text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
5024590 N Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ mine Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, % Amsterdam $ $ Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van 14 december 2023 Ter advisering aan de raad Portefeuille Raadsaangelegenheden Agendapunt 4 Datum besluit 13 november 2023, presidium Onderwerp Vaststellen van het per kwartaal te ontvangen voorschot op de vergoeding aan de fracties in de stadsdeelcommissies en het stadsgebied Weesp voor 2024. De commissie wordt gevraagd De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht, waarin wordt voorgesteld om de voorschotten voor de fracties van de stadsdeelcommissies en stadsgebied voor 2024, vast te stellen. Wettelijke grondslag artikel 2 van de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning stadsdeelcommissies en bestuurscommissie stadsgebied Weesp Bestuurlijke achtergrond In de bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning stadsdeelcommissies en bestuurscommissie stadsgebied Weesp is bepaald dat de ondersteuning van de stadsdeelcommissies en voor Weesp de bestuurscommissie zijn vorm vindt in een subsidie die jaarlijks door de raad wordt verleend. De subsidie voor 2024 is geïndexeerd met 5,7% en bestaat Jaar!) g 5 uit een basisbedrag per fractie van € 3409, verhoogd met een bedrag van € 324 per zetel in de stadsdeelcommissie en voor stadsgebied Weesp de bestuurscommissie. In september 2023 heeft in stadsdeel Zuid een splitsing van de fractie VVD plaatsgevonden en is de Fractie Sebastiaan Hooft met één zetel gevormd. Ingevolge artikel 5 van de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning stadsdeelcommissies en bestuurscommissie stadsgebied Weesp wordt de vastgestelde subsidie voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden. Reden bespreking adviseren raad Uitkomsten extern advies nvt Geheimhouding nvt Uitgenodigde andere raadscommissies nvt Gegenereerd: vl.9 1 VN2023-024590 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Griffie % Amsterdam ‚ ‚ ‚ % Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van 14 december 2023 Ter advisering aan de raad Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? hee Welke stukken treft v aan? AD2023-085883 Commissie AZ Voordracht (pdf) AD2023-085896 Raadsvoordracht voorschot fracties stadsdelen stadsgebied 2024,.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Raadsgriffie, George Dikhout Gegenereerd: vl.9 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 398 Publicatiedatum 19 mei 2017 Ingekomen onder AS Ingekomen op donderdag 11 mei 2017 Behandeld op donderdag 11 mei 2017 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Toonk en Boomsma inzake de uitslag van de centrale loting en matching, een regeling voor tweelingen binnen het plaatsingssysteem. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de brief van de wethouder inzake de uitslag van de centrale loting en matching (Gemeenteblad afd. 1, nr. 331). Overwegende dat: * Het matchingsysteem voor het merendeel van de kinderen tot zeer aanvaardbare uitkomsten leidt, maar dat er in specifieke gevallen behoefte is aan meer maatwerk. * De groep tweelingen die een sterke voorkeur hebben om bij elkaar op school te komen zo'n specifieke groep is, waar in het huidige systeem nog geen rekening gehouden wordt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In overleg met het OSVO in de huidige regels een mogelijkheid in te bouwen voor tweelingen om aan te geven dat zij bij de matching als eenheid gezien kunnen worden en op dezelfde school geplaatst worden. De leden van de gemeenteraad W.L. Toonk D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
5005153 X Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO Duurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 12 april 2023 Ter kennisneming Portefeuille Ruimtelijke Ordening Agendapunt 2 Datum besluit College van B&W, d.d. 14, maart 2023 Onderwerp Kennisnemen van de reactie op motie 547 van de leden Bentoumya (GroenLinks), IJmker(GroenLinks), Van Renssen (GroenLinks), Schmit (D66) en Namane (PvdA) inzake behoud Amsterdamse ambachtelijke bedrijven. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 547 van de leden Bentoumya (GroenLinks), IJmker(GroenLinks), Van Renssen (GroenLinks), Schmit (D66) en Namane (PvdA) inzake behoud Amsterdamse ambachtelijke bedrijven. Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de gemeenteraad van 21 december 2022 heeft de raad bij de behandeling van de visie Bezoekerseconomie 2035 en het pakket van maatregelen in het kader van de Verordening op toerisme in balans de Motie van de leden Bentoumya, IJmker, Van Renssen, Schmit en Namane inzake behoud Amsterdamse ambachtelijke bedrijven aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om: -te onderzoeken of een regeling om in Amsterdam een divers functieaanbod te kunnen garanderen en ambachtelijke bedrijven te behouden, kan worden opgenomen in het nog op te stellen omgevingsplan voor het Centrum en de gebieden hieromheen waar de druk op de leefbaarheid groot is. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.7 1 VN2023-005153 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van 12 april 2023 Ter kennisneming Tevens ter kennisname aan commissie SED d.d. 19 april 2023 Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, motie 547.22. Welke stukken treft v aan? AD2023-027078 1. BRIEF afdoening motie ambachtelijke bedr. pdf (pdf) 2. 547_22 Motie Bentoumya c_s_ Behoud Amsterdamse ambachtelijke AD2023-027079 > bedrijven.pdf (pdf) AD2023-011585 Commissie RO Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Anya Kenter, [email protected] Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
train
Gemeente Amsterdam Cijfers en duiding W&l ed Factsheet Regionaal Werkcentrum Datum: 17 september 2021 % Overzicht / Samenvatting — dashboard Belangrijkste punten it LATE De bestandsomvang LO daalt (39.271) en komt daarmee 1.172 onder het niveau van 31 december 2020. nn e De regelingen Tozo 1,2, 3en 4 zijn afgesloten. De veranderingen zijn daar slechts administratief. Het aantal unieke aanvragen Tozo 5 is 11.907 Het aantal unieke voorschotten Tozo 5 is 261 Het aantal unieke verstrekkingen Tozo 5 LO is 11.464 Het aantal unieke aanvragen Tonk is 3.919 Het aantal unieke toekenningen Tonk is 3.102 Uitkeringenbestand- omvang en mutaties 41.00 400 m N 300 - “ 40.000 mn en . . | | nn Dd | ni | a 200 Ì Á Ko | | | ks | hd | r 37-000 ÀL a 1 hi zE 1E TD oe 5 5 E ” 5 a Ô SD a a a a a a a ae B Aantal uitkeringen @ Aantal nieuwe uitk — Aantal beëindigde uitk Cijfers WI & factsheet Regionaal Werkcentrum 15-9-2021 | 3 Unieke klanten Tozo 5 14.000 11.907 12.000 11.464 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 261 0 Il Unieke Aanvragen Uniek Verstrekte Uniek Verstrekte Tozo Lo Cumulatief Voorschotten Cumulatief Cumulatief Cijfers WI & factsheet Regionaal Werkcentrum % Duiding Cif fiek = Bijstand n= _Tozo = Inhet overzicht ziet u in de grafieken van de bijstand opgesteld met de -_ Deregelingen Tozo 1,2, 3 en 4 zijn afgesloten. De veranderingen zijn daar weekcijfers. U ziet de volgende ontwikkelingen: slechts administratief. Het aantal unieke aanvragen Tozo 5 is 11.907 «De bestandsomvang LO daalt (39.271) en komt daarmee 1.172 onder het niveau Het aantal unieke voorschotten Tozo 5 is 261 van 31 december 2020. Het aantal unieke verstrekkingen Tozo 5 LO is 11.464 «Dit komt enerzijds doordat deze week de uitstroom (250) nog hoog is. Anderzijds is de instroom (81) erg laag. = Tonk -_In de uitstroom zijn werk (125) en scholing (74) de bepalende uitstroomredenen. Het aantal unieke aanvragen Tonk is 3.919 Naar verwachting zal de uitstroom naar scholing ook in de rest van september Het aantal unieke toekenningen Tonk is 3.102 hoog blijven. = _ Aanvraag bijstand «Bij de lage instroom valt op dat dit niet het gevolg is van een laag aantal aanvragen (191) maar door een laag aantal besluiten LO (174). » De werkvoorraad aanvragen LO loopt iets op (541). «Het %besluiten LO <3 wkn daalt (71,1%). «Bij het aantal aanvragen LO valt op dat de dalende trend van de afgelopen maanden lijkt te zijn afgevlakt. MX Factsheet Regionaal Werkcentrum tsheet Regionaal Werkcentru > < Inzicht op de arbeidsmarkt Een van de onderdelen van de opdracht aan het Regionaal Werkcentrum is om inzicht te geven in de situatie op de arbeidsmarkt. Het Regionaal Werkcentrum is bezig om het aantal organisaties met overcapaciteit in beeld te brengen en het aantal organisaties met een personeelsbehoefte. Het Regionaal Werkcentrum benadert zelf werkgevers en krijgt informatie via de netwerkpartners. Zo wordt dit beeld steeds voor de arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam steeds completer. Door een wijziging van de interne voortgangsrapportage van het regionaal Werkcentrum is ook de presentatie in deze factsheet aangepast. In onderstaande overzichten worden afkortingen gebruikt voor de verschillende sectoren BIT: Bouw industrie Techniek HRC: Horeca Recreatie Catering RGA: Retail Groothandel Ambachten TLA: Transport Logistiek en Agro ZPD: Zakelijke Persoonlijke Dienstverlening ZWO: Zorg Welzijn Onderwijs In deze factsheet worden de data t/m 14 september 2021 gepresenteerd. Organisatie mat overcapaciteit Seker Grootte angen ie pû / : mmm > < sietsrast Stat ser Ik zeen | seksroct SA tot 3E wi Mdeljset SO tet 28 Aantal orddar veercapa Keit Je parisat a 6 TME Oral dar Ca hade ko Kemeten he r 3 Et a er md bd se u . . nd Î Dn mige MI 79 en …e « . u er ni nn == in : Ee mn . e mn ze : 1 A & : : . MN erts cr OD ern vacatre Resultaten van het Regionaal Werkcentrum Het Regionaal Werkcentrum probeert verbindingen te leggen tussen werkgevers met overcapaciteit en werkgevers met een personeelsbehoefte. Door werknemers die met werkloosheid bedreigd worden tijdig over te plaatsen naar een nieuwe werkplek (van werk naar werk dienstverlening), wordt werkloosheid voorkomen. Om de match te kunnen maken, kan de dienstverlening van netwerkpartners ingezet worden. Bovendien worden er samen met de netwerkpartners interventies ontwikkeld (bijv. om- en bijscholing) om werknemers te ondersteunen bij hun stap naar nieuw werk. 1371 verbindingen: het gaat om verbindingen tussen werkgevers onderling, van werkgevers aan netwerkpartners of verbindingen met werkgevers aan het WSP voor kandidaten uit de doelgroep met een uitkering. | | In onderstaande taartdiagrammen staat vermeld naar welke sectoren werknemers vanuit respectievelijk transport en > < logistiek, horeca en de taxibranche zijn bemiddeld. > < R ZPD HRC … 3 nn 4 kh 7 LÀ BIT ZWO TLA HRC ZWO _ LA 242 plaatsingen: er zijn 242 kandidaten via het Regionaal Werkcentrum geplaatst bij een nieuwe werkgever. 391 interventies: er zijn in totaal interventies ingezet om mensen te ondersteunen om een overstap te maken naar ander werk. Het kan gaan om om- of bijscholing, matchtafels, regionale initiatieven of dienstverlening door netwerkpartners. 603 vacatures doorgezet naar WSP: het Regionaal Werkcentrum heeft als opdracht gekregen om de contacten met werkgevers te benutten om kansen voor bijstandsgerechtigden in beeld te brengen. Als werkgevers (ook) open staan voor kandidaten uit de bijstand wordt de vacature doorgezet naar het WSP, zodat zij op zoek kunnen gaan naar geschikte kandidaten. 261 kandidaten zijn ondersteund door het Regionaal Mobiliteitsteam: sinds janvari 2021 is het Regionaal Mobiliteitsteam van start gegaan binnen het Regionaal Werkcentrum. Het Regionaal Mobiliteitsteam biedt ondersteuning aan individuele werknemers om de stap van werk naar werk te kunnen maken. Het Regionaal Mobiliteitsteam is één van de onderdelen vanuit het steun- en herstelpakket van het kabinet. x Actuele ontwikkelingen Ter illustratie worden er enkele actuele ontwikkelingen gepresenteerd die een beeld geven van de activiteiten van het > < Regionaal Werkcentrum: De loopbaanpaden voor de energie & techniek, IT, Transport & Logistiek, Zorg & Welzijn en Bouw zijn ontworpen. Met de betrokken partners worden nu afspraken gemaakt om de knelpunten in de praktijk weg te nemen. Er worden ook loopbaanpaden ontwikkeld voor de tekortberoepen medewerker klantenservice en intercedent. In gesprek met vitzendorganisaties over het doorplaatsen van de tijdelijke extra capaciteit bij de GGD. Project Taxi: In totaal 370 aanmeldingen 29 chauffeurs maken gebruik van omscholing 74 chauffeurs geplaatst op ander werk. 134 doorverwezen naar schuldhulpverlening. Dependance Schiphol: Het RWC is bezig met het vormgeven van een concreet omscholingstraject tot Declarant. Er wordt onderzocht in hoeverre er nog meer kansen voor omscholingstrajecten voor krapteberoepen zijn. Op de eerste locatie bij HMS Host op Schiphol Plaza mogen we voorstellen en de eerste plaatsingen zijn een feit Meerdere plaatsingen van Bagage Afhandelaars RWC is in gesprek met verschillende werkgevers om de mogelijkheden van Open Hiring in de samenwerking te kunnen inpassen RWC is in gesprek met meerdere afdelingen van Dovane. Er zijn meerdere geinteresseerde kandidaten en er wordt een Meet & Greets georganiseerd.
Factsheet
10
test
Actualiteit Vandaag 5 dec ben ik weer gebeld door de voorzitter van de stichting de Ossejan met de opmerking dat zij een brief hebben gestuurd naar het stadsdeel over de ontstane situatie echter alleen een ontvangstbevestiging is het resultaat. De heer v/d Heuvel heeft gebeld naar het stadsdeel over de status van de brief, echter het was niet bekend waar de brief was. Bij de laatste raadsvergadering is door BNW81 aangegeven dat de nood zeer hoog was daar Dynamo via de site heeft aangegeven dat de deur 14 december sluit, terwijl Risto HetHarte (pas een prijs ontvangen) op hun site hiervan geen melding doen. Bij de gebruikers van het gebouw is nu grote onrust onstaan. De raad komt pas op 19 december weer bij elkaar daarom wil BNWB81 de volgende vraag stellen Wat heeft de portefeuillehouder tot nu toe gedaan !
Actualiteit
1
train
X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Nummer SV 71 Datum indiening 22 juli 2020 Datum akkoord 16 maart 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het voormalig lid Taimounti inzake het verdwijnen van de draaiorgelartiest vanwege de coronamaatregelen Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: In het artikel van De Telegraaf stond tot verbazing van de fractie van DENK dat er slechts 1 draaiorgelartiest over is van de drie die actief waren in Amsterdam*?. Door de coronamaatregelen lijkt ook deze artiest te verdwijnen, terwijl de wethouder heeft toegezegd de draaiorgelkunst op te nemen als zijnde een typisch Amsterdamse vorm van erfgoed en deze levendig te houden. Gezien het vorenstaande heeft het voormalig lid Taimounti, namens de fractie van DENK, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt de bewering in het artikel dat er nochtans 1 draaiorgelartiest actief is in Amsterdam? Zo ja, hoe is dat zo gekomen? Zo nee, hoeveel zijn er thans actief in Amsterdam? Antwoord: Deze bewering is niet correct. Eind 2020 waren er, evenals in voorgaande jaren, 6 draaiorgelartiesten actief in Amsterdam. 2. In hoeverre en op welke manier wordt de draaiorgelkunst voor Amsterdam behouden als de laatste draaiorgelartiest genoodzaakt is te stoppen? Antwoord: Er zijn geen aanwijzingen dat de laatste draaiorgelartiest genoodzaakt zou zijn te stoppen. Er zijn nog 6 personen actief. Het lijkt daarom voorbarig om nu al vooruit te lopen op de wijze waarop de draaiorgelkunst voor Amsterdam behouden kan worden in het geval de laatste draaiorgelartiest genoodzaakt zou zijn te stoppen. 1 https://www .telegraaf.nl/nieuws/554208157/amsterdam-verbant-laatste-orgelman-dit-is- mijn-broodwinning 2 https://amsterdam.notubiz.nl/document/8198013/1/1689.19 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Nummer _ SV 71 R Datum 16 maart 2021 Schriftelijke vragen, woensdag 22 juli 2020 3. Kan de gemeente in gesprek gaan met het draaiorgelcollectief om te inventariseren wat nodig is om te voorkomen dat na de coronacrisis deze vorm van Amsterdams erfgoed voorgoed is verdwenen uit het straatbeeld van Amsterdam? Antwoord: Vanzelfsprekend heeft ook de draaiorgelartiest het moeilijk in deze crisis. Hoewel er geen financiële ondersteuning kan worden geboden (zie antwoord op vraag 4 en vraag 5) anders dan de ondersteuning die voor elke getroffen ondernemen geldt, is contact opgenomen met de Kring van Draaiorgelvrienden. Deze organisatie geeft (onder andere) adviezen aan hogere en lagere overheden over zaken die met het behoud, de exploitatie en het optreden van draaiorgels te maken hebben. Te denken valt aan het beleid ten aanzien van vergunningen voor straatorgels of kermisorgels, subsidiewaardigheid van projecten, ondersteuning bij het behoud of instelling van een stadsorgel, huisvesting van een museum en alle andere denkbare zaken die met het onderwerp van doen hebben. Zij hebben aangegeven geen suggesties voor ondersteuning van de draaiorgel-uitbaters te hebben, afgezien van een tegemoetkoming in legeskosten. Zoals vermeld in het antwoord op vraag 4 is dit niet mogelijk. 4. Wat gaat de gemeente doen met de vergunningen en de daarmee gepaard gaande kosten die straatartiesten hebben moeten maken, nu zij geen gebruik kunnen maken van die vergunning? Kan de gemeente bijvoorbeeld een korting toepassen die kan worden gerestitueerd of de kosten opschorten voor de maanden waarvoor zij geen gebruik kunnen maken? Antwoord: De vergunning voor het exploiteren van een draaiorgel kost jaarlijks 200 euro (prijspeil 2020). Dit bedrag betreft alleen de kosten voor administratieve afhandeling van de aanvraag (leges). Daardoor kan geen sprake zijn van restitutie of opschorten van de kosten. 5. Is het mogelijk om voor de draaiorgelartiesten die actief zijn in Amsterdam een vrijstelling te verlenen aangezien deze vorm van straatentertainment niet zodanig het publiek ophoudt waarbij de 1,5 meter-regel in gevaar komt? Zo nee, op welke manier kunnen zij wel worden gefaciliteerd om het Amsterdams cultureel erfgoed te behouden en te voorkomen dat zij definitief verdwijnen? Antwoord: Sinds juli 2020 geldt er, om drukte en opstoppingen rond straatoptredens te voorkomen, in het belang van de bescherming van de volksgezondheid, een verbod voor straatartiesten — en muzikanten in heel stadsdeel Centrum en op en rond het Museumplein. Het verbod geldt in ieder geval tot 2 mei 2021. De draaiorgelartiesten kunnen in deze gebieden dus tijdelijk niet terecht, maar wel in alle andere gebieden in de stad. Gezien de stand van zaken van de pandemie en het feit dat de draaiorgelartiesten elders in de stad nog wel terecht kunnen, ziet de burgemeester geen reden om een ontheffing van dit tijdelijke verbod te verlenen. De Nederlandse draaiorgelcultuur staat sinds oktober 2019 op de lijst van immaterieel erfgoed, niet te verwarren met cultureel erfgoed. Met deze status hebben de draaiorgels erkenning gekregen voor hun belang voor het Nederlandse straatleven. Deze status zorgt echter niet voor een wettelijke bescherming en biedt evenmin mogelijkheden voor 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Nummer _ SV 71 Datum 16 maart 2021 Schriftelijke vragen, woensdag 22 juli 2020 financiële tegemoetkomingen. Ook binnen de gemeente is geen budget beschikbaar voor financiële ondersteuning. Opnemen van draaiorgels binnen de bestaande beleidskaders stuit op een aantal praktische bezwaren. Zo is een draaiorgel roerend goed en kan mogelijk buiten Amsterdam terecht komen. Bovendien biedt deze status evenmin garantie op financiële tegemoetkoming, Amsterdam heeft geen regulier subsidiebudget voor beschermd erfgoed. De status van beschermd erfgoed brengt bovendien een aantal voorwaarden met zich mee waaraan de eigenaar zich moet houden. Dit betekent bijvoorbeeld dat de eigenaar van het draaiorgel niet meer naar eigen goeddunken het draaiorgel kan aanpassen. Zie verder de beantwoording van de vragen 3 en 4. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
oant N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D rve grond en : : : : . Lucht-en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie ontwikkel X Amsterdam Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021 Ter advisering aan de raad Portefeuille Grondzaken Agendapunt 8 Datum besluit College van B&W 1 december 2020 Onderwerp Warmteplan Strandeiland fase 1 De commissie wordt gevraagd aan de gemeenteraad het volgende advies vit te brengen: gezien de voordracht van burgemeester en wethouders, In te stemmen met de concept-raadsvoordracht, waarin de Gemeenteraad wordt gevraagd om kennis te nemen van en de volgende besluiten te nemen: 1. _Kenniste nemen van de voortgang inzake de voorbereiding van de concessieaanbesteding voor de levering van warmte en koude op Strandeiland die voorjaar 2021 op de markt wordt gebracht en begin 2022 moet leiden door een concessieovereenkomst. 2. Kennis te nemen van het besluit van het College van B&W d.d. 1 december 2020 tot het wijzigen van de “Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen 2014” door het vervangen van de kaart van de “Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen 2014” (bijlage 3). Hiermee wordt Strandeiland als interferentiegebied aangewezen. 3. Inte stemmen met het Warmteplan Strandeiland fase 1 als bedoeld in bijlage 2 “Bekendmaking vaststelling Warmteplan Strandeiland fase 1* met als belangrijkste onderdelen: * |. Een aansluitplicht als totaal voor minimaal 5ooo nieuwbouwwoningen (5ooo woningequivalenten) en ca. 75.000 m2 niet woonprogramma (750 woningequivalenten) op een collectief laagtemperatuur warmtenet. e |L De gelijkwaardigheidsbepaling voor energiezuinigheid, door middel van het hanteren van een Equivalent Opwekrendement (EOR) van minimaal 269% bij een gemiddeld opwekkingsrendement voor elektriciteit van 69% voor de woonfuncties en voorzieningen en bescherming van het milieu op grond waarvan afwijking van de aansluitplicht mogelijk is. * II Het mandateren van het College van B&W om na gunning van de concessieovereenkomst voor de levering van warmte en koude het Warmteplan Strandeiland fase 1 te wijzigen op het onderdeel EOR. * IV, Het mandateren van het College van B&W om de ingangsdatum van het Warmteplan vast te stellen en deze ingangsdatum optimaal af te stemmen op de gebiedsontwikkeling. Wettelijke grondslag Afdeling 3.4, Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (artikelen 3.10-3.18) Algemene wet bestuursrecht Het besluit tot vaststelling van de Warmteplannen wordt bekend gemaakt door publicatie in het gemeenteblad waarna er gedurende een periode van 6 weken bezwaar mogelijk is. Bij een eventuele aanpassing van het college van de Warmteplannen op grond van het door de gemeenteraad aan hen toegekende mandaat herhaalt dit proces zich. Artikel 1, eerste lid Bouwbesluit Gegenereerd: vl.17 1 VN2021-001621 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D ve grond en % meenden Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021 Ter advisering aan de raad De gemeenteraad is bevoegd tot het vaststellen van Warmteplannen. Artikel 2.2b eerste lid 1, Besluit omgevingsrecht Ter voorkoming van interferentie tussen bodemenergiesystemen onderling of anderszins ter bevordering van een doelmatig gebruik van bodemenergie, kan bij gemeentelijke verordening een interferentiegebied worden aangewezen. Bestuurlijke achtergrond Gezien de ingang van de Wet Voortgang Energie Transitie (VET) per 1 juli 2018 en daarmee het vervallen van de aansluitplicht op aardgas voor nieuwbouw alsmede de politieke wens om geen hoge temperatuur stadswarmte te gebruiken voor nieuwbouw zullen projectontwikkelaars naar andere oplossingen voor de warmtevoorziening gaan kijken. Regie op warmte in gebiedsontwikkeling Op 28 januari 2020 nam het College van B&W kennis van Het Amsterdamse Bronnenboek en het ontwikkelbeeld preferente warmtesystemen in gebiedsontwikkeling en stelde het afwegingskader betaalbaar-open-duurzaam voor uniforme besluitvorming warmtesystemen in gebiedsontwikkeling vast. Deze documenten zijn de bouwstenen om op eenduidige en transparante wijze besluiten te nemen over warmtesystemen in gebiedsontwikkeling en transformatiegebieden in Amsterdam. Op 9 september jl. heeft de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Water kennisgenomen van deze stukken (Regie op warmte in gebiedsontwikkeling (BD 2020-000517). Vanuit deze regie past het aanleggen van een collectief systeem op Strandeiland. Gevolgen uitspraak rechter Warmteplan Sluisbuurt Het voorliggende Warmteplan volgt de uitspraak van de rechter inzake het Warmteplan Sluisbuurt (zaaknummer AMS 19/4664). Deze uitspraak van de rechter is bindend voor het opstellen van nieuwe warmteplannen. Zo wordt dus in tegenstelling tot het oude Warmteplan Sluisbuurt, ook de elektriciteitsvraag en elektriciteitsproductie van een gebouw meegerekend bij het bepalen of er sprake is van een gelijkwaardige energieprestatie. Transitievisie Warmte De Transitievisie Warmte is op 30 september 2020 vastgesteld in de Gemeenteraad. De voorliggende ontwikkeling van het laagtemperatuurnet is volledig in lijn met de Transitievisie Warmte. Investeringsbesluit Strandeiland Op 7 november 2019 heeft de Gemeenteraad het Investeringsbesluit Strandeiland vastgesteld. Het stedenbouwkundig plan Strandeiland met ongeveer 8.000 woningen en ca. 125.000 m2 niet-woonfuncties is daarmee vastgesteld. Als onderdeel van het investeringsbesluit heeft de raad kennisgenomen van het van het Concept Warmteplan Strandeiland met als vitgangspunt dat er een aansluitplicht zal gelden op de te realiseren collectieve laagtemperatuur warmte- en koudevoorziening (aanvoer 15-20°C) gevoed door warmte uit afvalwater (grijswater uit nieuwe sanitatie) en oppervlaktewater uit het IJmeer aangevuld met warmte-koudeopslag (WKO) in de bodem. Het voorliggende warmteplan betreft de eerste planfase van het Strandeiland. Gegenereerd: vl.17 2 VN2021-001621 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D msterdam me grond en % Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie ontwikkel % Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021 Ter advisering aan de raad Reden bespreking Advisering aan de raad. Uitkomsten extern advies Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing. Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. | Naam Bijlage 1 - 20201118 Bekendmaking vaststelling Warmteplan Strandeiland AD2021-006130 fase 1.docx (msw12) Bijlage 2 - 20201118 Warmteplan Strandeiland fase 12 DEFINITIEF (4).docx AD2021-005859 (msw12) Bijlage 3- 20201118 -3a- Verordening interferentiegebieden AD2021-005860 bodemenergiesystemen 2014 inclusief bijlage 3b- Aangepaste kaart interferentiegebieden Amsterdam november 202 (1). pdf (pdf) Bijlage 4 - Raadsvoordracht andreas 2 Warmteplan Strandeiland fase 1.pdf AD2021-006055 (pdf) AD2021-005795 Commissie FED Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Grond & Ontwikkeling, Alfons Oude Ophuis, a.oude.ophuis@®amsterdam.nl, o6 1505 1046 Gegenereerd: vl.17 3
Voordracht
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 356 Publicatiedatum 8 mei 2015 Ingekomen onder K Ingekomen op 22 april 2015 Behandeld op 22 april 2015 Status Ingetrokken Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het gewijzigd initiatiefvoorstel ‘In een circulaire stad worden geen ballonnen opgelaten’ (manifestaties). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het gewijzigd initiatiefvoorstel 'In een circulaire stad worden geen ballonnen opgelaten’ van het lid Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 295); Constaterende dat: — het oplaten van een ballon onvermijdelijk tot gevolg heeft dat de ballon en het eventuele lintje dat daaraan is bevestigd, ergens weer op land of water neerkomen — de ballon één van de meest voorkomende vormen van zwerfafval is op stranden — de wereldheliumvoorraad waarschijnlijk rond 2035, 2040, verbruikt zal zijn — ballonnen een bron van natuur- en milieuvervuiling vormen — dieren stikken, verstrikken en verhongeren door het onderzoeken en eten van ballonnen en ballonnenlintjes Overwegende dat: het wegwerpkarakter van de ballon niet te rijmen is met de uitgangspunten van een circulaire stad, Besluit: op blz. 1 en blz. 5 van het voorstel, punt 3, luidende: “als voorschrift bij evenementenvergunningen opnemen dat het niet is toegestaan om tijdens het evenement (opblaas)ballonnen op te laten of aan bezoekers uit te reiken”, te wijzigen in: ‘als voorschrift bij evenementenvergunningen en kennisgevingen voor optochten/manifestaties opnemen dat het niet is toegestaan om tijdens het evenement/de optocht/de manifestatie (opblaas)ballonnen op te laten of aan bezoekers uit te reiken.” Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 131 Publicatiedatum 28 februari 2014 Ingekomen onder A Ingekomen op woensdag 12 februari 2014 Behandeld op woensdag 12 februari 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Van Roemburg, de heer Verbeet en mevrouw Ruigrok inzake het faillissement van Felix Meritis en de gevolgen voor het Kunstenplan (‘eind goed, bijna alles goed’). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid mevrouw Van Roemburg van 10 februari 2014 inzake het faillissement van Felix Meritis en de gevolgen voor het Kunstenplan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 124); Constaterende dat: — de Felix Meritis Foundation (FMF) die het pand Felix Meritis beheert onlangs failliet is verklaard door de rechter; — dit zou kunnen betekenen dat de subsidie die FMF ontvangt vanuit het Kunstenplan terugvloeit naar de vrijval conform het amendement van de raadsleden mevrouw Ruigrok, mevrouw Van Roemburg, de heer Paternotte, mevrouw Shahsavari-Jansen en de heer Evans-Knaup van 8 november 2012 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 948); — het ook zou kunnen betekenen dat FMF een doorstart kan maken in een eventueel nieuwe invulling van het cultuurpand Felix Meritis waarbij het niet langer zalen verhuurt maar zich uitsluitend richt op haar debatfunctie; Voorts constaterende dat: — een eventuele nieuwe invulling van het cultuurpand Felix Meritis ook kan inhouden dat er andere cultuurinstellingen een plek vinden in het pand, zoals bijvoorbeeld de partijen die niet in het Danshuis Noord een plek hebben gevonden; — voor de andere partij(en) die in het Danshuis gevestigd zouden worden tevens een oplossing gevonden moet worden, waarbij rekening gehouden wordt met de wens van de gemeenteraad om freelancers en choreografen ook een plek te bieden via een Stimuleringsregeling Eigentijdse Dans van het Amsterdamse Fonds voor de Kunst conform het amendement van de raadsleden mevrouw Van Roemburg, mevrouw Ruigrok, de heer Paternotte en de heer Verbeet van 16 mei 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 271); Bovendien constaterende dat: — een nieuwe invulling van het cultuurpand Felix Meritis enige spoed behoeft gezien de kosten die leegstand met zich meebrengt; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Afdeling 1 Gemeenteraad R Nummer 131 Motie Datum 28 februari 2014 — de kosten die gemaakt moeten worden naar aanleiding van het faillissement van FMF en de gemeentelijke garantie bij voorkeur niet gedekt moeten worden vanuit het Kunstenplan, maar uit reserveringen voor culturele investeringen en vastgoed; Tenslotte constaterende dat: — de Amsterdamse Kunstraad geadviseerd heeft over de besteding van de huidige vrijval in het Kunstenplan naar aanleiding van het faillissement van Nasa; — dit advies geen rekening heeft gehouden met de wens van de raad en het college om de vrijval te bestemmen voor Kunstenplan-instellingen die momenteel in zwaar weer verkeren; — het advies bovendien geen rekening houdt met de structuur van het Kunstenplan waarin Nasa geen functie op naam had noch in de functionele ruimte zat; — een cultureel weerbaarheidsfonds een uitkomst kan bieden voor die Kunstenplan- instellingen die in zwaar weer verkeren, waarbij rekening gehouden wordt met het DMO-dossieroverzicht en de jaarrekeningen van de instellingen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te bezien of het cultuurpand Felix Meritis als zodanig behouden kan blijven, waarin de Felix Meritis Foundation of haar doelstellingen eventueel een doorstart kan maken met betrekking tot haar inhoudelijke programma (debat-functie); — te bezien of (een van) de instellingen die geen plek hebben gevonden in het Danshuis Noord binnen de nieuwe invulling van het cultuurpand Felix Meritis terecht kunnen; — te bezien welke oplossingen mogelijk zijn voor de overige Danshuisinstelling(en) op basis van hun nieuwe plannen, en daarvoor de reservering ‘Danshuis’ aan te wenden met als nadrukkelijke inzet om te komen tot een goedkope oplossing voor eventuele huisvestingproblematiek die recht doet aan de wens van de gemeenteraad voor een stimuleringsregeling freelancers en choreografen; — de toekomst van het pand Felix Meritis snel zeker te stellen, waarbij de kosten die gemaakt moeten worden niet betaald worden uit de inhoudelijke budgetten van de cultuurbegroting (zoals het Kunstenplan), maar onder andere uit de budgetten voor culturele investeringen en vastgoed (waartoe behorend het investeringskrediet Danshuis); — aan de raad een voorstel te doen omtrent de wijze van besteding van de vrijval binnen het Kunstenplan dat recht doet aan de problematiek van huidige Kunstenplan-instellingen die momenteel in zwaar weer verkeren, bijvoorbeeld door de instelling van een cultureel ‘zwaar weer’- of weerbaarheidsfonds; — op 5 maart 2014 in de vergadering van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media een voorstel voor te leggen met inachtneming van het vorenstaande, zodat er in de raadsvergadering op 12 /13 maart 2014 hierover een raadsbesluit kan worden genomen. De leden van de gemeenteraad, E.T.W. van Roemburg M.P. Verbeet M.H. Ruigrok 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1512 Publicatiedatum 23 november 2016 Ingekomen op 13 oktober 2016 Ingekomen onder 1318’ Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Verworpen Onderwerp Amendement van de leden Mbarki en Boomsma inzake de Begroting 2017 (investeer in handhaving). Aan de gemeenteraad Ondergetekende hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Overwegende dat: — het aantal inwoners, bedrijven, bezoekers en toeristen in de stad toeneemt, en daarmee de drukte in en druk op de stad en de openbare ruimte; — de vraag vanuit de samenleving naar meer toezicht en handhaving om die groei in goede banen te leiden en de stad leefbaar te houden sterk toeneemt; — voor 2017 een groot aantal prioriteiten is geformuleerd voor de handhaving, waaronder ten aanzien van veiligheid, in het OV, op de taximarkt, de prostitutiesector, en het schoonhouden van de stad; — het aantal handhavers in de stad sinds 2011 is afgenomen; het tevens belangrijk is om de instroom van jonge handhavers te stimuleren die flexibeler inzetbaar zijn. Besluit: — Op pagina 72, onder programmaonderdeel 2.3 Veiligheid, na de passage over Toelichting financiële ontwikkelingen Algemeen, na de zin De extra structurele middelen. ‚voor acute incidenten in de stad (0,14 miljoen): toe te voegen: — ‘Het budget voor handhaving wordt vanaf 2017 structureel verhoogd met 3 miljoen euro om aan de toenemende vraag naar toezicht en handhaving te voldoen.’ — Alle relevante tekstpassages en tabellen overeenkomstig aan te passen. — Ditte dekken uit de verhoging van de toeristenbelasting (zie amendement 1381) De leden van de gemeenteraad S. Mbarki D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
9 december 2021 Geachte Gemeenteraad, Waarom de verkoop van onze vuilverbranding, en dan nog aan een Chinees deze hebben al half Europa in handen en dan nog een land wat maling heeft aan het klimaat, milieu en mensenrechten. Als een particulier deze centrale onze centrale koopt en denkt er nog winst mee te kunnen maken, waarom doen wij het dan niet zelf! Dit is nu een brevet van onvermogen, en de Amsterdammer zit in de klem en de Chinees de lachende derde. Ons warmtesysteem is ook nog eens gekoppeld aan deze centrale, ook hier heeft de Amsterdammer geen keus meer in. Hou toch op met even tijdelijke geld maken, denk op de lange termijn. Hoop dat u toch nog eieren voor uw geld kiest. Vriendelijke groet
Raadsadres
1
test
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 255 Publicatiedatum 4 april 2014 Ingekomen onder D Ingekomen op woensdag 12 maart 2014 Behandeld op woensdag 12 maart 2014 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Van der Pligt, de heer Poorter en mevrouw Ulichki inzake de notitie, getiteld ‘Naar een stedelijk toelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam’ (evaluatie). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 11 februari 2014 inzake de notitie, getiteld ‘Naar een stedelijk toelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 241); Overwegende dat: — met het nieuwe toelatingsbeleid scholen waarschijnlijk een betere afspiegeling van de buurt worden maar dat scholen nog steeds zeer gesegregeerd kunnen zijn; — wij het wenselijk vinden dat kinderen samen naar school gaan; — wij in de evaluatie ook graag willen zien hoe zorgleerlingen in het kader van passend onderwijs verdeeld worden over de verschillende scholen in de stad en welk effect dit beleid daar op heeft; — wij in de evaluatie ook graag zien hoe de schoolbesturen gebruikmaken van de hardheidsclausule (die besturen de ruimte geeft uitzonderingen te maken op het beleid), Draagt het college van burgemeester en wethouders op: in de jaarlijkse evaluatie de onderwerpen verdeling van zorgleerlingen en het gebruik van de hardheidsclausule mee te nemen. De leden van de gemeenteraad, M.M. van der Pligt M.F. Poorter F. Ulichki 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 794 Publicatiedatum 7 juli 2017 Ingekomen onder A Ingekomen op woensdag 28 juni 2017 Behandeld op woensdag 28 juni 2017 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Moorman, Boomsma, Ernsting, Van Soest en Van Lammeren inzake de referendabiliteit van besluiten over erfpacht. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de interpellatie van de leden Boomsma, Moorman, Ernsting, Van Soest en Van Lammeren over de referendabiliteit van besluiten over erfpacht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 752). Overwegende dat: — Zowel College, als Raad, als betrokken Amsterdamse erfpachters tot de brief van de referendumcommissie d.d. 9 juni 2017 in de veronderstelling waren dat een referendum over erfpacht mogelijk zou zijn; — Dat deze veronderstelling bij Raad en erfpachters mede is ontstaan door de communicatie van verschillende collegeleden in de afgelopen jaren, zowel schriftelijk als mondeling; — Dat door de communicatie van het College, alsmede door inmiddels getroffen voorzieningen, duidelijk en langdurig de indruk en verwachting is gewekt bij initiatiefnemer van een referendum over erfpacht dat een referendumverzoek zou worden ingewilligd indien deze zou worden ingediend. Voorts overwegende dat: — De referendumcommissie in haar advies d.d. 9 juni 2017 stelt dat in de ogen van de commissie een volksraadpleging desgewenst kan worden vormgegeven via eigen door het college zelf op te stellen regeling die voorziet in een volksraadpleging over collegebesluiten, eventueel analoog aan de systematiek en regels van de Referendumverordening. Van mening zijnde: — Gezien de voorgeschiedenis waarin een verkeerde voorstelling van zaken is gegeven door het college over het referendabel zijn van het erfpachtbesluit, het in het kader van behoorlijk bestuur redelijk en billijk is om de initiatiefnemer in de gelegenheid te stellen om een referendumverzoek in te dienen, indien gewenst door de initiatiefnemer. 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 794 Motie Datum 7 juli 2017 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Een regeling op te stellen waardoor een referendumverzoek betreffende de erfpachtplannen van het college kan worden ingewilligd. De leden van de gemeenteraad M. Moorman D.T. Boomsma Z.D. Ernsting W. van Soest J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
1 * f " pagina 1 van 1 Wieringa Míi-Sun hartnnnmmnanamcmsmnansn ennen Van: Miederna Paul namens Info Raadsgriffie Verzonden: donderdag 7 februarl 2008 13:38 Aan: Wieringa MI-Sun Onderwerp: FW: Parkeer hoete bij laden en lossen Ì Blllagen: Ammers _ men _ Van: Ee Verzonden: donderdag 7 februari 2008 12:04 . Aan: Info Raadsoriffle Onderwerp: Parkeer boete blj laden en lossen : ( Geachte heer/mevrouw i { Hierbij maak ik bezwaar over de manier waatop er door Stadstoezicht bekeuringen on naheffingen worden uitgeschreven. Wij hebben 3 voertuigen voor leveringen aan onze klanten rondrijden die, gelukkig niet vaak, parkeer boetes opgelegd krijgen terwijl er gelost wordt. Deze boetes worden na bezwaar en een enkele keer voor de rechter kwijtgescholden. De huidige manier van uitschrijven van boetes en naheffingen is uiterst Ítritant on kost ons en het hele Justitiële apparaat enorm veel tijd en dus geld. Als er een grote bestelwagen of vrachtwagen, met knipperende waarschuwingslichten, stilstaat op een : parkeerplaats, een brede stoep om van laad en los haven maar te zwijgen, den staat deze er niet voor ! spek en bonen. Een chauffeur gaat niet voor zijn plezier ttentallen kilometers rijden om ergens koffie te L drinken.lk denk dat de diverse instanties en personen die vaor de orde moeten zorgen beter maeten gaan nadenken en moeten opserveten wat voor een situatie ze voor zich hebben. Het ongelooflijk idiote systeem dat er minimaal een x bedrag aan uitgeschreven boetes moet worden behaald door politie en stadstoezicht moet echt een keer los gelaten worden. Ik keur het niet goed maar ! begrijp wel dat soms de stoppen doorslaan bij mensen, L_ In afwachting van uw antwoord Met vriendelijke groet | Pd | Lenen | | rennen. Rinkt r E---— CTA | ee: Î 19-2-2008 Bezooltudres 35 Gemeente Amsterdam Stadhuls, Antstel 1 ef : 1011 PN Amislerdain Í Postbus 202 de Wathouctert,-Herroma OO i 1000 AL Amsterdam Fortefeullle Verkeer, Vervoor-an Inftaalruolaur (inof, Noordreiddiijn), í ’ OE Volkshuisvesting, Monumenten. £ Releuradres: KAW, Poslbue 202, 1604 ÂB Amsterdam Wren samsterdarmn! HW | . ‘ ETT fi ï Pitre ji AL E. Ups kenimerk 2008005643 7 ( Behandelt door P, van Holk n ; Telgfoormimief AQ — 556 5296 Fexasenmer GEN BEG BTO Ì E-raull “[email protected]êrder.nl | Britage. Cnitenwerp Parkeersoetise bijladen en lossen ‘Gaachts heels ‘Op 7 Sebruarl jl. heeft u een small aan de gemeente Amsterdam gericht. In uw malibercht } Wiaakt ú hozwaur op tlo wijze hoe er door Stadstoezicht nahaffngen wordert É wilgeschreven. Vaardatik hier inhoudelijk op reageer, bled ik eerst miljn welgemeende excuses.aan voor mijn lalë reäctie;. Daatorn. árlvängt (1 Vaù mlj ser bos}ö hloönrer. | Î Ten episte ge ik in op de wijze.hoe-Btadstoozicht mel. betrskkino: tof de handhavthg varr | läden sh losbón te weik- gaat. Als- ben pärkeërcüntrolsúr Van ‘Sladstoezie ht-eérr Voerluig tonkolgaert en geéëri betaaliniddel lt het voarluig Wearneermt zaf hilof.zij kijken ot:er sprake i Ís van parkeren of laden en. lassen: Von parkeren ls sprdke als er na 10 minuten ! waamemen door de côntrofolir nog stoads geor laads en losaaliviteilen plaätevinden. In ê det geval zal de controler terecht een Nabotingezanstag uitschijven. triden or wel É sprake: is van laden en lossen volgens de normtijd van 40 rainulen, mear het voertuig £ hinderlijk gepärkertd staat (bijvoofbeeld ‘op eôn flétspad) kan bák.ern boete worden : ultgeschreven, - De, rechler gaf ín alle. zaken kijken of-or sprake.le var bijzondere omstandigheden die da. | parkearconfroleur nlet had Kumen weten fen lijde van het. uilschrijvan van de Naheflfingsaansteg. Het:kan dus gebeuren — zoals u in uw rmalilserioht aangeeft — dat: de: ; rechter de baale kwijGchéid. ; Het stadhuis Is beteikbear par metro en ramúijen. Den 14), tieie Watanooplein . | fiagina 2 van 2. Öemeunte.Ánwmstardem Walhwdtere ; Tenslotte haalt u In uw. mail aan dal Stadaterzieht eer quolmt zóu hanteren ten aanzien vaù. het eantal op fo- leggen Maheffngsaarstagen. IK ken: waangdeven dat hiervan geen £ sprake ls. De iK vertsbuw erap U hlerrnos voldoende geïnformesrd te hebben. Metvrlendelijke-graet, j f a. , L. 7 ( ï ‘ (oe Á \h | T, Heifema ; £ Wethouder Verkeer; Vervoer an Infrastructuur | Ì E. ke | . Ì í | | 2
Raadsadres
3
test
VN2023-002393 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ Directie bn Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Communicatie N Amsterdam Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van og februari 2023 Ter kennisneming Portefeuille Algemene Zaken Agendapunt 2 Datum besluit College van B&W, 20 december 2022 Onderwerp Kennisnemen van de voortgangsrapportage Amsterdam 750 d.d. 15 december 2022 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de tweede halfjaarlijkse rapportage over de voorbereiding van het 750-jarige bestaan van Amsterdam in 2025. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet. Bestuurlijke achtergrond In de raadsinformatiebrief van 17 mei 2022 is opgenomen dat het college de raadsleden minimaal twee keer per jaar informeert over Amsterdam 750 middels voortgangsrapportages. Reden bespreking Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.12 1 VN2023-002393 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Directie % Amsterdam ‚ ‚ ‚ on Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Communicatie % Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van og februari 2023 Ter kennisneming Bijlage 2 Voortgangsrapportage Amsterdam 750- 15 December 2022. pdf AD2023-005011 jag gangsrapportag 750- 15 p (pdf) Bijlage 2AanbiedingsbriefVoortgangsrapportageA75o December 2022. pdf AD2023-005386 jag g gangsrapportageA75 p (pdf) AD2023-004,986 Commissie AZ Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Communicatie/Programmabureau Amsterdam 750: Angelique Danenberg, 06 -2278 8200, a.danenberg@&amsterdam.nl Gegenereerd: vl.12 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam Stadsdeel West x% Besluit Bestuurscommissie BAB Directie: Stadsdeelsecretaris Afdeling: Bestuursondersteuning EE Datum behandeling: 7 april 2014 Besluitnummer: INT-14-00317 Zaaknr:Z-14-03681 et Portefeuille: Zo Onderwerp: Benoeming buitengewoon commissielid eee eee} Planning van de bespreking en bestuitvorming e Besluit 7 april 2014 eee | Aard / doel van de bespreking: Besluitvorming JN Wijze van bespreking: Het staat de fracties van de Bestuurscommissie vrij elk een buitengewoon commissielid te benoemen. eee De stadsdeelraad besluit: Te benoemen tot buitengewoon commissielid van de Bestuurscommissie: mw |. Rooderkerk voor de fractie van D66 Lm Korte samenvatting: (max. 10 regels) Op basis van art. 6 van het Reglement van Orde van de bestuurscommissie hebben de fracties van GroenLinks en D66 mw De Jong respectievelijk mw Rooderkerk voorgedragen voor benoeming tot buitengewoon commissielid. Ae Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context): Zie boven. gn Reden van het besluit: Zie boven A Kosten, baten en dekking: Een buitengewoon commissielid ontvangt geen vergoeding ten laste van de gemeente of de bestuurscommissie. a Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg: Er is geen sprake van inspraak of maatschappelijk overleg op dit besluit. | Meegezondeniter inzage gelegde stukken: Er zijn geen meegezonden stukken. Stadsdeel West Pagina 2 van 2 Besluitnr: INT eee || Besloten in de vergadering van: 7 april 2014 De Bestuurscommissie van stadsdeel West, Wind. Secretaris , Voorzitter: ie tT f ‚ ee rt Kn Pe af Pd ef er À n Á er \ lik G. Boüwfneester
Besluit
2
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1694 Datum indiening 9 oktober 2019 Datum akkoord 18 december 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Grave-Verkerk inzake het aantal AED's en burgerhulpverleners in Amsterdam Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 8 oktober 2019 heeft de Hartstichting in een artikel in het Parool aangegeven dat er te weinig AED-toestellen én te weinig burgerhulpverleners zouden zijn in Amsterdam. De fractie van de VVD heeft meermaals gepoogd het aantal AED-toestellen in de stad toe te doen nemen. Onder andere met het voorstel om in navolging van andere gemeenten te kijken of deze toestellen aan laadpaden kunnen worden bevestigd (zie motie 962.18 van de leden De Grave-Verkerk, Marttin en Bloemberg-Issa). Gezien het vorenstaande heeft het lid De Grave-Verkerk, namens de fractie van de VVD, op grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoe oordeelt het college over het aantal beschikbare AED-toestellen en het aantal burgerhulpverleners in Amsterdam? Zijn er voldoende toestellen en hulpverleners volgens het college? Graag een toelichting. Antwoord: Bij eerdere beantwoording van raadsvragen (beantwoording schriftelijke vragen van de leden Ceder, De Grave-Verkerk en Bloemberg-lssa inzake de realisatie van 6-minutenzones voor Automatische Externe Defibrillatoren, 22 november 2018) heeft ons college aangegeven dat er weliswaar geen vaste AED's in de openbare ruimte hangen, maar dat door de beschikbaarheid van mobiele AED's bij de politie, brandweer en ambulances gecombineerd met professionele hulpverlening er uitstekende hulp beschikbaar is, die bovendien snel ter plaatse is. Het college waardeert de inzet van deze professionals. Die waardering geldt overigens ook voor de inzet van de Hartstichting, die vanuit particulier initiatief de situatie rond snelle hulpverlening bij hartfalen verder probeert te verbeteren in Amsterdam. 1 https: //www.parool.nl/nieuws/hartstichting-te-weinig-aed-s-en-burgerhulpverleners-in-amsterdam- hoge-urgentie-becbe196/ 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Amer Le ocember 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 9 oktober 2019 2. De Hartstichting vindt dat de situatie met betrekking tot het aantal AED's en burgerhulpverleners in Amsterdam slecht is in vergelijking tot andere steden. Wat is de reactie van het college hierop? Antwoord: De positie van de Hartstichting is het College bekend. In Amsterdam beschikken over een goed netwerk van mobiele AED'’s in combinatie met professionele hulpverlening, daarom oordeelt ons College anders. Wel wil het College in overleg met de Hartstichting kijken waar op gemeentelijke panden AED's buiten kunnen worden geplaats, om de AED dichtheid te vergroten, en hiermee de vraag voor AED assistentie door mobiele hulpverleners te verminderen. 3. Ziet het college noodzaak zich actief in te spannen om het aantal openbaar toegankelijke AED-toestellen te doen toenemen? Zo ja, ook financieel? Zo nee, waarom niet? Antwoord: zie vraag 2 4. Ziet het college mogelijkheden om het aantal AED's aan of in de objecten die vallen onder het gemeentelijk vastgoed te doen toenemen? Zo ja, wil het college hierover het gesprek aangaan met de Hartstichting? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja, de gemeente zal op zoveel plekken als mogelijk AED's aan de buitenzijde van haar gemeentelijke panden aanbrengen. Het college onderzoekt op dit moment de technische mogelijkheden en bijbehorende kosten hiervoor. Voor welke panden dit opportuun is, gezien de spreiding van AED's in Amsterdam, wordt overlegd met de Hartstichting. De gemeente meldt de AED's uiteindelijk ook aan bij de Hartstichting en op hartslag.nu. Deze actie onderneemt het college aanvullend op de reeds beschikbare hulpverlening zoals geschetst bij het antwoord op vraag 1 om het initiatief van de Hartstichting te kunnen ondersteunen. 5. In oktober 2018 heeft het college in het schriftelijke preadvies op de motie van de fractie van de VVD ‘AED's op laadpalen' aangegeven dat de noodzaak voor het plaatsen van AED's op laadpalen pas kon worden beoordeeld als de pilot met een 6-minutenzone van de Hartstichting en de gemeente Amsterdam was afgerond. Hoe oordeelt het college over het verloop van deze pilot en vindt het college dat het plaatsen van AED's op laadpalen wenselijk dan wel noodzakelijk is? Antwoord: Deze pilot wordt uitgevoerd door een particuliere partij, te weten de hartstichting. Deze pilot kiest niet voor AED's op laadpalen. Het nut van AED's op laadpalen lijkt bovendien minder noodzakelijk, nu de gemeente in antwoord op vraag 4 aangegeven heeft om te onderzoeken of de bereikbaarheid van AED's buiten vergroot kan worden door plaatsing aan de buitenkant van gemeentepanden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Ndeing 1604 Gemeenteblad ummer err: Datum 18 december 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 9 oktober 2019 3
Schriftelijke Vraag
3
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 305 Datum akkoord 19 april 2017 Publicatiedatum 20 april 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Alberts en Flentge inzake de werkzaamheden aan de A9. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Op 20 september 2016 heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP, schriftelijke vragen gesteld over de overlast als gevolg van de wegwerkzaamheden aan de A9. In de beantwoording van 10 november 2016 schreef het college onder meer dat Rijkswaterstaat regelmatig contact heeft met de omwonenden, dat er 24 uur per dag een telefoonnummer voor klachten beschikbaar is, dat op klachten direct wordt gereageerd en dat Rijkswaterstaat heeft toegezegd met schadebedragen onder de € 5000 coulant om te gaan (zie Gemeenteblad 2016, afd. 1, nr. 1463). Wij zijn nu een paar maanden verder. De Amsterdamse SP hulpdienst heeft omwonenden van de A9 geholpen met het invullen van de klacht- en schade- formulieren. De mensen die wij hebben gesproken, waren niet tevreden over de manier waarop Rijkswaterstaat met hen omging. Zij voelden zich niet serieus genomen. De bewoners hadden onverminderd overlast en schade, verzoeken om schadevergoeding/nadeelcompensatie was afgewezen, Rijkswaterstaat toonde zich ook bij lage bedragen allerminst coulant, de huurders onder de bewoners voelden zich anders behandeld dan de eigenaren, Rijkswaterstaat reageerde niet alert enzovoort. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 22 maart 2017, beiden namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoeveel verzoeken met betrekking tot schadevergoeding over de werkzaamheden aan de A9 zijn tot nu toe ingediend bij Rijkswaterstaat? Hoeveel van deze verzoeken zijn ingewilligd? Antwoord: Het verbreden en ondertunnelen van de A9 Gaasperdammerweg is een rijksproject. Op ons verzoek heeft Rijkswaterstaat de informatie aangeleverd voor de beantwoording van de vragen over schadeclaims (vragen 1, 3, 5, 6 en 10), nadeelcompensatie (vragen 2, 4 en 5) en klachten (vraag 7). 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng Jos Gemeenteblad Datum 20 april 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017 Sinds de start van de werkzaamheden voor de verbreding en ondertunneling van de A9 Gaasperdammerweg zijn door 100 verschillende bewoners en/of bedrijven in totaal 144 meldingen van gebreken gedaan. Na afronding van de werkzaamheden die schade kunnen veroorzaken worden de eindopnamen uitgevoerd en worden deze meldingen afgehandeld. Voor de zomer worden bouwkundige eindopnames ingepland en uitgevoerd. Schade die tijdens de werkzaamheden is ontstaan en die mogelijk veroorzaakt kan zijn door de werkzaamheden wordt vervolgens dit jaar nog hersteld of vergoed. Kan een melding niet wachten omdat er sprake is van een situatie waarbij een woning niet meer normaal kan worden gebruikt, bijvoorbeeld vanwege klemmende ramen of deuren, lekkage of dat sprake is van een onveilige situatie, dan wordt noodherstel zonder erkenning van aansprakelijkheid toegepast. Tot nu toe is bij 24 bewoners en/of bedrijven in totaal 29 keer noodherstel uitgevoerd. Bij één melding uit Huntum is dit niet gedaan. Onderzoek naar de lekkage wees uit dat er spijkers door de waterdichte afwerking van een dakrand waren aangebracht. Deze lekkage kan niet door het project zijn veroorzaakt. Wanneer het helder is dat de schade niet door het project is veroorzaakt, dan heeft Rijkswaterstaat geen titel om deze te vergoeden. 2. Hoeveel verzoeken met betrekking tot nadeelcompensatie over de werkzaamheden aan de A9 zijn bij Rijkswaterstaat tot nu toe ingediend en hoeveel van deze verzoeken zijn ingewilligd? Antwoord: Er zijn in totaal 20 verzoeken met betrekking tot nadeelcompensatie ingediend. Hiervan zijn 4 verzoeken nog in behandeling bij de commissie nadeelcompensatie. Voor 16 verzoeken is er inmiddels een advies van de commissie. In 4 van de 16 gevallen, adviseert de commissie om over te gaan tot het uitkeren van een vergoeding. In de overige gevallen adviseert de commissie om het verzoek om schadevergoeding af te wijzen. 3. Hoe vaak is er door bewoners nadat een verzoek was afgewezen, om een second opinion gevraagd en wat was de uitslag van de second opinion? Antwoord: Conform de brief van 7 december 2016 van Rijkswaterstaat aan de omwonenden van de A9 Gaasperdammerweg kan Rijkswaterstaat worden verzocht om een second opinion te laten verrichten door de Gemeente Amsterdam. De Gemeente Amsterdam heeft namelijk aangeboden om voor haar burgers een second opinion uit te laten voeren door het Schadebureau Noord/Zuidlijn. Bewoners kunnen ook een second opinion laten doen door een ander bureau. Second opinions worden aangeboden bij discussie over causaliteit bij de oorzaak van bouwschade. Bij een schademelding wordt eerst een rapport van bevindingen opgesteld. In deze rapporten wordt soms een voorlopige conclusie opgenomen ten aanzien van causaliteit. Bij de eindopnames (voorjaar 2017) wordt er een definitieve conclusie getrokken. Aangezien de eindopnames nog niet zijn gedaan, hebben bewoners ook nog geen aanvraag gedaan voor het laten uitvoeren van een second opinion, op één bewoner na. Deze bewoner heeft besloten om zich te laten bijstaan door een eigen deskundige. De kosten hiervan worden door Rijkswaterstaat vergoed. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng Jos Gemeenteblad R Datum 20 april 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017 4. Eén van de mensen die wij hebben gesproken, vertelde dat zijn verzoek was afgewezen omdat hij daar sinds 2007 woonde en dus had kunnen weten dat deze werkzaamheden voor de naaste toekomst gepland waren. Volgens de fractie van de SP is dit een reden die geen hout snijdt. De exacte impact van wegwerkzaamheden op het woongenot zijn voor een leek niet van tevoren in te schatten. Deelt het college deze mening? Antwoord: Het klopt dat voorzienbaarheid een grond is om een claim voor nadeelcompensatie af te wijzen. Zie verder het antwoord bij vraag 5. 5. Wat waren/zijn de redenen om verzoeken zoals hierboven (zie vragen 1 en 2) genoemd, niet in te willigen? Welke lijn volgt Rijkswaterstaat hierbij? Antwoord: Voor vraag 1 over schadeclaims: zie het antwoord bij vraag 1. Bij 12 verzoeken met betrekking tot nadeelcompensatie is de woning in eigendom verworven na publicatie van de startnotitie wegverbreding Schiphol — Amsterdam — Almere in 2005. In dat geval is sprake van voorzienbaarheid. De nadeelcompensatiecommissie heeft in de adviezen onderbouwd waarom sprake is van voorzienbaarheid en daarbij de relevante overwegingen geciteerd van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uit diverse uitspraken van de laatste jaren. De standaardoverwegingen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de hoogste rechter op dit gebied in Nederland) in dit verband luiden (bijvoorbeeld ABRS 27 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1689): “Indien ten tijde van de aankoop van een onroerende zaak voor een redelijk denkend en handelend koper aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse in ongunstige zin zou veranderen, is de planschade voorzienbaar en dient deze voor rekening van de koper te worden gelaten”. Rijkswaterstaat volgt hierin dus de wet- en regelgeving. 6. Vragenstellers hoorden van bewoners dat ook recente schademeldingen onder de € 5000 zijn onderzocht door een extern schadebureau. a. Hoeveel schadeverzoeken waarbij het om een laag bedrag ging (lager dan € 5000) zijn tot nu toe ingediend? b. En hoeveel daarvan zijn ingewilligd? Wordt er direct overgegaan tot uitbetalen van de schade? c. Deelt het college de mening dat bemoeienis bij de afhandeling van schadeverzoeken door een extern schadebureau in tegenspraak is met de toezegging van Rijkswaterstaat aan de wethouder en bewoners dat kleinere schades direct uitgekeerd zouden worden, zoals dat ook bij de Noord/Zuidlijn is gedaan”? Antwoord: Om de omvang en ernst van een schades te kunnen vaststellen is het uiteraard noodzakelijk om een deskundig bureau naar de gemelde schade te laten kijken. Anders kan ook niet worden bepaald of noodherstel wenselijk is en wat herstel gaat kosten. Door de herziene schadeprocedure is van uitgebreid onderzoek naar 3 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng 05 Gemeenteblad Datum 20 april 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017 causaliteit geen sprake meer, indien de bouwkundige schade aan de woning minder bedraagt dan € 5.000,00. Onderzoek ter vaststelling van de kosten voor het herstellen van schades is nog niet gestart. Dit zal, zoals aangekondigd in de brief van Rijkswaterstaat van 7 december 2016 aan omwonenden, worden uitgevoerd nadat de eindopnames zijn verricht. Het is op dit moment dus onbekend hoeveel schadeverzoeken zijn ingediend waarbij het om een bedrag gaat lager dan € 5.000,00, inclusief btw. Aangezien het bij de 144 schademeldingen die tot nu toe zijn ingediend overwegend om cosmetische schade gaat, is de verwachting dat de uiteindelijke kosten voor herstel in de meeste gevallen het bedrag van circa € 5.000,00 (inclusief btw) niet zullen overstijgen. 7. Hoeveel klachten zijn bij Rijkswaterstaat ingediend over de werkzaamheden aan de A9 en hoeveel daarvan zijn afgerond? Antwoord: Naast vele honderden informatieve vragen, zijn er sinds de zomer van 2015 228 klachten binnengekomen, ingediend door 137 klagers. Onderstaande grafiek laat zien hoeveel klachten er in welke maand zijn binnen gekomen. Alle klachten zijn afgerond. 30 2929 25 24 , 24 20 n 1919 15 1313 1313 10 10 11 0 11 10 17 66 8 88 88 „5 8 66 s | 22 11 33 ' ‚ s” Ss 5 & s S # & Pi & S & “ Ss s s s & E Bl 5 & € m Klachten per maand __m Klagers per maand 8. De werkzaamheden zijn al een paar jaar bezig en gaan nog een paar jaar duren. Van echt woongenot kan gedurende deze periode niet of nauwelijks sprake zijn. De gemeente is niet de overlast gevende partij, echter de gemeente heeft wel opdracht gegeven om ontheffing te verlenen voor de werkzaamheden. Vindt het college, anno maart 2017, dat de impact op het woongenot voldoende is meegewogen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, het college is van mening dat de impact op het woongenot voldoende is meegewogen. De omgevingshinder wordt meegewogen bij de belangenafweging. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied besluit in mandaat van de gemeente Amsterdam op aanvragen om ontheffing van de gestelde geluidsniveaus. Indien niet voldaan kan worden aan de geluidsniveaus aangaande geluidhinder bij bouw- en sloopwerkzaamheden van artikel 8.3, lid 1 en 2, van het Bouwbesluit 2012, bestaat de mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing. 4 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng Jos Gemeenteblad Datum 20 april 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017 Als handvat voor het behandelen van verzoeken om ontheffing op grond van artikel 8.3 lid 3, is de Richtlijn Bouwlawaai opgesteld. Ontheffing wordt slechts verleend als voldaan is aan de in de richtlijn opgenomen voorwaarden. Zo min mogelijk overlast/het beperken van overlast in de omgeving is één van de belangrijkste voorwaarden. Aannemerscombinatie IXAS past de best beschikbare stille technieken toe om de geluidsbelasting zoveel als mogelijk te reduceren. Daarnaast worden maatregelen genomen om omgevingshinder zoveel mogelijk te beperken. Met onder meer de brief van wethouder Litjens van 26 juni 2016 zijn de leden van de commissie Infrastructuur en Duurzaamheid uitgebreid geïnformeerd over het totale pakket hinderbeperkende maatregelen. Het project is van groot belang voor de regio Amsterdam en het algemeen belang is gediend bij een spoedige realisatie. Gelet op dit zware belang heeft de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied ontheffing verleend onder voorwaarden die beperking en beheersing van de overlast voor de omgeving tot doel hebben. Deze periode van geluidsoverlast door bouwwerkzaamheden is bijna voorbij. In april 2017 wordt de laatste heipaal aangebracht. Het rijksproject heeft bij de gemeente een BLVC-plan (Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid, Communicatie) bij de gemeente moet indienen. Leefbaarheid wordt hier dus volwaardig meegewogen. Zo heeft het overleg over het BLVC-plan voor de A9 Gaasperdammerweg tussen de gemeente, Rijkswaterstaat en aannemerscombinatie IXAS geleid tot aanpassingen in het voordeel van de leefbaarheid: meer werken overdag, waardoor er minder geluidoverlast is in de nachten en het voorboren van de damwanden, wat de geluidoverlast sterk heeft verminderd. 9. Zouden voortaan bij dit soort ingrijpende, heel lang durende en veel overlast gevende bouwoperaties, de werkzaamheden niet gefaseerd uitgevoerd kunnen worden, waarbij na elke actieve fase een rustperiode wordt ingebouwd van een aantal weken/maanden? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Dit moet per bouwproject bekeken worden. Maar het ligt niet voor de hand om bij langdurende en veel overlast gevende bouwoperaties diverse rustperioden van weken of maanden te hanteren. Het project zal dan niet alleen veel duurder worden, maar ook veel langer duren. Bewoners wonen dan nog langer aan een bouwput. Bovendien is de kans groter dat dan meerdere (grotere) projecten gelijktijdig in uitvoering zijn, in plaats van na elkaar. Dit kan ten koste gaan van de bereikbaarheid of van de mogelijkheden voor andere projecten om in de openbare ruimte te werken. Volgens Rijkswaterstaat zou bij het project A9 Gaasperdammerweg het inlassen van een rustpauze van een aantal maanden vele tientallen miljoenen euro's aan meerkosten met zich meebrengen. Veel bewoners geven aan dat na een langere pauze de herstart extra zwaar valt. Al wordt door diverse bewoners aangegeven dat de rustpauze in de kerstvakanties wel erg werd gewaardeerd. 5 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R weing Jos Gemeenteblad ummer = en Datum 20 april 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017 10. Is het college bereid, nog eens in overleg te gaan met Rijkswaterstaat en ervoor te zorgen dat laatstgenoemde de toezeggingen nakomt en ruimhartig met verzoeken om schadevergoeding omgaat? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Rijkswaterstaat is volop bezig is om invulling te geven aan de toezeggingen. Wij merken uit onze overleggen met Rijkswaterstaat dat er een constante aandacht is voor een goede en snelle afhandeling. Wij zien daarom geen noodzaak of aanleiding om dat in een extra overleg nogmaals te benadrukken. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 6
Schriftelijke Vraag
6
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1106 Publicatiedatum 13 november 2015 Ingekomen op 4 november 2015 Ingekomen onder 984’ Behandeld op 5 november 2015 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Moorman, Groot Wassink, Van Dantzig en Flentge inzake de Begroting 2016 (bevoegdheden vakantieverhuur). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2016; Overwegende dat: — het wenselijk is grip te krijgen op het bieden van verblijf aan toeristen door particulieren, waarbij het maximaal aantal van zestig dagen effectief kan worden gehandhaafd; — de gemeenteraad enkele malen de wens heeft uitgesproken een meldingsplicht in te stellen voorafgaand aan verhuur, hetgeen informatie-gestuurd handhaven vereenvoudigd; — het wenselijk is dat alle (ver)huurders gelijk worden behandeld, goed worden voorgelicht en goed bediend, zeker ten aanzien van de belastingplicht en inning voor toeristenbelasting; — het wenselijk is de wetgever te verzoeken bevoegdheden in het leven te roepen waarmee de gemeente dit kan bewerkstelligen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een verkenning uit te voeren naar alle bestaande wettelijke middelen om particuliere vakantieverhuur te reguleren, waaronder de handhaving van het maximaal toegestane aantal dagen, de belastinginning te optimaliseren; — tevens te verkennen op welke wijze de wetgever de gemeente hiertoe additionele bevoegdheden kan verschaffen; — hierover de raad te informeren. De leden van de gemeenteraad M. Moorman B.R. Groot Wassink R.H. van Dantzig E.A. Flentge 1
Motie
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad x% Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1254 accent Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020 Onderwerp Motie van de leden Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Boomsma, Taimounti en Veldhuyzen inzake buurtplatformrecht Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Constaterende dat: e Een aantal bewonersorganisaties een oproep heeft gedaan voor een zogenaamd ‘buurtplatformrecht’; e Deze organisaties met dit recht op zoek zijn naar een verankering in de buurten, waarin eigenaarschap, mandaat en middelen kernwoorden zijn; e _Hetcollege in de begroting 2021 middelen vrijmaakt voor een regeling ‘Maatschappelijk initiatief’; Overwegende dat: e Een van de pijlers van de Uitvoeringsagenda Democratisering het vergroten van de autonomie en zeggenschap in de buurt is; e _Bewonersorganisaties van grote betekenis kunnen zijn in het van de grond krijgen van plannen die zij zelf initiëren en daarmee krachtige motors zijn in de betrokkenheid van mensen in hun buurt; e _Buurtplatforms met mensen werken die we als overheid vaak niet bereiken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: e Met bewonersorganisaties die de oproep hebben gedaan het idee van het buurtplatformrecht uit te werken en de uitkomsten hiervan met de raad te delen. e Te onderzoeken of het buurtplatformrecht onderdeel zou kunnen worden van het nieuwe Participatiebeleid en de raad hierover te informeren. e Hiervoor een bedrag te reserveren van ten hoogste 150.000 euro te dekken uit de middelen voor de regeling maatschappelijk initiatief. De leden van de gemeenteraad L. Grooten H.J.T. Biemond N.T. Bakker D.T. Boomsma M. Taimounti J.A. Veldhuyzen 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023 Ingekomen onder nummer 277 accent Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Khan inzake bewustwording over de schadelijkheid van alcohol Onderwerp Bewustwording creëren over de schadelijkheid van alcohol Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2023. Constaterende dat: -_ Nederlanders onvoldoende bekend zijn met hoe ongezond alcohol eigenlijk is; -__ Uit onderzoek van de Maag Lever Darm Stichting en KWF Kankerbestrijding blijkt dat slechts 27 procent van de Nederlanders alcohol associëren met ongezondheid en 20% zelfs denkt dat een glas alcohol per dag gezond is*; -__Erbestaat geen gezonde hoeveelheid alcohol; -__ Onderzoek uitwijst dat één glas per dag alcohol de kans vergroot op zeven soorten kan- ker. Verder constaterende dat: -_In het preventie- en handhavingsplan alcohol 2021-2024 de aandacht uitgaat naar over- matige en zware drinkers; -_ Onderzoek echter uitwijst dat één glas alcohol per dag al ernstige gezondheidsgevolgen kan hebben. Overwegende dat: -__Belangenorganisaties een campagne zijn gestart om kennis te delen en bewustwording te creëren over de schadelijkheid van alcohol; + https://www.parool.nl/nederland/gevaar-van-alcohol-onderschat-een-glas-per-dag-vergroot-al-het-risico-op-kanker-bab5127b/ Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 -_In het preventie- en handhavingsplan alcohol 2021-2024 er geen doelen zijn opgesteld om alcoholgebruik bij reguliere drinkers te ontmoedigen; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_Aandacht te vragen voor de bewustwordingscampagne van de Maag Lever Darm Stich- ting en KWF Kankerbestrijding over de schadelijke gezondheidsgevolgen die ontstaat bij slechts één glas alcohol per dag -__omin het (nieuwe) preventie- en handhavingsplan een aanvullende doelstellingen te for- muleren die de gevaren van alcoholgebruik al vanaf één glas per dag te verder onder de aandacht te brengen. Indiener(s), S.Y. Khan
Motie
2
test
Verne22 905549 N Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Openbare Ruimte N Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Portefeuille Openbare Ruimte en Groen Agendapunt 29 Datum besluit Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief “Toename meldingen overlast door dieren en de aanpak in 2022! De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief inzake de toename van meldingen van overlast door dieren en de aanpak in 2022. Wettelijke grondslag Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2); zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In 2021 is het aantal binnen gekomen meldingen over rattenoverlast toegenomen. Over de toename van de meldingen en enkele concrete overlast situaties in de stad zijn schriftelijke vragen gesteld. De bijgevoegde raadsinformatiebrief geeft inzicht in de problematiek en de aanpak in 2022. In de achter ons liggende periode is veel van de inzet op basis van incidenteel budget georganiseerd. Gelet op de plannen voor (meer) groen en de klimaatadaptatie (w.o. waterberging), en hiermee de habitat vergroting voor ratten, staat ons een grotere en blijvende inzet te verwachten om ontstane overlast beheersbaar te houden. Het maakt het belang om te blijven werken, ook in een volgende collegeperiode, aan een stevige structurele organisatie omtrent dierplaagbeheersing zeer urgent. Reden bespreking nvt Uitkomsten extern advies nvt Geheimhouding nvt Uitgenodigde andere raadscommissies nvt Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.12 1 VN2022-005549 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Verkeer en % Amsterdam Openbare Ruimte Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming nee Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam AD2022-019276 | 20220217 Raadsbrief overlast door dieren. pdf (pdf) AD2022-019275 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Verkeer & Openbare Ruimte, Michel Hoogewerf, 06 2379 4,218, [email protected] Gegenereerd: vl.12 2
Voordracht
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 617 Datum akkoord 11 september 2014 Publicatiedatum 12 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer H.B. Boldewijn van 28 juli 2014 inzake bierfietsen op de openbare weg. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. Op 23 juli 2014 stond een artikel in Metro, getiteld: “Haarlemmerbuurt klaar met de bierfiets". In dit artikel doet de winkelstraatmanager zijn beklag over gevaarlijke verkeerssituaties in de Haarlemmerbuurt als gevolg van de bierfietsen op de openbare weg. De bewoners ervaren overlast en het verkeer ondervindt hinder. De bierfietsen zijn al vaker negatief in het nieuws geweest! Ook het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum wil van de bierfiets af. De fractie van PvdA Amsterdam wil graag een eind maken aan de overlast en de onveilige verkeerssituaties die ontstaan als gevolg van het gebruik van de bierfiets op de openbare weg. Ook wil de de fractie van de PvdA duidelijkheid over het wel of niet toestaan van de bierfiets op de openbare weg in Amsterdam De website van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) maakt vermelding van het volgende: “1. De gemeente Amsterdam heeft in juni 2012 aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gevraagd de wet zodanig te wijzigen dat de bierfiets in alle mogelijke vormen, inclusief het alcoholgebruik, wordt verboden. 2. Volgens het vonnis uit 2010 waarin de bierfiets werd verboden de rijdende bar niet voldoet aan de regels en moet deze als een fiets worden beschouwd. Fietsen mogen volgens de ‘Regeling Voertuigen’ niet breder zijn dan anderhalve meter. De bierfiets in de betreffende zaak is echter 2,20 meter breed. De uitspraak heeft als gevolg dat bierfietsen voortaan niet zomaar de weg op mogen. 1 http://www.parool.nl/parool/nl/4/AMSTERDAM/article/detail/3672545/2014/06/15/Ha-de-Rozengracht-zuipen- op-de-bierfiets-mag-weer.dhtml 2 http://www.trouw.nl/tr/nl/4492/Nederland/article/detail/363827 6/2014/04/20/Amsterdam-mag-geen-Venetie- worden.dhtml?utm_source=headliner.nl&utm_medium=link&utm_term=free&utm _content=textlink&utm _campaig n=Headliner.nl http://www.at5.nl/artikelen/1 25979/stadsdeel-centrum-wil-van-touringcars-en-bierfietsen-af 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer dp september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 28 juli 2014 3. Amsterdam wilde een algemeen verbod maar zag daar uiteindelijk af. Wel wordt de bierfiets geweerd uit het Wallengebied, omdat daar een alcoholverbod geldt. Nu heeft de gemeente toch gevraagd om een algemeen verbod omdat het probleem te omvangrijk wordt. ** De fractie van de PvdA is van mening dat Amsterdam ook zonder de overlastgevende bierfiets op de openbare weg een aantrekkelijke toeristische bestemming zal blijven en wil zo snel mogelijk van de bierfiets op de openbare weg af. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 28 juli 2014, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Heeft het college kennisgenomen van het artikel in Metro? Antwoord: Ja. 2. Is het college op de hoogte van de informatie genoemd op de website van de VNG? Antwoord: Ja, maar de informatie is deels onjuist (met name punt 1 en 3). In 2012 is er inderdaad sprake van geweest om vanuit Stadsdeel Centrum de (toenmalig) minister van BZK te verzoeken een verbod op de bierfiets op te nemen in Drank- en Horecawet en/of de Regeling Voertuigen van de Wegenverkeerswet. Berichten hierover zijn in de media terechtgekomen en waarschijnlijk door de VNG overgenomen. Er is toen echter vanuit de gemeente Amsterdam geen formeel verzoek hierover ingediend. De reden hiervoor is dat in mei 2012 de Eerste Kamer al had ingestemd met de wijziging van de Drank- en Horecawet, waardoor het niet de juiste tijd was om dit verzoek in te dienen. Wel heeft de gemeente al in een eerder stadium bij de voorbereiding van die gewijzigde Drank- en Horecawet aangedrongen om de bierfiets te verbieden, maar hiervoor geen steun gevonden. Het probleem speelt namelijk maar in een beperkt aantal gemeenten, en niet iedere gemeente vindt de bierfiets onwenselijk. De Drank- en Horecawet is niet van toepassing op vervoermiddelen die bestemd zijn voor het vervoer van personen, tijdens hun gebruik als zodanig. Onder deze middelen van vervoer vallen ook de bierfietsen en dat betekent dat de bierfiets geen drankvergunning nodig heeft. 3 https://www.vng.nl/onderwerpenindex/veiligheid/drank-en-horecawet/vraag-en-antwoord/is-er-informatie- bekend-over-de-bierfiets 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer dp september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 28 juli 2014 3. Deelt het college de zorgen van de bewoners, de winkelstraatmanager en het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum? Indien nee, waarom niet, indien ja, kan het college een toelichting geven op haar zorgen? Antwoord: Ja, het college deelt de zorgen over de overlast van de groepen (tot wel 17 personen) op de bierfiets. Van april t/m juli 2014 ontving de gemeente ongeveer 80 meldingen van overlast de bierfiets. Het gaat o.a. om geluidsoverlast, die mede ontstaat als gevolg van interactie met andere groepen mensen. 4. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het eerder door Amsterdam gevraagde verbod op de bierfiets? Heeft het college bericht ontvangen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en/of van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu over? Antwoord: Zoals hiervoor onder vraag 2 is toegelicht, is er geen formeel verzoek ingediend en daarom daarop ook geen bericht ontvangen. 5. Is het college bereid om nogmaals bij de Rijksoverheid aan te dringen op wet of regelgeving hierover om het gebruik van de bierfiets op de openbare weg in geheel Amsterdam te verbieden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn zal het college hier om vragen? 6. Op welke wijze kunnen, in afwachting van landelijke regelgeving, aanpassingen in de gemeentelijke regelgeving (APV, bestemmingsplannen) worden gebruikt om de bierfiets te weren? Antwoord vragen 5 en 6: Het college gaat actiever de overlast van de bierfiets tegen, allereerst op basis van de mogelijkheden in de APV. Het doel is dat de overlast in het nieuwe seizoen is opgelost of sterk verminderd. De periode tot het nieuwe ‘bierfietsseizoen’ in 2015 gaat het college daarnaast gebruiken voor vervolgonderzoek naar het instellen van een verbod op de bierfietsen. Aanpassing van de Drank- en Horecawet op dit punt ligt voor 2016 niet voor de hand (dan wordt de wet geëvalueerd). Lokale regelgeving op basis van de Wegenverkeerswet kan mogelijk wel. Tegelijk gaat de burgemeester, namens het college, samen met de voorzitter van bestuurscommissie Centrum in gesprek met de ondernemers in de bierfietsbranche, over met name het gedrag van de gebruikers van de bierfiets. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
VN2023-023934 Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West, Economische Zaken % Gemeente Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad Aanpak Noord SO % Amsterdam P anp anp Voordracht voor de Commissie SO van 10 januari 2024 Ter kennisneming Portefeuille Economische Zaken Agendapunt A Datum besluit n.v.t. Onderwerp Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over motie 375 betreffende ruimte voor kunst boven kantoren De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over motie 375 betreffende ruimte voor kunst boven kantoren. Wettelijke grondslag e Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet * Artikel 79 en 80 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de gemeenteraad van 7 juni 2023 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt Voortang Aanpak Binnenstad, motie 375 van Heinhuis van PvdA, Bakker van Partij voor de Dieren, Lust van D66 en Bentoumya van GroenLinks aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om: 1. Te onderzoeken of er in kantoorpanden in de binnenstad leegstaande ruimte is, bijvoorbeeld leegstaande zolderruimtes, die vervolgens ingezet kan worden om ruimte te bieden aan kunstenaars die op dit moment geen plek hebben; 2. Daarbij aansluiting te zoeken bij het bestaande beleid inzake het realiseren van woningen boven bedrijven; 3. Daarbij tevens nadrukkelijk te kijken hoe creatieve ondernemers en kunstenaars uit andere stadsdelen dan het centrum kunnen worden bereikt. In bijgevoegde raadsinformatiebrief wordt uiteengezet hoe het college uitvoering aan deze motie geeft. Hierin wordt benoemd dat ook het College ziet dat creatieve ondernemers en kunstenaars een belangrijke bijdrage leveren aan de stad, en dat het bieden van voldoende huisvesting en atelierruimte daarvoor nodig is. In de binnenstad is weinig sprake is van structurele leegstand van kantoorruimte. We constateren wel dat kantoorruimte na kantoortijden weinig wordt benut en dat het voor sociale initiatieven steeds lastiger is om ruimte te vinden in de stad. Op 13 juni 2023 heeft de gemeente daarom samen met partners de intentieovereenkomst ‘gebruik je ruimte voor sociale impact’ van UseSpace getekend voor het openstellen van kantoren voor sociale initiatieven in de stad Amsterdam. Het transformatieteam Aanpak Binnenstad kan, evenals bij wonen boven winkels, ook vastgoedpartijen facilitairen bij het realiseren van ruimte voor kunst boven winkels. Daarnaast kan ook Stadsloods vastgoedpartijen met leegstaande ruimte in contact brengen met creatieve ondernemers en kunstenaars die op zoek zijn naar ruimte. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.6 1 VN2023-023934 % Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West, S O i msterdam Economische Zaken % Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noord Voordracht voor de Commissie SO van 10 januari 2024 Ter kennisneming n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies Bij bespreking commissie SED vitnodigen Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, motie 375 ‘ruimte voor kunst boven kantoren! TA2023-000604 Welke stukken treft v aan? AD2023-082877 1. Raadsinformatiebrief - afdoening motie 375.pdf (pdf) 2. Motie 375.23 van de leden Heinhuis Bakker en Bentoumya en inzake AD2023-082876 ‚ ruimte voor kunst boven kantoren.docx (msw12) AD2023-082878 | Commissie SO Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Aanpak Binnenstad Stadsdeel Centrum, E. van Lier, [email protected] Gegenereerd: vl.6 2
Voordracht
2
discard
Bezoekadres Amstel 1 1011 PN Amsterdam Postbus 202 Sector Publiek, Welzijn en Economie 1000 AE Amsterdam Afdeling SEO Telefoon 020 552 4444 Fax 020 552 4433 www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam mevr. Sünnen Oude Waal 35 1011 CC Amsterdam Datum 26 november 2007 Ons kenmerk 07/10592 Uw kenmerk Behandeld door Wies Daamen Doorkiesnummer 020 552 4202 Faxnummer 020 552 4320 Bijlage Onderwerp Behandeling Raadsadres bewoners Nieuwmarktbuurt, binnenterrein de Waag/Oude Schans Geachte mevr. Sünnen Namens het dagelijks bestuur (db) van Stadsdeel Amsterdam-Centrum wil ik U mededelen dat het raadsadres van u en de bewoners Nieuwmarktbuurt over de speeltuin de Waag aan de Oude Schans in behandeling is. De planning ziet er als volgt uit: op dinsdag 11december zal de behandeling van de beantwoording van uw raadsadres in het db plaatsvinden en op dinsdag 15 januari 2008 zal de Commissie Welzijn, Zorg en Onderwijs de beantwoording behandelen. De beantwoording is voorbereid door Wies Daamen, coördinator van het team jeugd en onderwijs in samenspraak met Marjan Brom, gebiedsbeheerder stadshart van Openbare Ruimte en André Huijsing van de Stichting Ijsterk. Speeltuinen is een beleidsveld van team jeugd en onderwijs en valt onder het thema jeugd. In de hoop u voldoende te hebben geinformeerd, Met vriendelijke groet R. Ph. Stam Hoofd van de Afdeling Sociale en Economische Ontwikkeling. Het stadsdeel Amsterdam-Centrum is bereikbaar per tram (lijnen 9 en 14) of metro (lijnen 51, 53 en 54), halte Waterlooplein. 26 november 2007 Gemeente Amsterdam 07/10592 Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 2 2
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 607 Publicatiedatum 16 juni 2017 Ingekomen onder BG Ingekomen op donderdag 8 juni 2017 Behandeld op donderdag 8 juni 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Vroege en Boutkan inzake de stand van zaken van de vervanging van Andreas (onderzoek heroverweging Andreas 2.0) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de stand van zaken van de vervanging van Andreas en de evaluatie van de eerste fase vervanging (Gemeenteblad afd. 1, nr. 413). Overwegende dat: — Het Andreas 2.0 project gekenmerkt wordt door een lange reeks vertragingen en hoger uitgevallen kosten. — Deze reeks tegenvallers leidt tot de vraag hoe zinvol het is om nog met het project door te gaan. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. een extern onderzoek te laten uitvoeren waarin de vraag wordt beantwoord: ‘wat willen we, wat hebben we nodig en welk systeem/applicatie past daarbij'?; 2. daarbij de optie mee te nemen om geheel opnieuw te beginnen, of voor de resterende fase een radicaal andere benadering te kiezen; 3. de uitkomsten van dit onderzoek vóór 1 oktober 2017 aan de raad voor te leggen. De leden van de gemeenteraad J.S.A. Vroege D.F. Boutkan 1
Motie
1
train
VE Mn keen ES > id, Î x n A he SD ij \ % | ra he Ì | Vk LN en. E TESS it 4 Ta ke 4 il \ p BA î : : Wte \N E mm ik OR he eeen Hels ie 5 78 i eN DA, È fi El da an Ee in 7 py ke : ei B Ä ER MD E eam ad tende Sr 3 4 Ed |H E en Ke Ik ip | “it ? á- KEA ' gt B 4 el Ô pn ' : Eenden FOTO TE Een il nge mnd gn Ed ® ® Evaluatie Agenda Dieren df p rd Een diervriendelijk Amsterdam a mi er VAG ee Inhoudsopgave ee, EREN ee KD ee zend E Al Ee ie À El ae, an Ni Woord wethouder Jakob Wedemeijer 2 EEE AA / /: Samenvatting 3 AE / ORE n Re Og ne RS Inleiding 4 / be 6 ù Relevantie van inzet op dierenwelzijn 5 K El j Bestuurlijke inzet op dierenwelzijn 5 mn B Context Agenda Dieren 5 ke 7 RE Doelen en uitgangspunten 6 | ers Opzet evaluatie 6 N ì Evaluatie 8 Pv & 1. Cijfers in beeld 9 zn | En 1 TR B 7 Ee al ye 2. Voortgang Agenda Dieren 2015-2021 12 ee Al fl k 2 immian Ab 3. Samenwerking 31 ee re ET f 4. Communicatie en voorlichting 33 EEEN ID Ih Allied: EO llalik: 2 en 5. Impact 34 iS Ee dl ii hiiek ek pt En : Tee Een 6. Financien 35 Ts an lim, Kal | De, | ik | u IE 7. Suggesties vanuit partners: mogelijkheden nieuw beleid 36 ERE nT Er EEE a ni N 5 Ka ee ee Conclusies 38 Rick Tee — ins Vlie 7 Aanbevelingen 42 TE AN MEE EN En en er en ara Bijlage 1: Respondentenlijst 45 nn Ih ik Bijlage 2: Grafieken, ter duiding op cijfers 47 | Bijlage 3: Voortgangsoverzicht per actie Agenda Dieren 2015-2021 49 5e ij 7 DS TN mj L zi | kn 1 rf ii = LJ À | Á | El kn 7 er En 1 Onze dieren zijn erg belangrijk voor de stad. Ze horen bij onze samen- leving en wij moeten zorgen voor een goede en veilige leefomgeving, 6 zowel voor de huisdieren als voor de vrijlevende dieren. Op die manier er zorgen we voor een beschaafde, groene en gezonde stad, waar mensen Pi, ed en dieren op een fijne manier samen kunnen leven. Ike hie ar en Om daar extra aandacht aan te besteden, is de Agenda Dieren vastgesteld in \ en / Pr de gemeenteraad. Daarmee wilde het stadsbestuur zorgen voor een dier- Es Pa Ph / vriendelijke stad, waar meer aandacht is voor dierenwelzijn. Ni De panter Naast de het ondersteunen van de wettelijke taken op vervoer en opvang wl p van gevonden en gewonde dieren, heeft Amsterdam samen met alle dieren- “ 8 4 welzijnspartners de afgelopen jaren geinvesteerd in aanvullende maatre- 4 gelen. Zoals de ADAM-regeling, waarmee huisdieren van minima naar de dierenarts kunnen gaan, lokale chipacties om ervoor te zorgen dat dieren weer herenigd kunnen worden met hun eigenaar en het vergunningplichtig _ stellen van evenementen met dieren om het gebruik van dieren voor B vermaak terug te dringen. Ook is samen de kinderboerderijen de brandvei- ligheid van hun dierverblijven verbeterd. Í In deze evaluatie kijken we niet alleen terug, maar blikken we ook vooruit. , | Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat dierenwelzijn standaard wordt ij meegenomen bij onderwerpen die daaraan raken. Denk bijvoorbeeld aan wonen, recreëren, veiligheid, welzijn, sociaal domein, openbare ruimte, Jakob Wedemeijer, gezondheid en vitaliteit. In deze evaluatie maken we duidelijk hoe we ervoor Wethouder Dierenwelzijn kunnen zorgen dat dierenwelzijn ook de komende jaren de aandacht krijgt die het verdient. Zodat we in Amsterdam samen met alle partners zorgen voor een fijne stad voor alle miljoenen inwoners die we rijk zijn. 2 ® 5 ö ‘ == Samenvatting ER ke © De huidige Agenda Dieren is een uitwerking van de dierenwelzijnsambities Pe Am N uit het Coalitieakkoord 2014-2018. Met deze agenda is er grote vooruitgang : ke % . Sr . DERK à geboekt op een verbeterd dierenwelzijn. Zo zijn dierenwelzijnsorganisa- ret HCN ties sterker gaan samenwerken, is er een toegankelijke dierenartsregeling A8 gen as Wen | Vn gekomen voor inwoners met een stadspas en is er een aanpak diervriende- 4 af kv À ve 5 ‚f N lijke beheersing van overlast gevende dieren ingericht. Het huidige college re de Ak EP an gu en. heeft in het coalitieakkoord 2018-2022 aangegeven deze positie te willen EAS VNT U 4 te au e in | aps Ee behouden door de agenda te continueren en daarbij aanvullende ambities 1 Us an An À „1 - ee Gj , te realiseren. Hiermee is er onder andere budget beschikbaar gesteld voor To g- fe Ake £ Nen md Á j onderzoek naar juridische mogelijkheden voor het tegen gaan van jacht en à À nd de ge Ni % Î voor het aanpassen en verbeteren van de hondenlosloopgebieden. hid En ve Ee \ Là \ \ kn kT a" 1 A 0 Kk } | De resultaten uit deze evaluatie laten zien dat: N LU Ù AAA e B de acties uit de agenda nagenoeg volledig zijn uitgevoerd ETA ens B B het samenwerkingsnetwerk is verstevigd es = 8 B een sterker bewustwording over dierenwelzijn aanwezig is Û pee DE Y Zas B_ dierenwelzijn vaker als belang wordt meegewogen k ES zm | ie B ereen sterkere verbinding tussen onder andere groen, natuurinclusiviteit Î 7 ‚k Sk en biodiversiteit is \ y kh B voortgang op de volgende doelen zichtbaar zijn: verbeterde natuurlijke \ Á \ leefomgeving van vrijlevende dieren, eigenaren helpen hun huisdier en | | overlast gevende dieren worden diervriendelijk bestreden ú \ } B er nieuwe (maatschappelijke) ontwikkelingen zijn waarvan het wenselijk is er er Bl | N dat de Agenda Dieren daarop aansluit kt ed | | N B er kansen liggen om preventie sterker te organiseren Ni Pi Mer \ | N En | ' ; end ee 3 / \ N r f & Fn B } k | / ó A A | É ik " ali dn Tai rde z An rd Î Pe Li A 1) ES / b, Rn EE OEE Sl Den Á vi) ‘ ld A ed | zkr hi nn # en EE | TE NEE í he En EN me We ANNE 5 bk ° Nen RS " En L me Î nt = 4 ì Nn ns _ Jel be h nnn as dis, ERE ige: A » pe Rd MM among be ee ended £ Oner e Ks or 4 : EE GE en 1 ek | E er . & L In D P Le bee & 4 hl Inleiding & << Ss De aandacht voor dierenwelzijn krijgt de laatste jaren een steeds grotere Bestuurlijke inzet op dierenwelzijn plek in de Nederlandse maatschappij. Tijdens de formulering van de In Amsterdam voeren de inzet en wensen rondom het versterken van Agenda Dieren heerste reeds de algemene opvatting dat het dier steeds dierenwelzijn al langer terug. Zo heeft Amsterdam haar eerste dierenwel minder als product of ding wordt beschouwd en dat de dieren steeds meer __ zijnsnota in 1990 en haar tweede in 2006 vastgesteld. De Agenda Dieren om hun intrinsieke waarde worden gewaardeerd. Met intrinsieke waarde 2015-2018 is een hedendaagse uitwerking van dit oudere gedachtegoed en wordt bedoeld dat de eigen waarde van dieren wordt erkend, als wezens van de ambities uit het Coalitieakkoord 2014-2018. Deze agenda gaat over met gevoel (artikel 1.3 lid 2 Wet Dieren). Ondertussen zien we dat de opvat- de bijdrage aan de meest brede zin van dierenwelzijn: “Bijdragen aan het tingen over de relatie tussen mens en dier steeds meer verschuiven van het behouden en indien nodig verbeteren van het welzijn van zowel gehouden idee dat dieren ondergeschikt zijn aan mensen naar het idee dat mens en als vrijlevende dieren binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam.” De dier gelijkwaardig zijn (Raad voor dierenaangelegenheden. Staat van het basisboodschap is dat dieren bij de Amsterdamse samenleving horen en Dier, 2018). Zo zeggen vrijwel alle Nederlanders dat het welzijn van dieren juist daarom onze gezamenlijke zorg verdienen, met name omdat ze in hen aan het hart gaat en vindt het merendeel dat alle dieren een moreel grote mate van mensen afhankelijk zijn. Vanuit deze gedachte zijn een zestal recht op leven hebben en dat mensen de morele plicht hebben om goed aanvullende ambities opgenomen in het coalitieakkoord 2018-2022. Voor te doen voor alle dieren). Bovenal ontstaat de dialoog over de rechtspo- de ultieme impact is vanuit de geformuleerde acties en ambities verbinding sitie die niet-mensen zoals dieren, planten en ecosystemen zouden moeten gezocht met ambities vanuit andere domeinen zoals de Ecologische Visie krijgen. Een Nederlands voorbeeld is dat afgewogen wordt of klimaat- en (2012), de Agenda Groen (2015) en de Watervisie (vaststelling 2016). Gezien milieuwaarden onderdeel worden van het Binnenlands Bruto Product. deze inzet is Amsterdam in 2019 door de dierenwelzijnsketen benoemd als gemeentelijke koplopers op dit gebied. Relevantie van inzet op dierenwelzijn Niet alleen is het gevoel over dieren veranderd (van ondergeschiktheid Context Agenda Dieren naar gelijkwaardigheid), ook is de relevantie voor inzet op dierenwelzijn De huidige Agenda Dieren is een uitwerking van de dierenwelzijnsambi- steeds meer evident gebleken. Zo is de inzet op dierenwelzijn onlosmake- ties uit het Coalitieakkoord 2014-2018. De Agenda is in samenspraak met lijk verbonden aan gezondheid (bij goede omgang met dieren is er minder samenwerkingspartners, collega's en inspraak tot stand gekomen en omvat: kans op uitbraak van virussen zoals covid-19 en vogelgriep), leefbaarheid (vrijlevende dieren zorgen voor management van plaagsoorten), welzijn (het B Maatschappelijke perspectieven op dierenwelzijn samenleven, verzorgen en omgaan met dieren biedt ontspanning), vitaliteit B Zicht op de rol van de gemeente (omgang met dieren stimuleert tot lichaamsbeweging) en veiligheid (dieren- B Ambities voor de gehouden dieren (dieren met een eigenaar) en vrijle- verwaarlozing is voorspeller van huiselijk geweld of signaal tot overige vende dieren (dieren zonder eigenaar) zorgen over leefsituatie). Deze inzichten vragen om een sterkere verbinding B Wensen rondom samenwerking en een passend budget van dierenwelzijn binnen die gemeentelijke domeinen. ee: Dierenwelzijn betekent dat voldaan wordt aan de natuurlijke behoeftes 6. De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds meer van het dier. Gedrag en gezondheid geven belangrijke signalen af over gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld hoe het met het welzijn gesteld is. Goede verzorging, onder andere in de 7. We werken met meer partners samen vorm van huisvesting en voeding, is basisvoorwaarde voor het welzijn van 8. De samenwerkingsrelaties zijn versterkt gezelschapsdieren en landbouwdieren. Voor vrijlevende dieren zijn de vier V's van belang: voorplanting (voldoende nestelplekken); voedsel; veiligheid (voldoende vluchtplekken) en variatie (in landschappen). Opzet evaluatie Met deze evaluatie wordt inzicht geboden in hoeverre de beoogde resul- taten en doelen zijn behaald en op welke onderdelen het beleid moet Doelen en uitgangspunten worden aangepast of nieuw beleid moet worden ontwikkeld. De brede doelstelling om bij te dragen aan het behouden van dierenwelzijn in Amsterdam of eventueel het welzijn te verbeteren, is onderverdeeld in Tijdlijn proces en participatie vier subdoelen. Om hiertoe te komen is de focus gelegd op acht uitgangs- B Juni; respondenten zijn geinformeerd over het proces punten. B Juli; respondenten hebben input gegeven via enquete B Augustus; bestuurlijke input over voortgang bij stadsdelen Subdoelen B September; zienswijze partners op conceptevaluatie 1. Eigenaren helpen hun huisdieren gezond en prettig te laten leven. B November; zienswijze stadsdeelbestuurders (BOSS) 2. De natuurlijke leefomgeving van vrijlevende dieren verbeteren. 3. De voorwaarden voor het verantwoord houden van dieren worden nage- Kanttekeningen bij resultaten leefd De resultaten uit de enquêtes bieden een beschrijvend inzicht in waar de 4. Dierenoverlast wordt zo diervriendelijk mogelijk tegen gegaan. sentimenten liggen, en zijn dus niet verklarend of correlerend. Omdat: B de gebruikte tool, Enalyzer, geen toegang bood tot informatie op team- Uitgangspunten sector- of respondentniveau. 1. Er is meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren B de resulaten uit beide groepen niet onderling vergelijkbaar zijn wegens 2. Er is meer balans tussen menselijke belangen en biodiversiteit diverse groottes 3. We signaleren meer overtredingen/zorgsignalen/nood en we signaleren B de resultaten een beperkte afspiegeling zijn over wat er in de gemeen- deze signalen vroegtijdiger telijke organisatie leeft. Wegens reces heeft een beperkt aantal collega’s 4. We escaleren signalen vaker richting het Rijk de enquete kunnen invullen 5. Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen ee 6 . . . . TE TAA RENEE Bit In Agenda Dieren 2015-2018 is onderscheid gemaakt tussen de inzet op of be UR na Ml es . " . . se ned …& Ee Td IE - gehouden dieren en de vrijlevende dieren. In beide categorieën zijn er ber Ee AE A Ë REL Den thema’s die direct linken aan de relatie met dieren voor sport, ontspanning ARK An 2 hd E5 bs le her WER 1 en recreatie. Daarnaast kan binnen de categorie ‘gehouden dieren’ een Hie > Ád EK: Bers 5 PR be . . . r En en 5 hed KE Bes Pr „n onderscheid worden gemaakt tussen gezelschapsdieren en landbouwdieren. ‚Bie Et Wk head Ph nd el Ld 5 pn Rd vk BE en eN Slee TEN Pele 2 eN PEN AR A A, . . . Ô a: TE Pen En Ee Om het overzicht te behouden is voor deze evaluatie gekozen voor de f Pi: BEAN GT mn je EE eme $ ne, volgende indeling: A ee ES ED EERE ale et Ne = Art EE BN in: tE er se Ns Ede, ’ B B Gezelschapsdieren EARN he ER EE ag EEN Kf # : ‚ . . EK ore rt po Eren ME he Ed î É B Dieren voor sport, ontspanning en recreatie & NAT, e Tike Ne red Ae Ae ik B Vrijlevende dieren ri 7 Gn Gij ar nare een Me E ‚ ak a bele ee KK fdg 5 ' B Landbouwdieren VREE EE EN ME er SN |E Mies An Rein ha EREA BE 00 | 2 9 de ; an , Rees 4 4 ss K ie Ai ; fi Ô Ki L Ee Pek Kk: A $ Ri | N | pl A be ee $ è 5 en Ei } £ EE OPO OA Te EES Ee U Pe Fe dij 1 ee 8 Wi | Ee. : a | Ee ie ie En Pe ij Hi ren ME 25 zi ted Ee A Jk he DEE en nd DE Rieti n RE 5 bene se Ee An zn ch ef X Ë de. RE were a dee geene He 7 $ a pi ze D = , . ú p pr S m N 4 ks | \ é | re 8 | i | Nn PA É A 3 , Ne — a Jen rr PZ “an a \ „é ä | ej aids E À ) 4 \ - E . EPE im Ì 3 z ‚B NDT 2 / Je Es PEN | ma , Kd . V eer pe 4 mN pe , E Ee ed É * _ ( 3 Nl Í | ar Re SN hen mn = ee m_—_ 3 im A er ; mn E N 5 gee rs RE _ ADE Se / Re Ne MN Rs ad 6 4 rd sd ee zn LE Ba A En OK TS Evaluatie tE Ee Ee == dd es rm E _ ef pe — dn TE TA „ä Er ee Ek Z # Se _ ben : b ‚ er e e E Z Z he F od E | ti a e- 1 Cijfers in beeld Tabel 1: Cijfers over de dieren in Amsterdam d Ì Samen met partners wordt de inzet geregistreerd en gemonitord. Sinds 2017 is geïnvesteerd in een uitgebreidere cijfermatige dossiervorming, denk 2015 2016 2017 2018 2019 2020 aan het registreren van het aantal bijtprotocolmaatregelen en type opge- Gezelschapsdieren A vangen of herplaatste dieren. De cijfers bieden dus vooral zicht op de voort- bolitiereaistrati 178 8 : gang in plaatst van de mate van dierenwelzijn. In tabel 1 staan de cijfers die ottieregistratie 44 68 7 7 7 .. . . ee Gevaarlijke Hond bekend zijn. Daar waar de cijfers niet uit jaarverslagen van partners komen, staat de bron in de voetnoot vermeld. Doordat de huidige ambities niet Geregistreerde 147 189 1055 7 7 7 gekoppeld zijn aan meetbare resultaten, zijn aan de start van de agenda bijtincidenten® geen afspraken gemaakt rondom het registreren van de inzet. De cijfers Aantal opgelegde - 4 147 6 7 8 die in beeld zijn, zijn dus op verschillende manieren tot stand gekomen en geboden n.a.v. een komen uit verschillende bronnen. Hierdoor zijn de cijfers indicatief. (dreigend) bijtincident ADAM consulten n.v.t 1461 2025 2328 2810 2290 Wegens de huidige kwaliteit van de cijfers is er een wens om de inventari- dierenartsen satie voor de komende jaren te versterken. Om tijdig te kunnen anticiperen ADAM Gechipte nvt 104 50 93 90 39 op ontwikkelingen, is het belangrijk om zicht te hebben op patronen en honden onderliggende oorzaken van die patronen. Hierbij staat de vraag centraal . 99 . P ) . 9 . ADAM Gechipte katten | n.v.t 356 745 700 840 639 hoe je dierenwelzijn het best meetbaar kan maken. Uiteraard valt niet alles te kwantificeren en is er geen wetenschappelijke consensus over wat welzijn ADAM Gechipte nvt 4 37 36 30 3 is. Wat voor de huidige data kan helpen is om toe te werken naar een meer konijnen eenduidige registratiewijze, denk aan het hanteren van dezelfde definities Ritten dierenambulance « - - 1892? 2102 1888 2.064 en jaarafbakeningen. Ook liggen er kansen om de samenwerking met subsi- wettelijke taken diepartners te versterken op het registreren van concretere oorzaken achter Ritten dierenambulance - - 6481 7008 6462 6.836 opvang/vervoer zodat meer komt op achterliggende problematiek. Een niet-wettelijke taken mooie ontwikkeling is dat enkele partners hun registratiesysteem hebben Dierenambulance: _ _ 87 92 103 101 geüpdatet waardoor er naar verwachting vanaf 2022 meer informatie kan totaal aantal geholpen worden geduid. Voor de grote dossiers hondenlosloopgebieden, chippen diersoorten? van katten!, evenementen? en faunabeheer zijn er nog geen afspraken over " 349 296 206 232 hoe de voortgang wordt gemeten. Dit is een aandachtspunt. Opvang honden 7 7 1. Momenteel zijn alleen de ADAM-chips in beeld. Er zijn meer partners die chippen. Daarom is het wenselijk om met partners toe te werken naar een gezamenlijk beeld. 2. De vergunningsplicht is in 2019 in gegaan, sinds covid-19 zijn er geen evenementen meer geweest. eK, | Á 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Opvang katten!? - - 2145 1665 1680 1993 Opgeheven ecologische | - - - 2020 14 8 Opvang konijnen'* - - 247 240 213 203 knelpunten Geplaatste honden 20714 24715 128 141 122 179 Meldingen ervaren - 2589 2654 2632 2497 3184 bij nieuwe eigenaar overlast aanwezigheid ratten en muizen Geplaatste katten 12516 996 618 970 965 1000 . . bij nieuwe eigenaar Natuur inclusieve - - 75 75 75 75 ebouwen?! Geplaatste konijnen - - - 223 182 192 9 bij nieuwe eigenaar Vleermuizen, 19 35 3 17 55 19 waargenomen Herenigde honden - - - 122 78 94 Verbi laatsen22 met eigenaar (41%) (38%) (40%) Tp Herenigde katten 372 499 680 Gierzwaluw, 685 570 699 0 572 5/6 7 7 7 i 23 met eigenaar (22%) (30%) (34)% waarnemingen Herenigde konijnen 5 9 10 (5%) Huismus, waarnemingen « 1606 4582 1039 119 369 936 7 7 7 o met eigenaar (2%) (4%) Teruggeplaatste TNR - - - 47 68 87 Zwerfdieren 3017 281 17951® 1472 1360 1210 katten Crisisdieren - - 97 94 81 237 Geplaatste 15 21 36 15 12 6 faunavoorzieningen Af i - - 464 de ROE een ppgevangen kippen/ _- ° 61 36 67 ’3 Aantal graasdieren 7351 - - 7316 5510 5574 Aantal bedrijven 77 - - 34 43 39 ee dienden 3614 |3580 3803 [5069 [4956 [4718 Aantal hokdieren 1229 + - 2286 2039 2422 Toevlucht Aantal bedrijven 5 - - 2 5 4 Ecologische kwaliteit - - - - - PM’? hokdieren 2 ecologisch beheerde gebieden. TE 10 3 Cijfers 2015, 2016 en 2017. Bron WUR: Minder hondenbeten. Bevindingen uit cijfers; wat valt op? 4 Cijfer gebaseerd op de periode januari t/m mei 2017 B Het gebruik van De ADAM-regeling is sinds 2016 gestegen, terwijl het 5 Cijfers 2015, 2016 en 2017. Bron WUR: Minder hondenbeten tal stad houd delijk stabiel i bl Hi likt d li 6 Kanttekening: Tot 1 juni 2017 aantal staaspasnouaders redelijk stable s ge even. mIermee IJ e regering 7 Verklaring stijging: Geboden over het aantal eigenaren ligt in de periode 2016-2020 bekender geworden. In hoeverre deze stijging correleert met een betere rond de 8 dus ongeveer 1 gebod per eigenaar. In 2014 is/zijn er dus eigenaren geweest vindbaarheid van de regeling is niet onderzocht. met meerdere honden. NA - - - 8 Cijfers 2017 en 2018. Bron: jaarverslag 2018. Cijfers 2019 en 2020. Bron: Jaarverslag 2020 " Specifiek 2020, is het aantal consulten binnen de ADAM-regeling en het aantal 9 Cijfers 2017 en 2018. Bron: jaarverslag 2018. Cijfers 2019 en 2020. Bron: Jaarverslag 2020 ADAM-chips gedaald. Dit heeft te maken met de versobering van de ADAM- 10 Cijfers inclusief vrijlevende dieren regeling in 2020 en de impact van werkdruk in combinatie met covid-19. 11 Zie bijlage 2: grafiek aantal honden per asiel en type (crisis/afstand/zwerf) Mm In 2020 zijn meer dieren aangemeld als crisisdier, mogelijk wegens personen opgevangen honden . . … 12 Zie bijlage 2: grafiek aantal katten per asiel en type (crisis/afstand/zwerf) opgevangen katten die door covid-19 zijn overleden. 13 Zie bijlage 2: grafiek aantal konijnen per asiel en type (crisis/afstand/zwerf) B Voor het aantal geredde diersoorten (dierenambulance) zien we over de opgevangen konijnen jaren heen een stijging. Deze stijging is ook te zien bij opvangcijfers van de 14 Bron: Begroting 2017 Toevlucht. E lijk klarina is dat het steed t teed 15 Cijfers 2016 en 2017. Bron: Begroting 2018 Oev ue ‚. EEn MOGEIIJKE Verklaring IS aat net steeas extremere weer, STEEDS 16 Cijfers 2015, 2016 en 2017. Bron. Begroting 2017 meer diersoorten raakt. 17 Cijfers 2015 en oe Bron: Begroting 2017. Deze zen gaan om het totaal herplaatste B Het aantal opgevangen katten is sinds 2018 gestegen. Dit valt, ondanks de zwerfkatten en zwerfhonden en is dus niet inclusief konijnen . . ENT … 18 Cijfers 2017, 2018, 2019 en 2020: Deze cijfers gaan over zwerf- katten, honden en konijnen spanningen rondom de chipplicht, mogelijk te verklaren doordat er (zeker 19 Sinds 2020 vindt structurele ecologische monitoring en inspecties plaats in de sinds covid-19) steeds meer katten als huisdier zijn genomen. Daarnaast zien ecologisch beheerde gebieden. Hierdoor kan de ecologische kwaliteit gemeten worden asielen dat vermiste katten minder snel door de eigenaar worden opgehaald en het beheer verbeterd worden. De resultaten kunnen vanaf 2022 aan het bestuur worden dan honden gepresenteerd. . . . 26 . 20 Cijfers 2018, 2091 en 2020: Bron: jaarverslag 2019 en jaarverslag 2020 B Het aantal geregistreerde zwerfdieren is afgenomen? Toch is in 2020 nog 21 Er zijn geen cijfers bijgehouden. Aantallen gaat dus om Indicaties. een groot gedeelte van de opgevangen dieren een zwerfdier (zie bijlage 2: 22 Dit overzicht biedt inzicht in hoeveel schouwen er zijn geweest en zegt niets over de 36% hond, 51% kat, 62% konijn). vitaliteit van de populatie. Vanaf 2019 wordt de populatie bijgehouden om meer grip B Eri tuele stijgina in het tal h . katt te krijgen op de vitaliteit. 2019: N = 9564. De cijfers van 2020 worden in Q3 2021 ï seen procen uele s Jging m net aanta’ nerenigingen van ka en en op maps.amsterdam geplaatst. konijnen met eigenaren, daling van aantal opgevangen honden in 2017 en 23 Kanttekening: voor het huismus- en gierzwaluwonderzoek wordt ieder jaar een een globale afname in het aantal geregistreerde zwerfdieren. Daling is een ander stadsdeel onderzocht. De cijfers zijn dus een selectieve momentopname en vermoedelijk gevolg van de lokale chipacties. laten geen patroon (daling/stijging) zien. Cijfers zijn te vinden op: maps.amsterdam.nl/ . 7 . open geodata/?LANG=nl. De cijfers worden eind 2021 geactualiseerd. M_ Het aantal overlastmeldingen en de wachttijden zijn sinds covid-19 24 Bron CBS Statline Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar gemeente opgelopen, mogelijk doordat mensen vaker thuis of in hun woonomgeving 252015152010 n aanwezig zijn waardoor meer overlast en ratten worden gesignaleerd. 26 Van niet alle dieren is de oorzaak (zwerf, crisis of afstand) bekend … , . … . . B Lokale bedrijven in landbouwdieren zijn groter in omvang geworden in vergelijking met 2010. 11 TM Yv, La 2 Voortgang Agenda Dieren 2015-2018 ii Ì IJ ï hi | . N hi zr M jj k dl Ì | Ë ed Doelen en uitgangspunten Nb Lj fi ik | | | ü Uit de enquête komen uiteenlopende reacties over de voortgang. Zo is de RA A > 1 an X 4 es | / groep collega’s over het algemeen minder tevreden over de voortgang dan k Vn | hat „Ik ni de’ de groep partners?” Daarnaast zijn de collega’s voornamelijk tevreden over de , Ii Pentes, | 49 voortgang op de doelen en de partners vooral over de uitgangspunten. Een ' ED ij f bid P mogelijke verklaring hiervoor is dat de uitgangspunten sterk in onze manier ERE Om à V 4 van samenwerken (die momenteel voornamelijk extern gericht is) zijn verweven SS 8 Wd a en dat de doelen sterker gekoppeld zijn aan de organisatiedoelen. Bij beide Á | Da Se zes he Fr groepen wordt de voortgang op de uitgangspunten lobby en vroegtijdige | ie k ie IJ signalering het minst herkend. Specifiek voor de lobby frequentie kan alsnog f We A k AN worden gesteld dat dit uitgangspunt is behaald. Voor de start van de Agenda ! wJ hes A Dieren zat Amsterdam nog niet met LNV aan tafel, terwijl dit momenteel wel î | | ij 4 voor diverse acties het geval is of hebben gedaan, zoals: pilot chipplicht, kn —, verzoek tot handhavingsbevoegdheden voor de Boa's en deelname bij over- E | & leggremium Diervizier. Een kans voor de toekomst is om hier actiever over te 4E a Ee communiceren. Voor de resultaten op het tijdig signaleren van dieren in nood LE Ene of gevaar (nood, in stressvolle situaties of met kans op medische- en gedrags- : EN le ee Ee problematiek), ondersteunt team Dierenwelzijn de bevinding dat de voortgang al P Es Ee ZE nog niet optimaal is. Wij delen de wens om de verbinding met het Sociaal _ Jet f B Domein, Veiligheid, Welzijn en Handhaving te versterken. De zorg- en veilig- ee a Nl 3 heidspartners zijn de ogen en oren op straat en achter de voordeur. Daar waar ee EE, dl # Ì f pen … En i De Ee dieren in gevaar zijn, zijn dit vaak voortekenen van risico’s op mensenwelzijn. Î ZEE 7 De \ EE Daarom is er een bestuurlijke noodzaak om samen op te trekken. EEn Peen ES 5 BE IE Ee EE WT) ES ER aid Mt ed PL Ed OS ee NOS an EN DE ed DE Pehl Be En re Ee, | HE Ee en Pi Ee Were sie E P T° Ee ln en = rn Ee enn eer 25 Ee - _. ei ERE 27 Binnen de huidige projecten en samenwerkingen wordt de voortgang doorlopend ET ASN pee in Mn ges een el Ti Sn Ee Ne ni getoetst en zal deze bevinding worden meegenomen. Waar nodig wordt het proces B 7 0 7 ° a aangepast 12 Tabel 2: Herkenning op voortgang doelen en uitgangspunten is afgerond (afgesloten acties en doorlopende acties) en dat het merendeel (bron: enquête) daarvan een doorlopende actie is geworden. De resterende acties konden Mecc hedenmineveensene Vire ketemthe weten wegens juridische kaders of beperkte prioriteit bij derden niet worden voltooid. Collega's Doelen Uitgangspunten Naus gedrag van dieren Dierenwelzijn vaker als belang 2.1 Gezelschapsdieren Natuurlijke leefomgevin meegenomen . . Diervriendelikere beheersing Lobby richting het Rijk 2.1.1 Gezelschapsdieren: ADAM-regeling van dierenoverlast. Vroegtijdige signalering van Uitgangspunten dieren in (dreigende) nood. Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 1: “Eigenaren helpen hun Versterkte ketensamenwerking doelstelling huisdieren gezond en prettig te laten leven.” Goede verzorging en omgang zijn basisvoorwaarden voor dierenwelzijn. Samen Partners Doelen . Dn Doelen met partners en dierenartsen is actief gecommuniceerd over Eigenaren bieden hun huisdier ‚Naleving voorwaarden voor tips of is opgetreden tegen (potentieel) leed. een gezond en prettig leven verantwoord houden Uitgangspunt Uitgangspunten Voortgang acties ‚De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam gaan alle eigenaren Dierenwelzijn vaker als belang _ Lobby richting het Rijk met hun dier naar de dierenarts als dat nodig is. Mensen met meegenomen Vroegtijdige signalering van een minimuminkomen worden daartoe in staat gesteld.” Gemeente als diervriendelijke dieren in (dreigende) nood. Om hiertoe te komen is de ADAM-regeling vanuit een proef in organisatie 2016 uitgegroeid tot een populaire armoederegeling die via de Samenwerking met steeds stadspas wordt aangeboden. Amsterdammers met een stadspas meer partners met groene stip, worden sinds 2016 tegemoetgekomen in de Versterkte ketensamenwerking kosten voor een dierenartsbezoek. Wegens overbesteding in 2019 is ervoor gekozen om de preventieve inzet binnen de regeling af te schalen en de regeling meer te richten op noodzakelijke medische zorg/ondersteuning. Acties uit de Agenda Dieren Doordat de regeling goed wordt benut, wordt aan huisdieren de (basis)zorg geboden die ze nodig hebben. Doordat het De paragrafen hieronder richten zich op de globale voortgang, bevindingen chippen en registreren en onvruchtbaar maken van katten en bijzonderheden van de meest bestuurlijk relevante acties per diercategorie: vergoed wordt, draagt deze regeling ook bij aan minder gezelschapsdieren, dieren voor sport, ontspanning en recreatie en voor vrijle- zwerfkatten in Amsterdam. Er is een beweging in vroegtijdigere vende dieren. Zie bijlage 2 voor een specifieke uitwerking van alle acties uit de dierenartsbezoeken en daardoor worden dieren eerder Agenda Dieren. Deze bijlage toont dat de voortgang op de acties voor 88,50% geholpen. In hoeverre alle stadspashouders met huisdieren worden bereikt is niet in beeld. TE 13 Toepassing van e Meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren Kansen voor e Het is belangrijk om - wegens de vraag die er is - de regeling uitgangs-punten | We signaleren meer overtredingen/zorgsignalen/nood vervolg minimaal op het gelijke niveau te behouden. Er dient hierbij ® En we signaleren deze signalen vroegtijdiger aandacht te zijn dat vanaf 2023 bijdrage vanuit Armoede e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen ophoudt. e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds e Belangrijk om met dierenartsen in gesprek te blijven over meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld voortgang, werkdruk en toekomst van de regeling. e We werken met meer partners samen * Toewerken naar een standpunt over hoe ver de e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt verantwoordelijkheid van eigenaren reikt Samenwerking De regeling wordt uitgevoerd door de Dierenambulance * Toewerken naar beter inzicht in het bereik doelgroep intern & extern Amsterdam en verzorgt daarmee het contact met stadpashouders, dedeelnemende dierenartsklinieken. De samenwerking Budget 2015-2018: €400.000 jaarlijks incidenteel verloopt goed, geen bijzonderheden. 2019 ev: €400.000 jaarlijks structureel Portefeuille- Wethouder Dierenwelzijn 2020-2022: team Armoede draagt jaarlijks incidenteel houder €100.000 bij. Risico's Het draagvlak voor de regeling is aanwezig bij de dierenartsen. Het grootste knelpunt is de werkdruk wegens: am nn en een structureel, landelijk tekort aan dierenartsen; de ns eh ; E/ N aangepaste bedrijfsvoering ten gevolge van covid-19; de Ee 8 N Ei TR Nen An toename van huisdieren sinds de komst van covid-19 en _ d k tee hAl Ë | de extra aandacht die vaak uitgaat naar de eigenaren van 3ULANCE | | b gel 5 A Ge de huisdieren. Hierover is Amsterdam in gesprek met de 3DAM Een 020 - 626 21 21 aangesloten dierenartsen. Verder loopt de financiële regeling atman | qua vergoedingen achter op de indexatie van de standaard h Ee kosten voor consult, chippen en registratie. In combinatie ns di il met de hoge werkdruk staat hierdoor de inzet van de gn | Ez deelnemende dierenartsen onder druk. De dierenambulance en Ty en heeft aangegeven deze druk ook te herkennen rondom de w_ Fi Val en, gezamenlijke inzet op zorg bij vrijlevende dieren. - AS ‚ ms TE 14 2.1.2 Gezelschapsdieren: chippen van honden en katten Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 1: “Eigenaren helpen Toepassing van e Meer balans tussen menselijke belangen en biodiversiteit doelstelling hun huisdieren gezond en prettig te laten leven.” Goede uitgangspunten « We signaleren meer overtredingen/zorgsignalen/nood verzorging en omgang zijn basisvoorwaarden voor e En we signaleren deze signalen vroegtijdiger dierenwelzijn. Chippen hoort daarbij om te voorkomen e We escaleren signalen vaker richting het Rijk dat dieren onnodig lang zwerven of in het asiel worden e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen opgevangen. Vanuit de ADAM-regeling en lokale acties zoals e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds de juni-chipmaand is gestimuleerd tot chippen. Daarnaast meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld worden dieren die in de opvang terecht komen standaard e We werken met meer partners samen gechipt en geregistreerd. e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt Voortgang acties | De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam worden honden Samenwerking De lokale acties worden uitgevoerd door ADAM-dierenartsen, en katten gechipt.” Om hiertoe te komen is vooral ingezet intern & extern Stichting Amsterdamse Zwerfkatten, de Dierenopvang op het stimuleren van laten chippen van katten aangezien er Amsterdam en Dierenambulance. De samenwerking tussen voor honden al een landelijke chipplicht bestaat. Specifiek gemeente en deze individuele partijen verloopt goed. Wel liggen voor katten is ingezet op lokale stimuleringsacties en heeft de er kansen om de onderlinge acties en onderlinge samenwerking wethouder Dierenwelzijn, in samenwerking met 35 gemeenten, hierin sterker (financieel) te stoomlijnen. Specifiek voor de geïnvesteerd in lobby voor een landelijke chipplicht voor totstandkoming van de pilot ligt er een juridisch knelpunt, katten. Dit laatste heeft sinds 2019 geresulteerd in een namelijk over hoe en waar de lokale bevoegdheid tot het samenwerking met het Ministerie van Landbouw, Natuur verplichten kan worden belegd. Over dit knelpunt is Amsterdam en Voedsel voor een lokale pilot chipplicht voor katten. De sinds 2019 met LNV in overleg. De juridische complexheid van pilot biedt lokale kansen op het beperken van het aantal dit dossier legt druk op de capaciteit. zwerfkatten, besparing van kosten (en tijd) bij asielen, Portefeuille- Wethouder Dierenwelzijn ® opvangorganisaties, de Dierenambulance en gemeenten, het houder stimuleren van eigenaarsverantwoordelijkheid. Echter verloopt de voortgang traag wegens juridische vraagstukken. Hiermee Bevoegdheden Nader te bepalen, nog in onderzoek in samenwerking met lijkt de grootste impact vooralsnog te zitten in kleinschalige ministerie LNV en mede-pilot gemeente Alphen aan den Rijn. lokale acties zoals de juni-chipmaand en borging van chippen Risico's Er vindt nog steeds overleg met LNV plaats over de uitvoering binnen de ADAM-regeling. Sinds de komst van de landelijke van de proef. De juridische complexiteit hiervan heeft geleid chipplicht voor honden en lokale inzet op stimuleren van tot een vertraging. Het beoogde startmoment van Q3 2021 chippen van katten, is een stijging zichtbaar in het aantal is niet haalbaar gebleken. Er gaat dus lokaal meer ambtelijke € gechipte dieren, een stijging in hereniging met de eigenaar en capaciteit naar uit dan voorheen geraamd. een daling in signalen over overlast gevende kattenkolonies. A5 2.1.3 Gezelschapsdieren: hondenlosloopgebieden Kansen voor (Chip)acties en media-aandacht in juni jl. hebben duidelijk Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 1: “Eigenaren helpen vervolg bijgedragen aan bewustwording en een toename in het doelstelling hun huisdieren gezond en prettig te laten leven.” Goede aantal gechipte katten in/rond die periode, aldus de verzorging en omgang zijn basisvoorwaarden voor opvangorganisaties. Gezien quick-win impact, ligt er een kans dierenwelzijn. Voor honden is het belangrijk dat ze regelmatig om deze acties in de toekomst uit te breiden. worden uitgelaten. Het is hierbij van belang dat zij kunnen Budget Chippen: Indien een pilot doorgang vindt en/of de lokale rennen en spelen en hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen. chipacties worden uitgebreid, zal hiervoor mede budget Honden die te weinig beweging krijgen, kunnen gestrest gereserveerd dienen te worden. Eventueel via subsidies raken en daardoor ongewenst gedrag vertonen. afspraken maken over bijdrage aan chipacties. Voortgang acties ‚De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam zijn voldoende uitrengebieden aanwezig voor honden, en eigenaren ruimen de poep op.” Om hiertoe te komen wordt in Q3 2021 het Kader Hondenlosloopgebieden aan de gemeenteraad aangeboden. Dit kader omschrijft ook het streven van een losloopgebied binnen u - iks 1km voor elke Amsterdammer en omvat eisen en richtlijnen ' Arid è om ervoor te zorgen dat hondenlosloopgebieden voldoen aan 0 B EP, dierenwelzijnseisen, binnen de openbare ruimte passen en EE ad Aes nd, ' overeenstemming vinden met het overige gebruik van de stad. dt bn Es De EO en Het doel is dus om de situatie voor de honden en mensen in 8 OF ui de ie ' Pp K ad de stad te verbeteren. Het uitgangspunt is dat deze gebieden „ a Oa WW od voor iedereen zijn, dus niet alleen voor hondeneigenaren. Ook is pn nd ruis cl A de gemeente brede opruimplicht voor hondenpoep in de APV el Kk geborgd, deze is niet geldend voor personen die blind zijn of 5 F Er NO rn in een rolstoel zitten. Actuele informatie staat op de website en rh dl : À maps.amsterdam.nl. EE el Za nd a / N Tijdens het opstellen van het kader is er een vernieuwde Rode Ee à Dn EN ‚ Lijst van bedreigde diersoorten opgesteld en staan nu onder Aars in du Ì andere de konijn en de haas op deze lijst. Een onderzoek Re, ì ni Pe wordt opgesteld om in beeld te krijgen wat het effect is van ì el : (loslopende) honden in Amsterdam op de populatie van konijnen en hazen. De vervolgstap is om te kijken wat dit betekent voor het hondenbeleid. 46 In Q3 2021 is een inventarisatie met de stadsdelen uitgevoerd Risico's e Het kader stelt dat het advies van een stadsecoloog leidend om de huidige losloopgebieden te toetsen aan het nieuwe is indien een losloopgebied en een ecologisch kwetsbaar kader, ecologisch waardevolle gebieden in kaart te brengen gebied bij elkaar liggen of overlappen. Naar verwachting zal en waar nodig verbeteringen aan te brengen zoals het deze overlap bij diverse gebieden aan de orde zijn. Hierbij plaatsen van omheiningen, borden en afvalbakken. Naast de kunnen aanvullende maatregelen en budgetten nodig zijn. toets op locatie specifieke verbeterpunten gaat dierenwelzijn e Het kader stelt het streven dat alle inwoners binnen R&D, per stadsdeel inhoudelijke ondersteuning bieden bij het 1 km een hondenlosloopgebied voorhanden hebben. aanpassen en/of ontwikkelen van de losloopgebieden. Voor het ontwikkelen van nieuwe losloop-, restrictie- of Toepassing van e Meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren verbodsgebieden is draagvlak nodig vanuit het stadsdeel. uitgangs-punten © Meer balans tussen menselijke belangen en biodiversiteit * De klachten die er zijn rondom het niet naleven van de e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen opruimplicht hondenpoep, legt druk op het draagvlak voor e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds de losloopgebieden. meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld Kansen voor Continueren van het inventariseren en verbeteren van de e We werken met meer partners samen vervolg losloopgebieden. e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt Budget 2020: Eenmalig €60.000 Samenwerking De inrichting van het kader Hondenlosloopgebieden is 2018-2022: €200.000 (totaal) intern & extern tot stand gekomen in samenwerking met de ecologen, Conclusie Twee van de drie acties zijn afgerond. De opruimplicht is in de stadswerken en stadsdelen. De samenwerking verloopt goed. APV geborgd actuele informatie wordt via maps.amsterdam. Wel liggen er kansen om intern vaker een terugkoppeling te nl aangeboden. De derde actie, het inventariseren van de geven over de laatste inzichten. Voor de toekomst is het goed ecologisch waardevolle gebieden, is een doorlopende actie om te bezien waar de regie primair komt te liggen. NET Portefeuille- Wethouder Dierenwelzijn houder ® Bevoegdheden Handhaving art 5.12 APV hondenpoep NÀ TE 17 2.1.4 Gezelschapsdieren: Bijtprotocol Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 1: “Eigenaren helpen hun De wens om de aard en omvang beter in beeld te krijgen is doelstelling huisdieren gezond en prettig te laten leven.” Goede verzorging vooral gelukt op het aantal opgelegde geboden. Voor de en omgang zijn basisvoorwaarden voor dierenwelzijn. Het inventarisatie rondom het aantal incidenten en de zwaarte houden van honden met een hoog risico op agressief gedrag hiervan is dit nog niet gelukt. Deze informatie is wel nodig ten vraagt om aandacht, dierkennis en aanvoelen. Honden met behoeve van beleidsvorming. Met de politie zijn we in gesprek agressief gedrag mogen geen gevaar vormen. Vanuit oogpunt over welke informatie periodiek kan worden aangeleverd. van veiligheid en welzijn van mensen en dieren is het gewenst De politie heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in het dat wordt ingegrepen bij gevaarlijke en agressieve honden. vergemakkelijken (uniformeren) van de registratiewijze voor Voortgang acties |De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam zijn gevaarlijke en het politieteam Surveillance Honden. Naar verwachting zal agressieve honden geen gevaar voor mensen en (huis)dieren.” deze investering bijdragen aan versterkte dossiervorming, Om hiertoe te komen is in 2019 het bijtprotocol vastgesteld. tijdige maatregelen en een afname in het aantal geboden Dit protocol biedt het handhavingskader, waarin de politie (afschrikkende werking). Daarnaast heeft de politie gezorgd een centrale (gemandateerde) rol vervult bij de uitvoering dat bij bezwaarzaken één gebundelde rapportage wordt ervan. Ter ondersteuning aan de integrale samenwerking is een aangeleverd, hiermee is de juridische onderbouwing werkproces uitgevoerd. Dit proces bestaat uit de volgende vijf overzichtelijker geworden. fases: registratie meldingen en incidenten; waarschuwingen; De procedurele samenwerking met partners rondom de opleggen van een gebod; opleggen van een last onder informatiedeling bij bezwaar/beroep is een aandachtspunt. dwangsom en inbeslagname. Momenteel wordt er naartoe gewerkt om dit laatste als fase toe De samenwerking rondom dit kader en uitvoeringsfases is in te voegen aan het werkproces. juli 2021 geëvalueerd. De resultaten uit de evaluatie laten zien Toepassing van We signaleren meer overtredingen/zorgsignalen/nood dat we van ver komen. Van de vijf fasen zijn de eerste drie in uitgangs-punten | En we signaleren deze signalen vroegtijdiger de praktijk van toepassing gebleken. Doordat er nog geen e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen overtredingen zijn geconstateerd, zijn fase vier (last onder De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds dwangsom) en vijf (inbeslagname) nog niet toegepast. Op basis meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld B van de afgelopen twee jaar zien we nog geen reductie in het e We werken met meer partners samen aantal incidenten of in de zwaarte van de incidenten. Daar is e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt het bestaan van het protocol vermoedelijk nog te pril voor en is het duidelijk geworden dat aanvullende afspraken nodig zijn } om tot een cijfermatig overzicht te komen. 48 Samenwerking Bewaking van de voortgang op het bijtprotocol en inzet op | | intern & extern bijtincidenten gebeurt in samenwerking met THOR, politie, bezwarencommissie en juristen. Door investering is de relatie versterkt en zijn verwachtingen aangescherpt. De partners zijn bekend met de uitgangspunten van het bijtprotocol, weten r: elkaar beter te vinden en hebben dezelfde informatie. Toch ! lijken beperkte capaciteit en/of verschillende perspectieven op prioriteitstelling van invloed op de voortgang. Periodieke « 7 afstemming is nog niet mogelijk gebleken. Ki Ee Ook liggen er kansen in het opbouwen van een intergemeen- 8 telijke samenwerking bij grensoverstijgende casuistiek. Samen met politie en gemeenten bij politie Eenheid Amsterdam- , a Amstelland wordt verkend hoe die samenwerking kan worden al ingericht. \ Portefeuille- Burgemeester: Opleggen bestuurlijke maatregelen zoals de de 5 é f : houder lichte bevelsbevoegdheid bij bijtincidenten (artikel 172 lid 3 ds k i/ ä PN Gemeentewet) en handhaving van de Algemene Plaatselijke ol TN Verordening ' Kl AE ä eN SE Î College: opleggen geboden (gemandateerd aan politie) ik = RE EJN Kd Á P_ Bevoegdheden Artikel 5.15 van de APV. Opleggen muilkorf/aanlijngebod — @ A Ja N pe (gemandateerd aan lokale basisteams van de politie), last ì OR: 5 EN onder dwangsom en inbeslagname van een hond : EE i ik En AZ Risico's Belangrijk is dat er oog blijft voor de haal-, werk- en uitvoer- . , wir sc baarheid voor alle betrokkenen. Tijd en passende (ambtelijke) Er De capaciteit bij handhavng en politie zijn een aandachtspunt. En 4 Kansen voor Om een nog sterker preventief effect te genereren liggen De je te nm je vervolg er kansen voor voorlichting over het houden van specifiek 0 AR 8 AN a, hoog risico honden en voorlichting over stimuleren van de EN EE de er meldings- en aangiftebereidheid na een bijtincident. Y Bn ; me Budget Nvt 7 TE 19 2.2 Dieren voor sport, ontspanning en recreatie 2.2.1 Evenementen Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 2 en 3: “De natuurlijke Samenwerking Samenwerking vindt plaats met team APV Vergunningen, doelstelling leefomgeving van (vrijlevende) dieren verbeteren (2)”; “De intern & extern politie en THOR. Wegens de impact van covid-19 op het voorwaarden voor het verantwoord houden van dieren worden toerisme in de stad en afwezigheid van evenementen heeft de nageleefd (3)”. Bij het gebruik van dieren bij evenementen inzet op dit dossier tijdelijk stilgelegen. kan de toepassing van de doelstellingen onvoldoende worden Portefeuille- Terugdringen evenementen: wethouder Dierenwelzijn gewaarborgd. houder Voldoen aan vergunningsvoorwaarden: Burgemeester Voortgang acties ‚De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam worden geen Bevoegdheden Vergunningsplicht evenementen met dieren art 2:41 APV evenementen met dieren georganiseerd wanneer dit ten koste gaat van het welzijn van dieren.” Het Rijk is in 2017 schriftelijk Risico's Handhaving op niet vergunde activiteiten/evenementen is verzocht om de gemeente bevoegdheden te geven om vanuit huidige prioritering een aandachtspunt. evenementen met dieren te verbieden en om een onderzoek Kansen voor Verkennen mogelijkheden voor het formuleren van te laten houden naar de (on)geschiktheid van het gebruik vervolg vergunningsvoorwaarden. Hierbij is het een kans om de van dieren bij evenementen. In het bijzonder evenementen uitkomsten uit de zienswijze ‘het dier in verschillende met dieren die op de CITES-lijst staan. Hiertoe heeft het Rijk overheidslagen’ van de Raad voor Dierenaangelegenheden af geen stappen genomen. Uiteindelijk zijn alle vormen van te wachten. Met deze zienswijze adviseert de RDA de minister evenementen in 2019 vergunning plichtig gesteld om een over de gewenste bestuursrechtelijke positie van het dieren goede barrière tot stand te brengen. Het organiseren van een binnen het dierenwelzijnsbeleid. activiteit of evenement kan niet meer zonder goede organisatie Budget Nvt en afstemming vooraf worden georganiseerd. De wens om tevens welzijnsvoorwaarden op te nemen in het Handboek Conclusie Alle acties die aan deze ambitie zijn gekoppeld zijn, met Evenementen is niet voltooid. Deze actie lag in regie bij het uitzondering van het formuleren van welzijnsvoorwaarden in evenementenbureau. Dit is jaarlijks uitgesteld en uiteindelijk niet het Handboek Evenementen, uitgevoerd. De uitvoering van opgepakt, mede wegens reactie van het Rijk dat gemeentelijke de vergunningsplicht is een doorlopende actie geworden. bevoegdheden voor dierenwelzijn niet mogelijk zijn. Toepassing van e Meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren uitgangspunten | We signaleren meer overtredingen/zorgsignalen/nood e En we signaleren deze signalen vroegtijdiger * We escaleren signalen vaker richting het Rijk e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld e We werken met meer partners samen e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt 20 2.2.2. Sportvisserij Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 2 en 3: “De natuurlijke Toepassing van * Meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren doelstelling leefomgeving van (vrijlevende) dieren verbeteren (2)”; uitgangs-punten © Meer balans tussen menselijke belangen en biodiversiteit “De voorwaarden voor het verantwoord houden van e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen dieren worden nageleefd (3).” In de samenwerking met de e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds Amsterdamse Hengelsportvereniging zijn afspraken gemaakt meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld over verantwoord vissen, houden en beheer van populaties. * We werken met meer partners samen e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt Voortgang acties ‚De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam wordt alleen . gevist conform de gedragscode van Sportvisserij Nederland.” Samenwerking Samenwerking vindt plaats met team Sport en Bos, . Er is in 2017 met de Amsterdamse Hengelsport Vereniging intern & extern Waternet, ecologie en de AHV. Er is geregeld contact in (AHV) een pachtovereenkomst voor de gehele gemeente zowel de jaarlijkse overleggen als nodige extra overleggen. (m.u.v. één locatie, namelijk de Bosbaan) overeengekomen. De samenwerking met interne collega 5, waternet en de In deze overeenkomst zijn afspraken gemaakt over het AHV verloopt goed en er zijn korte lijnen. Specifiek voor de gemeentelijk aanspreekpunt, een verantwoorde manier van samenwerking met AHV is gebleken dat de AHV afspraken vissen en inzet op de gehele populatie. Medio 2021 is de niet altijd tijdig nakomt. Met het voorstel van de AHV om de pachtovereenkomst geëvalueerd over de voortgang. Met beheerplannen efficiënter aan te leveren is er vertrouwen dat name op de (doorlopende) actie ‘inzet op de vispopulaties’ deze samenwerking wordt versterkt. liggen er kansen voor het versterken van de monitoring. Portefeuille- Wethouder Dierenwelzijn gg g IJj Zo is de AHV niet altijd in de gelegenheid geweest om alle houder afspraken over het aanleveren van de visstand beheerplannen Bevoegdheden Ontbinding pachtovereenkomst en de jaarlijkse rapportage na te komen. Hierover heeft _ _ . de wethouder Dierenwelzijn formeel zijn zorgen over geuit Risico's De druk op het water lijkt te zijn toegenomen door recreatie richting AHV. De AHV geeft aan dat veldinventarisaties en gemeentelijke opgaven zoals klimaatadaptatie en wegens covid-19 niet mogelijk waren en dat dit bij gebiedsontwikkelingen. Denk aan druk als gevolg van afval, versoepelingen kan worden opgepakt. De AHV heeft hierbij overlast, beweging, trillingen en geluid. Vooralsnog is de een voorstel gedaan om de visstandbeheerplannen efficiënter aard en omvang van deze druk op de dieren in het water en in te richten en verwacht dat het aanleveren van de visstand de ecologie rondom de oevers nog niet in beeld. Wel weten beheerplannen voor alle gepachte wateren zal lukken binnen we dat een redelijk deel van de vervoerde en opgevangen de duur van de overeenkomst. dieren, waterdieren zijn. Bovenal zijn er signalen dat recreatie en werkzaamheden de ecologische structuren kunnen beinvloeden. Op basis van een analyse kunnen waar nodig passende afspraken met waterpartners worden gemaakt. TE è1 ms 4 en Kansen voor Daar waar het huidige beleid zich richt op het welzijn van er SEP PERS Jip mn __ vervolg beviste vissen, ligt er vanuit partners en intern een wens om RRT Ek zt le de focus te verbreden naar een visie op het welzijn van alle | Ee | ej 2 e waterdieren. | nm (6 aBkalef Budget N.v.t rn ke N Conclusie Het vormen van één pachtovereenkomst is nagenoeg volledig Î 3 ne EEE 2 EA RS afgerond, 13 van de 14 verenigingen zijn aan de huidige 5 EE TE PE Ei overeenkomst aangesloten. Het gemeentelijk aanspreekpunt aa: NN nds zeg en ce ee is ingericht en deze voert regie op de overeenkomst. De actie ° 7 rn mn over de inzet op de hele vispopulatie is een doorlopende actie geworden, de populaties dienen periodiek te worden bijhouden. 2.2.3 Kinderboerderijen Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 2 en 3: “De natuurlijke Ee A EE 5 ë in Cà Ten doelstelling leefomgeving van (vrijlevende) dieren verbeteren (2)”; “De ie Se ek GE B voorwaarden voor het verantwoord houden van dieren worden Do ba! : zel 7/ if A, Sn g AN nageleefd (3). Kinderboerderijen hebben een belangrijke sit en ° Ze Sk educatieve functie als het gaat om de kennismaking met JA N/ ha Age (boerderijjdieren en de wijze waarop zij gehouden worden. Ad n Aha Ni A rs Be: Al Ha, Voortgang acties | De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam is het Eee sk dierenwelzijn bij kinderboerderijen en stadsboerderijen N r gewaarborgd en werken kinderboerderijen en if / We ed Er ad U} stadsboerderijen samen.” BAK Ee Ik: = gn Sinds 2016 investeert de gemeente Amsterdam in het welzijn zi vR Ek mmm E van dieren op de Amsterdamse kinderboerderijen. De inzet | gem en n verloopt langs drie actielijnen: de kinderboerderijen moesten é REE men sl Te voldoen aan keurmerken met betrekking tot dierenwelzijn; ge en ie de samenwerking van de kinderboerderijen moest worden 2 ee ee en versterkt ten gunste van dierenwelzijn en (fysieke) knelpunten | 5 ie moesten worden aangepakt. TE 22 Voortgang acties | Dit project heeft geleid tot een intensievere samenwerking vervolg Vanaf 2016 is geïnvesteerd in civiel- en cultuurtechnische tussen de kinderboerderijen. Men kent elkaar, weet elkaar Voortgang acties | verbeteringen (bv. betere drainage voor buitenweides); de te vinden en zet zich actief in op onderlinge kennisdeling inrichting van fysieke dierverblijven voor meer mogelijkheden waardoor kwaliteitsslagen zijn gemaakt. Een resultaat van natuurlijk gedrag (bijvoorbeeld konijnen niet meer solitair van deze samenwerking is de ondertekening van de în konijnenflats, maar als groep gehuisvest) en bescherming gezamenlijke overeenkomst ‘Van hart voor dieren naar tegen (extreme) weersomstandigheden of roofdieren. toekomstbestendig dierenwelzijn’ door 18 kinderboerderijen Daarnaast is geïnvesteerd, samen met het Natuur en Milieu op 14 september 2017. Het doel van deze overeenkomst Educatie (NME,) in lesmateriaal over dieren(welzijn). Verder is om het dierenwelzijn gezamenlijk op hoog niveau te hebben kinderboerderijen hun (fysieke) voorlichting kunnen verankeren. Uitgangspunten bij de totstandkoming van verbeteren door bebording. Vakkennis is noodzakelijk en met de overeenkomst waren de dierenwelzijnseisen van het behulp van de gemeente hebben bijna vijftig medewerkers branchekeurmerk van de Samenwerkende Kinderboerderijen opleidingen gevolgd (2021) bij het opleidingscentrum Nederland (VSKBN), aangevuld met extra kwaliteitseisen Aeres in Barneveld, waaronder een aantal volledige MBO-3 over soorten- en fokbeleid, vakbekwaamheid, en educatie opleidingen tot dierverzorger en MBO-4 opleidingen tot geïnspireerd door het Haagse ‘Boeren met beleid’ en het beheerder van kinderboerderijen. lobbystuk ‘Kinderboerderijenbesluit’. Als uitwerking van deze overeenkomst heeft iedere individuele kinderboerderij een Wegens covid-19 is de inzet op brandveiligheid vertraagd. Dit dierenbeleidsplan uitgewerkt. wordt Q4 van 2021-Q1 van 2022. Recente ontwikkelingen die van invloed zijn op de kinderboerderijen is de invloed van het Het branchekeurmerk van de Vereniging Stads- en klimaat. Vogelgriep en veranderende weersomstandigheden Kinderboerderijen Nederland (VSKBN) biedt een meetlat zoals extreme hitte en droogte, hebben gevolgen voor het voor alle wettelijke e isen waar kinderboerderijen aan moeten welzijn van de dieren en is daarmee onderdeel geworden van voldoen. Denk aan dierenwelzijn, huisvesting, personeel, dit project. en veiligheid). Dit keurmerk is in 2020 vervangen door het Kwaliteitsbewijs vSKBN. Voor de inzet op brandveiligheid, fysieke knelpunten en Dit had te maken met ingrijpende organisatorische opleidingen is budget beschikbaar voor 2022 (€ 100.000). veranderingen binnen de vSKEN en het terugbrengen van Toepassing van e Er is meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren de kosten voor kinderboerderijen. In plaats van een aparte uitgangspunten © Er is meer balans tussen menselijke belangen en toetsing door de vSKBN zelf, kunnen kinderboerderijen biodiversiteit dit nu zelf doen en een bewijs van kwaliteit aanvragen. e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen Vijf kinderboerderijen hebben het branchekeurmerk in e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds het verleden behaald. Omdat het voor de gemeente een meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld belangrijk aandachtspunt is wordt hier wel op gestuurd, maar e We werken met meer partners samen biedt het geen formele grond om op te handhaven. e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt 23 Samenwerking De gemeentelijke inspanning op dierenwelzijn bij vervolg Conclusie: Kinderboerderijen hebben een belangrijke intern & extern kinderboerderijen ligt in de samenwerking tussen de Risico's educatieve functie als het gaat om het houden van dieren. stadsdelen (o.a. subsidieverlening) en dierenwelzijn en daar Daarin moeten zij het goede voorbeeld kunnen geven, maar waar noodzakelijk met Vastgoed. De samenwerking met en hebben daar nu niet altijd de (financiële) middelen voor. Dit tussen de boerderijen onderling is sinds 2016 op vele fronten kan op langere termijn de investeringen in dierenwelzijn teniet sterk verbeterd. Er is onderling meer uitwisseling, kortere doen, wat niet wenselijk is. lijnen en de behoefte om van elkaars beleid en bedrijfsvoering Kansen voor De gemeente heeft geen bevoegdheden als het gaat om het te leren. . _ vervolg borgen en toetsen van de wettelijke eisen aan de dierenwelzijn Voor 20216 was er over het thema dierenwelzijn nagenoeg op de kinderboerderij. Daarom zal de gemeente in gesprek geen contact tussen de kinderboerderijen met de gemeente. blijven met de kinderboerderijen over het verder uitwerken en Portefeuille- Wethouder Dierenwelzijn verduurzamen van de afspraken over de onderwerpen zoals de houder Portefeuillehouders m.b.t. subsidieverlening kinderboerderijen dierenwelzijn en in lijn daarmee bijvoorbeeld educatie, beheer Bevoegdheden nvt en onderhoud en de sociale functie. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn het kwaliteitsbewijs VSKBN en (een actualisatie van) Risico's De gemeente Amsterdam heeft geïnvesteerd in het de overeenkomst van 14 september 2017. Het gebruiken van dierenwelzijn op kinderboerderijen. Voor de borging van andere sturingsinstrumenten, zoals beleidsharmonisatie en dierenwelzijn op lange termijn, ligt er een risico in het behoud subsidies geeft de gemeente Amsterdam kansen om op het ervan. Goed beheer en onderhoud en behoud van vakkennis borgen en toetsen hiervan beter te sturen. Het vijfjarig bestaan zijn als onderdeel van een bestendige bedrijfsvoering van van de overeenkomst op 14 september 2022 biedt een mijlpaal direct belang voor het welzijn van de dieren. Beheer en om samen met de kinderboerderijen op aan te sturen voor de onderhoud is niet in alle gevallen duidelijk geborgd bij borging van het onderdeel dierenwelzijn. gemeentelijk Vastgoed en dient er nog een overdracht plaats te vinden vanuit de stadsdelen. Vogelgriep en veranderende weersomstandigheden zoals Daarbij komt dat er binnen de huidige exploitatie niet altijd extreme hitte en droogte, hebben gevolgen voor het welzijn van mogelijk om vakbekwaam personeel aan te trekken en/of te de dieren en is daarmee onderdeel geworden van dit project. behouden omdat de financiële middelen daar te beperkt voor Om hier passend op in te spelen is aanvullend budget nodig. zijn. Dit staat in contrast met de investering van de gemeente die gedaan is om vakkennis te vergroten. Er ligt een kans om, in het verlengde van hun educatieve Daarnaast zijn er signalen dat bij en nabij kinderboerderijen functie, met kinderboerderijen afspraken te maken over sprake is van rattenoverlast. Dit kan mogelijk duiden op het diervriendelijk weren van dieren die overlast kunnen achterstallig beheer en onderhoud op het terrein van de veroorzaken. Bijvoorbeeld door de inrichting van groen en betreffende kinderboerderijen. sterkere samenwerking met GGD. TE 24 Budget 2015-2018: €530.00 (totaal) a en N PP 2019-2022: €310.000 (totaal) ji k ee ee Conclusie De actie om de onderlinge samenwerking te versterken EN EC - zijn zichtbaar gelukt. De inzet op het voldoen aan ij mn I | kwaliteitskeurmerken (lees: kwaliteitsbewijs en eigen Ld mm De wandaden overeenkomst) en brandveiligheid zijn naar verwachting KR Pes — | | Ji Ln september 2022 afgerond. E en id, ik Ii Û \ Ee, - Em | IA En np | k | L Ï | Ln 6 = — EI fi Úrn A | I| k 4 EN A ge EN BR fi Ns Ve \ p | | HN z s =d ee j\ mm mi E IN TM if ij HIN En AN EO ] mn Ed zi ES IN ij ii El d , pg ee jj mn iT ME Í Pie ARN NS Ii EREN, TS UN ol Ne ee Mi Ü Ge 4 S td fi Ü kt je be EE Ssi EE IR js ETA Mi ' b | EE, lk 5 on Elne E EN ee SR 07 ie dn eN 5 = RDM HEE PE -- e: Gr ke mn = NR SO, U kt Ts gg pn ek IN Ë De re EU en RS ARN En Ze 1 eld eee IE En eene ren Te TRE En Ee De EN PE en ke Ee En RE es OT OE RN en Pi 1e ee WE Ee sE De etek, Th reta en Ln gE De OE en Ne a nn ee B al ern ee enk ml AO EN NS ES EN @9 2.3 Vrijlevende dieren ZR 2.3.1 Tegengaan jacht en afschot Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 4: “Dierenoverlast wordt Samenwerking Het onderzoeksrapport en bijbehorende mogelijke doelstelling zo diervriendelijk mogelijk bestreden.” Plezierjacht is in intern & extern beleidsrichtingen tot inrichten van alternatief beheer is met Amsterdam sinds 1989 aan banden gelegd. De huidige name tot stand gekomen met ecologen en vastgoed. In het vormen van afschot zijn dus gerelateerd aan schadebestrijding voorjaar van 2019 zijn twee sessies met belanghebbenden en populatiebeheer. De onderzochte juridische mogelijkheden en partners gehouden over mogelijkheden, geschiktheid, om jacht tegen te gaan richting zich dus op het tegengaan effect en haalbaarheid van (combinaties van) alternatieven van afschot voor schadebestrijding en populatiebeheer en het voor jacht. Tijdens de bijeenkomsten bleek dat de meningen stimuleren van diervriendelijke alternatieven. uiteenlopen waardoor consensus niet haalbaar bleek. Voortgang acties |De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam wordt alleen Belangrijk is dat deze partners met elkaar in gesprek zijn. gejaagd op dieren als daartoe eerst de noodzaak (schade- of Deelnemers waren: terrein beherende organisaties, faunabeheer) is aangetoond en als andere bevredigende boswachters van het Amsterdamse Bos, Landschap alternatieven aantoonbaar niet voorhanden zijn.” Noord-Holland en recreatieschappen, adviseur duurzaam Voor de dieren die het meest in Amsterdam voorkomen en faunabeheer, Bij12 Faunafonds, onderzoeker Sovon, jagers waarbij de jacht en afschot onderwerp van discussie is, is in (WBE Amstelland en Jagersvereniging) en het ministerie samenwerking met partners onderzocht welke alternatieven Infrastructuur en Waterstaat. van beheer het meest acceptabel zijn. Aanvullend op Portefeuille- Wethouder Dierenwelzijn deze ambitie uit de agenda, heeft het College in het houder Coalitieakkoord 2018-2022 de ambitie uitgesproken om Bevoegdheden nvt de (juridische) mogelijkheden om jacht/afschot tegen te gaan, te willen onderzoeken. Over de inventarisatie van Risico's Jacht en afschot is een onderwerp waar verschillende alternatieven is er goed gesprek geweest met partners. Het perspectieven over bestaan. Zo zijn er diverse rechtszaken resultaat van dit onderzoek wordt in Q4 2021 gepresenteerd (landelijk) ingesteld over het doden van dieren op grond via het onderzoeksrapport “Juridische Mogelijkheden van de Wet natuurbescherming. Uit de rechtspraak tegengaan jacht”. Daarbij wordt ook het ‘vossenrasterbeleid’ blijkt vooralsnog dat hoge eisen worden gesteld aan het meegenomen. onderzoeken en uitvoeren van alternatieve maatregelen, . ‚ _ voordat toestemming mag worden gegeven voor het doden Toepassing van . Er is meer balans tussen menselijke belangen en van dieren. Hoe aan deze hoge eisen vorm kan worden uitgangspunten biodiversiteit _ gegeven, wordt indien er draagvlak vanuit toekomstig bestuur ‘ De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds (2023) is, met partners uitgewerkt in het uitvoeringsbeleid meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld e We werken met meer partners samen Kansen voor Om de beleidskeuzes van de notitie ‘Mogelijkheden e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt vervolg tegengaan Jacht’ uit te voeren is structureel budget nodig. Dit budget bestaat uit middelen voor uitbreiding pilots alternatieven (zoals vossenrasters) en voor de uitvoering en toetsing van de beleidskeuzes. 26 2.3.2 Diervriendelijke beheersing van dierenoverlast Budget 2020-2023: €60.000 (totaal) voor stimuleren alternatieven op Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 4: “Dierenoverlast wordt zo jacht zoals de pilots vossenrasters + eenmalig €150.000 voor doelstelling diervriendelijk mogelijk bestreden.” het uitvoeren collegeprioriteit onderzoek laten doen naar , en . . tegengaan van de jacht. Voortgang acties De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam wordt dierenleed bij overlast gevende dieren voorkomen door aanpak van de bron (voedsel en leefgebied). Waar desondanks een te grote aan de raad aangeboden populatie (overlast) ontstaat, wordt deze op zo diervriendelijke mogelijke manier beheerst.” In 2017 is een projectleider aangesteld om plan van aanpak te vormen op deze actie. In het najaar van 2017 is een WA DEN start gemaakt met het ontwikkelen van een stedelijke publiekscampagne met als boodschap: overlast van dieren is = n ar ee del Cm het gevolg van menselijk gedrag zoals voeren en afval. Op 20 L ina it “ik. december 2017 heeft de gemeenteraad een aanpassing van Kd A ME Td ln de APV vastgesteld waardoor het voor de bestuurscommissie EEE rm EK ie es A Pae mogelijk is om gebieden aan te wijzen waar overmatig Emin 5 hef gevoerd wordt (en hier een voederverbod in te stellen) Voortgang acties \ Aangezien de GGD reeds met IPM (integrated pest management) en focus op preventie werkt, bleek er geen if à aanleiding om het beleidskader te actualiseren. Wél is er in Lr 2019 een meerjarenplan en een uitvoeringskader opgesteld F (in samenwerking met GGD). Het gebruik van alternatieve beheer middelen (en dus geen chemische) staat hierin En | centraal. Dit met als doel om te voorkomen dat ratten lijden ee A en tevens andere dieren worden vergiftigd. Á In wijken waar de combinatie van voorlichting, voerverbod en kliko’s is georganiseerd, zijn de meldingen met 25% | afgenomen. Hiermee is de aanpak succesvol gebleken. Echter, sinds covid-19 is er een verschuiving ontstaan van afval in de stad (van bedrijfsmatig naar huishoudelijk afval). Daar was / f de aanpak niet op ingericht. Hiermee zijn de wachttijden | opgelopen. De huidige focus is om het effect te herstellen ' naar hoe het voor covid-19 was. TE 27 Toepassing van e Er is meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren Kansen voor ° Toewerken naar andere manieren van diervriendelijke uitgangspunten |© Er is meer balans tussen menselijke belangen en vervolg preventie. Bijvoorbeeld door de expertise van biodiversiteit dierenwelzijnspartners en marktpartijen sterker te benutten. e We signaleren meer overtredingen/zorgsignalen/nood Denk aan adviezen en voorlichting door partners die dichter ® En we signaleren deze signalen vroegtijdiger op de inwoner en de gevolgen van beheersing staan, zoals e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen woningcorporaties (bijv. beheer verloederde complexen) en * De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds dierenartsen (bijv. zieke kat wegens eten van een vergiftigde meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld muis). e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt e Doordat de gft-containers een extra voorziening bieden Samenwerking De uitvoering van deze aanpak ligt sinds 2018 belegd bij de (en dus extra potentiele hotspots voor ratten vormen), kan intern & extern GGD. Deze staat in nauw contact met de stadsdelen. worden overwogen om brood via het GFT aan te bieden in plaats van via de broodkliko. Portefeuille- Bronbeheersing: Wethouder Zorg & Welzijn (GGD) e Het aantal overlastmeldingen en de wachttijden zijn sinds houder Inrichting openbare Ruimte: Wethouder openbare ruimte en covid-19 opgelopen, mogelijk doordat mensen vaker thuis of Groen în hun woonomgeving aanwezig zijn waardoor meer overlast Voerverbod en afval: Burgemeester en ratten worden gesignaleerd. Op basis van de huidige Bevoegdheden Voerverbod: Art 5.18 APV drukte is er twee extra fte nodig om extra meldingen binnen Afval: Art 10.2 Wet milieubeheer gestelde termijnen af te handelen en om sommige plekken Risico's e Het tegengaan van overlast van ratten vereist een breed beheersbaar te houden. gecoördineerde aanpak die inhaakt op de inrichting van de openbare ruimte, het gedrag van bewoners, ondernemers en bezoekers én het voedsel-, en afvalaanbod in de stad. Men De combinatie aan maatregelen versterkt het succes. Waar meldingen van verkeerd aangeboden afval zijn, is ook een - toename van aanwezige ratten zichtbaar. OP, e Er zijn signalen dat vrijlevende dieren uit de lj 4 7 gebiedsontwikkelings-locaties wegvluchten naar de wijken Aen 1 estafval eromheen waardoor de locatie aantrekkelijk wordt voor k a ' ratten ke u 3 Ld ; Een ee ef 5 Ri, = EE ereen ven, Lans te nl MEN 28 2.4 Landbouwdieren Kansen voor ° Om toe te werken naar herstel en het effectueren van de Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 3: “De voorwaarden voor vervolg succesvolle situatie zoals in 2019, liggen er kansen om doelstelling het verantwoord houden van dieren worden nageleefd (3)”. de aanpak meer vanuit maatwerk in te richten. Denk aan Voortgang acties | De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam gaan veehouders afvalbakken herplaatsen/weghalen, reparatie van defecte verantwoord om met het welzijn van landbouwdieren.” bovengrondse containers, toepassen van groenvoorziening Om hiertoe te komen is afgesproken dat in nieuwe en het benutten van buurtinitiatieven. bestemmingsplannen geen ruimte wordt geboden voor * Belangrijk om te komen tot een langetermijnvisie op een nieuwe megastallen en niet-grondgebonden dierhouderijen diervriendelijke en ecologisch verantwoorde openbare (voorkeur voor biologische teelt) en toegewerkt wordt om ruimte die in verbinding staat met diergerelateerde vergunningsverlening voor schuilstallen te organiseren (via opgaven zoals de aanpak reguliere overlast gevende wijzigingsbesluit in het bestemmingsplan). dieren en overlast door invasieve exoten. Bijvoorbeeld De actie voor voorkomen van megastallen bleek wegens de door zicht te krijgen in hoe de biodiversiteit kan worden komst RO-regelgeving en milieuregelgeving niet aan de orde. versterkt, zonder dat de doorvoering ervan bovenmatig Een uitsluiting uit oogpunt van dierenwelzijn bleek dus niet aantal ratten faciliteert, Een suggestie is om de aanpak noodzakelijk. Het organiseren van de vergunningsverlening overlast gevende dieren tevens goed te borgen in is indertijd niet mogelijk gebleken omdat het volgens de gebiedsontwikkelingsopgaven. Provinciale Ruimtelijke Verordening niet is toegestaan om Budget 2017-2018: €37.500 voor fte strategische projectleider schuilstallen in het buitengebied te bouwen, tenzij het gaat 2019-2022: €250.000 jaarlijks voor: inzet stedelijke om percelen van groter dan 5000 m2. Bovendien zijn deze coördinatoren, communicatie en hotspot-aanpak weilanden vaak gelegen in ecologisch waardevol gebied Conclusie Alle acties, met uitzondering van de actualisatie van het waardoor bouwwerken in beginsel niet zijn toegestaan. _ GGD-beleidskader, zijn afgerond. Actualisatie bleek niet Minister Schouten onderzoekt momenteel (2021) mogelijke EN oplossingen voor de problemen die spelen omtrent beschutting in de wei. De lokale visie is dat ontheffingen vanuit maatwerk mogelijk moeten zijn. De bevoegdheid om in Id een bestemmingsplan een algemene wijzigingsbevoegdheid op te nemen, gaat in de Omgevingswet vervallen. In de Omgevingsvisie staat benoemd dat Amsterdam Voorziet in planologische mogelijkheden voor schuilstallen en (semi-) natuurlijke schuilgelegenheden. TE 29 Toepassing van Er is meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren vervolg « In relatie tot klimaatadaptatie en hittestress wordt de uitgangspunten | « Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen Kansen voor opgave van schuilstalplekken belangrijker. Verkennen e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds vervolg mogelijkheden rondom mobiele schuilstallen in relatie meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld tot huidige wetgeving, het onderzoek van minister e We werken met meer partners samen Schouten afwachten en waar nodig doorvoeren in APV en e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt omgevingsvisie. Hierbij is het een kans om de uitkomsten Samenwerking Nvt uit de zienswijze ‘het dier in verschillende overheidslagen’ intern & extern van de Raad voor Dierenaangelegenheden af te wachten. Met deze zienswijze adviseert de RDA de minister over de Portefeuille- Bestemmingsplan: Wethouder Ruimtelijke Ordening gewenste bestuursrechtelijke positie van dierenwelzijn. houder Ontheffing: Wethouder Dierenwelzijn Budget N.vt. Bevoegdheden N.vt. Het toezien op het welzijn van landbouwhuisdieren . wordt met name verzorgt door de Nederlandse Voedsel en Conclusie Actie bestemmingsplan aanpassen tbv voorkomen Waren Autoriteit (NWVA). megastallen is niet nodig gebleken. Bij ontheffingsaanvragen voor schuilstallen is afgesproken flexibel te zijn. De Risico's In de Agenda Dieren 2015-2018 staat benoemd dat vergunningverlening wordt met de komst van een vanuit dierenwelzijn de voorkeur ligt voor biologische wijzigingsbesluit via de omgevingswet mogelijk. landbouw. De recente doorontwikkeling van biologisch tot (biologische) kringlooplandbouw, biedt volgens de Raad_ voor Dierenaangelegenheden zowel kansen als bedreigingen mn voor dierenwelzijn. Dat geldt met name voor de voeding, …à > N E ij W ik PD, huisvesting en geschiktheid van het dier. Er is nog weinig BN IN Ed fi diek de PN, bekend over deze specifieke kansen en bedreigingen. De NN N ì % 5 SM À x ps Ok minister heeft aangegeven (augustus, 2021) het met de RDA EN We 3 A8 eens te zijn dat het dierenwelzijn centraler dient komen te en mj 5 HAN ORN staan en heeft de RDA verzocht met voorwaarden te komen. : k Pi ie ee DS ZN Kansen voor e De wens voor biologische landbouw is in de Agenda 5 oe 5 Sd Ak 3 Je Se 3) ve vervolg Dieren uitgesproken. Bij een komende update van het N= N 4 DN de E ZN 4e bestemmingsplan, kan worden overwogen in hoeverre % m dee E fes Zh 8 de komst van meer (biologische) kringlooplandbouw kan a A ie ED A worden gestimuleerd. pe SN Cr , gi RN A EE Sd / Sh RENES) TE 30 _ 3 Samenwerking a mm Dat de afronding van acties uit de Agenda Dieren merendeels is behaald, is te ” mad danken aan de goede samenwerkingen. Doordat de keten goed functioneert en wij door de partners tijdig worden geïnformeerd, kan ook tijdig worden pam _ ee ee u: . . _ mn Ke es gefaciliteerd (bijvoorbeeld: samen komen tot een handboek vogelgriep, een on : ee m - u draaiboek botulisme en overeenkomst bij crisis en rampen). Wegens prioriteit k , _ . De (bij dierenwelzijn of bij derden) of juridische complexheid van dossiers, is het a ‚ Ea ea” Meme on niet altijd mogelijk gebleken om op ontwikkelingen in te spelen. Denk aan: 0 oe . . a end het vormen van een visie op afstandskosten?®, opvang/vervoer van gewonde _ ns JN = Ed ze . . . . . . Dn ame SO % De invasieve exotische dieren en het oplossen van de fysieke knelpunten die op zi RE) Ee £ ne ie het terrein? van Stichting Wildopvang de Toevlucht spelen. £ di ke Ri 4 ie L “ : ee « ar Ì ee Extern: Een grotere en versterkte keten en … Un ; ó n … De voortgang van gemeente Amsterdam op de vastgestelde acties, blijft En, , 8 à verbonden aan de inzet van onze partners en collega’s. De afgelopen tage Pr \ fs k jaren is met name de externe samenwerking uitgebreid en versterkt. Zo pe on, Pl Ì heeft Amsterdam sinds 2015 een groot lokaal (subsidiepartners, advies- md Mi > raad Dierenwelzijn en draaiboek gerelateerde partners), regionaal (met E 5 3 ie 5 ES buurgemeenten) en landelijk netwerk (G4 en deelname Diervizier) opge- ee — me bouwd waarin kennisdeling en gezamenlijke inzet op acties tot stand zijn EE en Ee RK gekomen. De samenwerking tussen gemeente en partners verloopt goed nn 8 en (bron: enquête externe partners). De grootste kans voor de samenwerking = 5 en met partners is om de ketensamenwerking nog sterker te koppelen aan <q algemene beleidsdoelen. Er liggen kansen in het vormen van gezamenlijke en pn plannen op thema’s. Hierbij valt te denken aan het voorkomen van zwerf- __ mn À — == = di h i ee E Ee me a ieren, het terugdringen van onverantwoord houderschap van gezelschaps- a De dieren, de vroegtijdige uitstroom van opgevangen dieren en het stimuleren En enn. En tot vroegtijdig signaleren (van dieren in nood, in stressvolle situaties of met 28 Knelpunt: de impact van afstandskosten die niet door de eigenaar kunnen worden bekostigd op de bedrijfsvoering en continuïteit van de opvangvoorzieningen. 29 Afspraken maken over o.a. bestemmingsplan, recht van opstal en onderhoud 31 kans op medische- en gedragsproblematiek). De volgende vragen staan beleidsambities, en de samenvoeging van ecologie en dierenwelzijn als één centraal bij toekomstig beleid: hoe kan de keten een gezamenlijk eige- team. Toch blijft het lastig om dierenwelzijn bij alle teams binnen de gemeente naarschap inrichten (bijvoorbeeld in het volgen van trends, gezamenlijk op de agenda te krijgen. Wegens beperkte bestuurlijke prioriteit op dieren- monitoren, inzet op preventie); en wat wij als keten kunnen organiseren om welzijn in relatie tot handhaving (naleving bevorderen), veiligheid (bijvoorbeeld onszelf overbodig te maken (bijvoorbeeld: hoe kunnen gezamenlijke missies _ huiselijk geweld), sociaal domein (vroegtijdig signaleren van bijvoorbeeld worden ingebed in bedrijfsvoering, hoe kan slimmer van elkaars expertise afglijden, isolatie, vervuild wonen), wonen (natuurinclusief en diervriendelijke gebruik worden gemaakt)? beheersing overlast) en welzijn (vroegtijdig signaleren van stress en zorgen), is er momenteel geen momentum om intensiever samen te werken. Als het Intern: Verbinding met gemeentelijke opgaven aankomt op het borgen van vroegtijdige signalering, preventie en reductie van Voor de komst van de Agenda Dieren was de interne samenwerking overlastmeldingen, zijn deze samenwerkingen wel nodig. beperkt. Daarom is de afgelopen jaren geïnvesteerd in het opbouwen van deze relaties. Dit heeft geresulteerd in een interne samenwerking op alle De interne resultaten scoren in het algemeen lager dan die van de partners. dierthema’s. Vooral bij jacht, visserij, hondenlosloopgebieden, ecologische Het is met name de buitenwereld die vindt dat Amsterdam het goede voor- knelpunten en overlast gevende dieren zoals ratten, is deze verbinding beeld geeft. Een mogelijke verklaring hiervoor is tweeledig. Als eerste heeft reeds goed. Verder staat momenteel centraal: de borging van de ecologi- de samenwerking de afgelopen jaren vooral extern gelegen. Naar inschat- sche toets bij vergunningverleners te versterken en het inrichten van soor- ting is er meer bestuurlijke prioriteit nodig om dierenwelzijn intern te kunnen tenmanagementplannen. verbinden met o.a. het sociaal domein, welzijn, handhaving, recreatie en veiligheid. Denk aan het borgen van de algemene zorgplicht op dierenwelzijn Ongeveer de helft van de collega-respondenten geeft aan tevreden te zijn bij gemeentelijke bezoeken zoals sociaal-maatschappelijk werk, gezinsonder- over de samenwerking en een positief effect op hun werk te merken door steuning, integrale veiligheidscontroles of door het borgen van dierenwelzijn de inzet van Dierenwelzijn. De rest is neutraal of vond de vraag niet van binnen de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (doorbreken toepassing (interne enquête). Dierenwelzijn is geen thema op zichzelf en is cirkel van geweld). juist verweven binnen de steeds meer prominentere thema’s zoals biodi- Ten tweede zijn de betrokken partners primair bezig met dierenwelzijn en versiteit, voedselstrategie, groenvisie en klimaatadaptatie. Waar mogelijk dus inherent verbonden aan de doelen uit de agenda en staan ook vanuit die worden communicatieberichten gekoppeld aan deze dossiers. Ook wordt positie met de maatschappij in verbinding, terwijl de interne samenwerkingen dierenwelzijn betrokken bij de herijking van beleid en uitvoeringskaders vooral op specifieke facetten (zoals: vergunningen, openbare ruimte of vast- zoals het toekomstige VTH-Beleid Fysieke Leefomgeving, de lokale gedrags- goed) zijn gericht. code en de eiwittransitie. Dit zorgde voor versterkte relaties en kortere lijnen. En daarmee voorintegrale bestuurlijke adviezen, strategische verbinding van TE 32 4 Communicatie en voorlichting Dieren horen bij de stad en iedereen komt met dieren in aanraking. Zeker sinds de komst van Covid-19; mensen zijn vaker thuis en zich meer bewust De inzet van communicatie op dierenwelzijn is sinds 2015 gegroeid in geworden van hun directe omgeving, zijn vaker in de natuur te vinden en frequentie en in het aantal dierenthema’s. Communicatie en voorlichting kan hebben meer gezelschapsdieren in huis genomen. Daarom is er aanleiding om Amsterdammers bewuster maken over de positie van dieren in en rond hun dierenwelzijn als relevanter communicatiedossier te ontwikkelen door: stad. Daarnaast kan door goede informatie de kennis over dieren versterkt B Samen te werken met partners en de communicatie te verbinden aan de worden. Op die manier kan positief gedrag aangemoedigd worden. In gezamenlijke inspanning om beleidsdoelen te behalen. hoeverre dit doel op basis van het actuele beeld is bereikt, wordt niet B Meer zicht te krijgen op hoe moeilijk bereikbare inwoners, ondernemers en gemeten en is dus niet bekend. Doordat er geen zicht is op doelgroep organisaties kunnen worden bereikt bereik, resteert de vraag in hoeverre de communicatie de impact had die B De communicatie-inhoud aan te laten sluiten op de doelgroep. Om hiertoe met de Agenda Dieren werd beoogd. Er is meer kennis nodig over de te komen is meer zicht nodig op de impact van de huidige communicatie, te bereiken doelgroepen en welke communicatiewijze het beste bij hen het bereik van de communicatie aansluit. B De communicatie sterker te verbinden met overige gemeentelijke Om het meest effectief te communiceren was de insteek om de commu- domeinen zoals Wonen, Toerisme, Recreëren, Bouwen, Veiligheid en nicatiesamenwerking met partners sterker vorm te geven waarin er ruimte Sociaal Domein. Het doel is om interne bewustwording te stimuleren en is dat partners de prominente boodschapper zijn. Zij staan immers nog relevantie voor verbinden van dossiers te versterken. Hierdoor krijgt het dichter op de samenleving en zijn vanuit hun expertise de meest logische dier op meer plekken in de organisatie een positie. boodschapper. Deze samenwerkingen zijn nog niet volledig van de grond gekomen. Om hiertoe te komen zijn interne afspraken nodig en meer zicht IBE | EG nodig op doelgroep bereik. Kanttekening hierbij is dat de partners met en Dl Ì : ZEE Mn. name dicht op doelgroepen staan die reeds met dierenwelzijn bezig zijn. De pe a, re eek 3 groepen die buiten het bereik vallen, dienen te worden meegenomen. 5 hi A! Ens EE Enkele voorbeelden van communicatie-inzet tijdens de afgelopen jaren zijn / Er f 7 ln EEN het updaten van de gemeentelijke webpagina dierenwelzijn, het aangaan = EN; dk, Dd E A van de samenwerking met partners, campagne tegengaan rattenoverlast, ih a Kad communicatie rondom de juni-chipmaand en de seizoensgebonden thema’s Pe 7 he hd 9 zoals hond in auto bij hitte, de ADAM-folder, en informatie over broed- : en B EEE | 3 plaatsen van mussen en gierzwaluwen. zn DK en Te Ì TE 99 Le S Impact D. ° Di Met de inzet op de acties uit de Agenda Dieren wil Amsterdam de mindset | pn AE in stand te houden dat dieren onderdeel zijn van het leven. Het is vanzelf- 3 . sprekend om hen, net zoals de mens, te beschermen tegen leed en Ee “ „ welzijnsproblemen. Daarom is ingezet op bewustwording, preventie en N het stimuleren tot een actieve bijdrage vanuit inwoners, ondernemers en a es M maatschappelijke organisaties. Het merendeel van de partners geeft aan te L On pe NE zien dat de acties vanuit team Dierenwelzijn een merkbaar (positief) effect Z 4 h A A ee a hebben op het werk dat zij doen. Bovenal zien zij dat de uitvoering van de al en KS EN 1 agenda impact heeft omdat inwoners, ondernemers en organisaties steeds Ko 7 nn en Es Le vaker over dierenwelzijn praten, dierenwelzijn belangrijk vinden en zelf meer t BN Np ra Ni bijdragen aan een verbeterd welzijn. Een mooi gegeven voorbeeld van de : De pi Dierenambulance is dat Amsterdammers steeds meer betrokken lijken bij à É Ez in nad Nd de dieren waarvoor ze een melding doen. Denk aan concreter uitvragen » K KP en ee over het vervolg of hoe het dier is geholpen. Deze impact wordt intern zeer EN é = EP beperkt herkend (enquête). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat onze en ai 2 a. partners primair diergericht contact hebben met de inwoners, ondernemers ki, d hdd en maatschappelijke organisaties. Terwijl de gemeente over gemeente brede Á en ee Á df nr opgaven in contact staan, waardoor dierenwelzijn niet altijd specifiek aan de den | : , ; del (® Vaal orde komt. Een bevinding uit onderzoek naar de bekendheid van het dieren- "We 4 lets, nf \ , Pi te welzijnsbeleid onder inwoners (2018%) is dat niet alle inwoners op de hoogte Ee ie n nn Pad El KE zijn van het gemeentelijk dierbeleid, maar daarentegen wel bekend zijn met jp A k A Ba Ne A de aanleidingen van de gemeentelijke dierbeleidsonderwerpen. Hieruit kan De EE a OR Dann _— En worden gesuggereerd dat de communicatieinzet heeft bijgedragen aan het ie ne RS B AR en td gevoel voor relevantie en wenselijkheid van de inzet op dierenwelzijn. In dl Pr PEA ze Wk, Tr zi En hoeverre inwoners hierdoor zelf andere keuzes maken, is onbekend. PRN UN rd: De he En Pe rf Ree edn En EE En TE 34 Tabel 2: Projectgebonden kosten tijdens 2022 t/m 2025 (Begroting 2022) 6 Financiën 2022 2023 2024 2025 ev. Structureel De Agenda Dieren 2015-2018 draait voor een belangrijk deel om de samen- Beleidscapaciteit €230.500 €85.520 €85520 €85.520 hang met en tussen (andere) beleidsterreinen. Hiermee geeft de Agenda . 4 Dieren ook richting en sturing aan de programmering en uitvoering van ADAM regeling €500.000” £400.000 |£400.000 |£400.000 andere beleidsterreinen zoals Openbare Ruimte, Armoede en Ecologie. Met Aanvulling subsidie €100.000% €100.000 €100.000 €100.000 de beschikbare middelen is doorlopend bekeken hoe de meest maatschap- Dierenambulance pelijke impact kan worden behaald. Overig uitbestede werkzaam- €55.000 £116052 €116.052 £116.052 heden (zoals fte bestuurszaken) In de periode 2015-2018 heeft Dierenwelzijn 4 miljoen budget gehad voor Subsidies 1.178.560 | 1.178.560% 1.178.560 1.178.560 de gehele beleidsperiode, dus 1 miljoen per jaar. Voor de periode 2019- Incidenteel 2022 was aanvankelijk 0,7 miljoen euro structureel vanaf 2019 en 1,4 miljoen Verbet di il €100.000 euro structureel vanaf 2022 beschikbaar gesteld. Uiteindelijk is het structu- Srnereren VETeNWe Zn ° ° ° tn: : . . kinderboerderijen rele bedrag van 1,4 miljoen gekort naar 0,7 miljoen.Voor de uitvoering van de lopende agenda is incidenteel 2 miljoen euro voor de gehele bestuur- verneteren . €80.000 - 7 7 speriode 2019-2022 begroot. ondenlosloopgebieden Communicatie: fte en uitvoering €120.000 - - - Voor beide bestuursperioden is een structurele onderbesteding zichtbaar Natuurinclusieve stad (zoals €43.500 - - - op posten die om interne samenwerking vragen, denk aan communicatie en _stimulteren alternatieven op inzet op hondenlosloopgebieden. Een verklaring hiervoor is dat projecten afschot) — zoals bij hoofdstuk Samenwerking benoemd - niet altijd voldoende team Onderzoek gierzwaluwen €20.000 - - - overstijgend tot stand zijn komen. De geraamde budgetten voor beide Dieren die als overlast gevend €250.000 - _ _ bestuursperioden bleken voldoende. worden ervaren 3% Specificatie subsidies 35 30 Het Amsterdamse Dierbeleid. En kritische blik van inwoners (2018) . 31 Inclusief €100.000 bijdrage vanuit het programma Armoede Dierenambulance €395.221 NB NB NB 32 Extra ton is structureel onderdeel van totaalbedrag subsidie bij specificatie DOA incl. opvangketen £622.002 NB NB NB Dierenambulane . besch . 9 33 Exclusief indexatie vanaf 2023 Dierenbescherming €19.804 NB NB NB 34 Budget is onderdeel van begroting Verkeer & Openbare Ruimte Toevlucht €122.603 NB NB NB 35 Onder voorbehoud van definitief beschikbare bedragen in aankomende . gemeente begrotingen en de wens om de subsidies strategischer te gaan Calamiteitenfonds €18.930 NB NB NB verbinden aan gezamenlijke ambities. EE 7 Suggesties vanuit partners: ri SER) UN (4 Kist Rd Sd mogelijkheden voor nieuw beleid A Betr: Mi xy HS $ NS RAN gs if we Eet be 4e EN Ln EE a fee HEN, - - 4 en ET A ch EAD In de uitvraag bij collega’s en partners is teruggeblikt op wat er is bereikt. k NR" / | rn; ' ED KN SEN zatonhN A Een ruime helft van de partners vindt dat de huidige agenda alle relevante ont kà (8 „ f Ni 2D el kt St Kh at Ns TE dierthema's dekt, een kleine helft van de collega’s herkent dit niet (enquête). he eN Te per}: EN A Ag pl N xP Daarnaast is ook afgetast waar nog kansen liggen voor de toekomst. Maat- je wr. Wiet en „m4 4 SLEEN Ene AN Pk AS schappelijke ontwikkelingen zoals klimaatverandering, covid-19, hetgatop Meer N Ni Í \ A REE ike PCD \ REA de woningmarkt en de maakbare samenleving hebben invloed op hoe wij } N Rha Pe ook : ’ RRC NN AU hj Dn NN samenleven en de openbare ruimte met dieren delen. Samenvattend zijn AE MEE j EN pj ' 1 A ee ed An in de enquête en afgelopen overleggen de thema's, opgaven en ontwikke- a teh eN Nd Á ke Aen Ni Ah Ke: lingen hieronder benoemd. Indien tot een nieuw dierenwelzijnskader wordt AR al N Ren pn ars in JN GE AEN: Nn 4 N gekomen, is het wenselijk om de te verkennen wat de ontwikkelingen hier- ei JAN 4 A EJ Be, Kk Zi Kep he 5 onder betekenen voor lokaal beleid en samenwerkingen. nr BNN sn ENE EL DU EN Ed B Creëer een visie op een diervriendelijke en ecologisch verantwoorde REN 8 Ar à, wal ket Be PERS: RD, openbare ruimte. Hierbij hoort een lange termijn visie op ontwerp, inrich- Ss en ZE ' ln A À WNT nt Te ren ting en beheer van biodiversiteit en natuurinclusiviteit, die in verbinding Peel WED wiel es ea A NEE staat met diergerelateerde opgaven zoals reguliere overlast gevende EN Cl ds wann ‚gs ) Iek ee dieren en overlast door invasieve exoten zoals de Amerikaanse rivier- re, Ri 5 En Ee eG kreeft, karper en processierups. Ee: in > ea fe ND ee 4 8 B Verbreed de beleidsfocus naar nieuwe diersoorten zoals (onder)water- EE pel nn rn ik EEN et, dieren, bodemdieren en bestuivingsdieren. df Ee v/ AE Rn BE Ei GE B Vorm — in het verlengde van de voedselstrategie en inzet op lucht/ B a " Á A en rf A a bodem/waterkwaliteit — een visie op landbouw en verken de (juridische) En Ee | Van m Ee mogelijkheden om de gewenste ecologische transitie te stimuleren. Zet ke Mn BEE e Ee Dn hierbij in op een diervriendelijke circulaire landbouw, onder ander met « em De | De Ì En = ns als doel om ziektes uit traditionele landbouw te voorkomen. Ontwikke- EE en lingen zoals de landelijke stikstofcrisis en lokale wens tot stimuleren van Eten reen Re biologische landbouw maken dat er ecologische vraagstukken ontstaan i hemd, ee p n en en TE 36 zoals het effect van circulaire landbouw op lucht- en grondkwaliteit en impulsaankopen tegen gaan, besef over behoeften van honden met daarmee de natuurlijke leefomgeving van vrijlevende dieren. een kans op agressief gedrag en medische risico’s bij doorgefokte B De wijziging in de Wet Dieren per 2023 en de toenemende klimaatveran- dieren). dering vragen om een omslag in het houden van dieren. Verken wat dit e Doordat er meer katten in Amsterdam zijn, is er een hogere kans op gaat betekenen voor de stad zwerfkatten (en dus meer relevantie voor aanpak voorkomen zwerf- B Door de klimaatverandering wordt Nederland steeds aantrekkelijker dieren) en meer druk op de vrijlevende dieren. Inventariseer de impact voor zuidelijke soorten. Vorm een prognose over hoe de stad zich gaat van loslopende katten op het Amsterdamse ecosysteem en vorm waar ontwikkelen en wat dit betekent voor de kwaliteit van de natuurlijke nodig een programma. leefomgeving van de vrijlevende dieren en voor de facilitatie van stads- e Parken en groen in de woonomgeving worden sinds covid-19 inten- dieren die als overlast gevend kunnen worden ervaren. Denk aan duiven, siever gebruikt en deze toename heeft impact op broed- en leefomge- meeuwen, ganzen en invasieve exoten zoals de eikenprocessierups. ving van vrijlevende dieren. Vorm een visie op omgaan met drukte en B Specifiek voor invasieve exoten is het ook wenselijk om een efficiën- intensief gebruik buitenruimten. tere route voor de opvang en vervoer hiervan te organiseren. Huidige B Verbind natuurvriendelijke oevers en grachten aan veiligheid, voorkom wetgeving bemoeilijkt tijdig legaal handelen terwijl het aantal (uitge- dat dieren te water vallen en niet kunnen vluchten. zette) invasieve exotische dieren in de stad lijkt toe te nemen. Hier gaat B Haal kennis op over soortenmanagementplannen voor de bescher- Amsterdam, samen met G4, Dordrecht en Dierenlot nog met LNV over in ming van gebouw gebonden dieren en formuleer een pilot. Met name gesprek. vanwege de urgentie om op grote schaal woningen te realiseren en B Vorm een visie op het fokken van dieren in relatie tot verantwoord renovaties duurzaam in te richten is het essentieel dat isolatie en houderschap: marktplaats, broodfok en gestylde dieren. natuurinclusieve maatregelen worden meegenomen. B Sinds covid-19 zijn er meer huisdieren aangeschaft. e Sinds Q2 2021 ziet de opvangketen een stijging in opgevangen dieren (aangeschaft en afgestaan tijdens covid-19). Een groot deel hiervan zijn gedumpte konijnen en kittens. Tevens zien asielen meer medische- en/ of gedragsproblematiek. Vermoedelijk zijn veel dieren zonder uitge- breide voorbereiding aangeschaft en zouden deze zonder covid-om- standigheden niet zijn aangeschaft. Echter is de aanleiding van aanschaf (bijvoorbeeld: eenzaamheid, meer tijd wegens thuiswerken, speelma- tje voor de kinderen die thuisonderwijs) niet in beeld. Communicatie en voorlichting kunnen bijdragen aan verantwoord eigenaarschap (zoals: TE 37 4 EL hee Ae Y . af he lee A e É Pf Ee he ff kerk } BIN: E od Ne 4 id a " Pe Oe POT as ok RS EK Te A Be eik tes ei B KE reke KL OE ha Ch Le ls an nd | N pa ke MT | EN Pr AE k . é k en As L . é : he fe ker ri TEL Fe ah A oi Sn df i - Des e PR shal he Pe Hi fi % zi ht dak 4 Ee ed v Ante B er Li : ri a ie : Ì hr ON te 0e Ee SN els eo =d & ke \ 5 €, IF ae Rf zo Bn en PR ds rj FAD Pa TEN î ei RAD or k wir Me at AN ki. 6 | elk Ne NP mn - Á df ds kr Jed, 8 $ Ee Pr el VI je EES 200 it RK - Sel A oe Een 5 9 , En d AN À EE OD u TE | Lo jn Pd - pj er Eed iS Ene, 7 ee laren SN Tj Po rad LS a ES in B je 8 iT “ RE 9 Vd 9 Ee m Ee En T ee er , 4 de Sr ee, ln HEA Ô dn EUD 7 5 ite Î EN REE - í En Ei] eis ne, dis ui ‚ ED \ bj ' p tad. E ei - Î ï zo, dd per i 4 " " DV 4 ee a MAM An kn À | p CE F3 RN A h fi je E “ ef a Pe ris t Aai Mi, L i EE OW WT ER à ' t hd, ATS Sr D in U denn kek | à ' : NK Er LN MA Ls Aart À ì vi p kh. | PE Wies ril 5e Pr; Dn E ha pn 4 EN e Ni KE REN NE if P À ARE Ee % L Kk | el f Nn : Kid Wi ST : m Sr if d Ln. A , wr a 8 | hg N Ld S be AAS AF " De Bep ATR “ PEN mcn Hrs al rp Mott L; wr Í Ee Î ES 1 ‚y | Jd wt Porn PL alas, Pre ] ij | VO ed 207 j NT AP id AEEA / (as rt Ue Rik Va dd TE | 1, NS 00 6 ee ee hiv Nr en 5 Á td N , / > Ee he A dE p ra ke EA sen irr ” ' In À g NN, hi Ï Í Er eed MENDE jd patate NE \ i L \ } ’ N LU en ee NT he VAER NE MT NT Is 4 fte ij, eG : BN TE RT Ne REN B RE inne 0E Ie AEL OR DEL en, 4 k ad Al REE AR, ONE REN OTE heele oe TERRA MU A ON br ee, HE A RD GAL me 6 \ iN En k MN Ii: rh teh \ Nt, An het Oad bre LEEN Ne 5 É L - à el Ln \ et Là Eer Es ENE B IRE Ak. 5 ONE IE 5 3 A Me, ii ‘ 4 ij ES AL Ki ik | 5 5 nk 0 5 ® ij E is ME, AA NE af p 0 : ES bi RDE Geri A eea EN aj ES A Dn ee wf Benpereeen EE ee ta N Ì EE ’ pd N En À ET RE Ee ve NS , a 6 ij d, ke Ne Bednet r „ En En oe ‚Pda La } 4 ! É d k En Be a zn ri nn Fe ORE Een: j weet dl Ei mt f ie in L Ee Pe je 5 Ei Ka ES ee ze Ee ZE AND fi DEN } : az ie n ee B si 5 Wee. gn 5 een, En BRP AP TANG EP AE VOE eat ne DE Rn ER EN, Gb Ee dln NT Ken WE en Lal ee beds tie a res rte > rt $ : EE TE LED VOR ARELS NE ie me ed ie % 1 eN ER Kips Ä p nen rr ene, zi pr zE 3 eet ú lii re, Afl , Tel pe a ner 5 CP ne de nn LEE en sf he hen dr o BM Ap VERN me ie Mg Wi, a : ere ed BE : Í er bri. SOL HN hi mn De en En RA vir - jn. SI REN 5 dead : Ep Wi en AE te ES 5 ned Pp re en ns Ë k dd h f e KS } e Re 2 : ri dl Ji eener E ia rr DE En EL r hf a f BAN bg hs EN Ae en & nn ee Eet nei EC pn î Van | Le. } A Meden RE Ee LR, JN N oef nde A ee Si Ë \ he en ben tn MB nn alien EE B a in le heen AN ‚ enn, | } ï ; eer ee ie n ee an f N } en El ak Ee Pnt eg dan de, 5 ER ten Pal na € Kh iN N he AD Í ne Er ee rd , : ee es En er A Ee En En Enz AD Ö We - kh en À S z pn E a pl an ne Ea he „ . ek : jk 2 ee « e: Ten ml pf nt ie ann | ie Ee n - in a pi En En ee rr Eg Ve Te nk zie k fj ee dig s - } ” ee = en "Kent SN. 4 Ì f N : n ne . er 6 | | AT ma nne | | 4 ; ng ht Le > p a” ie As 7 EC rk rei ear rd Re bead Se 4 4 ! : „id. jn es - 8 3 E / 5 E , 5 „ e a - . = in 4 . k 4 L dr : } = si ne Ae il 5 d Le - a r n N PES A ee) Ee 4 LJ D _ A Ed an en ' 8 Î : e É 9 Ee De - sk , Dd : : Ee u „ El . ed er kh al « py “ _ . ’ Ee Rr AE Ki Er er ee! - nn à — m \ 7 N „ LE EN = re ir m ee ( : Ü ue En ' k Á em w „rs EM B ie EP A b peen EE ree ban ed Me eK Enk p red, Pre ii ys Ge ‚ rj 3 Ee on EEn oe ned nd RA p . Eet, herl : „ d ‚ a Ee dr Eee d sss ed B È _ nn Ven ME a da zt = n Ef 4 P: aar | Conclusie de Het doel van de huidige Agenda Dieren is: “Bijdragen aan het behouden samenwerkingen op deze dossiers dat deze effecten tot stand zijn gekomen. en, waar nodig en gewenst, verbeteren van het welzijn van zowel gehouden De inzet op dierenwelzijn heeft zin en is relevant om tot een meer gelijkwaar- dieren als vrijlevende dieren binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam.” __ dige relatie met dieren te komen. Het continueren van het huidige beleid is Met deze evaluatie wordt inzicht geboden in hoeverre de beoogde resul- voorwaardelijk voor behoud van impact. taten (voortgang acties, impact en samenwerking) en doelen zijn behaald en op welke onderdelen het beleid moet worden aangepast of nieuw beleid Behaalde doelen en acties: verbeterd houderschap, leefomgeving en moet worden ontwikkeld. diervriendelijke beheersing In de agenda zijn vier doelen gesteld (p.6) waarvoor in totaal 52 acties Behaalde resultaten: verbeterde samenwerking en impact zijn geformuleerd (bijlage 3). Op de eerste drie is vooruitgang zichtbaar Het doel van de huidige Agenda Dieren is: “Bijdragen aan het behouden en zijn de acties afgerond of doorlopend geworden. Partners merken dat en, waar nodig en gewenst, verbeteren van het welzijn van zowel gehouden eigenaren hun huisdieren nog beter zijn gaan helpen, zo komen dieren dieren als vrijlevende dieren binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam.” De _ bijvoorbeeld eerder in beeld bij dierenartsen en worden minder dieren behaalde resultaten op de acties, beoogde impact en samenwerking laten zien afgestaan aan het asiel. De komst van covid-19 heeft de voortgang op dit dat Amsterdam hier de afgelopen jaren fors in heeft geïnvesteerd. Dat blijkt doel beïnvloed (p.11). Verder is de natuurlijke leefomgeving van vrijlevende uit dat nagenoeg alle acties zijn voltooid of uitgerold tot doorlopende actie. dieren verbeterd (door natuurinclusief bouwen en oplossing van de ecologi- Zo is een bijtprotocol opgesteld, het Rijk geattendeerd op de verkoop van sche knelpunten) en wordt dierenoverlast zo diervriendelijk mogelijk tegen puppies en kittens in winkels, dierenwelzijn in de crisisplannen opgenomen en gegaan (bronaanpak en geen gebruik van gif meer). De zes acties die niet een vissterfteprotocol ingericht. Veel van onze inzet heeft geresulteerd in een zijn voltooid, staan voornamelijk in relatie tot subdoel 3: “voorwaarden doorlopende samenwerking, denk aan de ADAM-regeling, de totstandkoming scheppen voor het verantwoord houden van (landbouw)dieren.” Deze acties van de hondenlosloopgebieden, uitvoering van het bijtprotocol, het monitoren _ zijn niet gelukt omdat de lokale bevoegdheid op dierenwelzijn ontbrak. van de vispopulaties en het in beeld houden van beschermde diersoorten. De Wetende dat dierenwelzijn geen bestuursrechtelijke grond voor gemeenten beoogde impact, namelijk een verbeterde bewustwording en bijdrage aan is of op korte termijn gaat worden, vraagt de totstandkoming van dit doel dierenwelzijn, wordt gezien. Dat blijkt uit dat inwoners, ondernemers en maat- bij eventueel vervolgbeleid om een nieuwe insteek. Zo liggen er kansen om schappelijke organisaties vaker over dierenwelzijn praten, het belang afwegen het onderwerp landbouw te verbinden aan onze gemeentelijke inzet op de en waar nodig zelf bijdragen, bijvoorbeeld door de partners te raadplegen voedselstrategie en lucht-, bodem- en waterkwaliteit (p.27). Voor het onder- wanneer een dier in nood is. Ook intern wordt het belang van dierenwelzijn werp landbouw en het inrichten van welzijnseisen bij bijvoorbeeld Evene- vaker afgewogen, denk aan het faciliteren van vrijlevende dieren als natuur- mentenvergunningen, is het wenselijk om de uitkomsten uit de zienswijze lijke predator voor overlastgevende dieren of de uitbreiding van het aantal ‘het dier in verschillende overheidslagen’ van de Raad voor Dierenaangele- fauna-uittreedplaatsen bij gebiedsontwikkelingen. Het is dankzij de goede genheden (p.16) af te wachten. 5 Kansen: speel in op maatschappelijke ontwikkelingen en verbinding bij te sturen, doeltreffende voorlichting in te richten, het Rijk onderbouwd met overige gemeentelijke domeinen te informeren en de relevantie voor verbinding met het sociaal domein, De ambities uit de Agenda Dieren 2015-2018 zijn gelinkt aan de maat- openbare orde en veiligheid, welzijn, handhaving en recreatie herken- schappelijke ontwikkelingen uit de periode rond 2015. Ondertussen zien baarder te maken. we ontwikkelingen die voor de hele stad, mens en dier, uitdagingen bieden (p.27) en vragen om een betere integrale borging met sociaal domein, veiligheid, gezondheid en recreatie. Niet alleen zit de algemene zorplicht mn mer - voor dieren in al deze domeinen verweven, ook is de relevantie voor | Ì Ee h AN Sh P " Là _F verbinding met deze domeinen meer relevant geworden. Denk aan de esn | IN | | invloed van covid-19. Dit legt druk op de openbare ruimte en het huisdie- : 14 A / OENE renbezit nam toe. Verder hebben de stikstofcrisis en klimaatverandering L Lj \l © En invloed op ecologische structuren en vragen beiden om nieuwe manieren NT I e Ee el tld ij van verantwoord houderschap. ! ze Ë Seg fi Ì Aandachtspunt: monitor voor meer preventie oen ” * ir LN ef oh Doordat de huidige ambities niet zijn gekoppeld aan de wijze van moni- mn k ZK Njet Ke E == Ie 4 7 ES toren, registeren en meten, zijn de cijfers (p.8) vooral ondersteunend en mn OF Elen Bme Le PS Wd el indicatief geweest in het volgen van ontwikkelingen. Ze bieden echter zn Dillian) mma Wink”: ie EL) mi, CET geen inzicht in oorzaken achter trends (voorbeelden; aanleiding van En ER E En ( IN / / ì Ny aanschaf huisdieren tijdens covid-19 en oorzaak achter crisisdieren). Een en TREE Zj a AIS ee Sh s ds mooie ontwikkeling is dat enkele partners hun registratiesysteem hebben mee, Lln 5 ANN geupdated waardoor er naar verwachting vanaf 2022 meer informatie Tennd Con a kan worden geduid. Dit biedt momentum om met de keten te verkennen en ie bf RT: í | NX; ee hoe gezamenlijk kan worden bijgedragen aan het behalen van de beleids- ENE en … Pis IS Wiz ee doelen, zowel intern als extern. Zo is bijvoorbeeld het uitgangspunt om en en % Ml 8 Á | En #7 en vroegtijdigere signalering van dierenleed te organiseren nog niet optimaal Een 3) Pe E25 T= Te benut. Om hiertoe te komen lijkt er meer zicht nodig op oorzaken achter Eeen & 5 | Sn DE iiai isisdli ieddi en WR ee trends en patronen (zoals stijging crisisdieren, reden aanschaf huisdier en ge En Een stijging hereniging met eigenaar). Dit zicht is nodig om beleid tussentijds mer” EEE TE 40 hk j 5 E | me, = n ox Ne k oe | N Bn iS \ Se … SN | , PE eN EE ù | EE NN We dd ER E a kt Eeen DE Vn x re En ® á 1. Aanbevelingen kl Aanbevelingen IN 1 Dierenwelzijnsbeleid heeft zin. Continueer het dierenwelzijnsbeleid h Gel ie Am 5 4 De acties uit het huidige beleid ondersteunen de inzet van onze partners kds er % pr (inzet wettelijke taak en algemene zorgtaak), maken dat dieren eerder PE SA Ea ee geholpen kunnen worden (zoals ADAM-regeling en afspraken crisisbe- ; gn gn re heersing) en zorgen dat de leefruimte voor mens en dier in balans is (zoals A en DN pr TEA Hi ilk hondenlosloopgebieden, aanpak overlast gevende dieren en natuur inclu- IN ZN EN E pn sief bouwen). Indien dit beleid weg valt, is er voor de vrijlevende dieren een eN TEN € À JN beperkte natuurlijke leefruimte wat negatieve impact heeft op de gewenste ps A ON PS 5 \ Med ; ip VD biodiversiteit en het tegengaan van klimaatverandering. Voor de gezel- j Pen A f - kj id 1 zak schapsdieren kan dit betekenen dat inwoners onvoldoende in aanraking K dl a > Á 3 s DN „ie I= komen met de juiste ondersteuning of laatste inzichten over hoe huisdieren S 5 TON nT in op een fijne manier kunnen worden (onder)houden. Daar waar dieren niet PRA ME | ns VT C AK verantwoord worden gehouden, kan dit leiden tot medische- of gedragspro- \ EA iS Ee p NR blemen van de dieren. Hierdoor kan het in het uiterste geval onhoudbaar î € 7 eR Mel en) ee To he) worden om de dieren te houden. Deze gevolgen kunnen in veel gevallen dE À Ì voorkomen worden. Het continueren van het huidige beleid is voorwaar- of \ \ ) rh | 2 ef ei delijk voor behoud van impact. Bij de continuering van het huidige beleid E Ps bh, hd j a A is het wenselijk om de uitvoering van de aanbevelingen uit hoofdstuk 2 sy, sen PT 7 LN sed, (p.1o) en bijlage 3 (p.35) te overwegen. Denk aan: het continueren van de > Ate ADAM-regeling door de jaarlijkse extra €100.000 structureel te maken; in te zetten op het verantwoord houden van hoog-risico-honden; uitbreiden van de lokale chipacties; en lokatiespecifiek maatwerk in te bouwen in de aanpak overlast gevende dieren 2 Speel in op maatschappelijke ontwikkelingen en benadruk als gemeente dat de dieren hierbij vanzelfsprekend worden meegenomen. Dat kan door de implementatie van de geschetste ontwikkelingen (p.27) te overwegen. Denk aan: TE D42 B Een visie te vormen op een ecologisch- en diervriendelijk verantwoorde indicatoren. Bovenal is meer zicht nodig op de impact van communica- buitenruimte. Koppel het ontwerp, inrichting en beheer van gebieds- tie-inzet op de gewenste gedragsverandering. ontwikkelingen, groenvoorzieningen en natuurinclusiviteit strategisch aan opgaven zoals de aanpak overlast gevende dieren. Zo, kan op 4 Benut de inzet op dierenwelzijn slimmer. Verken een goede plek een meer natuurlijke en minder intensieve manier hinder door overlast voor dierenwelzijn in andere domeinen zoals veiligheid, sociaal domein, worden voorkomen terwijl de natuurlijke leefomgeving van dieren wordt wonen en handhaving. versterkt. De inzet op dierenwelzijn is onlosmakelijk verbonden aan andere gemeen- B Nieuwe beleidscategorieën te overwegen water-, bodem- en bestui- telijke domeinen. Dierenwelzijn is geen thema op zichzelf, het is verbonden vingsdieren. Deze dieren worden ook geraakt door de druk op de open- aan gezondheid (voorkomen van virussen zoals covid-19 en vogelgriep), bare ruimte, klimaatverandering en recreatie leefbaarheid (vrijlevende dieren zorgen voor management van plaags- B Zicht te krijgen op de impact van covid-19 op de dieren in de stad en te oorten), welzijn (diergedrag als mogelijk signaal voor schulden, zorgen of formuleren wat dit betekent voor de aanpak. Denk aan de stijging in het stress in een huishouden), vitaliteit (omgang met dieren stimuleert totli- aantal (doorgefokte) huisdieren, de stijging in gedumpte dieren en de chaamsbeweging) en veiligheid (dierenverwaarlozing is voorspeller van druk van recreatie op de leefgebieden. Deze nieuwe trends laten nieuwe _ huiselijk geweld). Uitingen in gedrag en gezondheid geven belangrijke vormen van druk op de leefsituatie, openbare ruimte en ecologische signalen af over hoe het met het welzijn van een specifiek dier en diens habitat zien. omgeving gesteld is. Door de kennis over dierensignalen sterker in gemeen- telijke structuren te borgen, kunnen ook risico's op mensenwelzijn eerder in 3 Maak dierenwelzijn beter meetbaar beeld worden gebracht. Bij de komst van nieuw beleid is het wenselijk om de voortgang analytischer (meetbare resultaten) te kunnen volgen. De ambities uit de huidige agenda 5 Verbind subsidies op een strategische wijze aan ambities zijn niet gekoppeld aan indicatoren, waardoor de resultaten alleen kwali- Stuur met subsidies op gezamenlijk eigenaarschap van de beleidsambities tatief (op beleving) te meten zijn. Ondanks dat ‘welzijn’ zich niet makkelijk en op een gezamenlijke monitoring van impact. Het merendeel van de in cijfers laat omvatten, biedt de combinatie kwalitatief-kwantitatief het acties die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd, waren losstaande acties met meest complete verhaal en grip op trends. Deze grip biedt beleidsinzichten, als doel om tot een bepaald resultaat te komen. Een goed voorbeeld is de aanleiding om waar nodig bij te sturen of om onderbouwde signalen bij het inzet op het terugdringen van zwerfkatten. Zo is via de ADAM-regeling en Rijk te adresseren. De vraag wat wij als keten kunnen doen om de inzet op opvangketen ingezet op het chippen van dieren, is er een juni-chipmaand dierenwelzijn overbodig te maken, dient hierin centraal te staan. Om hiertoe geweest en worden verwilderde katten door de SAZ gesteriliseerd. Toch is te komen is het belangrijk dat partners en instituten met kennis over dieren in 2020 nog een groot gedeelte van de opgevangen dieren een zwerfdier worden betrokken bij het formuleren van meetbare resultaten en passende (zie bijlage 2: 36% hond, 55% kat, 62% konijn). Wegens veiligheid voor het TE D43 dier en voorkomen van overlast voor de inwoners is het wenselijk om dit te gaan wordt in Q4 aan de gemeenteraad aangenoden. Indien er bij patroon nog sterker te doorbreken. Om dit te kunnen is meer zicht nodig het toekomstig bestuur (2023) draagvlak is om die mogelijkheden uit op de oorzaken, op wat effectiever is en hoe wij hier als keten iets in kunnen te werken, wordt een uitvoeringsprogramma uitgewerkt. Voor de door- betekenen (wie doet wat en wanneer, hoe kan de missie worden ingebed voering van implementatie, inrichting en beheer van dit programma zijn in bedrijfsvoering, hoe kan slimmer van elkaars expertise gebruik worden structureel extra middelen nodig gemaakt, etc.). Door toe te werken naar gezamenlijk eigenaarschap op de B Kinderboerderijen; de gemeente blijft in gesprek over het verder beleidsambities en de beschikbare subsidies hieraan te verbinden, kan met uitwerken en verduurzamen van de afspraken over dierenwelzijn. Dit meer impact worden gehandeld. vergt een integrale aanpak waarbij beleidsharmonisatie en subsidies ondersteunend kunnen zijn. ADAM: Doordat de regeling goed wordt 6 Borg passende budgetten voor het waarmaken van de ambities benut en de effecten als positief worden ervaren, is het wenselijk om de De afgelopen jaren is ingezet op het realiseren van acties op gezelschaps- regeling te continueren. Gelet op de hoge werkdruk (p.11) in combinatie dieren, vrijlevende dieren en dieren voor ontspanning, sport en recreatie. Er met dat de regeling financieel achterloopt op de indexatie van de stan- zijn acties die doorlopend zijn geworden, terwijl de middelen daarvoor per daard kosten, kan worden overwogen om de mogelijkheid tot indexering 2023 aflopen. Denk aan kinderboerderijen, tegengaan jacht en voorlichting van vergoedingen te verkennen verantwoord houderschap. Blijvende aandacht hiervoor is belangrijk. Indien het een politieke wens is om het huidige niveau te minimaal te continueren, is het wenselijk om het huidige budget te borgen voor het behoud van capaciteit en projectkosten. Kijkend naar de financiële samenwerkingen in relatie tot de ambities lijkt het kansrijk om de volgende aspecten door te ontwikkelen: B Subsidies: Het is belangrijk dat de verdeling aansluit op de behoefte en de knelpunten die partners ondervinden. Denk aan sturing op knel- punten zoals afstandskosten, personele inzet en medische kosten. Daar is de huidige subsidieverdeling niet op aangepast. De visie op deze budgetten is daarmee toe aan herijking, die aansluit op de gezamen- lijke beleidsambities, monitoring van patronen, professionalisering en } communicatie-ambities. N B Jacht/afschot: Het onderzoek juridische mogelijkheden om jacht tegen - di TE D44 - Zsa p re En = 87 Î ‚2 : ge e ie p 5 3 Pd rd EN ' Dn a eN He be = Bd eN En br 3 N EN NS LR Á Kee NEN ® NN en ZN . SN SS nn N ke AS ' 5 e on. in pp | nen \ | ke ds m pes STe Á Ì Be es à Le” 3 Z LA Sn » nen Pe Mj NN u N AES it EE Wm <ó er Ea RS 7 ee 4 $ IN af be er fi P Ie ES … ME A A | Wiage 1: respondentenlijst Dr + Kd EN s Ri ee ee Bijlage 1: respondentenlijst Samenwerkingspartners Intern Politie incl. hondenbegeleiders Stadsdeel Noord Konijnenopvang Amivedi Stadsdeel Zuid Stichting OOPOEH Dierenambulance Stadsdeel Nieuw-West Dibevo Veilig Thuis Stadsdeel West Stichting wildopvang Toevlucht Raad voor Dierenaangelegenheden Stadsdeel Zuid-Oost Provincie Noord-Holland Dier en recht Stadsdeel Oost Duurzaam Fauna Advies Dierenbescherming Stadsdeel Centrum Staatsbosbeheer Stichting Amsterdamse Zwerfkatten GGD Amsterdam Waternet Dierenlot Adviseur Evenementenbureau Amsterdamse hengelsportvereniging Dierenopvang Amsterdam R&D ecologen Kinderboerderij Bijlmerweide, de Pijp, Loes voor dieren Ingenieursbureau ecologen de Werf en Zimmerhoeve namens alle kinderboerderijen Dierenvangnet Veiligheidsregio Amsterdam Landelijke Inspectiedienst Toezicht Handhaving Openbare Dierenwelzijn Ruimte ADAM: coördinator Armoede ADAM: dierenartspraktijken Verkeer & Openbare Ruimte Medisch Centrum voor Dieren Groen en Wegen Caressa dierenziekenhuis Boswachter Amsterdamse bos Stichting bevordering huisdierenwelzijn Vergunningen, Toezicht en Handhaving Dierenasiel Oostzaan Coördinator contract Artis Reptielenopvang Team basisvoorzieningen (Cs Fruittuin TE DT46 | ak Il ij a S rt l , | | Kin | | & Bijlage 2: grafieken | M ter context bij cijfers _ aen | he OTO il © fi k bii uf Bijlage 2: grafieken ter context bij cijfers Honden Katten Konijnen Ingekomen honden 2017-2020 Ingekomen katten 2017-2020 Ingekomen konijnen 2017-2020 300 300 2.250 200 225 1.500 150 100 750 75 0 0 0 2017 2018 2019 2020 2017 2018 2019 2020 2017 2018 2019 2020 B DOA B Dierenvangnet B Loes voor Dieren B DOA B Dierenvangnet B Loes voor Dieren B DOA B Konijnenopvang de Werf B Loes voor Dieren B Asiel (Noord) Oostzaan — SAZ Opvang honden 2017-2020 Opvang katten 2017-2020 Opvang konijnen 2017-2020 1.509 138 164 1.215 1.162 ae 112 — 120 me 998 9 oa 87 88 e 99 73 89 79 67 50 25 36 . 248 231 234 217187 68 50 67 4 3 0 0 2017 2018 2019 2020 2017 2018 2019 2020 2017 2018 2019 2020 B Zwerf MB Afstand MN Crisis Evaluatie Agenda Dieren 2021 48 - | NS: AN ne | S AN h EE A 4 Á 1 | en. nr KD Les Nt / Á | OAN iN O}j | | k Ts Ien NN p | Ee / PN id q RA J> Aen pi | En Oan Oe TA ij Ke SR OT VA 5 Ue Gr 7 NSS Ne \ 4 nn Gar \ ll Ì oe 5 RE Ee : 5 = en 4 L KN (OP hk IN mene Aen Jed N ee OEE Drin AE SH LD Dd ER DD SRV Dh & „Rr ams rj A p r 5 ar ee En — ik Ds € de ee eR \ A Se wt ì L 3 Z f id 4 WE f bs Wár - le À 4 NA sn , 1rS DN er \ Sef ee ne €” N id Ö k N k Je b re de : 8 t P aid md en A07 IN de lm AES SO, 4 De ROT Ze Te \ PND ie jr WE € \l A ed & ACE € LX den RAL Bijlage 3: Status voortgang ed [T\ da Di 2015-2021 OK: Le (Ne [-Ta le EMD] - 4 d Ff | vrek Si PS hin BNN AN à ALWZIG BAN ZNd ED en ANN hm | | hk € Fr ER EE De AN Te ee . . Bijlage 3: Status voortgang acties Agenda Dieren 2015-2021 Status acties Context over acties p.19 Dierenleed Toelichting: De dierenwelzijnspartners zoals opvang Groen is afgerond Bevindingen, toelichting, aanbevelingen wordt voorkomen en Dierenambulance vervoeren en vangen dieren Oranje verloopt goed en waar nodig tegen op om verder leed te voorkomen. Twee derde van of is een doorlopende opgetreden. de politie basisteams, heeft een taakaccenthouder actie geworden Dierenwelzijn aangesteld. Er vindt nog gesprek Rood is niet gelukt plaats over communicatie rondom bewustwording Ambities coalitieakkoord 2019-2022 Meldpunt 144. Wegens beperkte prioriteit op Structureel budget dierenwelzijn bij de politie en de interne visie op corporate communicatie, is communicatie nog niet 1 p.23 ADAM regeling Zie Hoofdstuk 2 p.11 tot stand gekomen. 2 | Dierenambulance Aanbeveling: continueren Aanbeveling: Specifiek voor optreden is het nodig subsidie dat dierenwelzijn meer prioriteit krijgt bij Handhaving . En Dn . en politie. Daarnaast kunnen we onze ogen en oren 3 Extra beleidscapaciteit ‚ Bevinding: mensen geworven, met zichtbaar effect op straat slimmer benutten (denk aan: havenmeester, op voortgang oppakken acties uit de agenda en gebiedsmakelaars, parkconciërges) ten behoeve bestuurlijk advies, . . van signalering. Wenselijk om intern te investeren in Aanbeveling: budget continueren om basistaken te verbeteren van signaleringsvaardigheid. continueren en koploperspositie te behouden : Te 6 | p.20 Verantwoorde Bevinding: Inspanning woog niet op tegen de Ambities Agenda Dieren, incidenteel budget verkoop van effecten. 4 | p.17 Uitdragen Toelichting: De stads brede voorlichting is niet tot huisdieren. Stimuleren gemeentelijk stand gekomen wegens praktische knelpunten, kwaliteit Dierenwinkels | Toelichting: Na intensieve actie uit 2018 is dit blijven dierenwelzijn inbedden in corporate visie. Echter is wel en afbouw verkoop van | liggen aangezien een selecte groep ondernemers toegewerkt naar voorlichting via partners, denk aan dieren zich voor het keurmerk inclusief her inspectie heeft subsidie via de Dierenbescherming voor de levering aangemeld en naar verwachting bleken de resultaten hiervan en het stimuleren van communicatie via van die ondernemingen goed te zijn. Hiermee partners. De gemeentelijk website en folder “Weet hebben we niet de ondernemers in beeld gekregen waar u aan begint” zijn in 2021 geactualiseerd in waar zorgen over waren. Tuincentra en bouwmarkten naar de laatste stijl en inhoudelijke inzichten en die dieren verkopen zijn 7 april 2017 via een brief onder de partners verspreid. Met diverse media- van wethouder dierenwelzijn verzocht hiermee te acties is voorlichting gegeven over dierenwelzijn. stoppen Aanbeveling: Er is meer zicht nodig op (impact op) Aanbeveling: in voorlichting over verantwoord doelgroepen. Budget wenselijk om hier onderzoek houderschap kan actief worden gestimuleerd om naar te laten doen. alleen bij ondernemers met keurmerk te kopen. TE 80 7 | p.20Verzoek aan Toelichting: Aan het Ministerie van Economische 10 | p.22 Gehouden Toelichting: Positieflijst heeft een tijd on-hold Rijksoverheid: verbod | Zaken is 15 februari 2017 gevraagd om beperkingen dieren zijn wettelijk gestaan en momenteel is deze nog niet geüpdatet. op verkoop van te stellen aan de verkoop van dieren in tuincentra en toegestaan en aan Daarom is actieve voorlichting hierover nog niet puppy's en kitten in bouwmarkten, zoals verkoop van kitten en puppy's. voorschriften wordt opgepakt. dierenwinkels. Samen met 35 andere gemeenten is 19 juni 2017 voldaan. aan de Vaste Kamercommissie EZ van de Tweede 11 | p.23 Honden en Zie hoofdstuk 2 p.12 Kamer gevraagd zich in te zetten voor een verbod. katten hebben een Het verzoek heeft niet geleid tot een verbod. chipregistratie 8 |p.21 Toelichting: De gemeente heeft de dierenwinkels 12 | p. 25 Hondenlosloop- | Zie hoofdstuk 2 p.13 Dierverkooppunten per brief van 14 september 2017 gevraagd om gebieden helpen bij het klanten die een huisdier willen aanschaffen erop te herplaatsen van dieren « wijzen dat ze dat het beste kunnen doen bij een van 13 _p.25 Bijtprotocol Zie hoofdstuk 2 p.14 uit opvangcentra. de opvangcentra, zodat ze daarmee zwerfdieren 14 \p.26-27 Zie hoofdstuk 2 p.17 en dieren waarvan afstand is gedaan helpen aan Kinderboerderijen een nieuw thuis. Bij één tuincentrum is een actieve samenwerking met de Werf tot stand gekomen. In — hoeverre de overige winkels hun klanten attenderen a pe 5 KO op aankoop via de opvangketen is onbekend. \ en n 8 == 9 \p.21 Verbod verkoop | Toelichting: De strekking van dit voorstel was op j Be KON id N levende warmbloedige wens van het college uitgebreid naar een algemeen en | dieren op markten. verbod op verkoop: bont, alle levende gewervelde, . ts geleedpotige dieren, koraal en naar opgezette n dieren. Het voorstel is in julii 2021 in het college en _ A ke _ Gy ne besproken en is besloten om het verbod alleen te ee ‘ 7 nn, Ns Ee laten gelden voor de bepaling uit het coalitieakkoord 8 & el … ee (bont, kreeften en krabben). Hiermee is dus niet het it. tn 4 Ean verbod op levende warmbloedige dieren gedekt. ehs , û ed EN In Q3 wordt het voorstel voor zes weken ter inspraak ®' = N voorgelegd en wordt de inspraak geanalyseerd, f à r nme) geduid en waar nodig verwerkt. t fì Aanbeveling: verkennen mogelijkheden om dit verbod uit te breiden naar terrasgevelverordening en informele afspraken met reguliere winkels. TE 91 15 | p.28 Artis; welzijn Toelichting: Het verbeteren van dierenwelzijn is 18 \p.30 Houders paarden «Toelichting: In 2017 zijn voor paardenkoetsen van dieren geborgd sinds 2019 in de resultaatafspraken opgenomen. De voldoen aan welzijns- | aanvullende voorschriften opgenomen in het en Artis houdt zich gemaakte resultaatafspraken lagen in het verlengde richtlijnen. Opstellen gemeentelijk uitvoeringsbeleid Alternatief aan de regels voor van waar Artis reeds mee bezig was. Denk aan: van nadere regels Personenvervoer. Voor het verkrijgen van een dierentuinen zoals meer natuurlijke habitat creëren, minder (soorten) in vergunningsvoor- vergunning om te mogen halteren met paard en opgenomen in het dieren, nabootsen samenstelling aan dieren, schriften wagen waren de welzijnsrichtlijnen voor paarden Besluit Houders van gedragsverrijking. van toepassing afkomstig uit de Gids voor Goede Dieren. Aan het behalen van de resultaatafspraken zijn geen Praktijken zoals opgesteld door de Sectorraad concrete deadlines gekoppeld. In april 2021 heeft Paarden. Sinds 1 april 2019 is het echter niet meer Artis laten weten dat de verblijven voor slingerapen, mogelijk om in aanmerking te komen voor een gibbons, sneeuwuilen en de olifantenstal zijn vergunning voor deze vorm van personenvervoer. vernieuwd. Het plan om de leeuwen over te plaatsen Op afroep mogen paardenkoetsen nog wel is niet gelukt, er was geen dierentuin die de leeuwen worden gehuurd, maar vallen daarmee buiten de kon opvangen. Hetplan om het leeuwenverblijf invloedssfeer van de gemeente. Het toezien op te vernieuwen wordt daarmee opnieuw actueel. dierenwelzijn is aan landelijke handhavingsinstanties. Financieel is dat echter nog niet mogelijk. Samen 19 | p.31 Geen ruimte in Zie hoofdstuk 2 p.22 met Artis, Blijdorp, wethouders van de betrokken b . nan Ran estemmingsplannen gemeenten, de provincies en het Rijk zijn in gesprek … . voor megastallen en over mogelijke oplossingen. niet-grondgebonden Covid-19 heeft financiële impact gehad op de dierhouderij - - ierhouderijen. bedrijfsvoering van Artis en het doorvoeren van de verbetermaatregelen. Gemeente Amsterdam is 20 p.31 Vergunningverle- Zie hoofstuk 2 p.22 hiervoor in gesprek met Ministerie LNV en OCW ning voor schuilstallen over verdeling van het tweede steunpakket. Het mogelijk maken (wijzi- ministerie heeft toegezegd de signalen van de gingsbevoegdheid en stadsdierentuinen Artis bij het verdelingsvoorstel ontheffing) mee te nemen. 16 | p.29 Terugdringen Zie hoofdstuk 2 p.16 evenementen met dieren 17 | p.29 Vergunningsvoor- | Zie hoofdstuk 2 p.16 waarden dierenwelzijn staan in Handboek Evenementen TEE D52 21 \p.33-33 Hereniging Toelichting: Het vergoedingensysteem is 23 \p.35 Goede regeling Toelichting: tussen huldiensten en Dierenambulance verloren huisdier met _\ gemoderniseerd door een penvoerderschap in van dierenwelzijn zijn afspraken vastgelegd over hoe bij rampen en eigenaar. Vergoedings- | te voeren voor de gehele opvangketen en een bij calamiteiten en crises met dieren om te gaan. Deze bieden een systematiek, keur- gezamenlijk budget vrij te stellen. Het organiseren rampen. Dierenwelzijn « basis. De lessons learned uit de overstromingen merk opvangcentra, van één registratiepunt bleek niet haalbaar en in het Regionaal în Limburg (juli 2021) hebben aanleiding geboden één registratiepunt zinvol want Amivedi en site van Dierenbescherming Crisisplan 2014-2018; ‘om de lokale afspraken waar nodig te actualiseren. en tegengaan van bleken reeds voldoende. Het keurmerk Met de Veiligheidsregio is afgesproken om de dumpen van kippen dierenopvang is alleen bij DOA geïmplementeerd. komende tijd sterker te verbinding op inzet rondom De standaardregels bleken niet geschikt voor vrijlevende dieren en het borgen van aansluiting kleinere organisaties die dieren bij particulieren op Dierenambulance bij operationele oefeningen. opvangen. Voor die organisaties zijn Amsterdamse Samen met de Veiligheidsregio wordt bezien of kwaliteitseisen voor de pleegadressen opgesteld het redden van vee kan worden opgenomen in de en commitment aan penvoerderschap door DOA. afspraken. Hiermee voldoen alle gesubsidieerde opvangen aan 24 | p.38 180 knelpunten Toelichting: 169 zijn in 2020 opgelost, van de de kwaliteitseisen. De Toevlucht heeft een door de in de ecologische resterende 11 is streven om 5 in 2021 op te Provincie afgegeven vergunning Kwaliteitsprotocol groenstructuur lossen en 6 in 2022. Deze 11 bleven resterend Opvang van vogels en wilde dieren. Afsluitend zijn opgelost vóór 2020. wegens andere positie binnen eigendomsrecht, er in 2017 afspraken gemaakt over de opvang van bestemmingsplan wijzigen of noodzaak tot passend gedumpte kippen waarvoor een kippenopvang is budget. gerealiseerd. 22 \ P34 Zwerfdieren, Vervoer en opvang van dieren via subsidie belegd Aanbeveling: Budget nodig om te voorkomen dat er gewonde of bij Dierenambulance, penvoerderschap DOA voor nieuwe knelpunten bijkomen. Nodige vervolgacties: hulpbehoevende opvangketen en Wildopvang de Toevlucht voorlichting over inzichten, tijdig aanhaken bij vrijlevende dieren projecten en doorlopend signalen inventariseren vervoerd naar een zoals ecologische knelpunten als gevolg van licht- en opvangcentrum geluidsoverlast. TE 99 25 \p.38 Opvangen en Toelichting: Met financiering vanuit Dierenwelzijn 27 \p.38 Gedragscode Toelichting: De gedragscode is aangepast aan de weghalen van harde zijn natuurlijke oevers aangelegd in het Amstelpark, wordt geëvalueerd en Wet natuurbescherming en is 1 oktober 2017 ter beschoeiingen langs Gijsbrecht van Aemstelpark, Sarphatipark, langs de waar nodig aangepast. | instemming voorgelegd aan de Rijksdienst voor waterpartijen Weespertrekvaart en zal dat ook worden gedaan Ondernemend Nederland. Daarnaast is in 2019 een bij Centrumeiland IJburg. In 2021 wordt een handleiding geschreven als uitwerking van deze quick-scan gedaan naar geschikte locaties voor gedragscode. In 2020 is de Landelijke gedragscode natuurvriendelijke oevers en worden globale kosten voor alle gemeenten van kracht gegaan gekomen. geraamd. Hierop wordt in 2021 een aanvulling voor Amsterdam geschreven en voorgelegd aan de Aanbeveling: Op basis van de quick-scan kan de gemeenteraad, zodat de voor Amsterdam specifieke raad middelen vrijmaken voor het aanleggen van soorten ook goed beschermd worden. natuurvriendelijke oevers. 28 | p.38 De gemeente Toelichting: In samenwerking met de 26 | p.38 Inventariseren Toelichting: Er is advies gegeven om natuur neemt initiatief waterbeheerders en de Amsterdamse effectieve maatregelen | inclusief bouwen als voorwaarde op te nemen in de richting andere Hengelvereniging is in 2019 een vissterfteprotocol bevorderen natuur tendersysthematiek. Hierbij is een puntensysteem waterbeheerders opgesteld. Dit protocol is ter kennisname naar de inclusief bouwen. ontwikkeld die wordt gehanteerd voor nieuwbouw. om een gezamenlijk raadscommissie Wonen en Bouwen van 25 maart Voor transformatiegebieden en renovatie bestaat vissterfteprotocol op te 2020 gestuurd. In het najaar 2021 wordt dit protocol nog geen standaardformat. Die wordt geborgd in stellen. geëvalueerd en waar nodig aangepast. het Omgevingsplan- en programma. Aanbeveling: kans om aan te sluiten op het Aanbeveling: Om ad-hoc toepassing te voorkomen, draaiboek Botulisme dat in Q2 is afgerond, wordt in samenwerking met BZK en LNV, verkend toewerken naar één protocol. om in te zetten op integrale omgevingswaarden 29 \ p.38 Nagaan of Toelichting: Deze actie is in 2017 uitgezocht. zoals biodiversiteit, gezondheid en klimaat adaptief. pachtovereenkomsten | Uitvoering bleek niet nodig, want de populaties van weidegebieden leken stabiel. aangepast moeten worden om Aanbeveling: De gemeente erkent de dreiging weidevogels optimaal | van monocultuur zoals grondwaterstand op de te beschermen. populatie van weidevogels. Bij herziening van (afgelopen/lopende) pachtovereenkomsten, lijkt het een opportuun moment om de noodzaak voor weidevogels te herbezien en het liefst vanuit het opheffen monocultuur. TE 94 30 | p.38 In het nieuwe Toelichting: In 2018 is in het Verlichtingsplan 33 | p.41 Beschermde Toelichting: Vergunningverleners hebben in de Verlichtingsplan voor _\ Amsterdam een paragraaf opgenomen waarin dieren noodzakelijk periode 2016-2017 instructies gekregen over de Amsterdam worden aandacht wordt besteed aan maatregelen om beschermen. geldende regelgeving. Daarnaast is een handleiding negatieve effecten de negatieve effecten van licht voor dieren te Vergunninverleners VTH Wet natuurbescherming ontwikkeld als extra van licht(vervuiling) minimaliseren. instructies geven over | handvat. op vrijlevende regelgeving dieren in ecologisch Aanbeveling: Ondanks minimalisatie in 2018, zien Aanbeveling: Bij een aantal stadsdelen is het waardevolle gebieden we in een aantal ecologische- en groengebieden wenselijk om deze instructies te herhalen, met name geminimaliseerd. een grote lichtbelasting. Hierdoor ontstaan omdat de ecologen niet altijd vroegtijdig worden ecologische knelpunten die om oplossingen vragen. betrokken (quickscan) en soms vergunningen Aanbevolen wordt deze knelpunten in kaart te worden verstrekt terwijl er geregistreerde brengen en oplossingen hiervoor te zoeken en uit te nesten aanwezig zijn. Ondanks dat de aanvrager voeren. verantwoordelijk is voor een juiste toepassing, heeft 31 \ p.38 Diervriendelijke Toelichting: Het aantal kolken is van 50 naar de gemeente ook een verantwoordelijkheid in het alternatieven van 5 terug gebracht. In het Beleidskader van de kader van preventie en voorlichting (algemene straatkolken bij Puccinimethode wordt rekening gehouden zorgplicht). herinrichting van met diervriendelijke straatkolken. In de in wegen in ecologisch 2018 vastgestelde handboeken “Rood” met waardevolle gebieden \ materiaalkeuzevoorschriften worden bepaalde typen f / straatkolken voorgeschreven. / 32 \ p. 39 Stimuleren dat Toelichting: In een stads brede campagne zijn p 4 0 rg / vrijwilligers eigen vrijwilligers voor het monitoren van vlinderroutes Ws. observaties registreren ‚ opgeroepen, getraind en begeleid. Deze vrijwilligers „4 h } kh via onder andere: geven de data door aan de Vlinderstichting. me Jy Ô t telmee.nl en maps. Vooralsnog gaat dit om een incidentele campagne. e pn í 6 Ai p amsterdam.nl. Er is momenteel geen capaciteit om langdurig f b í af Hd : vrijwilligers te werven en begeleiden. Afsluitend is er le id” ' vanuit communicatie ook aandacht besteed aan het WTA A E stimuleren, bijvoorbeeld tijdens de vogelteldag. en TE 99 34 | Beschermde dier- Toelichting: de wettelijk beschermde leefomgeving 35 | p.41 Beschermde Toelichting: In 2018 hebben de ecologen diverse soorten noodzakelijk van de huismus en gierzwaluw is in kaart gebracht dieren noodzakelijk gesprekken met externen gevoerd, ook met het beschermen. Stads- en een deel van de habitat van vleermuizen. Voor beschermen. doel om elkaars data te kunnen koppelen. De breed experiment alle drie diersoorten geldt dat jaarlijks een deel van Stimuleren dat gesprekken hebben indertijd niet geleid tot een met integreren de stad wordt gemeten. De actuele informatie is te externen die niet besluit. Recent hebben enkele partners aangegeven onderzoeksgegevens | vinden op www.maps.amsterdam.nl. Voedselaanbod aangesloten zijn bij hier alsnog interesse in te hebben. Echter is er gebouwbewonende is noodzakelijke factor om nestkasten te laten de gemeentelijke wegens de huidige prioriteiten onvoldoende diersoorten(gierzwa- werken. Effecten van natuur inclusief bouwen is gedragscode capaciteit beschikbaar om hier in op te trekken. luwen, huismussen en | stads breed nog te recent om effect te zien. Op Flora- en faunawet, vleermuizen in (WABO) | gebiedsniveau zien we wel positieve signalen. aansluiten of een in vergunningssys- Nog geen zicht op welke factoren direct hebben eigen gedragscode te temen stadsdelen. bijgedragen aan succes van de kasten. Binnen ontwikkelen. het huidige VTH-stelsel is de bescherming van 36 \ p.42 Ontmoedigen / Toelichting: In het evenementenbeleid is in 2018 het deze soorten niet waterdicht. De onderzoeksdata voorkomen van het verbod op oplaten opgenomen. Bij de publicatie van lijkt niet te kunnen worden gekoppeld aan het oplaten van ballonnen dit evenementenbeleid is vanuit communicatie extra omgevingswetprogramma Powerbrowser en bovenal en wensballonnen aandacht gegeven aan de negatieve effecten van heeft dierenwelzijn geen prioriteit en passende het oplaten van ballonnen en wensballonnen. middelen bij VTH. 37 \p. 43 Geen gebruik Toelichting: Sinds 2020 geldt een algemeen Aanbeveling: voer een pilot uit met van vuurwerk vuurwerkverbod voor particulieren. Daarnaast is in soortenmanagementplannen voor de huismus, (onevenredige de APV geregeld dat afsteken van vuurwerk rondom gierzwaluw en vleermuizen in samenwerking met verstoring van kwetsbare locaties is verboden. Dit verbod geldt de Provincie Noord-Holland. Hiervoor is momenteel broedende vrijlevende | voor commerciële vuurwerkshows. nog geen capaciteit. De kosten die hiermee dieren). Indien nodig gepaard gaan, moeten geraamd worden. Voor het aanpassen APV. Aanbeveling: Er kan worden overwogen om de gierzwaluwonderzoek is jaarlijks €30.000 nodig om grote vuurwerkshow (oud en nieuw) te vervangen de inventarisatie actueel te houden. Aanvullend is door een lichtshow inzet nulmeting Weesp voor 2022 gewenst TE 96 38 \p. 43 Inzichtelijk maken \ Toelichting: In de gemeenteraad van 6 februari 40 \ p.45 Opvang Toelichting: De wildopvang is geborgd via wat ecologische 2018 is het evenementenbeleid vastgesteld. Daarin hulpbehoevende subsidie aan Stichting Wildopvang de Toevlucht. gevolgen zijn van wordt voor flora en fauna in parken een door vrijlevende vogels en In 2020 is de Toevlucht financieel/capacitair in evenementen. de aanvrager uit te laten voeren scan verplicht zoogdieren nood gekomen, hiervoor is eenmalig €15.000 gesteld. Historische basisgegevens worden door uit de calamiteitensubsidiepot ter beschikking de gemeente beschikbaar gesteld. Voor groen gesteld. Tot op heden kampt de Toevlucht met en bodem worden per locatieprofiel maatregelen onderbezetting, voornamelijk wegens een landelijk voorgesteld. Aanvullend wordt een voor-tussen- en te tekort aan opgeleide mensen, hoge werkdruk, naschouw gedaan. beperkte inwerktijd en beperkte salariëring. Via een Momenteel (2021) loopt een onderzoek naar noodbrief aan oud-wethouder Ivens (maart 2021) het broedsucces van vogels en vleermuizen op heeft de Toevlucht kenbaar gemaakt dat door de evenementenlocaties, om het effect van de covid-19 aanhoudende onderbezetting de bedrijfsvoering maatregelen op evenementen te meten. (boekhouding, professionalisering, fondsen werven 39 | p.44 Voorkomen Toelichting: In de zomer 2021 is gestart met het en relatieonderhoud) en de structurele financiele van dierenleed formuleren van een draaiboek voorkomen van gezondheid onder druk staan, De Toevlucht heeft door extreme dierenleed door extreme weersomstandigheden, de gemeente verzocht om hier financieel aan weersomstandigheden |‘ zowel voor kou als voor droogte/hitte. Hierin geeft tegenmoet te komen. Momenteel wordt verkend door ecologisch advies | Amsterdam ecologisch advies en wordt toegewerkt welke afspraken er nodig zijn om de subsidie voor en ondersteuning naar communicatie voor inwoners (als zijnde 2022 passender m te richten. Indien aanvullend vrijwilligers vrijwilligers)Naar verwachting is deze eind Q4 2021 subsidiebudget nodig is, dient dit via een plan afgerond. inzichtelijk te worden gemaakt. 41 | p. 46 Verantwoorde Zie hoofdstuk 2 p.16 sportvisserij 42 \p. 47 Geen plezierjacht | Zie hoofdstuk 2 p.20 43 | p. 47 Alternatieven Zie hoofdstuk 2 p.20 voor afschot in kader van schadebestrijding en faunabeheer. TE 97 44 | p.49 Dierenleed bij Zie hoofdstuk 2 p.21 47 | Juridische middelen Zie hoofdstuk 2 p.20 overlast gevende om jacht tegen te dieren voorkomen gaan. door aanpak van de 48 \ Verbod verkoop van ldem aan actie 9 bron (voedsel en bont, levende kreeften leefgebied) en krabben op de 45 | p.54 Handhavers Toelichting: Dierenwelzijn was in 2017-2018 prioriteit markt. worden ingezet en deze is uiteindelijk geschrapt als prioriteit. In 49 Continue communi- Toelichting: per 1 oktober 2019 is een voor de aanpak 2018 is een video gemaakt voor Boa's met tips, deze catie dierenwelzijnsbe- | communicatiemedewerker (deeltijd) van dierenleed. is sinds het schrapen als prioriteit niet meer onder leid door gemeentelijk | aangesteld die het hele jaar over verschillende de aandacht gekomen. com-municatiemede- | dierenwelzijnsonderwerpen (zowel over gehouden werker. als vrijlevende dieren) communiceert. Aanbeveling: Dierenwelzijn opnieuw als prioriteit opnemen. Onze Boa's zijn de ogen en oren op straat 50 |De gemeentelijke Zie hoofdstuk 2 p.17 en hiermee kans om tijdig te signaleren en deze te kinderboerderijen adresseren bij 144. krijgen extra geld voor achterstallig Ambities Coalitieakkoord 2018-2022 (incidenteel) onderhoud, 46 | Inrichten meldpunt Toelichting: Het inrichten van een meldpunt bleek het opleiden van Dierenmishandeling niet waardevol. De gemeente heeft namelijk geen personeel en betere en versterken van de handhavingsgrond. Een eventueel gemeentelijk brandveiligheid. samenwerking met meldpunt kan de meldingen dus alleen maar 51 De uitlaat en Zie hoofdstuk 2 p.13 dierenwelzijnspartijen doorgeven aan 144 van de politie. Bovenal voorziet losloopgebieden en politie. de lokale politie geen gelegenheid om prioriteit te voor honden worden geven aan 144-meldingen. aangepast en verbeterd, er wordt Aanbeveling: investeer in de signaleringsvaardigheid gekeken naar de van de collega's die direct met inwoners en dieren mogelijkheden voor in contact staan (Boa's, groenvoorziening, KCC). meer uitlaat- en Hiermee kan de gemeente waar nodig het landelijk losloopgebieden. meldpunt 144 voorzien van signalen. Doel is om bewustwording te genereren en tips te geven over 22 | Het programma Zie hoofdstuk 2 p.21 hoe je signalen herkent Overlast gevende Dieren wordt voortgezet. TE 98 Ne BE Lp 5 jha. Vs àl Ee Ne rk nd DE . _ _ en Í e ne _ Nm nn ee | Ni n 4 Fe Lj en | Ì | EN a Be EEN ed mm A ct ( BORED VUE Eee ‘ COLOFON Kn | | Evaluatie Agenda Dieren "Een diervriendelijk Amsterdam” pt A ES 3 ss: BOSS: 1 november 2021 se ER £ PP ed kb College Burgemeester en Wethouders: 16 november 2021 el, (d Kd RE te Commissie Wonen en Bouwen: 15 december 2021 p NN an TOP Tekst en redactie: Gemeente Amsterdam, Ruimte en Duurzaamheid et dk Ri he Rs S, SS Te . Ln . \ Ki id kn et en GSA Fotografie: Foto's zijn afkomstig van de beeldbank Amsterdam Ie’ à kh \ ee Pi RT Nee Ne PELT e of uit eigen collectie. Bee Ln n Ah d Ä EE eee Vormgeving: Vorm de Stad si IN el WE ee Met dank aan alle partners en collega’s van gemeentelijke onderdelen die h ze de DS A rein N ne derd bijdroegen aan de totstandkoming van deze evaluatie en voor hun bijdrage KS te es Ee aan een diervriendelijk Amsterdam. AE ben ee | ete DE TT 59 | ee Pi de 4 E es 4 5 Dr , DK B | dl Ke 5 EE B ke í TA B ZE ie IWASE an ANMZEL Mg he mata: AD LN EA re Pel } RN Ae A 5 zl PON z De \ | | l | NER Pr 2 BENEN N WOOD AU a 5 ll | Ô Jo Ad An HEL Jt MICRON OE SADE s Kl | 4 REEN, hl Ap A BN Jt ON hj SPEED VOM 1 | | } in ie AN 4 re En) HORN REA il. Al Rol AM BEE Hora TD | | | | 0 zE A Oo dj oen RN Es AT A6 Mee er f | 0 ARE Ve MELD BETONEN nt UREN GRE EREn AL PEA A OE e p DR r £ AE An har di i ng cad od # es 4 wi) is É Diks 4 en ds re Pe, A TA Oe LN f, RE PN JS NA vj 4E fn ARD RA embed EAR TL, À ld Ea „Af OE hl En EAN he BRD zi sj A ad zi DE EA Hg 5 RE f 5 Te re. lek. \ 5 Es 4 bte be ik hj ed AARS fi 8 el k, Shi 5 MT, es) jk if /f í > Wie, er ed vi J Bh KAN 5 \ ih Dt We ho Je À Ä Pi Ee Ln 5 E ie fs: a A Ef AD jie Ap WEA nh jee ENZ An LA dl Rr OM (04 ge de el bi ijk 4 aft di 4 Ä en af El Ee ON, Bn 7, PE Ss Zin 45 EEN 1 A 2 je. El wiki VEA le deed Frl a, 1 ene An RES kde PE ee Epi EN Kd AE Lev lj dl Ke REU EEE PADS EL id PA ADEN LOE a da AEN tn, 5 EREN Hek ee AE d À VNT hOg BE 14 AD zei, Ween nd 5 Bd ne A EE le cn pn RD ISN DR DAAGS NEN Bte, g RAS ik 7 Se 0 OR Ad dh “AED rr dlp eh Bt Pael gl ad (mn. We atd Abd 4 ie JAN rl en Nn Ee Ar LG de dhl bd Zo Sr ln OE AA ARE ede A Le tt Ee Een, Jbl Pa Lt 8 A K PN er A ee en EE cd ee, Ar AT #8 Wor STE ed â Re 8 Ede de NE dn PE Lr rl PE MEE | BP, PE eid es ‚x bed nk f ar CAR Gh ER WED GLD EUS DT RE NTL EE nie a MEUIP AC RA 9 hk eee tad OUTE Enter ded Ee si, EN war) ee 7 raid nt”, Alas! Vl pd’ kee nn de PE oer pe EA, IN EE ne ee en sande PE 4 LR TE Rd of TP Eh PA n arte ML td yin De ANS ir REN bn eri nk es ss ek ne een 1 eg En Ee vd TP (STA IS oe ke, a de ERR 4 5 ft Ër oe en Se | Dea 8 © ; | En dE OREN Sn ae PT ENE es ye vo) We EA PV Vi Ti APEL ig Li Ee Ee ee NS, MD vd est Di tee 4 Pen ES et Te le „e Ei te & EW { in Ee bss 10 ee helt, Pr ak EA Rd, ern ie rn ET re ke k â a er T Dd er Dn (- SE ad 5 6 A » Pe A. ml „4 : K E ni bi | de bind in rk Sen p Rt E- ee -, SAN EK fe Pr a Sed r UR Sk Wie DOE tE Ee rde SANS $ En ° jad Dn he Tiet e Ei Ear u, » LE ed Mr j 4 F4 : EN ed Tel Ne BA att eed pr at b Ves elk 5 ii jm et ksa | 6 a vr t p. Ran Pe) es | kts | | 0 2 be te mn u. hann Eh bend N | Ì na Ree Se KE jd En € rkan b, } - PAS en Fr ern | | [ | | - | hf n x e ' WR en) , 4 & We Ed FE EE Dn & d
Onderzoeksrapport
61
train
x Gemeente Amsterdam F l N % Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Bedrijfsvoering, P&O en Inkoop % Gewijzigde agenda, donderdag 20 november 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Bedrijfsvoering, P&O en Inkoop Tijd 13:30 tot 17:00 uur en eventueel van 19:30 tot 22:30 uur Locatie De Rooszaal Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _Conceptverslagen van de openbare vergadering van de commissie Financiën (FIN) van 29.10.2014 en 30.10.2014 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieFIN@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille 6 TKN-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam F l N Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Bedrijfsvoering, P&O en Inkoop Gewijzigde agenda, donderdag 20 november 2014 3 Decentralisaties 11 Voortgangsrappportage risicomanagement 3D Nr. BD2014-010352 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De commissies WE, JC en ZS alsmede de wethouders Kukenheim, Van der Burg en Vliegenthart zijn hierbij uitgenodigd. Personeel en Organisatie 12 Beantwoording vragen cie FIN d.d. 25 september 2014 inzake rapportage externe inhuur Nr. BD2014-011431 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid de heer Boutkan (PvdA). e Was TKN 5 in de vergadering van 30.10.2014, 13 Wethoudersnorm 2013 Nr. BD2014-005566 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Financiën 14 Aanwijzen systeemreserves, overige bestemmingsreserves en voorzieningen bestuurscommissies Nr. BD2014-009427 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 26 november 2014). 15 Voortgang Amsterdams Financieel Systeem Nr. BD2014-011603 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Waterbeheer 16 Verordening tot wijziging van de verordening op het binnenwater 2010 Nr. BD2014-009773 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 26 november 2014). 17 Stand van zaken uitvoering moties Nota Varen 2.1 Nr. BD2014-011429 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw De Heer (PvdA). e Was TKN 3 in de vergadering van 30.10.2014. 2 Gemeente Amsterdam F l N Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Bedrijfsvoering, P&O en Inkoop Gewijzigde agenda, donderdag 20 november 2014 TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN Waterbeheer 18 Stand van zaken verschoning vloot Waternet Nr. BD2014-011428 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid de heer Groen (GrLi). e Was TKN 2 in de vergadering van 30.10.2014. Financiën 19 Dashboard herstelactie Woonkostenbijdrage 3e kwartaal 2014 Nr. BD2014- 012033 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Was oorspronkelijk TKN 5. Gemeentelijk Vastgoed 20 Gunning Felix Meritis Nr. BD2014-011780 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De commissie JC is hierbij uitgenodigd. 3
Agenda
3
discard
VN2022-007886 Tijdelijke Al Raad issi Ingenieursbureau > 4 Gemeente ijdelijke Algemene Raadscommissie TAR % Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 21 Datum besluit Besluit College - 8 maart 2022 Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst Zaanstad / Amsterdam en volmacht van Zaanstad aan Adam, voor aanleg beweegbare brug langzaam verkeer over Zijkanaal H, incl. aansl. fietspad van brug tot Sluispolderweg (gem Zaanstad) en van brug tot Toetsenbordweg (gem. Adam). De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van: * Het akkoord dat het college op 8 maart jl. heeft gegeven op de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Zaanstad en Amsterdam en de volmacht van Zaanstad aan Amsterdam, voor de aanleg van een beweegbare brug voor langzaam verkeer over Zijkanaal H, inclusief een aansluitend fietspad van de brug tot de Sluispolderweg (gemeente Zaanstad) en een aansluitend fietspad van de brug tot de Toetsenbordweg (gemeente Amsterdam). Tevens heeft de burgemeester akkoord gegeven op de ondertekening van beide stukken door wethouder De Vries. Zie bijgevoegd de collegevoordracht. e De ondertekening op 10 maart jl. door wethouder Slegers (Bereikbaarheid en Mobiliteit, Zaanstad) en wethouder De Vries, van de samenwerkingsovereenkomst tussen Zaanstad en Amsterdam en de volmacht van Zaanstad aan Amsterdam voor het ‘trekkerschap’ van de uitvoering van het project. e Het persbericht, dat naar aanleiding van de ondertekening op 10 maart jl. is vitgebracht door de gemeente Amsterdam. Zie bijgevoegd. Dit persbericht is via de dagmail van 14, maart jl. verzonden. Wettelijke grondslag Artikel 169 Gemeentewet 1. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2). 2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond 1. Gemeenteraad Amsterdam 6 oktober 2021: vitvoeringsbesluit vastgesteld voor de aanleg van een beweegbare brug voor langzaam verkeer over Zijkanaal H, inclusief een aansluitend fietspad van de brug tot de Sluispolderweg (gemeente Zaanstad) en een aansluitend fietspad van de brug tot de Toetsenbordweg (gemeente Amsterdam). 2. Gemeenteraad Zaanstad 9 november 2021: akkoord met ophoging krediet voor de aanleg van een beweegbare brug voor langzaam verkeer over Zijkanaal H, inclusief een aansluitend fietspad van de brug tot de Sluispolderweg (gemeente Zaanstad) en een aansluitend fietspad van de brug tot de Toetsenbordweg (gemeente Amsterdam). 3. College van B&W Zaanstad 1 maart 2022: akkoord op samenwerkingsovereenkomst Zaanstad en Amsterdam en op volmacht van Zaanstad aan Amsterdam en akkoord burgemeester op ondertekening door wethouder Bereikbaarheid en Mobiliteit, voor de uitvoering van de aanleg van een beweegbare brug voor langzaam verkeer over Zijkanaal H, Gegenereerd: vl.13 1 VN2022-007886 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Ingenieursbureau 9 Amsterdam Jee 9 TAR % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming inclusief een aansluitend fietspad van de brug tot de Sluispolderweg (gemeente Zaanstad) en een aansluitend fietspad van de brug tot de Toetsenbordweg (gemeente Amsterdam). 4. College van B&W Amsterdam 8 maart 2022: akkoord op samenwerkingsovereenkomst Zaanstad en Amsterdam en volmacht van Zaanstad aan Amsterdam en ondertekening door wethouder Verkeer en Vervoer, voor de uitvoering van de aanleg van een beweegbare brug voor langzaam verkeer over Zijkanaal H, inclusief een aansluitend fietspad van de brug tot de Sluispolderweg (gemeente Zaanstad) en een aansluitend fietspad van de brug tot de Toetsenbordweg (gemeente Amsterdam). 5. Wethouder Slegers (Zaanstad) en wethouder De Vries (Amsterdam) 10 maart 2022: ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst Zaanstad en Amsterdam en volmacht van Zaanstad aan Amsterdam, voor de uitvoering van de aanleg van een beweegbare brug voor langzaam verkeer over Zijkanaal H, inclusief een aansluitend fietspad van de brug tot de Sluispolderweg (gemeente Zaanstad) en een aansluitend fietspad van de brug tot de Toetsenbordweg (gemeente Amsterdam). Reden bespreking Uitkomsten extern advies Participatie Vanaf december 2019 zijn via persoonlijk overleg met de direct belanghebbenden binnen en rond het projectgebied de ontwikkelingen van het project besproken. Deze partijen staan positief tegenover de aanleg van de brug en de fietspaden. Het gaat hierbij om: e De woonbootbewoners aan het Zijkanaal H‚ met hierbij aangesloten: de Fietsersbond * Firma Benecke, een watergebonden bedrijf met belang bij een beweegbare brug * De Chopperclub Nederland e Scheepswerf Borsch * CVB Ecologistics * Rijkswaterstaat/De Coentunnel Company Daarnaast heeft participatie plaatsgevonden rond de bestemmingsplannen van beide gemeenten, waar de brug en de fietspaden onderdeel van zijn (Bestemmingsplan Eerste partiële herziening Achtersluispolder — Bedrijven Zuid, d.d. 25-09-2014 en Bestemmingsplan Noorder IJplas, d.d. 20-06-2013). Tevens heeft inspraak plaatsgevonden op het ‘Ruimtelijk Toetsingskader Noorder IJplas' (besluit gemeenteraad april 2021), waarin de fietsroute nadrukkelijk onderdeel was (zowel op papier als ook op informatiebijeenkomsten). Actuele punten Er is zorg vanuit de woonbootbewoners van Zijkanaal H‚ met betrekking tot mogelijke sociale onveiligheid die kan ontstaan na ingebruikname van de route. Dit vanwege huidige sociale overlast in de Achtersluispolder (bedrijven- en industrieterrein Zaanstad). Dit zou zich kunnen verplaatsen richting de Zijkanaal H-weg, waar de woonboten aan liggen en naar het Noorder IJplasgebied. Dit is op 28 februari 2021 ook besproken met portefeuillehouder Saskia Groenewoud, stadsdeel Noord. Het betreffende gebiedsteam is op de hoogte en houdt evenals het projectteam, goed contact met de woonbootbewoners hierover. Daarnaast was de vraag vanuit de woonbootbewoners (het aanspeekpunt voor het projectteam is hun werkgroep Brug) om, zoals vanuit het projectteam beloofd, het laatste ontwerp voor aanbesteding in te zien. Dit is een technische uitwerking van het schetsontwerp, waar het college op 24 augustus 2021 mee heeft ingestemd. Op 11 februari 2022 is dit technisch ontwerp ter kennisname Gegenereerd: vl.13 2 VN2022-007886 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Ingenieursbureau 9 Amsterdam % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming besproken met de woonbootbewoners. Ook de ingebrachte punten van de woonbootbewoners voor het eerdere schetsontwerp, die grotendeels zijn gehonoreerd, zijn ter kennisname besproken en door de woonbootbewoners geaccordeerd. Geheimhouding nvt Uitgenodigde andere raadscommissies nvt Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nvt Welke stukken treft v aan? B -15 Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit (40) oo Voordracht Vaststellen AD2022-029449 %U2018Sa.pdf (pdf) AD2022-029448 | Persbericht Nieuwe brug verbindt Amsterdam en Zaanstad. pdf (pdf) AD2022-027348 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Verkeer en Openbare Ruimte, Jan-Willem Sluyters, 06-12963312, j.sluyters@ amsterdam.nl Gegenereerd: vl.13 3
Voordracht
3
discard
X Gemeente Amsterdam AZ % Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en x Raadsaangelegenheden Gewijzigde Agenda, donderdag 2 maart 2017 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur Locatie De Raadzaal, Stadhuis Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen e De commissievergadering begint met een prestentatie van het Nationaal Comité 4 en 5 mei door de heer J. Cohen. 3 Vaststelling agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ, d.d. 2 februari 2017 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieAZ @raadsgriffie.amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam AZ Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Gewijzigde Agenda, donderdag 2 maart 2017 5 Termijnagenda, per portefeuille Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar 6 _Tkn-lijst 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 8a Actualiteiten raadsleden e Actualiteit van het lid Mbarki (PvdA) inzake de noodkreet hoofdcommissaris extra politieagenten. 9 Actualiteiten Burgemeester 10 Rondvraag Openbare Orde en Veiligheid 11 voortgang aanpak radicalisering en polarisatie Nr. BD2017-002097 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 12 Effectmonitor Top600 & Halfjaarmonitor Top400 Nr. BD2017-001908 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e _Deleden van de raadscommissies JC en ZS zijn hierbij uitgenodigd 13 Eindresultaten mystery guest onderzoek transparant deurbeleid in de horeca Nr. BD2017-000971 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 2 Gemeente Amsterdam AZ Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Gewijzigde Agenda, donderdag 2 maart 2017 Communicatie 14 Evaluatie EuroPride Nr. BD2017-001731 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het lid Vroege (D66) e Was Tkn 6 in de raadscommissie AZ, d.d. 2 februari 2017 e Voorgesteld wordt om dit gevoegd te behandelen met agendapunten 15, 16 en 18 15 Reacties comite woonboten Prinsengracht en wijkcentrum d'oude Stadt op evaluatie canal parade en Europride 2016. Nr. BD2017-002153 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Voorgesteld wordt om dit gevoegd te behandelen met agendapunten 14, 16 en 18 16 Beantwoording raadsadres inzake verplaatsing botenparade GayPride Nr. BD2017-001 730 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het lid Vroege (D66) e Was Tkn 4 in de raadscommissie AZ, d.d. 2 februari 2017 e De raadsadressant is hierbij uitgenodigd e Voorgesteld wordt om dit gevoegd te behandelen met agendapunten 14, 15 en 18 Juridische Zaken 17 Raadsvoordracht inzake besluit over toelaatbaarheid Volksinitiatief Bas Bewust Beleid. Nr. BD2017-002091 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 maart 2017) e _ De indieners van het Volksinitiatief zijn hierbij uitgenodigd TOEGEVOEGD AGENDAPUNT Communicatie 18 Raadsadres van het Comité Woonboten Prinsengracht en het Comité Walbewoners Prinsengracht van 9 februari 2017 inzake de reactie op de beantwoording van hun raadsadres van 3 oktober 2016 over de verplaatsing van de Botenparade van de Gay Pride Nr. BD2017-002677 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e _ Voorgesteld wordt om dit gevoegd te behandelen met agendapunten 14, 15 en 16 3
Agenda
3
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 952 Publicatiedatum 15 november 2013 Ingekomen op 6 november 2013 Ingekomen onder 915 Behandeld op 7 november 2013 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer De Goede, mevrouw Ruigrok en mevrouw Van der Heijden inzake de begroting voor 2014 (uitvoering Wet milieubeheer). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De leden van de gemeenteraad, M. de Goede M.H. Ruigrok LB. van der Heijden 1
Motie
1
discard
Te Al | a LK 5 Bezoekadres 28 Gemeente Amsterdam ij Anton de Komplein 150 ZS Sta dsdeel Zuidoost | 1102 CW Amsterdam Zuidoost gd | Á | | Postbus 12491 Raadsgriffie 1100 AL Amsterdam Zuidoest PN é Telefoon 020 2525 000 Md | Fax 020 691 2015 DD : www.zuidoost.amsterdam.nl A Retouradres: SDZO, Postbus 12491, 1100 AL Amsterdam Zuidoost : De heer R.S. Baly | Directeur EF Stichting Koryo : Egoli 9 11038 AC AMSTERDAM ZUIDOOST | 1-8 NOV. 2008 Datum Ons kenmerk 2008005210 -_ “iehandeld door Mw. A.D. Jhinkoe-Rai 5 Doorkiesnummer 020-252 5025 i Faxnummer 020-691 2015 Ù E-mail [email protected] Onderwerp Wijkaanpak EG-buurt Geachte heer Baly, De stadsdeelraad heeft in zijn vergadering van 30 september 2008 besloten uw | raadsadres inzake “Wijkaanpak EG-buurt' in de raadscommissie Welzijn van 14 oktober | 2008 te behandelen. Op uw verzoek is de behandeling van uw raadsadres verschoven Î naar 11 november 2008, Wij kunnen u daarover het volgende berichten. U stelt in uw raadsadres dat een aantal van uw brieven onbeantwoord is gebleven. De procedure bij het Stadsdeel is dat iedere brief door het Stadsdeel beantwoord wordt. Ì In uw geval is dit niet gebeurd maar is het gebleven bij mondelinge contacten. De leden Ì van de commissie hebben begrepen dat het dagelijks bestuur hiervoor zijn excuses heeft Ô aangeboden. De raad is van mening dat brieven van burgers en organisaties van het i Stadsdeel Zuidoost altijd beantwoord moeten worden en vindt het dan ook terecht dat het i dagelijks bestuur hiervoor excuses heeft aangeboden. De leden van de raadscommissie Welzijn hebben van de portefeuillehouder Sport en í Recreatie begrepen dat uw brieven van d.d. 4 december 2007 en van d.d. 21 april 2008 i ondertussen ook inhoudelijk zijn beantwoord. . In uw brief van 4 december 2007 aan het sectorhoofd van MO heeft u uw onvrede geuit over de manier waarop u betrokken bent bij het vernieuwingsproces in uw buurt. Het is 4 nooit de bedoeling van het stadsdeel geweest om u anders te informeren dan aîle andere 4 betrokkenen ín uw buurt. Uw organisatie is op dezelfde wijze voor de i informatiebijeenkomsten uitgenodigd ats alle andere organisaties in dit stadsdeel. : Enkele van die bijeenkomsten hebben ook plaats gevonden in het Oranjehorst gebouw. - | De commissieleden hebben begrepen dat aan uw verzoek voor een onderhoud met de | | portefeuitiehouder Sport en Recreatie al is voldaan. Dat gesprek heeft op 22 oktober jl. | plaats gevonden, naar tevredenheid van beide partijen. . î Het stadsdeolkantoor is te bereiken met trein en metro (50 en 54) halte station Amsterdam Bijmmer ArenA en bus Ì (41, 44, 45, 45, 47, 102, 158 en 175). oe: 13 november 2008 Gemeente Amsterdam Kenmerk 2008005210 Stadsdeel Zuidoost : Pagina 2 van 2 Tevens is er met u een vervolgafspraak gemaakt om met de desbetreffende ambtenaar ij verder het één en ander kort te sluiten. De commissieleden hopen dat uw raadsadres op een adequate manier is behandeld en Î hopen dat u hierrnee voldoende bent geïnformeerd, . Hoogachtend, | Cl Zuidoost G.P. Both ", 5 Eren griffier Da (p orzitter Ô
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 125 Publicatiedatum 17 februari 2016 Ingekomen onder AK Ingekomen op woensdag 10 februari 2016 Behandeld op woensdag 10 februari 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Van den Heuvel, Duijndam, Van den Berg, Van Lammeren en Ernsting inzake de herziening van het Amsterdams atelier- en broedplaatsenbeleid (potentieel geschikte panden voor broedplaatsen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de herziening van het Amsterdams atelier- en broedplaatsenbeleid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 78). Constaterende dat: — broedplaatsen en ateliers aan de basis van veel innovatieve startups staan en daarnaast een eigen culturele en maatschappelijke waarde vertegenwoordigen; — er geen stad is in Nederland met zo'n grote culturele en creatieve betekenis als Amsterdam; — dat broedplaatsen kunnen bijdragen aan de revitalisering van buurten; — creatieven vanuit de broedplaats een programmering met activiteiten, exposities en nieuwe laagdrempelige horeca starten, die door hun variëteit aantrekkelijk zijn voor de buurtbewoners; — in 2015 een tweetal concepten zijn ontwikkeld, waarbij statushouders en kunstenaars/creatieven samen in een pand samenleven en samenwerken. Overwegende dat: — hetbelang van een actief broedplaatsen- en atelierbeleid door het college wordt onderschreven; — de analyse van het Bureau Broedplaatsen (hierna te noemen: BBp) aantoont dat meer nadruk en ambitie op het vlak van structurele ontwikkeling van broedplaatsen én ateliergebouwen in de zogenoemde ijzeren voorraad, wenselijk is; — de druk op het aantal bestaande broedplaatsen en ateliers groot is door onder andere de instroom van kunstenaars en creatieven en de krappe woningmarkt; — het nodig is om in de komende vijf jaar structureel het aantal broedplaatsen en ateliers te vergroten, in plaats van alleen het huidige niveau op peil houden. Voorts overwegende dat: — de RvE Vastgoed, als verhuurder en beheerder van huidige gemeentelijk vastgoed in de stad, beschikt over een voorraad gebouwen in eigendom van de gemeente Amsterdam die op grond van het collegeakkoord 2014-2018 zullen worden afgestoten; 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 125 Motie Datum 17 februari 2016 — een deel van deze voorraad geschikt zal zijn voor de vrije verkoop, een deel kan worden aangewend voor de tijdelijke huisvesting van statushouders, een deel zal worden aangehouden voor toekomstig gebruik en een deel ongeschikt is voor het hiervoor genoemde gebruik vanwege locatie, achterstallig onderhoud of incourant zijn van het betreffende pand; — het van belang is dat er een goede afstemming tussen de RvE Vastgoed en het BBp ontstaat zodat ook panden die (nog) niet in het Ileurproces' zitten, maar wel geschikt zouden kunnen zijn als potentiele broedplaats of voor ateliers, vroegtijdig worden geïdentificeerd zodat ze bschikbaar kunnen komen als korte of middellange tijdelijke werkruimte voor creatieven; — dat het wenselijk is als de RvE vastgoed bij haar afweging bij het verkopen of aanhouden van een gebouw voor toekomstige verkoop, in samenwerking met het BBp de mogelijkheid wordt bekeken om een gebouw tijdelijk te transformeren tot broedplaats of ateliers, al dan niet in combinatie met huisvesting voor statushouders en/of jongerenhuisvesting. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te bevorderen dat het BBp in de ‘leurprocedure' bij het vrijkomen van gemeentelijk vastgoed, minimaal een gelijke positie heeft ten opzichte van andere RvE's en stadsdelen, waarbij de inzet is dat in deze bestuursperiode op deze manier nog minimaal 3 nieuwe broedplaatsen — eventueel gecombineerd met de huisvesting van statushouders — duurzaam worden toegevoegd; — de samenwerking tussen de RvE Vastgoed, het BBp, de Commissie voor Ateliers en (Woon)Werkpanden Amsterdam (CAWA) en overige partijen te bevorderen, zodat potentieel geschikte panden voor broedplaatsen sneller in beeld komen; — de resultaten van het intensiveren van het contact tussen de RvE Vastgoed, het BBp en de CAWA na een jaar te rapporteren aan de gemeenteraad. De leden van de gemeenteraad M.E. van den Heuvel P.J.M. Duijndam P.J.M. van den Berg J.F.W. van Lammeren Z.D. Ernsting 2
Motie
2
discard
VN2021-035783 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO Osenieing % Amsterdam Marineterrein, Energietransitie Voordracht voor de Commissie RO van 19 januari 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Grondzaken Agendapunt 13 Datum besluit N.v.t. Onderwerp Kennisnemen van de beantwoording van raadsadres Kanttekeningen bij indexering van opstalwaarden door de gemeente Amsterdam De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres inzake (onderwerp) met als belangrijkste punten: * De gemeente hanteert externe gegevens van het BDB (Bureau Documentatie Bouwwezen) te weten bouw(kosten)data, voor het indexeren van de herbouwkostenramingen ten behoeve van de grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten inzake de overstap naar eeuwigdurende erfpacht. * De indiener betwist de juistheid van de BDB gegevens en het gebruik ervan door de gemeente ten behoeve van de indexatie van de herbouwkostenramingen. * Het hanteren van de BDB indexatiegegevens is een correct en juist vitgangspunt. Het BDB is een algemeen geaccepteerde bron voor bouwkostenindexatiegegevens. Het BDB betrekt informatie van het CBS (o.a. CPI-gegevens) direct in haar eigen indexgegevens. Het vergelijken van de CBS- en BDB-cijfers is niet zinvol. De toepassing van de BDB indexatiegegevens op de gemeentelijke herbouwkosten ten behoeve van de grondwaardebepaling geschiedt vanuit voorzichtigheid en zorgvuldigheid en is gericht op het beperken van nadelige effecten voor de erfpachter. Hierom zijn onder andere negatieve conjuncturele indexaties, welke kunnen leiden tot bouwkosten verlagende effecten en dus tot hogere grondwaarden, niet verrekend in de indexatie van de herbouwkosten. Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, artikel 55, lid 3. Artikel 169 gemeentewet. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Op 15 maart 2021 heeft een burger een brief gestuurd aan de gemeenteraad. Op 1 april 2021 heeft de gemeenteraad besloten de afhandeling van de brief in handen te stellen van het college van B en W met een afschrift aan de gemeenteraad. Reden bespreking O.v.v. lid Boomsma. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.5 1 VN2021-035783 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en Grond en % Amsterdam Mari ME ‚ Ontwikkeling % arineterrein, Energietransitie Voordracht voor de Commissie RO van 19 januari 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nvt. Welke stukken treft v aan? 1. Raadsadres Kanttekeningen indexering opstalwaarden AD2021-136821 En (geanonimiseerd).pdf (pdf) 1. VERTROUWELIJK Raadsadres Kanttekeningen indexering opstalwaarden AD2021-136820 ‚ (niet-geanonimiseerd).pdf (pdf) 2. Beantwoording raadsadres kanttekeningen indexering opstalwaarden AD2021-136823 (geanonimiseerd).pdf (pdf) 2. VERTROUWELIJK Beantwoording raadsadres kanttekeningen indexering AD2021-136822 ‚ opstalwaarden (niet-geanonimiseerd).pdf (pdf) AD2021-136824 Commissie RO (a) Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) C. Teoh, G&O, tel. 06-43692375, [email protected] Gegenereerd: vl.5 2
Voordracht
2
train
30 maart 2021 Aanvulling Geachte Gemeenteraad van Amsterdam, Op de lijst met ingekomen stukken op uw agenda voor uw vergadering morgen, woensdag 31 maart 2021, staat als TKN-nummer 35 mijn raadsadres met bijlagen over burgemeester Halsema's toespraak in de video-conferentie met 32 steden uit landen vanuit de hele wereld over bestrijding van antisemitisme. Zij gebruikte dit evenement als platform om persoonlijke politieke uitspraken te doen over een door haar veronderstelde onaantastbare rechtsmacht van het Internationaal Strafhof (ICC) inzake 'Staat' en ‘territoir' van 'Palestina' en haar ontkenning, dat oproepen tot Boycot Divestering en Sancties (BDS) tegen Israël, strafbaar (kunnen) zijn als uiting van en aanzetten tot antisemitisme. Halsema kapittelde de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, omdat hij dit Strafhof verwijt anti-joodse, antisemitische besluiten te nemen tegen Israël, omdat het ICC nu rechtsmacht claimt over vermeende oorlogsmisdaden op de Westoever en in Gaza sinds 2014, op aanklacht door de Palestijnse Autoriteit. Ten onrechte meende Halsema de grenzen te kunnen en mogen aangeven van wat onder strafbare uitingen van jodenhaat en oproepen tot antisemitisme valt. Een burgemeester gaat echter niet over de inhoudelijke reikwijdte van de vrijheid van meningsuiting. Zij mag uitsluitend incidenteel een demonstratie verbieden wegens gevaar voor de openbare orde. Ook de gemeenteraad kan de grenzen van de inhoud van de uitingsvrijheid niet strafrechtelijk inperken. Bij oproepen tot BDS gaat het niet alleen over economische boycot en sancties, maar juist ook om intellectuele isolatie, negeren van joods Israël, wereldwijde uitsluiting van Israëlische joodse academici, docenten, studenten, scholieren en kunstenaars van deelname aan alle diverse vormen van het geestelijk leven, uitbanning uit wetenschappelijk debat, kunstzinnig optreden, tentoonstellingen. Een boycot van elke vorm van dialoog, geestelijke uitwisseling, gericht op joodse Israëliërs, niet op christelijke of moslim Arabische inwoners van Israël. De Amsterdamse gemeenteraad hoort daarom wel politiek op te treden tegen oproepen tot Boycot Divestering en Sancties tegen Israël, waar dit dialoog en onderwijsklimaat in onze stad vergiftigt. U kunt, moet hiertegen stelling nemen. In hoeverre vindt BDS stilzwijgend, sluipenderwijs nu al plaats in Amsterdam? Nodigen onze onderwijsinstituten joodse Israëliërs nog uit tot deelname aan debat (al gaat dit in Coronatijd nu online), staan er nog Israëlische boeken in de bibliotheken, zijn Israëlische bijdragen deel van wetenschappelijke curricula? Laat wetenschappers onderzoeken, wat kinderen nu leren over aardrijkskunde en geschiedenis op onze scholen en studenten aan de UvA, VU en HvA. Wat durven docenten, leraren en onderwijzers, nog wel en niet meer te vertellen? Geeft u als onze gemeenteraad opdracht tot een Amsterdam-breed onderzoek. Met vriendelijke groet,
Raadsadres
2
train
Kit $ Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 Het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022-2030 is het resultaat van het Landelijk Platform Studentenhuisvesting en wordt gesteund door alle deelnemende partijen: Netwerk Kennissteden Nederland, het ministerie van BZK/VRO, het ministerie van OCW, Universiteiten van Nederland, Vereniging Hogescholen, Landelijke Studentenvakbond, Landelijk Overleg Studentenhuurders, Kences, Vastgoed Belang, The Class Foundation en Nuffic. Inleiding 4 1 Achtergronden en cijfers 7 1.1 Visie 9 1.2 Doel 9 2 Inhoud Actieplan 13 2.1 Meer grip op de instroom (vraag) 13 14 2.2 Vergroten aanbod door nieuwbouw en beter benutten bestaande bouw 15 23 Een betaalbare studentenwoning 18 2.4 Opvangen van de piekbelasting 20 2.5 (Tijdelijke) huisvesting voor internationale studenten 21 2.6 Innovatieve ideeën 23 3 Slagvaardige organisatie 25 3.1 Stuurgroep Landelijk platform studentenhuisvesting 25 3.2 Landelijk platform studentenhuisvesting 26 33 Versterking lokale programmateams studentenhuisvesting 26 3.4 Monitoring & actualisatie actieplan 27 Bijlage 1: Inzet per partij 31 Bijlage 2: Planning per 2 jaren 35 Bijlage 4: Ontwikkeling behoefte studentenhuisvesting per gemeente 37 Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 3 Inleidi Studentenhuisvesting is meer dan een plek om te wonen in de buurt van een onderwijsinstelling. Het is een noodzakelijke voorwaarde voor de toegankelijkheid tot het hoger onderwijs. De beschik- baarheid van voldoende en betaalbare studentenhuisvesting is een noodzakelijke voorwaarde voor (aankomend) studenten om de opleiding te kiezen die bij hun kwaliteiten en interesses past. Daarnaast draagt ‘op kamers’ wonen in belangrijke mate bij aan de sociale ontwikkeling en het zelfstandig worden van jongvolwassenen. Studenten leveren een belangrijke maatschappelijke en economische bijdrage aan de stad. Studenten lopen voorop in de participatiesamenleving. De meerderheid van de studenten doet vrijwilligerswerk.! Daarnaast dragen studenten jaarlijks gemiddeld € 27.600 euro bij aan de lokale economie.” Voor de Nederlandse kenniseconomie is het essentieel om (buitenlands) talent binnen te halen en na afronding van hun studie vast te houden. Daar waar we in dit actieplan spreken van studentenhuisvesting bedoelen we ook de huisvesting van PhD'ers. Uitwerking van dit onderdeel zal in de komende periode verder worden onderzocht. Studentenhuisvesting is cruciaal voor stad, regio en land, voor kennisinstellingen én voor de student zelf. Nederland is een kennisland met verschillende kennisregio’s. Voor de verdere ontwikkeling van de stad en regio zijn studenten, PhD'ers en onderzoekers van groot belang; ze brengen kennis, inzichten, ondernemerschap en diversiteit naar stad, regio en land. In wisselwerking ontstaan zo broedplaatsen voor innovatie, kennis, creativiteit en talentontwikkeling. Een goed woon-, studie-, werk- en leefmilieu voor studenten, PhD'ers, onderzoekers, docenten en werknemers van kennisinstellingen en bedrijven is een randvoorwaarde voor het binnenhalen en binden van nationaal en internationaal talent. Voor elke kennisstad en regio geldt dat deze stedelijke randvoorwaarden integraal van voldoende kwaliteit moeten zijn. Van mobiliteit en digitalisering, tot huisvesting en voorzieningen, en van toegankelijkheid van onderwijs (mbo, hbo, wo) tot kansengelijkheid en het voorkomen van tweedeling in de stad. Zeker voor het binnenhalen en binden van talent, moeten de stedelijke randvoorwaarden passen bij de (inter) nationale concurrentiepositie die wordt nagestreefd. In een verbonden, inclusieve stad voelen inwoners, ondernemers en bezoekers zich thuis. De komende jaren zal de vraag naar studentenhuisvesting verder toenemen.” Deze toename vraagt om goede samenwerking tussen alle bij studentenhuisvesting betrokken partijen om zorg te dragen voor voldoende studentenhuisvesting die aansluit bij de behoefte van studenten. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gemeenten, hoger onderwijsinstellingen, studentenhuisvesters (sociaal en commercieel} en studenten slaan met dit actieplan de handen ineen om te komen met oplossingen om aan de toenemende vraag tegemoet te komen. Met dit actieplan wordt ook uitvoering gegeven aan de motie Geurts c.s. die de regering verzoekt om met een nieuw actieplan studentenhuisvesting te komen.* 1 _ Verwey-Jonker Instituut (2021). Studerende Buren: Een onderzoek naar de maatschappelijke meerwaarde van studenten in de woonomgeving (link). 2 _NEO Observatory (2021). Kennis in de stedelijke economie: de financieel-economische waarde van hoger onderwijs en onderzoek in 2018 (link). 3 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link). 4 Kamerstuk 32 847, nr. 837 4 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 We plaatsen dit actieplan nadrukkelijk binnen een bredere context om de woningbouw te versnellen en de positie van studenten te verbeteren. De woningnood betekent niet alleen dat het voor studenten moeilijk is om een woning te vinden, maar voor alle woningzoekenden. Er is veel concurrentie door het beperkte aanbod van woningen. Voor studenten kan doorstroming van andere woningzoekenden helpen. Ouderen die naar een toekomstbestendige woning verhuizen laten een gezinswoning achter voor een gezin met jonge kinderen, die maken weer een woning vrij voor de starter en de starter uiteindelijk voor de student. Het is daarom belangrijk om studentenhuisvesting niet als losstaand onderwerp te zien, maar als onderdeel van de gehele werking van de woningmarkt. Vanuit die optiek onderschrijven de ondertekenaars de inzet van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening orn met meer regie en tempo aan de slag te gaan met de woningbouw. In deze bredere aanpak zitten elementen die studentenhuisvesting vooruithelpen. Bijvoorbeeld om sneller van plan naar realisatie van woningen te gaan en door het wegnemen van belemmeringen door gemeenten financieel te ondersteunen om zodoende 100.000 (grotendeels betaalbare) woningen per jaar te kunnen ontwikkelen; incl. flex- en transformatiewoningen. Hetzelfde geldt voor de inzet van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Conform het coalitieakkoord zal de basisbeurs in het hoger onderwijs weer ingevoerd worden. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is voornemens om in lijn met het stelsel van voor het leen- stelsel, uitwonende studenten een hogere toelage toe te kennen dan thuiswonende studenten. Daarnaast is de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voornemens de aanvullende beurs te verruimen, zodat meer studenten daar gebruik van kunnen maken. Met deze maatregel verwacht de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de financiële positie van studenten te verbeteren om in Nederland of daarbuiten onderwijs te volgen. In enkele deelnemende kennissteden is het tekort aan studentenhuisvesting zo groot en stijgt de toestroom van nieuwe studenten zo hard dat de oplossing niet alleen gevonden kan worden in nieuwbouw. Om die reden zal er in dit actieplan door alle deelnemende partijen ook nadrukkelijk gezocht worden naar alternatieve oplossingen. Dit actieplan is het resultaat van de gezamenlijke inspanning van de ondertekenende partijen. Tijdens verschillende sessies zijn vijf kernproblemen geïdentificeerd en mogelijke oplossingen geïnventariseerd. Deze kernproblemen en oplossingen zijn daarna verder aangescherpt door het redactieteam van het Landelijk Platform Studentenhuisvesting (LPS) en daarna besproken met de achterbannen van de ondertekenaars. Het actieplan bestaat uit drie delen: e In het eerste deel wordt de context cijfermatig weergegeven en staan de visie en de doelstelling van dit actieplan beschreven. e Het tweede deel beschrijft de inhoud: de vijf kernproblemen en de oplossingen die zijn vertaald in concrete afspraken. e Het derde deel beschrijft de implementatie van dit actieplan. Het is immers van belang, dat zowel op lokaal als op landelijk niveau uitvoering wordt gegeven aan dit actieplan. Hiervoor is een slagvaardige organisatie nodig met duidelijke verdeling van bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden. De verschillende oplossingen en afspraken vragen actie op verschillende niveaus: landelijk en lokaal. De situatie kan lokaal namelijk verschillen. Als gevolg daarvan is er bij de uitwerking van LAS ruimte om lokaal maatwerk toe te passen. Daarnaast is goede monitoring essentieel om dit Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting succesvol te maken. Door monitoring wordt inzichtelijk in hoeverre de doelstelling van dit actieplan wordt behaald, hoe kan worden bijgestuurd en of de afspraken zijn uitgevoerd. Wanneer in dit actieplan wordt gesproken over ‘studentenhuisvesters’ betreft dit zowel de sociale (woningcorporaties) als de commerciële studentenhuisvesters. Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 5 ge ee & ee al en | | eaf De & < Nd Ge > 5 Damn mn | | Í Me | u Í Í ZZ 2, n 4 | | el ee | | | a ze Gn = zel E \ Is = ä 4 B | pe | / E Sne | Mi X f Úl ú 5 ) if ee d ai Ge PME en & RE bs PS eN k zi á EE eh eas ES Dern | Fe De idd REE OO 3 Ì ' ei de METAN S 5 Tren Zn ii PEN ok | À Ae — A { ú Ta \ Kd Am ee Se AN | \ Beed $ 5 ®- S% % Sg) À ‘ “ en 8 p ô EE IJ ®, Í Pd B A â ee Pr EE en NA al — Bf â 2e Aer NEN Î E bt DN \, ET Le TTA PW ERN OS IR He é a _ A DP EE A De Wee | Â EEN om rra S de P IRE terende eid KN / ke dende | Fr ee: i 8 d | Ke! EE Pred NE is Ee EE Rd me " fa K EL RER Het Talentenplein in Zwolle, waar vijf studenten FS \ RE Std samenwonen met tien jongeren met psychische ee Ke Ene 5 kwetsbaarheid. Mooi voorbeeld van hoe jongeren KOE Ins EA n . We EN En Se Dr 2 elkaar helpen bij zelfstandig wonen en het gaan dr Rt KEN e k Ei xl kj ek k “ en . bbs u > opbouwen van een bestaan. enn Ks, EE 05 Eed ed hm AE hd En Pe is Kd he teerd nn en en EE a | BREN EEC Dn ie 7 == 8 RA En KA OR CA pe Bek Em . ron a ee Ri S en en En ht Et > , Ned ee Den en ns Sn or innn NE Nn sn dE oe E : En nk Ten | Se Sm k RE ; 8 € í A 5 Ë ss S EN ë En | ‘ 8 kies, : Te mn ee Sà ze En $ i F nd AS ° en 6 a 1 Huidi [tuatt 1.1 Visie Studenten zijn belangrijk voor de Nederlandse kenniseconomie en voor de steden. Ze zorgen voor verjonging, draagvlak voor de voorzieningen en zorgen voor de inzet van nieuw talent. Een belangrijk knelpunt is het tekort aan studentenwoningen. We streven op de lange termijn naar een situatie dat er voor iedere student een studentenwoning beschikbaar is die bij zijn of haar woonwensen en budget past en bijdraagt aan de belangrijkste opgaven van de komende decennia (zoals klimaatadaptatie, verduurzaming, de energietransitie en het verkleinen van (kansenlongelijkheid). Om deze situatie te realiseren is allereerst nodig dat de instroom optimaal afgestemd is op het huisvestingsaanbod en de capaciteit van de onderwijsinstellingen. Nieuwbouw en bestaande bouw worden zo optimaal mogelijk benut zodat de beschikbare ruimte efficiënt wordt gebruikt waarin de menselijke maat centraal staat. Dat betekent onder andere dat ruimtes multi-inzetbaar zijn. Het realiseren van studentenhuisvesting is integraal ingebed in gebiedsontwikkelingen en alle betrokken partijen werken goed samen om dit te realiseren. Bij de exploitatie en dienstverlening van studentenhuisvesting staat het uitgangspunt voor en door studenten centraal. Het totale woningaanbod maakt het mogelijk dat studenten die hun opleiding hebben afgerond een passende woonruimte kunnen vinden. Studentenhuisvesting is inclusief, bevordert het welzijn van studenten en draagt bij aan een goed leefklimaat van de buurt. Dat betekent voldoende (gemeenschappelijke) voorzieningen zowel binnen als in de directe omgeving die uitnodigen tot ontmoeting met elkaar en met de buurt, met veel aandacht voor openbaar groen. Studenten zijn net als alle andere bewoners een vanzelfsprekend onderdeel van de buurt. Voorzieningen zoals onderwijs, winkels, horeca, sport en cultuur zijn lopend, per fiets of openbaar vervoer perfect bereikbaar. De woonlasten voor studenten passen bij hun inkomen en budget en de studentenwoningen worden goed onderhouden. Verregaande verduurzaming draagt bij aan klimaatneutrale studentenhuisvesting en beperkte energiekosten voor studenten. 1.2 Doel De ondertekenaars van het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022-2030 zijn ervan overtuigd dat studentenhuisvesting een wezenlijk en positief onderdeel moet zijn van de studie- ervaring. Zij vinden het belangrijk dat iedere student op kamers moet kunnen als die dat wil. De ondertekenaars zijn gecommitteerd om snel meer studentenhuisvesting te realiseren zodat het tekort aan studentenwoningen wordt teruggedrongen en het aanbod verbeterd. De ondertekenaars streven ernaar deze opgave, kwalitatief, kwantitatief en daadkrachtig op te pakken. Het doel van dit actieplan is te komen tot een uitbreiding van 60.000 betaalbare studentenwoningen in de periode 2022 — 2030. Hiervoor wordt een proces In gang gezet waarbij alle betrokken partijen op zowel landelijk als lokaal niveau intensiever met elkaar samenwerken om tot (kwalitatieve) uitbreiding en verbetering van het aanbod studentenhuisvesting te komen. Daarnaast bevat dit actieplan afspraken voor een betere beheersing van studentenaantallen om capaciteiten beter te kunnen plannen. In veel steden heeft studentenhuisvesting reeds een plek gekregen in de collegeakkoorden en wordt samengewerkt om tot de realisatie van meer studentenhuisvesting te komen. Dit actieplan moet ervoor zorgen dat er continu aandacht is voor studentenhuisvesting bij de betrokken partijen, zodat de woningmarkt voor studenten in de komende jaren meer in balans komt. De ondertekenaars van dit actieplan onderschrijven de analyse en de voorgestelde oplossingen en committeren zich aan de in dit stuk omschreven eigen inzet. Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 7 1.3 Cijfers De enorme schaarste op de gehele woningmarkt is één van de grote uitdagingen. Nederland kende in 2021 een tekort van 279.000 woningen.” Studenten zijn aangemerkt als één van de aandachtsgroepen die minder kans hebben bij het vinden van passende woonruimte.* Studenten zoeken in de meeste gevallen woonruimte in de stad waar hun onderwijsinstelling is gevestigd. Deze studentensteden zijn vaak gewilde plekken om te wonen en worden gekenmerkt door grote schaarste van betaalbare woonruimte. (Aankomend) studenten kunnen niet jaren wachten op een studentenwoning. Na enkele jaren is hun studietijd immers weer afgelopen. Daarnaast hebben studenten doorgaans een laag inkomen. De combinatie van enorme schaarste op de woningmarkt, de beperkte opbouw van wachttijd en het lage inkomen maakt het voor studenten extra lastig om een voet tussen de deur te krijgen en maakt ze extra kwetsbaar. Meer studenten zullen de komende jaren gaan studeren aan een hoger onderwijsinstelling. In het studiejaar 2020/21 studeerden 756.900 voltijdsstudenten in het hoger onderwijs, waarvan 57% aan een hbo-instelling en 43% aan een universiteit” Van deze studenten is 51% uitwonend, dat wil zeggen dat ze niet langer bij hun ouders of verzorgers wonen ® De referentieramingen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) laat zien dat het aantal voltijds hoger onderwijsstudenten tot het studiejaar 2029/30 met 59.500 toeneemt waardoor er dan 816.400 voltijdsstudenten aan een hoger onderwijsinstelling studeren.” Het aandeel internationale studenten lag in het studiejaar 2020/21 op 13%. De komende zeven jaar wordt een groei van 34% van internationale studenten verwacht, waarmee het aandeel Internationale studenten op 17% komt te liggen. Het aantal mbo-studenten neemt de komende acht jaar naar verwachting met 43.000 af (-8%) naar 463.100 in studiejaar 2029/30.'° Deze groei van het aantal Nederlandse en internationale studenten vergroot de druk op de studentenwoningmarkt en daarmee op de hele woningmarkt. De Landelijke monitor Studentenhuisvesting 2021 schatte het tekort aan studentenwoningen in het studiejaar 2020/21 op 26.500 woningen!’ Op dat moment waren ongeveer 387.300 hoger onderwijs studenten uitwonend. Het aantal uitwonende hoger onderwijs studenten zal tot het studiejaar 2028/29 naar schatting toenemen tot een aantal tussen de 435.600 en 452.400 studenten, een stijging van 12% tot 17%. Het toenemende aandeel internationale studenten verklaart voor het grootste deel deze groei. In het studiejaar 2020/21 waren naar schatting 101.900 mbo-studenten uitwonend. De komende acht jaar neemt dit aantal licht af. Voor de komende jaren staan tot 2025 16.500 nieuwe studentenwoningen op de planning. Dit is echter niet genoeg om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen: zonder aanvullende acties neemt het tekort aan studentenwoningen tot studiejaar 2028/29 naar schatting toe naar een aantal tussen de 58.300 en 66.700. Voor de komende jaren ligt er dus een grote kwantitatieve opgave, waarvoor de inzet van alle betrokken partijen van groot belang is. 5 ABF Research (2021). Primos 2021 (link). 6 _Interbestuurlijke werkgroep versterking beleid huisvesting aandachtsgroepen (2021). Een thuis voor iedereen: Adviesrapport interbestuurlijke werkgroep versterking beleid huisvesting aandachtsgroepen (link). 7 _OCW(2021). Referentieramingen 2021 (link). 8 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link). 9 OCW (2021). Referentieramingen 2021 (link). 10 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link) en OCW (2021). OCW Referentieramingen 2021 (link). 11 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link). 8 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 Tabel 1: Verwachtte ontwikkeling aantal uitwonende studenten en tekort studentenhuisvesting 2020/2021 2028/2029 Uitwonende studenten 387.300 435.600 - 452.400 Tekort studentenwoningen 26.500 58.300 - 66.700 Eén van de grote uitdagingen voor studentenhuisvesting is de betaalbaarheid. Veel studenten hebben een beperkt budget. De meeste uitwonende studenten hebben tussen de € 750 en € 1.250 per maand te besteden. Dit bedrag is inclusief toeslagen, ouderlijke bijdrage en een studielening. Het besteedbaar budget? van uitwonende studenten bestaat momenteel voor een groot gedeelte (ongeveer 35%) uit een studielening. Sommige groepen studenten hebben een beperkter budget, bijvoorbeeld omdat ze geen of een lagere ouderlijke bijdrage ontvangen. Het ontbreken van een ouderlijke bijdrage wordt in veel gevallen opgevangen door meer inkomsten uit werk of een hogere studielening. Jongere studenten hebben minder inkomen uit arbeid dan oudere studenten: voor een 18-jarige student is dit gemiddeld € 390 per maand en voor een 23-jarige € 565 per maand. In het coalitieakkoord is opgenomen dat de basisbeurs in studiejaar 2023/24 weer wordt ingevoerd. De herinvoering van de basisbeurs zal betekenen dat studenten gemiddeld gezien minder geld hoeven te lenen en zal leiden tot beperking van de studieschulden.'° Studenten hoeven in de regel geen gezin te onderhouden en hebben bepaalde vaste lasten niet, tegelijkertijd hebben ze specifieke uitgaven zoals collegegeld, studiematerialen en -boeken. Naast beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen is ook de kwaliteit van de woning belangrijk. Huurders, waaronder studenten, hebben nog te vaak te maken met malafide verhuurders en andere excessen. Het past niet dat excessieve huren worden gevraagd en huurders die klagen over ernstige gebreken aan de woning of achterstallig onderhoud te maken krijgen met intimidatie. Het stimuleren van goed verhuurderschap en het creëren van meer instrumenten om malafide verhuurders aan te pakken moet hierbij de oplossing bieden. Onder goed verhuurderschap vallen onder meer gelijke kansen op een woning voor iedereen, zonder te kijken naar afkomst. Ook eerlijke huurprijzen, goed contact met de huurders en tijdig onderhoud van de woonruimte zijn essentiële voorwaarden voor de verhuur van woningen. Studentenhuisvesting kan positief bijdragen aan het welzijn en de studie-ervaring van studenten. Het eerste deelrapport van de Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs geeft een zorgwekkend beeld van de mentale gezondheid van studenten. Zo ervaart 51% van de studenten psychische klachten zoals angst en somberheid. Bijna alle studenten (97%) ervaren stress en een ruime meerderheid van de studenten ervaart veel stress. Van alle studenten voelt bijna 80% zich eenzaam en bijna 29% geeft aan zich sterk eenzaam te voelen. Dit onderzoek laat ook zien dat psychische klachten vaker voorkomen bij internationale studenten. De coronapandemie heeft het studentenwelzijn extra onder druk gezet omdat, met online-onderwijs en alle verenigingen, sportclubs en horeca een groot deel van het jaar op slot, er vrijwel geen mogelijkheden waren voor sociale contacten. Een onderzoek van Nuffic onder internationale studenten in Nederland laat een positieve samenhang zien tussen de tevredenheid 12 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link). Besteedbaar budget is in dit onderzoek het bruto-inkomen plus zorgtoeslag, plus ouderlijke bijdrage, plus leningen en minus zorgverzekering, minus belastingen en premie inkomensverzekeringen, minus aan wonen gerelateerde inkomsten (zoals huurtoeslag en hypotheekrenteaftrek), minus studiekosten. 13 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link). 14 RIVM, Trimbos-instituut en GGD GHOR Nederland (2021). Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs: Deelrapport | Mentale gezondheid van studenten in het hoger onderwijs (link) Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 9 over hun huisvesting en hun welzijn. Onzelfstandige eenheden met gedeelde voorzieningen stimuleren onderling contact en helpen studenten die nieuw zijn in de stad gemakkelijker daar hun weg te vinden. In onderzoek zijn aanwijzingen te vinden dat studenten in zelfstandige studio’s vaker kampen met eenzaamheid en psychische klachten. 'f Door het toevoegen van extra onzelfstandige woningen en ontmoetingsruimten zou daarmee een bijdrage kunnen worden geleverd aan de mentale gezondheid van studenten. 15 Nuffic (2022). How is it going with intranational students at Dutch higher education institutions? A report on study experience en well-being (link). 16 Zoals Easterbrook, M. J., & Vignoles, V. L. (2015). When friendship formation goes down the toilet: Design features of shared accommodation influence interpersonal bonds and well-being. British Journal of Social Psychology, B4A(1), 125-139. en ABF Research (2021). De impact van studentenhuisvesting op welzijn meten (link). 10 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 11 A Sj Ke HO Ip É E t VERRE Uit de studentenmonitor 2022 (ABF Research) blijkt De dat uitwonende studenten in een onzelfstandige a woonruimte een significant hoger welzijn hebben de dan uitwonende studenten in een zelfstandige de KA dS RN R „ge woonruimte en dan thuiswonende studenten I | dn ET. \ IJ | kh EN 5 \ vn Í Ll H GE EE Er | A E ja E\ Ú Vd EN û ggn | A OG Tj es RK Ï G | 7 mjn Dl Î pe TT | Dn ee | De Win ie PB sn Ï Ne \ Ï 5 E E EN NS Eid | 5 Ee in Á En NR | E EP Ee d ij Î Ts A8 Ö En bn ON | Br EE 5 Ë | Î 8 En ES EON Ld ha 5 en E 5 df f ke | ed In se Sn 5 Í ï a 2e il nm. | B l ON ee aa CR | Ee Í Ì ES NE A Ì ie De PE Í l Ed id Ne | Ee Ee ee if EE EE Ee 4 Ml Ï Ö Zn er An nn & Í d ZN GEE ek | ij go al Ë | Ë BN ek eN be hk 7 EN an | En han d De en Od B Oe | DE ol B l | NS E B B | | Ge | ie Ë | Í IJ | et on | Et ’ I NR Ben 5 BA E de | EN DE sE De | On E B £ En Ee a | RE 4 B Rn 2 EN q Ze Í A oe B 5 zen ze Ù B eg B À se bf et L ON Mn B B DS Be ee D nl We JN B OL e a A B RO Hee Í SO B Í EE Le Oe Ed = en We 5 5 d 5 de OEE | | Ee 0e Ze 5 Ë kad, Oe a Em 8 oo en B B en eN | en EE EE En JE Ô en a Om EN Re EE ze EE en B Ë B Kn en A EN in B En 4 A a ed Ee A EE & EN EK ES Dn en B B EEN KS EL A En S a en Ee EE EE Ì ee een Ce B EE Ee NL EN LE EE EE Ee a ARE dn Ee A en Ee NR a 2 Inhoud Actiepl Hieronder komen vijf kernproblemen aan de orde met voorgestelde oplossingen en de daarbij behorende acties voor de verschillende betrokken partners. Het gaat om (1) meer grip op de instroom; (2) het realiseren van meer aanbod; (3) betaalbaarheid; (4) opvangen van de piekbelasting; en (5) de positie van internationale studenten. Veel van deze thema’s hebben een relatie met elkaar. Betaalbaarheid en beschikbaarheid zijn voor alle studenten belangrijk. De instroom van studenten goed in beeld hebben betekent dat we daar met de bouw van nieuwe woningen op in kunnen spelen. En indien het toch niet gelukt is de instroom goed in te schatten of te reguleren, moeten we oplossingen voor de piekbelasting achter de hand hebben. Huisvesting is tot slot onlosmakelijk verbonden met het welzijn van internationale en nationale studenten waar beschikbaarheid van diverse woningtypen (zelfstandig/onzelfstandig), kwaliteit en betaalbaarheid een belangrijke rol in speelt. 2.1 Meer grip op de instroom (vraag) Om het tekort aan studentenhuisvesting op te lossen is het belangrijk om het aanbod af te stemmen op de vraag. Daarvoor is het nodig om de instroom goed in beeld te hebben. Vooral voor internationale studenten en Nederlandse studenten die (te) veel reistijd hebben is het essentieel dat zij bij de start van hun studie direct geschikte huisvesting hebben. Het realiseren van extra huisvesting is een proces van langere adem. Dit vraagt om de volgende onderstaande acties op landelijk en op lokaal niveau. Hieronder gaan wij eerst in op de vraagzijde: hoe krijgen we meer grip op de instroom? De referentieramingen van het ministerie van OCW voorspellen dat het aantal voltijds hoger onderwijsstudenten tot het studiejaar 2029/30 met 59.500 toeneemt. Het aantal voltijds hbo- studenten neemt In deze periode naar schatting met 3% af. In dezelfde periode wordt een toename van 73.000 voltijds wo-studenten voorspeld (+23%)." In de komende zeven jaar wordt een groei van 34% van de internationale diplomastudenten verwacht ten opzichte van een groei van 8% van de Nederlandse studenten.'® In het studiejaar 2020/21 kwam 73% van de internationale studenten uit landen behorende tot de Europese Economische Ruimte (EER].'? Het EU-recht stelt dat studenten uit de EU in principe gelijk dienen te worden behandeld met Nederlandse studenten wat betreft de toegankelijkheid van het onderwijs. Dit geldt ook voor personen uit de (overige) lidstaten binnen de EER op grond van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. Het uitgangspunt van het EU-recht is dat maatregelen geen direct of indirect onderscheid mogen maken tussen Nederlandse en EER-studenten. Hierdoor zijn in beginsel maatregelen die de beperking van de toegang van EER-studenten tot doel hebben niet mogelijk. 17 OCW (2021). Referentieramingen 2021 (link). 18 OCW (2021) Raming internationale studenten 2021 (link) en OCW (2021). Referentieramingen 2021 (link). 19 OCW (2021) Raming internationale studenten 2021 (link). Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 [13 Voorspellen en afstemmen 1. OCW past de referentieramingen verder aan zodat het voorspellen van de landelijke instroom over langere periodes verder wordt verbeterd. Het model voor de referentieramingen is vorig jaar aangepast waardoor de voorspellende waarde sterk is gestegen. Daarnaast wordt in opdracht van OCW een onderzoek gedaan naar verbetermogelijkheden voor prognoses van internationale instroom. 2. De instroom is mede afhankelijk van de strategie van de hoger onderwijsinstellingen. Onderdeel daarvan is de keuze voor onderwijstaal van opleidingen die hoger onderwijsinstellingen op basis van kwaliteitsoverwegingen maken. Hoger onderwijsinstellingen, studentenhuisvesters en gemeenten overleggen structureel over de lokale prognoses van de instroom van studenten en de invloed van de strategie van de onderwijsinstellinglen) daarop. Instrumenten om op internationale instroom te kunnen sturen 3. Hogescholen en universiteiten willen graag sturingsinstrumenten om meer grip te krijgen op de instroom van internationale studenten. OCW onderzoekt: a. de mogelijkheid om een capaciteitsbeperking In te kunnen stellen op tracks van opleiding. b. de mogelijkheid om bij specifieke opleidingen een maximum van het aantal niet EER- studenten in te kunnen voeren. c. de mogelijkheid van een noodfixus bij plotselinge, onverwachte en grote groei van de instroom van niet-EER studenten. 4. Hoger onderwijsinstellingen verkennen aanvullende mogelijkheden om op de instroom van internationale studenten te kunnen sturen. Informatievoorziening naar studenten 5. Hoger onderwijsinstellingen, Nuffic, gemeenten, de LSVb en het LOS lichten (internationale) studenten goed voor over de actuele woningmarkt in de stad van hun keuze. Zij adviseren studenten tijdig te starten met zoeken naar een kamer en eventueel rekening te houden met langere reistijden en hogere kosten. Indien het niet op tijd is gelukt huisvesting te regelen wordt studenten streng afgeraden om naar Nederland af te reizen. De hoger onderwijsinstellingen onderzoeken welke rol Studielink in deze voorlichting kan verzorgen. Beleidstoets 6. OCW, gemeenten en hoger onderwijsinstellingen geven bij beleidswijzigingen de gevolgen hiervan aan voor studentenhuisvesting. Deze afspraak ligt in het verlengde van het advies- rapport “Een thuis voor iedereen” van de Interbestuurlijke werkgroep versterking beleid huisvesting aandachtsgroepen. De werkgroep constateert dat bij beleidswijzigingen niet altijd voldoende gekeken wordt naar de gevolgen voor de woningmarkt. In het rapport wordt geconstateerd dat “keuzes in beleid op het ene departement kunnen verregaande gevolgen hebben voor opgaven en beleid van een ander departement” met als voorbeeld de internationaliseringsambities van het onderwijs.” 20 Interbestuurlijke werkgroep versterking beleid huisvesting aandachtsgroepen (2021). Een thuis voor iedereen: Adviesrapport interbestuurlijke werkgroep versterking beleid huisvesting aandachtsgroepen (link), p. 35. 14 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 2.2 Vergroten aanbod door nieuwbouw en beter benutten bestaande bouw Om het aanbod te realiseren moet er meer gebouwd worden voor studenten. In de afgelopen jaren zijn er jaarlijks landelijk ongeveer 5.000 studentenwoningen toegevoegd. Ondanks deze uitbreiding wordt in de Landelijke monitor studentenhuisvesting voor 2021 het tekort aan studentenhuisvesting geraamd op 26.500. Dit is echter niet genoeg om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen: zonder aanvullende acties neemt het tekort tot het studiejaar 2028/29 naar schatting toe naar een aantal van tussen de 58.300 en 66.700 studentenwoningen. Dit vraagt om actie van alle betrokkenen. We moeten er samen voor zorgen dat er meer (len meer betaalbaar] wordt gebouwd voor studenten. Ook wordt het woningaanbod voor studenten vergroot als afgestudeerden makkelijker en sneller kunnen doorstromen naar andere woningen, zodat ze niet onnodig lang een studentenwoning bezet houden. Daarom onderschrijven de ondertekenaars het versnellen van de woningbouw inden brede. Het ministerie van BZK continueert de flexpools die gemeenten en provincies ondersteunen ook de komende jaren nog. Deze flexpools bieden kennis en extra capaciteit die nodig is voor het realiseren van woningbouw. Afspraken nieuwbouw: 7. Sociale en commerciële studentenhuisvesters stellen voldoende middelen en capaciteit beschikbaar om het aanbod in Nederland uit te breiden met 60.000 studenteneenheden in de komende 8 jaar, mits dit past binnen hun (financiële) kaders en beleid. 8. Gemeenten bepalen (bij voorkeur aan het begin van een collegeperiode) afspraken over concrete streefaantallen nieuwbouw- en transformatie-opgaven op basis van de ontwikkeling van de behoefte aan studentenhuisvesting per gemeente?! en in afstemming met huisvestingsopgaven voor andere doelgroepen in de gemeente en passend binnen hun (financiële) kaders, beschikbare bouwlocaties en beleid. Ter ondersteuning stelt het Netwerk Kennissteden Nederland samen met wethouders voorbeeldteksten op en delen goede voorbeelden. - Gemeenten, studentenhuisvesters en studenten maken lange termijnafspraken over het toevoegen van studentenhuisvesting en spreken elkaar aan op de nakoming hiervan. - Hoger onderwijsinstellingen en gemeenten maken concrete afspraken over welke gronden op de campus van de gemeente en de onderwijsinstelling zij al dan niet (tijdelijk) beschikbaar kunnen stellen voor studentenhuisvesting en spreken daarbij af hoeveel eenheden zij willen toevoegen. Dit kan bijvoorbeeld ook gaan over het ontwikkelen van een omgevingsvisie voor het gebied. - Gemeenten en studentenhuisvesters maken concrete afspraken over welke gronden beschikbaar gesteld worden voor studentenhuisvesting en over het aantal eenheden die daar toegevoegd kunnen worden. Andere grondeigenaren kunnen hier ook een rol in spelen. - Gemeenten, studentenhuisvesters en studenten maken afspraken over de realisatie en het behoud van onzelfstandige kamers als onderdeel in de prestatieafspraken. - Gemeenten en studentenhuisvesters zoeken actief naar kansen om leegstaande panden te transformeren en flexibele huisvesting te realiseren op tijdelijk beschikbare grond, om zo snel extra studentenhuisvesting te creëren. Hierbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheid om reeds voor andere doelgroepen (zoals vluchtelingen) getransformeerde panden (tijdelijk) te bestemmen voor studentenhuisvesting. 21 De behoefteraming is weergegeven in bijlage 3 Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 [15 - Gemeenten, studentenhuisvesters en studenten maken afspraken over het aandeel van de studentenwoningen dat toegankelijk is voor studenten met (fysieke) beperkingen. Deze afspraken worden ook gemaakt bij het realiseren van nieuwe studentenhuisvesting. 9. Studentenhuisvesters inventariseren welke aanpassingen in de wetgeving nodig zijn voor de bouw en verhuur zodat het aanbod van kamers en studio’s kan worden versneld. 10. Partijen zien dat het in de huidige markt moeilijk is om betaalbare studentenwoningen te bouwen. Om de bouw van deze woningen te stimuleren en versnellen heeft het ministerie van BZK de regeling aandachtsgroepen opengesteld, onder andere voor studenten. Partijen verzoeken BZK om deze regeling voort te zetten. Spreiding 11. De kennissteden en BZK maken afspraken met de omliggende gemeenten over de bouw van studentenhuisvesting in de regio als er onvoldoende mogelijkheden zijn om binnen de kennissteden of op de campus het tekort aan studentenhuisvesting op te lossen. 12. Stimuleren van meer spreiding door samenwerking van hoger onderwijsinstellingen met de regiogemeenten van de kennissteden. Mocht er meer spreiding van hoger onderwijsinstellingen ontstaan in de regio dan wordt direct in huisvesting voorzien zodat studenten niet geïsoleerd komen te wonen. 13. De gemeenten en BZK onderzoeken in samenwerking met de provincies de mogelijkheden om internationale studenten te voorzien van een reisproduct om gratis te kunnen reizen in de regio om het voor hen aantrekkelijker te maken om in randgemeenten te wonen. Afspraken bestaande bouw: Een deel van het huisvestingstekort onder studenten kan worden opgelost door de bestaande woningvoorraad beter te benutten, onder andere door het verhuren van een kamer en/of woningdeling te stimuleren.” Sommige bewoners zouden om financiële of andere redenen bereid kunnen zijn een deel van hun woning af te staan aan een student, maar willen dan wel graag goed geïnformeerd zijn over de regelgeving die hier geldt en eventuele consequenties. Hierbij helpt het voornemen van het kabinet om de kostendelersnorm onder de 27 jaar af te schaffen. Een andere ontwikkeling is dat vrijwel alle studentensteden overgegaan zijn tot het beperken van verkamering. Verkamering en woningsplitsing hebben een positief effect op het aanbod aan kamers, studio’s en kleine appartementen, maar dit mag niet ten koste gaan van het aanbod aan (betaalbare) gezinswoningen. Het opsplitsen van reguliere woningen moet niet gebeuren slechts uit winstbelang, omdat dit leidt tot verdringing. Het tegengaan van deze verdringing op basis van goed verhuurderschap is van harte toe te juichen. In een aantal steden is ook sprake van het terugdringen van verkamering in verband met mogelijke (klachten over) overlast. De leefbaarheid van de omgeving van studentenwoningen en respectvol omgaan met je woning behoeft dan ook aandacht. Echter, verkamerde panden dragen in belangrijke mate bij aan de voorraad studentenwoningen en aan het behouden van een gezonde balans tussen zelfstandige en onzelfstandige huisvesting. We gaan dan ook onderzoeken of we verkamering beter kunnen reguleren. Een verbod op verkamering is onwenselijk omdat hierdoor (extra) goed gereguleerde en goed beheerde kamers niet verhuurd kunnen worden. Deze kamers dragen juist bij aan de totale voorraad voor studentenhuisvesting en het opvangen van de piekbelasting. 22 Platform 31 (2021). Beter benutten bestaande woningbouw: Onderzoek naar belemmeringen en kansen (link). 16 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 14. Gemeenten faciliteren en stimuleren hospita-achtige constructies door goede voorlichting over wat er komt kijken bij het verhuren van een kamer en welke (lokale) regelgeving daarbij relevant is. Hiervoor kunnen zij eventueel ook de mogelijkheden die ervaren organisaties bieden bij de bemiddeling tussen student en kamerverhuurder benutten. 15. Gemeenten leggen bij de regulering van verkamering de focus op de handhaving van goed verhuurderschap. De ervaring leert dat goed beheer een belangrijke rol kan spelen in het harmonieus samenleven van studenten en andere buurtbewoners. Recent is onderzoek gedaan naar de economische en maatschappelijk meerwaarde van kennisinstellingen en studenten voor de stad (en daarmee vaak ook voor de omliggende gemeenten) en de buurt? Het zichtbaar maken van de resultaten van dit onderzoek en het benutten van de aanbevelingen kan wellicht eveneens een rol spelen in het vergroten van de populariteit van studenten als buren of wijkgenoten. 16. Gemeenten onderzoeken bij nieuw verkameringsbeleid hoe ze het effect op de totale voorraad studentenhuisvesting kunnen monitoren. 17. Commerciële studentenhuisvesters maken afspraken over het aandeel woningen dat met een campuscontract wordt verhuurd om de doorstroom te stimuleren en daarmee zorg te dragen voor een effectieve benutting van de bestaande woningvoorraad. 18. Partijen gaan het gesprek aan over de uitstroom van studenten naar bestaande woningbouw en starterswoningen. Afspraken om het studentenwelzijn te bevorderen door de bouw van onzelfstandige eenheden en het faciliteren van ontmoeting Studentenwelzijn is een nieuw aandachtsgebied waar, zo blijkt uit nieuw onderzoek, ook studentenhuisvesting een belangrijke rol in kan spelen.” Voor het welzijn van de student is ontmoeting cruciaal en daarom is het belangrijk dat studentenhuisvesting voorziet in gezamenlijke faciliteiten en programma’s die ontmoetingen en sociale integratie bevorderen. Het is daarom belangrijk dat er onzelfstandige eenheden worden gerealiseerd en in complexen met zelfstandige studio's ontmoeting wordt gestimuleerd. De laatste decennia worden vrijwel uitsluitend zelfstandige wooneenheden voor studenten toegevoegd waardoor de verhouding zelfstandige woningen en onzelfstandige kamers steeds verder uit balans raakt. Ook krimpt het aantal onzelfstandige studenteneenheden in de bestaande bouw. Op dit moment worden steeds meer (onzelfstandige) studentenwoningen binnen de particuliere sector (dat 46% van het aanbod verzorgt) omgebouwd naar woningen voor doelgroepen die meer kunnen betalen. De Landelijke monitor studentenhuisvesting schatte in 2015 nog een kamervoorraad van 210.000 en in 2021 was deze voorraad al geslonken naar 194.800. In 2019 liet het rapport van RIGO in opdracht van het ministerie van BZK zien dat het voor een investeerder minder aantrekkelijk is om onzelfstandige eenheden te bouwen.” De maximale huurprijs op basis van het woningwaarderingsstelsel ligt lager dan bij zelfstandige woningen mede doordat de energieprestatie en locatie bij zelfstandige woningen wel worden gewaardeerd en bij onzelfstandige woningen niet. Daarnaast bestaat voor huurders niet de mogelijkheid huurtoeslag aan te vragen voor onzelfstandige eenheden, waarmee bij aanpassing van het WWS (en daarmee hogere woonlasten) deze niet worden gecompenseerd voor de huurder. Dit zet de betaalbaarheid onder druk. 23 Verwey-Jonker Instituut (2021). Studerende Buren: Een onderzoek naar de maatschappelijke meerwaarde van studenten in de woonomgeving (link) en NEO Observatory (2021). Kennis in de stedelijke economie: de financieel-economische waarde van hoger onderwijs en onderzoek in 2018 (link). 24 ABF Research (2021). De impact van studentenhuisvesting op welzijn meten (link) en Nuffic (2022). How is it going with international students at Dutch higher education institutions? A report on study experience and well-being (link). 25 RIGO (2019). Onzelfstandige kamerverhuur: Onderzoek naar de beleidsopties om het aanbod te vergroten (link). Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 [17 Voor mensen met fysieke beperkingen is het extra belangrijk dat er voldoende onzelfstandige complexen zijn die ook voor hen toegankelijk zijn. Panden van verenigingen zijn dit vaak niet waardoor zij al gauw in een isolement dreigen te komen. 19. BZK moderniseert het woningwaarderingsstel voor onzelfstandige woningen en onderzoekt daarbij mogelijke aanvullende randvoorwaarden zodat het bouwen en verhuren van onzelfstandige eenheden aantrekkelijker wordt en tegelijkertijd de betaalbaarheid gewaarborgd wordt. 20. BZK en Kences onderzoeken de invloed die woningkenmerken kunnen hebben op het studentenwelzijn, indien mogelijk als deel van de Landelijke monitor studentenhuisvesting. The Class Foundation onderzoekt dit jaarlijks als deel van de European Student Living and Well being survey. 21. Alle partijen spannen zich in om het onttrekken van kamers aan de bestaande voorraad tegen te gaan, onverminderd de verantwoordelijkheid van de gemeente om in te grijpen indien panden niet aan wet- en regelgeving voldoen. 2.3 Een betaalbare studentenwoning De Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 laat zien dat de betaalbaarheid van studenten- huisvesting een belangrijke rol speelt om uit huis te gaan. Van de studenten die niet-uitwonend zijn geeft 43% aan om deze reden niet op kamers te zijn gegaan. De voorgenomen herintroductie van de basisbeurs in het studiejaar 2023/24 zou voor deze groep mogelijk een reden kunnen zijn om te overwegen uitwonend te worden. Betaalbare studentenhuisvesting is noodzakelijk gezien het beperkte budget van studenten. De woonlasten van een uitwonende student liggen gemiddeld op € 470 (na aftrek van huurtoeslag en inclusief bijkomende lasten) en is gemiddeld bijna de helft van zijn besteedbaar budget (46%) kwijt aan woonlasten.’ De ene student is meer kwijt aan zijn woning dan de ander (tabel 1). Voor de meeste studenten liggen de woonlasten tussen de € 300 en € 500. De hoogte van de woonlasten is afhankelijk van onder meer het type woning. Een student kan over het algemeen alleen voor een zelfstandige woning huurtoeslag aanvragen. De woonlasten liggen met € 28 per m? voor kamers dan ook hoger dan voor studio’s (€ 24 per m?). Een andere factor is de leeftijd: huurders onder de 23 jaar kunnen momenteel alleen huurtoeslag aanvragen voor woningen onder de kwaliteitskortingsgrens (in 2022 ligt deze op € 442,46). In het coalitieakkoord is het voornemen opgenomen om deze leeftijdsgrens te verlagen naar 21 jaar. Tabel 2: Woonlasten in prijsklassen (bron: Landelijk monitor studentenhuisvesting 2021). Kamers Eénkamerwoning Meerkamerwoning Alle woonruimten ton 3% en ie De stijgende bouwkosten, lange procedures en hoge grondprijzen maken het lastig om betaalbare studentenhuisvesting te bouwen tegen een acceptabel rendement. 26 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link). 18 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 De overspannen woningmarkt en de steeds strengere eisen rond duurzaamheid van de bestaande bouw zetten de betaalbaarheid verder onder druk. De oplossingen voor dit betaalbaarheidsprobleem zijn in drie categorieën te vatten: (1) oplossingen die de bouw- en verhuurkosten drukken, (2) oplossingen die het besteedbaar inkomen van huurders verhogen en (3) oplossingen die malafide verhuurders aanpakken en zo de gemiddelde huur doen dalen. De verduurzamingsmaatregelen en -normen zetten de betaalbaarheid van studentenwoningen onder druk. Partijen vinden het belangrijk dat voldoende woningen worden gebouwd en dat deze betaalbaar zijn voor studenten. Ook streven de ondertekenaars ernaar om onzelfstandige woningen met gedeelde voorzieningen te stimuleren, zowel voor het welzijn van studenten als voor het woongenot. Met deze uitgangspunten bestaan echter nog veel mogelijke varianten, waarvan de betaalbaarheid voor studenten en de haalbaarheid om deze woningen te realiseren en te exploiteren voor de verhuurders verschillen. Om tot goede richtlijnen voor betaalbare studentenhuisvesting te komen onderzoeken we verschillende aspecten die van invloed zijn op de woonlasten voor studenten. Afspraken: 22. BZK, Kences en LSVb ontwikkelen binnen een jaar na ondertekening richtlijnen om te komen tot betaalbare woningen voor studenten. Deze richtlijnen hebben betrekking op de betaalbaarheid voor gangbare type studentenkamers (onzelfstandige eenheden en zelfstandige studio’s). Om tot deze richtlijnen te komen zullen in ieder geval de volgende stappen worden ondernomen: - Kences, BZK en de LSVb onderzoeken gezamenlijk wat voor type studentenwoningen wenselijk zijn, waarbij wordt gelet op (1) differentiatie zelfstandige en onzelfstandige woonruimte, (2) de mate van gedeelde voorzieningen in onzelfstandige woningen, (3) duurzaamheid, (4) hoogte van de huur, (5) hoogte van de servicekosten en (6) locatie nabij centrum of campus. - BZK vraagt het NIBUD om op basis van bestaande data over het bestedingspatroon van studenten een advies te geven over de inkomenspositie van studenten in relatie tot de hoogte van de huur. Dit gebeurt zo veel mogelijk op basis van dezelfde methode die gebruikt zijn voor het NIBUD-advies voor het programma ‘Betaalbaar Wonen’. Afspraken bestaande bouw en nieuwbouw 23. Studentenhuisvesters onderzoeken de mogelijkheden om huurders beter inzicht te geven in hun individuele energieverbruik bij verhuureenheden zonder eigen aansluiting, zodat energiebewust gedrag wordt gestimuleerd en beloond. 24. BZK richt zich op uitfasering van slechte energielabels in de huursector waardoor de isolatiegraad verbetert, de warmtevraag vermindert en huishoudens minder kwetsbaar zijn voor energiearmoede. BZK zal daarbij aandacht hebben voor de effecten daarvan voor studentenhuisvesting. BZK en Kences wegen daarin mee hoe verduurzamingsmaatregelen en -normen (zoals de NTA 8800) uitpakken voor studentenhuisvesting en richt deze zodanig in dat de investeringen in en energiebesparing door deze verduurzamingsmaatregelen In balans zijn met de kosten en dus de betaalbaarheid van studentenhuisvesting niet In gevaar brengen. 25. Gemeenten maken passend gronduitgiftebeleid voor betaalbare studentenhuisvesting en zetten zich in voor de realisatie van betaalbare studentenwoningen op gronden en in gebouwen van derden. Bij de verkoop of erfpachtuitgifte van percelen tegen sociale grondprijzen maken gemeente en studentenhuisvester afspraken over de voorwaarden waaraan de studentenhuisvesting moet voldoen (zoals huurprijs, doelgroep, etc.). Het Netwerk Kennissteden Nederland ontwikkelt modelovereenkomsten die daarvoor gebruikt kunnen worden. Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 [19 Stimuleren toevoegen onzelfstandige studentenkamers 26. BZK onderzoekt de mogelijkheden om ervoor te zorgen dat er een gelijker speelveld komt voor de realisatie van zowel zelfstandige als onzelfstandige woonruimte (kamers). Nu dragen instrumenten voor inkomensondersteuning, zoals de huurtoeslag, soms bij aan de realisatie van zelfstandige woonruimte, aangezien deze na huurtoeslag soms goedkoper zijn dan een onzelfstandige kamer. Tegelijkertijd is er ook vanuit sociaal oogpunt veel behoefte aan de realisatie van meer onzelfstandige woonruimte die bovendien doelmatiger gebruik maakt van de ruimte. 27. Gemeenten, studentenhuisvesters en BZK sturen op de realisatie van onzelfstandige studentenwoningen indien dit wenselijk is voor de verhouding tussen zelfstandige en onzelfstandige studentenwoningen. 28. BZK onderzoekt de mogelijkheden om onzelfstandige woningen te laten registeren in de Basis Administratie Gebouwen (BAG). Door registratie van onzelfstandige woningen in de BAG, krijgen gemeenten meer zicht en is het mogelijk om effectiever te handhaven op malafide verhuur van kamers. Stimuleren goed verhuurderschap 29. BZK stelt extra middelen beschikbaar voor gemeenten om daadkrachtiger te kunnen optreden tegen malafide verhuurders, bijvoorbeeld op grond van de Wet goed verhuurderschap en lokale regelgeving. Deze gelden kunnen bijvoorbeeld worden ingezet om de rechtsbescherming van huurders te versterken (zoals met huurteams). 30. Op dit moment zijn door Nederland in verschillende gemeenten huurteams actief, maar ontbreekt een landelijke dekking. De huurteams die door heel Nederland bestaan variëren sterk in omvang, inrichting en taakgebied, afhankelijk van lokale behoeften en prioriteiten. Gemeenten hebben het beste zicht op wat er nodig is om hun lokale huurders te ondersteunen. Gemeenten investeren in het oprichten en de capaciteitsuitbreiding van huurteams, waarbij partners mogelijk ook kunnen bijdragen. Hierdoor wordt de rechtsbijstand voor huurders verbeterd en kan de doorlooptijd van de procedures worden verkort waardoor beter en sneller kan worden opgetreden tegen malafide verhuurders. 31. Hoger onderwijsinstellingen, gemeenten, de LSVb en het LOS wijzen studenten actief op de dienstverlening van een huurteam, waaronder de mogelijkheid huurcontracten te laten checken. 32. Kences past hun eerder uitgebrachte handreiking met betrekking tot brandveiligheid aan met het vereenvoudigen van het bouwbesluit. 33. Gemeenten handhaven strenger op de brandveiligheidseisen in de bestaande bouw. Het gedrag van huurders heeft een grote invloed op de brandveiligheid. Studentenhuisvesters en studentenvertegenwoordigers lichten huurders voor over de brandveiligheidsmaatregelen en brandveilig gedrag. Studentenhuisvesters handhaven bij hun woningen actief op het nakomen van brandveiligheidsregels. 2.4 Opvangen van de piekbelasting leder jaar zijn in de periode augustus/september en januari/februari veel studenten op zoek naar woonruimte. Doordat zowel internationale studenten als Nederlandse studenten op hetzelfde moment naar studentenwoningen zoeken is de druk op de studentenwoningmarkt groot en kent deze een piek aan het begin van het studiejaar. Voor internationale studenten is de aanwezigheid van voldoende studentenwoningen op deze momenten extra van belang: huisvesting is voor hen een noodzakelijke voorwaarde om in Nederland te kunnen studeren. Voor een deel van de groep internationale studenten reserveren hoger onderwijsinstellingen studentenwoningen bij studentenhuisvesters. Daarnaast worden er indien nodig door gemeenten en hoger onderwijsinstellingen maatregelen getroffen aan het begin van het studiejaar. Zo reserveren zij hostels en hotels of richten zij tijdelijke voorzieningen in om studenten op te kunnen 20 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 vangen. Ondanks deze acties zijn er onvoldoende plekken om alle studenten vanaf het begin van het studiejaar op te kunnen vangen. In sommige gevallen zijn studenten genoodzaakt om bijvoorbeeld tijdelijk op een camping te verblijven of kiezen zij ervoor om hun studie af te breken. Afspraken: 34. Hoger onderwijsinstellingen, gemeenten, studentenhuisvesters en studenten overleggen, op basis van de door de hoger onderwijsinstellingen aangeleverde aanmeld- en instroomcijfers, intensief voorafgaand aan het nieuwe studiejaar over de benodigde hoeveelheid studentenwoningen en realisatie van de piekopvang. -_Studentenhuisvesters onderzoeken de mogelijkheid om tijdelijk twee studenten in één kamer te huisvesten en de hoger onderwijsinstellingen nemen dit mee in de voorlichting aan studenten. - Gemeenten en hoger onderwijsinstellingen stimuleren actief (tijdelijke) ‘woningdeel- constructies’ (hospita/hospes, gastgezin). Daarnaast maken zij ruim van tevoren afspraken over het aantal plekken en nemen dit ook mee in de voorlichting aan studenten. - OCW onderzoekt of er mogelijkheden zijn om op een eerder moment in het jaar duidelijkheid te hebben over het aantal studenten dat gaat starten met een opleiding. - The Class Foundation voert jaarlijks het Vraag Indicator Survey onder huisvesters en hoger onderwijsinstellingen uit en informeert de lokale stakeholders in het voorjaar waar piekbelasting te verwachten is. 2.5 (Tijdelijke) huisvesting voor internationale studenten Internationale studenten hebben een bijzondere huisvestingsbehoefte doordat zij direct bij aankomst (gegarandeerde) huisvesting nodig hebben. Veel internationale studenten hebben bijzondere woonvoorkeuren zoals een gemeubileerde kamer of studio. Daarnaast hebben internationale studenten vaak geen wachttijd opgebouwd waardoor zij slechts een beperkte kans hebben op woningen die worden toegewezen op basis van wachttijd. Ook zijn internationale studenten eerder slachtoffer van discriminatie op de lokale woningmarkt. Doordat internationale studenten voornamelijk op twee momenten in het jaar (augustus en januari/februari) aankomen in Nederland, is er op die momenten een grote vraag van internationale studenten naar studentenhuisvesting. Om internationale studenten een goede kans te bieden op woonruimte, moeten de woonruimten op tijd beschikbaar zijn zodat deze aan een nieuwe groep internationale studenten kunnen worden verhuurd. Een belangrijk knelpunt is dat het in de huidige wet- en regelgeving niet mogelijk is om een huurcontract aan te bieden dat goed aansluit bij de behoefte van zowel internationale studenten, hoger onderwijsinstellingen als studentenhuisvesters. Internationale studenten kunnen nu een woning huren met een huurcontract ‘naar zijn aard slechts van korte duur’ (ook wel short stay- contracten genoemd). Hierbij komen de woningen weer op tijd vrij voor de volgende lichting internationale studenten, maar hebben deze huurders weinig huur- en huurprijsbescherming en kan een huurder niet tussentijds opzeggen. Daardoor kunnen deze huurders bijvoorbeeld de hoogte van hun huurprijs en servicekosten niet voorleggen aan de Huurcommissie. Een andere mogelijkheid is dat een internationale student een woning huurt met een tijdelijk contract. Hierbij komen de woningen op tijd vrij en heeft de huurder de normale huur- en huurprijsbescherming en de mogelijkheid tot tussentijds opzeggen. Deze mogelijkheid om tussentijds op te zeggen kan hoge leegstandskosten voor de studentenhuisvesters en hoger onderwijsinstellingen?” tot gevolg hebben, waarmee het systeem zwaar onder druk komt te staan. 27 Onderwijsinstellingen dienen bij het aangaan van verplichtingen na te gaan met welk vermogen zij zich verbinden aan deze afspraken, rekening houdend met de verantwoording van uitgaven. Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 21 Afspraken: 35. BZK weegt thans het gehele pallet tijdelijke huurcontracten waarbij een betere balans wordt gezocht tussen de belangen van huurders en verhuurders. Hierbij worden de huurcontracten voor internationale studenten meegenomen. Ook wordt hierin de mogelijkheid onderzocht van BTW-vrije garanties voor het faciliteren van huisvesting door hoger onderwijsinstellingen en naar de mogelijkheid voor hoger onderwijsinstellingen om een housing fee te vragen waarin de leegstandskosten zijn meegenomen. 36. Internationale studenten betalen vaak meer voor hun kamer dan Nederlandse studenten vanwege de kosten van bijvoorbeeld meubilering en aanvullende diensten en leveringen en ervaren dit als discriminerend. Studentenhuisvesters geven op een transparante manier de opbouw van de huurprijs en servicekosten weer zodat internationale studenten die een gemeubileerde woning huren inzicht en begrip hebben in de huurprijs die zij betalen. 37. Studentenhuisvesters en hoger onderwijsinstellingen onderzoeken op welke wijze woningen kunnen worden ingezet voor alternatieve verhuurwijzen om leegstand van deze woningen te voorkomen. Voorbeelden zijn verhuur aan leerlingen van summerschools of betaalbare toeristische verhuur aan jongeren. BZK en gemeenten stimuleren dit zo nodig via aangepaste regelgeving. 38. Studentenhuisvesters en hoger onderwijsinstellingen onderzoeken de mogelijkheden om een kamer van een tijdelijk naar het buitenland vertrekkende student onder te verhuren aan een inkomende internationale student. Dit zou bijvoorbeeld gefaciliteerd kunnen worden via een afgeschermd deel van een bestaand vraag- en aanbodplatform zoals nu al in een aantal steden gebeurt. Afspraken inclusie van internationale studenten: Op het gebied van studentenhuisvesting zijn nog grote stappen te maken wat inclusie van internationale studenten betreft. Studentenhuizen hebben vaak een “no internationals” beleid, waarbij het voornaamste argument is dat de studenten Nederlands als voertaal willen houden. Daarnaast zijn internationale studenten vanwege de taalbarrière vaak niet op de hoogte van hun rechts- en informatiepositie wat kan leiden tot vervelende situaties en misbruik. Het LPS spreekt zich uit tegen iedere vorm van discriminatie van woningzoekenden door verhuurders en huurders op basis van nationaliteit, gender, religie, seksuele voorkeur, taal of andere kenmerken. Daarnaast hebben lokale bewonerscommissies moeite om contact te leggen met internationale studenten op hun studentencomplex. Het huurcontract, huurreglement, servicekostenafrekening en klachtenprocedures zijn niet altijd in het Engels. In de geest van de Wet Overleg Huurder Verhuurder moeten huurders in staat gesteld worden om op gelijkwaardige manier met hun verhuurder over beleid in discussie te treden, hetgeen voor internationale studenten alleen mogelijk is wanneer de belangrijkste stukken ook in het Engels beschikbaar zijn. Het hebben van een internationale student als huisgenoot kan voor alle studenten (ook de Nederlandse) voordelen opleveren. Voor de bewoners van studentenhuizen kan dan gekeken worden naar de internationale competenties die je verwerft door het samenwonen met een internationale huisgenoot. Voor de internationale student is het de mogelijkheid zich te ontwikkelen en volledig kennis te maken met de Nederlandse taal en de studentencultuur. lets wat hoog op het verlanglijstje van de internationale student staat. 39. Het LOS ondersteunt huurdersorganisaties bij het bereiken en vertegenwoordigen van internationale studenten op lokaal niveau. 40. Kences, Vastgoed Belang en The Class Foundation, LOS, LSVb en Nuffic onderzoeken en informeren internationale studenten over hun rechts- en informatiepositie om de kloof met Nederlandse studenten kleiner te maken, met speciale aandacht voor de taalbarrière. 22 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 41. Kences, Vastgoed Belang en The Class Foundation, LOS, LSVb en Nuffic moedigen de verhuurders, huurdersorganisaties, internationale en Nederlandse studenten aan om met elkaar in gesprek te gaan over het creëren van meer gemengde (internationaal/Nederlands) studentenhuizen. 2.6 Innovatieve ideeën Gedurende het opstellen van dit actieplan is een aantal vernieuwende en innovatieve ideeën op tafel gekomen die mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van de doelstelling, maar nog verder uitgewerkt moeten worden. De volgende ideeën zijn de revue gepasseerd en kunnen nader worden bekeken: e Nederlandse studenten in grotere mate stimuleren om in het buitenland te gaan studeren zodat de ratio inkomende en uitgaande studenten meer in balans komt. e Het mogelijk maken en stimuleren van woningdelen voor jongeren. e De mogelijkheid van gemeenten om verkamering enkel toe te staan indien gebruik gemaakt wordt van een campuscontract. e De mogelijkheden om leegstandsbeheer te vereenvoudigen voor complexen die in afwachting zijn van een herontwikkeling. e Het bevorderen van doorstroming vanuit studentenwoningen door het creëren van meer middenhuur en betaalbare koopwoningen. * Het vestigen van (dependances van) onderwijsinstellingen in een krimpregio zodat de huisvestingsvraag meer over Nederland wordt verdeeld en bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van en werkgelegenheid in de krimpregio. 42. BZK en gemeenten spannen zich door middel van innovatie in het aanbod te vergroten, bestaande huisvesting effectiever te benutten en kansen te benutten voor de huisvesting van studenten. Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 [ 23 Ee ú em N Ee Dn i mf Sn ss pe ee het Se De es EE Ee N Pe " a en EA k me B ë — ene > a Rn p. | He gi je & Em B k Sr; A BS Ee BRA on > en _ ed DN Le g | R k lu er HEN ‘ 0 ni sa dk Hi n | À \ Ki) | 5 E 5 | À Ì | | il B | 1 / Am Î ij ij) 8 Ee. Î E | li Te , oe En jj on EEE s ee Ge B | en / _ EN | / Re ke / GEEN | a / £ p Ed 5 IE A E Ei 'À } a B. ger x ed ge, é N EN pag £ bd pe hs 5 £ a ed 5 LS P nn: N E Ps É é PN 5 El Nn eN NK ef B Ed EN IS, Ag SN RS ALS Ri Ke NIS RR ee be en SN en : Pe N a EN En ee sn RN Het aantal voltijds WO-studenten neemt tot 2030 n B OO A Nan n R vj aj ded ì Sn eN naar verwachting toe met 73.000. 75% van de groei ha N IN van studenten komt door de internationalisering. Ë ken Ne ’ gd DE Te R An 4 m een Zn Ze Re Ee Aen ken. 2 ee B zn Zas ‘ dd MEREN Or Ee | BSO EN d Ek / Ee Pe ee f En ze SN PANDA EK PERRE Oet, ER en é SR ee en GEN ENORM AAN ES Ne ANS EEN EPS Oe ol Ean ki AN Rn A SECCEN 4 ADE Ad AV GE EEEN EN En ; 5 BS 4 KU Cn Be N EL En Sn Rn Ne ok ET TDA HEREN CRS OE K eN Ren PPN IT EN Gee Rn eN RN PO ER ei A EN B A VAUD PAD ESE) E Re ed En FEL LEET DE ERE ENE Ae A TON en en - BE ETE 4 EN EEE. KE a WEA EEEN an EN Sa EN eN Se ns TAR ON 4 ie En ANT ENE ER EET ae NRO ME EEN : NM AN ge Re de EN Le ben le re AA DR EK, En IER ER Een : E \ \\ VAREN den Re Ee NN Ei BT A A : \ | NI ee A TA EA En ln el | NR N à Ee EE Rn Ver 5 A ANER Sn EE / En 5 AR EN nn GN DN = DE EN A cel 5 Pe E ZN En Nn ER AD En 0 È BRE Ne bs Se ION lg Re Ee GEE EN EA ze EN LI LR p Ee NN AN ER EE LD PE ERE NR EE RNL A GARE EEA ED AT AE ED 4 Pp ER 3 Sl di n t n Studentenhuisvesting is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ondertekenaars van dit actieplan. ledere partij heeft hierin zijn eigen rol. Om de doelstellingen van dit actieplan te behalen is het belangrijk dat alle betrokken partijen hun ambities en mogelijkheden op elkaar afstemmen en samenwerken aan oplossingen. Dit geldt zowel op landelijk als op lokaal niveau. | | 3.1 Stuurgroep Landelijk platform studentenhuisvesting Een goede bestuurlijke samenwerking op landelijk niveau is essentieel om de doelstelling van dit actieplan te behalen. Deze bestuurlijke samenwerking wordt geborgd in de stuurgroep studentenhuisvesting. Zij stuurt dit actieplan bij wanneer nodig. De stuurgroep heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden. De stuurgroep: e Bespreekt de voortgang van dit actieplan op basis van de monitoring van dit actieplan. e Neemt beslissingen over grote koerswijzigingen in dit actieplan. Deze besluitvorming vindt plaats op basis van de voorbereiding door het Landelijk platform studentenhuisvesting (LPS). e Lost knelpunten op die buiten de beslissingsbevoegdheid van het LPS liggen. e Partijen binnen de stuurgroep spreken elkaar aan op het nakomen van afspraken uit dit actieplan indien nodig. e De stuurgroep studentenhuisvesting komt jaarlijks bij elkaar in aanloop naar de voortgangsbrief over het actieplan die door de minister voor VRO en de minister van OCW wordt verstuurd. Indien daar aanleiding toe is, kan het stuurgroep vaker bij elkaar worden geroepen. Binnen de stuurgroep is een effectieve en efficiënte besluitvorming nodig. Een te grote stuurgroep kan dit verhinderen. Om dit te bereiken worden de belangen van een groep ondertekenaars in de stuurgroep vertegenwoordigd door één vertegenwoordiger. De stuurgroep zal bestaan uit vertegenwoordigers namens studenten, gemeenten, sociale studentenhuisvesters, commerciële studentenhuisvesters en hoger onderwijsinstellingen. Daarnaast zullen de ministeries van BZK en OCW deelnemen aan de stuurgroep als vertegenwoordigers van de Rijksoverheid. Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 25 3.2 Landelijk platform studentenhuisvesting De samenwerking op landelijk niveau wordt georganiseerd door het Landelijk platform studentenhuisvesting (LPS). Deze is samengesteld uit de (ambtelijk) vertegenwoordigers van de ondertekenaars van dit actieplan. De leden van het Landelijk Platform Studentenhuisvesting hebben een goed beeld van wat er in de studentenhuisvestingsmarkt speelt en vervullen daarbij een belangrijke rol in het behalen van de doelstelling van dit actieplan. Het Landelijk Platform Studentenhuisvesting: 1. Monitort en bespreekt de voortgang van dit actieplan en rapporteert hierover aan de stuurgroep. 2. Signaleert nieuwe kansen of knelpunten voor het behalen van de doelstelling van dit actieplan en zorgt dat hierop actie wordt ondernomen. 3. Wisselt kennis en ervaringen op het gebied van studentenhuisvesting uit. Het Landelijk platform studentenhuisvesting komt minstens vier keer per jaar bijeen. 3.3 Versterking lokale programmateams studentenhuisvesting Studentenwoningen worden op lokaal niveau gerealiseerd. De grote (bouwlopgave voor studenten- woningen vraagt om een goede lokale samenwerking tussen alle bij studentenhuisvesting betrokken partijen om zorg te dragen voor voldoende studentenhuisvesting die aansluit bij de behoefte van de studenten en de lokale situatie en werkwijze. Een goede samenwerking van de betrokken partijen op lokaal niveau is van groot belang. Op lokaal niveau is er altijd ruimte voor lokale afwegingen en interpretatie. In veel kennissteden overleggen de betrokken partijen over de uitdagingen op het gebied van studentenhuisvesting. Op lokaal niveau wordt dit overleg verder versterkt en ingevuld passend bij de lokale situatie. Deze lokale programmateams bestaan in ieder geval uit de gemeente(n), de onderwijsinstellinglen), studentenvertegenwoordiger(s) en studentenhuisvester(s). De gemeente initieert als centrale partij de overleggen van het lokale programmateam. De lokale programmateams studentenhuisvesting vervullen de volgende rol binnen dit actieplan: 1. De lokale programmateams vertalen de afspraken in dit actieplan naar concrete lokale acties en vullen deze aan met acties die voorvloeien uit lokale thema's. Deze afspraken worden vastgelegd in een meerjarig convenant. Deze convenanten bevatten bijvoorbeeld afspraken over het verminderen van het tekort aan studentenhuisvesting, de voorwaarden waar studentenhuisvesting aan moet voldoen (zoals huurprijs, woningtype), het opvangen van de piekbelasting, de informatievoorziening aan internationale studenten over de Nederlandse woningmarkt en het bevorderen van goed verhuurderschap. 2. De lokale programmateams monitoren en bespreken de voortgang van het convenant en rapporteren jaarlijks met een gezamenlijk en door alle partijen gedragen reactie over de voorgang op lokaal niveau aan het Landelijk Platform Studentenhuisvesting. 3. De partijen binnen de programmateams spreken elkaar aan op de uitvoering van het convenant. 4. De lokale programmateams signaleren knelpunten en kansen, delen kennis en successen. De lokale en landelijke context opereren niet los van elkaar. Voor een succesvolle lokale invulling van dit actieplan is het van belang dat op landelijk niveau de juiste randvoorwaarden worden geschapen. Hiervoor is het van belang dat het Landelijk Platform Studentenhuisvesting weet welke knelpunten op lokaal niveau worden ervaren en welke successen op lokaal niveau worden bereikt. Anderzijds is het van belang dat de programmateams goed op de hoogte zijn van de landelijke ontwikkelingen zodat zijn hiermee rekening kunnen houden bij de uitvoering van de convenanten. Daarnaast kan het voor de verschillende programmateams nuttig zijn om 26 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 ervaringen uit te wisselen over de gekozen aanpak en wat werkt en wat niet. Eén of twee keer per jaar wordt door het Landelijk Platform Studentenhuisvesting een bijeenkomst georganiseerd om deze uitwisseling tussen het Landelijk Platform Studentenhuisvesting en de lokale programmateams enerzijds, en tussen de lokale programmateams anderzijds te faciliteren. 3.4 Monitoring & actualisatie actieplan Goede monitoring is essentieel om dit Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting succesvol te maken. Door monitoring wordt inzichtelijk in hoeverre de doelstelling van dit actieplan wordt behaald en de afspraken zijn uitgevoerd. Door jaarlijks de voortgang van het actieplan te monitoren blijft er aandacht voor de voortgang en kunnen afspraken worden bijgesteld wanneer nodig. Om de voortgang van dit actieplan te monitoren is behoefte aan betrouwbare cijfers over studenten- huisvesting. De jaarlijkse Landelijke monitor studentenhuisvesting (LMS) geeft inzicht in het huidige aanbod en tekort aan studentenwoningen en de toekomstige vraag naar studentenhuisvesting. Hiermee is het een essentieel instrument om de voortgang van dit actieplan te kunnen monitoren. De jaarlijkse Vraag Indicator Survey biedt inzicht in de verwachte piekbelasting. De jaarlijkse European Student Living en Well-being Monitor geeft inzicht in het welzijn en de woonbeleving van internationale en nationale studenten verdeeld naar diverse woningtypen. Voor het slagen van het actieplan is de lokale vertaling en uitvoering hiervan een belangrijke succesfactor. Hiervoor is het van belang dat de lokale partijen de handen ineensteken om het tekort aan studentenwoningen terug te dringen. De lokale programmateams studentenhuisvesting rapporteren minstens één keer per jaar aan het Landelijk Platform Studentenhuisvesting over de voortgang en de doelstellingen. leder lokaal programmateam studentenhuisvesting komt met een gezamenlijk en door alle partijen gedragen rapportage over de voorgang. Voor de bouw (van de planvorming tot aan de oplevering) van een studentenwoning is al snel drie à vier jaar nodig. Dit is ook de termijn waarop de eerste effecten van het actieplan goed zichtbaar worden. Voor het bereiken van het doel van dit actieplan is acht jaar uitgetrokken. Afspraken: 43. De partijen verzoeken de minister van VRO om regie te nemen om zo meer grip te krijgen op de voortgang van de woningbouw voor studenten. Dit kan door de minister zelf of door het aanstellen van een aparte woningbouwregisseur. Deze regisseur volgt de voortgang van bouwprojecten, neemt belemmeringen weg waar mogelijk en spreekt verantwoordelijken aan op de voortgang. bh. BZK en Kences continueren en financieren de Landelijke monitor studentenhuisvesting (LMS) en bekijken jaarlijks in hoeverre verbeteringen nodig zijn. Hierbij wordt ook de mogelijkheid onderzocht om de huisvestingsvraag van promovendi mee te nemen in deze monitor. 45. De LMS maakt gebruik van verschillende databronnen waaronder een enquête onder studenten en de referentieramingen van het ministerie van OCW. Om een goed beeld te geven van het tekort aan en de (toekomstige) vraag en aanbod naar studentenhuisvesting is het van groot belang dat voldoende studenten de vragenlijst invullen. De hoger onderwijsinstellingen benaderen hun studenten jaarlijks met het verzoek om deel te nemen aan de enquête voor de LMS. OCW onderzoekt de mogelijkheden om het embargo van de referentieramingen vóór Prinsjesdag van het desbetreffende jaar op te heffen. 46. Het Landelijk Platform Studentenhuisvesting vraagt jaarlijks de voortgang en de streefaantallen op lokaal niveau uit aan de lokale programmateams studentenhuisvesting. De LPS ontwikkelt hiervoor een standaard om de vergelijkbaarheid van de voortgangsdata tussen de verschillende steden te vergroten. Wanneer gemeenten al op andere wijze monitoren, dan Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 27 kunnen zij deze manier aanhouden. leder lokaal programmateam komt met een gezamenlijk en door alle partijen gedragen reactie over de voorgang op lokaal niveau. 47. Het Landelijk Platform Studentenhuisvesting evalueert ieder jaar de voortgang van dit actieplan. 48. Nadat de voortgang in het Landelijk Platform Studentenhuisvesting is besproken stelt het Bestuurlijk Platform Studentenhuisvesting de voortgangsrapportage vast. Deze voortgangs- rapportage dient als basis voor de voortgangsbrief over het Actieplan die door de minister voor VRO en de minister van OCW wordt verstuurd. 49. Na vier jaar evalueren, of zoveel eerder als nodig, de partijen van dit Actieplan de voortgang van dit actieplan en actualiseren het actieplan waar nodig. Indien nodig kan het actieplan op een eerder moment worden geactualiseerd. 28 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 Ondertekening Het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022-2030 wordt gedragen door onderstaande partijen, vertegenwoordigd door de genoemde personen. Namens de universiteiten Margot van der Starre, Vicevoorzitter Universiteit Utrecht namens Universiteiten van Nederland Namens de gemeenten Marja van Bijsterveldt, voorzitter Netwerk Kennissteden Nederland Namens de sociale studentenhuisvesters Kees Stunnenberg, voorzitter Kences Namens de commerciële studentenhuisvesters Jack de Vries, voorzitter Vastgoed Belang Frank Uffen, oprichter The Class Foundation Namens de studenten Midas Bosman, algemeen bestuurslid Landelijke Studentenvakbond Daan Rovers, voorzitter Landelijk Overleg Studentenhuurders Namens het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Hugo de Jonge, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Namens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Heidi Boussen, Directeur directie Hoger Onderwijs en studiefinanciering Namens Nuffic Annelies van Eenennaam, manager pijler Nederland, Nuffic Namens Gé steden Utrecht, Amsterdam, Den Haag, Groningen, Rotterdam en Eindhoven, M. Verhees, Wethouder Eindhoven Den haag, 8 september 2022 Het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022-2030 wordt ondersteund door de Vereniging Hogescholen. Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 29 Nn AN EN „/s : Nd ' f 14 LX a} IM ( 1 Kn nr / IJ/ | HE | | | E IN B a nn Bijlage 1: m Inzet tij 1 X 7 X X X 22 X X X Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 31 9 X X X X X X 34 X X X X X X X X 95 X 42 X X 32 | Lendelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 33 AREAS ANNEE AIN 0 NAAN AINANEEEEENANAANIE 0 vn NN AANEEN NG 0-6 AEEA AEN SO ge ER ANANAS \ 0 Vn en Ki ANANAS) LN ez ef à gn “ AAA Ä zelst ne N AAE \ Mal LE en B SAAN EN N { 4 E 3 AAA AAE N 5 | a ij a ER ang Ä Erle 6 it ee ‚ ER ANAAL lied zi En Mg an om AAE GEEL EEESAREETE NAAN ge 8 E DE hd RD naad EN ee: AANEEN k Hi a An DN Ke ANKE k A Hg he nn ANANAS NN 3 ER ne N ke AANEEN ; EE DE bh Re MARNE \ N dd A 3 Ki he 8 ANNE EN \ did | Be Ben Rn ee KU Nl MAAT Dd B DN MNN \% / 5 REL MAMA \ 7 „# $ p AN Nn ANNE kW ij , Dn: nk SE, MANNEN \ 3 hi EN a DE MANEN | A p ie EN SN , ND k f Ean tE ie, ' A Rn í Ed en Mak EEN Kn hann 8 4 " / Dn d 5 5 8 AN Rn N e ie b ie ee lend Pe el zn Se 5 ANN , 64 4 É Ran RNN ON A E ze gaan PE N KORN N ef : pj ORN nnn di an, is Ka ek ke À iK Mn dE E na. EA B SER SS in Fk ! 8 \ E - 0 za es Hs Ae on 5 h he ë \ 4 Bl tene 8 F A I RD kk IN kn eg ge A PO Me Ne nn wt Sn PV U En N k GEN N 3 ” 5 an) A IE Er ii N a , zp Ke Dn |E IN Bn Ne en Re EN || Ù EN ES: Ss 4 6 |l SRS SN een IES | / pf l h. U De ASR IN RN Ì } el | ne Ek rn | Su NS NS ad Er q W | mna || AT ve le SS EN \ mcd js Dn HIS SUINSISCNN î - ns ISS PEN NES NN 4 À 3 Ni e LI SS ESR (en Den GE Ee Oe > 7 _— Lie I= ì | OE ENE zE É \ nn. W men Denn nn — A S É 3 Ei Î HL sel ee Pd it 8 i N h ES Bn - 3 “STORAGE î KIJK nie Nim Tol NN be lj B Ë Ë ze an Ke neg je EE Ee IS KO SN 7 il mn: ke OB L k MARE DE ee Rm VE, ® U On Las EE kde ì Ö 1 H ee De Ie GS : AN us 5 | B kN ed ON | ASN =S sit d 8 Beg 1e E\ Ko à EN 4 ( Í Ig . Ns € Zl s Ë $ Ei Ve Ps - * Bn i 8 IF B zi f Ü 0 NN N à IR h Ï WIE { ú È oP e p if we 1} 4 |L is i j EA in ge ú in vs ; Lo Mar f Sh el | ME / Mi: 5 El Ee \ Í É hd 18 k Í Î K. E me 4 2 * Ì Re ij 4 S À id | MTA ee R/ BE : te SN L dl | E am 8 DN Den IN t 8 Ì Î ff | Van de studenten die niet-uitwonend zijn geeft ( î SL 43% aan niet op kamers te zijn gegaan vanwege de ON en bi te hoge woonlasten 7 | dj ij Ni ( \ (EE Ï Ì / ij È IN ‚N { 5 dl Ie / B St Á L NE fi RN IE p f 4 NN f ENNE f ANNE ee 1 NEN p Ì Pr 7 REE Î VJ / RENE 4 E / NE Dr k / OI A KEN hk í y / jj ’ SNE ch 0 ij (u NEN Ef lj Kn D ke rite be y B ie: SRENNE AE y Re / GSE 07 __ GE dl ) Wd SER W B EN / / ON L P) 1 ( ' Rn { se rh / ì det. N LS 7 { EE 30 P/ er / Ee À s / rr Vie fs D/ Pr / Ä ‚4 er he ) Pi PL TT Ten nn Bijlage 2: m L 2 [ De planning wordt toegevoegd na ondertekening van dit actieplan en wordt iedere twee jaar bijgewerkt. De afspraken worden geprioriteerd op basis van de volgende criteria: 1. (Unaniem) draagvlak 2. Urgentie is groot 3. Op korte termijn uitvoerbaar 4. Belangrijkheid 5. Uitvoerbaarheid. Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 35 | ij er | « _ | 8 yv mn |} IJ | ‚ \ | £ LN 3 LJ | it Pan HN Î E: b ar nan . Internationale studenten lopen vaker risico À mk dh > ggn, op woningmarktdiscriminatie. Door short E EE \ d | Rn 2d En Be ef stay-huurcontracten hebben zij minder E, Et. \: amd g | rechtsbescherming. Ee 4 : he Ee 3 Î N 4 Ë, H ï Ts iK Á E k 3 X Ì 8 i p \ KI eN \ B Á ë $ kN f á A mmm ee rg Ee Zep in 0 ord L A ke _ stere d '& t Edd A Re NE ET 4 Ä KE 5 Fn zin k Baker Re Ok m 5 Te BE FNS BE | / 0 ; Eem Re EN bid E rd £ SE BES REN Et Sb 9 E ER FAN $ a « SPA (a EN Ne SE 4 À is AN 8 8 | f a 5 @- 4 „jn Kk _ Me NE 2 ee ER een …e an Eend À P De ian zi A Pp > _ nn en .- / om nn mm din re ka en Ee 6 il - zi KA | É ol de r Ee | d zi EE a d 3 En == Ea en … enen e : ze ne ie A RENEE zel rd sid ä . wl, ad ì Re heee Ee D ï At 0 5 N Î R h NE idd « Kans b AN STE Ee ie, ee Od RB AR A hier ek re Nas s NR ERR | Ee PR OO eere Cl ne eee Bee en N eed ee Sie $ pe kee ze \ Pe sm WE a ie Na Ee, ET RENEE TEESE Eed bed € Rs me N Zoll Ä 8 | A | \ k en ak P î 5 : ne EN ar EN 1E : \ OO Me an B : ae KS EN bn En t ie a | É RE En TR ne en td EE Ene ‚l ze Î RR OB DJ ER BEA | | n É B hal 4 ne Oe br En! 3 hi 3 7 î vd Ì Di Ì 8 =n Bijlage 4: u Ontwikkeling behoefte studentenhuisvesting De tabel beschrijft de stand van het aantal huidige uitwonende studenten in de betreffende studentenstad en de inschatting van de toename tot en met 2028/29 op basis van de Landelijke monitor studentenhuisvesting. Het huidige tekort is niet in de tabel opgenomen. De ambities worden op lokaal niveau vastgesteld. Onderstaande tabel dient als basis om de streefaantallen per gemeente vast te stellen. Amsterdam 51.710 13.840 16.450 oef ED mmm Endhoven os ga mmm annet eroninaen me 260 mmm eet moasttieht HBO zena pmm mmm Rotterda geo trekt ese en overig baba mmm anne Bron: Kences & ABF Research, Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2021 Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 [ 37 38 | Lendelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening www.minbzk.nl September 2022
Onderzoeksrapport
40
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 453 Publicatiedatum 27 juni 2014 Ingekomen onder A Ingekomen op woensdag 18 juni 2014 Behandeld op woensdag 18 juni 2014 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het Coalitieakkoord Amsterdam 2014-2018 (dierenwelzijn). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Coalitieakkoord 2014-2018, getiteld: ‘Amsterdam is van iedereen’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 422); Overwegende dat: — het dierenwelzijn een actueel politiek thema is. — het coalitieakkoord op blz. 27 een alinea heeft opgenomen over dierenwelzijn; — de fractie van de Partij voor de Dieren de wens heeft deze via een amendement wenst aan te vullen, Besluit: in het Coalitieakkoord 2014-2018 op blz. 27 onder het kopje ‘Dierenwelzijn’ toe te voegen: Dierenwelzijnsnota en gedragscode Flora- en Faunawet De dierenwelzijnsnota en gedragscode Flora- en Faunawet wordt in de komende periode vernieuwd. Wij nemen hierin in ieder geval het volgende op: — er komen kwaliteitseisen voor alle instanties in de dierennoodhulpketen (bijvoorbeeld voor dierenambulance, DOA, de Toevlucht); — er wordt beleid ontwikkeld over in het wild levende dieren; — dierenoverlast wordt zo diervriendelijk mogelijk bestreden, waarbij preventie het motto is; — gemeentelijk(e) groenbeheer en werkzaamheden in natuur en groen houden rekening met dierenwelzijn. Het gaat hierbij onder andere om maai-, sloop- en (ver)bouwbeleid. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 453 Amendement Datum 27 juni 2014 Controle op dierenwelzijn Voor de controle en handhaving en opvolging worden ruimhartig tijd, middelen en opleiding beschikbaar gesteld en capaciteit vrijgemaakt binnen de Amsterdamse handhaving [bij bijvoorbeeld Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA's) en/of de dierenpolitie). Gericht inzetten op dierenwelzijn De subsidie aan Artis wordt verstrekt onder voorbehoud van een aantal eisen, te weten: — geen uitbreiding; — meer aandacht voor dierenwelzijn; — transitie naar een diervriendelijker dierentuin. Bij Schiphol wil de gemeente ganzenvergassing zo snel mogelijk overbodig maken. Zolang het bestrijden van ganzen nog voor de vliegveiligheid nodig is, willen wij dat dit op een zo diervriendelijk mogelijke manier wordt aangepakt. De gemeente maakt haast met het oplossen van alle ecologische knelpunten, met als doel deze uiterlijk 2020 te hebben opgelost. En Amsterdam richt zich op de bescherming van de bestaande hoofdgroenstructuur (HGS). Eventuele afname van de HGS wordt in principe gecompenseerd met nieuwe HGS. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 67 Publicatiedatum 31 januari 2018 Ingekomen onder Q Ingekomen op woensdag 24 januari 2018 Behandeld op woensdag 24 januari 2018 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Ernsting inzake de afbouw van parkeer- en fietsparkeergarage Rokin (maak van de Rokingarage een belanghebbendengarage). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de afbouw van parkeer- en fietsparkeergarage Rokin (Gemeenteblad afd. 1, nr. 18). Constaterende dat: — de Rokingarage voor een deel voor bezoekers toegankelijk is. Overwegende dat: — De Bijenkorfgarage een bezoekersgarage is, die op drukke dagen leidt tot filevorming vanaf de Weesperstraat tot de Dam; — Een extra parkeergelegenheid op het Rokin dit probleem eerder verergert dan verbetert; — Erjuist gestreefd moet worden naar het onmogelijk maken van bezoekersparkeren aan de Rode Loper; — Bezoekers in de ODE-garage en in P&R-garages prima alternatieven hebben; — Er daarnaast binnenkort een metro onderdoor loopt, waarmee andere, snelle, bereikbaarheid gegarandeerd is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een exploitatiescenario uit te werken waarbij de Rokingarage niet voor bezoekers toegankelijk is, maar uitsluitend voor belanghebbenden, bewoners en abonnementhouders; — dit exploitatiescenario voor te leggen aan de raad, voorzien van een financiële dekking uit het Mobiliteitsfonds. Het lid van de gemeenteraad Z.D. Ernsting 1
Motie
1
discard
Termijnagenda 2013 stadsdeel Zuid TÀ= Ter Advisering aan de deelraad TB = Ter Bespreking TK = Ter Kennisgeving TV = Ter Vaststelling Agenda ‘Onderwerp Portefeuillehouder Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad Commissie datum behandeling 86 Peehaad | Van Ostadestraat 341: bouwenveloppen afstoten vastgoed [Egbert de Vries 9-jan-13 A 27-feb-12 87 [Deelraad [Uitbreiding Winkelcentrum Gelderlandplein Simone Kukenheim / g-jan-13 TA RW 30-jan-13 Egbert de Vries A epe pese moemevenke erdee jeep | pee | Bedrijventerrein Schinkel-Aalsmeerplein e.o: ontwerp Egbert de Vries 9-jan-13 TK RW nvt bestemmingsplan Rivierenbuurt: vaststellen bestemmingsplan Egbert de Vries 9-jan-13 A 30-jan-13 De Nieuwe Fabriek: selectieprocedure ontwikkelaar Egbert de Vries 9-jan-13 Mm Erfgoedverordening: vaststellen definitief Egbert de Vries 6-feb-13 A 27-feb-13 eee peemoense mon A Deelraad [Bespreken schrijven Rijksdienst beschermde Egbert de Vries 6-mrt-13 TK RW 20-mrt-13 stadsgezichten start procedure Deelraad [Gemeente Archiefterrein: instemmingsbesluit Egbert de Vries 6-mrt-13 TA RW 20-mrt-13 ontweraanpassingen Archiefterrein in afwijking van het bestemmingsplan / A3 Vaststelling welstandsnota de schoonheid van Amsterdam [Egbert de Vries 4-apr-13 B 29-mei-13 98 Peehaad | Jachthavenweg e.o: vaststelling bestemmingsplan Egbert de Vries Bme |A 29-mei-13 99 Peehaad | Bedrijventerrein Schinkel-Aalsmeerplein e.o: vaststelling [Egbert de Vries 8-mei-13 TA RW 29-mei-13 bestemmingsplan 1 Soort Opmerkingen/motivering behandeling Nd Nd 5 5 5 EL Nd Nd SL 2 Agenda ‘Onderwerp Portefeuillehouder Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad Commissie datum behandeling Olympisch Stadion e.o: vaststelling bestemmingsplan Egbert de Vries Bme |A 29-mei-13 erger peereeerdes sander len A Buitenveldert 2013: ontwerp bestemmingsplan Egbert de Vries 5-jun-13 Mm IJsbaanpad 12/ Olympic Towers : ontwikkelplan Egbert de Vries 11-jun-13 A 26-jun-13 109 [Cie Maatregelen BWT nav. rapporten ombudsman juli 2012: Egbert de Vries / Paulf _6-nov-13 TK RW nvt evaluatie Slettenhaar pee pese den A ae MG: A Zorgvlied: ontwerp projectbesluit inclusief convenant Egbert de Vries 4e kw 2013 En 4e kw 2013 Havenstraatterrein: investeringsbesluit Egbert de Vries 4e kw. 2013 B 4e kw. 2013 De Nieuwe Fabriek: investeringsbesluit Egbert de Vries 4e kw. 2013 A 4e kw. 2013 Buitenveldert 2013: vaststelling bestemmingsplan Egbert de Vries 4e kw. 2013 A 4e kw. 2013 A A 3 Soort Opmerkingen/motivering behandeling 5 Nd 5 4
Agenda
4
discard
VN2021-011574 N Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O Participatie Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, % Amsterdam Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021 Ter kennisneming Portefeuille Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering Agendapunt 2 Datum besluit College van B&W 20 april 2021 Onderwerp Meerjarig Regionaal Programma Laaggeletterdheid 2020-2024 (arbeidsmarktregio Groot- Amsterdam) De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van het Meerjarig Regionaal Programma Laaggeletterdheid 2020-2024 Wettelijke grondslag De Wet Educatie en Beroepsonderwijs schrijft voor dat de gemeenten vit de arbeidsmarktregio een gezamenlijk plan opstellen. Amsterdam heeft als centrumgemeente daarbij de regie en is penvoerder van het plan. Voor de realisatie van het plan worden de structurele educatiemiddelen WEB ingezet die het ministerie jaarlijks toekent aan de regio / centrumgemeenten. Dit educatiebudget is gespecificeerd per regiogemeente. De centrumgemeente bewaakt het budget en draagt er zorg voor dat iedere gemeente, binnen de kaders van het regionaal plan, kan beschikken over het door het rijk toegekende budget. Amsterdam heeft ten behoeve van de lokale uitvoering van het Taaloffensief eigen middelen ingezet. Bestuurlijke achtergrond Dit Meerjarig Regionaal Programma Laaggeletterdheid 2020-2024 is tot stand gekomen in afstemming met de portefeuillehouders van de gemeenten die onderdeel vitmaken van de arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam. Het plan is gebaseerd op het Taaloffensief A'dam, het uitvoeringsplan van het Taaloffensief en de bestuurlijke afspraken Laaggeletterdheid tussen de VNG en minister van Engelshoven. De raad heeft in 2019 ingestemd met het Taaloffensief en het uitvoeringsplan van het Taaloffensief. De kaders van het regionale programma garanderen de uitvoering van het door de raad geaccordeerde Taaloffensief A'dam. Het programma biedt daarbij de mogelijkheid om onderdelen van het Taaloffensief een regionale invulling te geven waarbij middelen gecombineerd worden ingezet en expertise wordt gedeeld. Reden bespreking Uitkomsten extern advies Tijdens het bestuurlijk overleg op 17 janvari 2021 hebben de portefeuillehouders van de regiogemeenten arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam ingestemd met het voorliggende Meerjarig Regionaal Programma Laaggeletterdheid 2020-2024 Geheimhouding nvt Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.3 1 VN2021-011574 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O ici Ï msterdam Participatie % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021 Ter kennisneming Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Welke stukken treft v aan? AD2021-041710 Commissie WIO Voordracht (pdf) AD2021-041712 Meerjarig Regionaal plan Laaggeletterdheid Groot A'dam. pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Participatie Maarten van Aernsbergen, [email protected], tel 0620289753 Gegenereerd: vl.3 2
Voordracht
2
train
Gemeente X Amsterdam % Zuidoost Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost Datum : dinsdag 26 april 2022 Aanvang : 19.00 UUr Locatie : raadzaal, 1° verdieping stadsdeelkantoor Voorzitter : Michel Idsinga Secretaris : Rinze van Opstal Agenda 1. Opening en Vaststellen agenda 19.00 2. Mededelingen 19.05 3. Vaststellen (concept) besluitenlijst 12 april 2022 19.15 4. Mondelinge vragen 19.20 5. Ingekomen stukken 19.40 6. Bewoners aan het woord 19.45 BESPREEKPUNTEN Gevraagde adviezen 7. a.Beleidskader Woonwagens en standplaatsen 2022-2026 (bespreken) 20.05 Ongevraagde adviezen b. Energiearmoede - dhr. A. Heuvel (vaststellen) 20.25 8. Rondvraag en Sluiting 20.30
Agenda
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1247 Datum indiening 7 november 2018 Datum akkoord 9 november 2018 Publicatiedatum 12 november 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake dweilpauzes op de Wallen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 6 augustus 2018 nam de burgemeester het besluit om voortaan bij grote drukte op de Wallen bepaalde straten af te sluiten zodat deze konden worden schoongemaakt, zogeheten dweilpauzes. Uit onderzoek van AT5 is inmiddels gebleken dat deze dweilpauzes geen doorgang zullen vinden. De fractie van de VVD is benieuwd naar de stand van zaken omtrent de dweilpauzes en de rol die dit instrument kan vervullen in de hoognodige aanpak van het Wallengebied. Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Zijn er de afgelopen maanden dweilpauzes geweest op de Wallen, of elders? Zo ja, waar en hoe vaak? Antwoord: Op 6 augustus 2018 heeft het college verdere maatregelen aangekondigd om acute overlast in het Wallengebied terug te dringen. Een van deze maatregelen was de dweilpauze waarbij delen van de Wallen tijdelijk afgesloten zouden worden, zodat schoonmaakploegen, inclusief de veegwagens overal goed bij zouden kunnen. In de daaropvolgende weken zijn ambtenaren van verschillende diensten (Stadswerken, Toezicht & Handhaving en Afval & Grondstoffen, Verkeer & Openbare Ruimte, Politie) bijeengekomen om de schoonmaakplannen verder uit te werken. Bij de uitwerking werd duidelijk dat het ook mogelijk was om de schoonmaak van de Wallen fors te intensiveren, zonder delen van grachten of straten af te sluiten. Onder andere door de inzet van handhavers met knijpers van de afdeling reiniging die tijdens drukke avonden lopend het gebied in gaan, samen met enkele collega’s van handhaving. Deze variant had de voorkeur in het licht van de veiligheid en de bevordering van de doorstroom van bezoekers. Kortom, geen pauzes maar wel dweilen. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1 vember 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 7 november 2018 De intensieve schoonmaak is gefaseerd ingevoerd vanaf 25 augustus. In de daaropvolgende weken is steeds meer personeel toegevoegd aan de schoonmaakploegen. Half september was de gewenste bezetting op volle sterkte. Tegelijkertijd werd de nieuwe samenwerking tussen reinigers en handhavers in het Wallengebied werkende wijs ontwikkeld. Ook zijn er extra zelf persende afvalbakken geplaatst en is er extra materieel ingezet om grofvuil zo snel mogelijk te verwijderen. Via de brief van 8 oktober bent u geïnformeerd over de nadere uitwerking van de in augustus aangekondigde maatregelen. 2. In hoeverre zullen er de komende maanden dweilpauzes plaatsvinden? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 3. Maken de dweilpauzes nog onderdeel uit van het Binnenstadoffensief en de komende Wallenaanpak? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 4. In hoeverre is ambtelijk en vanuit politie geadviseerd om de dweilpauzes geen doorgang te laten vinden, zoals bericht door AT5? Antwoord: Zoals bij vraag 1 is aangegeven bleek bij de uitwerking van de aangekondigde maatregelen dat het mogelijk was de schoonmaak van de Wallen fors te intensiveren, zonder delen van grachten of straten af te sluiten. Dit had de voorkeur van de ambtelijke werkgroep. die de maatregelen uitwerkte, in het licht van de veiligheid en de bevordering van de doorstroom van bezoekers. 5. Klopt het dat dweilpauzes niet langer nodig worden bevonden, gezien de plaatsing van afvalbakken? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 6. In hoeverre heeft de burgemeester zelf besloten om de dweilpauzes al dan niet doorgang te verlenen op de Wallen? Antwoord: Begin september is de burgemeester op de hoogte gesteld van de uitwerking en inwerkingtreding van de schoonmaak zonder de voorgestelde afsluiting van straten of grachten. De burgemeester heeft hiermee ingestemd. Het doel van de aangekondigde middelen, een schoner wallengebied, is immers leidend, niet het middel. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
5024495 N% Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C mine Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn % Amsterdam a Voordracht voor de Commissie DC van 07 december 2023 Ter kennisneming Portefeuille Voedsel Agendapunt 1 Datum besluit 13 november 2023, presidium Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van de toezegging over de begroting2024 en specifiek na te gaan of er sprake is van voedselverspilling tijdens raadsvergaderingen De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van het presidium ter afdoening van de toezegging in de commissie DC van 18 oktober 2023 over de begroting 2024 en specifiek na te gaan of er sprake is van voedselverspilling tijdens raadsvergaderingen. Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de commissie DC van 18 oktober 2023 is toegezegd na te gaan of er sprake is van voedselverspilling tijdens raadsvergadering naar aanleiding van vragen van het lid Havelaar inzake de begroting 2024. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies De beantwoording is afgestemd met Facilitair Bureau. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, toezegging TA2023-001218 inzake het vaststellen van de Begroting 2024, Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.8 1 VN2023-024495 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en Griffie % Amsterdam Oe ‚ … % Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn Voordracht voor de Commissie DC van 07 december 2023 Ter kennisneming AD2023-085436 Commissie DC Voordracht (pdf) Raadsinformatiebrief mbt toezegging_vaststellen begroting AD2023-085454 en . 2024_voedselverspilling tijdens raadsvergaderingen. pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Raadsgriffie, Dafne Struijk, 06 8364 3302, [email protected] Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 8 juli 2021 Ingekomen onder nummer 302 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Van Dantzig, Naoum Néhmé en Boomsma inzake de Voorjaarsnota 2021 (bouwen op water) Onderwerp Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2021. Constaterende dat: — _eentekort aan beschikbare bouwgrond in een alsmaar groeiende stad; — de druk op de woningmarkt hoog is; — bouwen op water zorgt voor wijken die beter bestand zijn tegen klimaatveranderingen en bij- dragen aan een gezonde water- en hittehuishouding; — voor bouwen op water nog ruim mogelijkheden zijn binnen de stadsgrenzen van Amster- dam. Overwegende dat: — _ het bouwen van woningen en woonwijken op water de afgelopen jaren steeds efficiënter, grootschaliger en betaalbaarder is geworden waardoor het mogelijk is sociale huur, midden- huur en betaalbare koop te realiseren; — bouwen op water kansen geeft om zowel tijdelijk als permanent woningen toe te voegen aan de stad met o.a. kansrijke locaties als een drijvend IJburg 3 en hybride land en water- buurten in Havenstad; — door het drijvende karakter woonwijken tijdelijk op de ene locatie kunnen liggen en daarna door kunnen verhuizen naar een permanente locatie of een nieuwe tijdelijke loca- tie waardoor snel meer bouwruimte kan worden toegevoegd; — het toevoegen van bouwgrond op het water zal zorgen voor een toename van grondin- komsten in het vereveningsfonds; Amsterdam gezien haar geschiedenis een voortrekkersrol kan spelen bij bouwen op water en dat andere (wereld)steden dit voorbeeld kunnen volgen. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — _samen met het Havenbedrijf en Rijkswaterstaat de mogelijkheden voor het toevoegen van wonen op het water te onderzoeken en daarbij: e samen met partijen met ervaring in stedenbouw op water te onderzoeken op welke manier het bestaande regelgevend kader kan worden aangepast om bouwen op water verder te stimuleren; e hierbij ook de nautische kwaliteit en ruimte voor bedrijvigheid in acht te nemen; e _eenlocatieonderzoekte verrichten naar in ieder geval de kansen voor permanente en tijdelijke bouw op het water voor IJburg fase 3 en Havenstad; — _met marktpartijen in gesprek te gaan over onder welke voorwaarden zij mogen bou- wen op water; — _ samen met marktpartijen te onderzoeken op welke plekken in de stad op water nog meer kan worden gebouwd; — samen met het Havenbedrijf en Rijkswaterstaat te zoeken naar een, al dan niet tijdelijke, innovatieplek waar geëxperimenteerd kan worden met grootschalige woningbouw op het water. Indieners R.H. van Dantzig H. Naoum Néhmé D.T. Boomsma
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam Commissieactualiteit voor de Commissie Algemene Zaken van 18 november 2021 Portefeuille Algemene Zaken, openbare orde Agendapunt 2C Onderwerp De invoering van een lockdown light, en het vooruitzicht van strengere maatregelen Aan de commissie Krachtens artikelen 2 en 6 Wet publieke gezondheid is het college, bijgestaan door de GGD, in het kader van de bestrijding van een epidemie bevoegd maatregelen te nemen ter bescherming van de volksgezondheid. De maatregelen kunnen anders zijn dan die van het Rijk, gelet op de specifie- ke epidemiologische situatie van de stad. Het stadsbestuur (raad en college) is het aan de burgerij verplicht te bediscussiëren, c.q. zich een oordeel te vormen over de passendheid van de nieuwe coronarestricties voor de stad Amsterdam. De nieuwe lockdown maatregelen en de aangekondigde aanscherping van de OR-vereisten (G2) beperken constitutionele vrijheden en ontwrichten het maatschappelijk leven. Aan de orde is de evenredigheid (proportionaliteit) en de doeltreffendheid van de maatregelen, en in het bijzonder of minder vergaande, gezondheidsbeschermende maatregelen voorhanden zijn. In dit kader wordt de burgemeester gevraagd verantwoording af te leggen voor haar inbreng in het Veiligheidsbe- raad. Op de gevolgen voor het democratisch proces (GR2022) zal acht moeten worden geslagen. De commissie kan zich beraden over het organiseren van een expert-sessie met het hoofd Infec- tieziekten van de GGD en een aantal onafhankelijke experts. Reden van spoedeisendheid De weerstand in de stad tegen de door het Rijk vitgevaardigde coronaregels neemt toe. Dit kan op korte termijn tot verstoringen van de openbare orde (íe. de normale gang van zaken in de open- bare ruimte) leiden. Het lid van de commissie Van Schijndel (FVD)
Actualiteit
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 138 Datum indiening 10 december 2018 Datum akkoord 7 februari 2019 Publicatiedatum 8 februari 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Poot en Van der Burg inzake een Facebookcampagne over vuurwerk. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: De gemeente Amsterdam is actief op Facebook. Recent is de gemeente ook bezig met het plaatsen van posts over het vuurwerkbeleid in de stad. Onder andere een post met de volgende begeleidende tekst verscheen online, vergezeld van een plaatje van de drie Andreaskruizen gevormd door vuurwerk: “Amsterdam is uitgeknald! Wij peilen het draagvlak voor een vuurwerkvrij Amsterdam; Wat vind jij? Laat het weten in de reacties!” Een andere post bevatte de volgende tekst: “Steeds meer Amsterdammers willen oud en nieuw vieren zónder vuurwerk. Vanaf dit jaar kun je dit zelf met je buren afspreken. Je kunt een pakket krijgen om aan te geven dat jouw straat of buurt met oud en nieuw vuurwerkvrij is.” Wat de fractie van de VVD betreft lijkt de gemeente met deze posts bewust te kiezen voor een suggestieve formulering, gericht op het verbieden of verder beperken van vuurwerk in Amsterdam. Los van de wens van de fractie van de VVD moet de gemeente wat de VVD betreft altijd zoveel mogelijke neutraliteit betrachten in haar communicatie. Gezien het vorenstaande hebben de leden Poot en Van der Burg, beiden namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Welke dienst of organisatie is er binnen de gemeente Amsterdam verantwoordelijk voor dergelijke berichten op Facebook of andere sociale media? Welke dienst of organisatie is concreet verantwoordelijk voor deze twee genoemde berichten over vuurwerk? Antwoord: Social media valt onder de nieuwsredactie van Directie Communicatie. De uitvoering ligt bij het Communicatiebureau. De nieuwsredactie brengt nieuws van de gemeente Amsterdam via de eigen in- en externe mediakanalen. Campagnes 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng las Gemeenteblad Datum 8 februari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018 op social media worden grotendeels verzorgd door het campagneteam, dat valt onder het Communicatiebureau. Het initiatief voor de vuurwerkvrije zones- campagne komt van de afdeling Openbare Orde & Veiligheid. 2. Watis het algemene beleid met betrekking tot communicatie vanuit de gemeente op sociale media? Antwoord: Een groot deel van de nieuwsberichten die op de website van de gemeente terecht komen worden ook gepost op Social media. Afhankelijk van het onderwerp wordt gekozen voor Facebook, Twitter, Instagram en Linkedin. Social media is met name geschikt voor interactie. Het delen van een emotie of stellen van een vraag. Op deze platforms zorgen we ook voor webcare. 3. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat de gemeente zich niet moet bedienen van berichten die zo zijn geformuleerd dat zij reacties op het klikken op links uitlokken, zogeheten ‘clickbait’? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De term ‘clickbait’ wordt gebruikt in geval van een misleidende oproep tot een interactie. We zijn het met u eens dat de gemeente zich niet moet bedienen van misleiding en dus ook niet van clickbaittechnieken. Een oprechte oproep tot interactie, zoals bij deze campagne, behoort niet tot die categorie. 4. Hoe oordeelt het college concreet over de tekst ‘Amsterdam is uitgeknald!’? Is het college het met de fractie van de VVD eens dat daarmee wordt voorgesorteerd op verdere beperking van vuurwerkregels, voordat de gemeenteraad hier mee heeft ingestemd? Zo nee, waarom niet? Antwoord: In de raadsbrief van 8 november “Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van raadslid Van Lammeren (PvdD) getiteld “Stop op het afsteken van vuurwerk door particulieren: op naar een professionele vuurwerkshow van formaat” geeft het college aan hoe zij het beleid met betrekking tot het beperken van zelf afsteken van vuurwerk voor zich ziet. Het standpunt voor een ontwikkeling naar een vuurwerkvrij Amsterdam, is op social media doorvertaald naar “Amsterdam is uitgeknald”. Deze campagne, de in de hierboven genoemde raadsbrief en de aangekondigde online peiling vormen onderdeel van een breder onderzoek, waarmee het draagvlak voor een vuurwerkvrij Amsterdam wordt gemeten. Mede op basis van dit onderzoek maakt het college beleidsvoorstellen waarbij de gemeenteraad in het bestuurlijke proces wordt betrokken. Omdat de tekst van de social campagne bedoeld is om een gesprek op gang te brengen, is het college niet van mening dat er hiermee wordt voorgesorteerd op toekomstige ontwikkelingen, voordat de raad heeft ingestemd. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing las Gemeenteblad ummer - en Datum 8 februari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018 5. Waarom kiest het college in dergelijke posts voor een suggestieve formulering in plaats van een neutrale vraagstelling? Antwoord: De bedoeling is het gesprek op gang te brengen, waarin Amsterdammers uitgenodigd worden om te reageren. Hierbij is gezocht naar een, voor social media aansprekende manier. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
X Gemeente X Amsterdam Voortgangsrapportage Weerbare Mensen, Weerbare Wijken Programma terugdringen drugshandel Actiecentrum Veiligheid en Zorg, gemeente Amsterdam November 2020 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave … uns ssssnsnerssersenerrrseneerveneneerennnenerernnersennneessennnsnerrsnnneervnnnenvnennenenrn 3 1 Inleiding … …..nrsonnerrsnen eer enennnerrsnenereeenersvennnensennneerersneneersnnneessvensnenrennerervsenenvv ennn 2. Weerbare Mensen. …….……….nnsuenssrrseneersnenensnerveneerrssenerreneneerensnsnerrsnenenrvveneesvernvnnervnnn Ô 2.1 Top6oo met antecedenten drugs en geweld … … nennen envenvenrenneeeene eener venn Ó 2.2 Aanpak Doorgroeiers … nanne eener venen enennren venen envenveneeveneeneenvvenvenve en veneenveenvnnen J 2.3 Eervolle vitweg bieden … nnen eenen eenen enereneeeneene eene eene renee enveenveeneeeneerneernver eeen Q 2.4 Rol van vrouwen en meisjes... nnen eneen vennen reneenenenreneenveneereeneene eneen A1 2.5 Straatdealers … nnn ono ennen ennen enne eennerennerennerenneenennennnnereneeneneen ennen enennneerenve nennen eeen A 2.6 Doorbreken criminaliteit tijdens detentie … unne envenvenreneeneeneeeeeven A2 3. Weerbare Wijken … … nn snsonnen eneen vereneereenerreneerennervnnenrvenervennerenvenvenneeennenenne eenen 13 3.1 Inventarisatie criminogene kwetsbaarheid wijken … nonnen eenen ereen een 1 3.2 ‘Credible messengers’ (werktitel) nnee onvennneneenneeneer ener envennvennvenve ensen sven even envenvenn 1 3.3 Buurtrechtspraak … … nnn nnee enneeenerenneerennerenneeneneeenneeeneer eneen eneen snerenveen ennen ennen nnne nnen 15 3.4 Nieuw-West en Zuidoost nnen enerenneer oneens neen eneernnereneen eneen ennerserenveer ennen enne eneen 15 4. De schaduwkant van drugsgebruik … … … onsen oe nooneeeeerenoneeerseneervennnenrennnerrersenr 20 4.1 Bewustwording van drugsgebruik … nennen eerenvenrenneeneeneenveneeneenevenenven 20 3 1 Inleiding Dit is de eerste voortgangsrapportage van het programma Weerbare Mensen, Weerbare Wijken (WMWW). Het programma richt zich op het verminderen van de sociale ontwrichting door drugshandel van buurten en (kwetsbare jonge) mensen en op het weerbaarder maken van wijken en jongeren tegen de aantrekkingskracht van drugs. Weerbare Mensen, Weerbare Wijken vormt samen met het programma De Weerbare Stad, het versterkingsplan van het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC) Amsterdam Amstelland (met als doel het verstoren van de drugseconomie), het programma Positief Perspectief, de inzet op schoolveiligheid en het Gezondheidspreventief Drugsbeleid een stevige en veelomvattende aanpak. Naast de inzet van deze programma's worden ook andere maatregelen en interventies ingezet om de negatieve effecten van drugshandel te bestrijden, zoals bestuurlijke maatregelen, justitiële maatregelen en opsporing en vervolging. Veel partners in de stad ondernemen activiteiten op dit thema. Zo heeft het Openbaar Ministerie (OM) in een zaak diverse gebruikers aangeschreven nadat een dealer werd opgepakt en vervolgd. Voortgang programma Het programmaplan is in het najaar 2019 door het college gepresenteerd. Een klein half jaar later, in maart 2020, werd in Nederland de intelligente fockdown afgekondigd in verband met het Coronavirus. Het Coronavirus en de maatregelen als gevolg hiervan hebben ook consequenties gehad voor de uitvoering van het programma WMWW. Sommige maatregelen vit het programma hebben hierdoor enige vertraging opgelopen of werden op een andere manier ingevuld (denk aan online contact in plaats van fysieke ontmoetingen). In oktober 2020 is gestart met het schrijven van deze voortgangsrapportage. Deze maand is daarom ook de peildatum voor de meeste maatregelen in deze rapportage. Monitoring De drugshandel is een wereldwijd verschijnsel en de problemen die eruit voortvloeien hebben bij uitstek een internationaal karakter. In de regio, laat staan op het niveau van een stad of een wijk, kunnen die problemen niet opgelost worden. Het elimineren van de drugshandel is geen realistisch doel. Wel kan de drugshandel op lokaal niveau zoveel mogelijk worden verstoord en kunnen de drugsproblemen zoveel mogelijk worden verminderd. Dit programma is aanvullend aan het reguliere werk en de verschillende programma's en aanpakken van talrijke partners om drugshandel terug te dringen. Parallelle en langdurige inzet is vereist om effect te sorteren. In deze voortgangsrapportage worden voornamelijk inspanningen beschreven. Dit komt door de fase waarin het programma zich nu bevindt: de nadruk ligt nog op het ontwikkelen van beleid en interventies. In de volgende rapportage wordt een monitor opgenomen waarbij de voortgang meer wordt gekoppeld aan doelstellingen en indicatoren. Factsheets drugsgebruik en drugscriminaliteit Bij de voortgangsrapportage horen tevens een jaarlijkse factsheet over het drugsgebruik in 4 Amsterdam en een factsheet over drugscriminaliteit in Amsterdam. Deze zijn bijgevoegd als losse bijlagen. 5 2. Weerbare Mensen Weerbare mensen De — preventieve en repressieve — maatregelen in dit programmaonderdeel zijn gericht op het tegengaan van de ontwrichtende effecten van de drugshandel op (jonge) mensen. Crimineel gedrag mag niet worden beloond, gefaciliteerd of in stand worden gehouden. Het doel van de maatregelen is om met een combinatie van straf (drang/dwang) en zorg crimineel gedrag te doen stoppen, en om criminelen een ander perspectief te laten kiezen en te bieden. Door onderzoek en op basis van casuïstiek wordt inzicht verworven in de aard van carrières in de drugscriminaliteit. Met de kennis die hiermee wordt opgedaan kunnen interventies worden toegepast en ontwikkeld en kunnen barrières worden opgeworpen om te voorkomen dat jongeren of jongvolwassenen in de criminaliteit raken of doorgroeien. 2.1 Top6oo met antecedenten drugs en geweld Het doel van de Top6oo aanpak is het verminderen van recidive, perspectief bieden en hulp geven aan het gezin van deze personen om te voorkomen dat broertjes en zusjes in de criminaliteit geraken of doorgroeien. De Top6oo-criteria (met in eerste instantie een focus op HIC-delicten) zijn vitgebreid met Drugs- en Geweld (DG)-criteria, waardoor ook personen die drugsgerelateerde (gewelds)criminaliteit hebben gepleegd, in de aanpak kunnen worden opgenomen én gehouden. Gelet op de positieve resultaten van de Aanpak Top6oo, in combinatie met het gegeven dat veel overlap zit in de doelgroep (o.a. qua achtergrond en problematiek van de personen), is het de verwachting dat de intensieve integrale persoonsgerichte aanpak van de Top6oo ook effect heeft op deze doelgroep. De inzet van de aanpak is gericht op het voorkomen dat personen (verder) doorgroeien in de drugscriminaliteit en overgaan tot excessief geweld. Drugs & Geweld LTS pa: 12 nieuwe instroom EE april 2020: 38 | oes BS DeA oktober 2020: 10 CE 386 4 77% De er (is CC Sd Ee EEE (voldoen aan beide criteria) nieuwe instroom april 2020: 2 oktober 2020: 1 Er is een pilot gestart op Top6oo-personen die worden gelieerd aan drugscriminaliteit om meer zicht te krijgen op deze groep en wat dit vraagt van de regie op deze personen, gelet op de specifieke problematiek van drugscriminaliteit en geweld. In de huidige en laatste fase van de pilot wordt aan tien casussen extra aandacht gegeven, onder andere om een aantal interventies verder 6 te kunnen ontwikkelen en aanbevelingen uit de eerdere fase van de pilot te kunnen uitvoeren (looptijd: maart 2020 — december 2020). Resultaten 2020 -__Erzijntot nu toe 100 personen ingestroomd op basis van de nieuwe DG-criteria. Voor iedere persoon wordt een plan van aanpak gemaakt en de Top6oo-regisseur stuurt daar actief op om tot een doorbraak te komen; -_Eris gestart met nieuwe interventies, zoals het meer zichtbaarheid geven aan personen in de aanpak wanneer ze op straat zijn. Zo wanen ze zich minder onzichtbaar en ongrijpbaar en worden ze minder aantrekkelijk voor rekrutering door drugsdealers. Dit wordt ook ingezet bij de aanpak Doorgroeiers (zie 2.2); -_Eris gewerkt aan kennisverbreding bij regisseurs over de leefwereld van jongeren en de doelgroep wat betreft drugshandel en -criminaliteit; -_Erzijn twee casussen aangemeld bij de Belastingdienst, met als doel te onderzoeken welke interventies vanuit de Belastingdienst mogelijk zijn; -_Eris meer aandacht voor het thema Veiligheid en Professionals, omdat de wereld van drugscriminaliteit en -handel waar personen zich in begeven ook nieuwe veiligheidsvraagstukken en risico’s met zich meebrengt voor regisseurs. Vooruitblik naar 2021 -_ In aprilen oktober van 2021 stromen weer nieuwe personen in die voldoen aan de DG- criteria. Ook hierop wordt actief regie gevoerd om tot een doorbraak te komen. De resultaten hiervan worden gerapporteerd in de Top6oo-monitor; -__ HetRIEC en het AcVZ gaan meer kennis en ervaring uitwisselen. Ook in casuïstiek wordt gezocht naar meer mogelijkheden om informatie en expertise te delen ten behoeve van de persoonsgerichte aanpak; -__ De vakontwikkeling voor regisseurs is sinds kort ook toegankelijk voor projectleiders van de stadsdelen. Hierin worden inzichten over interventies voor het terugdringen van drugscriminaliteit en -handel en thema’s als het doorbreken van onaantastbaarheid behandeld; -__ Ontwikkelde interventies worden waar het kan breder ingezet. 2.2 Aanpak Doorgroeiers ED Zicht krijgen op het fenomeen: welke (jonge) mensen houden zich bezig met drugshandel en geweld, hoe en waarom komen zij daarin terecht en hoe en waarom groeien zij hierin door? Op basis hiervan een gezamenlijke strategie ontwikkelen om het doorgroeien te doorbreken. 7 o : o oren reiter 9 Zie mem 2 wm ro: Î aanwas Deze maatregel is één van de actielijnen van het versterkingsplan ondermijning van het RIEC Amsterdam Amstelland. Met doorgroeiers worden personen bedoeld die in contact staan met criminele samenwerkingsverbanden die zich bezighouden met drugscriminaliteit en een negatieve invloed hebben op kwetsbare personen in hun netwerk. Het kunnen enerzijds personen zijn die al verschillende (gewelds)misdrijven hebben gepleegd, die vit afgesloten rechercheonderzoeken naar voren komen. Het kan juist ook gaan om personen over wie weinig politie- en justitiële informatie bekend is maar bij wie wel sprake is van zorgelijke signalen die duiden op betrokkenheid bij drugscriminaliteit. Dit zijn personen die niet in een bestaande aanpak zitten. Er zijn verschillende initiatieven om meer grip te krijgen op doorgroeiers. Zo zijn Jeugdbescherming Regio Amsterdam, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering en het Expertisecentrum William Schrikker een tijdelijk samenwerkingsverband gestart, dat Jonge Aanwas & Rising Stars Amsterdam’ is genoemd. Vele partijen uit het strafrecht-, jeugd- en zorgveld werken hierin samen om meer kennis en nieuwe inzichten te verkrijgen over jongeren die het risico lopen om verder af te glijden in de georganiseerde criminaliteit en daarnaast een beter passende aanpak te ontwikkelen voor deze jongeren. De Aanpak Doorgroeiers werkt hier nauw mee samen. Resultaten 2020 -_Eriseen persoonsgerichte aanpak opgezet met bijbehorende gegevensregeling voor het uitwisselen van informatie tussen partners die zijn aangesloten bij het AcVZ. Tevens is een beoordelingskader ontwikkeld met criteria voor het instromen in deze aanpak; -_ Erzijn 11 doorgroeiers in regie genomen via het AcVZ-loket. Deze doorgroeiers zijn aangemeld vanuit de stadsdelen Centrum, Oost en Noord. Eris niet alleen naar de individuen zelf gekeken bij deze 11 personen, maar ook naar de groep om een aantal van deze personen heen. Dit heeft ertoe geleid dat een aantal kwetsbare jongeren vit het netwerk van deze doorgroeiers inmiddels ook in regie is genomen via het AcVZ-loket; -__Eind dit jaar wordt het onderzoek van de politie afgerond dat zich richt op de vraag hoe jongeren van g tot 14 jaar in de drugscriminaliteit terecht komen. Een samenvatting van 8 dit onderzoek wordt beschikbaar gesteld. Dit onderzoek biedt naar verwachting handvatten voor de aanpak doorgroeiers; -_Eris gestart met samenwerking met het RIEC Amsterdam Amstelland op een groep potentiële doorgroeiers. Vooruitblik naar 2021 -_Indeloop van 2021 zullen maximaal „0 doorgroeiers in regie worden genomen; - Erwordt vervolgonderzoek gedaan naar doorgroeiprocessen en internationale best practices voor interventies op deze doorgroeiers; -__Straatcoaches van Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA) worden ingezet om aandacht te hebben voor personen die zijn opgenomen in de aanpak en potentiële doorgroeiers. Op die manier wordt de informatiepositie vergroot en kan in een vroegtijdig stadium contact worden gemaakt met (potentiële) doorgroeiers. 2.3 Eervolle uitweg bieden ED De kans vergroten dat personen, die (mogelijk) afglijden in de drugscriminaliteit en -handel of hier al in zijn verzand, voor een positief toekomstperspectief kiezen en hen daarbij ondersteunen. Deze maatregel bestaat vit twee onderdelen: ‘Het Andere Verhaal’ en het ‘uitwegteam’. Het Andere Verhaal Het vertellen van Het Andere Verhaal is gericht op jongeren en jongvolwassenen vit Amsterdam die een verhoogde kans hebben om in aanraking te komen met drugscriminaliteit of daar al in zitten. Het Andere Verhaal moet jongeren bekend maken met de keerzijde van drugscriminaliteit en -handel. Hierbij ligt de nadruk op het belichten van ‘de andere kant' van de criminaliteit: stress, angst, verdriet van ouders en familie, eenzaamheid en onveiligheid en het laten zien dat er een alternatief is om vit de (drugs)criminaliteit te stappen. Als mensen uit de drugscriminaliteit willen stappen, kunnen ze daar hulp bij krijgen. Het Andere Verhaal wordt samen met ervaringsdeskundigen, externe partijen, jongeren en professionals gemaakt. Het geeft een realistisch beeld van de drugscriminaliteit en kansen met betrekking tot een positieve maatschappelijke carrière. De komende jaren wordt het Andere Verhaal op verschillende manieren opgebouwd, onder andere door straatcolleges, workshops op locaties in de buurt, trailers in bioscopen of medialabs. De boodschap wordt opgebouwd door en met jongeren en professionals die met jongeren werken. Resultaten 2020 -_In Nieuw-West is gestart met het geven van straatcolleges aan jongeren. De straatcolleges zijn gericht op de bewustwording van de negatieve kant van drugscriminaliteit en hoe je dit af kan zetten tegen het perspectief van een maatschappelijk betrokken carrière. Hierbij is ook samenwerking met Jellinek, die tijdens de straatcolleges aandacht geeft aan de eigen verslaving van jongeren; -__In samenwerking met Stichting YourLab zijn zogeheten ‘labs’ gestart. Deze sessies zijn onderdeel van een breder programma dat Stichting YourLab aanbiedt. Tijdens dit programma, waar overigens iedereen zich voor kan inschrijven, krijgen de deelnemers inzicht in alle krachtenvelden die van invloed zijn op wat je denkt, voelt en doet. Op die 9 manier krijgen jongeren de kans om te werken aan versteviging van hun eigen identiteit en aan ander gedrag en kunnen ze werken aan hun toekomst. Daarnaast bieden de ‘labs’ de deelnemers de mogelijkheid om met andere netwerken in contact te raken. In de ‘labs! is aandacht voor het schrijven van een eigen ‘Ander Verhaal’, dat weer gebruikt kan worden voor het Andere Verhaal in de stad. In september zijn twee jongeren gestart met deze ‘labs’. Er volgen in 2020 nog twee ‘labs’. Vooruitblik naar 2021 -_In 2021 zijn acht ‘labs’ gepland; -___ Periodiek worden in de Wildemanbuurt straatcolleges georganiseerd. Deze straatcolleges hebben diverse thema’s en zijn interessant voor verschillende groepen in de wijk; -__Erworden samen met experts handvatten ontwikkeld voor professionals die voorlichting geven over wapens en drugs. Deze handvatten helpen bij het overbrengen van informatie aan jongeren van verschillende leeftijden. Zo kan de boodschap aan middelbare scholieren verschillen van die aan basisschoolleerlingen. Met deze handvatten kan het juiste effect bij de doelgroep worden bereikt; -__Erworden meerdere (media)producten ontwikkeld die het Andere Verhaal belichten. Deze producten worden gemaakt met groepen jongeren, ervaringsdeskundigen en aansprekende partners, personen en bedrijven. Een communicatiekalender maakt helder wanneer er wat wordt aangeboden in de stad. Nieuw-West en Zuidoost zijn daarin focusgebieden, maar de uitingen gelden ook voor de gehele stad; -__ Erwordt (landelijke) samenwerking aangegaan en coalities worden opgezet met andere partners om het Andere Verhaal op zoveel mogelijk manieren en zo goed mogelijk over het voetlicht te brengen. Het vitwegteam Mensen die vit de drugscriminaliteit willen stappen en daarbij ondersteuning willen, kunnen terecht bij het vitwegteam. Dit vitwegteam bevat drie componenten. EH sel Es pv „|e © e CD Buur Vû voor professionals beschikbaar gesteld, door bijvoorbeeld een regisseur is andere expertise nodig. zodat zij bekend zijn met het fenomeen le Slad Hier kan het uitwegteam ‘eruit stappen’ en weten hoe ze iemand bij een casus of situatie. keel n kunnen bijstaan die eruit wil stappen. Eerst moet er contact worden gelegd en vertrouwen worden opgebouwd (mensen melden zich vaak anoniem). Dat gaat met kleine stapjes en vraagt tijd. Vervolgens wordt besproken welke motivatie ten grondslag ligt aan de wens om uit de drugscriminaliteit te stappen en wordt deze motivatie versterkt. Dit is van belang omdat motivatie de motor is voor verandering. Vervolgens wordt met de persoon in kwestie een strategie besproken; welke stappen er worden ondernomen die passen bij de sitvatie van de persoon. Er wordt een contract vormgegeven en dan kan een traject starten. Resultaten 2020 Het vitwegteam wordt momenteel vormgegeven. Daartoe zijn de volgende acties ondernomen in 2020: 10 -__ Erzijn expertsessies georganiseerd met wetenschappers en professionals. Deze hebben richting gegeven aan de fundamenten van het vitwegteam; -__Eriseen visie geformuleerd met bijbehorende stappen waarmee alle partners hebben ingestemd; -_Eris kleinschalig gestart met een aantal vitwegcasussen. Deze casussen worden nu opgepakt door ervaren regisseurs van het AcVZ-loket. Op die manier kan meer kennis worden opgedaan, kan een methode worden ontwikkeld en kan ervaren worden welke intensiteit van begeleiding nodig is. Vooruitblik naar 2021 In 2020 is een begin gemaakt met het vitwegteam. In 2021 wordt de werkwijze van het vitwegteam geëvalveerd, en wordt besloten of de capaciteit kan worden uitgebreid. 2.4 Rol van vrouwen en meisjes ED Zicht krijgen op de problematiek door nadere analyse van de rol van vrouwen en meisjes in drugshandel. Vrouwen en meisjes vervullen diverse rollen bij de handel in verdovende middelen maar zij blijven vaak buiten beeld. Soms faciliteren zij het netwerk van criminelen en profiteren zij (op actieve of passieve wijze) van de inkomsten. Soms maken ze ongewild deel vit van een crimineel netwerk. Ze blijven echter vaak buiten schot in de (strafrechtelijke en persoonsgerichte) aanpak. Toch is de relevantie van vrouwen voor het criminele netwerk vaak groot. Resultaten 2020 Deze maatregel zit in de beginfase. Eris verkend hoe verder vorm kan worden gegeven aan deze maatregel en er is een onderzoek gestart naar de rol van vrouwen in criminele families. Vooruitblik naar 2021 In 2021 wordt een nadere analyse gemaakt van de rol van vrouwen en meisjes in drugscriminaliteit, in samenwerking met andere aanpakken van partners en aanpakken binnen het AcVZ. Voorbeelden vit andere aanpakken worden gebruikt om meer te weten te komen over het profiel van de vrouwen die een rol spelen in drugscriminaliteit. Met de verkregen informatie kunnen vervolgacties worden opgezet. 2.5 Straatdealers Het project staatdealers beoogt het dealen van (nep)drugs op straat in de Binnenstad en de daarmee gepaard gaande overlast, intimidatie en geweld te verminderen. In meerdere gebieden in Amsterdam is het probleem van straatdealers hardnekkig, maar de binnenstad van Amsterdam springt er qua omvang echt vit. Waar tijdens de intelligente lockdown straatdealers vrijwel niet aanwezig waren, is de problematiek in de zomer enorm toegenomen. Al geruime tijd worden inspanningen verricht om dit tegen te gaan. Zo zijn er naast de inzet van de politie en het OM een dealeroverlastgebied en cameratoezicht ingesteld in grote delen van de binnenstad, is er een aanpak voor recidivisten en zijn er in het verleden campagnes gevoerd 11 gericht op (potentiële) klanten. In deze maatregel wordt gekeken welke aanvullende acties mogelijk zijn bovenop de maatregelen die al worden genomen. Resultaten 2020 -__Eriseen analyse gemaakt van de problematiek op basis waarvan een projectplan kan worden gemaakt. Op de personen die zich in de periode 2017-2019 schuldig hebben gemaakt aan straatdealen is een verdiepende analyse gepleegd. Daarnaast zijn de meldingen en klachten over dealeroverlast en enquêtes onder bewoners, ondernemers en gebruikers van de binnenstad geanalyseerd. De analyse wordt in 2020 besproken met de betrokken partners; -___Straatcoaches van SAOA die normaliter in de stadsdelen West, Nieuw-West, Noord en Zuidoost lopen, zijn bij wijze van proef ingezet in de binnenstad, waar straatdealers uit die betreffende stadsdelen actief zijn. Zij kennen deze dealers vit hun ‘eigen’ wijken en dat levert veel informatie op. Zo is hierdoor onder andere duidelijker geworden hoe de straatdealers georganiseerd zijn en wat hun werkwijze is. De informatie die de straatcoaches vergaren wordt meegenomen in de analyse van het probleem en is gedeeld met de politie. Vooruitblik naar 2021 In 2021 en 2022 kan de aanpak verder worden vormgegeven. 2.6 Doorbreken criminaliteit tijdens detentie ED Het doel van het project is het doorbreken van criminaliteit tijdens detentie door er meer zicht en vat op te krijgen. In 2019 is met JC Zaanstad en Politie Eenheid Amsterdam gestart met het project ‘doorbreken van criminaliteit tijdens detentie! Voortgezet crimineel handelen tijdens detentie is om meerdere redenen onwenselijk. Het is ondermijnend voor het systeem in de penitentiaire inrichting (PI). Daarnaast is de kans groot dat als iemand binnen de PI verder gaat met criminele activiteiten, hij of zij dat voortzet na detentie. Daarom is het nuttig om al in detentie te kijken wat gedaan kan worden om dit te stoppen. Daarnaast bestaat het vermoeden dat kwetsbare gedetineerden voorafgaand aan hun verlof onder druk worden gezet door medegedetineerden om tijdens verlof criminele handelingen te plegen. Uit angst hiervoor weigeren sommige gedetineerden om met verlof te gaan. Dit laatste heeft op langere termijn ook invloed op de veiligheid van de maatschappij. De kans op recidive na detentie neemt tenslotte toe naarmate gedetineerden minder goed re-integreren tijdens en na hun detentie. Er wordt gewerkt langs drie lijnen: 1. Informatiedeling bij instroom in detentie, doorstroom tussen Pl's en uitstroom na detentie 2. Signaleren en opvolgen van signalen 3. Casuïstiek dj %o vi OD > > ij (Ss Informatiedeling tijdens Signaleren en opvolgen Casuïstiek in-, door- en uitstroom 12 Resultaten 2020 -_Sinds maart 2020 geeft Justitieel Complex Zaanstad (JCZ) aan politie Eenheid Amsterdam door wanneer een gedetineerde met verlof gaat in Amsterdam, zodat de politie het ook kan rapporteren aan JCZ als de gedetineerde wordt aangehouden of staande gehouden. In verband met Corona waren er minder verloven dan normaal. Daarom duurt het wat langer voor deze maatregel kan worden geëvalueerd; -_ Partners hebben meer inzicht gekregen in elkaars werkprocessen en zijn zich ook bewuster van de risicomomenten in de aansluiting van die processen. De verbinding tussen ‘binnen! en ‘buiten’ wordt steeds beter, waardoor het informatiebeeld verstevigd kan worden en partners meer gebruik kunnen maken van elkaars kennis en expertise. Vooruitblik naar 2021 Een aantal maatregelen wordt in 2021 verder uitgewerkt, zoals het inzoomen op specifieke casussen en het melden van hoge cashbedragen bij binnenkomst in JCZ. In 2021 wordt de wet Straffen en Beschermen van kracht. Dit thema zal ook in het kader hiervan van groot belang blijven, omdat het verlof en de voorwaardelijke invrijheidsstelling meer gaat afhangen van het gedrag in de PI. 3. Weerbare Wijken wijken Drugshandel vindt in wijken waar achterstand heerst een goede markt voor rekrutering van loopjongens en afzet van handel. De dwingende aanwezigheid van drugshandel zorgt ook voor verdere verloedering. Dit heeft als gevolg dat de mensen die er wonen nog sterker het gevoel hebben dat zij niet aangehaakt zijn bij de vooruitgang en de welvaart van de stad. Naast een klassiek repressieve aanpak is het van belang om de weerbaarheid tegen de sociale ontwrichting van drugshandel te versterken. De maatregelen in dit hoofdstuk moeten hier een bijdrage aan leveren. De maatregelen laten zien dat misdaad niet loont, en moeten het vertrouwen herstellen. Ze moeten mensen een ander perspectief op de wijk geven en hun kansen vergroten. De sociale structuur van een aantal Amsterdamse wijken is vatbaar voor de ondermijnende effecten van de drugshandel. In sommige stadsdelen vallen meerdere wijken op als de kwetsbaarheidsindex gecombineerd wordt met politiecijfers en de Veiligheidsmonitor. In de eerste fase staan Zuidoost en Nieuw-West centraal. Samen met deze stadsdelen zijn buurten geselecteerd waarin gezamenlijke en gerichte activiteiten worden ontwikkeld die (duurzaam) bijdragen aan het versterken van de weerbaarheid tegen de sociale ontwrichting van drugshandel. In Zuidoost is gekozen voor Venserpolder en in Nieuw-West voor de Wildemanbuurt. 13 3.1 Inventarisatie criminogene kwetsbaarheid wijken Zicht krijgen op de criminogene kwetsbaarheid in wijken. De opbrengst van deze analyse dient als basis voor een mogelijk grootschaligere integrale aanpak in een latere fase van het programma. Resultaten 2020 -_ Het etnografisch onderzoek naar drugscriminaliteit in de Wildemanbuurt is afgerond. Uit het onderzoek komt volgens de onderzoekers van het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen van de Universiteit Utrecht naar voren dat deze omvangrijke problematiek niet eenvoudig gekoppeld kan worden aan een lokale context. De onderzoekers stellen: “Hoewel de buurt en buurtbewoners regelmatig in verband worden gebracht met internationale drugshandel en extreem geweld, ervaren bewoners en professionals vooral overlast en de gevolgen hiervan. De aanwezigheid van jongeren en het “hangen op straat” wordt doorgaans gezien als voorbode voor een carrière in de groeiende en harde wereld van de drugseconomie. Echter is de leefomgeving van deze groep veel complexer: van een duidelijk onderscheid tussen onder- en bovenwereld is geen sprake. Dat deze werelden veel meer verstrengeld zijn dan wordt verondersteld, maakt het lastig om een zorgvuldig beleid samen te stellen dat gestoeld is op wetshandhaving enerzijds en zorg en sociaaleconomische ondersteuning anderzijds. Dit onderzoek waarschuwt voor een groeiende vraag naar repressief beleid, wat juist de nodige maatregelen om de publieke veiligheid te waarborgen in de weg staat.” In het rapport wordt een aantal conclusies getrokken en worden aanbevelingen gedaan voor verder beleid. -__ Het verdiepend onderzoek door bureau Beke naar criminele netwerken in de Wildemanbuurt die breder dan alleen in die buurt opereren is in een afrondend stadium. Vooruitblik 2021 De resultaten van de onderzoeken worden gedeeld en gebruikt bij het ontwikkelen en uitvoeren van maatregelen in Nieuw-West. 3.2 ‘Credible messengers’ (werktitel) Als onderdeel van de wijkaanpak (in Zuidoost en Nieuw-West, maar ook in andere stadsdelen) worden ‘credible messengers’ (werktitel) ingezet om jongeren die in aanraking komen met drugshandel en — criminaliteit te motiveren tot ander gedrag. ‘Credible messengers’ zijn personen die in staat zijn om bewoners en gemeenschappen te ‘openen! en mensen te motiveren tot ander gedrag of hen in ieder geval een spiegel voor te houden. Dat doen zij in gesprek, ondersteund door gesprekstechnieken, hun voorkomen en hun ervaring, ‘know how’ of door hun positie in de gemeenschap. Zo kunnen zij een gids zijn voor personen die in aanraking zijn of komen met drugshandel en -criminaliteit. Ook kunnen ze waar nodig een brug vormen naar hulp en ondersteuning. Resultaten 2020 -__Erisgesproken met mensen die door het projectteam als ‘credible messenger’ worden gezien en zo al werken in de stad, en met professionals. Tevens zijn inzichten vit de wetenschap opgehaald. Dit heeft geleid tot een zogeheten profielschets van een ‘credible messenger’ en tot een visie op het opzetten van een netwerk. Eén van de inzichten die is 14 opgedaan, is dat ‘credible messengers’ niet volgens een bepaalde methodiek werken; hun manier van werken vloeit voort uit wie zij zijn. De te kiezen vorm van het netwerk van ‘credible messengers’ moet hun kwaliteiten erkennen en voeden. Het is bijvoorbeeld van belang dat zij zelf de naam van het netwerk kiezen, dat ze niet in dienst treden van de overheid en dat dit netwerk zich vooral richt op het opleiden van nieuwe ‘credible messengers’. Door het teveel in een bepaalde mal te gieten gaat de kracht van de werkwijze verloren. In de volgende fase wordt in de praktijk geëxperimenteerd met de werkwijze en krijgt het netwerk nader vorm. De vervolgstap is het opzetten van een curriculum dat nieuwe ‘credible messengers’ kunnen doorlopen; -__ Erwordt reeds samengewerkt met ‘credible messengers’ in specifieke casuïstiek. Vooruitblik naar 2021 -__ Erwordt een plek gecreëerd van waaruit de ‘credible messengers’ worden opgeleid, ondersteund en gecoacht en van waaruit ze kunnen werken. Deze plek wordt vormgegeven met de gemeente, partners vit het bedrijfsleven en maatschappelijke partijen; -__ Het netwerk van ‘credible messengers’ wordt uitgebreid en verstevigd. 3-3 Buurtrechtspraak ED Het verbeteren van de veiligheid, leefbaarheid en het maatschappelijk welzijn in de wijk en stad. Het vertrouwen van de burger in de overheid/rechtspraak vergroten door hetrecht (een rechter) naar de wijk te brengen. Buurtrechtspraak moet de leefbaarheid en de veiligheid in de wijk vergroten door enerzijds de toegang tot het recht gemakkelijker en zichtbaarder te maken en anderzijds de maatschappelijke effectiviteit van de rechtspraak te vergroten door in een vroeg stadium en rechtsgebied- overstijgend, oplossings- en/of herstelgericht te interveniëren bij (multi)problematiek op het gebied van leefbaarheid, inkomen en/of veiligheid. Voornoemde interventies zullen erop gericht zijn gerechtelijke procedures zoveel mogelijk voor te zijn, dan wel terug te brengen tot een werkbaar minimum. Resultaten 2020 Eris een verkenning gestart naar het toegankelijker maken van rechtspraak in Venserpolder, één van de wijken waar dit programma zich specifiek op richt. Vooruitblik naar 2021 Afhankelijk van de vitkomsten van de verkenning kan in 2021 een pilot starten. 3-4 Nieuw-West en Zuidoost Binnen het programma Weerbare Mensen, Weerbare Wijken worden extra activiteiten ontwikkeld in (buurten in) Nieuw-West en Zuidoost, in gezamenlijkheid met het stadsdeel en relevante partners. Bovendien worden bestaande inspanningen die bijdragen aan de opgave in de buurten versterkt. Deze inspanningen leveren zichtbare effecten op en dragen bij aan het vergroten van het vertrouwen, waardoor een duurzame verandering kan plaatsvinden. Steeds wordt daarbij actief gezocht naar systeemfouten om die vervolgens te adresseren en op te lossen. 15 Eerdergenoemde activiteiten zoals de inzet van ‘credible messengers’, de aanpak doorgroeiers, de eervolle vitweg en Het Andere Verhaal worden juist ook in deze stadsdelen vitgevoerd. In Nieuw- West is extra aandacht voor vrouwen in de criminaliteit. In Zuidoost is extra aandacht voor gangvorming en het maken van plannen van aanpak hierop. Bij de maatregelen staat de opgave in de gebieden centraal. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij bestaande programma's en netwerken, zoals De Weerbare Stad, Positief Perspectief (de geïntegreerde werkwijze), het meidennetwerk in West en Nieuw-West en de persoonsgerichte aanpak voor meisjes{jonge vrouwen met complexe problematiek vanuit het programma tegen Seksuele Intimidatie en Seksueel Geweld. De maatregelen gebeuren in samenhang en in afstemming met de aanpak ontwikkelbuurten en in Zuidoost wordt actief meegedacht bij het formuleren van concrete acties om doorbraken te realiseren in het kader van het Masterplan Zuidoost. In beide wijken wordt zowel gewerkt aan praktische interventies die bewoners vertrouwen geven en bijdragen aan de veiligheid (zoals het verbeteren van verlichting of andere aanpassingen in de openbare ruimte) als aan de fundamentele mechanismes die ten grondslag liggen aan drugscriminaliteit. De projectteams WMWW uit Zuidoost en Nieuw-West hebben veelvuldig contact met elkaar zodat men leert van elkaars ervaring en inspanningen. Nieuw-West Door een duurzame flexibele aanpak de weerbaarheid vergroten, de kwetsbaarheid van jongeren door drugshandel verminderen, sociale ontwrichting tegen gaan en daarmee de (ervaren) drugsgerelateerde onveiligheid in de wijk substantieel verminderen. LL 1 as Tegengaan Betere woningen (zware) criminaliteit | en voorzieningen, en ondermijning passend bij huidige en toekomstige bewoners Meer kansen Schoner, groener voor jongeren ELT (banen, stages onderhouden a Gl Clu ehehe Aid Det Tha et e MA TL dd e- ® rollen) ij itse (jeugd)overlast , Resultaten 2020 De resultaten worden behaald door de nauwe samenwerking in Nieuw-West, waaraan het programma WMWW een bijdrage levert. Deze samenwerking wordt vormgegeven in het zogeheten regieteam, waarin de domeinen veiligheid, zorg, welzijn, sociaal en fysiek van het stadsdeel en de programma's De Weerbare Stad, Positief Perspectief, Ontwikkelbuurten en WMWW zitting hebben. Het regieteam brengt focus en samenhang aan in de acties in de wijk. Er 16 wordt door het regieteam samengewerkt met alle partners die nodig zijn om resultaat te behalen, zoals de politie, het OM en maatschappelijke organisaties. -__Op 22 personen met een disproportioneel negatief effect op de wijk wordt procesregie gevoerd door het AcVZ in samenwerking met het stadsdeel. De aandacht gaat daarbij ook naar de structuur in de wijk, naar het netwerk van deze personen, en naar de wijk in fysieke zin: waar voelt het veilig en waar niet? Hoe komt dat en wat kan daaraan gedaan worden? - Erwordt een pilot vitgevoerd waarin de communicatie wordt verbeterd na sluiting van een woning naar aanleiding van de vondst van drugs of wapens. Samen met medewerkers van het team sluitingen van de directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV), het stadsdeel, de politie en woningcorporaties is er een strategie opgezet met nieuwe communicatiemiddelen, zoals een informatieflyer en poster. Deze middelen worden zichtbaar opgehangen en verspreid en laten zien waarom de woning is gesloten en wat bewoners kunnen doen wanneer zij melding willen doen. Ook kan in gesprek worden gegaan met omwonenden nadat er panden zijn gesloten in een buurt, straat of complex. Na evaluatie wordt de methode aangescherpt en verder toegepast in Zuidoost en de rest van de stad. Deze manier van werken draagt bij aan het vergroten van het veiligheidsgevoel en de weerbaarheid in een buurt na de sluiting van een woning; -_Erwordt met woningcorporaties gesproken over hoe gemeente en corporaties samen kunnen optrekken bij signalen van drugs; -__ Contact maken in de wijk is één van de grootste prioriteiten. Angst, wantrouwen en soms trauma door wat er gebeurt weerhoudt een buurt ervan om in contact te komen en te blijven. Er wordt daarom gekeken hoe contact kan worden gemaakt met moeilijk bereikbare groepen en personen of met mensen die reeds contact met hen hebben; -___Eind 2020 vindt een expertmeeting plaats, met daaruit voortvloeiend twee acties voor de buurt. Door beter contact komt er meer inzicht in de behoeftes van individuen, groepen of een wijk; -__Erzijnstraatcolleges georganiseerd; -_ Veel jongeren hebben door de Coronacrisis hun baan verloren in de taxibranche. Er wordt samen met het programma De Weerbare Stad en het stadsdeel gekeken op welke manieren deze jongeren weer aan werk kunnen komen. Beluister de podcast over enkele maatregelen in Nieuw-West. Vooruitblik naar 2021 -__ Destraatcolleges worden gecontinveerd; -__ De inzet op het doorbreken van de problematiek van de 22 casussen in de wijk wordt voortgezet; -_ (Drugs)verslaving onder jongeren en jongvolwassenen wordt structureler aangepakt; -_ Specifieke plekken in de wijk waar drugs wordt gedeald worden aangepakt, in samenwerking met bewoners; -_ Jongeren en jongvolwassenen worden naar banen en scholing toegeleid; -_Erkomteen aanpak op de inzet van taxi’s bij drugshandel, in samenwerking met De Weerbare Stad; -__ De samenwerking met justitiële partners op casuïstiek is heel nauw. Deze samenwerking wordt waar het kan verder uitgebreid; -__Hetregieteam en de allianties in de wijk worden verstevigd. Een structurele werkmethode met wederkerige communicatie met wijkbewoners is hier onderdeel van. 17 Zuidoost Door een duurzame flexibele aanpak de weerbaarheid vergroten, de kwetsbaarheid van jongeren door drugshandel verminderen, sociale ontwrichting tegen gaan en daarmee de (ervaren) drugsgerelateerde onveiligheid in de wijk substantieel verminderen. De inspanningen in Venserpolder zijn gericht op vier doelen: LE Inzetten Vroegtijdig van situationele aanpakken van É Hr Kela Laa ae ASS eel lu A preventie verstevigen (invloed van fysiek op van ontwikkelkansen Er wordt gewerkt criminaliteit en overlast) van jongeren 4) aan de speerpunten kel sE, jongvolwassenen . 7 woonfraude Een vanuit de programma Ss: * Weerbare Mensen, Weerbare Wijken weerbaar * De Weerbare Stad n veil * Wapenaanpak LA hed el 5 = g Neh dd * Positief Perspectief van excessief Venserpolder EET Sed « Ontwikkelbuurten geweld en perspectieven * Buurtrechtspraak drugshandel Kd ds * Community School bieden ed Daarnaast wordt gewerkt aan de Ä / Bestuursopdracht Masterplan Zuidoost. Resultaten 2020 In bovenstaand figuur staan de doelen voor Venserpolder weergegeven. Het programma WMWW levert aan deze doelen een bijdrage. De resultaten worden behaald door nauwe samenwerking in stadsdeel Zuidoost met de medewerkers van de gebieden, van de domeinen fysiek, sociaal en veiligheid en met andere (gemeentelijke) partijen. -__Op basis van eerder gehouden buurtschouwen is in Venserpolder geïnventariseerd op welke plekken buurtbewoners zich het meest onveilig voelen. Uit deze schouwen bleek dat er veel schaduw was voor en na onderdoorgangen, dat er te hoog groen was op sommige plekken, en op een aantal plekken deed de verlichting het niet. Het groen is gesnoeid en met medewerkers uit alle domeinen die een rol hebben bij verlichting in de openbare ruimte is een integraal plan van aanpak gemaakt om de verlichting te verbeteren. Daarnaast is op een belangrijke route in de wijk een creatief lichtproject gestart (pilot). Dit gebeurt met leerlingen van het Bindelmeercollege en jongeren vit de buurt. Tevens wordt bekeken hoe het Bindelmeercollege de onderdoorgang kan ‘adopteren’ en daarmee duurzaam kan onderhouden. Deze succesvolle integrale manier van werken zal ook op andere thema’s worden toegepast; -_Eris in één woonblok gekeken naar signalen van woonfraude. 13 adressen worden naar aanleiding van deze scan nader onderzocht. Bij zes woningen wordt een spookwoningactie uitgevoerd; -__ Vier jongeren hebben een relevant zomerbaantje bij lunchroom De Pits Keuken gekregen; 18 -_Erisgestart met het maken van de dramaserie ‘My son is fine’. Dit is een documentaire voor en over jongeren en hun ouders in Zuidoost en is tot stand gekomen op basis van wensen van bewoners uit Zuidoost; -_Erworden specifieke jongerenadviseurs van de directie Werk, Participatie en Inkomen van de gemeente Amsterdam (WPI) ingezet om jongeren die in de drugscriminaliteit zitten te ondersteunen bij het vinden van werk; -_Eris ondersteund bij interventies voor jongeren vit rivaliserende (criminele) drillrapgroepen die al in een persoonsgerichte aanpak zitten. Zo is voor een gezin binnen een week vervangende woonruimte gevonden in samenwerking met een woningbouwcoöperatie; -_ Op dit moment wordt de instroom van zes potentiële doorgroeiers voorbereid; -_ Het regieteam is opgezet. Beluister de podcast over enkele maatregelen in Zuidoost. Vooruitblik naar 2021 -_ Inzet van virtual reality om bewustwording van de gevolgen van messengeweld en drugscriminaliteit inzichtelijk te maken (bij jongeren in de leeftijd van 8 —14 jaar). Door middel van virtual reality krijgt de kijker het gevoel daadwerkelijk aanwezig te zijn in de ervaring. Hierdoor kunnen jongeren op een realistische manier de consequenties van bepaalde keuzes ervaren; -_Het versterken van (culturele) identiteitsontwikkeling onder jongeren in Zuidoost, in nauwe samenwerking met het programma Positief Perspectief. Met extra inzet op identiteitsontwikkeling voor jongeren met een migratieachtergrond wordt (meer) jongeren de kans geboden om weerbaarder op te groeien; -_Erkomt meer inzet op de begeleiding van jongeren naar werk en scholing, in samenwerking met WPI. De medewerkers die dit gaan doen hebben een lagere caseload dan normaal, zodat zij jongeren intensief kunnen begeleiden. Ook wordt het aantal passende werkplekken dat aansluit op de interesses van jongeren vergroot; -__Eris reeds nauwe samenwerking met de Raad voor de Kinderbescherming en Reclassering Nederland. Waar mogelijk wordt de samenwerking met andere justitiële partners versterkt. 19 4. De schaduwkant van drugsgebruik 4.2 Bewustwording van drugsgebruik Het op gang brengen en houden van een dialoog over de maatschappelijke gevolgen van drugsgebruik en het verkleinen van de drugseconomie. De drugshandel verhardt, de bedragen worden groter en drugscriminelen hebben steeds minder scrupules om tegenstanders te liquideren en zelfs de rechtsstaat te ontwrichten. Gebruikers mogen zich bewust zijn van de maatschappelijke gevolgen van hun drugsgebruik. Resultaten 2020 -_Het onderzoek van Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) naar de beweegredenen van toeristen om Amsterdam te bezoeken is afgerond; -__ Begin maart is het panel van Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) bevraagd over hun mening naar drugsgebruik en de invloed op de drugscriminaliteit. Dit panel bestaat uit Amsterdammers die zich hiervoor hebben aangemeld en frequent door OIS worden bevraagd over allerlei thema's. Dit onderzoek zal jaarlijks worden herhaald. Vanwege de Coronacrisis zijn er geen gesprekken gevoerd met festivalorganisatoren over dit thema, omdat de meeste festivals geen doorgang konden vinden en de sector in zwaar weer is beland. Ook andere voorziene acties uit deze maatregel zijn vitgesteld vanwege de Coronacrisis. Vooruitblik naar 2021 De te nemen maatregelen hangen af van het verloop van de Coronacrisis. De peiling onder Amsterdammers om zicht te houden op de huidige norm over drugsgebruik en drugscriminaliteit wordt vanzelfsprekend wel voortgezet. 20
Onderzoeksrapport
20
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 183 Publicatiedatum 21 februari 2018 Ingekomen onder AE Ingekomen op woensdag 14 februari 2018 Behandeld op woensdag 14 februari 2018 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het geluidbeleid Evenementen en de locatieprofielen (het in ieder geval tot aan de evaluatie blijven meten in dB(A) en dB(C)). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130). Overwegende dat: — Veel discussie bestaat over de meetmethodiek; — De wetenschap ten aanzien van geluid en gehoor zich snel ontwikkeld; — Het meten in meerdere grootheden, zelfs al wordt niet op beide grootheden gehandhaafd, de inzichtelijkheid kan vergroten voor burgers; — Ook de gemeente en evenementenorganisatoren bijvoorbeeld bij het beoordelen van een eventuele herziening van beleid of bij het opstellen van de evaluatie hiermee haar voordeel kan doen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In ieder geval tot de tussenevaluatie over twee jaar te (blijven) meten in zowel dB(A) als in dB(C). De leden van de gemeenteraad J.W. Nuijens RJ. Groen 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad x Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 374 Publicatiedatum 29 april 2016 Ingekomen onder M Ingekomen op woensdag 20 april 2016 Behandeld op woensdag 20 april 2016 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake de uitzending van Zembla over de gezondheidseffecten van langdurige blootstelling aan ultrafijnstof (ultrafijnstof in kaart brengen opnemen in begroting). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het lid Van Lammeren inzake de uitzending van Zembla over de gezondheidseffecten van langdurige blootstelling aan ultrafijnstof (Gemeenteblad afd. 1, nr. 326). Overwegende dat: — in de begroting 2016 als doelstelling staat: ‘De lucht in Amsterdam wordt gezond, met zo min mogelijk stikstofdioxide, fijnstof en roet’ en ultrafijnstof hier nog ontbreekt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: het in kaart brengen van ultrafijnstof, toe te voegen als doelstelling in de eerstvolgende begroting. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
4 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1219 Datum indiening 23 juni 2020 Datum akkoord 22 oktober 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Schreuders en De Fockert inzake een leefbaar loon Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Door de coronacrisis raken veel Amsterdammers hun baan en hun inkomen kwijt. De fracties van de SP en GroenLinks maken zich zorgen om de kwetsbare inkomenspositie van Amsterdammers. De indieners willen in kaart brengen welke mogelijkheden er vanuit de Gemeente Amsterdam zijn om mensen in kwetsbare inkomensposities te ondersteunen met een verhoging van het minimumloon. Gezien het vorenstaande hebben de leden Schreuders en De Fockert, respectievelijk namens de fracties van de SP en GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. In het coalitieakkoord staat dat de gemeente gaat stimuleren dat werkgevers een leefbaar loon betalen. Wat is de voortgang? In hoeverre zou een landelijke verhoging van het minimumloon naar 14 euro helpen om deze doelstelling te realiseren? Antwoord De inzet van het college in het huidige coalitieakkoord is dat Amsterdam een gemeente is waar goed werkgeverschap de norm is en een leefbaar loon (of living wage’) van 120% van het wettelijk minimumloon (WML) het uitgangspunt’. In de contacten met opdrachtgevers en werkgevers bespreken we het betalen van een fatsoenlijk loon. Het college en de gemeentelijke organisatie Amsterdam zijn echter geen directe partij in de gesprekken over de arbeidsvoorwaarden dan wel het loon voor werknemers bij bedrijven in Amsterdam. Dit is immers verankerd in de onderhandelingsvrijheid van werkgevers(organisaties) en vakbonden. Een landelijke verhoging van het huidige minimumuurloon kan helpen om de bestaanszekerheid van mensen met een minimuminkomen te verbeteren. Een verhoging naar 14 euro per uur zou voor gezinnen betekenen dat minimumloon wordt verhoogd naar ca. 130% van het huidige minimumloon. 1 Het huidig WML (1 juli 2020) bedraagt voor personen van 21 jaar of ouder € 1.680 bruto/maand, ongeacht een werkweek van 36, 38 of 40 uur. Bij een 40-urige werkweek is het minimumuurloon € 9,70 per uur. (Bron: Rijksoverheid/bedragen-minimumloon-2020) Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng Ls Gemeenteblad Datum 22 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 juni 2020 Het CPB geeft in haar rapport Kansrijk arbeidsmarktbeleid” het Rijk een aantal beleidsopties mee die variëren tussen verlagen en verhogen van het minimumloon en al dan niet een koppeling aan sociale zekerheid (zie hoofdstuk 5 in het rapport). Landelijk speelt het debat over wijziging van de wet minimumloon nog volop, onder andere ten gevolge van meerdere ingediende initiatiefwetsvoorstellen®. Deze worden momenteel nog behandeld ín het parlement en de discussies hierover zal het college met aandacht blijven volgen. 2. Hoeveel Amsterdammers werken voor een inkomen onder 14 euro? Hoeveel van hen maken gebruik van de gemeentelijke minimavoorzieningen en in welke sectoren en bij welke bedrijven werken zij? En hoeveel van hen zouden in aanmerking komen voor een armoederegeling maar maken daar geen gebruik van? Antwoord Het college heeft geen zicht op het aantal Amsterdammers dat werkt voor een inkomen lager dan 14 euro per uur. We beschikken wel over inkomensgegevens van Amsterdammers, maar niet over uurlonen. Uit het eerder aangehaalde CPB-rapport weten we dat met name in de sectoren horeca, cultuur en uitzendwezen het minimumloon wordt betaald, sectoren die in Amsterdam oververtegenwoordigd zijn. Van alle Amsterdamse huishoudens met werk in loondienst behoort 4% tot de minima. Onder huishoudens met inkomen uit een eigen bedrijf is dit 12%. {In totaal telt Amsterdam ruim 24.500 minimahuishoudens met enige inkomsten uit werk (ook wel werkende armen genoemd). Alleenstaanden vormen zowel de grootste groep onder minima met werk in loondienst (63%) als onder minima met een eigen bedrijf (66%). Het voorzieningenbereik onder werkende minima varieert op basis van een aantal kenmerken. Zo is het bereik van alle voorzieningen onder mensen in loondienst 31% en bij mensen die een eigen bedrijf (en een laag inkomen) hebben 11%. Naarmate huishoudens langer op het minimum leven, is het voorzieningenbereik hoger en ook huishoudens met kinderen worden relatief goed bereikt. Mensen die gebruik maken van minimavoorzieningen werken met name in de transport & logistiek, horeca, detailhandel en (persoonlijke) dienstverlening, zoals schoonmaak en als uitzendkracht. Het verhogen van het bereik bij werkende minima is een speerpunt binnen armoedebeleid. We zien de laatste jaren een gestage toename van het bereik bij de hierboven genoemde doelgroepen: van 23% in 2015 naar (naar verwachting) 42% in 2022. De coronacrisis biedt de gemeente de mogelijkheid, nu een grote groep zelfstandigen een beroep heeft gedaan op de TOZO-regeling, het bereik van minimavoorzieningen onder zelfstandigen te vergroten. Toelichting door vragenstellers: Ongeveer 6700 Amsterdammers zouden er in inkomen op vooruitgaan dankzij de voorgenomen uitbreiding van het minimabeleid. De vragenstellers begrijpen de keuze van het college om de uitbreiding vanwege de Coronacrisis in de ijskast te zetten. 2? Bron: CPB-studie (april 2020): Kansrijk arbeidsmarktbeleid; update minimumloonbeleid $ Zie o.a. initiatiefwetsvoorstellen inzake Wet invoering minimumloon (rijksdossier 35 335; nov2019 en mei2020) van het lid Gijs van Dijk (PvdA) en een recent wetsvoorstel van SP hierover (sep2020). 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng Ls Gemeenteblad Datum 22 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 juni 2020 3. Kan het college schetsen wat een verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen zou betekenen voor de groep Amsterdammers die in aanmerking zouden komen voor de uitbreiding van de gemeentelijke minimavoorzieningen? Is het college bereid zich hiervoor in te zetten? Kan het college inschatten hoe groot het aandeel van de ‘vitale beroepen’ is in deze groep? Antwoord Verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde verhoging van de inkomensnorm voor minimaregelingen zou betekenen dat het besteedbaar inkomen voor deze groep Amsterdammers hoger wordt. Het college is bereid zich hiervoor in te zetten en heeft onlangs in G4-verband bij het kabinet gepleit voor verhoging van het wettelijk minimumloon. Bij de aanvraag voor een minimaregeling wordt niet gevraagd naar het beroep van de aanvrager. Daarom is niet bekend hoeveel mensen die werkzaam zijn in een vitaal beroep gebruik maken van de minimavoorzieningen. Toelichting door vragenstellers: Bijna een kwart van de werkende Amsterdammers heeft een flexibel contract en bijna 100.000 Amsterdammers zijn ZZP'er. Recent is bekend geworden dat er geen minimumtarieven komen voor ZZP'ers.* 4. Kan het college een globale inschatting maken van hoeveel Amsterdammers met een flexibel contract erop vooruit zouden gaan wanneer het minimumloon wordt verhoogd naar 14 euro? En hoe zit dat voor ZZP'ers”? Antwoord In Amsterdam zijn (stand eind 2019) 469.000 mensen tussen de 15-74 jaar werkzaam. Hiervan heeft 24% (113.000) een tijdelijk of flexibel contract en 21% (94.000) werkt als zzp'er®. In Amsterdam waren er voorafgaand aan de coronacrisis ongeveer 15.000 werkende minima, waaronder ca. 6.000 zelfstandigen (voornamelijk ZZP'ers)®. Het SCP geeft aan’ dat het aannemelijk is dat deze groep door de crisis zal groeien, met name binnen sectoren horeca en detailhandel, maar ook het aantal zzp-ers werkzaam als auteur of kunstenaar. Aangezien deze sectoren oververtegenwoordigd zijn in Amsterdam, is het aannemelijk dat in ieder geval deze groep Amsterdammers erop vooruit zouden gaan wanneer het minimumloon wordt verhoogd. Toelichting door vragenstellers: Uit onlangs gepubliceerd onderzoek van het NIBUD blijkt dat mensen moeilijk rondkomen van het huidige minimumloon? Dat is met name een probleem voor inwoners van grote steden als Amsterdam, die met hogere vaste lasten geconfronteerd worden. 4 Factsheet Flexibele schil in Amsterdam, mei 2020 $ Bron: Factsheet prognose bijstand, Gemeente Amsterdam, juni 2020 ® Plan van aanpak ‘Meer kansen voor werkende minima’, gemeente Amsterdam, februari 2020 7 Zie SCP-rapport (juli 2020) ‘Verwachte gevolgen van corona voor scholing werk en armoede” 8 Meer bestedingsruimte bij een hoger minimumloon, april 2020 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng Ls Gemeenteblad R Datum 22 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 juni 2020 5. Deelt het college de mening van een groeiende maatschappelijke coalitie dat een minimumloon van 14 euro Amsterdammers zou voorzien in betere mogelijkheden om rond te komen? Antwoord Het college is voorstander van het landelijk verhogen van het minimumloon, zodat mensen beter worden gewaardeerd voor het werk dat zij uitvoeren en vooral omdat hun bestaanszekerheid hierdoor beter kan worden geborgd. Toelichting door vragenstellers: Veel Amsterdammers die op Schiphol werken zijn tijdens de coronacrisis hun baan kwijtgeraakt, onder andere grondpersoneel en afhandelaren die een flexibel of tijdelijk dienstverband hadden. Het college heeft toegezegd in gesprek te gaan met Schiphol Group over goed werkgeverschap en een leefbaar loon. 6. Kan het college aangeven hoe het staat met de gesprekken met Schiphol Group over goed werkgeverschap en een leefbaar loon? Antwoord In het werkbezoek van wethouder Groot Wassink en wethouder Kukenheim aan Schiphol vorig jaar (2019) zijn de thema’s goed werkgeverschap en leefbaar loon ter sprake gekomen. Dit werkbezoek was de opmaat voor het Banenplan Schiphol 2020- 2022, dat een samenwerking betreft tussen gemeente Amsterdam, het Werkgeversservicepunt Groot-Amsterdam (WSP), Royal Schiphol Group en Luchtvaart Community Schiphol (LCS) waar 40 werkgevers aan mee doen. De samenwerkende partijen zijn een partnerschap aangegaan om duurzame werkgelegenheid en inclusiviteit op de luchthaven een stap verder te brengen. Bij de start van het banenplan is onder andere aandacht gevraagd voor de opstelling jegens bedrijven die in opdracht van de luchthaven werkzaamheden verrichten op het Schipholterrein. De focus binnen het banenplan wat betreft kwaliteit van werk ligt op de continuiteit van werk, het centraal stellen van de competenties van de werkzoekende, het verhogen van de slaagkans van kandidaten binnen een bedrijf door begeleiding en ondersteuning en het ontwikkelen van mensen op langere termijn. Deze elementen zullen ook onderdeel zijn van de uitwerking van de inzet op goed werkgeverschap waar de gemeente momenteel nog aan werkt. De huidige coronacrisis heeft helaas grote gevolgen voor het Banenplan Schiphol 2020-2022. Realiteit is dat momenteel nagenoeg geen nieuwe vacatures worden gemeld op Schiphol. Het accent ligt nu vooral op mobiliteit (van-werk-naar-werk). Het recent opgerichte Regionaal Werkcentrum heeft veel contact met de werkgevers van Schiphol. Daarmee is er sprake van een hopelijk tijdelijke accentverschuiving binnen het Banenplan Schiphol 2020-2022. Eventuele nieuwe vacatures op Schiphol zullen worden opgepakt via de praktische samenwerking van Regionaal Werkcentrum en Banenplan Schiphol. 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng Ls Gemeenteblad Datum 22 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 juni 2020 7. Kan het college een inschatting maken van de kosten en consequenties als de gemeente er voor zou kiezen het eigen personeel dat momenteel onder 14 euro verdient zo in te schalen dat zij op minimaal 14 euro komen? Kan het college aangeven wat de mogelijkheden daarvoor zijn? Antwoord De gemeente Amsterdam kan niet eigenhandig de salarisschalen verhogen. De salarisschalen zijn verankerd in de cao Gemeenten, een uitkomst van het overleg tussen de VNG en de vakbonden. De cao Gemeenten en de afspraken die daarbij zijn gemaakt, staan een afwijking op de salarisschalen niet toe. Er zijn op dit moment 272 medewerkers met een uurloon van minder dan €14. Indien er landelijk bepaald wordt om het minimumloon aan te passen naar €14, dan stijgen de salarislasten voor deze groep (van 272) medewerkers structureel met circa 0,8 miljoen (excl. nominale loonontwikkelingen). Maar een stijging voor deze groep kan niet los worden bekeken. De impact van een verhoging van deze salarisschalen heeft een doorwerkend effect op de complete loontabel, wat zal leiden tot een grote structurele verhoging van de salarislasten voor de gemeentelijke organisatie. Het college voert, samen met de andere leden van het College van Arbeidszaken van de VNG, voorbereidende gesprekken over de inzet van de volgende cao onderhandelingen voor 2021 en verder. Daarin is altijd het streven om voor alle medewerkers goede afspraken te maken op het gebied van thema’s als loon, verlof, vitaliteit, duurzame inzetbaarheid, etc. voor alle medewerkers, ongeacht salarisschaal. Het college zal zich tijdens de onderhandelingen voor de eerstvolgende cao Gemeenten hard maken voor het verhogen van het minimumuurloon naar € 14. 8. Welke mogelijkheden ziet het college om het hanteren van een minimumloon van 14 euro als voorwaarde te stellen voor samenwerking met bedrijven, bijvoorbeeld bij uitzendkrachten of aanbestedingen? Graag een toelichting. Antwoord: Zoals bij antwoord op vraag 1 gesteld zijn het college en de gemeentelijke organisatie Amsterdam geen partij in de cao-gesprekken dan wel het loon voor werknemers bij bedrijven in Amsterdam. Dit is verankerd in de onderhandelingsvrijheid van werkgevers(organisaties) en vakbonden. De mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het hanteren van een minimumloon van €14 zijn hierdoor voor het college beperkt. De invloed van het college inzake het hanteren van een minimumloon hangt af van de (dis)proportionaliteit in relatie tot de/het in te kopen dienst of product. De proportionaliteitseis geeft ruimte om eisen te stellen daar waar het loon verband houdt met de inhoud van de opdracht. Dit kan bijv. gelden bij uitzendkrachten, hoewel daar de CAO weer leidend is. Met betrekking tot de invloed van het college bij aanbestedingen is de conclusie dat geen looneisen kunnen worden gesteld. Met als reden dat dit disproportioneel is. 5 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Ee Atober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 juni 2020 9. Welke andere mogelijkheden ziet het college om bedrijven ertoe te bewegen hun personeel minimaal 14 euro te betalen? Antwoord: Het college gaat voor de verdere uitwerking van goed werkgeverschap verder in gesprek met het bedrijfsleven in Amsterdam en wil daarbij het betalen van een leefbaar loon onderdeel maken. Ook zal het in het kader van Social Return en gesprekken met opdrachtnemers, werkgevers wijzen op het betalen van een fatsoenlijk loon. Toelichting door vragenstellers: Vragenstellers hebben begrepen dat het niet mogelijk is als individuele gemeente de loonschalen aan te passen. 10. Is het college bereid in VNG-verband te pleiten voor verhoging van de laagste loonschalen van gemeenten en hierbij steun te zoeken bij andere gemeenten? Antwoord Zie de beantwoording van vraag 7. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 6
Schriftelijke Vraag
6
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 762 Publicatiedatum 1 juli 2016 Ingekomen onder BB Ingekomen op woensdag 22 juni 2016 Behandeld op woensdag 22 juni 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Groen inzake het Programma Woningkwaliteit 2016 (aandacht voor duurzaamheid bij aanschrijven). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Programma Woningkwaliteit 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 673). Constaterende dat: — de gemeente op woonkwaliteit gaat handhaven en aanschrijven, waarbij alle woningen moeten voldoen aan de minimale kwaliteitseisen (aanschrijven en indien nodig handhaven). Overwegende dat: — renovatie van een woning (ook na aanschrijving) een goed moment is om duurzaarnheidsmaatregelen te treffen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij de uitwerking van de aanpak voor handhaven en aanschrijven te onderzoeken of op dat moment ook kan worden ingezet op duurzaamheidsmaatregelen, waarbij ten minste informatie wordt aangeboden over de ondersteuning die de gemeente en de Wijksteunpunten Wonen daarbij kunnen bieden. Het lid van de gemeenteraad RJ. Groen 1
Motie
1
discard
VN2021-006393 N Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO mts SN Marineterrein, Energietransitie vurzaamheid x Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 24 maart 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Ruimtelijke Ordening Agendapunt 15 Datum besluit Nvt. Onderwerp Voortgangsrapportage Sprong over het IJ juli 2019 t/m juni 2020 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de voortgangsrapportage Sprong over het IJ juli 2019 t/m juni 2020. Wettelijke grondslag Art 169 Gemeentewet. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Via de dagmail van 17 december 2020 is aan u de derde voortgangsrapportage van het programma Sprong over het IJ aangeboden. De voortgangsrapportage, over de periode juli 2019 t/m juni 2020, beschrijft de voortgang van de activiteiten die gericht zijn op de structurele verbetering van de oversteek over het IJ. Het bestuurlijk kader hiervoor is het voorkeursbesluit Sprong over het IJ dat door u in 2017 is genomen. Het in de rapportage opgenomen jaarlijkse dashboard geeft een actueel beeld van de drukte op en rond het IJ. Hierin zijn ook de effecten van corona op de oversteek over het IJ meegenomen en worden de tijdelijke maatregelen die genomen zijn toegelicht. In de aanbiedingsbrief van de wethouder bij de voortgangsrapportage is ook de stand van zaken weergegeven van de gesprekken met het Rijk over het advies van de commissie D'Hooghe. Reden bespreking o.v.v. het lid Leenders. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Gegenereerd: vl.l 1 VN2021-006393 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en Ruimte en % Amsterdam Mari inE iet ti duurzaamheid % arineterrein, Energietransitie Voordracht voor de Commissie RO van 24 maart 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Welke stukken treft v aan? AD2021-022409 1. Voortgangsrapportage Sprong over het IJ juli2o1g-juni2o20. pdf (pdf) 2. BRIEF getekend VGR gemeenteraad.pdf (pdf) Commissie RO (3) Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Meret Muntinga, 06 22430435 [email protected] Gegenereerd: vl.l 2
Voordracht
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 296 Publicatiedatum 8 april 2016 Ingekomen onder T Ingekomen op 30 maart 2016 Behandeld op 30 maart 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Roosma, Van Soest en Poorter inzake de uitgangspunten voor de Ambulante ondersteuning, Dagbesteding, Kortdurend verblijf en Hulp bij het huishouden 2017 tot en met 2020 ten behoeve van de inkoopprocedure (hoger PGB-tarief voor gespecialiseerde begeleiding). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de uitgangspunten voor de Ambulante ondersteuning, Dagbesteding, Kortdurend verblijf en Hulp bij het huishouden 2017 tot en met 2020 ten behoeve van de inkoopprocedure (Gemeenteblad afd. 1, nr. 245). Overwegende dat: — voor ambulante begeleiding nu een tarief voor Persoonsgebonden Budget (PGB-tarief) geldt van 35 euro; — dit voor reguliere begeleiding een goed tarief is, maar voor gespecialiseerdere — vormen van begeleiding dit tarief niet toereikend is; — dit ontoereikende tarief er toe leidt dat mensen minder uren zorg inkopen, voor een hoger tarief; — dit onwenselijk is omdat deze mensen feitelijk minder zorg krijgen dan waar zij recht op zouden hebben wanneer zij gebruik zouden (kunnen) maken van zorg in natura; — andere gemeenten ook voor gespecialiseerde begeleiding hogere PGB-tarieven hanteren. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — naast het reguliere en huidige PGB-tarief voor begeleiding een hoger tarief voor hooggespecialiseerde begeleiding te introduceren, vergelijkbaar met de hogere tarieven in andere gemeentes die differentiëren in tarieven voor ambulante begeleiding; — een voorstel voor de hoogte van dit tarief aan de gemeenteraad voor te leggen; — dit tarief uiterlijk op 1 januari 2017 in te laten gaan. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 296 Moti Datum 8 april 2016 otie De leden van de gemeenteraad F. Roosma W. van Soest M.F. Poorter 2
Motie
2
discard
AGENDA (concept) Raadscommissie MIDDELEN Datum: DONDERDAG 14 juni 2012 Aanvang: 20.00 uur Zaal: Raadzaal Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000 Blok A Procedureel Nr. \Onderwerp ____________________\Nadereinfo | Opening/Mededelingen DO Vaststellen agenda Ter vaststelling 3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde onderwerpen Verslag 16 mei 2012 Ter vaststelling Openstaande toezeggingen [6._\ Mededelingen portefeuillehouder(s) Blok B Bespreking beleidsonderwerpen ‚Nr. \Onderwerp _____________________\Nadereinfo [Reg.nr | 7. Voorjaarsnota 2012 Ter advisering Programma 1. “Dienstverlening” Programma 2. “Openbare Orde en Veiligheid” Programma 4. “Werk, Inkomen en Economie”, onderdelen werk en economie Programma 8. “Cultuur en Monumenten”, onderdeel cultuur. Programma 12. “Bestuur en Ondersteuning” Tevens hoofdstukken met betrekking tot het financieel perspectief, knelpunten en heroverwegingen. 8. _\Plan van aanpak Toekomstvisie 2030 [Ter bespreking || Blok C Algemeen Nr. \Onderwerp [9 \Bondvraag Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-6349924.
Agenda
1
discard
dl \ \ Ik SN ON N U In NR | 5 Os aj \ \ De Ì f N QX Ss AR \ J U \ en A d IJ Le Fold > E Se | _ On WÁ= i SS NS SPA \\ | ns RA N PS Á E08 De el 7 XJ : S et TA — 4 Ì FT 5 > : ä \ | N K Ô Áo 4 nk \ Fe 7 ke KD eN \ \ AS d en 4% S 0 ® L m7 5 5 „| \ 220 En el 1 5 NK \ JA GO dT |P Î n zag GA | \ Á m / As SA SN | Ee er \IJg BN | SAAD NN | ee \ "Ie | gf \ 1 d LP Ss ON |E 8 ed pe: 5 it pn / 4 Gl Le X ó Â SN 8 N \ iS SSS if ae! Rizzo / ON Ä SRR re 1 Û pn PRAS ej NS ut ZEE ne d / Gh SN > eK ANNAE ES etat 8 45 \ Le ) DS RON GS S oren) | î Ld |8 / ER A mk \ iet 1! like HO NG SNE AN ‘ 3 — \ 5 RE Sy N NS ï Ì lee ON | | Ee 8 lb / SD S ( JS A SS B id TBS \\ me an BORON LRE SO } Ri id EIL ; d A SEEERNSS : \ ed \5 paf - | We 0 / 7 Di KS 4 S SN PSN AN SN 1 2204 Ì | fSf ) A 4 EN N Ke S N | Ï 220, C 3 IN D N > SI N ON Ni, ROR LLSS KS NS SN, | EN RE el | AN S ’Á OVAA NN BS SC PN N SN En N > ie Sh f | N% ò DA > 5, re <4 ZG & MON IES < \N Ne Ie en A | ODE NP Er IAN DREES SCOSS NS Ei NE ni dl | SE | bf) SOL EG, BL RN ROR SN De OS 2) 5 el TE Ui Nen De RE | Á Eep SOE DR M RCOLEOSN RS Ax NS Poe ENE en Ld En AAT SENA) ROSSO DE eee 3B\ zie ee EN AANGE ts N Se Eve 3 \ OO \ rn 8 DES IL e Dell N SS $ & SS RS IN SN S JN AN \ \ S ” OS. SS 3 De > if Se ON SS S | iN eed VO mn pe elk ERI | 7 Ie ® N RN REX S | À / _ = i. ORI A 4 RENS t RLS De “ON } | a, ame, \ PJ ENNE Ss En ON o SORLISN SS LS nn À OR _Á SG NE SS GS Da IS mn u 5 2 Lr fl] 5] ZN s & ë / & ee Á £ 7 RLN SS L De é 2 eN 4 Pe) ROSSA En REN te ed DD A / | A Jutte Q ’ A PEOP MD , LS ALS Dd Vi | 2 ee PS ABN AZ Là á Â _. . ® e Schetsontwerp onderdoorgang en kruisingen Sluisbuurt once % Amsterdam CG @ A3 => 1:2500 ee X 14 november 2018 h:\bentley\projectwise\dms12073\Sluisbuurt VO openbare ruimte.dgn
Schriftelijke Vraag
1
discard
> < GGD Bezoekadres Nieuwe Achtergracht 100 Amsterdam 1018 WT Amsterdam > < Postbus 2200 1000 CE Amsterdam Telefoon o20 555 5911 Faxo20 555 ##H#H ggd.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam Aan directie scholen primair onderwijs Amsterdam en regio Amstelland Datum 14 aUQgUstus 2020 Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld Afdeling infectieziekten door Kopie aan Bijlage Onderwerp _ Informatie Coronavirus bij de start van het nieuwe schooljaar Geachte mevrouw, mijnheer, Nu de scholen weer starten informeren we u over actuele ontwikkelingen die belangrijk zijn voor u, en de ouders en leerlingen op vw school. Wij gaan er dan ook vanuit dat u zelf ouders en leerlingen informeert over de situatie op vw school. In de zomervakantie zijn de cijfers met het aantal positieve besmettingen gestegen. Het blijft belangrijk om samen alert te blijven en actief te handelen om corona op tijd in te dammen. Zowel voor de gezondheid van de schoolmedewerkers als die van de leerlingen en hun families. In deze brief vatten we graag voor u samen wat de regels zijn voor scholen in het primair onderwijs. Graag zien we zo veel mogelijk kinderen weer terug op school. Maar er zijn ook redenen om thuis te blijven. Hieronder vindt v de regels wanneer een leerling of medewerker niet naar school mag: Als kinderen of medewerkers klachten hebben Bij een of meer van de volgende klachten moet het kind/de medewerker thuisblijven: e _verkoudheidsklachten zoals neusverkoudheid, loopneus, niezen, keelpijn; e hoesten; e benauwdheid; e verhoging of koorts; e plotseling verlies van reuk en/of smaak (zonder neusverstopping). De Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam is een onderdeel van de Gemeente Amsterdam De GGD richt zich op alle inwoners van Amsterdam, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn GGD Amsterdam Datum Kenmerk Pagina 2 van 3 e Uitzondering: Kinderen vit groep 1en 2 mogen wel naar school als ze alleen verkouden zijn, zonder koorts Deze uitzondering geldt niet voor kinderen die: e contact hebben gehad met een persoon die positief is getest voor het coronavirus ® als iemand in het huishouden van het kind koorts heeft of last heeft van benauwdheid e _korterdan 14 dagen geleden in oranje of rood gebied/ land op vakantie is geweest Kinderen en medewerker mogen ook niet naar school in de volgende situaties e als iemand in hetzelfde huishouden als het kind of de medewerker positief is getest voor het coronavirus © als iemand in hetzelfde huishouden als het kind of de medewerker naast verkoudheidsklachten, hoesten of plotseling verlies van reuk en/of smaak, ook koorts en/of benauwdheid heeft. Dan moeten alle huisgenoten thuisblijven e als een medewerker nauw contact heeft gehad buiten het huishouden met iemand die positief is getest voor het coronavirus Als kinderen of medewerkers in een oranje of rood gebied of land zijn geweest Landen met een verhoogd risico op corona kunnen het label oranje of rood krijgen. Dat betekent dat vakantie naar deze landen wordt afgeraden. Ouders en kinderen jonger dan 4 jaar die in deze landen geweest zijn, moeten na terugkomst in Nederland 14 dagen thuisblijven. Kinderen van 4 t/m 12 jaar oud die geen klachten hebben die passen bij corona (hoesten en/of neusverkouden en/of koorts) mogen wel naar school, de buitenschoolse opvang en sporten. Een overzicht van de oranje en rode landen is te vinden op https://www.nederlandwereldwijd.nl{reizen/reisadviezen Verzuim en leerplicht De richtlijnen voor leerplicht zijn aangepast. Verzuim als gevolg van quarantaine na een vakantie hoeft u niet te melden als ongeoorloofd verzuim. U wordt komende week nader hierover geïnformeerd door de afdeling Leerplicht. Zijn er drie of meer kinderen in één groep ziek? Informeer de GGD Het blijft belangrijk dat u blijft registreren welke kinderen ziek zijn. Maak in het kader van Artikel 26 van de Wet publieke gezondheid melding bij de GGD als er in één groep drie of meer kinderen zijn met klachten van hoesten en/of neusverkoudheid en/of koorts. Geef de melding zo snel mogelijk door aan de GGD via onderstaand telefoonnummer. U hoeft hierbij niet de persoonsgegevens van de kinderen door te geven bij de melding. Na uw melding stelt de GGD eventueel onderzoek in en adviseert op maat. Twijfelt v of een ziek kind thuis moet blijven? Neem dan contact op met de jeugdarts van de GGD. Testen op corona Voor iedereen in Nederland geldt: bij klachten, blijf thuis en laat je testen! Er zijn diverse testlocaties in Amsterdam (Zuid, Noord, Nieuw-West en Zuidoost) en u kunt vaak dezelfde dag terecht. Aanmelden voor de test kan telefonisch op 0800-1202 of via het portaal op coronatest.nl. De Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam is een onderdeel van de Gemeente Amsterdam De GGD richt zich op alle inwoners van Amsterdam, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn GGD Amsterdam Datum Kenmerk Pagina 3 van 3 Ook voor kinderen vanaf 6 jaar kan via het landelijk nummer en de website een testafspraak gemaakt worden. Voor kinderen onder de 6 jaar schakelt het landelijke call center door naar de GGD voor advies op maat. Is er een kind of medewerker besmet met het coronavirus? Als een kind of medewerker in de besmettelijke periode op vw school was, neemt de GGD contact met v op. De GGD adviseert over eventuele maatregelen en het informeren van de medewerkers en ouders. Ventilatie op school Erzijn tot op heden geen aanwijzingen dat ventilatie een belangrijke rol speelt bij verspreiding van het coronavirus, zeker niet als wordt voldaan aan het bouwbesluit. Het RIVM heeft de inzichten hierover samengevat, zie: https://lci.rivm.nl/ventilatie-en-covid-19 Ter voorkoming van verspreiding van het coronavirus via de lucht gelden twee specifieke (landelijke) adviezen: e Vermijd recirculatie binnen één gemeenschappelijke ruimte waar meerdere personen gedurende langere tijd bij elkaar zijn. e Vermijd het ontstaan van sterke luchtstromen door (zwenk)ventilatoren en mobiele airco's in gemeenschappelijke ruimtes, zoals klaslokalen en kantines. Indien er geen andere mogelijkheid is tot verkoeling, zorg er dan voor dat er geen luchtstroom van persoon naar persoon gaat. GGD'en adviseren al lang over het belang van een goede ventilatie in scholen, los van het coronavirus. Ook op scholen die voldoen aan het bouwbesluit kan de ventilatie vaak verder worden verbeterd, zie voor adviezen https://www.ggdghorkennisnet.nl/2file=30672&mM=1477475435&action=file.download Voor advies over verbetering van de ventilatie in relatie tot gezondheid (los van het coronavirus) kunnen scholen terecht bij de GGD, afdeling leefomgeving: 020-5555405, [email protected]. Webinars en Vraag & Antwoordsessies met ouders Deze sessies zijn in voorbereiding. We berichten v spoedig over de data. Contact met de GGD U kunt de GGD bereiken via het telefoonnummer o2o - 555 5202, van maandag t/m vrijdag og.00 - 18.00 uur, zaterdag en zondag 10.00 -17.00 uur. Alle informatie rond corona vindt v ook op ggd.amsterdam.nl{coronavirus. Met vriendelijke groet, Dr. Yvonne van Duijnhoven Hoofd Afdeling Infectieziekten GGD Amsterdam De Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam is een onderdeel van de Gemeente Amsterdam De GGD richt zich op alle inwoners van Amsterdam, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn
Schriftelijke Vraag
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1499 Datum indiening 2 mei 2019 Datum akkoord 20 september 2019 Publicatiedatum 20 september 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Simons inzake de karikatuur Zwarte Piet. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Mede dankzij het harde werk van activisten zoals Jerry Afriyie en Quincy Gario zijn er sinds 2018 bij de Amsterdamse sinterklaasintocht helemaal geen Zwarte Pieten meer. Dat is goed nieuws, want zowel de Verenigde Naties (VN), de Kinderombudsman en het College voor de Rechten van de Mens hebben zich uitgesproken over de discriminatoire aspecten van de karikatuur Zwarte Piet. Helaas is de racistische karikatuur Zwarte Piet nog niet helemaal verdwenen uit het straatbeeld van onze mooie stad. Op de website van het Sint en Pietengilde staat beschreven dat er in 2018 bijvoorbeeld nog sprake was van een lokale intocht in de Jordaan waarbij Zwarte Pieten aanwezig waren. De fractie van BIJ1 vindt dat de gemeente de verantwoordelijkheid heeft om dit waar mogelijk te bestrijden. Gezien het vorenstaande heeft het lid Simons, namens de fractie van BIJ1, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college zicht op welke door de gemeente gesubsidieerde organisaties tijdens de sinterklaasviering gebruikmaken/gebruikmaakten van de karikatuur Zwarte Piet? Zo ja, om welke organisaties gaat dit? Zo nee, is het college bereid, dit uit te zoeken? Antwoord: Nee, het college is hiermee niet bekend en zal dit uitzoeken. 2. Is het college bereid, met deze organisaties in gesprek te gaan om hen erop te wijzen dat de gemeente van gesubsidieerde organisaties verwacht dat zij zich niet schuldig maken aan het in stand houden van een karikatuur met aangetoonde discriminatoire aspecten? Antwoord: Ja. Mochten er organisaties zijn die nog van Zwarte Piet gebruikmaken, dan zullen wij met hen in gesprek gaan. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing Lio9 Gemeenteblad Datum 20 september 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 2 mei 2019 3. Kan het college toezeggen dat er bij het opstellen van alle nieuwe subsidievoorwaarden wordt opgenomen dat een door de gemeente gesubsidieerde instelling nooit gebruik mag maken van de karikatuur Zwarte Piet bij de sinterklaasviering? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Subsidies worden verstrekt met een bepaald doel, in dit geval het organiseren van een intocht. Het stellen van de verplichting om geen zwarte pieten in te zetten bij de intocht is een verplichting die niet strekt tot het doel van de subsidie. Niet- doelgebonden verplichtingen worden geregeld in de Algemene wet bestuursrecht en zijn slechts toegestaan bij wettelijk voorschrift als ze betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht. Een verplichting om af te zien van het inzetten van zwarte pieten ziet op de wijze waarop de gesubsidieerde activiteit wordt verricht. De Amsterdamse Subsidieverordening zou hierop moeten worden aangepast, het is niet evident dat een dergelijk voorschrift standhoudt bij de rechter. Het lijkt daarom wenselijker en haalbaarder om met de organisatoren om tafel te gaan. Dit is tevens in lijn met de uitspraak van de Raad van State! dat de burgemeester de bevoegdheid niet heeft om in de evenementenvergunning te bepalen dat er geen zwarte pieten mogen meelopen tijdens de intocht. 4. Welke mogelijkheden ziet dit college verder om de karikatuur Zwarte Piet uit de openbare ruimte te verbannen? Is het bijvoorbeeld een mogelijkheid om een verbod op Zwarte Piet in de APV op te nemen? Antwoord: In de hierboven genoemde uitspraak heeft de Raad van State bepaald dat de burgemeester de bevoegdheid niet heeft om in de evenementenvergunning te bepalen dat er geen zwarte pieten mogen meelopen tijdens de intocht. Een bepaling in de APV om zwarte piet in zijn geheel uit de openbare ruimte te verbannen is een zeer vergaand verzoek. Dit zou namelijk ook betekenen dat bij privémomenten van burgers geen zwarte piet meer zou mogen zijn, als daarbij (hoe kort ook) de openbare ruimte wordt betreden. Dit zal waarschijnlijk een onevenredige inbreuk zijn op het privéleven en is tevens in strijd met de ondergrens van de gemeente. Het college raad niet aan een dergelijke maatregel verder te onderzoeken. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 1 ECLI:NL:RVS:2014:4117 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 485 Datum akkoord 30 mei 2016 Publicatiedatum 31 mei 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest (PvdO) van 26 april 2016 inzake niet werkende voorruitverwarming bij de trams in Amsterdam. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De fractie van de Partij van de Ouderen heeft met zorg kennisgenomen van het feit dat de voorruitverwarming van diverse trams in Amsterdam niet in orde is, hetgeen kan leiden tot gevaarlijke situaties in de stad. Van de Verkeersgroepen Amsterdam hebben wij begrepen dat trambestuurders bij elke halte de ruiten van hun tram handmatig schoon moet maken om bij regenachtig en vochtig weer goed zicht te kunnen behouden. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het het college bekend dat er problemen zijn met beslagen voorruiten van trams in het Amsterdamse verkeer? Antwoord: Het college is niet bekend met bedrijfsmatige kwesties van een niet-gemeentelijke organisatie. Bij navraag bij GVB, die de voorliggende vragen heeft beantwoord, blijkt dat weliswaar voorruiten van trams kunnen beslaan, maar dat dit niet heeft geleid tot problemen of gevaarlijke situaties. 2. Zoja, kan het college uitleggen of dit plotseling ontstaan is, of dat het een ouderdomskwaal is of waardoor deze handicap aan de voorruitverwarming anderzijds is ontstaan? Antwoord: Standaard zit er in de trams geen voorruitverwarming. GVB heeft op dit moment een proef met 3 trams lopen waar voorruitverwarming in zit. Daarnaast loopt er een proef met Nano vloeistof (vochtwerende vloeistof waardoor vocht zich niet kan hechten aan de beglazing). Het GVB herkent zich niet in het beeld dat door PvdO wordt geschetst dat trambestuurders bij elke halte de ruiten handmatig moeten schoonhouden. Dit is niet het geval. Het beslaan van voorruiten is van vele factoren afhankelijk, zoals: hoeveel reizigers en medewerkers zitten er met natte kleding in de tram, wat is de 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer nei 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 26 april 2016 temperatuur, op welke stand is de ventilatie/verwarming gezet. Beslagen voorruiten bij trams is niet nieuw, net zoals dit voorkomt bij auto's en bussen. Uiteraard streeft GVB continu naar verbetering en wil naast schone voorruiten ook onbeslagen voorruiten. Hier worden veel inspanningen toe gedaan. Met het schoonmaakbedrijf en in overleg met de interne afdelingen VGWM (veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu), waarin ook het rijdend personeel vertegenwoordigd is, probeert GVB voortdurend de reinheid te verbeteren en via de proef met voorruitverwarming en Nano vloeistof hoopt men beslagen voorruiten te voorkomen. 3. Wat zijn de maatregelen die het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) gaat nemen? Graag een gedetailleerd overzicht. Antwoord: GVB neemt voortdurend maatregelen, te weten: — diverse ventilatiesystemen zijn uitgeprobeerd, maar deze voldoen niet altijd; — nano-vloeistof aan de buitenzijde en nu ook bij diverse trams aan de binnenzijde; — proef met voorruitverwarming; — bestuurders worden, via berichten op de schermen bij de uitpunthuisjes, opgeroepen om hun voertuignummer door te geven indien zij problemen met het zicht hebben; — ten slotte, indien de voorruit van een tram dermate beslagen is, zal de bestuurder de tram altijd stil zetten en zorgen voor goed zicht 4. Is de maatregel voldoende te noemen, of moeten diverse trams bij bepaald weer uit de roulatie genomen worden”? Antwoord: Er is absoluut geen noodzaak om bepaalde trams uit de roulatie te nemen. Daarnaast valt GVB onder de Wet Lokaal Spoor en ziet de ILT toe of GVB aan de wet en regelgeving voldoet en dus ook veilig materieel inzet. 5. Zijn er tot dus ver ongelukken bekend, veroorzaakt door problemen met een beslagen voorruit van een tram? Antwoord: Voor zover bekend hebben er geen ongevallen plaatsgevonden vanwege beslagen voorruiten. 6. Wanneer denkt het GVB het probleem op te lossen en kan de wethouder ons en de commissie op de hoogte houden van het natrekken van de oorzaak, de oplossing, tijdelijke oplossing of ander soort oplossing? Zo neen, waarom niet? Antwoord: Zoals de diverse proeven en continue aandacht richting medewerkers aangeven, neemt GVB dit onderwerp serieus en probeert dit ook voortdurend te verbeteren. De door vragensteller geschetste problematiek wordt echter in de praktijk niet herkend. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer nei 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 26 april 2016 Toelichting door vragenstelster: Het is de vervoerder /het GVB niet toegestaan een beroep op overmacht te doen op grond van schuld of risico van een derde, indien hijzelf ook enige schuld of risico heeft, overeenkomstig art. 8:105 lid 4 BW f° lid 2. Derhalve de volgende vraag: 7. Neemt het college de verantwoordelijkheid op zich dat een GVB-bestuurder nu in een tram met veel oudere Amsterdammers door slecht zicht een ongeval kan veroorzaken, buiten zijn schuld, maar door slecht materieel? Of wordt dit afgedaan, zoals vaker door het GVB geprobeerd wordt bij tramongevallen? Antwoord: GVB neemt veiligheid zeer serieus en heeft hier ok een aparte afdeling voor. Er is geen sprake van dat GVB met slecht materieel rijdt. Tot op heden is nog geen afdoende oplossing gevonden om beslagen ramen onder alle omstandigheden tegen te gaan. GVB verwacht met de voorruitverwarming en Nanovloeistof een oplossing gevonden te hebben. Zoals eerder vermeld wordt dit nu getest. In die gevallen waarbij nog sprake is van een beslagen voorruit is de bestuurder verantwoordelijk om te bepalen of rijden al dan niet verantwoord is. Indien een bestuurder het niet verantwoordt vindt en het probleem niet kan oplossen, dan zal hij/zij contact opnemen met de verkeersleiding voor een monteur en/of voertuigruil. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Amendement Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1367 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020 Onderwerp Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021 (Corrigeer foutieve verhoging vermakelijkheidsretributie) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Overwegende dat, — Per abuis een verhoging van de tarieven voor de vermakelijkheidsretributie is opgenomen in de begroting; — De sector die deze heffing betaalt al zwaar getroffen is door de Corona-crisis, Besluit: — Op bladzijde 313 van de Begroting 2021 de zin “De verhoging van het tarief voor rondvaartboten van € 1,50 naar € 1,75 per opstapper brengt € 1,4 miljoen op” te schrappen zodat het tarief niet wordt verhoogd. — Alle andere tabellen en teksten conform het bovenstaande aan te passen. Het lid van de gemeenteraad D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013 De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 2 oktober 2013 13.00 uur en 19.30 uur Locatie Raadzaal Algemeen 1 Mededelingen. 2 Notulen van de raadsvergadering op 11 september 2013. 3 Vaststelling van de agenda. 4 Mededeling van de ingekomen stukken. 5 Onderzoek van de geloofsbrieven en installatie van het ingevolge art. X10-X12 van de Kieswet nieuw benoemde raadslid mevrouw C.T.E.M. Maasdijk. 6 Mondelingevragenuur. Benoemingen 7 Benoeming van een bestuurslid van de Amsterdamse Kunstraad. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 755) Werk, Inkomen en Participatie 8 Voordracht van het presidium van 16 september 2013 tot kennisnemen van de rekenkamerbrief van 17 juli 2013, getiteld: Verkenning Schuldhulpverlening’, tot overnemen van de aanbevelingen uit de rekenkamerbrief en het college van burgemeester en wethouders te verzoeken de aanbevelingen uit te voeren. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 736) Klimaat en Energie 9 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013 tot kennisnemen van de voorgenomen uitbreiding van het Amsterdamse stadswarmtenet naar de bestaande bouw. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 663) 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013 Ruimtelijke Ordening 10 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Oosterdok midden. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 739) 11 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Eerste partiële herziening bestemmingsplan Amstelkwartier Binnendijks. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 740) Grondzaken 12 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 20 augustus 2013 tot vaststellen van de grondexploitatie van het Wijkwinkelcentrum Oud Noord (Mosveld), stadsdeel Noord (nr. 35004). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 743) Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 13 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013 tot instemmen met het kredietbesluit Fietsparkeergarage Mahlerplein. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 742) 14 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013 tot beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van € 52,7 miljoen ten behoeve van ICT/Telecom voor het bestaande metronet en voor de Noord/Zuidlijn. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 746) 15 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013 tot instemmen met het toekomstperspectief van de bewonersgarages in Zuidoost. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 747) 16 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013 tot kennisnemen van de evaluatie Amsterdamse maatregelen luchtkwaliteit en instemmen met hieruit volgende besluiten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 748) Algemene Zaken 17 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013 tot vaststellen van de Verordening tot wijziging van de Verordening op de stadsdelen, de Verordening tot wijziging van de Verordening geldelijke voorzieningen externe commissieleden en de Verordening tot wijziging van de Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam 2011 in het kader van de instelling van de Commissie naamgeving openbare ruimten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 753) 2 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013 Waterbeheer 18 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 september 2013 tot vaststellen van een verordening tot wijziging van de Verordening op het binnenwater (Vob) 2010. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 744) 19 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 september 2013 tot vaststellen van de nota Varen in Amsterdam 2.0 en kennisnemen van de Regeling Passagiersvervoer te water Amsterdam (RPA) 2013 en van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van enkele aan dit onderwerp gerelateerde moties. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 745) Kunst en Cultuur 20 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013 tot instemmen met eigendomsoverdracht en afstoten van werken uit de Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 750) Deelnemingen 21 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 11 juni 2013 tot kennisnemen van het jaarverslag over 2012 van het GVB. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 751) Zeehaven en Westpoort 22 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013 tot intrekken van de Bijzondere Subsidieverordening Duurzaamheid- en Innovatiefonds Haven Amsterdam (DIHA) en kennisnemen van de conclusies en aanbevelingen van de evaluatie van het DIHA. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 625) Volkshuisvesting 23 Gewijzigd initiatiefvoorstel ter instemming van de raadsleden de heer Van Drooge en mevrouw Shahsavari-Jansen van 18 maart 2013, getiteld: ‘Ouderen in de buurt en kennisnemen van de bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 749) Openbare Ruimte en Groen 24 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Van Lammeren van 29 januari 2013, getiteld: ‘Amsterdam gentechvrij’ en kennisnemen van de bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 738) 25 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders tot kennisnemen van de resultaten van de Groengelden 2010-2014. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 737) 3 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013 Educatie 26 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013 tot kennisnemen van de notitie van 23 mei 2013, getiteld: ‘Naar een stedelijk toelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam’ en van het voorgestelde tijdpad van uitvoering van het voorgenomen beleid. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 624) Financiën 27 Bespreekpunt van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de systematiek van de subsidieverstrekking. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 700) 28 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 september 2013 tot vaststellen van een aanpassing van de rente voor stadsdeel Oost inzake het Muziekmakerscentrum. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 735) Zorg en Welzijn 29 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 7 mei 2013 tot kennisnemen van de beleidsbrief, getiteld: ‘Amsterdamse Zorg: Noodzaak Voorop’. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 665) 30 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013 tot vaststellen van het koersbesluit Amsterdamse Zorg, getiteld: ‘Noodzaak Voorop’. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 666) Raadsaangelegenheden 31 Voordracht van het presidium van 26 augustus 2013 tot intrekken van de Gemeenschappelijke regeling gezamenlijke ombudsman metropool Amsterdam en vaststellen van de Gemeenschappelijke regeling gezamenlijke ombudsman metropool Amsterdam 2013. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 752) GEHEIM 32 GEHEIM. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 741) 4 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013 Ingekomen stukken 1 Brief van mevrouw M. Moorman, fractievoorzitter van de PvdA, van 16 september 2013 inzake de mededeling dat het raadslid de heer Schimmelpennink per 16 september 2013 geen lid meer is van de gemeenteraadsfractie van de PvdA. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 2 _Ledenbrief VNG van 11 september 2013 inzake de Modelaanpak Veilig Fietsen. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening. 3 Brief van de heer mr. E.E. van der Laan, burgemeester van Amsterdam, van 10 september 2013 inzake een overzicht van incidenten van een familie in Amsterdam Nieuw-West naar aanleiding van het stellen van mondelinge vragen door het raadslid de heer Flos in de raadsvergadering op 3 juli 2013. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie ter kennisneming. 4 _Raadsadres van een burger van 4 september 2013 inzake het behoud van museumlessen voor alle leerlingen van de basisschool. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van de begroting voor 2014. 5 Raadsadres van Salland Olie Maatschappij BV van 11 september 2013 inzake de fijnstofproblematiek van het binnenstedelijk vervoer. Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de bespreking van agendapunt 19 in de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord- Zuidlijn en Luchtkwaliteit) op 26 september 2013 en voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 16, nr. 748, kennisnemen van de evaluatie Amsterdamse maatregelen luchtkwaliteit en instemmen met hieruit volgende besluiten. 6 Raadsadres van een burger van 4 september 2013 inzake diversiteit aan de Universiteit van Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede en Programma Maatschappelijke Investeringen. 5 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013 7 _Raadsadres van Platform positieverbetering sekswerkers van 21 augustus 2013, ingekomen bij de raadsgriffie op 9 september 2013, inzake de registratie van sekswerkers als prostituee bij de Kamer van Koophandel. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie. 8 Raadsadres van een burger van 5 september 2013 inzake een conflict naar aanleiding van een door Cition opgelegde parkeerboete. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 9 Raadsadres van Stadsregio Amsterdam van 2 september 2013 inzake de bekendmaking van de inzet van een Hulpimpuls als tijdelijke extra steun bij Verkeer- en Vervoerprojecten. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord-Zuidlijn en Luchtkwaliteit). 10 Raadsadres van een burger van 11 september 2013 inzake geluidsoverlast door het Elandsgrachtfestival en Koninginnedag in de Jordaan. Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar stadsdeel Centrum ter afhandeling. 11 Raadsadres van een burger van 12 september 2013 inzake een reactie op het besluit om de damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen af te schieten. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 12 Raadsadres van Wieringa Advocaten van 10 september 2013 inzake een onjuiste definitie en toepassing van het begrip “Huishouden/Huisvestingswet”. Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid ter kennisneming. 13 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 17 september 2013, getiteld: Doorlopend toezicht ACAM. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 6 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013 14 Raadsadres van Initiatiefnemers van de Vrienden van de Noordermarkt van 17 september 2013 inzake het liberaliseren van het toeristenvervoer op de grachten. Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de bespreking van agendapunt 20 in de vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer op 26 september 2013 en voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij agendapunt 19, nr. 745, vaststellen van de nota Varen in Amsterdam 2.0 en kennisnemen van de Regeling Passagiersvervoer te water Amsterdam (RPA) 2013 en van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van enkele aan dit onderwerp gerelateerde moties. 15 Raadsadres van een burger van 30 augustus 2013 inzake het verminderen van geluidsoverlast op het water door het verbieden van muziekinstallaties op boten. Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de bespreking van agendapunt 20 in de vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer op 26 september 2013 en voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij agendapunt 19, nr. 745, vaststellen van de nota Varen in Amsterdam 2.0 en kennisnemen van de Regeling Passagiersvervoer te water Amsterdam (RPA) 2013 en van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van enkele aan dit onderwerp gerelateerde moties. 16 Raadsadres van een burger van 11 september 2013 inzake het voorstel voor een onderzoek naar de toepassing van de zogenaamde vliegwieltechniek om veerponten milieuvriendeljker te maken en brandstofgebruik terug te dringen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer. 17 Raadsadres van een burger van 17 september 2013 inzake het verzoek om het opheffen van haltes in de VPC-buurt te blokkeren. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord-Zuidlijn en Luchtkwaliteit). 7 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013 18 Raadsadres van een burger van 2 september 2013 inzake burenoverlast. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid. 19 Brief van het raadslid de heer L.H.M. Schimmelpennink van 22 september 2013 inzake de mededeling dat hij zijn raadszetel niet zal opgeven en dat hij tot aan de verkiezingen door zal gaan als eenmansfractie onder de aanduiding ‘Witte Stad’. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 8
Agenda
8
discard
VN2023-023972 Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, Griffie % Gemeente Economische Zaken sociale Zaken opvan Gemeentelijk vast oed S E D % Amsterdam HAAT PONEERDE 000 Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 22 november 2023 Ter kennisneming Portefeuille Sport en Bewegen Agendapunt 5 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Kennisnemen van de rapportage en zienswijzen inzake Herinrichting Bijlmer Sportpark De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van: * Bijlmersportparkrapportage * Zienswijze Rapportage Bijlmersportpark AV Feniks * Zienswijze Atletiekunie Rapportage Bijlmersportpark Wettelijke grondslag Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam: Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in. Bestuurlijke achtergrond Reden bespreking Het is de ambitie van de gemeente Amsterdam om het Bijlmer Sportpark door te ontwikkelen en daarbij de beschikbare ruimte optimaal te gebruiken. Samen met atletiekvereniging Feniks iseen traject gestart om te komen tot een herinrichting van een deel van het sportpark waar de atletiekbaan ligt. AV Feniks maakt zich echter grote zorgen over het bestaansrecht van de vereniging. Uitkomsten extern advies Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.16 1 VN2023-023972 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, Griffie % Amsterdam ‚ ‚ _ % Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 22 november 2023 Ter kennisneming nee Welke stukken treft v aan? AD2023-082964 230612_Bijlmersportpark-rapportage.pdf (pdf) AD2023-082963 Commissie SED Voordracht (pdf) AD2023-082965 Zienswijze Atletiekunie Rapportage Bijlmersportpark_230817. pdf (pdf) AD2023-082966 Zienswijze Rapportage Bijlmersportpark AV Feniks.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Het lid Belkasmi (PvdA), [email protected] Gegenereerd: vl.16 2
Voordracht
2
train
VN2021-031413 N% Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O Wer Farticipate Amsterdam Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, D Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van o8 december 2021 Ter kennisneming Portefeuille Sociale Zaken Agendapunt 2 Datum besluit 16 november 2021 Onderwerp Experiment met de bijstand - actuele tussenrapportages en de raadsbrief over de vervolginzet van het college op basis van de inzichten De commissie wordt gevraagd 1. Kennis te nemen van de actuele tussenrapportages over het experiment met de bijstand. In het (wetenschappelijk) experiment met de bijstand wordt onderzoek gedaan naar de effecten van de drie verschillende begeleidingsvormen (zelfregie, extra aandacht en reguliere begeleiding). Het experiment liep af op 1 maart 2021, de effecten worden nog 1 jaar langer gevolgd. Voor de zomer van 2022 volgt de nameting en na de zomer 2022 de eindrapportage. De belangrijkste inzichten tot nu toe zijn: inzichten (wetenschappelijk) onderzoek Het wetenschappelijk onderzoek van de Hogelschool van Amsterdam (HvA) in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam (UvA) concentreert zich kwantitatief op de verschillen in de drie begeleidingsvormen (extra aandacht, zelfregie en reguliere begeleiding) en kwalitatief op het effect daarvan op economische en maatschappelijke participatie en welzijn. De interviews met bijstandsgerechtigden en klantmanagers hebben in relatie tot effecten van de bijverdienpremie, inzet op parttime werk en bijdrage aan gezondheid, alsmede de begeleiding door klantmanagers de volgende aanvullende kwalitatieve inzichten opgeleverd, zoals: * deelnemers in de extra aandachtgroep hebben aan het einde van het experiment vaker betaald werk (gevonden) en werken gemiddeld meer vren dan deelnemers in zelfregie en de vergelijkingsgroep; e deelnemers in de extra aandachtgroep hadden tijdens de coronacrisis meer kans hun werkte behouden dan deelnemers in de andere 2 groepen; * de waardering voor klantmanager is in de extra aandachtgroep gestegen en in de zelfregiegroep gedaald. Belangrijke en nuttige consistente inzichten zijn onder andere dat: * deelnemers die aan het begin van het experiment 16 uur of meer per week werk(tjen twee keer zoveel kans hebben om uit te stromen dan zij die minder dan 16 vur of niet werk(tjen; e de premie bijdraagt aan de bestaanszekerheid en vooral wordt besteed aan het aflossen van schulden, achterstallige betalingen en vaste lasten, zoals huur, verzekering en abonnementen. Het college stelt met genoegen vast dat de actuele inzichten de vitkomsten uit vorige tussenrapportages bestendigen en dat deze vitkomsten tevens erop duiden dat (meer) aandacht bijdraagt aan een grotere kans op werk. Het bieden van (meer) aandacht en begeleiding wordt beter gewaardeerd en schept meer vertrouwen, waardoor er in de samenwerking tussen burger en gemeente meer ruimte is voor maatwerk. inzichten OlS-rapportage Onderzoek, Informatie en Stastistiek (OIS) heeft onderzoek gedaan naar het (uitstroom)effect van de premie, de duurzaamheid van uitstroom en de sectoren waarin mensen (in deeltijd) werken en vitstromen. Het blijkt dat Gegenereerd: vl.21 1 VN2021-031413 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, Werk, Participatie __$€ Amsterdam - WI en Inkomen % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van o8 december 2021 Ter kennisneming e de bijverdienpremie deelnemers aan het experiment motiveert om parttime aan de slag te gaan, vergeleken met een groep bijstandsgerechtigden met vergelijkbare kenmerken die niet deelnam aan het experiment. * de premie de kans op uitstroom naar werk verhoogd en dat er geen sprake is van een lock-in effect. * de uitstroom naar werk in de experimentgroep (met premie) vaker duurzaam (minimaal zes maanden aaneengesloten aan het werk) dan in de vergelijkingsgroep. 2. Kennis te nemen van de vervolginzet van het college op basis van de ervaringen uit het experiment. In afwachting van het eindrapport wil het college, op basis van de actuele tussenrapportages, nu al volop inzetten op de volgende vier sporen: 1: voortzetting bijverdienpremie tot en met 31 december 2023; Gezien de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek en de OIS-rapportage besluit het college de mogelijkheid tot bijverdienen voort te zetten tot en met 31 december 2023, te bekostigen vit de middelen Werkbonus die de coalitie beschikbaarheeft gesteld. Voortzetting van de bijverdienpremie ná deze datum is aan het volgende college om te beslissen; een structurele bijverdienregeling zal moeten worden vormgegeven op basis van de fiscale mogelijkheden van dat moment, bij voorkeur met een wettelijke basis in de Participatiewet. 2: stimulering uitstroom naar werk door compenseren verlies bijverdienpremie; Om bij bijstandsgerechtigden duurzame uitstroom naar werk te stimuleren en mensen die als gevolg daarvan inkomensachteruvitgang door misgelopen bijverdienpremie ervaren te compenseren, laat het college deze mensen nog 6 maanden een premie conform de bijverdienregeling opbouwen. Naar verwachting gaat het om gemiddeld 5o personen per maand. De kosten worden gedekt uit de door de coalitie beschikbaar gestelde middelen Werkbonus. De regeling geldt conform de periode van verlenging van de bijverdienpremie tot eind 2023. 3: verhoging aandeel parttime werkenden in bijstand; De bijverdienpremie is een extra stimulans op te werken en verhoogt de bestaanszekerheid en de kans op volledige uitstroom naar werk voor wie dat kan. Daarom zet het college zich in om het aandeel parttime werkenden te verhogen door naast directe bijstandsonafhankelijke uitstroom naar werk, ook meer op het invullen van parttime werk-vacatures te sturen. Het aanbod van naar verhouding veel parttime werk op de Amsterdamse arbeidsmarktregio leent zich hier goed voor. De inkomensonzekerheid bij verrekening van inkomsten bij parttime werk blijft een obstakel en bevestigt de noodzaak om een fundamentele herziening van de P-wet. 4: versterken begeleiding bepaalde doelgroepen. Ten aanzien van de verschillen tussen de drie begeleidingsregimes laat het onderzoek een aantal in het oog springende bevindingen zien. De kern is dat extra kwalitatieve aandacht en maatwerk voor de (werkzoekende) bijstandsgerechtigde meer oplevert als het gaat om (meer) kans op werk, werk en werkbehoud. Dit geldt vooral bij specifieke groepen Amsterdammers: het blijkt dat onder andere personen vanaf 45 jaar (bijvoorbeeld door leeftijdsdiscriminatie en deels laaggeletterdheid, lage kennisontwikkeling en beperkte mobiliteit) en personen die relatief kort een uitkering ontvangen (door benutten grotere kans op werk bij een recent arbeidsverleden) profijt hebben van extra begeleiding. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet - Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Gegenereerd: vl.21 2 VN2021-031413 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O ici i am Wer Farticipate % meen Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van o8 december 2021 Ter kennisneming Art 169 Gemeentewet - Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2). - Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond In de raadscommissie Werk en Economie is op 20 juli 2017 de motie van de leden Groot Wassink (GroenLinks), Verheul (D66) en Bijleveld (SP) aangenomen inzake de start van een Amsterdams experiment in de bijstand. Op 31 oktober 2017 heeft het college besloten in te stemmen met dit experiment (ZD2017-006073). Na bekendmaking op 7 november 2017 en behandeling in de raadscommissie Werk en Economie van 6 december 2017 is het experiment opgestart. Naar aanleiding van een toezegging aan het raadslid Boutkan (TA2017-001495) is het experiment na een jaar geëvalveerd. Deze evaluatie heeft vanwege het verschuiven van de startdatum van het experiment en het verlengen van de inschrijving voor deelnemers plaatsgevonden in 2020. De raadsbrief en de rapportages zijn in de raadscommissie Werk, Inkomen en onderwijs op 26 augustus 2020 behandeld. Sindsdien houdt het college de raad op de hoogte van de (tussen)rapportages van het experiment met de bijstand. Het experiment liep van begin 2018 tot 1 maart 2021 en had betrekking op ca. 5.000 deelnemers. Het wetenschappelijk onderzoek (750 deelnemers) door de Hogeschool van Amsterdam in samenwerking van de Universiteit van Amsterdam volgt de effecten van de drie verschillende vormen van begeleiding (extra aandacht, zelfregie en reguliere begeleiding) nog 1 jaar lang tot 1 maart 2022. Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) doet onderzoek naar het (uitstroom)effect van de bijverdienpremie, de duurzaamheid van uitstroom en de sectoren waarin mensen (in deeltijd) werken en uitstromen. Voor de zomer van 2022 volgt de nameting van het wetenschappelijk onderzoek en na de zomer 2022 de eindrapportage. In de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs van 6 januari 2021 (ZD2020-014491) heeft het college de raad meegenomen in haar voornemen, per 1 maart 2021 (einde - bijverdienen in het - experiment) de bijverdienpremie als instrument voor álle vitkeringsgerechtigde Amsterdammers die (gaan) werken in de bijstand in te voeren. Dit op basis van de positieve effecten van de premie op parttime werk en uitstroom naar werk. De premie is conform ingevoerd, de huidige bijverdienregeling geldt tot en met 31 december 2022. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl 21 3 VN2021-031413 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, Werk, Participatie 9 Amsterdam - Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, en Inkomen % Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van 08 december 2021 Ter kennisneming n.v.t. Welke stukken treft v aan? BRIEF inzichten Amsterdams experiment bijstand en vervolginzet AD2021-122425 college.pdf (pdf) Bijlage 1 - UH Tussenrapportage T2.pdf (pdf) AD2021-120303 Bijlage 2 - UH Kwalitatief onderzoek T2.pdf (pdf) AD2021-120304 Bijlage 3 - UH Factsheet T2.pdf (pdf) AD2021-120305 Bijlage 4 - OIS rapport T2.pdf (pdf) AD2021-120293 Commissie WIO Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) WPI, Jan Feenstra, 06-30364058, [email protected] Gegenereerd: vl.21 4
Voordracht
4
train
1 Amsterdam.nl 1.1 Formulier raadsadres 1-2 Naam Uw bericht Half december hebben de houders van een bezoekersvergunning voor parkeren het nieuws kunnen lezen dat met ingang van 14 april in alle stadsdelen (met uitzondering van Centrum) het aantal bezoekersuren omhoog gaat naar 40 uur per maand. Dat betekent dat er vanaf 14 april 40 uur tegen 50% korting geparkeerd kan worden. Dit was voorheen slechts 10 uur, dus men zou denken dat dit een geweldig cadeau is. Maar helaas is dit voor ouderen helemaal niet zulk goed nieuws. Immers de kosten voor het parkeren van hun bezoek moeten zij zelf voorschieten, door voortdurend voldoende saldo op de vergunning te hebben staan. Daarbij komt dat veel ouderen het gereduceerde bedrag van het parkeren niet afrekenen met hun bezoek. Het bedrag is pas bekend op het moment dat het bezoek wordt afgemeld. De administratieve rompslomp alleen al bezorgt hen voortdurend hoofdbrekens. U kunt zich dus voorstellen dat hoe aantrekkelijk die 40 uur bezoek lijkt, dat het aan kosten hoog oplopen, temeer daar de tarieven bijna verdubbelen. Tel uit je verlies! Houders van een bezoekersvergunning zouden meer gebaat zijn bij een aantal gratis uren, zoals dat in Buitenveldert al van kracht is. Het aantal daarvan zou nog aangepast kunnen worden aan de parkeerdruk per stadsdeel en wellicht zou het kunnen gelden voor de daluren, bijvoorbeeld van 10 tot 16 uur. Hopelijk geeft dit raadsadres u aanleiding om het parkeerbeleid zodanig aan te passen dat het socialer en effectiever wordt voor de houders van een bezoekersvergunning. En
Raadsadres
1
train
| 2% Gemeente | Amsterdam | € West Besluit Algemeen Bestuur | | Afdeling: PMB Behandelend ambtenaar: John Tel/Maartje Stabel Telefoon 06 —1926829 | Datum behandeling: 7-3-2017 | Besluitnummer: INT-16-02913 | Portefeuille: Openbare Ruimte en Groen | Onderwerp: | Definitief ontwerp Bellamyplein | Planning van de bespreking en besluitvorming | e_Oordeelvorming dinsdag 7 maart 2017 e Besluitvorming dinsdag 21 maart 2017 | Het Algemeen Bestuur besluit: | -_ Het definitief ontwerp Bellamyplein vast te stellen | Korte samenvatting: (max. 10 regels) | Eind 2017 gaat de herinrichting van het Bellamyplein van start. Het ontwerp vloeit voort uit de Visie Openbare ruimte Bellamy- en Borgerbuurt die in 2012 | door de stadsdeelraad West is opgesteld in samenspraak met bewoners en ondernemers uit de buurten. Het ontwerp is een cocreatie; bewoners en ondernemers vit de buurt hebben actief meegedacht bij de totstandkoming van het ontwerp. Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context): | In 2012 heeft de stadsdeelraad — in samenspraak met ondernemers en | bewoners uit beide buurten — de Visie Openbare ruimte Bellamy-en Borgerbuurt vastgesteld. Het ontwerp past in deze visie. De vervallen | parkeerplaatsen op het Bellamyplein worden gecompenseerd in de | Kwintijngarage. Reden van het besluit: De openbare ruimte in de Bellamybuurt is sterk verouderd. Bovendien ontwikkelt Oud-West —en ook de Bellamybuurt — zich steeds meer tot | centrummilieu met de (extra) drukte van bezoekers, toeristen en nieuwe | bewoners die dit met zich meebrengt. De herinrichting van de straten is nodig om meer ruimte te bieden aan groen, fietsen, voetgangers, spelende kinderen en het rainproof maken van de buurt. | Stadsdeel West Pagina 2 van 3 | Besluitnr: INT-16-02913 | In het ontwerp is rekening gehouden met de drukke momenten bij De Hallen | en daarom zijn er voldoende (flexibele) fietsparkeervoorzieningen gecreëerd. | De inrichting van het plein is conform de Puccini-methode’, maar bij de inrichting van het plantsoen is afgeweken van de mogelijkheden die Puccini biedt. Eris specifiek rekening gehouden met het rainproof maken van het plein, het | plein krijgt een waterbergende functie voor de omliggende straten. Kosten, baten en dekking: | Het budget voor de 2° fase van de herinrichting van de Bellamybuurt is | vastgesteld in het AB op 12 janvari 2016. De kosten voor de herinrichting zijn | gedekt in het Parkeerfonds. Door nieuwe landelijke eisen is het noodzakelijk | een filterinstallatie in het pierenbadje op te nemen. De kosten die hiervoor | gemaakt moeten worden kunnen niet gedekt worden uit het beschikbare budget. Aangezien de uitvoering hiervan tot voorjaar 2018 uitgesteld kan | worden (het badje wordt vanaf de zomer van 2018 in gebruik genomen), | worden de benodigde middelen opgenomen in de investeringsplanning 2018. | De afdeling Beheer is hiermee akkoord. Voorbereiding en adviezen: | Ontwerpgroep (bewoners, ondernemers), afdeling Beheer, Ten behoeve van | rainproof heeft afstemming plaatsgevonden met Waternet en stedelijke afdeling Rainproof. | Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg: | Stadsdeel West heeft een startbijeenkomst georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst is een ontwerpgroep opgericht die vier keer bijgekomen is. Het | voorlopig ontwerp dat door de groep is gemaakt is tijdens een bijeenkomst | aan de hele buurt gepresenteerd. De opmerkingen die tijdens deze avond zijn | gemaakt zijn verwerkt in het ontwerp. Meegezonden/ter inzage gelegde stukken: | 1. Definitief ontwerp herinrichting Bellamyplein | 2. Memo AB ontwerp herinrichting Bellamyplein 3. Waterstromenkaart Bellamybuurt 4-9 Verslagen informatie- en ontwerpavonden Afschrift aan: Roel de Jong, Rik Hansen, Rob Strijbos, John Tel, Maartje Stabel Bekendmaking / publicatie: | Het besluit wordt opgenomen in de besluitenlijst. Communicatie: het ontwerp wordt gecommuniceerd naar omwonenden/ondernemers van het Bellamyplein en directe omgeving * De stadsdelen en gemeentelijke diensten gebruiken steeds meer gestandaardiseerd materiaal. Dat bevordert een helder | en eenduidig straatbeeld en duurzaam gebruik van bestratingsmaterialen. Gemeente breed zijn daar afspraken over gemaakt. Dat heet de Puccini-methode. | Stadsdeel West Pagina 3 van 3 Besluitnr: INT-16-02913 Ter kennisname doorsturen aan: Besloten in de vergadering van: 21 maart 2017 Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie West, Secretaris: Voorzitter: VIE cr Ó IO Af) Pk) E.M. Ove G.J. Bouwmeester | | | | | | | | | |
Besluit
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1516 Publicatiedatum 6 december 2017 Ingekomen onder N Ingekomen op woensdag 29 november 2017 Behandeld op woensdag 29 november 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Van Osselaer inzake de kantorenstrategie 2017 (bouw nieuwe kantoren zo dat ze klaar zijn voor een tweede leven). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de kantorenstrategie 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1474). Constaterende dat: — In algemene zin behoefte aan verschillende vormen van ruimtegebruik in onze stad over tijd kan veranderen — Gebouwen soms worden gebouwd op een manier dat zij slechts voor één enkele bestemming geschikt zijn — Dit het moeilijk maakt een gebouw een tweede leven te geven met een nieuwe bestemming — We dit aan den lijve hebben ondervonden toen er een kantooroverschot was in Amsterdam en een deel van de kantoren niet of zeer moeilijk te transformeren was woningen vanwege de maatvoering en andere bouwkundige beperkingen. Overwegende dat: — Gezien de schaarse ruimte in de stad het niet wenselijk is kantoren langdurig leeg te laten staan — Het inde regel duurzamer is een leegstaand gebouw te transformeren dan te slopen en nieuwbouw te plegen — Transformatie voor minder overlast zorgt in buurten dan sloop nieuwbouw. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De raad een voorstel voor te leggen voor een set van bouwkundige eisen — op te nemen in de tenders voor nieuwbouw van kantoren — die eventuele transformatie naar wonen of een andere bestemming mogelijk maakt in de toekomst. Het lid van de gemeenteraad J.P.D. van Osselaer 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 758 Publicatiedatum 1 juli 2016 Ingekomen onder AX’ Ingekomen op woensdag 22 juni 2016 Behandeld op woensdag 22 juni 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Nuijens, Moorman, Flentge, Van Dantzig en Van der Ree inzake de evaluatie woningdelen (het na elke melding door woningdelers altijd toetsen aan de feitelijke situatie). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de evaluatie woningdelen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 672). Constaterende dat: — de coalitiepartijen in het coalitieakkoord hebben afgesproken dat de regels voor woningdelen zouden worden versimpeld; — die afspraak niet kan en mag leiden tot het beperken van de mogelijkheden van huurders om hun recht te halen. Overwegende dat: — huurders, of nu feitelijk sprake is van woningdelen, of van verkamering, altijd recht hebben op huurbescherming; — alleen huurders die vallen onder het woningwaarderingsstelsel voor onzelfstandige woonruimte recht hebben op huurprijsbescherming; — het oordeel hierover rechtens aan de huurcommissie is; — de huurcommissie (nu) niet na elke melding toetst aan de feitelijke situatie; — hierdoor het risico bestaat dat huurders hun recht niet kunnen halen, omdat men een huur betaalt gebaseerd op de aanname dat sprake is van ‘woningdelen’, terwijl feitelijk sprake is van ‘kamerverhuur’. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 758 Motie Datum 1 juli 2016 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: niet later dan bij het voorleggen van de gewijzigde huisvestingsverordening in samenspraak met de huurcommissie afspraken te maken over het naar aanleiding van elke melding door huurders ter plaatse toetsen aan de feitelijke situatie’. De leden van de gemeenteraad J.W. Nuijens M. Moorman E.A. Flentge R.H. van Dantzig D.A. van der Ree ' waarbij controle behalve door de huurcommissie, ook gedaan kan worden door de gemeente zelf, of door het wijksteunpunt wonen, waarna formele toetsing alsnog plaatsvindt door de huurcommissie. 2
Motie
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 794 Datum indiening 28 juli 2018 Datum akkoord 25 september 2018 Publicatiedatum 28 september 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boomsma inzake het nog altijd hanteren van voortdurende erfpachtbepalingen bij nieuwe gronduitgiften. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De gemeenteraad heeft in 2016 ingestemd met de invoering van eeuwigdurende erfpacht voor nieuwe gronduitgiften per 1 juli van dat jaar om daarmee “zekerheid te bieden aan erfpachter en gemeente”. Daarbij werd het erfpachtbeleid met betrekking tot de uitgifte van terreinen in voortdurende erfpacht, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in haar besluit van 6 april 1994, nummer 275, onder |, ingetrokken. De CDA-fractie heeft echter gezien dat de gemeente nog steeds grond uitgeeft in voortdurende erfpachtcontracten naar Algemene Bepalingen 2000. De verkoop van woningen voor het project Wiborg in de Houthavens zou volgens de website zijn gestart op 6 juli 2017, dus ruim een jaar na het genoemde gemeentelijke besluit, en de woningen worden in 2020 naar verwachting opgeleverd. Op de te downloaden prijslijst staat de prijs van de verschillende woningen en daarbij ook de erfpachtcanon volgens de regels van de Algemene Bepalingen 2000, met een afkoopsom voor 50 jaar. Wie een woning van Vrij Op Naam (VON) € 508.242,00 koopt, kan vervolgens de erfpacht voor 50 jaar afkopen voor een bedrag van nog eens € 131.598,00. Wie een van de weinige goedkopere (en kleine) woningen aanschaft van VON € 301.716,00, betaalt dan € 78.124,00. In de toelichting onderaan staat over erfpacht summier: “U kunt de woning ook kopen op basis van afgekochte erfpacht voor een periode van 50 jaar. Daarnaast kunt u kiezen voor kopen met een vast canon percentage voor 10 of 25 jaar. De financieel adviseur kan u hierover nadere toelichting geven in een persoonlijk gesprek. Indien u kiest voor afkoop van de canon, brengt de gemeente Amsterdam aanvullend een rentevergoeding in rekening over de afkoopsom minus de door de projectontwikkelaar betaalt de eerste twee jaar erfpachtcanon. Deze rente wordt vermeerderd met omzetbelasting.” Ook een ander project in de Houthavens, de 104 woningen van Baken van Nava, staat een prijslijst waarop te zien is dat nog steeds voortdurende erfpacht wordt gehanteerd.* Daaronder staat te lezen: “Het canonpercentage voor de indexcanon is 3,0%, bij een 10 jaar waardevaste canon is dit 2,9% en bij 25 jaar waardevaste canon is het percentage 3,25%. (.….)” 1 https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-97666.html ? https://www.wiborg.nl/images/wiborg-prijslijst-2018-07-26.pdf 3 https://www.nieuwbouw-houthaven.nl/media/152497/prijslijst-baken-van-narva-juni-2018.pdf 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nmmer 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018 Bij een ander project, het gebouw Vertical in Sloterdijk bij de Brettenzone, wordt de grond wel in eeuwigdurende erfpacht uitgegeven, zo blijkt uit de prijslijst.* Wie daar een woning koopt van VON € 314.209,00, betaalt niet bijna € 80.000, maar € 23.739 om de grond niet voor vijftig jaar maar eeuwigdurend af te kopen. Wie daar kiest voor een jaarlijkse indexcanon betaalt 2,39 % in plaats van 3,0 % in de projecten in de Houthavens. Gezien het vorenstaande heeft het lid Boomsma, namens de fractie van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt het dat in genoemde voorbeelden de grond nog steeds in voortdurende erfpacht wordt uitgegeven volgens de Algemene Bepalingen 2000? Antwoord door het College: Dat klopt, zowel het erfpachtrecht van het project Wiborg als het erfpachtrecht van het project Baken van Narva is uitgegeven in voortdurende erfpacht (AB 2000). 2. Zijn deze erfpachtrechten reeds uitgegeven? Welk grondprijsbeleid is daarbij gehanteerd”? Antwoord door het College: Het erfpachtrecht van het project Baken van Narva is bij akte d.d. 3 september 2018 uitgegeven. Het erfpachtrecht is ingegaan op 1 september 2018. Het erfpachtrecht van het project Wiborg is bij akte d.d. 28 februari 2018 uitgegeven. Het erfpachtrecht is ingegaan op 16 oktober 2017. De grondprijsadviezen die ten grondslag lagen aan beide uitgiften zijn gedateerd 1 oktober 2015. Bij de uitgifte van beide projecten is het grondprijsbeleid toegepast dat van toepassing was op het moment dat de contractvorming begon, in dit geval de Handleiding grondprijzen 2015 en de Grondprijzenbrief 2015 (vastgesteld door de Gemeenteraad op 17 december 2014). 3. Waarom wordt deze grond nog in voortdurende erfpacht uitgegeven en niet in eeuwigdurende erfpacht conform het raadsbesluit uit 2016? Dit druist toch in tegen het vigerende beleid? Het gaat toch om nieuwe gronduitgiftes? Welk beleid hanteert het college bij deze gronduitgifte, aangezien het erfpachtbeleid met betrekking tot de uitgifte van terreinen in voortdurende erfpacht in 2016 is ingetrokken? Antwoord door het College: Bij zijn besluit van 22 juni 2016 heeft de Gemeenteraad ingestemd met de invoering van het eeuwigdurende erfpachtstelsel en ingestemd met overgangsbeleid voor de situaties waarin de contractvorming reeds was gestart onder het voortdurende erfpachtstelsel. In dit overgangsbeleid is bepaald dat voor contractvorming die is gestart onder het voortdurende erfpachtstelsel en die op 1 juli 2016 nog niet tot uitgifte heeft geleid, geldt dat de contractvorming wordt voortgezet op basis van voortdurende erfpacht. De gemeente heeft in de genoemde voorbeelden het * https://amsterdamvertical.ams3.digitaloceanspaces.com/2018/06/180628-Prijslijst-DEF.pdf 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Joa Gemeenteblad Datum 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018 overgangsbeleid gevolgd door deze erfpachtrechten uit te geven in voortdurende erfpacht. Bij beide projecten was de contractvorming gestart vóór 1 juli 2016. 4. Is het een keuze geweest om deze grond in voortdurende erfpacht uit te geven in plaats van volgens het nieuwe beleid met AB 2016, of was het college hiertoe gedwongen door eerdere afspraken? Indien het een keuze was, wanneer heeft het college die keuze gemaakt, en waarom heeft het college die keuze gemaakt? Graag een toelichting. Indien het college meent dat dit voortvloeide uit eerder ingezet beleid of keuzes in een eerder stadium van dit project, graag ook daarvan een toelichting. Antwoord door het College: De gemeente heeft bij de uitgifte van beide projecten het door het college bij zijn besluit van 24 mei 2016 vastgestelde overgangsbeleid waarmee de Gemeenteraad heeft ingestemd bij zijn besluit van 22 juni 2016, gevolgd door deze projecten in voortdurende erfpacht uit te geven. 5. Is het mogelijk om de grond in deze twee (en mogelijke andere) projecten niet in voortdurende erfpacht uit te geven, maar direct in eeuwigdurende erfpacht? Zo ja, is het college bereid om het beleid hierop aan te passen en de (potentiële) kopers alsnog een eeuwigdurend erfpachtcontract aan te bieden zoals bij andere nieuwe gronduitgiften? Zo nee, waarom is dat niet mogelijk, wat zijn de mogelijke bezwaren daartegen en welke juridische obstakels zouden dat verhinderen? Antwoord door het College: Zoals vermeld in de beantwoording van vraag 2 zijn beide erfpachtrechten reeds gevestigd en ingegaan. Voor mogelijke andere projecten geldt dat in het overgangsbeleid is bepaald dat voortzetting van de contractvorming op basis van eeuwigdurende erfpacht die is gestart onder het voortdurende erfpachtstelsel uitsluitend mogelijk is als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. In het overgangsbeleid is een onderscheid gemaakt tussen contractvorming waarbij een partij wordt geselecteerd door middel van een tender en onderhandse contractvorming. -_In gevallen dat sprake is van een tender onder voortdurende erfpacht is het niet meer mogelijk om de contractvorming voort te zetten onder condities van een eeuwigdurende erfpacht. Een kavel is in dat geval namelijk op een bepaalde wijze en met bepaalde voorwaarden in de markt gezet. Partijen gaan bij hun inschrijving uit van bepaalde uitgangspunten en hier kan niet tussentijds een wijziging plaatsvinden. Op basis van andere uitgangspunten hadden partijen namelijk een andere inschrijving gedaan. Ook na selectie van een partij is het niet meer mogelijk dat de gemeente en de geselecteerde partij overeenkomen om de voorwaarden te wijzigen. Richting de andere inschrijvers is dit niet geoorloofd, de overige inschrijvers kunnen dan immers stellen dat zij op basis van andere voorwaarden een meer concurrerende inschrijving zouden hebben gedaan. -__ Voor contractvorming die onderhands plaatsvindt, geldt dat onder voorwaarden wel besloten kan worden om de contractvorming voort te zetten op basis van eeuwigdurende erfpacht. Het College verwijst voor een opsomming van deze (limitatieve) voorwaarden naar ad. 8 van de Raadsvoordracht d.d. 22 juni 2016 nr. 664, welke als bijlage aan deze beantwoording is gehecht. In gevallen dat sprake is van onderhandse 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Joa Gemeenteblad Datum 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018 contractvorming zal dus per project moeten worden onderzocht of contractvorming kan worden voortgezet op basis van eeuwigdurende erfpacht. De erfpachters van de woningen kunnen uiteraard wel overstappen naar eeuwigdurende erfpacht. 6. Zijn er nog andere, vergelijkbare gevallen bekend waarbij grond nog steeds in voortdurende erfpacht wordt uitgegeven? Hoe vaak heeft het college sinds 1 juli 2016 nog nieuwe grond uitgegeven in voortdurende erfpacht en waarom, en hoeveel plannen zijn er op dit moment nog om grond uit te geven in voortdurende erfpacht? Graag een toelichting. Antwoord door het College: In het overgangsbeleid is bepaald dat wanneer de contractvorming is gestart onder het voortdurende erfpachtstelsel en die op 1 juli 2016 nog niet tot uitgifte heeft geleid, geldt dat contractvorming wordt voortgezet op basis van voortdurende erfpacht. Ten behoeve van de raadsvoordracht d.d. 22 juni 2016 is in 2016 geïnventariseerd bij hoeveel projecten op dat moment contractvorming plaatsvond op basis van voortdurende erfpacht. Een eerste inventarisatie liet op dat moment zien dat het om een totaal van 42 projecten ging. Van deze 42 projecten zijn er inmiddels 29 (inclusief tenders) waarbij de contractvorming is afgerond onder voortdurende erfpacht. Deze projecten zijn of worden uitgegeven onder voortdurende erfpacht. 2 projecten waarvan de onderhandelingen waren gestart onder voortdurende erfpacht zijn uiteindelijk afgerond op basis van de AB2016 (eeuwigdurende erfpacht). In het overgangsbeleid dat bij de AB2016 is vastgesteld (en als bijlage bij deze beantwoording is gehecht), is bepaald dat projecten waarvan de onderhandelingen al gestart waren onder voortdurende erfpacht alsnog onder de AB2016 konden worden uitgegeven als voldaan werd aan de navolgende voorwaarden: a. Eris geen sprake van contractvorming middels een tender maar van onderhandse contractvorming; en b. Eris nog geen mondelinge of schriftelijke overeenstemming bereikt over de grondprijs onder voortdurende erfpacht; en c. Het project wordt door de wijziging niet vertraagd; en d. Aspirant-erfpachter en gemeente stemmen in met het voortzetten van de contractvorming op basis van eeuwigdurende erfpacht. De overige 11 projecten zijn nog niet afgerond of zijn vervallen. Aanvullend op de projecten uit de eerste inventarisatie van 2016 zijn er inmiddels nog 8 andere projecten bekend waarbij de contractvorming plaatsvindt op basis van voortdurende erfpacht. De onderhandelingen over deze projecten liepen al in 2016 en zijn nog niet afgerond en/of uitgegeven. 7. Mensen die op dit moment van plan zijn een woning te kopen in een van de twee genoemde projecten en daarbij dus gedwongen zijn om een voortdurend erfpachtcontract af te sluiten (of dat al hebben gedaan) worden (of werden) vervolgens geconfronteerd met de Overstapregeling voor eeuwigdurende erfpacht en de daarbij geldende voordelen die tot 1 januari 2020 gelden, waarna de afkoopsom naar verwachting snel zal stijgen. Dat betekent dat, als zij zekerheid willen over hun toekomstige woonlasten, en om waarschijnlijke ongunstige 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Joa Gemeenteblad Datum 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018 invloed op de verkoopprijzen in de toekomst te voorkomen, zij eerst, conform het ‘oude’ erfpachtbeleid de volle grondwaarde moeten betalen om die voor 50 jaar af te kopen, om de grondwaarde daarna nog een keerte moeten betalen om over te stappen op eeuwigdurende erfpacht. Zij betalen dan dus twee keer de grondprijs, terwijl mensen die direct een eeuwigdurend erfpachtcontract afsluiten, maar één keer de grondprijs betalen. Vindt het college dit eerlijk, rechtvaardig, en terecht, of is het college het met de CDA-fractie eens dat geen van de genoemde drie begrippen daarbij ook maar enigszins van toepassing is? En zo ja, hoe denkt het college dit gebrek aan billijkheid te kunnen corrigeren, verzachten of verhelpen? Is het college bereid om deze mensen tegemoet te komen? Antwoord door het College: Anders dan door de vragensteller is beschreven, is er geen sprake van twee keer de grondwaarde moeten betalen. Een erfpachter koopt de grond niet, maar betaalt door middel van de erfpachtcanon voor het gebruik van de grond. De erfpachtgrondwaarde wordt gebruikt om de grondslag te bepalen voor de gebruiksvergoeding (de canon) die de erfpachter betaalt. In het voortdurende erfpachtstelsel wordt de jaarlijkse canon voor een periode van 50 jaar vastgelegd. De erfpachter kan er voor kiezen om de canon ook voor een periode van 50 jaar vooruit te betalen (afkopen). Na het einde van de periode van 50 jaar wordt de jaarlijkse canon opnieuw vastgesteld voor het opvolgende tijdvak. Erfpachters hebben daarnaast ook de keuze om over te stappen naar eeuwigdurende erfpacht. Overstappen is geheel vrijwillig. Erfpachters die willen overstappen naar eeuwigdurende erfpacht betalen niet tweemaal de grondwaarde. Ze betalen een gebruiksvergoeding die is gebaseerd op de erfpachtgrondwaarde. Bij overstap wordt een eeuwigdurende canon vastgesteld. Erfpachters kunnen deze canon ook eeuwigdurend afkopen, maar dit is niet verplicht. Indien de canon van het huidige tijdvak is afgekocht en de erfpachter opnieuw wilt afkopen bij een overstap naar eeuwigdurende erfpacht, wordt in de bepaling van de afkoopsom rekening gehouden met het feit dat de eeuwigdurende canon pas vanaf de einddatum van het huidige tijdvak verschuldigd is (netto contante waarde berekening). De afkoopsom over het eventueel door de erfpachter gekozen eeuwigdurende deel is pas na 50 jaar verschuldigd en dat is netto contant gemaakt naar nu met een discontovoet van 4,5%. Een relatief klein bedrag waarmee je “eeuwigdurende” zekerheid krijgt. Bovendien zal de afkoopsom voor een nieuw eeuwigdurend recht in aanvang hoger zijn dan de afkoopsom voor een tijdvak van 50 jaar bij dezelfde nieuwbouwwoning. Er wordt dus niet dubbel betaald over de periode van het lopende, voortdurende tijdvak. Het College is dan ook van mening dat er geen sprake is van een gebrek aan billijkheid en ziet daarom geen reden om deze erfpachters tegemoet te komen. 8. Is het college het met het CDA eens dat het ook voor mensen die kort vóór 1 juli 2016 een nieuwe woning kochten (bijvoorbeeld op IJburg) natuurlijk al zeer onverkwikkelijk is dat zij in feite twee keer de grondprijs moeten betalen, en dat ook voor deze mensen een oplossing moet worden gevonden? Antwoord door het College: Er is geen sprake van dat erfpachters twee keer de grondprijs moeten betalen. Erfpachters betalen een vergoeding voor het gebruik van de grond van de gemeente. Die vergoeding wordt voor een bepaalde periode vastgesteld (in casu 50 jaar) op 5 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng Joa Gemeenteblad R Datum 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018 basis van de erfpachtgrondwaarde. Het college deelt daarom ook niet de mening van de vragensteller dat voor deze erfpachters een oplossing moet worden gevonden. 9. Is het college het eens met de CDA-fractie, dat, indien de grond in genoemde gevallen niet in voortdurende, maar de eeuwigdurende erfpacht wordt uitgegeven, dat meer duidelijkheid zou geven aan de bewoners? En is het college het er voorts mee eens dat de woonlasten verbonden aan het betrekken van de daar aanwezige woningen in het laatste geval lager zouden zijn? En dat het hanteren van voortdurende erfpacht in deze gevallen dus betekent dat de woningen minder toegankelijk zijn voor mensen met lagere inkomens? Antwoord door het College: Het college is van mening dat voor de (aspirant) kopers van de woningen voldoende duidelijk was dat sprake is van uitgifte in voortdurende erfpacht. Voor een nadere toelichting wordt hierbij verwezen naar de beantwoording op vraag 11. Erfpachters die voor 1 januari 2020 een overstapaanbieding aanvragen voor eeuwigdurende erfpacht kunnen gebruik maken van gunstige voorwaarden. Tot 2020 geldt het laagst mogelijke canonpercentage (2,39%), een overstappremie van 25% en WOZ-peildatum 2014 of 2015 (de laagste wordt toegepast). Het gemeentebestuur is daarnaast voornemens 10% extra korting te geven aan erfpachters die voor 1 januari 2020 een overstapaanbieding aanvragen. Bij directe uitgifte onder de AB 2016 wordt het actueel prijspeil toegepast en wordt geen korting gegeven. Het is dus niet één op één te concluderen dat erfpachtrechten die recentelijk onder de AB 2000 werden uitgegeven (op basis van het grondprijsbeleid van 2015) minder gunstig af zijn dan de erfpachtrechten die direct onder de AB 2016 worden uitgegeven. Dit is per situatie verschillend. Het hanteren van de AB 2000 in deze gevallen betekent dus niet dat deze woningen minder toegankelijk zijn voor mensen met lagere inkomens. 10. Is het college bereid om per direct te stoppen met het uitgeven van nieuwe grond in voortdurende erfpacht en bij nieuwe gronduitgiftes slechts algemene bepalingen 2016 te hanteren? Graag een toelichting. Antwoord door het College: De gemeente volgt het door het college vastgestelde overgangsbeleid waarmee de Gemeenteraad bij zijn besluit van 22 juni 2016 heeft ingestemd. Contractvorming voor erfpachtuitgiften vanaf 1 juli 2016 wordt gevoerd onder het regime van de AB 2016 en het daarbij behorende uitgiftebeleid en grondprijsbeleid. Voor contractvorming die is gestart onder het voortdurende erfpachtstelsel en die op 1 juli 2016 nog niet tot uitgifte heeft geleid, geldt dat de contractvorming wordt voortgezet op basis van voortdurende erfpacht. 11. Hoe heeft de gemeente mensen die een woning hebben gekocht in een van de twee genoemde projecten in de Houthavens geïnformeerd over het in werking treden van het nieuwe erfpachtstelsel, de nieuwe algemene bepalingen 2016 en de overstapregeling op eeuwigdurende erfpacht, alsmede wat dat voor ze betekent? Graag een toelichting. Heeft de gemeente mensen duidelijk gemaakt dat zij, indien ze ervoor kiezen om de erfpacht voor 50 jaar af te kopen, zij vervolgens later opnieuw een groot bedrag moeten betalen om de erfpacht af te kopen? En maakt de gemeente dan mensen ook duidelijk dat zij dan de keuze hebben om over te stappen op eeuwigdurende erfpacht en dat daarvoor tot 1 januari 2020 een ‘korting’ bestaat die daarna komt te vervallen? Welke rol acht de 6 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Joa Gemeenteblad Datum 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018 gemeente zichzelf toe bij het informeren van kopers van deze woningen over de financiële erfpachtverplichtingen die zij aangaan? Is het college het eens met het CDA dat het, mede gezien de complexiteit van erfpacht, zeker in deze gevallen, een verantwoordelijkheid is van de gemeente om mensen goed te informeren? Graag een toelichting. Antwoord door het College: De ontwikkelaar is op grond van de erfpachtovereenkomst verplicht kopers volledig en juist te informeren. De gemeente heeft zelf geen direct contact met aspirant kopers, het is de gemeente immers ook niet bekend wie de aspirant kopers zijn. Wel informeert de gemeente een ieder die met de gemeente contact opneemt via het gemeentelijk informatienummer of via de website. Ook heeft de gemeente diverse informatiebijeenkomsten georganiseerd voor de aspirant kopers in de Houthavens en heeft de gemeente op 18 november 2017 een informatiemarkt in de Passenger Terminal Amsterdam georganiseerd over de overstap naar eeuwigdurende erfpacht. Verder waren de aspirant kopers van de woningen in de Houthavens bekend met de inhoud van de erfpachtvoorwaarden op het moment dat zij de koopovereenkomst ondertekenden. Er zijn inmers minimaal twee formele momenten waarop een koper zich informeert. De koper sluit bij de notaris een koopovereenkomst met de verkoper. Bij het sluiten van de koopovereenkomst wordt de koper voorgelicht door de notaris. De koper heeft na het sluiten van de koopovereenkomst een wettelijke bedenktijd van drie dagen. Bij het ondertekenen van de leveringsakte geeft de notaris vervolgens nogmaals een toelichting op de erfpachtvoorwaarden. 12. Als mensen die net een dergelijk voortdurend erfpachtcontract zijn aangegaan ervoor kiezen om voor 1 januari 2020 over te stappen op eeuwigdurende erfpacht, hoe wordt dan de grondwaarde daarvoor berekend? Bepaalt de gemeente dan de onbezwaarde waarde van het object als alternatief voor de WOZ-waarde 2014, die immers niet bestaat? Hoe verhoudt die zich dan tot de eerder betaalde afkoopsom? Antwoord door het College: In de gevallen dat er nog geen WOZ-waarde van een object beschikbaar is, bepaalt de gemeente de onbezwaarde waarde van het object om een overstapaanbieding te doen. Daarbij wordt het object vergeleken met andere WOZ-objecten die over gelijke kenmerken beschikken of wordt er gecorrigeerd voor kenmerken die verschillen tussen het object waarvoor de WOZ-waarde moet worden bepaald en de kenmerken van het object waarmee wordt vergeleken. Bij het bepalen van de onbezwaarde waarde wordt er op dit moment uitgegaan van prijspeil 2014/2015. Indien de canon van het huidige tijdvak is afgekocht en de erfpachter opnieuw wilt afkopen bij een overstap naar eeuwigdurende erfpacht, wordt in de bepaling van de afkoopsom rekening gehouden met het feit dat de eeuwigdurende canon pas vanaf de einddatum van het huidige tijdvak verschuldigd is (netto contante waarde berekening). Er wordt dus niet dubbel betaald over de periode van het lopende, voortdurende tijdvak. De afkoopsom over het eventueel door de erfpachter gekozen eeuwigdurende deel wordt netto contant gemaakt naar nu met een discontovoet van 4,5%. Een relatief klein bedrag waarmee je “eeuwigdurende” zekerheid krijgt. Bovendien zal de afkoopsom voor een nieuw eeuwigdurend recht in aanvang hoger zijn dan de afkoopsom voor een tijdvak van 50 jaar bij dezelfde nieuwbouwwoning. Erfpachters die willen overstappen naar eeuwigdurende erfpacht kunnen naast afkoop ook kiezen voor canonbetaling na het einde van hun huidige tijdvak. 7 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Ndeing Joa Gemeenteblad ummer aan En Datum 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018 Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 8
Schriftelijke Vraag
8
val
Raadsgriffie Centrum Er = . . Versie 22-2-2012 Termijnagenda van de raadscommissie Openbare Ruimte (OR) Biz. 1 van 2 Datum Onderwerp Porte- Behandel- Stand van zaken commissie feuille- wijze houder 06-mrt-12 Presentatie Bereikbare Binnenstad PNX Bespreken Behandeling komt in april-2012 06-mrt-12 Petitie eenrichtingsverkeer fietsers Spuistraat PNX Bespreken Petitie formeel ingekomen in raad 20/12/2011 06-mrt-12 Preadvies op raadsvoorstel GL over fietsreling PNX Adviseren Raadsvoorstel ingediend op 27/9/2011 06-mrt-12 Gladheidsbestrijding PNX Bespreken Gepiept door D66 06-mrt-12 Evaluatie openstelling stegen PNX Bespreken 06-mrt-12 Herinrichting (Nieuwe) Oostenburgerdwarsstraat PNX bespreken 06-mrt-12 Deelname aan Project uitrol IJdijken zuid-oost (2e pilot) TK 06-mrt-12 Brief + rapport taxistandplaatsen Leidseplein PNX TK 06-mrt-12 Brief Rekenkamer over opvolgingsonderzoek achterstallig onderhoud PNX TK Ingekomen in de raad van 31/1/2012 06-mrt-12 nn Ombudsman over SEE ee PNX TK nn in de raad van 31/1/2012 03-apr-12 Plan van aanpak fietsparkeren PNX Adviseren 03-apr-12 Notitie “Bereikbare Binnenstad” + presentatie PNX Bespreken Voorheen: nota autoluwe binnenstad. Presentatie in cie maart-2012. 03-apr-12 Stuk over beleid bierfiets + aangepast antw op raadsadres over verbod bierfiets PNX Bespreken Eerder besproken in de cie van 8-11-2011. 03-apr-12 Verkeersproblemen kruispunt Marnixstraat-Rozengracht PNX Bespreken N.a.v. commissiebehandeling juni-2011 03-apr-12 Profielwijziging Haarlemmerplein + Petitie eenrichtingsverkeer Marnixstraat PNX bespreken 03-apr-12 Concept-antw op raadsadres over aanwijzing Kattenburgervaart als alternatieve PNX Bespreken Ingekomen op 31/1/2012 woonbootlocatie 03-apr-12 Concept-antw op raadsadres St. Antoniesbreestraat/Jodenbreestraat PNX TK Ingekomen op 29/11/2011, over: laad- en losplek, overlast fietsen en ophalen huisvuil 03-apr-12 Nota Touringcars PNX TK Nota opgesteld door dIVV 03-apr-12 TK-antwoord overlast fietsen op de Dam PNX TK Ingekomen op 20/12/2011 03-apr-12 Jaarverslag Waternet 2011 PNX TK 03-apr-12 Adviesvraag brug 234 tot Piet Meerburg-brug PNX TK 03-apr-12 Voorstel aanpassing vernoemingsbeleid bruggen PNX TK 03-apr-12 Rapport Ombudsman over onterechte naheffing PNX TK of In gekomen op 21/2/2012 en 08-mei-12 Nota van Uitgangspunten Eilandenboulevard PNX Adviseren Per jan-2012 vrijgegeven voor inspraak 08-mei-12 Raadsvoordracht Vaststelling Welstandregels voor water Westerdok PNX Adviseren Betrekken bij ‘beleid historische boten’ 08-mei-12 Algemene discussie over parkeerbeleid PNX bespreken Op verzoek van D66 08-mei-12 Herinrichting Oudekerksplein en aanliggende stegen PNX Bespreken Ook cie AZ uitnodigen 08-mei-12 Aanpassing profielwijziging walmuren Prinsengracht tussen Nieuwe Spiegelstraat en PNX Bespreken Over onevenzijde (schuin of langsparkeren) bestaat nog Leidsestraat (langs- of schuinparkeren) discussie. 08-mei-12 Discussie materialisering grasgedeelte Rembrandtplein PNX Bespreken Zie ook TK-stukken 6-9-2011 08-mei-12 Raadsadres over verkeerssituatie Noorderstraat PNX Bespreken Ingekomen op 21/2/2012 08-mei-12 Rapportage overlast woonboten Hermitage (steiger) PNX TK Toezegging PFH 6/9/201 1 08-mei-12 DB-besluit inzake Bootrichtlijnen voor water van het Westerdok PNX TK Betrekken bij ‘beleid historische boten’ 08-mei-12 Raadsadres over voor an Prins Hendrikkade PNX TK En m 21/2/2012 Aanleveren bespreekstukken: uiterlijk vrijdag VOOR het agenda-overleg, digitaal in Word, op papier met getekende flap (TK-stukken hebben geen flap nodig) Raadsgriffie Centrum …. = . . Versie: 22-2-2012 Termijnagenda van de raadscommissie Openbare Ruimte (OR) Biz. 2 van 2 Datum Onderwerp Porte- Behandel- Stand van zaken commissie feuille- wijze houder 05-jun-12 Bestemmingsplan Water + petitie steiger Noordermarkt PNX Adviseren Op 30-3-2011 is hierover een informatiebijeenkomst gehouden. 05-jun-12 Plan van aanpak tijdelijke invulling Appeltjesmarkt (korte termijn, motie GL) PNX Adviseren N.a.v. begrotingsmotie GL van 30-11-2010. 05-jun-12 Masterplan Leidsebuurt, fase 3+4 ORA Bespreken 05-jun-12 Herinrichting Elandsgracht PNX bespreken 05-jun-12 Profielwijziging en vernieuwing walmuur Brouwersgracht (even zijde), tussen Singel en PNX TK Herenmarkt, renovatie an 16 06-sep-12 Beleid historische boten PNX adviseren Op 4/10/2011 is de inventarisatie besproken. Expertmeeting op 30/11/2011. 06-sep-12 Evaluatie nota Welstand op het Water + Bootrichtlijnen 2008 + hoogte koekoeken PNX Bespreken Betrekken bij ‘beleid historische boten’ (toezegging 29/1/2009) 06-sep-12 herinrichting Plantage Middenlaan, tussen Hortusbrug en Plantage Parklaan PNX Bespreken 06-sep-12 Beleidsnota Kade- en Oevergebruik PNX Bespreken De startnotitie is besproken op 8-3-2011 06-sep-12 2e Vervolg Parkeerbalans PNX TK Het 1e vervolg is besproken op 8-3-2011 06-sep-12 Profielwijziging Prinsengracht (even zijde), tussen Westerstraat en Egelantiersgracht PNX TK Per april 2012 de inspraak in 04-okt-12 Profielwijziging Egelantiersstraat (oneven zijde), tussen Lijnbaansgracht en Prinsengracht PNX TK 2013, medio Profielwijziging en vernieuwing walmuur Singel (oneven zijde) tussen Lijnbaanssteegen _PNX TK Stromarkt 2014, begin Fietsroute Leliegracht PNX Bespreken of N.a.v. toezegging pfh op 18-12-2008 TK 2014, medio 3e vervolg Parkeerbalans PNX TK Einde bestuursperiode bespreken PM Evaluatie verkeersmaatregelen rondom scholen PNX TK Maatregelen zijn in feb-2010 in cie. besproken Aanleveren bespreekstukken: uiterlijk vrijdag VOOR het agenda-overleg, digitaal in Word, op papier met getekende flap (TK-stukken hebben geen flap nodig)
Agenda
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad x Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1209 Publicatiedatum 13 november 2015 Ingekomen onder AB Ingekomen op woensdag 4 november 2015 Behandeld op woensdag 4 november 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden De Heer, Roosma, Peters en Van Soest inzake de kosten van externe inhuur voor de jaarrekening 2015. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit inzake het bericht dat de kosten van externe inhuur voor de jaarrekening 2015 € 650.000 bedragen van de leden De Heer, Peters en Roosma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182); Overwegende dat: — ereen gedragscode externe inhuur is waarin de maximale tarieven zijn beschreven; — deze gedragscode onlangs is aangepast naar aanleiding van het initiatief Boutkan ‘Beperking topsalarissen externe inhuur’ waarmee de maximale uurnorm is verlaagd naar 125 euro per uur en 178.000 euro per jaar; — het college de bevoegdheid heeft hier gemotiveerd van af te wijken; — afwijkingen van de norm een uitzondering moeten zijn. Constaterende dat: — de uurtarieven van de externe inhuur voor de jaarrekening 2015 boven de norm uitgaan; — de uitzondering hiermee de norm lijkt te worden. Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — in overleg te gaan met KPMG om te komen tot een verlaging van de uurtarieven tot maximaal de norm van € 125 per uur; — de raad te informeren over de uitkomsten van dit overleg. De leden van de gemeenteraad A.C. de Heer F. Roosma D W.S. Peters W. van Soest 1
Motie
1
discard
Builenkunst 8 DE STADSCURATOR ; o :A° | | A Af r Sk 5 UJ SO 29 > Pre mm Welkom Thomas van Dalen opent de conferentie om 15.18 vur. Hij licht het doel van deze conferentie toe: een basis leggen voor een nieuwe visie op kunst in de openbare ruimte. Zoals al aangekondigd in het Kunstenplan 2017-2020. De conferentie behandelt twee specifieke onderwerpen: buitenkunst en de stadscurator. Hij nodigt iedereen vooral vit om zijn of haar inbreng te geven. Opening door wethouder Kunst en Cultuur Kajsa Ollongren Kajsa Ollongren geeft haar visie op kunst en cultuur. Buitenkunst telt op dit moment 1400 officiële objecten, de spontane streetartwerken niet meegerekend. Openbare kunst draagt bij aan een prettige leefomgeving, voegt schoonheid en gevoel toe of is een inspiratiebron. De nieuwe Omgevingswet legt gemeenten op om via omgevingsplannen het begrip kwaliteit van de leefomgeving vooraf vast te leggen. Daar hoort voor Ollongren ook kunst in de openbare ruimte en aan gebouwen bij. Dankzij de Omgevingswet is dat ook te realiseren. Het past bij Amsterdam om vanaf het begin de kunstenaar een rol in de ruimtelijke planvorming te geven. De wethouder heeft in het Kunstenplan 2017-2020 al een nieuwe visie op kunst in openbare ruimte aangekondigd, met een actieve rol voor de stad Amsterdam. De fractie van GroenLinks heeft een raadsinitiatief ingediend over de invoering van een stadscurator. Deze conferentie dient als input voor deze nieuwe visie waarin een stadscurator een rol kan spelen. Met de input van alle genodigden hier aanwezig tijdens deze conferentie kunnen plannen uitgewerkt worden om buitenkunst in Amsterdam mooier, beter en houdbaar te maken voor de toekomst. Visies op buitenkunst en stadscurator 1. Siebe Thissen (CBK Rotterdam) over het cureren van een collectie buitenkunst Siebe Thissen geeft zijn visie weer en vertelt over zijn jarenlange ervaringen in Rotterdam. Bij het ontstaan van de stadscollectie werd in Rotterdam met onderzoek, lezingen, rondleidingen, publicaties en tentoonstellingen meer aandacht besteed aan de stadscollectie. De stadscollectie werd steeds beter bekend, ook bij het grote publiek. Met een breed gedragen motie gaf de raad aan het college van B en W opdracht tot een inventarisatie en beoordeling van de kunstwerken in de stad. Bij de beoordeling van een openbaar kunstwerk werd ook kennis van de lokale inbedding van een werk in een buurt of wijk meegenomen. Er werd een toetsingsprotocol ontworpen met criteria die globaal aansluiten op de richtlijnen van de LAMO, maar ook ruimte bieden aan ‘couleur locale’. Er werden vijf categorieën en bijbehorende vervolgacties geformuleerd: top, A, B, matig en laag. Er werden circa 1500 kunstwerken aangemeld. Van alle werken werd een paspoort gemaakt met daarin een omschrijving van de maker en van het kunstwerk, het werk en zijn omgeving, de eigenaar van het kunstwerk en er werd een oordeel vitgesproken over de toekomst van het werk (van adoptie tot sanering). Aspecten die bij de rol van een stadscurator in Amsterdam aan de orde kunnen komen: e Een curator moet een vrije rol hebben (betrokken, maar niet-geïnstitutionaliseerd). e _Eencurator staat pal voor een fatsoenlijk inkomen voor kunstenaars (verdienstelijk en dienstbaar). e De curator werkt bij elk nieuw kunstwerk met een ad-hoc-alliantie van betrokkenen, bewoners, stedenbouwkundigen, ondernemers, financiers en adviseurs (wisselend draagvlak). e De curator maakt geen principieel onderscheid tussen ‘klassieke vormen’ van kunst en streetart, maar maakt een afweging van de uitingsvorm. 2 e De curator zoekt naar nieuwe vormen van opdrachtgeverschap, financiering, behoud, adoptie en juridisch eigenaarschap. e De curator initieert een proces van inventarisatie en eventueel beoordeling van kunstwerken. e De curator heeft een activistische rol (staat voor behoud van kunstwerken in de openbare ruimte met een bijzondere betekenis voor land, stad of buurt). e De curator voert niet alleen een debat met vertegenwoordigers van de gemeente, maar ook met particuliere eigenaars, burgers, bedrijven en instellingen. De brede rol van een curator maakt dat het werk onmogelijk door één persoon gedaan kan worden. In Rotterdam is ruim 4 fte ingeruimd, waaronder een senior projectleider, een programmaleider en een mobiele projectontwikkelaar. Deze opzet werkt in Rotterdam. Zonder percentageregeling of zonder formeel beleid worden steeds werken aan de stadscollectie toegevoegd. 2. Annemarie de Wildt (Amsterdam Museum) over kunst in de openbare ruimte en streetart als museale collectie Annemarie de Wildt presenteert veel voorbeelden van hoe kunst in de openbare ruimte kan veranderen. Het belang van buitenkunst is het beeld verfraaien, veranderen of emoties opwekken. Juist kunst in de openbare ruimte kan een extra lading geven (het Slavernijmonument) of aangeven wie de helden van de stad waren (André Hazes of Wilhelmina Drucker). Kunst kan ook herinneren aan pijnlijke momenten in de geschiedenis (er zijn 188 oorlogsmomenten in de stad), hoe het beeld vroeger was (tegelwand in de fietstunnel bij het CS) of goed zijn voor een glimlach (de dromedarissen op de spoorbrug over de Ringvaart). Graffiti en streetart worden over het algemeen niet beschouwd als kunst in de openbare ruimte maar gaan (gelukkig) wel behoren tot het werkterrein van de stadscurator. Openbare kunst wil nogal eens vitmonden in conflicten. Bij graffiti, streetart en andere openbare kunst is eigenaarschap gecompliceerd. Eigenaarschap is belangrijk voor het beheer. Het centraal registreren van kunst en eigenaarschap is de basis voor beheer en behoud. Buitenobjecten blijven kwetsbaar. Daarom is het van belang dat er regels bestaan hoe er wordt om gegaan met bescherming en beschadiging. Een stadscurator is ook een persoon bij wie kwesties rondom onderhoud en herplaatsing aangekaart kunnen worden. Er gaat noga eens wat mis: bijvoorbeeld met het beeld ‘man met vioolkist’, een beeld dat scheef moet staan, maar bij herplaatsing na een schilderbeurt recht werd teruggeplaatst. Een ander voorbeeld zijn de bewoners die een verdwenen beeld graag teruggeplaatst willen zien. Dit suggereert dat bewoners ook een rol zouden willen hebben bij het beheer van openbare kunst. 3. Marjet Wessels Boer (beeldend kunstenaar) over werken in opdracht aan kunst ín de openbare ruimte Marjet Wessels Boer vertelt haar ervaringen over het werken in opdracht. Vanuit haar ervaring geeft zij voorbeelden hoe belangrijk het is dat een kunstenaar tijdig betrokken wordt bij een opdracht en direct kan overleggen met aannemer en architect in een vroeg stadium, zonder tussenpersoon. De kunstenaar heeft dan meer vrijheid bij het ontwerp of kan aangeven wat een bepaalde plek nu echt nodig heeft aan kunst. Daarnaast is participatie van de buurtbewoners en betrokkenheid van de buurt belangrijk. Soms is ook maar een beperkte inbreng nodig om de kunst af te stemmen op de wensen van de buurt of van de doelgroep (bijvoorbeeld een plek voor hangjongeren). Het is prettig om gedurende het project met een opdrachtgever te kunnen blijven communiceren. Voor een kunstenaar is een duidelijke opdracht nodig. Een kunstenaar werkt graag met een eigen aannemer, al kan dat niet altijd (bijvoorbeeld bij een project voor verfraaiing van metro's). Marjet geeft aan dat 3 bij selecties van kunstenaars vaak een keuze wordt gemaakt op basis een schetsontwerp of soms alleen op basis van een portfolio. Haar advies is om bij opdrachten niet meer dan drie kunstenaars te benaderen. Werken met tenderinschrijving vindt zij niet passend voor kunstenaars omdat vanuit de kunstenaar veel garanties gegeven moeten worden en dat geeft niet altijd de gewenste kwaliteit. Op de vraag wat de rol van een stadscurator zou kunnen zijn, geeft Marjet aan er geen wedstrijdje van te maken. Het maken van kunst kost tijd, zeker voor de openbare ruimte, omdat de kunst lang mee moet gaan. Opdrachtgeverschap en onderhoud zijn ook belangrijk voor een stadscurator. Workshops De aanwezigen gaan gedurende een vur uiteen in groepen om verschillende onderwerpen te bespreken. A } LS OPEN WCHT Museum ) ö gschA? GS is El cucvANT: r EEN werk E voEb werk Û 0 UNS Toe? WAT CN 2 [:\ D 0 8 … Nee Sr UE NEE EE | Ü ! | | BETREK KUNSTENAARS RD) N @ | B ONTWERPERS IN HET NS PROCES —A Se En weN anr ® ov zt, << \ ereghr | 4 Centrale samenvatting en afsluiting Workshop 1A. De stadscurator: wat zouden zijn/haar taken kunnen zijn? LS EEN STADSCURATOR NODIG ? (en wie is dat dan?) Den MOE Î ME DN) LET oP or LZ Ù (AN _ € Ù er T T a ver NiEELWDT OAN TEAN ; ORMEE =à, DE STADSCURATOR =S oek: \ km =d vel pe Sp 5 Res iN) € { NS“ mi NIsATIE oe Ù ORGA goud on THE 6 DIE ON CEN opeRER Á 1 KUNSTENAARS _ GOED gr, Oo Elep en j CURATORIS Eén stadcurator lijkt niet zo succesvol, meerdere personen als stadscurator lijkt op voorhand beter. Het moeten in ieder geval personen zijn met een groot netwerk. Er moet een duidelijke visie zijn die ontwikkeld moet worden. Er is behoefte aan beleid. Bepaalde groepen zoals streetartkunstenaars moeten niet buitengesloten worden. Niet top-down. Er moet een link zijn met ruimtelijk beleid in de gemeente. Een curator moet ‘smoel’ hebben. Het beheer en onderhoud van kunst is belangrijk. Er bestaan eigenlijk al stadscuratoren en zij krijgen soms medewerking en soms tegenwerking. 5 Workshop 1B. De stadscurator: wat zouden zijn/haar taken kunnen zijn? | Á WAT 20UDEN — _ ZIJN/HAAR TAKEN KOMEN ZIJN? / — = — AMBASSADEUR r u md 3) - — REGISTREER IV 7 5 5) A / \ y /Á — — WERKT IN EEN TEAM gr \ _f-— — ZET NETWERK IN ä il | — == ZET KENNIS IN Niet met iets nieuws beginnen. Eerst alle informatie verzamelen. Niet één persoon, maar meerdere personen met een groot netwerk. Ook vragen stellen of bepaalde kunst bewaard moet worden en aandacht besteden aan educatie. Gebruik mensen en clubs als verkenner en ga vooral de dialoog aan. De vergelijking met Rotterdam is misschien niet op alle fronten goed omdat het verschillende steden zijn. 6 Workshop 2. Nieuwe kunst in de openbare ruimte: hoe zorgt Amsterdam dat dit mogelijk is? UW L 5 HOE ZORGT AMSTERDAM N \£ DAT DIT MOGELIJK 15 ? A) we UNI) en é Oger Noh goitÉ CR Vv “%nee, o R a DE R Ry zout to) Ane \5 HOEFT NET ALLEEN _ DECORATIEF TE ZN @ | pi 8 WE SN Tau / HoE GAAN ven? tteulSroy, lijk EN VORMOEN NN k TTA er eter ete vj a tt. nt Mens kk A i í L! \ hi” [ Kn ee à ) Eris een roep om meer plekken te realiseren waar streetart legaal kan worden aangebracht. Het is belangrijk dat een kunstenaar in een vroeg stadium betrokken wordt bij gebiedsontwikkeling en kan meedenken over hoe een wijk vormgegeven kan worden. Bij openbare kunst kan ook gedacht worden aan toepassing van tijdelijke werken of aan muziek. Nu het economisch beter gaat, ligt er een grotere rol voor projectontwikkelaars die mogelijkheden zien om kunst in te zetten met ruimte voor de kunstenaar. Het zou goed zijn om een aantal iconische kunstwerken te realiseren in Amsterdam waar mensen van buitenaf speciaal op af komen 7 Workshop 3. Draagvlak voor kunst in openbare ruimte: hoe regel je dat het beste? OE REGEL JE DAT HET BESTE p DOCUMENTEER Ger Een ee GOED FORMULEER ren ENG Nv E IJKE oPD gs Oer Sy MISste : voor KUNSTE GEMEENTE . WS Porenriee SM. BEWONERS Jen L PROBLEEM & EXPERTS C5esr,ANGE PROCESSEN WISSELINGEN) Nas en, ' 0 Û Don a 0 Ee q 0 Ù aq 0q 00 Qu Û amen ij | oC 8 100 0D Joe Boek : n oU joo Koe sr Û an oo JO Ee n n ne Er moet draagvlak zijn, maar over de mate waarin dit draagvlak moet doorklinken in het verlengde van de opdracht tot aan het realiseren van de opdracht verschillen de meningen in dit groepje. Het is belangrijk de opdracht goed te formuleren door alle omstandigheden goed in kaart te brengen waarbij alle stakeholders betrokken worden. Dit resulteert al in meer draagkracht. De meningen verschillen over bewoners al dan niet zitting te laten nemen in een adviescommissie. Kunstprojecten duren vaak enige jaren en het is belangrijk om te blijven communiceren met de buurt ook als buurtbewoners verhuizen. Het is belangrijk voor het college om ‘de rug recht te houden’ als er in een laat stadium toch nog protest vanuit de buurt komt. 8 Workshop 4. Financiering buitenkunst: waar halen we het geld vandaan? WAAR HALEN WE ADS, HET GELD VANDAAN 2 DZ A ij: £ Qd zn / NO IC A u \ Ef, m5 Y % | ou 7 \ ie ER/ LA? Je ALTERN el ES NNC | F NN 5 Et 2 em 100 P el, ONSORING \ \ NG) en re \ IS nerWERK vindt CIL FONDSEN hoe KOMEN we DAARAAN?) Bij planvorming moet financiering van openbare kunst meegenomen worden inclusief beheer. Een optie is de 1%-regeling weer in het leven te roepen. Een commerciële aanpak kan bestaan uit reclame, een verhoging van de toeristenbelasting of tijdelijke kunst digitaal aanbieden. Voor beheer is kwalitatief advies nodig welke kunst behouden 9 Workshop 5. Buitenkunst als museale collectie: hoe te vernieuwen en beheren? Al A} E MLS lid 1 NT EEn { ud ere Re ‚… SDE WAT 9 „ | ki wer an Be - EN) | | 4e De Zed Bij A" Het woord museaal bleek heel snel niet passend om te gebruiken bij openbare kunst. Een goede inventarisatie, beheer en behoud van de collectie en een goede database zijn belangrijk. Een website waarbij het publiek kan reageren is een optie. Het is belangrijk de best practices over te nemen van Rotterdam. In de groep ontstond discussie of nu een visie als startpunt geldt of de collectie. Een visie begint bij de methode van de rijksdienst voor waardering van objecten, waarbij ook de waardering van het publiek wordt toegevoegd, bijvoorbeeld emotionele waarde. 10 Vragen en opmerkingen bij de afsluiting: e Hetis goedom ook ervaringen van de gemeente Utrecht mee te nemen. Daar is ook veel ervaring met langdurige kunstprojecten. e De kwaliteit van kunst moet bovenaan staan. Openbare ruimte is voor iedereen en niet alleen van de directe bewoners. Kunst in de openbare ruimte moet iets met je doen. e Lene Grooten, die door het raadsinitiatief over de Stadscurator mede initiatiefnemer is van deze conferentie, zegt heel tevreden te zijn met de resultaten van vandaag. e _Onno van den Muysenberg meldt dat nu een visie opgesteld gaat worden die het komende half jaar verder vorm moet krijgen. Vanmiddag is een start geweest en iedereen wordt op de hoogte gehouden van hoe het verder gaat. Er komen nog momenten voor verdere inbreng. Het al dan niet aanstellen van een curator of meerdere curatoren is onderdeel van deze visie. e _ Als optie wordt nog een website genoemd om inbreng te hebben. Thomas van Dalen sluit de conferentie om 17.35 vur en dankt ieder voor zijn of haar inbreng. =| — DE HOOFDLIJNEN EE ke L. | Vi 1 IT u EER ‚NA Ee 29 \ CREËER EEN TEAN E Á \ IK || wr AS CO REGISTREER { ) \ | te \ IN DN | vn \ BETREK BEWONERS, Ù \\ KUNSTENAARS & EXPERTS. Á 4 3 - N | / Nr GN VA CH f- ) 11
Onderzoeksrapport
11
train
Mobiliteitssysteem Amsterdam Schiphol Hoofddorp (MASH) DA, N à EN br En B _ NR | : 4 e ke nh ES schiphol pn Bar fl fi ZE =| Eindrapportage hypotheseonderzoek % % &> Schiphol VON n Ì | prom Status: Definitief 5 ille Versie: 1.3 ä KLM (23 Oktober 2020) Beelden voorpagina: Linksboven en rechtsboven: Amy Kouwenhoven Fotografie Linksonder: Schiphol brandportal Rechtsonder: Kees van der Veer 1 INLEIDING 6 11 AANLEIDING 8 1.2 KNELPUNTEN EN HYPOTHESE 9 1.3 __AFBAKENING 10 pp OPGAVE EN DOELSTELLING 12 21 INLEIDING 13 2.2 __ OPGAVEN 14 2.3 _ DOELSTELLINGEN 15 3 AANPAK 16 31 INLEIDING 17 3.2 AANPAK ONDERZOEK EN SAMENHANG 18 3.3 __SAMENHANG MET HET PROGRAMMA SBAB 19 4. ORGANISATIE EN SAMENWERKING 20 41 INLEIDING 21 4.2 _ ORGANISATIESTRUCTUUR 22 4.3 _ STAKEHOLDERMANAGEMENT 23 3 Le” RESULTAAT VAN DE WERKSTROMEN 24 51 _ INLEIDING 25 5.2 _WERKSTROOM A: SAMENVATTING RAPPORTAGE TRACE EN KOSTEN 26 5.3 _WERKSTROOM B: MANAGEMENT SAMENVATTING RAPPORTAGE BUSINESSCASE EN BEKOSTIGING 32 5.4 _ WERKSTROOM C: MANAGEMENT SAMENVATTING RAPPORTAGE VERVOERKUNDIGE UITWERKING EN TRANSFERTOETS 40 6 CONCLUSIE: BEOORDELING HYPOTHESE 42 61 _ INLEIDING 43 6.2 _ DE VIJF VERWACHTE EFFECTEN hb 6.3 _ OVERIGE EFFECTEN EN CONCLUSIES 48 6.4 _ AANBEVELINGEN EN VERVOLG 50 b BIJLAGE 1: UITGANGSPUNTEN ZWASH/MASH 53 BIJLAGE 2: BEOORDELING VARIANTEN 59 BIJLAGE A: RAPPORTAGE TRACE EN KOSTEN BIJLAGE B: RAPPORTAGE BUSINESSCASE EN BEKOSTIGING BIJLAGE C: RAPPORTAGE VERVOERKUNDIGE UITWERKING 5 Inleiding Voor u ligt de eindrapportage van de studie naar het Mobiliteitssysteem Amsterdam, Schiphol en Hoofddorp (MASH). De gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer, de Vervoerregio Amsterdam, Schiphol, ProRail, NS en KLM zijn gezamenlijk deze studie gestart, zoals aangeboden in de brief aan de staatssecretaris van lenW van december 2018. Daarin hebben de partijen een aanbod gedaan om versneld onderzoek te doen naar een oplossing voor het OV-systeem rondom Schiphol en Amsterdam, bestaande uit het doortrekken van de Noordzuidlijn naar Schiphol-Hoofddorp en het sluiten van de Ringlijn. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met ZWASH/SBaB. De directe aanleiding voor het starten van deze studie is de urgente problematiek zoals bleek uit de MIRT Verkenning Multimodale Knoop Schiphol (MKS) en de ontwikkelopgave voor deze regio. Binnen de opgave van de MKS bleek het niet mogelijk om maatregelen te realiseren om de reizigersgroei tot 2040 te kunnen verwerken. Gezien de aard van de knelpunten op het spoor is de verwachting dat het verbeteren van de mobiliteit in deze regio een positief effect heeft op de ontwikkeling in heel Nederland. Daarbij is de verwachting dat vrijkomende ruimte op het spoor kan worden ingezet voor treinen die een deel van de korte afstandsvluchten van en naar Schiphol kunnen overnemen. Tijdens de afronding van dit onderzoek is de coronacrisis ons overkomen, we kunnen op dit moment de effecten van de coronacrisis nog niet volledig overzien. De naar verwachting tijdelijke afname van het aantal reizigers geeft echter ook de kans om nu deze studie naar besluitvorming te brengen om gesteld te staan voor de herstelperiode na deze crisis. 7 © © 11 Aanleiding In de Metropoolregio Amsterdam (MRA) Gebiedsontwikkelingsprogramma's in de regio groeit het aantal inwoners, arbeidsplaatsen bouwen in hoog tempo, om de groeiende en bezoekers hard. In 2019 is het aantal behoefte naar (betaalbare) woningen en OV-reizigers in de metropoolregio harder arbeidsplaatsen op te vangen. Maar de capa- gegroeid dan onze prognoses. In 2018 is het citeit van de weg, het spoor en het regionale aantal NS-reizigers rondom Amsterdam met openbaar vervoer is onvoldoende om verdere 6% gestegen. Op station Schiphol Airport is groei op te vangen. Het bereiken van het dat zelfs 8 % . De trajecten met de meeste spoorplafond werd verwacht in 2030, maar reizigers in de ochtend rijden langs alle wordt steeds verder naar voren geschoven en stations in Amsterdam. Op deze trajecten is wellicht al in 2025 bereikt. Het is daarom is er geen ruimte op het spoor meer om hard nodig om te investeren in het OV- verder uit te breiden. Daarnaast zijn op de systeem om de Metropoolregio Amsterdam perrons steeds meer maatregelen nodig (bijv leefbaar en bereikbaar te houden. erowd control) nodig om de veiligheid te waarborgen, doordat de transfercapaciteit te De groei van werkgelegenheid en woning- krap wordt. Dat is dagelijks waar te nemen bouw concentreert zich voornamelijk aan de op stations op Schiphol en Amsterdam Zuid, westkant van Amsterdam. De autonome groei waar crowd control maatregelen al nodig en ruimtelijke ontwikkeling leidt tot toene- zijn. Waarnemingen die bovendien worden mende druk op de landzijdige bereikbaarheid ondersteund door de onderzoeken die het van Schiphol en het openbaar vervoer in de afgelopen jaar zijn uitgevoerd in het kader metropoolregio. Het nationale spoor raakt van het Rijk Regio programma SBaB naar overbelast aangezien dit zowel voor (inter) de capaciteit van ons weg, spoor en regio- nationaal vervoer als voor regionaal en lokaal nale openbaar vervoer in de Metropoolregio vervoer (afstanden tussen de 10 en 40 km) Amsterdam. Zo blijkt uit de MIRT Verkenning gebruikt wordt. Een investering is nodig in Multimodale Knoop Schiphol (MKS) dat het de landzijdige bereikbaarheid van Schiphol, recent gekozen maatregelenpakket voor het de (inter-)nationale bereikbaarheid van de capaciteitsprobleem op station Schiphol — Metropoolregio Amsterdam en de ontsluiting een van de belangrijkste OV-knooppunten in van nieuwe gebiedsontwikkeling. de regio — tot uiterlijk 2030 een oplossing te bieden. 8 1.2 Knelpunten en hypothese KNELPUNTEN EN Er is meer capaciteit nodig om de transferveiligheid op Station A G A A f oord A Schiphol te garanderen en toekomstige reizigersstromen op te vangen magen A A Tg voor ges nenten pnt on “0 Betere bereikbaarheid is nodig om de woningbouwplannen El] k fi in Haven-Stad uit te voeren zi: a 5 Nl EE Gebiedsontwikkeling Kerncorridor vraagt om betere bereikbaarheid EE | A | ‚ EE Zorgen over de totale capaciteit in en rondom Amsterdam na 2030 A Fi: Finn sn Behoefte aan een eenduidig en herkenbaar OV-product Airport O El Ei Zuid & Oben N El tussen Schiphol en Amsterdam AN = Én Hootddorp Bijlmer ArenA om, Duurzaamheidsambitie obv. klimaatakkoord: Fn ° Se Substitutie van korte afstandsvluchten binnen Europa naar trein G ä Toenemende druk op het stedelijk OV terwijl OV-infrastructuur tegen grenzen van capaciteit aanloopt (voortschrijdend inzicht) FIGUUR 1. OPLOSSING GEZOCHT VOOR STATION SCHIPHOL, (INTER-)NATIONALE BEREIKBAARHEID VAN DE METROPOOLREGIO AMSTERDAM EN ONTSLUITING NIEUWE GEBIEDSONTWIKKELING In december 2018 hebben de gemeen- gebiedsontwikkelingen in Haven-Stad, ten Amsterdam en Haarlemmermeer, de Zuidas, Schinkel, Schiphol, Hoofddorp Vervoerregio Amsterdam, NS, ProRail, en PARK21 en daarmee een aantrekkelijk Schiphol en KLM de staatssecretaris van lenW vestigingsklimaat. het aanbod gedaan om versneld de hypothe- 2. Het creëert ruimte in de Schipholtunnel se uit te werken dat: voor acht extra (inter)nationale treinverbindingen. “het doortrekken van de Noordzuidlijn naar 3. Op Schiphol komt meer ruimte voor Schiphol-Hoofddorp en het sluiten van de andere vluchten, daarmee wordt de hub Ringlijn een toekomstvaste oplossing is voor functie versterkt. de volgende drie opgaven: 4. Het ontlast de transfercapaciteit op de perrons van station Schiphol. 1. (inter)nationale OV-bereikbaarheid, 5. Het creëert een alternatieve vorm van opvangen van groei en ontwikkelingen ontsluiting in geval van bijvoorbeeld 2. Capaciteitsknelpunt station Schiphol calamiteiten/storingen in de Schiphol 3. Ontsluiting bestaande en nieuwe ge- tunnel. bieds- en woningbouwontwikkeling in de MRA.” Na een jaar onderzoek kunnen deze effecten nader onderbouwd worden. Daarnaast zullen In de brief uit 2018 zijn vijf verwachte effecten we ook rapporteren in Hoofdstuk 6 welke omschreven: andere effecten we constateren. 1. Het zorgt voor betere ontsluiting van de 9 f ® 1.3 Afbakening DEMARCATIE VAN HET ONDERZOEK Airport Sprinter Deze rapportage beperkt zich tot het on- Ook binnen het bestaande spoornetwerk derzoek van de hypothese van MASH. Er is wordt gewerkt aan verbeteringen van de trein- samenhang met MIRT Onderzoek Zuid West bediening tussen Hoofddorp en Amsterdam. Amsterdam Schiphol Hoofddorp (ZWASH), de _ De Airport Sprinter is geïntroduceerd; deze Quick-scan Westkant Amsterdam. kan in verschillende fasen worden dooront- Deze projecten komen samen in en Samen wikkeld. De eerste fase wordt per dienstre- Bouwen aan Bereikbaarheid (SBaB) en onze geling 2023 gestart waarbij een sprinter 8 rapportage dient dan ook uiteindelijk als in- keer per uur tussen Hoofddorp-Schiphol en put voor besluitvorming in de Programmaraad Amsterdam Centraal rijdt. Hiermee wordt van SBaB en het BO MIRT van dit najaar. optimaal gebruik gemaakt van schaarse spoorcapaciteit tijdens verbouwingen van Amsterdam Centraal en Amsterdam Zuid en RAAKVLAKKEN komt er een snellere rechtstreekse verbinding De ontwikkelingen en projecten die een tussen de zuidelijke Randstad en Noord- raakvlak met dit onderzoek vormen zijn: Nederland. Deze Airport Sprinter is onderdeel van de referentievariant in de vervoerkundige Zuidasdok uitwerking van MASH. Ook zal bij de besluit- Binnen het Zuidasdok programma wordt vorming via het programma SBaB een eventu- het station Amsterdam Zuid grootschalig ele vervolgfase van de Airport Sprinter worden verbouwd. In deze verbouwing wordt ook betrokken. de bestaande eindhalte van de huidige Noordzuidlijn verplaatst en uitgebreid. Het Capital Programme Schiphol Airport doortrekken van de Noordzuidlijn heeft een De ligging van het metrostation Schiphol grote samenhang met deze verbouwing. wordt ingepast in de verbouwingsplannen Daarnaast heeft MASH impact op het functi- van luchthaven Schiphol zoals deze nu wordt oneren van het treinstation Amsterdam Zuid voorbereid in het Masterplan Schiphol en doordat de nieuwe metrolijnen een verbeter- het Capital Programme. In dit programma de treinbediening mogelijk maken. worden de landzijdige plannen voor Schiphol vastgelegd. Toekomstbeeld OV, landelijk en regionaal Binnen het Toekomstbeeld OV worden door MIRT Planuitwerking Multimodale Knoop Rijk, Provincies, Metropoolregio's, vervoer- Schiphol ders en ProRail richtlijnen uitgewerkt voor Naast de toekomstige plannen van Schiphol het landelijk OV-netwerk in 2040. MASH is in 2019 een besluit genomen in het kader heeft een relatief grote invloed op dit beeld van de MIRT Verkenning MKS. Deze plannen doordat de metrolijnen zorgen voor extra worden nu uitgewerkt, zodanig dat deze no ruimte op het spoor. Dit is vooral van belang regret zijn in de verdere ontwikkelingen van in de Schipholtunnel, die geldt als een van Schiphol. Hiermee geeft deze uitwerking de grootste knelpunten in het landelijk van de MKS de nul-situatie op Schiphol voor spoornetwerk. MASH. 10 Milieuopgaven Totstandkoming Luchtvaartnota door ministe- MASH maakt substitutie van luchtvaart naar rie van lenW trein en van wegverkeer naar metro mogelijk. Vooralsnog is binnen MASH gerekend met Hiermee wordt invulling gegeven aan de de huidige limiet van 500.000 vluchten klimaatdoelstellingen en opgaven zoals met op Schiphol. Op termijn mag Schiphol nog name vastgelegd in: beperkt groeien in vliegtuigbewegingen, * __ Rapport commissie Remkes n.a.v. uit- wanneer wordt voldaan aan normen op het spraak Raad van State over Programma gebied van geluid, klimaat en luchtkwaliteit! aanpak Stikstof (PAS). Wanneer duidelijk is hoe de luchtvaartnota * Het Nationale klimaatakkoord, door in hier een invulling aan zal geven, wordt dit in te zetten op meer en schoon openbaar een verdere uitwerking van MASH verwerkt. vervoer. * _ Greendeal, gezien de ambitie om de uit- Actieplan woningproductie MRA en Woondeal stoot van de transportsector te reduceren _MRA-Rijk d.d. 5 juli 2019 met 90% in 2050. Tussen Rijk en Metropoolregio zijn ambitieuze afspraken gemaakt om woningbouw binnen Programma Samen Bouwen aan de MRA te realiseren. Deze afspraken zijn Bereikbaarheid (SBaB) en MIRT Onderzoek mede uitgangspunt geweest bij het bepalen Zuid West Amsterdam Schiphol Hoofddorp van de RO/EZ-kaders van MASH. Waarbij de (ZWASH) doelstelling van MASH er op gericht is om Binnen het Rijk-Regio programma Samen deze afspraken feitelijk mogelijk te maken. Bouwen aan Bereikbaarheid wordt een uitwerking gemaakt van de ontwikkel- en mobiliteitsopgaven in de MRA. Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/ De (autonome) groei van werkgelegenheid en kamerstukken/2019/07/05/ontwikkeling-schip- woningbouw aan de westkant van Amsterdam hol-en-hoofdlijnen-luchtvaartnota die de (inter)nationale bereikbaarheid onder druk zetten staan ook centraal in het MIRT- onderzoek Zuid West Amsterdam Schiphol Hoofddorp (ZWASH). ZWASH is onderdeel van SBaB. De samenhang en samenwerking met het programma SBaB en ZWASH staat beschreven in paragraaf 3.3. Li Opgave en doelstelling e e 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk lichten we de opgaven en doelstellingen kort toe. 13 2.2 Opgaven De belangrijkste opgaven voor de regio zijn: 3. Ontsluiting bestaande en nieuwe ge- 1. _(Inter)nationale OV-bereikbaarheid, bieds- en woningbouwontwikkeling in opvangen van groei en ontwikkelingen. Er de MRA. Zowel voor de ontwikkelingen is rond Schiphol en Amsterdam extra OV- op de kerncorridor (Schinkel, Schiphol, capaciteit nodig om substitutie van lucht Haarlemmermeer) als bij de ontwikkeling naar OV mogelijk te maken. Daarnaast van Haven-Stad en andere ontwikke- zit de Schipholtunnel aan zijn maximale lingen voor woningen en kantoren zijn capaciteit en loopt het totale OV-systeem nieuwe, toekomstvaste en duurzame om nationaal, regionaal en lokaal niveau verbindingen essentieel. tegen zijn grenzen aan. 2. Capaciteitsknelpunt station Schiphol Het station Schiphol loopt zowel op de per- rons als op Plaza tegen zijn grenzen aan. Daarnaast zorgt de Schipholtunnel als enige OV-ontsluiting dat het OV-systeem richting Schiphol kwetsbaar is. 14 © 2.3 Doelstellingen (INTER)NATIONALE BEREIKBAARHEID overstappers per dag. Het gaat daarbij Er zijn op dit moment te weinig faciliteiten bijvoorbeeld om het verkorten van de verblijf en capaciteit op het spoornetwerk rondom stijd in Plaza, het creëren van extra ruimte in Schiphol en Amsterdam voor treinen van Plaza en spitsmijden. De MKS-maatregelen en naar onder meer Brussel, Parijs, Keulen, vormen een tijdelijke overbrugging voor het Berlijn en Londen. Daarnaast zijn ook de capaciteitsprobleem op station Schiphol, ze regionale bereikbaarheid in de MRA en de bieden tot uiterlijk 2030 een oplossing. Het nationale bereikbaarheid van Utrecht en is daarom nodig om knelpunt Schiphol verder Amsterdam belangrijke opgaven voor 2030 aan te pakken. blijkt uit het Toekomstbeeld OV (TBOV) en de Nationale Markt en Capaciteits Analyse Daarnaast heeft een storing van de (NMCA). Een vergaande verbetering van het Schipholtunnel grote impact doordat er geen openbaar vervoersysteem van Amsterdam ten alternatieven beschikbaar zijn. Luchtreizigers behoeve van bereikbaarheid van de regio en missen hun vlucht en reizigers hopen zich op (internationale netwerk) is nodig om uitdagin- Schiphol op, doordat de afvoercapaciteit van gen het hoofd te bieden en ambities waar te de overige modaliteiten onvoldoende is. kunnen maken. ONTSLUITING VAN BESTAANDE EN NIEUWE VEILIGHEID EN CAPACITEIT STATION GEBIEDSONTWIKKELINGEN SCHIPHOL Een groot aantal gebiedsontwikkelingen vindt Station Schiphol is een van de belangrijkste plaats in de MRA die vragen om een hoog- OV-knooppunten in het landelijke netwerk. waardige OV-ontsluiting. De woningbouwop- Maar de huidige capaciteit is niet altijd gaves vragen om een verbeterde ontsluiting voldoende om de transferveiligheid op de dichtbij woongebieden, hoge capaciteit, hoge perrons te garanderen waardoor inzet van snelheid en aantrekkelijke bestemmingen. crowd control en het afsluiten van perrons Het bedrijfsleven en hoger onderwijs in noodzakelijk wordt. Er is meer capaciteit Amsterdam vragen om een verbeterde bereik- nodig om de transferveiligheid op Station baarheid van hun locaties. Van de huidige Schiphol te garanderen en toekomstige locaties zit 70% binnen een straal van 800 m reizigersstromen op te vangen. van een metrostation?. De huidige capaciteit van 110.000 wordt conform de Voorkeursbeslissing Multimodale ? Bron: Uitvoeringskompas voor een goed Knoop Schiphol met maatregelen vergroot bereikbare en OV-rijke Amsterdamse regio in 2030, tot max. 120.000 /125.000 in-, uit en SDP, Den Haag, 2019 15 Aanpak e ® 31 Inleiding We hebben dit onderzoek opgebouwd op basis van de hypothese. Dat wil zeggen dat we, in plaats van het onderzoeken van systeemvarianten, zijn gestart met het metrosysteem. Op basis van de hypothese hebben we vervolgens onderbouwd dat deze kan helpen bij het oplossen van de genoemde knelpunten. Het onderzoek is opgesplitst in drie deelonderzoeken. a) Tracé en kosten, b) Businesscase en bekostiging en c) Vervoerkundige uitwerking. 17 3.2 Aanpak onderzoek en Deze integrale uitwerking bestaat uit drie Er zijn gemeenschappelijke uitgangspunten deelresultaten: afgesproken. Op basis van uitersten zijn er a. Tracé en kosten acht (reken)varianten (uit ontwerp) vast- Een tracé varianten studie (referentie- gesteld. Deze rekenvarianten dienen om de ontwerpen) met kostenramingen (met bandbreedte van kosten en vervoerwaarde een trefzekerheid van + 35%) inclusief te onderzoeken. Op basis hiervan is de één benodigde bestemmingsplan/visie rekenvariant gekozen die in de businesscase wijzigingen, exploitatie en beheer en is gebruikt. onderhoudskosten. b. Businesscase en bekostiging Een businesscase voor de investe- ringen, exploitatie en het beheer en onderhoud en onderzoek naar moge- lijkheden voor bekostiging. c. Vervoerkundige uitwerking Een vervoerkundige uitwerking beho- rend bij de mogelijke tracé combinaties en het aangenomen basisnetwerk 2030 levert het exploitatiemodel (prijs, fre- quentie, capaciteit, rijtijd) en effecten op treinnetwerk en onderliggend OV. 18 3.3 Samenhang met het Parallel aan het voorliggende MASH- De samenwerking tussen MASH en ZWASH onderzoek wordt binnen het Rijk-Regio pro- heeft op verschillende wijzen plaatsgevonden. gramma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid We hebben gezamenlijke uitgangspunten (SBaB) in het deelprogramma ZWASH afgesproken, deze staan in bijlage 1, zodat (Zuidwest Amsterdam Schiphol Hoofddorp) varianten vergelijkbaar zijn. Ook hebben we de brede afweging tussen verschillende mobi- waar mogelijk onderzoeksresultaten uitgewis- liteitspakketten uitgewerkt. In deze afweging seld en deelstudies gezamenlijk uitgevoerd. wordt het oplossend vermogen van uitbrei- Het gezamenlijke deel betreft met name de dingen van metro- trein- en weginfrastructuur _ transfertoets op de treinstations Schiphol en onderling vergeleken. Amsterdam Zuid. MASH heeft de studie naar mogelijkheden voor substitutie van vliegtuig MASH en ZWASH werkten gezamenlijk toe naar trein van ZWASH gebruikt. ZWASH heeft naar de programmaraad in het voorjaar van voor haar uitwerking van de metrovariant 2020. In deze programmaraad zitten de sha- de ontwerpgegevens en kostenramingen en reholders van ZWASH en vanuit het project vervoerkundige uitwerking van MASH MASH zitten de shareholders Amsterdam, de gebruikt. MASH heeft daarnaast ook de Vervoerregio en Haarlemmermeer. De overige uitwerking van het RO/EZ-kader van ZWASH MASH partijen (shareholders: Schiphol, NS, gebruikt. Het stakeholdermanagement is ProRail, KLM) zitten in het Directeurenoverleg _ gezamenlijk opgepakt. SBaB en het bestuurlijk expertpanel. 19 Organisatie en samenwerking e ® 41 Inleiding In het MASH-onderzoek werken de partijen samen om de hypothese te onderbouwen en de oplossingsrichting verder uit te werken. In dit hoofdstuk wordt de manier van samenwerken toegelicht. 21 2 ® Ï Ï h. rganisatiestructuur ORGANOGRAM BESTUURLIJK OVERLEG 3 X PER JAAR DIRECTIEOVERLEG 1X PER 3 WEKEN PROGRAMMATEAM EN STAKEHOLDERMANAGEMENT 1X PER WEEK RIN A IN COEN) Ò B: BEKOSTIGING EN Ò C: VERVOERKUNDIGE BUCA UITWERKING FIGUUR 2. SCHEMATISCHE WEERGAVE VAN DE PROJECTORGANISATIE DIRECTIEOVERLEG EN PROJECTTEAM * __Het voorzitterschap van het Hierbij worden de volgende uitgangspunten, Directieoverleg wordt gevoerd door de verdeling tussen de deelnemende partijen en gemeente Amsterdam — Directeur Ruimte bemensing gehanteerd: en Economie. Hij heeft ook namens het DO de rol van ambtelijk opdrachtgever * In het programmateam komen wekelijks aan het programmateam de trekkers van de drie werkstromen * Het DO heeft daarnaast de rol om af te bijeen. Hier vindt de afstemming tus- stemmen met de betrokken stakeholders sen deze werkstromen plaats en wordt op een wat grotere afstand. Met name de agenda voor het directieoverleg met de partijen binnen de MRA die niet opgesteld. Voorzitterschap ligt bij de in de projectorganisatie zijn opgenomen Vervoerregio. en de vervoerders. * In het programmateam vindt daarnaast * _ Het bestuurlijk opdrachtgeverschap en de bewaking van de planning, budget en voorzitterschap van het BO zijn belegd bij risico's plaats en wordt de kwaliteitstoets Sharon Dijksma. Vooralsnog doet zij dit op de op te leveren deelproducten vanuit haar beide rollen (wethouder van gecoördineerd. de Gemeente Amsterdam en portefeuil- * _ Ook het opstellen van het communica- lehouder van de Vervoerregio). tieplan wordt vanuit het programmateam bewaakt. 22 4.3 Stakeholdemanagement Er is een gezamenlijke aanpak voor de OPZET STAKEHOLDERMANAGEMENT communicatie en het stakeholdermanage- Het stakeholdermanagement van ZWASH ment van MASH en ZWASH. Een gezamenlijke en MASH is primair bedoeld om de directe aanpak sluit aan bij de doelstellingen van Rijk _ stakeholders (gemeenten, provincies, MRA, en Regio om ZWASH en MASH samen op te vervoerders) en de belangenbehartigers (o.a. laten trekken en op basis van de resultaten VNO/NCW, ANWB, fietsersbond) te informe- van MASH/ZWASH en de conclusies van de ren en gevoeligheden of zorgen te signaleren. Quickscan Amsterdam West binnen het pro- In de aanloop naar de Programmaraad gramma SBaB een vervolgtraject vast te stel- van het Programma Samen Bouwen aan len. Daarmee is gekozen voor een gecombi- Bereikbaarheid trekken MASH/ZWASH (en neerde communicatie- en stakeholderaanpak. deels Quickscan Amsterdam West) gezamen- lijk op richting de stakeholders. Een concreet Het doel van de gezamenlijke communicatie gevolg hiervan is dat MASH en SBaB samen in en stakeholdermanagement is een eendui- de verschillende MRA-platformen (waaronder dige communicatie en benadering van de Mobiliteit) op zowel ambtelijk als bestuurlijk stakeholders. Om zodoende betrokkenheid niveau de conclusies en oplossingsrichtingen te creëren en het draagvlak te vergroten voor zullen gaan toelichten. Deze gezamenlijke lijn de kansrijke varianten en het vervolgtraject zorgt voor integraliteit waarbij de partijen de SBab. contextafhankelijke keuzen kunnen begrijpen en steeds het complete verhaal horen. Als OPZET COMMUNICATIE binnen het platform mobiliteit (of andere Voor de communicatie namens ZWASH/ MRA-platformen) bepaalde stakeholders MASH kan grotendeels worden aangehaakt bij extra vragen hebben of toelichting wensen op het communicatietraject van het Programma de resultaten MASH/ZWASH (of Quickscan) SBaB. Waarbij de MASH-werkgroep commu- dan pakken we dat integraal op. Daarmee nicatie is uitgebreid met het ministerie van borgen we dat de inhoudelijke vragen vanuit lenW en de Provincie Noord-Holland. de regio/omgeving goed, tijdig en gezamenlijk worden beantwoord. 23 Resultaat van de werkstromen e ® 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk geven we de samenvattingen per werkstroom welke relevant zijn voor de tussenrapportage. De volledige rapportages per werkstroom staan in de bijlagen A,‚B en C. , _Werkstroom A: Tracé en Kosten , _Werkstroom B: Businesscase en bekostiging , _Werkstroom C: Vervoerkundige uitwerking en transfertoets 25 5.2 Werkstroom A: ® ® Trace en Kosten Samenvatting rapportage TRACÉS Een soortgelijk proces heeft plaatsgevonden In de werkstroom A ‘Tracé en kosten’ voor het sluiten van de Ringlijn en zijn de zijn tracés voor het doortrekken van de volgende vijf hoofdvarianten overgebleven die Noordzuidlijn en het sluiten van de Ringlijn wezenlijk van elkaar verschillen, te weten: onderzocht. Voor beide uitbreidingen zijn * Een bovengrondse variant ten zuiden van allerlei bouwstenen voor de tracés geïnven- de spoorbundel: R-1. tariseerd. Op basis van criteria (techniek en * Een deels bovengronds en deels onder- maakbaarheid, ruimtelijke inpassing, logica grondse (open tunnelbak) variant ten en consistentie) zijn voor de Noordzuidlijn zuiden van de spoorbundel: R-2. een viertal hoofdvarianten overgebleven die * Een ondergrondse variant; boortunnel ten wezenlijk van elkaar verschillen, te weten: zuiden van de spoorbundel: R-3. * Een bovengrondse variant NZL-1 met * Een ondergrondse variant; boortunnel ligging ten noorden van de A4. deels noordelijk van de spoorbundel: R-4. * Een deels ondergrondse variant NZL-2 * Een ondergrondse variant; boortunnel met korte tunnel en ligging ten noorden met een vrijwel volledig noordelijke ligging van de A4. ten opzichte van de spoorbundel via het * Een ondergrondse variant NZL-3 met Westerdok: R-5. lange tunnel en ligging ten zuiden van de A4. De tracés in dit rapport en de tekeningen * Een variant met een zoveel mogelijk ge- op de kaarten zijn indicatief en zijn bedoeld strekt tracé NZL-4 met ligging ten zuiden om in de volgende onderzoeksfase (MIRT van de A4. Verkenning) terug te brengen tot een beperkt aantal kansrijke varianten. 26 INPASBAARHEID SYSTEEMKEUZES EN ONTWERPCRITERIA Een eerste schets van de ruimtelijke inpas- Voor de combinatie van het doortrekken van baarheid van de metrostations en het tracé de Noordzuidlijn en het sluiten van de Ringlijn in de omgeving is beschreven. Daarbij is in is een operationeel concept ontwikkeld. Er is het onderzoek gekeken naar locaties waar informatie opgenomen over bijvoorbeeld de een metro mogelijk moeilijk inpasbaar is. Er maximale frequentie, de voorzieningen voor zijn knelpunten geïnventariseerd, waaronder het personeel, het beheer van de infrastruc- de ondergrondse aansluiting van de Ringlijn tuur / het materieel en technische aspecten. op de Oostlijn bij Amsterdam Gentraal, de De nieuwe infrastructuur maakt het mogelijk inpassing van de Noordzuidlijn op Schiphol om een andere lijnvoering te rijden, zodat op en de aansluiting van de Noordzuidlijn op Amsterdam Centraal en Amsterdam Zuid niet station Amsterdam Zuid. Voor de knelpunten meer hoeft te worden gekeerd. De rijtijden zijn mogelijke oplossingen beschreven, die zijn in beeld gebracht, waaruit blijkt dat de nader uitgewerkt dienen te worden. Ook is metro voor veel reizigers een snel alternatief er per tracé een inventarisatie gemaakt van wordt zonder te hoeven overstappen. Tevens het eigenaarschap van de gronden, zodat is informatie opgenomen over het benodigde overzicht ontstaat van de complexiteit van materieel, opstelcapaciteit en een werkplaats. grondverwerving. Nieuwe techniek maakt bestuurderloos rijden mogelijk, waarover een nadere keuze te maken valt. Voor de thema's veiligheid en duurzaamheid zijn ontwerpcriteria voor de volgende fase opgenomen. 27 \ Hoofdvarianten Noordzuidlijn SCHIPHOL NOORDWEST _E HOOFDDORP S Drs Se „ELS HOOFDDORP P+R ES VL | De AEN 0 1 2 ME AEK SS Td \ es mn nd mmm ES Tir Ee J ee \ À \ GS ge AN DE, ) ï | 4 ENEN ele 5 iid A 5 Ee Up î WA e | Bla L a | ï ( | ! J. HUIZINGALAAN ea _ZUID | NET en, En : | | MODE en / ANDERLECHTLAAN AMSTELVEENSEWEG De dl Ús — Ì ES es | SCHIPHOL NOORD | | | | | | h | | | De | £ il FP. 7 Í | / ) LEGENDA J Â mmm _NZL-1b. Bovengronds met optioneel station Schiphol NW In mmm NZL-2b. Korte tunnel met optioneel station Schiphol NW mmm _N/I-3. Lange tunnel met optionele aftakking naar Schiphol NW mmm _NZL-4. Gestrekte tunnel ® station © optionele halte Tracévarianten Ringlijn ISOLATORWEG Mi, = | s \ à. HAVEN-STAD SN K X n : en LEGENDA RA. Zuidelijk bovengronds via hoofdspoor naar Oostlijn == RA tijdelijk. Zuidelijk bovengronds lang via hoofdspoor naar perrons 1 & 2 R-la. Zuidelijk bovengronds naar Oostlijn EE mmm R-la tijdelijk. Zuidelijk bovengronds kort via hoofdspoor naar perrons 1 & 2 mmm R-2. Zuidelijk deels bovengronds, deels open tunnelbak mmm R-3. Zuidelijk geboord mmm R-4, Noordelijk geboord via Oostzaanstraat mmm _R-4a. Noordelijk geboord via Zaanstraat R-5. Noordelijk geboord via Westerdok © station n= Oo | 250 500 750 | 1000 m ú HOUTHAVENS Dn En De a oe E % Ì od Ne ns > 8 En SA “NASSAUPLEIN B Mi: Ra. WESTERDOK >, he En RS è SN S fl B. | BNN NN ES EN SN Ei RENS En ES EN A. \ NE NS Ne: eN A N . Sas EN SS, ER SS Ò SSS N EE E es NS Dn ò nee 1 la à n ESE En Ö SN N > ® An > Rn. ES NS DRS En. EES të Oe AA NS De SR jj AGCENTRAAL STATION ZIN RENS D EA SS SE 8 Se: 4 J en. An / Re) SS AZ en En v4 | L \ HM N Je \ À < ' / / J 3 Ü J ó° pi f O / / pl Á ij Á 4 / df # / BEOORDELING PLANNING Om de voor- en nadelen van de verschillende Er is voor elke variant een overzicht van de varianten inzichtelijk te maken, is een beoor- kunstwerken, zoals viaducten gemaakt. Per delingskader opgesteld. In dit beoordelings- kunstwerk is beschreven welke bouwmethode kader is een brede set criteria opgenomen om en fasering van werkzaamheden daarbij is vanuit verschillende invalshoeken de varian- verondersteld. In de planning is in verschillen- ten te scoren. Dit ingevulde beoordelingska- de scenario's aangeven welke werkzaamheden der geeft zo in één overzicht de relevante be- in volgorde afhankelijk zijn van elkaar en wat slisinformatie om in het vervolgonderzoek een mogelijk parallel kan worden uitgevoerd. De keuze te maken van de kansrijke varianten. bovengrondse variant van de Noordzuidlijn (NZL) kan in exploitatie gaan in september In bijlage 2 staat de beoordeling van de 2031 en de variant met de gestrekte tunnel varianten toegelicht. In tabellen 1 en 2 is een (NZL-4) in augustus 2035. Voor het sluiten samenvatting. van de Ringlijn is de zuidelijke variant deels bovengronds en deels open tunnelbak (R-2) KOSTEN het snelst gereed in januari 2031. Het langste Er is een eerste onderbouwing van de inves- duurt de zuidelijk bovengrondse variant teringskosten gemaakt. Deze inschatting is (R-1), indien gebruik wordt gemaakt van HRN gebaseerd kostenkentallen die ontleend zijn spoor, die gepland is om in november 2034 in aan de werkelijke kosten op basis van nacal- exploitatie te gaan, door de afhankelijkheid culatie van het project Noordzuidlijn en een met de doorgetrokken Noordzuidlijn en het uitgevoerde second opinion. De raming van daaraan gekoppelde uit exploitatie nemen de variant van de Noordzuidlijn (NZL-3, lange van de Airport Sprinter. tunnel langs zuidkant A4) is € 1,7 mid. — € 3,6 mld. (ex BTW, prijspeil 2019). En de raming AFHANKELIJKHEDEN EN RISICO'S voor het sluiten van de Ringlijn is (R-3, tunnel Beide uitbreidingen van de metrotracés ken- met zuidelijke ligging) is € O,9 - € 1,9 mld. De nen een groot aantal raakvlakken met projec- investeringskosten van deze tracécombinatie ten, die reeds lopen of die voorgenomen zijn. is tussen de € 2,6 mld. en € 5,5 mld wat in Een aantal van deze raakvlakprojecten is werkstroom B als scenario gebruikt is voor randvoorwaardelijk voor de realisatie van de de uitwerking van de business case. Ook de metro. overige varianten zijn doorgerekend. Naast de investeringskosten zijn er nog aanvullende Er is een eerste inventarisatie van mogelijke kosten, waaronder de aanschaf van nieuw risico's voor de bekostiging van het project materieel. Een allereerste indicatie van het gemaakt. De onderliggende oorzaken van de benodigde budget is in de orde van grootte mogelijk optredende risico's zijn beschreven. van € 4 tot € 6 mld. (ex BTW, prijspeil 2019) Ook is in beeld gebracht welke gevolgen een voor beide tracés samen. risico kan hebben voor de planning en de financiën. Voor een aantal van de risico's zijn mitigerende maatregelen beschreven. 32 CRITERIA THEMA'S NZL-1B NZL-2B NZL-3 NZL-4 Ruimtelijke inpassing Gebiedsontwikkelingen Kosten opbrengsten Kosten aanleg € mld. a TABEL 1. TOTALE BEOORDELING NOORDZUIDLIJN CRITERIA THEMA'S se R-3 se Ruimtelijke inpassing Gebiedsontwikkelingen Kosten opbrengsten Kosten aanleg € mld. a TABEL 2. TOTALE BEOORDELING SLUITEN VAN DE RINGLIJN 33 5.3 Werkstroom B: ° oo ° Businesscase en bekostiging Management samenvatting rapportage INLEIDING 1. De werkstroom Business case heeft Het doel van werkstroom B is de hypothese drie producten gemaakt, die samen financieel te toetsen en te onderbouwen. het vertrouwen geven dat de hypothese Voor de initiële aanleg is een forse investering ook vanuit financieel perspectief klopt. nodig, maar gegeven de uitgangspunten (zie Hiertoe zijn de uitkomsten van de onder) kan worden geconcludeerd dat deze werkstromen A ((tracé en kosten) en metrolijnen eenmaal aangelegd, een positieve werkstroom C (vervoerkundige uitwer- exploitatie laten zien. Zo lopen de opbreng- king) verwerkt: Financiële businesscase sten van de doorgetrokken Noordzuidlijn hard gericht op de aanlegkosten, onderhoud, op tot 63,8 miljoen euro nominaal in 2033 en aanschaf materieel en exploitatiekosten groeien daarna op tot 86min (in 2059). Ook en -opbrengsten. op de bestaande lijn stijgen de opbrengsten. 2. Onderzoek naar verschillende wijzen van In 2033 gaat het om een bedrag van 26,3 bekostigen van de initiële investering miljoen euro nominaal, daarna stijgen de voor aanleg waarin ook alternatieve opbrengsten met gemiddeld 2,3 procent per vormen van bekostigen uitgewerkt zijn. jaar. De winstgevende exploitatie is uitzonder- 3. Maatschappelijke Kosten Baten Analyse lijk voor openbaar vervoer. (MKBA). 34 Deze drie producten samen vormen de eerste afstanden invullen en als gevolg wordt het financiële onderbouwing van de hypothese mogelijk het netwerk in de via de lucht te dat het metro pakket een toekomst vaste optimaliseren en hub functie versterken. oplossing is, voor de corridor en de West kant « Meer keuzevrijheid, robuustheid en van Amsterdam. redundantie op de corridor worden geboden. De positieve uitkomst van de MKBA laat * Het metropolitane gezicht verster- ook zien dat de hypothese niet enkel een ken van de internationale entree van toekomstvaste oplossing is, maar bovendien Nederland (Enter-NL). extra maatschappelijke baten met zich mee * _ Kosten worden vermeden in investeringen brengt. Zo kunnen er dankzij de aanleg van de van het OV in Amsterdam (het sluiten van metrolijnen onder andere: de Ringlijn verlicht en verschuift proble- matiek in het stedelijk OV). * In het stedelijk gebied 37.400 extra * _ Optimalisaties worden mogelijk gemaakt woningen worden gerealiseerd. rondom het overvolle Jan Dellaert plein, * 77700 extra arbeidsplaatsen worden het busstation en Plaza op Schiphol. gegenereerd. * _ Directe verbinding worden verzorgd * _ Veel frequenter en sneller gereisd worden van de luchthaven met de hotels in het rondom de stadskern van Amsterdam (tot centrum van de stad. 28x per uur waar nu maximaal 15x moge- * In het landelijk spoornetwerk een zeer lijk is dankzij het kopstation onder CS). belangrijk knelpunt in het netwerk wordt * Trein paden vrij worden gespeeld voor ontlast: de Schipholtunnel. de verbetering van internationale ver- binding middels hogesnelheidstrein met In de volgende alinea's worden de uitkomsten Europese stedelijke agglomeraties zoals en overwegingen van de drie producten kort Brussel, Parijs, London en Frankfurt. toegelicht, het gehele rapport financieel, * Internationale treinen mogelijk een de studie naar bekostiging en de MKBA zijn gedeelte van reizigersvraag op korte opgenomen in de bijlage B. 35 A. FINANCIËLE BUSINESS CASE De financiële businesscase (BuCa) bestaat uit de aanleg van de infrastructuur, exploitatie (inclusief onderhoud en impact op de be- staande metroverbindingen) en de restwaarde van de infrastructuur. De business case is daarmee als volgt opgebouwd: AE ONVOORZIENE AAKNLEG 7 AANLEG OPSTELTERREIN EXPLOITATIE = EXPLOITATIE = GROOT BEHEER & OPERATIONEEL _— OPBRENGSTEN KOSTEN VAN anke ONDERHOUD ONDERHOUD hedde 7 VAN CONCESSIE CONCESSIE lk ds ek IL Lal RR RESTWAARDE = AANGELEGDE INFRASTRUCTUUR Hm POSITIEF GETAL Hm NEGATIEF GETAL FIGUUR 3. OPBOUW BUSINESS CASE Belangrijkste input en variabelen aan besteed te worden. De kosten voor de aanleg zijn op een hoog Voor de reizigersopbrengsten is een kilo- detailniveau uitgewerkt en aangeleverd door metertarief van 23,8 ct/km aangenomen op werkstroom A, op basis van de reëel gemaak- advies van de Vervoerregio en het GVB. In te kosten voor de aanleg van de Noordzuidlijn de volgende fase dient ook hier dieper naar en een second opinion door adviesbureau gekeken te worden, tezamen met optima- Horvat. lisatie van de lijnvoering en bijbehorende De kosten voor beheer en onderhoud en frequenties. de exploitatie zijn berekend op basis van nationale kostenkengetallen van het CROW, Alle geldstromen zijn verdisconteerd met aangevuld met expertise van de Vervoerregio. een reële discontovoet van 4,5%. Dit is de Deze kengetallen zijn echter niet toegespitst door het Rijk geadviseerde discontovoet voor op de praktijk in de regio Amsterdam en infrastructuur en ook afgestemd in een sessie Schiphol; volgens opgave van de gemeente met het ministerie van lenW. Amsterdam (Metro & Tram) liggen de te verwachten beheer- en onderhoudskosten Buiten de scope van de BuCa zijn de verme- gemiddeld 20-33% hoger. In de volgende den kosten van andere investeringen die geen onderzoeksfase dient hier dan ook aandacht toekomstbestendig alternatief zijn, de impact 36 op de hoofdwegenstructuur en luchtvaart, impact op reizigerswaardering en kwaliteit van Uitgangspunten financiële business case het reisproduct. Deze en overige niet-financi- * Start: januari 2020 (discontovoet 4,5%) ele economische factoren worden in de MKBA * _Aanlegkosten gefaseerd vanaf 2025 behandeld. * Start rijden metro (inkomsten): januari 2030 Uitkomsten BuCa * Prijspeil 2019, constante relatieve prijzen De voorlopige uitkomsten komen tot een * _ Periode: 30 jaar, daarna wel restwaarde netto contante waarde van ongeveer minus (deze is berekend door operationeel €2,4 tot 2,6 miljard. De drie doorgerekende resultaat na 2059 gelijk te houden) scenario's verschillen alleen in tracékeuze en * Economische situatie: bijbehorende vervoerwaarde, maar alledrie * __ Vormt al basis voor uitkomsten trekken de Noordzuidlijn door naar Hoofddorp vervoerwaarden en sluiten de Ringlijn met doorkoppeling op + __Maecro-risico al in discontovoet de Oostlijn. De verschillen in aanlegkosten, * _ Gevoeligheidsanalyses voor reizigers- vervoerwaarde en exploitatiekosten zijn groei en aanlegkosten klein en daarmee de uitkomsten. Voor de *__Ringlijn en N/Z-lijn beiden met aanlegkosten geldt een onzekerheidsrange bestuurder van 35% geldt en voor de vervoerwaarden * Alle bedragen excl. BTW (grootste factor voor operationeel resultaat) een van 25%. De verschillen tussen de scenario's vallen daarbij in het niet en zijn daarom in de huidige onderzoekfase nog niet zo interessant. SCENARIO A SCENARIO B SCENARIO C R-1A, NZL-1B, VENOM-3 R-3, NZL-3, VENOM-2 R-3, NZL-2B, VENOM-8 AANLEGKOSTEN AANLEGKOSTEN AANLEGKOSTEN 2.831 3.006 VR: Lj OPERATIONEEL OPERATIONEEL OPERATIONEEL il vg il vg ilse VND 182 PAY] 157 ISI va] ISI A ava] RESTWAARDE VA) 225 200 TOTAAL TOTAAL TOTAAL 2.433 2.539 VR: LD Hm POSITIEF GETAL Hm NEGATIEF GETAL FIGUUR 4. UITKOMSTEN BUSINESS CASE VERSCHILLENDE TRACES EN BIJBEHORENDE VERVOERWAARDEN 37 B. ONDERZOEK NAAR WIJZEN VAN BCG heeft 18 bekostigingsbronnen op hoofd- BEKOSTIGEN lijnen doorgerekend voor een bestuurlijke In aanvulling op het opstellen van een brainstorm. Uit dit onderzoek blijkt dat er financiële businesscase is een onderzoek voldoende verdiencapaciteit is, maar dat niet uitgevoerd naar wijzen van bekostigen. Hier alle maatregelen uitvoerbaar en/of maat- zijn ook alternatieve wijzen van bekostigen in schappelijk gewenst zijn. meegenomen. Hiervoor is aangesloten bij het traject dat de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Op basis van deze onderzoeken zijn drie Den Haag en Utrecht) met het Rijk (lenW bronnen voor alternatieve bekostiging overge- en BZK) uitvoeren naar mogelijkheden voor bleven: een bijdrage uit de grondopbrengsten, alternatieve bekostiging en bij het advies van een opslag op alle modaliteiten op Schiphol de Rijksstudiegroep Alternatieve Bekostiging (metro, trein, auto (o.a. parkeren), bus) en een zoals dat in december 2019 in concept is generieke tariefverhoging in het gehele OV uitgebracht. Ook heeft de Boston Consulting in (de regio) Amsterdam. Ter onderbouwing Group (BCG) in juni 2019 een verdiepend van de mogelijke effecten van de opslag op al onderzoek uitgevoerd naar bekostiging van het openbaar vervoer rondom Schiphol is een het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar literatuurstudie uitgevoerd naar de prijselasti- Hoofddorp en het sluiten van de Ringlijn. citeit van vervoer rondom Schiphol. NETTO CONTANTE WAARDE (NCW), € MLN Hier zijn bekostigingsbedragen weergegeven - in ij) de begrotingen van partners moet wellicht volledige 50% opgenomen worden Regio & 50% Totale bekostiging pertes JJ (aanlegkosten) can, Ge Vo aee net vd beeke hsalke Betreft de nominale kheb ee » aanlegkosten (geen : 1 verdiscontering), excl. : : BTWen risico-opslag - (/+35%) : Lumpsum € 50% Lumpsum bijdrage € Lind overheid ear, FIGUUR 5. UITGEWERKTE VOORBEELDEN VAN BEKOSTIGINGSOPTIES Deze uitwerking geeft een overzicht op basis waarvan een politiek gesprek kan gaan plaatsvinden. Na dat gesprek kan dit verder uitgewerkt worden in een vervolgfase. 38 Bij het onderzoek naar (alternatieve) bekos- te gaan werken met vormen van alternatieve tiging voor de metrolijnen is als uitgangspunt bekostiging. voor onderzoek genomen dat de regio (Vervoerregio en de gemeenten Amsterdam In het rapport van it's public uit april 2020 en Haarlemmermeer) en partners (Schiphol, is uitgewerkt hoe verschillende combina- NS, KLM) de helft van de aanlegkosten ties van lumpsum-bedragen (uit algemene bekostigen. Dit uitgangspunt is fluïde omdat middelen en grond) en verschillende vormen voor de exacte afbakening van wat Rijken wat van ticketopslagen de benodigde bekostiging Regio en partners is een politiek/bestuurlijk kunnen opleveren. Hierbij is uitgegaan van gesprek nodig is dat nog gevoerd moet de nominale aanlegsom, maar daar is de worden. Positieve exploitatieopbrengsten op netto contante waarde van het operationele de metrolijnen (in het concessiegebied van resultaat uit de BuCa van afgehaald. In on- de VRA) leiden deels tot een verlies voor de derstaand schema zijn een aantal mogelijke rijksdeelneming NS. Ook Schiphol en KLM opties schematisch uitgewerkt als aanzet voor zijn (deels) rijksdeelnemingen. Omdat alle een politiek gesprek. partijen baat hebben bij een schaalsprong in het OV-systeem rondom Amsterdam- Hoofddorp en Schiphol is het mogelijk om A :} le } Vof ergt PA lat 4 N/Z-lijn: opslag SPL N/Z-lijn: opslag SPL Grond voor beiden Grond voor beiden Kl EN En PEETERS nennen a angen ; ls225, te bepalenof deze mee * benodigde frequentie) is er juist meer bekostiging nodig voor de : A: ; fingdan N/Z- Lijn EE Kn opslag St aleen voorin en: 1.809 vyd 2 uitstappers. Opslag A'dam voor : : gehele OV-netwerk A'dam : 39 C. MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN BATEN voor tracé en kosten, vervoerwaarden en de ANALYSE exploitatie van de metrolijnen. Decisio heeft Voor de combinatie van het sluiten van de MKBA uit 2019 in het voorjaar van 2020 de Ringlijn en het doortrekken van de geactualiseerd op basis van de onderzoeksre- Noordzuidlijn naar Schiphol en Hoofddorp is sultaten van MASH. Ook is de scope vergroot een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse door ook Haarlemmermeer en Schiphol mee (MKBA) uitgevoerd. In deze MKBA zijn maat- te nemen. Deze MKBA is uitgevoerd om de schappelijke effecten gemonetariseerd die keuze voor binnenstedelijke gebiedsontwik- niet opgenomen zijn in de financiële BuCa of keling en een schaalsprong van het OV in het onderzoek naar de bekostiging. Het gaat Amsterdam, Haarlemmermeer en Schiphol te daarbij om onder meer de bijdrage aan de onderbouwen. De MKBA brengt in beeld wat forse woningbouwopgave in Amsterdam, de de bijdrage daarvan is aan de economische modal shift van auto naar ov en van vliegtuig en maatschappelijke welvaart van Nederland. naar internationale trein. De voordelen van Daarmee kan het door gemeenten en regio's stedelijke verdichting worden ook gemone- ingezet worden in overleg met het Rijk over tariseerd: meer kennisuitwisseling, minder langjarige investeringsprogramma's. Een uitstoot, minder ruimtegebruik en minder maatschappelijke businesscase is een infrastructuur elders als gevolg van kortere ondersteunend instrument om maatschap- afstanden en minder reizen. pelijke kosten en baten in beeld te brengen en objectief besluiten te kunnen nemen over De voorlopige uitkomst van deze MKBA iseen de projectvarianten. In deze MKBA is een positief getal voor een infrastructuur- inves- project alternatief bekeken. Hierdoor wordt tering tussen de (1,0 en 1,2). Wat betekent dat inzicht geboden in de maatschappelijke deze investering een positieve maatschappe- waarde van het “concept” metro. De MKBA is lijke waarde oplevert. niet bedoeld om verschillende combinaties van metro tracés met elkaar te vergelijken. Decisio heeft in januari 2019 in aanloop naar Tijdens een vervolgfase (MIRT Verkenning) de overleggen tussen G4 en het Rijk een naar metro-uitbreidingen wordt voor andere studie gedaan naar de maatschappelijke projectalternatieven een MKBA ontwikkeld. kosten en baten van gebiedsontwikkeling en Deze aanvullende MKBA's ondersteunen de investeringen in mobiliteit en infrastructuur in keuze tussen de verschillende metro tracés. de Westflank van Amsterdam. In het afge- In onderstaande tabel staat een samenvatting lopen jaar is aanvullend onderzoek gedaan van het rapport. 40 : NULALTERNATIEF ° __PROJECTALTERNATIEF VERSCHIL Binnenstedelijk ‘Woningen {483005 857005 fArbeidsplaatsen | _______58300, 1360001 ‘Buitenstedelijk ________FWoningen Po 874005 or E Arbeidsplaatsen | 77700 or FINANCIËLE EFFECTEN Metro } Aanleg € 0,0! -€2.830,5: -€2.830,5 Beheer en onderhoud | €00 05630705 -€3070 (Exploitatiesaldo | €005 2682201 -€822,0 ‘Gebiedsontwikkeling 5E e756L E26: €970 ‘Hoofdontsluiting 5E EAMBE €466,91 €254 gebieden | | | ‘Multimodale Knoop Schiphol Pean €64: €167 ‘Crowd control Schiphol 5E 7OAL OO €00L €704 ‘Totaal financieel effect 6106: €2961,3: -€2.350,8 MOBILITEITSEFFECTEN Metro € 0,0 € 963,4 | € 963,4 Nieuwe bewoners 5E €20 €3832i _ €1761 Totaal mobiliteitseffect OP €20n 13466: €1139,5 MAATSCHAPPELIJKE EFFECTEN Leefbaarheid } Woningwaarde € 683,7 € 1106,3 | € 422,5 Kantoren Ì €683 E1O4I €331 Bedrijfsruimten | €50 eni eo ‘Agglomeratie 0E E1244,01 €2.049,51 €805,5 ‘Woningmarkt 5E €19605\ _____ €23359\ €375,4 Totaal maatschappelijkerfect 39850 €56369: €16513 Saldo kosten en baten | Rt Ee Nep NG) €440,0 sta DTe DN TABEL 3. OVERZICHTSTABEL MET UITSPLITSING NUL- EN PROJECTALTERNATIEF (BEDRAGEN IN MILJOENEN EURO'S, CONTANTE WAARDE) *_Mobiliteitseffecten metro zijn in werkelijkheid hoger om een vier redenen: 1. Uitgangspunten voor programma Haven-Stad zijn onderschat meegenomen in het verkeersmodel. 2. Uit de verkeerskundige analyses is geen modal shift bekend. 3. Doordat de effecten op regionaal en nationaal OV-netwerk niet zijn gemonetariseerd. 4, _Doortrekken Noordzuidlijn naar Hoofddorp via Schiphol zorgt voor een optimalisatie van het bussysteem op en rondom Schiphol, deze effecten zijn nog niet gekwantificeerd. 41 5.4 Werkstroom GC: ® © Vervoerkundige uitwerking en Management samenvatting rapportage INLEIDING de studie behapbaar te houden, zijn varianten In de vervoerkundige uitwerking is de doorgerekend die het meest onderscheidend meerwaarde van het doortrekken van de zijn en zoveel mogelijk inzicht geven in Noordzuidlijn naar Hoofddorp en het sluiten het individuele effect van de verschillende van de Ringlijn in vervoerkundig opzicht on- keuzeopties. Dit heeft geleid tot een aantal derzocht. Daarbij is niet alleen gekeken naar rekenvarianten en een aantal nadere analy- puur de toe- of afname van het aantal reizi- ses. Naast het onderzoek van bovenstaande gers, maar juist naar het oplossend vermogen _ logistieke knoppen, is nog gekeken naar het van de combinatie van de twee metroverbin- effect van een andere ruimtelijk economische dingen voor de vervoerkundige opgaven die vulling, naar een groeiscenario van het aantal zijn gedefinieerd. Daarbij gaat het specifiek vluchten op Schiphol en naar een andere om de volgende verwachte effecten: invulling van het nationale treinnetwerk. 1. Het zorgt voor een betere ontsluiting van De berekeningen zijn gedaan met het de gebiedsontwikkelingen in Haven-Stad, VENOM16 rekenmodel voor het planjaar Zuidas, Schinkel en Schiphol, Hoofddorp 2040. Zoals voor alle modellen geldt, moe- en PARK21 en daarmee een aantrekkelijk ten de uitkomsten niet te absoluut worden vestigingsklimaat. genomen. Belangrijk is dat de absolute 2. Het creëert ruimte in de Schipholtunnel aantallen reizigers van zowel trein als bus voor acht extra (inter)nationale naar verwachting enigszins onderschat zijn. treinverbindingen. Wel geven de resultaten een betrouwbaar 3. Het ontlast de transfercapaciteit op de beeld over de richting van de ontwikkeling en perrons van station Schiphol. over de onderlinge vergelijking. De effecten zijn in beeld gebracht ten opzichte van een ONDERZOEKSOPZET referentiesituatie 2040 waarin de metro-uit- Zowel voor het sluiten van de Ringlijn als breidingen niet zijn gerealiseerd. Het model voor het doortrekken van de Noordzuidlijn en de gehanteerde uitgangspunten zijn gelijk tussen Amsterdam Zuid via Schiphol naar aan die van ZWASH zodat de uitkomsten Hoofddorp zijn er meerdere reële tracéopties. vergelijkbaar zijn. Daarnaast is er nog de keuze om de metro op Amsterdam Centraal wel of juist niet door BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN te koppelen op de Oostlijn en het al dan Uit ons onderzoek is gebleken dat het aantal niet ontvlechten van het metronet. Al deze reizigers in de Amsterdamse metro in 2040 onderdelen hebben, zowel los van elkaar als van 470.000 per etmaal in de referentiesi- in samenhang, een vervoerkundig effect. Om tuatie met 110.000 tot 130.000 reizigers per 42 etmaal toeneemt. Hiervan is ca. 70.000 toete aangetoond in deze vervoerwaardestudie. schrijven aan de Noordzuidlijn en ca. 40.000 De Noordzuidlijn biedt voldoende capaciteit. aan de het sluiten van de Ringlijn. De synergie Hierdoor ontstaat ruimte voor acht extra tussen beide lijnen zorgt voor nog eens ca. (inter)nationale treinen per uur per richting. 10.000 metroreizigers. Naast de toevoeging Door binnen deze ruimte 4 extra treinen per van twee nieuwe verbindingen kan het be- uur tussen Schiphol, Sloterdijk en verder te staande metronet beter benut worden. Op rijden wordt ook daar voldoende capaciteit zowel de bestaande Oostlijn als de bestaande geboden. Noordzuidlijn is sprake van een groei van het aantal reizigers door de nieuwe verbindingen. Bij een maximale benutting van de De combinatie van het sluiten van de Ringlijn Schipholtunnel kunnen 28 (inter)natio- en doortrekken van de Noordzuidlijn voorziet nale treinen per uur tussen Schiphol en voor een belangrijk deel in de behoefte aan Amsterdam Zuid rijden en 8 treinen van/naar ontsluiting en integratie van de economische de Westtak. Keuze over de invulling van deze clusters en woningbouw van gebiedsontwik- paden vindt uiteindelijk plaats via de capaci- keling in Haven-Stad, Zuidasdok, Schinkel, teitsaanvraag van de vervoerder bij de capaci- Schiphol Noord(west) en Hoofddorp. teitsverdeler. In het traject Toekomstbeeld OV 2040 wordt het landelijk netwerk onderzocht. De realisatie van deze metrolijnen zorgt Wij hebben onderzocht wat verschillende voor verlichting van de druk op straatge- keuzen hierin kunnen betekenen. bonden openbaar vervoer. De druk op het tramnet neemt sterk af en het is mogelijk We hebben in het onderzoek aangetoond om minder bussen te laten rijden van/naar dat het door de metro-uitbreidingen rond de Amsterdamse binnenstad en Schiphol Amsterdam mogelijk is om meer (inter) Centrum. nationale treinen te rijden door de bestaande Schipholtunnel en vervoerknelpunten van/ Daarnaast neemt de druk op het zwaarbelaste naar Amsterdam op te lossen. busnetwerk tussen Hoofddorp en Schiphol sterk af en is het mogelijk om minder bussen Uit dit onderzoek is tevens gebleken dat op te laten rijden vanuit zuidelijke richting naar Schiphol Airport het totaalaantal reizigers Schiphol centrum. (trein en metro samen) per etmaal in alle varianten hoger ligt dan in de referentie. Het Op basis van bovenstaande kan geconclu- aantal treinreizigers daalt in alle varianten. deerd worden dat het zorgt voor een betere Het aantal treinreizigers ligt in 2040 rond ontsluiting van de gebiedsontwikkelingen in de maximale capaciteit van 125.000 zoals Haven-Stad, Zuidas, Schinkel en Schiphol, bepaald in het MKS-traject. In sommige Hoofddorp en PARK21 en daarmee een varianten is er een iets lager aantal treinreizi- aantrekkelijk vestigingsklimaat gers dan deze maximale capaciteit; in andere varianten ligt het aantal er boven. Na het doortrekken van de Noordzuidlijn Uit de transfertoets blijkt dat de transferknel- en het sluiten van de Ringlijn is de Sprinter punten op Schiphol sterk worden verlicht. tussen Amsterdam Centraal en Hoofddorp via Ten opzichte van de referentie liggen de de Schipholtunnel qua capaciteit niet meer piekbelastingen 40% lager. Er blijven nog noodzakelijk. De zogenaamde Airport Sprinter wel normoverschrijdingen over waar in een (8 x per uur tussen Amsterdam Centraal en vervolgstudie aandacht aan moet worden Hoofddorp) kan worden opgeheven. Dit is besteed. 43 Conclusie: beoordeling hypothese ® e 61 Inleiding In dit hoofdstuk worden de vijf verwachte effecten zoals beschreven in de brief van december 2018 punt voor punt onderbouwd met de uitkomsten van het hypothese onderzoek. Hierbij is steeds aangegeven aan welke van de drie hoofdopgaven dit een bijdrage levert. De hypothese is dat: “het doortrekken van de Noordzuidlijn naar Schiphol en het sluiten van de Ringlijn een toekomstvaste oplossing is voor de volgende drie opgaven”: 1. (Inter)nationale OV-bereikbaarheid, opvangen van groei en ontwikkelingen. 2. Capaciteitsknelpunt Station Schiphol. 3. Ontsluiting bestaande en nieuwe gebieds- en woningbouwontwikkeling in de MRA. In onderstaande paragrafen is aangegeven op basis van welke onderbouwing gesteld kan worden dat deze hypothese met dit onderzoek kan worden bevestigd. Tot slot beschrijven we ook de overige effecten en conclusies uit ons onderzoek. 45 ee 6.2 De vijf verwachte effecten 1. HET ZORGT VOOR BETERE ONTSLUITING De combinatie van het sluiten van de Ringlijn VAN DE STAD AMSTERDAM, SCHIPHOL en het doortrekken van de Noordzuidlijn EN HAARLEMMERMEER EN DAARMEE EEN voorziet in de behoefte aan ontsluiting AANTREKKELIJK VESTIGINGSKLIMAAT van gebiedsontwikkeling in Haven-Stad, Uit ons onderzoek is gebleken dat het aantal Zuidas, Schinkel, Schiphol Noord(west) en reizigers in de Amsterdamse metro in 2040 Hoofddorp. van 470.000 per etmaal in de referentiesi- * _ De gesloten Ringlijn in het Haven-Stad tuatie met 110.000 tot 130.000 reizigers per gebied wordt door ca. 60.000-80.000 etmaal toeneemt. Hiervan is ca. 70.000 toe te reizigers per etmaal gebruikt schrijven aan de Noordzuidlijn en ca. 40.000 * _ Het nieuwe station Huizingalaan wordt aan de Ringlijn. De synergie tussen beide lij- door ca. 15.000 reizigers per etmaal nen zorgt voor nog eens ca. 10.000 metrorei- gebruikt zigers. Naast de toevoeging van twee nieuwe * _ Een station op Schiphol Noord of verbindingen kan het bestaande metronet Schiphol Noordwest kan worden gebruikt beter benut worden. Op zowel de bestaande voor te realiseren gebiedsontwikkeling en Oostlijn als de bestaande Noordzuidlijn is aansluiting op het busnet sprake van een groei van het aantal reizigers * _ Metrostation Hoofddorp wordt door ca. door de nieuwe verbindingen. 24.000 reizigers per etmaal gebruikt * _ Voor het sluiten van de Ringlijn wordt geconcludeerd dat alle onderzochte vari- De realisatie van deze metrolijnen zorgt voor anten voor een toename van het gebruik verlichting van de druk op het onderliggend van de metro zorgt. Met doorkoppeling openbaar vervoer netwerk. De druk op het op Amsterdam Centraal is de groei groter tramnet neemt sterk af en het is mogelijk dan zonder doorkoppeling. om minder bussen te laten rijden van/naar * _ Voor de Noordzuidlijn wordt geconclu- de Amsterdamse binnenstad en van/naar deerd dat de routes met een tunnel Schiphol Centrum. onder Schiphol Centrum een hogere vervoerwaarde hebben dan bovengrond- se varianten. Dit draagt daarmee bij aan opgave 3. Ontsluiting bestaande en nieuwe gebieds- en woningbouwontwikkeling in de MRA. 46 2. HET CREËERT RUIMTE IN DE In het traject Toekomstbeeld OV 2040 wordt SCHIPHOLTUNNEL VOOR ACHT EXTRA IN- het landelijk netwerk onderzocht. Wij hebben TERCITY'S OF INTERNATIONALE TREINEN onderzocht wat verschillende keuzen hierin Na het doortrekken van de Noordzuidlijn kunnen betekenen. en het sluiten van de Ringlijn is de Sprinter tussen Amsterdam Centraal en Hoofddorp via Bij een maximale benutting van de de Schipholtunnel qua capaciteit niet meer Schipholtunnel kunnen 28 (inter)natio- noodzakelijk. De Airport Sprinter (8 x per uur nale treinen per uur tussen Schiphol en tussen Amsterdam Centraal en Hoofddorp) Amsterdam Zuid rijden en 8 treinen van/ kan worden opgeheven. De Noordzuidlijn naar de Westtak. Dit is het zogenaamde biedt voldoende capaciteit. Hierdoor ontstaat Werknetwerk van Toekomstbeeld OV. Vanuit ruimte voor acht extra (inter)nationale treinen _ Schiphol richting Noord-Holland rijden hier 8 per uur per richting. Door binnen deze ruimte treinen per uur. 4 extra treinen per uur tussen Schiphol en Om het vervoerknelpunt tussen Utrecht Sloterdijk en verder te rijden wordt ook daar Centraal en Amsterdam Zuid/Schiphol te ver- voldoende capaciteit geboden. lichten wordt de frequentie verhoogd van 8x Keuze over de invulling van deze paden vindt per uur naar 12x per uur. Het is ook mogelijk uiteindelijk plaats via de capaciteitsaanvraag om internationale treinen van/naar Duitsland van de vervoerder bij de capaciteitsverdeler. te rijden in deze paden Schiphol — Utrecht. Den Helder KS $ Enkhuizen Uitgeest Krommenie- Assendelft Purmerend Heemskerk Wormerveer En Beverwijk ” Weidevenne ak 'aandam Groningen Driehuis Koog aan de Zaan Kogerveld Leeuwarden Lelystad Santpoort Noord Zaandam Nord Centrum Santpoort Zuid | B Amsterdam Amsterdam f Blerpendael Haarlem Halfweg- Ek Muiderpoort Á # Almere Oostvaarders Overveen Zwanenbur EE Ariea Almere Buiten Zandvoort Halen me: Ae Park , EN aan Zee Saanedde Amsterdam? EN N Á Almere Centrum Centraal iten tn DA Almere Muziekwijk NN JS Almere Poort Heemstede- Weesp Ne, Aerdenhout AN Amsterdam | NX Lelylaan 17 IN Naarden-Bussum d NN Bussum Zuid Hillegom Amsterdam / NN Hilversum Mediapark zi AN rg term Bn Schiphol Airport A= EN IN Duivendrecht mens N ls en mn, Gl SSN ee Amersfoort Hoofddorp, OPS NN Se EN pal „den Voorhout IPIS Amsterdam IN NN gei Nieuw PAS Bene NEENN a walandsehe venen SS ú/ Amsterdam Holendrecht RN Hank Leiden Rotterdam Abcoude ANENINN Utrecht Den Breda Breukelen « ENEN Eindhoven j DP om Londen/Paris EEA FIGUUR 6 - SCENARIO MET MAXIMAAL GEBRUIK VAN DE SCHIPHOLTUNNEL ‘MAXIMAAL MASH". ELK LIJNTJE IS 4X PER UUR EEN TREIN. DE EXACTE LIJNVOERING IS INDICATIEF EN WORDT NIET IN DIT TRAJECT BEPAALD. 47 De vervoerwaardestudie laat zien dat de 3. OP SCHIPHOL KOMT MEER RUIMTE belasting van de treinen tussen Schiphol/ VOOR ANDERE VLUCHTEN, DAARMEE Hoofddorp enerzijds en Amsterdam Zuid/ WORDT DE HUB FUNCTIE VERSTERKT Centraal anderzijds daalt. De totale belas- Wanneer we korte afstandsvluchten substitu- ting van de Intercity's Utrecht Centraal — eren door internationale treinen kunnen de Amsterdam Zuid — Schiphol stijgt omdat hier _ vrijgekomen treinpaden in de Schipholtunnel de frequentie is verhoogd. gevuld worden door vluchten naar andere bestemmingen. Dat versterkt het bestem- We kunnen hiermee aantonen dat het door mingennetwerk en daarmee de hubfunctie, de metro-uitbreidingen rond Amsterdam zonder de overlast van (meer) vliegbewe- mogelijk is om meer (inter)nationale treinen gingen. KLM is al begonnen om het aantal te rijden door de bestaande Schipholtunnel vluchten naar Brussel te verminderen. Andere en vervoerknelpunten van/naar Amsterdam kansrijke bestemming om te substitueren op te lossen: door internationaal treinverkeer zijn Parijs, « _ Meer treinen naar Zaandam en verder Londen, Düsseldorf, Frankfurt en Berlijn. * _ Meer Intercity's naar Almere en Hiervoor is het binnen de Metropoolregio Hilversum (en Berlijn) Amsterdam noodzakelijk dat ook Zuidasdok « Meer Intercity's naar Utrecht (en Keulen) wordt uitgevoerd. * __ Meer Intercity's naar Rotterdam en verder * _ Meer Internationale HSL treinen naar Brussel en verder * _ Meer Intercity's naar Leiden Dit draagt daarmee bij aan Dit draagt daarmee bij aan opgave 1 opgave 1 (Inter) nationale OV- (Inter)nationale OV bereikbaarheid, bereikbaarheid, opvangen van groei opvangen van groei en ontwikkelin- en ontwikkelingen gen en opgave 2 Capaciteitsknelpunt Station Schiphol 48 4. HET ONTLAST DE TRANSFERCAPA- Uit de transfertoets blijkt dat de transferknel- CITEIT OP DE PERRONS VAN STATION punten op Schiphol sterk worden verlicht. SCHIPHOL Ten opzichte van de Referentie liggen de Uit dit onderzoek is gebleken dat op Schiphol piekbelastingen 40% lager. Er blijven nog Airport het totaal aantal reizigers (trein en wel normoverschrijdingen over waar in een metro samen) per etmaal in alle varianten vervolgstudie aandacht aan moet worden hoger ligt dan in de referentie. Het aantal besteed. trein-reizigers daalt in alle varianten. Het aantal treinreizigers ligt in 2040 rond de maximale capaciteit van 125.000 zoals Dit draagt daarmee bij aan opgave 2 bepaald in het MKS-traject. De groei van het Capaciteitsknelpunt Station Schiphol totaal is deels te verklaren door nieuwe overstappers tussen trein en metro. Wat ook bijdraagt aan de groei van het totaal is dat de metro een deel van de functie van de bus 5. HET CREËERT EEN ALTERNATIEVE VORM overneemt. Het aantal busreizigers daalt met VAN ONTSLUITING IN GEVAL VAN BIJ- 10.000-15.000 per etmaal (20-25%). VOORBEELD CALAMITEITEN/STORINGEN IN DE SCHIPHOLTUNNEL Door de aanleg van de Noordzuidlijn en Op het moment dat er een calamiteit of het vervangen van de Airport Sprinter door storing in de Schipholtunnel of op Schiphol meer (inter)nationale treinen wordt station zelf plaatsvindt, kunnen de reizigers vervoerd Schiphol anders gebruikt. worden door de metro of door de trein en «_ Veel reizigers reizen per metro in plaats metro gezamenlijk. De bussen en taxi's heb- van trein naar Amsterdam, daardoor ben onvoldoende capaciteit om een serieus minder treinreizigers in de treinen van/ alternatief te bieden bij calamiteiten. Door de naar Amsterdam dan in de referentie. doortrekking van de metro naar Hoofddorp * Minder overstappers doordat er geen ontstaat de mogelijkheid om reizigers via twee directe treinen Schiphol — Amsterdam kanten af te voeren, naar Amsterdam en naar Centraal rijden. Reizigers vanuit de Hoofddorp. Zuidelijke Randstad naar Amsterdam Centraal stappen over op de metro op Amsterdam Zuid. Dit draagt daarmee bij aan opgave 1 * Reizigers uit Haarlemmermeer en om- (inter)nationale OV bereikbaarheid, streken stappen in Hoofddorp over op de opvangen van groei en ontwikkelin- metro naar Amsterdam. gen en opgave 2 Capaciteitsknelpunt * Reizigers uit Amsterdam en omgeving Station Schiphol naar werkgebieden in Haarlemmermeer reizen per metro. * __ Extra (inter)nationale treinen; hierdoor komen reizigers meer gespreid aan waardoor de piek per trein lager ligt. 49 6.3 Overi . verige effecten en conclusies Naast de verwachte effecten zijn er nog getransformeerd tot Mixed-use district. Een andere relevante effecten uit de onderzoeken hoogwaardig stedelijk milieu met hoge dyna- gekomen. miek waarin wonen gemengd is met werken en voorzieningen. VERDERE POTENTIE VOOR RUIMTELIJK- ECONOMISCHE ONTWIKKELING ZUIDWEST AMSTERDAM SCHIPHOL In de vervoerkundige uitwerking is uitge- HOOFDDORP gaan van de ruimtelijk economische vulling Binnen ZWASH is de onderstaande analyse conform PlanZWASH500 (waarbij het getal gemaakt van het aantal woningen/huishou- 500.000 staat voor het jaarlijks aantal vluch- dens en arbeidsplaatsen dat, bovenop lopen- ten van en naar Schiphol). De aanleg van de de en no-regret ontwikkelingen kan worden Noordzuidlijn naar Hoofddorp in combinatie gerealiseerd in de verschillende deelgebieden met het sluiten van de Ringlijn biedt daar van ZWASH. Deze cijfers zijn afkomstig uit bovenop de kans voor verdere ruimtelijke en de Beschouwing baten RO-EZ (d.d. 7 mei economische ontwikkeling binnen de ZWASH- _ 2020), uitgevoerd door BUCK Consultants corridor en aan de Westkant van Amsterdam. International. Bij ontwikkellocaties is een goede bereik- baarheid van groot belang. Niet alleen voor Bijschrift tabel: Te realiseren optimalisaties het aantal woningen en arbeidsplaatsen dat bovenop lopende en no-regret ontwikkelingen kan worden gerealiseerd, maar ook voor het in de verschillende deelgebieden van ZWASH. type woon- en werkmilieus. Het gebied rond Alleen het metropakket is weergegeven in de metrolijnen biedt potentie om te worden deze tabel. & OPTIMALISATIES î OPTIMALISATIES (NA 2030/2040) (NA 2030/2040) el Eel SO | | 3. SCHIPHOL NOORD & NW EN DO 3. SCHIPHOL NOORD & NW 4. SCHIPHOL CENTRUM EN DO 4. SCHIPHOL CENTRUM DO | | CONCLUSIE KWANTITATIEF __ + | CONCLUSIE KWANTITATIEF ++ | TABEL 4. CONCLUSIE KWANTITATIEF: AANBOD/PROGRAMMA TABEL 5. CONCLUSIE KWANTITATIEF: AANBOD/PROGRAMMA WONEN WERKEN 50 HAVEN-STAD het geval zou zijn. In de Maatschappelijke Door het sluiten van de Ringlijn ontstaat een Businesscase, uitgevoerd door Decisio is dit hoogwaardige ontsluiting van Haven-Stad. verschil becijferd op 37.400 woningen en Hiermee wordt meer ruimtelijke en economi- 71.700 arbeidsplaatsen. sche ontwikkeling mogelijk dan zonder metro Se RE EER ik B ed. El 1d ev fn A ee } hi % Pf Pe ER rn ee ® PRT 4 7 4 E07 : r ZR n Jee ee . P hl Es & Pr vi nd ' Aas £ sn N RA | ll 5 k er 4 jd: E / Pe IN f Vi 4 CLADE nd p DE, he Ee 4 5 Ed ee £ Nt os 5 MN 7 En zen f 7 en af Ate Ee x a ld nh ’ Se zon Je De 7 : 3 > rl í rn — ; / 1e D ep Ee EN Ae ie EI en T hen Mn B „Am / Á & en vd gm ee EE 3 Î L AN SE AN kr (RK, i Í= ie Ih EE NE en 7 Hike NN Ei sek Ms | Úe hek RE eV IE ten MANNE | mis : . Dm SA | msterdam City West a OEE Nen ze ME B Oe el dd Tek NE ij en mijnen eN Al AEL E 1 ARR en Enten Tse 4 ke Ë | k a | rek Oh cl ee EN ; À í Ee, HA Ke zn Ee de ‚É 5 XO HOTE u EINE Re ES nk Pie K+} Â | : i [:1c4 7 Ì 8 ï Tk | Aen OR 1 ' be ie id Oer CEE ted, S ei 7 ij APE ANR A RD | 8 En F0 Er Ï Ke N Pi re Nan ed, dd PER MP OJ " A 4/7 Sd et Ie. L Nd Rp 4 A, A RE, Ee es vk EN OA eN d Ns Ne Id an Fa / Herde Ren nf ie Kn eg Téate Afnsterdam Ei. alen er ed O3 Ot ! Ee SC ie ek OE EE NP A mi S han gie EE eN hi 7 , dll hr de 3 CN T dri ‘ E HEER on Tee en Ek PWN 8 ijk k NE: EL a: L ad nk een 4 { DI ge a NN: SE eet OEE. Bonsst 0, : jk zj d Wit slELS AMIN Ee. \ È \ Es LE EE ä een IE B od STE FEN LP / ES bk Ù A bi XO HOTE iS ETE WE [Fooú,cente: EE d el 4 LEnS . é Kan FIGUUR 7. GEBIEDSONTWIKKELING HAVEN-STAD IN HET NUL-ALTERNATIEF (LINKS) EN HET PROJECTALTERNATIEF (RECHTS) VAN DE MAATSCHAPPELIJKE BUSINESSCASE MOBILITEITSSYSTEEM AMSTERDAM — SCHIPHOL — HOOFDDORP (MASH). 51 ® 6.4 Aanbevelingen en A. ZAKEN OM VOOR HET VERVOLG (IN C. INHOUDELIJKE KANSEN OM BIJ HET NOVEMBER) VERDER UIT TE WERKEN VERVOLG UIT TE ZOEKEN 1. Organisatie vervolg 1. De mogelijkheid het busstation op het 2. bestuurlijk gesprek over bekostiging Jan Dellaertplein op Schipholplaza (ge- 3. Hoofdrisico's benoemen en beheersing deeltelijk) te verplaatsen naar Schiphol bepalen Noord/ de Noordwest terminal 4. Plan van aanpak voor het vervolg 2. Door deze verbindingen ontstaat er ruimte rond de metrostations voor extra B. ZAKEN OM TIJDENS HET VERVOLG gebiedsontwikkeling, goed om te onder- VERDER UIT TE WERKEN zoeken waar welke extra kansen liggen. 1. Vervoerkundige optimalisatie exploitatie 3. Een nieuw metrostation op Schiphol biedt model ruimte voor bredere ontwikkelingen op In de vervoerkundige uitwerking is gecon- Schiphol stateerd dat met name de op Amsterdam 4. Door bij Hoofddorp P+R te realiseren kan Centraal doorgekoppelde variant van de hub functie van Hoofddorp verbeterd het sluiten van de Ringlijn leidt tot een worden. onevenwichtige bezetting van de Ringlijn. Het trajectdeel van de bestaande Oostlijn is naar verhouding drukker dan het trajectdeel op de Westtak. Door op de gehele Ringlijn met dezelfde capaciteit en frequentie te rijden (zoals in de vervoer- kundige uitwerking gehanteerd) kennen sommige trajecten een lage bezetting wat slecht is voor het exploitatiesaldo. Er zijn andere exploitatiemodellen mogelijk, maar deze zijn nog onvoldoende onder- zocht en/of doorgerekend. Er wordt daar- om aanbevolen om hier nader onderzoek naar te doen. 2. Monetaire effecten voor de businesscase uitwerken 52 53 Bijlagen Bijla ge 1 Uiteangs Pp nten In deze bijlage staan de uitgangspunten zoals deze tussen ZWASH en MASH zijn afgesproken. In de vervoerkundige uitwerking is uitgegaan van de ruimtelijk economische vulling conform PlanZWASH500 (waarbij het getal 500.000 staat voor het jaarlijks aantal vluchten van en naar Schiphol). ONTWIKKELING MODELINPUT(2040) BEOOGDE ONTWIKKELING 2040 PLANZWASH500 9159 55.000 (deels ook noordelijk van het IJ) | Arbeidsplaatsen | 17.763 47.000 ____________ | Arbeidsplaatsen | 71.020 300.000m? Schinkelkwartier 10.015 11.000 | Arbeidsplaatsen | 51.140 40.000 Hoofddorp 3.082 8.400 (+7.500 Noord & Centrum) |___________YArbeidsplaatsen | 11.998 20.000 TABEL 6. VERSCHIL IN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING TUSSEN PLANZWASH EN REGIONALE PLANNEN 55 Uitgangspunten Onderstaande tabel bevat per item de ge- Definitie van de projectalternatieven zelf is maakte afspraken. De afspraken over de uit- uiteraard de verantwoordelijkheid van de gangspunten voor modelstudies betreffen zo- projecten zelf. Tenzij anders vermeld betreft wel de referentie als de projectalternatieven. het uitgangspunten voor het jaar 2040. ONDERWERP AFSPRAAK TOELICHTING A. GENERIEKE UITGANGSPUNTEN 1 Prognosejaar. De prognoses worden voor 2040 Er is nog geen 2050 model, ook niet . . bij het rijk. Komt pas in 2021, kunnen gemaakt. 2040 is de referentie met we niet op wachten. We gaan met 2040 -indien de projecten dit wensen- gevoe- | rekenen en doen gevoeligheidsanalyses Dn voor 2050 o.a. voor andere ruimtelijke ligheidsanalyses naar 2030 en 2050. vullingen SEG's (wrsch.op basis van WLO-H 2050) en 2030 (SEG's en net- werken reeds aanwezig. 2 Prognose instrument. VENOM 2018 De voorkeur is gebruik te maken van VENOM 2018. VENOM heeft voor regi- onale vraagstukken het juiste detail- niveau. VENOM 2018 bevat het meest actuele basisjaar en moderne software waarmee ProRail de level of service spoor kan leveren. VENOM sluit aan bij de modellijn LMS/NRM en wordt daar- om door ook het rijk geaccepteerd. VENOM 2018 is nog niet vrijgegeven voor gebruik. Een besluit hierover wordt op 13 september 2019 genomen. Toestemming voor gebruik dient door de VENOM-organisatie te worden gegeven. 3 Scope (definitie studiegebied Bepaalt ieder project voor zich zelf. en invloedsgebied). B. UITGANGSPUNTEN VOOR HET REKENEN AAN BEREIKBAARHEID 1 Ruimtelijke/economische Afgesproken wordt om voor de SEG's als | SEG's zijn sociaal economische gege- scenario’s. referentie voor 2040 zowel de vullingen | vens. In de regio zijn een hele hoop ver- vanuit het WLO als vanuit de geoptima- | schillende sets van deze gegevens. Een liseerde en recent (augustus 2019) voor | half jaar geleden is in alle bestuurlijke ZWASH geactualiseerde Planvariant MRA-platforms de Planvariant vastge- te gebruiken (werknaam: Planvariant steld. De Planvariant is na vaststelling ZWASH). nog geoptimaliseerd door ZWASH ten aanzien van de verdeling van arbeids- plaatsen en ten aanzien van het aantal luchtpassagiers Schiphol. 56 ONDERWERP AFSPRAAK TOELICHTING Het aantal vliegbewegingen en lucht- Recent (augustus 2019) is de Planvari- vaartpassagiers Schiphol is een ant geactualiseerd, waardoor die nu de belangrijke punt bij verkeersprognoses. | meest recente harde plannen voor 2040 De projecten spreken af als referentie bevat (werknaam: Planvariant ZWASH). met de uitgangspunten van het Aeolus | Voor de Planvariant ZWASH is het uit- H model te rekenen. Dit model houdt gangspunt gehanteerd dat verschuivin- voor 2050 rekening met 83,6 miljoen gen van woningen en arbeidsplaatsen passagiers. ten opzichte van de Planvariant alleen binnen gemeentes is toegestaan (en ZWASH heeft deze aantallen omgezet dus niet tussen gemeentes). naar 2040 en komt voor 2040 op 80 miljoen passagiers (18 miljoen transfer | De Planvariant ZWASH wijkt af van en 62 miljoen OD). Partijen spreken af WLO2, vooral op het gebied van ar- deze aantallen te hanteren en hierbij uit | beidsplaatsen. De Planvariant ZWASH te gaan van het ‘one roof’ principe. houdt ten opzichte van 2018 in de MRA rekening met circa 250.000 extra MASH rekent de varianten door met de | woningen. Planvariant ZWASH. Op basis daarvan wordt bepaald of één of meerdere tracé | NB. Voor Plabeka is de Planvariant varianten ook wordt doorgerekend met | ZWASH niet realistisch voor met name WLO2H. WLO2H omdat lenW hiermee Amsterdam. De arbeidsplaatsencijfers rekent. van de Planvariant ZWASH zijn voor Amsterdam aan de lage kant. ZWASH, Airport Sprinter en ProRail merkt op dat er een oneven- Ontwikkel-pad rekenen de wichtige woon- werkbalans ontstaat met projectalternatieven ook door voor meer pendel ten gevolge. ZWASH, Airport Sprinter en Plabeka beaamt dit en geeft aan dat Ontwikkelpad rekenen de projectal- deze trend al jaren aan de gang is. De ternatieven ook door voor MRA trekt arbeidsplaatsen van buiten ons land. Als bijlage 1 is de vulling van de Planva- riant ZWASH 2040 opgenomen. 57 ONDERWERP AFSPRAAK TOELICHTING 2 Prognosejaar. Mochten de projecten behoefte hebben | Met name aantal OD-luchtreizigers van om te variëren met luchtvaartuitgangs- | belang voor landzijdige bereikbaarheid. punten (als gevoeligheid dan wel in ZWASH heeft voor studiedoeleinden projectalternatieven) dan wordt afge- hierover akkoord met lenW Luchtvaart- sproken conform Aeolus H te variëren nota. Zowel de totalen als de verdeling binnen de volgende bandbreedte voor tussen OD- en Transferreizigers zijn 2040: afgeleid uit de Aeolus module. 1. _80M passagiers (waarvan 62M OD) | In bijlage 1 is zichtbaar dat een tweede en BOOK vliegbewegingen. terminal in NW 13.300 extra luchtvaart- 2. _112M passagiers (waarvan 76 OD) gebonden arbeidsplaatsen genereert. en 730K vliegbewegingen. Modelmatig worden deze aan de subre- gio Meerlanden toegedeeld. Partijen spreken af bij het 730K-model uit te gaan van het ‘two roofs’ concept, te weten een tweede terminal in het NW-kwadrant waar 28 miljoen OD-reizi- gers worden afgewikkeld. Op de hui- dige terminal worden dan 84 miljoen reizigers afgewikkeld waarvan 48 miljoen OD. Tot slot spreken partijen af dat ten aanzien van de landzijdige ontsluiting minimaal een variant wordt meege- nomen waarin de NW-terminal via de bestaande terminal met het landzijdige rail-en wegennet wordt verbonden (sa- telliet concept) en dus niet zelfstandig landzijdig wordt ontsloten. 3 Netwerken voor auto en spoor Afspraak: iedereen kijkt naar de VENOM | Voor spoor worden de landelijke als referentie 2040 2018 bijlage waarin de pijplijnprojecten | referentienetwerken 2030 van ProRail zijn opgenomen en of deze overeenko- | gebruikt. De variant 6basis is hierbij men met de eigen projectaannames. de zuivere variant omdat hiervoor geen Eventuele wijzigingen worden terugge- aanvullen-de investeringen vergt boven- koppeld. Deze bijlage voor OV (BTMen | op het huidige MIRT-pakket. De overige spoor) en weg is bijgevoegd als bijlage 2 | O+ varianten kunnen als maatregelpak- ket worden ge-bruikt. 58 ONDERWERP AFSPRAAK TOELICHTING Partijen spreken af 6-basis als spoorre- ferentie voor 2040 te hanteren (actie: check VENOM hierop!). MASH gebruikt daarnaast 8/4 als referentie. De MASH- projectalternatieven zijn vervolgens mutaties op 8/4 en worden met 8/4 vergeleken. 4 Netwerken BTM ledereen kijkt naar de bijlage en kijkt of A 5 Operationele snelheid nieuwe Snelheden (BTM) worden overge-nomen | Snelheden OV hebben veel in-vloed op OV-lijnen (pro-jectalternatief). uit het OV-toekomstbeeld regionaal. Zie | de vervoerwaarden. bijlage 3. MASH gaat voor de metroprojectalter- na-tieven uit van reêle rijtijden op basis van tracé specificaties en een maximale snelheid van 80 km/uur. MASH deelt deze informatie met ZWASH en ZWASH kiest in overleg met MASH 2 varianten die in de ZWASH schaalsprongalternatieven mee-gaan. Ontwikkelpad maakt gebruik van de bouwstenen uit het regionaal OVT. Beleidsinstellingen (ta-rieven Conform instellingen VENOM (en dus Prijsbeleid auto kan operationeel wor- OV en auto, (elektrisch) autobe- | NRM), dus vigerend rijksbeleid (o.a. den gemaakt door met de hoogte van zit, snelheden, autoluw, prijsbe- | relatief lage parkeertarieven en geen de autokosten te variëren. leid, wel/niet vrachtwagen Maut, | rekeningrijden). technologische ontwik-keling et cetera). lenW geeft aan dat we nader moeten bepalen hoe we gevoeligheidsanaly-ses vormgeven rondom autloluw, parke- ren en kosten van de auto. Ge-zien de afspraken in het Regeerakkoord wordt bekeken wat mogelijk is. Ook spreken de projecten af autoluw Amsterdam mee te nemen in een GVA (in lijn met ambities Amsterdam). 59 ONDERWERP AFSPRAAK TOELICHTING 7 Fietsinfrastructuur Uitgaan van metropolitaan snel- VENOM 2018 bevat geen fiets-progno- fiets-netwerk. semodel. Wel kan effect op de modal split op matrixni-veau zichtbaar worden gemaakt. Internationale treinen ZWASH, Ontwikkeldpad en MASH han- teren als uitgangspunten wat nu in het landelijk TBOV zit( 2 keer per uur een internationale trein van/naar Zuid (HSL). Andere INT-treinen blijven op CS. MASH gaat in de projectalternatieven ook rekenen aan varianten die uitgaan van alle INT op Zuid (dus ook Duitse treinen naar zuid (en evt. Schiphol). 1 Algemeen Varianten voor de doorgetrokken NZL en sluiten van de kleine metroring zijn een gemeenschappelijke noemer van de projecten ZWASH, MASH en Ontwik- kelpad. Partijen spreken af om minimaal één van deze onderzoeks-varianten identiek over te nemen. MASH neemt hierbij het voortouw. 2 Moment van rekenen Ontwikkelpad en MASH gaan nog in de Mocht VENOM 2018 niet op tijd af zijn, zomer 2019 rekenen. OVT en ZWASH dan stapt Ontwikkelpad over naar NRM voorzien pas (nieuwe) berekeningen in __| of VENOM 2016 gerelateerd aan NMCA oktober/november 2019. knelpunten. 3 Organisatie van het rekenen ledereen gaat zelf rekenen en huurt NE 60 Bijlage 2 B Ing vari eoordeling varianten INLEIDING In deze bijlage rapporteren we over de manier waarop in de werkstroom Tracé en Kosten de mogelijke varianten zijn beoordeeld. In het onderzoek MASH zijn voor de Noordzuidlijn en het sluiten van de Ringlijn mogelijke varianten geïnventariseerd. Daarbij is eerst uitgegaan van een brede inventarisatie van varianten en is een eerste trechtering gemaakt. De tracés zijn in een aantal stappen uitgewerkt. Een eerste trechtering heeft binnen deze werkstroom plaatsgevonden op basis van de volgende criteria: * Techniek en maakbaarheid (boogstralen > 300) * Omgeving en sloopopgave / ruimtelijke inpassing * Logica & consistentie van het geheel (vb. combi Riekerpolder zuid/ Schiphol NW) Op deze wijze bleven per tracé vier hoofdvarianten en enkele subvarianten over. Er is een beoordeling gemaakt van de hoofdvarianten. Er zijn voor de Noordzuidlijn vier varianten de A4, waarna het tracé bovengronds langs onderzocht: de Zuidwestzijde van de A4 doorgaat naar station Hoofddorp en opstelterrein. NZL-1 Bovengronds Bovengronds via noordkant van de A4 en NZL-3 Lange tunnel korte tunnel onder de Buitenveldertbaan naar Bovengronds via de noordkant van de A4, na bovengronds kopstation Schiphol Centrum Anderlechtlaan een korte onderdoorgang on- (ten noorden van WTC) en door naar station der de snelweg en spoorbundel naar zuidzijde Hoofddorp en opstelterrein. A4 richting huidig OV-knooppunt Schiphol Noord, met lange tunnel ondergronds verder NZL-2B Korte tunnel met optionele halte naar doorgaand station Schiphol Centrum Schiphol NW (ten noorden van WTC), ondergronds door Bovengronds parallel langs noordkant van de tot aan de A4, waarna het tracé bovengronds A4 en Schiphol Noordwest, via tunnel naar langs de Zuid-Westzijde van de A4 doorgaat doorgaand station Schiphol Centrum (ten richting station Hoofddorp en opstelterrein. noorden van WTC), ondergronds door tot aan 61 NZL-4 Gestrekte tunnel Bovengronds tot spoorbundel richting Bovengronds via de Noordkant van de A4, Haarlem en vanaf daar start een boortun- na Anderlechtlaan een korte onderdoorgang nel richting station Nassauplein, langs onder de snelweg en spoorbundel naar Haarlemmer Houttuinen voor ondergrondse zuidzijde A4 richting huidig OV-knooppunt aansluiting op de Oostlijn in het metrostation Schiphol Noord , direct ondergronds verder Amsterdam CS. naar doorgaand station Schiphol Centrum (ten zuiden van WTC), onder heel Schiphol R-4: Noordelijk geboord via Oostzaanstraat Centrum door, passeert de A4 en A5, waarna Vanaf Isolatorweg bovengronds langs het het tracé bovengronds aan de zuidkant van bestaande metro-emplacement, voor de de spoorbundel doorloopt tot aan station kruising met het hoofdspoor en Nieuwe Hoofddorp en opstelterrein. Hemweg start een boortunnel richting station Haven-Stad (ligging in het verlengde van de Er zijn voor het sluiten van de Ringlijn drie Oostzaanstraat), ondergrondse kruising met varianten onderzocht: het hoofdspoor richting station Nassauplein, ondergronds verder langs Haarlemmer R-1: Zuidelijk bovengronds via treinspoor Houttuinen, naar ondergrondse aansluiting naar Oostlijn op de Oostlijn in het metrostation Amsterdam Vanaf Isolatorweg bovengronds langs het CS. bestaande metro emplacement, langs de zuidzijde van het hoofdspoor richting station Haven-Stad (ligging bij Transformatorweg). Bovengronds tot spoorbundel richting Voor het beoordelen en scoren is gebruik Haarlem, via onderdoorgang richting station gemaakt van een 5-puntsschaal: Nassauplein. Vanaf dit station via het huidige ++ Uitstekend: mogelijk boven verwachting treinspoor langs Haarlemmer Houttuinen, + Goed: wenselijk niveau ondergronds bij Nieuwe Westerdokstraat voor +/- Redelijk: minder dan beoogd, maar ondergrondse aansluiting op de Oostlijn bij mogelijk goed genoeg metrostation Amsterdam CS. - Matig: niet goed genoeg, aanpassing nodig R-3: Zuidelijk geboord - Slecht: potentiële showstopper Vanaf Isolatorweg bovengronds langs het bestaande metro-emplacement, langs de zuidzijde van het hoofdspoor richting station Haven-Stad (ligging bij Transformatorweg). 62 Beoordeling verlengde Noordzuidlijn Maakbaarheid (--) omdat er kop gemaakt moet worden en De aanleg van de metro in een gebied waar de metrosporen elkaar kruisen, waardoor de veel activiteiten en bebouwing is, zoals bij beoogde spitsfrequentie in de toekomst niet Schiphol en de Zuidas vormt een uitdaging. kan worden verhoogd. Alleen de gestrekte Ook zijn er specifieke restricties vanuit de tunnel NZL-4 scoort slecht (--) op robuustheid luchthavenoperatie. Daarom scoren bijna doordat deze niet door te trekken is naar een alle varianten matig (-) op maakbaarheid. eventuele NW terminal. Ervaring met vergelijkbare tracés is dat er voor de technische en ruimtelijke vraagstuk- Ruimtelijke inpassing ken oplossingen gevonden kunnen worden. De bovengrondse varianten NZL-1 en NZL-1A Variant NZL-4 (Gestrekte tunnel) krijgt voor scoren matig (-) op ruimtelijke inpassing. maakbaarheid de beoordeling slecht (--) om- Vanwege de volledig bovengrondse ligging en dat er mogelijk een conflict met de bestaande de aanwezigheid van andere functies is de treintunnel ontstaat en er voor het station op inpasbaarheid minder goed. Schiphol zeer weinig ruimte is als de nieuwe Terminal A is gebouwd. De korte tunnelvarianten NZL-2 en NZL-2b en de lange tunnelvarianten NZL-3 en NZL-3a Hinder realisatie en eindfase voor omgeving scoren redelijk (+/-). op ruimtelijke inpassing. Bijna alle varianten scoren redelijk (+/-)op de Het station van NZL-4 is moeilijk inpasbaar op hinder tijdens de realisatie- en eindfase voor Schiphol Gentrum en scoort matig. de omgeving. De hinder blijft relatief beperkt door bundeling met andere infra en buiten Gebiedsontwikkeling Amsterdam is er relatief weinig stedelijke Voor alle varianten geldt dat er bij Amsterdam omgeving. Alleen variant NZL-4 (Gestrekte Zuid al veel ontwikkeld is. Door de metro zijn tunnel) scoort minder goed en krijgt op dit geen nieuwe gebiedsontwikkelingen voorzien. aspect de beoordeling matig (-)door verwach- De werklocaties en de woongebieden bij te hinder voor Terminal A en de landzijdige Amsterdam Zuid worden beter ontsloten en infrastructuur. zo bereikbaarder voor meer werknemers. Robuustheid Rond station Johan Huizingalaan is ten noor- De meeste varianten scoren positief op den van het knooppunt de Nieuwe Meer een robuustheid omdat ze in de toekomst uit- grootschalige gebiedsontwikkeling gepland breidbaar zijn. Echter NZL-1 scoort slecht onder de naam Schinkelkwartier. Door de 63 komst van de Noordzuidlijn zal geen volume Kosten worden toegevoegd, maar meer kwaliteit. Voor De verschillen in kosten van de varianten de varianten die langs Schiphol Noord-West liggen in een bandbreedte tussen € 1,6 — € gaan, geldt dat hier ruimte is voor bedrijvig- 3,4 mld. Variant NZL-4 (gestrekte tunnel) heid al of niet gekoppeld aan een tweede heeft de laagste kosten met € 1,4 — 3,0 mld. terminal (NZL1-B, NZL2-B). Voor de lange (ex BTW, PP 2019). tunnel (NZL3) gestrekte tunnel (NZL4) zijn er minder mogelijkheden voor gebiedsontwikke- Planning ling bij Noord-West omdat ze aan de zuidkant Zoals uit het overzicht van de planning van de A4 liggen. blijkt kunnen de varianten NZL 1B, NZL-2B en NZL-3 najaar 2031 of begin 2032 opera- Bij Hoofddorp zijn kansen voor gebieds- tioneel kunnen zijn. De bouw NZL-4 vraagt ontwikkeling en die zijn voor alle varianten meer tijd omdat de aanleg van het complexe gelijk. Schiphol Trade Park (STP) is 736 ondergrondse station met de looproutes op hectares groot en is multimodaal ontsloten Schiphol de bepalende factor is en exploitatie met ligging aan de A4, in de nabijheid van kan start in augustus 2035 starten. station Hoofddorp en met een eventuele extra halte bij STP. Ten noorden van het Vervoerwaarde station Hoofddorp ligt Hyde Park, waar een De verlengde Noordzuidlijn neemt vervoer grootschalige transformatie plaatsvindt van over van het treinsysteem tussen Schiphol en een kantorenpark naar een nieuwe woonwijk Amsterdam en doet het qua vervoerwaarde met hogere dichtheden dan Hoofddorp nu goed. De transfer op de knooppuntstations kent. De wijk Graan voor Visch ten oosten van Schiphol en Zuid neemt af qua drukte omdat het station is een gemengde wijk met lage er directere verbindingen ontstaan waardoor dichtheid, die wordt getransformeerd. de behoefte om over te stappen afneemt. De verschillen in vervoerwaarde van de diverse Afhankelijkheden onderzochte tracés van de Noordzuidlijn De variatie zit vooral in het wel of niet aan- zijn relatief beperkt. Het aandoen van de doen van de locatie Schiphol Noord-West. De locatie Noord-West kan een positief effect op eventuele komst van een tweede terminal bij de vervoerswaarde hebben, indien daar een Noord-West is een mogelijke afhankelijkheid. nieuwe terminal komt of ingevuld wordt met Echter er zal bij het niet realiseren van een andere verstedelijkingsconcepten. Het omrij- terminal ruimte zijn voor andere ontwikkelin- den en het keren op Schiphol Centrum kost gen die een eventueel metrostation kunnen relatief veel tijd (NZL-1B). De meest directe rechtvaardigen. variant (NZL4), die overigens Noord-West niet aandoet, scoort relatief goed vanwege de kortste reistijd. 64 CRITERIA THEMA'S NZL-1B NZL-2B NZL-3 NZL-4 Ruimtelijke inpassing Gebiedsontwikkelingen Kosten opbrengsten Kosten aanleg € mld. de TABEL 7. TOTALE BEOORDELING NOORDZUIDLIJN 65 Beoordeling Sluiten Kleine Ring Maakbaarheid de functiesoort en mix van de ontwikkeling De technische maakbaarheid van de varian- niet zelf kan bepalen (vanwege het ontbreken ten verschilt niet sterk, maar is op bepaalde van grondpositie). punten wel complex. Dit geldt onder meer voor de aansluiting op het bestaande metro- Afhankelijkheden netwerk bij Amsterdam Centraal. Op het gebied van afhankelijkheden zijn de meeste varianten gelijkwaardig beoordeeld: Hinder realisatie en eindfase voor omgeving redelijk (+/-). Voor alle varianten geldt dat er Van het bovengrondse tracé R-1 wordt veel afstemming nodig is met de verdichting in hinder in de realisatie verwacht. De twee het gebied Haven-Stad. De variant R-1 heeft geboorde varianten scoren goed (R-3) redelijk meerdere afhankelijkheden en is als matig (R-4), vanwege complexere inpassing station gescoord. Daarbij gaat het o.a. om de bouw- Oostzaanstraat. werkzaamheden van PHS voor Amsterdam Centraal. Daarnaast is door NS/Prorail Robuustheid aangegeven dat ombouw van het Prorail spoor Alle varianten scoren goed op robuustheid, pas kan starten na realisatie van de doorge- doordat ze extra redundantie toevoegen aan trokken Noordzuidlijn naar Hoofddorp, zodat het metrosysteem. Alleen R-1 scoort slecht er te allen tijde een directe verbinding is van (--) doordat het de robuustheid van het spoor Schiphol naar Amsterdam Centraal. verslechtert vanwege uitname van capaciteit. Kosten Ruimtelijke inpassing De verschillen in kosten van de varianten De bovengrondse varianten R-1, leveren grote liggen in een bandbreedte tussen € 0,/ — € 2, problemen op voor de ruimtelijke inpassing, mld. De aanlegkosten van R-1 zijn het laagst met name ter plaatse van de Haarlemmer met € 0,7 - 1,4 mld., R-3 is gemiddeld met € Houttuinen, en scoren daardoor slecht (--) 0,9 - 1,9 mld. en R-4 via de Oostzaanstraat op dit aspect. De variant R-3 is deels boven- heeft de hoogste kosten met een bandbreed- gronds en levert hinder op voor inpassing en te van € 1,1 - € 2,2 mld. is als redelijk beoordeeld (+/-). De geboorde varianten R4is in principe goed (+) inpasbaar. Planning Voor alle varianten is een planning opgesteld Kansen voor gebiedsontwikkeling die varieert van start exploitatie in januari Vanuit de ontwikkelpotentie van Haven-Stad 2031 (R-2) tot november 2034 (RI). Daarbij is bezien gaat de voorkeur uit naar de varianten ook in beeld gebracht welke kunstwerken of die de Hemknoop aandoen (R-l en R-3). Deze omgevingen complex zijn en waar meer tijd locatie biedt mogelijkheden om zeer hoge voor nodig is. Voor de tijdelijke varianten geldt dichtheid te realiseren en dat is ook goed dat zij net als R-1 een planningsrisico kennen mogelijk vanwege eigen grondposities van de omdat zij gebruik maken van het treinspoor gemeente. De variant via de Minervahaven (R- op station Amsterdam Centraal, waar veel 4) heeft niet de voorkeur omdat niet aan alle afhankelijkheden zijn van andere projecten. zijden van het station Minervahaven verdicht Zie hiervoor ook de afhankelijkheden. kan worden door de aanwezigheid van parkzo- nes en openbare ruimten en dat de gemeente 66 Vervoerwaarde de tracévarianten kunnen redelijk omvangrijk Het sluiten van de Ringlijn heeft een groot zijn met een omvangrijkere ruimtelijke positief effect op de reizigersaantallen aan ontwikkeling. De varianten R-1 en R-3 kennen de westkant van Amsterdam, maar ook de de kortste route en het station Haven-Stad Oostlijn groeit daardoor flink. De verschillen ligt midden in het verstedelijkte gebied en zijn in vervoerwaarde van de diverse onderzochte goed (+) beoordeeld. Het tracé R-4 is iets lan- tracés van de gesloten Ringlijn zijn relatief ger en het station Haven-Stad ligt excentrisch beperkt in het verkeersmodel, gegeven een van het centrum van de gebiedsontwikkeling beperkte groei van nieuwe gebiedsontwikke- en is daarom redelijk (+/-) beoordeeld. lingen bij Haven-Stad en Hooffdorp. De on- derlinge verschillen in vervoerwaarde tussen CRITERIA THEMA'S se sen) se Gebiedsontwikkelingen Kosten opbrengsten Kosten aanleg € mld. de TABEL 8. TOTALE BEOORDELING SLUITEN VAN DE RINGLIJN 67 Bijlage A: Rapportage Tracé en kosten Bijlage B: Rapportage Businesscase en bekostiging Bijlage C: Rapportage Vervoerkundige uitwerking 68 EN) 1 Ce * ES Ek A € Den CEL NARE eN 5 mA a) OPN EED Se EL tk Ee bn B OE ; tn ia de Umm 'lm EEE OOOr EE EE n EE Lp, À tp ale EN NN - e ee Ds f En 45 vern ln B Enter, Ze, INL” 7 MEER D: + El, eit its mi | SE HE en ere _ DS a er Oer ‚ B : 8u SOM hs k - 4 08 88 ese Eg î 1 „5 e & ee id re E he EE E mn = 4 % Te ED. & UA bos Se ze zet 5 Ö e nt Ee he me Dm ma de ml: A a à E ij: ve | mn GER SS eN eh q Wir enn 7. ij« \ nm gr Granen” 4 Bi 5 , Ent € mel on : H Ï n = % ese id ' mT “NEE Ke Er DE MR, Nn = HE Ee *(£ Emile PN Nes Oee UE REL d Me " sebrer CIE me Re Á ee er AES: 3e ee SME Tk ERA Ee \ NE ZEN. 48 Hr 5 eer Be 5 B Tse 5 n a ek Ar er 5 id 5 = el „' MN a ad zl Á _ Ee ï En, KS ijee 5 < Le A on nt Pet ze Ee NE dE 7 SEr zi Bn te matt — cet wegogapotnos Ee is m SSULIEn SS, "ERE Pati 8 \ me: CEP En LA ee Sen 5 5 sais Merci | ZEER due lijn Rie sg kins SNIEZN 7 Ellie eer en oe En We NS BS, en SIRE freres fi Sr US “ Mn Mes Il Ln So , u 2 NK EI Pr zits SE ee B bee ED mj Nen ELSE ES N SVA IE. Se Ve lms Er ed 55 Hr EOase flim ARN 5 hin A Oe, _ 7 A Ee Em nr ze Ee. Se #6 OEI) ä MD SALCA SSD geel Bl In, EE el HENNA: iS sn 0/4 AL x N, - rTMS | EEE Cf. ten, Sfeen head rd ZAT AA De kn . en oee Vi fan Ma az I EAN INA 2 INAS MP A: ee Scan WEE SNIARAG “ EA a sisa * WE es, Wis ENIS „ SHE ten Slee WENS S “, is RD OA Etje SWO EENES NE Se en t s+ ze ï 00e ae, zE sa itn tl s nn, „BN En 5 5 Oel El Ji Ath rn Jeen (s=:5 q Es fn a: me: EE seline mieten nn ne ST is Pe … ek Wer - ze SOD OLE, ag Mm 5 AS ie Ee dem ed E mt aj d Ge Ee „Magi oad8h heek k ssl ee zend 2e, SE Dee ; en „ Ee Her ne em eK a en Ted NE Zer . Pr SSI eN Ò u ev A rt ats z vandir: erk We NOEL mio) Ì zend Em IN Ze ttid se Ee * En N En at nd: we ze 4 Ee Zee 1E 7 zen . ef ben Eg pe & Vr NE AA als. WEN Se Ei SN! rie ante EE Ee 5 % Tm ran Ol ln Saan ee SC Cg JE zld | B: EDEN ME en Se 3 EP LE @ ani Dr sE COO BE man mem BRE ME ERN DE a En sE Ee « NAE Dr ES AN ee pag aai zuaor 35 ijn Zer tn SS Sk a S. tt es NV Nen ke ghb: 3 OUJJ BE DSS anr ne beek Lb rr lr qe MEE A IEP EE AAS ETE SFA al d “ a, on A da ns „EA lm Zit nm sale Bs LO IIS aan Snes ai et ee a Gl U Zu, erder Wm JI ne jj: Pod ls Sn en hebss |L RN SE AEEA, Erkent gee dl ú oe ass, ital gein Bess d NE hg La the an ee SEN Nn CE SD nan [EP OOS nne: bag ee ee ML A en Letse gi KE 5 Az wrr ke SU ee: ei INN s SN ar ii Ee WE Em Ù Edi N en zet A zene WE ei WE zn Er pe EN eee dà Ee En ÎnE ’ 5 EEEN Es er ar Sik, Ee Ë TE : 4 Gr MEN. en ee EM EEN kr 2 g ES bis En KN es FN 5 : Ì el de Eten Gn a [== En Eea oi EAN PW eZ B A _ OT er je ak N Ss Gj AD En De AE reen DER ja I= Det EO OA É mi COgiia C oN 5 at ® hate, Ee kà ” EE En « eben et 8 nn En 8 Sg = hal Mi petoidosldigoo 5 1 EN … A WE nie oradsddenmeniar: … Is NA, ; edoan lee Sant zaniemmi masmkis — - EN et Ä me _ De kn DO Ee 2 Re 0 : be …StESsmmzmam See ee f ad î Nn [Be Soni. EE a rt Ten, : / sr een ‚ze TRG Lan tEed en i ( zur Cvane + NE Lbs! PR ü B 8 ne sr IE AN an: B ee L _ En Sil dana en, Nine “mige dab dt Epo LES Er A Bake Bn Shet tE S \ De ai ES BESh ae EED Sie za 5 mi, et Ne vam Le en Sirs ME TO, ie DE Re peel ed rn „ £ El ne Ee rit Weel = - Xe 6 s. © in ln IEEE nd Or ee „> en ie ET 5 t St : 3 Kra RES SIE en f _ LA E N _ Pr ed Er Dy ke En oe Te j reen © B 4 De A 7 &e + eN #: ee SS zt Ope ® As . Ì wdd DE % a en > Ln % 8 À ‘ 5 AOR An Oli dr zins Ne, Spots Ì Ô Pe HR mi, LEENE Mp nt Ee «25 % ZN 6 GS, s$ Ep s, Kera Zi Bie ane Fiel Ent S/E vk / A Mb PL ene Vat AEK - © ve Ke NEER EEG me, ee 8e d ek fen Saar ECE aire en f © Sf Ie es Em JE en EN Bajis a Cad Jt AN torn ae 4 er rd dip Te He Barrie Ee — ZIN ” é s Zn ‘ HE eet Pl? Ar r Een _ ee Á Lr _ ci ie + Ge Anet Bede Nep P Hlppe SU EE le Et ds ; EN « Ne Nt RDE GUEG Be ES an PE té S Sp EE DEE We Ee oan A liner TN °S es NN ts VIE Near dE Ot Mp 1 NV E, se EE EE ENNE An ee Rt en AE Aas UE 5 Ì ID Dd REN Lp ag Lr A A ns & % WE „ KA we, ere GREAES B 5 D is, ae ae } d NE Ee el GERD: E oe Ee a ER ER WE Si ES, Ee E RE me Nan u en SE 8 Ì & : © en eN. : De 8 ee Re Ze Rat 5 è EN Ns 8 A oe BN 4 nn dé: ä ne tj ä Se 8 * VEA: CAE et ii A. ENA ä Sig … E 5 Hr EP Ne dr EE ae ON EE EDEN ME Ee Tes si de Ee % Nrd EN ke Fers e - 68 Ae RA CEN ne PELON Bi NE at B n= ì & nt A A L rete SL Ee ir " a _ te Orr 2 AMEN Nn A De ndr Ee Seer EE BEAN. Vane SN Te 8 zi EN En ee RS : e me dri) EAA A Re 8 EE: Kn De es ste vn > Dn en A Nee adt xl > n Qd e nd Ee à _ EN 5 ASS « ". … & jee 0 2 Eng Ze ®: 5 En ; _ “ Ae Dd en 3 ge e > wt ié
Onderzoeksrapport
70
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 871 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 9 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de begroting voor 2015 (pilot regenwater voor huishoudelijke activiteiten). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — inde begroting als doelstelling wordt aangegeven dat Amsterdam een goed werkende en robuuste riolering dient te hebben; — dit college aangeeft te willen inzetten op duurzaamheid; — Amsterdam net als andere steden te maken heeft met veel bebouwing en klimaatverandering, wat hevige piekbuien met zich meebrengt; — een uitgekiend beleid nodig is om regenwater zo goed mogelijk te bergen; Constaterende dat: — een grote hoeveelheid neerslag rechtstreeks terecht komt in het riool; — door regenwater niet direct te laten afvloeien naar het riool maar eerst voor andere doeleinden te gebruiken, het riool en waterzuiveringsinstallaties veel minder belast worden; — dit bovendien een besparing kan opleveren voor bewoners, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te onderzoeken of bij een gemeentelijk nieuwbouw- of renovatieproject een pilot kan worden gedaan waarbij regenwater wordt gebruikt voor huishoudelijke activiteiten, zoals toiletspoeling, tuinbesproeiing, wasmachine, etc; — de uitkomst van dit onderzoek terug te koppelen aan de gemeenteraad uiterlijk in juni 2015. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
train
> Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid Z Agenda van de openbare Commissie Leefomgeving en Economie van 6 oktober 2015 Vergaderdatum dinsdag 6 oktober 2015 Tijd 20:00 Locatie President Kennedylaan Voorzitter _R. Piers Bestuursondersteuning A. van Driel 1. Opening en vaststellen agenda 2. Mededelingen 3. Spreekrecht belangstellenden 4. Vaststellen concept-verslag van de vergadering van 2 september 2015 5. Toezeggingen en termijnagenda 6. Vragen over actualiteiten aan het DB 7. Adviesvraag voor het Amsterdams Ondernemers Programma 'Ruimte voor ondernemers!’ 2015-2018 (ter bespreking) 8. Marie Heinekenplein PvE en VO (ter bespreking) 9. Sluiting 1 Commissie Leefomgeving en Economie - dinsdag 6 oktober 2015 Ter kennisname stukken: - Aanwijzingsbesluit gewijzigde OAIS locatie 14-05 PC Hooftstraat t.h.v. 101 in de wijk Museumkwartier - Aanwijzingsbesluit gewijzigde OAIS locatie 40-04 t.h.v. Rijnsburgstraat 34 in de wijk Hoofddorppleinbuurt - Memo stand van zaken uitvoeringsplan verkeersveiligheid 2
Agenda
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 26 juni 2023 Portefeuille(s) Sociale Zaken Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink Behandeld door Directie Inkomen ([email protected]) Onderwerp Eindrapport Amsterdams experiment bijstand Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief bied ik u met trots het eindrapport van het Amsterdams experiment met de bijstand aan. Het rapport kijkt terug op ruim vier jaar (2018-2022) onderzoek naar verschillende vormen van begeleiding van bijstandsgerechtigden en geeft (beleids)aanbevelingen voor de vitvoeringspraktijk. Op 27 juni a.s. organiseert de gemeente Amsterdam samen met de Hoge School van Amsterdam (HvA) en de Universiteit van Amsterdam (UvA) een slotconferentie, waarvoor u bent uitgenodigd. De onderzoekers presenteren dan de inzichten en aanbevelingen en gaan hierover met de aanwezigen in gesprek. Wij nemen de aanbevelingen, die deels al zijn overgenomen, ter harte. Met het eindrapport komt het experiment met de bijstand in Amsterdam ten einde. De inzichten gebruiken we om de regeling bijverdienen in de bijstand, die sinds 1 maart 2021 openstaat voor iedereen die in Amsterdam bijstand ontvangt, te verbeteren. Hoe het college opvolging geeft aan het eindrapport leest u in deze brief. Aanleiding experimenten Participatiewet Op 1 april 2017 trad het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet in werking, waarmee gemeenten de mogelijkheid geboden werd om door middel van experimenten te onderzoeken hoe de Participatiewet met betrekking tot arbeidsinschakeling van bijstandsgerechtigden doeltreffender uitgevoerd kan worden. Om als experimenteergemeente in aanmerking te komen om op onderdelen en voor een bepaalde periode af te wijken van de wet, werden voorwaarden gesteld. Een voorwaarde was, dat de bij de wet verplicht voorgeschreven verordeningen van de aanvragende gemeente in overeenstemming zijn met de wet, zoals het verplicht toepassen van de tegenprestatie. Amsterdams experiment De stringente, voor Amsterdam veel te beperkende randvoorwaarden van het landelijke experiment onder de AMvB!, was voor Amsterdam in 2017 aanleiding een eigen experiment op te zetten op basis van de motie van de leden Groot Wassink, Verheul en Bijleveld? Het experiment + Gemeenten die binnen de kaders van het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet onder de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid experimenten met de bijstand uitvoerden waren: Groningen, Deventer, Nijmegen, Tilburg, Utrecht/Zeist en Wageningen. 2 amsterdam. raadsinformatie.nl/2017/motieg73/experimentbijstand Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 juni 2023 Pagina 2 van 5 was een kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar het effect van verschillende begeleidingsvormen en naar het effect van de bijverdienpremie op economische en maatschappelijke participatie en welzijn van de deelnemers. Het experiment kende rond 5.000 deelnemers waarvan ca. 750 meededen aan het wetenschappelijk onderzoek. Doordat het Amsterdams experiment niet onder de AMvB viel, werd het experiment naar eigen wensen opgezet. Door de verschillen in met name de duur (vier jaar in plaats van twee jaar, inclusief een extra jaar effectmeting) en het volume aan deelnemers, bood het Amsterdams experiment de kans op meer wetenschappelijk betrouwbare inzichten. Kern van de aanbevelingen en opvolging Zoals eerder met u gedeeld* heeft het college begin 2021 besloten tot een vervolginzet naar aanleiding van tussentijdse inzichten van het experiment, met name vanwege het positieve effect van de bijverdienpremie op het werken in de bijstand. Daarmee krijgen sinds 1 maart 2021 alle Amsterdammers die werken in de bijstand de bijverdienpremie. De bijverdienpremie maakt werken in de bijstand aantrekkelijker en stimuleert bijstandsgerechtigden om de stap naar werk te maken, zodat werken in de bijstand loont en een bijdrage levert aan het versterken van bestaanszekerheid. Meerdere gemeenten in Nederland hebben het voorbeeld van Amsterdam om de bijverdienpremie als regeling in te voeren opgevolgd?. In het eindrapport doen de onderzoekers uitgebreide aanbevelingen voor (aanpassing van) de dienstverlening aan bijstandsgerechtigden. In de raadsbrief van 16 januari jl. heb ik vw raad al geïnformeerd over de inzichten op basis van de nameting (T3). Een belangrijke constatering is dat er geen significant verschil is tussen de drie begeleidingsvormen. Dit betekent dat niet één bepaalde vorm van begeleiding passend is en dat er ruimte is om bijstandsgerechtigden maatwerk te bieden. Uit het experiment bleek ook dat bijstandsgerechtigden die meer dan 16 vur per week werken, meer kans hebben uit te stromen naar werk dan mensen die minder dan 16 vur werken (grafiek 1). Grafiek 1: vitstroom®% op basis van werkuren Percentage uitstroom naar werk in T3 ten opzichte van TO zo 41% 40% 20 22e mn n n 20 10 0 o 1-16 17-24 =24 Gedurende het hele experiment blijkt dat mensen met een parttime baan van meer dan 16 uur vaker uitstremen dan mensen zonder of met werkuren gelijk of minder dan 16 uur. 3 De drie begeleidingsvormen zijn: extra aandacht, zelfregie en reguliere begeleiding. De respondenten die reguliere begeleiding kregen heetten in het experiment de vergelijkingsgroep. 4 amsterdam.raadsinformatie.nl/document/raadsinformatiebrief2021116 5 Onder andere de gemeenten Wageningen, Leeuwarden en Rotterdam $ amsterdam.raadsinformatie.nl/document/raadsinformatiebrief20230116 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 juni 2023 Pagina 3 van 5 Mede door de inzichten vit de jaarlijkse tussenrapportages en het effect van de bijverdienpremie is al een aantal zaken in gang gezet. Naast het beschikbaar maken van de premie voor iedereen is de afgelopen 2 jaar intensief ingezet om bijstandsgerechtigden beter te kunnen koppelen aan beschikbare vacatures: niet-werkenden worden naar werk toegeleid op basis van het gezamenlijk ontwikkeld klantbeeld, waarmee een werkperspectief in kaart is gebracht. We hebben werkende parttimers geholpen aan vrenuitbreiding en hen ondersteund bij het vitonderhandelen van betere arbeidsvoorwaarden. Met deze aanpak zijn ondertussen meer dan 300 parttimers begeleid naar volledige uitstroom uit de bijstand. De aanpak krijgt een regulier vervolg: er is een visie op deeltijdwerk vastgesteld, waarbij onder andere ook deeltijdwerk als hoogst haalbaar voor een belangrijke groep mensen in de bijstand wordt gewaardeerd. Om bij deeltijdwerk te zorgen voor een betrouwbare en foutloze inkomstenverrekening en werkenden met vooralsnog vaste inkomsten te ontlasten, zijn we gestart met pilots die deze verrekeningen eenvoudiger maken en waar mogelijk het proces te automatiseren. Deze pilots lopen door en worden gefaseerd uitgebreid van vast naar variabel inkomen. In het najaar wordt u hierover nader geïnformeerd. Agenda bestaanszekerheid Het experiment laat de meerwaarde zien van een gedifferentieerd gemeentelijk bijstandsbeleid, met minder focus op uitstroom en meer zicht op de individuele mogelijkheden en beperkingen van de bijstandsgerechtigden. Naast aandacht voor deeltijdwerk was er ook ruimte voor andere vormen van participatie, zoals vrijwilligerswerk en mantelzorg. Dat blijkt voor een substantiële groep bijstandsgerechtigden het hoogst haalbare. De bijverdienpremie is daarbij een belangrijk instrument, een kansrijke eerste stap richting het versterken van meer bestaanszekerheid. We werken dit verder uit in de Agenda bestaanszekerheid, waarin de visie van het college op dit onderwerp zal worden verwoord. We willen af van ad hoc maatregelen als reactie op de actuele bestaanszekerheidscrisis en gaan als gemeente voor de lange termijn een aantal verbeteringen doorvoeren. De uitkomsten van het experiment sluiten daar op aan: in Amsterdam wordt het bijstandsbeleid gebaseerd op vertrouwen in de burger en de inzet op wat wél mogelijk is, in plaats van wat niet mag of kan. Waar heeft iemand wél recht op, is iemand ook echt geholpen of is er wellicht ook nog andere hulp nodig. De speerpunten zijn: nabije dienstverlening, persoonlijk en integraal. Community of practice? Uit het experiment kwam nogmaals duidelijk naar voren dat de klantbegeleider een cruciale rol speelt bij het welbevinden en de perspectieven van bijstandsgerechtigden. Persoonlijke aandacht, vertrouwen, het maken van een weloverwogen begeleidingskeuze, medezeggenschap over de doelstellingen en het tempo daarin (maatwerk, geen one size fits all) vereisen investeringen in het vakmanschap van de klantbegeleider en het professionaliseren van de dienstverlening. Dit is mede de reden waarom Amsterdam samen met andere gemeenten en partners? deelneemt aan de Community of Practice Gewogen Maatwerk vanuit Divosa, waar juist op deze onderwerpen ingezet wordt. 7 divosa.nl/commvunity-practice-gewogen-maatwerk 8 Met onder andere gemeente Arnhem, Den Haag en Tilburg, beroepsopleidingen, de Beroepsvereniging voor medewerkers in sociale domein (SAM; sam.nl) en het wetenschappelijk onderzoeksbureau TNO (tno.nl) wordt gewerkt aan verbetervoorstellen voor de re-integratiepraktijk op basis van wetenschappelijke inzichten. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 juni 2023 Pagina 4 van 5 Verdere opvolging van de aanbevelingen Het college zal verder kennis nemen van de aanbevelingen. Het is niet mogelijk om âlle adviezen in het eindrapport gelijktijdig op te volgen. Belangrijk is om de lessons learned uit het experiment onder de aandacht te brengen en te implementeren. Kern daarbij is meer persoonlijke aandacht, maatwerk, waar nodig frequent(er) contact, op een wijze waarop bijstandsgerechtigden zich gezien, gehoord en gewaardeerd voelen. Uit de nameting bleek al dat voor specifieke groepen Amsterdammers (extra) kwalitatieve aandacht en maatwerk voor de (werkzoekende) bijstandsgerechtigde meer oplevert als het gaat om (meer) kans op werk, werk en werkbehoud. Zie ook grafiek 2. Onder het project ‘Amsterdammers begeleid aan de slag’ worden al verschillende nieuwe vormen van begeleiding uitgeprobeerd met als doel het vergroten van de duurzame arbeidsparticipatie van mensen met een (vermoedelijke) arbeidsbeperking. Grafiek 2: % werkenden (betaald werk) per tussenmeting en per begeleidingsvorm Betaald werk Percentage werkenden Percentages werkenden (T3) alle deelnemers per groep Je 4 EN eer 66% Extra aandacht EN 60% Vergelijking san WEA kliks is " _ 56% Zelfregie mr 50 Ne To T2 Ta XK Nen À TO T1 T2 T3 el In de coronacrisis zijn veel -3% deelnemers met betaald werk deelnemers minder gaan werken. In de groep ‘Extra aandacht’ hebben meer personen hun werk behouden. Werkuren Deelnemers die hun baan behouden, gaan meer werken uren per week TO: 14,6 uur =mememmmmmee Ti]: 16,8 uur mmm T2: 17,7 uur meme T3: 19,0 uur In het wetsvoorstel ter herziening van de Participatiewet dat momenteel voorligt voor internetconsultatie, is de stimuleringsregeling arbeidsinschakeling (bijverdienpremie) niet uitgebreid. Wel is een nieuwe vrijlatingsregeling opgenomen (met behoud van 15% van inkomsten vit werk) met een langere duur en voor een bredere doelgroep. De verwachte invoeringsdatum van deze regeling is 1 januari 2025. Het college vindt deze wetsaanpassing onvoldoende en blijft daarom de ontwikkelingen rondom het bijverdienen in de bijstand kritisch volgen. Ook is in de wet de stimuleringsregeling arbeidsinschakeling als tijdelijk aangemerkt; het college blijft zich echter inzetten om in Amsterdam de bijverdienpremie structureel beschikbaar te houden’. daarnaast werkt het college een voorstel vit voor een experimentele vitstroompremie en om werken in de bijstand nog meer te stimuleren, beide in het kader van de aanpak ledereen kans op werk (IKOW). 9 De maatregelen vit het eerste spoor herziening Participatiewet zullen op z'n vroegst per 1 janvari 2025 ingaan. Dit betekent dat de bijverdienregeling in Amsterdam minimaal met 1 jaar zal moeten worden verlengd, wil het college deze regeling ook vanaf 1 janvari 2024 beschikbaar houden. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 juni 2023 Pagina 5 van 5 Tot slot Met het rapport sluiten we het experiment met de bijstand af. Graag wil ik iedereen die dit experiment mogelijk heeft gemaakt van harte bedanken, met name alle bijstandsgerechtigden die hebben geparticipeerd in het onderzoek. Het is fantastisch om te zien hoe zij zich hebben ingezet en aan de bron staan van de inzichten en aanbevelingen die nu voorliggen, in een periode die door onder andere de coronacrisis ontegenzeggelijk niet gemakkelijk was. Uiteraard bedank ik ook de onderzoekers van de HvA en de UvA. In het eindrapport worden vanuit ervaringen uit het experiment met de bijstand nadere aanbevelingen gedaan, zoals het langdurig blijven experimenteren met grote groepen voor meer significante inzichten. Het college blijft zich inzetten voor nader (wetenschappelijk) onderzoek en meer experimenten om de dienstverlening evidence based verder te ontwikkelen. In het derde kwartaal van dit jaar kom ik met een raadsinformatiebrief over de stand van zaken van het programma ledereen kans op werk (IKOW), waarin onder andere de inzet op deeltijdwerk in de bijstand een vervolg krijgt. In die brief zal het college ook aangeven op welke wijze de aanbevelingen uit het eindrapport verder praktisch vorm krijgen. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Ed { / nf AA AAT Tee Rutger Groot Wassink Wethouder Sociale Zaken Bijlage: e Eindrapport Amsterdams experiment met de bijstand Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
5
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Motie Jaar 2021 Nummer 130 Behandeld op 10 maart 2021 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021 Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen (Geen dancefestivals in Tuinen van West) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de beraadslaging inzake het wijzigen van de locatieprofielen (NR. VN2021-000707). Constaterende dat: — in 2019 het aantal klachten over evenementen in Nieuw-West is toegenomen met 48,1% en in Westpoort met 380% ten opzichte van 2018. Overwegende dat: - het college stelt dat dancefestivals juridisch niet uitgesloten kunnen worden bij de Tuinen van West; - het college in het locatieprofiel Noorderpark bewoners wél ‘geen dance festivals’ belooft. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Geen dance-evenementen toe te staan in de Tuinen van West. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren
Motie
1
train
BEE EE Ee de A EEn, ne nn Ko nk re Mr EN en & RNN: de EE Ef DN een m wen BE Es Bte! Kes: ip J 4 ni bn. 7 5 BEN NOS Ë En KE Er L Gl , iN chik hen et a s 4 A 3 A | „a ne A _ En ps à zm 0 rin tn Pan Ni Á — team N WT a en B Wan O5 ARN ask A TRR pe m ede 5 Ns uh Je hik ii hl Á 5 iN il s 5 z bn Ge kon _ rn nee Ee ON Mh pe ehag EA â eers el ï Ed verven and pe ele GR nn ns Mr: A EN mann Ke an ON | d te eet 6, PSA À De Ae nani ME OL Las gn} é en El OE ee ME Me zr ES hi De Ek nend , Pe SER 8 Ld zi ak hola EE ile, rg EE =—- 3 in ia sn ziel) 5 2 ile bed br Ed ia” Lb ee EO Pp, nn nn ns Meret, KD and a REE Pie Pd z d ri EEDE EE eet ad À e 7 i me 3 en pl í RR. et ie ei de ie Hi ' ie: id L f 5 POE NAT EE DAGEN sE : } Nr Shet Tet TEA re (RA EE enen 0d 4 So er . & ij BE A ee has an, hd 4 En RE EN O- Pi NO Eee RR OO r B Kk Tl | Pe: md Î 5 Ek | Ti ! a Wan A ld À | Î Nl el É zi En En EN 5 Î hamee | 5 Ae | fr OE eN TE =O en ia EO en E ú E | Ë Ke gr a à ern! ss p En E Ri Ee B ae À en RE Nn hen Ks N TS OR nn ne eg NEO NE dk} nn PN TENNESSEE er rr EE Gn en HE en Eide en Ren e ek Zn B Kd ERN CR Pe in Fn En De Ei Ee ‚k Dr Side RE Ke Ren re Eek Gn OE EA ee ze re et TN 3 AH B Ees PI EER nn 6 en en AN SE B nd A AE en _ tE den! ni EEE zi Mee Ô ne Mr Te en mi pr A eN MRE 7 DL EE Dn e ge eee Ban ien APE a ERE gn De = ed men | NE A en sf Vailan ee Ue lie A AE dh Ate ee mi B P ed e E We ge NS B "eakfast iS be se ef „5 ee pr ern iN f n k Nd Nm, emmer Ed ek SRR k | PA ene: B DE denke 55 Pr er Í \ í ent ne: FI Et Je Eder a of WE . A IP ar En er a rt Al vi PS EE a ie ed in EA | F EEN OE ie REE. ar, B Pd hj | E\ Od Ee Pr Pk ve} PAN / STUURGROEP NATIONAAL LANDSCHAP GROENE HART TOEKOMSTBEELD GROENE HART In 2040 is het Groene Hart, als centraal gelegen gebied in de Randstad, nog steeds het ontspannen bindmiddel tussen de drukke steden. De verschillende landschappen van het Groene Hart spreken tot de verbeelding. Ook binnen deelgebieden is sprake van diversiteit. Belangrijke kwaliteiten zijn rust en openheid, maar zeker ook het slagenlandschap, een aantal droogmakerijen, de plassen en de rijke cultuurhistorie. Investeren in de relatie met de stedelijke omgeving heeft effect: inwoners en gebruikers van het Groene Hart zijn trots op hun leef- en werkomgeving. Verdere verdichting van deze steden is mogelijk gebleken omdat het Groene Hart plaats en rust biedt aan de stedeling om aan de hectiek van de compacte stad te ontsnappen. Door een vertragingsstrategie is in grote delen van het Groene Hart de bodemdaling geremd en het veen(weide)landschap behouden. Waterbeheer speett daar een sleutelrol in. Het waterpeil wordt in de diepste polders niet meer regelmatig verlaagd en kan op sommige plekken zelfs omhoog. Het veenweidelandschap is hierdoor plaatselijk van uiterlijk veranderd. Op een aantal plekken is er hierdoor sprake van nieuwe veenvorming. Dit levert een belangrijke bijdrage aan de reductie van CO2-uitstoot. De noodzakelijke transitie en verduurzaming van de melkveesector heeft plaatsgevonden. De soms negatieve invloed van de landbouw op de omgeving is beperkt en bodemdaling is geremd. De funderingsproblematiek in het stedelijk gebied is in 2040 opgelost door toepassing van innovaties aie de afgelopen jaren zijn ontwikkeld. Nieuwbouw en renovatie van infra- structuur en gebouwen gebeurt op innovatieve, circulaire en klimaatbestendige wijze. Er wordt niet alleen gekeken naar de initiële investering, maar naar de kosten in de totale levenscyclus. Hierdoor ontstaan geen nieuwe problemen met bodemdaling en/of waterbeheer. In 2040 is het Groene Hart ver op weg om als gebied energieneutraal te zijn in 2050. Hierbij is rekening gehouden met een aanzienlijke ruimtelijke impact van een duurzaam energielandschap voor de opwekking van zon wind water- en bodemenergie en biomassa. Delen van het Groene Hart zijn energielandschap, net als in het verleden toen in het Groene Hart turfwinning plaatsvond. Energieopwekking is zichtbaar maar door de nieuwe technieken voor energieopwekking valt die impact inmiddels mee. Een aantrekkelijke, gezonde en veilige leefomgeving is leidend voor de ruimte voor economische ontwikkeling in 2040. Ondernemers werken samen bij het vervangen van traditionele grondstoffen door hernieuwbare ‘biobased’ grondstoffen, het verduurzamen en recyclen van verpakkingsmateriaal en energieopwekking uit organische reststromen. De vrijetijdseconomie is versterkt doordat ondernemers Samenwerken in de keten en nieuwe concepten voor recreatie en toerisme hebben ontwikkeld. De krachtige lokale gemeenschappen zijn de basis voor ketensamenwerking en een actieve, inclusieve samenleving in een aantrekkelijk, gezond en veilig Groen Hart. Het Groene Hart is in 2040 stevig verankerd in zijn omgeving door diverse soorten netwerken, waarbij primair is ingezet op innovaties in verkeers- en vervoerstechnologie, een optimaal benutte wegenstructuur, een betrouwbaar en aantrekkelijk openbaar vervoersysteem, goede fietsvoorzieningen en benutting van het potentieel van het VErVOEL over water. Op het gebied van schoon vervoer rijden veel voertuigen op biogas, elektriciteit en waterstof zodat de CO2- emissies zijn gereduceerd. pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART PROVINCIES Ryk A 7 PI hs (A hl Ce D lo, 8 { tf ' P En Î Ae) ee Á BE AALD K |, d Lt Eeen N d : 8 ACSI resu PS iN | | zok0 Ar Ns p | 5 | ël AST Dl Nl De Ò En d. 1 " bs ON Il NY IEEE | B rd Ü „| Ütmge k ET (Cad L ESR Gaf pe fi | Î î hen Al RN, fi pe, 4 | / PS N JKA Is OM Rel s [A : . caRsr Het toekomstbeeld Groene Hart is gebaseerd op het essay ‘Vergezicht Groene Hart’!, aangevuld met uitkomsten uit het participatieproces van najaar 2016 tot voorjaar 2017, en geeft een ver- gezicht op het Groene Hart rond 2040. Dit is voor de Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart het richtinggevende beeld voor de toekomst. Het Perspectief bestaat uit vijf thema’s, waarvoor kort en bondig de opgaven en ambities zijn geformuleerd. Uitgebreide beschouwingen, uitgewerkte voorbeelden en overname van resultaten uit onderzoeksrapporten zijn achterwege gelaten. Op basis van het toekomstbeeld en de ambities, samen het Perspectief Groene Hart, gaat de Stuurgroep met partijen In het Groene Hart in gesprek om te komen tot een agenda bij het Perspectief Groene Hart. In deze dynamische agenda worden ambities uit het Perspectief gekoppeld aan partijen die met die ambities aan de slag gaan. Ook benoemt de Perspectiefagenda de uitwerkingsopgaven van enkele ambities. 1 Kwaliteitsteam Groene Hart (2011) Jaarverslag Kwaliteitsteam Groene Hart 2010 Groeve Aart PERSPECTIEF GROENE HART De kwaliteiten zijn de ruimtelijke, landschappelijke en/of belevingswaarden die het gebied kleuren en het DNA van het Groene Hart bepalen. Landschappelijke diversiteit De verschillende landschappen van het Groene Hart spreken tot de verbeelding. Deelgebieden verschillen op basis van bodemsoort, occupatiegeschiedenis, cultuurhistorie en gebruik. Ook binnen de deelgebieden is sprake van diversiteit door contrasten tussen open-dicht, rust-drukte, groot-klein, droog-nat, bebouwd-onbebouwd en hoog-laag. Deze diversiteit vormt een belangrijke kans voor de transities die nodig zijn. Openheid De mate van openheid in een gebied wordt bepaald door maat en schaal van het betreffende gebied, door elementen in en door de randen van het gebied. Openheid is meer dan een groot leeg weidegebied of een open watervlak. De openheid vormt een belangrijk contrast met de grote steden er omheen. Veen(weide)karakter De veen(weide)gebieden bestaan al duizend jaar en zijn ontstaan op basis van menselijke ingrepen in de fysieke ondergrond en de waterhuishouding. Karakteristiek voor de veen(weide)gebieden zijn de verschillende verkavelingspatronen met smalle kavels, veel sloten en de aanwezigheid van kades, dijkjes, lintdorpen, oude dorpskernen, kronkelende veenriviertjes, openheid, vee, rietlanden en moerassige delen. De agrarische sector is de belangrijkste drager en beheerder hiervan. De veen(weide)gebieden zijn bovendien belangrijke gebieden voor de weidevogels en biodiversiteit. Rust en stilte De kwaliteit rust en stilte’ is een belangrijke belevingswaarde in delen van het Groene Hart en draagt bij aan een gezonde leefomgeving. Zij is ook nauw gerelateerd aan de kwaliteiten openheid en veen(weide)karakter. ‘Rust en stilte’ is, evenals openheid, een kwetsbare kwaliteit en een schaars goed in de drukke Randstad. Relatie Groene Hart met het stedelijk gebied Sterke stedelijke regio's kunnen niet zonder een aantrekkelijk landschap. En het Groene Hart kan niet zonder betrokkenheid vanuit het omringende stedelijk gebied, Het Groene Hart is een belangrijke factor voor het vestigingsklimaat van bedrijven en een essentieel onderdeel van de leefomgevingskwaliteit voor inwoners, werknemers, recreanten en toeristen. Groeve Aart PERSPECTIEF GROENE HART AMBITIES VOOR HET GROENE HART IN 2040 In dit hoofdstuk beschrijven we de spanningsvelden, uitdagingen en ambities voor vijf belangrijke opgaven in het Groene Hart. Juist in deze spanningsvelden liggen de kansen voor innovatie en vernieuwing. Het benoemen van spanningen geeft scherpte en maakt inzichtelijk welke ambities voor het Groene Hart aan de orde zijn. Op verschillende punten gaat een ambitie voor het versterken van het één, ten koste van het ander. Het laat zien waar expliciete maatschappelijke en politieke keuzen noodzakelijk zijn. Daarbij spelen creatieve oplossingen, functiecombinaties en ruimte voor experimenten een rol. OPGAVE 1: VERSTERKING LANDSCHAP EN IDENTITEIT De belangrijkste kwaliteit van het 3 pn À Groene Hart is het open landschap. Rr N Elementen in een gebied, de randen Mr, 1 8 van een gebied en de maat en de 3 £ ek) schaal van een gebied bepalen de % î mate van openheid van het landschap. i & \ - Ook zichtlijnen en doorkijkjes zijn zn Pi ú | bepalend voor het ervaren van En e id openheid. Openheid is meer dan 7 4 een groot leeg weidegebied of een " EN dE eerie open watervlak. De openheid vormt hd B Por as een belangrijk contrast met de grote à BE En steden er omheen. Onderstaande kaart eere geeft een beeld van deze openheid. b sn et ak Mi: Alk Bn. Het Groene Hart behoort tot de bd ike gebieden in Nederland die in de rid - afgelopen twintig jaar het minst A veranderd zijn, zo blijkt uit de bodemgebruiksstatistiek. Maar kijkend Vm naar een langere periode veranderde ‚ ‚ ‚ ‚ het landschap wel degelijk. Het Figuur 1: Openheid van het landschap in het Groene Hart (peildatum 2012). he: . Bron: Alterra, 2015 uiterlijk van de landbouwgebieden van een eeuw geleden is niet meer te vergelijken met dat van nu. Dit komt door veranderingen die verbonden zijn aan de (landbouw)economische en maatschappelijke trends. In deze lijn ís het te verwachten dat het landschap ook in de toekomst blijft veranderen. Door veranderingen in grondgebruik, zoals door remmen van de bodemdaling, energietransitie, het rendabel houden van de landbouw en verstedelijking staan biodiversiteit en het landschap zoals we dat nu kennen onder druk. Een grote verscheidenheid aan flora en fauna geeft ecosystemen de noodzakelijke veerkracht om met veranderingen in de omgeving om te gaan. In het agrarisch gebied is sinds 1970, afgemeten aan weidevogels, 60% van de biodiversiteit verdwenen. In de veengebieden is deze achteruitgang minder groot, maar nog steeds reden om aandacht te besteden aan biodiversiteit, Afname van de kwaliteit pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART van water, grond of lucht zijn meer voorbeelden van indicaties van achteruitgang van biodiversiteit, met nadelige effecten op de gezondheid en de leefomgeving. Om de druk op biodiversiteit te weerstaan wordt ingezet op behoud en waar mogelijk versterking van de biodiversiteit. Dit is voor een belangrijk deel afhankelijk van de manier waarop grote transitieopgaven vorm krijgen. Zo zijn koppelingen mogelijk met een aantrekkelijk en klimaatbestendig woon- en vestigingsklimaat, duurzame landbouw, waterveiligheid, waterkwaliteit, recreatie en het tegengaan van bodemdaling. Het Groene Hart vormt een el Yael gedifferentieerd gebied en nn 25 Aar CD iS ee kan worden ingedeeld in De, A A a 4, by ze verschillende deelgebieden. EN db De 4 == en leder deelgebied heeft daarbij GEE dd dn RDS zijn eigen identiteit en unieke SZ S LS kwaliteit, die het verdienen EET en om gewaardeerd en geborgd A er VE EE B te worden. De claims op id LE, Z 5 IE en het landschap leiden tot AL DG Ln vraagstukken over het behoud CZ ST Ad Ln IES van bestaande identiteiten en ee en het ontstaan van nieuwe. Ier De uitdaging is om dit gebied Ar GM nl ANS LE duurzaam te ontwikkelen, ? Ne TS GA Oad id op een wijze die past bij het EN s RU FD AS ze gene BIOS landschap en de identiteit SH ln 4 IFS EN van het Groene Hart. FUNCTIES EN OPENHEID VERANDEREN, MAAR, KARAKTER BLIJFT Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart: 1. De openheid van het Groene Hart is een kostbaar goed. Hier gaan we zuinig mee om. Toch vinden we het acceptabel dat de openheid op een aantal plekken afneemt om ruimte te bieden aan: a) de onvermijdelijke ontwikkelingen en transities op het gebied van energie; b) de onvermijdelijke ontwikkelingen en transities op het gebied van bodemdaling; €) de onvermijdelijke ontwikkelingen en transities om de landbouw rendabel te houden. 2. Unieke landschappelijke waarden in het Groene Hart worden beschermd door een ruimtelijk instrumentarium, hetgeen overigens niet betekent dat andere gebieden onbeschermd mogen blijven. Deze landschappelijke waarden worden vastgelegd in het gemeentelijke en provinciale omgevingsbeleid. De eigen identiteit en kwaliteit van deelgebieden wordt hierbij geborgd. 5. Naar biodiversiteit als batenbrenger. De waarde van groen kapitaal wordt geduid en waar mogelijk economisch gekwantificeerd. De scheiding tussen natuur en economie wordt daarmee verminderd. (Lokale) markten maken het mogelijk om ecosysteemdiensten uit te wisselen en ervoor te betalen. In het Groene Hart wordt hieraan gewerkt in onder andere de projecten Groen Kapitaal en Groene Cirkels. 4, Vrijkomende agrarische bebouwing mag niet leiden tot verval, maar moet bijdragen aan versterking van de staat en kwaliteit van de omgeving. Overheden en de agrarische sector staan hiervoor samen aan de lat. ? Groen Kapitaal en Groene Cirkels zijn initiatieven van ondernemers, overheden, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties. Deze projecten zetten ecosysteemdiensten centraal, waarbij de natuur wordt verbonden met private en publie- ke belangen. Groene Cirkels wil natuurlijke processen benutten ten behoeve van economische waardecreatie, duurzaamheid en kwaliteit van de leefomgeving. gro g Aart PERSPECTIEF GROENE HART î OPGAVE 2: VERTRAGING BODEMDALING Een groot deel van het Groene Hart heeft een veenbodem en is daarom gevoelig voor bodemdaling. De mate waarin bodemdaling optreedt en tot problemen leidt is sterk afhankelijk van de opbouw van de bodem en de functie(s) waarvoor een gebied is ingericht. Hiermee verschilt de problematiek rondom bodemdaling in het landelijk en stedelijk gebied. Ne af : 9 A4 / PL 5 | SNN | - Ah SRD KE nr SS A Cr 5 E AN meme arl he rr es! ii je Nin 222 nij AN ee Vn En ff pen NS of 2 | \À LU gy U De eer il ii À Nvm / NE CRACHTE. BODEMDALING ZONDER GEPERKENDE TI Landelijk gebied In het veenweidelandschap, veelal In gebruik als grasland ten behoeve van de melkveehouderij, is verlaging van het oppervlaktewaterpeil gebruikelijk om voldoende draagkracht van de bodem en productieopbrengst te behalen. Vooral door oxidatie’ zakt de bodem na verlaging van het waterpeil, waardoor een hernieuwde verlaging van het waterpeil wordt doorgevoerd. Dit proces is al vanaf de Middeleeuwen gaande en kan doorgaan tot het veen is opgebrand. Bodemdaling in het landelijk gebied draagt bij aan de uitstoot van CO2 en een slechtere waterkwaliteit en heeft hoge kosten voor met name beheer en onderhoud van infrastructuur tot gevolg. Het vraagstuk bodemdaling in het Groene Hart zorgt voor een spanningsveld in relatie tot een rendabel agrarisch gebruik van de gronden en de landschappelijke en ecologische waarden. Vernatting van de veenbodem remt de bodemdaling maar zet de rentabiliteit van de melkveehouderij onder grote druk. Een aantal andere teelten wordt of gaat worden onderzocht. Verandering van het agrarisch gebruik kan ook consequenties hebben voor landschappelijke en ecologische waarden (o.a. weidevogels). Hoewel de problematiek in hoge mate actueel is en om acties vraagt, is er tegelijkertijd ruimte in de tijd om tot langetermijnbeleid te komen, met een mix van maatregelen. Het is niet realistisch om vol in te zetten op het direct stoppen van de bodemdaling. Het is belangrijk om te zoeken naar reêle, economisch rendabele, alternatieven voor het grondgebruik die de bodemdaling remmen. $ Oxidatie treedt op boven het grondwaterniveau, waar de toetredende zuurstof het organische materiaal (verbrandt). Groeve Aart PERSPECTIEF GROENE HART Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart: 1. We zetten in op het substantieel beperken van de gemiddelde bodemdaling’ tot 2040 in het veen(weide)gebied. Dat kan betekenen: aanleg van onderwaterdrains en voor een aanzienlijk deel van de agrarische sector een omschakeling in bedrijfsvoering, teelten en/ of functies. 2. We stimuleren — na zorgvuldige weging- experimenten en uitrol van maatregelen op het gebied van beperken of stoppen van bodemdaling, ook als deze op gespannen voet staan met de waarden openheid, weidekarakter en rust. 5. Om bodemdaling zo veel mogelijk af te remmen wordt een langjarig beleid opgenomen in het op te stellen provinciale en gemeentelijke omgevingsbeleid, In samenspraak met rijksoverheid, waterschappen en grondgebruikers. Stedelijk gebied Het gewicht van ophooggrond, bebouwing en infrastructuur veroorzaakt samendrukking van de bodem (zetting’”). Dit is de belangrijkste oorzaak van bodemdaling in stedelijk gebied. Het directe gevolg is HUIS verzakkingsschade aan funderingen, muren, openbare spourvelD ALS 5 ruimte, wegen, rioleringen en leidingen. Ook wanneer RETENTIEBASSIN ER funderingen van woningen of overige gebouwen EN niet gevoelig zijn voor bodemdaling, ontstaan er NÀ problemen door de verschillen met de dalende NS SN omgeving. Na extreme regenval kan dit leiden tot OS re : : SN ( NS waterschade, vooral op plekken waar de riolering het SN â on regenwater niet meer kan verwerken. Deze situaties RINSE zullen vaker plaatsvinden. Á GE \ Langdurige droogte en watertekorten zullen naar ® \ 9 ee verwachting ook vaker plaatsvinden, met gevolgen D S voor waterbeschikbaarheid. Lagere waterstanden kunnen ervoor zorgen dat houten paalkoppen van funderingen boven het grondwater uitkomen. Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart: 1. Problemen met bodemdaling bij nieuwbouw en grootschalig onderhoud zijn vermijdbaar en mogen daarom niet plaatsvinden. Overheden stellen harde voorwaarden aan het ontwerp van nieuwe bouwplannen: deze worden klimaat- en waterbestendig gemaakt op basis van een levenscycluskostenbenadering. 2. We stimuleren kennisontwikkeling, innovaties en uitrol van maatregelen zoals meervoudig ruimtegebruik, bouwen op water, ophogen met nieuwe technieken voor het tegengaan van problemen in bestaand stedelijk gebied. 5. Om bodemdaling zo veel mogelijk af te remmen wordt een langjarig beleid opgenomen in het op te stellen provinciale en gemeentelijke omgevingsbeleid, In samenspraak met rijksoverheid, waterschappen en grondgebruikers. * In het HDSR (2016), Position paper bodemdaling veenweide is beperken van de bodemdaling met 25% in 2050 genoemd. ° Zetting is samendrukking van het bodemprofiel als gevolg van externe belasting pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART î OPGAVE 3: MAAK RUIMTE VOOR ENERGIETRANSITIE Nederland ondertekende in 2015 het klimaatakkoord van Parijs. Dit levert een belangrijke opgave op voor het terugdringen van broeikasgasemissies en het omvormen van het energiesysteem. Op Europees niveau betekent dat voor Nederland een vermindering van uitstoot van broeikasgassen in 2050 ten opzichte van 1990 met 85-95% om de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden. Dit streven krijgt onder meer gestalte in het Energieakkoord dat in 2013 door meer dan 40 organisaties is gesloten. Het doel hiervan is om in 2020 voor 14% duurzaam in de Nederlandse energiebehoefte te voorzien en in 2025 voor 16% (tegen 5,8% nu). Om de klimaatverandering tegen te gaan is een energietransitie op grote schaal noodzakelijk, oftewel: « vermindering van het energieverbruik; « overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame of hernieuwbare energie; e vermindering van de CO2-uitstoot; e zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen (daar waar deze nog nodig zijn). Een extra reden voor deze transitie is dat Nederland daarmee minder afhankelijk wordt van buitenlandse energieleveranciers. De energietransitie is echter een complex proces. Niet In de laatste plaats vanwege de ruimte die het vraagt, soms permanent en soms tijdelijk. Het Groene Hart speelt net als andere OO S gebieden in Nederland een rol in de = N Ss! \S x Hf energietransitie. Do Je Vm SS Productie, distributie en opslag van \ Á ei | 4 > we N „Al nr Ts à duurzame energie hebben invloed op Se vin dl veneed 185 mit WE de ruimte door hun verschijningsvorm SSR | en de fysieke plek die ze innemen. À \ : Pte en Daarnaast is er indirect ruimtebeslag, SE 5 d al) vanwege bijvoorbeeld de wettelijke (1) & mT normen voor geluid en slagschaduw Rs: bij windturbines. De druk op de ruimte Î Te S= en het noodzakelijke draagvlak voor Nr ve) À ú/ veranderingen in het landschap maakt mooiere 7 |I \ men) de energietransitie tot een belangrijk maatschappelijk vraagstuk. Daarom is het van belang het thema breed bespreekbaar te maken voor het Groene Hart. De kunst is om andere opgaven met energietransitie te verbinden, voordat een ruimtelijke vertaling gemaakt wordt. De vraag is hoe de transitie in ruimtelijke zin een plek krijgt en hoe we het Groene Hart zo inrichten dat er een goed energiesysteem ontstaat. Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart: 1. Het is onvermijdelijk dat ook het Groene Hart substantieel ruimte maakt voor de eigen energieopgave (wind, zon, water, aardwarmte, biomassa). 2. In 2040 is het Groene Hart goed op weg naar duurzame energieopwekking. Opwekking en verbruik van energie (voor huishoudens en bedrijven) zijn in 2050 in evenwicht. 5. Positionering en inpassing van energie-installaties gebeurt zorgvuldig. Hiervoor zijn op alle overheidsniveaus eenduidige uitgangspunten voor het Groene Hart nodig. pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART î OPGAVE 4: ONTWIKKELING EN VERDUURZAMING ECONOMISCH PROFIEL De centrale ligging van het Groene Hart in de Randstad en de nabijheid van de internationale vervoersknooppunten Schiphol en Rotterdam en belangrijke water- en snelwegen, zorgen voor een sterke positie in de groothandel en logistiek. Veehouderijen, met de daaraan gelieerde kaas- /zuivelsector, zijn sterk vertegenwoordigd en vormen de belangrijkste drager van het open veenweidelandschap. Ook de tuinbouw speelt een belangrijke rol in het gebied met de drie Greenports Aalsmeer, Boskoop en Westland-Oostland. Daarnaast kent het Groene Hart specialisaties in de machinebouw, de voedings- en genotsmiddelenindustrie, de bouwsector en de vrijetijdseconomie. Veelzijdigheid en diversiteit vormen het economische profiel van het Groene Hart. Dit sluit aan bij de identiteit van het Groene Hart, Het Groene Hart bevindt zich met de centrale ligging en de grote hoeveelheid specialisaties in bedrijvigheid in de unieke positie een voortrekkersrol te pakken op weg naar een circulaire economie. Zoals op veel plaatsen in Nederland, staat ook in het Groene Hart de agrarische sector onder druk. Door technologische ontwikkelingen in combinatie met schaalvergroting en subsidies heeft de Nederlandse landbouw sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw een enorme productiviteïtsgroei laten zien. Omdat er grote afhankelijkheden in het systeem zitten, van bijvoorbeeld fossiele energie en fosfaat, is de stabiliteit van dit systeem op de lange termijn erg onzeker. Voor de agrarische sector is het belangrijk een blijvend economisch perspectief te hebben door het aanpassen van de bedrijfsvoering en/of het zoeken naar nieuwe verdienmodellen. Het verduurzamen van de melkveehouderij is hierbij een speerpunt. Hierdoor kunnen op de lange termijn goede landbouwgebieden worden behouden en de ruimtelijke kwaliteit worden gewaarborgd. Tegelijkertijd biedt de landbouw kansen om maatschappelijke doelen te realiseren, zoals levering van grondstoffen voor de bio-economie, remmen van de bodemdaling en het leveren van ecosysteemdiensten. De vrijetijdseconomie heeft door het unieke landschap en het vele water in het Groene Hart de potentie om door te groeien voor de inwoners en gebruikers van het Groene Hart. Ontwikkeling van deze economie leidt tot meer werkgelegenheid, regionale economische groei en uiteindelijk ook versterking van het woon- en leefklimaat. In het Groene Hart wordt planmatig gewerkt aan versterking van de vrijetijdseconomie. Dit gebeurt enerzijds door op gelijkluidende wijze op te trekken in de aanpak van marketing en promotie®, anderzijds via het beter benutten van de toeristisch recreatieve iconen van het Groene Hart. Ook het verbinden van vaarwegen en het toegankelijk maken daarvan voor de waterrecreatie is belangrijk. R | ü rf ä Sl Ore: D € x | Jay COOP. ex DIEN, EU Al HONDT AE 3 5 5 il Se O4 de Ee pe a En mr ! SS _r = zZz 8 <ARoF 5 2 — ö A28 6 Hiertoe is o.a. het Merkkader Groene Hart opgesteld. pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART Het belangrijkste vraagstuk is hoe het Groene Hart kan komen tot een onderscheidend economisch profiel, complementair aan het stedelijk gebied, dat past bij de identiteit en landschappelijke kwaliteit van het Groene Hart. Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart: 1. Ontwikkel de economie van het Groene Hart door naar een onderscheidend profiel en grijp die doorontwikkeling aan om de transitie naar een circulaire economie te versnellen naar 2040. 2. Voor de landbouw is een nieuwe koers met blijvend economisch perspectief nodig. Daarom wordt voor de landbouw in de Perspectiefagenda ingezet op aanpassing en verduurzaming van de bedrijfsvoering en op nieuwe verdienmodellen (w.o. andere teelten, verbreding naar vrijetijdseconomie, ecosysteemdiensten) die de (neven-)functie van agrariërs als beheerders van het open landschap waarborgen. In bijzondere gevallen kan de openheid worden beperkt voor teelten die het landschap groen’ houden maar het directe zicht over het landschap belemmeren. 5. Borging van ruimtelijke kwaliteit, waaronder openheid, is het leidende principe bij het ontwikkelen van de economie in het Groene Hart. 4, Stip op de horizon is een plaats in de top-10 van bekendste recreatiegebieden in Nederland, met als resultaat jaarlijks toenemende groei van de vrijetijdseconomie. OPGAVE 5: BETERE BENUTTING MOBILITEITSSYSTEEM Een goede bereikbaarheid is cruciaal voor het Groene Hart, zowel vanuit leefbaarheids- als economisch oogpunt. Doordat de mobiliteitsvraag groeit staat het systeem in het Groene Hart onder druk. Fysieke oplossingen zoals uitbreiding van bestaande infrastructuur, faciliteren de mobiliteitsgroei maar leggen ook een claim op ruimte en leefomgeving, die kan conflicteren met de ruimtelijke kwaliteit en belangen van bijvoorbeeld bewoners, boeren of natuur. Ook verkeersveiligheid is een belangrijk item. Lokale knelpunten moeten waar mogelijk worden aangepakt. Een aandachtspunt hierbij is dat recreanten (met name fietsers) van dezelfde (vaak smalle) wegen gebruik maken als de auto's, het vrachtverkeer en het landbouwverkeer. Door bestaande netwerken anders te gebruiken | mn EED) kunnen ze beter benut worden. Een belangrijk element (Goo) A hierin is dat gebruikers worden uitgedaagd om op ONETEL: | andere tijden of via andere modaliteiten te reizen. | | Hierbij is inzet van gedragsbeïnvloeding, intelligente \ | BlauweGroene IJ transportsysteemregulering en andere regulering (prijsbeleid IN | of normering) mogelijk. Dit kan bijvoorbeeld door het \ FEE 2 stimuleren van goederenvervoer via spoor of binnenvaart ke je Zr in combinatie met overslagterminals om drukke wegen te iN in ET @ ontlasten. Hierbij moet de focus liggen op het gebruik van GEE PEEN @ CS Thed En Ee ams SU 7 vervoermiddelen die slim en duurzaam zijn. EN EG dan) Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart: 1. Er wordt primair ingezet op innovaties in verkeers- en vervoerstechnologie, een optimaal benutte wegenstructuur, een betrouwbaar en aantrekkelijk openbaar vervoersysteem, goede utilitaire fietsvoorzieningen (ook voor de lange afstand) en benutting van het potentieel van het vervoer over water. 2. Bestaande corridors worden versterkt in plaats van aanleg van nieuwe corridors. Er wordt ingezet op een verbeterde doorstroming op de bestaande multimodale vervoerslijnen. 5. Op het gebied van schoon vervoer wordt ingezet op voertuigen op biogas, elektriciteit en waterstof zodat de CO2-emissies worden gereduceerd. pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART BIJLAGE |: TRENDS EN ONTWIKKELINGEN Voor veel van de trends is gebruik gemaakt van de Groene Hart Monitor 2016, Thema Landschap en Identiteit « De oppervlakte landbouw is afgenomen ten gunste van andere functies. e De meeste stiltegebieden voldoen niet aan de gestelde geluidsbelasting, ze neigen eerder naar een relatief rustig’ karakter. Ook is de bekendheid bij en daardoor de benutting door bewoners laag. « Hetzichtbare deel van het landschap is in 60% van het Groene Hart meer dan 100 ha en in ruim 40% van het Groene Hart zelfs meer dan 200 ha. Het Groene Hart behoort wat betreft de open gebieden van Nederland tot de ‘subtop’ Gezien de ligging, te midden van de grootste steden van ons land, ís dit bijzonder te noemen. « Het areaal zeer open gebied nam in de periode 2006-2010 met 0,4% af. Recenter data ontbreken. « De verandering in bodemgebruik in het Groene Hart is vergelijkbaar met andere niet-stedelijke delen van ons land. e In vergelijking met andere Nationale Landschappen zit het Groene Hart in de middenmoot ten aanzien van de relatieve toename van woningen sinds 2000. Thema Bodemdaling Ongeveer 2/5 deel van het Groene Hart heeft een veenbodem en is daardoor gevoelig voor bodemdaling. De mate waarin bodemdaling optreedt en tot problemen leidt ís sterk afhankelijk van de opbouw van de bodem en functie waarvoor een gebied is ingericht. Daardoor verschilt de problematiek rondom bodemdaling in het landelijke en stedelijke gebied. Landelijk gebied Het landelijk gebied ís veelal in gebruik als grasland ten behoeve van de melkveehouderij. Om voldoende draagkracht van de bodem en productieopbrengst te behalen wordt het (grond}water- niveau verlaagd. Vooral door oxidatie zakt de bodem, waardoor het grondwaterpeil steeds moet worden verlaagd. Bij ongewijzigd beleid zal de bodemdaling gemiddeld 0,9 cm per jaar bedragen, ofwel: 55 cm daling in de periode 2010-2050. Het PBL raamt de kosten van de bodemdaling voor alleen het waterbeheer in de veenweidegebieden van Nederland op ongeveer € 200 miljoen over een periode van 40 jaar, waarvan een groot deel landt in het Groene Hart. Er wordt steeds vaker geëxperimenteerd met peilfixatie, onderwaterdrainage en andere (natte) teelten. Deze maatregelen worden nog niet op grote schaal toegepast. Stedelijk gebied In het stedelijk gebied verzakt de bodem door fysieke belasting die zetting tot gevolg heeft. Het directe gevolg van bodemdaling is schade aan funderingen, woningen, wegen, riolering en leidingen. Ook wanneer funderingen van woningen of overige gebouwen niet gevoelig zijn voor bodemdaling, ontstaan er problemen door de verschillen met de wel dalende omgeving waardoor ongewenste hoogteverschillen ontstaan. De kosten voor het herstel van de schade en het frequent onderhoud aan de infrastructuur kunnen voor heel Nederland oplopen tot € 5,2 miljard tot het jaar 2050 (PBL), tenzij wordt gekozen voor duurzamere methoden van aanleg, beheer en onderhoud. Veiligheid Bodemdaling levert ook een veiligheidsrisico op doordat het water in de boezems aanzienlijk hoger komt te liggen dan in de naastgelegen weilanden, waardoor de druk op waterkeringen toeneemt. pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART Waterkeringen moeten steeds meer verzwaard worden om deze waterdruk te weerstaan. Daardoor treedt ook meer zetting op. Bij een dijkdoorbraak is er meer risico op slachtoffers en schade omdat door bodemdaling het water hoger staat. Ook treedt in de veenweiden gemakkelijk wateroverlast op vanwege de geringe drooglegging. Thema Energietransitie Klimaatverandering betekent voor Nederland onder andere een toenemende kans op overstromingen door een stijgende zeespiegel, periodes van grotere droogte of juist hevige neerslag en een veranderende biodiversiteit. Omdat het Groene Hart een van de laagste en natste gebieden van Nederland is, zijn de gevolgen van klimaatverandering ook hier zeker te merken. De klimaatambities uit Parijs betekenen dat vooral het energiesysteem ingrijpend moet worden veranderd (de energie- transitie). Een eerste stap hierin is dat in 2020 het energieverbruik met 20% moet zijn afgenomen. Enkele feiten op een rij: e De CO2-uitstoot is in het Groene Hart lets sterker gedaald dan in geheel Nederland. De daling was na 2012 minder groot dan in de jaren ervoor. « Het energiegebruik in het Groene Hart is gedaald de laatste jaren, iets sterker ook dan in de rest van Nederland. Hiermee is het Groene Hart echter nog ver verwijderd van de doelstelling voor 2020. « Het percentage duurzame energie is in het Groene Hart lager dan in Nederland als geheel. Nog sterker dan voor Nederland als geheel geldt dat het Groene Hart nog ver verwijderd is van de doelstelling voor 2020. e Vrijwel alle duurzame energie die in het Groene Hart wordt opgewekt, is zonne- en windenergie. « Het totale vermogen dat wordt opgewekt door windturbines In het Groene Hart is sinds 2010 met 140% gestegen. Thema Economie « De laatste jaren (sinds 2009) heeft het Groene Hart bovengemiddeld veel banen verloren. De werkloosheid is echter lager dan gemiddeld in Nederland. « Het economisch herstel dat in 2015 landelijk duidelijk zichtbaar werd (lichte banengroei), was er in het Groene Hart nog niet (afname van banen). « Het Groene Hart kent een heel gevarieerde economie waarin de grootste sectoren weinig uniek zijn: groot- en detailhandel, gezondheidszorg/ welzijn, industrie, bouwnijverheid en zakelijke dienstverlening. « Sinds 2013 zijn er veel banen verloren gegaan in de financiële sector. Deze sector deed het in het Groene Hart aanzienlijk slechter dan gemiddeld In Nederland. « Ook in de gezondheids- en welzijnssector, tot 20153 een belangrijke banenmotor, gingen sinds 2013 veel banen verloren. « Het oppervlakte bedrijventerrein is de laatste jaren gemiddeld met circa 5% gestegen. De laatste twee jaar was de groei fors lager dan in de jaren ervoor. « De structurele leegstand van kantoren is in het Groene Hart hoger dan het landelijk gemiddelde en deze leegstand is de laatste jaren sterker gestegen dan het landelijk gemiddelde. Dit ís in belangrijke mate een Randstad-probleem. pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART Landbouw e Er vindt schaalvergroting plaats in het Groene Hart: een gelijke omzet met minder bedrijven (-15% in de periode 2009-2015) en met minder werkgelegenheid (-18%) . « De bijdrage van de totale primaire agrarische sector in het Groene Hart bedraagt ruim € 1 mld. Het aandeel in de totale agrarische omzet in Nederland is sinds 2009 gedaald. « Meer dan de helft van de agrarische omzet in het Groene Hart is afkomstig van de melkveehouderij. « De omzetgroei in de melkveesector was in de periode 2009 — 2015 fors (+ 27%). Deze groei was wel minder dan het landelijk gemiddelde (+ 36%). e Het aantal melkveebedrijven nam in de periode 2009-2015 af met 10% (landelijk: -7%). e Het aantal GVE/ha ís in de periode 2009-2015 met 10% toegenomen en daarmee ook de belasting van het polderland. Dit is onwenselijk ín relatie tot de bodemdaling. Recreatie en toerisme « Het aantal banen in de toeristisch-recreatieve sector in het Groene Hart is de laatste jaren aanzienlijk sterker toegenomen dan gemiddeld in Nederland. e Ruim 6% van de banen in het Groene Hart is te vinden in de toeristisch-recreatieve sector. Dit is vergelijkbaar met het gemiddelde in Nederland. Tot voor kort liep het Groene Hart achter op het landelijk gemiddelde. « Het aantal banen in de watersportsector in het Groene Hart nam toe de laatste twee jaar, waar landelijk sprake is van een daling. Thema Bereikbaarheid « Geen enkele niet-stedelijke regio in Nederland kent zo'n goede nabijheid van banen als het Groene Hart. « Het wegenpatroon is in de afgelopen 10 jaar nagenoeg gelijk gebleven. Dit zegt echter niet alles over de wegcapaciteit. Er kunnen wel wegen verbreed zijn. « Behalve op de Rijkssnelwegen loopt het ook zeer geregeld vast op het onderliggend wegennet in het Groene Hart. Dan gaat het zowel om doorgaande wegen als de N11 (met name de aansluiting op de A4 en de A12), de N207 (met name knelpunten tussen Leimuiden en Gouda) en de N201 (tussen Uithoorn en Vreeland),als op de laatste schakelstukken in de verschillende interlokale routes, naar dorpen en bedrijfslocaties. Er zijn geen nauwkeurige gegevens over de mate van vertraging op de verschillende locaties. e De logistieke sector ís sterk aanwezig in het Groene Hart. Concentraties zijn er in de gemeente Alphen aan den Rijn (o.a. Boskoop), nabij de A12 (met name Waddinxveen, Bodegraven-Reeuwijk en Woerden) en in de Krimpenerwaard. e In de transitie naar duurzame brandstof is het Groene Hart landelijk een koploper. Groeve Aart PERSPECTIEF GROENE HART COLOFON Titel: Perspectief Groene Hart 2040 Versie: Eindrapport Opdrachtgever: Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart Datum: 2 mei 2017 Uitvoering: Provincies Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland, Groene Hart waterschappen, enkele Groene Hart gemeenten in samenwerking met het Programmabureau Groene Hart Vormgeving: bruksvoort.nl Illustraties: OBeeldleveranciers-Carof Voorblad: BRO Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het Programmabureau Groene Hart: Mail: [email protected] Telefoon: 050-2582431 U kunt ook kijken op de website www.stuurgroepgroenehart.nl ú STUURGROEP NATIONAAL LANDSCHAP GROENE HART
Onderzoeksrapport
15
train
N Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad é Motie Jaar 2021 Nummer 170 Behandeld op 10 maart 2021 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021 “Onderwerp Motie van het lid Veldhuyzen inzake het concept-besluit en het gedeeltelijk opheffen van de geheimhouding als gevolg van het Wob- verzoek inzake documenten AEB-dossier (maximale transparantie). “Aan de gemeenteraad Ondergetekenden heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie inzake het concept-besluit en het gedeeltelijk opheffen van de geheimhouding als gevolg van het Wob-verzoek inzake documenten AEB-dossier (maximale transparantie). Constaterende dat: — De NV), VVO, het Genootschap van Hoofdredacteuren, NDP Nieuwsmedia en Open State Foundation op 1 juli 2020 in een brief aan de vaste commissie Binnenlandse Zaken stellen dat ruimhartige transparantie van overheidsinformatie van vitaal belang is voor een gezonde democratie waarin de vrije pers ongeremd haar controlerende taak kan uitvoeren, waarin het maatschappelijk middenveld maximaal geïnformeerd haar werk kan doen, en waarin iedere burger dankzij een goede toegang tot overheidsdata kan participeren in politieke en bestuurlijke processen. * Voorts constaterende dat: -— Er veel Wob-verzoeken worden gedaan en er een achterstand is in de beantwoording van deze verzoeken; - Er bij de beantwoording van Wob-verzoeken regelmatig documenten niet worden verstrekt of grote delen van documenten onleesbaar worden gemaakt. Overwegende dat: - Ereen traditie is ontstaan bij de beantwoording van Wob- verzoeken om zoveel mogelijk informatie af te schermen; - Deze trend ervoor zorgt dat de overheid minder goed gecontroleerd kan worden waardoor ook het vertrouwen in de overheid afneemt; -— Er veel maatschappelijk protest is tegen het gebrek aan transparantie bij de overheid en het gebruik van overheden en overheidsinstellingen om zoveel mogelijk informatie af te schermen; ! https://www.nvj.nl/nieuws/nvj-en-journalistieke-organisaties-dringen-aanpassingen-wet- 1 open-overheid - Amsterdam een voorbeeldfunctie zou moeten hebben als het gaat om een transparante overheid. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Bij ingewilligde Wob-verzoeken alle beschikbare documenten, e- mails, digitale berichtgeving en andere relevante informatie openbaar te maken; -— ‘Maximale transparantie’ als uitgangspunt te hanteren bij de beantwoording van Wob-verzoeken en uiterst terughoudend te zijn bij het afschermen van het informatie en het onleesbaar maken van documenten; - Bij de beantwoording van Wob-verzoeken altijd aan te geven welke informatie onleesbaar is gemaakt en hierbij ook toe te lichten waarom deze informatie onleesbaar is gemaakt; -— Bij de beantwoording van Wob-verzoeken altijd een inventarisatielijst aan te leveren van alle aangeleverde stukken en alle relevante stukken die om wat voor reden dan ook niet worden aangeleverd. Het lid van de gemeenteraad JA. Veldhuyzen 2
Motie
2
discard
VN2021-010992 X Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F EF D do ruimte en Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie vurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie FED van 20 mei 2021 Ter kennisneming Portefeuille Duurzaamheid en Circulaire Economie Agendapunt o Datum besluit College B&W 213 april 2021 Onderwerp Kennisnemen van correspondentie inzake dagmailbericht Wind. De commissie wordt gevraagd Kennisnemen van de gevraagde bijlages 1a en 1b. Wettelijke grondslag Artikel 169 Gemeentewet Lid 3: Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang. Artikel 25, tweede lid van de Gemeentewet. Dit in verband met de belangen genoemd in artikel 10, tweede lid, onder G van de Wet openbaarheid van bestuur. De geheimhouding wordt opgelegd voor onbepaalde tijd. De raad op grond van artikel 25, derde lid van de Gemeentewet te verzoeken de opgelegde geheimhouding tijdens de eerstvolgende vergadering na aanlevering bij de raadsgriffie te bekrachtigen. Bestuurlijke achtergrond Op 21 oktober 2020 is in de dagmail een brief verschenen inzake onderzoek naar draagvlak voor windmolens in Amsterdam. Een raadslid heeft verzocht inzage te krijgen in de achterliggende correspondentie over de totstandkoming van dat bericht in de dagmail. In deze correspondentie zijn gegevens van ambtenaren geanonimiseerd. Het raadslid wil daar inzage in. Het college wil dit mogelijk maken. Derhalve besluit het college dit document geheim te verklaren waarna het voor raadsleden ter inzage wordt gelegd op de raadsgriffie. De betreffende brief is aangeboden aan de commissie FEZ van 19 november 2020 als TKN 11. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Gegenereerd: vl.8 1 VN2021-010992 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, rve ruimte en % Amsterdam ‚ ‚ ‚ ‚ . Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie FED van 20 mei 2021 Ter kennisneming Geheimhouding Op grond van de belangen genoemd in artikel 10,tweede lid, onder G van de Wet openbaarheid van bestuur bestaat tegen openbaarmaking van de gegevens in bijlage 1a en 1b bezwaar. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2021-039999 | 1a. GEHEIM FW_ Dagmail 21-10 deadline.msg - AD2021-039859. pdf (pdf) 1b. GEHEIM Bijlage 1. Definitief persbericht voor straks - AD2021-040000 AD2021-039896.pdf (pdf) 2. Ondertekend - BRIEF onderzoek draagvlak windmolens - AD2021-040001 AD2021-039880.pdf (pdf) 3. Draagvlakonderzoek nieuwe Windmolens in Amsterdam - AD2021-040002 AD2021-039879.pdf (pdf) AD2021-039883 Commissie FED Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Martijn Wehkamp, [email protected], 06-2873 9730 Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
train
E02 020165 N% Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West, S O estuurs- en : : managementadviseri hg Amsterdam Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noord Voordracht voor de Commissie SO van 10 januari 2024 Ter kennisneming Portefeuille Masterplan Nieuw-West Agendapunt 2 Datum besluit Onderwerp Kennisnemen van de update van de lijst Alliantieleden van het Nationaal Programma Samen Nieuw- West, die het convenant ‘Wij zijn Samen Nieuw-West! hebben ondertekend De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de update van de lijst van alliantiepartners die het convenant ondertekend hebben en in de bijlage de lijst zelf tot en met 4 december 2023. Wettelijke grondslag Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet. Bestuurlijke achtergrond Aanleiding voor deze brief met bijlage is de toezegging in de raadscommissie Stadsontwikkeling van 15 november 2023. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, toezegging in de raadscommissie van 15 november 2023. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.7 1 VN2023-026169 % Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West, Bestuurs en % Amsterdam M lan Zuidoost, Aanpak Bi d, Aanpak Noord managementadviseri%® asterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noor Voordracht voor de Commissie SO van 10 januari 2024 Ter kennisneming AD2023-092652 Alliantiepartners NPSNW (pdf) AD2023-092651 Commissie SO Voordracht (pdf) Raadsinformatiebrief Update lijst Alliantiepartners NPSNW AD2023-092653 En , ‚ raadscommissie 10 janvari 2024 (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Sjoukje Alta, [email protected] en 0683632195 Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
train
VN2022-044171 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA Snderwij, Jeugd en Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en org % Amsterdam | Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 18 januari 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt 6 Datum besluit Onderwerp Kennisnemen van raadsinformatiebrief Staat van het Amsterdamse v(s)o en de Monitor schoolloopbanen vo 2022 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ter aanbieding van de rapporten de Staat van het Amsterdamse voortgezet (speciaal) onderwijs en de Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 2022. Wettelijke grondslag * Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet, actieve informatieplicht college naar gemeenteraad. Bestuurlijke achtergrond Nvt. Reden bespreking O.v.v. de leden Rooderkerk (D66) en Von Gerhardt (VVD). Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? TA2022-000573, toezegging afgedaan naar aanleiding van een verzoek van het lid Rooderkerk tijdens de TAR van 30 juni. En TA2022-000737, toezegging afgedaan naar aanleiding van een verzoek van het lid Von Gerhardt tijdens de CIE OZA van 7 september. Beide verzoeken betreffen het in kaart brengen van de schoolwisselingen na het eerste leerjaar. TA2022-000782, afdoening motie 300 Centrale loting en matching 2022 d.d. 14 september 2022 van de leden Rooderkerk, von Gerhardt, Runderkamp, Yemane, Broersen en Boomsma. Hierin staat opgenomen dat de resultaten van dit onderzoek besproken worden met de schoolbesturen en dat er samen met hen wordt gekeken naar hoe de samenwerking rondom het proces van schoolwisselaars Gegenereerd: vl.6 1 VN2022-044171 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZA Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: - Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 18 januari 2023 Ter bespreking en ter kennisneming kan worden verbeterd. Ik ga dan ook in overleg met het OSVO over de resultaten en kijk dan samen met hen naar wat nodig is om tot de nodige verbeteringen te komen. Welke stukken treft v aan? AD2022-120521 | Bijlage 1_Staat van het Amsterdamse VO.pdf (pdf) Bijlage 2_Poster Staat van het Amsterdamse VO.pdf (pdf) Bijlage 3a_Factsheet schooladviezen, onder en overadvisering.pdf (pdf) AD2022-120525 | Bijlage 3b_Factsheet niveavoverstap en schoolwisselingen.pdf (pdf) Commissie OZA (2) Voordracht (pdf) Raadsinformatiebrief SvhAVO en monitor schoolloopbanen vo. pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZD, Onderwijs en Leerplicht, afdeling Voortgezet Onderwijs, Lisa Ros, [email protected], 06-31631012 OJZD, Onderwijs en Leerplicht, afdeling Voortgezet Onderwijs, Sofieke Dirksen, s.dirksen@&amsterdam.nl, 06-38597846 Gegenereerd: vl.6 2
Voordracht
2
discard
> < Gemeente Versie 1 Am ste rda m 8 februari 2023 Evaluatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer Zwaarste voertuigen / y k IJ 4 p 5 ii et) d TON DN rang prm Da "ee e”fe\ e'e'e si ABN ac a EL © © ® ® ® ® EN En Win OR mm KE WIR 88 ES: is 25 ‚&ss ä7 Ars dE A AN AL AR A Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer Management samenvatting De 7,5t zone binnen de zone zwaar verkeer is niet nieuw. Al sinds 1996 bestaat beleid om de overlast van zwaar verkeer in de historische binnenstad tegen te gaan. Stapsgewijs is de regelgeving uitgebreid en geïntensiveerd. Aanscherping Zone Zwaar Verkeer in 2021 is de meest recente wijziging met als doelstelling het verminderen van de piekbelasting op bruggen en kademuren. Uitvoerbaarheid & handhaafbaarheid stonden bij de ontwikkeling centraal. Belangrijkste conclusies aanscherping Zone Zwaar Verkeer: e Meer inzicht en grip verkregen op zwaar verkeer in Amsterdam. Het aandeel voertuigen met de juiste ontheffing is gestegen van 63% naar 93%. e _Hetaantal voertuigen zwaarder dan 30 ton is in diezelfde periode met 60% afgenomen. Van 255 naar 101 voertuigen gemiddeld per werkdag. e Het aantal voertuigen zwaarder dan 7,5 ton is tussen maart 2020 en de periode tussen juni 2022 t/m janvari 2023 gedaald van 1308 naar gemiddeld 1044 voertuigen per werkdag. Dit is een daling van 20%. e De combinatie van camerahandhaving op alle toegangswegen naar het gebied binnen de S100 en (gerichte) handhaving binnen de zone zwaar verkeer door BOA's is succesvol. e Voortzetten van de pilot Camerahandhaving tot tenminste 2026, en indien dekking gevonden wordt langer, is gewenst. Daarnaast laat de evaluatie ook twee zorgpunten zien: e Ten eerste de naleving van gedragsregels en ontheffingsvoorschriften. Er zijn zorgelijke signalen dat (lokale) gewichtsbeperkingen bij veiligheidsmaatregelen worden genegeerd of dat bijvoorbeeld wordt stilgestaan op bruggen. De sleutel lijkt te liggen in het vergroten van de bewustwording door gerichte communicatie en strengere gerichte handhaving. e Ten tweede de doorlooptijden van ontheffingsaanvragen. Bij ruim 29% van de aanvragen wordt de beschreven doorlooptijd niet gehaald. Hoewel geïnterviewden overwegend positief zijn over de contactmomenten met Dienstverlening, behoeft dit aspect verbetering. Essentieel is dat de geschepte verwachtingen worden nagekomen worden. Hiervoor worden in de evaluatie een aantal concrete verbetervoorstellen gedaan. Overige resultaten Aanscherping van de Zone Zwaar Verkeer gaat echter over meer dan de regulering van rijdende zware voertuigen. Uit de evalvatie komen vraagstukken naar voren die om richting vragen. Ketensamenwerking en eigenaarschap Intern betrokkenen spreken complimenten uit over het gezamenlijk doorlopen van het proces. Geen presentatie van volmaakt beleid, maar het doorlopen van een gezamenlijk ontwerpproces: van kennis & kaders, dienstverlening tot en met handhaving. Dat is uniek. Ondanks dat aanscherping Zone Zwaar Verkeer impact heeft op de gehele keten, voelt niemand zich eigenaar. De aanscherping is projectmatig opgezet, eerst door het Programma Bruggen en Kademvren en later door Programma Logistiek. Na deze evaluatie Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer moet de Zone Zwaar Verkeer geborgd worden in de lijnorganisatie. Als beheerder van de assets lijkt V&OR de meest logische eigenaar. Aanbevolen wordt om 2023 te gebruiken om de Zone Zwaar Verkeer onder te brengen binnen V&OR, onderscheid makend tussen het beleidsmatige deel (kennis & kaders) en het praktische deel (stedelijk beheer). Behoefte aan direct(er) contact Ook brancheorganisaties en gebruikers zijn grotendeels tevreden over het gezamenlijke ontwerpproces. Echter voelt de branche zich niet altijd goed meegenomen in de motivaties achter keuzes, wat tot onbegrip leidde. Waar voorheen per mail of telefoon maatwerk geboden kon worden, is nu sprake van een digitaal aanvraagformulier. Ondanks tevredenheid over de digitale aanvraagprocedure, is vanuit de gebruikers met name bij complexere aanvragen behoefte aan direct contact. Het gaat hierbij zowel over maatwerk in relatie tot ontheffingsaanvragen als over het aankaarten van oneffenheden in het systeem. Denk hierbij aan de (soms ongelukkige) samenloop van verschillende ontheffingen en vergunningen. Aanbevolen wordt om dit te beleggen bij een aanspreekpunt Zwaar Verkeer. Roep om integraliteit in ontheffingen & vergunningen De samenloop in de inrichting van het ontheffingen- en vergunningensysteem wordt als barriêre ervaren. Denk aan het sectorale karakter; zo moeten vergunningen en ontheffingen worden aangevraagd om (1) de ZZV te mogen inrijden, (2) het verkeer te stremmen (TVM) en (3) een object in de openbare ruimte plaatsen (objectvergunning). Vooral de verschillende doorlooptijden leiden in de praktijk tot problemen. Niet alleen de branche maar ook de eigen gemeentelijke organisatie is gebaat bij een gestroomlijnd proces van ontheffing en vergunningverlening. Als gemeente Amsterdam zijn wij immers zélf de grootse opdrachtgever in de stad. In opdracht van MT V&OR is reeds een verkenning uitgevoerd naar de knelpunten en kansen bij de samenloop van ontheffingen en vergunningen en hoe deze geoptimaliseerd kan worden. Wegwerken oneffenheden Door het gedigitaliseerde aanvraagproces is de voorspelbaarheid verbeterd van de ontheffing Zone Zwaar Verkeer. Losgezien van de doorlooptijden geeft het merendeel van de geïnterviewden te kennen tevreden te zijn met de nieuwe werkwijze. In de gesprekken met de branche blijkt dat met name bij de complexe aanvragen de menselijke maat gemist wordt, vanwege het binaire karakter van de aanvraagprocedure. Praktijkvoorbeelden laten zien dat twee identieke kranen met dezelfde serienummers op verschillende wijze door de RDW zijn ingemeten. Een slot van 2 cm aan de achterzijde van het voertuig kan bepalend zijn voor het al dan niet verkrijgen van een ontheffing, omdat het voertuig vanwege het slot als 10,02 meter te boeken komt in plaats van 10,00 meter. Daarnaast worden verschillende oneffenheden geconstateerd die een averechts effect lijken te hebben op ‘de bedoeling’. Hieronder een typerend voorbeeld: Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer Een transport langer dan 10 meter met ondeelbare lading mag de stad in en de lading lossen. Maar mag vervolgens niet een lading over dezelfde route mee retour nemen die bestaat vit 10 kleine machines (met een lager totaalgewicht), omdat sprake is van een deelbare lading. In de praktijk leidt dit tot meer vervoersbewegingen. Deze toename staat haaks op de Amsterdamse ambities. Stapeling van ambities en continuïteit van beleid Stiller, schoner, lichter en slimmer zijn als ambities soms moeilijk om gelijktijdig met elkaar te verenigen. Laat staan als tussentijds de spelregels veranderen. De branche ervaart een gebrek aan continuiteit van beleid. Ook bij de ontwikkeling van de Zone Zwaar Verkeer dreigde de categorie ‘bijzondere voertuigen’ niet meegenomen te worden, die twee jaar eerder vanuit de Milieuzone juist was ingevoerd. Tussentijdse koerswijziging zijn daarmee niet uniek. De branche geeft te kennen dat het innovatieve investeringen tegenhoudt, waardoor het loont om pas 5 voor 12 genoodzaakte investeringen te doen. Dit geeft zekerheid en is ook vanuit de techniek aantrekkelijk (actieradius, gewicht e.d). Aanbevolen wordt om samen met koplopers te onderzoeken hoe de drempel tot innovatieve investeringen, passend bij de Amsterdamse ambities en doelstellingen, verlaagd kan worden. Aanbevelingen 1. Op basis van deze evaluatie wordt aangeraden om de camerahandhaving voort te zetten. Prioritering binnen handhaving en reservering van voldoende capaciteit lijken randvoorwaardelijk voor het succes. Het CVOM is reeds akkoord gegaan. 2. Tref maatregelen om de bewustwording voor het naleven van voorschriften bij vergunning- en ontheffinghouders te vergroten. Denk aan campagnematig informeren en aan pilots om de informatievoorziening en naleving te vergroten. 3. Stuur vanuit Dienstverlening op de doorlooptijden van de ontheffingsaanvraag, zodat de afgesproken doorlooptijden worden gehaald en aanvragers hun planning hierop kunnen afstemmen. Houd rekening met de jaarlijks terugkerende piek aan ontheffingsaanvragen door te zorgen voor voldoende capaciteit. Onderzoek welke maatregelen nodig zijn zodat Dienstverlening eerder beschikt over complete aanvragen. 4. Na deze evaluatie moet de ZZV geborgd worden in de lijnorganisatie. Als beheerder van de assets lijkt V&OR de meest logische eigenaar. Aanbevolen wordt om 2023 te gebruiken om de Zone Zwaar Verkeer binnen V&OR onder te brengen. 5. Stel binnen VROR een aanspreekpunt zwaar verkeer aan ten behoeve van direct contact, het adviseren van de markt en de beantwoording van specialistische (advies)vragen. 6. De evaluatie ZZV heeft geleid tot inzichten, de zogenoemde bijvangst. Aangeraden wordt om de volgende elementen mee te nemen in het uitvoeringsplan Logistiek: o Gain samenwerking met de branche op zoek naar de oneffenheden in de regelgeving en kom gezamenlijk tot logische en werkbare oplossingen. o Onderzoek hoe het vertrouwen ín continuïteit van beleid kan worden herwonnen. Hiervoor zal nauw worden samengewerkt met Logistieko20 en CBA. Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer o De samenloop en inrichting van ontheffingen en vergunningen wordt als barrière ervaren. Verken hoe de integraliteit verhoogd zou kunnen worden. o Voorkom dat logistieke oplossingen alleen binnen de eigen gemeentegrens beschouwd worden. Werk aan een gemeente overstijgende benadering. Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer Inhoud 1 Introductie … ……………onsunn oons enenenerseensnerrvsnenersserrnnnerrnsenersennenenssennveneerrsenneervvenenenerrnnnnerrs Ö 1.2 Aanleiding nnen nenneenennenenenvenvenenenvennvenveeneenvenenenvenvenenenveneeesvenverneenvenveenvenvenneenvenen Ö 1.2 Ontstaanswijze Zone Zwaar Verkeer … nnen nennen veneenenenvenvensvenvernveneenenenvenvenneenvenen Ö 1.3 Aanscherping Zone Zwaar Verkeer in het kort … nnen eneen enen eneeennvenneerenenneeennn O 1.4 Waarom een evaluatie Aanscherping Zone Zwaar Verkeer? … nennen ennvenneenneerne eenn. O 2 Aanscherping Zone Zwaar Verkeer... … usus so orsnsonsennnneneeeeenensennnnsnenrenernvenrnenene 1O 2.1 Verkeersbesluit zone zwaar verkeer … nnn ennen eneen enen enenennvenneenneenenveneeenveerveneeeeneeenee LO 2.2 Ontheffingen nanne ennen veneenvenv enen enen vennvenenvenvenvenvenvenvenenvenreneneenvenvenvenvenenveenenee A 2.3 Gedragsregels … nnen en eeneen en envenvennerenenvenenenvenvenenenvenvensvenvenvenseenveeneenvenenenee 12 2.4 Gewichtsverklaring … … none vene eene eeenenenenenveeevereneneneeenevenneennvennvenneeennvenevenvervenener 13 2.5 Handhaving … nanne eneennenneeneeeneeneenenenvenenenvenvensveneeenvenvenenenvenerenvenvenvensvenveeneenvennene. 13 3 Nalevingstrategie … …………………….nsssnssnsnsorssnrenersennnnsneneenensensnennerrenensensenvnnnnenrenvenvenvnnnen: Ll 4 Resultaten evaluatie: in cijfers … …… nun snnon veren se nnneenenerverserseeveneneneervserrvveenvnverer 15 ARWATGEID CEE CT 4.2 Resultaten naleving; aandeel zwaar verkeer met ontheffing … nanne venen 15 4.3 Resultaten informeren & faciliteren … nnen ennen venvensennenneenenenveneennnenerenennvenvenvenneeneeeneenn 1Ó 4.4 Resultaten effectieve handhaving … nnn annen enne eeneeneenenenveneennvenvenvenneeeneeneeneenenenveneenneenvenn 17 5 Resultaten evaluatie: interviews … enn vennneren eenen enen eeenverenernen vereren eenn 18 5.1 Terugblik projectorganisatie … nonnen eneen neenvennveneeenensen ennen veneenenenvenvenneenververnvenne 18 5.2 Samenwerking binnen de gemeente … nnen nennen venvenv eneen enneenenenvennvenveneeneennvenveeneen 1) 5.3 Samenwerking met partners & brancheverenigingen … nnn oneven enneeneeeneeneeneneneeneen ee 21 5.4 Scopewijzigingen gedurende het proces... nnn nnen eneen enneenenenveneenevenveneensvenvenvene 22 5.5 Faciliteren van gebruikers … nonnen enen ennvenneneneeennvenneererenseerneeenevenevenveeevveeveennveenee 23 5.6 Pilot Camerahandhaving … unne eneen ennen oneens envenvensvenseerennveneeenvenvenseenveneenneeeenvene 25 5.7 Samenloop vergunningen & ontheffingen … nennen nennen vene eneen enen eeneneneenvenvenen. 26 5.8 Continuïteit van beleid. neee eenen ennnenenneeerenerenneeeveneenennenenenenseenenneeeennneenenensenen 27 5.9 Oneffenheden in de regelgeving … nanne vennen ver eneenv enen eerenenvenvenvenvenvenenneenenven 27 5.10 Effect aanscherping ZZV op bruggen en kademuren... anneer eneneenenvenennen. 28 6 Conclusie en aanbevelingen ………….…………….nsssusnssnsnrnreenensenenennenenseenersenensernneervenvensnnene 30 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evaluatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer 1 Introductie 1.1 Aanleiding Haar kenmerkende en vaak eeuwenoude herenhuizen, bruggen en kademuren zijn nog steeds bepalend voor het Amsterdamse. In 2010 kreeg de Amsterdamse grachtengordel de status van UNESCO Werelderfgoed, met als doel het erfgoed te beschermen voor toekomstig generaties. Echter is het verkeer in de stad al generaties lang groter en zwaarder geworden, terwijl de bruggen en kademuren niet altijd ontworpen zijn op de zware voertuigen zoals die vandaag de dag voorkomen. Vaak worden de bruggen vergeleken met Matroesjka poppetjes die vanaf deze vroege historie laag voor laag zijn op- en uitgebouwd. Initieel ontworpen voor paard en wagen en door de jaren heen doorontwikkeld voor vrachtwagens, touringcars en trams. 1.2 Ontstaanswijze Zone Zwaar Verkeer Al sinds 1996 is binnen het oude centrum sprake van beleid om de overlast van zwaar verkeer tegen te gaan. Vervolgens introduceerde stadsdeel Centrum in 2008 het ontheffingenbesluit, met als doel het beschermen van bruggen en kademuren tegen overbelasting. Vanaf 2018 werd steeds duidelijker dat het achterstallig onderhoud snel ingelopen moest worden. Met Programma bruggen- en kademuren werd een groot onderzoeks- en herstelorganisatie opgezet. De scope omvatte meer dan 800 bruggen en 200 km kademuur. Het resultaat was het actieplan waarin ten doel werd gesteld om de piekbelasting van de bruggen en kademuren te verminderen en daarmee de levensduur te verlengen. Aanscherping van de Zone Zwaar Verkeer was een belangrijke maatregel om snel aan deze doelstelling bij te dragen. 8 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer 1.3 Aanscherping Zone Zwaar Verkeer in het kort De Zone Zwaar Verkeer (hierna ZZV) is daarmee allerminst nieuw. Ook voor de aanscherping was sprake van een 7,5 ton zone. Grootste wijziging zit in de strengere handhaving, het verschuiven van de grens van 45 ton naar 30 ton voor de routetoets en het afschaffen van de ontheffingsvrije vrachtroutes. Ook is de aanvraagprocedure gedigitaliseerd met een E-formulier. Bij het opstellen van het nieuwe beleid waren uitvoerbaar en handhaafbaar beleid belangrijke uitgangspunten. Hoe werkt de Zone Zwaar Verkeer? Binnen de ZZV, met als grens de s1oo, geldt een ‘geslotenverklaring’ voor voertuigen met een totaalmassa zwaarder dan 7,5 ton. Dit betekent dat voertuigen zwaarder dan 7,5 ton in principe niet welkom zijn binnen de zone zwaar verkeer. Zonder de inzet van voertuigen zwaarder dan 7,5 ton is het echter niet mogelijk om de binnenstad te bevoorraden, te verbouwen, te renoveren en schoon te houden. Dit zou het functioneren van de Amsterdamse binnenstad ernstig belemmeren. Daarom is het wenselijk om voor bepaald transport uitzonderingen te maken. 1.4 Waarom een evaluatie Aanscherping Zone Zwaar Verkeer? Van chauffeurs en transportbedrijven tot en met beleidsafdelingen, dienstverlening en handhaving op straat; aanscherping van de ZZV kende een brede impact. Vaststaat dat het de nodige voeten in de aarde heeft gehad; het is namelijk meer dan een aantal nieuwe verkeersborden. Bij de vaststelling is met het College afgesproken om één jaar na inwerkingtreding de aanscherping ZZV te evalueren. Benadrukt moet worden dat continuering van de ZZV zelf niet ter discussie staat. In voorliggende evaluatie staan de volgende vier onderdelen centraal: e Doelstellingen - Doelstelling van de aanscherping ZZV was om de levensduur van bruggen en kademuren te verlengen. De vraag is in hoeverre invoering van de aanscherping hieraan heeft kunnen bijdragen. e Pilots -Bij de inwerkingtreding zijn een aantal pilots opgestart om de naleving van de ZZV op peil te houden: denk aan de pilots ‘camerahandhaving’ en ‘culturele sector’. Op basis van deze evaluatie wordt aanbevolen de pilots al dan niet voort te zetten. e Proces en communicatie — Vanwege de noodzaak en urgentie is aanscherping ZZV in hoog tempo ontwikkeld in combinatie met intensieve samenwerking met het Rijk, een veelvoud aan gemeentelijke afdelingen en brancheverenigingen en gebruikers. Hoe is de communicatie, samenwerking en het proces ervaren? e Aanbevelingen - Naast een aantal voorziene effecten heeft aanscherping van de ZZV ook geleid tot inzicht in een aantal onvoorziene effecten. Wat leert dit ons? En welke uitdagingen komen op ons af? 9 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer 2 Aanscherping Zone Zwaar Verkeer De volgende paragrafen beschrijven verschillende elementen van de aanscherping ZZV, waaronder het verkeersbesluit, de ontheffingen, gedragsregels, gewichtsverklaring en handhaving. 2.1 Verkeersbesluit zone zwaar verkeer Met de aanscherping van de ZZV is het ontheffingenbeleid restrictiever geworden. Deze beperking geldt voor het complete wegennet in het gebied binnen de S10o ten zuiden van het IJ. In de binnenstad blijft een 7,5 ton zone gelden. Ook de “vrachtroutes” zonder gewichtsbeperkingen (zie blauwe aanduidingen) zijn verdwenen. Als alternatief zijn ‘breed opgezette wegen’ ontwikkeld, waar voertuigen langer dan 10 meter mogen rijden en ook voertuigen met een deelbare lading een routeontheffing mogen aanvragen. NE) (75 SD SS Figuur a - Situatie vóór aanscherping Figuur 2 — Situatie ná aanscherping Binnen de zone is een ‘geslotenverklaring’ van kracht voor voertuigen en samenstel van voertuigen, met een totaalgewicht hoger dan 7,5 ton. Aanvullend kan sprake zijn van lokale gewichtsbeperkingen, die als doel hebben om een specifieke brug of kademuur te beschermen. Deze lokale beperkingen dienen altijd gevolgd te worden. 10 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer 2.2 Ontheffingen Het is onwenselijk alle verkeer boven de 7,5 ton te weren. Dit zou het functioneren van de Amsterdamse binnenstad belemmeren; logistiek wordt namelijk vaak gezien als bloedsomloop van de stad. Het is daarom wenselijk om voor bepaald transport een vitzondering te maken. Er zijn twee typen ontheffingen: een zonale (jaar- en dag-) ontheffing en een routeontheffing. Zonale (jaar- en dag-) ontheffing De zonale ontheffing geldt voor voertuigen die maximaal 30 ton wegen en een maximale lengte van 10 meter hebben. De ontheffing geldt voor de gehele zone. Lokale beperkingen dienen altijd te worden nageleefd (bijvoorbeeld lokale gewichts- of lengtebeperkingen). Routeontheffing Voertuigen die niet aan de eisen kunnen voldoen van de zonale ontheffing, kunnen een routeontheffing aanvragen. Alleen als de infrastructuur het toestaat en er sprake is van ondeelbare lading is er een routeontheffing mogelijk. Er zijn verschillende soorten gewichtsgroepen die in aanmerking komen voor bovenstaande ontheffingen. Het betreft voertuigen met een: Toegestane maximum massa tot 30 ton (en korter dan 10 meter) Deze voertuigen komen in aanmerking voor een zonale ontheffing. Voertuigen mogen zich ‘vrij’ in de ZZV bewegen, maar dienen lokale gewichtsbeperkingen, net als andere verkeer beperkende maatregelen te respecteren. Denk daarbij aan een absolute gewichtsbeperking van een brug of kademuur. Werkelijk gewicht tot 3o ton (maar hoger toegestane massa & korter dan 10 meter) Deze voertuigen komen in aanmerking voor een zonale ontheffing. Er is, op basis van vertrouwen, een gewichtsverklaring van toepassing waarmee vervoerders bevestigen dat het voertuig (of combinatie) niet zwaarder wordt beladen dan 30 ton. Ook voor hen geldt dat ze lokale gewichtsbeperkingen, net als andere verkeer beperkende maatregelen dienen te respecteren. Werkelijk gewicht zwaarder dan 3o ton (maar lichter dan 5o ton & korter dan 120 meter) Deze voertuigen komen onder twee voorwaarden in aanmerking voor een routeontheffing. Men moet een route opgeven waarlangs men met het voertuig wil rijden. De gemeente toetst die route. Daarbij wordt gekeken of de bruggen en kademuren het gewicht aan kunnen. Bij een positief advies moet die route worden gevolgd (verplicht). Daarnaast moet sprake zijn van een ondeelbare lading. Afwijken van de voorgeschreven route mag uitsluitend met toestemming van het college. Voertuigen zwaarder dan 5o ton (of afwijkend qua hoogte/breedte/lengte) Deze voertuigen komen niet in aanmerking voor een ontheffing. Voertuigen met een ondeelbare lading zwaarder dan 5o ton worden gezien als exceptioneel transport (voor zelfrijdende voertuigen, zoals bijvoorbeeld een kraan, geldt 60 ton als grens). 11 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer Bijzondere voertuigen (lichter dan 30 ton, maar langer dan 10 meter) Ten tijde van de Emissiezone is een lijst met bijzondere voertuigen vastgesteld. Bij deze categorie voertuigen kon, gelet op de afschrijvingstermijn, redelijkerwijs niet worden verwacht dat een nieuw voertuig zou worden aangeschaft als gevolg van de beleidswijziging. Het betreft de volgende voertuigen: Kraanwagen, bedrijfsauto met een zware laadkraan, hoogwerker, betonmolen, betonmixer, betonpomp, kolkenzuiger, brandweerwagen, straatveger/straatreiniger/ rioolzuiger, verhuiswagen, gepantserd voertuig, elektrisch voertuig. Deze voertuigen komen ook in aanmerking voor een zonale ontheffing. Het betreft voertuigen met een ‘langere afschrijvingsduur’. Voertuigen die zijn opgenomen in de lijst met bijzondere voertuigen mogen langer zijn dan 10 meter en mogen een routeontheffing aanvragen ook als ze een deelbare lading vervoeren. Vanzelfsprekend geldt ook voor hen dat ze lokale gewichtsbeperkingen, net als andere verkeer beperkende maatregelen, dienen te respecteren. Ty mW WRR GUR rome Massa fi) In 20 40 li) een Beleid voor Ela dAenLklade rautetoet hAl elken od aanscherping erkende ht enen mn zijn nbat ontheffingiplichting Beleid na lag- an jaaranthetfing ih Eelke exceptioneel aanscherping vrachtroutes komen te vervallen en worden onthelfingsplichtie ruw, het lengtecr en an erite nee tenzij: . osn 10 mater n noodzakelijk gE = be 00e an ka hi ap de toute staan het toe Figuur 3 - Schematische weergave wijziging van het beleid 2.3 Gedragsregels Om verdere beschadiging van bruggen en kademuren te voorkomen, zijn samen met de sector gedragsregels opgesteld. De boven genoemde ontheffingen kennen de volgende voorschriften: e _Nietstilstaan omte laden en lossen of parkeren op het voetgangersgedeelte op bruggen; e _Op kademuren niet stilstaan om te laden en lossen of parkeren binnen een afstand van drie meter tot de waterkant; e _Houd vijf meter afstand tot andere zware voertuigen en objecten, ook op de rijbaan; e Rijgedrag: stapvoets rijden over verkeersdrempels en andere oneffenheden; e Zoveel mogelijk op de breder opgezette doorgaande wegen rijden. 12 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer 2.4 Gewichtsverklaring Sommige voertuigen kennen een toegestane maximum massa zwaarder dan 30 ton, maar vervoeren bijvoorbeeld altijd een lichte lading (donzen dekbeddenfabrikant) of passen hun transportroute zo aan dat ze altijd met een totaalgewicht van maximaal 30 ton in de zone rijden. Om deze voertuigen toch te kunnen toelaten, is in samenwerking met brancheverenigingen de zogenoemde ‘gewichtsverklaring’ opgesteld. Hiermee verklaren gebruikers -op basis van vertrouwen- dat het desbetreffende voertuig niet zwaarder beladen dan 30 ton, in de zone zal rijden. 2.5 Handhaving Strengere handhaving op zwaar verkeer ging niet over één nacht ijs. Als aankondiging is geruime tijd voor inwerkingtreding een grote commvunicatiecampagne opgezet om de doelgroep te informeren, naast vele gesprekken, stakeholdersbijeenkomsten en ruim 5ooo gerichte brieven naar (bestaande) ontheffinghouders. Ook zijn lopende ‘oude’ ontheffingen automatisch overgeplaatst naar het nieuwe beleid (Aanscherping Zone Zwaar Verkeer). Bij alle toegangswegen van de ZZV staat een 7,5 zonebord met camera-onderbord. Tevens zijn aankondigingsborden geplaatst. Handhaving vindt plaats op drie varianten: Camerahandhaving (pilot camerahandhaving) Na een intensief voorbereidingstraject is na goedkeuring van het parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) de pilot Camerahandhaving opgestart. Concreet betekent dit dat alle toegangswegen van de ZZV voorzien zijn van camera’s die op basis van kentekengegevens voertuigen zonder ontheffing sanctioneren. Het Rijk incasseert de boetes. Fysieke handhaving op straat Naast camerahandhaving wordt ook binnen de zone gecontroleerd op het hebben van een ontheffing. Denk aan gerichte controles door handhaving, waar bijvoorbeeld met mobiele weegmatten het absolute gewicht wordt gecontroleerd. Het Rijk incasseert de boetes. Dubbele beboeting (camera’s en handhaving op straat) is niet mogelijk. Bestuursrechtelijke handhaving Naast de handhaving op het hebben van een ontheffing, worden ontheffinghouders binnen de zone gecontroleerd op de naleving van de gedragsregels en op het volgen van de ontheffingsvoorschriften. De belangrijkste ontheffingsvoorschriften zijn het voldoen aan de gewichtsverklaring en het rijden van de voorgeschreven route. Voor het controleren op de gewichtsverklaring worden eveneens de mobiele weegmatten ingezet. Afhankelijk van de ernst van de overtreding kan de ontheffing voor een bepaalde tijd worden ingetrokken. Zie paragraaf 2.3 voor de gedragsregels. 13 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer 3 Nalevingstrategie Een essentieel onderdeel van de aanscherping ZZV is de naleving op straat. Om gedragsverandering te bewerkstelligen en overtredingen te voorkomen, is gekozen om in te zetten op een strategie die inzet op preventieve maatregelen op drie sporen. Het betreft informeren, faciliteren en sanctioneren. Er is gekozen voor een grootschalige communicatiecampagne van enkele weken. De inzet van de campagne was om zoveel mogelijk stakeholders in de breedst mogelijke zin te bereiken, denk aan Amsterdammers, brancheverenigingen, chauffeurs, planners en werkgevers. Ook zijn meer dan 5ooo brieven verstuurd naar bestaande ontheffinghouders en voertuigen die zich tijdens de voorbereiding in de zone verkeerden. Inspanningen & acties e Informeren (en waar mogelijk omzetten van) ontheffingen van bestaande ontheffinghouders; e _Informatiebijeenkomsten vóór- en met verenigingen en stakeholders; e Informeren brancheverenigingen, dealers, CBR, RDW, vakbladen en andere stakeholders; e Direct informeren van stakeholders door middel van kentekenregistratie; e Informatieborden enlichtkarren plaatsen op strategische plekken, bijvoorbeeld afritten en corridors; e Integratie regels in bestaande gemeentelijke werkwijzen (aanbestedingen, tenders, BLVC); e _ Monitoring en sturen op houding en gedrag van chauffeurs van het eigen wagenpark. Met faciliterende maatregelen is beoogd om het voor de doelgroep gemakkelijker te maken. Denk aan een optimaal functionerend ontheffingenproces en ondersteuning in de eerste maanden. Inspanningen & acties e _ Waar mogelijk automatisch overzetten van ontheffinghouders van oud- naar nieuw beleid; e Realisatie E-formulier: toegankelijke, voorspelbare en transparante aanvraagprocedure; e _ Snelle doorlooptijd vormde hierbij het uitgangspunt; e _Bereikbaarheidskaart met actuele bereikbaarheidsinformatie. Ondanks dat flink is ingezet op informeren en faciliteren, is handhaving van ongekend belang. Inspanningen & acties e _ Toepassing camerahandhaving; besluit V&OR inzet digitaal handhaven verkeersovertredingen; e Dagelijkse inzet van (mobiele)weegmatten in plaats van specifieke (statische) weeglocaties; e Inzetten overige snelle, efficiënte en slimme weegtechnieken, denk aan de weegstrips; e Naast handhaving op het hebben van een ontheffing ook bestuursrechtelijke handhaving op de ontheffingsvoorschriften, zoals gedragsregels, verplichte route en/of gewichtsverklaring; 14 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer 4 Resultaten evaluatie: in cijfers Dit hoofdstuk spiegelt de behaalde resultaten aan de doelstellingen. Het hoofddoel van de aanscherping ZZV was het verminderen van piekbelasting op bruggen en kademuren door in te zetten op een hogere naleving van de regels. 4.1 Zwaar verkeer in aantallen Onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van het gemiddelde aantal voertuigen dat de Zone Zwaar Verkeer binnenkwam. Hierbij is gekeken naar de periode maart 2020, maart 2022 en het gemiddelde in de periode juni 2022 t/m janvari 2023. Resultaten In de periode tussen maart 2020 en de periode juni 2022 t/m januari 2023 is het gemiddelde aantal voertuigen per werkdag met een toegestane maximum massa (TMM) > 7,5 ton gedaald van 1308 naar 1044. Een daling van ca 20%. Het aantal voertuigen met een gewicht >3o ton is in dezelfde periode zelfs met ongeveer 60% afgenomen van gemiddeld 255 naar 101 voertuigen per werkdag. De categorie voertuigen >7,5 ton ledig gewicht & een TMM <30 ton is op haar beurt met ongeveer 23% toegenomen van 251 naar 309. Totaal aantal voertuigen Niles la Gemiddeld ip Ze) py] Juni *22 / Jan ‘23 Gemiddeld aantal voertuigen per werkdag (TMM >7,5 ton) U Gemiddelde aantal voertuigen TMM > 30 ton Gemiddelde aantal voertuigen >7,5 t ledig gewicht & <30 t TMM Gemiddelde aantal voertuigen >7,5 t& <11,25 t ledig gewicht Gemiddelde aantal voertuigen <= 7,5 t & >7,5 t TMM Tabel 1 — Resultaten zwaar verkeer in aantallen 4.2 Resultaten naleving; aandeel zwaar verkeer met ontheffing Het onderzoek is vitgevoerd zowel vóór- (in maart 2020, juli 2021) als na inwerkingtreding (maart 2022). De analyse is gebaseerd op unieke voertuigen waarvan 100% zeker is dat deze een ontheffingsplicht hebben. De kentekendata is vergeleken met voertuigen met een ontheffing. 15 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer Resultaten Doelstelling Maart 2020 Juli 2021 Maart 2022 Naleving; % voertuigen met ontheffing Tabel 2 - Resultaten aandeel zwaar verkeer met ontheffing De naleving ontheffingsplicht is tussen maart 2020 en maart 2022 gestegen van 63% naar 93%. Naleving verplichte routes & gewichtsverklaring Op 6 werkdagen in juni en juli is met een voertuig van Handhaving door de Zone Zwaar Verkeer gereden en zijn voertuigen steekproefsgewijs gecontroleerd. Resultaten Steekproef Doelstelling Juni/Juli 2022 Naleving verplichte routes 91% bevindt zich op de juiste route Naleving gewichtsverklaring 95% voldoet aan gewichtsverklaring Tabel 3 - Resultaten naleving verplichte routes en gewichtsverklaring 4.3 Resultaten informeren & faciliteren Geïnterviewden zijn gevraagd een inschatting te maken van (a) in hoeverre hun organisatie/ branche op de hoogte was van de nieuwe beleidsregels, (2) de informatievoorziening, (3) doorlooptijden. Resultaten Informatievoorziening Doel Resultaat Beschrijving informatievoorziening >80% | >g0% Geïnterviewden geven veelal aan dat > 90% van hun organisatie of achterban op de hoogte is van de ZZV. De communicatiecampagne lijkt daarmee effectief. Tabel 4 - Resultaten informatievoorziening Resultaten beschikbaar gestelde informatie Doel Resultaat Beschrijving beschikbaar gestelde informatie 7,5 Gematigd tevreden over de beschikbaar gestelde informatie. Met rapportcijfers tussen de 4 en 8 is sprake van een diffuus beeld. De wens aan direct(er) contact voor vragen en een niet up-to-date zijnde bereikbaarheidskaart worden vaak als oorzaak genoemd. Tabel 5 - Resultaten beschikbaar gestelde informatie Resultaten doorlooptijden (kwalitatie Doel Resultaat Beschrijving doorlooptijden 7,5 416 Op basis van de interviews komt een beeld naar voren van ontevredenheid. Geïnterviewden geven aan dat de beloofde doorlooptijden vaak niet worden nagekomen. Volgens de geïnterviewden gebeurt dit zowel bij complexe als simpele aanvragen. Met uitschieters van een 1 (zeer ontevreden) en een 10 (zeer tevreden) is allerminst sprake van een eenduidig beeld. Tabel 6 - Resultaten doorlooptijden (kwalitatief) 16 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer Beschrijving doorlooptijden e De doorlooptijden zijn voor de dagontheffing (max. 1 werkdag), jaarontheffing (max 5 werkdagen) en routeontheffing (max. 15 werkdagen). e De gemiddelde doorlooptijd was in de periode januari 2022 tot en met november 2022 voor een dag-, jaar- en routeontheffing respectievelijk 2,3 dagen; 6,3 dagen en 11,6 werkdagen. e Het percentage binnen de norm verleende vergunningen in de periode janvari 2022 tot en met november 2022 is 71%. Dat betekent dat 3 op de 10 aanvragen niet tijdig zijn behandeld. e _ Aanvragers geven aan wanneer zij de ontheffing nodig hebben. Kijkend naar de ingangsdatum is bijna 84% tijdig behandeld, ondanks dat daarmee niet wordt voldaan aan de doorlooptijden. 4.4 Resultaten effectieve handhaving Naast de digitale camerahandhaving worden voertuigen binnen de ZZV gecontroleerd door BOA's. Er is sprake van gerichte handhaving. BOA's richten zich op het hebben van een ontheffing, het naleven van de gewichtsverklaring, de verplichte routes, de verklaring ondeelbare lading en de gedragsregels. Onderstaande tabellen laten zien dat de effectiviteit van handhaving omhoog is gegaan en doelstellingen ruimschoots worden gehaald. Naast trainingen en korte lijnen tussen beleid en handhaving is dit mogelijk ook deels te danken aan de combinatie met camerahandhaving, waardoor de BOA-capaciteit zich concentreert op gerichte handhaving binnen de Zone Zwaar Verkeer. Hierdoor is het afschrikeffect groter, want waar in het verleden werd geconcentreerd op (overduidelijke) overbelading is nu sprake routinematige controles en steekproeven. Resultaten controles per week In de maanden oktober 2021 t/m mei 2022 zijn door BOA's 1767 controles geregistreerd. Dit zijn ongeveer 5o controles per week. Het betreffen 1525 Tabel 7 - Resultaten gemiddeld aantal controles per week Resultaten gemiddelde afhandelingstijd BOA-vur uitgevoerd (1 per 2:30 ur). In de periode november 2021 t/m mei 2022 zijn gemiddeld o,5 controles per BOA-vur uitgevoerd (a per 2:00 Uur). Tabel 8 - Resultaten gemiddelde afhandelingstijd 17 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer 5 Resultaten evaluatie: interviews Om tot deze evaluatie gekomen zijn verschillende gesprekken gevoerd met gebruikers, brancheverenigingen en betrokkenen vanuit de gemeente. Dit heeft geleid tot een mooie afspiegeling van de verschillende inzichten en belanghebbenden. In de gesprekken lag de focus op de periode vóór invoering van het nieuwe beleid tot en met de ervaringen een jaar later. De aanscherping ZZV heeft de nodige voeten in de aarde gehad en beperkt zich allerminst tot zwaar verkeer. Het gaat over de complexiteit van beleidsmatige keuzes, de stapeling van ambities, de (vaak) sectorale organisatieontwikkeling en over het visitekaartje dat je als gemeente wilt uitstralen. In onderstaande paragrafen worden een aantal terugkerende thema’s beschreven in de vorm van ervaringen, quotes en anekdotes. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen ervaringen van gebruikers & brancheverenigingen (blauw) en betrokkenen vanuit de gemeente (rood). 5.1 Terugblik projectorganisatie Zoektocht naar balans tussen duidelijkheid, haarbaarheid, vitvoerbaarheid en handhaafbaarheid Quote: “De eigenlijke ambitie was om ál het zware vrachtverkeer uit de stad te weren door middel van het invoeren van een routetoets vanaf 7,5 ton. Al snel bleek dat onuitvoerbaar voor zowel de gemeente als de logistieke sector. Na uitgebreide gespreksrondes met de branche en de gemeentelijke constructeurs/ technische experts is uiteindelijk gekozen voor een 7,5 ton zone waar een ontheffing kan worden aangevraagd voor voertuigen tot maximaal 30 ton.” De projectorganisatie kijkt terug op een turbulent proces. Enerzijds vanwege het hoge tempo waarin de aanscherping ZZV ontwikkeld moest worden en anderzijds vanwege de complexiteit aan regelgeving en verscheidenheid aan belanghebbenden. Het was een bewuste keuze om brancheverenigingen en gebruikers vroegtijdig in het proces te betrekken. Vanaf de start hebben verscheidene bedrijfsbezoeken plaatsgevonden om inzicht te krijgen in de verschillende logistieke systemen. Daarnaast zijn in het ontwerpproces tijdens verschillende bijeenkomsten wensen, zorgen en behoeften vanuit de gebruikers opgehaald. Een hectische periode omdat geen zekerheid kon worden geboden; de precieze staat van de bruggen en kademuren was immers onbekend. Met andere woorden was lange tijd niet duidelijk met welke ‘spelregels’ rekening gehouden moest worden. Ditzelfde geldt voor het ontwerpproces binnen de gemeentelijke organisatie. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid stonden hoog in het vaandel; daarom werd in een intensief proces met onder andere handhaving en dienstverlening gewerkt aan de uitwerking van het beleid. Daarnaast werd een brede 18 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer stuurgroep opgericht waarin de meest belanghebbende afdelingen plaatsnamen. Vanwege de scopewijzigingen en aanscherpingen vanuit brancheverenigingen en marktpartijen was allerminst sprake van stabiel beleid. De kennis en expertise vanuit verschillende werelden leidde tot scherper en completer beleid, waardoor vitzonderingen eerder aan het licht kwamen en de projectorganisatie tot minder vervelende verrassingen kwam te staan. Tot slot was lange tijd sprake van grote onzekerheden omdat de precieze staat van de bruggen en kademuren immers niet duidelijk was. Het kostte veel moeite om in gezamenlijkheid met constructeurs te komen tot een generieke gewichtsgrens van 30 ton, geldend voor alle kademuren. In overleg met de branche werd relatief laat in het proces afscheid genomen van de beoogde maximale aslast van 10 ton in combinatie met 30 ton totaalmassa. Constatering Terugkijkend was sprake van een continue zoektocht naar een balans tussen generiek beleid en eenduidigheid (wens dienstverlening en handhaving) en het gewenste maatwerk (wens branche). Juist de vele onzekerheden en de uitzondering op de regelgeving maakte de materie zeer complex. Het vereiste ingewikkelde keuzes om tot een vitvoerbaar en handhaafbaar beleid te komen. Mede door het gezamenlijke ontwerpproces is gepoogd een balans te vinden tussen de -vaak conflicterende- belangen vanuit de betrokken interne en externe belanghebbenden. 5.2 Samenwerking binnen de gemeente Gezamenlijk ontwerpproces voor uitvoerbaar en handhaafbaar beleid. Quote: “Erwas sprake van een gezamenlijk ontwerpproces. Het projectteam stond open voor de input vanuit Dienstverlening, Handhaving en de Software bouwers, waardoor optimalisaties ‘onderweg’ doorgevoerd werden. Deze inspanning kwam de vitvoerbaarheid van het beleid in de volle breedte ten goede.” Het ombuigen van (politieke) visies of ambities naar uitvoerbaar beleid kost soms jaren. Voor de aanscherping ZZV was dit anders vanwege de urgentie. Waar doorgaans wordt gewacht op ‘stabiel beleid’ voordat de processen en systemen van de ketenpartners worden ingericht (zoals ICT-afdelingen, Dienstverlening & Handhaving), gebeurde dit bij de ontwikkeling van de ZZV-parallel. Dit voelde soms wat onwennig vanwege tussentijdse scopewijzigingen. De toewijzing van ‘dedicated’ aanspreekpunten die zich binnen betrokken afdelingen inzetten voor de aanscherping ZZV werd benoemd als pijler van de effectieve samenwerking. Dit gebeurde binnen de kerngroep bestaande vit Camerahandhaving, Dienstverlening, Handhaving en de projectgroep. Ook andersom werd vanuit het projectteam ZZV met de ketenpartners meegedacht en meegewerkt. Het projectteam heeft Dienstverlening intensief ondersteund in de vitwerking van werkinstructies voor de medewerkers. Daarnaast zijn in aanloop naar de inwerkingtreding presentaties en workshops verzorgd bij betrokkenen in het algemeen en handhaving in het bijzonder. Constatering Terugkijkend heeft deze aanpak ook veel opgeleverd. Belanghebbenden zijn vroegtijdig bij het ontwerpproces betrokken, waarbij de kennis en expertise van de ketenpartners leidden tot 19 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer optimalisaties in de volle breedte van het ontwerpproces: van ICT -inrichting, dienstverlening tot en met handhaving. Quote: “Dan zijn we genoodzaakt een brief naar mevrouw Halsema sturen met de mededeling dat we komende winter door onze eigen wet- en regelgeving helaas niet kunnen strooien.” Waar het merendeel van de betrokkenen, zoals de Stadsdelen, Handhaving en Dienstverlening haar waardering uitspreken over de wijze waarop zij zijn betrokken, heeft een onderdeel binnen Stadswerken een andere afdronk. Ondanks het feit dat Stadswerken in de stuurgroep van de aanscherping ZZV plaatsnam, is het niet gelukt om de eigen organisatie in haar volledigheid te informeren. Stadswerken is onder andere verantwoordelijk voor een groot deel van het wagenpark om de stad draaiende te houden. Denk aan veegwagens, afvalwagens maar ook de strooiwagens. Laatstgenoemde leek in eerste instantie niet te kunnen voldoen aan de vereisten van de aanscherping ZZV. Dit was te wijten aan de reeds aanbestede contracten voor het materieel, de vitvoeringsdienst én het strooibestek om de strooiwerkzaamheden te mogen uitvoeren. De inzet van meerdere voertuigen met minder capaciteit zou opnieuw aanbesteden betekenen (met een doorlooptijd van minstens 1 jaar) vanwege een fundamentele wijziging. Constatering De discussie liep met een sisser af, maar het spreekt boekdelen over het belang van vroegtijdige betrokkenheid. De vitvoering werd in de ogen van Stadswerken te laat betrokken, wat door wederzijds onbegrip bijna leidde tot een brief naar de burgemeester. Terugkijkend heeft deze ‘dreigende escalatie’ er wel voor gezorgd dat de werelden van beleid en uitvoering elkaar beter weten te vinden, denk aan ‘30 is de norm’ waarbij Stadswerken naar tevredenheid aangeeft vroegtijdig te zijn te betrokken. Ouote: “Wij zijn van de assets, wij gaan over de camera's, wij doen alleen het klantcontact, wij handhaven alleen. ledereen is van een klein stukje en daarom is niemand ergens van.” Het beleid van de aanscherping ZZV ontstond binnen Programma Bruggen & Kademuren en wordt momenteel vitgevoerd vanuit Programma Logistiek. Het ligt voor de hand dat het beleid op termijn wordt opgenomen in de lijnorganisatie. Als eigenaar van de assets lijkt V&OR de meest voor de hand liggende eigenaar van de ZZV. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen het beleidsmatige deel (V&OR kennis & kaders) en het vitvoerende deel (V&OR gebruik openbare ruimte). Restrictief toegangsbeleid heeft structureel aandacht nodig, er zijn altijd gevallen en aanvragen die niet precies in het aanvraagformulier en soms zelfs binnen de regels passen. Daar moeten soms beleidsmatige afwegingen over gemaakt worden. Er liggen nog tal van mogelijkheden om het beleid en de regels te optimaliseren. 20 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer 5.3 Samenwerking met partners & brancheverenigingen Quote: “We zijn meegenomen in het proces, maar er is onvoldoende naar onze uitvoeringsexpertise geluisterd.” Op basis van interviews met brancheverenigingen en gebruikers ontstaat een eenduidig beeld. Geïnterviewden spreken veelal hun waardering vit over de wijze waarop de gemeente Amsterdam het proces heeft ingestoken; partners voelen zich op prettige wijze meegenomen in het proces. De aanpak heeft ertoe geleid dat een gemeenschappelijk beeld ontstond over urgentie en noodzaak: er moest iets veranderen ten aanzien van zwaar verkeer. Kanttekening is de motivatie achter de gemaakte keuzes. De geïnterviewden geven aan onvoldoende te zijn meegenomen in de ingeslagen weg, wat leidde tot onbegrip. De branche ziet dat is ingespeeld op wensen, zorgen en signalen; de maximale aslast van 10 ton (bovenop de maximale massa van 30 ton) is bijvoorbeeld op verzoek van de branche komente vervallen. Echter blijkt vit de interviews dat de branche in toenemende mate meegenomen had willen worden in de motivaties achter keuzes. Er blijven namelijk een aantal vragen open; waarom is bijvoorbeeld vastgehouden aan de maximale lengte van 10 meter terwijl voertuigen steeds wendbaarder worden? Constatering Vroegtijdige betrokkenheid van gebruikers wordt als zeer positief beschouwd. Mede door de aanpak zijn urgentie en noodzaak niet ter discussie gesteld. Voor vriend en vijand was duidelijk dat er iets moest veranderen. Wel is sprake van onbegrip over de gemaakt keuzes. De geboden snelheid kan worden aangewezen als belangrijkste oorzaak van het onbegrip. De 30 ton als maximaal toelaatbare massa biedt als harde grens vooral duidelijkheid. Aanbevolen wordt deze gewichtsgrens te handhaven. Wel kan worden verkend of meer maatwerk mogelijk is ten aanzien van maximaal toelaatbare lengte. Dit moet echter verenigbaar zijn met de lange termijn ambities van de stad. Ouote: “Bergingsvoertuigen leken tussen wal en schip te vallen. Samen met de gemeente is een uitzondering bedacht voor calamiteiten. Anders zouden we 3 weken moeten wachten op een routetoets voordat we een gestrande vuilniswagen zouden mogen wegslepen.” Terugkijkend was het onmogelijk om aan de voorkant de precieze impact volledig te overzien. Het waren de vele vitzonderingen die voor complexiteit zorgden gedurende het ontwikkelproces. Een typerend voorbeeld zijn bergingsvoertuigen. Voor deze incident gedreven voertuigen is de route en het moment per definitie niet-planbaar. Voor het bergen van zware voertuigen zou volgens het beleid eerst een routeontheffing aangevraagd moeten worden met een doorlooptijd van 10 werkdagen. In overleg met bergers en gemeentelijke constructeurs zijn aanvullende ontheffingsvoorschriften opgesteld waarmee de bruggen en kademuren beschermd kunnen worden en bergers hun noodzakelijke werkzaamheden kunnen uitvoeren. 21 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer Een voorbeeld van een oneffenheid is de wijze waarop voertuigen in de systernen geregistreerd zijn. Een geïnterviewde geeft aan speciaal geïnvesteerd te hebben in drie identieke voertuigen, waarbij slechts één voertuig in aanmerking komt voor een ontheffing. Ondanks dat sprake is van hetzelfde bouwjaar en hetzelfde serienummer zijn twee voertuigen vanuit de fabriek uitgerust met een gereedschapskist met uitwendig slot, waardoor de maximaal toelaatbare 10 meter met twee centimeter wordt overschreden. Constatering Waar voorheen per mail of telefoon maatwerk geboden kon worden, is nu sprake van een digitaal aanvraagformulier. Het aanvraagproces is met het E-formulier betrouwbaarder en voorspelbaarder gemaakt, maar mist soms de menselijke maat. Overwogen zou kunnen worden een (minimale) marge in te bouwen op gewicht en/of lengte om gevallen zoals hierboven beschreven te voorkomen. 5.4 Scopewijzigingen gedurende het proces De verschillende individuele gesprekken, gezamenlijke gespreksronden en inspraakperiode hebben tot een aantal wijzigingen geleid. De belangrijkste worden hieronder toegelicht: De gewichtsverklaring Voertuigen met een ledig gewicht kleiner dan 30 ton, maar een maximaal toelaatbaar gewicht van meer dan 30 ton zouden in eerste instantie niet in aanmerking komen voor een ontheffing. Indien het voertuig (toch) zwaarder beladen zou worden dan 30 ton zou dit immers niet vast te stellen zijn. In nauwe samenwerking met gebruikers en brancheverenigingen is de gewichtsverklaring geïntroduceerd. Met een ondertekende gewichtsverklaring, waarin een gebruiker aangeeft het voertuig niet zwaarder dan 30 ton te beladen, toch een ontheffing kan worden afgegeven. Constatering Geïnterviewden zijn tevreden over de gewichtsverklaring omdat het de flexibiliteit in hun logistieke operatie verhoogd. Pilot Culturele sector (en in de toekomst mogelijk bouwprojecten) Met haar rondtrekkende artiesten wijkt de culturele sector af van de overige gebruikers. De ondersteunende logistiek met podia en decors worden vaak vervoerd door buitenlandse maatschappijen, wat het voldoen aan de regelgeving niet gemakkelijk maakt. Met de pilot Culturele sector krijgt het transport een vitzondering op de maximale lengte van 10 meter, maar moet wel voldoen aan de gewichtsbeperking. Culturele instellingen kunnen via een portaal de kentekens aanmelden omdat er sprake is van veel buitenlandse transporten en wisselende kentekens. Constatering Mede door de Covid pandemie was de culturele sector gelimiteerd in haar optredens. Het idee is de pilot met één jaar te verlengen om voldoende ervaring op de te kunnen doen met deze pilot en medio 2023 de pilot te evalueren en te bepalen of de pilot al dan niet wordt doorgezet. 22 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer En of deze pilot wordt verbreed naar grote bouwprojecten die met dezelfde soort problematiek kampen; veel transporten met wisselende kentekens naar 1 of een beperkt aantal locaties. In de evaluatie zijn verschillende signalen naar voren gekomen van o.a. Bouwend Nederland en ProRail dat flexibiliteit wordt gemist. Eris behoefte aan maatwerk voor projecten. Quote: “De categorie bijzondere voertuigen werden in 2018 geïntroduceerd bij de invoering van de Milieuzone. Twee jaar daarna werden ze alweer afgeschaft, terwijl de levertijd in vele gevallen zelfs meer dan 2 jaar is. Na veel gedoe zijn de bijzondere voertuigen weer opgenomen in het beleid, maar de continuiteit van beleid is ver te zoeken.” Om een ontheffing te krijgen moeten bijzondere voertuigen voldoen aan een maximaal gewicht van 30 ton. Zij mogen echter wel langer zijn dan de voorgeschreven 10 meter. Deze categorie is in het leven geroepen bij de Milieuzone. Het betreft een gelimiteerde lijst met voertuigen (bijvoorbeeld elektrisch voertuig, betonmixer of verhuiswagen) waarbij een langere afschrijvingsduur van het voertuig geldt. Redelijkerwijs kan niet worden verwacht dat een gebruiker direct afstand moet doen van zijn voertuig als gevolg van een beleidswijziging. Constatering Uitfaseren wordt als onhaalbaar ingeschat. In de ogen van de geïnterviewden zal in de lengte der dagen sprake zijn van ‘bijzondere voertuigen’. In de toekomst zal de lijst naar verwachting bestaan uit voertuigen met nieuwe technieken. Uitfaseren is alleen mogelijk wanneer (a) er sprake is van een lange doorlooptijd en (2) de continuïteit van beleid verbetert. Quote: “Onze diepvries auto’s komen of vit Tilburg of vit Heerenveen. Efficiënt vervoer kan per citytrailer van 14,20 meter, maar blijven onder de 30 ton. Bevoorrading van onze filialen direct aan breed opgezette wegen scheelt een extra chauffeur en extra kleine vrachtwagen die de stad in rijdt.” Ook voor de aanscherping ZZV was sprake van een 7,5 ton zone. Echter was voorheen sprake van ‘ontheffingsvrije vrachtroutes’, die onder de aanscherping ZZV zouden verdwijnen. Op basis van afstermming met de markt is met de introductie van ‘breed opgezette wegen’ gehoor gegeven aan de wens vanuit de gebruikers en brancheverenigingen. Daarmee zou het mogelijk moeten zijn om een route ontheffing te krijgen voor een deelbare lading met een voertuig langer dan 10 meter. 5.5 Faciliteren van gebruikers Brancheverenigingen en gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de contactmomenten met Dienstverlening. Echter wensen zij verbetering ten aanzien van de doorlooptijden van de ontheffings- aanvragen. De jaarlijkse piek bij het verlengen van de jaarontheffing vormt hierbij geen uitzondering. Geïnterviewden geven aan dat de doorlooptijden regelmatig niet gehaald worden, onafhankelijk de complexiteit van de aanvraag (dagontheffing, jaarontheffing, bijzonder voertuig, routetoets etc) 23 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer De analyse van de doorlooptijden laat zien dat, zoals eerder gepresenteerd, tussen januari 2022 en november 2022: e _Bijrvim 29% van de aanvragen worden de beschreven doorlooptijden niet gehaald. Dit betekent dat 3 op de 10 aanvragen niet tijdig worden verstrekt. e Ruim 16% van de ontheffingen wordt niet tijdig verleend, wanneer gekeken wordt naar de uiterste datum dat een indiener de ontheffing benodigd. Tijdens de aanvraagprocedure geven aanvragers aan wanneer zij de ontheffing benodigd hebben. Het kan dus voorkomen dat de doorlooptijden niet worden gehaald, maar een ontheffing nog wel tijdig wordt afgegeven. e De cijfers zijn deels te wijten aan de eigen organisatie in combinatie met de jaarlijks terugkerende piek aan ontheffingsaanvragen en deels te wijten aan het reactietermijn van aanvragers wanneer gevraagd wordt om aanvullende informatie aan te leveren. e Dienstverlening is voornemens volgend jaar meer capaciteit te reserveren bij (planbare) pieken en probeert de communicatie met aanvragers te optimaliseren door reminders te versturen om een ontheffing te verlengen en door duidelijke (en haalbare) deadlines mee te geven wanneer aanvullende informatie vanuit de aanvrager benodigd is. Constatering Dienstverlening lijkt vooral te sturen op de (uiterste) datum waarop een ontheffing door een gebruiker benodigd is. Ondanks dat dit beeld positiever is, rekent een aanvrager op de gecommvuniceerde doorlooptijden. Het is belangrijk dat de gecommuniceerde data (en daarmee geschepte verwachtingen) ook worden nagekomen. Ondanks dat de contactmomenten met Dienstverlening als prettig worden ervaren, wensen geïnterviewden om meer (direct) contact te hebben met Dienstverlening. Het E-formulier functioneert goed, maar mist soms de menselijke maat. Zo komt het voor dat voertuigen door het vrijwel geheel geautomatiseerde aanvraagsysteem niet herkend/ geaccepteerd worden. Bij het vastlopen in het aanvraagformulier zou sneller direct contact handig zijn. Vooral bij de verlenging rondom oktober jl. werd dit als problematisch ervaren. Zorgen worden uitgesproken over de (jaarlijkse) verlenging van de ontheffingen. Jaarontheffingen in generieke zin zorgen voor een terugkerende golf aan ontheffing aanvragen. Er lijkt sprake van een planbare piek, maar helaas blijkt de praktijk toch weerbarstiger. Mede door externe factoren werd Dienstverlening overvallen door de hoeveelheid aanvragen van een jaarontheffing. De conseqventie was dat doorlooptijden niet altijd werden gehaald. De impact hiervan is groot omdat mogelijk leveringen uitgesteld moeten worden indien gebruikers hun ontheffingen niet ontvingen. Constatering Om de piek in aanvragen te spreiden zouden gebruikers aangeschreven kunnen worden om de jaarontheffing te verlengen. Tevens luidt het devies om een plan B op te stellen wanneer het scenario zich ontvouwt dat doorlooptijden niet gehaald worden. Dit ‘what-if scenario! moet duidelijkheid bieden voor de handelswijze van zowel dienstverlening zelf als voor de handhaving op straat. 24 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer Op de middellange termijn zou door de lijnorganisatie overwogen kunnen worden een adviesorgaan op te richten, om mee te denken over het meest logische proces en/of vragen uit vanuit gebruikers te beantwoorden. Momenteel ontbreekt een beleidsadviseur Zone Zwaar Verkeer. Quote: “Printen, drogen, lamineren en opsturen. Los van dat enorm arbeidsintensiviteit is dit toch niet meer van deze tijd? Idealiter wordt de ontheffing gekoppeld aan het kenteken of met behulp van OR-codes.” Raamkaarten zijn herkenbare kaarten die een gebruiker voor zijn/haar raam legt om de ontheffing kenbaar te maken. Voor de ZZV zijn verscheidene raamkaarten bijvoorbeeld voor een zonale-/ route ontheffing of een raamkaart voor de pilot logistieke sector. De meningen over raamkaarten zijn verdeeld. De discussie reikt daarmee verder dan de ZZV alleen. Enerzijds voelt een geprinte en gelamineerde raamkaart niet meer van deze tijd. Vooral afdeling Dienstverlening is gebaat bij slimmere oplossing zoals een OR-code of een ontheffing op kenteken. Experts vanuit handhaving benadrukken dat de raamkaart niet alleen belangrijk is voor de herkenbaarheid op straat. Raamkaarten bevatten een samenvatting van de ontheffingsvoorschriften, wat de barrière voor gebruikers verkleint deze tot zich te nemen. Constatering Mogelijke afschaffing van de fysieke kaart is de verwachting dat ontheffingsinformatie slechter wordt gelezen. De vraag is hoe ontheffinghouders verleid kunnen worden de voorschriften ook daadwerkelijk tot zich te nemen. Overwogen zou kunnen worden om vanuit gedragspsychologie onderzoek uit te voeren. Geconstateerd wordt dat met name de gedragsregels (zeer) beperkt worden nageleefd. 5.6 Pilot Camerahandhaving Quote: “Nederlandse gemeenten kijken over de schouders mee naar de vitkomst van de pilot. Op basis van de ervaringen besluit het CVOM of camerahandhaving op structurele basis ingezet kan worden.” Het parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) moet vanuit het Rijk toestemming geven voor camerahandhaving. Na intensieve verkenning met het CVOM kreeg de pilot camerahandhaving een groen sein. Pilot Camerahandhaving op basis van gewichtsbeperking Kentekens en de daaraan gekoppelde RDW-gegevens zijn essentieel bij camerahandhaving. In tegenstelling tot de Milieuzone, waar het bouwjaar in combinatie met de emissiecategorie van een voertuig bepalend is, is het daadwerkelijke gewicht van het voertuig zonder weging niet eenduidig vast te stellen. In samenwerking met het CVOM is een systematiek bedacht om digitale handhaving mogelijk te maken op basis van kentekengegevens. Camerahandhaving is echter geen totaaloplossing. Uitsluitend voertuigen zonder ontheffing, die op basis van hun kentekengegevens al een ledig gewicht kennen dat 50% of meer boven de 7,5 ton zit (i.c. 11,25 ton) worden met camera’s gehandhaafd. Immers is bij deze voertuigen een meting van het werkelijke gewicht (inclusief lading) niet nodig. Camerahandhaving 25 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer voorkomt ook niet dat voertuigen met een geldige zonale ontheffing alsnog zwaarder beladen zijn dan 30 ton. Om de effectiviteit te borgen heeft het CVOM de voorwaarde gesteld om daarnaast intensief te handhaven op de overige voertuigen die zonder ontheffing de zone inrijden. Om het exacte gewicht van deze voertuigen te bepalen worden vanuit afdeling Handhaving speciale motorteams ingezet, die door middel van de weegmatten het daadwerkelijke gewicht van een voertuig bepalen, en beboeten. Daarnaast controleren deze teams op het nakomen van de gewichtsverklaring, de verplichte route en het volgen van de gedragsregels. Experts vanuit afdeling Handhaving geven aan dat gerichter en efficiënter gehandhaafd kan worden sinds de pilot camerahandhaving. Ook de weegmatten helpen daarbij. Sinds daarvan gebruik wordt gemaakt, hoeft men om een voertuig te wegen niet meer naar een gemeentewerf waardoor de effectiviteit is gestegen. Constatering In tegenstelling tot de Milieuzone, waar gebruikers geregeld de proef om de som namen, is de hoeveelheid zwaar verkeer volgens de experts van handhaving afgenomen vanwege hoogte van sanctionering. De combinatie van camerahandhaving en gericht handhaving door BOA's in de zone lijkt een afschrikeffect te hebben. Daarmee lijkt het beeld aan te sluiten op de eerder gepresenteerde resultaten. 5.7 Samenloop vergunningen & ontheffingen Samenloop van vergunningen & ontheffingen Quote: “Vaak zijn het de verschillende doorlooptijden van vergunningen en ontheffingen wat voor problemen zorgt (TVM, Objectvergunning & Ontheffing ZZV). Het komt geregeld voor dat ik mijn werk niet kan uitvoeren omdat één van de ontheffingen of vergunningen de beloofde doorlooptijen niet haalt. Hierdoor loop ik omzet mis én heb ik mijn klanten wat uit te leggen.” De samenloop aan ontheffingen en vergunningen die nodig zijn om in de openbare ruimte te kunnen werken maakt het soms onnodig ingewikkeld. Vooral brancheorganisaties en gebruikers geven aan soms de door de bomen het bos niet meer te zien. Geïnterviewden benadrukken dat systemen in hun ogen ook beter aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Maar andersom leidt het gebrek aan integraliteit ook tot kwetsbaarheden in het systeem. Een geïnterviewde schetst een typerend voorbeeld waarbij gebruikers met (lege) containers zonder problemen een ontheffing ZZV krijgen. Het object (lees de lege container) mag op basis van haar gewicht zelfs dicht bij een kademuur geplaatst worden. Echter hetzelfde object, gevuld met puin, is zwaarder dan het maximaal toelaatbare. Dit leidt op twee vlakken tot veiligheidsrisico's want er staat een te zwaar object op een kademuur en er rijdt een te zware vrachtwagen door de ZZV. Constatering Geïnterviewden spreken de wens vit om de integraliteit en de betrouwbaarheid van de verschillende vergunning- en ontheffingsprocessen te vergroten. Aanbevolen wordt de samenloop/integraliteit van de 26 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer verschillende ontheffingen/vergunningen te verkennen. Vanuit Dienstverlening loopt overigens een traject om de aanvraagprocedure en samenloop te verbeteren. 5.8 Continuïteit van beleid Voor de troepen uitlopen loont niet zonder continuïteit van beleid Quote: “Bij innovatie kies je voor zekerheid, vaak in de vorm van maximale actieradius met bijbehorend accupakket. Dit betekent wat voor het totaalgewicht. En juist daar wringt nu de schoen.” De aanscherping ZZV heeft de markt geprikkeld om slimmer met transportbewegingen om te gaan. Een mobiliteitsexpert van Stadsdeel Centrum noemt de ZZV een stap in de goede richting, maar benadrukt dat ook ingezet moet worden op ‘verleiding’ in plaats van ‘ontmoedigen’. Het gebrek aan continuiteit van beleid is een groot risico voor ondernemers. Hiermee is het als gebruiker het meest rendabel om zo lang mogelijk met investeringen te wachten, terwijl ‘early adapters’ idealiter beloond zouden moeten worden. In aanloop naar een emissievrije zone in 2025 spelen dezelfde discussies. “Wijndozen zul je altijd moeiteloos elektrisch de stad in krijgen, maar wil je hoog en ver, dan heb je een bepaalde massa nodig. En juist daar wringt nu de schoen” aldus een geïnterviewde. Hetzelfde geldt voor bouwlogistiek over water. Recent is een brandbrief vanuit verschillende aannemers en brancheverenigingen door de gemeente Amsterdam in ontvangst genomen. Constatering Het gebrek aan continuïteit van beleid maakt de gemeente mogelijk tot een onbetrouwbare partner. Tevens weerhoudt het ondernemers van innovatieve investeringen, die paradoxaal genoeg vaak hand in hand gaan met gemeentelijke doelstellingen. Stiller, schoner en lichter kan vaak niet tegelijk. Het vereist visie en lef om een bepaalde richting te kiezen. Maar continuïteit van beleid is essentieel om draagvlak te creëren én de gewenste ontwikkelingen te versnellen. Zet naast het weren van zwaar verkeer (stok) vooral in op het belonen van de ‘early adapters’ (wortel). Ga in gezamenlijkheid met ondernemers en brancheorganisaties op zoek naar de wortel. 5.9 Oneffenheden in de regelgeving Ondeelbare lading en (on)logische extra vervoersbewegingen Ouote: “Wat in 2 vervoersbewegingen had gekund doen we nu in 6 bewegingen. Logistiek is net horeca. Een goede ober gaat het liefst met een vol dienblad heen en loopt met zoveel mogelijk lege glazen terug.” Naast minder zware voertuigen, leidt de aanscherping ZZV mogelijk tot meer vervoersbewegingen, iets wat vraagtekens oproept ten aanzien van andere stedelijke ambities zoals leefbaarheid. Een typerend voorbeeld is de routeontheffing op een voertuig langer dan 10 meter met een toegestane maximale massa hoger dan 30 ton. Dit voertuig komt in aanmerking voor een zone ontheffing mits (4) een gewichtsverklaring en (2) verklaring van ondeelbare lading wordt ingevuld. 27 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer In desbetreffende casus wordt een hoogwerker van 14 ton geleverd aan een verhuurbedrijf op een trekker oplegger combinatie van 13 ton. Retour zou de vervoerder voor dezelfde klant idealiter een aantal kleinere machines (bv 8 liften van 1 ton per stuk) meenemen. Dit mag echter niet omdat geen sprake is van een ondeelbare lading. “In de praktijk rijden we leeg terug en halen we een kortere bakwagen die 4 ritten moet maken om de 8 schaarliften te vervoeren” aldus de geïnterviewde. Constatering Het is vitlegbaar dat met de introductie van ‘deelbare ladingen! bewust is gekozen om zwaar transport te verdelen over twee of meerdere vervoersbewegingen om de piekbelasting te verminderen. Echter leidt dit, zoals bovengenoemde voorbeeld laat zien, in sommige gevallen tot een ongewenste situatie, namelijk onnodige (extra) vervoersbewegingen. Aanbevolen wordt om in samenwerking met de branche op zoek te gaan naar eventuele andere oneffenheden in de regelgeving en gezamenlijk te komen tot logische en werkbare oplossingen. Logistiek maatwerk per gemeentegrens Efficiënt plannen betekent voor vervoerders zo kort mogelijk van tevoren plannen om te zorgen voor optimale belading voor de meest efficiënte routes. Maar het systeem wordt steeds statischer op het moment dat je gedwongen wordt om met (1) een specifiek kenteken naar (2) specifieke locaties te rijden met een (3) beperkt maximaal gewicht en (4) binnen een afgebakend tijdskader. “Vanuit de steden wordt vooral gezocht naar maatwerk. Maar wij merken dat we te maken hebben met zo steden die allemaal hun eigen maatwerk hebben met on-planbare situaties als gevolg” aldus een geïnterviewde. Constatering Hoe meer maatwerk per gemeentegrens, hoe statischer het logistieke systeem. Vervoerders hebben behoefte aan een gemeente overstijgende benadering om de flexibiliteit in het logistieke systeem te behouden. Momenteel worden te veel oplossingen binnen de eigen gemeentegrens bedacht zonder oog te hebben voor de bredere effecten. 5.10 Effect aanscherping ZZV op bruggen en kademuren Effecten aanscherping Ouote: “Er valt weinig te zeggen over de kwaliteit van de bruggen en kademuren sinds de aanscherping ZZV, wel is zichtbaar dat er minder zware voertuigen in de stad rijden en dat de markt zich aanpast met slimmere en minder zware transporten in de stad.” De doorwerking op de kwaliteit van de bruggen en kademuren is moeilijk te beoordelen. De ingestelde grens van 30 ton maximum massa lijkt doelmatig om de bruggen en kademuren minder te belasten en daarmee de levensduur van de assets te verlengen. Vanuit veiligheidsoptiek is geen directe aanleiding om de gewichtsgrens bij te stellen. 28 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer Uit de interviews komen twee aandachtspunten naar voren die te maken hebben met de samenloop van de verschillende ontheffingen en vergunning: Ten eerste is het geen uitzondering dat (zware) objecten op kademuren worden geplaatst. Ondanks dat sprake is van een vergunningsplicht worden objecten bewust dan wel onbewust op kademuren geplaatst. Dit is deels te wijten aan de samenloop van het vergunningenproces, maar ook deels te wijten aan de beperkte handhavingscapaciteit waardoor naar verwachting soms de proef om de som genomen wordt. e Ten tweede hebben vergunning- en ontheffinghouders onvoldoende tot geen besef dat er aan de vergunning of ontheffing serieuze voorschriften kleven die dienen te worden nageleefd. Dit geldt niet alleen voor de ZZV-ontheffingen. Alhoewel de ernst daar misschien nog groter is vanwege het feit dat deze voorschriften vaak ter bescherming van de bruggen en kademuren zijn. Denk daarbij aan het negeren van (lokale) gewichtsbeperkingen en/of afzettingen bij veiligheidsmaatregelen. Met bijvoorbeeld de RVV-ontheffing, mag van zoveel regels worden afgeweken, dat men waarschijnlijk onbewust is van het feit dat de lokale gewichtsbeperkingen gehonoreerd moeten worden. Verhogen naleving door bewustwording Zoals eerder beschreven spelen informeren, faciliteren en sanctioneren een belangrijke rol om de naleving te vergroten. Mogelijk kan de bewustwording worden vergroot met behulp van reeds opgestarte en (nieuwe) pilots. e _ Pilot Weegstrips - Om het bewustzijn van chauffeurs te vergroten is het afgelopen jaar een pilot opgestart. Op belangrijke toegangswegen wordt met weegstrips actuele gewichtsinformatie gecommuniceerd aan chauffeurs. Actuele gewichtsinformatie draagt bij aan de bewustwording. e Pilot beeldherkenning - Om met een scanauto niet vergunde objecten op kademuren (sneller) te herkennen en de naleving te vergroten. Constatering Er is geen directe aanleiding voor een verdere aanscherping van de ZZV. Wel vragen de punten bewustwording en zware objecten op kademuren om een nadere beschouwing die een mogelijk vervolg kunnen krijgen na de overgang naar V&OR. 29 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer 6 Conclusie en aanbevelingen Urgentie en noodzaak staan niet ter discussie Uit de evaluatie blijkt dat vrgentie en noodzaak voor de bescherming van bruggen en kademuren niet ter discussie staat. Het aantal voertuigen met een toegestane maximum massa (TMM) > 7,5 ton is met 20% gedaald van 1308 naar gemiddeld 1044 voertuigen per werkdag. Daarnaast is het aantal voertuigen met een gewicht >3o ton met 60% afgenomen van 255 naar 101. Aanscherping van de ZZV lijkt daarmee een effectieve oplossing om de piekbelasting te verminderen. Hiermee is invulling gegeven aan het Actieplan bruggen en kademuren uit 2018. Effectievere handhaving Ook vóór de aanscherping ZZV was sprake van een 7,5 ton zone. Met het nieuwe beleid is naast een aanscherping van de regels in het bijzonder ingezet op de handhaafbaarheid. Het aandeel voertuigen met een ontheffing is gestegen van 63% naar 93%. De combinatie van gerichte handhaving door BOA's en Camerahandhaving op alle toegangswegen van de ZZV lijkt de belangrijkste oorzaak van deze stijging. Bijkomend voordeel van camerahandhaving is de verschuivende focus van handhaving op straat, van de (overduidelijke) overtreders naar een meer routinematige vorm van controles. Met mobiele weegmatten is de effectiviteit en doorlooptijd van wegingen bovendien verbeterd. Kanttekening is de capaciteit en prioriteit van handhaving jaarlijks bepaald wordt door de burgemeester samen met stadsdeelvoorzitters; minder BOA-inzet vermindert de handhaafbaarheid van de ZZV. Aanbeveling 1 Op basis van deze evaluatie wordt aangeraden om de camerahandhaving voort te zetten. Prioritering binnen handhaving en reservering van voldoende capaciteit lijken randvoorwaardelijk voor succesvolle handhaving van de Zone Zwaar Verkeer. Het CVOM adviseert hierop ook positief. De zaakdossiers zien er goed en volledig vit. Wel dienen we er rekening mee te houden dat er nog geen gerechtelijke toets heeft plaatsgevonden van deze manier van handhaving op gewichtsovertredingen. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat dit tot problemen leidt, maar dit is wel belangrijk om toch te vermelden. Het CVOM wordt verder graag geïnformeerd als de zaakstroom opeens sterk wijzigt, bijvoorbeeld door een enorme toename in het aantal overtredingen per dag. Dit in verband met de beoordelingscapaciteit bij het CVOM. Bewustwording ontheffingsvoorschriften Er zijn zorgelijke signalen dat (lokale) gewichtsbeperkingen en/of afzettingen bij veiligheidsmaatregelen worden genegeerd Vergunning- en ontheffinghouders hebben onvoldoende tot geen besef dat er aan de vergunning of ontheffing serieuze voorschriften kleven die dienen te worden nageleefd. Dit geldt niet alleen voor de ZZV-ontheffingen. Alhoewel de ernst 30 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer daar misschien nog groter is vanwege het feit dat deze voorschriften vaak ter bescherming van de bruggen en kademuren zijn. Aanbevolen wordt om de bewustwording voor het naleven van voorschriften bij vergunning- en ontheffinghouders te vergroten. De sleutel lijkt te liggen in gerichte communicatie en strengere handhaving. Onderstaande aanbeveling zal in het uitvoeringsplan Logistiek ‘22 — ‘26 worden opgenomen. Aanbeveling 2 Tref maatregelen om de bewustwording voor het naleven van voorschriften bij vergunning- en ontheffinghouders te vergroten. Denk aan campagnematig informeren van ontheffing- en vergunninghouders en hun chauffeurs, maar ook aan pilots, zoals de pilot weegstrips (waarmee de chauffeur gewezen wordt op het actuele gewicht van het voertuig), en pilot beeldherkenning (waarmee een scan-auto niet vergunde objecten op kademuren automatisch herkent). Complimenten voor het proces Vanwege deze urgentie is de beleidswijziging in sneltreinvaart ontwikkeld. De aanscherping ZZV heeft de nodige voeten in de aarde gehad. Er was sprake van een complex speelveld, gezien de grote hoeveelheid stakeholders met vaak conflicterende belangen. Zowel brancheverenigingen, gebruikers als betrokkenen binnen de gemeente spreken veelal haar waardering uit over de wijze hoe zij in de voorbereiding zijn betrokken. Doorlooptijden en directer contact Verbetering wordt gewenst ten aanzien van de doorlooptijden van de ontheffingsaanvragen. Bij ruim 29% van de aanvragen worden de beschreven doorlooptijden niet gehaald. Dit betekent dat 3 op de 10 aanvragen niet tijdig worden verstrekt. Dienstverlening lijkt in plaats van de doorlooptijden, vooral te sturen op de uiterste datum waarop de aanvrager de ontheffing benodigd heeft. Vanuit dat perspectief is slecht 16% niet tijdig verleend. Ondanks dat dit beeld positiever is, rekent een aanvrager op de gecommuniceerde doorlooptijden. Het is daarom belangrijk dat de gecommuniceerde data (en daarmee geschepte verwachtingen) ook worden nagekomen. Aanbeveling 3 Aanbevolen wordt om te sturen op doorlooptijden in plaats van de (uiterste) datum dat een aanvrager een ontheffing benodigd. Daarnaast voert Dienstverlening op basis van de ervaringen van afgelopen jaar verbeteringen door. Denk aan (a) het bijschakelen van capaciteit bij de terugkerende pieken (jaarontheffing), (2) het versturen van reminders om gebruikers uit te nodigen om (gespreid) hun ontheffing te verlengen en (3) verbetering van communicatie wanneer extra informatie van de aanvrager benodigd is. Tot slot wordt ingezet op ‘bewustwording’ voor medewerkers: wat is de impact van het wel/niet geven van de ontheffing op straat? Het tweede aandachtspunt is de behoefte aan directer contact. Waar voorheen per mail of telefoon maatwerk geboden kon worden, is nu sprake van een digitaal aanvraagformulier. Ondanks 31 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evaluatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer tevredenheid over het gedigitaliseerde aanvraagproces, is met name bij complexere aanvragen behoefte aan direct contact voor specialistische vragen. Het gaat hierbij zowel over maatwerk in relatie tot ontheffingsaanvragen als over het aankaarten van oneffenheden in het systeem, bijvoorbeeld in de samenloop van verschillende ontheffingen en vergunningen. Aanbeveling 4 De branche heeft echter behoefte aan een aanspreekpunt Zwaar Verkeer die specialistische vragen beantwoordt en gebruikers adviseert. Door het afvangen van specialistische beleidsvragen stijgt het lerend vermogen van de organisatie. Ook kunnen optimalisaties en oneffenheden effectiever worden opgepakt. Het beleggen van eigenaarschap ZZV vormt een belangrijke eerste stap om dit te kunnen bewerkstelligen. Eigenaarschap Ondanks dat de aanscherping ZZV-impact heeft op de gehele keten, voelt niemand zich eigenaar. De aanscherping van de ZZV is projectmatig opgezet, eerst door het Programma Bruggen en Kademvren en later door Programma Logistiek. Na deze evaluatie moet de ZZV geborgd worden in de lijnorganisatie. Voorgesteld wordt om in te stemmen met vanaf 2023 een stapsgewijze overdracht van een aantal rollen en taken van het project de Zone Zwaar Verkeer naar de lijn van V&OR. Benadrukt moet worden dat delen reeds succesvol zijn ondergebracht bij Stedelijk Beheer, denk aan de boordeling van routes. Aanbeveling 5 Als beheerder van de assets lijkt V&OR de meest logische eigenaar. Aanbevolen wordt om 2023 te gebruiken om de Zone Zwaar Verkeer stapsgewijs binnen V&OR Kennis & Kaders onder te brengen. Hierbij moet onderscheid gemaakt worden tussen het beleidsmatige deel (V&OR Kennis & kaders) en de vitvoeringspraktijk (V&OR Gebruik openbare ruimte). Optimalisaties & oneffenheden De evaluatie ZZV heeft een aantal mogelijke optimalisaties en oneffenheden blootgelegd. Denk aan: e Het binaire karakter van het aanvraagformulier waardoor in een uitzonderlijk geval dezelfde voertuigen, met hetzelfde gewicht, hetzelfde serienummer en hetzelfde bouwjaar op verschillende wijze worden beoordeeld. In een enkel geval maakt een intern- of extern slot het verschil waardoor de maximale lengte met 2 cm overschreden wordt. e De routeontheffing in combinatie met verklaring ondeelbare lading, wat lijkt te leiden tot extra vervoersbewegingen. Als gevolg van de verklaring ondeelbare lading mag een voertuig geen deelbare lading retour nemen en noodgedwongen leeg terugrijdt. Typerend is de vergelijking met de horeca; waarbij een ober geen lege glazen retour mag nemen op het dienblad. Aanbeveling 6 Naast het aanstellen van een aanspreekpunt (zie aanbeveling 3), wordt aanbevolen om in samenwerking met de branche op zoek te gaan naar de oneffenheden in de regelgeving, bijvoorbeeld de lengte van voertuigen en bijzondere voertuigen, om gezamenlijk te komen tot logische en werkbare oplossingen. 32 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer Meer dan alleen rijdend zwaar verkeer Sturen op zwaar verkeer gaat om meer dan alleen het rijdende verkeer dat met de ZZV wordt gereguleerd. Uit deze evaluatie komen diverse ontwikkelingen naar voren die de zone zwaar verkeer raken en om een duidelijke richting vragen. Het gaat om continuïteit van beleid, de roep om integraliteit ten aanzien van ontheffingen & vergunningen en gemeentelijk overstijgende benadering ten aanzien van logistiek. Continuïteit van beleid De branche ervaart een gebrek aan continuïteit van gemeentelijk beleid. Dit werpt voor hen een drempel op bij het doen van innovatieve investeringen en aanpassingen in hun bedrijfsvoering. In lijn met de eerder ontwikkelde Logistieke Strategie wordt hierbij intensief samengewerkt met Logistieko2o en CBA. Aanbeveling 7 Aanbevolen wordt te onderzoeken hoe de drempel verlaagd kan worden en het vertrouwen in continuiteit van beleid kan worden herwonnen. Roep om integraliteit in ontheffingen en vergunningen De samenloop in de sectorale inrichting van het ontheffingen- en vergunningensysteem wordt als barrière ervaren. Denk aan de sectorale inrichting en de verschillende doorlooptijden wat in de praktijk tot problemen leidt. Naast de branche is vooral de eigen organisatie gebaat bij een gestroomlijnd proces. Als gemeente Amsterdam zijn wij inmers de grootste opdrachtgever in de stad. Zo komt het bijvoorbeeld voor dat verschillende ontheffingen nodig zijn om werkzaamheden te kunnen uitvoeren (zone zwaar verkeer, objectvergunning en TVM), maar één van boven genoemden wordt afgewezen of te laat afgegeven. Dit leidt tot onzekerheid, frustratie en vragen bij de aanvrager: kan het werk nog wel doorgaan? En wie betaalt de rekening als het werk toch niet kan doorgaan?). Aanbeveling 8 Aanbevolen wordt te verkennen hoe de integraliteit verhoogd zou kunnen worden. In opdracht van Kennis & Kaders is reeds verkend hoe de samenloop van ontheffingen en vergunningen geoptimaliseerd kan worden. Het logistieke systeem reikt verder dan de gemeentegens Uit de evaluatie blijkt dat de branche behoefte heeft aan een gemeente overstijgende benadering om de flexibiliteit in het logistieke systeem te behouden. Het systeem wordt steeds statischer op het moment dat vervoerders met (1) een specifiek kenteken en (2) specifieke route met (3) een beperkt maximaal gewicht en (4) binnen een afgebakend tijdskader naar een locatie moeten. Aanbeveling 9 Voorkom dat logistieke oplossingen alleen binnen eigen gemeentegrens beschouwd worden. Zoek in de verbinding met andere gemeenten en werk in gezamenlijkheid aan een gemeente overstijgende benadering. 33 Gemeente Amsterdam Versie 1 Programma Logistiek 8 februari 2023 Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer De evaluatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer is tot stand gekomen door een veelvoud aan interviews met interne & externe partners. Graag willen we alle betrokkenen bedanken voor de medewerking. Wij hopen met deze evaluatie een duidelijk beeld te hebben gegeven en zijn benieuwd naar de reacties van de verschillende ketenpartners. 34
Onderzoeksrapport
34
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1701 Ingekomen op 17 oktober 2019 Ingekomen in raadscommissie AZ Te behandelen op 6/7 november 2019 Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2020 (Actualiseer waarderingskaart van de 19°-eeuwse ring) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2020. Overwegende dat: — Amsterdam een schitterende stedenbouwkundige traditie heeft met historische wijken van een ongeëvenaarde schoonheid en kwaliteit; — dat zeker ook geldt voor de 19°-eeuwse gordel van de stad met onder andere de concertgebouwbuurt en de Vondelbuurt; — deze wijken en de panden die daar staan maar beperkte monumentenbescherming, genieten en daardoor relatief kwetsbaar zijn; — veel panden zelfs alleen orde 3 of zelfs basisorde-bescherming genieten; — de huidige ordewaarderingskaarten stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit van de 19°-eeuwse ring al twintig, bijna dertig jaar geleden zijn gemaakt en, mede in het licht van de huidige bouwwoede, aan herwaardering toe zijn, om te bezien of de toegekende waarderingen nog voldoende zijn om het stadsbeeld te behouden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In samenwerking met de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit een proces in gang te zetten om de waarderingskaart van de 19°-eeuwse ring de komende tijd te herwaarderen om te evalueren of de voorheen toegekende waarderingen voldoende zijn om het stadsbeeld te behouden. Het lid van de gemeenteraad D.T. Boomsma 4
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 992 Publicatiedatum 5 augustus 2016 Ingekomen op 14 juli 2016 Ingekomen onder BT Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Nuijens en Moorman inzake de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente (monitoren van het aantal verhuizingen versus het aantal huurverlagingen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 675). Overwegende dat: — de ‘uitwerking samenwerkingsafspraken' de corporaties twee maatregelen bieden om sociale huurder te helpen die een te hoge huur hebben, te weten het verlagen van de huur en het vinden van een goedkopere woning; — het per geval aan de corporaties is om te beoordelen welke maatregel zij in welk geval wensen te gebruiken; — het niet de bedoeling is dat onnodig vaak of reflexief gekozen wordt voor gedwongen verhuizing; — het voorts dus mogelijk moet zijn voor raad en college om te beoordelen hoe de inzet van deze maatregelen verloopt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: afspraken te maken met de corporaties over het jaarlijks aanleveren van een overzicht van de getroffen maatregelen waaruit blijkt hoe vaak gekozen is voor huurverlaging versus verhuizing, zodat het college daar in samenspraak met de raad op kan sturen. De leden van de gemeenteraad J.W. Nuijens M. Moorman 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 862 Publicatiedatum 18 september 2015 Ingekomen onder T Ingekomen op 9 september 2015 Behandeld op 9 september 2015 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het raadslid mevrouw De Heer inzake de notitie ‘Uitwerking Stedelijke Vastgoedstrategie: Deel 1 ‘Spelregels vastgoed” (verkoop). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de notitie ‘Uitwerking Stedelijke Vastgoedstrategie: Deel 1 ‘Spelregels vastgoed” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 640); Constaterende dat: — er nog een notitie verkoopstrategie aan de raad wordt voorgelegd en de verkoop van panden dus geen wezenlijk onderdeel vormen van de voorliggende notitie spelregels vastgoed; Overwegende dat: — de raad verschillend denkt over waar de opbrengst van de verkoop van panden aan moet worden besteed. Besluit: — _op pagina 14 de volgende zin te verwijderen: ‘Verkoop moet in principe bijdragen aan de vermindering van de schuld van Amsterdam’; — op pagina 14 de volgende zin: Wel kan een beleidsdoel gediend worden’ te wijzigen in: ‘Een object kan een beleidsdoel dienen’; — _op pagina 18 onder het kopje ‘De vraag is leidend, niet het aanbod’ de volgende zinnen te verwijderen: ‘De nadruk ligt op verkoop (…) weer de schuld. Het lid van de gemeenteraad A.C. de Heer 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1008 Datum indiening 12 juli 2017 Datum akkoord 6 september 2017 Publicatiedatum 7 september 2017 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake dieven uit de Bijlmerbosjes. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De Partij van de Ouderen heeft geen goed woord over voor het stadsbestuur, dat ondanks eerdere vragen van de VVD, weigert in te grijpen bij het illegaal kamperen in de Bijlmerbosjes. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid Poot van 16 mei 2017, namens de fractie van de VVD (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1007) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het bericht Bijlmer is roof-Roma's in tentjes zat''? Antwoord: Ja. 2. Kan het college duiden waarom zij na de schriftelijke vragen, ingediend op 16 mei 2017 door het lid Poot, namens de fractie van de VVD, nog steeds niet heeft ingegrepen? Hoe serieus neemt het college de meldingen uit de buurt over de overlast die zij ervaart van het wild-kamperen, waarbij de Bijlmerbosjes veranderen in een smeerboel, waarbij menselijke uitwerpselen aan de orde van de dag zijn? Antwoord: De raadsvragen van 16 mei 2017 worden gelijktijdig met deze vragen beantwoord. De reden hiervoor is dat politie en gemeente bezig waren met een onderzoek naar de situatie waarover op dat moment nog niet gecommuniceerd kon worden. In de twee voorgaande jaren zijn er ook regelmatige groepen kamperende personen uit Oost-Europa gesignaleerd in Zuidoost. Zij verbleven in de buurt van Ganzepoort in Zuidoost en veroorzaakten daar overlast. In 2016 is daarom de strategie gehanteerd om direct elke tent of andere overtreding van de APV aan te ' ‘Bijlmer is roof-Roma's in tentjes zat’, De Telegraaf, 11 juli 2017 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R weing Joos Gemeenteblad Datum 7 september 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 12 juli 2017 pakken. De overlast was daarmee onder controle, maar de mensen bleven telkens terugkomen. Toen dit jaar opnieuw de eerste kampeerders werden gesignaleerd is er gekozen voor een meer structurele aanpak van het probleem. Daartoe hebben politie en gemeente de groep Oost Europeanen die kampeerden en in een aantal huizen verbleven geobserveerd en gecontroleerd. Doel was om na te gaan of er sprake is van een georganiseerde groep en wie de eventuele leiders zijn en welke mogelijk criminele activiteiten zij ondernemen. Ondertussen is continue gemonitord of er sprake was van overlast in de openbare ruimte in Zuidoost. Bij meldingen of in het oog lopende vormen van overlast is opgetreden door politie of Handhaving. Daarnaast heeft de afdeling Handhaving contact gezocht met de melders van overlast en hen een directe communicatielijn geboden voor eventuele nieuwe situaties van overlast. Na de onderzoeksperiode is op 25 juli jongstleden een grote integrale actie uitgevoerd door politie, gemeente, het Openbaar Ministerie, de Belastingdienst en de RDW. Hierbij zijn alle mensen uit de groep gecontroleerd. De politie deelde zestien boetes uit voor slapen op de openbare weg. Ook namen agenten een auto in beslag. De kampeerplek is leeg geruimd, de tenten zijn door handhavers opgeruimd en de struiken zijn gesnoeid om het opnieuw opbouwen van de kampeerplek te ontmoedigen. 3. Watis er waar van het gerucht dat de zwerf-Roma zich schuldig zouden maken aan zakkenrollerij en bedelarij? Hoe wordt daar op gecontroleerd? Zijn er aanhoudingen verricht? Antwoord: Door het onderzoek is duidelijk geworden dat het gaat om een groep mensen die zich ’s ochtends via het openbaar vervoer over de stad en regiogemeenten verspreiden om op verschillende plekken te gaan bedelen. Hoewel van een aantal van de betrokkenen bekend was dat zij zich in het verleden met zakkenrollerij hebben ingelaten, lijkt het erop dat zij zich nu hebben toegelegd op bedelen. 4. Wilt u de leefbaarheid in de Bijlmer herstellen door de boel als de wiedeweerga schoon te vegen, zeker ook omdat wild-parkeren niet is toegestaan? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Met de actie van 25 juli 2017 is de overlast in de Bijlmer aangepakt. Afgesproken is dat nieuwe tenten nu direct worden weggehaald. Momenteel wordt onderzocht hoe de opbrengsten van de actie en de informatie uit het voorliggende onderzoek kunnen worden ingezet voor aanvullende bestuurlijke en/of strafrechtelijke maatregelen om nieuwe problemen te voorkomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 675 Datum akkoord college van b&w van 30 juni 2015 m.i.v. wjizigingen Publicatiedatum 3 juli 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer D.F. Boutkan van 1 mei 2015 inzake afschaffing van het jeugdminimumloon. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. Al enkele weken voert FNVjong onder de naam Young and United actie tegen het jeugdloon. Dit is in sommige gevallen tot de helft lager dan het volwassen minimumloon. Pas in het 23ste levensjaar wordt dit omgezet. De PvdA Amsterdam vindt net als de vakbeweging een vreemde redenatie, want op je 18de ben je volwassen. Je mag stemmen, autorijden en alcohol drinken. Waarom wordt er dan een kunstmatige grens van 23 jaar gehanteerd van jeugdloon, voor het uitvoeren van volwaardig werk? Onlangs heeft een schoonmaakbedrijf aangekondigd om het jeugdloon af te schaffen, en alle werknemers, ook onder de 23, fatsoenlijk, volwassen loon te betalen. Terecht, volgens de PvdA Amsterdam. Ook wij zijn van mening dat het jeugdloon beter vandaag dan morgen kan verdwijnen. Jonge Amsterdammers van onder de 23 die van dit salaris moeten rondkomen zullen in Amsterdam moeite hebben voor het opbouwen van een fatsoenlijk bestaan. Daarnaast leidt het minimum jongerenloon tot verdringing: na hun 23ste moeten jongeren plaatsmaken voor een nieuwe, goedkope generatie. Dat werpt volgens de PvdA Amsterdam de vraag op in welke mate de gemeente deze stap kan maken. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 1 mei 2015, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college het met de fractie van de PvdA Amsterdam eens dat de leeftijd van 23 jaar een vreemde scheidslijn is tussen jeugdloon en volwassenloon, gezien het feit dat jongeren op hun 18de jaar voor de wet volwassen zijn? Antwoord: Nee, het college vindt de leeftijd van 23 jaar geen vreemde scheidslijn tussen wettelijk minimumjeugdloon (WMIJL) en wettelijk minimumloon (WML). Dit is zoals het wettelijk is geregeld. 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Sui 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2015 2. Hoeveel werknemers heeft de gemeente Amsterdam in dienst die jonger zijn dan 23 jaar? Kan het college een overzicht geven waarin duidelijk wordt hoeveel van deze jeugdige ambtenaren het jeugdloon verdienen, en hoeveel het volwassen loon? Antwoord: De gemeente Amsterdam heeft 24 medewerkers (19,4 Fte) in dienst die jonger zijn dan 23 (peildatum 1 april 2015). Van deze 24 medewerkers worden er 6 betaald op het voor hen volgens de wet geldende minimum jeugdloon. Drie van deze medewerkers zijn duale studenten. Bij duaal studeren wordt leren en werken gecombineerd, (ook wel leerwerk traject genoemd). De andere drie zijn zogenaamde Wajongers (Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten). De overige 18 medewerkers die jonger zijn dan 23 worden betaald conform het functiegebouw van de gemeente Amsterdam. Daarin is geen sprake van het minimumjeugdloon. 3. Is het college bereid om bij de komende CAO-onderhandelingen met de vakbond voor 2016 alle jeugdlonen die de gemeente thans betaalt, te verhogen naar volwassen loon? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De onderhandelingen over de salarismaatregelen vinden plaats op landelijke niveau in het LOGA (Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden). In het Amsterdamse overleg met de bonden, in het zogenaamde Georganiseerd Overleg (GO), komt dit onderwerp dus niet aan de orde. Medewerkers in dienst van de gemeente Amsterdam worden standaard betaald conform het functiegebouw van de gemeente Amsterdam. Daarin is geen sprake van het wettelijk minimumjeugdloon. De enige jongere medewerkers die niet onder het functiegebouw vallen en dus wel volgens het wettelijk minimum- jeugdloon betaald worden, zijn duale studenten (die leren en werken combineren) en Wajongers. 4. Is het college bereid om bij de komende CAO-onderhandelingen de salarisschalen die op dit moment gelden voor de jeugdlonen te vervangen door salarisschalen voor volwassenen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De gemeente Amsterdam heeft geen salarisschalen die gebaseerd zijn op het minimumjeugdloon. Zie beantwoording onder vraag 3. 5. Koopt het college diensten en goederen in bij bedrijven die het jeugdloon voor werknemers onder de 23 jaar hanteren? Kan het college hier een overzicht van verstrekken? Antwoord: Nee, het college kan hier geen overzicht van verstrekken. De Gemeente Amsterdam heeft meer dan 20.000 leveranciers. Hieronder zijn ook bijvoorbeeld bedrijven in de horeca, dienstverlening, kleine winkels en dergelijke. Zeer waarschijnlijk zitten hier bedrijven tussen die mensen in dienst hebben die een 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Sui 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2015 wettelijk minimumjeugdloon verdienen. Voor het college is het van belang dat bedrijven waar de gemeente zaken mee doet, zich houden aan de wet. Daar past een wettelijk minimumjeugdloon in. 6. Is het college het met de fractie van de PvdA eens dat het uitbetalen van volwassenloon in plaats van jeugdloon onderdeel zou moeten uitmaken van het social return pakket? Antwoord: Nee, het college is niet van mening dat het uitbetalen van volwassenloon in plaats van jeugdloon onderdeel zou moeten uitmaken van het social return pakket. Bij social return is het doel om ervoor te zorgen dat de investering die de gemeente doet ook een sociale winst oplevert. Dit gebeurt door onder andere (leer)werkplekken en stageplekken te realiseren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Om bij social return ‘meegeteld te kunnen worden’ gaat het per definitie om personen (in dit geval jongeren) die minder eenvoudig plaatsbaar zijn. Als daarbij als aanvullende eis wordt gesteld dat die jongere tenminste het volwassen minimumloon dient te ontvangen dan wordt de concurrentiepositie ten opzichte van leeftijdsgenoten die geen afstand tot de arbeidsmarkt hebben nog verder verzwakt (zie ook antwoord onder vraag 2. voor de jongeren in dienst van de gemeente). 7. Zoja, is het college bereid om bij de inkoopvoorwaarden als extra voorwaarde op te nemen om uitsluitend diensten in te kopen bij bedrijven die aan jongeren tot en met 23 jaar volwassenloon betalen? Antwoord: Nee, de algemene inkoopvoorwaarden bieden geen aanknopingspunten voor een jeugdsalariëringbeleid. Daar waar mogelijkheden zijn om specifieke bepalingen in de (raam)overeenkomsten toe te passen, heeft dit reeds plaatsgevonden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 25 januari 2023 Ingekomen onder nummer o18accent Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Bobeldijk en van Renssen inzake Ruimtelijk Programma van Eisen onderstation Nieuwe Meer Il Onderwerp Ruimtelijk Programma Van Eisen onderstation Nieuwe Meer Il Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het Bestemmingsplan onderstation Nieuwe Meer Il Overwegende dat: - Het onderstation gepland staat in de Oeverlanden ; - De Oeverlanden een belangrijke groene functie vervult - Er een Ruimtelijke Programma van Eisen bij het Bestemmingsplan is opgenomen om het onderstation ‘goed in te passen’ in de omgeving. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_In het Ruimtelijke Programma van Eisen op te nemen dat; - De constructie van het onderstation een gesloten constructie is, zodat onnodige geluidshinder tegen te gaan; - De buitenkant van het onderstation met groen wordt aangekleed op natuurinclu- sieve wijze zodat het aansluit bij de groene omgeving. Indieners, E. Bobeldijk N. van Renssen
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam AZ F % Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare orde en veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk stelsel, Project 1012. Raadsaangelegenheden, Regelgeving en x Handhaving, Communicatie en Financiën Agenda, donderdag 26 augustus 2010 ë Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare orde en veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk stelsel, Project 1012, Raadsaangelegenheden, Regelgeving en Handhaving, Communicatie en Financiën Tijd 13.30 tot 17.00 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Boekmanzaal, Stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 _Inspreekhalfuur Publiek 5 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZF d.d. 24 juni 2010 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieAZF@raadsgriffie. amsterdam.nl 6 Openstaande Toezeggingen Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam AZ F Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare orde en veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk stelsel, Project 1012. Raadsaangelegenheden, Regelgeving en Handhaving, Communicatie en Financiën Agenda, donderdag 26 augustus 2010 7 Termijnagenda 8 Openstaande schriftelijke vragen 9 Actualiteiten Burgemeester 10 Rondvraag/TKN-lijst Algemene Zaken 11 Aanbevelingen enqueterapport NoordZuidlijn Nr. BD2010-004620 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Deleden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, alsmede de leden van de Raadscommissie voor Bouwen en Wonen en Klimaat zijn hierbij uitgenodigd. 12 Coalitieproject 1012 - voortgangsrapportage 2010 Nr. BD2010-003899 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 13 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA1052090 Gemeente- en stadsdeelraadsverkiezingen 2010 Nr. BD2010-004227 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol is hierbij uitgenodigd. Openbare Orde en Veiligheid 14 Vrijheidsmonitor nulmeting 2009 Nr. BD2010-004122 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Bouwmeester (D66). e Was TKN 7 in de Commissievergadering AZF van 24 juni 2010. 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare orde en veiligheid, Juridische Zaken, AZ F Bestuurlijk stelsel, Project 1012. Raadsaangelegenheden, Regelgeving en Handhaving, Communicatie en Financiën Agenda, donderdag 26 augustus 2010 15 Beleidsvisie Jeugd en veiligheid: “Veiligheid begint vroeg. De Amsterdamse aanpak van jeugdceriminaliteit en jeugdoverlast, 2010-2011 Nr. BD2010-004123 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Ornstein (VVD). e Was TKN 10 in de Commissievergadering AZF van 24 juni 2010. e _Deleden van de Raadscommissie voor Onderwijs, Zorg en Kunst zijn hierbij uitgenodigd. Financiën 16 Beantwoording motie vermakelijkheidsretributie Nr. BD2010-004124 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid De Goede (GrlLi). e Was TKN 13 in de Commissievergadering AZF van 24 juni 2010. 17 _Rekeningrapportage stadsdeelfinanciën 2009 (cie AZF) Nr. BD2010-004777 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 18 Rapportage 2009 over de tussentijdse audits in de gemeente Amsterdam (cie AZF) Nr. BD2010-004778 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 19 Wijzigen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2010 Nr. BD2010-002695 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 8 september 2010). 3 Gemeente Amsterdam AZ F Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare orde en veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk stelsel, Project 1012. Raadsaangelegenheden, Regelgeving en Handhaving, Communicatie en Financiën Agenda, donderdag 26 augustus 2010 20 Presentatie Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam Nr. BD2010-004812 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Hierbij zal er een presentatie worden gegeven door de heer Duijnker.. BESLOTEN DEEL 4
Agenda
4
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1247 Publicatiedatum 9 januari 2015 Ingekomen onder B Ingekomen op woensdag 17 december 2014 Behandeld op woensdag 17 december 2014 Status Verworpen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Moorman, de heer Groot Wassink, mevrouw Shahsavari-Jansen, mevrouw Van Soest en de heer Van Lammeren inzake actieve informatiepicht over wjikaanpak, bouwstimulering en leefbaarheid. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de interpellatie van de raadsleden mevrouw Moorman, de heer Groot Wassink, mevrouw Shahsavari-Jansen, mevrouw Van Soest en de heer Van Lammeren van 15 december 2014 inzake begrotingswijzigingen in het Mobiliteitsfonds en de reserve ‘Bouwstimulering, Wijkaanpak en leefbaarheid” en onjuiste of onvolledige informatie hierover door het college (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1230); Overwegende dat het college van burgemeester en wethouders een actieve informatieplicht heeft naar de gemeenteraad, Spreekt uit: dat de actieve informatieplicht naar de raad in de discussie over wijkaanpak, bouwstimulering en leefbaarheid en het Mobiliteitsfonds onvoldoende is ingevuld en dat dit wordt bebetreurd. De leden van de gemeenteraad, M. Moorman B.R. Groot Wassink M.D. Shahsavari-Jansen W. van Soest J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
X Gemeente Gemeenteraad RAAD % Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 27 mei 2021 Ingekomen onder nummer 300 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Van Soest en Khan inzake RES 0.1 (windturbines niet ten koste van volkstuinen) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Regionale Energie Strategie 1.0 Noord-Holland Zuid. Constaterende dat: — externe veiligheid van groot belang is bij de plaatsing van windmolens, vooral in een dichtbevolkte omgeving. Overwegende dat: — _iijsafwerping, mastbreuk, het afbreken van een turbineblad of de gondel enkele voorbeelden zijn van (veiligheids)risico’s waaraan de omgeving in de nabijheid van windmolens wordt blootgesteld; — _erinde (reserve) zoekgebieden en extra zoekgebieden in Amsterdam windturbines gepland staan met een vermogen van 3Mw; — erin alle (reserve) zoekgebieden en extra zoekgebieden dagrecreatiegebieden, stadsparken, dag-recreatieve volkstuinen, nutstuinen, sportvelden, sporthallen, zwembaden, golfbanen, kampeerterreinen, recreatieplassen, speeltuinen zijn; — de norm tussen een windturbine met een vermogen van 3 MW en een beperkt kwetsbaar object binnen een druk stedelijke omgeving als Amsterdam niet voldoet en moet worden gesteld op „oo meter. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bedoelde afstandseis, gerekend vanaf een windturbine tot de dichtstbijzijnde volkstuin in het betreffende zoekgebied, te stellen op 4oo meter. indieners W. van Soest S.Y. Khan
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1409 Publicatiedatum 28 december 2018 Ingekomen onder Ww Ingekomen op woensdag 19 december 2018 Behandeld op woensdag 19 december 2018 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Ceder, Kreuger, Van der Burg, Van Soest en Yilmaz inzake de Verordening Parkeerbelastingen 2019 (speciale parkeervergunning voor bewoners zonder auto die af en toe gebruik maken van een huurauto/leenauto) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Verordening Parkeerbelastingen 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1355). Overwegende dat: — steeds meer Amsterdammers geen eigen auto meer hebben, maar gebruik maken van een deelauto, een huurauto of een leenauto; — er alleen voor een deelauto nu een speciale parkeervergunning is met gunstige tarieven, maar niet voor Amsterdammers die gebruik maken van een huurauto, of een leenauto; — in Utrecht er wel een dergelijke parkeervergunning is met gunstige tarieven, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: met een voorstel te komen voor een speciale parkeervergunning voor bewoners zonder auto die af en toe gebruik maken van een huurauto/leenauto, met tarieven die even gunstig zijn als de tarieven voor een reguliere bewonersvergunning. De leden van de gemeenteraad, D.T. Boomsma D.G.M. Ceder K.M. Kreuger E. van der Burg W. van Soest N. Yilmaz 1
Motie
1
discard
Gemeente Bezoekadres Plein '40'45 1 Amsterdam 066 5W Bomstêrdert Nieuw-West Pesikus2ó03 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 € Nieuwwest.amsterdam.nl Vergadering Bestuurscommissie Datum 6 juli 2016 Decos nummer 2016/INT/663 Onderwerp Aanpassingen hondenuitrengebieden Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 14 juni 2016 Besluit In aanvulling op de door Nieuw-West aangewezen hondenuitrengebieden en hondenverbodsgebieden, de volgende hondenuitrengebieden en hondenverbodsgebieden aan te wijzen: 1. Rembrandtpark: gehele westzijde (westelijk van het water) is van 1 oktober tot en met 31 maart hondenuitrengebied en van 2 april tot en met 30 september hondenverbodsgebied. Het verbodsgebied geldt niet voor de verharde paden: daar zijn honden aangelijnd toegestaan. 2. Strand Varkensbaai: het strand aan de Varkensbaai is gedurende het gehele jaar hondenverbodsgebied. f Á ne en ) eheer H.J.M. Win deheerA. Baâdoud __/ adsdeelsecretari 7 voorzitter min /
Besluit
1
train
> Gemeente eroeradres Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 > < 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad Datum Lotte van Zuijlen, Lvan.zuijlen Damsterdam.nl, 06-4807624,3 Behandeld door Onderwerp Beantwoording motie Cultureel erfgoed in de buurt Geachte raadsleden, Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2017 is de motie Cultureel erfgoed in de buurt (20 juli 2017, nummer 521) aangenomen. Hierin verzoeken de leden S. Bouchibti en P.J.M. Duijndam het college om te bevorderen dat: -__ erfgoed-interesses uit en in de buurten thematisch en op eigen initiatief aan bod komen; -__de presentaties en collecties die ontstaan, vanuit de ene buurt worden gedeeld met mensen in andere buurten; -_(centraal-)stedelijke musea en archieven deze vanuit lokaal perspectief ontwikkelde presentaties versterken met bruiklenen vit eigen collecties; -_mvusea en archieven in het centrum moeten meedoen aan bottom-up agenda's van buiten het centrum. Reactie college Het college onderschrijft het belang van culturele en erfgoedinitiatieven in de buurt. Om uitvoering te geven aan de motie organiseert de afdeling kunst en cultuur voor de zomer een werkconferentie over cultureel erfgoed in de buurt. Doel van deze werkconferentie zal zijn om samen met culturele en erfgoedinstellingen te onderzoeken hoe de uitwisseling en presentatie van cultureel erfgoed in de buurt verder bevorderd kan worden. Naast de instellingen worden hierbij vitgenodigd het AFK , de stadsdelen, de Amsterdamse Kunstraad en raadsleden. Over de resultaten van deze werkconferentie zullen wij v nader informeren. Hieronder informeert het college v over de bestaande buurtinitiatieven en diverse buurtmusea die zich richten op de eigen specifieke buurtidentiteit en erfgoedthema’s en over het huidige beleid dat culturele en erfgoedinitiatieven bevordert en stimuleert. Ook worden hier thema's genoemd die aan bod zullen komen in de werkconferentie. In de bijlage is een uitgebreide beschrijving opgenomen van het huidige aanbod aan initiatieven en samenwerkingen. Gemeente Amsterdam 31 januari 2018 Pagina 2 van 3 Erfgoed-interesses uit en in de buurten die thematisch en op eigen initiatief aan bod komen In het Kunstenplan 2017-2020 wordt aandacht besteed aan de waarde van kunst- en cultuurinitiatieven die ontstaan in de buurt, waaronder initiatieven gericht op cultureel erfgoed. Deze zijn van grote waarde voor het lokale culturele klimaat en het leefklimaat in het algemeen. Vanuit het Kunstenplan, de stadsdelen en het AFK worden instellingen die actief zijn op het gebied van erfgoed ondersteund. Het overzicht in de bijlage laat zien dat er veel verschillende lokale initiatieven bestaan en dat deze door de gemeente worden gestimuleerd door middel van een financiële ondersteuning. Deze initiatieven zorgen ervoor dat de culturele eigenheid van de stadsdelen en wijken bewaard en bevorderd worden. Tijdens de werkconferentie wordt onder meer gekeken hoe deze initiatieven op anderen manieren gestimuleerd kunnen worden. Presentaties en collecties die ontstaan vanuit de ene buurt en vervolgens worden gedeeld met mensen in andere buurten De initiatieven die ontstaan op lokaal niveau zijn zowel gericht op de eigen buurt als buurt overstijgend. Open Monumentendag en 24,H Amsterdam zijn voorbeelden van buurt overstijgende initiatieven waarbij ruimte is voor het tonen van de eigen unieke culturele identiteit van een buurt (zie bijlage). Lokale initiatieven richten zich op de eigen unieke culturele identiteit, zoals de buurtmusea die aandacht besteden aan het unieke karakter van de buurt (zie bijlage). Het delen van de presentaties en collecties met andere lokale initiatieven komt nauwelijks voor. Het college constateert dat er met name uitwisseling van presentaties en collecties plaatsvindt tussen lokale initiatieven en de (centraal) stedelijke musea en archieven. Tijdens de werkconferentie wordt onderzocht of bij lokale initiatieven de behoefte bestaat om collecties van de ene buurt te delen met andere buurten en wat hiervoor nodig is. Centraal-stedelijke musea en archieven die vanuit lokaal perspectief ontwikkelde presentaties versterken met bruiklenen uit eigen collecties In Amsterdam houden diverse instellingen zich bezig met cultureel erfgoed. Binnen de gemeente zijn dat onder meer Monumenten en Archeologie en het Stadsarchief Amsterdam. Het Amsterdam Museum, het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum beheren de Collectie Amsterdam. Deze collectie omvat verschillende categorieën van cultureel erfgoed. Genoemde instellingen staan open voor samenwerking met initiatieven in de stadsdelen en verhouden zich ieder op hun eigen wijze tot de lokale initiatieven. Presentaties en collecties worden op eigen initiatief gedeeld tussen de (centraal-) stedelijke musea en archieven en initiatieven in de buurt. In de bijlage worden verschillende voorbeelden gegeven van deze samenwerkingen zoals de samenwerking tussen het Stadsarchief Amsterdam en Imagine IC waarbij Imagine IC gebruik maakt van de collectie van het Stadsarchief Amsterdam. Daarnaast wordt in de bijlage uitgebreid stilgestaan bij de verschillende culturele activiteiten van het Amsterdam Museum, Monumenten en Archeologie, Architectuurcentrum Amsterdam (ARCAM) en het Stadsarchief Amsterdam waarbij deze centraal stedelijke musea en archieven zich focussen op het lokale perspectief, bijvoorbeeld door afstemming met lokale/stedelijke erfgoedorganisaties. Tijdens de werkconferentie worden praktijkvoorbeelden gepresenteerd en wordt kennis gedeeld. Daarbij wordt gekeken welke rol de centraal-stedelijke musea en archieven kunnen spelen en hoe nieuwe samenwerkingen gestimuleerd kunnen worden. Gemeente Amsterdam 31 janvari 2018 Pagina 3 van 3 Musea en archieven in het centrum díe meedoen aan de bottom-up agenda’s van buiten het centrum Wanneer het gaat om musea en archieven in het centrum die meedoen aan de bottom-up agenda's van buiten het centrum, ziet het college enkele mooie initiatieven zoals het jubileumprogramma Amsterdam viert Bijlmer 5o jaar (zie bijlage). Het college kijkt momenteel onder meer hoe zij deze samenwerking nog verder kan bevorderen en of een speciaal programma rond de Uitmarkt daarbij een rol kan spelen. Tijdens de werkconferentie wordt onderzocht hoe musea en archieven in het centrum meer kunnen participeren in de bottom-up agenda's van buiten het centrum. Conclusie Het college onderschrijft het belang van de unieke culturele identiteiten van Amsterdamse stadsdelen en wijken en stimuleert daarom onder meer via het Kunstenplan activiteiten die worden geïnitieerd om de culturele eigenheid van stadsdelen en wijken onder de aandacht te brengen. Om dit nog meer te stimuleren zal tijdens een werkconferentie met het veld worden besproken hoe het delen van erfgoed-interesses vit en in de buurten kan worden gestimuleerd en of het mogelijk is hierbij presentaties en collecties van de ene buurt te delen met andere buurten. Daarnaast wordt gekeken naar de rol van de centraal-stedelijke musea en archieven ten opzichte van de lokale initiatieven. Met deze reactie beschouwt het college de motie Cultureel erfgoed in de buurt (20 juli 2017, nummer 521) als vitgevoerd. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met de meeste hoogachting, Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, J.J. van Aartsen A.H.P. van Gils waarnemend burgemeester gemeentesecretaris
Motie
3
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1135 Datum indiening 11 april 2017 Datum akkoord college van b&w van 3 oktober 2017 Publicatiedatum 4 oktober 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van den Heuvel inzake het voorkomen van beschadigingen aan monumenten. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Onlangs schreef Het Parool een artikel met de kop ‘Sloop Monument is Misdrijf’. Het artikel gaat over een recentelijk door het stadsdeel Centrum afgekondigde bouwstop voor het rijksmonument Keizersgracht 318 uit 1763, waar naar verluidt het monumentale interieur, bestaande uit plafonds, houten betimmering en ornamenten uit het trappenhuis blijken te zijn gesloopt. Dit ondanks de voorwaarden in de omgevingsvergunning die als waarborg zouden hebben moeten dienen voor het behoud van dit monumentaal erfgoed. Dit incident staat niet op zichzelf. Er dienen zich met toenemende regelmaat voorbeelden aan waarbij eigenaren bij verbouw van monumentale panden zich niet aan de voorwaarden in de vergunning houden. Hierdoor worden panden en interieurs vaak onherstelbaar beschadigd of gesloopt. De toenemende vraag naar monumentale panden en woningen in Amsterdam brengt met zich mee dat het aantal aanvragen voor vergunningen conform de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo-vergunningen) voor verbouwingen, restauraties, sloop en nieuwbouw een forse stijging laat zien. De fractie van D66 maakt zich zorgen over deze ontwikkeling, die er toe kan leiden dat monumenten onherstelbaar worden beschadigd als gevolg van de toenemende vraag naar efficiënte moderne appartementen en woningen in monumentale panden. In artikel 11, lid 2, onder b, van de Monumentenwet 1988 (oud) en het huidige artikel 2.1, lid 1, onder f‚ van de Wabo, is bepaald dat het verboden is handelingen te verrichten, zijnde slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen, herstellen, gebruiken of laten gebruiken, die een beschermt monument ontsieren of in gevaar brengen. De Raad van State heeft inmiddels bepaald dat van geval tot geval moet worden bezien of ten gevolge van een bepaalde handelwijze een monument in gevaar wordt gebracht als bedoeld in deze wettelijke bepaling. Bij constatering van een overtreding van de voorwaarden in de Wabo-vergunning, kan de gemeente een bouwstop afkondigen en na constatering van de overtreding een dwangsom of bestuursdwang opleggen. In de Wet op de economische delicten, artikel 1a onder 2’, respectievelijk 3’, is bepaald dat schending van de betreffende verbodsbepaling in de Wabo-vergunning als misdrijf of overtreding strafrechtelijk vervolgbaar is. 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng Lias Gemeenteblad R Datum 4 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 april 2017 Gezien het vorenstaande heeft het lid Van den Heuvel, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college inzicht in geven hoeveel Wabo-vergunningen zijn afgegeven waarbij voorwaarden zijn opgenomen met betrekking tot monumenten en monumentale inrichtingen van panden en woningen? Antwoord: In 2016 zijn er in Amsterdam 954 monumentenvergunningen aangevraagd. Het aantal verleende vergunningen wordt niet stadsbreed geregistreerd. Het echter wel bekend dat het merendeel van de monumentenvergunningen in stadsdeel Centrum zijn verleend te weten 869 vergunningen. 2. Kan het college inzicht in geven hoe vaak er in de afgelopen jaren overtredingen van de Wabo — met betrekking tot voorwaarden die monumenten en monumentale inrichtingen moeten beschermen — hebben plaatsgevonden, en heeft de gemeente een overzicht over de afgelopen 4 jaar van de illegale ingrepen bij monumenten? Antwoord: Met ingang van 2016 is de registratie, met name in stadsdeel Centrum, verbeterd, over de periode daarvoor kunnen wij geen betrouwbare inschatting geven. Op basis van de beschikbare informatie schatten wij in dat ín 2016 in 240 gevallen een overtreding is geconstateerd (waarvan 160 in stadsdeel Centrum). In circa 20% van die gevallen is een bouwstop opgelegd. Overtredingen op het gebied van monumenten (zowel geconstateerde afwijkingen van een verleende vergunningen als constateringen van activiteiten die zonder een vereiste vergunning worden uitgevoerd) worden niet overal apart geregistreerd. Wij kunnen daarom geen sluitend inzicht geven in het aantal geconstateerde overtredingen. 3. Hoe vaak wordt een werk waarvoor een vergunning is afgegeven bezocht door een inspecteur? Antwoord: {n hetop 19 september door het college vastgestelde nieuwe “handhavingsbeleid en uitvoeringsprogramma Wabo 2° helft 2017-2018” wordt het thema bouwen als hoge/gemiddelde prioriteit aangemerkt (afhankelijk van de grootte van het bouwwerk) en het thema monumenten als gemiddelde prioriteit. 1 In het Handhavingsbeleid Wabo zijn prioriteiten, ambities en strategieën op het gebied van toezicht en handhaving Wabo omschreven. Het Handhavingsbeleid Wabo is een belangrijk bestuurlijk sturingsinstrument bij gemeentebreed bestuurlijk en strafrechtelijk toezicht en handhaving. Aan dit handhavingsbeleid wordt uitvoering gegeven middels het Uitvoeringsprogramma. Hierin geeft de gemeente weer hoe de benodigde middelen geborgd worden, op welke wijze zij de uitvoering, monitoring, evaluatie en rapportage vormgeeft en op welke wijze wordt afgestemd met ketenpartners. Het Handhavingsbeleid en uitvoeringsprogramma Wabo 2° helft 2017-2018 worden beiden ter kennisgeving aan de raad aangeboden, na vaststelling in het college. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng Lias Gemeenteblad Datum 4 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 april 2017 Dit betekent dat de handhaving voor monumenten vanaf nu stadsbreed als “gemiddelde” prioriteit wordt aangemerkt. Daarmee staat het toezicht op het wijzigen van een monument duidelijk op de kaart. Voor het toezicht op verleende vergunningen wordt in de gehele stad gewerkt met de Bouwtoezicht Op Maat-systematiek. Voor het toezicht op monumenten betekent dit dat een werk minimaal 3 maal bezocht, afhankelijk van de complexiteit van het werk en de deskundigheid van de verbouwer. 4. De gemeente Amsterdam heeft de belangrijke taak om de monumenten in de stad gaaf over te dragen aan komende generaties. Is er op dit moment voldoende mankracht voor een goed toezicht in de stad, en dan met name in de beschermde binnenstad? Antwoord: De kennis en ervaring specifiek voor monumenten is voldoende. Alle inspecteurs in het centrum hebben een monumenten-cursus gevolgd. Bij melding van activiteiten zonder (monumenten)vergunningen wordt er altijd direct een onderzoek ingesteld. In het nieuwe “handhavingsbeleid en uitvoeringsprogramma Wabo 2° helft 2017 — 2018” (zie vraag 3) wordt capaciteit ten behoeve van informatiegestuurd toezicht en handhaving, geborgd. Informatiegestuurd toezicht omvat zowel het uitvoeren van toezicht op verleende omgevingsvergunningen voor het wijzigen van een monument (dit wordt meegenomen tijdens het bouwtoezicht) als het uitvoeren van actieve opsporing. Daarnaast wordt ook actief opgetreden bij signalen, meldingen en constateringen van beschadigingen en sloop van monumentale onderdelen van een pand. Stillegging van de bouw/sloop en indien mogelijk het opleggen van herstelacties zijn dan de meest aangewezen middelen. 5. Hoe handelt de gemeente na de constatering van illegale activiteiten bij monumenten: worden eigenaren altijd verplicht de oude situatie te herstellen? Antwoord: Illegale activiteiten dus werkzaamheden aan monumenten waar geen vergunning voor is verleend, worden altijd stilgelegd. De vergunningverlener (meestal het stadsdeel) bekijkt vervolgens in overleg met Monumenten en Archeologie (MenA) of een en ander te legaliseren is middels een vergunning. Indien legalisering niet mogelijk is bijvoorbeeld omdat de activiteiten schade hebben toegebracht aan het monument, wordt een herstelplicht of een boete opgelegd. 6. Een overtreding wordt bijna altijd achteraf geconstateerd en dan is het leed al geleden. Is het college bereid om te onderzoeken of het mogelijk is om maatregelen te treffen die preventief kunnen werken, zoals bijvoorbeeld: e naast de voorwaarden in de Wabo-vergunning van aanvragers, die werken aan of in monumentale panden willen uitvoeren een bankgarantie of een te storten waarborg kan worden gevraagd, welke vrijvalt na uitvoering van de werken; ? In het nieuwe beleid wordt gewerkt de prioriteit-categorieën hoog/middel/laag. 3 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng Lias Gemeenteblad Datum 4 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 april 2017 e voor minder draagkrachtigen, een waarborg naar draagkracht of pandrecht in te voeren; e het pandte onteigenen op het moment dat handhaving niet tot herstel leidt. Antwoord: Bij de vergunningverlening wordt uitgegaan van vertrouwen en informatieverstrekking. Bij het merendeel van de verleende vergunningen werkt dit goed. Bankgaranties kunnen juridisch gezien niet zonder meer worden gevraagd. Daarbij moet in overweging genomen worden of het nodig is om dit voor alle monumentenvergunningen te vragen (bijvoorbeeld ook voor kleine ingrepen?) Tevens is het met het oog op het verlagen van de regeldruk, onwenselijk om een bankgarantie van burgers te eisen om ervoor te zorgen dat de regels in acht worden genomen. Een pand onteigenen is een zéér lange en in het eigendomsrecht ingrijpende privaatrechtelijke procedure die slechts sporadisch wordt toegepast. Het is de vraag of hiermee niet het doel voorbij geschoten wordt namelijk het beschermen van monumenten. Nog los van het punt of de rechter überhaupt gronden ziet voor onteigening, gaat daar ook nog een wettelijk verplichte periode van minnelijk overleg aan vooraf. Bovendien moet de benadeelde partij schadeloos worden gesteld. Een dergelijke procedure kan jaren duren met in de tussentijd kans op verder verval van het erfgoed. Op dit moment wordt onderzocht of het strafrecht effectiever ingezet kan/moet worden. Hiervoor zal eerst overleg met het Openbaar Ministerie worden gevoerd omdat in het verleden veel zaken werden geseponeerd 7. De regelgeving rond monumenten is de afgelopen jaren gewijzigd. Mogelijk is voor eigenaren soms ook onduidelijk wat wel en niet legaal is. Hoe communiceert de gemeente over bouwregelgeving? Is deze voldoende toegankelijk voor eigenaren? En indien dit ontoereikend blijkt, is het college bereid nadrukkelijk te gaan communiceren dat schending van de betreffende verbodsbepaling in de Wabo door de gemeente als misdrijf of overtreding vervolgbaar is? Antwoord: Alle eigenaren die plannen hebben voor hun monument kunnen bij MenA terecht voor een gratis maatwerk-advies over bijvoorbeeld ontwerpaspecten, technische oplossingen en de vergunningprocedure. Begin dit jaar heeft MenA een brochure laten verschijnen met daarin alle informatie voor monumenteneigenaren. Deze en andere informatie is via de gemeentelijke website goed vindbaar. In het nieuwe “handhavingsbeleid en uitvoeringsprogramma Wabo 2° helft 2017 — 2018” wordt voor het thema Monumenten ingezet op voorlichting aan de niet gespecialiseerde aannemers/uitvoerders over monumentenregelgeving, de monumentale status en de gebruiksmogelijkheden van de specifieke panden. Over het algemeen is de acceptatie van de regelgeving en de gezagsgetrouwheid binnen dit thema hoog. Voornaamste probleem is echter het gebrek aan kennis bij de niet-specialisten. Mede vanwege het gegeven dat dit thema in het uitvoeringsprogramma een gemiddelde prioriteit heeft, ligt het zwaartepunt van 4 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R weing Lias Gemeenteblad ummer - …. . . Datum 4 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 april 2017 de handhavingsstrategie bij voorlichting in combinatie met informatiegestuurd toezicht (zie vraag 4). De voorlichting vindt plaats door goede informatievoorziening op internet, het uitvoeren van voorlichtingscampagnes en gerichte informatieverstrekking aan eigenaren/ gebruikers van monumentale panden. 8. In welke gevallen worden eigenaren daadwerkelijk vervolgd”? Antwoord: De mogelijkheid van vervolging komt in beeld bij zeer ernstige schendingen, waarbij herstel niet of nauwelijks mogelijk is. Gelukkig komen dat soort gevallen niet heel vaak voor. Dit is in het verleden enkele keren voorgekomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5
Schriftelijke Vraag
5
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Raadsnotulen Jaar 2019 Afdeling 2 Vergaderdatum 8 mei 2019 Publicatiedatum 24 mei 2019 OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 8 MEI 2019 Aanwezig: de leden mevrouw Bakker (PvdD), de heer Bakker (SP), de heer Biemond (PvdA), mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), mevrouw Bosman (D66), de heer Boutkan (PvdA), de heer Ceder (CU), de heer El Abd (GroenLinks), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert (GroenLinks), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), mevrouw Grooten (GroenLinks), de heer Hammelburg (D66), mevrouw De Heer (PvdA), mevrouw De Jong (GroenLinks), de heer Karaman (GroenLinks), mevrouw Kat (D66), mevrouw Kili (DENK), de heer Kreuger (Forum van Democratie), mevrouw El Ksaihi (D66), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), mevrouw Martens (VVD), mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw Nanninga (Forum voor Democratie), mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Rooderkerk (D66), mevrouw Roosma (GroenLinks), mevrouw La Rose (PvdA), de heer Van Schijndel (Forum voor Democratie), mevrouw Simons (BIJ1), mevrouw Temmink (SP), mevrouw Timman (D66), de heer Torn (VVD), de heer Vroege (D66) en de heer Yilmaz (DENK) Afwezig: de heer Boomsma (CDA), de heer Van Dantzig (D66), de heer Groen (GroenLinks), mevrouw Van Soest (PvdO) en de heer Taimounti (DENK) Aanwezig: burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid, Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken, Communicatie), de wethouders mevrouw Dijksma (Water, Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit en Stadsdeel Zuid), mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Energietransitie en Stadsdeel Oost), de heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale Zaken, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden), de heer Ivens (Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte en Groen, Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn, Reiniging en Stadsdeel Noord), de heer Kock (Financiën, Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en Marineterrein en Stadsdeel Centrum), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg), Mbo- agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugderiminaliteit, Sport en Recreatie, Ouderen en Stadsdeel West), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Gemeentelijk Vastgoed en Stadsdeel Nieuw-West), mevrouw Moorman (Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering, Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en Schuldhulpverlening en Stadsdeel Zuidoost) Afwezig: geen der wethouders 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Middagzitting op woensdag 8 mei 2019 Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe Verslaglegging: mevrouw Van de Belt De VOORZITTER opent de vergadering om 13.03 uur. VOORZITTER: Ik open de gemeenteraad van Amsterdam en ik heet u allen welkom op deze raadsvergadering die uit drie dagdelen zal bestaan. 1. Mededelingen De VOORZITTER: De heer Van Dantzig is afwezig vanwege de geboorte van zijn zoon Mozes Ilias afgelopen vrijdag. Namens de raad feliciteren we hem van harte. De heer Groen is afwezig wegens ziekte en de heer Boomsma is vanmiddag afwezig wegens privéomstandigheden. Wethouder Kukenheim is vanmiddag vanaf 15.30 uur afwezig in verband met het uitreiken van twee onderscheidingen; wethouder Meliani is vanavond afwezig van 19.00 tot 20.30 uur in verband met het uitreiken van een onderscheiding. Zelf ben ik vandaag aanwezig tot 17.00 uur in verband met een andere verplichting en donderdagmiddag ben ik niet aanwezig vanwege verplichtingen in Antwerpen en Leuven. In verband met de wedstrijd Ajax-Tottenham Hotspurs zal de vergadering vandaag om 17.30 uur worden geschorst tot 18.00 uur, waarna verder zal worden vergaderd tot 20.30 uur. Vervolgens zal de vergadering morgen om 13.00 worden voortgezet. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot. Mevrouw POOT: Ik dacht dat u morgenmiddag ook nog even aanwezig was”? De VOORZITTER: U heeft groot gelijk. Ik moet daarbij even de opmerking maken dat wij nog moeten uitzoeken of het mij inderdaad lukt om morgenmiddag aan het begin van de vergadering aanwezig te zijn. Ik mik er wel op. En gaat het niet lukken, dan laat ik het u meteen weten en dan moeten we een andere oplossing zoeken. 2. Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 3 april 2019 Conform besloten 3. Vaststellen agenda 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dan stel ik voor dat we eerst de agenda doorlopen om te zien of er agendapunten zonder discussie en hoofdelijke stemming kunnen worden afgedaan. Conform besloten. 4. Ingekomen stukken De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot. Mevrouw POOT: Ik heb een aantal stukken die ik graag op een andere manier wil afhandelen in de raadscommissie Algemene Zaken, maar het vervelende is dat ik de nummers niet bij de hand heb. Als ik daar straks even op mag terugkomen, heel graag. De VOORZITTER: Dat gaan we gewoon even regelen. Als u de nummers wel heeft, dan zal ik er nog even melding van maken voor de notulen. Conform besloten. 1° Raadsadres van een burger van 2 april 2019 inzake het legaliseren van softdrugs Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 22 Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan wethouder Dijksma, van 18 april 2019 inzake het beleid bij kentekenwijzigingen van passagiersvergunningen Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 3° Raadsadres van een burger van 3 april 2019 inzake de reactie van de burgemeester aan een geschorste priester Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 4° Raadsadres van LHV-huisartsenkring Amsterdam-Almere van 8 april 2019 inzake voldoende en betaalbare ruimte voor zorgvoorzieningen Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport. 5° Brief van de griffier van de gemeente Stede Broec van 8 april 2019 inzake de aangenomen motie van de gemeenteraad van Stede Broec over de subsidieregeling voor verwijdering van asbestdaken Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 R aadsnotulen 6° Raadsadres van een burger van 8 april 2019 inzake het verbod op de paasvuren Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 7° Raadsadres van een burger van 9 april 2019 inzake een positieve reactie op de nieuwe verkeersregels voor scooters Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 8° Raadsadres van een burger van 9 april 2019 inzake het tegengaan van de uitstoot van schadelijke stoffen door houtstook Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. ge Brief van de Programmamanager van Recreatie Noord-Holland NV van 9 april 2019 inzake de aanbieding van de voorlopige jaarstukken van Groengebied Amstelland Besloten is, deze jaarstukken in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht voor te leggen aan de raad. De bijlagen zijn digitaal gepubliceerd. 10° Brief van de Programmamanager van Recreatie Noord-Holland NV van 8 april 2019 inzake de aanbieding van de voorlopige jaarstukken van Recreatieschap Twiske-Waterland Besloten is, deze jaarstukken in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht voor te leggen aan de raad. De bijlagen zijn digitaal gepubliceerd. 11° Raadsadres van een burger van 7 april 2019 inzake het advies voor betere handhaving van de verkeersregels in plaats van het invoeren van nieuwe regels Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 12° Brief van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied van 10 april 2019 inzake de aanbieding van de jaarrekening 2018 en de begroting 2020 van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied Besloten is, de jaarrekening en begroting in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht voor te leggen aan de raad. 13° Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 10 april 2019 inzake de start van het publieksonderzoek ‘De gemengde stad’ 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Besloten is, deze brief te agenderen voor de eerstvolgende raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering ter bespreking. Gewijzigd op het verzoek van het lid Simons. 14° Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan de burgemeester, van 10 april 2019 inzake het optreden van de politie tegen het afsteken van vuurwerk door zogenaamde voetbalsupporters Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 15° Raadsadres van een burger van 10 april 2019 inzake handhaving van de nieuwe verkeersregels voor scooters Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 16° Raadsadressen van twee burgers van 3 april 2019 inzake het buitensporig geweld door de ME en de politie rondom de voetbalwedstrijd Ajax-Juventus Besloten is, deze raadsadressen in handen van de burgemeester te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 17° Brief van Metropool Regio Amsterdam van 11 april 2019 inzake de aanbieding van de Discussienotitie: Op weg naar de MRA Agenda 2.0. Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 18° Raadsadres van het Kinderrechtencollectief van 11 april 2019 inzake mensenrechten en het invoeren van een kinderrechtenscan Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van het initiatiefvoorstel van het lid Hammelburg c.s, getiteld: ‘Jaarlijkse mensenrechtenscan begint bij rechten van Amsterdamse kinderen’ in de raadscommissie Algemene Zaken. 19° Raadsadres van Undercurrent Evenementenlocatie van 12 april 2019 inzake het verzoek tot medewerking van het vinden van een (tijdelijke) nieuwe ligplaats voor een bedrijfsvaartuig Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 20° Raadsadressen van burgers van 13 en 15 april 2019 inzake de plannen voor een fietsverbinding door de Haarlemmer Houttuinen 5 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Besloten is, deze raadsadressen desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 28, Vaststellen van het voorkeursbesluit Fietsverbinding Haarlemmer Houttuinen. 21° Afschrift van een raadsadres van Siebert Becker advocaten, gericht aan Stadsloket Zuidoost van 12 april 2019 inzake de opzegging van de huur van twee winkelruimtes vanwege de herontwikkeling van het winkelcentrum Amsterdamse Poort Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening. 22° Raadsadres van het Bewonersplatform Vogelbuurt en IJplein en de Huurdersvereniging Van der Pekbuurt van 15 april 2019 inzake de Nota (minimale) woningkwaliteit Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 23° Raadsadres van Natuur IJburg en Vrienden van het Diemerpark van 12 april 2019 inzake het plan voor recreatie- en buitensportvoorzieningen op IJburg en Zeeburgereiland Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening. 24° Raadsadres van het Platform Gehandicapten Zuidoost van 8 april 2019 inzake ontoegankelijke stembureaus in Zuidoost Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 25° Raadsadres van ASKV Steunpunt Vluchtelingen en Kompass van 11 april 2019 inzake het registreren van staatloosheid met verblijf Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij het initiatiefvoorstel van het lid Ceder, getiteld: Van nationaal onbekend naar staatloos’. 26° Raadsadres van het Wandelcomité Buiksloot van 12 april 2019 inzake de kosten voor de aanvraag van een vergunning voor het organiseren van de Avondvierdaagse Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport. 6 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen 27° Raadsadres van een burger van 16 april 2019 inzake een eerlijkere verdeling van woningen voor kwetsbare groepen en studentenwoningen over de hele stad en het lang leegstaan van sociale huurwoningen Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 28° Raadsadres van een burger van 9 april 2019 inzake de veiligheid van spoorwegovergangen Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 29° Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan Waternet, van 16 april 2019 inzake het heropenen van het ruiterpad in de Amsterdamse Waterleidingduinen Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. De kabinetbijlagen liggen ter inzage bij de raadsgriffie. 30° Brief van wethouder Meliani van 16 april 2019 inzake de afhandeling van motie 1114.18 van de leden Ceder en Taimounti over het aanpassen van het taalniveau van de gemeentelijke communicatie Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 31° Raadsadres van Wijkraad Zuid-West Amsterdam van 17 april 2019 inzake de brandveiligheid in Amsterdam-Zuid Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 32° Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan Staatsbosbeheer, van 17 april 2019 inzake het stoppen met biomassa en houtstook en inzetten op toenemend bosareaal Besloten is, dit raadsadres door te geleiden naar de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid ter kennisgeving. 33° Afschrift van een raadsadres van de Stichting Duinbehoud, gericht aan de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid van 17 april 2019 inzake het beheer en gebruik van de Amsterdamse Waterleidingduinen. 7 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 R aadsnotulen Besloten is, dit raadsadres door te geleiden naar de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid ter kennisneming. 34° Brief van wethouder Kock van 15 april 2019 inzake de toezegging naar aanleiding van extra maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen en de evaluatie van het ontheffingsstelsel in de raadscommissie Financiën en Economische Zaken van 28 maart 2019 Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 10, Kennisnemen van de brief inzake de extra maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen en de evaluatie van het ontheffingsstelsel. 35° Zienswijze van de Vereniging Vrienden van de Sloterplas van 16 april 2019 tegen het verlenen van vergunningen voor de dancefestivals Loveland en Mystic Garden 2019 in het Sloterpark Besloten is, deze zienswijze in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 36° Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Sloterplas van 16 april 2019 inzake de verkeersregels in Amsterdamse parken Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 37° Raadsadres van Labré advocaten van 18 april 2019 inzake een aanvulling op het raadsadres van 26 februari 2019 over schaarse vergunningen voor speelautomatenhallen Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 38° Raadsadres van een burger van 16 april en een aanvulling van 25 april 2019 inzake het niet reageren van de burgemeester op een onrechtmatige binnentreding in een woning Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. De kabinetbijlagen liggen ter inzage bij de raadsgriffie. 39° Brief van wethouder Kock van 18 april 2019 inzake de afhandeling van motie 1331.16 van het lid Poot en de voormalige leden Peters en Guldemond over de budgetten van Bestuur en Ondersteuning van de bestuurscommissies Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 8 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen 40° Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad van 18 april 2019 inzake de aangenomen motie nr. 153 van 2019 over streetprintasfalt Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 41° Raadsadres van burger van 18 april 2019 inzake de steun voor het besluit om ongedocumenteerden op te vangen in de voormalige brandweerkazerne in Buitenveldert Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de door het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake. 42° Raadsadres van een burger van 19 april 2019 inzake de prijsverhoging van een 10-badenkaart in het De Mirandabad voor de lessen ‘aquasport voor ouderen’ Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport. 43° Raadsadres van een burger van 20 april 2019 inzake het plaatsen van ongedocumenteerden in Buitenveldert Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de door het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake. 44° Raadsadres van een burger van 22 april 2019 inzake de geluidsoverlast in de omgeving van de Haarlemmerweg door een festival tijdens het paasweekend 20- 22 april 2019 Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 45° Afschrift van een brief van het Overleg Amsterdamse Clubs, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van 30 maart 2019 inzake de wildgroei aan belemmerende regels voor clubs en het gevoel van onderwaardering voor het nachtleven Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 46° Brief van de Programmamanager van Recreatie Noord-Holland NV van 18 april 2019 inzake de aanbieding van de voorlopige jaarstukken van Recreatieschap Spaarnwoude Besloten is, deze jaarstukken in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht voor te leggen aan de raad. De bijlagen zijn digitaal gepubliceerd. 9 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen 47° Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan diverse Statengriffies, van 3 april en aanvullingen van 24 en 26 april 2019 inzake een betere samenwerking met Niedersachsen voor een directe vervoersverbinding Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 48° Brief van wethouder Groot Wassink van 23 april 2019 inzake de tweede consultatieronde voor de locaties voor 24 uurs-opvang van ongedocumenteerden Besloten is, deze brief te betrekken bij de door het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake. 49° Raadsadres van een burger van 20 april 2019 inzake de geluidsoverlast door het festival op het NDSM-terrein op 20 april 2019 en de slechte bereikbaarheid van 14 020 Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 50° Raadsadres van een burger van 24 april 2019 inzake de overlast door touringcars in het centrum van Amsterdam Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 51° Raadsadres van een burger van 24 april 2019 inzake de geactualiseerde rapportage van het conflict tussen de huurder van een atelier aan de Egelantiersgracht met de Portefeuille Ateliers Broedplaatsen Kunst en Cultuur Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering. 52° Brief van wethouder Ivens van 25 april 2019 inzake de toezegging naar aanleiding van de bespreking van de beleidsbrief Dierenwelzijnsbeleid in de periode 2019-2022 in de raadscommissie Wonen en Bouwen van 27 maart 2019 Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 17, Kennisnemen van de brief inzake het Dierenwelzijnsbeleid in de periode 2019-2022. 53° Raadsadres van de Commissie Migranten van Lokaal FNV Amsterdam van 25 april 2019 inzake het verzoek tot intrekking van het besluit om de Seafood Shop in de Leidsestraat te sluiten 10 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 9, Actualiteit van de leden Nanninga en Poot inzake de weggepeste viswinkel in de Leidsestraat. 54° Raadsadres van een burger van 2 mei 2019 inzake de aanpak van burgers die de regels van de wetten overtreden Besloten is, de afhandeling over te laten aan de burgemeester. 55° Petitie van 48.534 ondertekenaars van 16 april 2019, getiteld: 'Snorfietsers blijven op het fietspad zonder helmplicht' Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. De ondertekende petitie ligt ter inzage bij de raadsgriffie. 56° Afschrift van een raadsadres van een burger van 28 april 2019, gericht aan de gemeenteraad van Hilversum, inzake het anti-homogeweld in Hilversum Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen 57° Raadsadres van een burger van 30 april 2019 inzake de regels omtrent de terugkeer van uitgeprocedeerde ongedocumenteerden Besloten is, dit raadsadres te betrekken bij de door het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake. 58° Raadsadres van een burger van 30 april 2019 inzake de plannen voor het beschikbaar stellen van de voormalige brandweerkazerne in Buitenveldert voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers 59° Raadsadres van een burger van 1 mei 2019 inzake de handhaving van de nieuwe verkeersregels voor snorfietsen en scooters en de afhandeling van het raadsadres van 9 januari 2019 over de verbetering van veiligheid voor fietsers Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 60° Raadsadres van Total Copy Service van 2 mei 2019 inzake de overlast voor de winkel, veroorzaakt door het geplaatste afval naast de bovengrondse vuilcontainers, als gevolg van de weggehaalde ondergrondse vuilcontainers Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 11 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen 61° Afschrift van een bezwaarschrift van een burger van 26 april 2019, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, tegen de afwijzing van een Bbz- aanvraag Besloten is, dit bezwaarschrift voor kennisgeving aan te nemen. 62° Raadsadres van een burger van 1 mei 2019 inzake het project ERMTS casus de Wunderline in het kader van beveiliging van treinen Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 63° Raadsadres van een burger van 4 mei 2019 inzake een reactie op de plannen om benzineauto's vanaf 2030 te weren uit Amsterdam Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de voorstellen ter zake. 64° Raadsadressen van een aantal burgers van 3, 4, 5 en 6 mei 2019 inzake de plannen voor de opvang van zeventig uitgeprocedeerde ongedocumenteerden in de voormalige brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert Besloten is, deze raadsadressen te agenderen voor de eerstvolgende raadscommissie Algemene Zaken ter bespreking. Gewijzigd op verzoek van het lid Poot. 65° Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan wethouder Groot Wassink, van 1 mei 2019 inzake de houding van wethouder Groot Wassink tegenover 50 zwervende ongedocumenteerden zonder opvang Besloten is, dit raadsadres te agenderen voor de eerstvolgende raadscommissie Algemene Zaken ter bespreking. Gewijzigd op verzoek van het lid Poot. 66° Brief van wethouder Ivens van 6 mei 2019 inzake de minimale inschrijfduur bij nieuwe middeldure koopwoningen naar aanleiding van de vraag van het duoraadslid Leenders in de raadscommissie Wonen en Bouwen van 27 maart 2019 Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 16, Kennisnemen van de brief inzake de uitwerking van de bouw van middeldure koopwoningen. 67° Brief van wethouder Groot Wassink van 6 mei 2019 inzake een overzicht van de planning democratisering Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6, Vaststellen van de beleidsbrief Democratisering. 68° Brieven van wethouder Meliani van 6 mei 2019 inzake beantwoording van vragen over digitale veiligheid bij 5G-pilots en over waar de Agenda Digitale Stad bijdraagt aan andere portefeuilles 12 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Besloten is, deze brieven te betrekken bij de behandeling van agendapunt 27, Kennisnemen van de agenda Digitale Stad. 69° Raadsadres van een burger van 6 mei 2019 inzake de komst van uitgeprocedeerde illegale asielzoekers op de locatie van de voormalige brandweerkazerne in Buitenveldert Besloten is, dit raadsadres te agenderen voor de eerstvolgende raadscommissie Algemene Zaken ter bespreking. Gewijzigd op verzoek van het lid Poot. 70° Brief van wethouder Moorman van 6 mei 2019 inzake het agendapunt Kansenaanpak Voortgezet Onderwijs 2019-2023 Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 11, Vaststellen van de beleidsbrief Kansenaanpak Voortgezet Onderwijs en wijzigen van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019. 5. Mondelingevragenuur Dit punt wordt even aangehouden. Toegelaten zijn de vragen van het lid Nanninga over Extinction Rebellion en de vragen van de leden Roosma, Simons en Kilig over de ongedocumenteerden die zijn geplaatst In vreemdelingendetentie. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons. Mevrouw SIMONS: Ik ga u vragen wat ik net ook al wilde vragen. Ik zou graag raadsadres 13 willen piepen. De VOORZITTER: Waarvan akte. BA Actualiteit van het lid Torn inzake recente ontwikkelingen in het debat over de veiligheid van boa's en de toekenning van verdedigingsmiddelen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 461) Dit punt wordt afgevoerd. 6 Vaststellen van de beleidsbrief Democratisering (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 429) Dit punt wordt even aangehouden. 7 13 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Basisvoorzieningen voor Amsterdamse ongedocumenteerde jongeren’ van het lid Ceder en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 430) Dit punt wordt even aangehouden. 8 Kennisnemen van de brief inzake de extra maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen en de evaluatie van het ontheffingsstelsel (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 432) Dit punt wordt even aangehouden. 9 Actualiteit van de leden Nanninga en Poot inzake de weggepeste viswinkel op de Leidsestraat (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 453) Dit punt wordt even aangehouden. 10 Instemmen met het Haalbaarheidsonderzoek OBA Next Zuidas (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 433) Dit punt wordt even aangehouden. 1 Vaststellen van de beleidsbrief Kansenaanpak Voortgezet Onderwijs en wijzigen van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 435) Dit punt wordt even aangehouden. 12 Kennisnemen van de ‘Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam’ van het OSVO en de bestuurlijke reactie van het college (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 434) Dit punt wordt even aangehouden. 13 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Baas over eigen blaas’ van de leden Rooderkerk, Nadif, Temmink, De Heer, Simons en Marttin en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 436) Dit punt wordt even aangehouden. 14 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen 14 Vaststellen van de Verordening doelgroepen woningbouw Amsterdam 2019. (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 332) Dit punt wordt even aangehouden. 15 Kennisnemen van het plan jongeren- en studentenhuisvesting 2019-2022 en het convenant Studentenhuisvesting Amsterdam 2019-2022 (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 438) Dit punt wordt even aangehouden. 16 Kennisnemen van de brief inzake de uitwerking van de bouw van middeldure koopwoningen (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 437) Dit punt wordt even aangehouden. 16A Actualiteit van de leden Mbarki en Flentge inzake de massale overtreding van de regels voor vakantieverhuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 458) Dit punt is afgevoerd. 17 Kennisnemen van de brief inzake het Dierenwelzijnsbeleid in de periode 2019- 2022 (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 439) Dit punt wordt even aangehouden. 17A Actualiteit van het lid Simons inzake het uitroepen van een klimaatcrisis (Gemeenteblad afd. 1, nr. 459) Dit punt is afgevoerd. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons. Mevrouw SIMONS: Ik zou deze actualiteit toch graag vandaag behandelen. De VOORZITTER: Dan wordt het een punt van orde en dan verzoek ik de leden die hiervoor zijn, te gaan staan. Helaas, dat zijn er niet genoeg; de actualiteit gaat niet door. 15 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen 18 Kennisnemen van het Vergunningenbeleid Wabo tweede helft 2018-2019 (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 431) Dit punt wordt even aangehouden. 19 Instemmen met de locatiewijziging van de sporthal in de Weespertrekvaartbuurt en het beschikbaar stellen van een bijdrage uit het Vereveningsfonds voor de realisatie van de sporthal (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 440) Dit punt wordt even aangehouden. 20 Kennisnemen van de Halfjaarrapportage Veilig Thuis van de tweede helft van 2018 (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 443) Dit punt wordt even aangehouden. 20A Actualiteit van het lid Ceder inzake tientallen slachtoffers door lachgasgebruik tijdens Koningsdag in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 460) Dit punt wordt even aangehouden. 21 Vaststellen van de Nota Varen deel 1 (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 447) Dit punt wordt even aangehouden. 22 Wijzigen van de Verordening op het binnenwater 2010 ter implementatie van de Nota Varen deel 1 alsmede het wijzigen van een aantal andere verordeningen (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 445) Dit punt wordt even aangehouden. De punten 21 en 22 worden gevoegd behandeld. 23 Harmoniseren van tarieven voor aanleg en beheer voor 3 huisaansluitingen van drink- en afvalwater (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 446) Dit punt is gehamerd. 16 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen 24 Beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor de vervanging en uitbreiding van _drinkwaterproductiefaciliteiten en een uitvoeringsbesluit voor het totaal uitvoeringskrediet 2019 (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 444) Dit punt is gehamerd. 25 Beschikbaar stellen van een uitvoeringsbudget voor de realisatie van de maatregelen project IJtram (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 450) Dit punt is gehamerd. 26 Vaststellen van het voorkeursbesluit Fietsverbinding Haarlemmer Houttuinen (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 449) Dit punt wordt even aangehouden. 27 Kennisnemen van de agenda Digitale Stad (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 448) Dit punt wordt even aangehouden. 28 Bekrachtigen van de geheimhouding (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 451) Dit punt is gehamerd. 29 Geheim (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 441) Dit punt wordt even aangehouden. 30 Geheim (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 442) Dit punt is gehamerd. Voorzitter: de heer Torn 17 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen 5. Mondelingevragenuur Vragen van het lid Nanninga inzake de verkeersblokkades door Extinction Rebellion De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga. Mevrouw NANNINGA: De vragen zijn de volgende. Op 26 april jongstleden hebben actievoerders op verschillende plekken in de stad het verkeer geblokkeerd om aandacht te vragen voor een in hun ogen goede zaak. Nu wil ik heel duidelijk stellen dat Forum voor Democratie het recht op demonstratie volledig eerbiedigt van iedereen. Laat dat duidelijk zijn. Maar het opwerpen van blokkades vinden wij gevaarlijk, onwettig en onwenselijk. We hebben ook gezien wat er gebeurt zoals gisteren in de grachten. Als dit wordt toegelaten, dan zullen ze ook met bootjes in de grachten de boel blokkeren. Dat was geloof ik gisteren bij de ambtswoning het geval. Kortom, het is een precedent dat we niet moeten willen met zijn allen. We gaan demonstreren, maar niet blokkeren als we iets duidelijk willen maken of als we iets gedaan willen krijgen. Deze burgerlijke ongehoorzaamheid vinden wij bijzonder onwenselijk en ook een slecht voorbeeld naar andere Amsterdammers die denken: goh, je krijgt straks een boete als je met meer dan twaalf man op een bootje zit. Je krijgt een boete of je krijgt te maken met een winkelsluiting als je een broodje vis wilt verkopen, maar bij blokkeren gebeurt er verdomd weinig. Wat ik eigenlijk wil weten, is of het college het met ons eens is dat het blokkeren van het verkeer een zeer ongewenst en gevaarlijk actiemiddel is; zijn er mensen gearresteerd of aangehouden en zo ja, hoeveel? Hebben ze boetes gehad; zijn die betaald? Wij roepen het college op er alles aan te doen om in het vervolg dit soort acties te voorkomen. Ze worden soms ook aangekondigd. Maar ook onaangekondigde acties. Wij willen oproepen, echt oproepen om demonstraties altijd toe te laten, maar om blokkeren — of dat nu op het water is of op straat — echt tegen te gaan. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Ik hoef u natuurlijk niet te vertellen dat demonstreren een grondrecht is. Dat draagt u ook diep in zich. Deze grondwettelijke vrijheid verplicht ons als overheid om demonstraties actief te beschermen. En ook als de demonstratievorm formeel in overtreding is bijvoorbeeld vanwege de Verkeerswet zoals hier het geval is, maar zoals ook het geval is bij veel demonstratieve optochten, dan geldt nog steeds die grondwettelijke bescherming. Dat betekent ook dat we terughoudend zijn in het optreden, want voor heel veel demonstraties en ook voor kortstondige blokkades geldt dat mensen daarvan overlast en hinder kunnen ondervinden. Elke demonstratieve optocht door de stad waarbij de straat in beslag wordt genomen voor langere periodes kun je ook opvatten als een weliswaar lopende blokkade, maar wel als een blokkade, maar die laten wij wel degelijk gaan. Dus enige verkeersoverlast, zo vinden wij, moet in onze vrijzinnige stad worden getolereerd omdat demonstreren nu eenmaal van belang is. Dat neemt niet weg, en daarnaar verwijst u, dat er grenzen zijn. De verkeersveiligheid moet wel gewaarborgd blijven en het functioneren van de stad, de doorstroming, mag niet langdurig worden belemmerd. Daarom heeft de driehoek ook bij de demonstratie waarnaar u verwijst, voorbereidingen getroffen. En daarom is ook besloten daarop relatief fors in te zetten. De inzet was niet klein, zeker als je in aanmerking neemt dat het slechts om honderd demonstranten of blokkeerders ging — hoe u ze ook wilt noemen. Tijdens de demonstratie 18 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen heeft de politie telkens opgetreden op het moment dat er een verkeersgevaarlijke situatie of grote verkeersoverlast dreigde te ontstaan. En door de demonstranten is daaraan telkens gehoor gegeven. Dus op het moment dat ze te lang op de rijweg zaten en de politie naar hen toekwam en zei: ‘en nu even verschuiven, ga maar even in het plantsoen zitten’ — ik heb ze toevallig zelf op het Weteringcircuit in het midden zien zitten — is daaraan gehoor gegeven en dat leidde ertoe dat het openbaar vervoer, de nood- en hulpdiensten, voetgangers en fietsers niet langdurig gehinderd zijn geweest en dat de stremming steeds van korte duur is geweest. De conclusie van de politie was dan ook dat er afgezien van enkele en voor Amsterdammers redelijk gebruikelijke kortstondige verkeersopstoppingen geen verkeersonveilige situaties of grote openbare ordeverstoringen zijn ontstaan. Eigenlijk geldt deze lijn in alle gevallen. Daarbij maakt het niet uit wat de achtergrond van de demonstranten of de blokkeerders is. Zo gold dat gisteren ook voor de ambtswoning waarbij was toegestaan de gracht tijdelijk te blokkeren, maar waarbij men ook wist dat dat niet heel erg langdurig mocht zijn. Ook in dit geval gold dat mensen wel het recht hebben om voor enige overlast en hinder te zorgen omdat dat door ons wordt getolereerd uit hoofde van het belang van de demonstratievrijheid. Duurt het te lang, dan wordt er opgetreden. De VOORZITTER: Dan gaan wij naar de volgende mondelinge vragen. Vragen van het lid Roosma, Simons en Kilig inzake drie ongedocumenteerden die verblijven in de gemeentelijke opvang (TOO) en in vreemdelingendetentie zijn geplaatst De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma. Mevrouw ROOSMA: Er is ons ter ore gekomen dat er vorige week in het Rembrandtpark drie Eritrese mannen zijn opgepakt door het wijkteam aldaar in verband met de APV vanwege ofwel op straat slapen ofwel het drinken van een biertje in het park. Deze mannen verbleven in de tijdelijke opvang ongedocumenteerden, de TOO. We hebben begrepen dat ze overdag waren geschorst en daarom op straat stonden. Ze konden op dat moment dus nergens anders heen. Deze mannen zijn nadat ze zijn opgepakt, overgedragen aan de Vreemdelingenpolitie. Ze bevinden zich nu in detentie in Rotterdam en de kans dat ze worden uitgezet naar Italië is reëel. De GroenLinksfractie verkeerde altijd in de veronderstelling dat het beleid zo is dat de ongedocumenteerden niet zomaar worden opgepakt voor overtredingen van de APV omdat ze dit risico lopen en dus ook het risico lopen om te worden uitgezet. Het leidt ook tot veel angst bij andere ongedocumenteerden die nu in de TOO verblijven en die straks in de 24 uurs-opvang komen. Als ze een kleine overtreding begaan op straat, zouden ze zomaar kunnen worden uitgezet terwijl ze tegelijkertijd werken aan hun toekomst en in het programma zitten. Om de 24 uurs-opvang te kunnen laten slagen, is het belangrijk dat deze mensen zich veilig kunnen voelen. Daarom heb ik de volgende vragen aan het college. Als eerste: was het wijkteam ervan op de hoogte dat deze mannen ongedocumenteerd waren en in de tijdelijke opvang ongedocumenteerden verbleven? En waarom zijn deze mensen overgedragen aan de vreemdelingenpolitie? En hebben wij niet het beleid dat we ongedocumenteerden die geen misdrijf begaan, hier niet oppakken voor het overtreden van de APV juist om te voorkomen dat ze in detentie worden geplaatst en worden uitgezet? En is de wethouder het met de GroenLinksfractie eens dat het niet wenselijk is dat mensen in vreemdelingendetentie worden geplaatst als ze geen misdrijf op hun geweten hebben en inderdaad in een programma zitten, juist om hen perspectief te bieden? Hoe kunnen we dit in de toekomst voorkomen? Is het misschien een idee om 19 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen te kijken of deze mensen zich met een pas zouden kunnen identificeren zodat het duidelijk is dat ze in de opvang verblijven en dus ook begeleiding en hulp krijgen? De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink. Wethouder GROOT WASSINK: Allereerst dank voor deze vragen. Deze mannen zijn opgepakt wegens slapen overdag. Eigenlijk zijn de omstandigheden zoals u ze schetst, correct. Eerder is hen de toegang tot de opvang ontzegd; ze zijn geschorst. Ze sliepen in een park en daarom zijn ze aangehouden. Het betrof een overlastsituatie in het park en in die zin was het wijkteam niet op de hoogte. Maar het is gebruikelijk dat in een dergelijke situatie wordt gekeken naar iemands ID. Dus dat verklaart het. Op zich, als er een situatie is van overlast of een overtreding van de APV, dan is het zo dat je iemands identiteit moet kunnen vaststellen en dan kan het inderdaad zo gaan als hier gebeurd is: iemand wordt overdragen. Overigens moet ik dan wel zeggen dat het daarna nog maar de vraag is in hoeverre er maatregelen worden genomen. Daarin kan ook wel onderscheid worden gemaakt. Dat hangt van de situatie af. Er zijn omstandigheden die kunnen maken dat dat niet gebeurt en dat de gebruikelijke bezwaar- en beroepsmogelijkheden gelden als dat gebeurt. Hier is de reguliere procedure gevolgd en nu vraagt u eigenlijk of er in Amsterdam beleid is om dat te doen. Er is geen formeel beleid om APV-overtredingen daarvan uit te zonderen. Daar kunt u van alles van vinden. We hebben natuurlijk ook in het uitvoeringsplan Vreemdelingen aangegeven dat we juist waar AVIM ook een partner voor ons is, nadere afspraken willen maken en in overleg willen treden. Ik vind het zelf ook niet wenselijk dat dat zou gebeuren als mensen die zich in de opvang bevinden en meewerken aan een perspectief zoals we dat hebben gedefinieerd in ons plan. Dus wat mij betreft is dat zeker iets wat heel snel vorm moet krijgen in die nadere afspraken. Die gesprekken lopen op dit moment. Daarover kan ik op dit moment niets zeggen. Met die nadere uitwerking zijn we nu bezig. Hoe we dit in de toekomst kunnen voorkomen? Het is natuurlijk wel zo dat iedereen die de APV overtreedt of iedereen die een misdrijf begaat, moet voldoen aan de gebruikelijke regelingen. Dat je in een opvang zit, kan jou daarvan niet uitzonderen. Dat zou natuurlijk de wereld op zijn kop zijn. Maar het gaat dan over de vraag hoe de omstandigheden worden gewogen. Als je inderdaad in een opvang zit en meewerkt aan een perspectief, dan zou dat kunnen betekenen dat dat inderdaad niet direct tot die sanctionering zou moeten leiden. Daarover bestaan op dit moment niet de afspraken waarvan u in de veronderstelling verkeerde dat die leefden. Maar wij gaan wel afspraken maken zoals ik heb aangegeven in het programma. U vroeg of het zou helpen om een lokale pas te maken. Ik weet dat u een fervent voorstander bent van een dergelijke vorm. Ik zie daar ook best iets in zodat mensen zich wat sneller zouden kunnen identificeren. Maar dat is natuurlijk nooit een geldig ID-bewijs. Wij kunnen dat niet als overheid voor deze specifieke groep doen. Een lokale pas kan nooit een legitimatiebewijs zijn. Maar ik kan me heel goed voorstellen dat mensen zeker als ze zich in de opvang bevinden, een V-nummer hebben waardoor natuurlijk vrij snel kan worden vastgesteld wie dat zijn. Ik snap uw zorgen heel goed. Wij werken aan afspraken met de AVIM om te kijken in welke situaties die omstandigheden een rol zouden kunnen spelen. Maar het kan niet zo zijn dat we mensen omdat ze zich in de opvang bevinden, kunnen uitzonderen van bepaalde maatregelen omdat die natuurlijk voor iedereen gelden. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma. Mevrouw ROOSMA: Ik was nog vergeten te melden dat de vragen mede door de fracties BIJ1 en DENK zijn gesteld. Excuses daarvoor. Ik ben heel blij dat er wordt 20 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen gekeken of er afspraken kunnen worden gemaakt. Mijn vraag aan de wethouder is of die dan voor de 24 uurs-opvang gelden of dat die nu ook al gelden voor de mensen die nu in de TOO verblijven. Die ondervinden hier nu direct last van. Dus ik hoop dat het snel tot dat soort afspraken komt. Kan de wethouder ons dan over de uitkomsten daarvan op de hoogte houden? De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink. Wethouder GROOT WASSINK: Ik wil natuurlijk ook de fracties van BIJ1 en DENK bedanken voor het stellen van deze vragen. Ik wil u vanzelfsprekend direct op de hoogte brengen zodra daarin vooruitgang is geboekt. Als er geen afspraken zijn, kunnen ze ook niet gelden. Dus op het moment dat er afspraken zijn, dan zullen ze gelden voor de opvangvoorzieningen die wij hebben. Op het moment dat wij starten met het plan zoals we dat hier in de raad hebben vastgesteld, een van de onderdelen daarvan is deze afspraken, en op het moment dat die afspraken er zijn, zal ik die zo snel mogelijk naar u toesturen. Ik kan me goed voorstellen dat u juist voor dit aspect buitengewone belangstelling heeft, maar we kunnen niet daarop vooruitlopend uitzonderingen maken omdat in die zin de wet voor ons allen geldt. De VOORZITTER: Dan kijk ik even of er nog vervolgvragen zijn. Dat is niet het geval en dan is daarmee het mondelingevragenuur afgelopen. De VOORZITTER: Ik kijk even naar de agenda en naar de volgorde van de agendapunten. Er zijn wat veranderingen gekomen in aanwezigheid van het college gedurende de vergadering. Ik zou even heel kort willen schorsen om even heel kort met de fractievoorzitters te kunnen overleggen. De VOORZITTER schorst de vergadering voor één minuut. De VOORZITTER heropent de vergadering. Voorzitter: burgemeester Halsema De VOORZITTER: We gaan zo verder met agendapunt 6 en dan gaan we daarna over naar agendapunt 29 dat in beslotenheid zal worden behandeld. Dan zal de zaal kort worden ontruimd. 6 Vaststellen van de beleidsbrief Democratisering (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 429) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk. Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Bij een stad als Amsterdam die hard op weg is naar een omvang van 1 miljoen inwoners past een stevig democratiseringsbeleid. Wij hebben een sterke democratie nodig om ervoor te zorgen dat we de vele nieuwe uitdagingen voor onze groeiende stad aankunnen en dat iedereen hierin meekomt. leders idee voor de omgang van de impact van al die uitdagingen en veranderingen is welkom. 21 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Het gemeentebestuur kan de verantwoordelijkheid niet dragen zonder de gezonde inspraak en samenspraak met de inwoners en niet te vergeten ook met de inwoners van Amsterdam. Wat de VVD-fractie betreft staat de representatieve democratie in deze stad vrij stevig in de schoenen. Het kan beter — daar kom ik nog op terug. Maar allereerst wil ik stilstaan bij de door het college voorgenomen uitbreiding van het arsenaal aan methodes om de democratie en het burgerschap te versterken: om te beginnen, zo vat ik het tenminste op, in de buurten. Bij addendum zijn de kaders hiervoor aangescherpt. Ik wil daar toch even bij stilstaan. In de raadscommissiebehandeling is al gezegd dat je co- creatie niet alleen kunt. Dat is hier denk ik een levend voorbeeld van. Ik waardeer het zeer dat het college de intellectuele bijdrage vormgeeft en verwoordt. Maar ik zit een beetje met rolverwarring. Dus ik hoop op wat guidance van het presidium hierin omdat ik het echt wel als een collegestuk beschouw met de kanttekening dat co-creatie dus kan. Dat is denk ik een heel inspirerend voorbeeld voor de raad, voor de burgers en voor het bedrijfsleven. Die kaders zijn aangescherpt en wat de VVD-fractie betreft geeft dat nu de door ons gewenste duidelijkheid vooraf en dat geeft ook vertrouwen in de opbrengst van deze impulsen om de democratisering te versterken. Per slot gaat het daarom. De uiteindelijke opbrengsten van deze nieuwe methodes, en dat hoeft allemaal niet meteen, die zullen wel in beeld gebracht moeten worden en moeten worden geëvalueerd en dat leidt dan tot bijstelling van de uitvoering of de kaders zelf. De vraag hierbij is of het college kan aangeven hoe de raad hierbij betrokken gaat worden. Dan wil ik nog graag iets zeggen over het bestaande arsenaal aan instrumenten ter versteviging van de democratie in Amsterdam. Als u mij toestaat, even iets over mijzelf. Ik houd iedere donderdagochtend spreekuur als raadslid. Waarom doe ik dat? Om met aandacht te kunnen luisteren naar degenen die iets op het hart hebben wat zich niet altijd in twee of drie minuten laat zeggen. Luisteren naar de mensen die het moeilijk vinden om in te spreken in raadscommissies of voor een groep in een inspraaktraject en ook voor degenen, en dat is niet zonder belang, die zich voor hun werk of wegens andere activiteiten wel buiten kantooruren kunnen vrijmaken voor een gesprek of inspraak, maar niet tijdens de vergaderuren van gemeentebestuur en raad en de participatietrajecten in het algemeen en die toch graag een betrokken burger willen zijn. Hier ligt nog een opgave voor onszelf als raad. Ik denk dat we daar wel aan toekomen. En ook voor het gemeentebestuur. Hoe betrekken we nu de burgers en de ondernemers hierbij? Wat naar inzicht van de VVD kan helpen, is het organiseren van korte ontmoetingen met het gemeentebestuur in de vorm van een speeddate en dat zo te organiseren dat die mogelijkheid wordt geboden aan belangstellenden op basis van verloting zodat de kans op toegang voor degenen die niet de gebruikelijke wegen kunnen of weten te bewandelen, maar toch graag in gesprek komen met het gemeentebestuur, groter kan worden. Hiervoor dien ik een motie in. Wat naar inzicht van de VVD verder kan helpen, is vroegtijdig kenbaar maken dat er voorgenomen besluitvorming speelt. Daaraan kan naar onze stellige mening de inzet van digitale middelen bijdragen naast de bekende brief in de brievenbus. Om te onderzoeken wat de inzet van digitale middelen in dit opzicht kan brengen, dien ik een tweede motie in en die richt zich op het gebruikmaken van digitale middelen om bewoners te alerteren over voorgenomen besluitvorming en de mogelijkheid te participeren en in te spreken in hun directe leefomgeving. Dan ten slotte de vraag of we nu wel genoeg opbrengst halen uit de bestaande democratiseringsmiddelen. De VVD denkt dat het beter kan als het gaat om vroegtijdig en überhaupt het betrekken van de Amsterdamse ondernemers. De signalen die de VVD- fractie bereiken uit het Amsterdamse bedrijfsleven duiden op ontoegankelijkheid en op in ieder geval een slechte responsiviteit van het college —het woord geeft al aan hoe moeilijk 22 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen het bedrijfsleven het ervaart — om op de zorgen van het bedrijfsleven en op de wens van het bedrijfsleven om betrokken te worden bij de besluitvorming in te gaan. Dit baart mijn fractie zorgen en daarin staat, zo meen ik, de VVD niet alleen in deze raad. Daarom deze vraag aan het college: wat is nu de visie van het college op participatie van het bedrijfsleven aan beleids- en besluitvorming die in ieder geval nu door de ondernemers als moeizaam wordt ervaren? Last but not least wil ik de zorgen delen van deelnemers aan inspraak- en participatietrajecten. Die zorg wil ik delen met de vergadering en met het college. Dan heb ik het over de toepassing van bestaande middelen. Sommige middelen werken heel goed zoals Stem van Centrum en Stem van West, maar veel klachten bereiken onze fractie als het gaat om de vraag wat er nu eigenlijk gebeurt met de opbrengsten van de inspraak- en participatietrajecten. Het beeld is dat de inspraak als succesvol wordt beoordeeld als de opbrengst past bij collegevoornemens en als de opbrengst daar niet bij past, dit dan ter kennisneming is. De vraag aan het college is hoe het college dit beeld gaat wegnemen. Wat mijn fractie betreft gaat het in ieder geval helpen als er een vorming van toetsing van de waarde van de opbrengsten van de inspraaktrajecten plaatsvindt op de materialiteit van de betrokkenheid van de insprekers. Hiervoor dien ik een laatste motie in: toetsing op de representativiteit. Dan laat ik vast weten dat wij met de kanttekening die ik heb geplaatst en waarop ik graag de beantwoording van het college tegemoetzie, kunnen instemmen met de beleidsbrief Democratisering inclusief het addendum. Per slot gaat het erom de directe invloed van Amsterdammers en van het Amsterdamse bedrijfsleven in de besluitvormingsprocessen te brengen en die te versterken en dan op een intelligente en zodanige manier dat draagvlak voor de uitkomsten van het besluitvormingsproces ontstaat en eenieder goed verder kan met haar of zijn onderneming, met haar of zijn buurt en met de stad. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 71° Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het verloten van speeddates voor bewoners met bestuurders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bewoners en ondernemers aan te moedigen hun mening over staand of toekomstig beleid te geven, namelijk door onder participerende bewoners en ondernemers speeddates met stadsdeelbestuurders, wethouders en de burgemeester te verloten. 72° Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het instellen van digitale alerts voor bewoners over hun directe leefomgeving (Gemeenteblad afd. 1, nr. 468) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de mogelijkheden te onderzoeken om bij het project Open Stad een mobiele alertdienst te ontwikkelen die bewoners in een vroeg stadium attendeert op toekomstige besluitvorming in hun stadsdeel en/of de gemeenteraad die van invloed zal zijn op hun directe leefomgeving, bijvoorbeeld de herinrichting van hun straat; -_ te onderzoeken of de alertdienst zo kan worden vormgeven dat bewoners per sms, app of e-mail worden geïnformeerd over het tijdspad van de 23 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen besluitvorming en de mogelijkheden die zij hebben om zich uit te spreken over beleidswijzigingen of nieuwe projecten; -__de raad hier uiterlijk in het vierde kwartaal van 2019 over te informeren. 73° Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het toetsen van representativiteit bij inspraaktrajecten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 469) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - zorg te dragen dat bij inspraaktrajecten van de gemeente bewoners en ondernemers bevraagd worden op relevante gegevens met betrekking tot hun betrokkenheid bij het onderwerp van het inspraaktraject en op basis van deze gegevens een inschatting te maken van de representativiteit van het inspraaktraject. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege. De heer VROEGE: Democratisering, een onderwerp waarvan ieder D66-hart sneller gaat kloppen. Een serieus onderwerp, maar desondanks hebben wij in de raadscommissie toch hard gelachen met elkaar, al vraag ik me af of dat wel de bedoeling was van deze brief van de wethouder. Deze brief is intussen uitgebreid met een addendum, een mooi stukje co-creatie tussen de wethouder en mevrouw De Grave- Verkerk. Er is een routemap verschenen, eerst een ronde en toen een vierkante en er komt nog een publieksvriendelijke versie van deze brief. En dat alles voor een brief van tien pagina’s. Dat komt doordat deze brief moeilijk te lezen was en dat vonden velen met mij. Veel ambtelijk jargon. Niet alleen bij deze brief. Dat zien we wel vaker bij beleidsstukken die het college oplevert. De bedoeling is natuurlijk dat iedere Amsterdammer ons kan volgen, kan begrijpen. Daarom een motie waarin ik het college oproep om nadrukkelijk beter te kijken naar hoe er wordt geschreven zodat de beleidsstukken beter te volgen zijn voor ons en zeker ook voor alle Amsterdammers. In navolging van collega De Grave-Verkerk ook een vraag over de evaluatie van de vele producten die de wethouder gaat ontwikkelen en uitrollen. Ik wil hem nadrukkelijk vragen om ook de representativiteit van de bewoners mee te nemen. Oftewel: is de groep die meedoet met een nieuw product ook een vertegenwoordiging van de buurt waarover het gaat? Zijn alle mensen ook vertegenwoordigd of is er weer een oververtegenwoordiging van één bepaalde groep? Ik wil hem ook nadrukkelijk vragen te onderzoeken of ook inderdaad andere bewoners dan degenen die we altijd al zien, worden betrokken bij deze nieuwe producten. Dat lijkt me een maatstaf om te beoordelen of een nieuw product succesvol is. Ik vraag regelmatig aandacht voor de participatie van nieuwkomers in deze stad: internationals, expats, kenniswerkers, statushouders, iedereen die van elders komt en misschien niet de Nederlandse taal machtig is of nog niet heel goed machtig is. Als wij als gemeente iets belangrijks willen communiceren, doen we dat vaak met een huis-aan- huisbrief, maar die is in het Nederlands. Ik wil het college verzoeken al deze brieven ook digitaal toegankelijk te maken zodat je ze eenvoudig zelf kunt vertalen als je precies wilt weten wat erin staat en je de taal niet machtig bent. Steeds vaker zien we ook dat anderstaligen willen inspreken in de gemeenteraad bij de raadscommissies. Ik denk dat het heel belangrijk is dat ook anderstaligen zich betrokken voelen bij het stadsbestuur. Ik zou het presidium graag willen vragen, en dan 24 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen voorzitter Torn die deze discussie al van mij kent uit het verleden, om bij de herziening van het reglement van orde op het gebied van inspraak een duidelijke uitspraak te doen of het inspreken in het Engels of een andere taal is toegestaan. Het is nu nog onduidelijk en het geeft vaak discussie in de raadscommissies. Ik denk dat het goed is als we daarover helderheid verschaffen. (Mevrouw TEMMINK: Inspreken in een andere taal, dat kan natuurlijk. Het is belangrijk dat iedereen ons weet te vinden. Dat kan natuurlijk ook op andere manieren dan alleen inspreken. Maar hoe ziet de heer Vroege dit dan voor zich? Mag het dan alleen in het Engels of mag er dan in elke willekeurige taal worden ingesproken? Of alleen in officiële talen van het land?) Engels is natuurlijk gewoon de officiële taal binnen het koninkrijk. Wat mij betreft is het ieders verantwoordelijkheid dat zijn boodschap zo goed overkomt. Dus wat mij betreft mag je in iedere taal inspreken, maar als je boodschap niet overkomt, is dat je eigen probleem. Praktisch gezien dank ik dat het Engels een taal is die de hele gemeenteraad kan volgen en begrijpen. De vraag is dan of we dat wel of niet toestaan. Nu hebben we steeds een discussie in de raadscommissie tussen leden van de commissie of het wel of niet mag. Ik denk dat het goed is dat we daarover als gemeenteraad een eenduidig besluit nemen. Daarom mijn verzoek aan het presidium om daarvoor een voorstel te maken zodat we daarover bij de herziening van het reglement van orde kunnen beslissen. (Mevrouw TEMMINK: U gaat er wel heel gemakkelijk van uit dat iedereen in deze raad Engels spreekt en dat mensen die met ons meekijken Engels spreken. Ik vind dat best wel uitsluitend. We hebben hier met zijn allen afgesproken dat we Nederlands praten. Als we met zijn allen Engels praten, is dat ook prima, maar dat hebben we nu eenmaal niet afgesproken. Dus het is best uitsluitend om er maar van uit te gaan dat iedereen een andere taal kan spreken. U zegt: het is een taal in een koninkrijk. Het is een ander land. Het koninkrijk bestaat uit verschillende landen. Papiaments is ook een taal in het koninkrijk. lemand kan inspreken, maar ik denk dat veel mensen dat niet gaan begrijpen. Is het niet noodzakelijk als we met elkaar overleggen over hoe we de stad voor ons zien, dat we elkaar verstaan en begrijpen? We hebben met zijn allen afgesproken dat we dat toevallig in deze taal doen en dat is dan toch wel zo prettig?) Uiteraard vergaderen we in het Nederlands, maar ik heb het over het recht van inspraak. Dat is wat anders dan met elkaar vergaderen. Ik heb in tegenstelling tot collega Temmink de raad in hoog aanzien en ik denk inderdaad dat u allemaal Engels kunt verstaan. Maar misschien dat het presidium kan onderzoeken of dat inderdaad het geval is. Mocht dat niet het geval zijn, dan is dat onderdeel van de besluitvorming. (Mevrouw DE HEER: Nog even over dat laatste punt, want ik ben het wel eens met mevrouw Temmink. Het gaat natuurlijk niet alleen over de gemeenteraad. Er zijn mensen die proberen onze vergaderingen te volgen en dan is het naar mijn mening vrij uitsluitend als de mensen thuis misschien niet de Engelse taal machtig zijn. Bent u dat niet met mij eens?) De bewoners, de Amsterdammer die wil meedoen met de lokale democratie en de Nederlandse taal niet machtig is of niet voldoende machtig is of zich niet zeker genoeg voelt om te spreken in het Nederlands, als we die gaan buitensluiten dan lijkt me dat een veel erger probleem dan degene die thuis meekijkt en het misschien niet helemaal kan 25 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen volgen. Dus juist voor die mensen die hier steeds meer in Amsterdam zijn komen wonen, wil ik het door het presidium laten onderzoeken en wil ik het presidium vragen met een voorstel te komen om het reglement zo aan te passen dat het is toegestaan zodat al die nieuwkomers zich vrij voelen om met ons mee te denken. Ik denk dat dat zeer verstandig is. (Mevrouw DE HEER: Is het niet zo dat mensen ook iemand anders kunnen vragen voor hen in te spreken of iemand voor hen te laten vertalen? Is dat niet een veel gemakkelijker manier dan wat u nu voorstelt?) Een actieve deelname aan de lokale politiek, actief participeren aan de besluitvorming, dat is een recht dat we alle Amsterdammers moeten geven ook als het Nederlands niet je eerste taal is. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 74° Motie van het lid Vroege inzake helder en begrijpelijk taalgebruik (Gemeenteblad afd. 1, nr. 470) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__zich in te spannen om de hoeveelheid ambtelijk jargon in beleidsstukken dusdanig beperkt te houden dat de beleidsstukken en raadsvoordrachten begrijpelijk en helder zijn voor mensen met een beheersing van de Nederlandse taal op niveau 3F (vergelijkbaar met havo 5) van lezen. 75° Motie van het lid Vroege inzake digitalisering gemeentelijke post (Gemeenteblad afd. 1, nr. 471) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__te zorgen dat alle bewonersbrieven en andere niet-persoonlijke schriftelijke uitingen van de gemeente ook digitaal te raadplegen zijn om Amsterdammers het gemakkelijker te maken deze te vertalen of anderzijds ondersteuning te vragen. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten. Mevrouw GROOTEN: Wat veel mooie plannen die straks heel concreet Amsterdammers veel meer invloed zullen geven. Zo komt er meer budget voor initiatieven en er komt heel veel geld voor buurtbegroten. Mensen kunnen op de schaal van hun buurt zelf gaan bepalen waar het geld heen gaat. Dat betekent voor een deel voor ons ook loslaten. En loslaten, u weet het misschien ook nog wel uit privéomstandigheden, is niet altijd gemakkelijk. En de kernzin van deze hele beweging voor GroenLinks is van een pratende stad naar een makende stad. Ik zeg bewust: beweging. Want het gaat niet over een beleidsstuk, het gaat over een beweging in de stad die we met zijn allen gaan maken en die veel Amsterdammers al aan het maken zijn. Daarin schuilt een grote opdracht voor ons allemaal, van welke partij je ook bent. Die opdracht is zoals de burgemeester het zo mooi zei bij haar installatie: de zachte stemmen laten horen. Want de harde stemmen die horen we wel. Die vinden hun weg wel in de niet-digitale of de digitale brieven. Die zien we bij de bijeenkomsten. Maar juist die mensen die we niet kennen, om die een plek en 26 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen een stem te geven, dat is wat wij moeten doen. Dat gaat verder dan partijpolitiek. Want wat wij hier doen dat lijkt vaak zo ontzettend interessant voor ons en soms is het dat ook, maar het is ook wel een enorme stolp waar we met zijn allen onder zitten. Hoeveel likes heeft je tweet? Mag je weer een quoteje op AT5? Kun je een ander weer in de hoek praten? Het gevoel van willen winnen en altijd onze mening klaar. Maar gelukkig, er is ook meer. Boven partijpolitiek uitstijgen samen met de gemeenteraad. Soms zijn er ook momenten van eensgezindheid en verbinding zoals in de vorige raad toen we met zijn allen stemden voor een krachtig signaal voor de jeugdhulp. Dan ben ik ook extra trots dat we collega’s zijn. Heel graag wil ik afsluiten met een verhaal over het dorpje Frome. Zie het als inspiratie om verder te denken dan we nu al doen. In het graafschap Somerset in het zuidwesten van Engeland ligt het onopvallende plaatsje Frome. In dit stadje had men schoon genoeg van de oude politiek waarbij Labour en de Conservatives om de vier jaar van stuivertje wisselden. Een groep actieve burgers zonder partijpolitieke binding ging in de kroeg bij elkaar zitten en bedacht te gaan meedoen met de verkiezingen met maar één belofte: we doen het met zijn allen. Deze zogeheten flat pack democracy afgeleid van de bouwpakketten van IKEA sloeg aan en bij de eerste verkiezing haalde de groep negen van de zeventien zetels. Met die absolute meerderheid toverde ze de raadzaal om in een conferentieruimte waar ronde tafels en stoelen werden geplaatst en waar iedereen werd uitgenodigd om mee te denken over wat er moest gebeuren. Via een intelligent- democratische procedure werden beleidsplannen opgesteld en besluiten genomen. Natuurlijk moesten de zeventien raadsleden elk besluit nog wel bekrachtigen maar omdat de meerderheid al in hun handen lag, was dat geen enkel probleem. De volgende verkiezingen waren natuurlijk spannend. Zouden zij hun meerderheid behouden? En zowaar, ze kregen alle zetels in handen. 100%. Wat daarbij hielp, was een gekozen burgemeester die deze werkwijze meteen had omarmd. Ja, hoe simpel klinkt het en misschien is een dorpje met zeventien zetels ook wel weer wat anders dan Amsterdam. Maar iedereen een plek geven aan de tafels in een echte en een virtuele raadzaal met hulp van slimme technologie, daar gaat het om. Het is de kern van het idee. Samenwerken en macht durven verdelen. Deze brief is een eerste stap daartoe. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Temmink. Mevrouw TEMMINK: In de raadscommissie heb ik al aangegeven dat SP'ers doorgaans niet warm worden van zinnen als ‘Er wordt een municipalistisch narratief ontwikkeld’, ‘dat bevrijde ruimtes fungeren als katalysator voor het gezamenlijk in handen nemen van de vormgeving van een betere toekomst’, en sinds twee maanden mijn nieuwe favoriete zin ‘co-creatie kan niet alleen’. Die tegenzin gaat verder dan alleen het gebruik van jargon, want ook dat is kwalijk. Ik maak me geen illusies dat de gemiddelde Amsterdammer de beleidsbrief Democratisering leest. Het echte gevaar is dat democratisering verzandt in inhoudsloos geklets. Want wat betekent het nu concreet, dat ontwikkelen van een municipalistisch narratief? Voor je het weet verliezen we namelijk uit het oog waarom het gaat: mensen zeggenschap geven over hun eigen leven en hun eigen omgeving. Dat in de representatieve democratie die wij zijn, politici daadwerkelijk de mensen vertegenwoordigen. In de raadscommissie gaf ik al aan dat de brief voor de SP te weinig concreet was en dat zeggenschap essentieel was voor mensen. Dat je daarvoor niet allerlei ingewikkelde constructies hoeft op te tuigen, maar dat je gewoon naar mensen moet luisteren met eventueel een noodrem als referendum om mensen te kunnen terugfluiten als we slechte beslissingen nemen. Die zorgen houden we, maar de plannen zijn met het 27 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen addendum en de routekaart wel iets concreter. Dat stellen we op prijs. En met de toezegging nooit meer zinnen als ‘co-creatie kan niet alleen’ zullen we dan ook instemmen, maar kritisch zullen we het wel blijven volgen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer. Mevrouw DE HEER: We hebben een zeer ambitieuze wethouder Democratisering. Het is natuurlijk wel zo dat de praktijk moet uitwijzen hoe het allemaal moet gaan lukken. Uiteindelijk moeten we vooral dingen gaan doen. Deze wethouder en ik zijn in hetzelfde stadsdeel actief geweest in de periode 2010-2014. Dat was in Stadsdeel West. Daar liepen we al heel erg vooruit als het ging om bewonersparticipatie. Ik zie de heer Vroege al kijken: ook in Oost liepen ze erg vooruit. Maar wat we daar merkten, was dat het best wel taai was, dat het best moeilijk is mensen zo ver te krijgen dat ze op een andere manier gaan denken. Dat is het eigenlijk. Je moet op een andere manier gaan denken, op een andere manier gaan werken. Daarvoor heb je echt iedereen nodig. Dus als ik dan kijk naar de stad in haar geheel, dan moet niet alleen deze wethouder dit helemaal in zijn werk gaan verankeren, maar ook al deze andere wethouders, de bestuurders, de medewerkers. ledereen moet op een andere manier gaan werken en denken. Pas dan gaat het lukken. En dat is nog best wel een klus. Ik hoop ook echt dat het hele college dit in de oren knoopt en dat ook echt gaat doen. Een van de dingen die ik bijvoorbeeld heel erg leuk vind, is dat mensen zelf een stuk openbare ruimte gaan beheren of bijvoorbeeld een speeltuin. Maar dat moet dan wel kunnen. Nu is het toch vaak zo dat een dienst zegt: Dat kan niet, dat kan niet volgens de regels. En dat moet weg. We moeten dat op een andere manier gaan doen. Daarvoor hebben we dus ook andere wethouders nodig, ook wethouder Ivens die er nu net even niet zit. Dat is dan weer jammer. Maar ook op het gebied van de ruimtelijke ordening hebben we heel veel te doen. Er is nog veel te doen. Dus mijn oproep luidt: laten we niet alleen maar naar deze wethouder kijken. En ook naar onszelf natuurlijk. Maandag is in de dagmail nog een overzicht gekomen van wat wanneer nog gaat komen. Dank daarvoor. Ik hoop dat we de komende tijd heel veel gaan zien in de praktijk. In de brief stond al dat we misschien ook moeten gaan experimenteren en dat er misschien dingen zullen gaan mislukken. Dat is ook niet erg. Volgens mij moeten we dat gaan doen. Dit is een lastige opdracht die we op deze manier moeten gaan volbrengen. Dan wil ik toch nog even iets zeggen over de oproep van de heer Vroege aan het presidium. Zoals u misschien wel merkte, zijn wij daar niet voor, voor dat inspreken in het Engels. Wij denken dat het arbitrair is om alleen voor Engels te kiezen. Dat is uitsluitend. Er zijn ook andere manieren om toch te kunnen inspreken. (De heer VROEGE: Dus u stelt voor dat inspreken in iedere taal mogelijk is?) Dan zou je dat moeten doen. Het is dus of alleen in het Nederlands of in alle talen, maar dat lijkt mij wel vrij lastig want dan kunnen we elkaar niet meer verstaan. (De heer VROEGE: Maar wilt u dan mijn verzoek aan het presidium uitbreiden dat het ook daarop antwoord geeft: Engels, alle talen of alleen Nederlands?) Nee, dat is flauw. Ik vind dat we gewoon Nederlands moeten spreken. Ik zeg dat het arbitrair is, omdat het best wel gek is als je dan alleen Engels gaat uitkiezen. Waarom niet bijvoorbeeld ook Turks, Marokkaans, Chinees, Duits, Frans? Er zijn ook heel veel mensen in de stad die die talen spreken. Ik vind in het Engels inspreken dus arbitrair. 28 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen (De heer VROEGE: Dus ik begrijp dat de PvdA vindt dat alleen mensen die volmondig Nederlands praten, kunnen participeren in actieve lokale democratie?) Dat is wat u ervan maakt. Zo zou ik het natuurlijk nooit zeggen en zo is het natuurlijk ook helemaal niet. Er zijn manieren waarop je hier kunt inspreken. Je kunt altijd hulp vragen aan iemand die voor jou vertaalt. Je kunt een tolk meenemen. Maar het gaat ook om de mensen thuis. Dat zei ik net ook al in mijn interruptie. Er zijn mensen die proberen het debat te volgen. Die moeten het ook kunnen begrijpen. Er zijn heel veel mensen die het Engels niet machtig zijn en ik vind dat u daarbij niet voldoende stilstaat. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw A.L. Bakker. Mevrouw A.L. BAKKER: De beleidsbrief die voor ons ligt, komt vanuit een bittere noodzaak. Het college constateert dat er een groeiend wantrouwen en ongeduld is bij de Amsterdammers richting de overheid en dat het nodig is om Amsterdammers meer te betrekken bij de ontwikkelingen in de stad zodat wantrouwen en ongeduld kan worden omgezet in hoop en nieuwsgierigheid. Wat ons betreft begint het bij normaal taalgebruik, ook hier tussen ons. We hebben dit stuk ook al besproken in de raadscommissie en ik was niet de enige die zich enorm heeft verbaasd over het filosofisch-literaire niveau van de beleidsbrief. Ik vind het veel knap, maar slim is het niet. Juist als het gaat om zo veel mogelijk mensen te betrekken bij wat wij hier doen en als het gaat om de drempel te verlagen om te kunnen meepraten, helpt dit niet. Ik ben blij met de toezegging van de wethouder om met een nieuwe versie te komen. Wij kunnen ons vinden in de beleidsbrief en we kijken uit naar de plannen van aanpak en andere uitwerkingen die nog gaan komen. Maar tegelijkertijd ziet de Partij voor de Dieren een groot probleem dat niet met het programma wordt opgelost. Een deel van de ergernissen en het wantrouwen van de Amsterdammers komt namelijk doordat er van alles in de buurt verandert zonder dat ze daarin goed zijn meegenomen. Wij hebben hiervoor al een initiatiefvoorstel ingediend om ter plaatse de bekendmaking duidelijk te maken bijvoorbeeld middels een bord dat door iedereen te zien is. Maar mensen die zich verdiepen in de vergunningverlening van bijvoorbeeld evenementenvergunningen of bomenkap, die komen in een wirwar terecht van moeilijke, verkeerde of onvolledige stukken. Evenementenvergunningen worden soms zelfs maar een paar dagen voor aanvang van het evenement gepubliceerd, waardoor bezwaar maken niet eens meer mogelijk is. Dat kost bakken met energie om hier achteraan te gaan. Vaak is het dan al te laat en de moed zakt de betrokken Amsterdammers dan in de schoenen en het wantrouwen richting de overheid groeit. We kunnen nog zulke mooie beleidsbrieven schrijven over buurtparticipatie, maar de basis moet eerst op orde zijn en daartoe heb ik een motie. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 76° Motie van het lid Bakker inzake de beleidsbrief Democratisering (Informatievoorziening kapvergunningen en evenementenvergunningen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 472) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ om de informatievoorziening en procedures rondom aangevraagde kapvergunningen en evenementenvergunningen op orde te brengen; -_ hierbij in te zetten op begrijpelijke teksten, tijdige publicaties, het sturen van complete en de juiste stukken en het hanteren van de juiste bezwaartermijn; 29 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen - een voorstel hiertoe uiterlijk het laatste kwartaal van 2019 aan de gemeenteraad voor te leggen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink. Wethouder GROOT WASSINK: Dank aan de leden van de raad voor de opmerkingen en vragen die zijn gesteld. Laat ik mij beperken tot enkele opmerkingen en dan zal ik naar de moties gaan. Als ik mij laat gaan vertellen wat er in deze brief staat, bestaat het risico dat allerlei raadsleden een beetje moeizaam gaan kijken zoals mevrouw Timman omdat ik dan waarschijnlijk taal gebruik die voor sommigen niet inclusief genoeg zou kunnen gelden. Misschien als eerste even de VVD. U had een opmerking over hoe dingen tot stand komen en u had het mogelijk zelfs over rolvermenging. Ik zie dat allerminst zo. Ik vind het juist heel normaal dat we als college en raad in wederzijdse besprekingen en beïnvloeding door elkaar tot iets moois komen. Volgens mij is dat hier gebeurd. Ik juich dat alleen maar toe en ik zou dat graag vaker zo zien. Ik denk dat dat een heel prettige manier van werken is en ik denk dat in die zin uitwisseling tussen raad en college alleen maar heel goed zal zijn. U had het over het bedrijfsleven en het idee dat het bedrijfsleven onvoldoende wordt meegenomen in de besluiten en processen die wij volgen. Ik herken dat beeld ten dele, niet ten volle, omdat ik voorbeelden ken waarbij dat inderdaad niet goed gaat. Ik ken voorbeelden van ondernemers die dat eerder of beter hadden willen weten, maar ik ken ook voorbeelden waar dat anders is en waar we soms zelfs heel goed met allerlei ondernemers samenwerken, samen optrekken. Maar ik neem me uw punt ter harte dus ik zal dat zeker meenemen. Dan de fractie van D66. U had het erover dat er toch wel flink was gelachen. Dat lijkt mij ook heel goed. Ik zou in zijn algemeenheid willen voorstellen dat we meer lachen in de raadscommissie. Als u vooral lacht over de taal die wordt gebruikt in plaats van over de inhoud, dan heb ik daar geen enkele moeite mee. Ik juich dat toe. U maakte opmerkingen en dat deed overigens mevrouw De Grave-Verkerk ook over de vraag naar representativiteit. Het is eigenlijk een vraag die ook in de raadscommissiebehandeling steeds aan de orde is geweest. Volgens mij heeft bijna iedereen daarover vandaag iets gezegd. Dat is ook voor mij een heel belangrijk punt, want hoe zorg je er nu voor dat die zachte stem of die ongehoorde stem zoals mevrouw Grooten aangaf, wordt versterkt en dat misschien de evident luide stemmen misschien wel wat worden gedempt? Ik vind dat een terecht punt en dat zal permanent mijn aandacht hebben. Ik zal er straks in de beantwoording van de motie van mevrouw De Grave-Verkerk nog wel iets specifieker over zeggen. Het is buitengewoon verleidelijk me te mengen in het debat over Engelstalige inspraak of anderszins, maar dat zal ik maar niet doen. Dat is natuurlijk aan het presidium. Ik zou u wel willen aangeven niet te veel op Google Translate te vertrouwen als inspraak online beschikbaar wordt zodat het vertaald kan worden, want dat kan tot buitengewoon merkwaardige uitkomsten leiden zo weet ik uit ervaring. Als je een tekststuk probeert te vertalen, kan dat soms heel gek worden. Dan de fractie van GroenLinks en haar opmerking over eigenaarschap en geld naar wijken en buurten. Dat is precies wat we hiermee beogen. En ja, we moeten daarin nog veel meer doen, maar het doel dat het college zich stelt, is inderdaad dat eigenaarschap, dus die beslissingsbevoegdheid en ook financiële middelen zoals in het coalitieakkoord verwoord, in sommige gevallen over te dragen aan buurten zodat ze daarover zelf meer zeggenschap hebben. Overigens dank voor de complimenten. 30 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Mevrouw Temmink had het ook over die zeggenschap. Volgens mij delen wij best intenties en zijn we even enthousiast over bijvoorbeeld referenda. Wij liggen niet zo ver van elkaar, al is het dan zo dat soms het taalgebruik u wat meer voor het hoofd stoot waarin ik misschien wat meer plezier heb. Elk vogeltje zingt zoals het is gebekt. U blijft het kritisch volgen. Dat lijkt me buitengewoon goed. Ik zou zeker niet willen verzanden in inhoudsloos geklets. Maar wat het volk vertegenwoordigen precies betekent, mevrouw Temmink, is toch een buitengewoon ingewikkelde kwestie waar we niet vandaag, maar misschien wel een andere keer uitvoerig op in zouden moeten gaan. U weet als het gaat om uw partij of de mijne dat er een zekere spanning zit of je jezelf nu als de massalijn beschouwt of meer als een voorhoedevertegenwoordiger. Dat heb ik bewust buiten deze brief willen houden, omdat ik wel wist dat ik anders zeker uw instemming niet zou kunnen krijgen. De PvdA, ja, mooie herinneringen aan Stadsdeel West. Daar zal ik niet bij stilstaan. U had het er ook over dat dit geen opdracht is van één wethouder, maar van het hele college en ook van ambtenaren. Ik kan u niet anders zeggen dan dat ik velen zie die deze beweging ook willen maken en hieraan heel graag willen meewerken. U heeft natuurlijk gelijk. Dit is een culturele revolutie die noodzakelijk is en die lang zal duren. Die zal veel vergen, maar die zal uiteindelijk veel moois opleveren. Ja, dat is een grote klus, maar met de stadsdelen — ik werk daarmee heel intensief samen — heb ik daarin alle vertrouwen. (Mevrouw DE HEER: Ik ben een spijtoptant: ik was vergeten een vraag te stellen. Ik hoop dat ik die per interruptie mag stellen. Een van de dingen die ik echt heel erg leuk vond in de stadsdelen was West Begroot. Nu vroeg ik me af: hebben wij plannen om dat ook in de Centrale Stad te gaan doen?) Dat is een goede vraag. We hebben in het coalitieakkoord opgenomen dat we inderdaad buurtbudgetten en manieren van participatief budgetteren zoals West Begroot in alle stadsdelen doen. Ik zou me kunnen voorstellen dat dat uiteindelijk voor de gehele gemeentebegroting zou kunnen gelden. Officieel is dat natuurlijk zo omdat geld dat bij stadsdelen wordt herverdeeld, gemeentebegrotingsgeld is. Maar een stad als Madrid die een begroting heeft van 100 miljoen euro volgens mij, die participatief door de stad wordt verdeeld. Ik kan me dat dus voorstellen. Maar volgens mij is het nu zaak er eerst eens voor te zorgen dat we in alle stadsdelen deze manier van begroten gaan invoeren. Ik zie dat als eindbeeld zeker zitten. Mevrouw Grooten haalde ook een dorpje in Somerset aan als democratisch experiment. Er zijn veel interessante democratische experimenten bijvoorbeeld in Koerdistan. Daar zijn ook buitengewoon interessante democratische experimenten waar ook de klassieke tegenstellingen in de politiek eigenlijk op een heel mooie manier worden vormgegeven. Dus of het nu Somerset, Madrid, Koerdistan of Stadsdeel West is: er is veel dat ons inspiratie kan bieden. Ik ga over naar de moties. De motie van de VVD om bewoners en ondernemers aan te moedigen. Daarover ben ik positief. Als ik het maar niet zo mag zien dat speeddates … Die moeten daar dan echt wel over gaan, want ik kan het hele college zo maar niet beloven dat ze met iemand op date gaan en zeker niet als we dat moeten verloten. Ik zou dat echt willen uitwerken. Ik weet niet of mensen nu zo heel blij worden als ze een date met mij willen. Het zou best kunnen zijn dat ze liever met wethouder Dijksma of wethouder Van Doorninck willen daten. We moeten er dus even goed over nadenken hoe we die dates dan precies verloten. (Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Bedoeld is dat mensen die daadwerkelijk belangstelling hebben om over het desbetreffende 31 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen onderwerp met een collegelid — en ik merk heel veel enthousiaste bij het college hiervoor — een korte ontmoeting te hebben). Ik zie evenveel enthousiasme dus wij gaan dit positief preadviseren. Dan de alertdienst democratisering. Ook dat vind ik gewoon een goed idee. Ik zou ook inderdaad willen dat we dat gaan doen. Maar ik wil u wel meegeven, als uit dit onderzoek blijkt — en we willen het onderzoeken en Q4 is in die zin ook goed - dat het kan zoals u het wenst, dat ik wel verwacht dat u een gedekt voorstel indient. Dat is niet altijd meer gebruik in deze raad, maar dat is nu wel lastig. Daarom zou ik het als onderzoek graag willen doen, maar dan zullen we wel met elkaar moeten bezien hoe we dat dan dekken. (De heer YILMAZ: Ik heb ook een vraag aan de wethouder. Ik denk dat hij die ook wel verwacht. Waar ligt Koerdistan? Welk land is dat?) De precieze aanduiding ontgaat me even. Volgens mij is het de vrije republiek Rojava. (De heer YILMAZ: Waar ligt dat? Welk land is dat?) Het is een Koerdisch gebied in Noord-lrak. Zoals u weet, is het Koerdische volk verspreid over verschillende staten. We kunnen lang praten over hoe die grenzen in deze gebieden tot stand zijn gekomen, maar laten we met elkaar constateren dat het Koerdische volk lijdt onder het feit dat het geen eenheid is. Daarover strijdt het vaak. Ik denk wel dat je in het voorbeeld dat ik aanhaal, mooie voorbeelden van nieuwe democratie ziet waarin conflicten worden vermeden en nieuwe vormen van samenwerking worden uitgevonden. Ik raad u zeer aan u zich hierin te verdiepen. Dat zou echt voor landen in de regio heel goed zijn om eens democratische waarden op te doen in sommige gebieden. Dat zou heel goed zijn. (De heer YILMAZ: De wethouder hoeft mij helemaal niets aan te raden. Ik houd me bezig met mijn raadswerk, dus ik controleer u en ik spreek u aan als het moet. Er bestaat inderdaad een provincie Koerdistan. Koerden hebben inderdaad verschillende landen waar ze wonen. Ook in Nederland. Daarmee is helemaal niets mis. Maar als u het heeft over het land Koerdistan, dan misleidt U mensen en daarop spreek ik u aan.) Het was absoluut niet mijn intentie om wie dan ook te misleiden. Dus als ik het land Koerdistan heb genoemd, dan spijt mij dat. Dan gaf dat misschien uitdrukking aan dat ik wel enige sympathie koester voor de wens van het Koerdische volk om ooit een vrij land te hebben. (Mevrouw TEMMINK: Van de internationale wereldpolitiek wil ik graag gewoon even terug naar de democratiseringsagenda in Amsterdam. Ik ben wel een beetje verbaasd over de preadvisering van de motie van mevrouw De Grave-Verkerk over de speeddates. Ik krijg nu toch een beetje het idee dat het college in een soort ivoren toren zit en dat de dates moeten worden verloot, willen mensen in contact kunnen komen met het college. Ik mag toch hopen dat dat niet het geval is en dat collegeleden wel degelijk benaderbaar zijn voor mensen als er geparticipeerd moet worden.) O, ik herken me totaal niet in het beeld dat u schetst, maar als de raad wenst dat we deze vorm toevoegen aan hetgeen wij al doen, dan zijn wij als was in uw handen. (De heer VROEGE: De wethouder gaat een onderzoek doen. Wil hij dan ook de privacyargumenten meenemen? Het afgeven van telefoonnummers aan de overheid om op de hoogte te worden gehouden, is soms lastig. Dus graag ook die privacyargumenten meenemen en er 32 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen ook voor zorgdragen dat we niet het telefoonnummer als enige middel gebruiken om mensen te laten participeren of te informeren.) Vanzelfsprekend. Dat brengt mij bij de motie over het toetsen van representativiteit. Dat ligt heel ingewikkeld. Hier komt bijvoorbeeld dit soort privacyvraagstukken ook weer aan de orde. Want wat is nu representatief? Is inspraak in Buitenveldert, ik noem een willekeurig voorbeeld, dan representatief voor de buurt en hoe moet je er dan achter komen of die mensen een afspiegeling zijn van de buurt? Ik vind dat een moeilijke, maar ik wil die motie toch positief preadviseren omdat u mij vraagt een inschatting te maken van de representativiteit. U vraagt eigenlijk te beargumenteren waarom iets wel of niet representatief is. Ik denk eigenlijk dat dat heel goed is, omdat dat helpt in kaart te brengen welke groepen zijn gemist en welke groepen niet gekomen zijn naar een inspraakavond. Dus ik wil deze motie positief preadviseren, maar wel met de kanttekening dat dit echt wel ingewikkeld is omdat je afhankelijk bent van informatie die mensen dan vrijwillig zullen moeten geven. We gaan toch niet mensen profilen op basis van kleding of tot welke inkomenscategorie ze behoren, of dat ze bepaald stemgedrag vertonen? Maar ik wil de motie toch positief preadviseren omdat ik uw intentie van het streven naar representativiteit buitengewoon ondersteun. Dan de motie over het ambtelijk jargon dat moet worden vermeden. Nu vraag ik me af of taalniveau 3F, havo 5, haalbaar is. Dat is nog best ingewikkeld. Toch wil ik de motie positief preadviseren, al was het maar omdat het klaarblijkelijk nodig is mijzelf enigszins te tuchtigen om de brieven die ik naar u toestuur soms wat eenvoudiger en wat minder filosofisch te maken. Ik ga mijn best doen. Positief preadvies dus. Dan de motie over de bewonersbrieven online. Daarover ben ik ook gewoon positief. Dat moeten we wat mij betreft gewoon doen. Dan is er nog de fractie van de Partij voor de Dieren die het had over taal en vergunningverlening. Ik moet de motie even goed scannen. Laat het duidelijk zijn: die vergunningverlening moet gewoon op tijd en correct gebeuren. In mijn beeld vind ik dat u het nu te zwaar aanzet als je kijkt naar het hele beeld van vergunningverlening, alsof dat altijd kommer en kwel zou zijn. Daarin herken ik mij niet. Dat er dingen niet goed gaan, dat is evident. En dat het beter moet, ook evident. Dus in die zin zou ik uw motie positief willen preadviseren, omdat het mij in navolging van het initiatiefvoorstel dat u heeft aangekondigd en misschien zelfs al heeft ingediend, dat er meer informatie zou moeten zijn over hetgeen er gebeurt, goed lijkt voor de betrokkenheid van burgers. Dus ook hierover ben ik positief. De VOORZITTER: Hiermee beëindigen we de eerste termijn van de wethouder. De vraag is of de heer Torn als voorzitter van het presidium het woord zou willen voeren over de vraag van de heer Vroege. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Torn. De heer TORN: Ik heb de vraag van de heer Vroege gehoord over inspreken in een andere taal dan de Nederlandse taal. Het is wel een discussie die de heer Vroege en ik al wat langer met elkaar voeren. Volgens mij was de eerste keer dat we deze discussie met elkaar hadden, nog in de deelraad van Stadsdeel Oost toen ik een keer een vergadering voorzat en een inspreker het woord ontnam die niet in het Nederlands sprak. Maar goed, uw vraag aan het presidium is wel duidelijk. U zei overigens dat iedereen in de gemeenteraad Engels spreekt. Nu ga ik natuurlijk niet voor de hele raad spreken, maar ik kan wel voor mijzelf spreken. Toen ik elf jaar geleden met werken begon en ik zo’n 33 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen nummer 001 uit Amerika zag, dan ging direct de deur dicht om dan in heel slecht Engels antwoord te geven. Dat is inmiddels wel wat verbeterd, maar ik heb ook de zorgen van de andere leden van de raad gehoord. Dus als ik de heer Vroege goed begrijp, dan zegt hij: presidium, kom in ieder geval met duidelijkheid over in welke taal wordt ingesproken. En dan zegt u vervolgens dat de raad dat al dan niet kan amenderen. Dat zou dan alleen in het Nederlands kunnen zijn, dat zou in het Nederlands of Engels kunnen zijn of dat zou in het Nederlands, het Engels of welke taal dan ook kunnen zijn. Daarover gaan we het hebben in het presidium. Dat nemen we dan op in het reglement van orde en dan is het uiteindelijk aan de gemeenteraad om daarin een besluit te nemen al dan niet bij amendement. Dus die toezegging kan ik de heer Vroege bij dezen doen. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring. Mevrouw SIMONS (stemverklaring): Ik wilde graag een stemverklaring afgeven. Wij gaan voor deze mooie en urgente visie stemmen. We zijn heel blij met de nadruk op inclusiviteit met de nadruk op lokale zeggenschap en gelijkwaardigheid tussen bewoners en bestuurders, maar vooral ook omdat we ons goed kunnen vinden in het addendum dat op initiatief van het lid De Grave-Verkerk is toegevoegd. Daarvoor willen wij onze dank uitspreken. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw AL. Bakker voor een stemverklaring. Mevrouw A.L. BAKKER (stemverklaring): De Partij voor de Dieren zal tegen motie nr. 469 stemmen over het toetsen van de representativiteit van het inspraaktraject, omdat we vinden dat eerst moet worden aangetoond dat het echt onafhankelijk gebeurt en dat het niet een politieke lading krijgt vanuit het college dat dat dan toetst. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring. Mevrouw SIMONS (stemverklaring): Ik heb net mijn stemverklaring gegeven met betrekking tot het vaststellen van de beleidsbrief en het addendum met u gedeeld en ik wil eigenlijk nog even aansluiten bij de woorden van mijn collega van de Partij voor de Dieren. Ook BIJ zal tegen motie nr. 469 stemmen op basis van dezelfde argumenten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 429). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 429) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 429) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467). De motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. 34 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467) is aangenomen met de stemmen van de SP, de Partij voor de Dieren en BIJ1 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 468). De motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 468) wordt bij zitten en opstaan aangenomen De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 468) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 469). De motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 469) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 469) is aangenomen met de stemmen van de Partij voor de Dieren en BIJ1 tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 470) De motie-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 470) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 470) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 471). De motie-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 471) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 471) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 472). De motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 472) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 472) met algemene stemmen is aangenomen. 35 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 429 van afd. 1 van het Gemeenteblad. De VOORZITTER: Dan gaan we nu over naar de behandeling van agendapunt 29 en dan schors ik de vergadering voor enkele minuten zodat de zaal kan worden ontruimd. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. 7 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Basisvoorzieningen voor Amsterdamse ongedocumenteerde jongeren’ van het lid Ceder en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 430) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer GEDER: Ik sta hier als iemand die met de Nederlandse nationaliteit is geboren, maar is opgegroeid in een omgeving waar dat niet voor ieder kind een vanzelfsprekendheid is. Opgroeiend als kind realiseerde ik mij steeds meer dat de Nederlandse nationaliteit iets is wat deuren opent die voor andere kinderen in deze stad gesloten bleven als het ging om zaken als zorg, onderwijs, basisvoorzieningen en ook informatie over hoe hun toekomst eruit komt te zien. Wat we ook vinden van ongedocumenteerde kinderen in de stad, een ding is zeker: ze zijn er. Ik ken ze. En de kans is groot dat u ze ook kent en dat geldt voor allen die in Amsterdam op school hebben gezeten met veel ongedocumenteerde kinderen op de basisschool en de middelbare school. Uw kinderen kennen waarschijnlijk ongedocumenteerde kinderen. Sommigen zijn waarschijnlijk beste vrienden en vriendinnen met ongedocumenteerde kinderen. En nog belangrijker als het gaat om deze kinderen: ze zijn Amsterdammers. Deze kinderen zijn echter vaak afgesloten van veel basale voorzieningen die voor andere kinderen vanzelfsprekend zijn. Dit plaatst ongedocumenteerde kinderen in een geïsoleerde positie en dat levert in sommige gevallen een bedreiging op voor hun welzijn. De afgelopen maanden ben ik ter voorbereiding op dit voorstel in gesprek gegaan met vele ongedocumenteerde jongeren. Verhalen kwamen naar boven over angst voor de politie, isolement, het mijden van zorg en het gebrek aan informatie over wat hun positie in de stad is en wat hen te wachten staat. Maar wat ook naar boven kwam, is dat ze zich boven alles Amsterdammer voelden. Dit voorstel is gericht op het verbeteren van de positie van dergelijke kinderen en het initiatief wordt vooral gedreven door de notie dat ook deze kinderen universele mensenrechten bezitten die wij dienen te respecteren. Daarom hebben wij een voorstel ingediend en vragen wij steun en aandacht op de volgende punten. Onderwijs. Na het achttiende levensjaar is er voor ongedocumenteerde kinderen geen recht meer op onderwijs. (Mevrouw ROOSMA: Ik zit hier te luisteren naar de heer Ceder en ik deel zijn verhaal helemaal. Hij haalt ook het belang van welzijn en zorg aan en hij refereert aan universele mensenrechten. Vindt u dat dat geldt voor iedereen ongeacht leeftijd?) Zeker weten. Je hebt echter ook het internationale verdrag voor rechten rondom kinderen. Ik denk dat daarin ook een paar waarborgen staan. De universele 36 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen mensenrechten gelden voor elke persoon. Dit voorstel richt zich echter met name op kinderen, vooral Amsterdamse kinderen omdat ik denk dat we voor hen een extra waarborg en zorg hebben als gemeente. (Mevrouw ROOSMA: Ik ben het erg eens met de heer Ceder en ik denk ook dat kinderen daarin voorop zouden moeten staan. Ik ben ook blij om te horen dat u eigenlijk zegt dat u eigenlijk vindt dat dat voor iedereen geldt, ook zonder papieren.) Dat klopt. Een aantal punten komt in het voorstel naar voren, onder andere onderwijs na het achttiende levensjaar. Dan heeft een ongedocumenteerd kind eigenlijk geen recht meer op onderwijs. Dat is een harde knip. Het gevolg daarvan is dat leerlingen in de praktijk nu vaak abrupt moeten stoppen met school of geen stage meer kunnen volgen omdat ze daarvoor bepaalde papieren nodig hebben en zonder diploma of startkwalificatie de school moeten verlaten. Wij willen een zachte landing voor ongedocumenteerde leerlingen zodat ze met een diploma van school gaan. Soms is daarvoor een halfjaar nodig, soms een jaar, maar dat gaat niet altijd goed. Een diploma is goed voor iedereen en juridisch is het ook mogelijk. Ik wil ook dat we gaan kijken naar de minimumvoorzieningen, want we doen veel in de stad voor minimakinderen, maar vaak zijn de regels zo opgesteld dat ongedocumenteerde minimakinderen buiten de boot vallen. Dit creëert onbedoeld een tweedeling tussen minimakinderen met wel een rechtmatig verblijf en kinderen zonder rechtmatig verblijf. Dat kunnen we rechttrekken. (De heer HAMMELBURG: Het werd mij niet duidelijk uit het initiatiefvoorstel, maar ik zou toch graag willen weten wat die minimavoorzieningen in dit voorstel dan precies behelzen. Ze zijn niet geëxpliciteerd en het is een zeer minimale zin. Heeft u voor ons misschien een lijstje, iets meer duidelijkheid over die voorzieningen? Het maakt het zo voor mij toch erg lastig.) Regelingen die vanuit de Participatiewet voortvloeien. Het nadeel van de Participatiewet is dat het gekoppeld is aan een BSN-nummer, dus dat geldt niet. Maar we hebben in Amsterdam bepaalde regelingen voor de leertop of wat dan ook. Ik heb het college gevraagd daarvan juist een inventarisatie te maken, want er zijn regelingen die binnen de Participatiewet vallen. Daarvoor heb je dat BSN-nummer nodig. Maar er zijn ook regelingen die we als gemeente zelf hebben opgetuigd voor minimakinderen waarbij we wel aan de regels kunnen sleutelen en daarbij hoeft een BSN-nummer niet een expliciete voorwaarde te zijn. Daarom is mijn verzoek aan het college om juist die regelingen te scheiden zodat we het kunnen rechttrekken en ze mogelijk kunnen maken voor minimakinderen zonder een rechtmatig verblijf. Dat lijstje wil ik graag en dat vormt ook onderdeel van mijn verzoek. Zorg. Er zijn veel kinderen die zorg mijden. Vaak kan het wel maar is de informatievoorziening gebrekkig. Het verzoek is om als college er met artsen, met ouders en met kinderen naar te kijken zodat kinderen wel de zorg krijgen waarop ze in dit land recht hebben. Ook als het gaat om sport. Sport verbindt. Dus ook daar zouden we graag willen dat deze jongeren daarin worden meegenomen daar waar het voorzieningen voor minimakinderen betreft. Nog twee punten. Wij willen graag een denktank. Er is nog heel weinig informatie en er zijn nog heel weinig concrete cijfers bekend over de omvang van ongedocumenteerde kinderen. Maar ze zijn er, want ik ben tussen hen opgegroeid en ik weet ongetwijfeld dat iedereen hier ook deze kinderen kent. Een denktank oprichten met 37 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen bestaande organisaties. En kan er ook wat meer informatie worden verkregen over de positie en kunnen we meer doen aan informatievoorziening en cijfers krijgen? Tot slot willen we een informatie- en steunpunt omdat we zien dat de informatie gebrekkig is. Dus informatie over het verblijf hier, maar ook over de toekomst — of het perspectief nu hier ligt of elders. Het is goed jongeren daarover duidelijkheid te geven en ouders daarin mee te nemen en om ervoor te zorgen dat we als gemeente daarin onze verantwoordelijkheid nemen. Ik hoop op brede steun voor dit voorstel en dat we als gemeenteraad een duidelijk statement maken aan alle kinderen, of ze nu in Ganzenhoef wonen, in De Banne, aan het Mercatorplein, in de Indische Buurt of op Kattenburg, of ze gedocumenteerd zijn of niet. Wij moeten als gemeenteraad duidelijk maken: Amsterdammers en Amsterdamse kinderen zijn we allemaal. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma. Mevrouw ROOSMA: Ik wilde de heer Ceder bedanken voor dit voorstel en ook het college voor de positieve bestuurlijke reactie. Het is volgens mij goed dat dit voorstel zo is aangepast dat we wat dingen kunnen uitzoeken over wat we gaan doen. We moeten meer weten en we moeten meer leren over de positie van ongedocumenteerde kinderen, maar ook over ongedocumenteerde volwassenen in deze stad wat GroenLinks betreft. Dat is denk ik heel erg belangrijk want er zijn heel veel mensen zonder papieren die in Amsterdam een groot deel van onze economie en onze stad draaiende houden. Die zitten hier op scholen, die werken hier in onze restaurants. Die zijn hier gewoon en die voelen zich ook Amsterdammer. Het lijkt me niet meer dan logisch dat we kijken wat we voor hen kunnen betekenen als het gaat over goede toegang tot zorg, onderwijs en armoedevoorzieningen en als het gaat om kinderen. Ik denk dat dit een mooie stap is van de heer Ceder en die ondersteunt GroenLinks van harte. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hammelburg. De heer HAMMELBURG: Dank aan de heer Ceder voor de heldere uitleg bij dit initiatiefvoorstel. We hebben hierover natuurlijk gesproken in de raadscommissie en daar hebben we als D66 ook al aangegeven dat we een aantal sympathieke punten zien, maar ook een aantal punten waarover we ons vreselijke zorgen maken omdat het wellicht het draagvlak voor vluchtelingen in Amsterdam zou kunnen ondermijnen. Ik wil daarover ook nog wel een keer duidelijk zijn. Ik wil heel graag nog een keer aangeven bij een aantal punten in uw voorstel, en ik kijk de heer Ceder ook persoonlijk aan, waar dan precies wat ons betreft op een aantal onderdelen die twijfels zitten en waarvan wij denken dat dit echt onverstandig is. Dat begint bij de scholings- en stagemogelijknheden. Op het moment als je zestien of zeventien bent en met je opleiding bezig bent, dan moet je ook gewoon je opleiding kunnen afmaken. En dat geldt ook voor je stage. Dat is volgens mij nu ook staand beleid. Ook D66 heeft er altijd achter gestaan en heeft samen met de ChristenUnie en andere partijen in deze raad daaraan ook in Den Haag hard gewerkt. Het is wat anders als je na je achttien nog een opleiding wilt beginnen en niet kunt afronden. Stel je voor: een zes- of zevenjarige opleiding. Dan is het level playing field wat ons betreft echt anders en dat zou wat ons betreft ook onwenselijk zijn. De financiële minimavoorzieningen. Bij de interruptie noemde de heer Ceder het voorbeeld van de laptop. Dan denk ik, D66 is natuurlijk hartstikke blij dat de kinderen van economische migranten zonder verblijfsvergunning toegang hebben tot zorg, toegang hebben tot onderwijs, maar als het gaat om de beperkte minimavoorzieningen die wij onze Amsterdamse kinderen kunnen bieden, dan wordt het wel een lastig verhaal voor 38 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen ons. Ook daar denken wij dat het echt onverstandig is, ook gezien het draagvlak juist voor vluchtelingen. Een aantal positieve dingen zie ik ook terug in dit voorstel. Ik denk bijvoorbeeld aan de denktank. Wat ons betreft is dat een hartstikke goed idee. Dat hebben we eerder cok al aangegeven. En dat steun- en informatiepunt. Ook daarvan is D66 voorstander. Dus laat ik er eerlijk over zijn. Wat ons betreft is ons standpunt niet gewijzigd, dat standpunt zoals we dat in de raadscommissie hebben uitgedragen. Er is twijfel over of alles echt wel voor jongeren en kinderen is en niet ook op een gegeven moment voor jongvolwassenen van boven de achttien jaar. Het is in het voorstel niet duidelijk genoeg opgeschreven. Van een aantal voorstellen denken wij dat het draagvlak voor vluchtelingen en de barmhartigheid waarmee wij als Amsterdam met onze armen openstaan — en terecht en gelukkig maar — dat dat wordt ondermijnd. Ja, en dan is het jammer. We hebben in de raadscommissie aangegeven wat onze bezwaren waren. In het gewijzigde voorstel zien we die niet terug. Dat is voor ons dan ook het punt dat we zullen moeten tegenstemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw La Rose. Mevrouw LA ROSE: De PvdA laat weten het goed en belangrijk te vinden dat met dit initiatiefvoorstel er hopelijk een beter inzicht in hoeveel ongedocumenteerde kinderen en jongeren het nu gaat in onze stad. Belangrijker nog is om te weten hoe hun leefomstandigheden zijn. De PvdA is van mening dat voor deze kwetsbare groep jongeren minimavoorzieningen, basisvoorzieningen elementair zijn. Ik denk dat niemand op een parallelle samenleving van een tweede generatie ongedocumenteerden zit te wachten met niet in te halen achterstanden. Dat kunnen we als samenleving niet op ons geweten hebben, zou ik willen zeggen. We zijn daarnaast dan ook voorstander van een steun- en informatiepunt en ook een denktank zoals is aangegeven, waarbij ik wel de kanttekening wil maken dat we daarbij ervoor moeten waken dat het niet alleen over de groep gaat, maar dat er ook met de betrokkenen om de tafel wordt gezeten om te praten over hun behoeften en hun toekomst. Kortom, er staan allemaal helemaal goede punten in het initiatiefvoorstel die naar ik heb begrepen, allemaal nog zullen worden uitgewerkt. De PvdA wil dit voorstel dan ook positief omarmen. (De heer HAMMELBURG: Dezelfde vraag aan de Pvd die ik eerder ook aan de heer Ceder stelde. Als het gaat over die minimavoorzieningen en de heer Ceder noemde natuurlijk het voorbeeld van die laptop, vindt de PvdA dan ook dat we voor de kinderen van economische migranten die hier in de stad zonder verblijfsvergunning zijn, dergelijke voorzieningen zoals een laptop moeten geven? Het is wel belangrijk om dat hier te benoemen.) Ja, de PvdA is het daar helemaal mee eens. Daar gaan we voor. Recht voor de een, recht voor allen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Allereerst zou ik de heer Ceder willen danken voor dit mooie initiatiefvoorstel en het college voor de reactie hierop. De Partij voor de Dieren staat voor een sociale stad en wij vinden dat kinderen niet de dupe kunnen zijn van regelgeving die er is. Dus het is belangrijk dat er oog is voor de kinderen en de jongeren in de stad, of ze nu wel of geen papieren hebben. Dus het is goed dat er wordt gekeken naar de knelpunten die er zijn bij bijvoorbeeld toegang krijgen tot medische zorg omdat 39 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 R aadsnotulen alle kinderen recht hebben op medische zorg. Wij vinden het belangrijk dat er ook wordt gekeken naar de ontwikkeling en ondersteuning van de basisvoorzieningen, dus hoe die beschikbaar gesteld kunnen worden. Wij zullen de voortgang hiervan zeker goed in de gaten houden. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink voor beantwoording van de vragen. Wethouder GROOT WASSINK: Ik zal het buitengewoon kort houden want er zijn volgens mij niet echt vragen gesteld. Ik wil de indiener van het voorstel danken. Ik denk dat dit voorstel in een lange traditie staat in deze raad om te kijken of de positie van ongedocumenteerden kan worden verbeterd of dat ze anderszins beter kunnen worden ondersteund. Wat mij betreft zou het dan wel in de rede liggen om dat niet alleen tot jongeren te beperken, want het is gek om dat dan voor een specifieke groep te doen terwijl de problemen zich zeker ook na die leeftijd zouden kunnen voordoen. Ik moet zeggen dat ik de opmerking van D66 ook best snap, dat het mogelijkerwijs gevolgen heeft voor het draagvlak. Ik dank de indiener ervoor dat hij naar aanleiding van de bestuurlijke reactie het initiatiefvoorstel heeft aangepast. Wij zullen inderdaad beter onderzoek doen. Dat zullen we voor een deel samen met de rijksoverheid doen, omdat het belangrijk is om meer inzicht te hebben. En uiteraard zullen wij daarna bij u terugkomen, want uw voorstel kan nogal financiële consequenties hebben zoals u weet. Afsluitend zou ik de indiener met name op het hart willen drukken dit onderwerp vooral met nog meer passie, nog meer energie en nog meer dwang te agenderen zowel binnen de Tweede Kamerfractie van de eigen partij als binnen in het kabinet. U verwijst zelf heel nadrukkelijk naar de Participatiewet. Hoe graag ik ook zou willen dat het in mijn vermogen lag om de Participatiewet aan te passen, is dat toch echt een rijkszaak. Ik vraag u om uw pijlen met name daarop te richten, want daar is toch de echte beïnvloeding. De VOORZITTER: Er is geen behoefte meer aan een tweede termijn dus ik denk dat we wel kunnen gaan stemmen. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring. Mevrouw SIMONS: De fractie van BIJ1 wil de heer Ceder bedanken voor dit fantastische en uitstekende initiatiefvoorstel. We steunen het vanzelfsprekend en we zijn benieuwd naar de uitkomst. We willen onze hoop uitspreken dat er voldoende draagvlak zal zijn in de raad om op basis van de inventarisaties concrete plannen te maken om de positie van ongedocumenteerde jongeren in de stad te verbeteren. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 430). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 430) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. 40 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 430) is aangenomen met de stemmen van de fractie van DENK, de PvdA. GroenLinks, BIJ1, SP, ChristenUnie en de Partij voor de Dieren voor. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 430 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 8 Kennisnemen van de brief inzake de extra maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen en de evaluatie van het ontheffingsstelsel (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 432) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot. Mevrouw POOT: Het gaat over de extra maatregelen die zijn aangekondigd voor de groepsrondleidingen over de Wallen. Laat vooropstaan dat wij blij zijn dat de maatregelen die tot nu toe zijn genomen, tot minder overlast hebben geleid. Maar de overlast is nog steeds groot en wij hebben ook gezegd naar aanleiding van een evaluatie echt bereid te zijn om het beleid aan te passen. We hebben toen ook gezegd: laten we ervoor zorgen dat er ook meer handhaving is. Over de maatregelen die nu voorliggen, daarover zijn wij toch wel bezorgd. Wij zijn bezorgd dat het hier maar zo zou kunnen zijn dat de maatregel erger is dan de kwaal. Zo mogen er na 1 april geen rondleidingen meer worden gegeven na 19.00 uur. Het is natuurlijk niet zo dat de toeristen dan niet meer in de binnenstad of niet meer op de Wallen zijn. Het is dus maar de vraag of de overlast afneemt als mensen niet meer in groepen de Wallen of de binnenstad bezoeken. Dat geldt eigenlijk precies zo voor het verbod op rondleidingen rond prostitutieramen. Ook het verkleinen van groepen kan een negatief effect hebben, namelijk dat er veel meer groepen gaan komen. En het heeft ook tot effect dat zakenmensen niet meer van en naar een hotel of van en naar een restaurant kunnen worden gebracht. Nu heb ik niet de illusie dat ik de nieuwe maatregelen hier kan tegenhouden, maar ik hoop wel dat onze zorgen — en het zijn niet alleen onze zorgen, het zijn ook de zorgen van de gidsen en van de sekswerkers — serieus worden genomen. Daarom hebben we twee verzoeken aan het college. Het eerste verzoek is: luister ook naar deze gidsen. Ik zag net op de social media berichten daarover verschijnen. Luister naar deze gidsen, bijvoorbeeld ook de gidsen van het Gilde van Amsterdam. En luister ook naar de sekswerkers en kijk of het echt niet noodzakelijk is om bij de rand toch uitzonderingen te maken. Het tweede dat we het college willen verzoeken, is of het bereid is om op basis van deze zorgen direct al na het seizoen een evaluatie in te stellen en om bij deze evaluatie ook wederom de gidsen en de sekswerkers te betrekken. Daarvoor heb ik een motie die mede-ingediend wordt door de ChristenUnie, DENK en Forum voor Democratie. (De heer BOUTKAN: Ik probeer toch een beetje scherp te krijgen wat de VVD nu precies voorstelt aan maatregelen die daadwerkelijk de overlast van grote groepen tegengaan. Kunt u daarover wat specifieker zijn?) Mag ik de heer Boutkan voorstellen om die discussie in de raadscommissie te voeren? We hebben die discussie al heel veel gevoerd in de raadscommissie en ik ben een beetje bang dat we hier dan die commissievergadering gaan overdoen. Ik doe dat dus veel liever met u in de raadscommissie. (De heer BOUTKAN: Ik begrijp dat de VVD geen antwoord wil geven op mijn vraag, want we hebben er uitgebreid over gediscussieerd. Het 41 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen probleem daarbij is dat de VVD geen enkel alternatief heeft. Ik denk dat we kunnen constateren op basis van de evaluatie dat er gewoon sprake is van overlast door grote groepen. Dus wat is het alternatief van de VVD?) Ik antwoord echt heel kort. U weet dat namelijk heel goed. Wij hebben ook gezegd: stop nu met nieuwe maatregelen en begin nu met het handhaven van de maatregelen die er zijn. En ik vertel u net dat de huidige maatregelen die worden aangekondigd, wel eens erger kunnen zijn dan de kwaal. (De heer BOUTKAN: Dat lijkt mij een beetje gek, want op dit moment is er gewoon echt sprake van reële overlast door grote groepen. We zien dat die grote groepen door de stad trekken. Dat betekent dus dat die overlast alleen maar toeneemt wanneer je niets doet, wat u eigenlijk wilt voorstellen. Dus ik vind het Jammer dat u geen alternatief aanbiedt.) De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 77° Motie van de leden Poot, Ceder, Kilig en Nanninga inzake het evalueren van maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen en het betrekken van gidsen en sekswerkers (Gemeenteblad afd. 1, nr. 473) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__na het toeristisch hoogseizoen van dit jaar de effecten van de reeds genomen maatregelen te evalueren en hierbij onder andere te kijken naar in de overweging genoemde effecten: a) een toename van het aantal groepen en/of individuele bezoekers; b) meer drukte op de Wallen voor 19.00 uur; c) een waterbedeffect in andere (prostitutie)buurten; - bij deze evaluatie gidsen en sekswerkers te betrekken; - de raad voor het einde van 2019 te informeren over de uitkomsten van deze evaluatie. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hammelburg. De heer HAMMELBURG: Ook in de raadscommissie hebben wij duidelijk aangegeven dat we voorstander zijn van deze maatregelen. Ik denk ook dat deze maatregelen hard nodig zijn. We weten van de problemen in dit gebied en we hebben ook van verschillende sekswerkers gehoord dat grote groepen voor de ramen wel degelijk tot problemen leiden en ook een verlaging van de inkomsten bewerkstelligen. Nu hebben we ook gehoord dankzij de inspraak in de raadscommissie dat er wat verdeeldheid bleek te zijn en er waren ook wat vragen over het betrekken van de sekswerkersbelangenorganisaties bij de ontwikkeling van dit plan. Ik heb daarover vragen gesteld en ik vond de antwoorden van de wethouder zeer bevredigend. Mijn oproep is wel, en dan kijk ik de wethouder aan, om voor de toekomst duidelijk te zijn en dat sluit volgens mij heel goed aan bij de motie van mevrouw Poot, en laten we ervoor zorgen dat we de juiste telefoonnummers en de juiste e-mailadressen in onze bestanden hebben staan. We hoorden immers van bijvoorbeeld Proud dat zij die uitnodiging nooit heeft ontvangen. Ik hoorde van de andere kant dat die wel is uitgegaan. Er zal wat verwarring zijn geweest in de communicatie en dat is wat mij betreft zonde juist voor dit soort belangrijke beslissingen en het draagvlak ervan. Dus nogmaals mijn verzoek aan de 42 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen wethouder: is het mogelijk die lijstjes nog eens goed door te spitten om te kijken of al die belangenorganisaties ook daadwerkelijk zijn aangehaakt? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan. De heer BOUTKAN: Ik kan het ook kort houden, want we hebben hierover in de raadscommissie uitgebreid gesproken. We hebben ooit samen met D66 met collega Van Dantzig een motie ingediend om te onderzoeken of we die groepsrondleidingen niet konden terugdringen. Dat heeft uiteindelijk geleid tot een ontheffingenstelsel. We zien nu eigenlijk dat dat ontheffingenstelsel onvoldoende effect heeft op de overlast. Als je kijkt naar de evaluatie, dan zie je dat er in heel veel buurten toch nog grote groepen door de stad trekken en dat dat zich uitbreidt over andere delen van het centrum. Dus ik ben blij dat we het ontheffingenstelsel gaan uitbreiden naar het hele centrum en ik ben ook blij dat de groepsgrootte naar beneden gaat. En ik ben ook blij dat we afgaan van de free tours, want ik denk dat die free tours heel weinig toevoegen aan de kwaliteit en dat die free tours echt leiden tot ongewenste overlast In de stad. Ik denk dat deze maatregel voor niemand een verrassing is, want we hebben het natuurlijk ook zo opgeschreven in het coalitieakkoord. Ik wil het college en de wethouder specifiek bedanken voor de goede maatregelen die we nu gaan uitvoeren. Ik sluit me aan bij de collega van D66 om natuurlijk straks bij de evaluatie en bij de monitoring die straks zeker gaan komen, alle mensen en belanghebbenden erbij te betrekken. Ik denk dat we dit nu snel moeten gaan doen. Ik heb nog 2 vragen. Er zijn nu 1600 ontheffingen en dat is best veel. Ik wil eigenlijk wel van de wethouder weten of we in de toekomst toch iets moeten doen aan het volume, aan het totale aantal van die ontheffingen. Ik zou daar misschien wel een voorstander van zijn als blijkt dat de maatregelen nu onvoldoende effect hebben. En mijn tweede vraag sluit ook aan bij wat mijn collega van D66 zei, dat is dat waterbedeffect. Als we straks zien dat grote groepen ook door andere delen van de stad gaan trekken, dan vind ik dat we ook daar moeten kijken wat we kunnen doen om die overlast tegen te gaan. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting. De heer ERNSTING: Heel erg kort. Het is goed dat we zo dadelijk dit besluit gaan nemen. Ik hoor van de VVD dat het middel misschien erger zou zijn dan de kwaal, maar dat denk ik niet. Het gaat er niet om dat er mensen zijn; het is prima dat er mensen zijn. Daartegen heb ik geen enkel bezwaar. Het gaat erom veel grotere groepen die er opeens de laatste jaren zijn gekomen — en dat heeft ook te maken met die free tours die er zijn gekomen — zowel hinder opleveren in fysieke zin omdat je er niet meer door kunt in die smalle straatjes en over die smalle grachtjes als wel dat het karakter van hele buurten verandert als er elke 5 minuten een groep van 25 personen door je straat trekt. Dat is het wezenlijke dat we hier willen bestrijden. Amsterdam is geen decor voor toeristen; Amsterdam is een levende stad waar iedereen welkom is, een stad die niet moet worden uitgebaat ten faveure van een enkele beroepsgroep. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer CEDER: Mijn complimenten aan de wethouder voor de brief. We hebben in de raadscommissie aangegeven dat wij de plannen steunen. Wij hebben altijd onze zorgen geuit over het waterbedeffect en wij hebben de afgelopen week ook in gesprekken met organisaties bekeken hoe het gaat met het verbod op rondleidingen langs 43 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen prostitutieramen. Dan horen wij dat het waterbedeffect van de rondleidingen zich ook uitbreidt naar de Spuistraat. Ik heb een motie, maar die is onder voorwaarde. Dus daarom doen wij het verzoek om het verbod op rondleidingen uit te breiden naar de Spuistraat. Graag een toezegging dat de wethouder daarnaar wil kijken. Verder steunen wij het en we zien graag de evaluatie tegemoet. Wij hebben samen met mevrouw Poot de motie ingediend om te kijken wat er wel en wat er niet werkt. (De heer ERNSTING: Ik snap even iets niet wat de heer Ceder zegt. Hij zegt dat hij het voornemen van het college steunt, maar tegelijkertijd is de motie die hij nu mede-indient erop gericht dat besluit nu niet te nemen en de maatregelen die al genomen zijn eerst te evalueren. Dus is het nu À of B, mijnheer Ceder?) Ik ondersteun de motie die ik mede-ondertekend heb. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 78° Motie van het lid Ceder inzake de extra maatregelen voor groepsrondleidingen op de Walen (Uitbreiding verbodsgebied naar Spuistraat), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 474) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - het verbodsgebied voor groepsrondleidingen uit te breiden met de Spuistraat. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder KOCK: Dank aan de raad voor de brede steun voor dit voorstel. Laat ik eerst zeggen dat dit voornemen past in de hele reeks maatregelen die dit college en het vorige college genomen hebben en gaan nemen om de leefbaarheid in Amsterdam te waarborgen, want dat is iets waarover wij ons zorgen maken. Dat kwam ook nadrukkelijk naar voren in het coalitieakkoord. Er ligt een evaluatie van het bureau en eigenlijk blijkt uit de evaluatie — en dat is ook al gezegd — dat de maatregelen die genomen zijn, het ontheffingenstelsel, dat dat heeft gewerkt, maar onvoldoende. Dat is kort gezegd wat daar staat. Daarom willen wij aanvullende maatregelen nemen en die worden hier aangekondigd. Eerst maar even de motie van de heer Ceder. Die is overbodig, want dat was al ons voornemen. Dus als per 1 januari dat verbod komt op die rondleidingen langs prostitutieramen, dan geldt dat ook voor de Spuistraat. Ik zeg er zelf ook even bij, dat geldt ook voor de Singel. Daar zitten volgens mij ook dergelijke etablissementen. Dat weet ik dan toevallig. Dan de motie van de VVD en anderen. Ik heb daartegen eigenlijk geen bezwaar. Ik denk dat de argumenten die wij hebben aangedragen en die ook in de commissie zijn besproken en de evaluatie waarop het is gebaseerd, tot de heldere conclusie zullen leiden dat dit nodig is. De motie vraagt dat te evalueren en verbindt daaraan verder geen conclusies. Dat lijkt mij verder niet bezwaarlijk, dus dat kunnen wij prima doen. Ik denk dat in de voorbereiding naar dit besluit en bij het bespreken van de impact van de evaluatie van Strabo die er ligt, wij met alle relevante partijen hebben overlegd. Ik denk wel dat er bij een aantal partijen laten we het maar even een misverstand noemen, is ontstaan of ze nu wel of niet waren uitgenodigd. Dat is natuurlijk nooit de bedoeling. Dus laat ik hier 44 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen gewoon duidelijk toezeggen dat wij het driedubbel gaan checken en ervoor gaan zorgen dat in het vervolgtraject en in de evaluatie waarnaar deze motie verwijst, ook die partijen heel actief worden betrokken. Dat neemt niet weg dat we altijd het risico lopen dat je het niet eens bent. Dat begrijp ik ook heel erg goed. Daar zullen we, denk ik, bij het volgende agendapunt ook nog op komen. Het verbieden van rondleidingen is best een zware maatregel. En als je een maatregel neemt, dan zullen er altijd partijen zijn die teleurgesteld zijn of die zich daarin niet kunnen vinden. In dit geval gaat gidsgroepen en wellicht ook een deel van de sekswerkers. Uit onze evaluatie bleek dat de overgrote meerderheid daarvan hinder ondervindt van dit tours en dus blij was met dit verbod. Maar je kunt het altijd oneens zijn en dat zal ook hier niet anders zijn. We gaan er in ieder geval voor zorgen dat we deze partijen er heel actief bij betrekken. Daarmee heb ik volgens mij alle vragen beantwoordt beide moties positief gepreadviseerd. (De heer BOUTKAN: Toch even een vraag over het positieve preadvies op de motie van de VVD. Als ik de overwegingen lees en ik naar de eerste bullet kijk, dan lees ik dat de aanvullende maatregelen die zijn genomen, mogelijk erger kunnen zijn dan de kwaal. Als ik die overweging neem en als de wethouder dan zegt dat er geen bezwaar is, dan vind ik dat toch een beetje bijzonder.) Dat heeft deels te maken met mijn heel ontspannen houding richting de wedstrijd van vanavond. Weet u wat het is, die overwegingen, en laten we dan maar even heel strak lezen, dan staat er: het zou zo kunnen zijn. Ik denk het niet; ik denk het echt niet. Er blijkt ook dat bij het terugdringen van de groepsgrootte van 25 naar 20 er uiteindelijk minder bezoekers kwamen. Dus als je het uiteindelijk allemaal bij elkaar optelt, dan heeft dat geleid tot vermindering van het totaal aantal bezoekers. Dus de overweging die hier staat, dat je meer groepen zult krijgen als je de groepsgrootte terugbrengt, dat denk ik niet. Maar ja, het zou kunnen. Er staat dat het zo zou kunnen zijn dat er een waterbedeffect optreedt. Nou, dat zou kunnen. Sterker nog, dat hebben we al eerder gezien in de stad. Dat was overigens niet richting de Spuistraat, want daar gaat dit ook voor gelden. Maar het zou zo kunnen zijn. Dat merken we dan wel uit de evaluatie en dan gaan we daarnaar opnieuw kijken. Dan kunnen we eventueel het werkingsgebied uitbreiden. Dus die overwegingen die weeg ik niet zo heel erg zwaar. Dat zijn overwegingen en ik heb zelf andere overwegingen. Waarom het gaat, is het dictum en het dictum is heel clean. Het vraagt gewoon om een evaluatie. Dat lijkt me prima en die evaluatie gaan we hier dan delen en met de raad bespreken. Dat herinnert mij eraan dat ik nog een andere vraag van de heer Boutkan ben vergeten en dat is niet zo netjes. Die vraag ging onder andere over dat waterbedeffect en over wat wij dan doen als dat optreedt. Dat zal dan wel blijken uit de evaluatie en dan gaan we kijken of het nodig is en mogelijk is om het werkingsgebied uit te breiden zoals we dat heel vaak doen. Datzelfde geldt voor die ontheffingen. 1600 ontheffingen. Dat zijn er veel. Op zich vind ik dat een niet zo heel relevant gegeven. Wat relevanter is wat er uit de evaluatie blijkt, namelijk hoe druk het er nu is en tot hoeveel overlast dat nu leidt. Dat is denk ik relevant. We hebben op dit moment geen plannen om te gaan werken met volumebeleid. Dat is ook gewoon juridisch lastig. Daar ligt een zware bewijslast. Dan moet je echt heel sterke argumenten hebben. Dus die stap hebben wij nu nog niet gezet. Maar zoals eerder gezegd, als uit evaluaties blijkt dat dit onvoldoende is, dan zullen wij alle andere stappen ook overwegen omdat de leefbaarheid van deze stad en dan met name daar waar die onder druk staat en dat is dan op dit moment in het Waddengebied, voor ons vooropstaat. 45 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dan kijk ik nog even of er behoefte is aan een tweede termijn, maar dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer GEDER: Ik zou graag motie nr. 474 willen intrekken. De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 474) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring. Mevrouw SIMONS (stemverklaring): Wij gaan motie nr. 473 steunen. De eerdere enquêtes die aan deze beslissing vooraf zijn gegaan, zijn inderdaad niet representatief geweest voor de belangen en de wensen van de betrokkenen zoals organisaties als Proud die overigens volgens afspraak structureel betrokken zou worden. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting voor een stemverklaring. De heer ERNSTING (stemverklaring): Ik heb toch moeite met die overwegingen in de motie van de VVD te meer omdat die overwegingen worden herhaald in het dictum. Daarom zou ik niet voor deze motie stemmen. Ik hoor wel van de wethouder dat hij de belangengroepen wil spreken en gaat spreken en dat is wat mij betreft voldoende toezegging op dat punt. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan voor een stemverklaring. De heer BOUTKAN (stemverklaring): Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Ernsting. De PvdA zal niet voor motie nr. 473 stemmen. Wij gaan ervan uit dat we goed gaan monitoren hoe het gaat en ook gaan evalueren. De motie is wat ons betreft overbodig. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Ceder, Kilig en Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 473). De motie-Poot, Ceder, Kilig en Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 473) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Ceder, Kilig en Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 473) is aangenomen met de stemmen van de VVD, de Partij voor de Dieren, Forum voor Democratie, D66, de ChristenUnie, BIJ1 en DENK voor. 9 Actualiteit van de leden Nanninga en Poot inzake de weggepeste viswinkel op de Leidsestraat (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 453) 46 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga. Mevrouw NANNINGA: Er ligt een rechtszaak voor van de Seafood Company in de Leidsestraat tegen de gemeente en het is ontzettend jammer en naar het oordeel van Forum voor Democratie ook onnodig dat het zover heeft moeten komen. Naast de ondernemers van de winkel, de familie Visser — nomen est omen denk ik — begrijpen veel Amsterdammers dit besluit niet. Ze zijn er zeer verontwaardigd en verbijsterd over. Deze winkel kan geen fatsoenlijke bedrijfsvoering meer voeren onder de huidige regels en zal daarom sluiten. Wij hebben de winkel vorige week bezocht en we hebben een keurige zaak aangetroffen. We zijn daar een uurtje geweest en we hebben ettelijke buurtbewoners gezien die daar gewoon vis kwamen kopen voor thuis. En ja, we hebben ook toeristen gezien die daar een haring of een bakje kibbeling kwamen eten. Het bedrijf was aan het verbouwen en de gemeente nam het besluit in het geheim op 27 september 2017 waarmee hun bedrijfsvoering in deze vorm feitelijk illegaal werd. Het voorbereidingsbesluit over de winkeldiversiteit dat zijn beslag heeft gekregen in het bestemmingsplan dient een heel goed doel. Forum voor Democratie is het eens met het terugdringen van de monocultuur en de overkill aan toeristenwinkels. Wij willen Amsterdamse winkels met een buurtfunctie die zich richten op Amsterdamse bewoners en die winkels willen wij behouden in de stad. De geest van het bestemmingsplan steunen wij nog steeds onverkort en van harte. Maar nu hebben wij dus de kans om een typisch Amsterdamse winkel, een viswinkel, voor de buurt te behouden en toch moet die weg. Wat is nu het probleem? In het nieuwe bestemmingsplan mogen winkels niet te veel op horeca lijken. Daarvoor zijn regels. Dat snappen wij, maar de aard van een viswinkel is dat je er haring en kibbeling kunt eten. Dat hoort erbij. Dat hoort bij het concept viswinkel. De viswinkel zonder broodje haring is geen viswinkel (De heer BOUTKAN: U zegt, deze winkel moet weg. Waar staat dat deze winkel weg moet, mevrouw Nanninga?) Door het strikt toepassen van deze regels ziet de eigenaar geen andere optie dan de winkel te sluiten. Die kan geen fatsoenlijke bedrijfsvoering meer voeren. De heer Boutkan heeft gelijk: de gemeente zegt niet dat de winkel dicht moet. (De heer BOUTKAN: Weet u dan ook wat de winkeleigenaar zou moeten aanpassen om de winkel gewoon lekker te laten doorlopen?) Ik ga mij niet verliezen in een technische discussie over aantallen barkrukken en vierkante meters. Het gaat om het toepassen van de geest van het bestemmingsplan. (De heer BOUTKAN: Ik begrijp heel goed dat mevrouw Nanninga het daarover niet wil hebben, maar het zijn eigenlijk twee heel simpele aanpassingen die deze ondernemer gewoon kan doen. Die winkel mag gewoon openblijven. Er is helemaal niemand die tegen deze eigenaar zegt dat hij hier niet mag blijven zitten.) Het is net zoals tegen een muziekbandje zeggen: u mag wel een muziekbandje zijn en u mag wel muziek maken, maar u mag 0,1 dB produceren. Dan verbiedt u het bandje niet muziek te maken, maar u maakt het ze schier onmogelijk. De MKB Amsterdam, de heer Bart Drenth, schreef een open brief aan wethouder Kock en daar citeer ik een stukje uit. “Het zou toch mogelijk moeten zijn dit onderwerp een beetje creatiever te benaderen. Niet om de regels naar willekeur toe te passen, maar om juist te handelen naar de geest ervan. De gemeente wil graag een divers winkelaanbod. Deze viswinkel voorziet hierin. Gezond eten: idem. En aanbod dat ook gericht is op de Amsterdammer in de buurt. Veel Hollandser dan haring en Kibbeling kun je het niet krijgen.” Bovendien is de verkoop voor directe consumptie in alle viswinkels onderdeel 47 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen van de bedrijfsvoering en niet alleen bij viswinkels in toeristische gebieden. Ook hebben wij in tegenstelling tot de trend in de Nutellabranche geen toename van viswinkels gezien in gebieden waar veel toeristen komen. Eerder een kaalslag. Dit lijkt op ondernemertje pesten. Niemand begrijpt het. Er werkt vijftien man. De winkel verkoopt producten van een andere, oer-Amsterdamse ondernemer, de firma Kesbeke. Buurtbewoners hebben duizenden handtekeningen opgehaald. Ik keek vlak voor mijn spreektermijn eventjes op de crowdfund die is opgestart door een buurtbewoner. Daar staat de teller op krap 16.000 euro voor de juridische kosten. En de technische discussie over hoeveel vierkante meters eetgedeelte, hoeveel frituurpannen en hoeveel barkrukken zoals verwoord in het bestemmingsplan, staat hier niet ter discussie. Ook die regels voor toeristenwinkels niet. Het gaat ons erom dat je voor iets als een viswinkel een uitzondering moet maken geheel in de geest van de geldende regels in het bestemmingsplan omdat een viswinkel die geen losse vis meer mag verkopen, geen viswinkel meer is. Wethouder, wij roepen u op de visie en de geest van dit bestemmingsplan te volgen: geen monocultuur, geen toeristenwinkels, maar juist wel een oer-Hollandse viswinkel met een gezond aanbod gericht op Amsterdammers. Dat moeten we behouden voor de Leidsebuurt. Samen met de VVD zullen wij een motie indienen. (De heer BOUTKAN: Ik hoor mevrouw Nanninga steeds spreken over de geest van het bestemmingsplan. Wat deze winkelier hier doet, dat mag helemaal niet. Dat vindt u misschien niet leuk, maar de geest van het bestemmingsplan is gewoon heel helder. Datgene wat de winkelier doet, dat mag niet, maar wat hij wel mag doen, is dat hij gewoon een viswinkel runt. Collega Nanninga, begrijpt u wat de consequentie is als wij toestaan dat deze viswinkel blijft doen wat die doet?) De heer Boutkan doet alsof de realiteit zich moeten voegen naar de regels terwijl de realiteit zo is dat deze winkel niet in strijd is met de regels zelf. De heer Boutkan stelt de regels boven het belang van wat logisch, juist en recht is in de praktijk. Ik begrijp wat de heer Boutkan zegt: als we hieraan beginnen, dan komt straks ook de Nutellaboer vragen om een uitzondering. Dat begrijp ik. Alleen is deze uitzondering uitstekend te onderbouwen. Er is geen ontploffing aan viswinkels, er is geen monocultuur aan viswinkels. Het is gezond voedsel. Het is echt een ander geval dat ook echt anders behandeld dient te worden. Ik ben niet bang voor een precedentwerking inzake pannenkoeken en Nutella. Daar zijn wij ook niet voor. (De heer BOUTKAN: Het is heel fijn dat u daar niet voor bent, maar volgens mij begrijpt u toch niet goed wat de consequentie is als we dit zouden toestaan. U bent bekend met de zaak Monte Pelma uit 2009 waarbij op een gegeven moment door het stadsdeelbestuur is afgeweken van de regels. U weet wat de consequentie daarvan was. Bent u niet bang dat exact hetzelfde effect gaat optreden als wij dit ook gaan toestaan?) Ik begrijp de vraag van de heer Boutkan. Het antwoord blijft hetzelfde: nee, dit is echt een heel andere branche. We zijn hier echter regels belangrijker aan het maken dan de redelijkheid en de juistheid en de intentie van dit bestemmingsplan: tegen monocultuur, voor Amsterdamse winkels. Dit is het kind met het badwater weggooien. (De heer N.T. BAKKER: Als ik u goed volg, dan zegt u eigenlijk: ik wil geen vreetgoot, maar ik wil wel een vreetgoot. Die viswinkel kan zijn winkel gewoon aanpassen en dan kan hij gewoon winkel zijn. Prima. De reden dat dit is gedaan, is om inderdaad die vreetgoot te vermijden. Dat wil u blijkbaar niet, want anders zou u dit hier niet bepleiten. U ziet gewoon spoken.) 48 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen De heer Bakker ziet niet in dat die viswinkel hier gewoon vis verkoopt zoals een slager vlees verkoopt. Het is gewoon om mee te nemen en thuis te bakken. Het ter plekke eten van haring en kibbeling is een vast onderdeel van alle viswinkels. In Loon op Zand of hier, in het centrum of aan een stille weg, het hoort bij het hele idee viswinkel. Het is niet zo dat specifiek hier een soort snackbarachtige functie is ingebouwd voor de toeristen. Dit is gewoon wat er bij zo'n winkel hoort. (De heer N.T. BAKKER: U praat gewoon onzin. Het is heel simpel. Als die viswinkel open wil blijven, dan kan die gewoon openblijven. Daar gaat het hier om. Maar wij willen geen vreetgoot. Dat wilt u ook niet. Maar u zegt vervolgens: ik wil wel een vreetgoot. Dus wat is uw redenering dan? Ik begrijp er helemaal niets meer van) De heer Bakker moet het echt doen met wat ik hier al verteld hebt. Mijn redenering is glashelder. Een viswinkel biedt ook harinkjes aan om ter plekke te happen. Dat moet gewoon blijven. Dat is gezond. En de buurt komt daar gewoon om ook zijn mootjes zalm en tonijn te halen. (De heer ERNSTING: Mevrouw Nanninga verengt de discussie tot vis, maar dat is natuurlijk niet de hele discussie. Het gaat om horeca- activiteiten. Wat als wij dit nu toestaan bij deze viswinkel en er staat overmorgen een snackbarhouder voor de deur die zegt dat hij friet wil verkopen die ter plekke gegeten kan worden? Dan kan dat niet meer worden geweigerd want we hebben het ook voor vis goedgekeurd. Dat is het probleem, mevrouw Nanninga. Bent u het daarmee eens?) Nee, dat ben ik niet met u eens, want een snackbar of een patatwinkel verkoopt geen rauwe frietjes en snackjes om thuis te gaan bakken. Een deel van de functie van een viswinkel is onder meer haring en kibbeling ter plekke eten. Het is echt een niet vergelijkbare zaak. Wij kunnen gemakkelijk met deze verordening in de hand en een uitzondering voor deze branche tegen een snackbar zeggen: Nee, dat geldt niet voor u. Het is aantoonbaar een heel andere business. Het is gelijke monniken gelijke kappen, maar in dit geval zijn er geen gelijke monniken. (De heer ERNSTING: Het is natuurlijk wel een interessant voorbeeld, want stel dat we met een erg slimme patatboer te maken hebben die denkt: Die visboer verkoopt rauwe vis en vis om ter plekke te eten. Weet je wat? Ik verkoop patat om thuis klaar te maken en patat om ter plekke te eten. Dan hebben we helemaal geen reden meer om dat te kunnen weigeren.) Dat kan wel degelijk, want ik voerde voor de viswinkel ook al aan dat het een oer- Hollands product is wat je van patat, bitterballen en snackvoedsel niet per se kunt zeggen. Ik voerde al aan dat gezondheid genoemd is, ook in het bestemmingsplan. Dat zou je van hamburgers, frietjes en kaassoufflés ook niet kunnen zeggen. We kunnen echt wel naar de geest van deze wet wat beter, wat logischer nadenken en geen gezonde, zeer gewenste ondernemingen de nek omdraaien en ongewenste activiteiten wel buiten de deur houden. Dat vergt enig inzicht en politieke moed, dat ben ik met u eens. Maar het is zeker mogelijk zonder hiermee een precedent te scheppen voor onwenselijke bedrijfsvoering. (De heer ERNSTING: Volgens mij is patat een uiterst Nederlands product, misschien met een Belgische oorsprong, maar kaas is dan misschien een ander voorbeeld. We hebben ook kaaswinkels tegengehouden omdat die toeristisch zijn. Er was kaas die men ter plekke kon eten; er was kaas mooi ingepakt. Dat was precies hetzelfde aspect. Wilt u een hele straat vol met patatboeren, viswinkels en kaasboeren?) 49 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Ik heb herhaaldelijk aan deze raad aangegeven dat er een heel specifieke set omstandigheden geldt voor deze winkel. In deze verordening staat ook heel duidelijk: toeristenwinkels. Dus dat geldt dan voor kaasbusiness met die bolletjes Goudse dingen. Dat kun je prima weren. Het is mogelijk om dit toe te staan en andere ongewenste, ongezonde en alleen maar op toeristen gerichte rommel te kunnen mijden. Dat is gewoon wel mogelijk. Mevrouw Poot gaat zo namens onze partij de motie indienen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot. Mevrouw POOT: Het beleid dat wij voor de binnenstad hebben aangenomen, dat is belangrijk: toeristenwinkels weren. Ik citeer: “Het doel is een verschraling van het winkelaanbod tegengaan en het verbeteren van de leefbaarheid van bewoners.” Volgens mij moeten we dat centraal stellen. Het interessante is, als je naar deze winkel kijkt, en wat mij betreft beperken we het niet tot een viswinkel, wat mij betreft gaat het over winkels, zaken in dit gebied die aantoonbaar iets bijdragen aan de leefbaarheid van de buurt. En dat zeg ik niet alleen, dat zeggen juist ook de bewoners. Die zeggen: wij hebben wat aan deze winkel. En ja, er komen ook toeristen. Maar om heel eerlijk te zijn, ook bij de viswinkel in het oostelijk havengebied waar ik woon, komen wel eens toeristen. (De heer ERNSTING: Ik hoor nu toch iets. Er zit toch iets in van hetzelfde idee: dat we mensen laten stemmen op wat bijdraagt aan de buurt en wat niet. Dan ben ik toch heel benieuwd naar hoe mevrouw Poot denkt dat te verankeren in het bestemmingsplan, deze popularity contest.) Dat is precies wat ik u ga uitleggen en waarover ook de motie gaat. Kijk, als je beleid vaststelt, dan zijn er altijd grensgevallen. Dit is zo’n grensgeval waarvan je wat ons betreft ook echt moet zeggen, kijkend naar het doel van het beleid, dat je hier wel eens een uitzondering zou moeten kunnen maken. En hoe zou je dat nu kunnen doen? Dat zou je kunnen doen door bijvoorbeeld een hardheidsclausule op te nemen. En zo’n hardheidsclausule, juist in zo’n bestemmingsplan voor dit centrumgebied, zou ons kunnen helpen. Ik denk dat u het met mij eens bent dat dit een winkel is die juist ontzettend gewenst is in deze binnenstad. Zo'n hardheidsclausule kan ons helpen om die uitzonderingen te maken en daarmee ook echt tegemoet te komen aan het doel dat wij hebben voor dit beleid. Het doel is het vergroten van de leefbaarheid in de binnenstad voor bewoners. Laat deze winkel dat nu juist doen. (De heer ERNSTING: Ik begrijp best wat mevrouw Poot zegt. Het punt is natuurlijk dat een bestemmingsplan zo ongeveer de juridisch hardste methode is om rechtsgelijkheid te bevorderen en om geen willekeur toe te passen. Want dat is natuurlijk echt iets wat we niet willen. Dat wilt u ook niet. Toch hoor ik bij u dat er in een bestemmingsplan een mogelijkheid ingebouwd zou moeten worden om die willekeur wel toe te passen en dat herken ik echt niet van een verantwoordelijke bestuurspartij als de VVD.) Juist om ervoor te zorgen dat we het doel van het beleid in voor ogen houden. We hebben beleid om bepaalde doelen te realiseren. We hebben geen beleid om alleen maar regels na te leven en vervolgens onwenselijke situaties te creëren. Dat is een beetje wat hier gebeurt. En daarom pleiten wij ervoor in deze motie, en dat doen we overigens samen met het CDA, de Partij van de Ouderen, die helaas niet aanwezig zijn, maar wel graag deze motie hadden willen ondersteunen en met Forum voor Democratie die wel aanwezig is, om te kijken of het mogelijk is het beleid echt te verbeteren. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 50 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen 79° Motie van de leden Poot, Naoum Néhmé en Nanninga inzake het toevoegen van een hardheidsclausule aan het bestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum (Gemeenteblad afd. 1, nr. 475) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - aan de raad een voordracht voor te leggen voor een gewijzigd bestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum met de toevoeging van een hardheidsclausule, waarmee het college de bevoegdheid krijgt om in bijzondere gevallen waarbij een strikte toepassing van de regels uit het bestemmingsplan leidt tot zeer onredelijke of ongewenste situaties, af te wijken van de planologische regels; -__dit aan de raad ter besluitvorming voor te leggen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. (De heer BOUTKAN: Ik heb nu eigenlijk dezelfde vraag als collega Nanninga, namelijk over de ijssalon, Monte Pelmo. In 2009 hebben we daaraan meer ruimte gegeven, eigenlijk bijna een beetje hardheidsclausuleachtig en dat heeft grote consequenties gekregen. Bent u het niet met mij eens dat het buitengewoon onverstandig zou zijn om dit toe te staan zodat andere winkels daarvan misbruik gaan maken?) En dat is nu ook exact waarom wij geen wijziging van het beleid voorstellen. Dit is exact waarom wij zeggen dat er nu eenmaal gevallen zijn, wanneer ze hier op tafel liggen, waarbij het beleid onmenselijk uitpakt. Dit is exact waarom wij zeggen: voer die hardheidsclausule in en daarmee wijzig je dus niet het beleid, daarmee wijzig je dus niet de regels, maar daarmee geef je het college de bevoegdheid om deze zaken wel mogelijk te maken. En ik kan me niet voorstellen dat u vindt dat deze viszaak geen kibbeling zou mogen verkopen of dat u vindt dat je daar geen kibbeling zou mogen eten. (De heer BOUTKAN: Deze winkel is gewoon toegestaan vis te frituren — grappig overigens dat we het op dat niveau erover moeten hebben. U bent normaal van de partij van strenge regels en strikt handhaven, maar in dit geval bent u opeens tegen wat wij doen voor het merendeel van de ondernemers in de binnenstad voor een goed en diverse winkelklimaat. Dat kan ik van u gewoon niet rijmen.) Daar zijn wij helemaal niet tegen. Kijk, wij zeggen altijd: je moet kijken dat het doel van het beleid daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Regels zijn altijd een middel om dat doel te bereiken. Wat ons betreft zou je hier het college de bevoegdheid moeten geven een uitzondering te maken. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. De heer VAN LAMMEREN: Dan is dit de eerste gelegenheid om het VN-rapport over de ecologische toestand van onze planeet erbij te betrekken in de Amsterdamse gemeenteraad. Wereldwijd hebben wij een enorm probleem op basis van ecologie, want er zijn 1 miljoen diersoorten die met uitsterven worden bedreigd. Voor iedereen die de documentaire See the Truth heeft gezien, weten we dat de mensheid momenteel de planeet aan het leegvissen is. Dus je moet helemaal geen uitzondering toestaan en al helemaal niet op een viswinkel. Dan even wat feiten. Of het gezond is, dat valt te betwijfelen. Dat haring een oer-Hollands product is, dat is feitelijk onjuist. Het is gewoon 51 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen een Deens product. Het komt uit de Noordzee en onze Hollandse Nieuwe wordt ook gewoon in Denemarken gemaakt. Die komt dan eens per jaar uit de freezer. Het is een luxe dat wij hier nog over praten. Er is eigenlijk maar één oplossing om onze planeet te redden en dat is gewoon het minder consumeren van dierlijke eiwitten en daar hoort vis ook bij. Dus eigenlijk zouden alle viswinkels dicht moeten en dat we met deze beginnen, dat lijkt mij een prima plan. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting. De heer ERNSTING: Op 29 september 2009 kopte Het Parool: Monte Pelmo mag zonder vergunning ijs verkopen’. En er was een heus hoogoplopend politiek conflict aan voorafgegaan. In de prachtige reconstructie van AT5 van vorig jaar — ik kan die iedereen aanraden — kwamen negen jaar later enkele hoofdrolspelers uit die periode van 2009 nog aan het woord waaronder Eric van der Burg en Els Iping. Van der Burg erkende daarin dat de vergunningverlening aan die ene sympathieke ijswinkel in de Jordaan heeft geleid tot een tsunami aan ijssalons in de stad. Ik denk dat de overheid als een van de belangrijkste taken heeft het garanderen en bevorderen van rechtsgelijkheid. We kunnen niet de een wel en de andere niet een vergunning geven omdat die ene sympathiek, leuk of populair is. Dat leidt tot willekeur en willekeur is rechtsongelijkheid en geeft grote risico's. Die branchgelijkheid wordt in de Amsterdamse praktijk ook opgeëist. Er is zelfs een hele beroepsgroep voor. We kennen ze bijvoorbeeld als horeca-advocaten. Ik heb dat zelf ook aan den lijve ondervonden toen ik nog bij het stadsdeel zat. De praktijk is namelijk dat als je de een iets toestaat wat eigenlijk niet mag, er de volgende dag een advocaat op de stoep staat met de mededeling: dat mag hij helemaal niet. Of, en dat gebeurt vaker, met de mededeling: mijn cliënt wil dat eigenlijk ook wel. Dat is terecht. Zo hoort het in de rechtsstaat. De praktijk is aldus dat regelgeving en regulering waartoe we in grote meerderheid in deze raad hebben besloten, betekent dat we ons daaraan moeten houden, ook als dat vervelend is voor een ondernemer. En in dit geval gaat het om een onderneming die in Nederland diverse Seafoodbarren exploiteert, volgens mij een soort horecagelegenheden. (Mevrouw NANNINGA: Wij zijn natuurlijk heel blij te horen dat GroenLinks van rechtsgelijkheid is. Geldt dat ook voor het burkaverbod? Geldt dat ook voor het kraakverbod? Of geldt dat alleen voor ondernemers die op een eerlijke manier geld verdienen en succes hebben?) Rechtsgelijkheid is rechtsgelijkheid en de voorbeelden die u nu met deze viswinkel in verband probeert te brengen, die volg ik niet. Horecagelegenheden dus volgens mij. Een seafoodbar is een bar. En van de website begrijp ik ook dat je daar kunt eten en drinken aan een tafeltje op een stoel. In dit geval noemt de onderneming het een Seafood Shop. Kennelijk wist men dus dat hier alleen een winkelbestemming mogelijk was. En mogelijk is, want ze mag nog altijd een viswinkel zijn. Ze mogen nog altijd een viswinkel runnen ook op deze locatie. De enige eis is dat er geen horeca-activiteiten worden ontplooid. Het gaat niet over vis, het gaat over horeca-activiteiten. Geen tafels en stoelen dus en geen etenswaren voor direct gebruikt. Daarvoor hebben wij in de Leidsestraat bewust gekozen met zijn allen in deze gemeenteraad. Het moet namelijk een winkelstraat blijven en geen vreetgoot om maar even de SP van zonet te echoën. Het risico bestaat en dat is ook zeer reëel dat andere ondernemers dan ook een rechtsgelijkheid opeisen als wij voor een zaak opeens een uitzondering gaan maken. En dat leidt tot verschraling, vervreting, hoge huren, commercialisering, vervlakking, verpretparkisering enzovoort. Er zit namelijk heel veel geld in horeca op dit soort locaties. Nogmaals, ze mogen gewoon doorgaan. Ze mogen 52 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen gewoon vis verkopen. Ze mogen zelfs frituren. Dat is nog aangepast door het stadsdeel. Maar ze moeten wel gewoon aan de winkelbestemming voldoen net als alle andere nieuwe ondernemingen die er zijn gekomen na de vaststelling van het bestemmingsplan in 2017. Dus simpel. Tafeltjes weg. Zakje om de vis. Klaar is Kees. (Mevrouw POOT: Ik zie een nieuwe partij voor de regels zijn regels opstaan. Dat is mooi. Maar ik wil gewoon graag uw mening, uw persoonlijke mening of u nu werkelijk vindt dat in deze viszaak geen broodje haring of bakje kibbeling gegeten mag worden. Dat is toch raar? Dat mag toch in iedere viszaak?) Mijn persoonlijke mening is niet relevant. Dat is eigenlijk het punt. Het gaat erom hoe wij in deze stad omgaan met rechtsgelijkheid. En hoe wij omgaan met de ene onderneming iets wel gunnen en de andere onderneming niet. Dat kan niet. (Mevrouw POOT: Het gaat de heer Ernsting dus niet om het doel van het beleid. Het gaat er niet over hoe het uitwerkt. Het gaat hem puur om de regels, concludeer ik dus.) Dat is een conclusie die u op basis van mijn uitspraak niet kunt trekken. Ik heb nog helemaal niet gezegd waarom wij die regels hebben gesteld. Dat was namelijk om vervlakking, vercommercialisering in hoge mate in de horeca tegen te gaan in winkelstraten. En dat is iets waar ik achter sta. (Mevrouw POOT: En dat deze winkel juist die verschraling tegengaat, dat deert u niet?) Deze winkel hoeft niet weg. Deze winkel moet gewoon een winkel zijn zoals dat in het bestemmingsplan beschreven staat. Deze winkel kan ook gewoon een winkel zijn wanneer die zijn vis in een zakje doet. Dat is alles. (Mevrouw NANNINGA: De heer Ernsting zegt dat het in een zakje moet. Wat doen we dan als ze vis gaan frituren, haring gaan fileren, er een zakje omheen doen en de toeristen halen het ter plekke uit het zakje en stoppen het in hun mond?) Als dat niet aan een tafeltje in de zaak gebeurt, heb ik daar geen enkel probleem mee. (Mevrouw NANNINGA: Dus ik hoor u zeggen: als de verkoper de vis inpakt, is er wat GroenLinks betreft helemaal niets aan de hand met die winkel?) Volgens mij klopt dat ook met datgene wat het stadsdeel heeft gezegd. Als ik een T-shirt koop in een winkel en ik trek dat buiten aan, dan is dat ook geen probleem. (Mevrouw NANNINGA: Een korte opmerking nog. Ik zie hier mogelijkheden voor ijswinkels en kaaswinkels. Misschien moeten we met het beleid terug naar de tekentafel als het zo simpel te omzeilen is.) Het ging hier ook niet om toeristisering als zodanig, het ging hier om de exploitatie als horecagelegenheid. Dat doe je door eten aan te bieden vanachter de toonbank dat de klant ter plekke kan opeten zonder verpakking en door tafeltjes en stoeltjes neer te zetten. Als aan die twee voorwaarden wordt voldaan zodat dat niet meer gebeurt, dan kan die viswinkel gewoon blijven bestaan. Wat mij betreft is een viswinkel daar prima. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan. De heer BOUTKAN: Wij hebben ooit samen met GroenLinks en de SP heel erg aangedrongen om alles uit de kast trekken om iets te gaan doen aan wat lijkt op branchering. Dat heeft uiteindelijk geleid tot het voorbereidingsbesluit dat in werking is getreden. Daar zijn wij heel blij mee. Dat doe je niet voor niets. Dat doe je omdat je een 53 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen heel goed en divers winkelaanbod wilt in die toch al oververhitte binnenstad. Dat willen we natuurlijk blijven doen. Deze zaak heeft ongelooflijk veel aandacht gekregen. Ik denk dat we het eigenlijk zouden moeten hebben over het achterliggende probleem. Het achterliggende probleem is natuurlijk dat de huren in die buurt best hoog zijn. Dat erken ik direct. Het tweede achterliggende probleem is de vraag of je nu een uitzondering moet maken voor een individuele ondernemer waarmee je een precedent creëert dat effecten heeft op de hele binnenstad. En dan verwijs ik ook maar even naar de zaak uit 2009 rond Monte Pelmo. (Mevrouw NANNINGA: Ik deel de mening van de heer Boutkan dat er een tsunami van ijswinkels is ontstaan. Ziet u ook een enorme wildgroei aan viswinkels in het verleden of heeft u aanwijzingen dat dat zou kunnen gaan gebeuren?) Het gaat niet om de viswinkel. Dat is misschien continu het probleem dat we hier hebben. Dit gaat niet om een viswinkel. Dit gaat om een viswinkel die iets doet wat niet mag en wat niet is toegestaan. Eigenlijk een soort snackbar runnen, een soort horecatent. Dat is daar op de plek niet toegestaan. (Mevrouw NANNINGA: Ja, maar we hebben al geconstateerd dat alle viswinkels kant-en-klare producten aanbieden. Dat gebeurt ook in heel rustige gebieden. Dat is dus geen specifiek toeristisch trekje van een viswinkel. Voorziet u dat er op iedere staathoek viswinkels opduiken? Dit beleid is gemaakt om een probleem op te lossen. Alleen, hier is dat probleem er niet en wordt een ondernemer de dupe van een probleemoplossing terwijl er geen probleem is. Er is geen tsunami aan viswinkels; er is geen wildgroei. Of ziet u dat anders?) Weet u, dit was nu exact ook het probleem in 2009. In 2009 werden exact die argumenten gebruikt. Laten we maar even toestemming geven voor deze arme, mooie winkel om toch ijs te mogen verkopen. We weten waartoe het heeft geleid. Wat ik heel erg belangrijk vind: als in het bestemmingsplan heel duidelijk staat dat je niet zomaar een snackbar of een horecazaak mag runnen, dan kun je niet tegen die ene zaak zeggen dat wij het goed vinden. Dan weten we immers wat de buurman gaat doen. Dan weten we wat de overbuurman gaat doen. Dat is iets wat wij in ieder geval niet willen. (Mevrouw NANNINGA: Van ijswinkels was en is toch bekend dat daarvan een enorme wildgroei gaande is of kan zijn en dat is bij viswinkels toch beslist niet het geval? En dat ligt ook niet in de lijn der verwachtingen.) In dat geval adviseer ik mevrouw Nanninga toch nog even goed in de historie te kijken van de ontwikkeling van de binnenstad. We weten dat dat specifieke besluit ongelooflijk veel consequenties heeft gehad op de wildgroei van ijssalons, ijswinkels, Nutellawinkels en van wafelwinkels. Dat is wat we niet willen. Waar wij voor zijn, is een mooi, divers winkelaanbod in de binnenstad. (Mevrouw POOT: Ik ben wel blij met de laatste opmerking, want dat delen we natuurlijk. Maar het verschil is dat u zegt: kijk naar het besluit rondom die ijswinkel. Maar het gaat er natuurlijk om dat wij met elkaar niet willen en niet voorstellen om het beleid te wijzigen. Wij stellen voor: zorg er nu voor dat het mogelijk is als het om winkels gaat die echt wat toevoegen. Ik zou de discussie graag wat weg willen hebben van de viswinkel. Als er winkels zijn waarvan ook u vindt dat die echt wat aan de buurt bijdragen, vindt u dan nog steeds dat ze weg moeten als ze niet voldoen aan het bestemmingsplan?) Dit is natuurlijk een beetje een valse vraag, want ik zou het heel graag hebben over de effectiviteit van het beleid en niet over specifieke winkels, maar u heeft zelf deze 54 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen actualiteit aangekondigd. Waarom het ons gaat, is dat in het beleid dat we hier uitvoeren in de binnenstad en ook in andere delen van de stad — want dit geldt niet alleen voor de binnenstad — dat dat beleid zo goed is dat we een heel divers winkelaanbod krijgen. En een van de regels is gewoon dat het niet mag en dat het niet kan als je je als ondernemer niet houdt aan de regels die in het bestemmingsplan staan. En dat is ook niet wenselijk en dat is ook niet eerlijk. Ik zie geen enkele reden waarom je daarvan zou moeten afwijken. Ik wil ook benadrukken dat deze winkel gewoon kan doorgaan met winkel zijn. Er is niemand die dat verbiedt. (Mevrouw POOT: Dat is uw goed recht. Ook hier concludeer ik dat voor u de regels veel belangrijker zijn dan de uitwerking van het beleid. Dat is uw goed recht, maar wij kijken daar anders naar.) Dat is natuurlijk een beetje flauw van de VVD. De VVD heeft ook aan de wieg gestaan van het uitstekende voorbereidingsbesluit. Daar heeft de VVD ook volop aan meegewerkt. Daar heeft u mee ingestemd. Het is natuurlijk toch een beetje gek om hier nu een nummer te maken van die individuele winkel, terwijl u net zo goed met uw ervaring begrijpt dat het grote effecten gaat hebben op de diversiteit van het winkelbestand, als we dit toestaan. Dat is een weg die mijn fractie niet op wil. Op het eerste gezicht lijkt het natuurlijk best sympathiek, een viswinkel die dit wil blijven doen, maar dat allemaal niet mag van de overheid. Maar het is gewoon een viswinkel en als viswinkel mag je niet al die dingen doen die de winkel op dit moment wel doet. Ik heb het net al gezegd. En willen we nu afwijken van die individuele ondernemer om daarmee andere ondernemers en bewoners te schaden, dan zeg ik: Nee, dat willen we niet. Ik wil daar niet van afwijken. Ik ben voor een aantrekkelijk en divers winkelbestand en ik vind het dus ook heel erg goed dat ook hier het stadsdeel handhavend heeft opgetreden en dat de winkel gewoon mag doorgaan met winkel zijn. Mijn collega’s hier weten ook dat wij als PvdA-fractie niet heel enthousiast zijn over mengformules en daarom is het ook goed dat we dit proberen tegen te gaan. De zorg die we wel hebben, betreft de vraag wat je nu in de toekomst met zo’n buurt wilt. Wat voor soort ondernemers wil je daar nu? En dat is ook een vraag die ik aan het college heb. Ik heb begrepen dat er ook gesprekken gaan komen met de buurt, met ondernemers. De vraag die ik aan het college heb, is op welke termijn die gesprekken met ondernemers gevoerd gaan worden. We willen natuurlijk wel kijken wat we nu willen met de buurt en daarbij moet je wel ondernemers gaan betrekken. (Mevrouw POOT: Laatste vraag. Wat ik gewoon niet zo goed begrijp, is waarom het invoeren van een hardheidsclausule die juist gaat over uitzonderingen, dat nu zou leiden tot een heel ander winkelbestand in de binnenstad en in de hele stad. Dat begrijp ik echt niet.) Ik vind het buitengewoon onverstandig om hier te proberen zeehondjes te gaan redden. We hebben het hier over een viswinkel die gewoon kan doorgaan met het verkopen van vis. De winkel mag zelfs doorgaan met het verkopen van gefrituurde vis. Het enige wat de winkel niet mag, is barretjes of krukken in de winkel hebben en ze moet de vis keurig verpakken. Het liefst natuurlijk in een papieren zakje. Dat is het enige wat we vragen. Het enige. En voor de rest is het buitengewoon onverstandig om af te wijken van het bestemmingsplan. (Mevrouw POOT: En wat denkt u nu dat dat voor effect heeft? Het effect daarvan is dat we niet de sluisdeuren wagenwijd openzetten voor allerlei andere ondernemingen die opeens denken: hé, op die bestemming mag je een winkel doen maar ik ga toch ook stiekem horeca doen. Of niet stiekem, maar openlijk. Want als de viswinkel het mag, dan mag ik het ook in het kader van rechtsgelijkheid. En dat is nu juist niet wat wij willen. Dat is precies wat je moet tegengaan. Dat wat je kunt 55 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen reguleren en kunt brancheren om ervoor te zorgen dat je een divers en mooie winkelaanbod houdt, dat moet je wat mij betreft blijven doen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kat. Mevrouw KAT: Ik kreeg het formulier van de raadsactualiteit toegemaild en ik schrok een beetje van de woorden die werden gebruikt door mevrouw Poot en mevrouw Nanninga. Woorden als ‘het regide vasthouden aan regels’, uitzonderingen toepassen’, maar ook woorden als ‘mag blijven’ en voornamelijk het laatste woord ‘wegpesten’. En wat is nu wegpesten? Dat is eigenlijk met de stelselmatige vorm van agressie een ondernemer wegjagen. Dat is wat het college wordt verweten. Die krachttermen die de aanvragers hebben gebruikt, ik vind dat de toon van het debat daarmee wordt gezet. Inzet is dat het bestemmingsplan en het verbod op nieuwe toeristenwinkels voor iedereen in het centrum behoren te gelden behalve voor de nieuwe viswinkel in de Leidsestraat. Het is de VVD te prijzen dat ze zo opgaat in haar rol als oppositiepartij, maar van een partij die niet lang geleden nog deel uitmaakte van een coalitie en een poging deed verantwoordelijkheid te nemen, verwacht je niet dat ze die termen gebruikt. Want verantwoordelijkheid stopt niet bij de afscheidsspeech van je lijsttrekker. Natuurlijk mag je draaien. Zeker. Maar wie een college dat een door de raad aangenomen beleid uitvoert, deze verwijten maakt, heeft eigenlijk een beetje boter op zijn hoofd. “Wij zijn tegen het verkeerde soort populisme” hoorde ik een politicus zeggen. Ik vraag me dan ook af in welke categorie hij deze actie zou scharen. Dat was de toon. (Mevrouw POOT: Ik wilde mevrouw Kat vragen wat D66 zou doen op het moment dat er een bestemmingsplan is aangenomen waaruit blijkt dat er toch veel minder middenhuur wordt gerealiseerd dan u hoopte.) Dat vind ik een heel bijzondere vraag want ik ben begonnen met mijn betoog over de toon van het debat en over uw formulering waarmee u het debat heeft aangekondigd en de termen die u heeft gebruikt. Over de inhoud hoort u straks meer. Dus het is een heel bijzondere vraag die helemaal niet in de context hoort. (Mevrouw POOT: Dat gaat erover als dit zeer waarschijnlijk zou gebeuren, uw partij zou zeggen: ho, ho, ho, wacht even. Wij wilden graag middenhuur. Met het huidige beleid en het bestemmingsplan blijkt dat dat niet lukt, dus we willen daarover graag doorpraten met elkaar. Daar gaat het om. Ik probeer u erop te wijzen dat uw partij zeer waarschijnlijk in actie komt, net als mijn partij op het moment dat blijkt dat het beleid anders uitpakt dan je wilt — en dat heeft helemaal niets te maken met lijsttrekkers, gelukkig, maar het heeft te maken met verstandige raadsleden. En ik hoop dat u net zo verstandig bent. Op het moment dat beleid niet zo uitpakt als je zou wensen, dan is het heel verstandig om daarnaar te kijken.) Wat ik eigenlijk wil zeggen en wat ik bedoelde met draaien, is dat u als VVD, als partij in oktober 2017 dat voorbereidingsbesluit heeft genomen en dat u daarvoor heeft gestemd. Toen het bestemmingsplan uiteindelijk bij de raad kwam, heeft u tegengestemd. Dus eerst voor en toen tegen en dat noem ik draaien. Dan het voorstel zelf. (Mevrouw NANNINGA: Denkt u nu werkelijk dat het dan handig of nuttig is om te gaan moraaldrammen over de toon van het debat als er tientallen banen op het spel staan, als duizenden Amsterdammers geld hebben gedoneerd, een petitie hebben getekend, als het gaat over het ondernemersklimaat in Amsterdam?) 56 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Ja, dat denk ik wel, want ik ben uitgegaan van het voorstel dat voor mij ligt. Dat zijn best wel krachtige termen, termen die ik zelf niet zou gebruiken. Uw naam staat eronder. Als u zegt: ‘ik wil daar afstand van nemen’ of als mevrouw Poot daarvan afstand wil nemen, dan is dat prima. Dan gaan we het niet meer hebben over de toon van het gesprek en het debat, dan gaan we verder over de inhoud. (Mevrouw NANNINGA: Ik zou het graag over de inhoud hebben. Ik constateer dat D66 zoals zo vaak en waardoor ze zo veel vertrouwen van de kiezers hebben verloren, kiest voor drammen over de toon — waarvan akte.) Daar wil ik niet meer op reageren. (Mevrouw POOT: Even van de orde. Volgens mij klapt mevrouw Kat hier uit vertrouwelijke en kabinetbesprekingen. Ik denk dat zij dat niet moet doen. Ik weet niet precies wat de consequentie daarvan is, maar wat u net aangaf over de stemming, dat betrof vertrouwelijke stemmingen.) (De VOORZITTER: Waarvan akte. Ik geef mevrouw Kat weer het woord.) Ik noem ook wel eens op wat in de krant heeft gestaan. Maar goed, dan het voorstel zelf om met een uitzondering voor deze viswinkel een unieke positie, een voorkeurspositie te verschaffen. Wij als D66 vinden dat onverstandig en niet alleen omdat het een enkeltje juridisch drijfzand betekent. Natuurlijk dringt zich hier de vergelijking op met het ijsbesluit zoals de heer Ernsting al aangaf. Een ijszaak die populair was in de buurt. Hoe logisch leek het ook voor die zaak om een uitzondering te maken. En bij het instellen van een verbod op toeristenwinkels was de wildgroei in ijszaken zo’n beetje het meest gebruikte voorbeeld. Ik citeer: “Ervoor waken dat hele straten zich richten op massatoerisme met hetzelfde eenzijdige aanbod van kaas, ijs en souvenirs.” En dan weet u dat ik citeer uit het verkiezingsprogramma van de VVD. Wij kunnen het niet los zien van deze politieke inzet van een viswinkel en wij kunnen het ook niet los zien van het opportunistische idee het bestemmingsplan aan de kant te zetten. Het bestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum is door deze raad noodzakelijk geacht omdat de leefbaarheid en de diversiteit van de binnenstad onder druk kwamen te staan en die noodzaak is er nog steeds. Hoe lekker ook de gebakken kibbeling in de Leidsestraat is, het past volgens mij een verantwoordelijk stadsbestuur om de eventuele gevolgen van zo'n uitzondering bij je besluit mee te nemen. En volgens mij kun je dan in alle redelijkheid tot de afweging komen dat je niet voor een enkel geval zowel een voorbereidingsbesluit als een bestemmingsplan afserveert. Is het niet omdat je daartoe juridisch verplicht bent, dan is het wel omdat je de verantwoordelijkheid hebt ondernemers gelijk te behandelen, wet- en regelgeving te handhaven, rechtszekerheid te bieden en de binnenstad leefbaar en divers te houden. En dat is wat D66 noemt goed bestuur. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. Mevrouw KILIG: De zaak van de viswinkel vormt voor de fractie van DENK een lastig dilemma. Aan de ene kant is er de wil om de stroom aan toeristenwinkels, ijswinkels, monocultuur en grote ketens tegen te gaan, maar aan de andere kant moeten we ook niet willen dat winkels verdwijnen die daadwerkelijk voor de bewoners iets toevoegen aan de buurt. Het college zal in de fractie van DENK zeker een bondgenoot vinden in de strijd tegen monocultuur. We hebben daarom eerder twee moties ingediend voor het bevorderen van winkeldiversiteit in het centrum; een gericht op het inperken van grote ketens en een gericht op het verlagen van huurprijzen van zelfstandige winkels. Maar wij zouden graag van de wethouder willen weten hoe van de winkels kan worden verwacht dat ze het hoofd boven water houden zonder mee te profiteren van het toerisme 57 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen in Amsterdam. Het is juist de drukte die ervoor zorgt dat de huurprijzen worden opgedreven en deze winkels het moeilijk hebben. Ook bewoners van het centrum moeten ergens hun brood en vis vandaan halen. Het is ons niet helemaal duidelijk hoe het college deze winkels beschermt en hoe ervoor wordt gezorgd dat het anti-toerismebeleid nuttige winkels onevenredig treft. De VOORZITTER: Dan was dit de eerste termijn van de raad. Afgesproken was dat wij van 17.30 tot 18.00 uur zouden pauzeren voor de avondmaaltijd. Ik denk niet dat het realistisch is om in vier minuten tijd namens het college de beantwoording te laten plaatsvinden. Ik zou wel richting de schorsing willen gaan. Maar voordat we dat gaan doen, wil ik nog afscheid nemen van een van onze bodes, Harm Engel, die vandaag aanwezig is en die vandaag afscheid neemt. Harm, ik zou je graag heel kort namens de raad willen toespreken. Beste Harm, het is volgens mij 2 jaar geleden dat we met elkaar afscheid namen van Eric van der Burg. Die was 32 jaar bij de gemeente in wat voor functie dan ook betrokken geweest, maar jij haalt hem wat dat betreft ruim in. Je bent maar liefst al 42 jaar bij de gemeente in dienst. Als ik het goed heb, ben je in 1977 bij de gemeente begonnen. Dat was voor iedereen hier in de zaal nog in de tijd van of burgemeester Samkalden of burgemeester Polak. Samkalden nog. Kijk. Dus echt al een hele tijd geleden. Je bent toen begonnen bij de centrale werkplaats. Je hebt ook binnen het kledingbedrijf van de gemeente gewerkt. Ik dat dat we dat inmiddels niet meer hebben. En sinds 1992 werk je op het stadhuis. En op het stadhuis heb je ons natuurlijk als raad buitengewoon goed ondersteund. Altijd. We hebben altijd op jou kunnen rekenen. En ik begreep ook van je naaste collega’s dat een van jouw grote talenten is dat je iedere dag weer de dag opnieuw aanschouwt. Wat gisteren was, was gisteren en vandaag is het weer een nieuwe dag. Je begint altijd weer met frisse moed. Juist mensen zoals jij, Harm, maken het mogelijk dat wij hier als gemeenteraad al jarenlang en in jouw geval al sinds 1992 dat je op het stadhuis werkt en al sinds 1977 dat je voor de gemeente werkt, ons werk kunnen doen. We zijn jou zeer erkentelijk voor al dat werk dat jij voor ons hebt gedaan. We wilden dit moment niet ongemerkt voorbij laten gaan. Je echte afscheid komt nog in oktober. Ik begreep ook dat we daarvoor allemaal nog een uitnodiging krijgen, dus daar kijken we natuurlijk naar uit. Ik wilde jou toch hier in de gemeenteraad even in het zonnetje zetten en dat wil ik doen door jou namens de hele gemeenteraad een bos bloemen te overhandigen en je te bedanken voor al het werk dat je niet alleen voor de gemeenteraad hebt gedaan, maar voor al je werk sinds 1977. Heel, heel veel dank, Harm. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer voor een punt van orde. Mevrouw DE HEER: Helaas kan ik vanavond niet aanwezig zijn. Ik heb gewoon geen oppas kunnen vinden. Maar ik zou u willen verzoeken of we agendapunt 10 misschien morgen kunnen behandelen. De VOORZITTER: Dan moet ik even naar de raad kijken. Het betreft agendapunt 10, de OBA Next Zuidas. Uw verzoek is dat morgen te behandelen, direct aan het begin van de middag dan. Kan de raad met dat ordevoorstel instemmen? Dat is het geval. Dan gaan wij morgen beginnen met agendapunt 10. De VOORZITTER schorst de vergadering tot 18.00 uur. 58 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen 59 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen INDEX 429 Vaststellen van de beleidsbrief democratisering … … nnn ennen 21 430 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Basisvoorzieningen voor Amsterdamse ongedocumenteerde jongeren’ van het lid Ceder en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel nnen eneen eeen SD 432 Kennisnemen van de brief inzake de extra maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen en de evaluatie van het ontheffingsstelsel…… nnee eneen 40 442 Geheim annen onnnee en ennnneersnneerenenneneerssnneeenssnneerrnsnveersennveneenneerrn senen venen |F 444 Beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor de vervanging en uitbreiding van drinkwaterproductie- faciliteiten en een uitvoeringsbesluit voor het totaal uitvoeringskrediet 2019 nnen eneen enneereneneerenenve ee enenverrennnenen eneen eneen | f 446 Harmoniseren van tarieven voor aanleg en beheer voor 3 huisaansluitingen van drink- en afvalwater … nnn oaeen ennneerenenneerenenneereneneerenennverenennnveevenneeee vennen 1Ô 450 Beschikbaar stellen van een uitvoeringsbudget voor de realisatie van de maatregelen project IJtram … eenn enneerenennerrenenvereenenvervenenveeeenenve nennen |  451 Bekrachtigen van de geheimhouding … … nnn ennen enneneerenneeeenenneeere evene rnennn  7 453 Actualiteit van de leden Nanninga en Poot inzake de weggepeste viswinkel op de Leidsestraat … nnen eenen ennenneenenneneenenneeeenenneeenenneeervennnnvenennenevennene nen ÂÓ 458 Actualiteit van de leden Mbarki en Flentge inzake de massale overtreding van de regels voor vakantieverhuur ……… nnen enneneerenneneerennenervenseervenseenneennnenenn 1D 459 Actualiteit van het lid Simons inzake het uitroepen van een klimaatcrisis … 15 461 Actualiteit van het lid Torn inzake recente ontwikkelingen in het debat over de veiligheid van boa's en de toekenning van verdedigingsmiddelen… … 18 467 Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het verloten van speeddates voor bewoners met bestuurders …… nonnen enneerenenneerenenneerenennverenennverenenvee vererven DO 468 Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het instellen van digitale alerts voor bewoners over hun directe leefomgeving … …… nnn ennen enneerenennverenenneeeev eneen DO 469 Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het toetsen van representativiteit bij inspraaktrajecten… nnen ennen enne eerenenneerenenneerenenverrenenvereenenveeeeennve eenen 2 470 Motie van het lid Vroege inzake helder en begrijpelijk taalgebruik … … … … … 26 471 Motie van het lid Vroege inzake digitalisering gemeentelijke post … … … … … 26 472 Motie van het lid Bakker inzake de beleidsbrief Democratisering (Informatievoorziening kapvergunningen en evenementenvergunningen) … 29 473 Motie van de leden Poot, Ceder, Kilig en Nanninga inzake het evalueren van maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen en het betrekken van gidsen en sekswerkers … nonnen enne ner venneneenennneneen erneer enneervennevervennevere evenveel Á 474 Motie van het lid Ceder inzake de extra maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen (Uitbreiding verbodsgebied naar Spuistraat) … … nnen enne eneen ÂS 475 Motie van de leden Poot, Naoum Néhmé en Nanninga inzake het toevoegen van een hardheidsclausule aan het bestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum … … 50 Afschrift van een bezwaarschrift van een burger van 26 april 2019, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, tegen de afwijzing van een Bbz-aanvraag … ….………..12 Afschrift van een brief van het Overleg Amsterdamse Clubs, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van 30 maart 2019 inzake de wildgroei aan belemmerende regels voor clubs en het gevoel van onderwaardering voor het nachtleven …… nun nennen enneereeeneeerenenneervenenneerenenerrenenvereenenvereeneneneenenvereenenvern eneen Afschrift van een raadsadres van een burger van 28 april 2019, gericht aan de gemeenteraad van Hilversum, inzake het anti-homogeweld in Hilversum … … 11 60 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan de burgemeester, van 10 april 2019 inzake het optreden van de politie tegen het afsteken van vuurwerk door zogenaamde voetbalsupporters … nnn ennen enneeeerenneeeenenneeeenennneeenenneeer venne eeen ennen D Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan diverse Statengriffies, van 3 april en aanvullingen van 24 en 26 april 2019 inzake een betere samenwerking met Niedersachsen voor een directe vervoersverbinding … … nnn nennen ennen eenen. 1 Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan Staatsbosbeheer, van 17 april 2019 inzake het stoppen met biomassa en houtstook en inzetten op toenemend bosareaal … nanne enen enneenneeren enen enn nennen eeenenenennnnne nennen enennenen eneen enenennennne nennen eneen Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan Waternet, van 16 april 2019 inzake het heropenen van het ruiterpad in de Amsterdamse Waterleidingduinen … … ….7 Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan wethouder Dijksma, van 18 april 2019 inzake het beleid bij kentekenwijzigingen van passagiersvergunningen… 3 Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan wethouder Groot Wassink, van 1 mei 2019 inzake de houding van wethouder Groot Wassink tegenover 50 zwervende ongedocumenteerden zonder opvang … … nnen enneerenenneerenennverenenneerev erneer enn 12 Afschrift van een raadsadres van Siebert Becker advocaten, gericht aan Stadsloket Zuidoost van 12 april 2019 inzake de opzegging van de huur van twee winkelruimtes vanwege de herontwikkeling van het winkelcentrum Amsterdamse Poort. …… 6 Brief van de griffier van de gemeente Stede Broec van 8 april 2019 inzake de aangenomen motie van de gemeenteraad van Stede Broec over de subsidieregeling voor verwijdering van asbestdaken … nnn enneerenenneerenenvereenenveeeenenve nnen Brief van de Programmamanager van Recreatie Noord-Holland NV van 18 april 2019 inzake de aanbieding van de voorlopige jaarstukken van Recreatieschap Spaarnwoude Brief van de Programmamanager van Recreatie Noord-Holland NV van 8 april 2019 inzake de aanbieding van de voorlopige jaarstukken van Recreatieschap Twiske- Waterland … nonnen nennen eneen enneneen enen venneneneneerenenennnnneenenenenennennneeren nennen eneen Brief van de Programmamanager van Recreatie Noord-Holland NV van 9 april 2019 inzake de aanbieding van de voorlopige jaarstukken van Groengebied Amstelland … … 4 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 10 april 2019 inzake de start van het publieksonderzoek ‘De gemengde stad’ …… nnen enneerenenneeeen ennen enne de Brief van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied van 10 april 2019 inzake de aanbieding van de jaarrekening 2018 en de begroting 2020 van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied … nnn onsen enneerenenneeeen eneen eneen Brief van Metropool Regio Amsterdam van 11 april 2019 inzake de aanbieding van de Discussienotitie: Op weg naar de MRA Agenda 2.0... nnee onneennnerenneen eenen eenen 0 Brief van wethouder Groot Wassink van 23 april 2019 inzake de tweede consultatieronde voor de locaties voor 24 uurs-opvang van ongedocumenteerden … nn. 10 Brief van wethouder Groot Wassink van 6 mei 2019 inzake een overzicht van de planning democratisering … … nnen ennen veneeenennneerevenneereneneereneneerenenveerenennnvervenvverrvenneee nnen 1 Brief van wethouder Ivens van 25 april 2019 inzake de toezegging naar aanleiding van de bespreking van de beleidsbrief Dierenwelzijnsbeleid in de periode 2019-2022 in de raadscommissie Wonen en Bouwen van 27 maart 2019 nnn nennen eenen. 10 Brief van wethouder Ivens van 6 mei 2019 inzake de minimale inschrijfduur bij nieuwe middeldure koopwoningen naar aanleiding van de vraag van het duoraadslid Leenders in de raadscommissie Wonen en Bouwen van 27 maart 2019 ………...nnn ennen. 12 Brief van wethouder Kock van 15 april 2019 inzake de toezegging naar aanleiding van extra maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen en de evaluatie van het 61 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen ontheffingsstelsel in de raadscommissie Financiën en Economische Zaken van 28 maart 2019 nennen neee ennner sene ne nnenenenenenenenennnenenenene eene nenenenn eneen nnnenennnenennnn nnn 0 Brief van wethouder Kock van 18 april 2019 inzake de afhandeling van motie 1331.16 van het lid Poot en de voormalige leden Peters en Guldemond over de budgetten van Bestuur en Ondersteuning van de bestuurscommissies … nnen ensneen ensen Ö Brief van wethouder Meliani van 16 april 2019 inzake de afhandeling van motie 1114.18 van de leden Ceder en Taimounti over het aanpassen van het taalniveau van de gemeentelijke communicati®… nnn enneeeerenneeeenenneneerenneeernennveeenenneenveennvenenne f. Brief van wethouder Moorman van 6 mei 2019 inzake het agendapunt Kansenaanpak Voortgezet Onderwijs 2019-2023 … nnen enneenneereneer eneen ennereneeneneeen eneen Ô Brieven van wethouder Meliani van 6 mei 2019 inzake beantwoording van vragen over digitale veiligheid bij 5G-pilots en over waar de Agenda Digitale Stad bijdraagt aan andere portefeuilleS … nnen oenen enneerenenneerenenneereneneerenennverenennneerenveeenvenneen enen 12 Petitie van 48.534 ondertekenaars van 16 april 2019, getiteld: 'Snorfietsers blijven op het fietspad zonder helmplicht’ …… nnee ennene ev eneenervennevervenneneer vennen fÎ Raadsadres van ASKV Steunpunt Vluchtelingen en Kompass van 11 april 2019 inzake het registreren van staatloosheid met verblijf … … nnee eenen eeen eenene eeen Ô Raadsadres van burger van 18 april 2019 inzake de steun voor het besluit om ongedocumenteerden op te vangen in de voormalige brandweerkazerne in Buitenveldert … … … nn ononnnnenee enen ennennenneeenenenenennenenerrenenennnene neen eernennennne rennen en ennennnenenn Ò Raadsadres van de Commissie Migranten van Lokaal FNV Amsterdam van 25 april 2019 inzake het verzoek tot intrekking van het besluit om de Seafood Shop in de Leidsestraat te sluiten … nnen ennnneneenenenenennenennenernenenennennee eeen enenennennnereen enne venennneenen nemen enen 1 Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad van 18 april 2019 inzake de aangenomen motie nr. 153 van 2019 over streetprintasfalt…… … … …….9 Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Sloterplas van 16 april 2019 inzake de verkeersregels in Amsterdamse parken … nnn ennen ennenervenneervennenernensnnereevenveneen Ö Raadsadres van een burger van 1 mei 2019 inzake de handhaving van de nieuwe verkeersregels voor snorfietsen en scooters en de afhandeling van het raadsadres van 9 januari 2019 over de verbetering van veiligheid voor fietsers … nnn 11 Raadsadres van een burger van 1 mei 2019 inzake het project ERMTS casus de Wunderline in het kader van beveiliging van treinen … nnen eneen vennen 12 Raadsadres van een burger van 10 april 2019 inzake handhaving van de nieuwe verkeersregels voor scoOOters… nnn ennen ennnneenenneeeenennenervennenervenneneervennvervennnnene en D Raadsadres van een burger van 16 april 2019 inzake een eerlijkere verdeling van woningen voor kwetsbare groepen en studentenwoningen over de hele stad en het lang leegstaan van sociale huurwoningen… … nnn nnnerenenneeervennvereneneerenenneerenennnneeneneennnn Raadsadres van een burger van 16 april en een aanvulling van 25 april 2019 inzake het niet reageren van de burgemeester op een onrechtmatige binnentreding in een woning Raadsadres van een burger van 19 april 2019 inzake de prijsverhoging van een 10- badenkaart in het De Mirandabad voor de lessen ‘aquasport voor ouderen’ … 9 Raadsadres van een burger van 2 april 2019 inzake het legaliseren van softdrugs … ……..3 Raadsadres van een burger van 2 mei 2019 inzake de aanpak van burgers die de regels van de wetten overtreden … nnen enen ennenneeerenenenenneneneeren nennen verre enennenne en | Î Raadsadres van een burger van 20 april 2019 inzake de geluidsoverlast door het festival op het NDSM-terrein op 20 april 2019 en de slechte bereikbaarheid van 14 020.10 Raadsadres van een burger van 20 april 2019 inzake het plaatsen van ongedocumenteerden in Buitenveldert … … ennn ennneeerenneeeen eenen ennen Ö 62 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Raadsadres van een burger van 22 april 2019 inzake de geluidsoverlast in de omgeving van de Haarlemmerweg door een festival tijdens het paasweekend 20-22 april 2019 …….9 Raadsadres van een burger van 24 april 2019 inzake de geactualiseerde rapportage van het conflict tussen de huurder van een atelier aan de Egelantiersgracht met de Portefeuille Ateliers Broedplaatsen Kunst en Cultuur. nnn nanne eneen eene en eeereneen 10 Raadsadres van een burger van 24 april 2019 inzake de overlast door touringcars in het centrum van Amsterdam … nnn eneeneneenee en enenneneneerenenenneneneneenenenennneneneer enen nenn |Q Raadsadres van een burger van 3 april 2019 inzake de reactie van de burgemeester aan een geschorste priester … nnn nnen ennveeenennveernenneeernenneeernenneeernenenneenennnnernenn er Ô Raadsadres van een burger van 30 april 2019 inzake de plannen voor het beschikbaar stellen van de voormalige brandweerkazerne in Buitenveldert voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers …… nnen onser enneerenenneerenenneeren ennen vererven | Î Raadsadres van een burger van 30 april 2019 inzake de regels omtrent de terugkeer van uitgeprocedeerde ongedocumenteerden … nnn nnen eneen enneerenenneeeen eener | Î Raadsadres van een burger van 4 mei 2019 inzake een reactie op de plannen om benzineauto's vanaf 2030 te weren uit Amsterdam … … nnee eneen eeen 12 Raadsadres van een burger van 6 mei 2019 inzake de komst van uitgeprocedeerde illegale asielzoekers op de locatie van de voormalige brandweerkazerne in Buitenveldert … … … nn oononnnnenee nnen ennenenenerenenenenennene nennen enennennne nennen nennenne neen enennennne 1 3 Raadsadres van een burger van 7 april 2019 inzake het advies voor betere handhaving van de verkeersregels in plaats van het invoeren van nieuwe regels … nà Raadsadres van een burger van 8 april 2019 inzake het verbod op de paasvuren ….….……...4 Raadsadres van een burger van 9 april 2019 inzake de veiligheid van spoorwegovergangen ….…...nnnnnnnenenneersneernnnereneer eneen ennernneerenveen eneen ennen venenenveenennennnne f. Raadsadres van een burger van 9 april 2019 inzake een positieve reactie op de nieuwe verkeersregels voor scooters. ennen enneerenennereeneneerenenveerenenve neee envenn enerverend Raadsadres van een burger van 9 april 2019 inzake het tegengaan van de uitstoot van schadelijke stoffen door houtstook … nnen eneen enneneev ennen enneenneenneneen ennn d Raadsadres van het Bewonersplatform Vogelbuurt en IJplein en de Huurdersvereniging Van der Pekbuurt van 15 april 2019 inzake de Nota (minimale) woningkwaliteit … …… ….6 Raadsadres van het Kinderrechtencollectief van 11 april 2019 inzake mensenrechten en het invoeren van een kinderrechtenscan … nnn nenneneneneen en enennennee nennen eenen D Raadsadres van het Platform Gehandicapten Zuidoost van 8 april 2019 inzake ontoegankelijke stembureaus in ZUIdOOSt … nnn ennen ennen enneeeenenneeeen eneen ennen: Ô Raadsadres van het Wandelcomité Buiksloot van 12 april 2019 inzake de kosten voor de aanvraag van een vergunning voor het organiseren van de Avondvierdaagse … 6 Raadsadres van Labré advocaten van 18 april 2019 inzake een aanvulling op het raadsadres van 26 februari 2019 over schaarse vergunningen voor speelautomatenhallen … anssen ven nennneneerenenennennne nennen enennennne nennen enen Ó Raadsadres van LHV-huisartsenkring Amsterdam-Almere van 8 april 2019 inzake voldoende en betaalbare ruimte voor zorgvoorzieningen.…… nnen Raadsadres van Natuur IJburg en Vrienden van het Diemerpark van 12 april 2019 inzake het plan voor recreatie- en buitensportvoorzieningen op IJburg en Zeeburgereiland ……6 Raadsadres van Total Copy Service van 2 mei 2019 inzake de overlast voor de winkel, veroorzaakt door het geplaatste afval naast de bovengrondse vuilcontainers, als gevolg van de weggehaalde ondergrondse vuilcontainers … nnn ennen nennen enen 1 Î Raadsadres van Undercurrent Evenementenlocatie van 12 april 2019 inzake het verzoek tot medewerking van het vinden van een (tijdelijke) nieuwe ligplaats voor een bedrijfsvaartuig … … nnen nene eeen enneeerenennverenenneereneneerenenneerveeneneeen eneen venneeee vereen Ò 63 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen Raadsadres van Wijkraad Zuid-West Amsterdam van 17 april 2019 inzake de brandveiligheid in Amsterdam-Zuid nnee enneneerenneeeenennverenennenereeveneenennne f. Raadsadressen van burgers van 13 en 15 april 2019 inzake de plannen voor een fietsverbinding door de Haarlemmer Houttuinen … … nnen enneneerenneeeenenneeer venne: D Raadsadressen van een aantal burgers van 3, 4, 5 en 6 mei 2019 inzake de plannen voor de opvang van zeventig uitgeprocedeerde ongedocumenteerden in de voormalige brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert … … … 12 Raadsadressen van twee burgers van 3 april 2019 inzake het buitensporig geweld door de ME en de politie rondom de voetbalwedstrijd Ajax-Juventus … nonnen. D Zienswijze van de Vereniging Vrienden van de Sloterplas van 16 april 2019 tegen het verlenen van vergunningen voor de dancefestivals Loveland en Mystic Garden 2019 in het Sloterpark … nanne ennen ennneennerenneensennereneerenneen eneen eneeeneenenenennernneeneneen eneen Ö 64
Raadsnotulen
64
val
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 31 mei 2022 Portefeuille(s) Grondzaken Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck Behandeld door GRO, P. Sanders ([email protected]) Onderwerp Rapportage toepassing grondprijsbeleid 2021 Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende. Het Amsterdamse grondprijsbeleid wordt jaarlijks vastgesteld. B&W heeft de directeur van Grond en Ontwikkeling (G&O) het mandaat gegeven tot het nemen van erfpacht uitgiftebesluiten waarbij wordt afgeweken van het vastgestelde beleid (Bevoegdhedenbesluit ambtelijke Organisatie Amsterdam d.d. 16 december 2014). Al in 2013 heeft de raadscommissie gevraagd om inzicht in de toepassing van het grondprijsbeleid. Het college werd daarbij gevraagd inzicht te geven in hoe het vastgestelde grondprijsbeleid “neerslaat” in gesloten overeenkomsten tussen gemeente en ontwikkelende partijen. Daarover is al een aantal malen gerapporteerd en dat gebeurt nu ook met de Rapportage toepassing grondprijsbeleid voor het jaar 2021. Daarnaast geeft de directeur G&O conform het verleende mandaat inzicht in hoe dit mandaat is ingezet.” Het belangrijkste vitgangspunt van het grondprijsbeleid is dat grondprijzen marktconform moeten zijn in de zin van Europese staatssteunregelgeving. De hoogte van de marktconforme grondprijs wordt bepaald door middel van de genormeerd residuele methodiek. Residuveel betekent dat de waarde van de grond bepaald wordt door de opbrengstpotentie van de grond te verminderen met de stichtingskosten die benodigd zijn om de opbrengstpotentie te realiseren. Ofwel opbrengst minus kosten is grondwaarde. Voor de bepaling van de grondprijzen volgt Grond & Ontwikkeling continu de marktontwikkelingen en maakt daarvoor gebruik van externe bronnen en vastgestelde en gerealiseerde marktgegevens. De gehanteerde bouwkostenreferenties worden elk kwartaal geactualiseerd op basis van de vastgestelde indexcijfers van het voorgaande kwartaal. Voor enkele bestemmingen, zoals sociale huurwoningen van woningcorporaties en sommige sociaal, maatschappelijke grondprijzen gelden vaste lage grondprijzen. Daarnaast gelden er minimale grondprijzen, indien uit de residuele berekening een negatieve erfpachtgrondprijs voortvloeit. * mandaat op grond van bijlage 4 van het Bevoegdhedenbesluit16 december 2014 onder 3.B, lid 2 sub d i.c. “Het nemen van besluiten inzake erfpachtuitgifte waarbij wordt afgeweken van de meest actuele door de Gemeenteraad aanvaarde (bandbreedtes van de) erfpachtgrondprijzen, ter realisering van de meest optimale erfpachtgrondprijs (artikel 160, eerste lid onder e van de Gemeentewet)” Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 mei 2022 Pagina 2 van 3 In de (jaarlijkse) rapportage wordt in hoofdlijnen ingegaan op het grondprijsbeleid. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen van de opbrengsten, stichtingskosten en grondwaarden voor de periode van 2011 tot medio 2021. De ontwikkelingen worden zowel op stedelijk als op stadsdeelniveau inzichtelijk gemaakt. Om inzicht te geven in de marktconformiteit van de grondprijsadviezen worden de resultaten van de tenders geanalyseerd. De analyse geeft inzicht in het aantal partijen dat heeft ingeschreven op een tender en de gemiddelde verhouding tussen de grondwaarde en de optiebieding. Tot slot wordt een overzicht gegeven van de afgegeven afwijkingsverklaringen. Dit zijn de dossiers waar aanleiding is geweest om af te wijken van de beleidsmatige uitgangspunten om te komen tot de optimale en passende grondprijs. De hoofdpunten uit de rapportage zijn de volgende: Het grondprijsbeleid kan worden gekenmerkt als realistisch en houdt rekening met de beperkingen die worden opgelegd. Het past zich aan aan de bestuurlijke ambities, bijvoorbeeld met betrekking tot de realisatie van betaalbare woningen en duurzaamheid. Transparantie staat daarbij voorop. Zo vindt in dat kader regelmatig overleg plaats met de koepelorganisaties NEPROM en IVBN over marktwaarden, (her)bouwkosten en grondwaarden. Als gevolg van het hefboomeffect ontwikkelen de grondprijzen zich versterkt ten opzichte van de marktwaarde en de stichtingskosten. Dit geldt zowel voor de neergaande trend tot circa 2014 als de voor de opgaande trend vanaf 2014. Als gevolg van de sterk stijgende stichtingskosten en de afvlakkende stijging van de marktwaarden nam de procentuele stijging van de grondwaarde in 2020 in sommige stadsdelen iets af. In 2021 is opnieuw een sterke stijging waarneembaar. Tussen de verschillende stadsdelen bestaan grote verschillen in de marktwaardeniveaus. Het uitgangspunt bij het selectiebeleid is dat uitgiften van nieuwe erfpachtrechten plaatsvinden middels een tender. De optievergoeding is in principe altijd onderdeel van een tender. Na 2016 is er in tenders meer nadruk gelegd op kwaliteit en duurzaamheid, waardoor de weging van de financiële kant (veel) minder werd. Door de lagere weging van het financiële aspect focussen de inschrijvers zich meer op kwaliteit en duurzaamheid van de gebouwen en wordt de optievergoeding lager. Prijs, kwaliteit en duurzaamheid zijn zodoende communicerende vaten. De analyse van de tenderresultaten beperkt zich tot de tenders waarbij de definitieve gunning in 2021 heeft plaatsgevonden. Daarnaast beperkt de analyse zich tot de definitieve inschrijvingen op die tenders. Tenders die in 2021 zijn uitgeschreven, maar die in 2022 worden gegund worden meegenomen in de rapportage over 2022. Een belangrijke bevinding van de analyse is dat de grondprijsadviezen niet te hoog zijn en dus marktpartijen er niet van weerhouden in te schrijven. Gesteld kan worden dat het toegepaste grondprijsbeleid passend en marktconform is. Op alle tenders is voldoende ingeschreven en geboden. Er zijn geen tenders teruggegeven. In het jaar 2021 zijn voor negen dossiers afwijkingsverklaringen geaccordeerd door de directeur Grond en Ontwikkeling, op een totaal van 588 afgegeven grondprijsadviezen. In acht dossiers hebben processpecifieke aspecten tot een afwijking geleid en in één dossier ging het om projectspecifieke aspecten. In acht van de negen dossiers heeft het verzoek om toepassing van het mandaat reeds geleid tot een overeenkomst in het negende dossier is sprake van Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 mei 2022 Pagina 3 van 3 overeenstemming onder voorbehoud. De directeur kan het mandaat om af te wijken van in het grondprijsbeleid vastgelegde normen toepassen bij onderhandelingen ten behoeve van nieuwe uitgiften in erfpacht en bij contractuele wijzigingen van bestaande erfpachtrechten. Tot slot wil ik u informeren dat het college met betrekking tot de bij de Rapportage behorende bijlage Overzicht Afwijkingsverklaringen 2021, op grond van artikel 25, tweede lid van de Gemeentewet, geheimhouding heeft opgelegd voor een periode van 20 jaar, i.c. tot 31 mei 2042. Dit in verband met de belangen genoemd in artikel 5.2, lid 2 onder b van de Wet open overheid. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, PS SF) Nn Marieke van Doorninck Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid Bijlagen 1. Rapportage toepassing grondprijsbeleid 2021 2. GEHEIM: Overzicht afwijkingsverklaringen 2021 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening toezegging Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 2 maart 2021 Portefeuille(s) Bouwen en Wonen (15) Zuidas en Marineterrein (19) Grondzaken (31) Portefeuillehouder(s): Laurens Ivens, Victor Everhardt, Marieke van Doorninck Behandeld door Grond en Ontwikkeling (bestuurszaken. GO @amsterdam.nl) Onderwerp Rapportage Woningbouw 2018-2025 (stand van zaken per 1 janvari 2021) Geachte leden van de gemeenteraad, Eris een enorm tekort aan woningen in onze stad. Daarom zet college in op de bouw van veel woningen in Amsterdam. Sinds 2014 zijn er bijna 50.000 woningen bijgekomen, gemiddeld zo’n 6500 woningen per jaar. Dat zijn historisch gezien enorme aantallen. Maar alleen een focus op meer nieuwe woningen is niet genoeg. We moeten ook de juiste woningen bouwen. Daarom richten we ons specifiek op woningbouw in betaalbare segmenten. De plannen hiervoor heeft het college uiteengezet in het woningbouwplan 2018-2025. Hierbij ontvangt u de Rapportage Woningbouw 2018-2025 met de stand van zaken per 1 januari 2021. De rapportage schetst de voortgang van de woningbouw, de ontwikkelingen van de planvoorraad en de vereveningsruimte in het Vereveningsfonds. In de rapportage van het woningbouwplan wordt de focus op betaalbaarheid in de gestarte nieuwbouw steeds meer zichtbaar, alhoewel ook duidelijk is dat er nog tijd nodig is om de ambities uit het woningbouwplan te realiseren. De rapportage bevat de volgende hoofdconclusies: 1. In 2020 zijn 5.932 zelfstandige permanente woningen in aanbouw genomen. Dit is lager dan het streefgemiddelde van 7.500 woningen per jaar. Voor het zevende jaar op rij is gestart met de bouw van meer dan 5.000 woningen. De corporaties hebben met 2.270 sociale huurwoningen voor het eerst sinds jaren meer dan 2.000 woningen in aanbouw genomen. De middeldure huur bleef sterk achter met 575 woningen. 2. De planvoorraad voor 2021 omvat 13.934 woningen. Eris perspectief op een goed resultaat met de kanttekening dat de economische ontwikkelingen uiterst onzeker zijn. De planvoorraad middeldure huur is met ca. 4.000 woningen goed gevuld en voor veel van deze woningen zijn reeds omgevingsvergunningen aangevraagd. Dit geeft vertrouwen. De corporaties hebben 2.411 permanente sociale huurwoningen in hun planning staan en 250 tijdelijke. Voor de meeste projecten hebben corporaties investeringsbeslissingen genomen. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021 Pagina 2 van 4 3. De planvoorraad tot 2025 komt per 1 januari 2021 uit op 49.761 woningen. Het grootste deel daarvan bestaat uit betaalbare woningen (64%). Dit aandeel sociaal en middelduur neemt in de loop der jaren toe. De planvoorraad is ondanks de coronacrisis goed op peil gebleven en biedt perspectief op het realiseren van een productie van 52.500 woningen in de periode 2018-2025. Het is dan wel van belang dat de economie zich herstelt en dat het vertrouwen in de woningmarkt blijft. Vanuit de gemeente blijft de focus op de uitvoering van de projecten en marktpartijen moeten ook bereid zijn te blijven investeren in de stad. Voor de voortgang van de projecten is het van belang om maatwerk in de projecten te bieden. Ad. 1 In 2020 in aanbouw genomen woningen In 2020 zijn 5.932 zelfstandige permanente woningen in aanbouw genomen. Voor het zevende jaar op rij is gestart met de bouw van meer dan 5.000 woningen. De productie is wel lager dan afgelopen twee jaar. Er was na de lockdown grote onzekerheid over hoe de economie en de markten zich zouden ontwikkelen. Ontwikkelaars en beleggers, bouwbedrijven en banken waren voorzichtig. Processen vergen door thuiswerken vaak meer tijd maar de meeste ontwikkelaars zijn doorgegaan met de projecten en de gemeente heeft zijn privaatrechtelijke en publiekrechtelijke taken kunnen uitvoeren. De corporaties hebben met 2.270 sociale huurwoningen voor het eerst sinds jaren meer dan 2.000 woningen in aanbouw genomen. Een goed resultaat, maar het past nog niet bij de ambitie van gemeente en corporatie om gemiddeld 2.500 woningen per jaar te halen. De productie moet verder omhoog. Het slagingspercentage lag in 2020 relatief hoog. 80% van de planvoorraad aan het begin van het jaar is in aanbouw genomen. De bouw van middeldure huur bleef sterk achter bij de verwachtingen met 575 woningen. Er was veel meer planvoorraad beschikbaar en de gemeente heeft deze plannen ook gefaciliteerd. De reden van de doorschuif van plannen naar 2021 verschilt van project tot project. De oorzaken waren: vertraging door bezwaarprocedures rond de omgevingsvergunning, bouwlogistiek, aanbesteding en niet tijdige afname van woningen of bijbehorend commercieel vastgoed. Ad 2. De planvoorraad voor 2021 De planvoorraad voor 2021 omvat 13.934 woningen. Dit is voldoende om 7.500 woningen in aanbouw te kunnen nemen. Er is perspectief op een goed resultaat met de kanttekening dat de economische ontwikkelingen uiterst onzeker zijn en het bovendien altijd de ontwikkelaars zijn die de opdracht moeten geven tot start bouw. Het college rapporteert na elk kwartaal over de voortgang en dan in het bijzonder over de middeldure huurwoningen en de sociale huur door corporaties. In de planvoorraad zitten ruim 4.000 middeldure huurwoningen. Voor alle onderliggende projecten heeft de gemeente gekeken naar de planning start bouw, de voortgang en de aanwezigheid van knelpunten of risico's. Voor veel van deze woningen zijn vergunningen aangevraagd en dit geeft vertrouwen in kunnen halen van een substantieel aantal woningen. Het is nu primair aan de ontwikkelaars om projecten tijdig en definitief rond te krijgen met zowel de aannemer van het bouwproject als de afnemer van de woningen. De corporaties hebben op dit moment 2.411 permanente sociale huurwoningen in hun planning staan en 250 tijdelijke. Voor de projecten in het ze kwartaal staan alle signalen op groen. Voor de Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021 Pagina 3 van 4 later geplande projecten hebben de corporaties in de meeste gevallen investeringsbesluiten genomen. Niet voor alle projecten zijn al vergunningen aangevraagd. Het zal de corporaties de nodige inspanningen kosten om alle projecten volgens planning in aanbouw te nemen. Ad 3. Planvoorraad 2021-2025 De planvoorraad tot 2025 komt per 1 januari 2021 uit op 49.761 woningen. Het grootste deel daarvan bestaat uit betaalbare woningen (64%). Het aandeel sociaal en middelduur neemt in de loop der jaren toe, daarin komt de gemeentelijke inzet op betaalbare woningen tot uiting. De planvoorraad is ondanks de coronacrisis goed op peil gebleven en biedt perspectief op het realiseren van een productie van 52.500 woningen in de periode 2018-2025. Het is dan wel van belang dat de economie zich goed herstelt en dat het vertrouwen in de woningmarkt blijft. Marktpartijen moeten ook bereid zijn te blijven investeren in de stad. Gebiedsontwikkeling en woningbouw gaan echter nooit vanzelf, zelfs niet onder gunstige economische omstandigheden. De gemeente houdt de marktontwikkelingen nauwlettend in de gaten en bespreekt dit periodiek met ontwikkelaars, beleggers, bouwbedrijven en corporaties. In 2020 is als gevolg daarvan in samenspraak met de koepels IVBN, NEPROM en AFWC nieuw beleid ingevoerd ten aanzien van transformatie en middeldure huur. In geval van stagnatie kunnen marktpartijen en corporaties projecten inbrengen in het Doorbraakteam Woningbouw. Een voortvarende planontwikkeling is gebaat bij maatwerk aan de voorkant en vooral bij niet aanvullende additionele eisen bij de verdere uitwerking en uitvoering van projecten. Doelgroepen In de rapportage wordt ook aandacht besteed aan de ontwikkelingen rond de doelgroepen zelfbouwers en coöperatieven, jongeren en studenten, ouderen en statushouders: e In 2020 zijn door de gemeente 30 nieuwe zelfbouwkavels op de markt gebracht, goed voor 191 woningen. Het geïnventariseerde aanbod voor 2021 omvat 493 woningen. e In 2019 en 2020 zijn 2.325 woningen voor studenten en jongeren in aanbouw genomen waarvan 975 in 2020: De planvoorraad “studentenwoningen” bevat voldoende aantallen om de doelstellingen van het ‘Convenant Studentenhuisvesting Amsterdam 2019-2022’ te realiseren. Het halen van de doelstelling voor “jongerenhuisvesting” is lastiger. Mogelijk bieden locaties voor tijdelijke woningbouw kansen om de planvoorraad te vergroten. e _Nahettekenen van de Intentieverklaring zelfstandig geclusterd wonen voor ouderen op 1 juli 2020 is begonnen met de inventarisatie van geschikte kavels, niet alleen in de sociale huur maar ook in het middensegment en de dure sector. Geschikte kavels zijn kavels in de nabijheid van winkels, voorzieningen en openbaar vervoer. e De gemeente zet zich in om in het kader van de bouwopgave voor statushouders in totaal 2.700 wooneenheden op te leveren voor 1 januari 2022. De gemeente spant zich in om ook de laatste 322 wooneenheden te realiseren. In 2020 is gestart met het onderzoeken van de haalbaarheid van nieuwe tijdelijke woningbouwlocaties. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021 Pagina 4 van 4 In 2021 zal na elk kwartaal worden gerapporteerd over de voortgang start bouw 2021, waarbij de focus wordt gelegd op middeldure huur en sociale huur corporaties. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Laurens Ivens Wethouder Bouwen en Wonen Bijlagen 1. Rapportage Woningbouw 2018-2025 (stand van zaken per 1 januari 2025) Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
4
train
Termijnagenda 2013 stadsdeel Zuid TA = Ter Advisering aan de deelraad TB = Ter Bespreking TK = Ter Kennisgeving TV = Ter Vaststelling Onderwerp Portefeuille Data Uitgesteld | Soort Cie Data Raad Soort Opmerkingen/motivering houder Commissi\ e datum | behandeli behandeling Van Ostadestraat 341: bouwenveloppen afstoten vastgoed [EdV 9-jan-13 | tot nader TA RW tot nader TV Stond voor Cie 9 jan 13: order order uitgesteld vanwege onderzoeksfase. Gesplitst in Lutmastraat en van Ostadestraat. Resultaat haalbaarheidsonderzoek nog niet beschikbaar. Rapportage Gelderlandplein inzake onderzoeken naar EdV 5-jun-13 TK RW n.v.t. alternatieven parkeerdek De Nieuwe Fabriek: selectieprocedure ontwikkelaar 9-jan-13 | 5-jun-13 KRW 10/12/1: nieuwe data volgen 1 Onderwerp Portefeuille Data Uitgesteld | Soort Cie Data Raad Soort Opmerkingen/motivering houder Commissi\ e datum | behandeli behandeling Erfgoedverordening: vaststellen definitief EdV 8-mei-13 | 23-mei-13 TA RW 29-mei-13 TV 22/10/12: uitgesteld tot cie feb 2013. BMA wil nog overleg. Reden vertraging: Erfgoedverordening is centraal stedelijk opgesteld en wordt na bersluitvorming ter inzage gelegd door DB. Daarna bespreking in Cie. Data afhankelijk van behandeldata concept- erfgoedverordening. Bespreken schrijven Rijksdienst beschermde EdV 6-mrt-13 | 8-mei-13 TA RW 29-mei-13 Reden: Er komt een stadsgezichten start procedure presentatie in comissie RW 4 april 2013 en het stuk komt in de commissie RW 8 mei 2013 Gemeente Archiefterrein: instemmingsbesluit EdV 6-mrt-13 | 4-apr-13 TA RW 24-apr-13 TV 9/5/12: ligt stil in afwachting ontweraanpassingen Archiefterrein in afwijking van het van herontwikkeling gebied bestemmingsplan / A3 waar ontwerp op aansluit Vn Bedrijventerrein Schinkel-Aalsmeerplein e.o: vaststelling EdV 8-mei-13 TA RW 29-mei-13 TV Bedrijventerrein Schinkel- bestemmingsplan Aalsmeerplein e.o: vaststelling bestemmingsplan heeft geen reden uitstel behandeling vindt plaats in Cie 8 mei VD A 2 Onderwerp Portefeuille Data Uitgesteld | Soort Cie Data Raad Soort Opmerkingen/motivering houder Commissi\ e datum | behandeli behandeling IJsbaanpad 12/ Olympic Towers : ontwikkelplan EdV 5-jun-13 TA RW 26-jun-13 Planning afhankelijk van ontwikkelaar. Ontwikkelplan gaat eerst ter inzage (in DB op 9 oktober 2012). Maatregelen BWT nav. rapporten ombudsman juli 2012: EdV / PS rots Em evaluatie 2013 Zorgvlied: ontwerp projectbesluit inclusief convenant 4e kw 2013 RW 4e kw 2013 2013 Buitenveldert 2013: vaststelling bestemmingsplan EdV 4e kw. TA RW | 4e kw. 2013 TV 2013 3
Agenda
3
val
Van: xxx Verzonden: zaterdag 9 juli 2016 22:34 Aan: Info gemeenteraad Onderwerp: Overlast kleine rondvaart Geachte Raadsleden Zo hebben jullie het plan voor rondvaartbedrijven vrij baan te geven voor boten korter dan 14 meter. Het is waarschijnlijk weer een plan wat uit de politiek is voortgekomen en waar met de gewone burger niet is gecommuniceerd. Ik meld u dat we nooit last hebben van die grote rondvaartboten, maar als er van die kleine boten komen voorspel ik u dat het hek van de dam is. Zoals ik nu al constateer heb je illegale rondvaartbedrijven die met harde muziek door de grachten varen en zoals bij, ik woon aan een sluis dat ze dan even aanmeren. Hier de gebouwen, tuinen, muren ect. als openbaar toilet Gebruiken Tevens ook nog blijven hangen met harde muziek omdat er iemand even naar de supermarkt moet gaan om inkopen te doen. Degene die zijn achter gebleven en een drankje te veel op hebben te luidruchtig worden en iedereen maar wat toe brullen. Ik zou weleens willen weten of jullie over deze overlast wel hebben nagedacht en hoe jullie denken dit te gaan handhaven? Met vriendelijke groet, Groetjes XXX
Raadsadres
1
train
015433 N Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Duurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter kennisneming Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie Agendapunt 21 Datum besluit College van B&W 24 mei 2022 Onderwerp Afhandeling motie 13.22 van de leden Vink (D66) en Groen (GroenLinks) inzake Actief informeren over subsidies voor Amsterdammers om hun woning te verduurzamen en aardgasvrij te maken De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de schriftelijke reactie van het college inzake de afhandeling van motie 13.22 van de leden Vink (D66) en Groen (GroenLinks) getiteld Actief informeren van makelaars, aannemers en WE-beheerders over de subsidies voor verduurzamen en aardgasvrij maken, met als belangrijkste punten: 1. Bestaande informatievoorziening verbeteren 2. Specifieke doelgroepen gericht benaderen Wettelijke grondslag Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, artikel 80: Afhandeling motie. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2); zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de gemeenteraad van 26 januari 2022 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 26 Achtste updatebrief Strategie naar een stad zonder aardgas motie 13 van de leden Vink (D66) en Groen (GroenLinks) aangenomen waarin het college gevraagd wordt om makelaars, aannemers en VvE-beheerders actief te informeren over de subsidies die Amsterdammers kunnen aanvragen om hun woning te verduurzamen en aardgasvrij te maken. Bijgevoegd treft u de reactie van het college aan. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.l1 1 VN2022-015433 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter kennisneming n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? TA2022-000130 Welke stukken treft v aan? 1. raadsinformatiebrief_afdoening_motie_013-22 actief informeren AD2022-058739 aannemers makelaars. pdf (pdf) 2. Motie 013.22. Vink c.s. actief informeren van makelaars, aannemers en AD2022-055453 on " WvE-beheerders over subsidies verduurzamen en aardgasvrij.pdf (pdf) AD2022-050162 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Ko Spruijt, 06 10518386, k.spruijt @®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.l1 2
Voordracht
2
train