allianties heel goed communiceren, bij Het veld wordt derhalve strategischer benut dan voorheen en zij vinden dat twee allianties hebben de accounthouders zich lange tijd onvoldoende indruk de onderlinge samenwerking sterk is vergroot. Daarnaast vinden de ambte- kunnen vormen van wat er gaande was en van twee allianties constateren de naren van de afdeling Diversiteit van de gemeente het prettig dat het aantal accounthouders dat die vooral met de eigen samenwerking onderling bezig subsidieaanvragen dat zij moeten behandelen lager ligt dan in de oude subsi- zijn. De accounthouders weten nog niet goed hoe ze met deze diversiteit in dieregeling. De Sociale Basis daarentegen heeft door de nieuwe constructie communicatie om moeten gaan. Er is een neiging om als ze te weinig horen er juist meer aanvragen te behandelen gekregen. extra bovenop te gaan zitten maar getuige de reacties van de allianties op deze pogingen tot contact is dat niet de manier. Er bovenop zitten, werkt averechts. Meer samenhang, minder werk, sommige partijen ontbreken Allianties hebben aan de ene kant de ervaring dat met de nieuwe regeling de “Het veld is goed strategisch benut, maar de partijen die afgevallen zijn, die gemeente minder contact heeft met de organisaties op het gebied van diver- ken ik niet zo goed. Misschien zaten daar ook goede partijen tussen. Het is siteit en inclusiviteit dan daarvoor. de vraag of de afgewezen partijen hun activiteiten nog uitvoeren of dat ze doodbloeden.” “Berst sprak de gemeente met iedereen, nu alleen nog maar 1 uurtje met de penvoerder.” Aan de andere kant ervaren 4 van de 6 allianties voortdurend “Zo'n Theory of Change is goed om organisaties te dwingen op de lange bemoeienis en controle vanuit de gemeente. De allianties willen graag meer termijn te kijken. Maar vrijwilligersorganisaties vallen hiermee buiten de boot, vrijheid om uit te voeren wat ze beloofd hebben en zien bemoeienis vanuit de omdat het voor hen moeilijker is om zo'n ingewikkelde Theory of Change te gemeente daarbij als hindernis. Dat brengt accounthouders die naar eigen schrijven. En daarmee plannen indienden die minder goed waren. Ondanks het zeggen te weinig op de hoogte worden gebracht soms in een lastig parket. ondersteuningsaanbod, waren de uitgangspunten niet gelijk.” In z'n algemeenheid kwam uit de focusgroepen met beide partijen naar voren “Niet iedereen kon bij de sociale basis terecht en voor sommige dat de frequentie van afspraken en de eisen aan het contact tussen de alliantie vrijwilligersorganisaties die we wel waardevol vinden, was het voortraject te (vaak de penvoerder en een andere organisatie die aansluit) en de account- zwaar en de beoordeling te afhankelijk van de TOC.” houder erg verschillen. Soms vindt dit contact wekelijks plaats, soms kunnen er ook weken tussen zitten. Accounthouders en allianties willen koersen op De accounthouders hebben enige zorgen over de partijen die buiten de allian- een vastere regelmaat die beide partijen bevalt. Ook om distantie en betrok- tieregeling vallen en de relatie die zij nu hebben met de gerneente. De account- kenheid van de gerneente als subsidiegever meer in balans te houden dan nu houders zouden het jammer vinden om dit soort partijen voor langere tijd kwijt soms het geval is. te raken in het inclusie en diversiteitsbeleid. 27 En mn mn De gemeente wilde met de nieuwe subsidieregeling meer bewustzijn creëren 4.3. Ervaringen van de allianties met de gemeente na en dat de allianties zich bezig zouden houden met activiteiten waar de stad . . toekenning behoefte aan heeft. Volgens de accounthouders is dat via strategische benutting van het veld gelukt, maar heeft dit wel twee kanten. Aan de ene kant zoeken De allianties delen tijdens de focusgroepen hoe ze naar het nieuwe alliantie- partijen elkaar op, wat eerst niet gebeurde. Maar aan de andere kant heeft de beleid kijken en hoe zij dit in de praktijk ervaren. De allianties benoemen een afwijzing van organisaties die niet in een alliantie terecht zijn gekomen, ook aantal kritische punten. iets betekend voor het veld. Dat werkt door in de onderlinge verhoudingen en samenwerkingen buiten de allianties. De gemeente verschuift coördinatie naar veld Sturen op resultaat, en stimuleren van synergie in het veld Allereerst hebben bijna alle allianties de gezamenlijke ervaring dat deze vorm van beleid de gemeente ontslaat van het coördineren van het veld. “We zetten De accounthouders moeten nu sturen op resultaat via de grote lijnen. Dat is ons in voor iets dat de gemeente moet doen” De allianties geven aan dat taken naar eigen zeggen een vrij nieuw proces. Voorheen konden de accounthouders zijn doorgeschoven naar projectleiders en penvoerders van allianties. Hier direct contact houden met losse organisaties en op losse activiteiten sturen. is veel ontevredenheid over, omdat het allianties zelf heel veel werk oplevert Maar de alliantieregeling heeft een nieuwe manier van werken met zich meege- waar onvoldoende financiële middelen voor beschikbaar zijn. Dit is over het bracht. De allianties willen graag meer vrijheid om het proces zelf vorm te algemeen één van de grotere kritieken. Allianties hebben het gevoel dat ze geven, waardoor de accounthouders wat meer op afstand staan. Daarnaast ontzettend hard werken vanuit intrinsieke motivatie en betrokkenheid, maar dekken niet alle allianties de hele beleidsprioriteit die de gemeente voor ogen dat de gemeente onvoldoende bereid is om hen naar waarde te compenseren had bij aanvang. Daardoor moet de gemeente zich erbij neerleggen dat de rest voor dit werk. Vooral de allianties met veel partners hebben te maken met veel van die beleidsprioriteit niet opgepakt wordt, of dient de beleidsafdeling zich onderbetaalde en niet betaalde krachten. Er is maar één alliantie die hier geen te bezinnen hoe die andere thema's op een andere manier aangepakt kunnen moeite mee lijkt te hebben. worden. “De houding van de gemeente: pleurde alles over het hek. Doen ze nog steeds. “In eerste instantie was het dat de partijen plannen maakten en de gemeente Daarna ook. En ze zeiden: penvoerder hier, jij bent de klos jij mag rol gemeente beoordeelde of het paste bij de strategische doelen. Nu is het: dit zijn de overnemen en daarin is alle verantwoordelijkheid geschoven in de schoenen doelen, maak maar een plan. Het is gegaan van een gemeente die ja of nee van de penvoerder. Dat kan niet. ik heb met veel allianties gesproken die zegt, naar allianties die er een geheel van maken. Als voordeel vanuit ons penvoerder zijn, dat zijn geen grassroot. Al langer gevestigd. Zelfs zij zeiden: geldt: je hoeft niet meer met heel veel partijen te schakelen en het plan van de hoeveelheid werk en wat je terug krijgt, budget voor penvoerder en wat voor alliantie is iets om op terug te vallen. Daar kan je op sturen. Hoe je stuurt is werk, dat is bizar. Niemand die voor dit bedrag dat werk wil gaan doen.” een keuze, maar ze moeten wel doen wat ze afgesproken hebben. Het nadeel is, als je een plan hebt wat niet helemaal je prioriteiten dekt, dan zit je ermee.” “Ik vond dat de gemeente echt alle verantwoordelijkheid in onze schoenen heeft geschoven. Pet gemeente op ons. Ga jij maar de bureaucratische lul zijn om dat te gaan regelen. Alles wordt op de millimeter nagekeken; wij worden in de gaten gehouden” z8 En mn mn Gemeente: te weinig vertrouwen, te veel controle jaar vinden de allianties dat ze in de praktijk weinig ruimte krijgen om naar eigen inzicht uit te voeren wat ze van plan waren Een alliantie vermeldt in Naast het gebrek aan financiële middelen, ervaren de allianties ook nog eens dit verband een controlerende houding van de gemeente. De verwachting was dat het meer een samenwerking zou zijn, maar dat blijkt voor veel allianties niet de “We hebben een keer een voorstel gedaan tot een gesprek over de ontwitting ervaring te zijn. Allianties geven aan dat de gemeente te vaak wil overleggen van het gemeentelijke apparaat. Dat viel niet goed bij de medewerkers. Toen en constant wil nagaan of allianties precies doen wat ze hebben bedacht en werden we daarover gecontacteerd. We komen er wel uit, maar intern ook op beloofd. Dit ervaren verschillende allianties als onprettig en als een gebrek aan het matje geroepen. Aan de ene kant heb je de vrijheid, maar dan zitten ze een flexibele en lerende houding. Allianties willen meer vrijheid en vertrouwen ineens bovenop de inhoud.” van de gemeente. Naast het controlerende speelt hier ook de ervaring dat het budget ontoerei- “De houding van de gemeente, van een geldschieter, kan ook een niet kend is. Beide situaties leiden bij allianties die met veel partijen moeten pres- controlerende functie zijn. Maar daar lijkt het soms wel op. Want wij gaan teren voor een relatief klein budget tot benauwdheid. In een enkel geval is het voor resultaat, einddoel. Dit is onze passie, ons levenswerk. In plaats van gelukt om de verwachtingen gezamenlijk (intern en met de gemeente) bij te die controlerende houding, kun je ook zeggen: wat hebben jullie nodig? lets stellen, maar soms zijn de partijen daar nog niet aan toegekomen. er iets nodig waardoor we juist jullie als groep aansterken? Als organisaties aansterken? Meestal is dat geld. Die houding kan ook anders.” Wat is belangrijker? Kwaliteit, community, ontwikkeling en product Ook geven twee allianties aan dat ze verwacht hadden dat deze nieuwe subsi- In de focusgroepen met de allianties komt ook nog een andere ervaring naar dieregeling een pilot of experiment was, waarbij in samenwerking met de voren. De helft van de allianties voelt zich verantwoordelijk aan de communities gemeente gezocht zou worden naar goede manieren om inclusie en diversiteit in de stad en de informeel gedeelde kwaliteitsstandaarden die zij verwachten. te bevorderen in de stad. De meeste allianties geven aan dat de gemeente in de Dat heeft consequenties in het hoe en voor wie ze het alliantiegeld willen praktijk vooral als controlerende instantie voelt. Dat is niet anders dan de ‘oude inzetten. Eén alliantie ziet het subsidiegeld in de nieuwe regeling nadrukkelijk subsidieregeling’. Hierin zouden ze graag veel meer als partners optrekken als ontwikkelingsbudget waarmee achtergestelde groepen zichzelf kunnen met de gemeente waarbij ze als allianties meer vertrouwen krijgen van de ontwikkelen, Dat komt ook tot uiting in de onderlinge verdeling van het budget gemeente. Er zitten bij veel allianties frustratie, omdat er veel werk wordt bij deze alliantie. Die verdeling gaat niet zozeer naar wie wat doet voor welke verricht vanuit passie en compassie, ondanks het tekort aan middelen die georganiseerde activiteit, maar eerder naar mate van geprivilegieerd zijn van beschikbaar zijn vanuit de gemeente. de achterban. Wie de minste privileges heeft in de samenleving, heeft naar de interne logica van deze alliantie recht op het meeste budget. Een aantal allianties hadden in hun plannen veel activiteiten en doelstellingen opgenomen. Doordat de aanvraag zo vrij van kaders was, verwachtten zij ook in “Dat is een hele andere kijk dan de gemeente heeft. De gemeente zegt de uitvoering meer ruimte te hebben dan na toekenning bleek. Het afgelopen dan waar blijft jullie product? Maar de ontwikkeling van deze groepen is belangrijk, dat vinden wij kwaliteit. Voor ons is belangrijk waar je vandaan komt Voor de gemeente telt: wat breng je in de alliantie.” 58 En mn mn Minst geprivilegieerden kunnen in deze manier van denken bijvoorbeeld ook de allianties niet allernaal even groot zijn en ook nog in budget variëren, is de ongedocumenteerden zijn. “Maar alliantiegeld naar ongedocumenteerden dat is samenwerking binnen deze allianties en met de gemeente steeds in een hele voor de gemeente ingewikkeld.” Ook een andere alliantie benoemt het verschil andere context. De gemeente/accounthouders zouden zich bij het beoordelen in resultaat dat de gemeente beoogt en dat de alliantie beoogt: van de resultaten en samenwerking in de allianties meer rekenschap kunnen geven van dit verschil. Nu is het zo dat slechts één alliantie in het budget ruimte “Soms vinden wij het gewoon nog niet goed genoeg voor een breder publiek. heeft kunnen maken om andere organisaties bij het werk te betrekken /activi- Kwaliteit is belangrijk. Ik wil me niet laten opjagen door de gemeente. De teiten van andere organisaties te financieren/ later aan kunnen haken, terwijl gemeente moet een ondersteunende rol hebben en geen beslissende.” de meeste allianties veel werk ‘gratis’ doen omdat het budget ontoereikend is. Een aantal allianties wil meer vrijheid om de plannen uit te voeren op hun Daarnaast was het met de introductie van de nieuwe alliantieregeling voor de manier: organisaties niet helder of ze buiten de nieuwe subsidieregeling nog subsidie konden krijgen. Zouden ze hun subsidie kwijtraken als ze niet in een alliantie “Wij kennen het veld het beste, de mensen waar het om gaat, niet de terecht kwamen? De gemeente verwees hierbij door naar de subsidieregeling gemeente. We moeten waken dat wij niet activiteiten gaan draaien zodat ze Sociale Basis, maar volgens een aantal organisaties die we gesproken hebben passen in de module van de gemeente. Want gemeente is niet toereikend. Wij in dit onderzoek, pasten zij minder goed bij de Sociale Basis dan bij de afdeling wonen in de stad waar mensen actief zijn.” Diversiteit. De gemeente heeft aandacht voor dit punt en dit punt wordt dan ook meegenomen in de verdere afstemming tussen de afdeling Diversiteit en A.A. Observaties van de onderzoekers de Sociale Basis, Bij de toekenning van subsidies in de nieuwe regeling hebben niet alle allian- ties evenveel budget gehad. Dat was een gemeentelijk besluit, dat de mogelijk- heden voor samenwerking en de sfeer waarin de samenwerking plaatsvindt beïnvloedt. Het budget dat per alliantie beschikbaar is, is afhankelijk van de beleidsprioriteit: het totale budget dat de gemeente voor die beleidsprioriteit heeft vrijgemaakt en afhankelijk van of de gemeente en de alliantie dit totale budget moeten delen of niet. Op sommige beleidsprioriteiten is de alliantie de enige partij die uitvoert. Op andere prioriteiten doet de gemeente ook nog een deel van de uitvoering. Zo kan het gebeuren dat een alliantie een relatief groot budget heeft dat gedeeld wordt met weinig samenwerkingspartners. Terwijl een andere alliantie — met veel meer partijen — een veel kleiner budget tot haar beschikking heeft. Omdat 30 En En al mn mn e) A | U an ti e-erva ri n g en Ì n h et expertise, contacten en vaardigheden te delen. Hierdoor komt men soms eerder tegenover elkaar te staan, dan samen voor dezelfde zaak. In de relatie tussen U C h t van U te rat Uur gemeente en allianties komen dus de moeilijker kanten van samenwerking aan de orde. 5.2. Knelpunten in alliantiesamenwerking Er is veel literatuur over de voordelen, voetangels en klemmen in samenwer- kingsvormen zoals allianties en strategische partnerschappen. In dit hoofd- Complexiteit: verschillende doelen, verwachtingen en belangen stuk zetten we de belangrijkste bevindingen uit de Amsterdamse context in het licht van die literatuur. Samenwerken ín en mét allianties is volgens de literatuur in z'n algemeen- heid complex. Dit komt doordat de betrokken organisaties onderling van 5.1 Kansen in alliantiesamenwerkin g elkaar verschillen. Vaak verschillen hun doelstellingen, belangen, culturen, manieren van werken en/of financieringssystemen, waardoor misverstanden Samenwerken in en met allianties kan volgens de literatuur voordelen bieden, kunnen ontstaan die de samenwerking in de weg kunnen staan (zie bijvoor- omdat de betrokken organisaties ieder hun eigen bronnen inbrengen die nodig beeld Bryson, Crosby & Stone (2006) en Koelen, Vaandrager en Wagemakers zijn om een maatschappelijk doel te bereiken (zie bijvoorbeeld Bryson, Crosby & (2012). In Amsterdam speelt vooral het cultuurverschil tussen de gemeente Stone, 2006). Voorbeelden van deze bronnen zijn te delen expertise, contacten Amsterdam enerzijds - als initiatiefnemer, subsidieverstrekker, prioriteiten- en vaardigheden. Wanneer de bronnen op een goede manier bij elkaar worden steller en controller van de nanciën van het alliantiebeleid - en de allianties gebracht is de kans dat de maatschappelijke doelen van de alliantie worden anderzijds. De helft van de allianties voelt eerder een verantwoordingsplicht bereikt vele malen groter dan wanneer organisaties alleen werken aan een aan de communities in de stad dan aan de gerneente. Zij zijn de alliantievorm maatschappelijk doel. ingestapt met het idee dat ze twee jaar de ruimte kregen om zelfstandig iets neer te zetten. Ben van de allianties formuleert de ervaring als volgt: Bij de allianties in Amsterdam hebben we hier veel voorbeelden van gezien. De samenwerkende organisaties zijn enthousiast over de onderlinge samen- “Laat ons onze plannen gewoon uitvoeren. Je hebt als gemeente gezegd dat werking en ze vinden ook dat die samenwerking de maatschappelijke doelen je de alliantie het werk wil laten doen. Laat het dan ook gebeuren zonder de die zij nastreven dichterbij brengt. (zie voor de voorbeelden hoofdstuk 3). Over hele tijd ons op de lip te zitten of te willen controleren of het allemaal wel goed het partnerschap/de samenwerking met de gemeente zijn de allianties minder gaat. Wij hebben de ervaring in de praktijk. Waarom steeds dat gebrek aan enthousiast. In de constructie die in de nieuwe subsidieregeling gekozen is, is vertrouwen bij de gemeente?” de gemeente eerder subsidiegever dan alliantiepartner. Doordat de gemeente geen partnerrol heeft, is het ook moeilijker om als alliantie en gerneente samen 31 En mn mn De gemeente en de allianties lijken het afgelopen jaar het moment gemist te goede persoonlijke verhoudingen die het alliantiewerk ten goede komen. Ook hebben om over de wederzijdse verwachtingen van elkaar in een mogelijk part- in die ene alliantie waarin het even spannend werd, is dat het geval. Volgends nerschap te spreken. Dat is jammer, zo blijkt uit de literatuur, want commu- de literatuur helpt het als mensen al gewend zijn om met anderen samen nicatie hierover had veel misverstanden kunnen voorkomen. De gemeente te werken en een beetje weten wat daarbij komt kijken. Enige ervaring met wilde namelijk naar eigen zeggen juist wel inhoudelijk betrokken blijven bij samenwerken met mensen uit andere organisaties is belangrijk. De twee alli- het domein van diversiteit en inclusie en vanaf het begin op de hoogte blijven anties in Amsterdam die soms nog momenten van storming en norming kennen van wat er gaande was in de allianties. De manier van informatie-inwinnen (Tuckman, 1965 zie hoofdstuk 3) hebben iets minder ervaring met samenwer- door de gemeente is bij de allianties als controle ervaren. king überhaupt. Binnen de allianties zelf zijn we in Amsterdam eigenlijk opvallend weinig fric- Ook voor een succesvolle samenwerking tussen gemeente en allianties is het ties tegengekomen. Natuurlijk zijn er wel eens spanningen tussen verschillende belangrijk dat de mensen in een alliantie en de beleidscontactpersonen die de (typen) organisaties, bijvoorbeeld omdat de één z'n werk voor de alliantie in z'n alliantie ondersteunen en aansturen elkaar vertrouwen. Ook die relatie is voor vrije tijd doet en de ander niet. Omdat de één een andere werksfeer gewend een deel mensenwerk. Het is het noodzakelijk dat zij zich kunnen verplaatsen is dan de ander, of omdat de één woorden gebruikt die de ander liever niet in elkaars doelen en werkwijze en dat de bronnen die de mensen inbrengen, hoort. Niets menselijks is de samenwerking tussen partijen binnen de alli- zoals expertise, netwerk en vaardigheden, elkaar aanvullen. In Amsterdam anties vreemd. Maar over het algemeen is het potentiële risico dat de litera- is dat bij twee allianties en de gemeente als vanzelf gelukt. Bij twee allianties tuur signaleert op basis van het verschil in ervaringen, organisatiecultuur, en was daar meer moeite voor nodig en bij twee allianties is het vertrouwen vaardigheden van organisaties, in de praktijk van de samenwerking binnen over en weer nog verre van stevig. Activisten en beleidsmedewerkers, zzp-ers de allianties goed opgelost. en vast dienstverbanders, ‘opdrachtgevers en opdrachtnemers!’ in de nieuwe subsidieregeling kunnen volgens de literatuur nader tot elkaar komen als ze Alliantiewerk, mensenwerk naast de formele regels rond verantwoording en dergelijke, ook werk maken van relatie maken en zo vertrouwen in elkaar opbouwen. Je hoeft het niet altijd Een andere mogelijke belemmering voor succesvolle samenwerking die de met elkaar eens te zijn, om elkaars rol te erkennen, samen verder te komen en literatuur signaleert is dat de personen die vanuit de samenwerkende organisa- toch rolvast te blijven. ties deelnemen aan de alliantie allemaal hun eigen ervaringen, verwachtingen doelen en vaardigheden meebrengen. Dat kan een pré zijn, maar het kan het Management van de samenwerking proces van samenwerken ook tegenwerken. Samenwerking ín en mét allian- ties is mensenwerk. Binnen één alliantie dreigde een conflict in de persoon- Een volgend aspect dat een cruciale rol speelt in hoe succesvol een alliantie kan lijke sfeer inderdaad tijdelijk de algemene verhoudingen binnen de alliantie zijn, is hoe de alliantie wordt gemanaged (Lasker, Weiss & Miller, 2006; Koelen te verslechteren. De penvoerders/coördinatoren hebben hierin bemiddelend et al, 2012; Lalayants, 2013). In de woorden van de Amsterdamse context; hoe opgetreden. Aan de andere kant van het spectrum zien we dat de mensen van de coördinatie verloopt in en met de allianties. Het gaat dan bijvoorbeeld om de allianties elkaar juist vaak, graag en informeel zien: ze hebben onderling het managen van de verschillende verwachtingen van wat de samenwerking 32 En mn mn zal opleveren en om het vinden van een werkwijze die past bij de verschil 5.3. Indicatoren voor een succesvolle samenwerking lende betrokken mensen en organisaties. Wanneer dit managen goed gebeurt, ontstaat iets wat in de literatuur bekend staat als partnership synergy (Lasker De literatuur benoemt specifiek drie indicatoren die een succesvolle samen- et al, 2006). werking kenmerken: synergie in een alliantie of partnerschap, de duurzaamheid van een alliantie of partnerschap en de mate waarin de alliantie of het part- Binnen de allianties in Amsterdam is deze partnership synergie ontstaan door nerschap de doelen dichterbij brengt (Bryson et al, 2006; Roussos & Fawcett, de wijze waarop penvoerders/projectleiders en coördinatoren de samenwer- 2000; Turriniet al, 2010; Zakocs & Edwards, 2006). Over de synergie in de alli- king organiseren. Soms is dat even zoeken geweest, maar in alle allianties zijn anties en partnerschappen in Amsterdam is hierboven voldoende gezegd. Wat de betrokken organisaties enthousiast over de coördinatie in hun alliantie. Ze betreft de laatste indicator (doelen dichterbij), daar zijn alle partijen betrokken hebben ze respect voor mensen die dat doen en de wijze waarop de coördinatie bij het alliantiebeleid in Amsterdam het over eens: de partijen die van belang gedaan wordt. Bij zo'n synergetische samenwerking ervaren de betrokkenen zijn voor inclusiviteit en diversiteit in de stad hebben elkaar met dit allian- de samenwerking als prettig en worden de door de organisaties en mensen tiebeleid weten te vinden en de manier waarop de gehonoreerde allianties ingebrachte bronnen optimaal benut voor het bereiken van de maatschappe- werken brengt de doelen volgens de gemeente en de allianties zelf dichterbij. lijke doelstelling. Over de duurzaamheid hebben verschillende partijen gezegd dat die nog wat beter verankerd kan worden in de Subsidieregeling ‘Diversiteit en Inclusiviteit Tussen de gemeente en de allianties heeft het partnerschap zoals al eerder voor allianties Amsterdam 2021-2023. Met namen de suggestie van toeken- gezegd soms nog wel wat extra aandacht en energie nog om synergetisch ning voor een langere periode wordt door het veld en het beleid naar voren te kunnen werken. Samengevat kunnen beide partijen volgens de literatuur gebracht. Men denkt in elk geval aan twee jaar (in plaats van één jaar); en het samen spreken over in elk geval drie thema's: veld zou daar nog wel langer van willen maken. e De (verschillen en overeenkomsten in) achtergrond van de betrokken organisaties. e De mogelijke inzet van de mensen die vanuit de organisaties deelnemen aan de alliantie. e _Hoede samenwerking het best kan worden ondersteund en aangestuurd. Met aandacht voor deze thema's vergroot de kans dat een alliantie of partner- schap succesvol wordt. 33 En En al mn mn . G Conclusies en 61. Doelen dichterbij © ® d en k rIC h ti n ge n voor d e De gemeente Amsterdam wilde met de nieuwe subsidieregeling de volgende k doelen bereiken e Het veld van emancipatie, inclusie en diversiteit strategisch te benutten. e Gericht sturen op resultaat en bestuurlijke prioriteiten. e Synergie stimuleren in het veld van emancipatie, inclusie en diversiteit. In 2019 begon de gemeente Amsterdam met de nieuwe Subsidieregeling e Meerjarige financiële zekerheid bieden aan partijen in het veld van ‘Diversiteit en inclusiviteit voor allianties Amsterdam 2021-2023, die sinds emancipatie, inclusie en diversiteit. 2021 van kracht werd. In dit rapport brengen we via een procesevaluatie de ervaringen met deze nieuwe subsidieregeling in kaart. De gemeente geeft In de ervaring van de allianties, de accounthouders en de programmalijncoör- onder deze regeling in samenwerking met zes allianties uitvoering aan de dinatoren (van de afdeling Diversiteit) zijn deze vier doelen dichterbij gekomen. drie programmalijnen diversiteit en inclusie: emancipatie, antidiscriminatie De veldpartijen hebben elkaar naar aanleiding van de nieuwe subsidieregeling en gedeelde geschiedenis. Het Verwey-Jonker Instituut haalde de ervaringen opgezocht en zijn verdergaande samenwerkingen aangegaan dan voorheen. op via een quickscan en focusgroepgesprekken met de allianties, en met de Voor elke bestuurlijke prioriteit’ is een alliantie gehonoreerd en deze allian- medewerkers van de afdeling Diversiteit van de gemeente. In dit slothoofdstuk ties vinden dat deze samenwerkingsvorm de maatschappelijke en gemeen- vatten we de belangrijkste bevindingen samen en schetsen we naar aanleiding telijke doelen dichterbij brengt. Ook ervaren de partijen die deelnemen aan van de huidige ervaringen denkrichtingen voor de toekomst. Het is raadzaam de allianties, meerjarige zekerheid. Al zouden zij en de uitvoerende gemeen- de lessen uit deze evaluatie ter harte te nemen. teambtenaren de gemeente willen meegeven dat een subsidietoekenning van (tenminste) twee jaar meer ruimte geeft voor langere termijndoelen (-acti- Nog een opmerking vooraf bij deze conclusies: er is (nog) niet geëvalueerd op viteiten en impact) dan de toekenning van één jaar die de regeling nu biedt. effecten van de allianties en het alliantiebeleid in de stad. Om effect te kunnen sorteren —ente kunnen onderzoeken — hebben de allianties nog wat langer de 6.2. Financiën en bestuurlijke prioriteiten tijd nodig dan het jaar dat zij nu achter de rug hebben. Na een jaar kunnen al wel de eerste ervaringen in kaart gebracht worden. In dit rapport presenteren Allianties krijgen in de nieuwe regeling niet allernaal evenveel subsidie en we de verschillende ervaringen en analyseren we ze in samenhang met elkaar. het budget heeft weinig te maken met het aantal partijen dat deelneemt aan _ 6 Uitgezonderd mannenemancipatie. 34 En mn mn de alliantie. Onder meer daardoor hebben niet alle allianties evenveel budget 6.3. Partnerschap tussen gemeente en allianties tot hun beschikking voor coördinatie van samenwerking en activiteiten. Het alliantiebudget is afhankelijk van de hoogte van het budget dat het college Inde ervaring van de afdeling Diversiteit van de gemeente was het bij aanvang voor de bestuurlijke prioriteit in kwestie vaststelde. Bij sommige beleidsprio- van de nieuwe subsidieregeling de bedoeling van de gemeente om samen met riteiten is de verantwoordelijkheid expliciet verdeeld over een budget voor de de allianties beleidsprioriteiten uit te voeren. In de ervaring van de allianties alliantie en een budget voor de gemeente. is de gemeente de afgelopen tijd niet als (samenwerkings)partner, maar vooral als controlerende subsidiegever aanwezig geweest. Zij ervaren minder contact De 15% van het totale budget dat allianties in de nieuwe subsidieregeling voor met de gemeente dan in de oude subsidieregeling. het penvoerderschap mogen reserveren, is in de meeste allianties niet toerei- kend om de coördinatie van de intensieve en — volgens de betrokkenen en Bij alle zes de allianties bestaat dit beeld. Hoezeer zij ook verschillen in de de literatuur — complexe samenwerking te doen. Twee allianties hebben een relatie met hun accounthouder, de mate van activisme van de achterban, of de externe projectleider (zzp-er) ingehuurd maar met de uurtarieven in combinatie fase van samenwerking waarin zij verkeren. De allianties hebben behoefte aan: met de gemaakte uren komen die allianties er niet uit. Coördinatie en samen- werkingsprocessen kosten veel tijd, meer tijd dan de gemeente en de allianties e meer ruimte en vertrouwen in de uitvoering van hun gehonoreerde zich vooraf gerealiseerd hebben. Zeker in grote allianties, waar veel vrijwilli activiteitenplannen, gersorganisaties onder vallen, gebeurt veel coördinatie en vergaderwerk in de e een betere balans tussen gevraagde verantwoording en de praktijk van vrije tijd van de betrokkenen en komt het bovenop de activiteitenorganisatie. uitvoering in het veld, e meer vertrouwen van de gemeente naar de allianties toe. Vier van de zes allianties voelen zich met deze consequenties overvraagd door de gemeente. Dat is bij twee van hen niet alleen in financiële zin. Voor de coördi- Ook de vier allianties die (al) aan het performen zijn, die succesvol zijn in het natoren in deze twee allianties is het managen van de onderlinge verhoudingen bereiken van de maatschappelijke doelen, brengen dit naar voren. Hoe makke- en van de overlegmomenten een taak waarvoor zij graag bedankt zouden lijk of moeizaam het contact tussen de accounthouder en de alliantie de afge- hebben. Zo'n rol — met onder andere verantwoordingsverantwoordelijkheid lopen tijd is verlopen, het partnerschap tussen de gemeente en de allianties naar de gerneente toe — past hun organisaties niet zo goed. Zij vinden dat de staat nog in de kinderschoenen, blijkt uit de gesprekken. Het partnerschap is gemeente door voor de alliantievorm te kiezen een deel van haar verantwoor- nog in de forming-fase zou Tuckman (1965) zeggen. delijkheid ontloopt. Naar de ervaring van de allianties zou de gemeente de uitvoering van coördinatietaken binnen allianties beter moeten faciliteren. De komende periode zouden de partijen naar aanleiding van de bevindingen in dit rapport in gesprek kunnen gaan over wat de nieuwe subsidieregeling betekent voor de rol- en taakverdeling tussen de gemeente en de allianties. Over de verwachtingen die zij in- en expliciet van elkaar hebben, over de inhoud van de kwartaalgesprekken tussen accounthouder en alliantie, over de voor- en nadelen van de huidige halfjaarlijkse verantwoordingssysternatiek 35 En mn mn en over de verbinding en gezamenlijke doelen die zij nastreven in de stad. Twee allianties zijn nog in storming of norming fase. Dat wil zeggen dat de onder- Twee zaken zijn daarbij belangrijk/voorwaardelijk zo blijkt uit deze evaluatie linge verhoudingen nog niet altijd uitgekristalliseerd zijn. De organisaties zijn en uit de literatuur: continuïteit (duurzaamheid) in de rol en de persoon van nog bezig om de gerneenschappelijke norm vast te stellen en hebben af en toe de accounthouder bij de afdeling Diversiteit en respect voor de verschillen in gedoe over de manier van onderlinge communicatie. De andere allianties zijn ervaringen, organisatiecultuur en dergelijke, die aan de orde zullen komen. die fasen voorbij en kunnen zich volledig concentreren op het bereiken van de Er mag verschil in visie zijn, maar samen staan de gemeente en de allianties gestelde doelen. Omdat de samenwerking in de allianties meestal zo goed gaat, voor meer diversiteit en inclusiviteit van de stad. kunnen we concluderen dat het gelukt is om met de nieuwe subsidieregeling synergie te stimuleren in het veld van emancipatie, inclusie en diversiteit. Als de gemeente zich de komende tijd buigt over haar rol als partner in het alliantiebeleid, dan hoort daar ook nadere reflectie bij over de relatie tussen de 6.5. Naara anleidin g van het voortr aj ect nieuwe subsidieregeling voor allianties en de sociale basisregeling die door de stadsdelen wordt uitgevoerd. Ben gesprek over hoe diversiteitsbeleid gestalte In deze procesevaluatie hebben we expliciet naar de ervaringen in het voor- krijgt in de subsidie die via de sociale basis worden toegekend, ligt naar aanlei- traject gevraagd. De accounthouders en de allianties hebben daarvan beiden ding van de in deze evaluatie naar voren gebrachte ervaringen voor de hand. opgemerkt dat de timing niet ideaal is geweest: er was sprake van een lange aanloop voor de nieuwe subsidieregeling met daarna een relatief korte 6.4. Syn ergie binnen de allianties periode waarin organisaties allianties gingen vormen en een aanvraag gingen schrijven. Binnen de aanvraag werd van elke alliantie een Theory of Change Uit deze procesevaluatie blijkt dat de partijen binnen de allianties over het (TOC) gevraagd. Het maken van de TOC is door de gehonoreerde allianties algemeen goede ervaringen hebben met de onderlinge samenwerking (zie omschreven als zeer arbeidsintensief: het was een stressvol traject dat voor hoofdstuk 3). De organisaties zijn blij dat ze elkaar hebben gevonden, vinden hen niet in verhouding stond met het gevraagde resultaat. dat ze al mooie dingen tot stand hebben gebracht en hebben vertrouwen in de penvoerders/coördinatoren. De allianties hanteren ieder een eigen samenwer- Er was geen ervaring met het schrijven van TOC's bij de meeste allianties kingsmodel; de meesten hebben één keer in de maand/twee maanden contact. en het schrijven van een aanvraag werd niet gecompenseerd. Er was voor de We zien dat de grootte van de alliantie een rol kan spelen in de overlegvorm en aanvragers geen enkele garantie dat de inspanning zouleiden tot budget. Acht overlegmomenten die gekozen worden. De grote allianties — waarin ook veel kandidaat-allianties hebben een aanvraag gedaan — inclusief TOC- zonder vrijwilligersorganisaties zitten — hebben vaak een constructie met een harde subsidie toegekend te krijgen. kern en kleinere subgroepen die met elkaar afstermmen en aan activiteiten werken. Hoe groter de alliantie, hoe moeilijker het wordt om regelmatig als De geboden ondersteuning bij dit traject voldeed niet aan de behoeften van complete alliantie samen te komen de allianties (te weinig hands on, alleen in kantooruren beschikbaar). Liever waren zij als aanvrager gecompenseerd geweest voor het schrijven van de aanvraag - al was het maar symbolisch. Sommige allianties hadden het liefst zelf iemand voor deze acquisitie willen inhuren. 36 En mn mn Daarnaast hebben we in de honoreerde aanvragen gezien dat er wel heel veel In zes hoofdstukken hebben wij deze vragen beantwoord. Hier vatten we werd beloofd door de allianties. Desgevraagd vertellen de allianties dat ze dat de conclusies nog eenmaal kernachtig samen. Om met de laatste vraag te deden omdat ze bang waren anders geen geld te krijgen. Het veld heeft zich beginnen: ja, de door de gerneente gestelde doelen worden volgens de direct in het voortraject tot concurrentie gedreven gevoeld, en daardoor (achteraf betrokkenen via de nieuwe subsidieregeling gerealiseerd. De ervaringen met bezien) te hoge ambities in de aanvragen neergelegd. Eén alliantie heeft zich doelrealisatie zijn positief. Het lukt om het veld strategisch te benutten, het lukt bewust afgekeerd van deze zachte drang. Zij hebben nadrukkelijk met z'n allen om te sturen op resultaat -in casu de beleidsprioriteiten-, het lukt om synergie ingediend, maar ook hier speelt dat de ambitie en geplande activiteiten niet in het veld te bewerkstelligen en het lukt om meerjarige zekerheid te bieden. allemaal in één jaar haalbaar zijn. Dit alles gebeurt eerder via de samenwerking in de allianties, dan via de sarnen- werking van de gemeente met de allianties. Het partnerschap tussen gerneente De accounthouders van de gemeente hebben de ervaring dat zij via de TOCs en allianties verdient nog wat extra aandacht en vertrouwen in elkaar. een helder beeld kregen van de lange termijnvisies van de allianties, plus hun stappenplan om tot de doelen op de lange termijn te komen. De gemeente De ervaringen van de allianties met de gemeentelijke uitvoering van de nieuwe heeft als beoordelaar van de aanvragen, de TOCs als belangrijkste onderdeel subsidieregeling zijn niet onverdeeld positief: voor de verbetering van het voor- beschouwd. Gezien de in dit rapport beschreven ervaringen van de gehono- traject, van het contact tussen gemeente en allianties en de verantwoording reerde allianties in het voortraject, lijkt het verstandig om de noodzaak van zijn in dit rapport diverse suggesties gedaan. De onderlinge samenwerking de TOC als onderdeel van de aanvraag en de beoordeling opnieuw te bezien. binnen de allianties gaat goed. Dat is mede te danken aan de coördinatoren, Het schrijven van een TOC is een zware belasting voor een veld waarvan penvoeders en projectleiders die de sammenwerking en de activiteiten in goede men praktische actie nodig heeft. Wellicht is een ander type visiedocument sfeer op gang houden. Maar ook aan het enthousiasme voor diversiteit en in combinatie met een tweejarig activiteitenplan in deze context voldoende? inclusiviteit (Gendergelijkheid in Werk, Mannenemancipatie, Zichtbaarheid & Pride, Biculturele LHBTIQ-+, Antidiscriminatie, Inclusief Herdenken en Tot slot Koloniaal verleden en doorwerking) dat de partijen bindt. Dat enthousiasme was in alle focusgroepen merkbaar, ook in de focusgroep met accounthouders Deze procesevaluatie is gedaan met twee centrale vragen: en programmalijncoördinatoren van de gemeente. Als onderzoekers willen wij alle mensen bedanken die hebben meegedaan in deze procesevaluatie. Zonder Hoe ervaren maatschappelijke organisaties en medewerkers van de afdeling jullie ervaringen had dit rapport niet geschreven kunnen worden. Diversiteit van de gemeente Amsterdam de nieuwe Subsidieregeling? Worden de door de gemeente gestelde doelen volgens de direct betrokkenen gerealiseerd via de samenwerking in en met allianties? 37 En En DS mn mn e Lalayants, M. (2013). Multidisciplinary collaboration in child protective clinical consul- / L | te rat 8 u r tations: Perceptions of best practices. Journal of Public Child Welfare, 7, 253-274. Lasker, R. D., Weiss, B. S, & Miller, R. (2001). Partnership synergy: A practical frame- work for studying and strengthening the collaborative advantage. Milbank Quarterly, ‚1/9-20 Bryson, J. M., Crosby, B. C., & Stone, M. M. (2006). The design and implementation of 75, 179-205 cross-sector collaborations: Propositions from the literature. Public Administration Lünnemann, K.D. & Bosker, J. (2017). Van forming en storming naar norming en perfor- Review, 6G(SUPPL. 1), 44-55.doi:10.1111/j.1540-6210.2006.00665.x ming. Tussenrapportage landelijk beeld van de ontwikkelingen naar betekenisvol maatwerk c J.M. Stratina M.M. & Nieb AP Devel tand validati bij de reclassering. Utrecht: Kenniscentrum Sociale Innovatie, Hogeschool Utrecht / ramm, J.M, Strating, M. M, ieboer, A. P. (2011). Development and va idation of a Verwey-Jonker Instituut. Intern document. short version of the Partnership Self-Assessment Tool (PSAT) among professionals in Dutch disease management partnerships. BMC Research Notes, 4. doi: 10.1186/1756-0500-4-224 Raadsbrief Nieuw instrumentarium Diversiteit/inclusief de reactie op de toezegging Hermens, N, Out, M, Klein, M. van der. (2020). Synergie in en met allianties voortgang en impact brede herijking instrumentarium (TA2019-000763); 8 oktober Ra 1 Te ’ ’ ’ 2020. https://amsterdam.raadsinf tie.nl/d t/9256384/1/Bijlage%202_%20 Procesevaluatie strategische partnerschappen in het emancipatiebeleid. Utrecht: Verwey- Dor AS OTE AN TAACSHN ONES COCON 9 04 „eg oe Jenker Instituut Raadsbrief%2Onieuw%20instrumentarium%20diversiteit vaststelling%2oregeling%20 onker Instituut. (003) Hermens, N, Verkooijen, KT & Koelen, M.A, (2019). Associations between Partnership Raadsbrief Subsidie instrumentarium diversiteit en inclusie: uitslag procedure Characteristics and Perceived Success in Dutch Sports-for-Health Partnerships. Sport A: ve: os es , JP ven: M + Review. Doi: 6 8.06.008 Diversiteit en Inclusiviteit voor Allianties Amsterdam 2021-2023’ en Diversiteit anagement hevlew. Jol10J015/-smr.2016.05.00 in de Sociale Basis; 22 juni 2021. https://amsterdam.raadsinformatie.nl/docu- Hermens, N. (2018). Intersectoral action for positive youth development through sport. A ment/10306874/1/Raadsbrief#20Subsidie%20instrumentarium%2odiversiteit%20 mixed method study on collaboration between youth-care organisations and community ensaOimolusie sports olubs, Dissertation. Roussos, S. T., & Fawcett, S. B. (2000). A review of collaborative partnerships as a strat- Jones, J., & Barry, M. M. (2o11). Developing a scale to measure synergy in health promo- egy for improving community health. Annual Review of Public Health, 21, 369-402. tion partnerships. Global Health Promotion, 18, 36-44. Smits van Waesberghe, E. & Suzan de Winter-Kogak (2017), Let's talk about it, zelfbeschik- Klein, M. van der, Buijs, L. & Hermens, E. (2014). Meer gewicht in de schaal Gay-Straight king bespreekbaar maken. Gefundeerde werkwijzen en methoden voor lokale organisaties om Allianties alsstrategie in LHBT-beleid. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut zelfbeschikking bespreekbaar te maken. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Klein, M. van der, Wilderink, L. & Reches, L. (2019), Groen verbindt zorg en de buurt. Van Smits van Waesberghe, E. et al. (2018), Dilemma's van hulpverleners bij gedwongen part- storming naar performing in een stimuleringsprogramma, 2015-2018. Utrecht: Verwey- nerkeuze en relatievorming. Onderzoek naar hulpverlening en zelfbeschikking in de context Jonker Instituut van mensen met een niet Nederlandse of biculturele achtergrond. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Koelen, M. A, Vaandrager, L., & Wagemakers, A. (2012). The healthy alliances (HALL) . . On framework: Prerequisites for success. Family Practice, 29, 1132-1138 Subsidieregeling ‘Diversiteit en Inclusiviteit voor Allianties Amsterdam 2021-2023. En https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR645518/1 38 En an ze Tuckman, B. W. (1965), Developmental sequence in small groups. Psychology Bulletin 63:384-99. Turrini, A, Cristofoli, D., Frosini, EF, & Nasi, G. (2010). Networking literature about determinants of network effectiveness. Public Administration, 88(2), 528-550. doi:10.1111/j.1467-9299.2009.01791.x Wagemakers, A, Koelen, M. A, Lezwijn, J., & Vaandrager, L. (2010). Coordinated action checklist: A tool for partnerships to facilitate and evaluate community health promo- tion. Global Health Promotion, 17, 17-28. Zakocs, R.C, & Edwards, E. M. (2006). What explains community coalition effective- ness? A review of the literature. American Journal of Preventive Medicine, 30, 351-361. 39 En Instituut el mn COLOFON mn Opdrachtgever Gemeente Amsterdam Auteurs Dr. M. van der Klein M. Badou, MSc M. Out, MSc Foto omslag ANP - 200472051 mn lOjir V „Jonker Insti fo N4G) erwey-Jonker Instituut Kromme Nieuwegracht 6 3512 HG Utrecht T (030) 230 07 99 E [email protected] Iwww.verwey-jonker.nl | De publicatie kan gedownload worden via onze website: http:/www.verwey-jonker.nl ISBN 978-94-6409-198-4 © Verwey-Jonker Instituut, Utrecht, november 2022 | Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Verwey-Jonker Instituut. Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. The copyright of this publication rests with the Verwey-Jonker Institute. Partial reproduction of the text is allowed, on condition that the source is mentioned.
Onderzoeksrapport
40
train
Actualiteit parkeerproblemen in de Aker Amsterdam, 22 mei 2013 Voorzitter, De VVD-fractie is door bewoners uit de Aker benaderd over het parkeren in de wijk. Aanleiding is een gewijzigd optreden van het stadsdeel als het gaat om het parkeren voor de eigen woning in bijvoorbeeld de Sporadelaan. Ruim 3 jaar geleden heeft het stadsdeel n.a.v. brieven van bewoners geaccepteerd dat op deze wijze geparkeerd wordt. Tot enkele dagen gelden toen bewoners een brief van het stadsdeel onder hun ruitenwissers aantroffen. De VVD heeft hierover de volgende vragen aan de portefeuillehouder: 1) Is de portefeuillehouder bekend met de situatie in de wijk? Volgens de bewoners zijn er nu al parkeerproblemen in de wijk en zullen deze alleen maar toenemen door de aangekondigde handhaving. 2) Is de portefeuillehouder bekend met de parkeerproblemen? 3) Hoe kijkt de portefeuillehouder tegen deze situatie aan? Een groot deel van de parkeerruimte in de wijk wordt niet benut, omdat deze alleen gebruikt mag worden door een bepaald aantal bewoners die er vaker voor kiezen hun auto elders te parkeren. Deze parkeerplaatsen zijn afgesloten met beugels en worden naar het schijnt soms zelfs verhuurd door de betreffende bewoners. De VVD vindt het onwenselijk dat een deel van de parkeerplaatsen hierdoor niet benut wordt terwijl er elders problemen ontstaan. 4) Hoe kijkt de portefeuillehouder aan tegen deze situatie? 5) Ziet de portefeuillehouder mogelijkheden om deze situatie te veranderen? 6) Zo ja, is hij bereid maatregelen te nemen? Met vriendelijke groeten, Frans Slats Raadslid VVD
Actualiteit
1
train
C% _ AAN De Gemeenteraad van Amsterdam Mei 2014 RAADSADRES inzake muzyQ Zeer geachte leden van de Raad, In juni 2005 vroeg het toenmalige Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer onze stichting om “alles in het werk te stellen om het beoogde muziekmakerscentrum als onderdeel van het geplande nieuwe stadshart van Oost te realiseren”. Dat verzoek werd gedaan omdat de projectontwikkelaars waren afgehaakt en iedereen ervan overtuigd was dat deze voorziening een belangrijke bijdrage zou gaan leveren aan de voor Amsterdam zo essentiële muziekindustrie. Desondanks werd Orfeos Studio vanaf het moment dat het gebouw gerealiseerd was door Amsterdam niet langer als partner maar als tegenstander gezien. Wij kunnen u melden — in weerwil van wat u uit andere bronnen ongetwijfeld heeft vernomen — dat die opdracht met vallen en opstaan, maar uiteindelijk met succes werd uitgevoerd. Dat zal ik hieronder toelichten. Ondanks problemen bij de grondsanering in het voormalige Polderweggebied slaagden wij erin het gebouw te realiseren en op 31 mei 2009 konden we de eerste gebruikers verwelkomen. De samenwerking met het stadsdeelbestuur was destijds positief en vol energie. Vervolgens hebben we de afgelopen vijf jaar heel hard gewerkt om het beoogde centrum haar functie te geven, zonder dat voor de onderneming exploitatiesubsidies nodig waren. We hadden echter een serieuze handicap: door de kredietcrisis konden we niet beschikken over de startfinanciering, ernstiger was dat de bouw voor de overige functies (zoals de winkels en de parkeergarage) geheel stil was komen te liggen: het centrum stond dus in een bouwkuip; het gebied werd pas een maand geleden eindelijk feestelijk geopend. Inmiddels is muzyQ, ondanks alle tegenslag, wel de plek waar profs en amateurs uit alle geledingen van de muziekbranche bijeenkomen, repeteren en nieuwe projecten entameren. Een 50-tal kleinschalige creatieve bedrijven heeft er een plek gevonden waar regelmatig innovatie wordt gestart. In 2013 kwam de onderneming ook uit de verliezen en werd voor het eerst een bescheiden positief saldo op de exploitatie gerealiseerd. Kortom: mission accomplished: er is een muziekmakerscentrum in het stadshart van Oost. Grote namen als Alain Clark, Anouk en Candy Dulfer ontbreken niet. o r f e o s ë : í o postbus/box 92164 1090 ad amsterdam nl +31 (O)20 625 55 72 f +31 (O)20 624 04 70 info@s-o-s nu Terugkijkend betreuren we dat met het aantreden van een nieuw bestuur, na de verkiezingen in 2010, de tot op dat moment vruchtbare samenwerking onverwacht werd gestopt. Ons is nog steeds niet duidelijk geworden waarom er plotseling paniek’ uitbrak, “the winning team” werd gewijzigd en consequent werd geweigerd om goed overleg te hebben om dit als gezamenlijk begonnen project ook gezamenlijk tot een goed einde te brengen. Helaas heeft deze handelwijze van dat bestuur ervoor gezorgd dat —naar het zich nu laat aanzien overbodig — vele miljoenen aan Amsterdams belastinggeld verloren zijn gegaan. Het opereren van uw bestuur heeft ertoe geleid dat muzyQ eerdaags haar deuren zal moeten sluiten en de gestage groei die in de afgelopen jaren werd gerealiseerd zal stoppen. Daarnaast is, door gebrek aan transparantie, inmiddels volstrekt onduidelijk wat de verdere consequenties zullen zijn van de door uw bestuur gekozen strategie. Wij vrezen dat dit pas op termijn naar buiten zal komen, als het te laat is om nog erger te voorkomen. U als Raad is daar uiteindelijk verantwoordelijk voor en wij hopen oprecht dat u verdere schade in het vervolgtraject van dit zeer geslaagde project zult willen vermijden. Wij wijzen u op de eerste rapportage van de curator, die net als de rechters in de drie rechtszaken die werden gevoerd, tot de conclusie komt dat Amsterdam in dit dossier weinig transparant en probleemoplossend functioneert. Naar onze mening is het van belang dat het muziekmakerscentrum in zijn huidige vorm en opzet wordt voortgezet. Ongeacht wie de exploitatie voor zijn rekening neemt. Alleen op die manier blijft het oorspronkelijke doel, dat u als raad als kader heeft gesteld, overeind. Wij verzoeken u, in het licht van het voorgaande, hierover aan het bestuur van de gemeente Amsterdam kritische vragen te stellen. Bestuur sticht g Orfeos Studio D JD Ê / stichting orfeos studio kvk amsterdam nr 34163332 rabo bank 1018,32.281 fortis Dank 81.42.67.289
Raadsadres
2
train
Raadsadres Datum 23 mei 2020 Naam mn E-mail | Telefoonnummer nn Uw bericht Geachte raad, Ik wil uw dringende aandacht vragen voor de onhoudbare situatie in de Bogortuin. De Bogortuin ligt op het Java-eiland en is oorspronkelijk bedoeld als buurttuin. Ons eiland is een van de dichtstbevolkte wijken van Amsterdam. Er zijn veel oudere bewoners en de meeste hebben geen tuin. Al enkele jaren is er overlast op zonnige dagen in de Bogortuin, maar nu is de situatie onhoudbaar en bedreigend. Afgelopen week, 21 mei, waren er 3000 mensen op een kleine binnentuin. De toegangswegen werden versperd door fietsen, brommers en bezoekers. Er is overlast, door een te grote menigte, plassen en poepen in tuintjes en portieken, lawaai, drank en drugs. De tuin is al 3 keer door de politie ontruimd, helaas pas aan het einde van de dag. Vooral de oudere bewoners kunnen hun huis niet meer uit, het kinderdagverblijf moet de kinderen binnen houden , omdat buiten spelen vanwege alle uitwerpselen, drank en drugs afval onverantwoord is. Mensen zitten met oordopjes op hun balkonnetje vanwege de constante herrie, of sluiten hun ramen en deuren, terwijl het toch lekker weer is. Als bewoners zijn we al jaren bezig met het stadsdeel om te drukte beheersbaar te houden, dit is helaas niet gelukt. Het stadsdeel, zegt via gebiedsmakelaar BM det zij niets meer aan de huidige situatie kunnen doen. De werkgroep Zomerdrukte en de Covid-19 handhavingsgroep zou moeten handelen. Helaas hebben wij daar nog niets van vernomen. Ik zit net als enkele andere bewoners, al jaren in een werkgroep van het stadsdeel om de situatie in de Bogortuin beheersbaar te houden. Deze werkgroep kan nu niets meer doen. Het wachten is dus op de werkgroep Zomerdrukte. Voor de Bogortuin is dat nu geen optie meer. Ik stel voor om een aantal noodmaatregelen in te stellen, de tuin af te sluiten met tijdelijke hekken. Waar mogelijk met mooie dagen, een x aantal bewoners en bezoekers, in tijdsvakken toe te laten. Bijvoorbeeld, ochtend bewoners, middag bezoekers en avond weer bewoners. Zo kunnen we voldoen aan de richtlijnen van het vermijden van drukte, geen evenementen en toch de schaarse openbare ruimte eerlijk te verdelen. Verder is het van belang om een alcohol, drugs en BBQ verbod in te stellen, dat heeft al tot gevolg dat er minder overlast is en tot minder laat in de nacht. Ik hoop dat u deze maatregelen zeer spoedig kunt realiseren. met vriendelijke groet, Bewoonster JAVA -EILAND Amsterdam Op donderdag 21 mei had AT5 en het Parool een item met foto's over de Bogortuin. Uw bijlage Verzenden Afhandeling Referentienummer 1414-3071
Raadsadres
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 195 Publicatiedatum 21 februari 2018 Ingekomen onder AP Ingekomen op woensdag 14 februari 2018 Behandeld op woensdag 14 februari 2018 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Boomsma en Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en de locatieprofielen (bescherm kinderen tegen het risico op gehoorschade). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130). Constaterende dat: — Kinderen en jongeren gevoeliger zijn voor gehoorschade dan volwassenen; — De GGD adviseert om het maximale geluidsniveau voor evenementen gericht op kinderen te verlagen naar 88 dB(A), in plaats van de maximale 100 dB(A) FoH die bestaat in het evenementenbeleid; — Blootstelling aan te hard geluid kan leiden tot permanente gehoorschade en tinnitus; — Het college aangeeft dat organisatoren zich hebben gecommitteerd aan een maximaal geluidsniveau van 91 dB(A) voor kinderen tot 13 jaar en van 96 dB (A) bij kinderen van 14 en 15 jaar oud; — Kinderen van 14 en 15 nog volop in ontwikkeling zijn; — Kinderen beschermd dienen te worden tegen het risico op gehoorschade. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De maximale geluidsnormen voor kinderen van 14 en 15 vast te stellen op 91 dB(A). De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
train
16 maart 2021 Hallo volksvertegenwoordigers, Gebeurtenissen waarvoor, als het er slechts één was, in het verleden een kabinet voor zou opstappen zie ik nu wekelijks plaatsvinden zonder dat er een haan in de politiek naar kraait. De NOS en NU en andere standaard media bestempelen de demonstranten standaard als relschoppers om zo de publieke opinie te beïnvloeden in het straatje van het (gevallen) kabinet, waardoor en nu zelfs nog mensen zijn die het politieoptreden toejuichen. Hoe kun je als journalist met je zelf leven als je dat op je geweten hebt. Wat is Fake nieuws? Tweede kamer staat erbij en kijkt ernaar. Hebben jullie het nieuws al meegekregen dat Amnesty een onderzoek wil naar het politiegeweld tegen de demonstranten afgelopen zondag? Het was overigens niet alleen afgelopen zondag, maar bij elke demonstratie aan de hand. En kijk ook gewoon echt eens naar de beelden. Doe het nou eens een keer ik smeek jullie. Vraag een spoeddebat aan juist nu!! Tijdens de verkiezingen. Dit kan ECHT niet!!! De beelden spreken voor zich. Lees ook de politieverhoren van de Buiten Parlementaire Onderzoeks Commissie 2020 die de komende dagen online komen. https://bpoc2020.nl/ verhoren/#pv Het is schokkend wat er allemaal, gebeurd en de tweede kamer staat erbij en kijkt ernaar. Hoe ver moet dit nog gaan? Moeten er echt eerst doden vallen voor jullie oogkleppen afvallen?
Raadsadres
1
train
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023 Ingekomen onder nummer 227 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Alberts inzake geen nieuwbouw maar renoveer de huidige Meervaart Onderwerp Geen nieuwbouw maar renoveer de huidige Meervaart. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota Overwegende dat: - Dit college een flinke som geld reserveert voor nieuwbouw van theater de Meervaart in de Sloterplas; - Het gaat om een bedrag van 96,5 miljoen euro; - Renovatie van de Meervaart in plaats van nieuwbouw in de Sloterplas een aanzienlijke kostenbesparing met zich meebrengt van enkele miljoenen; - De miljoenen die bespaard worden gebruikt kunnen worden om andere noden in de stad te lenigen. - Bij het Bijlmerparktheater in Zuidoost ook is gekozen voor renovatie. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_Te kiezen voor renovatie in plaats van nieuwbouw bij het Meervaart theater; -_De miljoenen die hiermee bespaard worden als wijziging in de begroting te verwerken en te reserveren voor een gemeentelijk opkoopprogramma voor sociale woningbouw. Indiener(s), R. Alberts
Motie
1
discard
VN2022-008194 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Personeel en x Gemeente Jee 9 TAR Organisatie x Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Portefeuille Personeel en Organisatie Agendapunt syA Datum besluit 11 mei 202111 mei2021 Onderwerp Barometer Culturele Diversiteit 2021 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van het beschikbaar komen van de Barometer Culturele Diversiteit 2021 Wettelijke grondslag Artikel 160 van de Gemeentewet (voeren dagelijks beheer van de gemeente). Artikel 169 van de Gemeentewet (actieve informatieplicht van college aan gemeenteraad). Bestuurlijke achtergrond De bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit (2020-2023) richt zich op het vergroten van een inclusieve werkcultuur en de representativiteit in de personele samenstelling van de gemeente Amsterdam. In de bestuursopdracht is aangegeven dat er meerdere onderzoeken ter monitoring zullen plaatsvinden en dat de raad geïnformeerd zal worden over de voortgang. e Eenvandeze onderzoeken is het onderzoek naar migratieachtergrond onder gemeenteambtenaren door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), namelijk de Barometer Culturele Diversiteit van het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid. Dit onderzoek is een vervolg op een onderzoek dat het CBS in 2019 en 2020 voor de gemeente Amsterdam heeft uitgevoerd. * Op 18 maart 2022 is de raad door middel van een raadsbrief via de dagmail op de hoogte gesteld over het beschikbaar komen van de cijfers van de Barometer Culturele Diversiteit 2021 op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). e De komende weken worden de cijfers geanalyseerd, en in een integrale monitor verwerkt. In de monitor zal nader ingegaan worden op de cijfers van de Barometer Culturele Diversiteit. Deze monitor ontvangt de raad voor de zomer van 2022. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.7 1 VN2022-008194 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Personeel en % Amsterdam Organisatie % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming nee Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam AD2022-028530 | Raadsbrief Barometer Culturele Diversiteit 2021 (CBS). pdf (pdf) AD2022-028529 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie P&O, Shalini Poiesz, 0613734492, s.poiesz@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam % Actualiteit voor de raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen Jaar 2020 Datum indiening Datum behandeling Onderwerp Actualiteit van de leden De Grave-Verkerk (VVD) en Michel (CDA) inzake corona. Aan de commissie Inleiding Op dinsdag 13 oktober werd door het kabinet een nieuwe gedeeltelijke lockdown aangekondigd door het zorgbarend snel oplopen van het aantal nieuwe besmettingen. Amsterdam is helaas al weken landelijk koploper in het aantal niveau besmettingen per dag, het aantal besmettingen per 10.000 inwoners stijgt in alle stadsdelen. Hierbij is de stijging in het stadsdeel Nieuw-West het grootst, van 31,3 per 10.000 in week 40 naar 50,1 per 10.000 in week 41, in dit stadsdeel zijn volgens de GGD ook in absolute zin de meeste besmettingen. De druk om goede adequate zorg te kunnen verlenen in de ziekenhuizen en op de IC-afdelingen neemt snel toe. Dit roept vragen op of ook in de toekomst er nog voldoende reguliere en acute zorg kan worden verleend. Het antwoord op de schriftelijke vragen van 2 juni jl.* van de VVD of Amsterdam was voorbereid op het opnieuw oplopen van het aantal besmettingen gaf de wethouder aan: “We hebben op dit moment geen signalen dat de zorg in de problemen komt”. De VVD en het CDA vragen zich af of deze uitspraak op dit moment nog steeds actueel is. Reden bespreking De fracties van de VVD en het CDA willen met de commissie en de wethouder bespreken wat Amsterdam nog meer en of anders kan doen om de effectiviteit van de communicatie van de gemeente in de verschillende stadsdelen te bevorderen om zo het oplopen van het aantal besmettingen een halt toe te roepen. Daarnaast willen de fracties van de VVD en het CDA weten hoe de reguliere en acute zorg tijdens deze tweede golf, adequaat kan blijven. Reden spoedeisendheid Het doorlopende hoge aantal nieuwe besmettingen is een gevaar voor de volksgezondheid. Er moet nu snel ingegrepen worden om het aantal nieuwe besmettingen omlaag te brengen. Alleen zo kunnen we voorkomen dat Amsterdam in een volledige lockdown komt en de acute en reguliere zorg onder druk komen te staan. thtips:/famsterdam.raadsinformatie.nl/document/8813419/2/687_20_Beantwoording%2oschriftelijke%20vragen%20De %20Grave-Verkerk%20gevolgen%20voor%20volksgezondheid%20van%20demonstratie%20op%20de%20Dam 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Commissieactualiteit Het lid van de commissie, De Grave-Verkerk Michel 2
Actualiteit
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1706 Ingekomen op 17 oktober 2019 Ingekomen in raadscommissie AZ Te behandelen op 6/7 november 2019 Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2020 (Vergroot bereikbaarheid door extra haltes in stadsdeel Nieuw-West) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2020. Constaterende dat: — In de afgelopen jaren 21 haltes verwijderd zijn"; — Hierdoor de bereikbaarheid van o.a. stadsdeel Nieuw-West onder druk is komen te staan. Overwegende dat: — De bereikbaarheid van de Amsterdammers in het geding is; — In stadsdeel Nieuw-West speelt dit zich voornamelijk af in het gebied Eendracht (Geuzenveld). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Te onderzoeken waar er extra haltes bijgebouwd kunnen worden om de bereikbaarheid van de bewoners in het gebied Eendracht (Geuzenveld) te vergroten. Het lid van de gemeenteraad N. Yilmaz Ì httos://www.nrc.nl/nieuws/201 8/1 1/08/ov-haltes-weer-op-de-schop-21-minder-a2/54295 4
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 802 Publicatiedatum 29 juli 2016 Ingekomen op 7 juli 2016 Ingekomen in raadscommissie FIN Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Duijndam inzake de Voorjaarsnota 2016 (museum aan de rand van de stad). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449). Overwegende dat: — het college in de Voorjaarsnota de wens uitspreekt om de kansen en mogelijkheden voor het aantrekken van (internationale) topmusea en mogelijke dependances van Amsterdamse musea als trekker voor toeristen buiten het centrum te onderzoeken; — bijvoorbeeld de bestuurscommissie van Amsterdam-Noord unaniem een motie heeft aangenomen waarin zij het Buikslotermeerplein beschouwt als ideale locatie voor de, door het college gewenste, vestiging van een topmuseum buiten het centrum; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: de resultaten van een onderzoek naar de mogelijkheden voor een museum buiten het centrum en de vervolgstappen voor te leggen aan gemeenteraad. Het lid van de gemeenteraad P.J.M. Duijndam 1
Motie
1
discard
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Agenda Datum 18-04-2023 Aanvang 20:00 Locatie Grote Commissiezaal (Willem Kraanzaal) 1. Opening, vaststellen besluitenlijst * Vaststelling concept-besluitenlijst van 4 april 2023 2. Het woord aan bewoners en ondernemers * Voor informatie over inspraak en aanmelding om in te spreken zie onderaan de agenda. 3. Afdoening ingekomen stukken * Kijk voor de ingekomen stukken onderaan de agenda 4. Mededelingen dagelijks bestuur 5. Concept-advies aan college over notitie ‘Aantrekkelijk OV in een 30km/u-stad' Het advies van Bewoners Amsterdam (bijlage 2) is nagezonden per 13 april jl. Het advies van D66 en GL in bijlage 3 is nagezonden per 17 april jl. en aangepast per 18 april jl. Het advies van Bewoners Amsterdam (bijlage 4) is tijdens de vergadering ingebracht en na afloop van de vergadering nazonden. 6. Adviezen van stadsdeelcommissie over concept-vervoerplan GVB De eerste termijn vond plaats op 4 april jl. Het advies van Bewoners Amsterdam (bijlage 3) is nagezonden per 13 april jl. Advies nr. 4 is nagezonden per 14 april jl. en gewijzigd per 17 en per 18 april jl. 7. Mobiliteitssituatie Gentrum-Oost Bespreken op verzoek van Bewoners Amsterdam. Het advies van Bewoners Amsterdam (bijlage 3) is nagezonden per 13 april jl. 8. Concept-advies aan college m.b.t. VTH-beleid fysieke leefomgeving 2023 9. Advies van D66/PvdA over toegankelijke communicatie het aangekondigde advies is nagezonden per 17 april jl. en (beperkt) gewijzigd op 18 april jl. 10. Rondvraag en sluiting VERVALLEN: Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan Dijksgracht Oost - Stukken zijn te vinden op de agenda van 9 mei a.s. stukken volgen INGEKOMEN STUKKEN À. Termijnagenda stadsdeelcommissie De geactualiseerde termijnagenda is nagezonden per 14 april jl. B. Lijst aangenomen adviezen stadsdeelcommissie De geactualiseerde lijst is nagezonden per 14 april jl. CG. Memo vervolgaanpak Haarlemmerstraat en -Dijk D. Reactie van college op advies stadsdeelcommissie over spreiding parkeerdruk De stadsdeelcommissie heeft op 10 januari jl. een advies van de VVD aangenomen. Inmiddels heeft het college een reactie gegeven op dit advies. E. Advies aan college m.b.t. Beleidsregel geluid Amsterdam 2023 Het DB heeft advies uitgebracht aan het college. Het advies is nagezonden per 17 april jl. De stadsdeelcommissie heeft aangegeven geen advies aan het DB te willen uitbrengen. INFORMATIE Locatie en beeldopnamen Deze overlegvergadering van de stadsdeelcommissie Centrum vindt plaats in de Grote Commissiezaal (Willem Kraanzaal) in het stadhuis. De vergaderingen zijn openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen worden beeldopnamen gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina. Aanmelden om in te spreken Inspreken is mogelijk bij het desbetreffende agendapunt, of, als het onderwerp niet op de agenda staat, aan het begin van de vergadering. Mensen die hierover meer informatie willen, of die zich aan willen melden als inspreker kunnen zich per e-mail richten tot de afdeling bestuursondersteuning: [email protected]. Aanmelden om in te spreken kan tot uiterlijk de maandag voor de vergadering tot 14:00 uur.
Agenda
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1495 Publicatiedatum 23 november 2016 Ingekomen onder BU Ingekomen op donderdag 10 november 2016 Behandeld op donderdag 10 november 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Groen, Van den Berg en Van Lammeren inzake de toepassingsregel voor duurzame investeringen (geen kosten afwentelen op toekomstige generaties II). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de toepassingsregel voor duurzame investeringen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1430). Constaterende dat: — Het college voorstelt om de prijs van een ton besparing CO2 te waarderen op €60 in 2015; — In talrijke internationale onderzoeken veel hogere prijzen worden bepleit als juist, met een bandbreedte van €100 tot €500 in 2030; — Amsterdam kiest voor de ondergrens van die bandbreedte wat teruggerekend uitkomt op €60 in 2015, terwijl de bovengrens in 2015 een bedrag van €300 per ton zou opleveren; — Deze keuze voor de ondergrens gebaseerd is op een scenario van 80% 002- reductie in 2050. Overwegende dat: — Een scenario van 80% reductie in 2050 niet volstaat voor de doelstellingen van het klimaatverdrag van Parijs; — De gekozen prijs van €60 op zijn best een minimumwaardering is, terwijl bij andere scenario's een hogere prijs gerechtvaardigd is; — De berekening van de keuze niet automatisch leidt tot investeringen, maar ten doel heeft het college en de raad de informatie te verschaffen die behulpzaam is bij een waardering van de maatschappelijke waarde van de investering op het gebied van duurzaamheid. Besluit: Bij de beoordeling van duurzame investeringen het maatschappelijk rendement te berekenen voor drie scenario's: — scenario minimaal, met €60 per ton CO2 — scenario midden, met €125 per ton CO2 — scenario maximaal, met €300 per ton CO2 4 De leden van de gemeenteraad R.J. Groen P.J.M. van den Berg J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
2x Gemee nte Bezoekadres Weesperplein 8 Amsterdam z018 XA Amsterdam x Postbus 2758 | 1000 CT Amsterdam | Telefoon 14 020 € amsterdam.nl Retouradres: Postbus 2758, 1000 CT Amsterdam Ingenieursbureau Amsterdam De heer T. Roozendaal Postbus 12693 1100 AR AMSTERDAM Datum 16 juni 2017 Behandeld door Sander Kinneging, Ruimte en Duurzaamheid, 0623137258, [email protected] Onderwerp Besluit op aanvraag toepassing coördinatieregeling project Fietsenstalling Lijnbaansgracht t.h.v. nr. 234A (De Melkweg) Geachte heer Roozendaal, Hierbij bevestigen wij de ontvangst van uw brief d.d. 2 juni 2017, waarin u verzoekt om voor de noodzakelijke (ruimtelijke) besluiten voor het voor het bouwen van een fietsvlonder nabij De Melkweg de coördinatieregeling ex afdeling 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) te volgen, met toepassing van de gemeentelijke Coördinatieverordening. Wij hebben vw verzoek ingevolge het bepaalde in de Coördinatieverordening van Amsterdam (2016, nr. 111/323) als volgt beoordeeld. De voor het project Fietsenstalling Lijnbaansgracht t.h.v. nr. 234A (De Melkweg) benodigde besluiten, zoals v benoemt in uw brief, zijn de volgende: 1. Bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro, 2. Omgevingsvergunning voor het bouwen ex artikel 2.1 lid onder a Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en 3. Omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerken in beschermd stadsgezicht ex artikel 2.1 lida onderh Wabo. Op grond van het bepaalde in artikel 2 van de veordening dient bij de toepassing van de gecoördineerde voorbereiding en bekendmaking van besluiten in ieder geval een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 1, onder d van deze verordening of een omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, onder c van de Wabo, betrokken te zijn. Daarvan is gezien uw opsomming sprake. De overige besluiten die v noemt zijn te beschouwen als besluiten genoemd in artikel 3 van de verordening. Daarmee is naar ons oordeel voldaan aan de vereiste condities als gesteld in artikel 4 sub a en b van de verordening. | Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 1 juni 2017 Kenmerk Pagina 2 van 2 Om toepassing te kunnen geven aan de gemeentelijke Coördinatieverordening is het verder van belang dat de aanvraag voldoet aan het gestelde in artikelen 4, sub cen den 5 van de verordening. Met u brief verklaart u zich schriftelijk akkoord met de gecoördineerde voorbereiding en bekendmaking, evenals met de gevolgen die dat voor u als aanvrager heeft. Eveneens heeft v een risico-analyse toegezonden waaruit blijkt dat het risico op planschade nihil is. Op grond van het bovenstaande stellen wij vast dat aan het bepaalde in de artikelen 4 en 5 van de verordening is voldaan en besluiten wij naar aanleiding van vw verzoek tot een gecoördineerde behandeling en bekendmaking van de door vu benoemde besluiten. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnfomeerd. Hoogachtend, Nam ans het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, ze E\M.A ds Directeur Ruimte en Duurzaamheid Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Besluit
2
train
Aan vulling op Raadsadres verstuurd op 23 april 2013 raadsgriffie@centrum amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Stadsdeel centrum, Raadsleden t.a.v. de griffie van Stadsdeel centrum Amstel 1 1011 PN Amsterdam Betreft: Raadsadres inzake zienswijze over ontwerp projectbesluiten t.b.v. het realiseren van op- en af stapvoorzieningen prinsengracht 405 -381 Geachte Commissie, Wij, bewoners van Prinsengracht 411, 413 en 415, hebben in 2010 ons gelijk gekregen, toen we bij de Raad bezwaar maakten tegen de komst van een steiger tegenover onze woningen. Het ging om een steiger die volgens de steigerlijst (2008) voor het grand-cafe Van Puffelen (nr. 377)zou komen, maar die in 2010 werd opgeschoven in de richting van onze woonhuizen. Dankzij de Raad schoof de steiger weer terug naar grand-cafe Van Puffelen, waarmee de zaak leek beklonken. Inmiddels (2013) blijkt echter is de steiger opnieuw weggehaald bij Van Puffelen, en weer verhuisd maar nu naar de woonhuizen in de omgeving van 399-405. Hiertegen willen wij bij deze bezwaar aantekenen. In 2010 schreven wij U dat we de plannen voor goederenvervoer op het water toejuichen. Dit zal vrachtverkeer verminderen en ook de zeer hinderlijke, lange opstoppingen hier op de grachten. Dat is goed voor het milieu, en ook goed voor de stressvermindering en gezondheid van de bewoners. We protesteren dus niet "zomaar", maar we hebben goede argumenten die ervoor pleiten om de steiger alsnog, opnieuw en definitief bij Van Puffelen te lokaliseren. Het is voor de aan- en afvoer van goederen belangrijk dat je vanaf de boot direct de spullen kwijt kunt bij de afnemer. Van Puffelen is groot-afnemer van bier en andere horeca-artikelen, daarom staat het verkeer een paar keer per dag langdurig vast, omdat vrachtwagens daar moeten laden en lossen. Dat los je alleen maar op door de steiger bij Van Puffelen pal voor de deur te plaatsen, zodat met name het bier met een slang naar binnen kan worden geleid. Dat kan niet vanaf de woonhuizen 399-405, dat is te ver weg voor een slang en als je goederen te ver over de gracht moet sjouwen zal men geen gebruik willen maken van de steiger. Deze steiger had ons probleem van verkeers hinder hier op de gracht zo mooi kunnen oplossen wat al jaren een van de grootse ergenissen is op dit stuk gracht. Maar ook passagiers die van Puffelen zullen bezoeken zullen nu toch eerst heen en weer wandelen over de gracht. Het aantal toeristen op straat zal aanzienlijk toenemen, wat weer geluidsvervuiling geeft, met name omdat het veel rijksmonumenten zijn zonder dubbelglas. Wij hebben begrepen dat Waternet het onwenselijk vindt om boten af te meren bij de uitvaart van zijgracht, al is dat kortstondig. En inderdaad bevindt zich schuin aan de overkant van vanPuffelen de uitvaart van de Lauriergracht. Maar dat was in 2010 ook al bekend, toen ons bezwaar door de Raad werd goedgekeurd. We hebben gemeten en foto's gemaakt, en als de op- en af staplocatie bij Envy begint, ligt de steiger niet voor de uitvaart van de lauriergracht. Het water ter hoogte van deze Lauriergrachtbrug is trouwens vrij van woonboot recht tegen over van Puffelen (is rechts v/d brug) en daarom voor een groot deel het BREEDSTE stuk gracht. Vrij om te manoeuvreren. Dat is gebleken in de voorafgaande jaren, rondvaartboten die er nu al aanleggen veroorzaken daar geen veiligheidsproblemen. Daar waar de op- en afstapplaats nu geplaatst zou worden is de te manoeuvreren ruimte juist veel kleiner door de aanwezigheid van de woonboten. Als deze plek t/o Laurierbrug gevaren zouden opleveren dan zou dat totaal in het niet vallen als je de situatie vergelijkt iets verder op de prinsengracht ter hoogte 438 (gerechtsgebouw) kruispunt Leidsegracht daar waar het Nautisch totaal on aan vaar baar is mogen grote rondvaarboten achteruitvaren, keren en minutenlang het totale vaar verkeer stop zetten op een kruispunt met 3 bruggen tegenover elkaar.
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1554 Datum indiening 22 maart 2017 Datum akkoord 5 december 2017 Publicatiedatum 6 december 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake rondslingerende lampionnen bij de Sloterplas. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 19 maart 2017 is door zo’n 500 mensen de lente ingeluid door bij de Sloterplas honderden lampionnen op te laten en lichtjes op plankjes in het water te laten.’ Een bezorgde omwonende laat in Het Parool weten dat dit niet is opgeruimd. Het gebruikte materiaal is naar verluidt biologisch afbreekbaar, maar dit is een zeer rekbaar begrip: biologisch afbreekbare ballonnen doen er bijvoorbeeld jaren over om af te breken, genoeg tijd om nadelige gevolgen voor de natuur te kunnen hebben. Bovendien staat in de Agenda Dieren dat het college het oplaten van wensballonnen, waar de lampionnen sterk op lijken, zal ontmoedigen’. Wat de Partij voor de Dieren betreft is het zwerfafvalprobleem al groot genoeg en is het niet nodig om bij wijze van festiviteit dit probleem nog te verergeren. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met de lenteviering bij de Sloterplas”? Antwoord: Ja. 2. Hoe beoordeelt het college het dat hierbij honderden lampionnen zijn opgelaten? Anwoord: Het college trekt zich de geschetste situatie aan en vindt het vervelend dat er zwerfafval is achtergebleven bij het gebruik van lampionnen en drijvende lichtjes en zo overlast is ervaren. Voor het evenement is een evenementenvergunning aangevraagd en ook verleend. De aanvraag om een evenementenvergunning wordt aan de daarvoor opgestelde criteria uit de APV getoetst. Indien nodig 1 http://www.nhnieuws.nl/nieuws/202627/honderden-lampionnen-luiden-lente-in-op-sloterplas ? http://www. parool.nl/opinie/-de-lente-is-gevierd-door-de-sloterplas-te-verontreinigen—a4477050/ 3 http://www. parool.nl/opinie/-de-lente-is-gevierd-door-de-sloterplas-te-verontreinigen—a4477050/ * hitps://www.amsterdam.nl/toerisme-vrije-tijd/dieren/agenda-dieren-2015/ 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ember 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017 worden er aanvullende voorwaarden opgelegd, naast de reeds bestaande standaard voorwaarden. 3. Is het waar dat de drijvende lichtjes in de Sloterplas na het evenement zijn achtergelaten? Antwoord: Ja, er zijn drijvende lichtjes achtergebleven in de Sloterplas na afloop van het evenement. Dit is uitdrukkelijk niet de bedoeling. De stadsdelen hebben verplichtingen ten aanzien van de naleving van gemaakte afspraken in vergunningen. Het Stadsdeel Nieuw West is er met klem op gewezen dat de situatie die wordt geschetst absoluut ongewenst is. Zij hebben aangegeven daarop bij een volgende evenement ook nauwlettend toe te zien. 4. Iser door de gemeente subsidie verleend voor dit evenement? Antwoord: Nee. 5. Hoe beoordeelt het college het dat terwijl er extra geld vrijgemaakt wordt voor handhaving op zwerfafval, er tegelijkertijd vergunningen worden verleend voor dit soort festiviteiten die ook zwerfafval veroorzaken? Een evenement geheel zonder afval is ondenkbaar. De stadsdelen hebben verplichtingen ten aanzien van de naleving van gemaakte afspraken, zo ook over de schoonmaak bij evenementen, in vergunningen. Organisatoren van evenementen zijn verantwoordelijk voor het schoonmaken bij het evenement Afspraken met organisatoren van evenementen over het schoonhouden van de openbare ruimte betreffen het terrein van het evenement zelf en direct daar omheen liggend gebied. Schoonmaak kosten komen hierbij ten laste van de organisator. Antwoord: Zie ook het antwoord op vraag 3. 6. Is de vergunninghouder aangesproken op deze activiteiten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, gaat de vergunninghouder er zorg voor dragen dat alle achtergebleven lampionnen en lichtjes op het water verwijderd worden? Antwoord: Het Stadsdeel heeft algemeen contact met de vergunninghouder gehad. Naar aanleiding van de ontvangen signalen zal het stadsdeel bij een volgende lenteviering de vergunninghouder nadrukkelijk wijzen op de verantwoordelijk- heden bij het organiseren van evenementen ten aanzien van het schoonhouden van de openbare ruimte. Hiernaast zal het stadsdeel bij een volgende lenteviering de locatie extra in de gaten houden en toezien op de gemaakte afspraken. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R weing lea Gemeenteblad ummer beent Datum 6 december 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017 3
Schriftelijke Vraag
3
train
afst COA E Centraal Orgaan opvang asielzoekers Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een extra begeleiding en toezichtlocatie (ebtl) Transformatorweg [6] in Amsterdam Versie 30 oktober 2017 Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: D- Versie 30 oktober 2017 Ca Pagina 1 van 10 Paraaf gemeente: or L G | COA ®/ Centraal Orgaan opvang asielzoekers | Partijen a. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, gevestigd aan de Rijstraat 8 te Den Haag, hierbij vertegenwoordigd door de heer P. L. Siebers, lid van de raad van bestuur, hierna te noemen: “COA b. De gemeente Amsterdam, gevestigd aan Amstel 1, 1011 PN Amsterdam, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam, hierbij vertegenwoordigd door de heer E. van der Burg, (loco) burgemeester, hierna te noemen: ‘de gemeente’ | | Overwegende: 1. dat het COA tot kerntaak heeft de opvang en huisvesting van vreemdelingen; 2. dat de gemeente bereid is mee te werken aan de opvang van vreemdelingen in een opvanglocatie binnen de gemeente; 3. dat het COA de opdracht heeft vreemdelingen die in een azc ergens in het land overlast geven separaat te huisvesten; 4, dat de gemeente Amsterdam heeft besloten medewerking te verlenen aan het verzoek van het COA een opvangcentrum te realiseren aan de Transformatorweg; zE 5. dat dit een extra begeleiding en toezichtlocatie betreft, hetgeen betekent dat het een opvangcentrum betreft waar het COA ‘overlastgevers’ plaatst; 6. dat het COA uitsluitend vreemdelingen plaatst in de ebtl, die op basis van regelgeving/protocollen van het COA zijn aangemerkt als overlastgever:; 7. dat het COA de kwalificatie overlastgever baseert op basis van gedragingen van de vreemdeling op een azclocatie en niet op basis van gedragingen van vreemdelingen buiten het azc in de openbare ruimte; 8. dat de kwalificering door COA als overlastgever niet wordt gebaseerd op psychische en/of psychiatrische klachten. De ebtl is geen opvang voor personen met psychische en/of psychiatrische klachten, daarvoor zijn andere opvang mogelijkheden. Het gaat in de ebtl om het beïnvloeden van het gedrag zodat de overlast afneemt en verdwijnt; 9. dat het COA een overlastgever de toegang tot andere azc’s ontzegt; 10. dat maatregel “plaatsing in een extra begeleiding en toezichtlocatie (ebtl)” is toegevoegd aan het COA Maatregelenbeleid; 11. dat het gemeentebestuur bereid is mee te werken aan de opvang van vreemdelingen in een ebt] opvanglocatie binnen de gemeente; 12. dat het COA en het gemeentebestuur een optimaal functioneren van de opvanglocatie in de plaatselijke gemeenschap en in relatie tot de betrokken diensten en instellingen willen bewerkstelligen door het maken van afspraken en het treffen van de nodige voorzieningen; Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COAST TH Versie 30 oktober 2017 C Pagina 2 van 10 Paraaf gemeente: Cl ie ee AN Ó COA WP Centraal Orgaan opvang asielzoekers 13. dat de bestuursovereenkomst onverlet laat dat het COA voor het gebruik van de opvanglocatie over de benodigde vergunningen moet beschikken; 14. dat het gemeentebestuur zich binnen haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheden inspant voor een zorgvuldige en voortvarende vergunningverlening; | 15. dat het Faciliteitenbesluit Opvangcentra, d.d. 29 juli 1994 (Stb. 636) en de aanvullingen van | 8 juni 1998 (Stb. 347) en 25 januari 2001 (Stb. 60) van toepassing zijn, alsmede eventuele toekomstige wijzigingen en aanvullingen; 16. dat de directe verantwoordelijkheid voor het nemen van de noodzakelijke maatregelen op de beleidsterreinen Gezondheidszorg en Openbare Orde en veiligheid, behalve bij de gemeente en het COA, bij meerdere partijen ligt; 17. dat het uitgangspunt is dat de randvoorwaarden voor de te nemen maatregelen in verband met de opvang van vreemdelingen op de beleidsterreinen Gezondheidszorg en Openbare Orde en veiligheid voldoende in bestaande wet- en regelgeving zijn vastgelegd; 18. dat het COA en de gemeente, alsmede daarbij betrokken derden een optimaal functioneren van de opvang- en woonvoorzieningen willen bewerkstelligen; | 19. dat het COA en de gemeente, alsmede daarbij betrokken derden zich gezamenlijk zullen inspannen om het functioneren van vreemdelingen in de gemeente te ondersteunen en - bevorderen. komen het volgende overeen: Hoofdstuk I Algemene bepaling Artikel 1 In deze overeenkomst wordt verstaan onder: 1. Vreemdeling: de persoon die in de opvanglocatie van het COA wordt opgevangen, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers; 2. Capaciteitsplaatsen: plaatsen in een opvanglocatie beschikbaar voor de opvang van vreemdelingen; 3. Opvanglocatie: een opvangvoorziening waarin door of onder verantwoordelijkheid van het COA opvang wordt geboden aan vreemdelingen. Hieronder vallen een Opvangcentrum of een Noodopvang; 4, _Overlastgever: de vreemdeling die op basis van de door het COA vastgestelde protocollen als zodanig is aangemerkt; Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: j Versie 30 oktober 2017 5 Pagina 3 van 10 Paraaf gemeente: 2, | a Z # COA YP Centraal Orgaan opvang asielzoekers 5. Ingebruikname: het moment (de dag) waarop de eerste vreemdeling gebruik maakt van de opvanglocatie; 6. Faciliteitenbesluit: het Faciliteitenbesluit Opvangcentra d.d. 29 juli 1994 (Stb. 636); 7. Ebtl (extra begeleiding eb toezichtlocatie): een opvangcentrum voor overlastgevers. Hoofdstuk II Het opvangcentrum Artikel 2 1. De gemeente stemt in met het gebruik van de locatie Transformatorweg 6 te Amsterdam als ebtl door het COA; 2. Het COA gebruikt de opvanglocatie onder eigen verantwoordelijkheid als een Opvangcentrum ten behoeve van de opvang van vreemdelingen; Artikel 3 1. Het COA draagt zorgt — met inachtneming van artikel 2 — voor de plaatsing, opvang en begeleiding van de vreemdelingen in het Opvangcentrum. — 2. Het COA draagt zorg voor een adequate aanpassing, inrichting en instandhouding van het Opvangcentrum in overeenstemming met de ter zake geldende wettelijke bepalingen en gemeentelijke verordeningen. 3. Het COA schept de voorwaarden en omstandigheden welke nodig zijn om diensten en instellingen in het Opvangcentrum hun taken te laten uitvoeren. 4. Het COA zal in het bezit zijn van de benodigde vergunningen. 5. Het COA is verantwoordelijk voor een huurovereenkomst van het adres Transformatorweg 6. 6. Vreemdelingen die worden aangemerkt als overlastgever worden gelijkelijk verdeeld over de beschikbare ebtl opvangvoorzieningen. 7. De samenstelling van de groep vreemdeling in de ebtl is divers; vluchtelingen, statushouders, uitgeprocedeerde asielzoekers etc. Er zullen geen vreemdelingen zitten uit de veilige landen, tenzij het Dublin-claimanten zijn in afwachting van overdracht aan een EU land van een eerder verblijf. Artikel 4 1. In de opvanglocatie worden maximaal 50 bewoners gehuisvest. Het betreft uitsluitend volwassenen. Het aantal bewoners zal in overleg met de stakeholders in het operationeel veiligheidsoverleg zoals bedoeld in artikel 15 lid 3 stapsgewijs worden opgevoerd tot het maximum. Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: SE Versie 30 oktober 2017 En, Pagina 4 van 10 Paraaf gemeente: | LI ze > COA zj Centraal Orgaan opvang asielzoekers 2. De verblijfsduur van een vreemdeling in de ebtl Amsterdam is maximaal 3 maanden. 3. Partijen kunnen in onderling overleg besluiten tot aanpassing van het maximum aantal bewoners. 4. Op verzoek van de gemeente verstrekt het COA de gemeente informatie over het aantal vreemdelingen dat in de gevraagde periode in de opvanglocatie verblijft. Artikel 5 Vervallen Hoofdstuk III De organisatie in het Opvangcentrum Artikel 6 1. Het COA zal iedere in het Opvangcentrum verblijvende vreemdeling de verstrekkingen toekennen als bedoeld in artikel 3, derde lid van de wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. 2. Het COA draagt zorg voor de bekostiging van de verstrekkingen en de vergoeding van de organisatie en uitvoering van de werkzaamheden die samenhangen met de verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel. Artikel 7 1. Het COA biedt de vreemdelingen een programma van dagstructurering aan. 2. Het COA werkt met fase specifieke begeleiding. Afhankelijk van de fase waar de vreemdeling in het asielproces zit, biedt het COA per fase passende training en begeleiding. 3. Vreemdelingen worden zoveel mogelijk betrokken bij taken en (onderhouds) werkzaamheden ten behoeve van het in stand houden van de eigen opvangcentra. Artikel 8 1. Het COA is verantwoordelijk voor het onderkennen en bestrijden van besmettelijke ziekten in het Opvangeentrum en de overige preventieve gezondheidszorgtaken ten behoeve van de bewoners. Dit heeft het COA contractueel belegd bij GGD-GHOR Nederland. Dit laat de verantwoordelijkheid van de gemeente krachtens de Wet Publieke gezondheid te dien aanzien onverlet. 2. De verantwoordelijkheid van het eerste- en tweedelijns zorgaanbod heeft het COA contractueel belegd bij de zorgverzekeraar die de Regeling Zorg Asielzoekers (RZA) uitvoert. Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: Yv Versie 30 oktober 2017 Kn) Pagina 5 van 10 Paraaf gemeente: 7-7 | € | # © 4 COA W/ Centraal Orgaan opvang asielzoekers Artikel 9 1. Het COA stelt, na overleg hierover te hebben gepleegd met de gemeente, een bedrijfsnoodplan vast dat voor het Opvangcentrum zal gelden en waarmee wordt beoogd in voorkomende gevallen de hulpverleningsorganisaties adequaat te kunnen doen handelen. Het COA stuurt een kopie van het bedrijfsnoodplan naar de gemeente. Hoofdstuk IV Voorlichting, informatie en overleg Artikel 10 Ll. Het COA draagt na de opening van het Opvangcentrum in de gemeente zorg voor de informatie aan de inwoners van de gemeente over het Opvangcentrum, de ontwikkelingen en over de te volgen procedures. 2. De gemeente is tot de opening van het Opvangcentrum primair verantwoordelijk voor de communicatie aan inwoners van de gemeente. Het COA ondersteunt de gemeente hierbij voor zover het zaken op het Opvangcentrum betreft. 3. Het COA vergoedt aan de gemeente conform het Faciliteitenbesluit een eenmalige uitkering _ als bijdrage in de kosten van de door de gemeente te verzorgen taken in het kader van voorlichting met betrekking tot de vestiging van het Opvangcentrum en op verzoek van de gemeente de subsidiering van vrijwilligersgroepen die werkzaamheden verrichten in of ten behoeve van het Opvangcentrum. Artikel 11 1. Het COA en de gemeente verstrekken aan elkaar onverwijld de informatie die van belang is voor de uitvoering van de taken van een ieder die verband houden met de aanwezigheid van een Opvangcentrum in de gemeente. 2. Op ambtelijk niveau zal er tenminste twee keer per jaar, of zoveel vaker als nodig c.q. wenselijk is, overleg plaatsvinden tussen het COA en de gemeente. Op bestuurlijk niveau zal er tenminste één keer per jaar, of zoveel vaker als nodig c.q. wenselijk is, overleg plaatsvinden tussen het COA en de gemeente. Artikel 12 1. Het COA stelt een omwonendenoverleg in dat tot doel heeft de relatie tussen de omwonenden en het Opvangcentrum goed te laten verlopen. 2. In dit omwonendenoverleg hebben in ieder geval zitting vertegenwoordigers van de gemeente en de stadsdeelorganisatie, van Openbare Orde en Veiligheid, van de politie, van de door het COA aan te wijzen diensten die in het Opvangcentrum werkzaam zijn en van de plaatselijke | bevolking, alsmede het lokale COA-management. | | Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA Y” Versie 30 oktober 2017 IP, Pagina 6 van 10 Paraaf gemeente: Èg | LD je $ COA WÄ Centraal Orgaan opvang asielzoekers 3. De omwonendenoverleg zal in het Opvangcentrum bijeenkomen. De vergaderkosten zijn voor rekening van het COA. Het COA is belast met het voorzitterschap van deze omwonendenoverleg. Hoofdstuk V Duur van de overeenkomst Artikel 13 L. De bestuursovereenkomst wordt overeengekomen voor de periode tot uiterlijk 31 oktober 2019. 2. De overeenkomst eindigt van rechtswege na het verstrijken van de in lid 1 genoemde periode. 3. De datum van ingebruikname wordt vastgelegd in een addendum bij deze overeenkomst, zoals weergegeven in bijlage A. 4, De aanspraak op verstrekking van de uitkering als bedoeld in artikel 3, eerste lid en artikel 4, eerste lid van het Faciliteitenbesluit vangt aan op de datum dat het Opvangcentrum voor bewoning in gebruik wordt genomen. De datum van ingebruikname wordt vastgelegd in een addendum bij deze overeenkomst, zoals weergegeven in bijlage A. 5. Het COA kan per aangetekende brief besluiten tot tussentijdse opzegging van de overeenkomst. Indien het COA overgaat tot tussentijdse opzegging geldt een opzegtermijn van n tenminste 6 maanden. 6. Partijen kunnen gedurende de gebruiksperiode in onderling overleg, uiterlijk drie maanden voor afloop van deze overeenkomst, besluiten tot verlenging van de overeenkomst voor een alsdan nader overeen te komen termijn. Hoofdstuk VI Onderwijs Artikel 14 Vervallen Hoofdstuk VII Openbare orde en veiligheid Artikel 15 1. De burgemeester, eenheidschef van de politie en de officier van justitie maken in het driehoeksoverleg afspraken over de (mogelijke extra) inzet van de politie in de gemeente. Zo ook indien dit een gevolg blijkt van de aanwezigheid van het opvangcentrum voor asielzoekers in die gemeente . 2. Indien de politiecapaciteit in incidentele gevallen tekort schiet, zal dit eerst op districtsniveau en vervolgens op regionaal niveau worden opgelost. Indien het niet lukt om binnen de regionale eenheid een oplossing te vinden voor de behoefte aan extra capaciteit, bestaat de mogelijkheid tot tijdelijke opschaling van politiecapaciteit conform de Politiewet 2012. Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: Y Versie 30 oktober 2017 Ee Pagina 7 van 10 Paraaf gemeente: — ee an; COA \W/ Centraal Orgaan opvang asielzoekers 3. COA, Politie en veiligheidscoördinator van het Stadsdeel komen regelmatig bij elkaar in een operationeel veiligheidsoverleg, waar informatie wordt uitgewisseld, activiteiten op elkaar worden afgestemd en waar nodig, maatregelen worden afgesproken. | 4. Het COA, de gemeente en het stadsdeel leveren elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheid een | bijdrage aan de veiligheid: | a. De doelen die de gemeenteraad, het college en de burgemeester vaststellen op het | terrein van de veiligheid door de handhaving van de openbare orde en hulpverlening, eventueel specifiek met betrekking tot de aanwezigheid van het opvangcentrum voor asielzoekers, staan mede aan de basis van de afspraken als bedoeld in het eerste lid en worden mede omschreven in het operationeel veiligheidsplan, dat COA en gemeente gezamenlijk hebben opgesteld. 5. Als er zich op of in de nabije omgeving van het terrein van de EBTL omstandigheden voordoen die een bedreiging vormen voor de openbare orde en veiligheid, dan treden partijen onverwijld in overleg om de (gezamenlijke) maatregelen te bespreken die partijen toepassen om deze dreiging ongedaan te maken. Artikel 16 1. COA neemt in de huisregels op dat bewoners na 22:00 uur niet buiten de locatie mogen zijn. EE 2. COA neemt voorts in de huisregels op dat voor de bewoners een verplichting geldt om deel te nemen aan het programma. 3. COA draagt ervoor zorg dat bewoners tekenen bij plaatsing voor het naleven van de huisregels. 4. COA registreert dagelijks welke vreemdelingen 's nachts niet aanwezig zijn in de ebtl en stelt de politie, de veiligheidscoordinator en OOV daarvan direct op de hoogte. 5. COA maakt onverwijld melding van ernstige incidenten binnen of buiten de opvang. 6. COA zet kwantitatief en kwalitatief voldoende personeel in waaronder medewerkers van DJI waardoor de beheersbaarheid gewaarborgd wordt. Hoofdstuk VIII Overige bepalingen Artikel 17 1. Indien door vestiging van het opvangcentrum voor de gemeente extra kosten ontstaan, voorziet het Faciliteitenbesluit in de betaling hierin. Worden er door de gemeente in verband met de vestiging extra kosten gemaakt die het via het Faciliteitenbesluit opvangcentra toegekende bedrag overschrijden, dan kan het COA, met inachtneming van artikel 8 van het Faciliteitenbesluit, en onder goedkeuring van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op verzoek van de gemeente een hogere uitkering verstrekken. De hogere uitkering vindt plaats indien de extra kosten die de gemeente maakt het toegekende bedrag in een zodanige mate overtreffen, dat het niet redelijk is die hogere kosten voor de gemeente te laten. Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: Versie 30 oktober 2017 Sn Pagina 8 van 10 Paraaf gemeente: Au Zj COA WP Centraal Orgaan opvang asielzoekers Artikel 18 1. Het COA bevordert, dat de diensten die nodig zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die onder zijn zorg vallen, zoveel mogelijk vanuit de gemeente en de regio worden aangetrokken voor zover de aanbestedingsregels dit toestaan en voor zover niet reeds in dienst van het COA. Werving van personeel zal geschieden na overleg met het UWV Werkbedrijf en RVE Werk. Artikel 19 1. Indien de bestaande wet- en regelgeving op de beleidsterreinen Gezondheidszorg en Openbare orde en veiligheid niet afdoende blijkt te zijn en hierdoor een knelpunt op dat onderdeel ontstaat, dan zullen het COA en het gemeentebestuur zich gezamenlijk inspannen dit knelpunt aan te kaarten bij het verantwoordelijke Ministerie. 2. In geval van een wijziging van wet- of regelgeving die gevolgen heeft voor deze overeenkomst, treden partijen met elkaar in overleg over hoe deze gevolgen het beste kunnen worden opgevangen. 3. Wijzigingen van deze overeenkomst zullen, na overeenstemming hierover tussen partijen, schriftelijk worden vastgelegd en als addendum aan deze overeenkomst worden gehecht. = 4. In situaties waarin deze overeenkomst niet voorziet of in geval van geschillen, de uitleg en/of de uitvoering ervan, zullen partijen een maximale inspanning verrichten om deze geschillen in onderling overleg op te lossen. Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend. Amsterdam Den Haag Alle sais atum) 46e. 2017 (datum) gemeente Amster Centraal Orgaan opvang asielzoekers E. 2 IE (loco) burgemeester E lid van bestuur COA BIJLAGE: Bijlage A: Verklaring datum ingebruikname opvanglocatie; Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebtl Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: in ed Versie 30 oktober 2017 eN Pagina 9 van 10 Paraaf gemeente: Éj b er of COA \W/ Centraal Orgaan opvang asielzoekers Bijlage A Verklaring datum ingebruikname opvanglocatie College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam Ten aanzien van de (loco) burgemeester Postbus 202 1000 AE Amsterdam, [ datum |] [ kenmerk ] Onderwerp: verklaring datum ingebruikname opvanglocatie ebtl Transformatorweg in Amsterdam Geacht College, Overeenkomstig artikel 4 van de bestuursovereenkomst inzake gebruik van de ebtl Tranformatorweg in Amsterdam, deel ik u mede dat de opvanglocatie op [ dd/mm/jjjj } voor bewoning in gebruik wordt genomen. —= U treft dit schrijven in tweevoud aan. Ik verzoek u om binnen twee weken een door u getekend exemplaar te retourneren aan: Centraal Orgaan opvang asielzoekers, Postbus 30203, 2500 GE Den Haag ter attentie van mevrouw S.C. Leung-Hu, unit Huisvesting. Met vriendelijke groet, Den Haag, Centraal Orgaan opvang asielzoekers Ondertekening namens de gemeente Amsterdam : ) meren 0 LJ (datona) etn AUT (tud gemeente Amsterdam Centraal Orgaan opvang asielzoekers E. van de g P. L. Siebers (locoy burgemeester lid van bestuur COA Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een ebt] Transformatorweg in Amsterdam Paraaf COA: Si 7 Versie 30 oktober 2017 Pagina 10 van 10 Paraaf gemeente:
Schriftelijke Vraag
10
train
Van: L En Oe Verzonden: maandag 27 januari 2020 16:41 Aan: Info gemeenteraad; Bestuursvoorlichting; Groot Wassink, Rutger Onderwerp: RE: Raadsadres Van Mijksenaar naar Kraan-Nakzaal Geachte wethouder Wassink, Geachte Gemeenteraad, Gister bood de minister president Rutte namens de regering zijn excuses aan voor het handelen van de overheid en het gebrek aan bescherming van Joodse medeburgers. Dat zal u, net als ons, goed hebben gedaan. In dit kader is het fijn om te zien dat de vergaderzalen in het stadhuis nu inderdaad van de namen Kraan en Nak zijn voorzien, zoals wij in 2017 hadden voorgesteld (zie onder). Wat nog ontbreekt is een plaquette met een uitleg waarom deze ambtenaren zijn vernoemd en ook de context van een verder en later helaas laf bestuur en overheidsapparaat in 40-45. Het zou in die zin ook een oproep moeten zijn aan bestuur en ambtenaren om te allen tijde de centrale waarden van de overheid (‘als hoeder van recht en veiligheid’ zei Rutte gisteren) hoog te houden. Een naambordje alleen is goed, maar het kan en moet vollediger. Overigens stellen wij een officieel antwoord op ons raadsadres van 21 maart 2017 ook op prijs. Met vriendelijke groet, Amsterdam, 21-3-2017 Aan het College van B&W en Raadsadres aan de Gemeenteraad van Amsterdam, Onderwerp: Van Mijksenaar naar Kraan-Nakzaal. Geacht College en geachte Raad, In de Stopera bevindt zich een Mijksenaarzaal. Uit het proefschrift van Stefan Steinmetz bleek een jaar geleden dat deze hoge ambtenaar Piet Mijksenaar voor de Duitse bezetter op eigen initiatief een plan maakte voor het sneller kunnen deporteren van onze Joodse Amsterdammers. Dit was aanleiding voor de gemeenteraad (Parool, 5 maart 2016) om vragen te stellen. U zou het bestuderen om te kijken naar een passende oplossing. We vragen u hoe ver het hiermee staat en vlot met een voorstel te komen, zodat voor de komende Dodenherdenking 2017 het besluit valt. Wij doen het voorstel om andere ambtenaren tot naamgever van deze zaal nabij het Waterlooplein te maken. De stratenmaker Willem Kraan en vuilnisman Piet Nak hebben samen initiatief genomen tot de Februaristaking in 1941 de enige protest staking tegen de Jodenvervolging en de toenmalige bezetters in Europa - en zij verdienen dat hun namen die zaal sieren. We denken aan bijvoorbeeld de Willem Kraan/Piet Nak-zaal. Een verklarende plaquette bij de ingang van de zaal zal ook de komende generaties doen begrijpen hoe moedig en goed deze kerels zijn geweest. Met vriendelijke groet, Uw Amsterdammers cc. Redactie Het Parool en Het Hoogste Woord.
Raadsadres
2
train
Bezoekadres > 4 Gemeente Amsterdam Stadhuis, Amstel 1 - kamer 4200, 4° etage 2x “1011 PN AMSTERDAM Postbus 202 2x 1000 AE AMSTERDAM 020 552 3200 (telefoon) 020 552 2603 (fax) Retouradres: Postbus 202, 1000 AE AMSTERDAM [email protected] www.amsterdam.nl M. Powerment Advies en Training B.V. Datum 7 augustus 2012 Ons kenmerk SB/MDW/2012506932 Behandeld door Mevrouw |M. de Waard Doorkiesnummer 020-346 4774 E-mail [email protected] Betreft Uw raadsadres d.d, 9 juni 2012 Geachte mevrouw Huisinga, De Gemeenteraad heeft in haar vergadering van 11 juli 2012 besloten uw raadsadres van 9 juni 2012 ter afdoening in handen te stellen van het college van Burgetmeester en Wethouders. Hierbij doen wij u onze reactie op uw brief van 9 juni toekomen. Een afschrift van deze afdoeningbrief zal worden verzonden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede en Programma Maatschappelijke Investeringen. Op 4 mei 2012 heeft het college van Burgemeester en Wethouders een aantal schriftelijke vragen van de heer B. van 't Wout van 28 maart 2012 beantwoord. In reactie hierop heeft u de gemeenteraad op 9 juni 2012 een brief geschreven. In deze brief geeft U aan dat het college in haar antwoord beweringen doet die in strijd zijn met de brieven die u van het college, DWI en de burgemeester heeft ' __ ontvangen. Ook stelt u dat de betreffende DWI-klant nog steeds een gevaar vormt _ voor andere instellingen in Amsterdam Oost. Derhalve verzoekt u de gemeenteraad een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het handelen van DWI tijdens agressie-incidenten tegen contractpartners van de gemeente Amsterdam. In antwoord op uw brief, berichten wij u als volg. Op 16 december 2010 heeft er een incident plaatsgevonden op het kantoor van M- Powerment, waarbij een werkneemster van M-Powerment en een cliënte van DWI betrokken waren. Voornoemde werkneemster heeft aangifte gedaan van bedreiging en de cliënte van DWI op haar beurt van gijzeling. Beïden aangiften zijn weliswaar geseponeerd, dit laat onverlet dat het een uitermate vervelende en onwelgevallige situatie betreft. . Voorafgaand aan dit incident had DWI geen aanleiding te vermoeden dat het ; gesprek op dergelijke wijze uit de hand zou topen. Derhalve zijn er toentertijd geen Ì maatregelen getroffen om het gesprek elders te laten plaatsvinden of in aanwezigheid van een medewerker van DWI. U heeft hier overigens destijds ook zelf niet om verzocht. In vervolg op het incident is er vanaf die datum veelvuldig contact geweest tussen u en diverse medewerkers, managers en directeuren van DWI. DWI heeft richting de betrokken klant actie ondernomen in die zin dat er een gesprek met de klant heeft plaatsgevonden waarin zij is gewezen op haar verplichtingen in het kader van de Wet werk en bijstand en waarin haar is verteld dat zij geacht werd zich ook richting contractpartners van DWI met respect te gedragen. Daarnaast heeft ook de burgemeester klant nog een brief geschreven waarin zij op het voorgaande is gewezen. Zowel door DWI, als de wethouder, als de burgemeester is begrip getoond. Gok is er veelvuldig overleg gevoerd over de consequenties van dit incident voor de dienstverlening van M-Powerment. DWI heeft op uw eigen verzoek de andere deelnemers die bij u op dat moment nog een SAP-traject volgden, van het traject gehaald, waarna DWI voor elke deelnemer nog minstens één termijn heeft betaald. Met betrekking tot de MAP-plekken heeft DW! in januari 2011 besloten het contract met u te ontbinden, omdat u had aangegeven niet voor de veiligheid van de deelnemers op uw locaties te kunnen instaan. Voor de op dit contract op dat moment nog actieve deelnemers, heeft DWI wel de volledige periode van zes maanden betaafd. In juli 2011 is DWI met uw onderneming Rose of East B.V. de overeenkomst "Pilot Verborgen Vrouwen" gestart. Tot slot is via bemiddeling door de burgemeester een nulmelding tot stand gekomen. Dit alles om u een hart onder de riem te steken en in de gelegenheid te stellen dit incident af te sluiten. De Gemeentelijke Ombudsman heeft na een door u ingediende klacht geoordeeld dat DWI zich niet onredelijk heeft opgesteld en zich naar behoren heeft gedragen. Op 27 april 2012 heeft uw advocaat namens u een vordering bij de gemeente ingediend van € 227.299,16. Deze zaak is in behandeling bij de huisadvocaat van de gemeente. In de brieven van de huisadvocaat van 29 mei, 3 en 9 juli in reactie op uw schadeclaim is het standpunt van de gemeente onderbouwd uiteengezet. Wij zien geen reden hier thans in het kader van uw raadsadres wederom op ín te gaan, maar verwijzen naar de inhoud van genoemde brieven. Met betrekking tot uw verzoek een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het handelen van DW! tijdens agressie-incidenten tegen contractpartners van de gemeente Amsterdam, merken wij op dat wij hiervoor geen aanleiding zien. DWI beschikt over een agressieprotocol. Het agressieprotocol, dat in 2006 is ontwikkeld en in 2010 geëvalueerd en deels herschreven, beschrijft wat onder agressief/niet- acceptabel gedrag van klanten wordt verstaan, welke maatregelen zijn afgesproken om ongewenst gedrag te voorkomen en welke maatregelen gelden tijdens en na afloop van incidenten. Onderdeel hiervan is de escalatieladder die een overzicht geeft van de handelingsmomenten en afwikkeling van incidenten. De escalatieladder voorziet ook in een procedure voor het ontvangen van DWI-klanten die niet meer op het Werkplein (of andere locaties van ketenpartners) welkom zijn, omdat ze agressief gedrag hebben vertoond. Deze gesprekken vinden plaats bij het zogenoemde agressieloket in het Gaudi-gebouw gelegen aan de Herikerbergweg. Medewerkers van dit loket zijn speciaal hiervoor getraind. Wij hebben geen redenen om aan te nemen dat in geval van agressie-incidenten niet 2 conform dit protocol wordt gehandeld. Hoewel het protocol ook betrekking heeft op ketenpartners, ziet het nu met name op incidenten die plaatsvinden op DWI- locaties. Om keten- en contracipartners goed te informeren over hun rol in geval van agressie-incidenten, zal het Agressieprotocol op dit punt worden uitgebreid. Uitgangspunt hierbij is dat de veiligheid op niet DWI-locaties een eerste verantwoordelijkheid is van degene die zeggenschap heeft over deze locaties, waarbij overleg met een klantmanager van DW! tot de mogelijkheden behoort. Tot slot berichten wij u dat u vanaf december 2010 op allerlei manieren en meerdere malen per dag — ook op tijdstippen 's nachts en in het weekend — contact heeft gelegd met ambtenaren en bestuurders. Er is door meerdere personen en bestuursorganen binnen de gemeente veelvuldig met u gecorrespondeerd over deze kwestie en de gemeente heeft zich veel moeite getroost oplossingen aan te dragen voor de door u gestelde problemen. Helaas heeft dit niet geleid tot een in uw ogen bevredigend resultaat. Wij zien thans echter geen aanleiding meer de beschikbare capaciteit onevenredig te belasten. Wij zullen niet meer reageren op toekomstige brieven en e-mails van uw zijde inzake dit onderwerp, hetgeen neer zou komen op een herhaling van zetten. Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, n et 5 j An EN . Je , 7 TT ' Pe / va ME Ar. van Gils Mr. E.E. van der Laan Gemeentesecretaris Burgemeester 3 Van: marion huisinga [mailto:[email protected]] Verzonden: zondag 10 juni 2012 21:26 Aan: Info gemeenteraad Onderwerp: formele reactie schriftelijke vragen college B&W en verzoek om onderzoek Geachte griffier, Hierbij doe ik u een brief toekomen voor de gemeenteraad van Amsterdam. Het betreft een correctie op de beantwoording van de raadsvragen rond het geweld en de bedreigingen tegen mij en mijn bedrijven in stadsdeel Oost door een klant van de Dienst tevens woonachtig in Oost door het college van B&W op 4 mei jl. De antwoorden zijn geformuleerd na uitvoerig overleg met de afdeling Veilige Publieke taken van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Divosa. Van de laatste instelling is de directeur Handhaving van DWI Vice Voorzitter. Dlvosa noemt het geweld tegen mijn bedrijf een zeer ernstige zaak en is zich ervan bewust dat haar bestuurslid en tevens directeur van DWI erbij betrokken is dat het “stappenplan van het VPT convenant door Dienst Werk en Inkomen totaal verkeerd is uitgevoerd en dat een slachtoffer als dader is benaderd op gronden van deze agressiehandleiding. De schade die de dienst aan mij als persoon en aan mijn bedrijven heeft aangericht is enorm en de dienst verzuimt de nazorg die door het ministerie wordt aanbevolen. Met vriendelijke groet M-Powerment Advies en Training BV. Amsterdam 9 juni 2012 Geachte leden gemeenteraad, Hierbij ontvangt u de reactie van M-Powerment Advies en Training BV. op de beantwoording van de schriftelijke vragen van het VVD- raadslid Bas van het Wout door het College van Burgemeester en Wethouders op 4 mei jl. Het College van B&W doet inzake het geweld tegen de directeur van een re- integratiebedrijf beweringen die in strijd zijn met de brieven, die de directeur van dit bedrijf heeft ontvangen van het college van B&W, de Dienst Werk en Inkomen en de burgemeester in eigen persoon. Naar aanleiding van deze onjuistheden en het gegeven dat de DWI klant nog steeds een gevaar vormt voor andere instellingen in Amsterdam Oost verzoek M-Powerment Advies en Training de gemeenteraad om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het handelen van Dienst Werk en Inkomen tijdens agressie-incidenten tegen aanbesteders van de gemeente Amsterdam. Gezien de vele feitelijke onjuistheden wordt voor de gemeenteraadsleden in onderstaand overzicht de aanloop naar het geweld, het geweldsincident en de bedreigingen door de DWI-klant in de periode september 2010 tot en met heden samengevat. Inteiding In 2007 heeft het re-integratiebedrijf meegedaan aan de aanbesteding sociale en maatschappelijke activering van de gemeente Amsterdam en ís aan het bedrijf een contract gegund. In december 2010 is er opnieuw een contract afgesloten met de gemeente Amsterdam in het kader van maatschappelijke activering. Het oude contract sociale activering liep door met de actieve DWI-klanten, er waren op dat moment geen nieuwe aanmeldingen meer mogelijk. In het contract staat vermeld dat de inkoopvoorwaarden van de gemeente Amsterdam gevolgd moeten worden, conform (artikel 26.1): ‘De leverancier is op de hoogte dat de gemeente Amsterdam ook als overheid optreed en aanvaardt de mogelijke gevolgen van de uitoefening van publiekrechtelijke taken en bevoegdheden door de gemeente Amsterdam in voorgenoemde hoedanigheid voor de overeenkomst”. Aanleiding geweld e Op 29 septernber 2010 arriveerde de klantmanager van DWI ruim een kwartier te laat op haar afspraak met de DWI-klant op de locatie van het re-integratiebedrijf en de vrouw en haar dochter werden dermate agressief dat 112 gebeld werd. De dochter vluchtte weg voor de politie arriveerde. « In het kantoor van M-Powerment hebben klantmanager en de klant een gesprek gevoerd met de politie over de twist, welke is opgenomen onder vermelding; ‘twist tussen gemeentelijke medewerker en een klant van Dienst Werk en Inkomen en haar dochter (beiden van Marokkaanse origine) . e De directeur van het re-integratiebedrijf was niet bij dit gesprek betrokken en staat ook niet vermeld in de rapportage van de politie. Het NN van het incident is bij DWI bekend. e De dochter van de klant diende naar aanleiding van dit incident op 15 oktober 2010 een klacht in bij DWI. De klacht was gericht tegen de klantmanager van DWI en het “inburgeringtraject' dat haar moeder moest volgen. De kern van de klacht was dat moeder alleen naar trajecten wilde gaan waar ze het naar haar zin had en dat DWI haar moeder niet met respect behandelde en dat haar moeder in het verleden een psychiater had bezocht. De moeder volgde overigens op dat moment geen inburgering maar een re-integratietraject voor haar bijstandsuitkering. « De DWI-klant was op dat moment ook opgeroepen door DWI voor een inburgeringtraject maar wilde hier met medische keuringen onderuit komen, wat niet lukte want de vrouw werd belastbaar geacht door de Dienst. De vrouw woont al ruim 28 jaar in Nederland en heeft nog nooit gewerkt. Bovendien was zij door DWI bij M- Powerment aangemeld als ‘weigert in te burgeren’. e DWI heeft de klant op 8 december 2010 een antwoord gestuurd naar de klant en heeft in haar reactie ook de medewerkers van re-integratiebedrijf bij de klacht betrokken. De dienst heeft de dochter nooit gewezen op het gegeven dat het re- integratiebedrijf geen inburgering uitvoert. « Op 6 december 2010 de klacht naar het re-integratiebedrijf verzonden met het verzoek naar de dochter te reageren. Aankondiging geweld bij DWI en trajectpartner DWI Agens e In december meldt de klantmanager aan het re-integratiebedrijf dat: de dochter van de DWI klant ‘de grenzen ver te over is gegaan’. Daarnaast meldt de klantmanager dat de klant haar rapportage voor haar re-integratietraject moet tekenen bij het re- integratiebedrijf op 16 december 2010, omdat ze anders gekort zal worden op haar bijstanduitkering'. e Op 15 december 2010 meldt de trajectpartner Agens aan DWI dat de klant die avond aan Agens heeft gemeld dat: “de klant door haar dochter was geadviseerd niet naar de afspraak te gaan bij het bedrijf om haar formulieren te tekenen voor haar aanwezigheid tijdens haar re-integratietraject, maar NEEN RIN PLEGEN ELAN Ee NUON ENGLAND IE NN TLT A NEN CIT Etenen ENA BOGEN EINE EEE AE TAR EEN SEN EE Eil ERN ON TLN ON rele EERE A EEN KAKEN Agens deelt mee aan DWI dat haar klant veel woede en emotie toont en adviseert dat het beter is dat de klant niet naar de afspraak gaat. DWI is vergeten dit te melden aan het re-integratiebedrijf en zet de volgende dag zonder de directeur tijdig in te lichten een tolktelefoon in. De directeur van het re-integratiebedrijf heeft hier nooit eerder mee gewerkt en hoort tijdens het geven van een DWI-training van haar medewerker dat zij verplicht is mee te werken. DWI betaald de tolk en geeft een referentienummer door dat gebeld moet worden. 1 In het bestek van de aanbestedingsprocedure sociale en maatschappelijke activeringsplekken van de gemeente Amsterdam staat vermeld onder de paragraaf rapportages en overleg dat: * 3 maanden na de start dient de uitvoerder aan de klantmanager een voortgangsrapportage te leveren waaruit blijkt op welke dagen de klant heeft deelgenomen. DWI verwacht deze rapportage binnen 2 weken na afloop van deze 3 maanden te ontvangen. » Hetdoel van de afspraak is het tekenen van de aanwezigheid op het re- integratietraject voor de bijstandsuitkering. De tolk moet de persoongegevens vertalen voor de klant maar het gesprek neemt een andere wending en duurt in zijn totaliteit 6 minuten en vind grotendeels plaats tussen de tolk en de klagende klant in het Arabisch en is daardoor niet te volgen voor de medewerkers van M-Powerment. Hierdoor kan ook de agressie niet goed worden ingeschat. Geweld door DWI klant tegen re-integratiepartner * Op 18 december 2010 pleegt de DWI-klant geweld tegen de uitvoerder van een re- integratietraject van de gemeente Amsterdam door haar tijdens het verlenen van EHBO bij de keel te grijpen met 2 handen als ze hoort dat er geen ambulance komt maar politie. « Het geweld dat de DWI-klant pleegde tijdens het verlenen van EHBO wordt in de aangifte tegen de klant als volgt omschreven: ‘Ik zag dat ze zich achterover op de grond liet vallen. Ik zag dat ze haar ogen dicht had. Ik hoorde dat ze hysterisch begon te schreeuwen. Ik was bang dat dit tot hyperventilatie kon leiden. lk ben naar haar toegelopen en heb haar op een rustige foon toegesproken. Ik kreeg geen contact met haar. Ik zag en hoorde dat mevrouw X 112 belde en om een ambulance vroeg. Ik hoorde dat mevrouw X zei: de ambulance komt niet maar de politie komt.” Ik stond voorovergebogen aan en rechterzijde van de DWI-klant. Ik zag en voelde dat de DWI-klant naar boven schoot en mij met 2 handen om mij keel pakte. Ik voelde dat ze haar handen om mijn keel klemde". Acties ondernomen door de contractpartner van de gemeente Amsterdam « Door de directeur van het re-integratiebedrijf is op 16 december 2010 direct vanuit de politiewagen naar de inkoper van DWI gebeld om te melden dat de DWI klant veinsde onwel te worden en tijdens het verlenen van EHBO de medewerker van het re- integratiebedrijf met 2 handen bij de keel greep en dat de klant door de politie was afgevoerd. , De medewerker is na het incident zo getraumatiseerd geraakt en bang voor Marokkaanse DWI-klanten dat ze gelijk haar ontslag heeft ingediend. Dit is gemeld aan de manager Marktplein Oost. e De directeur van het bedrijf schrijft 24 december 2010 een brief in overleg met de stadsdeeladviseur van DWI en verwijderd de klant officieel van het DWI-traject bij het re-integratiebedrijf en ontzegt haar in deze brief de toegang tot kantoor. e Op 5januari 2011 faxt de contractpartner het Proces Verbaal (PV) van de aangifte tegen de DWI-klant en het PV van de getuigenverklaring naar Markplein Oost (faxbewijs aanwezig). Bedreigingen door DWI-klant en familieleden aan adres van directeur van het re-integratiebedrijf 29 december 2010: Recherche bezoekt het re-integratiebedrijf en deelt aan de directeur mee dat de DWI klant en haar dochter de afgelopen dagen zo agressief zijn geweest op het politiebureau in Noord en de Balistraat in Oost dat de recherche wraak van de klant en haar familie naar de directeur verwacht en daarom politie-inzet geeft op haar 2 bedrijfspanden en haar privé-adres. De politie adviseert de directeur tevens om voorzichtig te doen en een paar dagen de stad uit te gaan. * Vanwege de bedreigingen dat er wraak wordt genomen sluit het re-integratiebedrijf haar panden de eerste week van januari 2011 en licht hierover eind december 2010 de klanten die een re-integratietraject voor DWI bij het bedrijf volgen hierover in. Acties ondernomen door de Dienst Werk en Inkomen na het geweld naar haar aanbesteder e De Marktpleinmanager Oost is de eerste week na het geweldsincident niet bereid tot overleg met de directeur van het re-integratiebedrijf maar gaat in overleg met allerlei ambtenaren. Er wordt vanuit de directie en of wethouder geen enkele reactie gegeven naar het bedrijf. „ Eris wel contact met de klantmanager die samen met de andere collega’s een bos bloemen stuurt naar het re-integratiebedrijf. e De Marktpleinmanager Oost meld de directeur van het re-integratiebedrijf op 24 december 2010 dat de Dienst geen bezwaar heeft tegen het sluiten in de eerste week van januari 2011 vanwege de bedreigingen door haar DWI-klant en meld het contract gewoon door te betalen. es DWI meldt de directeur van het re-integratiebedrijf op 5 januari 2011 dat de klant en haar dochter zijn opgeroepen voor een gesprek bij DWI met de klantmanager en haar de teammanager Oost. Acties door Dienst Werk en Inkomen naar haar klant en haar personeel. 17 januari 2011 e De DW/-kiant en haar dochter hebben een advocaat meegenomen en DWI besluit dat de klantmanager niet bij het gesprek mag zitten maar de klachtencoördinator van de dienst. Deze besluit op dat moment de klacht van de klant tegen de klantmanager van DWI naar aanleiding van de twist tussen de DWI-klant, haar dochter en de klantmanager op 29 september 2010 af te handelen. * De klant verteld dat in dit gesprek dat ze is gegijzeld op 16 december 2010 en de directie van DWI besluit haar verhaal te geloven en verbiedt alle medewerkers te communiceren met de directeur van het re-integratiebedrijf. De directeur is op dat moment aanwezig in Marktplein Oost waar op dat moment een bijeenkomst is voor alle aanbesteders in aanwezigheid van wethouder van Es. 24 januari 2011 e Vier bedrijfspanden in Amsterdam Oost waar re-integratietrajecten van DWI, waar klanten van Dienst Werk en Inkomen actief zijn, worden door de directie van DWI ontruimt van klanten vanwege de bedreigingen van de DWI- klant en haar familieleden. Het betreft hier 2 bedrijven van de aanbesteder en 2 locaties van kinderdagverblijven. De managers van deze panden worden niet ingelicht. « De klanten krijgen tijdens een voorlichting in het Nederlands en Arabischop markplein Oost van DWI te horen dat het traject te onveilig is vanwege geweld door een DWI-klant tegen een medewerker van het re-integratiebedrijf . De directeur wordt niet geïnformeerd over de bijeenkomst en niet uitgenodigd e Er wordt door DWI naar de politie in Oost gebeld dat de ontruiming niets met veiligheid te maken heeft en dat het een beleidskeuze is van de Dienst. De stadsdeelvoorzitter van Oost en de burgemeester worden niet bij deze keuze betrokken. 23 februari 2011 e De DWI klant doet aangifte tegen de directeur van het re-integratiebedrijf dat zij is gegijzeld voor het tekenen van haar formulieren van haar bijstandsuitkering. e DWI ondersteund deze aangifte van de klant doordat de teammanager Oost aan de recherche bevestigend dat zij zich kan voorstellen dat de DWI-klant is gegijzeld. * Op 28 februari 2011 stuurt de dienst een brief aan de klant dat zij zich verontschuldigd voor het gedrag van haar klant en hiermee is de directeur van het re- integratiebedrijf officiee! verdacht van gijzeling en kan 9 maanden niet werken door het ontbreken van een VOG. e De directeur van het re-integratiebedrijf wordt op 15 maar 2011 verhoord door de recherche en officieel als verdacht aangemerkt na de bevestiging van DWI het verhaal van haar klant te geloven. Acties van het college van B&W. « De directeur van het re-integratiebedrijf ontvangt op 18 maart 2011 een brief van het College van Burgemeester en Wethouders met de boodschap: Er is geweld gepleegd fegen een medewerker van het re-integratiebedrijf waarbij een klant van DWI-betrokken was’ (geschreven door DWI op 18 maart 2011, opdracht gegeven door het College van B&W op 16 februari 2011). es Een dochter van een DWI-klant die een klacht heeft ingediend bij de gemeenteraad over de wijze dat haar moeder van een traject bij het re-integratiebedrijf is verwijderd en daardoor en betaalde baan heeft misgelopen aan ontvangt een brief van het College van B&W op 18 maart 2011 dat de trajecten door DWI zijn gestopt bij het re- integratiebedrijf vanwege het geweld dat is gepleegd tegen een medewerker van dat bedrijf. Wanorde in communicatie en acties betreffende het geweld door de Dienst » 27 juni 2011 ter voorbereiding op een gesprek met de burgemeester meldt de Dienst het re-integratiebedrijf: “Wij weten dat u meerdere malen bent bedreigd door deze klant en haar familieleden. Wij kennen de klant als emotioneel zeer instabiel, bij tijden agressief en onbetrouwbaar in haar re-integratie” (directeur DWI 27 juni 2011). * De Dienst heeft echter geen acties ondernomen naar de klant en de klant laat in april 2012 weten een excuusbrief van de Dienst te hebben ontvangen voor het gedrag van het re-integratiebedrijf . De Dienst weigert zelf hierover informatie te geven naar het re-integratiebedrijf en haar advocaat, waardoor het bedrijf Rose of East al 2 maanden dicht is wegens veiligheid. « De Dienst heeft nooit het convenant VPT gevolgd en zelf aangifte gedaan van het geweld en de bedreigingen tegen haar aanbesteders publieke taken. Acties directeur Handhaving van de Dienst en wethouder stadsdeel Oost: e De Dienst heeft al eerder aangeven per brief (dd.31 maart 2011) aan het re- integratiebedrijf de hoor-wederhoorprocedure niet te hebben uitgevoerd in de klachtenafhandeling. „ De Dienst stelt dat zij alleen de schade betaald als er sprake is van nalatigheid maar vind dat ze zelf niet nalatig is geweest. « De Dienst heeft de ernstige fout gemaakt om de meldingen over de aangifte tegen de DWI-klant door het re-integratiebedrijf op 16 december 2010 te negeren. Ook wethouder van Es heeft alle verzoeken om een overleg genegeerd in de tijd van het geweldsincident. * Hoewel de medewerkers het re-integratiebedrijf overduidelijk slachtoffer zijn geweest van geweld en de directeur van het re-integratiebedrijf ook sinds lange tijd wordt bedreigd heeft de Dienst de aangifte van haar aanbesteder genegeerd en heeft maatregel 5 en 6 van het 8 stappenplan van het convenant Veilige Publieke Taken van het ministerie van Binnenlandse Zaken, toegepast op het slachtoffer. De directeur van het re-integratiebedrijf is door de Dienst als dader behandeld: Alle communicatie en dienstverlening werd gestopt, de uitvoering van het contract opgeschort en de betalingen gestopt. » De directeur Handhaving heeft de wethouder in Oost mevrouw Thesingh ingelicht geen communicatie te voeren met de directeur van het re-integratiebedrijf tot nader orde van de dienst en geen diensten van het bedrijf aan te kopen zolang de verdenking bestond. De directeur van het re-integratiebedrijf kwam hierdoor in enorme financiële problemen omdat zij 3 jaar lang marktleider was in Oost op het vlak van maatschappelijk activeren en om die reden zelf een bedrijf had opgericht zonder subsidie waar vrouwen met een uitkering die de afgelopen jaren waren getraind per 1 maart 2011 betaald aan het werk zouden gaan. De dienst heeft deze klanten verteld dat het bedrijf te onveilig is. * Raadsleden in Oost die zich in wilden zetten voor deze zaak werden door mevrouw Thesingh verzocht geen contact op te nemen met de directeur. Dit hele protocol staat omschreven in ‘de handieiding Agressie en geweld Veilige Publieke Taken’. Reactie burgemeester op 5 april 2012 De burgemeester heeft in zijn schrijven van 5 april 2012 aan de directeur van het re- integratiebedrijf erkend dat de directeur volstrekt ten onrechte is aangemerkt als verdachte bij dit geweldsincident Gevolg De directeur van het re-integratiebedrijf is nu zelf afhankelijk van een BBZ zelfs die wordt nu bevroren want ze moet aantonen aan medewerker van de dienst of haar bedrijf levensvatbaar is en of er wel geweld is gepleegd. Daarnaast is ze zelf ziek geworden en wordt ze nog steeds lastig gevallen door de DWI- klant. Naar waarheid opgemaakt op 9 juni 2012 te Amsterdam, Drs. M.C.L. Huisinga Directeur en grootaandeelhouder van M-Powerment Advies en Training BV. Rose of East BV. |
Raadsadres
10
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 950 Publicatiedatum 17 oktober 2018 Ingekomen onder AW Ingekomen op woensdag 10 oktober 2018 Behandeld op woensdag 10 oktober 2018 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Naoum Néhmé inzake het rapport CBRE Woningbeleid Amsterdam (toetsing woonbeleid door externe partijen) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het rapport CBRE Woningbeleid Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 801). Overwegende dat: — Met regelmaat rapporten verschijnen die kritiek leveren op de houdbaarheid, financierbaarheid en doelmatigheid van het woningbeleid zoals door het college voorgesteld; — Amsterdam kampt met woningnood waarvoor een eensluidende en effectieve aanpak noodzakelijk is; — Toetsing van de ambities op het gebied van wonen door een deskundige externe partij helderheid over uitgangspunten en eindbeeld van het woonbeleid kan geven. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Het Centraal Planbureau en/of het Planbureau voor de Leefomgeving te vragen om een oordeel over de houdbaarheid, uitvoerbaarheid, duurzaamheid en financierbaarheid van de gemeentelijke plannen met betrekking tot woningbouw; — Daarbij in het bijzonder aandacht te besteden aan de manier waarop de gemeentelijke plannen daadwerkelijk een oplossing bieden voor het woningtekort over de verschillende sectoren van de woningmarkt; — De raad over de uitkomsten te informeren. Het lid van de gemeenteraad H. Naoum Néhmé 1
Motie
1
train
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord Datum Invulling Oud Noord Noord Oost Noord West 24-jun|Plenair -Adviesaanvraag Strategisch Huisvesingsplan Bovenwijks Groen -Adviesvraag stadsdelen Uitvoeringsstrategie Volkstuinenbeleid -Adviesaanvraag nulmeting woonboten - Adviesaanvraag wijziging HVV en DGV: Huisvestingsverordening en Doelgroepenverordening MP - Adviesaanvraag Projectnota Banne Noord Oud Noord: Noord Oost: Noord West: - Adviesaanvraag principenota Molenwijk 7-okt|Plenair - Adviesaanvraag principenota Waterlandpleinbuurt - Adviesaanvraag principenota de Kleine Wereld 21-okt - Adviesaanvraag principenota IJ-plein Vogelbuurt - Adviesaanvraag principenota Volewijck Oud Noord: Noord Oost: Noord West: Md ede | - Adviesaanvraag principenota Banne Zuid Nog niet ingeplande onderwerpen: Jaar Datum Onderwerp Trekker Bijzonderheden nn Verloedering straatbeeld _ [Canan Uyar, Dennis Overweg Luchtkwaliteit Nicoline van der Torre | n.n.b. Jn.n.b. Participatie Nicoline van der Torre, Voorgesteld in SDC 14 nov Canan Uyar 2018 Gevaarlijke kruispunten in _[Régine Anmuth, Dennis NoordWest Overweg n.n.b. Jn.n.b. Bereikbaarheid Frans Rein Jurrema, Canan TI El Fatin Bouali n.n.b. Jn.n.b. Meer sportmogelijkheden in fCanan Uyar, Dennis In samenwerking met TE Peter Willing van Noord). | Hamerstraatgebied Overweg n.n.b. fn.n.b. Laaggeletterdheid nav Esther Lagendijk wil als a 2019 SC n.n.b. fn.n.b. Toegankelijkheid van Noord fFatin Bouali, Dennis voor mensen met een Overweg, Paul Scheerder & beperking/ toegankelijkheid FNiels Ras van stoepen n.n.b. Jn.n.b. Technische sessie over Saskia Groenewoud Toegezegd in SDC Werkbezoeken: Jaar DEL) Onderwerp UL Bijzonderheden LT Dwergvinvisstraat 69- ___ Langeveld
Agenda
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 796 Datum indiening 15 juni 2018 Datum akkoord 25 september 2018 Publicatiedatum 26 september 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Poot en Van der Burg inzake een meldpunt voor telefoonnummers van drugskoeriers. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: In Amsterdam zijn in 2016 30 mensen overleden door een overdosis drugs. 40% van de Amsterdammers geeft aan veel of wel eens overlast te ervaren door drugshandel. Drugshandel is een groot probleem voor de veiligheid en leefbaarheid op straat, mede door de innige verbondenheid met grootschalige en zware criminaliteit. In heel Nederland hebben in 2016 ongeveer 230.000 personen cocaïne gebruikt en ongeveer 390.000 personen XTC. In Amsterdam komt gebruik van harddrugs veelvuldig voor. Drugs worden veelal bij feesten of thuis afgeleverd, na bestelling via tekstbericht, vaak in codetaal. Daardoor kan drugshandel blijven bijdragen aan het fenomeen ondermijning, waarbij onder- en bovenwereld verweven raken. De fractie van de VVD stelt voor om daarom een Amsterdams meldpunt op te richten waar telefoonnummers van drugskoeriers kunnen worden gemeld. Daardoor kan de politie gericht onderzoek doen naar de gebruikers van deze nummers. Bovendien werkt de wetenschap dat het nummer bekend kan zijn bij instanties ontwrichtend voor de drugskoeriers en verstoort daardoor de markt. Een koerier zal immers voorzichtiger worden en vaker van nummer wisselen, waardoor drugs mogelijk minder makkelijk beschikbaar worden. Het meldpunt kan bijvoorbeeld worden gevuld door ex-drugsgebruikers. Bestaande meldpunten zoals meld.nl en Meld Misdaad Anoniem zijn breder georiënteerd en richten zich niet specifiek op de situatie in Amsterdam. Een Amsterdams meldpunt zou de zichtbaarheid van dit probleem kunnen vergroten. Gezien het vorenstaande hebben de leden Poot en Van der Burg, beiden namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat drugskoeriers ondermijning veroorzaken in de Amsterdamse samenleving? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng Jos Gemeenteblad R Datum 26 september 201g Schriftelijke vragen, vrijdag 15 juni 2018 2. Welke cijfers zijn er bekend ten aanzien van drugsgebruik in Amsterdam? Graag uitgesplist naar verschillende soorten drugs, leeftijdscategorieën en gebieden/wijken in Amsterdam. Antwoord: Cijfers jeugd: leder jaar wordt onder alle tweede- (13-14 jaar) en vierdeklassers (15-16 jaar) in het voortgezet onderwijs een vragenlijst uitgezet: Jij en je Gezondheid. Hierin wordt een breed scala aan gezondheidsonderwerpen uitgevraagd, waaronder het gebruik van diverse soorten verdovende middelen. Uit deze monitor blijkt dat gemiddeld 12 % van de Amsterdamse tweede- en vierdeklassers ooit geëxperimenteerd heeft met cannabis. Het Xtc-gebruik onder vierdeklassers is echter nog zeer laag (1% heeft ooit geëxperimenteerd met XTC). Xtc-gebruik neemt pas toe bij een wat een oudere groep jongeren. Uit onderzoek (Dijkshoorn et al. 2016) blijkt dat het ooit gebruik van XTC onder scholieren van de 5 en 6e klas Havo en VWO (16-18 jarigen) 15% is. Het middelengebruik verschilt in deze leeftijdscategorie nauwelijks tussen jongens en meisjes of naar leeftijd. Wel gebruiken leerlingen van Nederlandse en overig westerse herkomst aanzienlijk vaker alcohol en/of drugs dan leerlingen van niet-westerse herkomst. Percentage VO-leerlingen (2e en 4e klassers) dat cannabis heeft gebruikt per stadsdeel 2016-2017 % ooit % maandelijks % wekelijks Centrum 20% 1% 3% West 13% 5% 3% Nieuw-West 6% 2% 1% Zuid 21% 8% 4% Oost 15% 5% 3% Noord 8% 2% 1% Zuidoost 6% 1% 1% Amsterdam 12% 4% 2% Cijfers volwassenen: ledere vier jaar wordt de Amsterdamse gezondheidsmonitor uitgevoerd. Dit is een representatieve steekproef van alle volwassen Amsterdammers tussen de 19- 64 jaar. De meest recente data zijn van 2016. In de vragenlijst wordt onder andere gevraagd naar het (recente) gebruik van cannabis en harddrugs. Gebruik van harddrugs kan zowel gaan over gebruik van XTC, cocaïne, amfetamine, heroïne, LSD als GHB. Uit de Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2016 blijkt dat het aandeel 19- t/m 64-jarige Amsterdammers dat in het laatste jaar harddrugs heeft gebruikt stijgt, van 10% in 2012 naar 17% in 2016. Ook blijkt dat het harddrugsgebruik in de laatste maand is verdubbeld: van 4% in 2012 naar 8% in 2016. De meest gebruikte harddrugs zijn XTC, cocaïne en amfetamine. Minder dan 2% van de inwoners heeft in de afgelopen maand andere harddrugs gebruikt, zoals heroïne, GHB en LSD. Het harddrugsgebruik ligt hoger onder mannen, 19- t/m 34-jarigen 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 26 september 201g Schriftelijke vragen, vrijdag 15 juni 2018 en inwoners uit Centrum en West. Harddrugsgebruik komt vaker voor bij hoogopgeleiden, inwoners met betaald werk en inwoners van Nederlandse herkomst. Percentage inwoners van 19 t/m 64 jaar dat cannabis heeft gebruikt naar stadsdeel 2016 % ooit afgelopen 12 % afgelopen aanden 4 weken Percentage inwoners van 19 t/m 64 jaar dat harddrugs (amfetamine, XTC, LSD, cocaine, heroïne, GHB of ketamine) heeft gebruikt naar stadsdeel: 2016 % ooit afgelopen 12 % afgelopen aanden 4 weken Bij de beantwoording van deze vraag is gebruik gemaakt van cijfermateriaal van de GGD. (Het Bonger Instituut doet in samenwerking met Jellinek Preventie ook jaarlijks onderzoek naar trends in gebruik van alcohol, tabak en drugs bij jonge Amsterdammers (Antenneonderzoek), waarbij geen onderscheid gemaakt wordt naar stadsdeel. Zie http://arils.uva.nl/nl/content/onderzoeksgroepen/bonger- instituut-voor-criminologie/publicaties/publicaties-201 8/publicaties-2018.html) 3. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat gebruik van harddrugs geen normaal onderdeel mag zijn van de Amsterdamse samenleving? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja, gebruik van harddrugs zou geen normaal onderdeel van de Amsterdamse samenleving moeten zijn. Het Amsterdamse beleid is daar ook op gericht. Dat blijkt niet alleen uit het Amsterdamse sluitingenbeleid maar bijvoorbeeld ook 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing Jos Gemeenteblad Datum 26 september 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 15 juni 2018 uit het ‘Beleidskader dance events — over drugs, gezondheid en veiligheid’ en de bijbehorende ‘Nadere regels voor dance events in de horeca’. Daarbij wordt uitgegaan van het principe dat drugs niet thuishoren op dance events. 4. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat drugskoeriers, de laatste schakel in de keten van drugsproducent naar klant, hard aangepakt moeten worden ten einde drugsproblematiek bij Amsterdammers te voorkomen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja, drugskoeriers maken deel uit van de drugsproblematiek en vormen een belangrijke schakel in de drugshandel tussen de vraag en het aanbod. De aanpak van drugskoeriers maakt onderdeel uit van een bredere aanpak op het gebied van drugs. 5. Welke prioriteit heeft aanpak en vervolging van drugskoeriers bij de politie en het Openbaar Ministerie? Antwoord: Met het opnemen van een programma drugs in het coalitieakkoord hebben we het belang van drugsaanpak benadrukt. Een offensief tegen de ondermijnende effecten van drugshandel maakt daar nadrukkelijk onderdeel van uit en daarmee ook de aanpak van drugskoeriers, waarover met politie en OM afspraken gemaakt worden. Vanzelfsprekend zetten we vanuit de gemeente ook in op de preventieve kant. 6. Welke feiten zijn er bekend rondom drugskoeriers in Amsterdam? Hoeveel zijn er actief? Hoe vaak is er de afgelopen jaren vervolging ingesteld tegen drugskoeriers in Amsterdam? Antwoord: Het is nu niet exact bekend hoeveel drugskoeriers in Amsterdam actief zijn. Navraag bij de politie en OM leert dat ook zij geen cijfers bijhouden die specifiek gelden voor drugskoeriers. 7. Is het college bekend met de codetaal die vaak wordt gehanteerd voor het bestellen van drugs bij drugskoeriers? Antwoord: Het is een feit van algemene bekendheid dat in de drugswereld gewerkt wordt met codetaal, ook bij het bestellen van drugs bij drugskoeriers. Codetaal is ook bekend bij de opsporingsinstanties en bij het OM. De informatie die daarover bekend is kan niet verder worden gedeeld. 8. Worden drugskoeriers opgespoord op basis van het telefoonnummer dat bekend is bij klanten? Worden met bekende telefoonnummers undercoveroperaties opgezet door de politie? Antwoord: Navraag bij politie en OM leert dat in elk opsporingsonderzoek opsporingsmiddelen worden gebruikt die proportioneel zijn en voldoen aan 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing Jos Gemeenteblad ummer - =: ne , Datum 26 september 201g Schriftelijke vragen, vrijdag 15 juni 2018 de eisen van de subsidiariteit. De in deze vraag genoemde opsporingsmiddelen worden niet uitgesloten. 9. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat een meldpunt van telefoonnummers van drugskoeriers kan helpen bij opsporing en vervolging van koeriers? Op welke manier kan uitlokking bij undercoveracties worden voorkomen? Kan het college aan de raad een voorstel voor dit meldpunt voorleggen? 10. Op welke manier vervullen bestaande meldpunten zoals meld.nl en Meld Misdaad Anoniem op dit moment een rol in het melden van handel in drugs? Antwoorden vragen 9 en 10: Bij Meld Misdaad Anoniem (M.) kan anoniem informatie worden verstrekt over criminaliteit en misdaad. Het OM en de politic zijn geen voorstander van een versplintering van meldpunten. Ook het college acht het gezien het voorgaande niet raadzaam een nieuw apart meldpunt voor telefoonnummers van koeriers in te stellen. Dit neemt dit weg dat koeriers wel gezien worden als faciliterende schakel in de keten van de drugshandel en als zodanig worden meegenomen in de aanpak van drugscriminaliteit en de ondermijnende effecten daarvan. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 5
Schriftelijke Vraag
5
train
Bezoekadres Gemeente Amsterdam Oranje-Vrijstaatplein 2 St al d O t aasdee OS Postbus 94801 6 neben Realisatie & Beheer (SRB) 1090 GV Amsterdam Team Ondersteuning Telefoon 020 25 35444 Fax 020 25 35900 > < ú 5) Retouradres postbus 94801 1090 GV Amsterdam VERZ > De Meer Tennis ONDEN t.a.v. de heer H. van der Maas =d Von Guerickestraat 82 s JULI 2012 | 1097 RC Amsterdam Datum 4 juli 2012 Ons kenmerk 323276 Behandeld door Alma Thoen/Hugo Hilgers Doorkiesnummer 020 2535 336 E-mail [email protected] Onderwerp Beantwoording raadsadres renovatie tennispark De Meer Geachte heer Van der Maas, | Op 27 april heeft u namens De Meer Tennis (DMT) een brief gestuurd aan de stadsdeelraad waarin u uw teleurstelling en zorg uitspreekt over het verloop van het proces van de renovatie van de tennisbanen op sportpark Drieburg. Hierbij het antwoord daarop. Over de kern van de zaak is geen discussie. De 7 tennisbanen die DMT bespeelt en van het stadsdeel huurt zijn afgeschreven en dringend toe aan groot onderhoud. Voor de bekostiging daarvan heeft de stadsdeelraad een kredietbesluit genomen. DMT en het stadsdeel hebben in 2010 in goed onderling overleg besloten de uitvoering aan te houden en gezamenlijk de volgende kansen nader te verkennen: e uitbreiding van het complex met 1 of 2 banen; e _ omvorming naar all-weather banen die een jaar rond bespeeld kunnen worden; e _verzelfstandiging. In uw brief stelt u dat er bijna twee jaar na dit besluit onvoldoende vorderingen zijn gemaakt en er nog geen zicht is op een concreet resultaat. Het stadsdeel deelt deze constatering en betreurt dit. Gelijktijdig zijn wij wel van mening dat er de afgelopen anderhalf jaar goede stappen zijn gezet in de richting van een oplossing en deze ons inziens nu binnen handbereik ligt. Medio 2011 heeft het stadsdeel een exploitatieraming opgesteld. Deze is gebaseerd op de begroting en jaarrekening van DMT, algemeen geldende kengetallen en ervaringen die het stadsdeel heeft met de exploitatie van de overige tenniscomplexen. Op basis van dit rekenmodel kan DMT eenvoudig inzichtelijk maken wat de consequenties zijn van een bepaalde investering. Ook zijn er meerdere ontwerpen voor een herinrichting/renovatie gemaakt. Acht modellen zijn doorgerekend. Zowel de exploitatieraming en herinrichtingvarianten zijn opgesteld door externe deskundigen. Het stadsdeel heeft met de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) gesprekken gevoerd over de mogelijkheid om voor de renovatie middelen aan te wenden uit de Pagina 2 van 3 zogenaamde. gemeentelijke 1/3 regeling. Zoals u weet heeft DMO aangegeven dat een deel van de investering in all-weather banen subsidiabel is als de vereniging de renovatie zelf uitvoert. De ambtelijke brief van 16 april die u als bijlage bij uw raadsadres meestuurt is geschreven met het doel dichter bij een keuze voor een bepaald scenario te komen. Op 25 april is de brief door het hoofd van de afdeling Accommodaties en een beleidsadviseur in een persoonlijk gesprek bij de vereniging aan u toegelicht. Het voorbehoud dat gemaakt wordt heeft te maken met het mandaat van de ambtelijke organisatie. Besluiten over de besteding van een door de raad vastgesteld krediet zijn een bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur. U geeft aan dat er op dit moment nog steeds teveel onduidelijk is om een keuze te kunnen maken voor een scenario dat verder uitgewerkt kan worden. Om deze impasse te doorbreken leggen wij DMT de volgende opties voor: Optie 1 Het stadsdeel renoveert de bestaande 7 gravel banen. De verhuurconstructie wordt ongewijzigd voortgezet. De haalbaarheid van uitbreiding met 1 extra gravelbaan wordt in een parallelproces onderzocht. Deze variant komt er op neer dat het stadsdeel het bestaande complex renoveert (banen, hekken, bestrating). DMT blijft huurder. Het stadsdeel voert, net als nu, al het onderhoud uit en is verantwoordelijk voor vervangingen. Als DMT langer wil huren dan de 7 maanden waarop de huidige overeenkomst gebaseerd is, gaat de huurprijs naar rato omhoog. De uitvoeringskosten van deze variant zijn geraamd op € 362.310,- en passen binnen het beschikbare krediet. De haalbaarheid van de aanleg van 1 extra | baan wordt in een apart proces onderzocht en - als het mogelijk blijkt - uitgevoerd. Dit om te voorkomen dat de renovatie vertraging oploopt als gevolg van besluitvorming over de uitbreiding. Optie 2 Het stadsdeel bouwt het bestaande park om naar 7 gravel-plus all-weather banen en legt een exfra baan aan. DMT heeft voor deze variant de voorkeur uitgesproken. Gravel-plus banen zijn een jaar rond bespeelbaar. Het huurtarief wordt verhoogd naar € 10.000,- per jaar. Het stadsdeel blijft verantwoordelijk voor groot onderhoud en vervangingen. De vereniging wordt verantwoordelijk voor het dagelijks onderhoud. Dit model is identiek aan de situatie op het tennispark IJburg. Het huurtarief is afgestemd met DMO en vormt een afgeleide van de huur voor tennisbanen zoals die is opgenomen in het gemeentelijk tarievenbesluit. De stichtingskosten van deze optie zijn geraamd op € 556.387 ,- en passen binnen het beschikbaar gestelde krediet. Optie 3 DMT gaat het terrein huren met recht van opstal. De kosten daarvan bedragen € 4,879,-* Bij uitbreiding naar 8 banen € 5.261,-* De club wordt integraal verantwoordelijk voor de renovatie, het volledige onderhoud en vervangingsinvesteringen. De kosten daarvan komen ten laste van DMT. Bij dit scenario bepaalt DMT zelf het ambitieniveau van de renovatie en planning daarvan. Om de bedrijfszekerheid en veiligheid te waarborgen stelt het stadsdeel voorwaarden aan een minimumvariant. Deze zullen in lijn liggen met de uitvoering van optie 1. Deze optie is in de ogen van het stadsdeel de meest gunstige variant voor DMT, omdat in de praktijk blijkt dat een vereniging aanzienlijk goedkoper tennisbanen kan aanleggen en exploiteren dan een gemeentelijke organisatie. Daarnaast is bij de keuze voor all-weather banen een substantieel deel van de investering subsidiabel. De kapitaalslasten van de investering, inclusief onderhoud en grondhuurkosten, komen daardoor lager te liggen dan bij de huurvariant. In het u beschikbaar gestelde rekenmodel kun u zien hoe groot dit verschil is. Bij elk van deze scenario’s krijgt de invalidentoegankelijkheid bijzondere aandacht. 2 Pagina 3 van 3 * Om de grondhuur exact te kunnen bepalen moet het terrein en bebouwd oppervlak exact ingemeten worden, dit kan leiden tot een afwijking van 10% van de genoemde huursom. ** De grondhuur is gebaseerd op grondhuurregels die op 10 april 2012 door het Dagelijks Bestuur zijn vastgesteld onder voorbehoud van positieve bespreking in de commissie Sociaal van 23 mei 2012. Algemene uitgangspunten Bij de ontwikkeling van het sociaal domein gaat het stadsdeel uit van de eigen kracht en het zelforganiserend vermogen van de maatschappij. Binnen dit uitgangspunt zijn er mogelijkheden om, daar waar mogelijk, sportverenigingen zelf vorm te laten geven aan de ontwikkeling en exploitatie van de accommodaties die gebruikt worden. Daarbij wordt wel een aantal algemene uitgangspunten gehanteerd. Deze moeten borgen dat het tennispark voor een breed publiek toegankelijk blijft. De belangrijkste algemene uitgangspunten zijn: e Bij een huurrelatie is het gemeentelijk huurtarief, zoals overeen gekomen in het gemeentelijk bestuursakkoord voor de Sport, of een afgeleide daarvan, uitgangspunt; e Bij de calculatie van een mogelijk onrendabel deel in de exploitatie is de gemiddelde contributie van sportverenigingen in stadsdeel Oost uitgangspunt en wordt gerekend met 110 (gewogen) leden per tennisbaan; e Bij verzelfstandiging stelt stadsdeel Oost eisen aan een minimale bezettingsgraad. Dit om te voorkomen dat er leegstand ontstaat; e De vereniging dient de uitgangspunten van het gemeentelijk/stadsdeel sportbeleid te onderschijven en daarnaar te handelen. Planning Uitvoering van de opties 1 en 2 wordt verzorgd door het ingenieursbureau van het stadsdeel. Na een bestuurlijk besluit wordt een team ingericht dat de werkzaamheden gaat voorbereiden en uitvoeren. De tijd tussen het besluit en de start van de werkvoorbereiding is afhankelijk van beschikbare ambtelijke capaciteit. Gezien de noodzaak voor de uitvoering van groot onderhoud gaat het stadsdeel een uiterste inspanning leveren om zo snel als mogelijk aan de slag te gaan. Complicerende factor daarbij is dat de werkzaamheden tijdens de wintermaanden moeten worden uitgevoerd en een strenge winter of hevige neerslag tot vertraging kan leiden. Het opstellen van een planning zal in nauw overleg met DMT plaatsvinden. De planning voor uitvoering van optie 3 is afhankelijk van de ambities van DMT. De club wordt bij deze variant daarvoor zelf verantwoordelijk. Het stadsdeel kan ondersteuning bieden bij de voorbereidingen en het uitvoeringsproces. Het Dagelijks Bestuur vertrouwt erop met deze brief de kaders waarbinnen een renovatie en/of verzelfstandiging verder uitgewerkt kan worden voldoende duidelijk te hebben gemaakt en hoopt op een constructieve samenwerking bij de verdere uitwerking. ’ Hoogachtend, namens het Dagelijks Bestuur, PLAS MA _ Fatima Elafik Stadsdeelvoorzitter Gemeente Amsterdam Stadsdeel Oost 3
Raadsadres
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014 De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 11 juni 2014 13.00 uur en 19.30 uur, en zo nodig, donderdag 12 juni 2014 13.00 uur en 19.30 uur Locatie Raadzaal Algemeen 1 Mededelingen. 2 Notulen van de raadsvergadering op 21 mei 2014. N.B. De notulen volgen per supplementagenda. 3 Vaststelling van de agenda. 4 Mededeling van de ingekomen stukken. 5 Afscheid van voormalig wethouder C.G. Gehrels. 6 Mondelingevragenuur. Financiën 7 Voordracht van de Rekeningencommissie van de gemeente Amsterdam van 26 mei 2014 tot kennisnemen van het verslag van de Rekeningencommissie over de jaarrekening 2013. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 400) 8 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 juni 2014 tot instemmen met de reactie van het college van burgemeester en wethouders op het verslag van de Rekeningencommissie over de jaarrekening 20153. N.B. De stukken volgen per supplementagenda. 9 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 13 mei 2014 tot instemmen met de reactie van het college van burgemeester en wethouders op het verslag inzake de controle van de jaarrekening over 2013 van Auditdienst ACAM, vaststellen van de jaarrekening van de gemeente Amsterdam over 2013, vaststellen van de jaarrekeningen over 2013 van de stadsdelen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 396) 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014 Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 10 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2014 tot beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet voor de verhuizing van Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (DIVV). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 397) Openbare Orde en Veiligheid 11 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 22 april 2014 tot kennisnemen van de ontwerprekening 2013 van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland en van de daarin genomen besluiten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 384) 12 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 22 april 2014 tot positief adviseren ten aanzien van de begroting 2015 van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland en instemmen met in de gemeentelijke begroting opnemen van € 14.444.000 ten behoeve van uitvoering van Amsterdamse maatwerktaken in relatie tot brandweerzorg. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 383) Raadsaangelegenheden 13 Voordracht van het voorlopig presidium van de gemeenteraad van 21 mei 2014 tot vaststellen van de financiële bijdragen voor de fractieondersteuning over 2013. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 399) 14 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad van 27 januari 2014 tot vaststellen van de jaarrekening 2013 van de raadsgriffie van de gemeenteraad van Amsterdam. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 398) 2 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014 Ingekomen stukken 1 Brief van burgemeester mr. E.E. van der Laan, namens het college van burgemeester en wethouders, van 21 mei 2014 inzake het onderzoek naar de behandeling van teruggekeerde Joodse burgers na WOII door de gemeente Amsterdam en het onderzoek naar niet-opgevraagde tegoeden op de Gemeentegiro. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie ter bespreking. 2 Brief van mevrouw C.G. Gehrels, wethouder Financiën, van 15 mei 2014 inzake achtergrondinformatie over de foutieve uitbetaling van de Woonkostenbijdrage op 12 december 2013 naar aanleiding van de door haar gedane toezegging in de vergadering van de Tijdelijke Algemene Raadscommissie op 23 april 2014. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Jeugdzaken, ICT, Educatie en Financiën ter kennisneming. 3 Raadsadres van omwonenden uit de buurt Achtergracht/Frederiksplein van 21 mei 2014 inzake het uitbreidingsplan van het schoolplein van de ASVO- school. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid. 4 _Raadsadres van het Woonbootmuseum van 21 mei 2014 inzake de verhoging van de precariobelasting 2014 voor het Woonbootmuseum. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer. 5 Raadsadres van aantal bewoners van de Korte Koningsstraat van 19 mei 2014 inzake de herprofilering van de Korte Koningsstraat. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord/Zuidlijn en Luchtkwaliteit). 3 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014 6 Raadsadres van P1 Parking Amsterdam centre BV van 23 mei 2014 inzake het vrijgegeven concept van het Voorlopig Ontwerp Muntplein. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om desgewenst te betrekken bij de voorstellen ter zake. 7 Brief van de heer mr. E.E. van der Laan, burgemeester van Amsterdam, van 23 mei 2014 inzake de uitzending van het programma ‘Scam City: Amsterdam’ op National Geographic Channel op 2 januari 2014. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie ter kennisneming. 8 Brief van burgemeester mr. E.E. van der Laan, mede namens de heer F. Ossel, wethouder Jeugdzaken Amsterdam, de heer D. Bijl, portefeuillehouder Jeugdzorg Stadsregio Amsterdam en de Amsterdamse driehoek, gericht aan de heer F. Teeven, staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, van 21 mei 2014 inzake de sluiting van jeugdinrichting Amsterbaken. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie ter kennisneming. 9 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Dierenwelzijn, van 7 mei 2014 inzake het gebruik van babytijgers tijdens het openingsfeest van Paymentwall op 11 februari 2014 naar aanleiding van de in de vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer op 6 maart 2014 door het duoraadslid de heer Van Raan gestelde vragen. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer ter kennisneming. 10 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Grondzaken en Ruimtelijke Ordening, van 21 mei 2014 inzake het niet halen van de afhandelingstermijn van twee initiatiefvoorstellen van het voormalig raadslid de heer Mulder, getiteld: ‘IJburg op de kaart’ en ‘De sleutel tot gemeentelijk vastgoed aan initiatieven van Amsterdammers. Een alernatieve vastgoedstrategie’. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid ter kennisneming. 4 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014 11 Brief van mevrouw C.G. Gehrels, wethouder Bedrijven en Deelnemingen, van 20 mei 2014 inzake de gedane toezeggingen over Clean Capital en Stoomnet naar aanleiding van de behandeling van de verzelfstandiging van het Afval Energie Bedrijf op 18 december 2013. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer ter kennisneming. 12 Brief van mevrouw C.G. Gehrels, wethouder Deelnemingen, van 21 mei 2014 inzake de benoeming van een lid in de Raad van Commissarissen van het Afval Energie Bedrijf. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 13 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Zorg en Welzijn, van 20 mei 2014 inzake de contractering van onderaanbieders naar aanleiding van de behandeling van de raadsbrief ‘Inkoop Wmo voor 2015 e.v. in de vergadering van de Tijdelijke Algemene Raadscommissie op 7 mei 2014. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media ter kennisneming. 14 Open brief van de Centrale Ondernemingsraad (COR) Amsterdam en het Amsterdams Groepsbestuur (AGB) Abvakabo FNV van 22 mei 2014 inzake nieuwe besparingen op het ambtelijk apparaat. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de fractievoorzitters om desgewenst te betrekken bij de collegeonderhandelingen. 15 Ledenbrief VNG van 21 mei 2014 inzake de Algemene Ledenvergadering van de VNG op 18 juni 2014. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 16 Brief van het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein van 19 mei 2014 inzake de door de gemeenteraad van IJsselstein aangenomen motie over de afkeuring van winning van schaliegas en steenkoolgas. Voorgesteld wordt, de afhandeling van deze motie over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 17 Ledenbrief VNG van 22 mei 2014 inzake vorderingen op het gebied van informatieveiligheid binnen het gemeentelijk domein. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 5 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014 18 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Onderwijs, van 23 mei 2014 inzake de Ondersteuningsplannen van de Amsterdamse Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs naar aanleiding van de in de raadsvergadering van 21 mei 2014 gedane toezegging. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de de raadscommissie voor Jeugdzaken, ICT, Educatie en Financiën ter kennisneming. 19 Brief van mevrouw C.G. Gehrels, wethouder Deelnemingen, van 22 mei 2014 inzake de staking van de schoonmakers. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer ter kennisneming. 20 Brief van mevrouw C.G. Gehrels, wethouder Kunst en Cultuur, van 20 mei 2014 inzake de voortgangsrapportage met betrekking tot het project ‘Behoud en herstel van de Waag’ over de periode van 1 januari 2014 tot 1 april 2014. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media ter kennisneming. 21 Brief van de verkenners de heren Van Boxtel en Vliegenthart van 27 mei 2014 inzake het advies over de coalitievorming in Amsterdam. Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van het Programakkoord 2014-2018. 22 Brief van mevrouw C.G. Gehrels van 27 mei 2014 inzake haar ontslag per 1 juni 2014 als wethouder en de overdracht van haar portefeuilles. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 5, het afscheid van voormalig wethouder mevrouw C.G. Gehrels. 23 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2014 inzake de portefeuilleverdeling in verband met het vertrek van wethouder Gehrels. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 24 Raadsadres van een burger van 24 mei 2014 inzake het optreden tegen overlast van boten in de binnenstad door harde muziek. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer. 6 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 11 en donderdag 12 juni 2014 25 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Financiën, van 27 mei 2014 inzake de bijstelling van de Nota Begrotingsruimte 2015-2018. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de fractievoorzitters om desgewenst te betrekken bij de collegeonderhandelingen. 26 Brief van mevrouw A.Ch. van Es van 28 mei 2014 inzake het beëindigen van haar raadslidmaatschap per 10 juni 2014. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 7
Agenda
7
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Raadsnotulen Jaar 2019 Afdeling 2 Vergaderdatum 14 maart 2019 Publicatiedatum 29 maart 2019 OPENBARE VERGADERING OP DONDERDAG 14 MAART 2019 Aanwezig: de leden mevrouw Bakker (PvdD), de heer Bakker (SP), de heer Biemond (PvdA), mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), de heer Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), de heer Boutkan (PvdA), de heer Geder (CU), de heer Van Dantzig (D66), de heer El Abd (GroenLinks), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert (GroenLinks), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), de heer Groen (Groenlinks), mevrouw Grooten (Groenlinks), de heer Hammelburg (D66), mevrouw De Heer (PvdA), mevrouw De Jong (GroenLinks), de heer Karaman (Groenlinks), mevrouw Kat (D66), mevrouw Kilig (DENK), de heer Kreuger (Forum van Democratie), mevrouw El Ksaihi (D66), mevrouw Martens (VVD), mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw Nanninga (Forum voor Democratie), mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Rooderkerk (D66), mevrouw Roosma (GroenLinks), mevrouw La Rose (PvdA), de heer Van Schijndel (Forum voor Democratie), mevrouw Simons (BIJ1), de heer Taimounti (DENK), mevrouw Temmink (SP), mevrouw Timman (D66), de heer Torn (VVD), de heer Vroege (D66) en de heer Yilmaz (DENK) Afwezig: de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), mevrouw Van Soest (PvdO) Aanwezig: de wethouders mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Energietransitie en stadsdeel Oost), de heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale Zaken, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden), de heer Ivens (Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte en Groen, Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn, Reiniging en stadsdeel Noord), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg), Mbo-agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugderiminaliteit, Sport en Recreatie, Ouderen en stadsdeel West), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Gemeentelijk Vastgoed en stadsdeel Nieuw- West) en mevrouw Moorman (Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering, Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en Schuldhulpverlening en stadsdeel Zuidoost) Afwezig: de burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid, Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken, Communicatie), de wethouders mevrouw Dijksma (Water, Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit en stadsdeel Zuid) en de heer Kock (Financiën, Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en Marineterrein en stadsdeel Centrum) 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen Middagzitting op donderdag 14 maart 2019 Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe Verslaglegging: mevrouw Van de Belt De VOORZITTER opent de vergadering om 13.03 uur. VOORZITTER: Ik heropen de gemeenteraad van Amsterdam en ik heet u allen welkom. We vervolgen de vergadering met agendapunt 21. 21 Vaststellen van de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 248) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Wij willen de wethouder complimenteren met de mooie brief die zij heeft geschreven waarin ze het beleid voor de komende jaren uiteenzet op het gebied van onderwijs. De Partij voor de Dieren kan veel hiervan steunen. Er wordt werk gemaakt van het lerarentekort; dat wordt aangepakt en daarover gaan we in de komende commissies ook nog spreken. Dus wij zien hier veel goede punten in. De coalitie wil ook inzetten op educatie, natuur en sport en dat juichen wij van harte toe. Wij missen echter wel bepaalde punten in de Onderwijsvisie en dat heeft te maken met het klimaatprobleem dat er speelt. We zien dat steeds meer millennials betrokken zijn met de klimaatproblemen en bijvoorbeeld meer plantaardig gaan eten. De jeugd gaat klimaatspijbelen en is betrokken bij die problemen. Het is gewoon duidelijk dat we een meer plantaardige eiwittransitie moeten maken en dat plantaardig eten de norm moet worden. Het lijkt me goed als we ook in het onderwijsbeleid in Amsterdam een duurzame visie weergeven. De Partij voor de Dieren vindt dat plantaardig de norm moet gaan worden en we hebben in de commissie uitgebreid gesproken over deze Onderwijsvisie die over alle aspecten van het onderwijs gaat. Het is duidelijk geworden dat dit echt een kader is. De stukken voor het Onderwijsbeleid volgen nog en daar zullen wij natuurlijk ook goed naar gaan kijken. Wat we in dit college missen, is de groene ambitie op meerdere niveaus. Ik zou graag willen pogen dit college aan te moedigen om ook in het onderwijs steviger in te zetten op duurzaamheid en daarom dien ik enkele voorstellen in. Daarbij wil ik benoemen dat de omschakeling naar een plantaardig dieet in 2050 tot 8 miljoen sterfgevallen kan voorkomen, dus het is ook enorm gezond. Daarom dien ik een amendement in om toe te voegen dat het aanbod in schoolkantines gezond en voornamelijk plantaardig wordt. Daarnaast dien ik een motie in om mogelijkheden te onderzoeken voor een regeling waarbij scholen kunnen worden geholpen met het verbeteren van kantines met een gezond, duurzaam en diervriendelijk aanbod. Tot slot dien ik een motie in voor schooltuinen omdat dit enorm belangrijk is voor de jeugd in Amsterdam. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties en amendement zijn ingekomen: 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen 81° Motie van de leden Bloemberg-lssa en Geder inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Extra schooltuinen in de buurt van scholen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 296) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - mogelijkheden te onderzoeken om extra schooltuinen dicht bij scholen te realiseren om zo belemmeringen voor schooltuinwerk weg te nemen; - deze extra schooltuinen niet ten koste laten gaan van bestaande natuur; - hier bij de voortgang van natuur- en milieueducatie over terug te koppelen aan de raad. 82° Motie van de leden Bloemberg-lssa en Geder inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gezonde schoolkantines) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 297) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - mogelijkheden te onderzoeken voor een regeling die als doel heeft scholen te ondersteunen bij de realisatie van gezonde kantines met duurzame, diervriendelijke en gezonde voeding; - hierover voor de Voorjaarsnota 2019 te rapporteren aan de gemeenteraad. 83° Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gezond aanbod in scholen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 300) Besluit: -__in de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gemeenteblad afd. 1 nr. 248) op pagina 6, onder de kop ‘Amsterdams aanbod’, onder a: verrijking van het curriculum, na de zin ‘Ook is er veel aandacht voor gezond beleid, van voorschool tot middelbare school’ toe te voegen: -__ ‘Het aanbod in schoolkantines wordt gezond en voornamelijk plantaardig.” De moties en het amendement maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Rooderkerk. Mevrouw ROODERKERK: Om te beginnen wil ik de wethouder danken voor de Onderwijsvisie. Wij onderschrijven als D66 dat gelijke kansen voorop moeten staan zodat leerlingen met gelijke dromen ook gelijke kansen krijgen. We wensen de wethouder succes toe. Het is een ambitieuze visie die veel vraagt, maar wij zien vol verwachting uit naar wat nog volgt aan uitwerking. Namens D66 ben ik ook blij dat mijn motie voor een aanpak op burgerschapsonderwijs wordt uitgewerkt en dat daarop binnenkort een brief volgt. Dank daarvoor. Wat we zelf nog missen in de Onderwijsvisie is aandacht voor digitale geletterdheid. Digitale geletterdheid op scholen is van belang voor de kansengelijkheid en dat past volgens ons hier heel goed bij om dit in de visie op te nemen. De monitor Jeugd en media 2017 constateert grote verschillen in digitale geletterdheid tussen de onderwijsniveaus. De praktische richtingen op vmbo-scholen scoren hier laag op terwijl het wel erg belangrijk is voor kinderen waar het gaat om zowel 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen school als werk. We weten dat Amsterdam hieraan werkt met het masterplan Techniek en het actieplan Wetenschap en Techniek uit de vorige periode, maar wij zouden graag willen weten wat de huidige stand van zaken is zodat we goed zicht hebben op hoe het nu gaat met de digitale geletterdheid. Daarom dienen wij hierover schriftelijke vragen in en hebben we ook een amendement om dit mooi in de Onderwijsvisie te kunnen opnemen. De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen: 84° Amendement van het lid Rooderkerk inzake de Onderwijsvisie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 301) Besluit: - de tekst Vooruitlopend op de inbedding van Wetenschap en Technologie in het curriculum vanaf 2020, ondersteunen we Amsterdamse scholen om dit nu al aan te bieden aan te vullen met: - ‘Daarnaast maken we samen met scholen een aanpak voor digitale geletterdheid omdat dit van belang is voor de kansengelijkheid van kinderen.’ Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Marttin. Mevrouw MARTTIN: Allereerst even een puntje voor mevrouw Bloemberg-lssa. De gezonde schoolkantine is natuurlijk heel belangrijk. Gezonde voeding, gezond bewegen maakt dat kinderen beter kunnen leren en misschien is het een mooi idee om dan ook te denken aan insecten als eiwitbron, want dat is de meest efficiënte eiwitbron die er is, de minst vervuilende en het lijkt me best wel interessant om dat in de schoolkantines tegen te komen. Dit staat natuurlijk niet in die Onderwijsvisie en ik zal meteen even verklappen dat wij het een heel goede visie vinden, dat wij voor zullen stemmen en dat wij geen amendement of moties hebben. Maar ik heb wel een paar puntjes ter overweging. (Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik hoor mevrouw Marttin het hebben over het aanbieden van insecten, maar ik was in mijn bijdrage toch heel duidelijk dat ik het had over een plantaardige voedingstransitie. Is mevrouw Marttin bekend met hoeveel voordelen een plantaardig dieet heeft voor het klimaat?) Wij zijn ervan op de hoogte dat een plantaardig dieet heel goed is voor het milieu, maar met het klimaat heeft het wat mij betreft niet zo heel veel te maken. Even terug naar de Onderwijsvisie. Ik zou u twee punten meegeven waarvan er een u al bekend is. Die is namelijk ook in het debat over de FLOA aan bod gekomen. Wij denken in kansen voor kinderen en wij zijn er niet per se van overtuigd dat een beperking van de vrijwillige ouderbijdrage daar echt effect heeft. We hebben toen besloten af te wachten wat het effect zou zijn en te kijken wie er gelijk krijgt. Dat was vooral in het debat met de heer Flentge. Mijn tweede punt gaat over de brede scholen. Het zal u niet verrassen. U pleit heel erg voor brede scholen om kansenongelijkheid tegen te gaan. Nu ben ik enorm voor het tegengaan van kansenongelijkheid want je kunt kinderen die op een achterstand zitten of mogelijk een achterstand krijgen niet jong genoeg helpen. Jong geleerd is oud gedaan. Wij denken dat brede scholen daaraan voor een aantal kinderen 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen zeker kunnen bijdragen. Brede brugklassen kunnen helpen om kinderen die op de basisschool niet het juiste advies hebben gekregen, toch op de juiste rit te krijgen. Wij zien echter ook een groot risico, want kinderen die wel heel veel in hun mars hebben, gaan ook puberen en een puber maakt nu eenmaal niet altijd de meest logische beslissingen. Als je dan in een brede brugklas zit, is het soms heerlijk om gewoon naar de havo te gaan terwijl je ook gymnasium kan. Heel veel ouders en leerlingen in deze stad willen graag categoraal gymnasium, categoraal havo, categoraal mavo omdat dan het beste uit hun kind lijkt te komen. Wij willen vooral die keuzevrijheid mogelijk houden en we willen dus dat vraag en aanbod goed op elkaar aansluit en niet dat wij aanbieden en de ander het maar moet pikken of dan maar moet kiezen wat er is. Ik hoop dat u dat meeneemt en dat we in Amsterdam in ieder geval af kunnen van het feit dat er zo’n discrepantie is tussen vraag en aanbod en dat elk kind straks gewoon kan kiezen voor de school die het best bij hem past. (De heer FLENTGE: Hoorde ik u nu suggereren dat kinderen die op een brede scholengemeenschap zitten, wellicht wat meer onderuit gaan zakken en een iets lager niveau acceptabel vinden en dat dat op het gymnasium niet zo is en iedereen echt het beste uit zichzelf haalt? Is dat wat u hier net bepleitte?) Dat hangt erg van het kind af, mijnheer Flentge. Bij sommige kinderen werkt het helaas zo. Als ze gaan puberen en ze zitten op het gymnasium zullen ze er alles aan doen om bij hun vrienden te blijven en dan halen ze het misschien ook nog. Sommige anderen werken op een andere manier. (De heer FLENTGE: U maakte er geen verhaal van over sommige kinderen wel en sommige kinderen niet. U had het hier over de brede scholengemeenschap en u vergeleek brede scholengemeenschappen met gymnasia en u zegt over brede scholengemeenschappen: “Kinderen kunnen zich nog wel eens wat meer voegen in een iets lagere stroom terwijl ze misschien iets meer zouden kunnen.” Dat vind ik nogal een aantijging op al die brede scholengemeenschappen in Amsterdam die dag in dag uit niets anders doen dan het beste uit de kinderen te halen. En die kinderen werken daarvoor. Dus hoe komt u bij deze bewering? Hoe onderbouwt u dat?) Allereerst even een correctie. Ik had het niet over categorale gymnasia alleen; ik had het over alle categoriale scholen. Zeker bij mavo en havo is deze onderwijsvorm een heel groot succes. Hoe ik erbij kom? Dat komt omdat ik op categorale scholen heb gewerkt en omdat ik nu op een brede scholengemeenschap werk. Ik zie gewoon dat voor bepaalde kinderen het ene type onderwijs goed is en voor andere het andere type onderwijs. Dat is echt ervaring. Ik heb er geen getallen bij, ik heb er geen grafieken bij, geen tabellen, maar het is wel wat ik hoor, wat ik zie, wat ik meemaak, wat ik meekrijg uit de gesprekken met de ouders en de gesprekken met leerlingen. Dus zodoende vind ik dat ik dat hier ook gewoon mag zeggen en dat ik dat als waarheid kan neerleggen. (De heer FLENTGE: De waarheid van mevrouw Marttin is dan de waarheid van één school waar ze blijkbaar haar ervaring vandaan haalt. Ik constateer dat u in eerste instantie hier hoog van de toren blaast en zegt dat brede scholengemeenschappen misschien zorgen dat kinderen niet het beste uit zichzelf halen en dat u dat nu eigenlijk verengt tot uw ervaringen op één school. Volgens mij bent u daar zelfs schoolleider. Ik zou zeggen: aan de slag en zorg dat het beter gaat.) Bedankt voor het advies. 5 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen (Mevrouw ROODERKERK: Ik hoor de ervaring van mevrouw Marttin en die zal ik niet tegenspreken. U zegt dat u er geen getallen bij heeft, maar er zijn wel getallen. Daarnaar is onderzoek gedaan en het is natuurlijk zo dat op brede scholengemeenschappen leerlingen ook de kans hebben om op te stromen. Dus het kan ook de andere kant op werken. Deelt mevrouw Marttin deze werkelijkheid?) Ja, dat is helemaal waar. Er zijn ook kinderen die van de basisschool een advies krijgen dat niet helemaal bij hen past. Die worden ondergeadviseerd en zeker voor sommige kinderen die een onderadvies hebben, is het heel belangrijk om naar een brede scholengemeenschap te gaan. Dat geldt ook voor kinderen die laat bloeien, die langzamer op gang komen. Voor hen kan het heel goed zijn. Dus ik sluit niet uit dat het ook belangrijk is dat er brede scholengemeenschappen zijn. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Dank aan de wethouder voor het uiteenzetten van haar visie op het onderwijs in deze stad. Ik kan me in heel veel vinden, maar ik moet wel zeggen dat ik het een lastige vorm vind om mee in te stemmen net als eerder bij de diversiteitsbrief, toch een brief in de ik-vorm over wat de wethouder vindt en wat de wethouder zegt te gaan doen. Daar wil ik liever kennis van nemen dan dat ik er op die manier mee instem. Maar zoals ik zei, er is wel heel veel waarvan ik met heel veel instemming kennis kan nemen. Ik vraag me wel af in hoeverre zo'n document tot stand is gekomen in overleg met scholen, leraren en ouders. Ik weet dat de wethouder voortdurend overlegt met scholen, leraren en ouders, maar als je vanuit de gemeente een aparte visie gaat maken, dan kan ik me voorstellen dat er een bepaald soort proces aan voorafgaat om dat document te toetsen. Misschien kan ze dat nog toelichten. Juist als het om onderwijs gaat, dan is het cruciaal dat we het niet alleen maar vanuit de Stopera hier doen, maar dat we dat ook in overleg doen. Wat ik al zei, er is veel wat ik echt goed vind, ook die activistische houding van Amsterdam ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs omdat wij ons daarmee op allerlei vlakken begeven gericht op die kwaliteit, ook al gaan we daar niet direct over. Dat vind ik echt goed en ik ben blij dat de wethouder dat ook oppakt en doorzet. Er zijn andere dingen qua taal en ideologie waarin ik me wat minder kan vinden en dat heb ik ook in de commissie aangegeven. De behoefte van leerlingen staat voorop. Dan zeg ik, nee, niet de behoefte, maar de vorming van die leerlingen staat voorop. Die behoeftes moeten juist worden gevormd. Mevrouw Rooderkerk had het over digitale geletterdheid en dat die moet worden verbeterd. Ik spreek ook veel ouders die zich ernstige zorgen maken over juist die smartphoneverslaving, een gameverslaving. Heel veel jongeren, pubers, die doen de hele dag niets anders als je niet uitkijkt. Die games worden steeds beter en dat kan echt bijzonder problematisch zijn. Dit ondermijnt je concentratievermogen terwijl concentratievermogen en zelfdiscipline de belangrijkste factoren zijn voor een succesvolle onderwijscarriëre. Kijk, wij gaan er natuurlijk niet over, maar ik kan me heel goed voorstellen dat scholen daarop ook beleid ontwikkelen of daarover afspraken maken. Ik weet niet of de wethouder Zorg over cijfers beschikt over dit probleem, verslaving aan games of smartphones onder jongeren. Waarmee wij het echt niet eens zijn en de VVD zei het net ook al, is heel uitdrukkelijk te kiezen voor brede scholen. Ik denk dat het goed is om een mix te hebben tussen brede scholen en categorale scholen. We moeten volgens mij wel constateren dat er een heel duidelijk verlangen ligt vanuit de vraag, vanuit de ouders naar meer categorale scholen, kleinschalig onderwijs. Ik denk ook dat dat goed is en dat we daarnaar moeten luisteren. We hebben ook brede scholen nodig, maar we moeten ook 6 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen voorzien in die behoefte van ouders. Die discussie komt ongetwijfeld nog een andere keer terug. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge. De heer FLENTGE: Ik dacht even: in welk debat ben ik hier terechtgekomen? Ik kom uit het onderwijs terug, me hierheen haastend en dan hebben we het opeens over sprinkhanen in de schoolkantine. Een interessant voorstel van de VVD. (De VOORZITTER: Van de VVD? Ik dacht dat mevrouw Bloemberg-lssa dat net aankaartte? Deze voorzitter die goed heeft geluisterd naar het debat zou dat toch even willen rechtzetten.) Nee, nee, ik denk dat de voorzitter in een rol als raadslid tijdens een fractieoverleg misschien wel een fractieoverlegje heeft gemist, want het kwam echt uit de koker van de VVD. Ik hoorde het echt: insecten in de schoolkantines. Sprinkhanen in de schoolkantine. Een interessant voorstel. Ik zou er graag uitvoerig over doorpraten. Ik moet trouwens zeggen, voorzitter, door uw streng voorzitterschap vandaag zou u een zeer goede carrière in het onderwijs tegemoet kunnen zien, als ik u zo bezig die. U corrigeert ook echt iedereen. (De VOORZITTER: Ik word ogenblikkelijk gestraft voor mijn bemoeienis; ik moet het niet meer doen.) (Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik zou aan de heer Flentge willen vragen of het klopt dat de Partij voor de Dieren het had over plantaardige voeding in de schoolkantines en niet over insecten.) U had het inderdaad keurig over plantaardige voeding; daar is wel iets voor te zeggen. Het was de VVD die het had over sprinkhanen en insecten. Een interessant voorstel. Maar goed, het gaat gelukkig toch over kansen voor jongeren, kansen voor kinderen en de heer Boomsma sprak net heel mooi over de activistische houding van de gemeente Amsterdam om de kansen aan te pakken. Dat bevalt mij zeer. Als dat zelfs vanuit de CDA-hoek wordt bewierookt, wie ben ik dan als SP'er om daarbij achter te blijven. Ik ben daarover zeer positief en blij. Ik ben ook blij met de Onderwijsvisie die hier ter tafel ligt. Het is niet zomaar een onderwerp. De cijfers van bijvoorbeeld de Cito, laat ik het maar de vermaledijde Cito noemen, laten zien dat de afgelopen jaren — en ik heb de meest recente cijfers niet — juist kinderen in Zuidoost, Nieuw-West en in zekere zin ook in Noord met de Cito-scores nogal achterblijven bij kinderen in het Centrum en Zuid. Ik vraag het maar gelijk aan wethouder Moorman om daar nog eens een keer over door te praten en dan over de meer recente Cito-cijfers, want ik denk dat niemand in deze zaal, of je moet van lotje getikt zijn, zou beweren dat kinderen in Zuidoost minder talent hebben of minder slim zouden zijn dan kinderen in Zuid. Het heeft dus te maken met andere oorzaken. Dat is exact de reden waarom deze Onderwijsvisie van de wethouder en haar activistische aanpak van de hele gemeente inclusief de gemeenteraad heel belangrijk is om dat te voorkomen. Ik hoop dat we daarover het gesprek kunnen voeren met meer recente cijfers. Dan over de leraren, de essentie van alles. De heer Boomsma had gelijk: de behoeftes van leerlingen staan niet centraal, maar de vorming van die leerlingen. Daarin is de leraar natuurlijk altijd de spil. Ik ben ook blij met alle aandacht die in deze Onderwijsvisie staat om voldoende leraren, voldoende goede leraren en academisch geschoolde leraren in die klaslokalen, in die scholen te krijgen. Een onderdeel mis ik. Ik zeg het verkeerd. Een onderdeel zie ik nog niet uitgewerkt. Ik zie dat in de Onderwijsvisie nadrukkelijk staat dat er eind maart of later een plan komt om de segregatie in het onderwijs aan te pakken. Anderen zullen dat het versterken van de diversiteit noemen. Ik 7 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen noem het altijd maar de segregatie in het onderwijs. Dat is natuurlijk voor een deel ruimtelijke woonsegregatie en dat is ook niet altijd op te lossen als er in een wijk één bepaalde bevolkingsgroep woont. Misschien is dat een groep van een bepaalde etnische afkomst of van een bepaald opleidingsniveau. Maar gemengde wijken bieden de school enorm veel kansen om de scholen meer gemengd te laten zijn en kinderen elkaar te laten ontmoeten om van elkaar te leren, om minder in gescheiden kampen op te groeien en les te krijgen. Ik ga een motie indienen die eigenlijk vraagt weer eens een experiment in Amsterdam te starten. Dat mag stadsbreed. Dat mag wat mij betreft in een wijk of een nieuwbouwwerk waarbij ik eigenlijk voorsta, bepleit dat verschillende schoolbesturen, de gemeente, ouders, medezeggenschapsraden met elkaar gaan nadenken over hoe we in deze wijk in samenwerking met elkaar en niet als concurrent van elkaar de segregatie tegengaan en een eerste stap vooruit te zetten om die segregatie te verminderen. We hebben een verleden hierin, omdat in het verleden wetenschappers als Bowen Paulle zich hiermee hebben beziggehouden in stadsdeel West. Eigenlijk zijn die initiatieven nota bene onder uw voorganger de heer Asscher volgens mij niet tot een einde gekomen. Ik weet niet meer exact wat de reden daarvan was. Het kan politiek geweest zijn; het kan een wijziging in het stadsdeelstelsel geweest zijn, maar het lijkt mij goed dat weer opnieuw op te pakken. Dat is niet bedoeld als kritiek dat het allemaal niet deugt, maar het is bedoeld als een aansporing om vast te leggen dat dit een belangrijk onderdeel is van kansengelijkheid. Die motie wil ik bij dezen graag indienen. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 85° Motie van het lid Flentge inzake het aanpakken van kansenongelijkheid en segregatie in het onderwijs (Gemeenteblad afd. 1, nr. 302) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - met alle betrokken partijen van het Overleg onderwijsachterstandenbeleid nieuw beleid te ontwikkelen dat zich richt op het realiseren van een ‘evenwichtige spreiding van leerlingen met leerachterstanden’ in het primair en voortgezet onderwijs en hiervoor een stedelijk experiment te starten in ten minste één Amsterdamse (nieuwbouw)wijk. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. De heer MBARKI: Het is inderdaad een brief, dat is net al genoemd, en de uitwerking moet nog komen, maar ik kan zeggen dat ik en mijn fractie best tevreden zijn met deze brief. Volgens mij is het datgene wat we als PvdA, maar ook als coalitie met elkaar hebben afgesproken. Met een aantal dingen ben ik heel erg blij. De heer Flentge zei het net al. Het gaat natuurlijk om het tegengaan van die kansenongelijkheid. In de brief wordt letterlijk gezegd dat dat de komende jaren een topprioriteit wordt. Dat is volgens mij heel belangrijk en ook heel erg nodig. De heer Flentge had het net over een aantal wijken, buurten in de stad waarbij we zien dat de Cito-scores, maar ook andere leeropbrengsten achterblijven bij andere delen in de stad. Het is pijnlijk om te zeggen, maar we hebben natuurlijk jaren geleden met elkaar geconstateerd dat armoede kleur had. Maar kansengelijkheid heeft in Amsterdam ook een kleur. Dat is pijnlijk om te zien. Daarom zijn we heel erg blij met de inzet op het vergroten van die kansengelijkheid voor alle kinderen in de stad. Dat doen we op een aantal manieren. Een van de zaken waarmee ik heel erg 8 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen tevreden ben, is dat scholen natuurlijk een eigen verantwoordelijkheid hebben voor de kwaliteit van het onderwijs, maar het kan niet zo zijn als de kwaliteit door een ondergrens zakt, je daar als gemeente naar kijkt en niets doet. Daarom ben ik blij dat we als gemeente in gesprek gaan met deze scholen om ervoor te zorgen dat die onderwijskwaliteit weer op een niveau komt dat leerlingen daar echt iets aan hebben. Nog een andere zaak die voor ons heel belangrijk is, is die segregatie. Er wordt namelijk gesproken over brede scholengemeenschappen en categorale scholen in het debat. Ik vind dat we niet ver genoeg kunnen gaan als het gaat om brede scholengemeenschappen in de stad, want we hebben ze niet echt. Het is nog altijd zo in Amsterdam als jij een vmbo-basisadvies hebt, dat je de rest van je schoolcarriêre niet meer in contact komt met een vwo'er. Dat vind ik raar en dat vind ik niet kunnen als we later vervolgens proberen al die mensen in de samenleving bij elkaar te houden. We moeten gewoon ook gaan kijken naar scholen waarbij je met een vmbo-basis of kaderadvies gewoon met een vwo’er op school zit, samen activiteiten hebt en er op die manier voor zorgt dat we heel vroeg leren samen te leven. Ik ken ze op dit moment niet in Amsterdam: scholen waarbij zowel vmbo- basis als het vwo in een gebouw bij elkaar zitten. Dus wat mij betreft wel. Ik hoor iemand zeggen: dat zijn de volksklassen. Dat is zo’n pilot. Maar ook dat zijn maar klassen. Ik denk echt dat we moeten gaan nadenken over hoe we in de stad ook gebouwen zo inrichten. Het is een oproep aan de schoolbesturen om dit te doen. lets wat ik de schoolbesturen zou willen meegeven, is een van de pijlers die de wethouder heeft beschreven: de ruimte voor diversiteit. Ik was gisteravond bij de bijeenkomst van ouders van leerlingen van het Cornelius Haga Lyceum en daar hoorde ik dat ouders zeiden: we hebben toch het gevoel dat we op andere scholen niet altijd even welkom zijn. Volgens mij is dat een punt waarvan we zeggen: daarmee zullen we de komende jaren aan de slag moeten gaan dat iedereen in de stad op school het gevoel heeft dat hij er mag zijn, ook als hij uit een ander deel van de stad komt, uit een ander deel van de wereld of een andere levensovertuiging heeft. Dat geldt eigenlijk voor diversiteit in brede zin. Dat geldt ook voor thema’s als Ihbti, het uit de kast komen op school. Dat raakt ook de diversiteit. Ook daar zijn we er gewoon nog niet. Dus het raakt breed aan allerlei thema’s. Ik denk dat het heel erg belangrijk is de komende jaren daar goed naar te kijken en te zorgen voor ruimte voor diversiteit. Ik zou zeggen: hartstikke mooi deze brief. We kijken uit naar de uitwerking. Laten we daarop niet te lang wachten. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Blom. De heer BLOM: Ik heb hier niet zo veel meer aan toe te voegen. Ik denk dat het goede bijdragen zijn geweest die dit onderwerp op een juiste manier aanstippen. Ik sta hier toch omdat het belangrijk is. Ik zie hoe de wethouder optreedt in de stad, ik zie haar in de media het signaal! afgeven richting de minister dat er genoeg geld moet komen voor meer leraren en dergelijke. Ik heb er vertrouwen in dat we de komende jaren in ieder geval een verschil gaan maken. Dat is ontzettend nodig. Ik heb wel een vraag omtrent datgene wat de heer Mbarki aanstipte als het gaat om die ongelijkheid in kansen. We zien dat verspreid over de stad in sommige gebieden die ongelijkheid meer geconcentreerd is. Uw voorganger heeft een onderzoek vervaardigd betreffende kennisdeling. Er zijn scholen in Amsterdam die kenmerken hebben waarvan we over het algemeen dachten: dat duurt drie generaties voordat die ongelijkheid wordt ingehaald. Maar er zijn scholen in Amsterdam die laten zien dat je met die kinderen bovengemiddelde prestaties kunt leveren. Dat is volgens mij een heel goed voorbeeld. Op welke manier gaat de wethouder nu aan de slag met dat rapport? Wanneer gaan we echt werk maken van die kennisdeling? Daarnaast is er vorig jaar een onderwijsmanifest g Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen opgesteld door mensen in het maatschappelijk middenveld. Dat project heet Wit Aan Zet. Leraren, schoolbesturen willen samen de verantwoordelijkheid nemen. Verschillende politieke partijen hebben dat manifest ondertekend. Ik zie daarin heel veel terugkomen. Maar graag zou ik van de wethouder een uiteenzetting willen hoe ik dat moet zien in relatie tot de komende, concrete plannen. Heel veel succes met de uitvoering van dit belangrijke onderwerp. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz. De heer YILMAZ: Ook wij zijn heel blij met de brief. Er staan heel veel goede punten in. Kansenongelijkheid wordt goed aangepakt en kansengelijkheid wordt in ieder geval bevorderd. We willen de wethouder en het college daarvoor bedanken. We zijn ook erg blij te zien dat er wordt ingezet op een tweede taal. Dat is een verrijking voor de studenten, voor de leerlingen. Dus ik hoop dat we die lijn goed kunnen doortrekken. Onderadvisering wordt goed aangepakt. Ik heb wel een vraag voor de wethouder. Hoe ziet de wethouder dat voor zich en hoe wil ze dat aanpakken? Ik heb het ook in de commissie benoemd, maar ik wil het hier nogmaals vragen. Wij zijn voor een bevoegdheidseis voor burgerschap, want burgerschapsonderwijs is erg belangrijk, zeker in zo’n diverse stad als multicultureel Amsterdam. Er is nu helaas geen bevoegdheidseis. Een docent Nederlands of een docent Drama, ze kunnen allemaal burgerschap geven en dat kan een probleem zijn. Dat willen we natuurlijk voorkomen, dus wellicht is een bevoegdheidseis een optie. Wij kunnen dat als gemeente niet regelen, maar misschien kan de wethouder dat bepleiten in Den Haag. Dus dat is mijn vraag: kan de wethouder dat bewerkstelligen? De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman voor de beantwoording van de vragen en de preadvisering van de moties en de amendementen. Wethouder MOORMAN: Een mooi debat dat over sprinkhanen, smartphoneverslaving, over stedelijke segregatie. Dat had ik eigenlijk ook wel een beetje verwacht naar aanleiding van deze brief. Dat gebeurde eigenlijk ook al in de commissie. Het is inderdaad een beetje een vreemdsoortige brief, mijnheer Boomsma. Daarin heeft u wel gelijk. Toch vond ik het heel noodzakelijk dat u dit soort brieven die u misschien niet gewend bent, toch krijgt omdat de brief uiteenzet waarom wij u de stukken sturen zoals u die de komende tijd van het college gaat krijgen. Het is soms belangrijk om stil te staan bij het waarom. Wat is de achterliggende gedachte waarom wij doen wat we doen en hoe is de samenhang van de dingen die wij doen? U ziet aangekondigd op de laatste pagina van de brief dat wij van plan zijn u de komende tijd wel zo'n zeven beleidsbrieven te sturen. Op zichzelf staand hebben die natuurlijk allemaal hun eigen doelen, maar er is ook ontzettend veel samenhang tussen al deze verschillende beleidsbrieven en die samenhang probeer ik hier samen te vatten in deze Onderwijsvisie. Nu kunt u zeggen: ‘dat is gewoon uw visie en daar wil ik verder niet mee instemmen’, maar u gaat over de kaders. Dit is nu juist een kaderbrief en daarom vind ik het toch belangrijk dat u in ieder geval in overweging neemt of u hiermee wel of niet wilt instemmen. Dat is de reden dat wij hier nu staan en dat is de reden dat we een vrij breed debat met elkaar voeren over alle dingen die met onderwijs te maken hebben. Of dat nu gaat over de schoolkantines, over de schooltuinen of over samen naar school gaan, dat is daar allemaal onderdeel van. Dan begrijp ik best, mevrouw Bloemberg-lssa, dat u zegt wat punten te missen. Dat begrijp ik. Je kunt natuurlijk niet alle details erin zetten. Dit zijn de hoofdlijnen en dit is niet de specifieke uitwerking. Die specifieke uitwerking krijgt u dus later. En dat zeg ik ook in de 10 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen richting van mevrouw Rooderkerk. Ik begrijp best dat u zegt, die digitale geletterdheid en die digitale vaardigheden vind ik ongelooflijk belangrijk. Dat deel ik met u. Maar dat is wel een specifieke uitwerking waarvoor we deze brief eigenlijk te breed vonden. Denkt u bijvoorbeeld ook aan vreedzame scholen, iets wat met burgerschapsonderwijs te maken heeft. Dat vind ik ongelooflijk belangrijk. Gelukkig zien we het aantal vreedzame scholen in Amsterdam toenemen. Toch staat het niet in deze brief. Als ik straks in het voorjaar bij u terugkom met mijn brief over burgerschapsonderwijs, zult u het daarin vinden. Hier vindt u alleen maar de hoofdlijnen. Daarmee geef ik ook maar meteen een preadvies op uw beider amendementen. Ik ben daar negatief over en niet omdat ik negatief ben over de inhoud van deze verschillende amendementen, maar omdat ik het onverstandig vind het in deze beleidsbrief op te nemen omdat ik het daarmee vind overhellen naar een aantal elementen die in zichzelf natuurlijk heel belangrijk zijn, maar die geen recht doen aan al die andere elementen die ook belangrijk zijn. Het geeft eigenlijk een accent ergens op omdat u dat heel belangrijk vindt. Maar dan heb je bijvoorbeeld geen accent op bijvoorbeeld vreedzame scholen en dat zou ik gek vinden. Dus ik ben negatief om het hier te doen, maar ik wil u tegelijkertijd toezeggen dat we op het moment dat we er inhoudelijk over praten dit een zeer goede uitwerking vinden. (Mevrouw ROODERKERK: Ik wil hier graag op reageren, want volgens mij hebben we met de hele raad eigenlijk de visie enorm ondersteund en we delen ook absoluut het belang van de gelijke kansen die we ook in het coalitieakkoord heel sterk terugvinden. Maar als ik naar de brief kijk, dan mis ik die digitale geletterdheid bijvoorbeeld omdat dat heel erg samenhangt met gelijke kansen. Ik snap dat de wethouder zegt dat we niet alles in die brief kunnen opnemen, maar u heeft een brief van drie, vier kantjes neergelegd. En als u ons dan vraagt om de kaders te stellen, dan vind ik het toch wat gek als u dan zegt: nee, dit is dan te veel informatie. Ik zou u toch willen vragen om mijn amendement te steunen. Ik geloof ook dat meerdere partijen ervoor zijn om hiervoor meer aandacht te vragen. Dit is nu juist een belangrijke, richtingbepalende brief waarmee we de komende tijd allemaal beleid gaan uitvoeren.) Het kader staat er ook in: wetenschap en technologie staan erin. Dus ik vind het belangrijk dat er aandacht aan wordt besteed in deze brief die zelfs nog wel wat meer is dan vier kantjes, maar ik heb geprobeerd het op hoofdlijnen te doen. Ik heb u net ook een voorbeeld gegeven. U kunt bijvoorbeeld ook denken aan hoogbegaafdheid. Dus er zijn meer dingen die hier niet in staan waarvan ik niet zeg dat ik dat niet belangrijk vind. We proberen een balans te vinden tussen hoofdlijnen en details. En natuurlijk heeft u altijd het laatste woord, mevrouw Rooderkerk. U vroeg mij ook nog iets anders, mevrouw Bloemberg-lssa. U vroeg mij ook om naar aanleiding van deze brief nader onderzoek te doen. U vraagt daarbij om twee verschillende dingen: kijken of we met de schooltuinen in de buurt van de scholen kunnen blijven. Ik snap wat u daarmee bedoelt, want op het moment dat je de reistijd verkort, is het gemakkelijker om naar die schooltuinen te gaan en dat is misschien ook beter voor het milieu omdat kinderen dan niet met bussen naar die schooltuinen hoeven te gaan. En dat is ook nog eens beter voor de lestijd, want je bent dan minder tijd onderweg. Dus ik deel uw intentie, maar ik wil daarbij wel meteen aangeven hoe ingewikkeld dat is. We hebben niet alleen groen dat we daaraan niet mogen opofferen. Ik neem aan dat u ook niet wilt dat we ergens een gebouwencomplex neerhalen. De stad is best wel vol. Ik wil het best wel onderzoeken; dat is geen enkel probleem. Dus ik ben positief over uw motie, maar ik kan u absoluut niet garanderen dat het lukt. 11 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen (Mevrouw ROODERKERK: Er staat inderdaad een zinnetje over wetenschap en techniek, maar dat vind ik toch iets heel anders dan digitale geletterdheid waarover ik het nu heb. Dat gaat dan niet over een gameverslaving, hoewel ik de heer Boomsma nu zelf ook op zijn telefoon zie kijken terwijl het debat bezig is, maar het gaat juist ook over media. (De VOORZITTER: Een interruptie is echt een korte opmerking in de richting van degene die op dat moment aan het woord is en dat is nog steeds wethouder Moorman. Dan moet u zich echt richten tot de wethouder en niet tot in dit geval de heer Boomsma. Dus als u uw korte interruptie wilt plaatsen, dan kan wethouder Moorman daarop vervolgens reageren.) (Mevrouw ROODERKERK: Ik liet mij even afleiden. Digitale geletterdheid gaat juist over bijvoorbeeld het zoeken naar informatie op internet, vaardigheden die nodig zijn voor het vinden van een baan, maar ook over mediawijsheid en hoe je daarmee omgaat. Ik vind dat echt iets heel anders en ik vind het echt belangrijk dat we daarvoor aandacht vragen en al helemaal omdat dat in het kansengelijkheidsplan van de wethouder past. Deelt u die mening?) Ik deel uw mening volledig en ik ben het ook met u eens dat we daar wat aan moeten doen. Ik heb u in de commissie ook toegezegd dat u een brief van mij krijgt hoe we hiermee omgaan. Die toezegging heeft u gewoon al op zak. Dus dat gaan we allemaal doen. Ik zeg alleen dat ik het in deze beleidsbrief onverstandig vind omdat die dan gaat overhellen en meer accenten legt op bepaalde elementen dan op andere. Dat doet geen recht aan andere zaken die er ook niet in staan en wel degelijk worden uitgewerkt. Dus ik heb geprobeerd die balans erin te houden; ik heb geprobeerd dat zo goed mogelijk te doen. Als u zegt: ‘ik ben het daarmee niet eens’, dan is dat uw goed recht en als u straks een meerderheid heeft voor uw amendement, dan is dat op zich geen enkel probleem. Ik vind het alleen geen recht doen aan de balans in de brief. Dat is mijn reactie daarop. (Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik hoorde de wethouder zeggen dat ze het nu geen goed moment vindt om mijn amendement voor meer plantaardige voeding in schoolkantines in deze beleidsbrief op te nemen. Het wordt mij echter niet helemaal duidelijk of ik dit voorstel dan wel later in het uitgewerkte beleid ga terugzien later dit jaar.) U heeft ook nog een motie ingediend over de schoolkantines en die wil ik graag positief preadviseren omdat wethouder Kukenheim samen met mij bezig is om op dit moment in het kader van kansengelijkheid, en u krijgt later een groter kansengelijkheidsplan dat over verschillende domeinen gaat, bijvoorbeeld ook zorg en gezondheid, maar ook werk, waarvan het thema gezonde scholen deel uitmaakt. Dus daarin willen wij dat heel graag adresseren. Ik ben daar dus positief over. Maar over de amendementen ben ik minder positief en niet omdat we het niet gaan doen, maar omdat ik denk dat de balans zoals die nu is aangebracht, niet voor niets zo is. Dan ga ik door naar mevrouw Marttin. Ik weet het, wij hebben die discussie vaker met elkaar gevoerd. Wij zijn het daar gewoon niet met elkaar eens. Ik vind het wel belangrijk om die ouderbijdrage te maximeren. Ook al is die vrijwillig, het is toch een manier om bepaalde kinderen af te schrikken omdat ouders denken: wij kunnen dat niet betalen, dus dan gaan we maar naar een andere school. En ik vind het toch een beetje gek als scholen al heel veel geld krijgen vanuit hoge ouderbijdragen, dat ze dan nog veel meer kunnen doen voor hun kinderen dan andere scholen. Dat zorgt voor kansenongelijkheid en deze brief ademt uit dat ik juist die kansengelijkheid in de stad wil stimuleren. Dus dat lijkt mij daarmee in lijn te liggen. Hetzelfde geldt eigenlijk voor die 12 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen brede scholengemeenschap. Het gaat niet alleen maar over de kans op opstromen. Die bieden brede scholengemeenschappen. Het gaat ook over elkaar ontmoeten. In een hyperdiverse stad als Amsterdam is het heel erg gek dat we zo gesegregeerd naar school gaan en dat heeft ook te maken met het categoraliseren van het onderwijs. Het is niet zo dat ik nu zeg dat alle categorale scholen weg moeten, maar we hebben er al heel veel. We hebben al zeven categorale vwo's. Ik denk dat dat genoeg is. Die brede scholengemeenschappen bieden heel veel voor alle kinderen, ook voor de vwo'ers. Ik ben er echt van overtuigd dat de leiders in de toekomst juist de mensen zijn die kunnen samenwerken met heel veel verschillende mensen en dat biedt dus juist een enorme rijkheid en een enorme rijkdom die je soms in categorale scholen minder vindt. Dan de heer Boomsma. We hebben het al gehad over de vorm en u mag daarvan denken wat u ervan wilt denken. Ik vond het heel interessant wat u zei over de smartphones. Ik denk dat we dat allemaal wel een beetje herkennen. Ik weet ook dat er heel verschillend wordt gedacht binnen scholen over hoe daarmee nu om te gaan. Het is waar wat u zegt, het kan ontzettend afleiden en soms kan het ook een extra hulpmiddel zijn. We zien in ieder geval een nieuwe ontwikkeling die wel degelijk impact kan hebben. Uiteindelijk gaan de scholen er natuurlijk zelf over en moeten ze zelf hun eigen beleid daarin bepalen. Ik vind het tegelijkertijd ook wel belangrijk om zicht te hebben op hoe het werkt en misschien is het ook zo dat scholen van elkaar kunnen leren. Ik heb net even met wethouder Kukenheim overlegd of wij het een goed idee zouden vinden om daarin wat meer inzicht te krijgen en dat vinden we eigenlijk wel. Dus ik wil u toezeggen dat we daar nader onderzoek naar gaan doen en dan zullen we daarop bij u terugkomen. Ik ben het trouwens erg met u eens dat vorming centraal moet staan. Dat is inderdaad een omissie in de manier waarop we dat hebben opgeschreven. Ik had zelf toen ik een jaar of achttien was alleen maar behoefte aan As The World Turns en het is natuurlijk toch niet het meest verstandig om dat dan maar de hele dag door te kijken. De heer Flentge noemde de Cito-scores die achterblijven. Ja, u heeft volledig gelijk. Ik vind dat ook heel gek dat je ziet dat de Cito-scores in bepaalde wijken zoveel lager liggen en dat in Zuidoost de Cito-scores het aller-, allerlaagst liggen. Dat is exact de reden dat ik in deze brief heb aangegeven dat we daarop gaan inzetten. Bowen Paulle, daar verwees u naar. Die is nu betrokken bij een pilot die we doen in Zuidoost en die heeft helaas een Engelse term — het is niet anders, maar dat komt omdat het uit Amerika is overgekomen — High Dosage Tutoring. Daarbij krijgen leerlingen extra rekenonderwijs, heel intensief in een bepaalde periode. Dat heeft heel indrukwekkende resultaten. Daarop zetten we specifiek in Zuidoost in samen met ook een coachingtraject gedurende een aantal jaren omdat ik het met u eens ben — en dat ziet u ook terug in de doelenboom — dat die verschillen in de stad tussen Cito-scores mij echt een doorn in het oog zijn. Ik heb het niet binnen de een op de andere dag gekeerd, maar ik vind wel dat we daar alles op moeten inzetten. Tot slot verbaast het mij niet: segregatie. Dat is iets waarvoor u terecht al heel veel jaren aandacht vraagt. Dat is natuurlijk ook een veelkoppig monster. Ik moet ook zeggen, ik vind het af en toe een dilemma. We zien dat sommige scholen waarop veel kinderen zitten met achterstanden echt heel veel extra nodig hebben. Dat willen we ook bieden, bijvoorbeeld op het gebied van taal, maar dan zijn ze tegelijkertijd niet meer aantrekkelijk voor andere ouders. Moet je dat die kinderen dan ontnemen? Nee, ze hebben dat nodig. Dus soms staan onze doelen gewoon haaks op elkaar als ik daar heel eerlijk over ben. Ik ben daarin ook zoekende. En tegelijkertijd vind ik het wel belangrijk dat we het altijd op de agenda houden. Ik wil uw motie eigenlijk wel positief preadviseren omdat u mij daarin de ruimte geeft om zelf te kijken hoe we dat zo goed mogelijk kunnen doen. U heeft gelezen dat we met die piekaanpak aan de slag gaan. Dat heeft er zeker 13 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen mee te maken. In een gebied als Noord zijn er op dit moment plannen in ontwikkeling om met een aantal scholen te gaan verbreden of te gaan verplaatsen. Dat zou een mogelijkheid kunnen geven. Dus als u mij de ruimte biedt om te kijken hoe we dat zo goed mogelijk kunnen doen waarbij we die segregatie op de agenda houden, dan wil ik daar positief over zijn. (De heer FLENTGE: Dank voor het positieve preadvies, want het was inderdaad exact mijn bedoeling om u de ruimte te geven om met de mensen die betrokken zijn, te zoeken naar slimme, innovatieve manieren. We hebben heel veel kennis in Amsterdam, maar we kunnen ook heel veel nieuwe kennis toevoegen. Inderdaad alle ruimte. Ik wil het hier niet vanuit de politiek vastleggen, maar vanuit de scholen, vanuit u en alle mensen die daar verstand van hebben om daar samen plannen op te ontwikkelen.) Prima. Dan gaan we daarmee aan de slag. Mijnheer Blom, u raakt een heel essentieel punt, namelijk de kennisdeling. Die is echt heel cruciaal. We kunnen heel mooie dingen doen, maar als die verder niet bekend worden of als andere scholen daarvan geen kennisnemen, dan sterft het een stille dood. Dat is eigenlijk de basis van het beleid. De transparantie van wat het dan oplevert. En dan niet zo zeer om op te leggen dat alles maar bureaucratisch moet worden bijgehouden, maar juist om van elkaar te leren. Dat is echt heel cruciaal. Houd u mij daar alstublieft scherp op. Dat is ook precies waarnaar de heer Boomsma vroeg. Doen we dit nu samen met de scholen of hebben we dit nu van bovenaf opgelegd? Nee, natuurlijk niet. Dit is onze visie, de visie van het college, maar die hebben we natuurlijk besproken met zowel het BBO als het OSVO omdat ik er niet in geloof dat scholen het gaan doen als het niet intrinsiek wordt gevoeld, als scholen het niet zelf willen doen. Ze moeten daar zelf in willen meewerken en ze moeten daarin zelf transparant zijn en de kennis met elkaar willen delen. Dat is bijvoorbeeld ook de basis van die piekaanpak. We gaan alleen maar met die scholen werken waar we zien dat er sterk leiderschap is en waar de bereidheid is heel open en transparant te zijn. De heer Yilmaz tot slot. De onderadvisering, daarop kom ik terug in de burgerschapsbrief. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat we in de opleiding van leraren daarvoor veel meer aandacht moeten krijgen. Ik weet ook dat een aantal grote schoolbesturen hiermee op dit moment bezig is en daarnaar onderzoek doet en ook bereid is dat openbaar te maken. Dus daarover krijgt u binnenkort meer informatie. De bevoegdheidseis voor burgerschap, daarvoor ligt op dit moment bij de Raad van State de nieuwe wet over burgerschapsonderwijs. Dit zou daarvan heel goed onderdeel kunnen vormen. Dus ik ben wel bereid dat te bekijken en dan het signaal vanuit de gemeenteraad Amsterdam te geven dat de vraag is gesteld voor een betere bevoegdheidseis voor burgerschap. Volgens mij heb ik alle vragen hiermee beantwoord. De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een tweede termijn. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik zou de wethouder willen bedanken voor de reactie. De Partij voor de Dieren is blij dat de moties voor extra schooltuinen in de buurt van scholen en voor gezonde schoolkantines een positief preadvies krijgen. Ik zal het amendement intrekken omdat het op dit moment volgens de wethouder niet wenselijk is dat in deze brief op te nemen. Wij kijken uit naar de uitwerking van de moties. Daarnaast 14 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen zou ik graag een accentmotie willen indienen waarbij mevrouw Simons als medeondertekenaar wordt toegevoegd. Het amendement-Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 300) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Bloemberg-Issa en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 296) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Bloemberg-Issa en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 297) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 86° Motie van de leden Motie van de leden Bloemberg-lssa, Ceder en Simons inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Extra schooltuinen in de buurt van scholen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 298) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de mogelijkheden te onderzoeken om extra schooltuinen dicht bij scholen te realiseren om zo belemmeringen voor schooltuinwerk weg te nemen; - deze extra schooltuinen niet ten koste laten gaan van bestaande natuur; -__ hierbij de voortgang van natuur- en milieueducatie over terug te koppelen aan de raad. 87° Motie van de leden Bloemberg-lssa, Ceder en Simons inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gezonde schoolkantines) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 299) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ mogelijkheden te onderzoeken voor een regeling die als doel heeft scholen te ondersteunen bij de realisatie van gezonde kantines met duurzame, diervriendelijke en gezonde voeding; -__hierover voor de Voorjaarsnota 2019 te rapporteren aan de gemeenteraad. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Rooderkerk. Mevrouw ROODERKERK: Ik zou graag heel even willen schorsen om van mijn amendement een motie te maken. De VOORZITTER schorst de vergadering voor twee minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Rooderkerk. Mevrouw ROODERKERK: Op basis van wat er net is gezegd, zou ik graag mijn amendement willen intrekken en daarvoor in de plaats een motie indienen mede namens GroenLinks en de SP. 15 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen Het amendement-Rooderkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 301) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 88° Motie van de leden Rooderkerk, De Fockert, Blom en Flentge inzake de Onderwijsvisie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 303) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__bij de uitwerking an de Onderwijsvisie samen met scholen een aanpak te realiseren voor digitale geletterdheid De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman voor een preadvies op de motie. Wethouder MOORMAN: Tegen deze motie heb ik geen enkel bezwaar; ik ben er zelfs heel positief over omdat wij daarmee heel graag aan de slag willen en u er gewoon gelijk in heeft dat dit de kansenongelijkheid daarmee enorm kan bevorderen op het moment dat je daar niet tegen strijdt. Dus een positief preadvies. De VOORZITTER: Dan moeten we heel even wachten op de motie. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. Het woord is aan de heer Boomsma voor een stemverklaring. De heer BOOMSMA (stemverklaring): Ik had aangegeven dat ik liever van zo’n soort brief kennis zou nemen dan dat ik ermee instem. Met de kanttekening die ik heb gemaakt, zal ik nu toch, omdat ik vind dat er heel veel goede dingen in staan, wel instemmen. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 248). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 248) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 248) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa, Ceder en Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 298). 16 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen De motie-Bloemberg-lssa, Ceder en Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 298) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa, Ceder en Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 298) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie en de VVD tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa, Ceder en Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 299). De motie-Bloemberg-lssa, Ceder en Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 299) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa, Ceder en Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 299) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 302). De motie-Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 302} wordt bij zitten en opstaan opgenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 302) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie, de VVD en het CDA tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Rooderkerk, De Fockert, Blom en Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 303). De motie-Rooderkerk, De Fockert, Blom en Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 303) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Rooderkerk, De Fockert, Blom en Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 303) met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 248 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 23 Kennisnemen van de brief over de afhandeling van diverse moties van 2018 over het Evenementenbeleid, bodemonderzoek parken, bodemonderzoek evenementen en kennisnemen van het rapport Beïnvloeden evenementen de biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 250) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bakker. Mevrouw A.L. BAKKER: De Partij voor de Dieren is niet blij met het evenementenbeleid. De parken worden momenteel gezien als een decor voor de commercie met allerlei festivals en nu zit de gemeente met zorgen over bodemschade, 17 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen zorg over biodiversiteit en zorgen over overlast voor omwonenden. Voor ons ligt nu de uitvoering van allerlei moties die vorig jaar zijn aangenomen en ik zou graag op vier punten nog iets willen vragen en voorstellen. Allereerst de schade aan de parken. Het effect van festivals op parken wordt nu onderzocht, maar de rekening hiervoor is bij de Amsterdammer neergelegd: bijna 0,5 miljoen euro. Wij willen dat deze onderzoekskosten worden betaald door de festivalorganisatoren en ik dien daartoe dan ook een motie in. Dan over de aangekondigde rustperiode tussen twee festivals. Wij waren blij met deze mededeling die een poosje terug naar de raad werd gestuurd. In de stukken die voorliggen, wordt de mogelijkheid toch opengehouden om hiervan af te wijken. We hebben het er in de commissie ook al over gehad en we hebben er wat vragen over gesteld. Wij willen dat er onvoorwaardelijk wordt vastgehouden aan die beloofde zes weken rust tussen twee festivals in in een park. Niet alleen voor het park zelf, maar ook voor de bewoners in de omgeving lijkt het ons altijd van belang om te worden ontzien van de drukte. Dus hiervoor dienen wij ook graag een motie in. Dan het derde punt. Dat gaat over de quickscans flora en fauna die volgens het beleid in een park altijd tijdig moeten worden uitgevoerd. Ik heb hiervoor in de commissie aandacht gevraagd, maar de spreektijd beperkte mij. Het moet bij voorkeur twee maanden voorafgaand aan een evenement plaatsvinden. We zijn nu meer dan een maand verder sinds de vorige commissievergadering. Ik zou graag van de wethouder willen weten of er al quickscans beschikbaar zijn voor de eerstvolgende evenementen. We naderen immers het evenementenseizoen. En ik zou graag willen weten of het bij alle evenementen vorig jaar wel is gebeurd en of we die allemaal toegestuurd mogen krijgen. Dan kunnen we ze er namelijk bij betrekken als we het straks hebben over de evaluatie van het evenementenbeleid. En dan tot slot. Er valt wat ons betreft een hele hoop te evalueren over het evenementenbeleid en ik wil het college dus vragen wanneer die evaluatie precies onze richting op komt. Hetzelfde geldt voor de aangekondigde visie over wat voor soort evenementen het college nu wel of niet in de stad voor ogen heeft. De burgemeester heeft hierover in september 2018 toegezegd dat we de evaluatie versneld zouden krijgen in 2019. Het kan wat ons betreft niet snel genoeg, want we moeten onze parken ontlasten en beschermen. (De heer ERNSTING: Heb ik het nu goed begrepen dat de Partij voor de Dieren de dekking weg wil halen onder het monitoren van de bodemgesteldheid van parken?) Ik heb net gezegd dat ik graag wil dat de kosten bij de festivalorganisatoren worden gelegd. Het kan mij eigenlijk bar weinig schelen hoe dat allemaal precies wordt verwerkt. Ik vraag in mijn motie dat te regelen. Hoe dat technisch in elkaar zit, vind ik niet interessant als de rekening maar wordt gelegd bij de mensen die de belasting van de parken hebben veroorzaakt. (De heer ERNSTING: Juist de coalitie heeft geld vrijgemaakt om die bodemgesteldheid van parken te monitoren en er beter voor te zorgen dan voorheen gebeurde. Daarvoor hebben we geld vrijgemaakt. Dat klopt. Ik dacht dat de Partij voor de Dieren daarmee heel blij was. Nu zegt u: nee, dat geld moeten we vooral niet gaan uitgeven; we moeten vooral niet gaan monitoren, maar we moeten de rekening dan maar sturen naar festivalmonitoren die ook geen festivals mogen organiseren. Heb ik het zo goed begrepen?) Nou, dat zou een ideale wereld zijn voor ons als er geen festivals in de parken worden georganiseerd. Dat heeft u zeker goed begrepen. Wij hebben de wethouder in de 18 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen commissie gehoord. Het heeft allemaal zo lang geduurd omdat er juist geen financiering kon worden gevonden. Dus het was zeker niet zo dat het helemaal vastgetimmerd en afgesproken was hoe deze onderzoeken gefinancierd zouden worden. Uiteindelijk is ervoor gekozen het via deze pot te doen. Ik zie geen directe een-op-eenrelatie met de inkomsten die we van de festivalorganisatoren krijgen en hoe die nu worden uitgegeven aan de onderzoeken en daar vraag ik naar. (De heer ERNSTING: Dan kan ik alleen maar concluderen dat de Partij voor de Dieren wel graag voor de bodem in de parken wil zorgen, maar er eigenlijk geen cent voor uit wil geven. Heb ik dat dan goed?) Als we de parken niet belasten met al die heftige festivals, dan hebben we dit probleem niet. Dat had GroenLinks misschien kunnen voorkomen. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 89° Motie van het lid A.L. Bakker inzake de discussie over de afhandeling van diverse moties van 2018 over het Evenementenbeleid, bodemonderzoek parken en bodemonderzoek evenementen (festivaltax voor onderzoekskosten parken) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 307) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de onderzoekskosten die voortvloeien uit het gebruik van parken voor evenementen zo snel mogelijk neer te leggen bij de festivalorganisatoren; -__ hierover te rapporteren bij de evaluatie van het evenementenbeleid. 90° Motie van het lid A.L. Bakker inzake de discussie over de afhandeling van diverse moties van 2018 over het Evenementenbeleid, bodemonderzoek parken, bodemonderzoek evenementen en het rapport Beïnvloeden evenementen de biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken (Onvoorwaardelijk vasthouden aan de rustperiode) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 308) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ onvoorwaardelijk vast te houden aan de aangekondigde rustperiode van zes weken tussen twee festivals in een park. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Rooderkerk. Mevrouw ROODERKERK: D66 steunt het dat er onderzoek wordt gedaan naar de parken om te zien of er bijvoorbeeld extra maatregelen nodig zijn om de parken te beschermen tegen evenementen. Dat draagt namelijk bij aan feitelijke kennis op basis waarvan wij onze besluiten kunnen nemen. Het is wel erg voortvarend dat ondanks dat eerder onderzoek niet heeft aangetoond dat dit nodig is, vanaf komend jaar een nieuw beleid wordt gevoerd, namelijk dat er zes weken rust gaat gelden tussen festivals. D66 is dan ook blij met de toezegging van de wethouder in de commissie om een overzicht van de aangevraagde evenementen toe te sturen en uiterlijk het derde kwartaal een nadere uitwerking te laten volgen van wat voor impact dit gaat hebben. Dat is voor ons nog helemaal niet goed in te schatten. Voor welke evenementen gaat dit gelden, welke parken? Wat zijn nu vitale bodems waarover wordt gesproken in de motie? Ik verzoek de wethouder dan ook bij de nadere uitwerking ook de impact op de evenementenkalender 19 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen aan te geven, dus niet alleen welk type evenement, groot of klein, maar ook wat dit betekent voor de voortgang en de planning van de evenementen die voor 2019 al op de agenda staan zodat organisatoren hiermee tijdig rekening kunnen houden en indien nodig aanpassingen kunnen doen voor onze parken. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder IVENS: Eerst maar even de vragen want de moties heb ik nog niet voor mijn neus. Als het gaat om de vragen, mevrouw Rooderkerk, dan snap ik uw vraag wat het betekent voor de evenementenkalender. Die vraag deel ik natuurlijk want we willen allemaal graag weten wat het betekent voor de evenementenkalender. Ik zeg er wel bij dat wij uiteindelijk de kaders stellen en de evenementen moeten zich er enigszins aan aanpassen wanneer ze dan komen. Dus er zal een kruisbestuiving komen tussen de evenementenkalender en de kaders die wij stellen. Ik zeg niet dat wij gaan kijken dat het evenement per se het tweede weekend van juni moet zijn omdat het altijd het tweede weekend van juni is. Nee, dat hoeft natuurlijk niet. We kunnen ook het gesprek aangaan. Het is natuurlijk het idee dat wij aangeven wat het voor de stad betekent en wat het betekent voor de evenementen. Dus de relatie met de evenementenkalender zie ik net als u bij die nadere uitwerking. Als we het hebben over de quickscans, dan heb ik die niet en dat is heel logisch want we hebben de taak en de bevoegdheid voor die quickscans voor de bodemkwaliteit bij de stadsdelen gelegd. Ik vind het een beetje onlogisch als ik u nu ga zeggen dat ik die quickscans ga verzorgen. Dat ligt bij de stadsdelen en dat hebben we zo voorheen afgesproken bij de verdeling van de taken en bevoegdheden en dat zou ik zo willen laten. Zij zitten immers veel dichter op de praktijk. Ik ben een keertje mee geweest met zo’n evaluatie na een quickscan. Het was heel bijzonder om mee te maken, maar als je dat voor alle festivals moet doen, wordt dat voor mijn werk wel heel erg pittig. Dus ik ben vooral blij dat de stadsdelen daar wat dichter op kunnen zitten. (Mevrouw A.L. BAKKER: Stelt u voor dat wij het zelf bij de stadsdelen vragen als we die informatie graag tot onze beschikking zouden willen nemen?) U kunt dat zelf vragen. Dat mag volgens mij iedereen vragen bij de stadsdelen. U stelt hier een vraag en dat suggereert een beetje alsof u zegt: de taakbevoegdheid die hier ligt, wordt nu bij de wethouder neergelegd. Daarom zeg ik even dat u mij een andere opdracht heeft meegegeven, want u heeft die bevoegdheid voor die quickscan voor de bodemkwaliteit en uiteindelijk ook voor de vergunningverlening bij de stadsdelen neergelegd. Het is dus een beetje gek om mij nu in de positie te zetten dat ik iets moet verzorgen terwijl ik niet in die positie ben gebracht. (Mevrouw A.L. BAKKER: Dank voor deze terugkoppeling. Dat was absoluut mijn bedoeling niet. Het lijkt mij handig de quickscans te kunnen betrekken bij de evaluatie van het evenementenbeleid. In die zin zou ik ze graag willen ontvangen — hoe dan ook. Als de wethouder dit te veel moeite vindt, dan kan ik dat zelf ook regelen. Dan laat ik dat door de griffie doen. Maar ik dacht dat u dat misschien allemaal bij elkaar kon verzorgen.) Ik kan dus nergens voor zorgen. Als u zegt: ‘wilt u het verzoek aan de stadsdelen doen dat deze informatiebehoefte bij u bestaat®’, dan laat ik met alle liefde aan de zeven stadsdelen weten dat deze informatiebehoefte er is en dan zien we wel hoe zij u bedienen. Of die quickscans en die bodemkwaliteit uiteindelijk bij de evaluatie betrokken worden? Ja, natuurlijk. Ik zal dat wel in wat grotere lijnen doen in plaats van elke 20 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen quickscan apart. Maar natuurlijk, daarom gaat het mij uiteindelijk in de evaluatie: wat betekent het voor onze mooie parken die soms wel heel zwaar worden belast door evenementen? De evaluatie, daarop moet ik een beetje gebrekkig antwoord geven, zeg ik even. Die evaluatie valt in eerste instantie onder de burgemeester. Ik heb begrepen dat zij heeft toegezegd dat die evaluatie na de zomer komt. De enige informatie die ik heb, is dat die evaluatie na de zomer komt. Meer heb ik niet als het gaat om de precieze tijdsplanning. Dan heb ik twee moties liggen. Voor motie nr. 307 geldt, en de heer Ernsting gaf het eigenlijk ook al aan, dat ik erg blij ben dat we die kosten nu hebben gedekt en dat we geld hebben gevonden om die bodemonderzoeken te doen. We zijn ook al begonnen. Het is al uitgezet. Dus om nu dat geld te laten vervallen en het weer op een andere manier te gaan zoeken, daar ben ik niet zo’n voorstander van. Eigenlijk vraagt deze motie het onderzoek in 2019 in ieder geval nog niet te doen, want dat zou volgens mij de facto betekenen — en ik weet helemaal niet of dat nog kan, want ik heb het onderzoek al uitgezet dus we zijn al begonnen met de onderzoeken. Ik moet die motie nr. 307 dus negatief preadviseren. Over motie nr. 308 hebben we het in de commissie al gehad. Ik snap uw standpunt helemaal, mevrouw Bakker. U heeft in de commissie heel duidelijk aangegeven dat u altijd perse die zeswekenperiode wilt. Ik heb daar net met mevrouw Rooderkerk ook een debatje over gehad en ik heb aangegeven dat we gaan kijken wat het betekent en of het soms niet slimmer is om juist twee evenementen kort op elkaar te hebben en dan een langere rustperiode. En een evenement dat kan ook een markt zijn of een hardloopwedstrijd door het park. Het gaat ons natuurlijk om de onevenredige belasting van de grond. Daar gaat het om. Daarmee houdt u in deze motie geen rekening. Ik snap het vanuit uw perspectief, maar ik zal die motie dus toch negatief moeten preadviseren. Het gaat mij er immers om kwalitatief goede parken te behouden. (De heer ERNSTING: Ik kan me herinneren dat het college ook nog bezig was met een onderzoek naar het beprijzen van commercieel gebruik van de openbare ruimte in een veel breder perspectief. Kunt u ons daarover nog iets vertellen, bijvoorbeeld wat de planning is en de stand van zaken?) Dat zijn wij ook aan het bekijken. Het betekent dat er verschillende smaken voorliggen die we nu aan het onderzoeken zijn. Daar is lang niet alles even kansrijk om dat daadwerkelijk te laten plaatsvinden. Een van de dingen is natuurlijk ook kijken of je evenementen in parken kunt belasten. Dat is nog niet af, dat onderzoek, maar zodra het er is, komt dat natuurlijk uw kant op. (Mevrouw A.L. BAKKER: Ik vind het toch apart dat de wethouder die motie over het neerleggen van de kosten bij de festivalorganisatoren negatief preadviseert. De wethouder heeft het over het onevenredig belasten van parken en dat we dat moeten voorkomen, maar het enige wat ik hier zie, is dat de wethouder de Amsterdammer hier onevenredig belast door én de kosten bij de Amsterdammer neer te leggen én de parken af te sluiten waardoor ze er niet meer in kunnen. Dus ik begrijp totaal niet waarom u niet voor de toekomst toch die kosten bij de festivalorganisatoren wilt neerleggen. Kunt u dat nog eens verhelderen?) Nou, over de kosten kunnen we lang praten. De Amsterdammers betalen, de bezoekers betalen. Er zijn allerlei verschillende inkomstenstromen. Zoals u weet, wordt het gemeentefonds door alle Nederlanders betaald. Dus Amsterdam heeft diverse inkomstenstromen. Als het gaat om of de openbare ruimte wel of niet belast moet worden, daarover had ik net een kort debatje met de heer Ernsting. Dat is er eentje die we onderzoeken. Maar ik neem een beetje aanstoot aan dat andere, ‘én de parken worden 21 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen afgesloten’. Ik weet niet of u het voorstel daadwerkelijk heeft gelezen, maar hier staat iets in over dat wij juist Amsterdammers wat meer zekerheden willen bieden dat hun parken uiteindelijk niet worden verpest door evenementen. Dat willen we juist bewaken. U zegt dat ik de parken wil afsluiten, maar volgens mij moet u de brief eerst even heel goed lezen. Volgens mij staat er juist iets anders. Wij willen voorkomen dat er maar één soort bezoeker is die die parken gebruikt. Wij willen er juist voor zorgen dat die parken ook door die Amsterdammers gebruikt gaan worden. We zetten juist in op dat zo goed mogelijk benutten. Ik hoop dat de meeste Amsterdammers echt zien dat het college hun zorg serieus neemt en daadwerkelijk gaat voor de kwaliteit van de parken. (Mevrouw DE HEER: Ik heb nog een vraag over uw reactie op motie nr. 308. Ik kan me voorstellen dat u het te ver vindt gaan om onvoorwaardelijk vast te houden aan die aangekondigde rustperiode van zes weken. U linkt het met dat bodemonderzoek. Ik kan me ook voorstellen dat mensen het wel fijn vinden als er een wat langere periode tussen zit. Ik wil u vragen of het klopt dat het niet alleen om bodemonderzoek gaat, maar ook over overlast.) Nu praat u met de wethouder Groen en niet met de wethouder Festivals. Even voor alle duidelijkheid: de motie is ingediend en daarom heb ik die opgepakt. Die motie is ingediend om de schade aan de bodem in de parken te voorkomen. In het dictum van de motie die ik uitvoer, gaat het om de belasting van de bodem. En daarop zeg ik: die rustperiode van zes weken. Wilt u de motie inzetten om overlast tegen te gaan, dan is dat prima. Dat kunnen we allemaal betrekken bij de evaluatie, maar ik sta hier aan de lat om ervoor te zorgen dat onze parken van kwalitatief goed niveau blijven en dat we ervoor zorgen dat niet alleen maar festivalgangers daarvan gebruikmaken. (Mevrouw A.L. BAKKER: Op wat voor manier verwacht de wethouder dat toch uit onderzoek van de bodem naar voren kan komen dat een rustperiode minder goed is voor de parken?) De vraag zit hem erin wat je verstaat onder een festival. U heeft net die hele lijst gezien die we hebben gestuurd. Gaat het om dat hardloopevenement dat door het park gaat en dat niet tot een onevenredige belasting leidt? Zijn er smaken denkbaar waarop je zegt: ik doe twee evenementen juist in hetzelfde weekend en daarna een wat langere rustperiode, wat slimmer is dan dat je een evenement hebt, zes weken rust en dan weer een evenement? Het idee is dat we nu eens de deskundigen aan het woord laten en daarom onderzoek doen om te kijken wat het nu echt voor de bodem betekent. Laten we dat nu vol enthousiasme en met volle kracht in gang zetten. Dat is wat het college nu heeft uitgezet om die onderzoeken te laten doen. (De heer BOUTKAN: Ik had ook nog even een vraag voor alle duidelijkheid. We hebben ook een discussie gehad over de leges en over de kostendekkendheid onder andere van de evenementenvergunningen. Wij zien dat de kostendekkendheid in de begroting van 2019 is gestegen, maar nog lang niet op de 100% zit. Het klopt wel dat het college gaat werken aan een grotere kostendekkendheid dus ook van de evementenvergunningen. Dat klopt toch?) U wilt mij nu een uitspraak ontlokken vooruitlopend op de voorjaarsnota die nog uw kant op komt. Het klopt dat wij in het coalitieakkoord hebben beschreven dat we de kostendekkendheid van de leges verder willen verbeteren en het is dus ook logisch dat we ook naar deze leges aan het kijken zijn. Het voorstel daarvan dat uiteindelijk zal worden gedaan, dat moet allemaal nog uw kant op komen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bakker voor een tweede termijn. 22 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen Mevrouw A.L. BAKKER: Ik ben erg teleurgesteld dat we pas na weer een zomer het evenementenbeleid gaan evalueren. Wij hadden dat veel eerder voor ons gezien. We verwachten ook een visie van het college over wat voor evenementen wel en niet wenselijk zijn in de stad. Ik hoor nu de wethouder ook zeggen dat hij er zelf mee worstelt en dat hij de experts aan het woord wil laten. Ik denk dat het een politieke keuze is wat voor soort evenementen we willen. Daar kunnen we niet vroeg genoeg mee komen, dus om nu weer een heel festivalseizoen te wachten alvorens te evalueren, dat stelt ons heel erg teleur. Wij zijn verbijsterd dat zelfs een SP-wethouder hier zegt dat hij het niet met ons eens is om de kosten van de belasters van de parken op de bedrijven te verhalen, maar dat hij de hardwerkende belastingbetaler hiervoor laat opdraaien. (De heer BOUTKAN: U maakt er nu toch wel een beetje een spelletje van. Wij hebben de duidelijke afspraak gemaakt als het gaat om de leges van de evenementenvergunning dat die omhooggaan. U heeft ook gezien in de begroting van 2019 dat die ook daadwerkelijk omhoog is gegaan. Wat ons betreft gaat die nog verder omhoog. Voorts komt er nog een voorstel aan over de beprijzing van de openbare ruimte. Dat vind ik ook heel erg belangrijk. Dus u kunt niet volhouden dat we alleen maar bezig zijn met het belasten van de gewone Amsterdammer voor de evenementen. Dat kunt u gewoon niet volhouden.) Dat bestrijd ik. Ik vind wel dat ik dat kan volhouden. Die leges zijn veel te laag zegt u hier ook terecht. En we moeten onze parken echt beter beschermen. (De heer BOUTKAN: Dan zou ik wel graag een echt voorstel willen zien om samen te werken aan het verhogen van die kostendekkendheid. Zo’n voorstel heb ik nog niet gezien. Wij werken daar inmiddels vrij hard aan om dat voor elkaar te krijgen.) Dan kunt u onze motie steunen, want die roept op het kostendekkend te maken zodat inzichtelijk is dat de organisatoren ervoor gaan opdraaien. (De heer BOUTKAN: Ik heb de tekst van de motie gezien. Het lijkt me op dit moment geen realistische motie. U weet tegelijkertijd ook dat er een evaluatie aankomt van het evenementenbeleid en u doet nu net alsof het evenementenbeleid zo maar uit de lucht is komen vallen terwijl daaraan onder het vorige college een aantal jaren is gewerkt — ook met heel veel experts en met heel veel inspraak van zowel mensen die festivals aanbidden en mensen die festivals haten. U bent daar zelf bij betrokken geweest. We hebben samen moties ingediend en ik vind ook dat u wat dat betreft te kort door de bocht gaat als u zegt dat we dat evenementenbeleid niet goed vormgegeven zouden hebben.) Om hier nog maar even op te reageren: ik denk dat de woorden van de heer Boutkan voor zich spreken dat ook de PvdA het allemaal maar prima vindt wat we met de parken doen en dat de kosten hiervoor bij de Amsterdammer terechtkomen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens. Wethouder IVENS: Het college kiest ervoor om de bodemkwaliteit van de parken centraal te stellen in plaats van heel veel papier te produceren. De discussie wordt gesloten. 23 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. Het woord is aan de heer Ernsting voor een stemverklaring. De heer ERNSTING (stemverklaring): GroenLinks is heel tevreden met de wijze waarop het college de moties na lange discussies een jaar geleden aan het uitvoeren is. We komen er nog uitgebreid over te spreken in de toekomst bij zowel de evaluatie van de locatieprofielen als het evenementenbeleid. We vinden eigenlijk dat de Partij voor de Dieren een beetje een schetsvertoning maakt van het grote belang dat er is voor onze parken en we zullen daarom tegen de moties stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer voor een stemverklaring. Mevrouw DE HEER (stemverklaring): Ik kan me heel simpel aansluiten bij de woorden van de heer Ernsting. Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 307). De motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 307} wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 307) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de Dieren, Forum voor Democratie, de ChristenUnie en het lid Kilig voor. Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 308). De motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 308) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 308) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de Dieren, Forum voor Democratie, het lid Simons, het lid Kilig en het lid Ceder voor. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 250 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 24 Vaststellen van het programmaplan Huisvesting Kwetsbare groepen 2019-2022 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 251) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer CEDER: Ik houd het kort. Gisteren heeft oud-wethouder en raadslid Van der Burg gezegd vooral te kijken naar hen die net worden gehoord. Het gaat hier niet om cijfers, maar om mensen. Naar aanleiding van het programma Huisvesting hebben wij onderzoek gedaan naar hoe het gaat met sekswerkers die willen uittreden en volgens het regioplanrapport Belemmerende factoren voor een duurzame uitstap, de insprekers de 24 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen afgelopen week bij de commissie Wonen en Bouwen en verschillende sekswerkers die wij hebben gesproken, blijkt dat er een noodzaak is voor een tussenvoorziening, een tijdelijke plek voor vrouwen die willen uitstappen. Ik heb om die reden een motie waarin ik vraag onderzoek te doen naar de noodzaak en hoe wij dit kunnen regelen in samenspraak met het Rijk. Ik denk namelijk dat iedereen die zich in Amsterdam bevindt en vrij wil zijn, daadwerkelijk vrij moet kunnen zijn. Daarom heb ik een motie en die is ondertekend door de voltallige oppositie. Ik hoop ook op steun van de wethouder. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 91° Motie van de leden Ceder, Boomsma, Kreuger, Naoum Néhmé, Simons en A.L. Bakker inzake een tussenvoorziening voor uittredende sekswerkers met tijdelijke opvang en huisvesting (Gemeenteblad afd. 1, nr. 309) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken op welke manier een tussenvoorziening met tijdelijke opvang en huisvesting gerealiseerd kan worden voor uittredende sekswerkers die aangeven in een kwetsbare positie te verkeren; - de resultaten van dit onderzoek voor de begrotingsbehandeling van de Begroting 2020 terug te koppelen aan de raad. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons. Mevrouw SIMONS: Het huisvestingsplan voor mensen in een kwetsbare positie geeft een heel goed beeld van wat er de afgelopen jaren al is gedaan, maar het laat vanzelfsprekend ook nog zien dat we er nog lang niet zijn wat betreft inclusieve huisvesting in onze stad. BIJ1 pleit net als eerder voor het stoppen van de verkoop van sociale woningen. De woningmarkt wordt steeds ontoegankelijker voor mensen die onze stad juist zo hard nodig heeft. Denk daarbij aan politieagenten, docenten, ambulancepersoneel en personeel van het GVB. Met het blijven verkopen van sociale woningen gaan we simpelweg door met de uitverkoop van onze stad en dat maakt deze stad ontoegankelijk voor mensen die in de maatschappelijke opvang zitten, ouderen, mensen met een beperking, jongeren en statushouders. In het plan wordt gesproken over kwetsbare buurten, maar volgens ons zijn buurten de afgelopen jaren kwetsbaar gemaakt doordat sociale huurwoningen zijn verkocht, voorzieningen zijn verdwenen en mensen in armoede zijn beland. Eenzaamheid is daarbij een groot probleem geworden in onze stad. Ook wordt een buurt niet plots kwetsbaar op het moment dat iemand uit de maatschappelijke opvang terugkomt in de maatschappij. We weten immers dat mensen tegenwoordig heel snel dak- en thuisloos kunnen worden. Een schrijnend voorbeeld hebben we hier maandenlang voor de deur kunnen zien toen de heer Imamdi in zijn tentje bivakkeerde. Wanneer we deze mensen niet in die zogenaamde kwetsbare buurten willen plaatsen, zullen we dus moeten bouwen in wijken waar op dit moment weinig sociale woningen zijn. Is de wethouder het met mij eens dat we deze groep mensen niet alleen in de bestaande sociale sector moeten herplaatsen, maar juist ook meer ruimte moeten maken in nieuwbouw? En is de wethouder het met mij eens dat niet deze doelgroep de wijk kwetsbaar maakt, maar dat een gebrek aan sociale voorzieningen en toegang daartoe bijdragen aan kwetsbaarheid van buurten en mensen? De vraag naar rolstoelwoningen in onze stad is heel groot en BIJ1 vraagt zich af welke instrumenten de 25 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen wethouder naast subsidies aan marktpartijen ter beschikking heeft om ondanks het gebrek aan enthousiasme en daadkracht bij woningcorporaties toch tot bouw van deze woningen te komen en daarbij alle woningcorporaties, dus ook Ymere en De Key bijvoorbeeld, hierin mee te nemen. En dan tot slot. De preventieve maatregelen komen pas eind van dit jaar en de realisatie van de nieuwe plannen komt pas in 2020 tot bloei. Het lijkt een rare vraag, maar kan dit niet eerder? En zo niet, waar hangt dat dan van af? De VOORZITTER: Ik wel overigens nog even opmerken dat de motie die de heer Ceder net indiende namens ook een aantal andere raadsleden ook was ondertekend door de heer Taimounti en mevrouw Van Soest, maar die zijn nu niet aanwezig en dus moeten we die helaas schrappen als mede-indieners en dat is bij dezen ook gebeurd overigens. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Jong. Mevrouw DE JONG: GroenLinks is erg tevreden met dit programmaplan Huisvesting voor kwetsbare doelgroepen. Het gaat steeds beter met het huisvesten van kwetsbare doelgroepen. Wij zijn dus gewoon heel erg tevreden met dit plan, maar ik wil twee dingen niet onbenoemd laten. Ten eerste dat het heel erg belangrijk is dat we in de nieuwe samenwerkingsafspraken met woningcorporaties weer afspraken maken dat 30% van de verhuringen naar deze doelgroepen gaat en ten tweede wil ik de wethouder bedanken voor de toezegging om nog eens goed te kijken naar de groep licht verstandelijk beperkten in deze stad. Die waren niet opgenomen in het programmaplan maar die gaan wel gewoon een plek krijgen en dat is een groep die we absoluut niet mogen vergeten hier als gemeenteraad. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hammelburg. De heer HAMMELBURG: D66 is enorm tevreden met dit plan zoals het er nu ligt. Ik heb in de commissie ook aangegeven dat waar we een paar jaar geleden echt te maken hadden met grote tekorten in het aanbod van maatschappelijke opvang en beschermd wonen, we die nu flink hebben ingehaald. Ik wil er ook echt een compliment over uitdelen. Ik sluit me aan bij GroenLinks als het gaat om het opnemen van LVB. Ik begreep van de wethouder dat deze groep wel degelijk onder maatschappelijke opvang valt. Tegelijkertijd denk ik dat het goed is om die in de toekomst in de stukken goed te benoemen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge. De heer FLENTGE: Die exact dezelfde opmerking wil maken als de heer Hammelburg net. We lopen enorm in. We zijn enorme stappen vooruit aan het maken en dat is een heel goede en positieve ontwikkeling. Ik zie met heel veel raadsleden, heel veel Amsterdammers en ook de wethouder dat er ook nog heel veel moet gebeuren omdat het onvoldoende is voor heel veel groepen. Ik noem maar even de rolstoelwoningen. Er is nog heel veel nodig om al die groepen die het hartstikke hard nodig hebben een plekje te geven in Amsterdam. Kortom, wij wachten met smart de uitvoering af. En inderdaad, die verkoop van sociale huurwoningen zo snel mogelijk stoppen en aan het einde van het jaar met de corporaties daarover in gesprek en daarover tot een goed resultaat komen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. 26 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen De heer BOOMSMA: Ook wij zijn bijzonder tevreden dat we allerlei achterstanden aan het inlopen zijn en dat er nu weer wordt gewerkt aan de plekken waar dat nog niet het geval is, namelijk die rolstoelwoningen. En met name ook grotere rolstoelwoningen. Een zorg die wij echt wel hebben, is deze. We denken allemaal verschillend over sekswerk en de toekomst daarvan in deze stad, maar we zijn het wel allemaal eens over het feite dat er geen belemmeringen moeten zijn of zo min mogelijk voor vrouwen of mannen die uit dit werk willen stappen. Die zijn er nu wel. Daarom ben ik heel blij met de motie van de heer Ceder die wij mede namens hem indienen om te zoeken naar een tussenoplossing voor mensen die hier tegenaan lopen. Het gaat juist vaak om mensen in een heel kwetsbare positie die misschien nog geen aangifte hebben gedaan van mensenhandel juist omdat ze in die hele kwetsbare positie verkeren, maar die wel bijvoorbeeld een grote schuldproblematiek hebben waardoor ze toch in die omstandigheden gedwongen lijken of denken dat ze gedwongen zijn door te gaan met dat werk terwijl ze er eigenlijk uit willen. Ik vind dat we echt moeten zoeken naar een manier om deze mensen te helpen om daar onderuit te komen door ze een tussenoplossing, zo'n tijdelijke opvang, te bieden specifiek voor deze doelgroep. Ik hoop dus zeer dat dit onderzoek er kan komen en dat de motie wordt aangenomen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de motie. Wethouder IVENS: Dank voor de woorden die zijn gezegd over de afronding van het oude programma Huisvesting kwetsbare groepen en inderdaad de vooruitblik naar hoe dit programma er nu de komende tijd uit gaat zien. En ja, er zijn inderdaad enorme slagen gemaakt, niet zo zeer alleen door de gemeente, maar juist door al die partners die we hebben in dit samenwerkingsverband en hoe we hiermee aan de slag gaan. Daar ben ik dan ook best wel trots op, waar je komt en waar je bent. En dan zie je dat er altijd weer dingen zijn waarbij je de terechte vraag stelt zoals mevrouw Simons deed: kan het niet eerder? Bij alles zou ik zeggen dat het allemaal eerder had gemoeten. En de dingen die we nog allemaal willen, ja, als je met veel partners werkt, gaat het niet altijd van vandaag op morgen. Ik zie uw vraag vooral als een aansporing om dat tempo te blijven maken. Toen ik het oude plan pakte en keek: ‘jongens wat hebben we allemaal gerealiseerd?’, toen vond ik wel een pijnpunt naar voren komen: die rolstoelers. We hebben gisteren van voormalig raadslid Van der Burg weer geleerd dat het uiteindelijk gaat om de individuen die erachter zitten. Dan kun je wel zeggen dat het er getalsmatig heel goed uitziet, maar je zult maar die ene rolstoeler zijn die nog steeds niet aan de bak komt. Ik vind wel dat we die slag nu steeds verder aan het maken zijn. Dus niet meer alleen de slag van kwantiteit, maar we kijken ook of we de juiste woningen hebben. Voor die rolstoelers gaan we ons niet zo zeer richten op alleen die bouw, want dan zeg ik in feite tegen die rolstoelers dat ze nog maar even geduld moeten hebben. Die woningen staan er immers nog niet. Maar we gaan echt die hele lijst af om te bezien welke rolstoelers nu urgent een woning nodig hebben en welke alleen maar op de lijst staan. Je kunt je al eerder op de lijst zetten voordat je die woning nodig hebt. Maar we kijken ook welke mensen in een rolstoelwoning zitten en of ze die rolstoelwoning eigenlijk niet meer nodig hebben en of we hen kunnen vragen, verleiden om naar een andere woning te gaan. Dus we moeten veel slimmer zijn dan alleen maar naar de bouw kijken. We moeten echt die lijst afpellen en daarop zetten we in ons geval echt wat menskracht in om te proberen wat persoonlijker te kijken om dat te gaan oplossen. Dat woondebat dat mevrouw Simons enigszins aangaf, ja, u kent mij ook als groot voorstander van zo min mogelijk sociale huurwoningen verkopen. Daarover hebben wij 27 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen geen verschil van mening. Laten we ons daar ook voor inzetten. Mag deze groep mensen ook in een nieuwbouwwoning? Zeker. Graag. Dus dat hoort er ook gewoon bij. Ook in nieuwbouw, met name in die sociale huurwoningen kunnen we deze groepen plaatsen. Ik zeg er wel meteen bij dat ik het ook fijn zou vinden als ik ze in particuliere woningen kan plaatsen, maar dat kan ik allemaal niet opleggen. Het is ook echt wel een vak, het verhuren aan sommigen van deze mensen omdat er iets meer zorg achter zit en iets meer begeleiding bijkomt. Dus ja, dat kan zeker ook in nieuwbouw. Wat maakt de buurt kwetsbaar? Zijn dat de mensen, zijn dat de stenen of zijn dat de mensen die er al wonen? Ik denk dat het altijd een samenspel is. Laten we uitkijken dat we ooit een specifieke groep gaan aanwijzen als de veroorzakers waarom iets kwetsbaar is. Dat is namelijk niet zo. Het is altijd een samenspel van zaken die bij elkaar komen. Dus we moeten vooral niet op die manier gaan denken. De inzet van mevrouw De Jong over de 30% verhuringen, daarover hebben we het in de commissie al gehad. Die deel ik als inzet, maar we zullen met elkaar ook even moeten wachten hoe het eindresultaat wordt van de prestatieafspraken. Tot slot de vraag over de LVB om dat ook te blijven benoemen. Sinds 2017 zijn ze in de maatschappelijke opvang beschermd wonen meegenomen. Daardoor is het even als naam weggevallen en dat leidde tot commotie. Terecht. We zullen in de volgende stappen moeten zorgen dat we licht verstandelijk beperkten in die categorie maatschappelijke opvang beschermd wonen expliciet benoemen zodat zij ook serieus genomen worden. De beantwoording van de motie laat ik graag aan collega Kukenheim over. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder KUKENHEIM: Ik vind het eigenlijk wel heel goed dat de raad behalve dit macrobeleid ook even inzoomt op de verschillende doelgroepen daarbinnen. Dat is ook precies waarvoor dit beleidsplan is bedoeld. Dat ziet u ook terug in de rapportage en de beantwoording van collega Ivens omdat niet altijd alles in regels te vatten is. Je moet constant kijken wat nu voor wie werkt. Dan over de uittredende sekswerkers. Ik wil u even meenemen dat we daar echt wel goed naar hebben gekeken tot nu toe. We hebben verschillende dingen in de aanbieding. Ten eerste natuurlijk gewoon de route van de maatschappelijke opvang waarbij op het moment dat een uitstappende sekswerker voldoet aan de criteria die daarvoor gelden, die gewoon in dat traject terechtkomt. Je kunt dan bijvoorbeeld naar de Blijfgroep, maar ook in een begeleidwonentraject doorstromen. Daarnaast hebben we ook een aantal woningen gereserveerd. HVO Querido doet dat voor juist kwetsbare sekswerkers die willen uitstappen. Hier zijn in 2018 zes personen terechtgekomen en we zijn ook voor aankomende jaren aan het kijken waar de crisisbedden het best tot hun recht kunnen komen omdat we zien dat dat aanvullend wel heel goed werkt. Vervolgens is het zo dat voor sekswerkers die vermoedelijk slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting er specialistische opvang is en voor slachtoffers van mensenhandel. Ik denk dat dat ook belangrijk is om te weten. En dan is er natuurlijk nog via de huisvestingsverordening iets mogelijk. Op het moment dat je recht hebt op een sociaal-medische urgentie is dat ook een toegangspoort voor uittredende sekswerkers. Kortom, er bestaat al behoorlijk veel aanbod. Dat maakt een beetje dat vanwege dat bestaande aanbod, maar ook de beperkte financiële kaders die we hebben het college aan deze motie geen behoefte heeft. Ik denk dat het belangrijk is dat we constant kijken met alle partners in de uitstapketen, zo noemen we dat, of de afspraken die we hebben en het aanbod dat we hebben, voldoende zijn en hoe zich dat ontwikkelt. Dus met die toezegging geef ik toch een negatief preadvies. 28 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen (De heer CEDER: Ik weet dat ik weinig tijd heb, maar ik vraag het toch. Die zes woningen die u noemt, dat zijn vrouwen die aangifte hebben gedaan en slachtoffer zijn van mensenhandel. De groep die ik juist in deze motie probeer te helpen, dat zijn vrouwen die of geen slachtoffer zijn van mensenhandel, maar wel tot een kwetsbare groep behoren, of het zijn vrouwen waarvan nog niet duidelijk is dat ze slachtoffer zijn van mensenhandel. Daarvan hebben verschillende instanties aangegeven dat hieraan behoefte is. Mijn vraag is of u daar nog even naar wilt kijken. Het gaat dus om een andere groep.) Er zijn twee dingen. We hebben slachtoffers van mensenhandel. Die bedoelde ik eigenlijk los van de woningen die ik net noemde. Maar daarnaast hebben we ook nog specifiek oplossingen voor juist kwetsbare mensen die willen uitstappen. Ik denk dat je altijd voorzichtig moet zijn om daaraan dan te veel criteria en regels los te laten, omdat het juist belangrijk is dat de mensen in het veld gewoon een goede inschatting kunnen maken op basis van de casuïstiek, de persoon die op dat moment voor je staat. Daarover valt niet altijd in algemeenheid iets te zeggen. Kortom, ik denk dat er al best wel het nodige is en dat het eigenlijk onze verplichting is om constant te kijken of we wel het juiste doen en in de goede hoeveelheid. Zelfs die tussenopvang bestaat dus ook. Ik wil wel realistisch zijn in wat we te bieden hebben op het moment dat je een heel nieuw programma start, ook financieel. Vandaar dat ik toch geen behoefte heb aan deze motie. (De heer BOOMSMA: Er is een aantal voorzieningen, maar wij krijgen allerlei signalen van organisaties die heel nauw betrokken zijn bij deze doelgroep dat deze behoefte er echt is, juist als tussenoplossing. In de bestaande voorzieningen zitten gewoon gaten omdat bepaalde criteria belemmeringen opwerpen. Je moet bijvoorbeeld twee jaar in Nederland zijn, wat soms niet het geval is. En het kan toch echt heel belangrijk zijn voor zo’n succesvol uitstroomproject. Deze motie vraagt eigenlijk alleen om een onderzoek. De wethouder zegt: “Ik wil voorzichtig zijn vanwege de financiële kaders.” Maar zouden we nu niet kunnen zeggen: we nemen deze motie aan en we doen dat onderzoek, we gaan in overleg met deze organisatie? Dan kunnen we vervolgens kijken wat er dan uitkomt en welke financiële kaders daar dan eventueel voor nodig zijn of dat we daarmee naar het Rijk kunnen gaan om daar aanvullende financiering te vragen.) Ik begrijp heel goed wat de motie vraagt. Ik heb proberen aan te geven dat we eigenlijk een soort tussenvoorziening hebben met een aantal partijen — misschien partijen waarmee u heeft gesproken, mensen uit die uitstapketen, HVO Querido, Scharlaken Koord, Leger des Heils, Regenbooggroep, Spirit!, WPI. Die werken allemaal samen in dat traject. Dat is nog naast wat we doen binnen de maatschappelijke opvang en wat we doen voor personen die te maken hebben gehad met mensenhandel en nog naast de categorie mensen die via de route van bijvoorbeeld een medische urgentie voorrang krijgen op de woningmarkt. Ik denk dus dat een extra diepgravend onderzoek naar een nieuwe voorziening daaraan weinig toevoegt, maar ik heb u wel toegezegd het belangrijk te vinden dat we constant kijken of we nu het goede aan het doen zijn juist met deze partner uit die uitstapketen. Dus dat moeten we natuurlijk doen. Daar hoort ook de vraag bij of er genoeg plekken zijn. Dat maakt dat ik reageer zoals ik heb gedaan. De discussie wordt gesloten. 29 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 R aadsnotulen De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. Het woord is aan mevrouw De Grave-Verkerk voor een stemverklaring. Mevrouw DE GRAVE-VERKERK (stemverklaring): De VVD zal dit plan ondersteunen. Wij zijn in het algemeen tevreden over het programma en een compliment voor het opnemen van de inzet van digitale ondersteuning voor het matchen van een persoon en woonruimte als innovatief actiepunt. Dat spreekt ons bijzonder aan. En we zijn ook tevreden over het zoeken naar samenwerking in de MRA. De motie zullen wij steunen omdat we het erg belangrijk vinden signalen die er zijn niet te negeren. Het gaat om een onderzoek en daar staan wij achter. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 251). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 251) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 251) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Ceder, Boomsma, Kreuger, Naoum Néhmé, Simons en A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 309). De motie-Ceder, Boomsma, Kreuger, Naoum Néhmé, Simons en AL. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 309) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Ceder, Boomsma, Kreuger, Naoum Néhmé, Simons en A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 309) is verworpen met de stemmen van DENK, de ChristenUnie, Forum voor Democratie, het CDA, de Partij voor de Dieren, BIJ1 en de VVD voor. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 251 van afd. 1 van het Gemeenteblad. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. 24A Actualiteit van het lid Naoum Néhmé inzake het bericht dat bouw van huurwoningen stokt in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 273) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé. Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Sinds enkele maanden lijken krantenkoppen die afhakende bouwers en investeerders in Amsterdam vermelden, een ritueel te worden. Dat is zeer zorgelijk, want om de Amsterdamse woningnood aan te pakken, heb je juist partijen nodig die aanhaken in plaats van afhaken. Maar met een gemeentelijke eisenstapel die almaar hoger wordt en waarbij de eisen als niet onderhandelbaar worden gepresenteerd, zijn wij eigenlijk onze belangrijkste partners aan het wegjagen. Als ik de 30 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen wethouder dan in de commissie hoor zeggen: “Ik wil via de gemeentelijke voorwaarden het onderste uit de kan halen”, dan denk ik: nee, dat moet je juist niet willen, wethouder. Wat wij willen is slagvaardig opereren en niet bang zijn om mee te bewegen met de specifieke eisen van de markt. Daarom is het cruciaal dat we weten wat er aan de hand is. Overvragen we marktpartijen inderdaad? Knellen de gemeentelijke eisen? Zo ja, welke eisen knellen dan het meest? En om te voorkomen dat we in een welles-nietesspelletje komen, moeten we volgens mij onafhankelijk laten toetsen wat hier aan de hand is en wie zich hier onredelijk opstelt. Hiervoor is het cruciaal te weten met welk rendement de wethouder rekent als hij toch spreekt in zijn beantwoording van technische vragen van maximaal rendement. Dat is ook de vraag die de heer Van Dantzig hem heeft gesteld in een commissievergadering, maar waarop geen antwoord is gekomen. Dit is een essentiële vraag, want de wethouder lijkt zichzelf tegen te spreken door enerzijds te zeggen dat ontwikkelaars voor het maximale rendement gaan en anderzijds aan te geven dat hem steeds meer signalen bereiken dat het almaar lastiger wordt om tijdig financiers te vinden. Dan vraag ik me af: waarom is het moeilijk financiers te vinden als ontwikkelaar als je toch voor het maximale rendement gaat? Kortom, met welk rendement rekent deze wethouder? Een tweede vraag gaat over de eisen omtrent inflatieverhogende huurverhogingen wat vandaag de dag wordt toegepast. Waarom overwegen we niet om van inflatieverhogende huur naar gematigde huur te gaan zoals is afgesproken aan de middenhuurtafel? De wethouder stipte dit kort aan in de commissie, maar het was me niet helemaal helder of hij dit nu wil overwegen ja of nee en anders wil ik in mijn tweede termijn hiervoor een motie indienen met onder andere het CDA. Tot slot moeten we er goed voor waken dat de bouw van middenhuurwoningen niet stokt. Dat is echt de opdracht waarvoor wij hier allemaal zijn gekozen en worden betaald. Het was hét thema in de gemeenteraadsverkiezingen. Om vroegtijdig te signaleren of we on check zijn, is volgens het CBS de best voorspellende indicator hiervoor het aantal verleende bouwvergunningen omdat dat het moment is dat de gemeente zelf in de hand heeft terwijl dat bijvoorbeeld niet het geval is bij Start bouw. De ambities in het coalitieakkoord bieden wat mij betreft onvoldoende zekerheid omdat het een wereld van verschil is tussen getallen op papier en de werkelijkheid. Daarom stelt de VVD voor onder andere met het CDA en de ChristenUnie om jaarlijks bouwvergunningen af te geven voor gemiddeld 1600, 1700 woningen. Dat is gewoon een vertaling van het coalitieakkoord. Alleen zo kun je monitoren wat er onder dit college in de nabije toekomst aan middenhuurwoningen geproduceerd zal worden. (De heer FLENTGE: Ik hoor een heel mooi betoog van mevrouw Naoum Néhmé. Ik heb u eigenlijk als het gaat om de tekorten van de sociale huurwoningen ook wel eens horen roepen dat bouwen niet helemaal lekker en op tijd gaat. Ik hoor u eigenlijk nooit hetzelfde bevlogen betoog houden. Ik vroeg me af hoe dat eigenlijk kan.) Als ik me procesmatig opstel, dan moet ik u erop wijzen dat dit agendapunt heet bouw van middenhuurwoningen stokt. Dat is wel een procesmatig antwoord en dat is een beetje flauw. Ik vind dat er te veel sociale huurwoningen zijn in Amsterdam en dat verdrukt de middeninkomens. Als je kijkt naar wat wij hier nodig hebben aan woningen in 2025, dan zal slechts — en dat is eigenlijk heel goed nieuws — 28% van alle Amsterdammers een laag inkomen hebben. Dus dan kan een kind uitrekenen dat je niet meer nodig hebt aan sociale huurwoningen dan 28% van alle woningen. (De heer FLENTGE: Ziehier de essentie tussen mijn partij en u. U zegt dat middenhuurwoningen moeten worden gebouwd ten koste van sociale woningen. Sociale woningen mogen verdwijnen, dus middenhuur gaat ten koste van sociaal. Dat hoor ik heel duidelijk in uw verhaal. Ik zou zeggen: 31 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen beide zijn sterk nodig, zowel sociale huurwoningen waaraan een enorm tekort is en waarvoor enorme wachtlijsten zijn in Amsterdam als wel middenhuurwoningen. Zelfs middenkoopwoningen die betaalbaar zijn voor de middenklasse. Waarom sluit u toch altijd uit dat beide groepen een zeer hoge woningnood kennen en dat niet de ene groep ten koste van de andere groep moet worden uitgespeeld?) Ik weet niet of de heer Flentge neokoloniale ambities heeft. Ik beperk mij tot het territorium van de gemeente Amsterdam en het grondgebied van de gemeente Amsterdam is niet oneindig. Dus als je bouwt, bouw je automatisch ten koste van een andere groep. Dus als schaarste dan betekent dat je groepen tegen elkaar opzet of dat je dan door te kiezen voor de ene groep de andere groep laat vallen, dan kan ik het ook niet helpen dat de grond van de gemeente Amsterdam niet oneindig is. (De heer FLENTGE: In al die jaren dat ik hier in de raad zat, is mij nog nooit verweten dat ik neokoloniaal was — wat dat dan ook moge zijn. Mij is wel verweten dat ik links was en activistisch, misschien zelfs te links. Dat kan ik allemaal snappen. Neokoloniaal heb ik nog nooit gehoord. Dat is blijkbaar een nieuwe lijn in de VVD-fractie. Mijn punt is dat er twee groepen zijn in Amsterdam: sociale huurders en mensen in de middenhuur. En zeker er zijn zorgen vooral rondom de transformaties. Ik hoor u niets zeggen over de bouwkosten die enorm zijn opgelopen. Dat speelt allemaal mee. Het is allemaal de gemeente, het is allemaal de gemeente. Ik denk, en misschien wilt u daar nog even op reflecteren, dat de snoeppot voor de beleggers inderdaad niet meer rijkelijk gevuld is. Dat klopt. We moeten oog hebben voor eventuele problemen, maar u moet niet bij het minste geringste hard roepen want bij de sociale huurwoningen hoor ik u helemaal niet.) Volgens mij is dit het beste pleidooi dat de heer Flentge kan houden om mijn motie zo dadelijk te steunen, want ik vraag juist onafhankelijke toetsing naar die snoeppot. Hoe vol is die? Wie kan daarbij? Wat moeten we eigenlijk met dat snoep? Dus ik verwacht een stem van u voor mijn motie. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel. De heer VAN SCHIJNDEL: Gezien de stand van de vergadering is het moment gekomen om onze spreektijd op te maken, althans, een groot deel ervan. Dat betreft de middenklassewoningen, zowel koop als huur. Wij zien tot ons komen een golf van communistische regulering van de kant van de wethouder. Huurprijzen worden eeuwigdurend vastgezet met een inflatiecorrectie uiteraard. De koopprijzen voor nieuwbouw worden aan maxima gebonden en dan is onze eerste vraag aan de wethouder of dat allemaal zomaar kan. Wij leven toch in een vrijemarkteconomie en die stelt grenzen aan de loodzware regulering die over ons wordt uitgestort en over de ontwikkelaars. Wat blijft er over van de vrije prijsvorming? Dan hebben we het dus over Europese kaders, staatssteun en mededingingsregels. Ik had de wethouder eigenlijk willen vragen of hij toch nog een keer met een notitie daarover kan komen over of wat hij nu doet kan in het licht van die mededingingsregels. (De heer FLENTGE: Ik had u nooit zo gespot als fervent voorstander van Europese regels.) Daar zegt u wat. Kijk, Europa heeft ons veel moois gebracht als je kijkt naar de interne markt en dus de economische samenwerking. Dat spreekt voor zich. Dus het concurrentieregime op die interne markt dateert van de beginjaren zestig en dat heeft ons 32 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen bedrijfsleven in staat gesteld om goed te concurreren op de Europese markten. Dus daar zijn wij zeker niet tegen. In ieder geval zijn die regels er gewoon en die moeten worden nageleefd. (De heer FLENTGE: Ja, regels moeten natuurlijk altijd worden nageleefd. Dat klopt. De vraag is ook zeer of die regels hier niet worden nageleefd. Ik denk dat dat niet het geval is. Los daarvan lijkt u een van de twee takken in Forum voor Democratie. De ene pleit nadrukkelijk en heftig voor een Nexit en de andere weet eigenlijk niet helemaal precies waar hij staat. Zit u een beetje in de niet-populistische of wel-populistische hoek? De een is het zakelijke bedrijfsleven dat eigenlijk geen Nexit wil en de andere jast even lekker door de microfoon dat hij wel een Nexit wil. U bent van de groep zakelijken, volgens mij.) Het is zo dat wij genuanceerd denken over de waarde van de economische samenwerking in Europa binnen het kader van op dit moment de Europese Unie. Daar wil ik het eigenlijk bij laten. Ik wil me beperken tot het onderwerp van de actualiteit. (De heer FLENTGE: Dat snap ik natuurlijk. U bracht het zelf te berde dus ik wilde daar even op doorgaan. Maar fijn dat u zo'n enorme draai heeft gemaakt. De SP is wat kritischer op Europa, maar Forum voor Democratie is langzaam een andere kant op aan het draaien. Heel interessant.) Dat wil ik absoluut ontkennen. Dus wij zien de waarde van die Europese economische samenwerking. Wij zijn tegen het hele Schengengebeuren, dus dat je als land niet meer kunt bepalen wie je toelaat tot je land. Wij zijn ook tegen het gemeenschappelijke buitenlands defensiebeleid. Dat zien we als ondermijning van de NATO. Daar houd ik het even bij. Ik vervolg mijn betoog. Een belangrijk gezichtspunt, denk ik. Per jaar 16/5 middenklassewoningen. Eigenlijk heel weinig want het is de grootste groep. Dit is de groep die echt zit te springen om woningen. Het is maar 24% van de totale bouwprojectie gemiddeld per jaar van 7000 woningen. Ik heb het al eens vaker gezegd, het college bouwt eigenlijk vooral voor de rijken, 41% duur, koop en huur. Anyway, dus niets ambitieus aan 7000 woningen gemiddeld bouwen per jaar, niets ambitieus. Het kan wel degelijk hoger. Het zouden er bijvoorbeeld 100.000 kunnen zijn als je kijkt naar de handelingsperspectieven die tijdens de coalitie door grond, door ontwikkeling en het departement van wethouder Van Doorninck zijn geproduceerd. 12.000 had ook best gekund gezien de planvoorraad, de plannen die er zijn voor locaties waar zou kunnen worden gebouwd. Dan kom ik daarmee bij mijn tweede vraag. (De heer FLENTGE: U heeft het terwijl wij bouwrecord na bouwrecord vestigen de afgelopen jaren, over een heel ambitieus plan, 12.000 woningen. Waar vestigt u de bouwvakkers die al die huizen gaan bouwen?) We hebben het nu niet over vestigingsplaatsen voor bouwvakkers en we hebben het nu ook niet over de nijpende problemen in de Nederlandse bouwnijverheid door de halvering van die sector gedurende de crisis, we hebben het nu over de planvoorraad. En die planvoorraad dreigt te worden uitgeput omdat er te weinig nieuwe plannen, bestemmingsplannen, bijkomen om te kunnen blijven bouwen op de hogere aantallen die wij voorstaan: 10.000, eigenlijk liever 12.000 per jaar. Een voorbeeld is toch dat het regent van vergunningen van rechtswege omdat kennelijk de ambtelijke capaciteit onvoldoende is om alle bouwaanvragen goed te kunnen behandelen. Hoe staat het nu met het op peil houden van de planvoorraad? Daar zou ik graag een soort update van de handelingsperspectieven, dat coalitiestuk van de wethouder willen krijgen om eens even 33 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen scherp in beeld te krijgen of daar daadwerkelijk voldoende in de pijplijn kan worden gezet. Daar wil ik graag een reactie van de wethouder op om hier een notitie over te produceren. Ten slotte mijn laatste punt. U kent Forum voor Democratie. Wij zijn erg voor het naar voren halen zeg met vijf jaar van het project Havenstad. Er zijn veel problemen met de planvoorraad en met de woningnood in de stad en dat project vormt toch de oplossing die wij voorstaan. Het kan dus. Wij vinden eigenlijk dat het college er tegenaan blijft hikken. Het is al een jaar bezig en nog steeds hebben we niets gehoord over het idee om Havenstad naar voren te halen. We hebben besloten het zelf uit te zoeken. En dit is een heel interessante puzzel want er zijn contractuele afspraken met de vier bedrijven die nu zitten op het terrein waar Havenstad moet komen. We hebben bedacht en nu ook bevestigd gezien door de meest gezaghebbende hoogleraar op dit rechtsgebied, de heer Van der Veen, dat het mogelijk is om het project te vervroegen en dat kan door de vier bedrijven een alternatieve locatie aan te bieden. Het is overigens een verplichting die de stad is aangegaan om inderdaad die bedrijven een alternatieve locatie aan te bieden in 2029. Haal dat even naar voren, college. Het advies dat we hebben ingewonnen, gaat binnenkort naar de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en de raadscommissie Bouwen en Wonen. Er zit ook een strategiedeel in. Het grootste deel daarvan is openbaar en onze wens is, en dat zullen we de commissies na rijpe beraadslaging wel vragen, om het college op te dragen die strategie die in essentie neerkomt op het bieden van een alternatieve locatie uit te voeren. (De heer FLENTGE: Ik probeer het nog even bij de heer Van Schijndel, want ik had bij de algemene beschouwingen al een klein debatje met de fractievoorzitter. Tijdens de verkiezingen heeft u op flyers in Noord verspreid dat er meer sociale huurwoningen moesten komen. Eigenlijk hoor ik u de hele afgelopen periode in de raad alleen maar pleiten voor minder sociale huurwoningen. Kunt u mij precies uitleggen hoe ik die tegenspraak nu moet lezen?) Wij constateren toch dat de voorraad sociale huurwoningen in Amsterdam heel hoog is — uit mijn hoofd zeg ik iets van 53% van de totale woningvoorraad. Daar wil ik even vanaf wezen. Wij zijn het eens met de wens dat mensen die nu in een sociale woning zitten het recht krijgen om die te kopen. Dus wij zijn voor een vermindering van het totaal van de sociale huurvoorraad door ze te verkopen aan de bewoners. Wij zien dat de grootste behoefte bestaat bij de middengroepen. Mevrouw Naoum Néhmé noemde al die 28% van de sociale minima die recht heeft op een sociale woning. Dat is een aanmerkelijk lager percentage dat er aan sociale woningvoorraad is. Dus onze keuze is om primair voor die middenklasse te gaan en die komt er nu juist zo bekaaid vanaf omdat er slechts 24%, dus niet 40% maar slechts 24% de komende jaren bijkomt en dat betekent van jaar tot jaar 1600 woningen voor de middenklasse en dat is veel te laag. Dan moet je je voorkeuren wel helder naar voren brengen en dat doen wij dan ook. (De heer FLENTGE: Maar dan was het ook wel prettig geweest als u in uw flyer die u verspreidde in Amsterdam-Noord in plaats van de leus meer sociale huurwoningen juist dat had opgeschreven: wij, Forum voor Democratie, willen minder sociale huurwoningen in Amsterdam. U stelt in de flyer meer, u bepleit hier minder. Dat is duidelijk, maar wilt u dat voortaan dan ook aan de kiezers duidelijk maken?) Nee hoor, voor Noord dat qua inkomenspositie het armste stadsdeel is, is een forse behoefte aan sociale huurwoningen. Dat is gewoon zo. Wij hebben bijvoorbeeld ook een ander voorstel gedaan voor Noord om te komen tot een voorkeursrecht binnen de gemeente, een voorrangsrecht voor mensen uit Noord op woningen in Noord. Daar zijn wij voor; dat zijn wij nog steeds en dat hebben we ook heel duidelijk tot uiting gebracht in 34 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen artikelen en ook Het Parool heeft een bericht daarover gepubliceerd. Daar gaan we gewoon mee door. Wij vinden dat elk stadsdeel moet krijgen wat het toekomt. Dus dat je per stadsdeel, en dan kijken we vooral naar Noord, met een passende aanpak komt. In Noord is het zo dat vanwege die inkomenspositie van mensen die aan de lage kant is, dat daar de grootste behoefte bestaat aan sociale huurwoningen en elders minder. (De heer FLENTGE: Mijn vragen zijn wat korter dan de antwoorden van de heer Van Schijndel. Mijn vraag is: u zegt in Noord moeten er dus meer sociale huurwoningen komen, maar in totaal moeten er dus minder sociale huurwoningen komen. Dat belooft wat voor de bouwvakker, voor de postbode, de Amsterdammer in Betondorp of de bouwvakker, de postbode of de Amsterdammer in de Spaarndammerbuurt. Dus daar gaat u snijden. Daar zou geen behoefte bestaan en in Noord gaat u wel bouwen? Dat laatste vind ik perfect, maar wat zegt u tegen de mensen in Betondorp, mijnheer Van Schijndel? Ik ben erg benieuwd.) De mensen in Betondorp zien de redelijkheid van ons standpunt wel in. De mensen hoeven niet altijd op een minimum te blijven zitten. Ze kunnen doorstromen naar het middensegment. Dat kan nu niet want die woningen zijn er gewoon niet. De bouwproductie is ook veel te laat juist in dat segment en daar heeft niemand wat aan. (Mevrouw DE JONG: Ik zou graag terug willen naar het onderwerp van de actualiteit en dat gaat over de maatregelen die het college gaat nemen. Ik hoor de heer Van Schijndel een enorm hartstochtelijk pleidooi houden voor meer middenhuur. Nu gaat dit college veel middenhuurwoningen bouwen en we hebben ook een aantal maatregelen die ervoor gaan zorgen dat die middenhuurwoningen ook middenhuurwoningen blijven. Steunt Forum voor Democratie die maatregelen?) Als u zich het begin van mijn betoog herinnert, dan heb ik dat gekwalificeerd als communistische regulering in strijd met het Europese en het Nederlandse mededingingsrecht. Vandaar het verzoek voor een notitie. (Mevrouw DE JONG: Dat heb ik gehoord, maar ik heb ook al die andere dingen die u heeft gezegd, heel goed gehoord. Dat we echt veel meer middenhuurwoningen moeten bouwen, dat we moeten beschermen. Ik lees in uw programma dat u zegt dat we voorrang moeten verlenen aan bepaalde doelgroepen, dus hoe gaat Forum voor Democratie ervoor zorgen dat die middenhuurwoningen ook middenhuur blijven en dat er meer wordt gebouwd als u niet de plannen van dit college steunt?) Dus dat hele voorraaddenken van we moeten de voorraad sociaal op peil houden, we moeten de voorraad middensegment op peil houden, ja, allemaal onzin. Het gaat om een dak boven je hoofd. Dus er moet voldoende worden gebouwd; er moet aanmerkelijk meer worden gebouwd dan nu in de planning zit en dan leidt dat tot meer aanbod. Dan heeft men een dak boven zijn hoofd. Het is in de politiek een kwestie van kiezen: dat dak boven je hoofd. Zelfstandige woningen zijn belangrijker dan dat je een heel lange tijd een gematigde of tot eeuwigdurend een zeer gematigde huur moet betalen. (Mevrouw DE JONG: Ik probeer het nog een keer. U zegt: “Wij willen meer middenhuurwoningen.” Dat is enorm belangrijk en een dak boven je hoofd is ook enorm belangrijk. Hoe gaat Forum voor Democratie ervoor zorgen dat de prijsstijgingen in het middensegment worden gestopt?) Wij denken dat die wens om die prijsstijgingen te beteugelen ertoe leidt dat er uiteindelijk te weinig wordt gebouwd. Dus in dat opzicht delen wij de visie van de VVD. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig. 35 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen De heer VAN DANTZIG: Ongetwijfeld was dit een zinnig intermezzo binnen dit debat, maar ik wil de raad toch even mee terugnemen naar het punt waarom het gaat. We kunnen wel de hele woningmarkt doornemen aan de hand van een zinnige actualiteit, maar ik denk dat we daar niet wijzer van worden. Deze actualiteit gaat wat D66 betreft volledig over het benutten van particuliere transformatie. ledereen die niet in dit dossier zit, maar het debat toch wil volgen: het gaat dan bijvoorbeeld om kantoren die woningen kunnen worden. Dat gaat om parkeerplaatsen waar je woningen op kunt bouwen. Dat gaat om oude bedrijventerreinen die je kunt omvormen tot woningen. Dus eigenlijk dingen waarvan je in de stad denkt: hebben we er daar te veel van of willen we wat anders? Die zaken willen we omzetten naar woningen die we zo hard nodig hebben. Dat staat dus los van laat ik zeggen de nieuwbouwresultaten waar wethouder Ivens de Bouwer jaar na jaar de records aan gort schiet. Dus daarover gaat het wat mij betreft niet. Die particuliere transformaties krijg je eigenlijk alleen maar voor elkaar als je je als gemeente wilt opstellen als verleider. Het is namelijk op dit moment zo dat er weer vraag is naar kantoren. Mensen willen weer een kantoor openen en dat betekent als wij als gemeenteraad zeggen dat we zo veel mogelijk woningen willen, dat we de menen die nu die kantoren bezitten, moeten verleiden er woningen van te maken. Maar in plaats van verleidingstechnieken lijken we afsteltechnieken te gebruiken. Dat zeggen we zelfs heel open in Het Financieele Dagblad. Transformatiegesprekken, en de quote is dan: “Dit zijn lastige gesprekken die vaak resulteren in vertraging en afstel.” Dan moet bij iedereen in deze raad toch wel de alarmbel gaan rinkelen. Bij mij zeker. Ik ben er erg bezorgd over. Ik moet daarbij wel zeggen, en dat moet me van het hart, dat het wel ingewikkeld is dat deze discussie zich hoofdzakelijk via de kranten afspeelt. Laten we eerlijk zijn, als beleggers, ontwikkelaars, pensioenfondsen echt vinden dat de gemeente het gesprek met hen niet goed voert, dan is het het beste als ze dat open aan de raad kunnen melden. Het is denk ik suboptimaal om dat via de krant te doen. Ik weet zeker dat de wethouder straks zal beamen dat er geen enkele schade te verwachten is aan onderhandelingsposities of lopende projecten als pensioenfondsen gewoon duidelijk zeggen waar de schoen knelt. Ik denk dat dat heel belangrijk is en mijn oproep zou dan ook zijn aan al die ontwikkelaars en pensioenfondsen: ziet u een probleem, meld u zich bij de gemeenteraad. Wij zullen daar zorgvuldig mee omgaan en dan weten wij ook precies waar de schoen wringt. Ik ga even door naar de technische vragen die ik heb gesteld bij de vorige commissiebehandeling. Dat was lijvig en ik wil de ambtenaren bedanken dat ze de vragen zo snel hebben weten te beantwoorden. Maar misschien waren mij vragen niet gericht genoeg, want ik vond in ieder geval de antwoorden nog niet van die scherpte dat ik al precies weet te duiden waar nu de schoen knelt of wat ik eraan kan doen. De beantwoording vormt wel echt reden tot zorg. Ik ga even snel door die antwoorden heen. De wethouder kan niet aangeven bij hoeveel transformatieprojecten wel onderhandelingen werden gestart, maar niet werden afgerond. Uit die beantwoording blijkt dat er veel signalen zijn vanuit projecten dat processen moeizaam verlopen. De gemeente schat het risico dat projecten niet zullen doorgaan een stuk groter in. Er wordt gesteld dat gesprekken met marktpartijen — en daar was ik door aangedaan — tussen de een en twee jaar duren voordat er sprake is van een overeenkomst tussen partijen. Dat is niet bepaald voortmaken en dat getuigt niet van urgentie. Ik snap hoe complex dit is, maar die termijn moet naar beneden, zou je zeggen. Er wordt gesteld dat kantoren steeds vaker kantoren blijven. Dat doet iedereen toch pijn die graag woningen wil. En er is blijkbaar geen overzicht van alle lopende initiatieven en aanvragen in de stad. Dan zou je nog kunnen zeggen: is dat dan een probleem? Misschien is het maar een heel klein stukje van die enorme bouwopgave die we ons hebben voorgenomen. Dat is niet het geval. Een van de 36 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen vijf woningen die er moet komen, komt van dit soort transformatieprojecten, dus we hebben echt wel even een gewichtig onderwerp te pakken. (De heer FLENTGE: Ik hoor de heer Van Dantzig goed en dan zegt u bij die transformaties, hoe ingewikkeld dan ook, dat u nadrukkelijk de voorkeur geeft aan woningen boven dat kantoren kantoren blijven.) Ik moet even kijken, want ik zie dat de wethouder Economische Zaken niet in de zaal zit, dus ik kan me dit wel permitteren. Ik denk dat hij niet erg blij is met wat ik nu ga zeggen, maar ik hoop inderdaad dat het woningen worden. Ik denk dat we die een stuk harder nodig hebben. Op de Zuidas zijn een paar fantastische locaties en ik hoop heel erg dat daar kantoren komen, maar bijvoorbeeld bij Sloterdijk, laten we daar die leegstaande kantoren vooral tot woningen maken. Ik zie het wel breder. Je hebt parkeergarages, maar je hebt bijvoorbeeld ook het Hamerkwartier in Noord. Dat ligt heel dicht tegen een buurt aan waar echt nog wel wat menging nodig is. Dus daar moeten we die eigenaren stuk voor stuk verleiden om ervoor te zorgen dat er woningen komen. Dat is echt wel een klus, maar ik hoop wel dat het lukt, want anders staan u en ik straks met lege handen bij onze mooie plannen. (De heer FLENTGE: Ik ben het volledig met u eens. Volledig. Maar dan zie ik u ook graag als bondgenoot de komende periode als de kantorenlobby gaat toenemen en er toenemende druk zal ontstaan en dat wij hier dan zij aan zij echt gaan bepleiten dat de woningnood in Amsterdam moet worden opgelost.) Kijk, een uitgestoken hand moet je nooit afslaan, maar ik ga het bod wel terugleggen. Zeker, als ik u dan als bondgenoot vindt in het feit dat we de voorwaarden aanpassen daar waar de schoen knelt zodat die woningen er kunnen komen. (De heer BOOMSMA: Ik deel de zorg als het gaat om de particuliere transformaties. Ik ben alleen benieuwd of D66 met voorstellen komt om de eisen die we nu stellen wat betreft particuliere transformaties te versoepelen juist om te stimuleren dat er meer woningen worden gerealiseerd en dat er minder projecten worden afgeblazen.) Nee, en ik ga daar zo nog verder op in. Dat komt omdat ik op dit moment geen enkele concrete aanwijzing heb om te zeggen dat die voorwaarden ervoor zorgen dat er niet wordt gebouwd. Ik hoorde de heer Flentge heel terecht zeggen dat stijgende bouwkosten een probleem zijn. Wat ook een probleem is, is het feit dat de kantorenmarkt aantrekt waardoor kantoren makkelijker kantoren kunnen blijven. Dat zijn problemen waarmee wij ons beleid in lijn zouden moeten brengen als we die woningen willen, maar daarvan kun je niet zeggen dat de gemeente er wat aan kan doen. Dus u mag best van mij weten dat ik erg bezorgd ben, maar ik heb nog niet de informatie om daarop goed te handelen. Daarom ook dat ik die pensioenfondsen opriep open kaart te spelen naar de gemeenteraad. Heel eerlijk, ik kan natuurlijk niet zo veel met wat er wel of niet in Het Financieele Dagblad wordt gezegd. Nu spreek ik wel eens mensen en dat is fijn, maar als ik dat hier niet mag gebruiken, dan was het niet meer dan een lekkere kop koffie. Ik ga straks bijvoorbeeld een toezegging vragen op een rapportage zo u wilt. Het mag van mij ook best een brief zijn met een driemaandelijks inzicht waar we nu staan. Maar goed, als zelfs als de heer Flentge de hand al uitsteekt, dan gaan wij elkaar daar wel vinden. Als blijkt dat die woningen niet worden gebouwd, dan moeten we met elkaar aan tafel. Maar zover ben ik nog niet. (De heer BOOMSMA: Dat lijkt me een heel goede vraag en die zal ik ook zeker steunen. Maar als de heer Van Dantzig zegt dat hij geen enkele concrete aanwijzing heeft, dan is het zo dat in de beantwoording van zijn eigen technische vragen toch staat dat een project is afgeblazen in Zuid. 37 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen Daar worden kantoren niet getransformeerd tot woningen om financiële redenen. Dat is toch een heel duidelijke aanwijzing?) Ja, dat is een aanwijzing dat het geen woningen worden, maar het is nog wel een beetje de vraag op welke schaal. We hebben met elkaar natuurlijk wel wat afgesproken, dat particuliere transtormatiekader. U weet best dat ik daarbij nu niet direct juichend rondjes door de raadzaal rende, maar uiteindelijk ga je met elkaar rond de tafel en dan probeer je een verstandig woningbeleid af te spreken, wat denk ik redelijk is gelukt. En dan ben ik daaraan ook loyaal. We hebben wel heel duidelijk als eerste opgenomen dat we 7500 woningen gaan bouwen. Zegt het college dat 20% daarvan hieruit moet komen, dan betekent dat dat ik stringent de vinger aan de pols ga houden. Ik moet wel zeggen, als er maar twee projecten om financiële redenen niet zijn doorgegaan en het is nu half maart en het gaat om 1500 woningen, dan is dat niet meteen reden om in blinde paniek te geraken. Het is wel reden voor zorg. (Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: We zijn hier toch getuige van een bijzonder moment, omdat ik de heer Van Dantzig de afgelopen periode minder genereuze opmerkingen horen maken over deze wethouder. Dus dat wethouder Ivens de Bouwer nu een compliment krijgt, dat is volkomen terecht. Goed dat u van mening bent veranderd. Volgens mij heeft u zijn beleid eerder met heel andere woorden gekwalificeerd, maar ach ja, als we niet van mening veranderen, hebben we waarschijnlijk ook geen mening. Dus alle complimenten daarvoor. U maakt hier wel een heel bijzondere move. U zegt tegen pensioenfondsen: meldt u zich alstublieft bij de gemeenteraad als u bezwaren heeft, zorgen heeft of als dingen knellen. Dat vind ik een heel bijzondere figuur, want wat we hier met zijn 45'en doen is kaders stellen en het is aan deze mannen en vrouwen, het college, om dat beleid uit te voeren. Nu lijkt het alsof u op de stoel van een bestuurder wilt gaan zitten doordat u pensioenfondsen uitnodigt zich bij ons te melden. En daarvoor zei u zelfs: “Het debat over die bezwaren wordt via de kranten gevoerd”, waardoor u eigenlijk suggereert dat u zich tekortgedaan voelt via informatie. U had eigenlijk gewild dat niet dat FD- bericht verscheen, maar dat u een brief zou krijgen van de wethouder met ‘Beste raadsleden, hier zit iets niet goed’. Dus wat zegt dat eigenlijk over het vertrouwen dat u in dit college heeft?) (De VOORZITTER: Dat was een wat lange interruptie. Graag de volgende keer wat korter.) Het is gemakkelijker om per vraag antwoord te geven. Het klopt dat ik wethouder Ivens als wethouder beter vindt dan als lijsttrekker van de SP, maar dat zal vanuit mijn rol geen heel grote verrassing zijn. U volgende vraag ging volgens mij over die beleggers. Ik stel vragen aan het college; daarop krijg ik antwoorden en die geloof ik. Dat is namelijk hoe ik in de wedstrijd zit. Maar als mensen vervolgens in de krant zeggen dat het anders zit, dan daag ik uit mij te laten weten hoe het zit. En dan het liefst met aanwijzingen of gevoel of dingen die niet lekker gingen. Ik snap dat allemaal. Ik ben daar gevoelig voor en daar mag je me altijd over bellen. Alleen, ik kan niet het college tot de orde roepen op basis van een krantenartikel. Dus dat wilde ik niet doen. Wat zegt dat over mijn vertrouwen in het college? Dat dat groter is dan in het FD, denk ik. Maar laat ik hieraan toevoegen dat ik niets ten nadele van het FD wil zeggen, maar ik ga ervan uit dat het college de waarheid spreekt en dat de zaken in het FD oproepen tot zorg. (Mevrouw NAOUM NÉHME: Alleen om er zeker van te zijn: volgens mij bent u niet echt tevreden met de beantwoording van uw technische vragen. Ik hoop dan dat u onze motie zo dadelijk steunt, want die roept op 38 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen tot onafhankelijke toetsing wie er nu eigenlijk gelijk heeft en wie zich redelijk opstelt: de gemeente of de marktpartijen.) (De VOORZITTER: De motie is nog niet ingediend, maar de heer Van Dantzig kan al wel vast reageren op de motie die is aangekondigd.) De motie die wellicht ging komen, ja. Weet u wat het is gewoon in wat meer algemene zin? Ik denk dat het altijd goed is dat de wethouder met marktpartijen spreekt. Dat doet hij ook. Ik denk dat daarbij geen onafhankelijk scheidsrechter nodig is. Bovendien ben ik er helemaal niet van overtuigd dat een onafhankelijk onderzoek zal zorgen voor politiek draagvlak om zaken bij te sturen. Ik ken mijn collega-woordvoerders Wonen allemaal als zeer inhoudelijk en zeer begaan met de stad. Volgens mij is het de beste manier om langs de inhoud aan te duiden waar de schoen knelt. En dat is ook mijn oproep aan die ontwikkelaars die met het FD hebben gesproken. Als u het echt anders ziet dan de antwoorden van het college, meld u zich bij mij. Dan gaan wij met u praten en ik weet zeker dat mijn coalitiepartners even geïnteresseerd zijn. Ik denk dat het goed zou zijn als de wethouder zegt: doe dat vooral. Daar staan wij voor open; dat vinden wij niet erg. We zijn een open en transparante stad waar dat soort dingen absoluut moeten kunnen. Dat was mijn oproep. En of ik uw motie ga steunen, dat weet ik nog niet. Dat ligt ook een beetje aan de antwoorden van de wethouder op mijn vragen die ik nu ga stellen. (De heer VAN SCHIJNDEL: U rept van bouwrecord naar bouwrecord van de wethouder, maar u beloofde voor de verkiezingen 12.000 woningen per jaar te gaan bouwen en dan is 7000 woningen per jaar toch echt minder dan minimaal. Kunt u dat even uitleggen?) Nou, het is een stuk minder dan 12.000, die 7500. Dat is een waarheid als een koe. Het bouwen van woningen kost geld en naarmate je die woningen een lagere, gereguleerde prijs wilt maken, ja, dan … U wilt in Noord veel meer sociale woningen. Dat kan, maar dat betekent dat u minder woningen kunt bouwen. Waarom? Omdat de gemeente daar geld op de prijs, op de maximale prijs die je kunt halen, toelegt. Dat is hoe het werkt. Dus wil je meer gereguleerde huurwoningen, dan krijg je in totaal minder woningen. (De heer VAN SCHIJNDEL: Dat is totaal geen antwoord op de vraag. Die getallen spreken duidelijke taal. 7000 woningen per jaar is nu de inzet van het college en u wilde er 12.500 per jaar. U moet toch kunnen uitleggen waarom u ineens 5000 woningen minder accepteert?) Misschien is het uw partij ook een keer gegund in zo'n kamer te zitten waar je onderhandelt over een coalitieakkoord en dan is het eerste dat je moet bedenken: hoe komen we er met elkaar uit? Als je dan alleen maar je eigen verkiezingsprogramma blijft tetteren, dan worden het heel onprettige onderhandelingen dus dat hebben we niet gedaan. We hebben gezegd: we kunnen elkaar vinden. Ik kan u een inhoudelijke reden geven en dat heb ik net gedaan. Tegelijkertijd is er gewoon een politieke afspraak gemaakt. Dat kun je heel raar vinden, maar zonder een politieke afspraak is deze stad in ieder geval niet te besturen. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ik vind dat u onwaarheid heeft gesproken naar uw kiezers toe. Dat is zo'n grote stap van 12.500 naar 7500 woningen. Dat kun je niet maken.) Laat ik u een tegenbod doen. Als u mij in de tweede termijn weet uit te leggen wat nu precies het standpunt is van Forum voor Democratie over de Nexit, dan beloof ik deze vraag nog een keer te beantwoorden. Je zou bijna denken: ‘hij is klaar’, maar eigenlijk komt nu pas het vuurwerk. Ik zei u dat ik graag een toezegging wilde. Ik zou graag een brief of een rapportage willen ontvangen, een brief die zo’n vier keer per jaar komt. Eerder heeft deze raad daarom al 39 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen gevraagd bij het college. Er is ooit een motie Van Dantzig cum suis aangenomen waarbij ik zag dat ook de heer Flentge die had medeondertekend. Dat is een motie waarin staat: laten we nu periodiek rapporteren over hoe het gaat met het transformatiebeleid. Ik wil daar wat dingen aan toevoegen die ik hierin graag zou zien verwerkt. Eerste vraag: met hoeveel initiatiefnemers van transformatieprojecten werden er nu onderhandelingen gestart zonder dat ze tot afronding kwamen? Ik denk dat het dan goed is hiertoe de start van een project te markeren vanaf het moment dat er een gesprek is gevoerd met het stadsdeel en/of op ambtelijk niveau. Hoe vaak is het tot een afwijkingsverzoek gekomen en om welke reden? Welke afwijkingsvraag kwam er vanuit de markt? Ik zou het goed vinden als de wethouder daarbij een lijst samenstelt van grote transformatiegebieden zoals Sloterdijk |l en het Hamerkwartier zodat we kunnen monitoren en rapporteren hoe deze samenwerking verloopt op deze terreinen. Ik zou heel graag zien dat we de gemiddelde doorloop van transformatieprojecten monitoren. En ik zou daarbij de extra toezegging willen vragen dat de wethouder zich tot doel gaat stellen dat hij die doorlooptijd gaat reduceren. Ik zou dan zeggen: ‘één jaar’, maar als de wethouder zegt: ‘het wordt één jaar en drie maanden’, dan val ik ook niet stijl achterover. Maar in ieder geval een stuk korter dan twee jaar. En ik zou bij die rapportage graag een overzicht willen van de aangevraagde bouwvergunningen per kwartaal, afgezet tegen de prognose om het doel te behalen en afgezet tegen vorig jaar bijvoorbeeld 2017 en 2018 toen we zo door de records heen gingen om te controleren of we nu op koers liggen. En dan zou het ook nog goed zijn om die uit te splitsen naar woningcategorieën en of het nu transformatie is of nieuwbouw. Ik wil daar meteen bij zeggen dat dat natuurlijk geen een-op-een correlatie is. Dat snapt D66 ook. Maar het is wel een goede indicator. En indicatoren heb je nodig als je moet sturen op de toekomst. Dus ik denk dat dat belangrijk is. Ik ga afronden. Mijn pleidooi aan de hele raad is eigenlijk vrij simpel. We hebben huizen nodig, geen kantoren, geen parkeerplaatsen. Huizen zijn gevraagd, dus laten we die bouwen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge. De heer FLENTGE: Vanochtend hadden we de insecten in de schoolkantines en nu hebben we Forum voor Democratie dat nadrukkelijk een pleidooi houdt voor al het moois wat Europa heeft gebracht. Een interessante raadsvergadering. Je valt soms bijna van je stoel. Ik vind het wel interessant om hierover nog even door te praten, want met de heer Van Schijndel kom ik er niet helemaal uit. Datgene wat zijn verkiezingsprogramma heeft beloofd in Noord, meer sociale huurwoningen, betekent uiteindelijk dat Forum voor Democratie in andere stadsdelen sociale huurwoningen weghaalt want daar zou kennelijk geen vraag zijn. Nou, in Betondorp zouden de mensen dat allemaal prima vinden. Ik zou het heel interessant vinden om daarover ooit met u een debatje te gaan voeren en dan gaan we eens even vragen aan de mensen in Betondorp hoe zij daar tegenaan kijken. Ik zou daar wel benieuwd naar zijn. Dan over de transformaties. Die transformaties zijn natuurlijk een groot probleem. Dat ziet iedereen. Aan de ene kant stijgen de bouwkosten, aan de andere kant wordt de kantorenmarkt interessant en vanzelfsprekend wordt het dan lastiger. Dus ik zie de zorg die mevrouw Naoum Néhmé verwoordt, die de wethouder verwoordt en die ook de heer Van Dantzig verwoordt. Tegelijkertijd denk ik ook dat wij hier lang hebben gezien dat jarenlang bouwrecord na bouwrecord niet heeft geleid tot een verlaging van de prijzen. Uw wethouder, mevrouw Naoum Néhmé, de heer Van der Burg, en mijn wethouder, de heer Ivens leverden bouwrecord na bouwrecord, maar dat heeft niet geleid tot verlaging van de prijzen. We moeten dus wel reguleren, we moeten ingrijpen. Dat is hetgeen we 40 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen doen. En dat dan de snoeppot voor veel beleggers in vastgoedmensen minder groot wordt, ja dat klopt. Dus oog houden als het doorschiet, maar ik zou zeggen: ga niet gelijk op schoot bij die beleggers zitten. Zij roepen al heel snel op het moment dat hun winsten wat minder groot worden dat het voor hen wel heel karig wordt. Dat zullen ze blijven doen. Maar blijf daar een beetje van weg. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Als ontwikkelaars zeggen dat ze op verschillende locaties in de stad al hadden kunnen bouwen, maar dat gebeurt niet, dan moeten we dat heel erg serieus nemen als we daadwerkelijk willen dat er wordt gebouwd. En dat willen we. Het CDA heeft vanaf het begin wel kanttekeningen geplaatst en gewaarschuwd dat al dat op elkaar stapelen er niet toe moest leiden dat dat de mensen afschrikt en dat er minder wordt gebouwd of dat we allemaal vertraging oplopen. De wethouder heeft steeds gezegd dat er geen vuiltje aan de lucht was en dat elke tender gewoon volgeschreven werd. Het kwam allemaal prima in orde. Maar nu zien we toch steeds meer van dit soort signalen. Volgens mij is het ook zo dat er steeds minder woningen via tenders worden gerealiseerd. Inderdaad, dat speelt met name bij transformatie. De heer Van Dantzig zei terecht dat je dan mensen moet verleiden. Dat kun je niet zomaar opleggen. We lopen hier nu toch tegenaan. Dan kun je wel zeggen dat we nu ook kantoren nodig hebben en dat we al tegen die frictieleegstand aan zitten. Dat is ook waar, maar dan vraag ik toch of er niet ook allemaal locaties in de stad zijn waar we liever woningen willen. Locaties waarvan we niet zeggen dat het ook prima is als het een kantoor blijft. Er moeten wel kantoren blijven, maar we hebben ook echt die woningen nodig. Dus ik blijf erbij dat de gemeente zich met name als het gaat om particuliere transformaties veel flexibeler moet opstellen. Ik vond de antwoorden op de technische vragen van D66 nogal vaag. Ik kreeg daar niet goed hoogte van. We weten eigenlijk niet hoeveel transformatietrajecten in onderhandeling zijn gestart, maar niet zijn afgerond. Later horen we wel dat er bij zestien projecten is verzocht om af te wijken, maar dat dat slechts bij twee is toegestaan. Ik sluit me dus aan bij het verzoek van de heer Van Dantzig om hierop een nadere rapportage te geven. We moeten hier echt de vinger aan de pols houden, want het gaat inderdaad om een vijfde van de hele voorraad. Dus dat is niet niets en dan kun je niet zomaar zeggen: ach, dan blijft het toch een kantoor. Wat het CDA betreft zijn die signalen niet alleen maar af te doen met: ach ja, ontwikkelaars, die piepen wat, maar daar trekken we ons niets van aan. We zijn nu eenmaal afhankelijk van deze mensen om te bouwen en ik vind ook dat we serieus in gesprek moeten gaan met die institutionele beleggers. Dat zijn juist partijen die als het goed is de langere termijn nemen en die ook zorgen voor onze pensioenen. Dus ik vind dat dit moet veranderen. Wat dat betreft sluit ik me aan bij het verzoek en ik vind het ook een heel goed idee om een onafhankelijke partij, juist een onafhankelijke partij, alles op een rij te laten zetten. Als we al die eisen nu bij elkaar opstapelen, hoe zinnig, verstandig en gewenst ze afzonderlijk ook kunnen zijn, wat komt daar dan uit en leidt dat inderdaad nu tot vertraging of zelfs het afblazen van projecten? De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor beantwoording van de vragen. Wethouder IVENS: Dit debat is een heel interessante want het geeft een beetje het spanningsveld aan waarin we op dit moment moeten opereren. We hebben eerder met elkaar gezien dat dit een stad is waar je nog wel een woning kunt vinden als je een heel dikke portemonnee meeneemt, maar iedereen met een laag of gemiddeld inkomen 41 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen heeft het echt heel moeilijk in deze stad om die woning te vinden. Dat heeft tot afspraken geleid die wij hebben vormgegeven. Afspraken waarbij we zeggen dat we middeldure huurwoningen langere tijd middelduur willen hebben. Afspraken waarbij we hebben afgesproken dat niet elke woning even welkom is als we ergens gaan bouwen, maar dat we specifieke woningen echt hard nodig hebben en dat we ons daarop richten. Dan is misschien wel de meest belangrijke vraag op welk rendement u nu gaat sturen, wethouder. Voor mij is er een heel duidelijk antwoord: het rendement dat het optimale bedient voor de mensen met die lage en gemiddelde inkomens die er nu niet aan komen en dat heeft u vertaald in een coalitieakkoord met 1670 middeldure huurwoningen en 2500 sociale corporatiewoningen. Dat is de uitdaging waar ik voor sta. En iedereen die nu zegt: ‘versoepel de regels’, vraag ik: en die 1670 middeldure huurwoningen en die 2500 sociale corporatiewoningen zijn niet meer nodig? Ik acht ze nog steeds heel hard nodig en volgens mij moet de discussie dus ook daarom gaan. Hoe gaan we alles op alles zetten om die resultaten uiteindelijk te behalen omdat we met elkaar hebben gezegd dat daar de aandacht op moet zitten? Dus we gaan niet achter signalen aan lopen wat wel of niet goed zou zijn voor de belegger. In die rendementen moet ik ook helemaal niet gaan denken. Maar wat is goed voor de stad? Die vraag moet volgens mij centraal blijven staan. (De heer VAN DANTZIG: Wethouder Ivens en ik zijn het natuurlijk eens, want dat hebben we afgesproken. Maar u begon uw betoog en dan zou het bijna zo kunnen zijn dat iemand die niet zorgvuldig luistert, zou denken dat niet alle woningen welkom zijn. Ik wil u toch even de kans geven dat te herstellen want het is natuurlijk wel zo, tenminste dat mag ik hopen, dat u als wethouder Wonen altijd zult kiezen voor woningen als we een leegstaand kantoor kunnen omvormen naar woningen waarbij er iets aan de criteria wordt gemorreld.) Ja, als wethouder Wonen zou je daarvoor kiezen, maar als wethouder van dit collegiale college zeggen wij dat kantoren ook welkom zijn. U heeft in de commissie de transformatiestrategie gehamerd omdat het allemaal zo goed ging. Inderdaad, we hebben die frictieleegstand gehaald. De heer Boomsma refereerde daar al aan. En is sommige gebieden is het helemaal niet erg als een kantoor uiteindelijk een kantoor blijft. Als we er nu niet aan durven vasthouden en zeggen: ‘wij vinden het belangrijk dat er sociale en middeldure huurwoningen komen’, dan zullen ze niet komen. Als hier een wethouder zou staan die zou zeggen: ‘ik ben er onzeker over of we moeten vasthouden aan onze criteria voor de transformatie’, dan weet ik precies wat de markt zal doen. Die zal gaan wachten, wachten en wachten totdat we verder hebben gesleuteld aan die criteria in de hoop dat ze beter worden. Volgens mij moeten we dat niet doen. We hebben die woningen nodig en snel. (De heer VAN DANTZIG: Volgens mij moeten we hierop gewoon een eenduidig antwoord geven. We zijn het er toch over eens dat we heel veel woningen nodig hebben en nu spreek ik de wethouder Economische Zaken ook nog wel eens buiten deze raadzaal. Ik denk dat die genoeg plekken kan vinden voor die kantoren. Wat ik nodig heb, en u hoeft niets te zeggen over welke afwijking etc. is het comfort dat de wethouder Wonen staat voor die woningen en als het nodig is altijd voor die woningen zal gaan. Ik vind het gewoon belangrijk dat daarop een eenduidig antwoord is.) Lees nog een keer die evaluatie van die kantorenstrategie. We hebben nu vier jaar lang de kantorenleegstand gehalveerd. Dus hier staat een wethouder die heel trots is dat we al die kantoren hebben getransformeerd, maar die nog trotser is dat we nu hebben 42 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen gezegd dat we bij die transformaties willen zorgen dat die woningen die we zo hard nodig hebben, centraal staan. Dus niet elke woning is goed. Niet zomaar: doe maar een woning en het is allemaal best. Nee, wij hebben gericht gezegd: wij willen zorgen dat het een stad blijft — en op de heer Van Schijndel na heb ik nog niemand gehoord die dat betwijfelt — waarin mensen naast elkaar kunnen wonen met een dikke portemonnee en een dunne portemonnee. Dus dat zullen we ook bij die transformaties moeten blijven bewaken. Daarom hebben we een transformatiekader waarover ik straks wat verder zal uitweiden. (De heer VAN DANTZIG: Ik doe toch nog een ultieme poging om er met elkaar uit te komen, anders ga ik ongeruster weg uit dit debatje dan dat ik eraan begon. Wethouder, we zijn er toch van overtuigd dat we die 7500 woningen moeten halen? Ik wil nu gewoon het comfort krijgen dat er binnen de gemeente Amsterdam alles aan gedaan wordt dat er woningen komen als er een transformatie aan tafel zit. Als u daar geen ja op zegt, dan zou ik graag van u willen weten welke woningen dan niet welkom zijn.) Even voor alle duidelijkheid: u vraagt naar transformaties. Van die transformaties is iemand anders eigenaar. Wij gaan wel over gronduitgiftes. Nee, wij willen niet overal woningen. Wij willen ook dat er parken ontstaan en misschien willen we ook wel dat er kantoren komen. We hebben meerdere smaken te bedienen. We hebben een hele hoop wensen die we ook willen realiseren. We hebben zelfs een transformatie waarbij we partijen zo ver proberen te krijgen of ze van hun locatie een school willen maken. Ook daaraan hebben we behoefte. Er zijn meer behoeftes in de stad dan alleen woningen. U snapt wel dat u deze wethouder Wonen kunt aanspreken op die kantorenleegstand die op dat frictieniveau blijft en op die 7500 woningen waarvan er 1670 tot het middensegment en 2500 tot de sociale corporatiewoningen behoren. Dus graag, blijft u mij hierop aanspreken. Dat is immers de kern van dit debat vandaag. De vraag waar het nu spaak loopt, is natuurlijk een vraag die als een rode draad door de discussie gaat. Dat is best wel een lastige vraag. Moet je het dan bij externen gaan neerleggen om te toetsen? Het gaat om het samenspel en om wat er uiteindelijk gebeurt. De grootste vraag die wij hebben, is niet de vraag waar het spaak loopt in de ontwikkeling, maar: redden wij onze 1670 en 2500 sociale corporatiewoningen? Dat is een heel grote vraag en die is heel spannend. Daarom ben ik blij met deze actualiteit, omdat ik u een beetje deelgenoot maak van de dilemma's waarvoor ik sta. Ik constateer ook dat die bouwkosten de afgelopen twee jaar met iets van 25% zijn gestegen. Ik snap het. Als je dan bijvoorbeeld een kantoor hebt of als je een locatie op het oog hebt, dan pak je nog eens even opnieuw de rekenmachine om te kijken of dat allemaal past. Als je daarnaast constateert dat bijvoorbeeld de kantorenmarkt ook is aangetrokken, dan snap ik wel dat je die rekenmachine pakt. Om dan te zeggen dat het komt door de gemeentelijke regels, nou, ik durf wel te betwijfelen of dat de enige bouwsteen is die daarvoor de verklarende factor is. En als u zegt dat we met gemeentelijke regels moeten gaan bijsturen om die hoge bouwkosten te compenseren, ik zie de heer Boomsma knikken, dan zegt u in feite: wethouder, u hoeft het coalitieakkoord niet meer uit te voeren. Dit hoeft geen stad te zijn waarin we allemaal gemengd kunnen wonen, want dat zal dan het resultaat zijn als we van alle kostenstijgingen zeggen: die pakken wij voor onze rekening. Dan bouwen we die gemengde stad niet meer. En dan zegt deze wethouder: daar pas ik voor, want ik wil die gemengde stad blijven bouwen. Maar het is inderdaad een enorm dilemma om op dit moment daar op een goede manier mee om te gaan omdat we die bouwkostenstijging van ongeveer 25% in twee jaar wel zien. (Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: De wethouder betwijfelt of de gemeentelijke eisen de hoofdveroorzaker zijn van het feit dat de productie mogelijk 43 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen achterblijft. Dat is precies de bedoeling van de motie die ik ga indienen. Dus ik zeg niet: u heeft het gedaan. Ik zeg: laten we in hemelsnaam kijken waar het zit. Dus dat is mijn oproep en dat is dan voor de tweede termijn. Ik heb nog een essentiële vraag. U schrijft in uw antwoord op vraag 2: “De ontwikkelaar gaat voor een maximaal rendement.” Daar werd u net ook naar gevraagd, maar u geeft geen antwoord. Mijn vraag aan u is kort en simpel: met welk rendement rekent u en wat is voor u het maximale?) Het rendement waarmee ik reken, is het rendement voor de stad: 2500 sociale corporatiewoningen, 1670 middeldure huurwoningen. Dat zijn de rendementen die wij als stad willen gaan bereiken. Ik heb nog een verklarende factor waardoor een deel van de bouw wellicht onder druk kan komen te staan en dat is dat er speculatief hoge kantoren zijn. U doet de assumptie dat de bouw stilvalt, maar ik zie dat nog niet, moet ik heel eerlijk zeggen. Ik hoorde iemand eerder zeggen: “Jammer dat er via de media gecommuniceerd wordt.” Ja, dat vind ik ook heel jammer, want ik lees in mijn bouwoverleg maar ook in het overleg over middeldure huur — en die partijen komen nog allemaal en de partijen maken zich serieus zorgen over de bouwkosten en over de capaciteit — dat partijen zich afvragen waarom er zo veel regels zijn en waarom het zo moeilijk is om te bouwen terwijl er voor de bestaande woningen een ontiegelijk rendement is. Dus het gaat om het samenspel, het samenspel van de woningmarkt. En in dat samenspel van de woningmarkt is het heel interessant dat er gisteren een Kamerdebat werd gevoerd over hoe we gaan voorkomen dat de beleggers de eigenaar-bewoners weren. Heel relevante elementen voor hoe uiteindelijk die hele woningmarkt eruit gaat zien. Voor de zomer gaan we van de minister een noodknop cadeau krijgen waarmee ze zegt dat we minder woningen gaan houden. Als we andere manieren hebben om ook die middengroep vast te houden, dan kun je gaan kijken of wij te veel regels aan het stellen zijn. Dus daarom is het een goede manier om met zo’n minister op te trekken. Maar door nu te zeggen dat wij moeten gaan kijken binnen het bestaande kader, doen we helemaal geen recht aan én de bouwkosten, én de bouwcapaciteit én de landelijke regels die er zijn én uiteindelijk ook wat er in het verleden is gebeurd en hoe speculatief panden en dergelijke zijn opgekocht. Laat Amsterdam nu niet gaan zeggen dat ze een eiland is in de grote zee. Dat zijn we niet. Er is echt een samenspel van alle partijen. (De heer VAN DANTZIG: Ik haakte natuurlijk even aan bij dat gesprek via de media. Nu bereiken mij veel telefoontjes van ontwikkelaars die zeggen: ik vind het moeilijk openheid van zaken te geven aan de gemeenteraad omdat ik bang ben dat dat later in een gesprek met de gemeente wellicht tegen me gebruikt wordt. Nu zeg ik altijd: onzin. Zo werkt het niet bij de gemeente, maar ik denk dat het zou helpen als de wethouder dat ook zou zeggen.) Ik ben het volstrekt met u eens, mijnheer Van Dantzig. Juist signalen van ontwikkelaars dat ze in de knel komen, worden heel erg gewaardeerd. Ik heb twee jaar geleden op een grote bijeenkomst met allerlei bouwers toen er ook signalen waren dat de transformaties zouden gaan stilvallen, gezegd: “Kom maar met voorbeelden, geef ze maar allemaal aan me door want dan kan ik kijken of we een versnelling kunnen maken.” Dat is gelijk al een kleine toezegging aan u. Kunnen wij het tempo omhoog schroeven? Ja, graag. Ik deel die ambitie. Dat tempo in die transformatie moeten we omhoog schroeven en dat kunnen we eigenlijk alleen maar doen als we praktijkvoorbeelden krijgen. En nee, dat gaan we niet nadragen. Sterker nog, ik ben er alleen maar blij om als we die signalen krijgen want daarmee kunnen we wellicht ook onze processen nog verder versnellen of misschien het samenspel verder versnellen en er weer van leren. Het ging om die versnelling. Dat was eigenlijk de hele achtergrond van dat actieplan Woningbouw. 44 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen Het ging erom dat we samen met alle partijen leren hoe we het zo snel mogelijk kunnen gaan doen. Dan zijn er nog vragen gesteld over de verleende bouwvergunningen. Ik heb een halfjaarsrapportage toegezegd over het woningbouwplan. Ik ben best bereid om in die rapportage de verleende bouwvergunningen ook op te nemen. Maar ik zeg u er wel even bij: dat is niet de indicator die we als zaligmakend moeten zien onder andere omdat dat nog niet betekent dat er daadwerkelijk gaat worden gebouwd. Je kunt ook een bouwvergunning hebben en toch niet gaan bouwen. Daarom meten wij start bouw. Op het moment dat die palen de grond ingaan, dan wordt er vaak wel doorgebouwd. Dus daarom meten we dat moment. U zegt dat dat een moment is dat de gemeente kan beïnvloeden. Ik kan die bouwvergunningen ook niet allemaal beïnvloeden, want ik vraag ze niet zelf aan. Dus het is geen zaligmakende indicator. Ik zeg alvast iets over de motie die u wellicht gaat indienen. Wij houden in de bouwvergunningen bij in welke prijscategorie het zit. Dus wat u vraagt in uw motie, kan niet. Ik heb geen prijscategorieën in bouwvergunningen zitten. Maar ik ben prima bereid daarop in onze halfjaarlijkse rapportages te reageren. Voor alle duidelijkheid zeg ik even dat het dan gaat over de halfjaarlijkse rapportages over het woningbouwplan, want ik kom nog met de eindrapportage van het oude actieplan woningbouw over het laatste jaar, dus 2018, over ongeveer een maand. Daarin wil ik niets meer opnemen, want dan moet ik het gaan vertragen. Dat zit immers al ver in het proces. Maar in de nieuwe rapportages neem ik dan die afgegeven bouwvergunningen op niet als dé indicator, maar gewoon zodat u daarvan kennis kunt nemen hoe zich dat ontwikkelt. D66 vraagt nog heel concreet of ik bereid ben nog met een brief te komen over de ervaringen in deze eerste drie maanden, dit kwartaal. Ik hoor en lees alle signalen en we hebben dit debat nu met elkaar, dus ik ben nu graag bereid toe te zeggen dat ik nog voor het zomerreces met een brief kom over wat er in de eerste drie maanden van dit jaar is gebeurd en of het nog loopt met die transformaties. Ik zal zo veel mogelijk van de vragen die heel specifiek werden gesteld, daarin meenemen. Het CDA stelde nog heel nadrukkelijk — en ik deel die mening wel — dat die kantorenleegstand in bepaalde gebieden heel pijnlijk kan liggen. Je kunt niet ieder gebied als hetzelfde beschouwen. Een toren in een woonwijk kan best wel goed zijn voor de woonwijk. Maar een kantorenwijk waar drie woningen staan, ja, dan zou het toch mooi zijn als daar wat meer kantoren naar woningen zouden kunnen worden getransformeerd. Dus daarnaar kijken we zeker op gebiedsniveau. Maken we wel genoeg tempo? De heer Van Dantzig noemde een paar voorbeelden van kantorenlocaties. Dat zijn precies van die locaties die wij ook in het vizier houden om te kijken of er tempo wordt gemaakt. Desnoods wordt er nog weer verder met partijen gesproken. (De heer VAN DANTZIG: Dank voor de toezegging. Ik ga niet heel erg zeuren over de termijn, maar ik zou wel willen oproepen tot enige spoed. Als het sneller kan dan de dag voor het zomerreces, dan zou D66 dat bijzonder waarderen. Ik worstel nog wel met iets wat ik hier gewoon open op tafel wil leggen. Er is natuurlijk een motie aangenomen voor een driemaandelijkse rapportage. Wat mij een lief ding waard zou zijn, is deze brief te hebben, maar dan zou ik wel van de wethouder toegezegd krijgen als we daarna nog periodiek zo'n rapportage zouden willen hebben, dat dat kan. Ik wil echt graag die vinger aan de pols houden.) Ik denk dat het goed is als ik zeg dat wij nog steeds rapporteren om het halfjaar. Daarin nemen we echt alles mee waarover we moeten rapporteren, dus dat is inclusief de stand van het vereveningsfonds. Ik heb u nu voor één keer een brief over drie maanden toegezegd en ik kan me zomaar voorstellen dat we ergens na de zomer bij die rapportage 45 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen als we die bespreken en u zegt dat u wat meer de vinger aan de pols wilt houden, dat we dat tussentijds nog eens wat vaker doen. Ik wil er dan geen rapportage van maken, want uiteindelijk wil ik dat de mensen in de projecten proberen te versnellen in plaats van dat ze papier aan het schrijven zijn. (De heer BOOMSMA: Goed dat de wethouder zegt dat er verschillen in de stad zijn, maar het CDA zou dan ook graag zien dat in die gebieden waarvan we zeggen: ‘daar is de transformatie naar woningen extra belangrijk en extra gewenst’, dat we daar dan ook een tikkeltje flexibeler zullen zijn ten aanzien van verzoeken om eventueel af te wijken van de kaders die zijn gesteld — dus wel conform de regels — teneinde daar die transformatie te bewerkstelligen die we allemaal zo graag willen.) Dat is helder dat u dat wilt. 40%-40%-20% is het kader en daarop zijn uitzonderingen mogelijk zoals u weet. Er wordt soms ook bij projecten gekeken hoe zich dat verhoudt. Op zich hebben we daar een duidelijk spelregelkader dat daarvoor ook ruimte biedt. Ik zei u net ook: wij kijken daarbij ook op welke locatie daadwerkelijk gebouwd gaat worden in plaats van alleen maar generiek en alles hetzelfde. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ik vroeg om twee notities. Eentje over mededingingsregels en de andere over de planvoorraad.) Ik was eigenlijk nog niet aan uw vragen toegekomen. U zit daar echt anders in de wedstrijd dat andere partijen, want u bent de enige die zegt buurten te willen hebben waarin alle sociale woningen staan en buurten waar alleen de mensen met een hoger inkomen kunnen wonen. Dat is een zeer nieuw geluid in de Amsterdamse gemeenteraad waarover ik mij gelijk wat zorgen maak. Het enige wat ik altijd vond in onze gemeenteraad van links tot rechts is die ongedeelde stad waar mensen, rijk en arm, met elkaar kunnen wonen in plaats van dat ze in aparte delen gaan wonen. Dat is uw geluid; dat is uw visie. U vraagt naar de planvoorraad. Die is op dit moment op peil. In de rapportages wordt daarover weer gerapporteerd. Ik geloof dat we dit jaar een planvoorraad hebben van ik geloof 13.000 woningen. Marktpartijen kunnen aan de gang. We weten allemaal dat er altijd een uitval is van ongeveer de helft. Dus ik hoop dat we die 7500 gaan halen. Maar doordat die bouwkosten wat omhoog zijn gegaan, maak ik me wel wat zorgen daarover. En als het gaat om de Europese regels die dwars zitten: elk voorstel dat we doen, wordt los daarvan gewoon weer bekeken en ik zie enorm uit naar de debatten die we gaan houden. U weet, ik heb recent een voorstel gedaan voor middeldure koopwoningen en ik heb recent een voorstel gedaan voor een verhuurverbod. Dat zijn dingen die juridisch ook weer gewoon zijn getest. Bij ons komen geen dingen door het college als de juristen van de gemeente niet zeggen dat daar goed naar gekeken is. Dus op zich is dat bij die voorstellen gedaan en ik zie uit naar het debat daarover. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé voor een tweede termijn. Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Ik heb twee toezeggingen genoteerd van de wethouder waardoor ik twee moties niet ga indienen. De eerste toezegging is dat bouwers en investeerders die zorgen of knelpunten ervaren, zich bij de wethouder kunnen melden en dat hij daar serieus naar wil kijken. Dat staat genoteerd. De tweede toezegging is dat u met een rapportage komt over de verleende bouwvergunningen in het middenhuursegment en daarom ga ik dat niet indienen. Dan houd ik één motie over en dat is de onafhankelijke toetsing van die knelpunten. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 46 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen 92° Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake de actualiteit over stokkende woningbouwproductie in Amsterdam (Onafhankelijke toetsing knelpunten woningbouwproductie) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 310) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te inventariseren, in samenwerking met een onafhankelijk bureau en/of universiteiten, in hoeverre de opeenstapeling van gemeentelijke eisen de bouw van middenhuurwoningen in nieuwbouw- en transformatieprojecten verhindert; - daarbij zoveel mogelijk externe partijen, waaronder de vereniging van Institutionele Beleggers in vastgoed Nederland, te betrekken; -_ de gemeenteraad uiterlijk eind juni 2019 over de uitkomsten te informeren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor een preadvies op de motie. Wethouder IVENS: Mevrouw Naoum Néhmé stond op en toen besefte ik dat ik een antwoord nog niet had gegeven en dat is de vraag over inflatie volgen in de middeldure huurregels. De middeldure huurregels zijn we op dit moment tegen het licht aan het houden, ook in overleg met de marktpartijen met wie we ooit de contouren ervan hebben opgesteld. Daarbij kijken we naar alle elementen inclusief of het huurbeleid inflatievolgend is plus een klein percentage zoals zij eerder hadden voorgesteld. Dus daarnaar wordt gekeken. Mijn excuses dat ik die vraag was vergeten. Even voor de volledige scherpte: ik heb u toegezegd te rapporteren over de verleende bouwvergunningen, maar niet specifiek over het middensegment omdat we die niet in categorieën hebben. Dank dat u de twee moties niet indient. Helaas weet u wat het advies gaat worden op de motie die u wel indient. Dat wordt een negatief advies en ik zal negatief adviseren omdat ik toch echt zeg dat wij als gemeente niet volledig die verantwoordelijkheid op ons moeten laden om dit alemaal te gaan onderzoeken. Amsterdam is geen eiland in het grote Nederland. Ik vind juist dat we die bal moeten leggen op de plekken waar die hoort: bij de bouwkosten, bij de speculatieve aankopen en bij het Rijk. Gaan wij deze motie uitvoeren, dan zeggen we in feite dat wij de verantwoordelijke zijn, maar volgens mij moeten we onze schouders eronder zetten om te zorgen voor die betaalbare woningen. Daarvoor doen we wat we kunnen. Daarvoor zetten wij ons in. En het zou mooi zijn als we daarin wat meer bondgenoten zouden vinden. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 310). De motie-Naoum Néhmé en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 310) wordt bij zitten en opstaan verworpen. 47 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 310) is verworpen met de stemmen van de VVD, het CDA, Forum voor Democratie en de ChristenUnie voor. 24B Actualiteit van de leden Hammelburg en Naoum Néhmé inzake het bericht dat professionele bendes betrokken zijn bij fraude met sociale huurwoningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 277) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hammelburg. De heer HAMMELBURG: De berichtgeving in Het Parool het afgelopen weekend was glashelder. Professionele bendes hebben het gemunt op de Amsterdamse sociale huursector. Ik was dan ook geschokt te lezen hoe nauwgezet deze criminelen te werk gaan met louche bemiddelaars en vervalsingen van officiële documenten. De fraudeonderzoekers van woningcorporatie Ymere zeiden in de krant dat ze in vijftien jaar tijd nog nooit zo’n professionele aanpak hadden gezien. Ik kan u zeggen dat mijn haren daarvan recht overeind gingen staan. Toch was dit nieuws waarvoor we al een aantal jaren bang waren. Het blijkt namelijk ontzettend lastig te zijn om een vinger te krijgen achter de exacte omvang van het woonfraudeprobleem. Corporaties schatten dat er met 8% tot 20% van hun woningen wordt gefraudeerd, maar ze blijven achter de feiten aan lopen doordat fraudeurs steeds beter weten onder de radar te blijven. We zijn in een soort kat-en-muisspel beland met criminelen en dat baart D66 ontzettend veel zorgen. Dat is ook de reden waarom wij een maand geleden al de schriftelijke vraag stelden of het college zicht heeft op hoe groot het fraudeprobleem daadwerkelijk is in de sociale huursector. Dit, omdat er minder gevallen van fraude worden opgespoord terwijl er een breed gedragen gevoel is dat het probleem juist groter wordt. Dat dit breed gedragen gevoel klopt, werd dit weekend wel duidelijk. Dit weekend werd wat D66 betreft ook duidelijk dat de oorlog met fraudeurs is geopend en dat er in Amsterdam geen ruimte is voor dit soort walgelijke praktijken en dat we er juist in deze tijden van woningnood alles aan moeten doen om er voor alle woningzoekende Amsterdammers te zijn — ook die woningzoekende Amsterdammers die al jaren op de wachtlijst staan. Dankzij het goede nieuws uit Den Haag kunnen we straks veel grotere boetes uitdelen en ons lik-op- stukbeleid verbeteren, maar de zorgen over criminele bendes die actief zijn in onze stad zijn daarmee niet weggenomen. In de krant lazen we dat corporaties, gemeenten en rijksoverheid naar elkaar blijven wijzen, maar wat ons betreft is het nu de tijd dat de gemeente hier de regie pakt. Daarom heb ik een aantal vragen aan de wethouder. Hoe was de reactie van de wethouder toen hij dit nieuws hoorde? Heeft hij direct de telefoon opgepakt toen dit nieuws uitkwam? Vraagt dit nieuws om een nieuwe aanpak op de woonfraude? Met andere woorden: is meer handhavingscapaciteit een oplossing of gaat het juist om een andere manier van handhaven? Op dit moment is in Amsterdam zo'n 15% van de jaarlijks vrijgekomen woningen te danken aan huuropzeggingen en ontruimingen in het kader van woonfraude. Corporaties geven aan dat dit percentage zou kunnen stijgen als er meer capaciteit kan worden ingezet en er slimmer wordt gewerkt met behulp van bijvoorbeeld big data. Is de wethouder hierover in gesprek met de corporaties? De gemeente zou hier wat mij betreft samen met het Rijk, samen met privacyjuristen alle wegen moeten verkennen die mogelijk zijn. Dan de laatste vraag ten slotte. Geeft de aanwezigheid van professionele bendes en de al eerder gedane constatering dat fraudeurs beter onder de radar weten te blijven, aanleiding om met corporaties een verscherpt actieplan op woonfraude op te stellen of een convenant? Ik 48 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen heb hiertoe een motie klaarliggen waarin ik de wethouder vraag met een plan van aanpak te komen voor het uitwisselen van informatie samen met corporaties en hogere overheden en te onderzoeken of een nieuwe aanpak op die woonfraude nodig is. Ik wacht het antwoord van de wethouder even af. Aansluitend wil ik benadrukken dat in onze stad voor frauderende bendes gewoonweg geen plek kan zijn en dat we alles in werking moeten stellen deze figuren met pek en veren de stad uit te jagen. De Amsterdammer die jarenlang op de wachtlijst staat voor een sociale huurwoning en die echt recht heeft om in zo'n woning te wonen, mag nooit de dupe worden van boeven die grof geld willen verdienen aan de schaarste op de woningmarkt. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé. Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Ik houd het kort. Temeer omdat we in de volgende raad al uitgebreid spreken over de aanpak van fraude met sociale huurwoningen, wil ik het met het oog op mijn spreektijd houden bij drie vragen aan de wethouder. In hoeverre doet de gemeente nog aan bestandsvergelijking waarbij de gemeentelijke basisadministratie met bijvoorbeeld data van de FIOD of de Belastingdienst of de Dienst Werk en Inkomen wordt vergeleken? En als dit dan gebeurt, worden deze data-analyses met de corporaties gedeeld? Ik krijg namelijk van hen signalen dat de gemeente helaas steeds minder met corporaties deelt. Tot slot, hoe kijkt de wethouder aan tegen de verstandige verantwoordelijkheid van de gemeente om de juistheid van de in de GBA opgenomen adressen te controleren? Ik dien daartoe bij dezen een motie in. (Mevrouw DE JONG: Ik heb een vraag over de motie. Ik zou graag het dictum van de motie even horen zodat we daarover het debat kunnen voeren voordat we moeten gaan stemmen zonder dat we de tekst precies kennen.) De VOORZITTER: De motie ligt al hier. Zal ik die eerst maar even voorlezen? De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 93° Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder inzake de actualiteit over het bericht dat professionele bendes zijn betrokken bij fraude met sociale huurwoningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 311) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de Amsterdamse woningbouwcorporaties in hun strijd tegen fraude bij te staan door middel van een analyse verricht door de Dienst Basisinformatie in samenwerking met de Dienst Wonen waarbij het controleren van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) centraal staat en gebeurt op basis van een risicokaart; - hierbij onder andere belangrijke fraude-indicaties te betrekken zoals overbewoning en schijnverhuizing, maar ook te kijken naar herkomst, bewoningspatroon, gezinssituatie en het aantal inschrijvingen op woningen in verhouding tot de oppervlakte; - het Team Identiteitsfraude van de gemeente de Amsterdamse woningbouwcorporaties daar waar nodig hulp en advies laten verlenen om brondocumenten en legitimatiebewijzen op echtheid te controleren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. 49 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen (Mevrouw DE JONG: Als GroenLinks zijn wij natuurlijk ook tegen fraude met sociale huurwoningen. Daar vindt u ons aan uw zijde. Maar, mevrouw Naoum Néhmé, ik zou u wel willen vragen wat u bedoelt met het woord ‘herkomst’ in die motie.) Hoe het er staat. (Mevrouw DE JONG: Ik bedoel, wat wil het woord herkomst zeggen? Het impliceert dat wanneer bewoners van een sociale huurwoning een bepaalde afkomst of herkomst hebben, strenger gecontroleerd zouden moeten worden op sociale woninghuurfraude dan anderen. Bedoelt u dat? En zo nee, waarom is dat dan een relevante factor die moet worden onderzocht?) Ik heb het over de risicokaart waarbij je eigenlijk risico-indicatoren meeneemt. De gemeente heeft met herkomst gewerkt toen GroenLinks in het college zat in de aanpak van de Bulgarenfraude met de toeslagen. Dus ik heb het eigenlijk een beetje afgekeken van hoe wij fraude in het verleden hebben aangepakt met bestandsvergelijkingen. Toen was herkomst daarin een belangrijke factor. Dat noem ik als voorbeeld. (Mevrouw DE JONG: Ik vraag ernaar omdat in de motie wordt gezegd dat er bepaalde fraude-indicatoren zijn. Die staan in de risicokaart, maar ook herkomst en nog een aantal andere factoren. Dus ik wil graag heel goed weten wat u daarmee bedoelt. Het zou kunnen dat ik een stuk positiever over de motie kan zijn als u dat woord er uithaalt. Maar ik vind het een lastige term in de motie en daarom denk ik dat het goed is dat we hier het debat daarover kunnen voeren als u een motie indient met dit soort woorden erin.) Goed dat u de motie toch al bij u heeft, want ik zie u op uw telefoon kijken. Dan was mijn citaat eigenlijk niet nodig. Ik ga dat woord er niet uithalen, want dat zou suggereren dat ik daarmee een kwade bedoeling heb, die ik niet heb. Het staat zoals het er staat. Je maakt een risicokaart; je neemt daarin heel veel afwegingen mee en ik zou zeggen: luister wat de wethouder hierover zegt en ga er zo dadelijk met hem en met mij over in debat. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. Mevrouw KILIG: Ook dank aan mijn collega’s om dit onderwerp te agenderen. Ik wil me aansluiten bij de zorgen die hier zijn geuit over de fraudeproblematiek in de sociale huursector. Het is zeer ernstig dat de burger die eigenlijk gewoon netjes wacht op zijn of haar beurt om in aanmerking te komen voor een woning, hiermee wordt benadeeld. Wat ook ernstig is, is dat het vertrouwen van die burger in de sociale huursector wordt geschaad. Kortom, dit is een probleem dat al onze aandacht verdient en ik ben ervan overtuigd dat de wethouder deze zorgen ook deelt en met een plan komt voor specifiek deze vorm van fraude. Graag zou ik dat van de wethouder willen horen. Daarnaast is in de berichtgeving te lezen dat het een nieuw fenomeen is. Ik zou graag willen weten in hoeverre het een nieuw fenomeen is. Ik twijfel er niet aan dat het aan de ene kant door de huidige verhitte woningmarkt aantrekkelijk is geworden voor criminelen om hun slag te slaan en aan de andere kant dat mensen kennelijk uit nood bereid zijn om dergelijke exorbitante bedragen te betalen voor een sociale huurwoning. Maar er zijn eerder soortgelijke berichten in de media verschenen over fraude bij toewijzing van sociale huurwoningen. Ik vraag me dan ook af of er naar aanleiding van eerdere soortgelijke berichten over fraude geen aanpak is ontwikkeld. Ik ga ervan uit van 50 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen wel, maar ik vraag het toch maar een keer. Zo ja, hoe zag die eruit en bestaat die nog en is die aanpak niet meer voldoende om de huidige problemen aan te pakken? Zo nee, waarom niet, waarom is deze dan niet meer voldoende”? De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Jong. Mevrouw DE JONG: Vorige week was in het nieuws dat er grootschalige fraude is door bendes waardoor veel mensen illegaal kunnen onderhuren. Dat is een groot probleem voor onze stad en wel om twee redenen. Ten eerste zijn dit sociale huurwoningen en die zijn bedoeld voor de mensen die ze het hardst nodig hebben. Als die op illegale wijze aan anderen worden verhuurd, is dat een probleem omdat we nu al enorm lange wachtlijsten hebben, veertien jaar gemiddeld, en aan ons de taak dat op te lossen. Dan moeten die woningen echt worden bewoond door mensen die daarvoor in aanmerking komen. Ten tweede tast het het gevoel van rechtvaardigheid aan. Als mensen al veertien jaar op een wachtlijst staan, maar ze zien wel dat iemand anders zo’n woning krijgt, dan ondermijnt dat het gevoel van rechtvaardigheid. GroenLinks is uiteraard voor de aanpak van deze woonfraude op grote schaal en heeft een aantal vragen aan de wethouder. Wij kunnen ons grotendeels aansluiten bij de woorden van de heer Hammelburg die er al naar vroeg. Hoe groot is het probleem nu ongeveer? Weten we dat eigenlijk en kunnen corporaties dat zeggen? Ze geven een indicatie, maar waarop baseren ze dat? En als ze dat weten, waarom worden die illegale onderverhuringen dan niet gewoon aangepakt? Hoe loopt de aanpak van woonfraude op dit moment? Hoe gaat de samenwerking van woningcorporaties en hoe ziet de wethouder ruimte voor verbetering in die aanpak? Tot slot zou ik de wethouder willen vragen te reflecteren op de motie van mevrouw Naoum Néhmé en in het bijzonder op de indicatoren die zij noemt zoals zojuist in het debat gewisseld. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. De heer MBARKI: Bij de actualiteit hiervoor hebben we natuurlijk gesproken over de woningnood in Amsterdam, maar we hebben niet alleen last van woningnood, maar ook van woningfraude. Dat maakt het alleen maar erger. En op het moment dat er professionele bendes in de stad zijn die door illegale onderhuur en valsheid in geschrifte frauderen op de woningmarkt, heeft dat natuurlijk ook nog eens een enorme impact op die voorraad. Het zorgt ervoor dat mensen moeilijker aan een passende woning kunnen komen en dat het aanbod gewoon minder beschikbaar wordt. Het is dan ook een goede zaak dat deze fraude hard wordt aangepakt en dat deze woningcorporaties zelf al een eerste stap hebben gezet door met elkaar informatie te delen, maar ik wil wel graag opmerken dat woningfraude niet alleen maar een zaak is van woningcorporaties. Het is volgens mij veel breder. Zo zagen we afgelopen week dat er een inval was door de politie in het hele land op allerlei plekken waar sprake was van illegale onderhuur door criminelen. Woonfraude komt ook voor door bijvoorbeeld vervalsing bij hypotheekaanvragen of overbewoning. Dit zagen we al eerder in Den Haag. Daar is heel veel ervaring met dit soort gevallen. Dus dit dupeert niet alleen de woningzoekenden, maar ook makelaars, tussenpersonen, buurtbewoners. ledereen heeft last van woonfraude, dus het is goed dat we dit aanpakken. Ik heb een aantal vragen aan de wethouder. Kan de wethouder ingaan op hoe het zit met de middelen die hij voorhanden heeft om woonfraude aan te pakken? Zijn er ook andere manieren om bijvoorbeeld de informatie die corporaties nu met elkaar delen, breder met andere partijen te delen in het 51 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen kader van de aanpak van deze ondermijningsvorm — wat dit ook echt is? En ten slotte, kent de wethouder de Haagse aanpak? Daar werken ze met bandbrigades waarbij integraal wordt gekeken naar fraude en overlast en waarbij het direct inzichtelijk wordt gemaakt waardoor adequaat kan worden gehandeld. Ik kijk uit naar de beantwoording. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de motie. Wethouder IVENS: Het gaat hier over deze vorm van fraude en wat het zo bijzonder maakt is dat het gebeurt bij de woningtoewijzing. Meestal kennen we fraude van dat iemand zijn woning doorverhuurt aan iemand anders, maar hier wordt de woning echt toegewezen aan iemand die niet degene is aan wie die woning toegewezen zou moeten worden omdat er echt gefraudeerd wordt met onjuiste documenten die er heel echt uitzien, zo vernamen we uit de media. Dus ze worden heel professioneel vervalst. Dat is een zorg, maar mijn zorg is wel breder en betreft het hele verhaal van de fraude en illegale onderverhuur. Ik was gisteren bij een hoorzitting in de Kamer en daar zei een directeur van de Woonbond: “Waar de druk op de woningmarkt het grootst is, zie je dit verschijnsel van illegale onderverhuur het meest.” We weten allemaal dat de druk op onze woningmarkt de afgelopen jaren groot is, maar het aantal meldingen van woonfraude neemt af. Dat vind ik wel een belangrijk punt. Wacht even, het gaat toch niet normaal worden? We gaan toch niet meer niet melden als we het zien? Daar zit mijn zorg. Daarom ben ik blij met alle bijdragen die u heeft geleverd om heel sterk de uitspraak te kunnen doen dat we dit niet normaal gaan vinden, deze vormen van illegale onderverhuur. En dan de vraag of dit al eerder in het vizier is gekomen. Ja, we hebben eerder gezien dat die meldingen afnamen en we hebben eerder dus ook gezien dat we op een andere manier moeten gaan handhaven. Het is hetzelfde als wat we op een gegeven moment hebben gezien bij toeristische verhuur. Als dit niet meer van de meldingen komt, dan moeten we op een innovatievere manier te werk gaan. Zo hebben we sinds 2017 in de begroting extra geld uitgetrokken voor prioriteit Zoeklicht, dus om deze vorm van woonfraude serieus aan te pakken. Vanaf vorig jaar is daarvoor 1 miljoen euro vrijgemaakt om op een serieuze manier bestanden binnen de gemeente bij elkaar te brengen, aan elkaar te koppelen om daarmee te zorgen dat we gerichter adressen kunnen vinden. Omdat er minder binnenkomt als melding, zullen wij meer moeten puzzelen. Daarvoor werken we samen met de corporaties in dat Zoeklichtverband en daarin investeert de gemeente dus ook. De corporaties hebben de afgelopen jaren ook geïnvesteerd in meer fraudehandhavers. Dus daarvoor ook mijn complimenten. Is dan alles af? Nee. Ik heb ook nog een paar verzoeken. Er is een landelijke aanpak Adreskwaliteit en ik heb gisteren richting de Tweede Kamer gevraagd die landelijke aanpak ook eens een keer te richten op specifiek woonfraude. Dus niet alleen op inschrijvingsfraude, maar ook op woonfraude in met name het sociale segment. De Kamerleden leken daar wel oren naar te hebben, maar het debat met de minister moet volgens mij nog volgen. Ik heb ook aangegeven, zoals de heer Hammelburg aangaf, dat die hogere boetes kunnen helpen, maar zoals het er nu staat, lees ik dat die hogere boetes alleen maar bij recidieven worden toegepast. Ik hoop dat we bij woonfraude dat herhaalgeval hoe dan ook voorkomen. Daar wordt namelijk het contract beëindigd. Maar ik hoop dat we die hogere boete ook bij een eerste overtreding van woonfraude en zeker als er al enkele jaren wordt gefraudeerd, kunnen inzetten. Daarover moet de Kamer nog met de minister debatteren, maar ik heb het idee dat we het allemaal eigenlijk wel eens zijn. Dit probleem moet worden aangepakt. De Kamer, de minister vindt dat. Dus ik hoop dat die ruimte er komt om die hogere boetes ook te kunnen opleggen in een eerste geval. 52 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen (De heer HAMMELBURG: Het zal u niet verbazen dat D66 ontzettend verheugd was over de brief van de minister over de verhoogde boetes. Ik denk dat we hiermee een heel grote stap kunnen maken. We doen hier samen dan maar het vreugdedansje in deze raadzaal. Ik wil nog wel even een stapje terug. We lezen en horen de afgelopen dagen in verschillende krantenberichten en van verschillende corporaties dat ze zeggen: het is eigenlijk zo dat overheden en corporaties op verschillende niveaus naar elkaar blijven wijzen voor de beste aanpak. We zien ook dat het gaat om een gebrek aan informatie-uitwisseling. Daar is het voor mij nog een beetje een black box. Ik denk dan: als er tientallen verschillende databestanden zijn die mogelijkerwijs zouden kunnen worden gebruikt, of het juridisch haalbaar is, of de privacy het toestaat, dat wil ik allemaal weten, maar dan zou ik zo graag op korte termijn en het liefst per brief willen weten hoe het nu zit, wat we nu al doen, wat er nog moet gebeuren, hoe het met het convenant staat, of er een nieuw convenant komt en hoe we daarmee aan de slag gaan. En dan het liefst samen met andere overheden, met alle corporaties en samen met privacyjuristen.) Ik haal even twee dingen uit elkaar, want ja, Het Financieele Dagblad is begonnen met de berichtgeving hierover en daarbij leek het alsof de corporaties zeiden: we werken niet goed samen met de gemeente. Ik heb daarna direct contact gezocht met de directeur van de Federatie Woningcorporaties en gezegd: “Is er iets aan de hand, weet ik iets niet?” Die zegt ook dat we daarin prima samenwerken. Dus dat was kennelijk vanuit de operationele hoek geuit. Het zal waar zijn wat er in de krant staat, maar dat werd niet breed herkend. Ik zie het wel als een uitdaging om het te blijven opnemen en tegen elkaar te zeggen: we moeten hier met elkaar samenwerken. Gisteren in de Kamer is er uitgebreid over gesproken en je merkt wel dat er bij die privacywetgeving een soort angst zit. Die privacywetgeving biedt heel veel mogelijkheden en dat ga ik niet gebruiken als argument waarom het allemaal niet kan, maar er is soms wel een angst om iets te delen en dat je dan de privacy schendt. U weet dat daar behoorlijke boetes op staan. Daar hebben we nu aangegeven dat we binnen de gemeente gaan kijken hoe we die barrières kunnen beslechten. Ik was gisteren vooral blij met de brief van de minister waarin ze zei dat AVG geen probleem vormt, maar ze hoort wel dat daarover in de praktijk wat vraagtekens zijn hoe dat uiteindelijk gaat. Ze pakt graag die handschoen op om goede afspraken te maken over hoe binnen de AVG kan worden gewerkt. Privacybescherming vinden we ook belangrijk, dus we zien het als een mooie uitdaging om binnen de AVG te kijken hoe we een goede, operationele handelwijze kunnen verkrijgen en dat pakken we zelf ook op. (De heer HAMMELBURG: Ik denk dat we een heel eind gaan komen. Het liefst zou ik graag van de wethouder een toezegging krijgen dat de raad per brief en het liefst voor het zomerreces, liefst voor 1 juli, wordt geïnformeerd over de huidige stand van de aanpak van woonfraude, of er behoefte bestaat aan een hernieuwde aanpak en alle vragen die ik hiervoor heb gesteld over het uitwisselen van informatie tussen de tientallen verschillende bestanden, overheden en corporaties met daarbij het juridisch perspectief.) Ik heb een brief over wat we allemaal al aan het doen zijn al toegezegd in de commissie. U vraagt er nu nog een aanvulling op. Ik zeg u met liefde toe dat bij de brief op te nemen, want ik deel volledig deze insteek. Een punt van voorzichtigheid: In de commissie heb ik gezegd dat die brief in september naar u komt. Ik hoop dat het lukt voor de zomer, maar ik wil wel dat het een sluitend verhaal is en ik hoor de afgelopen tijd 53 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen zoveel suggesties gewekt worden … Mediadruk helpt toch altijd weer om er verfrist naar te kijken. Ik ga mij inspannen om de brief voor de zomer richting raad te zenden, maar zie dat als een inspanningsverplichting. Ik wil wel met een goed verhaal komen waarmee we u echt kunnen bedienen en zodat we echt kunnen aangeven hoe we het verder versterkt kunnen gaan opzetten. (De heer HAMMELBURG: We zijn er bijna volgens mij. Ik begrijp dat het lastig is en ik heb er het volle begrip voor als de wethouder over drie maanden per brief de raad en de commissie zegt dat het lastig was, hoever hij is gekomen en wat er nog moet worden uitgezocht, maar ik wil echt graag voor 1 juli worden geïnformeerd. Het is voor ons echt urgent. Wij schrikken van deze berichten. Dus het is echt tijd dat we beter inzicht krijgen in wat er aan de hand is.) Ik wil graag dat u na dit lange debat tevreden naar huis gaat dus dan doen we dat op die manier. Dan kom ik op zijn minst met een tussenstand voor de zomer. Volgens mij heb ik alle vragen beantwoord. Ik moet de heer Mbarki een ding schuldig blijven. De pandbrigade, daar heb ik me ooit in verdiept, maar ik heb op dit moment niet precies in mijn hoofd hoe dat zit. Daarop moet ik dan in die brief even terugkomen wat die Haagse pandbrigade ook alweer inhoudt. De motie nr. 311 die is ingediend. U hoorde het net al een beetje en dat was ook zo bij de opmerking van de heer Hammelburg die overwoog een motie in te dienen over een plan van aanpak en dergelijke. Het zou mij enorm helpen als wij met elkaar stevig stelling nemen tegen vormen van illegale onderverhuur. Ik zie dat deze motie voor een groot deel dingen bevat waarmee we aan de slag zijn en voor een deel ook wat nieuws in de zin dat we nog veel beter die bestanden gaan koppelen en er goed gebruik van maken. Ik denk dat dit een steun in de rug is voor datgene wat ik ook wil. Ik denk dat het goed is dat we hier eensgezind de schouders onder zetten. Maar dan één opmerking gezien het debatje dat net werd gevoerd: hoe ik het woord ‘herkomst’ lees, is niet afkomst, maar herkomst. En dat houdt in waar je daarvoor hebt gewoond. Dat is voor ons wel een interessante indicator, maar niet in de zin van afkomst of groep mensen waartoe je behoort. Zo lees ik het niet. Ik vind het een interessante indicator waar je vandaan komt en waar je heen gaat ongeacht wat voor Amsterdammer of doen-alsof-Amsterdammer je bent. (Mevrouw DE JONG: Ik heb net die vraag gesteld aan mevrouw Naoum Néhmé en ik heb gevraagd of ze met herkomst afkomst bedoelt. Daarop heeft zij bevestigend geantwoord. Dat was inderdaad wat zij bedoelde. Dus de indiener leest de motie heel anders. Daar heb ik heel veel moeite mee. Mijn vraag aan de wethouder is wat het uitmaakt wat de herkomst is, wat je vorige woonplaats is geweest. Waarom zou dat een risicofactor zijn of je woonfraude pleegt of niet?) Wat gisteren in die hoorzitting heel veel langskwam, is dat mensen bijvoorbeeld ergens een koopwoning hebben waarop ze hypotheekrenteaftrek krijgen en aan de andere kant een sociale huurwoning bezitten. Het is dan wel interessant als iemand een sociale huurwoning gaat krijgen, om even te kunnen kijken of die koopwoning daadwerkelijk is verlaten. Dus waar kom je vandaan? Als die koopwoning er nog steeds in zit en je volgens de Belastingdienst daarvoor nog steeds hypotheekrenteaftrek krijgt, dan is dat toch een indicator dat die verkregen sociale huurwoning wellicht niet is verkregen voor diegene die die woning het hardst nodig heeft. Je kunt het natuurlijk ook omdraaien. Dus het is interessant om dat te doen. Mijn experts woonfraude zeggen ook dat dat een interessante indicator is om ook mee te bekijken. 54 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen (Mevrouw DE JONG: Voor dat laatste kan ik dan begrip opbrengen. Ik moet wel zeggen dat GroenLinks dan zou hechten aan het woord ‘woongeschiedenis’ bijvoorbeeld. Ik heb er echt moeite mee als het woord herkomst in de motie blijft staan. Dan zal mijn fractie tegenstemmen. Ik heb uw oproep gehoord dat u een breed gedragen signaal wilt uitdagen. Als GroenLinks willen wij dat heel graag steunen. Dus mijn vraag aan mevrouw Naoum Néhmé is dan toch om het woord herkomst te veranderen in woongeschiedenis en dan kunnen we allemaal voor de motie stemmen en dan heeft mevrouw Naoum Néhmé gewoon een breed gedragen motie.) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé voor een tweede termijn. Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Ik ben niet de politiek ingegaan om debatten met elkaar te voeren over de betekenissen van woorden. Als u mijn intenties niet vertrouwt, dan is dat maar zo. Maar ik ga geen woord veranderen aan deze motie. Als u dit onderwerp belangrijk vindt en het is een heel lange overweging, dan wekt u nu de indruk — en dat wil ik u echt meegeven — dat u op zoek bent naar redenen om hiertegen te stemmen. (Mevrouw DE JONG: Ik zou absoluut niet willen twijfelen aan de bedoelingen van mevrouw Naoum Néhmé. Daarom vertrouw ik erop dat het voor haar geen enkel probleem zal zijn om het woord te veranderen in woonhistorie of woongeschiedenis. Dat zijn de gebruikelijke termen. Ik denk dat het goed is voor de overlevering als we gewoon de woorden gebruiken die we bedoelen.) Ik zie hem hier zitten. Een prachtig repliek heeft hij hier twee weken geleden geschreven over hoe Groenlinks eigenlijk niets anders doet in dit huis dan woordspelletjes spelen en dan bij zo'n belangrijk onderwerp haalt ze één element eruit om over iets waarvan heel Nederland denkt: wat doen ze daar in Amsterdam? 20% van onze sociale huurwoningen worden illegaal verhuurd en dan gaat u mij aanpakken op het woord herkomst terwijl u glashelder weet — en ik heb u verwezen naar waar het woord vandaan komt met een college waarvan GroenLinks onderdeel was. Van de grootste partij van Amsterdam had ik echt iets anders verwacht. (Mevrouw DE JONG: Het is geen interruptie meer, maar een ordevoorstel. Ik wil graag twee minuten tijd om een motie voor te bereiden die ik zo ga indienen. De VOORZITTER schorst de vergadering voor twee minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Jong. Mevrouw DE JONG: Wij kunnen weer verder met de vergadering. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé die nog bezig was met haar tweede termijn. Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Ik wil een gewijzigde versie van mijn motie indienen. 55 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen De motie-Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 311) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 94° Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder inzake de actualiteit over het bericht dat professionele bendes zijn betrokken bij fraude met sociale huurwoningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 312) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de Amsterdamse woningbouwcorporaties in hun strijd tegen fraude bij te staan door middel van een analyse verricht door de Dienst Basisinformatie in samenwerking met de Dienst Wonen waarbij het controleren van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) centraal staat en gebeurt op basis van een risicokaart; - hierbij onder andere belangrijke fraude-indicaties te betrekken zoals overbewoning en schijnverhuizing, maar ook te kijken naar de woongeschiedenis, het bewoningspatroon, de gezinssituatie en het aantal inschrijvingen op woningen in verhouding tot de oppervlakte; - het Team Identiteitsfraude van de gemeente de Amsterdamse woningbouwcorporaties daar waar nodig hulp en advies laten verlenen om brondocumenten en legitimatiebewijzen op echtheid te controleren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hammelburg voor zijn tweede termijn. De heer HAMMELBURG: De reden voor mij om deze actualiteit aan te vragen was simpelweg omdat we nieuwe feiten hadden. Feiten dat criminele bendes grip hebben gekregen op de Amsterdamse sociale woningmarkt. Ik ben blij te horen dat de wethouder hier bovenop zit en dat de wethouder een duidelijke toezegging heeft gedaan om de raad te informeren over wat er precies aan de hand is, wat er al gebeurt, wat er nog meer nodig is en hoe we verder kunnen innoveren. In dat licht zie ik dan ook de motie van mevrouw Naoum Néhmé. Die gaan wij natuurlijk van harte ondersteunen. Wij zien dat als een onderdeel dat kan worden meegenomen in die bredere brief. Wat mij betreft gaat het niet alleen over de gegevens die de gemeente in de Basisadministratie heeft staan, maar ik kan me voorstellen dat er meer overheden zijn en de corporaties die allemaal bestanden hebben. Zolang het binnen de privacywetgeving past, vind ik dat we naar alles moeten kijken, alles wat we al doen en alles wat nog gaat komen. Dus ik kijk met heel veel nieuwsgierigheid uit naar die brief die we voor de zomer nog verwachten. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Jong voor een stemverklaring. 56 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen Mevrouw DE JONG (stemverklaring): Ik wil mevrouw Naoum Néhmé danken voor het wijzigen van haar motie en we stemmen graag voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Naoum Néhmé, Boomsma en Geder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 312). De motie-Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 312) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 312) met algemene stemmen is aangenomen. 25 Kennisnemen van Het rapport Warmte Koude - Grand Design 2.0 van de Metropoolregio Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 252) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: Ik wilde dit eigenlijk even laten schieten, gezien de spreektijd maar als we dan toch kinderachtig gaan doen, dan tuigen we het op en dan gaan we gewoon wat later naar huis. De coalitiepartijen D66 en GroenLinks doen heel vaak een wedstrijdje wildplassen als het gaat om COo-reductie. Nu lees ik in dit rapport dat we biomassacentrales gaan bouwen en ik ben eigenlijk wel heel benieuwd wat het college daarvan vindt, of het college daar achter staat en of het college dat steunt. (De heer GROEN: En dan puur uit nieuwsgierigheid. Wat is het standpunt van Forum voor Democratie over biomassacentrales?) Sorry, ik heb geen spreektijd meer. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman. Mevrouw TIMMAN: Aangezien de heer Kreuger het genoegen neemt toch nog iets over dit punt te zeggen, doe ik dat ook omdat het gaat over een belangrijk onderwerp: Warmte Koude — Design 2.0, handelingsperspectieven en een analyse van de strategie voor warmtenetten in de Metropoolregio Amsterdam. Met name de bijlage over de aquathermie vond ik zeer interessant om te lezen omdat D66 veel kansen ziet voor aquathermie. Er valt heel wat te winnen op de warmtetransitie als we daarop inzetten. Nu is het wel zo, zoals in veel dossiers van het duurzaamheidsspectrum, dat de kosten in het begin nog te hoog zijn om het echt te laten vliegen in de markt. Mijn vraag aan de wethouder is dus wat we zouden kunnen doen om dat een beetje te ondersteunen. Wij kijken uit naar de uitwerking van aquathermie in de routekaart. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck voor beantwoording van de vragen. Wethouder VAN DOORNINCK: Dank voor de vragen. Biomassa, daarover hebben we het een paar maanden geleden uitgebreid gehad toen we het hadden over het investeringsbesluit van de AEB die op zijn terrein een biomassacentrale wil vestigen. Daar hebben wij gezegd dat biomassa een tijdelijke maatregel is om een gat te overbruggen en op die manier willen we het ook zien en we zullen heel strenge eisen stellen aan de duurzaamheid van de herkomst van de biomassa. Herkomst, ja. Dus dat is waar de 57 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen biomassa vandaan komt. Daar stellen we hoge eisen aan en die afspraken kunnen we ook maken met het AEB omdat het een deelneming van ons is. Nuon is voornemens in Diemen een biomassacentrale te bouwen. Daarover hebben wij veel minder te zeggen. Zoals u weet uit gesprekken die hier eerder zijn gevoerd, wil Nuon graag samen met de gemeente Diemen met ons in gesprek om ook daar te kijken of er voorwaarden voor zijn en dat gesprek gaan we ook voeren met Nuon, Diemen en ook de Provincie Noord- Holland en de gemeente Almere. Als het gaat om aquathermie, ja, dat is in potentieel heel erg interessant. Er moet nog een heleboel aan gebeuren om dat daadwerkelijk te laten lukken. Dat betekent dat we bijvoorbeeld in Diemen niet met Waternet bezig zijn geweest. Strandeiland. Op een aantal plekken gaan we oefenen met aquathermie. Wat we bijvoorbeeld graag zouden willen, is dat Waternet een partner wordt in de City deal. Dus dat we het op die manier een steeds grotere rol kunnen geven ook uitgaande van wat de beste bron is voor de beste plek wat voor warmte we kunnen aansluiten. Ook dat debat hebben we al gevoerd met de heer Groen. Aquathermie is daarvan zeker een van de belangrijke onderwerpen die we aan het uitzoeken zijn. Het komt ook zeker terug in de warmtetransitievisie. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 252 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 29 Vaststellen van de Mbo-Agenda 2019-2023, Uitvoeringsagenda Inzetten op jongeren in kwetsbare onderwijspositie 2019-2023 en Uitvoeringsagenda Onderwijs- Arbeidsmarkt 2019-2022 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 256) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw El Ksaihi. Mevrouw EL KSAIHI: Ik had de illusie dat we iets meer spreektijd hadden, dus ik zal mijn jeugdervaringen maar overslaan voor nu. Ik wilde wel het moment pakken om de Mbo-agenda in het zonnetje te zetten, want ik vind het heel belangrijk als je kijkt hoe op de agenda wordt gereageerd vanuit studenten en vanuit de roc's dan is dat vanuit positiviteit. Ik denk dat we wat dat betreft echt wel heel trots mogen zijn op deze twee uitvoeringsagenda’s, juist ook als ze zo specifiek zijn als het gaat om inzetten op jongeren in kwetsbare onderwijsposities, maar ook als het gaat om die link met de arbeidsmarkt. In de commissie hebben we best scherp met elkaar gediscussieerd over waarover we nu wel gaan en waarover niet, maar ik denk dat het heel goed is om te weten dat het een sturingsmiddel is. Vanuit die kant, ondanks dat ik heel blij ben met de agenda's, wil ik de wethouder wel ondersteunen met de motie die ik zo zal indienen. Met elkaar hebben we maatschappelijke ambities en we hebben een heel grote groene opgave. We zien dat we daarvoor juist Mbo-geschoolde leerlingen nodig hebben. Ik wil daarvoor dus graag extra aandacht vragen en daarom dien ik de motie in samen met de collega's van de PvdA en GroenLinks. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 95° Motie van de leden El Ksaihi, Mbarki, De Jong en Ceder inzake de Mbo- agenda (Gemeenteblad afd. 1, nr. 313) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Vanwege het belang voor de mbo-studenten én de stad Amsterdam de in de Mbo-agenda genoemde, maatschappelijke ambities zoals duurzaamheid, 58 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen burgerschap en internationalisering extra aandacht te geven in de gesubsidieerde projecten van de mbo-instellingen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz. De heer YILMAZ: Wij zijn ook heel blij met de plannen. De wethouder zet eigenlijk het beleid voort dat ze een paar jaar geleden is gestart. Dus daarmee zijn we heel tevreden. Jongeren met een kwetsbare positie krijgen extra kansen. Uit het mbo komen heel positieve geluiden. Dus ook daarmee ben ik heel blij. De moties die wij eerder hebben ingediend, zijn goed verwerkt. De stage-aanpak is goed verwerkt en ook daarmee zijn we heel blij. Ik probeer mijn eigen studenten ook altijd mee te geven dat het mbo niet altijd een opstapje hoeft te zijn naar het hbo. Het kan ook een eindstation zijn. Ik denk dat wij als docenten en vooral als gemeenteraad die waardering moeten uitspreken richting het mbo. Dat doen we op deze manier, dus mijn complimenten. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. De heer MBARKI: Ook ik houd het kort, niet omdat het onderwerp niet belangrijk zou zijn, want het is superbelangrijk. Het mbo heeft een belangrijke toegevoegde waarde als het gaat om de arbeidsmarkt, maar ook als het gaat om burgerschapsvorming. In dat kader ben ik heel blij met de voortzetting van deze agenda. Volgens mij doen we heel goede dingen, heel belangrijke dingen ook. Ik ben ook heel blij dat we aandacht gaan besteden aan mbo | en Il die natuurlijk altijd in de stad op een bepaalde manier een risico vormen. Dan gaat het met name om de doelgroep, maar ook gezien het feit dat het niet altijd opleidingen zijn die heel gemakkelijk zijn om vorm te geven. Ik ben blij dat dat aandacht krijgt. Als ik een klein kritiekpuntje zou mogen geven, dan is het niet zozeer de Mbo-agenda, maar dan is het meer dat we nog steeds opleidingen in de stad hebben die niet direct leiden tot een baan. Ik noem het ook wel de opleidingen die leiden tot werkloosheid. Doordat we twee roc's hebben hier in de stad zie je dat daardoor nog steeds vanuit marktaandeel wordt gedacht en niet vanuit het belang van de student. Dus ik hoop dat we daarover de komende tijd nog met elkaar in gesprek gaan. Ik heb een motie en die is meer een aanvulling op wat er al staat. Laten we ook eens kijken naar renteloze leningen voor mbo'ers als het gaat om bijscholing en dat we daaraan ook een inkomensafhankelijke component toevoegen. Dus dat we ervoor zorgen dat iedereen ongeacht de dikte van de portemonnee zich kan bij scholen op het mbo. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 96° Motie van de leden Mbarki, El Ksaihi en De Jong inzake een leven lang leren voor iedereen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 314) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - onderzoek doen naar de mogelijkheden om een inkomensafhankelijke component te verwerken in het aanbod van renteloze leningen voor bijscholing; -__de uitkomsten van dit onderzoek voor te leggen aan de raad. 59 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder KUKENHEIM: Ik zou het echt heel lang willen maken, want dat zou zo veel recht doen aan deze agenda, de samenwerking met het mbo, de complimenten ook van de raadsleden daarover die ik heel graag doorgeef aan de mensen die hieraan heel hard hebben gewerkt. Maar de spreektijd beperkt mij. Ik zal u daarin toch geruststellen. Dit is de tweede keer dat Amsterdam een Mbo-agenda heeft en u moet zich realiseren dat dat echt uniek is. Ik ben er zelf heel trots op dat het als voorbeeld wordt genomen richting andere steden. Een Amsterdammer wordt daar natuurlijk extra blij van. Ik wil ook benadrukken dat het niet alleen onze agenda van de gemeente is. Dit is echt een agenda voor, maar vooral ook van het mbo en ik denk dat daar ook de kracht zit. Deze tweede versie is ook echt vormgegeven naar aanleiding van gesprekken met studenten, met docenten, uiteraard met bestuurders maar ook heel erg veel met het bedrijfsleven. We hebben daar brede betrokkenheid bij georganiseerd en we hebben ook juist van al die partijen commitment gevraagd om dan ook te werken aan deze agenda en daaraan een bijdrage te leveren. Dat ziet u dus ook terug. Vandaar dat we bijvoorbeeld ook de keuze hebben gemaakt om de Mbo-agenda te koppelen aan de twee uitvoeringsagenda's. Een vervolg dus op iets wat er al lag. Je zag dat een aantal mooie projecten nu echt al een tijdje aan het opschalen zijn. De transformatieve school bijvoorbeeld, een project dat veel doet aan burgerschap in Nieuw-West en dat begonnen is als project, als uitproberen binnen de Mbo-agenda en wat nu zijn weg heeft gevonden naar het PO en het VO in West en met zelfs een leerstoel aan de VU. Maar denk ook aan een praktoraat mediawijsheid. Heel actueel, heel belangrijk voor studenten en leerlingen in deze stad en dat echt via de Mbo-agenda zijn weg heeft gevonden naar de andere vakopleidingen en echt een kenniscentrum voor methodieken op dat punt aan het worden is. Zorg in de wijk, de laatste die ik op dat punt noem, omdat dat heel erg gaat over de nieuwe manier waarop zorgopleidingen nu werken. We zijn natuurlijk in deze stad in de wijk teams aan het maken. Daar moeten ook nieuwe professionals worden opgeleid. Dat is zo specifiek. En we zijn in de Mbo-agenda aan het kijken hoe je daar Amsterdam dan op aansluit. We hebben gekozen voor een aantal thema's dat u bekend voorkomt, want dat zijn de thema's die deze coalitie heel erg belangrijk vindt en die u ook terug ziet komen in niet alleen deze agenda, maar ook in de plannen die u bijvoorbeeld van mijn collega’s ziet. Kansengelijkheid. Het mbo in deze stad heeft daar een heel belangrijke rol. Want ja, het mbo is absoluut een fundament en het is noodzakelijk omdat we heel hard goede vakmensen nodig hebben. En daarnaast zien we ook vaak dat het mbo de trap biedt voor veel Amsterdammers die net wat meer tijd nodig hebben om zich door het Nederlandse onderwijssysteem heen te worstelen omdat dat nu eenmaal een vrij rigide systeem is dat niet altijd dienstbaar is aan de wijze waarop studenten zich ontwikkelen. Het mbo biedt die kans en moet dus ook die doorstroom bieden. Daarom willen wij ook juist kinderen die extra kwetsbaar zijn, helpen ontwikkelen. Ik kan nog van alles zeggen over de inzet van leer-werkcoaches en uitvalvoorzieningen. De heer Mbarki refereerde daar al aan. Maar dat zal ik dus niet doen. Ik wil wel iets zeggen over een ander belangrijk element en dat zijn de bewegingen op de arbeidsmarkt omdat daar de moties aan grenzen. Ik heb al iets gezegd over het betrekken van bedrijven. Ik zou hier graag nog een keer benoemen dat ook in deze agenda we arbeidsdiscriminatie bestrijden. Maar deze agenda doet ook veel met levenslang leren en levenslang ontwikkelen, dus hoe zorg je ervoor dat je, als de arbeidsmarkt verandert, als werknemer dat kunt bijhouden. Daarom ook meteen een 60 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen positief preadvies op de motie van de heer Mbarki die manieren zoekt om ook mensen met een kleine portemonnee te laten meedoen in die beweging. (De heer MBARKI: Ik ben heel blij met de positieve reactie en ik ben ook blij met de woorden van de wethouder die gaan over een veranderende arbeidsmarkt waarop je je dan als individu kunt bijscholen. Ik heb ook een opmerking gemaakt over de veranderde arbeidsmarkt en de scholen die maar niet bewegen met het aanbod van hun opleidingen. Gaat u daarover nog iets zeggen?) Ja, dat is ook heel erg zo. Kijk, je kunt het van twee kanten bekijken. Een GEO van een groot bedrijf heeft mij ooit gezegd: “Mevrouw Kukenheim, u moet oppassen, u moet nooit naar bedrijven luisteren als ze zeggen welke werknemers ze nodig hebben. Dan leidt je de mensen immers op voor nu en we hebben de mensen nodig voor morgen.” Dus de analyses over welke opleiding we meer nodig hebben, worden gemaakt en daarmee doen we ons voordeel, maar ik denk ook dat het belangrijk is nooit te vergeten dat je ook gewoon mensen aan het opleiden bent, dus iemand tot mens in zijn ontwikkeling in brede zin. En naast het vakgebied is dat element vaak juist zo belangrijk. Het feit dat je discipline hebt, veerkracht hebt, weet hoe je je sollicitatiebrief schrijft om je weg te gaan vinden in die arbeidsmarkt. Maar desalniettemin ben ik het met u eens dat we scherp moeten kijken of we de mensen wel goed opleiden, al is het maar omdat we grote tekorten hebben op die arbeidsmarkt. Die agenda biedt juist de mogelijkheid om dat gesprek te voeren. U refereerde aan de verschillende instellingen. Die zijn echt door deze agenda naar elkaar toe gegroeid. Juist de vakgroepen ook onder het niveau van die besturen zijn met elkaar in gesprek. Ik denk dat dat echt een winst is naar aanleiding van deze agenda. (De heer MBARKI: Ik had een interruptie, maar de wethouder heeft mij eigenlijk al bediend met die laatste zinnen in haar betoog. Het gaat mij vooral om die samenwerking waarvan we natuurlijk al heel lang hopen dat die echt vorm gaat krijgen. Ik ben het met u eens. Er is een aantal opleidingen waarvan we niet weten of ze op enig moment überhaupt renderen, maar we hebben ook opleidingen waarvan we nu al weten dat het bedrijfsleven al veel verder is, maar dat het conservatieve deel van het onderwijs niet kan meebewegen en niet is staat is die opleiding op een bepaalde manier te moderniseren. Ik hoop dat deze agenda daaraan gaat bijdragen.) Ik herken dat en ik denk ook dat dat zo is, omdat je met deze opleidingen faciliteert dat er op een andere manier studenten worden opgeleid. Deze agenda faciliteert ook ergens anders opleiden, bijvoorbeeld het ontstaan van veel meer hybride scholingsplekken samen met het bedrijfsleven. En deze agenda ondersteunt hoe studenten — en dat is ook belangrijk — een keuze maken uit welke opleiding ze kunnen doen. Denk bijvoorbeeld aan techniek. Dat is natuurlijk veel meer dan met olie aan je handen aan auto’s sleutelen. Een auto tegenwoordig, dat weet u vast en zeker beter dan ik, bestaat uit software. Daarvoor heb je heel andere capaciteiten nodig. Dus de keuze van studenten in het vmbo en de overstap naar het mbo is een belangrijk aandachtspunt, omdat dat ook helpt naar de goede opleidingen te gaan. Dan het laatste punt, de motie. Die gaat eigenlijk over een ander belangrijk ding in deze agenda en dat is dat we zien wat er nu specifiek Amsterdams is. Waarom is deze agenda dan misschien niet toepasbaar op een andere stad? Dat zit hem in belangrijke ingrediënten zoals burgerschap dat je in deze stad echt nodig hebt, creativiteit, ondernemerschap, want onze arbeidsmarkt is echt een andere dan bijvoorbeeld die van Rotterdam. Je ziet veel meer mbo’ers eigen bedrijfjes beginnen. Maar ook onze tekorten 61 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen in de duurzaamheidssector. U weet hoe hard het college inzet op de energietransitie. En daarvoor hebben we gewoon mensen nodig. Dat is waarom we daar opleidingen voor nodig hebben en op inzetten. In de zorg ziet u hetzelfde gebeuren. Dus ik zie de motie van mevrouw El Ksaihi echt als ondersteuning en aanmoediging. Ik denk dat mij dat ook helpt richting de besturen dat we hiervan echt werk moeten maken. Daar ga ik graag mee aan de slag. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 256). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 256) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 256) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-El Ksaihi, Mbarki, De Jong en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 313). De motie-El Ksaihi, Mbarki, De Jong en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 313) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-El Ksaihi, Mbarki, De Jong en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 313) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Mbarki, El Ksaihi en De Jong (Gemeenteblad afd. 1, nr. 314). De motie-Mbarki, El Ksaihi en De Jong (Gemeenteblad afd. 1, nr. 314) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Mbarki, El Ksaihi en De Jong (Gemeenteblad afd. 1, nr. 314) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie tegen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 256 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 29A Actualiteit van het lid De Grave-Verkerk inzake de vaccinatiegraad onder kinderen en jongeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 274) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk. Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Amsterdam is vaak een geval apart en soms strekt dat tot vreugde, maar soms baart dat grote zorgen. Dat laatste is bij de lage 62 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen vaccinatiegraad onder de Amsterdamse jongeren wel het geval. De VVD-fractie maakt zich daar grote zorgen over. Het lijkt ook achteruit te lopen. Dat weten wij uit antwoorden op vragen die eind januari zijn gegeven. Half februari kwam het bericht in Het Parool dat ook de opkomst voor een meningokokkenvaccinatie heel erg laag is geweest — 50% in sommige delen van deze stad. En we weten ook dat vaccinaties HPV in aantallen en percentages aan het dalen zijn. Dat baart grote zorgen. Dat is ook regelrecht een gevaar voor de volksgezondheid en daarover willen wij graag met het college en de raad van gedachten wisselen langs de lijn van: hoe we dit nu verder kunnen brengen? De wethouder heeft, en complimenten daarvoor, meteen een oproep gedaan om massaal op te komen bij de inentingsacties voor meningokokkenvaccinaties. Maar is dat nu genoeg? Het lijkt een beetje op schieten met een schot hagel omdat niet duidelijk is wat precies de oorzaken hiervan zijn. Er zijn mogelijke oorzaken in beeld gebracht, maar dat biedt toch nog weinig aanknopingspunten om heel gericht acties en maatregelen te gaan nemen om de opkomsten te verhogen en dat lijkt toch nodig te zijn. De uitnodiging en het verzoek — desnoods met enige aandrang, maar vooral als steun in de rug bedoeld — aan het college is een gedegen onderzoek op te gaan zetten en zo snel mogelijk te laten uitvoeren naar wat nu maakt dat mensen niet komen en waarom die vaccinatiegraad zo laag is en ook daarvoor een pakket maatregelen voor te stellen aan deze raad. Het liefst zo snel mogelijk. Het is nu al half maart. We hadden de afgelopen periode ook kunnen gebruiken om alvast een start te maken, maar we hebben het er nu over. Dat is een kant van het verzoek dat ik wil voorleggen en het andere punt is dat er in april en juni grote inentingsacties zijn en mijn vraag is of het college bereid is daar al het mogelijke te doen middels oproepen via sociale media of andere aangewezen wijzen om daar een zo hoog mogelijke opkomst te bereiken en ook de opkomst zelf in getallen of percentages zo snel mogelijk mee te delen aan de raadscommissie Zorg, Jeugd en Sport. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten. Mevrouw GROOTEN: Wij ondersteunen de moties — die zijn er nog niet, maar ik kan me voorstellen dat wij de moties van de VVD van harte gaan ondersteunen. Het is inderdaad echt zorgelijk dat Amsterdam achterblijft. We denken dat het heel goed is om te kijken waarom. We kennen allemaal de discussie rond tegen vaccineren en voor vaccineren, maar het kan heel goed zijn dat er heel andere redenen zijn waarom mensen niet komen. We hebben gisteren hier een motie aangenomen voor alleenstaande vrouwen. Het kan een logistieke reden hebben. Je krijgt een brief, je moet volgende week komen om 13.00 uur ‘s middags. Je moet dat kunnen regelen. Dus het kan ook gewoon heel andere redenen hebben. Mensen willen soms niet naar een instelling toe komen omdat ze bang zijn dat daar misschien nog andere dingen gebeuren. Zorgmijders die we ook kennen uit andere dossiers. Dus het lijkt ons echt heel goed om daarnaar te kijken wat er in de communicatie kan gebeuren. Mevrouw De Grave-Verkerk noemde sociale media, maar misschien zijn dat wel helemaal niet de media waar de mensen die we nu niet bereiken zich informeren. Dus het lijkt ons heel goed dat onderzoek te doen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. Mevrouw KILIG: Gezien de tijd zal ik het ook heel kort houden. Ik sluit me aan bij de bezorgdheid van mijn collega's. Dank ook aan de VVD om dit te agenderen. Het vaccineren van onze kinderen is uiteraard belangrijk. We zien echter dat niet alle ouders overtuigd zijn van het nut van vaccineren of om een andere reden hun kind niet laten vaccineren. Dit zien we dan ook terug in de daling van de vaccinatiegraad. Ik heb er alle 63 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen begrip voor dat ouders kritisch en bezorgd zijn voor de gezondheid van hun kinderen en die bezorgdheid deel ik ook. Ik zou graag willen weten wat de motivatie van ouders is om hun kinderen niet te laten vaccineren zodat we in kaart kunnen brengen hoe wij deze ouders van informatie kunnen voorzien die hen eventueel kan helpen bij hun keuze. Daarom ondersteun ik — ook al zijn ze nog niet ingediend — de moties van mijn collega's van de VVD. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw El Ksaihi. Mevrouw EL KSAIHI: Zal ik dan ook maar beginnen met de woorden dat ook wij de niet-ingediende moties zullen steunen als het zo ver is? We doen er nu een beetje lacherig over, maar het is echt wel een serieus probleem. Laten we even vooropstellen dat volgens mij de hele raad deze mening wel deelt en dat echt helder is dat we willen dat onderzocht wordt waardoor het komt dat die opkomst zo laag is. Amsterdam is altijd een vooroploper en in dit geval is het echt in negatieve zin. Ik had zelf nog maar twee vraagjes. Eentje gaat over het verleden. Dat gaat over de vraag of er al eerder onderzoek is gedaan, of dat nu tien jaar, vijf jaar of drie jaar geleden is. En als dat het geval is, dan ben ik wel even benieuwd naar de uitkomsten daarvan. Mijn tweede vraag heeft betrekking op de twee data die nu zijn opgesomd. Ik vroeg me af wat er gebeurt als iemand aangeeft dat hij op allebei de data niet kan. Is daar nog een soort plan van aanpak voor of uitstel en tot wanneer loopt dat dan? Dat waren mijn vragen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer. Mevrouw DE HEER: Heel kort. Ik wil eigenlijk alleen maar mevrouw De Grave- Verkerk bedanken voor het agenderen van dit onderwerp dat volgens mij heel belangrijk is. Wij steunen ook de niet-ingediende moties. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder KUKENHEIM: Graag zal ik de vragen beantwoorden maar het is natuurlijk wel lastig moties te preadviseren die niet zijn ingediend. Ik ben heel blij dat ik hier even over vaccinaties kan staan praten, want het is een enorm belang. Laat ik me toespitsen op de meningokokkenvaccinaties. Dat is ook waar de campagnes de komende tijd over gaan. Het is een heel vervelende bacterie die vaak een heel ernstige en soms zelfs dodelijke vorm van hersenvliesontsteking veroorzaakt. Vooral tieners zijn heel kwetsbaar. Dat is de groep waar de besmetting het meest rondgaat en daarop ligt daarom onze focus in de campagne. Juist door jezelf te beschermen, bescherm je ook je omgeving. Denk aan kwetsbare mensen, broertjes, zusjes etc. Dus mijn oproep hier — alweer — zou zijn: laat je vaccineren. En op het moment dat je niet kunt of niet weet wat je ermee moet, laat je informeren. Ik zal een beetje vertellen hoe we dat doen, want dat was ook de vraag. We hebben het juist omdat we hebben gezien dat die vaccinatiegraad echt te laag is, anders georganiseerd dit jaar. We hebben ons bijvoorbeeld mede laten inspireren door Rotterdam omdat ze daar veel succes hadden met een heel groot event dat zij met Ahoy hebben gedaan. Daarom zijn de campagnes dit jaar op 18 april en op 20 juni in de RAI. Dat wordt een groot event. En daarmee zeg ik ook tegen mevrouw El Ksaihi: wat als je dan niet kunt? Uiteraard kun je afspraken maken voor andere dagen. Daarvoor staan inloopspreekuren open. Je kunt een thuisbezoek krijgen als je echt heel 64 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen veel moeite hebt om ergens te komen. En er zal ook nog een inhaalcampagne komen. Daarnaast zullen we jongeren van wie we zien dat ze niet zijn geweest, benaderen. Dus we gaan veel inzetten. Uiteraard voer ik niet alleen hier het woord en waar ik maar kan zeg hoe belangrijk het is, maar we zullen jongeren direct op scholen benaderen en informeren op papier, maar ook zeker middels onze jeugdartsen die we daar naartoe sturen om te vertellen hoe belangrijk dit is. We doen het via de krant, via filmpjes op AT5, we doen het via websites, social media. We gebruiken reclame in bushokjes. Kortom, het is echt een enorm breed palet aan mogelijkheden die we inzetten om dit bekend te maken. Dat voor zover de informatieverstrekking. Dan zijn er ook nog vragen gesteld over de evaluatie. Sowieso evalueren we en doen we onderzoek naar hoe effectief we zijn geweest en wat eraan ten grondslag ligt, maar ook om extra te kijken naar hoe nu de vraagstelling is om iets meer een analyse te kunnen maken van wat er nu speelt en waarop we ons de volgende keer dan weer meer moeten richten. Dat vind ik een goed idee om te gaan doen als ik daartoe zou worden opgeroepen — maar eigenlijk ook als ik er niet toe word opgeroepen. Dus dat zeg ik toe. En dan zo snel mogelijk. Nu gaat die campagne van start en je gaat natuurlijk meteen analyseren wat daar gebeurt. Stel je zou het voor de begroting willen hebben, dan gaat dat wel lukken. (Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Wel handig als ik de moties toch indien zodat er iets meer duidelijkheid is over wat wij precies zouden willen ook gelet op het feit dat het al even geleden is dat we werden geïnformeerd over het achterblijven van de vaccinatiegraad. Dus ik zou het college een steuntje in de rug kunnen geven.) Ik ben klaar met mijn termijn. De VOORZITTER: Zullen we dan zo even een tweede termijn doen zodat mevrouw De Grave-Verkerk de moties kan indienen? De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk voor een korte tweede termijn. Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Ik breng hierbij graag de twee moties in bij deze beraadslagingen echt bedoeld als een steuntje in de rug van het college. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: g7° Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake verdergaand onderzoek naar de oorzaken van de lagere vaccinatiegraad in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 315) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__een gedegen onderzoek te verrichten naar de beweegredenen van jeugdigen (en hun ouders) zich niet te laten vaccineren, zowel de actieve weigering als de reden van het gebrek aan motivatie te vaccineren; - de resultaten voor de presentatie van de conceptbegroting 2020 aan de raad te doen toekomen, inclusief een voorstel met aanvullende maatregelen ter bevordering van een hogere vaccinatiegraad. 98° Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake de geplande inentingsacties tegen meningokokken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 316) 65 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - zich maximaal in te spannen voor een hoog opkomstpercentage bij de vaccinatiemomenten voor de zomer; - daarbij onder andere social media in te zetten om de Amsterdamse jongeren direct te bereiken en op te roepen; - de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugd en Sport na afloop van de vaccinatiemomenten te informeren over de opkomst. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor een preadvies op de moties. Wethouder KUKENHEIM: Ik ben positief. Ik zie ze inderdaad als steun in de rug. Het onderzoek een diepgang geven zoals de motie oproept, dat doe ik graag, dus daarover ben ik positief. En zoals u zojuist heeft gehoord, zijn wij vol bezig met een campagne op alle fronten, niet alleen op social media, maar ook daarbuiten. Ook die motie voel ik als een steun in de rug. De VOORZITTER: Dan moeten we even wachten op de verspreiding van de moties, maar dan gaan we in de tussentijd verder met agendapunt 30. 30 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel Zeggenschap in de zorg 1 - HUP ervaringsdeskundigen! van het lid Grooten en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 257) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten. Mevrouw GROOTEN: Gelukkig hebben we al twee heel mooie commissiebehandelingen gehad. Het voorstel ontstond net voor de verkiezingen toen ik te gast was bij een gesprek met familieleden van mensen met psychische problemen. Ik kwam daar binnen als de politicus. U in de zaal kent het wel. Je wordt uitgenodigd. En langzamerhand in dat gesprek vervaagden de grenzen tussen de politicus en de mens Lene. Ik heb zelf een moeder met psychische problemen. Dat heb ik in mijn maidenspeech al een keer verteld. Ik raakte totaal meegesleept. Het is inderdaad wel grappig hoe we die rollen zo hebben vastgezet in onze samenleving, de politicus, de hulpverlener, de wethouder. Daar ontstond eigenlijk het idee om daar een keer wat mee te doen. Net na de verkiezingen toen we in de eerste of tweede raadcommissievergadering Zorg, Jeugd en Sport zaten kwam daar een aantal insprekers, Jason en Dicky, twee heel jongen jongens die heel veel hebben meegemaakt. En wat daar gebeurde, was heel mooi. Het hele gesprek van de commissie veranderde. Er wordt wel eens gezegd: die raadscommissie Zorg, Jeugd en Sport is echt saai. Daar zijn de mensen het heel vaak eens over dingen. Daar is zo weinig debat. Ik weet nog dat de heer Koops van Het Parool me vroeg, net na de verkiezingen, wat mijn portefeuilles waren. Ik zei: “Zorg.” “Ah, saai.” En ik snap dat ook best wel. Maar die commissie Zorg is echt heel mooi. We hebben soms echt heel waardevolle gesprekken en het is echt mooi als het gaat over de mensen over wie we het hebben. En wat hebben we mooie mensen ontmoet: Maurits, Dicky, Jason, Astrid. Ik wil ze allemaal bedanken en ook alle andere insprekers die hebben meegeschreven aan het voorstel. Dat doet je voelen waarom je 66 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen volksvertegenwoordiger bent en dat je die stem kunt geven. Een stem aan de cliënt, een stem voor de ervaring van de hulpverlener, een stem van mensen binnen ons dichtgeregelde systeem. En deze stemmen maken een emancipatie mee. Gelijkwaardigheid, wederkerigheid, samen sterker. In de commissie hebben de insprekers het woord gevoerd en hoefde ik het voorstel niet meer te verdedigen. Ik wil eindigen met een aantal quotes van de mensen zelf. ‘Delen is helen,’ ‘Ik werk als hoopverlener,’ ‘Op naar ervaringswerk buiten de marge’. Ik hoop dat we het met dit voorstel een steun in de rug kunnen geven. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim. Wethouder KUKENHEIM: We hebben inderdaad een heel mooie commissiebespreking hierover gehad omdat er ook heel veel mensen, gasten, kwamen vertellen waarom dit zo belangrijk is. Toch even dit: Zorg is echt niet saai. Dat is vooral omdat zorg iedereen raakt. ledereen. En het raakt je niet zo omdat je je er zorgen over maakt, maar het raakt je in je hart, het gaat over jezelf, over je buren, over je kinderen, over je ouders. Dus het is daarmee zo’n enorm gemiste kans als je die mensen en dat stukje van jezelf dat het allemaal heeft meegemaakt en dat die ervaring heeft meegemaakt, niet inzet om diezelfde zorg beter te maken en om andere mensen te helpen. Het is niet eens een gemiste kans, het is een tekort aan je stelsel, een tekort aan je systeem als je dat niet zou doen. Dus daarom is het college en ik dus ook enorm enthousiast over dit initiatiefvoorstel en we gaan met heel veel liefde aan de slag om er werk van te maken. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring. Mevrouw SIMONS (stemverklaring): De fractie van BIJ1 steunt dit initiatiefvoorstel van GroenLinks meer dan van harte. Wij vinden het van groot belang dat eigenaarschap en regie in de zorg ook bij ervaringsdeskundigen en cliëntorganisaties zelf ligt. Heel belangrijk dat we ervoor zorgen dat niet enkel iets wordt besproken met de cliënt als het plan al klaar is en dat ze vanaf het begin worden betrokken bij het hele proces. We danken GroenLinks en met name het lid Grooten hiervoor. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer voor een stemverklaring. Mevrouw DE HEER (stemverklaring): Wij stemmen met groot plezier in met dit mooie initiatiefvoorstel. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw El Ksaihi voor een stemverklaring. Mevrouw EL KSAIHI (stemverklaring): Wij stemmen inderdaad ook heel graag in omdat het een mooi initiatief is, maar ook omdat het wat extra aandacht geeft aan ervaringsdeskundigen en volgens D66 is dat echt cruciaal. 67 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk voor een stemverklaring. Mevrouw DE GRAVE-VERKERK (stemverklaring): De VVD-fractie stemt van harte in met het initiatief en dankt de initiatiefnemers. Wij verwachten hiervan dat de zorg gewoon beter gaat worden. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig voor een stemverklaring. Mevrouw KILIG (stemverklaring): Ik sluit mij aan bij de woorden van mijn voorgangers. Ik vind het een mooi initiatiefvoorstel en het is ook belangrijk om dat vanuit OKT te horen dus wij steunen het van harte. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een stemverklaring. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA (stemverklaring): Ook de Partij voor de Dieren kan dit voorstel van harte ondersteunen en wil mevrouw Grooten danken voor haar inzet. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge voor een stemverklaring. De heer FLENTGE (stemverklaring): Ik heb geen spreektijd meer dus daarom doe ik het vanaf hier: heel veel dank voor dit mooie initiatiefvoorstel. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 257). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 257} wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 257) met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 257 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 29A vervolg Actualiteit van het lid De Grave-Verkerk inzake de vaccinatiegraad onder kinderen en jongeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 274) De VOORZITTER: Dan neem ik aan dat de moties inmiddels zijn uitgedeeld en dan kunnen we gaan stemmen. Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 315). De motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 315) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 315) met algemene stemmen is aangenomen. 68 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 316). De motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 316) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 316) met algemene stemmen is aangenomen. De VOORZITTER: Dan zijn wij hiermee aan het einde gekomen van deze gemeenteraadsvergadering en dan sluit ik de vergadering. De vergadering is gesloten. (17.51 uur) 69 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen INDEX 248 Vaststellen van de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 … nnn 250 Kennisnemen van de brief over de afhandeling van diverse moties van 2018 over het Evenementenbeleid, bodemonderzoek parken, bodemonderzoek evenementen en kennisnemen van het rapport Beïnvloeden evenementen de biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken ……… anneer enneerenenneerenenneerenennverenenneerenennnneerenne eenen | Ö 251 Vaststellen van het programmaplan Huisvesting Kwetsbare groepen 2019-2022 …25 252 Kennisnemen van Het rapport Warmte Koude - Grand Design 2.0 van de Metropoolregio Amsterdam nnn ennen enneneerenneneerennenervenseneevenneneee vennen DÛ 256 Vaststellen van de Mbo-Agenda 2019-2023, Uitvoeringsagenda Inzetten op jongeren in kwetsbare onderwijspositie 2019-2023 en Uitvoeringsagenda Onderwijs- Arbeidsmarkt 2019-2022 nnen en ennenneeneen en enennenneeeeenenenenneneeen eenen DÛ 257 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel Zeggenschap in de zorg 1 - HUP ervaringsdeskundigen! van het lid Grooten en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel … nnen enneeeenenneerenennverenenvereneneneeevenneee eee 0 273 Actualiteit van het lid Naoum Néhmé inzake het bericht dat bouw van huurwoningen stokt in Amsterdam … … nanne nennenneren eneen enneneneerenenenenneneneerenenenennne enen 274 Actualiteit van het lid De Grave-Verkerk inzake de vaccinatiegraad onder kinderen en jongeren … nnee enneeerenenverrevennvereneneereneneerenenneeerveneer vn eneveervenveeervenveerr venne Od 277 Actualiteit van de leden Hammelburg en Naoum Néhmé inzake het bericht dat professionele bendes betrokken zijn bij fraude met sociale huurwoningen ….….…….….……...49 296 Motie van de leden Bloemberg-lssa en Ceder inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Extra schooltuinen in de buurt van scholen) … … nnn ennen ennneeen ennn Ó 297 Motie van de leden Bloemberg-lssa en Ceder inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gezonde schoolkantines) … nnn anneer ennen ennereneerenneenennnernnee enne Ô 298 Motie van de leden Motie van de leden Bloemberg-lssa, Ceder en Simons inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Extra schooltuinen in de buurt van scholen) …15 299 Motie van de leden Bloemberg-lssa, Ceder en Simons inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gezonde schoolkantines) … … nnn nnen eneen 1D 300 Amendement van het lid Bloemberg-Issa inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gezond aanbod in scholen) … nnn nnen ennen ennereneereneeen eneen eneen Ö 301 Amendement van het lid Rooderkerk inzake de Onderwijsvisie … … nnn 302 Motie van het lid Flentge inzake het aanpakken van kansenongelijkheid en segregatie in het onderwijs ……… nennen nnene nennen enen eeneneneenenenennenene nere verversen nennen Ö 303 Motie van de leden Rooderkerk, De Fockert, Blom en Flentge inzake de Onderwijsvisie … nnen eneen nennen ennereneerenneen eneen snneeneen eneen ener venenenne enen | Ô 307 Motie van het lid A.L. Bakker inzake de discussie over de afhandeling van diverse moties van 2018 over het Evenementenbeleid, bodemonderzoek parken en bodemonderzoek evenementen (festivaltax voor onderzoekskosten parken) ….….…….…..19 308 Motie van het lid A.L. Bakker inzake de discussie over de afhandeling van diverse moties van 2018 over het Evenementenbeleid, bodemonderzoek parken, bodemonderzoek evenementen en het rapport Beïnvloeden evenementen de biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken (Onvoorwaardelijk vasthouden aan de rustperiode) … annen eneneerenneneenennneeenenneeenenneeenennevervennnneerennenevennene nennen 2 309 Motie van de leden Ceder, Boomsma, Kreuger, Naoum Néhmé, Simons en A.L. Bakker inzake een tussenvoorziening voor uittredende sekswerkers met tijdelijke opvang en huisvesting … … nnn ennnneer oneens enneerenenneereneneerenenverenenneeeevenveeeevenneee ever 2 70 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 14 maart 2019 Raadsnotulen 310 Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake de actualiteit over stokkende woningbouwproductie in Amsterdam (Onafhankelijke toetsing knelpunten woningbouwproductie) … … annen oenneneerenneerenenneeeenennverenenneeervenneeevvennneenenn ee 8 311 Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder inzake de actualiteit over het bericht dat professionele bendes zijn betrokken bij fraude met sociale huurwoningen 312 Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma en Ceder inzake de actualiteit over het bericht dat professionele bendes zijn betrokken bij fraude met sociale huurwoningen 313 Motie van de leden El Ksaihi, Mbarki, De Jong en Ceder inzake de Mbo-agenda …60 314 Motie van de leden Mbarki, El Ksaihi en De Jong inzake een leven lang leren voor Ee 315 Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake verdergaand onderzoek naar de oorzaken van de lagere vaccinatiegraad in Amsterdam. nnen neen 64 316 Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake de geplande inentingsacties tegen meningokokken … … nnn ennnnenvennenerenenneeeenennenernenneneenennenervenneveer venne rvennene rennen ÓD 71
Raadsnotulen
71
test
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 25 mei 2021 Portefeuille(s) Grondzaken Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck Behandeld door Grond&Ontwikkeling, Dilia Schouten, [email protected] Onderwerp Tijdelijke invulling gebiedsontwikkeling Sixhaven Geachte leden van de gemeenteraad, Het college van burgemeester en wethouders heeft in de vergadering van 25 mei 2021 besloten tot het tijdelijk invullen van het Sixhavengebied en daarmee de planvorming voor de gebiedsontwikkeling van Sixhaven en omgeving voorlopig op te schorten. Via deze brief informeer ik v over de afwegingen voor dit besluit en hoe de komende jaren gewerkt zal worden aan het versterken van het groene karakter van het gebied. Nu de coronapandemie en de daarbij behorende beperkende maatregelen afnemen wil het college van B en W de Amsterdammers ruimte geven om gebruik te maken van open, groene plekken in de stad. Het terrein tussen de Willemsluizen in het Sixhavengebied is zo'n plek. Hier kunnen bewoners elkaar ontmoeten en samen activiteiten organiseren. Dit tijdelijk gebruik is in 2019 gestart en is, gezien de landelijk geldende coronamatregelen, op een laag pitje voortgezet. Het opschorten van de gebiedsontwikkeling biedt een kans om de komende jaren deze tijdelijke invulling langer voort te zetten en het gebied samen met de buurt verder te vergroenen. Principebesluit 2018 Het gebied Sixhaven en omgeving bestaat uit drie deelgebieden: het Tolhuistuingebied, het Willemsluizengebied en IJplein-west. In maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders de Principenota Sixhaven en omgeving vastgesteld. Daarmee is het startsein gegeven voor een haalbaarheidsonderzoek naar de meest gewenste inrichting voor het gebied. In 2018 en 2019 is een uitgebreid participatietraject doorlopen met bijeenkomsten en ontwerpateliers. Dit werd gebruikt als inbreng voor een projectnota die door het college van B&W vastgesteld zou worden. In deze projectnota zou de visie op het gebied en de uitgangspunten voor de verdere ontwikkeling worden vastgelegd. Uit het participatietraject kwam een sterke wens naar voren om het Sixhavengebied, en dan met name het Willemsluizengebied, als groengebied te behouden en in te richten als park. Metrostation Sixhaven De visie op het gebied heeft een sterke samenhang met het al dan niet realiseren van het metrostation Sixhaven in het Willemsluizengebied. Op 5 janvari 2021 heeft het college van B&W besloten de planvorming voor het metrostation Sixhaven op te schorten, omdat in de uitwerking Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021 Pagina 2 van 3 bleek dat de investeringskosten substantieel hoger zijn dan oorspronkelijk geraamd. Daarnaast hebben de inzet van grotere veerboten, een verhoging van de frequentie van de veren en de openstelling van de Noord/Zuidlijn de drukte op het Buiksloterwegveer verminderd. Over dit uitstel bent v op 21 janvari met een raadsbrief geïnformeerd. Sixhaven vooralsnog groen Omdat het college een sterke samenhang ziet tussen de inrichting van het Sixhavengebied en het metrostation Sixhaven is nu besloten ook de planvorming voor de gebiedsontwikkeling op te schorten tot er meer duidelijkheid is over de aanleg van het metrostation. In het kader van de Omgevingsvisie 2050 heeft het college van B&W voorgesteld om het Sixhavengebied vooralsnog een groene inrichting te geven. Als in de toekomst wordt besloten een metrostation te realiseren, wordt opnieuw gekeken naar de gewenste inrichting van het gebied. Verdere groene inrichting Willemsluizengebied Het deelgebied Willemsluizengebied was tot 2018 in gebruik als bouwterrein voor de aanleg van de Noord/Zuidlijn. Na ingebruikname van de Noord/Zuidlijn zijn de bouwhekken rond een groot deel van het terrein verwijderd en is het gebied tijdelijk in gebruik genomen met activiteiten voor en door de buurt onder de naam Buurthaven. Voorbeelden van activiteiten georganiseerd door buurtbewoners zijn: -_Een moestuin, waar in eerste instantie groenten werden gekweekt voor soeppakketten voor buurtbewoners. Inmiddels is deze “soeptuin” vitgegroeid tot een moestuinschool met veel enthousiaste deelnemers die wekelijks les krijgen, zowel in de tuin als online. -__Een hondenspeeltuin, die een veilige, omheinde en gezellige omgeving biedt waar honden los mogen en de baasjes elkaar ontmoeten. Er staan verschillende natuurlijke toestellen zoals slalompaaltjes, boomstammen, een wipwap en springbanden. De hondenspeelplaats trekt veel bezoekers, niet alleen vit de buurt, maar ook uit de rest van Noord en de stad. -_Een kindertimmerwerkplaats. Hier leren kinderen elke woensdag, onder begeleiding, zelf te bouwen met gebruikt hout, spijkers en hamers. -_ Eenrijdende koffiekar die in het weekend bij de Willemsluizen staat, waar buurtbewoners en voorbijgangers koffie af kunnen halen. -__Een Gallische Tafel. Dit is een grote halfronde tafel waaraan en omheen diverse activiteiten plaatsvinden. Het hout is van Amsterdamse omgevallen bomen geleverd door Stadshout. Mensen kunnen er picknicken, een verjaardagsfeestje geven of rustig lezen. In de zomer zitten er vaak mensen te werken, is het de oefenlocatie voor een shanty koor en jamsessies met mensen vit de buurt. -__De mensen van SAM (sociaal artistiek museum) organiseren allerlei activiteiten over de rol van gentrificatie in Amsterdam-Noord en de rol van kunst daarin. In Buurthaven organiseren ze binnenkort samen met de Timmerwerkplaats een workshop voor kinderen over de skyline van Noord. -__ Vele andere activiteiten, die hopelijk kunnen starten zodra de maatregelen versoepeld worden. Onder andere: een shanty festival, jam sessies, sportactiviteiten, kinderzangles en workshop voor baasjes en hun honden in de hondenspeeltuin. Daarnaast worden er elk jaar zogenaamde “havenevenementen” georganiseerd, voor en door de buurt, met workshops bij de initiatieven, gezellig samenzijn en extra activiteiten. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021 Pagina 3 van 3 Voor deze tijdelijke activiteiten is het gebied minimaal ingericht. Met het opschorten van de planvorming voor het metrostation en de gebiedsontwikkeling is langer tijdelijk gebruik met deze en andere activiteiten mogelijk en kan ook de inrichting van het gebied een impuls krijgen. Nu de stad weer tot leven komt na corona zijn dit soort groene, open plekken extra van belang om bewoners ruimte te geven om elkaar te ontmoeten en samen activiteiten te organiseren. Samen met de buurt zal een plan worden uitgewerkt om hier invulling aan te geven. De kosten voor de tijdelijke inrichting en gebruik worden gedekt vit het Vereveningsfonds. Tolhuistuingebied Het al dan niet realiseren van metrostation Sixhaven en/of de voetgangerstunnel tussen Centraal Station en Noord heeft impact op de inrichting van het Tolhuistuingebied. Daarom zal ook de planvorming voor dit deelgebied worden opgeschort. Wel zijn de komende jaren wellicht een aantal tijdelijke infrastructurele ingrepen nodig. Gedacht kan worden aan verbetering van de fiets- en voetgangersroute van en naar de pont en de fietsparkeerplaatsen daar, een betere ontsluiting van de Tolhuistuin vanaf de pont, het beter zichtbaar maken van de tuin door de hekken vriendelijker te maken en verbetering van de route, via de Tolhuistuin, naar de Galgenveldbrug naar Overhoeks. De kosten hiervan worden gedekt vit het Stedelijk Mobiliteitsfonds. IJplein en Laanwegkwartier Het deelgebied IJplein-West ligt in de ontwikkelbuurt IJplein/Vogelbuurt. Verbeteringen in dit deelgebied worden meegenomen in de plannen van de ontwikkelbuurt IJplein/Vogelbuurt. Het Laanwegkwartier is onderdeel van de ontwikkelbuurt Volewijck en zal dus meegenomen worden in de betreffende Principenota. Bij de vaststelling van het Principebesluit Sixhaven en omgeving is besloten om in ieder geval tot 2020 af te zien van planvorming voor het deelgebied Laanwegkwartier. Ook nu (2021) is er geen aanleiding om te starten met planvorming voor dit gebied. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, A > ge @, B berm. - Ns a Marieke van Doorninck Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Gemeente Amsterdam Oost Agenda Besluitvormende Bestuurscommissie datum 16 december 2014, 18:00 uur plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, Oostzaal voorzitter Ivar Manuel secretaris Liane Pielanen 1. Opening 2. Vaststellen agenda 3. Ingekomen stukken 4. Mededelingen 5. Vaststellen concept besluitenlijst besluitvormend AB 2 december 2014 6. Vaststellen concept besluitenlijst voorbereidend AB 2 december 2014 7. Startnotitie bestemmingsplan IJburg blok 59 8. Definitief inrichtingsplan Sportpark IJburg 9. Startnotitie bestemmingsplan Oosterpark 89 10. Sluiting
Agenda
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1317 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020 Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021 (Sloopvergunning historische panden). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Overwegende dat: — Amsterdam een schitterende stedenbouwkundige traditie kent met prachtige en wereldberoemde architectuur, die het waard is om te behouden; — Amsterdam daartoe ordewaarderingskaarten hanteert die panden een bepaalde orde toekennen, en historische panden die geen hoge waardering hebben, zoals orde-3 panden, in sommige delen van de stad die geen beschermd stadsgezicht vormen, — De afgelopen tijd veel historische panden zijn gesloopt; — het belangrijk is dat de gemeente controle kan uitoefenen op het behoud van historische panden en dat de sloop van dergelijke panden eerst een vergunning moet worden gegeven, waarbij het uitgangspunt ‘behoud!’ is, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Te onderzoeken hoe historische panden van voor 1940 die geen monument zijn beter beschermd kunnen worden door de invoering van een sloopvergunningsstelsel en dat voor te leggen aan de gemeenteraad. Het lid van de gemeenteraad D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
Aan college van Burgemeesters en wethouders gemeente Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Ce: de leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum: 28 juni 2018 Betreft: aanvraag ‘Gemeentelijk Beschermd Dorpsgezicht' Lutkemeerpolder Geachte leden van het college, Langs deze weg willen wij uw aandacht vragen voor de Lutkemeerpolder. De Lutkemeerpolder is een polder in het westen van de gemeente Amsterdam, grenzend aan de Ringvaart ter hoogte van Lijnden. De polder telde na de drooglegging anderhalve eeuw geleden één weg; de Lutkemeerweg. Oorspronkelijk stonden er vijf 19e-eeuwse boerderijen, hiervan zijn er nu nog drie over. De weg begint in het noorden bij de Osdorperweg en loopt in het zuiden tot aan de Ringvaart De kleibodem leende zich goed voor akkerbouw, wat in het door veenweidegebied omringde Amsterdam uitzonderlijk is. Een specifiek deel van de polder: ten westen van de Lutkemeerweg en ten zuiden van de Wisentdijk is landschappelijk oorspronkelijk: hier is het kavelpatroon van begin 19e eeuw nog zichtbaar. De akkers zijn omzoomd met afwateringsslootjes zodat een drainagesysteem overbodig is. Aan de weg, gelegen tussen de boerderijen, is een boomgaard met fruitbomen die in 1870 geplant zijn en met recht monumentaal genoemd mogen worden. Van de agrarische activiteiten in Amsterdam, met name de akkerbouw is weinig meer terug te vinden in Amsterdam. De Lutkemeer is hier een uitzondering op. Naast een oude stolpboerderij met boerenerf op nr. 180 en een 19°°-eeuwse stal op 262, staat op nr. 252 een origineel tuindershuis. Samen met de akkers is het geheel een voor de stad uniek ensemble. De akkers sluiten aan op het natuurgebied (Ecologische hoofdstructuur) langs de ringvaart, die loopt langs de Raasberg tot aan de Oeverlanden. Het Noord-Hollandpad volgt eveneens deze route. Voor de aanwezige diersoorten, vogels, insecten en bijen bieden de akkers een extra dimensie in de biodiversiteit van het gebied. Zie ook op waarnemingen.nl de vele (en ook bijzondere) soorten die zijn gesignaleerd in dit gebied. Zoals de akker- en weidevogels die zich in het gebied vestigen. Daarnaast geven de akkers een ruimtelijke beleving die het gebied en wandelpad veel aantrekkelijker maken. Hier kan zowel van brede natuurwaarden als van een weids uitzicht worden genoten. Groengebieden aan de rand van de stad vormen een belangrijke functie in een steeds drukker wordende stad als Amsterdam. Tegelijkertijd leidt de druk op (bouw)gronden in de randen van de stad tot een verrommeling van het landschap. Door de wat geïsoleerde ligging, in combinatie met de aanwezigheid van het historisch kavelpatroon (welke nu ruim een eeuw in gebruik zijn voor landbouw) heeft deze versnippering in de Lutkemeerpolder nog niet plaats gevonden. Tot slot vervult de polder een belangrijke functie in de (potentiële) voedselproductie voor de stad. De wens om lokaal te produceren kan maar op een beperkt aantal locaties in Amsterdam worden vormgegeven. De Lutkemeerpolder heeft hierbinnen een belangrijke rol en zou ook om die reden behouden moeten worden. Kortom: — de unieke grondsoort en daarmee historische akkerbouw — het originele kavelpatroon — de monumentale boomgaard — de verbondenheid met het natuurgebied — de ruimtelijke beleving en weidse uitzicht — een stadsrand die nog landschappelijk en niet verrommeld is — de mogelijkheden om lokaal voedselbeleid daadwerkelijk vorm te geven maken dat we over een uniek en waardevol gebied spreken. Het predikaat ' Gemeentelijk Beschermd Stadsgezicht (of een vergelijkbare bescherming)’ is wat ons betreft zeer van toepassing. Langs deze weg willen wij u vragen om de Lutkemeerpolder te beschermen en vast te stellen zodat deze waardevolle aspecten voor volgende generaties bewaard zullen blijven. Verder doen wij u de suggestie om het gebied toe te voegen aan de naastgelegen Tuinen van West. Deze aanvraag wordt ingediend namens: Bond Heemschut, Commissie Amsterdam IVN, Dhr. J. de Jong, directeur Foodcouncil, Dhr. J. Spangenberg Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, Dhr. S. Jaasma, voorzitter Houd Lutkemeer leger, Dhr. B. van Dijk Werkgroep Historie Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, Tamar Frankfurther Contactadres Bond Heemschut, Commissie Amsterdam T.a.v. Dhr. N. Vervat Vondellaan 6 1217 RX Hilversum Aan college van Burgemeesters en wethouders gemeente Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Ce: de leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum: 28 juni 2018 Betreft: aanvraag ‘Gemeentelijk Beschermd Dorpsgezicht' Lutkemeerpolder Geachte leden van het college, Langs deze weg willen wij uw aandacht vragen voor de Lutkemeerpolder. De Lutkemeerpolder is een polder in het westen van de gemeente Amsterdam, grenzend aan de Ringvaart ter hoogte van Lijnden. De polder telde na de drooglegging anderhalve eeuw geleden één weg; de Lutkemeerweg. Oorspronkelijk stonden er vijf 19e-eeuwse boerderijen, hiervan zijn er nu nog drie over. De weg begint in het noorden bij de Osdorperweg en loopt in het zuiden tot aan de Ringvaart De kleibodem leende zich goed voor akkerbouw, wat in het door veenweidegebied omringde Amsterdam uitzonderlijk is. Een specifiek deel van de polder: ten westen van de Lutkemeerweg en ten zuiden van de Wisentdijk is landschappelijk oorspronkelijk: hier is het kavelpatroon van begin 19e eeuw nog zichtbaar. De akkers zijn omzoomd met afwateringsslootjes zodat een drainagesysteem overbodig is. Aan de weg, gelegen tussen de boerderijen, is een boomgaard met fruitbomen die in 1870 geplant zijn en met recht monumentaal genoemd mogen worden. Van de agrarische activiteiten in Amsterdam, met name de akkerbouw is weinig meer terug te vinden in Amsterdam. De Lutkemeer is hier een uitzondering op. Naast een oude stolpboerderij met boerenerf op nr. 180 en een 19°°-eeuwse stal op 262, staat op nr. 252 een origineel tuindershuis. Samen met de akkers is het geheel een voor de stad uniek ensemble. De akkers sluiten aan op het natuurgebied (Ecologische hoofdstructuur) langs de ringvaart, die loopt langs de Raasberg tot aan de Oeverlanden. Het Noord-Hollandpad volgt eveneens deze route. Voor de aanwezige diersoorten, vogels, insecten en bijen bieden de akkers een extra dimensie in de biodiversiteit van het gebied. Zie ook op waarnemingen.nl de vele (en ook bijzondere) soorten die zijn gesignaleerd in dit gebied. Zoals de akker- en weidevogels die zich in het gebied vestigen. Daarnaast geven de akkers een ruimtelijke beleving die het gebied en wandelpad veel aantrekkelijker maken. Hier kan zowel van brede natuurwaarden als van een weids uitzicht worden genoten. Groengebieden aan de rand van de stad vormen een belangrijke functie in een steeds drukker wordende stad als Amsterdam. Tegelijkertijd leidt de druk op (bouw)gronden in de randen van de stad tot een verrommeling van het landschap. Door de wat geïsoleerde ligging, in combinatie met de aanwezigheid van het historisch kavelpatroon (welke nu ruim een eeuw in gebruik zijn voor landbouw) heeft deze versnippering in de Lutkemeerpolder nog niet plaats gevonden. Tot slot vervult de polder een belangrijke functie in de (potentiële) voedselproductie voor de stad. De wens om lokaal te produceren kan maar op een beperkt aantal locaties in Amsterdam worden vormgegeven. De Lutkemeerpolder heeft hierbinnen een belangrijke rol en zou ook om die reden behouden moeten worden. Kortom: — de unieke grondsoort en daarmee historische akkerbouw — het originele kavelpatroon — de monumentale boomgaard — de verbondenheid met het natuurgebied — de ruimtelijke beleving en weidse uitzicht — een stadsrand die nog landschappelijk en niet verrommeld is — de mogelijkheden om lokaal voedselbeleid daadwerkelijk vorm te geven maken dat we over een uniek en waardevol gebied spreken. Het predikaat ' Gemeentelijk Beschermd Stadsgezicht (of een vergelijkbare bescherming)’ is wat ons betreft zeer van toepassing. Langs deze weg willen wij u vragen om de Lutkemeerpolder te beschermen en vast te stellen zodat deze waardevolle aspecten voor volgende generaties bewaard zullen blijven. Verder doen wij u de suggestie om het gebied toe te voegen aan de naastgelegen Tuinen van West. Deze aanvraag wordt ingediend namens: Bond Heemschut, Commissie Amsterdam IVN, Dhr. J. de Jong, directeur Foodcouncil, Dhr. J. Spangenberg Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, Dhr. S. Jaasma, voorzitter Houd Lutkemeer leger, Dhr. B. van Dijk Werkgroep Historie Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, Tamar Frankfurther Contactadres Bond Heemschut, Commissie Amsterdam T.a.v. Dhr. N. Vervat Vondellaan 6 1217 RX Hilversum
Raadsadres
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1439 Publicatiedatum 24 december 2015 Ingekomen onder u Ingekomen op woensdag 16 december 2015 Behandeld op woensdag 16 december 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Duijndam inzake de gewijzigde agenda informele zorg en vrijwillige inzet 2015-2017 (bereik mantelzorgers via lokale media). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de gewijzigde agenda informele zorg en vrijwillige inzet 2015-2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1352). Constaterende dat: — gesteld wordt dat er in principe voldoende ondersteuningsaanbod is voor mantelzorgers, maar dat mantelzorgers niet altijd op de hoogte zijn van het aanbod; Overwegende dat: — de (gratis) buurtkranten en de Amsterdamkrant van de gemeente, die huis aan huis verspreid worden, zeer goed gelezen worden; — aankondigingen in de lokale media van ondersteunende activiteiten voor mantelzorgers van groot belang zijn om mantelzorgers te bereiken; — het de organisaties ontbreekt aan budget hiervoor. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — extra in te zetten op het bereik van mantelzorgers door gebruik te maken van lokale media; — de uitvoering hiervan te delegeren aan de stadsdelen. Het lid van de gemeenteraad P.J.M. Duijndam 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 748 Publicatiedatum 1 juli 2016 Ingekomen onder AO Ingekomen op woensdag 22 juni 2016 Behandeld op woensdag 22 juni 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden N.T. Bakker en Groot Wassink inzake de internationale wapenbeurs in de RAI (geen wapenbeurzen meer in de stad). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden N.T. Bakker en Groot Wassink inzake de internationale wapenbeurs in de RAI (Gemeenteblad afd. 1, nr. 701). Overwegende dat: — van 21 tot en met 23 juni 2016 in de RAI een internationale wapenbeurs wordt gehouden; — op deze beurs wapenbedrijven, zoals Textron van de internationaal verboden clustermunitie en Thyssen/Krupp van de onderzeeërs met kernwapens, hun producten presenteren; — op de gastenlijst delegaties staan uit landen zoals Saoedi-Arabië, Bahrein, Qatar, Koeweit en Turkije; — genoemde landen op dit moment militair actief zijn en naar de beurs komen om wapens te kopen om daarmee de oorlog in hun land te winnen en doden te maken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — zich uit te spreken tegen het houden van wapenbeurzen in Amsterdam; — ervoor te zorgen dat voortaan geen wapenbeurzen meer in de stad worden gehouden. De leden van de gemeenteraad N.T. Bakker B.R. Groot Wassink 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 21 december 2022 Ingekomen onder nummer 542 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Von Gerhardt, Runderkamp, Boomsma, Broersen en Rooderkerk inzake kijk kritisch naar de prioriteiten Onderwerp Kijk kritisch naar de prioriteiten voor vaststellen rangorde aanvragen onderwijsvoorzieningen Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over agendapunt 15: Wijzigen van de Verordening huisvestingsvoorzienin- gen onderwijs Amsterdam 2020; Constaterende dat, -__De normbedragen worden verhoogd met 34% zodat deze passend zijn bij de prijspeil janu- ari 2023; -_ Het investeringsplafond in de begroting met (slechts) 10% is meegestegen; -_ Meerkosten bij lopende projecten ook moeten worden ingepast binnen het plafond; -_ Er hierdoor de komende jaren aanzienlijk minder projecten kunnen worden opgenomen in het OHP; -_Het vervangingsritme van schoolgebouwen in de stad hierdoor nog verder omlaaggaat; -__De gemeente als wettelijke taak heeft het voorzien in voldoende huisvesting voor onder- wijs. -_ Bij gelijkblijvend bekostigingsplafond de investeringen voor de groei van de stad hierdoor volledig beslag zullen gaan leggen op de investeringsruimte; -__ De vervanging, renovatie en verduurzaming van de bestaande scholen hierdoor nog ver- der achterop zal komen te raken; -_ Erkeuzes gemaakt zullen moeten worden om voldoende ruimte te houden voor zowel nieuwe projecten als de bestaande voorraad. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -___Bij het aanbieden van het volgende IHP 2024-2028 kritisch te kijken naar de prioriteiten zoals die staan in bijlage V van de Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Am- sterdam 2020 zodat er een goede balans is tussen zowel de bestaande schoolgebouwen als nieuwe gebouwen; -_ Hierbij de raad inzicht te geven in welke gevolgen het (eventueel) veranderen van de prio- riteiten heeft op zowel de groei van de stad als het vervangingsritme; Indiener(s), M.S. Von Gerhardt L.P. Runderkamp D.T. Boomsma J. Broersen lì Rooderkerk
Motie
2
train
1 Amsterdam.nl 1.1 Gemaild vanaf Amsterdam.nl Uw bericht Beste Gemeente, Ik ben Serkan. 16 jaar oud en de oprichter van het Amsterdams modemerk Kanstairs. Een merk dat duurzaam probeert te zijn en denkt aan de Amsterdamse stijl. De reden waarom ik jullie mail is na aanleiding van dat het mij is opgevallen dat er na kauwgom en plastic heel veel sigarettenfilters op straat liggen. Mijn vraag is nu: Wat gebeurt er met de sigarettenpeuken? Ik heb namelijk een geweldige plan om samen met jullie op te lossen en te komen op een geweldig resultaat. Ik hoor het graag van jullie terug! Met vriendelijke groet, Serkan Karacaer Oprichter modemerk Kanstairs kanstairs @ hotmail.com Url Afval en hergebruik
Raadsadres
1
train
€ Gemeente Amsterdam > 4 Noord Bestuursflap Samenvatting Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen PvdA en SP inzake verkoop woningen Vestia Zaaknummer L14-63110 Behandelend ambtenaar _L.M.M. Kokhuis Afdeling DBU/OFD Programma Stedelijke ontwikkeling Doelstelling Bevoegdheid Dagelijks bestuur, ter kennisneming aan bestuurscommissie Soort bevoegdheid Mandaat aan dagelijks bestuur Procedure AN Na besluitvorming Origineel met bijlagen (via JBZ) naar DDV Soort notitie Beantwoording schriftelijke vragen Kopieën naar L.M.M. Kokhuis Á | | Gemeente Amsterdam Besluit nr. 6570-A Beleidsbepaling Schriftelijke vragen PvdA/SP inzake verkoop woningen Vestia Pagina 2 van 5 | Nummer 6570-A Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen PvdA/SP inzake verkoop woningen Vestia { Te Portefeuille Ruimtelijke ordening en bouwen \ On , sk A se Bestuurlijk / z ZZ \ / (TTT verantwoordelijke ot À | mevr. E. Berends Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie Noord, gemeente Amsterdam, besluit namens het algemeen bestuur: De inhoud van de brief met kenmerk Z14-63110, waarin de schriftelijke vragen van de PvdA en SP inzake de verkoop van huurwoningen van Vestia, vast te stellen. Ondertekening „ aeg 23 SEP, 2014 Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie Noord, gemeente Amsterdam PA / / Ds Z LZ ZR: vander Velden mevr. J.A. van Berkum A 2 etaris voorzitter Á Gemeente Amsterdam Besluit nr. 6570-A | Beleidsbepaling Schriftelijke vragen PvdA/SP inzake verkoop woningen Vestia Pagina 3 vans Bestuurlijke context In Het Parool van 25 augustus jl. werd aandacht besteed aan de voorgenomen verkoop aan het Duitse Patrizia door Vestia van woningen in Amsterdam-Noord. Twee leden van de bestuurscommissie Amsterdam-Noord (Muurlink PvdA en Jurrema SP) hebben hierover op 28 augustus schriftelijke vragen gesteld, die in bijgaande conceptbrief beantwoord worden. Inmiddels heeft de manager van de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven (WZS) inzake dit onderwerp een positieve zienswijze naar Vestia gezonden (bijgevoegd). Als vervolg op eerder door WZS en stadsdeel geuite bezwaren is de stand van zaken thans in grote lijnen als volgt: 1. de bewoners zijn inmiddels geïnformeerd over de voorgenomen verkoop 2. van Patrizia kan als buitenlandse entiteit geen ‘verklaring omtrent gedrag’ gevraagd worden 3. eris een een verklaring omtrent sociaal verhuurgedrag overlegd 4. van splitsing en verkoop zal pas sprake zijn na een periode van minimaal zeven jaar 5. het woon/zorg-concept blijft overeind. Financiële toelichting Jaar Totale lasten Financiële Bron TT ebruto) dekking TTE Structurele lasten * €” e* Productnummer * Incidentele lasten * e+ ex FCL * Bedrag waarvoor geen ex” Incidenteel: €* Betrekken bij: * dekking is opgenomen Structureel: € * ingewonnen adviezen Er is geen juridisch advies ingewonnen. Er is geen financieel advies ingewonnen. Er is geen communicatie advies ingewonnen. Er is extern advies ingewonnen in april en augustus 2014 bij de dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Het advies van het stadsdeel is vervolgens Gemeente Amsterdam Besluit nr. 6570-A Beleidsbepaling Schriftelijke vragen PvdA/SP inzake verkoop woningen Vestia Pagina 4 van 5 | verwerkt in bijgevoegde zienswijze. nn Risico's / Neveneffecten ke, me Publieke acties * dee Participatie / Inspraak * mn Meegezonden stukken Concept DB-besluit Concept brief aan vragenstellers Zienswijze gemeente Amsterdam d.d. 29 augustus 2014 Kabinet * Registratienummer Naam Waar op te vragen / in te zien Openbaar * mn Paraaf ambtelijk eindverantwoordelijke: ST Semen %. drs. D. Bout
Besluit
4
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 14 november 2023 Portefeuille(s) Grond en Ontwikkeling Portefeuillehouder(s): Van Dantzig Behandeld door Y. Overdijk, [email protected] Onderwerp Collegebesluit Vaststellen Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende: Op 14 november 2023 heeft het college van B&W ingestemd met het Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid. De commissie RO wordt gevraagd kennis te nemen van de achtergrond en hoofdpunten van het Voorlopig Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk. Daarnaast wordt de commissie gevraagd kennis te nemen van de nota van beantwoording, de adviezen de geactualiseerde investeringsraming Openbare Ruimte en de geactualiseerde beheerkostenraming en bijbehorende beheerkostentoets Sloterdijk | Zuid. Ook wordt de commissie met deze brief geïnformeerd over het participatietraject van de inrichting van de openbare ruimte Sloterdijk | Zuid. Achtergrond Sloterdijk | Zuid Sloterdijk | Zuid is, gelegen ten oosten van de ring A1o-West, ten noorden van het spoor Amsterdam-Haarlem en het Toekomstbestendig Westerpark, en ten westen van de Spaarndammerbuurt. Het projectgebied Sloterdijk | Zuid is nu vooral nog een bedrijventerrein met allerlei soorten bedrijven (van groothandels tot autowasbedrijf en aan de westzijde een kantorenstrook). Naast bedrijven is ook het Mediacollege Amsterdam hier gevestigd. Op 6 november 2019 heeft de gemeenteraad de Investeringsnota Sloterdijk | Zuid vastgesteld. Sloterdijk | Zuid zal — als één van de eerste wijken van Haven-Stad - de komende jaren transformeren naar een gemengde woonwerkwijk met circa 4.700 woningen met bijbehorende commerciële en maatschappelijke voorzieningen. Daarnaast wordt er 86.000 m2 aan bedrijfsruimte gerealiseerd. In de investeringsnota zijn de ambities en prestatie-eisen beschreven met betrekking tot het gewenste programma, duurzaamheid, groen en de stedenbouwkundige kwaliteit waaraan de bouwplannen van ontwikkelaars worden getoetst. In de vastgestelde investeringsnota is ook de eerste versie van het Raamwerk Openbare Ruimte opgenomen. Dit raamwerk is in de afgelopen periode verder uitgewerkt naar een concept ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid De gemeente heeft eind december 2020 de uitgangspunten voor het concept voorlopig ontwerp in drie participatiebijeenkomsten aan de huidige gebruikers van het gebied en een aantal belangenorganisaties voorgelegd en op basis daarvan nader Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023 Pagina 2 van 10 uitgewerkt. De nieuwe bewoners en gebruikers zijn op dit moment nog niet bekend. Op het moment dat de nieuwe bewoners en gebruikers steeds meer bekend worden, zullen ook zij worden betrokken bij de vitwerking van het Voorlopig ontwerp naar een definitief ontwerp. Beschrijving bestaande situatie openbare ruimte De straten zijn op dit moment sober ingericht en ruim en functioneel opgezet, omdat op dit moment de focus vooral ligt op het logistieke functioneren van het gebied. Tevens is er weinig groen in de straten. Dat gaat de komende jaren veranderen. Het is de bedoeling dat het gebied wordt getransformeerd naar een multifunctioneel hoogstedelijk woon-werkgebied. Hiervoor moet ook de openbare ruimte opnieuw worden ingericht. Sloterdijk | Zuid wordt een geheel nieuwe wijk, met een duurzame openbare ruimte, waar groen, een aantrekkelijk leefklimaat, fietser en voetganger voorop staan. Het Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid heeft de volgende kenmerken: a. De openbare ruimte van Sloterdijk | Zuid wordt duurzaam en toekomstbestendig ingericht; b. Veel aandacht voor fiets- en voetgangers: autoluwe woon-werkstraten, goede loop- fietsverbindingen, gekoppeld aan goede verbinding met het openbaar vervoer; c. Duurzaam groen: grote biodiversiteit plantensoorten, inrichting is hittebestendig en rainproof. Er worden 800 à goo nieuwe bomen aangeplant in het gebied (1/3 als vervanging, 2/3 als uitbreiding van het aantal bomen). Mits de condities het toelaten, kunnen circa 190 bomen op dezelfde locatie blijven staan en circa 45 bomen worden verplant; d. Flexibele inrichting: de ontwerpmogelijkheden van de inrichting van de openbare ruimte in relatie tot de aangrenzende functies kunnen flexibel worden aangepast; e. Aandacht voor ‘Bewegen in de stad’: voldoende speel- en sportvoorzieningen voor verschillende doelgroepen en leeftijdscategorieën; f. _ Openbare ruimte voor alle doelgroepen; g. Aanleg van het Dijkpark als een nieuw park voor Sloterdijk | Zuid, met veel ruimte voor recreatie, sport- en spelvoorzieningen; h. Aanleg van het Contactplein, een gezamenlijk plein voor zowel Sloterdijk | Zuid als Sloterdijk | Noord, met daaraan liggende scholen, supermarkt en een enkele andere winkel. i. De openbare ruimte van Sloterdijk | Zuid zal gefaseerd worden aangelegd, volgend op de ontwikkeling van de bouwblokken. Ad a. Openbare ruimte Sloterdijk | Zuid: duurzame inrichting Sloterdijk | Zuid is een van de eerste nieuwe projectgebieden in Haven-Stad. De hoge ambities met betrekking tot duurzaamheid, biodiversiteit en mobiliteit leiden tot een nieuw type inrichting van de leefomgeving. Bovendien leidt de stedelijke mix van wonen en kleinschalige bedrijvigheid tot een specifieke dynamiek op straat. De openbare ruimte wordt duurzaam en toekomstbestendig ingericht. Zo wordt het gebied (vanwege verzakking van de bodem met als gevolg een hoge grondwaterstand) integraal opgehoogd tot 1.00 + NAP zodat er voldoende ontwateringsdiepte wordt gecreëerd. Ook is er gekeken of bestaande (verharding)materialen kunnen worden hergebruikt in de toekomstige openbare ruimte. De in de huidige straten aanwezige gebakken klinkers zullen worden hergebruikt in de rijbanen. Daarnaast zullen de aanwezige betontegels terugkeren als puinverharding in de Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023 Pagina 3 van 10 straatfundering, of vermengd met aarde in schanskorven (draadmanden) voor de ontwikkeling van flora en fauna. Ad b. Fiets- en voetgangersnetwerk De nieuwe inrichting van de openbare ruimte binnen Sloterdijk | Zuid richt zich met name op een goed te gebruiken fiets- en voetgangersnetwerk (autoluwe woonstraten) zowel binnen Sloterdijk I Zuid als door middel van goede aansluitingen op de bestaande fiets- en voetgangersnetwerken in de aangrenzende buurten. De netwerken worden ook gekoppeld aan een (hoogwaardig) openbaar vervoersnetwerk. De straten worden ingericht voor de fietser en de voetganger. De auto en het overig gemotoriseerde verkeer zijn te gast. Ad c. Duurzaam groen Bij de nieuwe inrichting is groen een onmisbaar element. Het groen is opgenomen in verschillende vormen, met verschillende soorten bomen, vaste planten, kruidenmengsels en gevelgroen. In de toekomstige groenstroken, afgewisseld met klinkerverharding, kan het meeste regenwater infiltreren. Daarnaast zijn de ontwikkeling van biodiversiteit en een natuur inclusieve inrichting belangrijke onderdelen: zo worden er nestgelegenheden voor vogels en insecten aangebracht. De toepassing van veel groen helpt tegen hittestress, wat vaak voorkomt in dichtbebouwde, stedelijke en stenige gebieden. Het streven is om zoveel mogelijk bestaande bomen te behouden en deze op te nemen in het nieuwe ontwerp. In het ontwerp wordt ervanuit gegaan dat ondanks de ophoging van het gebied) circa 190 bomen op de huidige plek kunnen blijven staan. Dit zijn met name de bomen bij het toekomstig Contactplein en de bomen oostelijk in het bosschage in het toekomstig Dijkpark. Daarnaast komen circa 45 bomen in aanmerking om te verplanten in de openbare ruimte. Ook worden er ca. 800 à goo nieuwe bomen aangeplant, die voor 1/3 deel dienen ter vervanging, maar voor 2/3 deel een uitbreiding zijn van het aantal bomen in het gebied. De precieze aantallen zijn op dit moment nog niet bekend en komt bij verdere uitwerking van de deelgebieden. Ad d. Flexibele inrichting Flexibiliteit krijgt extra aandacht bij de inrichting van de openbare ruimte. Er is een toolbox opgesteld met verschillende ontwerpmogelijkheden van de openbare ruimte in relatie tot de aangrenzende functies. De toekomstige inrichting van de openbare ruimte in de straten wordt gefaseerd uitgevoerd. De fasering hangt af van de ontwikkeling van de aangrenzende kavels. Het kan dus voorkomen dat in één straat één zijde in ontwikkeling gaat, terwijl de andere zijde nog blijft functioneren met de bestaande bedrijven. Daarom is ervoor gekozen om de straten die van noord naar zuid lopen asymmetrisch in te richten. Dit geeft de mogelijkheid om de helft van de straat op te hogen en met ruim groen en met ruimte voor spelen en verblijven in te richten, terwijl het andere gedeelte nog niet hoeft te worden opgehoogd of ingericht. Ad e. Bewegen in de stad Omdat de stad steeds verder wordt verdicht is het van belang om het bewegen in de stad te stimuleren. Er worden daarom speel- en sportvoorzieningen in Sloterdijk | Zuid aangelegd voor verschillende doelgroepen en leeftijdscategorieën, zoals in het nieuw aan te leggen Dijkpark, maar ook in de tussenstraatjes wordt gekeken naar sport- en speelvoorzieningen. Daarmee wordt Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023 Pagina 4 van 10 aangehaakt op het programma ‘De Bewegende Stad’, met als ambitie de openbare ruimte zo in te richten dat deze uitnodigt om te gaan bewegen. Ad f. Openbare ruimte voor alle doelgroepen Sloterdijk | Zuid wordt een ongedeelde stad: er wordt rekening gehouden met verschillende doelgroepen en leeftijdscategorieën. Dit geldt ook voor de inrichting van de openbare ruimte. Zo wordt gekeken naar de oversteekbaarheid van straten, met zo min mogelijk hoogteverschillen, en naar de toegankelijkheid van parken, pleinen en gebouwen. Ad g. Dijkpark Langs de hele zuidzijde van Sloterdijk | Zuid, wordt het (voor iedereen goed bereikbare) Dijkpark aangelegd. In het park komt ruimte voor recreatie krijgt het park en worden verschillende soorten sportvoorzieningen en speelelementen aangelegd. Het Dijkpark wordt mogelijk gemaakt door herinrichting van de bestaande groenstrook en door het opheffen van de Contactweg- Sloterdijkerweg. De bestaande bosschages aan de oostzijde blijven behouden en worden in het park geïntegreerd. Ad h. Contactplein De bouwblokken aan dit plein krijgen een cultureel/maatschappelijk en een commercieel programma in combinatie met woningbouw. Het Contactplein wordt een gezamenlijk plein voor zowel Sloterdijk | Zuid als Sloterdijk | Noord, met scholen, een supermarkt en andere winkels. Ad i. gefaseerde inrichting van de openbare ruimte De openbare ruimte van Sloterdijk | Zuid wordt gefaseerd ingericht volgende op de ontwikkeling van de bouwblokken. Inspraakreacties Het concept Voorlopig Ontwerp Openbare Ruimte heeft van 12 oktober t/m 23 november 2022 ter inzage gelegen. Er zijn in totaal negen inspraakreacties ingediend, waarvan twee reacties afkomstig zijn van eigenaren/erfpachters uit Sloterdijk | Zuid, een reactie van de Vrienden van het Westerpark, een reactie van het Cultureel Erfgoed Groot Westerpark, een reactie van ProRail, een reactie van Buren van Minervahaven, Buren van Haven-Stad Z-W, de Fietsersbond en twee reacties van omwonenden. De inspraakreacties zijn na de inspraakperiode samengevat en beantwoord in een Nota van Beantwoording De reacties van de erfpachters/ eigenaren uit het gebied richten zich vooral op zaken die voor hen als ontwikkelende partij van belang zijn: verkeerscirculatie, overgang privé-openbaar, afvalinzameling etc. De zienswijzen van de Fietsersbond richten zich o.a. op het belang van goede fiets- en voetgangersverbindingen van Sloterdijk | Zuid met andere buurten. ProRail heeft met name een inspraakreactie gegeven m.b.t. de inrichting van het spoortalud, de veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het geluidsscherm op de spoordijk en de onderdoorgangen van het spoor als onderdeel van het Dijkpark. De zienswijzen van het Vereniging Bescherming Cultureel Erfgoed Westerpark, de Vrienden van het Westerpark en de van de Buren van Minervahaven, Buren van Haven-Stad Z-W richten zich vooral op de inbedding van Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023 Pagina 5 van 10 Sloterdijk | Zuid binnen de aanliggende buurten (o.a. onderdoorgangen onder het spoor) de ontwikkelstrategie van Haven-Stad en het toekomstbestendig Westerpark. Voor een groot aantal opmerkingen met betrekking tot Groot Westerpark, Haven-Stad en (fiets)verbindingen met de aanliggende buurten, geldt dat deze (ten dele) buiten de scope van het project vallen. Toch is getracht in de Nota van Beantwoording hierop zoveel mogelijk een antwoord op te geven. Daar waar nodig, wordt verwezen naar het participatieproces van het Toekomstbestendig Westerpark of Haven-Stad. Wijzigingen Voorlopig Ontwerp naar aanleiding van de inspraakreacties Per reactie is aangegeven of en in welke mate deze aanleiding geven tot aanpassing van het ontwerp. De meeste reacties geven geen reden tot wijzigingen in het ontwerp. Naast een klein aantal tekstuele opmerkingen, werd een opmerking gemaakt over de wenselijkheid van de aanleg van een hondenuitlaatplek in de openbare ruimte. Deze wordt in de uitwerking van het ontwerp naar een definitief ontwerp van het Dijkpark en/of andere plekken in de openbare ruimte opgenomen. Daarbij wordt aandacht besteed bij de keuze van de locatie en afspraken over het beheer, zodat dat de hondenuitlaatplek een aantrekkelijke plek blijft die niet snel verschraald en/of vervuild raakt. Verder werd door een ontwikkelaar gevraagd aandacht te besteden aan de veiligheid voor m.n. kinderen in de overgangen tussen de semiopenbare ruimten(binnentuinen) en de straten. Ook werd er aandacht gevraagd voor veiligheid van de route voor kinderen naar de speelgelegenheden in het park. Deze vragen worden meegenomen in vitwerking van het ontwerp naar de vitvoeringsontwerpen van de straten. Hierbij zullen de ontwikkelaars van de bouwblokken worden betrokken. Advies stadsdeel West Stadsdeel West heeft een aantal adviezen uitgebracht over het Ontwerp Openbare ruimte Sloterdijk | Zuid. Hieronder is een samenvatting van deze adviezen opgenomen en wordt de reactie van het college op dit advies weergegeven. 1. Aandacht voor de groennorm, pak ontwikkeling versnippering groen tijdig op Reactie: Het is van belang dat er per ontwikkelingsfase van Sloterdijk | zuid voldoende groen aanwezig om van Sloterdijk | zuid een aangename wijk te maken en te voldoen aan de vereiste groennorm. Niet al het groen kan vanwege de verdichtingsopgave in Sloterdijk | Zuid worden gerealiseerd. Dit is al besloten bij het Investeringsbesluit in 2019. Vanwege de urgentie en prioriteit vanuit de ontwikkelingen in Sloterdijk | Zuid, is vanuit Programma Haven-Stad recentelijk gestart om de groengebieden in het noordelijk deel van het Westerpark te transformeren naar openbaar groen. Over het planproces zal nauwe afstemming plaatsvinden met stadsdeel West. Daarnaast zal de relatie tussen deelplannen voor woningbouw, de groennorm, en de voortgang in de ontwikkeling van nieuw groen nauwkeurig worden gemonitord door Haven-Stad. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023 Pagina 6 van 10 Bekijk mogelijkheden om geveltuinen extra groot uit te voeren Reactie: De vitvoering/realisatie van geveltuinen is in het algemeen verankerd in het beleid van de gemeente. In Sloterdijk | Zuid kan vanwege de breedte van de stoepen gekozen worden voor de brede variant. 2. Steun voor prioriteit fietsers en voetgangers, aandacht voor verkeerveiligheid: -__ Besteed in het ontwerp extra aandacht aan uitritten, dat er een goed zicht op straat gerealiseerd wordt m.b.t. op spelende kinderen. Reactie: het ontwerp wordt in deelontwerpen gedetailleerd uitgewerkt, waarbij goed gekeken wordt naar de verkeersveiligheid en het zicht op straat -_ Onderzoek mogelijkheden om de fietsinfrastructuur zo in te richten dat elektrische fietsen gescheiden worden van elektrische fietsen. Reactie: Vanuit het ontwerp is ingezet op ruime profielen, waar de verschillende verkeersstromen elkaar gemakkelijk kunnen passeren. Er wordt aangesloten bij het huidige en toekomstige stadsbreed beleid m.b.t. elektrische fietsen -_Richt straten zo ín dat brommers en fietsers niet dicht langs de gevel kunnen rijden Reactie: Hier is in het ontwerp rekening mee gehouden en zal in de gedetailleerde vitwerking van de deelontwerpen worden uitgewerkt. -__ Geadviseerd wordt: om maatregelen te nemen om schade aan bomen en planten door (parkerende) auto's’ te voorkomen. Reactie: hier is in het ontwerp rekening mee gehouden 3. Betrek belangenorganisaties bij vitwerking om de toegankelijkheid voor minder-validen te borgen. Reactie: belangengroeperingen, zoals Onbeperkt West/ Cliëntenbelang zijn tijdens de ontwerpfase actief geconsulteerd en deze zal ook in het vervolgtraject bij de nadere uitwerking van het ontwerp in deelontwerpen actief worden betrokken. 4. Het stadsdeel steunt de ambitie om afval inpandig te verzamelen Reactie: dit is een van de uitgangspunten die vastgelegd zijn in de investeringsnota Sloterdijk | Zuid (2019) Op dit moment wordt onderzocht hoe dit is te concretiseren. 5. Aanvullende aandachtspunten bij spelen en sport Aandacht voor ‘urban’ sport, toegankelijkheid voor mindervaliden, speelplekken die ook zelfstandig avontuurlijk en creatief samenspelen bevorderen, aandacht voor bewegingsmogelijkheden voor senioren. Reactie: deze aandachtspunten zullen bij de uitwerking van het ontwerp in gedetailleerde deelontwerpen van de openbare ruimte worden meegenomen en nader onderzocht. 6. Voorkom dat hondennuitlaatgebied een verschraalde groenstrook wordt Dit aandachtspunt zal bij de nadere uitwerking va het ontwerp in overleg met Stadswerken worden uitgewerkt. Vanuit de stadsdeelcommissie kwamen aanvullend op het DB-advies de volgende adviezen: 1. Wacht het nieuwe beleid omtrent de snelfiets af, alvorens aparte infrastructuur voor snelfiets in het voorlopig ontwerp uit te sluiten Reactie: Het voorlopig ontwerp voor de openbare ruimte in Sloterdijk | Zuid en het in het Integraal Raamwerk Haven-Stad beschreven voorgestelde gedifferentieerde netwerk van Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023 Pagina 7 van 10 fietsverbindingen biedt hiervoor verschillende mogelijkheden om op het nieuw te ontwikkelen beleid in te spelen. (Zie ook beantwoording onder advies 2). 2. Voeg sporten in verenigingsverband of andere organiseerde vormen toe aan de functielijst van het ontwerp. Reactie: De openomen functielijst in het ontwerp geeft een overzicht van de mogelijke functies die in de plinten van de verschillende bouwblokken kunnen worden voorzien. Dit is geen ‘echte! functiekaart. De georganiseerde sport of sporten in verenigingsverband wordt op het schaalniveau van Haven-Stad gewaarborgd. Dit staat o.a. beschreven in het Integraal Raamwerk van Haven-Stad. 3. ís hetaanbod voor georganiseerde sport in het Vo voldoende betrek: SDZ bij dit onderzoek. Reactie: In Sloterdijk | Zuid zijn de twee vereiste gymzalen van de basisscholen samengevoegd tot een multifunctionele sportzaal, die buiten schooltijden ook gebruikt kan worden in verenigingsverband of andere georganiseerde vorm. Voor georganiseerde buitensport is in Sloterdijk | Zuid is geen ruimte. In de nabijheid, op gemiddeld 1300 meter afstand gelegen, zal het omvangrijke Sportcomplex Spiering Horn gerevitaliseerd worden. Op dit sportcomplex is ruimte om te voorzien in de buitensportbehoefte die op basis van de 'Referentienorm voor maatschappelijke voorzieningen, groen en spelen 2018’ volgt vit de woningbouw in de deelgebieden Sloterdijk Stationskwartier en Sloterdijk | Zuid. Daarnaast zal voor het andere, op gemiddeld 7zoo meter afstand gelegen, nabije middelgrote sportcomplex van hoofdgebruiker SDZ een toekomstperspectief worden ontwikkeld. Gedurende de ongeveer 10 tot 15 jarige ontwikkelperiode van de deelgebieden zal regelmatig zal worden gemonitord of de realisatie van woningbouw in goede balans is met de vernieuwing van bestaande-, en ontwikkeling van nieuwe buitensportruimte. Dit valt buiten de scope van de gebiedsontwikkeling Sloterdijk | Zuid en zal gebeuren binnen de kaders en processen van de verdere planvorming van Haven-stad. 4. Metrolijn: maak het toekomstig sluiten van de metrolijn een integraal onderdeel van de ontsluiting van Sloterdijk |l Zuid en onderzoek hoe dit meegenomen kan worden in het ontwerp. Reactie: Het metro project, de halteomgeving hiervan en de routes ernaartoe ligt buiten de projectscope van het ontwerp openbare ruimte Sloterdijk | Zuid. Dit zal binnen de scope van Haven-stad nader worden uitgewerkt. 5. _Groennorm: maak inzichtelijk hoeveel groen er netto waar en wanneer in het proces bij komt en hoe dat dan wel gaat voldoen aan de groennorm. Reactie: Dit is toegevoegd in de tekst van het Voorlopig ontwerp. 6. Spoortaluds: Met ProRail de bindende afspraak te maken dat zij niet zonder toestemming van de gemeentewijzigingen aan het spoortaluds in Sloterdijk | Zuid (en in West) die het flora en fauna aantasten mogen maken. Reactie: ProRail is voor het spoortaluds publiekrechtelijk ‘bevoegd gezag’ en grotendeels eigenaar van de grond en kunnen dus bepalen wat er gebeurt in deze strook. Uiteraard moet ProRail ook voldoen aan andere wettelijke bepalingen en moeten zij voldoen aan wetgeving Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023 Pagina 8 van 10 op het gebied van flora en fauna. Het project Sloterdijk | Zuid is in gesprek met ProRail om zo goed mogelijk een Dijkpark te kunnen aanleggen waarbij spoortalud en geluidsscherm worden geïntegreerd. Geactualiseerde investeringsraming en beheerkostentoets Voorlopig ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid. Met het nemen van het investeringsbesluit Sloterdijk | Zuid d.d.6 november 2019 heeft de gemeenteraad ingestemd met de investeringskosten voor de herinrichting van de openbare ruimte en daarbij behorende beheerkosten voor de nieuwe inrichting van de openbare ruimte op basis van een raamwerk ontwerp openbare ruimte. De investeringskosten voor de openbare ruimte waren in het Investeringsbesluit Sloterdijk | Zuid geraamd op € 26.633 min. (geïndexeerd naar prijspeil 1 januari 2023). De geraamde totale beheerkosten bedroegen € 718.960, - (prijspeil 2023). Na de vaststelling van het investeringsbesluit is het raamwerk Openbare Ruimte (door nieuwe inzichten) gewijzigd en verder vitgewerkt. Bij de vitwerking van het raamwerk naar het voorliggend voorlopig ontwerp is sterk gestuurd om de investeringskosten en beheerkosten van het uitgewerkte ontwerp zo laag mogelijk en passend te houden binnen het vastgestelde krediet van het investeringsbesluit. Ten behoeve van het voorliggende concept ontwerp is een geactualiseerde (en geïndexeerde prijspeil 23) raming gemaakt van de inrichtingskosten en de beheerkosten tijdens de transformatie en na definitieve herinrichting. Na een aantal bezuinigingsrondes en optimalisering van de kosten sluit de investeringsraming van het voorlopig ontwerp op € 36.151.000, - (prijspeil 2023). De geactualiseerde investeringskosten voor het Voorlopig Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid (prijspeil 2023) passen binnen de vastgestelde GREX (50.806) van Sloterdijk | Zuid (Investeringsbesluit d.d. 19-11-2019) geactualiseerd naar 2023 (MPG 2023). In de geactualiseerde grondexploitatie van juni 2023 bedraagt het plansaldo €8,5 min. positief op Netto Contante Waarde. De totale geraamde beheerkosten voor het nieuwe voorlopig ontwerp bedragen € 656.000, - per jaar (prijspeil 2023). De beheerkosten zijn wat gedaald ten opzichte van de geraamde beheerkosten bij het Investeringsbesluit van 2019 (€ 718.980, prijspeil 2023) Dit wordt o.a. veroorzaakt door wijziging hoeveelheden bestrating, groen etc.) De herinrichting van de openbare ruimte van Sloterdijk | Zuid zal gefaseerd worden gerealiseerd. De inrichting van de openbare ruimte volgt de realisatie van de bouwblokken. Dat betekent dat de uitgaven voor de inrichting (met name) rondom de bouwblokken gespreid zijn over de looptijd van de grondexploitatie en telkens volgen op eerst gerealiseerde grondopbrengsten. Het ontwerp zal (naar gelang de fasering) worden uitgewerkt in deelplannen naar definitieve ontwerpen. Voor elk deel-uvitvoeringsontwerp zal nogmaals nauwkeurig worden gekeken naar de geraamde investeringskosten en beheerkosten. Stadsdeel West, Stadswerken en V&OR zullen nauw betrokken worden bij de uitwerking van de deze ontwerpen Zolang de uitwerking van de Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023 Pagina 9 van 10 deelontwerpen passen binnen de inhoudelijke en financiële vastgelegde kaders wordt geen nadere bestuurlijke besluitvorming meer gevraagd. Participatietraject inrichting openbare ruimte Sloterdijk 1 Zuid Ten behoeve van het participatietraject is halverwege 2020 een plan van aanpak voor de participatie bij de inrichting van de openbarre ruimte voor Sloterdijk Zuid opgesteld. Hierin is een beschrijving opgenomen hoe het project Sloterdijk | Zuid de huidige gebruikers en toekomstige gebruikers en bewoners gaat betrekken bij het ontwerp voor de openbare ruimte. Dit zal stapsgewijs gebeuren. Op dit moment zijn alleen de huidige gebruikers bekend, op het moment dat de eerste bouwblokken worden gerealiseerd zullen ook toekomstige bewoners bij de participatie worden betrokken. Digitale participatieronden Bij de totstandkoming van het voorliggend maaiveldontwerp zijn de huidige gebruikers van het gebied (o.a. bedrijven, eigenaren/erfpachters), en een aantal belangenorganisaties uit de omgeving (zoals de Vrienden van het Westerpark, Onbeperkt West en de Fietsersbond) bij het ontwerpproces betrokken De opmerkingen van de aanwezigen zijn zoveel mogelijk verwerkt in het voorlopig ontwerp. Inspraakbijeenkomst 26 oktober 2022 Op 26 oktober 2022 is een informatiebijeenkomst gehouden in Broedplaats Contact (Contactweg 47 te Amsterdam). De informatieavond is bekendgemaakt met een huis-aan-huis verspreide flyer in Sloterdijk len directe omgeving. Tevens is per mail en nieuwsbrief een uitnodiging verstuurd aan allemensen en organisaties die zijn opgenomen in het adressenbestand van het project Sloterdijk | Zuid. Tijdens de informatiebijeenkomst werd het ontwerp voor de openbare ruimte gepresenteerd. Aansluitend vond een informatiemarkt plaats met verschillende thematafels, waar mensen vragen konden stellen over het ontwerp. Op de informatiebijeenkomst waren ongeveer vijftig personen aanwezig. In totaal zijn er 9 inspraakreacties binnengekomen. Deze reacties zijn opgenomen in de Nota van Beantwoording (zie hierboven voor de inhoudelijke beschrijving) Vervolg participatietraject na vaststelling Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid Na vaststelling van het voorlopig ontwerp in het college van B&W, wordt het ontwerp nader uitgewerkt in een aantal definitieve vitvoeringsontwerpen voor de straten tussen de bouwblokken, het Contactplein en het Dijkpark. Naarmate de ontwikkeling van Sloterdijk | Zuid van start gaat en nieuwe bewoners/ gebruikers bekend zijn, zullen ook zij nauw worden betrokken bij de totstandkoming van de gedetailleerde ontwerpen. In de eerste fase van de bouwblokontwikkeling gaat het vooral om afstemming van de inrichting van de openbare ruimte op een nieuw bouwblok. Ook bij de gedetailleerde uitwerking van (delen van) het Dijkpark en het Contactplein zullen de toekomstige bewoners en gebruikers zoveel mogelijk bij betrokken worden. In de straten en in de parkzone worden vrije plekken aangewezen die samen met de nieuwe bewoners en gebruikers nader kunnen worden vitgewerkt. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023 Pagina 10 van 10 In de combinatie van het per fase toenemen van het detailniveau van het ontwerp en de toename van definitieve bewoners, gebruikers en andere belanghebbenden in het gebied zal de mate van invloed van de participatie steeds groter worden: van ‘raadplegen en adviseren in de eerste fase van het voorlopig Ontwerp tot de mogelijkheden van ‘co-creëren! in de laatste fase van inrichting van de vrije plekken in het gebied. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Reinier van Dantzig, Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling Bijlagen o1 Voorlopig Ontwerp Openbare Ruimte Sloterdijk | Zuid d.d. 20-10-2023 o2 Nota van beantwoording Ontwerp Openbare ruimte Sloterdijk | Zuid d.d.20-10-2023 o3a Advies stadsdeel West o3b: Reactie op advies stadsdeel West 04 (geheim ) geactualiseerde kostenraming VO Sloterdijk | Zuid d.d. 05-05-2023 o5 (geheim) geactualiseerde beheerkostentoets Sloterdijk | Zuid d.d. 03-05-2023 06 (geheim) geactualiseerde beheerkostenraming Sloterdijk | Zuid d.d. 05-05-2023 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
10
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 10 november 2022 Ingekomen onder nummer _ 509 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Van der Veen inzake de Leegstandverordening — Na ontruiming volgt handhaving Onderwerp Na ontruiming volgt handhaving Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Leegstandsverordening; Overwegende dat: — leegstand in tijden van woningnood in Amsterdam zoveel als mogelijk moet worden voorko- men; — panden die langdurig leegstaan worden gekraakt om de leegstaande panden weer een nuttige bestemming te geven; — Het OM niet zou moeten ontruimen voor leegstand; — Het belangrijk is ervoor zorg te dragen dat leegstand zoveel mogelijke moet worden voorko- men; Verzoekt het college: Te onderzoeken of de gemeente de ontruiming van een pand dat gekraakt is — op last van de rech- ter — als melding kan gebruiken, en/of dat bij ontruiming kan worden bekeken of de datum van de kraak zelf, als eerdere datum van leegstand kan worden vastgesteld. Indiener K.S‚N. van der Veen
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1 Datum indiening 19 oktober 2018 Datum akkoord 7 januari 2019 Publicatiedatum 8 januari 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Bloemberg-lssa inzake provinciale plannen om natuur niet meer verplicht op te nemen in bestemmingsplannen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Onlangs lag in de provincie de ontwerpwijziging van de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) waar het de Wezenlijke Waarden en Kenmerken) (WKW- waarden) en het Natuurnetwerk Nederland-gebied (NNN-gebied) betreft ter inzage. Vragenstelster is er via betrokken burgers achter gekomen dat de gemeente Amsterdam gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. Met de wijziging van artikel 19, dat gaat over Natuurnetwerk Nederland en natuurverbindingen, wordt een wijziging voorgesteld waardoor natuur niet langer in bestemmingsplannen hoeft te worden opgenomen maar als recreatie bestempeld kan worden. De fractie van de Partij voor de Dieren Amsterdam vreest hierbij voor gevolgen van aantasting van de bodem, biodiversiteit, flora en fauna en verdere festivalisering in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) / NNN-gebieden). De gemeente geeft in haar zienswijze aan positief te zijn over de wijziging van artikel 19, omdat er meer mogelijkheden voor recreatief gebruik in natuurgebieden komen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Bloemberg-lssa, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is er vanuit de gemeente Amsterdam naast de ingediende zienswijze overleg gevoerd met de provincie over deze wijziging in de Provinciale Ruimtelijke Verordening? Antwoord: Op het verzoek van raadslid Bloemberg-lssa om bij ieder antwoord de bron te vermelden, wordt meegegeven dat de voorbereiding van alle antwoorden door de ambtelijke organisatie is gedaan en in het bijzonder het organisatieonderdeel Ruimte en Duurzaamheid. De provincie heeft gemeenten geïnformeerd over deze wijziging door onder meer het organiseren van provinciale bijeenkomsten. Ook heeft de provincie de wijziging besproken in de recreatieschappen. Er is op bestuurlijk niveau tussen Amsterdam en de provincie geen apart overleg geweest over deze wijziging. ' Bijlage 1: zienswijze gemeente Amsterdam 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Gemeenteblad R Datum 8 januari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 19 oktober 2018 2. Waarom is de gemeenteraad niet geïnformeerd over de ingediende zienswijze’? Is de wethouder bereid, in het vervolg zienswijzen over de Provinciale Ruimtelijke Verordening ook naar de raadscommissie Ruimtelijke Ordening te sturen? Antwoord: De zienswijze die Amsterdam heeft ingediend is opgenomen op de TKN-lijst van de raadscommissie Ruimtelijke ordening op 30 oktober 2018. De zienswijzen die Amsterdam indient worden door het college vanuit haar informatieplicht doorgaans aan de raad ter kennis gebracht door opname op de TKN-lijst van een raadscommissie. Het college is hiertoe bereid. In dit kader wordt opgemerkt dat het college veelal bevoegd is om een zienswijze in te dienen en dat deze bevoegdheid in sommige gevallen is gemandateerd. In dit geval is de bevoegdheid om een zienswijze op de Provinciale Ruimtelijke Verordening door het college gemandateerd aan de directeur Ruimte en Duurzaamheid. 3. Op welke wijze denkt de wethouder dat er met Wezenlijke Kenmerken en Waarden (WKW's) een bijdrage geleverd wordt aan het uitbreiden van natuurwaarden van EHS/NNN-gebieden? Antwoord: Door de WKW's van natuurwaarden te omschrijven in de Provinciale Ruimtelijke Verordening komt er regelgeving met betrekking tot de (on)mogelijkheden van de natuurgebieden. Hierdoor wordt meer duidelijkheid geschept. 4. Is de wethouder het met de Partij voor de Dieren eens dat deze wijziging onwenselijke gevolgen kan hebben die niet met de voornemens uit het coalitieakkoord stroken om de groene kwaliteiten van Amsterdam te behouden en de ecologische kwaliteit te verbeteren? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college deelt deze mening van de Partij voor de Dieren niet. Met de wijziging van de Provinciale Ruimtelijke Verordening worden regels gesteld waar decentrale regelgeving, zoals bestemmingsplannen, aan moet voldoen. Het gaat dus om een provinciaal kader waar de provincie verantwoordelijk voor is. Amsterdam stelt zelf haar bestemmingsplannen op die in lijn dienen te zijn met provinciale regelgeving, Omdat de gemeenteraad van Amsterdam de bestemmingsplannen vaststelt, is het ook de raad die uiteindelijk over de te maken keuzes gaat en in die zin beslist wat in het bestemmingsplan wordt vastgelegd. 5. Wat gaat dit college doen om de natuurbescherming in Amsterdam voorop te stellen en verslechtering van de natuurwaarden te voorkomen? Antwoord: Afgelopen collegeperiode is veel geïnvesteerd in groen. Zo is de Agenda Groen tot stand gekomen en worden plannen uitgewerkt om 50% van het reguliere groen buiten de ecologische structuur insectvriendelijk te beheren. Daarnaast worden er voorstellen gedaan om natuurinclusief te bouwen. Dit college wil dit versterken door het opstellen van een groenvisie conform het coalitieakkoord. In de groenvisie wordt aandacht besteed aan natuurbescherming in Amsterdam. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Gemeenteblad R Datum 8 januari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 19 oktober 2018 Tevens wordt betrokken hoe verslechtering van natuurwaarden kan worden voorkomen. 6. Bieden de WKW’s de absolute garantie dat in bestemmingsplannen de bescherming van de natuurwaarden niet achteruitgaan? Zo ja, waar baseert de wethouder dat op? Antwoord: Door de beschrijving van de WKW’s heeft de provincie een kader geschetst welke gebieden (potentiële) natuurwaarden hebben. Hiermee biedt het provinciale kader meer duidelijkheid en maatwerk. De bestemmingsplannen die Amsterdam opstelt moeten in lijn met de Provinciale Ruimtelijke Verordening worden opgesteld. In het kader van het wettelijk vooroverleg wordt door de provincie veelal getoetst of de bestemmingsplannen in lijn met de Provinciale Ruimtelijke Verordening zijn opgesteld. Het instrument bestemmingsplan is gericht op toelatingsplanologie. De gedachte hierachter is dat een ieder zelf mag bepalen (voor zover dat is toegestaan binnen de planologische mogelijkheden) wat hij realiseert op zijn grondeigendom. Het bestemmingsplan maakt bepaalde functies mogelijk en kan randvoorwaarden stellen aan de mate en de wijze van bebouwing en het gebruik. De eigenaar bepaalt binnen deze randvoorwaarden zelf wat hij realiseert en of wat hij niet realiseert. Hij is dus niet verplicht om de bestemming te verwezenlijken. Dit uitgangspunt heeft tot gevolg dat over het algemeen er geen uitvoeringsaspecten in het bestemmingsplan worden opgenomen. Dit betekent dat het bestemmingsplan die in lijn met de WKW's is opgesteld, geen absolute garanties kan geven dat de bescherming van de natuurwaarden niet achter uit gaan. In de situatie dat in strijd met het bestemmingsplan wordt gehandeld, kan de gemeente handhavend optreden. 7. Kan de wethouder zich voorstellen dat de natuurlijke ontwikkeling in een natuurgebied anders is dat die door ecologen op dit moment in de WKW is beschreven? Zo nee, waar baseert de wethouder zich op? Antwoord: De beschrijving van de WKW's is zo goed mogelijk neergelegd, maar blijft een momentopname. Voor het college is er geen aanleiding om te veronderstellen dat de beschrijvingen momenteel onjuist zijn. Echter de natuur is niet statisch maar dynamisch van aard en in die zin kan het voorgaande op termijn aanleiding geven tot een actualisatie van de WKW's. 8. Is het waar dat met de nieuwe Provinciale Ruimtelijke Verordening EHS/NNN- natuurgebied in de bestemmingsplannen, dan wel omgevingsvisie, niet meer als natuur bestemd hoeft te worden? Zo ja, wat zijn hier de consequenties van? Antwoord: Voor het toekennen van een bestemming aan een gebied/perceel is het hoofdgebruik ter plaatse bepalend. In natuurgebieden zal veelal de bestemming Natuur aan deze gronden worden toegekend. Echter het kan ook zijn dat het gebruik ter plaatse een andere bestemming rechtvaardigt, zoals de bestemming Agrarisch of Groen. Nu maar ook in de toekomst biedt de Provinciaal Ruimtelijke Verordening ruimte om — wanneer specifieke omstandigheden van een gebied of 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng Gemeenteblad Datum 8 januari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 19 oktober 2018 situatie daartoe aanleiding geven — een andere bestemming dan Natuur toe te kennen aan een gebied/perceel. Voorgaand wordt veelal in (voor)overleg met de provincie afgestemd. Op grond van het voorgaande doet zich geen wijziging voor ten opzichte van hoe het nu is en zijn er dus ook geen consequenties hiervan te verwachten. 9. Klopt het dat de recreatieschappen, waar de gemeente in participeert en geld aan afdraagt, wel moeten voldoen aan het provinciale natuurbeheerplan, maar niet in aanmerking komen voor de bijbehorende beheer subsidie (SNL)? Zo ja, wat vindt dit college daarvan? Antwoord: In deze recreatiegebieden stelt het schap een beheerplan voor zowel natuurbeheer als recreatiebeheer op en betalen de participanten de volledige kosten op grond van een verdeelsleutel. De provincie is als grootste deelnemer aan deze recreatieschappen meebetaler. De SNL is niet van toepassing op deze recreatiegebieden. De provincie draagt op een andere manier bij aan deze gebieden dan via het verstrekken van SNL. Uit het besluit van de gemeenteraad aan deelname in de gemeenschappelijke regeling van de schappen volgt instemming van de gemeenteraad. Het college heeft hierin een uitvoerende rol. 10. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat indien de natuurwaarden binnen de EHS/NNN-gebieden laag zijn, dat dit om investeringen in natuur vraagt en niet een vrijbrief om meer natuurverstorende recreatie toe te staan? Zo ja, waarom is er vanuit dit college zo positief op de voorgestelde PRV gereageerd? Antwoord: Het college is blij dat de provincie met de wijziging van Provinciale Ruimtelijke regelgeving met betrekking tot de (on)mogelijkheden van de natuurgebieden heeft opgenomen. Hierdoor wordt meer duidelijkheid geschapen. Daarnaast is het college van mening dat afhankelijk van de omstandigheden c.q. situatie initiatieven inpasbaar kunnen zijn in natuurgebieden. Dit dient uiteraard met zorg en aandacht te worden beoordeeld en ingepast te worden. Hierbij hoeven natuur en initiatief niet per definitie elkaar te bijten maar kunnen elkaar ook versterken. In die zin kan het college het niet op voorhand eens zijn met de stelling van de Partij van de Dieren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1513 Publicatiedatum 23 november 2016 Ingekomen op 13 oktober 2016 Ingekomen onder 1324’ Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Verworpen Onderwerp Amendement van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2017 (vergroening). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Constaterende dat: — Onder het kopje “Samenvatting 3.3.5 Groen, dierenwelzijn en recreatie! de derde zin luidt: 'Bij het vergroenen van de stad leggen we nadrukkelijk een verband met verbetering van het woonmilieu en met duurzaamheid.’ — Vergroening kan worden opgevat als een scala van activiteiten waardoor het groen toeneemt in de stad; Overwegende dat: — Deze derde zin de indruk wekt alsof het groen in de stad ook daadwerkelijk steeds verder toeneemt; — Hiervan in de praktijk bijna nooit sprake is. Besluit: de zin 'Bij het vergroenen van de stad leggen we nadrukkelijk een verband met verbetering van het woonmilieu en met duurzaamheid.’ (pagina 84) te vervangen door: ‘Om de negatieve gevolgen voor het groen als gevolg van de toenemende bebouwing tegen te gaan, leggen we een verband met verbetering van het woonmilieu en met duurzaamheid door de hoeveelheid groen kwalitatief op peil te houden. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam J C % Actualiteit voor de raadscommissie Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Jaar 2017 Datum indiening 24 oktober 2017 Datum behandeling 2 november 2017 Onderwerp Actualiteit van de leden Van den Heuvel (D66), Moorman (PvdA), Duijndam (SP) en Ernsting (GroenLinks) inzake de recente berichtgeving over het Stedelijk Museum. Inleiding De schenking van verzamelaar Thomas Borgmann in 2016 aan het Stedelijk Museum blijkt niet alleen een schenking maar tegelijkertijd ook een aankoop te zijn van zes werken van Michael Krebber (Duitsland, 1954). De werken zijn voor 125.000 euro per stuk aangekocht. Daarnaast betreft het een groot werk van Matt Mullican (VS, 1951) waarvoor het museum 750.000 euro betaalde. De schenkingsovereenkomst is alleen door de artistiek directeur ondertekend terwijl er, zo blijkt, meerdere zakelijke aspecten in het geding waren. Onlangs is duidelijk geworden dat de artistiek directeur van het Stedelijk Museum haar taken heeft neergelegd en over drie maanden opstapt. De indieners willen graag met de commissie in gesprek over in hoeverre de recente berichtgeving feitelijk juist is, en hoe zich die feiten verhouden tot onder andere de geldende Governance Code Cultuur en de Ethische Code voor Musea. Reden van spoedeisendheid Onlangs is duidelijk geworden dat de artistiek directeur van het Stedelijk Museum haar taken heeft neergelegd en over drie maanden opstapt. Daarnaast zijn er recent onderzoeken aangekondigd. De leden van de commissie, M.E. van den Heuvel (D66) M. Moorman (PvdA) PJ.M. Duijndam (SP) Z.D. Ernsting (GroenLinks) 1
Actualiteit
1
val
Leden van de Raad Gemeente Amsterdam Amstel 1 Te Dezent Amsterdam, 25 mei 2020 Betreft: Havenstraatterrein Geachte Raadsleden, Hierdoor vraagt Wijkraad Zuid-West Amsterdam uw aandacht voor problemen op en rond het Havenstraatterrein, benevens het Haarlemmermeerstation in relatie tot de bouwactiviteiten rond de voormalige penetiaire inrichting Havenstraat Il waar de British School of Amsterdam gevestigd zal worden. Bewoners samen met het Buurtcomite Havennstraat klagen sedert aanvang van de bouwactiviteiten over enorme geluid- en stofoverlast sedert aanvang van de bouwactiviteiten door de firma Heddes. De firma Heddes is nauwelijks telefonisch bereikbaar of aanspreekbaar omtrent klachten. De bewoners voelen zich genegeerd, niet gehoord. Dit is strijdig met de gedane beloften door de British School of Amsterdam en Heddes Bouw. Voorts klaagt de Electrische Museumtramlijn dat bouwkranen van dit bouwproject bewegen boven de bovenleidingen van de Museumtramlijnen. De bouwfirma heeft geen vergunning hiertoe aangevraagd en geen overleg gepleegd met de railbeheerder, zijnde de Electrische Museumtramlijn. Dit is in strijd met de rijksregelgeving ter zake. Daarnaast rijdt zwaar bouwverkeer over de terreinen en rail van de Electrische Museumtramlijn. Hiertoe heeft de bouwfirma geen vergunning aangevraagd bij de railbeheerder, zijnde de Museumtramlijn. Hierdoor ontstaat schade aan de faciliteiten van de Museumtramlijn. Wij vragen Uw Raad en het gemeentebestuur om hierin op zeer korte termijn handhavend op te willen treden, de bestaande regelgeving te handhaven. Met een vriendelijke groet, Wijkraad Zuid-West Amsterdam, Namens deze, Simon Bornstein, voorzitter [email protected]
Raadsadres
1
val
> < Gemeente Definitief % Amsterdam 202e1r0e Actieplan Groene ICT Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 Inhoud 1 Inleiding... … neer eener rr eneneever eenden vereende ver ndedeerer eenen eeereervennden verende 1.1 Aanleiding … … ennen eener eennens eener venen ennen deer ennnenenveer eeen neneen eneen verveend nnee 2 Actiepunten … nennen erenesernnesereedereneneneendeer ende verenenr eend serenden eenn D 2.1 Inzicht in energie met ICT … nennen nerennen nnen snerenee nnen nnee veenreeerseenreeereeenneene D 21.1 Afbakening. nnen senen ensen verversen eener eennenenvere ener nenneenenden enerverende eeen 2.1.2 Focuspunt 1: Huisvesting. nanne ene seennerenneerenenrnenneen enerverend venen enven eeen 2.1.3 Focuspunt 2: Maatschappelijk vastgoed … …… nn neerenerenervenvers eeens eennven eeen Ó 2.2 Energiereductie door ICT … … ne nernereee renner ennerneersner enerverende | 2.21 Afbakening... ann envereeenrseennerever seer venvereeeene senen venen eeeenne eneen eenen d 2.2.2 Focuspunt 1: Huisvesting … nnen oonnerenverseeenrennseen ener sennen vennen venen eneene vennen ener Ó 2.2.3 Focuspunt2 : Maatschappelijk vastgoed … …… neer venvers eeen eennven ener Ó 2.3 Digitaal ondertekenen… … nne enere eenn enneen eeen eenenenveere nen vennven eneen venvere vennen TÔ 2.3.1 Afbakening .…… nnen nrs enver ever seenervenvere eener ennven denderen enveere nennen eneen venvere veer nnne TÔ 2.3.2 Focuspunt 1: Gewoon digitaal ondertekenen en waarmerken … nnee 11 2.3.3 Focuspunt 2: Geavanceerd en gekwalificeerd digitaal ondertekenen en waarmerken … … 11 2.4 Duurzame ICT … ener eneenerenrenersenenerenreneenevene ennen vereen enerneveneevereee veerde 13 2.4.1 Afbakening … anneer enneen eener eennenenenere veer senseenenenrsennven enerverend vennen eneen 13 2.4.2 Focuspunt 1: Aantoonbare duurzame sourcing... nnee sonen envere vene sennven seer eeen 1À 2.4.3 Focuspunt 2: Energie- en grondstoffenreductie… …… nennen ennere ver rennen eeen 1À 2.4.4 Focuspunt 3: Monitor & dashboard ……… … anneer renner eener seeeerenvers eenn enner deerne |D Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 maart 2021 heeft raadslid D. Timman (D66) een initiatiefvoorstel ingediend getiteld Actieplan groene ICT Amsterdam. Het actieplan sluit aan bij een grote uitdaging van de stad: hoe kunnen we de kracht van ICT-oplossingen strategisch inzetten om een duurzame, leefbare stad te zijn, en tegelijkertijd zorgen dat onze ICT-oplossingen zelf duurzaam zijn? Het college heeft in haar antwoord onderscheid gemaakt tussen aan welke aanbevelingen uit het voorstel reeds wordt voldaan, welke een andere aanpak behoeven en op welke nog meer actie nodig is. De gemeenteraad heeft op 23 juni 2021 vastgesteld om voor vier van de tien aanbevelingen die nog acties behoeven een Actieplan Groene ICT op te stellen: 1. Gebruik ICT-oplossingen om in alle gebouwen van de gemeente zowel eigendom als voor de werkomgeving voor gemeenteambtenaren, het energieverbruik inzichtelijk te maken. Toon daarbij aan hoeveel energie er wordt verbruikt enop welk tijdstip en voor welke toepassingen dat is. 2. Gebruik de nieuwste ICT-oplossingen om het energiegebruik van alle gebouwen in bezit van of in gebruik van de gemeente te minimaliseren. Denk hierbij aan verwarming, ventilatie, koeling en verlichting die zo wordt ingesteld dat de systemen automatisch uitschalen als het gebouw niet in gebruik is. 3. Zorg dat documenten overal en door iedereen digitaal ondertekend kunnen worden. 4. Kies niet alleen voor de meest energiezuinige variant van een ICT product, maar kijk ook kritisch naar de groene bedrijfsstrategie van de ICT leveranciers. Hebben zij voldoende aandacht voor bijvoorbeeld circulariteit, conflictvrije grondstoffen en groene stroom? Het Actieplan Groene ICT draagt bij aan bij aan alle klimaatdoelstellingen van de gemeente Amsterdam (zie figuur 1) zoals beschreven in de Uitvoeringsagenda naar een Duurzame Organisatie 2020-2030, Strategie Amsterdam Circulaire Economie 2020-2025? en de Roadmap Circulair Inkopen & Opdrachtgeverschap: Op weg naar 100%? Verder draagt het ook bij aan de recente stedelijke doelstelling en projectgroep om, vanwege onze afhankelijkheid van Russisch gas, ons gasverbruik met 15% te reduceren. De gemeente geeft het goede voorbeeld en stimuleert daarmee tegelijkertijd ook de vraagkant naar duurzame ICT-oplossingen via het inkoopinstrument. Ook in de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050% wordt het ICT-domein duidelijk benoemd, vooral door de focus op het verduurzamen van datacenters in de stad (bijvoorbeeld via energiebesparende maatregelen of het gebruiken van restwarmte). Dit 1 https:/www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/duurzaam-amsterdam/duurzame-gemeentelijke- organisatie-2030/ 2 https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/volg-beleid/duurzaamheid/circulaire-economie/ 3 https://mraduurzaam.nl/wp-content/uploads/2019/06/MRA-Roadmap-Circulai-rinkopen-DEF.pdf * https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/8614516/1/1a Routekaart 03032020 3 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 beleidsdocument laat zien dat digitalisering vaak hand in hand gaat met de verduurzaming van de gemeentelijke organisatie. ——___Klimaatdoelen Maximale energie f CO2 neutrale Circulaire TE PETE) reductie bedrijfsvoering | bedrijfsvoering k denken en doen | 1. Energie inzicht Actie- door ICT punten 2. Energiereductie door ICT 3. Digitaal ondertekenen ' ens 7 mn En nn Figuur 1:Bijdrage actiepunten aan klimaatdoelen van de gemeentelijke organisatie (een ingekleurd vak impliceert een bijdrage) De acties in dit plan vinden grotendeels plaats in 2022, met een doorkijk naar 2024 en zijn in samenwerking met de directies Gemeentelijk Vastgoed, ICT, Facilitair Bureau en Informatie Voorziening tot stand gekomen. De Green Office, het programmateam voor de verduurzaming van de eigen organisatie, heeft de input van deze directies samengebracht. De Green Office heeft als één van de belangrijkste taken om te monitoren waar we als organisatie staan ten aanzien van onze klimaatdoelstellingen. Dit actieplan toont dat steeds meer directies proberen grip te krijgen op hun eigen opgave. Niet alleen in plannen en rapportages, maar ook met het gebruik van digitale (ICT) diensten en systemen. Dat is belangrijk, want in de eerste plaats zijn de directies zelf verantwoordelijk om te rapporteren over de voortgang van dit actieplan. Verder is de beoogde herijking van de Verduurzamingsrapportage in 2022 een goed moment om te evalueren welke stappen we na de vaststelling van het Actieplan Groene ICT hebben gemaakt. Dit actieplan beschrijft de afbakening, de haalbaarheid en wenselijkheid, de planning en gewenste resultaten van de vier eerder genoemde actiepunten. 4 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 2 Actiepunten 2.1 Inzicht in energie met ICT Doelstelling uit het initiatiefvoorstel Gebruik ICT-oplossingen om in alle gebouwen van de gemeente, zowel gebouwen in eigendom als gebouwen die gebruikt worden als de werkomgeving voor gemeenteambtenaren, het energieverbruik inzichtelijk te maken. Dus niet alleen hoeveel energie er wordt verbruikt maar ook op welk tijdstip en voor welke toepassingen. De duurzaamheidsdoelstelling van genoemde acties wordt behaald als: e Alle panden waar dat technisch mogelijk is slimme meters en tussenmeters zijn geïnstalleerd e Het energieverbruik van ons Maatschappelijk vastgoed inzichtelijk is e Het duurzaamheidsboard up to date is en actief wordt gebruikt in het proces van verduurzaming van onze panden 2.1.1 Afbakening De eerste stap om het energieverbruik (gas, elektriciteit en warmte), en daarmee COz-uitstoot, te reduceren is het inzichtelijk maken van het totale verbruik per pand. Binnen de vastgoedportefeuille maken we onderscheid tussen: 1. Panden waar de gemeente de gebruiker is (Huisvesting) 2. Panden waarvan de gemeente wel eigenaar is maar geen gebruiker (‘Maatschappelijk Vastgoed’). 2.1.2 Focuspunt 1: Huisvesting Het energieverbruik, van de locaties waar wij zelf de gebruiker van zijn, is goed inzichtelijk. Door de applicatie Energiemissie en de uitrol van slimme meters weten we in 80% van onze panden op welke tijden de meeste energie wordt gebruikt. Zoals te zien is in tabel 1 schalen we dit verder op. Vanuit deze inzichten kan er beter gestuurd en geadviseerd worden op ons verbruik, waarmee dan ook de daadwerkelijke energiereductie van de genomen maatregelen inzichtelijk gemaakt kan 5 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 worden. Om op gebouw niveau onderscheid te maken welke toepassingen op welk tijdstip de meeste energie verbruiken, is verder inzicht noodzakelijk, bijvoorbeeld door het plaatsen van tussenmeters of patroonherkenning door Artificiële intelligentie. 2.1.3 Focuspunt 2: Maatschappelijk vastgoed Voor een deel van het maatschappelijk vastgoed, beheert de gemeente de energiecontracten en is vergelijkbaar inzicht beschikbaar. In de meeste gevallen is dat inzicht er niet, omdat de gebruikers eigen leveringscontracten hebben afgesloten. Voor deze gebouwen wordt het jaarlijkse energieverbruik geschat. Als er slimme meters aanwezig zijn, is het technisch gezien mogelijk de verbruiksgegevens te ontsluiten via het gemeentelijk energiemonitoringssysteem (Energiemissie). Gegevens van verbruik is privacy gevoelige informatie die niet zonder toestemming van de contracthouder door de energieleverancier mag worden gedeeld. Voor accuraat inzicht in het verbruik van de totale vastgoedportefeuille zijn we dus afhankelijk van de medewerking van de gebruikers van het maatschappelijk vastgoed. Daarom gaan we de komende tijd toestemming vragen aan de gebouwgebruikers, zodat wij inzicht kunnen krijgen in het daadwerkelijke energieverbruik. Om verder inzicht te krijgen en te verduurzamen, zoeken we naar het gemeenschappelijke belang van de gebruikers en de gemeente als eigenaar. Belangrijk om op te merken is dat het totale energieverbruik is opgebouwd uit gebouw-gebonden energieverbruik en gebruik-gebonden energieverbruik. In panden die de gemeente niet zelf gebruikt, hebben we minder invloed op de bezuiniging van gebouw-gebonden energieverbruik. We kunnen bijvoorbeeld zorgen voor goede isolatie en energiezuinige installaties, maar bepalen niet de gebruikstijden, hoe hoog de verwarming wordt ingesteld, welke apparatuur wordt aangesloten etc. Het is dus van belang te kunnen duiden hoe het energieverbruik is opgebouwd om effectieve verduurzamingsmaatregelen te bepalen. Sie) els Acties CT (CTS (gemeente is Energiemissie gebruiker) 2. Verbeteren van inzicht door de uitrol door O4, 2022 uitbreiden slimme meters naar 100% en plaatsen van tussenmeters duurzaamheidsdashboard (“CSR-manager’) vastgoed duurzaamheidsdashboard (“CSR-manager’) (gemeente is eigenaar, maar geen gebruiker) Tabel 1: Acties om met ICT beter inzicht te krijgen op het energieverbruik 6 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 2.2 Energiereductie door ICT Doelstelling uit het initiatiefvoorstel: Gebruik de nieuwste ICT-oplossingen om het energiegebruik van alle gebouwen in bezit van of in gebruik van de gemeente te minimaliseren. Denk hierbij aan verwarming, ventilatie, koeling en verlichting die zo wordt ingesteld dat de systemen automatisch uitschakelen als het gebouw niet in gebruik is. De duurzaamheidsdoelstelling van genoemde acties worden behaald als: e Ereenduidelijk beeld is van welke systemen in beheer zijn e _GBS-systemen en klimaatinstallaties beter afgesteld zijn op de behoeftes van de gebruikers De ‘verslimming’ van onze ICT-systemen nauwkeurige en veilige sturing mogelijk maakt 2.2.1 Afbakening De gemeente gebruikt in ruim 200 gebouwen (circa 20% van de totale vastgoedportefeuille, maar het merendeel van de grootste gebouwen) gebouwbeheersystemen en klimaatinstallaties. Deze systemen stellen ons in staat beheer op afstand mogelijk te maken en vormen daarom de sleutel tot succes als we via ICT de energiereductie in onze gebouwen willen verlagen. Bij de gemeente zijn er veel digitale innovaties voorhanden om het energieverbruik, en daarmee CO2-uitstoot, van onze huisvestingspanden en maatschappelijk vastgoed omlaag te brengen. Van het instellen van kloktijden tot het ‘verslimmen’ van gebouwbeheersystemen bijvoorbeeld door middel van Artificiële intelligentie. De uitdaging om deze innovaties op te schalen is vaak niet alleen technologisch, maar ook organisatorisch. 1 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 TECHNISCH E tn Computers efficiënter Energiereduceren xe a el aleer N p 1 Á Z s 8 VN Lat ef ES 4e ae) EEE gebouwen centraal aansturen Figuur 2: Mate van organisatorische en technische complexiteit van verschillende oplossingen 2.2.2 Focuspunt 1: Huisvesting Er zijn kansen om energie te besparen door de kloktijden en vakantieroosters beter af te stemmen op het gebruik. Dit kan in potentie bij huisvestingspanden resulteren tot wel 7% reductie in elektriciteitsverbruik en 14% reductie in warmteverbruik. Hierbij kunnen reducties per pand verschillen en kan het beoogde effect nu nog niet als zodanig worden gemeten? Verder moet de digitale infrastructuur van onze panden veiliger en stabieler en aansluiten op de eisen van Informatie Voorziening. Dit is een belangrijke voorwaarde voor de koppeling van gebouwautomatiseringssystemen aan slimme cloud algoritmen om beheer en monitoring op afstand in de toekomst mogelijk te maken. Deze centrale aansturing maakt het eenvoudiger om op basis van daadwerkelijke bezetting het energieverbruik te reguleren en sommige afdelingen en panden te kunnen sluiten om het energieverbruik te reduceren. De Al-pilot is met 1 jaar verlengd om zo meer data te verzamelden. Daarbij participeert de gemeente in Al4Cities, een Europees project waarbij (Europese) startups/bedrijven de kans krijgen om met hun slimme algoritmen CO, te reduceren door deze te koppelen aan onze gebouwautomatisering. Verwacht wordt dat we eind 2022 van beide projecten voldoende feedback hebben om te kunnen bepalen hoe met Al binnen de organisatie een volgende stap kan worden gezet. De eerste resultaten van de pilot laten zien dat er gemiddeld 10% aan energie bespaard is in de twee geteste gebouwen en recentelijk extern onderzoek laat zien dat dit in potentie 20% tot wel 30% kan reduceren.é Deze techniek staat nog in de kinderschoenen en zal > https://www.theagilitveffect.com/en/article/the-dual-impact-of-ai-on-energy-consumption-in-buildings/ 6 https://docplayer.nl/5957266-Rapportage-energiebesparingsproject-matrix-gebouw.html 8 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 daarom op korte termijn nog niet zijn vruchten afwerpen. Hierbij kunnen reducties per pand verschillen en kan het beoogde effect nu nog niet als zodanig worden gemeten. 2.2.3 Focuspunt 2 : Maatschappelijk vastgoed Betere afstelling van systemen en installaties heeft vaak al direct energiebesparing als resultaat. Daarom is het afstellen van installaties als standaardmaatregel in de meerjarenonderhoudsplannen opgenomen van alle panden die de gemeente beheert. Een deel van deze systemen kunnen door toepassing van ICT-oplossingen worden doorontwikkeld naar meer ‘slimme’, proactieve systemen die op afstand zijn uit te lezen en te monitoren, mits de systemen goed functioneren en de nodige documentatie aanwezig is. Eerst wordt daarom nagegaan of gegevens over softwarebeheer, regeltechnische schema's en foutenanalyses van systemen aanwezig zijn. Op basis van de uitkomst van deze inventarisatie stellen wij een plan op voor het gefaseerd ‘verslimmen’ van het maatschappelijk vastgoed. Behalve de technische en administratieve voorwaarden, zijn voldoende capaciteit en kennis binnen de gemeentelijk organisatie van belang om nieuwe ICT-oplossingen effectief toe te passen. Scope Acties Planning Huisvesting Instellen kloktijden en vakantieroosters in GBS | n.t.b. (35 panden met GBS huisvestingspanden onderzoeken verwachting is 2023 systeem) panden. breder laten landen in de organisatie Uitvoeren project Beveiliging O4, 2022 gebouwbeheersystemen en technische netwerken huisvestingspanden (FB/ICT/IV). Maatschappelijk Inzichtelijk maken in hoeverre de systemen in O4, 2022 vastgoed beheer bij de gemeente geschikt zijn om te (165 panden met GBS ‘verslimmen’. systeem) Tabel 2: Acties om energieverbruik met ICT te reduceren 9 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 2.3 Digitaal ondertekenen Doelstelling uit het initiatiefvoorstel Zorg dat documenten overal en door iedereen binnen de Gemeente Amsterdam digitaal ondertekend kunnen worden. De duurzaamheidsdoelstelling van genoemde acties wordt behaald als: e Fralleenelektronisch ondertekening plaats vindt waar dat (strikt) noodzakelijk is Aan het geavanceerd digitaal ondertekenen en het waarmerken zitten gemiddeld hogere kosten dan het fysiek ondertekenen (zo'n 200 — 800 euro per persoon per jaar). Daarnaast moeten te bewaren documenten in verband met de beperkte houdbaarheid van het te onderteken certificaat om de 3 tot 8 jaar opnieuw ondertekend moeten worden (al dan niet gebundeld). Waardoor het van belang is dat het geavanceerd en gewaarmerkt ondertekenen alleen ingezet wordt waar dat juridisch en ambtelijk ook echt noodzakelijk is. e Er voldoende rekening is gehouden met landelijke wetgeving die voorschrijft dat zaken die via de analoge weg zijn ingediend (fysiek), ook analoog dienen te worden afgehandeld (fysiek) Het is weliswaar toegestaan om naast deze analoge afhandeling tevens een digitale afhandeling plaats te laten vinden. Echter vanwege de aanvullende kosten is dit niet altijd wenselijk. e De juridische of ambtelijke basis waarop een document ondertekend worden ook voor externen duidelijk is Het digitaal ondertekenen moet daarbij geen doel op zich zelf worden. Omdat hiermee ook de betrouwbaarheid en integriteit richting de burger of ondernemer afneemt. Een goed uitgangspunt hierin is per documentstroom vast te stellen welke juridisch basis er aan het ondertekenen ten grondslag ligt. 2.3.1 Afbakening De huidige regelgeving over de digitale handtekening ligt vast in de combinatie van de Europese elDAS-verordening en de Nederlandse wetgeving. Deze regelgeving onderscheidt drie soorten elektronische handtekeningen: gewoon, geavanceerd en gekwalificeerd (Error! Reference source not found.1). Momenteel is binnen de gemeente Amsterdam alleen het type ‘gewoon’ beschikbaar via Adobe Acrobat. Voor de andere twee kwalificaties is momenteel nog een ‘natte handtekening! vereist, vanwege de financiële- of juridische aansprakelijkheid van deze documenten. Op dit moment worden stappen ondernomen om ook ‘geavanceerd’ en ‘gekwalificeerd’ te kunnen ondertekenen. 10 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 Verschillende typen ondertekening Gekwalificeerd (=“geavanceerd” +.) » gebaseerd op gekwalificeerd certificaat; <- Nog niet beschikbaar « afkomstig van gecertificeerde eertificatiedienstverlener; Laahs « aangemaakt met gekwalificeerd middel. Geavanceerd (=gewoon” + …) « uniek gekoppeld aan ondertekenaar; … ondertekenaar te identificeren; « met middelen onder uitsluitende controle _<- Nog niet beschikbaar ondertekenaar; Geavanceerd « Wijzigingen aan ondertekende bestand achteraf zichtbaar; Gewoon ! gekoppeld aan bestanden <- Beschikbaar « gebruikt voor authentificatie via Adobe Acrobat Gewoon Store aah, 50 Seres an: Pod, Cane Figuur 3: Verschillende typen digitaal ondertekenen 2.3.2 Focuspunt 1: Gewoon digitaal ondertekenen en waarmerken Het programma Adobe Acrobat voorziet in een applicatie waarmee alle medewerkers van de Gemeente Amsterdam digitaal documenten kunnen ondertekenen. Het is onduidelijk in hoeverre alle medewerkers van deze mogelijkheid op de hoogte zijn. Tegelijkertijd worden op dit moment veel documenten ondertekend, waar juridisch geen handtekening voor nodig is. Vanuit de Green Office worden regelmatig campagnes opgezet om dit soort wetenswaardigheden onder de aandacht te brengen en dus het duurzame gedrag van de medewerkers verder te stimuleren. 2.3.3 Focuspunt 2: Geavanceerd en gekwalificeerd digitaal ondertekenen en waarmerken Het voornemen om software aan te schaffen komt voort uit de wens van politiek bestuurders en hun ondersteuners om een tool te hebben voor digitaal ondertekenen. Om gehoor te geven aan deze wens is een project geïnitieerd dat de software in april en mei 2022 implementeert bij Kabinet Burgemeester en Secretariaat Wethouders. De software wordt voor één jaar aangeschaft met de optie om met een jaar te verlengen. De software kan in deze periode indien gewenst ook door andere tekenbevoegde medewerkers, veelal managers, worden gebruikt. Het project heeft niet als doel om dergelijke functionaliteit duurzaam beschikbaar te stellen. Structurele beschikbaarheid van functionaliteit voor digitaal ondertekenen wordt geborgd bij de invoering van de nieuwe werkplekomgeving binnen gemeente Amsterdam. 1 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 Sie) els Acties ETE (GIST) Focuspunt 1: Gewoon Doorzetten van campagnes om duurzaam | O4, 2022 digitaal ondertekenen en gedrag te stimuleren waarmerken Focuspunt 2: Geavanceerd | Het aanbesteden van een digitale Gereed & gekwalificeerd digitaal voorziening die digitaal ondertekenen ondertekenen en mogelijk maakt waarmerken Organiseren van proces rondom digitaal O2, 2022 ondertekenen en het ondersteunen van 200 VIP Deelnemers’ binnen de gemeente Amsterdam bij de implementatie Tabel 3:Acties om digitaal ondertekenen te vergemakkelijken 12 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 2.4 Duurzame ICT Doelstelling uit het initiatiefvoorstel Kies niet alleen voor de meest energiezuinige variant van een ICT product, maar kijk ook kritisch naar de groene bedrijfsstrategie van de ICT -leveranciers. Hebben zij voldoende aandacht voor bijvoorbeeld circulariteit, conflictvrije grondstoffen en groene stroom. De duurzaamheidsdoelstelling van genoemde acties wordt behaald als: e In alle aanbestedingen de Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen-criteria worden meegenomen Dat betekent dat bij verschillende fasen van het inkoopproces duurzaamheid wordt meegenomen. e De levensduur van laptops, dataservers met minimaal 3 jaar worden verlengd Deze doelstelling heeft in eerste instantie betrekking op de pilot van RePlant[T en wordt met succes uitgebouwd naar de rest van het ICT-domein. e Er meerinzicht is op de milieueffecten van onze ICT Dat door monitoring en de ontwikkeling van een dashboard meer grip is op energieverbruik, levensduurverlenging en de materialen in omloop. 2.4.1 Afbakening Tot op heden gaat de discussie in deze context vooral over energieverbruik van ICT (gebruiksfase), zoals ook blijkt uit de doelstellingen vermeld in de ‘Vitvoeringsagenda naar een Duurzame Organisatie 2020-2030". Gezien de grote hoeveelheid energie en grondstoffen die nodig zijn om ICT-hardware en services te produceren en opereren, zijn ook circulaire strategieën gericht op levensduurverlenging essentieel, om zowel de carbon footprint als grondstoffenverbruik van digitalisering beheersbaar te houden. Onder ICT-producten en services verstaan we zowel de ICT- middelen (o.a. Pc's en laptops) als ICT Infrastructuur (o.a. ADW en Datacenter Services). In het plan ‘Duurzame ICT-dienstverlening 2019: Maatschappelijk Verantwoord omgaan met ICT- middelen’ van de directie ICT wordt door middel van 3 focuspunten invulling gegeven aan gemeentelijk beleid: e Focuspunt 1: Aantoonbaar duurzame sourcing e Focuspunt 2: Energie- en grondstoffenreductie e Focuspunt 3: Monitoring & dashboard 1 https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/duurzaam-amsterdam/publicaties-duurzaam- groen/verduurzamingsrapportage-2021/?PagClsldt=16379951#PagCis 16379951 13 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 2.4.2 Focuspunt 1: Aantoonbare duurzame sourcing Als grote opdrachtgever hebben we voor elk van de meest relevante diensten binnen de ICT- infrastructuur contracten afgesloten met verschillende toeleveranciers. Binnen de directie ICT wordt naar deze diensten gerefereerd als ‘de grote 4": HenT, @DP DBek, @Net en ADW. Dit zijn dus de contracten van een omvangrijk schaalniveau waarbij aandacht voor een groene bedrijfsstrategie van de ICT -leverancier een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeentelijke organisatie. Bij alle aanbestedingstrajecten van de ‘grote 4' is duurzaamheid in meer of mindere mate opgenomen als onderdeel van de uitvraag. Het detailniveau verschilt van een algemene vermelding over ‘duurzaamheid’ als één van de kernbelangen (@DP), tot een uitvraag hoe de leverancier invulling geeft aan het Amsterdamse duurzaamheidsbeleid. In de laatste aanbestedingen (@Net & ADW3) zijn de duurzaamheidseisen voor een groene bedrijfsstrategie het meest gevorderd, waarin gevraagd is hoe de leverancier invulling geeft aan: - De verdere verduurzaming van de eigen organisatie; - Het leveren van een duurzame dienst; - Hoe de dienst bijdraagt aan verdere verduurzaming van de gemeente (ICT als ‘enabler”); - Verdere maatschappelijke impact, ook buiten de gemeente. Deze vier criteria zullen in de komende ICT soft- en hardware aanbestedingen standaard worden meegenomen. Sie) els Acties CT (CTS Focuspunt 1: 1. Executie MVO-criteria in Contractmanagement | Q4, 2022 aantoonbaar HenT, (@DP in nieuwe aanbesteding en Colt duurzame uitgefaseerd) sourcing 2. _Toepassen* MVO criteria in aanbesteding Gereed @Net 3. Toepassen” MVO criteria in aanbesteding Gereed ADW3 4, Toepassen MVO criteria in alle volgende hard- O4 2022 en software aanbestedingen Tabel 4: Acties om aantoonbaar duurzame sourcing te bewerkstelligen 2.4.3 Focuspunt 2: Energie- en grondstoffenreductie 14 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 Met betrekking tot energie- en grondstofverbruik hebben wij als opdrachtgever samen met leveranciers ook een verantwoordelijkheid bij het beheer en gebruik van ICT-middelen. Denk bijvoorbeeld aan vraagstukken rondom de inkoop, het onderhoud en vervanging van hardware. In het plan ‘Duurzame ICT -dienstverlening 2019: Maatschappelijk Verantwoord omgaan met ICT- middelen’ zijn enkele acties opgenomen om het energie- en grondstoffenverbruik van onze ICT- middelen te verminderen, zoals weergegeven in onderstaande tabellen. Sie) els Acties ETE (GIST) Energiereductie van 1,5 uur Grondstoffenreductie 3. Bezettingsgraad vaste n.t.b. waar ze onvoldoende gebruikt worden. is 2023 4. _Reduceren aantal apparaten (vaste werkplek, | O2, 2022 laptops, tablet en smart phone) door het vaststellen van verstrekkingenbeleid per medewerker. aanbieden in plaats van fabrieksnieuw. Tabel 5: Acties om energie- en grondstofverbruik van ICT te verminderen 2.4.4 Focuspunt 3: Monitor & dashboard Naast het nemen van de maatregelen (zoals in focuspunt 1&2) is er behoefte aan het inzichtelijk maken van het (milieu)effect van deze maatregelen. Om tot een inzicht op de voortgang van de klimaatdoelen (energiereductie en grondstoffenverbruik) binnen ICT te komen, zijn op dit moment nog niet de juiste gegevens voorhanden. Om hier invulling aan te geven zijn vanuit de Green Office twee projecten gestart: Materiaalstromenanalyse Om inzicht te geven in het effect van de maatregelen zoals opgesteld in Plan Duurzame ICT Dienstverlening (2019) zullen we een nulmeting uitvoeren. Met de nulmeting hebben we inzicht in het energieverbruik en -opwek, COz-uitstoot, circulariteit van in- en uitgaande materiaalstromen voor: A. ICT-werkplek middelen B. Duurzame dienst van de ‘grote 4 aanbestedingen’ RePlanlT Doel van RePlant[T is om een nieuwe methodiek Circular Resource Planning for IT (RePlan!T) en bijbehorend systeem te ontwikkelen. De methodiek stelt leveranciers en eindgebruikers van ICT in staat om de hardware, die ze in gebruik/bezit hebben, circulair te beheren zonder in te boeten aan 15 Gemeente Amsterdam Definitief Actieplan Groene ICT 2022-11-02 functionaliteit en betrouwbaarheid. Het systeem wordt ontwikkeld door Aliter Networks in samenwerking met TU Delft en Green IT Amsterdam, met ondersteuning van o.a. KPN. Het systeem wordt gevalideerd in samenwerking met de eindgebruikers: gemeente Amsterdam en Rijkswaterstaat. Scope Acties CT (CTS Focuspunt 3: 1. Uitrol van Materiaalstromenenalyse project: | O2, 2022 Monitor & nulmeting van circulariteit, CO2-uitstoot & Dashboard energieverbruik van ICT-middelen en diensten. Inclusief doorrekening van Energie- en CO2-reductie van maatregelen 2. Uitrol van RePlanlT project: stelt O2, 2024 eindgebruikers in samenwerking met leveranciers instaat om hun ICT- hard ware (laptops en servers) zo circulair mogelijk te beheren. Met als doel de ecologische footprint hiervan te minimaliseren en de grondstoffenefficiëntie te maximaliseren, zonder in te boeten aan functionaliteit en betrouwbaarheid. De Gemeente Amsterdam is naast de Rijksoverheid een van de pilotpartners. Tabel 6: Acties om beter grip te krijgen op materiaalstromen en milieu impact van ICT 16
Onderzoeksrapport
16
train