text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
Gemeente tari
x% Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 26 september 2023
Portefeuille(s) Ruimtelijke ordening (RO)
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door R&D (bestuurszaken.rd@&amsterdam.nl)
Onderwerp Overzicht vrijgegeven ontwerpbestemmingsplannen juli 2023 — okt
2023
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
Ontwerpbestemmingsplannen en daarmee samenhangende en vergelijkbare RO-producten
worden vrijgegeven voor terinzagelegging met de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Bij
grootstedelijke plannen gebeurt dit met een collegebesluit en bij lokale plannen — van stadsdelen —
met een collegebesluit dat de wethouder RO in mandaat neemt.
Om u over recent vrijgegeven ontwerpbestemmingsplannen te informeren volgt hieronder een
overzicht. U ontvangt dit regelmatig. De ontwerpbestemmingsplannen zijn op plannaam te vinden
op www.ruimtelijkeplannen.nl. Achtergrond is het voornemen van het college om openbare
collegedossiers volledig toegankelijk te maken en de wens van de raad om bij reguliere uitvoering
door het college geen aparte terkennisnamedossiers meer te ontvangen.
Overzicht
-_ Vrijgeven voor inspraak van het ontwerp welstandskader voor het project Centrum
Reigersbos
-_ Vrijgeven voor terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan Joan Muyskenweg
12-14 en het ontwerp besluit hogere waarden Wet geluidhinder Joan Muyskenweg
12-14
-_ Vrijgeven voor terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan Geluidverdeelplan
Westpoort 2e herziening
-__ Vaststellen van het uitwerkingsplan Food Center Amsterdam- ze uitwerking
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 september 2023
Pagina 2 van 2
-_ Vrijgeven voor terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan H-buurt Midden
en het ontwerpbesluit hogere waarden Wet geluidhinder voor het
ontwerpbestemmingsplan H-buurt Midden.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam | D
% Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT
% Agenda, donderdag 8 oktober 2015
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT
Tijd 09.00 tot 12.30 uur
Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _TKN-lijst
5 Opening inhoudelijk gedeelte
6 _Inspreekhalfuur Publiek
7 Actualiteiten en mededelingen
8 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en
ICT
Agenda, donderdag 8 oktober 2015
Financiën
9 Begroting 2016 Nr. BD2015-013496
Resultaatgebiedsgewijze bespreking van de ontwerpbegroting 2016. Portefeuilles
Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie,
Luchtkwaliteit en ICT
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 4 en 5 november 2015).
, Tweede termijn wordt besproken in de brede commissie FIN, d.d. 28 oktober 2015.
e Indienen van moties en amendementen.
_Hetbegrotingsboek 2016 is separaat aan alle (duo) raadsleden gezonden.
e Voorgesteld wordt dit te behandelen met agendapunten 10 en 11.
10 Intrekken van de verordening op de heffing en invordering van leges 2015 en het
vaststellen van de verordening op de heffing en invordering van leges 2016 Nr.
BD2015-013955
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 4 en 5 november 2015).
e Voorgesteld wordt dit te behandelen met agendapunten 9 en 11.
e Op verzoek van het college is de raadsvoordracht gewijzigd.
Duurzaamheid
11 Wijzigen van de verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht met betrekking
tot de tariefvaststelling 2016 Nr. BD2015-012410
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 4 en 5 november 2015).
e Voorgesteld wordt dit te behandelen met agendapunten 9 en 10.
2
| Agenda | 2 | discard |
Gemee nte Bezoekadres
Plein'40 —'45 nr. 1
Amsterdam 064 SW Amsterdam
N ieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
> < Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 29 oktober 2014,
Decos nummer 2014/INT/1073
Onderwerp Aanvullende werkzaamheden en actualisering kostenraming
Definitief ontwerp Balkon Zuidwestoever
Het Algemeen Bestuur van Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 16 september 2014
Besluit
1. Akkoord te gaan met de actualisatie van het financieel kader van het project balkon
Zuidwestoever en de daaruit voortvloeiende aanvullende kosten van €559.575, -.
2. Deze aanvullende kosten als volgt te financieren:
-__De kosten voor de aanpassing aan de kadeconstructie ad. €221.777,- te onttrekken uit de
Bestemmingsreserve Nieuw-West (ls reeds voorgesteld in de 8 maandsrapportage voor de
Gemeenteraad).
-_De overige aanvullende kosten als gevolg van de actualisatie van de kostenraming ad.
€337.798,- te dekken uit het budget ‘knelpunten overige gebieden’ vanuit de focusaanpak.
de heer H. Wink de heer A. Baâdoud
stadsdeelsecretaris voorzitter
| Besluit | 1 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 540
Datum indiening 4 april 2019
Datum akkoord 10 mei 2019
Publicatiedatum 13 mei 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Yilmaz inzake de opkomst bij
de Provinciale Statenverkiezingen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De gemiddelde opkomst tijdens de Provinciale Statenverkiezingen was 53%.
De verschillen tussen stadsdelen zijn enorm. De opkomst was het hoogst in het
Centrum met 73% en het laagst in Zuidoost met 35%. De fractie van DENK vraagt
zich af welke maatregelen er worden genomen om de opkomst te bevorderen, met
name in die gebieden waar de opkomst structureel het laagst is.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Yilmaz, namens de fractie van DENK, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Wat is het huidige beleid om de opkomst te bevorderen tijdens de diverse
verkiezingen? Is er gemeten in hoeverre deze maatregelen een positief effect
hebben gehad op de opkomst? En dan in het bijzonder gekeken naar die groepen
waarvan de opkomst structureel lager dan gemiddeld is (bijv. lager opgeleiden,
jongeren, burgers met een recente migratie-achtergrond)?
Antwoord:
Het college is verantwoordelijk voor een adequate organisatie van
de verkiezingen en het waarborgen van een zorgvuldig verkiezingsproces.
De communicatie van de gemeente is er in dit kader op gericht om Amsterdamse
kiesgerechtigden te stimuleren om te gaan stemmen door het stemmen zo
gemakkelijk, toegankelijk en aantrekkelijk mogelijk te maken en zo de drempel om
te stemmen voor alle kiesgerechtigden zo laag mogelijk te maken. Hierbij richten
we ons op alle Amsterdammers.
Dit doen we door:
Helder en tijdig beschikbaar stellen van informatie via diverse kanalen:
advertenties in lokale kranten, een huis-aan-huis-verspreide verkiezingskrant,
posters op straat, zelfplak- en voorbedrukte trotterborden in de openbare
ruimte, ÂT5-spotjes, de gemeentelijke website, de gemeentelijke nieuwsbrief
en social media kanalen. De gemeente doet regelmatig onderzoek naar het
bereik van deze media en stemt de informatievoorziening daarop af.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng 10 Gemeenteblad
Datum 13 mei 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 4 april 2019
_Stemlocaties aan te bieden die zoveel mogelijk op loopafstand van het
woonadres van kiesgerechtigden liggen en zoveel mogelijk toegankelijk zijn,
ook voor lichamelijk beperkten.
Daarnaast is er ook aandacht voor specifieke groepen:
e Alle kiesgerechtigden die voor de eerste keer mogen stemmen ontvangen uit
naam van de burgemeester een brief om hen op hun stemrecht en het belang
hiervan te wijzen.
e De burgemeester doet in de verkiezingskrant een persoonlijke oproep aan alle
Amsterdammers om te gaan stemmen
e Aan verzorgingshuizen wordt een brief verstuurd met uitleg hoe hun bewoners
kunnen stemmen.
e Voor kiesgerechtigden die de Nederlandse taal niet (goed) machtig zijn, wordt
via de gemeentelijke website ook informatie in ‘gewone taal’ en in het Engels
beschikbaar gesteld.
e Er worden stembureaus ingericht op middelbare scholen, mbo- en hbo-
locaties, universiteitsgebouwen en zorginstellingen.
e Bij ieder verkiezing wordt getracht bijzondere stembureaus in te richten op
voor jongeren aansprekende plekken, eventueel gekoppeld aan opkomst
bevorderende activiteiten (zoals bijvoorbeeld nachtstemmen in de Melkweg
op het Leidseplein in 2014, stemmen in the Student Hotel in 2019).
e Vanuit de gemeente wordt de samenwerking gezocht met partners om
doelgroepen te informeren, zoals bijvoorbeeld bij de verkiezingen van 2018
waar door Prodemos op o.a. de Amsterdamse Hogeschool
verkiezingsfestivals zijn georganiseerd.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 is in opdracht van de gemeenteraad!
een opkomstbevorderingscampagne uitgevoerd. De evaluatie van deze
campagne is op 17 september 2015 aan de raadscommissie AZ aangeboden.
Positief beoordeelde elementen uit deze campagne (zoals de hierboven
genoemde brief aan eerste-keer-stemmers) zijn door het college
geïmplementeerd in de reguliere informatievoorziening en activiteiten bij
verkiezingen. Overigens werd in algemene zin geconcludeerd dat het niet
mogelijk bleek om het directe effect te meten van opkomst bevorderende
activiteiten.
2. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat als burgers die voor het eerst
stemgerechtigd zijn naar de stembus gaan, de kans toeneemt dat ze bij de
volgende verkiezingen ook weer gaan stemmen’. Zij worden ook wel de eerste-
keer-stemmers genoemd. Aangezien studenten tot deze groep eerste-keer-
stemmers behoren, is recent de actie ‘Elk mbo een stembureau’ gestart”.
Het doel van deze actie is om studenten en scholieren te bereiken op
onderwijsinstellingen. Denk hierbij aan mbo-scholen en scholen in het voortgezet
onderwijs, maar ook in mindere mate hbo-instellingen.
| Amendement, d.d. 7 november 2013
? http://timmale.com/uploads/3/4/2/2/34220317/voting_in_denmark.pdf
3 https://nos.nl/op3/artikel/2158423-niet-jongeren-naar-het-stembureau-maar-het-stembureau-naar-
jongeren.html
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng 10 Gemeenteblad
Datum 13 mei 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 4 april 2019
a. In hoeverre is het bij de afgelopen drie verkiezingen (TK2017, GR2018 en
PS2019) gelukt om stembureaus te organiseren op mbo-scholen en in het
voortgezet onderwijs? Zo ja, waar en hoeveel?
Antwoord 2a:
Op verzoek van de raad zijn in 2017 op extra mbo-scholen stembureaus
ingericht, naast de al gebruikte locaties. Het grootste deel van de mbo locaties
is opgenomen in het vaste bestand van stemlocaties. Bij het selecteren van
stemlocaties wordt ook altijd gekeken naar beschikbare (middelbare) scholen.
Vanzelfsprekend wordt wel kritisch gekeken naar de standaard criteria voor
stemlocaties: toegankelijkheid (voor lichamelijk beperkten), op loopafstand
van woonadressen kiesgerechtigden en moeten locaties ook beschikbaar zijn.
Ook verschilt het aantal stemlocaties per verkiezing, afhankelijk van het aantal
kiesgerechtigden en de verwachte opkomst.
In onderstaand overzicht valt te zien op hoeveel mbo- en voortgezet onderwijs
locaties stembureaus zijn ingericht bij de vorige verkiezingen.
Verkiezing Mbo-scholen Voortgezet onderwijs
TK 2017 8 stemlocaties 19 stemlocaties
GR 2018 7 stemlocaties 20 stemlocaties
PS 2019 6 stemlocaties 17 stemlocaties
b. Is het college voornemens om bij de aankomende Europese
Parlementsverkiezingen stembureaus te plaatsen bij mbo - en vwo-scholen?
Zo ja, waar en hoeveel?
Antwoord 2b:
Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement op 23 mei 2019 wordt
getracht zoveel mogelijk dezelfde stemlocaties aan te houden als bij de
verkiezingen voor de Provinciale Staten en waterschappen van 20 maart 2019
Omdat de verkiezingen zo kort achter elkaar plaatsvinden geeft dit
duidelijkheid voor de kiezer waar men kan stemmen. Het aantal mbo- en
voortgezet onderwijs-locaties zal dus vergelijkbaar zijn met de verkiezingen
van 20 maart 2019.
3. Ook blijkt uit het hierboven geciteerde onderzoek dat het sociale netwerk een
belangrijke rol speelt in het activeren van burgers om te gaan stemmen“. Dat wil
zeggen, als er in een huishouden leden zijn die vaak stemmen, de kans groter is
dat andere leden binnen hetzelfde huishouden ook gemotiveerd worden om te
gaan stemmen. In hoeverre is het bestaand beleid aangepast aan dit gegeven?
Indien dat nog niet het geval: is het college bereid om beleid te vormen aan de
hand van deze conclusie?
Antwoord:
Het onderzoek is bij ons college bekend. Met de breed ingezette communicatie-
middelen en -kanalen zet ons college in op de bewustwording van alle
Amsterdammers. In het aangehaalde onderzoek wordt geconcludeerd dat
4 http://timmale.com/uploads/3/4/2/2/34220317/voting in denmark.pdf
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ee 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 4 april 2019
jongeren die het ouderlijk huis verlaten minder snel geneigd zijn te gaan stemmen
in vergelijking met jongeren die nog bij hun ouders wonen. De voorgestelde
oplossing in het onderzoek is het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd, zodat
jongeren nog bij hun ouders wonen als zij voor het eerst kiesgerechtigheid zijn en
daardoor via hun ouders bekend raken met de gewoonte om te gaan stemmen.
Een verlaging van de stemgerechtigde leeftijd vereist wijziging van nationale
regelgeving en is een landelijke normatieve en politieke vraag. De
staatscommissie parlementair stelsel stelt in haar eindrapport Lage drempel, hoge
dijken” uit december 2018 hierover dat er geen bewijs is dat wanneer de
kiesgerechtigde leeftijd wordt verlaagd van 18 naar 16 jaar, jongeren op latere
leeftijd vaker gaan stemmen. Mede om die reden ziet de staatscommissie ervan
af om te adviseren tot het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd.
4. Het is een bekend gegeven dat de opkomst lager dan gemiddeld is onder burgers
met een recente migratie-achtergrond, jongeren en lager opgeleiden. Is het
college bereid om extra te investeren om de opkomst juist bij deze groepen te
bevorderen? Zo ja, hoe”?
Antwoord:
Het college blijft mogelijkheden verkennen die de algemene opkomst zouden
kunnen verhogen. Bij de evaluatie van de verkiezingen van 2019 wordt ook de
ingezette communicatie geëvalueerd. Indien nodig, komt het college op basis van
deze evaluatie met aanvullende voorstellen.
5. Wanneer kan de Amsterdamse gemeenteraad de evaluatie van de Provinciale
Staten- en Waterschapsverkiezingen verwachten?
Antwoord:
De verkiezingen voor de Provinciale Staten en Waterschappen van 20 maart
2019 worden gezamenlijk geëvalueerd met de verkiezingen voor het Europees
Parlement van 23 mei 2019. Getracht wordt de evaluatie uiterlijk in het najaar van
2019 gereed te hebben.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
5 Lage drempels, hoge dijken. Democratie en rechtstaat in balans. Eindrapport van de
staatscommissie parlementair stelsel. 13 december 2018
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam WP A
% Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie,
Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen
% Agenda, donderdag 11 april 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede,
Programma Maatschappelijke Investeringen
Tijd 09:00 uur tot 12:30 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte (09.00 — 09.15)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Werk,
Participatie en Armoede van 21 maart 2013.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWPA@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijk gedeelte (09.15 — 12.30)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, WPA
Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen
Agenda, donderdag 11 april 2013
Werk, Inkomen en Participatie
11 Initiatiefvoorstel van Benjamin (VVD) getiteld; Social return nieuwe stijl. Nr.
BD2013-002769
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Benjamin (VVD).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 28.02.2013.
e Gevoegd behandelen met agendapunten 12 en 13.
e De commissie EZP is hierbij uitgenodigd.
12 Reactie op initiatiefvoorstel Benjamin over Social Return Nr. BD2013-002770
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 28.02.2013.
e Gevoegd behandelen met agendapunten 11 en 13.
13 2e evaluatie Uitvoering Social Return 2008-medio2012 Nr. BD2013-002771
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 28.02.2013.
e Gevoegd behandelen met agendapunten 11 en 12,
14 2e Tussenrapportage Project Alleenstaande Ouders (juni-december 2012) Nr.
BD2013-003503
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
| Agenda | 2 | train |
VN2021-006591 G Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
emeente ! '
ve grond en % Marineterrein, Energietransitie RO
ontwikkel X Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 24 maart 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 20
Datum besluit
Onderwerp
Kennis te nemen van Raadsinformatiebrief inzake collegebesluit vrijgave voor inspraak concept
stedenbouwkundig plan Groenehuyzen, Blomwijckerpad.
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van Raadsinformatiebrief over het collegebesluit inzake het vrijgeven van
inspraak van het concept stedenbouwkundig plan Groenehuyzen, Blomwijckerpad (bijlage 1)
2. Kennis te nemen van de geheimhouding voor de financiële paragraaf (bijlage 2) die op
grond van artikel 25, tweede lid van de Gemeentewet is opgelegd. Dit in verband met de
belangen genoemd in artikel 10, tweede lid, onder b van de Wet openbaarheid van bestuur.
De geheimhouding wordt opgelegd voor de duur van twee jaar na vaststelling van het
stedenbouwkundig plan.
3. _Kenniste nemen van het verzoek om de opgelegde geheimhouding op grond van artikel 25,
derde lid van de Gemeentewet tijdens de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad
na aanlevering bij de raadsgriffie te bekrachtigen.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentewet juncto artikel 11 van het Reglement van orde gemeenteraad en
raadscommissies Amsterdam
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2). Zij geven
de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Artikel 25 Gemeentewet
Artikel 25, 2e en 3e lid Gemeentewet, jo. art. zo lid 2 sub b Wob
Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan
geheimhouding worden opgelegd door het college ten aanzien van stukken die zij aan de
raad overleggen. De opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan de
raad overgelegde stukken vervalt, indien de oplegging niet door de raad in zijn eerstvolgende
vergadering wordt bekrachtigd
Bestuurlijke achtergrond
- Inde vergadering van het college van B&W van 14 maart 2017 is de bestuursopdracht
Ontwikkelbuurten, Strategische Buurtontwikkeling vastgesteld. Met deze bestuursopdracht neemt
de gemeente de regie om samen met de corporaties en de marktpartijen hernieuwde ambities te
formuleren voor die buurten in de stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuidoost waar de stedelijk
vernieuwing niet is afgemaakt of getemporiseerd en een kwaliteitsimpuls nodig is.
- De vijf doelstellingen van de ontwikkelbuurten zijn:
Gegenereerd: vl.7 1
VN2021-006591 9 Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
rve grond en % Amsterdam ‚ ‚ ‚ nm R
ontwikkel % Marineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 24 maart 2021
Ter kennisneming
1. verbetering van de kwaliteit van woningen, woonomgeving en gebouwde voorzieningen;
2. verbetering van de leefbaarheid;
3. verbetering van de sociaal economische positie van de buurt en haar bewoners;
4. koppeling van stedelijke ontwikkelingsgebieden met strategische buurtontwikkeling;
5. verbetering van de energetische kwaliteit (duurzaamheid) van de woningen - waaronder het
aardgasvrij maken van bestaande en nieuwbouw.
-In het college van B&W van 21 november 2017 zijn de 32 ontwikkelbuurten aangewezen.
Voor al deze buurten is in 2018 de planvorming gestart. Er een belangrijke plek toegekend
aan de samenwerking met de corporaties en de stadsdelen en participatie met bewoners en
maatschappelijke partners. De plannen worden via de systematiek van het Plaberum (2017)
opgesteld en in besluitvorming gebracht.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
Het college heeft d.d. 16 maart 2021 op de bijlage ‘Financiële bijlage concept stedenbouwkundig
plan Groenehuyzen, Blomwijckerpad’ op grond van artikel 25 tweede lid van de Gemeentewet,
gelet op artikel 10 lid 2 sub b, geheimhouding opgelegd. Door openbaarheid van de gegevens uit
deze bijlage kunnen de belangen van de gemeente worden geschaad. Het belang van openbaarheid
weegt daar niet tegenop. De geheimhouding wordt opgelegd voor de duur van twee jaar na vrijgave
inspraak stedenbouwkundig plan.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.7 2
VN2021-006591 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
re grond en % Amsterdam Marineterrein, Energietransitie
ontwikkel % 1 g
Voordracht voor de Commissie RO van 24 maart 2021
Ter kennisneming
Bijlage 1 Concept-stedenbouwkundig plan Groenehuyzen
AD2021-023251 …
Blomwijckerpad.pdf (pdf)
Bijlage 2 GEHEIM Financiële paragraaf Groenehuyzen-
AD2021-023277 …
Blomwijckerpad.docx (mswa2)
AD2021-023267 Bijlage 3 Getekende raadsinformatiebrief. pdf (pdf)
Bijlage 4 Samenvatting concept-stedenbouwkundig plan Groenehuyzen
AD2021-023252 …
Blomwijckerpad.pdf (pdf)
AD2021-023235 Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
io.v. Grond & Ontwikkeling, Alfred Spronk, a.spronk@&amsterdam.nl, 06-1233 8347
Gegenereerd: vl.7 3
| Voordracht | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1662
Publicatiedatum 29 december 2017
Ingekomen onder Y
Ingekomen op donderdag 21 december 2017
Behandeld op donderdag 21 december 2017
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Vroege, Boldewijn, Torn en Boomsma inzake de Verordening
Parkeerbelastingen 2018 (parkeren in Noord).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het intrekken van de Verordening Parkeerbelastingen
2017 en het vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2018
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1598).
Overwegende dat:
- De wens van het stadsdeel en college er is om betaald parkeren in te voeren in
grote delen van stadsdeel Noord;
- Veel ondernemers geen gelegenheid hebben tot parkeren op eigen terrein;
- Dat het college voorstelt 1 bedrijfsvergunning per 10 fte ter beschikking te stellen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Een gefaseerd parkeervergunningbeleid te ontwikkelen ten behoeve van de huidige
ondernemers in Noord die recht hebben op een parkeervergunning te beginnen met 1
vergunning per 3 fte in 2018 aflopend tot 1 vergunning per 10 fte in 2023;
- Dit beleid uiterlijk 1 maart 2018 aan de raad voor te leggen.
De leden van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
H.B. Boldewijn
RK. Torn
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente B
Amste rd am 1011 PN Amsterdam
> 4 Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
€ amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
De leden van de raadscommissie AZ
Datum 10 oktober 2017
Behandeld door [email protected]
Onderwerp Beantwoording motie 368 van de leden Roosma en Guldemond inzake
begrotingscyclus bestuurscommissies
Geachte leden van de commissie AZ,
In maart heeft de Rekenkamer een rapport gepresenteerd over de begrotingscyclus
bestuurscommissies. Tijdens de raadsbehandeling van het rapport op 10 meijl. is de motie
van Roosma en Guldemond aangenomen waarin het college wordt gevraagd:
e Inde verdere uitwerking van het nieuwe bestuurlijk stelsel een variant te onderzoeken
waarin in de voorjaarsnota jaarlijks middelen worden opgenomen ten behoeve van
(integrale) buurtbudgetten, zodat er in de begroting budgettaire ruimte is om lopende
een jaar in te kunnen spelen op nieuwe initiatieven en signalen uit de buurt;
e Inde Nota Begrotingsruimte een inschatting te maken van de mogelijke hoogte van
(integrale) buurtbudgetten, zodanig dat dit betekenisvol kan zijn en tevens past binnen de
wettelijke kaders;
e Voorde coalitievorming in 2018, de volgende opties te verkennen:
o De mogelijkheid om vanaf de Begroting 2019 een ‘Programma Gebiedsgericht
werken’ in te stellen, zodat de bestuurscommissies sneller middelen kunnen
overhevelen tussen taakvelden;
o Dit budgetneutraal te doen, door middelen over te hevelen uit de
programmaonderdelen ‘Gebiedsgericht werken’ in de andere programma’s;
o Metde bestuurscommissies af te spreken welke middelen en taken kunnen
worden overgeheveld naar het Programma Gebiedsgericht werken;
e Bijhet vaststellen van de volgende gebiedsagenda’s voor vier jaar middelen te reserveren.
Deze middelen jaarlijks te actualiseren.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Pagina 2 van 5
Door het college is toegezegd hiernaar onderzoek te doen en de motie te beantwoorden bij |
de definitieve besluitvorming over het bestuurlijk stelsel.
1. Buurtbudgetten
Ten aanzien van het budgetrecht geldt dat de gemeentelijke bevoegdheid terzake onverdeeld
en onverkort bij de raad dient te rusten. Dit blijkt ook uit de brief van het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) van 23 april 2013. Het vitgangspunt in de
begroting is dat het budgetrecht formeel en materieel bij de raad dient te liggen. Constructies
als door de territoriale bestuurscommissies te beheren wijkbudgetten passen daarin, mits het
budgetrecht formeel noch materieel wordt aangetast.
Op dit moment is het mogelijk voor stadsdelen om binnen de programmabudgetten voor
gebiedsgericht werken flexibele ruimte te reserveren waarmee ingespeeld kan worden op
initiatieven en signalen vit de buurt. Hiervoor bestaat op dit moment echter geen uniforme
benadering. Het college stelt voor om een (beperkt) flexibel budget voor de stadsdelen in te
stellen, binnen de bestaande begrotingsstructuur en hiervoor een helder bestedingskader te
ontwikkelen, zodat het formele en materiele budgetrecht van de raad gestand gedaan wordt.
Dit budget biedt aan stadsdelen de ruimte om gedurende het jaar in te kunnen spelen op
actualiteiten die zich voordoen. Het budget is gericht op het honoreren van initiatieven van
bewoners welke gebaseerd dienen te zijn op een subsidieregeling. Uitgangspunt is één
regeling op te stellen voor alle gebieden die voldoende ruimte biedt om lokaal toe te passen
door de bestuurscommissies. Dit zal nader worden uitgewerkt in de Nota Begrotingsruimte
2018. Het gemeentebrede subsidiekader is hierin leidend en bij de vitwerking wordt ook het
Utrechtse initiatievenfonds’ betrokken.
Dit buurtbudgetbudget kan dan op twee manier in de begroting vorm gegeven worden:
1. Reservering binnen de huidige programma’s voor gebiedsgericht werken
2. Een integraal budget ten geplaatst in programma 20 bij elk van de stadsdelen
Bij de nota begrotingsruimte zal dit nader worden onderzocht. Waarbij het onderbrengen
binnen programma 10 heeft het voordeel dat de budgetten dan breder aangewend kunnen
worden om in te spelen op initiatieven en signalen vit de buurt waarbij het dagelijks bestuur
van het stadsdeel de bestuurlijks verantwoordelijkheid draagt voor dit budget. Voorwaarde is
wel dat de accountant hier goedkeuring aan verleent, en dat dit budgettair neutraal wordt
vormgegeven.
* Dit betreft een regeling met een ‘lichte’ toets en een beperkt aantal randvoorwaarden. Voorwaarden
hebben met name betrekking op draagvlak en verantwoording. Over aanvragen onder € 20.000 wordt
zo snel mogelijk besloten, over hogere bedragen op drie momenten per jaar en het maximum is €
50.000. Dit zou (naar voorbeeld van Utrecht) één regeling kunnen zijn voor de hele stad, uitgevoerd
door de bestuurscommissies, met als optie de mogelijkheid voor een bestuurscommissie om de
verdeling van het budget te variëren naar gebied.
Pagina 3 van 5
Op dit moment is het niet mogelijk vast te stellen wat hoogte van de buurtbudgetten zou
moeten zijn. Het college stelt voor om nader onderzoek te doen naar de hoogte van het
buurtbudget.
2. Programma Gebiedsgericht werken
Het derde punt vit de motie heeft betrekking op de mogelijkheden rondom het vormen van
een programma Gebiedsgericht werken:
-__ Voorde coalitievorming in 2018, de volgende opties te verkennen:
o De mogelijkheid om vanaf de Begroting 2019 een ‘Programma Gebiedsgericht
werken’ in te stellen, zodat de bestuurscommissies sneller middelen kunnen
overhevelen tussen taakvelden;
o Dit budgetneutraal te doen, door middelen over te hevelen uit de
programmaonderdelen ‘Gebiedsgericht werken’ in de andere programma’s;
o Met de bestuurscommissies af te spreken welke middelen en taken kunnen
worden overgeheveld naar het Programma Gebiedsgericht werken.
De budgetten van de stadsdelen zijn momenteel ondergebracht in aparte
programmaonderdelen ‘gebiedsgericht werken!’ in de programmabegroting. leder
begrotingsprogramma heeft zo’n apart programmaonderdeel. De stadsdelen kunnen zonder
tussenkomst van raad en college schuiven tussen de budgetten binnen het
programmaonderdeel en daarmee binnen het gehele beleidsprogramma omdat de
programmamiddelen voor stadsdelen niet nader zijn vitgesplist. Daarmee is in de huidige
situatie de flexibiliteit van de stadsdelen groter dan van rve’s, aangezien stadsdelen alleen
toestemming van de raad nodig hebben in geval van programma-overstijgende
begrotingsaanpassingen, terwijl rve’s goedkeuring nodig hebben van de raad bij
programmaonderdeel-overstijgende aanpassingen.
Mogelijkheden voor een apart programma Gebiedsgericht werken (voor- en nadelen)
Met het derde punt in de motie wordt gevraagd om te verkennen of een apart programma
Gebiedsgericht werken in de begroting - waarbij de middelen vit de huidige tien
programmaonderdelen gebiedsgericht werken samen worden gevoegd tot één programma -
mogelijk en wenselijk is, en om te verkennen welke middelen en taken kunnen worden
overgeheveld naar het programma Gebiedsgericht werken.
Omdat gebiedsgericht werken ook niet alleen wordt gedaan door de stadsdelen maar ook
door de rve’s, zijn er verschillende mogelijkheden denkbaar hoe budgetten voor
gebiedsgericht werken in de begroting op te nemen:
1. alle budgetten in de huidige programmaonderdelen gebiedsgericht werken onder
brengen in één programma voor gebiedsgericht werken;
2. alle budgetten uit de gebiedsplannen in een programma Gebiedsgericht werken;
3. gebiedsgericht werken zichtbaar maken in verschillende programma’s;
Pagina 4 van 5
4. een programma Gebiedsgericht werken met flexibele ruimte voor prioriteiten op basis van
de gebiedsagenda’s;
5. hetlaten zoals het nu is (per programma een programmaonderdeel voor gebiedsgericht
werken).
Het college is van mening dat een breed programma gebiedsgericht werken, waarin de
stadsdelen kunnen schuiven met budgetten tussen alle beleidsterreinen zonder tussenkomst
van het college of de raad, niet past binnen de kaders van het budgetrecht van de raad en
volgens ons college ook niet de oplossing biedt. Geconcludeerd wordt dat met een apart
programma voor gebiedsgericht werken op die manier ook niet meer flexibiliteit of snelheid
voor de stadsdelen wordt bereikt.
Het overgrote deel van de betreffende middelen van de stadsdeelorganisaties wordt ingezet
voor reguliere werkzaamheden om het basisniveau op orde te houden en wettelijke taken uit
te voeren. De budgetten liggen vaak meerjarig/structureel vast door langdurige
subsidierelaties en langlopende contracten. Deze budgetten zijn dus niet wendbaar en niet
flexibel inzetbaar voor gebiedsgericht werken. Een belangrijk nadeel is daarnaast dat er een
risico bestaat voor onduidelijkheid in de ambtelijke en bestuurlijke verantwoordelijkheid in de
relatie tussen stad en stadsdelen (in gebiedsplannen zijn deels ook budgetten van rve’s
opgenomen).
De gewenste flexibiliteit zit (voor de bestuurscommissies) vooral in het snel kunnen overgaan
tot het doorvoeren van budgetneutrale mutaties en het in uitvoering kunnen nemen van de
gebiedsplannen na vaststelling door de bestuurscommissies. Bestuurscommissies stellen in
december de gebiedsplannen vast voor het volgend jaar. In sommige gevallen is het voor de
uitvoering van de gebiedsplannen wenselijk om budgetten over te hevelen tussen
verschillende programma’s. Binnen de huidige begrotingssystematiek kan dat bij de
voorjaarsnota. De mutaties uit de voorjaarsnota die leiden tot een overheveling tussen
programma’s moeten formeel vastgesteld worden door de gemeenteraad, hetgeen gebeurt in
juli.
Er zit relatief veeltijd tussen begrotingsvaststelling en vaststellen van de gebiedsplannen. Een
mogelijke oplossing is dit te verbeteren door het vaststellen van de gebiedsplannen korter op
de voorjaarsnota te laten plaatsvinden.
Daarnaast is een mogelijke oplossing iom in het begin van het jaar een budgettair neutrale
begrotingswijziging die volgt vit de gebiedsplannen voor te leggen aan de raad. Dit heeft als
voordeel dat stadsdelen eerder duidelijkheid hebben over hun neutrale mutaties die
doorgaans bij de voorjaarsnota worden ingediend. Het nadeel is echter dat dit een extra
begrotingswijziging is naast de ‘reguliere’ P&C-producten. De raad, en ook het college, heeft
juist aangegeven het aantal begrotingswijzigingen te willen beperken tot de vaste P&C-
momenten (zoals ook vastgelegd in de beleidsnota P&C).
Pagina 5 van 5
3 Middelen voor gebiedsagenda's
Het laatste punt vit de motie betreft de vraag om te verkennen of bij de volgende
gebiedsagenda’s voor vier jaar middelen kunnen worden gereserveerd:
De gebiedsagenda’s worden opgesteld door de nieuwe dagelijks besturen van de zeven
stadsdelen (daarbij geadviseerd door de stadsdeelcommissies) met een vierjarige horizon die
dan tevens een kapstok bieden voor een vierjarige reservering van middelen. De Nota
Begrotingsruimte levert inzicht in de beschikbaarheid van middelen. De volgende
gebiedsagenda’s die de nieuwe bestuursperiode betreffen worden voorgelegd aan de nieuwe
gemeenteraad ter vaststelling. In de stukken die worden opgesteld voor de nieuwe
bestuursperiode, worden suggesties voor drie prioriteiten per gebied voorbereid. Daarmee
kunnen de gebiedsprioriteiten een rol spelen in de middelen die worden ingezet bij het nieuwe
coalitieakkoord. Daarmee zal de bestuurlijke besluitvorming zorgvuldig worden overgedragen
en belegd bij het nieuwe bestuur.
Met vriendelijke groet,
3
Het college van bur Emeester en wethouders van Amsterdam,
N
NN
E. van der Burg A.H.P. van Gils 4 7
(loco) emeester gemeentgsecretaris
| Motie | 5 | discard |
U
Î
in: Pa
a wike
Ae 4 Ì 8 H
miel RIT OÁ art |
- di ml » - EL dar =| |
r Ï r _ E = VI ret L eÀ 7
AU Ê mn NL Vm
mm eem 5 Ii Le. 5 ee
Rok en ws |
+ . . i . Â
mjs Sarerv Faas! ei. ir | | ir 4 |
_- me. » ‚ Ì ik il et fi | E
” ns ele LJ A ||
JEN an ne EP 8 8
elf, Es rei AKE af RC B
Î Fr Ike h ' apt ie rrd a N
ne _ en == U ted en rn
eN nd ee _ hntnd vn en ERE Se, p el TE = Ee E
5 ne eel Te en A en nn ee a Te dere E:
ee ad En me ee ere . neen re Wi : ek
BRE feng ET en 2 = me n Eee ik ma aad Ö en ee en
ne Ns nn arme 5 DE. â TP n jee eet LE zE E = EE
en Ee En: Sen eeen Ee
pn. d> Ee T tg IE el ek E ' pe sn eee
Ee en EN \ en Ke Zn
en etsen meej naer | et 5 Ae
Ee nn EE e ee
nn ee
me Ee en en ee ne Ee ne
en nen Ee EE : =
Port of
( kanaal rtofa better port £3
N B kanaal Be pa to Pp *® Amsterdam
gebied
$ hort of an Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Financiële jaarrekening Tot slot
Inhoud
” 1. Inleiding 3
2. Organisatie 5
EN | 4 | 2.1 Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied 6
PN ar De 2.2 Divisie Havenmeester van Port of Amsterdam 6
| E En ze 3. Wat hebben we in 2022 bereikt? 7
, ze We MN 3.1 Divisie Havenmeester 2022 8
8 Kd R 3.2 Havenafvalstoffenplan 14
SES. vele
am 3.3 Verplichte paragrafen 17
4. Financiële jaarrekening 18
Nt 41 Totaaloverzicht van Baten en Lasten 19
EI u | ú 4.2 Detailoverzicht baten en lasten 20
WE £ 4.21 Toelichting bedrijfsopbrengsten 21
d 4.2.2 Toelichting lasten 21
hd 4.3 Activa en investeringen 25
( 4.4 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 25
PR, DE 5. Tot slot 27
CNB be Jaarrekening 2022 pagina 2
Port of
Amsterdam Inhoud Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Financiële jaarrekening Tot slot
| ” an
ni EA ind Ee er u
| mi Pnt pe | EE nek
18 ad T meen da | /
Ai An ie zl ij ee. Li
| | se ERS |
/\ ns | ” D ï ú 4 k 5 na \
zi P/ Â ee | & Te | |
| î AE NE A
: . in 1 Ä hd Zoi |
en Et == - at E ú k „… En ir N reina 2e
ee ng ii mee 7 : nes 5 ne oe de
en EN 8 RS, SA Ren)
nn | Ne Ede NN ed An
ee E NEE nee,
== Nn B : ; EN e 4 cn rin
en A 1 IE E a Re T | en =S: KE
nt es 8 8 n en Ee ,
rm ES EE Pf ln de pl 7 AN ed ie ra de \ Le bm
Le ee en \ k | * 4 L Á
en | A, { Se B ha
Noordzee
CNB ended pagina 3
*+ Port of jn a
$® Amsterdam Inhoud Organisatie Wat hebben we bereikt? Financiële jaarrekening Tot slot
en zes
leidi
| 1. Inleiding
ns hen 8
ve - Ren E Op basis van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) van het Centraal Nautisch
nd 7 nn u In zl Beheer (CNB) Noordzeekanaalgebied stelt het CNB Bestuur jaarlijks een
Te ehmm gen . ‚
EE En e= em jaarrekening op over de baten en lasten van het afgelopen jaar.
EO GE nn Deze jaarrekening moet voldoen aan het Besluit begroting en verantwoording
Er en Fm SES En :
ek rf EE IN \ PEN Se ken provincies en gemeenten en bevat daarom een balans en een overzicht
sE 4 rd DN 3 ' dl \ Ca RS IN van baten en lasten met een toelichting. Omdat Port of Amsterdam (Port
p' je Pe re - pan Ree | A e= h ie N . . .
8 Pl El ii o kN of Amsterdam) het exploitatiesaldo van het CNB Noordzeekanaalgebied
EEA 8 Aken, bijna volledig d i balansd i iva. In d
ZE P, 8 Eb ijna volledig draagt, zijn er per balansdatum geen activa en passiva. In deze
md © end RL iá | d gi jaarrekening is daarom alleen een overzicht van baten en lasten opgenomen en
P ij PA { Va geen balans.
let zr ler à LAN De toelichting in de jaarrekening is als volgt opgebouwd:
ri fd ires
EE EE ddie Ee hj ® Hoofdstuk 2: CNB Noordzeekanaalgebied en Divisie Havenmeester (DHM)
Zen - EN ® Hoofdstuk 3: Beleidsrealisaties 2022
k s - 2 \
Kle Me df ® Hoofdstuk 4: Baten en lasten 2022
Maordzee
CN B | Gabted Jaarrekening 2022 pagina 4
++ Port of .
$® Amsterdam Inhoud Inleiding Wat hebben we bereikt? Financiële jaarrekening Tot slot
2 © i Ì
‚ Organisatie
|
KEE
el
Jn ED |
mm B hant B
as ee Ii EEE El en ; eef: _
an en TEN Te ij : EEn see RNGEN Dre RE ann
OC on OO iN
ha Mad Eee Mn tE NN /I\ | BIMHUIS
| NE ee gend EE OS VENDEE
ne n Ee Ees) a
am En re Herd Ee AN gn 0 mi ee AT ce
Li IKE NEW ie: ERR me:
REE nn een zn pr eenen ann
T j: rde nn : é PR E mk
Es aen LE En
Ee
| | en
à <= Ae wenn = nr zi en
Maordzee
CNB gebied Jaarrekening 2022 pagina 5
$ hort of an Inhoud Inleiding Wat hebben we bereikt? Financiële jaarrekening Tot slot
4
mal ms EN N
z> De _
e e Umm hd Je men de
2. Organisatie Ne
2.1 Centraal Nautisch Beheer 7d e eed
Noordzeekanaalgebied Ri LT
R ri
Sinds 1994 werken de zeehavengemeenten Amsterdam,
Velsen, Zaanstad en Beverwijk samen in het CNB
Noordzeekanaalgebied. Dit samenwerkingsverband is
opgericht om een veilige, vlotte en duurzame afwikkeling 2.2 Divisie Havenmeester van Port of Amsterdam
van het scheepvaartverkeer te bevorderen in het Noord-
zeekanaalgebied. De uitvoering hiervan heeft het DHM voert in opdracht van drie mandaatgevers -het Rijk,
CNB Noordzeekanaalgebied belegd bij DHM van het CNB Noordzeekanaalgebied en de Gemeente Amsterdam-
Port of Amsterdam. publieke taken uit in het Noordzeekanaalgebied. Tevens is
DHM integraal verbonden met Port of Amsterdam en draagt zij
Het Bestuur van het CNB Noordzeekanaalgebied vanuit haar nautische deskundigheid en missie -veilig, vlot en
bestaat uit de havenwethouders van de vier CNB duurzaam scheepvaartverkeer- bij aan de doelstellingen van
gemeenten. De voorzitter is de Wethouder Haven van Port of Amsterdam. DHM bestaat uit een afdeling Advies & Beleid
de Gemeente Amsterdam. Daarnaast heeft het CNB en een afdeling Operatie.
Noordzeekanaalgebied een adviesraad, bestaande De afdeling Advies & Beleid ontwikkelt beleid en producten op
uit een vertegenwoordiger van Rijkswaterstaat en een basis van (internationale) wet- en regelgeving of actuele ontwikkelingen.
vertegenwoordiger van Zeehaven IJmuiden NV en De afdeling Operatie is verantwoordelijk voor de bediening van het
Tata Steel. De Directeur van het CNB Noordzeekanaal- sluizencomplex, de scheepvaartverkeers-begeleiding en toezicht en
gebied is tevens Hoofd DHM. handhaving in het Noordzeekanaalgebied.
CN B en Jaarrekening 2022 pagina 6
«+ Port of
$® Amsterdam Inhoud Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Financiële jaarrekening Tot slot
Torie en
: te ú \ ‚\
ik é i \
| hi / \
pe : Ï | Er ‘
WE ana Ke, VE B
Meene ' nn Ì _% AM
kn - " … : dn . _. we / “ ; ì
den mmm P a IRT A
Î ee ms \ Ì
SA En er n bd P
mr Ee k >
_ L = rf
8 ES 4
£ ee eN PO f
Ed \ \ 5
Ni kl
Es Ei - em } # B,
Dn nml: mn u 7
Et B me en Bn. ak k
gage a bn / ki
mm — Es - p Pr
Noordzee
CNB gebied pagina 7
++ Port of jn a
$® Amsterdam Inhoud Inleiding Organisatie Financiële jaarrekening Tot slot
3. Wat hebb in 2022 bereikt?
‚ VVat hebben we In ereikt!
3.1 Divisie Havenmeester 2022 B
an
Opening Zeesluis IJmuiden me
Op woensdag 26 januari 2022 heeft Koning Willem-Alexander “ k dai
Zeesluis IJmuiden, de grootste zeesluis ter wereld, officieel in /
gebruik genomen. Na een uitgebreide testfase met nautisch , / ES: ka
a e A . . nl Kef 7 NE En nn le
dienstverleners en Rijkswaterstaat is de Zeesluis nautisch wr ET mgee %
ENE j Vid ET hah / :
veilig verklaard en in gebruik genomen. Dankzij de nieuwe les: odd Tr Bren
at EDT He as
zeesluis blijven het Noordzeekanaalgebied, de havens van ze Em Ì | Lel ze _ zeil JN
Amsterdam en de Europese achterlandverbindingen de Ii iid en 5 ne EL l er
komende decennia goed bereikbaar. ae Pnt en en
il IA & 5 . eee En
i ing i ij eee Tij TT
De selectieve onttrekking is een belangrijk onderdeel van PE — en Ee
het project Zeesluis IJmuiden. Via de zeesluis stroomt bij het 2 IG DR = nn en > TE
schutten meer zoutwater het Noordzeekanaal in dan bij het VAE DT nn en De
OR ETT nn en EE
schutten door de Noordersluis het geval is. De selectieve Een Ln nn
onttrekking is een oplossing voor het selectief afvoeren van dit
zoutwater om verzilting tegen te gaan. Tot deze maatregel is op passage of iv.m. de grootte van het schip door de Zeesluis
gerealiseerd (verwacht Q4 2024) wordt de Zeesluis doelmatig moet. In andere gevallen wordt de Noordersluis gebruikt om de
gebruikt voor scheepvaart die door getijde niet kan wachten toevoer van zoutwater zoveel mogelijk te beperken.
Maordzee
CN B gebied Jaarrekening 2022 pagina 8
< hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Financiële jaarrekening Tot slot
Verzilting Noordzeekanaal haar partners geven uitvoering aan hoe dat dan ingevuld
2022 was een extreem warm, zonnig en droog jaar. Het jaar moet worden. In de praktijk betekende dit dat gedurende
was het op twee na warmste jaar sinds het begin van de enkele weken het scheepvaartproces werd beperkt door het
metingen in 1901. Deze droogte heerste in heel Europa, schutregime in IJmuiden aan te passen. Het aantal schuttingen
met als gevolg dat er te weinig aanvoer van water via de van de Noordersluis en Zeesluis IJmuiden werd verminderd
rivieren plaatsvond. Hierdoor werd de tegendruk tegen naar maximaal zeven schutrondes per etmaal. De schutrondes
het zoute water dat via het schutproces bij de zeesluizen vonden plaats tijdens vastgestelde bloktijden van 06.00-18.00 uur
bij IJmuiden binnenkomt, steeds verder beperkt. Een en niet langer 24 uur per dag. De impact van deze maatregelen
te hoog zoutgehalte verslechterde de waterkwaliteit tot was significant en had vooral invloed op vertragingen van
een kritiek niveau. Door Rijkswaterstaat (WNN) werd de scheepvaart.
het Droogteprotocol in werking gesteld en uiteindelijk
schutbeperkingen ingesteld. Oorlog in Oekraïne
In 2022 veranderde de geopolitieke situatie in Europa en
Bij een beperking van de waterkwantiteit of kwaliteit is de wereld door de oorlog in Oekraïne. Door de oorlog
wettelijk vastgelegd welke functies meer of minder prioriteit en daaropvolgende maatregelen tegen Rusland stegen
hebben. Scheepvaart valt in categorie 4 en heeft daarmee energieprijzen en inflatie sterk. De gevolgen waren wereldwijd
minder prioriteit dan de andere categorieën. Het CNB merkbaar voor havens en scheepvaart. Op de operatie en
Noordzeekanaalgebied is verantwoordelijk voor nautische uitvoering van de taken van het Centraal Nautisch Beheer
verkeersmanagement en het bedienen van de Sluizen. waren de invloeden beperkt — deze zat met name in het
Ook maakt zij, samen met de nautische dienstverleners, handhaven en op schepen en goederen uit Rusland die onder
planningen om vlot en veilig scheepvaartverkeer te de sanctiepakketten vallen. De havenmeester is het bevoegd
optimaliseren. RWS bepaald wát er kan, het CNB en gezag om het havenverbod door middel van het toelatingsbeleid
CNB en Jaarrekening 2022 pagina 9
$ hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Financiële jaarrekening Tot slot
te handhaven. Eén van de bijkomende effecten was de Noordzeekanaalgebied en het achterland te borgen.
toegenomen overslag van kolen door de stijgende vraag in De opening van de Zeesluis in 2022 en de daarbij behorende
Duitsland. Hierdoor nam de maatschappelijke weerstand mogelijkheid om bredere schepen dan voorheen te schutten
toe en werden diverse demonstraties georganiseerd in betekende ook de noodzaak om te onderzoeken hoe dit veilig
het havengebied tegen kolen. DHM leverde expertise kan. Hiervoor is onderzoek uitgevoerd en zijn vernieuwde
en faciliteerde bevoegd gezag bij de afhandeling van passageregels in het Noordzeekanaal opgesteld om te
ongeregeldheden op treinverbindingen in het havengebied. waarborgen dat de bredere geul-gebonden schepen met
een diepgang van meer dan 14,10 meter veilig IJmuiden kunnen
aanlopen. Dit valt onder de opgave om het vaarwegprofiel van
Visie Havenmeester 2030 het Noordzeekanaal op orde te houden.In 2022 zijn diverse
DHM werkt vanuit de Visie Havenmeester 2030 waarin stappen gezet om de bereikbaarheid van het CNB-gebied
ambities zijn vastgesteld voor een veilig, vlot, duurzaam te borgen.
en digitaal scheepvaartproces. Deze ambities zijn
vertaald in vier programma’s met concrete acties voor de Na de ingebruikname van de nieuwe zeesluis hebben
middellange termijn: Bereikbare Haven, Veilige Haven, we onderzocht welke grotere containerschepen de
Schone Scheepvaart en Data-gedreven Havenmeester. De Amsterdamse haven kunnen aandoen aan de hand van
belangrijkste realisaties van deze programma’s staan op de simulaties. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek,
volgende bladzijde. het huidige scheepvaartverkeersaanbod en met de actuele
staat vaarwegprofiel is DHM tot de conclusie gekomen
dat het niet nautisch verantwoord is om grote schepen
Bereikbare haven zoals containerschepen met maximale afmetingen van 350
De ambitie van het Programma Bereikbare Haven meter lengte, 50 meter breedte en -13,50 diepgang in het
is om de bereikbaarheid van de zeehavens in het Noordzeekanaal te faciliteren.
CNB en Jaarrekening 2022 pagina 10
$ hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Financiële jaarrekening Tot slot
In de zomer van 2022 werd het gebied door de lage te optimaliseren. Op basis van data heeft DHM namelijk een
waterstanden en de verzilting geconfronteerd met het actueel beeld van de haven, kan de aankomst- en vertrektijd van
droogte protocol, waardoor er sterk ingegrepen werd op schepen beter worden voorspeld en verloopt de beoordeling
het schutregime (zie ook paragraaf 3.1). Deze problematiek van meldingen aan de havenmeester zoveel mogelijk
en de genomen maatregelen zijn in het najaar van 2022 geautomatiseerd.
geëvalueerd samen met Rijkswaterstaat en de lessen
die hieruit getrokken zijn worden meegenomen in een In 2022 is verder gewerkt aan het digitaliseren en data gedreven
nieuw vast te stellen droogte protocol (Q2 2023). Hierbij maken van de scheepvaartprocessen. Onder andere de
werd actief samengewerkt met zowel publieke als private beveiligingsmelding voor zeeschepen wordt in eerste instantie
stakeholders die werden beïnvloed door de maatregelen. geautomatiseerd beoordeeld en van beslisadvies voorzien. Voor
Samen met de stad en andere betrokken partijen is de meldingen van aankomende schepen is de terugkoppeling
gewerkt aan de invulling met betrekking tot IJ- Oever van deze melding volledig geautomatiseerd. Dat betekent dat
verbindingen, waarbij onder andere de aandacht lag op voor circa 80% van de aankomende schepen geen handmatige
de nautische inrichtingsplannen rond de optimalisatie beoordeling gedaan hoeft te worden, alleen voor de schepen
van veerverbindingen, de toekomstige Oostbrug en de waar bijzonderheden mee zijn.
het tracé van de mogelijke IJbaan. De samenwerking had
als doel het waarborgen van nautische infrastructuur bij Tot slot hebben we de eerste stappen gezet om het vernieuwde
ontwikkelen in de stad. dataplatform van het havenbedrijf zo goed mogelijk te benutten
om data in te zetten bij beleidsontwikkeling danwel actuele
thema's . Dit resulteert onder andere in dashboards waarmee
Data gedreven Havenmeester actuele data kan worden geanalyseerd en gepresenteerd.
De ambitie van het Programma Data gedreven Haven- Daarmee kunnen we makkelijker datagedreven besluiten nemen
meester is om op basis van data het scheepvaartproces en wordt het beter mogelijk om complexe situaties inzichtelijk
CNB bran” Jaarrekening 2022 pagina 11
$ hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Financiële jaarrekening Tot slot
te maken voor stakeholders. Een goed voorbeeld van een uitgevoerd om de nautische veiligheid verder te verbeteren.
situatie waarbij het vernieuwde dataplatform heeft geleid Een voorbeeld hiervan was de introductie van een nieuwe
tot betere benutting van data is de verzilting gedurende aanmeerprocedure voor zowel de Noordersluis als Zeesluis
de zomer. Dit heeft ad hoc gezorgd voor meer begrip voor IJmuiden om risico's door trosbreuken te verminderen.
ingrijpende maatregelen in de havengemeenschap en bij
medeoverheden. Op de lange termijn helpt het ons bij de Op het gebied van havenbeveiliging heeft in het vierde kwartaal
beleidsontwikkeling van het nieuwe droogteprotocol in een inspectie van de Inspectie Leefomgeving & Transport
samenwerking met Rijkswaterstaat om beter voorbereid te plaatsgevonden op de uitvoering van de processen in het kader
zijn op nieuwe periodes van droogte. van de Port Security processen. Uit deze intensieve inspectie
zijn een aantal verbetermogelijkheden gekomen, maar over
het algemeen gezien was de inspectie positief over hoe de
Veilige haven havenbeveiligingswet in het Noordzeekanaalgebied wordt
De ambitie van het Programma Veilige Haven is om data uitgevoerd. In 2022 zijn ook de havenveiligheidsbeoordelingen
gedreven en risico gestuurd te werken aan een veilige voor de vier CNB gemeenten uitgevoerd, op basis van een
haven en hiervoor een professionele incidentorganisatie nieuwe en innovatieve risk-based methodiek. Daarnaast was ook
gereed te hebben. Vanuit deze ambitie werkt DHM sinds 1 concreet aandacht voor havenbeveiliging, bijvoorbeeld bij een
januari 2021 met de Nautische Veiligheidssystematiek (NVS). blokkade van de Noordersluis door activisten van Greenpeace
Op basis van deze systematiek worden incidenten en trends in mei en bij verschillende demonstraties gericht op kolentreinen
structureel geanalyseerd, wat bijdraagt aan een integraal en treinsporen.
Veiligheidsbeeld en constante verbeteringen. In 2022 is
de methodiek verder doorontwikkeld, is een Nautische Op het gebied van cyber security is een cyber risico analyse van
veiligheidsindex toegevoegd en zijn diverse maatregelen het scheepvaartproces in het Noordzeekanaalgebied uitgevoerd.
CNB bran” Jaarrekening 2022 pagina 12
$ hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Financiële jaarrekening Tot slot
Dit heeft nuttige kennis en inzichten opgeleverd op het uitwerken strategieën voor de transitie naar schone maritieme
het verbeteren van de digitale veiligheid van de systemen brandstoffen en de implementatie van emissiereductiesystemen
die nodig zijn voor het scheepvaartproces. Ook is zoals walstroom en de alternatieven daarvoor.
geacteerd op daadwerkelijke fysieke veiligheidsincidenten.
Om nog beter voorbereidt te zijn is een vijfjarig Opleidings, Op het gebied van duurzame brandstoffen stimuleert DHM
Trainings- en Oefenprogramma voor functionarissen in de het gebruik van duurzame scheepsbrandstoffen in de haven,
crisisorganisatie aanbesteedt en gestart. Verder zijn ook zoals waterstof en methanol. In Velsen vindt de eerste waterstof
een aantal incidenten en voorvallen geëvalueerd en be- bunkeroperatie plaats. Ook is DHM gestart met de eerste audit
spreken met belanghebbenden in de havengemeenschap. voor het veilig bunkeren van methanol op basis van een zelf
De regionale afstemming over veiligheidsvraagstukken ontwikkelde generieke audittool voor duurzame brandstoffen.
was in het Directeuren Overleg Veiligheid Noordzeekanaal-
gebied (DOVN), waar de Directeur CNB Noordzee-
kanaalgebied voorzitter van is. af À
Schone scheepvaart Sm ne EH 5e Ms
De ambitie van het Programma Schone Scheepvaart is ; at Ei ij | ri Al En 5 Í /
een emissieneutrale scheepvaart in de haven in 2050. en kN Telnr Ti Ke Bid re zl : ke
Binnen Port of Amsterdam werkt het Team Clean Shipping, is ï 3 B 8 erb E nd
bestaande uit experts van DHM en Port of Amsterdam, Ì _ is ____… Hin td
aan de uitwerking hiervan. In 2022 heeft het team de nieuwe EN En ne A eens He
Visie Schone Scheepvaart gepubliceerd en is gestart met Ee
CNB bre Jaarrekening 2022 pagina 13
$ hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Financiële jaarrekening Tot slot
In 2022 is een eerste patrouilleschip omgebouwd voor het en de (digitale) infrastructuur. Een efficiënte planning van
gebruik van biobrandstoffen en is een project voor een schepen zorgt voor een korter verblijf in de haven en voor
nieuw geheel emissieneutraal patrouillevaartuig geïnitieerd. minder overbodige emissies. Incentives kunnen schepen
stimuleren om verduurzaming door te voeren op het gebied
DHM heeft net als voorgaande jaren intensief van hun energievoorziening (voorstuwing) of processen. DAM
samengewerkt met internationale havens om de standaard is projectlead voor het internationale project om te komen
te zetten voor het veilig bunkeren van alternatieve tot een “Environmental Shipping Index (ESI) - At berth cruise
brandstoffen. Zo zijn nieuwe bunker controlelijsten voor module”. In 2022 is het nieuwe toelatingsbeleid voor de
vloeibaar gas gepubliceerd en is veel voortgang geboekt zeecruise geïmplementeerd om te komen tot het emissievrij
op de totstandkoming van alcohol gebaseerde bunker aanmeren van zeecruiseschepen tegen 2030. Daarnaast is dit
controlelijsten. jaar het incentivebeleid voor bezoekende schepen herzien
(implementatie 2023).
Verder wordt ingezet op walstroom en op termijn een
verplichting van het gebruik daarvan. In 2022 is het
onderzoek “Afwegingskader ontwikkeling walstroom Port 3.2 Havenafvalstoffenplan
of Amsterdam ten behoeve van een passende strategie en
gebiedsvisie” afgerond en is een verkenningstraject gestart DHM voert het Havenafvalstoffenplan (HAP) uit namens de
om alternatieven voor walstroom in kaart te brengen. vier CNB-gemeenten in het Noordzeekanaalgebied. De
Daarnaast is verder gewerkt aan het meerjarenproject baten van het HAP bestaan uit de milieuheffingen die worden
voor walstoomimplementatie bij de cruise terminal. Verder geïnd van bezoekende zeeschepen. De lasten bestaan uit de
zet DHM in op het optimaliseren van scheepsbezoeken vergoeding die wordt uitbetaald aan de inzamelaars in het
door toelatingsbeleid en het verbeteren van processen Noordzeekanaalgebied.
CNB en Jaarrekening 2022 pagina 14
Port of
$ Amsterdam Inhoud Inleiding Organisatie Financiële jaarrekening Tot slot
Het resultaat van het HAP was in 2022 als volgt:
9 EET Budget EET Verschil ke) Verschil ke)
Haven Afval Plan (Bedragen in EUR) irr Pnt rey ne ke) 2021 o
Baten 2.449.173 3.450.000 2.203.228 1.000.827 _ -29% 245.945 11%
Lasten -2.657.315 -3.353.066 -2.130.513 695.752 -21% -526.802 25%
Ll Gele CTED GE -208.142 96.934 72.715 -305.076 -315% -280.857 -386%
uit het verleden
De exploitatie van het HAP dient op de lange termijn In 2021 bedroeg het cumulatief saldo € 411.920, per abuis waren
saldoneutraal te zijn. Het resultaat kan per jaar positief echter de afschrijvingen over de nieuwe applicatie ad. € 216.316
of negatief zijn, doordat de geïnde milieuheffingen en niet goed toegerekend, hiermee kom het saldo op € 195.604.
uitbetaalde vergoedingen niet altijd volledig op elkaar
aansluiten. Dit komt doordat het aantal bezoekende Na verwerking van het resultaat over 2022 (- € 208.142)
schepen kan variëren, evenals het percentage afgevende komt het cumulatief saldo in 2022 uit op - € 12.538.
schepen en de hoeveelheid afgegeven afval. Dit wordt door
middel van tariefbijstellingen over de jaren genivelleerd. In 2022 is er ruim 14.000 m3 Annex | (olie) ingezameld, ruim
16.000 m3 Annex V (huisvuil) en rui, 1450 m3 klein gevaarlijk afval.
De afwijkingen ten opzichte van budget en voorgaand jaar Dit is een stijging ten opzichte van het ingezamelde in 2021.
worden in hoofdstuk 4 nader toegelicht.
Maordzee
CN B gebied Jaarrekening 2022 pagina 15
$ hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Financiële jaarrekening Tot slot
nnn In 2022 is in samenwerking met het Ministerie van I&W en de
ff rn andere Nederlandse zeehavens de nieuwe Europese richtlijn
| Te voor het HAP geïmplementeerd. De ingangsdatum was 1
jm KN br a a Ô januari 2023. Deze richtlijn beoogt de afgifte van huisvuil en
ES AN Á Pe ze _ 7 en. Ù heren nen le 3 Ei " klein gevaarlijk afval zoveel mogelijk te stimuleren. Concreet
5 We E ze nt Pv: Edje REE enn | betekent dit dat bezoekende schepen deze afvalstoffen
ele E Se En eN EN. en, zal E k KT Ï | | tijdens het bezoek onbeperkt mogen afgeven. Om de kosten
É Hespe Sl ee EN a E hiervoor te dekken, is de milieubijdrage van schepen voor
- Ee en ; — de Eran ril ré 2023 verhoogd.
; IN 8 GIS ms De Nederlandse zeehavens hebben hiervoor in 2022 een
ld, a en uniform HAP en financieringsmodel uitgewerkt. Insteek hierbij
rs kn is dat de grootste vervuilers betalen en dat milieuvriendelijke
dll KU VE schepen worden gecompenseerd. Met de implementatie
il ), 8 N ˡ Ee van deze richtlijn is ook de huidige applicatie voor het HAP
rt Kes Al aangepast en geoptimaliseerd.
zy 5 ie fh
E- e
CNB a Jaarrekening 2022 pagina 16
$ hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Financiële jaarrekening Tot slot
3.3 Verplichte paragrafen
Lokale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen
Het CNB Noordzeekanaalgebied kent geen lokale Het CNB Noordzeekanaalgebied heeft geen eigen
heffingen. kapitaalgoederen.
Weerstandsvermogen Financiering
Het CNB Noordzeekanaalgebied heeft geen eigen Het CNB Noordzeekanaalgebied heeft geen eigen financiering.
weerstandsvermogen. De publieke taakuitoefening is
door het CNB Noordzeekanaalgebied gemandateerd aan Bedrijfsvoering
de Directeur CNB Noordzeekanaalgebied, tevens hoofd Het CNB Noordzeekanaalgebied heeft geen eigen
van DHM van Port of Amsterdam. De governance regels bedrijfsvoering.
waaraan Port of Amsterdam moet voldoen, onder andere
ten aanzien van solvabiliteit en liquiditeit, waarborgen Verbonden partijen
dat onverwachte financiële tegenvallers de publieke Het CNB Noordzeekanaalgebied kent geen verbonden partijen.
taakuitoefening niet in gevaar brengen. Daarnaast hanteert
Port of Amsterdam een risicomanagementsysteem, voor de Grondbeleid
identificatie van risico's en implementatie van noodzakelijke Het CNB Noordzeekanaalgebied heeft geen eigen grond.
beheersmaatregelen. Dit wordt nader toegelicht in
paragraaf 4.4.
CNB en Jaarrekening 2022 pagina 17
hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Financiële jaarrekening Tot slot
s | DE ae
en
_—=
nn =m
Ri ni Í
AE END ANNES | | |
BE ld à HAA ee 15 gem A EN Re e= de RE ed | aen a en ef mr MARLE een
E hi : Ö Er mn iN MER erin Ee eh | zh =d an ne ers an nes
ee 4 TN ea on HT Sg ke ä nm; peer Sd
EEN, Rev UM TARA | ad en mene mk
} Te En le PILL k sj ml á he Mal z W- sn En & t A, nn =
EN 4 p Ee = DN | Hb EE : wel sl , 1 ir i ee Ie EE SE ee en En id # ADEL AF
1 EE | e HI Ene | el! =S Ee SS | = men Ie et al l EE: nr td
| alle fiel El bl En SP se Tie Ô nm
| il ë ni | dost | Ka o - a Sm REF Ee li
i 1 ‚| el Ie x kiel Es = Le iN Í le Á En E : en er een
f mn ! ek Er nme enn Te
| 8 | a / ì À nn Ee Je 1D:
L ze E E 4 | Te ST k FS, il Sen Ul IT |, \ a ne
\ je elle AN KT | | 4 et k En
| Ag Ede Me lr Sik ES
Ee Be B NE eN
rs dl bn el ak d Hai Ù NN See Ee AANEEN nd L
ad Blk en B a B NEN ue ae
5 DN id me BE nt RS Gene SE En
Maordzee
CNB ended pagina 18
+ Port of
$® Amsterdam Inhoud Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Tot slot
4 Fi e ee | ® k e
‚ Financiële jaarrekening
41 Totaaloverzicht van Baten en Lasten
Het CNB Noordzeekanaalgebied heeft de uitvoering van Het saldo van baten en lasten van het CNB Noordzeekanaalgebied
haar publieke taken gemandateerd aan de Directeur CNB bedraagt derhalve per definitie € 0. De jaarrekening is gebaseerd
Noordzeekanaalgebied. De met de publieke taakuitoefening op de jaarrekening van Port of Amsterdam die is opgesteld op
gemoeide kosten worden gedekt door Port of Amsterdam. basis van de regels van Boek 2 Titel 9 BW.
Dekking Lasten door Havenbedrijf Amsterdam EELT Budget EERE dt Verschil WA Verschil A
NV (Bedragen in EUR) 2022 APP 2021 Budget 2021
Baten (Dekking Havenbedrijf Amsterdam) 23.990.748 24.714.696 23.876.927 -123.948 -3% 113.822 0%
Lasten van Publieke Taakuitoefening -23.990.748 -24.714.696 -23.876.927 723.948 -3% -113.822 0%
Saldo - - - - - -
Maordzee
CN B gebied Jaarrekening 2022 pagina 19
Port of
$ Amsterdam Inhoud Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Tot slot
4.2 Detailoverzicht baten en lasten
De baten en lasten van het CNB Noordzeekanaalgebied
zijn, als onderdeel van de begroting en jaarrekening van
Port of Amsterdam, als volgt opgebouwd:
Totale kosten van publieke taakuitoefening ELDER Budget ELDER Verschil A Verschil %
(Bedragen in EUR) VAO PAUS 2021 Budget VAO
Bedrijfsopbrengsten 2.667.164 3.712.000 2.474.986 -1.044.836 -28% 192.178 8%
Personeelslasten -16.632.835 -17.376.791 -16.784.077 743.956 -4% 151.242 -1%
Exploitatielasten -6.302.775 -7.078.097 -5.672.959 775.322 -11% -629.816 11%
Operationele lasten -22.935.611 -24,454.889 -22.457.037 1.519.278 -6% -478.574 2%
Toegerekende Indirecte Kosten (overhead) -2.104.425 -2.246.414 -2.225.342 141.989 -6% 120.917 -5%
Afschrijvingen -868.236 -984.882 -992.371 116.646 -12% 124.134 -13%
Financieringskosten -749.641 -740.511 -677.163 -9.129 1% -72.478 11%
Bruto kosten van publieke taakuitoefening -26.657.912 -28.426.696 -26.351.912 1.768.784 -6% -306.000 1%
Netto kosten van publieke taakuitoefening -23.990.748 -24.714.696 -23.876.927 723.948 -3% „113.822 0%
Noordzee
CNB gebied Jaarrekening 2022 pagina 20
< hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Tot slot
4.21 Toelichting bedrijfsopbrengsten 4.2.2 Toelichting lasten
De totale bedrijfsopbrengsten van de publieke De totale bruto kosten van de publieke taakuitoefening door
taakuitoefening door het CNB Noordzeekanaalgebied het CNB Noordzeekanaalgebied, inclusief de toegerekende
waren in 2022 € 2,7 min. indirecte kosten, afschrijvingen en financieringslasten,
bedroegen in 2022 bruto € 26,7 mln.
De bedrijfsopbrengsten bestonden grotendeels uit
opbrengsten uit het Havenafvalstoffenplan (€ 2,4 mln).
Daarnaast bestonden de opbrengsten uit doorbelastingen Operationele lasten
van geleverde diensten aan de CNB-gemeenten (Velsen De operationele lasten die direct aan DHM zijn toe te schrijven,
€ 36.000, Zaanstad £ 11.000 en Beverwijk € 6.000), verhuur waren in 2022 lager dan begroot (€ 1,5 mln), maar wel hoger
van de simulator en doorbelasting aan andere havens voor dan in 2021 (€ 0,5 mln). Deze lasten zijn onder te verdelen in
het gebruik van een IT-applicatie. personele lasten en exploitatielasten. De personele lasten
bestaan uit loonkosten voor personeel van DHM, overige
De opbrengsten zijn lager dan begroot, dit komt doordat personeelslasten (met name opleidingskosten) en kosten
in de begroting was uitgegaan dat per 1 juli 2022 de nieuwe van externe inhuur. De personeelskosten waren in 2022 lager
richtlijn rondom het HAP zou worden geïmplementeerd. dan begroot (€ 0,7 mln) en hoger dan in 2021 (€ 0,2 mln). De
De nieuwe richtlijn leidt tot hogere kosten voor inzameling afname ten opzichte van budget wordt veroorzaakt doordat
wat zich weer vertaalt in hogere tarieven voor de schepen. er gemiddeld 2% minder FTE in dienst was. Dit komt doordat
De implementatie is uitgesteld naar 1 januari 2023. er mensen zijn vertrokken en bepaalde vacatures langer
CNB zi Jaarrekening 2022 pagina 21
$ hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Tot slot
Ee ne ke openstonden dan begroot, effect € 0,5M. Tevens liggen de kosten voor
De Be 4] me a opleidingen lager dan begroot, met name doordat de uitnutting van
—— me en lijke opleidingen beperkt zijn gebleken. De afname ten opzichte
nd Ä __ rl persoonlijke opleidingen bep jng ‘ | p
FS as. vi p van 2021 wordt met name verklaard doordat er in 2021 in de CAO een
me EH JI be regeling is opgenomen waarbij medewerkers eerder met pensioen kunnen
m Nn Í man — en hierbij een vergoeding krijgen. Een aantal medewerkers heeft hiervan
… Á ; ze gebruik gemaakt. De kosten hiervoor zijn op basis van de geldende
Nú en zy _ ai = regelgeving in 2021 verantwoord, ook als de uitdienstdatum na 2021 ligt.
N (7 Ee E. De exploitatielasten bestaan vooral uit nautische kosten van de vaartuigen
| d KA 8 "7 nn Dn DE (onderhoud en brandstof), de kosten voor het inzamelen van afvalstoffen
Zn \ B ie in in het kader van het Havenafvalstoffenplan, advieskosten, verzekeringen
os: NN, / ES Á (aansprakelijkheid en vaartuigen) en kosten van de nautische ICT-systemen
_ A hi ! ij a die het primaire scheepvaartproces ondersteunen (o.a. Walradar, HaMIS en
ee / €) N en | PE S Portbase). Deze kosten lagen in 2022 € 0,8 mln lager dan begroot. Dit wordt
Pe hed, en A met name verklaard door de uitstel van de nieuwe HAP-richtlijn (€ 0,7 mln).
AN N= pr \ Daarnaast is er minder besteed aan onderhoud van vaartuigen doordat een
kJ S \ î grote werfbeurt is uitgesteld naar 2023 (£ 0,2 min) en is er minder besteed
aan onderzoeks- en advieskosten (€ 0,2 mln). Daartegenover is extra sleep-
md capaciteit ingehuurd vanwege de droogte gedurende de zomer (€ 0,2 mln)
ed BENN en zijn de brandstofkosten hoger (€ 0,2 mln).
En.
CN B en Jaarrekening 2022 pagina 22
$ hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Tot slot
Ten opzichte van 2021 is een toename te zien. Naast de
extra inhuur van sleepboten en hogere brandstofkosten komen
dit met name door een toename in de kosten van het HAP
(+ € 0,5 min). Door problemen met de factuurafhandeling zijn er
door de inzamelaars tot in de zomer van 2022 nog facturen over
2021 verstuurd. Hiermee was onvoldoende rekening gehouden f Lik
tijdens de jaarafsluiting. bi a ab :
= 1 EL Sd 0 ÁT rp -
Af Tiemen e
GE ef T 5 Í ee aante Ai re
Toegerekende indirecte kosten BEE ij ANT k Ks rf mss N zé
. . . Ae Te RK ue eh DES ed a
Dit betreft de aan de publieke taakuitoefening toerekenbare ERA 4 ve gr _— ed
kosten door andere afdelingen van Port of Amsterdam. Deze ak | | sa À N ”
, mes En “ he PF EN ht :.
kosten worden toegerekend op basis van vaste verdeelsleutels - En me Nm 9
die zijn beschreven in ‘Administratieve grondslagen voor begroting | Ta ee En | Ee
en verantwoording over de publieke taakuitoefening door het CNB/ gaen mig eN ae RS
DHM uit hoofde van het Havenmeesterconvenant’. Het betreft de á 7 En
afdelingen Algemene Zaken, Documentatie & Informatie, Facilitaire Fa B nT Nn s
Zaken, Finance & Control, Personeel & Organisatie en Juridische Ee Be ile, ee : E
Zaken. De kosten van deze afdelingen worden pro-rata toegerekend B 7 4e Ed '
op basis van het aantal fte's van de DHM ten opzichte van het totaal Re ME K 8
aantal fte's van Port of Amsterdam. De gerealiseerde kosten waren | Pe Ee 5 Sn 5
in 2022 in lijn met de begroting. ie Ee en ER En
Maordzee
CN B gebied Jaarrekening 2022 pagina 23
Port of
$ Amsterdam Inhoud Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Tot slot
Berekende Financieringskosten Realisatie Budget Realisatie Verschil A Verschil A
(Bedragen in EUR) PAUS PAUS 2021 Budget VAO
Boekwaarde begin 9.064.103 9.725.302 8.332.377 -661.199 7% 731.726 9%
Boekwaarde eind 10.926.314 10.021.670 9.064.103 904.644 9% 1.862.211 21%
Gemiddelde Boekwaarde 9.995.208 9.873.486 9.028.839 121.723 1% 966.369 11%
Financieringskosten (7,5%) -749.641 -740.511 -677.163 -9,129 1% -72.478 11%
Afschrijvingen Financieringskosten
De gerealiseerde afschrijvingen in 2022 liggen € 0,1 min De financieringskosten worden berekend als vast percentage
onder begroting. Dit komt voornamelijk doordat er in de (7,5%) over de gemiddelde boekwaarde van de materiële en
begroting was uitgegaan van enkele grote investeringen in immateriële vaste activa van DHM. Het gehanteerde percentage
2022, met name vervanging van het representatievaartuig staat nader toegelicht in het document ‘Administratieve grond-
en verduurzaming van de patrouillevaartuigen. Doordat slagen voor begroting en verantwoording over de publieke
deze projecten meer tijd in beslag nemen zijn deze nog taakuitoefening door het CNB/DHM uit hoofde van
niet gerealiseerd en hebben derhalve ook niet geleid tot het Havenmeesterconvenant’.
afschrijvingen.
De financieringskosten waren in 2022 in lijn met de begroting.
Maordzee
CN B gebied Jaarrekening 2022 pagina 24
$ hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Tot slot
4.3 Activa en investeringen 4.4 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
De materiële vaste activa van DHM bestonden in Met ingang van 2016 moeten gemeenten en provincies een
2022 uit een vloot van vier patrouilleschepen, een uniforme basisset van financiële kengetallen opnemen in de
representatievaartuig, enkele pontons en een pompunit begrotings- en verantwoordingsstukken. In deze paragraaf
op een ponton. In 2022 is verder geïnvesteerd in de gaan we in op de waarde van deze kengetallen voor het
vervanging van het representatievaartuig en bijbehorend CNB Noordzeekanaalgebied. Omdat het weerstandsvermogen
botenhuis. Daarnaast is de ombouw van één van de van het CNB Noordzeekanaalgebied grotendeels afhankelijk
patrouillevaartuigen naar een vaartuig met hybride is van de situatie waarin Port of Amsterdam NV. zich bevindt,
aansturing nagenoeg afgerond. Ook beschikt DHM over verwijzen wij ook naar de jaarrekening van Port of Amsterdam
een tweetal panden aan de Capriweg. In 2020 is een nieuw om inzicht te geven in onderstaande punten. De jaarrekening is
pand opgeleverd met kantoorruimte, een werkplaats en te vinden op de website van Port of Amsterdam.
magazijn. Het oude pand is verbouwd tot een trainings- en
opleidingslocatie.
1. Netto schuldquote en netto schuldquote
In immateriële vaste activa is in 2022 met name gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
geïnvesteerd in de vervanging van de simulator. Het CNB Noordzeekanaalgebied kent geen schuldenlast
aangezien Port of Amsterdam de met de publieke
taakuitoefening gemoeide kosten van het CNB Noordzee-
kanaalgebied volledig dekt.
CN B en Jaarrekening 2022 pagina 25
$ hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Tot slot
2. Solvabiliteitsratio 5. Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin het CNB Inkomsten uit belastingen zijn niet van toepassing voor
Noordzeekanaalgebied in staat is aan zijn financiële het CNB Noordzeekanaalgebied.
verplichtingen te voldoen. Omdat Port of Amsterdam de
met de publieke taakuitoefening gemoeide kosten van het
CNB Noordzeekanaalgebied volledig dekt, kan het CNB Risicobeheersing
Noordzeekanaalgebied aan alle financiële verplichtingen Het doel van risicobeheersing en interne controle binnen
voldoen. Port of Amsterdam is om risico's te identificeren, te beheersen
en om hierover te rapporteren. De aanpak is gebaseerd op de
internationaal geaccepteerde standaarden van het Committee of
3, Grondexploitatie Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (COSO)
De aankoop van grond en ontwikkeling van 2013. Om de risico's te beheersen is het three-lines-of-defence
(toekomstige) woningbouwprojecten is voor het model ingericht binnen Port of Amsterdam.
CNB Noordzeekanaalgebied niet van toepassing.
In 2022 is een vervolg gegeven aan de in 2021 gezette stappen.
Hierbij zijn de risico's van DHM opnieuw bepaald en gewogen en
4, Structurele exploitatieruimte hier voorzien van een intern beheersingsplan waarop periodiek
De met publieke taakuitoefening gemoeide kosten van het zal worden gemonitord. Deze monitoring zal vanaf 2023 in
CNB Noordzeekanaalgebied worden structureel volledig werking treden.
gedekt door Port of Amsterdam. .
CN B en Jaarrekening 2022 pagina 26
hort of an Inhoud Inleiding Organisatie Wat hebben we bereikt? Financiële jaarrekening Tot slot
Bovenstaande jaarrekening 2022
en bijbehorende toelichting geeft op
hoofdlijnen inzicht in de activiteiten
et die het CNB Noordzeekanaalgebied
enn in 2021 heeft ontplooid met de daar-
wad a 5: aan gelieerde baten en lasten.
p Daarmee hebben we een goede basis
E } ee 6 gelegd voor de initiatieven die in 2023
4 ak ‚ ll aanmel ae Dein worden genomen.
ET In lijn met de Wet Normering Top-
mi Nn DE en inkomens (WNT) wordt voor de
EE RE volledigheid vermeld dat de bezoldig-
| 5 ing van de bestuurders en de Directeur
ES van het CNB Noordzeekanaalgebied
d E € 0 bedraagt.
CNB 55° pagina 27
| Onderzoeksrapport | 27 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1140
Publicatiedatum 5 december 2014
Ingekomen onder F
Ingekomen op woensdag 26 november 2014
Behandeld op woensdag 26 november 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Kaya, de heer Groot Wassink, de heer Poorter,
mevrouw Ruigrok, mevrouw Alberts, mevrouw Shahsavari-Jansen en de heer
Van Lammeren inzake een evaluatie van de Verordening maatschappelijke
ondersteuning Amsterdam 2015.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 28 oktober 2014 inzake de Verordening maatschappelijke
ondersteuning Amsterdam 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1098);
Overwegende dat:
— het zorgstelsel in Amsterdam verandert als gevolg van de bezuinigingen en
overhevelingen vanuit het rijk;
— hiervoor een nieuwe verordening maatschappelijke ondersteuning nodig is;
Constaterende dat de late besluitvorming van het rijk er in Amsterdam voor gezorgd
heeft dat:
e de beleidswijzigingen niet altijd goed afgestemd konden worden met de
stadsdelen en andere betrokkenen;
e de besluitvormingsproces van de gemeenteraad onder tijdsdruk is gebeurd,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een evaluatie en onderhoud van de verordening ‘maatschappelijke ondersteuning
Amsterdam 2015’ te houden;
— hiervoor in februari 2015 een plan van aanpak aan de raad voor te leggen over de
wijze waarop de ‘Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015'
geëvalueerd wordt en hierin op te nemen:
e dete evalueren aandachtspunten;
e de wijze waarop de aandachtspunten gemonitord gaat worden;
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1140 Moti
Datum _ 10 december 2014 otie
e een planning van de evaluatie met een tijdspad voor inspraak voor stadsdelen
en andere belanghebbenden.
De leden van de gemeenteraad,
M. Kaya
B.R. Groot Wassink
M.F. Poorter
M.H. Ruigrok
R. Alberts
M.D. Shahsavari-Jansen
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 794
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 8 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie WB
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake de begroting voor 2015
(uitwerking sociaal bouwen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— op grond van artikel 3 van de ‘Verordening op grond van artikel 212 van de
Gemeentewet de gemeenteraad met de voorliggende begroting de relevante
indicatoren voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de
gemeentelijke prestaties, de activiteiten en de maatschappelijke effecten van
gemeentelijk beleid vaststelt;
— het coalitieakkoord, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 18 juni 2014, in
de paragraaf wonen op pagina 6 aangeeft: “we willen naar een stad waar iedere
Amsterdammer een betaalbaar huis kan vinden”;
— in het akkoord, vastgesteld door de gemeenteraad op 18 juni 2014, ook
geschreven staat: ‘Er komen fors meer woningen bij in de stad. Binnen de sociale
sector komen er minimaal 500 woningen per jaar bij.”;
— in het coalitieakkoord staat “deze woningen worden in eerste instantie voor
ouderen gebouwd”(p. 7);
— het aantal gerealiseerde sociale huurwoningen over 2013, inclusief betaalbare
studentenwoningen, al 1019 bedroeg;
Constaterende dat:
— de raad thans geen inzicht heeft of de te realiseren woningen met een huur tot
£ 699 bestemd voor specifieke groepen, anders dan ouderen, door het college ook
gerekend zullen worden tot de 500 sociale huurwoningen of daarbuiten vallen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
voor 1 december 2014 duidelijk te maken aan de gemeenteraad voor welke
doelgroepen de 500 te realiseren sociale huurwoningen per jaar, zoals genoemd in
de begroting 2015, zijn bestemd.
Het lid van de gemeenteraad,
M. Moorman
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1508
Publicatiedatum 6 december 2017
Ingekomen onder G
Ingekomen op woensdag 29 november 2017
Behandeld op woensdag 29 november 2017
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het Jaarverslag Technische
Adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2016 en de aanbevolen acties
(mogelijkheden groen toevoegen bekijken).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Jaarverslag Technische Adviescommissie
Hoofdgroenstructuur 2016 en de aanbevolen acties (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1466).
Overwegende dat:
— er veel planvorming in Amsterdam plaatsvindt waarbij ook de
Hoofdgroenstructuur aangetast wordt;
— Amsterdam te allen tijde aandacht moet houden voor een leefbare, groen stad op
menselijke maat en de Hoofdgroenstructuur hierbij van groot belang is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij elke wijziging van het bestemmingsplan dat raakt aan de Hoofdgroenstructuur te
bekijken hoe er groen kan worden toegevoegd en de Hoofdgroenstructuur versterkt
kan worden.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1062
Datum indiening 6 juli 2018
Datum akkoord 17 oktober 2018
Publicatiedatum 18 oktober 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Bloemberg-lssa en Van Lammeren
inzake het onderzoek van het RIVM waaruit blijkt dat het gebruik van rubberkorrels op
kunstgrasvelden schadelijk is voor het milieu.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Op 3 juli 2018 publiceerde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
een nieuw onderzoek naar de milieueffecten van rubbergranulaat op het milieu in de
directe omgeving van kunstgrasvelden’, dat was uitgevoerd rond 10 kunstgrasvelden
met rubbergranulaat in Nederland. Behalve op sportvelden, zit dit rubbergranulaat
ook regelmatig verwerkt in de sporttechnische onderlagen van de velden. Hieruit blijkt
dat rubbergranulaat schade aanricht aan vooral de bermgrond om de velden heen en
de bagger in sloten. Per kilo droge bermgrond werden gemiddeld 4600 korrels
aangetroffen. De concentraties zink, kobalt en minerale olie zijn zodanig hoog dat de
biodiversiteit wordt aangetast, daarnaast zijn er ook verhoogde concentraties PAK's
en benzothiazolen aangetroffen. Kobalt, zink en minerale olie die uit rubbergranulaat
weglekken, kunnen zich ook ophopen in de technische onderlagen van het
kunstgrasveld. Vandaaruit kunnen ze, op korte of lange termijn, verder weglekken
naar de omgeving. Een studie van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer
(STOWA), het kenniscentrum van regionale waterbeheerders in Nederland, bevestigt
de conclusies grotendeels. Het RIVM beveelt aan om te voorkomen dat rubberkorrels
op de bermgrond terechtkomen en dat stoffen via het drainagewater weglekken naar
sloten.
In een brief uit mei 2017 heeft de voormalige wethouder Sport maatregelen
aangekondigd om rubbergranulaat zo min mogelijk te verspreiden, nadat eerder was
toegezegd dat de kunstgrasvelden volgens een natuurlijk verloop worden vervangen
met een alternatieve infill.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Bloemberg-lssa en Van Lammeren,
beiden namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van
het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke
vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld.
' https://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Algemeen Actueel/Nieuwsberichten/2018/
Rubbergranulaat op kunstgrasvelden milieubelastend
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le rtober 201g _ Schriftelijke vragen, vrijdag 6 juli 2018
Allereerst vraagt het college begrip voor de late beantwoording van de schriftelijke
vragen. Voor een degelijke beantwoording op vraag 3a was het nodig om de
afronding van een onderzoek af te wachten. Hierover is de raad op 26 september
2018 middels een verdaagbrief geïnformeerd.
1. Heeft het college kennisgenomen van dit onderzoek? Zo ja, hoe beoordeelt
het college dit?
Antwoord:
Het college heeft kennis genomen van dit onderzoek. De gemeente Amsterdam
heeft, op basis van eerdere onderzoeken, tal van maatregelen genomen om
ervoor te zorgen dat de rubberkorrels op het veld blijven en zo min mogelijk in de
omgeving terechtkomen. Deze maatregelen zijn eerder bekend gemaakt in de
commissie Zorg en Sport van 14 december 2017.
2. Bij hoeveel sportvelden in Amsterdam is rubbergranulaat aanwezig in de
technische onderlaag van het veld en op welke termijn worden deze
vervangen?
Antwoord:
Bij 24 sportvelden zit rubber in de technische onderlaag. Bij de aanleg van nieuwe
sporttechnische lagen, bij einde levensduur van de toplaag, wordt, in plaats van
rubber, gecertificeerd puingranulaat of lava (bij hockey) toegepast. Bovenop het
lava komt wel een dempende laag waar rubber in zit. Het is dus niet zo dat op
korte termijn alle rubber uit de onderlagen verdwijnt, de techniek is daarvoor nog
niet voorradig. De gemeente Amsterdam realiseert alle kunstgrasvelden volgens
de normeringen en keuringen van het NOC*NSF laboratorium.
3.
a. Bij hoeveel sportvelden in Amsterdam met rubbergranulaat op het veld
en/of in de onderlaag is er een drainagesysteem dat het water afvoert naar
sloten?
Antwoord:
Bij allemaal. Dit is standaard.
b. Indien dit soort drainagesystemen aanwezig zijn, is het college bereid om
conform het RIVM advies te voorkomen dat het vervuilde water in sloten
terechtkomt?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam heeft laten onderzoeken of er vervuiling via het
drainagesysteem in het slootwater terechtkomt. Uit onderzoek is gebleken dat er
geen overschrijdingen op de bestaande normen zijn aangetroffen. Onder een
kunstgrasveld zit een zandpakket. Regen (of beregeningswater) gaat via het
zandpakket naar de drainage. Het zandpakket zorgt voor zuivering van het
grondwater voordat het in de sloot terechtkomt.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le rtober 201g _ Schriftelijke vragen, vrijdag 6 juli 2018
4. Is het college op de hoogte van milieuschade rondom Amsterdamse velden
met rubbergranulaat als invulmateriaal en/of in de onderlaag?
Antwoord:
Nee, waar sprake was van een verontreinigde omgeving is dit opgeruimd.
5. Hoeveel sportvelden met rubbergranulaat zijn er in 2017 en 2018 tot nu toe
vervangen en wat is gebruikt als alternatief infill-materiaal?
Antwoord:
2017:
o 4 nieuwe velden met kurk (waaronder 1 American Football, 1 infield
honkbal en 2 voetbalvelden).
o 2 bestaande velden vervangen van rubbergranulaat naar kurk.
e 2018
o 3 nieuwe velden (waarvan 1 voetbalveld met kurk, 1 infield
honkbalveld met kurk en 1 pilot voetbalveld met non infill.
o 1 kwartvoetbalveld met non infill
Nb. De vervangingsinvesteringen van 2018 zijn op moment van schrijven nog niet
afgerond. Dit jaar worden 11 velden met rubber infill vervangen voor 10 velden met
kurk infill en een infill-loos veld.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
emeent Gemeente Amsterdam
x G e Bestuurscommissie Oost AB
% Amsterdam gestuit van het algemeen bestuur van
x Oost 5 april 2016
Jaar 2016
Registratienummer Z-14-12701/ INT-16-08039
Onderwerp: _Investeringsbesluit herontwikkeling van Ringdijk 44
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost
Gezien het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 8 maart 2016
Overwegende dat het positieve saldo dat de berekening van de grondexploitatie laat zien.
Gelet op:
-__de bevoegdheid tot het voorbereiden van ontwikkelingsprojecten met een opbrengst
van <€5 miljoen conform de Verordening op de bestuurscommissies Amsterdam;
-__de vaststelling van de startnotitie ‘Herontwikkeling Ringdijk 44 en omgeving’ door de
stadsdeelraad Oost december 2014;
-_het positieve toetsadvies van de rve Grond en ontwikkeling.
Besluit:
B&W positief te adviseren om het investeringsbesluit met de ‘Grondexploitatie Ringdijk 44 en
omgeving’ ter vaststelling voor te leggen aan de Raad.
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost
Kees Rozemeijer, Ivar Manuel,
secretaris wnd. voorzitter
Afschrift:
xZOO25O44BL AH 1
| Besluit | 1 | val |
d
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
t.a.v. de Griffie van het stadsdeel Centrum
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Amsterdam, 8 november 2010
Betreft: RAADSADRES m.b.t. ARTminiGOLF in Sportpark Parkschouwburg / Wertheimpark
Geachte raadsleden,
Aansluitend op mijn inspraak tijdens de vergadering van de Commissie Openbare Ruimte op 2
november jl, verzoek ik u met dit raadsadres ‘ART miniGOLF’ huisvesting te bieden in het Sportpark
Parkschouwburg / Wertheimpark.
Wat is ARTminiGOLF?
( ARTminiGOLF is een competitief behendigheidsspel. Het combineert spel met cultuur in een
laagdrempelige, kleinschalige en kindvriendelijke buitenactiviteit.
ARTminiGOLF onderscheidt zich nadrukkelijk van traditionele midgetgolfbanen door de innovatieve
en creatieve vormgeving. Kunstenaars worden uitgenodigd de banen te ontwerpen. Uit de inzendingen
selecteert een jury de beste ontwerpen.
Bezoekers krijgen een leuke beschrijving over alle ontwerpen en de bijbehorende kunstenaars. Zo is
ARTminiGOLF naast recreatievoorziening ook een ‘visi tekaartje’ voor de kunstenaars.
Op wie richt ARTminiGOLF zich?
ARTminiGOLF is bij uitstek iets wat je met een groepje mensen doet. Het is geschikt voor alle
leeftijden. De belangrijkste doelgroep bestaat uit gezinnen met kinderen. Daarnaast richt
ARTminiGOLF zich op schoolklassen, toeristen, vrienden groepjes en kunstliefhebbers.
Het lijkt ons leuk jaarlijks verschillende ‘Buurtkampioenschappen’ te organiseren: voor de bewoners
van de omliggende buurten en voor de werknemers van bedrijven en instellingen in de buurt. Hierbij
kan men elkaar in een ontspannen en verrassende omgeving (beter) leren kennen.
( Wat is er nodig voor ARTminiGOLF?
Het is de bedoeling om van ART miniGOLF een permanente vrijetijdsvoorziening in de buitenlucht te
maken. Een vaste plek verdient daarom de voorkeur. Wanneer dat niet mogelijk, is ART miniGOLF
ook geïnteresseerd in tijdelijke huisvesting (> 2 jaar).
De voor ARTminiGOLF benodigde ruimte is on geveer 500 m?, De opzet uit ca. vijftien losse banen
maakt e‚e‚a. zeer flexibel in te richten en daarmee inpasbaar in nagenoeg elke denkbare perceelvorm.
In overleg met het stadsdeel kan een optimale inpassing in de openbare ruimte worden gerealiseerd: zo
groen mogelijk en met zo min mogelijk bebouwing anders dan de banen zelf.
Met een aantrekkelijke hoogwaardige inrichting, toegewijde schoonmaak en onderhoud en een
Klantgerichte bedrijfsvoering ben ik overtuigd van de levensvatbaarheid van ARTminiGOLF. Als
initiatiefnemer neem ik daarom graag de kosten van de aanleg en de exploitatie uit handen van het
stadsdeel,
Welke locaties zijn geschikt voor ARTminiGOLF?
Naar verwachting neemt stadsdeel Centrum binnen enkele maanden een besluit over de
herontwikkeling van het Sportpark Parkschouwburg en het aangrenzende Wertheimpark.
Uit gesprekken met diverse belanghebbenden heb ik begrepen dat er in elk van de mogelijke
ontwikkelingsvarianten nog voldoende vrije ruimte beschikbaar is om ARTminiGOLF te huisvesten.
Ik zou graag samen met het stadsdeel nagaan welk deel van het gebied na herontwikkeling het meest
geschikt is voor huisvesting van ARTminiGOLF.
Uitgaand van de huidige situatie zou zich de uiterste noordwesthoek van het Sportpark
Parkschouwburg zich uitstekend lenen voor ARTminiGOLF. Achter het kunstgrasveld en de jeu de
boulesbanen bevindt zich een braakliggend stukje grond dat nergens voor wordt gebruikt. Mocht de
herontwikkeling onverhoopt worden uitgesteld, dan zou ARTminiGOLF zich hier graag tijdelijk
huisvesten.
Wie zit er achter ARTminiGOLF?
De initiatiefnemer van ARTminiGOLF is Jan Pieter Groeneveld (1974). Hij is oprichter en eigenaar (
van Boaty Bootverhuur Amsterdam (www.boaty.nl), een gezond bedrijf dat naast hotel Okura
milieuvriendelijke fluisterboten verhuurt om zelf mee over de grachten te varen.
Wat vraag ik u?
Mijn concrete vragen aan u zijn:
L. wilt u het college verzoeken ARTminiGOLF huisvesting te bieden in het herontwikkelde
Sportpark Parkschouwburg / Wertheimpark?
2. mocht het onverhoopt niet tot spoedige herontwikkeling komen, wilt u dan het
college verzoeken ARTminiGOLF alvast tijdelijke huisvesting te bieden, in afwachting van de
herontwikkeling?
Uiteraard ben ik te allen tijde bereid e.e.a. persoonlijk toe te lichten en/of nader uit te werken.
Met vriendelijke groet,
ARTminiGOLF {
ART
BIJLAGE: ARTminiGOLF voorstel Sportpark Parkschouwburg & Wertheimpark
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 Sector Openbare Ruimte
1000 AE Amsterdam Afdeling Dienstverlening
Telefoon 14 020
Fax 020 552 4433
www. centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
(.…)
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door Chris Seinen
Rechtstreekse nummer 020 552 4342
Faxnummer 020 552 4333
Bijlage
Onderwerp Raadsadres aangaande locatie ARTminiGOLF
Geachte (……),
Allereerst onze excuses voor het late beantwoorden van uw brief aan de stadsdeelraad.
Uw brief aan de raad van 8 november 2010 is ingekomen in de raadsvergadering van 30
november 2010. De raad heeft besloten om eerst het concept antwoord in de commissie
openbare ruimte te bespreken. Dit is gebeurd op 1 februari 2011.
Vervolgens is de beantwoording van uw brief in handen gesteld van het dagelijks bestuur.
Hierna volgt de inhoudelijke beantwoording.
Voorafgaand aan het versturen van uw raadsadres heeft er op 1 november een gesprek
plaatsgevonden tussen u en dagelijks bestuurder Boudewijn Oranje. Naast de in het
raadsadres genoemde locatie voor ARTminiGOLF is er tijdens dit gesprek ook ingegaan
op de door u aangedragen eventuele andere locaties in het stadsdeel, namelijk de
Appeltjesmarkt en het Frederiksplein.
Uiteindelijk is uw verzoek betreffende de locatie Wertheimpark alsmede de locaties
Appeltjesmarkt en Frederiksplein voorgelegd aan de betreffende rayonmanagers
openbare ruimte.
De antwoorden volgen hieronder per locatie:
Frederiksplein:
Het Frederiksplein is geen optie voor een dergelijke functie. Het park/plein is net helemaal
heringericht en een dergelijke functie past hier niet. Het Frederiksplein is ontworpen door
landschapsarchitect Zocher en zijn oorspronkelijke ontwerp is zoveel mogelijk in ere
hersteld. De vestiging van een ARTminiGOLF zou dit ontwerp geweld aandoen.
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 2
Wertheimpark/Swiftterrein:
De geplande ontwikkeling van het Wertheimpark en het sportterrein daaraan grenzend is
momenteel onzeker. Bij de gewenste functionaliteiten die in het uiteindelijke nieuwe
Wertheimpark vorm moeten Krijgen, en welke uitvoerig zijn besproken met de direct
omwonenden, komt een ARTminiGOLF niet voor. Voor de gewenste functionaliteiten is
zelfs in dit stadium al gebrek aan ruimte. Momenteel wordt het Wertheimpark vooral
gebruikt voor recreatie en herdenken (Auschwitzmonument). Een publiekstrekkende
functie als ARTminiGOLF zou met het oog op het huidige gebruik verstorend werken.
Er is dan ook geen mogelijkheid het initiatief hier in te passen.
Appeltjesmarkt:
In de huidige opzet is er geen plaats voor het initiatief gezien de al beperkte beschikbare
ruimte. Op de Appeltjesmarkt bevinden zich al een grote parkeergarage en busstation.
Een ARTminiGOLF lijkt ons gezien voornoemde activiteiten geen gewenste combinatie.
Bovendien is de Appeltjesmarkt aangewezen als strategische reservelocatie.
Uiteindelijk wil het stadsdeel hier namelijk een bijzondere bestemming aan geven.
In het gesprek opperde u ook als mogelijke locatie het Stenen Hoofd in stadsdeel West.
Het stadsdeel heeft hier geen zeggenschap over en adviseert u daarom ook om in contact
te treden met stadsdeel West.
Wellicht niet het antwoord dat u wilde horen, maar in ieder geval is er hier intern serieus
naar de locaties, gelegen in stadsdeel Centrum, gekeken.
Uiteraard wensen we u veel succes bij verdere pogingen.
Met vriendelijke groeten,
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum
Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren
Secretaris voorzitter
2
| Raadsadres | 4 | train |
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Agenda
Datum 12-11-2020
Aanvang 19:00
Locatie ‘Digitaal vergaderen’
Secretaris dhr. Rinze van Opstal
Voorzitter dhr. Wim van der Kamp (VVD)
1. Opening en vaststellen agenda
2. Mededelingen
3. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 29 oktober 2020
4, Ingekomen stukken
5. Bewoners aan het woord
GEVRAAGDE ADVIEZEN
6a. Gebiedsplannen 2021 (bespreken)
BESPREEKPUNTEN / ONGEVRAAGDE ADVIEZEN
6b. Huidige situatie G-buurt en buurtbudgetten — S. Grep, A. Wehkamp (bespreken)
6c. Aardgasvrij Venserpolder — W. van der Kamp (bespreken)
6d. Huisvesting ouderen in ouderencomplex — |. Gefferie (bespreken)
6e. Jongerencentra/ coderen voor jongeren — Bijlmer Oost (bespreken)
7. Rondvraag en Sluiting
Stukken ter kennisname
| Agenda | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1626
Datum indiening 2 september 2015
Datum akkoord college van b&w van 19 december 2017
Publicatiedatum 20 december 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake de zaak
Urgenda.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Het Kabinet is in beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechter inzake de
Urgenda Klimaatzaak. Ondanks dit begon vm. staatssecretaris Wilma Mansveld
(Milieu) wel met het uitvoeren van het vonnis uit juni 2015 dat de staat verplicht tot
25 procent minder CO2-uitstoot in 2020. Nu koerst Nederland af op 17 procent
minder broeikasgas dan in 1990. Wel wachtte Mansveld eerst een lopend onderzoek
af. Niet eerder dan in 2016 zou zij met maatregelen komen (bron: diverse kranten),
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Gezien het feit dat de Staat weliswaar in beroep gaat, terwijl de vm.
staatssecretaris Mansveld tevens heeft aangekondigd dat de aangescherpte
doelen tot beleid zijn verheven, welke gevolgen heeft dit voor de
duurzaamheidsdoelstellingen zoals neergelegd in de
Duurzaamheidsagenda?
Antwoord:
Het college betreurt het dat deze reactie lang op zich heeft laten wachten. De
reden daarvoor is de samenhang met het initiatiefvoorstel Het Klimaatinitiatief
(4 januari 2016). Helaas heeft de reactie van het college op Het Klimaatinitiatief op
zijn beurt vertraging ondervonden als gevolg van onduidelijkheid over de
klimaatdoelstellingen van het rijk en de juridische en financiële kaders daarvan. De
initiatief Klimaatwet was controversieel verklaard in verband met de demissionaire
status van het Kabinet. Pas met het presenteren van een nieuw regeerakkoord
‘Vertrouwen in de toekomst’ op 10 oktober 2017 is duidelijkheid ontstaan over de
klimaatdoelstellingen van het rijk.
In het nieuwe regeerakkoord heeft het rijk de klimaatdoelen aangescherpt en heeft
aangekondigd hieraan verder invulling te geven in een nog op te stellen
energieagenda. Met de nieuwe klimaatdoelen geeft het rijk aan hoe uitvoering
wordt gegeven aan de uitspraken van de staatssecretaris.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng leze Gemeenteblad R
Datum 20 december 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 2 september 2015
In de reactie op het initiatiefvoorstel Klimaatinitiatief (B&W,14 november 2017) stelt
het college voor om de ambities voor het Amsterdamse klimaat- en
energietransitiebeleid voor 2030 in lijn te brengen met de doelstelling van het
regeerakkoord. Dit betekent 49% CO2-reductie in 2030 t.o.v. 1990. Voor 2050 stelt
het college voor dat Amsterdam de doelstelling 85-100% CO2-reductie t.o.v. 1990
overneemt, conform de doorrekening van het PBL van de EU doelstelling voor
Nederland.
Het college heeft ondertussen veel gedaan om de verduurzaming te versnellen,
beleidsdoelen aan te scherpen en werkt continu aan het realiseren van de
doelstellingen van de Agenda Duurzaamheid 2020. Waar nodig stuurt het college
hierop bij als dat nodig blijkt, of als zich versnellingskansen voordoen. In de Staat
van Duurzaam Amsterdam 2016 heeft u kennis kunnen nemen van de voortgang
en resultaten en -daar waar nodig- de aanscherping van de
duurzaamheidsdoelstellingen. Verder heeft u kunnen kennisnemen van diverse
versnellingsvoorstellen vanuit de €10 miljoen extra die het college heeft
gereserveerd voor de versnelling van verduurzaming, waarvoor inmiddels € 5,9
miljoen is vastgelegd. Daarnaast heeft u ingestemd met voorstellen om de
verduurzaming te versnellen vanuit onder andere het Duurzaamheidsfonds. Een
aantal voorbeelden van de versnelling en aanscherping van de
duurzaamheidsdoelen zijn:
— Het opnemen van het doel een aardgas vrij Amsterdam in 2050 (Naar een
Stad zonder aardgas, 2016).
— Het omarmen van een extra opgave t.a.v. duurzame energie opwek tot 2020
als gevolg van de sterk groeiende stad.
— Het verhogen van het doel voor het aantal aardgas vrije woningen in 2020
van 102.000 naar 125.000.
— Het investeren van €10 miljoen extra middelen in de versnelling van
duurzaamheid t/m 2018 (Versnellingsmiddelen Duurzaamheid 2016).
2. De aangescherpte en verhoogde doelstelling van de regering, leidt dit ook
tot verhoogde doelstelling voor de gemeente Amsterdam, ten opzichte van
de Agenda Duurzaamheid, of ziet het college dit geheel los van elkaar?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1, waarin het college aangeeft hoe de ambities voor het
Amsterdamse klimaat- en energiebeleid in lijn zijn gebracht met het rijksbeleid en
zijn aangescherpt naar 49% CO2-reductie in 2030 en 85-100% in 2050.
3. Wanneer komt het college met een formele reactie op dit gewijzigd beleid’?
Antwoord:
U heeft een formele reactie van het college ontvangen op de nieuwe
klimaatambities in het regeerakkoord in de reactie op het initiatiefvoorstel
Het Klimaatinitiatief (B&W, 14 november 2017).
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer we ember 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 2 september 2015
4. Als de staatssecretaris zelf begin 2016 met haar maatregelen komt, gaat de
gemeente Amsterdam dan nu zelf actief in gesprek met partijen om de
doelstellingen in de Duurzaamheidsagenda vast aan te passen zodat in 2016
geen tijd verloren gaat?
Antwoord:
Inzicht in de koers van het rijk heeft op zich laten wachten tot de publicatie van het
nieuwe regeerakkoord. Nu dit er is neemt Amsterdam de doelstelling over zoals u
heeft kunnen lezen in de reactie op Het Klimaatinitiatief (B&W,14 november 2017).
Ondertussen heeft het college continu gewerkt aan het realiseren van de Agenda
Duurzaamheid en de versnelling van Duurzaamheid mede door inzet van de € 10
miljoen extra versnellingsmiddelen. Andere voorbeelden waar het college heeft
bijgestuurd treft u aan in het antwoord op vraag 1.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1195
Publicatiedatum 15 november 2017
Ingekomen op 19 oktober 2017
Behandeld op 9 november 2017
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2018 (evaluatie cameratoezicht Centraal
Station).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2018.
Constaterende dat:
— In de nasleep van de aanrijding van zeven personen in juni 2017 bij het Centraal
Station is gebleken dat de bestaande camera's geen volledig zicht op
het Stationsplein geven.
Overwegende dat:
— Het plein voor het Centraal Station een van de drukste plekken van Amsterdam
is;
— Cameratoezicht in dit gebied daarom al sinds lange tijd aanwezig is;
— Desalniettemin is gebleken dat de bestaande camera's niet ten alle tijde een
volledig beeld van het plein geven.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— In overleg met betrokken partijen de locatie en kijkrichting van de bestaande
camera's rond het Centraal Station te evalueren en indien nodig opnieuw te
kalibreren, met als einddoel een volledig beeld te kunnen geven van
het Stationsplein;
— De raad over de uitkomst van deze evaluatie te informeren.
Het lid van de gemeenteraad
M.C.G. Poot
4
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 8 november 2023
Ingekomen onder nummer 612
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van de leden Ahmadi, Veldhuyzen en Khan inzake oproep voor
staakt het vuren Israël.
Onderwerp
Oproep voor staakt het vuren door Israël.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting
Er zijn ‚ weken verstreken sinds Israël als wraak op de aanvallen van Hamas, begon met de collec-
tieve afstraffing van de Palestijnse bevolking. In de afgelopen 4 weken zijn meer dan tienduizend
onschuldige Palestijnen, waarvan de meerderheid kinderen, op brute wijze vermoord.
Terwijl de wereld in afschuw toekijkt en op alle manieren probeert actie te ondernemen, gaat het
buitensporige geweld door. In Brussel is een motie door de gemeenteraad aangenomen om op te
roepen tot een staakt-het-vuren, in Amsterdam moet hetzelfde gebeuren om aan de stad en haar
bezorgde inwoners te laten zien dat het gemeentebestuur een einde wil aan onschuldige slachtof-
fers en geweld dat alle vormen van internationaal en humanitair recht overschrijdt.
Verzoekt de Raad
Op te roepen tot een staakt-het-vuren vanuit Amsterdam.
Indiener(s),
N. Ahmadi
J.A. Veldhuyzen
S.Y. Khan
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken
Pagina 2 van 2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam
% Actualiteit voor de raadscommissie voor Algemene
Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden,
Preventie Jeugdcriminaliteit, Vluchtelingen en
Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht
Jaar 2019
Datum indiening
Datum behandeling
Onderwerp
Actualiteit van de raadsleden Sofyan Mbarki (PvdA), Mourad Taimounti (DENK), Femke
Roosma (GroenLinks), Reinier van Dantzig (D66), Don Ceder (ChristenUnie), Annabel
Nanninga (FvD), Eric van der Burg (VVD), Nicole Temmink (SP), Wil van Soest
(PvdO), Diederik Boomsma (CDA), Sylvana Simons (BIJ1) en Johnas van Lammeren (PvdD)
inzake bekladding van de Dokwerker en andere uitingen van antisemitisme in de nacht van 21
februari.
Aan de commissie
Inleiding
Amsterdam is een vrije stad van en voor iedereen. Een stad waar je jezelf mag zijn, waar je
mag houden van wie je wilt en waar je mag geloven wat je wilt.
Amsterdammers zijn vastberaden deze waarden barmhartig en heldhaftig te beschermen
tegen alle individuen, groepen en stromingen die deze vrijheid bedreigen met haat.
Met afschuw hebben alle fractievoorzitters daarom kennis genomen van de misselijkmakende
actie van, naar het lijkt, een harde kern van ADO Den Haag supporters in de nacht van
donderdag 21 februari. Voor de gemeenteraad heeft dit niets meer met sport of
voetbalfanatisme te maken, hier is sprake van expliciet antisemitisme.
Reden bespreking
Wie meent dat het bekladden van de Dokwerker, een monument ter herdenking van de
Februaristaking, slechts enkele dagen voor de jaarlijkse herdenking, hoort bij voetbal is
onverschillig ten opzichte van onze Amsterdamse geschiedenis en waarden. Zij beledigen
daarmee hen die de moed hadden het werk neer te leggen tijdens de bezetting.
De indieners willen met de burgemeester in gesprek over het incident en de gevolgen voor de
wedstrijden van ADO Den Haag in Amsterdam.
Reden spoedeisendheid
De Dokwerker is beklad enkele dagen voor de herdenking van de Februaristaking en de
uitingen van antisemitisme hebben een enorme impact op Amsterdammers, in het bijzonder
die met een Joodse achtergrond. De indieners willen daarom op korte termijn met de
burgemeester hierover spreken.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Commissieactualiteit
De leden van de commissie,
Sofyan Mbarki (PvdA)
Mourad Taimounti (DENK)
Femke Roosma (GroenLinks)
Reinier van Dantzig (D66)
Don Ceder (ChristenUnie)
Annabel Nanninga (FvD)
Eric van der Burg (VVD)
Nicole Temmink (SP)
Wil van Soest (PvdO)
Diederik Boomsma (CDA)
Sylvana Simons (BIJ1)
Johnas van Lammeren (PvdD)
2
| Actualiteit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1490
Datum indiening 17 oktober 2017
Datum akkoord 23 november 2017
Publicatiedatum 23 november 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake het inleveren
van een leaseauto voor een financiële vergoeding.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In oktober 2017 ontvangen 50 medewerkers van bedrijven op de Zuidas een
vergoeding van duizend euro in ruil voor het inleveren van hun leaseauto voor een
maand.’ Het geld moet aan alternatief vervoer besteed worden, wat overblijft mogen
de deelnemers houden. De gemeente wil hiermee gegevens verzamelen over hoe
mensen zich het liefst verplaatsen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Welke gegevens verwacht het college te ontvangen met deze proef?
Antwoord:
In het Zuidasgebied wordt het project Zuidasdok gerealiseerd, waarbij de A10-
zuid wordt verbreed en ondertunneld en Station Zuid ingrijpend wordt verbouwd
en vergroot. De werkzaamheden leiden naar verwachting vanaf de tweede helft
van 2019 tot serieuze en merkbare hinder op de weg en (incidenteel) op het
spoor. Daarnaast neemt de drukte op de weg door de autonome groei van de
Zuidas ook toe. Juist de komende vijf tot tien jaar zullen de gemeente Amsterdam
en betrokken werkgevers en stakeholders in het gebied daarom maatregelen
nemen om Zuidas bereikbaar te houden. Mobility as a Service (MaaS) kan
hieraan bijdragen.
Met deze pilot wil de gemeente volgende achterhalen:
e Onder welke condities bedrijven hun werknemers kunnen bewegen om af te
zien van een leaseauto?
e Kunnen ze daarmee een structurele en significante bijdrage leveren aan de
bereikbaarheid van de Metropoolregio Amsterdam?
e Watis er voor nodig om mensen die met hun eigen auto naar de Zuidas
komen te bewegen om hun auto te laten staan?
' https://www.parool.nl/amsterdam/zuidas-test-autoloze-maand-in-ruil-voor-1000-euro-a4519187/
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Ka ember 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 oktober 2017
e Welke vervoersmiddelen zijn een goed alternatief en welke hebben een
(kwaliteits}impuls nodig?
e Wat moet er gebeuren om een volwaardig alternatief voor de lease auto te
kunnen bieden en is het financieel aantrekkelijk voor werkgevers en
werknemers om de kosten van de lease auto om te zetten in een
mobiliteitsbudget?
2. Is deze test schaalbaar?
Antwoord:
De test vormt de opmaat richting het invoeren van flexibele mobiliteitsbudgetten
door werkgevers in en om Zuidas, met als doel het autogebruik structureel terug
te dringen. Door dit structureel te verankeren in het mobiliteitsbeleid van bedrijven
(waarbij de overheid geen financiële bijdrage meer levert) is dit interessant niet
alleen voor de bedrijven op de Zuidas, maar voor het gehele bedrijfsleven in de
regio.
3. Financiert de gemeente de 1000 euro per ingeleverde leaseauto, zo ja uit welk
programma?
Antwoord:
De deelnemers aan de Zuidas Mobility Experience krijgen een reisbudget van
1.000 euro, dat alleen aan alternatief vervoer besteed mag worden. Het is niet zo
dat ze het aan het eind van de maand overgebleven budget mogen houden.
Indien er van de 1.000 euro voldoende budget over blijft vergoeden wij aan de
deelnemers de bijtelling die zij gedurende die maand betalen voor hun leaseauto.
Zodat men geen kosten maakt voor een vervoermiddel dat ze tijdens de proef niet
mogen gebruiken. Het overige budget wordt niet uitgekeerd.
De gemeente financiert de helft van het budget van de pilot om aan werkgevers
aan te kunnen tonen dat het financieel haalbaar is hun mobiliteitsbeleid aan te
passen. De andere helft van het budget wordt gefinancierd vanuit het Beter
Benutten programma van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Bij de
verdere ontwikkeling van een MaaS oplossing is het de bedoeling dat werkgevers
zelf de mobiliteitsbudgetten voor hun werknemers financieren.
4. Wat zijn de totale uitvoeringskosten van deze proef, inclusief de inzet van
personeel?
Antwoord:
De kosten van de totale proef zijn geraamd op €95.000, waarvan 2/3 geraamd is
voor de eerste ronde van afgelopen oktober en 1/3 geraamd is voor de tweede
ronde die begin volgend jaar gaat plaatsvinden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E. van der Burg, locoburgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 Directie Omgevingsmanagement
1000 AE Amsterdam Afdeling Realisatie Sociaal
Telefoon 14 020
Fax 020 256 4433
www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de Belangengroep Ouderenhuisvesting Jordaan
Elandsgracht 70
1016 TX Amsterdam
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door C. Idzinga - van den Berg
Rechtstreekse nummer _ 256 4325
Faxnummer
Bijlage Jaarplan Wonen 2012 — 2013 projectgroep Woonservicewijken.
Beantwoording moties ouderenhuisvesting, maart 2012
Onderwerp Wonen met zorg in stadsdeel Centrum
Geachte heren (………),
In uw adres aan de Raad van 6 november 2012 vraagt u aandacht voor het langer
zelfstandig thuis blijven wonen van ouderen. In de deelraadvergadering van 6 november
2012 is besloten uw adres in handen te stellen van het dagelijks bestuur. De concept
beantwoording is besproken in de Commissie Welzijn en Onderwijs (met uitnodiging van de
leden van de Commissie Wonen) van 5 februari 2013.
Het onderwerp langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen is onderzocht door de
Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam ( “Wonen met zorg in stadsdeel Centrum”). Wij zijn het
met de conclusies van het onderzoek van de Rekenkamer grotendeels eens.
Het stadsdeel heeft heel weinig invloed op het vergroten van het woningaanbod voor
ouderen omdat het stadsdeel nauwelijks invloed heeft op het beleid van woningcorporaties.
Wij kunnen dus niet voorschrijven dat er extra sociale huurwoningen voor ouderen moeten
komen of afspraken maken over de huurhoogte. Dat soort afspraken zijn namelijk
vastgelegd in de overeenkomst Bouwen aan de Stad Il, die de gemeente Amsterdam met
alle stadsdelen, woningcorporaties en de Huurderversvereniging Amsterdam gemaakt heeft.
Dit neemt niet weg dat wij als dagelijks bestuur van het stadsdeel de ambitie hebben te
bevorderen dat ouderen en mensen met een beperking zo lang mogelijk hun zelfstandige
woonsituatie kunnen voortzetten.
Dit doen we op verschillende manieren. In de uitvoering van de woonservicewijken zijn
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 3
acties benoemd gericht op het zelfstandig blijven wonen (zie bijlage).
Verder gaan we een “task-force” Wonen met zorg instellen. De deelraad heeft daartoe op 18
december 2012 besloten (naar aanleiding van het preadvies op motie 13 over Wonen voor
ouderen en doelgroepen). Deze task-force gaat onderzoek doen naar de mogelijkheden voor
het realiseren van voor ouderen geschikte woningen en het wonen met zorg. De acties die
wij voor ogen hebben sluiten aan bij wat reeds in gang gezet is. Al het lopend onderzoek en
acties op het gebied van wonen met zorg en de aanvullingen die vanuit de task-force naar
voren komen worden gebundeld. Voor de coördinatie en uitvoering hiervan wordt een
projectleider aangetrokken.
Concreet worden nu al de volgende punten in kaart gebracht:
-__ Uitvoeren inventarisaties van tekorten aan zorg- en seniorenwoningen.
-__ Onderzoek naar de mogelijkheid meer geschikte woningen als seniorenwoning te
labelen.
- Onderzoeken van de mogelijkheid om het aantal rolstoelgeschikte woningen
(rowo's) uit te breiden.
Binnenkort volgt bestuurlijk overleg samen met stadsdeel Zuid (eveneens behorend tot
Marktgebied 1) en met de corporaties over mogelijke oplossingen voor de genoemde
punten. Voor de zomer volgt een stand van zaken rapportage over de nu al lopende acties
en het daarmee samenhangend onderzoek.
In het kader van de task-force willen wij aan de lopende acties toevoegen:
-__ Het ondersteunen van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap(CPO).
Recentelijk hebben groepen oudere bewoners zelf het initiatief genomen om
gezamenlijk een complex te ontwikkelen. Het stadsdeel wil kansrijke
bewonersinitiatieven op dit gebied stimuleren en waar mogelijk en nodig faciliteren.
In het verlengde van de CPO's liggen de initiatieven voor het oprichten van een
“stadsdorp”, een groep bewoners die zich verenigt en op het gebied van welzijn en
zorg zelf de regie neemt.
- Gezien de inspanningen die eerder gedaan zijn om het aantal geschikte woningen
voor ouderen en mensen met een beperking uit te breiden is de verwachting dat de
meeste ouderen in hun eigen woning oud zullen en ook willen worden.
Woningaanpassing is een belangrijk instrument om dit mogelijk te maken. We
kennen de grote en kleine woningaanpassingen van de gemeente en aanpassingen
die door corporaties zelf uitgevoerd worden. Hoewel ook op dit terrein de noodzaak
tot bezuiniging zich laat voelen, vinden wij het belangrijk dat de capaciteit op peil
blijft. De mogelijkheden zullen in beeld gebracht worden.
-__ Onderzoek in afstemming met Dienst Wonen Zorg Samenleven naar de gevolgen
van de voorgenomen wijzigingen in de AWBZ om te komen tot een scheiding van
wonen en zorg voor mensen met een indicatie tot en met zorgzwaartepakket niveau
vier. Verwacht wordt dat door deze wijzigingen meer mensen thuis zullen blijven
wonen.
2
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 3 van 3
Wij verwachten dat de projectleider op korte termijn zal kunnen starten met het formeren
van de task-force Wonen met zorg.
Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,
Hoogachtend,
Het dagelijks bestuur,
Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren
secretaris voorzitter
3
| Raadsadres | 3 | train |
- -
Uitvoeringsprogramma Haven-Stad
2021 -2025
u 7 rr 1
Haven-Stad maakt ‘t— Stoer, Stedelijk en Samen
PA (Ne ‘
P/ EN be he
P, DN \%
4e ON
Ee OAN en
\ ne er f ij fe a BA
A : ZE
N en P eN , B Po En
AN ON Pl Pe / B \ DN ze ZN Ni
rn S 5 he Je NN EE if
: he Wi Re OPE al fe) fl Vi) 4 7
ne N Al £ sn E AO Td
he 7 P 8 Nn @ 5 4 ef en d Dr ne f
in. pn mnd ee S Dt DAN, d ON
DN Ral | A is Sr
nt a Dad ee . me = rn ee Ek ed À ed ON )
Mee ee he dn NN
mm TTR en.
TIDE ZERE e Din
En, kt CNE MER: arts ddctdNT f
Basis raamwerkkaart Integraal Raamwerk Haven-Stad
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
Inhoudsopgave
1 Inleiding … nnen oven venvernensennnnenneneneenenvererennnnnensenerevevenerenennnnnnenenenenvevenvennensenrnr
1.1 Haven-Stad nnee nennenenneerennerennee renners neennnneneneneneereenenen neren nenventenneneennnneen ennen vereen 3
1.2 Stand van zaken planvorming Haven-Stad … … nnen enen neneeneneneenven veer venvenvenveeneee enn Á
1.3 Uitvoeringsprogramma Haven-Stad 2021-2025 … nnen eneen venvenvenvenrenveneeneenvennen Ó
2 Fasering en Uitvoeringsstrategie … …………..….nsnsnnsnserrervenreresennenenenenrveneevereeenennennnenen Q
2.1 Fasering woningbouw Haven-Stad … one enennenvenseeneenvenneeneen vene venveneeeeenvenenneenn Q
2.2 Uitvoeringsstrategie Haven-Stad aanpak 2021 - 2025 … nanne ennen eenen vereen 1O
2.3 Aanpak na 2025 … nnn nnnennenneeeneeeeneeenvenneeneeeserenveeneene neven envennverneeenverevenenvenvverneeenverenenene AL
3 Toelichting op het vitvoeringsprogramma Haven-Stad 2021-2025 … nennen. 13
3.1 Inleiding … eneen eene nennernneenvereneeeseeenvenneenveneneeenveenveene verven enen eneeen verve venten eeeenvere er 13
3.1 A: Ondersteunen van de gestarte transformaties Sloterdijk 1-Zuid en Sloterdijk Centrum .…….213
3.2 B: Faciliteren van initiatieven van bedrijven om milieucontouren te verkleinen. … 14
3.3 C: Begeleiden en initiëren placemaking en aanjaagprojecten… … nnee eneen vereer een. 16
3.4 D: Coördineren bovenplanse projecten … … nonnen nen enven eener venneeneenvennvenvenveeeen ven 17
3.5 E: Ruimtelijk programmatische uitwerking per casus/deelgebied … … nnen. 18
3.6 F: Stakeholdermanagement … … nnee nere vennen eereeneeen vere verven sere veerseeenveenvvenserenvvenee en 1)
4 Organisatie … nnen oneens veneeenenenrernensennenenenenvenenvvenensnnnnnnnnenrerevenvervensenennvenere 20
4.1 Organisatie … …….….nnnnennnvenneeensennerenvenerensenserennennneenereneerseennvennvennverneenneeenvennennversneernenenven 20
4.2 Organisatie per pijler … … … nnn nennen venneenvenveneeeneenvenvenvenevenvenvenvvenevevenveenvenvenee 22
5 Financiële strategie … ………………...annnsnvenenenveneensennennenrnnenvvenverennnnnnensneerveerennersennenenenen Zl
5.1 Inleiding … nnee eenveenenen nee enre nerve veneeveneeeenvenveesnvente venen esevenveenvvenve even vnerenvernveenvenn Zh
5.2 Proceskosten … nennen eneerennenreneerenserenneeenenerenee rennen eennnenennsensenneenenenenenennenenneerennereenernen 2
5.3 Uitvoeringskosten. nnen nennen ee veneeren eee seee snee vnventeveneeeseeenveennvenve veveeeseernvernveenenn 25
5.3.1 Aanvraag uitvoeringskrediet per project … … nennen vennen neene eenen eene nennen veeeeveeneenen 25
5.3.2 Dekkingsbronnen… nnen eennernerseeeneerenvennereneese verver envenverenvensevenveneveenverenvenneeenvens 25
5.3.3 Uitvoeringskosten tot en met 2025 … nnen onee nereneerseeenvereneenvereeeeneeenverneneeveneneernenenvenn 20
VA AET
6 Communicatie- en Participatiestrategie … uns onnnno nnen senennnnneervenvervensenneneneere 20
7 Juridische strategie … … ennn nnnnneennenenennennseneneeenverererennenenenenenveverererenseneneeenrere 31
7.1 Juridisch planologisch … … nennen eene nennen venvenneenneneneneeeenvenee enen eeeveenveenervenvenee 31
7.2 Privaatrechtelijk: het Transformatiebesluit … nononono oeeenennen eneen venvenvennvenvenvene vereen eene 32
8 Monitoringsstrategie ……… …….…nnsn ens enevenreensenennseneneevenenrnensennnnnennnrerevenveennnnnsenrere 33
Bijlage 1 Korte toelichting brondocumenten … … nennen neven enreensennnnnnnreneveneneenerns 36
Bijlage 2 Toelichting aanpak bovenplanse projecten tot 2025. nanne ren eneneneennen 37
Bijlage 3 Integrale planning nsnnnsnnenenvenenvererenennnensenreneeveneeneennnnnnenenrerenenvnennn GO
Pagina 2 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
Inleidi
1.1 Haven-Stad
Haven-Stad is het havengebied binnen de Ring A1o waar de gemeente Amsterdam inzet op het
transformeren naar een hoogstedelijk gemengd woon-werkgebied. De transformatie van de 12
verschillende deelgebieden verloopt gefaseerd, met een tijdshorizon tot 2055. Uiteindelijk zullen
er 40.000 tot 70.000 woningen worden gebouwd en komen er 45.000 tot 58.000 arbeidsplaatsen in
het gebied. In de eerste deelgebieden, Sloterdijk-Centrum en Sloterdijk I-Zuid, is het
transformatieproces al een aantal jaar op gang.
\M
, AN
vi SN
p, d N
Wk pe 4 ja EA
\ / Pd Sn
Ad KN
Á fl 5 „ CS 4
Á in é
re nes OTS NE: ET
5 Sn Gr En BS el
ú & Re EN
fee el En 5 n F is mn EN B fennie)
p; ® A DEN
Áj MS DN
keren Ze F/ REN dn CEP DEN
Ml rr dE 7 EN 4
Ne Grei dl M= Ee Minervahaven Noord B
RES He OB ON
EN Vs 2 AE BN
hnskne, 5 De NS Pr \ A dh
/ ea ed Ee AA
nde rd TAN HN ‚ 8
EE EE ed Minervahaven ZuidA
TE 1e PSN tid Minervahaven Naard A
NT EE EENS DN
Ren ZN En A en
et ed Gb Rt À ie SO ___— Velkstuinenpark Zoûnehoek
EE BN
A ENT SN
EERE el
LNE SE je | EE
| |
Ehle A na ed REE eid eh 3 Hemknoop _ Zaanstraat Emplacement
Afbeelding 1. Plangebied Haven-Stad
Bron: Integraal Raamwerk Haven-Stad
Pagina 3 van 40
1.2 Stand van zaken planvorming Haven-Stad
2017 Ontwikkelstrategie Haven-Stad en MER Haven-Stad
De Gemeenteraad heeft op 21 december 2017 de Ontwikkelstrategie Haven-Stad vastgesteld.
Hierin zijn de voorwaarden en mogelijkheden voor ontwikkeling van Haven-Stad uitgewerkt. Het
wordt een karakteristiek groen en waterrijk, stoer en stedelijk gebied, met een hoogstedelijke en
inclusieve omgeving waar wonen en werken samengaan. En waar, qua mobiliteit, prioriteit wordt
gegeven aan fietsers, voetgangers en hoogwaardig en fijnmazig openbaar vervoer. Haven-Stad
loopt voorop op het gebied van duurzaamheid en circulariteit, met onder meer een CO2-reductie
(t.o.v. 2016) van 85-100% in 2050.
De ambities en de uitgangspunten van de Ontwikkelstrategie zijn in het milieveffectrapport (MER)
Haven-Stad getoetst en de uitkomsten van het MER zijn verwerkt in de Ontwikkelstrategie en een
spelregelkader voor toekomstige planvorming in de deelgebieden van Haven-Stad.
In de Ontwikkelstrategie is ook een Uitvoeringsagenda op hoofdlijnen beschreven. Onderhavig
Uitvoeringsprogramma bouwt voort op deze Uitvoeringsagenda uit 2017.
2019 Monitoringsplan Haven-Stad
Bij de besluitvorming over de MER en de Ontwikkelstrategie is in de voordracht aangegeven dat er
een tweejaarlijks monitoringsrapport wordt gemaakt waarmee het college de Gemeenteraad
informeert over de voortgang van de transformatie en de belangrijkste wijzigingen in de
leefomgevingsfoto en het spelregelkader van de MER. Deze beleid cyclus methodiek sluit aan bij
de vier fases die in de Omgevingswet worden beschreven: beleidsontwikkeling,
beleidsdoorwerking, uitvoering en terugkoppeling. Op basis van terugkoppeling (monitoring en
evaluatie) kan de cyclus opnieuw worden doorlopen. Het monitoringsplan Haven-Stad is op 15
januari 2019 door het college vastgesteld, afgesproken is om tweejaarlijks een monitor uit te
voeren om waar nodig bij te kunnen sturen zodat de transformatie doelen kunnen worden
gehaald.
2019 Versnellingsstrategie Haven-Stad
Op 14 mei 2019 heeft het college de versnellingsstrategie Haven-Stad vastgesteld waarin
uitwerking wordt gegeven aan het coalitieakkoord waarin is opgenomen dat de ontwikkeling van
Haven-Stad zo mogelijk zal worden versneld. De versnellingsstrategie focust zich op versnelde
planvorming voor de benodigde HOV infrastructuur en op onderzoek naar de mogelijkheden voor
het versnellen van randvoorwaarden voor woningbouw in de zogenaamde ‘pas op de plaats
gebieden’ volgens het convenant Houthavens-NDSM werf uit 2009. In het convenant is
afgesproken dat eventuele woningbouwplannen voor die gebieden pas na 15 jaar (2024) in
procedure worden gebracht en pas na 20 jaar (2029) feitelijk tot uitvoering worden gebracht.
‘Een toekomstbestendig Westerpark — fase 1 — een nota van vitgangspunten’
In November 2019 heeft het college van B&W de nota van uitgangspunten met de naam ‘Een
toekomstbestendig Westerpark — fase 1’ vastgesteld. Doel van de nota is het Westerpark
toekomstbestendig te maken ook met het oog op de verwachte toename van bezoekers naar
aanleiding van de ontwikkeling van Haven-Stad. In de nota wordt ingezet op ‘optimalisatie’
waardoor het aantal m2 gebruiksgroen kan toenemen. Dit is volgens de normering toereikend
voor circa 13000 huishoudens in Haven-Stad.
Pagina 4 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
2020 Principenota Centrale Zone Haven-Stad
Ten behoeve van de ambitie vanuit de coalitie om te versnellen met Haven-Stad zijn diverse
onderzoeken (milieu, juridisch, energetisch, mobiliteitsshift, stedenbouwkundig) uitgevoerd voor
de Centrale Zone om de versnellingsvraag te beantwoorden. In de principenota Versnelling
Centrale Zone Havenstad is eind 2020 aan de raad geadviseerd om woningbouw voorlopig niette
versnellen, tenzij er sprake is van gewijzigde (milieu) omstandigheden. De versnelling wordt
aangebracht in het nu al voorbereiden van zogenoemde conditionerende projecten voor o.a.
mobiliteit, duurzaamheid en stedelijke kwaliteit. Door nu al werk te maken van deze condities kan
de transformatie van verschillende deelgebieden vanaf 2029 worden bespoedigd. Welke
inspanningen dat precies zijn, wordt uiteengezet in dit Uitvoeringsprogramma.
Ruimtelijk-programmatisch kader Noorder IJ-plas
Om als gemeente goed in te kunnen spelen op vragen en initiatieven van derden worden voor
sommige (deel)gebieden ruimtelijk programmatische kaders opgesteld. Voor de Noorder IJ-plas is
in 2020 een dergelijk kader opgesteld en in de inspraak geweest en vastgesteld.
integraal Raamwerk en de bijbehorende brondocumenten
Het concept Integraal Raamwerk heeft van 7 april 2021 t/m 2 juni 2021 ter inzage gelegen en is in
procedure gebracht. Het Integraal Raamwerk biedt inzicht in de hoofdstructuren van Haven-Stad
en geeft richting en kaders voor de verdere uitwerking. Dit Integraal Raamwerk is de basis voor
regie op reserveringen in de openbare ruimte.
Pagina 5 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
1.3 Uitvoeringsprogramma Haven-Stad 2021-2025
Schema Plan en Besluitvormingsproducten Haven-Stad
2017 Ontwikkelingsstrategie Haven-Stad en MER Haven-Stad
Versnellingsstrategie En : E
2019 Haven-Stad 2019 Monitoringsplan Haven-Sta
En 2. Werkplan Duurzaamheid Haven- Stad
Erin cipenota 1 Aaatschappe e Voorzieningenplan ave tad
Versnellen Centrale B CHEPPEEIESEEAE
Zone Haven-Stad OE en |
Á D L Ds
Ondersteunen van de Faciliteren van Begeleiden {initiëren Coördineren Ruimtelijk
gestarte Initiatieven van placemaking Bovenplanse Programmatische
transformaties bedrijven om en aanjaagprojecten Projecten uitwerking
Sloterdijk 1Zuid milieucontouren te per casus{deelgebied
Sloterdijk Centrum verkleinen
FStakeholdermanagement
A
d : Gebieds-
P besluit
Deelgebieden
Nuld
Voorkeursbesluit
Principebesluit
Definitiebesluit
Uitvoeringsbesluit
=GO besluit Investeringsbesluit
=GO besluit
Uitvoering/Aanleg
Pagina 6 van 40
Wat staat er in het Uitvoeringsprogramma 2021 - 2025 en waar is het op gebaseerd?
e Status Uitvoeringsprogramma Haven-Stad
Het Uitvoeringsprogramma wordt samen met het Integraal Raamwerk en de bijbehorende
brondocumenten, het financieel perspectief en het monitoringsrapport ter vaststelling aan het
college voorgelegd.
Het Uitvoeringsprogramma geeft aan waar de organisatie zich de komende 5 jaar op richt
teneinde de geleidelijke transformatie van het gebied vorm te geven. De integrale samenhang
tussen de beoogde gebiedsontwikkeling en de ingrepen op thematische aspecten wordt hiermee
geborgd.
e Fasering en vitvoeringsstrategie
De uitvoeringsstrategie van Haven-Stad is de komende jaren enerzijds gericht op het
meebewegen in de dynamiek van het Havengebied en het benutten van kansen, en anderzijds op
het starten met de voorbereiding van de zogenoemde bovenplanse projecten die conditionerend
zijn voor de verdere woningbouwontwikkeling in Haven-Stad.
De fasering van de deelgebieden is mede bepalend voor de planning van de producten waar de
komende jaren aan gewerkt gaat worden. In hoofdstuk 2 wordt hierop nader ingegaan.
Omdat Haven-Stad een langdurige doorlooptijd heeft, is het van belang om het onderscheid te
maken tussen wat op korte termijn moet worden opgepakt en wat op de middellange en langere
termijn aan de orde moet komen. De focus in dit Uitvoeringsprogramma ligt op de
werkzaamheden voor de komende 5 jaar.
e Beschrijving 6 pijlers Uitvoeringsprogramma 2021-2025
In het schema Plan- en besluitvormingsproducten Haven-Stad staan de 6 pijlers A t/m F‚ waaraan
gewerkt wordt de komende jaren, aangegeven. Het gaat om het ondersteunen van de reeds
gestarte transformaties, het faciliteren van initiatieven van bedrijven in het gebied om
milieucontouren te verkleinen, het begeleiden en initiëren van placemaking- en aanjaagprojecten,
het coördineren van bovenplanse projecten, ruimtelijk programmatische uitwerkingen per casus
en het door ontwikkelen van stakeholdermanagement. In hoofdstuk 3 wordt per pijler aangegeven
waaruit deze werkzaamheden bestaan in de periode 2021 — 2025.
e _Programmamanagement
Om de regie te kunnen voeren en te kunnen sturen op de ontwikkeling van Haven-Stad zijn de
benodigde programmamanagement tools toegelicht. Met deze strategische tools worden de
activiteiten van de bovengenoemde pijlers van het Uitvoeringsprogramma ondersteund. Het
betreft achtereenvolgens: de organisatie (Ha), de financieringsstrategie (Hs), de communicatie-
en participatiestrategie (H6), de juridisch planologische strategie (H7) en de monitoringsstrategie
(H8).
e Basis Uitvoeringsprogramma
Het Uitvoeringsprogramma is gebaseerd op:
1. hetintegraal Raamwerk, waarin een ruimtelijke- en procesmatige vertaling en reservering
gemaakt zijn van de ambities van Haven-Stad. Het Integraal Raamwerk geeft richting aan de
ontwikkeling van Haven-Stad en biedt de stad duidelijkheid aan derden (waaronder
ontwikkelende marktpartijen) die met concrete initiatieven in het gebied aan de slag willen.
2. de Brondocumenten (zie bijlage 9.1)
o _Mobiliteitsstrategie Haven-Stad, waarin wordt beschreven hoe de bereikbaarheid van
Haven-Stad in de verschillende fasen kan worden geborgd, waarbij tegelijkertijd een
Pagina 7 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
mobiliteitsshift wordt beoogd. Ingezet wordt op openbaar vervoer, fiets en voet en het
autoverkeer wordt beperkt.
o Werkplan Duurzaamheid Haven-Stad, waarin de strategie en acties die nodig zijn om
duurzamer grondstoffengebruik te bewerkstelligen en een energieneutrale- en
klimaatbestendige Haven-Stad te realiseren, worden beschreven.
© Maatschappelijke Voorzieningenplan Haven-Stad dat invulling geeft aan de vraag aan welke
bovenplanse voorzieningen gedacht moet worden en welke op buurtniveau moeten landen
in Haven-Stad. Het gaat om onderwijs-, jeugd-, zorg-, groen-, kunst & cultuur, speel- en
sportvoorzieningen. Het plan beschrijft ook de ontwikkelprincipes om maatschappelijke
voorzieningen op een goede manier een plaats te geven in Haven-Stad.
o Maatschappelijke visie Haven-Stad die richting geeft aan hoe Haven-Stad een plek vooren
van alle Amsterdammers moet en kan worden. De visie geeft handvatten voor een
succesvolle transformatie naar een goed woon-, werk- en leefgebied afgestemd op
bestaande aanliggende delen van de stad.
3. Monitor 2021: de vitkomsten en voorlopige conclusies van het eerste monitoringsrapport 2021.
4. De Principenota Centrale Zone, waarin geconcludeerd is dat de komende jaren vooral ingezet
moet worden op het versnellen van de condities voor de toekomstige transformatie en de
realisatie van niet-woonfuncties in de Centrale Zone.
EE Raas
TAA af
PAI ü
Pla AN 5
P
Pj zá KR en en Bin
je F I ik == Mel
A: ) \ Nd
wd venne 4 } el
iS dE he
A\ Gi 5, 4 K À et
vd) li 5 8 ad
PT dn Nr
P rd fi Re 7 De
Ze 4 Vie en Á Z
ie En KE
ie. E* nd a,
h bp NS Re 7
en Ep 5 Á D Z 7 de | TE gl Ö De
Bn 4 8 PS an. An ä B Hi Ee, d ed
} 5 PSL a pe si, Ad
NE ef „f î 4
5 N PV VOE P k | 4 se Ne st d en 4
co ee ), bn he: Ee haer An Et bd B CA
h # f 4 vi vg jh BAR A d ak
5 RDA er Rn NE ig ani et S \ he
ze CT U En EE CE
EEn CNE CRN
nn la
me PSN ZANDE se
Omni he ai | NN Td
lar” en EN bape De
ì ntt Cen etn
Afbeelding 2: Basis Raamwerkkaart Integraal Raamwerk Haven-Stad
Pagina 8 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
2 Fasering en Uitvoeringsstrategie
2.1 Fasering woningbouw Haven-Stad
De fasering van de deelgebieden uit de Ontwikkelstrategie (2017) is leidend voor de
onderverdeling van de werkzaamheden in de periode 2021- 2025 en de periode daarna. Deze
fasering is in belangrijke mate bepaald door de afspraken uit het Convenant Houthavens NDSM-
werf. In 2009 is daarin afgesproken, met de bedrijven uit de Coen- en Vlothaven, dat de
woningbouwontwikkeling in de Houthavens en de NDSM-werf doorgang kan vinden, maar dat
voor omliggende gebieden van deze bedrijven een ‘pas op de plaats’ wordt gemaakt met
woningbouwplannen. Eventuele woningbouwplannen voor die gebieden zullen vanaf 2025 in
procedure worden gebracht en kunnen vanaf 2029 feitelijk tot uitvoering worden gebracht. Een
eerdere verplaatsing of transformatie van bedrijven kan ruimte geven deze fasering aan te passen.
In de Principenota Centrale Zone (2020) is geconcludeerd dat de komende jaren vooral ingezet
moet worden op het versnellen van de condities voor de toekomstige transformatie en de
realisatie van niet-woonfuncties in het gebied. De Centrale Zone betreft de deelgebieden
Minervahaven Noord, Minervahaven-Zuid, Sloterdijk 1 Noord, Hemknoop, Alfadriehoek en het
Zaanstraat Emplacement. Voorgesteld is om in te zetten op het starten van de planvoorbereiding
voor de realisatie van benodigde infrastructuur en voor het opstellen van een Ruimtelijk
Programmatisch Kader.
Uitgangspunt bij de fasering is dat bij iedere groeifase van Haven-Stad vooraf maatregelen in het
mobiliteitsnetwerk worden genomen om de bereikbaarheidsdoelen te behalen en daarmee de
bereikbaarheid gedurende de gehele transformatieperiode te kunnen garanderen. Eenzelfde
uitgangspunt geldt voor de fasering en realisatie van de maatschappelijke voorzieningen om
Haven-Stad meteen vanaf het begin ‘compleet’ te laten functioneren wordt ook hier ingezet op
realisatie vooruitlopend op, of parallel aan, de woningbouw.
Pagina g van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
Faseringskaart Haven-Stad (Integraal Raamwerk)
De transformatie van Haven-Stad naar woon-werkgebied is opgedeeld in vier fasen:
e Fase 1a: vanaf 2018, vooraf aan afloop van het Convenant
e Fase 1b: vanaf 2029, na afloop van het Convenant
e Fase 2: vanaf 2029, na afloop van het Convenant
e Fase 3: vanaf 2029, na afloop van het Convenant en na optimalisatie van de milieucontouren
uit de Coen- en Vlothaven
e Fase 4: vanaf 2040, bij afloop van contracten van de bedrijven in de Coen- en Vlothaven
Melkweg Oostzanerwerf
E Cornelis Douwes 0-1
, Cornelis Douwes 2-3
Coen- en Vlothaven mn S \
. Minervahaven-Noord
Adnehank Zn Minervahaven-Zuid
Sleterdijk |- Noord ee an Herikrisör
Sloterdijk |- Zuid mn __ ed
Sieterdijk- En MR a, Zaanstraat Emplacement
EN Fase a IN Faseib IM Fase z BN Fase3 WU Fases
Kaart: Fasering deelgebieden Haven-Stad (Integraal Raamwerk)
2.2 Uitvoeringsstrategie Haven-Stad aanpak 2021 - 2025
Sturingsfilosofie
De doelstelling van de Programmaorganisatie Haven-Stad is het voorbereiden en op gang
brengen van de transformatie van de 12 deelgebieden. Het realiseren van integrale samenhang en
sturing. Nu de lange termijn structuren voor Haven-Stad in beeld zijn, zal het programma de
komende jaren enerzijds koers houden op de lange lijnen uit het Integraal Raamwerk en anderzijds
snel en accuraat meebewegen en anticiperen op ontwikkelingen in het gebied om kansen te
benutten. Met betrekking tot de lange lijnen gaat het om het voorbereiden van structurele
maatregelen, verder faciliteren van de gestarte transformaties en in de flexibiliteit gaat het om het
benutten van dynamiekkansen van initiatiefnemers en begeleiden van placemaking/aanjaag-
kansen. Voor de rol van het programma betekent dit in de grondhouding dat het de komende
jaren zowel faciliterend als gericht initiërend is. (zie ook Hu Organisatie)
Pagina 10 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
Aanpak 2021 - 2025
Voor de periode 2021 — 2025 zijn 6 pijlers onderscheiden waaraan gewerkt wordt.
Ondersteunen van de Faciliteren van Begeleiden/initiëren Coördineren Ruimtelijk
gestarte Initiatieven van placemaking Bovenplanse Programmatische
Sloterdijk 1Zuid milieucontouren te per casus
Sloterdijk Centrum verkleinen
De inzet op bovengenoemde pijlers, A t/m F, is voorwaardelijk voor de vervolgontwikkeling van
woningbouw in Haven-Stad. Hierbij is de rol en inzet van het Programma Haven-Stad bij de eerste
drie pijlers meer volgend op de ontwikkelingen en indien nodig faciliterend. Bij de laatste drie
pijlers is de rol meer initiërend.
Randvoorwaarde voor het realiseren van de doelstellingen van Haven-Stad en het verder op gang
brengen van de woningbouwproductie is dat een aantal cruciale ingrepen en investeringen in de
openbare ruimte-, mobiliteits- en duurzaamheidsnetwerken tijdig plaatsvinden. Het is daarmee
van belang de benodigde verkenningen, haalbaarheidsstudies, planvorming tijdig (de komende 5
jaar) te beginnen. Daarnaast zal worden ingezet op het verder terugdringen van milieucontouren
door het goed faciliteren van bedrijven die de intentie hebben om te verplaatsen en indien aan de
orde door actualisatie van bestaande vergunningen.
De hiervoor beschreven fasering is leidend voor de uitvoeringsstrategie van Haven-Stad.
In hoofdstuk drie wordt de aanpak 2021 — 2025 aan de hand van de pijlers nader vitgewerkt.
2.3 Aanpak na 2025
Waar de sturingsfilosofie voor 2025 vooral gericht is op faciliteren, kansen verzilveren en condities
scheppen, zal na 2025 ook meer actief worden ingezet op de start van de gebiedsontwikkeling in
de deelgebieden.
Na 2025 bestaat de aanpak uit:
e Het blijvend werken aan de samenwerking met de stakeholders in de Haven en met
stakeholders vit de bestaande aanliggende delen van de stad als ook het benutten van
kansen bij de transformatie van Haven-Stad.
e Het verder doorwerken aan de voorbereiding en begeleiding van de bovenplanse
projecten. Een aantal belangrijke ingrepen zal volgens planning rond 2030 in uitvoering
zijn.
e _Hetwerken aan de planproducten (zoals Principe-,Project- en Investeringsbesluiten) voor
de ontwikkeling van een aantal deelgebieden, inclusief woningbouw met inachtneming
van de dan aanwezige milieusituatie. Zoals in H2.1 beschreven is in het Convenant
Pagina 11 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
Houthavens NDSM-werf, afgesproken dat woningbouwplannen voor de ‘pas op de plaats-
gebieden’ vanaf 2025 in procedure mogen worden gebracht én vanaf 2029 feitelijk tot
uitvoering (betreft deelgebieden Minervahaven Noord en Zuid, Sloterdijk l-Noord,
Hemknoop, Alfadriehoek, en de Cornelis Douwes terreinen). Deze ontwikkeling wordt
afgestemd op het proces van de aanliggende stedelijke (her)ontwikkelingsgebieden.
e Vanaf 2040 kan de transformatie van het deelgebied Coen- en Vlothaven van start gaan.
Dit is mede afhankelijk van de situatie van de huidige bedrijven op dat moment en zal ook
in samenspraak met de bedrijven gebeuren. Planvorming voor woningbouw in dit
deelgebied zal rond 2035 opgestart worden.
Pagina 12 van 40
3 Toelichting op het uitvoeringsprogramma
Haven-Stad 2021-2025
3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk worden de pijlers van het vitvoeringsprogramma 2021-2025 nader beschreven, en
wordt op hoofdlijnen beschreven aan welke activiteiten en projecten gewerkt wordt.
integrale aanpak
Een grootschalige gebiedstransformatie als Haven-Stad vraagt om een integrale aanpak.
In organisatorische zin wordt er dan ook integraal vanuit de verschillende vakdisciplines gewerkt
aan de beschreven projecten. Er bestaan veel dwarsverbanden, de samenwerking tussen
economie, sociaal, stedenbouw, duurzaamheid en bereikbaarheid wordt daartoe steeds
opgezocht. Zo zal, indien zich bijvoorbeeld een initiatief op duurzaamheidsgebied aandient, vanuit
de ontwerpkant onderzocht worden of het ruimtelijk inpasbaar is, zullen de
duurzaamheidsdeskundigen de initiatiefnemers adviseren m.b.t. hun voorstel, en zullen de
juridische (on-)mogelijkheden beoordeeld worden et cetera.
Uit de integrale planning (bijlage 4) komt naar voren dat, om de doelstellingen van het Programma
Haven-Stad te behalen, het noodzakelijk is de hier beschreven integrale aanpakte starten
vooruitlopend op de woningbouwontwikkeling. Nieuw in de integrale aanpak is het aan de
voorkant betrekken van het sociaal domein.
Doorvertaling Maatschappelijke Visie
De hoofddoelen van de Maatschappelijke Visie, Leefbaar, Rechtvaardig en Verbonden, worden
vanaf het begin van de gebiedsontwikkeling meegenomen in de aanpak. De geformuleerde
principes zijn van belang bij alle dimensies van het transformatieproces. Omdat het nieuw is, moet
hiervoor eerst een goede basis worden gelegd, om het vervolgens specifiek te maken. Dit stelt
eisen aan het ruimtelijk domein en aan het sociaal domein om daadwerkelijk samen te werken.
Er zal dan ook een doorvertaling gemaakt worden van deze maatschappelijke visie in de aanjaag-,
placemaking- en in de bovenplanse projecten. Op deze wijze zijn de inspanningen op het
sociaal/maatschappelijke vlak verweven met alle pijlers van de uitvoeringsstrategie. Zo is er ook
een relatie met de participatiestrategie en het invulling geven aan de maatschappelijke visie.
3.1 A: Ondersteunen van de gestarte transformaties Sloterdijk 1-Zuid en
Sloterdijk Centrum
In de projectgebieden Sloterdijk-Centrum en Sloterdijk l-Zuid, die buiten het pas-op-de-plaats
gebied liggen, is de vitvoering van de transformatie van Haven-Stad al gestart. In totaal worden
hier de komende 10 à 15 jaar ca 11.000 woningen gerealiseerd. De ontwikkelingen in deze
gebieden kunnen een vliegwiel zijn voor de verdere ontwikkeling van Haven-Stad.
De rol van het programma Haven-Stad is enerzijds faciliterend aan deze projecten en levert waar
nodig kennis en bemensing voor concretiseringsvraagstukken op bovenplanse schaal, o.a. op het
gebied van duurzaamheid, warmte en elektriciteitsvoorzieningen, inrichting van aanliggende
bovenplanse infrastructuur en openbare ruimte. Anderzijds leveren de beide projecten hun input
voor herijking van de ruimtelijke en programmatische kaders van Haven-Stad als geheel.
Pagina 13 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
Lerende aanpak
De ervaringen die we op het gebied van o.a. duurzaamheid en bereikbaarheid opdoen nemen we
mee naar de ontwikkeling van de volgende deelgebieden. Deze ‘lessons learned’ worden
onderdeel van de monitoring (H8).
3.2 B: Faciliteren van initiatieven van bedrijven om milieucontouren te
verkleinen
Bedrijven in Haven-Stad bereiden zich op de toekomst voor en ontwikkelen nieuwe
bedrijfsplannen en initiatieven. Bij dergelijke ontwikkelingen/initiatieven, die tegelijkertijd passen
in de ontwikkelingsvisie van Haven-Stad heeft het programma Haven-Stad een faciliterende rol. Er
zal worden ingezet op het verder terugdringen van milieucontouren door het faciliteren van de
bedrijven in het gebied bij bijvoorbeeld (gedeeltelijke) verhuizingen, bij aanpassingen in het bedrijf
of bij bronmaatregelen en door revisie van bestaande vergunningen. (Zie ook Hz juridische
aanpak.)
De verwachting is dat meerdere partijen hun toekomstplannen in het Havengebied willen
bespreken. Het programma zal waar nodig en mogelijk faciliteren in deze processen, om
milieubelemmeringen weg te nemen en woningbouw mogelijk maken.
Zo zijn het afgelopen jaar meerdere gesprekken gevoerd met diverse bedrijven over hun
toekomstplannen voor Haven-stad. Verschillende partijen hebben afzonderlijk schriftelijk kenbaar
gemaakt om verhuizing van hun bedrijfsactiviteiten te onderzoeken. Met ICL is de verhuislocatie
duidelijk, over de voorwaarden is op hoofdlijnen overeenstemming en de komende periode wordt
deze verder uitgediept. Ook de gesprekken met Vattenfall rondom de Hemwegcentrale worden
komende jaren vervolgd.
Pagina 14 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
ri
mie PD)
Pe
id E 7 p De,
el gu: ee
RG Ae :
maen Pe er
Te
je Ie er‘ Ö Ì
NT hi id a wh? en
B gr … if E. E |
B rn 5 ed ia Ee
Ee an JR. | in
Ti En ‘ke En Ì HK = , |
EE nn En
Z Pt A
Bron: Kaart Bovenplanse investeringen Haven-Stad
Langzaam verkeer
e
Elek ike
|
gp Enteegebied Transformatorweg
k Belie El dk
Fr ik, ve TE EREN Ke en rk n
|
Burt
| Tn el Ten Eter, ” tl
IE ee eee B En
E paarnd: fi erdijk
Pagina 15 van 40
3-3 C: Begeleiden en initiëren placemaking en aanjaagprojecten
Onderdeel van de uitvoeringsstrategie de komende jaren is ook om te werken aan projecten die
Haven-Stad op de kaart zetten. In het integraal Raamwerk wordt onderscheid gemaakt naar: de
meer permanente en de lichtere initiatieven, de laatste hier samengevat als “placemaking
projecten”. De eerstgenoemde aanjaagprojecten zijn langdurige, meer permanente
vastgoedontwikkelingen of openbare ruimte projecten met een bijzondere uitstraling vanwege in
oog vallende architectuur, bijzondere gebruiksmogelijkheden of breder aantrekkelijk programma.
Hieronder vallen ook mogelijkheden voor duurzame infrastructuur en een Haven-Stadse beeldtaal
voor ‘hubs’ van allerlei soort. Mogelijk aanjaagproject is bijvoorbeeld de realisatie van tijdelijke
huisvesting voor studenten c.q. jongeren die een opleiding volgen.
Placemaking projecten zijn daarentegen vaak tijdelijke projecten in de openbare ruimte, in lege of
tijdelijke gebouwen, snel en met beperkt budget te realiseren.
De gemeente pakt deze projecten op samen met de bewoners en bedrijven in het gebied.
Aanjaag- en placemaking projecten beginnen namelijk vaak met initiatieven uit samenleving. In
de basis heeft de programma organisatie een faciliterende rol en waar nodig een initiërende rol.
De regie wordt gevoerd middels het integraal raamwerk. Het integraal raamwerk geeft namelijk
mogelijke plekken voor benodigde en kansrijke (maatschappelijke) voorzieningen die in deze
eerste transformatiefase al ingepast kunnen worden. Hierbij kan gedacht worden aan gebouwde
voorzieningen voor sport of cultuur of duurzaamheid, maar ook in de openbare ruimte zoals een
park. Dit heeft ook een relatie met de grondstrategie en financiële instrumenten.
Bij de fasering van de realisatie van deze projecten heeft het de voorkeur om aansluiting te zoeken
bij toekomstige evenementen als Sail en Amsterdam 750 jaar in 2025.
Bij deze projecten zal er rekening mee gehouden worden dat Haven-Stad op dit moment nog het
een logistiek/ industrieel gebied is, met veel havenactiviteiten en scheepsbewegingen en dat in
sommige delen dat nog lange tijd zo zal blijven.
Het programma Haven-Stad stelt een plan van aanpak placemaking en aanjaagprojecten op. De
ambitie is om jaarlijks minimaal 2 van dergelijke tijdelijke projecten te faciliteren dan wel te
organiseren en te realiseren.
In het integraal raamwerk worden ter inspiratie diverse potentiële meer tijdelijke
placemakingsprojecten genoemd. Een bijzonder onderdeel van de placemaking projecten zijn de
zogenoemde Vrije Ruimtes. Deze hebben een meer maatschappelijke insteek, van onderaf, door
en met initiatieven, zonder (veel) sturing en daardoor soms voor een specifiek publiek.
Op dvurzaamheidsvlak wordt de komende jaren ook een aantal Placemaking/Aanjaagprojecten
gefaciliteerd. Het gaat hier om projecten die (grotendeels) door derden worden uitgevoerd maar
waar vanuit duurzaamheidsoogpunt een kans ligt indien het gerealiseerd wordt. Reden voor de
gemeente hierbij te willen faciliteren. Het betreft onder andere:
-__ Doorontwikkelen aanpak circulair bouwen
- Realisatie biobased showcase
-_ Realisatie recyclepunt/circulaire hub Haven-Stad Noord
-_ Realisatie drijvend Haven-Stad park
Pagina 16 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
3-4 D: Coördineren bovenplanse projecten
Randvoorwaarde voor het realiseren van de doelstellingen van Haven-Stad en het verder op gang
brengen van de woningbouwproductie is dat de voorbereiding van een aantal cruciale
bovenplanse ingrepen en investeringen in de openbare ruimte-, mobiliteits- en
duurzaamheidsnetwerken tijdig plaatsvindt teneinde van het begin af aan een goed woon- en
werkmilieu te kunnen creëren. Daarnaast is de inzet om vanaf het begin van de transformatie van
Haven-Stad een modal split te verkrijgen met een hoog OV- en fietsaandeel in de dagelijkse
verplaatsen. Vandaar dat verschillende bovenplanse ingrepen in de periode 2021 — 2025 het OV en
het fietsnetwerk betreffen of hiermee een sterke relatie hebben.
Projecten zijn bovenplans als ze onderdeel vitmaken van een netwerk dat meerdere deelgebieden
doorsnijdt, zoals bijvoorbeeld een HOV-verbinding, ook als zij een deelgebied overstijgende
functie hebben, zoals bijvoorbeeld een grootschalige warmtebron. Het programma borgt de
samenhang tussen de gebiedsontwikkeling en de realisatie van deze, met name bovenplanse,
conditionerende voorzieningen.
In tabel 1 zijn de bovenplanse projecten opgenomen waaraan de komende 5 jaar gewerkt gaat
worden (zie bijlage 9.2 voor een korte beschrijving van elk project). Dit is gebaseerd op de analyses
in de brondocumenten. In de titel van het project is terug te lezen of het om studie/onderzoeks-
producten gaat of om uitvoering. Bij de duurzaamheidsprojecten zijn mogelijk derden
verantwoordelijk voor de uitvoering.
Ook bij deze bovenplanse projecten geldt de integrale aanpak. Voor alle projecten op
bereikbaarheids- of duurzaamheidsgebied wordt ook de ruimtelijke inpassing onderzocht en
wordt voor zover mogelijk de doorvertaling vanuit de maatschappelijke visie gemaakt.
en uitvoeren
Ao2 Tunnel ter vervanging gelijkvloerse kruising Kabelweg in verlengde van
S (egnsen |
inclusief verwijderen huidige boog, voorbereiden en uitvoeren
A1á Aanpassen inrichting S102 tussen Radarweg en Kabelweg, voorbereiden en
jer
A16 Optimalisatie kruispunt Archangelweg —Spaarndammerdijk, voorbereiden en
TN
Pagina 17 van 40
3-5 E: Ruimtelijk programmatische uitwerking per casus/deelgebied
Uitwerken Integraal Raamwerk
Om adequaat regie te kunnen blijven voeren op de (autonome) ontwikkelingen, worden vanuit het
programma Haven-Stad voor de nog te transformeren gebieden op de noord- en de zuidoever
Ruimtelijk Programmatische kaders (RPK’s) opgesteld. Dit zijn nadere uitwerkingen van het
Integraal Raamwerk. Waar het Integraal Raamwerk meer op hoofdlijnen was en heel Haven-Stad
betrof, zijn de RPK’s specifieker gericht op bepaalde gebieden waarbij de hiervoor benodigde
netwerken en gewenste ontwikkelingen verder worden ingevuld. Zodra zich een initiatief,
opgave, vraag voordoet kan met behulp van het RPK worden bekeken of dit past in de
toekomstige ontwikkeling van Haven-Stad en ook wat de rol van de gemeente hierbij kan zijn
(faciliterend, financieel, juridisch etc.). Het kan hierbij om allerlei soorten ontwikkelingen en
vragen gaan, betreffende bijvoorbeeld: duurzaamheid, kabels en leidingen, sociale vraagstukken,
wonen/werken, dichtheden, bovenplanse culturele voorzieningen of bovenplanse
sportvoorzieningen. Vanuit het oogpunt van stedelijke kwaliteit wordt dan bijvoorbeeld integraal
gewerkt aan onderzoeks- en ontwerpopgaven m.b.t. de inpassing van ondergrondse
nutsvoorzieningen, bijvoorbeeld elektriciteit. Per initiatief/vraagstuk wordt de status en de vorm
van de desbetreffende uitwerking bepaald
De ontwikkeling van de deelgebieden conform de Plaberumsystematiek zal rond 2024/2025 weer
worden opgepakt met het opstellen van de eerste principebesluiten.
In het Integraal Raamwerk is voor de waterzijde een aantal inpassingsopgaven benoemd voor de
komende 10 jaar, hiervoor is nader onderzoek nodig. Genoemde onderwerpen zijn:
e De verplaatsing van de PTA cruiseterminal naar de Coenhaven volgend vit het voorstel van de
commissie d'Hooghe.
e De inpassingsmogelijkheden voor tijdelijke of definitieve locaties voor riviercruises
e _Hetfaciliteren van bijzondere nautisch recreatieve functies als ‘bikeboat-tours’ en
soortgelijke concepten.
e Het vitwerken van kansen voor bouwhubs en logistiek over water.
e De inpassingsmogelijkheden van een westelijke pontveerhaven. Dit volgend uit een
stadsbrede reorganisatie van het pontverensysteem en bijbehorende faciliteiten.
e De vestiging van een recyclepunt In het deelgebied Cornelis Douwes o/1 zal naar alle
waarschijnlijkheid vragen om faciliteiten voor watertransport en logistiek over water.
e De aanlandingsplek van de toekomstige Westbrug uit het advies van de commissie d'Hooghe,
Vanuit landzijde worden o.a. de volgende inpassingsopgaven genoemd:
e Inpassing van een eventuele kabelbaan over het IJ en het gebied
e _ Aanleg van park- en sportvoorzieningen in het oostelijk deel van de Nieuwe Houthaven
waaronder de aanleg van het drijvend Haven-Stad park.
e _ Ontwikkeling zuidoostelijk en zuidwestelijk deel van de Alfadriehoek voor kwaliteitsimpuls
gebied rondom metrotracé
Pagina 18 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
3-6 F: Stakeholdermanagement
Haven-Stad is géén blauwdruk die van bovenaf vanuit de gemeente wordt vastgesteld. Het
gezamenlijk optrekken met de haven en andere partijen en betrokkenen is een essentieel
onderdeel van de sturingsfilosofie. De wisselwerking met wat er gaande is in het gebied staat
daarbij centraal. Samen maken we Haven-Stad. Op die manier wordt onderzocht hoe we met het
Havenbedrijf en andere stakeholders zoals gebruikers, eigenaren, ontwikkelende partijen, huidige
bewoners en bewoners en gebruikers van bestaande aanliggende delen van de stad, een nieuwe
dynamiek aan de stad kunnen geven en verder inhoud kunnen geven aan de ‘productieve stad’
waar wonen en werken samengaan. Het huidige gremium waarin overleg plaatsvindt met het
havenbedrijf, bedrijfsleven (convenantpartners), ondernemersverenigingen en de bestuurlijke
partners zal hiervoor worden benut. (zie ook H6. Ad Stakeholdermanagement.)
Er wordt er een verdiepend onderzoek gestart naar ‘de economie van morgen — Haven-Stad’. Uit
dit onderzoek komt naar voren welke woon- en werkmilieus er in Haven-Stad nagestreefd worden.
De uitkomst van dit onderzoek wordt meegenomen als initiatieven zich voordoen.
Ten behoeve van het stakeholdermanagement zal medio 2022, gemeentelijk en met een aantal
partners, een krachtenveldanalyse worden vitgevoerd.
Pagina 19 van 40
4 Organisatie
De komende periode is een organisatie vereist die met gerichte inspanningen koers houdt op de
ontwikkelingen van Haven-Stad en de benodigde condities voor de realisatie van Haven-Stad
initieert.
4.1 Organisatie
De programmaorganisatie is dusdanig ingericht dat de komende jaren optimaal invulling kan
worden gegeven aan de sturingsfilosofie (H2.2) waarbij de grondhouding is dat zij zowel
faciliterend als gericht initiërend is. De programmaorganisatie is er enerzijds op gericht om koers
te houden op de lange lijnen en anderzijds om snel en accuraat de ruimtelijke- economische
potentie van ontwikkelingen te duiden en op de juiste plek te agenderen en waar mogelijk te
versnellen. Dit betekent dat de organisatie flexibel meebeweegt en anticipeert op ontwikkelingen
in het gebied en daarnaast ook kansen benut als het gaat om placemaking en het aanjagen van
projecten.
Opdrachtgever en stuurgroep
Het bestuurlijk opdrachtgeverschap van het Programma Haven-stad ligt bij de coördinerend
wethouder Ruimtelijke ontwikkeling en Duurzaamheid. Twee keer per jaar vindt het bestuurlijk
afstemmingsoverleg met stadsdeel Noord, West, Nieuw-West en Centrum plaats. In dit overleg
wordt zowel gesproken over de verbinding van Haven-Stad met de bestaande aanliggende delen
van de stad, als ook de voortgang van het programma.
Het overall ambtelijke opdrachtgeverschap van het programma ligt bij de directie Ruimte en
Duurzaamheid. Voor de thematische onderwerpen is - vanaf de principebesluiten- het ambtelijk
opdrachtgeverschap verdeeld over de betrokken directies. Voor besluitvorming en escalatie wordt
gebruik gemaakt van de stuurgroep Haven-Stad. In de stuurgroep zitten vertegenwoordigers van
de directies Ruimte & Duurzaamheid, Grond & Ontwikkeling, Verkeer & Openbare Ruimte en
Economische Zaken.
Programmaorganisatie
Onder leiding van de overall programmamanager wordt leiding gegeven aan de programma
organisatie. Zoals hiervoor gesteld vraagt een dergelijke gebiedsontwikkeling als Haven-Stad om
een multidisciplinaire aanpak. De programmadoelen, hoogstedelijk, bereikbaar, duurzaam,
gezond en sociaal, geven de breedte aan waaraan gewerkt wordt. In het managementteam
komen de programmamanagers van de betrokken disciplines samen: stedenbouw, mobiliteit,
duurzaamheid, economie en sociaal. Hierin vindt de integrale wisselwerking plaats tussen
strategische vraagstukken en worden besluiten genomen.
Door alle thema’s heen wordt inzet/advies gevraagd van de stafleden. Dat is de bestuursadviseur,
planningsadviseur, de financieel strategisch adviseur, communicatieadviseur, strategisch juridisch
adviseur, planologisch adviseur, ook zij nemen deel aan het managementteam.
Naast het managementteam is er een programmateam. In het programmateam worden de
inhoudelijke gebiedfthema overstijgende vraagstukken besproken die door de verschillende
programmamanagers worden ingebracht. In het programmateam zitten naast de
(programma)managers van de programma’s, ook projectmanagers van het Havenbedrijf en ook de
experts in de werklijn of projecten.
Pagina 20 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
De programmaorganisatie is kaderstellend en inhoudelijk faciliterend aan onderliggende
projectuitwerkingen, en houdt gelijktijdig gebied overstijgend de grote lijnen in de gaten. Het
programma Haven-Stad vormt daarbij de schakel tussen stadsbreed generiek beleid en de
toepassing daarvan in projecten en deelgebiedsontwikkelingen.
Afstemming met bestuurlijke- en regionale partners en bedrijfsleven
De schaalgrote van Haven-Stad en de brede regionale context op economisch vlak en op het
gebied van mobiliteit, stellen de wethouder in de gelegenheid bestuurlijk overleg te voeren met
Zaanstad, stadsdelen, de regionale partners (MRA, NZKG) de Provincie Noord-Holland en het Rijk.
Het gesprek met het bedrijfsleven wordt voortgezet in de Regiegroep Participatie Havengebied.
Samen met het Havenbedrijf, ondernemersverenigingen en gemeente Zaanstad worden hier
vraagstukken behandeld die zich richten op de huidige en toekomstige bedrijvigheid in Haven-
Stad.
Figuur: Organogram Haven-Stad
ven
‚Afstemmingsoverleggen: ! Bestuurlijke
i Coördinerend programmawethouder afstemming
\* Opdrachtgevers Haven-Stad Wethouder RO stadsdelen Noord,
\hoofd Ruimtelijk Ontwerp R&D, West, Nieuw-West,
lopdrachtgevers Team GO G&O0 \ Centrum
Ambtelijke opdrachtgever V&OR i
* Opdrachtgevers Mobiliteit Zuidflank 1
‚ Haven-Stad !
‚ hoofd Ruimtelijk Ontwerp R&D, Stuurgroep Haven-Stad
teamleiders V&OR en VRA . directies van verschillende diensten:
\* Regiegroep participatie havengebied R&D (vz), GRO, OJZ, EZ (Hba via EZ)
L hoofd Ruimtelijk Ontwerp R&D, ;
| directeur EZ, directeur Havenbedrijf, í
Zaanstad, Oram I
‚* Projectmanagement Overleg ! Ambtelijk opdrachtgever Haven-Stad
‚Projectmanagers Sloterdijk-Centrumen | directeur R&D (ambtelijk
‚Sloterdijk 1-Zuid opdrachtgever)
\* Stadsdeel Noord en West hoofd Ruimtelijk Ontwerp R&D
| bestuursadviseurs en gebiedsmanagers (gedelegeerd opdrachtgever)
l stadsdelen ;
\* Programmateam Haven-Stad i
VRA, Havenbedrijf, Zaanstad (plus MT)
\
{
| Staf Overall
{ Managementteam Haven-Stad Programma-
| vz: Programmamanager Haven-Stad management
Uitvoeringsprogramma
Pagina 21 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
4.2 Organisatie per pijler
In hoofdstuk 2 zijn de 6 pijlers (A t/m F) van de programma aanpak van Haven-Stad 2021 — 2025
aangegeven. De verschillende pijlers vragen om een deels verschillende organisatie vanuit het
programma en trekkerschap van verschillende diensten. Hieronder worden per pijler de
belangrijkste verschillen geduid.
Centrum
De directie Grond & Ontwikkeling (G&O) is opdrachtgever en trekker van de transformatie van
Sloterdijk 1 Zuid en Sloterdijk Centrum. Het programma Haven-Stad is faciliterend aan het project
en levert hen kennis en bemensing voor concretiseringsvraagstukken. Anderzijds levert het project
zijn input voor herijking van de kaders. Raakvlakmanagement en afstemming tussen de
projectmanagers en het programma Haven-Stad vindt periodiek plaats.
De gesprekken over hun eigen toekomstplannen vinden in eerste instantie plaats op initiatief van
de zittende bedrijven. Bij het faciliteren van initiatieven is vanuit de gemeente G&O de trekker,
dit gebeurt in nauwe samenwerking met het Havenbedrijf en in afstemming met de programma
organisatie Haven-Stad. Concreet betekent dit dat G&O en het havenbedrijf de
gesprekken/onderhandelingen voeren, tot (rand)voorwaarden komen en indien van toepassing
meedenken over alternatieve locaties. De programma organisatie managet de raakvlakken en
bewaakt de voortgang.
De initiatieven en kansen die, via verschillende gremia, bij de programma organisatie Haven-Stad
binnen komen én die bijdragen aan de doelen van Haven-Stad worden —-zo mogelijk- verder
begeleid en/of in de lijnorganisatie onder gebracht. De uitgangspunten uit het Integraal Raamwerk
en al bestaande stedenbouwkundige ruimtelijke kwaliteitskaders zijn hierbij randvoorwaardelijk.
Per initiatief zal in het periodiek coördinatoren overleg bepaald worden welke rol passend is:
regisserend met een trekkende rol of faciliterend. Initiatieven, definitieve functies, die een
wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de doelen van Havenstad worden getrokken door de
programmaorganisatie en in samenwerking met G&O en het Havenbedrijf begeleid, indien aan de
orde richting een ontwikkelovereenkomst.
Op basis van het (nog op te stellen) plan van aanpak Placemaking zal het programma ook een
aantal tijdelijke activiteiten en placemakingsprogramma’s initiëren.
Het programma Haven-Stad is verantwoordelijk voor het initiëren van de bovenplanse projecten.
Zodra de formele planvorming start c.g. er een principebesluit wordt genomen, gaat het
trekkerschap over naar desbetreffende verantwoordelijke directie(s).
De uitvoering van de bovenplanse projecten zal afzonderlijk of in samenwerking plaatsvinden,
tussen de betrokken directies (G&O, M&T, V&OR, R&D, OJZ), bestuurlijk samenwerkingsverband
(VRA) of derden (Energiepartijen e.d). Dit betekent dat (financiële) besluitvorming viteindelijk via
de afzonderlijke directies of loopt. Vanuit de programmaorganisatie betekent dit de komende 5
jaar initiëren, prioriteren, samenhang organiseren, voortgang bewaken en input leveren t.b.v.
(financiële) besluitvorming. (In bijlage 9.3 is per project de verantwoordelijk trekker aangegeven.)
Pagina 22 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
Indien zich een initiatief, opgave of vraag voordoet zal worden onderzocht in hoeverre dit past in
de toekomstige ontwikkeling van Haven-Stad en wat de rol van het programma en de gemeente
hierbij kan zijn (faciliterend, financieel, juridisch etc.). Vanuit het programma wordt per casus in
programmateam- en projectgroep overleggen een nadere — interdisciplinaire- invulling gegeven
aan de vitwerking van het Integraal Raamwerk in ruimtelijke planproducten.
De programma- organisatie blijft actief de samenwerking opzoeken met de verschillende
stakeholders, bestuurlijke partners, het havenbedrijf, het bedrijfsleven, de toekomstige
gebruikers, bewoners en gebruikers van bestaande aanliggende delen van de stad, betrokken
overheden, initiatiefnemers et cetera. De huidige gremia waarin deze gesprekken plaatsvinden
worden de komende jaren voortgezet.
Pagina 23 van 40
5 Financiële strategie
5.1 Inleiding
De bestuurlijke behandeling van dit Uitvoeringsprogramma, en de plannen waar het op gebaseerd
is, leidt nog niet tot financiële consequenties. De kosten zullen namelijk worden gedekt vit reeds
bestaande budgetten, danwel vit toekomstige kredietaanvragen. Dit hoofdstuk is vooral bedoeld
om de financiële uitvoerbaarheid van de plannen te onderbouwen op het niveau dat aansluit bij de
huidige fase. Daadwerkelijke besluitvorming over doorgang en het toekennen van kredieten vindt
in een later stadium per project plaats.
Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
e We focussen ons op de periode tot en met 2025. De financiële strategie voor geheel Haven-
Stad is opgenomen in de Ontwikkelstrategie Haven-Stad 2017. Deze is nog steeds actueel,
maar komt hier dus verder niet volledig aan de orde.
e Het Uitvoeringsprogramma, en deze bijbehorende financiële strategie, hebben alleen
betrekking op de bovenplanse activiteiten. De twee vastgestelde en lopende
grondexploitaties voor Sloterdijk- Centrum en Sloterdijk 1-Zuid worden buiten beschouwing
gelaten.
e Inde Ontwikkelstrategie 2017 is aangekondigd dat periodiek over de financiële voortgang op
programmaniveau gerapporteerd wordt waarbij de ontwikkeling van de verwachte
bandbreedte wordt meegenomen. Daarom is er voor geheel Haven-Stad, inclusief de lopende
grondexploitaties een Financieel Perspectief (status: geheim) opgesteld. Procesmatig wordt
dit product gelijk met het Integraal Raamwerk, het monitoringsrapport en het
uitvoeringsprogramma vastgesteld door het college.
e Binnen de looptijd van dit Uitvoeringsprogramma worden er naar alle waarschijnlijkheid
geen nieuwe grondexploitaties via een investeringsbesluit vastgesteld.
5.2 Proceskosten
Voor Haven-Stad wordt per bestuursperiode een budget aangevraagd voor de proceskosten,
bedoeld om de inzet van het programmateam Haven-Stad te dekken. Hieronder valt de inzet van
medewerkers en het vitvoeren van onderzoeken. De proceskosten van Haven-Stad vallen onder
de verantwoordelijkheid van de Directie R&D. Op basis van het Coalitieakkoord 2018-2022 wordt
jaarlijks € 2,150 min. vanuit het Vereveningsfonds afgedragen aan de Directie R&D. Voor het jaar
2021 is hierop een bezuiniging van 20% toegepast. Voor de periode na 2022 zal in 2021 een
aanvraag worden gedaan.
De proceskosten ten behoeve van de activiteiten uit de verschillende pijlers van dit
Uitvoeringsprogramma komen, voor zover ze geen onderdeel vit maken van de jaarbegrotingen
van de betrokken directies, ten laste van dit jaarlijkse proceskostenbudget Haven-Stad. Hiervoor
wordt jaarlijks een begroting opgesteld en vastgesteld door de ambtelijk opdrachtgever. Bij het
opstellen van deze begroting zullen waar nodig nadere prioriteiten worden gesteld.
Gezien het adaptieve karakter van de sturingsfilosofie is het vooraf soms moeilijk in te schatten
hoeveel budget er nodig is per discipline. Dit betekent dat in de proceskostenbeheersing enige
Pagina 24 van 40
flexibiliteit nodig zou kunnen zijn, waarbij het tussentijds aanpassen van de begroting en
aanvragen van extra budget, als zich extra kansen voordoen, tot de mogelijkheden behoort.
Wat betreft de pijlers “Begeleiden/scheppen van kansen voor placemaking en aanjaagprojecten”
en “Coördineren Bovenplanse Projecten” geldt specifiek dat de Haven-Stad-organisatie de
dekking verzorgt tot het moment dat de formele planvorming start. Dat is over het algemeen met
het nemen van principebesluiten in het kader van de PBI- of Plaberumfasering. Bij deze
principebesluiten en de besluitvorming daarna zullen door de verantwoordelijke directies per
vervolgfase dekkingsvoorstellen worden gedaan voor de benodigde proceskosten.
5.3 Uitvoeringskosten
5.3.1 Aanvraag uitvoeringskrediet per project
Het is op dit moment nog niet mogelijk om voor alle inspanningen zoals genoemd in het
Uitvoeringsprogramma een raming te geven van totale vitvoeringskosten met een
dekkingsvoorstel daarbij. Voor de dekking van vitvoeringskosten zal te zijner tijd per initiatief,
door de verantwoordelijke directie, een vitvoeringskrediet worden aangevraagd. Dit kan in de
vorm van PBI Uitvoeringsbesluit, een Plaberum Investeringsbesluit, of een separaat kredietbesluit.
5.3.2 Dekkingsbronnen
Voor de realisatie van de bovenplanse investeringen (BPI) op het gebied van mobiliteit en
openbare ruimte is een lijst gemaakt in samenspraak met de fondsbeheerders. Hierin is ook een
grove raming per project opgenomen in het Financieel Perspectief. Voor zover de BPI's betrekking
hebben op de periode 2021-2025 zijn deze meegenomen in dit Vitvoeringsprogramma. De
betrokken fondsbeheerders anticiperen middels deze lijst op dekking uit de betreffende fondsen.
Voor de BPI's die in de periode tot en met 2025 geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd, zijn er
afspraken over de dekking gemaakt. Over de dekking van de BPI’s die na 2025 worden uitgevoerd
zijn momenteel nog geen sluitende afspraken gemaakt. Wel zijn de volgende dekkingsbronnen in
beeld: het Mobiliteitsfonds, de BDU gelden, de Algemene Dienst, het MIRT (vanuit het Rijk) en het
Vereveningsfonds. Momenteel vindt onderzoek plaats naar de dekking van de investeringen,
mede in relatie tot de diverse andere gebiedsontwikkelingen in de stad die ook aanzienlijke
opgaven hebben. Naarmate de scope duidelijker wordt kunnen de bijdragen nader worden
gespecificeerd. Daarbij is altijd sprake van maatwerk per project.
Aangezien er conform de principenota Versnelling Centrale Zone Haven-Stad 2020 voorlopig niet
wordt gestart met het voorbereiden van Plaberum investeringsbesluiten zullen er
hoogstwaarschijnlijk dus ook geen grondexploitaties worden geactiveerd. Dit zal volgens de
huidige planning op zijn vroegst plaatsvinden in 2026 voor het Zaanstraat Emplacement en in
2028 voor de overige deelgebieden. Tot die tijd zal er dus ook geen bijdrage vanuit die
grondexploitaties mogelijk zijn voor de dekking van de bovenplanse projecten.
Conform de regeling Werken in de Openbare Ruimte (Wior) komen de kosten voor het verleggen
en aanbrengen van kabels en leidingen grotendeels ten laste van de exploitanten daarvan.
Pagina 25 van 40
5.3.3 Uitvoeringskosten tot en met 2025
Voor de meeste projecten uit het Uitvoeringsprogramma geldt dat de uitvoering start na 2025.
Een aantal bovenplanse projecten zal volgens de huidige planning wel een start vitvoering kennen
in de periode tot en met 2025. Hiervoor zullen kredietbesluiten met dekkingsvoorstellen aan het
bestuur worden voorgelegd. Voor de projecten op het gebied van bereikbaarheid en openbare
ruimte zijn de kosten inmiddels ingeschat. Ook is voor de aanpassing van het waternetwerk is de
raming bekend. Zie hieronder:
OR1- Voorbereiden en uitvoeren Entreegebied €1,4 min t/m 2025 na 2025 €4,3
OG02-10 Transformatorweg (onderdeel van Groot Westerpark) | min. (Deels gedekt. In het
Vereveningsfonds wordt nav het
Investeringsbesluit Sloterdijk 2
Zuid 2019 rekening gehouden
met € 3 min, mogelijk te
gebruiken voor dit project.
Daarnaast loopt een aanvraag
bij SHP Bovenwijks Groen)
B1- OV1 Voorbereiden en uitvoeren aanleggen HOV €57,9 min t/m 2025. (Deels
busverbinding Sloterdijk — Amsterdam CS via gedekt. In het Vereveningsfonds
EE ee
Piarcoplein en de Transformatorweg naar 2x1 Investeringsbesluit Sloterdijk 1
Zuid 2019 rekening gehouden
met € 8 min, mogelijk te
gebruiken voor dit project)
B12-LVo3 Aanleggen Recreatieve fietsverbinding Noorder IJplas, | €7,9 min
incl. passage Coentunnelmond en zijkanaal H (deel van | (reeds gedekt)
Ee
Contactweg (reeds gedekt)
(ter vervanging van gelijkvloerse kruising Kabelweg)
Nieuwe Hemweg — Transformatorweg (T-splitsing),
inclusief verwijderen huidige boog
tussen Radarweg en Kabelweg
Archangelweg - Spaarndammerdijk
waternetwerk Na 2025 €114,3
eta ______________leszggmlntmz2o2s |
In het kader van de besluitvorming over de investeringsnota Sloterdijk | Zuid 2029 is in het
Vereveningsfonds voor een aantal (deel-) projecten reeds een reservering voor gedeeltelijke
dekking opgenomen, zie bovenstaande tabel. Voor de andere bovenplanse projecten vit het
Uitvoeringsprogramma, die deels ten laste zullen komen van het Vereveningsfonds, is dit nog niet
geregeld. Aangezien er geen Investeringsnota’s aankomen zullen hier op zichzelf staande
besluitvormingstrajecten voor moeten worden doorlopen.
Pagina 26 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
Voor de uitvoering van de aanjaagprojecten en placemaking is nog geen concrete planning
opgesteld. Ook hiervoor geldt dat per project een dekkingsvoorstel wordt opgesteld en eventueel
een vitvoeringskrediet wordt aangevraagd. Eris in het kader van een subsidieregeling voor
bovenwijkse groenprojecten al wel een aanvraag gedaan voor het drijvende park bij de
Haparandadam en de noordoostelijke entreezone/gebied van het Westerpark (OGo2-10).
Voor een deel van de projecten geldt dat de planning afhankelijk is van private partijen. Dit geldt
bijvoorbeeld voor de verplaatsing of aanpassing van bedrijven, autonome initiatieven op het
gebied van aanjaagprojecten en placemaking of mogelijke kansen op het gebied van
grondverwerving. Voor deze activiteiten geldt dat er per geval een vitvoeringskrediet moeten
worden aangevraagd.
Realisatie van voorzieningen conform het Maatschappelijke Voorzieningenplan Haven-Stad zijn
vooralsnog niet voorzien in de periode tot en met 2025 en dus niet meegenomen. Dit geldt ook
voor eventuele anticiperende aankopen hiervoor.
5.4 Risico's
De financiële risico’s zullen per project worden geïnventariseerd en meegenomen in de
kredietaanvraag. Vooralsnog is op programmaniveau het risico op het niet rond krijgen van de
dekking per project noemenswaardig, aangezien er voorlopig nog niet op bijdragen vanuit actieve
grondexploitaties kan worden gerekend en omdat er nog geen definitieve afspraken met andere
dekkingsbronnen zijn gemaakt. Om dezelfde reden kan ook het proceskostenbudget voor de
periode na 2022 onder druk komen te staan. Gevolg van deze risico’s is dat de ontwikkeling van
Haven-Stad hierdoor kan vertragen en dat kansen niet kunnen worden verzilverd.
Op programmaniveau zal in 2022 een risicoanalyse, inclusief een voorstel voor
beheersmaatregelen, worden opgesteld.
Pagina 27 van 40
6 Communicatie- en Participatiestrategie
Karakteristiek Haven-Stad
Haven-Stad staat op de kaart. De afgelopen jaren richtte communicatie zich op het informeren
over plannen, planning en aantallen, en het betrekken van direct belanghebbenden. De
ontwikkelstrategie en de ambities van de gemeente voor dit programma zijn bekend bij
beleidsmakers, diverse marktpartijen, de grotere bedrijven in het gebied,
ondernemersverenigingen, oplettende omwonenden, professionals in mobiliteit, duurzaamheid,
stedelijke ontwikkeling en de pers.
Hoe de communicatie- en participatiestrategie de aankomende 5 jaar wordt vormgegeven, zal
worden beschreven in een communicatieplan. De komende 5 jaar worden de plannen concreter en
gaat het over richtlijnen, opgaven en nadere thematische duiding, verdieping en verbeelding van
de doelstellingen van Haven-Stad. En tegelijkertijd wordt Haven-Stad meer zichtbaar. Door onder
meer de ontwikkelingen bij Sloterdijk Centrum, Sloterdijk 1 Zuid, en de Minervahaven, de
oplevering van de ‘nieuwe! N20oo en het ‘vergroten’ van het Westerpark.
De communicatiestrategie is erop gericht om de concretisering van de plannen te ondersteunen
en Haven-Stad te positioneren. Wat maakt Haven-Stad aantrekkelijk als woongebied of om een
bedrijf te vestigen? Op welke aspecten onderscheidt Haven-Stad zich van andere delen van de
stad en in de MRA? En op welke manier kan deze ‘belofte’ geloofwaardig en zichtbaar worden
gemaakt? Doelstelling is het creëren van een breed gedragen perspectief. Zodat
belanghebbenden en belangstellenden straks zeggen: …… dat is karakteristiek voor Haven-Stad.’
Daarnaast wordt de communicatie met de zittende bedrijven en huidige gebruikers voortgezet
over ontwikkelingen die op handen zijn en wat de mogelijke effecten hiervan voor hen zijn.
Het motto “Samenwerken en samenleven” is een overkoepelend thema dat in een
maatschappelijke visie met een lijst van principes. De identiteitsontwikkeling van Haven-Stad zal
op basis van dit motto fysiek, sociaal en economisch worden afgestemd op de bestaande
aanliggende delen van de stad.
De uitwerking van de communicatiestrategie gebeurt aan de hand van een viertal bouwstenen:
1. stakeholdermanagement
2. Programmacommunicatie, waaronder ook omgevingsmanagement wordt gerekend
3. participatie
4. inspiratie en verbeelding, onder meer door placemaking
Ad 1: Stakeholdermanagement
Stakeholdersmanagement wordt de komende jaren vitgebreid, meer gestructureerd en
geïntensiveerd. Het is een van de pijlers van het vitvoeringsprogramma (zie ook H3.6).
Stakeholdermanagement is ondersteunend aan het behalen van de programmadoelen en
daarmee ondersteunend aan de bestaande thema’s en (actuele) kwesties. We stellen ons hierbij
voortdurend de vraag: wie willen we nog meer bij de transformatie van Haven-Stad betrekken? In
hoeverre kunnen we gezamenlijk Haven-Stad maken? Doelstellingen zijn enerzijds het oplossen
van specifieke vraagstukken en dilemma’s. Anderzijds het creëren van een gemeenschappelijk
perspectief.
Pagina 28 van 40
Wat betreft actuele opgaven hebben we de komende jaren onder andere te maken met de
financiering van de Ringlijn, het plaatsen van windturbines bij de Noorder IJ-plas, de uitbreiding
van het Westerpark, de Sprong over het IJ, en de toekomst van de bedrijven die nu in het gebied
zijn gevestigd.
De onderwerpen en thema’s die bijdragen aan een gemeenschappelijk perspectief en geschikt zijn
voor stakeholdersengagement zijn de onderwerpen waarop Haven-Stad zich kan en wil
onderscheiden: duurzaamheid, voorzieningenniveau, groen en de combinatie van woon- en
werkgelegenheid. Voor elk thema en iedere stakeholder gaat het om het maatwerk. De afgelopen
tijd is hiermee begonnen door in samenwerking met belanghebbenden en deskundigen een
maatschappelijke visie voor Haven-Stad op te stellen, expertsessies te organiseren voor de
thema’s mobiliteit, duurzaamheid en stedelijkheid en door met de ondernemersvereniging
Westpoort te beschrijven op welke manier Westpoort en Haven-Stad elkaar kunnen versterken.
Concrete activiteiten zijn: het opbouwen en onderhouden van een centrale relatiedatabase, het
proactief informeren via e-nieuwsbrief, het op maat ‘bedienen’ van stakeholders door deelname
aan bijeenkomsten en het leveren van artikelen om enkele voorbeelden hiervan te noemen.
In de relatiedatabase worden de volgende groepen stakeholders opgenomen:
-__ bewoners en gebruikers van de bestaande aanliggende delen van de stad
-_ bedrijven en bedrijfsverenigingen die nu in het gebied gevestigd zijn;
-_maatschappelijke organisaties, kennis- en onderwijsinstellingen op het gebied van
mobiliteit, duurzaamheid en energie, economie en werkgelegenheid, woningbouw, sport,
cultuur, onderwijs, zorg, diversiteit, etc.
-_marktpartijen: investeerders, projectontwikkelaars, woningbouwcoöperaties,
netbeheerders, energiebedrijven, mobiliteitsaanbieders, etc.;
-__ landelijke, provinciale en gemeentelijke overheden;
-___interne stakeholders binnen de ambtelijke organisaties van de gemeente.
Ad. 2: Programmacommunicatie
Voor de uit dit vitvoeringsprogramma voortkomende ‘producten’ en maatregelen worden
separate communicatieplannen opgesteld. Dit is in de afgelopen periode onder meer gedaan voor
de Ontwikkelstrategie, plan- en besluitvorming Groot-Westerpark en Ruimtelijk Toetsingskader
Noorder IJ-plas. De komende jaren gaat het om het Integraal Raamwerk, de bovenplanse
conditionerende projecten en ruimtelijke programmatische kaders voor de „voor de centrale zone
en de noordelijke zone. Daarnaast wordt omgevingsmanagement steeds belangrijker. Dit geldt
met name voor de deelgebieden waar gebouwd wordt of gebouwd gaat worden. Draagvlak voor
Haven-Stad wordt in belangrijke mate bepaald door het tijdig informeren en waar mogelijk
betrekken van de omgeving in combinatie met stakeholdermanagement.
Van belang is dat reguliere zaken voor communicatie op orde blijven, waardoor de
programmaorganisatie in staat is om snel en adequaat te reageren en te anticiperen op
ontwikkelingen.
Ad 3: Participatie
Ook de participatie wordt verbreed en geïntensiveerd. Er wordt een onderscheid gemaakt in
procesparticipatie, projectparticipatie en co-creatie. Tot nu toe lag het zwaartepunt op
projectparticipatie ten behoeve van onder meer de Ontwikkelstrategie, het Integraal raamwerk en
het ruimtelijk programmatische kader van de Noorder IJ plas
Pagina 29 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
In de komende 5 jaar wordt meer aandacht besteed aan procesparticipatie en co-creatie maar ook
aan participatie voor de totstandkoming van de ruimtelijk programmatische kaders voor de
centrale zone en de noordelijke zone. Dit ten behoeve van de gebied overschrijdende thema’s en
de concretisering van de maatschappelijke visie Haven-Stad. Ingezet wordt op het faciliteren van
het maatschappelijk debat over meer sociale thema’s in relatie tot de gebiedsontwikkeling Haven-
Stad. Hierbij wordt gekeken naar samenwerking met kennisinstellingen in de stad, en aansluiting
bij bestaande initiatieven en netwerken. Bijvoorbeeld sessies over ‘jongeren in Haven-Stad’, of
over ‘ouder worden in Haven-Stad’, of sessies met bedrijven over ‘het verder vormgeven van hun
maatschappelijke rol’,
In de afgelopen jaren is onder meer samen gewerkt met de HvA, We make the City, Waag
Technologie & Society, Pakhuis de Zwijger, Arcam, De Academie van Bouwkunst, Museum het
Schip, en de kinderombudsman.
Vanuit het Integraal Raamwerk wordt de komende jaren ook gekeken naar tijdelijke initiatieven in
het gebied. Placemaking om te onderzoeken wat bijvoorbeeld mogelijke nieuwe
groen/sportvoorzieningen zouden kunnen zijn, een tour door Haven-Stad waarmee de potentie
van een aantal locaties kan worden verkend, ‘werkplaats’ Haven-Stad om jonge makers een
platform te geven. Placemaking is bij uitstek een onderwerp om in co-creatie uit te werken.
Ad 4: Inspiratie en verbeelding
Haven-Stad kan zich op veel punten onderscheiden van andere stadsdelen. Door volledigheid van
functies en voorzieningen. Door de ligging tegen de stoere industriële haven aan en op fietsafstand
van het centrum. Door de combinatie van wonen en werken op straat- en gebouwniveau. En door
de ambitie om hier de duurzame stad van morgen te maken. Maar wat interesseert en inspireert?
En is dit voldoende voor bewoners en ondernemers om bewust voor Haven-Stad te kiezen en bij te
dragen aan de ambities van de gemeente met dit gebied?
De komende jaren gaan we samen met andere partijen deze vragen beantwoorden en Haven-Stad
kleur geven. Dit levert input op voor placemaking projecten en geeft richting aan het stap voor
stap ontwikkelen van een eigen identiteit van Haven-Stad en de deelgebieden: typisch Haven-
Stad.
Pagina 30 van 40
7 Juridische strategie
7-1 Juridisch planologisch
Milieveffectrapportage
De ambities en de uitgangspunten van de ontwikkelstrategie (2017) zijn in de MER getoetst. Het is
een ‘levende’ MER, wat inhoudt dat periodiek het transformatieproces gemonitord wordt, zodat
indien nodig tussentijds bijgestuurd kan worden. Dit systeem van monitoring sluit goed aan op de
systematiek van de nieuwe Omgevingswet en geeft bestuurders de mogelijkheid om ‘vinger aan
de pols’ te houden. Belangrijke onderdelen van de MER zijn de leefomgevingsfoto en het
spelregelkader voor toekomstige planvorming in de deelgebieden. Uit de MER volgt waar, hoe en
onder welke specifieke voorwaarden de transformatie plaats kan vinden. Drie belangrijke
hoofdkeuzes in de MER zijn: tijdig de mobiliteitsshift op orde hebben, gebiedsgericht en flexibel
omgaan met milieunormen en optimaliseren milieugebruiksruimte. Tegelijkertijd wordt een
gezonde leefomgevingskwaliteit geborgd én worden de bedrijven in hun bedrijfsvoering niet
belemmerd.
Bestemmingswijzigingen en voorbereiden omgevingswet
Komende jaren wordt per (bovenplans- of aanjaag-) project of mogelijk op facetten (bijv.
milieuzonering) een bestemmingsplan voorbereid. Parallel aan de vitwerkingen van de
deelgebieden (cf. Plaberum systematiek) na 2025 wordt in principe per deelgebied of per
kaveltransformatie een bestemmingswijziging voorbereid. Dit wordt in overeenstemming met de
dan geldende wet en regelgeving gedaan. Komende jaren wordt vanuit het programma een
juridisch planologische strategie opgesteld inclusief de voorbereiding op de inwerkingtreding van
de omgevingswet.
Milieu- & geluidscontouren
In de ontwikkelstrategie (2017) is aangegeven dat, in overleg met zittende bedrijven en eigenaren
en Havenbedrijf, ingezet wordt op
e _Terugbrengen van onbenutte milieurvimte van bedrijven in het gebied en waar nodig
bronmaatregelen nemen
e Beperken maximale milieucategorie voor nieuwe bedrijven die zich in het gebied willen
vestigen (max. 3.1) en transformatie niet belemmeren (m.u.v. Coen- en Vlothaven) bijv. via
facet-bestemmingsplannen;
e Stapsgewijs verkleinen gezoneerde industrieterrein (m.u.v. Coen- en Vlothaven);
e _wegverkeersgeluid beperken door afwaardering van de Haarlemmerweg en de
Transformatorweg.
Bovenstaande acties geven mede invulling aan pijler B: faciliteren van initiatieven van bedrijven om
milieucontouren te verkleinen (zie H3.2).
Om toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken, ruimtereserveringen voor netwerken en
woningbouw, wordt de komende 5 jaar in samenwerking met de Omgevingsdienst NZKG ook
gewerkt aan het actualiseren van een aantal milieuvergunningen.
Vanuit het programma zal komende jaren ook een strategie worden opgesteld ten aanzien van
geluid, externe veiligheid en milieucategorisering.
Pagina 31 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
7-2 Privaatrechtelijk: het Transformatiebesluit
Bij het vaststellen van de Transformatiestrategie Haven-Stad (2013) is besloten om in 2025 een
afweging te maken over tempo en condities van transformatie van de terreinen van het
Havenbedrijf Amsterdam binnen de ring (Alfadriehoek, Minervahaven, Coen- en Vlothaven) en dit
vast te leggen in een Transformatiebesluit zoals bedoeld in de Transformatie-overeenkomst (zoals
vastgelegd bij verzelfstandiging van het Havenbedrijf Amsterdam). Ten tijde van de vaststelling
van de transformatiestrategie (2013) kon nog niet worden voorzien wanneer deze fase aan de orde
zou zijn. Daarom is besloten hierover pas in 2025 een afweging te maken. Deze datum sluit aan bij
de in het convenant vastgelegde afspraken. De gemeente Amsterdam zal over deze afweging met
de regio overleggen.
Het transformatiebesluit heeft betrekking op het privaatrechtelijke traject, de
eigendomsoverdracht.
Voor het uitvoeringsprogramma betekent bovenstaande dat de programmaorganisatie in
samenspraak met het Havenbedrijf vóór 2025 start met de voorbereiding van dit
transformatiebesluit.
Hierbij kan worden opgemerkt dat ook bij het creëren van condities voor versnelde transformatie
en versnelde realisatie van niet-woonfuncties al sprake kan zijn van transformatie waarvoor
eigendomsoverdracht en dus een transformatiebesluit nodig is.
Pagina 32 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
8 Monrtoringsstrategie
Actualisatie systematiek monitoring en Uitvoeringsprogramma
De toekomst is onzeker en de ontwikkeling van Haven-Stad zal lange tijd duren. Met het Integraal
Raamwerk wordt richting gegeven, maar het is geen blauwdruk daarvoor is de complexiteit en de
ontwikkeltijd van Haven-Stad te groot. De ontwikkelingen die zich voor gaan doen — binnen en
buiten de invloedssfeer van de gemeente Amsterdam — vragen om flexibiliteit en de mogelijkheid
om periodiek te herijken, te actualiseren en waar nodig bij te kunnen sturen.
Bij de vaststelling van het Monitoringsplan (2019) is afgesproken elke twee jaar een
monitoringsrapport op te stellen. Deze monitor gebeurt aan de hand van de vastgestelde
indicatoren en de trends waarbij ook betrokken wordt welke relevante technologische, ruimtelijke
en politieke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden.
De volgende doelstructuur van het programma wordt hierbij gehanteerd:
HOOGSTEDELIJK) BEREIKBAAR
SOCIAAL MAATSCHAPPELIJK
Als onderdeel van de monitor zal ook een herijking/actualisatie van de uitgangspunten van de
verschillende brondocumenten plaatsvinden. Indien blijkt dat het behalen van de doelstellingen in
gevaar is, is dit aanleiding om bij te sturen op de ontwikkeling van Haven-Stad. Dit bijsturen kan
dan wel betrekking hebben op de doelstellingen danwel op de te treffen maatregelen.
Het vitvoeringsprogramma wordt in deze cyclus ook elke twee jaar geactualiseerd.
Onderdeel van de monitorrapportage is beantwoording van de vraag of er aanleiding is om
datgene wat er de afgelopen 2 jaar ruimtelijk-programmatische is uitgewerkt te bundelen in een
bestuurlijk vast te stellen document, zoals bijvoorbeeld een geactualiseerd Integraal Raamwerk of
een ruimtelijk programmatisch kader voor een specifiek gebied.
Het tweejaarlijkse monitoringsrapport, actualisaties en herijkingen worden ter goedkeuring aan
het college van B&W voorgelegd.
Lerende aanpak
De ervaringen die we op het gebied van o.a. duurzaamheid en bereikbaarheid opdoen bij de
transformatie van de eerste deelgebieden (Sloterdijk l-Zuid en Sloterdijk-Centrum) nemen we
mee naar de ontwikkeling van de volgende deelgebieden. Deze ‘lessons learned’ worden
onderdeel van de monitorrapportage).
Monitoringsrapport 2021
Het eerste monitoringsrapport is gepland om bij de vaststelling van het Integraal Raamwerk, het
Uitvoeringsprogramma en het Financieel Perspectief in het najaar 2021 beschikbaar te zijn.
Pagina 33 van 40
Bijlage 1 Korte toelichting brondocumenten
Overzicht Brondocumenten bij Uitvoeringsprogramma Haven-Stad 2021 - 2025
> Integraal Raamwerk Haven-Stad
> _Mobiliteitsstrategie Haven-Stad
> Werkplan Duurzaamheid Haven-Stad
> Maatschappelijke Voorzieningenplan Haven-Stad
> Maatschappelijke visie Haven-Stad
> _Monitoringsrapport 2021
Note: Als verdere concretisering van het vastgestelde beleidsstuk Ruimte voor de Economie van
Morgen (18 juli 2017) wordt er voor Haven-Stad een ruimtelijke economische visie opgesteld. Deze
ruimtelijk economische visie zal ook als brondocument worden opgenomen.
Integraal Raamwerk
Het Integraal Raamwerk is een regiedocument om de ontwikkelingen in Haven-Stad in goede banen te
leiden. Het wordt vastgesteld door het College van B&W en biedt hiermee inzicht in de richting die het
College van B&W volgt, wanneer er sprake is van een afwijking van de huidige bestemmingsplannen.
Dit betekent niet dat B&W met dit raamwerk een beslissing neemt over concrete ontwikkelingen.
Het is een Integraal Raamwerk omdat ruimtelijke en programmatische ontwikkelingen in samenhang
worden uitgewerkt en beoordeeld op onder andere de consequenties voor het ruimtegebruik. Het gaat
hierbij onder meer om stedelijke kwaliteit en voorzieningen, (gebruiks)groen en sport, water en
ecologie, mobiliteit en de duurzaamheidsinfrastructuur. De inhoudelijke onderbouwing van het
raamwerk vindt zijn beslag in de brondocumenten Haven-Stad: Mobiliteitsstrategie,
Duurzaamheidsstrategie, (maatschappelijke) Voorzieningenplan, Maatschappelijke visie en het
Monitoringsplan. Het raamwerk is nodig omdat er geen klassieke en lineaire planvorming wordt
gevolgd, maar er een dynamische wisselwerking wordt gezocht tussen overheid, markt, bedrijven en
burgers.
In het Integraal Raamwerk wordt verder voorgesteld de gebiedstransformatie niet alleen op basis van
deelgebiedsplannen te organiseren, maar de transformatie ook ‘aan te jagen’ en maatschappelijke
relevantie te geven door karakteristieke en eigenzinnige aanjaagprojecten of activiteitenprogramma’s
te organiseren met een tijdshorizon van zo'n 5 jaar.
De aanjaagprojecten en activiteitenprogramma’s hebben tot doel een breed palet aan partijen de
gelegenheid te geven te participeren in de transformatie. De potentie van verschillende plekken in
Haven-Stad wordt op deze manier vroegtijdig zichtbaar gemaakt, waardoor er een collectief gevoel
ontstaat bij het ‘stadmaken’ en de karakteristieke en eigenzinnige kwaliteiten van Haven-Stad
Kortweg zijn de doelen van het raamwerk:
1. Het definiëren waar noodzakelijke samenhang is in de lange lijnen, en voorkomen dat
ontwikkelingen op verkeerde plekken komen en zaken blokkeren.
2. Het aantonen hoe bij de maximale dichtheidsambitie kan worden voldaan aan de referentienormen
voor sport, groen en maatschappelijke voorzieningen.
Pagina 34 van 40
3. Het detecteren van kansen voor initiatieven, placemaking en aanjagen, waarbij per geval te bekijken
is wie initiatief kan/wil nemen, wat daarvoor te organiseren is. En in welk tempo dat kan gaan.
Mobiliteitsstrategie Haven-Stad
De Mobiliteitsstrategie vormt een nadere uitwerking van de strategische keuzes op het gebied van
mobiliteit, zoals opgenomen in de Ontwikkelstrategie Haven-Stad uit 2017. Het heeft als zichtjaar 2055,
wanneer naar verwachting alle deelgebieden van Haven-Stad zijn ontwikkeld.
In de Ontwikkelstrategie is vastgelegd dat het realiseren van hoge dichtheden met behoud van een
gezond en prettig leefklimaat alleen kan als Haven-Stad goed bereikbaar is. Het huidig autonetwerk in
dit gebied kan dit niet verwerken, er is een mobiliteitsshift nodig. Hiermee wordt bedoeld dat er wordt
ingezet op OV, fiets en voet en het autogebruik moet worden beperkt. Ook vanuit
duurzaamheidsoogpunt is dit een gewenste ontwikkeling.
De Mobiliteitsstrategie beschrijft een pakket van opgaven en maatregelen -op het gebied van OV, fiets,
voetganger, autoverkeer, vervoer over water, nieuwe vormen van mobiliteit en logistiek -waarmee de
beoogde ‘mobiliteitsshift’ kan worden bereikt. Tegelijk bieden de voorstellen de nodige flexibiliteit om
in te kunnen spelen op toekomstige trends en ontwikkelingen.
Werkplan Duurzaamheid Haven-Stad
Het transformeren van Haven-Stad en het realiseren van de duurzaamheidsdoelstellingen gebeurt in
samenwerking met marktpartijen. De programmaorganisatie Haven-Stad richt zich hierbij op het
creêren van de juiste condities voor de duurzame stad van morgen. Het verduurzamen van de status
quo — de huidige bedrijven - behoort daarmee niet standaard tot de scope van dit plan. Echter, waar de
Ontwikkelstrategie een belemmering oplevert voor het verduurzamen van de tussentijdse situatie,
werken we actief mee aan het oplossen van deze belemmeringen.
Subdoelen betreffen: duurzaam grondstoffengebruik, energieneutraal, natuur inclusief en
klimaatbestendigheid.
Voor de komende gebiedsontwikkeling in de “centrale zone” ligt de focus op het creëren van de juiste
condities. Zoals het beschikbaar maken van een centraal, gebied overstijgend duurzaam warmte
systeem waardoor duurzame warmtebronnen beschikbaar komen voor dit gebied, en een goed
oppervlaktewatersysteem dat ook de klimaatveranderingen in de verdere toekomst aankan.
In de overige gebieden van Haven-Stad benutten we kansen die zich voor doen, zoals bij het nieuw te
vestigen recyclepunt aan de toetsenbordweg waar afval tot nieuwe producten en grondstoffen worden
en op een centrale plek in de wijk zichtbaar wordt hoe meer circulair materiaalgebruik onderdeel is van
een duurzame stad.
Uitwerking van klimaatbestendigheid gaat hand in hand met de natuur inclusieve stad.
De uitwerking van de ecologische hoofdstructuur en de doelsoorten vindt plaats via het Raamwerk
Openbare Ruimte en de infrastructuur projecten. De doorwerking in de buurten vindt plaats in
stedenbouwkundige plannen, openbare ruimte ontwerp, blok- en kavelpaspoorten.
Maatschappelijke visie Haven-Stad
Om antwoord te kunnen geven op de vraag hoe Amsterdammers uit alle lagen van de bevolking en met
diverse achtergronden zich thuis kunnen voelen en daarbij eigenaarschap voelen voor hun directe
omgeving in Haven-Stad is de maatschappelijke visie opgesteld. De visie geeft handvatten voor een
succesvolle transformatie naar woon-, werk- en leefgebied. De voorliggende maatschappelijke visie is
gestoeld op drie kernwaarden: leefbaar, rechtvaardig en verbonden
Pagina 35 van 40
Het ontwikkelen van een maatschappelijke visie aan de voorkant van gebiedsontwikkeling, zeker op de
schaalgrootte van Haven-Stad, is nieuw: de gemeente is aan het pionieren. Het is zaak de visie doorte
ontwikkelen in praktische richtlijnen en een bijpassend instrumentarium zodat vorm kan worden
gegeven aan sociaal in de planvorming en fysieke ontwikkeling van Haven-Stad. Het sociale aspect
maakt op die manier onderdeel uit van alle genoemde meer fysieke doelen: hoogstedelijk, bereikbaar,
duurzaam en gezond. Het gaat bijvoorbeeld om vragen over welke maatschappelijke voorzieningen zijn
er nodig en waar kunnen ze het best geplaatst worden, of wat zijn de maatschappelijke gevolgen van
het ontwerp van het stratenplan en van het mobiliteitsnetwerk. Maar ook, hoe kan Haven-Stad een
antwoord geven op huidige maatschappelijke vraagstukken als segregatie, kansenongelijkheid,
eenzaamheid, of het lerarentekort.
Maatschappelijke Voorzieningenplan Haven-Stad
Eén van de randvoorwaarden voor een leefbare, complete stad is een divers en hoogwaardig
voorzieningenniveau voor elke Amsterdammer. Ook bewoners van Haven-Stad hebben behoefte aan
(maatschappelijke) voorzieningen voor hun ontwikkeling, gezondheid, ter ontspanning of als vangnet.
Nabijheid van basis- en middelbare scholen, jeugd-, zorg-, en basisvoorzieningen, kunst & cultuur en
groen-, speel- en sportvoorzieningen zijn cruciaal voor de kwaliteit van leven en een samenhangende
sociaal-ruimtelijke structuur in Haven-Stad. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen voorzieningen
die op buurtniveau nodig zijn en voorzieningen waar aanvullend bovenwijks behoefte aan is. De
gemeente heeft hierin een belangrijke taak en verantwoordelijkheid.
In het ‘Programmaplan Maatschappelijke voorzieningen Haven-Stad’ worden de soorten
maatschappelijke voorzieningen en de relatie met het woningbouw programma (type en aantal
woningen) en de bestaande aangrenzende gebieden kort toegelicht. Het is opgesteld met behulp van
de referentienorm maatschappelijke voorzieningen, groen en spelen en geeft een toelichting op de
gewenste ruimtelijke inbedding van de maatschappelijke voorzieningen. Tot slot, geeft het een
beschrijving van de ontwikkelprincipes om maatschappelijke voorzieningen op een goede manier een
plaats te geven in Haven-Stad afgestemd op de aanliggende delen van de stad.
Conclusies Monitoringsrapport 2021
Een aanvulling op het MER is niet nodig omdat is gebleken dat er vooralsnog geen sprake is van nieuwe
hoofdkeuzes, nieuwe belanghebbenden of significante wijzing van hoofdkeuzes en/of hoofdstructuur.
Wel zijn er een aantal punten waarop de Leefomgevingsfoto en het spelregelkader geactualiseerd
wordt.
Er zijn op dit moment voor de thema’s hoogstedelijkheid, bereikbaarheid en gezondheid geen
afwijkingen en trends die niet verklaarbaar zijn of die het behalen van de doelstellingen van Haven-Stad
in gevaar brengen. Er is vooralsnog bij deze thema's geen aanleiding om de maatregelen die
beschreven staan in de Ontwikkelstrategie eerder te treffen, aan te vullen of te vervangen om ambities
te behalen. Voor het thema duurzaamheid zijn er wel doelstellingen die extra aandacht behoeven. Om
op de mogelijk sneller optredende klimaatverandering voorbereid te zijn, zal gekeken worden waar
vooruitlopend op nieuwe wet- en regelgeving bijstuurt kan worden richting nog meer klimaat robuuste
oplossingen.
In 2023 wordt het de volgende monitoringsrapport opgesteld. In aanloop daarvan wordt ingezet op het
realiseren van een functionele database en het inrichten van diverse processen waardoor er doorlopend
gemonitord kan worden en op een efficiënte manier data wordt verzameld.
Pagina 36 van 40
Bijlage 2 Toelichting aanpak bovenplanse
projecten tot 2025
Openbare Ruimte: Toelichting projecten tot en met 2025
Openbare Ruimte
OR1-OGo2-10 | Entreegebied Transformatorweg (Groot Westerpark), voorbereiden en
uitvoeren
Om het Westerpark aan de noordzijde beter toegankelijk te maken, worden hier een volwaardige
en toekomstvaste entree gemaakt (aan de zijde Transformatorweg).
Bereikbaarheid: Toelichting projecten tot en met 2025
Bereikbaarheid
Aanleg HOV busverbinding Sloterdijk-CS, voorbereiden en uitvoeren
B12-LVo03 Aanleggen Recreatieve fietsverbinding Noorder IJplas
Tunnel in verlengde van Contactweg, voorbereiden en uitvoeren
Optimalisatie knooppunt Nieuwe Hemweg — Transformatorweg
Aanpassen inrichting S102 tussen Radarweg en Kabelweg
Optimalisatie kruispunt Archangelweg - Spaarndammerdijk
B1-OVa Aanleg HOV bus Sloterdijk CS
Totdat de metroverbinding op de zuidoever er ligt, kan een HOV-bus de transformatie van de
eerste deelgebieden bedienen. Het gaat hierbij om het opwaarderen van de huidige buslijn 22 met
meer vrij liggende infrastructuur, om zo een betrouwbare en snelle exploitatie mogelijk te maken.
De HOV-bus kan volgens de planning in 2024 in exploitatie gaan.
B12-LVo3 Aanleggen recreatieve fietsverbinding Noorder IJplas
Deze fietsverbinding verbindt de steden Zaandam en Amsterdam met elkaar en zorgt ervoor dat
het groengebied Noorder IJplas door bewoners van beide steden op een aantrekkelijke manier op
de fiets te bereiken is.
Ao2 Tunnel in verlengde van Contactweg (ter vervanging van gelijkvloerse kruising
Kabelweg)
Vanwege het programma Hoogfrequent Spoor (PHS) worden de spoorbundel richting
opstelterrein Westhaven verbreed. Hierdoor moet de gelijkvloerse oversteek bij de Kabelweg
(naar de Nieuwe Hemweg) afgesloten worden. Deze nieuwe tunnel is hiervoor het alternatief.
Ao4 _ Optimalisatie knooppunt Nieuwe Hemweg — Transformatorweg (T-splitsing)
Als onderdeel van de werkzaamheden aan de HOV-bus tussen station Sloterdijk en Centraal
Station wordt deze kruising aangepast. Dit betekent dat de doorgaande verbinding tussen
westelijke binnenstad en Azo straks via de Nieuwe Hemweg verloopt en de Transformatorweg kan
worden afgewaardeerd c.q. versmald.
Pagina 37 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
A14 _ Aanpassen inrichting S102 tussen Radarweg en Kabelweg
Om het toenemende verkeer als gevolg van de verschillende ontwikkelingen aan weerszijden van
de Azo goed te kunnen afwikkelen, zijn ter plekke een aantal (kleinere)
doorstromingsmaatregelen nodig.
A16 Optimalisatie kruispunt Archangelweg - Spaarndammerdijk
De opstelruimte linksaf richting Spaarndammertunnel is te kort waardoor het verkeer richting het
westen (A10) wordt opgehouden. Dit levert onnodige vertraging op. Door genoemd opstelvak iets
te verlengen wordt dit probleem opgelost.
Duurzaamheid: Toelichting projecten tot en met 2025
Di __Evalvatie en doorontwikkeling afvalinzamelsystemen
De evaluatie en doorontwikkeling afvalinzamelsystemen kent de volgende subprojecten
e Indien eerste pilot slaagt (najaar 2021 in bestaande bouw): GF gootsteen vermalers
toepassen in nieuwbouw en transformatie van kantoren naar wonen
e Gezamelijke white-label inzameling bedrijfs-en bewoners afval onderzoeken en
opstarten
e _Afwegen Ondergronds Afval transport systeem (OAT) als optie onderzoeken bij
extreem hoge dichtheden, bijvoorbeeld Hemknoop
e Evaluatie inzamelsystemen: inpandig (SD1Z) of openbare ruimte (SDC)
Da _Opstellen ontwikkelstrategie en uitvoeringsplan warmtesysteen
Om de transitie te faciliteren wordt gewerkt aan de bovenplanse warmte (D2)- en elektriciteit (Ds)
systemen die nodig zijn voor de ontwikkeling van Haven-Stad.
Voor een groot deel van Haven-Stad wordt als vervolg op de Energieverkenning uit 2019 gewerkt
aan de ontwikkelstrategie en een uitvoeringsplan voor een centraal LT (lage temperatuur)
warmtesysteem. Dit is een robuust centraal warmtesysteem waarin meerdere lokale lage
temperatuur warmtebronnen (zoals oppervlaktewater, restwarmte uit datacenters en restwarmte
uit groener wordende havenindustrie) kunnen worden benut.
Dit project is ook gerelateerd aan H3 ‘Onderzoek en ontwerp inpassing
ondergrondse/nutsvoorzieningen infra Haven-Stad’.
D4 _Planvorming grootschalige duurzame elektriciteitsopwekking
Bij de planvorming voor de grootschalige duurzame elektriciteitsopwekking gaat het om:
e Ontwikkeling Windturbines
e Ontwikkeling zonnevelden en zonne-geluidsschermen en zon op bestaande grote
daken.
Pagina 38 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
D5 _Planvorming en deels realisatie robuuste elektriciteitsinfrastructuur
Ook het elektriciteitsnet heeft uitbreiding nodig om toekomstbestendig te zijn. Locaties en tracés
zijn grotendeels in beeld, en worden de komende periode verder uitgewerkt.
De volgende subprojecten zijn benoemd:
e _Locatiestudie en besluitvorming nieuwe onderstations en 5oKV tracés
e Uitbreiden onderstation Theemsweg Westpoort
e Aanleggen onderstation HS Zuid
e Aanpassen energieknooppunt Hemwegcentrale/TenneT/Liander station
D6-0Gog __ Uitwerking en deels realisatie hoofdwater- en groen systeem
Het huidige en beoogde hoofdwatersysteem is in 2020 doorgerekend. Hieruit volgen knelpunten
op de korte en langere termijn, en een planning voor verbeteringen en aanleg. Nog niet alle
ingrepen zijn onderdeel van lopende projecten of goed geborgd voor de toekomst. In de periode
vanaf 2022 wordt gestart met de eerste ingrepen en worden de overige ingrepen belegd bij de
juiste partijen.
Om deze klimaatrobuuste basis te realiseren wordt gewerkt aan:
e Eerste fasen hoofdwatersysteem realiseren v.a. transformatorweg
e Ophogen maaiveld tot klimaatrobuust peil, secundair watersysteem aanleggen 1°
deelgebieden
e _Groenstructuur realiseren
D7 __Onderzoek en nadere uitwerking klimaatbestendigheid
Voor de hitte- en waterveiligheidsopgave wordt in 2021-2022 verder verkend welke aanpassingen
op de bestaande inrichtingsplannen nodig zijn, binnen- en bovenplans.
Daarnaast worden ontwerpprincipes gedefinieerd zodat bij de inrichting in projecten en in de
hoofdstructuur groen en openbare ruimte beter kan worden geanticipeerd op een klimaat met
meer extremen. Het betreft de volgende acties:
e Bewaken implementatie aanbeveling hittescans (schaal Haven-Stad en deelgebied Sloterdijk
1-Zuid) en handout (schaal van het blok)
e Uitwerken waterveiligheidsstrategie Haven-Stad
e _ Opnemen en aangescherpte ambities in planproducten
e Meetnet klimaatsensoren opzetten
Pagina 39 van 40
Gemeente Amsterdam Concept
Ruimte en Duurzaamheid 27 oktober 2021
Bijlage 3 Integrale planning
2021-2025 2026-2029 2030-2040 Na 2040
pr a tn
A. Ondersteunen transformaties Sloterdijk Centrum en Sloterdijk |
dd
Î
Gebiedstransformaties Sloterdijk Centrum en Sloterdijk | Zuid
Ó | |
PE 3 , |_Gebiedstransformaties overige deelgebieden
Autonome ontwikkeling overige deelgebieden (excl. Coen/Vlot
OL
{
MEAT A otgerte TEE KE eENATLA D T-d Gebiedstransformatie
Teer OT NE EE
| \ ee
C, Placemaking en aanjaagprojecten
\ A
D. Bovenplanse projecten
|
‚_Uitvoeringsprogramma |
‚__Haven-Stad 2021-2025 |
beesssaaesaeassaaanssa
LL LT
Pagina 40 van 40
| Onderzoeksrapport | 40 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1613
Datum akkoord college van b&w van 29 november 2016
Publicatiedatum 30 november 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Vink van 21 september 2016 inzake
de toekomst van de (leegstaande) parkeergarage Kempering in Zuidoost.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op verzoek van de bestuurscommissie Zuidoost en de gemeenteraad heeft de
bestuurscommissie Zuidoost vorig jaar gekeken naar mogelijkheden om de
leegstaande parkeergarage Kempering een nieuwe functie te geven en daarmee
een van de voor de Bijlmer kenmerkende parkeergarages te behouden.
De bestuurscommissie gaf in april van dit jaar aan de aangedragen alternatieven
(waaronder een kwekerij voor groente en fruit) niet levensvatbaar te vinden en sloop
van dit onderdeel van het Bijlmer-erfgoed als enige reële optie te zien.
Mede op hernieuwd aandringen vanuit de raad en de bestuurscommissie Zuidoost is
er een maand geleden door de bestuurscommissie opnieuw een oproep gedaan voor
ideeën om tot een nieuwe (rendabele) bestemming voor de garage te komen, voor de
duur van ten hoogste tien jaar’. Belangstellenden hebben zo (tot en met 31 augustus
van dit jaar) de mogelijkheid gekregen eigen “reddingsplannen” in te dienen bij het
stadsdeel. Velen hebben dit met enthousiasme gedaan. Amper een maand na deze
oproep (en circa twee weken na de sluitingstermijn) schreef Het Parool echter al dat
het Algemeen Bestuur van Zuidoost zou menen dat geen van de plannen kans
maakt”. Enkele indieners hebben via de krant moeten vernemen dat hun plan
afgewezen was. Als dit overeenkomt met besluiten van (het Algemeen Bestuur van)
de bestuurscommissie is het — mede gezien de korte doorlooptijd — de vraag hoe
serieus aangedragen bestemmingen zijn onderzocht en het proces is vormgegeven.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Vink, namens de fractie van D66, op grond van
artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1 Onder andere op amsterdam.nl d.d. 16 augustus 2016: “Zuidoost zoekt ontwikkelaar voor tijdelijke invulling
garage Kempering”
“Sloop van parkeergarage Kempering onvermijdelijk”, Parool d.d. 18 september 2016
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neng lers Gemeenteblad
Datum 30 november 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 21 september 2016
1. Welke kosten zijn verbonden aan de leegstand van de huidige
parkeergarage?
Antwoord vraag 1:
Er is voor het beheer en onderhoud van de openbare garage een jaarlijks bedrag
van €30.000 benodigd uit de grondexploitatie K-midden.
Achtergrond:
Dit bedrag is bedoeld voor het schoon, heel en veilig houden van de garage voor
de periode van voorbereiding van de sloop en exclusief eventuele meerkosten
n.a.v. inbraak / kraak (jaarlijks een bedrag in de orde van grootte van €10.000).
De garage is overigens nog wél in gebruik, zij het dat er slechts in geringe mate
van de parkeerplekken gebruik wordt gemaakt.
2. Kan het college een overzicht geven van de alternatieve bestemmings-
mogelijkheden die zijn onderzocht voor Kempering in het afgelopen jaar en
ook van de reacties op de oproep van augustus dit jaar”?
a) Wat is bij ieder van deze plannen de afweging geweest om niet tot
uitvoering over te gaan?
Antwoord vraag 2:
In november 2015 heeft het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Zuidoost voorgesteld
om de 3 reeds bekende initiatiefnemers (1. Het Werklab, 2. De initiatiefnemers
van ‘De Garage’, 3. Remark, RAAM en Hamers) nog eens tot uiterlijk 29 januari
2016 de tijd te geven om met een haalbaar risicodragend plan voor de garage te
komen dat voldoet aan de gestelde randvoorwaarden. De randvoorwaarden
luiden:
e Het stadsdeel wil het gehele gebouw voor een maximale duur van 10 jaar ter
beschikking stellen (verhuur) bij voorkeur aan één partij.
e De te huisvesten functies moeten een toevoeging en aanvulling zijn op de
bestaande bedrijvigheid in de K-buurt e.o: detailhandel en horeca zijn
juridisch planologisch (bestemmingsplan en de horeca- en detailhandelsnota)
niet toegestaan. Ondersteunende horeca is wél toegestaan.
e Het stadsdeel kan een eenmalige bijdrage van £€30.000,- geven aan de
verbetering van de uitstraling van het gebouw.
e Het beheer, exploitatie en onderhoud van de garage zijn voor risico en
rekening van de ontwikkelaar.
e De parkeerbehoefte van de nieuwe functie(s) zal in het gebouw dienen te
worden opgelost.
e De tijdelijke overdracht van de garage van de gemeente aan de initiatiefnemer
vindt uiterlijk plaats op 1 januari 2017.
Culturele hotspot
Parallel hieraan zijn door het stadsdeel Zuidoost de mogelijkheden om de garage
te ontwikkelen tot culturele hotspot, nader onderzocht door de bureaus Mooi Lost
Op en 1meter98. Conclusie was dat er een hoge (gesubsidieerde) investering
nodig is om de exploitatie voor een termijn van 10 jaar rond te krijgen. Geen
enkele onderzochte variant bleek financieel haalbaar. De zoektocht naar een
ontwikkelaar voor de culturele hotspot heeft geen resultaat opgeleverd.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam
Neng lers Gemeenteblad R
Datum 30 november 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 21 september 2016
Initiatiefnemers
Van de 3 reeds eerder geïnteresseerde initiatiefnemers die zijn benaderd heeft
alleen Het Werklab een plan ingediend. Het plan is beoordeeld en afgewezen, het
geeft onvoldoende invulling aan het gevraagde haalbare en risicodragende plan
voor de garage Kempering. Hieronder wordt dit nader toegelicht:
e _Ruimtelijkfysiek
Het plan geeft een summier inzicht in de (fysieke) aanpak van de herontwikkeling
van de garage. Er is geen inrichtingsplan of vlekkenplan opgenomen. De
bouwkundige staat wordt onvoldoende of niet toegelicht in relatie tot de geplande
functies en de benodigde investeringen in het gebouw. Voor de parkeeropgave is
geen reservering opgenomen.
Financieel
Er wordt uitgegaan van een totale investering van 1,1 miljoen euro. Er is geen
investeringsbegroting opgenomen, de kosten worden niet nader onderbouwd.
Gelet op de bouwkosten van Mooi Lost Op en 1meter98 is dit bedrag (veel) te
laag ingeschat. Voor de financiering wordt uitgegaan van een ronde langs
investeerders in de komende 6 maanden na besluitvorming. Daarbij richt men
zich op crowdfunding en particuliere investeerders en vastgoedfondsen: een
zelfstandige bancaire financiering wordt niet haalbaar geacht. Ook de
exploitatiebegroting is erg summier. Zo zijn de kosten opgenomen voor
onderhoud van het gebouw (£20.000,-) (veel) te laag ingeschat en de inkomsten
uit verhuur erg optimistisch.
e _Programmatisch
Programmatisch worden geen harde toezeggingen gedaan, noch wordt inzicht
gegeven in de verdeling van het programma over de garage. Naast de
dienstverlening van Melenkurion, wordt weinig inzicht gegeven in wat de
potentiele huurders wordt geboden in de garage Kempering. Gezien het
genoemde oppervlakte bedrijfsruimte zal een deel van de bedrijfsruimten ook in
de parkeergarage gehuisvest dienen te worden. Of en wie voor dit concept
belangstelling hebben, wordt verder niet onderbouwd. Er worden 16
belangstellenden genoemd. Voor wat betreft de te huisvesten bedrijfjes wordt
aangegeven dat er “nog geïnventariseerd wordt aan welk soort bedrijfjes er de
meeste behoefte is”.Het wordt niet verder verduidelijkt hoe de museale invulling
van Kempering vormgegeven wordt, gezien de huidige staat van het gebouw en
de exploitatieperiode van 10 jaar. Voor het Museumverzamelgebouw wil men
aansluiting zoeken bij gevestigde musea in Amsterdam en Nederland, om een
volwaardige dependance in Kempering te realiseren. De exploitatie en organisatie
van deze (nog) niet bestaande musea is niet uitgewerkt.
Overige initiatiefnemers
De initiatiefnemers van ‘De Garage’ hebben besloten zich terug te trekken omdat
het voor hen financieel niet haalbaar is om het pand werkbaar te maken, met de
huidige voorwaarden en restricties. Remark, RAAM en Hamers hebben geen plan
ingediend.
3
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neng lers Gemeenteblad
Datum 30 november 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 21 september 2016
Motie 2016.04
Het Algemeen Bestuur van het stadsdeel heeft hieropvolgend (op 10 mei 2016)
motie 2016.04 ingediend waarin wordt opgedragen om “nog niet voor de optie
sloop van garage Kempering te gaan, en de mogelijkheid te bieden voor andere
ondernemers om met een haalbaar plan te komen; en hierbij een termijn te geven
tot augustus 2016.” Aan deze motie is gehoor gegeven.
Achtergrond:
Garage Kempering staat al geruime tijd vrijwel leeg (de begane grond is open om
in te parkeren; hier wordt in geringe mate gebruik van gemaakt) in afwachting van
een besluit over herontwikkeling. Sinds eind 2012 zijn er diverse moties van
stadsdeelraad (motie 143 en 198) en gemeenteraad (motie 300) geweest om
herontwikkeling van de garage Kempering te onderzoeken. Deze hebben geen
risicodragende initiatieven opgeleverd die voldeden aan de randvoorwaarden.
Uit de marktverkenning in het kader van de beantwoording van motie 143,
kwamen in 2014 twee partijen naar voren met initiatieven voor de gehele garage.
Dit waren Remark, RAAM en Hamers en het concept ‘De Garage’. Geen van de
initiatieven van partijen voldeed echter aan de gestelde randvoorwaarden.
Afweging afwijzing Remark, RAAM en Hamers
Het concept sluit aan bij de overweging in de motie (voortbouwen op onderzoek
en contacten Floriade) en een gevraagde functie kleinschalige tuinbouw. Het
concept sluit echter niet aan bij de meegegeven randvoorwaarden.
Initiatiefnemers willen door de gemeente bezoldigd onderzoek naar hun plan
(laten) doen en verwachten gedurende de looptijd van het project een actief
partnerschap van de gemeente. De randvoorwaarde was dat de initiatiefnemers
zelf het gehele gebouw en de exploitatie in beheer zouden nemen. Voor wat
betreft de exploitatieperiode van 10 jaar zien initiatiefnemers meer in tussentijdse
evaluatiemomenten en een eerste ontwikkelperiode van anderhalf jaar. Dit geeft
wederzijds vrijheid, maar maakt het financiële risico ten aanzien van de initiële
investering van de gemeente in het opknappen van het gebouw, groot.
Afweging afwijzing concept ‘De Garage’
In het gesprek met de initiatiefnemers van het plan De Garage is met name
aandacht besteed aan de uitwerking van de te realiseren functies horeca en
detailhandel en de mogelijke concurrentie met de Kameleon, de markt
Kraaiennest en de World of Food. De initiatiefnemer is uitgedaagd de horeca
minder centraal te stellen en te zoeken naar een aanbod dat aanvullend is op het
gebied (Kameleon, World of Food, markt).In hun reactie geven ze aan dat horeca
en detailhandel nodig zijn voor het verdienmodel: als dit niet mogelijk is zal hun
huidige plan voor 95% niet uitvoerbaar zijn. Hiermee vervalt de basis onder het
plan.
De financiële haalbaarheid van het plan is in sterke mate afhankelijk van
subsidies. Tevens is het stadsdeel gevraagd de garage en directe omgeving op te
knappen, waarbij wordt uitgegaan van een investering van € 500.000,-. Eris nog
geen bedrijfsplan en nog geen sluitende begroting voor een exploitatieperiode
van 10 jaar.
4
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam
Neng lers Gemeenteblad R
Datum 30 november 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 21 september 2016
Antwoord vraag 2a:
De ingediende plannen gaven zowel ruimtelijk, financieel als programmatisch
onvoldoende invulling aan het gevraagde haalbare en risicodragende plan voor
de garage Kempering. Zie voor de ingediende plannen en uitgebreide
bijbehorende beoordeling bijgaande notitie die op 20 september jl. in de
bestuurscommissie van het stadsdeel is besproken.
3. Vindt het college dat belangstellenden die met eigen initiatieven zijn
gekomen, goed zijn geïnformeerd over het proces en de beoordeling
van hun voorstellen?
a) Zo ja, waaruit blijkt dat initiatiefnemers goed zijn geïnformeerd?
Antwoord vragen 3 en 3a:
Ja. De belangstellende zijn per mail d.d. 16 september 2016 op de hoogte
gebracht van de notitie van het Dagelijks Bestuur. Dit proces is ook zo benoemd
in de advertentietekst in het Parool, Metro en Telegraaf. De eerdere
initiatiefnemers uit 2014 zijn destijds telefonisch en per mail op de hoogte
gebracht van de conclusies.
Achtergrond:
Besluitvorming over de notitie van het Dagelijks Bestuur heeft op 13 september
plaatsgevonden. Onderdeel van het besluit was om de notitie in de
bestuurscommissie van 20 september te bespreken; de notitie is derhalve
openbaar gemaakt. Voorafgaand aan behandeling in de bestuurscommissie zijn
partijen per mail op hoogte gebracht en via een link naar het openbare document
verwezen.
4. Op welke wijze werd de zorgvuldigheid van de beoordelingen gewaarborgd”?
Antwoord vraag 4:
het Dagelijks Bestuur heeft randvoorwaarden vastgesteld om te komen tot de
tijdelijke herontwikkeling van de garage. Uitgangspunt van de uitvraag was een
haalbaar risicodragend plan voor de garage Kempering voor een periode van
10 jaar dat voldoet aan deze randvoorwaarden.
Bij de beoordeling van de ingediende initiatieven zijn verschillende gemeentelijke
expertises betrokken, waaronder de RVE's Vastgoed, Economie, Grond &
Ontwikkeling en Ruimte en Duurzaamheid. Daarnaast is er, vooruitlopend
op de verplichte screening in het kader van de Wet Bibob, een kort onderzoek
uitgevoerd naar de initiatiefnemers (de ‘basale toets’). Het onderzoek heeft zich
vooralsnog beperkt tot een check in de Kamer van Koophandel van de
inschrijvende partij.
5. Op welke plek hebben de beoordelingen plaatsgevonden”?
Antwoord vraag 5:
Omdat het onderzoeken van de mogelijkheden voor hergebruik van garage
Kempering de bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur van Amsterdam Zuidoost
is, heeft dit in het stadsdeelkantoor van Amsterdam Zuidoost plaatsgevonden.
Hierbij zijn verschillende gemeentelijke expertises betrokken, waaronder de
RVE's Vastgoed, Economie, Grond & Ontwikkeling en Ruimte en Duurzaamheid.
5
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neng lers Gemeenteblad
Datum 30 november 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 21 september 2016
6. Het lijkt er voor sommige initiatiefnemers op dat het eerder ingenomen
standpunt (namelijk: sloop) bepalend is geweest voor de recente
beoordeling en ook dat de recente inspanningen van initiatiefnemers
geen werkelijke kans hebben gekregen. Is dit een juiste indruk?
Hoe ziet het college dit?
Antwoord vraag 6:
Er is uitvoering gegeven aan de motie 2016.04 van het Algemeen Bestuur van
Amsterdam Zuidoost. Er is vanaf 1 juli 2016 uitvoerig gecommuniceerd over de
uitvraag:
advertenties in de dagbladen Metro, Parool en (de Amsterdam pagina van)
De Telegraaf;
de digitale nieuwsbrief van het stadsdeel;
e Twitter en Facebook;
e een nieuwsbericht op alle buurtpagina’s van het stadsdeel;
e een nieuwsbericht op de pagina van de bestuurscommissie Zuidoost.
Geïnteresseerde partijen hebben tot 31 augustus 2016 juist de kans gekregen om
met een haalbaar risicodragend plan voor de garage te komen, onder de
vastgestelde randvoorwaarden. De conclusie is echter dat er geen haalbaar
risicodragend plan tussen de ingediende plannen zat. Voor de beoordeling van
de ingediende plannen verwijzen we u nogmaals naar de meegestuurde notitie.
7. Sloop van de garage zou dit tastbare onderdeel van het Bijlmer-erfgoed
doen verdwijnen. Vindt het college dit, met D66, een droevige ontwikkeling?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, welk perspectief is volgens het college alsnog
de moeite van het onderzoeken waard?
Antwoord vraag 7:
De exploitatie van de bewonersgarages in stadsdeel Zuidoost is al lange tijd
verlieslatend. Het onderhoud van de garages is langjarig beperkt geweest tot
het absoluut noodzakelijke. De Gemeenteraad heeft op 12 maart 2014 ingestemd
met het “Toekomstperspectief bewonersgarages Zuidoost”. De kern hiervan is dat
de bewonersgarages in Amsterdam Zuidoost geen verlies meer mogen draaien
tenzij dit noodzakelijk wordt geacht vanuit maatschappelijk oogpunt.
De herontwikkeling van garage Develstein tot World of Food is een goed
voorbeeld van de moeite die de bestuurscommissie heeft gedaan om een deel
van het Bijlmer-erfgoed te behouden. Echter: inmiddels is duidelijk geworden dat
er voor tijdelijke herontwikkeling van de garage Kempering ook na hernieuwd
onderzoek geen haalbaar risicodragend initiatief is gevonden. Herontwikkeling
van Kempering heeft derhalve geen perspectief. Voor de bewonersgarages in de
G- en H-buurt vindt separate besluitvorming plaats.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2017
Afdeling 2
Vergaderdatum 29 juni 2017
Publicatiedatum 12 juli 2017
OPENBARE VERGADERING OP DONDERDAG 29 JUNI 2017.
Aanwezig: de leden mevrouw Alberts (SP), de heer A.J.M. Bakker (D66), de heer
N.T. Bakker (SP), mevrouw Van den Berg (PvdA), de heer Blom (GroenLinks), de heer
Boldewijn (PvdA), de heer Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), mevrouw Bouchibti
(VVD), de heer Boutkan (PvdA), mevrouw Ten Bruggencate (D66), mevrouw Bijleveld
(SP), de heer Van Dantzig (D66), de heer Dijk (VVD), mevrouw Duijndam (SP), de heer
Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), de heer Geenen (PvdA), de heer Glaubitz
(D66), de heer Groen (GroenLinks), de heer Groot Wassink (GroenLinks), de heer
Guldemond (D66), de heer Hammelburg (D66), mevrouw De Heer (PvdA), de heer Van
den Heuvel (D66), mevrouw Kaya (D66), de heer Kayar (PvdA), de heer Mbarki (PvdA),
mevrouw Moorman (PvdA), de heer Nuijens (GroenLinks), de heer Van Osselaer (D66),
de heer Peters (SP), mevrouw Poot (VVD), de heer Poorter (PvdA), mevrouw Roosma
(GroenLinks), mevrouw Ruigrok (VVD), mevrouw Van Soest (PvdO), mevrouw Timman
(D66), de heer Toonk (VVD), de heer Torn (VVD), de heer Ünver (PvdA), mevrouw
Verheul (D66), de heer Vink (D66), de heer Vroege (D66).
Afwezig: de heer Van Lammeren (PvdD).
Aanwezig: de wethouders de heer Van der Burg (Zorg en Welzijn, Sport en
Recreatie, Luchthaven, Personeel, Organisatie en Integriteit, Dienstverlening en Externe
Betrekkingen en stadsdeel Zuid), de heer Choho (Bestuurlijk Stelsel, Duurzaamheid,
Openbare Ruimte en Groen, ICT, Dienstverlening en Artis), de heer Ivens (Bouwen en
Wonen, Wijkaanpak, Dierenwelzijn en Stadsdeel Noord), de heer Kock (Financiën,
Decentralisaties, Waterbeheer en Stadsdeel West), mevrouw Kukenheim (Onderwijs,
Jeugd, Diversiteit en Stadsdeel Oost), de heer Litjens (Personeel en Organisatie, Verkeer
en Vervoer, Gemeentelijk Vastgoed, Bedrijfsvoering en Inkoop en Stadsdeel Zuidoost),
mevrouw Ollongren (Economie, Lucht- en Zeehaven, Monumenten, Kunst en Cultuur,
Lokale Media, Deelnemingen en Stadsdeel Centrum), de heer Vliegenthart (Werk,
Inkomen en Participatie en Stadsdeel Nieuw West).
Afwezig: de burgemeester de heer Van der Laan (Openbare Orde en Veiligheid,
Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale
Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken,
Communicatie).
Ochtendzitting op donderdag 29 juni 2017
Voorzitter: de heer Van der Laan, burgemeester, alsmede de raadsleden de heer Ünver
en de heer Vroege, plaatsvervangend voorzitters.
Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe.
Verslaglegging: de heer Seelen.
Voorzitter: de heer Vroege
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER heropent om 10.05 uur de op woensdag geschorste
vergadering.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering van de gemeenteraad van
Amsterdam.
10
Vaststellen van het verslag van de Rekeningencommissie over de jaarrekening
2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 651)
11
Vaststellen van de reactie college op het verslag van de Rekeningencommissie
over de jaarrekening 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 748)
De VOORZITTER: Ik heet aan deze kant van de tafel van harte welkom een
delegatie van de Rekeningencommissie. Ik geef de voorzitter van de
Rekeningencommissie, de heer Van Osselaer, het woord voor een toelichting op haar
verslag.
De heer VAN OSSELAER: Dank aan de raad dat ik hier het verslag van de
Rekeningencommissie kan toelichten. Voor de kijkers thuis misschien eerst een woordje
over wat de Rekeningencommissie is. De Rekeningencommissie is een apolitieke
commissie die de gemeenteraad adviseert over het goedkeuren van de jaarrekening. Ook
doet de commissie jaarlijks aanbevelingen over het verbeteren van de processen die
leiden tot de jaarrekening en de kwaliteit van het financiële beheer als geheel. We stellen
onze adviezen onder andere op basis van de rapporten van de gemeentelijke
accountantsdienst, de ACAM, en gesprekken met ambtenaren en wethouders op. Dit jaar
vonden de gesprekken met de wethouders voor het eerst in de openbaarheid plaats.
In de commissie hebben we ons verslag en de aanbevelingen uitgebreid
besproken. Hier wil ik er graag kort een aantal aanbevelingen uitlichten en vervolgens
even stilstaan bij de reactie van het college. Tot slot wil ik stilstaan bij het feit dat dit de
laatste rekening is waarover wij U mogen adviseren en wil ik kort met u terugkijken en
vooruitblikken.
Eerst dus een heel korte toelichting bij onze belangrijkste aanbevelingen van dit
jaar, te beginnen met de allerbelangrijkste. Dat is dat wij adviseren om de jaarrekening
vast te stellen. Er zijn nog enkele onrechtmatigheden en onzekerheden, maar die blijven
ruim binnen de gestelde bandbreedte die de raad aan de accountants heeft meegegeven.
Naast een advies over het vaststellen van de rekening geven we ook elk jaar een aantal
aanbevelingen om het financieel beheer als geheel te verbeteren. We beperken ons dan
vaak tot een klein aantal onderwerpen. Dat is ook een manier om het behapbaar te
houden en om ervoor te zorgen dat we goed kunnen volgen of de aanbevelingen worden
opgevolgd. Een belangrijk onderwerp dat we dit jaar aan de orde gesteld hebben, is het
jaarrekeningentraject, een terugkerend item. Het kostte weer veel moeite om alle
gegevens die nodig zijn voor de controle van de jaarrekening bij elkaar te krijgen. We zien
dat het samenstellen van de jaarrekening en de controle ervan als een soort project moet
worden georganiseerd. We zouden liever zien dat dit een continu proces is waarin per
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
maand of per kwartaal de balans wordt opgemaakt en ook de inhoudelijke gesprekken
plaatsvinden die leiden tot het verhaal achter de cijfers.
Dan de inhoudelijke kwaliteit en de leesbaarheid van het verslag. Ook dat is een
terugkerend thema. We zien wel — en dat geldt overigens voor veel terugkerende thema’s
—dat er stappen voorwaarts worden gezet. Het college maakt het verslag steeds
inzichtelijker en moet daar uiteraard ook mee doorgaan. De raad heeft echter ook de taak
om te proberen heel concreet te zeggen wat hij in dat jaarverslag echt wil zien. We hopen
ook dat de methode-Duisenberg daar een rol in kan spelen.
Dan de prognoses. Hoe komt het dat de schuld 1 miljard euro lager uit kan vallen
dan begroot is? De begroting rekende op een schuld van 4,9 miljard euro en het werd
3,9 miljard euro. Dat is geen Kleine afwijking. We moeten daarvan leren. Waar zitten de
afwijkingen en hoe kan het dat we dat van tevoren zo slecht kunnen inschatten? Hoe
gebeurt dat in de eerste lijn? Hoe wordt dat getoetst door de controlorganisatie? Over die
prognose hebben we ook een aantal aanbevelingen gedaan.
Vervolgens inkoop en betalingen. Hoe leggen we vast of diensten en producten
ook echt worden geleverd, de zogeheten prestatieakkoordverklaring? Daarvoor zijn nu
nog geen goede richtlijnen en we hebben dan ook een aanbeveling om die richtlijnen zo
snel mogelijk op te stellen.
Wij hebben onze aanbevelingen uiteraard ook aan het college voorgelegd en een
reactie gekregen. Wij zijn tevreden met de reactie van het college dat zich herkent in alle
geschetste verbeterpunten en toezegt de aanbevelingen uit te zullen voeren. Op enkele
punten heeft het college zelfs al een start gemaakt, bijvoorbeeld met het overleg met de
Sociale Verzekeringsbank om resterende onzekerheden op te lossen. Op één punt,
namelijk het opstellen van werkinstructies voor het vastleggen van de
prestatieakkoordverklaring waar ik zojuist over sprak, schrijft het college dat de
voorgestelde deadline van 1 september niet haalbaar is. Die was misschien ook een
beetje scherp. Wij raden u wel aan om het college te vragen wanneer deze instructies wel
gereed kunnen zijn. Het is immers echt zaak om concrete afspraken te maken met het
college en die vervolgens consequent op te volgen. Het instemmen met de voordracht is
namelijk niet voldoende om dat te laten gebeuren, zo hebben we geleerd. We zien dat
ook als we de aanbevelingen van vorig jaar langslopen. Een deel ervan is nog niet of niet
helemaal opgevolgd. Deze schuiven dan door of worden noodgedwongen vervangen door
een nieuwe aanbeveling.
Ik zei al dat het nu iets meer dan drie jaar geleden is dat de huidige
Rekeningencommissie aan het werk ging. Dit is het laatste verslag dat wij uitbrengen. Drie
jaar geleden werden wij — nog maar net verkozen — op de schouder getikt door de
accountant, Martine Koedijk, met een schema van bijeenkomsten voor de jaarrekening
van 2013. In de afgelopen jaren is er veel gebeurd in de financiële functie van de
gemeente. Een grote verbouwing naar een meer gecentraliseerde organisatie die nog
steeds voortduurt. Er is een enquêtecommissie geweest die aanbevelingen heeft gedaan.
Ik denk dat we kunnen zeggen dat er nu daadwerkelijk aandacht is voor de financiële
functie. Het is echter een zaak van lange adem om de boel echt op orde te krijgen en te
houden.
Toezicht op de bedrijfsvoering en controle van de jaarrekening is voor de meeste
mensen hier geen liefhebberij. De Amsterdammers hebben ons echter niet alleen
toevertrouwd om keuzes te maken voor politiek interessante zaken als bed, bad en brood
en de mate waarin preventief gefouilleerd mag worden. Ze hebben ons ook het toezicht
op het gemeentelijke apparaat, het toezicht op de bedrijfsvoering toevertrouwd. Het is
heel belangrijk dat we die taak serieus blijven nemen. De raad moet weten wat er gebeurt
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
en ervoor zorgen dat het college waar nodig actie onderneemt. Wij hopen dat onze
commissie daar de afgelopen jaren aan bij heeft kunnen dragen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Guldemond.
De heer GULDEMOND: Ik wil de Rekeningencommissie dank zeggen voor
sowieso dit jaarverslag, maar ook voor die van de afgelopen jaren. Ik heb het idee dat u
de gemeenteraad, maar daarmee ook de gemeente Amsterdam, goed bij de hand hebt
genomen bij het op orde helpen brengen van de financiële functie. Ik heb ook al in de
commissie gezegd dat ik veel waardering heb voor het werk van dit jaar. Wij kunnen ook
instemmen met de aanbevelingen. Ik wil de wethouder wel vragen hoe we een zodanige
deadline kunnen afspreken dat deze voor alle partijen werkbaar is.
Ik heb speciaal voor de Rekeningencommissie nog één vraag naar aanleiding van
de discussie die we ook in de commissie hebben gevoerd en wel over de zogeheten
potjes en buffertjes. Dit gaat heel diep in op de financiële techniek en ik denk dat u
allemaal blij bent dat u vanmorgen om 10.00 uur bent gekomen om dit aan te horen. In de
commissie kwam ter sprake of het voor rve’s, diensten of ambtenaren mogelijk is om via
balansposten en voorzieningen geld mee te nemen naar volgende jaren, ook al heeft de
raad dat misschien niet bedoeld. Het college heeft een brief geschreven met een nadere
toelichting daarop. Het college schrijft zich niet te herkennen in dat beeld. Als ik de tekst
van het college lees, dan zijn het in de visie van het college aanpassingen van
voorzieningen en dus in feite meer bijstellingen van bedragen. U hebt echter heel bewust
voor de term ‘potjes en buffertjes’ gekozen. Sorry: buffers. Daar spreekt voor mijn gevoel
een bepaald waardeoordeel en een bepaalde bedoeling uit en misschien ook wel een
bepaalde intentie van de mensen die zich van die reserves bedienen. Ik ben benieuwd of
u iets verder kunt verduidelijken waarom u voor die woorden hebt gekozen en wat u van
de brief van het college vindt.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Vooral heel veel dank aan de Rekeningencommissie voor al
het werk dat u de afgelopen jaren verricht hebt. Het is ook bijzonder dat dit de laatste keer
is. Het is vooral zo belangrijk omdat aandacht van de raad voor de financiën en voor de
financiële organisatie essentieel is en daar speelt de Rekeningencommissie een heel
belangrijke rol in, ook om de raad een spiegel voor te houden. We hebben in de
Raadscommissie voor Financiën uitgebreid gesproken over uw brief. Ik wil wel nog ingaan
op één aspect, iets wat ik ook weer hoor in de bijdrage van de heer Van Osselaer. Dat is
de kwestie van het opvolgen van de aanbevelingen. In de Raadscommissie voor
Financiën heb ik ook al gezegd dat het aantal nog openstaande opvolgingen, twaalf,
tamelijk groot is. Het is voor de raad lastig om goed in de gaten te blijven houden hoe
goed dat verloopt. Wat we heel vaak zien, is dat er bij de beantwoording heel veel context
wordt geboden en dat er heel vaak wordt uitgelegd wat de stand van zaken is, maar dat
het vaak lastig is om heel concreet te zien waar de complexiteit zit. Daarom toch de vraag
aan de Rekeningencommissie: kunt u de raad nog meegeven hoe wij dat het best kunnen
doen, meer dan alleen scherp blijven doorvragen en kritisch blijven kijken?
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ruigrok.
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
Mevrouw RUIGROK: In feite heeft de heer Boutkan precies de vraag gesteld die
ik ook heb. Allereerst dank aan de Rekeningencommissie. Dit is altijd een grote klus. Ook
dank aan iedereen die daarbij helpt. Er zijn weer goede aanbevelingen uit voortgekomen.
Ik kijk zelf altijd naar de grote lijn: wat komt erin, wat gaat eruit en wat is er ondertussen
gebeurd? U hebt daar wat diepgaander naar gekeken. Ik heb daarom dezelfde vraag die
net al is gesteld. U schrijft dat de rapportering van het college op basis van de
aanbevelingen nog iets verbeterd kan worden. Misschien kunt u toelichten hoe dat
verbeterd kan worden.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge.
De heer FLENTGE: Vanwege de afwezigheid van onze financieel woordvoerder,
Daniël Peters, heel kort. Ik wil mij aansluiten bij de dank aan de Rekeningencommissie. Ik
weet hoeveel werk het is en om er dan op de vroege ochtend zo monter bij te zitten, is
ook een hele prestatie. Terwijl ik op dit soort tijdstippen meestal maximaal het woord
‘koffie’ uit mijn mond krijg, zie ik hier een montere groep mensen die zelfs inhoudelijke
antwoorden weet te geven. Daarvoor mijn dank. U bent een lichtend voorbeeld.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma.
Mevrouw ROOSMA: Ook namens de fractie van GroenLinks veel dank voor deze
bijdrage nu, maar ook voor de afgelopen jaren. Ik wil de woorden van de heer Boutkan
onderstrepen. We hebben in de commissie ook uitgebreid gepraat over de aanbevelingen
en over hoe de raad goed kan controleren of die aanbevelingen ook worden opgevolgd. Ik
sluit mij daarom graag aan bij de woorden van de heer Boutkan op dat punt. Om u de
kans te geven om meer antwoorden te geven, wil ik ingaan op de prognose van de
schuldprojectie. Ik vind dat een belangrijk onderwerp dat echter meer omvat dan alleen de
schuldprojectie. In mijn bijdrage zo meteen zal ik ook ingaan op de prognoses bij andere
onderdelen van de begroting en de jaarrekening, met name op het gebied van de zorg. Ik
ben benieuwd of het u ook is opgevallen dat er discussie is over het scherper dan wel
conservatiever begroten en wat uw visie daarop is. Kunt u daar iets over zeggen?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Osselaer.
De heer VAN OSSELAER: Ik wil beginnen met de potjes en buffers. Of zijn het
fouten in ramingen en voorzieningen? Als ik de vraag van de heer Guldemond even in
mijn eigen woorden mag vertalen, dan vraagt hij eigenlijk: is hier sprake van fouten die
beide kanten op gaan? Soms iets te veel begroot, soms wat te weinig geraamd. Of is er
sprake van het doelbewust ruimte creëren voor een volgend jaar? Wij moeten daarvoor
afgaan op de gesprekken die wij hebben met de accountant. De accountant heeft het idee
dat van allebei sprake is geweest. Dat er ook sprake is van het doelbewust ruimte creëren
voor het volgende jaar.
(De heer GULDEMOND: Zijn er indicaties waaruit dat zou blijken en waar
we dat kunnen terugzien? Of is dat meer een kwestie van
beroepservaring?)
Ik heb dat ook aan de accountant gevraagd. De accountant zegt dat dit een
gevoel is dat voortkomt uit de discussies over bijvoorbeeld de hoogte van een
voorziening. Ik denk dat het moeilijk is om daarvoor bewijslast aan te dragen, maar het is
wel het gevoel dat de accountant aan die gesprekken heeft overgehouden.
5
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
Dan een vraag van de heer Boutkan en ook van mevrouw Ruigrok. Hoe zit het
met de aanbevelingen die niet worden opgevolgd? We hebben een overzicht opgenomen
van de opvolging van de aanbevelingen. Daarin ziet u dat een aantal aanbevelingen niet
is opgepakt. Bijvoorbeeld de aanbeveling: identificeer waar afspraak is afspraak in het
geding is, naast lead buyership en de verplichtingenadministratie. Die zijn niet opgepakt.
Of neem een aanbeveling uit 2014 om de juridische concerncontrol te versterken. Er
wordt pas dit jaar een hernieuwde visie op de juridische control verwacht. Daarnaast is er
een vrij groot aantal aanbevelingen waar al wel aan is begonnen, maar die nog niet
geheel zijn opgevolgd. De heer Boutkan vraagt wat we daaraan kunnen doen. In de
commissie heb ik al verteld dat het een taak is van de Rekeningencommissie om heel
concreet proberen te zeggen wat we gerealiseerd willen zien. Dus duidelijke afspraken
maken, ook met een duidelijke deadline. Als een aanbeveling bijvoorbeeld het verbeteren
van de juridische control is, dan is het misschien niet volstrekt duidelijk wanneer dat
afgerond is. Daar moet de Rekeningencommissie goed op letten. Ik denk ook dat
raadsleden daar een rol in kunnen spelen door te proberen die afspraken zo concreet
mogelijk te maken als wij dat hebben nagelaten.
Aan de andere kant is er ook meer concreetheid vereist om het voor ons
makkelijker te maken om de voortgang te monitoren. In de rapportage van het college
willen we meer precisie zien. Nu wordt er vaak uitgelegd wat er allemaal gebeurd is en
welke programma’s er zijn gestart. Als we echter zoeken naar het antwoord op de vraag:
‘hebt u echt gedaan wat we hebben aanbevolen?’ dan is het vaak zoeken en soms
kunnen we er aan de hand van de tekst geen uitsluitsel over geven. In de gesprekken die
wij met de wethouders voeren, proberen we echt door te vragen om erachter te komen
wat er echt is gerealiseerd en wat er echt nog niet is gerealiseerd. Dat zou ons advies op
dat gebied zijn.
Mevrouw Roosma heeft een vraag gesteld over de prognose van de schuld. We
hebben dat ook in de commissie besproken. Is dat alleen het geval bij de schuldprojectie?
Daar zit, zoals ook de heer Guldemond al zei in de commissie, een andere kant aan,
namelijk de prognose van de uitgaven. Als we de uitgaven veel hoger schatten dan de
werkelijke uitgaven, dan resulteert dat uiteraard in een ander schuldplaatje. Het zijn in
feite twee kanten van één medaille. U vroeg of we specifieke waarnemingen hadden op
het gebied van de zorg. Die hebben we niet.
De VOORZITTER: Dank u wel. Uw bijdrage leidt niet tot nieuwe vragen. Ik
vermoed dat daarmee het verslag van de Rekeningencommissie voldoende is besproken.
De besluitvorming volgt aan het begin van de middagzitting. Ik dank de
Rekeningencommissie voor haar werk en voor haar komst naar deze kant van de tafel. Ik
verzoek het college weer van de tribune af te dalen en zijn plaats in te nemen.
(De heer GULDEMOND: We zouden dit gevoegd behandelen met de
reactie van het college op het verslag van de Rekeningencommissie.)
Dat hebben we gedaan.
(De heer GULDEMOND: Dat snap ik, maar er was ook nog een vraag die
ik niet aan het collega heb kunnen stellen omdat dat er nu niet was. Ik heb
er wel aan gerefereerd. Krijgt het college nog de gelegenheid om daarop
te reageren?)
Misschien kunnen we dat combineren met het volgende agendapunt. Anders
moeten we de wethouder Financiën vragen of hij alsnog deze vraag kan beantwoorden.
Kunt u dat nu doen”?
6
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
(De heer GULDEMOND: Het betrof de vraag over de deadline van
1 september waar we een nadere afspraak over moeten maken.)
De wethouder komt nu naar beneden.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock.
Wethouder KOCK: Dat was een vraag over de prestatieverklaringen. Wanneer is
een prestatie geleverd? We zijn in gesprek met de ACAM over de werkinstructie die we
daarvoor hebben en de vraag wat daar nog aan verbeterd kan worden. Die gesprekken
vinden op dit moment plaats. Het zal niet lukken om voor 1 september zowel dat af te
ronden als in kaart te brengen hoe we die werkinstructie kunnen aanscherpen. Ik kan u
wel na de zomer laten weten wat wel een realistische deadline is voor die aanbeveling.
De verder behandeling van de punten 10 en 11 wordt even aangehouden.
12
Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het generaal verslag 2016
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 665)
13
Vaststellen van het jaarverslag 2016 van de gemeente Amsterdam
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 664)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Guldemond.
De heer GULDEMOND: Ik liep net naar voren met een stapeltje boekjes en
mevrouw Roosma herkende al een Pechtoldje. D66'ers en stapeltjes boekjes, dat is
natuurlijk gevaarlijk. Dit is overigens de stapel die bij ons in de fractie de stapel van Rob is
gaan heten, maar daar kom ik zo meteen nog verder op terug.
Het vierde en laatste jaarverslag van deze raadsperiode ligt voor. Volgens D66 is
het ook zeker het beste van de vier. Het laat mooie resultaten in 2016 zien, het is het
meest bruikbare als instrument voor de raad en het is duidelijk zichtbaar dat de financiën
steeds meer op orde komen. Ik zal beginnen met de inhoud. De jeugdwerkloosheid in
Amsterdam daalde tot onder het landelijk gemiddelde. Ruim 30% meer jongeren dan
gepland werd, zijn terug naar school of werk begeleid. Ruim 40% meer werkzoekenden
dan gepland aan het werk geholpen. Het gebruik van de lerarenbeurs en de scholenbeurs
overtroffen de verwachtingen. De turbo ging op integratie om met de heer Paternotte te
spreken. Een succesvolle Amsterdamse aanpak die landelijk veel lof oogstte. En voor het
eerst in jaren werd de taakstelling voor de huisvesting van statushouders zo goed als
gehaald. Er werden voor het derde opeenvolgende jaar meer dan vijfduizend woningen in
aanbouw genomen en in 95% van de uitgegeven grote tenders zijn de woningen
energieneutraal. Dit alles konden we tegelijkertijd met een lastenverlichting voor
Amsterdammers en een schuldenverlichting voor Amsterdam realiseren. Ik geef toe dat
we economisch natuurlijk de wind in de rug hadden.
(Mevrouw ROOSMA: U noemt nu de resultaten op van investeringen in
onderwijs en integratie, maar u noemt niet de bezuinigingen die u de
7
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
afgelopen jaren en met name in 2016 hebt doorgevoerd. Gaat u daar ook
nog iets over zeggen?)
Dat was ik niet van plan, maar ik heb het vermoeden dat ik daartoe wel
uitgedaagd zal worden.
(Mevrouw ROOSMA: Hoe vindt u dat het gegaan is met bijvoorbeeld de
implementatie van de bezuinigingen op de subsidies in deze stad die veel
organisaties hebben getroffen waardoor zij nu niet meer bestaan of
mensen hebben moeten ontslaan? Kunt u daar nog op ingaan?)
Bij het besluit om een aantal subsidies te beperken of te verminderen, was het
ons bekend dat dit consequenties zou hebben voor de activiteiten van de betreffende
organisaties. Dat was de keuze die onze partij en deze coalitie gemaakt hebben. We
hebben dat ook altijd duidelijk gemaakt. Daarnaast zie ik ook dat er een aantal
organisaties is dat stelde dat de bezuinigingen absoluut niet door konden gaan, maar die
het toch redden met minder subsidie.
Ik werd net onderbroken door mevrouw Roosma toen ik op het punt stond om het
college een compliment te maken voor de prestaties van het afgelopen jaar. Het lijstje
resultaten dat ik opnoemde, betreft voor D66 echt wel mooie resultaten. Tegelijkertijd zijn
er ook dingen waar ik zorgen over heb. Daarvan wil ik er een paar noemen omdat die er
voor ons echt uitspringen.
Ten eerste de brandweer. Die hebben we al verschillende keren genoemd, ook bij
de jaarverslagen. We maken ons zorgen over de vraag of de brandweerzorg en met name
de brandpreventie voldoende aansluit bij de groei van de stad. Daarnaast de uitstroom uit
de maatschappelijke opvang. Vooral omdat we mensen graag de ruimte geven om op
eigen benen te staan, maar ook vanwege de kansen om efficiënter hulpverlening in te
zetten, blijft voor ons de inzet op het vergroten van de uitstroom onverminderd belangrijk.
We realiseren ons natuurlijk ook dat we daartoe voldoende geschikte woningen moeten
weten te realiseren. Dat is de opgave waarmee we moeten doorgaan.
(Mevrouw ROOSMA: De opgave waarmee we moeten doorgaan. U
refereert denk ik terecht aan de slechts 33 woningen die gerealiseerd zijn
in het kader van de aanpak van kwetsbare groepen. Hoe wil D66 daarop
inzetten? Denkt u dat er extra investeringen nodig zijn of andere zaken?)
Dat is een heel goede vraag. Ik vermoed sterk dat een paar van mijn collega’s
daar in de verschillende commissies ook al uitgebreid over gesproken hebben met de
wethouder dan wel wethouders. Later in mijn betoog kom ik nog met een bescheiden
voorstel om een stukje van die opgave op te pakken. Het is een heel goede vraag die ik
ook graag aan het college wil stellen. Welke extra mogelijkheden zijn er nog?
(Mevrouw DE HEER: Ik zal de vraag iets meer financieel gericht stellen.
Ik zie u kijken waar de woordvoerder Zorg is. U bent het toch met mij eens
dat er voldoende geld is? We hadden veel meer kunnen investeren dan
die 33 woningen.)
Ik denk inderdaad dat het knelpunt bij het realiseren van die woningen niet zozeer
het geld is, maar meer de schaarste op de woningmarkt die we in Amsterdam hebben.
Dat is bekend en dat is een uitdaging.
(Mevrouw DE HEER: Dat snap ik, maar dat is geen antwoord op mijn
vraag.)
Het was wel een antwoord op de vraag, maar misschien niet het antwoord waar u
op zat te wachten. Volgens mij heb ik gezegd dat geld niet het grootste probleem is en dat
het veel meer een kwestie is van de beschikbare ruimte. Ik hoop dat wij daar op niet al te
8
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
lange termijn slimme oplossingen voor kunnen verzinnen. Misschien kan het college daar
iets over zeggen.
Ik kom bij de rechtmatigheid van aanbestedingen. Ik vind het pijnlijk dat we voor
het vierde jaar op rij door de accountant gewezen worden op onrechtmatigheden bij de
aanbestedingen, vooral naar aanleiding van het stevige gesprek dat we daar vorig jaar
over hebben gehad. We hebben er ook in de commissie over gesproken. De accountant
schrijft dat er verbeteringen zichtbaar zijn en dat er voor een deel sprake is van een na-
ijleffect van eerdere besluiten en aanbestedingen. Ik hoop dan maar dat de wethouder het
als een soort erekwestie wil beschouwen om dit in deze bestuursperiode nog zoveel
mogelijk opgelost te hebben.
Terwijl ik bij de jaarrekening 2013 nog stelde dat Amsterdam financieel niet in
control was, constateer ik nu dat dit jaarverslag door alle verbeterslagen die zijn gemaakt,
al dan niet op verzoek van of in gesprek met de raad, inmiddels een leesbaar document is
dat bruikbaar is voor het doel dat het moet dienen. Reflecteren op het beleid en daaruit
lessen trekken voor de toekomst. Dat gesprek hebben we dit jaar voor het eerst weer in
de vakcommissies gevoerd en mijn fractie is daar zeer blij mee. Ik denk dat het
bijgedragen heeft aan het kritisch volgen van het beleid, deels ook aan de hand van
Duisenbergrapportages. Een paar punten wil ik eruit lichten.
(Mevrouw ROOSMA: Vorig jaar hebt u gezegd dat we nog niet in control
zijn op financieel gebied. Wat is uw oordeel nu?)
Ik haalde een citaat van mezelf aan over de jaarrekening 2013. Waar ik in mijn
betoog naar toe wil, is dat wij steeds meer in control komen. Ik vond dat dat in 2013 echt
onvoldoende was. Nu denk ik dat we op een punt zijn gekomen dat we de basis bijna op
orde hebben zoals dat zo mooi heet.
(Mevrouw ROOSMA: Maar dus nog niet in control.)
Nu doet u alsof dat een soort zwartwit, wel of niet is. Ik ben die mening niet
toegedaan. Ik denk dat er eerder sprake is van een schaal. Ik denk dat we op het punt zijn
waar we redelijkerwijs hadden mogen verwachten te zijn op dit moment.
(Mevrouw ROOSMA: Dus 60% in control? Of 50% in control?)
Ik moet u zeggen dat ik me op deze plek ooit een keer heb laten verleiden tot het
noemen van een cijfer op het gebied van financiën. Achteraf heb ik daar best interessante
evaluatiegesprekken met partijgenoten over gehad.
(Mevrouw DE HEER: Ik haal de woorden van de ACAM aan. Die schrijft in
zijn generaal verslag: “2016 was een tussenjaar. De vruchten van alle
ingezette acties konden nog niet worden geplukt.” Dat zegt mij dat er heel
veel is gedaan, maar het enige wat telt, is het resultaat. Bent u dat met mij
eens? Er moet nog bewezen worden of het allemaal zal gaan zoals het
gepland is.)
Wat ik net tegen mevrouw Roosma probeerde te zeggen, sluit denk ik ook wel
aan bij wat u citeert van de ACAM. We moesten nogal van ver komen. Om te verwachten
dat we in 2016 alles helemaal op orde hebben, is absurd. Als we naar het verhaal van de
accountant en het verhaal van de Rekeningencommissie luisteren, dan denk ik dat we zijn
waar we redelijkerwijs hadden verwachten te mogen zijn en dat dat een knappe prestatie
is,
(Mevrouw ROOSMA: D66 heeft een verkiezingsbelofte gedaan. ‘Wij gaan
de financiën op orde brengen.’ U zegt nu: we zijn er nog niet, maar we zijn
wel waar we redelijkerwijs hadden mogen verwachten te zijn. Zijn aan het
eind van deze periode de financiën op orde en zijn we dan in control?)
9
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
Eerst enige context. Dit gaat over het jaarverslag 2016. We zijn inmiddels medio
2017. Eris nog bijna een jaar te gaan totdat de bestuursperiode echt afgelopen is. Ja, we
zijn aan het eind van deze periode op het niveau waarop we de basis op orde hebben.
We hebben, mede naar aanleiding van de enquêtecommissie, een masterplan Financiën
op orde. Daar heeft de wethouder een voorzet voor gegeven. Dat plan volgen wij. Er zit
een mooi schema in waarin staat waar we wanneer willen zijn. Volgens mij hebben we de
laatste keer in de commissie geconstateerd dat we op schema liggen.
(Mevrouw ROOSMA: Dus volgend jaar 100% in control.)
Het is verleidelijk om te zeggen: nu doet u het weer, maar dan gaan we politieke
trucjes van elkaar kopiëren. Ik zei net dat we een ambitieniveau hebben afgesproken voor
de basis op orde. U kent het schema ook. Voorbij de basis op orde zijn er echt nog wel
ambities om de financiën nog steviger in de teugels te nemen en daarmee te sturen. Ik
denk dat het een illusie was om te verwachten dat we daar medio 2018 al zijn. Ik zie wel
dat wij op koers liggen om de ambities die we hebben afgesproken ook te realiseren en
volgens mij bent u het daarmee ook eens.
Ik was aanbeland bij een aantal leerpunten in deze jaarstukken. Ik wil beginnen
met de investeringen in infrastructuur en openbare ruimte. We hebben dat net in het
gesprek met de Rekeningencommissie ook al even genoemd. De projecten blijven achter
bij de planningen en dat is niet voor het eerst. We hebben daar vragen over gesteld en
het college schrijft dat de complexiteit van Amsterdam het lastig maakt om te versnellen.
Van de suggestie van collega Vroege om te gaan overprogrammeren, stelt het college dat
dat niet wenselijk is. Dat kunnen wij volgen. We begrijpen dat het ingewikkeld is en dat
overprogrammeren geen oplossing is, maar we hebben niet voor niets die lijst met
investeringen afgesproken. Wij vinden ze belangrijk voor Amsterdam. Ik wil daarom graag
het college uitdagen om een verdergaande analyse te verrichten om erachter te komen
waar het op vastloopt of waar de vertraging vandaan komt en om desnoods de raad
voorstellen te doen om de werkwijze of de programmering anders in te richten zodat in
ieder geval planning en uitvoering elkaar weer dichter naderen.
Een ander punt is het herplantfonds. Ik vind het jammer dat de heer Van
Lammeren er niet is. In 2016 hebben we de eerste 2,7 miljoen euro opgehaald om bomen
in de stad te herplanten. Uit antwoorden op onze technische vragen krijgen wij niet
meteen het idee dat er al grootse plannen zijn om daadwerkelijk tot herplant over te gaan.
Euro's op de bank maken geen zuurstof. Ik wil de wethouder daarom graag uitdagen om
met een plan te komen om die versnelling toch te realiseren. Herplanten doen we niet
voor niets. We vinden het belangrijk dat er groen en bomen in de stad blijven.
Dan een kleiner punt: besparing op communicatie. In het programmaonderdeel
Bestuur en ondersteuning lezen we dat stadsdeel Centrum een besparing op
communicatie heeft gerealiseerd door een slimmere en efficiëntere inzet van
communicatiemiddelen. Dat is hartstikke goed nieuws. Dat deed mij dus denken aan de
stapel van Rob. Publicaties die wij het afgelopen jaar voorbij zagen komen en waarvan wij
ons afvroegen of dat de meest sobere en doelmatige inzet van publieke middelen was.
Daarom heb ik een motie om het college op te roepen om de lessen van stadsdeel
Centrum breder in Amsterdam te benutten en nog eens kritisch te reflecteren op onze
communicatiebudgetten. Hoe mooi deze boekjes ook zijn, we kunnen ons voorstellen dat
Amsterdammers ook op andere manieren of misschien zelfs beter geholpen kunnen
worden.
Dan wil ik in het derde blokje nog stilstaan bij de financiële techniek. Zoals we net
al in het debat met mevrouw Roosma en mevrouw De Heer hoorden, hebben we in 2016
flinke stappen gezet. Dat is gememoreerd door de accountant en de
10
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
Rekeningencommissie. We liggen op schema. In de commissie zei ik al dat we inmiddels
al in een andere fase van de verbeteringen zijn gekomen. De financiële huishouding is
nog steeds complex, maar we beginnen wel overzicht te krijgen. Dat roept tegelijkertijd
nieuwe vragen op. Waarom gaan dingen zoals ze gaan? Wat vindt de raad daarvan?
Langzaam komen we meer in control. Het stuur voor de raad wordt zichtbaar en ik merk
een zekere aandrang bij mezelf, maar volgens mij ook bij de collega’s, om dat stuur ook
daadwerkelijk te grijpen. Ik noem een paar voorbeelden. Rentetoerekening aan reserves.
Volgens mij hebben we dat vorig jaar ook al besproken. Nu gaat daar volautomatisch
30,5 miljoen euro in om op basis van rentestanden van ver voor de crisis. Mij staat bij dat
het college met een herijking bezig is. Kunnen wij die binnenkort verwachten?
Dan de beschikbare ruimte in de verschillende reserves. Daar hebben we het
vorig jaar ook over gehad. In hoofdstuk 5.8 is een mooie exercitie gedaan om voor een
paar reserves inzichtelijk te maken hoeveel de vrije ruimte in die reserves is. Ik denk
echter dat we daartoe nog een extra stap moeten zetten. Een concreet voorbeeld: we
lezen in het jaarverslag dat er bij parkeren hogere opbrengsten zijn en dat er 22 miljoen
euro extra in het parkeerfonds vloeit, maar dat leidt niet tot vrije ruimte in het centraal
mobiliteitsfonds. Dat komt, zo heb ik begrepen uit de technische sessies, omdat men bij
het opstellen van de jaarrekening en dus het berekenen van de vrije ruimte al is uitgegaan
van het verdeelvoorstel dat bij de voorjaarsnota wordt gedaan. Ik snap die praktische
gang van zaken — stukken op elkaar laten aansluiten — maar het was ons er natuurlijk om
te doen dat we een moment creëren waarop de raad kan zeggen: willen wij die vrije
ruimte wel daarvoor inzetten? Op deze manier lijkt dat niet te lukken en blijven we een
beetje in een kringetje lopen. Ik ben benieuwd of het college dit gevoel van mij herkent en
hoe we daar samen een oplossing voor kunnen vinden.
Dan de potjes en buffers waar we het net al even met de Rekeningencommissie
over hadden. We hebben er in de commissie ook al even over gesproken. Het college
heeft er een brief over gestuurd. Die Klinkt veel genuanceerder dan de
Rekeningencommissie, maar ik hoorde net van de heer Van Osselaer ook al duidelijke
signalen over de mening van accountant erover. Ik denk dat het hier te ver voert om
precies uit te werken hoe het zit en hoe het kan. Daarom wil ik de wethouder vragen om
ons in een brief — dat hoeft niet meteen volgende week, dat kan prima na de zomer —
verder mee te nemen in hoe dit werkt. Wat zijn de afspraken die daarvoor intern gelden?
Misschien is het dan ook nuttig als de Rekeningencommissie en de accountant hun eigen
bevindingen en beelden daarnaast kunnen leggen. Het moet allemaal goed werken, maar
aan de andere kant vinden we het ook belangrijk dat de raad zijn budgetrecht kan blijven
uitoefenen.
Dan de onderbesteding bij maatschappelijke ondersteuning. Daar is in
verschillende commissies ook al veel over gezegd. We zien daar wederom een forse
onderschrijding. Dit jaar misschien extra groot omdat de egalisatiereserve ook overloopt.
Dan komen we volgens mij op een punt waar de enquêtecommissie iets over heeft
gezegd, maar waarmee we nog niet vreselijk veel hebben gedaan. Namelijk onze traditie
van forse positieve rekeningresultaten. De enquêtecommissie verklaart dat met het
principe van bewust behoedzaam begroten. De vrijvallende middelen zetten we natuurlijk
via het rekeningresultaat altijd wel nuttig in, maar wat mij betreft niet optimaal omdat we er
geen structurele beleidsprioriteiten mee kunnen dekken. Dat heeft weer een ander nadeel
dat ik wil toelichten met een citaat uit de jaarstukken op pagina 82, speciaal voor de heer
Boutkan. “Vanaf 2016 is 4 miljoen euro aan incidentele middelen omgezet naar structureel
budget. Hierdoor kon inhuur van personeel worden vervangen door vast personeel.” Ik
heb het niet opgezocht, maar ik neem aan dat hier ook een Kleine efficiencyslag mee
11
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
gemaakt kan worden en dat we dus meer geld overhouden voor nuttige dingen voor de
Amsterdammer. Ik denk, mijnheer Boutkan, dat wij elkaar daar kunnen vinden op het punt
van de externe inhuur. Dan kunnen wij elkaar waarschijnlijk ook vinden bij het op orde
brengen van onze financiën. Speciaal voor dit punt heb ik met mevrouw Roosma een
motie om het college te vragen om in ieder geval bij dit programmaonderdeel goed door te
lichten of de structurele begrotingsruimte die we daar elk jaar voor beschikbaar stellen
nog aansluit bij wat we qua beleidsdoelstellingen in dat programma willen. Als er
eventuele budgetruimte is, dan kan de raad die optimaal inzetten.
Als laatste een motie samen met de collega’s van de VVD en de SP om als raad
toch voorzichtig dat financiële stuur in handen te nemen. Uit de jaarstukken blijkt namelijk
dat er in het Amsterdams investeringsfonds nog 2,8 miljoen euro vrije ruimte zit. Dat geld
valt in principe vrij in de rekening 2017. Tegelijkertijd zijn er in de afgelopen weken, onder
andere bij de eerste termijn van de voorjaarsnota, nog enkele financiële knelpunten naar
boven gekomen voor de oplossing waarvan wij in de raad brede steun verwachten.
Daarom bij motie een verzoek aan het college om zo snel als mogelijk is, maar dat zal
waarschijnlijk bij de najaarsnota zijn, aan de raad de benodigde besluiten voor te leggen
om deze 2,8 miljoen euro nuttig in te zetten waarmee wij een klein beetje meer in control
zijn, mevrouw Roosma.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
690 Motie van het raadslid Guldemond inzake het jaarverslag 2016 (efficiënte
inzet van communicatiemiddelen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 817).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_te verkennen in welke mate de door stadsdeel Centrum bedachte slimmere en
efficiëntere inzet van communicatiemiddelen breder toepasbaar is binnen de
gemeente Amsterdam;
- te verkennen in welke mate hiermee ook een besparing mogelijk is op
budgetten ten behoeve van communicatie;
- de resultaten hiervan beschikbaar te stellen ten behoeve van de
coalitievorming 2018.
70° Motie van de raadsleden Guldemond en Roosma inzake het jaarverslag
2016 (zorgmiddelen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 818).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- gebruikmakend van voorgaande jaarverslagen en de expertise van zowel de
lijn, businesscontrol als DMC ten aanzien van het programmaonderdeel
Maatschappelijke ondersteuning inzichtelijk te maken in welke mate het
structurele budget aansluit op de bijbehorende beleidsdoelen;
- daarbij inzichtelijk te maken welke mate van behoedzaamheid wordt
gehanteerd bij de prognoses voor de benodigde middelen om de gestelde
(beleids)doelen te realiseren;
- de resultaten hiervan beschikbaar te stellen ten behoeve van de
coalitievorming in 2018.
71° Motie van de raadsleden Guldemond, Torn en Flentge inzake het
jaarverslag 2016 (knelpunten oplossen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 819).
12
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De raad in de najaarsnota 2017, of zoveel eerder als mogelijk is, de benodigde
besluiten voor te leggen om de bedoelde reservering te laten vrijvallen en de vrijval in
2017 en/of 2018 als volgt in te zetten:
- 0,4 miljoen euro aanpak radicalisering;
- 0,4 miljoen euro ten behoeve van de in de overwegingen genoemde punten
aangaande kunst, cultuur en monumenten;
- 1,0 miljoen euro ten behoeve van de in de overwegingen genoemde
knelpunten bij de uitstroommogelijkheden jeugdhulp;
- 0,5 miljoen euro ten behoeve van ontwikkelbuurten, in het bijzonder het
opknappen van speelterreinen;
- 0,5 miljoen euro ten behoeve van het meer datagedreven en
informatiegestuurd maken van handhaving.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer.
Mevrouw DE HEER: Een coalitiemotie bij de jaarrekening met allerlei uitgaven.
Dat heb ik volgens mij niet eerder meegemaakt. Wij zullen ernaar kijken. De heer
Guldemond haalde ook al de jaarrekening 2013 aan. Dat was toen ik mijn maidenspeech
hield. Ik heb ook even teruggezocht wat ik toen heb gezegd. Ik heb in ieder geval ook
gezegd hoe leuk de Rekeningencommissie was. Volgens mij geloofde niemand mij toen
en nu nog steeds niet. Het is echter echt zo. Ik ga echt vooral de mensen in de
Rekeningencommissie heel erg missen, want het is echt een heel leuk clubje. En het gaat
over de financiële techniek, maar ook dat is best leuk. Wie volgend jaar nog in de raad zit:
geef u meteen op. Een ander punt dat ik toen aanhaalde is dat we ook toen al druk bezig
waren met de verbeteringen van de financiële functie. Toen stond in het generaal verslag
van de accountant dat er wel zestien veranderingen in de financiële functie op stapel
stonden en dat de risico’s die daarmee gepaard gingen groot waren omdat er veel
afhankelijknheden waren. Ik heb toen nog een motie ingediend voor een masterplanning.
Dat is alweer lang geleden. Ook deze wethouder Financiën heeft het er druk mee. Na een
moeilijk jaar 2015, want dat was het, is gelukkig het oordeel over 2016 iets beter. Ik zei
net al dat 2016 een tussenjaar was en dat de vruchten van alle ingezette acties nog niet
konden worden geplukt. Er zijn veel acties ingezet, maar het resultaat is het enige wat telt.
Het moet allemaal nog neerdalen in de organisatie. Daarom is het nogal spannend wat
daarmee gebeurt. Er moet immers nog veel gebeuren.
(De heer GULDEMOND: Mevrouw De Heer, u maakte net een opmerking
over de duiding van de accountant van het jaar 2016 als een tussenjaar.
U zei ook dat er nog veel moet gebeuren. Wat vindt u van het resultaat tot
nu toe? Vindt u het niet logisch dat we nu zijn waar we zijn?)
Ik zie dat er heel hard wordt gewerkt, maar ik heb al eerder mijn zorgen
uitgesproken over het feit dat er heel veel acties tegelijkertijd gaande zijn en dat dat ook
risico’s met zich meebrengt. We moeten ervoor zorgen dat de organisatie er klaar voor is.
Een goed voorbeeld dat ik toch wil aanhalen, vormen de betalingsachterstanden. Ik denk
dat er achteraf gezien niet voldoende is gekeken of de organisatie wel klaar was om met
AFS 2.0 aan de slag te gaan. Het risico is dat we besluiten om iets te gaan doen, maar
dat het maar de vraag is of de mensen het aankunnen. Er komt veel op de organisatie af.
13
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
(De heer GULDEMOND: Mevrouw De Heer haalt een mooi voorbeeld aan
waarvan ik denk dat we in de tweede helft van 2016 samen met de
wethouder de voorbereidingen tamelijk intensief gevolgd hebben, inclusief
een go/no-go-besluit met allerlei seinen op groen. Op welk moment dacht
u: ik vind het eigenlijk te spannend?)
Ik vind dit een beetje een gekke vraag. We hebben die gesprekken met elkaar
gevoerd. Een van de punten die we allemaal hebben ingebracht, was: zorg ervoor dat de
mensen er Klaar voor zijn als we dit gaan doen. Dat ze opgeleid zijn en dat de protocollen
gereed zijn. Achteraf kunnen we ons afvragen of dat ook daadwerkelijk het geval was.
(De heer GULDEMOND: Volgens mij heeft de wethouder steeds gezegd
dat de kans dat het 100% goed zou gaan gelijk was aan nul. We hebben
samen de risico's besproken. Op welk moment dacht u of wist u: dit is niet
goed, dit moeten we niet doen?)
Dat is een gekke vraag, want ik kan dat niet weten. Wij vragen aan de wethouder
of de organisatie er klaar voor is. Natuurlijk gaat zoiets groots nooit in een keer 100%
goed. Mijn oordeel is dat het achteraf bezien verstandiger was geweest om iets langer te
wachten en om ervoor te zorgen dat de organisatie er beter klaar voor was. Ik zit echter
niet in die organisatie. Daar hebben we een wethouder voor. Hem stel ik vragen. Ik heb er
vaker mijn zorgen over uitgesproken, ook over andere trajecten. Als u zegt: we gaan het
zo doen, dan is het niet morgen geregeld met een organisatie met 13.000 medewerkers.
Dat vraagt nogal wat en we moeten daarom uitkijken dat we niet te veel vragen.
(De heer GULDEMOND: Vindt u het niet iets te makkelijk om achteraf te
zeggen, terwijl alle seinen op groen stonden: dit hadden we toch anders
moeten doen?)
Mijn vraag is daarom of alle seinen wel op groen stonden. Dat is iets wat we op
dat moment niet goed genoeg wisten.
(Mevrouw ROOSMA: Vond u het in dat licht verstandig dat het college
heeft besloten tot een structurele bezuiniging van 6 miljoen euro op de rve
Financiën?)
Nee. Volgens mij hebben we het daar vaker over gehad. We hebben een heel
grote reorganisatie gehad. Ik denk dat we die op een andere manier moeten inrichten. Dat
is ook logisch, maar om er meteen een bezuiniging aan te koppelen, is niet verstandig.
Zeker niet omdat die ene organisatie op 1 januari 2015 is gestart en we dat dus net achter
de rug hebben. Volgens mij doen we daar samen een heel mooi voorstel voor, mevrouw
Roosma.
Ik noem een aantal voorbeelden waar het beter moet. De krappe prognoses. Daar
hebben we het al een paar keer over gehad. Het is een beetje zuur als er zo veel geld op
de plank blijft liggen. De schuld is 1 miljard euro lager dan begroot. Ik denk dat de VVD
dan denkt: mooi, minder schuld. Het betekent echter ook dat we allerlei uitgaven niet
hebben gedaan die we wel hadden willen doen. Zorg is altijd een goed voorbeeld,
maatschappelijke opvang, woningen. U hebt gelijk, mijnheer Guldemond, er moet ook
ruimte zijn. Het is echter ook zonde als geld niet wordt uitgegeven terwijl we dat wel van
plan waren. Dat moet echt beter. Als zelfs het CDA al zegt dat er ruimte is om de schuld
een beetje meer te laten stijgen, dan denk ik: dan is het echt zo.
(De heer GULDEMOND: Over het punt waar u net naar mij verwees, zijn
wij het niet oneens. De strekking van de motie is echter meer: als wij zien
dat er jaar in, jaar uit geld overblijft, moeten we daar dan niet eens kritisch
naar kijken? Bent u daar ook voor?)
Als u het zo zegt, wel. Ik moet de motie eerst nog lezen.
14
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
Een ander punt waar we ook in de commissie over gesproken hebben, zijn de
businessdossiers. Voor de mensen die niet financieel onderlegd zijn: dat zijn de dossiers
die mensen maken om ervoor te zorgen dat we één jaarrekening krijgen. Die zijn
belangrijk, want zonder de businessdossiers geen jaarrekening. Het is moeilijk om die
dossiers goed op orde te krijgen. Elk jaar, ook dit jaar weer, was twee derde van de
businessdossiers niet op orde. We hebben gelukkig een heel goede accountant die zegt:
dit is niet goed. Dan kan het gecorrigeerd worden, maar dat moet natuurlijk door de eigen
organisatie zelf gebeuren. Dat wordt niet voldoende gedaan. De ACAM is daar niet voor.
Die moet de juiste spullen krijgen en controleren, maar zeker niet twee derde van de
dossiers op orde brengen. Dat moet echt beter en ook snel.
Dan iets over de informatiewaarde van de p&c-producten, waaronder de
jaarrekening. Dat was de afgelopen jaren een beetje mijn stokpaardje. Er zijn echt grote
stappen gezet. Daar ben ik echt tevreden over. De jaarrekening is veel leesbaarder. Het
ziet er echt allemaal veel beter uit, maar niet overal goed genoeg. Ik vind het heel fijn dat
de heer Van der Burg net komt binnenlopen, want eigenlijk bent u een beetje een slecht
voorbeeld, maar ook het goede voorbeeld. Juist bij het programma Zorg zien we heel
goede onderbouwingen van de afwijkingen, maar Grond en Ontwikkeling vind ik echt een
heel slecht voorbeeld. Ik hoop echt dat u ervoor zorgt dat dat verbetert. De wethouder is
enthousiast om mij te zien. Heel goed. Ik hoop wel dat hij dat gaat belonen door ervoor te
zorgen dat dat programma duidelijker wordt. Er staan onderbouwingen van afwijkingen in
waarin bijvoorbeeld staat: er is een afwijking doordat er een verschil is tussen de baten en
de lasten. Dat is gewoon een kwestie van inkomsten en uitgaven, natuurlijk. Waardoor
komt dat echter?
De methode-Duisenberg heeft volgens mij heel goed laten zien dat er nog heel
veel moet gebeuren. Ik was echt onder de indruk. Ik was bij de presentatie in de
Raadscommissie voor Werk en Economie. Dat was echt heel goed. De methode gaat heel
erg diep en laat zien dat er zaken zijn die niet goed geduid worden. Wethouder Ollongren
heeft nog een brief gestuurd over een aantal bedragen die niet goed verklaard werden.
Dank daarvoor. Het toont echter ook aan dat het echt nog beter kan. Er staan bedragen
van miljoenen euro's in die niet verklaard worden in de jaarrekening. Dat moet echt beter.
Ik denk dat het daarom heel goed is dat we deze methode hebben. Ik ben wel heel
benieuwd naar hoe we ermee verder gaan. We nemen nu geen besluiten over de
aanbevelingen. Volgens mij moeten we dat wel doen. Hoe gaan we ervoor zorgen dat het
in de organisatie doorsijpelt? De wethouder Financiën zei in de commissie al dat hij zeker
van plan is om de lessen eruit te leren en dat lijkt mij heel erg goed.
Dan nog een ander belangrijk punt. De opvolging van de adviezen van de
Rekeningencommissie, maar ook van de enquêtecommissie en de rekenkamer. We
spraken er net al even over in het gesprek met de Rekeningencommissie. Laat ik
beginnen met de adviezen van de rekenkamer. Die ontbreken in de jaarrekening. Foutje.
Ook de opvolging van de adviezen van de enquêtecommissie vind ik soms lastig te
volgen. We krijgen wel stukken, maar dan denk ik: we hebben die aanbeveling gehad, er
staat een verhaal, maar wordt het advies nu goed opgevolgd of niet? Dat is moeilijk te
volgen. Bij de Rekeningencommissie zit ik er zelf iets dichter bovenop. Ik denk dat de
voorzitter het heel goed uitlegde. We hebben een aanbeveling gedaan. Er staat een
reactie, maar de vraag is: gaat die over hetzelfde? Het sluit heel vaak niet precies aan. Ik
noem een voorbeeldje van dit jaar over de rode en gele kaarten. Er staat wel iets, wat er
wordt gedaan, de prestatiedialoog en dat er stoplichten zijn. Er staat niet: goed idee. Of:
slecht idee, dat kan ook. Goed idee, we gaan het doen. Of slecht idee, nee, we vinden het
geen goed idee om die en die reden en we gaan het zo en zo doen.
15
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
(De heer GULDEMOND: Het is interessant dat u dit naar voren brengt.
We hebben er in de commissie ook even over gesproken. Wat betekenen
die rode en gele kaarten precies? De voorzitter van de commissie wees er
toen op dat het veelmeer gaat om het aangaan van het gesprek en dat we
enkele signaalfuncties hebben. Zo heb ik ook de reactie van het college
begrepen. U ziet dat anders, zo begrijp ik.)
Ik noemde dit als voorbeeld. Ik wil niet specifiek ingaan op deze aanbeveling. Het
gaat mij erom dat dit een voorbeeld is van een aanbeveling waarvan ik vind dat er niet
precies genoeg op wordt gereageerd. Dat zou ik wel willen. Vorig jaar hebben we namelijk
ook al zo’n aanbeveling gedaan en toen is er helemaal niet op gereageerd. Dit is dus al
een verbetering, maar het ging om sanctiemogelijkneden. Zo staat het er. Ik vind dan ook
dat daar in de reactie op ingegaan moet worden. Het kan best zijn dat het college er een
andere mening over heeft, maar dan wil ik die ook weten zodat ik erover in discussie kan
gaan. Nu vind ik dat soms lastig. Ik lees de reactie en denk dan: ja, het college gaat er wel
iets mee doen, maar wat precies?
(De heer GULDEMOND: Het gaat mij ook niet specifiek over dit
voorbeeld, hoewel ik het toevallig wel heel interessant vind. Ik probeer te
begrijpen wat u in feite vraagt. Ik vind het op zich niet vreemd als er
aanbevelingen gedaan worden en het college reageert met: we gaan het
zo en zo doen. Dat is misschien niet 100% hetzelfde als wat als
aanbeveling is opgeschreven, maar volgens mij moet het gesprek
daarover mogelijk zijn. Wat verwacht u precies? Dat het college zegt: we
gaan het niet zo doen, maar op een andere manier? Of dat het college de
aanbeveling precies uitvoert zoals ze is gedaan?)
Volgens mij doet de Rekeningencommissie niet voor niets aanbevelingen. Die
nemen we vaak dan ook gewoon over. Deze zijn nog niet vastgesteld, maar als het
vastgestelde aanbevelingen van de raad zijn, dan moet het college een goede reden
hebben om ze niet uit te voeren. Er kan echter altijd een goede reden zijn. Het moet voor
de raad wel duidelijk zijn, want hoe kan de raad anders sturen? Als ik het huidige verslag
met de reactie lees, dan denk ik dat we sommige dingen misschien anders hadden
moeten doen, zeker in de commissies. Er staat nu een aantal aanbevelingen met een
datum. Ik zie in de reactie dat niet bij elke aanbeveling een datum staat omdat ze samen
worden genomen. We moeten op dat vlak nagaan hoe we dichter bij elkaar kunnen
komen. Ik wil daarom het college vragen om nog eens naar de reactie van dit jaar te
kijken, naar elke aanbeveling met de gevraagde datum en na te gaan of de reactie
expliciet ingaat op de aanbeveling en wanneer de opvolging van die aanbeveling dan
gereed is. Dat kan afwijken van wat de Rekeningencommissie wil. Prima met een goede
uitleg. Dat zou helpen voor de opvolging. Wat mij betreft stellen we de reactie ook nog
niet vast.
In de Rekeningencommissie hadden we een mooie discussie. Niet alle
aanbevelingen liggen op het bordje van de wethouder Financiën. Ze liggen ook wel eens
op het bordje van collega’s, maar het blijft lastig. Wij spreken namelijk altijd de wethouder
Financiën aan. Ik wil nogmaals benadrukken dat we één iemand kunnen aanspreken. Dat
geldt overigens ook voor een ander dossier, ICT. Ik vind dat precies hetzelfde. Het wordt
te lastig als wij steeds andere wethouders moeten aanspreken. Ik hoop daarom dat dat in
de periode tot aan de verkiezingen verbetert. Ik denk dat ik dan al veel enthousiaster
word.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Torn.
16
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
De heer TORN: Als ik wel eens over mijn werk als raadslid praat, dan vertel ik dat
ik me bezighoud met verkeer en vervoer. Daar kunnen mensen zich veel bij voorstellen.
Als het over financiën gaat, dan is dat altijd een beetje anders. Dan zien ze dit soort
boekwerken (het jaarverslag) en dan zeggen ze: is dat niet vreselijk saai? Hoe gaan die
vergaderingen? Zijn dat niet vreselijk saaie vergadering in de Raadscommissie voor
Financiën? Ik zeg dan: u kunt het gewoon nakijken op internet. Kijk eens naar die van
vorige week. Saai was het in ieder geval niet.
Ik kom meteen bij een belangrijk punt. We hebben uitgebreid gesproken over het
jaarverslag, maar er zijn enkele punten die voor de VVD belangrijk zijn. Mevrouw De Heer
noemde ze net ook al: de opvolging van de aanbevelingen. Dat kan echt een beetje beter.
Dat moet gewoon beter. Ik vond de suggestie die mevrouw De Heer aan het eind van
haar termijn deed heel goed. Als ik haar goed begrijp, dan zei ze: neem de huidige
aanbevelingen en zet er zelf een tijdlijn per aanbeveling achter. Dat lijkt mij een heel
aardige suggestie dus ik ben benieuwd wat de wethouder daarvan vindt. We wachten de
reactie af.
Ik vind sowieso dat de raad niet zozeer zou moeten instemmen met de reactie
van het college, maar dat we er vooral kennis van moeten nemen. In de flap staat nu
‘instemmen’ en ik zou er ‘kennisnemen’ van willen maken. Daar wil ik zo dadelijk een
amendement voor indienen.
(De heer GULDEMOND: Ik reageer op uw ondersteuning van de
suggestie van mevrouw De Heer om het college te vragen die
aanbevelingen nog eens langs te lopen. Ik hoorde de heer Van Osselaer
in zijn toelichting op het verslag ook nog de suggestie doen om de
aanbevelingen zodanig te formuleren dat we begrijpen wanneer een
aanbeveling is afgedaan. Mag ik uw verzoek daar ook onder scharen?)
Als het nog spitser kan, dan denk ik dat de Rekeningencommissie daar wel toe
bereid zal zijn. Als de raad daartoe een verzoek doet aan de Rekeningencommissie, dan
zal de VVD dat van harte onderschrijven. Tot zover de aanbevelingen.
Deze periode hebben we ook voor het eerst in twee commissies met de methode-
Duisenberg gewerkt. Dat was goed. We hebben een reactie van het college gezien over
de ID-onderwerpen, maar ik meen ook dat er een meer generieke brief zou komen. Die
was er gisteren meen ik nog niet, maar het is altijd gevaarlijk om te zeggen dat een
schrijven er niet is terwijl je het niet gezien hebt. Volgens mij is die brief er nog niet. Dat is
niet heel erg, want ik denk dat we er ook de tijd voor moeten nemen. We moeten even
contact houden met elkaar om in ieder geval deze ronde van de methode-Duisenberg op
een goede manier af te ronden.
De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen:
720 Amendement van het raadslid Torn inzake de reactie op het verslag van
de Rekeningencommissie op het jaarverslag 2016 (instemmen) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
816).
Besluit:
Het besluit in te stemmen met de reactie van het college van burgemeester en
wethouders op het verslag van de Rekeningencommissie over de jaarrekening 2016 (het
jaarverslag 2016) te wijzigen in: ‘Kennis te nemen van de reactie van het college van
17
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
burgemeester en wethouders op het verslag van de Rekeningencommissie over de
jaarrekening 2016 (het jaarverslag 2016)’.
Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge.
De heer FLENTGE: Ik spreek vandaag namens de heer Peters die verhinderd is
omdat hij lesgeeft op een school voor voortgezet onderwijs. ‘Nieuwe woordvoerder
Financiën®’, werd mij bijna toegebeten op weg hierheen. Volgens mij hield u een mooi
pleidooi over hoe leuk financiën is. Toen zag ik het dikke boek van negenhonderd
pagina’s en toen zakte de moed mij toch een beetje in de schoenen, maar misschien kunt
u mij nog overtuigen. Ik lees maar voor wat de heer Peters mij heeft toegestuurd.
Vorig jaar heeft hij een aantal opmerkingen gemaakt over het proces van de
jaarrekening. Die werd toen op 11 mei gepresenteerd en op 1 juni vastgesteld in de raad.
Dit keer werd ze op 17 mei gepresenteerd en stellen we haar op 29 juni vast. Niet alles is
100% goed gegaan. Er was gedoe over de verplaatsing van commissievergaderingen,
maar volgens de SP is er ten opzichte van vorig jaar voortuitgang te bespeuren. Dit jaar
was het proces veel werkbaarder dan voorheen. Misschien is het een beetje een cliché,
maar ook wij geven complimenten aan de Rekeningencommissie. Ik weet dat er veel tijd
in gaat zitten en ik dank de leden voor hun toewijding en voor de vele tijd die ze in dit
project gestoken hebben.
Dan de jaarrekening zelf. Wij hebben niet de behoefte om er nog heel veel meer
inhoudelijks over te zeggen. Ze heeft in elke commissie op de agenda gestaan. We
hebben er technische vragen over ingediend en we sluiten vandaag het boekjaar 2016
officieel af. Ik ben er blij mee dat het gelukt is om het hele armoedebudget te besteden.
Voor zover ik weet is daarmee voor het eerst meer dan 100 miljoen euro besteed aan het
bestrijden van armoede in onze stad. Ik ben blij dat er opnieuw heel veel huizen worden
gebouwd in Amsterdam. Zie ook de plannen die vorige week naar buiten zijn gekomen. Ik
kan nog langer doorgaan over mijn mening over hoe de stad erbij ligt en over het beleid
van het college daarvoor, maar dat hebben we drie weken geleden bij de algemene
beschouwingen al gedaan. Ik wil het daarom hierbij laten, maar mevrouw Roosma is zo
aardig om mij wat extra spreektijd te gunnen.
(Mevrouw ROOSMA: Wat vindt de SP-fractie van het feit dat 19 miljoen
euro zorggeld in het rekeningresultaat verdwijnt en bij de voorjaarsnota
wordt ingezet voor onder andere evenementenbeleid, festivals et cetera?)
Ik heb gezien dat er sprake is van een onderbesteding in de zorg. De systematiek
is dat, als we daar iets mee willen doen, we dat bij de voorjaarsnota doen. U weet dat ook
en ik zie uw voorstellen tegemoet.
(Mevrouw ROOSMA: Ik ken de SP als een partij die altijd roept dat geld
voor zorg ook aan zorg besteed moet worden. Daar worden geen
concessies aan gedaan. Er was 19 miljoen euro bedoeld voor zorg. Dat
geld gaat nu niet naar de zorg. Kan ik bij de voorjaarsnota op u rekenen
om samen voorstellen te doen om die 19 miljoen euro alsnog aan zorg te
besteden?)
U wordt nu heel enthousiast. Wat mij betreft net iets te enthousiast. Het is prettig
om te horen dat mevrouw Roosma vindt dat zorggeld aan zorg besteed moet worden. Als
geld onderbesteed wordt, dan hebben we daarvoor een systematiek afgesproken. Het lijkt
18
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
mij dan ook logisch om die systematiek te volgen. Als u echter een voorstel doet bij de
voorjaarsnota, dan zullen wij dat zeer serieus bekijken, zoals we dat altijd doen.
(Mevrouw ROOSMA: Ik heb de heer Flentge goed gehoord. Geld voor
zorg moet naar de zorg. Ik reken op de SP bij de voorjaarsnota.)
Geld voor zorg moet naar de zorg zoals geld voor schoonmaak naar schoonmaak
moet. Geld voor woningen moet naar woningen. Als geld onderbesteed wordt, dan
hebben wij een systematiek daarvoor. Goede voorstellen, mevrouw Roosma, zien wij altijd
met veel vreugde tegemoet. Als wij samen kunnen optrekken, bij welk voorstel van u dan
ook, niet alleen in dit geval, dan ben ik daar altijd zeer in geïnteresseerd.
De VOORZITTER: Dan een huishoudelijke mededeling. De heer Torn heeft
zojuist een amendement ingediend. Dat amendement hoort in feite bij agendapunt 11.
Daarover waren de beraadslagingen gesloten. Hij probeerde dit voorstel er een beetje in
te moffelen. Bent u zo coulant voor de heer Torn dat we alsnog toestaan dat hij het
amendement handhaaft? U kunt het uiteraard ook nog verwerpen. Amendement nr. 816
wordt dan geacht bij agendapunt 11 te zijn ingediend en wordt ook daarbij in stemming
gebracht.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma.
Mevrouw ROOSMA: Het jaarverslag 2016 is een moment om terug te blikken op
het jaar 2016, maar ook om uitgebreid te praten over de financiële functie. In tegenstelling
tot de heer Guldemond wil ik met dat laatste beginnen. Ik wil ook de ACAM bedanken
voor de aanbevelingen, de zinvolle aanbevelingen om de financiën verder op orde te
brengen. We kunnen nu niet op alle aanbevelingen ingaan. In de commissie hebben we
een aantal ervan besproken, maar ik wil er nu graag drie onderstrepen en ook aan de
wethouder Financiën vragen om daar nog op in te gaan.
Allereerst de businessdossiers. Daar hebben we het in de commissie over gehad
en toen gezegd dat die op orde moeten zijn. Ik wil van de wethouder horen dat deze de
volgende keer op orde zijn. Dat is de eerste vraag.
Dan de fouten in de begroting als gevolg van de reorganisatie. Dat is een
technische kwestie, maar wel een belangrijke kwestie. Het heeft de vorige keer geleid tot
een structurele bijstelling in de voorjaarsnota van liefst 44 miljoen euro omdat er nog veel
fouten in de begroting stonden. De begrotingsregels zitten daarbij soms in de weg omdat
er geen budgetneutrale wijzigingen kunnen worden doorgevoerd. Het college schrijft in
een reactie dat het de wijzigingen zal doorvoeren, maar wel met inachtneming van de
begrotingsregels. Ik vind dat niet goed. Als we die begrotingsregels soms opzij moeten
zetten om ervoor te zorgen dat de begroting op orde is en dat de fouten uit de begroting
verdwijnen, dan moeten we dat met voorrang doen. We hebben er eerder een discussie
over gevoerd naar aanleiding van de opdrachtgeversbudgetten, maar ik wil van de
wethouder Financiën horen dat hij daar met voorrang aan gaat werken. We moeten die
fouten met voorrang uit de begroting halen.
Ten slotte een vraag over de materiële controle op de pgb’s. Dat is een vraag aan
het college en misschien vooral aan de heer Van der Burg en mevrouw Kukenheim. De
accountant schrijft dat we meer moeten doen om die materiële controle vorm te geven. Ik
ben bang dat dat dit nogal bureaucratisch zal worden. Ik wil graag een uitgebreidere
reactie van het college waarin het duidelijk maakt hoe het invulling wil geven aan die
aanbeveling van de accountant. Er is nu een korte reactie op gegeven, maar ik wil er
graag meer over weten. Aan de ene kant moet die materiële controle op orde zijn, maar
19
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
aan de andere kant willen we mensen niet opzadelen met veel bureaucratische
rompslomp en ook de organisatie niet opzadelen met veel bureaucratische rompslomp.
Dan de methode-Duisenberg. Ik denk dat die een belangrijke bijdrage heeft
geleverd aan het verder verbeteren van het jaarverslag. Volgende keer praten we daar
verder over, maar ik wil alvast de rapporteurs en de ondersteuners voor hun werk daarbij
danken.
Dan de inhoud. Het jaar 2016 was het tweede jaar van de coalitie en de
coalitieplannen. Ik heb niet teruggekeken naar 2013, maar naar 2015. Dat was een
teleurstellend jaar. Er was geen goedkeurende verklaring. We zaten midden in een
ingewikkelde reorganisatie en in de ontwarde kluwen van de gemeentelijke financiële
functie. In 2015 was echter vooral weinig terechtgekomen van de grote coalitieplannen. Er
waren tientallen miljoenen euro's over bij Armoede, bij Onderwijs en bij Zorg. Er was te
veel geld voor niet-bestaande plannen, maar daartegenover stonden wel de
bezuinigingen. 2016 was het jaar van die bezuinigingen, want toen gingen ze allemaal in.
De bezuiniging op de organisatie en de tientallen organisaties die het sociale fundament
van de stad vormen, de bezuinigingen op de inkoop van zorg, de bezuiniging op de
stadsreiniging, op Juridische Zaken, op Financiën. Er zijn honderden banen verdwenen in
deze organisatie. Ook dit jaar zijn er weer miljoenen euro's over. Niet bij Armoede,
daarvoor moet ik de heer Vliegenthart complimenteren, maar wel bij Zorg. Daar is
19 miljoen euro over en dat steekt. De heer Bakker van D66 zei in de Raadscommissie
voor Zorg dat de decentralisaties fantastisch waren verlopen en dat er geld over was. Hij
keek echter niet naar het percentage afname van professionele hulp. Dat is een indicator
in de jaarrekening. We gaan na hoeveel de professionele hulp afneemt. We hebben
daarvoor streefwaarden. Ik vind het überhaupt een heel rare doelstelling die volgens mij
ook in strijd is met een andere doelstelling die het overbelasten van mantelzorgers wil
voorkomen. Misschien kunnen we daar via de methode-Duisenberg verder naar kijken.
Wij halen die streefwaarden beter dan gepland was. Met andere woorden: de afname van
professionele zorg is groter waardoor er geld over is. Ik ben benieuwd wat de mensen die
zorg verloren hebben van de decentralisaties vonden. Wat vinden deze mensen ervan dat
dit geld, de miljoenen euro's die over zijn en niet aan zorg zijn besteed, nu in het
rekeningresultaat verdwijnt? Geld voor zorg moet aan zorg besteed worden. Ik heb dat de
SP altijd horen roepen. Mevrouw Marijnissen en mevrouw Leijten waren woest op de
gemeenten die het geld lieten verdwijnen in de bodemloze put van lantaarnpalen. Vorig
jaar was er al 6 miljoen euro over die naar de algemene middelen is gegaan. Dit jaar, met
twee SP-wethouders in het college, verdwijnt er 19 miljoen euro zorggeld in het
rekeningresultaat. Geld voor zorg gaat nu niet naar zorg.
(De heer GULDEMOND: Als mevrouw Roosma zo stellig stelt dat geld
voor zorg ook aan zorg besteed moet worden, dan ben ik benieuwd of dat
ook voor alle andere domeinen geldt.)
Nee. Dat is een politieke prioriteit. We kunnen daar keuzes in maken. Ik vind dat
geld voor lantaarnpalen niet per se aan lantaarnpalen besteed hoeft te worden. Als er
geld voor zorg over is, dan moet dat wel aan zorg besteed worden. Ik reken dan ook op
de SP-fractie om dit bij de voorjaarsnota te corrigeren.
(De heer GULDEMOND: Dan moet ik constateren dat u in feite meer geld
voor zorg wilt en dat u daar een soort boekhoudkundige mantra aan
koppelt. Dat is een mooi stickertje, maar daar gaat het natuurlijk niet om.)
Volgens mij is het geen boekhoudkundige mantra. Het is een inhoudelijke
prioriteit. Zorg is belangrijk. Het Rijk stelt er geld voor ter beschikking. Het Rijk heeft er
sterk op bezuinigd, echt heel erg sterk op bezuinigd. Dan vind ik het niet goed als deze
20
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
gemeente er geld aan overhoudt terwijl we wel willen dat mensen hun zorg krijgen. We
bezuinigen meer op zorg dan nodig is. Dat vind ik iets anders dan als er geld over is voor
bijvoorbeeld lantaarnpalen, bruggen of wat dan ook.
(De heer GULDEMOND: In mijn beleving spreken we in de begroting met
elkaar af wat we willen bereiken en hoeveel geld we daarvoor
beschikbaar stellen. Aan het eind van het jaar blijkt dan dat het iets meer
of iets minder heeft gekost, maar het gaat natuurlijk om het doel dat we
willen bereiken. Volgens mij heb ik u net ook horen betogen dat u het
misschien niet volledig eens was met het doel, maar dat het doel wel is
bereikt.)
Het doel was ‘afname van professionele hulp’. Ik vind dat een bizar doel. Ik heb
dat ook een aantal keren uit de begroting proberen te amenderen, maar de coalitie wil nu
eenmaal graag afname van professionele hulp. U haalt dat doel echter meer dan begroot
is. Er is dus meer afname van professionele hulp. Mensen hebben minder zorg gekregen
dan begroot is. U hebt uw doel gehaald en ik begreep van de heer Bakker in de
commissie dat u daar trots op bent. Als GroenLinks'er vind ik dat niet goed en ik hoop dat
samen met de SP te corrigeren. Er is 19 miljoen euro minder naar zorg gegaan. Niet
vanwege efficiency, maar puur omdat er minder zorg is geleverd. Ik kan dat niet
verantwoorden door te zeggen dat we de rijksbezuinigingen niet kunnen opvangen. Daar
heeft het mee te maken. Het Rijk heeft keinard gekort en als wij hier 19 miljoen euro
overhouden, dan kan ik niet tegen het Rijk zeggen: u geeft ons te weinig geld om de
maatschappelijke ondersteuning in deze stad in te richten. Hopelijk praten we daar bij de
voorjaarsnota verder over. Dit roept ook vragen op over conservatief begroten. Er gaat
namelijk iets niet goed als we zoveel geld over hebben. Daarin kunnen de heer
Guldemond en ik elkaar wel goed vinden. Ik heb daarover een vraag aan de heer Van der
Burg. Begroot u op dit punt wel goed? U houdt al jaren geld over. U zegt graag
conservatief te begroten. Ik ben niet conservatief, behalve als het over financiën gaat. De
wethouder Financiën wil echter graag scherp aan de wind begroten, als dat tenminste iets
is wat kan. Volgens mij zit daar licht tussen. We hebben niet voor niets een
egalisatiereserve. Hoe gaat dat in het college? Wilt u scherp begroten met een
egalisatiereserve om eventuele overschrijdingen op te vangen? Of wilt u conservatief
begroten?
Dan nog iets over de schuld, het fantoom van dit college. De zinloze aflossing van
de stadsschuld als ware het een conservatief krediet in plaats van externe
financieringsmiddelen voor grote investeringen. Het komt allemaal door de verwarring bij
D66-raadsleden die breed van mening lijkt te zijn dat de Amsterdamse begroting niet op
orde zou zijn of niet op orde geweest zou zijn. Lieve mensen, die begroting was op orde
en die is op orde. U bedoelt eigenlijk de financiële functie. Die was niet op orde en die is
nog steeds niet op orde. We zijn op de goede weg, maar Amsterdam is geen artikel 12-
gemeente en is ook nooit een artikel 12-gemeente geweest. We gaan niet gebukt onder
een enorme schuldenlast, echt niet. De kengetallen voor de schuldpositie zijn allemaal op
orde en dat weet de heer Guldemond ook.
(De heer GULDEMOND: Ik wil reageren op de kreten van mevrouw
Roosma over het wel of niet op orde zijn van de begroting. Ik heb in mijn
bijdrage net iets gezegd over het dekken van structurele uitgaven met
incidenteel geld. Toen wij aan deze periode begonnen, was een van de
eerste dingen die we hebben gedaan het structureel dekken van
armoedegelden die we jaar in, jaar uit met incidentele middelen dekten. U
21
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
moet het toch met mij eens zijn dat dat soort dingen het op orde brengen
van de begroting is?)
Als dat uw definitie is van een begroting die op orde is, dan heb ik nieuws voor u.
Dan is uw begroting nog steeds niet op orde, want we dekken nog steeds structurele
zaken met incidenteel geld. Allerlei zaken op het gebied van armoede, bijvoorbeeld de
Werkbrigade. Noemt u maar op. In de begroting staan meerdere zaken die een structureel
karakter hebben en die we met incidentele middelen dekken.
(De heer GULDEMOND: Zo komen we volgens mij weer bij elkaar.
Mevrouw Roosma zal het met mij eens zijn dat zij door de jaren heen ziet
dat wij voor steeds meer zaken die wij belangrijk vinden, structureel
belangrijk vinden, van een incidentele dekking naar een structurele
dekking overstappen. Wij kunnen dat onder andere realiseren doordat wij
minder uitgeven aan onze schuld.)
Ik geloof niet dat ik u helemaal volg, maar u betoogt dat u dankzij het aflossen van
de schuld, de minimale schuldaflossing die u realiseert, structurele ruimte creëert
waarmee u de grote incidentele uitgaven op het gebied van armoede een heel klein beetje
kunt compenseren en dat daardoor de begroting nu wel op orde is terwijl zij vroeger niet
op orde was.
(De heer GULDEMOND: Ik betoog dat wij steeds meer van onze
structurele uitgaven die we incidenteel dekten met structurele middelen
gaan dekken en dat we dat onder andere kunnen doen door de
incidentele ruimte die we overhouden in te zetten voor schuldreductie
waarmee we structurele ruimte vrijmaken. Namelijk de besparing op de
rentelasten.)
Nee, dan heb ik u goed begrepen. Volgens mij is dat een marginaal effect. Die
55 miljoen euro levert 2 miljoen euro structurele ruimte op terwijl er nog steeds 20 miljoen
euro armoedegeld incidenteel gedekt wordt. Ik denk niet dat dat de manier is om de
begroting volgens uw normen op orde te brengen. Ik zou in dat geval trouwens nog
steeds zeggen dat de begroting niet op orde is. Ik zeg dat de begroting wel op orde is en
altijd op orde was, want Amsterdam heeft geen financieel probleem.
Het mooie is dat de heer Boomsma van het CDA, toch de financieel misschien
meest prudente partij in deze raad, in de afgelopen commissievergaderingen vraagtekens
zette bij het kolderieke idee om enkele tientallen miljoenen euro's op de externe
financieringsmiddelen af te lossen. De heer Boomsma vroeg in feite: waarom doen we dat
eigenlijk? Uitstekende vraag, mijnheer Boomsma. 55 miljoen euro valt in het niet bij de
3,9 miljard euro waarop wordt afgelost terwijl de noden in de stad nog groot zijn:
vluchtelingenzorg, armoede en groen. Dat is het verlagen van de hypotheek met een paar
honderd euro terwijl u eigenlijk een nieuwe fiets nodig hebt. Dat GroenLinks dit vindt, is
niet nieuw, maar ik blijf het zeggen. Ik blijf uw beeld bestrijden en ik hoop echt dat D66
zich hierover nog eens achter de oren krabt en bij zinnen komt. Zal het niet vandaag zijn,
dan wellicht morgen. Ik heb een amendement op de voordracht.
De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen:
739 Amendement van de raadsleden Roosma en De Heer inzake het
vaststellen van het jaarverslag 2016 (vervanging armaturen door ledverlichting)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 820).
22
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
Besluit:
In de voordracht Toelichting op de besluiten, als volgt aan te passen:
Onder het kopje Rekeningresultaat (besluit 6c) te schrappen: ‘Een deel van het
resultaat wordt conform de nota Herziening rentestelsel ingezet voor schuldreductie. Het
deel dat ingezet wordt voor schuldaflossing bedraagt 55,7 miljoen euro en bestaat uit het
hoger dan begrote renteresultaat (35,3 miljoen euro), het resultaat uit de verkoop van
deelnemingen (19,2 miljoen euro) en een deel van het resultaat van verkoop van
vastgoed (1,2 miljoen euro)’
En te vervangen door: ‘Een deel van het resultaat wordt ingezet voor de
vervroegde afschrijving van conventionele armaturen opdat die armaturen versneld
kunnen worden vervangen door ledverlichting.’
Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Ik zei al: negenhonderd pagina’s leesplezier. Dank aan de
Rekeningencommissie. Dank aan de accountant en ook dank aan de rapporteurs van de
methode-Duisenberg voor dit noeste werk. Ik heb ook enkele complimenten uitgedeeld
aan de wethouder Financiën omdat een aantal zaken er goed uitziet. Het verslag is goed
leesbaar. Het jaarverslag en de voorjaarsnota hebben nu dezelfde indeling. Dat helpt ons
echt bij onze controle. Ook dank voor het feit dat nu heel inzichtelijk is geworden hoe rijk
Amsterdam als stad is. Ik heb niet opgeroepen om die rijkdom meteen te gaan
verkwanselen, maar ik vind het wel iets waar we even bij stil kunnen staan. Het
percentage vaste schulden is ongeveer 25% van de balans en een deel van onze
bezittingen is redelijk liquide. Dan kunnen we constateren dat er ruimte is om te
investeren als het investeringen zijn die de moeite waard zijn. We kunnen ook constateren
dat we van sommige bezuinigingen misschien kunnen verwachten dat we daarmee een
beetje in de knel komen en ons afvragen of ze nodig zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de
bezuiniging op de Dienst Juridische Zaken. Gezien alles wat er is gebeurd, vraag ik mij af
of het verstandig is om die bezuiniging van 5 miljoen euro op Juridische Zaken door te
zetten. Daarom heb ik daar bij de voorjaarsnota een amendement voor ingediend.
Dan de kwestie van het conservatief begroten. Anders dan mevrouw Roosma ben
ik wel conservatief en geldt dat ook voor de manier waarop we begroten. We kunnen op
dit terrein echter wel te conservatief zijn. Dat is op weinig andere terreinen het geval, maar
hier wel. Als we structureel geld overhouden op een post en ook bij de jaarrekening als
geheel, dan is dat aanleiding om heel goed na te gaan of er wel realistisch begroot is.
Conservatief, ja, maar wel realistisch. Ik wil daarom de wethouder Financiën vragen om
daar nog op in te gaan.
(De heer GULDEMOND: Ik ben benieuwd naar het verschil tussen
conservatief en realistisch in de visie van de heer Boomsma. Volgens mij
zijn het twee verschillende zaken, maar ik snap niet hoe ze bij elkaar
kunnen komen.)
Dat is een terechte vraag. Conservatisme is meestal realistisch, per definitie, en
gaat uit van hoe de dingen zijn en niet van hoe ze moeten zijn. lets wat links altijd doet. Bij
het begroten van posten moeten we nagaan wat het daadwerkelijk zal kosten om datgene
te doen wat we ons hebben voorgenomen om te doen. Daarbij kunnen we een bepaalde
onzekerheidsmarge nemen, maar het doel moet altijd zijn om uit te komen. Het doel kan
23
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
dus niet zijn om sowieso geld over te houden voor het geval er ergens anders wordt
geblunderd.
(De heer GULDEMOND: Nu bekruipt mij een beetje het beeld van de
cynicus die zegt: ik ben geen cynicus, ik ben een realist. Klopt dat?)
Nee hoor. Ik zou alleen een cynicus zijn als ik daar een heel negatieve wereldvisie
aan zou verbinden, maar dat is niet zo.
Aanbestedingen. Daar zijn we al jaren mee bezig. Het is al zo vaak misgegaan of
onvoldoende gelukt omdat de gemeente onvoldoende inhoudelijke kennis in huis had en
omdat we niet goed op konden tegen de marktpartijen die we tegenover ons vonden. Ik
kan mij herinneren dat de heer Van Drooge wel eens een motie heeft ingediend om een
cursus Aanbestedingen te volgen. We zitten er nog steeds mee. Het is ook ingewikkeld. Ik
sluit me daarom aan bij de vraag aan de wethouder hoe we ervoor gaan zorgen dat we dit
eindelijk eens goed voor elkaar krijgen.
In de commissie heb ik ook een vraag gesteld over de portefeuille Vastgoed en
het op orde brengen van de verhuuradministratie van de gemeentelijke vastgoeddienst en
ik ben nog steeds niet tevreden over het antwoord. Het heeft 2,5 miljoen euro extra baten
opgeleverd en 5 miljoen euro met terugwerkende kracht. Dat roept de vraag op hoe het zit
met die 2,5 miljoen euro die blijkbaar niet is geïnd en onterecht niet is geïnd. Hoe lang
doen we dit al? Hoe ver terug gaat dit?
Ik kan het niet nalaten om te vragen wat er precies aan de hand is met de
wethouder die over het hoofd is gezien en dat we er na drie jaar achter komen dat we te
weinig hebben begroot voor alle wethouders. De meeste andere vragen zijn al gesteld en
ik wacht de beantwoording af.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock.
Wethouder KOCK: Dank aan de Rekeningencommissie voor het werk dat ze
gedaan heeft en voor de aanbevelingen en de gesprekken die ze daarover gevoerd heeft
met het college en met mij in de eerste plaats. Dat heeft geholpen en dat zal ook dit jaar
weer helpen om de gemeente financieel netjes op orde te houden. Ik dank ook de ACAM
voor de samenwerking en voor de aanbevelingen en suggesties die gedaan zijn. Een van
de filosofische vragen die ik mij wel eens stel, is: is het mogelijk om een jaarrekening op te
stellen waar een accountant — en dan gaat het niet over de ACAM, maar een accountant
— niet één suggestie bij heeft? Daarmee zeg ik niet dat het om deze jaarrekening gaat,
want hier zijn meer suggesties bij gedaan, en terecht. We kunnen namelijk nog wel enkele
verbeteringen aanbrengen. Het is wel een goede vraag, ook om dit in een breder
perspectief te plaatsen. Dat neemt niet weg dat we de aanbevelingen van de
Rekeningencommissie, de ACAM en ook anderen buitengewoon serieus nemen en willen
opvolgen. Ik zal zo nog iets zeggen over de opvolging van aanbevelingen. Ik ben het
namelijk met de heer Torn eens dat de reactie erop soms iets pregnanter kan zijn. Ik zal
ook ingaan op de suggestie die gedaan is.
De rekening 2016 lijkt mij niet de laatste jaarrekening van dit college te zijn, want
dat is die van 2017. De vraag is wel een beetje wie er volgend jaar bij de behandeling
ervan op deze plek staat. Feit is wel dat het een jaarrekening is die vergeleken met de
eerste volledige jaarrekening van dit college, die over 2015, heel grote stappen laat zien.
24
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
Dat geldt zowel voor de begroting, de financiële positie van de gemeente als ook het
financiële beheer en de control. Dat is mooi. Dank aan iedereen. Er zijn heel veel vragen
gesteld en als u het goedvindt, dan wil ik ze chronologisch doorlopen. Ik vergat overigens
om de heer Flentge te feliciteren met zijn financiële maidenspeech. Ook de interrupties
gingen u uitstekend af.
De heer Guldemond vroeg wanneer de herijking reserves en voorzieningen komt
en de rentetoerekening die daarbij hoort. We gaan ook na of dat voor alle reserves nodig
is. De bestuursopdracht is voor een groot deel afgerond. De laatste fase komt bij de
najaarsnota aan bod. De veranderingen in de rentetoerekening die dan gedaan zullen
worden, zijn bedoeld om wat wij doen in lijn te brengen met de update van de BBV-
aanbevelingen. Dat komt bij de najaarsnota aan bod.
U hebt een vraag gesteld over de relatie tussen de balans en de
exploitatiebegroting en hoe het functioneren van transitorische posten daar een rol in
speelt. Ik weet overigens niet of iedereen mijn samenvatting van de vraag begrijpt, maar
zo vertaal ik uw vraag voor mezelf. Het is een goede vraag. We hebben vandaan slechts
drie dagdelen en daarom lijkt het mij beter dat ik uw verzoek inwillig en daar een nette en
gedetailleerde brief over stuur. Als u dat goedvindt na de zomer.
(De heer GULDEMOND: Na de zomer vind ik prima. Het ging mij
natuurlijk specifiek om de woordkeuze van de accountant en de
Rekeningencommissie die voor mij een bepaald oordeel impliceert. Wilt u
daar ook op ingaan?)
Wij zullen de termen ‘transitorische posten’ en ‘balans’ gebruiken en de relatie
tussen balans en exploitatierekening. Als u wilt dat ik de terminologie van de ACAM zal
duiden, dan wil ik dat ook wel doen in die brief.
(De heer GULDEMOND: Ik zal het pregnanter formuleren. Ik wil graag
meer zicht hebben op de vraag of het klopt dat het voor rve's en andere
diensten mogelijk is om via de transitorische posten geld mee te nemen
naar andere jaren zoals de Rekeningencommissie suggereert op basis
van de gesprekken die zij met de ACAM heeft gevoerd. Bovenop de vraag
of dat mogelijk is, zijn er ook signalen dat dit bewust gebeurt?)
Daar gaan we in die brief op in.
Ik heb ook nog een vraag voor de heer Guldemond. Daarmee loop ik een beetje
vooruit op een motie, maar het helpt mij bij de preadvisering. U hebt een motie ingediend
over een vrijval van een reserve in het AIF. Die wilt u besteden. Het preadvies volgt zo,
maar wilt u dat voor 2018 doen of al voor 2017? Het antwoord op die vraag is relevant,
want als de motie wordt aangenomen, dan kunnen we dat al bij de voorjaarsnota boeken.
Het is dus een informatieve vraag van mijn kant.
(De heer GULDEMOND: Uit eerdere technische vragen heb ik begrepen
dat het niet mogelijk was om de besluitvorming al voor de najaarsnota
door de raad te laten plaatsvinden. Voor de bestedingsdoelen hebben wij
een en/of-bepaling in de motie opgenomen omdat ik ervan uitga dat het
college het beste kan bepalen of een besteding in 2017 dan wel 2018 het
meest haalbaar dan wel wenselijk is.)
Oké. Dat helpt.
Dan de opvolging van de adviezen. Als we adviezen krijgen, dan kunnen we altijd
discussiëren over de vraag hoe SMART een advies moet zijn. Zo SMART mogelijk, maar
wat voor de een SMART is, is voor de ander nog vaag. We kunnen ook altijd discussiëren
over de vraag hoe gedetailleerd de reactie moet zijn. Ik ben het met de heer Torn eens
dat de reactie op de aanbevelingen precies en gedetailleerd moet zijn. Ik vind dat onze
25
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
reactie op de aanbevelingen preciezer is dan een of twee jaar geleden. Ik denk wel dat de
suggestie van mevrouw De Heer en die door de heer Torn is omarmd om het college er
een indicatief tijdpad bij te laten zetten — wanneer kunnen we aanbevelingen opvolgen? —
een goede suggestie is. De eerstvolgende keer dat wij rapporteren over de implementatie
van aanbevelingen wil ik dat toezeggen.
(Mevrouw DE HEER: Mag ik daar nog een vraag aan toevoegen? Nu
komt de opvolging van de aanbevelingen terug in de p&c-producten.
Misschien is het verstandiger als we dat iets vaker in de Raadscommissie
voor Financiën laten terugkomen zodat we het beter kunnen volgen.
ledereen vindt dat we dat beter moeten volgen. Ik heb wel enkele
suggesties voor hoe dat zou moeten. Misschien kunnen we dat met elkaar
bespreken.)
Laten we daar het gesprek over voeren. Nu komt dit in twee p&c-producten terug,
in de rekening en de najaarsnota. Ik heb er geen principiële bezwaren tegen om dat
tussendoor nog een keer te doen. We moeten even bekijken of we dat in het voorjaar of in
het najaar doen. We kunnen het allebei doen, maar bij vier keer per jaar wordt de
controllast erg zwaar. Laten we dat bespreken. Ik heb er geen fundamentele bezwaren
tegen.
Mevrouw Roosma stelde een vraag over de begrotingscorrecties. De ACAM stelt
dat er correcties op de begroting moeten plaatsvinden omdat boekingen niet goed zijn
gedaan of vanwege ontvlechtingen. Dat moet subiet, meteen gebeuren. Ik ben het ermee
eens dat we dat zo snel mogelijk moeten doen. De benadering die wij nu volgen is die van
zero based begroten. Dat gebeurt in twee stappen. De eerste stap is heel precies in kaart
brengen wat er scheef zit in een begroting. Het is overigens ook goed om op te merken
dat ik nog nooit een begroting ben tegengekomen, van welk land of welke organisatie dan
ook, waarin niet iets scheef zit. Er moet continu geschoven worden. Dat is niet zo’n
probleem. We moeten eerst heel duidelijk in kaart brengen wat er scheef zit in de
begroting of wat er fout is gegaan. Of: wat is er veranderd in de omstandigheden
waardoor er nu iets scheef zit in de begroting? Vervolgens moeten we heel precies in
kaart brengen of dit een knelpunt is. Er kan heel goed een gesprek plaatsvinden tussen
de beleidsverantwoordelijke afdeling en de bijbehorende vakwethouder, de financiële
mensen en de bijbehorende wethouder Financiën over de vraag of wat er fout zit in de
begroting ook echt een knelpunt is. Áls die twee componenten zijn afgerond, dan volgt de
derde stap en gaan we na of binnen de breedte van het betreffende beleidsonderdeel de
verschillende knelpunten kunnen worden opgelost of kunnen worden weggestreept tegen
meevallers. Dat pakket van zero based begroten volgen we al twee jaar. Dat gaat steeds
beter, ook omdat het samenspel tussen lijn en Financiën dat hiervoor nodig is steeds
beter werkt. Er kan ongetwijfeld van alles aan verbeterd worden, maar het werkt steeds
beter omdat we de controlfunctie hebben ingericht en omdat het systeem met de
businesscontrollers steeds beter functioneert. Als blijkt dat we de fouten niet binnen het
beleidsterrein of binnen het organisatieonderdeel kunnen herstellen, dan volgt de claim op
de algemene middelen en de correctie in de begroting. We hebben dat bijvoorbeeld in de
voorjaarsnota zo gedaan. Stadsdeel Zuidoost heeft dat proces gevolgd en het knelpunt in
Zuidoost wordt in de voorjaarsnota opgelost. Dat is althans ons voorstel. Ik denk dat dat
een goede manier is. Als we dat doen en het ook met een bepaalde urgentie en spoed
doen, dan hoeft er niet heel veel tijd te zitten tussen het moment waarop we de begroting
aanpassen en het moment dat we constateren dat er misschien iets niet goed is.
(Mevrouw ROOSMA: Dit is een belangrijk punt, want in het verleden zijn
hierdoor grote fouten ontstaan met structurele effecten. Ik snap wat de
26
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
wethouder zegt, maar ik hoor uit de praktijk dat het toch vaak heel lang
duurt en dat dan wordt gezegd: er zijn begrotingsregels, dus het kan niet.
We hebben er allemaal belang bij en het hele concern heeft er belang bij
dat fouten snel hersteld worden. U zegt wel dat het snel kan, maar in de
praktijk gebeurt dat vaak niet en zijn de begrotingsregels een obstakel.)
Nee, dat denk ik niet. De begrotingsregels stellen gewoon dat we
inkomstenmeevallers in het lopende jaar niet uitgeven en dat we tegenvallers binnen het
eigen budget oplossen. Er staat veel meer in, maar plat gezegd, is dat de kern. Ik denk
dat de methode van zero based begroten daar niet mee in tegenspraak is. Het is wel
belangrijk om niet twee jaar te doen over het opstellen van een zero-basedbegroting als
we constateren dat er een knelpunt zit. Zo'n proces moet wel soepel verlopen. Ik denk
ook dat het fair is om te zeggen dat de financiële functie nu veel beter is ingericht. We zijn
nu veel beter in control dan twee jaar geleden waardoor het samenspel waar ik net op
doelde tussen lijn en Financiën beter gaat en we dus makkelijker tot zo'n zero-
basedbegroting kunnen komen. Ik denk daarom niet dat de begrotingsregels een
belemmering vormen voor het vraagstuk dat u oppert.
(Mevrouw ROOSMA: En als ze dat wel zouden zijn, is de wethouder dan
bereid daar soepeler mee om te gaan zodat we zo snel als het kan,
gegeven het proces dat u hebt geschetst, de fouten uit de begroting
kunnen halen?)
Nee.
(Mevrouw ROOSMA: Dan ga ik erover nadenken of ik in de tweede
termijn misschien een motie hiervoor kan formuleren.)
Dat subiete ‘nee’ was natuurlijk een beetje plagen. Als u mij vraagt of ik bereid
ben om de begrotingsregels te versoepelen, dan hoop ik dat u kunt waarderen dat ik snel
zo’n kort antwoord geef. Ik ben wel bereid om een keer met de Raadscommissie voor
Financiën te discussiëren over dat zero based begroten, wat het precies inhoudt en hoe
we dat beter en sneller kunnen doen. Dan kunnen we ook praten over de vraag of de
begrotingsregels het grootste probleem vormen. Ik denk het niet. Verder is het bij een
afzonderlijk knelpunt altijd mogelijk dat, als u vindt dat de wethouder Financiën te streng is
en dat hij de begrotingsregels moet loslaten, de raad dat voorstelt. U bent de baas.
(Mevrouw ROOSMA: Dan wil ik voorstellen om het na de zomer in de
Raadscommissie voor Financiën hier iets uitgebreider over te hebben
naar aanleiding van een stuk dat het college dan voorlegt.)
Dat lijkt mij goed. Ik zal een goed instrument proberen te vinden om dat te
bespreken. We zullen dat in het najaar doen.
(De heer GULDEMOND: Mevrouw Roosma en ik hebben een motie
ingediend die u zou kunnen uitleggen als een verzoek om zero based een
onderdeel van de begroting op te bouwen. Uw toezegging doet bij mij de
vraag rijzen of dit een instrument is dat we breder in de begroting moeten
inzetten om de begroting verder op orde te brengen. Niet meteen morgen,
maar als u ons een brief of iets dergelijks stuurt, zou u daar ook op in
kunnen gaan?)
U verwijst volgens mij naar de motie die u hebt ingediend over maatschappelijke
opvang. We zullen van de heer Van der Burg horen hoe enthousiast hij is over die motie.
Laten we het gesprek in de Raadscommissie voor Financiën voeren, want u weet dat er
ook nog een ander traject gaande is. U weet dat we bezig zijn met het benchmarken van
de begroting. Dat is ook een instrument dat helpt om helemaal van onderaf na te gaan of
de begroting past bij de beleidsdoelen en de ambities die we hebben en om dit te
27
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
vergelijken met vergelijkbare organisaties en gemeenten. Misschien is dat ook een goede
gelegenheid om de vraag van mevrouw Roosma te bespreken. Laten we het daar in de
Raadscommissie voor Financiën over hebben.
Ik zal het tempo iets opschroeven. De businessdossiers zijn belangrijk. Eenderde
op orde, tweederde niet op orde, in verschillende gradaties. Sommige een klein beetje
niet op orde, andere ongetwijfeld veel meer niet op orde. Ik denk dat het college een zeer
serieuze inspanningsverplichting op zich moet nemen om ze op orde te brengen. Wat
daarbij zal helpen, en wat dus ook geen excuus kan zijn voor het college, is dat de
maandafsluitingen steeds beter verlopen. Er is ook gesuggereerd om op kwartaalbasis
daar een balans bij op te maken. Dat is volgens mij een suggestie van de
Rekeningencommissie. Die suggestie is overgenomen. Dat kan dus ook geen excuus zijn.
Verder is het klip-en-klaar dat deze wethouder en het college er belang bij hebben om
gedurende het jaar de businessdossiers op orde te hebben en om gedurende het jaar
precies te weten wat de afwijkingen zijn en wat de verklaringen daarvoor zijn. Dan hoeft
zo’n businessdossier aan het eind van het jaar helemaal geen enorm hoofdpijndossier te
zijn. Nu is dat nog vaak wel het geval. Die toezegging doe ik dus graag. Als u mij vraagt of
ik voor 100% kan garanderen dat er op elk van de 55 businessdossiers helemaal niets
valt aan te merken door een uiterst kritische accountant, dan is dat lastig. De zeer
serieuze inspanningsverplichting waar het college zich niet achter kan verschuilen, krijgt u
zeker. Dat geldt voor mij en voor mijn collega’s.
De heer Boomsma stelde een vraag over precies begroten. Wat is dat? Met een
glimlach zeg ik tegen mevrouw Roosma dat zij en ik voor precies begroten zijn. Dat wil
ook zeggen dat we vooral geen al te grote egalisatiereserve creëren, want als we een
enorme egalisatiereserve creëren, dan is dat geen kwestie van precies begroten. Bij
overschrijdingen kunnen we dan altijd daaruit putten. Precies begroten slaat op de
egalisatiereserve en op de egalisatiereserves, waaronder — ik noem er een — die voor
Zorg en de Wmo. Ze moeten afdoende zijn, maar bescheiden. Een egalisatiereserve moet
zo groot zijn dat we af en toe bang moeten zijn dat ze net niet volstaat en dat het af en toe
een klein beetje pijn doet. Zo doen we dat. Het klopt dat bij een enorme begroting met tien
of elf programma’s er onderdelen in staan waar misschien nog lucht in zit en waar we
preciezer kunnen begroten. Daar moeten we voortdurend alert op zijn via benchmarken
en zero based begroten. Ik denk dat we het afgelopen jaar al enorme vooruitgang hebben
geboekt. Ik moet even kijken hoe ik het formuleer omdat ik niet al te onbescheiden wil
lijken. Aan de inkomstenkant van de begroting, waar ik als wethouder Financiën met
name aandacht voor heb en ook verantwoordelijk voor ben, zijn we preciezer gaan
begroten. De toeristenbelasting is een voorbeeld, maar ook de ozb waar we sinds vorig
jaar al de areaaluitbreiding in programmeren. Daar wordt preciezer begroot en dat levert
structurele ruimte op die we netjes inzetten. Dat over realistisch begroten.
(Mevrouw DE HEER: Ik vind het altijd mooi als de wethouder
complimentjes geeft aan zichzelf. Dat mag ook wel. Ik moet dan toch
vragen of het niet een beetje pijn doet als er zoveel geld op de plank blijft
liggen. De prognose van de schuld verschilt 1 miljard met de werkelijke
schuld. Dat moet dan toch een beetje pijnlijk zijn.)
De schuldprognose wijkt niet af vanwege de 19 miljoen euro bij zorg. Die wijkt af
omdat er in reserves en voorzieningen ook nog discrepanties zitten. Daar wordt ook te
ruim of niet goed genoeg begroot. Dat heeft ook te maken met het NIP waar
planningsoptimisme in zit. Daar hebben we het in de commissie over gehad. We hebben
dat geanalyseerd en in de najaarsnota komen we daarop terug, zullen we dat presenteren
en kunnen we erover spreken. Als er geld overblijft vanwege onderbesteding, dan kan er
28
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
altijd een externe omstandigheid zijn waardoor zoiets ontstaat. De verklaring is dan ook
duidelijk. Het is belangrijk dat we gedurende jaren over een langere periode bijhouden of
er een structurele onderbesteding is. Dat wordt steeds makkelijker doordat we een
concernadministratie hebben ingevoerd. Structurele onderbestedingen wilen we
voorkomen. Een incidentele onderbesteding is minder erg, maar een structurele willen we
voorkomen. Naarmate de tijd verder gaat, kunnen we dat steeds beter analyseren omdat
we sinds dit jaar eindelijk een concernadministratie in Amsterdam hebben. Dan is het de
taak van de wethouder Financiën om, zelfs bij het vermoeden van een structurele
onderbesteding, binnen het college een gesprek daarover te hebben met de
vakwethouder. Zo zie ik dat.
(Mevrouw DE HEER: Ik ken dit wel van de wethouder, maar bent u het
met mij eens dat we er nog lang niet zijn? We hebben nog steeds net
zulke grote overschrijdingen als jaren geleden. We hebben er wel zaken
voor in gang gezet, maar in feite een beetje zoals de ACAM zegt: er zijn
acties ingezet, maar we zien er nog geen resultaten van.)
Dat is wel een heel korte samenvatting van een heel genuanceerd generaal
verslag van de ACAM. Daar ga ik maar niet op in. Ik ken niet alle rekeningresultaten van
de afgelopen tien jaar uit mijn hoofd, maar ik durf wel te stellen dat de afgelopen jaren de
rekeningresultaten gekrompen zijn. Dat zou zomaar kunnen komen doordat er preciezer
begroot wordt. Dit jaar was er een aanzienlijk rekeningresultaat. Vorig jaar was het
beduidend kleiner. Ik weet dat er in het verleden wel eens sprake was van
rekeningresultaten van ruim 200 miljoen euro. Dat hebt u deze periode niet gezien. Ik
denk ook dat u dat niet zult zien.
Ik heb volgens mij alle vragen beantwoord. De moties. Motie nr. 817 van de heer
Guldemond over de inzet van communicatiemiddelen. Hij vraagt of de lessen van
stadsdeel Centrum ook elders gebruikt kunnen worden. Die motie is eigenlijk voor de
burgemeester, maar die is er niet. Wethouder Ollongren heeft vast een uitgewerkte
mening over motie nr. 817. Zal ik antwoord geven en het risico lopen dat ik volslagen
misschiet? Verkennen in welke mate de door stadsdeel Centrum bedachte slimmere en
efficiëntere inzet van communicatiemiddelen breder toepasbaar is binnen de gemeente.
Daar lijkt mij helemaal niets op tegen. Of het mogelijk is om dat bij andere budgetten te
doen. Daar lijkt me ook niets op tegen. De resultaten beschikbaar stellen ten behoeve van
de coalitievorming 2018. Dat lijkt mij helemaal een goed idee dus die motie krijgt een
positief preadvies. Als wethouder Ollongren wil controleren of ze het met mij eens is: het
gaat om motie nr. 817.
Dan motie nr. 819 van de heren Guldemond, Torn en Flentge, knelpunten
oplossen. Ja, een korte opmerking vooraf. Dit is een mooi voorbeeld zoals de heer
Guldemond ook al zei als de begroting op orde komt. De raad suggereerde om in beeld te
brengen welke ruimte er in fondsen zit zodat de raad beter kan sturen. Dan loopt het
college het risico dat de raad dat ook zal doen. Dat gebeurt hier en ik ben daar oprecht
positief over. Over het feit dat er in de begroting inzichtelijk is gemaakt of er ruimte zit in
die fondsen en dat de raad gaat sturen. Daar ben ik echt heel positief over. Het punt is
een beetje dat we hier geen integrale afweging maken omdat we dat bij de voorjaarsnota
moeten doen. Ik heb daarom een heel ambivalent gevoel over deze motie. Over de
posten waaraan het geld besteed wordt, heb ik als wethouder Financiën geen mening.
We zouden alle collegeleden moeten afgaan om te horen wat iedereen ervan vindt, ook al
komen alle bestedingen mij buitengewoon sympathiek voor. Ik zou daarom het oordeel
over motie nr. 819 over willen laten aan de raad.
29
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
(Mevrouw ROOSMA: Ik had eigenlijk verwacht dat de wethouder
Financiën zou zeggen dat het mooi is dat de ruimte gevonden is, maar dat
dit juist iets is om integraal af te wegen bij een voorjaarsnota of misschien
wel een najaarsnota. Ik had daarom een negatief preadvies verwacht van
de wethouder.)
De najaarsnota is sowieso geen verdeelmoment. Het enige integrale
verdeelmoment is de voorjaarsnota. De ambivalentie is een gevolg van het feit dat ik heel
goed gehumeurd ben vandaag. Dat was ik gisteren overigens ook. Ik ben er ambivalent
over omdat ik dat eigenlijk integraal wil afwegen. Dat kan alleen bij een voorjaarsnota. Dat
is lastig omdat we dit alleen bij de najaarsnota kunnen verwerken. De volgende
voorjaarsnota is volgend jaar. Dat is erg ver weg. Bovendien ben ik oprecht positief over
het feit dat, doordat we de rekening op orde brengen en er meer inzicht komt, de raad kan
gaan sturen. Dan loopt het college ook het risico dat de raad dat ook gaat doen. Vandaar
dat ik er een beetje ambivalent over ben. Als wethouder Financiën vind ik het lastig om
inhoudelijk iets over de bestedingen te zeggen. Het is een heel lang lijstje met allerlei heel
sympathiek klinkende zaken waar ik geen mening over heb. Daarom leg ik het oordeel bij
de raad neer als u dat goedvindt.
(Mevrouw DE HEER: Ik vind het heel slim gevonden van de coalitie. Die
heeft dus echt alle negenhonderd pagina’s gelezen. Over de 2,8 miljoen
euro staat dat dat was voor een committering voor de verlieslatende
exploitatie van de Tolhuistuin. Dat geld is nog niet besteed. Ik wil graag
weten waarom dat bedrag niet is besteed en of we de Tolhuistuin dan niet
in de steek laten.)
Ik heb geen idee aan wie ik die vraag moet voorleggen. Ik kan er wel van zeggen
dat in de jaarrekening staat dat het geld vrij kan vallen. Daar zou u de conclusie uit mogen
trekken dat het geld niet meer nodig is. De details van het dossier Tolhuistuin heb ik hier
echter niet.
(De VOORZITTER: Nogmaals mevrouw De Heer. Het was natuurlijk een
vraag die bij inhoudelijke behandeling in de commissie gesteld had
kunnen worden.)
(Mevrouw DE HEER: Het was mij niet opgevallen. Ik zie het nu voor het
eerst omdat de coalitie met een motie komt. Nu wil ik het ook weten. Er
staat namelijk: ‘naar verwachting kunnen vrijvallen’. Daarom val ik er even
over. Als het geld vrijvalt, dan valt het vrij. Maar: naar verwachting?)
Dat zou betekenen dat deze motie, als de raad haar aanneemt, wordt uitgevoerd
als het geld daadwerkelijk vrijvalt. Dat weten we pas als het zover is. Het realiteitsgehalte
van die verwachting moet ik nagaan, want ik ken het dossier Tolhuistuin niet.
(De heer GULDEMOND: Dit is een klein beetje oneigenlijk. Is de
wethouder het met mij eens dat, als mevrouw De Heer op pagina 539 van
de jaarrekening kijkt — dat is een paar pagina’s verder dan waar u nu bent
—en dat combineert met het antwoord op vraag 76 van de technische
vragen van D66 op pagina 38 van dat document, u tot de conclusie komt
dat het college van mening is dat het geld op zijn vroegst bij de
najaarsnota kan vrijvallen? Dat was ook de aanleiding voor mij en mijn
coalitiegenoten om dat voor te stellen. Als de wethouder Financiën nu
vindt dat het geld ook al bij de voorjaarsnota 2017 kan vrijvallen, dan heb
ik daar uiteraard geen probleem mee. In de motie staat niet voor niets:
“uiterlijk bij de najaarsnota of zoveel eerder als mogelijk is”)
(De VOORZITTER: Wethouder, u snapt de vraag geloof ik?)
30
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
Ja, ik snap de vraag en het antwoord is precies hetzelfde als ik al eerder gegeven
heb. Mij lijkt dat de najaarsnota het geëigende moment is, want we willen niet allerlei
begrotingswijzigingen tussendoor. Dat is het moment.
Dan motie nr. 818 van de heer Guldemond en mevrouw Roosma over
maatschappelijke opvang. Die laat ik over aan collega Van der Burg. Volgens mij heb ik
alle moties gehad.
(De VOORZITTER: Amendement nr. 820. Of is die ook voor een van uw
collega’s?)
Dat heb ik hier nu niet.
(De VOORZITTER: Over de armaturen.)
Ik kijk de heer Choho aan. Die heeft heel veel verstand van ledarmaturen.
(Mevrouw ROOSMA: Ik kan het toelichten. Het gaat niet over armaturen.
We proberen het deel van het rekeningresultaat dat bestemd is voor
schuldaflossing uit de voordracht te amenderen, met uitzondering van het
deel dat bedoeld is om de oude armaturen af te schrijven. We willen niet
dat het resultaat naar aflossing van de schuld gaat, met uitzondering van
een klein deel.)
Maar dan zijn we natuurlijk tegen.
(De VOORZITTER: En amendement nr. 816 over het veranderen van het
dictum van de reactie van het college op het verslag? Hebt u daar nog
een mening over?)
Dan moet ik het even zien. Ik heb er vast een mening over. Dit is voor de raad.
Het is aan de raad om te bepalen of die iets overneemt of er alleen kennis van neemt.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg.
Wethouder VAN DER BURG: Als u het goedvindt, dan sta ik in mijn rol van
wethouder Grondzaken ook stil bij de kritiek van de Partij van de Arbeid. Mevrouw De
Heer heeft mij daar het een en ander over gevraagd. Mevrouw De Heer heeft gelijk. Het
kan beter en het moet beter. Dat heb ik in de commissie gezegd. Dat heb ik tegen de
Rekeningencommissie gezegd, tegen de accountant gezegd en nu via mevrouw De Heer
tegen de raad gezegd. Dat is één.
Ten tweede de materiële controle op pgb’s. De vragen daarover waren van
mevrouw Roosma. Ook daarover heb ik al in de commissie gesproken en tegen de
Rekeningencommissie, de accountant en u hetzelfde gezegd. We moeten leren van de
manier waarop ze dat bij Jeugdzaken gedaan hebben, want daar hebben ze op een
goede manier vormgegeven aan de materiële controle. We zijn wel afhankelijk van de
Sociale Verzekeringsbank. We denken ook dat er landelijk nog het een en ander zal
veranderen. Daarom heb ik tegen de accountant en de Rekeningencommissie gezegd dat
we dit gaan doen zoals bij Jeugdzaken. Als er landelijk een uniforme regeling komt, dan
maken we daarna de overstap.
Dan motie nr. 818, een toekomstige coalitiemotie van D66 en GroenLinks. Ik heb
de vorige keer de resultaten mogen ervaren van de coalitieonderhandelingen tussen D66
en GroenLinks. Het lijkt mij heel goed dat wij wetenschappelijk goed onderbouwde
onderhandelaarsinput geven voor het nieuwe coalitieakkoord. Ik ben dus voor motie nr.
818.
Dan de 19 miljoen euro. Daarbij zit ik volledig op de lijn-Guldemond. U stelt
inhoudelijke doelen. U geeft daar geld aan. De vraag is of de inhoudelijke doelen worden
gerealiseerd. Zo ja, dan geven we daar zo min mogelijk geld aan uit. Het is niet zo dat de
31
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
begroting dient om er geld doorheen te jassen. De begroting is er om de inhoudelijke
doelen die de raad stelt te realiseren. Overigens een kleine kanttekening: geld voor
straatverlichting en lantaarnpalen kan er juist voor zorgen dat er minder geld aan zorg
wordt besteed. Het is dus ook in dat opzicht een slecht voorbeeld. Los daarvan stellen wij
elk jaar veel geld ter beschikking voor zorg. Meer geld, ook verhoudingsgewijs, dan de
meeste gemeenten in Nederland. We zien dat men op sommige punten minder
gebruikmaakt van voorzieningen. Soms ligt dat aan ons, soms ook niet. Ik neem als
voorbeeld de pgb-misèêre. Het is dan ook terecht dat de heer Poorter daarover begon. Het
feit dat mensen daarbij afnaakten, was niet het gevolg van het beleid van mevrouw
Roosma en was zelfs niet het gevolg van mijn beleid, maar was het gevolg van de
landelijke puinhoop die ervan is gemaakt. De HHT-gelden vormen een niet erg geslaagd
experiment van minister/oppositieleider Asscher. Daar zijn u en ik het over eens. Dat daar
geld overbleef, daar konden wij niets aan doen. De heer Poorter heeft dat terecht als
kanttekening geplaatst. We hebben ook al een aantal maatregelen genomen om de
zorgkosten te laten stijgen, bijvoorbeeld door de eigen bijdrage te verlagen die niet alleen
minder inkomsten genereert, maar ook meer uitgaven zal vergen. Ik denk daarom dat wij
ons geld op een goede wijze besteden en dat menige raad in Nederland niet kan tippen
aan het zorgbeleid dat de gemeente Amsterdam heeft vormgegeven.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Vliegenthart.
Wethouder VLIEGENTHART: Mevrouw Roosma complimenteerde het college
met het uitgeven van de armoedemiddelen. Dat compliment neem ik namens het college
graag in ontvangst. Zij maakte daarna een opmerking over de Werkbrigade die niet klopt.
U wilt de Werkbrigade graag structureel maken, maar u weet ook dat het de ambitie van
het college is om dit als experiment te beschouwen om na te gaan of het ook echt werkt.
Als we experimenteren, dan zetten we daar geen structureel geld voor in. Ik vind dat u
daarmee onrecht doet aan het werk van het college. Dat wilde ik graag nog gecorrigeerd
hebben.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Litjens.
Wethouder LITJENS: De heer Guldemond heeft een aantal opmerkingen
gemaakt. Een ervan was over de aanbestedingen en de onrechtmatigheden daarbij. Het
gaat daarbij om 19,9 miljoen euro. Dat is anders dan de 19 miljoen euro waar het net over
ging. 19 miljoen euro onrechtmatigheden op 1,8 miljard euro inkoop. ledere
onrechtmatigheid is er een te veel. Dat is een conclusie die we gerust kunnen trekken. We
constateren echter ook dat er in de afgelopen tijd wel iets verbeterd is en dat we ook een
aantal verbeterslagen hebben ingezet. Er wordt onder andere steeds meer ingekocht via
lead buyers. We hebben een nieuwe nota Inkoop en aanbesteding met bijbehorende
werkinstructie uitgevaardigd. Verder is er de implementatie van Tien wegen. Er wordt
meer gestuurd op contractmanagement en we gaan over op één contractbeheersysteem.
Dat is niet onbelangrijk. En niet in de laatste plaats de registratie van contracten en de
koppeling tussen contracten en verplichtingen. Daar hebben we ook nadrukkelijk met de
Rekeningencommissie over gesproken. Een erezaak? Het is ons werk om iedere keer
beter te werken, maar ook werk kan een erezaak zijn. Het is mijn eer te na om volgend
jaar weer op dezelfde score uit te komen.
(De heer GULDEMOND: Precies om dat laatste gaat het mij. In de vier
jaarrekeningen die ik in deze raad heb mogen behandelen, staat vier keer
32
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
een opmerking van de accountant over de onrechtmatigheid bij
aanbestedingen. Ik had graag gewild dat er in deze jaarrekening niet zo’n
opmerking had gestaan.)
Ja, maar ik kan u alvast voorspellen dat de kans tamelijk groot is dat er ook in de
volgende jaarrekening sowieso een opmerking over staat. Ik zei net al dat het
inkoopvolume van de gemeente Amsterdam 1,8 miljard euro per jaar bedraagt. Bij alle
aanbestedingen die we daarvoor doen, bestaat altijd de mogelijkheid dat er een keer een
niet voldoet aan de rechtmatigheidstoets. We proberen dat aandeel zo klein mogelijk te
maken, maar net als bij de financiële huishouding van de gemeente Amsterdam zal dat
nooit leiden tot een jaarrekening waar de accountant geen enkele opmerking over heeft.
De heer Kock zei dat net ook al. Dat geldt hier ook. Er zal ongetwijfeld een kans bestaan
dat er weer een onrechtmatigheid in zit. We zetten echter alles op alles om ervoor te
zorgen dat die steeds kleiner wordt.
Dan de onderbestedingen en de projecten die achterlopen op de planning. Daar
hebben we in de Raadscommissie voor Infrastructuur en Duurzaamheid ook uitgebreid
over gesproken. Er zijn ook vragen over gesteld. Slechts 50% realisatie. Zijn dat
incidenten of is dat een structureel probleem? We hebben toen geantwoord dat
activiteiten die een onderschrijding laten zien vooral voorkomen bij projecten en
programma’s waarbij cofinanciering aan de orde is. Er zijn veel infrastructurele projecten
waar het geld later besteed wordt en de uiteindelijke onderschrijding tamelijk klein is. In de
Raadscommissie voor Infrastructuur en Duurzaamheid is ook geconstateerd dat dat
misschien een van de commissies is waar projecten het meest heel gedetailleerd
besproken worden en de commissie ook tamelijk goed zicht heeft en goed kan sturen op
vertraging in de projecten. Ze wordt ook geïnformeerd over de zeer diverse oorzaken van
vertraging bij projecten. Op de vraag of er gewerkt kan worden aan een systematiek
waarbij die onderbestedingen zo klein mogelijk worden zonder over te programmeren,
dan is het antwoord daarop ‘ja’.
(De heer GULDEMOND: Onderbesteding is één punt. Ik denk dat u dat
onderscheid terecht maakt. In de tijd opschuiven leidt misschien op
projectbasis niet tot een onderschrijding, maar natuurlijk wel tot vertraging
bij een investering die we allemaal graag willen doen voor de
Amsterdammers. Kunt u daar ook nog iets over zeggen?)
Ja, want voor die vertragingen is er geld binnen het fonds. Dat geld blijft ook in dat
fonds voor dat bepaalde project beschikbaar. Als er vertraging ontstaat, dan betekent dat
niet dat het zal leiden tot minder uitgaven of minder programmering in het jaar erna. Dan
is er weer voor dat jaar hetzelfde geld beschikbaar in het mobiliteitsfonds en kunnen er
weer projecten voor worden uitgevoerd. Projecten die vertraging hebben opgelopen,
worden gedaan, met vertraging. Het geld ervoor is beschikbaar en wordt alsnog
uitgegeven. Het leidt dus niet tot vrijval of wat dan ook. Het wordt alleen later besteed. Er
is dus geen sprake van onderschrijding, maar van vertraging in de besteding. Komt er
meer geld binnen? Ja, er wordt meer geld opgehaald. leder jaar zorgen wij ervoor dat er
een bestedingsvoorstel in de voorjaarsnota staat voor het stedelijk mobiliteitsfonds waarin
de projecten staan aangegeven die we van plan zijn te gaan uitvoeren in de
daaropvolgende vier jaar. Het staat voor vier jaarschijven geprogrammeerd. Er zit nog een
lange lijst projecten bij die onder de zaaglijn blijven. Op die manier kan de raad overzicht
houden op datgene wat er geprogrammeerd wordt en op de keuzes die gemaakt worden.
Het belangrijkste onderwerp vandaag vormen de lantaarnpalen en misschien is het goed
om erop te wijzen dat er 40 miljoen euro per jaar aan parkeergeld afgedragen wordt aan
de algemene middelen. Dat geld kan besteed worden aan allerlei zaken buiten het fysieke
33
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
domein. Ik ben net een week in een land geweest waar alles volgens sommige mensen
op orde lijkt te zijn, de Verenigde Staten. Ik denk dat veel mensen hier daar anders over
denken. Daar heb ik gezien wat de nadelige effecten zijn, ook in sociaal opzicht, als men
maar lang genoeg lantaarnpalen, stoepen en straten niet onderhoudt. Ik denk dan ook dat
iedereen het ermee eens is dat dat belangrijk is.
Extra baten bij de najaarsnota op het gebied van vastgoed. Dat is gevraagd door
de heer Boomsma. Die 2,5 miljoen euro is inderdaad een saldo. Enerzijds het gevolg van
minder opbrengsten door verkoop van vastgoed. Anderzijds omdat we alle
schoenendozen met de vastgoedadministraties om het maar even oneerbiedig te zeggen
bij de reorganisatie bij de rve Vastgoed hebben neergelegd. Het opschonen van al die
bestanden en de administratie en het stevig navorderen van nog niet betaalde rekeningen
heeft geleid tot een positief saldo. Als we dat in mindering brengen op de minder
opbrengsten door de verkoop van panden resteert er een positief saldo van 2,5 miljoen
euro. Dat is een actie die in het afgelopen half jaar is ingezet en een beter resultaat heeft
opgeleverd dan we hadden verwacht toen we de najaarsnota aan u presenteerden.
(De heer BOOMSMA: Het is heel goed dat die schoenendozen nu zijn
uitgezocht, maar dat leidt bij mij wel tot de vraag of dit betekent dat er
jarenlang geen huur is betaald aan de gemeente door allerlei instanties
die wel van onze panden gebruikmaakten.)
In gevallen waarin we dat niet wisten, wordt ervoor gezorgd dat organisaties
alsnog huur betalen. Waar huur verschuldigd was en niet betaald is, wordt die gewoon
gevorderd.
(De heer BOOMSMA: Kan dat ook verder teruggaan dan tot 2015?)
Misschien kan er verder dan tot 2015 teruggegaan worden, dat weet ik niet. Ik wil
dat wel voor de heer Boomsma navragen en een briefje sturen om dat inzichtelijk te
maken. Hoe langer we teruggaan, hoe ingewikkelder het echter wordt om dat überhaupt
na te gaan en uit de administraties tevoorschijn te halen. Het invorderen zal ook niet
gemakkelijker worden.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Choho.
Wethouder CHOHO: Ik wil de heer Guldemond bedanken voor het compliment
dat de nieuwbouw in de stad ook duurzame nieuwbouw wordt. Hij stelde mij een vraag
over het herplantfonds. Het is heel ongewenst dat het herplantfonds gevuld is met grote
bedragen. Wij willen juist onmiddellijk herplanten. Het is dus in feite een noodvoorziening.
Die noodvoorziening is nu ruim gevuld doordat wij extra middelen hebben gekregen
vanwege grote projecten, in dit geval vanwege de aanpassing van de A9. Ik ben het
helemaal met u eens dat dat geld niet op de plank moet blijven liggen. We zijn al op zoek
naar projecten waar we dat geld aan kunnen besteden. Ik zeg u dan ook graag toe dat we
voor het einde van het jaar een plan zullen voorleggen waarin we deze middelen zo goed
als mogelijk invullen.
De VOORZITTER: Hebt u na acht commissiebehandelingen, twee commissies-
Duisenberg en een uitgebreide behandeling vanochtend nog behoefte aan een tweede
termijn? Zo niet, dan schors ik de vergadering tot 13.05 uur waarna we overgaan tot
besluitvorming over alle punten die we behandeld hebben.
De verdere behandeling van de punten 12 en 13 wordt even aangehouden.
34
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017
Raadsnotulen
De VOORZITTER schorst de vergadering om 12.35 uur.
35
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
INDEX
651 Vaststellen van het verslag van de Rekeningencommissie over de jaarrekening
664 Vaststellen van het jaarverslag 2016 van de gemeente Amsterdam … 7
665 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het generaal verslag 2016 … 7
748 Vaststellen van de reactie college op het verslag van de Rekeningencommissie over
de jaarrekening 2016. …… nnn onneeneevenneerenennneeren enne eereneneeereneneerveveneeeevenveneenv ennn
816 Amendement van het raadslid Torn inzake de reactie op het verslag van de
Rekeningencommissie op het jaarverslag 2016 (instemmen) … … nnen enne 17
817 Motie van het raadslid Guldemond inzake het jaarverslag 2016 (efficiënte inzet van
communicatiemiddelen) … … nnn onneenennerenneer eneen enneneneeenvenneennvervenneen ennen Î2
818 Motie van de raadsleden Guldemond en Roosma inzake het jaarverslag 2016
(zorgmiddelen) … … nnn nnee enneensnerenneeen eneen ennereneenvenereneee rennen enver eneen Î
819 Motie van de raadsleden Guldemond, Torn en Flentge inzake het jaarverslag 2016
(knelpunten oplossen) … … nnen ennneenneerennerenennereneeer eneen eenenenneer ennen eneen enen Î
820 Amendement van de raadsleden Roosma en De Heer inzake het vaststellen van het
jaarverslag 2016 (vervanging armaturen door ledverlichting) … … annen 22
36
| Raadsnotulen | 36 | train |
x Gemeente Amsterdam BWK
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken,
Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort,
x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid
Agenda, donderdag 25 april 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie,
Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Tijd 13.30 tot 16.00 uur
Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Inspreekhalfuur Publiek
Grondzaken
5 EindejaarsResultaat Actieve Grondexploitatiegebieden 2012. Nr. BD2013-004448
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 mei 2013).
e Deleden van de Raadscommissie voor JIF en de Rekeningencommissie zijn hierbij
uitgenodigd
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
| Agenda | 1 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 739
Datum indiening 12 juli 2018
Datum akkoord 12 september 2018
Publicatiedatum 13 september 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kilig inzake een gebroken nek van een
bewoner van Cordaan.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 8 juni 2018 is er op de website van AT5 een artikel verschenen’ over een voorval
waarbij een 80-jarige bewoner van Cordaan zijn nek brak. Op 23 juni 2018 is een
uitgebreid interview verschenen in Het Parool inzake dit voorval waarin ook de reactie
van Cordaan is opgenomen.”
Gezien het vorenstaande heeft het lid Kilig, namens de fractie van DENK, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met dit voorval? Welke rol speelt het college in dit soort
uitzonderlijke gevallen? Wordt het college op de hoogte gehouden of op andere
wijze betrokken bij het onderzoek dat wordt uitgevoerd door de Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)? Kan het college afhankelijk van haar rol de
gemeenteraad op de hoogte houden van het verloop van het onderzoek?
Antwoord:
Het college heeft van het voorval vernomen en bij Cordaan informatie
ingewonnen over de stappen die door hen zijn ondernomen. De heer in kwestie
heeft een gebroken nekwervel opgelopen.
De zorg die door Cordaan geboden wordt aan inwoners van de gemeente
Amsterdam valt onder te verdelen in een drietal vormen die elk een aparte
financieringswijze en bijbehorende controle en verantwoordingssystematiek
kennen:
e zorg en ondersteuning die geboden wordt op basis van de Gemeentelijke
Wmo financiering,
e zorg ondersteuning die Cordaan biedt op basis van de Wet Langdurige Zorg
(Wlz) en
de Zorg Verzekering Wet (Zwv).
' http://www.at5.nl/artikelen/183032/onderzoek-naar-gebroken-nek-bewoner-verzorgingshuis-
cordaan-medewerker-op-non-actief
2 https://www.parool.nl/amsterdam/val-of-klap-nekletsel-bewoner-cordaan-gehuld-in-
mysterie-a4600381/
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Jo Gemeenteblad R
Datum 13 september 201g Schriftelijke vragen, donderdag 12 juli 2018
Deze laatste twee vormen van zorg en ondersteuning worden landelijk vanuit
respectievelijk de zorgkantoren en de zorgverzekeraars gefinancierd.
De zorg en ondersteuning die onder de Wmo valt en de zorg en ondersteuning
die onder de Wlz en Zvw valt kennen elk een eigen Toezichthouder.
Voor de Wmo is dit het Toezicht Wmo dat door de GGD wordt uitgevoerd.
Voor de Wlz en Zvw is dit de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Het incident dat zich heeft voorgedaan in de locatie Ottho Heldringstraat valt
onder het landelijk Toezichtkader de IGJ en is derhalve niet gemeld bij de
gemeente Amsterdam en de Wmo toezichthouder.
Op basis van de ernst van een incident of calamiteit wordt een melding gedaan
door Cordaan bij het meldpunt IGJ. In geval van een ernstig incident of calamiteit
wordt vervolgens door de IGJ aan Cordaan gevraagd om een intern,
onafhankelijk onderzoek uit te voeren naar de oorzaak van het incident of
calamiteit en op basis hiervan een verbeteraanpak op te stellen.
Eind mei 2018 heeft zich op de Cordaan locatie Ottho Heldringstraat dit ernstig
incident voorgedaan met afschuwelijke gevolgen voor de betreffende heer en zijn
familie. Aangezien de toedracht niet ondubbelzinnig duidelijk is, is conform de
procedure calamiteiten een melding gedaan bij de Inspectie Gezondheidszorg en
Jeugd en is een onderzoek gestart. Conform de regelgeving van de IGJ is een
onafhankelijke commissie van deskundige onderzoekers ingesteld onder leiding
van een externe onafhankelijke deskundige voorzitter. Deze commissie doet
onderzoek naar de toedracht van de calamiteit en rapporteert haar bevindingen
aan de Raad van Bestuur van Cordaan. De Raad van Bestuur rapporteert op haar
beurt de bevindingen van de commissie aan de IGJ. Hierbij wordt door de Raad
van Bestuur aangegeven op welke wijze de eventuele verbeteracties binnen de
organisatie geïmplementeerd en gevolgd worden.
Deze commissie is de afgelopen weken bezig geweest om zowel alle betrokken
medewerkers als familie van betrokken cliënt, als ook externe artsen te horen,
zodat men zich een goed beeld kan vormen over het ontstaan van het incident.
Op basis van dit beeld wordt door de commissie aangegeven waar mogelijke
oorzaken liggen die hebben geleld tot het Incident en worden conclusies
opgesteld die moeten lelden tot een verbetering van de geboden zorg.
De IGJ beoordeelt het onderzoek en de rapportage met de bevindingen en
verbeterpunten en bepaalt vervolgens of en zo ja welke vervolgstappen er
ondernomen moeten worden.
In het geval de IGJ besluit een maatregel op te leggen — wat een verregaand
besluit is — dan is dit openbare informatie.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Jo Gemeenteblad R
Datum 13 september 201g Schriftelijke vragen, donderdag 12 juli 2018
2. Zorginstellingen zijn vanuit de IGJ verplicht om zogenoemde MIC-meldingen (MIG
= Meldingen Incidenten Cliënten) [ook wel bekend als MIZ-meldingen (MIZ =
Meldingen Incidenten Zorgverlener)] bij te houden. Wordt het college periodiek
geïnformeerd met betrekking tot deze meldingen? Heeft het college een overzicht
beschikbaar van alle MIC/MIZ-meldingen en is deze in te zien?
Antwoord:
Er is inderdaad binnen Cordaan een procedure voor wat betreft de MIC-
meldingen. Alle MIC-meldingen worden geregistreerd en periodiek besproken,
zowel binnen de locaties als in de overleggen van directie en Raad van Bestuur.
De uitkomsten hiervan worden meegenomen in de interne periodieke
kwaliteitsrapportages en dragen bij aan de verbetercyclus binnen de Cordaan
organisatie.
Het college wordt niet periodiek geïnformeerd met betrekking tot de MIC & MIZ
meldingen die zich voordoen in een voorziening die valt onder de IGZ als
toezichthouder. Het college heeft ook geen overzicht van deze meldingen dat in
te zien is.
3. Hanteert de gemeente kwaliteitscriteria bij de aanbesteding van welzijn en zorg,
waarbij MIC/MIZ-meldingen als voorwaarde meewegen? Wordt dit ook periodiek
geëvalueerd? Indien ja, wordt daar tussentijds nog gevolgen aan verbonden?
Gaat de gemeente bijvoorbeeld in gesprek met zorginstellingen over de
binnengekomen MIC/MIZ-meldingen? Hebben de MIC/MIZ-meldingen verder
nog invloed bij de gunning van nieuwe aanbestedingen?
Antwoord:
Nota Bene: Het incident dat zich heeft voorgedaan in de locatie Ottho
Heldringstraat valt onder financiering van de Wet Langdurige zorg en valt
daarmee onder het toezicht van de IGJ en niet onder toezicht van de Wmo
en daarmee ook niet onder de kwaliteitseisen van de Wmo.
Partijen die zich hebben ingeschreven voor de aanbesteding van voorzieningen in
de Wmo moeten voldoen aan de in het inkoopdocument genoemde eisen. Van
toepassing in dit geval zijn de eisen:
7. Opdrachtnemer dient aan te tonen dat hij systematisch werkt aan het
verbeteren van de kwaliteit en borgt dit door een aantoonbaar werkend
kwaliteitssysteem ingevoerd te hebben.
11. Opdrachtnemer is in het bezit van en werkt volgens een calamiteitenprotocol.
Bij calamiteiten stelt de opdrachtnemer de opdrachtgever en de Toezichthouder
Wmo direct op de hoogte conform de daarvoor geldende regels.
Binnen de Wmo contracten vindt er ten minste vier maal per jaar regulier overleg
plaats tussen Opdrachtgever (Gemeente Amsterdam) en Opdrachtnemer
(gecontracteerde partij). De kwaliteit van de ondersteuning en zorgverlening
maakt als gespreksonderwerp onderdeel uit van de agenda. Indien er zich
calamiteiten hebben voorgedaan wordt besproken op welke wijze er verbetering
is aangebracht opdat herhaling zo goed mogelijk uitgesloten wordt. In het geval er
urgent overleg nodig is naar aanleiding van een calamiteit vindt dit
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing Jo Gemeenteblad
ummer - =: on
Datum 13 september 201g Schriftelijke vragen, donderdag 12 juli 2018
vanzelfsprekend plaats en worden indien relevant afspraken gemaakt rondom
verbeteracties. In het uiterste geval dat er een trend te zien is in eenzelfde soort
calamiteiten zal zwaarder worden ingezet op de in te zetten verbeteracties.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1001
Datum indiening 1 augustus 2017
Datum akkoord 29 augustus 2017
Publicatiedatum 30 augustus 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Groot Wassink inzake technische
problemen met de pont.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 31 juli 2017 vernam de fractie van GroenLinks dat één van de pontveren
(IJveer 60) bij aankomst aan de noordzijde van het IJ een defect had waardoor de
klep niet wilde openen. Het defect werd niet verholpen bij afwezigheid van een
monteur. GroenLinks heeft aanvullende signalen ontvangen dat IJveer 60 wel vaker
met storingen kampt.
Gezien de IJveer 60 een nieuwe pont is, is de fractie van GroenLinks verbaasd over
de signalen dat deze pont wel vaker kuren heeft.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Groot Wassink, namens de fractie van
GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college op de hoogte van het incident wat plaatsvond op 31 juli 2017 bij
pont 60?
Antwoord:
Nee, het college was niet op de hoogte van dit incident. Bij incidenten van een
bepaalde aard, ernst en tijdsduur met pontveren treedt de calamiteitenregeling
van GVB in werking. Afhankelijk van de omvang van het incident wordt
opgeschaald tot het gemeentebestuur.
Het door u genoemde incident op 31 juli 2017, betrof een storing aan de klep van
IJ-veer 60. De zekering in het elektrisch circuit waarmee de kleppen bediend
worden, was doorgeslagen waardoor de klep niet bediend kon worden. De
reizigers zijn via de personeelsuitgang aan de zijkant van het schip op steiger 14
bij CS aan wal gelaten. Tussen het constateren dat de klep niet werkte en het
moment dat de passagiers aan de zijkant uit de boot werden gelaten heeft een
tijdspanne van ca. 10 minuten gezeten. Dit incident was niet van een aard,
omvang en tijdsduur dat opschaling naar het bestuur aan de orde was.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng loor Gemeenteblad R
Datum 30 augustus 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 augustus 2017
2. Klopt het dat er vaker incidenten zijn met een pont uit de serie IJveer 60?
Antwoord:
Nee, dat is niet het geval. Kort na de ingebruikname van het eerste veer uit de 60-
serie hebben er wel een aantal te harde aanlandingen plaatsgevonden. Dit werd
veroorzaakt doordat dit schip andere vaareigenschappen heeft dan de IJveer-50
en de schippers, naar toen bleek, nog onvoldoende ervaring met het nieuwe schip
hadden. GVB heeft daarop direct de schippers extra opleiding gegeven en
sindsdien behoort dit soort incidenten tot het verleden.
In de laatste week van juli heeft GVB een IJ-veer uit de 60 serie uit de vaart
moeten nemen omdat de roerpropeller defect was geraakt als gevolg van drijfvuil.
Dit had bij elk schip kunnen gebeuren en is dus niet IJ-veer 60 serie gerelateerd.
3. Watis het beleid van het GVB wanneer de pont niet wil openen en spoedig
ontruimd dient te worden, bijvoorbeeld in het geval van een brand?
Antwoord:
Brand wordt beschouwd als een calamiteit. In dergelijke gevallen treedt het
“Handboek Vervoer” van GVB Veren BV in werking. Onderdeel daarvan zijn de
calamiteitenscenario’s. Daarin staan alle regels en procedures omtrent veiligheid
en hoe te handelen in geval van calamiteiten en incidenten. Alle schippers
worden geacht te handelen volgens dit handboek.
Bij een brand is het eerste wat gebeurd bepalen hoe groot de brand is, de
passagiers daar wegleiden en de brand proberen te blussen. Dat is de taak van
de 2° man op de pont. Ondertussen vaart de pont door naar de bestemming. Als
daar blijkt dat de klep niet werkt dan wordt gebruik gemaakt van de noodknop in
de stuurhut. Deze kan bij levensbedreigende situaties ingedrukt worden en dan
kan de klep handmatig neergelaten worden. Bij deze handelwijze wordt de
gehele elektrische installatie om veiligheidsredenen uitgeschakeld. Uitgangspunt
voor GVB bij dit alles is en blijft dat de veiligheid voor reizigers, personeel en
omgeving de hoogste prioriteit heeft.
4. Is het college het met GroenLinks eens dat wanneer de pont vol staat met
mensen, deze ten alle tijden zo spoedig mogelijk gerepareerd dient te worden”?
Antwoord:
Ja, hiermee is het college het eens indien dit meteen en op eenvoudige wijze
gedaan kan worden. Indien dit niet kan moeten eerst de reizigers op een veilige
wijze worden ontscheept. Daarna volgt reparatie van het schip. In alle gevallen
geldt dat de veiligheid van reizigers voor alles gaat. Bij het incident van 31 juli was
reparatie niet direct mogelijk en heeft GVB het op deze laatst beschreven wijze
afgehandeld. Daarom zijn de reizigers via de bemanningsuitgang op land gezet.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 268
Publicatiedatum 11 april 2014
Ingekomen onder o
Ingekomen op woensdag 12 maart 2014
Behandeld op woensdag 12 maart 2014
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het Uitvoeringsbesluit
Leidseplein (aanpassing fietsoversteekplaats ter hoogte van het Vondelpark).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 7 januari 2014 inzake het Uitvoeringsbesluit Leidseplein op basis
van het Definitief Ontwerp Leidseplein (Gemeenteblad afd. 1, nr. 102);
Constaterende dat:
— de in het DO voorgestelde ligging van de taxiopstelstrook ten koste gaat van fiets-
en wandelpaden aan de zijde van het Byzantium;
— de veiligheid voor fietsers en wandelaars ter hoogte van de ingang van
het Vondelpark reeds nijpend is vanwege een onoverzichtelijke kruising van fiets-
en voetpad en het ontbreken van een opstelstrook voor fietsers,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de fietsoversteekplaats ter hoogte van de ingang van het Vondelpark opnieuw in te
richten, waarbij voorkomen wordt dat fietsers die wachten om over te steken richting
het Max Euweplein op het voet- of fietspad moeten staan.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1723
Publicatiedatum 6 januari 2017
Ingekomen onder o
Ingekomen op woensdag 21 december 2016
Behandeld op woensdag 21 december 2016
Status Ingetrokken en vervangen door O’
Onderwerp
Motie van de leden Nuijens en Boutkan inzake Experimenten Stad in Balans
(opnieuw invoeren van de vergunningsplicht voor ijs- en wafelverkoop en
onderzoeken van het gebiedsgericht uitbreiden van de vergunningplicht voor
oververtegenwoordigde functies).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de invulling van de tweede tranche van de prioriteit
Experimenten Stad in Balans (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1659).
Constaterende dat:
— de fractie van de SP, het college in september 2015 om haar mening verzocht
inzake de woekerende wildgroei aan ijs- en wafelsalons';
— de fractie van GroenLinks, eveneens in september 2015, uitdrukkelijk verzocht
heeft om de vergunningplicht;
— hetstilzwijgen van het college in antwoord op beide sets vragen vanuit de raad
de noodzaak tot handelen door de raad bevestigt.
Overwegende dat:
— _hettoenemen van het aantal ijssalons, kaas- en wafelwinkels, en de recentelijke
aanvragen van Dunkin Donuts opnieuw aannemelijk maken dat de in 2009
afgeschafte horecavergunning voor deze vorm van horeca toch de beste manier
is om het woekeren van dit soort verschralende functies te voorkomen;
— het (verder) uitbreiden van de vergunningplicht, al dan niet gebiedsgericht,
bijvoorbeeld daar waar sprake is van oververtegenwoordiging kan bijdragen aan
het herstel en behoud van functiemenging, functiebalans en de diversiteit van het
winkelaanbod.
! https://amsterdam.notudoe.nlicgi-bin/showdoc.cgifaction=view/id=275766/de heer N.T. Bakker SP
inzake de wildgroei aan ijssalons en wafelwinkels in het centrum (Gemeenteblad 2015, afd. 1,
nr. 1344).
2 https://amsterdam.notudoe.nliegi-bin/showdoe.egi/action=view/id=276208/ Aanvullende
schriftelijke vragen van het raadslid de heer Nuijens Groenlinks op de schriftelijke vragen van het
raadslid N.T. Bakker van 16 september inzake ijssalons in Amsterdam (Gemeenteblad 2015, afd. 1,
nr. 1346).
4
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1723 Motie
Datum 6 januari 2017
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in samenspraak met het stadsdeel voor in ieder geval alle toekomstige gevallen
de horecavergunning voor ijssalons, wafelwinkels en vergelijkbare functies
opnieuw in te voeren;
— te inventariseren, waar en onder welke voorwaarden het (al dan niet
gebiedsgericht) uitbreiden van de vergunningsplicht voor bepaalde (al dan niet
oververtegenwoordigde) functies bij kan dragen aan herstel en behoud van
functiebalans en diversiteit van winkelaanbod;
— hierbij ook keerklepregelingen, uitsterfbeleid en andere (deels planologische)
instrumenten te inventariseren, welke gebiedsgericht samenspraak met
stadsdelen ten behoeve van functiemenging en diversiteit kunnen worden
ingezet;
— hierover niet later dan bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2017 terug te
koppelen aan de raad.
De leden van de gemeenteraad
J.W. Nuijens
D.F. Boutkan
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 1183
Publicatiedatum 8 januari 2014
Ingekomen onder Vv
Ingekomen op donderdag 19 december 2013
Behandeld op donderdag 19 december 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Hoek inzake de Nota van Uitgangspunten (NvU) Rode
Loper, Ferdinand Bolstraat.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 29 oktober 2013 tot vaststellen van de Nota van Uitgangspunten
(NvU) Rode Loper, Ferdinand Bolstraat (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1130);
Overwegende dat:
— de wethouder voor Verkeer naar aanleiding van de discussie in de vergadering
van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord-
Zuidlijn en Luchtkwaliteit) op 21 november 2013 heeft toegezegd aan de
commissie een voorlopig voorlopig ontwerp te zullen voorleggen;
— het gewenst is dat daarin nader wordt ingegaan op mogelijke verbeteringen ten
aanzien van fietsparkeren en fietsveiligheid;
— een eerste mogelijke verbetering er uit kan bestaan dat 400 inpandige
fietsparkeerplekken extra worden gerealiseerd, naast de reeds voorgenomen
1000 inpandige fietsparkeerplekken en de 950 parkeerplekken op straat;
— een tweede mogelijke verbetering er uit kan bestaan dat de fietsstroken in de
Ferdinand Bol 2,50 m beslaan, op plekken waar dat samen kan gaan met
stoepen die toegankelijk zijn voor mensen met een beperking,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
de hierboven genoemde mogelijke verbeteringen uit te werken in het voorlopig
ontwerp, dan wel met argumenten omkleed aan te geven waarom deze niet kunnen
worden doorgevoerd.
Het lid van de gemeenteraad,
J. Hoek
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 11 januari 2022
Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema
Behandeld door OOV, secretariaatOOV @amsterdam.nl
Onderwerp Beleidsregel Wet Bibob gemeente Amsterdam
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over het volgende.
De gemeente Amsterdam past sinds 2003 de Wet Bibob toe. De Wet Bibob is een belangrijk
screeningsinstrument om malafide bedrijvigheid vit de stad te weren, door geen beschikkingen te
verlenen, vastgoedtransacties aan te gaan of overheidsopdrachten te gunnen aan malafide partijen.
Ook is het mogelijk om de Wet Bibob in te zetten bij verleende beschikkingen, vastgoedtransacties
of overheidsopdrachten. Met het Bibob-instrument kan grenzen worden gesteld aan ondermijning
binnen de gemeente Amsterdam.
De Wet Bibob geeft de gemeente Amsterdam eigen beleidsruimte bij de besluitvorming omtrent
het toepassen van vit deze wet voortvloeiende bevoegdheden. Met inachtneming van de wijziging
van de Wet Bibob per 1 augustus 2020 en de actualiteit is het Bibob-instrumentarium herijkt. Het
resultaat is de Beleidsregel Wet Bibob gemeente Amsterdam. Deze algemene beleidsregel
vervangt de vorige Bibob-beleidsregels en schept duidelijkheid naar de burgers en de
ondernemingen die potentieel aan een Bibob-onderzoek kunnen worden onderworpen.
De herijking van het Bibob-instrumentarium past binnen het programma De Weerbare Stad. Dit is
een aanpak van de gemeente Amsterdam die zich richt op het tegengaan van ondermijning. Binnen
De Weerbare Stad bestaan er zes resultaatgebieden, waaronder het inzichtelijk maken,
optimaliseren en vitbreiden van het bestuurlijk instrumentarium met betrekking tot ondermijning.
Een van de maatregelen binnen dit resultaatgebied is de herijking van het Bibob-beleid.
Om te werken volgens de Beleidsregel Wet Bibob gemeente Amsterdam is extra financiering
toegekend aan de directie Openbare Orde en Veiligheid en aan de stadsdelen. Deze financiering is
besteed aan extra capaciteit voor de uitvoering en de verbetering van de kwaliteit van de Bibob-
toetsen. Voor een nog bredere inzet van de Wet Bibob (o.a. voor nieuwe vergunning(stelsels) en
nieuwe aanwijzingsbesluiten) zijn echter meer investeringen nodig.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 januari 2022
Pagina 2 van 3
Beleidsregel Wet Bibob gemeente Amsterdam
Op 11 januari 2022 hebben de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders, elk
voor zover het hun bevoegdheid betreft, de Beleidsregel Wet Bibob gemeente Amsterdam
vastgesteld. Deze beleidsregel zal per 2 juli 2022 in werking treden.
Omdat het belangrijk is dat vw raad kennis heeft van de manier waarop de Wet Bibob in de
gemeente Amsterdam wordt toegepast, wordt de beleidsregel in deze raadsinformatiebrief aan u
medegedeeld. De hoofdlijn van de Beleidsregel Wet Bibob gemeente Amsterdam kan als volgt
worden samengevat: de Wet Bibob zal binnen de gemeente Amsterdam worden ingezet op alle in
de wet genoemde beleidsterreinen. Het gaat om de onderstaande beschikkingen en
privaatrechtelijke transacties.
Vergunningen
e _ Alcoholwetvergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet;
e _Exploitatievergunning voor horecabedrijven, inclusief coffeeshops als bedoeld in artikel 3.8
APV;
e _Exploitatievergunning prostitutiebedrijven als bedoeld in artikel 3.27 APV;
e _Exploitatievergunning escortbedrijven als bedoeld in artikel 3.40 APV;
e _Exploitatievergunning seksinrichtingen als bedoeld in artikel 3.47 APV;
e _Exploitatievergunning speelgelegenheden als bedoeld in artikel 3.54 APV;
e _Exploitatievergunning van een aangewezen gebied, straat of gebouw voor bepaalde
bedrijvigheid als bedoeld in artikel 2.16a APV;
e _TTO-vergunning (voor het laten aanbieden van taxivervoer op aangewezen delen van de
openbare weg) als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid van de Taxiverordening Amsterdam
2012;
e _Omgevingsvergunning voor de activiteit bouw als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a
Wabo;
* _Omgevingsvergunning voor de activiteit milieu als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e
Wabo;
e _Evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.40 APV;
e _Kansspelautomatenvergunning als bedoeld in artikel 30 b Wok;
e _Speelautomatenhallenvergunning als bedoeld in art. 30 c, eerste lid, onderdeel b Wok;
e _Voorraadvergunning voor samenvoeging, onttrekking, omzetting en woningvorming als
bedoeld in art. 3.4.1, derde lid, Huisvestingsverordening Amsterdam 2020;
e _Splitsingsvergunning als bedoeld in art. 3.4.2 Huisvestingsverordening Amsterdam 2020;
e _Vergunningplicht vakantieverhuur als bedoeld in art. 3.7.4. Huisvestingsverordening
Amsterdam 2020;
e _Vergunningplicht B&B als bedoeld in art. 3.7.5. Huisvestingsverordening Amsterdam 2020;
e _Exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in art. 2.4.1 Verordening op
het binnenwater 2010;
e De hierniet genoemde (toekomstige) gemeentelijke vergunningen(stelsels), in gevallen en
onder de voorwaarden als genoemd in artikel 3 en volgende van de Wet Bibob.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 januari 2022
Pagina 3 van 3
Subsidies
e Alle subsidies die door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
worden verleend.
Privaatrechtelijke transacties
e _Overheidsopdrachten;
e _Vastgoedtransacties.
Met inwerkingtreding van de Beleidsregel Wet Bibob gemeente Amsterdam wordt gelijktijdig de
oude Bibob-beleidslijnen ingetrokken:
e Beleidslijn gemeente Amsterdam voor de horeca-, prostitutie-, escort- en
speelautomatenhallenbranche in het kader van de Wet Bibob, d.d. 8 mei 2012;
e Beleidslijn gemeente Amsterdam voor de omgevingsvergunning (bouwactiviteit) in het
kader van de Wet Bibob, d.d. 8 mei 2012;
e Beleidslijn gemeente Amsterdam voor de omgevingsvergunning (milieu) in het kader van
de Wet Bibob, d.d. 8 mei 2012;
e Beleidslijn gemeente Amsterdam voor de vergunningen voor organisatorische verbanden
in de taxibranche (de TTO-vergunning) in het kader van de Wet Bibob, d.d. 30 oktober
2012;
e Beleidslijn gemeente Amsterdam voor vastgoedtransacties in het kader van de Wet
Bibob, d.d. 2 februari 2016;
e Beleidslijn gemeente Amsterdam voor subsidieverlening in het kader van de Wet Bibob,
d.d. 8 mei 2012.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
EN AA
| / / /
| LA
d LS
Femke Halsema
Burgemeester
Bijlagen
1. Beleidsregel Wet Bibob gemeente Amsterdam
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | val |
VN2021-000464 N% Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
Zorn vermijsjengd Amsterdam Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
D Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
% Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 27 janvari 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid
Agendapunt A
Datum besluit 6 oktober 2020, College B&W 6 januari 2021
Onderwerp
Vaststellen nieuw instrumentarium diversiteit
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de Brief Nieuw Instrumentarium Diversiteit/inclusief de reactie op de
toezegging voortgang en impact brede herijking instrumentarium (TA2019-000763).
Wettelijke grondslag
Gemeentewet artikel 160, bevoegdheid college uitvoering door raad vastgestelde kaders.
Bestuurlijke achtergrond
De gemeente heeft zich een grote opgave gesteld voor het bevorderen van diversiteit en
inclusiviteit. Om die opgave beter het hoofd te bieden, wordt het instrumentarium waarmee
organisaties worden ondersteund opnieuw vormgegeven. Hiervoor is onder andere een nieuwe
subsidieregeling gemaakt die aansluit op de programma's die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld
voor emancipatie, antidiscriminatie en gedeelde geschiedenis. Per februari 2021 treedt de nieuwe
Subsidieregeling ‘diversiteit en inclusiviteit voor allianties Amsterdam 2021-2023’ in werking. Na de
aanvraagprocedure wordt vanuit deze regeling vanaf juni 2021 subsidie verstrekt. Tevens wijzigt de
huidige regeling Burgerschap en Diversiteit en fungeert tot juni 2021 als overgangsregeling.
Reden bespreking
Op verzoek van lid Vroege (D66) is het nieuwe instrumentarium diversiteit ter bespreking en ter
kennisneming geagendeerd.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.3 1
VN2021-000464 9 Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
ijs Ì msterdam
Zorn vermijsjengd % Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 27 janvari 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
1. Brief Nieuw Instrumentarium Diversiteit_inclusief de reactie op de
AD2021-001663 toezegging voortgang en impact brede herijking instrumentarium
(TA2019-000763) (pdf)
2. Subsidieregeling diversiteit en inclusiviteit voor allianties Amsterdam
AD2021-001664
2021-2023 (msw12)
AD2021-001665 Commissie KDD (1) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD, Charley Starken, 06 38313096, c.starken®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.3 2
| Voordracht | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1147
Publicatiedatum 23 september 2016
Ingekomen onder AY
Ingekomen op 14 september 2016
Behandeld op 14 september 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de werkwijze van het gemeentelijk
herplantfonds en de jaarvergunning als uitwerking van de Bomenverordening 2014
(vervanging door groen ook onder het regime van herplant en compensatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de werkwijze van het gemeentelijk herplantfonds en
de jaarvergunning als uitwerking van de Bomenverordening 2014 (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1077).
Overwegende dat:
— als een boom wordt vervangen door een boom, deze boom weer beschermd
wordt onder het regime van herplant en compensatie;
— als een boom wordt vervangen door groen, dit alleen maar beschermd wordt
wanneer dit deel uitmaakt van de Hoofdgroenstructuur;
— verlies van juridische bescherming van Amsterdams groen door bomenkap
onwenselijk is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
wanneer een boom wordt vervangen door groen, dit groen ook onder het regime van
herplant en compensatie bescherming te geven.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente
X Amsterdam
% Zuidoost
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Datum donderdag 28 oktober 2021
Aanvang : 19.00 UUr
Locatie : video vergaderen
Voorzitter : Wim van der Kamp
Secretaris : Rinze van Opstal
Agenda
1. Opening en vaststellen agenda 19.00
2. Mededelingen 19.05
3. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 7 oktober 2021 19.10
4. Ingekomen stukken 19.15
5. Bewoners aan het woord 19.20
BESPREEKPUNTEN
Gevraagde adviezen
6. a. Inrichting parkvelden Gaasperdammertunnelpark en de 19.30
naamgeving van het park (vaststellen)
b. Ontwerpbestemmingsplan “Cluster 7” (Amsterdamse Poort) (vaststellen) 19.40
Ongevraagde adviezen
c. Verhogen aantal afzwemmers met diploma - dhr. Jol (vaststellen) 19.50
d. Collectieve ruimtes ouderencomplexen (bespreken) 20.00
7. Rondvraag en Sluiting 20:20
Stukken ter kennisname
e _Toezeggingenlijst
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1288
Datum indiening 22 oktober 2018
Datum akkoord 23 november 2018
Publicatiedatum 26 november 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake het weghalen van de
bankjes op het Hugo de Grootplein.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 22 oktober 2018 meldde AT5' dat de zitbankjes op het Hugo de Grootplein zijn
verwijderd vanwege overlast van alcoholisten. Een ondernemer zou last hebben
gehad van rondhangende alcoholisten en daarom zou stadsdeel West de zitbankjes
aldaar hebben verwijderd omdat dit het minder aantrekkelijk zou maken voor
alcoholisten. Daarnaast zou er extra handhaving zijn ingezet bij het plein.
De fractie van de ChristenUnie Amsterdam is niet blij met de handelwijze van het
stadsdeel West wanneer er naast de overlast niet nog andere redenen mee spelen
om de bankjes te verwijderen. Het weghalen van de bankjes maakt het plein niet
alleen minder aantrekkelijk voor rondhangende alcoholisten maar ook voor bewoners
of anderen die geen overlast veroorzaken. Op deze manier wordt de hele buurt en de
sociale cohesie geraakt in plaats van dat alleen de overlastgevers worden aangepakt.
Een alcoholverbod (zoals bij de Elandsgracht) zou volgens de fractie van de
ChristenUnie een passender maatregel zijn in combinatie met extra handhaving en
hulp bieden aan de alcoholisten.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Wat is het beleid bij het instellen van een plaatselijk alcoholverbod? Via welke
kaders wordt een beslissing genomen om een verbod in te stellen?
Antwoord:
Een beslissing tot het instellen van een plaatselijk alcoholverbod wordt genomen
op basis van Artikel 2.17 van de Algemeen Plaatselijke Verordening Hinderlijk
gebruik van drank.
Op grond van het tweede lid van art. 2.17 APV kunnen wegen en weggedeelten
worden aangewezen waar het verboden is alcoholhoudende drank te nuttigen, of
aangebroken flessen en blikjes met dergelijke drank bij zich te hebben.
1 https://www.at5.nl/artikelen/187524/geen-bankjes-meer-op-hugo-de-grootplein-na-
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Lee Gemeenteblad R
Datum 26 november 2018 Schriftelijke vragen, maandag 22 oktober 2018
Deze bepaling richt zich op de aanpak van problemen op plaatsen waar groepen
alcoholverslaafden, zwervers, hangjongeren et cetera structureel met
alcoholgebruik samenhangende overlast veroorzaken. Hieronder wordt verstaan:
luid praten en schreeuwen, lastigvallen en intimideren van voorbijgangers,
onderlinge ruzies en vechtpartijen, vervuiling van de omgeving, wildplassen en
dergelijke.
De bevoegdheid tot het instellen van een alcoholverbod is door de burgemeester
gemandateerd aan de Voorzitters Dagelijks Bestuur van de stadsdelen
2. Hoe lang is de overlast al gaande bij het Hugo de Grootplein?
Antwoord:
De overlast is sinds september 2016 bij het stadsdeel bekend. Onderzoek door
het gebiedsteam en de afdeling beheer in West heeft opgeleverd dat er
regelmatig sprake is van overlast, vooral met mooi weer. De groep alcoholisten
die op de banken zaten waren goed aanspreekbaar en lieten zich, als zij rumoerig
waren, eenvoudig wegsturen door de wijkagent.
In eerste instantie was de kapper de enige ondernemer die over de ervaren
overlast klaagde. Later kwamen er ook klachten van omwonenden.
3. Weet het college op welke manier het stadsdeel West gekomen is tot het besluit
om de bankjes weg te halen? Zijn er naast de overlast nog andere redenen
bekend en is er in gesprek gegaan met bewoners en ondernemers op het Hugo
de Grootplein?
Antwoord:
Naar aanleiding van een verzoek tot handhaving heeft het Dagelijks Bestuur van
stadsdeel West op 4 mei 2018 schriftelijk aan de indiener van dit verzoek laten
weten dat de surveillance bij het bankje zal worden geïntensiveerd, en dat
handhavend zal worden opgetreden tegen bedelen en wildplassen. Verder is
meegedeeld dat er zal worden beoordeeld of er nog andere maatregelen kunnen
worden opgenomen, zoals het verwijderen van de banken. Er zijn verschillende
verzoeken tot handhaving ingediend door bewoners. Het is niet duidelijk of er
specifiek over het weghalen van de bankjes gesprekken zijn gevoerd met
bewoners en ondernemers.
4. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat het instellen van
een alcoholverbod (met uitsluiting van de horecagelegenheden aldaar) in deze
situatie een beter middel is tegen de overlast op het plein in plaats van het
verwijderen van ontmoetingsmogelijkheden aangezien daarmee de sociale
interactie en cohesie in de buurt aangetast kunnen worden? Zo niet, waarom
niet?
Antwoord:
Het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel West is het ermee eens dat het instellen van
een alcoholverbod een beter middel zou kunnen zijn dan het verwijderen van de
banken. Ik ben dezelfde opvatting toegedaan.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer de vember 2018 Schriftelijke vragen, maandag 22 oktober 2018
5. Zoja, gaat het college met het stadsdeel West in gesprek om de bankjes zo snel
mogelijk terug te plaatsen?
Antwoord:
De bankjes zullen door het stadsdeel weer op het plein worden geplaatst. In 2007
heeft de herinrichting van het Hugo de Grootplein plaatsgevonden. Nu, ongeveer
11 jaar na herinrichting van het plein, zal Stadsdeel west het gebruik en beheer
van het plein evalueren op al zijn gebruiks- en verblijfsaspecten (exclusief
de verkeerskundige zaken). Daarbij wordt het gebruik van terrassen, stoepen,
fietsnietjes, bomen en bankjes — samen met de actoren — kritisch tegen het licht
gehouden om te komen tot een gedragen integrale oplossing voor het plein.
Binnenkort kijkt het stadsdeel samen met de bewoners naar de beste plek voor
het terugplaatsen van de bankjes.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
2 gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 28 februari 2024
Portefeuille(s) MBO en toeleiding arbeidsmarkt
Portefeuillehouder(s): _Sofyan Mbarki
Behandeld door OJZ [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 332 van de leden Belkasmi, Schmit en Bentoumya inzake
gezamenlijkheid tussen hbo, mbo en wo versterken
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 07-06-2023 heeft uw raad bij de behandeling van het
vaststellen van de MBO-Agenda 2023-2027 en het Economisch Arbeidsmarktbeleid 2023-2026 (
incl. de begeleidende raadsinformatiebrief) motie 332 van de raadsleden Belkasmi (PvdA), Schmit
(D66) en Bentoumya (GroenLinks) aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om:
e Bij de uitvoering van Challenge Based Learning opdrachten, waar mogelijk, de
samenwerking tussen verschillende onderwijsniveaus te stimuleren
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Met de MBO-Agenda 2023 - 2027 maak ik me hard voor een krachtig mbo. Hierbij spelen bedrijven
een belangrijke rol: mbo-studenten worden de werknemers en ondernemers van de toekomst.
Ervaringen met het bedrijfsleven zijn daarvoor essentieel. Eén van de doelen van de agenda is
daarnaast het bevorderen van het imago en de gelijkwaardigheid van het mbo. Het mbo levert
immers ontzettend veel talent af. Dit moet gezien worden door bedrijven, maar ook door
bijvoorbeeld hbo- en wo-studenten die samen moeten gaan werken aan de uitdagingen van de
toekomst.
Bij Challenge Based Learning leren studenten door te werken aan realistische vraagstukken. Veel
hedendaagse problemen kunnen enkel opgelost worden door ze vanuit meerdere perspectieven te
bekijken. Naast het scala aan mbo-opleidingen en de veelheid aan expertises die daarbij komen
kijken, biedt het mbo nog een unieke invalshoek: de vertaling naar de praktijk. Voor Challenge
Based Learning en de samenwerking tussen de verschillende onderwijstypes zijn de
onderwijsinstellingen zelf als eerste aan zet. Ik stimuleer deze ontwikkeling door via de MBO-
Agenda subsidie te verlenen aan projecten die hieraan werken.
Eén van deze projecten is het ‘ROC Lab’, dat plaatsvindt op het Marineterrein. Dit wordt een plek
waar mbo-studenten en hun docenten met vakmensen, bedrijfsleven, overheden en mbo-, hbo-
en wo-instellingen werken aan vitdagingen van de stad. Er wordt samenwerking gezocht met de
instellingen die ook op het Marineterrein zitten: de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en
het Amsterdam Metropolitan Solutions institute (AMS). De vraagstukken waar de studenten aan
zullen gaan werken lopen uiteen, zoals het tegengaan van schooluitval, maar ook het duurzamer
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 28 februari 2024,
Pagina 2 van 2
maken van de wijk. Dit project kan een blauwdruk opleveren voor het werken met verschillende
onderwijstypes. Om dit verder te stimuleren hebben we het ROC Lab aangeboden om hen te
verbinden met werkgevers vanuit het netwerk van de gemeente om vraagstukken aan te leveren.
Het tweede project dat middels de MBO-Agenda subsidie ontvangt om Challenge Based Learning
met studenten van verschillende onderwijstypes op te zetten, is het Sharecare Smarthouse
Amsterdam. Het Smarthouse wordt een fysieke plek op College West van het ROC van
Amsterdam-Flevoland waarin allerlei zorgtechnologie te vinden is. Deze ruimte wordt ingericht in
samenwerking met onder andere de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie,
leveranciers van medische technologieën, zorginstellingen, Amsterdam UMC en TNO. In het
Smarthouse zullen mbo-, hbo- en wo-studenten met docenten, zorgprofessionals, leveranciers en
mantelzorgers aan de slag gaan. Middels casuïstiek vanuit het werkveld gaan zij onderzoeken op
welke wijze technologie kan bijdragen aan het oplossen van zorgvraagstukken. Studenten doen
onderzoek op het gebied van actuele thema’s zoals het inzetten van zorgtechnologie ten behoeve
van preventie en het bevorderen van langer zelfstandig wonen bij ouderen.
Daarnaast wordt vanuit de Strategie Innovatiedistricten ingezet op het structureel betrekken van
het mbo bij de innovatiedistricten in de stad. Het doel is om het mbo een volwaardig onderdeel te
laten zijn van de kennisinfrastructuur van de stad. Op dit moment wordt samen met het mbo
gewerkt aan een mbo-actieplan van de Strategie Innovatiedistricten. We zetten in op het
versterken van de koppeling tussen mbo-hbo-wo-instellingen en de samenwerking met het
bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Ook starten we met een aantal concrete pilots,
bijvoorbeeld in het Health Innovation District.
De vitdagingen waar Amsterdam vandaag en morgen voor staat, kunnen we alleen in
gezamenlijkheid oplossen. De perspectieven van hbo-, wo- én mbo-studenten zijn hierbij
onmisbaar. De kracht van onze stad komt onder meer tot uiting door het samenwerken van
verschillende partijen, en ik ben verheugd dat we als gemeente via de MBO-Agenda hier actief aan
kunnen bijdragen.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Sofyan Mbarki
Wethouder MBO en toeleiding arbeidsmarkt
Bijlagen
1. Motie 332
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 402
Datum indiening 23 januari 2018
Datum akkoord 17 april 2018
Publicatiedatum 17 april 2018
Onderwerp
Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het lid Torn inzake afvaloverlast in
de Vechtstraat en President Kennedylaan.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Het college van burgemeester en wethouders is als bestuursorgaan verplicht de
binnen Amsterdam geldende wet- en regelgeving te handhaven. Niet voor niets heten
de dagelijks bestuurders van een gemeente in Nederland wethouders.
Genoemde ambtsdragers dienen immers de wet te houden. Helaas gebeurt dit in
Amsterdam nog veel te weinig. Zeker waar het om zwerfvuil- en afvalovertredingen
gaat, stelt de handhaving door de gemeente amper iets voor. Het resultaat van dit
slechte handhavingsbeleid is helaas voor iedereen zichtbaar: Amsterdam is met stip
de smerigste stad van Nederland en misschien zelfs wel van Europa.
De afgelopen periode heb ik als gemeenteraadslid langs allerlei wegen opgeroepen
tot verbetering. Helaas heeft dit amper tot concrete handhavingsacties geleid. Sterker
nog, wethouder Choho (D66) heeft zelfs laten weten dat grootschalige inzet van
handhavers in burger door hem ‘als te fors beschouwd’ wordt en ‘niet in proportie’ zou
staan ‘tot de daadwerkelijke problematiek’. Wethouder Choho vindt de afval- en
zwerfvuilproblematiek in Amsterdam kennelijk dus wel meevallen. In ieder geval
ontbreekt bij hem de sense of urgency om dit probleem snel en adequaat aan te
pakken.
Anders dan wethouder Choho stelt, zijn de vele zwerfvuil- en afvalovertredingen in
Amsterdam een groot probleem. Op heel veel plekken in de stad is het iedere dag
raak. Het is in Amsterdam weliswaar verboden om afval op straat te gooien, maar
toch gebeurt dit dag in dag uit. Het is eveneens verboden om huis- of bedrijfsafval op
verkeerde wijze aan te bieden, maar ook dit vindt in Amsterdam helaas op grote
schaal plaats. Het is hoog tijd dat het college op korte termijn hard ingrijpt en alle
middelen uit de kast trekt om dit grote probleem aan te pakken. Aangezien de
bereidwilligheid hiertoe bij het college tot op heden lijkt te ontbreken, heb ik in de
zomermaanden van 2017 — noodgedwongen — (met hulp van bezorgde bewoners)
een aantal afvallocaties in de stad (Oudekerksplein, Nieuwmarkt en IJburg) in de
gaten gehouden en gefotografeerd. Uit deze foto's bleek dat er op diverse specifieke
locaties in de stad meerdere malen per dag afvalovertredingen plaatsvinden. Naar
1 V&OR/U11/2027003735, Beantwoording technische vragen bij Aanvalsplan Schoon Amsterdam
2017 via http://www.amsterdam.nl/publish/pages/824282/beantwoording aanvalsplan schoon.pdf
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Joz Gemeenteblad R
Datum 17 april 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 januari 2018
aanleiding hiervan heb ik het college namens de VVD-fractie — via schriftelijke vragen
— verzocht op de genoemde locaties actie te ondernemen.
Hoewel deze schriftelijke vragen reeds op 8 september 2017 door vragensteller
waren ingediend, zijn deze pas op 10 januari 2018 beantwoord (zie nr. 3 van 2018),
terwijl het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam voorschrijft dat
beantwoording binnen vier weken plaats dient te vinden. In de beantwoording van
deze vragen wordt bovendien onvoldoende duidelijk gemaakt welke concrete
maatregelen er zijn genomen om de afvalproblematiek op deze locaties daadwerkelijk
te bestrijden. Zo wordt er door het college gesteld dat de locatie op IJburg inmiddels
zou zijn opgenomen als hotspotlocatie, maar een concrete beschrijving van de extra
capaciteit voor schoonmaak, preventie en handhaving (zoals het aantal uitgeschreven
boetes) blijft uit. Ook is niet duidelijk of er op genoemde locatie in burger
gehandhaafd is en hoe vaak, terwijl dit wel expliciet door mij gevraagd was.
Ook wordt de gevraagde tussenrapportage, met daarin de stand van zaken per
locatie, niet gegeven.
Deze handelwijze van verantwoordelijk wethouder Choho (D66) — namelijk het
(willens wetens?) niet (tijdig) beantwoorden van de schriftelijke vragen van
vragensteller— onderstreept andermaal dat het deze wethouder ontbreekt aan
daadkracht en een sense of urgency voor dit ernstige maatschappelijke probleem.
De fractie van de VVD zal daarom blijven oproepen om afvaloverlast op niet-
hotspotlocaties aan te pakken, zoals wij eerder reeds deden bij onder andere het
Oudekerksplein en de IJburglaan. Ook zal de VVD kritisch kijken naar de aanpak van
reeds aangewezen hotspotlocaties, zoals eerder is gebeurd bij onder andere de
Nieuwmarkt.
De fractie van de VVD ontving in verband met het voorgaande de afgelopen weken
verschillende berichten van bewoners over afvaloverlast rondom de volgende
afvalinzamelpunten:
1. Het afvalinzamelpunt in de Vechtstraat, ter hoogte van huisnummer 181, naast
het plantsoen dat grenst aan de ventweg van de Rijnstraat naar de President
Kennedylaan (onder andere containernummer ZB11714).
2. Het afvalinzamelpunt aan de ventweg van de President Kennedylaan, ter hoogte
van huisnummer 128, bij de kruising met de Rijnstraat (onder andere
afvalcontainernummer ZR11677 en papiercontainernummer ZP71102).
Volgens de bewoners wordt op genoemde locaties dagelijks (grof}huisvuil gedumpt
op en rondom de afvalcontainers. Dit gebeurt volgens hen ook daags na het legen
van de containers.
Deze afvalovertredingen leiden tot een onverzorgd straatbeeld en zorgen zelfs voor
ongedierte. De foto’s die bewoners hebben gemaakt bij deze afvalcontainers vormen
helaas een treffende illustratie van de door hen omschreven afvaloverlast.® De
gemeente heeft rondom deze locaties inmiddels ook rattenvallen geplaatst om het
ongedierte te bestrijden. Dit onderstreept andermaal dat er sprake is van een groot
2
https://www.vvdamsterdam.nl/uploaded/www.vvdamsterdam.nl/files/5a537b4f4e8f3/afvalovertreding
en-vechtstraat-181-en-president-kennedylaan-128.pdf
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Joz Gemeenteblad
Datum 17 april 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 januari 2018
maatschappelijk probleem. Is het echter niet beter om de oorzaak van het probleem —
de afvaloverlast — aan te pakken en daarvoor alle mogelijke middelen in te zetten?
Uit het overzicht met hotspotlocaties voor afval (op verzoek van de VVD door het
college eind december 2017 gedeeld met de gemeenteraad) blijkt dat de twee
bovengenoemde locaties (nog) niet als hotspotlocatie zijn aangewezen.
Ik ga er vanuit dat beantwoording binnen 4 weken plaatsvindt en wanneer dit
onverhoopt niet lukt ik hiervan op de hoogte zal worden gebracht, inclusief vermelding
van de reden voor deze eventuele vertraging en de termijn waarop de vragen alsnog
wel beantwoord zullen worden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Torn, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
nadere schriftelijke vragen op zijn schriftelijke vragen van 8 september 2017 (nr. 3
van 2018) aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Waarom heeft het college de in de inleiding genoemde schriftelijke vragen van
vragensteller van 8 september 2017 pas op 10 januari 2018 (en daarmee niet
binnen de daarvoor geldende beantwoordingstermijn van vier weken)
beantwoord? Is het college het met mij eens dat ik als gemeenteraadslid hierdoor
in ernstige mate beperkt wordt in het uitoefenen van mijn (controlerende)
werkzaamheden als volksvertegenwoordiger? Belooft het college voor de
toekomst beterschap? Zullen schriftelijke vragen vanaf nu wel binnen de daarvoor
geldende termijn worden beantwoord?
Antwoord college:
Het college streeft ernaar vragen binnen de gestelde termijnen te beantwoorden.
Bij de beantwoording van de vragen van dhr. Torn van 8 september 2017 speelt
dat verschillende onderdelen van de gemeente belast zijn met het beheer van de
openbare ruimte. Ook spelen bevoegdheden van bestuurscommissies een rol.
De afstemming bij het beantwoorden heeft in dit geval veel te lang geduurd en
daarvoor excuseert het college zich.
2. Is het college het met vragensteller eens dat het in ieder geval het derde
onderdeel van zijn schriftelijke vragen van 8 september 2017 — namelijk de vraag
of het college bereid is, op de locaties Nieuwmarkt, Oudekerksplein en
Lumièêrestraat/IJburglaan op korte termijn handhavers in burger in te zetten? —
niet beantwoord heeft? Wil het college dit alsnog doen?
Antwoord college:
Het college heeft in de beantwoording van vraag 3 van de schriftelijke vragen van
de heer Torn van 8 september 2017 voorgesteld eerst de ervaringen van de
handhaving in burger aan de Raad te willen voorleggen voor handhaving in
burger in nieuwe gebieden toe te willen passen. Het college heeft tevens
aangegeven extra handhaving in te zetten op de Nieuwmarkt, Oudekerksplein en
Lumièrestraat/IJburglaan.
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Ar apri 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 januari 2018
3. Herkent het college zich in de berichten over en de foto's van de in de inleiding
genoemde locaties (Vechtstraat en President Kennedylaan)?
Antwoord college:
Het college heeft kennisgenomen van de berichten en de foto's van de genoemde
locaties.
4. Is het college bereid, deze locaties alsnog aan te wijzen als hotspotlocaties?
Zo ja, kan het college omschrijven welke maatregelen het concreet gaat nemen
(qua techniek, inrichting, communicatie, reiniging en handhaving) om deze
hotspotlocaties aan te pakken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord college:
Het college betreurt de overlast in de omgeving van de Vechtstraat/ President
Kennedylaan. Op dit moment staat de locatie op de reservelijst voor de
hotspotlijst.
Een locatie wordt op de reservelijst van de hotspotlijst geplaatst als de indruk
bestaat dat overlast/ bijplaatsingen een structureel karakter hebben. Op het
moment dat handhaving, reiniging en/of afvalinzameling het beeld heeft dat de
afvaloverlast een structureel karakter heeft, komt een locatie in aanmerking om
op de reservelijst voor de hotspotlijst te worden opgenomen. Een locatie wordt
gemonitord als er, buiten de ophaaldagen om, structureel bijplaatsingen
plaatsvinden. Zodra bij reguliere woongebieden deze bijplaatsingen vaker dan
twee keer per week voorkomen, dan komt een locatie op de reservelijst. Bij het
vaststellen hiervan worden alle betrokken organisaties geraadpleegd. Elke maand
worden de bestaande hotspotlocaties gemonitord en wordt de stand van zaken in
beeld gebracht.
De aanpak hotspotlijst kent een capaciteit van 250 locaties. Zodra een locatie drie
maanden het niveau ‘verzorgd’, de CROW norm, behaalt gaat deze van de lijst af
en wordt er een nieuwe locatie van de reservelijst binnen dat stadsdeel,
toegevoegd aan de hotspotlijst.
5. In de begeleidende brief bij het overzicht van hotspotlocaties (21 december 2017,
V&OR/U [T/2017004365) staat dat hotspotlocaties tot stand komen op basis van
Mora-meldingen en waarnemingen van handhavers, gebiedsteams en chauffeurs
afvalinzameling.” Hoeveel Mora-meldingen en/of waarnemingen van
gemeentelijke medewerkers heeft de gemeente in 2017 ontvangen over de in de
inleiding genoemde locaties?
Antwoord college:
Voor de locatie Vechtstraat 177- 185 zijn van 1-1-2017 tot en met Q1 2018 in
totaal 3/7 afval gerelateerde meldingen geregistreerd.
3
http://www.amsterdam.nl/publish/pages/858023/brief wethouder choho hotspots afval d d 21 de
cember 2017.pdf
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Joz Gemeenteblad
Datum 17 april 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 januari 2018
6. Hoeveel Mora-meldingen en/of waarnemingen van gemeentemedewerkers zijn er
in totaal nodig om een locatie als hotspotlocatie voor afval aan te wijzen?
Antwoord college:
Zoals in het antwoord op 4 vermeld komt een locatie op de reservelijst voor de
hotspotlijst op het moment dat handhaving, reiniging en/of afvalinzameling het
beeld heeft dat de afvaloverlast een structureel karakter heeft. Het aantal en aard
van de Mora-melding is vanzelfsprekend onderdeel van die beoordeling, maar het
is geen kwantitatief criterium. Als er in reguliere woongebieden vaker dan twee
keer per week, buiten de ophaaldagen om, bijplaatsingen plaatsvinden, komt een
locatie op de reservelijst. Zodra een locatie op de hotspotlijst het niveau ‘verzorgd’
behaalt, wordt een locatie op de reservelijst in dat stadsdeel aangewezen als
nieuwe hotspotlocatie.
Bij elke nieuwe hotspotlocatie wordt de technische staat, ledigingsfrequentie,
reiniging, communicatiemiddelen en de aanwezigheid van handhaving in beeld
gebracht. Als het nodig is worden de technische mankementen meteen verholpen
en de ledigingsfrequentie aangepast aan het aanbod. Er wordt communicatie in
de omgeving georganiseerd door inzet van huis aan huis voorlichting door de
Afval- milieucoaches. De locatie wordt ook meegenomen in de (bijna)dagelijkse
controles van handhaving. Constateringen worden per locatie op een inzetlijst
bijgehouden. Nadat is geverifieerd dat de gemeente zelf voor die locatie de basis
op orde heeft, treedt de gemeente naar buiten toe om de bewoners en
ondernemers te vragen of zij mee willen denken over hoe we de straat
gezamenlijk schoner kunnen krijgen. Bij sommige locaties nemen de bewoners
het initiatief om zelf iets te organiseren. De gemeente faciliteert dat dan. Waar
weinig animo is vanuit de bewoners organiseert de gemeente zelf
aandachtmomenten voor het afvalprobleem rondom deze hotpostlocatie.
7. Wil het college in de beantwoording van deze vragen een tussenrapportage
geven over het aantal uitgeschreven boetes, het aantal Mora-meldingen en het
aantal gemeentelijke waarnemingen inzake afval(overtredingen) op de
bovengenoemde locaties?
Antwoord college:
Er zijn in Mora in Q1 2018 in totaal negen meldingen binnen gekomen voor de
Vechtstraat (huisnummers 177-185) en de Kennedylaan (huisnummers 120-132)
over afval. Op dit moment zijn er nog geen gegevens bekend over uitgeschreven
boetes; die komen eind april 2018 beschikbaar.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 820
Publicatiedatum 16 oktober 2013
Ingekomen onder AN
Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013
Behandeld op woensdag 2 oktober 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Jager, mevrouw Van Roemburg en de heer Evans-
Knaup inzake de nota Varen in Amsterdam 2.0 (Singelgracht).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 3 september 2013 inzake de nota Varen in Amsterdam 2.0
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 745);
Overwegende dat:
— het instellen van eenrichtingsverkeer op het rak Singelgracht Amstel —
Museumbrug tot gevolg zal hebben dat het aantal keerbewegingen op het rak
Singelgracht Museumbrug — Leidsebrug fors zal toenemen en dat op een rak wat
het smalste deel van de Singelgracht behelst en waar keerbewegingen al tot
diverse schade aan beschoeiing, kades en afgemeerde pleziervaartboten heeft
geleid;
Constaterende dat:
— de drukte op het Amsterdamse grachtenstelsel vooral een piekdrukte is tijdens
het vaarseizoen, op evenementendagen en op mooie (weekend)dagen,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
— in de pilot “Instellen eenrichtingsverkeer Singelgracht” het rak Amstel —
Museumbrug te verlengen met het rak Museumbrug — Appeltjesmarkt en
de Appeltjesmarkt als locatie aan te wijzen waar draai en keerbewegingen
kunnen plaatsvinden;
— te onderzoeken of het instellen van een door piekdrukte gestuurd, dynamisch
verkeerssysteem een positieve rol kan spelen in het beperken van
verkeersoverlast veroorzaakt door vaarbeweringen voor bewoners te water;
— deze pilot uit te voeren in het voorjaar van 2014.
De leden van de gemeenteraad
G. Jager
E.T.W. van Roemburg
LR. Evans-Knaup
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
DS Amendement
Datum raadsvergadering gen 10 november 2022
Ingekomen onder nummer 488
Status Aangenomen
Onderwerp Amendement van de leden Ernsting, Wehkamp en Minderhoud inzake
Begroting 2023
Onderwerp
Begroting 2023 — Dakenplan 2023
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende(n) hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023
Overwegende dat:
-__ Bij het verdichten in de bestaande stad er een groot tekort is aan groen, waterberging en
ruimte voor energieopwekking en sportvoorzieningen;
-_ Het optimaal gebruiken van schaarste in de bestaande stad bijdraagt aan de mogelijkhe-
den voor de nieuwe woningbouw en stadsontwikkeling;
-__De wens van de raad om bestaande daken in te zetten voor groen, waterberging, energie-
opwekking en sport, breed wordt gedeeld, getuige de moties 2019/608' (Van Dantzig)
2019 [1276 en 2021/613 (Van Renssen cs);
-__Erafgelopen jaar reeds een plan van aanpak is geschreven en met het Nationaal Daken-
plan (nav motie 2021/613), wordt uitgewerkt welk instrument in het kader van de Omge-
vingswet geschikt is om huidige daken te transformeren tot daken van de toekomst, maar
de vervolgstappen en maatregelen ontbreken;
-_Ereen groot potentieel is aan onbenutte ruimte in het dakenlandschap
Besluit:
-__Het college te verzoeken om in navolging van het opgestelde plan van aanpak, een inte-
graal dakenplan op te stellen;
-_Daarbij de ambities vit de Omgevingsvisie voor toekomstbestendige daken te vertalen
naar regelgeving zoals het omgevingsplan en daarbij private initiatieven mogelijk te ma-
ken en te stimuleren door naar aanleiding van de ‘inventarisatie knelpunten gebruiksda-
ken’ deze knelpunten met voorrang op te lossen, alternatieve maatregelen mogelijk te
maken en faciliterend te zijn aan initiatieven om daken te gebruiken voor groen, energie,
waterberging, sport en recreatie;
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
-_Hierbij vit te gaan van Samen Stad maken en samen te werken met andere relevante pro-
gramma's binnen de gemeentelijke organisatie;
-__ Hiervoor 350.000 beschikbaar te stellen, te dekken vanuit de reserve financiering gemeen-
telijk vastgoed (id nr 71005).
Indiener(s),
Z.D. Ernsting
J. Wehkamp
B.M.H. Minderhoud
| Motie | 2 | train |
X Gemeente
Amsterdam
% Zuidoost
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Datum : donderdag 27 mei 2021
Aanvang : 19.00 UUr
Locatie : video vergaderen
Voorzitter : Wim van der Kamp
Secretaris : Rinze van Opstal
Agenda
1. Opening en vaststellen agenda 19.00
2. Mededelingen 19.05
3. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 12 mei 2021 19.10
4. Ingekomen stukken 19.15
5. Bewoners aan het woord 19.20
BESPREEKPUNTEN
Gevraagde adviezen
6. a. Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen (vaststellen) 19.30
Ongevraagde adviezen
b. Investeren in de Bouwproductie — S. Schreuder (vaststellen) 19.40
c. Verhogen sport participatie Zuidoost — A. Jol (bespreken) 19.50
d. Vaccinatieoproep in duidelijke taal. Investeer in aanpak 20.10
laaggeletterdheid van Zuidoost — A. Wehkamp (bespreken)
7. Rondvraag en Sluiting 20.30
Stukken ter kennisname
e _Toezeggingenlijst
| Agenda | 1 | discard |
meerd Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
% Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr.
% 1
13 februari 2024
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Voorzitter SDC: Yassin Askkali
Secretaris SDC: Youssef Boukacem
1. Opening
2. Mededelingen
3. Insprekers
4. Mondelinge vragen
5. Adviesaanvraag Participatieverordening (besluitvormend)
6. Adviesaanvraag Stedenbouwkundig plan Hoekenes
(oordeelsvormend)
7. Adviesaanvraag Concept investeringsnota
Ruychaverkwartier
8. Adviesaanvraag Ontwerp PVE OV Concessie Amsterdam
2025 (besluitvormend)
9. Ingekomen stukkenlijst
10. Vaststellen afsprakenlijst SDC 30 januari 2024
11. Informatieverzoeken aan het DB
12. Rondvraag
13. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 uur
aanmelden via [email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele
versie kunt u vinden op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 51
Publicatiedatum 30 januari 2019
Ingekomen onder M
Ingekomen op woensdag 23 januari 2019
Behandeld op woensdag 23 januari 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid De Jong inzake het Strategisch Huisvestingsplan Sport (maken van
afwegingen ten aanzien van aanleggen van sportvelden)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Strategisch Huisvestingsplan Sport (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 4).
Overwegende dat:
— In het Strategisch Huisvestingsplan Sport staat dat meerdere sportvelden van
kunstgras moeten worden om te voorzien in de noodzakelijke behoefte om meer
sportgelegenheid te creëren;
— De wethouder heeft toegezegd om in een 'Grasnota' uiteen te zetten wat de
uitgangspunten en overwegingen zijn bij het kiezen voor natuurgras dan wel
kunstgras, hoe wordt omgegaan met afwatering en ecologie en hoe kunstgras op
een zo natuurvriendelijke manier kan worden ingepast, en dit in een technische
sessie toe te lichten:
— Sportvelden nu veelal in de Hoofdgroenstructuur liggen en de Technische
Adviescommissie Hoofdgroenstructuur adviseert over de positieve als negatieve
gevolgen van projecten in de Hoofdgroenstructuur,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur advies te vragen bij
de Grasnota over hoe afwegingen ten aanzien van het aanleggen van sportvelden
het beste kunnen gemaakt en wat daarbij aanbevelingen zijn om dit op een goede
manier te doen.
Het lid van de gemeenteraad
D.S. de Jong
1
| Motie | 1 | train |
% Amsterdam
%
Agenda van de Bestuurscommissie van
22 september 2015
datum dinsdag 22 september 2015
aanvang 20:30 voorbereidend
plaats Raadzaal
Algemeen
1. Opening
2. Vaststellen van de agenda
3. Insprekers
Inhoudelijk gedeelte
4. Parallelle sessie: Taakstelling bezuiniging op subsidies
5. Nota van uitgangspunten herinrichting Eerste Oosterparkstraat
6. Vragenronde
7. Kijk op de Wijk
8. Sluiting
Í
| Agenda | 1 | test |
Vergadering stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 08-12-2021
Aanvang 19:30
1 Welkom
2 Vaststellen agenda en besluitenlijst
3 Bewoners aan het woord
Bewoners en ondernemers krijgen de gelegenheid om iets met de stadsdeelcommissie te delen. Maximale
spreektijd is 3 minuten.
Hetty Oorbeek spreekt in over het vrijkrijgen van de stoep op de Nieuwendammerdijk en de 90 bomen op
Hisgenpad.
4 Adviesaanvragen
41 Aanwijzingsprocedure Plan van Gool
De commissie stelt deze vergadering het advies vast.
Adviesaanvraag was 24 november ter kennisname geagendeerd.
42 Opkoopbescherming en bijbehorend wijzigingsvoorstel in de Huisvestingsverordening
De commissie stelt deze vergadering het advies vast.
Adviesaanvraag was 24 november ter kennisname geagendeerd.
43 Aanwijzingsbevoegdheden Omgevingswet bij de omgevingsvergunning tot afwijking van het
omgevingsplan
De commissie stelt deze vergadering het advies vast.
Adviesaanvraag stond 10 november 2021 ter kennisname op de agenda.
44 Protocol woonboten
De commissie heeft aangegeven over dit onderwerp geen advies uit te brengen. Het conceptadvies
van het DB is ter informatie geagendeerd.
45 Concept maaiveldontwerp NDSM-kavel B3
De commissie stelt deze vergadering het advies vast.
4,6 Adviesaanvraag 2 afvalinzamellocaties NDSM-werf N0790 en NO797
Zoals bekend wordt voor het aanwijzen van locaties voor ondergrondse afvalcontainers de
stadsdeelcommissie in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen.
Het DB adviseert de stadsdeelcommissie om geen advies uit te brengen, conform bestaande
werkwijze.
47 Ongevraagd Advies Bereik van groepen in Noord mbt reflectiefase windmolens
Geagendeerd ter vaststelling. Het advies stond 24 november ter kennisname op de agenda.
5 TKN Adviesaanvragen
5.1 Ontwikkelingskader Elektriciteitsvoorzieningen Amsterdam (EVA) 2035
Vaststelling advies stadsdeelcommissie: 12 januari.
Vaststelling advies DB: 18 januari.
5.2 Voorlopig ontwerp Hof Schoorlstraat
Vaststelling advies stadsdeelcommissie: 22 december
6 TKN: Monitor gebiedsplannen 2021
7 TKN: Vastgestelde adviezen en reactie DB op commissieadviezen
8 Mededelingen commissie
9 Update DB
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord informeert de stadsdeelcommissie over bestuurlijke zaken.
Mededelingen DB
Vragen aan het DB
Toezeggingenlijst
10 Termijnagenda
11 Sluiting
| Agenda | 3 | discard |
> < 10 december 2021
Amsterdam
Voortgangsrapportage ‘Amsterdamse Impuls Schoolpleinen 2021’
Terugblik 2021 en implementatie AIS
Tan TSE NEE
RL ol
BE A ij : ie
…N Ee Bn Dn, L Eis PE 4 Ds
Nek RS | CAERE NEE A
Ie Een UT Li u ' ad Ee Ti a sd HE er ien
ET TRR / LE NS et
kl AN ee B OO
EN Ne ER Wie 4 EN 2
Et JK 4 UN A een :
L iid wl | ze j ui AARS
Re Li if EN À A |
En 7 |M Wi Je Ee
ne NN NEN B Mee et en
SEMI OA 4 VU ej lll and AR í
k ir Pd ; Á ad / = Sn mmm | | ij bid
ä f po Pe Ee Zi 4. Ee en UR u | je An
| Bj Á | EE ee te
A BA ed + Ee a Eh mm Las | En Be a ==
ij Á | 1 Ere bn TE ne EN L ee
| É DE n
ú NE EE
A ke ONEENS ee
dn Cl Er Rin ST RER er Ee
EE ree EEE TE |
BEE MAREN IEEE Td
EEE NER
Foto: Nautilus Flevohof
Gemeente Amsterdam
Maatschappelijke Voorzieningen
Amsterdamse Impuls Schoolpleinen
Inhoudsopgave
1 Inleiding … sss snsnnnnnonern veren senennnenenseerersenennnnenrenenvenennnnnnenvensensennnnnenrnn vens envenennn 3
1.1 Leeswijzel nnen ennerrenneennvenenneerenserenseneneeerensenenvenenneenenserrnnenensnveneenenenvenenvenenseerensereneenen 3
1.2 De Amsterdamse Impuls Schoolpleinen …. nennen eneen enen enenenerennvennnvenvenseeenerenveeren be
2 Resultaten 2024... sensoren enen ennnenen enen enen eerenenenennnen vernemen enen enenrneernnerenerenernenr ennen B
2.1 Toekenningen 2021 … nonnen eenen envenvenneeneeenveneeenenenenenenvennennvenveenvenvenvenveneennvenveeneenee B
2.2 Beoordeling aanvragen 2021 …….…....nnnnenne nennen enveneenenenvenvennvenveenensenenvenvenveneeenvenvenveenvenvennveenen Ö
2.3 Opgeleverde pleinen 2024 … nnn ennen nennen enen enen enen enerennvenneerenenneerneeene vene venvenevervvereveenve LO
3 Internationale en andere samenwerkingen … sn snussunn eneen venen sennnnenenreneer venen 11
3.2 Gezonde School... nennen eeen ennerennenenneenennereenserveneenennerennenenneeneneeeeneneennenenseeeenerenneee 12
4 Implementatie en kennisdocument ……...……n sons oerren eer oerrrenenrennenrenneneenseeenve verver 13
5 Feestelijkheden en schoolpleinen uitgelicht … sussen onnersennnnenenrenrereesenrnene Ld
5.1 Feestelijke openingen 2021... noenvenneneneneeeneeeneeneenenenvenvenevenvenvensvenverneeneenevenvenvenernven Ll
5.2 Twee in 2021 opgeleverde pleinen uitgelicht … oenen enveneeneeenveneerenenveeneen 15
5.3 Boomfeestdag: De Krijtmolen de groenste … nnn nanne eneenvene eneen enen even venvenvenveneenee 1)
6 Bijlage... ssnnnnsonnnrnrnenensensnnnnenenseenensenenenenenrsenseennnnenenseenensennnnenseerven verven 20
1 Inleiding
1.1 Leeswijzer
Voor u ligt de voortgangsrapportage van de Amsterdamse Impuls Schoolpleinen (AIS).
Na een korte inleiding op AIS, bespreken we de resultaten van 2021. We staan stil bij het
beoordelings- en rangschikkingsproces, de toekenningen en de opgeleverde pleinen van 2021. We
bespreken ook de internationale samenwerking met PERFECT en de fietstocht langs drie AIS-
schoolpleinen in Amsterdam Oost van een delegatie vit Oost Europa. Ook wordt kort het
ontwikkelde kennisdocument AIS toegelicht en wordt de feestelijke opening van de Huibersschool
besproken. Tot slot lichten we in het laatste hoofdstuk mooie voorbeeldpleinen vit en wordt ook
de boomfeestdag kort toegelicht.
Daar waar we in deze rapportage spreken over ‘we’, wordt het gemeentelijk projectteam AlS
bedoeld.
3
1.2 De Amsterdamse Impuls Schoolpleinen
Vóór 2016 kende Amsterdam veel versteende en weinig uitdagende schoolpleinen. Met de
Amsterdamse Impuls Schoolpleinen (AIS) 2016-2018 kwam daar verandering in. In die periode
werden al zo pleinen vergroend en vitdagend ingericht. In de periode 2019 t/m 2024 wil het college
bijdragen aan het herinrichten van nog eens 60 schoolpleinen. In het kader van kansengelijkheid
geeft het college daarbij prioriteit aan scholen en leerlingen in ontwikkelbuurten, die deze impuls
het hardst nodig hebben. De schoolpleinen krijgen meer bomen en planten en worden zo ingericht
dat ze meer geschikt zijn voor bewegen, natuureducatie en afwatering van regenwater. Ook de
educatieve visie van de school en betrokkenheid van leerlingen en omwonenden spelen een
belangrijke rol in de regeling.
Werkwijze
Voor AIS is een subsidieregeling in het leven geroepen, op basis waarvan een eenmalige subsidie
kan worden verstrekt om een schoolplein (her) in te richten. Schoolbesturen en stadsdelen kunnen
hier gebruik van maken. De gemeente ondersteunt aanvragers ook met expertise. Elke aanvrager
krijgt een procesregisseur toegewezen. Deze regisseur begeleidt de school in het proces - van
planvorming tot oplevering van het schoolplein. Ook is er een ambtelijk expertteam dat
aanvragers helpt met het optimaliseren van hun plannen.
Financieel kader
Per aanvraag kan maximaal € 70.000,- worden aangevraagd. Hiervan is minimaal € 20.000,-
Groengeld en bestemd voor de vergroening van het schoolplein. Een belangrijke voorwaarde bij
het aanvragen van de subsidie is dat de school 20% van het aangevraagde subsidiebedrag tot een
maximum van € 10.000 zelf bijdraagt, bovenop het aangevraagde bedrag. De gemeenteraad heeft
een budget van 5,4 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de herinrichting van 60 pleinen en de
bijhorende ambtelijke ondersteuning in de periode 2019 t/m 2024. In 2022 vindt de laatste tranche
plaats en is er opnieuw budget beschikbaar voor circa 15 schoolpleinen. Het proces van aanvraag
tot eindverantwoording duurt maximaal anderhalf jaar. De laatste schoolpleinen worden in 2024
opgeleverd.
4
2 Resultaten 2021
2.1 Toekenningen 2021
Evenals voorgaande jaren zijn ook in 2021 de AIS doelen behaald. In de totale periode, 2016 t/m
2021, zijn er 117 subsidies verstrekt:
=__20 subsidies in 2016
= 30 subsidies in 2017
=__ 18 subsidies in 2018
= 17 subsidies in 2019
=__16 subsidies in 2020
= 16 subsidies in 2021
Dat zijn er in totaal twee meer dan gepland. Dit komt door een toegekend bezwaar van Rosj Pina
uit 2019 en omdat in 2021 één school € 25.000 heeft aangevraagd waardoor is besloten om het
subsidieplafond in 2021 met € 25.000 te verhogen.
De schoolbesturen en stadsdelen met een toekenning in tranche 2021, ontvingen in augustus de
verleningsbeschikking en eerste termijnbetaling voor het voorlopig ontwerp. Na goedkeuring van
het definitief ontwerp volgt in maart 2022 de tweede en laatste termijnbetaling. Uiterlijk begin
2023 worden de pleinen opgeleverd.
Scholen tranche 2021 Stadsdeel
Huizingaschool Nieuw-West
Atlantis Nieuw-West
Al Wafa Nieuw-West
Vlaamse Reus Nieuw-West
Mijlpaal Westmallepad Nieuw-West
Waterkant West
Blauwe Lijn Zuid-Oost
Crescendo Zuid-Oost
SBO van Houte Zuid-Oost
As-Soeffah Zuid-Oost
Shri Laksmi Zuid-Oost
Oranje-Nassau Noord
Bekkersschool Noord
De Rivieren Zuid
Nicolaas Maes Zuid
WSV Oost
5
Op de volgende pagina vindt u een overzichtskaart met alle AlS-pleinen van de periode 2016 t/m
2021.
6
Ó ichtskaart Amsterd | Is Schoolplei
Krijtmolen
k OBS Twiske
_ © loef
Zeppelin
ier Windstreken
Zeven Z;
erinksch: ssori Boven 't IJ
e
Dan nje-Nassau : A
e 5 school
De Zeeheld Buikslozermeer kersschool
& t OBS de Weidevogel
De Henricusschaol Boomgaard
itatuli 8
WD _ Geer Groote 1
El Amien 2
De Góëran Börde) Al Be Uilenspiegel Theo Thijssenschool
De Rosa Boekdrukker e* Piet Hein / Achthoek
2 Kramerschool pe
0 ® te Montessori r
®& ‘tWinterkoninkifsrkant _ Deordaan
5BÛ De Hasselbraam dependance
OBS
© Wimerkorinide @ (NE teen Ee
E aekomst hd Dr E Boekman D cie
To hege Kinkerbuurtschool 8 Nautulis Flevoho:
El Amien 1 ol : ne en | 8
ee ö ki Adere
Atl L Brede sergol De Springstok &
® ee Annio-MG Schmied 8 i Mont. Steigereiland
of Globe en de # Brede School 5 Bie N , En ie 3e Daltonschool PRO eE sene Van Koetsveld
Johan =sschool N Bockesprong icolaas Maes Alberdingk ë wsv
Werelden ® ESE Ze Daltonschool Thimschool € … DN Deka Ì
Scorpse 5 Amsterdamse Montesorft 5e Montessori
Horizon 8 Mi 5 | Pieter Bakkum p De Scholekster ”
© oee: Montessorischool en Willemsparkschool Wree
p ® Mijlpaal Westmallepad @ De Rivieren FIC Laterna Magica
te Openluchtschool © Ed
$ Bowvenland ®: Zevensprong enne ® 1e Montessori
SBO. schele ò d De Wielewaal
® De Driesprong
Ze Openluchtschaal
Alles-in-één school
Cheider
DeArk @M® Rosj Pina
Buitenveldertse
Montessori 8 EA
L di Sch: As-Soeffah Wereldwij
egenda ee
lad
Gerealiseerde schoolpleinen per tranche Shri Laksmi
® scholen 7e tranche 2021
ong
«scholen be tranche 2020 " e® EEn Cornelis,
Van Houteschool Jetses ®
® scholen 5e tranche 2019
Ontwikkelbuurt
® scholen 4e tranche 2018 Op basis van: Bn
Actualisatie Bestuursopdracht ® ve Kremio
® scholen 3e tranche 2017 Ontwikkelbuurten 2019 — 2022
® De Ster.
SCI
® scholen Ze tranche 2017 Prof Dumont
@® scholen 1e tranche 2016
november 2021
2.2 Beoordeling aanvragen 2021
Aanvraagperiode
In 2021 liep de aanvraagperiode van 1 april tot 2 juni 2021. De Amsterdamse Impuls Schoolpleinen
ontving in deze periode 19 aanvragen.
Rangschikking
Begin juli heeft de adviescommissie de 19 aanvragen voor een AIS subsidie beoordeeld, punten
toegekend en gerangschikt. Dat deden zij op basis van de volgende criteria:
e Criterium A gaat over de ligging van het schoolplein en de aanvraag ontvangt punten als het
schoolplein (max. aantal punten: 150):
o In of nabij een waterknelpunt ligt.
o In of nabij een focusgebied van de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht ligt.
o In of nabij een ontwikkelbuurt ligt.
e Criterium B gaat over de educatieve visie op het nieuwe schoolplein en wordt beoordeeld op
(max. aantal punten: 60):
o De mate waarin de visie op het nieuw in te richten plein aansluit op het doel van de
regeling en de mate waarin de beoogde functies van het nieuw in te richten
schoolplein daarop aansluiten.
e Criterium C gaat over het programma van eisen voor de herinrichting van het schoolplein en
wordt beoordeeld op (max. aantal punten: 150):
o De mate waarin biodiversiteit en kwalitatief groen onderdeel vitmaakt van de (her-)
inrichting van het schoolplein, bestaande vit speelgroen, educatief groen, eetbaar
groen en mogelijk verticaal groen.
o De mate waarin duurzaamheid een rol inneemt in de (her-)inrichting en gebruik van
het schoolplein.
o De mate waarin watergebruik onderdeel vitmaakt van de educatie.
o De mate waarin het schoolplein uitdaagt tot spel en beweging.
o De mate waarin leerlingen, ouders, omwonenden en andere betrokkenen
participeren bij het ontwerp.
Naast deze 3 criteria heeft de adviescommissie gekeken naar de mate van vertrouwen in de
realiseerbaarheid en openstelling van het plein. De commissie kan adviseren een aanvraag te
weigeren als deze aan de openbare ruimte grenst en niet openbaar toegankelijk wordt gesteld
zonder dat daar goede fysieke of veiligheidsredenen voor zijn.
8
AIS heeft een subsidieplafond voor circa 15 schoolpleinen per subsidietijdvak.
De Mijlpaal Westmallepad (Nieuw-West), Nicolaas Maes (Zuid) en Shri Laksmi (Zuid-Oost) werden
in 2020 afgewezen, maar bereikten door het versterken van hun plannen de top 15 in 2021.
Los van de puntentelling bevat de AlS-regeling een aantal weigeringsgronden. Een aanvraag
wordt niet in behandeling genomen als het onder één of meerdere weigeringsgronden valt. Een
voorbeeld van een weigeringsgrond is dat de school binnen vijf jaar gerekend vanaf de
aanvraagdatum verhuist. Een ander voorbeeld van een weigering is als er voor het gebouw een
renovatie gepland staat vlak na oplevering van het plein. Het is logischer eerst het gebouw aan te
pakken omdat het schoolplein daarbij veelal als bouwterrein wordt gebruikt.
Afgewezen aanvragen in 2021
In onderstaande tabel staan de scholen die afgewezen zijn omdat ze in de rangschikking niet
genoeg punten behaalden voor de top 15.
Schoolnaam Stadsdeel
Barbara Oost
15° Montessori Maas en Waal Zuid
AICS Zuid
Tabel ‘Afgewezen aanvragen in 2021’
9
2.3 Opgeleverde pleinen 2021
De volgende 19 pleinen uit eerdere tranches zijn in 2021 opgeleverd:
Schoolpleinen opgeleverd 2021 Stadsdeel
Wereldburger Nieuw-West
Immanuelschool Nieuw-West
El Amien 1 Nieuw-West
Pro Rege Noorderhof Nieuw-West
Huibersschool Nieuw-West
Geert Groote School 1 West
Prof. Dumont Zuid-Oost
Klaverblad Zuid-Oost
Rosj Pina Zuid-Oost
Cornelis Jetses Zuid-Oost
De Tamboerijn Zuid-Oost
3° Dalton Alberdink Thijm Zuid
2° Dalton Pieter Bakkum Zuid
Cornelis Vrijschool Zuid
IBS Elif Zuid
Derde Dalton Centrum
Nautilus Flevohof Oost
Aldoende Oost
Zeven Zeeën Noord
Tabel ‘Opgeleverde pleinen 2021’
Het complete overzicht van de resultaten in de periode 2016-2021 vindt u in de bijlage.
10
3 Internationale en andere samenwerkingen
3.1 PERFECT
PERFECT en excursie Oost Europese delegatie
De gemeente Amsterdam heeft deelgenomen aan het onderzoeksprogramma PERFECT.
PERFECT is een Europees programma gericht op het zichtbaar maken van de positieve effecten
van groene infrastructuur in het ontwerp van stedelijke en landelijke gebieden in Europa. In de
periode voorjaar 2018-voorjaar 2019 werkte AIS hiervoor mee aan een onderzoek van de GGD
Amsterdam.
Op 19 mei 2021 heeft AIS een presentatie gegeven op de afsluitende conferentie van PERFECT
‘The road to resilience — delivering multi-functional green infrastructure across Europe.’ AIS is door
PERFECT opgenomen als een goed voorbeeld.
Study trip to Amsterdam and presentation of good practices
Naar aanleiding van de presentatie bij de PERFECT
conferentie heeft een delegatie uit Oost Europa een 4 7 De
bezoek aan Amsterdam opgenomen in hun driedaagse | ,
excursie over groene speelplekken. Deze internationale Us Le
groep bestaande uit ontwerpers, stedenbouwkundigen en U _ ulie.
ambtenaren is onder meer lead partner of project Re play EE EE E ml E iid 7
(Creative Europe Programme) een samenwerking met Ar 4 ha MATEN ii l | |
partners vit meerdere West Balkanlanden. Sil Ve |E oe er Lie E
Op 7 september 2021 heeft AIS voor deze groep een PR Ei eN
fietstocht langs drie AIS schoolpleinen in stadsdeel Oost Ee Pr 4 Ee Et
georganiseerd. Op uitnodiging van AIS hebben de EE En ze
ontwerpers van deze pleinen, Renet Korthals Altes van EN Ben De :
Space for Play en Jan van Schaik van Zandraket, een B tre hee EN
presentatie én een rondleiding over de pleinen gegeven. ER Een
Het was een leuke en interessante fietstocht waarbij de S Le ns A ne
internationale groep veel lof uitsprak over de integrale PA Stals PE
Amsterdamse aanpak voor het inrichten van groene en Á SE R ee
uitdagende schoolpleinen. In de foto hiernaast is het ns
opgeleverde onderbouwplein van de IJdoornschool te zien.
11
3-2 Gezonde School
Van Bewegen naar Gezonde School
Een belangrijk onderdeel van AIS is beweging, een heringericht plein moet uitdagend zijn voor
kinderen. Onze experts bij de GGD beoordelen het schoolpleinontwerp hierop. In 2020 is de GGD
gestart met Gezonde School adviseurs. Zij adviseren scholen over bewegen, voeding,
genotmiddelengebruik, sociale veiligheid, etc. Deze verbreding naar Gezonde School (i.p.v.
alleen Bewegen) hebben we in 2021 meegenomen in de beoordeling van AlS-ontwerpen. Naast
Bewegen wordt er nu ook gekeken naar (o.a.) de sociale veiligheid op een plein.
Ze TEN
EK
SEEN se: il d € AN E
Bea | bd KE
en Ees j | 4 IE
\ A :
AU se Et | Î 9
y Kd Ed - EET
en din Er
EE | Ten
il it KO
in Ne
p MEG RL 7 Gee
EE a
REL
4 PARE S AS
Foto: IJdoornschool
12
4 Implementatie en kennisdocument
Met nog één jaar AIS subsidietoekenningen in de planning (plus vitvoeringsperiode tot uiterlijk
februari 2024) gaan we richting de afronding van het project. De criteria van AIS voor de inrichting
van een schoolplein zijn in 2020 al opgenomen in de onderwijshuisvestingsnorm. Dit betekent dat
het ontwerp van een nieuwbouwschoolplein aan bepaalde AlS-eisen moet voldoen. Om aan deze
eisen te kunnen voldoen is er € 60.000 extra aan het normbudget toegevoegd.
Om ontwerpers te helpen bij het ontwerpen van een uitdagender en groener schoolplein, heeft het
AlS-team de kennis en ervaring van afgelopen jaren gebundeld in een kennisdocument.
Het kennisdocument bevat de ervaringen van 5 jaar Amsterdamse Impuls Schoolpleinen (AIS) en
circa go opgeleverde pleinen. De adviezen in het kennisdocument zijn door de experts van AlS
beschreven. Deze experts zijn van Rainproof, Natuur- en Milieueducatie, GGD (bewegen en
gezonde school) en Ruimte en Duurzaamheid (ontwerp en groen). Zowel scholen als ontwerpers
kunnen het kennisdocument gebruiken voor het maken van een ontwerp.
13
5 Feestelijkheden en schoolpleinen uitgelicht
5.1 Feestelijke openingen 2021
Waar in 2020 vanwege het coronavirus feestelijke openingen van pleinen beperkt plaatsvonden,
opende Wethouder Moorman afgelopen najaar maar liefst 4 AIS-pleinen: de Huibersschool, de
Wereldburger, El Amien len Aldoende. Het was fijn om weer met een groter publiek aandacht te
geven aan de vergroende pleinen.
Hieronder ziet v een foto van de opening van de Huibersschool. Na het doorknippen van het rode
lintje werd het plein officieel geopend door het doen van de Wilgendans.
He B 5 ej
Vea gE ie) or er emd Heeten 5
TNA 5 el Í Ore TN A RAT nn nE mend:
OEE za £ aL EN he rf Aad | NE == Ë
8 : Á De 48 eed ak Ween ii) E a en
; Re ' El NN Rn ET A
5 5 AE! 4 MN 3 4 tn $, _—
de OE ERLE PM TE _
| EE VOR KN de EE NF
A zn RT ke BIN Ie, BET (an A al er!
TES RE EN ee De MES Le
Ee er a ef MR Ee RLN
en Ere Hann Genner À P - 4: u ii | ì OS ED Da à
ee | PT RE |
N er ee ne \
ke E 1 i En Rr En ke '
| ME haden a
en ME en Lî eN pe
EN _ Nú EN 5 nd PE 75 Ns
$ ee DA el GE
en “f e eN Ee ef ft a
AE iS EE ä 5 E ' zel n 1 in — hk) Ë ‘ N,
N h A ) 8 Wss:
Ar rr | IN el
/ | & hed 4 : Pil FS) | Ee E_
= 1 n vz ” La AN | 4 E P {
VEN Nd P hen À
ef Pr 4. EE ne UA
2] mm: Ë de DE NES
Foto: opening schoolplein Huibersschool
14
5.2 Twee in 2021 opgeleverde pleinen uitgelicht
Aldoende
Opgeleverd: _ 2021 (AIS tranche 2019)
Wijk: Ouvd-Oost
AIS criteria: Grenst aan gebied Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht
NE EEND * L
en 5
[ee
Jij dE Legenda ihr
{ j ms . Gerealiseerde schoolpleinen per tranche En
E f 7 Evi enn 5
Hp ee Ni Jen en ® scholen 7e tranche 2021 en
1 Ì Si - ng «scholen ée tranche 2020 '
Î Ber e f =d Ee
Il Ien Oe AN y/ Se, 8, - ®. 5 ® scholen 5e tranche 2019
| | hl Ier Je % DE 5 net ® _schâlen 4e tranche 2018
WZ #: d PE Ee a OPE.
| | Hf gel ij EN f 7 ; je ; ® scholen Je tranche 2017
| DS RTS Nn El ___@_ scholen 2e tranche 2017 1
SSS A he Tp mn EN ® scholen fetranche 2016
OEE pe >
NTS Ee me Tas el ik ® arn
on Ne F RN he en a [ Ontwikkelbuurten 2019 — 2022
Ne ak Aldoended COT /
IES De EN Ee EE EE ik
sf ES e AN A Ze 9 JO SG mn ND De W (2 Sa,
SS ln Ee OK ANS er SNN B en BAN vn En el
NCP Dre enne, qe Sa ON AS AS NUNEN:
Kaart: ligging Aldoende
In september 2019 diende de Aldoende een aanvraag in voor het vergroenen en uitdagender
maken van het schoolplein. De aanvraag is gedaan voor het gebouw met leerlingen van groep 1 tot
en met 3 en voor de leerlingen van de voorschool. De jongste leerlingen werden weinig geprikkeld
door het schoolplein vanwege weinig speelaanleidingen (zie foto). De leerkrachten vonden dat
leerlingen met het oude schoolplein onrustig speelden, veel competitief spel speelden en elkaar
veel duwden waardoor er vaak ruzie ontstond.
Ee ede SN zm Gt:
5 Eee 9 Be
ed 8 en Tk
re L
Gn me ee gn 8
B
i ORN kN
idem TSE el Ee TEN
B. be en
LA DE"
15
Het vernieuwde schoolplein is nu een plein in eilandvorm waarbij leerlingen worden uitgedaagd te
bewegen. Door het nieuwe klimtoestel met horizontale en verticale vitdaging, een glijbaan en een
duikelrek kunnen de leerlingen vrijvit bewegen. Er valt genoeg te beleven op het nieuwe
schoolplein. In de kleine diertjeshoek, op het vlinder- en bijeneiland en bij het wormenhotel,
kunnen kleine onderzoekers helemaal losgaan.
De struinbosjes zijn extra dichtbegroeid voor schone lucht in de vorm van een dichtbegroeid
wilgeneiland. Er zijn diverse bloeiende planten en heesters geplant. De twee kruidenspiralen en de
moestuinen geven eetbare gewassen.
Nn Br} ET AN Pig IA ed A) 7 3 En ' C%
NI ARN bf SPL KR aes PE
VREE KR 7 RET REN an RE SANNE A
=d N amen EN SPES a ENE
b ï Eire), K ” be leen e, : e Rid EE or , |
ee den DE: erg B Ee En Pe
| EN ot EE
- Ì Bk fi Í Ki \ ge AE 5 Pee AS
a Dre n VA ar EN ai v NT is EE ON EN
et 3 RN bn EL Pre ee ANN 5
re A ee de Ea vm ANR TER \D
Ne ee We e MR, EN
\ E 1E ma en 3 ai A zji k f EN 5 Ke | k v, en 3
£ 5 ra er A - « eee, C en ke wt
si EE A CO en) en MEE en ú ee
De 5 es is De _ Nek =, RE hd 7
ee pie EE teen - - e 5 3 _ hes à A î À, 4
Foto’s: nieuwe schoolplein Aldoende
16
Zeven Zeeën
Opgeleverd: __2021(AlS tranche 2019)
Wijk: Noord (Banne)
AIS criteria: Ontwikkelbuurt en Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht gebied (AAGG)
ne Ae : =4
ME ss ZON SE a 8 ee Legenda
el Ni AE ar NS En ij it oaf {Gerealiseerde schoolpleinen per tranche
Ke EN ee Nn - ‘scholen 7e tranche 2021
A Saken F £ A SN, en 5
RA We 8: DLA ke ee Á Pz __<> scholen be tranche 2020 |
NS A iS nf J
Ge ; a 4 En < B. A ln) In RS Á j ® scholen 5e tranche 2019 IJ
ET NAS TL E Re: 4e E
NSO 8 3 sj 1 ) Ne ie ry eN É EN Sj y/ / ® scholen de tranche 2018
A 2 kà Rn É Sp - 6 ® scholen 3e tranche 2017 |
A LEERT en Pin Kien @® scholen 2e tranche 2017
OO U AAS WO een |
ke 5, 5 Sy Zeyen Zeee ifs > J 4 GS Ontwikkelbuurt |
p a 4 AS 5e EA ga Op basis van: 7
Pe Te, ú j: Ne kee Actualisatie Bestuursopdracht
VN defi 4 ô iS Jd p Ontwikkelbuurten 2019 — 2022
ú bh Ak el bn Jh i Pr Ee Ad
Ne ZONEN EL LIANEN A
Ke p mn TR / 2 JONS Ladd KS NE
kn 4 rd KE, GT Gre ES Ni ne 4
De / NES We \
5 À } € / iN Ad | TE DN folie, 8 NN Ne B
Kaart: ligging Zeven Zeeën
Omdat er in de buurt van de Zeven Zeeën geen oee a ar TE n dn | TE
natuurspeelplekken waren besloot de school EE nnn sr EN
samen met het stadsdeel een plein te maken waar : PRN en
kinderen konden gaan ontdekken en spelen. In ar TEA
overleg met het stadsdeel is het schoolplein
uitgebreid, waarbij er ook buiten de hekken speel a
en groen functies zijn gemaakt. De openbare tuin En eN di e
en sportmogelijkheden die hiermee zijn he zá
gerealiseerd hebben ook een functie voor de buurt
gekregen. Ts
Foto: Zeven Zeeën
Op het schoolplein is een tuin gecreëerd waar gespeeld en ontdekt kan worden met een zandbak
met plateau, een buitenkeuken, zonnezeil en takel. Ook heeft het schoolplein een groot houten
speeltoestel met boomhut gekregen, een vogelnest, schommel en een duikelrek. Ook is ereen
tankstation en een groene speelheuvel met glijbaan en klimelementen. De kinderen kunnen
hierdoor hun motorische ontwikkeling stimuleren en groeien.
17
Aan de voorkant van het schoolplein is een voetbalveld gerealiseerd met ballenvangers, king
court, tafeltennis en bankjes om op te zitten. Het is bijzonder te zien wat er op een klein plein
allemaal gerealiseerd is aldus de directrice van de school.
ed FE
an Teen en = .
Ree mn en 3 Î
mrt RS VE MT Ë
p Î N | Ber
4 : „ EI NE |
Î s Red RP
A | le mn NS, DS OET
| eN | 2 | Ee ede
Er] É Ml ì Í mn Ù ae
Nm Ne ML N Ed en
k ate eol En ie eN
3 5 | vem ig er
â en nme LR
_ DS f ke
zn ea n Pe E 5 NN Piets ; à 7 pe pa
nj SN he
Foto: Zeven Zeeën
18
5.3 Boomfeestdag: De Krijtmolen de groenste
Basisschool De Krijtmolen in Noord is op 10 november uitgeroepen tot groenste school van de
hele provincie Noord-Holland. Aan de vergroening van het schoolplein heeft AIS bijgedragen
middels een subsidie uit tranche 2017. Niet alleen heeft De Krijtmolen een prachtig voedselbos op
het schoolplein, maar ook veel groen in de directe omgeving. De tweede prijs ging naar
basisschool NoordRijk, ook in Noord (geen AlS-subsidie). De prijzen worden uitgereikt door een
initiatief van Stichting Nationale Boomfeestdag.
Dn 5 5 a E 4
els ih Me LRE |I EREN
kia d Et EEEN. nn
hdd 6 Er 2e ie Ne , S d Ea SE en
Foto: de Krijtmolen
19
x Resultaten Amsterdamse Impuls Schoolpleinen
p ê eh Lln er Tie |
1. Ambitie gerealiseerd: 117 gehonoreerde aanvragen
le tranche (2016): 5 gehonoreerde aanvragen
2e tranche (2016): 15 gehonoreerde aanvragen
3e tranche (2017): 30 gehonoreerde aanvragen
de tranche (2018): 18 gehonoreerde aanvragen
5e tranche (2019): 17 gehonoreerde aanvragen
be tranche (2020): 16 gehonoreerde aanvragen
Te tranche (2021): 16 gehonoreerde aanvragen
2. Totaal ontvangen aanvragen: 179 aanvragen ontvangen
S 1e tranche (2016): 16 aanvragen ontvangen
Ze tranche (2016): 17 aanvragen ontvangen
3e tranche (2017): 38 aanvragen ontvangen
de tranche (2018): 40 aanvragen ontvangen
5e tranche (2019): 25 aanvragen ontvangen
be tranche (2020): 24 aanvragen ontvangen
7e tranche (2021): 19 aanvragen ontvangen
3. Vooruitblik 2022
Ambitie 2022: 15 schoolpleinen (her)inrichten
4. Groene, uitdagende en veilige speelplekken
ingericht met AIS:
ongeveer 143.101 m? (waarvan 12.442 m? in 2021)
5. Extra (semi-) openbare speelplekken:
ongeveer 43.715 m? (waarvan 2.627 m? in 2021)
6. Extra groene ruimte toegevoegd aan de stad:
ie ongeveer 36.658 m? (waarvan 3.334 m? in 2021)
7. Minder verharding in de stad:
ongeveer 39.372 m? (waarvan 5.935 m? in 2021)
8. Rookvrije speelplekken ingericht met AIS:
89 rookvrije speelplekken
20
| Onderzoeksrapport | 20 | train |
> < gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 16 oktober 2023
Portefeuille(s) Algemene zaken
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema
Behandeld door Programma Organisatieontwikkeling
Onderwerp Afdoening motie (170.23) van het lid Khan inhoudende verbeter de
vetrouwensrelatie met de moslimgemeenschap
Geachte leden,
In de vergadering van de gemeenteraad van 5 april 2023 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt 17 over aangaande een besluit tot het verstrekken van informatie op grond van de
WOB verzoek aangaande Cornelius Haga uit 2019 de motie 170.23 van raadslid Khan van Denk
aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om:
- __ Binnen de aanpak om vertrouwen tussen burger en overheid te verbeteren, specifiek
aandacht te hebben voor de sentimenten die leven in een deel van de islamitische
gemeenschap.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
In deze brief leest u hoe het college werkt aan het versterken van vertrouwen in de relatie tot alle
inwoners en ondernemers, waaronder mensen die onderdeel zijn van de moslimgemeenschap. De
heer Khan benoemde op 5 april 2023 in de gemeenteraad dat het sentiment heerst bij een
aanzienlijk deel van de moslimgemeenschap dat de overheid tegenover hen staat. Dat speelt in
deze gemeente en landelijk.
Vertrouwen begint bij de overheid.
Het college is ermee dat bekend deze sentimenten leven. Het is pijnlijk te constateren dat in onze
gemeente Amsterdammers en ondernemers uit de moslimgemeenschap ervaren dat ze niet op de
overheid kunnen vertrouwen. Net als de raad vindt het college het belangrijk op verschillende
manieren deze gemeenschap en deze sentimenten de juiste aandacht te geven. In de
raadsinformatiebrief vertrouwen tussen burger overheid van 25 oktober 2022 heeft het college
benoemd dat er verschillende factoren van invloed zijn op vertrouwen. Voor de oorzaak van het
weglekkende vertrouwen kijken we als gemeente in eerste instantie naar onszelf. Hierin hebben
raad, bestuur en organisatie stappen te zetten. Als we het vertrouwen van inwoners in de
gemeente willen vergroten, moeten we als eerste stap een ander, positiever mensbeeld omarmen
en niet wantrouwen als vertrekpunt nemen. De gemeente Amsterdam werkt op verschillende
manieren aan versterken van vertrouwen in relatie tot alle inwoners en ondernemers. Hierbij is ook
oog voor groepen en gemeenschappen waarbij dat vertrouwen extra onder druk is komen te
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 oktober 2023
Pagina 2 van 4
staan. De heer Khan heeft in dit kader met zijn motie aandacht gevraagd voor de
moslimgemeenschap.
Inclusie en diversiteit en anti-discriminatie zijn belangrijk prioriteiten van het college.
Uitsluiting, discriminatie en racisme beschadigen vertrouwen in de overheid, en in elkaar. Dat leidt
tot een verdeelde stad en tot beschadiging van vertrouwen, waarbij mensen ervaren dat de
overheid er niet voor hen is. Dan heeft de overheid gefaald. Er zijn in de stad diverse
gemeenschappen, groepen en individuen in de stad die te maken hebben met uitsluiting,
discriminatie en racisme. En binnen het algemene is ook aandacht voor specifieke ervaringen
nodig, door te luisteren naar wat deze inwoners en ondernemers vertellen, en als overheid waar
nodig ook gericht te handelen om wantrouwen weg te nemen en te een basis te leggen voor
vertrouwen. Dat geldt ook voor mensen binnen de moslimgemeenschap bij wie het vertrouwen in
de overheid beschadigd is geraakt, zoals door voorbeelden die de heer Khan in de motie aanhaalt.
We werken hier op verschillende manieren aan zowel binnen de gemeentelijke organisatie als in
de stad.
Inclusie en antidiscriminatiebeleid in de stad
Op 28 juni 2023 was in de gemeenteraad het visiedocument inclusie en antidiscriminatiebeleid
2023-2026 ‘Amsterdam een stad uit duizenden’ aan de orde. Het college staat voor een inclusieve
stad waarin iedereen de zich vrij en beschermd voelt en de ruimte krijgt om zichzelf te zijn. Daar
zijn we als stad met Z'n allen verantwoordelijk voor. Uitkomsten van de Amsterdamse
burgermonitor, cijfers van het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam en Politie Amstelland en
onze eigen actieonderzoeken laten zien dat we nog lang niet kunnen spreken van een stad waarin
iedereen zich vrij en beschermd voelt. Zoals in het visiedocument op hoofdlijnen is beschreven, wil
het college toewerken naar een inclusieve stad door langs twee sporen, twee zijden van dezelfde
medaille, te werken. Enerzijds door discriminatie te bestrijden en preventief de voedingsbodem
hiervoor weg te nemen, anderzijds door emancipatie te bevorderen en emanciperende initiatieven
in onze stad te ondersteunen. Langs deze twee lijnen richt de inzet vanuit de portefeuille inclusie
en antidiscriminatiebeleid zich met name op het normstellen, agenderen en faciliteren:
-_Normstellen: actief uitdragen dat wij als gemeente geen enkele vorm van discriminatie
accepteren. We werken bijvoorbeeld aan een campagne om discriminatie tegen te gaan.
-_ Faciliteren: de organisaties die zich hiervoor inzetten te faciliteren, bijvoorbeeld door de
Alliantie Antidiscriminatie. Die richt zich expliciet het tegengaan van discriminatie van
moslims.
-_ Agenderen: onderbelichte thema's als moslimdiscriminatie op de agenda zetten bij onze
samenwerkingspartners, het rijk en deelnemingen.
Het actieonderzoek * waarnaar in deze motie is verwezen, haalt verschillende sentimenten aan
binnen de moslimgemeenschap die kunnen duiden op de noodzaak om te werken aan het
verbeteren van vertrouwen. Ons handelen als gemeente, betrouwbaar optreden, is bepalend voor
deze verbetering van vertrouwen, het gaat erom hoe we er als overheid zijn, juist ook op een
onderwerp als moslimdiscriminatie. Het onderzoek reikt hiertoe aanbevelingen aan. Aan de
resterende aanbevelingen uit het actieonderzoek wordt opvolging gegeven.
* Eindrapportage Weerbaar tegen moslimdiscriminatie en hatecrime feb 2022
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 oktober 2023
Pagina 3 van 4
Verder willen we in ons nieuwe diversiteitsbeleid richten op het betrekken van verschillende
groepen en het laten horen van verschillende stemmen. In onze stad klinkt de roep om bredere en
diverse representatie en medezeggenschap. ledereen moet zichzelf kunnen herkennen op allerlei
posities en wezenlijk de kans krijgen om zelf ook zo’n positie te bekleden. Ook is het van belang
om eenzijdige of negatieve beeldvorming over bepaalde groepen in een ander licht te zetten. Met
het nieuwe beleidskader Inclusie en Antidiscriminatiebeleid 2023-2026 dat in het vierde kwartaal
van 2023 met de raad gedeeld wordt, willen actief ook representatie en beeldvorming met
aandacht voor de moslimgemeenschap.
Inclusie en diversiteit in de gemeentelijke organisatie
Als de overheid betrouwbaar wil zijn, is het belangrijk dat functionarissen in die overheid bewust
en sensitief zijn. De raadscommissie FKD zal binnenkort geïnformeerd worden over twee
onderzoeken naar racisme en discriminatie bij de gemeente Amsterdam die dit najaar worden
gepubliceerd en over wat de vervolgstappen zijn naar aanleiding van de anonieme brief die
onlangs werd verstuurd aan raadsleden over racisme en discriminatie bij WPI. Ook bij de
gemeente Amsterdam komen discriminatie, racisme en uitsluiting voor. In de voorliggende brief
wordt u geïnformeerd over wat we op dit moment doen.
In de Bestuursopdracht werken we aan een meer inclusieve en diverse organisatie. Het tegengaan
van discriminatie is daar een onderdeel van. Een van de manieren waarop we als stad werken aan
het herstellen van vertrouwen tussen burger en overheid is dan ook door inclusie en diversiteit
binnen de ambtelijke organisatie hoog op de agenda te zetten.
-__ De aanpak Inclusie en Diversiteit richt zich enerzijds op representatie. Dat wil zeggen dat
de medewerkers van de gemeente Amsterdam een betere afspiegeling zijn van de
beroepsbevolking van Amsterdam. Hierbij wordt o.a. ingezet op betere doorstroom en
doorgroei en meer diversiteit in het hogere management.
-__ Daarnaast gaat het ook over het creëren van bewustzijn over o.a. onbewuste
vooroordelen, privileges, en het tegen gaan van vormen van discriminatie en racisme en
uitsluiting, pesten en micro-agressie. De aanpak Inclusie en diversiteit richt zich op
representatie. Dat wil zeggen dat de medewerkers van de gemeente Amsterdam een
betere afspiegeling zijn van de beroepsbevolking van Amsterdam; betere doorstroom en
doorgroei.
-_ Het werken hieraan heeft niet alleen uitstraling naar de stad, maar ook in de organisatie is
dit een thema en raakt het collega’s vit de moslimgemeenschap. Binnen de aanpak
Inclusie en Diversiteit nemen we het tegengaan van moslimdiscriminatie mee in het
werken aan bewustzijn en het opstellen van maatregelen op antidiscriminatie.
Onderzoek naar vertrouwen bij inwoners van de stad
In meer algemene zin onderzoekt O&S in de Burgermonitor hoe Amsterdammers staan in het
thema vertrouwen in relatie tot de overheid. Er wordt hierbij gekeken naar opleiding,
migratieachtergrond, leeftijd en waar mensen in de stad wonen. Specifieke gemeenschappen zijn
dan niet in onderzoek; het is echter wel relevant in dit verband want het geeft een algemeen beeld
hoe we er in de stad voor staan. In de aankomende Burgermonitor zal institutioneel racisme
worden betrokken. Dit onderzoek zal naar verwachting volgende zomer worden gepubliceerd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 oktober 2023
Pagina 4 van 4
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld, en zal aan dit thema blijven doorwerken
en blijft vanuit de verschillende portefeuilles periodiek geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
/ / / j \
| / /
Wi rf
Ë dl 4 - OO
Femke Halsema Peter Teesink
Burgemeester Gemeentesecretaris
Bijlagen
1. Motie van het lid Khan inzake verbeter de relatie met de moslimgemeenschap april 2023, 170.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
> West
Besluit Algemeen Bestuur
Afdeling: Bestuur en Organisatie
Behandelende ambtenaar: _L. Marseille
Telefoon 0630 859701
Datum behandeling: 12 april 2016
Besluitnummer: INT-16-01984
Portefeuille: Openbare ruimte
Stadsdeel West Pagina 2 van 4
Besluitnr: INT-16-01984...
Onderwerp:
Initiatiefvoorstel Flexstraten: tijdelijke uitvoering van infrastructurele
maatregelen
Planning van de bespreking en besluitvorming
* _ Oordeelvorming dinsdag 26 april 2016
* _ Besluitvorming dinsdag 17 mei 2016
Het Algemeen Bestuur besluit:
1. Intestemmen met genoemd <gewijzigd> initiatiefvoorstel*
2. Het Dagelijks bestuur te verzoeken de volgende pilots uit te voeren
zoals bedoeld in het initiatiefvoorstel:
a. tijdelijke leefstraten,
b. scooters versneld naar de rijbaan verplaatsen en
c. het tijdelijk creëren van extra fietsparkeerplekken.
3. Kennis te nemen van de bestuurlijke reactie op het
initiatiefvoorstel
Korte samenvatting: (max. 10 regels)
Met dit initiatiefvoorstel introduceren de fracties van GroenLinks, D66,
SP, PvdA en Piratenpartij het concept “Flexstraten” in stadsdeel West. Het
concept flexstraten is aangedragen door bewoners tijdens de Burgertop
Amsterdam en behelst de tijdelijke vitvoering van infrastructurele
maatregelen om ruimte te creëren voor voetgangers en fietsers, zodat kan
worden onderzocht of de maatregel effectief is en wat de gevolgen zijn.
Met dit voorstel worden de volgende maatregelen tijdelijk ingevoerd en
vitgeprobeerd:
A. West krijgt Leefstraten tijdens de zomervakantie: enkele straten
worden tijdens de zomer van 2016 afgesloten zodat bewoners er
kunnen leven, conform de motie Shahsavari-Jansen/Ernsting die is
aangenomen in de gemeenteraad van Amsterdam.
B. Scooters gaan naar rijbaan op de Jan Evertsenstraat en de
Bilderdijkstraat.
C. De meest nijpende fietsparkeerproblemen worden aangepakt door op
de plekken waar het noodzakelijk en mogelijk is tijdelijk meer ruimte
te creëren voor fietsparkeren door het opheffen van een enkele
autoparkeerplek of het benutten van andere openbare ruimte.
Bij alle voorstellen worden bewoners betrokken, wordt gemonitord wat de
effecten zijn en wordt de mening van bewoners en bezoekers gebruikt om
te evalveren of de flexstraat-maatregel bevalt.
Met dit initiatiefvoorstel flexstraten wordt geëxperimenteerd met een
nieuwe manier om de openbare ruimte te verbeteren. Tegelijkertijd
worden de meest nijpende problemen in West — scooteroverlast en gebrek
aan fietsparkeerruimte - aangepakt. Deze manier van werken en
experimenteren past in de MobiliteitsAanpak Amsterdam 2030 en de
ambities voor een leefbaar stadsdeel met ruimte voor fietser en
voetganger.
Stadsdeel West Pagina 3 van 4
Besluitnr: INT-16-01984...
Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context):
In de AB-vergadering van 27 oktober 2015 kwamen enkele deelnemers van
de Burgertop Amsterdam op bezoek. Dit waren deelnemers uit stadsdeel
West die op verzoek van het Algemeen Bestuur vertelden over de
uitkomsten van de Burgertop en hun ideeën voor de stad.
Een van de sprekers bracht zijn idee voor de introductie van flexstraten
naar voren: tijdelijke vitvoering van infrastructurele maatregelen om
ruimte te creëren voor voetgangers en fietsers, zodat kan worden
onderzocht of de maatregel effectief is en wat de gevolgen zijn. Meerdere
fracties gaven aan dit een interessant voorstel te vinden om mee aan de
slag te gaan. Dit ook omdat het gebruik van de openbare ruimte en de
balans tussen fietser, voetganger en auto regelmatig tijdens
bewonersbijeenkomsten aan de orde komt.
Het Dagelijks Bestuur nodigde de leden van het AB daarop vit om zelf met
concrete voorstellen te komen voor flexstraten om meer ruimte te creëren
voor voetgangers en fietsers in West. Met dit initiatiefvoorstel doen de
fracties van GroenLinks, D66, SP, PvdA en de Piratenpartij daarom
voorstellen voor het starten met pilots Leefstraten, het versneld
verplaatsen van scooters naar de rijbaan en het creëren van meer
fietsparkeerplekken.
Zie ook art. 34 van het Reglement van Orde van de Bestuurscommissie.
Reden van het besluit:
West is het meest dichtbevolkte stadsdeel van Amsterdam en ruimte is
schaars. Met verkeerskundige modellen kun je veel berekenen, maar hoe
de mens zich zal gedragen, en hoe een wijziging in de openbare ruimte zal
uitpakken blijft onvoorspelbaar. Daarom is het belangrijk om aan de hand
van pilots en tests te kijken wat er gebeurt. De fracties zien dan ook graag
dat stadsdeel West aan de slag gaat met flexstraten, om zo te kunnen
experimenteren met manieren om ruimte voor voetganger en fietser te
creëren.
Tijdens de AB-vergadering van 27 oktober 2015 heeft het Dagelijks
Bestuur aangegeven dit op te willen pakken en daarbij de leden van het
Algemeen Bestuur uitgenodigd om met concrete voorstellen te komen om
de flexstraten in de praktijk te brengen. De experimenten die hier worden
voorgesteld, worden gedaan ten behoeve van het Mobiliteitsplan van
wethouder Verkeer en Vervoer.
Kosten, baten en dekking:
Communicatie en e-tools kunnen naar verwachting worden betaald uit het
lopende budget. De raming van overige kosten voor beleid en uitvoering is
afhankelijk van het advies van het Dagelijks bestuur. Indieners vragen het DB
hier een inschatting van te maken. <NB eventueel wordt naar aanleiding van
de bestuurlijke reactie na de oordeelsvormende bespreking in het AB een
financiële paragraaf toegevoegd aan het initiatiefvoorstel. >
Voorbereiding en adviezen:
De communicatie over de flexstraten en mogelijkheden om te participeren
en feedback te geven op de initiatieven uit dit initiatiefvoorstel zijn heel
belangrijk. E-tools is hierbij een belangrijk middel en zullen zoveel
Stadsdeel West Pagina 4 van 4
Besluitnr: INT-16-01984...
mogelijk ingezet worden om bewoners te betrekken bij de voorstellen uit
de flexstraten.
Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg:
Reacties van bewoners en gebruikers op de pilots worden meegenomen in
het advies om de maatregel al dan niet definitief te maken.
Meegezonden/ter inzage gelegde stukken:
1. _Initiatiefvoorstel Flexstraten
2. Advies Dagelijks Bestuur
3. Motie Shahsavari-Jansen/Ernsting
4. Bestuurlijke reactie op de motie Shahsavari-Jansen/Ernsting
Afschrift aan:
- Gemeenteraad via de griffie
-Burgertop Amsterdam
Bekendmaking / publicatie:
Bekendmaking via reguliere (online-)kanalen
Communicatie:
Nieuwsbrief
Ter kennisname doorsturen aan:
-__RVEOR
Besloten in de vergadering van: 17 mei 2016
Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie West,
Wnd. Secretaris: Voorzitter:
H. Visser G.J. Bouwmeester
| Besluit | 4 | train |
hesais > Gemeente Amsterdam
Amstel 1 Stadsdeel Centrum
1011 PN Amsterdam x
Postbus 202 Directie Omgevingsmanagement
1000 AE Amsterdam Afdeling Vernieuwing
Telefoon 14 020
Fax 020 256 4433
ENE sieraminl CG Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
De Koning Vergouwen Advocaten
T.a.v. mevrouw M. Kashyap
Sophialaan 33
1075 BL Amsterdam
21 JAN. 2014
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk 20120806
Behandeld door Guido Kuijvenhoven
Rechtstreekse nummer 06 8362 4579
Faxnummer
Bijlage
Onderwerp Raadsadres bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen Binnenstad
Geachte mevrouw Kashyap,
Inleiding
Op 19 augustus 2013 heeft u namens de “Wallen Ondernemers Prostitutie” (WOP) een
raadsadres gericht aan de deelraad van stadsdeel Centrum. De WOP wil daarin onder de
aandacht brengen dat het project 1012/ het bestemmingsplan Herbestemmen
Raambordelen Binnenstad, onder valse voorwendselen “verkocht” is aan de raadsleden.
In uw brief trekt u uit de Nota van Beantwoording (in het kader van de
bestemmingsplanprocedure) en de zitting bij de Raad van State (RvS) de volgende
conclusies:
- De hoofddoelstelling van het bestemmingsplan is niet meer het tegengaan van
mensenhandel, doch het tegengaan van overlast door massatoerisme.
- Het sluiten van raambordelen is een doel op zich geworden. Van gefaseerd
uitvoeren van het project — al naar gelang de noodzaak tot verdere sluiting — is
geen sprake meer.
- De kosten gemoeid met de uitvoering van het bestemmingsplan zijn door 3
deskundigen geschat op aanzienlijk meer dan de €32,3 miljoen waarvan men
uitgaat op basis van de Nadere financiële onderbouwing bij het bestemmingsplan.
Naar aanleiding hiervan is namens de Stadsdeelraad aangegeven dat als er meer
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 5
geld bij moet, de gemeente het geld hiervoor beschikbaar heeft en bereid is
zoveel geld in het project te stoppen als nodig is voor de uitvoering aan het
bestemmingsplan.
Volgens u wijkt het bovenstaande zodanig af van de uitgangspunten in het voortraject van
het bestemmingsplan, dat de WOP zich af vraagt of het bestemmingsplan onder deze
omstandigheden de steun van de raadsleden nog wel heeft.
Afdoening raadsadres
In haar vergadering van 24 september 2013 heeft de stadsdeelraad besloten uw
raadsadres ter afdoening in handen te stellen van het dagelijks bestuur en een afschrift
van het antwoord te zenden aan de leden van de deelraadscommissies voor Algemene
Zaken en voor Bouwen en Wonen.
Doel bestemmingsplan
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft op 31 juli
2013 alle tegen de vaststelling van het Bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen
Binnenstad (BP Herbestemmen) ingediende beroepen gedeeltelijk niet-ontvankelijk en
voor het overige ongegrond verklaard. Hiermee is het BP Herbestemmen onherroepelijk
geworden.
Het bestemmingsplan voorziet in een vermindering van 62 raambordelen in
postcodegebied 1012 met als doel - anders dan u stelt- zonering van raamprostitutie in
twee gebieden, waar deze grotendeels kan blijven bestaan: de Oudezijds Achterburgwal,
inclusief zijstraten, en de Oude Nieuwstraat en omgeving. Hieraan ligt het beleid ten
grondslag, neergelegd in de nota “strategienota Coalitieproject 1012, Hart van Amsterdam
(hierna: de “Strategienota”), vastgesteld door de raad van de centrale stad en de deelraad
op 25 juni 2009 onderscheidenlijk 2 juli 2009.
Het doel van het bestemmingsplan is dus niet het tegengaan van mensenhandel, noch
het tegengaan van overlast door massatoerisme.
Uw weergave van de zitting bij de Raad van State roept aan de kant van de Gemeente
geen herkenning op.
Zoals verwoord in de Strategienota Coalitieproject 1012 en in het BP Herbestemmen,
levert de vermindering van het aantal raambordelen en de zonering van raamprostitutie in
twee gebieden een belangrijke bijdrage aan de verwezenlijking van de doelstellingen van
het project: het verminderen van de omvang en concentratie van criminogene,
economisch laagwaardige en/of overlast veroorzakende functies in postcodegebied 1012,
het herstellen van de functiebalans en het realiseren van een kwalitatief hoogwaardig en
divers stadshart.
Het sluiten van raambordelen is voor de gemeente, dan ook geen doel op zich, maar
zoals opgenomen in de Strategienota en het BP Herbestemmen, een middel om het doel
te bereiken.
Raamprostitutie is een van de functies die overlast veroorzaken in het postcodegebied
1012, ook door de daarmee samenhangende stromen bezoekers en toeristen. Het woon-,
leef- en ondernemersklimaat wordt mede door de aanwezigheid van deze functies nadelig
beïnvloed. Het BP Herbestemmen is vastgesteld met het oog op doorbreking van de
2
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 3 van 5
monocultuur en verbetering van de functiemenging in postcodegebied 1012. Dit leidt tot
een toename van de sociale veiligheid en beter woon- en leefmilieu in het gebied dan in
de bestaande situatie. De Afdeling oordeelt dat dit terecht ruimtelijk relevante argumenten
zijn. Zij stelt ook vast dat deze argumenten voor de vaststelling van het plan ook in de
plantoelichting zijn gegeven. Er zit wat dat betreft dan ook geen “licht” tussen het
standpunt van de deelraad zoals opgenomen in de plantoelichting en de latere reactie van
de deelraad op de zienswijzen en de beroepsgronden van de appellanten.
Fasering
Door aanvaarding van motie 437 bij behandeling van de Strategienota Coalitieproject
1012 heeft de gemeenteraad besloten tot een gefaseerde uitvoering van het
Coalitieproject 1012. Onderdeel van de vastgestelde fasering is dat de gemeenteraad in
de gelegenheid wordt gesteld om de uitvoering van het project tussentijds te bespreken
en waar nodig het project aan te passen. Ook bij de uitvoering van het bestemmingsplan
blijft dit van kracht.
Nu het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden worden de prostitutiebestemmingen
van de raambordelen buiten de prostitutiezones verwijderd. De nog actieve raambordelen
zullen echter niet direct en tegelijkertijd (hoeven te) sluiten. De betreffende panden vallen
onder het overgangsrecht, waarmee het gebruik conform de huidige (prostitutie)
bestemming kan worden voorgezet in afwachting van de verwezenlijking van de in de
planregels opgenomen (andere) bestemming. Om de sluiting van de wegbestemde
raambordelen daadwerkelijk te realiseren worden lopende onderhandelingen met
bordeeleigenaren voortgezet. Mochten partijen niet uit eigen beweging overgaan tot
sluiting van de nog actieve raambordelen en onderhandelingen over aankoop van de
betreffende panden ook niet tot sluiting leiden, dan biedt het bestemmingsplan de
mogelijkheid tot onteigening over te gaan. Afhankelijk van het verloop van de
onderhandelingen zal telkens en binnen de planperiode van, in beginsel, tien jaar van
geval tot geval worden bezien of tot onteigening wordt besloten.
Tot nu toe is de verwerving en sluiting van actieve raambordelen gefaseerd gegaan. Ook
als wordt besloten tot onteigening zal dat traject op die wijze voortgaan.
Financiering
De stadsdeelraad en de gemeenteraad zijn geïnformeerd over de met de uitvoering van
het bestemmingsplan naar verwachting gemoeide kosten, door middel van de notitie
Nadere Financiële Onderbouwing. In die notitie zijn de kosten van de uitvoering van het
bestemmingsplan op een realistische en juiste wijze begroot. Van een te lage begroting is
geen sprake. Dit is bevestigd door de Afdeling in de uitspraak van 13 juli 2013. Uit die
uitspraak blijkt ook dat de door appellanten ingebrachte rapporten niet afdoen aan de
juistheid van de Nadere Financiële Onderbouwing. Dat ligt ook voor de hand, omdat aan
de rapporten van Ecorys en Akro-consult geen deugdelijk onderzoek en onjuiste
aannames ten grondslag liggen. Voorts geldt dat het rapport van Gloudemans slechts
betrekking heeft op de zeven meest rendabele panden, zodat dat rapport niet
representatief is voor het gehele plangebied.
3
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 4 van 5
Hier komt bij dat zo nodig, een beroep kan worden gedaan op de algemene reserve.
Daarmee is de financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan voldoende
gewaarborgd.
Afstemming in besluitvorming
Het bestemmingsplan is vastgesteld door de deelraad van stadsdeel Centrum maar in de
voorbereidingsfase heeft op meerdere momenten afstemming plaatsgevonden met de
gemeenteraad en de raadscommissie Algemene Zaken.
Bij vaststelling van de Strategienota hebben de deelraad en de gemeenteraad besloten
tot het reduceren van raamprostitutie in het postcodegebied 1012 door middel van
zonering. Er is besloten daartoe het BP Herbestemmen op te stellen. Hierbij is
afgesproken dat hoewel het stadsdeel als bevoegd gezag opereert en het
bestemmingsplan opstelt, de kosten van het sluiten van de raambordelen voor rekening
zijn van de Centrale stad.
Concept-ontwerp bestemmingsplan:
- Op 8 februari 2011 heeft het dagelijks bestuur ingestemd met het voorstel advies
te vragen bij het college van B & W voor de vrijgave van inspraak en het overleg
ex art.3.1.1. Bro.
- Op 15 maart 2011 is het ontwerp bestemmingsplan besproken in de
gecombineerde commissie Bouwen en Wonen / Algemene Zaken van stadsdeel
Centrum.
- Op 12 april 2011 heeft het college van B&W het concept ontwerp
bestemmingsplan besproken en heeft het College daarna in een adviesbrief een
garantstelling afgegeven voor de kosten van de uitvoering van het plan.
- Op 19 mei 2011 en op 29 september 2011 heeft de raadscommissie Algemene
Zaken het concept ontwerp bestemmingsplan en de adviesbrief over
garantstelling besproken en voor kennisgeving aangenomen.
Ontwerp bestemmingsplan
-__Op 20 december 2011 heeft het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum
ingestemd met de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan.
-__Op 4 sep 2012 is het ontwerp bestemmingsplan ter kennisname voorgelegd aan
het College, en is het College akkoord gegaan met de geheime notitie ‘Nadere
financiële onderbouwing’, waarmee de financiële en economische uitvoerbaarheid
van het bestemmingsplan wordt toegelicht.
- Op 27 sep 2012 zijn het ontwerp bestemmingsplan en de notitie ‘Nadere
financiële onderbouwing’ door de raadscommissie AZ voor kennisgeving
aangenomen.
-__Op 9 oktober 2012 zijn het ontwerp bestemmingsplan en de geactualiseerde
financiële onderbouw besproken in de gecombineerde commissie Bouwen en
Wonen / Algemene Zaken van stadsdeel Centrum.
Vaststelling
- Het bestemmingsplan en de Nota van beantwoording van de zienswijzen zijn op
30 oktober 2012 door de deelraad vastgesteld.
4
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 5 van 5
Wij benadrukken dat er ook anderszins voldoende steun is voor het BP Herbestemmen.
De Gemeente voelt zich gesteund met de bevestiging door de Afdeling en de gemeente
gaat dan ook onverminderd door met de uitvoering van het bestemmingsplan.
Hoogachtend
Het dagelijks bestuur, De
| 27 órke Jeanine van Pinxteren
de Q voorzitter
5
€ Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum ,
2x A-punt vergadering van het dagelijks bestuur
2x Dinsdag, 17 december 2013
Portefeuille 3
Agendapunt A4
Directie / Afdeling Omgevingsmanagement / Vernieuwing
DIV-Nummer
Onderwerp Conceptbeantwoording raadsadres d.d. 19 augustus 2013 over het
bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen Binnenstad
Gevraagde beslissing In te stemmen met de conceptbeantwoording van het raadsadres over het
bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen Binnenstad.
Bestuurlijke samenvatting Op 19 augustus 2013 heeft mevrouw Kashyap (van De Koning Vergouwen
advocaten) namens de ‘Wallen Ondernemers Prostitutie’ (WOP) een raadsadres
ingediend over het bestemmingsplan Herbestemmen raambordelen Binnenstad.
Hetzelfde raadsadres is ook ingediend bij de gemeenteraad. De
conceptbeantwoording van het (identieke) raadadres dat aan de gemeenteraad is
gericht wordt eveneens op 17 december 2013 ter besluit voorgelegd aan het college
van burgemeester en wethouders.
In zijn vergadering van 24 september 2013 heeft de stadsdeelraad besloten het
raadsadres ter afdoening in handen te stellen van het dagelijks bestuur en een
afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de commissie Algemene Zaken
en de commissie Bouwen en Wonen.
Het betreffende bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen Binnenstad is op 30
oktober 2012 vastgesteld door de deelraad.
Namens de ‘Wallen Ondernemers Prostitutie’ (WOP) heeft mevrouw Kashyap (van De
Koning Vergouwen advocaten) een raadsadres ingediend: ‘om onder de aandacht te
brengen dat het project 1012/ het bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen,
onder valse voorwendselen “verkocht” is aan de raadsleden.’ Zij redeneren als volgt:
- De hoof, Istelling van het bestemmingsplan is niet meer het tegengaan van
mensenhandel, doch het tegengaan van overlast door massatoerisme.
- Het sluiten van raambordelen is een doel op zich geworden. Van gefaseerd
uitvoeren van het project — al naar gelang de noodzaak tot verdere sluiting
overgaan — is geen sprake meer.
- De kosten gemoeid met de uitvoering van het bestemmingsplan zijn door drie
deskundigen geschat op aanzienlijk meer dan de €32,3 miljoen waarvan men
uitgaat op basis van de Nadere financiële onderbouwing bij het
bestemmingsplan.
Hoofdpunten beantwoording
In de beantwoording wordt uiteengezet dat geen "licht" zit tussen het standpunt van
de deelraad van stadsdeel Centrum zoals opgenomen in de plantoelichting en de
latere reactie van de deelraad op de zienswijzen en de beroepsgronden van de
appellanten.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Doel bestemmingsplan
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft op 31 juli
2013 alle tegen de vaststelling van het Bestemmingsplan Herbestemmen
Raambordelen Binnenstad (BP Herbestemmen) ingediende beroepen gedeeltelijk
niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond verklaard. Hiermee is het BP
Herbestemmen onherroepelijk geworden.
Het doel van het bestemmingsplan is zonering van raamprostitutie in twee gebieden,
waar deze grotendeels kan blijven bestaan. Zoals verwoord in de Strategienota
Coalitieproject 1012 en in het BP Herbestemmen, levert de vermindering van het
aantal raambordelen en de zonering van raamprostitutie in twee gebieden, een
belangrijke bijdrage aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het project
1012: het verminderen van de omvang en concentratie van criminogene, economisch
laagwaardige en/of overlast veroorzakende functies in postcodegebied 1012, het
herstellen van de functiebalans en het realiseren van een kwalitatief hoogwaardig en
divers stadshart.
Het doel van het bestemmingsplan was en is dus niet het tegengaan van
mensenhandel, noch het tegengaan van overlast door massatoerisme.
Fasering
Het sluiten van raambordelen is voor de gemeente geen doel op zich, maar zoals
opgenomen in de Strategienota en het BP Herbestemmen, een middel om het hier
boven uiteengezette doel te bereiken.
Om de sluiting van de wegbestemde raambordelen daadwerkelijk te realiseren worden
lopende onderhandelingen met bordeeleigenaren voortgezet. Het bestemmingsplan
biedt de mogelijkheid om tot onteigening over te gaan. Afhankelijk van het verloop van
de onderhandelingen zal telkens en binnen de planperiode van, in beginsel, tien jaar
van geval tot geval worden bezien of tot onteigening wordt besloten.
Tot nu toe is de verwerving en sluiting van actieve raambordelen gefaseerd gegaan. |
Ook als wordt besloten tot onteigening zal dat traject op die wijze voortgaan. |
Í
Financiering |
De stadsdeelraad en de gemeenteraad zijn geïnformeerd over de met de uitvoering |
van het bestemmingsplan naar verwachting gemoeide kosten, door middel van de |
notitie Nadere Financiële Onderbouwing. In die notitie zijn de kosten van de uitvoering
van het bestemmingsplan op een realistische en juiste wijze begroot. Van een te lage
begroting is geen sprake. Dit is bevestigd door de Afdeling in de uitspraak van 13 juli
2013. Uit die uitspraak blijkt ook dat de door appellanten ingebrachte rapporten niet
afdoen aan de juistheid van de Nadere Financiële Onderbouwing.
Handhaving c.q. gevolgen Geem
voor handhaafbaarheid
Risico's Geen
Financiële consequenties Geen
Meegezonden stukken * Conceptbeantwoording raadsadres
* Raadsadres WOP
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Ter inzage gelegde stukken -
Behandeling in Ter kennisname versturen aan cie's AZ en Bouwen & Wonen
raadscommissie
Behandeling in deelraad N.v.t.
Wijze van voorbereiding
Binnengemeentelijk overleg Nauta Dutilh, PMB en JZ stadsdeel Centrum
Buitengemeentelijk overleg -
Urgentie van de te nemen Normaal
beslissing
Burgerparticipatie: N.v.t.
Beslissing db Î 1 DEC. 2013
akkoord de
Communicatie * opnemen in de openbare besluitenlijst: ja
* opnemen in Nieuws uit het dagelijks bestuur: nee
* persbericht: nee
* overige communicatie: nee
Behandelend ambtenaar Guido Kujivenhoven
Directie/afdeling Omgevingsmanagement / Vernieuwing
Doorkiesnummer 06 8362 4579
( ‚7 Paraaf directeur Paraaf portefeuillehouder
—
CRS
dd
NNC}
Ä KLE
VERGOU ECNOCH
PER Fark voete
Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Centrum
T.a.v. de Griffie
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Tevens per e-mail: [email protected] (zonder bijlagen)
Amsterdam, 19 augustus 2013
RAADSADRES
Onderwerp : Ih, WOP/Advies
Onze referentie : 20120806
Uw referentie : bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen Binnenstad
Geachte leden van de Stadsdeelraad,
Inteiding
Namens de “Wallen Ondernemers Prostitutie” (WOP), bestaande uit:
-_De heer J. Joinking, R.M J. Joinking en de firma Joinking Kamerverhuur, sinds 1967
raamexploitant in het Wallengebied, met thans 13 ramen in het Sint Annenkwartier en
aan het Oudekerksplein;
- De heer J. Broers Exploitatie Maatschappij B.V. sinds 1975 raamexploitant in het
Wallengebied. met thans 5 ramen op de Oudezijds Achterburgwal,
- Mevrouw NJ. Venekamp. J. Venekamp, RJ. Venekamp, C.A. Venekamp. MJ. Holla en
De Nieuwe Start B.V. sinds 1986 raamexploitant in het Wallengebied, met thans 23
ramen op het Oudekerksplein,
-_ Mevrouw M. Haaijen BV. sinds 1986 raamexploitant in het Wallengebied, met thans 3
ramen aan de Oudezijds Achterburgwal,
wil ik het volgende onder uw aandacht brengen
seprmiaan 34 1075 bi amsterdam
natdekva nt wears davâ nl Ki Te A
AUG) GE t Ger Ei ing Bear 469 MO Hon amro 2 IE PE SEI Bh
nn
Ad \
ot
Op 29 juni en 2 juli 2009 hebben de Deelraad van het stadsdeel Centrum (hierna: Stadsdeelraad)
respectievelijk de Gemeenteraad van Amsterdam besloten tot het reduceren van raamprostitutie
in de oude binnenstad door middel van zonering. Het hoofddoel hierbij was het tegengaan van de
criminogene infrastructuur, waaronder mensenhandel. Het sluiten van de raambordelen moest
dan ook geen doel op zich zijn, maar slechts een middel om het hoofddoel te bereiken. Zowel de
Stadsdeelraad als de Gemeenteraad hebben, gelet op het voorgaande dan ook uitdrukkelijk
gekozen voor het gefaseerd sluiten van raambordelen, opdat op gezette tijden gekeken kan
worden naar de resultaten en of het programma doorgezet moet worden of dat het doel wellicht
al bereikt is. De kosten gemoeid met de uitvoering van het bestemmingsplan zijn geschat op
maximaal € 32,3 miljoen
Op basis van dit hoofddoel (tegengaan mensenhandel) en met als uitgangspunt gefaseerde
uitvoering (niet verder sluiten dan noodzakelijk), alsmede uitgaande van maximale kosten van
€ 32 3 miljoen zijn de Stadsdeelraad en de Gemeenteraad akkoord gegaan met het
bestemmingspian
Op 30 oktober 2012 heeft de Stadsdeelreaad het bestemmingsplan Herbestemmen
Raambordelen Binnenstad vastgesteld
Middels dit raadsadres wil de WOP onder uw aandacht brengen dat het project/ het
bestemmingsplan, onder valse voorwendselen “verkocht” is aan de raadsleden
Diverse exploitanten hebben beroep ingesteld tegen het (toen nog ontwerp) bestemmingsplan
Herbestemmen Raambordelen Binnenstad
Uit de Nota van Beantwoording van verweerder (in het kader van deze procedure), alsmede
tijdens de zitting bij Raad van State d.d. 19 juni 2013, is het volgende gebleken:
1 De hoofddoelsteling van het bestemmingsplan is niet meer het tegengaan van
mensenhandel, doch het tegengaan van overlast door massatoerisme.
2) Het sluiten van raambordelen is een doel op zich geworden. Van het gefaseerd uitvoeren
van het project - al naar gelang de noodzaak tot verdere sluiting — is geen sprake meer.
„-
enne
N t NG
an d
3) De kosten gemoeid met de uitvoering van het bestemmingsplan zijn door 3 deskundigen
geschat op aanzienlijk meer dan de € 32,3 miljoen waarvan men uitgaat op basis van de
Nadere Financiële onderbouwing bij het bestemingsplan. Naar aanleiding hiervan is
namens de Stadsdeelraad aangegeven dat als er meer geld bij moet, de gemeente het
geld hiervoor beschikbaar heeft en bereid is zoveel geld in het project te stoppen afs
nodig is voor de uitvoering van het bestemmingsplan.
Het bovenstaande wijkt zo danig af van de uitgangspunten in het voortraject van het
bestemmingsplan, dat clienten zich afvragen of het bestemmingsplan de steun van uw
raadsleden onder deze omstandigheden nog wel heeft. Ter toelichting geldt het volgende.
Voortraject: doelstelling bestemmingsplan: tegengaan mensenhandel
De aanleiding van het bestemmingsplan wordt beschreven in hoofdstuk 1, paragraaf 1 1 van de
plantoelichting. Daarin wordt de nadruk gelegd op het tegengaan van vermeende criminaliteit in
relatie tot raamprostitutie. Zo blijkt dit onder meer uit de volgende passages:
pg. 12 plantoelichting:
“Een parlementaire enquêtecommissie (…) constateerde al jaren geleden, dat de invloed van
georganiseerde criminaliteit op de Wallen te groot was geworden.”
e.13 plantoetichting;
“Omdat, zoals in de Strategienota (p.25) is gesteld, vooral in de prostitutiebranche en de wereld
van de coffeeshops in het postcodegebied (nog) veel misstanden voorkomen, geeft het bestuur
prioriteit aan de zonering van raambordelen, gevolgd door de vermindering van het aantal
coffeeshops.”
Ook uit de Strategienota komt deze doelstelting duidelijk naar voren op p. 25:
-__ vermindering (van het aantal ramen, MK) draagt bij aan het doorbreken van de criminele
infrastructuur;
-__ vermindering stelt ons in staat om beter toezicht en handhaving te organiseren met eon
versterking van de positie van de overige raamprostitueos.
wida
Eee
eee
B. ke |
Het bestrijden van de (vermeende) misdaad in de prostitutiesector, meer in het bijzonder het
tegengaan van mensenhandel, is dan ook gelet op deze passages, de belangrijkste doelstelling
van het bestemmingsplan.
Inspraakbijeenkomst d.d. 16 juni 2011
Tijdens de inspraakbijeenkomst inzake het concept ontwerpbestemmingsplan van 18 juni 2011,
waarvan de notulen bijgaand worden meegezonden, waarbij onder meer de heer Asscher en
enkele deelraadsleden bij aanwezig waren, werd door enkele politieke partijen zoals VVD en SP
duidelijk weerstand tegen het bestemmingsplan te kennen gegeven. Door het bestemmingsplan
wordt namelijk zeer heftig ingegrepen bij legale bonafide ondernemers die zelf niet schuldig zijn
aan enige criminaliteit, Het belang van het bestemmingsplan werd echter onderschreven
vanwege de hoofddoelstelling van het bestemmingsplan en de Strategienota: het doorbreken van
de criminele infrastructuur en meer in het bijzonder het tegengaan van mensenhandel. Hierbij
werd door diverse raadsleden wel benadrukt dat de prostitutiebranche niet oneindig op basis van
oude rapporten criminogeen kan blijven worden genoemd. Er is nadrukkelijk aangegeven dat er
behoefte is aan evaluatiemomenten waarop bekeken wordt in hoeverre het doel reeds is bereikt.
Tijdens deze bijeenkomst is dan ook aangegeven en besioten dat het sluiten van de
raambordelen geen doe! op zich moest zijn, maar slechts een middel om het hoofddoel te
bereiken. Steun voor het bestemmingsplan is uiteindelijk dus pas gekregen doordat het doel
daarvan moest zijn het tegengaan van mensenhandel (als vorm van criminaliteit) en niet het
sluiten van raambordelen op zich. Hierbij is nadrukkelijk als voorwaarde gesteld dat het project
gefaseerd zou worden uitgevoerd. De notulen van de inspraakbijgenkomst d.d. 16 juni 2011 zijn
meegestuurd als bijlage 1.
Voortraject: sluiting ramen geen doel op zich: gefaseerd uitvoeren project
Zowel de stadsdeelraad als de Gemeenteraad hebben, gelet op het voorgaande dan ook
uitdrukkelijk gekozen voor het gefaseerd sluiten van raambordelen, opdat op gezette lijden
gekeken kan worden naar de resultaten en of het programma doorgezet moet worden of dat het
doel wellicht al bereikt is. Dit blijkt uit p. 5 en 6 van de bijgevoegde notulen van de
inspraakbijeenkomst dd. 18 juni 2011, welke eveneens gepubliceerd zijn als bijlage 4 bij het
bestemmingsplan (de relevante passages zijn gemarkeerd), als ook uit p. 12 van de Nadere
Financiële Onderbouwing van het Bestemmingsplan van 27 juli 2012 Dit uitgangspunt van
-4-
nn
gefaseerde sluiting, sluit aan bij een ander uitgangspunt van het Stadsdeel Centrum in het kader
van het opstellen van bestemmingsplannen, namelijk om zo weinig mogelijk weg te bestemmen.
Het onderhavige bestemmingsplan vormt hierop een uitzondering, maar dan moet daartoe wel
een noodzaak zijn. Het gefaseerd sluiten van raambordelen, opdat op gezette tijden kan worden
bekeken of (verdere) sluiting nog noodzakelijk is, sluit hierbij aan. Dit benadrukt het belang van
de Stadsdeelraad als de Gemeenteraad bij gefaseerde sluiting: sluiting van de ramen dient geen
doel op zich te zijn en niet verder te gaan dan noodzakelijk.
Recente standpunt : doelstelling bestemmingsplan; tegengaan overlast + sluiten van
ramen is doel op zich
Tijdens de bestemmingsplanprocedure, met name uit de Nota van Beantwoording van de
gemeente en de zitting van 19 juni 2013 bij de Raad van State, is gebleken dat de gemeente
thans van mening is dat het doel van het bestemmingsplan niet langer is het doorbreken van de
| criminele infrastructuur waaronder het tegengaan van mensenhandel, maar het tegengaan van
overlast en massatoerisme (en het beheersbaar maken van het gebied), waardoor de
raambordelen wel moeten worden gesloten. Dus ongeacht of er (nog) sprake is van misstanden
in de prostitutiebranche/mensenhandel. Het sluiten van de raambordelen is hierdoor ten onrechte
en in strijd met hetgeen de stadsdeelraad en Gemeenteraad is voorgehouden, een doel op zich
geworden
In de Nota van Beantwoording benadrukt de gemeente dat het niet de criminogeniteit, maar juist
de uitstraling van de raamprostitutiebedrijven op de omgeving is die aanleiding geeft in te grijpen
met het bestemmingsplan. Raamprostitutie zou een negatieve planologische uitstrating hebben
omdat zij massatoerisme genereert, wat op haar beurt overlast en druk op het woon- en
leefklimaat veroorzaakt.
De WOP vraagt zich ernstig af of ook de nodige (financiële) steun voor dit bestemmingsplan door
de Stadsdeelraad en de Gemeenteraad, was verkregen indien de gemeente van begin af aan het
tegengaan van massatoerisme en de daarmee gepaard gaande overlast als voornaamste
doelstelling van het bestemmingsplan had genoemd. Het voorkomen van overlast is immers heel
wat anders dan het tegengaan van dwang, geweld en/of uitbuiting door of via de bordeefhouders
en het beschermen van de prostituees Immers, tijdens de inspraakbijeenkomst d.d. 16 juni 2011,
„5.
|H
VER B
|
alsmede bij de stadsdeelraad en de Gemeenteraad, heeft uiteindelijk het tegengaan van
mensenhandel en het doorbreken van de criminele infrastructuur, de doorslag gegeven teneinde
ingrijpen via dit bestemmingsplan (en haar verstrekkende gevolgen) te rechtvaardigen. Achteraf
blijkt dus met het bestemmingsplan een ander doel te worden nagestreefd dan de Gemeenteraad
en de Stadsdeelraad is voorgehouden. De steun die verweerder heeft ontvangen voor
onderhavig bestemmingsplan is gebaseerd op de angst die is ontstaan als gevolg van het door
verweerder structureel geschetste, zeer negatieve beeld van de situatie ìn het 1012-gebied. Een
beeld waarbij vrouwen stelselmatig worden uitgebuit door of via raamexploitanten en waarbij
onderhavig bestemmingsplan zou kunnen bijdragen aan het tegengaan van deze uitbuiting.
De vraag die thans voorligt of deze doelstelling - het tegengaan van massatoerisme en de
daarmee gepaard gaande overlast - de verstrekkende gevolgen van onderhavig
bestemmingsplan rechtvaardigt. Voor de beantwoording van deze vraag is allereerst relevant wat
de grondslag is van de stelling dat er sprake is van “een verstoorde functie balans”. Verweerder
verwijst in de nota van beantwoording naar gewijzigde maatschappelijke inzichten. De WOP
betwist dat er thans (na de sluiting van 110 van de beoogde ramen nog) sprake is van een
verstoorde functiebalans. Voorts is van belang dat nergens uit blijkt dat het de raambordelen
betreffen die de vermeende overlast door massatoerisme veroorzaken. Integendeel, uit de door
de gemeente Amsterdam opgestelde leefbaarheidsindex van de Amsterdamse buurten,
waaronder het Wallengebied, over de periode 2010-eerste vier maanden 2012 blijkt dat voor het
bepalen van overlast de navolgende omstandigheden een rol spelen:
1. overlast door zwervers en daklozen
2. overlast door horecagelegenheden.
3. dronken mensen op straat;
4. drugsoverlast;
5. overlast door omwonenden;
6. overlast door groepen jongeren;
7. parkeeroverlast;
8. geluidsoverlast door verkeer.
Overlast door prostitutiebedrijven wordt in dit onderzoek niet eens genoemd. In tegenstelling tot
bijvoorbeeld overlast door horecagelegenheden. Als bijlage 2 wordt de tabei behorende bij de
leefbaarheidsindex overgelegd.
-6-
On
nnn
_ È ers
Gezien het voorgaande is het allerminst gegeven dat de raamprostitutie een negatieve
| planologische uitstraling heeft. Evenmin blijkt ergens uit dat door het halveren van de
raambordelen deze overlast verdwijnt. Daarmee staat geenszins vast dat de verdere sluiting van
raambordelen het door verweerder gewenste herstel van de functiebalans en verbetering van het
woon- en leefmilieu tot gevolg heeft.
Recent standpunt: de gemeente kan niet worden gehouden aan de toegezegde fasering
en evaluering van het verminderen van het aantaal raambordelen.
In het beroepschrift tegen het bestemmingsplan is door diverse appellanten aangevoerd dat
onvoldoende rekening wordt gehouden met de nadrukkelijke instructie van de Stadsdeel- en
Gemeenteraad, inhoudende de gefaseerde uitvoering van het project. Nu er reeds 110 van de
beoogde 192 ramen gesloten zijn, er in ieder geval sindsdien geen misstanden in de betrokken
gebieden hebben voorgedaan, terwijl de sluiting van de overige 82 ramen zeer ingrijpende
gevolgen voor de betrokken ondernemers en prostituees met zich meebrengen, hebben diverse
exploitanten in de bestemmingplanprocedure betoogd dat verweerder af moeten zien van
verdere sluiting dan wel op zijn minst concreet moeten onderzoeken of verder weg
bestemmen/sluiten noodzakelijk is, alvorens verder te gaan met de uitvoering van het project.
In reactie hierop is namens verweerder op pagina 13, 3° alinea van het verweerschrift
aangevoerd dat de toezeggingen/instructies tijdens het voortraject omtrent het gefaseerd
uitvoeren van het project, niet kunnen leiden tot enig door verweerder jegens de exploitanten
gewekt vertrouwen, nu slechts verweerder (Stadsdeelraad) bevoegd is tot het vaststellen van
besternmingsplannen ais het bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen Binnenstad.
Daarbij zou komen dat de betreffende zinsnede werd genoteerd in een prille fase van het
planproces, een inspraakbijeenkomst over een voorontwerp van het bestemmingsplan.”
Cliënten weten niet beter dan dat ook uw raadsteden nog altijd uitgaan van gefaseerde sluiting
opdat op gezette tijden kan worden bekeken of (verdere) sluiting nog noodzakelijk is. Dit
uitgangspunt blijkt overigens niet alleen uit de notulen van de inspraakbijeenkomst d.d. 16 juni
2011, maar ook uit p. 12 van de Nadere Financiële Onderbouwing van het Bestemmingsplan van
27 juli 2012. Bovendien blijkt uit pagina 14 van de Voortgangsrapportage dat de motie "437
Fasering * van kracht blijft: Door middel van de voortgangsrapportage en kwartaalrapportages
eTs
TTT
a
worden de stappen besrpoken ien is de mogelijkheid tot bijsturing. De betreffende pagina uit de
Voortgangrapportage 2013 is meegestuurd als bijlage 3.
Zoals gezegd sluit het uitgangspunt van gefaseerde sluiting, aan bij een ander uitgangspunt van
het Stadsdeel Centrum in het kader van het opstellen van bestemmingsplannen, namelijk om zo
weinig mogelijk weg te bestemmen. Voor een uitzondering op dit laatste uitgangspunt moet een
noodzaak zijn. De vereiste noodzaak is in onderhavige kwestie niet aanwezig.
Thans blijkt dat verweerder haar toezegging strekkende tot gefaseerde sluiting niet na komt.
Achteraf bezien zijn diverse raadsleden derhalve onder het valse voorwendsel van gefaseerde
sluiting overgehaald om in te stemmen met het bestemmingsplan.
Recent standpunt: Financiele uitvoerbaarheid bestemmingspland; de gemeente heeft
maximaal € 32,3 miljoen euro begroot, doch als er geld bij moet, doet de gemeente er geld
bij
Niet alleen is de Gemeenteraad en de Stadsdeelraad een ander doel van het bestemmingsplan
en wijze van uitvoering van het project voorgehouden, maar ook veel lagere cijfers ten aanzien
van de kosten van de uitvoering van het bestemmingsplan. De zwartgemaakte passages en
cijfers van de Nadere Financiële Onderbouwing zijn inmiddels bekend, doordat deze zijn uitgelekt
en in een artike! van 13 juli 2013 in Het Parool zijn gepubliceerd. Uit deze cijfers blijkt dat de
Gemeenteraad en de Stadsdeelraad zijn uitgegaan van veel lagere cijfers dan blijkt uit de in de
bestemmingsplanprocedure ingebrachte rapporten van deskundigen. De Stadsdeelraad heeft
daarom ingestemd met de vaststelling van het bestemmingsplan en de Gemeenteraad heeft
daardoor ingestemd met het verstrekken van financiële steun op basís van onjuiste cijfers
Uit de uitgelekte cijfers blijkt dat de Gemeente uitgaat van € 24,1 miljoen planschade.
Zowel uit het deskundigenrapport van Ecorys als uit het deskundigenrapport van Akro Consult,
alsmede uit het rapport van Gloudemans d.d. 28 mei 2013, blijkt dat alleen al de planschade als
gevolg van de herbestemming van de resterende panden, het daarvoor beschikbare budget in
belangrijke mate overschrijdt. Ecorys heeft de planschade en overige kosten geraamd tussen de
€ 72 en € 91 miljoen op basis van 192 ramen en Akro Consult heeft de planschade geraamd
tussen de € 33,7 en € 55 miljoen op basis van 100 ramen. Gloudemans berekend de
<8:
VO
nnn
me vj
plaschadevergoeding op afgerond € 518.704,= per raam, derhalve per 100 ramen op bijna 52
miljoen. Hier zitten de verwervingskosten voor de panden niet bij. De totale verwervingskosten
worden door Ecorys geschat tussen de € 105 en € 116 miljoen. De totale kosten bij volledige
minnelijke verwerving worden door Akro Consult geschat op € 101,3 miljoen. De bedragen in
genoemde deskundigenrapporten zijn onder meer afgeleid uit eerdere transacties van partners
van de gemeente, die de afgelopen jaren zijn afgesloten. Beide rapporten zijn daarmee
onderbouwd met feitelijk ‘market evidence’. Volgens de uitgelekte informatie worden de
gemeentelijke kosten voor tegemoetkomingen in planschade en schadeloosstelling bij
onteigening in totaal geraamd op maximaal € 32,3 miljoen. Dit is beduidend minder dan de totale
kosten zoals geraamd door de genoemde deskundigen. De nadere reacties van Ecorys en Akro
consult naar aanleiding van de Nota van Beantwoording, alsmede het derde deskundigerapport
van Gloudemans zijn thans meegezonden als bijlage 4.
Uit voornoemde deskundigenrapporten en nadere reacties van Akro Consult en Ecorys, alsmede
uit de uitgelekte cijfers van de Nadere Financiële Onderbouwing, blijkt dat de Nadere Financiële
Onderbouwing feitelijke onjuistheden bevat, alsmede dat er een aanzienlijk hoger budget nodig is
dan het budget dat de gemeente blijkens de Nadere Financiële Onderbouwing beschikbaar heeft.
De Stadsdeelraad en de Gemeenteraad is dus een veel lager bedrag voorgehouden, hetgeen
uiteindelijk ten onrechte heeft geleid tot de vaststelling van een financieel niet uitvoerbaar
bestemmingsplan.
Namens de Stadsdeelraad is naar aanleiding van de nadere reacties van Ecorys en Akro en het
rapport van Gloudemans tijdens de zitting op 19 juni 2013 bij de Raad van State benadrukt “dat
voldoende middelen voorhanden zijjn om alle kosten te betalen die zullen moeten worden
gemaakt om een beeindiging te bewerkstelligen van de prostitutiefunctie in de aan de orde zijnde
panden, ook indien de kosten hoger blijken te zijn dan waarvan bij de vaststelling van het plan is
uitgegaan. Daarbij heeft de deelraad ter zitting verklaard dat zonodig kan worden geput uit de
algemene reserves van de centrale stad” (zie bijlage 5, uitspraak van 31 juli 2013, rov. 19.5).
Met name naar aanleiding van deze stellingen van de Stadsdeelraad heeft de Raad van State
aangenomen dat het bestemmingsplan financieel uitvoerbaar is. Naar mening van clienten ten
ornechte.
Ge
Ee
EE
{ Ì \
_& k
Voorzover clienten bekend is er niet meer budget voor het wegbestemmen van de raambordelen
dan de gereserveerde € 32,3 miljoen en is het in ieder geval niet zo dat de gemeente een
onbeperkt budget (vanuit de algemene reserves van de centrale stad) voor het wegbestemmen
van de raambordelen tot haar beschikking heeft.
Conclusie
De conclusie is dat het bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen Binnenstad, onder valse
voorwendselen “verkocht” is aan de Stadsdeelraad en de Gemeenteraad. Niet alleen wordt met
het bestemmingsplan (naar achteraf blijkt) een ander doel nagestreefd en wordt het
bestemmingsplan op een andere wijze uitgevoerd dan de Stadsdeelraad en de Gemeenteraad is
voorgehouden, zij zijn ook ten onrechte, blijkens de drie deskundigenrapporten en uitgelekte
cijfers, uitgegaan van veel te lage cijfers inzake de financiële uitvoerbaarheid van het plan.
Clienten verzoek uw raadsleden kritisch naar de gewijzigde inzichten te kijken en op basis
hiervan te bepalen of er nog voldoende steun is voor het bestemmingsplan
eeen,
À Ui
Namens de WOP
-10-
| Raadsadres | 18 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1398
Publicatiedatum 15 november 2017
Ingekomen onder AU
Ingekomen op donderdag 9 november 2017
Behandeld op donderdag 9 november 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Duijndam inzake de voortgang van het beleid inzake het mobiele en
varende erfgoed (eigenaren verleiden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de brief inzake de afhandeling van de moties over
historisch botenbeleid en mobiel erfgoed tijdens Open Monumentendag
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1314).
Constaterende dat:
— Het ontwikkelen van mobiel erfgoed-beleid veel tijd vergt en het daarom van
belang is dat eigenaren van een (potentieel) monument nu al worden ‘verleid’ om
hun objecten extra te waarderen en te behouden.
Overwegende dat:
— verleiding kan bestaan uit lagere kosten voor historische boten;
— in afwachting van historisch beleid kan er een onderscheid in tarifering ingevoerd
worden zodat er naast een vervuilend tarief en een milieutarief ook een ‘historisch’
tarief voor pleziervaartboten is;
— een historisch tarief ook kan gelden voor de precariotarieven van historische
(woon)boten:;
— het doorvaarttarief voor historische boten via de Kostverlorenvaart kan komen te
vervallen;
— onderzocht kan worden hoeveel (potentieel) historische boten er zijn die een
speciale ligplaatsvergunning hebben en hoe deze behouden kunnen blijven voor
Amsterdam.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bovenstaande ‘verleidingen’ te onderzoeken in samenspraak met de
behoudsorganisaties en de uitkomsten te rapporteren aan de raad.
Het lid van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
1
| Motie | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023
Ingekomen onder nummer 440
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Von Gerhardt inzake afschaffing vakantieverhuur,
behouden B&B's
Onderwerp
Vakantieverhuur afschaffen en het huidige aantal Bed & Breakfasts behouden.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over vaststellen Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (VN2023-015450).
Constaterende dat,
-_Het college in zowel de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting als de Huisvestingsveror-
dening 2024 ambieert om het aantal Bed & Breakfasts verder in te perken door de wijk-
quota te verlagen;
-__De Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting als een van de doelen heeft om de stad leef-
baarder te maken door o.a. de door vakantieverhuur veroorzaakte overlast terug te drin-
gen.
Overwegende dat,
-__ Bed & Breakfasts bedrijven zijn met vergunningen, waar de ondernemers zelf ook woon-
achtig zijn;
- Bed & Breakfasts de mogelijke toeristenoverlast, die veroorzaakt kan worden, zelf hand-
haaft;
-__ Vakantieverhuur in meerdere delen van de stad de bron is van overlast bij omwonenden.
-__De huidige maximale termijn van 30 dagen nog steeds zorgt voor veel overlast bij omwo-
nenden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Vakantieverhuur volledig af te schaffen en het huidige aantal Bed & Breakfasts niet verder inte
perken met verlaagde wijkquota.
Indiener(s),
M.S. von Gerhardt
| Motie | 1 | discard |
bg 2040798 N Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd{zorg), Onderwijs en Armoede en
% Amsterdam PRE se eng 209 | °
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Publieke Gezondheid en Preventie
Agendapunt 10
Datum besluit
Onderwerp
Raadsbrief toezeggingen en vragen Rijksvaccinatieprogramma en jaarcijfers 2021
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de brief van de wethouder Publieke Gezondheid en Preventie waarin ingegaan
wordt op de vragen die gesteld zijn over het Rijksvaccinatieprogramma, de jaarcijfers 2021 en de
maatregelen ter verhoging van de vaccinatiegraden, tijdens de bespreking in de raad van 6 oktober
jl. De brief is via de dagmail van 24 november ook onder de leden van de commissie OZA verspreid.
Wettelijke grondslag
artikel 169 van de gemeentewet.
Wet publieke gezondheid
Bestuurlijke achtergrond
Op 6 oktober jl. is de brief van de wethouder Publieke Gezondheid en Preventie over ontwikkelingen
in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) en jaarcijfers 2021 op verzoek van de VVD besproken in
de vergadering van de gemeenteraad. Tijdens deze bespreking zijn ondermeer vragen gesteld
over of er sprake is van code rood, kans op uitbraak, welke maatregelen ingezet worden etc. In de
vergadering heeft de wethouder toegezegd deze vragen schriftelijk te beantwoorden.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
ja toezegging gedaan in raadsvergadering van 6 oktober 2022
J ggmgg g g
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.14 1
VN2022-040793 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en
GGD % Amsterdam N ‚ ‚ 3
% Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022
Ter kennisneming
Brief wethouder raadscommissie vragen jaarcijfers 2021 en ontwikkelingen
AD2022-112663
RVP.pdf (pdf)
AD2022-112656 Commissie OZA Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
GGD Amsterdam, Vera Bruinsma-Jager, [email protected], 06-34383150.
Gegenereerd: vl.14 2
| Voordracht | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
% Amsterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 23 november 2022
Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door Bestuurszaken R&D [email protected]
Onderwerp Afdoening toezegging vit de commissievergadering van 16 november 2022
Geachte leden van de gemeenteraad,
In vw vergadering van 16 november 2022 heb ik u twee toezeggingen gedaan. Ik heb toegezegd u
nader te informeren over de beantwoording van de moties 440 dubbelaccent, 284, 285 en 286.
Verder heb ik op een vraag van raadslid Van Renssen van GroenLinks toegezegd u nader te
informeren over de reikwijdte van de wijziging van het voorbereidingsbesluit darkstores met
flitsbezorging.
1. Op verzoek van het lid Van Renssen (GL) heeft wethouder Van Dantzig toegezegd om de
leden te informeren over de afdoening van de moties inzake het verbieden van darkstores in
woongebieden en het volumebeleid toezegging TA2022-001095.
De beantwoording van de moties 440 dubbelaccent, 284, 285 en 286 worden betrokken bij
het college besluit voor het vrijgeven voor terinzagelegging van het ontwerp-
paraplubestemmingsplan Darkstores en vrijgeven voor inspraak van het ruimtelijk afwegingskader
“flitsbezorging vanuit darkstores”. Dit besluit wordt zeer binnenkort genomen.
2. De wethouder heeft toegezegd dat hij de leden voorafgaande aan de raadsbehandeling een
nieuwe versie van de plankaart zal sturen en daarbij een schriftelijke onderbouwing van de
politiek en bestuurlijke afweging zal voegen. TA2022-001096
Het raadslid Van Renssen heeft mij gevraagd te bevestigen of de voorgestelde wijziging van het
voorbereidingsbesluit alleen een afwijkingsbevoegdheid mogelijk maakt voor nieuwe darkstores
op bedrijventerreinen. Dat is niet het geval. De plankaart blijft ongewijzigd, dus de
afwijkingsbevoegdheid geldt voor hetzelfde gebied als het geldende voorbereidingsbesluit. Dat
wil zeggen het hele grondgebied van Amsterdam met vitzondering van het grondgebied van de
voormalige gemeente Weesp.
De voorgestelde wijziging van het voorbereidingsbesluit creëert een juridische mogelijkheid om
darkstores te kunnen vergunnen als een darkstore op een bepaalde locatie ruimtelijk inpasbaar is.
Om te bepalen of een darkstore ruimtelijk inpasbaar is, wordt het ruimtelijk afwegingskader
gebruikt dat het college op 17 mei jl. heeft vastgesteld. Uit het ruimtelijk afwegingskader volgt dat
nieuwe darkstores hoofdzakelijk toelaatbaar zijn in bedrijfsomgevingen. Darkstores passen in
principe niet in een woonomgeving. Er geldt in woon- en gemengde gebieden dan ook een ‘nee,
tenzij-beleid’. Het college zal bij vergunningverlening strikt toetsen op de aspecten hinder en
geluidoverlast op de woonfunctie.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 november 2022
Pagina 2 van 3
Op dit moment wordt al getoetst op basis van het ruimtelijk afwegingskader bij de beoordeling of
een bestaande darkstore te legaliseren is. In die gevallen is elke keer geconcludeerd dat een
darkstore in een woongebied niet ruimtelijke inpasbaar is. De raad kan er op vertrouwen dat het
college, wanneer de raad besluit tot een wijziging van het voorbereidingsbesluit, de ruimtelijk
inpasbaarheid van darkstores op dezelfde manier blijft beoordelen.
Het college vond het in januari jl. van belang de raad voor te stellen een voorbereidingsbesluit met
een totaal verbod te nemen, omdat het college geen instrumenten voorhanden had om te sturen
op de vestiging van darkstores. Het college heeft vervolgens het ruimtelijk afwegingskader
vastgesteld en daarmee is de noodzaak en de juridische grondslag tot een totaalverbod komen te
vervallen. Het college kan nu immers, op basis van dit kader, sturen op een goede ruimtelijke
ordening. Daarom is het nodig om een afwijkingsmogelijkheid van het voorbereidingsbesluit
mogelijk te maken en de mogelijkheid te creëren om nieuwe vestigingen toe te staan. Dit zal
hoofdzakelijk op bedrijventerreinen en in bedrijfsomgevingen zijn. Het college is daarbij
voornemens voorrang te geven aan verzoeken van de flitsbezorgorganisaties, waarbij een
bestaande locatie verplaatst wordt naar een daarvoor geschikte locatie.
Het beoogd ontwerp-paraplubestemmingsplan biedt ook de mogelijkheid om nieuwe darkstores
toe te staan, vanaf het moment dat dit ter visie wordt gelegd. Ook dan wordt het ruimtelijk
afwegingskader gebruikt om te bepalen waar een nieuwe darkstore ruimtelijk inpasbaar is. Het
college vindt het echter belangrijk om zo snel als mogelijk bestaande vestigingen te kunnen
verplaatsen, handhavingstrajecten te voorkomen en de overlast te stoppen.
Daarnaast is de plankaart van het beoogd ontwerp-paraplubestemmingsplan kleiner dan de
plankaart van het huidige voorbereidingsbesluit. Met name het Westelijk Havengebied en een
aantal bedrijventerreinen aan de rand van de stad vallen buiten het beoogd ontwerp-
paraplubestermmingsplan Als de gemeenteraad niet instemt met de voorgestelde wijziging van
het voorbereidingsbesluit blijft ook na de ter visielegging van het beoogde ontwerp-
paraplubestemmingsplan voor de gebieden die buiten het beoogd ontwerp-
paraplubestemmingsplan vallen (dus onder andere het Westelijk Havengebied) het
gebruiksverbod bestaan totdat het voorbereidingsbesluit vervalt op 26 januari 2023. Dat zou
ongewenst zijn, omdat darkstores juist in die gebieden tot de minste overlast zullen leiden.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 november 2022
Pagina 3 van 3
Om nog binnen de looptijd van het voorbereidingsbesluit darkstores mogelijk te maken op de
bedrijventerreinen die buiten het beoogd ontwerp-paraplubestemmingsplan vallen, is dus een
aanpassing van het voorbereidingsbesluit nodig.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Bijlagen
1. Kaart voorbereidingsbesluit NL.IMRO.0363.GA2201VBGST-VGo2
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1319
Publicatiedatum 4 december 2015
Ingekomen onder Ss
Ingekomen op woensdag 25 november 2015
Behandeld op woensdag 25 november 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Van den Berg en Ernsting inzake de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur
2017-2020 (beoordelingskaders AFK).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1269).
Constaterende dat:
— de Hoofdlijnen nota vast stelt dat de AKr en het AFK op basis van de vier
genoemde criteria: artistiek-inhoudelijke kwaliteit — zakelijke kwaliteit —
publieksbereik — belang voor de stad — beoordelingskaders opstellen;
— deze beoordelingskaders voor 1 december worden gepubliceerd;
— in het bestuurlijk overleg met het ACI door de wethouder is bevestigd, dat met
name het ‘belang voor de stad' nadere uitwerking behoeft;
Overwegende dat:
— de raad geen invloed heeft in hoe het AFK de instellingen gaat beoordelen;
— de beleidsdoelstellingen van de gemeente geborgd moeten zijn in de
beoordelingskaders;
— de AFK commissies goed hun werk kunnen doen om de complexiteit van met
name de grote instellingen te kunnen doorgronden;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— om met de uitwerking van de beoordelingskaders:
1. rekening te houden met het borgen van het voortbestaan van instellingen met
een onbetwist bestaansrecht, en instellingen die een essentiële basisvoorziening
vormen in de stad;
2. inzicht te verschaffen in de subsidieplafonds (budgetten en flexibilisering) ;
indeling in categorieën (genres en type instellingen) en de samenstelling van de
commissies;
— deze uitwerking voor te leggen aan de raad.
De leden van de gemeenteraad
P.J.M. van den Berg
Z.D. Ernsting
1
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1584
Publicatiedatum 16 oktober 2019
Ingekomen onder P
Ingekomen op woensdag 9 oktober 2019
Behandeld op woensdag 9 oktober 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Martens en Marttin inzake het instellen van een
overbruggingsfonds dat ondernemers tegemoetkomt tijdens het herstel van
kademuren en bruggen.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Constaterende dat:
- De komende decennia er voor ruim 200 kilometer aan kademuren en bruggen zal
worden hersteld;
- Deze herstelwerkzaamheden voor een grote inkomstendervingen kan zorgen bij
ondernemers, omdat de bereikbaarheid en/of zichtbaarheid van ondernemingen
ernstig en langdurig kan worden verslechterd;
- De herstelwerkzaamheden tot vergelijkbare situaties kunnen leiden als tijdens de
aanleg van de Noord/Zuidlijn, waarbij ondernemers amper het hoofd boven water
konden houden of in sommige gevallen zelfs failliet gingen;
- MKB-Amsterdam de gemeente en de politiek heeft opgeroepen een
overbruggingsfonds op te richten dat ondernemers tegemoetkomt tijdens de
herstelwerkzaamheden:
- Het college op 16 september jl. in de beantwoording van schriftelijke vragen van de
VVD over dit onderwerp heeft aangegeven zoveel mogelijk rekening te willen houden
met het “absorptievermogen” van ondernemers, maar tegelijkertijd aangeeft dat deze
uitzonderlijke werkzaamheden “tot een zekere hoogte tot het algemene
ondernemersrisico behoort in een grote stad als Amsterdam”!
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Een voor ondernemers duidelijk afgebakende definitie te geven van het ‘normale
ondernemersrisico' en een scheidslijn te trekken tussen dit risico en de uitzonderlijke
\
https://amsterdam.raadsinformatie.nl/doeument7828493/2/1452 19 Schriftelijke%20vragen%20Marttin%20en%
20Poot%20tegemoetkomen%20ondernemers%20bij%20het%20herstel%20van%20bruggen%20en%20kademur
en
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1584 Motie
Datum 16 oktober 2019
omstandigheden die om (schade)compensatie vragen;
- In het toegezegde programmaplan bruggen en kademuren (gepland voor eind 2019) een
overbruggingsfonds uit te werken dat ondernemers tegemoet kan komen tijdens het herstel
van kademuren en bruggen;
- Te onderzoeken hoeveel geld er in dit fonds zou moeten worden gestopt om tot een
redelijke compensatie te komen voor getroffen ondernemers';
- Amsterdamse ondernemers en vertegenwoordigers van Amsterdamse ondernemers te
betrekken bij de vormgeving en uitwerking van dit fonds;
- Ondernemers in gebieden waar waarschijnlijk herstelwerkzaamheden zullen
plaatsvinden erop te attenderen dat een goede boekhouding in de periode voor de
werkzaamheden curiaal is om aan te tonen dat er sprake is van inkomstenderving.
De leden van de gemeenteraad
C. Martens
A.A.M. Marttin
2
| Motie | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
2 Gemeente Bestuurscommissie Oost AB
% Amsterdam gestuit van het algemeen bestuur van
X Oost 19 april 2016
Jaar 2016
Registratienummer Z-14-12701 / INT-16-08039
Onderwerp: _Investeringsbesluit herontwikkeling van Ringdijk 44
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost
Gezien het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 8 maart 2016
Overwegende dat het positieve saldo dat de berekening van de grondexploitatie laat zien.
Gelet op:
-___de bevoegdheid tot het voorbereiden van ontwikkelingsprojecten met een opbrengst
van <€5 miljoen conform de Verordening op de bestuurscommissies Amsterdam; |
-__de vaststelling van de startnotitie ‘Herontwikkeling Ringdijk 44 en omgeving’ door de
stadsdeelraad Oost december 2014; |
-__het positieve toetsadvies van de rve Grond en ontwikkeling. |
Besluit:
B&W positief te adviseren om het investeringsbesluit met de ‘Grondexploitatie Ringdijk 44 en
omgeving’ ter vaststelling voor te leggen aan de Raad.
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost
GC _KeesRozemdijer, Ivar Mahuel, |
secretaris wnd. vooyzitfer
Afschrift:
xZOO25O944B8B4A% Î
| Besluit | 1 | val |
x Gemee nte Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van
x Amsterdam ® september 2015
X Oost
Jaar 2014
Registratienummer Z-15-20818 / INT-15-05915
Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan, omgevingsvergunning en hogere waarden 1° Oosterparkstraat
88-126
Het Algemeen Bestuur van de Bestuurscommissie Oost,
Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 25 augustus 2015
Overwegende dat,
Het ontwerpbestemmingsplan, de concept-omgevingsvergunning en het ontwerpbesluit
hogere waarden 1e Oosterparkstraat 88-126 vanaf 14, mei 2015 voor een periode van zes
weken ter inzage hebben gelegen;
Er geen zienswijzen zijn ontvangen op het ontwerpbesluit hogere waarden ze
Oosterparkstraat 88-126;
Er vier zienswijzen zijn ontvangen op het ontwerpbestemmingsplan 1e Oosterparkstraat 88-
126;
Er twee van de vier zienswijzen tevens zijn ingediend op de concept-omgevingsvergunning ze
Oosterparkstraat 88-126;
Twee van de vier zienswijzen buiten de periode van terinzagelegging zijn ingediend en als
niet-ontvankelijk moeten worden beschouwd;
Dit de zienswijzen betreft die zijn ingediend op zowel het ontwerpbestemmingsplan als op de
concept-omgevingsvergunning;
De twee overige zienswijzen zijn samengevat en van beantwoording voorzien in de Nota van
Beantwoording bestemmingsplan ze Oosterparkstraat 88-126;
De zienswijzen niet hebben geleid tot wijzigingen in het bestemmingsplan;
Het afdoende, ecologisch onderzoek is afgerond;
Uit het afdoende, ecologisch onderzoek is gebleken dat er geen vanuit ecologisch oogpunt
geen belemmeringen zijn om tot vaststelling van het bestemmingsplan 1e Oosterparkstraat
88-126 over te gaan;
Gelet op,
De Wet ruimtelijke ordening;
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
De Wet geluidhinder;
Het coördinatiebesluit van de voormalige deelraad van Oost van 12 maart 2013;
Besluit:
1. Inte stemmen met de Nota van Beantwoording en de Nota van Wijzigingen
bestemmingsplan 1e Oosterparkstraat 88-126;
2. Inte stemmen met het gewijzigde bestemmingsplan 1e Oosterparkstraat 88-126
(plan-id: NL.IMRO.0363.M1309BPSTD-VGo1), de onderbouwing hogere waarden 1e
Oosterparkstraat 88-126 en de omgevingsvergunning 1e Oosterparkstraat 88-126;
3. Hetcollege van B&W van Amsterdam te adviseren de hogere waarden voor het
xZOO1BFS59309% 1
bestemmingsplan 1e Oosterparkstraat 88-126 vast te stellen en te adviseren het
gewijzigde bestemmingsplan ze Oosterparkstraat 88-126 aan de Gemeenteraad voor
te leggen om gecoördineerd vast te stellen;
4. Nadat de Gemeenteraad het bestemmingsplan en het college van B&W de hogere
waarden heeft vastgesteld de omgevingsvergunning te verlenen.
Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost
Liane Pielanen, Ivar Manvel,
secretaris voorzitter
Afschrift: Robbert Leenstra
2
| Besluit | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 700
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Van Pijpen, Rooderkerk, Mbarki en Boomsma inzake
de Begroting 2022 Een schonere stad samen met actieve Amsterdammers
Onderwerp
Betrek containeradoptanten bij de aanpak van de afvalinzameling
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Begroting 2022.
Overwegende dat:
— _ Containeradoptanten een wezenlijke rol spelen bij het tegengaan van vervuiling rondom con-
tainers en vuilnisophaalplaatsen;
— Met het verscherpte toezicht en de heroriëntatie op de werkprocessen Afvalinzameling en af-
stemming tussen stadsdelen en centrale stad het belangrijk is dat zij daarbij ook gehoord wor-
den;
— _Inaangepaste processen van afvalinzameling containeradoptanten en anderszins actieve Am-
sterdammers voor een schone stad een belangrijke rol krijgen.
— Inde raadsbrief van 23 september 2021 over Afvalinzameling en afvalstoffenheffing, noch in
de Begroting 2022 containeradoptanten worden genoemd.
— _ Problemen die containeradoptanten nu al ervaren, bijvoorbeeld dat in het weekend geen
snelle afhandeling van hun reparatie- of andere verzoeken kunnen worden gedaan, ook mee-
genomen en mogelijk opgelost kunnen worden bij de vernieuwde procesinrichting.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— Bij de heroriëntatie van de processen Afvalinzameling containeradoptanten te betrekken
— _ Hierbij hun ervaringen te benutten;
— Inde hernieuwde processen ook aandacht te geven aan de inzet en ondersteuning van contai-
neradoptanten;
— De Raad hierover te informeren.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Indieners
J.F. van Pijpen
lì Rooderkerk
S. Mbarki
D.T. Boomsma
| Motie | 2 | discard |
Datum
Gemeente Amsterdam Bestuursdienst 26 augustus 2019
T.a.v. College van Burgemeester en Wethouders
Contactpersoon
Postbus 202 B.H.M. Beentjes
1000 AE AMSTERDAM [email protected]
apDheeffeefeefgkgbe Jee lee|ey|! Ee
020-608 36 04
Ons kenmerk
Geacht College, IS OSE
Onderwerp
Beantwoording Schrifelijke vragen Van
Op 5 augustus jl. ontvingen wij van u de schriftelijke vragen van het lid Van Schijndel Schijndel
van uw raad, inzake stortdepot voor rioolslib in het havengebied, met het verzoek om
u te ondersteunen bij de beantwoording. De vragen richten zich op de activiteiten die
het waterschap Amstel, Gooi en Vecht uitvoert in het kader van de
taakverantwoordelijkheid van het waterschap voor de eindverwerking van
zuiveringsslib. Middels deze brief geven wij invulling aan uw verzoek de vragen van
uw raadslid te beantwoorden.
Zuiveringsslib wordt geproduceerd bij de zuivering van afvalwater. Ons waterschap
zuivert het afvalwater van de gemeente Amsterdam en 20 omliggende gemeenten.
Hierbij wordt dagelijks 250 ton zuiveringsslib geproduceerd. Ons waterschap heeft
een contract met het AEB dat voorziet in een afname- en verwerkingsplicht van het
AEB van dit zuiveringslib. De huidige beperkte bedrijfsvoering van het AEB heeft tot
gevolg dat het slib niet door het AEB afgenomen en verwerkt wordt. Ons waterschap
zag zich daarmee gesteld voor een enorm probleem, omdat alternatieven voor de
verwerking door AEB vrijwel niet beschikbaar zijn en dit tot een groot risico leidt voor
het functioneren van de rioolwaterzuivering en daarmee voor de waterkwaliteit van
het oppervlaktewater. Op dit moment is nog geen definitieve oplossing gevonden
voor de verwerking van ons zuiveringsslib. De tijdelijke opslag die nu beschikbaar is,
is qua capaciteit onvoldoende. Bovendien is deze tijdelijke oplossing duur en verre
van duurzaam. Ons waterschap blijft dan ook met alle partijen zoeken naar
oplossingen voor de korte en lange termijn, als alternatief voor de huidige uiterst
onwenselijke situatie.
1. Is het college bekend met het bovengenoemde bericht uit Het Parool? Klopt
deze berichtgeving, en zo nee, welk deel/welke delen niet? í
Waternet is in opdracht van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht inderdaad bezig
met de aanleg van een depot voor de tijdelijke opslag van slib in de Afrikahaven.
Deze locatie is in afstemming met Port of Amsterdam gekozen. Het waterschap acht Í
aanleg van dit depot noodzakelijk omdat er op dit moment onvoldoende
opslagcapaciteit beschikbaar is. De plannen voor dit depot zijn inmiddels wel
gewijzigd t.o.v. het ter perse gaan van het artikel op d.d. 2 augustus 2019. Waar
eerst sprake was van een terrein voor de opslag van 60.000 ton slib is nu vergunning
aangevraagd voor de realisatie van een slibdepot dat zich beperkt tot maximaal
20.000 ton slib en ca 2 hectare groot is. Parallel hieraan blijft ons waterschap
inzetten op per permanente en meer duurzame alternatieven voor deze tijdelijke
slibopslag. Aangezien deze nog niet gerealiseerd zijn, zetten wij de aanleg van een
& waterschap Korte Ouderkerkerdijk 7 Postbus 94370 T 0900 93 94 agv.nl
amstel gooi en vecht Amsterdam 1090 GJ Amsterdam KvK 41216593
tijdelijk slibdepot in de Afrika haven voort. Tevens blijven wij met Port of Amsterdam Datum |
en de Gemeente Amsterdam op zoek naar mogelijk alternatieve locaties. 26 augustus 2019 |
Pagina |
2 van 3 \
2. Is het depot tijdelijk of permanent? Indien het tijdelijk is, op welke termijn wordt
het depot verwijderd? |
Het depot is tijdelijk. De grond wordt door Waterschap Amstel, Gooi en Vecht i
gehuurd van Port of Amsterdam. Er is een huurcontract tot half jufi 2020. Dan moet |
de grond schoon opgeleverd zijn. Ô
3. Iser al rioolslib in het oppervlaktewater terecht gekomen, en zo ja hoeveel? |
Eris op drie momenten meer zuiveringsslib uitgespoeld naar het Noordzeekanaal |
dan de norm toe staat, als gevolg van overbelasting van de zuivering Amsterdam |
West: \
e 06 juni 2019: ca 118 ton slib |
e _ 12 juni 2019: ca 43 ton slib |
e _ 15 juni 2019: ca 72 ton slib |
4, Iser na aanleg van het depot nog kans dat er rioolslib in het oppervlaktewater |
terecht komt? ;
Nee, zolang de tijdelijke opslag van het slib mogelijk is kan het waterschap het teveel
aan zuiveringsslib uit de rioolwaterzuivering halen. Dit neemt het acute gevaar voor i
uitspoeling naar het oppervlaktewater weg. Overigens is de capaciteit van het |
geplande tijdelijke depot in de Afrikahaven onvoldoende om voor een langere periode
slib op te kunnen slaan. Aanvullende oplossingen blijven dus noodzakelijk. ;
5. Wat zijn de kosten van aanleg”?
De uitgaven voor de bouw van het depot voor de opslag van 20.000 fon zijn gesteld í
op € 1,2 miljoen. |
6. Welke stank- en ongediertehinder is van de aanleg van het stortdepot te
verwachten? Ì
De opslag van zuiveringsslib gaat onvermijdelijk gepaard met enige geuroverlast, |
met name wanneer het gestorte slib weer verwijderd wordt. Vanuit het oogpunt van '
duurzaamheid vindt opslag van zuiveringsslib in Nederland vrijwel niet meer plaats Ô
en wordt vrijwel al het slib verbrand. Hierdoor is er weinig recente ervaring met de
exacte mate van overlast. In samenwerking met o.a. de Omgevingsdienst
Noordzeekanaalgebied wordt daarom de komende weken onderzoek gedaan naar |
de mate van geuroverlast bij een tijdelijke slibopslag elders in Nederland, zowel voor |
de stort van vers slib als de verwijdering van enige tijd opgeslagen slib. :
7. Iser overleg geweest over mogelijke schade voor omliggende bedrijven? |
Ons waterschap voert actief overleg met de omliggende bedrijven over de aanleg |
van het depot. Op 8 augustus en 22 augustus hebben informatiebijeenkomsten
plaatsgevonden voor bedrijven ín de omgeving van het geplande slibdepot in de :
Afrikahaven.
Datum
8. In welke orde van grootte claimen die bedrijven (financiële) schade? al augustus 2079
Er zijn op dit moment nog geen claims ingediend. en ä
Wij vertrouwen erop dat de vragen hiermee afdoende zijn beantwoord.
Met vriendelijke groet, ze
het Dagelijks bestuur, AE
En ) KH
LI / "
EE (
‘drs. H.J. Kelderman dr. ir. GM. van den Top
Secretaris-directeur dijkgraa
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 469
Publicatiedatum 17 mei 2019
Ingekomen onder C
Ingekomen op woensdag 8 mei 2019
Behandeld op woensdag 8 mei 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake de beleidsbrief democratisering
(toetsen van representativiteit bij inspraaktrajecten)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het vaststellen van de kaderstellende beleidsbrief
democratisering, inclusief het addendum, en het daarmee instemmen met de
uitgangspunten, actielijnen, ambities van de gemeente Amsterdam voor de
democratiseringsportefeuille (Gemeenteblad afd. 1, nr. 429).
Constaterende dat:
— Bewoners op tal van beleidsmatige onderwerpen in de stad via inspraaktrajecten
hun mening kunnen geven, zoals het uitgeven van vergunningen, de ontwikkeling
van de openbare ruimte, een nieuw vaarbeleid, enz.
Overwegende dat:
— Het kan voorkomen dat de uitkomst van een inspraaktraject een eenzijdig beeld
laat zien, omdat niet alle bewoners en ondernemers van zich laten horen bij een
inspraakronde, zodat een bepaald aspect dan wel een specifieke impact van een
voorgenomen besluit niet wordt gezien en gehoord dan wel in het geval een
georganiseerde groep gelijkgestemden c.q. een lobbygroep meer invloed heeft
dan draagvlak;
— Hierbij valt te denken aan het vragen naar gegevens over autobezit bij een
inspraaktraject over het verlagen van het parkeervergunningenplafond;
— Goede besluitvorming gediend is met ophalen van een zo breed mogelijk beeld
van de impact van het voorgenomen besluit.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Zorg te dragen dat bij inspraaktrajecten van de gemeente bewoners en ondernemers
bevraagd worden op relevante gegevens met betrekking tot hun betrokkenheid bij het
onderwerp van het inspraaktraject en op basis van deze gegevens een inschatting te
maken van de representativiteit van het inspraaktraject.
Het lid van de gemeenteraad
D.G.M. de Grave-Verkerk
1
| Motie | 1 | discard |
u f
= ae Shar, =_t Eed k ETT
mi pe Ee nn en Te
Ber eee k ne Ee OTE, Ì Rr EN el El
Te ee pig LO Ee Ei L Î i ur i EE Ee ET u Jd: EE ì ro #
. an en) NN WN ; md Ee eed en j
En IN TE hodgnma IR wrs a é PE . , „ RE Bf fi p Al il LN el RENTE EEE EN CE Û EE
8 Ei en A Ee pr Ee A ON ' af Apr ee í Rn Ei EE EEE | Os 7 se f „jn
Ee ER Ô Rr A Cee mr SN EE EN ie 48 EP jee, fe, Tael Ee En
ln eik > Pi ‚ j ee are Erk Ä ke 8 h NN eh, “ IP FN A1 he lg TEE Ei Ke EE ES
: vel 7, helm ET me,’ ef ha ú Rm: A Rolle Eek: nn hs (id IN sj rf / , : mn ae pee 4 | | Pi s de
er SAT p ie PEREN é TE ED we € Se dn SE LG er Ah ee Mm OET ge gn 5 mn
et 5 Mn, Í rh Eene Sor eg Rn EN i bn A | Vee er
EE: L MNS Lee en Sen ES 8 an Ee En ae a
ee, Ke . À Es À k nn ee ed Nú pe es = en a
En Un Pon An ME ee me gel hen EE AE
a ef 5 1 E Ai 7 Jj Nn Ep er en DT ' Fn $ EE Ed een ä K: En 2 e En de, |
AT me Ee NR a Ma E si ES
' | zä en Kn ne 4 R _d. doon pe | ee 5 En == En en af Î ne / En, gn s SEA dek 8 Ee
=d. oe p en EE Pe Rt, EIN MER 20E:
DE verd U | mn d ue Ee ee K Rd a fet
Teen Ke 8. UE Kad À : EE nnn Ke
nn PETN vo Ta ME Mile | EES WW
os GE PA EN En SRE Ef A DN SE
kn Pek 1e pr ME $ Ps ps rn FE
rn’ el EN rn im EN, wee . B S ik ne ; ar ren
; Pi H E \ mn RE De, Pa d Ô à
X Gemeente
Amsterdam
De rapportage BinnenstadsCijfers is onderdeel van de monitoring van het Uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad, vastgesteld in december 2020
door de Gemeenteraad. Met de Aanpak Binnenstad werken we aan het verbeteren van de leefbaarheid voor bewoners, ondernemers en bezoekers.
De BinnenstadsCijfers presenteert de ontwikkelingen aan de hand van zes prioriteiten en ambities voor de tien wijken in de binnenstad, de
binnenstad in geheel (stadsdeel Centrum) én voor heel Amsterdam. Het is een bundeling van beschikbare en relevante gegevens die gebruik maakt
van de meest actuele gegevens”.
Deze rapportage geeft als het ware de objectieve context, bedding en achtergrond voor de overige twee monitorproducten:
* De BinnenstadsEnquête waarin de beleving en ervaring van binnenstadsbewoners, —-ondernemers en Amsterdammers centraal staat.
* De Voortgangsrapportage waarin inzicht wordt gegeven in de voortgang van de circa 80 maatregelen zoals in het Uitvoeringsprogramma
geformuleerd zijn.
Colofon
Dit is een uitgave van Gemeente Amsterdam, stadsdeel Centrum, Informatiepunt Centrum in opdracht van de Aanpak Binnenstad.
auteurs: Tristan Langereis & Janine van Rooijen
Met speciale dank aan Onderzoek en Statistiek (O&S) voor het leveren van extra gegevens.
December 2023
[email protected]
*de leefbaarheidsindicatoren vit Wonen in Amsterdam 2023 (WIA) zijn nog niet openbaar en daardoor niet in deze versie opgenomen. In deze versie staan de WlAcijfers
uit 2021. Er kunnen daardoor geen nieuwe ontwikkelingen voor deze indicatoren worden weergegeven.
X Gemeente
% Amsterdam
L IJ
In de BinnenstadsCijfers worden verschillende prioriteiten vitgewerkt. De bronvermelding, definities en toelichting bij de cijfers worden aan het
einde van de rapportage vermeld.
* De overzichtstabel geeft inzicht in de zes prioriteiten en onderliggende indicatoren naar wijk, stadsdeel Centrum en Amsterdam. Ook
wordt de ontwikkeling van stadsdeel Centrum gevolgd met voorgaande jaren. De kleuren van de cijfers in deze tabel bestaan uit 3
blauwgradiënten. Afhankelijk van de grootte van de afwijking van een cijfer ten opzichte van het gemiddelde in Centrum, kleuren de
waarden ofwel licht- of donkerblauw. Het jaar 2019 is als referentiepunt gekozen voor de vergelijking met de pre-Corona situatie en
vanwege het begin van de vorige bestuursperiode.
* Op de prioriteiten wordt vervolgens ingezoomd met relevante cijfers. Per prioriteit wordt een kaart en verdiepende pagina getoond. De
kaart met infographic laat in zijn volledigheid de oververtegenwoordiging van functies in de Binnenstad zien. Op de verdiepende pagina
worden de bijbehorende indicatoren vit de overzichtstabel vitgelicht en aangevuld met verdiepende figuren, grafieken en/of kaarten.
* Ten slotte worden voor een aantal basisindicatoren de lange lijnen van ontwikkeling in Centrum en Amsterdam weergegeven.
Het structureel jaarlijks bijhouden van deze BinnenstadsCijfers geeft in combinatie met de jaarlijkse BinnenstadsEnquête de ‘stand van zaken in de
Binnenstad’ op hoofdlijnen weer, zowel qua beleving als feitelijke ontwikkeling. Samen met de Voortgangsrapportage waarin de uitvoering van de
circa 80 maatregelen gemeten wordt, geeft het inzicht in wat goed gaat en daarmee ook input om bij te sturen.
O ichtstabel
Kernindicat \oriteit
P Em ha S U vi | 3D ee, k AD Aane \ RN
Se ES ITE IE dh ING B. nm … AM Kn be EA
SE ant NA AIN IM | in EE VT A eN
5 N TE ren UI), ik Kaan Ea IT EN Sei el Ee EN
SS DD IEN Nij ENNE. Ee TD Er re Bd
: Lm Lin Ih IN en hk RE Sn de
" ‘ ee En 7 ID RI 8 El, 8 en A =| KE CVS el A ar PT EE
& md en ALT NKT Eed E | 7 : 2 Si kn: fi hed i sE A Tu En HL) babe SERRE Nn Ee d n
Ee mi Kn ES EL EE EA ten. ITM (7e MES AE ee Pee (MA PE at EN
| ere Ti ON LEE wert Le Bed OR
Ul IE Be 0 JR k A! Elan i U il 5 re T f Ka eh Ln (Lb ij fi id ER s Lm 0 der EN
eN ON lg in Rn ha en TA Ak N | E ‚ie Dir h) Ne
HS Se ME rd. | B Nn
EA SE be Selk | | DE sE
en in d ei BE , 5 r
5 sd 3 z En &
À 5 Ei 2 5 n ie F Ki K
Ee 3 ed is L 5 5 E 2 5 5
5 „U Dj Dj kj 2 rj en rd & &
le, z E E 5 En EZ 5 T s hi
È È [e) [e) Rj E E Di al Ed 5 5
EE Kj Ei Ei 5 5 ET 2 E) 3 E E
= = Er Er E Es c 5 En] = E P E E
Ë ë 5 Ed 3 B 5 4 En 5 el 5 Sl 2
Sa je 5 5 Ed bl S Ed ö Ed EE jd E El
Indicatoren LD 7:I Datajaar A & ej ej Z En z & 3 fe) ej Es is) is)
Beheer en handhaving
Buurt vooruit percentage 2023 10,8% 19,0% 5,9% 10,2% 9,1% 7,0% 7,8% 7,9% 9,9% 16,1% 10% 17% -1,0% de -5,0%
Omlopen of omrijden om onveilige plekken te vermijden percentage 2023 7,6% 12,6% 3,0% 41,9% 48% 1,9% 3,3% 2,5% 2,6% 8,7% 4,8% 5,3%
Onveilig voelen in eigen buurt percentage 2023 9,1% 8,1% 1,7% 1,3% 419% 3,3% 1,3% 1,8% 0,7% 7,6% 37% 3,7%” 1,7% M 1,7%
Overlast andere personen rapportcijfer 2021 5,8 6,1 7,1 6,9 6,9 742 7,0 6,9 713 713 7,0 7,0 A 0,5% @ 0,5%
Overlast door te hard rijden percentage 2023 20,8% 21,2% 18,6% 22,8% 27,9% 18,4% 23,2% 19,6% 19,1% 15,1% 20,7% 19,0%” 2,7% ü 0,7%
Overlast dronken mensen percentage 2023 55,2% 35,8% 12,7% 33,9% 16,7% 15,5% 10,2% 16,2% 11,3% 8,0% 17,3% 6,9% 0,3% Wb -0,7%
Overlast drugsgebruik percentage 2023 40,1% 18,3% 10,5% 21,0% 18,8% 10,6% 5,5% 7,4% 10,0% 14,5% 13,4% 6,8% in 2,4%
Overlast drugshandel percentage 2023 38,4% 10,7% 8,3% 11,0% 14,4% 4,1% 3,5% 5,1% 5,0% 7,8% 8,8% 5,9% AN 1,8%
Overlast horeca rapportcijfer 2021 55 5,8 7,2 6,3 7,1 7,6 712 71 7,8 8,2 712 7,8 ” 0,5 @ o5
Overlast vakantie- en toeristenverhuur percentage 2021 22% 25% 18% 19% 19% 11% 14% 13% 8% 4% 14% 5% -1% WU 2%
Overlast vervuiling rapportcijfer 2021 5,6 207 5,9 A 55 6,0 57 5,9 5,9 6,0 517 54 wv -0,2 Wb -o,2
Sociale cohesie rapportcijfer 2023 5,6 5,1 6 5,8 6,3 6,2 6,2 6 6,3 6,2 6,1 6,0 p -0,1 MN o4
Een waardevolle bezoekerseconomie
Aantal attracties absoluut 2022 29 19 8 11 21 7 13 19 17 5 149 349
Aantal hotelbedden per 1.000 inwoners per 1.000 2022 1.480 2.021 322 665 369 94 37 305 263 51 354 100 W -2 ú 5
Airbnb listings per 1.000 inwoners per 1.000 2022 47 48 34 41 31 23 24 35 29 11 28 217 21 21
Werkzame personen toerisme absoluut 2022 4.758 5.879 2.215 6.528 2.816 892 1.861 4.286 1.275 747 31.257 74-512 % -690 Wk 2.555
Versterken van de culturele verscheidenheid en buurtidentiteiten
Vestigingen creatieve industrie absoluut 2022 595 420 918 702 921 935 1.757 702 626 1-091 8.667 43-492 a 322 M@M so1
Vestigingen cultuur absoluut 2022 216 117 250 178 331 326 672 224 398 210 2922 14679 a 62 MM 185
Werkzame personen cultuur absoluut 2022 237 257 332 335 1.196 142 433 646 307 228 4.113 13.790 ” 43 MM 62
Bevorderen van meer en divers woningaanbod
Buurtontwikkeling rapportcijfer 2021 6,6 6,6 7,0 75 7,1 712 7,0 74 7,6 75 712 7,2 ” 0,7 ún 0,7
Buurttevredenheid rapportcijfer 2021 743 712 8,4 8,4 8,1 8,2 8,2 8,3 8,4 7,9 8,1 7,6 “ 0,3 ún 0,3
Eigendomsverhouding corporatiewoningen percentage _ 2023 19% 9,5% 10,7% 5,3% 39,6% 41,1% 36,2% 11,0% 27,0% 55,7% 30,5% 39,5% Wh -0,9% We -0,5%
Eigendomsverhouding koopwoningen percentage 2023 17,4% 17,4% 38,5% 34,7% 27,7% 27,7% 24,6% 35,1% 30,6% 29,0% 28,2% 29,0% Wb -0,1% vk -0,3%
Eigendomsverhouding particuliere huurwoningen percentage _ 2023 63,6% 73,1% 50,8% 60,0% 32,8% 31,2% 39,2% 53,9% 42,4% 15,3% 41,3% 31,5% AN 0,6% @M 1,2%
Gemiddelde WOZ-waarde gemiddelde 2023 580.695 552.377 1.004.385 995.759 615.854 635.608 577.082 736.041 676.514 533.868 660.555 523265 Me 94739 Me 148.355
Gemiddelde huurprijs gemiddelde 2021 € 832 € 1.074 € 1202 €990 € 834 € 815 € 1.063 € 889 € 686 € 901 €784 Me 110 le 119
Thuisvoelen in eigen buurt rapportcijfer 2021 7,8 77 8,4 8,5 8,3 8,3 8,3 8,5 8,4 8,0 8,2 Zl ” 0,1 ú 0,1
Meer verblijfsruimte en groen in de openbare ruimte
Aanbod fietsparkeervoorzieningen rapportcijfer 2021 5,9 5,6 54 5,8 57 57 51 54 6,0 6,0 5,6 57 ” 0,3 Á 03
Aanbod groen rapportcijfer 2021 4,8 4,6 5,8 6,1 5,5 6,5 5,9 6,6 6,9 7,0 6,1 6ouk -03 vk -03
Aanbod speelvoorzieningen rapportcijfer 2021 4,8 403 6,0 5,9 6,1 6,9 6,2 6,7 6,3 712 6,3 6,7 ijn 0,2 új 0,2
Onderhoud groen rapportcijfer 2021 6,0 5,5 6,7 7,0 6,2 6,9 6,5 6,9 6,9 7,1 6,6 6,8 0,0 0,0
Opervlakte publiek groen percentage 2021 0,1% 0,2% 0,0% 0,2% 0,8% 1,6% 0,8% 5,0% 6,2% 10,8% 3,3% 30,4%
Oppervlakte water percentage 2021 13,9% 23,6% 20,7% 18,3% 34,5% 34,6% 12,1% 14,2% 16,5% 24,6% 22,3% 26,7%
Schoon groen rapportcijfer 2021 5,9 54 6,4 6,6 6,1 6,7 6,3 6,7 6,8 7,0 6,5 6,6 ijn 0,2 ún 0,2
Schoon straten en stoepen rapportcijfer 2021 7,0 6,0 6,8 6,9 6,6 6,7 6,4 6,7 6,7 6,7 6,6 6,3 in 0,1 ún 0,1
Aanbod dagelijkse voorzieningen bewoners rapportcijfer 2021 75 7,9 8,3 8,3 7,9 8,1 8,5 8,5 713 7,6 8,0 ZA 03 MM o3
Aanbod horeca rapportcijfer 2021 8,6 8,6 8,4 8,6 8,3 8,1 8,6 8,6 7,8 712 8,2 6,9 0,0 0,0
Aantal vestigingen per 1.000 inwoners per 1.000 2022 448,2 520,1 486,6 556,4 232,2 253,3 215,6 289,4 223,5 173,7 289,8 159,1 213,9 MM 215,6
Aantal werkzame personen per 1.000 inwoners per 1.000 2022 2.273 3-366 1.771 2.847 1.197 868 466 1446 1.778 556 1.278 708 22 Á 10
Winkelruimtes food per 1.000 inwoners per 1.000 2020 14,6 30,7 53 10,1 3,7 52 44,0 3,3 0,9 1,1 5,6 19 o,2 Mi oz
Winkelruimtes totaal per 1.000 inwoners per 1.000 2020 45,5 122,9 32,1 47,3 11,5 15,8 13,3 14,4 2,4 2,7 21,2 6oukh 03 Wb -03 n
“Afhankelijk van de grootte van de afwijking van een cijfer ten opzichte van het gemiddelde in Centrum, kleuren de waarden ofwel licht- of donkerblauw. Voor de lege cellen ontbreken de cijfers en voor witte cellen met cijfers is geen berekening gemaakt.
| t t
e) À | A EN Ne EERE. ‚TL
i n ee rs NVE > STAT Ae N ! De
3 8 Ered NS ze BE et Een ef ee 7 ed Je :
4 Kn OA ZE Ss A A NEE > : sp
en. nd win > kn Po Ot El Ea: te EA Peek bd En, Gd A gam 3 en
eN - Ag A ZN hes Er See nd Art Pi CER A a
N N Da Ô ‚Ac ê : ST ze si EE Te ek REAL / Hf je se KE
: Ti gra en RE 2: Se ie me erk Er dl, RN Din N
Ô AK - \af \ ek Ad 4 3 el rak arai N
l Ld ij Ï Ge ee 7 \ ' 4 dk ”
/ Ji ll k k b Ì Ee \
Ten ef mt | Í Pe Ì ae pf d ze IN 4
ja > kms ACE aeg esn FE 1
/ ì n Ke Se a Bag”! a En L
pr í | el KE ì el, Pp y En | R
| Te K d \ KS er d - Ees , 1 [ | je
- 5 AN Pe N p \ Nl 4 a
| | Se AT 4 L En " ]
% Aerden
% Beheer en handhaving
%
©
il,
Es
Centrum heeft een hoge
toeristische druk
ZA
Û
en ge
X Gemeente
Amsterdam
% Beh handhavi
n Fi 5
z E 8
5 © N
3 5 5 k Ee s
2 5 & sl y Ï A 5 5
IJ 3 S 3 ek En EI 5 8 S
K ES Ei si 5 5 5 Ed B 5 Ei
ej Z KU Kr ki p 5 FE) E Rn En
9 Z EE E Ei E= È 5 5 EE EE
2 fi 5 5 Ez 5 5 3 En js 5 8
Er] Er] 5 5 5 E de Es fn ä ke) ke)
ke ke ET 5 id 3 5 KE Ei EN E g 3 3
5 5 Ë Ë 5 KT 8 q 2 ET 5 Ee 5 5
5D fe)! re) re) Je] pl 8 Ed 8 + Ez) En Ez) rj
5 5 ie ie 3 El 5 Ki 9 5 el ET 5
Indicatoren LTE Datajaar 7) Á ej ej Ez kn 3 a ES e) 5 Ee (9 (9
Beheer en handhaving
Buurt vooruit percentage 2023 10,8% 19,0% 5,9% 10,2% 9,1% 7,0% 7,3% 7,9% 9,9% 16,1% 10% 27% -1,0% lb -5,0%
Omlopen of omrijden om onveilige plekken te vermijden percentage 2023 7,6% 12,6% 3,0% 4,9% 4,8% 1,9% 3,3% 2,5% 2,6% 8,7% 4,8% 5,3%
Onveilig voelen in eigen buurt percentage 2023 9,1% 8,1% 1,7% 1,3% 4,9% 3,3% 1,3% 1,8% 0,7% 7,6% 3.7% 3,7% ü 1,7% ún 1,7%
Overlast andere personen rapportcijfer 2021 5,8 6,1 71 6,9 6,9 712 7,0 6,9 713 713 7,0 7,0 Ú 0,5% ún 0,5%
Overlast door te hard rijden percentage 2023 20,8% 21,2% 18,6% 22,8% 27,9% 18,4% 23,2% 19,6% 19,1% 15,1% 20,7% 19,0% d 2,7% MM 0,7%
Overlast dronken mensen percentage 2023 55,2% 35,8% 12,7% 33,9% 16,7% 15,5% 10,2% 16,2% 11,3% 8,0% 17,3% 6,9% A 0,3% lb -0,7%
Overlast drugsgebruik percentage 2023 40,1% 18,3% 10,5% 21,0% 18,8% 10,6% 5,5% 7,4% 10,0% 14,5% 13,4% 6,8% CJ 2,4%
Overlast drugshandel percentage 2023 38,4% 10,7% 8,3% 11,0% 14,4% 4,1% 3,5% 5,1% 5,0% 7,8% 8,8% 5,9% A 1,8%
Overlast horeca rapportcijfer 2021 5,5 5,8 72 6,3 71 7,6 72 71 7,8 8,2 712 7,8 Ah 0,5 ún 0,5
Overlast vakantie- en toeristenverhuur percentage 2021 22% 25% 18% 19% 19% 11% 14% 13% 8% 4% 14% 5% Wb -1% lb -1%
Overlast vervuiling rapportcijfer 2021 5,6 417 5,9 514 5,5 6,0 57 5,9 5,9 6,0 517 Bian -o,> Wb -o2
Sociale cohesie rapportcijfer 2023 5,6 5,1 6 5,8 6,3 6,2 6,2 6 6,3 6,2 6,1 6,0 -0,1 Û ou
Top 5. Aantal geregistreerde misdrijven in stadsdeel Centrum (2022). Figuur 1. Percentage bewoners dat zegt overlast te ervaren door toeristen per wijk, stadsdeel
1) Overige vermogensdelicten — 3.677 registraties Centrum en Amsterdam (2023).
2) Zakkenrollerij — 2.786 registraties
Burgwallen- Zij 89
3) Diefstal van brom-, snor-, fietsen — 2.425 registraties vrgware Oude ijde 7
4) __ Winkeldiefstal —1.552 registraties Burgwallen-Nieuwe Zijde 6,3%
5) _ Diefstal vit/vanaf motorvoertuigen- 1.339 registraties Grachtengordel-West 0,3%
Grachtengordel-Zuid 36, 4%
Nieuwmarkt/Lastag 39,8%
Top 5. Aantal Signalen Informatievoorziening Amsterdam (SIG)- Haarlemmerbuurt WN 5,5%
meldingen in stadsdeel Centrum (2022). Jordaan WN 2,8%
Grofvuil 6 Idi De Weteringschans 24,8%
1 rOTVUII — 17. meraimngen
. 1793 ng Weesperbuurt/Plantage 13,1%
2) Huisafval - 7.208 meldingen en ik
3) Handhaving op afval — 4.990 meldingen Oostelijke Eilanden/Kadijken 7,0%
4) _ Veeg-/ zwerfvuil- 4.443 meldingen Centrum N=, :°
5) Wegsleep — 3.951 meldingen Amsterdam 5,9%
X Gemeente
Amsterdam
% Beheer en handhaving
De sociale veiligheid van een wijk wordt sinds 2021 gemeten door middel van vier veiligheidsindexen: criminaliteit, slachtofferschap, ervaren overlast en
onveiligheidsbeleving. De indexcijfers worden gemaakt door vergelijking met het basisjaar 2020. De cijfers zijn weergegeven in onderstaande kaarten, waarbij
groen staat voor meer en rood staat voor minder veiligheid per thema.
Kaart 1. Geregistreerde criminaliteit index 2022 Kaart 2.Ervaren Slachtofferschap index 2022
EK
L \ gf Deze index bestaat uit
js di Deze index bestaat uit A antwoorden op vragen uit de
_Á A pn politiecijfers (misdrijven) over P Veiligheidsmonitor over
/ Et PO high impactcriminaliteit (zoals P ervaren slachtofferschap van
FE dmg Mi overvallen, straatroof en criminaliteit. Ook
0 zn Ee bedreiging) en veelvoorkomende JE slachtofferschap van digitale
Á De R criminaliteit (zoals zakkenrollerij, A en ns En am criminaliteit is meegenomen,
aad ' En et À < . . Me Dd he AN nl ob _ ij . 7 .
EN en a fietsendiefstal en drugshandel). AN \__—_—{ \ \ zoals hacken, identiteitsfraude
ST hmm JS mm À > en phishing.
De index voor Centrum 2021 = 112, index 2022 = 181 De index voor Centrum 2021 = 110, index 2022 = 104
Kaart 3.Ervaren Overlast index 2022 Kaart 4.Onveiligheidsbeleving index 2022
Fn In deze index worden FP | Deze index is volledig gebaseerd
overlastmeldingen van Een op enquêtegegevens uit de
bewoners bij de politie en/of Veiligheidsmonitor met vragen
; de gemeente en antwoorden over onveiligheidsgevoelens,
op vragen uit de risicoperceptie en
Veiligheidsmonitor over vermijdingsgedrag.
Ess overlast gecombineerd. pe
De index voor Centrum 2021 = 133, index 2022 = 145 De index voor Centrum 2021 = 88, index 2022 = 91
% mene,
% Een waardevolle bezoekerseconomie
@
(aan
van de 10 wijken in | pe
là
toeristische druk
Amsterdam staat in Centrum
(tp
7
ILS e
E devolle b k [
T kaj
[en]
ke Cu Ee ral =
Ku Een ke) 4 > >
5 Gl Kz a) 5 & Bl Ko) Ke)
Ds Eh U Ss [3 Cc CG re) Em)
je 3 ei Ni Ee En 5 £ 2 5 5
3 Z CT CT hi 2 3 Ee 5 En En
ie, ed EE EE Fi E 5 E im 2 2
E Ë 5 el kj © ek ) ze jn 5 le
2 Ke Si Ei El = 5 D kj 5 Kl Kl
Kl
Wd Wd nj nj el is fend Pa] ij iz" in g is is
ES F3 E E ES 2 5 5 5 © 2 5 2 2
5 5 5 5 2 5 EE = 8 ES E 2 5 5
Indicatoren Li Datajaar ä à 5 5 Z T S e\ = le) fe) 4 Re) Re)
Aantal attracties absoluut 2022 29 19 8 11 21 7 13 19 17 5 149 349
Aantal hotelbedden per 1.000 inwoners per 1.000 2022 1.480 2.021 322 665 369 34 37 305 263 51 354 100 -2 úh 5
Airbnb listings per 1.000 inwoners per 1.000 2022 47 48 34 41 31 23 24 35 29 11 28 11 21 21
Werkzame personen toerisme absoluut 2022 4.758 5.879 2.215 6.528 2.816 892 1.861 4.286 1.275 747 31.257 74.512 Wh -690 db -2.555
Figuur 2. Toeristische intensiteit in stadsdeel Figuur 3. Toeristische dichtheid in stadsdeel Figuur 4. Ontwikkeling percentage
Centrum en Amsterdam - aantal hotelgasten Centrum en Amsterdam - hotelgasten per km? kamerbezetting in stadsdeel Centrum en
per 100 inwoners per dag (2021). per dag (2021). Amsterdam (2023, voorlopige cijfers).
25 3-500 100
20 21,4 2.91 2.979 90
19,7 19 3.000 2.822 913
20 18,3 2.523 80 geet A
2.500 70
15 2.000 60
50
10 1.500 40
6,8 953 f }
6,1 1 846
4,6 51 5,3 58 6, 1.000 4 30
5 20
1,8 1,8 00 266 280 309
o m mm o nennen m B 0
2016 2017 2018 2019 2020 2021 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2009 2011 2013 2015 2017 2019 2021 2023*
BCentrum BOAmsterdam BCentrum GOAmsterdam —®— Centrum Amsterdam
* 2023 is nog een onvolledig jaar
X Gemeente
Amsterdam
% Versterken van culturele verscheidenheid en buurtidentiteiten
=_
an
g van de 10 wijken in Ii IN
Centrum heeft een hoge Fn
toeristische druk 35% van de hotelbedden in
Amsterdam staat in Centrum
8
57% vande culturele Jp
SG instellingen in Amsterdam
7 bevindt zich in Centrum
Dan
Nas 83% van de monumenten in
Amsterdam is in Centrum te
vinden mn
OE
Pm a |
c Kd
E je 8
A is) 7 ae) EN Eh 4 5 5
Karl u U B g B
EE |E | 8 :
8 5 Ò Ò © 5 En Ea c (À ©
Z el el > a Fi Pel & Ko Kn
le) pd ES) ES) 5 2 EN 5 = kj kj
c c Sl Sl X 5 c 5 wel E 0 0
Ea) ù [zal [zal 5 E En Es fo 5 ke) kj
E E FT 5 je 5 E 7 ET > jn ES 5 5
e e Pel Pel Es kaf fe Dn 5 En] E) E)
ES ES kn kn EI > ee) 5 Er u > 5 2 2
5 5 ë ë El 5 EE 5 El Ee 5 Ë 5 5
Indicatoren LD Datajaar à 3 FC) FC) EA T 5 ä = le) fe) En fe) fe)
Vestigingen creatieve industrie absoluut 2022 595 420 918 702 921 935 1.757 792 626 1.091 8.667 43492 0 322 @ co1
Vestigingen cultuur absoluut 2022 216 117 250 178 331 326 672 224 398 210 2922 14679 ik 62 ÛÁ 285
Werkzame personen cultuur absoluut 2022 237 257 332 335 1196 142 433 646 307 228 4.113 13.790 úh 43 úh 62
Figuur 5. Aantal culturele instellingen (theater, Figuur 6. Bezoekers aan culturele instellingen (theater, Top 15. Aantal bezoekers aan culturele instellingen die
muziekinstellingen en musea) in stadsdeel Centrum muziekinstellingen en musea) in stadsdeel Centrum en zich in stadsdeel Centrum bevinden (2022).
en buiten stadsdeel Centrum (2022). buiten stadsdeel Centrum (2022).
Paradiso 633.398
NEMO Science Museum 566.363
AN Melkweg 505.577
isin Hortus Botanicus 212.465
Koninklijk Paleis Amsterdam 200.750
Internationaal Theater Amsterdam (voor 2018 Stadsschouwburg) 195.019
0% 20% 40% 60% 30% 100% ° ° ° ° ° ° DelaMar Theater 180.000
0% 20% 40% 50% 50% 100% Museum het Rembrandthuis 153.614
MCentrum MBuiten Centrum m Centrum Buiten Centrum Joods Historisch Museum 141.907
Nieuwe Kerk 140.522
De Kleine Komedie 96.722
Hermitage Amsterdam 85.582
Oude Kerk 80.380
Stadsarchief Amsterdam 77.899
Allard Pierson Museum Amsterdam 50.551
“Absolute aantallen zijn weergegeven in de staaf en de horizontale as geeft de percentages/verdeling weer.
X Gemeente
Amsterdam
% Bevorderen meer en divers woningaanbod
&
A}
g van de 10 wijken in Iî iN
Centrum heeft een hoge Fn
toeristische druk 35% van de hotelbedden in
Amsterdam staat in Centrum
s
57% vande culturele JA
G instellingen in Amsterdam
6 bevindt zich in Centrum
Dan
Nes 83% van de monumenten in
Amsterdam is in Centrum te
vinden mT
un
Ea
10% van alle
Amsterdammers woont in
Centrum ene Î
X Gemeente
Amsterdam
% B d di | bod
5
BEN
k 0
El Hi D
3 8 5 E K
R A Kd 5 Ee Eh Nd 8 5
Ni u U Kd PN E fe Ps Ps
ES 2 5 u =
El 3 2 Es E E E ë E E E
ke Ee ge ES 5 Ee Z E z En ES
Ei E 5 2 E 3 2 Ei Ei 5 Ee Eg
ee! ee! El Ei iS sj fe 5 Ei ES E E E IS
Ed EJ Rl Rl E 2 B 5 8 © el E) 2 =
2 ej E E El 5 EE 5 8 Ee E E EF ED
Indicatoren DZ) Datajaar Pr rl e e PA bi Z ä EF Ö Re) <t Rs) Rs)
Bevorderen van meer en divers woningaanbod
Buurtontwikkeling rapportcijfer 2021 6,6 6,6 7,0 7,5 71 7,2 7,0 714 7,6 7,5 7,2 72 07 Û 0,7
Buurttevredenheid rapportcijfer 2021 713 72 8,4 8,4 8,1 8,2 8,2 8,3 8,4 7,9 8,1 76 0,3 MM o3
Eigendomsverhouding corporatiewoningen percentage 2023 19% 9,5% 10,7% 5,3% 39,6% 41,1% 36,2% 11,0% 27,0% 55,7% 30,5% 39,5% db -0,9% db -0,5%
Eigendomsverhouding koopwoningen percentage 2023 17,4% 17,4% 38,5% 34,7% 27,7% 27,7% 24,6% 35,1% 30,6% 29,0% 28,2% 29,0% db -0,1% db -0,3%
Eigendomsverhouding particuliere huurwoningen percentage 2023 63,6% 73,1% 50,8% 60,0% 32,8% 31,2% 39,2% 53,9% 42,4% 15,3% 41,3% 31,5% PM 0,6% Û 21,2%
Gemiddelde WOZ-waarde gemiddelde 2023 580.695 552.377 1.004.385 995.759 615.854 635.608 577.082 736.041 676.514 533.868 660.555 523.265 de 94.739 de 148.355
Gemiddelde huurprijs gemiddelde 2021 € 832 € 1.074 € 1.202 € 990 € 834 €815 € 1.063 € 889 € 686 € gQO1 €784 de 119 de 119
Thuisvoelen in eigen buurt rapportcijfer 2021 7,8 7,7 8,4 8,5 8,3 8,3 8,3 8,5 8,4 8,0 8,2 DÛ o,1 MM oz
Figuur 7. Verhuisgeneigdheid in % per wijk, Figuur 8. Gemiddelde woonduur in jaren per wijk, Figuur g. Gemiddelde WOZ waarde in 2023 per wijk, stadsdeel
stadsdeel Centrum en Amsterdam (2021). stadsdeel Centrum en Amsterdam (2023). Centrum en Amsterdam (2023).
Burgwallen Oude Zijde 28% Burgwallen Oude Zijde 6,1 Burgwallen-Oude Zijde | €580.695
Burgwallen-Nieuwe Zijde 36% Burgwallen-Nieuwe Zijde | 5,2 Burgwallen-Nieuwe Zijde Wmm 552377
Grachtengordel-West 21% Grachtengordel-West | 7,6 Grachtengordel-West 004.385
Grachtengordel-Zuid 19% Grachtengordel-Zuid } 6,9 Grachtengordel-Zvid ME «995.759
Nieuwmarkt/Lastage 28% Nieuwmarkt/Lastage 9,3 Nieuwmarkt/Lastage WN €615.854
Haarlemmerbuurt 32% Haarlemmerbuurt TN o,s Haarlemmerbuurt GN €635.608
Jordaan WN 28% Jordaan 9,7 Jordaan €577.082
De Weteringschans 29% De Weteringschans A: De Weteringschans €736.041
Weesperbuurt/Plantage 33% Weesperbuurt/Plantage nn +: Weesperbuurt/Plantage DN €676.514
Oostelijke Eilanden/Kadijken MN 30% Oostelijke Eilanden/Kadijken EN 9,8 Oostelijke Eilanden/Kadijken MN 6533868
Centrum 29% Cerre= = M:,, Centrum Mce
Amsterdam EN 35% Amsterdam NM: Amsterdam MN <5>3265
X Gemeente
Amsterdam
% B d di | bod
Figuur 10. Verdeling woningmarkt naar Figuur 11. Verdeling woningmarkt naar eigendom in % per wijk, stadsdeel Centrum
huursegmenten in % per wijk, stadsdeel Centrum en en Amsterdam (O&S Basisinformatie 2023).
Amsterdam (WiA 2021).
Burgwallen-Oude Burgwallen-Oude Zijde mmm @ Koop
Zijde @ Hoge huur
B Particuliere huur
m Middelhoge huur ‚Ni iü
Burgwallen- en 9 Burgwallen-Nieuwe Zijde mmm @ Corporatie huur
Nieuwe Zijde m Sociale huur
Grachtengordel- Grachtengordel-West ZZ
West
Grachtengordel- Grachtengordel-Zuid ZZ
Zuid
Nieuwmarkt/Lastage en.
Nieuwmarkt/Last..
aarlemmerbubr en wm
jordaan mn ee mmm
De Weteringschans —_—_—_ De Weteringschans rr
wieesperbour Pt. mmm Weesperbuurt/Plantage
lijk
ilandenjkadijken En Oostelijke Eilanden/Kadijken mn
Centrum == Centrum
Amsterdam == Amsterdam ….
0% 20% 40% 60% 0% 20% 40% 60% 80%
X Gemeente
Amsterdam
% Meer verblijfsruimte en groen in de openbare ruimte
_
(1
g van de 10 wijken in Lf ns
Centrum heeft een hoge F
toeristische druk 35% van de hotelbedden in
Amsterdam staat in Centrum
S
57% vande culturele Te
G instellingen in Amsterdam
( bevindt zich in Centrum
(Dap
Nas 83% van de monumenten in
Amsterdam is in Centrum te
vinden mr
OE
Pe a |
10% van alle
Amsterdammers woont in
44% van de stoepen in Centrum ne.
Centrum heeft een lage tot d Ï
zeer lage doorloopruimten
Pm
X Gemeente
Amsterdam
% M blijfsruimt in d b imt
U La!
ES 8 e 8 8
G Held or K Ee 5
2 IS Ed Ke IN Kij x 5 K
js 3 3 5 5 nl 5 E 5 È jd
Kel 5 Ü b n 5 hj u 7 hd @
ee] 3 KJ) KJ) 5 Ee) 5 Fi c EL PE
le} Z v v Ed Eel br] ud Ku eh fe)
É 2 e=) e=) ke Er 2 B [Fr 5 io ba
z = e e id 5 5 2 Z 0 p= e
Kr Kr ú El E E jl 5 ü == E E E ie
ES ES E E F3 5 5 y Er Ki el 5 2 2
2 2 Ed Ed el 5 k El v 5 E 2 E E
Ef Ie a 5 o
Indicatoren Type Datajaar @ @ Ie, Ie, Z pd 5 â EJ e) iS) id iS) iS)
Meer verblijfsruimte en groen in de openbare ruimte
Aanbod fietsparkeervoorzieningen rapportcijfer 2021 8 517 6,0 6,0 57 os MM or
Aanbod groen rapportcijfer 2021 6,5 6,6 6 7,0 6,9
Aanbod speelvoorzieningen rapportcijfer 2021 6,9 er mmm 712 6,7 0,0 WU -o2
Onderhoud groen rapportcijfer 2021 6,7 7,0 6,9 6,9 6,9 711 68% oa WW -o2
Opervlakte publiek groen percentage 2021 0,1% 0,2% 0,0% 0,2% 0,8% 1,6% 0,8% 5,0% 6,2% 10,8% 3,3% 30,4%
Oppervlakte water percentage 2021 13,9% 23,6% 20,7% 18,3% % 34,6% 12,1% 14,2% 16,5% 24,6% 22,3% 26,7%
Schoon groen rapportcijfer 2021 6,6 6,7 6,7 6,8 7,0 6,6 0,0 WU -o2
Schoon straten en stoepen rapportcijfer 2021 7,0 6,8 6,9 6,7 6,7 6,7 6,7 0,0 W -o1
Kaart 5. Landinrichting groen stadsdeel Centrum Kaart 6. Loopafstand tot parkachtig groen in
(2023) meters (2023).
es Ne — A de ijl ®
rs. VEE 7 Ad 5 Sen ee
É Ee at: Pel ais KEA 8
te El ee
de EES Sa ZN
zj h / - Ee EE
he zis , ke zin amen
bon f 5 S Re. : "
, te vet Xe ,
Ì „Centrum NE dend il
% RS - Ë 5 nk E df d Ë ha
SO ed \ en
7 s He sd SI al == . Om - 280m
eN : ed Ze
EN ACE Eh ee Ds 280m - 570m
f EN Sr WP a ief 570m - 850m
wetn Kili Ee er mm 850m - 1150m
mn OO Eis eN B meer dan 1150m
WE buurtgroen — « e En \ Z = 5
BM vari groen og ee rt de geen waarde
X Gemeente
Amsterdam
% Functiemenging en diversiteit
@
a
4 9 van de 10 wijken in AU Tua
30% van de food en 38% van Centrum heeft een hoge fe
de non-food winkels in toeristische druk in
Amsterdam bevindt zich in 35% van de hotelbedden in
Centrum Amsterdam staat in Centrum
) S
5 TT
stel 50% van de cafés Mo 57% vande culturele Tp
R Amsterdam bevindt zich in . . .
Centrum GG instellingen in Amsterdam
TZ bevindt zich in Centrum
18% van de werkzame Ue
personen in Amsterdam Nas 83% van de monumenten in
( N werkt in Centrum Amsterdam is in Centrum te
y vinden nn
LLL
55% van de coffeeshops in Ar
Amsterdam zit in Centrum 10% van alle
Amsterdammers woont in
bh% van de stoepen in Centrum .
Centrum heeft een lage tot F ï
zeer lage doorloopruimten 7
pen
X Gemeente
Amsterdam
E Ed EN
3 Es E 5
3 5 En E E &
IS R 8 5 5 en 5 Ei 5 2
Ei 3 ES N > ke 5 & KS En En
5 El 2 À B 3 £ Es je Hi 8
md m4 Ki Kl rf md re) brard 5 _—_ _—
he 5 E E EE 2 EN 5 Er 5 5
jn fe © © Xx kj E 51 Ll E Ec Ee
ij ij D ke) 5 = = a fn zi kc kc
Es Es kel S red mv4
0 rj Er Er E E Pl E, Er ES, E ® il E
8 S È È 5 EE El 8 2 EE 5 Ee 5 5
fi) fi) re) re) ej 5 5 z Ei Er z rf z z
8 f 5 pe 8 8 K LL ES fn Ki ke) kf 5 kj kj
Indicatoren Type Datajaar [-e] [-e) WD WD EA En 5 [=] = [e) 5 Lt 4 4
Aanbod dagelijkse voorzieningen bewoners rapportcijfer 2021 75 79 8,3 8,3 79 8,1 8,5 8,5 713 76 8,0 77 A 0,3 Û oz
Aanbod horeca rapportcijfer 2021 8,6 8,6 8,4 8,6 8,3 8,1 8,6 8,6 7,8 712 8,2 6,9 ä 0,0 0,0
Aantal vestigingen per 1.000 inwoners per 1.000 2022 448,2 520,1 486,6 556,4 232,2 253,3 215,6 289,4 223,5 173,7 289,8 159,1 A 13,9 ú 15,6
Aantal werkzame personen per 1.000 inwoners per 1.000 2022 2.273 3.366 1.771 2.847 1.197 868 466 1.446 1.778 556 1.278 708 A 22 ú 10
Winkelruimtes food per 1.000 inwoners per 1.000 2020 14,6 30,7 5,3 10,1 3,7 5,2 4,0 3,3 0,9 1,1 5,6 1,9 A 0,2 ú 0,2
Winkelruimtes totaal per 1.000 inwoners per 1.000 2020 45,5 122,9 32,1 4713 11,5 15,8 13,3 14,4 2,4 2,7 21,2 6,0 b -0,3 db -0,3
Figuur 12. Aantal en percentage vestigingen per hoofdfunctie binnen en buiten Figuur 13. Aantal en percentage toeristisch winkelaanbod binnen en buiten stadsdeel
stadsdeel Centrum (2022). Centrum op basis van schouw Locatus (2023).
) id Kaas
Grow & smart
.
Erotica I
winkels IC
. Souvenir
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
ECentrum B Buiten Centrum B Centrum BOBuiten Centrum
“Absolute aantallen zijn weergegeven in de staaf en de horizontale as geeft de percentages/verdeling weer.
X Gemeente
Amsterdam
x Functi | diversiteit
Figuur 14. Procentuele verdeling naar vestigingen van de vijf Figuur 16. Aandeel werkzame personen per deelfunctie in stadsdeel Centrum ten opzichte
economische hoofdfuncties in de binnenstad en Amsterdam (2022), van Amsterdam, waarin de blauwe lijn het gemiddelde percentage, 18%, personen werkzaam
met 26.089 vestigingen in Centrum en 146.058 in Amsterdam in het Centrum is (2022).
50,0% Overige bedrijven
m Centrum WAmsterdam Media / filmproductie En
40,0% T
S Vervoer, opslag, telecommunicatie
30,0% 3 Personen handel EEEN
oa
20,0% Onderhoud {reparatie REA
Industrie / bouw
Q,
10,0% - Overige kantoren EE)
mn Em 8
0,0% mn 2 Zakelijke diensten EER
TD
5 S P De 5 © 4 Verzekeringen Z
K ® < ge Re, S S of g pd
e® & $ N cÉ Overige horeca
AC 8 Café ES
Figuur 15. Procentuele verdeling naar werkzame personen van de vijf 2 Restaurant En
economische hoofdfuncties in de binnenstad en Amsterdam (2022), met Hotel EE
112.406 werkzame personen in Centrum en 624.378 in Amsterdam ® Niet-dagelijkse goederen E
c
50% = Dagelijkse goederen py)
B Centrum WBAmsterdam Sport en recreatie 1.456
40%
5 Cultuur RIT
0% 2 _
3 ES Welzijnszorg
U
20% E Gezondheidszorg EEEN
3 _
om | T | S ondervijs FEN
Politie/brandweer Mp El
EN _ nm En _
0% 2 Overi
& & P ò & 2 9 ieserij oe
8 SS s zó & A o% ö Landbouw/visserij/delfstof
IN
9 Kl 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%
*
X Gemeente
Amsterdam
x Functi | diversiteit
Figuur 17. Verhouding van inwoners, werken en voorzieningen per wijk, stadsdeel Centrum en Amsterdam (2022). *
NEKO UD =>
W )
Eilanden/Kadijken Er had
Weesperbuurt/Plantage 49% piel
De Weteringschans 41% pl
Grachtengordel-Zuid 54% ph
NieuwmarktiLastage
Burgwallen-Oude Zijde EE 39%
Burgwallen-Nieuwe Zijde EEN 46%
Grachtengordel-West Eek ES
Jordaan
Haarlemmerbuurt EvA 14%
Centrum erele) PPA
Amsterdam Eel 14%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Owonen GO Werken Voorzieningen
*Werken en voorzieningen bevatten de 5 hoofdfuncties: werken (productief) bestaat uit kantoren en bedrijven en voorzieningen
(consumptief) bestaat vit detailhandel, horeca en voorzieningen. Het betreft hier percentages werkzame personen
X Gemeente
Amsterdam
% Functiemenging en diversitert
Kaart 7 en 8. Mix van functies in stadsdeel Centrum in de plint: wonen, werken en voorzieningen (2022).*
DER, Y ET 2 Ts BAAN ie ze 5 Wij d B. Ad
4 Á SNR É NI A BZN arn rk rg À ed
ee ) INES en he SN npe abe ui. eN Í |
DS EEN 5 Zg |
A) LEN mas
EEN ee u | ds
7) / Se Ge E Bar: } À
on re EN mn a |
(op IENS OO EN er / ny
7 EE Ee Pl hu / HOES dl LO EE np
Wit ij [A lins: DEN Bi OS 3 a SS
ETD re LG,
OE EAP ES AR MN EAS | Ì pg j
OSSIE IE ERS | S
GAREN IS Pen | VE
ORSENEN PS AS A NERD pr
Kee ENE DE pn
A N LS TN EAS ve dl
SES en A
je, \ | « Vene: -
Ae GN Ee NS 4 |
, NE zel Wes Nd a |
SE EE Ei ER 1 |
TIENS rd
NEA SIS! OP HO ACN \
PA RN ee EENES
Zoe IS ZERE GLD
Ne NEEN EN |
*De Functiemix is gebaseerd op de functies (gebruiksdoel en WOZ-gebruik) en de ms TD Wonen Wonen
gebruiksoppervlaktes in de dataset van de BAG-verblijfsobjecten (november 2019). Als meer dan 70% mmm 5 Voorzien 5
van de gebruiksoppervlakte in een blokstraat bestaat vit Wonen, dan is dit op de kaart aangegeven in O0 oordemneen
de Wonen-kleur. Hetzelfde geldt voor 70% Voorzieningen en 70% Werken. Voor een mix van twee MM C) Voorzieningen - Wonen AN
functies geldt dat er minder dan 15% van de derde functie aanwezig is een blokstraat. Bijvoorbeeld: mmm ) Werken VAN
Wonen-Voorzieningen geldt als er voor geen van beide functies meer dan 70% is en er minder dan Bn) Werken - Wonen / ND,
15% Werken is. Het restant is dan de mix van de 3 functies Wonen-Voorzieningen-Werken: geen van mmm Werken - Voorzieningen Às y
deze heeft meer dan 70% en ook niet minder dan 15%. Zie ook: maps.amsterdam.nl. mmm) Werken - Voorzieningen - Wonen Werken Kn Voorzerinann
En
Lange lijnen
Kerncijfers Centrum door de tijd heen
A | EN EN 5
K Sd JA EN Ei
REEN EI ek ì RE Li TE: mp == : ZR | | NS B |
Pein ir B 2, et Oe, ed ES (NN Ahh id " NL VAS
heet) B ded | | a e er k\ Ë
Ke EED En BN Nn ál ä Re
| DE CT en 4 Le
X Gemeente
Amsterdam
% W Bevolking
Trendbreuk woningvoorraad
Per 2015 is er een nieuwe definitie van de
Figuur 24. Ontwikkeling aantal inwoners en woningvoorraad in stadsdeel Centrum en woningvoorraad. Gegevens zijn t/m 2011
Amsterdam (indexcijfer 1989=100). teruggerekend op basis van deze nieuwe
definitie.
Vanaf 2011 worden ook onzelfstandige
160,0 eenheden (bijvoorbeeld voor studenten,
bejaarden) meegeteld.
150,0
140,0
—@— Inwonersaantallen- Centrum
130,0 —&— Inwonersaantallen - Amsterdam
—®— Woningvoorraad - Centrum
—®— Woningvoorrraad Amsterdam
120,0
pl
ve
A
10,0 ree C
Zg
pd
Ad
100,0 E
DD) OO ON 4 5 ok DO LC A ® DD LO & Vv 5D em OD LC A B OMO ORY OY KD nk AD KO AD OD NO ad OY 5
SD DD DD DD DE PPP DP EA ED EEN nd
X Gemeente
Amsterdam
% W B Ik1
Figuur 19. Leeftijdsverdeling en bevolkingsprognose Figuur 21. Huishoudsamenstelling stadsdeel Centrum (2023).
2023 in Centrum, in aantallen bewoners
14.000 @ Huishoudens: % eenpersoons
12000 B Huishoudens: % overig
10.000
8.000 | sg a Huishoudens: % eenoudergezin
6.000 0 Ka
iid 0 Huishoudens: % stel met kinderen
4.000 %
2.000 Ï | | | | 1,20 0 Huishoudens: % stel zonder kinderen
o in
CORONER . 3 .
SS NS OS NS OS NS OS WS OS NS OS IS LS SN NS OS Figuur 22. Leeftijdsverdeling stadsdeel Centrum (2023).
on SPL NN IN LT ON EAA PT 50
PP 5 PS SHE HL PP 8,9%
EN 2023 Centrum _—=2035 Centrum 0 0-17 jaar (%)
Figuur 20. Leeftijdsverdeling en bevolkingsprognose 2023 in ERD A 18-26 jaar (%)
Amsterdam, in aantallen bewoners B 27-65 jaar (%)
66+ (%)
120.000 60,0%
100.000
80.000 . Er .
Figuur 23. Inkomensquintielen stadsdeel Centrum — gemiddeld
60.000 besteedbaar inkomen €50.500 (2019).
40.000
20.000 | | | l NN m Inkomen tot € 21.854
0 I Î B inkomen € 21.854 tot € 31.546
DD DD El Inkomen € 31.546 tot € 44.556
NS ITD ST DT ST IT ITO DNS ink 6 tot € 65 5:6
og POSEES EES SB NES af nkomen € 44.556 tot € 62.35
20% DO Inkomen € 62.356 of meer
EE 2023 Amsterdam === 2035 Amsterdam
X Gemeente
Amsterdam
Figuur 24. Ontwikkeling aantal vestigingen en werkzame personen in stadsdeel Centrum en Amsterdam (indexcijfer 1989=100).
430
380
Trendbreuk werken
Sinds 1 juli 2008 zijn ook vrije beroepen
verplicht zich in te schrijven in het @— Werkzame personen - Amsterdam
Handelregister per 1 januari 2010.
280 —@— Werkzame personen - Centrum
—®— Vestigingen - Amsterdam
230
—®— Vestigingen - Centrum
180
mmm en
130 tn p=
go rr
—
80
2 > 2 5 A 9) > SD 5 Á\ 9) > 2 5 \ 2 >
5 „5 „5 5 5 5 5 „5 5 5 5 es 5 5 5 „5 „5
X Gemeente
Amsterdam
Figuur 25. Ontwikkeling van hotelgasten in stadsdeel Centrum en Figuur 26. Ontwikkeling van hotelovernachtingen in stadsdeel
Amsterdam. Centrum en Amsterdam.
Trendbreuk hotelgasten en -overnachtingen Dezelfde trendbreuk als figuur 25.
Aantallen gasten en overnachtingen zijn vanaf
16.000.000 2012 berekend volgens de nieuwe methode 16.000.000
van het CBS.
11.000.000 11.000.000
en EERE N on aahelelehahabadahakalad.n»
„000.000 _l „ll „ll „ll Il. NEEN n__n „000.000 Ï Ï | Ì Ï Ï ll
© Ay y © D ° A o Ay y © ® o Ny
Kl 5 Ri SDS s s Ss ‚> 5 5 Ss LS Kl 5 Ek SS s 2 Ss > 5 5 Ss Re,
B Centrum EO Amsterdam B Centrum B Amsterdam
Figuur 27. Ontwikkeling aantal dag- en verblijfbezoekers aan Amsterdam.* Figuur 28. Ontwikkeling bezoekersaantallen aan culturele instellingen in heel
Amsterdam en stadsdeel Centrum.*
Totaal dag- en
Jaar verblijfsbezoekers Unieke dagbezoekers _ [Totaal verblijfsbezoekers 35.00.000
2016 8.146.000
20.000.000
2017 9.302.000
2018 20.859.000 11.172.000 9.687.000 15-000.000
2019 21.525.000 11.29/7.000 10.228.000 10.000.000
2020 8.223.000 4.995.000 3.228.000 5.000.000
“Er zijn geen specifieke cijfers voor de binnenstad beschikbaar. Omdat een groot deel van de culturele voorzieningen en el _ m
hotels in Amsterdam in de binnenstad zit, mag aangenomen worden dat circa 80% van de bezoekers ook de binnenstad 0
bezoekt. y 6) we <5 © A ® 9) fe) Ny y
ed Sy {y {yy sy yy yy Sy Sy
„e Ks, Ks) „9 5 ° ne Relf „5 „e „ö
B Centrum BOAmsterdam
*Niet voor alle culturele instellingen in Amsterdam zijn bezoekersaantallen bekend.
X Gemeente
Amsterdam
Figuur 29. Ontwikkeling Verblijversdichtheidsindex* in de 10 wijken in stadsdeel Centrum 2020, 2018, 2016 en 2014* en ontwikkeling
stadsdelen 2018 en 2020 (2014 voor Amsterdam is 100).
SEEN TSE PEN YTS
Westpoort 3 2 -1,0
Nieuwmarkt/Lastage en BESS 134 110 a
Nieuw-West 38 31 7,5
Zuid 104 79 “24,1
Haarlemmerbuurt
Oost 37 30 -6,8
Jord Noord 24 20 4,1
an zuidoost ts 08
Weesperbuurt/Plantage
Oostelijke Eilanden/Kadijken @ indexcijfer 2014 B indexcijfer 2016 B indexcijfer 2018 B indexcijfer 2020
0 100 200 300 400 500 600 700 800 goo 1000 1100
*De Verblijversdichtheidsindex beschrijft per wijk het aantal verblijvers per hectare openbare ruimte op een gemiddelde dag. De indexwaarde 100 staat voor het stedelijk gemiddelde in 2014. Een indexcijfer boven de 100 betekent dat er op een
gemiddelde dag per hectare meer mensen verblijven dan gemiddeld in een Amsterdamse wijk in 2014. Verblijvers zijn bewoners, werkzame personen, studenten en bezoekers.
X Gemeente
Amsterdam
% Functiemenging
x%
Figuur 30. Ontwikkeling functiemenging: verhouding wonen en werken, waarin de rode lijn de verhouding 50%/50% is (2022). In 2008 telde Centrum 81.317
inwoners en 87.033 werkzame personen, en in 2022 87.979 inwoners en 112.406 werkzame personen’.
2022 39 Eg
zon TE
3020 IE ep
2019 Ei 55
z018 ZE ep
2017 45,0 55
2016 45,3 Sil
2015 Re 53
zor, 69
2013 47,0 SBO
zon zE LN
2011 47,9 B
2010 RA BRB
2009 AE CE 5HÓ
z008 EE
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
B Wonen @ Werken
X Gemeente
Amsterdam
x Leefbaarheid
Figuur 31. Ontwikkeling rapportcijfer buurttevredenheid in stadsdeel Figuur 32. Ontwikkeling rapportcijfer verwachte buurtontwikkeling in
Centrum en Amsterdam (2021). stadsdeel Centrum en Amsterdam (2021).
8,5 8,5
8 8
7,5 TT 7,5
7 7
6,5 6,5
6 6
s S Ki 5 Ss s 5 5 > s s Ki 5 5 s 5 s S
Centrum —®— Amsterdam Centrum —®— Amsterdam
B fel definrti
Per prioriteit
an Ë EREN EEN ann ES en \ ie
| — A Ei N ù DN EN en Sa
5 | | PN en | en EN eN Orle Nn ie el
B __ ab WE & _ή SE EE EEEN —_N
5 En A en ie 7 Pr EW En je Ékt Á 1 RAe In et We rn EN 5 EN
Eer Wieden EEE Eb \ y in TE nT
sil dee à Al El inb: EE Oe, jk DS 5 ae mmm; Es dn he ee ws NET
red rh ï Ehihrh rie! El, fol 1 en rr en | Ne b nne zab EN ze EK ed er Ù PA E
a len d EERE» Aaf a id 1 e nj} 8 sil FE | ed 4 ll EREN 8 d dare Ek
6 En de KE DJ e be tdha hi NIEL [ IJ ni ml 1 | | Í | À fe bi sl hoe Nil RO ss l, Ë
nn bee mdm Ket Kb ì mA A RU AE
KEEL rr K Vi Dal IE bt (PE
DRR AR 5 Gt nn anar PE err IJ E | == s- mn É En : IJ A8 i dn gm $ 5 e Mi
- r wl f RE We den ARE KS Ns ee ë KR EN PEN Ei : een UE
Nn Ta ve ad oa | La sn IN: TM et AFA Cf NE nn jh
B 5 - «N me | - De y 1 | | | Í 3, Ee d dl |
et Ee , HD ARAS | KDR 2 —
e En dd à b ij Hi En E H FL î p: EE
X Gemeente
Amsterdam
u
% Beheer en handhaving
Beheer en handhaving
Buurt vooruit Veiligheidsmonitor/BBGA 2023 % Bewoners dat vindt dat de buurt waar men in woont de afgelopen 12 maanden vooruit is gegaan.
Omlopen of omrijden om onveilige plekken te Veiligheidsmonitor 2023 Antwoord op de vraag: Komt het wel eens voor dat v in uw eigen buurt omloopt of omrijdt om onveilige
vermijden plekken te vermijden?
Onveilig voelen in eigen buurt Veiligheidsmonitor/BBGA 2023 Antwoord op de vraag: Voelt u zich vaak onveilig in uw eigen buurt?
Overlast andere personen WIA/BBGA 2021 Kunt v met een rapportcijfer 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van andere personen (dan
buren)? (1= emstige overlast, 10 =geen overlast).
Tot en met 2017 werd gevraagd naar overlast van andere groepen mensen (dan buren).
Overlast door te hard rijden Veiligheidsmonitor/BBGA 2023 Antwoord op de vraag: In welke mate ervaart uzelf overlast door te hard rijden?
Overlast dronken mensen Veiligheidsmonitor/BBGA 2023 % Bewoners dat zegt zelf veel overlast te ervaren van dronken mensen op straat.
Overlast drugsgebruik Veiligheidsmonitor/BBGA 2023 % dat zegt veel overlast te ervaren door drugsgebruik
Overlast drugshandel Veiligheidsmonitor/BBGA 2023 % dat zegt veel overlast te ervaren door drugshandel
Overlast horeca WiA/BBGA 2021 Kunt v met een rapportcijfer van 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van horeca? (1 =
emstige overlast, 10 = geen overlast).
Overlast vakantie- en toeristenverhuur WiA/BBGA 2021 % Bewoners dat veel overlast ervaart van verhuur van woningen aan toeristen in de directe woonomgeving
(pand / galerij / complex).
Overlast vervuiling WiA/BBGA 2021 Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: In welke mate ondervindt v overlast van
vervuiling? (a= emstige overlast, 10 =geen overlast).
Sociale cohesie Veiligheidsmonitor/BBGA 2023 Sociale cohesie is berekend op basis van de volgende stellingen:
- De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks
- De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om
- Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is
- Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen.
Overlast toeristen Veiligheidsmonitor/BBGA 2023 Antwoord op de vraag: In welke mate ervaart uzelf overlast door toeristen?
Top 5 SIA-meldingen SIA Dashboard 2022 Aantal meldingen in het systeem Signalen Informatievoorziening Amsterdam (SIA).
Top 5 vormen criminaliteit Politieregistratie Basis 2022 Totaal van de geregistreerde misdrijven. Een geregistreerd misdrijf is een misdrijf, door de politie vastgelegd in
Voorziening Informatie (BVI) een proces-verbaal van aangifte of in een ambtshalve opgemaakt proces-verbaal.
Toeristische draagkracht wijken Toeristische Draagkracht 2021 De toeristische druk die een wijk kan dragen zonder dat het (significant) ten koste gaat van de leefbaarheid.
wijken Toeristische draagkracht wordt gemeten met twee parameters: ‘toeristische druk’ en ‘bezoekers gerelateerde
leefbaarheid’. Beide parameters zijn samengesteld vit meerdere indicatoren.
“ Bij vergelijking van cijfers uit de veiligheidsmonitor 2022 met voorgaande jaren is voorzichtigheid geboden i.v.m. een deels andere methode van dataverzameling.
X Gemeente
Amsterdam
% Een waardevolle bezoekerseconomie
Een waardevolle bezoekerseconomie
Aantal attracties Attractiebestand MRA 2022 Publiekstrekkers op het gebied van Kunst en Cultuur, entertainment en (natuuprecreatie (met of zonder fysieke
vestiging, met of zonder kaartenverkoop). Het gaat daarbij om de volgende categorieëng : - Entertainment
attracties (escaperooms, bioscopen/ filmtheaters en sport/ spel/ experience); - Musea; - Theaters; -
Muziekattracties; - Parken; - Bezienswaardigheden. Deze gegevens zijn verkregen vit diverse bronnen: het
Handelsregister, Tripadvisor en het attracties bestand van amsterdam& partners.
Aantal hotelbedden per 1.000 inwoners O&S 2022 Aantal hotelbedden op de peildatum 2 juli per 1.000 inwoners op 1 janvari van dat jaar.
Airbnb listings per 1.000 inwoners Wonen handhaving en 2022 Aantal accommodaties (woning of kamer) dat minstens een keer in het peiljaar aangeboden is op het platform
toezicht / bewerking O&S Airbnb per 1.000 woningen.
Werkzame personen toerisme ARRA/BBGA 2022 Aantal werkzame personen (minstens 12 vur per week) in de sector toerisme.
Kamerbezetting Hotelenquête O&S 2023 Het percentage verhuurde kamers.
Toeristische dichtheid CBS/berekening O&S 2021 Hotelgasten per km? per dag.
Toeristische intensiteit CBS/berekening O&S 2021 Aantal hotelgasten per 100 inwoners per dag.
Ontwikkeling bezoekersaantallen dag- en Bezoekersprognose 2022- 2022 Verblijfsbezoekers verblijven minimaal één nacht in de hoofdstad in een hotel, hostel, pension, camping, B&B,
verblijfbezoek 2024 appartementenhotel of in een woning via vakantieverhuur en dagbezoekers brengen minimaal 2 vurop één dag
door in Amsterdam met een toeristisch motief.
Ontwikkeling hotelovernachtingen en gasten O&S 2022 Het CBS registreert bezoekers die één of meer nachten achtereen verblijven in een logiesaccommodatie. Een
gast die meer dan twee maanden aaneengesloten verblijft in een logiesaccommodatie, wordt als vaste gast
aangemerkt en telt niet mee voor de statistiek. Er wordt gekeken naar het aantal gasten en het aantal
overnachtingen in hotels en vergelijkbare accommodaties.
Verblijversdichtheidsindex O&S 2020 De Verblijversdichtheidsindex beschrijft per wijk het aantal verblijvers per hectare openbare ruimte op een
gemiddelde dag. De indexwaarde 100 staat voor het stedelijk gemiddelde in 2014. Een indexcijfer boven de 100
betekent dat er op een gemiddelde dag per hectare meer mensen verblijven dan gemiddeld in een
Amsterdamse wijk in 2014. Verblijvers zijn bewoners, werkzame personen, studenten en bezoekers.
X Gemeente
Amsterdam
% Versterken van culturele verscheidenheid en buurtidentiteïten
Versterken van de culturele verscheidenheid en buurtidentiteiten
Vestigingen creatieve industrie LISA/BBGA 2022 Vestingen met de activiteitencodes: kunsten, media en entertainment en creatieve zakelijke dienstverlening.
Inclusief activiteiten van minder dan 12 vur per week.
Vestigingen cultuur LISA/BBGA 2022 De deelfunctie ‘cultuur wordt aan een vestiging toegekend op basis van de activiteitencode (SBI) waarmee
deze vestiging is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel.
Werkzame personen cultuur LISA/BBGA 2022 Personen die voor 12 uur of meer per week werkzaam zijn bij vestigingen met de deelfunctie ‘cultuur’.
Aantal culturele instellingen O&S 2022 Aantal culturele instellingen (musea, theater- en muziekpodia).
Monumenten O&S 2020 Aantal gemeentelijke en Rijksmonumenten.
Bezoekers culturele instellingen O&S 2022 Aantal bezoekers van culturele instellingen (musea, theater- en muziekpodia).
Ontwikkeling bezoekersaantallen culturele Monitor Attracties O&S 2020 Aantal bezoekers van culturele instellingen (musea, theater- en muziekpodia) door de jaren heen.
instellingen
Culturele instellingen / attracties tov Amsterdam Monitor Attracties O&S 2022 Aantal bezoekers van culturele instellingen (musea, theater- en muziekpodia) door de jaren heen.
X Gemeente
Amsterdam
% Bevorderen meer en divers woningaanbod
Bevorderen van meer en divers woningaanbod
Eigendomsverhouding: corporatiewoningen Basisinformatie/OlS/BBGA 2023 Aandeel van de woningvoorraad dat in het bezit is van een woningcorporatie.
Eigendomsverhouding: koopwoningen Basisinformatie/OlS/BBGA 2023 Aandeel van de woningvoorraad dat geregistreerd is als koopwoning. Koopwoningen zijn woningen met een
eigendomsverhouding ‘eigenaar-bewoner’.
Eigendomsverhouding: particuliere huurwoningen Basisinformatie/OlS/BBGA 2023 Aandeel van de woningvoorraad dat geregistreerd is als particuliere huurwoning. Particuliere huurwoningen zijn
woningen met een eigendomsverhouding anders dan ‘eigenaar-bewoner! of ‘flatexplotatieeigenaar
woningcorporatie'.
Gemiddelde huurprijs WiA/BBGA 2021 Gemiddelde huur per maand. De cijfers op wijkniveau zijn gebaseerd op de WIA-buurtindeling. Er wordt alleen
gerapporteerd over gebieden met minstens 50 respondenten.
Gemiddelde WOZ-waarde Belastingen 2023 Door de gemeente periodiek getaxeerde waarde van onroerende zaken in het kader van de Wet waardering
Amsterdam/O&S/BBGA onroerende zaken (WOZ). De WOZ-waarde wordt vastgesteld op basis van het peiljaar voorafgaand aan de
peildatum.
Thuisvoelen in eigen buurt WiA/BBGA 2021 Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Voelt u zich thuis in vw buurt? (1 =
helemaal niet thuis, 10 = zeer thuis).
Buurtontwikkeling WiA/BBGA 2021 Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe denkt v dat de buurt waar uv woont
zich de komende jaren zal ontwikkelen? (a = zeer negatief, 10 = zeer positief).
Buurttevredenheid WiA/BBGA 2021 Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe tevreden bent v met uw buurt?
(totaaloordeel) (1 = zeer ontevreden, 10 = zeer tevreden).
Hoge huur WiA/BBGA 2021 Aandeel woningen met een hoge huur op de totale woningvoorraad. 2019: > 1.009 euro, 2017: > 971 euro,
2015: > 971 euro. In 2015 is de definitie van de woningvoorraad verruimd met voornamelijk relatief kleine
huurwoningen die voorheen buiten de definitie vielen. De cijfers tot 2015 zijn gebaseerd op de oude definitie
van de woningvoorraad. De cijfers op wijkniveau zijn gebaseerd op de WIA-buurtindeling. Er wordt alleen
gerapporteerd over gebieden met minstens 50 respondenten.
Middelhoge huur Wia/BBGA 2021 Aandeel woningen met een middeldure huur op de totale woningvoorraad. 2019: 720 euro - 1.009 euro, 2017:
711 euro - 971 euro, 2015: 711 euro - 971 euro. In 2015 is de definitie van de woningvoorraad aangepast en
verruimd met voornamelijk relatief kleine huurwoningen die voorheen buiten de definitie vielen. De cijfers tot
en met 2013 zijn gebaseerd op de oude definitie van de woningvoorraad. De cijfers op wijkniveau zijn gebaseerd
op de WIA-buurtindeling. Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 50 respondenten.
Sociale huur Wia/BBGA 2021 Aandeel sociale huurwoningen op de totale woningvoorraad. Sociale huur wil zeggen dat de huur niet boven de
huurtoeslaggrens uitkomt. 2019: 720 euro, 2017: 711 euro, 2015: 711 euro. In 2015 is de definitie van de
woningvoorraad verruimd met voornamelijk relatief kleine huurwoningen. De cijfers tot en met 2013 zijn
gebaseerd op de oude definitie van de woningvoorraad. De cijfers op wijkniveau zijn gebaseerd op de WIA-
buurtindelina. Er wordt alleen aerapporteerd over aebieden met minstens zo respondenten.
X Gemeente
% Amsterdam
x
Bevorderen van meer en divers woningaanbod
Verhuisgeneigdheid WiA/BBGA 2021 Aandeel bewoners dat de komende twee jaar wil verhuizen.
Woonduur Basisinformatie/O&S/BBGA 2023 Woonduur op het adres is het aantal jaren vanaf het moment van de registratie op het adres tot de peildatum
en wordt berekend als het gemiddelde verschil tussen het peiljaar en het vestigingsjaar van alle bewoners.
Bevolkingskenmerken: huishoudsamenstelling Basisinformatie/O&S/BBGA 2023 - Eenpersoons huishoudens: Aandeel huishoudens dat bestaat vit een persoon die alleen een huishouden voert,
behalve alleenwonenden vallen hier ook kamerbewoners onder.
- Eenoudergezin huishoudens: Aandeel huishoudens dat gevormd wordt dooreen meerderjarige bewoner en
een of meerdere ongehuwde wettige kind(eren).
- Stel zonder kinderen: Aandeel huishoudens dat bestaat vit gehuwd of ongehuwd samenwonenden zonder
kinderen.
- Stel met kinderen: Aandeel G52 huishoudens dat bestaat vit gehuwd of ongehuwd samenwonenden met
thuiswonende ongehuwde kinderen.
- Overige huishoudens: Het huishoudentype 'overig' wordt bepaald op basis van de relatiecodes tussen
bewoners die op de peildatum in de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) zijn geregistreerd binnen
een adres. Voorbeelden van het type 'overig' zijn drie meerderjarige bewoners op een adres, die geen wettige
relatie met elkaar hebben of bewoners van een woongroep.
Bevolkingskenmerken: inkomen Basisinformatie/ O&S/BBGA 2013 Aandeel huishoudens met een besteedbaar huishoudinkomen in het eerste (tot € 21.854), tweede (€ 21.854 tot
€ 31.546), derde (€ 31.546 tot € 44.556), vierde (€ 44.556 tot € 62.356) en vijfde (€ 62.356 of meer) quintiel op
basis van de landelijke verdeling van inkomens.
Bevolkingskenmerken: leeftijd Basisinformatie/O&S/BBGA 2023 Personen in een leeftijdscategorie vallen die op de peildatum zijn geregistreerd in de gemeente Amsterdam. De
leeftijd is het aantal gehele jaren dat op de dag voorafgaand aan de peildatum is verstreken sinds de
geboortedatum van de persoon.
Leeftijdsverdeling en prognose Basisinformatie/O&S/BBGA 2023 Prognose voor de omvang van de bevolking op 2 januari. Het inwonertal in toekomstige jaren wordt berekend
aan de hand van verwachte demografische trends, in combinatie met de verwachte omvang van de
woningvoorraad.
Ontwikkeling index inwonersaantallen Basisinformatie/O&S/BBGA 2023 Personen die op 1 janvari zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente Amsterdam (inclusief
briefadreshoudenden). Personen die niet legaal in Nederland verblijven worden buiten beschouwing gelaten.
Ontwikkeling index woningvoorraad Basisinformatie/O&S/BBGA 2023 Adressen die op de peildatum zijn geregistreerd in de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) met het
gebruiksdoel wonen, exclusief ligplaatsen en standplaatsen.
X Gemeente
Amsterdam
% Meer verblijfsruimte en groen in de openbare ruimte
Meer verblijfsruimte en groen in de openbare ruimte
Aanbod fietsparkeervoorzieningen WiA/BBGA 2021 Antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod aan fietsparkeervoorzieningen in vw buurt? (a = ruim
onvoldoende, 10 = ruim voldoende).
Aanbod groen WiA/BBGA 2021 Antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod van groenvoorzieningen in uw buurt? (2 = ruim
onvoldoende, 10 = ruim voldoende).
Aanbod speelvoorzieningen WiA/BBGA 2021 Antwoord op de vraag: Wat vindt vu van het aanbod van speelvoorzieningen in uw buurt? (a = ruim
onvoldoende, 10 = ruim voldoende).
Onderhoud groen WiA/BBGA 2021 Antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van de groenvoorzieningen in uw buurt? (a=
ruim onvoldoende, 10 = ruim voldoende).
Oppervlakte publiek groen BGT/BBGA 2021 Aandeel groen op het landoppervlak.
Oppervlakte water BGT/BBGA 2021 Aandeel binnenwater op de totale oppervlakte.
Schoon groen WIA/BBGA 2021 Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u het schoonhouden
van de groenvoorzieningen in vw buurt? (1= ruim onvoldoende, 10 = ruim voldoende). Er wordt alleen
gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten.
Schoon straten en stoepen WIA/BBGA 2021 Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u het schoonhouden
van de straten en stoepen in vw buurt? (a= ruim onvoldoende, 10 = ruim voldoende). Er wordt alleen
gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten.
Centrum spreiding groen O&S/Datapunt 2021 Spreiding groenobjecten volgens de Basisregistratie Grootschalige Topografie.
Loopafstanden tot parken O&S/Datapunt 2021 Loopafstand van woningen tot ingangen dichtstbijzijnde parken in meters.
Walkability O&S/Datapunt 2021 Loopafstand van woning tot parken in meters.
X Gemeente
Amsterdam
% Functiemenging en diversiteit
ETS
Functiemenging en diversiteit
Aanbod dagelijkse voorzieningen bewoners WiA/BBGA 2021 Anwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod van winkels voor dagelijkse boodschappen in vw buurt?
(a=ruim onvoldoende, 10= ruim voldoende).
Aanbod horeca WiA/BBGA 2021 Antwoord op de vraag: Wat vindt v van het aanbod van horeca in uw buurt? (1=ruim onvoldoende, 10= ruim
voldoende).
Vestigingen LISA/BBGA 2022 Een locatie van een door de Kamer van Koophandel geregistreerde onderneming, instelling of zelfstandige
beroepsbeoefenaar, waarin of van waaruit een economische activiteit, andere (niet-economische) activiteit, of
zelfstandia (vrij) heroen wordt nitaeoefend voor minimaal 12 uur ner week door minimaal 1 werkzaam
Werkzame personen LISA/BBGA 2022 Personen die voor 12 vur of meer per week werkzaam zijn bij een bij de Kamer van Koophandel geregistreerde
vestiging. Hieronder vallen directeuren van NV’s en BV's, eigenaars, meewerkende gezinsleden, personeel in
loondienst, krachten geleend van uitzendbureaus en personen werkzaam via regelingen voor gesubsidieerde
arbeid. Tot de werkenden worden ook buitendienstmedewerkers gerekend zoals vertegenwoordigers, service-
londerhoudsmedewerkers, varend/rijdend personeel en thuiswerkers die op de loonlijst staan. Ook personen
afwezig wegens ziekte en vakantie worden meegeteld.
Aantal vestigingen per 1.000 inwoners BBGA, eigen berekening 2022 Aantal vestigingen in het gebied per 1.000 inwoners.
Aantal werkzame personen per 1.000 inwoners LISA/BBGA 2022 Aantal werkzame personen (minstens 12 vur per week) in het gebied per 1.000 inwoners.
Winkelruimtes food per 1.000 inwoners LISA/BBGA 2021 Aantal winkelruimtes voor food (dagelijkse goederen) per 1.000 inwoners.
Winkelruimtes totaal per 1.000 inwoners LISA/BBGA 2021 Aantal winkelruimtes per 1.000 inwoners.
Hoofd- en deelfuncties LISA/BBGA 2022 De geregistreerde vestigingen in het ARRA zijn ingedeeld in de hoofd- en deelfuncties op basis van hun
standaard bedrijfsindelingscode (SBI). Hoofdfuncties: kantoren, bedrijven, horeca, detailhandel, voorzieningen,
overig). Zie figuur 12 voor de deelfuncties.
Verhouding van inwoners en werkzame personen LISA/BBGA, maatwerk 2022 De verhouding inwoners{/werkzame personen is een indicator voor de mate van functiemenging. In de
(productief en consumptief) verhouding is binnen werken een onderscheid gemaakt tussen consumptieve (horeca, detailhandel,
voorzieningen} en productieve functies (kantoren, bedrijven).
Aantal coffeeshops OOV/BBGA 2019 Aantal coffeeshops.
Aantal cafés LISA/BBGA 2022 Aantal vestigingen met de activiteitencodes voor cafés. .
| Factsheet | 39 | train |
x Gemeente Amsterdam BWK
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken,
Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort,
x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid
Definitieve agenda, woensdag 29 mei 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie,
Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Tijd 09.00 tot 17.00 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag
5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen en schriftelijke vragen
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Definitieve agenda, woensdag 29 mei 2013
Openbare Ruimte en Groen
11 Bestuursopdracht Voedselvisie Nr. BD2013-000839
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
Volkshuisvesting
12 Vaststellen verordening tot wijzigen van de Subsidieverordening stedelijke
vernieuwing Amsterdam 2006 Nr. BD2013-003705
De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
13 Initiatiefvoorstel van het lid Van der Ree inzake woningdelen. Nr. BD2013-
004379
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
14 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel dan raadslid Van de Ree d.d. 8 maart 2013
inzake woningdelen Nr. BD2013-005374
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
15 Woningdelen in Amsterdam Nr. BD2013-004902
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
16 Zienswijze fusie Ymere en De Woningbouw Weesp Nr. BD2013-005373
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
17 Meerjarenaanpak woonwagenlocaties 2013-2018 Nr. BD2013-004453
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
18 Stimuleringspakket Wonen Nr. BD2013-005375
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
Algemeen
19 opening.
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
20 Mededelingen.
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
21 Vaststellen agenda.
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
22 Conceptverslag.
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
23 Termijnagenda.
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Definitieve agenda, woensdag 29 mei 2013
24 Tkn-lijst.
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
25 Opening inhoudelijke gedeelte.
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
26 Inspreekhalfuur Publiek.
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
27 Actualiteiten en mededelingen.
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
28 Rondvraag.
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
Klimaat en Energie
29 Vaststellen Zonvisie Amsterdam: Burgers en bedrijven gaan voor de zon Nr.
BD2013-004116
De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
Ruimtelijke Ordening
30 Aanpassen grens grootstedelijk gebied Baaibuurt (oost en west),
Zeeburgereiland Nr. BD2013-003498
De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
31 Vaststellen voorbereidingsbesluit Amstelkwartier 3e fase Nr. BD2013-004486
De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
32 Vaststellen bestemmingsplan Kenniskwartier Zuid, eerste fase Nr. BD2013-
004019
De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
33 Vaststellen bestemmingsplan studentenhuisvesting Ravel Nr. BD2013-005452
De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
34 Bestuurlijke reactie op motie 189 van Van Doorninck, Mulder, Manuel en Van
Lammeren inzake Gaasperplaspark Nr. BD2013-002932
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
35 Bureau Broedplaatsen Werkplan 2013 & Jaarverslag 2012 Nr. BD2013-004477
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
Grondzaken
36 Vaststellen Marktconforme kantorenplannen 2013 Nr. BD2012-003219
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Definitieve agenda, woensdag 29 mei 2013
De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
37 Actualisatie ontwikkelposities 2013 waarmee de status van vrije locaties en
vergeven ontwikkelrechten in Amsterdam zijn geïnventariseerd Nr. BD2013-
003614
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
38 Initiatiefvoorstel CDA, getiteld: Nieuwe kansen voor kleinschalige verdichting Nr.
BD2013-004383
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
39 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van het CDA getiteld Kansen voor
kleinschalige verdichting, maart 2013 Nr. BD2013-004094
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
40 Initiatiefvoorstel van het raadslid Mulder (PvdA), getiteld: Bouw meer woningen
voor de middeninkomens! Nr. BD2013-004479
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
41 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van de PvdA “Bouw meer middeldure
huurwoningen” Nr. BD2013-004480
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
Zeehaven en Westpoort
42 Voortgang Havenvisie 2008 - 2020 Nr. BD2013-004495
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
4
| Agenda | 4 | val |
Aan de Raad & Commissie van Amsterdam
Amsterdam, 2 oktober 2023
Geachte Raadsleden,
Vorig jaar juli heb ik een woning gekocht aan de Pieter Cornelisz. Hooftstraat te Amsterdam.
Wat een mooie aankoop zou moeten zijn geweest lijkt nu op een nachtmerrie.
Van vergunningsaanvragen,
-naar toezichthouders die mijn huis binnen wandelen, onderzoeken en isolatie van mijn muren
aftrekken op hun vrije dag zonder enige reden en dat terwijl niemand aanwezig is op locatie,
-naar Ombudsman, (die er alleen maar om kon lachen om de werkwijze van de gemeente)
-naar vergunningen die on-hold worden gezet en worden afgewezen, omdat er eerst een gesprek
moet plaatsvinden over de “toonzetting” van de aannemer tijdens een gesprek bij het
stadsdeelkantoor, (je zou zeggen wat heeft jou vergunningsaanvraag daarmee te maken?)
-naar gesprekken met de afdelingshoofden van stadsdeel-zuid,
-naar bouwstops (met een boete van 30.000€ en gevangenisstraffen tot 6 maanden dit terwijl we
alle medewerking verlenen en gesprekken op dat moment plaatsvinden met de gemeente),
-naar dwangsommen van 15.000€,
-naar 4 maal per dag gebeld worden door toezichthouder,
-naar bezwaren die worden opgesteld door advocaten die het zelf niet meer begrijpen wat er aan de
hand is en zich afspeelt, sterker nog die hebben het vergunningsbureau verzocht geen nieuwe
aanvragen meer te doen, omdat dit al 2 a 3 keer is aangevraagd en zij van mening zijn dat de
vergunningsaanvragen een positieve uitkomst hadden moeten hebben of dat het zelfs
vergunningsvrij is.
- naar leges kosten voor vergunningen die niet worden afgegeven, inmiddels +/- €10.000,- verder,
- persoonsgegevens die gedeeld worden met een plantenwinkel, etc.
Gelet dat de vergunningsaanvragen door het omgevings adviesbureau van Amsterdam wordt
gedaan, die zelf ook verbaast zijn en te horen krijgen dat het niet uitmaakt wat zij aanleveren,
“dat er toch geen vergunning afgegeven zal worden op verzoek van de afdeling’. Dit is naar hun
weten ongekend!
Dit soort vergunningsaanvragen worden op de lopende band verleend volgens het adviesbureau.
De aannemer die geruime tijd actief is in de straat en meerdere verbouwingen heeft verricht voor
“bekende” Nederlanders en actief is in de gemeenteraad van Kampen, heeft dit nog nooit eerder
meegemaakt.
Dit lijkt op een persoonlijke kwestie waarbij er op vele manieren misbruik van de functie als
ambtenaar en toezicht wordt gemaakt en daar lijkt geen einde aan te komen.
Sterker nog, zij handelen alsof het de normale manier is van het uitoefenen van hun functie.
Wij vragen niks spannends aan, sterker nog dezelfde vergunning is aan de overburen afgegeven met
als opmerking dat zij de “constructie ‘documentatie later mogen aanleveren, de verbouwing wordt
dan wel gedaan door een vastgoed keten die het vervolgens splitst en doorverkoopt.
Ik heb het even in het kort hierboven samengevat, maar dit dossier bestaat inmiddels uit flink wat
pagina's. Ook gaat het voor mij niet meer om de vergunningen, maar om de werkwijze waarop er
met burgers wordt omgegaan en dat je als burger bij niemand terecht kan.
Mijn eenmanszaak dreigt failliet te gaan met alle kosten van dien, waarbij ik als alleenstaande
moeder van 3 minderjarige kinderen geen oog meer dicht kan doen van de “treiteren”.
Dit is ware onrecht en onmacht, dit zou niet mogen gebeuren, nergens zou dit mogen gebeuren, het
is handhaven en leiding zonder wetboek.
Dit is dus het gevolg en resultaat als je, als burger, vragen stelt of iemand verzoekt niet zomaar door
je huis heen te lopen zonder enige aanleiding in Amsterdam-Zuid.
Door deze werkwijze heb ik via de officiële wegen een klacht ingediend en een onderzoek
aangevraagd bij de ombudsman. Dit zou een normale procedure moeten zijn, echter heeft dit dus
enorme gevolgen voor mij als inwoner van Amsterdam. Het indienen van een klacht leidt dus tot
acute bouwstoppen, dwangsommen van 30.000 euro ( wetende dat de standaard 15.000 euro is) en
bedreigingen van gevangenisstraffen.
Deze Kafkaiaanse praktijken zorgen voor een hele hoop ellende en brengen mij dan tot einde raad bij
uw Raadsleden. Uiteraard zal ik ook gebruik maken van het Raadsspreekuur, echter wilde ik u voor
die tijd op de hoogte brengen van de problematiek en ethiek die uw ambtenaren veroorzaken en
schenden. Want deze brief is een beknopte weergave van de werkelijkheid.
Deze brief zal ik ook richten aan de Burgemeester en haar College.
Mocht u persoonlijk contact met mij willen opnemen sta ik daar uiteraard volkomen voor open.
Ik hoor graag spoedig van u hoe nu verder?
Alvast bedankt voor de genomen moeite.
Met vriendelijke groet,
KANNNKKNNNNNNKKKKNKKKKHKKK
U kunt mij benaderen op telefoonnummer xxxxxxXxxxx
| Raadsadres | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 5 april 2023
Ingekomen onder nummer 141
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Bobeldijk en Bakker inzake red het Amsterdamse
openbaar vervoer
Onderwerp
Red het Amsterdamse OV
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de afschaling van tramlijnen
Overwegende dat:
- In het concept Vervoerplan 2023/2024 dat tot dusver naar buiten is gekomen, flink wordt
gesneden in de dienstregeling;
- Sommige lijnen dreigen geheel te verdwijnen, andere worden in frequentie
teruggeschroefd;
- Amsterdammers hierdoor langer onderweg zijn en vaker moeten overtappen;
- De verschraling van het openbaar vervoer in Amsterdam een direct gevolg is van het Rijk
dat sinds 2012 stelselmatig heeft bezuinigd op het openbaar vervoer;
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_HetRijk duidelijk te maken dat verdere verslechtering van de Amsterdamse
dienstregeling onacceptabel is;
-__ Met lokaal geld de Amsterdamse dienstregeling in ieder geval op het huidige niveau te
houden;
-_ Het lokale belang van fijnmazig openbaar vervoer voor Amsterdammers te laten
prevaleren boven projecten met een overwegend regionaal of nationaal belang;
-_Hetop peil houden van de dienstregeling daarom mede te financieren met de
miljoenen die Amsterdam nu gereserveerd heeft voor projecten van de Rijksoverheid
met een overwegend regionaal of nationaal belang zoals Zuidasdok of het doortrekken
van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol.
Indiener
E. Bobeldijk
A.L. Bakker
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal
Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving,
x Juridische Zaken en Communicatie
Agenda, donderdag 18 september 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid,
Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en
Communicatie
Tijd 13.30 tot 17.30 uur en zonodig s-avonds vanaf 19.30 uur tot 22.30
Locatie Boekmanzaal
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Vragenhalfuur Publiek
5 Conceptverslag van de vergadering van de Raadscommissie AZ
d.d. 28 augustus 2008 (openbare deel wordt nagezonden, besloten deel, voor
commissieleden bijgaand }
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ @raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal
Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving,
Juridische Zaken en Communicatie
Agenda, donderdag 18 september 2008
6 Openstaande Toezeggingen
7 Termijnagenda
8 Actualiteiten Burgemeester
9 Rondvraag
Algemene Zaken
10 Jaarverslag 2007 Gemeentelijke Ombudsman Nr. BD2008-005733
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Het jaarverslag is reeds in uw bezit en ligt ter visie (voor raadsleden in de
leeskamer raad).
e De gemeentelijke Ombundsman is hiervoor uitgenodigd.
11 Voordracht tot vaststelling van de Verordening op de Vastgoedregistratie en tot
wijziging van de Verordening op de stadsdelen Nr. BD2008-002577
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
12 Onderzoek Zuidas door Bureau Integriteit Nr. BD2008-005940
e Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Openbare Orde en Veiligheid
13 Voortgangsrapportage vliegende brigade Transvaalbuurt Nr. BD2008-005760
e Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Ornstein (VVD)
2
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal
Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving,
Juridische Zaken en Communicatie
Agenda, donderdag 18 september 2008
14 Criminogeniteitsbeeld Amsterdam Nr. BD2008-005761
e Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Alberts (SP)
Raadsaangelegenheden
15 Vaststelling van de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning over
2006 (periode 1 januari tot 1 april} en terugvordering of verrekening van teveel
betaalde voorschotten terzake. Nr. BD2008-005848
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
3
| Agenda | 3 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 470
Publicatiedatum 19 juni 2015
Ingekomen op 18 juni 2015
Ingekomen in raadscommissie JC
Te behandelen op 1/2 juli 2015
Onderwerp
Amendement van het raadslid mevrouw Moorman inzake de Voorjaarsnota 2015
(indicator zwakke basisscholen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Overwegende dat:
— het coalitieakkoord, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 18 juni 2014, in
het onderwijshoofdstuk op p. 10 aangeeft dat ‘ieder kind de beste kansen verdient’
en derhalve ‘een gemeente die scholen ondersteunt bij het versterken van de
kwaliteit’;
— het college ter verbetering van die kwaliteit onder andere lerarenbeurzen inzet en
veel geld in het onderwijs investeert;
— in voorgaande begrotingen de volgende indicator was opgenomen: ‘zwakke
scholen volgens oordeel inspectie’;
— de indicator voor het aantal zwakke basisscholen is komen te vervallen sinds de
begroting 2015;
— er verder geen andere indicator voor onderwijskwaliteit is opgenomen in de
Voorjaarsnota;
Van mening dat:
— teneinde haar kaderstellende en controlerende taak te kunnen uitoefenen, de
gemeenteraad behoefte heeft aan een goede indicator voor onderwijskwaliteit om
inzicht te verschaffen in het resultaat van de investeringen van het college in het
onderwijs.
Besluit:
toe te voegen aan de Voorjaarsnota 2015 op pagina 178 onder programmaonderdeel
5.1 Onderwijs en voorschoolse educatie:
de indicator ‘Zwakke basisscholen volgens oordeel inspectie’.
Het lid van de gemeenteraad,
M. Moorman
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 750
Datum akkoord 22 juni 2017
Publicatiedatum 26 juni 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Duijndam van 10 mei 2017 inzake
de totaalkosten van de aanbesteding bij Hulp bij het huishouden.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 7 april 2017 is de inkoop Wmo voor de producten Ambulante Ondersteuning,
Dagbesteding, Kortdurend Verblijf en Hulp bij het huishouden afgerond. De gemeente
Amsterdam was daarbij gehouden aan de per april 2016 gewijzigde
Aanbestedingswet.' Voor Hulp bij het huishouden heeft de gemeente 28 aanbieders
aangetrokken.
Aanbesteden is een tijdrovende en ingewikkelde aangelegenheid. Van de
voorbereiding tot de gunning en zelfs ver daarna moeten zowel een gemeente als alle
individuele aanbieders grote inspanningen verrichten om de aanbesteding in goede
en juridisch verantwoorde banen te laten verlopen.
Daar hangt een prijskaartje aan. Voor de betreffende aanbestedingsronde heeft
de gemeente bijvoorbeeld meerdere conferenties, expertmeetings, workshops en
informatiebijeenkomsten moeten organiseren voor geïnteresseerde partijen en
(gegunde) aanbieders, onder andere in de Voormalige Stadstimmertuin en Pakhuis
de Zwijger. Daarnaast zijn er vanzelfsprekend ambtenaren die zorgdragen voor
contractmanagement, factureringscontroles, werkinstructies, communicatie en wat
dies meer zij. Ook de betreffende aanbieders moeten, ieder voor zich, voor de
aanbesteding aan de bak. Sommigen huren hiervoor externe krachten in of nemen
extra personeel aan om de aanbestedingsprocedure en alle bijkomende
werkzaamheden, verplichtingen en administratieve handelingen te kunnen bolwerken.
En dat dus 28 keer, in het geval van Hulp bij het huishouden.
De fractie van de SP wil een overzicht van de totaalkosten van de gehele
aanbestedingsprocedure voor Hulp bij het huishouden (Inkoop Wmo 2017-2020)
bestaande uit de totaalkosten die zijn gemaakt door de gemeente en de totaalkosten
die zijn gemaakt door alle 28 individuele gegunde aanbieders Hulp bij het
huishouden.
! https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2016-241. html
2 https://www.amsterdam.nl/zorgprofessionals/wmo-documenten/hulp-huishouden/
3 https://www.nre.nl/nieuws/2017/05/03/wat-zoekt-een-zorgondernemer-uit-een-ander-land-hier-8667487-
21557077
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jo Gemeenteblad
Datum 26 juni 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 10 mei 2017
Gezien het vorenstaande heeft het lid Duijndam, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Welke kosten zijn in totaal gemaakt door de gemeente voor de aanbesteding van
28 aanbieders Hulp bij het huishouden voor de periode 2017-2020? Wil het
college de bedragen uitsplitsen in categorieën (bijvoorbeeld juridische kosten,
administratieve kosten, organisatiekosten, onderzoekskosten, personeelskosten
intern en extern en overheadkosten)?
Antwoord:
De kosten die totaal gemaakt zijn door de gemeente betreffen de aanbesteding
AIS 2016-0032 Ao, Db, Kv, Hbh, Ta; Inkoop Ambulante ondersteuning,
Dagbesteding, Kortdurend verblijf, Hulp bij huishouden, en Trekker Alliantie.
Hulp bij het huishouden is één van de vijf percelen uit deze aanbesteding.
Kosten die voor deze inkoopprocedure zijn gemaakt kunnen niet naar de
verschillende percelen worden gespecificeerd.
Voor de inkoop 2017-2020 zijn drie bijeenkomsten gericht op alle producten:
Ambulante ondersteuning, Dagbesteding, Kortdurend verblijf, Hulp bij het
huishouden en Wijkzorg (Trekker allianties) georganiseerd.
— Organisatiekosten 3 bijeenkomsten voor potentiële aanbieders € 36.562,
(OJZ)
— Juridische kosten € 10.000 (Leadbuyer Sociaal)
— Aanbestedingskosten ca. € 23.350 ( personele inzet leadbuyer Sociaal).
— Personele inzet afdeling OJZ t.b.v. inhoud inkoopprocedure ca. € 100.000
Deze gemaakte kosten (€ 169.912) zijn 0,10 % van de totale opdrachtwaarde
(€ 166.310.000) van deze aanbesteding
Perceel 1 Ambulante ondersteuning 48,6 miljoen euro
Perceel 2 Dagbesteding 41,51 miljoen euro
Perceel 3 Kortdurend verblijf 1,1 miljoen euro
Perceel 4 Hulp bij het huishouden 71,9 miljoen euro
Perceel 5 Trekker Alliantie 3,2 miljoen euro
2. Welke kosten zijn in totaal gemaakt door de 28 individuele aanbieders Hulp bij het
huishouden voor de gunning bij de gemeentelijke aanbesteding voor de periode
2017-2020? Wil het college deze bedragen eveneens uitsplitsen in categorieën
(zie vraag 1)?
Antwoord:
Zicht op gemaakte aanbestedings- of overheadkosten van aanbieders is niet
voorhanden. Wij zijn niet op de hoogte over de wijze waarop aanbieders invulling
geven aan deelname aan of inschrijven op de aanbesteding. De ervaring leert dat
inschrijvers de informatie met betrekking tot en in hun inschrijvingen als
vertrouwelijk aanmerken. Informatie over dergelijke kosten zou er toe kunnen
leiden dat bedrijfsvertrouwelijke informatie bekend wordt gemaakt.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Ze Juni 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 10 mei 2017
3. Hoe financieren de 28 gegunde zorgaanbieders hun totale kosten voor
aanbesteding? Reserveren zij hiervoor, direct of indirect, een deel van het door
de gemeente betaalde tarief van € 217,80 per cliënt per vier weken? Graag een
toelichting.
Antwoord:
Zie voorgaande antwoord bij 2. In het tarief zijn inderdaad ook de
organisatiekosten meegenomen.
4. Uit welk budget worden de kosten van de gemeente voor de aanbesteding
gefinancierd? Graag een toelichting.
Antwoord:
Bij deze aanbesteding zijn vanuit de leadbuyer Sociaal inkopers betrokken die
onderdeel uitmaken van de formatie van de rve Subsidies en Inkoop Sociaal en
de rve die opdrachtgever is voor de inkoopprocedure, in deze rve OJZ.
De formatie wordt gedekt uit algemene middelen. Met de introductie van
het nieuwe Bbv (Besluit Begroting en Verantwoording) worden deze kosten
als indirecte kosten in de begroting toegerekend aan de diverse
begrotingsprogramma’s.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
2022-042749 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
Griffie
Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
% Amsterdam PRE se eng 209 °
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt 13
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
initiatiefvoorstel ‘Meertaligheid in het onderwijs’ van de voormalig leden Blom, Yilmaz en De
Fockert.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van bijgevoegd initiatiefvoorstel en de bestuurlijke reactie
Wettelijke grondslag
Artikel 76 reglement van orde gemeenteraad en raadscommissie Amsterdam
Bestuurlijke achtergrond
n.v.t.
Reden bespreking
op verzoek van indieners
Uitkomsten extern advies
n
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.9 1
VN2022-042749 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en
Griffie % Amsterdam _ ‚ ‚ B
% Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel Meertaligheid in het Onderwijs.pdf
AD2022-117161
(pdf)
AD2022-117156 Commissie OZA Voordracht (pdf)
Initiatiefvoorstel d_d_ 22 november 2021 Meertaligheid in het
AD2022-117162 8
onderwijs.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
meer informatie bij de fracties van DENK en GL
Gegenereerd: vl.9 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2012
Afdeling 1
Nummer 979
Publicatiedatum 7 december 2012
Ingekomen onder R
Ingekomen op woensdag 7 november 2012
Behandeld op woensdag 7 november 2012
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Shahsavari-Jansen, mevrouw Ulichki, de heer
Poorter, mevrouw Alberts en de heer Benjamin van 2 november 2012 inzake
de toekomst van woon- en dagcentrum Guldenhof (snelle en duurzame oplossing via
mediation).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de raadsleden mevrouw Shahsavari-
Jansen, mevrouw Ulichki en de heer Poorter van 2 november 2012 inzake de
toekomst van woon- en dagcentrum Guldenhof (Gemeenteblad afd. 1, nr. 915);
Overwegende dat:
— 28 kwetsbare jongeren met verstandelijke beperkingen en gedragsstoornissen al
maanden in onzekerheid zitten doordat stadsdeel Oost gaat handhaven op het
volgens het vigerende bestemmingsplan niet legaal zijn van hun woonplek in
woon- en dagcentrum Guldenhof;
— dit buiten de schuld ligt van deze jongeren en hun ouders door het handelen van
de verantwoordelijke zorginstelling [Ons Tweede Thuis (OTT)]:
— de jongeren en hun ouders hier niet de dupe van mogen worden;
— erin de regio Amsterdam een tekort is aan intramurale plekken voor deze
categorie kwetsbare jongeren;
— de burgemeester en de wethouder Zorg aangekondigd hebben een poging tot
‘mediation’ te ondernemen ten einde tot een bevredigende oplossing te komen
voor deze jongeren,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— er bij OTT op aan te dringen verantwoordelijkheid te nemen voor de gemaakte
fouten en OTT te vragen op welke verantwoorde wijze zij de betrokken jongeren,
ouders, omwonenden en het stadsdeel tegemoet kunnen komen om de ontstane
onrust te adresseren;
— vóór 1 januari 2013 de raad te berichten over het al dan niet slagen van de
mediationpoging;
1
Jaar 2012 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 979 Motie
Datum 7 december 2012
— _ wanneer de mediation voor deze datum niet slaagt en dus niet tot een
bevredigende oplossing leidt, zo snel mogelijk alle benodigde besluiten aan de
raad voor te leggen ten einde het feitelijk gebruik van het Guldenhof op centraal-
stedelijk niveau juridisch mogelijk te maken.
De leden van de gemeenteraad,
M.D. Shahsavari-Jansen
F. Ulichki
M.F. Poorter
R. Alberts
B.P. Benjamin
2
| Actualiteit | 2 | train |
VN2021-001019 X Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F EF D
directie middelen en Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
control % Amsterdam
Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Financiën
Agendapunt A
Datum besluit College van B en W 15 december 2020
Onderwerp
Vaststellen van de beleidsnota Activeren, waarderen en afschrijven 2021 en de Afschrijvingstabel
2021
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht ‘Vaststellen van de beleidsnota
Activeren, waarderen en afschrijven 2021 en de Afschrijvingstabel 2021’.
Wettelijke grondslag
Artikel 212 van de Gemeentewet. Dit artikel bepaalt dat de raad bij verordening de uitgangspunten
voor het financiële beleid, voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële
organisatie vaststelt. Dit is in Amsterdam de Financiële verordening 2017 waarin is vastgelegd dat
voor waarderen, activeren en afschrijven een afzonderlijke beleidsnota wordt opgesteld.
Bestuurlijke achtergrond
In de Financiële verordening 2017 is vastgelegd dat over waarderen, activeren en afschrijven een
afzonderlijke beleidsnota wordt opgesteld. Ook is in de verordening bepaald dat de benoemde
beleidsnota's vier jaarlijks worden geëvalveerd. Dat heeft voor het laatst plaatsgevonden in 2017.
De voorliggende nota en afschrijvingstabel zijn geactualiseerd, en daarbij is meegenomen de
gewijzigde richtlijn van de commissie Besluit begroting en verantwoording (Commissie BBV) over
materiële vaste activa.
Reden bespreking
Niet van toepassing
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.8 1
VN2021-001019 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen,
directie middelenen $%@ Amsterdam ‚ ‚ ‚ ‚
Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
control %
Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021
Ter advisering aan de raad
AD2021-003917 Afschrijvingstabel 2021.pdf (pdf)
AD2021-003919 Beleidsnota activeren waarderen afschrijven 2021.pdf (pdf)
AD2021-003912 Commissie FED Voordracht (pdf)
voordracht _gemeenteraad_beleidsnota_ Activeren waarderen afschrijven
AD2021-003916
2021.docXx (msw12)
AD2021-003918 waswordt beleidsnota Activeren waarderen afschrijven 2021.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Miriam Dorlandt, 0683631172, [email protected] Willie van Alst, 0610965294,
w.van.alst®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 876
Datum akkoord college van b&w van 18 juli 2017
Publicatiedatum 19 juli 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Vink, Hammelburg en Flentge
van 23 mei 2017 inzake nieuwe ruimte voor woningbouw door het “optoppen" van
woningen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Op 11 mei 2017 werd in Rotterdam het boek “Licht verdicht” gepresenteerd door
Fred Schoorl (directeur van de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus
(BNA)), Patrick van 't Klooster (directeur van het Architectuurcentrum van Rotterdam
(AIR)) en architect Marc Ibelings. In het boek komen de resultaten in beeld van
ontwerpateliers die onderzoek deden naar mogelijkheden om bestaande, vooral
naoorlogse Rotterdamse bouw te verdichten door er met lichte constructies een of
meer lagen bovenop te zetten. In de publicatie komen verschillende mogelijkheden
van dit ‘optoppen” aan bod. Daarmee kan extra ruimte in de bestaande stad worden
gevonden voor woningbouw en kunnen gebouwen uit vooral de wederopbouwperiode
mogelijk behouden blijven.
Ook voor Amsterdam is verdichting van groot belang. De stad blijft groeien en er ligt
een belangrijke opgave voor de stad om ruimte te maken voor alle woningzoekenden
in de stad en te zorgen voor voldoende woningen. College en raad hebben die
opgave omarmd met Koers 2025, inclusief de afspraak 50.000 nieuwe woningen te
bouwen tot 2025. In Koers 2025 zijn diverse locaties en uitwerkingen opgenomen.
Bovendien heeft de raad via moties een aantal toevoegingen aangenomen.
De fracties van D66 en SP laten zich graag inspireren door de positieve resultaten
van het Rotterdamse onderzoek. Extra woonruimte via het toevoegen van nieuwe
woonlagen bovenop bestaande gebouwen kan bijdragen aan de vitaliteit, diversiteit
en dichtheid van wijken en buurten. Bovendien kan het de hoeveelheid noodzakelijke
nieuwe ruimte voor woningbouw verkleinen en daarmee de druk op groen verlichten.
Gezien die resultaten, de discussie in Rotterdam en de verdichtingsopgave in
Amsterdam, zien indieners reden om het college te vragen ook hier een dergelijk
verkennend onderzoek op te pakken voor gebouwen die geen bijzondere
cultuurhistorische betekenis hebben. Uit dat onderzoek kunnen dan ook kansen en
belemmeringen (bouwkundig, bestemmingsplantechnisch of anderszins) in beeld
komen die hierbij mogelijk in Amsterdam spelen. Daartoe behoren naar verwachting
ook directe effecten (w.o. schaduw en lichtinval) op het woongenot van bewoners van
woningen nabij “opgetopte” gebouwen, alsmede aanbevelingen over het betrekken
van bewoners in buurten waar dit zou kunnen spelen.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Je Gemeenteblad
Datum 19 juli 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 mei 2017
Gezien het vorenstaande hebben de leden Vink, Hammelburg, namens de fractie van
D66, en het lid Flentge, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van
het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke
vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van het boek “Licht Verdicht' en de
mogelijkheden die daarin beschreven worden voor verdichting door “optopping" in
Rotterdam?
Antwoord:
Het college is op de hoogte van het feit dat er in Rotterdam een ontwerpstudie
onder de naam “Licht verdicht” is verricht naar de mogelijkheden voor optoppen.
De achtergronden van deze ontwerpstudie zijn bekend bij het college. Wel merkt
het college op dat er op dit gebied belangrijke verschillen zijn tussen Amsterdam
en Rotterdam.
De achtergrond in Rotterdam is als volgt te schetsen. Het basisplan Wederopbouw
Rotterdam uit 1946 is gebaseerd op scheiding van functies waarbij het centrum
bestemd werd voor voornamelijk werken, ook wel aangeduid als cityvorming. Dit
plan is decennialang bepalend geweest voor de stedenbouwkundige en
architectonische vorm van Rotterdam. Het Rotterdamse centrum kent tot op de
dag van vandaag daardoor relatief weinig woningen. Het Rotterdamse bestuur
streeft er dan ook naar om woningen in het centrum te realiseren. Deze ambitie en
het streven om karakteristieke naoorlogse gebouwen te behouden, spelen een
belangrijke rol bij de ontwerpstudie “Licht verdicht”. Uit de BNA website over “licht
verdicht” blijkt dat veel van de naoorlogse gebouwen in het centrum van
Rotterdam draagconstructies hebben die het mogelijk maken om gebouwen op te
toppen en bovenop het bestaande gebouw functies toe te voegen. Omdat
hierdoor de karakteristieke naoorlogse bebouwing kan blijven bestaan, wordt
optoppen een voor de hand liggende optie genoemd.
Voor de ontwerpstudie “licht verdicht” zijn drie leeggekomen (niet-woon)-
gebouwen in Rotterdam geselecteerd: gebouwen: 1. kantoren GGD en
Keuringsdienst van Waren (Schiedamsedijk), 2 kantoorgebouw Weenapoint
(Kruisplein) en 3. voormalige bioscoop Lumière (Lijnbaan). De resultaten van de
studie zijn geen kant en klare ontwerpen, maar voorbeelduitwerkingen die laten
zien dat verdichting mogelijk is met behoud van de bestaande naoorlogse
gebouwen.
De (historische) context in Amsterdam is echter een geheel andere dan de
Rotterdamse. Het Amsterdamse centrum heeft veel functiemenging en een
belangrijke woonfunctie en deze is in tegenstelling tot Rotterdam altijd goed
bewaard gebleven. Ook het naoorlogse cityvormingsproces heeft hierdoor veel
minder invloed gehad op Amsterdam. Wel zijn de Weesper- en Wibautstraat
restanten van dit cityvormingdenken. Het is niet geheel toevallig dat juist aan deze
straten met veel naoorlogs vastgoed recent succesvolle optoppingsprojecten
daadwerkelijk konden worden uitgevoerd:
e Het Trouwgebouw (1969) in combinatie met de Parooltoren (1976), beide
krantengebouwen zijn verbouwd tot StudentHotel. Op het Trouwgebouw zijn
daartoe twee verdiepingen toegevoegd.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Je Gemeenteblad R
Datum 19 juli 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 mei 2017
e Jan Bommerhuis — gebouwd in 1961 als kantoor — wordt thans verbouwd tot
vrije sector huurwoningen. Hierbij is de bovenste laag gesloopt waarna er drie
woonlagen zijn toegevoegd.
2. Indieners zijn zich ervan bewust dat er veel werk wordt verzet om de ambities en
gemaakte afspraken in het kader van Koers 2025 waar te maken. Toch zien
indieners ruimte voor het doen van een verkennende studie in Amsterdam naar
“optopping”, zeker wanneer — net als in Rotterdam — BNA hiervoor wordt benaderd
en BNA dit vervolgens actief zou willen oppakken. Is het college dit met de
indieners eens?
Antwoord:
De zoekgebieden voor verdichting in het kader van Koers 2025 liggen vooral
buiten het centrum en voor een groot deel in de naoorlogse gebieden waar de
corporaties veel woningbezit hebben. Binnen de gemeente Amsterdam is er de
afgelopen decennia ervaring opgedaan met het optoppen van woningcomplexen.
Ook is er onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en effecten van optoppen op
bestaande woningcomplexen. Het gaat dan om een rapport van de toenmalige
Stichting Experimenten Volkshuisvesting (SEV) “Gereedschappen voor
herontwikkeling. Optoppen, het toevoegen van dakwoningen aan naoorlogse
flatwoningen” uit 1995 en een gemeentelijke evaluatie naar een tijdelijke
subsidieregeling (subsidiebijdragen ‘extra impuls’ op basis van het
Raamraadsbesluit 1995) waarbij in 2000 drie experimenten met oplagen zijn
geëvalueerd. Die ervaringen en uitkomsten (zoals tevens zijn genoemd in de
hierboven vermelde brief van van toenmalige wethouder van Poelgeest aan de
gemeenteraadscommissie BWK). zijn niet positief. Optoppen blijkt in Amsterdam
een dure en complexe ingreep, zowel bouwkundig als procesmatig. Voor
corporaties blijken dergelijke ingrepen niet kostendekkend.
De context van het optoppen bij woningcomplexen blijkt in de praktijk namelijk een
geheel andere dan die bij niet-woongebouwen, zoals in de geschetste voorbeelden
uit Rotterdam en Amsterdam. Zo is de bouwkundige constructie van na-oorlogse
woningbouw veel minder geschikt voor optoppen dan die van ander naoorlogs
vastgoed zoals kantoren. Veel van de naoorlogse corporatiebouw
(portieketagewoningen) in Amsterdam kent bovendien geen lift. Het toevoegen van
woningen door middel van optoppen maakt het plaatsen van een lift vrijwel altijd
noodzakelijk, omdat deze verplicht is boven de vierde verdieping. Dat is een
kostbare en ingewikkelde ingreep voor een beperkt aantal woningen. Daarnaast is
optoppen niet altijd haalbaar omdat de fundering de extra belasting daarvan niet
kan dragen. Voor corporaties geldt daarbij dat de investeringen voor optoppen niet
gedekt kunnen worden uit (toekomstige) huuropbrengsten. Dat maakt dat
optoppen voor corporaties vrijwel altijd een onrendabele investering is. Bovendien
is optoppen in bewoonde toestand vanuit praktisch oogpunt vrijwel onmogelijk,
mede omdat 70% van de bewoners akkoord moet gaan met het (individuele)
renovatievoorstel.
De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWGC) heeft onlangs
aangegeven dat de corporaties overtuigd zijn van de noodzaak tot een verdere
verdichting van de stad om te voorzien in de groeiende woningbehoefte. Naast de
Koers 2025 gebieden willen zij ook nadrukkelijk kijken naar die locaties waar
corporaties met hun bezit reeds aanwezig zijn. Een studie naar alleen de
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Je Gemeenteblad R
Datum 19 juli 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 mei 2017
mogelijkheden voor optoppen is volgens AFWG echter te beperkt. Het van tevoren
focussen of benadrukken van één methode, naast andere methoden als uitplinten,
aandikken, bijbouwen, overbouwen, sloop/nieuwbouw, etc, kan juist
blikvernauwend en uiteindelijk contraproductief werken. Vanuit stedenbouw,
kostentechnisch en bouwkundig opzicht moet worden bezien welke methode het
meest geschikt is op de betreffende locatie voor huidige en toekomstige bewoners.
En hierover meldt de AFWC dat: “Daarbij moet direct moet worden aangemerkt dat
optoppen, zo leert de Amsterdamse ervaring, in vele gevallen, niet het beste
volkshuisvestelijke en economische resultaat oplevert ”.
Het college is gezien bovenstaande van mening dat het nu verrichten van een
verkennende (ontwerp)studie naar optoppen, waarin het accent ligt op vormgeving
(stedenbouwkundig/architectonisch), niets zal toevoegen aan de eerder verrichte
onderzoeken en de kennis en ervaring met optoppen en verdichten in Amsterdam.
3. Is het college het eens met de fracties van D66 en SP dat “optopping” ook voor
Amsterdam mogelijk kansen biedt die kunnen helpen om de stad te verdichten,
de vitaliteit van buurten en wijken te versterken en groen te ontzien?
a. Zo ja, is het college bereid om dit jaar een verkennende studie te (laten)
verrichten naar verdichting door middel van nieuwe woonlagen op bestaande
bouw (zonder bijzondere cultuurhistorische betekenis)? Is het college bereid
actief te helpen zoeken naar mogelijke studielocaties? En is het college bereid
om de BNA hiervoor te benaderen om dit samen met de gemeente en in
het verlengde van het eerdere Rotterdamse onderzoek op te pakken? En kan
het college het resultaat voor het einde van het jaar aan de raad aanbieden”?
b. Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college is het eens met de indieners van de vragen dat optoppen een van de
methoden kan zijn om de stad te verdichten. Zoals hierboven is aangegeven
constateert het college echter ook dat optopping voor Amsterdam slechts in
beperkte mate en voor slechts voor bepaalde gebouwen kansen kan bieden.
Het college ziet ook dat deze kansen, daar waar deze zich voordoen binnen de
huidige marktomstandigheden, al worden opgepakt door vastgoedeigenaren.
Het gaat dan op dit moment, net als in Rotterdam, vrijwel altijd om het toevoegen
van woonlagen bij de transformatie van niet-woongebouwen (kantoren etc} tot
woonruimte. Waar mogelijk zal de gemeente de mogelijkheden voor optoppen
stimuleren en faciliteren, ook door te verwijzen naar Amsterdamse en Rotterdamse
onderzoek. Verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en vormgeving in lijn met
de bestaande cultuurhistorische waarden is daarbij het uitgangspunt. Dit is ook
aangegeven in een eerder antwoord van het college op motie 1239 van de raad in
2016 inzake de begroting 2017.
Het college is van mening dat er geen nieuwe omstandigheden zijn op basis
waarvan nieuwe studies, onderzoeken nieuwe inzichten zullen bieden. Ook heeft
de gemeente geen mogelijkheden om optoppen van gebouwen richting
vastgoedeigenaren af te dwingen. Gezien de hier gegeven onderbouwing vindt het
college het niet zinvol om een dergelijke verkennende (ontwerp) studie te laten
verrichten. Gezien dit standpunt kunnen de overige gestelde vragen hier
onbeantwoord blijven.
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer do ui 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 mei 2017
4. “Optopping” biedt volgens de indieners onder meer kansen om woonwijken met
een eenzijdig woningbestand meer divers te maken. Het toevoegen van woningen
bovenop bestaande woningen (en mogelijk ook industriële gebouwen,
maatschappelijk vastgoed etc.) kan de diversiteit van het aanbod en mogelijk ook
de doorstroommogelijkheden in dergelijke wijken vergroten en eraan bijdragen
dat tekorten op de woningmarkt worden verkleind. Is het college het met indieners
eens op dit punt? Graag een toelichting op het antwoord.
Antwoord:
Het college is het op dit punt eens met de indieners. Het initiatief ligt echter bij de
vastgoedeigenaren die de kans tot optoppen ook grijpen indien er (financiële)
mogelijkheden zijn. De gemeente zal zich hierbij inspannen om de mogelijkheden
goed te benutten en een stimulerende en faciliterende rol vervullen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
Van:
Verzonden: zondag 28 april 2019 00:39
Aan: info @ gemeenteraad.amsterdam.nl
Onderwerp: Onacceptabel: anti-homogeweld Hilversum
Hieronder mijn e-mail aan de gemeenteraad Hilversum. Hopelijk is wat ik schrijf over onze
Gemeente inderdaad waar - ik geloof dat maar wil u de inhoud van mijn schrijven aan
Hilversum niet onthouden.
Geachte griffier van de gemeenteraad Hilversum,
Hieronder een - naar mijn mening - huiveringwekkend verslag van gebeurtenissen in
bovengenoemd etablissement op Koningsdag 2019.
Graag nota nemen van de chronologische volgorde van gebeurtenissen en vergeet u daarbij
niet de traumatische ervaring van het slachtoffer. Bent u echt een provinciestad met de normen
van agrariërs - of erger?
Zojuist aangifte gedaan bij de politie, van mishandeling: mijn partner is in deze kroeg op
Koningsdag 2019 geschopt en geslagen vanwege zijn geaardheid. Hij had onze hond bij zich
en ze vonden het nodig om haar ook maar even een paar schoppen te geven. Gelukkig weet
mijn partner precies wie de daders zijn en hun signalementen. Ben zelf alleen nog even langs
geweest om te kijken hoe dit ding eigenlijk heet, want dat wist hij niet meer. Foute, neonazi
achtige sfeer hangt er, bah!
Update over de mishandeling in Café Bravour's Hilversum: er is ook nog sprake van beroving
want mijn partner mist een gouden ketting. Dus behalve mishandeling ook nog beroving, onder
toeziend oog van de eigenares. Ziet er niet best uit voor Café Bravour's Hilversum. Ben
benieuwd wat de politie gaat doen. Zoals gezegd, hij kent elk smoelwerk. Wordt vervolgd.
Laatste nieuws over Café Bravour’s Hilversum: ze zijn buiten alles wat hieronder is geschreven
ook racistisch (inclusief eigenares): “Where do you come from?” “ From Poland” is genoeg
reden om met meerderen tegelijk iemand te lijf te gaan. Lekker hoor, flinke jongens!
Hlafbekkent#cafebravourshilversum #antinomogeweld #dierenmishandeling #racisme
Ik wil weten wat u, als Gemeente, hieraan gaat doen. Dit is onacceptabel en naar mijn mening
is de enige oplossing de sluiting van dit café.
Een kopie van deze mail gaat naar de gemeente Amsterdam, waaraan u een voorbeeld kunt
nemen, want u heeft blijkbaar uw zaken niet op orde waar de gemeente Amsterdam deze wél
op orde heeft!
In afwachting van uw zeer spoedige reactie.
Met vriendelijke groet,
Wellicht ten overvloede maar voor de zekerheid: ik verwacht van geen actie of reactie van de
gemeente Amsterdam. Is puur ter informatie omdat ik onze Gemeente in onderstaande mail in
positieve zin benoem. Ik vond dat nodig, om een voorbeeld te stellen. Het was verder een
verschrikkelijke ervaring in Hilversum. Graag uw begrip hiervoor en ik laat het hierbij.
| Raadsadres | 1 | val |
AAN DE GEMEENTERAAD VAN AMSTERDAM - T.A.V. Burgemeester Cohen. :
Ond:handhaving tarieven en verordeningen inzake Waterlevering. |
Doordat de gemeente de afhandeling van waterfacturering in handen van Waternet heeft gegeven,
zijn de burgers vogelvrij verklaard voor allerlei tariefsverhogingen die bovenop de buitensporige OZB-
verhogingen komen.
De verordeningen die grenzen stelien aan de levering aan onberneterde panden, tariferingen die ook
op de eigen site voorkomen zijn bij het personeel onbekend. Burgers worden bedreigd met afsluiting
als zij niet betalen. Bestuurswetten(tariefsverhogingen per een bepaalde datur) worden met
voeten getreden.
ONDERGETEKENDE VERZOEKT DE RAAD TE BEVESTIGEN DAT 434,02 EURO Píjr PER AANSLUITING
HET MAXIMALE TARIEF IS VOOR ONBEMETERDE WATERLEVERING EN WATERNET TE GELASTEN ZICH L
HIERAAN TE HOUDEN>
Aan Waternet |
Ond: Foutieve facturering 3x
Max Tarief onbemeterd. |
In uw brief van 14 September gaat U (opnieuw)niet |
in op de bezwaren van de VVE tegen uw facturering. |
Voor ons was een jaarlijkse aanslag vastgesteld van ‘
circa 650 Euro{al te hoog cf uw bijgaande tarieven!) |
Nu probeert U dit bedrag tussentijds te verdubbelen, |
door het bovenhuis voor het eerst in 50 jaar apart te |
nemen. a
Onze bezwaren zijn drieledig: u
1) Eris slechts een aansluiting onbemeterd. | |
2) U weigerde tot dusverre te bemeteren of had | |
geen tijd | |
3) U kunt de VVE dus maximaal 454 p/ir |
berekenen{(Zie ook de gemeenteverordening) |
Laat staan het drievoudige? |
U stelt dat telefonisch op deze punten vragen kunnen |
worden gesteld. Uw medewerkers kunnen echter niet |
verklaren waarom Waternet zich niet aan de regels |
houdt.
Graag een juridisch houdbaar schriftelijk |
antwoord;een afschrift van deze brief stuur ik naar
de Wethouder Bedrijven van de gemeente |
Amsterdam. Indien U mij blijft bedreigen met |
afsluiting zal ik mij tot de rechter wenden. |
Hoogachtend, |
Tarieven huishoudens zonder watermeter per 1 juli |
2008 |
De nieuwe tarieven voor huishoudens zonder watermeter zijn bekend (zie |
tabel hieronder). Deze tarieven gaan in per 1 juli 2008. |
Tarieven per Ì juli 2008 voor niet-bemeterd huishoudelijk en |
zakelijk gebruik per jaar | |
Aantal Bedrag Bedrag Bedrag Totaal Totaal
eenheden water belasting BTW EXC.
BTW/
1 € 41,34 €000 €248 €41,34 € 43,82
2 € 82,68 €4,26 €5,22 €86,94 € 92,16 |
3 € 124,02 €897 €7,98€132,996 140,97 | |
4 € 165,36 €13,68 € 10,74€ 179,04E€ 189,78
5 € 206,70 €18,54 € 13,51€ 225,24€ 238,75
6 € 248,04 € 23,26 € 16,28€ 271,30€ 287,58 |
7 € 289,38 €27,97 € 19,04E€ 317,35€ 336,39 |
8 € 330,72 €32,68 € 21,80€ 363,40€ 385,20 |
9 € 372,06 €37,39 € 24,57/€ 409,45 434,02
Hoe gaat dat met betalen? |
U betaalt deze tarieven vanaf 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009, ook als |
u een machtiging tot automatische incasso heeft afgegeven.
Twee ingangsdata voor nieuwe tarieven
De tarieven voor drinkwater worden elk jaar in december vastgesteld. |
Voor huishoudens met watermeter gaan de nieuwe tarieven per Ì januari |
in. Voor huishoudens zonder watermeter gebeurt dat altijd pas in juli, in |
verband met de huurwijzigingen die altijd in juli plaatsvinden. Zodra de | |
nieuwe tarieven zijn vastgesteld worden deze op onze website
gepubliceerd,
HEEEL EEEEELEELT HEET AEEEEELEELELEELE LHE |
OEEEEEEEELEEE HOEEEEEEAELEETT |
| Raadsadres | 5 | train |
Bezoekadres
2 Gemeente Bezoele
Amsterda m 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
2x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 12 februari 2019
Ons kenmerk
Behandeld door Erik Bijsterbosch ([email protected])
Vivan de Bruijn (v.de.bruijn@®amsterdam.nl)
Bijlage 1. Motie 774
Onderwerp Reactie op motie 774 van raadslid Van Renssen (GroenLinks) getiteld “Green Living
Lab”
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 19 september 2018 heeft uw raad bij de behandeling
van de actualiteit inzake het terrein rond de Green Living Lab en de kap van bomen op de
voormalige Schoolwerktuinen (SWT) van de VU motie 774 van raadslid Van Renssen (GroenLinks)
aangenomen, waarin het college wordt gevraagd om:
1. Het VUmc dringend te verzoeken alleen bomen en ander groen te kappen als dat strikt
noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het terrein;
2. Het VUmc dringend te verzoeken een herinventarisatie te maken van de houtopstanden
en daarbij te evalueren wat voor de ontwikkeling van het terrein gekapt dient te worden
en wat behouden kan blijven;
3. Daarbij een onderscheid te maken tussen de middellange termijn (de komende 5 jaar) en
de lange termijn (tot 2030)
Hierbij stuurt het college v de beantwoording op motie 774. De beantwoording is in samenspraak
met de VU opgesteld, omdat zij grondeigenaar is van de SWT. Per abuis staat VUmc in de motie
waar de VU bedoeld wordt.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 12/02/2019
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Ad 1. Het VUmc dringend te verzoeken alleen bomen en ander groen te kappen als dat strikt
noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het terrein.
Op 5 september 2014 is een kapvergunning afgegeven voor de kap van 132 bomen en het
verplanten van 13 bomen. De vergunning is onherroepelijk en onbeperkt geldig.
Bij de levering van de grond van de gemeente aan de VU is afgesproken dat de VU voorafgaand
aan de kap melding maakt bij de OmgevingsDienst (OD) en dat de bomen volgens het ‘just-in-
time’ principe worden gekapt. Deze afspraak is nogmaals met de VU besproken en door de VU
bekrachtigd.
Om het Labgebouw te realiseren is de kap van bomen noodzakelijk. Het werkterrein is zo optimaal
mogelijk ingericht en gezamenlijk met de VU zijn verdere optimalisaties verkend. In het huidige
voorstel blijven veel bomen nog langere tijd staan.
Ad 2. Het VUmc dringend te verzoeken een herinventarisatie te maken van de houtopstanden
en daarbij te evalueren wat voor de ontwikkeling van het terrein gekapt dient te worden en
wat behouden kan blijven.
De herinventarisatie door de VU heeft niet tot nieuwe inzichten geleid. De VU heeft toegezegd om
het gedeelte aan de westzijde van het perceel publiek toegankelijk te houden, mits de veiligheid
dit toelaat. Er is ook onderzocht of de fruitbomen die gekapt worden, eventueel door
buurtbewoners opgehaald zouden kunnen worden, maar door de staat van de bomen zullen deze
een verplaatsing niet overleven.
Ad 3. Daarbij een onderscheid te maken tussen de middellange termijn (de komende 5 jaar) en
de lange termijn (tot 2030).
Omdat volgens het ‘just-in-time' principe wordt gekapt, wordt per moment bekeken welke bomen
gekapt dienen te worden. Zo wordt voorkomen dat er onnodig bomen worden gekapt.
De VU gaat prudent met de aanwezige bomen om, maar het kappen van deze bomen is op termijn
een noodzakelijk onderdeel van de gebiedsontwikkeling. Nieuw groen en waterberging zal in
ruime mate worden aangelegd. Op de campus door de VU en in de omgeving door de gemeente.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Hoogachtend,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
/
(oe C
Ud ck
Weth anciën, Economische Zaken en Zuidas
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering 10 mei 2023
Ingekomen onder nummer 217
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Von Gerhardt inzake woningdelen onder statushouders
bij geschikte woning.
Onderwerp
Woningdelen onder statushouders bij geschikte woning.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over raadsinformatiebrief over de verdeling van de 1800 woningen van het
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen in 2023
Constaterende dat:
-_ Reguliere woningzoekenden er in de sociale huursector niet meer tussenkomen: de ge-
middelde wachttijd voor een sociale huurwoning stijgt al jaren en was in 2021 gemiddeld
10 jaar;
-_ Woningdelen bij het toewijzen van sociale huurwoningen aan statushouders momenteel
niet voorkomt, maar zij altijd zelfstandige woonruimte krijgen aangeboden.
Overwegende dat:
-_ Woningdelen in Amsterdam onder alleenstaanden heel gewoon is;
-___De schaarse woningruimte optimaal moet worden benut.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Alleenstaande statushouders bij het toewijzen van een sociale huurwoning deze te laten delen met
andere alleenstaande statushouders als de woning daarvoor geschikt is.
Indiener,
M.S. Von Gerhardt
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 38
Datum akkoord 29 januari 2015
Publicatiedatum 30 januari 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 5 januari
2015 inzake een eigen bijdrage voor de woon- en vervoersvoorzieningen.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
Voor woon- en vervoersvoorziening(-en) wordt vanaf 18 mei 2015 een eigen bijdrage
berekend. De hoogte hiervan wordt berekend door het Centraal Administratie Kantoor
(CAK). In de conceptbrief van de gemeente over de invoering en berekening van
deze eigen bijdrage die is bedoeld voor de Amsterdammers die gebruikmaken van
woon- en vervoervoorzieningen, staat dat het CAK 3 maanden na de invoering van
de eigen bijdrage met de berekening komt. Dit zou te maken hebben met het feit dat
het CAK ten minste 12 weken nodig heeft voor het maken van de berekening.
Mensen hoeven ook pas in augustus de factuur over de maanden mei t/m juli hoeven
te verwachten. Zij zullen dus met terugwerkende kracht de eigen bijdrage moeten
ophoesten.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 5 januari 2015, namens de fractie
van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Volgens genoemde brief kunnen mensen op de site van het CAK een
proefberekening maken van hun eigen bijdrage, zodat ze enigszins rekening
kunnen houden met wat ze in augustus dienen te betalen. Aangezien veel
mensen thuis geen internet hebben of daar moeilijk mee kunnen omgaan, is
mensen verwijzen naar een site niet de oplossing. is het college dat met de fractie
van de SP eens? Kan het college haar antwoord toelichten?
Antwoord:
De brief is opgesteld met als uitgangspunt dat een groot deel van de
Amsterdammers internet heeft. Voor hen die geen internet hebben of hier niet
mee om kunnen gaan, beschikt het CAK over een callcenter dat mensen
telefonisch kan helpen bij het invullen van de rekenmodule. In de brief is het
telefoonnummer van het CAK vermeld. Daarnaast kan de Wmo Helpdesk en
indien nodig de BackOffice Wmo van de gemeente cliënten toelichten hoe ze de
rekenmodule moeten invullen. Door bovengenoemde mogelijkheden worden
Amsterdammers met vragen en/of ondersteuningsverzoeken goed geholpen.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing 5 Gemeenteblad R
Datum 30 januari 2015 Schriftelijke vragen, maandag 5 januari 2015
2. Is het college het met de fractie van de SP eens dat betalen achteraf voor cliënten
lastig kan zijn? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Het klopt dat volgens de huidige dienstverlening van het CAK cliënten na
verstrekking van een voorziening bij de eerste eigen bijdrage factuur, twee á drie
zorgperioden in één keer moeten betalen. Het college is het met u eens dat dit
inderdaad heel lastig kan zijn voor cliënten die met deze kosten geconfronteerd
worden.
3. Als het antwoord op de vragen 1 en 2 ja is, wat gaat het college doen om het voor
mensen gemakkelijker te maken?
Antwoord:
Achtergrond:
Het CAK is al jaren de landelijke organisatie die, ook voor de gemeente
Amsterdam, de eigen bijdrage bepaalt en int. Cliënten betaalden namelijk al een
eigen bijdrage voor sommige voorzieningen, zoals bijvoorbeeld Hulp bij het
huishouden.
De standaarddienstverlening van het CAK was én is in 2015 als volgt: de eigen
bijdrage wordt achteraf berekend op basis van inkomen, gezinssamenstelling,
vermogen, voorziening en eventuele meerdere voorzieningen. Gemiddeld duurt
het 10-12 weken voordat de beschikking met het definitieve bedrag bij de cliënt
op de mat ligt. Dit aantal weken komt o.a. doordat gegevens opgevraagd moeten
worden bij de Belastingdienst en omdat het CAK de werkelijk geleverde uren van
de leveranciers achteraf aangeleverd moet krijgen om de eigen bijdrage over een
periode te bepalen. Voor cliënten betekent dit dat alléén bij de eerste factuur die
zij ontvangen van het CAK, zij met terugwerkende kracht — vanaf het moment dat
zij een de voorziening hebben — de eigen bijdrage moeten betalen. Dit kan
betekenen dat zij een factuur krijgen waarin twee keer het vierwekelijks bedrag
betaald moet worden. Aangezien cliënten achteraf betalen, ontvangen zij na
opzegging dus nog een laatste factuur als de zorgperiode reeds is afgelopen.
Er zijn met ingang van 1 januari 2015 drie soorten cliëntgroepen die eigen
bijdrage betalen, te onderscheiden in:
1) een overgangsgroep die nu al een voorziening heeft en hiervoor per 18 mei
2015 een eigen bijdrage moet gaan betalen;
2) nieuwe klanten voor een Wmo voorziening, en
3) overgangsklanten AWBZ:
Voor de overgangsgroep die nu al een woon- of vervoersvoorziening heeft,
waarvoor per 18 mei 2015 een eigen bijdrage betaald moet worden, is een
overgangsregeling opgesteld zodat cliënten zich kunnen voorbereiden op deze
kosten. Deze groep gaat vanaf 18 mei 2015 betalen.
Daarnaast zijn er nieuwe cliënten voor de voorzieningen. Zij betalen vanaf
1 januari 2015 een eigen bijdrage voor de Wmo-voorzieningen en vallen dus
onder de huidige dienstverlening van het CAK.
Als laatste zijn er cliënten die overgangsklanten AWBZ zijn. Deze groep behoudt
in 2015 zijn voorziening en betaalt dezelfde eigen bijdrage als in 2014. Alleen is
de Wtcg-korting voor deze groep komen te vervallen.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng Î Gemeenteblad
Datum 5 januari 2015 Schriftelijke vragen, maandag 5 januari 2015
Wat gaat de gemeente doen voor de cliënten die reeds een voorziening hebben
en nu geconfronteerd worden met een eigen bijdrage:
De huidige dienstverlening van het CAK leidt ertoe dat met terugwerkende kracht
de eigen bijdrage wordt geïnd. Dit is onwenselijk voor cliënten die al een
voorziening hebben, voor hen is dit een nieuwe situatie, ontstaan na verstrekking
van de voorziening. Voor de andere twee groepen geldt dit niet, zij weten bij
aanvraag van de voorziening reeds dat zij een eigen bijdrage dienen te betalen.
Om die onwenselijke situatie te voorkomen is er in samenwerking met het CAK
voor de groep die nu reeds een voorziening heeft een specifieke afspraak
gemaakt. Aangezien de gegevens van deze groep cliënten bij de gemeente al
bekend zijn, kan de gemeente Amsterdam deze gegevens eerder aanleveren bij
het CAK. Het CAK zorgt ervoor dat na de eerste zorgperiode de vier wekelijkse
factuur op de mat ligt. Dit betekent dat de overgangsgroep die nu al een
voorziening heeft dus geen factuur ontvangt met terugwerkende kracht.
4. Zou het een optie zijn om mensen de maanden mei, juni en juli een voorschot te
laten overmaken en dat voorschot dan later in augustus te verrekenen met
de herberekening, ofwel het te doen zoals energiemaatschappijen dat doen?
Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Deze vraag is — gezien de geboden oplossing bij de antwoorden op de vragen
2 en 3 — niet meer noodzakelijk.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 533
Publicatiedatum 15 juni 2016
Ingekomen onder BF
Ingekomen op donderdag 2 juni 2016
Behandeld op donderdag 2 juni 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden N.T. Bakker en Groot Wassink inzake de resultaten van
Amsterdam inbusiness 2015 (tegengaan financieel wangedrag in Amsterdam).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de resultaten van Amsterdam inbusiness 2015
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 460).
Overwegende dat:
— Amsterdam zich nadrukkelijk profileert als een centrum voor financiële
dienstverlening;
— dankzij deze ‘marketing’ vele nationale en internationale financiële dienstverleners
zich hebben gevestigd in Amsterdam;
— de financiële sector sinds 2008 meerdere keren negatief in het nieuws is
gekomen, met het schandaal rondom de Panama Papers als meest recente
voorbeeld;
— het imago van Amsterdam als stad hierdoor wordt bezoedeld;
Van mening dat:
— Amsterdam geen voedingsbodem moet bieden voor belastingontwijking of ander
wangedrag van de financiële sector.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
proactief bij te dragen aan mogelijke toekomstige strafrechtelijke onderzoeken naar in
Amsterdam gevestigde financiële dienstverleners door de Belastingdienst, de FIOD
of andere justitiële entiteiten, bijvoorbeeld onderzoeken die mogelijk volgen naar
aanleiding van de schandalen rondom de Panama Papers.
De leden van de gemeenteraad
N.T. Bakker
B.R. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 1
Status Ingetrokken en vervangen door 1 accent
Onderwerp Motie van de leden Kuiper, Bloemberg-Issa, Naoum Néhmé, Boomsma,
Van Soest, Veldhuyzen, Van Schijndel en Nanninga inzake Participatie
Investeringsnota Centrum Reigersbos
Onderwerp
Wijze van participatie
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Vaststellen van de ‘Investeringsnota Centrum Reigersbos’ en de
participatie van de plannen
Constaterende dat:
— Reigersbos een ontwikkelbuurt is. * Dit betekent dat de sociaaleconomische positie van de in-
woners gemiddeld minder goed is dan in de rest van Amsterdam. Ook zijn niet alle inwoners
de Nederlandse taal machtig en door tal van redenen moeilijker te bereiken en te betrekken.
— De Stadsdeelcommissie ZuidOost in haar advies stelt dat “de wijze van participatie bij de tot-
standkoming van de investeringsnota tot veel commotie heeft geleid. De mening van de be-
woners en die van het projectteam van de gemeente liggen veel te ver uiteen.”
“Veel bewoners niet wisten en velen nog steeds niet weten wat er wellicht in hun directe
woonomgeving gaat gebeuren dan kunnen we constateren dat het beoogde resultaat, bewo-
ners zijn geïnformeerd en betrokken bij de ontwikkelingen, nog niet gerealiseerd is”
Overwegende dat:
— Uit de inspraakreacties blijkt dat bewoners en bewonersgroepen veel informatie niet of te laat
heeft bereikt. Zelfs betrokken bewoners die nauw betrokken zijn bij dit plan geven dit signaal
af. De communicatie wordt als ondermaats, te verwarrend of te ingewikkeld beschouwd.
1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/10975486/1/09012f97804c7b4a
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken en
Pagina 2 van 2
— De afgelopen jaren bij verschillende ruimtelijke projecten in Amsterdam de participatie op tal
van punten niet goed is gegaan (zoals Vliegerbos, Meervaart, Woonboten Diemer Zeedijk,
Windturbines, etc). Dit is eveneens door de Ombudsman geconstateerd?
— _ Bewonersparticipatie een centrale rol dient te spelen in de ruimtelijke opgaven. Een goed ver-
loop van deze participatie is cruciaal bij het vertrouwen en de betrokkenheid van burger bij
overheid en buurt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
De Ombudsman te vragen om het doen van onafhankelijk onderzoek naar de wijze van participa-
tie bij de totstandkoming van de Investeringsnota en daarbij te laten beoordelen of de participatie
voldoende heeft plaatsgevonden bij bewoners, ondernemers en belanghebbenden uit de buurten.
Indien uit dit onderzoek blijkt dat de participatie onvoldoende heeft plaatsgevonden, de participa-
tie van planonderdelen of het geheel hiervan over te laten doen.
Indieners
T. Kuiper
J.F. Bloemberg-Issa
H. Naoum Néhmé
D.T. Boomsma
W. van Soest
J.A. Veldhuyzen
A.H.J.W. van Schijndel
A. Nanninga
2 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/10546672/1/09012f978034852e
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Gemeenteblad
Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1031
Datum indiening 2 juli 2020
Datum akkoord 7 september
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vervolgvragen van de leden De Heer, Hammelburg,
Simons, Blom en Van Soest inzake de sloop van een woonwagen op het
Ma Braunpad
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Op 25 juni 2020 zijn schriftelijke vragen van de leden De Heer en Hammelburg
beantwoord over de sloop van een woonwagen op het Ma Braunpad. In deze
beantwoording geeft de wethouder aan dat een ex-huurder van een standplaats
deze plek altijd leeg moet opleveren. Echter in de praktijk wordt nieuwe huurders
(vaak ook met bemiddelende rol van de gemeente) de ruimte gegeven om de
woonwagen die op de standplaats staat over te nemen. Verder staat er in de
beantwoording dat regulieren woningen ook ontruimd worden na beëindiging van
het huurcontract. Echter vragenstellers willen erop wijzen dat het bij de verwijdering
van een woonwagen gaat om het verwijderen van de gehele woonruimte wat dus
verder gaat dan een ontruiming. Deze antwoorden op de vragen roepen bij deze
leden en de leden Simons en Blom de volgende vervolgvragen op.
Gezien het vorenstaande hebben de leden De Heer, Hammelburg, Simons en
Blom, respectievelijk namens de fracties van de PvdA, D66, BIJ, GroenLinks en
de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde
voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vervolgvragen aan het
college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Klopt het dat in de praktijk bij beëindiging van het
huurcontract andere woonwagenbewoners de kans wordt geboden de
woonwagen over te nemen? Zo ja speelt de gemeente hierin dan een
bemiddelende rol? Zo nee, jaagt het leeg moeten opleveren van een
woonwagenbewoner hem of haar niet onnodig op kosten?
Uitgangspunt bij elke beëindiging van een huurcontract is dat de standplaats leeg
wordt opgeleverd. Dit is ook zo opgenomen in het huurcontract. De reden
1
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1031
Datum 7 september
Gemeente Amsterdam
Gemeenteblad
Schriftelijke vragen, donderdag 2 juli 2020
R
hiervoor is dat een nieuwe huurder de mogelijkheid moet hebben om zijn eigen
wagen op de standplaats te zetten. Het leeg opleveren van de standplaats kan
leiden tot kosten voor de vertrekkende bewoner. Dit is natuurlijk vervelend voor
de bewoner maar een directe consequentie van het principe dat een wagen
verplaatsbaar moet zijn en bewoners hun woonwagen mee willen nemen naar
een andere locatie. Bij de overname zelf speelt de gemeente geen rol, wij leggen
wel contact tussen potentiële koper en eigenaar. We staan in principe positief
tegenover het overnemen van een woonwagen als beide huurders dit willen. Dit
voorkomt onnodige kosten en vereenvoudigt de overgang van oude naar nieuwe
huurder. De afweging blijft echter maatwerk omdat er ook andere factoren
meespelen zoals de technische stand van zaken van de woonwagenlocatie of
woonwagen en de positie van de woonwagen of standplaats.
In de situatie op het Ma Braunpad 26 hebben wij de afweging gemaakt dat we
niet willen meewerken aan het overnemen van de woonwagen omdat we een
herinrichting van de locatie voorbereiden waarin er ook ruimte nodig is om
standplaatsen te kunnen herindelen en verplaatsen.
1. Wat gebeurt er precies met een woonwagen als
deze wordt verwijderd?
Ten eerste bieden wij de vertrekkende huurder altijd de ruimte om zelf en
oplossing te zoeken voor zijn wagen. In de situatie op het Ma Braunpad is dit
geweest vanaf 15 januari tot 25 mei 2020. Lukt dit niet dan wordt de woonwagen
verwijderd door de deurwaarder die hiervoor een gespecialiseerd bedrijf
contracteert. Hiervoor zal de woonwagen afhankelijk van zijn omvang soms in
een aantal stukken moeten worden opgedeeld. Vervolgens wordt de woonwagen
in opdracht van de gemeente opgeslagen. De wagen blijft wel eigendom van de
woonwagenbewoner. De gemeente vordert vervolgens de kosten voor
verwijdering van de woonwagen en zal de deurwaarder vragen om de wagen te
verkopen als niet aan deze vordering wordt voldaan. Na verwijdering van
woonwagen zal de gemeente de standplaats weer verhuren. In de situatie op het
Ma Braunpad 26, zal de standplaats tijdelijk geblokkeerd worden om kraken te
voorkomen. Zodra het mogelijk is, in het proces van de herinrichting van de
locatie, wordt de standplaats weer verhuurd.
Toelichting door vragenstellers:
In het bestemmingsplan dat is vastgesteld in 2016 staat dat het de bestaande
woonwagens in dit gebied (Ma Braunpad) legaliseert.
2. Klopt het dat desbetreffende woonwagen er al
was voordat dit bestemmingsplan werd vastgesteld en daarmee dus legaal
is?
Ja dit klopt. In het bestemmingsplan zit bij de toelichting in bijlage 9 een
intekening van de afmetingen van de woonwagens op dat moment. Daarin
overschrijden een aantal woonwagens de bouwhoogte van het bestemmingsplan.
2
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1031
Datum 7 september
Gemeente Amsterdam
Gemeenteblad
Schriftelijke vragen, donderdag 2 juli 2020
R
Hiermee is de bouwhoogte van deze wagens gelegaliseerd. Dit betreft ook de
woonwagen op standplaats nr 26. Nieuwe woonwagens moeten wel voldoen aan
de regels van het bestemmingsplan. Bij de beantwoording van eerdere
raadsvragen op 25 juni 2020 is dit helaas onjuist beantwoord. Reden hiervoor is
dat de specifieke bijlage bij het bestemmingsplan over het hoofd is gezien. Er is
bij de eerste beantwoording ten onrechte gekeken naar het bestemmingsplan
voor Ma Braunpad huisnummer 2 in plaats van de woonwagenlocatie Ma
Braunpad Il.
Ter toelichting op de tot standkoming van het bestemmingsplan. Er zijn twee versies
van het bestemmingsplan. De eerste is vastgesteld op 15 april 2015 waarin stond dat
geen van de woonwagens hoger mocht zijn dan 4 meter. De reden was tweeledig:
hogere woonwagens zouden te zwaar zijn voor de grond en vanwege de windmolen
(Plangebied de Keur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht 2011).
Hiertegen zijn een aantal woonwagenbewoners in beroep gegaan. Het beroep is
gegrond verklaard (27 januari 2016) en het bestemmingsplan moest aangepast
worden. Het argument over het te zware gewicht was niet voldoende onderbouwd en
tegenbewijs was geleverd. De maximale bouwhoogte voor de windmolen moest beter
onderbouwd worden en kon alleen van toepassing zijn op de woonwagens die binnen
het beschermingsgebied van de molen vielen.
In het arrest van de Raad van State komt naar voren dat het waterschap bereid was
mee te werken aan de legalisering van de bestaande woonwagens maar geen
ontheffing zal verlenen voor nieuwe woonwagens die de bouwhoogte overschrijden.
Na deze uitspraak heeft het waterschap per brief een onderbouwing gegeven waarom
de maximale bouwhoogte van 4 meter voor de molenbiotoop gerechtvaardigd is. De
tweede versie van het bestemmingsplan is daarna vastgesteld op 14 juli 2016. Hierin
is een vrijwaringszone voor de molenbiotoop opgenomen.
3. Klopt het dat de gemeente de bewoners van het
Ma Braunpad zelf heeft gedwongen naar deze locatie te verhuizen en dat dit
een tijdelijke locatie zou zijn die echter nooit is beëindigd? En is het zo dat er
daarom tot 2016 geen bestemmingsplan was op basis waarvan een
omgevingsvergunning kon worden aangevraagd?
De bewoners van het Ma Braunpad Il kwamen van de locatie Rollemanstraat.
Deze locatie werd opgeheven. De verhuizing naar het Ma Braunpad Il is
daarmee een keuze van de gemeente geweest. Het Ma Braunpad Il is met het
vaststellen van het bestemmingsplan in 2016 een formele woonwagenlocatie
geworden. De definitieve inrichting is nog niet gedaan.
Tot 2016 kon er geen omgevingsvergunning worden aangevraagd en hebben wij
hier niet op gehandhaafd. Vanaf 2016 verwachten wij wel dat alle woonwagens
voldoen aan het bestemmingsplan en een omgevingsvergunning hebben.
3
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1031
Datum 7 september
Gemeente Amsterdam
Gemeenteblad
Schriftelijke vragen, donderdag 2 juli 2020
4, Hoe worden de bewoners van het Ma Braunpad
precies betrokken bij de herinrichting van het gebied?
De woonwagenlocatie op het Ma Braunpad bestaat uit twee delen. Voor Ma
braunpad Il wordt groot onderhoud en herinrichting ingepland. De gemeente zal
in overleg met de bewoners een plan van aanpak opstellen en uitvoeren. De
bewonerscommissie voor het Ma Braunpad is hierbij het eerste aanspreekpunt.
Afhankelijk van het plan en de noodzakelijke maatregelen komen daar ook losse
contacten bij met individuele bewoners / huurders. Begin augustus 2020 heeft
een kennismaking tussen de projectleider en de bewoners plaatsgevonden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
VN2021-011200 issi i
Wonen > 4 Gemeente vaadscommse voor oe ef Or, W B
ierenwelzijn, Openbar imt 7
% Amsterdam ij penbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 19 mei 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Bouwen en Wonen
Agendapunt 9
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Informatiebrief Erkende studentenwoningen
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsbrief betreffende de lijst van erkende studentenwoningen, waarvan de
belangrijkste punten zijn:
1. Erkende studentenwoningen zijn woningen die in het kader van het Programma Jongeren-
en Studentenhuisvesting zijn aangewezen als studentenwoning en worden verhuurd met een
campuscontract;
2. Ruim 12.300 woningen zijn erkend als studentenwoning, waarvan het overgrote deel van deze
woningen in het bezit is van corporaties. Daar woont een deel van de circa 49.500 in Amsterdam
wonende uitwonende studenten;
3. De lijst is v vertrouwelijk aangeboden vanwege de privacy voorschriften.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet: Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van
de gemeente te voeren.
Artikel 169 gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lida). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Door leden van de gemeenteraadnaar is gevraagd inzicht te krijgen in de lijst met erkende
studentenwoningen. Met deze brief informeert het college v over de woningen die zijn aangewezen
als erkende studentenwoning. De lijst met erkende studentenwoningen is inmiddels formeel
vastgesteld op grond van de per 1 januari 2021 gewijzigde Huisvestingsverordening.
Reden bespreking
O.v.v. het lid Naoum Néhmé (VVD).
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
De lijst met adressen is te herleiden tot personen en ligt daarom VERTROUWELIJK ter inzage voor
de raadsleden.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.l 1
VN2021-011200 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 19 mei 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Welke stukken treft v aan?
AD2021-04,0655 20210331brief erkende studentenwoningen def. inc EHdocx.pdf (pdf)
AD2021-04,0663 Commissie WB (1) Voordracht (pdf)
Registratienr.
AD2021-040656 Lijst erkende studentenwoningen De Alliantie VERTROUWELIJK.pdf (pdf)
AD2021-04,0657 Lijst erkende studentenwoningen De Key VERTROUWELIJK.pdf (pdf)
Lijst erkende studentenwoningen Duwo Rochdale VERTROUWELIJK.pdf
AD2021-040658
(pdf)
AD2021-040659 Lijst erkende studentenwoningen Eigen Haard VERTROUWELIJK. pdf (pdf)
AD2021-04,0661 Lijst erkende studentenwoningen Stadgenoot VERTROUWELIJK. pdf (pdf)
AD2021-040662 Lijst erkende studentenwoningen Ymere VERTROUWELIJK. pdf (pdf)
AD2021-040660 Lijst erkende studentenwoningen overig VERTROUWELIJK. pdf (pdf)
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Albert Eefting, 0683623192, [email protected]
Gegenereerd: vl.l 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 910
Publicatiedatum 11 oktober 2013
Ingekomen op 10 oktober 2013
Ingekomen in raadscommissie JIF
Te behandelen op 6/7 november 2013
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Toonk inzake de begroting voor 2014
[verbetering kwaliteit van Vroeg en Voorschoolse Educatie (VVE)].
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Constaterende dat:
— de uitvoering van de Vroeg en Voorschoolse Educatie (VVE) op dit moment nog
problemen ondervindt. Onder ander op het punt dat er nog veel kinderen bij
elkaar in groepen zitten die Nederlandse taal onvoldoende beheersen; Daarnaast
hebben teveel leiders en leidsters binnen de VVE onvoldoende kennis van het
Nederlands;
Overwegende dat:
— _totop de dag van vandaag het positieve effect van de VVE niet onomstotelijk vast
staat;
— er concrete ideeën liggen om de VVE in Amsterdam anders vorm te gaan geven,
Besluit:
de begroting 2014 zodanig aan te passen dat het aantal VVE-plaatsen niet toeneemt
van 6861 tot 7750, maar met name de kwaliteit van de VVE verbeterd wordt en er
nog actiever ingezet wordt op het laten voldoen aan de geldende taalvereisten voor
leiders en leidsters binnen de VVE.
Het lid van de gemeenteraad,
W.L. Toonk
1
| Motie | 1 | discard |
Vervoerplan 2024-l
Uitdagende arbeidsmarkt
Versie: 1
Vertrouwelijkheidsniveau: Concept
ne GVB
OS aGyR
= GVB
Colofon
GVB
Arlandaweg 106
1043 HP AMSTERDAM
Marketing & Vervoerontwikkeling
Contactpersoon Â.M. Kal
Doorkiesnummer
Faxnummer 020 4606066
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 2 van 21
me GVB
Inhoudsopgave
1 Voorwoord. ………nnenenenenenennenenenenenensevenenenenenenneneneneveneevevenenenenenennenevevevevenennÂ
2 Inleiding... eenen ene neerenenseneneerenensenenenerensenenevenenenrenevenenensenevenveveeenenenee D
2.1 Proces naar vervoerplan … ……ununenennononennenenenenenennenenenenenensneneneesenenenenenenseneneneneneneeneneneseneneenenenenene D
2.2 Invoering 30 km/uur in de stad … nennen eener eeeeen eneen eeeeen eneen eneee eneen eenrvenereener. Ó
2.3 Personele beschikbaarheid bij GVB … nennen eenen eneen eneenennenneneeenenenvevervenenn Ó
3 Metro... venenenenenenenenenenenenenenenenvnneneneneneneneneneneneneneneneneneneneeveeenenenenee Ó
31 _ Lijn B2 (Noord-Zuidlijn) eenen ener ensen ens eeseevenvenen ensen enrvenvenvsenrseevenrveneeevenn Ô
A _ Tram..nnenneeennenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenerererenerereverenenenenennvnveveveneverenenenenn Ó
5.2 Lijn 43, snellere route via Piet Heinkade nnee eene eneneeneneneeveneneenenne 13
5.3 _ Lijn 65, Amsterdam Amstel - Amsterdam Zuid eenen erneer neneeveneeneenen. 1À
6 _Intervaltabel … ……………………..aenenenene nennen eneneneeeenenenenenenseneneneneneeveveveneneneneenenene 1D
6.1 _ Intervaltabel metrolijnen … neons evene nenneneenenveneenenveneevenveneevenveneeeen. TD
62 _Intervaltabel tramlijnen … nnen eneen eneneeneeneneenenneneenenenerenenreneeveneeneneen. TÔ
6.3 _Intervaltabel buslijnen … nnee ensen neeneenenseeneneeneeeneeveneneeveneenenveneeveneeeeneene |]
7 _Infrastructuur aanpassingen … ………enenenenenenenenerererereverneneneneneneneneneneneneneneneneneenene Ô
7.1 _Ingrijpende werkzaamheden gedurende vervoerplan… neee nnen. 19
7.1.1 Prins Hendrikkade nennen enneerenenneerenenneevenveneerenenveevenenverrenenvervenennvernenenve neee 1Ì
7.1.2 Borneostraat. nnee ennen enneeeenenneerenennerreneneerenenvensnenenvervenenverrenenvereenenvervenenven ennen 1Ì
7.1.3 Oude Haagseweg … nnn enne enneerenneer eneen enneneneerenern eneen enneenneen ennen vene enneenenve nennen Î9
1.2 Vervallen haltes als gevolg van lijnwijzigingen … nnee eeen eenen eneen ener eeen een. 20
8 Exploitatie kalender … nnen eannnenenennenenenenenenenenveneneneneneeeereneeneneneenevenenene vereer Î
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 3 van 21
OS GVR
== GVB
1 Voorwoord
De OV-sector zit in een bijzonder uitdagende periode. Door de coronapandemie waren de
reizigersaantallen erg laag. De reizigers zien we weer terugkomen, maar de aantallen zijn nog niet
op het niveau van 2019. Daarbovenop zorgde de oorlog in Oekraïne voor extreme prijsstijgingen op
energie en grondstoffen. Deze twee gebeurtenissen zorgden voor financieel zware tijden voor de
OV-sector. Het einde lijkt gelukkig in zicht. Naar verwachting zal het financieel resultaat van GVB in
2023 rond de nul uitkomen.
Echter een nieuw probleem doet zich voor: de krappe arbeidsmarkt. Dit probleem is veel breder dan
alleen de OV-sector. GVB doet er alles aan om personeel te werven en zich te positioneren als
aantrekkelijke werkgever. Wij zijn ervan overtuigd dat onze inspanningen gaan werken. Helaas is
het voor nu noodzakelijk om het aanbod aan de reizigers aan te passen aan het beschikbare
personeel. We willen reizigers niet verrassen met ongeplande uitval, omdat er bijvoorbeeld op de
dag zelf een bestuurder te kort is. Daarom passen we de dienstregeling op voorhand aan, zodat
voor reizigers het aanbod bekend en betrouwbaar blijft. Deze aanpassing verschilt per modaliteit. Bij
tram en bus is verlaging van het aanbod helaas onvermijdelijk. Gelukkig is er bij metro zelfs een
uitbreiding mogelijk.
Het concept Vervoerplan 2024 lag in het voorjaar ter consultatie. Dit plan bevatte netwerkwijzigingen
en speelde daarmee in op de financiële uitdaging. Daarnaast gaf dit plan invulling aan het
toekomstbestendig maken van het openbaar vervoernetwerk. Stakeholders hebben in deze
consultatieronde laten blijken zich niet te kunnen vinden in de voorgestelde netwerkmaatregelen.
Ook zijn er gedurende de consultatieronde vanuit de gemeente Amsterdam eenmalig financiële
middelen vrijgemaakt om netwerkwijzigingen te voorkomen. Gezien de veranderde financiële
situatie op dat moment, de consultatie en de maakbaarheid van vervoer, besloten in een
directieoverleg de Vervoerregio Amsterdam en GVB gezamenlijk het concept Vervoerplan 2024 aan
te passen.
Voor u ligt dit aangepaste Vervoerplan 2024. Hiermee spelen wij in op reacties uit de consultatie.
Ook is de actuele reizigers- en personeelsprognose erin verwerkt. Het aangepaste Vervoerplan
2024 is veel minder impactvol voor reizigers. Het plan bevat nog wel lijn- en frequentie wijzigingen
maar geen ingrijpende netwerkwijzigingen. Ook de geldigheid van dit plan is anders dan gebruikelijk.
Dit plan is opgesteld voor het eerste half jaar van 2024 tot ingang van de zomerdienstregeling op 21
juli. Hiervoor is gekozen in verband met de start van de Amsteltram naar Uithoorn. Het vervoerplan
voor de tweede helft van 2024 volgt dit najaar.
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 4 van 21
OS GVR
== GVB
2 Inleiding
Dit vervoerplan is geldig vanaf 8 december 2023 tot aan de zomerdienstregeling op 21 juli 2024.
Hiermee wijkt zowel de startdatum als de looptijd van dit vervoerplan af van de normale situatie. De
afwijkende startdatum, 8 december in plaats van 10 december, is gekozen vanwege de invoering
van 30 km/uur in Amsterdam. De looptijd dit vervoerplan is aangepast vanwege de onzekerheid
rondom de ontwikkeling van het personeelstekort en de start van de Amsteltram in de zomer van
2024. Voor de periode vanaf de zomer tot eind 2024 komt een afzonderlijk vervoerplan.
2.1 Proces naar vervoerplan
Het concept Vervoerplan 2024, zoals dit in het voorjaar ter consultatie is aangeboden, bevatte
ingrijpende netwerkmaatregelen. Dit was op dat moment noodzakelijk gegeven de verwachting ten
aanzien van de financiële uitdaging. Gezien de inmiddels betere financiële situatie, de uitkomsten
van de consultatie en de ontwikkeling van het personeelstekort, is door de directie van de
Vervoerregio Amsterdam en GVB besloten het concept Vervoerplan 2024 gezamenlijk aan te
passen. Het nu voorliggende vervoerplan is het resultaat van deze aanpassing.
De reizigers weten gelukkig het openbaar vervoer in Amsterdam weer te vinden. Het aantal reizigers
ligt rond de zomer van 2023 op ongeveer 90% ten opzichte van het aantal in 2019 en de
verwachting is dat het percentage de komende maanden nog verder gaat stijgen. Helaas heeft GVB
te maken met een groot tekort aan personeel. Gevolg is dat we, ondanks de groeiende
reizigersaantallen, de laatste maanden genoodzaakt waren om het aantal ritten te beperken. In de
voertuigen wordt het daardoor steeds drukker. Ook in 2024 is nog sprake van een tekort aan
personeel waardoor, ondanks een groeiend aantal reizigers, uitbreiding van de productie niet
mogelijk is.
Om te voorkomen dat in 2024 situaties ontstaan met te volle ritten, is het noodzakelijk om op een
deel van de lijnen de frequentie te verhogen. Vanwege het tekort aan personeel, is dat alleen
mogelijk door andere lijnen minder vaak te rijden en/of door lijnaanpassingen. Minder vaak rijden lijkt
wellicht een gemakkelijk te nemen maatregel. Het heeft echter ook tot gevolg dat wachttijden
toenemen waardoor lijnen onaantrekkelijk worden om te gebruiken en uiteindelijk minder reizigers
voor het openbaar vervoer kiezen. Daarbij moet bedacht worden dat op veel lijnen de afgelopen
periode de frequenties waar mogelijk al verlaagd zijn.
Het nu voorliggende vervoerplan is opgesteld in nauw overleg met de Vervoerregio en de gemeente
Amsterdam. Vanuit het pakket van maatregelen, zoals dat in het concept vervoerplan is voorgesteld,
is een selectie gemaakt van de aanpassingen. Uitgangspunt was daarbij het voorkomen van
ingrijpende netwerkaanpassingen, het beperken van de negatieve impact op de reizigers en het zo
veel als mogelijk ontzien van kwetsbare gebieden.
Uitkomst van dit proces is een vervoerplan met een beperkt aantal lijnaanpassingen in combinatie
met aanpassingen van de frequenties. Wanneer nodig vanuit de vervoervraag gaan lijnen vaker
rijden, waar nog mogelijk wordt het aantal ritten op een lijn beperkt. De lijnaanpassingen beperken
zich tot het vervallen van delen van lijnen en tot gebieden in de stad waar alternatieven beschikbaar
zijn.
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 5 van 21
GUR
= GVB
Hoewel het aantal aanpassingen in dit vervoerplan flink beperkt is, kan de impact voor een
individuele reiziger nog steeds groot zijn. Waar lijnen vervallen krijgen deze immers te maken met
een extra overstap of een grotere loopafstand tot een halte. Het alternatief was echter om op nog
meer lijnen de frequentie te verlagen waardoor uiteindelijk een grotere groep reizigers getroffen zou
zijn.
2.2 Invoering 30 km/uur in de stad
De verlaging van de snelheid in de stad naar 30 km per uur gaat 8 december 2023 in. Het effect van
de lagere snelheid is vertaald naar extra rijtijd, welke is opgenomen in de dienstregelingen. Door de
lagere maximale snelheid is vooral bij bus sprake van lagere snelheden. Hierdoor worden de huidige
omlooptijden niet altijd meer gehaald en moet extra personeel en materieel ingezet worden om de
frequenties te handhaven. Omdat de beschikbaarheid van personeel begrenst is, zijn door de
invoering van 30 km/uur bij bus extra besparingen nodig.
2.3 _ Personele beschikbaarheid bij GVB
De personele beschikbaarheid is in het afgelopen jaar een toenemend struikelblok geworden om de
dienstregeling volledig uit te voeren. Het ziekteverzuim is sinds de coronacrisis gestegen en niet
meer teruggekeerd naar het niveau van pre-corona. Het personeelbestand vergrijst en jaarlijks
stromen er aan rijdend personeel (buschauffeurs, trambestuurders en metrobestuurders), circa 260
fte uit. Deze uitstroom bestaat voor een deel uit medewerkers die met pensioen gaan, maar ook uit
doorgroei, ontslag en minder werken. Op de krappe arbeidsmarkt blijkt het steeds moeilijker om
vervanging voor deze uitstroom te vinden.
De personele beschikbaarheid wordt bepaald door de
productiviteit van huidig personeel en de werving van
nieuw personeel.
Been Onvoldoende personele beschikbaarheid leidt tot
Meert Taat) ongeplande verstoringen (rituitval) in het logistieke
proces. Dit geeft extra druk op de medewerkers die wèl
aan het werk zijn. Hoe langer dit het geval is, hoe groter
Logistiek de kans dat de medewerkerstevredenheid daalt (eNPS
GLE score) en het ziekteverzuim in de toekomst stijgt. Een
hoger ziekteverzuim zorgt weer voor lagere productiviteit
OO en dus een slechtere personele beschikbaarheid.
EEL GVB moet een structureel personeelstekort voorkomen,
zodat de cirkel van personele beschikbaarheid geen
vicieuze cirkel wordt.
Oorzaken en oplossingen personeelstekort
GVB ziet een vergrijzing van het personeelsbestand en een hoger ziekteverzuim sinds de
coronacrisis. In alle sectoren is sprake van een personeelstekort. De werving voor metrobestuurders
verloopt weliswaar prima, maar voor trambestuurders en buschauffeurs juist erg stroef. Enerzijds
door enorme concurrentie voor (bus)chauffeurs, anderzijds door de algemene krapte op de
arbeidsmarkt. Het CBS geeft een aantal oorzaken van de krapte op de arbeidsmarkt, die in lijn
liggen met de problematiek binnen GVB: de conjunctuur, de vergrijzing van de bevolking, deeltijd
werken en de coronacrisis.
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 6 van 21
ms
Se GVB
Maatregelen
GVB zet een breed scala aan maatregelen in om het personeelstekort op te lossen. Dat zijn
enerzijds maatregelen om de inzet van het huidige personeel te vergroten, anderzijds maatregelen
om meer nieuw personeel aan te trekken.
* __Werkoverleggen en trainingen uitgesteld * Eigen rijschool opgericht
* _ Vakanties inkorten en meer overwerk * Grote arbeidsmarktcampagne
* _Terughalen pensionado’s * Onder de vlag van GVB werven
* Uitstel contractvermindering * Uitzendkrachten direct een jaarcontract aanbieden
* Verlof bij uitdienst uitbetalen ipv opnemen * Draag iemand aan en verdien €1000
* Ex-medewerkers opnieuw benaderen * _Wervingsproces is versneld
* Kantoorpersoneel inzetten * Laagdrempelig solliciteren
* _ Bonus voor inleveren verlof tijdens zomerperiode * Direct persoonlijk contact met kandidaat binnen 24h
* Meer tijd en aandacht voor medewerker * ‘Vissen in andere vijvers’”
* _GVB Gezond programma Minimumleeftijd verlaagd naar 18 jaar (ipv 21 jaar)
* Loopbaan coaching Studenten en zij-instromers ook welkom.
* Eigen regie/autonomie vergroten Deeltijders ook welkom
* Alle teammanagers hebben een coach Engelstalige ook welkom
* ect * etc
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina / van 21
me GVB
3 Metro
In dit Vervoerplan geen aanpassing van de lijnvoering van de metrolijnen en alleen voor lijn 52 krijgt
een uitbreiding van de frequentie. Voor de overige lijnen blijven de frequenties gelijk aan de huidige
situatie. Belangrijke zichtbare wijziging voor reizigers is de instroom van het nieuwe M7 materieel in
2024 welke het oudste metromaterieel gaat vervangen.
3.1 Lijn 52 (Noord-Zuidlijn)
Vanwege werkzaamheden op de streekbusroute vanuit Zaanstreek en Waterland naar het Centraal
Station rijden vanaf 10 december, dus vanaf de start van dit vervoerplan, gedurende negen
maanden geen streekbussen via de IJ-tunnel naar het Centraal Station. Reizigers moeten op de
metrostations Noord en Noorderpark overstappen op metrolijn 52.
Vanuit de wens om een kwalitatief aantrekkelijk product te bieden is GVB voornemens om de
frequentie in de spits te verhogen naar twaalf ritten per uur (elke 5 minuten een metro). Dit geldt dan
voor de periode van 10 december tot ingang van de zomerdienstregeling van 2024, de duur van dit
vervoerplan. Gelet op het aantal te verwachten extra reizigers is het, naar verwachting, niet strikt
noodzakelijk om de frequentie van lijn 52 te verhogen. Lijn 52 rijdt in de spitsuren tien ritten per uur!
en daarmee is er in principe voldoende ruimte voor de extra reizigers. Echter daarbij komen we wel
op de kwaliteitsgrens die GVB met de metro wil bieden en naderen we ook op de inzetnorm die
vanuit de concessie is toegestaan. Om die reden kiest GVB voor de inzet van extra ritten.
Voorbehoud energievoorziening
GVB moet ten aanzien van dit voornemen wel een voorbehoud maken. Momenteel is nog niet zeker
of de frequentieverhoging naar twaalf ritten per uur in de spits mogelijk. De energievoorziening is
hierbij een mogelijke beperking. Naar verwachting is half september meer duidelijkheid over de
technische mogelijkheden om de frequentie te verhogen naar twaalf ritten per uur. Mocht het niet
mogelijk blijken zijn, dan blijft lijn 52 in de spits tien ritten per uur rijden.
1 Vanaf 4 september 2023 gaat lijn 52 in de spitsuren tien ritten per uur rijden (Vervoerplan najaar
2023).
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 8 van 21
GVB
== GVB
4 Tram
Vanuit de noodzaak tot het beperken van het aantal ritten vanwege het tekort aan personeel, wordt
van lijn 14 en lijn 24 de route aangepast. De aanpassing van lijn 14 was ook onderdeel van het
eerdere concept vervoerplan. In een gewijzigde vorm geldt dit ook voor het vervallen van lijn 24
tussen metrostation De Pijp en het Centraal Station. In het concept Vervoerplan was dit echter
onderdeel van een omvangrijke aanpassing van het tramnet. In het huidige vervoerplan blijft de
aanpassing beperkt tot alleen het inkorten van lijn 24.
In dit vervoerplan is gekozen om deze aanpassingen te handhaven omdat op deze plekken
alternatieve reismogelijkheden aanwezig zijn. Deze lijnwijzigingen kunnen voor individuele reizigers
natuurlijk nog steeds impactvol zijn. De loopafstand naar de halte kan toenemen en soms moet
vaker overgestapt worden.
41 Lijn 14
Lijn 14 vervalt tussen het Javaplein en het eindpunt Flevopark. De lijn gaat in plaats daarvan een lus
in één richting rijden door de Indische Buurt. Vanaf het Centraal Station blijft de route tot aan de
kruising Insulindeweg — Molukkestraat ongewijzigd. Vanaf deze kruising gaat de lijn rechtsaf naar
het Muiderpoortstation en vervolgens via de Linnaeusstraat en het Mauritscircuit terug richting het
Centraal Station. Hierdoor creëren we een rechtstreekse verbinding vanaf Muiderpoortstation naar
de binnenstad, waardoor de reizigers vanuit de richtingen Almere, Hilversum en Utrecht sneller
reizen naar Artis, Roeterseilandcampus (UvA) en verder. Door de nieuwe haltes op de
Wijttenbachstraat en de Linnaeusstraat ontstaan er nieuwe verbindingen naar het centrum. Het deel
van de route tussen de halte Molukkenstraat en het eindpunt Flevopark vervalt voor lijn 14.
wy
Artis /
Lv, es oe, 9 EEEN
Mn 8
De mn RENDEN ES
Oosterpark | hs A INS Flevopark
ZN
Ad SS
a el en
SE AN Ì /
Door lijn 14 niet meer door te rijden naar Flevopark kan de dienstregeling met een tram minder
gereden worden. Daarmee is ook minder personeel nodig. Het vervallen traject tussen de
Molukkenstraat en Flevopark is, omdat het het laatste deel van de lijn betreft, ook het rustigste deel
van de lijn. Voor de reizigers zijn op dit deel van de route de lijnen 3 en 37 als alternatief aanwezig.
Lijn 14 is daarmee niet nodig om dit deel van de stad goed te ontsluiten. Alle haltes waar lijn 14 niet
meer stopt vervalt, blijven dan ook bediend.
Lijn 14 heeft een belangrijke rol in het vervoer van bezoekers aan de (binnen-)stad. Het aantal ritten
per uur dat nodig is, gelet op het aantal reizigers, wordt bepaald door het aantal reizigers tussen het
Alexanderplein en het Centraal Station. Deze capaciteit is echter niet nodig op het deel van de route
door de Indische Buurt naar het Flevopark.
Vervoerplan 2024-l versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 9 van 21
Se GVB
Bedieningsgebied lijn 14 TR s ed
Op het vervallen traject liggen de haltes ll te ogen
Soembawastraat, Insulindeweg en Flevopark (rood an. RS CSS En |
aangegeven). Deze haltes vervallen voor lijn 14 S an d ni Dn >
maar blijven bediend door lijn 3 en lijn 37. Met de Se Ne mm Mn
routewijziging krijgt lijn 14 vier nieuwe haltes in de ln Pd En ze “ e®
Indische Buurt: VE ole
e _Muiderpoortstation Be ER K 8
e Dapperstraat PN | ge NG |
e Linnaeusstraat Ä : ge : NE
e Eerste van Swindenstraat. ' NR 27
Dankzij deze extra haltes vallen zo'n 6.500 extra » de Re 5
adressen nu binnen de haltecirkels van lijn 14 7
Gevolgen voor de reistijd:
Reizigers van de haltes Pontanustraat en Zeeburgerdijk kunnen nog steeds met lijn 14 naar de
binnenstad maar krijgen door de omweg via het Muiderpoortstation wel een langere reistijd die kan
oplopen tot circa 6 minuten. Voor de halte Javaplein en Molukkenstraat is de reistijd vergelijkbaar
met de huidige situatie. Voor een reis vanuit de binnenstad naar deze haltes wijzigt er niets.
310 (+ 6 minuten) 500
500 (+ 4 minuten) 570
640 (+ 2 minuten) 480
470 (+ 0 minuten) 350
Vervallen haltes:
De haltes Soembawastraat, Insulindeweg en Flevopark vervallen voor lijn 14. Reizigers die van
deze haltes gebruik maken kunnen als gevolg van de wijziging van lijn 14 gebruik maken van lijn 3
of lijn 37 en overstappen. Voor de reizigers die nu gebruik maken van de halte Soembawastraat, is
lopen naar de halte Molukkenstraat ook een alternatief (circa 300 meter).
In de onderstaande tabel het aantal reizigers op deze halte’'s op een werkdag. In de grafiek is de
verdeling van deze reizigers over de verschillende doelgroepen aangegeven.
Werkdag Werkdag senior;
150 120
COEN 2 170 soe € scholier
200 150 regio; DA:
29% 6%
toerist;
Doelgroepen 21%
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 10 van 21
== GVB
A2 _ Lijn 24 |
Lijn 24 vervalt tussen metrostation Vijzelgracht en Centraal Station. 3 © 24: Centraal Station
Hiervoor is gekozen omdat lijn 24 op dit deel van de route parallel / PN,
rijdt aan metrolijn 52 (Noord-Zuidlijn). £ Dam
Vijzelgracht Î Ke) $
De lijnvoering van lijn 24 en metrolijn 52 is een duidelijk voorbeeld Ò Rain KE
van parallelliteit van lijnen. Tussen het Centraal Station en %
metrostation De Pijp rijden de lijnen exact dezelfde route met het $ ye /
verschil dat lijn 24 iets meer haltes heeft dan lijn 52. Voorstel is dan Muren AN
ook om lijn 24 niet meer te rijden tussen Centraal Station en ij
metrostation Vijzelgracht. Inkorten tot metrostation De Pijp is 8 Á
vanwege het ontbreken van een goede keerlocatie niet mogelijk. Î EN.
Komend vanuit de Ferdinand Bollstraat gaat lijn 24 in het vervolg O vizegec ® ae ele
rechtsaf en eindigt op de halte Frederiksplein, zodat ook haltes nn TE
Marie Heinekenplein en Vijzelgracht worden aangedaan. De tram ©) marie Heinekenplein %
keert fysiek in de keerlus op het Frederiksplein. À &
Lijn 24 vervoert op een werkdag 11.000 tot 13.000 reizigers, op het deel tussen het Centraal Station
en metrostation De Pijp maken ongeveer 5.000 tot 6.000 reizigers per dag gebruik van deze lijn.
Deze reizigers hebben met lijn 52 en deels met de N |
lijnen 4, 14 een prima alternatief. Met ingang van 4 y fl
september 2023 rijdt lijn 52 tien ritten per uur in de P f
spitsuren en in dit vervoerplan wordt een verdere :
uitbreiding naar 12 ritten per uur voorgesteld. De enige ij en
halte die echt vervalt is Muntplein, deze halte heeft ) D
1.200 reizigers per dag. Alternatieve halte Bee ì
Rembrandtplein ligt op 200 meter afstand, de ingang Ee)
van metrostation Rokin op 400 meter. In de figuur is de f-- d f
haltedekking (hemelsbrede loopafstand tot een halte)
na vervallen van de halte Muntplein. Vrijwel het gehele
gebied is groen aangegeven waaruit blijkt dat, ondanks : 8 /
het vervallen van de halte Muntplein, alle adressen
binnen het 400 meter van halte liggen. De 400 meter Doelgroepen vervallen deel lijn 24
cirkel van de halte Muntplein is ter referentie
weergegeven en telt dus niet mee voor de senior; 4% forens;
haltedekking. 21%
In de grafiek zijn de reizigers op het vervallen deel van regio \
de route onderverdeeld in doelgroepen op basis van de cholier/
gebruikte kaartsoorten. Het merendeel van de pg nd Student;
reizigers, circa twee derde, heeft een sociaal recreatief de Ee 8%
of toeristisch reismotief. E 5
toerist;
36%
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 11 van 21
me”
me GVB
5 Bus
Bij bus is een besparing gevonden door een drietal lijnen in te korten zonder verder ingrijpende
netwerk aanpassingen door te voeren. Er is gekozen voor lijndelen waar alternatieven beschikbaar
zijn, waardoor het aantal vervallen haltes minimaal is. Voor de betrokken reizigers heeft dit tot
gevolg dat vaker overgestapt moet worden of dat de loopafstand naar een in- of uitstaphalte
toeneemt.
51 _ Lijn 41 was -
Lijn 41 wordt vanuit Amsterdam Zuidoost ingekort tot het MV, Le tac,
Amstelstation. Reden is dat op de route door stadsdeel = : |E
Oost/Watergraafsmeer lijn 41 parallel rijdt aan andere lijnen. In het PINE A
voorstel gaat lijn 41 vanaf het Amstelstation via de Hugo de Oosterpark Ee en
Vrieslaan en de Maxwellstraat naar de huidige route in de Dd B) EN |
Rozenburglaan. De haltes waar lijn 41 vervalt blijven in gebruik Ee 5 Dn
Deel vervalt
door andere lijnen. Pa S
5 Io, SS
$,
Jo / A, Ne 6
Ter hoogte van de halte Pekelharingstraat, ongeveer de locatie en 5 Beal
: : meer KN
waar de route wordt aangepast, maken op een werkdag in beide „Franke
. . _. . … Qs dael i
richtingen samen ongeveer 2.000 reizigers gebruik van lijn 41. B N &
“ meso \
EN muco A,
HN
NI Ko, p 7
\ EADE 2“
\ EEDE AL begraaf
h Ci,
Doelgroepen
Lijn 41 kent een relatief hoog aandeel van scholieren/studenten op Doelgroepen geraakt door aanpassing lijn 41
dit deel van de route. In de omgeving van station Muiderpoort zijn
diverse scholen, die ook worden bezocht door leerlingen vanuit
Zuidoost. Voor deze groep geldt dat overgestapt moet gaan worden
op een andere lijn tussen het Amstelstation en Muiderpoortstation
(37 of 65). De aanpassing van lijn 41 maakt het voor een deel van
de reizigers ook aantrekkelijker om gebruik te maken van de metro
vanuit Zuidoost in combinatie met een aansluitende lijn.
rist
Andere belangrijke bestemmingen op het vervallen deel van de
route zijn de Dappermarkt en winkelcentrum Oostpoort, welke
voornamelijk door sociaal recreatieve reizigers worden aangedaan.
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 12 van 21
OS acyR
ee GVB
5.2 _ Lijn 43, snellere route via Piet Heinkade
Lijn 43 rijdt tussen het Centraal Station en het R.J.H. Fortuynplein in het Oostelijk Havengebied. Op
het deel van de route over de Prins Hendrikkade rijdt de lijn parallel aan lijn 22. Door lijn 43 via de
Piet Heinkade te laten rijden wordt de reistijd tussen het Centraal Station en het Oostelijk
Havengebied met 4 tot 5 minuten verkort en hierdoor verbetert de betrouwbaarheid. Lijn 22 blijft de
haltes Prins Hendrikkade en Kadijksplein bedienen.
14 Het IJ
NS. / (E Ee Marke
LF E 8 Niouwe route -Eilan
Sn ib KNSM-Eiland
AS Ene Er ST
NN, 1 je Ten = N Pt
Ì Ne S Ins 5 fs Oostelijke ob paren urg
\ > Ne, en eilanden \ 4 piet Heinkel
\ me A | _— KEN
\ Ge deburg
Y 3
8 er Spee
De halte in de Kattenburgerstraat wordt hierdoor niet meer bediend. Van deze halte maken per dag
gemiddeld 88 reizigers gebruik. De alternatieve haltes Kattenburgerplein van lijn 22 en
Kattenburgerstraat van lijn 26 liggen op respectievelijk 250 en 500 meter afstand. Ook na het
vervallen van deze halte wordt nog voldaan aan de eisen voor ontsluiting van het gebied. In het
onderstaande kaartje is de haltedekking aangegeven na vervallen van de halte Kattenburgerstraat.
Voor hoofdinfra haltes (lijn 26) gelden 800 meter cirkels (paars), voor de overige haltes gelden 400
meter cirkels (groen). De vervallen halte cirkel van de halte Kattenburgerstraat is ter referentie
gestippeld weergegeven. Het vervallen van deze halte heeft geen effect op de dekking van het
gebied, het gehele gebied blijft afgedekt met door de overige haltes.
Gedurende de gehele looptijd van dit vervoerplan rijdt lijn 22 via de Kattenburgerstraat vanwege
werkzaamheden op de Prins Hendrikkade. Gevolg is dat de halte Kattenburgerstraat nog niet direct
vervalt maar tijdelijk wordt bediend door lijn 22. Dit is een tijdelijke situatie die alleen tijdens de
omleiding plaatsvindt. Na de omleiding gaat lijn 22 weer terug naar zijn gebruikelijke route en wordt
halte Kattenburgerstraat niet meer bediend.
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 13 van 21
ms
ee GVB
5.3 Lijn 65, Amsterdam Amstel - Amsterdam Zuid
Het deel van lijn 65 tussen het Amstelstation en Station Zuid vervalt. Op dit deel reizen circa 2.000
reizigers per dag. Een groot deel hiervan heeft een goed alternatief. Het voorstel om lijn 65 op dit
deel van de route te laten vervallen, komt voort uit de aanwezigheid van diverse lijnen.
In de verbinding met het Amstelstation zijn dat de lijnen 12 en
62. Tussen Amstelstation en Victorieplein rijden deze lijnen nu Doelgroepen vervallen deel lijn 65
met een hoge frequentie parallel aan lijn 65. Tot Europaplein senior; 5%
is lijn 62 een alternatief. Reizigers van halte Scheldestraat
kunnen gebruik maken van halte Van Hilligaertstraat van lijn
12. Deze halte ligt op 300 meter van halte Scheldestraat.
Voor de verbinding met Station Zuid zijn reisopties op korte
afstand de lijnen 52, 5 en 4; lijn 52 met haltes Europaplein
voor Scheldeplein en Dintelstraat, lijn 5 met haltes
Beethovenstraat en Prinses Irenestraat en halte Gerrit van der
Veenstraat op 350 meter van de vervallen halte Apollolaan,
en lijn 4 (na overstap van de metro) naar haltes Dintelstraat,
Maasstraat, Waalstraat en Victorieplein.
Van de vervallen haltes Scheldeplein, Scheldestraat en Apollolaan maken 425 per werkdag gebruik.
Zij moeten iets verder lopen naar hun vervangende halte. De overige reizigers kunnen instappen bij
hun gebruikelijke halte. Ondanks het vervallen van deze haltes blijft het gebied voldoende ontsloten
door de omliggende haltes. In het kaartje is de halte afdekking aangegeven na vervallen van de
haltes van lijn 65. Het gebied wordt afgedekt door 800 meter cirkels (paars) vanaf Hoofdinfra haltes
(metro) of door 400 meter cirkels (groen) vanaf de overige haltes. De vervallen haltes voor lijn 65
zijn ter referentie aangegeven.
Ee
es
©)
G e
) z '
G Amstelstation
aas
À a
Wg
el A p
Kir Fr rd B
Station Ui , OS el
Amsterdam Zuid \ 7 ___{ __« Vervallen deel lijn 65 ee e ©
ES
En ATWA WA aal ‚
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 14 van 21
ms
6 Intervaltabel
Om onze reizigers comfortabel te vervoeren mogen de voertuigen niet te druk zijn. Anderzijds
streven we naar een optimale inzet van personeel en materieel en mag het ook niet te rustig zijn.
Voor elke lijn is, op basis van het verwachte aantal reizigers in 2024, per dagsoort en tijdstip van de
dag het te rijden interval bepaald. Dankzij de aanpassingen bij tram- en bus, zoals in dit vervoerplan
beschreven, is mogelijk om op een aantal drukkere lijnen het aantal ritten uit te breiden om zo de
reizigers voldoende ruimte te bieden. Echter de aanpassingen zijn nog niet voldoende om frequentie
verlagingen op een beperkt aantal lijnen te voorkomen.
In de tabellen in de volgende paragraaf is het interval per lijn aangegeven. Ter referentie is per lijn
eerst het interval aangegeven vanuit Vervoerplan 2023. Vervolgens het interval in Vervoerplan 2024
waarbij met een kleur is aangeven of een lijn vaker of minder vaak gaat rijden. Tot slot is per lijn
aangegeven wat de intervallen zijn in de kerstvakantie (23 december 2023 t/m 7 januari 2024).
De aangegeven intervallen zijn de maximale intervallen die we gaan rijden. Mogelijk dat hiervan in
positieve zin wordt afgeweken (vaker rijden) indien blijkt dat dit zonder extra inzet mogelijk is. De
aangegeven grenzen van de tijdvakken zijn bij benadering.
6.1 Intervaltabel metrolijnen
Geldig van vrijdag 8 december 2023 t/m zaterdag 20 juli 2024 lijn gaat vaker rijden
VVP 2023 is de situatie najaar 2023 (inclusief afschalingen) lijn rijdt minder vaak
Let op: De intervallen en tijdvakgrenzen zijn bij benadering, deze worden definitief in de dienstregeling afwijkend in de kersvakantie
Werkdag Zaterdag Zondag
- s 8 8 8 8 Ss 8 8 8 8 Ss 8 8 8 8
2 SISIg ZIENS IE| Iaj2iëjëlsls je (aisle Ig
z ES î ò ò & & ò 5 iS ò ò & & eis iele ielels
8 A 88e ee es n8 4 82e ee ne 48e ee n 8
= 5 Periode drs St EE 8 td ö rr 2 E28 td ö ree 28
M 50 VVP 2023 15 10 10 10 10 10 12 15 15 12 12 12 12 12 15 15 12 12 12 12 12 15
M VVP 2024 15 10 10 10 10 10 12 15 15 12 12 12 12 12 15 15 12 12 12 12 12 15
M VVP 2024 kerst
M 51 VVP 2023 15 10 10 10 10 10 12 15 15 12 12 12 12 12 15 15 12 12 12 12 12 15
M VVP 2024 15 10 10 10 10 10 12 15 15 12 12 12 12 12 15 15 12 12 12 12 12 15
M VVP 2024 kerst
M 52 VVP 2023 15 7,5 7,5 1,5 7,5 7,5 7,5 7,5 15 15 7,5 1,5 7,5 7,5 7,5 15 15 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5
M VVP 2024 75 5 7,5 7,5 7,5 5 7,5 7,5 75 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5
M VVP 2024 kerst 6 6
M 53 VVP 2023 15 10 10 10 10 10 12 15 15 12 12 12 12 12 15 15 12 12 12 12 12 15
M VVP 2024 15 10 10 10 10 10 12 15 15 12 12 12 12 12 15 15 12 12 12 12 12 15
M VVP 2024 kerst
M 54 VVP 2023 15 10 10 10 10 10 12 15 15 12 12 12 12 12 15 15 12 12 12 12 12 15
M VVP 2024 15 10 10 10 10 10 12 15 15 12 12 12 12 12 15 15 12 12 12 12 12 15
M VVP 2024 kerst
Spitsuitbreiding lijn 52 onder voorbehoud
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 15 van 21
me GVB
6.2 Intervaltabel tramlijnen
Geldig van vrijdag 8 december 2023 t/m zaterdag 20 juli 2024 lijn gaat vaker rijden
VVP 2023 is de situatie najaar 2023 (inclusief afschalingen) lijn rijdt minder vaak
Let op: De intervallen en tijdvakgrenzen zijn bij benadering, deze worden definitief in de dienstregeling afwijkend in de kersvakantie
— a 8 8 8 & ae 8 8 8 8 ae 8 8 8 8
2 88E 8 E28 8 E22 8E
So klets (SlIelsrslis 28/88/88 \S\2/8/8/8I8|8
S 5 Periode 8 Kö SESSS 8 5 er 8 be 2 5 Er 8 ö 88
T 1_\VVP 2023 15, 6 7,5 7,5 75 75 7,5 10 15 75 7,5 7,5 7,5 10 10 15 12, 10 10, 10 10 10
T VVP 2024 15 6 7,5 7,5 7,5 7 7,5 10 15 7,5 7,5 7,5 7,5 10 10 15 12 10 10 10 10 10
T VVP 2024 kerst 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
T 2 VVP 2023 15 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 10 15 65 65 65 65 8 10 15 75 7,5 7,5 7,5 8 10
T VVP 2024 15 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 10 15 65 65 65 6,5 8 10 15 7,5 7,5 7,5 7,5 8 10
T VVP 2024 kerst
T 3 VVP 2023 15 12/12 12 12 12 12 12 15 15 12 12 12 12 15 15,15 1212 12 15 15
T VVP 2024 15 12 12 12 12 12 12 15 15 15 12 12 12 12 15 15 15 12 12 12 15 15
T VVP 2024 kerst
T 4 VVP 2023 15 15 15 15 15, 12 15 15 15 12 12,12 12 12 15 15,15 15 15 15 15 15
T VVP 2024 15 15 15 15 15 12 15 15 15 12 12 12 12 12 15 15 15 15 15 15 15 15
T VVP 2024 kerst
T 5 VVP 2023 15 10 10 10 10, 10 10 15 15 10,10 10, 10 10 15 15 12/12 12 12 12 15
T VVP 2024 15 10 10 10 10 10 12 15 15 10 10 10 10 10 15 15 12 12 12 12 12 15
T VVP 2024 kerst 12 12 12 12 12 2e 20 222
T 7_VVP 2023 15 10 1010 10 10 10 10 15 1010 10, 10 10 12 15 15 10 10 10 10 12
T VVP 2024 15 10 10 10 10 10 10 15 15 10 10 10 10 10 15 15 15 10 10 10 10 15
T VVP 2024 kerst
T 12 VVP 2023 15 10 10 7,5 7,5 7,5 7,5 10 15 65 65 65 65 8 10 15 75 7,5 7,5 7,5 8 10
T VVP 2024 15 10 10 7,5 7,5 7,5 7,5 10 15 65 6,5 6,5 65 8 10 15 7,5 7,5 7,5 7,5 8 10
T VVP 2024 kerst
T 13 VVP 2023 15 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 10 15 75 7,5 7,5 7,5 7,5 10 15 75 7,5 7,5 7,5 7,5 10
T VVP 2024 15 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 10 15 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 10 15 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 10
T VVP 2024 kerst 1010 10 10 10 10 12 10 10 10 10 10 12
T_\ 14 VVP 2023 15 10 10 10 10 10 10 \ 15 15 10,10 10 10 10, 10 15 10 10 10, 10 10 15
T VVP 2024 15 12 10 10 10 10 10 15 15 10 10 10 10 10 10 15 10 10 10 10 10 15
T VVP 2024 kerst
T_\ 17 VVP 2023 15 10 7,5 7,5 75 7,5 7,5 10 15 6,7 6,7 6,7 6,7 7,5 10 15 75 7,5 7,5 7,5 7,5 10
T VVP 2024 15 10 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 10 15 6,7 6,7 6,7 6,7 7,5 10 15 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 10
T VVP 2024 kerst
T 19 VVP 2023 15 10 10 10 10 10 10 10 15 10 10 10 10 10 10 15 10 10 10 10 10 10
T VVP 2024 15 10 12 12 12 10 12 15 15 12 12 10 10 12 15 15 12 12 12 12 12 15
T VVP 2024 kerst 12 12 12 12 15 15 15 15 15
T_\ 24 VVP 2023 15 12/12 12 12 12 12 15 15 12 12 12 12 15 15 15 1512 12 12 12 15
T VVP 2024 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15
T VVP 2024 kerst
T _\ 25 VVP 2023 15 10 10 10 10, 10 10 15 15 10 10 10 10 10 15 15 12/12 12 12 12 15
T VVP 2024 15 10 10 10 10 10 12 15 15 15 10 10 10 15 15 15 15 12 12 12 15 15
T VVP 2024 kerst 12 12 12 12 12 20 202
T 26 VVP 2023 10 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 10 10, 10 7,5 7,5 7,5 10 10 10 10 7,5 7,5 7,5 10 10
T VVP 2024 10 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 10 10 10 7,5 7,5 7,5 10 10 10 10 7,5 7,5 7,5 10 10
T VVP 2024 kerst 85 9 9 9 85 9 9 9 9 9 9 9
T 27 VVP 2023 10
T VVP 2024 10
T VVP 2024 kerst
Vervoerplan 2024-l versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 16 van 21
me GVB
6.3 Intervaltabel buslijnen
Geldig van vrijdag 8 december 2023 t/m zaterdag 20 juli 2024 lijn gaat vaker rijden
VVP 2023 is de situatie najaar 2023 (inclusief afschalingen) lijn rijdt minder vaak
Let op: De intervallen en tijdvakgrenzen zijn bij benadering, deze worden definitief in de dienstregeling afwijkend in de kersvakantie
— a 8 8 8 & ae 8 8 8 8 ae 8 8 8 8
2 8 88 EES 82228 8 EEE 8E
Î Ee KISS Sl8/8js js SISlSjslsisler (ëyslejs sies
=| 3 | Periode |EIEISISJELSIS IEN [EISIEIËIEIEIS) [SISIEIËIELEIK
B 15 VVP 2023 15 10 10 10 10 10 12 15 15 15 15 15 15 15 15 30 15 15 15 15 15 15
B VVP 2024 15 10 10 10 10 10 15 15 15 15 15 15 15 15 15 30 15 15 15 15 15 15
B VVP 2024 kerst 15 15 15 15 15
B < 18 VVP 2023 15 10 10 10 10 10 12 15 15 15 15,15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15
B VVP 2024 15 10 10 10 10 10 15 15 15 15 15 15 15 15 15 30 15 15 15 15 15 15
B VVP 2024 kerst 15 15 15 15 15
B < 21 VVP 2023 10 7,5 7,5 7,5 75 75 7,5 10 15 10 7,5 7,5 7,5 7,5, 10 15 10 7,5 7,5 7,5 7,5 10
B VVP 2024 10 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 10 15 10 7,5 7,5 7,5 7,5 10 15 10 85 8,5 8,5 8,5 10
B VVP 2024 kerst 10 10
B < 22 VVP 2023 15 10 10 10 10 10, 15 \ 15 15 10,10 10, 10 10 15 15 15 10 10, 10 10 15
B VVP 2024 15 10 10 10 10 10 15 15 15 10 10 10 10 10 15 15 15 10 10 10 10 15
B VVP 2024 kerst
B 34 VVP 2023 15 10 15 15 15 10 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15
B VVP 2024 15 10 15 15 15 10 15 15 15 15 15 15 15 15 20 15 15 15 15 15 15 20
B VVP 2024 kerst 15 15
B 35 VVP 2023 10 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 10 10 15 10 10 10 10 10 15 15 15 10 10 10 10 15
B VVP 2024 10 10 10 10 10 10 10 10 15 15 10 10 10 15 15 15 15 15 15 15 15 15
B VVP2024 kerst | 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15
B 36 VVP 2023 15 15 15 15 15 15 15 30 30 30 15 15 15 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 15 15 15 15 15 15 15 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP2024kerst <20 20 20 20 20 20 20
B 37 VVP 2023 10 7,5 10 10 10 10 10 15 15 10 10 10 10 10 15 30 15 15 15 15 15 15
B VVP 2024 10 7,5 10 10 10 10 10 15 15 10 10 10 10 10 15 30 15 15 15 15 15 15
B VVP2024 kerst 15 15 15 15 15 15 15 15
B 38 VVP 2023 15 15 15 15 15 15 15 30 30 30 15 15 15 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 20 20 20 20 20 20 20 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP2024kerst <30 30 30 30 30 30 30
B 40 VVP 2023 15 10 15 15 10 10 15 20 20 20 20 20 20 20 20 20, 20 20 20 20 20 20
B VVP 2024 15 10 15 15 10 10 15 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20
B VVP 2024 kerst 15 15 15
B 41 ‚VVP 2023 30 15 15 15 15 15 15 30 30 30 15 15 15 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 30 15 15 15 15 15 15 30 30 30 15 15 15 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 kerst
B 43 VVP 2023 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15
B VVP 2024 30 20 20 20 20 20 20 30 30 20 20 20 20 20 30 30 30 20 20 20 30 30
B VVP 2024 kerst
B 44 VVP 2023 15 15 15 15 15 15 20 30 30 15 15 15 15 15 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 15 15 15 15 15 15 20 30 30 20 20 20 20 20 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 kerst
B 47 VVP 2023 15 15 15 15 15 15 20 30 30 15 15 15 15 15 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 15 15 15 15 15 15 20 30 30 20 20 20 20 20 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 kerst
B 48 VVP 2023 15 6 10 10 10, 6 10 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15
B VVP 2024 15 6 10 10 10 6 10 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15
B VVP 2024 kerst 75 15 15 15 7,5
B 49 VVP 2023 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 kerst
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 1/ van 21
me GVB
Geldig van vrijdag 8 december 2023 t/m zaterdag 20 juli 2024 lijn gaat vaker rijden
VVP 2023 is de situatie najaar 2023 (inclusief afschalingen) lijn rijdt minder vaak
Let op: De intervallen en tijdvakgrenzen zijn bij benadering, deze worden definitief in de dienstregeling afwijkend in de kersvakantie
Werkdag Zaterdag Zondag
n a 8 8 8 & ae 8 8 8 8 ae 8 8 8 8
2 888 EEE gees 8 EES
3 e 5 ë 4 8 8 8 8 8 Î 5 8 8 8 8 8 8 5 8 8 8 8 8
>= 5 Periode << £ 5 SEE SS 8 <löjsjerere rs sie jee lers
B 61 VVP 2023 15 15 15 15 15 15 15 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 15 15 15 15 15 15 15 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP2024kerst <20 20 20 20 20 20 20
B 62 VVP 2023 15 15 15 15 15 15 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 15 15 15 15 15 15 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP2024kerst <20 20 20 20 20 20
B 63 VVP 2023 15 15 15 15 15 15 20 20 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 20 20 20 20 20 20 20 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 kerst
B 65 VVP 2023 15 10 10 10 10 10 10 15 30 15 15 15 15 15 15 30 30 15 15 15 15 15
B VVP 2024 15 10 10 10 10 10 10 15 30 15 15 15 15 15 15 30 30 15 15 15 15 15
B VVP 2024 kerst 2 2 2 2 2
B 66 VVP 2023 15 10 15 15 15 10 15 20 30 15 15 15 15 30 30 30 30 30 30 30 30 30
B VVP 2024 15 10 15 15 10 10 15 20 30 15 15 15 15 30 30 30 30 30 20 20 30 30
B VVP 2024 kerst
B 369 VVP 2023 12 7,5 10 10 10 7,5 10 15 15 15 12 12 12 12 15 15 15 15 15 15 15 15
B VVP 2024 15 10 12 12 12 10 12 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15
B VVP 2024 kerst
Spits- en Schiphol Werkdag Zaterdag Zondag
n a 8 8 8 & ae 8 8 8 8 ae 8 8 8 8
2 88E 8e EEE 8 EES
3 e 5 8 8 88 8 8 8 5 8 8 8 8 8 Z 5 8 8 8 8 8
>= 5 Periode << £ 5 SEE SS 8 <löjsjerere rs sie jee lers
B 231 VVP 2023 30 30
B VVP 2024 30 30
B 245 VVP 2023 IX 3x 3x
B VVP 2024 IX 3X 3X
B 246 VVP 2023 2x 2x 2x
B VVP 2024 2x 2x 2x
B 247 VVP 2023 IX 3X 3X
B VVP 2024 IX 3x 3x
Nachtlijnen (geen aanpassingen)
5 Standaard of all o o Er » … 5
5 Zomer 2 8 2 > ZN NN
N81 STANDAARD 60 60 60
N82 STANDAARD 60 30 60* 30 60* * vanaf 2:00
N83 STANDAARD 60 30 60* 30 60* * vanaf 2:40
N84 STANDAARD 60 60 60
N85 STANDAARD | 60 60 60 60 30 60* 30 60* 60 * vanaf 4:40
N86 STANDAARD 30 60* 30 60* * vanaf 1:50
N87 STANDAARD 60 60 60 60 30 60* 30 60* 60 *vanaf 4:00
N88 STANDAARD 60 60 60
N89 STANDAARD 60 60 60
N91 STANDAARD 60 60 60
N93 STANDAARD 60 60 60
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 18 van 21
GVB
7 Infrastructuur aanpassingen
1.1 Ingrijpende werkzaamheden gedurende vervoerplan
Naast de onderstaande langdurige werkzaamheden zijn in de stad ook diverse ingrijpende kort
durende werkzaamheden van enkele dagen. Deze zijn, vanwege de korte duur maar ook de
onzekerheid van de planning, niet opgenomen in dit vervoerplan.
11.1 _ Prins Hendrikkade
Als gevolg van werkzaamheden is vanaf 10 december 2023 de Prins Hendrikkade niet beschikbaar
als busroute. Als gevolg hiervan eindigen de streeklijnen vanuit Zaanstreek en Waterland in
Amsterdam Noord. Het heeft ook gevolgen voor de huidige routes van lijn 22 en lijn 43. In dit
vervoerplan wordt voorgesteld om lijn 43 definitief te verleggen naar de Piet Heinkade. Deze
aanpassing is zonder dit voorstel ook tijdelijk nodig vanwege de genoemde werkzaamheden.
Lijn 22 rijdt als gevolg van de werkzaamheden via de Piet Heinkade en de Kattenburgerstraat om.
Door deze omleiding blijft de halte Kattenburgerstraat, ondanks het vervallen van lijn 43, tijdelijk nog
in gebruik. Pas na afloop van de werkzaamheden na de zomer van 2024 vervalt de halte.
7.1.2 Borneostraat
Vanwege werkzaamheden tussen 8 januari 2024 en 25 februari 2024 is de tramroute door de
Borneostraat niet te gebruiken. Lijn 14 krijgt hierdoor kort na de routewijziging, te maken met een
tijdelijk gewijzigde route. Tussen de halte Alexanderplein en Muiderpoortstation gaat lijn 14 in beide
richtingen via de Linnaeusstraat en de Wijtenbachstraat rijden. Het eindpunt ligt dan tijdelijk bij
Muiderpoortstation. Deze tijdelijke lijnvoering sluit het best aan bij de in dit vervoerplan voorgestelde
route.
Op het eindpunt Muiderpoort zijn twee sporen NEN | | ke Ee In
beschikbaar. Helaas is slechts één spoor NN | Ent Po 5 aks
voorzien van een halteperron voor toegankelijk N N Ni: in | é REE ed
instappen. Omdat dat spoor veelal in gebruik NEE, _ Le
is door lijn 1, moet lijn 14 uitwijken naar het ER hi ik _
tweede spoor, Reizigers moeten hier vanaf eeN IE rn,
straatniveau instappen. Hierdoor wordt, Leg! aan
tijdelijk, geen toegankelijke instaphalte a Ee = Zp 8
geboden. Alternatief voor reizigers, die hiervan EE df zn a En
afhankelijk zijn, is uitwijken naar de halte eN
Dappermarkt. le Í REE
Bij aankomst op het Muiderpoortstation kunnen reizigers van lijn 14 uitstappen op de reguliere halte
Muiderpoortstation op de Insulindeweg.
7.1.3 Oude Haagseweg
Vanaf 22 januari zijn werkzaamheden gepland aan de busroute naar Schiphol. De route via de Oude
Haagseweg is niet bruikbaar voor de lijnen 369, 245, 246 en 247. Deze werkzaamheden duren tot
augustus 2024. Alternatieve routes lopen via de A4 en eventueel de A9. De uiteindelijke
omleidingsroute is nog niet vastgesteld.
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 19 van 21
ms
me GVB
1.2 _ Vervallen haltes als gevolg van lijnwijzigingen
Aanpassing lijn 14
Een deel van de tramhaltes op de route van lijn 14 worden na ingaan van dit vervoerplan nog maar
in één richting gebruikt. Het gaat om de volgende haltes:
e _Pontanusstraat
e Zeeburgerdijk
e Javaplein
Aanpassing lijn 43
Als gevolg van de routewijziging van lijn 43 vervalt de halte Kattenburgerstraat. Echter als gevolg
van werkzaamheden blijft de halte echter tot na de zomer van 2024 in gebruik als halte voor lijn 22.
Aanpassing lijn 65
Lijn 65 vervalt tussen het Amstelstation en Station Zuid. Gevolg is dat een aantal haltes (overdag)
niet meer bediend worden. Het gaat om de haltes:
e Scheldeplein
e Scheldestraat (op deze halte blijft in de vroege ochtend wel lijn 246 halteren)
e Apollolaan (op deze halte blijft in de vroege ochtend wel lijn 246 halteren)
e Beethovenstraat (deze halte ligt dicht bij de halte Stadionweg op de Beethovenstraat)
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 20 van 21
OS GVR
= GVB
8 Exploitatie kalender
Onderstaand de exploitatiekalender voor dit vervoerplan. Het Vervoerplan 2024 is geldig voor de
eerste helft van 2024. Door de tram- en bus de dienstregeling op vrijdag 8 december 2023 in te
laten gaan, valt dit samen met de invoering van 30 km/uur in de stad. Voor metro gaat de nieuwe
dienstregeling wel in per 10 december 2023. Bij de metrolijnen wijzigt alleen de dienstregeling van
lijn 52 op werkdagen.
25-12-2023 [Eerste Kerstdag | Maandag _ |Zondag |
26-12-2023 | Tweede Kerstdag _|Dinsdag __|Zondag | |
1:30
donderdag/vrijdagnacht
9-5-2024 Hemelvaartsdag Donderdag Zaterdag Nachtlijnen rijden in de
PP EE
donderdag/vrijdagnacht
donderdag/vrijdagnacht
Vervoerplan 2024-I versie 1 Definitief Versie 1
25 augustus 2023 Pagina 21 van 21
| Onderzoeksrapport | 21 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 674
Datum indiening 21 juni 2018
Datum akkoord 24 juli 2018
Publicatiedatum 25 juli 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Bloemberg-lssa inzake
de leefomstandigheden van kinderen in asielzoekerscentra en gezinslocaties.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Uit onderzoek in opdracht van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en
de ‘Werkgroep Kind in azc’, waarin onder andere Unicef, War Child en
Vluchtelingenwerk Nederland samenwerken, blijkt dat kinderen in asielzoekerscentra
en gezinslocaties zich vaak niet veilig voelen. Onder andere het gebrek aan privacy
en regelmatig verhuizen worden als oorzaken genoemd. Kinderen moeten zich bij
verhuizingen steeds opnieuw hechten, wennen aan een nieuwe school en nieuwe
vriendschappen sluiten. Ook is er op sommige locaties te weinig psychische steun.
Hoewel het betreffende onderzoek niet is uitgevoerd in Amsterdam, is vragenstelster
benieuwd naar de situatie en de afwegingen voor een kindvriendelijk beleid bij
Amsterdamse opvanglocaties en verhuizingen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Bloemberg-lssa, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
Toelichting bij de beantwoording:
In Amsterdam is een azc gevestigd op de Willinklaan in stadsdeel Nieuw-West. Er is
in Amsterdam geen gezinslocatie van het COA. In het azc Willinklaan wonen op dit
moment (juni 2018) ca. 470 personen, waarvan ruim 130 kinderen. Er is in het azc
Willinklaan ruimte voor 512 bewoners. Het COA is in Amsterdam, net als elders in
Nederland, verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers, verhuizingen en
de ondersteuning van azc-bewoners. Aanvullend op de wettelijke taken van
de gemeente, zoals het organiseren van het onderwijs, is in Amsterdam
het programmaplan ‘Amsterdamse inbreng in het azc’ opgesteld. Daarin is vastgelegd
dat het COA en de gemeente Amsterdam samen werken aan de snelle integratie en
participatie van azc-bewoners, en ook aan het bieden van goede ondersteuning aan
kinderen.
1 https://www.defenceforchildren.nl/media/2465/1-en-2_online.pdf
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng bea Gemeenteblad R
Datum 25 juli 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 21 juni 2018
1. Is het college bekend met het rapport van het COA en de Werkgroep Kind in azc?
Zo ja, hoe beoordeelt het college de conclusies en aanbevelingen uit het rapport?
Antwoord:
Ja, het college is bekend met het onderzoek “Leefomstandigheden van kinderen
in asielzoekerscentra en gezinslocaties” en onderschrijft de aanbevelingen. De
meeste aanbevelingen liggen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid als
opdrachtgever van het COA. Gezien de samenwerkingsafspraken met het COA
en omdat de gemeente vanaf 2019 verantwoordelijk wordt voor de jeugdhulp in
het azc, houdt het college nauwlettend in de gaten wat het COA met de
aanbevelingen doet.
2. Watis het beleid met betrekking tot het voorkomen van onnodige verhuizingen
van kinderen tussen opvanglocaties en welke rol speelt de gemeente hierin?
Antwoord:
Het COA is als uitvoerend orgaan verantwoordelijk voor de opvang van
vluchtelingen. In het Regeerakkoord 2017 is staat dat kinderen zo min mogelijk
verhuisd mogen worden tussen opvanglocaties, zodat kinderen meer continuïteit
in hun leven hebben. Als er toch een verhuizing aan de orde is, dan zet het COA
in op een goede voorbereiding en begeleiding van het te verhuizen gezin. Dit met
als doel de continuïteit van onderwijs, de ontwikkeling en het welzijn van het kind
te waarborgen. Ook kijkt het COA naar het moment van een verhuizing. Het COA
streeft ernaar daar waar mogelijk verhuizingen in een schoolvakantie te laten
plaatsvinden.
De gemeente heeft formeel geen rol bij het voorkomen van onnodige
verhuizingen van kinderen tussen opvanglocaties. Wel heeft de gemeente bij de
verhuizing van het azc Wenckebachweg (stadsdeel Oost) naar de Willinklaan
(stadsdeel Nieuw-West) in januari 2018 extra inzet gepleegd om de continuiteit
van zorg en onderwijs voor kinderen te waarborgen. Zo is het Ouder- en
Kindteam meeverhuisd, hebben de kinderen de gelegenheid gekregen op hun
basisschool in Amsterdam Oost te blijven en heeft er een warme overdracht
plaatsgevonden tussen de voorschoolaanbieders.
Als een gezin verhuist naar een eigen woning in de wijk of in een andere
gemeente, is er een warme overdracht met het Ouder- en Kindteam of lokaal
team in de nieuwe wijk dan wel gemeente.
3. Deelt het college de mening van de Partij voor de Dieren dat er geen drempels
zouden moeten zijn om hulp bij psychische klachten voor kinderen te krijgen?
Antwoord:
Ja, het college deelt deze mening. Het COA is verantwoordelijk voor de inzet van
jeugdhulp op de azc’s. Sinds de noodopvang in 2015 is het Ouder- en Kindteam
betrokken bij de COA-opvanglocaties in Amsterdam. Het Ouder- en Kindteam zet
in op preventieve jeugdhulp en laagdrempelige ondersteuning aan gezinnen, iets
wat doorgaans ontbreekt op COA locaties. In 2017 is het COA een landelijke pilot
preventieve jeugdhulp gestart. De inzet van het Ouder- en Kindteam is sindsdien
onderdeel van de pilot.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng bea Gemeenteblad R
Datum 25 juli 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 21 juni 2018
4. Op welke wijze kunnen kinderen in een Amsterdams asielzoekerscentrum gebruik
maken van geestelijke gezondheidszorg? Graag een toelichting.
Antwoord:
Op een azc wordt, onder verantwoordelijkheid van het COA, psychologische zorg
geboden aan kinderen. Bewoners, medewerkers en vrijwilligers worden door het
COA door middel van brochures en voorlichting op de hoogte gesteld van het
aanbod. Alle azc-bewoners hebben toegang tot de huisarts en tot geestelijke
gezondheidszorg (van eerstelijns psychologische hulpverlening tot en met
opname in een psychiatrisch ziekenhuis) en zijn hiervoor verzekerd. Medewerkers
en vrijwilligers van het COA worden getraind in het herkennen van signalen die
duiden op psychologische nood (ook bij kinderen) en hoe daarna te handelen.
Aanvullend op deze basisvoorzieningen, biedt het Ouder- en Kindteam in
Amsterdam onder andere opvoedgesprekken en cursussen, inloopmomenten,
weerbaarheidstrainingen, voorlichting en traumaverwerking. Het Ouder- en
Kindteam werkt nauw samen met het COA, scholen, aanbieders van
buurtactiviteiten, Veilig Thuis en volwassenenzorg aanbieders. Het Ouder- en
Kindteam op het azc biedt ook eerste hulp bij traumaverwerking, in de vorm van
EMDR. Het Ouder- en Kindteam verwijst niet vaak naar specialistische
jeugdhulpaanbieders, maar kiest er vaker voor zelf eerst hulp aan te bieden. De
reden hiervan is dat de stap naar de specialistische jeugdhulpaanbieders groot is
en de aanbieders niet altijd goed toegankelijk zijn. Niet alle jeugdhulpaanbieders
hebben tolken en ze zijn niet allemaal flexibel om naar het azc te komen.
Daarnaast sluit de hulp soms onvoldoende aan. Op dit moment valt de
specialistische jeugdhulp op het azc nog onder de verantwoordelijkheid van het
COA. Per 2019 gaat deze verantwoordelijkheid over naar de gemeente. Vanaf dat
moment kan er beter gestuurd worden op de afspraken met de aanbieders.
Omdat de gemeente veel waarde hecht aan goede ondersteuning van de
kinderen zijn er, vooruitlopend op de ontwikkelingen in 2019, al gesprekken
gestart tussen het Ouder- en Kindteam azc, het COA en de specialistische
jeugdhulpaanbieders om de huidige aansluiting te verbeteren.
5. Watis de inzet vanuit de betrokkenheid van de gemeente bij de inrichting van
asielzoekerscentra, gezinslocaties en bij eventuele verhuizingen, specifiek voor
de belangen van kinderen zoals in het rapport beschreven, ook gezien vanuit
de gemeentelijke verplichting om internationale verdragen als het Internationaal
Verdrag inzake de Rechten van het Kind te handhaven?
Antwoord:
Het COA is primair verantwoordelijk voor de inrichting van asielzoekerscentra en
verhuizingen. De gemeente heeft hierin formeel geen rol, anders dan beschreven
bij de beantwoording van vraag 3.
De gemeente en het COA hebben aanvullende afspraken gemaakt in het
programmaplan ‘Amsterdamse inbreng in het azc Willinklaan’ (onderdeel van de
bestuursovereenkomst azc Willinklaan) met als doel azc-bewoners zo snel
mogelijk te laten integreren en participeren. Naast de wettelijke taak van de
gemeente om onderwijs te organiseren en de inzet van het Ouder- en Kindteam,
bestaat de inzet voor de kinderen onder andere uit: een voorschoolgroep voor de
kinderen van 2,5 tot 4 jaar, een “wengroep” om de transitie naar het reguliere
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 56 ui 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 21 juni 2018
(voor)schoolse aanbod goed te laten verlopen en een uitgebreid
activiteitenprogramma bestaande uit sport (waaronder zwemles), spel, muziek en
theateractiviteiten voor kinderen. Verder heeft de gemeente Amsterdam twee
welzijnsorganisaties van Nieuw-West (Eigenwijks en Combiwel) gevraagd om
bewoners van het azc, waaronder kinderen, deel te laten nemen aan activiteiten
in de buurt en de verbinding te leggen met het lokale jongerenwerk. In de
zomerperiode biedt het COA extra activiteiten voor kinderen. In aanvulling daarop
biedt ook Eigenwijks en de gemeente extra (sport) activiteiten op en rondom het
azc.
Het COA is verantwoordelijk voor de speelplekken op het terrein. Deze zijn op dit
moment nog niet allemaal geplaatst. De gemeente Amsterdam hecht veel waarde
aan speelplekken en een kindvriendelijke omgeving. Hiervoor is aandacht
gevraagd bij het COA. De speeltoestellen voor de jonge kinderen zijn reeds
geplaatst. De speeltoestellen voor de oudere kinderen worden voor de
zomervakantie geplaatst.
Tenslotte nodigt wethouder Kukenheim u van harte uit een bezoek te brengen
aan het azc Willinklaan, waarbij het COA, het Ouder- en Kindteam en
de betrokken welzijnsorganisaties u een nadere toelichting kunnen geven op
de omschreven inzet.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Datum raadsvergadering 9 november 2022
Ingekomen onder nummer 411
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Bakker inzake de Begroting 2023
Onderwerp
Probleem van bodemdaling betrekken in bestuursopdracht
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023
Constaterende dat:
-__ erin verschillende stukken de urgentie van het probleem van bodemdaling in Noord-West
wordt benadrukt;*
-__er bovendien wordt benadrukt dat dit probleem niet alleen in Noord-West, maar ook in
Oost, Zuidoost en West speelt;?
-_in het gebiedsplan Noord-West 2022 over de bodemdaling in dit gebied beschreven staat:
“Het is niet goed belegd in de organisatie, er zijn geen budgetten voor gereserveerd en
het huidige klimaatadaptieve beleid volstaat niet om de gevolgen van de bo-demdaling
tegen te gaan. Eris grote behoefte aan een stadsbreed onderzoek naar de kosten en ba-
ten van het bodemdalingsvraagstuk.”3
Overwegende dat:
-__er op dit moment geen budget is vrijgemaakt voor de mogelijke financiële consequenties
van deze problematiek in de huidige begroting;
-__er wel een urgente vraag ligt vanuit Noord-West om financiële middelen vrij te maken
voor deze problematiek;
+ https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/11705850/1/5_+Groeiten+verstedelijking+deel+2;
? Gebiedsplan Amsterdam Noord-West 2022, p. 12. https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/gebiedsgericht-werken/gebiedsplan-
nen-2022/noord{/noord-west/.
3 Gebiedsplan Amsterdam Noord-West 2022, p. 12. https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/gebiedsgericht-werken/gebiedsplan-
nen-2022/noord{/noord-west/.
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
het probleem van bodemdaling en de mogelijke kosten daarvan, zowel in Noord-West als stads-
breed, expliciet mee te nemen als opgave voor de bestuursopdracht tav investeringen.
Indiener,
A.L. Bakker (Partij voor de Dieren)
| Motie | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 22 mei 2023
Portefeuille(s) Grond en Ontwikkeling & Ruimtelijke Ordening
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door Grond & Ontwikkeling ([email protected])
Onderwerp College van B&W besluit vrijgave voor inspraak concept investeringsnota
Schoollocatie Meidoornweg, stadsdeel Noord
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
Op 9 mei 2023 heeft het college ingestemd met het vrijgeven voor inspraak van de concept
investeringsnota Meidoornweg schoollocatie in de periode van 15 mei t/m 23 juni 2023.
Op het kavel ‘Meidoornweg' worden twee nieuwe schoolgebouwen gerealiseerd en een sporthal.
Daaromheen wordt de openbare ruimte (opnieuw) ingericht.
De kavel ‘Meidoornweg’' ligt in de Volewijck en is onderdeel van de Van der Pekbuurt. Op het kavel
staat nu een groot leeg schoolgebouw waar tot twee jaar geleden de Nieuwe HAVO in gevestigd
was. Het huidige gebouw, daterend uit 1985, voldoet niet meer aan de gevraagde normen voor het
leveren van de gewenste kwaliteit voor onderwijs.
Door de Stichting voortgezet onderwijs van Amsterdam (hierna VOvA} is in 2018 het verzoek
gedaan het kavel aan de Meidoornweg van de Nieuwe HAVO te mogen herontwikkelen tot een
brede VO-school voor de Nieuwe HAVO, het VOX College en het Bredero College. Hiermee
worden meerdere niveaus van onderwijs samengevoegd waardoor menging van leerlingen met
verschillende niveaus wordt gestimuleerd (VMBO-T, HAVO, VWO)
De scholen hebben bovendien uitbreiding van vierkante meters nodig om op de nieuwe locatie,
grensvlak van de oude wijk (Van de Pekbuurt) met de nieuwe wijken (o.a. Overhoeks,
Buiksloterham), de verwachte toestroom van leerlingen op te kunnen vangen.
De nieuwe school, Metropolis Lyceum, biedt innovatief Daltononderwijs en is daarmee een
openbare school.
De huidige scholen op de Meeuwenlaan (De Nieuwe HAVO, VOX-college en Bredero college)
zullen de komende tijd uitfaseren, wat inhoudt dat de leerlingen die nu op de scholen zitten het
onderwijs afmaken op de school zelf. Er worden echter geen nieuwe leerlingen meer aangenomen
voor deze scholen, omdat ze als individuele scholen ophouden te bestaan.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 mei 2023
Pagina 2 van 5
De nieuwe school biedt geen vmbo basis/kader. Hiervoor zijn een aantal belangrijke redenen aan
te wijzen:
1. Eriseentekort in de stad aan aantrekkelijke havo/vwo-plekken. Dit geldt voor de hele
stad, en met name in Noord door de te verwachten groei van het aantal leerlingen in dit
stadsdeel.
2. Eris sprake van overcapaciteit aan vmbo-basis{/kader in de hele stad, ook in stadsdeel
Noord.
3. De huidige leerlingen van het Bredero Beroepscollege (vmbo basis/kader) gaan voor een
belangrijk deel over naar de nieuwe Techschool (initiatief in het kader van Sterk
Techniekonderwijs) dat zich tijdelijk in Zuidoost zal vestigen. In die zin houdt vmbo
basis{/kader niet op te bestaan maar wordt het verplaatst naar een andere school. De
definitieve huisvesting van de Techschool staat gepland in Noord.
Op deze ontwikkelingen heeft de gemeente geen besluitvormende rol, het type onderwijs dat een
school aanbiedt is de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. De gemeente voorziet wettelijk
gezien alleen in de onderwijshuisvesting.
Op dit moment zitten er nog twee huurders in het pand op de Meidoornweg (Doras en VCA).
Hiervoor worden vervangende locaties geregeld. Wanneer deze locaties niet tijdig beschikbaar zijn
dan schuift het start moment van de sloop naar achteren en daarmee de afgesproken opleverdata
van de VO-school en de sporthal.
In Stadsdeel Noord liggen diverse uitdagingen in de huisvesting van maatschappelijke
voorzieningen. Met het opstellen van de principenota Volewijck in 2019 zag de gemeente kans om
te onderzoeken of er op dit kavel meer maatschappelijke voorzieningen op de kavel gehuisvest
konden worden en zo de verschillende programmaonderdelen met elkaar te laten integreren.
Dit heeft geresulteerd in een ruimtelijke invulling waarin plaats wordt geboden aan drie
gebouwen; een brede VO-school, een PO-school met dagopvang (IKC) en een sporthal.
In het integraal kindcentrum (IKC) komt de PO-school Montessori Azalea boven ‘t IJ, een
buitenschoolse opvang en een kinderdagverblijf. Tussen de twee schoolgebouwen in komt een
sporthal die overdag gebruikt kan worden voor bewegingsonderwijs voor de VO-school en de PO-
school. Dit maakt de ontwikkeling en exploitatie van de sporthal financieel haalbaar. Voor
bewegingsonderwijs wordt vanuit onderwijs namelijk bijgedragen aan de benodigde investeringen
en de sporthal wordt overdag voor het benodigd aantal klokuren aan de scholen verhuurd en kan 's
avonds door sportverenigingen worden gebruikt.
Aanpak Noord
In de zomer van 2021 is door het College besloten een Aanpak Noord te initiëren. Deze aanpak
beoogt een Amsterdam Noord, waarbij de fysieke groei samengaat met de sociale-
maatschappelijke groei. Aanleiding is de sociale en fysieke opgave in de bestaande buurten en het
groeiend gevoel van ongelijkheid tussen de bestaande en de nieuwe buurten. Doel is om — in
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 mei 2023
Pagina 3 van 5
vergaande samenwerking met bewoners, woningcorporaties, maatschappelijke organisaties en
ondernemers- te komen tot een langjarige aanpak voor Noord. “Een Noord waar alle generaties
volop deel kunnen hebben aan het succes in de stad, een gezond leven kunnen leiden en zich
kunnen ontplooien”. De realisatie van de schoollocatie Meidoornweg (VO- en PO-onderwijs,
kinderopvang en sport) draagt bij aan de ambities zoals gesteld in de Aanpak Noord.
Stedenbouwkundige uitgangspunten
Het huidige gebouw bestaat uit één langgerekt volume van ca. 150 meter lengte, met daarnaast
een aantal bijgebouwen. In de nieuwe kavelindeling komen er drie aparte volumes voor in de
plaats met een gemiddelde footprint van ca. 2100 m2, waardoor een betere aansluiting ontstaat
met de omgeving door zichtlijnen richting het Noordhollandsch Kanaal. De gebouwen krijgen een
alzijdige oriëntatie met daaromheen een aantrekkelijke en toegankelijke openbare ruimte. De
rooilijnen van de voorgevels van de gebouwen verspringen onderling en de ruimte tussen de
gebouwen is dusdanig breed dat deze onderdeel wordt van de totale groenstructuur.
Het stedenbouwkundig plan is tot stand gekomen na een aantal participatiemomenten en is
samen met het beeldkwaliteitsplan vastgelegd in een kavelpaspoort dat inhoudelijk is gedeeld
met het stadsdeelbestuur.
In het kavelpaspoort, dat het vitgangspunt vormt voor de gebiedsontwikkeling, zijn geen
bovenwettelijke duurzaamheidseisen opgenomen. De verplichte klimaatadaptieve maatregelen
gaan hand in hand met stedenbouwkundige uitgangspunten, door op gebouwniveau groene
daken en gevels te relaliseren die zorgen voor een rainproof gebouw én een groene inpassing in de
omgeving. Het vergroenen van de openbare ruimte resulteert ook in een klimaatadaptieve
inrichting, waarbij gebouw en openbare ruimte op elkaar aansluiten.
Alle 14,2 bomen op de Meidoornweglocatie zijn beoordeeld in een Boom Effect Analyse (BEA).
Uitgangspunt is dat er geen enkele boom onnodig gekapt wordt. Vanuit de hoge ecologische
waarde aan de zijde van het Noord Hollandsch Kanaal is er bij het opstellen van de verkaveling
voor gekozen om de bomen in deze zone zoveel mogelijk te behouden. Dit wordt bereikt door de
footprint van de nieuwe gebouwen op voldoende afstand te situeren en door de verharding in deze
zone zoveel mogelijk te beperken, conform de uitgangspunten van de hoofdgroenstructuur.
Een aantal bomen kan niet worden behouden omdat deze op de plek van de nieuwe bebouwing
staan. Van de bomen die gekapt moeten worden, wordt specialistisch advies opgevraag of het
mogelijk is om ze te verplanten. In de grondexploitatie is budget opgenomen om een aantal
bomen te verplanten.
De ruimte tussen de nieuwe gebouwen heeft voldoende breedte gekregen (17-19 meter) voor
nieuwe aanplant van bomen.
Openbare ruimte
Het ontwerp voor de openbare ruimte rondom de drie nieuwe gebouwen wordt opgesteld in
opdracht van de gemeente. Input hiervoor, eisen en wensen, is opgehaald bij alle stakeholders
inclusief de buurtbewoners. Hiervoor is afgelopen maart een aparte participatieavond
georganiseerd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 mei 2023
Pagina 4 van 5
Door een externe landschapsarchitect worden drie schetsontwerpen opgesteld die ter stemming
worden voorgelegd aan de buurtbewoners. Uitgangpunt voor ontwerp en uitvoering zijn de
geldende Puccini-eisen.
Participatie
Er wordt gewerkt volgens een participatieplan dat is besproken en goedgekeurd door stadsdeel
Noord.
Concreet zijn de volgende activiteiten ondernomen:
e Eriseen website ingericht waarop alle informatie te vinden is
(amsterdam.nl/projecten/meidoornweg).
e Eriseen e-mailadres aangemaakt waar mensen hun vragen kunnen stellen
(meidoornweg @amsterdam.nl).
e Eris vier keer een bewonersbrief verstuurd naar 2700 adressen in de omgeving van de
Meidoornschoollocatie.
e _Injuli 2021 iser een online informatiebijeenkomst georganiseerd. We hebben hier de
plannen toegelicht, het concept kavelpaspoort laten zien, de aanspreekpunten uit het
projectteam voorgesteld, verteld op welke manier mensen met ons in contact konden
komen en ruimte gegeven voor het stellen van vragen of opmerkingen. Ook was een
architect aanwezig om de voorlopige plannen voor de VO-school toe te lichten.
® In juni 2021 zijn er interviews gehouden met tien omwonenden van de
Meidoornschoollocatie. Er is naar hun mening gevraagd over de nieuwbouw rondom de
Meidoornweg. Het doel van deze interviews was een beeld te krijgen van de wensen,
behoeftes en ideeën ten aanzien van de plannen en gewenste mate van betrokkenheid.
Deze omwonenden zijn geselecteerd via de gebiedsmakelaar en vormden een
afvaardiging van verschillende omwonenden.
e _Inseptember 2021 is er een inloopochtend en een inloopmiddag georganiseerd waarbij
mensen de plannen konden inzien, vragen stellen en ideeën en feedback delen.
e In april 2022 is er opnieuw een inloopmiddag/avond georganiseerd waarbij de voortgang
van het kavelpaspoort is gedeeld en waarbij mensen hier nogmaals hun mening over
konden geven.
e In maart 2023is er een informatie{participatiebijeenkomst georganiseerd. Hierin is er door
de stadsdeelvoorzitter een introductie gehouden. In een presentatie zijn de plannen
toegelicht zowel inhoudelijk als hoe de besluitvorming procesmatig verloopt. Tijdens de
avond was er gelegenheid tot het stellen van vragen. Het tweede deel van de avond was
ingericht om actief bij de bewoners op te halen wat hun wensen zijn met betrekking tot de
inrichting van de openbare ruimte. Deze wensen worden verwerkt in drie varianten van
een ontwerp, waarna bewoners kunnen stemmen voor op hun voorkeursvariant.
Woningen uit het plan
Een belangrijke vitkomst van dit participatietraject is geweest dat de circa dertig woningen, die in
eerste instantie ook op het kavel gepland waren, uit het plan zijn gehaald waardoor er meer
flexibiliteit ontstaat voor de inrichting van de openbare ruimte en er meer ruimte is voor groen.
Tegen de woningen op de Meidoornweglocatie kwam tijdens het participatieproces vanuit de
buurt veel weerstand omdat de buurt van mening is dat er daarmee een ‘muur’ wordt gebouwd die
de openheid naar het achterliggende park belemmert. R&D heeft begrip getoond voor deze
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 mei 2023
Pagina 5 van 5
opvatting en heeft zelf ook geconstateerd dat het toevoegen van woningen de ruimtelijke
kwaliteit niet ten goede komt omdat de kavel heel erg vol gebouwd wordt. Bovendien wordt met
het toevoegen van woningen aan het gebied het oppervlak van de Hoofdgroenstructuur verkleind
wat ongewenst is en bovendien niet toegestaan is. De hierdoor vrijgekomen ruimte biedt meer
opties om de onderwijs, sport- en groenfuncties op deze locatie optimaal te integreren.
Financieel
De netto contante eindwaarde van het project komt uit op een negatief bedrag van afgerond € 1,3
min.
Het tekort van de grondexploitatie wordt ten laste gebracht van het Vereveningsfonds; hiermee
wordt vanuit de gebiedsontwikkeling financieel bijgedragen aan het ongelijk investeren (in
ontwikkelbuurt noord) en aan het vernieuwen van het maatschappelijk vastgoed ten laste van het
Vereveningsfonds.
In de eerste berekeningen, toen er nog woningen in het plan waren opgenomen kwam het project
op een negatief bedrag van ongeveer 300.000 euro. Het schrappen van de woningen ten behoeve
van de ruimtelijke kwaliteit heeft dus tot gevolg gehad dat er ongeveer 1 miljoen aan opbrengsten
wordt misgelopen.
Vervolgtraject
Na de inspraakperiode worden de inspraakreacties verwerkt in een concept nota van
beantwoording en waar nodig in een gewijzigde investeringsnota. Naar verwachting zal de
aangepaste investeringsnota in het derde kwartaal van 2023 aan u ter vaststelling worden
aangeboden.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Bijlagen
1. Concept investeringsnota Schoollocatie Meidoornweg, april 2023
2. Kavelpaspoort Schoollocatie Meidoornweg, april 2023
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 5 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 745
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 8 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie JC
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Shahsavari-Jansen, de heer Paternotte en
de heer Toonk inzake de begroting voor 2015 (stimuleren van nieuwe
scholeninitiatieven).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— het aantal leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs de komende jaren zal
groeien met circa 15% en het scholenaanbod dus zal moeten toenemen;
— het hierbij van belang is dat leerlingen en hun ouders kunnen kiezen uit een divers
en kwalitatief hoogstaand onderwijsaanbod;
— nieuwe scholeninitiatieven van buiten de bestaande scholen hierbij sterk aan
zouden kunnen bijdragen;
— het bevorderen van diversiteit en kwaliteit in het scholenaanbod ook bij bestaande
scholen ambitie creëert om de kwaliteit te verhogen;
— het voor nieuwe initiatieven buiten de bestaande scholen relatief lastig is om een
school te starten;
— Amsterdam als hoofdstad een voorbeeldfunctie heeft in het stimuleren van de
kenniseconomie;
— Amsterdam baat heeft bij het stimuleren van de kenniseconomie en daarom een
verantwoordelijkheid heeft daaraan bij te dragen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een ‘kraamkamer’ te faciliteren waarin nieuwe initiatieven voor voortgezet en
primair onderwijs gestimuleerd en begeleid kunnen worden;
— hiertoe een voorstel aan de raad te doen;
— de benodigde middelen hiertoe te dekken uit het onderwijsbudget.
De leden van de gemeenteraad,
M.D. Shahsavari-Jansen
J.M. Paternotte
W.L. Toonk
1
| Motie | 1 | discard |
N Gemeente Amsterdam
es Stadsdeel Amsterdam-Noord
% veraaderina:
% ergadering: 7/63
% Agenda ‘1729
Datum ‘27 februari 2013
CONCEPT-AGENDA
Openbare vergadering van de deelraad
Amsterdam Stadsdeel Noord
woensdag 27 februari 2013
in de raadzaal van het Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
aanvang 20.00 uur
Agendapunt Nadere informatie Regunr. |
PROCEDUREEL
1) Opening
6) Mondelinge vrager | vageneratSfegemensanore ||
7) Vaststellen thema's burgeravonden 2013 | 5812
BELEIDSVOORSTELLEN
8) Welstandsvrij verklaren waterkavel SGD1,
zelfbouwkavels 3al t/m 3a10 en tijdelijke
initiatief Ceuvel Volharding in 5/63
Buiksloterham
9) Investeringsbesluit Herinrichting park De
Groene Zoom — Waterlandpleinbuurt 5654
10) Raadsinitiatiefvoorstel P.G. Eenhoorn:
Openbare orde en Veiligheid 5823
Buikslotermeerpleinbuurt
ALGEMEEN
Volg de raadsvergadering live via internet op www.noord.amsterdam.nl/deelraad of op hitp://noord.raadsinformatie.nl
| Agenda | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 49
Datum akkoord 14 januari 2014
Publicatiedatum 17 januari 2014
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw
M.C.G. Poot van 8 januari 2014 op haar schriftelijke vragen van 26 november 2013
inzake de afhandeling van de bezwaarschriften op grond van de Wet waardering
onroerende zaken (WOZ-bezwaarschriften.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster:
Op 26 november 2013 stelde vragenstelster, namens de fractie van de VVD,
schriftelijke vragen inzake de verbetering van de uitvoering WOZ (beantwoording zie
Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 48). Hierin werd het college, naar aanleiding van een
kamerbrief van de staatssecretaris van Financiën, gevraagd op welke wijze zij zich
inzet om het niveau van de uitvoering van de wet WOZ te verhogen.
Een belangrijk onderdeel hiervan is de manier van bezwaarbehandeling van de
gemeente en de mogelijkheden om het aantal bezwaren te beperken door middel van
een betere service en initiatieven die erop gericht zijn de Amsterdammer vroegtijdig te
betrekken bij het bepalen en controleren van de WOZ-waarde.
Op 8 januari 2014 verscheen in het Algemeen Dagblad een artikel, getiteld:
“Gemeenten traag met WOZ-bezwaren.” In het artikel wordt gesteld dat tientallen
gemeenten achter lopen met de afhandeling van WOZ-bezwaarschriften. Formeel
hadden de gemeenten vóór 1 januari 2014 moeten reageren op de bezwaarschriften.
Na het verstrijken van de termijn kan de bezwaarmaker via de rechter een vergoeding
afdwingen die kan oplopen tot 1260 euro. De Waarderingskamer, de organisatie die
toezicht houdt op de uitvoering van de wet WOZ door gemeenten, denkt dat de
gemeenten in 2013 bewust trager hebben gehandeld omdat ze hoopten te kunnen
profiteren van de nieuwe regels inzake de wet WOZ die oprukkende WOZ-bureaus,
die namens woningeigenaren bezwaren indienen, aan banden zouden leggen.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 8 januari 2014, namens de fractie
van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen op haar schriftelijke vragen
van 26 november 2013 (Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 48) tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 7 januari 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 8 januari 2014
1. Heeft het college kennisgenomen van het artikel in het Algemeen Dagblad?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennisgenomen van het artikel in het Algemeen Dagblad.
2. Behoort Amsterdam tot één van de gemeenten die achter loopt met de
afhandeling van WOZ-bezwaarschriften? Zo ja, wat is hiervan de oorzaak, hoe
worden de Amsterdammers hierover geïnformeerd, hoe wil het college dit
oplossen en hoe wil zij dit in de toekomst voorkomen?
Antwoord:
Neen, Amsterdam behoort niet tot de gemeenten die achter loopt met de
afhandeling van WOZ-bezwaarschriften.
3. Iser binnen de gemeente Amsterdam binnen de gestelde termijn op alle WOZ-
bezwaarschriften over 2013 gereageerd? Zo nee, op hoeveel bezwaarschriften is
niet binnen de gestelde termijn gereageerd en hoeveel zou dat de gemeente in
het nadeligste geval aan compensatiegelden kunnen kosten?
Antwoord:
Nagenoeg alle bezwaarschriften zijn binnen de gestelde termijn afgehandeld.
Er zijn nog slechts 231 bezwaarschriften (situatie van 9 januari 2014) die
afgehandeld moeten worden. Dit zijn onder andere bezwaarschriften waarvoor
nog andere lopende (beroeps)procedures lopen en kunnen daardoor nog niet
afgehandeld worden. De Dienst Belastingen gemeente Amsterdam (DBGA)
verwacht dat deze bezwaarschriften binnen de vervolgtermijnen worden
afgehandeld zonder kosten aan dwangsommen.
4. Is de afhandeling van de WOZ-bezwaren in 2013 (in het algemeen en per
bezwaarschrift) langzamer verlopen dan in voorgaande jaren? Zo ja, wat was
daar de oorzaak van, is er bewust langzamer gehandeld in afwachting van
nieuwe wetgeving en hoe wil het college dit in de toekomst verbeteren”?
Antwoord:
Neen, integendeel. In 2012 constateerde de Gemeentelijke Ombudsman dat de
bezwaarafhandeling door DBGA verbeterd moest worden. Het college heeft toen
opdracht gegeven en tot gerichte acties besloten om de bezwaarafhandeling te
verbeteren. In 2013 is door DBGA onder andere een nieuwe werkwijze
geïntroduceerd om bezwaarschriften sneller af te handelen. Hierdoor zijn nu
nagenoeg alle bezwaarschriften binnen de termijn afgehandeld.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 Sector Bouwen en Wonen
1000 AE Amsterdam Afdeling Ruimtelijk Beleid
Telefoon 14 020
Fax 020 552 4433
www.centrum.amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Bewoners Voetboogstraat
Datum 17 november 2009
Ons kenmerk 09-12993
Uw kenmerk
Behandeld door Luuk Appelman
Rechtstreekse nummer 020 552 4465
Faxnummer 020 552 4227
Bijlage
Onderwerp Beantwoording raadsadres sluitingstijden van de horeca in de woongebieden
Geachte mevrouw
In uw raadsadres van 29 september 2009 vraagt u namens de bewoners van de
Voetboogstraat om alle sluitingstijden van horecazaken in woongebieden terug te brengen
naar 01.00 uur door de week en 02.00 uur in het weekeinde.
Wij willen u allereerst laten weten dat wij het heel vervelend vinden dat u overlast ervaart
van horecazaken in uw omgeving. Wij streven ernaar om wonen, werken en uitgaan in de
binnenstad naast elkaar te laten bestaan. Hoewel dat op sommige plekken spanningen
met zich meebrengt is functiemenging in het algemeen zeer gewenst en vormt dat de
kracht van de binnenstad.
Op 25 september 2008 heeft de deelraad van stadsdeel Centrum ingestemd met het
Horecabeleidsplan. Dit beleidsplan is tot stand gekomen na uitgebreid overleg met
bewoners, ondernemers en politie. Doel van het beleidsplan is juist geweest om te kijken
waar verruiming van horeca mogelijk is. In het plan is nauwkeurig omschreven in welke
gebieden of straten verruiming van openingstijden, uitbreiding in vierkante meters of
uitbreiding van extra horecavestigingen mogelijk is. In woongebieden is in principe geen
verruiming van horeca mogelijk, behalve op plekken waar nauwelijks horecazaken zijn
gevestigd.
In uw raadsadres geeft u aan dat, wanneer geen gehoor wordt gegeven aan uw vraag om
de sluitingstijden van horecazaken te vervroegen in te gaan op de zeven andere aspecten
van het horecabeleid. Hieronder geven wij per punt een reactie.
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
17 november 2009 Gemeente Amsterdam
09-12993 Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 5
1. Alle tijden (ook die van terrassen) één uur terug te brengen.
Het terugbrengen van de sluitingstijden voor horecazaken of van terrassen is op dit
moment niet aan de orde. In het Horecabeleidsplan behoren de Hand- en Voetboogstraat
tot de straten waar geen verruiming van openingstijden, extra horecazaken en toegestaan.
Uitbreiding van horecazaken in vierkante meters is hier niet gewenst.
Alleen in de Jordaan, waar vanwege bijzonder karakter gebiedsgericht terrassenbeleid is
opgesteld, zijn in sommige gevallen sluitingstijden van 23.00 uur voor terrassen van
kracht. Voor de rest gelden ook daar de algemene sluitingstijden voor terrassen.
Momenteel wordt door middel van een buurtonderzoek in de Jordaan gekeken of er
behoefte is aan aanpassing van de tijden.
2. Einde van het afkoeluurtje in woongebied
In het Horecabeleidsplan is afgesproken het afkoeluur na een jaar te evalueren. De
evaluatie van het afkoeluur valt samen met de evaluatie van de verruiming sluitingstijden
op de uitgaanspleinen. Bij de evaluatie van het afkoeluur wordt met name gekeken of het
gefaseerd weggaan van bezoekers bijdraagt aan de veiligheid in het betreffende gebied.
Daarnaast wordt geëvalueerd of de horecazaken die van het afkoeluur gebruik maken dat
op de juiste manier doen en of nog minimaal vijftig procent van de ondernemers in een
gebied van het afkoeluur gebruik maken. Wanneer dit niet het geval is, wordt het
afkoeluur in het betreffende gebied niet langer toegestaan.
De evaluatie van de verruiming van sluitingstijden op de uitgaanspleinen en het afkoeluur
vindt naar verwachting aan het einde van 2009 plaats.
3. Snackbars (veel geweld incidenten) gelijk met cafe's te sluiten
In het Horecabeleidsplan is afgesproken de proef met latere sluitingstijden voor
alcoholvrije zaken (fastfood) met een jaar te verlengen onder nader te vast te stellen
criteria. Besloten is bij fastfoodzaken op en rond de uitgaanspleinen een portier verplicht
te stellen. De verlengde proef met portiers wordt momenteel geëvalueerd. Naar aanleiding
van deze evaluatie zal het dagelijks bestuur eind 2009 met een voorstel komen.
4. Uitsterfbeleid voor nacht- en avondcafés in woongebied
Binnen het stadsdeel is geen uitsterfbeleid voor nacht- en avondzaken van kracht. In het
Horecabeleidsplan is, met oog op het woon- en leefklimaat, gekeken waar nacht- en
avondcafe’s gevestigd kunnen worden. Met de verruiming van nacht- en avondzaken is
zeer terughoudend omgegaan. Per straat is aangegeven waar en waarom uitbreiding van
nacht- en/of avondzaken is toegestaan.
5. Handhaving
Er vindt in stadsdeel Centrum veel controle en handhaving plaats. Dit gebeurt door
verschillende instanties. De Reinigingspolitie controleert op terrasovertredingen. Met
ingang van de nieuwe regels uit de Terrassennota 2008 wordt ieder terras in de
binnenstad minimaal één keer per week gecontroleerd. Terrassen waarbij overtredingen
worden geconstateerd worden vaker bezocht. In horecazaken vindt integraal toezicht
2
17 november 2009 Gemeente Amsterdam
09-12993 Stadsdeel Centrum
Pagina 3 van 5
plaats. Hierbij wordt samen met de Dienst Milieu Beheer (DMB) gekeken of alle
vergunningen in orde zijn en of wordt voldaan aan de geluidseisen. De DMB controleert in
het weekend op klachten van geluidsoverlast. Ook vinden er ’s nachts controles plaats in
(grote) horecazaken door inspecteurs van het stadsdeel en de brandweer. Daarbij wordt
vooral gelet op brandveiligheid (aantallen bezoekers, nooduitgangen, etc) en of
leidinggevenden aanwezig zijn.
De politie controleert overtredingen die te maken hebben met de openbare orde en
veiligheid.
De door u verwoorde klachten zullen in de handhaving worden meegenomen.
6. Horeca overlasttelefoon met toegankelijke duidelijke registratie
De Horeca Overlast Telefoon (HOT) is er speciaal voor klachten met betrekking tot
horecaoverlast. Alle klachten over horecazaken zoals geluidsoverlast, stankoverlast,
overtreding van sluitingstijden en dergelijke, kunnen via deze lijn worden gemeld. De HOT
is 24 uur per dag bereikbaar en alle klachten worden geregistreerd. Naast de HOT komen
er ook klachten binnen bij het stadsdeel, de DMB en het wijkbureau van de politie. De
klachten worden geregistreerd in ‘systeem horeca’. Helaas moet worden geconstateerd
dat niet alle klachten die bij de verschillende instanties binnenkomen in dit systeem
worden verwerkt. Ook kan niet altijd op alle klachten actie worden ondernomen door de
betreffende instantie. Een groot aantal klachten kan daarvan de oorzaak zijn.
Het is overigens een nadrukkelijke wens van het dagelijks bestuur om de registratie van
klachten zo overzichtelijk mogelijk te maken.
In de bijlage vindt u een overzicht van de geregistreerde meldingen voor adressen in de
Voetboogstraat.
7. Horecastop in de binnenstad
Zoals eerder vermeld wordt verruiming van horeca, in zowel sluitingstijden, uitbreiding in
vierkante meters en extra vestigingen, zeer beperkt toegestaan. Uitgangspunt hierbij is
geweest dat extra horeca niet wenselijk is. Per gebied en zelfs per straat is bekeken waar
verruiming plaats kan vinden en op welke manier. Hierbij is veel rekening gehouden met
het woon- en leefklimaat. Gebieden waar weinig gewoond wordt en straten waar veel
achtergrondgeluid aanwezig is, zoals grote straten waar trams en veel verkeer doorheen
rijden, zijn eerder geschikt voor verruiming. Bij het opstellen van het Horecabeleidsplan
zijn zes inspraakavonden gehouden en is de mogelijkheid gegeven om schriftelijke
zienswijzen in te dienen.
De evaluatie van de verruiming sluitingstijden op de uitgaanspleinen en van het afkoeluur
worden in de Deelraadscommissie Algemene Zaken en in de Deelraad behandeld. De
precieze data kunt u lezen in het Stadsdeelnieuws en op de website.
3
17 november 2009 Gemeente Amsterdam
09-12993 Stadsdeel Centrum
Pagina 4 van 5
Als u vragen heeft naar aanleiding van deze brief, kunt u contact opnemen met dhr. L.
Appelman, beleidsadviseur horeca bij stadsdeel Centrum, bereikbaar van maandag tot en
met vrijdag via lappelman @ centrum.amsterdam.nl.
Met vriendelijke groeten,
het dagelijks bestuur,
Anneke Eurelings Els Iping
Stadsdeelsecretaris stadsdeelvoorzitter
A
17 november 2009 Gemeente Amsterdam
09-12993 Stadsdeel Centrum
Pagina 5 van 5
Bijlage
Overzicht op basis van de in 2009 geregistreerde klachten in het horecasysteem voor de
Voetboogstraat.
Het betreft de volgende klachten:
1. Voetboogstraat 22, Havelaar, 05-06-09: terras zonder vergunning, BBQ op de
openbare weg, geluidsoverlast.
2. Voetboogstraat 22, Havelaar, 28-10-09: geluidsoverlast.
3. Voetboogstraat 23, Pepewok, 30-09-09: stankoverlast.
4. Voetboogstraat 23, Pepewok, 01-04-09: stankoverlast.
5
| Raadsadres | 5 | train |
VN2023-014891 X Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C
Aal en Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn
rondstoffen N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie DC van 06 juli 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Afval en Reiniging
Agendapunt 3
Datum besluit
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ‘Afdoening openstaande moties en toezeggingen op
thema afval en reiniging!
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ‘Afdoening openstaande moties en toezeggingen op
thema afval en reiniging!
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet, Art 169 Gemeentewet & artikel 79 en 80 Reglement
van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam
Bestuurlijke achtergrond
Brief is opgesteld om openstaande moties en toezegging aan uw commissie af te doen.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, de volgende toezeggingen worden met deze brief afgedaan:
* _TA2022-000783, motie 303 van de leden E. Bobeldijk en H.C. Burgers inzake afvalrapportage
Amsterdam Schoon;
* TA2022-000784, motie 302 van de leden H.C. Burgers, D.T. Boomsma, J.M. Krom, |. Garmy,
S. Koyuncu, J.F. van Pijpen, G. Noordzij en M. Lust inzake Amsterdam Schoon; hoeveelheid
afval opnemen in de rapportage;
* _TA2022-000785, motie 309 van de leden Burgers, Boomsma, Krom, Garmy, Koyuncu, Van
Pijpen, Noordzij en Lust inzake extra inkomsten voor Amsterdamse verenigingen;
Gegenereerd: vl.10 1
VN2023-014891 %X Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D
Afval en % Amsterdam Reiniai voedsel R zij
Grondstoffen % einiging, voedser En Dierenwerzijn
Voordracht voor de Commissie DC van 06 juli 2023
Ter kennisneming
* _TA2022-001274, motie 507 van de leden Noordzij en Koyuncu inzake Onderzoek naar het
afvalprobleem in Nieuw-West;
e _TA2022-000583, toezegging aan het lid Noordzij inzake informeren dat bij het nieuwe
boetebeleid onderscheid zal worden gemaakt tussen (geïnde) boetes van particulieren en
bedrijven;
e _TA2022-001122, toezegging aan het lid Garmy inzake het onderzoeken hoe er met
Amsterdammers wordt gecommuniceerd over afvalstoffenheffing en of het mogelijk is om
in de aanslagbrief meer informatie te geven over de afvalstoffenheffing of dat een ander
communicatiemiddel ingezet moet worden;
e _TA2022-001109, toezegging aan het lid Burgers inzake het in de nieuwsbrief een oproep aan
containeradoptanten te doen om meer mensen containeradoptant te maken.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2023-047346 Commissie DC Voordracht (pdf)
raadsinformatiebrief voor afdoening moties en toezeggingen op thema
AD2023-047351 .
Afval en Reiniging v3 (o03).pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Timothy Veenboer, Directie Afval en Grondstoffen, 06-53106261
Gegenereerd: vl.10 2
| Voordracht | 2 | train |
Xx Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1502
Datum indiening 16 augustus 2019
Datum akkoord 24 september 2019
Publicatiedatum 25 september 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake een
seniorenmakelaar.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Een ‘seniorenmakelaar’ moet Amsterdamse ouderen verleiden te verhuizen naar een
passende woning én doorstroming op de woningmarkt op gang brengen. Dat wil de
Partij van de Ouderen naar Rotterdams voorbeeld. De speciale makelaar gaat langs
bij senioren die nu vaak te ruim wonen en helpt hen bij het vinden van een geschikter
huis waar ze veilig ouder kunnen worden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met het artikel ‘Rotterdamse ouderen krijgen makelaar om
te verhuizen’?
Antwoord:
Het college heeft kennisgenomen van het artikel “Rotterdamse ouderen krijgen
makelaar om te verhuizen”.
2. “Ouderen blijven groter wonen waar prima een gezin kan wonen. Daar kunnen
doorstromers naartoe en dat biedt starters weer ruimte. Dit zet een hele keten op
gang”, zegt de wethouder Bouwen van Rotterdam. Hoe kijkt het college hiertegen
aan?
Antwoord:
Het college onderschrijft dat sommige ouderen in een (te) grote woning wonen
en dat hier gezinnen ín zouden kunnen wonen. Door ouderen te stimuleren naar
een Kleinere meer geschikte woning te verhuizen, kan de doorstroming op gang
worden gebracht. Dit wordt actief door de gemeente Amsterdam, corporaties en
huurders gestimuleerd, onder andere met de verhuisregelingen Van Groot Naar
Beter en Hoog naar Laag en met woonbegeleiding door vrijwillige wooncoaches
via stichting WOON.
' https://www.telegraaf.nl/nieuws/587 1422 3/rotterdamse-ouderen-krijgen-makelaar-om-te-verhuizen
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng e02 Gemeenteblad R
Datum 25 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 16 augustus 2019
3. Ouderen zien er vaak tegenop om na jaren hun vertrouwde buurt te verlaten. Zij
wonen daardoor te groot of in een woning met voor hen gevaarlijke trappen.
Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat goede
begeleiding hierin uitkomst kan bieden en ouderen aan een passender woning
kan helpen waarmee er ook weer woning beschikbaar komt voor gezinnen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college is van mening dat goede begeleiding ouderen inderdaad kan
stimuleren om te verhuizen naar een geschikte woning. In Amsterdam richten
Wooncoaches van stichting [WOON zich op een goede begeleiding van ouderen
ten behoeve van geschikt wonen en doorstroming in Amsterdam.
4. Ouderen willen en moeten langer zelfstandig wonen. “In 2017 vormden letsels
door een privé-valongeval 86 procent van alle letsels door een privé-ongeval
waarvoor 65-plussers moesten worden behandeld op een Spoedeisende Hulp
(SEH) afdeling van een ziekenhuis. Dit komt overeen met 102 duizend SEH-
bezoeken in 2017 oftewel 3.200 SEH-bezoeken per 100.000 65- plussers. Dit
betekent dat in 2017 gemiddeld elke 5 minuten, een 65-plusser slachtoffer was
van een privé-valongeval met letsel dat moest worden behandeld op een SEH-
afdeling®.” Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens
dat een passende woning voor ouderen veel leed kan voorkomen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord:
Het college vindt het belangrijk om hulp en zorg bieden aan wie dat nodig heeft
zodat mensen zo lang mogelijk in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. Het
college deelt de mening dat een voor ouderen geschikte (zonodig aangepaste)
woning leed kan voorkomen. Het Sociaal Loket als ook de wooncoaches van
stichting WOON geven voorlichting aan ouderen over de mogelijke Wmo-
aanpassingen aan hun woning.
Ín 2018 is de GGD in stadsdeel Zuid en Noord gestart met de ontwikkeling van
de aanpak valpreventie gericht op het terugdringen van het aantal valincidenten
onder ouderen. De aanpak bestaat uit verschillende interventies waaronder
trainingen voor ouderen gericht op kracht, balans en coördinatie. Deze aanpak
gaat uitgebreid worden naar alle stadsdelen.
5. Is het college bereid om in contact te treden met de Rotterdamse wethouder
Bouwen om te leren van het Rotterdamse voorbeeld van de seniorenmakelaar?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
{n oktober 2019 gaat het programmateam ouderenhuisvesting een
werkbezoek brengen aan collega's van de gemeente Rotterdam om in een
breder perspectief van elkaar te leren over ouderenhuisvesting. Onderdeel van
dit werkbezoek is ook kennisuitwisseling over de werkwijze en de resultaten van
de Amsterdamse wooncoaches en de Rotterdamse seniorenmakelaar.
2 https://www.zorgvoorbeter.nl/zorgvoorbeter/media/documents/thema/valpreventie/cijferrapportage-
valongevallen-ouderen-2017.pdf
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing e02 Gemeenteblad
ummer - =: ne
Datum 25 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 16 augustus 2019
6. Is het college bereid om de handen ineen te slaan met de woningcorporaties en
een proef van een jaar te starten met een seniorenmakelaar in Amsterdam en de
raad over de uitkomsten te informeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
in de brief aan de raadscommissie WB van 11 september 2019 over de evaluatie
van verhuisregelingen, bent u geïnformeerd over een doorontwikkeling van de
pilot ‘sluitende keten wooncoaching’ in stadsdeel Centrum: Wonen en stadsdeel
Centrum starten samen met IWOON de uitvoering van de pilot met professionele
woonbegeleiding Centrum, met als doel de samenwerking met alle partners in
Centrum rond langer zelfstandig wonen van ouderen te versterken”. Gezien de
inzet van wooncoaches in Amsterdam en de ontwikkeling van deze pilot, neemt
het college het voorstel om een proef van een jaar te starten met een
seniorenmakelaar in Amsterdam niet over.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam
%
% Actualiteit voor de raadscommissie ID
Jaar 2018
Datum indiening
Datum behandeling
Onderwerp
Commissieactualiteit van de leden Jager (PvdA), Alberts (SP) en Ernsting (GroenLinks) inzake
1:1 opheffingregime voor de Albert Cuyp/Boerenwetering Garage.
Aan de commissie
Inleiding
Vijf jaar geleden op 19 december 2012 heeft het stadsdeel Zuid besloten tot de bouw onder de
Boerenwetering van een buurtparkeergarage met 600 parkeerplaatsen. Thans Albert
Cuypgarage genoemd. Volgens de planning gaat de garage 1 april 2018 open. De garage is
hoofdzakelijk bedoeld voor bewoners (85%) en deels voor bezoekers (15%). Onderdeel van
het besluit was na opening van de garage het parkeren op straat te verminderen met slechts
300 parkeerplaatsen. Een norm van 1:2. Dus maar één parkeerplaats op straat opheffen voor
twee parkeerplaatsen in de garage. Vijf jaar geleden was dit al een omstreden beslissing die
veel weerstand veroorzaakte in de buurt. Vandaag de dag staat het besluit haaks op het
huidige beleid waarbij de norm 1:1 is. Ofwel net zoveel parkeerplaatsen op straat opheffen als
er in de garage komen. Recent is dit ook besloten voor de Marnixgarage en de
Willibrordusgarage en al eerder voor de Rokingarage. Ook in het Collegevoorstel voor een
eventueel te bouwen Vijzelgrachtgarage is de opheffingsnorm ook 1 : 1.
De afgelopen jaren is gewerkt aan de herinrichtingsplannen voor de buurt. Een groep
buurtbewoners heeft meegesproken over het plan. Maar met tegenzin en onder protest omdat
men het niet eens was met het uitgangspunt 1:2. Dit heeft geleid tot een plan dat slechts in
zeer beperkte mate tegemoetkomt aan het oorspronkelijke idee achter de parkeergarage
namelijk het substantieel verbeteren van de leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid van de
Frans Halsbuurt. In de smalle dwarsstraten in de buurt is nauwelijks sprake van beperking van
het aantal parkeerplaatsen. Dit is het gevolg van de keuze niet alle op straat aanwezige
parkeerplaatsen op te heffen maar (uiteindelijk) slechts 273. Het toeval wil dat in de gehele
Frans Halsbuurt thans 600 parkeerplaatsen zijn. Als alsnog gekozen zou worden voor het
huidige beleid van 1:1 dan kan de gehele Frans Halsbuurt parkeervrij gemaakt worden. Er is
een actieve bewoners- en ondernemersgroep in de buurt die hiervoor pleit en actievoert.
Reden voor spoedeisendheid:
Volgens de planning gaat de garage 1 april 2018 open en wordt er van januari tot medio april
2018 gewerkt aan de herprofilering van het deel Ruysdaelkade ter hoogte van de garage. Voor
de herprofilering van de overige zeven straten in de buurt wordt vijf jaar uitgetrokken. De
gefaseerde aanpak duurt dus tot eind 2022. Op dit moment is alleen het werk voor het deel
Ruysdaelkade aanbesteed. Het werk in de overige zeven straten, waarbij dus minder dan de
helft van het huidige aantal parkeerplaatsen wordt opgeheven, wil de gemeente over enkele
maanden in één keer aanbesteden.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Commissieactualiteit
Het lid van de commissie,
Ger Jager (PvdA)
Remine Alberts (SP)
Zeeger Ernsting (GroenLinks)
* De sterretjes worden door de Griffie ingevuld
In te vullen door het commissielid/de fractie:
1. afkorting van de betreffende commissie; 4. vrije tekst;
2. _naam/namen van commissielid.-leden;; 5. _naam/namen van commissielid/-leden vermelden
3. onderwerp van de actualiteit; incl. initialen.
2
| Actualiteit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1407
Publicatiedatum 15 november 2017
Ingekomen onder BD
Ingekomen op donderdag 9 november 2017
Behandeld op donderdag 9 november 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Dijk, Bosman, Groen, Boomsma, N.T. Bakker, Geenen
en Van Soest inzake het warmteplan Amstelkwartier 2° fase Weststrook
(rapporteren over voortgang meerjarige duurzaamheidsontwikkelingen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het warmteplan Amstelkwartier 2e fase Weststrook
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338).
Overwegende dat:
— De contractbesprekingen inzake het warmteplan Amstelkwartier in 2011 zijn
begonnen;
— Warmteplannen en andere duurzaamheidsontwikkelingen zich veelal kenmerken
als langlopende processen;
— Tussen aanvang van duurzaamheidsontwikkelingen en eerste bespreking in de
gemeenteraad veel tijd kan verstrijken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Over de voortgang van meerjarige duurzaamheidsontwikkelingen op jaarlijkse
basis te rapporteren aan de gemeenteraad;
2. Deze informatie ter beschikking te stellen aan de relevante raadscommissie.
De leden van de gemeenteraad
T.W. Dijk
A.M. Bosman
R.J. Groen
D.T. Boomsma
N.T. Bakker
T.A.J. Geenen
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 47
Datum indiening 11 december 2019
Datum akkoord 20 januari 2020
Publicatiedatum 22 januari 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake promotie van
het boerenprotest op de Dam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 13 december 2019 komen de boeren demonstreren op de Dam. De burgemeester
zegt de boeren te verwelkomen en zei mee te willen werken aan ‘een vruchtbare en
veilige dialoog tussen stedeling en boer’.
Op social media deelde de gemeente Amsterdam het volgende bericht: “Vrijdag
13 december komen de boeren demonstreren op het Rokin en de Dam.
De organisatie Agractie houdt een publieksactie en wil dat boeren en burgers in
gesprek gaan tijdens de Boer & Burger brunch van 12:00 — 16:00 uur. Kom je ook?”
En op de pagina van de gemeente begint de pagina met: Beste boeren, beste
Amsterdammers.
De fractie van de Partij voor de Dieren is verbaasd over deze niet neutrale
communicatie van de gemeente over demonstraties en de uitnodiging om deel te
nemen aan deze actie van de boeren.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Communiceert de gemeente altijd over demonstraties met oproep om te komen?
Antwoord:
Nee, we roepen in principe nooit mensen op om te komen. Het bericht was
bedoeld om mensen die van plan waren te komen voor te lichten, niet om mensen
op te roepen om te komen. In het bericht op amsterdam.nl staan de regels
omtrent een demonstratie. De Amsterdamse driehoek van gemeente, Openbaar
Ministerie en politie heeft voorschriften voor de demonstratie opgesteld. De
afdeling communicatie heeft de taak gekregen deze regels breed onder de
aandacht te brengen.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 4 januari 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 11 december 2019
a. Zo niet, waarom is bij deze demonstratie een uitzondering gemaakt”?
Antwoord 1a:
Het Facebook-bericht is per abuis geplaatst met de tekst “Kom je ook?” De
tekst was gebaseerd op de zin die op Twitter is gebruikt ‚ namelijk: “Vrijdag 13
december komen de boeren demonstreren op het Rokin en de Dam. Kom jij -
boer of burger - naar de manifestatie? Houd dan rekening met deze
voorschriften.” Het bericht heeft slecht zo'n 20 minuten online gestaan en is
daarna aangepast (zie tevens antwoord op vraag 2).
b. Zo niet, wie maakt de afweging omtrent wel of niet mensen uit te nodigen voor
een demonstratie?
Antwoord 1b:
De gemeente Amsterdam nodigt nooit mensen uit voor een demonstratie, ook
nu was dat niet de bedoeling. Onze voornaamste taak bij demonstraties is
deelnemers en omwonenden zo goed mogelijk te informeren over de
voorschriften.
c. Zo niet, welke beleidsregels zijn van toepassing om de afweging te maken en
door wie zijn deze wanneer vastgesteld?
Antwoord 1c:
Zie het antwoord op vraag 1b.
2. Klopt het dat het bericht op Facebook vanuit de gemeente is aangepast?
Antwoord:
Dat klopt, het Facebook bericht is binnen 20 minuten aangepast. In die 20
minuten zijn er screenshots gemaakt van het originele bericht op Facebook. Deze
screenshots zijn verspreid op social media.
3. Zoja, wat was de aanleiding van de aanpassing van het bericht op Facebook”?
Antwoord:
De tekst in het Facebook bericht was onhandig geformuleerd, er had géén oproep
gedaan mogen worden. De tekst is vervolgens aangepast naar: Vrijdag
13 december komen de boeren demonstreren op het Rokin en de Dam.
De organisatie Agractie houdt een publieksactie en wil dat boeren en burgers in
gesprek gaan tijdens de Boer & Burger brunch van 12.00 tot 16.00 uur.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 932
Publicatiedatum 28 juli 2017
Ingekomen op 20 juli 2017
Ingekomen onder P'
Behandeld op 20 juli 2017
Uitslag Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Van Soest en Boomsma inzake de Voorjaarsnota 2017
(woonvormen à la Ben Oude NijHuis).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 446).
Constaterende dat:
— Omroep MAX-baas Jan Slagter in Rotterdam Overschie werkt aan een
kleinschalige woonvorm voor ouderen met dementie, waarbij studenten onderdeel
worden van de woongroep;
— veel studenten op zoek zijn naar ‘betaalbaar wonen’ in Amsterdam.
Van mening zijnde dat:
— gecombineerde woonvormen met (licht)dementerenden en studenten voor beide
groepen voordelen hebben: zo wonen de studenten betaalbaar en doen zij
7,5 uur per week dingen met en voor ouderen zoals boodschapjes en een kop
koffie drinken,
— leegstaande (kantoor)gebouwen zich prima lenen voor gecombineerde
woonvormen met (licht) dementerenden en studenten,
Voorts van mening zijnde dat Ben Oude NijHuis een held is die op latere leeftijd
streed voor een betere zorg in verpleeghuizen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— mee te werken aan en (markt)partijen te zoeken voor het realiseren van
gecombineerde woonvormen voor (licht)dementerenden en studenten;
— leegstaande (kantoor)gebouwen daarvoor aan te wijzen;
— de raad over nadere uitkomsten te informeren.
De leden van de gemeenteraad
W. van Soest
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres x Gemeente
Stadhuis, Amstel 1 Ä d
1011 PN AMSTERDAM > 4 mster am |
PöttHUEHEE Wethouder Eric van der Burg
1000 AE AMSTERDAM
Telefoon .
Fax
Teksttelefoon o20 620 9279 Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE AMSTERDAM
www.amsterdam.nl
Aan de leden van de commissie ZS
Datum 1 1 DEC 2014
Behandeld door Lejla Bitanga
Doorkiesnummer 020 251 8370
E-mail [email protected]
la/26D64
Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer Torn (VVD) inzake gescheiden
zwemactiviteiten voor Marokkaanse en Turkse mannen
Geachte leden,
Hierbij ontvangt v de reactie van ons college op de vragen die gesteld zijn door de
heer Torn van de VVD-fractie inzake gescheiden zwemmen voor Marokkaanse en
Turkse mannen in West.
Naar aanleiding van de vragen die gesteld zijn heeft het college kennisgenomen van
de activiteiten die in staddeel West aangeboden worden aan de Marokkaanse en
Turkse mannen.
Wij vinden echter dat de beantwoording van deze vragen bij de bevoegdheden van de
bestuurscommissie van stadsdeel West hoort. Op dit moment zijn wij bezig met de
herinrichting van de organisatie van Sport. De herinrichting heeft gevolgen voor de
taken en bevoegdheden van de bestuurscommissies en de stad.
In het kader van deze reorganisatie wordt op dit moment in overleg tussen de stad en
de bestuurscommissies bepaald wanneer en welke wijzigingen doorgevoerd zullen
worden. Tot die tijd kunt v voor vragen die gerelateerd zijn aan de locale
sportstimvulering bij de bestuurscommissies terecht. Ik verwijs hierbij naar
bijgevoegde brief van het Dagelijks Bestuur van West aan de leden van het Algemeen
Bestuur van West d.d. 2 oktober 2014.
ze
Met vriendélijke gro Da
Eric Yarrder Búrg,
Wethoudér Zorgên welzijn, Ouderen, Sport en Recreatie.
Ruimtélijke Ordening, Grondzaken, Stadsdeel Zuid.
br”
Het Stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein
| Schriftelijke Vraag | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 6 juli 2021
Portefeuille(s) Beroepsonderwijs en aansluiting arbeidsmarkt
Portefevillehouder(s): Simone Kukenheim
Behandeld door Economische Zaken
Onderwerp Nieuwe governance prorgramma House of Skills
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeer ik v over de gemeentelijke inzet in de nieuwe governance van het
programma House of Skills tot 31 december 2021, in vervolg op de brief van 31 maart jl.
House of Skills (HoS) is in 2017 met een financiële bijdrage van de gemeente Amsterdam en een
EFRO/ESF subsidie gestart als een publiek-private samenwerking. De financiering was gekoppeld
aan een programma van drie jaar, tot september 2020. In de samenwerkingsovereenkomst die de
partners voor dezelfde periode overeenkwamen, is afgesproken dat de gemeente Amsterdam
penvoerder en eindverantwoordelijk is voor de programmaorganisatie House of Skills. Vanwege
de coronacrisis en de gevolgen daarvan voor de arbeidsmarkt is in overleg met alle partners
besloten om de programmaperiode (de periode waarin de middelen konden worden besteed) te
verlengen tot 1 april 2021.
Op 30 maart 2021 heeft de Agendacommissie van de Amsterdam Economic Board (de Board) er
mee ingestemd dat HoS een programma wordt onder de Board. Een stuurgroep wordt
verantwoordelijk voor dit programma. De afgelopen maanden zijn door de partners van HoS
afspraken gemaakt over hun betrokkenheid bij en verantwoordelijkheid voor HoS. De gemeente
Amsterdam is een van de partners in de stuurgroep.
Zoals in de brief van 31 maart al met v gedeeld, betekent de nieuwe positionering van HoS dat de
gemeente niet langer eindverantwoordelijk is voor het programma. De gemeente wil ervoor
zorgen dat de overgang naar de Board goed loopt en dat HoS ook in de toekomst in staat is om als
kennisintensieve, innovatieve organisatie bij te dragen aan de skills georiënteerde arbeidsmarkt.
Daarom blijft de gemeente tot eind 2022 een deel van de basisorganisatie van House of Skills
financieren. Deze periode moet HoS in staat stellen om de programmaorganisatie onder de Board
op te bouwen en voldoende aanvullende financiering voor de vaste lasten van de organisatie te
borgen.
Hiervoor reserveert de gemeente een bedrag van 903.875 euro. Het overgrote deel van dit bedrag
betreft de detachering van personeel om niet. De dekking van dit bedrag wordt gevonden in de
Economische structuurmiddelen en vanuit de Uitvoeringsagenda Onderwijs — Arbeidsmarkt.
Meerdere partners in de stuurgroep leveren een financiële of in kind bijdrage.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juli 2021
Pagina 2 van 2
Tevens wordt door de partners gestuurd op een nieuwe financieringsstrategie voor HoS. Een
toegekende React EU subsidie is daar één van de eerste resultaten van.
Met de gemaakte afspraken heb ik het vertrouwen dat HoS verder kan groeien en dat de
gemeente Amsterdam, samen met de andere partners in HoS, kan werken aan de verdere
ontwikkeling van de skills georiënteerde arbeidsmarkt.
Met vriendelijke groet,
Namens het calleae van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Simone Kukenheim
Wethouder Beroepsonderwijs en aansluiting arbeidsmarkt
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1757
Ingekomen op 6 november 2019
Ingekomen onder AC
Behandeld op 7 november 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2020 (Vergeet mij Liedjes)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Constaterende dat:
— Muziek vergeten herinneringen of het gevoel hiervan naar boven kan halen bij
mensen met dementie.
Overwegende dat:
— Muziek één van de laatste dingen in het brein is dat vertrekt’;
— Dat ook geldt voor mensen met dementie in een ver gevorderd stadium;
— Ersteeds meer bewijs komt voor de positieve effecten van het luisteren naar
voorkeursmuziek bij mensen met dementie;
— Muziektherapie effectief helpt bij mensen met de ziekte van Alzheimer in het
verbeteren van sociale vaardigheden en de emotionele toestand;
— Muziektherapie vermindert gedragsproblemen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In de Begroting 2020 ruimte op te nemen voor de financiering van (live) muziek van
vroeger binnen de zorgbegroting.
Het lid van de gemeenteraad
W. van Soest
4
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 169
Publicatiedatum 22 februari 2019
Ingekomen onder Q
Ingekomen op woensdag 13 februari 2019
Behandeld op woensdag 13 februari 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Mbarki en Ceder inzake de aanpak arbeidsmarktdiscriminatie
2019-2022 (naming & praising bij aanpak arbeidsdiscriminatie)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de aanpak arbeidsmarktdiscriminatie 2019-2022
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 104).
Constaterende dat:
— Het college een rol erkent als normsteller:;
— Repressieve maatregelen als naming & shaming worden genoemd voor
organisaties die zich schuldig maken aan arbeidsmarktdiscriminatie.
Overwegende dat:
— Stimulerende maatregelen voor een inclusieve arbeidsmarkt worden onderzocht;
— Organisaties die zich al inzetten voor een inclusieve cultuur als voorbeeld kunnen
dienen voor anderen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij het uitwerken van de plannen rondom arbeidsdiscriminatie ook onder de noemer
van naming & praising veel aandacht te geven aan organisaties die het goede
voorbeeld zijn/geven als het gaat om inclusiviteit.
De leden van de gemeenteraad
S. Mbarki
D.G.M. Ceder
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 728
Publicatiedatum 18 september 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari-
Jansen van 27 juni 2013 inzake een weggetreiterd gezin in Nieuw-West.
Amsterdam, 16 september 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster:
De Telegraaf berichtte op 27 juni 2013 in het artikel: ‘Terreur buurttuig wordt gezin te
veel; Amsterdammers vluchten de stad uit, dat een gezin uit Niew-West wordt
weggetreiterd en noodgedwongen gaat verhuizen naar Badhoevedorp. Het gezin
heeft tot zesmaal aangifte gedaan bij de politie, maar niks mocht baten en is
inmiddels slachtoffer geworden van onder andere beroving, bedreiging, diefstal,
vandalisme en het binnendringen van de woning.
Per 1 januari 2013 is de nieuwe stadsbrede ‘treiteraanpak’ van start gegaan.
Belangrijk onderdeel van deze aanpak is dat de treiteraars zouden moeten verhuizen
in plaats van de slachtoffers. Voor deze aanpak is een speciaal ‘anti-treiterteam’
samengesteld. Bij de tien allerergste en moeilijkste gevallen heeft dit team van de
burgemeester en de gemeenteraad de bevoegdheid gekregen om alle stedelijke
registers open te trekken om het treiteren te doen stoppen.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 27 juni 2013, namens de fractie van
het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Kan het college een feitenrelaas geven van wat er hier allemaal is voorgevallen,
en daarbij ingaan op alle inspanningen die gemeente (stadsdeel en centrale stad)
en politie hebben gepleegd om het treiteren tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het gezin is tussen 4 april 2012 en 1 juni 2013 slachtoffer geworden van een
reeks van ingrijpende gebeurtenissen. Op 4 april 2012 is de oudste dochter van
het gezin onder bedreiging van een vuurwapen in de wijk Nieuw-Sloten van haar
fiets beroofd. Van dit voorval zijn geen getuigen bekend. Het politieonderzoek
heeft geen verdachte opgeleverd.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Neeing Jos Gemeenteblad R
Datum 18 september 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 27 juni 2013
Op 8 april 2012 heeft de jongste dochter aangifte gedaan van mishandeling door
een groep jongens op een partyboot achter het Centraal Station in Stadsdeel
Centrum. Er is een proces-verbaal ingezonden naar justitie, maar vanwege het
gebrek aan eensluidende getuigenverklaringen met betrekking tot het incident en
het ontbreken van een letselverklaring in het dossier, heeft er geen vervolging
plaatsgevonden.
Op 21 september 2012 is een verjaardagsfeestje thuis (in wijk De Aker) van de
jongste dochter uit de hand gelopen nadat ongenode gasten vernielingen en
diefstal hadden gepleegd. De politie heeft onderzoek ingesteld en twee
verdachten aangehouden, welke voor de rechter moeten verschijnen.
Op 5 april 2013 heeft de jongste dochter in goed vertrouwen op school haar
pinpas uitgeleend aan een klasgenoot. Met de pas is meer gepind dan was
afgesproken. De politie heeft proces-verbaal van diefstal opgemaakt. De zaak is
nog in behandeling bij het OM. Een van de verdachten en zijn ouders zijn door
politie en stadsdeel nog aangesproken, nadat hij na het incident een vervelend
sms-je had gestuurd aan de jongste dochter.
Op 1 juni 2013 belandde een verdachte van een overval na achtervolging door de
politie op de motorkap van de auto van het gezin.
Er is geen verband tussen de verdachte en de betrokken familie.
2. Is deze casus onderdeel geweest van de nieuwe treiteraanpak? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, waarom heeft dit alsnog geresulteerd in het verhuizen van
de slachtoffers in plaats van de daders? Graag een toelichting.
Antwoord:
De treiteraanpak is gericht op een strenge aanpak van daders die ‘stelselmatig
wangedrag vertonen tegen specifieke personen of huishoudens. Dit speelt zich af
in de directe woonomgeving van het slachtoffer waardoor deze geen
mogelijkheden heeft om zich aan het wangedrag te onttrekken. De incidenten
vinden plaats rond de woning/het bedrijf van het slachtoffer, zijn gericht op het
slachtoffer en zijn in die zin bewust gekozen’.
De feiten waarvan het gezin slachtoffer is geworden staan op zichzelf, zijn niet
per sé buurtgericht en er is niet steeds sprake van dezelfde dadergroep. Daarom
is het gezin officieel geen slachtoffer van treiteren in de zin van de treiteraanpak
en is de treiteraanpak ook niet in beeld gekomen als mogelijke aanpak van de
daders.
Wel is het uiteraard betreurenswaardig dat dit gezin zoveel ingrijpende
gebeurtenissen heeft meegemaakt. Daarom is het wijkteam na de incidenten en
de publiciteit erover extra alert op overlast in de buurt waar het gezin woont. Er is
namelijk wel degelijk sprake van overlast in de buurt. Deze overlast is echter niet
specifiek op dit gezin gericht. Afgesproken is dat de politie direct actie
onderneemt indien nodig. Er is extra toezicht georganiseerd door het inzetten van
straatcoaches en er zullen gezinscoaches worden ingezet. Tenslotte heeft het
stadsdeel zogenoemde combiteams ingezet; dit zijn koppels van
straat/veldwerkers en ambulante jongerenwerkers die de jongeren op straat
aanspreken op gedrag en hen de nodige dagbestedingsactiviteiten aanbieden en,
indien nodig, zorg verlenen.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 18 september 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 27 juni 2013
3. Heeft de burgemeester inmiddels persoonlijk contact gezocht met het gezin?
Zo nee, waarom niet en is hij bereid dat alsnog te doen? Ziet hij nog
mogelijkheden, mocht het gezin dat willen, om een ultieme poging te doen dit
gezin voor Amsterdam te behouden en er voor zorg te dragen dat alsnog de
treiteraars verhuizen in plaats van de slachtoffers? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De burgemeester heeft op vrijdag 12 juli 2013 een gesprek gehad met de
betrokkene en zijn vriendin. Daarbij is gesproken over de hierboven genoemde
feiten en de maatregelen die door de gemeente, de politie en het stadsdeel zijn
getroffen naar aanleiding van de incidenten en de publiciteit. De betrokkene heeft
in de media aangegeven dat hij zich gedwongen voelde te gaan verhuizen. Uit het
gesprek is gebleken dat de familie verhuizing naar Badhoevedorp serieus
overweegt en zich daar oriënteert op de woningmarkt. Een definitieve beslissing
is echter nog niet gevallen. De hoop is dat de door de burgemeester, de politie en
het stadsdeel genomen maatregelen zullen leiden tot de beslissing om te blijven
wonen in Amsterdam.
4. Klopt het dat de politie dit gezin heeft aangeraden om geen media-aandacht te
zoeken, omdat dat de oplossing in de weg zou staan? Zo ja, waarom was dat?
Antwoord:
In de afhandeling van het verjaardagsincident in de woning van de betrokken
familie is er veelvuldig contact geweest tussen de betrokkene en
de plaatsvervangend wijkteamchef van politie. In deze gesprekken is eveneens
gesproken over de voor en nadelen die media-aandacht zou kunnen hebben,
zowel voor de dochter van betrokkene, als voor de oplossing van de zaak.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.